Google
This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project
to make the world's books discoverablc onlinc.
It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and fmally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web
at|http: //books. google .com/l
Google
Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.
Richtlijnen voor gebruik
Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automaüsch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:
+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.
Informatie over Zoeken naar boeken met Google
Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via|http: //books .google .coml
D,o,l,zedb,GoOgle
ppwiiimwiuivi .ƒ-■
i
'j'"'
s>^^-
95N
Digilizedb, Google
ig^m^^mr^^ ~: t— - ^ -
i
^\
s'^^'
o^
Dpiizedb, Google
'.At'
/f
' "" " " ""' """ n,3,;„o",GdÖ^tc
D,o,l,zedb,GoOgle
WINKLER PRINS'
geïllustreerde encyclopaedie
TIBHDB, HERZIBNX EN BIJQBWXRETB DBDK
I-I
^ D,o,l,zedb,GoOgle
N.V. Boekdi. T/h L. van Nïtterik Hm., Leiden.
DigilizedbyGoOglC
,.n,.„^WINKLER PRINS'
GEILLUSTREEEDE
ENCYCLOPAEDIE
YISRDE, HERZIERE EN BUOEWERKIB DRUK
OHDXB BOOrDBIDAOnX VAH
HENRI ZONDERVAN
HST IRDEWEREINa YAH DE YOLQBNDK BITBBISKSSEDACTFl DBIH
H. B. BuuTOBT - Dr. J. W, Bkzkhan - Dr. J. Botkb - C. H. Claabbmh
Mr. P&. Falekkbdbo • L. tut Ghbsbkbgkh - J. Hbideiu - B. Hslwki
E. HnoasHRiM • Cr. 't Hooft - J. J. Hcmiuii - U. D. KnsiB
Dr. E. B. KnuBTRA • F. K. van Ohmkh Elokek - Dr. A. tan Rossn
Dr. J. A. N. Khotixi. ■ H. A. Kboes - Leo Lauxb - Dr. W. J.
LsTss ■ Dr. I. MmiDCLS - W. G. A. Ukucb -"Ur. E. P.
DB HOHCHT • J.. H. MÜLLZB HlBlUN RuiTXBS
Dr. T. P. Sktensxa - G. C. Spknqleb - J. Ikibh
STBnuwwn - P. G. VuBTAirr Tuckeb • Hr. A. J.
VLneniTBABT - W. di Vbhiii - A, W. WEissiiAir
en vele andere geleerden en Bpecialiteiteo
NEGENDE DEEL
Handwerk-ltalla Irredenta
Met 6 kaarten, 8 gekleurde en 24 zwarte buitontokst-platen,
en 191 afbeeldingen in den tekst
AllSTERDAM
UITQE VEES-MAATSCHAPPIJ .ELSEVIEB"
1918
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
E
■audwerk en bMBdwerkan^ToiMM
wocdam rnktmttmoMmAiktUgeoMikaB met d«
to afe MD omk oog boot^i^cJök met de land
vk met «unMKKgs irarfctuigea wondt bednvt^
Itt xomi fltaalbaMtioacftniKBmi im ie 4e b»-
\aAaÊ» 4n wmmte tMOthratk an ieioiiMki^
vMbttd «en MtdeK, ie lMtoi.deprodMUeT<»m,
«n wt*B«im&tinMr'--'— "-' -^ ^-
ntout
InÖlTan
Hat iMMhnil «f bat anbadtt ia hetbedng)
iita, £e al of niet geholpen dooi üqu kiiedit«i,
-TOOI agea riateo«B<mlwateUia«nadeBafaMaw
adtoailtaMrtilwhn miAt en — i daten aflerert net
bjjlemrisg Tan de giondatof. Het MnbMU ol
haadwefk ia dM en ilMée^f. In étaa» na
iga 4e nMftUrïeedennalMt of ■Meedannaafcalar, d«
hmo&a^ikee, ^ faiteritiltfer, 4a tMnmennMi,
metadaar ot atneadoor, d» maatiehoenmalner en
soarék andarg jjaj^noone haodwetba- of (nd^chto-
Z^' bloeitöd faeefl bet «mbaobt of bandweik
ook in NedeiluKl «Aad in d» gJUetJid. De
nitoet«>iitf duFraa wae téh gedniende «evwaa
aan bet Bcbiartwt^ van bet gttde gthiMiea,
dat de faeoef enaan no «enieUde ö«k|t «f mo
verwante fceikn*eQ samenvoe^iie lot gcnte^-
«qhaf|»i^fcg bebaittgiiiig itaaaet beUoMn t«gNi-
orer allei^ <li« aan hun lieddifMDMHoolie wJMen
tonwn, tegcMrer de «wertMM an lells ieeenOTM
nnfatie ooDOHmntie in «ig«n kniag. JinK bet
gilde OHUikte het mogdi^, dat aJle ikandwerka-
of amliacbtapatoioow «en faot en aekei teatiM
aan bonaen beroefMaifceid oDtlfenden, m. a. w.
dat het «aotel patroou «elj^ea tred hi<M net
de baiioefteQ der aJaemtfa, en dat veider Keriuu-
derd nvci, dat eooimwe patfoona >idi yafij^ten
ten kioate na andeve oeroeftAroedera. Deoe om-
atandigliedNi doen d« giUeonfeo^ oog m den
tegenwoocdigon tj^ zoo Muriokkd^ achgnen
TOOr -T«fe lUne pA^vone, die löclen andeT de coo-
«unentle met de grootiodnatfie.
Uet de ofibatGiig Tan den gUdadvMig ten on-
aeot in 17{l8 «laat oog w«l nM liat doodaaw
TOOT bfOt bandwei^ of ambadit, maai wordt de
mogs^jUieid «eapemr, dat de badiiJTen, die tkw-
flet üeA wtrtiMMkd gebied daarvan Toimilan,
noBaaineifaHMl in hiafai Tan de tabriefaoörer-
- heid oTergaas. Ia weAeiiiUieid werd ie» «n-
lent ia deo aaonrang der Ifide «enw van daae
dooi de wet gebohn gtfagenbaid geen gebn^
gcmaaisL Het mstmAt Ueef tot ki bet midden
diei eeoir ttfoa faot gaheeie gebied beitrjiken, dat
iHt TiMget fMbtenahad beietea. BinM^ eA-
ter ToaA ook de atoooÉndrt t '
n ieA van ^n afiet daar-
ma moeat afataan. Broodfabriebn weidBB ofige-
kleedioRoo&Ieotiie
i« WMd een gax
ftoedoamaterii ai
kaebeb m^t, gean pottehaUDei meer
pottea <i pÖpeB, ge«i mnm meer laken «< atol,
^^--- -------
ij]'n FTOorweqMn m
f ie ffowoiden of woaden in
miMei van thnisweifceiLde
ari)eadwa gamaakt.
En *oA il bet gebied van het {haadwerk aaa
den andeien kant wedneoa aan bet gmeien. Da
aoMomalie mat da gnmtioduMtine, «oer aoover
het gawooe goedüMi T«a dagelgkadi gebruik be-
treft, ia Toor bet «anbadtt doodend gewseat; naai
de artia<ick« piodnetia, bet kvoatAmbaeht, ia lün
uitahuimd twrèin gewtuden. Dit TeraebvDMl
doet liib vooT in leer T«k lakke« laA bedrat,
in de manbdfÉbriealae wo««i ala in de aarde-
«eik-nÖTobeid, in de kofterindoatrie swwel aJa
in bet naken van vloeiUeedMi, in de boebbiBde-
rf soowd ^ (D bet T«nai en batiUen van qj-
de, fkweii en k»toen. In al doe takken vao be-
dt^ en in vele aodem lal de tabiwitt- lA de
grootioduettie in bet algemeen niet knona y<A-
doen aan den «naak, aaa bet kunatgevoci vm
hen, dh de middekn btoJtten om neb met de ga-
wone dagdjitadie Teibmikaartj keten niet twre-
den te atelïaa. Voeg daadny het oode temin,
waafop bet ambaAt cm deaellde redeBea otm-
wnnaar ia gebbrea (heem- en dameMuaat-klee*
demoabeiq, ^neie bioodbaUerÜ, aaikenbakkerjj.
bet tak van modbte, enx.^ en men kan begröpM.
dat «: nog de nden ia om aan te nemeo, dat d«
toekomat tOor bet ambacht oiet dnieter ie. Voor-
al «Ut dit Toet Nederiand, waar in den kateten
tgade bew|Ko qfn ederefd *iii een hcrieTiag
van het ambaebl^ en ont üeb ia dit opndit met
de andere beaebaafde natiee geroet mag meten.
HMidwwkaB, ia dan meert nitgehreiden «n
TMi bet woord^ emvaUen al die weikmeenbedea,
die tot bet TemanÜgan, bemteUen oi verMeren
van nattjge ot hnoroorweipaD <Ke«an, lootb
naaam, bi^area, bleien, maaen, atoype», hiÉen,
knoofWD, hrt laivaai'^gen van genaaide en ge-
Uoate bant. haodmeMa ens. Tot da i«. nwtti'
ge haadiKiken bdioort bat vervaajdigen, ook vet-
steUte, v«B Ueedingitiéiben, tafd- en bedhnen.
tot da fraaie de veteiering daMvan, met inacbt-
neming van bet dnl en itet maken van taxe-
voonrenien. De nnttige bandwerken woeden ia
booUnak onderwesen op de lagere scbolea, de
Toortiettiiig daarvan en de fnuie ofi de mid-
dslbare en vi^ediolen. HndireTken baa man
Teoravdigea van aan beataaode »(ol met eea
DigilizedbyGoOglC
I l)estunden ditad, •ooah bid-,
kuik- «n kaaoptmk. TcgeBwooidlff woedt op
taoMagt Mdulv ook •■■ jtngeiM naodirriffli'
dunrjfs gfetHUL ^MktSjt» bonknuMb irovdM
beel TW oooT suub» gmwiH. Vow <to «pki-
db^ tet óe aatnens «oor «Ie «etn inKifK ea
nfadriden, «tco^ Iqi pulindieMii,
KfttM. Lmtretu vom dar, em N(
MdM^(ÏMl4^ dm lOdni JaooMi K17 te Oent
Mbcu«o en aUMT den fideo Atigaitaa 16B$ omt-
Men, admel «VImmdmIi Reebt d«t ie eoetaatMi
«B de iiinHii», sedeeneteenl iöj de OnTni es Oi»-
liMten f«a V)MM»l«nm ent." (IM4), ia bet
bxff Legrand «n te Kanerak
I. iHjj ^ b^nren i« dt St.
Dt, iwini THieffei een Tianege.
]ag i^ op xj)n serk wu gArikM.
■MlclMlk BOMttt men dim balk in dan dek-
iteel, wette, emeli de tModfaelk, btmnotMl
kemt to Üggi» en tasedica dnni heMta
"i tot TeieteiUng der «pniiten wofdt
niteMwaï in 17D9. i
USmïnMQ te Oent, n
t woord hMtebeHMD «wnrkeini.
KMisbarc, iJmttft BomAuMu vm, iMnebop
Tan Stoien, «en B.-KaOolieke ««MeMda, dea
J7deD Jani 18» te Thm «o AHtfn «boieiit
etadeetds te 11 Oaiiieii, TCrioeag ia 1889 de pciee-
terwöding en «n fcetscma ja» de doetenle wear-
digfaeid, waan» taj ia 1640 aan de mifMMiteit
te MSnéhen «9" «en ofwade «ver eieMee dat
OudM TeetaoMBto en OoateMdn tebn. In 1941
werd h^ baitengewooii, in 1M4 gewoon hoog-
1___. — j. u 1 — ;. ^u yf^ t L
1666 wei
I Room
den atnM «nrde OBfeiOaadwid aetiMudt hq ikk
■anTaakelqk aan ds >jide dw tegenttandHs tba
bet nieowe leetetnk, doA onderwierp litfa daei>
■aa ■• de afkondiging, in 1672 werd hii Mfftuy
•MO Spiera. Hn o«ei£>ed «Umt dan 8l«lan Htï
1«7«. Tot s9n bdHigi^kate geaArilten beboo-
nn: „ReUgJAi» AMratOoMt dar Hebrier" (3de
ink. 166S^ „GeaehMite d«r bikÜMben Offenba-
mng" (4de Aak, 1876, uügnj'""' ^oof Wtm-
kart), „Znr EAemttaiiMue ve» Ibn Siu nnd
.Ubertvt Uagnii^' (1666), „Oimoet S. Hippoly-
ti nriMee e eodieibiM Romania» (1870) en „Dea
moiUfiHaciw Xriegacedit" (1671).
WtlflIOM. LoweNc, een NederiaodaA aahil-
det, den I4d» J^ 18»! te WondridMni gebo-
m en lUaar den 9den FebmMi 1905 omledea.
WW «en leetüog ven O. Enuttitait en B. O. Eotk-
koefc. Ben laodhdiap Tao fa«ai bevindt aieh ia
Dordrecbte moeenm, en «tders in bet gcowen-
tcawBeaD te '«-OmreDiuige en bet B^kmneeam
■«LiMltotmi noemt nwn de aaiiiÉiangen vu
de door Aboe HanUa (f 722) te Bagdad gaetidOe
MBhteHiM»!, die ia Teikve, lUddet-AaW en Voor-
ladiS de beeiMbende «• <o naar liet gebied waar
Haiaia weAiaam waa, de I , _
wordt iB tegnetalüis M de lledineiMèe vm
Ualik. Bauta fanhtigt bet txgïneel tan den Mj,
d i. Tan de rrqe TwetMwMüke meeninmToiaüBg'
ala maddd kmh de reditaontwikkeling. Bet meeit
geraadnieegde banAoek irao dit recfat ia bet
Bnnnkuit --
planteagèeleeht i
nü de fMniUa dn Awtanmta-
ia tr^iedi AoalnliS. De Tnwfat l
TOnnige Ndea; t^ ^xiogt met «en dekeel OpM.
De etMq>w ie koit en Teareen 2- of 84ablwMi'
eteofMl Tonnen. De mecMraden ion aan dea
befcer aainengerao«4 ^ bdmdr
. Het UoenMÉ ia dnvrlieMg e
ren nUewde edndilaM]]-
AoMMM (c erüfate 11) a
Japan en ChkH, faeelt node of g^ Uomm&
en woedt bg cna eia aietptaat aan^week^ om-
dat cön faloëiwfM den aanleg be^C o*» ^ ^-
Modat vi ah
nekMn geloken.
DeOelMM-'
In de mode gekMmen. Oe ploinmoniüge tnoaan
T«n deM kooMa tój perimaaten nog mooier vt
dan de min<anaA^ nMnauncbtige pkiimea Tan
0M, <9 ± 1 m. bo-
ven de fdifttMi aaa-
denaidlBteBL De TM-
awerdeiiiig denr Oewone hanAam,
knndMfatigie, Mn-ja-
rige pUnAcn geocbiedt tatdottend don aadBO.
Bianl, (hutm frimineh, een Dütadi lecbte-
ffdeerde, den Men Oetobcr 1793 te Lei^ ge-
boren, beioebt de boogeaduian te Upag en t»
OHtii«en «n imtigde üch ia ijio geboorteplaale
ala prrvaaAdoeent en weid aUanr in 1881 boitea-
gewwm hoosleeinac, JniondMbrid beeft h| ücb-
btoDoid M de opeporing en wMideeiiDg der
bronnen nn bet Homeenadi iték. Oedocend» 7
jaar doonnoneUe bji de wxunMmtte boAo^
in ItaÜê, ZwitMriand, l^aafavk. Spa^ Porto-
DigilizedbyGoOglC
aWBL— <HAiNOfiK.
btonta
gal, T^i^iml «n da NednlaoifccK en tla Tiaebt
" ' ' ' iSn: „Oabtlogi ti-
n bibUfttbeüs Oal-
(1^), JMmmmom» *>•
mÏDonMn mto «ontliaTCimu i>etenim jnrit RooiHii
intwpnitaim, qoi gkNMtoiea Tocutnr" (IS84t,
,M^fta^ «KWDMH ew&ós 'RtemloöHii" (1634),
„bMectt MKtona «nlo JDdwicsoin" (18S6) en
„GmÉMi OiegOTtMii et «odiaü Heimogenüiki
fngOMate" (1695; hmt 36 huNMuUten, 1987).
ffiècw Toleée esn T<dle<yg« kntuebe nUmTa nu
dN> „Codex lluodQnHHw" (1639—1642) uu
M
mi, lUjociuii, Stnd, AuttMoii (1U4,
hisdNiuilleft) en de „XVXn MutibiÜDDw, <)au
SiimoadM edidit''. V«idar knwde bg een nitga-
TC der yiLa Bomen» Vïeieotbaiam" (1649, oue
7(t liAiMkcliriften), ■lane£ een „C<h^ kgum
all impenrtwitnH ran«tie ai^ JnaÜniaawm k-
teran** (1857—1660) «t ,^aUaai «itome ktüw
NoTeHanm JgetHMui" (1873). la 1636 wen) hij
met in UtA tmi Qcrbaad Itenaemd tot gewoon
hooi^eataar te htifme, «aai bg dea 16iieii Oe-
tobei 1678 orcdeed. Na igo dood Ued, dat hq
ign titiiaSbeA, «aado haodcahrifteo tmi betee-
kenia, aao de imiveuiMte^iiUkxtbecè had m-
ereneeoB era PMbtagefeende,
te Leipiig geboren, stndeade te Weenen, Leip-
■ig en HeMHbew, piMmweMde io tgo g^raorte-
pUate en natiffte aiA in 1658 aldaar «b pri-
futdoeent. In 1I66O ««id h^ boitengewooa üi
1682 gewoon faoogleenaT in de ncbten te Eo-
nHWneiKeD en Teiink in 1663 in taaMHenoem-
de MnUwg naar Ski. Eerat wu hij lid van
de Nationale VeneoÏBiw io Sleeawgk-BoUtein
». .,. .__._ .._^__. ^ ,jj^
Fraiaen, medeofviditer lati de Ubërale partjj, die
in 1867 bem wowd tot £d mn het Bnia van Af-
gevaaidigdan ah tot Ud tm den Rökadag he-
Doenuh^ waar hg aiiAi -RNgde hj) de F«rtaeuitU-
mrtg. bt 1674 wesd hg ne^pceatdent van den
Bglüdwea in 1676 Tan bet Sm ran Afgoiaai-
dïMea. Bji den aanvang der B^edagiitting na
19?6 wwd eerat niet bg, maar LMw tot TÜe-
pteaideiiit gekaank «k teen hj) na bet bedank«D
na IAm tod) gckosen laeid, weeë iq deae waw-
digheid van de hand. Bij de beiaadiihgiag orei
bet eoiiipraniie tnaaehen 4e legeenng en de oalio-
naaflibenlan orer de wetten op de redttabedee-
Ung, beaebnUigde hg (20 Deoanber 1676) kaUt-
flenoemde ^nn ootaonw aan de libeiale tweinae-
fen, wat bjj op den Bgkadsg (10 Januari 1677)
heibaaUe. Om di« reden werd hij ook niet ber-
kra» tot viefrfM«adant tn bet Huis van A^
vaardigdni. Na dien tgd wae ijjn boodioff meer
fliemati^ Bq de TenUnisgen in Jnli 1878 werd
njj in ds districten Kiel en Berign gikoaen en
amtaarifclB het mtadaat voor eerstgraoeud dia-
triet. ia J6M di^de hö er in de ForterfKiUa-
pa<tg met de MOgnaaoue Seeeaaianaeteo aamea
te emdton tot de Dwtadwrrgzinoige partg. De
iwen 1668—1696 had 'h^ eeen littinff in den
Rgkadhg. Van ign «eethriKen T«int«Sden wn:
J)aa Bmrtiaawteai <£a SarihaenepieBek" (1858),
" ■ ■ ■ " (16Ö2),
„Die Garantie der OrosMnlcbte in 8<hkawig"
0804), „Da« Retbt der Enrtgebort in Sebtemrig-
BokbeiB." (1864), „Znr Frage der etebenden 0«-
blèëww-'HaUeiD" (1670-1878, 9 dln.),
■mn dentMiMn StaataDeidrt" (1673—
----„ tfim Xaiaertom" (1692) en ,JDealaehM
StaatraeAt" (169^ Met £«ue adueal hQ: ,J)ie
UUeiD
OesetageboDR
krwieWD VM
a fiber I
(1672).
MUMVOOt el Zcamblod (Aagopodmm Pod^
tmoown wefig tiert en
mode mntcMokkea tot de batige cnkwiiden
beboori Zjj behoort tot de fanüiie dv Sckerm-
bloÊMigen (UmbaiHertn} en haar Uoem beelt
Ksel yta die van wUde cenTei Toette drawt ig
dobbel 34aUig>e wortelUademt n>et breedajMg-
werpige- «keode Uaa4}ea en Stiflig» ateogdUa-
deren. — Baufoot ia ocA de n ~ '
__ aangetn^len en tot de bnilie
dw GrotaeN (Orombuetm) bebooitt — Terdw en
Tolfcanaam Tin de Ztknal (SaUwvwio htrbaeta)
van de WattrbexU (Ctmmmm fiUmtn) en nn de
Boto-Uoeai (BamttMubu aeer).
BMMveot btataat nit een te kmd atannde
paal en twee srfMocpalen, die door middrf nn
(tegen aanTann) Tan bmggen en ahiMD. !
WnnWftnnrtr froi
«en Dnitadi lètiM-
craal, den 24aten lla^]604 te Bawniain in
BeiMen ceboran. ^ heeH TeraamAngen Taa
^togiaSadie aAeeUIngen gelevai^ ontkend
aan de OljptoUieek en <k PiaakotheA te Hfln-
«bea. Hg orerieed ahkax dn 16den ApiU 1677.
BMifatftBtl, ITorie^ een Doitsehe cpei»-ian-
gerea, dra 8(Men April 1646 te Breakn gnbiuen.
waa leeittoee laa Andina Fiordoi-Oarei^ debn-
teerde in ifitt aas bet „TbéUre IjriqM" te Pa-
rga, ging met bet oltbieben lan im YtoêA-
Daileehen oodog naar DttJtictiland ea wetd in
1871 aan de boiopeia te Stntlgwt Tobonden. In
'1676 meakte «g Mg uuntaoiea 1»j FatHHMtaj
te FlweBea^ hmua in 1683 aan de «pem te
Pmaikfort en weid in 1605 iMgletrarta aan bet
eooaHTvatOfinm 'ran Boek tUmi. Sedert 1887
woont tg te UOMbea. Zjj acfavetf: „V«ne Letv-
weise dw OeaMw^met" (1902).
Mnnvbrnc. Zie Bmg.
■navMI *" opAoii^ni oocnU loen een haode-
ÜDg, wanrt^ de dood Tereonaekt wordt ioor bet
dittitenocna twi «en strik of itrop, om den hak
mi dengene, 4&e gehangen moet worden, aan-
geiuadit en niet bet wtónde Taetranaakt aan
«en galg. Wannen on alle ateoneek onder ign
Toetak worden we^eimDei^ geediiedt bet ditbt-
inoeren door de awaarte van bet bangende li-
dtaam. Bet hangen ataat doe oelj^ nel net wor-
gen, In beide geraUen w«adt de afvocs Tan bked
Tan bet bofrfd taara de aderen Tan deo bak be-
iMomerd, terwgt de ebgadeicn ateeda Uoed der-
wanrte ToenD. Bet gmolg dsArran ia al aeer
DigilizedbyGoOglC
SANOES—aaSJA.
qmwU^ bemwtielootiMid en Mbennw d«t btoad-
TCton u da faeManni. fficnfeoE, Teel iDeer dn
dmv bet bdettMder ademludiiig^ wonUdedmd
TCooonMU. I>e dood iriHdt bg tendMateHuwen
door dm berf ia aocniDiee lenden beapoedwd
door «ea pVriaeUnge «Mmattog t«o Iwt booid
dn gAÊo^atBik, weart^j de 2de faaleveTTci mt-
««i(£t en het nmtmng b«deedigd «ofdt. Er
■gil geen lii jiimMiii i iiiiimI iiii. die aeorw^n i>t
ieoMnd ekh hV opgeliMweB beeft ot door «en
ender owdongen m. Vindt mm «en gehangene,
dA ie bet nik in de eeiste f^Mite den atrop
door t« «&i)den en toe te aühoimn, aUe eng ahu-
tende kleedenn te yerwjjdeTea en lOO qioedig
iDoeetgk da «deodi^iog te faetaMfen. A) gdnU
dat, itóib lijsi: difcwgb ' '
nd^iieid de gmctgtt
Hanir-laolator w eea
aohe gdeidiagMi, die oiet op iqd bercetigiDgs-
nnt steunt, ocMfc er aan onehutfen ie. De (Me-
ilied gMi^Bg 4mb^ «p lOM Mvrt wew on-
der aan dto ieolatOT. «ewtai bestaat de ïsolaA)»
uit iiiiiilsitiiifi deelen, almadeilfbe toohtoren,
die onder elkaar ign opgehHigen, sootbt ae een
betting 'Toimen met de ieolatoren «ie edudielat
aan de «ndente ecbikel bangt dan de geleidine-
HeD epwikt ook wel tw keltiHQ-uolatoren. Ia
h^Awn t>et groote voordeel, dat mwt een leliakel
Ma de ketting toe te voegen de eleetrisdie mn-
_,__ ._^__ ^_ ^^.^^^^^^ beetawf is,
' Zie ook Sta)<rüe** M^a
iiHW, wantegen de éaolBtoibettiiig )
venoogd "mvSL Zjj wordeo l^ aeer boege s
i^Dgen toeg«Mst. Zie ook SieeMieA* Md
wearbg aAeMdfa^n i«i afzonderlgbe adiakeM
van bettjng-iaoteown.
MaDSmat noemt men op eebepen een stak
i^doek ter ten^ van 2 en ter breedte tan 1
m. en aair de uiteinden tmi seheenliJDen zooda-
nog opgéhMgen, dat het aan booad dK BAet>en
een gfaehifcte elaaj^ilaats Tomtt. Z<dk «en hü^-
mat UMt b^ bet «dhonnMiea van bat raartiug
in een Mboorlökiea stand. In de tropieohe laodeu
gebniifct aten de hanfFmftt ook (>p net Und. Zg
wondt tiHiMnahvia of ut de open kicM mlgeepaa-
oen en TeveAaft een hiebtlg« Toaipbatt. De open-
gemnen luutgaMttea dooi Iw^ïdcd wi On^ana
TMiWMdigd, ^ meeateratakïen van kunet. In
bet wond hangt men » op tiia««heti 2 boomen
en doet dMtooder «en nrar sneulea, *oodM de
of>etü|"Bde nuk den roateitden letaiger tegen
mnekieteD faescfiennt.
■anirtt (Finecb = ffonifcMieinif, een stad in
het FÜMtdie l&n NTlaiM^ ügt on bet Z.-einde
VBU een achieieiland aan de epotnatlD Hrrtuge —
HangS en telt (1909) 6866 imroneTs. Hen nwU
er een haiT«o, een seebad, knendigen handri en
stommaptTeririndin^ met BelKOgfora, A^ en
StmÉ^xAm. Jaarlqke loooen meer dan 1000 B<^ie-
pen in en uit In de nw^^beid Teceloeg Vtia de
OtooU m 1714 dfe Ztreedaobe vknt ooder Bh-
retukjeld. Op de ziude^ke eiUadea staat een
Itehttóren n>et iwsterkingen, die in 1854
woeat werden.
Muicvluiten noemt men planten met han-
gende t^< ' " " ' " " ' " "
1 ranken, die frttr den nai r
n Uoempot beeiriiaogen, welke leatate aan koor-
iit ia «Dcehangen of op eec stander ia gcfitaaist.
|oa, de faooi^dants der CfaiMesclM
' 'm^, ^ <ip 80*20' N.Br. «n
'. Q., op dn InkmaeNr mi
den TdentMMfciang inde Baai
pni
ïao"
van Qaiigl^kio «n aan bot
KeiaenkawMU, didit ^ de «sa drie ^dent
donr beqgen omringde Slboe (WestMe). Het is
dooi «en boogen mnnr omgerea en lelt (1911)
850000 ianreiwn. De stad beeft naowe, doch
geplaveide atraten met kWne taiisen, tele mooie
wükeh^ tsktgke moekeeSn, «en Tioegere Eatbo-
lidDe keik, ttHuw tem^ der asegedia. De i^/it-
en gobdbsofawtiUiri^n met mat» wFotnreqke
arbeidateis, q^ de grootste tmb CliiMk Kurael
wordt gednrcn in zgde en pdaweok. F-*'**-**"
was tot 1276 de leeidentie der Boengihn
der deo naam Lbi^c|Mt ot Eiogsie C
ooidegehaTien tw» tSm». BtA »n -"
' |a|MibBatd<nig«TCeT 2 000000 ■
ten. De bamn werd m 1696 ti
hutdaebeo hand^ «pengesteU.
Hauwcrk tM>emt men io de bonwtamde de
bootreifibding, 'die dae&t om w^ ciriinton mot
één spanning te bed^ken, Tooral in gebnrik tqj
bnugen en voor Icappen cp manegee. Het een-
Toao^ baa^nreik is samengeet^ «t twee hoot-
Kogwerk.
ediomn, wdke van onderen aan een horiaantalBn
bdk bereatigd igi^ y*n bo>fen een boek met dl:-
mder iMken en een hanger dragen, die aan den
boriaontslen balk bereeti^ ia, KMtkoag, dat deae
oMt door kan tnioen en a- *— "■ ' '
Han-a-' '^ ^
xicb tnaachen dm Tien 'Sjan en den Êwaghin en
Tepder neair het O. tnsedMn lagere beigfcrtene
Qitstrekit. bij bet hoocAMMl Tan Pianir bcgiit me*
«en lireedte Tsn g«niKkfeld 700 km. en in O.N.0.
ricbtü^ -rooTlJoapt «ver een afstand Tan 4000
km. In bet middea lendt bert bddken tnree tak-
ken wt, een naar 'bet N.W. tosMben den Tien
Sjan en den AM«i, Dsioeogarve geheetea, en een
in Z.0, ri*tii^. het bekken van den boteiJoop
Tso éèa Bcengho. iDe Han-bai vonnt grooten-
deeh den bodem tmè een Tiroegwe bimenMe en
omrat Ditge«ti«kte zand- en steen woeet^mni Mi
Iqdt ean groote droogte en heftige zanMonnen.
Lag« bodemTerbeffineen eebeiden het b^kes in
twee deelen. het Tanmfcekken in bet W. «i de
woestgn Gobi jo het O.
Baïila ie de vmma van een ond aanaied^
Frieeeli gesleoht. QaU Hania, een aanhsDger dei
Sdiierii^ere, leelde stegen het eiad« der 14de
eenw. £^ atTeed in DaitseUand en U&H en werd
in 1398, bfl den rnTsl Tam hertog Albreehi mm
Beieren in Frieahod, aMaar tot potestaat geko-
zen, doch wees die waanUgbeid tmi de band.
Terwji bij itótenetaadB yertootde, werd i^n s*»*»
DigilizedbyGoOglC
HANU-fiAMN.
1 dooc de TetfenpcM
kemde irerroleeiw in Ftieskaó terug en oraiiMJ
•Uur m 14% of 1414. — Jorrit, Leo en Otto
Hatia b«luovden tot de ondartegtoww nu het
TeilHCMl der üddea. — jS/oerd fimid iren) in
Ud7 nwUteer in jwt Hof via Fneskiid. Hg
orerieed den Tden ^iril 1580. — ZBn klekaooa
.ilbcr< ChrUMM Himia vm k»piMa in Staat-
adien^&nst en nuabte üdi bekend doM ijia
de Homtanflben en doot de inoe-
binl«72.
beemödte dWiïet ÊSniggcita gcboieu, ebttdeerde
eent te Pem^ in de ^oógtiaetditad en tcitoI-
Bena Ie Weown in de racutenb Weiifc» bepaalde
bg lidi tü de ^mÏBdte tel en letteAuode en
gesdiMeiuiL Zj^t „PiMiê" (Uednen, 2dft di^
1661) l)e«xgden faóia «edi eeo goeden uhbi en
werden Mrakd door Tertalbweu tmi Serfi-
adM -TOlfcdkdereo <161lj en van de „Idolen"
TW Ommkt {181S). Zvt „FTempis oeakj" of
,3obe(mBche ontlu^iphée" 'vierw<kte mei «psien
en oiooten teoenetaat^ ^o^ de stiöd wen) t« q-
^ ' ""Sineibü betKMiDd
aaIBtïwenMfa
etuthen beh
nen Tooedeele betütL bi 1816 n
wn. T«t npt wnTinaainiifiT gi
£^<Sde dn^ 181< de ^
der CMdBadKO
Toortsettan^ wt
Spracbe'
WarferiBKi'' {2 dfeu, 1821),
Iraluift bobeaMt," (1688X een uxovk aet „e»n-
idbjlé SIdidMue" (S dtak>, Tsa &a, btUenuuig
•nu ,;Igor" fieai), na de kronicfc -na Do^
(2de AA I6S8X <vui bet „finaHpeUnm Bcmen-
ae" (1846), een Foobdb^ OriekKfae en Oeriedte
eprmkkoMi^ akmedB ^nlanriefihc Wiannrwlhflit"
(ÏS5ft-<18S2). In 1616 fotigde Inj sioh aU dooeot
in de SlaiTiadM talen te Fnug; werd er 'ta 1816
' wleeimc en oratleBd aldeu den ISden Jamua-
tM»ffl
liTe
661.
Bankax, Pmd, «en
ow^tieediflider, weid in I<
ieed in ISOl te BnuBeik Bn naa een letnlij^ van
Bqnarf . «i tiacfatte, ereuw deoe, te iu^en stel
den OMen Eieni en liq oieowe gébaawen nwder-
öe conatraetiee toe te paaa» '- ' '- -
met de eiaeben dee imb «d
ken Tan de modenie ibonwi
en cement. Si becM iel kbb partiBoËera woain-
geo en winkeflwMep gsbonwd.
BftnkA tqj fjfantfflMiMwrei ie de Modnidiog
nn ThaUaau BMts, die in 1761 te Eieitnti in
Boliamen geboren wvd, CUii, Tm, Ifeiieo ene.
beiMbt en ia 1817 te Goelabaiidu in BoUtia
HankaL WiOulm OoUfteb, een Dniledi na-
tiratfauHlige, den lldeo Hei 1614 te E^maleben
Mboreo, etodeetde «e Helle aaDTMielgk in de
letteraD, maar bepaalde Mii mrrobrau tot de
wie-, Mtour- en aehtiknndii. In l^S weid bjj
»*''**i"ff jta Franke. Ifadat h^ in
mofeen waa, reatigde b!
waatdoBwt in da naitgnr-
i WM, Teatigde 14 lidi ia 1640
J g«pro-
a£ pri-
nnifeniteit «n wod in 1617 baitengeweon boog-
Ueraar. Ia 1619 weid bq gwwoon boogleemu aan
beiig bteM n
taaoiteit Voond Iwett Iqj mtl iKdkt Ttn^raU
<mc de UnMMMJeuUiaehe twacfcör"' ~
t Ttnpraid
in der tns-
',^,
Leicug. Tot 19a wetenadMmelgke geaebriften,
booMiafcdi* «fi^snaaMn in Pogauidortf* „Aar
Balen" en Ater m da ,3ori<liit«n'' an „iÜbaité-
knffen" na het SakiiMfa tieaudaelMfi TW Wfiten-
bebooven voonii lin uEüeetriaeha Oo-
^r, 1656—1699). QQ
bexande wi een Doitaebe uÜgaTe dec weilen
Taa iroM (16»— 1660, 16 dk).
HmJM, Bermatt, «en Kon Tao den i
de, een wöÉnodig^ dan 14de& Februari !«_ .
" " 'e aldur w te OMtu^ea
::_Jki aUMmeinai Hu»-
FMangkiMteD" Biet «en
wal Nadat U^ 1668 g^Huno-
__ Mh eentgen t«d te BeilBu bad eo-
geboodeo, Teatjgde bq ai^ «1 1603 ta Leiprig ua
ariwatdoeaat en wavd er bnUenKewoon boog-
leeraai in 1667. Sta. ben^ naat Erlangen «eee
hg raa de baaid maai Mdvok n 1869 ato boog-
leifaar naac TWringaaL Hii «*eileed op een rem
in bet ZwBEto Wood te S^inndwag den 28eten
Beptendier 1676. Van qJD gaa«bnIteD aranMa
«9: „nteene dw eempleien ZaUenajatema"
(1667). Na aga daod raactMan «a bem: „Zor
GcMbicbte der UattiemaUk tm ikeittua lud
UWiaUtw" (1674) en „Ebmeate der {ing^tiTi.
aeben OeooMtaró ia 8;ntiwtaaebM fiehaóimu:"
(1875).
een ÜBkiertfiiTber van dea
BAe pro-
eenfoop
Hanlav. een «IimI ea afaoaderÜik gnaiaebao
I StaffudAira (&igela&d)v berft (1911)00360
iawoaenL mome «MObaiie geboni ■ ■ - ■
VietodaAa^ maaicttial), een bmh
buflg, koDatachod^ brianp^
ataie, pottidiakkeiven, faMekon
ataelwenn en kolenmnnen. 15 fan. ten W. ligt
bet doip Etnria met de iwx Wtdgwod geaticb-
te èuioêmde poradeiafiabritfc.
■ann, Juüu, ean Ooatenigkadt aatowtaon-
dige en meteoroioog, den 23nteD Jlaait 1889 cf
bot kwbed Hau t^ tiu gebomo, atadesde te
Weenen en werd -Mrwdgena «fdaatat ala leer-
au aan de hoogei baagntotttaim eiint ta W«e-
nen en dnaoM te laao. Wegene «enige nMteoro-
kgiatdM opeteHen nep Jeluuk ibem temg naai
Weenen, «m ar wtrkxaam te lijn aan bet Jletm-
roisgiadt Oeati^^natitvnL In 1868 y^atiaè»
ikb floM ala pinatdDoent aidaar, werd an 1669
adjnnet aan geDoen>d iaatatont, in 167S bvtten-
gewooB boogMaaM» en in 1677 ^reeteuv omA-
ger Tan Jtbitek, en gnrooa boogieenar. bt 1672
wenl hn eorrei(iondetLt, in 1677 gewooo Ud van
de ieademie no WvteDacfaapnen, ia 1897 traog-
learaar 4e Gme en in 1900 te Weenan in da koa-
miadie pbjaiea. ^ phatrte «an leeka wbaa-
deliooen mi de door bem gemdieeeade „Zaat-
adKjft dar Oeatwmi«Uaeben OeadUAalt tftr Ue-
teoralogié''. Ook ktreade <bjj m da „AHmneiBe
finfcade" -na ■Bmm, BoahiUtUr en PtJcorny
DigilizedbyGoOglc
HANN— aUWEQUIN.
fljskiiig 1873; Uft <hdt, ODdar dn tiM „UtMnr
Wtem TOD dei Bide", 8 dtn., iee&-1S90), de
faoo&MuUceB 4yTCr MtwwwwMwJw gBogwiw en
■noteonikgie «i «eiii«t TCtdn: ,3*iMbiHii des
ram^Dtogio" <8 dK, sd« Aok. Sbittgut, i«oe—
1011), ,^ 'DHnpentanoliUtBiw der «sUr-
RiduMiKa Alp^^dw" (1664-1885, 8 dtn.),
„AtlM dsr MatwnilcKia'' <« n tu Btr^teiu'
FhTMtaËMlier AÜm, OMm. 1887), .JXe wW-
tang dM Ii«Mdn<to (Ibw illittd- and SfldAuo-
mT (1887), a^ehrimdt dn IMeomlogitf ' (Me
dnik, Ldpsig 1906). Tom ATmnMMri „Ankltow
aau" (3de dn*:, 190S] farwfe }q bet nMtoorok»-
1 «B de moeder wo So-
Mw^ w(K eMcÜedeoi» o» in bet eente hcNiid-
etok nu bet Me boek -na Bamtid mtdt ver-
bieU. In lateven tQd ie iieu een Ued
A$^ vit dw kf'
M 'muMhfi^k vit
(1 8md. 8). ^Mndq
roBf "na dit Ked tia
il gtÊfnksa tmi een tioeMrr-
r, dM 7 yadsren ter «odd '
mmb
HoMna ie ook de _ _ _ _ ,
wie ia Ldo. S:36— 88 irtriMeii» «oid^ boe q
■hA eetoofctaitHWMien gefeeM beeA om nog den
ceMude dee Benen *e HoeebiMiiKn. Velen liea
bior ia de fjgmr na ff omia de penaaHkÊttie na
het geknrig des UeniM venrodttoide Tclk la-
nel.
yff^imf^ Mama A, een Ameritataaech «tute-
HMB, «wd den SMm 6ep4emb«r 1687 te Nienw-
UmJóoa (OUo) «bofen. Als kw«ran lieel klein
begoanen, uUi nq Mi op te w<«n tot i#Aaoi
en Muien. Btnt amrtMMke 1680 beemt b^ nA
■ - - ■ - -«(Seekhü ■
Mogen
cirabet
keiiMbe piit^ orar oen g
te beeeUUan. ffii wM de
deetBde aw taoMlgk oiibek<
OUo, JrcEJafay, tot preeideiit der üoie door te
lettcn. Kt eooeea uieekla Banna tot den muii-
iigetam iomi der Unie. Me X'infay'e Tetkieiing
il den T«een!gden Statoi tot eegen geweeet, nt
betrett de mimjbpolitiek dec Uüe; nnu tw den
ukdenn kent ign hS n> floimo ook veiMtwoof-
ddgk TDor de kmm^ dec eteede eterker toege-
perte beecbetniegipoHMk.
Een niet gering deel vaa ffomia'e madrt be-
melte af de teoewfttige eooMiMi^ weHce hem
ttigjng der p4rt4-^M'>n8™ werdtn
„ >ote Indoetneele
nemêoeen en mMbtige tFVta wiMea dat faeu le-
venabeUngea vdUg wuen, loolMig Banna en Jfe
Kinteg de meeta ü faeoden baddea. N* Jfe. f in-
ley'e dood kmm BooaewM ma. bet bewind. Min-
der jdooibaai in de benden naden alm«btigeii
•urtn. Immi" dÉii sttn imniMmvfe iDOKramvr.
P*rtO'.. , „ - -
treebtte deie üch nM eUeen tu ffan«ia'a Toog-
dq in regeerïngmken k» te maken^ maai begon
hg tdli een «mptgne tegen de teveti. Dit nl
Middding tot «en neede -mnter ga&nde verwtjoe-
ring tnaaiten de beide maonen, modat Room-
mIF« '>"*'«''^ door ff «MUI met aBe middden
foeatredra wont. Te midden der Teikieiti^recam-
pagne oredeed Banna, den nden Fri>nMn 1904,
~ ' 't ie de i 1 tbo een SkTietben
rolkaattm in lionnS, ge*eetigd ia de Otana,
— "^ — """ ~ — "itbur scrweat mot een opper-
.km. ^ hebben een kraditi-
BD «en «igenMudicen tongnl;
rï tiéi door leden en Uee-
diag, dooc gasbngbM^ iQt en veivnart, tcrw^
ij neb «oor de oon^nmke^^ kewooM* van Ho-
aniê hoodbn. Zg Bga baiMoehtd^ke paaiden-
Uefhebbtca, boodn md Tan nuniidE en dans en
beattMt weUoideade ToSumdodieBii.
te Haiber gebónen, «tndeerde te GBttingen^ Halte
en Beri^ en ■Matigde lidi ek priTaatdooeat te
W^rilenUMM, in 1640 te Brauirp, waar bq i^
--—'^ — ^ ,^^ 4^ <iM>denw N^üKuma imd
me Straneeeahe OlatriieiuMm im Teiiilltnie nt
laee der flhriattkbm ReKgion" (ld42) aehnd.
Ja. 1661 wNd bg pradikant t« ffiMeébMca, io
1861 boogkenuu' in de praeUadK tlMoIogie te
QnÜiw^ ^orcrteed «e Hamburg den Sleten
NoTCCOber 1880. Tan i^ waken ooemak wn:
4)w èdeale Piotortantianrae" (1845), „Toibste
>am Oiaoben" UdSO— I6S1, 8 OaX „Bekenot-
Dtase odec dni nkber vom Ohiidten^ (2de <knk,
1665), ,J)èe Idee der aba-dnten PercMMikeit''
(2 dk^, Sde didc, 1665), J)et Qaat dee Chi^
tentame" (1867), J>U, cfarWUcbe Kktfae" (1668)
en „Die Einbe im nenen Reicfae" (1871).
Hannaman, Adriaan, een Nedeikndaefa
aohfUer, werd omatoeeke 1601 te VGri.Teiiiuge
gebonn en «irerleed aldaar ia JoU 167il. Hjj waa
een hwIJng t«o ^ eduxnmMter Antan van So-
fotmi ta na DanÜl Mylent den Oude. Om-
«tntk» 1624 of 1625 ging hg naar EneeUnd,
waH bq steik onder des invloed ran VanDyek'*
ecfaUderwgae gcoa^te. De beraSige poftmtten
Tan deaen meeater Tcdgde hjj na, en M kwam
daardoor io Den Beag, waar ^ vMr 1640 ten«-
keerd^ neer in tmk. ^^ waa een der oprichten
dn Heagadte SAikdemeonlMvie, wuxtcd hg ver-
sdieidene malen bootdman «f deken waa. Bekend
xffD Ttumi tsjn portretten, van ComtanlyH Buj/-
gent en diene ktadeici^ en het Uaoribnoia te
VGmTeobeM, t«wgt men verder hier fa lande
OJL Dog wetten van ign haad vkidt in bet Bqki-
moaeom te Amsterdam, het Unaemn Bojmana te
Rotterdam en liet GtmeentetiKieeam te 's^ia-
veahege.
BÜiM4tüii , Arthttr Sdouard, een I^aaadi
wjjageer; in 1856 te PaiRnj^ar^atdx (Harae)
gaOMen went io 168B tmgé in de wgabegeerte,
verrolgene
ac io 1896
teLvoo ÏD de kMer» en
weod aUeac io 1896 doeent in de geeditedeirfa
der w^ebegeerte en der wetenaehippen, nadat bj
het ywïga jiai tot doetof in de letlaren wti ge-
propwveerd; Tan v^ hand wiecbeoen een vU-
gwTC der „BtUque fc Nieomaqoe" (1886) en „b-
bodnetion k l'ttnde de b psytboiogie'' (ISEH^.
HQ waa roedeweifcw aan de „Bene pUlooophi-
qne" en de „Beroe de métinhjmtpie ^ de mon-
k" waarin bq, naar ""'■"'"g ■na bet «enw-
feeat van Detoarfe», s^ ,J^«av« «ntalogiqne ear-
tMenoe eontre la eriÜqoe de Lribdi" deed ver-
sebgMn (1^6). In tpn piocfecfarift; „Eeaal tM-
qne eor l'b;poUiéie dee atomee dans Ia edenee
eoatetuporune" (1695, 2de drok 1699) toonde bfj
aan, boe de wetnaehap sedert de Otidfaeid be-
DigilizedbyGoOglC
«ML BoKMqm» onriMd in 1906 to Higaj-WK'
SmIx. at «bMBf Mg: BtodM dln^ïSn ik»
anai, ügit op dm woitri^fcaa ootw na öe Miwii
mi, WMnmt mb Ivug w pls^ taH (1910)
18 UI inwoMn «u k «eit -«encBKnigKMnt iwi
flpootv^CMi, die den hmcM n bont, t
«n wköurleMdi bM weinig iMrordBren. Ven «
«penibMe geboaweB te HeülbeJ ««lOMiden «
in 846 T. Cbr. Mboieii, vei 9 Jme <ni4 ton tÖn
tnder lun, TtHbene de lageMa, «awigen but
jtgMM da KMD&en Uet
mS) èet oppéitwfvt fa Sp^j» miMde, v«id 1^
■B 223 eiuToeideT der «iit«ni, «n toen BmUnbal
<a31) wmoonl wae, werd de aS-jerige Hmnibtd
tot «pperiMvdbeUwr nétgsvoepeit. Hjj coder
«tep net ooitdqk gadseMe ven Snnje tot ean
den Ëbro watoqthetb^irmifiegiinlnm, ds
bondgHwote der ItemeiMn, liMBdoor eÉiifeiaiBg
nodende tot «n oodog tegen Kome. Tom Htaut-
teCe nlUewing gewdgetd werd, wlgde da Twee-
de Pnmerite Oorfég. Bmmbal bmh bet beebüt
da Bomeinen in ütilil een te nlten. Nedet hq
-«MC de iidligbeid Tan iMk» gwegd b«l, üet
Ui tiin broedH Hatirubel ntat een leger in Bpan-
je ecfater «n verliet Nieaw-Cwtbego w Ud 318
door OieetoÖMdie OaUiSn eb gMaen gMA, in
16 <^eB 1^ beroemden tot&t vnt de A^
Deae geediiMde rolgene itane*— etotw «wer dn
Uont-OenAne, velgene enderen «ver den Ueinen
St. Benliud «f otrai dm llaat-<]enie. In fi meen-
AkifaMuetie en 6000 ^MWtbe Toetkneefatan,
ImMvene 6000 niètm. Het deM tooien wekieg
bq nen den TUnoe dn Donanl PKUiw Oonultw
Seipio «n bdweldt !■ 218 «en üde OMOwioniBg
^ de TMüe op den eonevl TSmiiu Smfnn^
ben de wiatafcwMtienB kw betnUen. In SIT
dron^ hjj door ecbïer ontoegnnkelgke etMben du
Apeogoen ea door de Bweteeaen tco den Anw
in EtrnriB. DeM moeielqke toehten deden Teieo
beewqkea, en BomnbaJ vülooi dewtig een i^atK
oogen. De Rwneinerfie eoneol Oojw FhminiÊu
Uet sieh door fiannibal, die licb Tooideed efa
wilde bjj reebtetreek» ntwr Boow tteUteit, in de
engte tokken tuadieB bet Tieejoeenadw Heer
{Lego di Pemgin) en de bragen vu Oortona,
weer hg gedood en bet gco^ete deel nu tjin le-
ger >««nietigd weid. Bannibal heMtle ÜA de
geren^ genooten BomeiDecbe boodKenooteD in
VTqbeid te atefloi en taok ant SpoietKun neei
XUNNO)UIN— HA!NNIBiL.
L niB dt ntonenktt, n
bmMm» bM er in geJwyi ie bet weAelgk
etann der «tomen een te £mwi of de tegwi
tig Aden «n
iwd MMMaifeM
1. De
Km
we» doM ^n
irod eenonibiiH »■
itodeltt door fobw* fa Cbtmmê bS du CU-
(Cepne) eraii«eld. H^ beloog echte '
MB door nMeoen met breodende 4
bnndda tueiehin de iunne op bon Icpr nf te
■enden, leodnthon eeidetht «laeieid weid en h|
gBduvBde den aadit n^ ijpA kon rfti^ken.
Den ad(B AvgnetDC (Kofaene den vecbeterdea kn-
lender fa Jon^ 214 bnAt bq dan eeneoi Claimt
TanmOu Vam> iA Omiia «en geweldige neder-
bM« toe, WMinn tSfM «bed BeMdn-IWiB neb
eaa b«m «Bdtrwktp. Beewat i|JB oodeibefdr
tieUei^ WM Uautibal Uartoe ^et te bewigen,
weeaeabgntj^ oandM ^n legar to iwnk wee ge-
Ceme io de whiterkwaitienn,
MaroKi CJMdwt JTwoalfac Hein
■ M
torwiil de metor
In gdokkfa tMen
hem iwdedigda. Io 21« betrolt b| een eïëSw wU-
ling 4^ dan bcBg l^etn, manr poogde nwirtdooe
i9n muht nat te breiden. Ben laenwe oferwin-
ung mn irareellne bj} Noin ntoedigde de Be-
meiann «in, die in Oen^ienit bem met 6 legioe-
nen Wttven tagWMMt getoUen. Het leen tnn
floNttifral veuwabte meer en moei, en oie hMlp-
traepen, dk men bon eaodeijik vit CMthego Im-
■oigen wBda, gingen naionn bij een TCrgeel-
ecben MmaA «p Saafnal. Z^ nAoai net PU-
lipfiu van JfoBedoml braebt bem geen bnlp, en
STneoM, wner de CectfnagaAa put^ de «mr-
hawl befaWd, wwd docrifaroelIiM Teroreid. De
oodog weid met nhrieeclanda» Toemoed en >on-
do^dë^ijihe TebWicen in fiene£n-IUU6 ge-
*oetd BommM TCaemide fa 213 Twente ntet
nitaouleriog nea den btn^bt, vn^oeg den pne-
tw Omjm* FtdHi» FloBiaH b^ Iletoonee, meni
deed in 211 vmcblelDoie moeite, om do«t «en
totbt nar de igde leai Roane (wam de etbrik
eflen om bet baü afaas ha iran wclbe gebeute-
iria bet qweckwoonM^i gewoede» BtmiaM ad
forUu efkeanetig ia) bet belegeida Came te eait-
letten. BS moeet lamglidAaat, ^ de Wdeifanf,
door de Bomeimn een bet beewcben Oenutoe-
boMgenoot-
A^it» etaandai Toen «ehtcc Tueate in 909 door
/o6tKt boDvetd wa(4 ootrial bem het giootat*
gedeaMe der foMgar met faam <miooden ItaÜn-
nen. Toen de pogag i*aa t^ bniedet UMirmbal,
om bem TeraceniaK fa 'venehaflen, door diene
nederlMV bg de Hetnerae (207) wrödald wee,
Ink flanniböl neer Dnittinm wew lü ÜA eeni-
ge jsnn wiet etaMide te bonden In 203 weid hg
nur Alriks teraggerocpen, daai PnMjm Oorne-
Itua Seifio er geuctd wee en tegen Oeitbego op-
trok. Den 19den Oetober 303 lercoda hg den ifaf^
bg Zemn, weerin bj] orenKMnen weid. Naikt hg
de OTCrblgteelen Tnn x9n leger bg Adnm«him
veranMM Imd keerde hg uenr Cvthago tMng,
weer hjj betoigde, dat hg eUeen io b^ alirit«n
Tan dan node redding tag voor ^jn vaderland,
ïbn beUeedde hem met de hoogate wnardi^iiüd
i^a den etnat; doch toen b^ Tobeteiing ^ntiMo
DigilizedbyGoOglC
HAJnnHAL— HANNOVEK
étm hooguMd mt <*ek MuïMdökcit,
lOMdn neb aa 4>| ^jb leraBtMiin llii
de ItaKinen ««vd Ui vw&iri moImU,
hji da StomImb bniM ^««kwItM tet .._
log MMpona. Tm» b^ nah in l&G door de
vhicfat aan «n oMevtriDg «tooUo tud^ w-
bandoi de Cutfaescn Imb. Na giiif lijf 0«n
IVniB Bwr fipbeeiM, «n Anüadut» te beioeken.
Het «lonkte Imdi «OMer mt d* {Mbageri tot «en
i«i*md met den kmiap «f deaen tot foet *«Mt-
mHcb *ui den «cuiog ta Italii te bewegeiL Hq
ontnng iwt bffMl «var 4e Sjrisebe vfaot «n be-
hetldo Ueimede op de Bbaóün een «T«nriii-
niflg. AugeMB Reiae hen ba bet doken nu
den irnte (169) ook ven JiiMoeJkM apewchte,
nam hf de wök dmit <PnwuH iZ, koM&g wn Bi-
tbjatB. Oak dêwa apeorde bq uu tot een ooriog
te^ de ReoMüMB. Itea RoaMÜuebe gennten
1^ /Vueioa kwemen on m lüttOTwiag te eiecfaen,
mukte Hmuiibot te IW door T«rif eeneind len
iqn leTCD. ^ iKtd faegnven te Udjeea m Bi-
thynit, didtt tü bet «(««woordice Dil-EUrieHi
m km. TCB fiiite Pm}.
tüeraiMn': JnwU, '&e Seeood Ptmie Wei
Oxioden 1886); Bmnebert, Hktowe d'Hugabal
(Pmtjb 167fr-iae9); iïorfpe, Hanübd (Boetott
18»]}; flow, fiuMÜtiet «ad tbe «eftt me betmen
Rmdc Htd CartiiK* (L<»dBn IMO} ffeeestaeyer,
HiLMUh«w JUMofloerMiig tel Utfate der neoeieo
Knegegeadudtte <TdUBeeB 1006); £«e, ÖofdH-
niefaa or EamÜmi'* OrcaaifDW {ato'. BoUAotMen,
Kiel 1913).
«nstieeks iSO t. Otw. en
de weatkwt -m jUrifc». Na ign tewgfcee» plaat-
■te bg een bind, twenhiïiTon met ijjn lotgsTaUMi
«P dien toebt, to den tsrapei vaa Mttkart. Een
(fiiekadM Terlaliag tbo de deawp gefJaat^ be-
mhtea, bekend tMar den wwin nm .JeRplow"
(Omseiting) ie tot «p coMn tnd bewaard geUe-
*en. Vc^en» deze wiMe !i^ <Mn CarAeegMien
' hamM utbieidetH waartoe aq onÓHadinden ko-
lomSn aas de koat mn bet heden Aaagwhe Ifa-
fokix) atieblte en «üa reia Tooitsettie tot aa» Kaap
PefaiM.
Haimo, oen Oamtbaagaeh ««Idlieet, weid in
den Eeioten Ptutaebeo Oorlog bg de Aegatiaefae
Gttandea nnhgen (364) en stierf tot atraf den
hongeidiood.
Baone, aartsbiaaebop vaa Keeüee. Zie Atunt.
H«niio d« Groeta waa teg«n bet eieide van
des Be»t«B Piutaehea Ooriog atadbondei van
Carlhaagaeh Lébn en *oeide een ooeriokkigen
«oriog tegen de faaariiDgan, aootht bg bet opper-
bcrrcl aan Homflear Bonoe OMeeit autMa. ffier-
door mtstoetd «en ^T^andedwp. die den gebeden
«laat ia 2 partjfNi Terdedde. Na den dood Ten
Samilaar en Baadmbal wee bq d* TÖand van
Hannibal en ehmd aui bet bo<dd Tan beo, dio
Trede root Bome Toikngden. Op «eigerordeiden
leeftijd bebooad* hs nog tot bet geaaiktaahap, derf
na de nederlaag m !»»» (303) den Trede tot
atand bnebt
BanaoTer <ae de kaarten büDokacbie B^),
tot leae een ielWan<ïg koBinkrïk, tiiaos «en Prni-
eieohe pnmneie,^natiafaetN.aaodeNoord>ee,
in bet N.0. aan SoMm, Hambmg en MeeUen-
bet O. aan de pmTiiMie8akaeneBaaa
anëetZ. en K.W. eafidepmteeêeaiA-
aea, fieaae^^llHMn en WeatMen, ia bet W.aa»
OBB bod. ZjibeataatênbeotdaaknitAw deeln:
bat bocAUeel aaa da tibi, Weiet en ABei^ het
W. deel aan de Bema, «kt laa faet boofdded door
Braonrqk geaekeideB ia. £nw« kMne deelea
fagea aog Taialnotd aaa de WaiK en m den
Hhb. Oe ooden beatenddeetoa der proTiode i^n:
bat hertogdMB Bnmeo, bet laadMbap Hadetn.
het toretendoen Luebnffc een deel Tan het faer-
togdvQ Laoenbaiv, het neitogdoni Vorden, bet
Toratoodofn Xafcabeig; bet Toratenktn HïMee-
bean, de giaalMbapaeB Bitj* en IHei^wii, bet
Tontendoro OanabrM, de giaafeduopêa Lingen
en Beadmm, een deel Tan bet atih Jbmatar, bet
ToiateodDffi OoetJ'riealead en bet Hailkgwbuid
met de Nootdaee-eilandeni iBoikum, Joiat, Nor-
ÓÊTOBj, Baltnua, Laageoeg en ^iekeroog; eiade-
Mic nog de TOMtendommea Gmmnbagen en OOt-
^agm en M ambt Wehk Ih de ^i^riag bj;
van den £
iiiaiilailiii det iHoirinae bediaagt 88 5M t. kan.;
iKt aantai inwoMM (1910) 2M2 436, i. i.
168 181 meer dan in 1905.
Bet gnwtate deel Tan flaemover ie een «lakte
met faniTela, bride en moeraeeen, terwgl men
kMga de knaten en aae de nrieren uutgéatnktB
Üei <enare(li) gronden aairfroK. Bet Z. gedeelte
b «ebtw bemdtttg. Bet baofdBri>eegte ia bet
raootate gedaghe vam den Of^tet-fian (lie Hart).
Hier benndt ïieh ook het hoogste pant der pro-
Tioeie, de BmeUieig (926 «.). TasMAien den
Han en de Weser eti^ aieb Tan bet ËidieFakt
nocndwaarte een beiglaiid vat, dat oit Tsnebü-
lende keteoe beataat, waarraD de vDonuMinete
agn: het O0ttii«ei Wond, het SoUioger Wond,
de Hik, bet SMkwood^ de ZoTen Bergen, het
Ooeter Wood, de IMater, bet SOntdc^Wte,
de liwtener en de Lokkwoer Bereen. Ten W,
der Weoei hopen de beide weatel^ke ketenen
mn bet Weiergebeigte met den Derenbeig (356
m.) als boognte piül De hoèeta in de )ag«re
dealen Tan het bergland i^a ten Tmebtbaai en
fonnen met de kleigiwiden den hootdoebd van
den taatdboiuw. De rkkle wordt in geeet- en
BiaiaehgTODden Terdeeld. IDe maireobgroDden rd-
ken lange de iiTieren «sentgk el«ttite tot het
eÏAdpont der gel^|denwerking. Zg worden door
dijken tegen oireratroomiiigen beecbemMi. Door
bet Tette elib der we wanden nog Toortdwend
ohgnaMkn geronnd. De geeatg«»d
beataat weer nit Teen- en heoreUand. Het t
fldDted TÜwlt mea vooraani^k aan de Jandzgde
der maraoben en aan b^de oevets der Eems: cp
den W. oeTei tiet Boentemcer moeras (bjj oiwe
grenien) nog hmia gebeel bnok Hggeodt en
0^ den O. oever de Tenen Tan den EthiHnlÓ4ig en
d*e ten Z.0. vao AurLch; Terder tuseehen bet
Dflmmermeer en de Weaer, aan bet Steinbnder
meei eni. Het ToormaUge atroodfaeement lilien-
ntginnkiff det woeste gronden T«e] gedaao. Het
ODTeUaiM beataat grootendeele ait twüet, on-
Hrnl* flOohu UecfatiB, IW m.). De beboawiog
wonk daof «en ooAn da «foviUte liggswlc,
TVonHsdik <nt türiiitMinil beatuDde Mg tw-
let Zalka Ta ook UMt <ks HttmMÜig bet g«T^.
De érie booUrivMMD {BUm, Wocr m Eena)
■ «n kledgranden vooitig.
}«uteawieratoar Iwdcaaet in de t
-■ itat N.0. ^rootcmdeela __ „
becét tSa battaitwi» rJi»TieKO de Jeetié, Oma-
OH, Sev«, Eete. LqIia, SeliiriivG, Oat« en U»-
dem. De Wou beeft im ife pnniiMie een les^
TUI 220 im. 'Hftar beluigri^«te i^nTrioren igo
de Alfer, die ireer de Ok«t, FtÉiee en I«iiw op-
■eeoat, da L««ain, ÖeMte en Hiiaite. De Eenw
deAHitnMaBt de immneie vter een lengte tan
150 km. en ia <c gcfaeeli benuitÊu; ijj neemt de
" " Meran beait Hünover niat
! ia bet SteinlMkr Heer
(ptM fw^ flehwimbttig—
.... _ .ntegen qjn er in giooten
geUe, >aaBlB het Hamm^-OatekaiMa^ bet Ea-
■aal TMt BrenHTvtTda, het Hadabaebe Kanaal,
het Dortnumdh-EenMfaknaal, bet Bems— V«ebt«-
kuMal, het Notnd— ZoidbMa^, hot WtteButd-
kuiaal en de Trekvaait tnasdien Aaridi en En-
den.
Het Hitfnant ia leer TaraduHend: in den Ban
ruw en aan gmote edMNuneJinMn «Bd«iwnB,
w de daten tauelgk aa«bt, aaa m knatan, m de
De MmlckMde
e borfoatad mim
«T. De oeenkK ia
bet grwtat te Klauetli^ in den OmecBaa (ifiOO
mm.), la den berfat beeft meit ifikwqla iMt Tan
atoimeo, m bet W. naa heidebmtdeiL
De booitkmddeka ma twtian vm lutdboow,
T«ete«lt, miJDbonw en «ebeepmat. Vooi taod- en
tninbaaw kcnwo in de «eiate idaata de Uejanui-
den in «aUDeriiiiig, dewn* aet nmMgk berg-
land. Hiei Tindt men aUe Nooid-Daitaebe gnao-
aovrten, onder de hnp'iiiitywaaoi'iii koobaad en in
bet Z, aojkertweten, Tenlei «dleiiei groenten en
Tmcbten. Boekweit ie bet TOomaamate {Kodnet
in de beideatwken. la óea kateten tlJd wordt ved
la|»e ^Mtboawd Boode boMUMdSn en Uaawe
beieon "Kumen «eo bdangri^ handataaatikel. Boa-
adkHi lindt mea TOontMM^ in bet Mideo. Een
rtoeterö beett CeUe. Bet me ut Autieh beeft een
■eer goeden aaaan. De aciiapcmfokkoi^ ia, «rcn-
ala in gctteei Dnitaehluxl, a«bteratt«aaade.
FbÜBnee Tindt men ormi, op de klrigninden
ie de ganseoteelt bebtogrj^. v/M kont Tootid
T<mc inden Ban, mar m«n ook -nti Mogrogda
TUtgt (kaoMienteeH te AUM en St. Andnaa-
beiK). De Tiadbvu^ ia belawrök.
Bét deUaMIennik Wrert amor, lood-, geer-
en kofieveitanL aleen- en braiokool, t«v^ men
r y^rótt BoanmoDen en mtraloQDi rmdt. 'hirt
komt in groote boerecfiieid nh bet boogbod.
Vea de leebaden ijpi Nwdeniey en Borkom de
n booldmak tot de steden be-
perbt en onttmdrt in «amodge atteken g^wel;
bet meest ortirikkeU ta ijj in bet Z. des lande.
Toont bekngrflk iqa de Qmgiaterjjea, nia«lii-
ne- en wagoniatiriiAea, edM«f>Bbou«, ateenbakke-
iqeii, glas-, ehemiaeiM- en enikerfabtieken, bier-
notnrer^n en braade«ö*>tcikief4en;
orenche nedarii telde in ]
met 45892 tok iiÉtood: <knrond«r IS2 i
aebepan nkrt '13086 ta» jaibaud. De vooniaamate
en, Pipen-
OHMBeMm
borg. Leer, Weenw, EaioUaenaiel,
en BaifaoB^i bat middalpont tab da
dei fmmnoe ia editet Bramen met ftiemerbaren.
Handaib en Toikeei wooden borMderd door de
Etbe, Eema en Weier en door een groot aantal
Berijjn — Aawtoidam en Venlo —
De {HOTinde wordt T«rdedd in 6 ngeeringi-
diatrioten, itk iBaanorcr, fUderiMim, Lanebarg.
StMK OvrfcOck en Awid), en wordt beatunrd
dooi ProTineiale Staten. JNani den Rnkidlg Tanr-
(Kgt HaoBoiTCr 19, mw het PraiaiBebe Hina tan
Het vapeA ia «en
loopend vln«tea paard op een rood toU; de Uea-
De k«m v
Mo4Me heaütMigen m Keder-SiAaen, welke in
I2S6 nk faerto^loin BiVMw^-lABebvig aan
OHo ket Kimt, een kl^oMon tbd jfandnk dn
heatw, kwamen. OUo ia de tttaxrtóti der Mipke
Bmninrakecbe NoÜn, mo wdka afeebu de oud-
ste, BmnmiJk-WoUmbDttel (tot 1684) «n de jon-
gere, BnunrittJjanebttig — Mer HaBaOTCi —
bog beatMD bkmn. Ifat de atadriing deaw Uat-
ot^ die «« aWJd ir ■■-' — ■* •— =— ^-
Wiüem de Jongere, geboren in ISSfi en een
■000 na Bmat den Beider, dedde namatqk in
156D met soa onderen broecbr Hmdfil^ den
ttioUer der nertogoJglDe 1q& ron BnMawyli, de
mded^fta goedemt en Teifcreeg ILanebaiK en
OaOe. OdkW liq iMtstgeDoemde aM tot tw^ re-
atdentie Tertiid, beet fa$ ook wel bertog vm CeUe.
Hq owked in 1592, nadat hjf OMt ann broeder
in 1&82 Ho]« en in 1665 bet gmüsAap mep-
bok TOEworren hMl, en Kei 7 aonen na. Deien
befiaaldco, om aUe ^verbroUeUng dee iMtda te
«enaöden, dM eteedt de oodate Tan bea legeeien
en eledita een na ben Smwen en tooi wettige
nakomelingadMf» aofges aoa. ItientengOTalge
w<enl Enut II, gebMen in ISM, bewiDdroenkr,
terwijl bet lot dra aeoduk, Qtorge gtauati, aao-
weee om in bet bnwelök te treden. Op Kntet T<rig-
de n leil de tweede Imedei OAriatuMm, in 1£6«
geboren, die neda bet boog^Ut Hinden beiat
en Mor OrobeiAagen ontving. iNa faem nun k>
1633 de derde 'broeder Auguttus, io 1568 gebo-
ren, de tenfiela Tsn bet beetwir b handen, aan
wien Kalenberg «n OflUin^n t«a ck«l VMien,
welke bg eobter abtood aui z^o broeder Qeorge.
Wi oveileed in 1636 en werd oraeirolgd dooi ita
Tieiden broeder Frederik, io tëH geboren, die
in 1642 Hfuborg gehid bad en iQn eenwen n.„
amigeUeron broeder Qeorg» oTeileefde. Hg oirer-
ked in 1648. Oeor^, reedi in 1441 gMtovren,
had een teatament na^lfttao, T<jgen0 hetwelk
het land onder ijjn tode aooen UArüd'aan Lo
D,o,l,zedb,GoOgle
étwv^ ^ Qtorgt FiBmi -nrètéi waA, natóoot
ü 1648 de ajaea Odie en Bmmomt oateloadn.
B«Me vonten ontringeo bg dn Vmde thi Hon-
stn iMt geOMeiMchaMtd^k beiit van Ou«brtd,
«ader «oonraacde, «n iQ b^ «hrienliag «en R.-
KatboËek «n een Pnteatut Mn bet faoold wt
bet biwkHn Maden {tlMteeik Van da 8 jvogere
iHtMden WH JoAm frederik omigegaui tot de
K.-Kaib<lieke Kerk en Knul jlunnhi u 1662
in iiet bent gitÉomen ren faet UBOom Oeiufcrflck.
OhriitiaaK Lodew^k «Tcateed is W65 Nader men-
_f. Doot liet traetut
went de dwigende ootiog ilge-
• "heilig wpwt.
. . __. _ _.. , 1 de StUen-
OencEMl der Nederlmden iemn den bieeeiiop
vao Uoneter IBtmkani vat QtOem), eood ma T«-
«tie MptiMpea tegen de Tvkta en hielp ij^
neef RuMf Augnitm* van BniMwyifc bf) bet on-
derwerpen der «(mI BnuMwqk. In 1978 veriHad
hq lich met dsn keuer tegen Fnnkrjjk en Zwe-
den en verkreeg thwroor de voistandMnmen
Bramen en Veiden, die hg i» 187$ wedei un
Zweden nraeet «fstun. Verder lond hy m 1685
'a het tcM twen de Tniken in Hongs-
' 'n 1^ WiUem mm Ormje te-
gen Jaeotni* Il van En„
Sikaen-Laaenbaig en overleed ia I70S
* ^' naMende, de no^woedige f
Inwd met 0tor^ Lodewfk,
Tont na Hannorer, wmhia eón kaden lei
vielen mb de 1^ Banttotrer. — Ook Jolum Wre-
derik had croote» kvrioed <xp de gdMortenieeen
van i$n m. Hg ODdnateoode Ja 1686 VenetM
tegen de "rniken, eteUe een groot aaatit •oMn-
ten ter beadüUio^ -vui FreiAii^, hieJp den vre-
de tot ataad Ixengen taaechen de 8tateo-43«te-
raal en den hleaciMp vftn Hnnarter, den Icenpvorat
«m Brandenburg om Biemen aam de Zweden te
«nlnikken en atreed van 1678 tot 167B met de
¥^«4WclKn tegen ktiav taopoM L die nch tn^ liJD
bfoedw viertnoden had. £Qj ovedeed tn 1679 --
der mauMijjke oakomeUngen da te Men,
«flVOlgN W^ VfT ' "" *"""
tut, buBchep voB
stmiider van Baonairw faet leobt van eeietoe-
boorte in, «edersteDode kmaer Leopotd l ia 1686
ia den ooilog tegen EVankiök en verrolgene te-
een de Twnn en wad in 1602 vetbeven tot
keoTKUst van Haaaorer of vaa BnuKwak-Lone-
borg. Hoewel bn bet bad met aanmeifafijke lae-
ten beawaanfe, M h^ de tjgenl^e etiditer vaa
HanDover th ulirtüdigen «iaat terw^ hjj te-
vena in 1658 dooi jgn bowe^ met ponaea
Sophia, een dochter <vaa fcenmnt Predèrik V
van de PtdU en van piiiMea EKxabetk van
Engeland, aaMpraak veifaeeg c(> den £hi^-
sohen troon.
Ernst AuffuiHu, «verleden in 1698, weid i^)ge-
voled door ign «»» Qeorge Lodenijk, Ha in
1705, «s bet ove^jden iven ign oom en eohoor»-
vadM Otorgg Willem, in het beert kwam van
Cdie, in 1708 zittkig nam in den raad der Kenr-
voieteDs in 1710 bet ambt veMvierf vaa Rgke-
achatméeeter en in 1714 ale aobterUeinaoon van
koning Jaeobut 1 eo, fcnebteni óe aet of MfUe-
tMHl, tl» naaate Fioteetaaticlit bloedverwaat van
baüagio .inna eia Oeorge l den Britaeb«i tioott
b^hn. Ia faet kearroieteadam werd teen «en
afwnderijik beatnnr bet adedMJk gebenniMifeol-
legie, ingvsteU, en de aaken aaaoai in BauMver
eei gnnatige wnding, Aae de epbrengat der do-
meioen gaooteodeela tea behoeve dea volka kon
beateed warden. Niettcmm weolen er iware be-
wng^odit.
I Venkn
•T^i
'IS door iBannover
Otorge l overleed ia 1727 en werd op^vdgid
door ign mm» Qtorgê II, die de norveraiteit te
GSItiiwen etiefatte ^797). Hg cadentooDde ge-
dnnDdé den OoBbenrgksetKn SucoBaufrooitag
(1740—1748), keiKriu Mma Thmaia, maar
aloot ia il 756 een veilioDdmet /rederifcMiiOroo-
U, waardoor faet iaad in den Zevenjarigen Ooi-
kg gewikkeld werd, On Qeorge II vobde iga
Ueimoon Qeorge UI. Sene geiroeMe lich gdiael
Britwdw Kabinet 1
nweateo HaanoveraDen aJa aoldatca dieiHt doen
in Britseh-InM. Zq vonnden io de jaren 1768
tot 17M ten getale van 16 000 man een Engriadi
halpkoipa tegen de FraoMbeo in Nederland. Toen
Engeland lioh nU de eer^ ooalitie temstaA;
had FMiieea in 1796 bg den Viode van Bajcl van
Fnntigk de geheinte vergunnMig verkregen
^onover te bewKeu, óodx bet nu^te daairan
eerat gei»nik in 1801. Toen echter na veitoofi
van een half jaai de Vrede -na Anuene geitoten
w«i4 *rok het i|in tfMfea temg. DaAnntegoi
nam in 1803 een FrMMeh leger oader Mortier
Haooover in herit, dat gedweoMO werd aan de-
le aoMaten «ideifatnd te voiadbafteoK terwnl de
groot gedeelte «
sebe Legioen te vormen.
Sannover bleef iot aan het ^itde ven 1806 in
de macht der Fraoaeben, maar werd na den alag
l^i AoeterUti in tvü tegen andere laodeo eaii
PraifiMi afgeataani Na de T^driet^n bq Jena en
Aoeretldt rrirten de Fiaoacfaeii «ader Mortier
wedwom Haoitover bjnneu, en Napalm» voegde
ia 1807 een gedeelte en in I8I0 bet gebeel, met
nitionderine van Lanenbarg. bdj ^'^ koniBkrnk
WeaUalen. Doch netk tegen het einde vaa ISlO
haaide Nap(4eon een etreM tui de Elbe in inid-
weatelgke riefatiiig door bet koninkrgk Weetta-
len, om aUea wat ton ooordeo van die atreep ge-
legea wat, beneveoa de Henaaatedea en CHdenbüg
«ader deo naam van HaBaadcfMrtemeat bjj bet
E^nnache Eeioen^ in te Igven. Hoewel de boe-
lenataod hierdoor veel grooter vrgbeid veikreeg
en er veel hetere weËgeving ingevoerd wwd,
bleef bet volk gebedA aan dra vooimaiigeQ toe-
atand. De oftwfoia vaa Frederik WiUem vm
Praiaen „An mesn Volk" vond in 181S ook weer-
klank in Haooover, en soodra de Bubbcq tot
Hamburg waren voMigervkt, beTrijdde faet iloh
mn het Franadie jok. Toen de Franeehen met
grooter tioepenmaebt tonigfceerden en in weerwil
van hun nederia^ bjj Lnn^ig (2 April 1813)
lieh er nogmaale veeAigdeit, moesten de ongeluk-
kige iowonen h<m wraak oDderrinden, totdat
de d^ aan de OHhrde (6 SeDtemfcei) bet noor-
delgk ea de Volbrendag tqj Leipiig het «ride-
DigilizedbyGoOglC
a de TToeiiMle TCnkqk-
c 1918 DHD «n mi-
Bklnie, doonde BritMfae ngMóog beoMoiA, de
^Bigdi iw> bet bewjokl ü StaiMT» is faaodeo.
De nwtMHmtie «eraieHgde «Hm wit ten ffnoMe
I MüiwUr op het W«e-
; na bet kmrroniten-
~ , wettTOp faet
(MeMetTMi (HO üMtaB Aonwu TT'-*- ^"^
de iHiiH mm WiOt* Ó» Stenden «
desng «priep. HmtimI deoe ieti derael^ loa
mwn da faet BnnMw FMenieiit, beiiind iQ
faootibaclj^ trit ^(crvMucdigden aau 4e
Uge StendenTeigaderiog en wea ^ ter
nood te bewegen d» ecfatMeD der ven
gewMteu M «en gsbeci ie TCcaeoigen en dn-
) bdMtiiigtiiMtmgtleo in 4e iMKa. Het
den A^ Mi Watwtoor ïfa den' Tweeden V»dë
1*10 Ptnrqe werd het grov^inied dM konNikt^e
door toeraegkig nut «en gedeeMe vin iMweimig,
OeetAieihiui Xinoea, Iómd en tiet nooi^
del^ 9edeeH« van WebóM aberaod; aumt vrj)-
Mnge niie1iMg(fcw toot M tv^ weiden vneltte-
Kms Tennclit. Wd m» dm 24aten Octcèer de
herio^ MN OtmAndge, «en jcoginv broeder wd
den |nja*«ag«iit. tot govTieinear-gaiMad i«n
AwnoTCr benoemd, roMr faet aw«MtMHint tm
faet Iweluur twrond ueh oog elitvd m de eonaar-
i»ttef« 'Dttïtatbe kaaeeUrg ie Londen. De opp»-
•ttie Tan den mU cnder de Mding van w»
Sehtel» weid tot «wiJBien gAra^ dDoi henM
~e I«ndMbiippen. Tecen dvo wenedi
' ' k Tden Deeember 1619
der proniKaale I
bet «Mad nn twee Ktawn ingeiroerd. De Eer-
ale Kamer weid eoroimd door de ataodibeereB,
de prelaten en de liddeiaehMi, en in de Tweede
bMMen de etedel^ fceatoiuden de oreibeod. Bi
te n»ea de Pratioeiale Vet-
dvt ^ teraadrfagen soodtn
«onatibitie werd den 7den Deomtber
kondtod en de eente Landdag den SSaten dau-
•aora^ende geopend. N» dien t||d wenkn dete
veigaatdngen regidmatig gcfaoaden.
^waWmmJV den «eten Joai 1630 dm
troon fa^km, ■nmd de beataiod» orde nm mfcm
aleehle l^^val b^ dm add en de ambtenuen. De
Fnuecbe JnHnetrahitie rweikte ook in Hannorer.
Den 6den Jamari '1601 antatcfkdn er eniaaten
te OetMode, den Beten 4e OUÜngeo, die eeatreng
wwden gertraft. Om de opgwiuiniuufaeid te ma-
tigen, w«rd graal MünêUr oatriagen al« miaia-
ter en de faertor mim Oanbndgt met nitgebnide
volmacfat tot onderkomatr nm ataaant benoemd.
De Landikg>, den 7deD Uanpt 1681 geopend, on-
dèovcbeidde ii«fa door vaatberadenheid. De on-
deikooing faad ie kennen gercren, dat de weK
•eiwr giNodeinke 'hanvnning de joiate waa, doeb
wei^ bleek de beboeAe aan «en nieawe grond-
wet. Deae werd ontworpen en den ISdea Uaait
18SS aaagnMmen, te LonAn gvwQaigd ea daac-
aa, lond» UMorer de toftaiwteRenwooTdigien
te faoDKA, door WiOem W den 2Man S«tem-
bec 1688 ttdincfalkid. Zfj eodentfaadde kA ran
de voMKunde booM>rirai|jfc daardoor, dat ^ de
beide Kamen M^k atdd^ de mHuatwa vannt-
wooidellik nuMtrte, aan de Staodm intgebimder
mchten met betnU:^ tot de wetgeving Ter-
leesde «n de domainei^ tegwi een veigoeduig aan
den Slaat toeweea. Opnotatfaeid van de bande-
liagw der Kmnen en ^vrqfaeid Tan dmkpeia aoa-
den later Tolgtn. {ntaaeefaea nam '• kenings lM«e-
üa en fumoadcl^ «praigei, Snuf A^gtubu,
bertc^ MH (hmibtriami, bet aees knraiqk, dat de
aan de beacukking der kroon waMO
u Zoote fatj doa den SOaten Jimi 1687
den troon aaivraatd mi, ontbood hg de Steodm,
beaoemde den gabnmnMi aon Sehem tot minia.
ter en umMt den 6den JnH 1637 een bedirit be-
kend^ iwMwfcü bg fwUaarde, dat bq de grondwet,
ala niet beantwooriende aan de bebodten dea
landa, aia tcot faem niet bindend beaeitoufFde,
waum iq de gnmdwet tm 1S19 faeratcUe, en
de anAteniMn rnn bm eed «p de gnmdwet van
1888 ontdoeg. Zeven boogkoaten der onivsrair
teit te QMtmgeo proteateenfan tegen die mant-
legeien ale «ogeo^oold; iS ^ '
tnkkii« ontset en t '
ring, dM
vergadenng der Stendi
■on ]H«ngen ala h^ w
gacbtte. Dot» bet
Moameo, knefatana de ixpabagen fan 1819 i
de vwgade ■ " ^ " "■ -' - --•-—■— — ^-;-^-
gen ion Ih „
lagedtiende «ntweip werd de aehier «nbefiMkte
waUunr dei mgeering gehnkügd en terwql de
TooTctaodera dei grODdmt van 1683 ym aUe
xÜden «teon en qnopathte ontnogen, hadden de
verwerpen. Doch ook de Mgeerüig b
fcig en Tonkagde de Tergadering i
Toen deae den lUen Ifaait 1840 i
kwamen, wwd Mndalgk de nienwe grondwet toidi
imii noiniia Om den knoqitina, me bHad waa,
'~ alaat te atdka tot bet volbrengen der regee-
igatMen, werd hem euk eomnuMe ter iftde
geAM, om de jtrialliüd ijpei handtedceniog te
waaibongen. Verder bemoeide de regeerüv ueh
mrt de TeiUeMigeiL loodat iQ tich op deo land-
dag van den aden Deecmber 1641 van faaai eig-
ate tegenatanden ontalagen mg. Nu deden de
Kamen wat de cegeenng vedangde, en tegen bet
taade van IM v^mtfat de komng een lae naar
Bi^eland om den eed nn bnUe al te leggen
aan de koningin en ala pa^ in bet Hoog«Huiie
■ittiag te nemen. Daaidoor bebieM bg lön inko-
men aJe Bngeled |«Nia. Gvoote opechodding
baarde in BannOTer de tagenat«nd dot neeeiug
tegen een aanahiitii^ aan bet Tt^Teiboad; deae
ging looveT, dat sg in Febmari .1644 tiet verkeer
met de Staten van faet Ttdrerimod ophief, teiw^i
terene Bmden tot vr^ven werd verklaaid. Na-
dat «on SektOe, de hoof daaadeggei der giondmt-
vemndering, in Joni 1844 door Fakke Tervaogen
wx, werden «r haadelsref^ — -i-»— —
^woiwegen aangelegd. Vi
eebtei vroe-
DigilizedbyGoOglC
^,
ds Kameia «{MobMiiMid voor Imu hande-
de kimiw rarklMrde dit BMnsef te wi-
jw «ooMguL B^ de ««rkiniag«D «ui 1MT
den ectittt de meeete atanfneo vUeebiMbt op
Mohuvera dec pioodwat w '1683. I>e regmruig
haadfaMtdh iDtüadhea bMr etaadimDit, «& lelfc
aas ifi JMtuad' 1948 weiden Kwniige gyiDaH-
tkÜTereeupngeii «atbondaa en wtdcK mtMnge-
len van dwMW gefuuMii.
De F«faraui-om wenteling tim 1S48 roMi weer-
klank in fiMmmr. TOTeiveele 4nebUe de ko-
nüig door «en èasdsTMleilnke rawdamatèe
atorm te bwwaren; den 17den llaMt moest hq
lÖn ioetteaoming geren tot nijbeid vao drak-
peie, openbuihnd tu» de bowwdglagingen der
Stendot, bet reefat ma veieenging en eedwrstel
der •tBa4iciiiMfiK-TMooideddeii. Een pioekunatk
Tan den 20aten Haart bdoolde betetel der ^nd-
wet na 1SS8; Ut/rem ootring bef mdnietene iqD
ootalagi, en Betmigttn en 8Hh>e werden briaet met
de natenatetling vu «en meuw Kabinet. DU
bfttate eteldie ep den Tooigroitd, d»f bet maa^
vegekn aon nemen ten beiueK der eeodieid vut
DaêtMUaad, tot Terbeterme der reditapleguig,
M bet inivenn tt» recfatMnfcen t«d itawnn-
■en, tot baodtwvka i«o de afMatandigneid' der
gvmieenten eu., terwq! men Olueawjik-Bweteia
ondereteaMB. In An geeat was eelt de apeninge-
r«de ia de SteadeiiTMBadefiaeTM den 2r '
Ifanrt. Het bet Puknoent toTnohtart wa
ngeenoff Jatnawhen weiaif ingeDOmen en ijj
KertJnaide, dat de koning eHie aMaai aaiueno-
■nen eon«titotie Krweroen aoQ, die de Eeltétaii-
digfaeid der af»»deri^K« trtftteti Biet zou t
9 werd de tHamnoveradie cfoiMiwet in
Trqainnieen geest gewjjiigd. <De nieawgairoceD
Kamera twamcn den letea Febnuui 1649 büee»,
om een aamtait onanieke wetten 1« bèhaadelen.
Tevene wam te InnkfciTt bet RToote Daóteebe
Traageb^ op bet tapijt g^racot, en toen de
Timede Eainer ateb voor de aaoneming der B^lb-
grondwet TCiUaaide, werd ijj ootboaden. Dit
Uatste wae reoda «en gevolg Tim orTereenk<Hnsten
met Pniiaen' en werd gert^ (26 Hei 1649) door
het rioitea yva den Drie-KMÜngeniboDd (Fniieen,
Hanfiover en Saksen), waaibg eehter Eamnover
& ?oonraarde ateUe van Mnenweikiog met Oob-
tearök. Teen de oaderiiattdeduigen met dezen
staat tot geen nLtkomet leiddBn, ontlrok Haooo-
ver licb in Febroari 1850 aui dien bond.
Had het minieterie luete gedeac rotn- de I>iit-
ube eenbeid 'bet bleek «renseer macblelooe te.
tqn tegeooter de sterk toffaemeade tiaiMMiJand-
ictie reactie. 'Het moest in Oot«ber 18S0 aftre-
den, daar de koarug weigerde i^jn goedketmngj
te acheokeD aan. de door de Veitégeirwoordi^ '
aaDgenctuen wetten. Het weid opgevoted <
tftdek na bet footeMade
meer imloed' op den koning had en steon loctit
bg PraiceD. Het kon ecbter, door den adel in de
Bemte Eamec belemmeid, weinig aan de ver-
wachtÏBgHi beaotwoMiden. Den 'ISden Ntnvcnber
1651 oveiieed de koning; lija «mui en ofvelger
Oeorge V deed wcMra ^oot von fidkesle Junior
een nienw k^net eememitellea, waarin ook iton
Borriai en. von der Dêdeen werden opgenomoi.
In bet algemeen nam de regeeriog een sroote
gonatigdheid ia at^t. Het mimsterie, dftt in den
aaUTaog laa ISA2 de toeetefnming d«r beide Ka-
men — rlrnTrnhiii-rtTttni HrrtmiingTnnnMiin
ver tot bet Tolvtobood, kgde den 14ilen Ued aaa
de Veri«eenwoordigiag een ontwerp «oor tot w^j-
ligmg der gniadwet, waaibj) de rediten der
kiooB nitgeteeid en bet eetal adeUüke verlegen-
woordigeM migroot louden woid^k Toen dit
oobwecf nti, ontTtag vom Seheele net bet gebee-
te minMteiM ijjn ooMa^; mm Lütken wnd be-
laat met de tsM, een bmdw kabinet te Toimen.
De koning was niet laagec «Ekeerig vu «en toa-
acbeukeowt ma den Bmd, en in
den ISden November 1954 te ]
déend; vmUaaide bg de beiwaren der lidder-
eebap gegraid en de eonaljtutie vut 1&48 on-
weUig. Toen de BondsTeigadering liob den ISden
en ISden Aprü 1855 nwt <be lienswyie vereenioj
bad, vordode de Hannoveiadte regeering dea
ISdeu Jiini yt^f de Mitegeftwoordi^ng, dit xj
de grondwet io oTereenetemmicg wa bien^
met de "mwi"'^ van de Bondnengadermg. De
Eamn «eij^eidedit echter en bMiODeide döi ko-
ning aan ^ bciofte, de grondwet ix soUen baod^
haven. Aaastoiak wecden de Kimeia onlboBdeo
en de aiiwiatera varraageu door aader«n v«n ees
geetFengJMbaDdende rtèbliBg, Booade von Borriet,
«OM der Deekem, von Bothmer en de gntven Pla-
ten «a KtelmoMniegge. Den Tdeenden das rer-
klMÉdft de Regeermg anderscbeidien aJdee£ncen
— 'wtaJingen der grondwet vervallen, oodiar-
idè den mM en beerde tnutf tot dé oonati-
tutte vaa 1640. Vmcbtekna tracbtteD invloedin-
ke liobeonen en pereoaen auik «en verregaande
BroadwetedLeomis te Teiboedui. De veddröii^en
MMCgden de neerderbeed aan de oj^Kwitiie, waar-
op de Kamer den Saten NoranAiei ISSÖ werd
oatbooden. Nn wiat l>et Eabiaet de Terkieiiingen
HM te leidMi, dat bet in Febnud imi over een
Tol^tame meMderbeid beschikken kon. Het gel-
delgk bebeer weid weder in bnnden der regee-
ring gebncbt. In d» littiog th 1658 w«rd d«
eed op de gmtwlwet algeeahsilt; men veranderde
ec de etnatediaLar«n in iEenaren dea koni'Dga, be-
peTkl« de onafbankeli^beid vaa den etand der
Miivooatea en bntcbt een Jterziening der jaaAtwet
tot stand.
rHet «tAatkuDc&g lenen werd wdiker Keoohud
door de gebeart^Hjeen van 1S59. De LWuan-
eche ooiHg en de bondiiiig van den Fianaehen
keiier ««Mn op de noodzakelqkheid eener nauwe
vereeniging der DDiitaobe Staton. Die gedacbbe,
loorul door von Bennigtm ïoOTgeetwm, ïond
groeten bg'V«J; docb de rogeeric^ bejegende dew
partjj met wantronwen. J>e verzekering van von
Borriet, dat kleine Too«t«n een wa&rboig voor bon
idlBtandagheid moesten loeken ia venbiatame-
•en met bet bndteidaDd, besugde bun vele Tram-
den, mMW tMcna den gnfal^ea titti. Doch de
dagen vaa z^n Kabiaet waren geteld. Het mi«te
de aoodige eoukaeht, en deie werd vooral ver-
bniken du» de wiUeJwnrige maalieffelen, onder
dea iavloed wn bet Hol genomen. Wèl bleef de
landdag in de oHtiiig van 1662 bq lyn vol^-
laambeid volhafden, £eb eeo Eoninklgk Bednit
TUI 14 ijprA 1662, waaiby de CA.tecbi«tan8 van
D,o,l,zedb,GoOgle
WtUer, «en tmfr tiK de !7<le ««ow, w«4«t
l««t<>Mt mfd iogvnmti, tokte tt^anstHid uit in
hat gdwek IMjk. Dm pmdkut BaurÊtshmidt i»
hat&m, wegene «en «eaArift t^en (üen Ckte-
^témm door bet omaetwie (er twuitwootdiiig
gero^wit, werd na im Mm M dan Seten An-
gnstns iD de bwrfMid door een VMrewondui me-
Digte hüdrocètig «iraUwd, mo icfie d4t de
Kture maeM taHMMDbetde moeet kernen. In
ad»s vH de bootdetod wend aioi den koning de
MDwnoqHii^ mt «en Sywxf " '
lEonkiUqk e«iia woonde te <
I IiMMfianJ
(■enonei^ waMm een meow KoninUök Baahiit
TMi den Sleten Angoetaa de ivimrlng no ees
y vepeivte itot die ^cmeeBtef^
het Kabtoet, wmt ekefate giMt PMm en dt
naioMer tcs oeriog «om BramHt in bet beiit bim-
Ber porteieiiUeB MMemn wven, werd aasge-
y^M o»i mn MtiorUt, Bnkben, von Sammêr-
alein, TTmtMoraf en iMhtenberg. De koning nep
wni^em mn Vow-SjDodË bQeea, mwio een
gematigdo ngtëae dn kieikel$ke anken goedbn-
dng ^mh). Door de Tediieangen van 186B TW-
krag de party vaa den Toonü^siang de ontbtni,
iiawi ^ waAvdeeide ook den goedeit wï nu bet
inlikistorje en THgenoegde siA met een Tert>e{e-
ling der kieswet, ten^ '^ «f» bMTomring mi
andere aaogriegenlteden tiW aMtdriogeD.
In bet najur van 1665 veraonmütte de tnobt
dea konKige^ vat in (lemMMt sHea te besiowir, al
veedei een ■rcfandetiog 1d het Kabinet Otaaf «on
Sorrfae wad Ttrnnttter van dnï StMtaiaad, tok
&(nnmer»(ein, Srzfebeii, Windhortt en Ltektra-
berj; ootriof^n bnn oiriélag en werden door Boe-
mettier, Dietrieha, ton HoHênbtrg "• '-•— i-— '
vervangen. Zy waren. 4ieh^é ei
nnefien sonder potttiekc bete^enie en nepen <n
v«H«genwoonKgiiig eemt den ISden April Ï8M
ti^een, toen ar mat naeda woHcm aan Dnitaeh-
Midt otutlniDdiKeii geiidirteioder begomwft te
TCTtoooen. Men nad «en aantak weteonïmrpni
in gereedheid g«biMht, om daannede Int geinit
van meer gemnaehte te bedekken. Hen meeat
de wflilffing der kieawet op bevel dei bmion
(11 ApM 1666) verwei^Q, en vrgbeid v» <Mi.
pen kon niet worden i«iléeiMl. De Inter garecikt-
VMtidigde vetadceiliw van den offi<>et Namu
ungannde de «tAmlacige Mding vu ttet teser
doet den addl^en »d}iidMit^^MiM»tl voh Tiehir-
tdinilt werd op vemneMe w^k gcanMMrd dooi
bet gencbt, dat de ta beebtenfa genouwD jfann«
aduot om bet leven badgebfMJM. De mioiatet
TM BaHenbDdaehe ZAea. ciMf Phtm-HaUer-
mund, begaald met een KWtiim taknt om in-
trigea te ipiaiMn en den koning te vMen, ver-
trouwde Ofi d» maeht vna Ooatevyk en verteer-
de in den waan, dat liQ de diplomatie vaa Prni-
aen gcmaUiet^ om den Mn ion kannen Mden.
HQ 9>f voor, dat b^ voor PMiaeo voMnkt geen
vraea koeetnde «n iiiM voor het overigo 19» be-
docUanea verinmen jDe cenehten editer — '~
tes mSSi" — 1-^- — - - -
Ang van «en gebeim veibond met Ooeten-
T^k en •ma het phn om, na eon Tonadsring vn
Pmleen, Weatlilen by Heonover in te ^veo.
iig deuÜMolé op^Mde, weid bet met hoog ge-
wg door den kunaK varwonieD, die eokd naaa
pait^^iig« an'<mBBi»ioe{de
lerwól nienuon dm moed had, bem met den
wcMU^en ataat van nkan ia kennia te al«üen.
VnehtekKM arife deed de leider der meerdeilMMl
in de Tweede Kamer, wa BmuttgatN, den 2(Men
Mei bet vootatel dut koning ah den ntmtb dea
T<aa mede te oeekn, dat DnitaehbtBd voor een
boigwooriog mmdit bewaard blvnn, dM eeo ng
gekoaen Pariement nMMbt byeen geroepen wor-
den, dvt men «dl niet tem atr^ mocDt gereed
maliën en dnt een ander mimAerie, meer be-
kwaam «ni de helangTykate amBehguhaden dea
lyka te behartig^ bet heateande moebt irarva»
gen. De adeHyke Barste Kamer hint in haar vtr-
ndiw vaOaidcn, in de boop^ dat de koning
& otric te meer gcoieigd >on dja, om da voor-
nadeWMtdti ' ' ■
Fethten van des »
antwwxd
tot de'hondiii^ vh ^aaaover in
1 ooiiog, daar nen een wwUend
knd naet in deo rag van hat Pniuacbe leger kon
diriden, tenr^l men «r van «vertmigd waa, At
Hannover btj de oedniaag van Pnuaen ten na-
deele vm dit laadata een einde aan maken aaa
lyn onaytüe^teid. Den Iddan Jnoi 1866 v
de 'Hannovier jUk tegen Prma», mau tradvtta
im deowave^ner bewMgi«deDeR de meeat vw-
d^evemk guiodhedea aan den dag te hggan.
den doeMooe mat de noodtraoen her- en der-
waaitfl, totdat ig litb emdalgk tt OOUkigan on-
der genenal «on ^reatneJUMi vereeoigden. Den
15den Joni vertn^ken de Praiaan van Minden
naar de_ Kutaotwraehe gremen. IJënge pakte
iiêtuAe
idfaet
eCnkken n» 1
LoiMlen gebracht, de adiaMea der
K>etkaineT in des kelder van het
. . een moor gemelaeld, en op bet
alot SerrenhMiaeD mMfcte men «eb
riedit geoigiMaende leger anar GM-
Ai^ien te vtrinik. De mStlaire «niéhteai werden
ingeiiokken; Det ooriog«nat«iifel Ueel «dbe-
«raakt adtter en werd loomet mogdyk op wa-
ettu «Men en nau den noorweg gebradri.
Ia de iKKrfdatad verwekte het berkht, dat de ko-
Tiing met den kiooi^nioe vm veTta<ekkea eea
levendige oonet, wmt men vireeade, d»it deie
stap b«n Eun Kroon soa koeten. Het steddqk
beetuor traefatte den vorst tot de benoeming van
een ander kabinet te bertragen, dodi te vergeeta;
hat deed daarna pocringen Imid üi de hooldatad
te bdioodei^ dodi tuj antwoordde met tön gewo-
ne uiting nopena pltohtvevraHiog. De koofnv en
de kioonfffioa veitnAken daa oditends aaar OSt.
tingen, tervrf^ koningin MariM met baar 3 dodi*
tM( ondw dé hoede der hnigery op Henenhan-
sen aohtnUeef, Tamwaar ig «eb vervolgena naar
het n^Kirige fcaited JHarMbbarg bagaiven. Den
17den Jonf kwamen de Pnneen te ^mmver,
terwi^ een andere ootanne, over Haihng vw»-
DigilizedbyGoOglC
. to MMi MaUeutM StMfe io-
Bam en «Imhiw da StKf»'ni9d» ^roqieii vtrrole.
da, «bs OW HfUigmntwH smi EiiwMch trok-
kan, om mb met M Ieg«c der woJdsiMla IMei-
mIm ngeenng t« mectdaaL Da Icgenwoordie-
Md TMi den kttiiéng vn bomner, w>«iii bliao-
gie^ TabödördB «en omI «d fantUw Miid
«n vwoociMkte «uM^ dao 27stea Jni bet ge-
iMbtVi LuHen^». BüerbehMtdende F
vcnnan dooi limi oitT«ma(iedbaid de o«erwi
Ml den ftniMnJimi geDcaMl-aMJoar mm Ftiet,
Aa ig rantea geen «OMdeci TUt Imn x«ge. Id-
^ ig mcwten, door de oieniMeht inae-
._,^> ._ i. ^ yj pefcHiéB
t«riri|l de knung met ««n
•r Iniiriiigeii bqnf , alte ti
m Tcnrietis stfis gn«f J
■toet mdi üÉtr „ .
deriuMtdelioesn Tcnriens mAs gn«f Jfiiut«r,
die bem «« dnidelgke ToonteUing nu den etMt
van iafc«n indMte te gmem iregMDd «n vwrcd-
gewnBK ffietuog bg W«einii T«rtnik. In tnt^-
boBdgnootMi bteef bet tot vas HHmOTer nog
eemge OMOtdeD «nbediat. Van de ^de der be-
ToHang wanten atafipen gedMUt on de anoeiati»
al te wenden, dodi booeng Oeorge Ueef oorer-
aetteiljfc. Ifien venocfat bon alstand t« doeo Tan
da vogeeriag tm «ODste van im zoon, doch faq
gal iMt iMMgrot^g beadtüil ont de «enoelcMe
gwM bvroagdbcod naddm lieb tnot ataaitknD^
nkoB te bciBoden. Immddrfc dednt KOHDwe
acfacaTew, aooala O. Klopf en aiHkRn, beibaalde
pogingen, cm de kgesêtaBn tm» HoniMTec tot
tcgeoaiaiid of te nuem. AddMike ofHteMncn be-
QTCrdoB nA «n legioen «oMaten b^ dkandar
te biragan, totdat Trmm bet fanönkf^ Xhon-
«*M oh «an pionDw in sjJB gtoodgabwd Mgf-
de, wanrtngan da OBttKxodB Toiat den 2&Bt«n
B^Aeaabar 1866 toaditig {iroteetearde V«ider ble-
Ten TCOial de add on gaeate^beid m HanaaiTeT
laatote ercnwd beeft et, wat aeila dooi ign taan-
den niet galooiiMDd kan wondut, da welnart
BedBeB
d Ook bedt de oodog van
en hnioed g«bad «p vete
1870 aan „.
iBwonaca too Hannom, aooala doide^ C^tMg
vt de MtUetimn 'na dan IMtadag k gcbl»-
kan. Da konioUfM hmtte daaroBtegaa bteef ia
boofdaaak ia baar booding -nJhaiden. He weia:
Oumberbmd, Smtt Augiubu en Qeoraa F.
Ulemteur.- OppemmH, Zw Oeaohklite dea
KSaitpraiEfaa Baowiw (flde dinki, B«lSn 1868^ 2
dh.); FoH Meier, Hauwreiadbe V«itaamagB- nod
TeiwaMBBgMoaehkhte ^LaipHg 1668—1999, 2
dbL); 7m ffowd^ OoMUchta dea 'Etaigieuba
^j^nig 189B— 1901, 2 4bi.);Boaeri.
i EOsigMiefa HauioTec, 1814—1866
: 1913).
irmr, <
sroriiM^ ügt aan da cDondiaig dn
LeJne, ia «en knünrant Tait apooriünen en tett
(1910) 802375 üwMMn. Zfj beataat oit de Ood-
atad, de in 1746 aanedegda AmdJen-Nieawatad
oo den reditw Lemeoever, de Cablenbeiiger-
NteawaUd (aadei* IS24 otet de Ondrtad veiae-
ligd), de TiiMMre Toontad OhKkea, de sedert
'1645 ontatane Eniat-AiignatBaatad nt de Tnwgera
kwlgeMiDton liet, BalmmraU, BMsbola en Bei-
renbaaaen. ^ 1907 werdn aan da atad de ^aat-
■an StOekau, Oroaa-Boehbaln, Eleia-BiHUu^
BottiMd, EÏKhradi^ ROlma en WWd toega-
ta bdKNBen, het «komiiiHake i
fiannom" en bet knchoad „B
nienwa w#m> ^ rageSantig geboowd met bie»'
de atiatan en praAtif - -^ "- " -
tibt een dat mooiate s
ken,_De i
ibei% de Qeoig;
„ , __jnig«en- en "ner-
Vbk nut modeaaie alntnt ttaiB
m de Oodatad Middeleaniradia boiMn mat boom
mrd» an aikan Taa de fMaeo Doenaan wjj o»
Eraat-AagnatDB-ISBta atet een ataadbeeid Tan ko-
ning Snut Attffiabu, de Tbaateiylata met dia
Tao ifaraekwr, Slromqiar «n KanaaraeA, da Oa-
ongiiMa met «kt mn Sdüüer, de Aegtfientoc-
fUa, At EOnieawortbw iPlata, da Watedaoptott
met een WatwHMnoil an aedenfateekenen ran ge-
nnaal aon AUt» en na Leabiiti, de Wettanplats
en de FradarikoD^ati. Ook heelt de atad een
ataDdbeeM f«i iMÜter, monnmenttle fontnnen,
gadanktaokanea vow fconingin Louue van PraieM
en baai laatar Friedtrikt «on Bmawver, en een
voor RtRlotf «m Bmnigte».
Da BaMolwuiaanta Jfaikikaik beelt iaateieeauite
gedenueekeoan, gJaeethikfariMgany aUaieaen «tm
91 o. boogen tono; da HenatSdtn keifc bat
giafaM»QiBeBt T» Let^NM, de EnüAoik (±
Ï300X eao bafoemda toteilminr, onde onhdiril-
tan «& gedanktaekenen. Van de weI«£l^jk« g»-
bonwen vaUoD te noemen: bet konóoU^ om
(1680— IMOX een gioot, oradktig jngwddrt bowv-
■ ^ het w
TCnamding VMt gnaf
kl^ arAÏëf mat een bt-
OemkaKMfl, bet koniokl^ ai
Uiothatk Tan 200 000 denim en S500 haotebdf-
ten, bet oode atadfavia (15de eaow) met ood»
beeUbmwweikeD en mDOtacbHderiMen mi
10^11. maifc
gvkoat fae«lt en waaraan 18 }ann ia geweriit^ bet
weid in Jnsi 1918 door dea koaai geopend; Tei>
der da k«innklnke aefaoawboig, «en dai gióotat»
m DnitaeUani bet «ode ts^ ' "' ' "
«), bet mneemik, hrt PaWe tui Jnatf-
«e, oat aiaiMfie pmviaMMe mnawm mat tak^*
Tfaiamiilinciin en een manwe tfitÊMmêe" in Aan
nxm van ean Pantfaeon geboawd, waaraan ook
een teDtoanriefiimageboow vaibaida» ■. Ook
nnUmn nog mimdding bet otatfam (1676—
1680), «m TCoibeeld «raor aHe roodenM ataUona-
gtbonw«i% en bet tot Tedkoiaebe Soogearfmof om-
geboBwde WelfanaM. Tm» de lliJUeleeawacfa*
partieDÜeM bonwwcibn ^ de Toranaamate: d»
oode kanaelar^, bet Ldboiifaaaa, bet Eèeflen-
beraeehe Baoi en bet Hmh dn VAter.
Tan de onderw^idnetelliogca ataat de TeA-
nieebe Boogeaëbool (1913 : 76 leeraien ea 1234
atodantan) lm>raiaan. Twdei nodt moi ei een
veeartseo^adMol, een krügaadtoot, een milttak*
rgadioali, een eonsemtonan, nmiwiia, hoogere
bn^eracbolat, noraiaal- <a Takaeboten ens., een
UiodeninatitaDt, eao diaeonetaeninriebting, tbi-
DigilizedbyGoOglC
»'a, «ft «enflbaidan adtonwboi-
° W*t 4s növcriwid betnf^ DMOtt Hmmwtw
ohW 4la Doatedx ateden ««n boogta auf in.
Wg BO«men: öt«igl«terjjen en mMUDeMiridnii,
halen, «
itUtk, «ik«a, iMDfMB, Itkwerk, boedo^
, fwrdsr gier, gvrnmi^
«iker, «yn, koffie, i^jsl, hmdan, «teenketa,
In da omgewjc laa HumoTai ^et bet thaaa
■igelgfdB doip iHnmofiMiMi^ ir— mnnn eaa ba-
laatidB }ind«alaaa leidt, ffiar iteviiidt aefa bet
iomR|nlaa der Toonnalige kaauneen tod Baoa-
o*ff met een wlüldenienTeruaaMng, een goto-
ten toia, een onngene, mrteniwlran tca. Tegen-
mee bet kaeteel Ü^ de SefgoHteB, een bcÉenda
botuiadie tnjo met ttHK^kebaKa en de gioot-
fte {HÜmenPieiuiBeling tbd iDoÊtmttad, en bet
koltkiUp nMOMlaan. Tutaches den tak en da
sl*d >tnU ÖA bet Oeoegapui en ten O. dMi<
Tsn da Siknriede nit, een mooi boadi, dai de
atad gvdeeUelgk omgeeft ita den htgug staat
bat |ii«ebtie« &ke<ndBiAmal nn VeJ^ Ten O.
der etHl Tiodt men den dMnntaa. jUa voonte-
den kamen beeefaonwd woidm de itad Liadan
en de hntnoMenten iiaHDer, Rieklinsen, DBi^
na, WUfe( Kkduode, Omn. en Skn-BiMdi-
brit «B 3t«eken.
Hannnvr wordt toot liet eeiat ia 1168 ver-
mdd, ometReka 1199 woedt bat ale atvl gt-
oomA. Zg wm toen in bet baiü -na Hendrik
dgn Caeaw, wieoi aoon, (uttagiMf JfenAii, baar
in 1328 «an tjjn nerf Oito hei Kmd, dan aticb-
tar der aadene &vnawj}kaebe ^n, ov«riieL In
1327 onderwieif» Samovei «idt aan giaaf Koen-
raad van Latunrode, die bat eebter ia 1241 aan
Otto tm^pJ, BH de nerdedk^ der WeUiaebe
landen te QnedHtibHrff (1267) twam bet aan her-
tog Johan. In '1S6& kwam da atad aan hertog
MagnuM vom BrvnMpy^- Nadat xQ aas de pogü-
geu Tan bertog Bvidfik den Ondt, om baar te
Teroreren, weeKtaod geboden bad, kwam ig bq
de dedÜK Taa MBS aut Brik den Ond» vm Oa-
lenberg. bt 1688 werd de Hwranniiiff met g«-
wcM jBfnroen). Hertog Qtorge van CeUt amg
er in 1666 zjjn leeidbntie ofi. Toen kenmtst
Qeorge Lodtm/k ia 17U den Engdaeban tioaa
ttaateiag, veriiet bet Hof de i*$A, boewei een
Hotetoat baalaao bleef. In 1746 werd bet T«r-
dng na HamioTer vealoten toaaeben EngdaDd
~ Pniaan, «aait^ Engeknd Moeide vooi Pnii-
ki^igen; oek werd bier in 1614 da vrede
Denemarken en Roaiand gegoten. Van 1810 M
1SI8 b^NHuda Hanow tot bet koninfcrgk Weet-
falen. Vao 1615 faniiddabe midentM in naam,
waa bet lofte iDdbrdaaJ aadart 1867. In den
oorlog ma 1906 betetten de Pntiaen den I7dan
Jvni d« «ta4 die daarop da boofdetad dar Pim-
iiBebe pnnioeie HumoTer werd.
— - Q da boofdatad Tao PnuMfa
I linkeioafer ran den
ï in de GoU
Uot aan dao
\ km. van iQn
TM Tonkin en telt (töll) 186676 ii
ia tenaavonnig aangdegd met 20 m. breade i>
bet niiddeo ntet nntrte maananpfatten geplareide
stiat» en mooie bonleranh^ fi^Kol ia GhiiMe-
admt *tj}^ maat met ateenen büaen. De etad ia
rt Anemitiesb
gedmfct wor-
, __ de ommonrda „Legw-
l4aatB der Wetenediaimn" ± 8000 adef)iniiteB
Toor letterinmdige graden «t de meeat Tsnrndei^
de «HHtDciea aamenkomen. Er ün (1912) 38
aebolen met 7601 leertingen. In 1002 werd er
een eebool toot übodMite dokten ofi(^»idiL De
inwoaere TCmudieen katoenen en igden etof-
len, HügiainwHk nit nlier en oond en lakwerk.
De basM ia beiaogigk. De leebaTan van Haaoê
ia bet 93 km. etrooomlwaaiita gekgen Haafibong;
Mbepen nn 1,8 m. diepgaaig famaen fiaiioi nog
bereiken. Ta 1918 ba>odtt«n 756 eebcpen met
978 876 ton iaboad deae faaivtn. Ditgeroerd wor-
den iMMHai fg*t tn igde. Smorwegrobioding be-
staat met lAokai, Namdiow en Loengtajen. Bai-
i«a da etMt Ugt de onde citadel meteen teopei
— ' der J --=- - • ■- —
ga^ne
76rn.
f67 n. Ou. door Otuweien «M*>Mit i^ en lag
toen leer didit bq de lee, wanrvan id door dë
voMtdorende nWtnédhig Taademievdutkatoeda
Tenfar af kwam te Mma. In 1427 werd Hanoi
door de nttliMiale Le-maatie tot bo^datad vm
Anam en Tonkin veaiena. Knebtaoa bet an
1874 gcaktoi TerAag van Saigon weid de be-
ven voor den wegüridhanM getcNnd en «aa
f^ansch «uwdI met malitaiM bedsking in de
■tad toegcMen, welke aa den oorlog ita 1882
beiet, beadHta» en met Tonkin in 1883 onder
Franacb pN>t«etor**t goplaatat WMd.
Bwiotnax, OobrW, een Piaaaoh «taatamuit
den I9den N^vendter 1963 te Beaarewir (Aienef
geboren, ehtdeerde In de reebten en geacMede-
nia, waa leeraar aan de feole der hanits itndea
en wmd in 1879 ardwaariB aan het miaisterM
Tan Bmtealaodsebe Zaben In 188S werd hH alt
geiant naar Eooatantinapel geaonden. Van 1669
tot 1808 waa bö Md der Xamer en w 1894 tot
1898 nümalar van Boitenbndaebe Zaken. Ia 1697
werd bf Sd der Amdbnie. ^ aehreef: ,Jie»
nllaa ratimvéea" (1880), „Origièee de 1'iDstitQ-
■■ - ' '^(1884),."
,Btudea bietoru
n Fnoee" (1883), „Hietoire du MnBnal de Bi-
ehelien" (dl. 1 en 2, 1603—1903), .X'affaire d»
Madi«Mear" (189^ .Ji'éneigie tiMifaiee" (1902),
„ffistoire da la Fniitee eootemBoiaine, IS'I'I —
1900" (dl. m 1906), OMt m3 <tHawonwüU
„Sonteaiire de Mme de Maintenoa" (1902) en
met O. rteoire ,JU jeonesee de Baluc: Bakae
de eanwtèN*" (1904), ,3a-
B RéMèliqne" (1904); ,J*
lUpiibiiqse pariemMttaiM*' (IM»; ,JlMbo<k''
(1900); „U dftnomüe el k tiavaif" (1910); ,J*
fleur dea biat^tea fraaMMHa" (1911); „Jeaön»
d'Are" (1911); „Oe qne diaent laa aTeu" (1012);
,4a MiitimM de l'4qiiiUbre" (1912); „Rome"
(DL nl 1918).
Ugt q) da Eanoorlakte en lelt op S
DigilizedbyGoOglC
nnm 6000 kurounL De gelgkoKDU* h
au de EeckoeriTÏer en aiB de epoMiBB Kjabec-
lej— Port EÜMbeth Iwft oogevMC 1000 imri»-
san.
Bmnilot ot Hcnriot, f nmpoü, bekend net dra
tod der FïmncIm OmwtBlaUcH, nwd ia IWl te
MMtam bg Faro* geixmn. Uit iqh betrekUag
1>4 4ki bekiiiwen wöd lig oaleligui en «>nu>gaB
MHt oomM ffij io dtn udtt na den Ï2dui w
dan ISdra MÏ 1789 de opeteadriiomn bjj de
venfoeatiog der MhiriMn «cmptn hed. Of» toot-
qtiaak TCD Marot ia 1790 in m^beid gerteU,
werd liq «en dbi beftigate revohitHannkeni hg
b«d «wten iw^aed — - '" ' *- "-— --^-
bewUwig. In 1798 et
ama. ale Tqorioooig «ommukdut ven de gewtpen*
de mMbt Tio Parjtt. De gvraneeMHBiv mn de
GiioodgnBcbe ilgieTeanUeden, den 2dui Jani
179Q, mw tqit «eik. Mamt noemde hem detw*-
ge dan „raddn Tan bet mdeikndr'. EanntA
iretd nn oweibev«ttMM>ec nn de mioneit
gude. A«n twt lot dar SAartMten ontkwim hg
«nM dboT toedDeo nn BiobtfUm, die* hQ seei
Temenk. Tom BobtÊpiem ia de TÜlMien geran-
gen Mt, bwirf ffoarM nrfi daaibeen, doch wwd
«mmaddaUöK geenerteeidL De toMdMnfeomat van
Oottinhti redtk bon bet lama. Nn beutte hg
mat da INHlianik gnde bet atwlbint. Nsdrt de
troqpender CoorvDtie licli <haii*Mi teddm meee-
4er MDMakt wetd flonno^ dia bnUan de irat ««■
nlaaiet ima, nit i$n «iHilplMte geaUaFd e> <kia
lOden Tbefmidof 1794 met Bobetfiem en qjn
friendm «atlKwfd
H^niK I Zie flan».
BuuMT of dr^tendt «mdt ia da naam van
«m nitgabveid rooena ia Booganja. Het ligt op
dan ooatd^^en oarcr na bet Nenstadkr Haai
«B Ja aSS T. km. gnot Sinda 1730 dmr een dKn
TMt bat DMer gaaebndan, nmnt hat een aaneen-
•obaUfng na met net bedAite meertj«s, nwe-
iMBM^ <w(èilen, boawlMid en boaaeben. Etn ka-
ttui «o de Rabniti «Mvan *oor da alwateriog.
In de fantete Jann lieeK nren Toel gedMu. om
bet bnd rvnohttMac ta maken, fiat grootata der
H«iu der Bllhelert <en IDnitaeh dielitec
ndt bet begin der IMe «mw, «aaraddBUik te
Bdl in óm Bhaa gieboren, woMide te Pt^ip^
dorf bg Bonn en wm én litaaat van dan aartabia-
•rfiop vaa Eadan. ffii tenide tw«e dicUaertia-
kiK bbomJ^: „Die K«ninMto(btar tob Fnik-
reieh" nn 15000 varwn (nilgegenn in 1«00 en
IMS, alamede door Mendort ia 1876) «n J)io-
klatiana hiA>n/' na 9 500 nneD (nitgagenn
door iTcIler in 1S4I).
|faill*nmnil. David Juthu Lvdmg,
Prniaiaili rteatwnan ra dagbbdaAi^JTCr,
laden Juli 1790 te Finkwiwder bglEMi
gAoran, natieda ^A fai 1817 ^ woUtMMMaar
te Aken en aficMe «r la 1824 aan brandwaar-
bofgnuMtacteppQ' Daan» wead iai acbtoreenmA-
gana lU nn de liamlwbiiiiiililÉwiÉ nn de Kamer
na EoophMMM «a iSgmumgd» nanr das
Laaddig; doeh deae laatita benoemieg werd door
b ngoeiing lAet beknubtlgd, (nadat Ui io
M dm kooJDg aan ma '" ' "■"
i hii aaDorong op
mnatatutéoaeelen Mgeanngaroim.
aan nMnwrie Lngvioaden bad,
in 18
het geackift: „Pnowen and FrMkrMi,
irtarJiaWkft tind fnUlaed" een beaehaah
«tag na den finMiMeaian taaataad inPnlaen.
la 1864 sti<fatta )q) aen Teveeirigi^ tct bencda-
iDing nn ariHateanbaM ander de ketn wdka-
UMtea Mt in de jaran 1S36 tot 1M6 maakU faü
Bah 'TCcdMaaMI^ door da Maleg tan apoorwe-
m aan den B^n an in WaatMta ta benonieieK.
Onr dit oadenrem ubmet bn eemge belaagij)-
ka brodtavaa. In 1888 ««id u Toorsttar na
da Kamer nn Kocybandd la Aken, en ia 1844
gal Iq aö» hipdJariak op, om rieb oaieideiU
atn de ataatknndb to wödên. hi 1645 nai^gda
men ben «f naar den aematdjjken T*~t^ dar
üqi^KairiaM^ an ap «■ mMai^~ * -i*
nMeaigdea 1
, . kider dir eonatMntii^
naak pact». In UaMt 1848 «Minaid^ <Mi da
poitafenilk n» Finanata ia brt n^tteiM
Oamfhmum; im Jooi mnnde bjj mat AuenmiU,
EflMwaKe «. a. aan nimw kabinet. floMsmoMt
wiet orde ta adicK^n in da KntneMn aa het ba-
dreigde otaaiicwidkt ta bMndfawren. Het niaaeta-
na moeat seeik dbo lOden SwtentMt 1648 altoa.
den. Bij tga bermnningaa beoogde fa^ de ver-
binding nn Fniaan mat de orenga atataa nn
DnitBcUHM) tot een ooMemmerd feikeer, loa-
dei bwefkk« na de ariiataadigbeid dier ata
dHM de aotwikkiïiv tm het Tolnrboad tot
staatknodige h«i«hfanweaign^. Om daaa
atand te bmngen,
rs."
baaimnliage'' (1M8>, ,J>ie
Ton 28 USn IMO «lit Amnakoogm" (1840)
,Jh» pMoaaiadM and dentaebe V
(1860). Bg bet naderieRgen der }
hg htutMmó tat Att iu FminadM E
da reaetaa dwong faem, im Uaart 1851, ook na
dk bel«kkM« •laUod te dMO. Daaran aUditta
~ ' . . .- ich^tooMfwedig
i» and dentaebe VarlaaaanMirark''
t naderieRgen der portolaniU» wari
bot Ant & FminadM Baak, maar
hS «en dMoantoTweeaiKing, ■
ootwikfceMe. Hg Of^k^ k
Toor hem ontbidd.
l, MimriU CkrUtopktr, een Nooracb
dMibev, den Bden JiiK 17»4 ta Hodum eaboran,
beioeU aedaii 1809 de aeholcm te Chriatwma en
wgdde er «eb €|» de uni'nTeitei't Tooial ain de
irgebegaarte en (etteren. In 1816 werd hg keraar
aan een boigendhoot, nrnlgene «an die na bat
mdetteneocpa te ChristiaaiN, in 1820 aan de hoo-
gere bniBereebota te Diontheim en in I8S7 ree-
tor te Kaninbafe, waar bg den 16dan Uaart
1M2 oTMked. Zón aewte Tenen Teftebenea w
1815 k dea „Nor", io 181i6 door de „Digtniager"
g«*«lg<d. Tan inn overige gadieblen aoemen wq:
„llieodors DMbc«" (IS»). Jmko", „Bjew-
maaden" en „Dea g^ GbiéalMB", Zgn .vSankde
Digti^egar" bonttra behalrc de aomlk „Kaa-
dw der Ekakpraiame" ook de daanw'e „Nor
og Oor" «n „Btki» AtbcMto". Na ign dood
maobraen da narcUe „Ton^ en de romia 3io-
dama". Ook Mbreaf bg era aantat net ^ahnrikto
grammatioa'a E» msameüng nn m .J4o-
nllN- ag fovtodUagar" k ïd 1855—1668 ia 8
deekn in bet Kefat nracbeaen.
Banaan, PeUr Andrtat, een Dnitwk ttac-
reoknndige, den Satan Deeeokber 1795 te Tondem
ia Skaawnk gabomt, beoefende, aonder ara gjn-
naaium «f een onimniWt te beaoaken. de wk-
ei rtenenknnde en wad in 1931 gepltatat ak
DigilizedbyGoOglC
HANSEN— ffiU4SJA£0B.
•dJuMt bq de mmmlwin Tan gnuMknetiog in
BMcUin «n «veneeiM m« de atamnwadtt te Ur
toiw, fai 1825 ging fajj «Is diFeeteoi vmn bet ob-
aeemtotêatu SedMig out Gotha, mwi hjj in
1659 de BtüMiiig eaoer ni«nwe itetieDiraciit be-
vorderde, fljj hieM neb Toond besig met hst
oploeMtt van etMntafamdige waagrtnkkem be-
panMelqk met liet bentonen Ttn de sbNvunn m
den kü dei {teneten. Hjj ««erleed dm 28«ten
Uurt 1874. BdiWre een groot Mutn) veibaiide-
Intgen in SeAümaefter's „AstraMmiiehe Naoh-
de&ten", in de ,3fcanin" fwi bet ■terrwAim-
dig Qenaotaebtp t« Loitdea, in de weifcen der
AcMémie des oeieneea t« Fujfs eni., edsed l^j
o.».: „AwfObrlkbe Hetbode, mit dem Fmnnbo-
fHBcfaen HeUometer Beoi»ahtaiii0en enaiut^cii"
(1827), „Uatnmadnngen Uur «e gegeoMitiKen
StOnmgen des Jnpiter nnd Satnra" (fS31), ..Er-
mttteltng der kkioan Fkneten" (late tot 3de
g«d. 185»-'ia59), „Fmktaoentft non «DfeetiM-
Hm^ oifcrtu Terae,qaMDl(UMpa(taat»t"{1^).
it Wj " " ■ • ■ - ' ■ ■
i" 0857) berdEende,
n BcawhnoDg der
Hl JWtnm»n'^ftAKI
„Dftrienng dm tfaeoratiadiw J
ia den JïooiUilela aogeirandten Stltooogen'.' i
— leei 2 ^n.), J^M da eoMl" 0654' i
wfc 1 ^. ~ ■ . . .
iieiDnnKen" (1€S8], Nk lijs oth-
Ddg „StArangen dor gronen Pb-
I de» Ji^ter" {1675).
HaiUMn, ThtoMbiê, een Deensch arcUteet^
den I8den Jidt 161S te Eopenba««n geberak <mt-
vüg i^p ophidiii^ aaa de Aawienue nn Scftoo-
oe Knnsten in iQn gebooiiestRd, deed in 18S8
een nns door DaitaaMod en ging ovei TcnetiS
en Tritst nur OiM«nbnd. S^ natanreeide tm
Athene «idemeiMiden <niegêiattwai. lAtec ves-
tigde ttq ^di te Weenen. Zgn -ToomMmete ver-
ken tön: bet Petkotentegebonw te Weenen, bet
hMtnrl HOraotem co de MkoduiiMa te Lem-
httg en te Kflnn. Den ITden Febiwri 1801
oneileed hj) te Weenen,
BuiseD, EmU Chritiimt, een Deeoed) filijH-
«loog, den Seten Hef 1642 te Rabe geboren, be-
meht ki ISftl de kmMtadwcd te Eomnhwen doA
wSdde Mtik «dte OM de weteneotienMËke etn-
di«n. Van 1666 tot 1666 beooebt Iq^ bet Polj-
tèehirienu en tan 1671 tot 1876 de «amniteit
te Kemnbagen en beeg voor ijjn antvoOTd op
de Drqsmng ,JSngi tinuooü dwida" (1876) de
gouden me&itte. Vait 1877 tot 1S79 turid iig
n<h beiig met pbjeèokgoMÉK atodiei onr de
fpeting « bet aienw «abclite Inatitmt wt Oia-
tingatoebniek «n weid voodift daatop dinctear
Tan de ^bywU^oqfMbe Mdeohng vin dit ioeti-
tont. ffonaen, die in I8&1 lioogieenaT weid, orer-
leed dm 28aten Angnstoe 1906 t« HSmbaek. Hy
eehreel: ,^ «bampianoM BtereoTUKi dn Da-
amuA" {IffKi, ^ecMMbea «ar lea mierooign-
nioMS qi^ k diUénotea «poqoea de I'aotée, •»
tn»TCDt duw ysEz fc OuMnw et am alentoaTs"
(1679— laaSi), JtedMNbea «r la ph}wMagia et
k mofpbologie dca fannenti alMMéqnea" (IS&l
—1801), „RecberAee ma lea htcténei aeéltfiixn-
Wa" (3de
meDtal atndiei «o tbe Tuiationa of
0865).
Himnnii Qerhard Jrmauer, een NotcveegBoh
ffeneeatondige, dHi2g>tenJoË 1641 te Bergen ee-
Donn, stndèaida te <^iri«tenk en went in 1869
arte en ia 1676 dkeeteoi aan de InriditiDg -root
de veifdmiig no metaateclMn te Beigen. Ia I6S1
ontdekte 1^ dn ImnbacU en tnd loo eDeigNk
t^n de mehata^bead ef>, dat in 1893 twee
biJgpitafen (4e Beigen en te MoMe) geebten kon-
den fftoden. liet Etriere, Koeh en Lai*ar bewerk-
te bjj in 1897 de bqeenreeiMag ^inn een eonlereit-
tie vnr de melaatêchbeid dcwc de Doitaebe le-
geenng, Hj sebieef «ra
' wb orer 4
(SpedBhUted), UhmIc <« {Mtbolwiak-aiiatoo^A
fTMnetdilet (met Looêt, Besen 16»?; in bet En-
getali Tortadd door Walker). Rowfa in 1901
werd te BeiRen, wsar bu den \2ota Febnnri
1012 overieeo, «en standbeeld Toor b«m opge-
tieht.
BAnuiirVi ^'"'^ Vielor, ridder eon, een
Ooeteni^Mb ^ter, den 3den Angoet» 1823
te P^en gdioTen, ebadeenle te Praag oi te Wee-
nen ïa de Mcbtens bwl in etaatadienMt^ wwd
diatrictabei - . - .
orerleed alckat den 23sl«n tauiari 1877. Hj}
MdMreef o-ai: ,;H(am«aislgBiMnen" (1644), „LoAeer-
und E&fadUUter" (3de drok 1659), ,JiMkr-
boeh fflr Deutadw in BlAaDen" (1662 — 1865),
„Kaiawtrcnnn nnd SchweHüUen" (4de Aam.
ISeOX Jiebe and Leben" (1873) en „Oriënt nol
OeeidMit" (ade dnA 1876).
Zqn «ditgenbDt TAereae /o6iMA, dan 28«ten
Ifoart 183S te BodwuB geboren, sebreel onder
den acboitnaam TAeotfor RemtBald: „Dimkle FQ-
gttHMn" (2 dfat., 1862) en rfOesacnnielte Novel-
kn^^2 dbt., 1674).
HMUjnkeb, HeinHeh, een E*tboli<k adirjj-
TCT, den ISdan Angustaa 1837 te Haaktdi [Ba-
den) gebonn, atudeerde te Sastndt en EMbuig,
wierd, in 186S tot piieeler gvwüd, ieHUf te Do-
naneecbingen en in 1865 d£eet«tr eenei boogen
boigeraeboot te WakUmt. Wegene politieke orcr-
tre&igen moest bji twee keei veatiiwslTal onder-
gaan, «MTOifef bq sebmef: „Anf M Feetone"
(4de ink lOOQ) en „bn OeJiagnisee" (1874). U
mog bn een aanstelling ala
sefert 1884 it fa^ nlis te
wg L Br. Ato Mtedmndii
histofisote gesdimFteBii loo^:
^reibwg
or te H^nan; se£rt '1884 it fa^ i
Br. Als Mtedmndiga begon hq nui
MadimFteaii loo^: „Die Grafen *on
Fteibiug MD Eanqife mit ibrer Stndt" (1867),
„Die Sdpeterer, ein ooUtiseb-religitee Sdite aal
dem «klIMIieben SdiwanwaU" (Sde Arak 1896),
,J)er WabUmter Erieg vom Jahr I4Ö8" (2de
<kvk -lOOl), ,3aimeon der LaiMae tok der
Rei«beoan" (1875), waanw later ,J>er tebwane
3«i4oUl der EriJndec des Sehiëamalwra" (1891)
Tdgde. BoTeDdLea «efamet bq: „In Fi«akr«eb'*
(1»4), ,Jn IteN»" (2 dbi., 1877). „In den
Niederkad»" (2 din., 2de dnk 1001), „In der
twealveonfaMten" (1878) en „Aas muner Jn-
gendimt" (6de iknk 1008), „Ana mainer Btndien-
■eU" (5de dnik 1B02), „&^ krenken Tagen"
"^" beoeTeiM dagboekfcbden: ,Jm
.Abemflaoten^' (1889), „In dar
, „Letata Falurten" (1902),
W«e" (1002) en „Stilla Standen^
(1004). Ata ««IkaadMvrar Iweft b^wb in I>aitadi-
1004), be
1897), .A
(iooo).
DigilizedbyGoOglC
HAiNSJAEOB-HANOTEIN.
laad ze«r popnWx gwntrirt. Wq noemen: „Wilde
KiMdie" (1*6), .JNlire BUttar" (2 ibi. ""
—1090), „SdiDeéWlen" ^ "
„ËidiMieni" (ISW), .Jlos
ijeDen einee JsciIOakliRcii" (1900), „Ana <i«m
Leben eines Glfld'UtW- (1901), „IMm Ibdou.
Mt" (1902), „Aw dem Leb«n «ineB VielRepriÜten''
(1903) en „Ane dem Leben einea VHJg«toebten"
(1909). Veed (^^«d maaJctfl b^ mat zijn werkje:
„Uoare Volkstracb'tHi; «Ln Wort m iiirei EilwI-
taw" (4de druk 1896). Ook gftf hq „Kan2eili«-
den^ <ie90— 1900] en ^UwewiUte S<lirif'U"
(1695—3896, 8 dift.) uit
Banillok, Eduard, e
TOT «iTOt ii«aie&; den I'14en _ ..
Pnog gdboren, kreeg iiniH«koDd»wöa te Pnag
nu Tonuujek, atndeeide alckni «n te Weenen in
de ncbten, prootoTeeKk io 1649 en trad Ketrtl-
gena ia stMtedéenst R«e(b ia ld48 tnd feg «o
■h mnMekreeenMnt i«t de „Wienei Zütnn^*
en «Is medsnriMT aan vctaeUHende nraüefctóA-
Mb^ten; meer txkend mti liii door ma verian-
dea^og „Tom Mva^attacli-SaliOnen" (1654, 10de
druk 1902; ook vertaald io bet FraaMb,
Spaansdi, Itaildaaoach, Ekwthoh, BowiaBhe en Ne-
dethndteh). In 185S weié hü laanAaiiieaB ^»n
de „Freeae", in 1S56 ^vaatdoentt vooi Aeebbetir
" n de UniTeteitett te
b 1870 ge-
im* ging nu ais msaek-
„N«ie (fTeie Pre««", Aan
Bgn iredcmraUende keniilB en aön Mthitterenden
Mpl heeft hij^ «oofannMmitedtnken; boren-
lUen ia hjj bekend door i^ M ofrti«den tegen
ITa^er en <tegen de moderne mnud ia faet al-
gemeen. Bji acbreef TOOiti: ,/3«se)nebte des Koo-
tertveMDe io Wien" (1060—1870, 2 dtn.); z$n
biUeken en teeaja lija vwiaoxM Tenébefflen
ifa: ,^«s dem ^luertaiat 184fr-IS68" (1870^
2de drak 1697), J)» moderne Oper. Edtiken
nnd StmUen- (1875— IBOO. 9 dbk.). Ook oimet
i^ nog: „Sinte" (1884), „KtoKrte, Vartnoaen
ond Somponiaten der Maten Jaèie, '1670—1865''
(3de Avk 1896] en «en witobJografie ,.An« mei-
nem Leben" (4de drak IMI]. E^ overleed den
eden Ai^wtas 1904 te Weenen,
Buuom ot BantonuxA. Zie Üa6.
Vananea, Oeorg, een Doitaeb ataatlntiliond^
biodige, den Sisten Ifei 1809 te Hamfaoig eebo-
reu atudeerde te Heidelbenff, pimnoyeenfe te
SM, TCmilde sedert 1888 de betnkkktgen Tan
prifaatdoeent en hoogteeiattT in de atoatboM-
fiondknrade asn de Terwtiittende Dnitocbe imiTer-
eitej.ten, t«n abtle te OOttkigen', waar hn den
20eten December 1894 orerteed. Bdnh« vde vp.
eteUen m bet „Aidav dar nobtiaA» Mono-
mie" en Jn de „Tobïnger Zeitadiiift fOi lAe ge-
mmnte 8taat0me«eiMabaft" sehrael by o. a.;
„Stetistiscbe Foiaebnngen floer daa Henogtom
Sebleowig" (1682—18^) ,JHe AoAelW dei
«itriMrrllGhbbwHfaibeD VeifaftltDiaae ObedMwl
io den HenoRtflmem SeUeswig^iHolstan" ClSttl),
een bekroonde pi^faTeibuKMing, „lÜe OcAMei-
sdHften im Regienuigébenik lUei" (1863) «n
.rAmriiistonaebe AUiaadlangen". (1880— 188^
2 JBn.). Uet Rm red&geeide og de lüenwe re^
van bat „Ardüir dei palitia(lie& Oekonaiitf'.
HnnMon, Ola, eot Zweedaeh sebcÖTer, dsn
12den Norcmbei 1860 te HSniüige (Scbonen) ee-
boren, atedeatde te Lnsii benésde sedert 1862
__ , _ tm
is «en dei biaabi«kei« van de letfstinciM ridi-
ting. Ven lijn wnken noemoi wü: „Notftaiao"
(1^). .JSenwbn amoroaa" (1687), „Pacia'a''
(1690), ^om Ofeg's liederen" (1682), „Uelde-
imvten" (1^), „Een reis naai bu*" (1694),
„Ester Bivce" (1893), J> beadienneDgel" (1896),
„V66f bet hnweHJk" (18Ö5), „Gedlditen in pol-
lie en proia" (1901). Als critiODB «dreef aq:
„litennacfae e^Hioaetten" (I68£), „Friedridi
Nietasdn" (1600), „Eet jonge ^Sndünane"
(1891), „abeiMiB en pFoJeten" (1895], „Het nm-
teiialisme in de lilenrtani" (1892] en pi^obolo-
giMbe stadie ,4Mi«sIiwian" (2de drak 189S).
Bamtott, Laura, gt/tioKa Mohr, sedMt T°°"
te Riga geitweo, i
BoluüInBam Louro Markolm naam gemaakt door
haai „EntstUeaerangen" van de Tionwenpmfao-
kgie met beMtUng tot Vefds en geslacbtsHTeB.
Teidei adweet ig a s.; „Ww Fnnen nnd nnam
Diditu" (18%), ,4>>s BoA der Fianen. Zcit-
pi7cb(dc«iacbe Pütrita" (5de ónk 1899) en
„Zv Fsrobokgie dw Fna" (2 d3n., 2de dnik
1903).
Hanst. aditei {dmtennsmsn ds de aftorting
TOOI /. «on Hantteüt (lie aUaar).
BanBt«eOj Chrittopher, een Nooisdi starnn-
kiHidige, den aSeten Swtember 1704 te CbrisUa-
nia g«DOTeo, atodeerdle ie iEtif>eiilui(?en eerat in da
rechten en iroPTolgens io de wi»- en oatovknn-
de en werd leeiaat te FrediAsboig op Seebad,
waai bij Mob inaoodeib^ met bet aawmaguatii
me beug hieSd. Een veibandeling omi dit ondec*
nem weid 4« E^^enhagen btfaöom^ waarna tai
in 1616 benoemd' ynnè tot hoof^eeiaai (e Cbris-
tiania. iHJer Tarwterf im giooten loem door ün
„Unteraocbingen Bbei den jUagnetiMiMis der ui-
de" <1819). Ten ganlgti no m boA werd een
uienm metbode van magnetisdie waarnemingen
ingeroerd. B^ deed weteoaebanpel^ke idMn naaf
Finland^ Dnitadkhod, Fnnkiyt en Bngidand, ala-
mede met Ermaii naai bet laeatelnk gedectte mt
Siberii <16a8— 1660),
ing iBt Siberil" io Ik
„Reéndtate raagnetMdber, i
teorotogiMtei Beofaaelitangen anl doei Heisa
nacb iibiri«a" <1868). Na ^ ten^aar stdd»
de T<dksTeTtegenwoor^ging de itoodige gddn
. _..ii.. i.. 1 ___ gg^ nioawe
obserTatoriam gevoegd weid. Sedert 1
staarde Iq de trigonooietriaclis opmetniKen iit
Noorwegen. Hn oirerked den ]5den April 1878.
Hg eebnet, beliaI>T« „Yoorkangen ow de ater-
lenlrande", «en „Leeibockder geometrie" en eoa
„Leeibock dei meehaniea", terwnl bq in 1623
met JfaaeAffloira en Lundh het , JlagKin for Na-
tar*ldenakrfwne" stkbtte.
Buutoln, Jokmuut «oh, een Daitsdi }dast-
famdige, den ISden Hei 1622 te Potsdam gebo-
ren, stodeeida te Berign, weid in 1861 oastoa
DigilizedbyGoOglC
HANSTKIN-^EAiraE.
mh bet beaWiDm «n is J865 boogkerur ia de
nkmünaide te Bonn, 4l«iMde dkeetear van den
tinhfiMwhfw liiki oi ran bet botuiiMb ÏMÜtant
■Mur. HS «rerieed te Bomt dm 27<ten Ao^db-
iua 1880. Bq odHvrf: „VDfanndtimMn ftto den
Baa Hod dü EDtmddnng dar BanmüBdt" (1653),
„Uebei den ZuMmoMDbaog der N«4itaMiW mit
don Ban dea dÜDtjleii B^fttringea" (1S58). „T»-
andte fiber die LatnnR dee Sanea ddrch cS* lUn-
de" <ie60), „Ztu ^ktnriokilnogagewèiehte dar
OattDOg UaiaÜia" (1662— 1864, 2 dln.), ,J>ie
HÜdMtfgtiBaze nod die TerwandteD Orgme der
Itiode" (1664), „BeMdrtagMr ond Entwócktong
der ÜMwf Umilia." {mb], „Pitnlariae ^
b*ditaae seneratio eom Uaialia oompanUa"
(1666), „UetMneht des natttttieben FflMizeiwjB-
lems" (1867), „üeb« dïe OiBwe dei Han- imd
SeUemiBbBondeniiigdiLdeBLanbkiMcpen" (1868),
,j:He Sdwiteisiel^gTOmeai im Vegetatkm^mit
dei Bmtmogmam" {1869), ,JDi« Entwidhiw
dee Kon» dei Moaokoi)4en fmd Dfto^n"
(1870), ,J>ie FaitbeBogeoeaia dn OoOeügjui
^iti^io^'~(lS7l), „CHl o. £hi«ibeiK, em IWe-
k a«rf dem lUde der NatarfatsebiniR" (1677),
. „'Emaga ZOm «w dei Bk^ogu des Broto-
plaama^ (1680) en ./Beitnse sm aBcandnen
UwpfaoJccie der FfiMtteti" (1862).
BanswMrt m een betf^ketgk
in de Zoeiwaube fluneente Eiainanf,
KÜdeinde van bet Zvid-BevekodMtu kaïMM], met
een mer owr de WeateieebaUe vp Wdaooide.
t op den IricD Jnni
werk
Het i
een aaimuwr —, — - „ _
t ealand, tencdnde <le Ooater-
met de WeateisciKlcIe te Teidundcm. Door de me-
ning ytok dat bnMMl en het stiditeD ma een R.-
EaittM«eke ikeik kt 1867, kreeg bet een Uovend
WHUZMO, Kotet twt iwi OS imwooecB in 1840 tot
1200 in 1915 _:.__.
Hamworst een groto^-kasnieeh kaïakter
Tan bet oode DoitMbe toooeeL komt tba» ook
D bet ipiaakj^niik vooi. Men TiwH
Ne-
derdoitadie t>effeik«g mn Bmt'a .JfMren-
eobip", en Lulkir grinnikte bet in iQn tegen dan
bering nm Bnauwih-WolttMMtM geriifttt
MliriJT«oi „Widec Baasa Wout". Ala i>o«t>»iHH(n
komt ff «MI Wortt voor
t«n Pnbri. Bq fioiu Saeki ia Wont Bant de
eefioffewde naam Toor veetetera. Ale nar in de
lÉonudie iieedt de naam bet eerat op in 167S.
ToomI te Weenen mm de buewwet gdMd; be-
kotde vertottere muen Stnmtfuty en Prefcnuer.
Hantwell, I^mn io&ORii, een DoMecb-Cae-
diisdi aebrjive^ den 2Ssten Nowmber 1612 te
Pnaff g(AN»en, etodeerde in bet klooatw Stn-
ham der IVaemonelratenaen in de wgsbegeeite en
^odeeleenlieid, te Fraejg ia de Mchten en werd
m 1885 te Weenen •dronet bö* den boo^eeraar
LwkUnleU en in 1838 gewoon boogleeiaar in de
w^jAegeerte be Lernberg. 'Hy eehiMr: ,JHft Wie-
-— ^ ttdeaelMnflcbenl^^bo*" (1842), ,3Mid.
ibikwopiiiMbcD Elfaik" (1846), „Onind-
I HawKnetu der HetaottTaü" (1646),
ErUniKMeeleiMire'^ (3de dmk
iMü) en „uaodboeb der Lo^" (2de <f '
Op 1^ iTOiteigen weid ia^ ventlaatsl
mOti en gaf fier een „€«acU«6te di
K^HmgeaehMfate der UenecJ^Kat"
(I649>. N» de PebTnaci-omwenteUng beteatte hjj
adi met de Mdaetie ram de „Olmfttier Zeitnng".
Nadat bjj in 1649 ala boogleeraai raax Praag
benxoen waa, waar inn leasen giooUo opgaiig
naakten, wesd bq in 1652 met «ebood van tqn
traeteoMnt ootalagen. Hea kooa bem eehtMr tot
gewoon lad na bet BoheeuMdi Oenootsehw Tan
Wetenacliappen, waardn» tiq bel redit verkieeg
aao alle OoetenTJikeahe 'aniveraiteiteii Toorieuo-
gen t>e bond«a. Éérst tn 1660 werd hij tot bi-
bMotfie«arie te Praeg 4>enoBiQd. Qq orei^eed al-
4kar den 19den ÏUi 1869. Van lijn geaehrifteD
T<enMlden wij nog: ,J^ MisiaiiBdi-BObmiechen
CWenmide dea 14 imd 16 Msbimdedi^ (1863),
„Dsfl S^niftweeen and Scfatitttnn dei bOhniecb-
sknreniMlieft TSttentiniine in der Zeét dea Ue-
bersMwa «na dem Beidentiun in dae Cbriatea-
tom" TI867), ,J)iB gefltschtMt WHimiadMtt Oe-
dS<Me «na den itiatva 1816—1849" (1868) en
_ , dei bCbmiMh-
^weniacben lóteratoi
tegUMner Hankon en telt oagercer lOOOOO in-
wonera. Ifen Tmdt «ff eoDtge e'' "
wwren (ook Ennopeeeebe] en een E
«Ie.
Hanse of fiofua. Kit woord Tmdt men leeda
de Ckrtiadw Bg1>elv«taiiDg t«i Vttüa» i
likt, waar bet een amootsdnfi Tan krggriieaett
beteeient. ^ de Hiddeleenwen w«Td bet gebe-
ngdinden rinTMt bai
e efcindor wederketrig
1 BMwneiJyk haocM dKMik Zoo
_ rtbet ondedar IQdeeeDW banea-
TeTbanden vmhA ia Dnite(fakii<t ah in Enge-
kad snNooid-Kmkr^^. fimdelök gebraakte men
den aanm «talnatand <md «en De|nald Terbood
vao Dutocbe atedea (Boaaa AUmamtiae <iS Teu-
Umiea), da* widle 16de tot de 17de eenw bied
bestaaoen niet minder dMi 90 atedtn, na Re«al
en Mum tot Ainstsidam en UUdeibwg, thb
E«ntro tot finaUn «n Sxdan, tgd^ <k vaat
onder i^n leden Mde. Laogiaacn wne dit Tei-
bond tei stand ^oineo Ax» eameawnwHéng der
vereenigingen tnn Doitarfte koelieden in het
Utenlana en der wrtwoden nu Dmteehe sleden
io het Tadeihod. De DwtsdM bande) te land en
ter aee bad neb welifaa «ui de eene BJie tot in
BoMlaDd, aaD de endere tot in Bnelütd uHge-
■tren. Hén tad Tmeenigangen tsu Dnitadu koop-
lieden t« Londen, &v^ Wiabr (eo bet eiland
Ootland) en Oroot-Nowéaiod (Rodand) w«1k«
reedt in de 12de «eow, in Engidaikl mK aedeit
bet ttagin der IWe eenw beetonden. Zq poogden
ia die genarliijke tj^den T«a de Toraten vowredi-
ten te ireifcnKen die baar Trögeleide en T«iig-
faeid Tan baatdel waaihorgden.- Veider sotgden
de DnMeebe etedenTerbonden uw Ted ntogdqk
TOOI de TfiiBghnvIt der wegen te hnd en te wa-
ter, fwaaiiiaast rï dooigaana ook staatkundige
doeldaden beoogden. Daai nu de Duitache koop-
' den Tieemde nit alle roogetj^e eteden
wwen, aoditen en Tcnden iq stmn in
D,o,l,zedb,GoOgle
▼«ibooden. Beeck h
hflt ^Twfeilaad «d. gftraD ihmïftinr «MiMdmg tot
e Moshittioe ^ ateika en Btodeu-
wck w 1241 aa 1255 imdea o<«t>
„«Joten tDHchen HiiidNiiK en La>
beek met bet óoti, om den haoddaiMe «toot &>1-
steiii tbh alle liiiiit iiiiniiiii te beneden, temijl
in d280 Lolieclc, fiostoA en —
nigden, «m de xecmoKn te
dienzelfdein tij<'
^ dooi
imiK, uwbmum eui niBuar skd >viae
de xecmoTCBS te kMtnden. Omatreeka
tjjd mid een deuMipe ffKMenfaHnct
01 de W«eUtaMbe etodea Uvoster.
wk liet
i Lobe^ d^ editer
ODB bedw beag toen fconoig TToItisfiiar
ir TW iDenemHfeen in 1361 Wisbj Teroreide en
op g«wcUiladagie >wjjie den hutdu bekmmerdb.
need» tMt <lï«n tgd mren Hanofrooilwen ge-
Tosid tegen de SkaoHouriaibe B^en. Zoo vei-
wioTTen ui 13S4 en 1265 de ^t Wendieebe ete-
deit nut fii^ en Waaby «en vooideeligen Tr«de
en fadaoeiqke bamdeUToociwliteii van koning
Erik .*ut MMwegMi. Mindes iwntfMedJg ms ds
atand dec «ledto WionM, Boetodc, OreiMwaUen
legen EnJt Menoed, konang ■na Dene-
1911. Na een fangdnrige nwt, deed
borengenoonde kominff TTaUetruir een ounwen
oieiloc tuËbieken, De WeiMfiaahe obadea, olsioech
EtaAara en Brouw, DDMtten siob aaastondi
Autvaatedök inet WaUemar den atorm te
en den lOden Ne>T«mbec 1367 doten te Keotea
12 «tedan ces «oskgabood te^en WaUenur ta
ün bowtgeooot H^üum, konvig TUk Noonragen.
V«Ie omdüe atedw Toegdea er lich bjj, lOMat
WoUtemar 77 «tedelük« oorkgsraiUaidogen ont-
inig. De rtt^d w«9d door de iBbnae met soeoea
liag, ben
catfing der baoMlalapnrikgifiii
den inrloed op db kotüogeteuse in Deneaniken.
Tsreu T«ckn^ Albreeht van Meeklenburg door
'kt 'HaoM dea ZiraedeciieD Inwn
it Blanat^i%mk dn Dnit-
S, daac ^j nn heeracbaii-
pg Toeide op de Ooetiee en den gdteeten toa-
•aoiMiihutdel taaaeben int oosten «n westen mn
NoonKEnropa In benden tiad. 'Bmt eenie dod
Ueef Toortaan dsM pontie «o bandalegdried te
hsndbamn, tefwnl ig na dce deefaeming aan
bet staatkiuMUg leren •na bst DoitwAe qjk of
^ ondndeelen «Iiag. Bmt belangi^^wte kut-
tonn beroDden ach te Now^orod (Torwoeet in
1494 dDor caaar Iwan WatUjemtêj), te Bereen
ia Noonregen, Ie Bragge eo te Londen. 2g
Toimde bjj de kwöoing T&n bet keiser^ g'ezag
een macbtig hoad^OKntmiiaa ter beTonJeikg en
besebernnÓM van dut baoAi, boewel ec geen
eigenlijke boodeorcceenkomst tofledben de vei-
Bi&tteDde steden ireid nart^esldd. De bloei tmi
dMi handel w«id «en kncbtig hnipmiddei tot op-
bevriog T>n den baigeratnna, en oni die reden
'HMen de Kuoeeteden ircohl dcrreni ia het oog
'e Tonten. Een muolg faienarO me,
) nuenoeg «ile Itaitache steden
>d; Se geen cecbtetreeksA voor-
deel yua dm bütenlaadsafaeii Iiamdel trokken,
' hnddan leden der finnze te qpL
il noe^ «M ook tosMben de les-
geiiB de bMtoacbtig« handetepdiliefc der ated La-
beek, wtü» sedert ds YeDwoeeting mn Wiaby
de ToonMamste 8tapd|^utB twi du Oostaeehm
del ms f^miden. Hoe meer oHQdqk ds landel
tkb Mttmfcfcieide, des te meer wwdem de toawfaen-
BtatHns TNineden. De atfaepen der NedetkuMMis
steden Toeren door de Soat tsdttateeeks naar Zwa-
den enIi«MitUid,terw^diedierI4^aDdB(iie steden
ucb daarentegen leehtsLfwfcs naas lEngelutdea
de NedBiboden begaven. Lnbeek Tsnetto sich
duitfleeDen beüof Bob «^ bet stapekvobt dnax
digde, de NederiaadKbs steden e._
meer nn DnitadiluMl t^rreeoMUe. Ten aktts
fatsTon de Nedeihaden o>ranninaan in den sbijd
en verkiegeo eg de vine le&il oo ds OoetseeL Ein-
ddp tobowlen to4 de weik<l$ke leden dec Han-
n alleen de etedm, die in de o>l^)h«d mn Ln-
be^ gelegen waren, bensTN» Lnbeek aelf, &un-
burg eo umebais. Deoe Toehteo in de l<5de en
10de «amr t^en de StondinaiTiBebe kutingen, om
de beeiadMivq op de Oostoee gknsrjjk te band-
Iwrent n door bet Tstbond viaa Lubeck «n Dba-
lig verMoi OhriatiaaK II de kroon en rweid da
SkMuKnnviflcbe ïïnie Teometigd (1523). Litiia-
ecben TcnpUen de steden baai kncbtentn steat-
kmMige en godsdienstige geMfaiUen, modat de
beenehappg op ds Oostaee baai <»iteó)^ en q
lidi met een gedeelte der voonoBJige Toorreeh-
ten moesten teneden ateUen. Ook de katete oor-
log, <Üe de stad LtAeok als bondgenoot nn
DeBeroaifcen im ISflS— 1670 te^en Zweden wer-
9e, Imaoht daniBn geen Tenutdenng, loodnt einde-
lijk de JSanee «iet langw als ataal^iHtdige moebt
beetood, meai als ihuidelffTereei^nig een kwq-
nend fawtaan Toorteleepte. Deopkomet der Noord-
ecbe qjkeo, omuu nog meer de ontdekking *•&
Auerfta en van den leeweg naar Indii. waren
oven noodMüg Toor de Beüie, als de yerfiatA'
eing der banDgrangst mai de Nooidsee (sedert
het midden der 16de eenw). De Bossiscfae boa-
del weed óoot de oorkffen om bet beüt nn Lü'-
land veraêetafrd, en oe Dnilscbe BanzestedeB
kregen in de IfedeilMidscbe en Engelsebe koo^
steden maobtjge mededSiogaters, loodat bet wei-
nig baatte, dat ia 1546 baar kantoor nvt het aeh-
ternitgaande Brngge naar de bloedende etad Ant-
werpen «ei^oatot w«hI. In Ëogeland gingen ten
töde na ntningin EU«Aelh ck Toormológe pn-
TjlegiBn Terknen, omdat de Hame geen ToMoen-
de leóproeitott walde teeetean. In 1612 waren
er nog 14 stembeYoegde en eooinbalaebetaleode
HancMteden, osmd^k Lnbeek, IHsmaT, Bostoek,
Stnuüsnnd. Qieilswald, Stettin, Danag, Uaag-
denboiK, Branswgk, Hildedieim, Innebnrg, Htun-
biug, firemen en Keulen. De Dertigjarige oi»-
log gaf aan de Eaooe den genaderiag. Wel deed
S^^e (1627— 1S2S], in oTereen8tennnii« met
DigilizedbyGoOglC
HANZE— HAIBALD,
dm kidaar, op de TcugidGnDg na geroknaA-
Hgita der Home tiet Tooiatel t«t «picbtiiig j*a
eea QmiMtitdi-apMNMdt* tiMiiMwiiaetedmipfl
dm bnM W «bvren met ds aptiwabe kolaHSn,
b^ uodMiig TeitNutd te aülen met de iö"i>
doi ^an hnr gdoof. Op ds tergsdenoe dei il-
MraenügdKi tui 1829 iwetd faetbelnrtaeen tw
de l>dueeii <fet Hanse «wedngen Mn de rteden
Ldwi^ Branen en H«nnug, die » 1M1 m-
aienwd iraad. Na deD nede tu IbnieleT deed
men («gingen om de akmde Hime opnieov in
bet lêreo te UMpei^ doeii in 1669 meid de lut-
ote TCSgadedn^ im mrókoMUigdta gcJioaden.
Dmz mnn Ldwek, Bveniei^ Itenbnie, Bnme-
wyk, DmiK *"* Keolen TWtégiraiKnniigd, dacb
1 kmm er M geen iwRMige&de nitkonst.
'—■-f WW de (ntnort der Hmne, en
a tiet met hiu in4Mn ten deel
I, Het keMtoM' te Laaden wd.
dnt 4« .Antweipen «nat in 1608 Teii«eht.
Ds Buu^ ontitMn dooi beboette aao ondei-
ÏDM beediónmB^ en aan onhduDmenl Teiki
d door Imw streven om vrtt-
.. jRecblen te hedngeii, dta ig
aan andsKn met wUde «uginuien. Znik eea ego-
HtiMbe buaM^wütielc heeft hiac aaovMik<m
gnwto tjjkdnmmen beagagd; dodb toen z^ lig de
' -——^- i^ hechten,
tBcoaia, gedeMbd^ door aigei
1^ door den loop der dingen.
LOentwr: .Jjhmaiaehea Di
gmg q te
4g«dedto-
1976 T.1
aeaMondi
■14S0" TKt Kofp-
. nSdaferiU..
I aeadadMaawtten"
wOoMUdMiKtter''
BaUbawM
Jkt«ndei ^
mam nS70— 1897^ 8 dfa.):
1431— 1476" -ma, Bont (ie7ft-ie»2, 7 On.
3HW»eMaae na 1477—1680"
— ISfifl, 6 dfci.): , ~ '
^aliel889T.T.)ei„
£671 em.), taHatéma door den „VcmAd tflr
Hnwanrhn Oesduehte". Tender noonen «q nog
rieebts: L^Kler, Si» deotadw Hanaa, (4de <fa*,
iMome 191 1). i). &iWer, Die iBum (Sde diakt
Bklrfid 1914) en DOneU, Die Bltlteieit der deat-
acben Hmne (Beil% 1905—1906, 2 dbt,).
H»iua*tMlan noonde men oteden, üe tot
de &CHe (lie aldaax) bcfaoorden. De laiam »
)>»waMd gebkroi Tom de Tqje Steden HaminHg,
BiKBDen ^ iMueA.
BaoeMft. Zie floiwio.
Bavanuida, «sn «tad in de ZiraedMlie Toog-
dq Toradk Ugt aan des Tomet-Etf, tiegeno
de Rominfai giwawtod Hornet en *dt (1810) I'
iowoneni Zf beeft «en hmndiMB haoHiBl
aebeepabonw. Ak seetwuen dient oet 7 km. v_
i^dMde Solmie. Qapanaah beiit een det Koor-
lelogMcbe
smtoria. De etsd
1 lèK eeÊÜebi.
Haphtlutra (meerTOnd Hofktluirofh) noemt
men «deëtten nit de Iraeken der IVof eten, die bg
den Joodaebeo eeredieDat op Sabbatti-, feeet> en
VMtendagen na het faoolifatidc uit dm PenMeiKh
irarden Toorgtiewn.
Hamtoaraias oi Jrafoeraxee noemt nwu
het gedeeite der *'—'"-'- * fffitrr^
celegen taaMben Ana
TknÓi fiie de knaiFten tsu den Orooten Oeeaaa
en mn OeennH).
BarafoiM «f BalfoereH. Zie Alloere».
RaraUrt (opoq^eanedeD bmk), ia de naam
itunik Mcakotde
h den Miik «pen
gewooDde der Japamxce^ om meb den bnik «pen
te anoden, nwmeer sg M ooteeiende atcallen Tsr.
ooodeeM waran. De wU kreeg dikwgk berel
na ds legMiing latakaii ala «en eerrotte dtMMt
atnrf toe te pameo. Het mad in tegenwoosdig-
beid nn getmgen TndtuUkeiL AanoieDlgke peno-
li op idt begate
ite doodikleed m
bg 'Toorgeadueren witte d
Haxald, is de naam nn eeoige koningen na
Koorwegen.
Hanld l Hartagr (86&-930), een >0oa na
Hol/dm den ZtoarU att bet geeMit der Ynglm-
ger, nreeoigdB de landen nn Noorwegen tot Ma
lök, vojoens de aage tavtoe Mogeapooid door
iQD KeUe iegena ds acbMoe koningadocbt«r, wel-
be bem sMeen ondeir die Toonraaide baai baad
wilde aebenken. HK deed «en «e4 dat bq
eerolse nn «en opataod a. .
bg döeo de beeraéharog om de {ironneita «n
iwgenoegde deb met bet hoosste geaag. Bii le-
teJde te Dnaiibeim, deed in 980 ^Wnnd nu bet
Horald ir QnateU. (Qnaiwbiüd; 950—888),
een afahinawlMg nn den Toeegaande en een aoon
nu Vm Stodot. Hjj weod b^ den Innrfkid nr-
moord door OiiOharM, «aazDa Banld Blaatand,
kcnang nn Denemaikei^ sicb nor koelen t^
itige; 1046
- fatam.
inde
nn Noórwtam.
irdraaifo <de Afdnebl
HanM lU Sardraad» <de
—1066), «en aooo na SfS^ Sgrmvm
mebv yeoÈ BanUd I, «fiende aedert 1061
Maerl^ l^waAt in finanlMan^ nam ded aan
een onriog tegen ds AbOannacbe aeeiooTM^ be-
«wit Jn 1 W6 Jwnaiem en abreed segeiienoo to-
gen de Suaeeoen. Na&t bö tot ovscate der kei-
aedgke Ëjhmdrt benrdMuf was^ veronrde hii
onderaeheaden eteden op fibeUil, ncfat » Mitfm
en OTerwen de Sanwenen in 16 TeUatagen. TVwn
bg in 1042 omr B^aantiuui temgkende en be-
liebt ontving, da* zqn neef Magnuê Noorwegen en
Denuuaiken geErfd bai woeg 1^ agn oot^g.
Men deed bem de adiitterenMe auAiedingeu,
om bem aUaai te bebonden^ en toen bij w^eide,
werd bq in dm kerker mwntpen. S^ ontowpte
editei naar den Rnsstseben nootnovt Jaroehv,
met wiens docbtei Blü^ethbS te Nowgomd ta
bet bnad^ tatO, at gdng iwnlgene (14h5) naai
den kooinë^nn Zweden, een htoedrerwaait ijin«r
gemalin. Weldta waa bQ meeetet Tan een ge-
deelt« no .Noorwegen «n beUom er ala alleot-
beeracber den troon. H^ aneaTelde in 1066 in
een nldehg an Bngwhnd.
Harald ia da naam r&a eenige koi^ogen tbo
Denmaiken.
Handd BUdetmd (OotJogetand), een kküioon
Tan IwarTFtii*«na,iadelM4d'not*rbqkeaTairtn-
len en iietdtotbten. Hjj moet geaneoTcid tqn in
DigilizedbyGoOglc
IHARALD— aMilBUBlO.
den Oag op de Prl-riMriiitr ia SmUawI tegen
Rmg, koDiBg der Qobta, die lieh dauw no ijjn
tj^ meeri«i kmIiU» («K).
Barald Klak word door Oottlned's Moen nit
Jutland iMnfeomib En 826 te Isgelhaim g«-
ikMpIt boerdb liq met den H. Antgariv» te-
nw mui moeit we« Ttncbtcn. Hg vreileed in
floroU Kudtoul (KMiwtand), e«L anm faa
Oonti den Oudt, «AananUe bet bewiad in S35,
wu een ckmer kiqgHDaiL en erende ia M7 ijja
lieeniRMngfaeM) ioa Mt Dniteebe B^, waani& isit
nen <da f^KOXiea nat ign gebied biedommen weir-
des oȑradrt, In NoMwegen faielp fajj eeiat Ho-
rald Gnia/eH md het tiemikd bteoffsn; tator nr-
joeg bjt iwni, om daan» Etümn «moer «oiiTeieiDi-
teit TBo DeneaHiken met de heeraelt^ij te be-
Ueedbn. Toen Otto l ovnleed, deed fioroU een
iami m Sktmn^t, mav moest atddnien en me-
de aluten. Ak «mataodei vaa het ChrM«itdam
werd 1^ ceeda "noeg gedocot. ^n sood Stwt
TvMtoy, een -niend der oods a^ódea, kwamte-
gen bem ia coataod en HoroU, bn «en nedeiba^
^wond, TlMutts naar d» JohuIjdik, waai hn
iD S66, oaac men oegl^ door Polnofoftt vermooid
werd.
Haraid, «en «wn iraa Bven Qabelbarl, aan-
iMiidlde ree(fe tqj bet teren vaa igit Tader Itet
t^ewimd otêt Deneanairïen ^ta GO^Qsi^elJjk ko-
nioiiöb, maar oveiked neda ia 101&
BaraUt Hein, een uun vaoi Sve» Ettriliön,
beUom den itiooa ia 1076 en ofeileed m lOBO.
Barald *a de neem van itwee koniiigen van
Eneeland.
\HaraId I Bardot {iHaoeTOet), ean «mn Tan
Knoet den Qroole en fvaiD AeUgiva, wnd ia 1085
te Oifotd tot konÓDg eeb»en, maar ovedeed reeds
ia 104a
Barald II, een aooa no Oodwin, graaf «m
ITmmx en een iwaeec Yaa Sduard den Belgder,
weid in 1006 tot fanujng gekozen, verakieg d«
Noien bg StamtocdbcldgiB, maai BoeiiTBlde m den
sbg bjj Biastdaga tegen Willem den Veroveraar
(M Oelnber 1066). Het beoi ie de djnaobie dex
Angdaaktdeehe taniagea op den ËDgeleoheiii troon
mtgeetoTTCnk
HftTiiin (Aiabiacb = bet jsiewnde) ie ixdgeos
^ oonpMog betieUde begrip aJa dBit rao bet
Petnolt «D het Tofroe (lie dese aitikrien). In plaat-
aeïjk opiidit noemen de (Mebemmeduwn dé ge-
wDoe, heilige plaataeu Baiam, io de eezate idaate
bat bólJm gcU«d no lUia, dut o(A ikt wt
Uediaa; beade voegt moi nmen tot Alkaramejn
(= beide Huam). Het ia «en dec bako^iDkate
attritwten -na den aoltaa «la kbalit, dat tiv de
Ixaciwnuer det beide Banm ia. Ook de tempel-
plaats in Jeniaalem wondt door de Hobunmeda-
nen AJ-Haiam d-aeberif {= bet voonwme Ha-
laim) gtamemi,
Barar of Bvrar, een «tad in AbeeeLiie, 870
km. leo Z.W. 'nn Zeik, ligt op «n 1666
booge gnoiatrota te midden lan jnadit' '
nen. en kcrffieplBatagiea. Zg ia omgeren
5 m. boegen^ met 4 rnime forten en 8 kleine to-
rene veratnkten mour, wMudoor 5 poorten tot
het booidfdein, mat kaïemea, mo^eein en het
paleia Tan den emir, en tot bet maAtpIeia leiden.
Harac telt ongeTeer 60000 iawoiten, waorondcc
ooeereei 800 Evopeenen, 6000 Qalk, 5000 So-
maii en SOOO JibeiainiSEa^ iKe Ardnseb c|u«k^i,
welke taal het i«h— m»»^ iHMari, een Semitiacdte
taal) geheel en al Todiongen beeft. EofSe, bui-
den, -na «a wa» (een Tet^bnt) wMÖen ia groo-
te hoercelfaeid iter maoit gebracht; Tordei gaat
de bandci naar AbeesioiS over lEarar. De «tad ia
door teAeeraaf en telrioon met Adie Abeba ver-
beodeu. VToegei waa iHaiar de hoofdstad na een
kleiaeo OaUaetaat 'Tsq Sdiüeten, die op een ta-'
n heacbairiiie atMUHi; «n-
t door den JMiacunedMn
etieeka 1500 i
Imam Akmed tuit Adait moTMd. De Bgypten»-
zen bezett» het in 1875, dooh eteldctt' rieh te-
Tiêdrai met het aanstelkoi na den oacktMt looa
vao den luidaten emir AbdotUahx. Deae liet in
«en ItutJianaAn haad^e^editie onder
gdaod sedert 1
I Tao Aden nit de
bekagrüke
■g het den
Jttni 1807 ten gvnate van AbeÜéiiut van
Ham al. Ia betsdfde jau begon man met den
aonieg der epouiqa Dqiboeti— iKhbi— AdiUs
Abeba.
Boran of Arau ïb de naam eener gewddi-
ee notendeet op het ejlawl Sumatra en wd ia
de reeddentje Padangaebe BotentatMlen:. Zg be-
TÏodt ÖA ton N. Tam ^jakoaubo in het nnd-
eteengebergte en heelt l^j een breedte van 600 tot
1000 m. nacenoeg Joodtrecbte rotswanden tcu 100
tot 600 m. Bg den ingaag deaar kloof «taan eenL-
ge kofBMridtniten vtui bét Ghmtetnement en en-
E^ nmlórfabraekjee Tan lUóeia; een w«inig
mid^^iBr liegen mg eenige oveihl^seien nut
bet gedurende da iMiioorlogen aSjcawóa Fort
VeïdniBn. I>oor de üoot atrwiat de Bataw Ha.
raov een tk^er qdTÏer Tam den Sinunar. Vaa de
bU^ ntawandeo tbart adeb tmiti het water, dat
gekg4 naar den fiatagig Huan t« vloeieik.
Barbonr Qraoe, md etad op het eiland
New-Fonndknd, ligt aan de Weatzgde Tan de
CoDCwfóonabaai en aam den oraorweg en telt nïm
5000 iDwooere. De etad ie de aetd ■na een R.-
Eatholiekea bisaebeo, baaft een dooi het Qiaoe-
"l—w* bcedmmdle haren en een in^ handed^
vericeer.
Harliimri «^ stad in de Pvnisieeh» proTin-
de fiamroTei, Ugt op den liiikeaoc>v«r der EShe,
wauoTCT twee enigen geslagen ^n, aan ds
^NNxUinen Hamibug— iÊ«i&en, Bandnug— Ui-
ten— ^Lebte en ^mba:» — OnxhaTen en teU
(1610) «7 875 imwoners. Hen vindt « «en «id
slot, Ttm IS24 tot 1642 de setd dur Hartwiger
Iga Tan bet H«ia Lünebwg. Tot de jnrithtiitgen
Tto «ndaiwfa bebooren een hoogere bmgerachoal.
heidMiébo^ De bekof^^jjkate biomen Tan beetaan
x|}n handel, eebeepraart en Toenl niJTedieid. Deie
Ihatate lerert «oondeihtid jute, rtet, TiM>erwa>
len, ledM, ah^ aoda, eement, glas, «(dteikiimdige
pntepaiaten, at^iset, tabalc, eigann, enfter, garen,
"""*■"", iJKTen ketels, gegoten ïierwea, bi^
eiu. Ook Tuidt men er aebe^istómmerwecTen. De
haodel Taa Hatboig omvat Tooial koloniBèe wa-
ren, tnring, wjn, die, traaai, titnmeibont, steen-
ktika, loopen, butetiaest, petro3«um ens. De
DigilizedbyGoOglC
Mbeepnart is dmk: fat 1018 Vepen er btnaen
17H iBMelMvea, («MFims 904 piÊtiea «d 800
is iMkUMt) mat «n tonKUiiMt na 506670 re-
giitwtoM. DmtodAbt mMS 11S Nadeskadacbe
«bffitm. Ei -rartnUea 1TS8 aolMpeiL (i
1€M iMt b£w), meteade 567 87tf ngk
Da a<iietpti*i tt nweging naomt toe, tooihI dooi
gnooto «aaifoai na ■taeiiko)e& au «lootdtt door
ngnleCBDg na ds EOUbraitd gnotet seeadMpan
de ated oa knonen teraken. HariMug ia tnet
Hmboi!; «D Alten» TeriMmdeit dooi een geiegel-
den steonmootdnostL
Baroonrt. Sir WtUiam Qeorge ötohvUU
Vernon, <en EWdKh racittageleaiie en etaftto-
mnn, dsn 14den OcbitMr 1827 geboiea, itDdeeide
ta OMnbiidge in ds ledUeo ea «eid «hoeaat te
Londen. In 1668 <iKeDd hg iid tio bet LageitMiii
& kècorde tot da Tooitrêflelökete ledcoM» no
de pHtij dn wèig*. In 1669 wod Iq hoQgleec-
MK io net T^dkenie^t te CHobddge, welke be-
tedibKC hij tot 1867 Mdeedde. In het kalnaet
OfadffoM beUwdAe hf na IdW tot 1874 bet
ambt TUI B(d!dtoi-«eneTi4 en toen kt April
1860 GhdtUme weder au bet bewind kwam,
iren) hq miniitec t^a RïniMmt»,TMtBJiii Zaken. In
den MDKC na 18S6 tiad bjj met bet kabinat
eiadiUmt af, doeli waa 'no Jemari tot Mi 1S6fl
weer kuaeKer dei 6ebatkiBt, we^ tuibt iü ook
wuniMn k Qladiton^ë lierde misisteBe (18fö—
1806) en na dieu aftiedut onder Roteberry. Vas
1804 tot 1898 WW tq de lodor dei Kbenla par-
tg, trad eclitei ali modenig al, omdit bQ ddi
met da inyefiaBetiefhe DeiKHieen der parlq in
da bnitenlaiMkehe ataatfainde met kom Tereeoi-
gen, maar Ueef in itet Pailement gmoten inTioed
orfeaeik Hjj OTorieed <den laten OoUibw 1904 op
ign bniten Nnn«lHiii. Li Jnsi 1906 wwd toor bam
te Lond», itok tooi het FoilemeDtaeeboow, een
atukdbedd ontbiM H^ knoide mg^éieu in de
,Siixada,j BcTHw" en onder bet peeodomem
Hittorietu in de „Ttmee".
HardniiKaiiloid i< een Jjaoi tra i«icte na
175 km. a>D de faut nn het Nooreeh annt SSn-
dM-BmeDhoa Zjj heeft ondeischmden sglakken,
looale oe Aab« en St^fjord en mooie, biei en
daai trotecbe oereis. Het gebengte Tcrbett er aeh
aan de lee op aammiee irtaataen tot een hoogte
■na 1993 m. en ia hier «n duir met ^Mecbeia
Odtk, E&de en Tik.
Hardbloam {Seleraithiu L.) ia de naam van
een pknteneedBcht wt de omderhnwHe dei Sela-
ranAtttn, Mtooiende tot de faoiiMe dei mmu-
achtisen (Carvofk^UaeMin). Het ODderacbeidt
lich doOT ««1 dtiaionniffen, na boren 5-«t4e4agen
Mk met «en Tarmawdén hak^ door de ^weag-
heid dn bloemkioon, dooi 5 tot 10 meeUraden
en dooi een itoadige dooarraebL In ons land
TÏndt men de eenjangt hardbloem (8. annuuê L.)
met ^itae, sen imaf «nitReraDde lelk8lDi^)en, —
«n de oeerUjieenife ham&loem (S. perennit L.)
met atooqw, breediüeiig«enade kdkiüfneD.
Hardemrtlp is een doip in Fiieahnd, aan
den straartweff en epoocweg Tan Oroniiigen naai
Leeawaiden. De ïai^ doFHbonit «tit&t lidi nit
kags den ataatweg, mar de Fraaie buitens T<iHa
"■ ■ ïftn gelegen. Er ie een
23
HePTonnda keifc en bet 4Kp beait oogaraei 1200
Bartan, iuUu* frietbisA Korl «on, een
Dutaoh «cËgTei op fast gtiaei der iijjgakaade,
den Uden ^«il 1610 te Iindwigitnig gabaren,
want » I6S8 Imteaut Jn WUrttendyagadwn
4Ëenat, vae n^ 1838 tot 184S gon*enM«c nu.
den ktoonprina <den kt^na koning Eorel I) <na
WOrttembeig en deed dienat aU koiooel m flfaef
m dbn geneialen «taf, toen hg in 1850 ign ba-
aoeming ootrin^ tot aiHadmt-gaBenai des ko-
oinga, waarna hg io 18» opkwm tot generaal-
majiiói en in 1859 tot oonmaadaot eeon <Kraia
infautede. Wegena nAte moeat bfj den wnkeU.
ken dienat nmtta, weid <ka«ip ta 1864 ^e<r<u-
niaditigd» tq de nalitafea BondKommia«e ta
Fraokfoii aan dsn Han, nam üt 1665 im antalag
en orerieed te Stottmit den ]6den Bepteanbei
1975. mi eobraef: „QranWIg* einn Ankitong
nm Stoittnm dn KriMKOMludite" (1861), „Tm-
lN(ii«en flbn Kri^wesdddite" (1851—1662, 8
dki.), „Sknee ünea vórtnn flbei QenaiaWaba-
wiaeenaefaaftNi" (Sde dnik, I66T) en „Die B^aga-
iniig TOD Srtartopd auh dem W«ike dea Qtne-
laU Kei" (1658).
Bardan. MaxtmUuKt, een Doitaeb seiirÖTer,
den aOaten Oetobn 1861 te fierlöa ffebonn, heet.
to ooiBpnnikelgk Witkotetki, doen Toiandeide
met ogn lamïie t^ naam in 18BS wegena een
famUIegeedii], tarwnl ^n broeder, bnigemeealei
"^ Ltónfeabe-
nm Poaei^ die v
lodtt bet FreoaeÉte grmiiaaitm to Beidgn en t*^-
h ^n «tadifln Na «otodêdakt Op Mttiemjari-
iuiSii ging bg t»b den Joooeehen gode-
aienit orei tot bet CbriateodMn. Ala iomüüflt
TMt baitengewom begaatdhrid wekte f
dooi i^n ondn den adudtaaam Awêlal
oeren cdtieebe eaaaja «<rai bet pditide <
leotDeele Imen nu iSn tQ^ Tenameld ondn
den litol „■ ' " " ''""' ' ■*
1 nitge-
k liin 1
•■ (1802
. ), waarop «
,Jitecatitr and Tbeatw" volgde. later aUehtta
hÜ bet w»eU]hd ,Dw Zoknidt", dat wddM wer
populair en tnena lear geneeed weid. Ala een
peiaoonlök Tnend en nirig nnerdn na Bit-
marek mmrigde fajj na daena lal Oapriti met iga
iiooie en eattre. Odt oter andoM booggef^Mtrte
of twkende pnaooolttbeden (aooak Sudtnumf
fipnk hg in de „ZiAimft" met giooto openhai-
tlgbeMen len ecberpe aatfee s^n oordeel vit en
Tonde aedert 1898 «en Teibtfteiden abfid tegen
de aed^Bten en bm Mdera (bftr. Btbeli. ÏHt
allea wikkelde bon fat tattent bemleowd Mtn-
h^ In 1900 weid b^
kondig en ataatknnÜg twietgeaehigf en haalde
ben menig proees op den h ' ' '""
wegMM nttjeeteatabefeediain^
tingstral Teiooideeld. In 1 906 Teetigde hg de aan-
dadrt <n> neb door ^n ontboUingen otoi tegen-
natoDilgke ledelooibeid «a eomnuge hofkringen,
waanan de Joistbod dooi tegen hem inceatdda
piooedvren bleek, lodens dan wereMoorlog gaf
hg aonia leer Tigmoenge erittek op Dintachjaod'a
hondiiig.
Bardenbars (Ambt) ia een mmeente in
de piomiae Oveigèad, roodom 8tadr-Haidanib«g,
omgeven door de gemeenten Oiamebergen, stad-
Haraenheig, VrioMnTeen, Den Hem, Atnht-Om-
men en ATereeit (Orsi^sel), Znidw<4de en Hoo-
gereen (Drente). Zy heatMt oit de doipeo H«em-
DigilizedbyGoOglC
QAItDENBEitg.
N, Lfltten «IL SUghtna en Moigc baorten
boehtcu, beat «en <ipperTiiUe *ao 16 547 fi^.
«iil^l>e*olfciDg ^u 14 211 Beien (1915). Het
bedt een sowtMliikui bodem ik Stad^Mrdeo-
beiK (bb tUiua) en wtudt daonnedeii door de
V«(Dt. De eemeéate faeeit bmu imiwh voontt-
m^lgk te £iiken mo de «knkke Teenentgmaii^
gen taogs de lüeaw ge^nrea nulen.
BuduilMrK (SUd) w een geoteente in de
proTHMte OT«rÖML gtoot I«S8 H.A. met (I9U)
2109 JDWMKn, gelogen Mn den Unk«ioeT>er dei
V«iit, oTei wette fciei een tinig Ugt, tuseciien de
Mtueenten Antt-Budenbeig en QrumAieigen.
utoga de miei Itxelt menklei i&n. de r«et ii
dUunaeh amd. De boofdbioztuen tul bestaan lün
laodboaw en Teesdeq}, ooi is er een caÜeot-fBènek.
'»diiniB,e(
e ijnigqgc.
wmtnm Heemee — QMufcnbeiR — ^De-
al TUL dea iioaeiCoit^-'LiktÉMpooi.
De oonprong ■na dej^Mte me het bwtoel^
dooi den BisBmop -kb Utreebt, VtUefrrand, in
1227 of 1228 gckidrt. b 1S«2 werd bet dooi
Ueedut) Jm wn Arkel met eteddgke rechten be-
giftngd, dwA ïd 1516 door Filipt — " -
ia Oi«rjjaal g&ona, bezocht de unireieitMt te
Leaven ut Teraette »<b tegea de odMtariici,
•mextaa bjj in IfiSS Ijeuno moest wikten. Hg
ging DUT Ifat», ÏD 1613 aeu Wittenbeig en
werd ü 1544 o{i Mmberebig nn JfefaneAfton
door deobervonmngBRexinden aartebiaeEb" "~
ffionn (KM TTüd te lEeiden
mato
bgel
In 1
be geatnage wdBcdiiigen nn LttUer
ettemin bad b)} te Braaen vele
Uk sga meei n^doiidge geToelena,
loodrt nwn «r de wwmwniing iva de .J^onntila
eoDKHdia" w«geid& ^ oreileed döt 18den
Mei 1574 ab godwüwiMÜleerur te Ëmden.
BardanbeUT, iCwi ^uoutf, *orat wm, een
PrasMdi BtMtann, dm eisten ÜMit 1750 te
EaaeDiodB iit HiMmoTW gdKuen, stndeeide te
Lei|iiig «n te Ootüngen en trad tMldn ia staat»-
d^enat. In 177Ö iwrd lig benoamd tot geheim
„Eaminaimtb" en in den «delttaiul opgenomen.
Ongenoegen met daapiiDs «m Ifolee noodnakte
bem in 1792 den HuMMTCoaanscbeii dóenat 4«
verlaten, waai«q> de JSottog mr BrtmnvyA bem
tot TOtnuttei Tan bet ,/QéitinmAÊk<MmMa" ix-
EMtemde. Op AudMnUiig ma Frederik Willem II
vtat Pintaen stdde de mukgiaaf «on Aiubaeh en
BaiireuUi bem ia 1790 «Ia mioiatec ttia. Na da
inlqTiiw dei» taodSea (1791) werd bjj in bet
Piuieüche mimeteiie ofigeoomeiL Bardmberg
vertcgenwoocAgde Pniêen bg ds Trodesondes-
buKMingen to Bnel <5 April 1795). Na ^n te-
nekeer te Anabeeb en Beijnvtb mgvUe bg de
■aEen deiec TontendonifneiL Toen w IT97 fr^
detik WüUm UI den troon btftlom, dm <3eze
bem naai Berl$n, nam hem op in bet Kabinet
en belaatte bem met onderadt^dene bekmcrtjke
nken. DaaienboTen verd bg in 1800 dM tsh
' d^Mrtement Uoagdenbuq
i van* bet departeoient 1
weid bg ala mioBster de opvolger vu «on Haui
wilx, en faoewd b^ xicb auiekxit "
poopfa
Het
Om dit te TeTkrggen, «loot bn lich nanwei bg
NopoleoK aan en Ëet im den deiden eoalitieooc-
hq de otugdigheid te haodibRven.
:t doel van iqd •wenedieii was HuHWvei.
fcg het I ^__
■eecen, boewei de komng tidi langen tgd bq de
cotiUim «iUe aanahiiten, betoeen fiardeuWjr
wiet teeen t« bowlen. Ia 1805 liep de koniii^,
Bariteiiberg'* faaMheLd moede, Haugvitx wen ut
bet miniateiie ttrng, dat im door ben beiden ge-
Md Mfl worden. 'Tóeii I^vi«ea ««b na den aiag
bg AnetnUti dDOC de mntngen van den 15den
Deoembei 1805 en den 15den Febnu» 1806 ge-
beel en «1 bg FiaDkrfik aaoaktot, kreeg Harde»-
berg qjn ontdag. Na den dag bg-Jeua volgde bji
den Iroiüig naar Koningebengen, wu van MiA
tot Jtdi 1807 vredttt miniater, dócb mocBt aitie-
<len, daar Nopoho» mka tl» een vooiwaafde vo»
den vrede van Tilait eiadite. Bg woonde daanM
op sgn landgoed Tempalbof bg Seilgn en wesd
na AlUiulew'9 a&niea den Sden Jvni ISIO tot
etattakanodici beooeiw^ waaimede bg bet sdbit.
toiendMe gedeelte igner podiiti^ lo^aan be-
gon. Qednwigen doot bii sicb io inn tMtiteobod-
eche Btaatkonde leer aavw aan bg Fiankigk,
sette in Egn binnenlawbeh bestmu, tzo(»
venkantïngen den JoflJcieipartJÏ, de bwor-
mingen doorTae sulk een poolen invloed hdi-
ben gebad op de iMere i«oigwu«aÜe der Pntiti-
acbe moaafdHe. In 1812 dnmg fajj op onnoorwaai-
delgke «aiMiuitiog Uj ftoEdaaaS mo, docb veiraim-
de de Toorwaaiden voor Fnueen'e bentid nonw-
fceorig te omsebrnven. Oedmende den oorlog van
leiS en 1614 Mdde hg de Praideebe poStiek,
oodeiteekende den eesten vpede ■vu I^u^ werd
den'Sdbn Jiui 1814 in den vontenatand opgeno-
kree^ de hewigkbeid NeobardMJbeig.
egeladde bg d» dde v«it>onden voiaten
dien, veidedigde op bet Congiee te Wee-
nen Pmiieen'e belaugen teKenovei Ooetenigk, Bnr
^«land en Fnokii^ en bad een groot eaódeei
tn den tweedat viede ■van Par^ Io 1SI7 oc^
niseetde bg den Staatsraad, waarvan bg voonit-
tei weid, woomde acbtereearolg^ns de Ooogree-
aen te Aken, Easdebad. Weenen, Tioppan, Lu-
btch «n Veiooa bg. Hij orcrieed t« Oéma den
2SBten Novembei 1622. Zgn JïeiikwanËgkeiten"
qjn, met een btogiafie, dwi voti Rmke uitgege-
ven (1877, 5 dbg.
Hardenbarc, (Qeorg) friedrick (Pküipp),
ijbeat voa, een Dnilacb odrter en ecbrgvei, meer
ftend oodét ^ ariraihwwni Sopidu, w«id den
2den Mei 1772 op bet kleine landgoed Obei-Wie-
deietedt in bet giaatochaa UaaefeHl geboron. Zgn
ouders, beiden van piBtiatiacbe nedgiiigen, kid-
den een leer teragKtitiokkeii levem, ocA toen ^
vadei in 1797 «Ie difeoteitt der «mtgroeven naar
WeéoenfelB tiok. Ia 1790 werd frtMfrteA, nneeret
een jaar het gymnaaium te Eieleben beiodtt t«
hebben, etodent in de lecbten te Jena, waar de
id««fin van SehiUer giooten tiovjoeil «p bem bad-
den. Reeda vroeger bad hg gediditen geeebieven,
doob thana werd bet eenrte werk v«ii zgn hand
gedrott ea wel in WUlaruT^ „Tentache Meitui".
Daar hg echter weinig werk maakte van ^'n vaJi.
stadSe, BOnd ign vadei bem suu Letpzig, waar
hq nicnAdMp doot met FriedriA SMeyü, aieii
ml i<Mdar vooDdeeii oniinkktlde, mMi «Tengent
MD TiDoiqk IcNo ióMe eo nog 'miikkr dut te
Jon* M Étodeeren kwam. 2oo TertMiade tig ia
neodeed.
V*r-
I gNK'1^ UMI teioiatwtt io Tfaoiiiweii,
4 nea ü de pne^jk na den iMhteriqken
17SS OMW Wittenbeig,
peUe es tm jftv ktei «n
vdgeu giag 1^ umi Ten
mtjc hg _ _ . .
dknst «Ml twkiraiDen. Siat leerde hg da toen
eerst 18-jaci«e Sofhie ton Kvh» k«DMfi, uk* wie
öjj acb nedé bet Yolgeut loomAc im itiMe rei-
hwlde, óoétt die bem ceede in 1797 ontTtd. Har-
deiAtrg iud vdi inmiddete ook <$ d» iMtDorwe-
teDaduifiMn toegAegi en ia 17&S «en betidbuig
bg de aaatmj^Hn to W«uenfeU gekregen. De
dood -na qin Terloofde btd bem gewoMig ge-
eibofct, de èehoeJte taa «en beme-
djgende ivraddreiliHiag xteinMiuI
gUDMkt «t dm dicbter ia bon
25
BardsnbnMk. Zie IFitiven.
HardervlMotaaii (Mugiüden} m een fMuHie
TUI ho(rfd>ak«lök HeTiaedten, iralke in giootea
getale dikw^ op de koeten nn gematigde en
wmum leeti^ vxa» ook in loatmtenDwen ot
in de mratden vaa ri?ieren Toodionen. In Tele
opiidttcn abuit drae ItinUie i>p tkit >elf en tot-
men de Men ewenlgk rieehte één groot gedudit.
Bom een TO-tiiKMiten s^ hekend; gemeenlgk
worden ig üet givoter dra 0,50 tot 0.60 m., de
meeate eooilen beiedken een gewiefat nn ouereer
2 kg., maar vete ook tba 5 tot 6 kg. Hot U-
tibaèia is met gniotie e(:bnU>ea bedekt, de kop
klein en TUt boven aiCgoplai, <keientegen zgn de
oogen gioot; de smit ie koit met een kkiiM
' en de ondeitip heeft een TeifaeTen-
eeiat teebt wakker geroepen:
xgn belugiSt weik dateert ym
u dexen *&. E&Mte 1797 gwg
hg naar Fiobeng, on lidi Teider
ifi dea mgnbonw te bekwamen, de
geotogaMlie «tndiéo, idie bg hier
ond» Wemer maakite, betAwn op
qn irniiikTaninhfiit tk vittyfia
gnotea inrload gebad. la het toI-
gend j««T Terloofde hg neb ar
«fMÖnrw met Jvlie roti Char-
jtetUier. Ia J800 kiwam lig op-
BieDw bg de loutgioeven te W(
betoekUag «n nog im betoettde Jaur dong
b^ nou een plakte tia iaotAaapUauin. In dm
snoer nam eemer de boattwaal, die hem Medi
lang beAcégde, een eniBtógei wending «o hg orer-
leed den ÖEoten HMit 1801. Reeda ïd PreibHg
waa hij begomen met x<pi: ,^7innen ao die
Naobt", bet hoogtepimt von ign iTriek, die in
1799 loltooid weiden. Ook het min of meei di-
daoüadie , j)ie Lebriinge n 6aia" ia in desen
tgd ontstuo. Het TCiblgf io de nfttoni, aan den
■roet TBo den EvflhSaBei ia bet a&jtmi no 1799
deed bem ^ ttoofdrwerti, den oumltooiden lo-
maa „iHeiorieh -ren OBeidiiigen" beginnen. Ifoed
daartoe «Ten hem de «pweUiosen tui Tteek,
dfen hg n den vmtr io Jeu had lewen keoowi
en mat wien hi) imiyge TnendMba^ twd geA>-
ten. De ^loote bekoring Taa Novidvf w«ik Ugt
in SQB 'bgaoodeï* Temumgimg *
brenslost, in agn wdige umti
itaaie, in sgn Urfde
(MBthetiaA: de aohoonheid bèfnalt de
dingen, de diditerlgfce iotaTtie ie de bico der
ifiepete keuoM. Uau bet twakke, «uekere tso
de meeate z^r tgd^enootoi kent Iq niet en
■n leggiDgaknwht en inmgbeid overtMft hjj bg-
k*i» allen.
Zgn «éiate bngia^ie óa die Tan Tieek tooi de
eente nitgtm T«n ffovolts' werken, bezoi^ door
Tteck en Sdtlegel, óex ie oolitet meei dichter-
Iqk dan betnmwbau. Ai te aaatrtia ie Heilbom,
die uit het htmilie.«Tchiet veel meowe gegereni
MD den dag biMbt. Een «amenratting gëdt «. ft.
BöUehe m >ga ni^Te Tan Novalit (Max Bette'a
ElMttkei-AtiBgaèen).
Budei (Mugü elulo).
beul, die in een bdte der borenKp paat, de tao-
den ign Ueio of «vlbi^en, de tamelgk ^toott
■turtTin •• geffod^ tttm&li de o<T«Bge Tumen
tacMlök kleio lön. vaa de beide rngTinoen beeft
de eeiste twee haide atmlen. De meeate aomten
beütten onnukdgke >i<eiteaiingMnguwn; de «tr
omtwikkcide keefteeodeien hebben een hoekigen
T«Mm erui ala de moodofnoing, waudooi de uok-
dann T«mHiwd word^ ieni^ de kienwbogen
looduug gegroeid zgn, d»t qj een seefafiiianat
TOimen, dM oitatekend gieedikt ie, om water door
te itAea «n gelgktgdig atte aoden atoftem tegen
te bonden. Dooi een en aoder kmmui de Biw-
den dedbte kleine nwdsddeelen *eiw«k«D. Dit
ItnirtMit iMmt^akeigk uit oiganiailie met mmd es
algk TenoMigde etóOen^ ifie'een Igdluig tnaachen
dte kodbeendeKOL bawaikt woides, wauna ig da
g'OTe en «merteedme atoifen weei «tweipeiL
et dewiJfMMwl ia aaet miodet meikwaacdu oat-
aap die Tan de to-
tige i^er» gonHmd. Vsidei bedt da dann ook
een gioot aaatal wiodinBen, en ia bg een Tieeh
nm 85 on. nïrt söodM ata 2 m. Uog.
Van de op de EaKtpeevix kosten voorkomende
•oortas ia «en bg oou inbeemadi, nl. de gewooe
Harder (Mugil ehelo}, die bieiboTen ie afgebeeld.
Zjj stemt io haai keniaeik«o OTeieen met de
hiérboTeD beaebeTes algemeene famdUekenmei-
ken; in booldmak oodenebeidt ^j licih taq u-
deie eoorten dooi ban Tleeiige üppen, en dooi-
iHeo de «erete rngTin met boogei is dan de twee-
de. In lerenden etaat iqn i>ug «n kop gpoeoaob-
ÜB-, na den nkod blMiwaebUg- en Terder lÜTei-
ftoitig, met een sestal gioeDaebtoge OTeilaageche
BtK^ten. Zg woidt gewoonl^'k ODgeveer 30 cm
lang, en (ot 4 kg. zwaM.
DigilizedbyGoOglC
HAlROEBViaSCHEIf— HABDERWUE.
3 linenuHidsn wordt gwtagen,
zg alleea ia Z«eknd bet doel nu een bepaalde
msdierg. Qewooiü& in het begiii tui Hei iroidt
tmet drae lïnoahtqj unscwwen en wordt ijj
Toortgeiet tot omatoeeks itU Septetmber nMt «en
3 tot S taJ nartoigen, nweat uit Tbolea. Voor de
Tianget «Sent een iutg oet, «kt «n de p lüu,
«en acbool ^ien & c( «eimoed woidt, been
w<wdt geioeH). Niet aUgd worden de viMcben,
die bimMn Jwt nat zj)a, genogen, daar ^j dik-
wnb OT«r bet net heen apiüigen. Qehkt het en-
Icden eierapUieo ei orer baea te nriogen, dan
Tolgt Taak de gehe^ aehool en heeft de nsMber
een keg net
BarSarwflk ia een gemeenle in de pioTiin-
eie OeldeiJaitd, aaa de Zouteisee en aaa de Und-
^de ingMleteii doot de g«meente Eiiiido. Zg
Ügt V> oi" ^^&» den Centraaiipoorweg, aaa den
•tnfttweg «ma NqkMk vaar flmcff, is 3284 H.A.
groot met (1916) 7759 inwonen. !^ beataat met
uitioodeiiDg vaa een kieiiHtd lange de lee, nït
diluTiseh wnd. Aan den leebuit wordt de atad
door twee ateenen Jberen besehennd, maajr de be-
ven is onbednideDd. Zij bezH een straiuUrasmc^t,
dat itot op 5 Dien atatand in see kaa worden ge-
zien. De gemeente omrat Se stad fiarderwgl, bet
doip HiernJen en de buurt Toneel.
De etad HejidonnjlE was tot 1229 een open
plaats, eraal Otlo fl liet heer toen ommuren en
ecbook iiaar eeoi^ Toorrediten. Van dat oogen-
bUk af, breidde de hacdel lioh i6ó uÜ, dat de
Harderwijikers tot dn. de Ooatsee stevenden en
ü Toor lum-faMideS voorrechten verwierven in
Holstein, EoüèiA, iBaaJbaig, Frieslatod, Ktwe-
land, Denemaiken en Zweden. De btutdel, die
haar «enetotttddnHanzadeedTerhefren, en de
- oznn Ml land-
bouw, viescbeijj, 'bokking- ea palmgrookerü.
naehio<Dten, beneröns eenöge njjveilkeid. Zg bezit
twee pkinen een stadÉiats met antieke veigsdei-
laal en berken vota den Hervoimden-, Qeiefor-
meerdeu', R.iEathroliieken- en Joodscbon eere-
ddenst. Er ie een kantooeeiecht geveetigd b«w-
vene bet Koloniaal werMepAt. Den leten Hsi
.1907 ging de dienst van het Wertdepfit op de
Eoloniale Reserve over, tot vé& einde een uien-
we onderafdeelii]g van dit koips te Hsrdenvi^
werd' geformeerd.
HarderwUk, IJtbrand ron, een Neder-
landsoh ^odgeleeide, omatreeïfi bet jaar 151S te
Harderw^ geboren, «nbviog z^n opieküng van
Johanne» Kepvel, abt van bet UooBter Iddlom
ia BftTTsdeel. Nadttit bg de prieaterwö<Ënff Mit-
LiHlliain verkoaan werd. Eif ootvio)
vut Niooloa» vmi Nieuvtmd, fciw
oaiie te ütaedit. t™Ti«tr|(^i> t>eatndeerdê bn me
tfver dea ^}bel en de geachiiften vaa iMther «
bq in 1589 ijjo oatabg v
xocU en ««rkieeg met een toelage van 5W gul-
den. Toen de mmme biseelMp v»n LeenwaideB;
Ounenu Petri, te Lidiom kwam, om rekensdiap
te Vlagen na bet btAteer; nam van Bardencfk
gllnge de vhubt tts&i Emdes, waar bjj in bet
nowëlgk tni met een Froteetafltaofae vrouw, dïe
hq kort daarna te FnukloTt aan de peet Terlocv.
Hij zeif beietelde aamvank^q^ vao die sekte
en trok naar Keulen, waar ecfater eau nieuwe aan-
val bent n 1571 ten giam ateepte. Het Fiieache
Oenootacbap beat van bem een op parkameut ge-
sehiemn: ,^HIaaale Sooiaiwni, qaoi seribi eaia-
vit D. Yflbnuadoe Bafderwöck, abbat mooasterü
Lidhim, aiMM 1563."
Harderw^, Iiak van, een Nedeilukbdi
lett«rlniadSge, den Iftien Janwui 1781 te HoiwNn
bn Leeuwaiden geboren, bezoebt de Latqneehe
scbool (e Leenwaiden en te Rotterdam eo eia-
deerde m die godgeleendbeid te Utieeht en te
Leiden. Aditeieeovolgena was bij predikant te
AU>eiibio^, Vinkeveeih, Warga en Katw^k aan
Zee, waar hij den 31eten Deeomber IS47 over-
leed Hjj beest zich vooral' toegelegd op de oud-
Nederkindeobe ieitt«rkaDde, keitgwchiedenis en
Penningknnde en beaat een kostbare boeieq. Van
^n geMfariften noemen m}: „Veirisg van een
^fl£(brvft, bevattende Jacób van MaerdantB Ne-
derduitscbe prozatacbe BQbelvertaüng, met aan-
teekeningen en bqlagen" (1^1), ,.<^aoÉiied- en
letterknndige t^diragen" <18e7), „Fraoment wi
den nmian van Paitbenffeua en iMeiiore; met
een inleidÏDg en aanteekeuogen" (1841), ,3iidn>-
ge tot de gesohiedenis der Hüdene of EgTptieia
in de Noordeljjke Nederlanden" (1847) en „Bjj-
dragen tot de kennje der sohiiiftea van David
Harderwijk, Jan van, een Nederlandboh let-
terinituVgie, een tooeder viu> den vowgaaiDde, den
4d«n Ootober 1790 te Hui-imm gfdwKB, ontving
zifD opieidóog te Rotiterdami, wei^ er op een ban-
deUksntoor genkatet, aamvaanïde vervolgene een
koffie- en IbeeDandell en deed dtaarvut afstand in
1833 ten behoeve van d^en JNunten loon vso ign
oadeten broeder. Qg overleöd defa STsten Decem-
ber 1658. Van zijn ^sebrdlten veimeklËn wü:
„Gediicbten" (183&), 3«t menecbelgk leven, is
vier xangen" (1837), „Leerrqike ket» ndit Benjamin
FiaiAilin'e zedekundige adüiiften", in 1843 door
de Ha«(eebappü tot Nvt van 't Algoneen met
DigilizedbyGoOglC
BASDOhiS~SAia>ISXVEll>.
■ardclM >> een ^amoorb, lUe In 1974 é»t
De la Battie te JBiobotoad m vatmmaOaa. Bttt
wordt nrfcngm door «en büniMËro brnr^dcliig
n J. dooi flli^ nadM (nt tcolik te tot mh teo»»-
wwAJi het bt^at
t«D, dat tot esit boogt tampenttuu ii rafak, en
het óamait iwi kngMMB «e doeit <Jfcoelwi> I«ter
betiffdto SümMt mèwen Tocmen, naiifthet me-
ke ^M gnieiMl weid en die dUj doonkt bet me-
teJ^een goed» * " " " '
!i ia, noediff ilbiel-
den. Den glueocrtm ij^ >eet Wddoa tnkat
tiq faet miürrtfi kfMMO m gnÜMkaoeitteii. Sekolt
kwmk ap btt denkbedd gehird glM te maken
door me nn beide qd™ ** «renldrkan met
een gheeoort -na JMtMM «tMttiognoaffUtet.
» dMritjj dweHde wpnniaeitMfImndtn
» bet glM <kt Ti^eoB De jó üoefte ge-
iHEd ie, iDÉU het piodnet ie reel beetendifper
tegen kamea.
Hftrdhsld noemt mm die eigenBehip «ter H-
dumen, kaMtfot wdke sö weteitaaa lieden
Een ToMnkte lianlMid kea men uo geen enkel
ItfiiiMm toekeonen. Om te lien of een liehoui
hefdei ie «ko «en eoder, beproeft men, weÜc nj)
de twee men bn bet etijtten orsr elkeiriw kne-
een ku. MiA» hmtt op dtan snwiilag «en hud-
1 TMtgeeteld met dé vdgeod
: 1 4
TfdgenÜie 10 gn-
2 ^ of «teensMit. 8 k^kefwaf, i
epeïiet, 6 >f«kfapeftt, 7 kwiito, 8
topeu, 9 konifld en 10 dauwnt. De «toflen, tot
de b«ide eei^ groepen lxfaooKD4 W^ *"" mcbt,
dat M door den vtigel: gdcmet worden bij d«
«dgende twee gioefMn «ucbiedt dit dwr een
apqWi de butete rier kimen ^ae «n gereo
met staal aaDgeehaen een Tonk. Uea beMK in-
tnaedten de apmenuog gemaakt, dat de mieMte
tciistaUen, niet aUeea «f» TenoUlfende klakken,
maar oA op hetMttle lUc bq het batmo in
rvemdriümde liefateigen, een TMacbifiende hard-
beid bemtten.
Hanltaeld wui iratar dnidt i$n gefaaUa
n balken
bon geiMig ten opsebte na leep. Waaeht mes
n.'L M bioden met taea in rairer (t#T. nges-)
w^er, &IL woidt de botd gM «rf week door bat
Trfi wowtende alkeU; bij gebnük van watn', dit
i«el kak <rf maffMtfaoooten bevat, Uj^ iSdMC-
«ntegen nw o( baal, iteuji men leer veel secp
gronflrt. ^a» Zeep}. Door kt&en wordt kooboie
kalk bevaUmd wiuer weck, Tandmr ikt mut
eeatfjd«lgke (lemfondre) en een (bg keken)
blqveade (femaamte) bantteid onder-
acbeidt. €oed dmkwaler nMg met meer dan IS
4 30 deden kalk op 100000 deefen water bevat-
ten.
Bardle, Jmut KeU, een Engdscfa volkslei-
der, den I5den Angnotna IBH^n Schotland ge-
bral, was -na ma 7de tot ign 24Bte jaar werk-
laam in de ateewiIaunQDeik Tan Ayishke, oM-
wikk«lde lieh door aeUtHMlmadit en betrad ia
ISSe de ^o«iiaalitti^« lora^baan. Tot 1686 redi-
geerde bn een phatad^ blad te Comnodc, dear-
na van iSS? tot 1800 den .J^boor Leader", werd
president van de mQiin*erheTSY«reeoiging in A^r-
■hiie en kwam «m faet Ihoold te «taan der im
1698 geridtte ,JiMlependBDt l«b«ir Par^', die
met de ,3ocüi demoóatie Poderatdcn" de eociaal-
demoeratiaehe beginaalea oader de Eagdsebe ar-
beide» tcaebt t« v«imeaten. Sedert 1900 wae
bn Ud vaa bet LwerboU. Hij overleed dut 25Btat
September 1916 te Glawow.
Hardlnc, Karl Luimg, een Dnitaeh eter-
lenknndige, den 20slmi S^tcmber 17S5 te
lAoentMg geboren, atndeerde Js de theologie,
Wisrd bDiaooderwöAt bg dm aatronoom SehrSUr
te l-iJMn^M èg Bnmei^ legde lieb toe op de
itenankoade eu was van 1600 tot 1605 waifc-
laam op bet obaamimram vaftSeftr0(er. Bivoot-
debta hg is 160* de aataiolda Jddd, werd fei
1805 benoemd M boitengewooD^ in 1612 tot g
benoemd M boitengewooiL in 1612 tot ge-
boogieewar in de atamokvnde te Qsttn-
gen en orcrleed ali^r de» Sleten Ai^natni 1834.
Z$n hoofdwerk <te: „AiUas oonis eoelwtU" (1808
— 16t!3; aievwe tuteaTo vam Jokti, 1856) met
laOOOO etttren op 26 bUden. Die attai ia echter
'de ecbadow geatdd door de kautea
Wawitwy Henff, Tieeonnt, een Britaeb
v^(hnMiadia& en etialMnam den 80eten Oetober
17S5 te Staobope geborco^ «treed in Spanje eodar
WiUingtoit, werd in 1814 gonvemew-geDeraal
vMk IncU, rioot den vrede van Labon, waamoor
hg benoemd werd tot neetwnf ol Lahort, keerde
in '1648 naar Ei«elaad terug, wtar hg littiog
nam in het Hoogeifaüe. Na TCelItn^fon'* dood
werd bq oppei4«velbebber van bet finteohe lagv.
Hq ovierleed ^ v«kkMarKiha& den 24aten Sep-
Bardinge, Sir Charle», ■
man, den 20aten Jnm 1856 geboren, wae van
lOM tot 1006 geaant te 8t. Peteiriwnr, van 1906
toit 1910 eoderotaataeeeretaiia xan Binnenlaod-
«lAe Zaken. In 1610 werd hij tot tmómkotaag van
Britoeh-Indie beaoemd »t aniit beUeedfe h»
tot eiode Uaact 1916, toen hg werd opgevolgd
door lood Okelwu/ord.
BanHmge, Sir Artkur, aed van den vooigaao-
de en klamaoon van vieeoimt Henry, gabown den
12den Oetober 1850, trad ia 1880 in dienat t^
het departoneDt van fiaitenia»bebe Zak», vor-
geaeUe den oareintai, den latenn cmar Ni-
lalau U, ia 1690—1891 op iqn reia naar
Indi«. VaaiaOl lot 1604 was bq omwoI-
het Perais
aebe bol. Den 29aten hia 1910 vdgde bij Si
"' ' Öont op ala d^omatiek agent van Orooi-
mis ia Ëgïpte.
■ardlnzwald ■• een gnmaente in de provin-
tü ZutdOtHaod^ groot 1162 H.A. met (1915)
6021 ivwoiera, aan de Herwede, over welke hier
een Teerbootop Werkendam vaart. Zg wordt inge-
alot«i dooideraDeentenOocindi«n,8<dMihimen:,
Oieaen — Nïenwfceik, Qieeendam en SlêedncU in
Znid-HoUaDd en WeAendam en de Weiken ca.
in Noord-Brab&nt Zg «trekt meh hnga de Ifei-
wede nit ter lengte van omtrent I'/i nar; de
bodem beetaat «U óvjeAM. De voonaamate mid-
deèen van bestaan ign de teak en faet verwerken
van gTd«ndhoat, faet mak«n van hotels, vieedie-
iq, mimrookerg, toowalageffq en vooral ook het
aannemen van openbare werken.
DigilizedbyGoOglC
De gHDeeote is k«rkcitjik verdeeld in Boven-
en Baoeden-HMdioxvdd, iaie ieder «en keifc beb-
ben, oJ. «en Hemimde «n een QmtaaOiexdB.
& it «en flUtion "r«ft den nowweg Donlnefat —
OoriMbem, gemwmdunuwly met GiesendMU.
HftTllhiilh of Orond«far (lUeeebrumi, een
plaatenggetoebt uit de familie derUnanaitigcn
fCarmpkyllaeeti»), ondcssdwidtüeiLdoMten 5-
uadigen kettiiMt«kTonniee,tiöiw kiaMMeaigt,
wit-geUetude Uaadjee, door 5 meeUrsiden, even-
1873—
Ecfadb^ee, een ot twee st^Üjee
Idqipige dooarmeht. De gekramU hardkèik of
grondiUr (I. vertütüalum) met nederiigffende,
araadronnige, onhehaarde stengèle, roode of ora-
le MadeKQ en wibte, ko(tgeat«elde bloemen, in
gToefwn in de bladokeeJs geplaatst, is een plant
onsei beide.
HardlIfTlrbeld, eonttipaüe of obstnutit.
Zie Verstopfing.
HardMibii /««m, «en IWifieli g«)eade, is 1644
te <tDiiii^ in firetaene geboi^ trad roeds
TTOeg in de Oide dei Jezuïeten en oeieode zi^
in <M godg^eerdbeid, de «ode taleiK d — *'
denÏB 00 de peiminéïDDde. Vooi de
ireiken „m nsam De^jhira" tereide Iqj een oiit-
aave der ,Jfi8toria naitanMa" vm Ptiniia {& dhi'.,
I6S5). In zmi „ChronologiA ex onmmie antiqi '
reatitata" (2 db^, 1«97), en in de „PmleRomena
ad eenesiam Teteróm aeiifttoium" {1698), beweei-
de bq, dat de meeate 'vooi «od Kebooden munten
Talsdie «tnfckea van lateKQ t§d lifo, alemede,
dat de moi Uaaaiei gebonden weiten y«m ge-
wade en oogewöde aeo^jmB, met aituntAena^
dw „SifltoiM nattmüs" vam Plinitu, dln „Oeoi-
gwa" Tan VirgiUut «q dtei „Satyiae" en „Bpie-
tolae" TaA Soraliut. mets andeis zijn daii ge-
«Jbriften Tan monniken uit de I3de eainr. Ott
Tmnta wilde br tii«t benoepen. Weldia maakte
l^i bet naar \Aex meoadiig nog eiger, dau hij
in ajia „'CoDdUammi ooUeoao lecia msojma," (IS
dbi., 171&) ToUseld dat oei de bandelingen tui
aUe iKiiveigaderingen töót «Ue -ran Trente kn-
ter xeidiebbMe wam. Het waa niet niweijijf
bma tot aiDdne geda(±ten te biengen. vétdei
edtieel fa^ nog „(£ioiK4ogw Vetmia Teatamevfci"
(1677) en „OÓtnmeDtaina in Norom Teetamen-
twn" (1743). fig oTeileed te ï^tqs den Sdea
Septendiei 1720; i^n „Opem yarW i^ in I7S3
te Amgteidam in bet lint TewAenen.
Haxdataon. ^ Arduin.
Bardtvsberrte* Zie BaardgdftTgU.
Hardwar. Zie Bwdvar.
HanlT, 8k Thoma» Duffiu, een i^igeilBoh ge-
Mia«dMhr$T«r, den 32aten Ma 1804 Ie Port
Royal w Jamalea geborai, weid in 1819 ge-
pkwM ég bet StMtcaidiMf (Bewid Office) in
den Tower te Londen, waar bjj weikzaam Ueef
tot aan qn dood op den 15den Juni 1878. De
BegeraiBg bebvtte ban met de nitmie dei „Ho-
wunenta oiatoiica britanoi«a" (1648). Een gioc*
aantal HiddeleeDwaebe ooikandai zgn doen beia
in bet iUbt meeren, Moale: „Rotoli üteranua
eianaanui 12&f-1^7" (leSS— 1844), .JtotnU
Kteramm patentinn 1301— 1216" (1635), „Ro-
tidi NoimuHiiM 1200—1209" (ISSS), ,3Iodaf>
tonendi PaiUamentmn" (1840), ,J>eaóifitVTe cO'
takgoe of ntarteiiailG lelating to ttu bwt«iy of
Ozeotfiituo"
FUatinon OX.
1878, 4 dln.).
Bardr, Oathome. Zie Craiibrook.
BardT. Thomas, «en Etneekdi nmuiwciiTv-
vea en dicfatw, den 2den Jnm IMO iu een doip
viin brt gnafadiap Itoiset g«boKi^ was eerat
werkiaaat bfj een aialüted en kgde mch Terrol-
gen« toe op de beoefening der letteren. Vaa sjp
geaduiften noemat w^: „Uoder tbe greenwood
tree" (1872), „A pair of bine eree" (1878), ,JW
irom tbe mad&ig oiowd" (1874), „Tbe baad oT
EMwibert»" (1876), „Eetniin o! tbe natiïe"
(1978) „The tnm^ manor" (1680), „The ma-
jor cl CaaterbïicÉe" (1886), „Weeaei t»lee"
(1886), „Teaa of 4e d^ibenOe" (1691), „Tbe
wdl-bdond" (1662), ,^Qde tbe obacnie" (1895),
„Weeaex poema" {189» „Fbems ol tbe past Mkd
present" (IWl), „Tbe Dnastt: an Ëpic Dnma"
(1903— 1908, 3 db.), „Time's La«u)nnff-Stock>
and Otber Teisee" (1810).
HardT. Sdmuttd, «en Doite«^ «üêattËtt,
den Tden Jnli 1852 te Uaani geboren^ Btodaeide
in de thedcigie, wgdtegeeite en Ooetereehe talen
en bieU xidi later «penaal bow met bet Boadd-
biame en de lUi-KteratoDr. Hq scbreel: „Bndd-
biemoa nanh Utem Pa£w«Aen" (1690), „Indi-
aobe BeHgion«eadiichte" (1888), „EOmg Otafca"
(1602) en „fioSdba" (I903].-HÖ oreiteed te Bom
den lOden Oot(A)eT 1904.
Hare, Augustus John Guthbert, een Engdadi
achii}Tw, den ISden lUaait 1884 te Rome g^
lea, wotmrde te Hdmbniat bjj HMtings en vm-
loed den 23Bten Jawuiri 1903 te St. Leonanb
(Saeiei). Hq sebreef: „WeJks in Rome" (2 din.,
16de <faqk 1003), „Wandeiii^ in apain" (1872)
,JifemotialB of a quóet Uk" (I8de dn^ 1884),
JJaya neaf Rome'* <I874), „CStiea of Nortbero
and Central Ilal;" (ISiTd), „Yft&s in Loodtm"
(7de druk 1901), Jimm of ScinÜieBn ItaJr and
SicUy" (1883), „Studiee in BoMia" (1835), ,J)an
neat Paris" -(2 dfii., .I887X ,J'Ari8", (2de dt«k
IdOO, 2 dbk), „Vemoe" <4de drak 1897), „flo-
renoe" (4de <buk 1897), „Fwmee" (4 din., 1890),
„lile and letten of £«nmae Btraeen" (Sde drak
1882, 2 dkk.) en ,,The «torr of tnj life" (1696—
1900, « dln;).
Harem, een Anbiscb wooid, dat htt heilige,
olueheniUxiTe beteekents ia de naam Tan bet ttoq-
woDwoAifll Tan den UcbanHnedaan, waar geen
andei cnaB dan de ecbtgenoot mag bimientiedsn.
De Mnekoau nog irdgens ign godsdienetise
instdHogen^ 4 wettige Tionren en een onbepiwii
aantal i^iwgTen bonden. Zulk een stoet bvwoont
bet aebtmte gedtodto Taa ogn woniog, waarnan
een tnia met boegen mani .Teiboaden ia, en ataat
onder bet opiicbt vut «nnneben en bejaarde op-
licbtoroaBUi. IntaMaehen nodt men mt den aaM
da zaak vSt een baiem alleen bQ aanüenljjken
en ijjken. De beboeftige en lelta de bargw^o-
bammedaan veieenoegt ddi met één vrouw, die
tich wd de^edf^ met buisweik bonoeit en oiA
wel geeltneid orer de etraat wandelt, va bloed-
veiwanlen en TrienduHien te bezoeken. Bet ond-
file liind in den b&rem Tan dm soÜan ia de
troon<^Tolgei.
Hareo ie een gemeente inde pioTÜideOFonjn-
gen, 5410 H.A. «lootmet (1915) 4359ini
DigilizedbyGoOglC
gen UI6 n 1914. DtaormaiaABwgynBttaiee-
wig na<)eiid|nno;TaDi«eikdeel4«cgcaiMitte bQ
óe gHMente QnnHigen. Ze ïet ügedotea door
, 'Noiwagk en Hoogeuad
(Onainmi} w Ztw
te). Z|il>«nt d« d
«n de biniitca Hwn
» dMfien Haren en Nooni-Ï
a HoOTBÉcfae Dgk, Onoen, £nv%an-
I, Easen, SaMndermoteD, ÜiiiiA-
boat, benerens de geboehten Dlgt ai OroDJDger-
pmtt. Hflt midden 'tcs de gemeente bestMt nït
ikn faoo0»k, undiffen Handüiv, urn menqiden
begntMd doDc UraluMleii en Tenkiep dow Teen-
EnieA, Op den HoodBnig Uggm T<èe fraaie
lens. De boot&osoaaea nm beéUaai qp* laad-
tioow, t«etoelt «n waimoeiMiJ.
Bet dotp Hanen ligt awi den apmrww en den
een Senonnde «a een GvFefoimeeFde keik
een twi>(Bcboat.
HarcOi von, is de naam Tim een Fneatli ge-
ilaeht. Het ia eigenlök no OnitodH afkomat;
Ogier em floran, die ab atatnTadar dezer lenuUe
wordt tieaebotrfpd, imUe ia 1240 te Aken. Bent
Adam of Daam mm fforei^ een Mon rao ffveroni
I Haren, eohepea te Aken, Teatigde uch
uorei^
«, eohemn te Aki
ati«d» bet nadden der Iftle'eenw In de Neder-
ludtii. B^ nam dad aaa het Veitond der Ede-
len, muHom li9 ««der naar Aken de w^ moest
nemeD mar faq dra 8den Hei 1560 «verieed.
BartH, Adam wm, tiAeDd onder dem naam
Tan iHfóiaa. Daam, behoorde tot de Watergeuzen
en OMU óod aan de «iw»^!-^ Tan Den Briol,
leaai èg in 1578 nog met lun vionw en 5 kinde-
nn wu. Om egn dt/pfvbtaA atekte grioe TrObm
I bem aaa ato oad en hofmeester. Na 'a prinaen
d(md ging hg in <£enet lan den stadhouder jva
FrinMinif oi onerleed te LeenwHrden in 1590.
hitden tot aait de énnanin
het ia bg den ■famid, die
de WMriog itok Willem w
BaraeUe «oedde, verloren
i de Neitet-
; twa 'Den Bnel, doeh
in 'Deoeadier 17S2 in
I Haren ta St. Auut-
M«eue «oedde, verloren geguo.^
Bare», Wiliem mr, «en «roedet vaA dm toot-
oModev den IMen Aüoaoi l&Etl ie Arnhem ge-
nxen, ma ntnueeater en afiperatalmeeeter van
graat Lodewf k ma Sattau en imi, ai» gedepa-
teeide dei edelen vaa Frieoknd. attiag ia de
Tondeimg der 8taten^3eneiaal. Bü ovadead te
'MMvenhage den Men Deeonber l«49.
Barem, Bnut van, derde Joon vnai dan voor^
eaaade, den ISden OeoenÉter 1623 te Leojnraiden
gdbonn, lit* leeda in 1645 likneeater, m 1669
majoor en in 1608 fceioDd Tan'een regiment io-
lanterie. In 1673 «aa hg in «en geteeht bjj
ZwaaMoit aanwierdv der ntiterq en kort daar-
aa weid tA tMnoemd tot grietman no Weat-
ateUwwarf. Bit beklaadde lU aaAt tot 1666,
wevd toen Kd van Gednoteerds Staten, woonde
to W<dvega en «xrealeed den IJiden Angoataa 1701
Eartm, ITiOem mh, een tnoodw Tan den tow-
gWMide, den ITden Ootofcer 1626 te Leeowarden
MbMen, amdeeode te fianekier, Ulnebt «n Lei-
den, wóoode 2 Jaar to ^iga, toen hS weeë»
~ Me Aa vadcn naai bna wód ontboden. Eüi
I hj bi 1650 benoemd tot geTokaaebtigde
word 1
!/HK. 29
ten Landadage en rentmeeetoi-generaal der <lo-
maLnen, in 1652 tot g^ietinain iran bet Büdt en
kort daarna tot lid tu> den RiMd vafi State. In
1S59 wae h$ g«?idinMbtigde op de Tloot Tan
Ds Ruyter, adgeaonden naar de Ooabeo (xo. don
Tiede toaamen Draumaxken en Zwe«ien tot atand
te brengen. In 1663 otood ibg aan bet hoofd vao
een Mmatachap naar Ooat-Prieeland, om een ooc-
log Tnaeehan at gnniachap en den bjesebofi Tan
MoDeter to Tooitemen. In 1665 waa bq met Jan
de WÜt atoaraardigde op de itoot, TOlUxscbX
daaon KncEÓgea imu Lnuc, Betlgn en Eleol en
herstelde als Sd Tan het ooU^e Tan Oedepnieer-
da Staten Tan Ftkelaod de met aan de academie
if Fnneker, In, 1671 werd bjj naar Zweden af-
eenaKCed; na iqn tomgkeer woonde h^ de Tre-
deaondwuadeUneen to Aken en to E«<wn bg en
troa TMTotgene kd Tan het gemntochap, dat in
Hei '1674 naat Engdamil geaooden werd, on
de onde TiieDibiftaiwfeadngen to Temienweo.
Voonl «diitterde ^n ibrkwaüimhrnl in 1678 ^
de Tnedeaoodeiheaddiogen to Nönegen. In 1S8Ö
en 1690 weid hiï «pniMiw ajgermidigd oaai
Zweden en in 1697 was hg ala geralmaehtigde
hg de TwrieaonderfiaiiileHiieiin to Rgain^. "reD.
elötte nam hïj deel aan een geMotsebop naar
Engdand in 1702, om konin^Ln Anna met haai
troondKetnRÏng gekk to wenadien. Z^ griet-
mauAMtreStiiig Md hg T«eib tn 1701 ten beboo-
Te T&n een igner nereD nedeigelegd. In 1707
werd hij opmenw g^zen tot fid Tan Oedemi-
teerde Staten Tan Friodond. Bij «verleed den
ISden Apd) 1708 to Leeni^aden. Zgn aanteeke-
omtrant sja Tencbüande zendjngen enz..
DHigen o
('17SQ) Terknen gegaan.
Saren, Willem van, een lOon t&h Smet, den
Sdeo Jamnui IBIS to HieoienTeen geboren, was
atfatepeenTolgene grietman nn DoniaweMlall,
WestStelUiKiratf en bet Bildt, iMd vMing in bet
coIleKe TMi Oedepotaerdo Staten, waa gecommit-
teenk in veto pronni^ate at ffenetaütokseonimia-
eiin en ovwtoM te St. Anna-Puodbie dea ISden
September 1728.
Haren, Willem van, werd den 2Isten F^Rnari
1710 to Leeowaiden giboKn, en dtw hg op 7-
Jtiigen tee^ifd i^ Toder TerkKM; betoetto i^n
moeder lich met ago ofetoedang. Hij beooeht toen
de LatqDa^ aAóoi to iLeenwarden, waar hg
onder leiding >f«n leaae Vakkenaer, mderwgi
kreeg, en vratKA Tem^gena op 14'jarigen feef-
tgd naai de aeademte te ï^Bneker, waai hf) da
lesaen f«a Hemilerhmi, Weeieling en Heinnee-
eiai t^jwoonde. Dtena Mgaf hg neb anar Gio-
lüngen, waar hQ io bet hida Tan den hoo^leeTaai
Jaan Barbeyroe en ooder diens kidtog ign stn-
diSn Toortaett& Oi4kc>tehj}iiiAtoeop de toon-,
dubt- en toebenfamst. w«Mta weid hg grietman
TML Het BÜdt en in 1738, na het oTedqdeo «aa
ign grootvader, betrok hjj bet ka«teel te St. Art-
na-Paroebto en weid ei t«Tana benoemd tot ont-
Tanger-genemaL In korten tgd ontn^to de kin-
derttekw bem an nwedei en matei en deed
bemarif tot aan qn dood toe Igden aan een iwak
geiieht. Yeider Teibrandde in Deoembei 1732
ij)a kaateei met een aaotai handsibiften en leld-
uamheden^ Toen in 1734 sgn kaated weder op-
gebomid w«rd, deed hq een rei« sau SugelaDd
en tTM) iatx in bet lniird# met «es kameniei-
■tei -na prdnMC Anna. Ja 1747 «i I74S wu hg
DedefHtteerde te TeUe en fag bew«u bekitfni'''
diensten b^ de Ibek^nioR -na Bergen op Smiii.
l^jdene ivn ^wblyf ü Noord-BntarDt kocht bjj
bet kMtMl te St Oedemxfc in de lf«ei4 ^^n
'«iHertogenboMih en werd kmutwaebont en dük-
giaai Tut Peduid. In ijia giieteng iMdden k-
middels (ugrauügie g<4)eart«pimn phats. Som-
inige bwiwn waMn met Ueine g^dboeten g«-
■Inlt, muna qj bet ïuteel mi mr Baren mts-
iumfwMen en leogiphind^den. Bierdoor wu hg
hl gtoaté geldelgke oDgekgedheid gebivcht, loo-
dat hq ia 176S zon gitetenn moest vetkoopen.
Sedêit den Ti«de n» I74S vas hg algézant
aan het Hd Tom dm faeiit«g wm Lotharingen,
eonwmein-geDeraBil dter OMtenrijkadie Nederïa»-
oen t« Bnueel, «d genoot hg fajj loortdiiring de
toegenegeniheid van Wülem IV en inn geuMJin.
Toen de piaiB overleden wm, befai«]d bjj oet ver-
tPOViMn WL priaees jlmta. loodat hq in 1752 tot
imir nrtMniniMiTiii benoema wepd b^ de oadetbao-
deUomn tDesdwn omen Staat en de OoaUn-
iSkstibe iNederkodea. In nsS veriow bn zqd eebt*
g^ioote «n toco bg dn bet linwel'gk wAde treden
■net ^b> mattwww, Jnna Catharina Louiaa de Na-
Uditr door awWen ook iïolalu Pfilfer genaamd,
weid hq Terrtdgid doof den laster, w«ï« bem nU
de snöst rvan prioeee Jnna wilde Tetdrin^n.
HioMiMW kwacQ bjj tot bet beahrit i^ veilonng
te Terbr^n, ten einde de toegenegenheid der
Tontin te bebmêoL. Toen deie eebtw in 1759
VTCileei^ weid de ecfat gerioten. Zgn benöden
Ueten met» onbeproefd; bem ten nl te biengen^
fnstasdi^ieden levende, be-
" * ^ eteeda aan bet Hirf
«f hg d« belangen
igner hndgaMoten n«t ötm behartigen. Hg
maakte dan 4den Jnli 1768 te SmMel een einde
•an sgn Unva.
Van Baren wae tercne «en vooitietfelfjk dbb-
tev, btmfd awt een nitgebmde kenn», een
•gbnuMlv oordeel en een Imendage Teibeeldioga-
kndit. Setoeoid iqd van bem: „OefAlIen van
■ ■ * " 'den en EhramtM*',
l werd uiftge^eren en
UI iiv8 omgeiTffilrt en beidrakt, „LeonidM", en
„Lienangen , ereneena in 1742 ia het liobt vei-
«beDen en in IS24 door de mtg 'van M. Wetler-
man ia Uern {onnaat ongmaAls tritgeg«Ten, en
,«Het meiiMbetj4[ leren" (1700), J>6 ¥öm"
(1786). Ben Tormnteliing handMtfin^n, brieven
aan en van de Van Horen's, door Jaeob mm Leeu-
«WK te Leeuwarden vemnKdd^ ia na den dood
van deien gepiaatst in de Provinciale BiblJoUieck
Tan IViesIsOrd. Omtrent t^ onwettige dochter
Henriette AmaJie raadplege men bet artü«ll Ne-
rah, Ifadame de.
Baren, Onno Zteier van, een IxoedeT van den
Toomande en eveneens ataetsnuia en <Kehtei,
werd den 3den April 1711 te Leeuwarden g«bo-
ren, en na den dood ^na vaderB door ign oom
Dueo van Haren toevertrouwd aan den Zwol«ehen
notoT O^sberl Wuiel Duker. Reedi in 1727 v«r.
trek hg oa&r de boogeedioo] te Ereneker, waar
bn de leeeen volgde van Jaeobut Voordo, met
■wlen hQ in 1780 fiaar ütmcdit ging. Bjj ign te-
doeb, io Ixkrimipen otnatasdigbedf
bien bg de wiitmg, welke hn eteei
4» BnMMl genoten bod eo lueet h
toneer in Fiiedand wend b^ de veitnrawde vu
W*llem TV en acbtHeenvcdmna benoemd tot Ut-
torieeahrjJTei -ran Pneilaind (1734), tot
van Wwt^telUn^warf <1742), tot (
genera^ der Zwilaeisctie tooépen im «Uenat nn
den Staat, tot üd der Staten «an FrieelaDd, van
den Raad van Staten, der AdUirtaiteit vm Am-
etenlun, der Staten^^kaxraal, tot Oedepoteode
te veUe, tot genst ba de PKrieetaotaelie &wit-
■ersdie kanteoi; bq de TtedeeondeitMndeliaffen
te Aiien ent. Btoeft ondMuiieidde hg nA dow
ffnH>t« i)ekw<MMnhei(i die fajj eehter, gedmven
dooi zgn alkcei van den Heriog van BTWumjk,
■net altgd ten voordeele van one knd aanrwesd-
de, daar hg Mlfé mat den Franacben geautt
jyAHry in bet gebcnm aeaeaigaisA, om ata ge-
hftten Aertog ^^n te w«iken. Aie een troDW
vriend van het iHnis van Oranje vond bij in Wü-
lem IV en ign ganaün bescberm«e. Na den dood
van den prime eobtei werd een treurige lamiliege-
aeUedenifl bet middel om b«m nit Den Ha«g ,en
(dt de Mmeriogaodlegee te ferwgdeien. Hg wü<d
beseboU^d van bet plegen ven UoedMbaode
mat zm eigen docihten, mende aóU ecbriflelgk
lijn «ebiild en moect n» een gemebtmatend pro-
eea, om verrolsiiig door den veebtec te voorko-
men, sich op i$i Prieedie goederen lenigtrckken.
lAter beeft men getmdbt ^ oneebidd te bewjj-
zen; terwgl t^ VOTdetfigeie beeft geronden fa
Büderd^k en Fm Vloten — „Een edelmtn onder
de pkerten" — houdt Suilen Huet htta voor
niet geberi vrg van ecboM.
Van Haren v«8ti^ »6h te Wolvega, wa«
hg de betrekUnff bekfleedde 'nn grietman van
w«et-Stdiingw«ri. Ook liier werd bg dooi den
haat igner Tnandeo Tervtdgd. In 1769 trachtten
deren door middri vnn JobnMk belan^ke Mine-
ren io handen te krjjgen. Verder ontotona den
aOeten October 1776 in qjn woning plotadteg ei
' rand, die (bebahe andere goedaren) i^
boeker^ yemietiede. Sommigen meeoen
hevige b
koetbiuv
fijjn
dat bem dit onbeU «
rekkend ia, totmti ei meer %
etaat Toor d 1_„, I
bediende ^ nmp veioanaakt lieeft Ton Bare»
locbt trooet jn de dJchtknoGt, al E<A bg niet na,
Branemfc «teede Moveel ntogelök tegen te wer-
ken. Hjj overleed nog, voordat fajj het beibonvd»
kaeteiïkoo betrekheo, den Men September 1779.
Als Aehter betdt Van Haren giooten naam ge-
maakt met tija g«di«bt; ,J>e wmen" (eec»t ver-
eobenen onilw den tatd van „Aan bet Vader-
buid", 176»; 5de dndc, door BtMerdnk beKirgd
en omgftwe^ 17%; 7de drak 1880); waaiin Eü
de heidenikdHi der Taderen io den eiiQd tegen
^Mu»e iverbeerljjitt. Teider eohreef hji: ,^ui-
qtraak, gedun als prendent va» den Baad van
State cp den 29sten Deeembei 1746", „Tui Ja.
pan, met betoekbiiig tot de Hollandsdie natie «n
den Clirietelfiken god»fienet" (1775), „Lnkredeii
op «i^ Zjfne floc«beid Wittem IT" <ade drtk
1831], „Zedwe aanmerkingen over de veengrarve-
rgen in VtïèSkadl' (1766), JDt kooirfModd*^(li«i-
nxe, 1760), „A^wi, soltan van Bantam" (ireor-
- °"* '^oeve op de ' ^--^"-^
doorlwbU^
het leven Taa Johannaa Xannhma" (1772), „ _
hm de Eerste" (trennpti, 1778 en 1770), „Fn>o-
de levenriwaebrgviK vao
lUee mannen, bdtebend*
Ënnboia'' (1772), „Wil-
DigilizedbyGoOglC
Te i«a ormsettinff oit bet Eaig«lsdi vm Fope'«
EguT cm Man" (1776), ^ ïatust *an den lies-
Biu''^ <Iobu«, 1776), ,4>e HerMhiJDHi^', (Uer-
m^, 1776), „V«rtiao<kËiig OT«r óe mtioiMie of
Taderiudsobe g«diehteu" (1778, in de werlcen
*»ii bet ZiMDwsefa Qenootocbui), ,J)e laodbonw"
(KeTHv, 1777), „De inenljng^' (üenuur, 1777),
„NèenwwArabriei mo mqa ioÈ^en zoon ' (1778),
Jh yrjibaA" pjereang, 1778), „Vwwwd van een
ouden Tsder aan öja loon, TMende op 's L&adc
Nb» Tan ooilog de An^" enz. (berzaoR, 1778),
,J)e ioönitta" (1776), „.De StMlAmoa'''^ (1778),
,J>e fMumnen" (Üenua^, 1778), „Proere Tan
een DationaU MÓdj^ Jeerrede" (I77fi), ,J^etje
en Agirietje of de Dot» Tan Ptstiaa," (toooeel-
epel, 1778), „De offerande -ran TframisUiclM, Her-
tang Tan FiDdarDS", „OnbtJrond eecKeht mt een
bd^enden di«fat«r" (1835). Iga £eblei^ke w«r-
ken zqn o. a. in 1864 tegieüjlc met die tao inn
broedn uiteegeven onder den tUel Tan: „Dicn-
teT^jke WM^en tui WiUeni en Omra Zwier Tan
Hbiwd", tenrijl ^ffof.. ^on Floten
beeft mtgegere»: „Leven en wer-
ken Taffl W. en 02. wn H«tt!n"
(Derenter 1872—1874).
Haren, Ihieo wm, ooMe looii
Tan deo .Tootguade^ werd deu 6den
Nw*wi*« 1747 te' 'a^hwenhage
geboren, bAkeUe teraeUHende
eerrvdk betrefcbngeo m Pneshaid,
redde tq den BctmuwlMKglmuid te
Amstendam (1772) de eenige dotli-
ter Tso een aaaatenlDfc koaffaaa,
tnd met bau in bet buweiqk en
veatigAe ndi t« Jbnrienkm, waar
ojj QpTolgier werd Tan zïpb seiioon-
Twier in de hnuJiiuwiA. BjJ ten
ÏBTa) der Fniiaen in 178? bmS
bji ihIi nat Bet ffiUt, watu tój
het 'mdgende janr tot giiettnan ge-
koien mtA, dtMfb m 1795 moeat
6^ de w^ DCtnen naar Dniteeb-
laód. Door lün tolpvMrdi^iMd en
dooi. bet beopiv ma aodnen vut
iQD TemM^n Mroold, moeat hü
de beti^üng aaaraankii fao goo-
Teneor tmi Abd jeocdigea [^tea
WN SoJtfeit-TTetnur. Bq het etn-
Talba wa ecu poetwwen Tiei' een
■wfl» kofier <fi sj^ boiat, aood»t
li^ na Terdne leTenodagen Heke-
lt dooifaiacht en m 1801 to Wei-
HAREN— HAREN DER PLANTEN.
Haren, Jan Pop
t Andrte van, deide una t
gvboien, ■
1 bet Hof Tl
■todearde (e Ubwcbt, wa<
Hof Tan Friedand, deed afetand
v&n Oeie bettckkiog in 1795, xeitiet In 1802 b«t
land en orerleed t« DOsaddorf den 14den Haart
1818.
Si»m, Carel WiUetn van, lietóé xoon Tan
Ontu) Zmer, wm den 17den Febniaii 1758 te
'e-GraTMilMge geboren, werd ribneestei bg de
eardedragoodere en fioeoTelde den ISden Septem-
ber 1793 bgdenafto^TandenErfpriinaiiit Me-
nen. — Zqu loon Gharlei frederik Sxgitmund wae
kaoMTbeer 1)(j prineee Wilhelmina van Fruiten
en aDcnTclde den 18den Juni 1815 bq Waterloo
tle lnU«naat en tMÜtengewoon adijodant tod graaf
van ByUmdt.
HaJen der plasten. 1^ Tïndt 1:^ de
plaaten en vri op de nteeet TereduUeade dêeéen
naren. Z^ ontetaaa aiUeen uiit de epidennia (<^
perboid) en niet nvt de daaronder gelegen deeioi.
Pieler WtOem, üd der nddend
THr Friedaixl en later nunooT
finB^MbcD dienat ia in 1850 b«t
«cwMfat der Van Hnren'e in de
mauKl^e Üp uWgeatotnen.
Haren, Wulem Aime van, tweede toon van
Omo Zwier, den 24aten Aiwwt» 1749 te 'a^m-
ToUiaee goboien, dknde 16 Jaar ter lee en werd
fs 17W RietDMO Tan WertJtelfiivwerf. In 1795
Terlooi tq die tntreklüig «i nam de w^ naai
bet boitetuaod, doA keenkic 1818 terög, werdtid
d«t FnufjaeLaJe StatM) TanFikdaaden maakte
tUb i-wdaenateti^ door ettP 'Bótg^nüe kennia yan
«■tentaatMakeik. B^orerieedopdoilniiaeVogel-
MQg DodBr TecnUoostea' den 22tten ApdM83S.
Hu<en der pkurien.
Hnn Tonn ia aeer versefaülend en naar bet aantal
eelen, waaruit iq bestaan, «tdeimtmdt men één
en tnééroettige htran. De éénoeUige (fig. 1—4)
kmuwD t>i gewone recUe tmiien Tonnen (tig. 1),
ttf nrin of OKW ia eDoar Bekionkeld ign (tig. 2),
tooala ha T«fe TÏftige bhdereo, 61 atvnaaüg
TCitaU qjn (fig. 8).lDe tauidtMnn (%. 4) dar
branktatda ivp ^nii toeloofMode eeUeo, d»e op
een Terberenheid ataan en aio de punt een baak-
ie beiitten, dat jhS «
de acftieipe bicni, rqk aan mi
D,o,l,zedb,GoOgle
BAiEtBN DER PLA^TTBN— HABDIGORAiAflSIUAL.
iiiMiiiii, niMont «o ep ome bvü de beende
Umi^m te Tooraot^rn nept Dit mintuniii
«favot «cUn ^ ooDMk liMnHi niet to ^ik B^ de
mm ifKiBicn Iwna oodxndiMdnw^ de Modaoige,
««•iliij de télm « 4iu n, en die, 1rual^j lij^
■& mMidei« Tgen i^ gii^JieÉrt. De io een ig
g«irfa«tete eeUcn TertcKoen _
wn Uwje. dit mU AAtüt, ta beete dn
kUeriunn (Ito. 5). De nMeneUig* huw faumoi
oA «b adraoben ot celBiMten eptaredem, (&. ?a
ven ter sgde en fig. 7b tku boTCD ^erien) of,
vftatiM bij de ééneuKm, «en tmndedtje Toimen
{UK. 8).
ülen epveeU mt bontelt, iodwn de bem «en
•eken e^iSMid beoittea, doonlit tam wutdeD
Ukumten of UeMfenrar b«Uien opeeooOat; q)
fannen uowtl éto-, •!§ meereeUig ^n (fig. S).
Bji de ImnJMU «n eentoe «nden kUanbuiten
konun nog aoogeneemde kWhaien (lig. 9) toot,
die de pwit bebolpaMin iq^ i^j tiet lieh nst-
I Ma ó» «Herjongete w<»1de woiko-
I dienen om water en deuin <^)gel(Nte
j(Ktt«a uit den bodem «o ie «OMn. Doe wor-
teUtuea totfeen niterat gemekhOÖk el <n iQn
dhevdoor ooraek, dat vde (dutten moeHqk hü-
■MU vonkn «reBnplaot.
£j Bomnige jMDteit -mm de uden leer eteric
ImIuÓvI en nen ipieeU dut ook Tta leM^tliiia.
Zie T«idv Kapok «n Eotoeii.
B$ eoiamige «anengeiteMbleenitoen bü*. de
FaaideUoan. ie de kelk Tavnn^en dooc een boo-
del benn, dw dMt -ma mt nn bg de wapm-
diog n» TTnebtea, u dU geru epneb man rao
TFudihilnia. Streng genaaien ifpi dit eebter geen
fauen in de engem wteekenie.
HarankATBPsl of Han»gear»pel ia een ge-
BMente in de proriocie Noonl-HoUMid, groot
13386 H.A. met lft16) 2814 imroiHM, emmgd
door de gtuteentmt Sdugen, BueiageAafD,^!-
de-lftednp, Ewc-B^omMÓ, J>Bd)Dén(>el, Wk-
Toot bet gniotBte «deelte <nit Uei en veider nit
Hud en Teeo. De ooofdbromten Tan beeUan ijjn
landboow, veetedt en nmlberadiag. De gi»-
mecute bevat de dorpeQ Knokame^ Dirkehoin
«Q Toatjebom, de bmirton Eelrerdp eo TeUbnl-
aen, een ded 'na de £eer-Hagomaid en rele
giMtn, ateenkciea en meetetotfeD. De hmroi ia
rtmaê. De atad ma onder den naam HaraBot
kt de Uiddelaeawen
- " ruis
ie «r tot
wn N.W. Fiu^ac en coed wnteifct. In
werd bet doof de Bngelaèhen Yeioren^ die 4
Oonort
««Da ka
gAona, giog (oedi i
■ Tioeg oaar lae en
, In 1849 ittldB hq
Tan Fort Jadeon naar San PraDcieeo, om ala
gooddaher werfcintn te zqo. De geokgiaehe orer-
eentamat i«n dit laad met het Anetrüiacbe gal
aanleidüig, dat bg na sq» tengkeec bet laatat-
g«iK>emde naowkenrig oodegnocfat en op die wüm
Ie AnatidiMte gooMdea ontdebte.^ óteUa
rSa det kolo-
nie te Sjdner ot weid tot
Orown LuMla Mnoemii I^tet wMd bera door bet
btitont *an Nietnr-Zntd-Waiea een belooBing
towAeodTan 10 000 pond eterüu. b» 18S4 keer-
de nj naat Engeland teng «i aehreet: .^oatn-
lia and üa goidfielde" (1655). Hjj oveileed dm
laten NoraEdwr 1801.
, Haxlliv (Ohipea harengut}. Zie Barimgfi»-
leken.
WBMnt, Wilhehn, een Doitadi TonaiiadtTg*
?er, bekenl oodei den naam van WüibaU Alait,
«end den SAaten Jont ITBS te Bieelav gebcnen,
nam deel aan den veidtodit mn 1815 en itoden-
de te BeilqD en U Bnétn in de letbtoo. 01-
leboon hi| aaai«iik«lqk een atuteaoAt b(A:Ieedde,
bet bg bet wddm wen, <aa ach nitokuteiid
aan de MteAonde te w^den. Via 1827 tot 1835
redigeerde hg bet „Berfmei EovTeruüoiieblatt".
Ia 1817 verttok b^j met «Sn ecbtgenoote naai Ita-
m, waai hq geduende bet iaar 1646 te Floren-
ce, Bome en Napeh fMioedde. Li Ualolgenoemd
jaai keerde Iqj 4erog naar BerilJB, maar io 1ffê2
natigde hü kmA te Ametadt üi Tbnriogen, waar
hj} dBD lOden Deoember 1671 o*edeed. Orooten
roem bebaaUe hS door den lomao „WaUadmot"
(8 dkL, 2de Ank 1828—1024), dien hq ik een
werk Tan IFoUer Seott in bet Ucht tond. DU boek
werd in onderadwiden teien, ook in bet En-
gciech, TKtaald <« TFoUer SeoU kU iiOMnde bet
,4e gnwtate mTstüi
deiMifte Teretuecn
tüie»
. Ak teto
_ __ .___ sün mmao: „Sdiloei A»»-
har (s db., IflBT). Intoiaeben aohiaef hq <»-
dar den r*^tH^'"' ITifibald Aleitii ia tödecbrif-
ten «n jaarimtjeo bebeiie lyrioehe gedidrten en
teeneektnkjea een Mital noTeOen. dié Uec onder
da titda: „GeaMnmeKe NcrreSea" (1660-1831,
4 dbk.) en ,J4«ie NoKUfuT* (2 Al, 1866), vei^
lamela werden, Twder: .^^bebttüt daidt Skan-
dinavien" (3 dln., 1826), „Wanderongen im Sfl-
den" <iaa«, „Wiener Bitder" (1833), „Sthattmt-
riaae >n> SUdentaiUuid" (ie&4), ,J)aa Haoa
(2 dfaL, 1865) en „Zwfilf Niehte" (2
.«, .««V,. Inamdérbeid eAter werd ^jn nder-
kndedie leman „Cabania'' {6 db., 1632). met
groeten 3wd gdeKn. Hierop mkdeD; ,]ber Ro-
had ^mt Beria" (8 dk., 1840), „Dw fakdie
Woldemar" (8 Al, 1642). ,yHanB JOrgen nnd
Hmia Joeban" (2 dfau, 1846), J>er Wirw<^' (3
dia., 1648), „Rnbe kt dk ente BfliscivfKcbt" (S
dlD., ISm, „bwikmn" <8 dfc., <f854), „Doco-
tbea" (8 dk., I«6>, „üibao Oiawfiei'' (2 db.,
18fS), en „Dv neoe FitnTaJ", Tooitgeaet door
FoUert <ld42~ie65, 36 dfa.), nienwe oAm
(1866-I8»1, 34 dfai.). Tan dit aUgebreid ineik
ion de ecnte 28 deden Tan EUring en Hitxig at-
De •■"
Hnrf iggrn ntwtn nl k de naam mn een
BOort üiiMgaaa, dat dou perforatn in lignnn k
Teideeïd, wdka den i
faq komen. Dit n '
HARINGVISSCHEN
Ausicaltiche SuoekhuiDg.
Australiache PsUer.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
aABINOORAATerrAAL— HABINOVÏsaCSEN.
deigKad toot ■tnatdoomrcck, voor dUoihU «n
wHÜka, tec TnrugJBg na bet ■MNt Movea
gelwnkte liet Ak nordtd tioren dk lutate m»
gdttm ds odmodiMulKid. Dt eigeiMardigo
wtn, wMrwm bat SMteiual xgn bmoi rat-
kent, dieot toot en goede beveeti^ig
moctel.
Haiiiirlift&ten.f'^ffOMc)- Zie Haaien.
MartwrtMWi
Kel«Mbt. Tegenwoordig wudeii
deo Mnog i
1^ ie «en daime itok, wMtMa
Tijgt, ombem te raokui.
ii«»4iiyw4— «ii*ii f(7It>pe»(Je)^ iJe de pUat)
ie een nmilie vea
hoofdaakélök oiet leet
ffrooU leerieaebeii, be-
boMvode tot de oide
der deemnneJieii. Zg
tonnt een iMecbraivIe-
nilie, die wdUcht rij-
ker MO infinifaien it
(ku «enige uaiere, en
■ieb otet
li» eHtroÊÜholiu (»e tooi bj)ioikdeTbeden ook
oentrent oom mtjonvrimebtti 1m1 uiikel Aiuio-
n$), ^ TOiml in de IftddeUMideobe Me leer UJ-
rifk TOOifcocnt en in de Iwtste jaren dan ook door
NederhiMiMdie Müters eldMr gefcoeht en bewerkt
woidt, om ata NederiuwMie anajovie bier te
knde Tericoebt c4 tu hier uit eeSiportaerd te
worden. DneUde aoort komt ook ü TumaniB
voor, terwgl in CbtM, China, Japan. CalifonM en
Bnenoa Attm anaktTieeoortea ToorkomeB, wette '
Biet minder Tan kw&lit«it uin dan die nit de
UiddfeUaodaebe Me.
2. CUfta of eigenigke Baringen. Dit geekeht
omrat een 60-Ib1 aooiten, wém: TeiiipreidiQ^ orar-
eenkomt met die van de familie. ^ 4u gcaUeht
il <k Niderkaak langer dan de t-nirnkailf, in
poot mas ig wel
meeat bdMigTÜke
wMMt wor'"- "'
door
Ipe
detinoa «mengedrak-
te liabaam, dat eeberp
op den inak ia en bê-
set met dnnna eemak-
keljft mtrtJIende
aebnbben; teidM be-
iitt«n ig een meeital
in bet midden Tan
den mg
MbMtete
g«l Ueioe buikTMMien, welke oodez de mgvto
ign gcfilaatat maar aomtjjdt ook ontbreken, en
Toorta wgd« kJevwopeaêi^CeB, «roote oogen en een
meeetal tci vmw aebter ^MpHten mond, terwgl
%rot (Olupea tpralhu). ' Eanog fCbifea Itanngnt).
tegenatelliiig net 4e AnejorjeMn, de mond ia
familie knatTwaoben of Terwgdëma lidi iii«t
Tan de fcoat; «een enkele aoort fceboort tot de
echte diepMe-nuiM, nMU erenoiin bebbea ^|
«en DÜTeK peligiaahe kiHMwgse. Vele eoorten
trekken pMiodiek Jn bnkke of loeU, met de Me
in ToibiMing «taaode wMoMit of liTJeren om te
faaMD, loma o^ leren ig dwr steeds. Zg komen
n «He gematigde en tiopierfte ctrdcea toot. Fos-
•Me tiariag«oort«B agn talrïk, maar eUmmen ge-
heel oreieen met 4e tbane ïerende eoorten.
De Totmaamate geakebten ijin de Tolgende:
1. Sngnulit, Tooial gekenmeikt door bet beiit
TM «en meer of minder kegdrormieen «Hut,
weéke orer de owhrkaak heen^r^. Nwt minder
dan ruim een itMaJ eoorten thi bet geeiaeht
•AnsjoriMen" nit gMtetigde en tn^mhe w
lÖn tekend.. De meest bekende aoort ^ de b^
o3< tnbeeouebe en wetbckmde Antjotii, Engran-
IX.
buik*iiutea oodei de ragr»
meeste soorten ign Toor den n
minder groot bctong, eteAts enkele tropieebe
•oorten maken ^karof» «en nitioadering, dooc
hun, waancfagnli^ tengvrolge Tan iiet Toedeel,
T«rg'iitige eigeutdtappen, loaala Clupea thritêa
(tie de plaat) en Clwa «enenota ait Weat-IadiB.
Onder de meeet odiende soorten valt ia de
eemte plaats te noemen:
o. De Haring, Clupta kanngu» {me borenstaait-
de lAeridènfi:), wette in ontawglQko edwien bet
noordelgk deel nn den Atkntieehen Oeeean,
■oowel aan de Bwopeeeebe, «k aan de Ameri-
kaaneehe iQde, de Noord- en OostMe, looaiede
de Mcén benoorden AiiG berrolkt. 7^ beiit da ge-
wone geeladriekenmetken; te wrmehlen Tak no^.
dat de MMtokaak met 4— j tandjes aan weerug-
den k bnat, terwgl bet pkMMohaaibeen, de tong
en bet gettónelitebeen met ^ae of minder füno
tanden u boMt; de staartvta ie dim gevorkt; d«
kleuren ivn op én tng kTondig irMÜ Megroen
of groenaciitjg bkaw, op de xgoen en den buik
DigilizedbyGoOglC
smeer
SUbe
DÉM eefang TCo Iwt dMMo v
n TenoEilknde tiuten ^MiniM. i
te, die twniU woidt, betf
30 cm. H«t Toedael bestut o
imdbea; mU w<mk de t>vinc eAtei ateilc oft*
g^Mgd door w^nMcbeii,<toJroiMii,«nTCleTifldi-
KMiteu, TQ(wal tMÉtB, wauonoer in het bjjiOB-
d(E de DooinlMMt, die de «obotoit ralpt co ter-
mede üi de netten genokt, wuiaui bq dakifqb
gvoote ediwk toebresgt
Omtmot de iMtaBtl|jfce Idstoaie wt den tauing
' hddwn kugen tjid Mtjniste deokbecidea g«-
faeeTK^t; de onatAndigbeid dat de fauiog ia
BTOote aeholen trekt en eecat in het lioage nooc-
den op de fcaaten wonU gevangen, Wer in het
jtMii ateedi xoideljjfeBi komt, bedt den Huühu-
get Bugemeeato- Andernm, die in de gclegen-
DMd WM Tde geg«T«nB betneffande de faanngrie-
•aheqj te venamelen, er toe gebneiit, ia qjn ia
1746 mtgtgerai boek „N«rigten <nn Yalaod",
de tiwoiie op te ateUen en te vienledigei^ dat de
liaring 0911 «ngenlfke ivrUM^Mta in de U«Me
b«^, «D in bet bigin t
it jaar in renaacbti-
rs^eD, 1J9BC ununE, uiv ud« tf™
del^ vetscl^iMn laa den banuig
het jaac ooêenachöidqk goed t
hatg, en «tt VÊOgja de oagenti
ge BCfaoleD TMidaai wegtrekt — <]P ^ *Ü*^
de tMt.Toeela — lieb ie ytndéMtadt aeharen
veideekn£, wêmma «en ia UbmI de Uflandsche
kut bereik^ «es andeie laaga d» Nooracbe koat
de Noonhee «o de Ooatoee binneDtnkt, om op
bet einde mi bet jaar de iPianacbe koat ie w-
rókeD. Deie theorie, dia bet ^deideljft meer lui-
lianuig io den Im^ TM)
„.. , . jood 'TeAfarude, beeft
lang, en vA nog Jn de oagentitiicle eenw, Tole
aantukogera gehad, maar de MgniaUwid daarvan
werd rëeda in de acfattiende eenw door veraohil-
lende goede waanwaters aaneefaKMt die tot de
door betnU«lijk nog jonge mdenwkingen ia
hooIdcMk joiat geUektu gertdRtrekküw kwa-
men, dat de banog 'botten dan paail^jd ia de diev-
te der zee leeft, maat 2doh in den «toilqd, ereneJa
aoovrie andere vuehaoortei^ tot aoialeD veneuigt
en naair de kust trtbt, tennjil de paaitSd kt«r
in bet jaar vaM, naai geiaog men antdelf^er
komt ToornaiMl^k door de belangrnki
^okmd, lidi «en groeten naam lieeft verwonen,
lageUéiKn, dwt de haiiog TeradriUeDde to-
ealé raaaen sottui, dae zi«h door befiaaUe kcnnuir-
ken Tsn «ikaoder ondemeheiden. Zoo toooao bqr.
de Noonhee-baxii^en, lidialre wat de kenmerken
Tan den liefaHmaToim betteit, oolc groote ter-
adiileo ia den maUöi^ *«> oanaien Tan de Schel-
d»- en de ZmdereeNiaiiogen (biakwatenaaaen);
deie laataton paaien o J. io het KMKJaMV de eet-
eten in den lomar en bet najaar. Ue^waaidig ia
1^ den haraig itog ^a pariodiA wt^tif^mi m
TeTBeb^nen ia ««Dmage wateren. Zoo op lommi-
m (daataen 0^ de ZweedactM koat, waar ^ weg-
U^ren TCmdnlfcndB dofpen tot annoede beeft go-
bnebt, en in de DottaAe boebt; merkwaardig ia,
dMt de pedoden rao veidwjiiien en weer Toraoh^
aen vele tieotslten Tan jaien (anratlen.
In afw^king van de meeste aodeia weviaaAen,
beelt de haring geen i«. pdagioohe neren, welke
gfawbelder, aan de ojifperriaUe vaa bet water
qjiL eusen tm 1
diefAa in Uomj
t Tooriaar te
I sg aao al»
de, dM tnj geniige diepte, leeda Tan vene nt
te onderaebeadeo. Een barwg legt Tan 10000
tot 30000 mmn; iiiatt«Bi»tMMfe de tittta da
beaetMnxung iniaeen, die pehigwclK' eioea, door
bon dooniintigheid genJaten, ia de baskg toeb
oog«T«er de OMiige bebagijke Toaeiwoort, waai-
vao nog geen kiaëbtea van omnjaacdiiiig gehooid
worden. Tooc een deel m dat wdbebt toe te
aebivTen aan den au alten groei Taa den haring;
h^ikene de orkdenoAingeo Tan Soek en Rtdeke,
i|pL in de Znidenee geraogen banogen hoo^
lalMliJk in bet derde en het 'rieide lenMiajaar.
VolgMia fiaileka gnwioi de paa nit bat «i gekèiaen
larrtn leer hmI en bwnken na 8 tot 4 maanden,
bq een lengte Tan S5 tot 40 mm., den dcfioiti»-
Ten Torm; de jonge TiMiltJea woiden du met dm
■Mam Tan „bSeP faeatempeld. Doe trekt mor
een Ueio doet, naar het ach«iit,i«edB op het einde
Tan den WM&er nat bet bakb w '
boofdiBak aetunt dït «cUei in
geediiedien; t&i jaar Mm 4itdd»n sg < _
wtwaaaen baring weer het brakke water binnen.
WeÜidit dat de vromer weggetroUEen bUekje»
baziiigen wurden, welke in Itet najinz in afwine-
lende maar nooU xer groote boereelbeden d»
Züderiee en andeve bukke wateren inteekken.
Set ia iKwMnMik de bb&, die in maan'a door
defanlen op de Zoaderwe wordt gevangen en ab
ig. jaost" •nor eendenvoer wordt vwtodit, wat
tot den belfertden atrgd tegen den knil beeft ge-
leid. In de monden Tan de Theeme wordt d»
Uiek, eemeDgd'met jonge tpMi, in groote boe-
govaogeo, «n Ttunt daar de bekende
IdckeiDJj „irUlebait".
de in de NeovdMe eeraagen baring-
wordt gezouten ta4 den bekenden pekeltariiig;
die, in de Zudenee en on de ScbdiH gevangen,
wordt in boofdiaak verach, ala i^. ,«paidt>cing"
of wel gerookt tot «eiMbiUende aoorten
(>ie omtrent de TMaebUleode bokkiog-
aoomen en de berriding daarTao itet artikel fioJt-
kutg}. Omtrent de oecenomieebe betoekenia tbib
den baring v^or ooa iand en de Tiaaeitet^j adt
rie verder b^ Bar^gviudtei^. De Teiapreiding
Tan dan banng ia een leer nitgchiMde; behat*»
op de bovengenoemde knaten, komt hj o. a. enk
in gioote boeredlteden op de Japanacdie Inmt
6.'De Smot, CUpea tpratlu» (BngeMi ,.i^|at",
DnJtadi ,3r^Hing") kan m«o aia een verkMnd»
editie van den hanag beadnowen (lie 4e afb.),
ifj bereikt skcbta ongeveer de hdft van da leng-
te -fan «en baiing en ondereebMdt lieh nage-
noeg aBeen Tan deaen door bet beitt vsn eea
langen aaravü en van een aeheip getaoden bnik,
(erwjjl de Uear boivawp iete drafcaider en meer
Uanwaebtfg ia; ook de ^daattfng Tan de viiaen
Tenebüt, maar dit ia (v bet e«r niet mw ge-
makkelp te lien; jonge Itacing fUick) en tprat
worden dan ook <£kw^ OKt eikander Terwia-
eeld. Ook in levenawgie toont de qtiot teel over-
eenktxnat met den hwriog; ia groote aeholen be-
zoekt ig de koat, vooral ia de laa.tete maanden
Tan bet jaar. De paajégd toept, naar gelang van
de plnate, mteen vMk Aogoatna tot NoTccnber; ia
EogdNfaeï
Alleen d<
•fwQUnff TKi den baring beeft da aptot edriei
pfhgJiBBtf «ieres. Otbièn op «oie knat «n in de
»nn^iiii>. bmt d> qxot ook op iMe «««rige
HoofdM^naten ■fooi, tot te bet Eaowl, en foorti
op de Koondw en ZweeAdte knaten en io de
OoetBee. Hier te hoAe vontt aüeen in de MkI-
~ t tUdendw Megkt öog
tober af DeMmibei. De TMigaten ijJD eeUer dik-
wnb aeor niteeoloouDd, «n rïn meenneleft loc
odtediMdend, «kt de Tianbon geateikt wwdt.
De «mtróeebem Uet te luufe m dn ook een
e aadeeien van de iriasebiBglwid tbd de
ywiviieectwü io den bataten tgd «teric «mder-
Tondas; in de ElbenMNidüig werd neda bogie ja-
nn g«n^«U io bet mjeu een hmteode ^nrotrie-
aobeia utgeoelend door de aaümmAtn ne de
NoMoee, die toot den winter min '
ve^géUeT«tt, en (mdütfe.de Yendi^ende
onderaoAncarautmeei^ dooc de Dakadte te-
gieeiing nMneMadtn, niet ternggeTiMtden. wat
aan de vieaehen sroote «chade iteeft beroUend;
in de Ooetiee ie de nrotnaadierij nander ooge-
KBgdd. In Ehigekad neeft men aoortgelgke w-
TAnogen ^a aan de £■» opgeduo, terwöl tik
aader niterate de laogalen daar Bi»ut loo ceus-
atftitig groot en «nerrMeiHg i^Os ^l<tt if| Dist meer
TOOT voedsel gdtroikt knnoeii worden, maar bg
booderddBHenden atbepele als mest over het
land gébntebt worden.
Hier te lacule wordt de «prat meeet aUeen in
den emtieic nu de iMwplaMaen veiMh gegeten
en cv«rigena op de BDgNedw wü>e ban) gerookt,
terw^ £ Dnatoehe. o. a. de ItrteDd» K4«Aer qnot,
meeat Héitt gerookt en de yweb daarb^ eaar ge-
maakt woiidt. YooT «en deel wordt ijj eobtei ge-
lonteo om aie BM toot ooae faeogriaeeheiB te
(Honen; ixk aü Belgifi en Noorwecen wwden
niot onlxiangT^ke hoeveelheden loor oat doel tuer
ingeroeid, indien de vangst heer te lande eo?o]'
doeode M. In Noorwegen en Zweden hebben da
föke ipTotraagaten een groote eoDserrenlndnstna
in bet leren geroepen; de «Hot wordt ^ar ge-
knad, geMoten, in MMrrii ugelegd ene, en on-
der vwehWende beiiMniBgen ah deVeateeae ü
den handel gebnebt; bekend ia o. a. de i^. Noor-
Mbe aiN>}0T^ appatk iUt eni. ^
Sier te iMde woedt de aprot meeat eaid^ ot
•dMidljn genoemd, «iet te verwanen tnet de ech-
te Spr^»e i(Mf«a fikhardtu}, die Mer eleebto
seer Mldnam -«ooiioml. Velgena de viaaeheriJTer.
dagen barft de vangat aaa vrot over de jaren
19f«— 1814 b^dr^n:
JAAR
Den Helder
Zoutkamp
Zeeland
Hoeveelheid
Opbrengst
Hoeveelheid
Opbrengst
Hoeveelheid! Opbrengst
1910 . . .
1911 ■ . .
191a ■ ■ ■
1913 - . .
1914 . . .
16 100 kg.
38 n: :;
31400 „
I608S „
f ai37
., ago
„ i6i|i
„ 3070
., 193a
40 000 kg.
76680 „
69460 „
l?S ;;
f 3300
859138 kg. f 14386
"76 aso » -, S90S
146037 „ ,. 49'5
72000 „ j „3300
S¥> » \ " 3S
De gehcete hoeveelheid bedroeg in 1913; 153239 kg., met een opbrengst van 6908 gid,
terwijl de hoeveelheid in 1914 bedroeg 76317 kg, met een opbrengst van 7781 gld.
Het bijzonder wisselvallige van de sprotvisscherij hier te lande blijkt duidelijk uit deie
rctjfers.
1^ vet, amakelqk vleeach leer geooefat ia, en
met aUeen v«tacii, maar ook gerookt veel gegeten
wordt. Het ia eehter ümmer, dat fag 100 wwgla
bedorven wndt door net sn^fden m motoi, waar-
door de vTJi tdi^k* graten » venehiUendie atok-
ken worden gesneden en de gekookte viaA bijna
dt. Daar &4i, boewel aleebta konten
e. Da BUI (CUpaa <domi), in bet Duitaeb: Mai-
fUeh en «it bet Êngdagfa: iHad genaami^ ia de
grootste van onae Jnheemadie harii^aooiten. Zn
w gemaUeUk kenbaar aan S tot 10 iwarie vlek-
kea, ta oodendwMt lidi van den btrieg door
- *- im lidiaaaMvonn en de meer naa
itate rt^- en bnikviaiMn. Bjj de o
1 ttbliet vevdwünen de iwarla vMtkan
gwwooeqK, iterwj^ alleen de «arste oveiUiift
en tMk deae «Efawöh niet meer keVfaaar iet De
lengte ia 00 tot 90 on. bö een gewfdkt van 8 tot
4 pood. De eJf t bmooot me leeBn om Ëwopn mi
leeft op tamelgk gnoote diepte, maar tnkt in
bet vowjaar de rivieren soo boog mogd^ op
om te paaien. Ueeetal geschiedt dtt in April en
Ifei, vandaar de volkannam „meiviach", in ovu;-
eensteDMung met de Dnitaobe bcnaooing. De
«ieien liggen loa en enkel 00 den bodem der ri-
vieoen, waar zg wlfcomen; de jongen bebben in
Angnvtos roetfa «en fcogte van ongcmw 50 tot
60 mm. en tmkken dan naar de beoeden-ijvieren,
waar ^ even boven de grana van het brakke wa-
ter vefmoeddqk tot bet volgende jaar blgiven, tot
KJ Dau lee trekken.
De elft ia een nitatekende taldviaeh, die om
tjjd van bat jaar, ia gröóte aeltolen oplrdt, ia
hg «eeonomiaeh belaog^ en een van d» koat*
baarate iMerviaaehan. Tt twinnren k het, dat
aedot o^vner een 90 jaar de boevedbeod eUt,
(tte elk jaar bq one opMct, leer steik vennin-
dent ia; de jniata oonadi daajKvan is oog niet
vastgeat^ maar is veimoedeHk gdegen in de
vele DOrmaüaeeringeD, op boven- en beDedenri-
vieren tHtgeroerd, en de toenemeiule vervnvüng
van het water. In oaderetBSDd staatje ia «en ovor-
lidrl gegeven van dm aanvoer van elft on de Ne-
derhodaebe markten, dat «drter niet gemel fiA-
ledig ii, daar de hoeveelbedea, wette op bet bd-
vengedeelte van on^e rivieren worden gevangen,
niet brtesd worden. Daartegenover komen eeMer
een aantd dobbel getekle viaaehen <»der de op-
gegeven boerveeKedeo voor.
DigilizedbyGoOglC
Elftvangst In Nederland.
Jaren.
Vangst. -
Opbrengst
in piWens.
Jaren.
Vangst.
Opbrwgst
UI guldens.
■fs
24S 283 stuks
f i
1909
49819 stuks
f 67»5S
1895
50971 ..
,. i
1910
3S"o ..
,, 60561
1900
136087 „
„ 140 169
191 1
548. „
., "507a
1905
76044 ..
.. 96195
1912
1 257 „
„ 2317
1906
90024 „
.. 112530
1913
1 374 ..
„ 1677
1907
5a 730 ..
„ 880S9
1914
1678 „
,. 3169
1908
39 562 »
„ 69629
De «Ht wokH gerugen TDonumeiyJc in ik
«Toote nknacgeitE, die op <te nvieroi woiden ge-
Bniilt, en fwder met oe gewone Mgens en de
diyfiuitten.
d. De Fint (Olupea füita) «eid on ign met-
eenkomst nwt ia mi vroeger toot een
JM^en nxm daarmi gefaondem, voimt
eeuta een alioiide^ike toott De jon-
gea yooai geigfcen soorrcat ep dkwler,
w eerat n een arawteang tHidec-
soek de soort kan wosdeB —-'--'-"
Oet Hl lerenewq'M komen
Indie, baiMae aan den tot een inmi nrtoig-
den iaatet» FOgrinstna^ beüt giftige «gen-
de fmt wat bfiei de ivTieMn op, en
waaradtyn^ ook met 100 boog. De
{int is ecfat^ mónderwaardiger <Hia de
Mt, het Tieeedi is grateofijkei en niet
100 ODak^fk, ]^j bt ook uooei. Door de groote
hoeveelheden, wwiio üj dikwi^ oevMi^n
woirdt, is bjj todi Tsn veel belaag yoot de rivier.
viea^era.
e. De Sordtne (Clupea füekarebu); ia het £n-
gelaofa: pilehard en kt bet Fnmarfi: êardine ge-
Aoemd, gelokt seer veel op don baring^ maar ie
kleiner en dikker; de lengte 4>edni^ gewoooljjk
niet meer dan 18 & 20 on., soms 2£ cm. Zij komt
iMofdoake^ik aan de «ealkust tso Europa, op
de FiiMMBbe en NooPctSptMiBabe k«Bt tooc tot de
straat Tan GUbfaHsr m de MiddeUaodaebe Zee,
evenals op de Zaid-6ng«lMbe koat. Brenale de
oveuge baringsoorten komt iq in enoime scho-
len voor, maar ook eleefata Mdoieaula «en bepaal,
den tjjd ran bet jaar, ^ooni io den somer eo m
het oi^iaar, moneer de Toomaainsle visadiern op
saidtne plaata iieeft. Oaaribij woideii groote iiee-
vetJbeden geionten Tiaehknit, meest van kabel-
janws gebmftt, die ak aas in see «tgeatrooid
wontt, om de aebtden te lokken. Oeoonmniaeh is
de sardine na den haaog wel de meest Maogrüke
banngaooDt; erbeeltB«iidHkOok«ennitgtbTeide
eoDeerrcoindDatiie vooral tn FVaokrqk mor tijn
verdnnnamiiw «ntwikkeU. Evenaib vMncfailteitde
andere van ign famUieledea is de aanweiigbeid
vut de aamSDe op de vangplaataao «ehter se«
wiaadvallig, en heeft o.e^ ijin «rtUjJTeii toot
eenige noen op de liVaoadie knat een oeeoBomi-
aebe eiMts veioonaakt C|> de Spaansehe en Por-
tageeaeiM koet, wau de aa«Une wet venebeen,
been «tb d&enteogiemilge de cooaerveiundiMtrie
sUok <»tnrikk«lit.
ia ome knetwataien Terscbgnt dit viacjije bq
niboodering in «en <Bk<2 «Mnplaar.
/. Clupea thritta (ne de phat), een van de
meest algemeen voorkomende viascfaen in West-
Cbaooe salmoneve.
naamt im groote adiolen <^ de AtlantÏBobe kvs-
(en der Vemeoigde Staten voorkomeitde, n een
van de meest bdéiigiqke viecbsoorten; ig kunnen
echter dooir hiu binlengewooa groot vetnebaUe
' ak meoeelM^ voedsel worden oMnnkt,
: «Kenen, behalve als aas voor anoere n»-
scboi, bootdnkelqk ak grondstof voor vele viadi-
olie- en gnanofabrieken. De bo0TeeHieidti«an,dM
jaarlilks door ben geoioduoeeid wordt, ovwtteft
vene &e, welbe jaai^ka uit dra walviach door
de AmerikaaiMcbe vloot wordt gewonnen.
h. Clupea aa^imma, de AmerfiDaamsabe eUt,
die ÏD vele rWieren aan de Atlaotioabe kust in
mama voorkomt en «en beJangröken voadinga-
Tiscb vormt
i. Obtfta mMmtoeea, de befaende OtHpereaa
of Alt-mte, algemeen cp de AMantisehe kast van
de Vweei^gde Stalen vooikomende; iq trekt
evenah de vorige soont da bet Tioorjaai in het
loete water en paait in toeren en> v^era.
k. Clupea aagaa, de aardSoe tsd den Stillen
Oeeaan en in even gioote seboten als de gewone
eatdioe vooilcamende <^ de kvsten van CaUomiC,
ObÜi, Nienw-Zeelaitd en Japan.
I. Clufea Mi, «en hariogsoort vsa de kust va»
Somalm, wefte bet doel is van een seer aitge-
iMieide visseberq om de knit, die gewnten m
naar China wordt geezpMtoeid, terw^ de ge-
droogde visschea seQ in het tonenlaad wwdén
getHrmot. De vjscfa wordt door de inlanden Troe-
boek genoemd ra is ongereer 45 cm. laitf. De
jaailqkidM vangat zon ongeveer 14 tot 16 mil-
tiooisdhe en
half tropuebe seeCn «n op venebHteme knsten
idts seer takqk voorkomen. De kngte bedraagt
DigilizedbyGoOglC
tal w»dt ig wemiK oebraiEt.
. ÜAowM, bMMiggwtMht uk den ladiadwo
«n <lw Gnwten Ommu, met tw«e motten, wmt-
THi de «ene Ohtmo» $etmoiiw» {w de «fbeet-
dinfr) taitengviroMi tekjik te ei iJ« ^oodael mm
geMMfdeerd woidt Hg btaoAt ook bet wMto
w«tM, ds fengte bedrag mim 1,30 n.
«. Jfajoloyt, bot gnoMe huioaesUiAt; de
beide durtoe bcAooreiide «oorteD Mreikcn «en
lengte -na meer du li,50 m. De eeiM aoort. Me-
gahf efwrmiMUê, letJt in den liMttsdnn en den
Qiootea Ueeun, de ukden, Jl. tkrinoidet, in
den AtluUMèe Cktma. De j«nge exempkfien
beuden gMHH bet icnte water. Doe Hntste
«Mit te Dok een «eiriUe •portfMeli, waMSMr
op de Am«rikMOMËe faut nel geben^ieU wordt.
■aiinCrlMOlwrtl vccnt toot Nedertand
— tmiwent ook "roor «odHe landen — reeil*
rindt «enw«B ds belMwrgkvte tek wn viMthnn,
de „Oiooto VteKhetJie'' of .'s lands prioopale
«mdD^ÏDe", ioo»la oade «bgrera bwir bg voor-
keoi aoemden. Hmt oonfroog te ntet bekend,
- ■ ' a leeds » 1168 toot
of twee dwen o» de mwet, praotökeo, »r«lk«
het eent Holkudedn iuiing «efaogen en oege-
. Een bewQi Mfatec. dat het bedgr^jf io
__) doot WMemar, KoDiog van Deoemai'ken
aan ,/die Tan Huidet«|k" ««rteend voor de ba-
tütgraiigat is Seaaaa (Seboooen).
Een daofnam bindclaHiÜktl te de haring
eent geworden u de «Mnding Tan het kak«i,
en «emt daudoor te de groot« ontwikkdkig, dw
bet bedtjjf aktdi *eifcn« ' "
den. Dit k«k«n bepaalt _. ,
van de ingwianden, befaahe kuit en hun, itede-
Igk w bet opbalen dei otBtiiBa, en bet daarna met
Mat ia lagen ü toum leggen van den baring.
Zg «atkent baai beottmog TeimoedeJök aatt de
vroegen Jwnaming vsn de tooneit, die „Ea«d[-
jene" guoemd ««den. Ontnnt den bekcDden
oitTiiKHt raa bet banngkaken, Wülem Btukeltt.
Biervliet en de ometeodêgbeden, die tot de
Dding hebben gehid, ie wönig bekend: iiA-
1 de TCnehttlende
tjn gMmm. De inawighig Tan: des n ,
gHW m den iDop der tenn eteede TMdK «n «
te ^teaabttoa^ ait tot den brade), d
peltte van den bwi^ en jk jige4- M
daarbij oteedi wa de geduhte mt,mii
Igke moomdio ven dèo hiTinglwiidd vt
lüd tot Atn piiJB ÉteboodeD noest btgven. Hen
begreep daaabg nnt^ ^ met bet vwkmpefl vvn
bet grtq de bakene venet moeatoi woraen: de-
Ii^en, welke welMM bet monopdie
wghimdel im Boltend emagen ^
voiJengd hebben, s^n dan ook «Mt groote briem-
meriag gtweeet ia d* Men «enwen voor den
— ' — '^--' — |)q iitewlnig, toen tengdorige
dril geknakt hadden en andere
-«ton in he« baitenUnd had-
den Tenveiiil Om dne te hnwiimen, ton bet
noodig gwuwt i^ door lage prgien mei het
bvUenteBd te eoneomere». Doeh (karrOOT OMect
men goedkoop tinnen o^oiteeren, en dU keteto
WW nq de vue fateUeode bepaUaeen, dte bet be-
* 'if ale bet «nn in een bméifi eloten, onmo-
Het hedr^ kwgnde en Ueef kwenen. Zoo
kkig bad de dnUng teoh in de gedHdilMi
vaatgeset, dat mi e» tfidnk dat bet bedtöl ge-
heel atitetond; ni. io lIM-ieoC^ men nieta be-
ten wtet te doeih du een nsenwe wet ter regle-
van de bioingTinebeni tot stand te
„ 1 stierf hg in 1847, volgeDs andt-
les in 13E)7, v^teene nog weer aadenB in 1401.
Bdangrgk vooi de oatrakeliag van bet bedrgf
WM vooita de invoering van groote netteo, waar-
van te Hoom bet «aate in 1416 gebreid werd.
TenDoedettk i^n de tbana gebrokte, behalve
wat afantugen en ondadeeka betratt, nog de-
xeUde: bet te ecfater ntet bekewl met welke net-
ten vMt 1416 wend gevtedit. Htet alleen io Zee-
teod, maai ook in de Noocdeljjke prontugCn oivt-
wikkdde neb daanui meer en meer een omvug-
inke baongvaoBst: woedig oveiTkiigelde H<^
hod «n IVeBt-FSe^d Zedu4 Modat de boofd-
Mtd van bet beik|^ ndb naar de eerete ptovinr
oién wi^Mrteteen dK in Zeebnd meei en meer
terugging. Al epoedl^ begm ook het reeiemm-
leeren van bet beikqf, dat iot otAerdÉenban
d ateeik verder te gegaan en
lu ftet midden der r — •' — '-
eteigwaaakt Beede In
digde graaf Jm mt bet fieaareohe Qnte veiboda-
bepalmgen iMt iwan bet kuipen van te kleine
baiingtonnm en Mi kaken van den haaiog een
nering geweest k
vedcmiwloei van
>ied nitgmaidigd werd ]
vele b^MÏjagen ait vi«egere wetten, wtoden daar-
te ook bepalingen opgeoomen, wefte bljikbaar
io den kop der t^den verleende monopoliee lesel-
den, ni; het .jDaakmoBopetie" aan de kteleehe-
peo, wette van uit de Maaeh avena eni. vtediten,
en bet „eteormonopcdie" aan de homroeo, welke
van nit de kos^ikataen visebten, Daai van een
berieviog van het bedr^ echter geen epiake was,
ging men vervol^ne van de indireete betcbei-
ming door bekstm^vi^dom over M directe door
bet (oekennen v '"
beek verbod vi
waardow deie tetnaeeben met Mtbelsngrgk ge-
worden tak van baodri geboet vernietigd werd.
premiin, genoodoaatt waren toe te treden. Eerst
een hahe «enw Istor, toen meer gesimde eeoua-
miecbe begti{^n doordrongen en net vTghaodol- ■
ateleel tot haan ouer haodelspobUek werd aan-
genomen, gdukte het na iurden str^d sedert een
40-tal jaien, aan de brinogbebbenden bg de kust-
viadieiq, aao wie bet kaken was verbodea, een
Midceei in de denkbeelden en eiodelgk io de
haringw^tsevteig te weeg te brengen. Door Thor-
beekt woid op de be^rooting voor 1851 voorge-
st^ de preanSn geletd«lgk to varminderaik, welk
vooistd na hevig venet werd goedgekemd en
waarmeda het hA van de bariigwetlen was be-
slist In 18SS werden de premiln gebed alge-
eebaft, terwiyi in 1867 de gdieele wegving w«id
tngatrokkMi.
Over den eigenleken «nvang van bet bedrijf.
DigilizedbyGoOglC
HARINGVTSSCHERU.
de grootte tsd de vloot enz. k iii«t beol veel
beièiNi Ia dea bloeatijij^ omotreekfl 1600, eob^-
nen oneereei 2000 bnuen ts sgit uitaieweD, die
Iqj em KoatpiJi« laa 8150 gU. ^ aohiD deetödc
«en inpituT tso bgca fi'/i mittioea gnuok leite-
genwooidigden. lo dea ngtl -wtriea óae itiata
pw i»ax gemaaki, die w»r ' " '
DT}ottnkdka{»tul'V«noii^
Teer tO mtllu>«n gld. Tereiubt werd. De gemtd-
delde Taogst bediöeg 560 ton per bnia, en de ge-
beele opbrengst tmi de tIooI werd op oogevieer
21 miiËotm gld. 'b )ean geschat. De bouw- en
bedTQldostea qjn in den ioo^ dei jaien echiter
BAuóeTkelIjk geateffen, wat met uawoitend een
gevolg van de dohng t&d den geldpriis ia: in
1669 koette een bnk ongeveer 4650 ^Id., de vot-
ieiËge uLtnutüig 5500 ^^ ia 1768 koelde bet
CMOO 9000 gÜ., de oïtiPDetaiig tul de TeiwM-
lende mzen bijDA 8000 gM. In 1329 vorderde
een nieuwe boeker 16 000 gU., de uittneting voer
de eerste reie 5000 gld., voor de veagende reizen
2000 i 3000 g4d. In 169S kosUe een nieuw oil-
geiLHte logger v»n het fawtet« type, met lengte
vui (mgeveer 23 lo. en met een bnito-inbew) 'vau
200 k 250 kitb. m., 25500 gld., de <aploit«tue-
koeten voor een gebed jtmi faecboegen 1 7 500
gld^ woarbq edUxr, in tegenateUing jnet «loe-
ger, ook de faxiten nm de «icttTVBut op vei-
Miien viaeb vja begTepen; de tunngvaut adleen
koaHe oweveec lOOOO i 11 000 gild.
In het btgiit no 1700 wu de vkwt ing^om-
pen tot 219 fauÏD^ibaiaen en 31 jagencbqten, en
sedert wieeelde sj taeecben 135 en 249 icbepen,
wuuTMi <9 het «inde der '18de eeaw eebtet
aleoha nim 100 «diepen oitxöklen. In 1814 telde
de -vloot S6 üeMtmeo, om in den eeraten tijd
van bet oienwe koiuakrök en onder den invloed
der gioote {wcmien t» stjjgen tot I6S eebepen in
1821, tmax daan» wediet gcleddelük te delen tot
79 ecfaepen ia 1859. De boramen dB^rentegen,
die wel in bim bedi^I door bet keakmonopolie
waien bepeikt, maai wier bedrijf overigens niet
geieglemeateeid was ea die doe èn betere conditie
waien, nemen van 85 schepen ia 1823 geleidetgk
toe tot 178 in 1859.
Vit den aud' der zadc verUepen een^ jbjeu
na het vi^maken van de viesmerg, voor dat
nieaw leven in bet bedr^f was gekomen: een ovei-
ziobt van de ontnrikkduig geeft volgend ataatje;
'
i
m
■s^
is
&
a u
«■"
Jaren
Ui
Totaal
>6
P
1870 ■ ■
■ 309
390
_
1880 . .
. 4>7
417
1890. .
. 462
461
1900 .■-
610
3
613
1910 . .
. 673
47
720
97,7
.I,6S4
1911 - .
■ 709
SI
761
8S,S
11,026
1912 . .
. 698
Sï
7SO
6S.9
10,69+
1913 ■ .
. 699
S9
758
99-3
■S,"S
1914 . .
■ 674
63
737
6S.0
"459
Ia 1814 (het laatste jaar, waarvao t«t beden
een 'venlag venebenen is] was de aanvoel seer
kleio, rtegOiAta met de vootgaande jaren, voonl
met 1918, dat eebtei ook byMHkder gunstig vooi
de vangst waa. floofdiaak van den acbtenulgaing
der vangst vwren de abnonnale omstaoidigheden.
waaiond^ zg door den ootftog weid inlgM>eI«Kl.
De pijjien daarontegen waien ia 1914 boog,
wuidooi de f^ibraagst grooter wae dhn in eenig
ander jaar, afgezioD vu bet bqionder goMtigie
jaai 1918. De pi^estöging ü 1914 bedrog ni.
ruim 14'/t % voigeleken met den gemiddelden
prqe van de voorafgaande 12 jaren. Van aUe
vieeb«ooFt«n, die gevangen weiden bestond in
1913 74V> %em.m 1914 63Vi % van de boeveel-
heid ea reep. 69'/f en 63*/t % van de opbrengst
nit baring.
Belangrqk voor de ontwikkeling der indaabrie
is voorts de ünvoeiing vam de lichte katoenen,
itt pkat« na de zware bennepoetten geweest,
omebreeks 1860; voor de kieladiepen kvwde de
'toepaenj^ echter benraar op, omdat deie te
zwaar vmren en door den wAdvang te etork aao
de netten (ileet) trokken. Ia 166^ werd editer
gen vok^oawden boeker, een edtmp geboQwd
ving ecbip was en «bentianeevolge grootet ge-
mukt kos wMdra; terw^l bij met een veel groo-
tje vleet vao de Jidite kaïnenen net:ten kon ris-
aobea dan de eente. De vanMpaciteit werd dien-
teiiAeivolge a«Mnei1iet|jk v«3 gioot«r en bet be-
dr^ voordeeliger. Ak gevolg van bet n«oters
aautai netten, dut in i^orten t^ ingehaald moest
kunnen wotdén, wen) mechamecbe beweecAradit
daarbjj nood2akefi)k en werden stoomtpiDen al'
gemeen ap de logere en bonsnen ingevowd.
De uitbreiding van de vloot Biode 1870 is door
de endle vervanging ven de ouderwetsdte hoe-
keiB doOT ndeowe to^eie belangr^er den oogen-
Gcbqi^k bet geval ie; in 1879 waren nog maar
eiAele hoekwe meer da dienst, en de seheeie
vloot in 18 jaar tgds geheel vernieuwd. In na-
volging vam de toc^Hweiog van de meehaniMbe
beweegkra^t op de trawlviaediei^ met leored
snooee ia het baiteiJaDd, werden sedert 1697 ook
stoomeoheMO' voor de haringviasdiera geboawd.
Deze wenien tevens ingericht om gednrende bet
winter heifjaar, eJe vnumeer de badngvJMcherjj
rust^ de venebvisscheTq, meest met de beug, dm
te odsnen. Het is editer gfAileken, dat de vnog-
capsdteit eleebt» ongeveer bet dnbbeie bedroeg
van de leitsidwpen, terwjjl de kostNt ongeveer in
deodlde verhooding stegen, figwnder veri voor-
deel woidit daarom aan de meohaoiseh voortbewo-
gen faarinesoEepen boven de zeifadMoen vomr bet
tegenwooidSge niet tmgcfeeod en dit deel dei
vloot U^t Kdidw ook el«ebta langzaam nitbrei-
deo. De onde bommen genkea echter boe tutger
boe meer io ottoufc en maken pkaia voor
nooteoe en meer modern ingeriehte vaartoigen.
In het biütenèaod Mb^ot mea ia de laatate ja-
ren aan een type met bulpstoomvenDOgea de
voorkom ie getven. Bij den < ■-■■-- --
bndetQd echt«r ia motarei»d
riDgviöseheiij aangewezen; oe iuToerlng is e
tot dasver op de booge bedrqfefcoeteoi '
Welke >Tlacbt de badngviascbeTg nog v
DigilizedbyGoOglC
HAItlNO't^SaCHEBU-aAItlüS.
nemu), zal dan ook mnMMddök in boofduafc
dMiraD «Eliuigen, of bet 'aM^tü^ Uij^t bet no-
tercmtTpe met leer lm« bMkghkMteB, «MNÜi ei
MuuB Medi «eidee beBtum, tooc MheepagabTnik
g«Mhi][t -te maken.
Da lioofikanTO«i;ibatB 'nn den turioK )• Vlui-
dingm, en venki MatnJni*, SdtereiünRen (bet
grootste deel no de vanest nn baar noot gaiA
«ehtoc iKw eteeifa omc TfaanttogeD), Eotwijk md
Zee ea Umatdeik
Zoottle bekend is, wi(pt de faaaogri
Jnni asn, en woidt iQ » Norenriier
Ka afloop woeden de mecete «AepoL .„ „ ,
«ea ded echter gaat dan ter bew- of ter tawl-
TiMcberniut De btmaooinR 'na de gebeele i4oot
. .„.. . ' ^tvm lOCOO fcoppen. Het k de
15 nüUioeo
B Roetèld Toor de "bewdirjjttng Tsa de
op de Noontaee ^dbrmkd^t banngBrtten lie
venter t^ VüMmgeit.
Ook TOOT udere landm ü de bauDgriaaeberq
een geincfatige tak tan andnatrie; aoo ii baai
oj^rcnget in Zweden <n DenenMiken ieder od-
ffereer 1 miUioen, m Noorweg«a S A 6 mHlioen,
in IhütMManl 2 i 8 nüBioeu, ia Engeland en
Sebotkod 25 i 30 niUoen ^ 's jaan.
BtAahe on de Noofdsee, faeeh in oos land tx^
«en brieneryke bariogriiaabein plaats op de Zna-
denee en «en veel misder beiang^jke op de
Zeeawaebe «troomen. Op de Znidenee worM de
haring met knües, deqnetten, staande nattm,
fnikan at Mgcea <sie dMrnwr <mdar VtÊehluijM)
door kleine met 2 Jt S mirn bemaode raartaigen
Tin 15 tot 80 knb. n. laitmd gerao^; m hoofd-
zaak beeft de viaaeberq in de Toorjaaismsaoden
pWt», o<A TS hrt najaar wordt faariDg genngen
maar riechts in kleine boereAeid.
In Zerisad beett eUeen baungriaeeheTÜ pkats
in de ^. „weeren" (lie daardoor onder Viaeklui-
C), mik* TOonHiml^k ü> de Ooeterstbelde iJi
TOOf jaat womlen g^laeM, en ook Toor de
anajowsriaotberi dtenen.
&e: /. B. THima, OnbwikktX^ vu de Kedn-
foadMbe harWrisMberq in den loop der eeo-
■wen <in „Bet iNederL Zeewoen", 16de jrg-, 1916,
Vlx. 880 y.T.)
Barlnrvlcst. Zie FfseAtin^tR.
Harlnznia ie de naam van oen ood en aao-
9ienl^ Frieeeh gwhtht.
AortiumM, Baring, werd in den tMtnag der
15de eeuw tot potèaUat in Weataigoo gctoaen,
teiw9I S;oenl Wiarda die aMtr^ing in Ooater-
goo fiekfaedde. Onder bet bewHMl Tin deie man-
nen «Dtdoegen zich de Fiieiea ^na de beertchap-
m dw gmren wm BoUtmd, Te 4i«aiiger waa bet
OHBoni, dat de MUj^ertwisc tossisien ds Scui^
lingem en Tetkot^ien opnoenw m Friealaod oot-
BornwiRO, Tjerib, bmq den oaan aan Tan Do-
nut. Zjfn S looen btUen do de 3de beUt der ISda
eeow deel gemmien aan dn Dmia-ooiikig (se
Doma).
Barmxma, Boeko, «en «xoi Tan Teilte^ 1492
bordv te Saeek en giMmas 'na W^ndirii-
«enadeef tneUto ata boofd der ScUeringen in
149Ü Lieenwasdeo te omnompelan. Kt miJAto
en hq moest op bande TOOfwaatden vrede magen.
Hg TCrbisk dmt wciika en daad Terachaiden roof-
■alenden vota- n
«I Iq) gerangen genomeo ooor Ntt-
terl foz en door draeit mmt Oionfaigeii Mtnacbt
Daar de fan^ 'nm «kfmi 3m Kmnücm ont-
snapte bg mt d»n fctsfcer m keerde naar Sneek
terqg. Uit wmakawdit wm bq een der eeraten,
die dn betteg m» SdbsR ab beadwni^ner >n]t
EViealand bdS^den. fiq orarleed ia 149».
Barvixma thot SSottn, Pieter, een aoeo tsb
Wattê, was on 1470 bofeUog te Soeek en in
1471 gnetoSB m W;mbiataHadBeL Ook bg
aan ü*ons <l>d ma dn bugesmwlog, Terorerde
en phmderde de kaatesln mn de' Skurdefni/*,
BotHnpJt, n HesKnga'^ weri dbor den abt lan
HnMlnm iegeo de' v«tiMopen.te bdtegeraqm.
ten. 2£ Toerden berel OTcr eenig kiwerolk,
jn 1572 KMI Enkfairizn naar Fnednd oTer-
atak, om dit gewast aan den prina «ini Oranjt
wdden sg Mb meeater
^j wardea dom de troa-
DoiHse den S7afaB AogiMtna lAt4 geboren, tnd
ia krógsdienat, blom <m tot kspitmn n werd
etakneeeter vao oaaf witUm Fredmk, sladbon-
der Tan Friedaskd. Ook was bq betdiiébber tsb
bet ksügerolk, dat nvtgeionden werd om de rtad
Botdn tegen Bmu, graaf mn Oott-Frietbmd,
bij te Btean. Bet leh&it, dst bq in 1651 den
dienst Toriaton beeft. Bq onrleed den I4den Oe-
tober 1669, eeuige Nedeilaodsebe ndiehten na-
lateiMk stenede bet door bem Tsrtaaide boek „Se-
TOD wonderl7<ie ObeaicblMt Tas Dom Piaaöaeo
de OpevadD ViMegas, nddn Tan 9t. Jaqoe* Or-
dre. In welke alle de gebnken deaer Eenwe, on-
der tik atetn van menaeben, TeimaeeklgA en ook
aticbtelTflk, werdn bestraft, ende üt in een etbil-
denie aaeckt^ Tertoont" (1641).
JJonasiMi tkoe Sloten, Pteter Sdtard, een
«mn van Bnat Modtema aan ffarincNu, dn
SCMen NoT«mber 16S2 «bomi, atadende te Pia-
neher, wetd in 1701 gneteua th Baaidetadeel
bekleedde TeraehifieDde ambtn. Hu was Kd
_^ de Stntn Tan Friealaad en Tan de Statan-
Oenerasl, beoefende de Latqnaebe dicbtknnst n
OTwleed te '•-Giatenbage den Uden Pebraari
170S.
■arini, ffsarteat of Bendnk Ur Baar, de
xoon Tm «en weigesteklan boer te Rowlio en al-
daar omstreeks bet jaar 1550 geboren, beaocfat de
Latnoaebe adboti te Locbem, de hoogeeebool te
Leidn n £« te Doornik, waar faq den graad
TMi doetor Terwicrf, waana hS lich ate «dTo-
eaat te Andiem TC^igde. In 1570 werd bq ge-
recbtechniTeir te Zatin, n toen Mva deie stad
behgwde, wtet bq te ontanappn. Latw werd hö
er aangesMd tot Nctot der latSDsebe ediool
(1578), dotdi bq beett Tcnirfffene «e stad Torla-
ton, ma licb met het oodtrw^ te bdaeten te Pa-
deibmn. Hg «cteeef: HHenrtei Harï Sican^ Jn-
rieeonanki Tuatsan lAri mne jMimttni editi"
(door HatritM» OmtugieUr, 1760) en „ESegiae
Heroaeae, Ubei P' (15SG), trawtji men meent, dat
bq ook «en „Deaeraptio DioeeM Paderbonwnata"
« hsodsdtrift i»t& iMgclatn.
DigilizedbyGoOglC
HARIRI— HAJILAND.
■Mirl, Aboe Moliamm«d Kmim Ibn Mi,wa
bwocBtd AnbtMh diehtec en pfaUolcMC!, te 1064
bt Bun Mboren, is de didi4«i n« de lieioenHk
téMma^ea, WMnw de beU «en mt •tod M
«tad tnkkwfe iaUtvkoi^igt, Aboe SM tu Se-
loedej k. Deie T«iMtiJiiit nt d« mcMt venciiil-
leode Tennoninii^en ea bnn^ dooi inn «««-
tige, getfacbteaqjfce en k«BSt*oUe vooidracnt«o
nja toobocptden ifl ^«mikkiBg. De taal ia nj-
mend fitou met takj^ HtgerïtMiitai gediabten
en beeft in «i»itanittcdökb«ad van oMdndcking
inrn en woonbpdiaffen bgnft liaan velgkc
t. De beste vilgATCD kvepden De Saeg (1S22,
nieuwe 4favk faa Aeüunuf en Derenbaurg, 2 4fln.,
1847—1653) en SlMn^on (1896), Een Ë)«>elM«H
v«iteling gaf CIteitery {1867), een lutmoatend
Duitocbe Büekert „Die Verwsndti»gen <ke Aba
Seid yoo San«", (1826). Van veel wnarde lijn
ook twee ])failok)0iaehe ««lien tad Harin, n.t,, de
„Hulbat «d iiat) , een TertHaKMiaig over de Axa-
bi«cbe Bfntjuia in Ternn, dte Teg^adieiden malen
nitffegcTen en door Pinto in ^t PraDeeh tw-
tuM ia (I8d»), en de „Dnrrat «1 gJuuWaa" over
Arriaaeb Tnlgarüme, die door H. Thorbeeke
(1S7I) en met Óm OMniDentaaf van Chafadêji
(t 1A59) niteeReTen is. Eanri overleed te BasiB
in im.
H&ifc noenkt men in de wapentamde een
dNruestok, tneeelal K»b-
der Bteel, die faaa^wjjs
HU) <]«o 'boren- en oo-
derk&Dt VHt taaien vuur-
aen ia {>ia de tig.)
BarkMiy, een bad-
pkwta io bet floagur-
aehe eomitaait Baraojft,
Huk.
telt 700
heeft een ben^rtot
vÖnboow. De ^eoe*
kitacbtige brooAeii wi
den VD 1S23 bg U
v«l oottkÉt, toen m
drooglBgde.
de iMÜbnRl^
ootddrte men b^ boriiwen "een lütatekende
imvettinm, die da<gelgka 400 000 L. water na
42* C. levert De bnoMMo bevatiten grootendeeilc
iwavelwateratot, dilooniakiium, kotjiwir, naibri'uni
eo koo)i>xt«daaUied en wonkn it^en «IcrcJulDce,
jidit. buid- en vtoawenaickten gebnnkt. Men
vindt ergrootebadlinizentDetealoundMenpark.
HftTkaTT, Adam iakoéfmmUj, een Joodat^
«e)e«nde, den 17den Oetobet 1^69 t« NowarMlbok
Bg Uüidt geboien, atodMnde te Wjbia en SL Pe-
tersboig en ootwikkcide ach aJa biUiothecuii
der k<d»rlöl<e bibHotbe^ aUaar tot een der beete
oiiïnt&liaten van tmtat töd. Vooral beeft lün
kribJaehe bewerking en uitgaive van eenütieeme
handaelirilten ooder den tit^ „Studdin en mede-
deetxncen uit de St. I'etcrebnrgsohe keiserlijke
biUiotlieeli" gioote waairde. Van 2^ andere wer-
ken soetoen wj): ,J>e Joden en de Slavieebe ta-
len" (1867), ,£«ncèten van Hohao>medwuiacbe
aobrijïers ovet de amen en Boeeen" (1870), „Be-
richten rao Hciireeuwecbe edidiren over bet
ChaMfenröt" (1S72), „Over de oorepronkd^e
•ebe Bjihf Hl indaebnf ten van de ketierl^ke biblio-
tbeek te St. Feleiabnrg" (1874), „Kataiogua der
IMmaawacbe BübeÜModidinltw" (1875), ..Oad.
Joodadie mfenktetfaoen nk den Krim" (1876)
en „J«hae3a faaievi" (leW).
Matkort, AiedruA WiOt^tn, een Duitseh
itmtimim. en adoalnee), den 22sten Febraari
1 TOS op een IvniUekaateel in bet graahcbap Uark
g«bo«eQ, tMd in 1613 ak hHteaaiit io dienst bj)
een re^ment foaeKe» van d«n Wcatfaalaobea
tandMorm, nam deel atB den veldlMbt mn 1814
en went in 1815 bq Iigi>7 i^wond. Na bet dm-
ten van den vr«de richtte bg vzerlabrieken op te
WetUr en Olpe. la lê36 tievordeide bg den eao-
leg van den Rgn-WeaerHpoorwee; eventoo de
etoomvaaii op den I^o «n «o de W«mt. Op knd-
bouwkmMÜg gebied eal bg oe p(9ulaiie geaebrif-
ten; „Flaetuntaxtha en „Gbtoer iHekirich" in
bet licbl. Hij etiebtte tu 1857 een jjzeramelterji
te Kejtenbaoh. bevorderde in 1860 den uitvoer
van steenkolen uit WeatMen na«r Ferlugal en
ontwierp in 1864 met soa Earlnuaut bet plan
tot een (utderHiige verbindiag der bootdri^ieren
van INoord-Dnitaehlaod. In 1840 weid bg g«li«i«D
tot aigevaardigde itaai den WwUaaleehen Uuid-
dag. In de NatioiM4e Vergadering van 184S
aohaanle bg lioh aan de zjide dei koningq^un-
den, maar toen de partij ^ teodalen oe over-
hand fcreeg, «tood bg «f) tot verdedi^iog van de
reditea dea volks en voegde *ich b^ de tiactie-
Findce, terwjjl bij later raet Boekum-DnUU het
vao bet iHaia van Afgevaaidigden, daarna vas
den Noord-Duitaebea Sjbadag en van bet Toloai^
lement, later van den eenten Doitaeben lUksdag.
Hg oveiieed den Oden Maart 1880 m ajio buiten-
v>üUgI Homtowh bü Dortmand. Van igo ge-
Kttrilten noemen w9: .^Qng^- und BauenibrHJ"
(1851), ,4>>eZ«(tendeeeB«teitwestf&Iw(!benLand-
wdtiregiments. Edti Beiitrag mh Geadiiohte der
Betiwiawslriege 1813—1815" (1861), „Uéber
VolkalM^eD" (1851), ,^et we«tmieebe Fladu-
bao" (1851), „Uri)er das Pioletarial, Teilbarkeit
des Gfundbeaitzea a^w.*' (1855), „Adlere Q«-
aehicbte dm Stdnkoblienbeigbaues und der Stahl-
uod Ëiaenpioduetjon dei OraledMlt Mark"
(1855), ./Sescblcbte dee Dorfea W«t4er" (I856>
en „Bdeuchbong dei E^naoUfiage" (1859).
■U'laiul, Benry, een Amei^kaanacb nMnMt>
M^ver, in 1861 te SL Petersburg geboren, stu-
deesde, eeiet ie Rome tervoigene te Pargs e&
eoodd^ «ao de Harvaid-univertit^it in de Ver-
eenigide Katen. Na bet vereehgnen van ign ro-
man ,3bdemoiadle Miat" aaaoeiierde bq scb n
1604 met AMbrtf BeanUejf en den uitgever Jak*
Lme, tot het natgeven va» een gellWbeerd vei-
volgnveik „Tbe Ydlow fiook", waaivan bg de M-
dang op lidi nam en vreUn vUiamodeioe verha-
len, en aove&a on oogenèkk tot groot aeban-
daal oaoloidiiig gav«o. Id Engeland deed hij een
beweging ontstaan In den geeet ^ran den ^eroD-
lie de Fiaooe". Aj xgo T<nMiDe, vxtia „Qrey Ro-
aea" (1895), „Comediea and FknH«" (1888) en
vooral ,Jia Tabaliière du eardinal", „Tbe Lady
Paiamoiiot" en „Mj iFViend Proapero" iBn leer
ateri re^ietiadb gekl«urd. HarUnd overleed in
1005 te San Bemo.
DigilizedbyGoOglC
n AM.ItirTJW— H ARI .INfiTlW
41.
■«Hakltn (Arlteehino) u óe smid tta een
B AeliMMR (iMHm 'M» «en dnnel in Ifi^
«èa kgukéu). Si im aii^ in «en
ntatd, TteMenrig niMa<C *iigt kortal-
~ '"'T, Mn met JóttiiMkfli en «en iton-
«ptanK 4fl aodeo ■« » de «wMicmeiBaetie get»-
miapden, valt to betwgMee. bt bet Fnmech
dreüt bjf den neem nn Arkquin en te Pei^
«eKTèQ m bet middeD der 16i)e «eow dooc Car-
ItNo met gr«oten hij/nl ^<erh>oiML bi Dtuteeblaad
lieeft iDen <dn «odeo flonswont itegea faet «ode
dei 17de eeaw id HarMcfn bcndupen. Hg
•nit van oade <k nd ven bediaide. Ak ModBoÓR
was Iq Mfivankelgk f nw, «DiMÓid, eafceaehaamii
M, moMig, maer vefBodende in bet nkUeit dei
16de «eaw en imd teeD liMg, ^eesUe en on-
deogend. In> Fnokr^ veibeeg bit aog Deadiaaf-
der Tonn, docè bepaalde ïkh iMwntnNiimDd bjj
let bi^ am m de eetate beitt «r larige eeuw
%ébeA en al te TenlwÖDen. De dMperie, welbe
op bet jtooBMl de «e»te «oulMae bedelft, Mcmt
■Mn nog wel 'mmleau iTArUquiti.
lÊmtlmM. Öotttieb Chrülo^, «en Daitadi iet-
teibndige, den 2lBtea hoi 17&8 te Ealoriiadi
geJxnen, atodeeide te Eriangen t« Jena ea te QSt-
■ngen ok veati^ rich léa piiiaaUoceot U Bf-
laogeB «aac hf) in 1765 tot bnitengewoon hoo^-
leener beooemd wcod. Hg keerde dtMrheen ui
1770 ali ge«o<Hi boogleeraai terug, hmW hjj
«eret ecatigen i^ waa weikauuD ^ewéeet aan het
nmutaiian «e Cebnag. Hg oraleed den 2deD
Ifoiember 1916. 'Bfj eameet o.a.: „IntroduclH in
hiatonam ttognae gnecae" (2de dnik 1792—
1795, 2 dk.), .Jattwtoctio ia ootitjun EttMatu-
tM RooMwe" (1761) met ,^nmi(menta «1 bi«-
Tionm mtitiam Mteratafae Bcmanae" (1799 —
1817), tenr^l èg een 4de TCibetecde nitgane 1«-
wde van ^jMtrióaB' iBiUiodieea OiMn" (12
dbL, 1790—1609; met ioka, 1636).
Haritu, Jolmtn ChrUtiim Fritdrieli, een se-
neeifaiadige en aoou nu ilsn TOCHgnaode, den
Ilden Jsii 1773 te Brkogen gebwen, etodeeide
aldaar in de geneeetnode en legde ach tey«ie
toe «1» de geaAiedeaia en wöabweette. Hg v«t-
«Mxf «I den doetonmw in da pQlosoJte (1798),
en in de medianen (1794), veMeede «i itch ai«
puTaaMoeent en werd er ia 1796 bortengewoon
en mt 1»14 eewwn faoMdeeraar. Ia 1618 ging hö
indiebeb^bngnaHBanD, waai bn den ISden
Maart 1658 OT«dead. Van zjin igeecinlten lei-
melden w$: ,fik) abntëeben HMiqwBen mmI
KoAUer dea a&dliefaen umd mUttent Eïmena,
WeetaaieDe wd Noid^niae" (1646—1848),
„HMaftMlL der irttAkben Xlkuk" (1817—1826,
S dk.), en ,/}e»eb*dite <kt Hünyond Niene&letiie
im lAHerttan" (1601).
Hofleu, £iiH^ eea IMtocb (A^wokiog en neef
-van den TOoignande, doi a2eten Oetebet 1620 te
Mewenlwcg eebomn, 'iwetigdc iMi ala Mivaatdt
«ent altei, laend in lëw 1) '
mmraatett te lïflneben en vroieed dten 16den
Febraaü 1862. Hg wbseef : ,J>efari)Dcfa der plaaM-
aehen jlnalomie" ( ade dnik 1666—185^. JAd
]fuA<^initriiilit&t" (1861), „ükxan» nnd An-
„ dee SeiteiuInbcIwfnromelerB" (1855).
iJlolekolire Toig&nge in der NerrenfitAiBtina"'
0858—1861), ,J»e <lemeitlueD FunbÜODen der
IneatarkebOL Seefe" <1S62], Znr üment Heeha-
luk der VnAAwuókrax^' (1663) en „Pcodftre
V»leaiiDgen aoa dem Gebiete der Ffavaiokgde
and F^wlegM" (1851).
BarlMs, (haOiob Chutopk AdoU, een Pro-
teetanleeli go4g«leerde, den 21eten Norembn-
1806 te Neaieobeig geboren, etndeerde t« Srhui-
gen en te Hafie in de dwologie, vestigde lich
^ privaaMoeeat te Erlai^en, weid in IBSS bui-
tengewoon en in 1666 gewoon faoogleerur ia de
godedeeidbeid. H$ «£iwS: „Eomioentai Ober
den Bri^ an die Eptiees" <2de druk 1856), „'ïbt-
ohgiada» ËiieTklapidieicwlLUeti!Kxk>k«w''(I837),
„Obrietliidie ËtUk" ^ At^ im}. „Einsbe
und Amt oadi inUu Ldire" (1653), „Soiut^a-
weüie" (4 din., Mé dmk 1660), ,J)a« Veili<jiie
dee ChiieteDtume id Etdtui oiid Leben«fngeD
der Oegenwart" (2de dmk 1832), „QewdncEli-
biUei aue der kith. Kindie Livdaiuk" (1869),
^taal vnd Krebe" <I870) en met Hamuk ,J)i»
kirchli<di-ieli^0se Bedenluug der leioea Labre
yoa den fliukdenmittelnf' <1866). Als afgevaandig.
de tDonr den ilüwHag venetteli^zktioietkiacQt
tegen de eieeben der A.-£atbolaeien^ wodat de
Beiereefae T«geefüig iMm in 1845 ign leerstoel
ootoam en Sem alé coneiBtndMlraad naar Baj-
reuth veqdaatete. Ia dataellde jaai ecbter ging
bii ale boogleeiaai naai Leapzig en werd er in
1647 {mdUntnt dn de Nieoklke^ In lËe betrefc-
knigen bleef hg weikzaMn tot n 1862 en vertrok
to«i ala (reaêdent van Itet Proteabialaob Ckiosie-
toije naar MQudwn. Hg overlved aldaar den 5dea
September 1679.
Harlai, Charlet d«, een Bdgiach o
ia 1632 be Leaien geboMik, was boei-
de Oostetadie talea aldaar, bd van <
mie Njale de Bdgiqne" en van telijike faniten-
laodaebe geteerde gcoootech^tpen. Hij OT«ileed te
Leuven in 1894. van zgn werken nocmeo wn:
Een vedalii^ d» „ZewkveBU" (1S75— 1878).
„QnnHnaire pi&tique de la ko^e eanaariite''
(I37S), „Dee ongénes <fti ZoroBetdeme" (1879),
„Uawwl du peWr" (1880), „Véiïame, btehma-
nieme et chnatiuMsme" (166i), ,JIanad de la
huigue mamdebooe" (1664), „Hiitoiie de l'empi-
re de Kin" (1887), „Ia leligioa natioDale des
Taitane onentanx, DMaideiMaB et moagols, oom-
Itaiöe i> la idjgkia dea ndem iCRonois" <1^.
HftrllllflMi ia «an gemeente in de provinde
Fiiatlan^n HX gioot met (1S15) 10447 in-
wuiera, mgedoten éoat de Znideriee en de ge-
meente BanadeeL Tot de gemeente bebooien d«
etad en baar naairtr «mgeving.
De etad Hariiogen ligt aan de Za>d«rzee, de
apooriga HaiVngen— lïéeiiwardeft, den Noord-
Itieaetien heaal^OMweg, de tranJÖn Hadingen
— Bokwacd— Sned en £ 4i«liv«art Hadingen —
Fcaneker — Leeawaiden. Zg is de belangrjjkete ba-
venpibAte van iFtiedand, en staat in ger^^
stoomboobverkeer met Amaterdam, BuQ en Lom-
den, alsook met 'Ocole en Lettlh, Vlielaiid en Ter-
lont en laödervet do, uit de OostxeedBoi'
den veel hout en t«er, terwgl oaagekeenl ved bo-
D,o,l,zedb,GoOgle
HARLINOEN-OAIGUATrAX.
t«r, kaae, Ebchtree «n aanfamden faenerens
stroocarton naai EapiÊati wotobd iütgevMa:d.
In 1913 WBS de onmog dnr sehM^nart:
Binnengekomen :
Stoomschepen 339, nietende 157600 ton
Zeilschepen 3, „ 300 „
Totaal 342, metende iS7 90o ton
Uitgegaan :
Stoomschepen 384, metende 162 400 ton
Zeilschepen 2, „ 200 „
Totaal 386, metende tözóoo ton
De sUd mU iutit ««ioig Toocded mt dien
oveneeMhen tiawfel en «k mackiliplaKti Hgt zj te
zeer ia «en viUtoek. In den omtoek lim me-
enkele et«eD- m pumebaUeröen «n.boateM^i
lens, io 4e stad zeH MutoiwiMijen en Utam
dnetrie. Eariiffig«n m reedmatjg gct)oainI, beeft
twee binnen- en een ItnutenJn'ven. De ptuts be-
siit een Itaoton^reeht, een boogcM biHeanchooi
met 3-j&rigen oarsoB, een bmAasTondeoboci nnr
aniboditBHeden en ha«deMiedien'<l«n en een iw-
vaart«ehool en h de setel Tsn ooderacbeöden eon-
gnbuie ambtmnren. Het aMuaen]yk«te 4ed der
pUat« ü^t toBsdien de NoordatbkTen en de Vooi-
stroait. Als Toomaamste gebouwen ToUen t« ver-
meUen het sUdhoii met toien en «en momiimeat
Toor Simon SlSl en de 'HemviDde Ornote <rf Nien-
we kerk. Ook de LnUiersdien, DoMBgezinden, Qe-
refonneerden en B.'EktfadatfoDfaèUwneTkerlcKe-
boQwen, de Israëlieten een êjiu^fKK. Ten 7. der
«tod, vp den leet^, nqkt de ,^teenen Mmi",
een in 1774 hernieniira monumónt tas Catmr
Robles, onder wiene inrloed de djjjcen in de Ittde
eenw Terbeterd warden.
BvldiDgen is oniteta&a nit een geèncht toBBchen
de adeHpe etsten Harli^ en Huns en wm in
Tioegei eeowen Tam Testmgwerken Toormen. Van
de eeawenl&oge itwiElen tnëaehen ScbJeriii^rB en
Vellfoopeis oatmie bet ook ign deel, hnldigdie
jn 1496 hertog Albreehf em Sakun sla beer en
kie^ in 1502 een nienw kasteri, dat in 1510 in
bnöa geatoken wwd. In 1572 *erkla*wie de
stad ïièh voor den prins, in 1748 werd ^ ge-
phiodeTd, in 1776 door oreretrooining geteisterdi
in 1787 door de Fatriobten Tan Franeker belb-
geid. in 1825 opnieaw dooi een watervloed be-
wxjhi in de jaren 1870 — 1877 wi nieuwe haven-
werken voorzien, die etditeF met san bun doel
beantwoordden. Daarom werd in 191<Q begoimen
mei het aanbreien Tan verbeteringen, welk
werk is 19r4 voltöcnd wa&
Harllnverland {tidw genaamd naar het
riviertje de Haile), ie een landarti^ in het N.0.
van faêt PraieiadH dietrict Anrich en bestaat mt
vniditbaaT U^laod. 0<nqnvnl(et|jk een Oeldered
ken, weid heit in 1745 door Prmaen bg Ooet-
Frie^&nd ingel^M De bootdatod ia Eeene.
Harmalarood. ^ Barmiüien.
HannoUen (CiiHt«NA) ia een alkaloTd, dat
met Aormten CmHuN«0) TDOtkonit tn eeik' ptaot
der Erimache atqipei Pegmwm Hmnarla — in
bet Tateandi Zyterlik — genaamd, die tot de
famiÜe der Rulaeeeën b^toort Bet vrordt im het
Oosten ale apecer^ gebnukt en verkregen nit het
tot poeder gestampte zaad, wanneer men dit poe-
der ia watec nwt een woiüg «wsvei. of a^ja-
strai Ia<(t nittreU«n, bet Utreat met kei&«ui»t
doet neerakan, den oeera^, ut de zontmre no-
ten der alkaloïden bestaand^ met kenkMuont ntt-
waacht, daacm io mta ofióat, d« <^4aatiag met
kool ontkleort en bg 50* tot 60* C. met bohm-
nda neenlMt. Eent beqafct daa de baimiea in
naalden en dMnta da bannalien in plaaljea^ hm».
dat men bet oeeniaaa met het mkroMOOp moet
waamemen. De hanoaUen kiaatafliMert in rhom-
biiobe p;raiiMdeB en kat weinig op In water en
aetlm, virg goed io kooden en Teer gematkel^k
io iDokenden aleobol. Zg amalt bq venranniiig
en Tenpi'ridt daari» een wiMen damp, terwgl
oiydeoende seMitaiidi^beden baai ia een io ws-
ter ODOfdosbaie, maor ut «leoboi <»lo*aeiHfe verf-
stof T«a «en loode kleni (kamuSaroodt onuet-
ten. OeooBeentraerd o^eterzmii nrrmt duime-
de nitrohKiDen. De zaüten rta imnemliea tifa
geel en doorgaaos granakM;^ q>loebaai en kna-
Ulliseerbaar. fianuen kan meo vit bannaüea
verkrygen, «aomen '. .'.
tot nv C. Toibk. Ook ootrtaat v
haanalieo kookt met een mracad man gejgke doe-
len alcohol en soatiuni, waaAq men een weiog
mlpeterztror voegt, waarna bg net aftnden lois-
taUen van zooteuM bamnen ontstaan. De bar-
mien vom^ prisma's, die in water wviug en in
^eohoj en aetber zeer weimg Of4osten. ]Ëar 900-
ten Bja kkmloos, haai geeoneèntmndeoploino-
"«nwaefatig. De gele
hare loaten hecht
ndet op geweven stoffen, maar uit harmaÜen ont-
staat door trekking met aloobol een roode baaia,
irier zouten Tood en tot verhtof voor geweven
gelederen zeer geschilct 1^°' Daarom bei^ men
in Rusland bet harmalazaad ala gtondcl^ voor
het bereiden van verf. Ami ( "
geelt men den naam
Hen beeft dm naam vtut barmaUeD ook ge-
ven aan een paaree verfstof, door Koy uit ani-
:n verimegen. Hen bereidt deze door 40 deelen
eaibolzuur Tan 1,85 «ooi4elök gewirfit mot 1400
deeleu w&1«t fe verdumten. en eerst 50 deelen
aoiUen. daarna 200 de^n maingaaoaDpertaied
(tnninsteen) bg te voegen en onder geatwg om-
loeien dit mengeel tot 100» C. te verwannen,
totdat ei geen neerslag nteer ontataat. Deien laat-
oten iDO«t aten voortc tiltreeren en met Terdand
zwaveJïwir digeceeren, waaidoor de veifetot op-
geloet iwordt. De fceide opkienngen worden daar-
na venoengd en met aounonia verzadigd, waanta
de Tertsioi neerslaat. De neerslag wordt geSl-
tieerd, gcwaaaehen en giMÏroogd. uk bet orerblg-
Tende verkrijgt men hamMlien door ntttrekUng
met tioeÜKÜ.
Baimattan is de naam van een leei diegen
en waanton wind, die Tcerimatig 8- of 4-oiaaI
'■ jaan gedmende 1 — 5 of ook wel 14 dagen nit
de binnettlaitdm Tan Afnka osai de kust van
den Aitlmüsdien Ooeaan waait. Hg beeracbt in-
zonderbeéd in de maaodeD Deeember, JaaoMa en
FrftTuaii en gaat vergeseld van dampen en «tof-
woften, die «oma dagen Img de n» Teardniate-
len. Hü wmidt gekenmerkt door t^ bmtengewo-
— ) hitte en dKMte, soodit bontwerk edienit, en
I adnolhaéiag Memnteid wmdt. Dooiguoa
woidt hg dooi koel weder gevolgd.
DigilizedbyGoOglC
HABHELBN— HARMONKJA.
HuVMlMi of Bemuleit v mh gcnHents in
de fsOTJoei» Uhecbt, «m den Oadn-Bj^ hmht-
<mr MD t>n« 1^ 1911 fijL «mrt met {1915)
1 953 wonen, in^euotCD door do ^emoMiton Ka-
merft, Eodnngen, Log-Hienwhiop, Vleaton,
Vettfimnen, linachoten en Woerden. De bodem
bestawt gmotende^ mt rivieiUeL HooEdbedr^-
Ten '^a tandbonw en meteeU.
Het dorp Hmnden Ugt in een twmilaee
stred, heeft tw«e kerken toot den HarroHoden-
en R.-EaAolM&en eeiedienat en besit bet nboooe
„fiiiü (e Barmelen", reedt ü 4e 18de «eaw be-
kend. Het dorp ligt mb dm Owien Sm en aan
de ■toorignen ^natmlMD— Oonda— Rottenka
en ütveebt— RottenUm.
BunmopoaloS) KomIorKiwu, «en Bjimi-
t^BMh webtagétoBrde, omMreeÉs bet jaai 1820
te KonstaotHKipei gObocen, »a« nadabeer bg de
kooMB OoHfoeutentu en Jokanneë Palmolomu.
yvFhIgam ledtter te Theenlomca en oferteed
in 'IMO. iHq sdneef o. a.: een .,nfix"f<" tA
>4fMv" (^JlMOMte tegan*^, At Uubb no^ «h
bnrfferl^ wetboA in Onekenkod bindende
kntèbt beeJt. Het ie bet laatst atsKseren te
AttMK in 1973.
Bamileii. Zie Banudieti.
~ , «n ArUtoilton,
Chr. met bvn dolken, die in onder myntentakkeo
TedN»gea badden, Bifftnvhui, den Kxm isn Pi-
aüfnitti* en du jongeren broédeir Tan den tiran
Bippiae om bet kran. O^wemde Hipporrhug had
de Tri^ndeelMp iran Hannodiu$ traditra te vin-
nen en nit wrevel orar zgn teienratellii^ dien«
sTMter, een oDbeepmken jonkTroaw, tot bet bn-
t icUmngta van den nwtwd dooi
oe Igfwaeht gedood en Arülogiltm, die nmk ont-
snapt WM, gegtvpm en torecnt geateld. De Mhe-
oere bebben de nagedacbtenia der beide Ttienden
door ataodbeelden en Uodecen reibeerlgkt.
■armonla *m de doebter van Am en
Apkrodile. Bjj haar bowri^ met Oodtauê mna
eiHe goden t^genwoordiK. Oadmtu achonk baar
als bnndf^jH een gewaad en een DoodMtiff, door
Bephaetliu lerrauifigd hatatmad, dat B^ i«it
dezen of vao Europa ontmigen had. Barmonia
oodemmd daarran deo bollooien - < ^ ■
iJ na een mupapoedig tnwdökalmen met haar
gemaal nwi Bijni guw, «aar beiden ift aknet
versDderd werden. Dat biimenad viel Teirol^i
ten dee} aan Sriphyk, <fie door hasr toon Ale-
nureoR Tennoord wad, daama aan Alphetiboea
(»rf Argitua) en CaUirrhaê en werd eindeli^ doot
de zonen van Alemaeon in den tempel te DeMii
nedeiffeiegd Dodi otA toen maten de oidteilen,
door dat tooiael moonaakt, nog g«ui ^ode. De
ffemalin nc Aritton, den Tddbeer der Oetaetre,
had dnt haotstoeht oegew<^ Tm dn tiran PAoirt-
hl, maar ^ wildt düo aUeen geboor gvren aan
ign wensdMD, wanneer hq haar dot hriarieraad
bracbL ^ roofds het djentengtrotge uit den
tempel, doili Wirfdra wtod haar >oon in Taunqj
ontstoken, soodftt hij braod atiditte te fanar wo-
ning, naI4^j iq mU om ta* teven kwam.
HftnnonU. •watéüam ia de beweiUiig
der vior vnaa^ia tot Mn aHoeiiAiaDgend Ter-
baal, waaih^ de tdnt loo ml mogelyk gertigd
i» en Ktadn totmNgüwsn Tan den at^gTer. De
eerate went gebrerd dKv Tuitmtu (ometreefca
110} in zgo ,<D)ateaM»io", waaiacbönlgk in bet
" 'act gesdtreren en door de STriéra tot in de
helft der 4de eea» A bet eemge erangette
STTiaoh
ad* hel
HKmiOiiloa of ^atharmoniea noemt men
«en inMnidaoabwaeat ntet een metaahehtigen
toon mt gboen klokken ot koronen, die na^r
toonhoogte op «en rol of ifnl beTeaUgd E|fn, met
den 'Toet londgedcBaid en met nagemaakte Tin-
geiB bcBpeeld worden. Het inatnmwnt is uiit««-
Tooden door Benjamin Franklin ia 1763. In (fen
begüme bnd bet een toooomTaog no decbta
twee en een haU oetiftf, te weten tui kleine c
tot tweeg««tre(^te g; door anderen went bet tot-
(Kg-.S.) J
beterd es van kleine e tot driegeatoecfite f ge-
bradtL Ock ijja Mer nitgeTootfcn de Btrgkhar-
nn^ra_ in het Hoogd(ütK)h „BogenbanDOoika''
met ato^Btakken, en de kkirieriiar-
, .. ..«tenbannanaka" in het HoogAütaoh,
die door UaTiertangenten tot toongeren gebtadtt
warden. Ëindelök beeft men nog de glariatten-
bÊÊmooJa. {Hg. 2) nigeUMrmoaiea, atadbinDOU-
ea, „UandhaaBODdk»" (%. 1) in bet Boogdvitadi.
De glariantMi^ea ia een kindertpedtug, M oit
gtoniehgTen in een booten haÉ op een paar «tuk
geqmnnen toowtjee bentaat, waaroft met een kur-
ken vt bonten bamei^ ««bkt «wdt
Harmonloa ia een bg de lagere Tolkaklaasen
nog iteeda bemind minekioetnuDent, een mtno-
óiae TM Domwn (i82S) te Weenen, een meAa-
niadK Toknaking- Tan de mondhanitoaica. Het
inetivment ia feiteigk een >ri»kM>te Umabdg,
waajin een amtal metalen tongen ign aaage-
bracbt, die gedeeltelgk naar hunen, gedeelte-
Igk naar bniten qjn gebogen, modat de eerste in
trüling komen, waaneer de bak iaeengeiknkt
wordt, en de laatate, wanneer de oalg wordt nit-
getrdiken. Verder ie bmten een soort khnier
autgebraobt, waarwk de toetsen oorre^modeeren
met Tentitlen, die den wiadtovroer naar de ton-
oen afikiten en openen. Met wlnoiiteit beqteeU,
kno het niatmment een goed effeot maken.
Hftnnonloa. Chemiteke. ol tinjieiwle stom-
men, il een toeetel, waarmeoe men TeradtiUende
tonen kan Toorbrengen en dat foestaait ut een
DigilizedbyGoOglC
HÜtUONICA— HARMONIUM.
Ueine fratwEtoffjun, «dke bnutck in een T«rti-
«Je, nu boten open ol g«ak)iteD buis. De toon
«ntetaftt vsmieeT lieb oe vlam op een lekeie
hoogte üi de tioü bevindt ta kooit oveieeD otet
£e, «elb dooF eeo deigeljjke iiKhtfcolom, lie in
de bui« aanweiig is, wordt voorigebncbt, win-
B£eT men die doet tritiea. De boie (zie de aib.)
ie gewoonli;^ van glee eo tkxiirgaaiK loodiecht ge-
pkatet. Door bet ycrieoHii, dekken of ten biJ<ve
delckea der lnii« wordt de toon T«niiMl«rd, en ale
Ofaeonecbe baiiDomc&.
men de bnia door een fluit vorvangt, kaD men et
de viata melodieën op doen blazen. De triUing
der loebtk<Aom ootstaait doordien de ym/Uattèi
to de nrarstnf ÜA met dooigaande nuur bg
odM^ken Tetbênden, tawj^l ósk ediokJien of ont-
ploflisgen Met mé, doch zieütbsat op ettaMra
T<dgen. Ook knonen de tonen gedeeltelijk ge-
vocmd worden door de vonning en verdi^ting
van waterd&mp, (har een bode. aan bet iMtdode
Uit een twi TerwQd, traariii zich eeiüge 'vot^tig-
heid iwiiodt, tonen Toortbrengt, «Bjuieer lü ver-
wMnod wofdt. Bd>h« waterstof tauoen ook an-
dere brMtdende gaooou g«brail:t worden.
Bannoiiloa.tr«lii. Zie D-lreinen.
Harmonlaliorde wsc de owun vem een mn-
liekrnetrujnent, in 1812 dooir Kautman» te Dres-
den uiittfovoodeii. Het iwd de gedaante vao een
pitmo, doeh de «barea weideo in beweging ge-
oiaobt door de wrüving yam «en met ieder ovei-
trcMen en met ban ti<«tr^«i roi, «mdat de toon
sanhnh^ lookn^ de .nm^er den toet» drukte. Het
M^uid Tan d*t inelnxneat wae Juachüg en we!-
hiideiid tevens. TCeber beek et een groot concert
met nrot orieat tooi geeompaneerd.
Hftrmonle (GrMSeh = overeen Btemm ing]
duidt de Bamenwetking M juiste verbooding aan
T«a vereebiUende elementen iat een goed gèbael.
ethische en peyobok^iiMhe beteek«niB daidt )Mt
de «vereenetenmuiig m (gevoelens, geziwttieid en
denkwyse aan, loowel bq één enkel inUTido, ak
bg een groef) mensdieo, die ia een ol andet op-
licht samen bdKwren (vandaar dal soovele veir-
eenigmgen den naam hatmouie dragen).
Ia de vytbegeerle verstaat men et den «aioeu-
hang, de ionige v«tbintenie van lidtaam en ü«I
ondei, waardoor ima mdetigdedie verriditiogen
oTeteenatemmen. 2oo spreekt L«t&itH van har-
nttmia fraettabüila (votHbescbikte oveteeoatem-
miog) tei verkkiiing v«o de o<v«reeaetenKDing
toaedien de monaden zondet ikt deae op elkan-
der inwerken.
Bij een kunttwrk Bfmekt men vaa hannwie,
wanoeei de veracliilknde ondeideelen een indnli
geven sonder «$nJee t«eeDstqidigbeid. Zoo preekt
1 t^^ een»
dere^ van Uenienhaimonie^ t^ï
ging van vetBcbiUende, op lich lelf ataaode to-
nen tot een aeeooid ol eamenkkjik; eJs men vao
bermoDJeëa spreekt, bedoelt loen daarmee vaak
niet alleen deacoooidbnafzoiiideil^ doch ook bun
onderldog verband. Ook verstaat men Midet har-
monie ^>eciaal muziek voor hhaBinetrnmenten :
een faarnKsiie-orkeBt of -eorpe m een orkeat, al-
leen uU bbaeinetmmenten samengeeteid; JWr-
mmiemwxiek, is muziek, aUeen voor een tooótnig
otkeet geadiieven. Zie ook Orkut.
Hannonl» «Ur Kfervn noemt men een et«l-
Ung van Pytkagorag, volgens welke de wereU-
licbunen in bun beweging om bet eentraalvunr
een bannoiue vui lonen loudeo voortbrengen, die
de meneeh edtter niet io etaat ie te hootea, even-
man sIb hy bet eentrs&tvuur kan zien, Deie tJieo-
tte is' later door Cteero ia i^jn „Droom van Soi-
pio" uit^weikit en wae gdM«eerd op de afstan-
den der leven drkele van de weteldliehunen tot
bet oentiaalvuut, dJe voteena Pvthagortu over-
eeokwaroen raet de get^viiKNMÏng der zeven
tonen vojt zöd b«iptai£oidL
Hajmonlsmnslsk. Zde Harmotm en Or-
Harmonlaolia MialTs* van veiaiideilijko
eleotjiecbe stroomen of sfMnmngen noemt men
iplöteing vam dergetgke stroomen ol epaomn-
in zuivere wiesMetroomen of wissdspaaiun-
gen, dat wil dua zeggen im zulke, waafran de
gtcotte naai den tqdvdgena een simuawet v«t-
wopt. By een deigél^ke metbxle woiden de be-
rel^oingen zeer Yereeovooügd, d^ tiie zuivere
wiaaeleboomen en ^lajmingen ondet eenvoudige
wetten ^jn Ie brangen.
Harmonlaten noemt men een duliaertiecfae
seote, die mastceeke 1600 doot J. O. Bapp is gc-
atiobt en reeds e^meiËg nsw Amerika is overge-
braobt, doopdkt ijj in Duiteebtand onmogeljk was
gemaakt. Hot bnwelüfaeverbodi, dat voor baar aan-
Dsngwe gektt, beeft deze seote smd doen minde-
H&nnanlnm is een muziekinetnimeDt, dat
veel op een orgel gelijkt en edgenlyk «en v«dM-
terde voim van b^ oudere legaal ie. De tonen
K-orden TOoi4g«biacht door meUlen ton^, wielke
bg bet re^al elecbt <^>doegen, maar bg bot imt-
moni'um dkionlann; ztj wwdlen door een locht-
sbroom in teiUing gci^racbt. De uitvinder van bet
s^teeiD van on^diegietere met dooiBlaande ton-
gen ie «soredQDiï^ de St. Peteisbnigeebe oigel-
fabtikamt Kortnüc (± 1780). Oreni^ bouwdie ia
1810 bet eerste haitmoniaan, dat bg ,yOigne ex-
DigilizedbyGoOglC
BAKMOiNTDM— HAiRNiAOK.
' Doemde; TeAetenle oonstniatiM kngen
e OÊtmta i«tt aeoUw, pkftharmoitioa, oKrofhwm,
hïmf, dkt de Inabt iwA loeefalueD, doch oHgc-
aogta wordt tkat madSae ie te dMtken un «ea
wolDiHn wt de oigctitbiM van Joeob Almmdre
te FatryB, ^ nuff Amarik» emigreeide «e dur
i^ Tioding in tTfirarrrnrr bncht.Door liet «ao-
tncngen vu 4 Toeta en 1« roeta Mgieten, oeteaf-
bofpeUfieeD, een eKMendabiestel, eu. beeft men
ÏB dm kop dw tgdeD bet int)ki^kiu0ivenuc»«n
TM iMt iutnnoDMMn veel ontwikketd, dkt in k«i-
IK koken goede dieneten bewast ea ook in tal
van genuwn «en geUeld inatnynent w. Voorta
nuMkt dB «metüdEgbeid, dnt op een hanoomm
boven- en eoinliimtistoaen dtude^ «Mrneem-
fatM >jji^ bet ótatrameivt onttig loor ftkocstieohe
ODdenoekÏDgea en proeven.
H&nnostati *es eeiet 4e noem der voogden
in i«konie, door middel tmi wefte de DorUche
luereebere «rat btin «oderAmen (pertoiken) re-
Meeden. Heet bciend inn etbter oe hftrmoeten,
die ten tjjde t«d Lgmmder, iegen het emde T&n
d^ Pek^neneehen Ocnfag, optraden, n). de
•aoi beide iQden tb ds AeceTaebe Zee aangeet«1'
da SpH4tMMolw geM^KMdets, <Ke aile wn de
Atbeoen ODbnUe ateden besetten eo (dakwjjls
met belmlp «Ki «en SfMTtauMebe IwzeMüi^), -
keie jaien.
Humotoom ot Jbnriaifeen ia een wntertioa-
dend aüicM<, <kt nit kraiseüiige doot elkur ge-
Kbot«i)e tnre^Dgikrietalfen bestaai Bet krieW-
Useert io bogwotpige mMen met «en op iQn
kaotea gt^têtMe riiombi-
«cbe pymntde, die op een
BciKipe IcmdntMefae pyra-
nide gdgU. Heit u Uade-
p de brevk es hemt een
ilaae, t^m^ qjn haid-
4'/i (itDSMben vfoei-
wit, <Jo(b ook wel
«MwO en apaUet) t«ifc(u>gt
VeoieT ie hot doonidit^
tot dooraehgnend, w»t«iba-
1 Éüeaeljaaf. Néai
aScÉdt
■ baryOtamotoomtakaüikaliht
« faedtMnsmvM^cetiMrii
e fchemgp niet gemalfteKkl
Iw .worato.a0erT«i<lHiiodeii
motoom.Deew-
■»2,i
jkMeMienuattHMig
Öi .worato.agerT«i<lHiiodend9menin Scbot-
I eo bcchil Tcdgena Rammthberg mt 47,1 %
kKMbDor, 16,7 K rinniinkitDozied, 23,4 X ba-
iTKMHied en 18^ X mteiv aoodat ij}n aaanen-
atdUioK bm worden «itf^ednd^ door BaAIiSii,
iS/). De tweede, o«k pAtKppaüf genoemd >>««&
' 'e gawidit van 2,15 M 2.2, amelt TOör
otuntoxied, 6,2 % kaUommied en 17,7 % watet.
H«t komt TOOT io DaitaeMaod bjj Maibufg en bj)
GieaMD, in letland, op Sidiifl, w Umai ent.
BarniB, Kloot, «en Dnitsch xanedredeoaat
en codReketde, den 2Saten M«i 1778 te Fabrated
in ZnidernDitniaroi^beii geboren, wm de aoon van
een molenaar en wijdde im^ aaiavankeJQk aaa het
nuter^k bedtijf. Lalet kveeg hg last om predi-
kant t« wOTdeD, beweht bet grmniMom te Mel-
docf en atodeeide te Kid in de godgeleerdbeid^
Kadat 1^ raa 1803 tot 1806 ais traiaonderwgKt
was wetuaam geweest, werd hg dSaconuB te Lan-
doi^ ia 1816 Bitcfai^aeiXHii en teeraar io de Ni-
eolaTkeik te Kiet, in 1834 ala opvolger nn
Setünermaeher predifcaiDt in de Drievvl^hüds-
kerk te Beiii}n en in 1635 eerste predikaat te
Kiel. Sq moeet eobter ijpi betoekkijig in 1M9
Tbeaee
hg da
Proteatantedte oittbodone TOdedigde, groot om-
zien, loodat hjj mUs bet aanbod (wtiüig ale bu-
Bcbop derfirugdiaobe'KeifcaBltiialaad'wertnuHn
t« iHn, wat bjj ecbtn van de bud wees.^ Van ign
ISII), ,
itoUe" (Ode dnk
,Nnw Wintéapostilh" (1824), „Neae Som.
alle" (1927), „OhrieMogücbe Predigten"
(18^1) en „PaetoiaJiUMoAogK'' 11880—1884), be-
aeTene een groot aantal leerredeoen. Verder
etineef hg bet vtdksboek: „Sohteswitf-hotsteiDi-
acbee GDOomn" (3de dndc 1854), „Venniechte
Aofrttae DDd kfebe Sdtrift«a" (1853) en een
ieTenabeeeh^Ting van bcmMdi (1851).
Bamis, Friedrieh, een Dratèch BchrÖTer, <hn
24sten OtAobn 1619 t« Kiel geboren, atodeerde
in de geneeehuide en wgabegeerte, veetMe ii«h
ia 1842 ah fwinatdocent te Ei^ weu er ia
1848 bnlto^ewoon en in 1858 gewoon boog-
leeraar, reiirak in 1867 ïn die betrekking naar
Berlgn en oreitoed riAar den 5den April 1880.
Hij eriHeef: „Der Antbropoloeiemna in der Eot-
wMdai«derPbilaaopUe«eitKMtt" (1845). „Pro-
l^omcoa Eor Pfailoaofihae" (1862), ,4>ie niikMO-
ptrie FiebteV' (1962). „Abhaodluogen der sTste-
maitiseheD Plulaaophie" (1868), „A. Sehopen-
haaer'e PhüoeooUe" (1674), „Uebn den Bwrift
d» Pembott^^' (1874), „üeber den B^ffder
PayohoWie" (1674), ,4)le 'Reform der Logik"
(1874), ,^ Hülomhie eeU Kwt" (1876), .,Ue-
ber den 'Begiaff der Wahibeit" (1876). „Peycbolo.
ne. Logik and Bttuk" (1677). „Die Formes dei
Etiiik" (1878). „Die FUkwxriiie ro ihter Oe-
sdMbto" (1878-1681, 2 «tti.f. tonr^ Wiete oit
im nlateneelmp lütgirf: ,Jfetbaph]^'' (1865),
.Xogik" (1686K „Etfiüt" (1889), „Begrift, Fw-
men md Omndlegnng der ReehteptwoBOiAie"
(1860), ,^ftt>nTpfailo«Siie" (1895) en „Vmtn-
hgi«" (1897).
Bam&ok. TAeodoeiai, een Lntbersdi godge-
leerde, den 3den Jsmiari 1817 t« St. Pet«rreburg
ge^Mwen', studeerde te Dofpat, Bonn en Bei)j}n,
pTMDoTeerde te Doipat, vestigde li*^ aldaar a)a
priTaat-dooewt, werd er in 18« tot gewoon boo^-
leeraar en aeademicDretfiker benoemd, vertrok m
1868 in dieieifde betnUcing naar Edaogeu,
maar keode in 1666 naar Doqnt tervg en nam
DigilizedbyGoOglC
in iSf!5 om Mdenen ton gewodbeid tön outalag.
HQ Mfanef: ,jD&o Idea der ftedi^" (1344). „Di«
OnmdbcfcBDDluew der waneriMch-lotberiadwa
Kkcfae" (1645), ,Jim cbrivtUebe Ofimeindegottes-
dienat im apoBtotiMb» ud «MatitoIiidMn Zeit-
^tei" <185Ï), ,^I»e hith. Ei«te LiTUiuk nnd
die bombntüelH BradNgeinttitde" (1860), „U-
tfaer'c Tbeologw nut JMaooderer BexUbmw anl
Mtae YenOhDongs. irad EriOBongstbewie" (1862
—1886, 2 dln.), ,4>i« Eiiebe, ihr Amt, ibt Rtgi-
nwnt" (1662), .JtnUwche Theoiope" (1877—
I8VS, 2 ^o.), „£at«ctetik Dnd Eiy&rui« des
kleinen EMeebMmns Lntbers" (2 (Sn., 1682) en
„üefaa dBD EMMm nnd die loepöratioii dec Hei-
Utfen ScfanK" (1883). B^ ovarleed te Doip&t den
23slen Saptembar 188».
n den Yooagaojide, den Tdan
te Doi^t gielMTCii, etndeeide «Maw. weid in
1874 priTMtdocent ie Ldpzig, in 1870 boUen-
geiKion, in 1879 gewooo boogleeraai te Qie«-
•en, in 1886 te lhibti% en n 1686 te Beriija.
Zjfp bentMnnig aldwi Tenrekte groote <
beid )m de «ttbodoieih die o» ueh tt]
tegen ^ benoetuin^ imaet te bebben,
sen-fwoéawT" ta SeklaUer beootaxlen. Hf) . .
nader inn liie imdBine ibeokogat, die, steiu
de flfi een bïtiMbe studie cd bewaking dar
net het bewnate^ der ootnriÉMde tfliiiimi be-
oqgl In 1906 •mai Haniaek terans genenal-
«Eoeetenr léa de Eoniatiqke BilliotlMek te Ber-
«pi en in 19]] tbo de „Eüe» WjSMtewOe-
MUachaft". 6elwb« igit^n «petelkm ' '
dDOi bem met Von Qêbhantt, hibet __. _
veD i/Tezto iwwt lUoiteracidwi^
isttnbea iMeaüa", in de
Kï de teider ie, en oa^OFa tQdadHilten,
beneTCM talrjike redeToeringen en ToordndiCen,
TeneoMdd «b „Beden xmii AnfMtze" (2 dln.,
1904; 2de dnik. dl 1, 1907), echreef hjj: „Zor
QneBenkiMJk der Qeaohidite des GaostiaBmnB"
qem Jle inOk guM BmmnUt»." <1874),
,J>ie Zcit dae Ign«tin« n»l i^ dironoloffie der
MtlioobeniBebeB BJacAOÏe" (1978), „Dee MOncb-
tvn, eune (JeecUohte aod eekie Ideale" {7de dmk
1907), JUevtin Lntber ia «dmer Bedentung fik
die (3ee^kfate der WüaaDKiMlt oDd dei M-
dmK" <3de dn^ 1901), „LebdnKlh der Dogmen-
MM&iefate" (3 dkk, 4de dnk I«09), „OmiKtdM
dv Dogmenmcbidite" (4de An* 1905), „An-
goetkw EontesBioiKn^' (Sde dnik 1908), „Oe-
eiliichte ^ «tetiiflttithen Ubenrinr bie Eoe»-
Uw" (1863—1004, 8 db.), „Oeediicbte der EO-
mglkh I^«aBeisdien Atodemie der YfieataaiAat-
ten ZQ BerHo" (3 din.. 1000), „Dm Weeën dea
CbriatentDDie" (ölate— «5ste dukend 1913), „Die
Anfgaben der 'tbeologiBdieiv FabittSten ond die
«DgcmeiBe BeUgionegesddcbte" f1901), .geuri-
ge sur ESnieitmig «t du Meve Tegtament" fbot
liedai 6 ^n., 1006—1014), .JXe Wiaeiaa nuf
Andbrdtnng dee Chdstentnme ia den «r-
iteD dnl Jxbitomderlien" 43de dnA) <1«15),
„Sprfkbe trad Reden Jen" (1907), „Die Aoostd-
«etiiirftte" (1006), „FtrotectantiBniiis and Eetiw)-
Uemne in Denteahland" (1907). „Eatstefanng
mwl Botwiddong dec EüdMDTerfMra^ ia dra
den in iSonMofc'* ,4^ Apoeto-
bekenntnis" i(37tate dnA, 1606) wn-
.__kbentieiiwden«tijdtegMtaiB lecr-
etdüngen, d&a doorde<iitgsTO^anb(>t„WMendM
(1000) deebte'TiiMHgei trard.
Bamaek, Atü, «en wiAimdige ea tweeling-
broeder vu dm voargsHnde, etodeeide te Dot-
fvt, imd in 1976 ak piivAatdoeent te Leifing
«p, werd ia betiellde jaeiT faoo^eerau te Dum>
stadt en ging in 1377 lie loooanig aua Dies-
den, waH hj) den 3den Agiü 1888 oTerleed. 1^
acbreef: „EiöneDU dec Di&cenlid- nnd Integnt
reebsni^" (1861), „OTnodbgen dei llieotie dee
kguitbönüeeben Potenmafa vod dei Poteuód-
InnktioD in der Ebene" (1877), „NfttailoiMbiiiig
and Natoi^iloaoplne" (188S) en „Leibui' Be-
dentang UI dar Ocacfaiebto der T
dentang _. _ _. _._
(1877). Ook gal by HonieTs „Ëiemente der pro-
}«kti>TJedtMi Oeoinetrie" (1675) en Sartt^
„hebAoA der UHeieDtU- nnd Inteenbecb-
Dung" (2ile dnüc 1887-1004, 3 dh.) mt
EiiaiDgeo geboreo, deed n* ijm studie te Dotpat
en OOttangen Tottooid te bMJien een leie dooc
ItaliS, Ociekenkod en Fiankiük, wu vmi 1882
tot 1866 leeiaai, daama diieoteur te Wenden
(LöOao^, TM 1888 tot 1891 inede-red«:t«ui dei
.^utmnëbo J^ubikdKi", woonde T«t 1801 tot
1896 te Bome en weed -nndMi in 1896 tet boc^-
leeiaai te DannstadA benoemd. In 1905 werd Iq
boogleenef atm de Teehmeche boogesebcxd te
StoUgut. Hg eofai«e(: „Dw TaioliBf^aebe trad
' " Qtifwcbe Reicfti" (1880), „Dae EhiIOib-
„Lun ÜM mt MMe des I4ten Jabibtuw
<186&). „Goetbe ind» %>cbe eeÓKi Vol-
lendui«" (2de •bvk1001),,JDieyuBiMfaeAMti)e-
tik dei Deoteeben" (1S02), „Deoteebes EnnoUe-
ben io Bom im Zeilidtor. dei Ehesk" (1696),
„ScbiUêr" (Sde 4tak 1905), .,Esea;e and Studita
■ar UtecAiiHoeecfaicbte'' <ie07) en ,3om" (dL 2,
1903), terwqf bij bovendien een atoM werkek
ma Ooelke en den 4<len druk vam ifeftner'fl „Qe.
«ohietite der denitecbien Litenrinr im 18. Jiia-
' mdert" (1808— 189S, 4 dln.) uitgaf.
KanuB ooemt men dht deel der gebede
irap^niBtiiig, faetwdk in de Ifideleeuwen diende
«m itet bo<TÜ^ ie beveoiUgen. Het faeetead aan-
lauiEelÖk wt dieientuiiden, beddrt met schuÜMo
WD fwid bout, pMcdenboeven of metaal Taa
ndk «en b^leedse^ dat kter dooi de gcriomte
luÖgakaMtlrteD gedragen weti, ia heb wooni «Mwft-
btjak aOomflitig. Veidei bad tam iwateer- of
maliebcmden no gseien cingeni en eiodd^ go-
brnkto aten dMrtoe «beele pUen. De koatt,
MB en r^ te wröwa,
bevedkte ia de Middeleevweu «en boegen tnp
vao TOIkomeidMad. De baraasaen nit iWiinaw wer-
den voor de beste gebonden. OA na de imoe-
ring der Tnurwapeoeo hieU men bet baniae nog
luig go beCgflbrnik en «erat f» de abebaUkv der
pkfcen w«id bet afcdeed door bet voetnA, ter-
wql het DOg bebooden biecf bq de konasiecs.
HaxBU ot brode noemen de wevers een met
DigilizedbyGoOglC
HMNiAe— BAAOËN.
bot WMlgetMw TeriwDd«n toe«t«l voor iMt op-
iHügeit dca' kettingdraden op aolk een wgae, (M
bet mog^ik woMt, eUi «fwndectl^ of «»%« te
'" ' 'q giocf»cai verde^ op te
brffen, ten einde eUu* bet ItOTeoVdc te mtkeo.
De niet opgtüdbte keUiogdTMlen blgven dautg
in oeeieDoeg hoiüonteka staod en rwnwn ' '
ook GMMRSAste
CatapkraeH.
Banwy, JToriinw, «en R.-EaUuilick e^dge-
leerde, den 6dea Jfed 1634 te imetenkm ^«bo-
ren, etndeerde to Leoien en tr«d in 1650 ra d«
orde dn DooBmonieD. -Nad^t hö 2 jear lutfs
ijjn eodgdeerde atwdiea tohcraéd hwi werd hem
te Ijenven bet coderwns ia de wüebeg«ert« op^
dnges. D*MiM wetd ojj boogleerau in de god-
geleetdbetd te Bouee). verimeg den dootontlen
inad en werd in 1672 dam den inatnti ^joer
Oide mar Boom geioepeo. Itt 1675 k««(de hg
UMI Lemea tomg en bekleedde en tm 1676 tot
1679 de betr^kiiw -na „rigent d'fitode'
booBMcbotJ: Ia 1677 irmtKk Iq ten tmt
Ie otx BatM ole défimteorfdnfnl ajuM oide
11 wenf Hl 1678 isipeetetir der Domüiieuier
Comte boDoemde bcm «
• MMKhnw irerd Ïiq io 1
it kafKttel te Lenie
0 lot pTOTineiMl en
2 iSMVMudigd oaai
1 1W4 nur At te
Rome. Veidei weid hij is 1696 imweatd tot re-
geDt dei godgeleaide laeaUeit te LeuTen, tot
meerter der godgeleerdbrid bg qn orde en tot
eenaoT det boeken. Nsdst bg meemuleD dmt
Reene woe afgeraacifigd ea prior wm geweest tm
het Uooater te Bnaéel, omfeed bg t« Leuren
den 22atea .April 1704. Hg Tentood, bduhe
vja noednrtid. FliaiMCÉi. lihi«Éem»A SpMnecfa,
l^rtnt, QriekwA en EetmeowMb. Hg eehreef:
„E^Mokapo)(«etiM«te." (I«64), „Ontio in Im-
dem doetork mg^d S. "GjHbo» AaoNiatie"
(I«88). JttèOr^t gOMnmtmiteyi der CMbo-
ijvfee Nederksdeo in bet feeën der H. wbrifloei
in fifaemnne teek ten gioade onderaoeht eni."
(16§6), ,i>e leettone Gettoe tniwUtiaiue Noti
Teetmenti etc", (IMO), J)e mai
üngois TQJtSwünu legenk" (1698),
tAön nnmmiaüom med «vdiak Pnedieatoran
ele." <mi) en «en ,.Onik/' ter nitrurt vm
jrorKnw SbiyMri (1701).
~ ' ' , ChriiliaH WOheim, «en Daitadi
amoedtm^, den 2aeten At^iaetae I7S7 te
WüuMk M Potatkm gebaren, etodeeide t«
Hidfa en Ie FxankfiMt Ma die Odei in de lette-
ren. Nnddt bg eeo jui «Jn hmeoDderwgiier wu
weikiaem geweeet, <nt?»K bp iJi 1909 gekgen-
keid op slaatekoeton te Berlön de metböds nu
Ptitakmi te beatadeeren. Hn kwam ei in kev
nk met Fiehte, Sehkiermaeher, Köpke, Zeune,
Jahn en ■■down, woonde er tooi lijn Tenkra
Tomü^ de •cMkóaeebe keaen bü, werd m 1812
eerate leenwr mo de nienwe kweekeclHMri na on-
deiwgwra Ie Bieikn, gat eeaigen tqd ooder-
ridtt un paiiMet ChartoUe, ktM kekeria Ten
Bneknij bkU teTCu MMkmkdie Toorteüngen
ca wgdde ii<b een de opbeaiing van het Tolke-
oodeiiwgB in SikiU. Is <iea2 weid hg «fireeteur
nm de onkrwgierakweekedioai rte Weksentele en
in 1842 prediliéat 1« EKici bg WtrfimrBtedt. Hg
Mktviog Ttrrolgena een «emA «meriWwt en OT«r-
ked te Berign den 16dea Ai^^<w 1864. Van
ign geeebriften mnneldeit wg: ,J)m dentMhen
VdkMdxrin" (1812). kier (O^MMdct en wlge-
geiren onder den titel ,3*adbncb fOr dm dent-
mIm VoftMchnlwaaen" (4de ^A 1893). ,J)m
Toraen" <1819), , J^ikcbee nod Finnai in iSk «nd
1U" (1886—1839, 8 Al) en „Der jetsige StMtd-
pnnkt des geeHnton PienakMbeD VoftssAahro-
•en" (1644rB9nil>dien gaf bg mt de t^dMbaf-
ten ,jDer Sfbnhat aa der Oder" en J)er Toftt-
(1821— lesa, 16 Al.). Na ign dood
„Uein Lebenmoigen. Zvr Oeerfiidtte
der Jtim 1787—1822" (18&).
Haroako* k «en der <kw eiknden, welke
samen ak de Oelweem 'mtrétn aaogedaid, gek-
gen in de BMtda Zee ten O. na An^mina, tus-
Kben iae»a*'/f' «n lB8i8a' O.L.Ï.GT. en 3»
SO* en 8* S5' Z. Br, Het «üaod bedMt een (m>er-
TUct« i»n nim 1 1 000 yJkm. en beatsat mt ben-
t«1Imm1, dat litb tot boTen de 400 m. Tedttlt
AoD de Z.-koet liggen wanne bronnen, die giec-
ozied boMMen. StaatfauKÜg beboort bet tot d«
aJde^og Smmtoc* der tiesideiatie Afnbmna. De
borclkiog be^t ten de^ bet <%iistendain, teo
deek den ÏAaa en woont kan bet atraod in ent
wntil MgorgeiL, win win Beiwto», de «tand-
pkak iraii een fai^pe"'~''"~
HHToekoe kmt-mlln
teiwjil sago inger
a fcraidnaeekn en kokonoten.
jid <de ReabtnanUge), dk ti
de nakanetinga^Mp, inaKr deor ign «ader k toa-
gekent^ m Pebraan 766 gebo«B, attvraudde de
legeeü^ in 766. Zgp Tkder was de ïMd Mo»-
hammtd al Mahdi; tijn jooedei heette ak aknB
Zkoitoenm; de kajinf fanwde baa> m 775. Saroan
Al-Raijid bad «ent itot giootnaer Yakja 6mi
Kkeiii^a» DMt SM beide «ooeit Al-Fadl en Dja-
far leren jaren onbepeikt beencbte. Na bon val
ia SOS oam Bonwii mN de teagek ma bet be-
wktd iD faaoden. Genarinke opstandeo tso den
AU» Yai^ bm Abd AOah in 792, w> de E^jp-
ienaien in 794, lao d« favmmera van Eaiiwnm
in 797, beMTena «en beiigen «Argd toaadwn de
Noatd%AnliiemD en de Jl«menieten ia 796, wis-
ten Aorom's rddlMeren' te dempen. Eienak v«k
ia bad floromi ook met de Bjmo-
.; telken Jan baddeo er vgande-
DigilizedbyGoOglC
e hMtea. Tom Mwr Swefkonu 4it
ima^HMt giBÜ. Volgein WMtame Mbrïtm
•tolkt Hanen n TriwidrtaH>^<^ betntting
tot Kanl dm Qroote, di«, «veük lijj, de "
«fae OiMTadm bekaa^)te. DeAnbiaebegi
InoiHHn -mhimUbii wr «ihter ateti «ml
TBihM BhbAmI, door JfmMtr gMÜitit, tot
dn «MuimÉbto atodNi 'VU ^ tjjd. TKt
Q An ÊkaktMM tot den
il en Ttu d«it
9 tot 1
oagoMv na dm
OeeMn, «troomden de belMtiiinii
'*M faet «itgtfltnUe i^ óa x|jo «AatUat, lOMt
faj ia de griegenheid dm, }MaUige geboawot
ie doen Terag*'»- Tercite wm hfj «m vrieid tcd
vetene(ia^>, <KoUiuuft «n mnnck, en üb Eat
weid de rentmel^ÉAte der berocntdato Hobam*
meduen. ffliii TTseodelgUmd in éva
nn mildtKéd m de door bent op BtmoiI
tobden TcriwerHU en liBleeniiiaiugdi een dar
nreest beivemde ceUetea ra da J>iiMd ea één
aaebt". Tn 809 ink Banat nur KbonaMB «m
«r een dpstand to daofwn, dM lieb' mate oret ge-
bed Tiauonnit laA viUgiibMii, mtmt Iqj «erd
Ak io Toei, en omh«d lAtku- dm 24iten
Haart 809.
7m: Palttwr, Tbe calipii Buonn Alraahid (Lon-
den 1884); U Strmm, Baghdad doniK tbe Ab-
band C^pbiti ^tatA 1900).
■ftro* no mflai Jotkikito, den 8lal«a A«-
piBtM '187» eebonn ali sMn Tan Umt Jfoet
aoêkito na J^mh en de Iwftene 7«t(ij
Sarvarabi, went den Sden iNoTembet 1"'
getwortadag daa ketwia, tot fcHNnprin»
NCIITMMmi
KrfÏKIO
) met (tiütaea Soda fotdiktwm
i^imreB eo inmi I88t) cehnifd, dïe faem drie zo-
nen aeboidc: Himkito Miohi w Miria (gebaren
20 April 1001), Ymoêküo AUoewm^a (gebcmn
25 Jnnt 1902) en ffoboefttto T^oeiumia (getto-
len 8 JMMMii 1«06). In 1912 kwam tiS »> •*»
dood M)Ds Tadere nn de ngeenng.
Bftronuisak, een Booguren eomta«t in
bet Z.0. TMt ZeT«itbemn, toH op S556 T.km.
(1910) 147 S13 knrown. De letel tm bet eomi-
tMt, d»t dom- Knostadt, OedvMbeljr, Eeac en
Roeineul begreDod wordt, ia Smai-Sicnt^ÏTBrgy.
S«ron Ubbo wm vo^ene de booieksn een
bAoin) wu met <
llen ranxMt, «kt
wu met «en Deenedbe fcoatagMloditts.
TonxMt, dat 1)4 de OT«rwinaing Miaalde
op Diwfera, loniqg na Weet^Friealiiid, op iqft
loaiiiDia n^S bet Itoode KKf te 97-Mffen ooder-
dom overieed en door ijfn loon OdilMd werd
«figmalgd.
■arp (IteÜMiiMli arpojbebooittotde inaar-
ÏHliuuenten, weftvr inamn getoU^ worden.
ÜÊ waodÊÊaig i« id een der owMe inrtntmeBton
en M de «ode eotmtmlkat ta bun btoeipeièo-
den D^Mndw gdield, loenl bn de GgTpteoann
«n ImSUeten, b^ wefter gmfadienetMacbtiglie-
dtan de haip een gmoto nl apeetde. Set de be-
■dMtmg dn»g 1^ ook amt het Wetten door, en
WMTMte de mnnek ÜA ootwJUtdde, Dam ook
bet «Dtnl nuen dei baip toe en weed de bouw
erran ook meei xriiecte. Door bau eagenanr-
dig taimktac ken qj uehieU hüMliafMi trata de
nitrindiBg es rahnaking der UiiiiiineliMiiiiii
ten; toch bieel de haip tot bet «nd der 18de
eeow «pedui een bwieitinment, «togeiien de
klanerHufavmenton mew moxiknie nitdmkkine
konden geven; in voiaM^e krioeen en b^
Toomams tamiUaa (foont ia f^ankigk m Bnge-
laad) wee de ban een mode-kwtnment, dom
Toor de meer opemie mniieUMoeleninff bleek se
kngen t^d nrinder geeefaikt, ook daar net vier-
aud b(Mik>t aMttel «oaren bet raeken vao Mlfs
eenvondige modnhtiee veibmderde. De nU.Tin-
ding edter om doai bankiee, die door middel
laa beflMxnien, die met oen Toet «b weikiag
wMden gesteld (pedalen^ de nma een weinig
te T«korten «n wnrdoor bower te kansen etem-
men.kwam ^laMmnenaent bekngr^ tegemoet;
op die wjjie kon aien op een Iwrp, die gewoon-
Igk in den tooneoort tmi Ba-dar neteatd waa,
ook èn C, O, D, A, F en Bee neten. Doeb grard'm
aitrinduig ma. bet eg. dwbbelpedMit-eyiteem hnd
de beteekenaa Tan een tmitenBewme Tertwlériog,
die de baf^ o^ tcot de cfieubwe nnüekbeoefe-
■üng illeMwa pndMtial vankto en haar ta ak
oikeet-, èn tlt MfeenatnHDOkt een pkata in de
coneertoalen deed morererL Bedoeld ^tteem
beelt faet Toordeel, dtt een aeUde enanr niet ééa,
docih twee keet, toHnna met «en balven hx» ler-
kort fan worden. De dubbel-pedaaUar)» ia ge-
ntend in Oee-dor. EtasSawmn pedalen, die me
maal kanoen aeeigo<fcnkt worden en wtge-
haakt. Eft nn die pedet» eone«Nndeet4 of> een
tom ma den Cn4u tooidaddei door aBe o^Ten
heen. Door een ttóeei Tan betboomen wordea bjj
het aeenlmliken der pedalra een umtaü aebnfjea
een wanig getemd; op die schgfjee i^ bod-
reeht twee penne^ eaogebrawt, te mee-
'---'— — '- — — — '--'ioar loopr^
veikati
boogeieo toon geren. DnAt men na bffr. de
Oo-pDdMlneer,dMt.w<»iiftnJ><\;nei>aptni»» afe
oetmn een batnn tont veilimgd en künkcn doe
ale O, ónM men de Dea-ncdaal neer, dan worden
iHe D»aiaieD D-encNtatnoediterelkepadad
Dog een vevdieping lager geatcU worden, waai-
do^ op deielfde wgie «en tweede reeks Bcfajjfjea
mét pennet|}ee en nwnn weer met een halven toon
^erkonten, aoodhtdMiafletotC-Teikotto Cea-ena-
ren «k Ciia Uiaken, «os. iHierdoor ie neet allean
bet modnlatie-Teiinogen der harp bqna oob^tarkt,
doeh door Hiiimliillieule eombinatjee ken mm ck
tnaien oudeiüng t66 etemmen, dat men banno-
riacb gdQke aoMen krqgt ^tgr. Cea -rerboogd tot
" tBamtX tg. V '---
(ffiden mrt d__
de «a»n (gKumm) een eileet vaa cagraaanUge
b^oiing tewengbwBgt. De moderne ecanponiatai
maken ym dit «tteet «» teUant gebndc..
Door de ddna «nmn wtèeterde eouafiutie
tan de haip kondn de moderne eemponietea ook
proüiteum mn hinr tnedale klaMwagenethap-
pan; in het l^sosder hmen Berltos en tPamer
tnedale )
heUien Be
gebraft nn de baip
ia faet otteat inge-
DigilizedbyGoOglC
het a
tefde oonslnietie da hwp ook als «oio raatmment
op den ToorgKHH* <boiig, jieeft ig lich tüa zowk-
nag toeh niet katg kuDnen haoxlbiiieii, omd&t <m-
dufce aUes haai eiprescie-veniKigen tooh ie«i be-
pnit bljft.
Natmiiiijic «jwhte iiet meer iiig«ttji[k«J<j pedul-
■jsteem «mc een 'bqzoDdeK Toet-lecdimek tmi den
«peler; om «He eigaMuidige beimien op te hel-
fen, l)e(kebt ik )wni[ftl»ikaDt hyon t« Pa^
een boaw, die de pedalen vrv^iaiög Dvuücle. '^"
ie de z.%. ekroTtialitehe iiuap, weUce Toor i
toon «en ilwDderlvken eoui faeett (^(elük o
puM). diM 12 «»u«n v<x>r t& oota&f. Hlei
wordt de kf^tKeabrar wel moeüyker, dodi L^on
tn^tte deie weei te Tereemraudig^n, door de
•naren krnieeliage te eoutnen en wel zM. éeX de
■ eoutn TOOI de tonen des (ois), es (cKe), i!« (gee),
■9 (gie) en bee (aöe) dfe toot de tonen o, d, e, f,
\ en 1) kruiêen; eea denlbeeM, ODtleend b«ii
ayeteem der koite (iwarle) en luige (wötte)
toeteen van een kkinei. De moeUijkbeden van
een, toonl tig snette modnlaties druk en soms
omutToeibuT pedHdgebrwi, worden hierdoor o
gcteren. Toch Deelt deie vutdiog weinig opgang
geaatkt voonuet omd»t een fa&np met zooTeel
«nacan biJM niet rinkel te etemmen en evei
iwaailgk op toon <te houden ie, TooFte omdat bet
belKDgrök grooter tMttti enaren ook meer apu-
ning «HOoiAuikt en zwaardeien bonw VNi het
ioBtnHneat Teniaofat, hetgeen de kbnkhoedanig-
beid ei alleeb«A«l«« on veihetert; rawleiyk om-
dat dooi bet g«nusa«DWpedulaj«t«eni het nU-
Toeren Taa güiauiiï geheel vwralt. Daaidooi
beeft de cbramntiedie karp de ondeie pedaalhup
gteimiM knnDMi venkingen.
Bekend» hMplatnökaotea tgn Brard te P«rqi.
Srard te Lmtden en Lgon md Healeg te Cbieago;
Toonl de laatste timu bent op haar gebied een
wereUveimMFdbeid. Berotfnae heJiiTvrtuoeen
waren Nieolat Oharle» Boehta 078»— 1849). Karl
OberUür (l«19— 1898), Jokn Tkoma» (geboren
1336), AfUmua, WilkOn Poue (gehoKa 1892),
Bdmund Sekvetktr (griraien 1^), iohannu
Snoer feeboien 1668) e.a.
Zie: 7. Siioer, Die Haife als OiehesteTinBtin-
ment (1698).
Barp noemt men in de wapenknnde een »a-
penstak, vooirgeetekl
door het ouderwetMhe
mnuekinotrumeiit van
dien nASon, met gebeeid-
bouwdm Ixneiasjvt ïn
den Tonn Tan een gerlen-
«Aden avékime de fig.).
Oewoonl^ ia het email
goud.
Harp- Z>« Anker.
HMfl.
(M)
gnnateinig van oen H«-
diseh«i konio? Aityaga,
ODtirine (jvotgens lieit
dien Torat bet hoTel
Berodo-
Cwnu te
fiq TcUead naat mo zQn laat, en
tot (tfal deed de kmiiiig beoi het gebrtMfen rleeech
TMI i^n loon Toonetten, wttayva Barpam» at
aondet MM> kt* te Teimoeden. Oit wnal tm-
Jumd faji lieh OMt C^/rua om ÉMtyagea ten ral
49
te hrongen. Ale «eMbeer Tan Cyrue omdennerp
hy, DA de Terwoaeting Tan bet Ljdiecfae Rgk
(546 T. G^X de Gdekedie ateden in Elein-
Azie aam de Per»«^ heeiecbappü-
Harpalnx, een Macedoniër, nae door AlÈxan-
der den Qroole steeds met ODderaeheiddng be-
jegend. Hg ontving zelte genade toen hg in 333
V. Chr. met een groote eom, aan de koninklijke
schattJwmer ontfreefod, uit Kieim-Azie de w»k
bad genomen naar Uegaia. Ook was hg io 330
beno^nd tot befttmmfei dei Penisciie schatten in
Ëdwtafia. Oedoreode den Ludieoben veldtocht
hji door gienzelooze veikwis-
„ . . .1 geU T«ib(«et, dat iq bg de terug-
komst Tan JUesander, uU vieee Voor strai, met
ting »M>Ted a
5000 talenten ttua Athene Tluebtte, waai hij t
gena iqn mtldbeid jegens het voU tot eerdiarger
werd benoond. Ook weigerden de AlbeneiE hem
mt te lev«ieu aan de Muedomien. Harpalu» be-
gaf lidi daaiop nww Eiteta en werd er door TAtm-
bron, een Laeedennsufli, gedood. Van de bezittin-
gen van den veHDoorde waien 700 talenten in de
staatskae te Athme adttMngebkven, en toen men
we Mu de HaeediMÜSis wude teruggeven, bleeji
het, dat dianan de hetft «mtibrak. Demottkenei
en andere BMuienlöke maitnen weiden van ver-
duiatering diet gMea beeohuUigd en o(^ v«kk>i-
deeld.
Harpe, Jean tranfoii de la, een Fraoodi
letteilrood^, den 20aten November 1 739 te Pa-
rijs geboien, bezoebt het coUege-Earcouit en
moest wegene een hefceldDt^ door hem op den
difeetenr Teivaai^ügd, eenige maainden iin oe ge-
Tangeiue dootbrengen. Latei beoelende b^ vooraj
de «cbtlnHwt; evenwel hebben zgn gedichten wei-
nig te be4eekenen. Dit geldt niet Tan ign ,.E^-
ges", door de Fiaasebe Academie bekroond. In
1786 werd h(j benoemd tot boogleeeiaar aan bet
Lycie te Paj^ja, waai bn zieb een gverig Toor-
stander betoonde Tan de Revolutie. Het meest be-
kend ie zjja i^yoée ou coure de littératare an-
sne et modenie" (1786 eni., ook uitgegeven
1830 door Buehon dn ÏB dki.). Deze „Oours"
is met smaak gesobreTen, maai lijdt aan oppei-
'lakkigbeid en een^jdigbeid. Zün „CoiieepoódMi-
ee littéraire" ia Tam 1801 tot 1807 ia 6 de(den in
het licfat vnscbenen.
Harpcr, Jainte, den 13den Aprü 1795 te
Newton ia Loog Uand gebonn en den 27sten
Maart 1669 OTmleden, leeide met zgn bioeder
John (den 32eten Jaooari 1797 te Newton gebo-
ren en den 33sten April 1875 overïeden) te New-
Yort de boekdniUknnet en beiden Etichttcm met
hon broedera Joêepk Wetiejf (den 25sten Deoem-
bei IdOI g«èor«n en den Sleten Ji>li 1696 ovei-
Jedea) en FleMter fden Sisten Januari 1^06 gebo-
leij en èea SSsten Maant I'S?? overleden) de gioole
boekdrakker^ en boedcbandeleiaak „Hanper artd
Brothers" te New York. De volgende eigenaara
waren bus Moen. In 1900 ging de firma aan een
vennootachap over. BcJu^ve een groot aantal
boekweiten op allerlai ^itaed, versebenen er de '
tödbehrtften; „Harper'e New Momthl; MagaiijK",
eedert 1857 „Haqier's We^ly", sedert 1868 „Har-
K's Baiaic" en «edm^ 1879 „Hanper'a Young
iple".
Harper, Wittiam Bmnai, een Amerikaanseh
geleerde, werd in 1856 te Concord (Ohio) gebo-
DigilizedbyGoOglC
HAitpm-SABpr.
i tM atodiHB Mn óe Yife-iuH'
vosHeit, WM Tan 1875 tot 1676 Hm het mUege
te Uaoon (Teneaaee) en MrralgeiM uui de tixw-
bereideude satiool dei Denstoo-UAiverBLtT werk-
nuD. Vhi le^TD tot 1SS6 onderwaw hg de Se-
mietÏMbe talen uu liet tbedoglacii Bennnajium
Tsa de BaptiBteD-uniTerBitMt en werd in
bmoeiiH) tot dii«cteur fao de sdwol Toor
betuden te (AantMiqiM. Sedert 1886 doeecrde hg
de SeaiieliBefa« talen «aq de Y^ ouTendtei^
waar bq tm 1886 tot 1691 den iewstod Toor Bg-
bebehe letterkiHide bAleedde. Dasriu kw^m hu
aan bet bootd Tan de aldeejang Semietische talen
oi lelterkuDde der unirereiiteit te Chice^, waac-
vaa hg preskleDit werd en waat hü de eiegeae
Tan het Oude TestanMmt doceerde. Hg ia in 1906
OMTledeik. Behalve een groot aaotaj entieehe mt^
garen tm> Lal^risehe en EkigeledM UanMen,
Qrieksc^ o«ifei^ngen op den M>t i»n bet Ni«n-
we Testament, Hel»BeQw«^ gnminatiea'a eni.,
Mbieet faq: „Tbe Prieatk; efemeDt m the OM
Teatament", „ReligiOD M>d the Higber Ufe",
„The Trend in higher ethieatioa" eni. Hg wal
een dar daroeteitien van bet „Ameriean Jonraal
Harpcr and Brotli«ra. Zie Har]Kr, Jamet.
Harpars-FanTi «*" *"¥ i'» Jetterwm-
Conntj in den Noord-AmenkMoagtw staat Virgi-
nia, tiq deo Potomae, waai deie de Sbenandoaii
oeoeeiDt, ia mooi gelden te midden der Blue
RMge en tett ongeveer 1000 inwonen. Vroeger
beiat het een groot acsenaaj en wapenfabriek.
John Broum tiadttte zich ia 1659 van deze ^riaate
meester te nuüien, maar werd er gevangen geno-
men; gedurende den Burgeroorkig v
gen< zün Ugging gedorig «en paut
voor beade partgen.
HarpooratcB. 2m Honu.
HarpocD noemt men Jtat wapen, waannede
"' woiivtectavMiger op de jaeht
1 aanval
vomug stok gvei m«t weefl
ken vooraien en 60 — 90 o
bug, beveettoi aan een sdha^lit
y^lfi m/waanan (k wal-
Vitecfa^ ia nalgeliedit. De ftai-
poen ie dertulm een aowt van
(fieov en de baipimier, vooiaui
in de boot Btaande^ «ei|>t tfien
roet knufat in den oodnifcen-
duk waMadk, waaina «evenaio
dé boot da Ijjn aOoopt, wcike
deze m met den wiinadi ver-
tandt. In den katoten t|rd
wordl de fawpofn ook geadio-
iten oii kleine tot dH doel vef-
vaanigde kanonoen. Kleioa
faBipoeneD woniNi bq de jadit
op dol^jnen gAinkt, Zie ook
WalviieKvaart.
HarpOCD in de w^wn-
konde woidt vootgeebAd doot bet viiolttiii^ Tan
£en naam en ia paalswga geplaatal; tenwgl dé
Cteo Tan weeiMken zgn vooraen. De Kgnor
it meeataJ voor ak adi^ibaot bq meenatHtnea,
tevwgl «de <fcie pnateD, waarran dëae liaqkoen ü
TOOïiMn, boven itaan.
fiaipoen.
Harpokratlaii, VaUmu, tm jUon»-
drgnadi taalkenmer, die matréekc bat middsit
van de ade «eaw na Obr. leelde, fervMidted»
een btdaagrgk iwooidaDboek op de nsduattoi dar
10 Attie<£e jodenaan, dat onder oen titel: Jjb-
limn deMo omtornm ^aeeonun" ia 1696 te Lef-
den door Qrouoviuê, in I65S te Oxford door Dtii-
dorf en in 1833 ite Berlg» door BeMier ia uU-
gegeven.
Hanwloliord ia de Engelsebe benatnin^
voor eiaveeimM (se aldaar).
Harpnla of geel pek wordt ais volgt benetd:
Earsrvke stukken van naaldboomen worden ia
een algeek>ten mimte veriiit; Uerbq lebüdt aieh
eerst bel teerwaler af, wwnof een g«le vioeibar»
hare — de gele leer — drgft, welke tnen af-
wbept vaA de ogioBaDg van bontas;^ in water.
Bevrgdt men déie teer van de vlaebtigc oU«
dan verkrggt men batpuia in den vorm van een
droge, baraiehta^ maaea. &t dient vooi de be-
lerang van vernis (lie aldaar).
HarPT (ThroÊalilut harpyia L.), een Ziiid-
iioerikaaaaate, tot
de familie der valten
bcfaooitaide roofvo-
gel, woidt 1 m. lang,
waarvan */■ gedek-
te op dea ataart
komt. Snavei en kiao-
wen iv> knditig
ontwikkeld; op het
Haipj.
de viader«a een op-
rMtitfaar«n kam. De
rag i« iwart^ de boMt
en buik wit- en
Ewaotgevhkt. In ge-
vang^ediap (eeft oq
niet kng.
Barp7 ia >n de
wapenknnde een weie
laar (o( gier) en vroow
I, samengesteld uit ade-
(lie de %).
Harpm >gn fabel-
achtige wesena na een
huiveringwekkende d«-
daaote. Zg woRkn Eat
«eret v«meMt ia de „Tb.
as", vaai de baipy Po-
darm bg Zephfinu de
■Mfle pMÓd«i vw Aehil-
Ie« baut en ig de doodes
naar de EiinnTen voeren.
Volgena Betiodui beetea
zij Aëllo en Oeuptte, ea
Harp j. zg worden door hem voor-
rteM ali doebtete van
instera van Irtr, al»
van vleogda vooraen en eneUer dan de wind.
Eerat later hervormde men ie ia wraakgoiknoen,
waarna >e beaohreven werden ah roofvogels met
maogdetg^ aangeB(dkt«D, meiwcbelgke armen,
met scherpe klauwen eni. Zjj -vervnlleu een rol In
de geecbiedenie van PhinMir (ne lidaai). De dieb-
t«r Virgiliut naeint een der Haipven Cdamu en
Slaatat haar woning oip de SttopnadiMfae Eilaa-
en, 4(4 waarheen ig volgeni ApoUodonu door
de Eooen van Bore«t verrclgd warden; op eeo
anden plaats aao den ingang der ooderwerald.
DigilizedbyGoOglC
HARPT— HABMS.
Op yvnoA tmi ItU «f Eermes meden ig door
óe BoreaiUn gHpaud. Bdend ijjn de Mqiyai
i«A óa i^«U TB* bot LniMfae moMunent van
EuttèM M het Bntocfa Mnsenm.
Hait. acfater dteraMiMi ia de ■ftovtaig ioot
MosM Bania, mq OneeMi «oh^der en iiweeteii-
tamdwe en Tom TAMuaeiu IFtUfom Anrm een
'ÜQotikaieAtÊÊatA iamteux^mü^ (t 1656).
,_ I 1 n« e« ood Bobeeniseh
den gnrratitMkd^ in 1627
geOaéA, dkt <n 1616 i
I mt .^itachtig" (Er-
rad^ k toefjctend. — Karl wm Horrat (1570
-1498) WM n Ami unwi^ der 17^ eenw de
1 Srntl AlbrMkl mn Htmaeh (g^bonu 4 H»-
TCmbw 1598, t !^ October 1«6T) ms kardinaal
en •irtaUaKbop, eost te Pnoe en i«rTC^eiis te
Trente en ttMcIrte neh iM^end in de Bofawm-
«ebe «iliMtm. Zqn oodato broeder, Karl Leward,
WM de BtMttTader -iMi de Idd RoAnnt, en een jon-
CMc, OUo fritdrkik, na de Iqn lu BneJfc, («aa
de LcMIm). IVit iMtatgeiuemde behoorde Ferdi-
ttand Bmaventura wm Harraeh igfimrea 14 Jaïi
1687, t 15 Juni 1706), geiant aan bet Spaan-
«cbe Hof va achnrrer tvd: ..Ménnina et végoa»-
" R mctHm" {2 <yn., 's^ravenhaffe 1600). —
•nfe PkUipf «on Harraeh ^elmeii 22 Oetcbei
1678, t S AvgnatoB 1764), werd in I7S8 gene-
nal-TekboMMhalk en kter TOonitW *mi den
H^rfLiwuaa^ tnrw^ een derde aoon, Aloj/e Lud-
mg TSmuu Sagmmmi ^^ren 7 Haw* 1669,
t 7 NcmmbcT 1741^, c^ vader wndgde alt gie-
xut te Ua^id en hter küm de lietrAkHig be-
kleedde TC« «oderimniiig na» Napela. — Een
aoon i«D laatstgenoemde, Fritdrieh Aumut Oer-
Minw «OH Harraeh (gfèoren ld Joii 1696, f 4
Joni 1749), nam ab geTohnMhUgde ia 1746 en
1747 deel w& bet Tradesanigiea te Breda. —
Z^ kleinaoMk, Karl Borromaevt «on Harraeh
(gebima 11 Ua I7«l, t 19 October 1629), «tn-
dMcde io de rechten en on de geneeeknitde, ver-
wierf de giHMt «ao Jote/ I/, ta^ in '■ E«di«r(
iHeut, SMur kgde sch «a ^oteft dood ooTerdeeld
op de geiiMBkiqnda toe. N« bet Terwerren tsd
den ^ktetenraDg TCotagde bQ lidi te Weenen,
waar hQ g«daTeiide 25 jaar pracUaeewfe «□' een
Tfiend en weMoenet Wtta der ttdiodtigen en te-
ve!D« een toorrtaodbr van kanot en wetenaehif).
KM>dat ^e beroemde rekigeTS een gartTrq Ter-
Mjjf Yooden ia tija wooiog. — Zijn ovdera broe-
dei Jokam ffefomuk Enut von Harraeh toe-
ren 17 Mn 17fi6, t 11 A|ȟ 1629) b^leedde ten
tgde jao keirei Jout aaozien^ke staatflunbt«n
en beronlHde niet aUeen knnet en wetenadiap,
maar ook de nnverfieid. — Een jontfew tvoedn,
Bnut Ohrielo^ wm Harraeh (t 14 Deeember
1838), ia de vader vaa bet latere etamhoofd
Fran Erwt mm Harraeh geboren 18 December
1790. t as FfimiMi 1S84), gebemraa^ kamer-
beer en nfcéök <Hipcfatalmeeatei in Oostenrj^
bo*eii en bmeden de Eune. Qnat Ferdinand «on
, jonsite bmedar «aa f orl
den iTden Uaart 17«3, u 1795 gtfairwd
met Ohriatine, TT^TTOnwe Roytfcy (t 1830), en
*«iTotoKiw met Marianne Sauerman, orerleed den
5den Deeeinbcn' 1841. Z^ doebtter uit bet eeiBte
hawetgic, gnvio Auguete «on Harraeh (geboren
30 AngoBttu 1600], kwam te Teplitz in kenoia
met Fretterik Willem UI, koiüng vaji Praieen,
die haar tot pfimes cor lAegnUx verUef en den
9den November 1824 te CbtaVMm^x een mor-
CaaA Imweliik met baar stoot. Latei v«cA
ocfe nog de wamdigheid raa gravin wm
Ltegnüt toegekend.
Harradwt, Beatriee, een BwEilsch «cbrgf-
ater, den 24sten jMmari 1664 te Sunfwtead ge-
boren, etodeeixte te Cbettenham, Dieaden en aan
h«t Qneen'o en B^lMd^ CoUege te Looden, deed
eemge gvoote Teiien door ESmivpa en Cüatonnl
en woont tbone in baar geboortcfthate. Haar eer-
ste w«tk: „iSiins ilmt wm k> tiie nigbt" (1698)
had een worelosnmee. Daarop v<rigden; „In vai-
j>iDg nwods" <18&4), ,JIiUa Straffbnl" (1667),
„ünt«U talts ot tb- past" (1897), „'HM^e wiS
take a tvni" (1896), „'Hk tnwier" (1669), „Ka-
HuKive iF^neham" (190S), „Tbe Seboiea'»
Dawhfer" (1908), „Imtenpt - -
ot the Wree^ I Rioe" <19k
Hatwx. Zie Barar.
Harrsbommée, Piefer Jaeob, «en veriame-
laftr van NederlandfidK «f»ectwooiden, den
attaten Jooi 1609 te B«em«tede geboren, bewebt
de YüSkJonAaAaiA te Haaiim en was Mihit«r-
eenmtgene te Alkmaar, Utrecht en Orain^wm lia
onderwöser win^zaam, oatring den lefen 6ep-
lember 1675 een eervol «otalag en pennoea en
ovMiaed te Utredit den 32eten Deeember 1680.
Hq kveide ale booldwerk een „Spt«ekwoo[den-
bo^ der Mederbodecbe Tsal" (1658—1670. 8
ifin.), dat 'Tsn w«uiif eritiedien ïii> Mtnigi,
BMM «eo glooien rgkam van materiaal bevat.
HarrinKtoD, ar John, eea diebter int den
tgd TOD konangiD EKxabetk, werd in 1501 gebo-
ren, v«iitaaMe dm „Ovkndo F'Orioee" ia bet Ek-
griael), gat bebalto de .^Ketanwifdtoeie <rf Aju"
(nienwe dsi^ 1614), beroemde fnmtdiehten in bot
lidit en overfeed den 30sten November 1612.
Harrlnrtoii, Jame», een Engi^Mifa «chr^vw
staalknnddge auigefcgenlkeden, den 7den Ja-
Nopthamp-
t(Mi geboren, fftudeerde te Oihnd, deed v
gene een reis door Franki^k, Nedeilaod, Dene-
marken, Dnitadtland en ita^e en voegde mefa
daarna bg de ToJkefjartJi. Niettemin benoemde
Karel l bem M, fcameijonker. Zonder zün repu-
bdikanadie begioedeiL té verzaken, vergcseUe hg
deien op bet schavot en te^de verTolgena in af-
Modeidng, tsm^ fag xQn beroemden staatkun-
digen ranao „.Ooeana" (1656) adireef, dien hq
aan Oromveü cfdtoeg. Ten tjjde van Karel 11
ala nutveratoordéT in bechtemB genomen (I06I),
vond men tiem weüewaor iu«t schuldig aan boog.
veimad, maar wnd hem tocb in baJfÏDgwdMip
naar een eiland bg nymonth, totdat hg wegens
oi^eeteUbeid wcM neeg naar de ignen terag
te keeiCB. Kort daan» ov«Tked hij te Lenden
den llden SeptcoAer 1677. HoÜia berngde d«
beste vt<g»v« <vMi i^ geechriften (I77I).
HftTils, Jamt» een Engebeh letterkandiigR,
den 20Btnn JoK 1709 te Ctoee bg SaJisburj ge-
boren, waa een Mei vn èord Shafteibury en stn-
DigilizedbyGoOglC
deelde 4e Oatoni en ■m^wügam te Lowten ia «Ie
mttagtüMtAtUL H» d«a dood t^o* nden
kwam iiQ kk bet bexit tmi «ta Mei ■■nitmUtt
Mtda lettereiL Hg advoaf: „"Hiree treatiws, ec»-
' (1751) en ,^enae* oc &
Ïitüoal itujoin oooeeiuiff miaveraal gniumac''
5de 'Irnk ISOS). Vu lISl tot aan qj» <tDod wtw
bij lid mt bet Patkment, T«idet w^d I^ in
I?62 tind der AdDüi^iteit, in 1763 locd der
Sdutkantei en ia 1774 «eonteria der kooiman;
bg aT«rieed den 22eteD Deeemtier 1780. N» ign
dood Tetaoiienen ^a: .JUloM^ibinl in^oiriw"
(2 dim., 1761). Een nitavM imer eeMmen^ke
^1 JfdlmMiwy (5 dtn.,
(Oeügm) gieixneo, wm «nrankel^ leeriing
een faaekdruUrarq Tao «en prorjaetebiM}, «Moin
e iettoiniiMlige TOutiHKomlM Teracbe-
oên, werd joonuJiet en ma nn 1890 tot 1901
boofdmbetcnr na de ;,<OoiatitatMo" te iitlanta.
Horra OTerieed den 4den Juli 1906 te AÜaata.
Uet aö» folUmMtitdw «todie* der Nogefs, die
h|i in 1880 als „Uacie Remoi, liis aoogs and bie
wto^" valmS, bad hq veel «neeee. Teider
echreef 1^: ,>ii«o kmJ otber «Mebee" (1864),
„Fi«e Joe esid oAei Oeoiaiu eketriiefl" (1961),
.■DMf Jafee Un Budm»?' (1869}, „Bakam and
hM niMter" (1891), ^F^Mioa pnitei" (1892),
„Uttte tb-, TMmblenioMT and Im Ooeer Com-
trr" (1804). ,Jb. KU>it«tlH>M" (1895), „0«ot-
gia, Ivom the nvraeiffn of De Sotc to leoeot ti-
mes" (1896), „Swtei Jaae, lier frieodè aod ac-
OHintaDoes'' (1696), .^tor^ <it Avon" (1696),
.TTale "' "■
"tXee hota tbe home fdke"
„ObriMUclM
BsttISé Oeorg Frederiek, «en Eoffeiaoh eco-
loog, den iSden Se^itember 1862 te HampaliMre
MMien, atodeeide aaa Eiog's Ooilege ea Bubedi
TnaUttitioDi, d«ed MiwhiMende reiien door Baio-
pa, Nooid-Afrika en de Vereenigde SUten. werd
docent aan Btibedi CidleM en overleed te Tborn-
ton Healli den l&den Juni 1906. Hg ecbreef:
„Tbe Oriukdm Bede" (18S7). „OnunteB aod gra-
iwte induatriee" (1888), „On London woterwp-
]>Iy" (1692). „Ibe »riew» of briefanttkM«" (189'^,
,.A jouroey ttiTODgh Rowia" (1898) en met Bur-
Toui» „T^ eooene aod «digooene bede of tbe Pa-
ris Basia" (1691).
BarrUllMinri ^ booldatad T«n den Noord^
Amenkaanadien ataat PenoajlTiiue, Hgt op den
linkeroenr Tan de Soaqneitanaali in een Trocbt-
bare en mooie streek en 4«It (19)0) 64 186 inwo-
nen. De merkwaaidiaato g^oa««n ii>a «r het
kafidtod (in 1897 fertaand), bet fMEtkaotoor, de
ai^nwWfC en het krankiimiigragwtioht. Be-
langrnk inn d« handri tg ateeoËoIen eo de (jier-
en eoioeniabrieken. De gnHidehgea deier atad
wetdes ia 1738 gelegd «kr Jamei Harrit.
HsttImuIj John, db nitvmder der aeemana-
horlogee o( tydmeters IHmektepers), 'm 1699 te
Fmilbv in ftet giaslaohtp Jtak geboren, was m ~
vankeJük weiÉasam in den timmerwinkel i
zgn Taoer. De oirT«4k<tmenbeid der norweiken
dien tijd Idddie bem tot poginsen een beterui
lUiiKer nk to nnden. Nadat hg hieraan aedert
1726 ÜB kmdttok gew^d bad, T«r*aaidigde fag
in 1180 een ieemaiMhoriof|«, dat gednr^de een
r«ta naas liiaabvn lulke juMekeaat <Kenitea be-
WMB, dat «on den verraapdager de medaille Tan
Copteg TOOT de mttigsto nitiinding werd to«^
kend. Ben oaeaw en vMbeterd oorwetk nn ign
band werd beproefd gednnnde Bvrtm'a reia roüt
«n de weidd (1764— 1766), loodat bg igB aan.
nraak op een iMtoonang na 20000 pond stcr-
Itng kon doen gdden, doch daar bet ktei nrindet
geregeU Gep, oweat liq neb jm* de bdft wenn-
Doegen. ^ overleed den 24aten Uaart 1776. Bq
adtreef: ,Jïeacnif>tM)& oonoeraing aacli meehmJam
as w31 aÜotd a oiee «r tnw meBavration cf time"
(1759).
HnrrlsoD, WUlimi» Heitry, ^nmóatA der Vcc-
eenigde Staten Tan Noord-Acöénka, den Bden Fe-
braari 1778 in den ataat Tingioda gAnnat, waa
de lOMv T«n BaHJontM Barrixm^ aan Tan da
onderto^enaaa der Auerikaanaabe oaafbanke-
InkbridbTMUaring. en ontTÓog iSn opkadtog aan
Hampden-SrdnCT-ooHege. Ja 1793 werd bn ah
otticHT bij bet Itoei eefdaaiet, iMm in 1797 sjiy
ontelüg en werd <hama benound tot ne^gooTCT-
neor Tan Indiana. Door dnaen ataat naai Iwt Cod-
giea atgenwdied, ondbreteutde h^ hert wetaoBt-
weip, «m ataatuaoden in Ueioe peroeden te ver-
kfN^én, wat tot den Uoei Tan No(H'<kiA(nMik«
niet weUg beelt bggeikagen. H^ ooderadwidde
lieh in dui oorlog tegen de Em^elaehen in Ca-
Dada. won dm betüaaenden alag bg Tiweeanoe
(5 Norember 1811], Teroierde ondMacfaeMko Tes-
tngen en drang «ndelqk, nadat Porry de Brit-
eobe aeemaeht op bet Èriemeer Tennetigd ba^
in Opper-Cuatfa door, waar b^ den Sdm Oetober
1613 de oTenriMÜiig behaüde op generaal JVoo-
tor. Daan» ging hg naar BeDeden-Gaaada, maar
moeat weUia het oppeibeT«t verwiaseleo met een
eonuDandD in bet binoenland der Uine. In AfwU
1814 keelde bg «rang tot b^ ambtolooa le*«n.
Ale lid T«n bet Coogree grwde bjiioor een bete-
re innrftting mn bet leger. In 1^ wetd bg be-
ttoemd tot geuni te GóliMalM, docb een brief,
door bem «ut Bothar geaehraven, fenwnaakte
tiJB tonwToqting. Daar bij ««bemidd^ wm,
Toonag hg in de behoeften van inn lalri^ bnia-
^lin doot de betrekking van f^rinier te aanTaar-
den bg «en lecbtbaok in Ohio. Wat reeds in
1836 TTWcbtelooB beproefd wae, gekikte in 1840:
JlarriÊOn werd Toor het t^dperk 1841—1845 tot
preetdent der Unie benoenKi, Hij overteed eTen-
wel reeda den 4deD Apdl 1841.
HftTTlBOil, fnderiek, «en Ëngebch ata&ts-
msn en Bobrqwr, dën 16den Oeteber 1831 te Len-
den geboren, ontTÏng i$d «pkjdiag aan King'a
Ooilege, beiocht de hoogemod te Oitoid. de
rechtagéleerde acbofd Tan lioeobi'i Ion te Lon-
den en werd in 1658 adroeaat Bg waa werk-
laam in TerscbiHende behngrgke eommiarien.
waa Tan 1877 tot 1889 hooc'leeraar aao lineohi'B
Inn, T«rtaahte het tweede deel der „PoKtkioe po-
sitiTe" Tan Augutle ComU in bet Bogtiach en
werd met Congreve een van de giondleggere der
poiitiTÜÜwbe school. Van 1860 tot 1663 waa bg
madewericer aan den „Westmineter Review" en
leTeide toTene bgdtagen in Teieehillende andere
DigilizedbyGoOglC
tiidKluiftoD. Hg «Éu«ef duiesboTen: „Tbe nKa-
uw «f têaioTj" (iaS2>, „(kder mmI progreM"
(IST4), ,3odtd at»tiw, or tbe cbatraet theoiy «f
iii^Mji onJei" (1OT5), „Tbe ««moX and tbe fn-
ton; ft pomtnwt «IdrMB" (1880), „The eitaee af
booka M>d «Mier «tenrr pieees" (1886), „Okrer
a«nw<tt" (IdSe), „tlie ktduBtrial repiiUie"
(1690), „Uu«l ud leligious aocialiBm" {1891),
,Mjm» of Uk oU moDOT faome" 0^93), „Barij
MitoiWD Ktenrfiupe'' (1895), „WilUun tlte Sifent''
(1897), „Bjunttm bHhuT iit eu-l; mHkUe a^es"
(1900), „Oeovge Wtahingtai aai otiiei AmericaD
•dikeBHs" (1901), J^ Hm*»" (1902) en
„Twdn B^lMt StattnoHi" (Looden 1S05).
n»lliiM. BmuTi, «en Fnoech geeclkedtiui-
d^ en UMioffiMf, ouwtawfa 1S60 ta Pmvs S^-
boien, stDdeera» in de recbton en werdi adrocmt
bjj bet Hof te iNew-Yotk, mau woonde sedwt ja-
Kn te I^iq*^ mar fati lich voariiacDelfk met d«
DDtdekJuDMaeaeluednM ba% iiMd. Hg
den l&fen S^ 1910 te FaHja. Bq edtx
UiottMOi amencaca ^«taatisakaa" (1866). „Fer-
naiid Ookmb, w vie, eea oeavie«" (1872), ^^ea
Cokoibo é» Tmw et ditafie" (1874), ,^JX Cor-
teJteal et leuia Toyages an oonveau monde"
(1883), „Jeu et SOaatMn Cabot, leui ne et tenra
T^agee" (1882), „Ohriato^ C<4on:tf>, eon od^Mh
ca TÏe, eee TOvasee, a» iamiUe «t eee deeoeiHlaiita"
(ia84— 16%, 2 4lÉL), „Eneei^ ColomiMiÜBDa"
(1867), „Tbe diae(mr; of Noi«i Ameiica" (1802),
„Jeaa -CaiMrt, tbe dtMOTerw of North Ameijca,
ukI SetMBÜM, bic «■»" <1896), „Tbe dK^matJe
btstM7 «I AiMriea, 1462, 1493, 1494" (1897) en
,4)ie»nTerte et ÖTiAatiaD eactogT^hione de T«i-
K-NoBM et das payg dfeaowNmoa" (1900); ler-
4ec de stmdeebriften „OaMlophe Ookmb, lea
Coieei et M sounraenMnt fnncaie" (1890),
„CtuMcfiti C^oaiD denat nn«t«ire;' (1892) ee
overleed
BUTWat* i>f HanowgaU,
bet Engdaebe gnalHÉiaf) York. ligt
apDorwee, 32 km. ten iw>>nlw<et«n Tam Yock, en
teU (Iflïl) 38 703 Mnroners. Men vradt ei vele
faoUta en iMtatek«ide badiniBdttiageD. De bron-
nan 190 iwaiel- en etaaMnoimen.
H&ROW on tll« HUI, «en «tad ia het En-
gelacbe graatsdM» Vaüieaa, Mgi op een heuTd
en ielt Tl91l) 17074 Jnwonen. De stad » be-
roemd door de in 1571 door John Lyon geatichte
Bcbool voor arietoentiBebe kringen, waax o. a. Bjr-
nm. Peel, PalmÊTilom en Sheridait bon opToedinp
g«imt«D en wawvaa o. a. Vaughan en Butler <b-
ractenren waren.
H&rry, Mj/riam, dgenigk mMlame Ferraidl'
Hmty, een Pnnaeb aArgfater, in 1875 te Jei~
»Iem pJMien, bnebt Mar «ecate jeugd in i
Ooeten door, beaoeht TCirrolgeDa hoetaebolen te
Loödcn en Berl^ en kwam «muM# naar Parga,
waar tg de odleéee in bet AniiieiÉi aan de aehool
voor Ooatendie talen, «knwde TOOfleauMn aan
ae „Eeofe dea HMitea Etodea" vAgde. Z9 lerer-
de ooder een anhnahwam nmana in Bi^ladte
en DüUdie tQdedtrUten en ecbreef sedert 1888
Toor de .J'ronde" OOTelho, véik» later in botk-
Torm, ala ,4'aaaBge de fiédontne" (1899), ver-
•diesen. Vernlgena 1>etd»le ig OxAiifl-Gbina en
Toor- en Aditer-btdia, waaowrec ijt besdugiin-
gen leverde, later teo deele TeredHi]>en in, bodi>
TOrm, ala ^etiteB épreafee" (1902). In 1904
wenl iq aigiHDetn becend door haar modenten
roman „Conqueta de Jiinaiem", gef^dgd door
.JParwUÉ^" (1905). „L'De de Ttrinfité" (1906),
„Madame Peüt-JMdSn" (1909) en „La SiTine
ebauoD" (1912). Ia 1906 wMd baaj een leoding
naar Tmiis «(gedragen, die aafdeéding gaf tot
bet wwk „Td^ k fibnebe" (lOlO).
HandSrtcr, Oeorg Pfttlipp, een Dnitecfa ge-
leerde en didtter, die tot een aenzienlqk rahebt
Ie Neurenberg btibooKte, werd den 1 irfen Novem-
ber 1607 gdmen, etndeeirdB te AHdorf en StraaU-
bwg, retMe gemhnen 1^ ia «d« laodi, Bngdaad,
Fraokrök en ItaliB en lenriwf daardoor een nit-
gebreide tanlkeiurie. ZHn geaahraften, tan w^h»
de ,JV>efiecber Tridbler" (1047—1663, S 4ia.),
'a, berfaan een 5(Ub1 deekn. HQ
geeatig adtHlTW d«t een grondig
tfdetode. Vele Bederen van sj)n iiand vindt nten
M inn: „PiaueBHnaneigeepricbeaiele" (8 dtn.,
üda M[ 1642— 1649). «et lm didtto'mken
me&d Klaj of OMiu etödttU tq in 1644 ito
Heanuberg 'de PegnitKMde (rie ^aai), werd Hd
van dan raad der stad en ov«rleed aldaar den
22sten 8epteiid»er 1658.
H&rann (Remae) »jn pbni ten aappen, weNre
in de luntgangen (ne aManr) van zeer veel plan-
ten vooAomen en nit Éoolatof, watetatol en een
weiiüg (irantol boetaan. Teontt jn troiMadte plan-
ten en bg on* in de eoiuferen keoit Wa in aUe
beetaoddeelen óer ]dant voor, bet nwest echter
in den baat Bg «ommige gewaeaea ikodt de
bare, <tegdgk met de aetheriaèbe olie, waarin ig
opgi(io«t ia, na KÜ vit den stam. bg andere
eerst na bet maken van ioan^iigen, en wordt
na «enigen t^ met de hMbt in usrakin^ t« ign
seweeat, bord; weeraaidbieaomten varitrggt men
door de plaDtewtoelen met alctriwl oit M trek-
ken en de vloeisM verTt^ne in te dampen «f
met water te preeiplteeren.
Hareeo v^ meegtal geel «f bniin g^leord,
amorf of kriafaDi^ doorëidktig <rf dooiaehgnend,
hebben een glanug-ecbeliHKhtiëe breukviakte, een
aoort^k gewjfbt van 0,9 — 1,8, xijn onoplosbaar
in water, gedeeltelgk oploebaair in aleobol, eom-
t^da alleen ia aethêr, ehlorotonn, iwavelk ooi stof,
benzol, aetberiadie of vette oNSd, ja Bommige
worden eent dxxa HDeUeo t^iosbear. Sommige
worden reede bh 100* C. weei. andere imeltëa
eerst bg 300° of booget. Zg ign niet vlachtig,
verbranden met een roetgevrnds vlam en leveren
bjj droge destill&lM tmndhue gaaaen en oHIn
(ae HartoUe). Wat hnn nataaAimdige eigen-
aebappen betreft, ataan ig didtt bg de vetten,
beütten eektier een gfttti andere cmatitutje.
SdMikutdig bestaan ig nooit nit een enkele stof,
maar vramen ateedb «en nóii of meer gecompli-
eeerd mengeel. Ebofdbeetamddeelen vtmnen de
eeteraditige, «plgtbeK r e s i n e &, verder aroma-
tiadw ntren, de hareinren (sie aldaar) en
actfMriedw olifn. Bon pfajvKdogifche beteehenji
ia nog niet befcendi Smuniffe plantèondigen hon-
den tien voor eiereten, vrelke gedurende het voe-
dbigqiTDeeB afa ov>ert(d% vitgMch^den worden.
Kenl^ det vooraaftmate hamui t9n animehars,
B^ut, benaoBhan, damafhara, kopal. maatJk en
DigilizedbyGoOglC
S4
HARSEN— HABT.
E^. ining mengMl van hua met gran en
oetherUehe oli« vormen de »& de planten ■ voorko-
mende gomhareen [zi« Qom), dik vloeiè&re, iteii
riekendie mengeek v&n fa&ie met veel aetiheriBcbe
<^, de bftJBems (zie iddHoi). Barnsteeu (zie
«Idaar) en eeiiig« BMHleeLnke Btofleu {zooaU ten
deele ki^tal) xya loeetete harteD.
De iuuwen mindHi toepMSuis Iq de bereiding
vao Teroia, xeep, iót, pleiBten^TeiIstoHen, graiec«~
middden enz. Uit de goedlc«o(>ei« soorten wordt
gw (oie Oattabriek) oesbook^ en huBSHenoe, bara-
oUe eni. Termaidigd.
n»TtWilonco of hanêfirüiu ia bet vlnch-
t% g«deetLe vam de liusoUe (sie «Maar), dort het
eent overgaat, tin «oloplmüiKa kdigs den dro-
gen weg ^«dMtgHBerd wcodt. Het is een belder-
gek w«utof met een Bcbeipen reuk, welke
Tooral gemikt wordt tot het beneiden van ver-
aïMea, MMriig iMit teipent^JDolie kan T«riranr
gen.
B&rscaiiK «oeiDt men de gangen of bol'len
in de organen van vek (pknten^ w^ke mei 'h&rs
gevnU z^. Somtöde ^ het «decÈte bo'lten ol
zi^aahtige verwödüogen, edo^ in de blM^en
van ^cie coniferen (o.a. «^mwinee&D) «d ia de
ediOTB der dennen, waar q ecbter een aaoüen-
Ijjkea omvang bereiken knöoeDi sota^jda tiedCn
zjj io bet boubweebel van wortel en stam a^
iuDge kanalen <ft, dte <£kwüla met elkander in
veibiwliiig atean. De favagaitg wordt ateeda om-
geven door parendijmatuébe ocflen, waarin de
bua gevormd wordt.
BaisUfm. Zm Hanuepea.
Ham>Il« T^rjjgt m«m door drom deatillatie
van gewone bm (eolophoniiaa). Wordt dit laatste
in een giet^ierfa deotiUeerkatel boven een vrg
vuur Terwaicn]^ dan gaat naast aodere [jrodueten
F«i«t haneiteneê (zie aldaar) over en bg verwaf'
ming tot een hoogere tempemtnar (200—800» C.)
eer«t dikke MarKlie als een dik'k« blauwachtige
vloeistof en vervoIlKenB dunne karêolie, eveneens
lilauwachtiR van kfenr, maar don vloeibaar. Als
reaido bowdt men ookea of pek over. De ruwe
olie wordt met kalk verzeept en onder toevoeging
van paraffineoUe tot wagenoneer en goedko<^
machiDeoUe geiiratkt. De gerallijieerde olie beeft
een gele kteur en «Milten genr, flwHeKeert niet.
U g^ieel Denirad, beziit een soortelijk cewidit
van 0,975 — 0.985 en woidt als fuachineolie, tot
berei^pg van veriHsaen en tot vermenging met
andere oiiSo (petrolemn, IqDolie) gebruikt.
Barssplrltiui. ZÜe Haraeuetice.
BarsTSnüii. Zie Vtmit.
HsfiTloed (fiennom) w een zaekelgk ver-
Bohjjnsel bii CNiileceD, bettnande in een over-
matige alMOeüfing van bxn. De oonaak kan ver-
stMleiMl qja, WMb bekadigiDB vu de aehora,
(^)Lreden van awaanmen, «ogieamibte bodem eox.
HarsSMVeo igo ■eepaSUwe stoffen, weJke
oatetMa dmv Inwwking na a&akên op barsen,
bjjv. doac koken der harien met een sodaa^^crng.
Ifet zvD hIb aJkaUwvteo vaa de barituren. Zy
wonden gebnnkt vom bet luimen van pa]rier
fHartiytn) en voor bereidiiig van goedhoope hois-
hondxeep, waarUj de ban een gedeelte van bet
duHidere v«t vervaag
Harunrai i9n een aatrtel zeer samengeetel-
de zoren, welk een bestanddeeJ njJniaken van de
harsen (zie aldaar), xooai£ abiBtien-, pimaaraunr
enz. Door alkaldSD worden ze oingeiet in bara-
zeep (lie Harneepen).
H&rt. Zie Hart en Bloedvaten.
Hart ia de wapenknnde is bet menachelük
bart, paalswgs geirfaatst, met de ptint onder. Het
kan zun Uoedeii4 doorboord door een of meer
pijten of gekroond. Het anaal is heeJ, Vervol-
gens wordt ia de w^wnknnde met bet bart aan-
geduid bet moddeit: zoo ie het bart bq een knus
bet vierkantje in bet midden.
BMt ie de naam van eouge sterren, io«ale
bet Httrl van Karel 11, een ster van de Sde grootte
ira het aterrmbeeld de Jaebtbondon, hel Hart der
Slang, «en ster van de 2de grootte in Ckphiachue,
met AretuTvi en Öeimna een leohtboekigen drie-
boek vormende en tegenover de hjipotbemisa
etaaode, en het Hart der WaleriUmg, een at«r
van du 2de grootte, de vooniaamste m de Waler-
skog. Men vindt tear i<n de oosl^ke verleo-
giog van de ledite lun, welke door de 3 sterrea
ma den gordel van Orkm iocipt.
Hart, Abraham van der, een NederiaiKlseh
arcbiteot, in 1750 te Ameterdam geboren m ia
18Q0 aldAar overleden. 'Bg werd in -1777 etade-
architect van Amaterdam, welk ambt b^ tot 1^0
dood bekleedde. Z»il voomaam&te werken ain
bet Weikbuie. bet Luthsrache Weesfauia, het R.-
KwÜuMke Maagdenhuis en de Kaaeme OtMge-
Nasaan te Amatentbn.
Bart, Sahmm Alexander, een Emgekcli schH-
deis ia Aftry 1806 te Plvmoath gebmeii. Hg be-
hanid^de meest historisobe oiwlerwerpen eo over-
leed den Uden Jvm 1661 te I/wkn.
Hart. Alexander van der, een Nederiandedi
kri^vuao, den IMen Ax^tuAtu 1806 te Robtef-
dam geboren, aam rec<h vroeg dienst bg de ma.
rlne, werd kweekdin^ op de miJó.taJre school te
Samaran^ en in 1620 2óe luitenaat bg de artil.
lerie. Hij nam deel aan den oorlog tegen Dipa-
Negara en werd in 1690 overgeiplaatst naar Sa-
matra, waar b^ Boh in talrijkie geveohten oivder-
Mbeidle enütlSSegerwood wenLZöndaweibeM
bezorgde hem ia 1634 de Hilitaiie WvHemsorde
4de klaaee en een benooinng tot Isten luatenant,
boewei hjj te voien wegens ongepaste uitdrukkin-
gen op bevel van den gouvarnenr-generaat voor
deo tiid van 6 maanden op non.aoüviteiit waa
gesteld. In 1896 werd bij k^itein, in 1838 ridder
der «de v«a den Nedeitendechen Leenw, in 1848
majoor-adjoint bQ den generen st^ en in 184S
kiiten«ot«cioDd. AchbereenvtJgNia weid h^ be-
tast met de betnkkjngea na waarnemend ren-
dent en nuUtair eommaodant dei noordelijke af-
de^ng van Somatra, vMi reMdent in Padang-
sche KtvenkuMlea eo vam gonvemeDi van Odebes
en onderboorigbaden. B^ stit^tte er veel goeds,
doeh kwam ia den nadrt tam den 25sten op den
26sten Mei I8SS in zön rigen womng door de
baad van een ahtijwnoordKMuu Mn het kven.
Hart, IFiUiain, een ScbotoA sehüder, in 1822
New-Totk, ^ ...
overUed den 16den Jimi lS9t te New-Toik.
Hart, Sir Koberi, clief <ren bet Chioeeeebe Ui-
beetnoi. in 16S6 te Portaidowit (leilaad) geboren,
kwMD in 1854 ^ ieerimg-toik tni het Briteebe
oonsidaat te Hongkwig, was in 1856 teereUrie der
DigilizedbyGoOglC
HART— HARTE.
9»
, Ae gedoKode ds Fnuteeh-ElngcUobe
beHtting bet gemf «lodaide, en gÊng tn 1659
in ObiiiMMlien diout onr. Ib 1863 werd hy aan
h«t boold dn leeMkn mdMtet ca in 1896 door
de C3dae«Mb« wewring MDomid tot iD^wet«in-
■euiiMlea t
D tiMk hq op «Ie bemiddelur
GMwt «n dg Bowêecact» moMndbeileo. In 1898
wd Iq tot bdreMl wriwTCD. ^ de X!%Hiee9che i«-
gtaitg «trad t^ hoog iifinmengnfajdrotg den
HMtdki^JDenloKiap ■nn dm «eiaten ruig. Noeh-
toM bcgoniwn na daa tiotBenifwt&Dd en de ver-
ds JMig-diMMSWii ook togen Bart te werken en
a dreven «enige Jaren geèeden -dow, dat tw«e
ioeeaAB ambteDMan voofteaa toeiUbt Modeo
hoodnt op dn dHuned&anat, Daaroi» ndgde in
Jamari IMS zgn benoenaag tot Cfaineesah mi-
oiater ns StMt, betgeen g^Qk atond met aün
ootakg, dat dedits dmv dien eereütal toor h«in
nindet pgnlgk waid «maakt. Hq werd opge-
T(fed dmr «ir R. Br«dDti.
OedvTeode de M jaien las qn ainibtdök weik
heeft Hort Clain deebto twee ke«ren, iat 1966
"78, CM<t tviot tifdri^ «wktoD. Op "
'e tctM, dart hg in 1S07 (mtnii
■ ;. flort hoeft
tweejadg tctM dart
het MvenvOTiMMe o
I don
a. Op inn
ing, wkde
t d«D UU-
Mdienat tot «en det eente tnatd-
Kngen geaiaakt, die ees raate t»<« nm kiknin'
•ten (^Mereide. De miabniiken Tan Troeger Uel-
bet CfaneeMbe etafttnredM <
den w; ontMf
«paard en ma
Taate «tohUir geM'ran, wdbe het riaiten lan
biMen&iMtMbe leenngen «H^ehjk madte. Cfaioa
«ijUQde dat en achot^ Bart i^b n^ rentionwen.
Hfi bad giootoD knkied «n werd ah een madtt
Muer den troon beeehonwd. In hadi^ke ocwen-
blttken, wanaeer China lieh te vMweien iiad
tegen EïuiepeeaAe jmdoeden, beeebonwde hö^uA
aiet ala een EnrofieeMh éifkmtaA, die oj» Chhia
«en dnik «Doeat mtoefenen, maar bleef toHw-
nten onpartndig. Behah« t^Q^ ofuMkxi,
ttima hn: „Thees trom the laad of SÉnim" (2de
diok IM6).
Hajl, HriKeieh. «en Dnitoeh aehrqTM, d«i
SOeten December 1»5S ta Wexl gdMmn, studeer,
de te Iftwatei, Halle en Mbieben, wu TCTf^dgena
te firemen, Okgao en Bertgur ala jouniaNat werii-
■aam, omu in 1887 met «ja ibroeda de kttei-
imÜMge «n toooeeleriUek in de „TlglMie Rnnd-
aehan'' <fi üdi «I in 1 900 die in J>er Tag". Dooi
de met im hiMdar munAmta „Kiitiaane Wal-
fa«li«e" US8&— 18H « dh.) w«a hg «en der
tMBbwkana tbk de aatniatiatiecbe lichting in
ün land. Uet ham gaf hij *«cder ook de „Dent-
Mhe HonatAUtter'^ (1879—1879), „KiitiMdiea
ntorkalendèr"
io liefat" (1900), „Die Moe <}emeiaadu{t, on
Orden Tom walmn Leben" (1901) nit Van iQ'B
diefate^ke weifcen noeOMD wfi: „W«ttirfharat«a.
Oe«eMe einea Idcaüiaten" fade drak I8M). de
tragedie jSe&u" 0868), „Dm lied der Menaeb-
heii EpoB in 34 Qeeliégen'' waarrao 8 dealen
veiwAenm via «n verder de «OTcHen „ffindv dea
UAW (leM). B9«i>erieed te TeeUenbmg den
Uden Jnni 1906. Z^ ./^eMomeite Wwke" i^n
in 1Ö07 Ja 4 deelea vvradteoen.
Hart, Jiiiiuê, een eehfjjvet en broedei van den
ToorgauHb, den Msa Agril 1659 te Mmwter g»-
boren, atodeerrde te Beilga^ ging in 1878 ale too-
neeh«oen£ent oaai Breonen, was daama ale jour-
nftUct (e Ologau en Brom'
aedert ISSl te Bn^fa. E
de, met sgo broeder geaeloevai werken, eehrecf
liii: „Sinaara. Oediehte" (1879), ,J>oi) Joan Te-
norio" (1861), „Der SompT' (draioa, 1685),
„Fftnt NoTellen" (1S88), ,3omo Snm. Bm neoca
GediehttMich" (1890), ,3ebHucht" (1893), ,3tun-
men ia der Naoht. Viwonen et«," (18ft8), „Tri-
iHDph dce Lebene" (1893), Tnder „Geachiehte
der WoUitoratui nnd dea Tbeaterre" (1894—
1607, 2 •Ün.), reilrinngei^ J)er neue Qott" (1699),
JM neoe WeUerkenntaia" (1902) en „TtSune
lf»l Itiwlrltwaiilliir ie aan cmuldqke, de
adembaliog bekmmnende ^Moniog in ixA «odK-
«jf oahq bet hart
Hartiiaes*iii. Zie Batt *n SloadwUe».
Barts, FraneU Bnt, «en Noofd-Amerifcaanoeh
BcbTHm en dicibtef, den aSstaa Aagnatua 1639
te AibanT (New-Yock) ^jehoren, Teotrah in 18M
naai Caiiftnnie, waar biQ fMbteiMorolgena wwk-
zaaea was ala gondxoeker, tatderwijzer ietteoat-
<ter, moderedactenr van het wvehUad „"Die góMan
Era" te San Framoiaeo en wtgever van het Uad
„llie GaXAiCDian". In 1864 werd hij tevena ee-
oretacia bq een aldecJing *aa de munt der Vec-
«enigde Stateo^ te San FWdaoo, gaf den „Oier-
haiUuOHij" i» bet licht, w«k« grooten bqval
rond, en verwierf door het hnmorialjaefa gediiebt
,3eiübea <%i]»^' gnwten loean. In 1871 hwaf
hjj ueh naar N«w-Tork en verTolgena naar Boa-
ton en w«d ia 1876 eooairi dei Vereenigde States
te Eiefdd. Sednt Uaart 1881 bekleedde bS die
betrekkin te OlUgow, veatigde aich in 1665 te
Londen, en ovcdeed den 6den H«i 1902 te Cam-
heriey bq Alderebot^ ^n fomaoa heU)en grooten
(mgang gemaakt. Daatran noemen wg: „iSte hiek
«t lOBjing camp" (1868), „The outnaate of Po-
ker H^ (ISTO), „Poeorf' (1870), „Poeücal
worke" (1673), „Ure. Skagg'e bnebtatd" (1872),
„Ecboea of Hm FootUUs" (1874), „Taliea of tba
Argooaate" (1675), „ThanÉrfnl Uosaom" (1876),
„<Miriel Ocoao;" (1876), „Two men of Sand;"
(1876), „Tbe ator; ol a aax" (1877), „DrHt tiom
two ebnea" (1879), „Tba twina of tbe Tabel
Ifowtain" (1679), „f bp, and Fomd at Biaiing
Stai" (16»a), Jb the (Wquiiwr Wooda" (1863),
,fla tba froottor" (1664), „B7 sbore and Bei%e"
(1865), „Hanja" (1886), „SoowhouiHl at Eagle'a"
(1866), „A oüffioMiM of Roi^ and RöwlrT'-'
(1S87), „The qneen of tbe Fimte Trie" (1887),
„Tbe All ■ • "^" '-^-" "™i"
Phviis t ^, „
„The heritage of Deifiow Harah" (1^9).
waif of the pfaün" (1890), „A vard of the gol-
dbn gata" (1891), „A Saprfii of Gr«n Spo'- "
(lesf), „A fint famÜT of Taaaiara" (1892), .._.
knel Starborttle's eigent" <1S92), „Snev" (1893),
„A vnUeée of Jack BamVnV' (]6e4), „Tbe h^-
rkwer «tf^AnaeTa" (1894), „CUienoe" (1805), ,Jn
a h^w ol tbe iÖU' (1805), ,Jlenl'a ford"
(186^, „Hm «roaada of tbe ExeeWor" (1897),
r
D,o,l,zedb,GoOgle
HARTE— HABfT BN BLOEDVATEN.
D .^tom sMxlhili to pi-
HftrtelMftat w «en Midere nftam tow oa-Anti-
lope (se Anlitope).
Bart«l, Wühelm Augiut lidcfer von, «en Ooa-
tenTJjkMh fetterlroiKtiee, den 29«tea Vta I8S9 l«
Hof in MoranS geboien, stadMKte te Weenen,
vealiffde üab dMW tia pnrafebfeerat en wen) »
in 188» boUeneeiriMm en «o 1672 gewoon booe-
teerau jo ie klMsieke MtoThnde. Ode wenl Jig
in 1671 «onNapondeeteiid en in 1S73 gewoon lid
VM óe K«jieilj}ke Aeademie tui W«teaMiitimen.
In 1692 w«rd' bg 4oor via beiMeiiriDg tot ndder
ia ée Orde rtn de Uieren Kroon in den «del-
stand ofigeaoaMn, in 1890 lot dkeetear det hof-
UUiotheek en tevenslang lid tm» lut HeemnbnU
beooemd, terwijl bg in dé kaiüartteo-OIary (1899)
en KM«r (190()) mtoistec no Eeredienit en On.
derwni wiu. H^ «retleed den 13(ten Jmkimj 1901
te m«iwB. Ui lererde: .yHomeriadte StodieQ"
(3 dhk. ade dnik ran iMt l«te ded, 1S78), „De
moatbeoiaebe StndMn" (I8T7— 1«78, 2 dia.),
„Studiën Ober Kttmiittm StMtsrecbt and Uikon-
dcnwoMD" (187S), „Ueber di« gtwebMefaeo Pa-
pjri Bnbenw Baaka" (]«e«), „Eritudte Vet-
swibe mr 6. JMada öm liwia" (1886), en „Pa-
triatiMbe Stadiën*' <ie90~18»S), aknkede menwe
Qi^yen nn gutropiu» (1672), Ggfrimu* (1868
1874, 3 Al), EtMorftiM (1882) en tm> Oagliari,
siMtiemmm". V<erler beweikte hq
ea patram Wnanan HiRMnienMom" («B. I, 1987)
en den 17den^21at«n Ank lan Ourtitu' „Grre-
flhiacbe Gmmnmtrk" en Raf met Widchof
Wiener 0«ne««" (1695) wt. Sedert 1874 was hg
- ' ' ' it de „ZwtoebrdFt Iflr JMerreidiJ
/ het tijdaebrHt „Wdener StndieD".
Hart M) BloedvatoD («e <k plaat). H«t
mcnsehelgk Kdiaain ie oveni inet een niteist Ign
aetwerlc van nanwe^ka voor het bloote oog zicht,
bare boiaJM doDTweven, weUrc den dmmu van
haanaUn dnwen. Door bun dunne wanden bren.
gen zg bestandde^n van bet bloed aan bet weel.
mJ en «ja ig toTene in staat daaroiit vkicübare
deelm door tiMorpti» og te Aemen. Terwül bg
di« ToediBg Taa net weefsel het bloed de zunr-
■tof, «lo ign haenn^lobine gebooden, afstaat en
daarToor koolaniH' mt het wwCaol opae«nit (tte
Bloed), TCBTMidert bet in de baarratwi weldra loo-
leer, dat het oMt langer KeechiJit ie, om tot
ToodiDg te dienen. Het ouAniikbaar geworden
bloed maakt gestndig pfants voor ander Uoed,
hetwelk nit het hart dooi de groote alagaderwi
gestuwd wordt. Die «hgadeien vertakken lidi
meer en meet, worden daartig steeda nauwer en
dunner Tan wand, tot ig in haarraten (ii« aidaac)
ekidigeu. Dat gebeede sïelsd geeJt men den naam
Tan Sa^aiUrtMtel. Oaaienicgen stroomt het ver-
ontreinigde Uoed door de aHenga wjjder worden-
'de takken van het oderiUUd naar het har^t terug.
Aan dese beweging van het bloed val het hart
door de slagad«üen, haaj^Mten en aderen naar bet
hart terug, geelt men den naam tbh groolen
bloedtomloop. Van dnen is de kleine bloedeom-
loop ooderaebejden. Het hart namelgit is dom een
wand in 2 afdeeftngen verdeeld, tn een reebter-
en een Unkeiheilt, en dk dier twee «fdedingen
in «en ondefate en bovenate gedeelte, kamer en
boetsM genoemd, Het bloed, dart door de elag-
aderi d« kaneia vedaai, keert door de aders
naar dm boeaem tenig. De KokerkaiMr lendt het
door de aofta aaar bet geheele üohaam bebalTe
naai de kogen, de reditwkaiDet door de toog-
dagader mu het haarTateuweeFsri der longen,
Traar bet sn bet bloed opgeloete kooliuur «laate
maakt voor de loorstof der ingeadeimde damp-
kringshiebt, waarna het geinJTerd en opnieaw
tot voeding gesehikt geiMnten Uoed door de
longaderen naar den «ikerboeseai en uit dezen
naar de lütkerkainei stiooinit, om van hieruit op-
nieuw den groot«& odrioap te beguraen. Den
stroom Tsn reehteiiaiikev — loogalsgaderen — lon-
gen— longwleM naai den Unkerboeaem ooemt men
den kleinen UoedsooikKifi; tn deien bergen de
slagadRs «deriyb bloed en de aders tIagMeilvk
bkwd, maar de ridiUog van dien Uoedstroom, al.
TOOI de ahw»deFS tni bet baii af en vooc de
adeie >aar bet hart toe, hebben qj met andere
skgaders en aders gemeen. Het begrip van den
bloedsomloop is Teel later or"— '"- '^ '-
r ontwikkeld, dan i
de linkerkuner stroom-
de. Eamt Stneto (1658) en Colombo (1559) be-
wasen het bestaan tsh den kleinen bloedsomloop
en bet dotnde tot 1628^ vMr Uarvejf den grooten
bioedaomkop aioktoonde, olsdiAon de baarT»tea
toen nog wet beltend w*i«n; Malpiahi Tolgde
den Uoèntrooin in deae het eerst oooer bet nü-
Het naft ■• aboo het middenpnot Tan den
E noten en Wdiiwn omloop, een atuwwnk, dat
t Moed in bet d^wIersteJad drgft. Het ie p-
iegen aditer bet bontbeen ieta meet oaac de kn-
icer Tooragde der bMstkatt boven bet middel.
lit. Zgn «ngdde «aoNDtrdikiiigen, de baitkk^-
pingen, kan men onder den Rnker bnatt^iel
dnideEjk voelen en leèb den. De faartetoot ol
harUlag (de deae) ootetaat door de UoketkanNT,
a veraadert
volwassenen (uigeTieer 72 maal in de miaout, 4
Udne kinderen Teel vaker. Toeh beeft het bloes
ondaaks die tjtbniiaehe werking, geen etootsge-
wgse, maai regdmatiige beweging, 'gestai^ dooi-
TleeieDd in de Uoednkten, want de nauwe bear-
Taten bondni de vvoribeweginff van eken bked-
golf tegen, de dadiecbe el^adeie letten lioli uit
om dat gedeeke vao het blo«i, dat na «ften hart-
«toet niet door de hsMvaten weg kan, 09 te ber-
gen en die ehrtieiteit ie bet welke na Se samen-
trekkjng no bot taart, ia >ön roetperiode, de ait-
gerekte wanden der Ukiedvat«i weer doet somen-
trrtken, en bet bloed geregeld voortatuwt mi een
itjgen loo^ ervan mogdigk maakt; elke
we UoedgoU n in de pols Ie voelen ak néen-
verwgding van de botte van het bloedvnt
. _ Pots). De piaals, iraar bet bMt lieh bevJudit,
kan men bg pereasue waartwanen door het doffe
gekiid, dat ammeitdj^ veieebilt van den toon,
dien men boort 4^ de phalAen, waarachter tidt
de met Indtt gevnlde longen bevinden. Waar de
randen der long ovet het hart heenkggen, is de
percnseietoon niet „mat", maar „gedempt" en die
gedcfupte looe moet men door de 9erenene be-
D,o,l,zedb,GoOgle
HET MBNSCHELIJK HART VAN VOREN
15
't Linker Hart ia meer naar voren gedraaid, de kamers ign geopend. De kleppen van
de longalagader, behoorende tot de rechter kamer, moeten rechts van het kamerschot
gedacht worden. Zij lijn hier naar links geteekend om de aorta-kleppen te laten zien.
1. Linker Halsalagader, 2. A. anonyma, 8. Aorta, 4, Bovenste Holle Ader, 5. Halve-
niaanvormige kleppen van de Aorta: Hechter klep, R. Linker klep. 7. Achterste klep,
8. Rechter kroonslagader, 9. Rechter boezem, 10. Valv, tricuspidalis, middelste ■""-
I Vlies, 12. Achterste vli
15. Linker Kroonslagader, 16. iDcisu
AcblerBle papillai rapier, 20. Achterstt
Milralie, Toorsle vlies, 22. Kleppen va
23. Jtechter balvemaanvormige klep,
bartoor, 26. Longslagader, 27. Ductus arteriosus Bolalli
tel been sl^adr-
IS. Rechter Kamer, 14. Voorste papiilairspïe .
1 cordis, 17. Linker Kamer, 18. Kamerschot, 19,
vlies van de mitrali?, 21. VaWula bicuefjidatis of
de Longslagader: Linker halvemsHnvormige klep,
24. Voorste hnlvemaanvnrmige klep, 25. Linker
- ' « - "■ j^jg Embryo), 28. Linker Bleu-
DigilizedbyGoOglC
D,o,l,zedb,GoOgle
HART SN BLO£X>VATEN.
pden om <fe grootte vao b«t hort te noden. Die
eroottft » «aügeuDs vcoreduUeDd, 4otii komt in
nel dgemeen oveieen roet de frootte van de Tmat
TUI déneUden penooii. Ett heelt de godaanto
na een aipfawtt«i kegel, welks top nou be-
neden es teveni hb&t ik Bttk«i z^de h gaitsbi. In
bggMuide «Jb. n b«A bait Tooigeateld in iga Dft-
ttmriöken attui en vao ioi«n geaen. Jf M tUU
TOor de kngte-ds tui het Hehaun. Eeo grooTO
wö«t de grens Mo rao den wand, <fie bet bait in
2 deelen «ditst. De t«ebt«r beUt Kgt meet neur
TOTen en de linker beUt meer dmt achtereo,- k>o-
dat gemelde groefc T«n voren meer ne« de lin-
Hwt
ker-, mur «ut den aAterkaot tui bet bart meer
Mar de reetiterzöde gelegen ie. Een dw&ree
groeve *adedt morle het haxt ra een ondente
en boveute gedeelte. 3^ komt overeen met «fe
peeeaebtige nngen, Tan Uaprüezen voonien,
waardow dk diw i^deeVogen wederom m 2 dee-
len geiplitet wofdt, ia de boezems en kunen. In
de 4>oetenu rtort het Uoed tm> de aderen zidi
uk, hetwA verTotgena efdaoh in de kamen,
Tumar bet door MmentitÉkij^ tsd bet hart,
wautq geouMe ktafiTÜeien rich skLlea en den
tenvweg na» de boeioaa onnKig^k maken, jn
de tdagaderen gestuwd wordt. Dne wcmfan door
de bloedgolt mtgerekt en dringen die weer terog,
maar de weg naar de fcamoTB wordt na veanperd
door de Ue^pen in den mond Tan de aorta en
Toö de loDgslagader, welke kleppen Mj de «a-
mentpekktog der kaoHVB opeoaloDdMi, mau mt
door de terugdringende Uoedgc^ gesloten wor-
den totdat een «ienwe samentrekkHK een nieu-
w« grif in de dagaden went. Terwijl de hoit-
kamera ach door Bamentnduhig (t^sloh) van
haar bteed ontihsten, ToSen zich de boeaems roet
OMT het hart temgkeerend bbed, en zoodra de
kamers na de aamentrekddi^ Tershippen en wn-
der «orden (diattole}, trekken de boesents noh
«amen en storten hnn iedHind in de kamere niL
De lecfatM boesem doet dat door bet oêtium re-
Romm destmm been, de Üoker baei«m door de
opening tueadien Itoker boezem en ünkei kamer,
het ottutttt eenoeum tinutrun. Het eerste oeUum
kan gesloten wMdev door een kk^ , die nit drie
Tlieien bestaat en valvula Irieurptdalia beet, de
kiep toesdien linker boei«n en biJter kamer be-
ataftt uit twee TÏeien en heet valvula biaupida-
U» of «ülTaii* (ae de pktat). De klapTÜezen wor-
den ge^anoen door peeiige diaden, welke dwars
door de iuctkamer ioofta en aan ^nertepeltjes
Tan de spierwwden der kamen bevestigd lyn,
Zü veikatten tieh Vi de eamentrekking nu de
waodeD dn kamers en geven den steun aan de
deeiea ven de klep, die utden door dco bloed-
druk bg de sjetole der kamere Mttdeo omdaui
Én de boemM en de paoeage tTjH**'»^ ^^ V>^
ren heeten praUkèi^neren (lie de ^aat). De
qtier TUk den Wtwand xd! )« dwars gestreept
en iva bnodele ioopen m veraehHlende ricbting.
De oppervlakkige tagen hxipen schoHis over aa
twee kuoeis, dan om de punt vaa bet hart been
en geoo «ho in de <k«peie kagen over. Bq de
'baue vaa het hart vindt men ook tunede ringen
van knügvomagloopeitde faoDdde, die sfedtts één
kamer bèUeeden.
De waDd tui de liokerkimer ie dubbel aoo dik
9 die van de roditerkamer, die aUeen voor den
einen Uoodsomloop bdweft te «wgen. Zooafe
00* de grootte van het badt kert
leert ons de hsridM; [tie deie) en
de ansenltatie lön aiiheidstoeetsnd. Waot door de
daitjog Taa de kameiboeKmkkmen in de ka-
merejstole, en de ehiiting van de «agadeiU^ipen
in de diastole ontstaan twee lonen, de eerste en
de tweede karttwm. De kleppen, die enat slap
hiDgen, worden (dotodioe etiiU aaD^emaoaen, en
dat TeroorMakt eeoig gehiid, dat bg den eersten
toon iMg verateiit wordt door de samenkeUciflg
van de bartefwer en de sjstoliedte ibtieicking van
de k)ng- en de liohaamsakgader. De eecste kaa
men het beat hooren op de idaate van den hait-
Btoot, onder den tepd, waaobeen bet geluid mn
de nütfudklep voorlgeleid wordt, terwgl men
den toon van de trimttpiifaolHrr bet best aan
den reditenuid Tan bet borstbeen bq de vüfde
rK hwMt Deo tweeden harttooo, si. <Sen van de
aortakkmn, Temeemt men bet duideljket links
tan bet boiatbeen toasdien de 2de en 3de lib,
dien van de longriagaderkleppen, toaacben 2de
en 3de tib rechts vaa bet boiMbeen. Versteiking
ol verawakkdug van den eereten toon ikudt op
veretëiite oi venwakt* weiinng vam de kamer,
versterking bjjT. van dm 2d» toon vao de
longslagaiMir op overvuliUne van den kleinen
Uoedsomkop. Nog gewiehttger is de verande-
ring van de tonen ïn ^eruisehen. Waaneer byv.
de mitnUis udi niet goed ehiit, dan dringt bij de
Sitole van de karoer een deel vem bet bloed uit
Uoker kamer er doorheen naar den linker .
boeien) en daardoor verandiert de zuiveire eerate
Éwrttoon in eei gyilotüch geruiteh. (Zie hieronder
Ziekten vm hel hart). Hetxellde gevolg, lA. een
gyatoMsch geiuisdi, heeft een veruamwiiog (steito-
te) vau de uitmondiug van de aorta, waaA dan
moet bet bloed licb dwr een spleet wringen en
dat verwekt geraiecbeo, terw^l omgehewd een
vernauwing vaa het liniier osüum venosum of een
deleet aam de aortakk^ ndi in de diatMe doet
DigilizedbyGoOglC
HAKT BN ffiiOBDVATEN.
nnnie i^iiiwniiiii LHi sauiva a^ll
«kitoit, en ét vUeaof^n benndea
oste eedeelte. Ia oe tigmir h R de
e ÏHM butkniMC, r de reebber
gelden, waubji een düuMueh Aori^cnriaeh «ten
tweeden harttoDD vervangt. Nuat deic ~
sehe hfrrtgeroisobeo stun mindn eoed i
de snmganiecbe g«ndacbes -zMider bcfnalde klep-
gebreken in TmBchilleikde slgeDMene shrarnie-
sen als wateaat, iw^totoeBtMxleii bg koortng«
ziekten enz. M«n noanrt ze ook wd „loddentM-
)e'' geraisdnn; ze sciiöiien ep cianiéofniA fmbc-
tioDDeeien wn bet «pdenMMuMt te bwnatei^ (kt
de duitisg der tleppeD bezo^ en Terdwönen
vaoJi bij het tMntoTder kracMen. De gedaante
det 4 nuntan ras het taart ia bmt veiMMUend.
I^ai het TCiticale taucbenBolMt mar de ijide
der i«cbt«T afdeeliog g«w<tfd ie, .heelt dese op
dooroMde een hatTemaaoTonni^e en da linker
ardeelanc een Tonde gedwinte. De kamers zjjn
naar oadeien geekitoit, en de " ' ' ^
lich m het) bovenste
redttei en I. de ÏD
en t de Unier boeiem, a de rtagadn vot» bet li-
chaam en o' die voor de, kogen. Reeds genoemde
k«^v«iniiige nitoteekeete es de voanüteprageo-
de «fücrbuDdda geven ama de kamera een onrc'
gelnntig 'vovrkoBMa. De Moneoste «jipefvkkle
d«r tioezeniB la efEentx, maar deie ajn tn hnn ge-
heel T«el onregelmatiges. Elk vu <ieie heelt een
blinden tc^, biet oor genaamd, wa^dotnr bet hart
een eenigaiüw afgeronde gedaante krqgt. In o
stel men bet oor van den Mwr boeüacti. De 4
ruimten ign van binnen beUeed met een glad
weivlies (endoowditmi). Een dergelqk vkes om-
geeft het hart van hnUea tot «m dea ooraprong
der Tailen en ie hier omgeriagen, om het b«rt
nogmaals tot aan het ondetste aotekule Ie be-
klèeden en draagt den naaca van harteak fpert-
cardiwn). Die heide beUeedsele lifD echter nwt
Bamengegroeid, maar door eeoig nxirt geachei-
den, zoodat v^ over elkander kmmen aaraiven.
Uet hart ie doe geplaaM iffl een giiU)erigai lak,
waArin Ret hi{ ^e hartklopfnag gemakkuijk van
Btmd veTHtdeten kan. NJet onröia«t been men
het hart vecgeMen bij een hoold, >n een dubbele,
ingestolpte akapmnta gedoken.
De vaten tui den klenten Uoedewmloop staan
jn verband met dk longen en ver^achen dw geen
uitvoerige beechonwing. De «lagsder, diie uM de
rediter h&rtl[aiiier ontspriingt, drsa^ den naam
V8D iongslagader fo*^. Dese kan aan zjjn begin
worden gesWlen dóór dne hoJvemaajivornuge
kkpfliezen, wielke lidi openen naai de züde dor
longen, maar zidi eloiten bjj de verstafming der
kamere. De aderen van deo kledoen btoediwmlw^,
die zich \st den Koker boesem nitatorteD, vrorden
kiDeaderen (v) genoemd
De dagaden en aders raa den groeten bloede-
omloop venehiHen onderling auunetkdgk. De
wand der aliiMdera is dikkei en veerkraditiger,
om eaarienl^ier drakfcjog Ie fcuMien verduren;
haar aantal w kiriner en haar raimto ia het al-
gemeen mïnder groot, doch het hloed stsDomt et
met ved nteer meihetd domhera. Yoorts beeft
men in de aders takyke klapvliezen, ^ het te-
rugstroomen vaa het bloed veitnaderen. Wan-
neer de mieren, waartnaaeben ds aders in de le-
dematen loopen, aA samentTekken, drukken zij
op de adei* en bevrndeieB daarmede den bloeds-
omloaf), dte licfa door den vwm der klepfien al-
ken in de riditing van bet irnxi bewegen kao.
Voorts vormt het aderstelsel een aiionderigk net
van ader«n 05der de boid, welke met de dieper
gekegene, meestal ton gettde nn twee, Jwige de
alagvdiKS kNwen. Bij «en VMWODdiog ziet men,
daJi iket Uoed uit sUgsders bg turaefaenpooieQ
met een straal te vooraeh^ komt, terwgl bet
bkwd uit de aden kalm wegvloeaL Toeh soaden
die bulMniddelea bet adellek bloed net tegen de
zwaartekrMfat n oit de ondente bolk ader mm
bet faant kumen brengen, dat v^ stawkracfai
dan reeds VNbmfkt heeft De krachti^le faetor
is hier de adiemhaJing, want bg de madening
ontstaat e«i negatieve dnk in de bontholt^
waardoor bet Moed m die ader ris ''t weie <^^
zogen wonit; joist de «bi)te vaa de vanden du
ude» en der boezems k hier een voordeel, want
zü knnnen daardoor den negaitóeven drak vi^n
en vrgder worden, ~~ De snelkeid van den bloed-
stroom wordt 4tg faet voortdurend nooter wor-
dend stroongebiéd steeds gtiinger, dt gemmmr
^ke dwarse doorsnede der hurvaten k onge-
veer eOO maal grooter dan dfe <der aorta en toa
moot ra één sewMide door heidlB deaeèfde hoeveel-
hekt Uoed stroomen, dkt kan aUeen als de snd-
heid in de baairvaten evenveel maal geringer k
dan in de groote üchaNDBslagader. Inltet zwem-
vtLes van den kikker is onder het mievoacoop de
anelbeHi door de beweging van cCe Uoedeellen Ie
controleeren en daaf vindi men 0^ mm. inde ae-
eonde, in de slagader van den kop van een hond ia
lija»— SöOmni. Men berekent, dat ons bibod ia
ia bet Üchaun is zeer wieseieod, daai de wijdte
der slagaders zeer wisselt; zg liebben kringvor-
mig kHMKnde «pieren in Inin wanden, die onder
den invloed van vaatwouwen etaon, weUe hun
centrum in het veilengde meig hébtwn {vatomo-
lore zMiuvr«D) (ïie Vaaitenuteen}. Die zenuwen
zjjn in ataat bet volumen der arteries te verklei-
nen (wÈÊoeomtrietoren), waartegenover andere
ataan, die het vergiooten {muodüalaloren) eo
ssmen regekn sQ dm Uoedtoévoer en vergrooten
dien voor de oiguten, die er het meest behoefte
aan hri»ben: soo verwijden ^ de eUgaden van
de huikoigSEien tgdens de qngsvertieriflg, dêe der
«pieren bg «pkraiheud enz.
Evenak bet «In^wleTstelsel der longen, »>o
neemt ook dat des Itdiaama een aanvang met een
enkelen stam, de aorta {a) genaamd. Dexe ont-
gpringt uit de üi^ei hartkamer en ia daar door
een 3-deetig kkfivÜes gesloten. 7^ kÜmt aan-
Vftnkelqk omhoog nadat zg onouddellgk aehter
de kleppen heeft ge«ngd voor de vo«Ung van
de ha^éfrier, door het aigieTen van een réohtet
en een ünker krootudagader (ue plaal), en bnigt
zieh dan ntet een boog adutetrwaarts naar de wer-
vdkriom, wnarkngs ^j naar bet hekken afdaalt.
Uit bet bdle gedeelte des acotsboogs ontapiingen
3 gioote daalden (1, 2, 3), welke naar den hak,
bet bo^d en de (urmen kepen. De eerste (1), Art.
anonjmn, venkeK zieh weldra weder in 2 tak-
kiea, a.L in de (dentdbeenskgadet en de reebter
bakdi«Hter, terwQl de Mde andeie ekgaders (2
"' TOOT de Vnkerzgde dienen. (Zie de ^s*t bg
boofd T _
van d» b(ds voeka Uo(>pea. Tot baar
r ujden
takken
DigilizedbyGoOglC
HART BN BLOEDVATEN.
bebooren de Inakdogwler en de sUapdagider,
diebt TA6r het oor fielëgan. De devtdibeeaaUg^der
▼arrol^ Imu wee neiKéea mim, iwdat iq onder-
Mheidaa takten aeett «Igegeren Mkr het boven-
•te gcJwHg nn dm romp. ^ ktc^ kk maslag-
ÊÓa 1m^ de U&DensHde viui deo bonns-nn en
Todeett lidi hS dra «Keboog in de «ll«(^jp- en
■paaUKenokgÉMr. De «oifaj WwB de w«i-ï«)ko-
nm afdalen^ levert ma bekte qfcnii de elagaden
der ribben en eenige taUen aan de ingeWHidn
der èomt, bomt v«rT<olg«iw óoot bet middeorif
in de botUiolle, wmi ig diMielpaieii naar de
■pieren vaa doi ranp en enkele naai de iagew&n-
den van doD biük «nendt en veideeH zich atnde-
Ink tqj bet bekken in de 2 groote bekkentjeg-
aden, die, na b«t nitHndea tbd ooderaeheiden
tiUen, et* dQfdagwïeis lange de bkinen^fde dei
d^Mi keoen, dan rieh naar acbteren bn-igen en
door de Wte vbd de kiii«^D faAren tocht mort-
setten, cm mdi daarna ia 2 boofdtakken, de
■dieeiibeen- en de kmMegwler, te tvrdeelen.
De BTOote «dei* vengeMHen. looate wg reede
«miacten, de dagaden. De aden Tan de maagi
de dumen en de milt ««reeugen üA ecbter txA
«en grooten stam, de poortader genaaiii4 — "~~
naar de tevar kMpt, aéh luet in tafa^ke takken
«n einaMök in leen net -na baarvaten ver-
deelt, die «dl daarna w«der tot een leieredn Tei-
eenigen, om >ieh ia de oBdenrte boUe ader {H}
lüi te storten, w>^e al het aderiqk Uoed iwi de
ond«Trte be^ ijes li^taams terugvoert mar den
reehter boeoem fr), terwnl de hovenflt« bolk ader
fff') denseMden dnnst bevQet aan d« bovenste
Mft mn bet Kehaain.
2ie verder: BloeddnJc
Ziektenvanhethart. Deie behooien tot
vJM gio^wn, irant men rek«nt er onder de aan-
doeningen v«n den baotxak fpmeardiitm), die van
bet «ndoeardiuwi (bet wetvhêa, dat de bmneDvUk-
te van bet hart beUeedt), de gel»«ken aui de
UetipeD, en (en vierde, de ziekten nui de hart-
■ner vil. Bind^^ vonnen de nerwoM bartaaa-
dneningien een olioodniqke groep.
I. PerieardiHi. (Ontatéking vwi den bartiak).
Deie ia eomtödB primur, «nuf meestal aeenndaiT
en tmedt op biQ acnut gewricfatwhenmatienM;
met of K»dn aente ewioeardUH; veel idcfaamer
bg aodere stekten als roodvrmk. clironiei^ nier-
liekte eoi. Zeer raak ia de pnjeaiditia de voort-
Mtting van een nabonge onteteking vooral vui
den unt der lowen. Doorgaans zön ^ luor elk-
ander toeeekeerde of^wirkkten van den dnbbe-
leo hartzak over bmr g«heele nitg^reidlMid cmt-
atoken. Zg «afden rood, geiwoHm en week, ter-
wjjt ifj «en watentebUge, veel eiirit bevattende of
Moedwige vJooiatof m de TÜnte tanehen deae
rrvUten afscheiden, vnorad bjj peidoarditde
übeoma i« bet exeódMt meer vloeüwor fae-
reaacAJ of eemfilnBenaeb, maar bet k etteric,
ak de eMeiiog van een mbudg «(gaan of ab
fifaemie de oonaat ia, terwnl men «en Hoedeiige
utotottks meei bj tobeMnloae vindt. De fibrine
kan ver^Koeüngen opwekken tnasdMn bart en
bart«iakje, ol, ala de oatateUag ook op de boi-
itxftbkte ina bet peiioaiKfinm aotAlt, tnneben
harteiakje en boratwM>d. Deiselqke vergroMin-
gen kannen de bewegingen van bet bart bekm-
■""■ ■' . biA>ben. FnniMre
acute ^mMardiitis vorooriB^t, ak zjj niet be-
paakl hebt ia, at^nde vija ia de barlstrecl, be-
lemniering óei adenuüfing, bsirtklo^niigen,
koorte en algemeene stektererschünaek. Duide-
tj^er dan die «objeetdeve verafdi^jiiMlB lyn de ob-
jectieve, wtuit vnök boort men met den etetboe-
coop het wrjjvingegehiid, dat de rauwe vlakten
by de hartbewegiog maken en aotna ia dat peri-
eardUUe mr^ven ook te vo^en. VerzaineM lich
v«el voriit m bet bartenkje, dan wordt bet hait
nn den boratwand algedróngen, de boristoot
daardoor xwakJcar en daü het lakje wordt uitge-
lekt, vindt men bjj percoseve de hartdeina>in|g
naar vetbta en Vak* vergroot. Eeo'akilenotiek ia
daarbg, dat men den faartstoot op de normale
pkota vindt, dae bimnm de grenrign vam de dem-
ping, met wefte Iga sg «uan unMnvakt. Daar
bet vocfat «en Kceia vi^^id van verpkataing
'■--"^ vtoutdevt èb voim vm 4» dempiog bg
jeveraiidetiag vao den paMnt en wordt de
demping uitgebreider ak de patiCnt lich «t»*^-
Het v«iloop v«a |mi«anliitia kam, als ^j ak oom-
pHcatte van plewitk of gewnehtaiiieBna op-
treedt, leer guMÜg t^ maac bQ sware nekte-
toeeianden nn het optredcB van peiieatditia de
d&Mote oomak vao den dood >^ Bemald on-
gunstig k de toberetdenn vonn, nog okditer de
ottetige bf pvaemae. De dtroniteAa p«rteardctM
begint ak «wdbnig of ontwikkett neb wt de am-
te en leidt 09 den dnnr tot venwakköng van de
haitepier. met de eevaariqke gevolgen voor dan
bkedsomloop, <& bij de andran bartii^ten be-
sproken wi»den.
al bot gerolg van andere (»geet«ldbedea (oïm-
nekten, gtbrekeu der MapvËeien eni.), welke
waterzucht voroonoken. Zg «nMaat mi bet eei-
ate geval vecj kter dan de watem^tboopgng in
andere numtien, ja, dikwgk «ent bg bet nade-
ren VUL den dood. Waar tg neb vroeger ve^
toont, veroonaakt ^ Memmering in de ademba-
luK en den Moedaoraloiy. De objeotieve ver-
scbgMria zgn die van mncaiditiB, maar ^ ont-
gt«kin«ven«Ai|rnad ontbreekt ertii}.
II. Ëiujoeonfitii. W^ hebben ög endocanïlM
tneestat met baotcriSn te doea, die «n het bked
diiculeeren, «db op bet endo«aidtom, vooral op
ds bartklrópen, nestekn, en daar ontsteking ver-
oorzaken. Vooral 4)q aennt gewri^terhenma treedt
de endocanfitiB op in den vorm van kleine, pa-
pilWre knabbeitK* «P het eadoeaiiUDm (vem-
eeuie endocardilia), tenrjjl Mpfieaemu o>t nyoemta
nniJriiting kan geven m ds veel iwaardere ui-
eeraae endoeavdWa, «aari^ door denecroae van
bet w«el«l zwMen ootctaaa. Bg dezen nleercn-
len vorm vindt men alt^d microooeeen in btt
ontatiiken we^el. Meeet taeft de endoearditu de
kleppen van mifrotia en oorio, en de fibriM, die
op iM kleppen zit, ban kagewodd en naar aaMkn
organen gevowd worden, waai sq embeUefln doet
ontataoa ng de vaermeenze endoóiditia, of cmbo-
1m(ém abaeeoeen l^j de nkerenze. De veneiign-
(ele van endoeaidÈüi boagen gehed af van hare
iotensiteat. Ia de ttehte gevefien zj^n de sobjec-
tkve geiing (bontkloppingen, ^ in de hart-
^mtk, ademnood^; de objeetiOTe toonen verateik-
■te hartwwking, vmanelden fok, Inide eyatolkcbe
DigilizedbyGoOglC
HAKT EK BLOEDVATEN.
ganuMben aaa de miti^is en vereUik'teii ^n
pulmoofMltiOOii. De zwwcóok be«tt deirifde mi-
•ehjineclat in (t«i«ien grud, de «]genM«iM loe-
■taöd k Teet fMbter en. nwlert meei iU«d bü de
okereuH «ndoeuolitM, tiMMdKa «elke beide tiou-
wens OT«iaHw«T(ninen lyik, Et oatsUan bkiedin-
g»a ia da liQMl, gewnd)t«iT«Uin^n, nieiiiloeddi]-
gen door embolieen in de ;
Biid«e (Mguwn. Die iwMtdere TOnnen dwen we-
k«a m koDDcn dn dood moorMken. 14kt m)-
dgn k«it MM)^ 4eiile «DdoowdiUe berhMJddük
Ketdimeren (aeate enrfoeQnfilM reeurren*) onder
t lieh TMtk onder den iwa*
len algemeenen toestMxt, die op (ypAtu of pyoe-
t TerecMilende oig&neD, JMOge, som
tenmliteeT«nb<)«, koorts es zware bei^nT'erschga-
■ele komen hier of den vootgismd (sie Pyaemie)
en Men geen bw^ op herstel. In de Jicbt«i«
bentd wel mogelqk, mut volkomen geoezin^
leldsn, diat Taa de «ente endaeanïtU meestal
kkpeetiteken tMfateiUüv«n.
UI. KlepgebrtktH. Als gevolg nu endcMudi-
tis «nWtaa vHilikÜogen, aduoaifiriiiigea en Ter-
groeüngen cfi de khwen, die «en uuiwkeiinge
ning (ttëiutej op <Ieielfde ot TewdüÜende Uêp-
pen. B^ deigMJ^e gebreken wordt de geregdde
eJienktM geatoord en het gebeele huttneebaiii*-
me gewqiigd, »MMfa wq met takeie vooibeekteD
loUen iHgMD. 'EeB der meeat voorkomende kkn-
gebRfcen is de intnftieientie v«n de mstnüs, de
El«p toMdteii Koker boeiem en linka kamer. By
de MmentMkkkg van de Uoker kamer bondt on
%e Uep bet Moed mt ower legen, ouar «troomt
bet gededtdfik tamg naai dm Hokei boeiem.
Hier «nteioet bet tetuogewotpea 4doed den
•teoom, die door de longaden aatwevoetd wordt
en die bcMog Tentcarkt bet qtttoMdi gerodech,
reedi «ngewekt toan bet tilo«d vut de Imket ka-
mer üA doM de «pengHdeven <pleet van het
oitiiun TCOOSom moest wiingeD. De üoker boe-
iem ootvangt doa lao twee kimten l^oed,
wovdt cteric «itgenkt. Zöo dotiae waod wordt
dikker om den vooten arbrnd te knimeo vertieh-
ten, msM het Uqft OBvoMoende; de vrge alvoer
mt de longttdien wordt Mentnerd en ^ aUining
Tan bet Uoed plant zieh door kmgcapéUuren en
longelwaden voort naar de leofcter kamer. Deae
moet <MD gestoM<den, kleiDMi Uoedeomlot^ ia
gang faoadea en om die etnwing en verttaguig Ie
overwnmoi, wordt ipn wand &ter, tot Ag eio-
d^k niet mew tegen den atbetd op km, ign
quer veiriapt en entaudt; de kamer wordt wnder
en ook de rrQe afvoer lao bet aderi^ke Uoed io
locbtei boeMU en lediler kamer wndt du be-
lemmerd; de stuwing fdHvt lieh na over bet ge-
betie ader^ateem voort, en et ont«taat bet beeM
van een bartgebrek, dat niet meer door hjrper-
tmphie van os haita[»er wordt eeoompeneeen).
Tot dien toeetand van onvoMoeode aompeaulje
komen op den dour «Ue klepgebrcien, al liJn het
ook TeiecfaiUende aldeeliogen vam het bart, die
den dieDst elndrijgk weigeren. Ie de mitnlii ni«t
' naufEMient, maar zgn opening vernauwd, dan
ontvangt de lankei kamer te weuüg bioed; de lin-
ker boezem moet bet Uoed door de eploet per-
«en. waardoor een dia«t<diecfa geruifoh bui de um-
tnlü ontstaat, et komt stuwing in de kmmdeM,
daania ia de longslagaders en wiet komt de kst
terug 49 bet re<j>ter fatui, welke vergiooting
door de perouseie aan te toonen ie. — Z^ de
kleppen van de aorta ioeuXËoient, dan moet 4»
luAa kamer harder weiken, dnai bü ia de diasto-
le niet alleen bet bloed mt den ^kei boeiem,
maar ook bet teragstroomoKie Uoed nit de aorl«
ontvang. 'ï^ oolataat een di««t<^Mh gemiedi
aan de aonta, de linket kamet wovdt w^der, hau
wond dikker en de sterke hwtatoot en Mt aterke,
liebtbara putseereo van alle gioote bloedraloi
bewjjet, dat de linker kamer aan de verzwaasd»
eiaebeD v<^da«t, lot ook ijjn sterke waii»d verakpt.
— Nog xwaarder i« de laak tui de ünker kamer
tij Teraanwiag van de ovtmag van de aorta,
wa&i men dan een ^atoliiBb gemisch hooit, ter*
wijl bier door ie Ueuw UoedgoU, die ia de aovta
kaii doonkiogei^ de pcda Uean wordt. — De ver-
nanwiii^ van bét oêtium fulmonale is meestal
oaogebtwen, de Undeiea worden leMen ooder
daa 10 jaar, bbd er blMiwaefat^ lut door de atn-
wing in de boidadttn en Ujjven aAtaijjk in boa
Müwikketing. Vaak gaat de vnnanwtng g
met het opeiddvteti van de opening i
boeienu {forameti ovak), met defecten m um «i-
merscbot, of bet opeabliiren v«n den duebu Bo-
talU (ne Enüirpo). — Bet «pte^t vanaett, dat
ook téedk Tooroat bet bart zya dienst beoiot te
wogeten, voor er ernstige stoomieeen in ét eom-
penealje cptredien', de obnonnaüteiten ia de Imc-
< het hart üeh doen voelen. Ocwocoljft
B^n bet de longen, die het «etst Igden, daar de
bloedctawing bet adembaüiigtfNraoet beleoumit;
kortademjgbüd
n biODeUtis beb-
c hartkhopdngen en
beoMiwdbeid op de b
kbgen.
ben. Ook Uagen iq •
ben eonu aauvaUea v:
die naet mMu net bevige pöaen ia de hart-
•treek gqtaaid gaat, nitsbralend naar etbooder
en aim (mtgüui feetoriê). Ergw loden aü ala da
stuwing in de aden stoker w««m en daardoor
kj/dropg (watersudit) tmtetaat. Eeret trodea Ü*
tn ioa weettd op ala balwk en oogledea al aan
ksR gelden deelea als de enkele en verdwijnen
^j e naetfts, maar l^j sterkei aloonus io de eau-
penaatte w<m><H de watenoeht onder óe baU
ateede uitgebreider, aeife tot olgemeene water-
zueht toe, waaitijj ook tzADsradaten «n d« buikh(d-
te ((ueiltt), en in de (Aeunbolte {hydrothorax)
de ruimte vow de ademWiog nog veikkinen en
den ademnood verergeteo. Hand aan hoad met
de toenemende watersuebt gaat de ^obtbare atn-
wing in de aders; de groote aan den fada riet
men niet aUeen geswoUen, ntaar tij vertoonen la-
ter mIIb pokatiee door de nit bet rechter hart
ternggeworpMi UoedgoV; dk>or de etuwtiDg in ds
kleiöeTe en kleinste adeie ki^gt de haftpatiBot
den blauwaditigen tint {eyanoie), die bg be-
hoorlijke eompeneastje zwak, maar iumwuanhaai
■^treedt op oeusvleugcfe, Kmwn en wangen, maar
ig eonq>eneatiefltooiDissen diioct in het oog vak.
Ook de inwendige oigoneD «tdeigaam de mrolgen
van de stawiog, loo iw«^ de lever op vaak vür er
D,o,l,zedb,GoOgle
HAKT BN BLOEDVATEN.
nog anuH wétanadiiij (ttweütgüefer) en Toegt
■Kt ariden, door «en üefate g«diudtt, «en gele
ttnt ÉA& de cj>utaw toe. De «luirinasnier ie tuut
de geringe bÖeTeellwid anne, de wtnkere Ueur
«rnw en bet boog ^>eoii>ek gewieht te berken'
Den; maag en donnen ie*g«eien op de «tnwing
door bUnrliN Koomimen ia <Ie BpösT«itte»og. E«t
»dt«b«eld ran wn Uepgebrek Ino pMadriog ver-
«rgeten dooi embolieia; «venah l^ endoearditie
MHteD tuai bloedMolaels vf i» zieÉe Ue^pec ol
ia lug gelegen «den ontetMn en als er sliakjcea
««n kngmoeld worden, T«FoonalMn tg emlMlieBn
« TcastOuUeiide oisukeD. Klyien die stokken in
ds kngen sMran, Am kan de dood volgen tia de
hfpikfufrr Tersk^t wotdt; )^j vonbmrinff van
kleae» riagador» volgt t«ak benanirdiMad en
bel ophototBO na Uoéifig aputom; wordt «en
didwiiii dsr beiwnfl verauipt. dan T<dgt een be-
imrte en de dood ot een halfzvdige Teriammnig
UjjH Mbt«r. De ftenoemde oomftenaatieetooniMMn
kümen ttNiteUen tb» jaien op i6^ laten waeb-
ton «t and optiodm, dïtt txuiet af v&a den aard
i«& het faartgefank óf getneken, .(-want somc ijjn
«r (wee ktq^pen luet in onle), van de kracbt van
de JtaA^nor maar tomsI ook. Tan de leefwqw
nu den patitnt. Kas die ridi ram Udtamel^e in-
■fMunteg oatbovdeD ca ook g«e«telQk een matig
leren leiden, daa hH^ de eompensatiie soms teer
iMg in «tand en atooniiaseD erin kunnen weer
«M goed ala eebee} TooAg gaui, ila bet dbn n«t
voor gD«d. E^ goede oon^tmaatie is das oclc de
mstige leetwgw, nutigiMtd ia bet eten, drinÉen,
nxÉen mb. foMoeande; tij atoomieaen iit de orai-
mnatiie •• lUüifalit bet wraTeteMM mkUd, dun
set deb^^enmgTMsterttendepefcnlaDgia-
■MT, legdmatiMr en ToHtf onder «OKlt; dooi de
Teifaoogde kiaoKTaodeaieulalieTanhröneii wa-
tetnubt, benenirAteid «d stswH^Niine en het
«reamebt bn wew epoedig hetatMd worden. Di-
gUaKa ie editei geen «nacboldtg medicament;
Toortdnteftde eooMle wa den medicu» ie bg de
toedieinnc Boodig om «diadelqke gevolgen te
TOoHiomen en aoan moet bet door andere midde-
len ala eolltii»e nrrsneen worden. By iwaie bj-
dnpt steekt men met ijjne buisjes in bet oodei-
favaaelM biodweefael om het Toeht neai buiten
tl te Toeien, gelgk men ook wel de aieite* of
Itfdrothorax cotlaat om den patieDt verUchtuig
te genm van i$n «demDood. Vaak ie eebtei mor-
Km daarvoor onontiieei'I^; alleen in lichto ge-
vallen knnnen moater^wnpen, beete omslagen op
de bont en heete raettiadeQ iets belpen. Ook bij
de aaovaMeo van p^ m de J>artatTeek heeft men
ntorÜDe noodig, teiEwg) bg hat van hartklop-
^ogeo een gsUua op iiet hwt goede dienatcn
IV. Ziekteit van de karUpier: a. MyooardiHt.
Bji onlaajdiogen in den wand van bet bart, du
in de haitainra, Qtieekt men van mvoearditii, het-
■4 ig op nebietf «taao, dan wel tMtbieJdingen ij}n
«H «en endoeMdÜBB. Hen vÏDdt kt beede geval-
len gedeeHen «an de hactafMer tot bittdweelad
iWMrd «D ala oonaak eivan een aandoening van
de kmon^waden, die de hartepler moeten voe-
den) M l^n dan aan aiheroom (i. d.), waar-
door iq lÜM en daai veiMept worden cA althans
veniaaw4 aoodnt de voedi'Og vm den wand van
bet faart «RiTcMDeiide wordt, deie niet tneei tegen
den UoedduiA van binnen beetand w en ook tin
i|}n «ibeid te kort sebiet. Aleobolieme, ejpbitia
en eifelgfcbetd apol«i ia bet ontstaAD van myo-
caidiiis d^e hoofdrol, dosir z^ de oonaken van
atFheromn der dagnders ign.
De vendigoflolen van m^oeaiditts hangen weer
ïi van de vnag <A de apiei -aog behoorlijk lijn
werk kan dMn dan wel of ei «onpeneatieetoor-
niesen of>ti«den, objectief vtodt men, adtbane als
er niet tevens «en fcleiigdbick 1^ aanwezig ie,
Bleehts een onnegdmati^, va^k zeer verlng-
XMunden fOk en nMwttnig van bet giabeete hart
of van een deel ervM. AmvoHen 'vwi saigina pee-
toris doen web vaak vooiT, ook we! van hut-
MÜmat «n van bennislelooeheid en met aelden is
m]roeafditi< de oonaek rta een pktaetingen dood
van Heden, die voor dten tjjd weiiug of «een las-
ten hadden, vaak idk röeA vriaten, dat bm hart
b, SypertTMkU en Dilofalte. Atgeiien van de
hmerteopbie (veidikking) tso de harta^üei en de
«ËUatie (nitwttüig) van ign bolten ala gevolgen
van Jdepgebreken of spwiaandoeniingen, komen
ife teesnmdMi ook voor eeniondie aln gevolg <ran
bniteoipoitee iwwawaiing vao hot bart t g. tan
te iwam hémtamxa arbeid of orcimatig eten
of drinken, ^r. bn anedei^ laatihageiB en Utr-
«bitsen. Tnlkn «e eebadelnkbeden «en «tedc
indhidn, dan aal d« waad wk«r wordei^ b|j
slappe peasoawn «nder aan den drak toegeven «n
<MlaieeKQ, «oma idfs mot id^ looale Si «(Ma-
ten oa geftneeeode maneben of bg awwe koort«-
liektten. Bg vecbetnde leefvrHn ia biei de tooi-
^dUng DBJnni^ veel ematiger dbn bg kiepge-
brdMn; daai men vaak bet weder opkomen van
eompenBatie«toonisaae& km venngdsn of bfj •«•'■
vomige dtlalntie door faaitiwakte het hart «tw-
k«r kan maken door veibetenng van den a^ge-
meeoen toeatand, Kuala hg bleekcDobt of in le-
oonvaieeoentde.
e. Vethart (eor adiponim). Bij aeor vette por-
eonen ie eome het hart geheel in een velkepeel
gehuM, terwöl men ah gevolg van de gestoorde -
ToediDg VBO de hairtepier deie leH vettig ont-
aard ï*ndt bg mjoearditia, klepgebrelren. hjper-
tiophicSn ens. De geroken vooi den hloedaomfoiMi
igo dexelfde ale bg anMe bartapieigebieken, de
b^handeJrag moet, bg aJgemeeDe vt*ïii<bt, voor-
al tegen de laatete geridit zgn.
V. ZeauuiftoornisseN (NeuroKen) van het bart.
Ook Kelder eenïg gebrek aan het nart Hiden «om-
b«Ttkk>{^ngeD. die door elke
verootraslen. Heeelal ign de patiEnfen ook oven-
gens lemiwa^tig of Igden ig aan Ueekiaelit,
soodat een kraebtw dieet en staalmiddelen goede
«Hensten kimnen bewnien. Ook koude omslagen
op bot hait en broomUinm komen mottig iq"'
Aodereo Ijjdan aan aanvallen van steiite ,veT-
sneUing van de bortvfeiking (taekyeardie), looda*
de pds inpkats van 70, wel 800 maal in de mi-
naat kan kloppen zonder iwaie verscbgnsela te
geven. Ook eoUnoetten we reeda de angina feeto-
rit of sfenomrifie ale gevolg van i^tziekten,
maar de pgolgke aanva^n ervan treden ook wd
ala luivere oenroee van bet hart op, met een ge-
voel van zware bekkaming op de borst en bev4-
DigilizedbyGoOglC
62
HAST EN BLOEDVA'raiN-^iAIiTIHO.
{!< pgnen in de tiurtstireck, •£« mm den Idoker
aohowleT uitstnlea, en eomB «ok In den linlei
wm mot «en «etod rac «töOi^d en prikkelen in
dèx. Soms ooarc de aamral eeaig« m-innten,
Mms meer tkn een htU nor, wme Iroéit M «dben
dif, du «eer eerst iu mauKlen Umig. Heettal
ia moipiHne -noodig, «oms werkt ntttrMim njtni-
aom goed en niet leÜen kan men de MHT^len
tegemgaaB door te eti^n tegen de blednnclit
of de T<4Uoedigbe(<l der patiBDten; ook nuBbrnilt
Tan tabttk kan de oomu zgn.
LiteratuMT: Somberg, LAAodi der Erankbei-
len des Heriena nud der J^t^rftsee (2de druk,
'Httndwn 1909); Sée, Traite des nwJa(li««da eöeai
(Puös 1889—1893, 2 ilh.]; /. Maekeiuie, hiia-
buch der HenkranUieiten (Doitioh ma F. Qrote,
Berlga 1610).
Bartenvtsln, Ouftor, een Dintedi wqBgeer,
den ISden Maart 1808 te Pkuen g^ioren. beioclit
de nIkk^ 1« Orimma, stndeerde te Leif>si« in de
{Meeleen&eid en «Ü^Meeerte en veetigde ïiob
aUur tk imiMtdoera^ waarna bii er in 1634
M iMiiten^wooa en In 1636 tot gewoon boog-
leenuw txooead werd. Van 1848 tot 1859 was hg
ah UhSoAeoane te Lnpiig waknwn. Hg m in
1890 te Jeoa oi«rleden. van löo geadiiiften noe-
men w^: „Die ProUoDe und GnnKÜebten d«r
«URemeHMu Metafiiij«k" (1836), „Die Onudbe-
^fe der ethiechen WiesenMtelten" (1844) en
^^Btoriadi'vlDlosopiiiecbe Abfaandhingen" O^TO).
B^ beeA üt w«iken -na Berbarl en tm Kont
uitge^wn.
Hartford, de boofdUad van den Noord-Ame-
rikauweben abuJt Oonoeetiieut, ïgt ten N.N.0.
nn N«w fi<iT«n «oo den tot hi«r voor kMne
sloombooten benwbuen Gonneetient t>g den
mowl dtt PwkriTei, en telt (1910) 98 915 inwc-
Mre. De «tMl ia mooi gebouwd; van de openba-
n «ebouwen ia bet Kegeeriooepaleie bei mooiet;
Twder bet «eminaiinm, het TrinitY CoU^ie, het
poatiuwtoar, bet etadlwie, bet atbeDaenm met
UbUotb^ek, tal^ke amdeve bibUotheken,, de kerk
kui-, een weeahuie en een kraninonigenfreetjeht.
Htrt^>rd ia de letd van giwote bnuMt- en lereni-
venek«riiigmiutMba|i()qen met een raneen-
edMppeiqk kafHteal na 150 móUtoen dcriUr. De
levert t
, l^len, Bobroev
gen, tapgten, ülTonraren eni. Beroemd
panfNhiMk van CoU. De »twi werd in 1635 ge-
atscbt. Tot 1875 waa da oneven jaren zij, in even
jaren New Haven ile iKtel vao bet bestuur ven
CouKetéeut, na dat jaar ie ly de eenige hoofd-
stad.
Bartlc Oeorg Lvdteig, een beoefenaar der
boedicshnnr. den 2den S^tember 1764 te Ok-
denbadi bij MaibiHg geboren, beioeht vui 1781
tot 1783 ae onareir^ett te CMeaBen en wMd in
1786 „Fotvtmeistec" van den voret «on Solmi-
BrauiufeU ie Hangen is de Wcttemo, waar Jig
een aelMMl voor boadbenHnar «iMliUe. Itv 1797
werd faq „LaodforatmcMtM" en , borstrat" van
den piioa mm Ontnie-tlatiau ie DiHenburg. In
1806 ^m hij ale „Oberfontrar naar Slirifgart,
werd m 1611 „OberkutdIorahDesBter" in Pruiaen,
in 1630 te Bwlge htmank profeemr en overleed
aldaar den 2den Febmaii 1887. Van lya ««-
■cbriften
Hohme'
1818),
buog d« ï
„OraadnUie dec FoTvtdiimktkm" (Badamw 1808.
2de dn* 1813), „Lelabneb fUr FOntM"- (3 din-,
Stnttgwt 1808, 11de dntL Dit«ge?eD door Th^d.
Hartig 1677), .XdubiKh fflr Jïger (id.
1810, ]I<fednAvHiAob. ffarl«9 1884) ei ' '
kon far J&get nnd Jagdb«nnde" (Berlün 1836,
2de druk 1860—1861). De Uatate nUgaven dier
werken ign beiorgd floar iqo mon Theodor Har-
tig.
Hartig, Theodor, «en boscfaboawknwtiffe, een
Mmn van den voorgMode, d«n 2den Febraari
1805 te DiUeidraig g«bo«n, stodeerde vttt 1824
\at 1827 te Berlün, werd ia 1835 hoogleeraar al-
daar, ia 1S38 aan bet Coltagiwn CaioKmnn te
BcaoBwök en tevens ab ,J^>nrtntt" üd van het
boKhbeëtuur ^dMr. Hq overleed te Bmnewjjlc
den 26at«n Maart 1860. Bebalve nieuwe drukken
vut ^M vaden werken edaeef bjj: „Dt« Ader- .
BQgler Denteefafcad^' (oi4 ,4>m> FaoMJien éer
Blatt- md fiolivreipen" getÜeld. Bertjjn 1887,
2de dnik 1860), „V<dktiAdige NattBcêeGbiditA
der ioistUeben KnHnrptbnzen DMrtaciilaoda" {9
dt», id 1640—1851, Dwirww nUgnve 1866), „Sys-
tem nnd Aoleitniig aam Stndiom der F(H»t«art-
e^Mltiebre" ^jeipiig 1856) en „Anatomie nnd
Ph;BiologM der Ébl^naiuen" (Beiiün 1678).
Hartig, Robert, een boaeiibouwk'aDdige^ een
200b van den voriee, óeo 30eten Uei 1830 te
Brunawgb giebwen, beioeht bet OoUegiom ^daac,
rdede gedwende twee jaren in de voornaamste
boaedten, «tudeeide vao 1861 tot 1864 aan de
eebool voor boadteutoor io tijn geboortettad,
vervolgens aan de aiüveraiteit te Ber)^, promo-
veerde te Hacbnig en werd ia 1667 geplaalst wn
de bosdiboawboogeaobool te ES»er8waide. In 1871
werd fa^ K professor en veFdok in 1878 in die
bek^king naar Hflndien, wear bjj den 9dNi Oe-
tober 1901 ov«4eed. Hij eobreef o. i,: „Ver^-
ofaende UaC«r«uclninffea Hber den Wacbatumagang
und ErtRig der RottKidte nnd Edehe in Spessart,
die Eiefei in Poranmo, die Wwsitanne im
Soliwarzwald" (Stnttgart 1865), ,J>ie Rentabüi-
t&t der FkbtemratiMfa- imd Bncfaenbrennbob-
wirtaebart im Bui und Weeergefünge" (Stntlgart
1868), „Wiehtwe EiwddieiteD der WaUbftamB,
Beiti4g« tor fijkole^ nad Flijtoptlfadagie'*
(Berlijn 1874), „Die doreh PÜoe eraewten Erank-
b^ten" (2de drak. Breshm 1875), ,4Ji« Zetwts-
(t dea H<dses der Naddhcdib&v-
i" (Bei4gn 1878), „Uotersaehtm-
geu aoe dem foietbotaoiMken loatitut m HQn-
dien" (Beriqa 1890), „L^riweh der Bauoikrank-
bciten" (Berljin 1682, 3de dnik ah ..LétAxiiii
der PfaDienkranUwiten", 1900), „Die Zerstörang
dei Badrahea daieh Püte I. Der eehte Hans-
•ehwemm" (Sde ifrnk v«n Tnbeirf, id. 1902), ,J)i«
anatomaedie Untemdteidnnffsmerkniale der wiéh-
tigem in Dentschland wocbeeoden HMser" (4d»
dTuI, MOnebeo 1690), ,J)w Holt der Rotbndie"
(met Rodoir Waber, id. /1688), ,Jiehrbneh der
Anatomie nnd Ftirsiolegie der FHanzen" (id.
1891) en ,3<iiinntera«!bTmfi|en" (id. 1901).
HartlnVi PM*r, een ïMerkwdseh natmK-
kundige, dsn 27eten F«bnun 1812 te Botter-
DigilizedbyGoOglC
dun geboren, oobno^ iüd DfiMit^ te EUmig
uo Mt IiMtitnnt Tut Kuubergeit en beiotlit ül
IftiS de aeademie Ie Utreciit, on ach op de ge-
DUMfcwnde toe te ttegea. Nodst hjj onder <le Try-
wiUge jeeera JeejpéDamii had e«a den Tien-
dMgMbói vehttocbt, onuiiofeerde hjj io 1885 in
de geneee- en Terioafauode met een «iwiertatie,
berettende ,,Ob»erimtioo«e eboreae nncti Viü et
t«bm pnerpenJoe" en Teetig>de zidi *ia arte te
Ondeirater. bi 1841 werd Iq benoeind tAt hoog-
leerur MO bet AthenaeMQ te Fianeker en 2 JB«i
dMiaa, toen gentMe eehod ««rd <^)geb«v«a,
Tond Ü] een nienwen werUriog tis boc^^nai
UQ de aeademie te Uitiecbt, waar hg aoh aao-
Tank^k belastte met het ooderwijs «n de mdo'o*-
eafuwbe (ntleedknnde enz., in de [dantenpiijBiD-
locie en de aatDmlgke hiatoik van bet ^oaten-
r^k, terwijl hq in lfl57 die ui de vergelökende
ontieed- en «Uerkimde op lidi aam en neh van
na ^ bq zgn ooderwga tot deie vakken bepaal-
de. Hö was lid van de Koniokl^e Academie ran
Wetenaebappen en Tan Tenebeiden bianen- «i
bnMeDlaodMbe geleerde gsnootaeltappen. I& IS72
«eid bem door de Fiu^ilte Academie de prjja-
JfoxUyCN (2000 kfiuea) toeeekeitd,' aJ« «tfarijver
TCo het belaogi^ wwk ,3eebei<^g de mot-
{rfMdafljw a^tbëdijne elc", en ter gelegenlind
raa 4e «aenng van bet dorde eeuwteëtt vba bet
bestaan der acadeDwe t« Leitjpn tieBoemde d« Se-
naat aldaar hem 'm 1ST5 hoDom eaiufia tot doctor
~a de wie- en natonrkuDde. Hq weid ennerLtuc
geeebnltoi noemen wjj: „Bedragen tot de ^
BdMdenie der lucroecc^n ra ons vaderkiiüt"
(1846), „Reebeicbes micrométriques mr Ie déve-
loHMiDeDit dea tisane «t des oroacwe du eoipe 1m-
üut, préeédéea d'DneumeuentiqtHdeadifftreo-
(ea mMbodes «noKamétrMiQeB'' (1615), ,3et mi-
cioseoop, deeaeUs gebnuk, eesclMedeoda en tegen-
woonHg« taedMi# (2de &A 1S66, S dlo.) en
all involg hierop „Néegwste veiiwUirkigen van
bet mtemseoefi en xja geteuik" (1658), met een
Hoogduitaehe Tertstang van het geütètAe w«ik
door prof. ThieU (2die diuk 1866), „De iM«t vu
Itet Ueine, eni." (2de druk IS66, Hoegduitecbe
wrlbiengselen en
woaers" (1853), „De nxKwereliUüko «cbewMigeD,
KBgelekeD met de t^enwoordige" (1857; Boiw-
dwtaebe icMattog doot /. E. A. Uartin, 1859),
„Qedaditen orer net hooger onderwijl is om va.
derland^' (1658), „Le E4pbali«mpbe. Noavel in-
■Immeait deetiiri i détenmner la liguio et lec di-
meuaioue da erAoe ou de te tAte bomaine" (1861),
wLeaboek ita de grondbegüw^n der dJeifcun-
de, 8 dln-, in tw«e «fdedMigen" (1862—1874).
,J>e boawkiBwt dw dieTtmT (2de druk 1870),
jj^MNMMfl MatMoal des atseaux" (wtetg*-
ym door het ütncbtaeh Qenootaohap, 1864), „An-
no 2065. Een bkk ui de to<iion»t, dirar dr. Dio*-
eoride^' (3de dnik, onder den ühd Tan „Anno
9070, I870L „ChfMtüan Hnwens in liin leven
Wken geadMtet" (1608), .Jitmain Bur k
t Pot<Doa" (tutgegeven door bet Utr. Oe-
sUtoiit en ^
63
de Kon. Aoademie van Weten-
: ,Jt«cbendieo aur h natnre et
Jee canaea de la maladie des pommeE de tene"
(1846), „-De bodem onder Amsterdaxn ondonooht
en beschreven" (1652), „Dceenpt^oa d'un dMmant
lemaiquable" (185S), ,J)eeeripti«D de qoelquet
Iragioeats ' de deni céphakpodea gigantesquea"
(1861), „Bqdiage tot de kennie der nncroscocn-
8*e flora ea hmm der BanAujoe" (1864), „No-
ticea lofilogiquea, amatomöquee et hktiologii^iies
aar rOrthagoriscus oxodora, Euivie» de conwli-
ntuuia sar l'ostéogénèae des TéléoetienB en géné-
raT' (1868), „Reeberohea de morpb<Jogie sjntbé-
töqoe BUI ia prodtaction srtificteUe de quelqoea
formationB o^cairee otganiquea" (1672), „Notioe
sur itn cae de torjira.ti<ni de lulguntei dans le aol
de b N<6erlwide" (1874), „Le plan médiei de la
téte Néeriaadawe, détenmné d'i^ès uiie métliode
wmwile" (1874), „VooriieoD en thaue, borinne-
rJngen, ofimeikifigen. wenl[en door een oud gtn-
dent^' (1878). „Ëmetige woorden tot üja huidge-
nootott" (1881), ,vZijn er vaate «aitunrw«ttoft?,
door dr. Dioêeorideê" (1881), „rnMMnaa fienra
Hu^y" (in Kaonen tm beteekeois, 18B3). Ook
sdtreel bg «en aantal meer of mi<Dder wtvoerige
opateUeo, bevattende mededaeliflgen ovei wetea-
eui)4i()elgk« ondersoekingen, m: „T^jdsduift voor
natonrigke geaefatedNHe en f^^iokieie", „Bi^e-
tia des aewoeea ^;«<|uet et natore^ en Neer-
laiMle", „Nederiandach Laneet". „Aaditeekenineen
dci SeotieTergadningen vao bet UUe^tach w-
DootaiJiaD", „V««la^n en medodeeUngen der
Koninktyke Academie van Wetenschappen", „Ver<
haodc^Higen der commweie voor de geolagischo
kaatt van Nederland", „Archives Neerlandaieea
des ecieoèee emotee «t nadirelks", „Poggeodortf's
AiuialeQ", „Aonalea dea teieDoea natnrdlea",
„Coorptea imdua de 1' Académie des Scienoee" en
eindelqk v«le popiüako opsMteo ia bet door
tMm g«ffodige«<de „Album der Natuur".
Htnlmg, Difk, «en Nederiandeeh godgeleerde
en broeder van den vooigaBnde, den Oden Octo-
ber ld17 te Rotterdam geboren, ontvi-og lyn op-
Indifig aao Itet loffbitoot ven Kinsbergeji te El-
bnrg, de Franoobe ediool vam t>m Toorentnbergen
de lAtgnadie scfaool te Utrecht en werd ia
•5 iogeodiiieven als student ia de lottoren en
godgeleerdheid te Utredit. Nadnt hg aldaar den
rang vso oaotfidaat in de letteren verworven bad,
*ett« tiq gedurende 3 jaar lyn godgrieerde etn-
dün voort a«n bet seminHiom der Doopageiinden
le AnuteidMn en «Mtvaardde in 1640 de betrek-
king Tan pndjkant ^ de Dooragenode gemeente
te Enkhniien. De Senaat der Utreobteebe booge-
adiool verleeode hem in 1649 eerahalve den titd
van doehw in de ^odE«^idbeid. VaD li^ii ge-
eefaiülen noeoMa wn een dom bet Haagech Oe-
lootaehu) an 1846 bekroonde prgsverbondeHng:
.,OTei de etdribetd van den brief aan de £^-
>iSra", ,J>e Ifoivioae Loeuri Evangel^i adoltera-
tore" (1840), „GMekKh-Nederdnitaoh Baodwoor-
denboek ap bet Nieuwe Testantent" (1861—1863).
,Eene mawtd op ie» in Nooid-It^B, Savoj« en
Zwitaeriandr (met dr. G. Vwering, 1864), „Een
dag in den vreemde" (1869), „Ö riek «ch -Neder-
iaadaeh bandwooidenboek op bet Nieuwe Tei-
tameot" (2de uitgave 1686), „Proeve van beriie-
mng ODtCT w«tg«vti^ Of bet lager onderwga"
DigilizedbyGoOglC
EAiRTINO-iE&KrUAN.
S885), beDenne een tamiei aitik^ii io „4e
ids , de „Je&iboctea iwa w«1«iwdiMpdi|ke
Ifaetdogie", de ,^Daofpegeaaia Bgdraeeii eni.,
•lameM de , JaaTT«nMgeii na bet NeoCTkitdedi
SdboalmtoMi", «M in 1969 dcwr hem en ijin
broeder w«Td opgeridit ea waarbij ^V '!• alge-
meen eeoretuia nMfkaaam waa. Den laUn April
1888 verkreeg hn inn emeritaat en «rerleed den
23elen Febmari 1002.
Bftrtlnrton. Zie Dttoiukire.
Bartjesdar i* de MAin tm een To)ksf«e«t-
dag te AÏiHteraun, Tolgene Boounigen ontataan
doordat men weteer op dbMb dag vrif moclit
gen (^ de kongnen in de duJoen bq Haarkm.
valt op den 3den 'Haanthg Tan Augoataa.
bniitenepcsiffaeden, die de Hartjesjagi
Troeger bedKTen (want bet leest hérft »ooral in
onie eenw zeer aan beteekents Terloien), bAben
den Ear^jeedag benicht geraaakt. Vooral op den
Zeedgk en in omUggende stegen werd l^j vroeger
éiiA gevierd. Nu merkt men er weinig meei
TMt De kiiidei<en (giootendeek nk dn „Jor-
daan") bokken op dien dag veiUeed en nogen-
de door de etad.
HartkamsT. Zie Hta-L
BarÜ. aobtei vogehnmen ie de aftorting
voor O. HarÜaub (ae aldHtr).
Hartl, Bebuieh, een OoeteDi^eah geodeet,
den 23eten Jannari 1840 4e BrOoa gebtmn, atn-
deeide te Weeoen, tivd in 1869 in dlenat, nam
deel aan de veldtochten vaii 1864 en 1866 en
werd in 1869 bQ bet m'Mak geogr^adi ineti-
i udi au leider der
„ voor»! v»
bo»ametaiig >ew veidiwtdijk beeft gemaakt.
Van 187S toi '1875 was hg ^ tonograat werkzaam
" dODofi, Rnmelie en Bnlgar^e en Mdde
9 tot 1896 de triuigaJatie en het begin
dn lanknatiog lan Oneke^ant In 1898 wwd
h^ boo^leoaar is de geodesie te Weenen. De
tri—eenng vaa den Aiwerftunnel voerde hn n-it
DMT het plan van fToIf. Van 1868 tot 1896 re-
^geudb oq de .^tUeAongien dee Hihtibgieo-
OTt^hitdien Imtiinte". Hq overieed den 8den
Aprü 190S 4e 'Weenen.
Bartlanb. Otutav, een Dnftseb vogelknndi-
ge, den Saten Nov«mber 1840 te Breinen geboren,
■tndeerde te Beiijjn, Bonn en GOttUigen in de
medicijnen, beioeht ooderseheiden wetcnsebappe-
Joke inatettinpn in bet hmlenland en tettipide
veb daarna iJb arta te Bremen, waai hg den
20«4en November 1900 orerteed Hjj sehreef: ,.S;b-
tem der Oiwfbokigie Westarrika^' (1857). „Bei-
trag IDT Faona Zentrokraljnenena" (1667), „Die
TOge] Oatafrikaa" (1870), ,4>ie VBgel Madint-
kara md det benatlibaFten IneelgTnpfmi'' (1S76),
Ook beweille )iq de aoOloeieebe venameKng van
SfflJR Ptuja en edireef de oniithokigiadM be-
tiehten van TroÊcheFh „Arehiv der Haturge-
aeUebW (1846—1871).
Hartlabm, Otto Briek, een Duitaeh acfirg-
ver, den 3den Jnm I8S4 (e Ehnatbal gelKven,
etndeerde in de redrtea, verliet echter Tcede In
1890 den staatsdienst, «m kA g^teel aan de lel-
toifcimde te wndei». Hg oveileed den 11 den Pe-
bniari 1905. Hi} befioorde tot de „Freie BQhae"
... ^^^ öf.
,Zwei ver-
— - (Öde dnik, „Die SWaj»",
1891), ,J)ie Owehidite wm abgvrifleeDen Kd<^"
(ISSS), „Vom gnatbeien Ftator^ (1895), „Der rS-
miadie Ualer^ (1898) en ,Xöebe kleine Hama"
(1904). Veei roem v«tnri«tf hij >k toooedeciirö-
v«r. Hg Bchnet: „Angsle" (1891), ,J)er FVoaeb.
FamiMendmna mub Heorik Ipm" (mrodie,
1891), „Hanaa Jagwt" (1998), „Die ntUiclw F9r-
denmg'' (18fi7), „Die fim^Hing w Bhe" (1897),
„Ein wafathaft gnter Henaoh'^ (1899), „Die Be-
freiten" (1699), aUe iomteehtnkken en het trear-
spel „Ein Elmnwort". Een wnddaacoea bad h^
met het net den OriUpaner-pi^ bekroonde Mfi-
cMM'drama „Roaenmontsg" (1900), een etnk van
aan^jipemde basiek. ^d gadieUiBa gsj hg nit
' (18Ö5) .
„Von reHen FrUdi-
uit Qoelhe'« gediebten „Ooathe-Bre-
vier" (169%) en oat Seheffhr'a ,/}bernbiiuecber
WaadMmuftt" den tmndel „Aagtiw Si'leaiua"
(1606).
Hartlepool, een leeMad in hot Bngteleehe
gtttStémp Donaak, od een Hhiereiland ten
noorden van deo oma der Tee aan de Nooid-
mrVtepixA met (1918) 639S2 ntwonen^ en
beett een voortnffelqke en veilige haven, groote
dokbn «n acbeefMtunmerwierven, omderaineiden
uuieidqke gebouwva, een dmk beiocht leehad,
stoenkciütmfpwn, adteepTaait en Tiaseberg. Het
edte^aeTtv«tkner bedioeg <m 1913 1949 000
ton aMt in- en nitgaande adtepen. In> de nabg-
beid vindt men de BlaekhaUe, mei^waardig* rote-
Jaeobui Johwmet, in 1861 te
Blankeitera geboren, promoTCerde in 1877 aas
de boogeeehou te Leiden tot doctor in de Uae-
téeke letteren op een pioefwhNit, f;etêteld: „Stv-
dia eritiea in LneiasH Samoeateneia ofMn". Hg
wM van 1877 tot 1883 pnecefAor en van 1888
tot 1801 «oureetM aan het g^rmnMiom t« Leiden.
In laatstgenoemd jaar aanvaardde hg het hoog-
leeraMTsambt aldur met een rede, g«Ht<M: „De
naameto wetken ijjn: De beimooopidBnNn m^ate-
— nqoe protaoatamm JnUeüe «aminto luato-
(1880), „Stadia AiUitaibontea" (1832). „La
oïanw. Het twen na Alennder den leagen-
proteef^' (Qiiekaehe en La^neohe sebr^vera met
aaoteekeniiwen eni., I, 18r4]. „Analeeta Xsno-
phoiifea" (1687), „Xenc^iion. Oedenkwoatdighe-
van Soentee" (OriekeelM en Latgnscbe anirg-
met «anteekeningen eni.. XII, 1888), ..kvt-
keta Xenopbontea nova" (1689), „De Fhaedri
tabolU eommentatfo" F1890), „De Horatio poeta"
(1891). ,J>e Mattivia de Vries" (1692}, „De M.
ToUio Cieerane" (1898). „De Terenti« «t Donato
utatao" (1895), ,/Epietola critica ad aniicoH
Leeawen et U. B. Hendee de Ceeta eoo-
tinena aniuitationea ad Odrsseam" (1896), ,.De
emblematie ui I%toDis textn obvüa" (1KI9), ,.Qe-
neetetiana" (1901), .Jiévtqne. UbeHnm aiii«nm
de Flatardw mentia medieo denoo tdendnm en-
ravXt J. J. Haptman" (1903), „Analeeto Tadlea"
(1906), ,J>e Ovidio poeta eonmientatio" (1905),
„DeeeoDMrm poetioam" 0907), „Oratio de ék-
qnentia phdk4ogo eolenda" (190B), „Na v^f ea
DigilizedbyGoOglC
HARTMAN— KABT31ANN.
6»
twintig juea. Redt tei faetuuwTuw uu Cofaet"
11909), „De ATOndioa óee HddendooM. H«t 1«-
Tw en werkea Ttw da WiJK raa ObMionea"
11910), „BM(u«iik. Een boek mot iedereen over
Hontlwe" (ISIS).
Hartmaiui, Jaeob vijjlMeT von, een BeieiB«fa
miwtmI, den 4dtD FebniMi 1195 te Maitaawaw
H de Patte geboien, bexodit tii 10-jftnge knaap
de irafilMce BChml, weté ui 1811 ondeiolfioier
in Bergedten dieoet, T«iimerl neldn den lang
*u) hKtoiiMtt, iBin «Mt Ft&Decbe igde deel aan
■de Teldtoebt» tod 1814 en 1615 en reriiFeeg het
L^ioen vaa Eer. In 1&16 tiad by in Beidrscèen
dienat, kwam w 1824 bg den geneiahei atai, in
1827 bq bet minieterie van Ooriog en weré n
1842 tot «djttdHOt 'vau krooofiBim Jfaziniitüim
«n k<»rt oa 4ena tooonbekUiiHniflg fld46) tot ge-
neiaal-fn^joor bnKramd In 1861 werd bg hute-
Baat^metaal es eanmundaot van WBnbnig en
[ ked. In den oorlog v
er raa bet ade B^enel
d den iden Anguet» 1^ Weisaenbtug en oen
6den bq WCiA. fin maakte TOorail naam door bet
iiaapaa van Mot^nHfeJa-Tow, door Ducrot met
Soti dirinto T«rdedigd Qü ovedeed de Wün-
ianK 4ea SSatnt FebroME 1873. Id IMO werd te
lUkammer een f^nktobn -voor bem (fpgt-
nchl
WnTtmmr. Johan» Peter fimil, een Deenarit
«OD^wniit, den 14deii Hei 1805 te Eopen-
ba«B geiwien, entrine ond«rwi)« in de mo-
ad mn z^ 'ntdei ta Weyte, atudeerde ia de
neiiten en 'tnui m staatidieDet. Later w^dde by
aieb w«der aan de mn^ek, trad met auccea ak
^ftM^atafaétt «p („tSaTDen", 18S2 en „E«iea-
kim", 1^), deed een iNUteDlaDdeebe atudiereie
«1 wefd in 1W7 mede-<UTaetenr van bet Kopen-
TiMgndic oeoMTvatorinm. Kaar Qade'a voortKdd
wödm hg ipeeiaal zqd «andacbt aan oaticoiale
«tementen. looaia in de balletten „ValkTrian",
JTnmtiüiróte.", toonedmniiek. een mannenkoor,
«anbten, Medercvc^, piaaowei^aii, eni. Hg over-
leed den lOden Wart 1900.
Zie: de UoKralie van W. Bêhrend (1895).
BarlmaiÊm, Emil, <«n eotufwaUt en «>on no
den ï«oi8«Mtde, den Sleten Februan 1836 te
Kopenhagen gehoreD, beeg nraiiekondeiwqe va»
iga Tad«r en «i* iwagec Siel» Oodt, was «i ver-
wioUende idaataan organist en in 1801 de op-
volgM TMi Qodt «la dhedeui der Kopenhaagsehe
VanekTereemgMg. 'Hji aebieef: werken vooi ot-
k«at (oaMrtUTea, «7mIonie6n, suitM), een koor-
woi, «pei«'«, «en vjmieaaeert, een vloloaoeiooa-
«ert, eni. Bg «vesleed den 18den JuU ÏS96 te
ioprabagen.
Bartnuuut, RiehanL «en Duitatdi jodDetrieel,
den 8atwi Navxrabar 1809 te Berr bg Straata-
bare ^ebonn, kwnm Ju de tew bg een «nid,
w«£le ala leitwid leerMng l« Haaöbeim, Nen-
itMk au de Baidt en Jena. en ging in 1880
Diat GbMmitx, waar bjj in dJensl kwam bg Bau-
boU vgBomÊr wt «en madmelabiiek. Ju 1S87
pbatato bg neb aan bet boold vnn een dengetjj-
%Ê ondefgMnky. Hg begtm met «ledita 8 werk-
Uedeu, en Tee£ ia 1644 aticbte h^ een naeaw
lahtietnggboww. AaBvanieégk vervaaidigde bg
IX.
aUeen macbanee vooi katoen^innerg; latei ecbter
bnidde bg t^ wArkmuobegd iiit tot bet g'ieUD
van gaeren voorweipen, tot bet maken van etoom-
weiktnigen, en in 1847 Teriees lü» nieowe weik-
idaata tot bet TerrMvdagen vnn locoDMtieTva. Nog
■etw bouwde hg een Fabriek voor de giootalë
vefLtuJgen, zooak ia de mgnen g«briüJtt worden,
boortoestelkn ent. en ia li357 waa bet aaotal tg-
net w«ti[li«dea reede tot 1500 geklommen, Ho*-. ■
wel in 1860 een groot gedeelte der veikplaaUeB
door een Mka brtai verwoaat wefd, kwam ec
geen «tilttaitd in dm «büd, en in 1865 werkte
Bjj ia 40 veFBtdiiüende Q>ebo«w«n met 9 «toom-
weokluigen, jjfeiamenlük met 250 paaidetdinclit,
met 5 fltoomËameis eni., terwgl bet aant^ weiÉ-
KedoD tot 3000 gcUoaiDen waa. In 1870 verkocht
i^ gga aaat «aa de „SfaWortn MaBchineDfabrik"
te Cbemuti. Hg overieed te Ctaemniti den 16den
__. Juliiu vow, lmtenai>t-«eiieTaal
fVnimchen dienet, den 2den Maart 1817 te
I&nnovei g^tawa, tnid in 1634 id dienat bg de
Pnaaieche hnEaren, nam ah kaïuteia deei aan den
TeldUMfa* in Baden en bekleedde in 1850 gewioh-
t^ betrekkiwen in Saeavr^— Holateio. Wd-
dra wenl bq tn bet departement van Oorlog ge-
[daatat en in 1860 aja kolonel aan bet tioold ge-
steld VBD dot gmualen atai vaa het 4de ^rër-
koifM. In 1868 roerde hg bet hevet over de He
briêada eavalerie en in 1865 weadi hü «eoaaat
majoor en «ante «oouoMKlaM van Kobleni en
EimnIweitatMii. S^ vam deel aan de ooijogw
v«D 1666 eo 1870—1871 en weid oa bet aluttan
van den vrede «aogeeteld tot gouventeur vwn
StnaMurg. Hg overiead den SQstan Apnü 1878
te Badeu'Sadao. iHij «ehrerf: „K»&die Vwm-
<*e" (1876—1878, 8 «n.) en „Die aHgemeioe
Webrpfiiebt" (1876). X» iga dood veiacbeiMB
„LebeneeiiDnena^Sn. Biiele uod AofaitK" (2
dln., 1882), „BrMe ane dem Dentach-fianiOm-
acben Ktiega 1870—1871" (1693) en „Briefe aot
dem F«ldii« 1306" (18B8).
BMtmum, Morilt, een OMteuökech dich-
ter en adirgver, den 15den Oetobei 1821 te Dnsdi-
mk in fiobemen geboien, atndeetde te Praag en
te Weenan, deed io 1M2 een vm dow ItftliS,
ZwUaerbnd en SoidltmiadUaad en werd ala
bnieonderwgMr te Weanen gefriaatst, doch verliet
OoBtenrgk in 1844 om ign dtcbtbnodel „Kekib
and Schwert" (Sde drok 1651), londei ^vaai te
kunnen nitgeven. Nadat fan «enigen tgd « Frank.
rgk 00 België bad doorgeMaefat, vertcbenen >ij«:
„NflaaM Gediehte" (1846). Toen bg tegen het
einde vaa 1847 naar z|rn vaderland tenigheerde,
werd hg voor de Teehtboak gei«epen, docb de om-
vrentding v«n Maast 1848 maakte een einde aan
bet proeea. Nu plaatete hg sidi aan het hoofd der
Duiteofae paitg en werd itaar l^et Parlement to
Frankfort elgevaardigd, waar bg tot de Koker
liide bebooide. Aldaar gaf hg den „Retmehtonik
éee Pfaflen Ifaorluua" (5 atnkken. 1849) ia bat
Kcht. «et BUm eo FrOba begaf bg neb ia Oc-
tober 1848 naar Weenen, w«aT hg tentauwwwwd
gevangenaemifig ontraapte. Na <
Iwt F ■ "■
_„ o r fa do ontbiodiag
BompfariMnMit te Stottgart veitMdi hg
naar Zwiteeruïnd, vervolgana naar ElngelaBd ea
in bet Da)aar van. 1S60 naai Pm4< ok deed eev
leis door bet tiHden -na FVcnkr^^ en BretagM.
DigilizedbyGoOglC
66 HABT
In b«t begin wi 1354 booebt hq ik eom^xui-
dent tto de „KOhüacÉte ZeUong", de Krim, wwu
hQ P/i JAftr bleel, woonde d«Kriu een aantal ja-
len te Augs, deed in 1658 «en toérl dooc Dese-
dMrken, DiHteehJaiul, ZmtMiJUHl en ItaJiê en
Tcstigde aidi m 1860 te Oenève, waar iqi^ ^oo
knngen over Doitecbe iettoikuade en gewbiedi
oda ^ooten bijval voodea, In 1963 gine hy nas
Stnttgut, waar bjj u«ii io ]d65 met die lêdaetie
TMt „Freja" belastte. Ia 1668 verbniade faq
naar Weenen. waar hg deef uitmaakte tib de re-
dactie der „Neue Freie Pretee", dveb wekba oo-
mtetd werd en na een hogdimg siekbed den
ISden H« 1872 te OberdSUUu; overieed, Ven
«ÏD geaebriftea venncUen w^ den roman; „Der
iiü^ om den WaJd" (ISfiO) bet idylUsch epo*
„Adoca and Eva" (1651), „Schatten", een Ter-
tameltne van dicblerl^e verbalen, den dicbtttim-
del „ZeiUoeen" (1658), „Tagebaoh aa« der Pro-
noix oBd Lwtgoedoc" (lesS— 1653, 2 dlo.), „Er-
liUmgea eines Unateteo" (2 dln., I8S6), „Et-
xibkmeen meiner Freonde" (ISeO), „EUkleT und
Bfbrteï^' (1660), ,J*oï*Uen" (8 *n,. 1863), „Nadi
der Nator" (3 dfa)., 1866), „V«i FTllUdi« in
FrflbUng" (1661), „Die kttten Taee tioM Kd-
nnes" (1866) en „Die D>aitMUtt»n det Baioaia"
(2 <Kn., 1668). Zün „OeeanHBeUe Mniften" lyn
in 1874 in 10 derien in bet UtUi -TCSMbeaen.
Bnrtnuuia, Robtri, een Dnatocb anatoom en
antbn^loog, den 6>tan Oetober 16S2 te Bfawken-
bvrg u dea Hari geboren, ttudewde te Berlöa,
le^sride in 1869—1660 TT^h>eer A. von Bamim
«p een reie in bet noordooeten van jUiiha, werd
in 1865 leeTaar aan de kjMHMHiwaoadaoie te Proa-
bau en Hl 1867
te Bcrlön. Tan 1
ffroot dêet Tan H
og ondenw>n»blr&i< <fer „GeeettMbaft fflr EMkun-
de" te Berl^n, daarna aeeretuia na bet Antfaro-
pokm«th Qenootec^p. Hij overteed óen 20eten
April 1893 te Nen-B«beleberg. (BÜ ecbreef: „Bet-
se dea Freibern> A. tou Bannin dnieh Niwdoat-
afrika" (1863), „N^lttirëeMilMbliMi-iiMdüfidMJM
Skizze der Nilltoder" <ie65), „Die Nigritier''
(1667), „Die VS]ker AttÜM*" (1679), .Auidbntè
der Aiiat<Hine des Heuebea" (1881), „Der Oeiil-
la" (1881), „Die menadieitSbnheben AHen"
(1688), „AbeeeJnien". ,4>ie NUltoder" (1683) en
„MaduiMAiar" (1885). Oofe bewerkte bq het ao-
tbn^togieeh deel Tan bet werk OTer de OaieUe-
qieditie. Met Bastimt ledógeeide hg de „Zeit-
■ebrilt far Ethnologie".
HBrtmann, Qutlav, een Doiterfi leebtage-
leerde, den 31>tBn thart 1635 te Teebelde \^
melnaeh reeht te Bud, in 1672 te Freibnrg, in
1878 te OftttJORen en in 1885 te TnbLi^en, waar
hy den 16den November 1694 oTeileed. Van ïüa
Ksdi-riflen Termelden wq: „Zur Lehve von den
bTwtrigen ond geavriöicbatttidien TeatAmen-
ten" (1660), „Ueber den Mdit}ieben Bwriff dei
Gelde» nnd den InbaH toq Oeldeciralden" (1868),
„Die ObUgatxm, üntcraticbDDiTen fiber ibnn
Zwedi nnd Bau" (1875), „InUi-nalioneJe G«M-
■ebnMen" (1662). ..JnncüBeher Caaut and Mloe
PtBatfttion" (1884) en „Lnibnia al< Jmjet nnd
BeehtqilrikH^" (1862). H^ una Toorta jaien
lang Tedaeteor van het „Apéót fOi d(e GEnilif'
ÜÊette Praii*".
Hartmann, Harl Robert Sduard von, een
Diutacb wijegeer, werd den 23aten Fsbnari 1842
te Berl^n gebcfren, trad in 1858 in ddenet bjj de
artillerie, bezocht de aetïllierieadMtd, aam in 1865
ale Iele luiteneiit wegene een knielden ontzag,
pramoTeerde in 1867 te Boatoek en leefde dunM
te BerKn of te GroBsliiiitarfelde. In 1864 begmt
b|i soaoer bepaald .pkn lyn j^toaotiadi boofd-
weik te acbr^nn, w reradteen onder den titd
„Phi)o«Mhie de« Uobewnelen" (3 Ha., llde
druk, 1904) en «ed epiien wekte. Zqn tweede
hoofdwerk ia: .J)ae «ttÜcbe BewnertMin," (2de
druk 1665), £un derde .JMigfoMBbiloaoptiie"
(dL 1, jj)ae leligiOae BewaaBtaeia der Menseh-
beU", dL 2, „Die Rdigion dea Qeiste»", 2de
dmk, 1666), xün ^iwde „Aeathe^k" (dl. I, „Die
deatacbe AeetdKtik aait Kamt", di. 2, .^M Phüo-
Bopfaie dee Sohtaen", 1686—1687). Daarbq ke-
rnen nog als gnmteie werken „EaUoorieniebn*
" P. ■ - " ■ .,^., (] --
(1896),
g ale gTOol
„Oeec&icht
tte der UetaphTuk" (1889—
(1901). Bovendien adueef hg: „Ueber d
tieebe Uethode" (1868), ,J>a* Diw ao dA nnil
•rine BeKbaffodkMt" (8d« dmk iSB5 onder den
titei „Kfitieebe Oiondiegmg dee tnnMeodent»-
leD RediHMw"), „BiUtUenmeeD mr' HetMbjaik
dea Unbewnaeten" (2de ^A 1876, ender den ti-
Sdtopedumeriauiij
__.„ _ .. „Die EUbatMiaeteiiw de»
OhrietentniDB and die Rdiffion der Zdranfif ' (Sde-
dnk 1668), „OeMHomelte Stodieii and Aolaibe''
(8de d«A 168B), ,J)ie Kriü dee Chriateirtnma-
in der modernen Tbecdogie" (Sde druk 186^,
„Tiax Geadiichle wid BegrliiKlDng de> Penimie-
mne" (2de druk 1862), „Dm Jadentam is Oegen-
wart wid Zukuoft" (2de dmk 1885), „PbdkMOphi-
ecbe Fntgen der Oegenwart" (1886), „Der ^iri-
tiamus" (2de druk 1698), ,,Modenw PiobknM"
(2de druk 1898), „Lotxes Fbikeofiue" (1886).
,J)aB OnndproUeni der BikeantnictbMcie^
(1688), „SritUfae Wandemngeo dnreh die FU-
iMopbie der Gegenwart" (1880), ,JHe OeieteibT-
petbese des »iritinmi8 tMtd «niw PbanlnBe"^
(1691), „EaaU ^ennbuatbeorie mid Ifetap^ik
in den vier Perioden eednei BBtwJdtloiMr" (1^),
„Tagerfragen" (1896. Neue FoLm, IOOC^. „Sdiet-
Uage pUloeopUeea STatem" (1807). ..EthiMbe
Stndien" (1868). ,J>ie WdtaMchanang der mo-
demen PhjBik" (1902) en „Daa FrobkiD dei Le-
bens. Bi<4ogiscbe Stadiën" (1906). De Moroaam-
ate werken lijn muoMU in de „AnagewlUte
Weike" (1686—1901, 13 <Uit.). Onder den acbnil-
naam Karl RtAerl ««breel bg: „Trietan and laai-
de, Daw) Mtd Batbaeba. Dnmaüaebe Dichtan-
gen" (1871).
Borfmonn tradit in de metaipbjHea, lieb aan-
eMtend aan ScAeJlin^'a poaitieve wjebegeerter
de grondrteUingen van 0e«I en 8ekop«NAitwr.-
de Mgieebe idee en den onlo^ariiMi wil tot het
„oobewnste" in den tin van em onbewnaten we-
leMgeeat Minen te emdlen en <Mt abaincle nrn-
mran vut de weenlatieve etcJaeli met bel reaüe-
tiftcfa iodividoMMDe tot een eonereet moniame t»
verewigMi. In de satnviphttoaaHe atreelt hq, op-
den gLondrdag nn het exaete empirieme, dmr
■ ' ■ een vereeniguig van dfr
DigilizedbyGoOglC
HABTUANN— HAiBTUASfN VON AÜE.
modtnw BatannMtfloxlnp nwt d« nMUfthiMacbe
be^MgeUng; t«i opiicbte étt aDoiKsniKihe oa-
tmr Tartcgenwooingt hg het KtomMtiadw djr-
aamkiDe, ten i^ziehte der «igaoisAe bet ii«o«i-
taliame. In de kentbeorie fBrkeimtmitheorie)
tratU hq het tianeoeDdentoie idealitme van Kant
door iQn «gen «onêemenltea in bet Mifferü(nd«
te toeiea en de TealHtseehe beatMtdd«el«n tu
Kmt't „Teinonflkiitik" tcrt een tnaseeii dentaal
reaJioDe nit te brewten. Zijn ettuoa benist loowel
op de Mecdoeie (Bggel), «la C{i het monieme
(SetopeaAouerJ, en bondt evenveel rekenkw met
de Qtoreele digfiaeteii van «oaak en gevoM, als
met éie vaj> bet vaniMii). Znn „ReU^cuwptHkMo-
fia" sbreeH op pmAwlogdadMni giondriie naai:
een Tereenigai^ oer waardeTdle 4)e(tanad«rien
vMt bet Chriatendom met die van de lodwche
godadieneten, aaai «en overwinnüig fmn bet ab-
atnete moniMne en tiMleme door de ^iirtbese
na een eonereet moiMme. Zgo aaathetiea be-
■iTfdt het abetiMt UesUwie -na Plato evenieer
ala bet aMradie tonnaÜHDe en bewandelt den
middehMe an «en eonereet ide^isme, dat leitelgk
Of betaelne neeitonrt ila een eonereet foimaKe-
me. la ign beadKniriDgen over de waarde van
het lev«n beetigdt hq bet eeniö^ge peewmieme
t«a Sdtopetüutuer en bet eenqitSae idealiame
van Leibnix en Begd «n toomt hg uch peemnia-
tiecb t«n «puehte van bet s^k der wer^d, «^
timMndk tm t^dtte van ban doehnaldgen ont-
vrikMiogagiaig. Zgn jrimirrimir Iddt bem «t toe
bet egolame te verwerpen «n lieh mt sedei^ke
motieren te ODdetweqwc aan bet teleokgïMA pro-
ee« van het beelal en aan dien* krachtig bevor-
derüw mede te weiken. In de pBjiJhologte ooder-
Mbeïot hji de lektief onbewarte pe;«U^ ver-
aehgnaeha in lager* irauiweentTa en beneiiMl-
ien van de «Aaalimt «nbevnivte pa;«biedw werk-
saambeden en beedwnwt bet bewnatign «da het
TemUaat tan abeohnt oftbewwte, foinieeie pby-
■fofoetebe gebenrlniaaen in de eentnie OB^en
van bet lennwetcjad. 4N«Mt ijJB ijstematiBdw,
tHtorieeb-kiitMebe en ip<demiMb-BpoIogeU«he
weiien beeft von Uarlmann lidi eteede met de
vragen van dea dag besig gebonden; looak MJn
talrtjke geaiAitften, vabüdelkigeD en dag<iUd-
arinüeleD over politieke, godsdienstige en eoüde
Traagetukken, over Jodendom, vmuweaemandfw.
tie, oiereDbesebermuw, vegebniame, ooderwije en
■piritieote bewijien. Ha overleed den 6den Jnni
1906 Ie OroealiditerfeMe. Z^ eerste vnmw, Ag-
«ee Taubert, beeft tieh ale eefanilBter bekend g^
maakt dew „Der PeennMinin «td tetae Oeg-
ner" (IS7S); i$o tweede, Alma Lom», dwn „Za-
rflek Kim Ideaümiw" (1902).
Zie over Mm Hartmonn; A. Drtm, Ëtkard
Tou Hartnwnn'e phqlasa^bHeber Sjetem (Sde
dnik I9CM).
Waten Md 1853 te NQrtingen geboreo, beiocbt
de „Bealeehuk" te THm «n leerde vervolgens in
de werkplaats vao OoUtekeek te Uhn W in-
atmmentmakeTBvak. Daarna werkje hij in ver-
«ehillende werkplaateen 1e Weenen. Wegens z^
groote btkwaurnicid werd hn ab teebniaeb aaaia-
tent aan bet natn«knndif^ Uwratorium 1c OOt-
tingeD TerbcHiden, waar bq werkMam waa onder
Wühebtt Weber. In 1679 gimg bq met Friadrieh
KohlrauKA naar VflTzbnig en vond met deie sa-
men bet eerste praelas^ meettnatrament van de
de(diote<diniek, den vewgalntiKKneter, n«L b
1881 werd hq vertegenwo<»iiUger der BeB-CtMn-
Cj en korten tgd daarna ebditte bQ met W.
tm de tinna Bartiiumn é Bnmn, de thaaa we-
rddberocfode finna op hel gebied vut deetneehe
meetinatramentea. Hg oveifeed den ISden Oeto-
ber1915 te Mflneben.
Hartmaiin, Paul von An der Lm-Boeh-
brunn, ook wel Pater Barlmatin genoemd, een
Ooetenrgk^di orgaoiet eu eomponiet, den 21aten
Deoanber 1868 fe Saktnt b^ Boien geboren, was
leerling van Pembaur te Innsbrtlck, trad toe lot
de Fmneiecaoerorde te Sahbnig, ontving in 188S
kkweter Araeoeü te Rome en tevens orgaooat en
direetoDT vnai de „Senola nrasieale cooperatin"
aldaar. Id IWM gii« bjj aaar bet Uoootot 8t.
Anna te Hflndten, waw hq den Tden Deeember
1914 overleed. De nnivenitinl v«n Wttnbofg bad
betn bet eeredoe(<»aat in de go4g«^rdbad ver-
ieend. Poter Harlmmn heeft ab> oomponM naam
gonankt met eento ««atioria „Petros" <1900).
^FmnzUM" <I90^, „Dae 4eUte Aben&naM"
(1904), ,Jkt 'Fod ^a Hem" (1906), „Die iieben
letEten Worte OnMti" (1906), „Te Deom" (1910).
'ToortB «tèred hg eenige miflBen en werken "vw»
orgA
Hartmann, Lado Morilt, een Ooetennjkocli
genehMfcviMËge. den Sdeo Uaart 1856 te Stntt-
gart geboren, etadeerde 4e Weenen, Bei4qn en
StrMtebmg en kgde in 1989 aan de nniTeirit^
te Weenm de {xoeven van bekwoamlrad af tot
bet geven ven nniverntak onderw^ in de Bo-
meioHbe en AfiddekevweAe geednedenie. Tan
an baad vencfaeaen: „Oiegorij I. RegWcnm"
" " inmenta Oevnanhe biobanea. BdsMacT
1862, 2 dfa.); j^M^etiae 9. HariM in
L tabatarinD" {Weenen 160&]; JPrtxu-
eieeh-MeiTeJehieehe VedwadloDgen Vbti den
Oroaaenet ZoN «nd Aber ^n OëneralkonHDen-
toaktat mr Z^ Ku)b TT'. rTvfcingea 1901); ver.
der sebfeef td o.a.: „Dn üntergaiDg der aoHken
Wdt" (Weenen 'I90a, 9* drak 1910); ^
biorrafUMbe Skine" (Ootha 1»0^; „Dae ToKa-
hodfwandweaen" („FtoMmft 68 dea DOrer-Bun-
des jnr asthltiMben EidlaT", MlkiMben 1910);
,J>er Srieg ia deor WeHgwiUchte" (Weenen
1914). ^ia voomaainste werk ie: „Qeeehiehte
ItaUene «n ltttiteUt«r" (dl. T-JV, 2de bdft,
Geiba 1807—1915; verwAienen in de door K.
LampreeU uitgegeven „AI^hkjik StsateDge-
MbaeM^^. fforfinatni niMkt oeel int van de re-
■ibotie van de „Ti«i4el{jelnediri4t fflr ^oüa^ und
Wir teeha f tagtBchiehte" .
Hartmann von An», een Middel-Hoog-
dnitedi d4<:bter, werd omstreehe bet jaar 1170
geboren, bdKMrde tot den ridderstand en was
aienstiaaD te Aue, waareohijnlgt in de Breiagan
ge4^n, Hü kon leien en echrgven en had ver-
moed^h in een Moosterediool iqn o^tleiding ont-
vangen. Beeda vAAr den Kmiatoeht von 1190,
sebgni te hebben deelgenomen, was
D,o,l,zedb,GoOgle
HAltrrUANN VON AU£— HAItTOOH iHEYS VAN ZOUTBVEiEiN.
h^j tiek«iMl met bat Fruwdi en Lotvn. Ook legt
Itg vit, dat bet \fttM hem de atof vendiafte
Toor lÜD gedtcbten. Tam deie ie „Bree" (uilge'
f Even dooi ff<mf>(, 1871) het «eist eit koti voor
IS7, en „Iwien" (uUmgeven dooi Btnteke en
LocAmonN 1627; en Henriei, 1891) bet k*(«U,
m(Mr nog föót 121)3 TemAnkgd. Beide behooren
tot den «agenkiiDg vem Arthur en lijn onüeend
MU gedé^tten van Critien de Tto^u. Nc^ oudei
dtn „Eree" is „Giegor" («utgiegefen door IakH-
Minitt, l%8),eea Cbiietelgke leende, wowichun-
lÜ^ naex bet Fmnedi bewerkt. Tot dien tjid be-
hoDTt ook het Teihul „Dei urne Heiriricb , dftt
awennaleD werd wtMMren, ondm Biiderm dooi
W. Muller (1812), inhWieHde jwr, tegeJiJk met
de „Uedera and Bfidil^" wl Uarlma»n. door
Bauft en d«n tKaotowiyef (1885). Een wtgare
d«c geumenlqke weiken wn Horlaunn eon iltie
TOMtt men in de „Deutaebe EkMaiker des HitUI-
Mm." iv» Se«ik «a PfeHffr. Dooi Qolttned wm
StratOtttarg vordt in den „'TiiBtan" ia 1207
Harlmumn geroentd ab «en d» toen nog kvende
dicbtaia, een nrawklacU wegene «ja overladen
löndt anen in de „Ktaae" van Hemneh von den
Tilrlein, geaefaveven ometraaka 1220.
Kaxtov, Ja», een NededNidBcit godgeleerde
wUT hg mrkuani t4eef M 1894. Hjj oTeiteed
den 2den Sc^tonber 1904. £efaal<« bjjdngen in
TCiieliittHide t^jdMiniftctt aebreef hij; „Gesehi*-
denü vu db fuedfefeniMle en de eTUMbpredï-
Ung ü d» ProtwtMiteebe Xerk nn N«derlaj>d"
(1861; 2de dmk I88I7), „De ^leclaitorjtae ge-
•ehtitttB na 1741— 1800" (oitgcéeTen dooi tKt
Utracbtedi Genootad^, 1872; 2de dmk 1889),
„De PNMottan en l>MJ«" (1882), „Uit de dar
gen dei PMriotten. Vier schetaeo'' (1Ö96), en ver-
.taaUe lüthatDaitecbO. HoJJmHmn'a „Qesehiede-
m TM den Nieuw-TmtamentiecheD U^" (1S98),
vu Aug. Bmr's „Haartea Lutber Jn lijn leven en
ontmkketii« eeaclietBt" (.I904>.
H ■ ^ ■ ■ ■ •"■"■ ■
bore , ,
in de beide rechten op een proefachiitt, getitdd:
„Ad regoluni N<eino »bi poeseenooie eanaem
muUre potest". Hij wu Tan 1865 t(A 1866 leer-
aar aan de hooeeie burgencbool te <ButI«iii, van
1866 tot 1877 aan die te Utrecht en van 1877
tot 1905 boogteeraai bm de uoiverajteit Tan
Amaterdao), in welk la*t«te jaftf hij gepeoaion-
■eeid werd. Zjjn Tooroaaoiate geechrliten zijn:
„De gronden taq de «ttwle-, provïndak- en ge-
meente-MHiebÜoK van NederWd" (1865, 9de
ihak 1906), .TfboroM B<wera' HaniHtoek der
ataatbuiflheudkiiDde (tooi Nederlaod) bewerkt"
(1869), „Staatsteer ea etaataleren" (loangnrede
rede, 1878), „Retnhait Fieter Anne Doif" -(in
„Haonen van beteeiema", XV, 7, iaS4), „Veria-
meling van Nederlamdaohe aiaateragelingen en
ETODdwetiten, lut^egerao oodet toezicht van J.
W. C. TM) Eaas^" (6de dmk 1904). Verder
veraobenen y^ bijdragen van hem in „De(n)
Qida", de ,j)ij(h«gen tot de kennia van het Ne-
dml&adadi •tMtabéfittraT" en „TImiimb".
HarteV, Antold Beitdrik de, een Protea-
tuitMh godèdMide, wetd den Uden Apiil 1869
Ie Bott««lain gebnen, atodeeide in de tbeokiRie
en {mtmoveenM te UtreiAt op een proelachnlt:
„Bat MoMaaBi der witeviqbeid naai Schainn-
haoer' , Hd wae aehtenenrolgeni N«derl. Her-
<ronnd pndtkaiit te Ontmeo (1903), Heematede
<>190ft) «n Uaaslen (1910)^ en nam een werl-
MBm aandeel ia de «tiditu^ der lotefDationale
aebool voor wqebegeerte tn Ainersloort. De»
wqaeeer4beidoag tracht Toonl den redelijken lin
van net Chiisteadon aan te toonen en den gode-
dtMMt door de vretensehu) te bMtdbaven. Tot
het katstgoiDefnde dod aticbtto bü de vcreeni-
gifig ,4e Ifiddadtoogta", tot het eeratgeuoemde
qJD t^dwhtift ,j}teuw» Banen". Bchakve T«eebil-
teüde veitiandeluigen «n broebuTêa vendteoen
van taa ImjuI: ,J)e beilaMt«n" (2de druk 1907),
,J>e leMphMd der i^ie" <J907). „QiooU
denkeia" [Kant, SehopeitkaKer, Hartmaim, Fi^le,
Seheüing, Hegü) (ISto-IOOS). „Drie wWeeten
oosK dam" JHartmm», Sveken, Wundll (1910),
„Noodaakeliike aaoTuUingen <tot CalTÖna Inati-
tuüe" (1911—1912, S dln.), „Oroole dogmatioi''
[Lulhar, ZuiingU,Coliyn,SekUi8nitaelUT,RitteU,
StrauuJ en „Fhiioeoit'ie der rriigie ia grondlq-
nen" (1913 eni.). Ook veieobeen na de baftd van
deaen adüiJTsr een eerie BetnwatdK Sehetam on-
der den titel ,.Unt 't Léve" (1905).
Hartör< üenri, een Ifederlaradach adirijver,
werd den letea AngueitoB 1869 te Rotterdam ge-
boren, waa te Sctuedam ale onderwiJMr ynak-
■aam en overleed te Rotterdam den 25sten Fe-
biQMi 1904. Hü Kbreef «en aantal eebetaes, die
loowel on bon peyebdagiaebe 'wwrbeid ah om
de beddende kraoet lot bet beate impreeeionieti-
aJie won in osie IjaI bebooren. De mneate x|)a
femAraeii in bet „Tweenwandetijkecb Tjjd-
a^tt", terwi^ een renaAtelde mtgan na ign
dood onder den titel ,3joIelen" bet licht lag.
Hartofh Ben vui Eontevsen, Herma-
niu, een iNederinndEch natiMirk4in<fige, den 13den
F^sbraan 1841 te Deltt geboren, pnMoaneerde te
Leiden in 1884 in de reebten en in 1866 in de
wia- en natourkunde. werd ewet ieeraar in de
Mtfaeiknnde en de Aatuuclijke htataiie aaa ver-
Rcbilloide inriebtingen te Leiden, vervolgens aan
de boogere bufgerscbix^ te VG-ravennage en
st<Hid in 1867 op de voordracht van bet hoog-
leeraareaoibt in oe M&kgw, geologie en minera-
logie te Leiden. In 1869 waa bü tegenwoordig bjj
de operüng van bet SoBikana^ en voer den Nj)]
op tat aan het eiland Pbibe, welke reie by in
,3et Vaderland" beMitroel, deed in 1872 eea
reis Jiaar Sao Fraocieeo en v^aUgde lich in l«73
te Awen, waai hij zich met kndontginning beug
hieU en den 3den Juni 1891 overleed. Hü
sdireef: ,.De voorbistoriacbe mensch in Biuropa
(1860), „CakfoTDJe's hulpbroiuieD en toekomst"
(1671), „C. Darwin. D« alatamming van des
menach en de eekene^ teeltkeus" (2 dlo., 8de
dn± 1883), met aMLt«ckeD)Ogen, „C. Danrin. Het
nibdmkkwt d«r gemoe^aandoeoingan door den
(dM bot EogelMb,
„ , „£knile Fenièie,
Het DanrJniane" (ok het Frarach 1874) met
aanteekeningen, „De vooroofdeelen der meneeh-
beid og daa thiiiAffnittiin d ig, ataatknndig en
D,o,l,zedb,GoOgle
HARTOGH HEYS VAN ZOTTPBVIEN— H^ITSLAG.
69
mBatsdMnxd^ gMté, mu HolkalMeh" (1662)
met unt«ekeDHig«n, „Wor^len en vnngaaa" uur
H IXMwdbLtBdi T&n Caruê Steme, met untMtraBiii-
MD, „Orer den oottproms; óer ^odwöenitige denk-
SeeMeo twi «en erdirtwurtiBdi etandpiint"
(1883), „L. BOduwr. F(dten en tttewirfn uit d«
■mtoarweteiuehappelqke Ww^d van den tegen
woordigen t^d. Voor Nederlanders bewerkt"
(18^ _Ch. DftTwin, BiolcRisclM meceterwer-
fc«". T. O. Witückr, fieeO— 18Ö1, 6 dU; Bde
diDk 1SSÏ~1895, 7 dlnX almede een haixlboek
der nuaemlo^e en c^etcJMi in dagMaden en t^-
Mbrittot. OA wu i^ boofdi«dael«ur van d«
„Nienwe PiovincMe DientMbe en Asser CooraiU"
en TM) den „Drentoche Volkaalmanak".
Hartpnnt noemt men ao de wapenkusde bet
midddpon^t Tan bet aASA.
BATtrot ü een üekte det bieten, waarbjj d«
bM4l>ladn«D stenen, terirgl k plotseUog iwart
worden, «oma gaao ook de andere bfftderen teo
grODde. OA de top kan aangetaat worden en
Tan iHennt bot ownige deel vmi den biet. De
eiMt keogirtaste pieoten otcrren; die, welke de
iMte Ie twven Jtomen, beMien een mnagm
■dkeig^alte dm de ««onde bieten. Vuigani
Bomnügen is de Pboma betae de oorzaak, volgeni
anderen ie ii«« optreden vwi deie Kwam een bii-
komend TeracÜjiwel, dat lich «erct voordoet, ut
de eigenJI^ rotitii« at begomien w,
BartMhlld noemt men in de wapeDkvfide
een sch3d dat de i^
poFidakte iieeft vaa ^/>
van het xbM en in bét
faBTtpont Tan dtt fatttst»
is (rvl''*^^; liet ia een
heraotetnk en maakt
geen deel ait van bet
yeW.
BartMo, Antkow,
een NnferlanMi 6beb-
ter, den dldaiir Novem-
ber '17II9 te Ametendam
later
HartMbild.
geboreo,
de kweetaehotl der DDOpaBeBrnda ftraeente
den Toren. All bdvwhat dMdtlgeD(wtMbip„O0fe-
mog lieariiaaft de knnatea" Tervaardigde of ver-
faaMe t^ oodertdieideQ tooneeletiAken, waarrui
■onunioe bq beiftahng in dm Amsterdamieben
aefaoawMig werden opgevoeMl. Zq i^n onder den
1it<^: „ToooedpoMrna 1770 in 2 deelen nü-
gwe*eQ. Alioiiderlgke wteaven beeft men van:
^ wwdergovMdeD mos" (1759, 17«1 en 1770),
.J)e moeder, vMtronw* vaa hare doditCT" (1772),
Jtétame' iiVm, J>9 fmm naai da wenW''
(1777) en „De adrtipe landnoaw" (1779).
Bajts^Aalp (Oardütm) U de naam vas e<
adho^tdier dat aan mat tast gorcoden wonMi <
«iena aemm bat iMoMbeataaddeel wtnaÉi
van bet '»'*-*-^ der kaïMiaaderifeo en oct wel
tet Terbav^Dg itn tabqMden «onlen gabraikt.
Zie CardiaewSa.
■«Ttslnok, ia de naacn Tan een aaaneniijk
Amilerdaonefi geeiadU:
Hartêinek, Jan Jaoob, een ktterltmdige en
blSapd<Kditar, den 14den Oetober 1716 te Am-
•teroam griMrea, vat adttereenvolgeiie klerk den
Axknirali&k, heemraad tu Watergrarfameer,
tliitrter- en leqneatoneeater der AAoirsüteait, sle-
Diede -directear van het Zeeuwscii QeDOotéchap
te Vliesjjigen en io 1774 (fawtour der BoMand-
Bcbe Maateebaf^^ vui Wetenechappen te Haai-
km. Verder wae bg ieg«nt van bet Onde^nMinen-
haia te Amcrtenkm en tod den schouwburg. Hji
overleed den 2eeten Ootober 1779. E^ eehreet
de blijepelen: „De nHnderjuwt" (1758), „De Ha-
g^oRBi te EiJittoJzen" (1758), .j)e edeknoedige
rijkdom" (1780), „RedeToetingeh over de Neder-
dtuitache welCfjTekeDdbeid en <Kehtkande". „Be-
M^irKving van QaitM eni." (2 d4n., 1770) en „Be-
MhrqTÏng en albeekteng VMt ren Modroieerde
Bdiepeehut voor a^itaode vratermolens" (1771).
Harltinek, Andries, een Nederlamdaeh eeeman
en broeder vao den vcMgaande, den 25Bten April
1720 te Anuterdam gecofen, werd reede vroeg
tot den leedieDet ofigdeid en wm in 1744 «ehoat-
bg^oacbt, io 1746 viee-adminol en in 1788 op-
perbeT^bebbei der vtoot. In laatstgenoenMl' jaar
nam bq echter i^o ontdag.
Hartrinek, PUter, een toon v&n den voorgaan-
de «n Nederiaitdaeh M«man, waa in 1802 sebouU
im-aaeU; in 1806 weid )m kokmel-^eixrs^, be-
Telbebber vaa de KoninklqKe grenadiers der rai'
rine. Tiree jaar vroeger waa oem bet oppertMve)
opgedragen oter de vloot in hHÜe met den h*t
TOOT bei btboad >vBn Jwm te waken en de warte-
ren van Batavia niet te veiWen. Op dien grond
weig^de b^ een kmnetortit te doen ter verove-
ling Taa de rgbe fiigeMie letonrrtoot nït CM-
oa. Later «reowel heeft men faem inlka verweten,
en'bq moeat neb vooral gegriefd geroeiea, toen
Sveraear-gemraal TFtese tot «nperbevelbebber
loud- en leenuMtit in Ooat-IndiC benoemd
vrerd. Daar vja geaaadbAi vwl gcMen bad,
kT«eg b^ veitef om bet vaderiaod te bezoeken.
Hq veriiet JaTa den 288ten September 1807, be-
gaf lich met een AmeTikaanBelM koopvaarder
naar New-Tork en overleed te Baltimore den
Seten JnK 1806. Hg waa eocnmaodeiM' van de
orde der Unie en werd btrt vó6r ^n dood tot
Tice.adnriTaal benoemd.
Hartslar- ^ eunentrekkiogen van de Unker
kamer, die in den bartatooC of hartriag zi<M- en
voelbeai worden (ne Hart), sla»a gebed buiten
onien wil en igc bet geyoi^ tis een prikk«i in
de bartepler ledve gelegen; zq 3Jia „antómatiech".
Want ale men een warmen bkteiWtroom Toest
door de krooDekgadeia van een <paa uit een Igk
g«nomen liart, dan kan dit voor een iQdlantf
weer in werking worden gebraAi. De prikkel
gaat due AI fan de bart«>ier nit, bt van de gang-
Ëeneelien iü deze, <Ke door taJr^^ zennwveieM
met de SMertmntMe verbonden q^ Na Mgkt
het, dat de deelen va^n de tiartepia, die geen
gangVenoe^n teiiMen, nooit weer ^Mntaan gaan
pmeeren ah men btn Tep&indiag opheFt roet
de andere gedeelten, die wd van doe oellen heb-
ben, terw^l daartegenover dexe laattte ge-
deelten dat vemMgen 'U^ven beixmden, ia boe
ktetne rtnkjeeiDen te ook «erdMlt. Andere onder-
aoekingen w^ien eebter meer ep een epierwer-
king, onathanke^ van lennwêeMn. Va«t atoat,
dal de beweging van de hart^ier oitgut van
de pkata van nitmonding der groole adera in de
boeiefna en attt Tutdaar ala een goB over bet
liMt iHtbreidt. Ook deae Toortptaotiag ton oJIeen
DigilizedbyGoOglC
HABTSLAO— HARVARD ÜNIVERSJTÏ.
(krat «(ttétbaiMlek ktmnen geschieden, wutt
zgn ei, ^« een bnig taMchen boezems «o Iuud
wrinea. De bgioiKferhedeiii taji den lurtolag
wtaiea loocal dooi Étet eltelrocardiogram ee-
<i(»eittiMud, mMu men gdWk mubt tmi &et
feit, (bt ÉKt hut bj) dk» «uoeatrelduiig een etee-
tiiscbeu stcDom Mitwikkelt, die dooi oet eebeete
btfaMm subT«ibraidt.£uiUoMiiau]HM^i£N>i de
itandea vMt den ondenoclite met een geschikt
Dwetiiwtniment te vtAiaiai en d« niUUsea tui
het instmnDt te i^iati«ecen, een euiTe Kijwen,
deetiOGuidSo^ruii geoMmd, in «elk«r l)ÜKi^3«r-
heden «fla bgnmdeibeden dei baitevttkiag ston.
don fttgeteekeod enookaekelqkeBlirykiiigea bet-
keni) worden. De üMUkode i» red füuer ea aad-
lai dut de meebanüi^ opname i«ii de bast'
aurre en biedt bovendien bét genwk, dat men de
ifatdea Tan bet tiobMjn na 6ta pvti&ait nur bet
kbonkloïiain kim voeMn om hiei de ciine di-
i«et te bestiideeren. Men gebraikt ömttooi veel
dm uuargahanoButer tmi Eintkwitn, di« leei
vnwteong dooi midM ><«a een «tt leei f^Ben
^■UiMMliMd bMtoMUJBWiMr, >B» faqmodHbedeo
dtr bettweiUsg untocHit, welke dui lanffs pho-
lo^nfudisQ weg woiden geregukee^. B«Mv«
Bmthoven faebböt ook Krau, Sieolai en Weneke-
baeh tkh op dit tenein leei T«idieDetetgk ge-
HartMMker, NiMlaat, een Kederlaiideeli on-
toDitaiDdage, den26ateaUMiil666 teOoad» ge-
boren, ctndéeide t* LeidU ifudewöriMgaerteen
ontleedkniMfe, bieU suAi Temdgene te AmetetdMn
beiJfF met mieiMGn^adte ODdeneekiogeD, leerde
ioon Hu^gheiu keomen, Toitrak met de-
z Fi(j)B en kiwo|iite biei niendr
etCbtttiaiM Htiy^
«diMdMnkkiogeD mo awt Oomni N* een kort
verblqf in NedolMid, TCstiede ^ >ich ie Pujje,
mu hjj «en i^dtaag otngmg met JftiIebrmeAe
" tDe PBópUaL in 1«96 ^«iliet hy P&rv^
en de leT«n«nid3eieii doindeT weiden. .Op ujtitoo.
dfigLn^ TUI den Raad Tan Ameteidun gal hj oa-
d«rw|)s in de wia- en stemütnnde un ciaaT Pe-
ter tUn Qroote, maar bèj gevoelde geen luat om
dewD naai Roriand te feigraeUen. Verder ont-
nog h^ «en tewek ■na den kenrrorst Tan de
F««, ^ bem de aaolokkel^ikste TooTvteUeo deedi
Harttoeker wtógeide aaiiTaokdyk, doch 3 jaar
bktei aanTMwdde l^j de tMtreltklng van honorair
boogleeraar, met den tited van „eerste wiekun-
etcoaar", aan de boogeadwol te DOaeeidorf. Eiei
bleef hij tot aan dan dood Tao den keuivoret en
veetigde xich toen te Ulieebt, we&r iig d«n lOden
Deaember 1725 0T«riaed. Uarttotker bedt veel
gedaan tot Teibeteriog dn nfaroseopen en telee-
ot^n. B^ werd benoemd tot baileokmdect) Üd
dei Acadenüe van Weteneehappen te Pai^s en
van de £<nLnUjjke SoeiBteit te Berlijn. Van i^a
«eetèiriften vetföelden wjj: ,iEmi»i de döof>trique"
(1«94), „Principe* de jptmiqiM" (1906), „Oonjec-
tune de fhyatqae" (ITVT). ,.Suite det oonjeetu-
ree pl^vqoea" (1708), ,J)ëecraption de deai
niTeaui de notnitlle InTentton" (1711), „Eclaïrcie-
semeata «ir lea eoi^Jeotarei piiTeiques" (1712),
„Suite de* écUnÜMonenta" (1712), „Reeoeil de
^«'enn pdèoe* de phjeiqoe etc." (17S2), „Couri
oe phTwone" (1730) en oiMkirvebeiden bödBagen
■ ^'^ "^e tiJdKdniJten.
Hartatnk. Zie Spoorwej^en.
Hwrtieiibiisoh, Jtutn Eugenio, «en Spaanadi
diditer en Bchr^m, den Sden September 1806 te
Uadiid geboren, waar t^n mder, een Duita^ei
vui geboorte, liA aie knnatdraaier gevestigd
en een Spriana^ vroaw gehuwd bad. Hjj stu-
deerde eent op een Jcaaleatenadiotd in de god-
geleeidÉieid, legde lidi daarna toe op het Khil-
deien, doch bepaalde zach bii de dicblkuoek
KnuA zinnigheid van ajn vadei dvrong bem diens
beroep te aanvaarden, doch hj vertaalde leven*
FnwMbe en Ibatieainsiiie boeken en bewerkte ond-
Spaanaehe bl^^eken, die (^igevoerd en met bijval
ontvang weiden^ -De borgvnwrlog noodiaaète
hem zipi handweHi «p 1« geven eo in I8S5 werd
hq anebehirijver bij bet gouveinem^iit. Hij be-
wölte tevene een ooiepmikelitk drama „Loc
amantee de TemeJ" (1837), dat ailj^mwen «ore-
len wend, soodat hjj züdi iiitiluiitend aan de tet-
teikunde WQdde. Hu werd ia 1861 direoteni dei
Nattooale Bibüotbeek, in 1347 lid der Spaawdie
Academie van WetcoedMf^D, in 1974 Ud der
IQ^ueoaimieei« van Ondcrwija, ooiving ia 1S75
pennoen en overieed den 3den Augustus 1880.
Van srn toonetietukkien vertnelden wg; „Dolia
Menda*^' (1688), ,yLa redoun encantada" <183d),
„La viaonaria'' (1340), „AUoneo d Cwto" (1841),
.,Primero yo" {l'842),",JHo«>ria" (1842), „Et ba-
cbiUer Mendarias" (1842), „Ia coja j d encocn-
do" (1843), ,^ DMdie de Fela;o" (1846), Xa
Aiehidnquesata" (1854), ..Voda por honra" (1864)
en „El mal a^ostol j el.bueu bdron" (1860). Ook
leverde hu cntiadie uitgaven van de werken van
Tirso <fe Molina (1839— ]34i2, 12 dk), CaUeron
(1849—1851, 4 dto.), Atareon (1652) en Lofw da
Vega (4 dln., 1858) en schreef nog: „Cuentoe 7
fabnlai" (2 dln., 1661), „Obraa eeeccidas" (2
db., 1865) en „Obrae de enoargo" (1'9&I).
Hamsploaa, van 4iet enkelvoud hantipex,
noemde men in bet oude Rome de wichekiars,
die voorapeQingen deden uit de ingewanden der
offerdieren. Zy waren afkomstig van de EXnis-
keis, bÖ weifce ^ ook aan andeiv oatuurTeraehvn-
srien fMU w^jrimd ontleenden. Keiiei Claudiui
h^anstngde ben en het ia waaisohqnlqfc, <Ki>t nj
in die dagen «en priaaterTereenigioR vao 60 leden
voimden. ZeUs onder de Cbeiatetüke keizere ble-
ven de bamepioe* beataac, totdat eindelök Ho-
noriiu hen in 519 veibande en bun boeken deed
verbraoden.
Harr. advter ptao^nnaman ia de afkoitiqg
voor W. H. Harvef/ (lie aldaar).
HArrard UnlvaTStty de oudste instellHig
van hoooer onderwg* in Amerika, die in 1637 te
Cambridge (Ihie.) w«id raticlit. De in 1638
overleden predikant John Barvaid vermaakte de
heUt van ign vennogen aan de jeoge inatdlanc.
Uit dankbaarimd w«id xQ oaar bon genoenid.
Nadat deze boogeBchool «ent aterk ondïnr kerke-
lijken invloed bad gwlaaa, is rï in bet begin der
IMe eenw gaan Moeden. Voond oa 1889, sedert
Ck. W. Sliot baar president waa, beeft x^ lich
ontwikkeld tot ten werkehfte unïversitedit, door-
dat voor vcnchiliende faaokelten ^leeiate „etrike-
ge*" werd>Gn gestaeht, verrukt met p ' "
sHMÜDgan en attnenMnde i'"'--^
D,o,l,zedb,GoOgle
HARVABD UNTVEBSrrr-^ARZ.
UoeiqkA «oUeetiM omt apeoüle gebMÖea. V«t-
dor geelt ig nit: „BMUKtt Orienül aeriM" (at-
dsrt 1881), .^ftiwd «todiM m ehMi«U pbUolo-
87" (««dert ieO0),,^inmid tiiMkig4aU rsMew"
^[iiMfert 1907), ,^*pnHd 1m i«new" (sedert
lee»), ,3«wd UatoiMÉ atawttee" («edert 1897),
,3urard eeoMHÜe atodiet" («edett 1906), „Hu-
mrd pnreboiogieal atodiea" (eedni 1908), „Ou-
' ^eeiifc atiefaliagen.
Bvraadian woadot dmv cb tch» de atadeatoi t«-
acbeidene tifdadtrilten ütgcgewi. In 1S08— 1009
wwren ei 748 dooenten «n ambtemnn ma de
HtTvaid UuTmitat Miboadut; S250 aludwUn
wann «r in dkt jaH ingcaehmen. Het inkomeD
dei ouivataitnt «adroeg ia dU ivti oogevaei 2
mUUoeB dofiai. iêu de Hwrain TJocrenitwt ia
«edert 1684 wfc ivitoidMi SadOUU eoOe^ «en
utacfating TMk iiooger «ndHrwü* ia bet tigioiider
Toor nmiiren. HM atudbaeM tmi de& adienkM
m ia 1684 U Gambridge onUtoML
Harro, TTtlftoMi, «en Sngdadi geneeaheer,
dan laten .^ril 1578 «e ntttetone ü bet gn»i-
•dMtp Kent sciboran, beaodit de aebori te Cui-
tertmry, «toverde te Ounbiidee ón de medien-
aan en ging vemdgena wtai Pama, waai hq n<a
TWKaï cp de onlkiedknnde toekipk en den doe-
tocanag fvnned. Hmnm veatigdi '-" --'- '~
LoodeD, WMK hn iÜ weid vaa be
iledienni, annendoetoi in bt
piteil, en in U15 hoo^eoaac in de «nthedfcim-
de. Iq die MrekUsg tMfcMMÏgde tq leeda in
1619 ^jn nieuwe UteMi» oottient den «nkwp van
bet bloed, doab «ant 9 jaac ktei nMoUe bv haai,
dön |>foe*an geatuld, dooi dan drab openbaar.
Eoral I Iwnoemda btm u 1«30 tot i^n IqUcta
«n bg Teigeidde den kooing gedurende den bni-
~irowlog. Na de oTeigave ran Oxf<nd k«eide
i naaj Londen terog, wijdde «i uch aan de
(i«2e)
«TOWl
te Hampatead den Sden Juni 16;
._ „De iDOta ewdia «t tangniiM"
giöot (^lian en i>e»ugde bem
atrödera. Htrtey beantwotHdde aUeen J. Rioltm
te Parjia «t de fediaatdeUiig „De dieakttooe ean-
gnuna ad RMdaMm" U^B). teiwöl fafj het oor-
deel orm de waarheid en de waanle igoer ont-
deUiiag aan de nakofneëagachap oierliet. H\j
aclt genoot nog de ToMoening, dat in 1652 een
aqnet befisate teganataBden, PlemptMi te Loo-
ven, openlnk ^ gevoelen «otbelede. Taider vea-
tigde hü Jê phTn^oog imoatdeifaeid-de aaodaefat
«p de Toortpttnlang. Zj||n tntaptaak „Omne aai-
mal ex tm" (elk «et ia oit een ei afkomatig)
wa« de mwbt van een kngdnng en nauwgeiet
«ndKioek, dat een einde maakte aan de tfaeoiie
dei jMMratio iHfiNVOM (uUwvidiiK), fig beeft
daaroTei oeadKeren is """ — "" '''
ne animaitopi" (1051).
eehenen in 1766 en in
üeht.
000 (sewwviauKj, ing uren
in ijjp weit „De generaléo-
1). Zön „<^en omau," t«i-
in 1649 te Londen in het
BMmr, WiOiam fieiwy, een EogeMi
den 5dan FebraMi 1611 bg Lii
j 5dan FebraM) 1611 bg LinMnek
«eb(K«n, wae boiwlaaiaac te Dnbkui «n oveileed
den Ifiden Ma 1806 te Torqnay. Hg aehrod: „'Hm
genen ol Soatb Afnean p4uit»'* (2de <kvk, 1868),
„A mMnal of tiie BMIaafa AIbm" (2de diuk 1849),
„niTookgia bdtMUMMi" (fö46— 1651), „Nohü
01 AlgM of tba Smttian Oeean" (1847
1849), „NercM boieali-aawricHM" (1858), „Phr-
eok«i» analt^ica'' (1856—1663), „Flora oapen-
■a" (1859—1665, 8 dln.) en „'HMaaiHtM open-
m, «I iUnatiattoH of tbe Soulb Afiioan Oora"
(1859—1668, 2 dk.).
Barrar-PUitMr «o een italen friaat, waai-
tan de bnitenwaaden door middel nn beati^iog
mat kooMoOoodende beitandderien, gevolgd door
(doeüog in lodttMige ininten, gelord wncdMk.
Een as cm. dikfce pantoeaplaat krgfft door dea
beweikrag een «takn of^enU tba ï,5 om. dSkta
nMt 1 91 koolatof. Zg evenaart Krupp't haid-
ataalpaataer.
Harwlob, een inetai in bet Engelaehe
graalaeh^ Eaaez, Kgt <fi ds epita Tan een laad-
toog, TOOI de mooduigen tbb den Stom «n dan
OweU' die beide beTwutiaar ün, en te^ (1911)
18022 inwOBOD. De atad beeft ean der beaU h»-
Tena Tan d» ooettaiat Tnn Engelanit «Ke dow bet
fort Landgoaid en «en limhd Mtteröen be-
«ebennd wordt. De iawtnen boadan lid beiig
met de Tarraairdigiiig tan eentent en kvnatmea^
•ebe^Mboaw, aebaepTaart en viaebTaiigat. De ree-
derg t^ (1901) 121 leMcbeoen met 18 920 ton.
Barwich ia een dei bdaom^iate baren* voot het
leièeei met bet t— tnhnd^ slaat in dagcigkacbe
verbindiag met Botk nu HoHaod (apoorweiper-
tuding TAD Lookdan naai ooa laad en Dnitacb-
land) en AntweiMn; «n 1918 bedroeg liet acfaeep-
TiwtTaitoer 1906000 ton. logeroetd woidcn
giaao, ^jdm, weüan en btoeoen it^rffen, ataad-
wMen, ledet, papiec, tabak, paarden, Tleeaefa, bo-
ter, «iereD en Tnwhian; nit^Toerd worden wol-
len en katomen, madiiDei, gtei en ledw. Diefat
bg HarwMb Kgt ds badplaata DoTtfOOurt met een
mioeiaie bron.
Hftn, bet nooideinkate der Dtutaebe middel-
gebergten, Tortieft Bch tntaeben de Leine en de
SMJa op de grensea Tan Nedai- en Ower-SaÉian
all de grena toaeehen bet Hoog- en Neoeidnitadi,
De Han ia 92 km. lang en 33 km. breed; de
hoofdri^ituig ia Tan OXO. naar W.N.W. Da
belliiwen iIJD oier het algameen atei^ Tooial in
het KI, het miatt toaaehen SangeAanaea en Eia-
lében, waai de Han in «en heOTeHand, den Vot-
ban, oveigaat. Da mwcdroet Kgt ± 210, de
loidToet ± 250 m. bow. De opperrlakte Tan
het gebeegte bediMfft 2(00 *. km.
Hu Toraaelt des Bui 1b den Onwr. en dM
Nededtaii, de grens «oidt geTecmd dooi een
Itio jedokken tu Lenterimig tot Wenii^erodeb
D^ Opperban beeft d«t Torm van een ^kteboek,
waarran de top in het N.W. ligt In het midden
Ugt het Kknatbakc ^atewi attt een gemiddelde
hooste Tan 800 m., leta booger in het N.. waas
de Sebalke een hoogte *an 7«3, de RammslebeTg
en Qoriar een boekte Tan 636 m. bereikL Op
de oaetq}de Tan het nktean Terhett lich een
rag, Aid dem Ackei (HmAflliDenbaDg 810 m.,
Am Faabweg 860 m.) en Terdei BrueMwg (Welle.
waite 920 m.) geheeten. In het W. Tan den
Opperhan «ntmmagen de iBoeitte, Oker en
SOae. Het NA ded Tan dan Omteiban wordt
genrmd dooi bet Brockengebevte. Het bedaat
nit gnnlet en Tormt de waterawwUng taaachen
de Blbe eo de Weaei. De boo^atc top, de Broe-
ken (lie aldaar), wriwft üeh m bet biongebied
DigilizedbyGoOglc
HAJtZ— HASAI-HOESEINFEEST.
72
vu 4e Eck«. Bode, Itee es BxèKOMSte tot ««n
hoogte Tan 1H2 m. Ue% den Brodian hugen
Munen: ia b«t Z.0. Ae Hemsridiahöbe (1044 m.),
n het Z.W. óe KSiHig«b«rg (1029 m.). De kat-
Bte deait af tot het arodcemtU met een gcanid-
delde hoogte v&n 350 m., waarop de Badau, Scker
en de Bwfc oirtspiioseD. Nuit bet BrocïeDfeld
VBi4>ellen aefa de A^teraDanndiSbe (926 m.) ta
d« WnnDberg (968 m.). De 'Iwrtite nluit met den
Orooten en Kleinen WrateAetg (902 en 8S5 m.)
het Btockencebeigte tn Iwt Z. in, Ten Z.W. van
het Brockenlekt voHtt men den Odert«i[4i (724
m.) en den Bebb^g (8d4 m.). Ten Z.0. tui den
Broeken strekt zich de g ra nietniK^ langt de Bode
tot Tootfey S<Jwerke uit, waar de Soachet-, Fauer-
neiiO' en Hi^ek^pen (902 m.) en de Rernee-
kenberg {929 m.) met id« Zet«ri[lippen Üggea. Op
ik fdaat«, m« die Use het gebergt« verlaAt.
letneft Kdi de «teiJe Hbeneteiu. De NedMiiara
ia een nitgestovkte boogWakte, decMs door den
Bajnbeig (graniet, 576 m.) en den Auerbeig
(porfier) afgebroken, Hen verdeelt haai in het
Pbteau v&a Elbë)g«rode en dat ma HArzgerode.
Door 'het eeifite, met een gHniddeUe hoegte Tan
470 a., etroomt de Bode met haar tnvorineren,
in wter dalwanink aich de HermaiHU-, BaunuuiM-
en BieMiSlde berioden. Ofootedi ie het dal der
Bod» tiMMden TtofétoTg (Hnentamplati
Roaitnpftet. Door bet PlatetMi tan Harig«n>de
Btroomen de WMer en d« Selke.
De kent van net geèeigte bestaat uit lagen
der demnaaehe ea ooderate ateenkolentorniatie,
doorbnAen itn vtnpfi&fe gesteenten, iraar«Ter
maDt«honmg lagen der borenete steenkolen f«r.
malde, perm, trias, jim en krj^t uitgebreid zjjn,
waarin ais eruptkTe gc«leent«i melatreT en por-
f^et optreden. De Harz is lük aan deMetoften;
iilTer, wod, koper en gwr in den Opper.Harz,
Bilver, koper en kwd in d«n Neder-Hari. Reed*
vroeg werden hier ertsen ontgonsen, evenwel
waa de mijnbouw vAAr 1500, atgecien van den
Rammelsbtïc' bij Ooal&r, weinig belaogrqk. Te-
ehecht bij Aodneabcig gaat tot
m. onder de opperrfakte en Ie een der dteptte
Tan Europa.
Een eigenaardistMsd van den Hmi ia bet TOor-
komen Tan nooraelqlM gewaa»ea, kkm1< Beluta
flona, Etapelnm, SÖIik bieolor, firtopAorun al-
pinvm op den nüüggendea en konden Broeken-
top, wiena flora ook veredelende Alpenplanten,
looala flteran'um alpinum en PultaliUa atpina
bezit; een graep andere AlpenpUnten, xooals Ara-
bii Alpina, Oyptophilc refent, Salix hiuiata eni.
vEodt men daarentven in bet warmere laideltjk
deel. Overigen* ibeeft de flora Tan den Han een
Battiadi kankter en ontwikkelt ijj haar groot-
alen rt*kdom in de <talwaiiden, vooral lange de
Bode en Selke, w«ar editer ook soorten Twn het
ten O. van den Harï gelegen heuvelland voor-
komen. De meest voorkomende boon>en ii}n de
den, beuk en eik.
De dierenw«i«Id van den Han behoort tot het
Iif4dd«l-Ean>peesrti bmMgelMed der pakearktiaehe
zone. De vrilde kat komt hier en daar, de vet
jn het TOOTffebergte 'Veei, io bet gebeigte zelf
miitder, de visdwtter otwoI veel toot. Ook vindt
men er ateen- en boommartera en wezelt. Het
grooten get*te aanwezig. De liutarat ia b|jna ge-
bed éooi de tvekrat Twdreven. Het haielhoen
treft men hier en daar aan. Van lootvogela val-
len eperwers, Talken en leeaieDden te noemen.
De ibeken lun rp aan loreUen, de TyTera aan
foi'riien en tarpera.
De HaribewoDera vormen een gemengd lype,
waat ijj i^Q van EaukeeiMhea, sakeiaebeai «n
Tborio^^eben elam afbimstig. Zg teren van mijn-
Kmw, et«enbo(iwerij, tiOMhbouw en veeteelt. Een
ander middel na brataan is de karnarieteelt, voor-
al in Si. &Ddree«betg, terwijl in den Nedei-Hare
nog laodboaw gedravwi wordt. Het aantal spoor-
lijnen ia leer takrjjk. De HerzMub bevordert het
vreemdelingenverlrêer door den aanleg van nieo-
we of het Terbeteien van beataai>de wegen, het
booiwen Tan vfucbtiKitten, bet plaaitMn veo weg-
Literatuur: Holtmann, Der Baiï (LeuziK
ie90)i Der Ban (Seobel, Mooc^i^hien anr Èrd-
knnde, KelefeU 1901); F. OünUier, Der Han
(Laitd Dod Lente", no. 9, Bideleld ]910]; „Wm>-
weiaer dorade» Han' („Jfeyer'e Rtisebfkdier ,
I«ipiig— Weenen 1912); „Der Han" („Orieb*»'*
BeiaetlIbMt", SM» drok Berlqn 1910).
Hanbnrs, een atad in tet Btnnswökeeb»
distliet Woifenibaud, ia praciitig gelegen aas den
noordvoet van den •B»n, atA Se Radan, aan de
apoorlönen W<^nbftliel— flanbarg ea Ibentaug
— Har^MH^ en Mt (ISflO) 473S jawoüeiK llen
vindt er «en keik, eek jMogTOiDaslvni, een stede-
Iqk Motbad (JnUorfiaQ, InrfianB, geneeMiwieh-
ting voor «eTofulaDie kfodweD, ean aanalorinm,
een atooterj^ (grooU iiarddnnerige*}, eteengfOOTeiv
fiootdÖpMij eni. De sootbroa 'Dev«t rooraamdijk
eMmra&tFrani en heeft een lempenituur vati 11.2
—12,50 Q_; (^ 1^ ff^ iiog een keukeniootdriok-
bron (Krodobron). Het aanlai badgaetea fcediraagi
jaaffl||ka ongeveer 10 000, die bovendien kmHieii
eoieten van de prachtige, boadirÜke omgeviag.
'en O. van Harzbiug Hgt de 463 m. hooge Greo-
te Bnigberg met eenige overblvteelen van den
HMiburcht, een hotel en een voor BitRiare): op-
g«ridite Canoeaaaail met de woonfen: . J4adi Ca.
noeaa gdien wlr nieht." Andere dmh ibeioeht»
plaateen i$n de }M)eiAli|wen, ttet MoHcenhana,
de iHtiikld.ppen en. de BaOauwaiterTal. Ten N.W.
TKn Harzbarg Jaggen de dorpen BDndhwm en
Sdxlewecke. V<4gena de eage »>u op den Orooten
BiHgberg vweger een fttrerpiaafi voor den algod
Ktooo geetaan brtiben, waarrvan men bet adtaar
nog t« Qoekr veirtoonit. De voonnatige burcht
werd meerma^n door de Saksen verwoest en in
1650 door hertog' Auguêt voor goed gealoopt.
Hanarerode, een st«d in tiot AnhoHadi»
diatrkt BaHenotedt, teU (1910) 4322 inwonett-
Het oude slot waa van 1635 tot 1709 de realden-
tie van de Unie Anhalt — Bernburg — Harxgtrode,
H&Ml-Bo«S«ltlf«est of Taboefheal wordt
gevierd dooir de Hirfiunmedanen on den aajoe-
ra, den lOden dag vaa de maand Mohan«ro, dJ.
de eoflte raa h^ HotHunmedaansche jaar. Bq
de SoeMH«ten (lie sidaat) beepenrt men er doo>r-
gaaaa wmnig van, ^ de Sjieten (sU sJdaar) daar.
DigilizedbyGoOglC
HASAI-SOBSEHHRmST-^ASE.
lateni mwdt op óka ÓÊf de dood van Hoatin,
ten xMuooo Twa Jf oAoinmed dbn — ~
ia FaUma, in den «lag hn KeAt
dadiL DnamMla wordt d« nerimnring mü /foa-
i (080) ber-
•nnt bn»«d«r Homm, die dm» wgü mit ivn om-
gehomen, wboodeo. 1b I*«niê geoft dit feeit
wel eeoB Mudndiiig tot viÜmtéÜD^» vu fuM-
time, en (wk ia Dekfaau en eoraroim deden yma
hwajiode, boewej scRuntJedi, wordt net met hio-
ter gevwid.
Hudra, BogdtM Petneeieu, een Roenteenidi
grieeide, den lOden Ffbnwri 1S38 te CbHetiiieeel
bjj Oiotüt ia Beannbie geboren, ok een Moiien-
tgk geslulit, etndeeide t« Oharkow in de lecbtes
en weid lecbter te Eabal. Toen «en gedeelte tu
BeeetnbiC w«der ud HoWMil werd toe^efoegd,
werd hq hoogieMaaf in de geeefaiedenH en eUUc-
tiek HB liet lyeeam te Jmij en InUiathecwie
dei onitaniteH Mm en Terrdgene diceeteur-
«enerael Tan bat ■taateftictiief te Boek»reat en
tevens pnrfeaMi in de vergd|jfceiK)e takletudie
MUI de onr geveeügde hoogeadiooL UokUh o
leed den Tden Septembw 1907 (« Ktaipioa.
edineli „Ar^n Mom a RoDMOMt" (1865—
1969, 4 dhi.), „iBtoria eiitie» a RomittiloT" (187S
— 1874, 2 dn.), „Obieeete juridiee «k poporatot
intrc 1650— 1600" (1S78). Ook radigeetde tqj van
1870 tot 1877 faet lettaknndig ^Mvift ,jCo-
Imnna Ini Tnuan", na 1887 de „Heriet* Nou".
Sedert 1664 werkte ikjj ia op^MM der Roemeen-
eehe ngeering aan liet „Stymokigiaiini nngmm
Romuitee".
Haadmbal ie de naam tan ond«Mbeiden
CarUuagaAe Tridheeien:
BoêdruM, de «oon van Haniikar Bareat en
de broeder ^Ln Bmnibol, voerde in Span}e oor-
iog t«g«Q PubHuM en Onaejut ComeUui Seijno;
doen v«i4rindóden hetn doet hnn overwinoMg
tig den Ebro inn broeder naar IttliB te volgen.
NadM bij is 213 v. Chr. legen Sifpliat ia Afrika
g«voeUeft iMd, keerde lig in 213 naar Soanje le-
nig, overwon er de twee R«aeiiiaehe vadheeren,
soödat Aa bon enenvekn Liieivt Marmu (enua-
wemood de ovierl^iteehn van Iwt RomeiMdM le-
. ger kon redden, maar wvrd in 209 bjj Baenria
overwODoen door PvbKvt Oomelivi Setfio Afti-
amu. Niettemin kon Hatdmhal liin tocht naar
ItaUB voortietleD, loodat by Uniuit bereikte.
Doch voordat h j iMi met ign broeder ffmittM
vereeiHeen kon, werd bn io 907 door Gapu Olmt-
din* «tn en Jforetu lAvtMi Salinalor bg 8ena
fOiiiga^i^ «a» den Mertaara» gwhgen. Hetgww*-
•te gedeelU vra liiii leger, en ooit h|j leU, enen-
vMde in dien otr^
HatdrjlM, «en looo ttLa Oiêgo, mam tn den
Tweeden Pondariien 0»rioff in manje en Afrika
de aanvoecder van bet Caiunagaehe leger en weid
naar G*de<. Hjj w«a oonaak. da.t MarinitM de
i|}de der Romeinen kooe, «mtbt bq #» "" <^en
vorst toegelegde dochter «aA ^pAoi ten bnwe-
Ijjk had gegeV«n. Toen Seipio in Alrika geland
wat, bradhttn Bardnihal en Sypha* rn 2w hem
>eer in het immw, doeh hu overwon bem 2-maal.
Toidi WM bet volk tegen HiudTubct opgebkat, en
om aan de w««de van bet giaaw te ontkoiDen,
maakte hjj volgena Apptamu door vergit «en ein-
dt aan ibn leven.
Hoêdnihal, die in den oorlog, «UTloe ilati-
aitaa in 151 de Cartbagere noodiaaJitc, ^egen
deiea niet 'voonfwedig oorloogde^ veraloeginden
Derien Pnnieabeo OcHNog den RomeiBacfaeti eoa-
nl MoHittiu in 149 tot tweemaal 4oe, bood den
jongeren Publitu CorneHui Seipio toen dese ia
147 en 146 CkIIi^ beleerde, bardoekkig le-
genetaod en trok »di, toen de itad ingenomen
WM, naar den burcht en eiodelgk met vrouw en
kinderen en 900 overiooftwe, aan wie veigillenia
gew«igMd waa, in den tempel na Aeieulapiuê
temg. Toen hjj ook hier aangcvalkn werA be-
liog ba de vreea, loodat bjj seh beimelnk naar
Seipio bepl. Baar eefatgoioot vloekend, ver-
iDOMdde ign gade haar klndem voor ijja oogen
en stortte lièn <faama met de overigen in de
vknunen van den door hen in brand geatoken
tempel. Hotdrubal overleed dê gevangene ia Ita-
SefaJ
te Jena en te Sehütodt in de fettereit en god-
gffaevAeid en begi< neb io 1801 oaai Parjja,
waar bjj in 1806 een aanateUiag kreeg in de al-
deeüag liaulMbiiftm aan de Kdteï^e BiUio-
4heek. lo 1816 werd i^ profeuor ü de GtM-
idie oodfamdbmde en «b de Nieaw-Ooekstbe
UêÜ aasde Eeole des laugiM orientaka, in 1880
Siofeaai» in de Dnitaehe itaal en kttefkónde aan
B cK^Tteduitehe edioal, ao 1683 eooaervaloc van
de handiehrilten der Bibliotheek en eindeljjk in
I8S2 fndMDT in de vet^ÉHnde taalkMide aan
de «niveniteit te Parjia. iHg overleed aldaar dn
21ateD AUut 1664. £$ gaf de .fjatoria" (181»)
Im> Dmmmki ia iwt Kebt en krerde een bé-
ng Ak Iragmenten „De oalentia et mcnai-
vaa Laareaftar Lviiu. Hen waa opgedra-
gen vow bet „Reeoeil dee biatoiiena dea eroiaa-
dea" de Oriekaobe aehrnvere te bewerken, en
duoan ii een deel (1076) ia bet Uebt veiacbe-
nen. Ook bdtoorde hq nie jamn tot de radaetie
van bet „Joornal dea Savanta". Belangrijk ign
■ leii.
Wil-
ijjn bjfkaKBU lot de niemre ait(pive van hat
eon van Httuiau Slephaiau, beiorgd door
EarJ Avmul voa, een Dmtaeh godgt-
i i»Bten AtMUBtw 1800 te Steinbaah in
Sakaen g^Mnen, beioebt bet gymnaaiam te Alten-
leerde, den i^Bten i
in AtMUBtni
^ ^ braocbt hel
bug en Btiideed?de te LawKg, Erlangen i
bingen in de godgeleMdbfM. Wegene deelneming
aan een atodentenvereeniging moeat bij, na een
langdHif ondenodc, II maanden «p óèa Hohe-
"Kpeig in de gevangenie doorbrengen. Nadat hg
I vrne voeten geateld waa, begal bg weh eerat
lar Dreaden, veatigde lich vervolgeni ala pri-
vaatdoeent te Leinig en werd bier in 1829 hoog-
leeraat in de wj^ebegeerte. Het vvlgenda jaar ging
bjj ala pnleaaor ia de theologie naar Jena, waar
bji aedei4 dien tqd ondwwjje gaf ia de dMvnttiek
en kerkgeadtiedenia. Bjj ign altreden m 1868
werd bji in dni erfel^ren adeletaad opgenomen.
EQj oveiiead den Sden Januari 1890 te Jena. waar
in 1900 een etandbeeld voor bem ia opgericht.
Van iqn geaehriltan vermdden wjj: ,fEvangeliach-
D,o,l,zedb,GoOgle
HASE— E:AfiB>fCLEV£3t.
protestamlisebe DogmBtü:" (6(h druk 1870),
HGnoaie odnr pTot-emiedierfH <31uibeiul«lu« (2
db., 2(le dnik 18S9— 1870), ,3iittenia ledivinis''
(I2de druk 1888), J^ebea Jera" (5de druk 1365),
„Eifdwnewcfaiefato, Lriirbueh" (12d(i dnik 1900],
een AmitKlIelj^ leeibo«k, nibiMuiteade door
rastbeid en bckiH^thttd, „ÉiioliengceehicUie aaf
GnmdlaKe akademiBclui Vorleaonceii" (3 dlik.,
&k> 4böf 1«95— 1696), .^andbuehder protoatu-
tiMb«n Pokmik eeeen «Ite rOmieeh-katholMctie
Eiiebe" (7de <biik 1900), „Die beiden Enbi»^5-
fe" (1639), ,Jf«ae Pn»bet«n'' (8de druk 1690),
„Fianz Ton AasinV (2dB dvob ISOQ). „GcwtÜdie
ScAnoapieie" (185^, ,vOateriiui von Sientt" (2de
druk JBGQ), jtdeale omd Irotdmer, JamiidenoiMb
raneen" <5de drnk 16M), ,J>bs EnttaffeMnpfei
Ed&" (Sdedrak 187») en ,3oMaTOileaiiiigeD kir-
«hengeMfadchtiiidwtt Inbalttf' (1690), terwt^ b^
ook een utmnnteiide «iit^Te teveide dei ,Jibn
gjmbotJa." (Sde drok I8i5). Na lipi dood ver-
Bcbeen nog: „Annaleii meioee Leoene" (1691),
naditt hg reeds Ttoegei ia bat leeds veimelde
„Ideale and IntOmer" (1872, Me dnik 1908)
vg eeD aaatiekkelökB «4^ de gee^edeiiu
igner jeagd bad beatbisKii. Ben intgam vwi
lün „tieaHHiMlta Weifce" werd beiomi dooi
iV> KKKW en frifper (1800— 1893. IS dbu).
Daarin TeNdteneii oog „EUonenn^n «t» Ita-
ben Éi Biirfot an dfe ktfaiftige Oeiidite",
„Vfrie^UtdiMbe Bedeu «sd Deokednifton",
„lliecidoeiedH EraUdongen", „Tkeokgieefae Re-
den «nd Dei^edHiften" en „TbeotogisoM Streit-
und Zeitadviflen".
Hmw, KoKTod Wühüm een Duitsdi ardn-
teet, den 2den Oetober 1818 te Binbeok gcAoian,
stndeeide te flaoiuneT en t« MQaeben en weid
in 1849 keiB«r tn de ecboooM boawkmictt
poljlechaieobe school Ie Hunwrer, wftar hi) den
38«t«ii MiaAit 1902 overleed. Hg legde er tk4i
(^ toe de oode techniek van bet bouwen met
tnkken steen wedei te doen berleven. Tot
door ttem ontirorpen gebouwen bohooien:
Mvseom te HuinoTeT (185S), de Mediabtirg bg
Noidatemmen (1857—1864), de Cbrietuekeik te
HantiOTer (1859—1664), bet gymnuium AjMkea.
mm MifeitpostkuitoM teHiilderi>«m.Hjjnttiit:
„Mittdidterticb«i Bandeofanale Niedenaowene".
HasflbnMk, Jokmttu* Tttrut, een Nedei-
bndeeb dichtei, den 6den Noverobei 1812 be Lei-
den geboren, etudeenk «Umt ia de godgeleeTd-
béid, aem ale vrnwiHig jagei ded un d^ strjjd
tegen België (1630) en weid in 1886 predikant
te lHeik>o. Ia 184S gwg hj} «la soodung umt
Bieda, in 1849 ihai U^lbvig, ü 1%! ihut
Ametenbin, waai liQ ia 188S een eervol emori-
ttwt ontving, en den 29sten Maart 1896 overleed.
Zgn ventrwnde eerste gedicihtcn weidem 'va 1886
oödei den naam vwi „Poliie" tot een bundel ver-
eenigd en ktei (1852 en 1685) hertkukt, en
DÓenwe taidele veisdieneD ootdei den titel vui
„Windekdken" (1859), „Njenwe windekelken"
(1864), „Sneeowkkkjes" (1878). en „WinteiUoe-
men" (167». Veider iev«tde bij: „De Oodi dee
Hemels en de Beigen dei urde" (2 din., 1847 en
1856), ,/af de Belgen" (1661), .Studiën ea Schet-
sen" (2de druk 1864), „Uit den Vreemde" (1868)
en „Ktfct en o»£ebt" (2 dhi., 1874). Voonl eet-
ter maakte li^j sdi niam ak fHoiudugrer dooi
„Waadteid en Droomen" (1640; lOde druk 1902),
<»id«i den eehnilnaam van Jonathan uUge^ven.
Verder bezorgde hg oi 1860 een pTu:htuitga.T«
der „Kompieeie Dit^tweiken" van Da Oosla, ge-
Tokd door een HOveiwoltt van bet leven en de
wecken des dichten" en aohreef : „Thomae a Eem-
pia. De [MToIggDK van CStnatna HaH het Latijn"
jiees, 5de dnik 1900), „De AJpanboren. Een
weketeok nit Davxw" (186^, „Veapei. PoBiie in
den amitd des levena" (1687), „Heeiwriden. Nien-
we poiite" (18^, „Het Nieuwe Teatament ala
gidi -moi het Ohriötelnk leven. Naai de „R«-
Sedona ntotalee"' van P. QueBoel vig geraigdT'
(1884—1890, 6 dfat^, „£«n dicfater-olbum vm
vóöi homdeid jaac. De gedachtenis aan PnHimj
en agn kunetvrieoden mg eens veinienwd
(1890). Batebroek behoorde tot de academieviien-
den Taa Nieolaai Btett en volede c(i g«MSenttig
en letterkmdig gebied deieKde TJeUiog als de-
K. — Zga inëlei Elaabetk Johanna BoMebroek,
den 4den Ajnü 1611 te Leiden cebmen, becA
»eh als echigfateff bekend gemafttt door: „Ta
hMt" (1838], „EUee" (1839), „Twee vroDwea"
(1840), ,J)e BedewartgMwen" (1641), „Veiba.
len en echetsen" (1851), .^aigaretiia ffiaaeer eo
«eniee aodeie bladen nit het schet^wek" (1865)
en ,)De vmmwen éex Henwnning" (1659).
RaseiMnar, Korl, vrgbeei von, een Oosten-
ijjkech andMteot, den 20aten Juli 1883 te Weenen
geboren, «tudeeide te Brunswijk eo Weenea en
vestigde üeh aMaaf . Behalve talrgke viUa's bouw-
de b^ b«d pdeÏB Lüttow, ea leidde bij de oatvoe-
van het natuorkuiMUg en kuirathialoriech
eeum en bet Hafbuigthe«tei te Wtenen,
aJien door QotUried Semper ontwoipen. Hg over-
leed den 4ilen J&nuari 1804 te Weenen.
Haiaeiiclever, Johattti Peter, een Duitsch
schilder, dea ISden H«i 1810 te Ketn«4d»eid ge-
boren, ie vooiDBjnelgk bekend door zyn taferee-
len uit „De Jobsiade". Hg overleed te Dfistri-
éitt den 10d«n Deoembei 1863.
HuienoI«Ter, Wühdm, een Duitach soeiaa]-
democrut, den I9aen April 1637 te Aznebeig ge-
boren, beiocht het gj^naeium in zyn gebooite-
plaate, werd leeiüng ia een looierg, reiade als
nandweikageiel ia Dudtediland en Noorddgk Ita-
lië, ledteende vaji 1862 tot 1863 de „WettffiH-
Btbe TalkaMÓtnng" en werd eerst penmngmeeetM,
toen aedetaris en eindelijk preeitleni van de A1-
pmeene Dnitsebe Werklied-en vereeiügiog. Hg
behield bet vooraitterediaip, toen laatstgeooemde
vereenigang na sameDsm^tiog met de eoeiaal-
democfa.tJ»a>e partg te Ëiflenacfa den naam oot*
ving van Socieüstieehe WeikLedenpoitg van
Dnitcdiiaad. Verder rettifeeide bg den „Neoer So-
ïLiJdemokTat" en nle „Sozidpoütieche tMcter",
belastte lich in 1875 met de uitgave van bet
.Hambaig-Altonaei VolksUatt" en in 1876 met
Liebkneekt nMt die van bet socialiatiacli blad
,Vorw&rts", dat in 1878 T^>oden w«rd. Van
1869 tot 1670 vna bn Ud van den Noonfilhwt-
aehen Rgkadag, weid u 1874 en 1877 te AHcoa
en Kiel ook tot a%evaMdigde naH den Doit-
Mhen Rnkedag g«kOTen, maai veiiooi ia 1878
zgn mandaat, dat hem atditer kt 1879 te Brealan
weder werd toevertrouwd: In 1686 moest hq het
wegene kraokMnnigbdd nedericggen; hg overleed
den Sdan Jtdi 1689 te Sefaftneb^.
H^n
DigilizedbyGoOglc
INËR.
75
Hftsar, Btinriek, «en Doitodi eeneeabeei,
dan 15dea Ootobei 1611 te Rome geboren, be-
lodit bet sTmnuimn to Wekou ea veitiok in
1831 naai de hoogMchooI te Jem, wan hjj in de
gtneuÉiande inratDoveeide ca«t een lïweitetie , J>«
unnoentM ^Hdemia" (1834). In 18S6 vttAigie
aaidi ala {niTMtdoeent te Jen», wht bg ka
9 M bmteoMWOon en later tot gemwa hoog-
iMnar benoema werd. In 1649 ging hij in éeve
betiekklng liaai Gi«iln«ld en in 1863 saai
Br«ié*D. Zq» piofeaaonal onderwga omvatla
bnofdMkelgk de algMMOM neUe- w <k ^ "
raidiMhef. de eftioeanokgie en de seeclii«c
dar gcDewbude. Hg omieed den ISobd Se^em-
ber IfiSG. Tan x^ «erten noemen wq: „Bitto-
■JMh-Mtbotogiadw üotenodnnmn ab IMtolge
aoT OeMbi^ dn Tottskn^dtetlen" (1669—
1841, 2 dkk.), „Lehrboeh der OeMfaicbto der He-
dtrin oud der Volfcikniifcbeiten" <3 din., 8de
dnA 1675— 1SS2), „a«adüehte óac duietÜdMi
Knnkèiwnage mi FOegeaebtiiea" (1857), „IHe
VMdoatïon tmd An G^er" (1864) »„Qiöut
riai dei Qeadiidrte derlf«di»n" (1684). Ook le-
TOÓt bS een nitaaTie vod Qrmur'» „Senptoraa de
«Mtee aMÜeo" (JMT) en een .^tfioneei epi.
öamiopaphiea" (ade drak 1862). Ook wm hv ce-
ndmen tqd redHteor Ttn bet „fiwertoiram EQr
die i^iaiiiilii XtMwa" en tu bet „Airehit [fbr di«
I3u(e deelen der beniMmluit Weide iribtan-
digfaesd, wt&« dient aik «edwekningModddd. De
tK^pen en Moemen of de bhdereD der braoep-
^Mt worden id watei ot mdk, «ndcr toeToegdng
Tan iwarie peper <d ook ««I T«a enüwr ea ape-
aer$en gekookt en ala «en aoort tbee gedronken,
of OWD locgt er boter Uj, om «an de rioeietoï
de lyW^eid nul stroop ta geven. Daarna wwdt
dit menzed geliltreeKd, bstwett na atkoeliig een
Bioene kleor TeAiggt. Hen noemt deie mu de
inat na Berber^ „ri awgio" en in AnbiS „<la-
weaoeae". Zq womit tegen boogeu pqjs Teiköoht
«n in den vonn -ma piHear ingeoometi ot met
de bkeaeme der.bantMfi^uit in een p^ geetoken
«n «tooki
&q*BJ Tonnt een eteik enhrodtMaeiim, a^gnt
bjj matig gebruik geen oade^gen invloed nt
te oefoom en den gebrmkei in een opgeir^te
■leeDiiriiig te biengn. Otoote doaea veooi ecli-
4ec, voonl bq aledm Toedisg, teer Mbaddqk en
knnDon tot knakitamigbeid aaoleidine geven. In
Egjvte odent M demelfden Terderfelgken iiv-
vïoed iDt ak de aleobol in meei noordriük ge-
legen landcB. Men aclMt bet uotal gebniiken
Tan baiijiaj op 200 milUoen.
Bkak*rbuid i* een gemeente in de proTia-
cie Friedaad, 5903 EJi. «oot mt (1916) 7826
MWflptan, ingedotendDoidegcBneDten UtiagM^
ade^ Xki^irirdcit Seboterbctd en DonÏMreiatal
en ttatütinde ut d» dotpen Sarkerdgke, Harkor-
boTM, Jooie, Nneiiaako, Ondeïu^, SotknnMg
1 Weetetmeei:: De bodem tUatutmeeat <ait 1m«-
WD, ntet een weinig Modnood in bet nid-
erten en bet loidoaueB. Veeteelt en veenderj
i; «Keen te Jon-
Daar ataat ook
Hasledal, ook Ob»ha$lÜhat of eenvondig
Baili geheeten, ia het dal vnn den bovenloop der
Aar en «trekt litli kt bet ZwttaerBohe kanton
Bmm 40 km. v«r «it, van den Oiüneel tot aan
het Brienzermeer. Het bovenete deidedetl van
dit di^ de een woeste kloot, waai de Aar otm
naakte gmüetblokkeo «traomt. Dne rivier vormt
er bg den Handeek den Randeek- of Avwtltr-
wd, wtttn een bot^ tweft -na 70 m. Verder
____ .__.^_ .._ .^___. ,^g ^ j^^^ ^
n het dorpje Out
„ eeniee dorpen en gehuch-
ten, wdke de gemeente Ëinerlkir(iie& vormen,
wow de groote wejg een aannuig neemt. Daarop
rakt een «naSe rinerUooI, de „Kostere Sdhhn-
naac benedbn, ter tioo^ va;
oppervlakte der lee. 'nndt i
tumen en nog verder eeniei
bereikt
oenMmd. EeibbaHui „
fiet dorp IbQTEingen, bet Teieeniginffspunt
" " ' ' bet Brien-
cbe''
van 6 A^ienwegen. TaaUcr lot aan 1
■enneer, over een alatMkd ven IS km., beetaat
bet Baikidat oit weHanden, die, vroeger dee lo-
men gedeelte^ oordec wnter ot tarnde, tiiUH ge-
kaaoMeevd igii. iHet emibt Haali, vrawtoe ook
eonge ivdahst behooren, ifik inim 7000 tnwo-
Baslsr, Uteu Leo «on, «ea Duüsidi o^utiat
en eamp0MBt,in<lM4te NaoieubeiggdMuen, itn-
deeide te VenetM ooder leidiDg van Jndrea Q»
hntli, wea in 169S oqgawot vnn den Ki«*f Oei»
nanus fugger te Augaborg, vertoerae eeaigen
töd aan bet bof van keiiw RuMt II te FtaÓg.
werd in den odelstand verbeven, waa vut 1601 lot
1008 weer te NeorenbMg, kwam «kama in dienat
«vMk de» keoOTorat «m Sobe» en oveiteed din
Saten JiuB 1612 te Frankfort. Sji echreet een
^n>ot aantal geeetc^ke en wereldlqke «angen tn
inatramantale werken.
HnraiftwaBn ia de {amaUenaam der djmM-
tie van de MaeaAaeSn. De naam ia wearedijin-
Üjt nlgeleid mm EaimM «fcn Tenaoodel^ikan
ntunnKter ivan liot eeakrcfat (lie MaoeiAiutK).
Hamer, LeopM, ridder van Arlha, een Oo*.
tenrijbBah ataatoioao, den ISden Maart 1618 te
PiMK gebmen, stndéerde «Idaftr ea piootoveetde
te Weenen tot doctor in de tediten. Op uitnoo-
digtaig van p*^ Lto Tkvn, Btadbooder wl Bo-
hemen, bela^ fajj ad met de redactie ven da
„Prager Zeitong". Toen qin beeobevmheer mi-
niater werd (1649), benoemde hg üoMner tot bui-
tengewoon en in 1651 tot gewoon boorieeraar te
'PrMg. Ji* iooAiMgedveun9:,OraDaniHen der
nnkéophie det Becbta md eeioer Oeedudtte"
(1651) en „Sjstem der pidiüseben OekonMHoie"
(1660). Hg werd g^oaan tot Bd van den Bo-
beenuohen Landdag en van het Hnis van Afge-
VMudJgden, waarvan bjj viee-pieaident woid. In
18S3 werd bq voonitter vw den Bmm) van On-
derwM akmede van bet Hoie van Afgevaardie-
den. I» 1865 oanvoaidde bjf een profeaaoraat w
de etaaflwiabondbinde aan de aeodemie te Wee-
nen. Twee jau- Utoi weed kq Md vu bet Heeren-
hms en in 1868 minMiH v*n Onderw^ B«n
Toütrelfdjjke wet op bet onderwge word door
hMU ingevoerd. Sg trad in 1870 af, omdat de
keüer wmgerde snn goedkeoriog te heditan aan
de aiddelën, wrike bq tot nUvoeriog van ign
- - - "- ootdeeWe. Na die» tgd wna
1881 te
Il Hq OTcaleed dan
Londdasen
1 SdeoJimi
DigilizedbyGoOglC
HASNER— HA3PBL6.
ImU, „DenkwfltditfkritM). Antobiugrifiiijschea
tmd AphofwmeD" (Ts»2) iwhitends.
fifwner, Jomk, nÜK van Artka, «en oogfaed-
konti^ bmeoei Tm den Tom^unde, d«B
ISden Augtutua 1619 te I^ue ^boren, ttu<I«er-
de aMbbt m w«t4 er üi 1S52 >Duiteii^woaii
1%Ö (tewooD boo^senun ü> <fc oogheelki
bnuri 1862° Hg «breef:
miadten Bc^ndiing de
(1947), „BeitiiM lur Ph}«iolo|iri« mm) FftUtt^ie
dn 'livfaieiMUeitaiieMnwnai" (1651), ..U«ber
die Benbtaang Munter Okrinteen mr Uatet-
Boebiag des Augengmndea" (1864). .JilioÉMhe
Vortrl«« flbm Awmhalkwide" 0^60-1866),
„Die StAtofMt^Mea dei Ai««t" (186B), „BeitiJl-
ffe lur Phjtiolocu mtd Pathologje <ke Auges"
(1878), „Ueber die Gnenien der AeoMnmoéïtion
dea A]]^" (1875), ..Ty<ito Braiie uod J. Keptet
ia Pra^' (18^2), „Da« tiWtttere Au« in seiaeD
phjMofaf^eeben Qodi MUHiogiMdten BeB«huiigen"
(l«f79) «n „Die Verietiu^D dea Ausec ia gt
fkbtainUtcbei Beüebang" (1860). Ook TedigMr
d« bö eedett 1669 met Praga het „Vi«rte}jalif>-
adiriit fw praktiache fieólkunde".
K««P«1 w in de eente pla&ta t«tt wtiktniq,
hetwelk dient, om geaptHknen gsnat Ten de khw-
aen en apotiea te winden en tot Mrenf^ te ver-
ecBJgon. Bet bestaat eenTomUg nlt eea red met
een omnng y*a 1,6 — 3 m., loodet bg «dke om-
ihaaiiim dk Icngta aan éntó op het lad gewoo-
den «wdt JUn Betnd ia Terder een tdwert ver.
tmBden, Intwett door een tik of «lu te keoMii
geeft, dat een genoegtaam aantal draden voor
een «trong «p ttet nrd esw«>den iüq, waMna men
den altudi en Twrokena bti naMclen voort-
■etten kan. Hen beeft aomengeatride ha^)^.
waannede men 10 tot 30 qwehn tegeJgk kaa «f-
DteffeJgk kaa t
MD awpel bg h
_ Jakob M., een NederlawMi
«mdden ISden September 1829 te Ng'
■SMMl
oeetapeleTi
BMcen «boren, waar ign ndet een bodchandel
en tNMkdnkkei^ If^ MatraakelQk waa fag voor
ptedJkMt bestetad, óoA toen hy daarroor nen
ioei»ng Ueek te geToeten, «mud t^n Tader bem
üi sgii laak op en dsed bén die vm. Nadat hH
op ae NQOMegadM fannia Vietor ttruugn» had
^n apden, kon hij iQn roepiog *oot het tooneel
niet tanffer weerataod bieaeik Hq atelde Meh
met den MDStonaar m Teitiiadiag en het TMiri-
tut wa«, dat hg den 26eten Januari 1858 ui Den
Haag en vemngena ook eldera, ak lietbrf^i
nog, optrad ak „Pierre FondMrd" io „De onda
Eotponai". Weldra Mun bn «en engagement yva
drie jaar MU bg VabAt, doch ign laorttie werd
hier km door gcadbokt, 4mX 1
ontbioden. Op de volgende
echter nogmaAh oMde ak , JJerre Pooebard" en
den 1«ten November tnd bjj voor het eent in
Den Heag ak beroepatooneMapder «p. Na een
paar jabr Tomvde ^ «en «gen raelscnap (e Arn-
Mm, dat Toomamt^k in QeldeMand optrw), doch
ds reanttaten warca oogvutig- ioo<kt hg reeda
an é4n eeiioen een engagement bij Sd. d« Vriet
4e Rotterdain moeat «munten. Vemigana vorm-
de hg met La Onu en Van Ztrybn een getdecbefi,
dat te Rotterdam eent den Kleinen^ later den
Grooten Sebonwbnre be^>ettde. Ook ijfn broeder
Dirk rfoot licbtqx&l gn^taebup aan. De grooto
oebeorteou ut dêie jüen wm de opToering van
MuUaiuli'i „VoretensiÉioot", waann Jaap UaipeU
de lat ^an „Van lEUde" oreierde. Iii lë81 werd
dit ^eieleebap omgeiet in da RotlerdamKhe af<
deehne wji.^etNadeiknd»ehTooneel",<Be «Ue-
«n tisJi jaar beatDi>4wMiii«fli»7eIt met ijjo broe-
der, Le Oriu,SoiierFaaue»ta.OaÜurina Btera-
•mans bet gweMtep ^ Veraedgde nettavdaiD-
Bitie TooaecÜaten" eoiciitte. BatfM Merba-
itirhifde ipel onderMneaftfc >idi dMreeDiniyn
dgd leer ongewone natoin^^lteid en «oberfieed^
dHuliq <bor MbetpebmUiervilbaeUng.Vntiq-
londere beteekenie waa iDnaamenwerU&K toet tut
bloeder, wMibi)dMegeifmn4ttde„ffoede"kanU-
itom uitbetAldes J«f>dle,Me<me". Vansjmmeeet
beende «Hties noemen " — ""^ "
kieevEPeenJgitw
emenwnn
Stdendgl
nog: „SchiM^ix
Jago"
.4>e
,OtbeUo". Ook ak tooMekUreetear ontwikkelde
hÜ ToortretMvke kwaüteitea. flg OTcrleed din
23sten Apiii 1867 te Rotterdain.
HaaotU, Dirk Jan Atkiamu, een Nohf-
kndadi loooedapeier, een broeder van den foer-
gwnde, wwd den 17den Nofember 1867 te Na-
megen geboren, kwam ia 18d0 aan bet tooneeJ,
MHor een beüuüde of^idiag daarroor te beb-
ben genoten. Eent t» 1867 apeeMe bg «en r^
Tan beteekenie en we] dóe ven „R^aU" in ,Jla(-
meren Beetden" bq het geaehebap na Koloii te
'a-OraTenfaa0e. Tgf jaar kt«f kwam hg te Rotter-
dam, waar hg araert Toortduread met ign broe-
der Jaap aamenweitte, ok kunatenaor en «k lei-
der -ran de „Yereenigde Botbeidamaebe Tooneriii-
ten". 'Hv oferleed den ISdeo April 1903. Difk
Haipel» onderaeheidde liefa door een weJaig §poa-
taon, neer wekrerwogen en Redietingeerd' opel.
dat *an een diep dMrroelen der kanktoie en ai-
tnatiea getnisde. Zedfa aan het phUe wiat hg
het ordinojr karakter door tgti èeaebaofd apel te
ontneoMn. Ak peiaoon bod hg niets van het tit-
ditioneek t^pe nn den toonêekpekr, maoir ver-
toonde een beoüate inteUeotoerit distinctie. On-
der tjfn Toortiettelijke ereotiee beboores die tmi
.KonAig Qeoige" m „Torotenadiool", „de llat.
;ie«" jo „Hejonkvioaw de hi Seigtière", ,Joh«a
QobfM Boikman" en „de Bnngerieeeter" in „Ben
Tgand dea Volks".
Haspels, Otorge WranM^ een Nederiaodeoh
aeiHgver, w«d den Tden ApnJ 1864 te Ngniegen
gcAwren. Hg etudeerde te Utrecht 'm de theoïogM.
werd in 1888 predikaat te Cotmeehate. in 1696
te EndinRen en in 1901 te Botteidam. Ook n
te hij anJrae i
De
"Al
\ het hoeoitaal- kerkschip
(1892) en „H. Hvi«h" (16&4) onder den bc4i«1-
noam Compoanone trokken wehiiff de asndadit,
dceh leer gwnetig (ratruKen werd liin novdkn-
bondet: „frengden wiHoNamf' (1900}. Sedort
Mireet hg de romKie: ,3oete" (2 dh., 1907).
„Ondw den Brondarw" (1908), „De Sied aan het
veer" (1912) en .Jkvid en Jonathan" (in „Orae
Eenw", I01£}. In «kae weiken staal de predikant
(kn bnotenaor «el eens in den weg. maar door
de taivere tarakterteekening en de venorgda taal
— dje tomt dat ifc advgver, de moderne ril-
ling niet T<dgend, lieh tooh hau kaeen beett ten
DigilizedbyGoOglC
«tiUe geamki — , nuiieD ij} toch een ewf<^
phMa ta «ader de romM» ita tnuen töd. V&n iUd
«enian mrken wMBtMt wjj: „ScMKÜunMM
niMdMtam" (1904), ,J)« OeM(«iqk« poCiic" Id
<fc rad» „Vit «m UoatödT' (IMW), „Toeepn-
k«a" (1911) «n „WikMlewl «itiidtf (1914). Smds
WH «M fioneit Ud dn Mdut» tm bet muut-
Mlifitt „Obw Ëww", HMfflo hjj, belwlfe qjn lO-
muw, vde bo^ibMOfdeeliiigen phuUato. Bü <>*«■
iMd dm t«deD Deeember 1914 ta Amlmn.
den 28eteii OttOm 1776 4« St. lUrtkt
Fwtadit eHwren, atudeeide in de wgabegMTte,
■b«ed tn de jann 1706—1799 ia de gelederen
en aun in 1809 ««dan« dseè ma deo beTig-
dingwoflog "na iö> «adecknd Reedt iwd hn lidi
■HunnelOT lii ytUa^Üker uo Itei JmoM det
e«iin>ig»ie>D gnniiiMt, hmm h^ verwiaMMe de
fol itm geeetolnbe met dien tad kr^ji^Niua en
droeg niet w«iiug bS lot de orenmnwig «p den
iml 08 Aii8«etiM). In 1810 «md hij dooi de
Beieracbe ngeerinK i«i4)iiiiMn, reriiet Tird. trede
deor Or«BwbiiMMuid nau Italil .vernrigde ign
mg door Itet Ï^Mweb* )enrk«mp been en kwnoi
den 81«teo Oetobar 1810 te Weenen. lo 1814
werd fay MttoM te Hielamg -bg W«enea, trok ia
IMS wedN •)■ KcU^ediker met een eon^tcue
Tuoobdie jraere omt ÜtM en vettiode veb in
1054 te SdAoHr, wMr hü d«n ISden JMMnri
1868 orerieed. Zon atotUtik tytenettoi werd te
InHbrfi^ aust oat vu Jmirea» Holer bügeiet
HnsMUi (AnUoeh = mooi) ie een Te« tom-
komeade Anbieebe num. De meest bekende ia
de Uehnoon vu dea PH>feet> ds «ran Tan diene
dnebtet FoUnui. BS waa verslaafd aan smeeoot,
Uat «dl na den dood v^ -tmIm* fWl) tot H-
lief tiitKMften, lanar ook onniiddeHjjk daana
dnoi Jfoeomw taÉBtapta, on ma <k beencliaH>q
al te nra. DesiriettMnin «teat bg als stamndei
vaa de roeeate 4aU«n der AKdeo in boog aasiien.
HasB0, Johann Adolf, een Duitadi eompooiat,
den 25cten TSt*.H 1699 ta Beigedort b^ Hamburg
gedot^t, werd in 1718 tenoruDger bq de i^era
iridaar en kwam in 1721 aan de opera te Bruna-
«qk. Toeh erkende bn, dat hem nog reel ootbrak;
daarom ging hj w 1722 naar ItaKi en ilnideerde
bt Porpora en Jletanndro Srarfaili te N»pek.
Daar werden in 172S ^jn <^)era „Tignne" en lijn
Intermeuo „Ia kpi* «öiltTm" opgeToerd; in 1826
loUden „Aatartn" en „Sesoatrale". Nd werd hg
in Italië beiweind, en beiead onder den bijnaam
„II eaaaone" <,4en 8ak«»-n. In 1737 Teatigde bij
te V«n«tit en werd daar JctmkDeeatcr van
„Contemtorio dcgH laeurabiU". In 1780
linwda h^ er owt ^
Bonloni, «en laar later werd hij ka^ielmeaaler der
«oera te Draaaen, waar ook ign vronw als orinw-
donna weid geCBgageerd. Vaa 1781 tot 1734 Kin-
gen beiden «aar It^e, in 1733 ook naar Londen.
thnisa keeidBn tij wiobt nau Dpntea terag> b"
faieren daar met enkcde «ndeibrekJiigen voor Ita-
tiaaiMfibe kunatroaen. In 1761 kreeg ffoata deo
lèM oHMikapelmeteteT. Door bet oitbrekeD nn
dn «anog in 1756 weidao de opera-opTOerri
Tooikopte geataakt; ffiuae ging weei - - - '■
na dan dood Tsn Fnderik Augiul v
ir lUM;
~i weed
IAS3E. 77
bii met qjn ttosw om luioagbaidaredenan
mtdaeen. Z^ gingen mi naar Weenen en later
naar Venetië, wanr bq den 16den DeeemboT 1788
vreifaed. Uusa Bchm^: loim 30 open'a, 14 om-
todn, keAelqke wenken, eoneerten vooi veraehil-
lende nwtramentfti, eni. Een groot deel lijnei
haodeebrilten k Teri>taiid tengevolge van bet
tNMDbardement van Dreaden in 1760; wat behon-
den is, bevindt Boh in de bibhotbeek te Dreaden.
Zie: ff'oUer MsUer.l. A. Haaee als Kiiehen-
komponiat (1911) mi C. Mennieke, Haase und die
BrOder Qraun ai* Sjmphonikei (1906).
Hoaaa'a ecbtgenoote eauitina Bordoni werd in
1700 te Yenetal ed>onn, was leerlinge van
Oatfarini, debateeiQe ia. 1706 en vierde weldra
oveml butengewotte triomfMi. In 1725 werd i|j
(« Weenen geëngageerd, in 1726 verbond Handel
haar aain t^n ooenHioderDeming te Londen, waai
ig tot 172S bkel, om daarnn weet naar IlaJiS
terog ie keeren. In 1730 buwde lij met Hc$t«.
Zij overieed den 4den NoveiDber 1781 te Venetil.
Zie: A. NimU, PantUna Bordoni— Haaee (18B0).
Hnwa, /otom Oiriatum, een DnUscfa reebts-
gelende, dan 24aten Juli 1779 ta Kiel gebaren,
atodeerde en promoveeide aldanr in de nebten
en werd in 1811 gewoon boogleenur te Jena, in
181S te Eonii^bergen, in 1818 te Berian en in
1821 te B<Mui, wwrbg dien Ifiden Novtanber 1880
oveiteed. Hg mittoel: ,.Die Ca!()a dea rïtmiaoben
RediU" (2de drok 1638), „Beitrw mr Reviaion
der lóAèagta Tbeorie na der eoelieben QOtet-
geoMinacbiif' (1808) en ,4)as Gaterrecht der
IhegnUsn nadi rSmasefaem Reebt" (1824), t
ai in bet „Itbaa
1627 met Mtderen redigeerde.
Hasss, Kort K»ald, een Dniteeh patboloog,
den 28Bten Joni 1810 te Dreedeo geboren, stn-
deetde aUaar en t« Lrapug, deed geniimea tgd
«•tenaehappelqke Teiien, vestigde lieh ak pri-
vaat-docent te Leipitg en werd er in 1889 be-
noemd tot bwitaogewoon faoogiënur. In 1844
ppoleaaot nnar HeideUierg en jn 1866 ala aooda-
M^ naar OOttingen. Van ijjo geaehriiten noemen
vrq: ., flnatiiiiaarlii BeaehFeibung der Kranhhei-
tan der Cireiriatjoas- uad RespirationsoTgaBe"
(1841), „Die Kmnkbeiten des Ncrvenapipwraia"
(1865), bet 4de deeï vormend van bet: ,.Hand-
■ ' • " ■' ' - "" T»pi
Leben" nalatend.
HsMW, finui; MD Dnitacb staalemso, den
I4den Febraari 1646 te LanVti geboren, trad bQ
het nitbreken vnn den oorlog van 1866 ki Sak-
tiaehen dienet, stodeeide daüna te Leipiig eerst
in de godgeleerdheid, Torvdgens in de reehtswe-
tens^appen, werdin 1870bgBrie-euT-UazBe ge-
wand en studeerde n> «fhmp vsa den oorlog we-
derom, nn in de etstietiek U Berlijn. In 1876
kreeg hg oattdog en sindedien was hij diTeetenr
van bet atatütiadi boinaa te Leiping, sedert 1886
boitengeweon boo^eeraar in de etatistJek en ko-
hMiMe poütiak, sedert 1803 nitvoerend voorait-
IN van bet AHdmtseba Veiband; vm 1808 tot
DigilizedbyGoOglC
UeBBen" (ISfö). ..Ue Wtdmotn-Twliftltiuwe d«i
krnwin VoUuktewen m Lcü^' neS6), „Kolo-
niën mui EokniftlptMiil;", ,JlJe Lnpiiger KumJ-
StaÜBtik" (IfHS), „DoDtM^e WettpoUtik" (1897)
«n „D*6 Deutsche Keieh &k NwtKimlstut"
(1S04).
Baaselaar, Kenau, de moaiige boEgvrea
EBarl«m^ Én 1536 aidMd- cvboren, behoorde tot
een deftige famiÜe. T«rw^ haar zuster Aib-iana
gehawd wu met afco geleenkn Hadnanus Ju-
ntui, tnd ig im dm «cht met den sehecfwbouwer
Nmmng Qerbrandix. Bortt. In 1571 iraa ï[j
wedvw« eo had 4 kifideTen. Gedvremte de betese-
■ang Tsn luar geboortested in '572 en 1578 be-
wees IQ door haar TaderlandeÜefde, moed en toot-
l»eM groote dtenaton. Toen HAarlem door de
SpHijMiden wae ingerioten. hdelp zg ma het
hcntwen «ki mUen eo. w«^t« met eóed gevolg
■ndete Tionwen «9. haar te beften. W«Idn be-
WDd ijj lieh «Ml bet hoofd too 300 daroti
^ net nieteen «n roarroeren gewapend, de 1
fen iMwadtan en «lts sctmk verspraidden 'm de
legMphat* ntn den -r^floiA. Bjj de oieigsTe der
■töd wist ijj aan de wraaklust der Spanjaarden
te <mt«W(ip«n, werd beïoond voor haar ijrer door
een winfltgerende betrekking te Ameffluidbn, doch
keerde dn 1£77, toen Baaiiem weder in de inad>t
Tan den prins nm Oranje gnomen was, dMiiteeo
len«. Zq eehq^ m 1.568 of 1589 orerladeD te
Bautlaar, PUler Dirk&x. een ibroederooon tsji
Kenau, onistre«ia 1555 te Haarlem gebonn. was
gedurende bet bel^ Taandn^ der burgerij en
ond««eliwdde lieh door belad en moed. -Het
«ei^ hoigeiM Toer hg naar Halfweg, met bet
olan di werken der belegeraarB te verwoeeteo,
Dtaf d«K echter te ver geTonferd waien en Jiij
^oh den terngtocht af^esmdea zag-, giitf hjj naai
Leiden, en toen de pnos van Oranje bneven m&~
de faesorgd lien Daar Baariem. bood hij mfdi aan
die over te brenfen. Men deed hem iweren, dat
hjj, in 's T^asde handen vaUeiide, den loodea ko-
ket net iKe brieven in het water lou werpen itm-
der ooit, icUa niet bg de hevigste ioltering. <e
Tertellen, waar ly ueh bevonden. Uanelaar ech-
ter bereikte, deels zwemaiende, de st«d. Bij de
overgave van Haarlem nemea de Spaniaarden
bem ten huiïe van inn moeder gevangen. Wekha
werd hq nitgewiMdd en ««etigde lia sJs koop-
man te Amsterdun, waar hjj tuj herhaling deel
nam mo het nMseiiden *aa sliepen naar Ooet-
Indil. Hjj was een vmi de srondlc^gen der Oost-
Indische Con^Mgnie, Veroer behartigde hjj all
raad en «diepen de bcjangen van Amsterdani,
waar hg in ISI5 of leiS <i*«rieed.
Htaielaar, Nieotaat, een Hmn van dea voor-
gModa en gewoonlqk de majoor genaamd, demp-
te meer dan eenmaal oproenge volk abe wegingen
te AmsteHkjn.
BoêKiaoT, Qtrard, een sooo -na Nieoiaa», in
1620 te Ameterdem geboren, bekleedde ^daar de
saneienljjkste betnkbÊegea. In 1665 wae 1^ bur-
goneetter en in 1669 lioaldschont. Ia 1670 werd
hjj belaat met het toesicht op bet door bem ont-
worpen i^aa, om ahiiaen te leggen in den Bi»-
oen-AmsId. V«rvic4gene wm<I hjj hootdoHieier e
droeg in 1672 lüet wdoig bjj tot bet bewaren
der lOst. Intnseehen wen] hg hq het beeoeken
dern * ' "
deo 1
Uauelaar, Pieler, een loan van Qerril DiTkst.,
werd l^j henaling gekoien tot raad, sdiepen en
bnrgemeetter van AmetM'dam, ontving er Jfaria
Je' Medici en werd in I6S0 met ij^ ambtgenoot
em Wopereit atgereanHgd naaf prms WüUm II,
om <)eMn den toegang tot de atad te ontieggea.
Hjj is vennoedeiüi in 1659 overledien.
Hauelaar, Qward, een loon vao den voot-
gaand«. be^ ndi met 40 door hem oeworren
vriiwjffigers <w 's knds vknt en meaveiae in den
slw bg Soteba? {7 Jnnï 1672).
HoweJoar, Qerard Amoud, een lOOn van Oerrit
Hastdaar, ia 1698 te Ametérdtm gdwren, wen)
benoemd tot nad en atdH^n der stad en tot
bewindhebher der Oost-Indisebe OooifiagiHe, ila-
mede tot aJ^aanügde naar de mdeaonderhaa-
deUogen te Aken, terwjjl prins WOlem IV bem
iiHnadddB heaoemde tot hmgemeeita van Am-
stenkm en 4ot ijtn vertegenwoonti^er in het
eoUeee dar AxhuniileiL In 1750 werd hg nav
Eng^dand guaaóea, om bepaüngen te maken om-
beat de banngTaiigst. Tervoigene bekleedde hq
nog tot l&«Mnl toe de betr^Ung vao bonge-
meeeter en overleed op ijjn hi^etode Boebe^ njj
BaarJon den 12den Juli 1766.
Hoêtelaar, Comelie, heer van de beide Elemnee.
seit, den 16dea Febroari 1^4 gdwren, wae ordi-
narisraad en later direeteor-generaal van Oo«t-
IndiE, eoOKnisBaris van de Hofakkeo en eveileed
te Amsterdsm den ISden Novamètf 1737.
Hauelaar, PieUr Conelit, een toon van d«o
voorgaande, den 24aten Uaart 1730 te Batavia
geboren, ^udeeode hier te hnde in de rechten,
werd 6cbe>pen en raad van Ametenkm, reridrat
van Ciwribon en raad van Infii en ejadeljjk bnr-
gemeerter van Aowtetdam, meeeterknaap mi
Qooilaod en bewiiMlbébber der Oeet-Iadledie
Compagnie. Hg ovwjeed den 27eten April 1786.
HuBdqnlst, Frederik, een Zweedadi na-
tonrknndige en een leeiiing van Ltnwieiis, werd
den I4den Jaaaad 1722 te Tavemwalla geboren.
Reeds vroeg ontvraakte hji bem bet verlMwen
Palestina te besoeten en de natnarlgke geatm-
beid van dat land te beetndeeren. In 1749 begaf
hq Hch op rris, bezocht eerst Aiexandril, Rosét-
te en Oalro en leïKle toen naai het fieüige Lutd,
wau Iq xjJD onder»^ nitMrekte tot Jerasdem,
de oevMS v«n den Jordaon, den he^ Thahor, Je-
ridio en Bethlebem, Tyma en Sidoo. Hjj versa-
melde met alleen een groot aantal voorveipeo
tut het rnk der oatDor, maar ook «vdfaeden en
handedHiHen. Toen hjj op bet pont stond teivg
te keeien, ovwleed hjj dBn 9den Febmad 1752 te
B]Km Bogda bn Smyma. Hja renamdingen wer-
den naar Zweoen gebnubt, en vit tBn papieren
„lier Palaestimm" (1757) in het Heat gegeven.
Hasselt, de bo(^tad der Bdgiadie provin-
cie limbnrg, tigt ten noordweaten va» Too^ —
aan den Demer, aan ée ^ '"
boven, Haeaelt — Landen,
Antwerpen— Aken, teit (1912) 17274 inwonen
en bemt een kat-Ootische kerk, een athMkaeom,
tahskikmv>erjjen, hnndeijjen en kndbonw. Ha«-
« noordweaten van TooMren,
n de spo(»ljjnen Liük— Etad-
Dden, HmbÓH — llwu^A en
DigilizedbyGoOglC
•elt k bekend dooi bet eev<eeht ran den Sdei
AngnstiM lëSl toBsehNi da N«dertaiKleebe <^Ti
Hln onder i}eii prina van Oranje en de BeJgwehi
iKKven onder geMrud Dame. lAateteenaenuten
werom uu bet w^en gebraobt en éea ?olgeiKl«n
dae 4n«Mben Humh en Taogwen (^ de vlucht
g«4r«veD.
Hanwit is een gconeente in de prOTÜwi^
Owrgwl, 99 H.A. groot met (1915) 2299 iowo-
Ders, ingesloten dooi de gemeenten Zwollei-
ker^l en Zwartslnie. Zq bestaat uit het «tadje
"TiMMnn en de nuete omgiSTiiig d&nrTsn. De va-
dean ia ririeitiei.
H«t stadje Hasaeit Mgt un bet Zwarte Watei,
irearoT«i iner een brug ligt, en aan bet begin
no <ke Ded«mavaaii. De bevoJkJng leeft van
wtw^iaart, Bebeepsbonw, seümakexy, toomlage.
tH, atoomlMatMgWjj, kalkbianderg, bteien- ~~
MnkieeDtatterij en luóoM '
De
ddiregen. De leer imdie Berwnade k«rk heeft
een toren ran SS m. hoogte, de 0a«&>itiiea4e
kert «en antdek«n gevri; Tvidet ign er een R.-
EattM^Mfte heA eneenSjaagioge; hétstadboie be-
nt «enige meriBwtan]lge«tu1an8biUDnioA.een
nebta[rfeRiiiK en een gemdit op de stad. Ia 1252
«otTtq; <n ^aate «tedareehten en in 1376 behoor-
da q tot de HMiMBtoden. la ISai dmr de Srol-
koaara aaoger^Ien, werd ig door den moed der
bugers timaaiea, dooh moeat ai datseiMe jau
TOOT de Oelderacben zwkbteo. AditeveenvolRenc
weid >g in lïSS door keaat Karel V, ia 157S en
1502 door de Staatadien, ia il67Q door de Mnn-
ateiacben {ngenomen.
BaCMit, Vait, ie de geeladitenaam van vele
«anzienlnke NederlBDdera. Beeik in 1138 b«-
liooide Otrerdtu van Boêteli tot de edelen, ói«
Pkilipt, gaml van Vlamderen, Daarr DuitBehlbmd
vtTgCKman. Willem van Hatull, «en der voor-
naunata TeMoT«rEit«n tui hertog Adalt van Gel-
der, werd in 1468 in den stag bü Stralen gewond.
BatMlt, Jotum van, dooireiBde in de «erat«
beift der 17de «enw ItaM, Tuikije, AnbiS
besBoeht bet EoF nn den »j^ vod Peru'A en
werd door deien aangeateM tot agent bjj de
StaUn, aan wie j^ nMnens dezen vorst in 1630
«en Tooratd deed tot bet ahiitrn ram '
deiatntetaat. Ia 16S2 werd bjj directeur
basdel m Ferm8. Frederik Hendrik stalde hem in
1634 aan bet boofd ts» een vendel voetvolk.
BtMdt, Jokan v<»i,iaiI666teZatEengAoieii,
en later ledkt^eleeide en iboigemeeater aldaar,
w<eid ÏD 1711 lüiad en daarna TOonHtei van het
Hirf van GdderiaiMi, atadbovder van bet vonten-
dom OeUev en beA graafaehap Zntfen en over-
leed te Anritem deo üieten Janoari 1739.
Bau^l, JiAtm Coenmad Cornet van, een neef
wi den voorbaande en neditag^eerde, den SOaten
I 1709 te Zittfea geboren, werd advocaat
te Arnhem en bekHeedda ooderaebeidea a&amen-
Igke betrekkingen, loeala die vao ecbepen vaa de
èeerinkbod HoModaal, etac&oader en griilter
«a «e leenèn «ixler de boogie en lage be«u#faeid
Boaaode en die van raadabeer in bet Hof van Oei-
deriand. Hjj ovwieed te Arnhem den llden April
1780. Z^ diaaeriatitt ,J>e Jorieifiotioae eriminali
in Otkia, ainnmo impeianti «niee prc^ija", be-
79
leelde dn 176S een tweeden druk. Verder adim^
hg: „Interdict, waarbü beweien wordt, dat die
vam de Joodadie Natie in de provinoe 0«idet-
land veif^cht ly-n sich naar de ociitoTdening der
Staten vaa di« provincie te gedrsgen" (1769), tor-
wgl de Uaateonappij van NederJaoMlaehe Letter-
ktukde te Leiden een baodKhntt van hem beiit,
getiteld: „Hand'boeif, bebelzende de uiEl^giag
en oorepmig vbh verecbeidene diüeteie en verou-
derde woorden, epreekwijzen ea gewoouteo, ia
de Oeiderscbe en eenige naburige reehten voor-
komende."
Bauelt, WilUm Barthold van, een broeder van
den voorgaande en krügriiuodige, werd in 1715
te Zutf«i geboien,' tiad' iieede vioeg in dienst,
werd in 1^7 ingenienr en in 1757 hiitenant-ko-
lonel diet cavalene. E^ «cbreef het uitgiebrüde
werk: „De kracht des oorloge enz." (r7B7 en
'I76S) en overleed den 19den AprJl 1768.
HatteU. Jokan Jaeob van, een broeds Ta« den
irotMgaaixte en retÉdjageleeide, weed in 1^17 te
Zntnn gehoTea, etiKfeerde ^ Haidetw^ in db
reehten en werd advocaat en auditeiir-i^itair te
Amheffi, waar bij den 27Gten Maart 17S3 ev«a-
laed. Van agn ^peMbiiftMi ooemen wy: „Traeta-
taie de junocietione mdJUaii in piae«idÜB Bejgi-
cie" U 769),. OndendcbtiVBa het houden v&Dkzqga-
raad im de gamisoenen van den Steat der Veree-
ngde JNoderlanden" (1763), „Beaotuqving dw
«t«d BoBMoel enz." 2de druk 1774), „Aacteeke-
naugen «ver bet landFecbt van bet graaftchap
Zulfen" (1767), „Verbaodeling over de atraf vao
den kmiwagen" (1769), „OonsultatieD, advjien,
proeeeaen «n verdere aanteékenangeD over leen- en
andere civida gocdaNn" f1769), „Oooëtia miMla-
ria etc." (1775— -1779, 8 dLn.), „Diaaeitatiooe» ju-
ndicae vardi atgiimenitj «te." (1776), ,JTotae et
obaervatiooee ad Aofth. Mert,tbae( litóoe qnataor
de nobiKtate" (1777), „Regtegeleerde btievwi"
(1776), „Zeventid reAt^eleeo* werken" (1778),
„Aanteekeningea en h^voegedeD op de HoUaod-
ecbe coDairitataeo, advjien enz." (4 dln., 1780) en
„Verhanddiag over bet Iwitate ootdeel ia Vela-
wen", geplaatst in de venhamdeliiigen van het ge-
nootadap Pro eicolendo jure patrio (1781).
Uastetl, Oerard van, een iood van den voor-
Cide, den 278lea Aoguetua 1751 te Arnhem ge-
□, etudeeide te Deventer en te Utrecht io
de reebten, promoveerde op een dósaertatie „De
camifice" en veetigde lich &U advocaat in zijn
Mèoort<f))aate, waar tn weMra aam^iealijice be-
trekkingen bekleedde. iHjj weid u 1779 adtuoct-
en io 1788 gewotm aecietMia van de Rekenkanier
der DMD^nen en Bc^enii^ea van OeMerland, in
17S6 aehepen en raad en ia 1769 burgenKeater.
WüUm V benoemde bem tot bietoriesdH-iJ^^t
en in de jaren 1790 en 1794 werd hji afgevaar-
digd naar de Staten-Oeneraal. In 1795 verioof
b^ lön amtitea, doch ia 1602 of 1808 ontving
hfj een aanateKng tot anditeor van O^deiland
en tot obartenneeater. Hjj nam <tie betrekkiogen
waar tot aan de iiilgvkig van Nederland in het
Frsnacbe Keisarök, w^dde ii«b vemrigena aan
inn «tnddBn en overleed <^ den huize lAalhaimn
bq Velp den 16dBn DeeHober 1825. Hjj waa lid
dar Heataohappg van HederiaodMbe Letterkoode
te Leidea en eorreapondrat van de Tweede Kkaae
van bet Kenii^lgk Nederiandaeh lottituat. Van
DigilizedbyGoOglC
TeatoahMt UngnM etc." (2 dhi., 1772), „Ainputla
UUu EgTptdad «te." (1777), „AdMtailooefi ad
" ■" ■ ■ ■*" (1780), „Owr d« Jsoobe'a k»n-
* (1780), „Over
ót eatri» V«d»Tkji(lBobe khicbtcp^it" (1780).
„ApoiogH i&D Piioa Wiüem I txu 1580 eoi."
(IISS), „Knmiik tm Anihem" (ITW), „Stukken
voor de VaderkitdM^ historie" (1792— 179S, ''
dfai.], „OoraproDg van hot Hof van GeMerluid'
(naS), „i^nhemsdM oadtiedea" (1808—1804, 4
düi.), „TwM «ehetMni van de Qeldersche Ela&r-
bücen eni." ,1805), „Bijdrefea toot den burg
no NiimeMD" (I60S), ,/Mder«^e oudheden
<ieOe), „addemehe ^jiowferfaMfeii" (1606, 1809,
8 atnkÉen) en „Roowndul els de {iracbt«ét« fae-
abtiag viji de Qeklerache Graven ea fiei4og«D
ens." (1806).
BoMaelt, Johannet Wiilem van, een Neder-
buxMi «tufaman, den l«t«Q Mai 1752 U IfiUe-
gom griboien, vestigde scti ab tebakahandelaBT
te AmatndMn en «erd ui 1796 net 9 aaderen
benoemd tot lid ram bet ComiU ReTohitioDiiair.
In 1796 mid bfi, on den 2Aói «taMtMreep, mn
IQ Jnoi 179e, lid vaa het Uitvoerend BewiiKl der
BataafMbe BqmUiek en boit daarna Toonitler
T«n dat liehaam, in 1804 lid tmi het WelMven-
de liohaam en. an 1S06 ontTaoger van bet kluii-
M^l ie AmeteFduD. Ten t^de van Napokon wae
hg amtit^naar bi| die tabakregie en den leten Ja-
iHiari 1814 werd hq bootdoDtYanger dei belu-
tingen. In 16Ë0 «otring In iWDtiaeb; b^ over-
leed deo Sden lt«i 1888. Het lijn „Lol der Va-
deiiftDdKbe leevMrt" bebaaMe l^j de xibneren
medsiHe; ook admel hq: „Aan tnön v«dg^efde
IftodnoootMt en waande meddnx^ra" (diditetuk,
17196) eit „Abraham en leate, godedienalig
seboawnd, gevoigd naar bet 'HD0^ui4«eh van
LaTater"* (1788).
Hatielt, Jokan Coenroad van, een Nederkodscb
krggMDan, den 12d«D Juli 1754 te ZaHan Rebo-
ren, was op dO-jarigen leeftijd officier en in 1806
generaal .m«}oor, ondersdwidde zich Wj de krügt-
verriditi'ngen in Potmneren tra Pniiawi en looral
DU 1807 in den «lag bq Fnedtajtd eo biaoht in
1SD9 de Nederlandeohe tro«^n uit IhiHadiiand
terug. Na het hei«t«l van od« vo)k«be«taan heeft
hn wet meer gediend. HQ overleed in November
1820 te Rqiwiik.
Hatëtit, Cotnraad Jaeob Oerbrand Cwi van,
«en HederlandMÜi «baatHnao, den 17den Hei 1777
te TM geboren, etwteeide te Utrecht in de reeii-
ten, {tromoTeónle aidaar en ging in 19D2 ale
anditenr-militaiT naar de Kaap de Goede Hoop.
Hst TolgenAe jui ireid hg er tweede goaverne-
imiit«wër«tKia, Aai^enneeatar en wHanHmeDd
"'egeoa de verovering van de
ben M 1806 naar bet vader-
1 hj) baaoemd tot nad»-
a OeMtdMid, in 1811 totnad».
B het Keiierlök Qereditabof U 'e-Qraven-
bage, in 1614 tot •droeaat-fiecaal voor de midde-
len ie lande in GeHerlaoA is 1618 tot directenr
«n hoofdiMpeeteDT der behatingen ia limbarg en
kter tn Vlaanderen, in 1828 tol anditettf-mUiUir
Hl Noord'HoHand; m -1627 tot grUtiw der 8t*ten
^daar en in 1880 tot lid vm den Raad van Sta-
tot «taaUnad in boiteDgewonen dieoet. Hg
lei den laten Mei 1860 te Haarlem.
Haitetl, WiUgn Jan Comeliê van, een Ne-
derbndedi gtaatamm, den 9den Janoaii 1795 tt
Amtteidun geiwren, oeienda »ob in de oude la-
ko, ^auede in de wi*- en oatuuiiunde, werd tn
1811, na aJgetegd examen, ingeaefireven ale apo-
tbekenleeiling en in lÖlSaliatadeDtia de göd-
seieeidiKad en mediqinen in sgn gebooileplaate,
legde lidi aldaar in 1617 en m« l« Leiden roet
qv«r toe op de Mchkg'deenlMid en vettigde ticb
ala advocaat te Amatecdim. ^ werd er vrede-
rechter, lid der recbUiank van ewtten aaakg en
tn 1836 lid d» anondMaementsreehtbaak. Hg
waa een voorstander der plannen, bet Hiariem-
meimeei dïoog te midMn en AoMtonkm van goed
<trintai«tor te «oonieiL HedeofiwMet der ube-
rtia AmatetBOtiMcat, ww hg «en Tverig vooistMi-
dn ven gronbretibenieaing. In 1S46 werd bg
Ud der Staten van NoordfloHand en niet lang
c de dubbele Tweede
. „loodwet w» ondenoe-
ken. Daar bq alaehalfiBg wenedite van den Raad
nm State, een mioder op Tjjkdem etennende ea-
meneteBing dm Earate Saoter, nngetn^ ver-
kieiiiigen met een Mer lagen ceneua, eenvoudiger
vormen voor een kien OiondweMiienieBMg «ni.,
kon hg auk het ootweq) geen vokoraen goedkeu-
ring heditMK wi kwam <te nieuwe staatwiegding
hem betei voor dui de oude. ODmiddetiqk na dé
QKMidwotdieniening werd hg in 2 diatiicton tot
afgevaard^plB gekoien. In bet b^ïn van 1852 be-
nocntd tot maoeheer in het Provinciaal gerechte-
bof van Nooi4-H«llKMi legde t^j tj}B maodaat
aJe ftfgevaudigde neder. In 1S53 werd b«n de
betr^JniM opgedaagen van een Ud en leeretam
der HDofdtomnyaae voor de bebuigen der Neder-
landeciie njjnrbeid ep de WerehUcntoonateUing
Ie Parg* in 1865. Hg overieed den 2deD Uwirt
1868 te Amsterdam. Van im «ericeo veimelden
wg: Een tutgsve van bet HaarlemmemeertMNic
van J. A. Lei^vater" (ilftde druk 163^, „OM^
tot droognutking veu bet Haariemmemeet
r voortgaande bed^king, van dr. Conndii*
Zuinbag ven Coeafeh van den jue 1742" (1836),
„Verzantelêng van wetten en tieetiiilen, voorko-
mende in het „StaaiteMad" (19 deekn en resn-
lei; bgvocge«i; vdRende deelen, 1839—1344),
„Het g««laefat der Nieotai" (1839), „Ontwerpen
om de etad Amateidam van »>et water te voer-
lien enï," (1841), „De Nedetlandecbe wetgeving
op de eeheepvaart" (3 dhi.. 1343), „VMOrdenin-
nn op bet h«er onderwgi" (1642), „De Neder-
WdKiM wetboeken met Banteekeningen" (4 d4o.,
1843), ,J)e famiHèn Bonaparte en LeachleDberg"
(164S), „Grondwet van het KoMOgrgk der Ne-
derlanden" (1646), „Wetten en beafniten betrek-
k^k den adel in het Keningrgk der Nederlan-
den'' (1616), „Viandeo" (2de dii^ 1850). „Wet
tot reg^og dm jaebt en viaaehen)" (tweede dnik
1854), „VerMoAing van NedtorlandadM ataats-
r«gelMtgea en groodwetten" (1658), „Wet. hon-
dende bepeüngen «mtrmit de htrishoading en
tndit op de koopvaardjiacbepen" (1356). „Wet van
18 Anguata» 1857, tot regckng van bet lager on-
derwgr' (1667), en een aantal verriagen, beoer-
deeK^en en opcteilen van verachiMenden inhoud
ia onderteheidan Nederiaadeebc tgdechritten.
DigilizedbyGoOglC
Ba$itU, Joham Goeniaad «on, -deo 2igt«a JalU
1797 te Dowborg g«b(u«D, atudeerde te GjotiId-
g«n ia de mediojjiien, maar bepaakke zich mM
sjjn medeetwitQiit Kvhl booMiakelük 4iiJ d« im-
tourlöke faiatori«. Het ideien dong hij iü ISIT
iM*r Bet eermebud door bet beturtwoordtn eeuer
prjjiTTMg: „Over den nf^ten OMr^Mig ia de
UMse der loogdiecai", doch moeat i\ói met het
aeeeêtii Tereenooeen, tnwül aMt KuAJ het goud
«erd lo«gtkeiKf. Beideii weiden daania benoemd
tot lioDaasM leden Tao iiet Natuurkmctig Qe-
oooUelu^ te OroodugeQ, wMrii& zy in 1318 «en
-voetreis decfen door DuitMMand. In de jaren
!«]» en 18S0 bextefat hy Zwitwrland en ¥nxk-
lijk, pramovAerde duru te QionJD^eD m de ge-
oeeskunde en went daarna met Kuhl rva aan-
Temementawege algeTOMdigid naar onie Oo«t-
ladtMbe fcezittiacett, om de vooptbrengaedsD der
mtniK gade te wuui. Hg bereikte in December
1830 tgn 1>estemmiiig en AaAM weldn in brieven
BSO dró boogleeraai mm 3mnd»eit en anderen
InionlerlMden made omtKnt tSn ODdersoektugen.
WeMrtt eefatet ««id ^o nioMt en rtaagenoot
£iütl hem dtior den dood ontniki; hq mH in d«
faHNKukoden van BaiLiam door «en ernatige on-
geatddbnd aaogetaat en iwar Bnitenio^ vei-
v«erd, overleed den fiaten September 1822 al-
Amdré Settri Cotutatit mh, een Bel-
eiaefa kÜo^iradige, dm 5d«n Ji4ioari 1816 te
mni»trir1»t gi^nrai, onrtvüg iMmi ign ofiletdidi^,
atndeerde te Loik en Oent. trad wriika aJ* «cbiq-
t m Bfdirii. Hn ir__ ._
KooinUgke A«ademie vaa W«t«iBet>af>pen in Bd-
gi8 en na het ffiatoriach Instituut in Fiankiiik.
Aleiatidre Diimat verbaalt im de „Bevne de Pa-
lts" vao IdSS, dal bij, korten tüd Ie Bru««d ver-
toevwMie, behoefte had aan een verteler mt bet
flfiaaoBcli, aan een uit het Vbtamwh, aan een uit
tiet DnitMh en aan «en uit ihet Skaodinaviaeh,
ahmade aan iemaod, die een Oijekaoh opechiilt
voor hem vervaardigen koo. Hy werd aanatooda
gchoipen, en toen h^ de 5 ditnatva&rdige beerea
te ignent noodigde. venehenen ig allen in den
Sooon van vim Haneit, terwgl Dmoë jniat
;n morgen een tondel Fraoadw vtmen van
iMm geleien imi.
Van Banelt heeft een aaittal werken ofer
dicbt-, osdbetd-, ie(t«r4niaile en •choooe kuoit in
het 'licht gegeven, ahmede v«rBohièl«Dde kinder-
boeken, doorgaans onder dra «chui^Daain Alhed
4'Awelime of Ckarlet Andri en Vlaam»d»e ge-
di<diten onder 4fi«n van Jan von Limburg. Ook
tOatd hij: „Het «onde» boeksken" (1&4£), ,.Het
doip dK goadnudKK, «en leerrqk en vermake-
^ik volkfboek, rtii omgewerkt naar Heinrioh
ZadioUce" (1845). '^mü mi l'bi«t«ir« de la pot-
«e frMD^Me" ('l8S8), „Voyage aui bords de la
Uenae. Ugendèa, T<dU tt tnuütions" 0839),
,3i«oii«* P. P. BwbeM" (1S40), „Belgiqne
«t HoUande" (ISU), .,Lea Belees aui Croisades"
(1846), .^HiMoire <ha Beiges" (2 dlo., 1848), .,Le«
BoBMH de OUontMlte" {1865— 1>96e, S dki.),
.J^XaHMvires" (18S4), „Poériea" (1852), „Nouvel-
ka poéiiM" (1857). „Poimet, parabel ode* et
«tndei rrflimiqnM" (1862), en .X* üvre de balk-
dea" (1872). Zqn boofdweik ia een nitvoerig
gwtd
epiaefa eedicM, getiteld: „Les quatre inearnations
£ GhnH" (ade drnk 1879). Ooi keverde bq ver-
Bobüdene vortaHngen en met amdereu eenige bio-
gT^>bMdte werken. Hq overleed den SOeten No-
vember 1874 t« SA. Josse-ten-Noode by BruMel.
E^n UocDileiing uit zÜDgiescfari'iten verscheen in
1876— 1677 ulo din.
HMMlt, J. L. Mti, een Nedetktndstdi Protes-
tanUeh MoiMing, werd den 14den Juni 18S9 t«
Utrecht geboren. Ia 1857 werd hij Uwg^ten tot
de ki w jaar <^)gerid>te opletdingakwaae voor
omteTWJjien en zendehngen en in 1859 kwaeke-
ling va» de Utiecfatsdie Zendingaveieeniging. Hj)
oDtviog ato looduiig oitdeiwös in tdea. goda-
dienttweteoeebap^ b^lkenois en beginarien der
geneeAunde. Tavena legde hij eiamen ate onder-
wüser at. Den SOsten ApTrl 1602 tot xendeling
•tthnd en kort daanof) gehuwd, veiiiet Va»
ÈÊtU in hetiallde ja^ nog Noderland per wil-
adup, wachtte «enigen Hji ie BatBvia. kwam dan
ladten Juptü 1863 m> Nievw-Ouiiiea in de Doreh-
baai aan, vanwaar ^ na «m*^ jaren naar H*n-
einam vertrek. Hia liditte h|} «en aebool op, be-
gon Bwt catwtwtNch cnderwjja en predikatie «n
nam de Btodie van de tad der nwonera t»
baod. Zoe vartaaMe )mj roet ambtgcnooten ver-
MhiDands gadedtcn van den Bijbel, beweiiite «en
vraagtwekje vooi b^Maohe gcarhMenü, en stel-
de met gebniikmaking van reeds door aoderm
venamelde gcReveDe een Noefcoracfa -50 Batirts rti
en een HoUandMli-NoebMiTaeh wooidenbotk mat
korte aptaakknnat aamen. AHe tasJkondige wer-
ken werden door de Uireoblwhe iendüi«vei«ena-
e«^ «itgeeeven. Van Battelt was tot 1907, toen
hij zijn uM, neerlegde en naer Nedertkod terug-
kfèMM, op NieDW-Oirinea werktaam.
B«aa«lt, Antie Karel Philip Frederik Robbert
van, den Saten AngvMus 1639 geboren, studeer-
de tfl Deilt aan de toenmalige Academie, waar hq
in 1862 het dipkima van dvMil-iittentenr v«rwierf.
Hij was va«J dit JMtr tot 1672 werkMMn l^
den aai^ d«r StaataspooFwegen en i«d ab loo-
dMig een werkaam aandeel bg den boaw der
bruggen oner den IJiel te Zotten, aan den Hoer-
dqk, te Donkedit «n te Rotterdam, alaawde ^j
ór Ijin ZwoUe— Leeuwarden. In 1872 werd lig
(ijdelnk gefriaatat bg d» H. IJ. S. H. en belatt
met den aanleg van den Oosten Spoorweg, weiken
arbeid hg door lün bijzondere weikiaambeid en
voort va reoffiKid in korten tijd tot ren goed «ande
hneht. In 1876 volgde «en viete aaneUHtng b|j
deM Maatflch&ppii als ebeJ vao <ten weg. welke
betrekking in 1888 verwisseld werd met die van
admÜHslrateur. Van af dit oogenblik had Van
Hatiell feit«lnk de leidfaig van lalccn bü d« H.
U. 8. H. in handen en behield die toen lig ia
1892 Ud werd van den Raad v«n AdmibiftT&tie,
met (vJijkljidlge benoeming tot gedelegeerd Ud,
tetwp ^i}n beiMemkw t«t voMiiUer van genoem-
den raad in 1907 votode.
Aan Van Hauelrt voornitatrevende leiding
bee» de H. IJ. 3. M. iwd te daitken, («meer daar
hq steedt met goeden uitri^ werkuam was. On-
der ign MdÜK kwam de wtbreia^ns der Innen
van A Haata^appg tot atutd mot dM van Zut-
ten — WtnUnwiik, ApeMoont — Atmelo, Schiedam
—Hoek van Beland en Amataidam— BDkfauiien,
terw^ 0^ de verUndingen toet Nooid-DuitMJh-
DigilizedbyGoOglC
t
IkhI «n met ËngelMid — de lutate door tw-
aeheDèwiiBt dei BoSandedie Stoomboot MmI-
tdupcii, waaiTïA Fan Hatmlt directeur wm —
door èem werd in ord« gvbracbt. Aan de orgtua-
mü* tan Tcrsduj-kode locaalepoonregen en d»
leoiganMaitie dei Hoi^eche Tnunweg-MoaUohap-
iq, loowel »Is san de ajpidebtiiig t«ii TeiechiJJen-
k atoom Taartj^pen beeft iq mede lyD werk-
kni^t gcvQd, terw^l diij in lentduUende Stu>t(-
eomouanea — o.a. toot faet MünweieD — lU-
tuK heelit gehad, fiij OTeiteed den lOden Oetobei
1808 Ie AmsteMfem.
Hasselt, Arttid LvdoU van, den Oden Janua-
ri 1848 te Grondingen geboron, nam in 1S6S dienit
ds i»dMofficier ta het Nederlaixhdi-IadiMbe le-
«, w«id ia 1S69 ïrleik bg bat defMirtenieiit van
FiouKiBn te Batam, » 1671 «ommies bg het
defMiteuwnt vait Bmnanlandscli Bestmtr, vertrok
spoedig daarop met Terlol aau Eunroa, 'daed «
net gioot-ambbana&raeujnen en keerae ia 1873
bij bet Bnrgerlqk Beatnat, «ërat op Java, Teivcd-
gens o{)d«w«Btki]0t'TanSnmaitia weiteaain tezqn
gewewt, weid bem in 1877 da lett&ig <^ige(frs-
Ena de Somntni'ezpedSlie, iule«iooden dow
EoB. Ned. AardTJjkakmKig QeoootMlutp. Na
zjjjn tedrogkeei in bet vadleriaind in ISTfi maakte
bovwotofren. In 1682 be^ ujj ikb wedei na«r
NetrkmdBcb-lDdifi, doorbep er de Teraehüknde
mngen van ambtenaar bij iiet burgeilnk heebma
en werd in 1888 resident vwu T«i«noeli, in '"*"
resident van Bionw. In ISÖft keerde hy we
lielrte neat Batopa terug en w«Td ia Maert -
Toonlttei-eeeietarifl der Ccawuswe 'van R«daotie
Tan het ^dschrift van bst AanfariJkahuMSs Oe-
iirOotw)tM{>, nt&e laak door hem, om gezondliMdB-
Tedenen, in AiprÜ 1906 weid oedeii^elegd. lo
189S «w hq benoemd tot hoogleeraar in de laud-
en Tirikentónde tu N«d9iilend>eh-IjMli6 aaa de
Iikdj«ehe uatelüi^ te Delft, welke MwteUii^ io
1900 werd opMbéves. Fm HiumU overleed den
SOeten Stfittmn^ 1909. Bg edireet: „Tolkebe-
•dirgTing van HMdm-Sumntta met eüüogrwbi-
•dMn atW', ,4>e talen en letterkimde Tan Hid-
den-Sumatïa", „Reiien in Uidden-SiinMtTa'' (ta-
rnen met Jok. F. SiuUema» en O. B. Corndiauit}
a g«cteelte der ,3Üdngen tot de kennia der
•»> Mtdden-Snmatira^
Bnpnnr, Ban» Domei Ludvig Fried-
nen, een KeDi-HeBuadi «Untaimn, den 2S«ten
Febiuaii 1794 te Hannn geboien, studeerde te
OCtdügen b de lechten en trok in 1813 Un Bbrij-
de tegen Frankrijk. In 1817 trad hg ia de reeh-
terJÖke maefat. Na het OTcrinden tan ministei
IFf«dirhoM (1833) werd bg „Mioiaterrat" en Üd
Tan het ministerie en kort daarna onder den ti-
M Tan „Gehdmrat" belast met de pOTtefeoille
Tan Justitie en m,n BiiuienlandKhe Zaken. Hij
waa een vooretandeT vaa bet abeoktisiDe, belet-
te het houden Tan Tergaderingen, het Tonnen van
in en nam atrenge maatregelen tegen
~ ^jn heetwlixueht maakte hem km
hg in 1837 osttal^ kre^. Eerst werd
bjf ao jn HMunieHan-Sigmaringen, en TeTT<d-
gene to LDiernhmg (ISSlQ tut het hoofd der
■aken geplaatst. D^ma TOnd h^ een werkkring
fiora 1
Tweenigingen en ]
de draiper*. ^jn
gehaat, dM hg in
in Piween, waar ign «taatkiuMiige ridiüng ben»
ts^Üke Trienden bezorgde bg de mannen der x.g-
faistoriaeiM edwol. In 1841 werd bü Ud nn het
Booggeie<dktehof te Beriuu en TeinMgens voorzit-
ter Tan de Eooge leotritMnk te QieilewaU. Hij
beUeedde die betrokkit^ tot in 16S0, toen hij (^
nitnodddging Tan den keorroist ach weder naar
Cassel begaf, wear hg het hoofd werd Tan een
ndeow kabinet. Wel gaf hqj aanraoid^k gemat-
Bteliende beloften, maai w«Un oatfanndde de-
ovde ebrigd nwt de TortcgenwoordigHig opnieuw.
ZeÜB wilde Iqj bet kod in etaat tso bwg ver-
klaren, doch dit (tuitte tl en den tegenatkad vaft
de amhtenacen en van bet kEgei. Daarop *«lgdea
bel T«i4i[ck TML den keiK*<»at en van t^ mi-
mabu omar WiUMtewhOfae, bet tMnnenrukken Tan
Boodetnxnien, de afschaffing der enoctttotie ea
ds inroem^ der graodwet van IS Apiü 1852.
Qrt gefokte Hasteitpilug eclder lüet, dme grond-
wet ut lijn geeet en naar den «en«di van den
keurrorst ten wtvoer te leggen, loodat hij ridt
gaioo<faaakit zeg den l€den October 1855 i^a Ottt-
riag te DMnen. Duma 'be^ hy ri^ nsu lfa<'
bfr^, WMT bq den lOdeo October 1862 OT«deed.
Haasanstolil, Bnmo, een CiritMli kaïto-
gnat, wenl den men SoimAv 1869 te RoUk
«Éwien en 4iad reeds op l<S-]a(igen leeltfd ü»
dtenst der beroemde nitgerennak Jnstus Fei-
tbee te Gotfaa. ^ werkte Uei onder Mdiog Tan
Dr. A. PettTwa*n en in 1861 vendieen via ev«t»
kartognfiedi werk: J^mMka. iwiaeben Chaiianik
imd oom Boten (Heer <bis Soakiii und Mawwa"
(Terecbenen ale „Eigftnsiuigaheft 5 xd Petec-
OMUMM QeograpfaUche MittdbiBgen"), «tMwUg g
Tolgd dooi de kaarten bg Pettnuamt n
„lonenirika naeh dem Staode der (
Bofaen Eenntnis in d«i J^ren 1861 — ^
1866 Tertrok hg naar Bei^Qn, keeide e<^ter in
1868 naai Ootba terug, wa« bg tot zgn dood
bleef wonen. Na bet oTerlJiden van Petemmie
nam bq de redbetje tmi bet kaï togiafiscb gedeel-
te tan „Fetennaona' HitteÜuogen opiiAen pn-
blieeerde dauin een groot aantal TM»1(eftdqk«'
kaarten. Vooral <» bet gebied der kartomfie van
Airika WM bg bgioodei goed thuis, noewel |i$
ook Teiet^iUende kaarten Tao Arifi in bet tiid-
•ehrlft deed Teieefagnen, waMtm voonl die bj^
--'-'-' — " Hedin»
' („Br-
n. Z^
Iaatete"groote weik wae j^ „^^tlai von Japan"
(Ootba 1887), wieJke bem bet eemdoetoraat der
faoogeetdNxd te QOttiagea beioiede; Hautnitei»
OTerleed den 27Bten Augnstua 1902 te Ootba.
Rn«rart, KutI, «en Dmtseh aatdigkakoaaSge,
den l&den Maart 1868 te Naombaig geboren,
studeerde te Iieipiig, BerilvB eo Weenen, werd
in 1895 privaatxtocent te Lttpiig, in 1869 boog-
leeiaar te TuUngen eo io 1902 aan de baadek-
te Realen. H^ sdxeef o. a.: „Die Noid-
der bewobnten ttnd bewobnbaran Er.
.1861), „Reiee dareb Uonteo^ro nebst Be-
meihngen Ober Land nnd Lente" (1896), „Bea-
trftge mr pbvsieeben Oeognrine Ton llosteoe-
gr7' (1895)7 „DeotedilMidi Kofeiüen" (1899).
,J)ie PotvIorMbtng" (1908), ,4Ke oenen deat-
•dten Erwerbowen in dei Sttdiee" (1908), .Jau-
deakonde dea KBngieielH WtMtembeig" (1908).
pcdaqgienie
de" 0^1),
DigilizedbyGoOglc
„LiBdMtaitde mt6
F«dlH>de« Ancbriieii" (1907) .. ^
VeiUuagMgr^iie" (ISlS). Het Kirehkoff le-
dentMbea LuMMciude» (1901).
BMttU, MD AraUeeh woord, ü de oum eewr
bekMJBg <9 ToiwJiilleDde .plaatsen -na iDfclnn-
ét TOoikomende. De boofileD dat AtjcAwdie kost-
ilutJM pkcbtm «en bejaatön^ onder dien Daam
op te tmngen aao de soltana v«a eUen ui4g«-
ToetÖMt pikol peper en rui aUa iogeToerde uü-
k«kD. Inafu gtoelaedt de amiüng Tonwege bet
OoaTeaenient. De hooiden beffen op bon bemt
«en detgdnke fcrimting mo Imn oDdeHKwriffen.
De JUcMiJie TOiaUn en hooiden ixp Borneo tiet-
fen Tan de Dajaka onder dea (M&m tui fausU
«en bootdelqkeD omdag en ook ia dea Riouw-
Usgn-aTctupri, in Indngin en eldere woidt hM-
■U «Mereo. In b«t GoawnaemoKt Oetebee en Or»-
derioongheden wordt de door bet OooTeniMnent
nn de jnlimden gtbenn boofdldqke omdag
Mhter ptanteniHinen ie de aftortiiii^
Toor J. K. BtudaA ^ kldau).
HAiAarl, Jnbu Karl, een Duheefa natonr-
kflsdice, die lich huondHfadd door de tafoe-
ting óer UoaeoltBar ap Java Tor^emtclv^ t^^ft
geèóukt, den 0dui Deeember 1811 te Ka«el ee
boren, ferttiA n» de opbeftiiw Tsa bet ko-
ninkrijk W«itfalen mot eöd onaen «ent nur
Siegen en ia 1617 nau Bonn. Hi« beioeht hjj
het gjmoaauiii, went in 1827 als leeriinR ge-
idaotst ÏD den plaDtentoio ie Pi^ppebdon, óo
1882 bdMtnwttiettoemdit op den pbnrtenrtoin te
DOMridorf en xtte in 1834 te Bom q)n stndiaa
in de uAnnri^ bMotie voort, om lidi tot we-
taiadimwlvbe noen Toor ite Imwiden. fn Oeto>
ber 18Kt vond hj galcgenhtid toot een kosteloo-
M orermrt naai Ava «n vwd aldnr geplqatet
aan den plantentab te Bmtenioig. Hn traehtle
deien Dp «etenn Toel in te Hehten en deed daat-
ODboTCD oodencbóden toditen ia bet btnoenlMKl.
Hierdoor leed eebter.i^ geandbod wo, <kt hy
in 164S nau Bniopa tenigkeeide. Twee jaar la-
ter ging Iq wedefêm naar IndiS, doch toen bij
iHo tomat op Jav* TerMhtUeode briotten, van de
I^derhwidMne Kgeering <HitTMigGn, niet vervuld
wcnfenj^aam hjj ign ontelag en vertrok in 1846
naar sga vaderlaad, waai bg üdi
moest met de betrekkiiig van «ecretani _ .
Kaoier ftm Eoopbaodd te DOaseldorf. k 1852
begaf hq ndi wodenxn in Nederfamdsdini diengt
en «ertnt tn NoT«nbei van dat jaar nogmaal*
naar Java. lAter reMde bn naar Zuid-Amerika
om Mden en stetten rua den kinalxKini t« ver-
gamtJen, ten eiode dim mar Jaia over Ie bren-
gen en aldasT de kmacnttnar te vestögen. Hoe-
wel bq met groote tteiwaren t« worstelen bed,
M bg in ign ^a nilatc^end geslaagd. HoMtkarl
Ueef te Batens tot fMI de ^daug ontvuig, dat
tSja TTODw en kjndcaeit door edtipbreok cf) den
Ooeter iMren omgekomen. Toen «am bg ontslag
en («tvkg pennoen. Later beeft h^ lioh te Cleef
eeveatied, waar bq den 5den Januari 1895 over-
faed. BetMire «en ^^t aantal opatellen jn tüd-
tKhdÜea «teerf &-. „Catalogns plMntanim ui
boito BogtHienoi nütanNn alteir" rie44). „Over
bet ant da ^aaiten im Java" (1S44), „Plantae
daaimede h
to wÜKn;
Javaokae iwiores" (1647), „Auetreüen nod aei-
ne' Solomen" (1842), „Allgemeinee Sach- and
Namenregieter sur Fhns" (1851), ,3Bmtae Juw-
biniana^ {I8S1— 1852). „FiKces javaniM?'
(1656), „R«ti)« e. observatióoee botanócae de
idMttia boEti boWtici Bogoriemis" (1356),'„Horli
BMmiieneie deseriplao aea Hetiiae wKtdo tMv«"
(1858), .^«rbaiTMiin amboiiDeDee" (1660), „^rti
malabariri lUieedeaiH ctMoie loeofdetinima"
(1867) en „CooMnelinaeeae indicae" (1870). Ook
gaf luj eerst ia „Fbm" en viervolgene in de
„FbamDBceaitdMhe ZeJtnng" g«rageM een mtvoe-
rig vieaalag van d«a «taat der kinaetdluar ep Ja-
•n.
Hasta M de ÏMi^BÊKbe naam van een epn« ol
lans, waarmede de hattali (^iesdrageis) gewa-
pend waicai. Baila amenlala «f aiuata was een
weipapMo m«t een nem, watumede de Griden,
Romeinen en Oattifirs aam dat wapen een sterke
wenpkiadit wieteD bg te zetten; katta eenaoria
at ioeatiottit was bq de eeoeoien iit getnaik, om
' I bg de verpacArtiiigen d« pereeeleit aan
i; Mfla emttnnamilte werd noerveaet
mes een jwIieiMn eentumvinüe aon iKm-
den; haibi eoelioarii was een nmen wpiea, waer-
mede men een iwaardveehter ojm) doodgestoken;
met de mmt van dU wapen wwden bg de Bo-
maoen de haren eener bruid ia orde gebraebt;
kaata emmta was een roodgevertde eviea, weükè
men daar neêriette, waar men aui de soldaten
phinderiJV vesooriootde; haita fetialiê vreid bg
oorlogeTerUanng over de grenzen veei bet vnan-
det^k land gewiHtien; hmta frumentaria werd in
dure tijden bjj 6e korenroaga^nen g>e{^aftt ten
l«eken, dat bet volk ei den benoodojgden vooitaad
koopen kon; htuta pura waa een «aee nmdMr gie-
ren punt, welke ak anderedieiteReleeten aan
dai^iere eoUaten werd nitcMeikt; iuuta telilariê
was een korte ^>ies voor li<Me troepen; htuta ven-
düionw lag men dui geiriMtet, maa openAMra
verkoopiogen werden gwooden.
Bajitlmts, een «tad tn bet gelukoamige
Kraafeebap aan de Z.0. k>nat van Bn^rdand, een
der CSinqne Porte (lie aldaar) is an^tbitbeatóege-
wtiw aan een bocht van bet Karaud gelegen eo
tdt (Iftll) 61 145 ifflvroiieta. Men viodt er mooie,
modMDe straten met groote hotels eo arkaden,
mooie opentATe gebouwen, veel edtolen, een oieaw
stadbnie. een scbonwbuTg en drukbezodite baden.
Ten W. elmt neb de vomstad 9t. Leonsrds aso,
in 1628 door Decimu Burton aangelegd, met
veel mooie keiten (Gbrietoa, Bt Paml), eea 227
m. lange broR en talrgke fwrken, (^ een heuvel
boven de stad li^ien de ^x>otsebe ralDee van den
onden bnrcht ^wtönge. In de '16de eeuw werd
de haven door een storm verwoest. Hier (jui«ter
bg hert naburige Senlae) versloeg IFillsin de Ver-
opBroof- den ]4den Oetober 1066 Barald, den
laaUten Ai^1-8akeieeben konrog. Tot 1888 be-
hoorde HastüDgi tot het g!«afeem>p Sussei.
Haatlngv, Sir Warren, goqveniear-geDersal
van Briteeb IndiB, den Sden December 1788 te
Chorebifi ia Oxt<Hdebire geboren, bezodit de'
sehool te Weetmiofiter en aanvaardde in 1750 een
oadergeecAftte betreUing in IndiB. Hg vwwiert
er «en lütgebreide kranis der kdmnale aaneeie-
genbedea, werd ia 1757 resident te Hoer«jida3)a<t,
r. ,^7a^ uj _^ j^ beatirir van Bei^len, maar
i 1761 ïd V
DigilizedbyGoOglC
HASTINOS-iHA'mOK.
keelde 3 jau lat» uir Ëngekod Unig. Bent |
m 1769 ii«rd iijj w«(t benoraxl tot üd dor reg«e-
rjing 'te Modru, hl 1771 tot gaavaaem-oeamai
TftD IndJB. In iiM«lgk« tüden T«naeer<wclie en
3)eTeet3gd« b^ het g«ug o» Campagiue, «treed
voocBfioedig' teoBU Tipoe Sahü>, oiAtML wi
Maieoer, «n d« Mahratten en bracht de inkom-
sten TUI 8 op 5 millioen oond eterüng. Na het
altreden Tan li>rd Nortk tm minuter w-eid Hai-
tingi ü) 1785 tenif;g«ro«(ien en in den aaiiv«ng
TUI bet Toleende jaai door Burke by het Lageir-
boia a(ui(!«Uaagd, ala mu Jiq u> InddB ak een
dwingefaud gsKgeent, door aipeising eiooto
acbatten TerzimeM, de ««twndimv fan Tele Mr-
tten veroonukt en teUoooe kiwTelaiijeii geleegd
bebb«n. De aankhufat weii ia 17m naai bat
Hoftgerbuie Teiwezen en bet proces nam in bet
begin van bet volMiide ^r een aMiTang. De
oferkomst ■ma getn^en uut Indie ferametd» veel
t^d. lUndel^k -rid den 2S8ten A{>rad 1795 bet
niiiHus, waAN^i Battmgi of) alle jHHilea van de
: TTÜTMfiH^ren, n^ai in de kosten
•telde bem achaddoot door een l^fronte taji iOOO
pood Bterlktg. In '1S14 benoemde de Piiiw-Jte-
gent bem tot HA na iea Geheimen Raaid. Het
ceracht ran ^a omnetel^e qjkdominen wetd bg
den dood, den 22eten Augnatas ISIS met bevee-
t^. Van i4ia gcsohrilten Termetden wü: ,rNar-
ratiTC «f the Me tiajKaetK» «t Benafee" (1782),
„iSen^w ot the state of Bengal" (1786), „llie
pteeent sUU of tbe Eaat-IndieB" (1786) en
„Speech ia the high «omt al justaee ia Weet-
minietM-HaU" (1791).
lAUratmtr: Bir John StroeAey, Haating and
the Roteilla Wu (Oxtoid 1692); JfatJuon, Ufe
of Warren HastÏDge (Londen 1894); Sir Charte»
Lauwm, The pti»te life of Wnrran Hastings
(1895); Sjidnev Orier, LetUieot Wuren Haatitigi
to bis Wife (ilOOS); Ö. W. Uatlinm, Vindieation
of Warren HaatHiga (Oiford 1909).
Hastlnni traneU Raudon, wtariüea «on Bat-
Ungi, gnai tmi ITowd, een Enselach «taateman
en veMieei, de tek Tan een oud, in I«tbj>d ge-
veatigd Nonuandiatti gesktcht, ««id den Oden De-
oeubet 1754 Keboren, «todeerde te Oxford en
iKende ale kud Ramio* in den oorlog t^n d«
Amerikanea of iM ui4alekeade wgM, W hü
reeds in 1780 tot kolond en adjudamt-generaaJ
van den onderbevelbebbeT, lord CornumllU, be-
Toiderd werd. In 1781 keaide hg naar Enge-
land teri^ en enfde 19 jaar later Tan zj^n oom,
Baaf mm Buntingdon, de lanüla^oedefen dei
OMtimgg, «iet naam bq wuiwun, In 1794 werd
hü «pTf^gw iQiu TadecB «la graaf Moira en in
1816 benoemd tot ma;rUea tw ffdflin^». In 1814
weid hü goaf«nieur-gonaaal Tan BriUeh lodie,
waar hg <l«derecbeiden T<rfkeren aan het Britecb
gezag ooderwieip. Na iüd tenukeer in 1823 lond
men hem aüe gvuvemeur naai UaJte- I£i overleed
op de Teede tmi Bajae den 28slen November
I82«; Zjjn , Jriv*te Joun»l" werd in 1858 dwr
ign dochter, de markieiin T«n Bute, in het Jicht
gegeten.
Zie: Roff of BtadmAurg, The MaiqaeM «I
Haati]«e (Londen 1893).
Hastlnss, Jame*, een Schatach Modgeleerde
werd in 1852 te Hnntlj gcbonn. Sedert 1884 ia
hö T«abowlen aan de Vuted Fi«e Cbuieb aed^
1902 als g«e»telijke te SL Cyrua Uootroee
(Sehotbod). Hq beelt mtgegeren: „Diotionafj of
Uie fictie" ('18a3~1904), ,^claoDary ol Ohriat
and the Qo^wk" (1906—1908) en „Eocjck^ae-
d4a ot reUgioQ aind etiuoe" (aedert 1908) dd« oog
niet coB^fleet is. Hq ie sedert löSÖ redacteur ran
de „Ëiposditorj Timee".
H&aUnruMid, aldos genoemd luai de atad
Haetioge (lie aUui), ie dn de laeks dei get^ogi-
aehe Tonningen de «odeiete aldeeUn^ d«r ueoJ-
den, wdke wCh boTen de jOTigste jitralaag en
ondcf bet zeekrt)t beriadt. n«t wordt tegenwoor-
<Kg meer tot de kri/t-, d&n tot de ju^^vormLog
gerekend en ia «en brak- en zoetwaterTOimiog
Tan pabM(Hit<dogi«ch gewacht, daar bet Ttia ov«r-
blqlMiea Tan gedeeltelfk reosacblige kfu^>ende
dieien bent, woak vao den tngtüoodon, den
hykeosawaa, dminegakMnimdBni>teaodict>^
en den laitfhalaigen pleaioaanniB, nrde Tao loai-
watenobdh^adden en vieedien, beneTeoe bet loot
v&n mreDs en eycadeeeD. Bot hasUnguand, het
eerat bq Hwtónga waaigenomen, bestaat uit grof,
Üzerhoqidend xand en groveu landeteea en knwts,
algewiaedd door lagen van leem, yc^leraaarde en
mergel, l^ell beediouwt het ha«tiiigeuDd met de
daarboven gelegen kledla^ ala weaUen en Toegt
M geiafnemk i^ de krutTorming.
Batoli, fidww, een Ei^decb godgeleerde, dan
iden 6c(rtembei 1835 te Derby geboren, wm
eerst {««dék&nt in Canada, werd an 1067 aan de
mavcniteat te Oxford aangesieM en in ISU
boodeenar aUBax. Hg ma^te voorail «tndie vao
de Onekaebe TeiteUag ia het Oode Teetaonnt
en van den iurloed vaa den GriekEcheiieeeBt op
bet ondBbB Clakteadom. Bö schreef: „Tbe orga-
maaboa of tbe early OtTtotian Cburdi" (3de
dmk 1886), „An uttroduotory lectuie on Um
atndy ot eeeleaiaatiEal hivlorj" (1865), ..tho
grow4h of (%vreh instctutdona" {1867), ,yEeaayi
m foiUical Giedk" (ilëS»), „Uie infkaenee <rf
Gieek ideaa aiid usegee imon tbe Ouistiaii
Ohnrch" (6de dnik 1897), „Conooidanee to the
Septw^iot and othai Greek vetatona of Ifae Ohi
Teatamant" (6 din., 1862—181:17; etupleaient,
1900). fii) ovesleed den lOden November 1689
te Oxford.
HatoliaT, John Bell, «en Amerikaaoeeh pa-
faeoDtboloog, den Uden Oetober 1861 t« Cooper-
stown geboren. etAdeerde aan bet Orinnell en
Yale College, werd asuetent bg Mank, d«ed on-
deradieiden ondBrzoekiDgereiien in de Vereemg-
de Staten, ontving w 1895 een aaoeteUMg eb
Cnrator of Vertcnnte Palaeontokig; te Prinoe-
tnwn en iik 1900 aJa loodaing aan Mt CvocgM-
moaeum te PMtebnTg. In ign plan, om de tesul-
taten van xïja rdien openbaar te maken, werd hjï
veHuDd«id door den dood (3 Juli 1904).
Hathor is de naam van een Egyptische ^
<En der vreuede, die in TetaelU'Uende st«d«n, b»T.
te Dendio, us beeohermheilage vereerd werd. Zg
werd ook aJe een godön d«a hemels beschouwd en
i-n de gedaant« van een koe of vant een vrouw
met een koekop of geheel afc een vrouw, die op
. hc4 hoofd borena en de wn draagt, voorgesteld.
In IWw waa xij de meeeteres der DoodeulJKL
Zij treedt ook <^ ah de godio van het noodlot
, (de aeven Hatboien i^ dé feeCn der Egyptenn-
DigilizedbyGoOglC
HATBOR— HArraPBLiDT.
Etitbor.
ren) en weid io OriAecben MJ<1 i°«t Aphrodite
^qkgeetcM. De daóe EgjptiMohe maand' (Athyr)
u Dur basr genoemd.
HatUi, Abd OeUah, «en
Peraiedi dichtrer (« (Siaids-
jird in "Je (troviode Dejam
geboren^ waa een oeef van
Dsjomi (zie aldaar) en over-
leed in ZÜ71 g'^KKnteftlaala
in 1521. Z^n vooraaAHHte
dichten:
noen" (ciit^eTei» door Jo-
net, a783), „Sebim ,eii
Ohoenv", „Sétt Maosar",
„TicQoemame", ook „Zafar-
naate" g«beet«io, een ver-
bad der daden lan Tomer-
fam, <iait Hott/i 40 j&ren kin;
bezigtüeld, en (onivoltiooid)
een feriieeil^iiig 4er orei-
irioning van sjali ZmmiïJ.
AUe vijt ^n DAVtdgbn^n
van Natami.
Battola, Martin^ een CzeoUseh ktrteriniodi-
ge, den 4den NavemMr 1621 ie Tra^tena in Hoo-
mt^ geboren, etodcerde te Weenen in de tbeo-
k»ie en in de SUvis^ taiet^ werd ia 1848
pneeter en gaf kort daan» ign ..OraaxiMtia
MDgDM sloTervicae eoUata eum proüme eognata
bobefuea" (1860) ia bet Schrt en werd dienten-
geToIge eerst ^wefeewr te Prearfrarg en i» 1854
Ie PrMtf. Hü overleed den Uden December 1903
^daar. Vtm zijn in heit Ciechiech gesobreven wer-
ken noemen wij: „Klinkleer" (1858), „Vergelij-
kende cpraakkiniet der CiecUadie en SlowakaeotK
talen" (1857), „Syntoxie der Czet^iche taal"
(1864), en „AntHnrbanM der Czeehdeehe taal"
(I8TTJ. Verder achireet tiQ «««r ^^ „Veldtocht
*»B ïgor" {1658). Met Patera gaf Mj den tekst
der ond-CieehiMie Afeundreis uit (1881).
nattatn i* een gemeente «t de otevüuiie Q«l-
deikad, groot 1228 H.A. nwt (191S) 4097 ki-
wonan, ingeetolen door de gemeenten Otdebroeb,
Beerde en Zwtdkckerenel. Ob ix>dem bestaat ten
dede uit nnd, ben é^ nlt ika. Tot de ge-
meeste feeiMoren bet stadje Battem, de tuurt
Battemerveen en een deel van de bwtrt Qeldet-
idie dgk. Hootdoriddd van bestaan ie kuklboaw,
dttanMast een weinig ^verheód, u. 1. Bt«enbak-
Het «todje Hattem Ugt aam de mondóog van
het Griftkuiaal ia den IJeel en aan de spoor-
Iqnën ütrecfat — ZwoUe en Dieien — Zwolle, bevat
een atadhuia, een fienonDde en een (SiriateHjfc
Omformeerde kak en werd in de M)>dd<4eeuweii
ook wel Godeberg ^dieeten.
Battem, Ponltom mm. lie HallemUUn.
Hattamlfltsn ü de TteAin eener godedieneti-
ge aeete, w«Ite io bet laat«t der 17de eeuw in de
Nedeidullseb Hervormde Kerk ontstond. Haar
eti^ter waa Pontiaan van Rattem, 'm 1841 te
B«9B|en-op-2ioain geboren. Hg studeerde eetBt te
Leiden, daarna te Saomvr en werd vervolgens
piedtkant mi 8t PbiHpeliuKL Reeds vroeg ver-
dacht men nem vsn ïügcnomenheid met de wgs-
begeerte mn Spmota, en toen l^i een boek over
den CatediianKia bad tütgegeren, weid bjj we-
gene ïgti ODMclitzliiinige gevoelens afgezet (1683).
Hü overleed in 1706 en had ook lateir nog vete
aaitSaiigers. Zijn leer ie een tot bet uilerste ge-
dreven toepassiiig van die der voorbeschikkiag.
Volfene de Hatttmisten gesehiedt al>le8 door Ood,
zoödfl.t de menech geen goed ol kwaad ka» doen.
Men behoeft zich dus jaet te veroDtrusten over
hét misnoegen ved) God en ook geen Iwrouw te
hebben over Eyn dadien. De nteest bekende aanr
hangera vim Van Hattem waren Jaeob Brilt, ea-
teobieeerEaeeeter te Leiden, en de leevoairdei Ja-
eo6 Roggeveen. In de eerste tieotaHen det Idde
eeow w^en de Ibttemieten metkradtt ver-
ÏO(»i
Hattlfljsiif of verheven geaehritt noemt mea
in Taricge ieder geeebrift, door den suUan uit-
gevaardigd Soike eeechriflen ijn ia de Tnric-
ecbe taal apgeOi^ en in Arabdseh kanseiarü-
eobrirt ^eeehreven. Boven dien t«k«t bevindt ach,
Ha bewQB vao edrfbeêd, het door elkuHler geeüo-
gOKl mómcgFer vao den eiaUan met zwarten en
rooden Inkt of ook wti met goud. Dit oaamcü'
let beet toegra of nüjaniijerU (verheven 4eeken).
Hatto X, aartsbiéeebap van Maim, vtra S81
tot 91S, vervoUe zoowel aJe voogd van den mdfl-
dojajigen knier Lodewgk bqgenaa4nd kei Kind,
ai» door tgn ünioed op keiser Koenraad l een
belaogri^e ataatknnfige rol in Doitsehknd. Door
een eed, dnt bjj bem omgedeenl ntar lijn burobt
zou 'terugbrengen, bewoog hij, naar men verbaal-
de, graal Adalbert von Babenberg, die met den
kmteit oorlog voeide, in bot keiieerlük leger te
komen, om zieb met tqa. v^and te verzoenen. Op
den w^ daaibeeai wist h^ den graaf over te ba-
len even met bon naar den mir^t terug te
keeren, waonM iêj zicb ontelagen echtte van i(>n
eed. 'Iq het leger aaneekomen, leverde hij den
graaf over in de hanaeii dee keïiere, die hem
Ier dood liet bvengen. DiA gaf aanleidiDg tot bot
volksveriiaai, dat de Hwnl bem weggetiaald en
in den krater vm den Etna geworpen had. Ook
de sage varU den „Muizentoren" heeft betrekking
op Hallo I; zg is verkeerdel^k Hatlo II aange-
wreven (lid aldaar).
Batto n, van 968 toit 970 itartshieeeht^ van
Haam, ia bekend door de sace van den Muizen-
toren bg Bingen, die in I6S5 door de Zweden
werd verwoed. Ken zegt, dat hij tjidens een hon-
nBOod een aantal beboettigen in een schuur
opdniten en daarna veiiirajideD, waarna bjj,
toen het Inide gejammer dier ODgeMfcigen net
deed bowen, tot dè omstanders de vraag richtte
„Of de broodmmzen hogonnea te piepen?" Om
dae rodieD of ook omdat hq gezworen Ind, dat de
mnizen bem mochten oppeuxelen, indden hij i|jn
eed niet bieM, dSen hig ndettuiün verbrak, weid
hij vdgena de sage door xidk een verbazend aan-
tai muizen vervolgd en aangevallen dat hij de
wijk nam naar een toien, op «en dWd in den
Rijn gebouwd'. De muizen oingen echter te water,
om hem daar te veieKnoen. Vc^gens anderen
stierf bü io 070 een natDurlöken dood, terwijl ^^
verhaal verspreid werd door wraakioebtige mon-
niken, iKe hq g«dw<mgen bad te werken. VgL
Hallo f.
Batxteldt ia de naam van een aanzienlijk
geAvüit in Oppet-Heseen. Het evemoo genoemde
stampt v«nree8 aam de Bder en zgn beiitfers
DigilizedbyGoOglC
HATzmuyr-BMXM.
mren in de l'idie «euw leei maebtig; idts kw»-
rnau q in Tenet tegen dea buK%naf. H«t aam-
üen dëwr funilü rtóeg luig dooi het verkrügen
dw heei^jkliedd WilttobeiK. In hot nudden dei
ISde eeaw apüMo ig nch m 2 takkta. <teD Wü-
denburg-WiUmburgteheit au den tfiMenbur^
HeaMtdien. Tot deïen batiten bdworde Mekhior
WH HatMtOd (eeSmnn 10 Ootobei 1693, t Jauaa-
li 16B8), di« tudi ■!« kMMtlgt k««riw<M in den
Dertiajarigen owloe ondemdieMlde. De keiier, dte
ham u den alBad obi Bqkegnvea cpmm, aebaidc
Item iK« uk bearijjkbnd TTaidMDft>eie (00 t. km.)
in ffilwii. Deae wenl dxtr Fradenk tl, koDing
nn PniiMft, in «en voirfttendaai heredupeo. Bg
bet uttetoTTCa iu detan faoofdtak (l'?») kwMn
alleen bet atamgoed WiUenborg aan den «aderen
tak; THMbenbeng «o aadere bevttmgen wenfen
Q gOÊl 8dU)n6orM-VtMeniAeti^ en
„ . _ , „ c*«n Wa*n-
bnig-ScbOiiBteiD (165 T.km.), in bet bezit dei
tKuMelQkie «aaidagbeid. ï^tM^eaoeiade, «boren
den 23sUo Nommbei 1766 en in 1807 ab luite-
naot-grateiMl in PrniaJMhnii dienat g«
nend, we^ ktei geMut aaa bet Nederl
Hol, ü 1622 aan dat t« W«eiien, wa&i hg den
9den Fehniari 1827 OTcrieed. Zija maa Friidrieh
Hertnmm Antom mn BaMeUL het faoofd Tin den
stam, den 2den Odober 1808 gebaren. oTeiked
op bet kaatod OWbenba^ den lOden Juli 1874,
en «etd <ifgaf<ilBi door svn soon Hemunm, den
4den Febnwi 1848 geboiien. Deie wm tob 1878
tot 1893 en, Tan 1807 tot 1911, lid tmi den Rijka-
da^, van 1894 lot 1903 opper-pKeident ion Si-
lemB en werd kt 1901 tot oeAo^ von Traeken-
bsrg TeiheTen. Ean zoetw van sg^ vadar, graTin
Sopkit vm Hat%ftldt, den lOden AngDatH 1805
ÏeWen, in 18^2 flebnwd mat en ia 1661 g«Kbei-
en Tao mal Êdmund vim Halxlddl-Wilde»-
burg, atotn in wrUnding met Latdiit, op wien
■il grooten iai4oed iiad en dien ajj tegen ii}n
TyacMen Tenledigde. Zij orerteod te Wteabaden
den 25«lai Jaooari 1831 (ae LataOt).
M^ekior Httbert Paul Outttn tan Halxleldl,
rjjkaRraaf, sDon Tan Sopkie woa B., den Baten
0«tob« 1861 te Dttaoetoorp geboren, wu refen-
daria aan bet Defwrtement ywa BoileaUndMdie
Zaken m Praieen, stond ala zooduug in nauwe
betreUkig tot Bitmarek, dien faq in den oorlog
Tan 1870—1871 naar Frantrök vengesdde, i*«rd
Tarrolgeua in 1S74 gesurt t&& het Dmledie Rpk
te Mai^id en dn 1^ te Kmtatanti^OD^ waair
bg den inrloed Tan DuitMUand 4>g de Porte
aaonteiit^k deed toeoemen. In 1882 werd ^"
Btaatooeoretaria aan bet departement Tan 1
teotandMbe Zakan. In 1S8S «wd Iq geiant te
Londen, waai l^j dtai 22aten NoTemW 1901
overleed. Zgn oodeie broeder Pront Edmur^
Bubert Hermimn AUred, rorat «on Bahfeld, ge-
boren den 9den Aprii 1825, Tarkreeg m 1870
de Torateijjke waaioiglteid met den tttel „Ditreta-
lanebt".
Hatsldakls, Qtwgiot, een OridiMi) tul-
geleenle, te MjirtUon ap Kieita den 12den No-
Temtier 194S geboren, «tndeerde te Atbene, Letp-
sig, J«na en Berl^n, werd na si^n tenigkeer
learaair aan het SMuinairDm, kt 1885 buitenge-
woon en in 1690 gewoon hoógleeraar in dta taal-
AJltene. Door i^ opatelkn in
oet „ArvMTVK» (1685) l^ehüdenfciuMJrfaft tot
een betHe iq)Tatting omtrutt bot ontataan ran
het Niouw-Onekeefa. De leadtaten tad ign oo-
deisoekiiigeo «artreiit de geachi«d«iia en de
Uelonedte grammelica tmi die taal maakte hg
opeDbaar kt iqn „Inleidmg tot de nieaw-Giidc-
sute graamtatica" (18^) en in (^»sbeUen in on-
deracbeiden tödecèdften, Toonl de .,a>k>" en de
,3jiantiDaaehe Zaitsohrift". Veidet gaf bg nog
in bet lidit „Orer de afatamming der onde
Uaeedotaejie" (1897), een Teitaldiig van Wkit-
neg^oüy'e „Vooriemngen over algemeeoe loal-
knnde" (1898), ,Ja qucetion de la lasgne éoiita
Qéo^Toeqoe" (1907) en T«ia(itflleDde aadeie ge-
adioftea
Banbnar, ^orJ Oo(flie6, een Dnitach Teeuts,
den ISden S^ttember 1806 te ^ttatedt in het
siaaMiap Manelekli geboren, «tndeardb te Ber-
^n. In 1681 wwd bg ifiatrieta^Teeapta U Ort^
OoatPmmen, is 16SÖ te firalawaU,
... _ _ te Dieaden, waw hQ
den 17diea A^if 1662 onileed. Van ^jn g«-
eebritten oaeoMD wg: „Debec die HagaitTenhn-
ung der Wiedertkier nebat etner Prtlfang de«
Pïoureno'eehea VeiaiKhea Sbei da* WiedMtiuHt"
{Aaklam 1637), J«idwii4MiiattUebe Tierittf-
kunde fflr die inneren aut taneren Snakbeit«n
der laodwirtsdiaftliflben iHaueSoKetiere" (13de
dTok Tan SiedMngiotokr, 'BerlgnlWS), ,J>ie Ge-
rondbettoj^ieRe «et la^idwirtadialtlidieQ Haua-
aftugetiepe^' (4de dnik, DF^den 1681), „HaodbiKdi
der TeteriniipoliMi" (Dieaden 1669), ,J)ie Eitt-
Btehong ond Tiliniiig dei Langeneeaclie dee Bin-
dea" (Leipatg 1861) en „Uebei die Triohinen"
(Berlgn 186l).
Hnnbold, Ckrülim Ootüitb, een Dojteeh
reehtagdeerde. den 4den NoTember 1766 t« Drea-
den geboien, bezochU de Iticotaladtool te Lmoti^,
sludeeide «r in de reebten, veatigde «r vd n
1786 alB piiTaatdoeeot, weed in 1769 bniten-
gewoon, in 1796 gewoon boawleenai, in 1791
aesesaoT bij bet faoonendttsboT ia 1802 bgnttei
in de leebtwedeotda taeitlteit iv 16)6 „Ober-
hofgericbteiaf' en OTeiieed den 14dea Haart
1824. Met Savigny en Bugo befaoort hg tot de
stiebteia der hiabwiaebe acbooL Eg aehreef: ,4n.
atitntitnMm hdetoiicanun Jmis romani Xneamen-
ta" (4de drak 1805), .^tatitntionee jnris romani
litenfiae" (1809), „InatLtntieoum juria romani
priTati hMoiictKtofiraaUeanHn 'lineamenta"
(1614), „Uanoale BaaiHeonim" (1819), .Jjéa-
bueh des eiehiiaeben Rechte" ,2 dl&, Sde «knk
1847—164^ dat io iqn fgd Ted opgug maakte,
„Doetnitae Peadeotarum lineamenta eim kMÖs
elaaaioia'' (1820), „Opueouk academica" (1625—
1829, 2 din.) en „AJntiqnitatie romanae raonomen-
ta" (leSO).
Banoh, Jokan Cariten von, een Deeneeb dich-
ter, den 12deo Hei 1790 te FiedrikabaU in Noor-
wegen geboren.' bdleedde genanten tqd de be-
tietkiof Tan boorieecnwc in de natnutknade aan
de aca&mie te SoDt en werd in 1846 profeeaor
in de Nooraehe krtt«hiitile te KM. Toen de om-
wentdl[« van IS48 hem ooodiaakte de w^k te
DigilizedbyGoOglC
HAUOH— HAUER.
87
nemen, Tcod hg aen iMvhuIrtacNKid bg wljku
koniagin Sopkie Friederika ng bet kasted Frede-
nbbeiff kq Eopealugeo en w«rd ik den dood
mt OwUnüdUiraer in 1851 bowemd tot boog-
tarnt ki de Mathetiei. lo 1S58— 1659 wu Ëj
toooeehlmatair, ü 1S60 toomeleeiuor. Reeds in
iMn ecnte dramriiedie ««Aen, „Contraetenie"
^]91«) en 3oMnn" (1617) openburde bjj eeo
fadent, du adi ginvtagw ondendieidde door
diepte Tta dioUieudea dut door voSramenbcid
Tea Tono. Tm beboere i|pter veteneduBwiükB
oatwikUiK ondeniam h^ in de JHen 1621 tot
1827 een ce» dooi DoitaAkod, ItftUI en fVeak-
xSk. lo Hn tawmpelea: 3*jÜ€4", „Tiberine",
„Qngm VIT, J)óa Jnm", „Evl den Femtet
DSd^ .yTJIeeolrirhte BeMriiv" <18S2), ^vend
«nOw" (1841), p^HuA Stip (1650), „EongéM
Tndtaig" (1%^ en ,3ennk af ïhnm" (1808)
«atweaot hmd ent degelijke kenUertettoiiag.
Twee Mtteoe stokken: „Aefen tebt os mnder'
<ie61) en „SOetKoe «w Kkn^idkak" (1649)
«erdni met giootedi bgni ontTtMgmi en ook in
«en iitiM*e nmei d
<1862— 1S69, 8 db.). Ook lewide h^ een bon^
liodtditen, etomedfc een bmMlel ÜeidStfaten en
«MUMeiL Ven iöd romeos in noza T«imelden
irn: „IRUtdm Zift«n^' (16S4), „Giddmveren"
f8de druk Iföl), „Bn fx^k FemiSe", f (Un.,
1SS9), JBMctet ni lOwien" (2 db., 1645), „Ro-
beti PnHoo" (2 4n., 1S5S), „WridcoMT Sraer"
<I862) en „Cbariee de k BneeièTe" (I6«0). Tot
mn iMUte geedwiHen b«faioren: „Nve Djêtmn-
ger" (18«9), „Afl-~mne* eg eeetbetieke Be-
tMgtanger" HSSB) en ijfittder fn mdn fonte
OdeidMdRciee" (Iffïl). Bg orerieed den 4deD
UMrt 1872 te Rrane.
, Fittelni, een DniAseb geo-
e te Bonn en Ber^, werd _ _ _
leeteor na de mnnuadenüe aldur, wu in 1870
— 1871 in TWiiM Tinttiiringin lid der grenecege-
UoMoomnÜMM «n werd in 1675 «beetent vut de
^^^^^^^ - Hij ,»
_._ __jitnalb«at«ir der mmeiliweo in
Pniieai «n met BefneA «edeit 1^1 leider der
wtgeie Tm de Tntematiooale g«ohwiMbe kaart
T«« Ei»HifM (1 : I 500000), De geolomche op-
meting wn bet in keest brengen «nn Pnneen Is
s^n en BefrüA'e weilc. H^ o*«ii«ed don ISden
Januari 1900 t« S<al5n. Van ^ werken DoeoieD
■wS: ,J)ie gegennrirtage Lage der EdelnetaUge-
wSmmg der^vde" (fso^.
Hancik, AUmt, een lWt<
lid van bet «antnalb«at«ir der
latadi goi
•dcprieet-
MMfen;
de, wad in 1845 te WaeaertrOdiageii
Tan 1874 tot 1878 wat 1^ fmdikent te Pranken-
brim, waarna liq eeivt baitengewMn, dearna ge-
woon boogleetaeg waa te IMangen en sedert 1889
te Ijoinng. Bi bnorgde met /. J. Benog den
E der ^JteiduKjUMMdie Mr die nrot
7be<dogie niil JOiëbe'' en later nog den Sdeo
*™k (1896— 1909). Z" ■ " '
kerkgeecUednia der
It (1896 — 1909). Tim ogen BtodMterrein ie de
[geecUednia der MidMeeaveD ie Darteeh-
laad. Tan im «mnogrgh „KkrfiengMctnehte
DeoteeUanda" teisdKDen lot na 4 deden (de
cenle S deelen laedc in luenwere dfukkeo). Hij
•dveef verdei: „TertidUane ï/ébea voA Schrif-
ten" (1677), JAt EnMeinrag dei bieehSFH<dien
FOntenmM^' (IWl), .J>ie Geduke der p&patU-
eken W<UMnadiaft bü val Bontfauw VIU"
(1904), ,Jlte loneiie Uoseion in ibrer natiooalen
Bedmtéog tOi DeotaeUanf' (1905) en „Die
EotstelMing der geietlUien Territorien" (1909).
■nnmaoblldi Riefurd Oeorg Spüler «on,
ala Aehter bekend eodcr de« naam ?an Mam
WiOdat, den lOden Maant 1825 te Bre^n n4>o>
ren, «todeerde aldaar in de leebten en staaumia»
houdknads, dodi bepaalde aich weldra bg de
luemM laiea, de getanedeniB en de wöabegwite.
Nadat b^ de aeaitaoie te Heidribeig bew^t en
aldaar den dootontitel verwOFren had, wilde hg
er lich Teatlgen ala pnraatUocent m de knnet-
ffeeehiedonia, naai wm door famaüe-omataodig-
beden jo de oêtvMnng ran dat Toomenten belet
H|j deed dwraa een reia door Dmteehland, Zwit-
Beila»^ Fnnkigk. Belg» en !(«£« en bexocbt
i«rTo]geni de taodbonwaeadiMDie te Pmikaa, tot-
dat de wodiDRea vw 1846 twm noodia^ct«D meh
naar uin hroBegoeJ Taebeidt bg Baocrwiti in
OiuwT-SileuS te Degercn. Hier Teotigde hg ^a
TerblBL doch orcrieed Modi des aOMMt Janoad
1855. Hji «cbnef: „Bm EUevniiehen'' (1847),
„Blitter MD WiuM" (1847), „Kanonen" ,1848),
„O i£eae Ze^tl EamOTMo" (1850). „Cmdok,
OMuiHintiner 8^e" (2de dnik 1855], en „Rahab"
(1855). Zijn T«nen «ndHaèbeaden lidi door Mor-
IjjUMid Tan taal, dooi een wann geroel en doot
Btontbetd nn dtoUieriden. Ook tm romana:
„tfaeb der Natu" (8 dkt, 2de dnik 1851) en
„Ana der Jm^erweh'' (2 dln^ 1650) werden met
grooten («ral ontraogen. Teiider Teitaalde hg
Pdlieo'a „Pnoeeaea da Rimim" en bet PrOTen-
9aalaebe „Sirrente fon Pejie GaMUaal" (1S50).
BanMutsln ia de na^in tas twee paaaen in
den Zwataraaehen Jam, ni. dSn Oberer Haaen-
«letH taweben Waldeobei^ en BaMtwI (7S4 m.)
en «en ünterer Bmenatem toiaeben LSDfeUingen
en Olten («35 m.), die bet lerkeer tnsseben Btad
en bet Moaeolaod tbo ZwitaerlMMl onderhouden.
De behogigkate ie de laattte. Beede ten tüde dei
giaren wa Froburg werd de beigrag doorgesta-
ven en atraatmg, beK «n dKi|> (woeeer HorCra)
kregen den naam Hanen«lnn (GenowenateisV
Ëvoiwd w» in den beginne de weg momijft
begaanbaar. Na de TcrbetüifK van 1827 tot 1880
is dit ecbter aoden gewonfen. In 1855—1857
werd in den beig tooi de <|>oot^d Baiel— Olten
een tnmMl van 2,5 km. lengte g«boord.
BmmF) Ftimx liddei voa, een Ooetenrj^teh
geoloog en palaeonttdoog, den 80at«n Januari
1622 te Weenen geb<«en, «todeeide aJdaai en aan
de m^»'*<I<»iK te S^Mnnats. werd in 1846
awaatent van Hmdinger te Weenen, verkreeg
in 1849 met den titri van .^enrat" de betrcA-
eenten cetdoog aan Set pae seeticdit
geoSogiach Rökaini&taDrén waa van'^af lIST di-
vMt dBae iuMiting. Reedt in 1648 w«nl
lïd van de Academie van W«t«neahappen te
enen. SS aiaoet, behahe een aantal verban-
.. _->ie Ocnhalofwden de> SalikamnMica-
dei Samnunog dea FUraten HettcnHeh"
(1846), „Geologiaebe üebetocbt der Bergbaue
der OateneidüMdieD ïfonanhie" (met FöUerle,
1856), „Oeok«is^ Ead« SiebetibQigene" (1865),
„Geologie SiebenbOtgen^ (itet Slacht, 1868),
„Geok^jadie TTebeniditaiaiito der Oeterrei«hiedi-
DigilizedbyGoOglC
88
HAÜBB-^HAUOE.
IWriBdien Monircbk" (1363), „Die G«al<«i«
niKt ibre AnweaAmg auf die Eemitnia det Bo-
óenhtadtattfsibieM der OeterMM^Bch-Un^riMlieii
MwBrotóe" (1877—1878, 2d« dnA) en „Geologa-
sehe Earte tco Oe^Bematb-üimira" (1896). Van
1S86 tot 1806 Teclli«««rd« hu de „Affiualen" van
het „NKtarhwtonecnes HotiQiweam" te Weeaen.
Hauer, eedert 1^02 leveiwlMig IJd mn bet B«e-
renliuM, owrteed' den 21sten Kaart I8dS.
Hanff, Wilhelm, een Duiitach sehrijvef, <len
29steii NoT«inber 1802 te Stittrtgart getwren, be-
xoeht eerat de Uoo«t«rBelMol te Bknbeur«i en
studieenle ie TutniiKen in de 'tiie<dogie. Daftir»
aMm&rdde bg t« fitottgart «en btATMcing ak
trawroderwvier en g^t in 1825—1827 den Ji&T-
abeiMlmMiMh" in Èet liefat J)Mm» Kolgiden:
„Mdtt«huig«n «ns den Mentoino des Sato»" (2
dlo., 1827), de hi«t«daabe loown „liclrteiieteiD"
3 dln., 7de druk 1903) en „Der Han^n im U<mde"
(1827), <ea p«ratkge op de niMter tmi Clotn-m.
Vermdmns vOTsobeen i^a: „Eontnonw^iTedigt
fiber B. ClMiren vod den ÜMtn im Honde, ge-
btüea an das Deatscbe Bdblikvn". Verder ver-
melden <nj iiJb: „PhutMien im Bremn Batlu-
kelkr" (182T) en Tan aio tkdne verhaieD de ken-
nge atiikjce: ,J>ie Bettlmin vom Porrt dee Arts"
en „Das EttU dee Euaers". Van. zijn eedicfaten
lijn er TenehiUende Tolksliederen geworden, bqv.':
„Steh ieh in Bnetrer Uittmmsht en „Morgen-
rot, 'Ho^enrot, leudtteat mie nm früheD Tod".
ÜeAt bij eenigeD tüd aim i<edBct«ar yan bet „Mor-
Kenblatt" woe waMMam geweeat. oTerleed (ly
den Idden Nor«mber 1827: Ziin „S&mmtÜdM
Weriie" zgn o. a. door Slem (6 dln., 18Ö9) o^tge-
HanCt JoHqnn iJkrittoph Früdrieh, een
Dnitaeh diebter. den 9denMa&rt 1761 1« Nieder-
atolangen ÏD WttrttembeiggeboTen. atadeerde in
d« recht«n en irad in 17ES aecrotarie vm bet
Qflwtni EabioBt te Stnttmnt, in 1794 irahüm-
leeretatia en in 1816 HotrB»d en bibli«ueca.m
te Stuttgart, w«»i bij den SOsteo Junuari 1829
OTerleed Zjia gedi«ht«n onderacbeiden ndb door
gtoote g«eetig4tedd, «wals blqkt tut lijn „Zwei-
Bandcrt Eyperbeln ant Herrn WabU tiogehenn
Naae" (2de Arvk, 1822). Ook teverde l5j met
WeiutT «en „BpógtwomaitdBcfae Antitologie"
(1807—1809, 10 dhi.). lotusat^wn verviel hjj od
eena tot dndA>«biniug4)eden. Hy aebieef ook oden
en bezat ie booge mate de k>i« dar imfHVTJaatie.
Verder me hij iiMde«rbcadMr aan venehiUende
geieerde tgdaeniiflen, digtilaiden en taarboeèjea,
Toorat Mn bet ,^liotgeiitil»ll^'. ESen oloenleni^
nit igt> eedIdttMi i« te Leipiig (1^27) en Ie Stutt-
gart (1840) m bet U<bt MraeheneD.
Haar, Lodewijk Frederik Chriiliaan, een
DoJtadi-NederhodMli geeehiedkoatdi)^, werd den
248ten Detendter 1773 te Lodvigdborg in Wflrt-
temberg geboren, onbrisg ^jn. i^eidrog aan de
Karl school te Stnittgart, prwnoTeerde later in ie
rechten en begnit zd<£ Tervolgen« mar Nederland,
waar hn in 1807 benoemd werd tot hoogleeraar
iii de Nederlarndaobe letteico en gcachiedenia aan
de mffltaüre «dwoil te HoDdebolredSjk. Na de in-
lIJTing fao «na 'knd ia bet Fraoacb'a Knierrijk
w«rd hq, op aanbereiitog van Cuvier, se^daatet
ais hoogteenutr in de geèebi«d- en aardrlikskande
enz. «aiD de milttaiire ecbool te la Flèobe. In 1816
werd iman aan de komnk'ljjke aitiUerie- en ge-
nieachoid t« DeUt bet ood^ijs is de gesebied-
en aaidrökdconde ofwedragen. Hi«r wa£ bjj gt-
durende 12 jaw «erkzaam; toen de aehool 1«
DeiR door du te Breda vervaiwen verd, legde
by ^jb boofrIeetiaaTaaaibt nedn. Hij overleed den
20sten AfiDl 1834 te D^t. Bctmlve^B aantal
verbaJMMingen eebreef hj): „BricTen'Hblt AmstieT-
dam «ver het oationaal toonéel en de J4«d«rUnd-
aebe lettariumde" (1805), „Beecboniring over den
ooraprong dec Dmtadie acbouwmekn en schouw-
epeldidtten" (1806), iMdde uit tiet Hoö^iiit«eh,
„Kedèvoermg oves iiet tmt en bet gewiebt der
g«sebJedBm» (1616), „Indeéding tot de alc«mee-
ne geaduedenia eni." (3de *nk 1820), „Verban-
deüög (rrei den geest en de aeden der Uiddet-
eeuven en Tonntaimelök over de bedmelyke en
openlyke gereebtuh tourooojen, kruütodilMi
enz." en ,4^ Dertdgjiinge Oorlog, een bijdrage
tot de krügakimdige geechiedMHS, met de leTeiis-
en karaMenehetsm der beioenide veldhenen"
(2 dliL, 1926). Ook zün van b^n eenige pjiot-
mcbtan in bet Hebt ««rscbenen.
BanVi Martin, «en Duitsch oriênteUat, den
aOsten Jwiud 1827 te OsUk>ri bü Bakngea is
WOrUuDbeng geboren, atudeerde te Tubingen en
te OOKij^n en vesügde aieh In 1«S4 aie pri-
laatdoeent te Bmh>. Twee jaar lal«r begaf hj
sidi op oatnoodigiiig Ten Buiuen naar Heddel-
bwf, om aan eea wtgave van den Bybel mede te
werken. VMihier weid hij naar IixÜë teroepen
en in 1656 tot suiperiivtendent ol Samtrit èlu-
di«a and profeeaor of Samkrit in t^e Poona-orf-
lege beDoemd, Znn grondige kennaa van het land
en ran de gewade letterkütde der Pareen bracht
bem aainatMtda te aantakine met de gfJeerdate
Eriesters ^iei sekte, loodet bg weldra de nauw-
eurigite inlictttragen «mtving omtrent hun gods-
dienatjge plaehtlgfaeden. Ode «eid bij ingewnd in
de ^ebeimeniseen dei Bredsnaaien en der ^ebeele
Indiadie wetenaehafi, terwül h^ op een rne door
de 'provLDcie Ooedeierat 'at 1868 kost^Kiie ma-
muetioten verzamelde. We^ne luoilie-aaagele-
genheoen nam bJi in 1665 iij'n ontdag en keerde
net fetgende jaar naar DuitscMbad terug, wiar
bq boc^teeraar te HOneben werd en over den
Zeiklavesta o. a. sehieef: „Doe fUnf Galbaa oder
Safflunkingen v<»i LJed^m und SprQohen Zara-
tbnstra'a, aeaner Jüwer «nd NaoUolgei" (1858
—1660. 2 dht.) en „^eaya on töe eaered langua-
ge, writiaigs and rekigion af the ParBeee" (2de
dmk 187S). Verder noemen wy : „Ueber die
Pehlewjmracbe and den Bundebeeh'* (1854),
„U«ber Sobiift and ^irache der zweilen Keil-
«ehrif^tnng" (1855), „Ueber die uraprangUehe
Bedeatmg dea Wovtes Drehms" (1868), een ver.
taUng vMt een ond-IndMeb rituuRMek, geti4eU:
„Adtare;» foahmana of the Rigveda" (2 dln.,
1863), „Braduna tod die Bnbmanen" (1873),
„Ueber dba Weeën mtd den Wert dea Vedisehen
Aecente" (1873) en „Ve<ïeche RfttaeHragen and
EatselaprQohe" (1875). Hij overleed den Sden Ju-
ni 1876 te Bad-Ifogu.
Hanre, Ham Sielten, de aticbter van een
godsdienstige sekte ra Noorwegen en Denemar-
ken, den Soén April 1711 op bet landgoed Haage
te TbttQÖ in Noorw^n geboren, en lét hoei,
voelde lidi op zjjn 25ate jaar door Ood tot pro~
D,o,l,zedb,GoOgle
JBUUOE— BATJFT.
89
leet gOMpco. In «choft en predjiiiiig beatreed
liq vooni b«it i^kmaUonM, trok öoor bijna ge-
hèd Nooiw«g«n, en overal voitd hg utD'hMigeis.
In 1600 beioöbt hij ook Ko^etthae^iL, doch keerde
wri(k« naar Noorwegen terug, wutr hij bü afwiï-
oeUag te Beigen ■& koapmBs woonde en het
laai tle «poatd n»dreMde. In 1£04 word hjj te
ObristiaDsand, wmt I14 «en drnUcrü voor zijn
sttebtelijke werken beaat, io betbtenie genomen,
«D, OA «en lO-jwiee fmventiere geiangenechap,
wegene oogeoor1o(3de godedienetig« mn«nk«fn-
sten "bot 2 jaar vcetüngstraf Tcnwidieehï, we^k
Tonoifi men echter in «en geldboete Tecanderde.
Hy trrerleed den 24fltea ApriJ 1824 op lön '^^kJ-
goëd Bieditvedt t») Cbiüstóónoa. Kg-n Tamnuumste
leeretcfiHiigen winen nfie nui w«éeigeboMle en
geloof, «k de gnmddafen der zadigheéd, atemede
Ae T«i db voortdurende ^eoadeweitiag vnn dén
HeiKf[en Geert, terwijl hg Madroag fnp liefde,
nedtngbeid en een «tddit^k leven. De Bgbel,
tUegonedi v>erklaard, ww de hoofdbron zgner
k«r. Zj>D udban^reiv, HaugerUtm of Haugiatten
genoeiiM^ waien m gnwten getak verepreid over
Noorwegen en Denemukeo en behoorden biJM
allen tiiit de geiingore volkskhsaen. Zonder neb
al te ed>eiden vh) de Evuigeiisobe Kerk, hiekten
ig afsonderli^e oefeoiogen, waar iedot het woord
voerde, <Ke daartoe door dien -Geest weid aaoge-
BpoonL ThtiDB vidMlt men er nog in het miden
van Noorwegen.
Banrwlte, ChriiHan Augutt Bcmrieh Kart,
gnaf ton, TTifheer vort Krappih, «en Pmisieeh
gtaataman, den llden Jnni lT53 op bet lafidgoed
Peuke bg Gek in SüeriS geboren, hnwde na het
vi^Modigen «gnei ocademiedie loopbaan meteen
dochter vam generaal Tauenltien, werd in ""*"
müüoter in ^aats wn giaof Sekulenburg.
leidde o.a. oe itweede deelio^ tmi Pol«n, hei
Haagach sabaidieiwdnig a>et Engelwid en Nedn-
land (-17H) en de vi«deeotMkirfaaadtAHigen te Ba-
zel. Toen echter in 1808 de Fransehen Hawiover
beMtten, l^rde hü lün betneUing neder en werd
tig door Bardeaoerg owendgd. Zoodre er on-
eenigheid ontoloiH) tmêehen Frmaen ec Napo-
leon, wiUe deH aSeen nMt Haugvilt ODdertwn-
dden, dk bet voor Pnüeen eottüddglce verdrag
i<Hi Sohftnbnian (16 December liBOS) doot, waair-
bg PmieeD AnatMflh, Kleef en Neuchfttet aan
FraiÉrgk alatond en Hamtorar tot vergoeding
ODtvüg. Dssnn behatte Haugmitx aieh opnieuw
met de portefeniBe ««n BmtenlandsdK Zaken.
Zjjn politiek werd a^kenrd. Terw»] ËogeLand
verstoord waa over de inlijving vajt Hamwver ia
Pruiaen. wwd de v«ii>oud!nc vem Pruisen tot
Fraofcrgk tHeoet ingewikkekieT. BauguiUt begaf
lich ala bcmadoMüar naar Parije, doch keerde w-
verricfater zake tenig, en de ooiio^ begon. Hg
waa eelnige imut iden slag tiij Jen» en vergcxélde
den lioBHig naar ign goederen in Opper-SiJenS
en Polen, waw iai een ambtdooe ieven 'teidde. In
1820 ging hg naat IteliB. Bq overleed in 18S1
te Venetië. Tmi hem v«r8cheen een , J'ragment dee
m&noHee dnédits dn eomte de HaoRwiti" (1887).
Haak, Minaie, «en DnJtedi-Amerdka&Dedte
dramatMcne mueree, den 16den November 1852
te New-Yoi4 gïDoren, wae een leerh'-nge van Br-
rani te New-York en Strakoaek rte ParijB. 2^ de- _.. _
bnteerde kt IS68 te New-Tort en weid in In ISeö Rewntkal (
voor dne ja&r aain. die bofapera te Weenen Teitmn-
den; in 1875 voor twee jaar a&n de Kooaaklijk«'
Opera te Benlijn. Daaima trad zij overal al* gaat
op. Zg da gehuwd met Ernst von Hesse-WarUgsf.
Banlerwttk ü «en dwp in de provincie
Prieaknd, eemeemte Ooet-Stelfingwori. Bet wordt
ODderacbeiden in Boven- en BoDedea Hauterwgk,
heeh een Hervormde en een OerefOTmeenle lierk
en toU «igeveer löOO imwoncrB.
■anllSTllIe, Protper Ohartei Alexattdre,
baion de, een Bemecb joiinuklist en leider ran de
constitiMioDMle cKericaiea, den 28aten Mei 1830
te LnienriKug geboren, studeerde te Luik, Brus-
eel ea Boon en werd in .1656 protesaor ia het
nataarrecbt aan de nndvereitedt te Gent. Bü den
val vu het mdnieteiie D« Deeker-VHain (ISST)
verhMW hg sijn bebekkiog, werkte mede tot dé
aticfatkif van het B.-Kaitboliek-«oneervaibiev« dac-
Uod „UaBYersel", bekette zloh dn 1865 met oe-
(Ëreotie der „Bevue ^nérale'' en werd in het be-
gin van 1678 booft&edacteuT vaa het ^«vmal
de BroieUee", Isiter ooneGrvB.tor van het Ibiaenm
van Omfiteden te Bruasd. Hij edireef: „Hiietoüe
de« comnHmee kHubacdes dlepuw Imir oiigiiM ins-
qu' i la ti-n du XIU dèele" (2 dfau, 1858), door
<k Acadenüe bdcroond, „Qiainen raitöque da ycD-
jet de kii eiM l'obolilion dee oetrois eommuoaaz"
(1860), „De l'enaeigiiranent mdmaire en Belgjqne"
(1370), „La oattMmalité bdge va Fkoiands et
W&Uona" (1875>.,^dliEiia£)o4iid«ttt" (1S7S),
„De raveiü dea penplee eattoliqnee" (1676), in
oegen tafen verteoU, „Piojrt de moüXiataua do
la Joi du I iuület 1879 ma renangnement pri-
maire" (1884), ,Jortiwta et «ilbooettea" (160^
1893, 2 dln.), „T. M. T. Boibon. L'^rastat ohes
lea ciriUate" (1864) en .^^ea oif^Ltudee coionMlea
dee Bejgea et ia quwtioa eoloniale en Bdgique"'
(1898).
Banpü, MoTxtt, een Duitadi ktteckundige,
wend den ^70ten Jiüi 1806 te Zittau geboren, atu-
daar ale piivaatciocent en ««rd er eerst buitenge-
1848 gewoon hoogto«iaai in de Diut-
•che taal en tetei^nnde. Wegena dedaemiog aan
de nationale beweging r» 1848 en 1949 werd b$
«n 1850 g«e«l>orat, dodi betestte ach in <bt jaar
met het aeccetariaat van de geadued- en tettM-
kaodige Uaese van het Koniak^ Genootechao
vaa Weteuahappen, dot hem in 1648 het üd-
itaclMp had toegekend «Q "«") m 1353 ^
. . . n boogieeTBai- iit de Mide Mtnea t« Berlnh.
ia 1861 aamsardde hij het vaete secret&riaat oer
Aeademie van WotenaMiappen'. Van zijn werken
noemen wij zön ciitMche uitgaven van de „Ha-
Ueotioa" van Ovidiue, van de „CjM^etica" vam
QraUiut en Hemttianut, van de ,^etamorp1i>
aen" van Ovidiut (3de druk 1863) en v<aa de wer-
ken van Virgüiu», Catuliuê, TibuUia en Proper-
Hut. Uit da neg^aten psfiieeen van Hermatm
KÜ hg Büm nnd Moêehug, alamode AÉieliylut ia
£et liicht. Belangrijk aijn zijn oritieche uitgaven
vam „Erec" (.1889). ,Jièder oaA BCchlein". „Dor
arme Heimrioh" (8Ae dmi 1881) van Bartmann
«on Aue, „Gater Gerhajd" (1840) van Riidolf von
Erna, „Wombeke". (1644), vam „Ëneelshard" van
Rudolt van Wtinburg, van de „lieder" vaji UoU-
Iried RMi Neiteti (1851) en vnn Neidthard von
~ ^ Loefcmonn'a lutgsve der oud-
D,o,l,zedb,GoOgle
HAÜiT— flAUiPTKANN.
rte Hiddel-HoopkiiitMiH Kecdiditari wnd dooi
bem voortgeMt «n Tottooid. Ook btao^dm hg e«n
(1652), T*B „WMnm" (1654) en mo „W^Jier
«on dsr V<«d««tds" (1653 en 1606). ittt Holf-
«unm «o» roUn-fMm gil liii „AUdntadu BUU-
ter" (1896— IMO) in M i^ co rMÜaeMdt •!•
hMi <fe „ZdtMènft fb das davtodM AUertiram"
(12 dfai., 1841— 1S65, 2de e«ie 1S«6 eni.). Hg
OTerieed onTWWuht den Sden Febniad 1874.
Bg bebmnde tot de beite beodieiMta dei Oode
en Middel-HoogdiBtidie leUeiknnde. Qooget
dienetdgk ie <nk de ait^Te der werkm
Oriekedi» «n I^tqoeebe «dujiveia, we&e hg
TOOT acboolgelvDik met flermowi Banyfa te
Gflttiag«Q beMigd heelt. Dit ün noriaten jw-
pieien Terecfanten nog: „Omaeidn'' (3 ddn., 19^5
—1677) en ,J^iMiiSiiaebe V«lkabeder" (1877).
Hanpt, SrieA. eau PntNtMtidi godige-
lende, mxA in 1841 te Stialeond MbMCo, mm
eent leenuur bmd «en gymiMuiiua, Mei (1878)
boogleenw te Kei, OraUnmM en Batte en Ud
Tan bet eoaaabnée (e UaftgdeDbwg. fioNvfe
stnËetconin «m *ooni de wetonedutp no bet
Nienwie Ttatemcnt, krwgt bg lerdci eca der
leidien me dK „fiiuwelüebe Vereimgiw''. Hg
Mbreel „Dw «ratè Bti^ dee iO^au»" (tSSS),
„Ke eltteatamentliehen ffitalc in den 4 Eiui-
gelien" t187J), „Oet Soostag «nd die Sibel"
riE77>, „Die piiWwiMlie Wi^heït Jem" (1680),
„Pi^erachftft nuf VAtMteoe" (2dE drnfc 1690),
„Die Esefaafariogaeehes Ansaeffen Jeen m den
S7iM>p<ucbui ËnngdMni" (IwS), ,^dn Keii^
iet nicht win dieeer Wdt" (1903). Sedert 1892
iï h|j nKde-mtgeiTei der „lueologiscbe Studiën
and Kritóken" en in 1010 stiebtte hö awt
SdUon het (nwHidBdin& ,,Detrtaeh-«T«n^aeh".
H&npt) Potd, eui DoitBch uejrioloog, den
25Bten Norember 1858 te GSrbti ^boten, tlu-
deerde te I«i{aw en Berlgn, veetagde »ch in
1680 ete priTtsMocent te QftttÏDgNi, werd in
1868 bnitengewooD boo^eerMt m>&i en üi d«t
zelfde Jur sewoon boegneiuc te Beltjmore. Hg
■chreel „Me «onMnaehen FMnttieneeeetM*'
(1879), „AkUdtaAe nnd «Mnertedie KeHedmtt-
teite" (4 itQkken, 1881— I88S), „Dm bafajloni-
ddacbe Sprache" (1883), Beatrij lur wajri«dieD
lAotMue" (1868), Fr(4egoinena to a oontpaira-
üve A^ntMt KTHnnwi" (1886) en „Kohekth
Terdeotedrt and tfklftrt" (I90S). Met Friedtieh
DeliUtteh reiUaeerde h^ de „Beilrige idt Aan-
rurfogie" (I8W>— 191S), maint hr OTenate ut
and^ tödicJiriften taligke ui|ak<JeD geplaatet
heeft, ^. ..'nie Aaqnriam »«e-wel" (1^7). Se-
dert \SS& liield hg neb beug met de lutgave
Tan „Uw Mored tmok^ ot Üie cU TeetanieBL A
oitioal edMhm <A bhe HArew text ia colora,
'itdth Dotea prepaied b; emditent BiUietl echo-
hm of Bmope and America" ( de z.g. regen-
boogbWtel 1^ ens.) en tod era meuwe Eti^-
eche ^belT«Miiig.
■aaptmMm, Moritx, een Dnitich eompo-
nist, den ISden OctcAer 1762 te Dreaden Reboren,
vae bestemd tot arcbLteet maar legde aen onder
leiding TSD Sehait, Qroue en Morlaeeki ocdc toe
op de nmiieivInidEie. In 1611 ging bg bjj Spohr
te Qottia T«eder eompoeitie en notdapel etndee-
ren, werd io 1812 moUal Tam de bofka^ te
Dreedeo, icma im 1813 in bet orkest tm het
„Theater an der Wien" te Weenen en werd
in 18>1S mozieUeeraar Usi huize van den, Roa-
■iadwn Tinvt Btpiua. In il822 kwam hg aan
bet mkeat te Éaeecj, vrad m .1842 eaotoi
der IbomasadKMri te Lei|)Big en in 1648
thaorideeiaar aan liet pae^iigeridite «onees-
Tatoriom aldaar. SS redigeenu «en jaar laag
de „AUgemeine MntiVieitnng". riditte met Jakm,
Bohtmmn «.a. de „Baeh-OeadlsdMlt'' op, «aws
na hg via gelietie krat laag v
bewerkte de eerste diie deeliÉn der groote Bacb-
nitgaTe. De DnareoBiteit te QSttingea vereende
hem het oerodogtoriat. H$ oTedséd den Sden
de enste i^Mta heeit hij ^nSi ereiLwd
womBn door ign aibeid He tbeoreticoB; ige
Iwofdwetk w dat gebied *a ,Jl&e Nfttur der Har-
mank <DDd Hetiilr (2e dr. 1873). Uit iga oa-
latenaelMA beeft O. Paid ,J>ie tehre tod der
HannMMfc" (1668), A. SeAAie „Braete an Ftmu
&Dser" (2 dln., 1871) en F. HÜUr „Biiete an
Lodwig Spohr trad andera" (1876) ia bet licbt
gegeTcn.
Hanptmann, Qerhart, een Doitedi dicbtef,
den 16den Ntnember 1862 to SaUuvnn (^le-
lil) ala zoon Tam een Ivitolhouder gebocen, wÖd-
de lidi eeret aan den iMtdboaw, dodi etudeér-
de daarna te Br«alaii om beeidbonwer te wtnden,
maar Tertrok apoedig dAarc^ naw Jena en Ber-
ign, waar hg üt de mtauTWotenediaj^wn atn-
d«erde. Na een v«d>^ tas eenige jaren in Ite-
U8 en ZwitaHtend Teatógde bg ia«i te Berl^,
latM te SdiMÜMihM ia het Reniengebergta.
Hmtptnumti ie era der beate TwtegienwoordigeTi
wgl* aat^gen^en, maai meeatal met ncoea opge-
Toërde Aamstiaebe weikra zgn „Tor Sooóen-
aatnn^' (1886), ,J)as Priedenfeat, eine Fami-
lieuatBatronhe" (1890), „Eïiauame Mensdien"
(1891), „Koll^e Crampton" (1892), „Die We-
ber, Scbanepiel atu den Tieoiger JahrcD" (1892),
„Der Bibe^z" (1893) met het TorTtde „Der
rote HabnT' (1901), „HaoDelee Himn^aJtrt"
(1863, roet deo Öri/Jporier-prijfi bekroond), „Fk)-
idaa Oener" (1696), ,J>ie vei«unJune Olocie"
(l£07), dut een büteogewoon aucoee beA, „Fnhr-
maon iHenadid^, waarmede hg tot bet luÏTere
realisme terugkeerde (1898, met den Orillpaner-
pröe ibekrooad). „ScUnek nod Jvok (ISOOf, „Mi-
chael Sraemer" (1900), „Der urne Hdniatb"
(1902), „Soee Berod" (<19(»), „Und Piiifia
tuut" (190S), „Die Jungfeni Tom Bisoboféberg"
(1907), „Kats«r Karle Qeiael" (1908), „OiieeUa"
(1909), .,Di« BaMen" (1911) es „Oabnel SchU-
lingi Flncbt (1912). Ter ge^nbeid na bet
eeuwfeest na de beTigduw Tan Dmteehlaad
adtfeet hn. daartee niitgaDMMngd, een ,J'eatqiiei
in Dentamen Redmen", dat eAJter in höoge krin-
gen met roienoegen werd antraDgen. Verder
'^lef hq Doe hat getSdit ..Promethidenfaw"
)), de nOTeUen ,^r AjMattf en „Babnw&r-
DigilizedbyGoOglC
HAÜFlUAlïN-aAUSBGOEfi.
Ux lUal" (18S2) en de tvaagm „D« K*r
(aifiBto fkoKiael Oirat" (1S11) An „Atiaol..
<1B12). StOu* 1906 TOMègot md viMige «t-
gtT« qsBT diuiMtiKlw wüken.
Hanra, «en aM ia Btogiitn, md den radi-
taroBTH THi den Boeg'li tagenonr CaknUa, wmi-
wi het d» TOontod mmt, giri«en, t«H (191))
119000 iniraiMn. Door «en «Snpbnw i* hot -^
CaleotlB VfiboBdsiL E^ntm ia Iwt ent^not
den Bast-hkÜMiapoonNg, die naae Beajawat iwdt
Door ^ TeiUndingeii met Ckkntta ia bet eoi
beltn^^TÖke iodMtn»- en faandtlwtnj Qwtoeo- «i
juteapuüei^^). T«i) Z. Tan da vowatwl S^qMNc
HanraU ia de naam thi ea« aaoaei ,
gott aan de ooalfaMt t» bet ooonkJ^kw eüaöd
THI Nieaw-ZeekadL Zij atrakt iricb «it i«a itat
Booiden naai bet noden met een lengte wt 104
km. en ea hiMdbe na 30 tot &0 km. en onder-
a^widt lidi door fiaaie ïnatatr^n en tooitnt-
monden de riiisni Waabo en Pitko oit en ia ast
xoidirec*^ ««dectte Vgt «cfatw de Waatoi^den
6e Imtcd WaMwMta met de atod AwUud.
Hanraiit bet Avranilit der Onden, ia een
vnlksAieebe, laer vmeMban boogvUte in S71M,
aan de bimmen van den Jannow (SdMoad el
UeiwdUze), toet de hooMrtad Boetra of Bosnu
Zö be^ g«eo toornen en «wdt «leehrta dooc en-
tide, mee^ ^oee wwË'a dooreneden. Ten N.0.
Tw^beH mA de D«}eM Hmitmi in den TeH d
Dijena tot een hooête mn 1689 m. Het diatriet
HaAiraa t^ op 21900 T.km. oi^veer IMOOO
inwoKTe. De ooet- en tiioA^de tmi EMirao x^
■nik «odB bekend ala <le korenaobDUi T&n SynC.
U«n Tisdt er ongereer 900 TMlateo dorpen en
«teden, dMaenteMa eleebta weinig bewoonde
nkXntn, waaronder een aantal Joodeefie teod-
Mrawkoloodea. De «maoartnier beifraagt jaadgka
80—100000 ton, «erw^ «en e^keSoereelheid
Toor dgen gebióik TcAoawd wacih. Het land-
eebapiraKtt md oooid naar waU doormedBn door
den BadbjiaBpootweg «1 ia met de haTenatedni
Beiroet ea Haifa door ^MiMwiegen Terbonden.
Hanrdan, Jttm BarthéUmv, een Pranaeii
ei&qper, den Sden NoremlMr 1812 te Parna ge-
boren, MTBfde, oadnt bn ini etniVtii Toitond
had, bet g«aciidft ,Jia Uontagne" (1882), dat
noot opiien baacde en Ted tegentftraak niUokte.
Bo«t waa }tq fooT talröke tjjditMuiflen werk-
immn, Terrolgena ala faot^mdaatenr Tan deo
„Oouio de la Sartbe". Na da F^ruri-omwente-
img wend bqeooaerTKtwaaade Natkatale BibUo-
theM en bd der GeaMtatnante, maar legde na den
staatagreep Taai 3 Deeeanber
>er eentgenMmde be-
i September 1870 tot
ddieoteor der Nattonale Itonkkeqi benoemd.
wee Hd rao bet Inatitwit en van de Académie
dea Inatristiona. Van q^ geaahriHen TermeUen
wj: „CrMqne dea bjoctiièKtm métaidiTaiMea de
Hante de P41ue ate.'* (1840), JBitimn Utténiic.
• "■ \(]Odln., adednA 1870— leTT), "
91
«oDi" (1654), „Hngnee de
Süat-VtBtor" (1860), ,3ii«nmrit«B hiatniMruea et
UtMniiea- <1««1), JSf^imn de la pfailoeopfaie
-*'—■" — " (1S72), „Benmid Dtiidez et Tioqni-
' " (1677), „OittJwrne dei ma-
Ifaaarme" (2 dia.,
de quelquea ma-
niuoraw WHaa ne a jouwooieqae Natiooalu" (dU
1— e, IflilO— ISeS). OA bewerkte bu de decJen
15 en 1< Taa bet weA „OeMU ahnatiau" (1656
— 1M6), waigTOOt de Académie faem b^ faeihaling
den Fiü-Oobeit toekende. Hg ooerleed dra 29eten
ApiÜ 1606.
Bmrowltlj Horrw voiil een Boaedaeb offj-
eier Tin ^noamtad, «n iSden Deeember 1799
te Steaawqk gabonn, atndeardie te £«penhigen,
" ■'-•. ^üof «én TCH Hai WeatJnïB, tnd
in Bnanatèen dienat, waa zca jaar ala
4a irrrViaani te Samtow en weii
goaTeneana
dMinp «ite bü bet bMUHeofaxfia te Zaaknw So-
lo, uaar adiraaf bjj: „TofugraobiariMDediuni-
wA» fieobaditamen abeerdeueUVeben Tfaei dei
Santowiaeben OonTeaseotenti" (1690), werd be-
noemd tot tgfarta nat gnMtnnt CoattoityM Ki-
kolajtmUj en trachtte den geneaataindügen dienat
op dB Tloot te TiabetefeDk Vardar leftade bj:
„Uebenidit Ober die Knnkbegten nnd mediniii-
ecben VeiUStniwe an! dei vmmAn OeUeeTlotto
im Krieg Tcm 1655", ,^nrM AmlBiti^g Hr Ha-
rinebst^ (165^, „Die Armee und *br SaniUts-
««aen ia «bran gegenaeitigen VeriiUtnaa" (1868),
„Das MiUUraanluUweaen der Veretnigten Stat-
iën von Nordamerifca wihiend dea Mxten SiÓMa,
nebetSebaUenuMenTKnUoduDdLevUn*' (18W
en „Eaooemngen ao Korfo" (186S). Nadat 1^
ala iaiapeatenr-ganraal vaa óea MMeakvndigen
dieut bq de Roaaieche Hanne «wkzaam waa ge-
weeat, ootTue bq den rang tan generaal en ge-
beimraad. & 1864 nita bjj gepeuioiaDeefd,
worade eerat te Weenen, daanu te Ommtden en
overieed dea 6dea Joti 1882.
Hans, JaeqiMê Joêepk. een Bejgiaoh rechta-
grieenle, ia 1796 ta WhibaiK geboren, malBKde
ii«b 10 Delgil en werd tot noógleeiaair « oet
atrafredit te Ooit benoemd, waar b^ ia 1681
oTialaed. Vaa ^jn werken noemen wii: „Obeer-
vatione eor k vcojet de leTiaion du Code pénal
préaenlé anx Own^ belgee" (1SÖ5— 1838),
„Bipoei dea motifi dn Oode f>intl beige" (1850),
iJa póne de mort, aon paaaé, aon préeent, eon
arenir" (1866) en „PnBOmeB gtoéiMX dn draat
pénal beJg«" (1699).
Haut, Sdicniard, een aoon Tan den voorgaande,
in 1626 te Oent gebonn, waa proeuNor dea
kooings akkar en OTerieed in 1676. Hy echreet
o.a.: ,/Lee eoaïtieaa indnatiieMea et eoramerda-
lee" (1664), „Dn d«nt nriT< qoi r^it le> étran-
geca en Belinqve" (1815, ook „Dn £oTt dei gene
priTé, eonoUiré duu aea pdaeipee et dane lea
rapporta aTec iee kaa órilea dei Beiges" (1875),
„La ehriatiaDiame et k Une pensee" (1875),
,Jje gnoalieiame et la faaacmaooaaerie eoneidé-
rée dan* imi «ligine, aon orgameatioin, eee baaea,
aon bnt" (1875).
BaiUMimr, fnedriek eoa, een Dnitsdi nta-
«eoloog, du 28aten April 1897 te St. Andiae ge-
boren, odMiw ijpi mntikale opleiding van Soli-
•mm en OHo Deteo/T, atndeode in de iecbt<» en
DigilizedbyGoOglC
92
HAÜSEGOER^HAUSRA'nï.
nstifde lioh lie advocaat te 'Gr&z; ia 1672 werd
hg meent io (1« 'Uieoiie en de ges'!bi«de[ns étt
muaek aan de «uvervteit altlaar. Oq) bet g«bied
der muikk-aesUwtioa heelt hjj een uitstekenden
mam verworven. Hn vAreei: „Husik ale Ado-
dnick" |2de irA 1881). „Ridiard Wagni
SdwpenhMwr" (Stte druk 1692), „Vom Jenaeite
dM KUwtlers" (1893), „Die künabteriodte Per-
sSiüddünlt" [1S97), „Dd« AnJ&ng« d«r fiaimo-
nie", „0«cSaiiken eJoea Sdiaoenden'' (-vftnanielde
opatéUen, mitgcgeven door Siegmund von Hauieg-
ger, 1903), en „Un«ere dentaehe Meiater" {Boek,
itoxart, Beethoven, Wagntr, uütgeg«ven door Rv-
doU LÓuts, 19Q1). Von Hautegger overleed den
23Blen Febiuad 1^9 te Gnu.
Hauwgger, Siegmund von, «en zoon v&n den
TOirige, wéai den 16den Augnstue 1672 Ie Oisz
geboren, oatvding z^jn aniEi^Me optaiiding van zifn
vader, van E. \V. Degner en P. Pohlig, «i i»-
Eocbt daaraia de wiiversi^eit. Toen faq aobttiten
JMr ood ma, werd reeds ^ eerate opera t^-
geroerd; .^elfrid" (te Qmz !>890). In bet sei-
zi>en 1695— 1696 trad hu t^ «h ewtdóidgeat aan
de open te Oiaz, in \W9 werd ii^ benoemd tot
leider der ToUw-ejinpboiue-coDeerteD vad bet
Koim-oikest te UOncben en van 1903 tot 1906
leiddie hjj de z. e. „HtMewaakomerte" t« Fraidt-
fort. Sedert 1910 4b hij <iiritfen.t. van Je philhar-
DMnisdM coneeiten te Hannti^ en ook van de
<TiMfa>Diie-(»D<:«rten twd het BHltliDer^oiikeet te
Ber^n. Von Hmuegger geldt als een der beste
diripeolen vno osien tjjd en heelt ook als com-
poDut een goeden DHam. In 1896 Toerde de hof-
opera ts MÜDcbea ign opera „Zlonober"
(tekat T&n den compondet, bewerkt wtar l
A. Boffmanti); verder sebreef Jig: „DiionjBi«ehe
Fbantuie" (IS99j, „BarbaroeBa" (190S), „Wie
land d«T Sehnrör' (lfl04) en „Naiunyniiphonie''
(1911) voor groot orkest, een aantal werken vooi
manmokoor en gemengd koor met oriieBt, eni.
Hanihofer, Hot, een Doataeh Btaathniahon'
kandige en schijiver, den 23aten April 1840 ge-
boren, studeerde aMaar kt de reehten en wqme-
geerle, reetigde «r neh in 166? al» pTivaatdoeent
en werd et net Tolgei>de jatbr boogleeraai
staatJHiiBhoudkaDde aan de tedirneOhe hoose-
ïcbool. In 1875 werd hg teven» getown tot lid
Tan de Tweede EaineT in Beieren. Hnadueef o.a.:
„Lebr- and Hananioh der StatieUk" (^de drok
1882), ./^rnndïQge dea EÏMnbatoweaeoa" (1873),
„Der Indnstriebetrieb" (1874) „HaDtM^eBohitA-
te" (5de ^mk 1905), „Der ktütentkarnpi dM
Eleiogewerbea" (1885), „Die Eliefrage im Dent-
Bohen Reich" (1895), „Der moderne SonaliMnos"
(il896), „Der IiMfvstrid)etri«b, ^ndboch der Ge-
KMftaI«iiire fOr tetdmiedie Beamte" (3de aitgv
Te 1904) en „BeTQikerni^tMire" (1904). Verder
schreef 4iq: „OedubU" (2die dmk 1866)
«chillendie romans. Hn waa een grondig kenner
van liJn Bedersehe TaiferlaDd en van Tirol, waar-
van hg o. a. t<n de bekende -rereainriing van Vel-
hagen en Kbuing „Land «td Leute" eetnigde.
H(| overleed den 9den April 1907 te Qrie< (bü
HansbofBr, Karl, een Duitecb dcUatoAmn-
dige, den 28Bten Apral 16S9 te HOnchen geboren,
etuileerde aldaar, te Praag en Freaburg, vegtigde
lich in '1865 aJa priTaatdooent io de delfstafkande
te Münoben, werd er in 1608 hoogleeraar, in 1389
direeleur der Techndaehe HoogescWl en in 1892
lid Tan den Of^ereeboobaad. üg deed ondciioe-
kin^n over bet ast^rianu en de asfiguren in bet
ealuet, dte tot helaogr^ke reaultaten op bet ge-
bied der kiiatalfihyaiea leidden; OTer de krlatal-
lographiadie TerttoudingeD van vele orgaoiadie
Tarbindiiigen eni. Hü ecbraet: „Eüfstab^en mr
Bestimmnng der Geeteine" (1867) „Die Koneti-
tutton der namiliahen Sibkate" (1875), „Fiuii.
Ton Kobell" (1684), .^ikroaktfnEcfae ReaJctio-
nen" (1655) en .J^tfadem Edr dóe UineioibeBtJin-
nnmg" (1802). I^j overleed den Saten Jaiuiari
Autumuiui, Johantt Friedriek Ludieig. een.
DuLtach delfBtoIkinvUge, den 228teii Febiuaxi
1782 te HaortoTer geboren, Iwiodit het gymna-
ainm aldau, toen bet GaroUmuin en st^eerde-
v<ervolgene té Q5ttingen. In 1803 werd hg audi-
teur vsm bet mijnwezen te KlauUi^ en ia 1604
eeoretaria bg bet mijndeipartemeDt te Brunaw^
waaina lig in 1806 en 1607 een deHetofkuodw*
reu deed Wr Skandimviiê. In 1609 benoemde oo
regeering yan Weetlalen 'hem tot io^>eetear-ge-
oeroal Tsn de (ngnen. Weldra eebter I^de b^ deze
betrekking rMder, om zidi geheel earn de weten-
BChap te wgden, en werd in 1811 hoogleer^ in
de teduwkogie eos. aam de boogeeebool te Göt-
tingen, Zjpi Tigen tjjd besleedde h^ aan eea ge-
ogoostiBch ondénoek der No<Hd-Diii1«ebe be^-
Blreek en bqwalde m<h Jn3ondei4)eid bjj den
Han. Verder 'bezocht hg ZwiUerknd, Maüe.
Franbri^, de Nederlanden, Eïngriand en Spanje
en overdeed te GOttingen den 26elen December
1359. V«rn ign gescbrnten noetnen wg: „Kristal-
k>gr«j>hisebe Bettri^e" (l^OS), „Norddenl«cbe
Reitrige zu Berg-imd Hfitteokvnde" (1806—
1610), „Hanfiiacb der MineiaJogie" (3 dln., 2de
druk 1647), „Reiae durdi Skaoc&iavjen" (1811—
1818), „UuterauebunKen fiber die Formen der
lebkwen Nabur" (1821), „Verauidw einer geok^-
s^n BegrODdoag des Ackerbau- und ^tratwe-
aens" (l«i5), „Uffber óna Zoataod dea HanofiTer-
tehen Harzea" (1882), „Ueber die BUdang de*
Harze«" (1642) en onderwheiden belangriike *«!-
haiDddin^ in tndaduiïteo eo in de werken van
bet Komnlrï^ OeiKratschap van Wetensciiapfieit
te OOttingen.
Hatunuuuilst, «en mangaanoiiedoniduiil
(UniOi) nwt een mangaaogehalta tsu 72 k ea
een innratoMtaMe na ^%, krutaUiaeeft in
tetragoute, dftw)^ ook in tveeltneskriataHen,
ia linrinaclifig nrari, m«tealg1ainend, met een
hardh^ vnn 5,5 en een eoorteljjk gewicht na
4,5. Eet amdt niet voor de hlaMpvp en levert
bij gloeiing geen water en o<A geen nnistot.
Hen TJnd^ hrt in enkeivoodige en ook in twee-
üngakrivteJlen in het porfier h|j UefeM ia den
Earz en hg IIomiaD in het Thnriogerwoud. Bet
ontleent zgn naam aan den mineraleog Hmumamn
:Be aldaar).
Hsnar&Ui, Adolf, een Dni't«ch godgeleerde,
den ISden Jamiad 1837 te Kaïigrahe geboren,
studeerde te Jena, OOttangen, Bertgn en Hei-
ddberg in de theologie, vestigde zjch in 1861 dn
privaatdocent te HeideibeTg, werd er in 1867
frofeBBOf in de kerkgeedii^iBnia, en ie bier w
909 overleden. Hg aehteef: ,J>m Aiwetd Pan-
DigilizedbyGoOglC
HATOBATH-JfAUSSER.
93
hia" 2de Ank 1673), „NentntuDevtffi^ Zeitm-
whkfat»" (3de dn* 1679, 4 dhk.), „Der VJerka-
püdbiief dea Baolna «o die KminUier" (1870),
„Bebgitae Reden nnd BatavChtungeiL" (2de drak
\SeS), ,J)&Tid Friedricfa etiwiwi and 4He Theo-
loge eetner Zeit" (187«-^1W8, Q dfa.), „Klei-
ne Scfariften leHgiaiMgmdhialitliohen loiialte"
(1888), „AratM voaerewi«''<'ia»l>, „Peter Ab&-
Urd" (1S93). „U&rtin Lnttwia Romlahrt" (18M),
„Die AmokttsteQ" (1865), „Kwi HolBten" (1807),
„Aloi&nder und Lnther Kat dean Beiehfttage m
Womw" (1897). „AiHe Befauate. OedBchtnübUt-
tv" (1860—1902, S dh.]. „BtdMrd Roti» mxl
aeiiie Frafufe" (1902), „Luthers Leben" (1904)
en „J«Kn «nd die Beiiteataiiiientiiebea Sebriitotel-
let" (ISOS— 1909, 2 dfak.). Ook kv«nk hq onder
deo ecbuUiMUun Qeorgt Taglor ^ historieehe to-
m«M: „AatHuW' (1860), „Klytu" (1883), „Jet-
to" (18M), „EMiiede" (2de dnik 1885) en de
wt«WaMs, „Tutter dem Xst^peubsum" (1899),
pAi»n*M" fieoij) en ,4iw Aïbigenaerin"
L «t Baot—a, «en groot N«f!«rniU: in
Mtatm (B« aMaM) i» N.W.-AfriJc&,
•ebiipt •notgn op ttet boogknd toBGeben Sokotc
«Q Bonne «wocmd 4e bebfien, doch Tomt thnw,
doM' de EUlKt» onderworpen en met deie Ter-
neugd, b«t giooMe deet hIct toMdkins tm bet
ryk Sokoto met Qendo en Adamaoea. In teg«D-
■teHing DMt de nu veetodt l»*«Dde FfJlala zön
de iatulweiite, vwkiaaw Banna landtMrawor* en
haadwcrklieAn, tenriil ig leTena flinke kooplie-
" I da FeSato ^ ■* ' ' "
!. Leftim hoiMlt de Hanaia
voor een tnaaclieo de N«gam io«initeeac))OTea
oodo kolonie dor Hamieten, tenrö^' f>. Muller h
*1« loÏTero Mgets beidiooirt, nnwr «anDoenit, dat
i^ vroeger verdM ni*r bet O. meer ia de tiabq-
bêid dor fiaoutHehe volkeren gemwad beUwn.
Sommageo mtcDsn ook ondn de H«iim nog spo-
ren gevoMfen te bobben 'vwi vroeger fM Noord-
E«ro|M hnam^Mogaa bhawoogige verorer-
aara. De in 1892 te Londen oognwltte ,3enaea
Aaaoeiation" bedt ach de «todie der Haauataal
en de wtteüeetneele veihefting van d«en vclke-
atam ten doel gesteld (BjjbeIv«TtaÜng, nitgave
vu teksten ent.).
BAOMHurtaton, tot voor koiteo tyd de
graotate onder één heeisdter veteenagde (talen-
tood van HidM-^Iriika, Hggen tnnchen 6*15'
N.Br. en 0>15' O.L.v.Ot„ -bedaan een on)er-
vlakto <van 664 780 v.km. met een bevolkii^ van
18 nsHioen nnnmeiB en beateAU niit de r|jken So-
koto, Oaado e& Adamaoea {lie dese artikelen).
Ab eclite Haooaa pnyrineiea «orden fiimn, Dan-
m, Ooin, Kano, Rano, KatsMa en Zcgwg of
Saria beoéfuMwt^ bowoidien ign er nog oaedite
(Zaa/an of SanAara, KeU, Baat^i, Oocari, Yaoe-
ri «o KoRMtoIa), die dan «ttan 'van Sototo, ah
bdneraeber dar gttoorigen (fytriki-tt^imUmiii},
«en nhattiag iDoetea betalen. Bet booMbeatand^
daal dar bevolfciiiK vennen de &nMa (»e ahhar),
wier taai én oftiaeel, Aa in den dageJijkaolien om.
gang algemeen gebmikt woidt, m de FeUata,
dde de faeersebende klawe lijn, dui de snUan tot
hen behoort; voidler Toeaieg, bafitaarde vaji Fella-
ta en Toeorcg, Toekoeleur enz. Een eendgeuu aa-
menbaiigend r^ iuukkn de Hawaa volgens Ara-
bieobe geogtafen i«edB in IS50; lïuigzemeiWMl
werd bot im een aantal kleine sUatjos gespUtet,
mairoadeT voorsJ KaïM en Katsena Kch m de
16de eemv dMv beedMving ondersdieididen. De
lalun vond er kort na liOO ingang. Het Mo-
hunmedaanadM iwiderevojk der FoeM» of Fellala
ondel wieap sedert 1803 onder UlkmoH dan Fo-
dio (Chman ibn Faudani, t 1SI7) bet geheele
Ïetüed; de ExMmritKnéMxa werden wttal door
eUata-dmaatieBn vervangen. Hoofdstad van het
mk weid Sokoio, boevcJ bet in 1620 «bouwde
Woeroa neeatal dn lendentie waa. Na Ulkman'i
dood kreeg Mohammed BeÜo de eebte Hnuaea-
staten, met Sok«An als leaideatie; itjn jongere
broeder AbdatUthi de oneclite («aanbQ ook mg
Noepe en Ywoeba gepekeod kuninea vorden),
met Oando als wleL Hot inwendig beatnur der
^Moderlgke Hauseaetaten waa ODbepedct, eUeen
was HMD «faattiM aan Sokoto yemehnlifigd. lu
1902 bewHen de Ëngetecdno edtler Bidda, Kon-
tagora en ïola, in 1908 ook Kan», waardoor de
ll^ikgeMhe maeU ttrt niddett in het rijk van So-
bevraterm, waMdoor hot sta-
gen der prjjieu en nteei io het hgionder he4 (to-
gen VH den koera dec effecten wordt aangedoM.
HttnMer, ÏMdmg, «en Diütech geadiiad-
sehrqvw, den 26sten OetobM M18 te KleebiHS
in den Beneden-E3wB ^<eboren. ontving ig» of^d-
diog aan het gyauManm te Uamtbeun en ging
in 18S5 naar BndellMag in de letteren atudeeren.
Door invked van BeUoieer kgde hij lid aUaar,
«n later te Jena, ook op da gesdaedeoie toe. Na-
dat hq in 1S38 gtDiomovwerd wae, gaf hq ign
geediriften: „Die oentadMO Oesduebtssriireibeir
vofn AoCmge dea Frankenmii^ Us auf dS« Ho-
)ieDstaaren'^(18Sd) en „Die 8<kj^ von Teil" (1340)
het Meht, vertrok naar Parge. waM hg eratuef-
van lün ,«OeMM<fat« der ibeiBselien PMi" (1845,
2 din.), werd hg « tot budtragewoon hoof^raar
beooenid. Orooto behtogetelUng toonde hg in de
Rtaatkondjge bewegingen o. a. door ign Wochure:
..ScUeewig-Bc^te», Deutecbknd nnd Dinemark"
(1846). In 1847 en 1848 wia hg Ud van de r»-
daetie der „Deatwhe Zeitung". In 1850 had hg
liMing in bet ..UratHtnarleineirt" te ErfiHt. la-
nuddeis was hg in 1849 tot gewoon hoogleeraar
benoemd en had hg een aanvang gemaakt met
iga werk „Deateche Oeecfaichte vom Tode Ftie-
driehi dee Groiaen bie lur OrQndvog dee Dent-
erhen Bundea (4de drak 1869, 4 dhi.). Zijn oppo-
aHie t^en de keikelgke reactie in 1858 had ia
Baden een helangrgken wrioed, evenals iga he-
vige pofernkk iegea de ottiainoittaaDsche paitQ
in 1859, ter ^degenhtad van de henaddagingea
ov«r het «meoidaat met Bonte. In het aigemeea
wgdde hg idd kiaditan aan de bevordering der
liberale begiiiaelaL In 1860 w«rd hg weder Hd
van de Tweede X»xaac ea atrekte ar tot etenn van
Maart 1867. Van i^n geaehriften noemen wS
DigilizedbyGoOglC
HAtfeSBB-iBADTAIN.
nc^: ,4)eiikw«nllgk«iteii mr 0«Mbiebt« 4et B»-
dennbni IC«Tahition" (1661), „Kul, FreiberT n>a
SUo, eine 9ki»e" (imï), „Znr BeuuMhng Frie-
dndw dM GrciMeii'' (1862) «n Jüe Selorm d«e
DenteobeD BiiMlMtw«a" (1963), tawTH m i^
orerlMkn t^n „Oeae&i(4it« <il«T inoiOsiBdMiL B«-
mhiuóii" (1897) en im „OtacUiMe det Zótal-
ten der RefonoKtMHi'^ (1868) ia faet lieiit ijpi
TCndKMn. Ook twelut er eeo mtgaTe qJD«t
HTumeUe WM^en {186»-^ie70, 2 Sa:
_ Pm*
. g«bot«ii, tnd' DA de omwentdiDff na 18S0 in oe
unbl^te locnlMaa «d «m hi 1648 (HMleif(«fea
TAQ a»je, aocb weid iw de Februui-TVTOlatii
duniK ootiet. SapoUoH beiia«nd« hem «lehter-
Mn«(dg«M UtpiefeetTutVar, ileOii(mda,«n m
1853 TaafaetSeine-dc^MitomeDit, «<dkuDbthqtot
1670 bekSeeiMe. DoMdehenedieppiiKT&iiP&rii»
beelt hg ««n EniapeeMbe-Tennaaraheia lerworrcn.
Het gddrte bem de «veibewilkte w^eo door den
Moleg vut brewte otnUn geimder te nwken,
omti^ende, algejinderde jfedetltM door fra&ie
8«bouw«D roet bet mtddelpaiit te rarbindeD en
op deie wijse, toomI dow de boak<nud> en pu-
ken, Fiuji* lot de nmuste etad der werdd Is
nukeo. Vhi de door bem latffeToeide «erken
Mtemen wg de lie»dM|>Biog van aet Beit de Boa-
logne 10 «en ttim pa», de Terlengni^ mi da
Bue Si-nÜ en den ouleg na ondaiciMóai boa>
levMdi, bet boawen ma «itmuntende rMen, bet
MaTo««n nat ^oed drinkwater, bet veiljoawen
iu het HMet-DKQ en de ToUooding nn bet Lon-
Ti«. Al die werken aieebben editer reoenclitige
nftgarca (SB4 miltioeD Imm) waarloe groote lee-
ningen noodig wuen. Het geldeLqb bebeer thd
HauMmattn werd in de Kamer meënnakn «aoge-
nilea door Tkien, Qamier-Pagèt, Pieari en an-
deieo, doch luieê Ferry tfaebthem tenved door
bem ia lüit broebuie „Oomptes tantaaUqnet
d'Hanaman vande «ehamMökate reikwiiting te
beMiluddieen. Toen OUhür m 1870 mo bet booM
der nlwn kmtm, moeat ffmMMun lijn betrekking
■Mderleggen. fftmhon III bwl bem tot baron Ter
havan en m 1662 ODtriog b& bet grootkruia nn
bet Legaoan mt Eer. In 1S67 werd lig lid nn
den SeuMt en m 1867 na de AcNdenrie nn
Sdtoone Ewtaten. Ia 1877 werd iój benoemd tot
Sd na de Kaonr vao AfgeTaardwden, waar Iq
aeii bg de Baaafwrtialen Toeode. Ondet ign toe-
■eht ia een boogat meilcwaMdlM „HiatoJre géat-
nh de Paiia" (1666) m het Sekt gegenn. Hij
orerleed den 12den Jmmmh 1891, betrekkeHik
arm.
Batusonvllle, /oaepA Oikenin Bemard de
Oliron, graal de, een Franaeh «taataman en sehrg.
Ter, den 27ateD Mei 1S09 te PUye geboren, werd
eenie ffeMotadiapaeeeretaria te Napela en in 1848
S *<dk«tr«iteeet>woardiger. Wegena lün \e-
tiadte geroel» keerde Vi in 1848 tot bet
ainbldooa leven twog en ««at tn 1869 trad hjj
oppDBiti*. In dat jur
o, Oedarende den Franedi-
Dnitecbm oorlog, waarOTer h^ o. a.: „La Franw
et k Pnaae denat rEnrope'' ediraef, ]«<
teruggetrokken Of) iga goederen, maar
■ttüten nn den nwle werd hq afgeTaar<U^
a B<»deuix.
hg Hd dei aeadeoM.
X de Natioimle VengwferaDg te I
miaien tqd waa hn medewerker aan dm „Rerne
des Deu Hondea . ÜMuenboren aebreef bg:
„Hiatoiie de Ia poKtiqne ertMeiHe dn «mrar-
nement Inu^aia 1880—1648" (1650), „matoica
de Ia r«ani<m de la LoriMite Jt k EnuKe" (1854
-^1859, 4dln.) en .J^'tetise ranaifie et k pre-
<Dier eiDfnie" (Sda Ank 1870—1871, 5 dia.), fat
1878 weid lig acnatw todf torarwkiw; hg over-
ked dn 28eten M« 1884 te Parna. Na tm. dood
TsrEcbean ,Jfa jennaMe 1814—1880" (4de ^<iik
1866).
Zmi editganoote, ffraiiD Loaiie, geboren pria-
aea De Brogue, wcntd ia 1818 gcbora&enaweef:
.Jtobart Eknmet" (1858), .HHaq^oeiite de T^tM,
reine de Nanrre" (1870), ,Ja jeoneaae de Loid
BjiMtt" (1872) en ,Jjea dMuArea aooiea de Lord
Bnon" (1674). Zjj overked den 21aten Aftrij
HaufOHMlIe, Oabrtel Ptnil OlAexta de OUrtm,
lieonte de, «en loon tmi den nrootgaaade, den
Sleten Septeadm 1818 geboren, weid «o 1871 tot
ndkaTettemmmidigei gekoien en voe^ cidi
1^ bet leèbter eentram, maac lag ktw iqa man-
daat niet Teiaknwd. Tot de» doMl *wi den graat
MR ParS» (1894) waa bB de Tertmowde vin bd
Hnia Orieoiu in FiM^iik. iBii tefaïvef: „Saiote
Benn, aa lie aaa oenRwT Ö875), .J«a MabU*-
aementa péattenüaine en Fnaee «t mi taVuöuT
(187S), .X'enfaiMe i Pana^ (1879), „Etadea bio-
gnpt^onea et KttéfMna" (1879), „Etodea eoeiv
ik. Ukiie et raaèdea" (1886), „Vat de U Fa-
vette" 1691), „Mme Jukacaaxm" (1892). „Socia^
Uame at ehariU" (1895), .jAOordiin" (1895), M
duobeaae de Bouigogne «t I'alliaooe «a*oiarde
aove Look XW OwS— 1008, S dk.), „Sakana
et miaèrea de leonae" (1900) en „Vania" (1904).
Het UmoUua gaf bq „Saareniia de Ume dB
Mautteaoa" (19(S— 19M) mi.
Hantaln, PAilipa de Zoete, beei mi, een
der «ente ondeitecÉeoaara van bei Veiboad der
Bdekn, heeft mA lieroeatd gemaakt doot iDd
, _ _lg tMd w krt na piiaa Willem l
krggnotk venaoMU da het kaa van lliokn, «a
dit moeat op laad no hen, dk te Antwopan
met den puna in betrekkaog atOBdaa, daariieei
wordea Mtooden. Daar Bmtam akebta w«oiga
ia beaiMkbaar bad, wMxkt de Aotweme-
bem gemakkd^k konden weren, deed nQ
ia da verte die nastnigen «ea roeoigte vlagnn
en wimpek tn top halen, waaidow ig 4am«ei
aebuMa. Het gdnkte bem dut ook tegea fcet nl-
kn nu den anmd neb nn de stad meeator
te maken, waar bjj ak beripdai IwehaaM «b
met een gouden keten benltigd weid. Ia 1586
waa hii er goaveRwoi. Porma betegerde toea
de atail en terwgl Haatom den 25oten llei na
du Jau een ntnl deed en tMaggeakgen werd,
qiraag' hjl Ja nlte wifMOinwtiag na den dqk
en atttte k de atoddir.
HmfariR, WaUm de Zoele, beer na, bekkedde
gednende den Taeblinaitgen Ooiiag de waai-
digfaeadTan UtenaObwInanrf van Zaeknd. Toen
in 1605 bot ^oniebt udt venpreidde, dat 1900
leefde hg 1 Spaojaatden nat iJaaalM» naar ona laad mondea
' werdea, «tak ^ k lea, «n de Spaaaaoe rioot
te oBteoetan, ^ iriA dese aan, doeh wenl door
de Bngekebea Okeer beleouaerd dui geholpen.
UI, Qo- I
DigilizedbyGoOglC
HAUTAIN— HADTEl-VIEamE.
Hwdat hq dedito de beUt der v^uMkligkA vaar-
tcDgen TNOtden fam. In ld06 lond men hem &k
ÜtomntfjCDeTMt) over 24 wbcpea nu Sputje,
om >ieh tmi de Spaanacbe W«A-Ii>diMhe retour-
floot meeeter te makeo «i Int tROoMwn <i«r
SptMDMln koconHdos *e beletteo. ABeeii dit
ImMc mocht hem getakkoi, docb )^ sag üdi
wridta wegene gebrek eao leTenomiiddelea ^
noodaakt naftT bet TsdeitaDd ^ug te keeren.
Ia bet m^ttx Toa 1606 irerd bij wedeirom oit-
nramden en bg ifie celegeiiiieid tit
oa-tAaiiul lüüatr Klaanoon met
de lodit In 1025 giiK faq uur La Rodteüe
M iHdp Tan Lodetemk XIII, docfa werd op u
dMDg der NedeitomiidM DueddlafflteD wewa 4
ngKerocfwn en w vomweddjjk niet feng daarna
oveneden.
BMltlwtc d'unonr. ^ Hobo.
HantwsonT, 'Hmirt PAiKponeau
FruHch goctgefeeide, den ^den SffHemfaer IMS
te Doelie in BMee-Nonnaadie geMien, teaodtt
reeda vroeg de edwol te Saumor, «tnAeerde «ei-
Tolgeu ia de wj}Aeg«erte «o werd in 1064 meea-
tet kt de «öe konsten. H^ tede sieh veiTolgeaa
toe «p de godgdeadtieid en 4e Owterwbe tsien,
lerdediede w 1669 mn duaertatie „De Eide" ea
weid 2 jaar later preafatnt te Smudot en t)ela«{
met bet ooderwga ai de ffódeekMntttetd. Hy nam
die bettfUune waar tet lo 1685, toen de edwd
op last nn Lodeie^k XtV weed vpgehewn, <
i»^ '_.i^ .^^ jjp eooderen te verkoopen
•ntd 'nriof «
en WM er werktMtn tot ün doot^ den 25at«D Oe.
tober 1715. Hg lieeft oukaBdiadeM <U«wrt»laee
ia bet üetit gegeven.
Hanto tlnuioe ie de benoniifig roor de boo-
ge KmiMttele kringen, de voornauMte banfcieii,
« bMKakoaÏDgen.
HaQta-QarOQiiB <e de inaooi van een iHxu-
temeot üi Z.W. Fraokrijk, vraarvaa het Z.W.
deel het vroegere bodechap Oasoo^oe, het N.0.
deel Longnedbc omvat. Het gTeut ia het Z. aan
Spanje, ia bet Z.0. aan bet depaitement Arjége,
in bet O. aw Aode, m bet N.0. aan Tu-n, ü
het N. «MS Tan>-etJ}aioDne, in het W. aan Gen en
Bantea PvrAnéei. De oppervlakte bednagt 6365
v.km^ het bevolkioeecgfer (1911) 482126, dat
fe 15 000 Dmiar dan m 1906. Het doMrtement
ia verdeeld is vier anondiaeeDMtiteD: Htiret, St.
a•nden^ Tonloooe en VÜlelTandie. Hooldetad
is Tonloóae.
Hants-XfOlr» ie de OMun vaa een departe-
ment io Z.-Frankink, «intengeattM mt oeelen
ven de oode IsDdeeoappco LMigvedee, Auvergne
en Forei. Bet nenet u bot N. uu de daporto-
menten Pnv-de4)6nM en IXKe, in liet W. aan
ChotAl, ia W Z. wn LotèN, in bet O. aan ^-
dMie. De oppsriMtte bednagt 6000 -v. fcm., bet
bevoUingarater (1911) 808^, d.i. meer 4m
IDOOO minder hg de v«ft«&rflk« van 1906. Het
aefênmteat m vecoeen m «ge anon<Maemen-
len: Bitonde, Le Pny en Teaingeau. Hootdetnd
liLePa;.
Hanta-Mam* i» de naam vmi een d^wrte-
ment in bet N.O.-FraBkr^, gwormd nit het Z.0.
deel ven Chamnagne en kksne gvdeeHen van
BoiHgtntdie en LothafringeD. Het gienet in het
N.0. saj> het diepertemeot Mau, in bet 0. un de
Yogeien, tri het Z.0. aan Haute^afine. in hert Z.
en Z.W. aan CAte-d'Or, in het W. a&n AiA)e, io
het N.W. aaji Hame. De omervUtte bedraagt
6258 T.km., bet bevolkingeentw (1911) 214 765,
(kt ie 7000 nmtési d<ui w. 1906. Het departement -
ia voideedd ist dne arTonddmemeirten: ChMunoot,
LAngree en Vsaey. Htmfdstad ie Chaummit'en-
Ba«Bgny.
Hantan-Alpes u de naam van eem de^iar-
tement in Z.0. Pmikr^ Kemrmd Dit de Wl-
Bcbappen Bidamfonnaie, EmDninaia en Gtapenjala
der TtMnoaXBe Dnapbuié. Het ^reoet ten O. aan
ItaL'i, ten N. aan het deipaitemenit Savo]^, ten
N.W. aan laëre: ten W. ooa Drdne, ten Z. aaa
Baasee-Alpea. Het demftement woidt door de
Ccdtiaebe Alpen en de weetelqlw TooisebeigteD
daarvBB ingöiofflen, beriaat een <»pervMDte vmb
5642 v.km. en teH (1911) 105068 inwonem,
onffeveer 2000 nÜMler Am in 1M6. Het ie ver-
deèèd io dti« arrODdbaecnenten: Brmnfon, Bm-
bmn » Oap. Hooft^daata ia 0^.
Hante-Saftne w de naam van eon depaite-
ment in bet O. 'vou Frankrijk, gevormd nit bat
N. deel vaa Franehe-Gomté. Het grenst in tiet
N. «an bet defuutement Vogeien, in het O. aan
bet teiritorinm van BeÜoit, in bet Z. aan Dooba
en Jura. in het W. «na COte^-Oc en Haote-
Hane. Da.o|Ni«rTlaite bedraagt 5374 v. km., het
bevelkit^t^ (10H) 257006 nekn. dst ie on-
geneer 6000 oiitideT dan io 1906. Het departe-
ment ia rveide^ in drie ammdiessnenten: Oray,
Lure en Veaod. Hoofdriurts is Vearal.
Haata-SavoU ia de naam van een depwle-
ment én het Z.0. vmi FnnkrQk. gevormd uit
bet N. deel van bet voormaUge hertogdom Sa-
voie. Het grenet Jn bet N. aan Oenève en Waadt
(Zwitserteiid), in het O. aan W&lKfi (Zwiteerlaod)
en ToqJD (ItaliB), in bet Z. aan bet defMrteniNit
Saroie, in bet W. aan Ain. De oppervlakte be-
draagt 4597 v.km., het hev(Aii«acgfer (ISII)
2SS 187, d.i. 5000 ommIw dam in 1906. Het de-
partement omvwt vier arromdiaeementen: Aitneer,
BonneviOe, St JnKen en Tfaonon. Hoofdphuria ia
Anoecy.
HantM-Pyrénéai ia de naam tm eeo de-
pactetneitt in bet Z.W. Frankrijk, gevormd u»t een
aantal landMhappen v«D Oaêeogne. Het grenat
in bet Z. «m Spanje, in bet O. aan het dcfMite-
ment Haate Gaiwiae, ia bet N. Mm Oer», ia bat
W. «BB Baeeee Pyidaéee. Het departement ia
bereaohtig en rgk aiui natmtraohoon, want het
BbiAi tiefi oit tot den eentralen katn der P;r«-
neefin en bevat de boogete toppeb van dit ge-
beigte op Franecben bodem (Vignemale 3290 m.,
MariwiA, 825S ffl.). De omervlifcte bedraagt 458S
V. km., bat bevdUDgeejjfer (1911) 206 105 neten,
dat ia 3000 minder daa m 1906. Het departe-
ment ia wdeeM in drie arrondiaaementea: At-
gidèa, Bagnèraa^ie-Bigom en Tvébm. Hoofdplaata
w Taibea.
Hant»-taUIe. Zie Tenor.
Haute- Vlennn i* de oaKn van een departe-
ment Mt W.-Fnokmk, gevormd uit deeleiv vaa
limooaiD, HkcIm, Poétoo en Berrv. Het grenat
in bet N. aan bet de^utment Indra, in hat O.
DigilizedbyGoOglC
HAÜTE-WENNE— HAVANA.
uo Omi»». in bet 1X3. hu Ooirèie, in het Z.W.
«UI Tkaóogae, in bet W. aut Ohueate en üi
bat N. W. MUI Viamie. De oiK>ervUDte bedïaagt
5490 v.km^ het berolkHwacjfer (191 1) 384 736
li^ 1000 mhider dka lo 1906. Het <fc!pa.r(«-
■sent omTflt vin «lOndBeawneaten: Ilellae, litno-
I, Ro^iedKMurt en 8t. Yri«u. Hool<^kats ia
Hsatponl, Mane Contlmt FidèU B»nri
Artnand, mukiee tP, «en Pntiweh krqgieiiiaii, in
1790 op bet kasteel laborde in I*i^wdae ge-
toren, T«Tloor door de Omweatefiog lün ï*—"
gen, BOcdat h^ bjj VeieBiUes «eoim tijd ab '
DMUMJ<»g«n ^Doe, en «rerd in 1905 gwifcwtrt by
de njdende vtyieiie. Hjj streed oÖok Mural
Vj UbD en tiq Ansterliti, werd in Smaje (IfiOS)
favToidenl .tot nmjooi bg den atftf der atrtiUerie,
bq Wmam ffewond en óoot NapoUoit og bet
Mgirid tot bfateia dei gudt met den tang
ven ehet «feeoMkoit benoemd, keerde im 1811
atMx 8pMÓ« torag, vvlbneht «««ligie geinobti^
jendSogen en to«k ia 1812 met óta k«»er naAr
Raih&d. Vlii^A wM hq i^ik^Mroia en luilenuit-
k<3oM) der «ode gMde, atieed bü Llltien, wmd
fcq Dieaden iweaf gewoitd, doch was een der eei-
•ten, die lodewyfc XVUl erkenden. Bü den (e-
rngkaer laa NapoUon oam hij de wjjk Daar ii}ii
laadeoed bjj Hoia en ca de Tireede Reetaurartie
«nnaÏMerde hg de ejjdende mtUitrii, werd in
lffl9 T^dmaHsdMlk, in 1823 i]H|Ket«nr-geaie-
im] in de PyKMièa en Uiler «iMpeel«nf.eene-
mal der boainfeiüke artifleneechool. B» ^et iMt-
banlen der tendutte no 1830 Meet hq Korel X
getroDw, verdedigde bet H6t«I des laTalides en
Mm «kwna afo ti^J-C In 1633 wae hjj korten
tjjd bofmeeatM Tam den bertog van Bordeaux te
mag, do«li keerde weUfa naai Frankrijk tenig
«n overleed den ISdan Jaooaii 1854 te rarjje.
Hant-rttllit. Zie Reliëf.
Ramr ia de naam Tan een droge, onenaprin-
gende doovrrnebt^ die alteen Tootkomt bij Kraie-
aoemigen. Deae rmdit is a«t twee fraehlblaad-
Jee gevormd en qnis^ met twee kleppen open,
maar i66, dat een vLeiig tueaeheiw<^t, dat de
inwaidig« btdte tn tweeCn v«pde^ hlgft >tu«n.
Aan dit J-naaebeneidiot vja de nden bevestigd.
Hally, René Ju#t, een Franach deirGtofknn-
d(g«, den 26ateo FArnij 1743 te St. Jwt ge-
benn, wödde üeh aan den geeat^i^en ttaod,
doch geroeide iiéi seer aaogetrekken tot d« na-
Inw^inufe, vooraJ de delfstolkunde, en wekte
wekka de opmenkMUHnbeéd door liJn onldekktD-
gen onit«>ent de mtten ótr kristaOiMMJe. Gedu-
rende de Revelatie liep b^ groot gevaar, doch
ootkwam aan bet eeliavDt door de voorapraak van
Gtafhtn/ Saint-HOairt. Ja 1798 werd hg Ud der
Commiaaie vioor maten en gewichten, daarna
ppoteaaoT tan da iEoote oarmak en in 1794 eon'
•errator va» bat CaUaet dea Minea. Nu gal lig
^ benxfod „TnM de miaérak«te" (2 dto.,
met atlaa, 2de dmk 1822) in bet Hebt en werd
boogleenMur ia de deltatofkimde. B|j de itiohting
van bet Inatatuut behoorde hij tot de eenbe h-
den. Oedorende de Restannbe vemunderde de
«egeeraig bet Utioa petwioen, waarop 4iij aar>-
qmak Sad^ hjj oveileed den 3den Jiiu 1822. Hg
leverde oodenehelden vetbanddiageit i« tgd-
adujftea en adireaf daarenboven: „Eaaai d'ime
theorie lor b stractare dea oriatau" (1784).
„Traiité dea caraettpea phjniquea des pienes pr£-
Dieines" (1617) en „Tiaité de orietaaographie'^ (2
d^ met atiaa, 1822).
Haliy, faienlin, een broedeo' van den voor-
gaande, den ISden November 1745 geboren en
overleden dea ISden Haart 1622, wjjdde lich
aan de etndie der ndeavre talen en aanvaardde
een betiekkijig hjj het raHHstede van Buiten-
landedw Zaken. Vooffal maakte hjj mdi beroemd
door eeo doeiniaMg atelsel van «nderwjja aan
Minden. Hjj bisebt bet k 1784 ia toepaaaing in
een door bön geslidit blindNiinBtitnnt te Pm^
tater te Berign en «indelqk te St P«terAuig,
vanwaar bg ia 1817 terugkeerde. Hjj streef
„Ësaai anr l'AdDoataoD des aveogke" (1786].
H&nyii, sJdoe geooemd naar den mineraloog
Haüg, ia, evenate lazuLiet, een iwavel- en iwa-
veianarfaondende ddlstol ven een blauwe of brai-
ne kleur. Bet behoort tot de familie der eilica-
ten, knataiÜBeent meeatal in den vorm tbo den
rhombendodekeedw, doch bestaat dikwüls nit
kriata^ne korrels, i« meeatad leiuur- tot bemda-
blaaw of Uauwadtic wvt gekknid, heeft glas-
tot v«t^acM, vetaebUleode graden ^aa doorgcbij-
oendbeid en een aooiteljik gewicht van 2,5, ter-
wjil ign hardheid toaacMn die van apatiet en
veMqNtat gel^m », & — 3,5. Het ie een vertno-
ding van 12 % iwavdinar en 34 X kieadoiied
met akmininnoxied, jperoii«d, kalk, netron of
ksii en watEWBffe[,enTorc>teenbest«oddeelvan
ondeiaeheiden lavaeoorten; zjjn aamenateUing
wordt uitgednikt door de formule K(Na)AJ>Si(0«
-f Ca(KiNa.)80..
Havana, La, (San Criêtovot de Ia Hmatta,
Mik Halxmai, de hoofdstad van bet eiiaad Cuba
en de vooinaamate handelsplaala va» Weit-In-
diO. Kgt «p 28V N.Br. en 82^2' W. L v. Gr.,
aan «m gcoote tot 11 m. di^ haai nket een
aanwen ingwig (360 m.), di« uoh in drie arroen
splitat: de Kwenad^ van MarimeleDa, Quasaba-
eaa en AtM«s. Aan de etad, dGe (1914) 350 906
inwonere tek, akiten lich io het W. en Z. W. de
voomteden Oarmdo, Cerro, Jeens del Honte
(met drijvend dok) en R«gU aan. Het kümaat is
aangenaani en de gcmkUstde jaarten^>eralnnr
el«^ta 25* C; dooh gele koorts en djaenterie
eischten vroeger veel alacbtotfera; eerst lüd%ni
het AmeièlRMuuch bettaur (1898—1902) tjjn de
■anitaice verhoudingen vert)eterd. In 1901 waa
het sterf l^rooeDt nog 17,6 per 1000. De straten
der oude atad ^jn nauw en aieebt ^plavtid. die
der nieowe stad, omringd door nMxne boulevarda,
daarentegen breed, doch eledrte ten deele be-
atiMtt. De hniien, «Ke meeatal één vertUeipiiig bét.
ben, maken met bon witte en boote klenren een
vriendvlöken iodrttk. Aan de Plaia de Annaa,
waarop een standbedd van Ferdinand Vil, lig-
gen dte in 1724 kt ond^paanaeben Mjjl geboawde
kathwïraaV waarin van 1794—1699 het etoffelijk
ftveradiot vaa Oobmbut rastte, de Ueioe kapel
(El Tem{M«, ter berinnenog aam de esrate mis,
die bier na de oitUefekng van bet eiland onder
een kokissalnp eetba (katoenboom) Mwrd w««^
en bet rccgeriBgapalria; aao de Flaaa de San
Francisoo net donanekMitooT. Verder verdienen
vemeUiag bet biaadMpoelqk pakae, de beurs en
de Taeon^awvwbnrg. Mooie ^ken met gedenk-
DigilizedbyGoOglC
BiAVAiNlA-^ttAVEa/XIK.
97
tMkenen, bhtetupericen en footeimen leiilen nn
bal ÏD het N. gelegen Oaatitto de b Punta «uk'
d«n Cunpo de Harte en bet Centrealgl&tiion, de
FMbo dt l^oon, de modBtc «but der stad, van-
diu DMT den «UerBotata en nut hot op «en boo-
ma faenTcl gekgen CaetJJk» dri Priodpe, dat met
net in 1560 op een steUe rote aan den haveaiio-
gmf ec^MQwde OutiHo de b C^baDa aan de ooet-
sgie ia hafen, met het Caetük> de Ateiee ia hert
Z., de Btod beadieimt. Ben reaaat^tige waterlei-
ding 0882—1887) vooraiet de stad daceJÜks tso
130initlkKnL.w»ter.Hafv(uiai«de zeted van bet
bevtniw f&n Ciün en >raai een ibieedtop. Op onder.
wys^Ued nodt men er een lio 1726 dooi de Do-
nunittnen gestidtte, «ok thuw ong door faea ge-
legde ntwremiteit (met in 1914— ISIS 1i273 stn-
denlen), een pneeteneminMiium, een kooet-, een
kr^lgs-, een teehndaehe- en een kiMfixMiwe(duM>l,
een biblioHieek en een botaniichen tuin, Tstder
vier sebcMiwbtHgen en een gebotur voot stieren-
|ffiTeehieii, Van de seran uekei^Hszen bevat d«
BenefieeDeM een »e^n-, annen- en weeebnie
, Zeer belangriik ia de
dan 100 Mrieken, die
t «tga-
(7« ki-
nguenMMhiatiH met
MMt 1908 t^Dft efie 4»det 4ea AmerikaaMflhen
Mwkatmat lUan. De invoer bedroeg ia MS:
332 121 balen ttdxüubbden, 168 tt^ioeD
ten, 18 imUHMn fnkjea «garótten en 2856';
lo'i gekorven tamc. Verder Tindt men w eboea-
Ikdelabriekeii, fonMnrergen, lvaiider|iea en sritee^-
limmerwMteD. De bmiet ia «amienlük, diai
HavaiM het inadde^Diit ie tan bet Spuneoh-
Amerikaaoadi iiaiMl«liv«iieer. Ingevoerd wMden:
gedroogd ■vteeech, «t^noeh, meel, i^t, vet, «ijn,
olie. «leenÉ4deii en fifatekawaren; utgevoenl nii-
ker, mehooc, tiink, ngann, sigaretten, kotlie, bo-
nig, was en mm. In 1911— 1912 badden de bin-
MDgekomen achepen een uitioud van 5 milloei)
RegMertooK Reedrastwe shxnntMrtvei'binding
bevtaat met 9|)aïije, Prankrök. Engeland. Duitech-
land en de Vereenigde Staten. S{>oorwegfn leiilea
ami Cttfaeto, ViManoava, Uariaoaa, Batabano,
CientoegoB, Hetanxae en Ouanabaeoa.
Harvaaa we^i in 1519 naar lijn tegenwoordige
pUate ««rlegd, nadat hot én I'SIS door Ditgo
Vdaigvei io een onge»mde streel dieht bf) de
tef^wooidige haven Baraooa geeti<Ait was. Be.
teekenis kreeg bet eerst in de 17de eeuw, toen
de S^njaard» het tot stapeJpkats van al hun
Ameeiluaaaebe beattingen en tot vereeiugiitfi-
puDt der vloten maakt«n, die de ed«]e metaten
van P«rn en Ifeiieo naar Europa brachten. Tn
1563 door een Froneeta leeroover ingeoomen. werd
de stad meermalen door de FiMteehen en Engel-
«eben. heit loatK (M Angmtns 1762) door de
Ëngeleoheo venyverd, doe bet edtiet bg den vrede
vait Parge (1768) aan de Spanjaanleit lerugga-
HjiTard, Henri, een Fronst e^rgver en
konithjatorieoa, in 1838 te CharoHea geboren, ia
•edert 1867 luspeeteur der Sohooae Knoeten.
Vooral Ned«rtaad en de Nederiutdsdie konat
werd door hen hettmtewd, iaotia uit im talrn-
te MC^Ülvn ^ken kao. H^ «ehreef: ,Xee nier-
veiflee de l'art boHMdaie, espoeéee k Amsterdam"
<IB72), „ObjeU d'art «t de enrioaMé. Üaia dee
grasdei efAoetioM hoHaodRiMa" (1678). „U Bol-
fande pktoresqne" (g«illn>treei<d, 8 serifln, 1874
~<1676y, „Ametendam et Venise" met giavoreB
VOD Fhmengen Oaur.herel, 1676), „Hiatore de la
fayence de Deltt" (1877), „L'art et 1«6 artietee
hollanibia" (1879—1681), „La torie des Oueiiz"
(1979), „La Holtande è ml d'oise&u" (met ^vu.
ree vwn Lofonne, 1S79), „Hietoire de la petiotuie
bollandaiM" (1881), .J^'ait ii tiavers les mijnre"
(1681), „U FJandiek vol d'oisewi" (1662), „L'art
dans ia madeon, grammaiie de l'ameuUement"
(2de dmk 1867, 2 dlii.). „DdctöoiuiaLTe de J'amao-
blement et de la déoomition" (16S7~169D, 4 dfat.),
„Les Bot^" (1893), „L'oeavre de E. V. OalUnd"
(I89S), ,3ietod(ie de l'oT[èvi«rie franf^ise" (1896),
„ffistoiie et pihJbMophJe des a^tes" (1399 —
1900, 2 ébk) en „Lee a«l« de 'rameublemeDt"
(1891-1667. 12 dtn.), M Ftwm arttatjqoe «t
monumentale" „Leopold Plameng" (1904), ,Jie
bon vienz temps" (1904).
Havel, een le^tengiiviei der E(be, <mt-
sprangt in bet Dambeeker Heer of den HecUen-
borgmben Lentkng, etioomt in iindemke hoold-
richting door verediiHende meren, en komt bq
FflrBtembuig op Bnuidenborgach grondgebied. Be-
neden Onmi«ibui« vMmt zü wederom mereih
bet kaïtste, bet Beer van Pidtaerbe. Beneden
Potadam wendt de Havel zieh naar bet W.. be-
neden BraadeabDig ia het Plauer Heer naar het
N.N.W. Zg ia aew goodi bevaanbaar, n.!. over
831,6 km., terwqi de totale lengte ekduU 356
km. bedraagt, en «taait door kao^n met Oder en
Elbe in veitandiog. Van baar EgrtviereD ie de
Spree de bdangrö'^ste.
Havelaar, iaeob Petrv», in 1640 te Rotitor-
<km ^boren, vrerd in 1865 benoemd tot adcj-
boret, maar in 1857 op vcraoeii ate zoodanig eer-
vol ontAlagen. Vervolgens shideerd^ lin te Dellt,
waar hy jn 1664 heit dLploma van ekiel-ingeirieur
verwierf. Hn was van 1870 tot 1679 kameraai van
den L^a^Bovonduitt', van 1876 tot 1684 pro-
vinciaal régenienr voor Drente, en van 18M tot
1B88 hooItSngenteut van den waterstaat in dat
gewest. Van 1368 tot 1801 was h^ nHwist^r van
wnteretaat, handel en ngverheid, van 1691 tot
1893 ïd ven de Tweede Kamer, van 18^ -tot 1903
ddieotear-generaal van de posterijen en de tele-
CTsfie en van 1902 tot 1914 Üd van de Forste
Lmer.
HkTalook (Engetsch) ia een maatel o1 ju
met een meestal tot op de hea)>en reikende
kresg. loo genoemd naar den Engelschen gene-
raal van daen naam.
KBT«look, sir HenTv, een Bngelseh generaal,
den 5den Aiprü 1793 te BtAbops-Wearmoulh (Dnr-
bam) geboren, ontving ijfo opvoedi-ng in de Cbac-
teiWraeecbool te Lmiden en stodèenk er ver-
volgene in de reobten. Wegens famulieonMtandig-
heden trad Henry ais luitenant in dienet, en ver-
trok in 1623 naar Britseh- India, waar hij bjj den
generalen staf va» m Arehibald Oamfbell dee!
nam aan de gevechten van Nacm^K, Patanagoh en
Poghan to Btrma (1624); hü öesohreef dien oor-
kw in lyn „Historyol the Avacampaigns" (1827).
Ate kaDiteJn mm hg in 1866 deel mo den oorlog
rn A%JMinaatan dien hy 'beaehreet in zijn ..Nari«-
trte <rf the war of 1888—1889" (2de druk 1640,
2 dhi.) en „Meinoir of the Afghan eampaignB"
(1841). AJe nM)ooi vergezdde ng bet leger on-
der Oougk, etreed hg kt 1648 bg Haharadsjpoer,
DigilizedbyGoOglC
en w«nl in 1644 ioiteiiMiUokNMl. Na M nit-
buflten wt 4ea oorlog tf^eo PemB (185S) oot-
ling hg tls gaterwd-aMJÖor Ji«t bev^ orer Ae
ttroMe dsTuie, wiArmede hij deel nam «au de
eipedttM naar HcduiniDeTaii. Bg bet uitbreken
no 4len OfMtaod der Sepoys nAt« hjj nwt qjn
korpe <») tot ontiert tui Éanpoer en LaUwaw.
NaAt ug <fe op8ta9K)e£ngen onder ffnui SoAib
bü Fatibpoei veishgen had, v«rdreet hg boi uit
"' "I trok naai Lakhoaw, dodi wnd Dft
berhaaMe oferwjnaiogen RenoodiMlt omi dn
genoo
Het t
Oatigiea terug; t« trekken. Met fanlp Tan mMraal
Outron en van óea oppetberelliebDer geKwte bet
tea «lotte laMtaam te oiitult«n. Haidoek ow-
ked, alecitte wonkw da^n nB bet ontiet, <1mi
SSoteii Hotember lS57 aan lijaenteeie. Ntig voor-
dat de tgding van ijjn dood ËngekiMl böraikie,
bad kootD^iit Victoria ban Teiheven tot baronet
met dan tatcl T&n Haveloek van LtUtknau.
Zie: iforniKm, Uk of HafekxA (1360); forbes,
HavekMÜc (Londen 1690); TrotUr, Tba Bajvnl
of India (Lowfen lOOS). ,
H&velte M een gemeente in de piovJiMN
Drente, groot 7S0I H-A. met (1916) 301S nvo-
nMi, omgeTén door de gemeenten Vledder, Die-
Tet, Dinogefe, Roinen, Uninerwold, Ifepod,
NqeTeen en Steenwgkenroid. Z|j omftt de dot-
pen H««eHe en W»pwrveen, de bnnrten Undte,
Veendqk en Heaaeke en de griiDchten Hokioge,
Ngent^ en LMgeveJd. De bodem beetaat deela
nit veen. deeb uit nnd.
Het 'k'tp HaveLle beiit in de huuri 2 bune-
bedden. De H«rvarmde k«rfc ataat ia de n^^-
beid Tan het dorfi, maar iu«t er m.
Haven ie een tegen stroom-, wind-, lee- en
gigang beaebermde waterTUite, waar Meecbepen
en binneoTaartuicen gemtkkcHf^ koiuien kden
en kween, ateneoe een veilige ligpïB*U en ge-
legenbwd tot het doen Tan beratelnngen vinden.
Natnnrlgke'h avena twjmd de door eiJan-
den, kndtongen en gotTbrekera beschermde
bodtten, «ok dwi traaneer i^ tad kvnrtnuti^
«eTeis (kaaimnnD) T4MnzieD ign. Knoetmati-
ge bateu sön aUe gegtSTen bavenbekkena.
Staetk toeganke&jke open faaTeni rindt ohd
aan leeên sondei of met geijoge eb en vloed, ler-
wgl daar, waai het leracail tuascben eb en Tloed
giöot is, meer gesloteo havens, de looge-
iMuunde dok- of binneahaTens t^tredeo.
Of een ofien, dan wel een gestoten b*Ten doelma-
tiger is, bangt van de waterdiepte der haTen en
bau toegtuigen af. Voordeeien van een open ha-
ven lön: gemak^algisT en ODOnderbniken vei-
keer, MneTeiw bet vesTaüen der bootdiluiMn.
Nadeelen bjj aaniienlgke sebomnMUng van den
waterstaad ran: hooge oeretiniiren en ak genvlg
daarran inoeilüker iMea en keeen, en sterke aan-
eUbbaog. Vooibedden van open havens Tormen
alle Oostzee- en MMldeflandsdw Zte^mvta», Vlde-
singen, New-Tork eni., gesloten bavou vindt men
m Amaterdam, WiUiclnMtiaTeD, Bremerhaven,
Londen, Liveipód eni. Is «en haven wel La waar
i^n, maaj- alécbta met boog water toegankolük,
dan wordt zü Tloedbaveo genoemd.
Zriden ie een hsveD handels- en oorhgehaven
t^el^ (biJT. Brast). Da bandeUhaven km
u vüechiüende met de ondeiedieiden takken van
den iMutdel oToeenatvnmeDde dedcu veideeld
^ ook tot den bonw *aa oorlogsseb^wn, moet
in elk geral gelegenheid ^en om de tehepen te
dokken, lüt te nuten en veilig te doen Veibl^fen.
Belangrgk voor ooikig«baT«ns is de gnaslage,
strategiséh UggJng en zooveel moge^ natwinqj-
be beMbottiog dm» er vöór gelegen land tegeo
besdueüng, venter ^emakkelqke verdediging dsi
kosten in de emgevmg der lüven, boTeiraien ge-
legenbdd.tot ^Kiedi^ TOonseoang in de kolMi-
voornad en de Bduetbeaoodigdbeden. In vis*
seberthaTens n>oet«n de liasi^ersimartn-
gen sleede veilig bg storm biooenloapen en lieh
Tso «Se bMWodl^tHieden kannen voorzien, tevens
de Tangst aan land knnneD biengen. Ds w i ■•
teibavea neemt de sebepen, ia str^en, waar
des wintttn de aoheepvanit door het qs verbio*
derd woidt, tes overwiotAriw op. Voor den oM-
toer van Inden w«iden kolenliaTens inge-
defat, waaiüt de n de nabgbead gsddven kolu
veiedwept worden. Hiervan v«ra(£ill«Kl vja de
kolenstalMiw, wetke de eebepen tot epneoüng *aa
mmwe, somtQds van T«ne aangeraeide iolefla
aandoen. De nood- of vlne&tbaven dfant
aan haven-arme en gevaarlijke knales tot toe-
Tlndtteoord der doM storm overvallea sefaepen.
De grootste BOodhaTena der wereld i^ die van
FwUantHxH (Oost- en Westhaven). Tot «pnemiiv
der uit bevDette eitroken kantende vaaitoiMn ^a
quarantadne havens aangelega; hier
moeten de schepen een zekeren^ Dlgfen liggen,
voordat ig in de boof<HiaTen worden toegelaten.
De voomaamste eiadi, a«n welke eÜe bavan
nMoen mo^, ie die dn ««iügbeid; ^ moet «f
te allen tgde den sdmwn een zekere in- en nit-
Taart waarborgen, of btsa, als nÜt niet altgd mo-
gelgk is, een veede vet genoegzaam diep water
en goeden aokei^ood bteden. Bnna nooUligt
een haven loo onimddellök aan de open, diep»
>ee. dat de aiAtepen volgens een wiUekearig ge-
kozen koere baar bereiJren kunnen; meealal moet
een laogov of kortere hmemmaart gevolgd
worden. Hoe korter, redttei, bteeder ea dieper
dat vaarwater van de lee naar de haven is, dea
te gnnatjger Kgt deza.
De beleekenie van een haveo hangt eveneeaa
al Tsa haar geogrAtÏBcbe ligging ten ofizidit»
van het aebterisod. Er ijp navena,- die alectit»
tot stapeMaata dienen sonder achtRiasd, aooak
bgv. aan het Suezkaoaal en de landengte van Pe^
nama. Voor «en «genaken handel ie edtter een
flink acbterland een onmiebsie eiacii. De meest»
havens van beteekensa (Aotteidani, HMtfbnrg,
Lenden, Antwerpen ena.) liggen aan voor lee-
sehepen ver rtroontopwaarta bevaarbare riviMsn,
of aan nivtereo. welke althans voor de binnen-
scheepvaart een bekuigTgken verkeersweg vonnen.
Zgn beide voorwaarden Tcoeenigd (Hamburg, Le
Hine) dao is de toestand nog gnnatigeT.
In «en goede bandelahaTea moet men snel en
doefanatig kunnen hukn en losaea. lerwi^ ook
hereteümgen en het ionHDen vut kolen goedkoop
en ring moetiai kannen geaehisdea. Daarom moet
men er briworLgke los- en laadinriebtingen aan
goede kaaonuuen vinden; bodsen, paÉhuiien en
spoorwegvervoer zgn beden ten dage vi
goed ugmcble haven ooootbeeilgk. Bg ei
idrak
DigilizedbyGoOglC
HA.VEN— QATIER.
ik •Ideeliogen toot in- «n nUww
* ' * terwgl ^vaart^ke «tof-
vM'ken wm
Tan dkaadei
fen, MMÜa pebolmiDL tmpeitt^ Sa. afiömlerlük
OTgwIigeo wolden. Hot bet oog op de in- en
mttocTiMiiMi wiwden de goederen waunn on-
iwdddlöke neht«n moeten woKlen Muld, p-
aebeiden tu die, irMn>T«r eerst «a «Mngen tijd
iqd m1 worden beaefaib. Duudoor ijpi de be-
laetrngTTge mwlagpluteeti of eiib«pota en op
gnwtei ediul de rr^Tene Mitataan. Inricbttn-
gen, wiu eebepeo bêrateM en
worden, noalt d«K)g>doikkeD, drjjTeöde dokken en
«AetpJwHtDgen iDOgen io geen groote h&ien
CHrttncken.
N«tnarlp« lutena londef fcanetwcrken vindt
men wanig; <bÖna oreral heeft men hMrendun-
meo ^«booM), oie öt tie goMbreken bt «te m»
lo'i (kenat doen. Bn reeden bedt meo doorgauw
een dtan, dk M goUbrekei beatemd ie, bü eigen-
Jgke IttTene meeata} moio'e. De grootte der rrnde
Me«lt aeh meeetal nui bet aantal echepea, dat
er voor «nkar Saga» OMMt Wnt den bonw der
eolfbfeken iMtreli, onderaehMdt men vaate en
tiewe^hke; de eerste ijjn bijna altfid Tan «teen
wmtüigd. Op itet tweede inteiAde (kop) «taan
dikwnla liehttorens, miBteignalen, eemaphoi
enz. 2eet belangrqke g«]tbi«kert riitdt men
Cïierbonie^ PIjnMNrtti, DoT«r, Bilbao, Kaapatad,
GeDBÉ, IViBst, Maiseille. Die nn Cherbourg
beeft U 000 000 ^. gekoet. De meeete ImTeDe
worden dooi een met arolo'e of haveocfcinmeD Jn-
ge«M«i DMwe mraart tiesfdieroKl, (IJmaiden,
Soek van Holland, Htvre, Dobln^ eni.). Deridi-
ting der isTaart wórdt bepaald oaar de WraeheD-
de windni, den leegang en de ettvomingen. De
mofe'a knpen M eTeowqdig, 61 ij| wqken niteeo
naar bkiMn toe. Ven oaoenehetdt Unoeo- en
liDiten-iiH^'a of -bKrenÉioolilen.. DeK hafendam.
men of nudo't worden van bont, jiet, natnnrlij-
ke of kanatateenen gebouwd. Heeeül maakt
aeo knionbmedte m S — 80 m. en ttjn ittkwüli
van boratweriogen foonien.
Door de b»TenaOT«art komt men in bet eigen-
Igke feaTeabekkeB, dat al naar de w^ze van ont-
•taan en beateoimiiig TerMbiltend gerarmd ïi en
een wTMÜUende U^nig berft. De idiepeit wor-
den hl bet b^ken aan dravende itonnen (anker-
boeien) en dakdüren of aan de aeheepariogeD en
' orai beveatigd. Tot bet bden
miu dl
Mieen d
a dienen de op de Imhn OM«stddc kranen,
eiemtorea, k<4en1ip« en aoontgcl^e toeeleMen tot
lonen en leden.
De diepte van een bai«a, dSe zoo mogelük SO
tm. mcOT bedragen moet dan de diepgang der
giootate aehcpen, tracht men door nit^ggering
en door iniDetinattge of natntHlijke etrooining
eonataat te boodw.
RipierAo««n« dienen, 'behalve voor b«t
TCtkeer, tot beeebwonng der binneDsehepen te-
gen faooR water en Qeganff. Z^ iqh meestal door
•teena dammen ma de mier geaeheiilen.
Ferdrajkavent z^ de havens 'm Cliina,
Japan en Korea, wdke kndttena vMthag tusacben
dne itaten en de Eutopeeedie mogeniSiHten be-
BBvena de Tareeoigde Staten vso N.-Amerika
TOOT des bauM ign opengealdd.
Voor de inrichting der gioo4e bavena van Ne-
derland {Ameterdam, BoUerdam, Eoek vm Hot-
Und, Umniden) zie men de ^sonderlgke aiti-
Om de orde te band^taieD heeK mea ia iedere
baiven AtwsnjwJitts (me aldaac), met een kaveit-
tnutter (zie «Idaar) aaA het hocAL
Utentum: Uknert, Die 3eehUen dw Wett-
verkebn (Weenen IdSfr— 1891, 2 dfai.); Oordemov,
Lee patta modernes (Fwöe 1900, 2 dht); dextU-
de, Lea ports nMratünee ^Pvt^ 1607—1908, 3.
dln.); „Lm porta et lenr fonotknt éeonomiiine"
(Panja 1906—1909, 4 dln.).
HaTsnrald ie het bedrag, dM de sduppert
moetuk betren voor bet liggen >n een havea.
HAT«li|r*t«l vui een plaate geeft bet nvr
van Hoogwater aan by Vcdle of Nievwe maan of
— wat op hetzdlde neerkomt — bet verMhil in
ty tnsMfaen bM tödstip taa uAoonoveffmng en
dat van Boegwater akbar hg Gphngtq. Zie vw-
der Qet^den.
HftTenliooM v «en aberke d^k «f dam, die
de hinen begienet en in de zee of io de liviat
otteteekt lueetal lön *Ö "va» een plankier of
fooppad vooinen, waacorcr de aohepen zijn te be-
re^n ot hulp te verlevnen i«. De kop van een
havenhoofd beboont voormen te ZQa vMk een lidit-
opstand, loodat de joiaie Kffiing aleeds ts wau
te nemen. In um knd vindt men vwecfacèdene
baveDboofden, die oit rqebcFDt ^in samengeateèd
en met «teenbesettingen ^n ateeaekt (Haven vaa
VUriand). Ook wed ign bet ideefata ateógen uit
■teenatortiBgen zjjo aaogf^mMht (VtteeingeD),
doch 'meestal i^p» ^j nit zware ateaBblokken op-
gebouwd (Scbevetongen).
Havenlloht ia eoi liefat op «en bniteobaven,
veelal gepkalat op «en booste, ten bdMwve van
de «eh^ten, die 't naebta btaneBvaüen.
Hsvwimaerter ia een mMenaar, die dn
•efaepen een U^ihcta aanwjJBt en aan bet hoofd
staat van de tnvenpoUtM (zee aMaar).
Hawmpolitia noont men ^ perecHien, wd>
ke «we 4h^en voor de vejkgbeid van bet verkeet
in de bavena en voor bet naievea van de vennde-
naflgen, «faammtieat door gemeente, pioviBde of
r^k vaatgeat^.
HavuMlns, Amold, «en Nederlanden ge-
aehtedkniKtlge, weid io 1540 t« 'e-Hertt^nboseh
KbOTen en oTedeed én 1810 te Bnisael. Hn be-
otde totdeordederJeBnIetraentehreef:„Cam-
driae etc" (1608; in ':t Nederiandech veria&M in
1649) en „Speoulam bMeticae ciudelitatifl" (I60S).
HawratUd. Zie Oatidet,.
Haver is een oi^tnTHgewae van bet planten-
MBbefat Avena (ae aldaar). Daaronder worden
de volgende ceccdtiveerde soorten onderBebeiden;
A. tahva raljons, gewone of ptnimhaTer (ae
(daait: (^Taoea, Ug. 16 o, b) met nit^espraide
phiim. A. saf. orMntaJtj of troahaver (zie pkiat;
Oranen, fi^. 19 a, b) met 4«gen den balm aange-
de kkor dar kroookafjee woiden (be met opge-
iMen vmebten ondóaEbciden :
DigilizedbyGoOglC
HAVER— HA ViEaiKAiMP.
bnrine, zwavte en ixmte nniSteittn; atu iva tqd
mi T^jww worden m venieeld in Tnreg-, middel-
iio«g- en imttijft nriSMten. De Tioegntpe twen-
gen gewoonl^k mktdttr op, bcTAttea meer eiwit
en Toimen «en betere boTeorraebt TOor Ukvera.
Tot de ptuimT«dMT«r MuMren de loeeat bekende
TArifiteiton: Pnteteier, dikke wiLte, oude iwftrte
en TKwnjjpe iwaite fKtsidealsbaTer, IbnwholtB
b»ven, Zege- en GondeniegenhaT«r.
De gnmte jHMkte Imw (A. tal. nuda AL)
rtt aelfe «n iqke ^Tonden «lecbte ofAvengsten;
bqnft uitaHiiteiiil u Ooeteuük Twboawde kka-
ne, nukte néddelmatige. Zg i^ in «ue streken
i»n veen inatdk roor de cuHonr efenmaa «la de
in OEóiM en in den nienireren tgd ook m Noord-
Amerjk* nrbonwde (MihiMedte saaJcte Imtm: (A.
lat. ekinetmt Fisdi).
De ereoe of Modtwrer (A ttrigoaa, ite E9»ne)
en dfe korte hMar f,1. fircrü Rotb.) onderecÉiM.
den ncfa van J. «oitva dooi de geateeUe on-
derste bkwm.
De wiWe haTsr o{ Mrt (A. fofita), in Midden-
EoTOM mer Toitindd ak onkraid, docti odi io
Zwd-EonfM Mt bet wiU groeieDd, wordt we) ak
de «tamTOnn -ntn de gwa]tiTeeTde baven be-
•ebonwd CM Taderl&Dd der haver «e oitbekead.
Kriten en Oeimanen ■KcboQwden ae leeda aoo-
lang ak iisn geachiedenia in de oodb^d lemg-
tettt
By de ËgypteuAien, Grieken en Romednen werd
M niet ^[«eumveefd. Bq de Oermanen waa m
de hoofdroedingaTrudiA. HaTeigvrt en harerkoe-
ken itordeD nog beden tit ^g^kaeb Toedari
sebnikt ia het noorden Tan KnnainaiTiê, Sdtot-
fcnd, lerlaHl en op de Orkne;- en ^ethadi-
eÜBoden. In overig BurofM en ki Noom1>- Amerika
w«mM ze booMxakelifk voor Teevoedcf verbouwd,
in het bijionder tooi paarden en jonz vee. Het
kaf en bet alroo worden vom betielfae doeJ ge-
bruikt en hebben daarvoor boogere waarde mn
dat ven andere graaen. Ook kui haver groen ge-
maaid aU veevoeder dieneD. Haveigort en uft
sott gekookt haiversiüm worden voor medieifiale
doeteraden aangewend. Iji BelgiS wordt oiit de
haver een aoort bier gebionwen. Voor de
«eheifauidige aameneteUtng xie Lmdbomopro-
De haver behoort tbuia io de gematigde loeht-
■treek en kan koude en inwe weeiegeeMdheid
verdragen. Zü woidt in Noorwegen tot «9.5* N.
Br. verbouwd; waar vioege iwver niet meer ge-
dqt, daar kan vaa aklwitKmw wtioig meer worden
Terwaebt. Id de ttofMn kotmt h slèebta op hooge
bergen vooit; zoo ook ên AoatraÜi. In Centraal-
AiiB ie te op 9000 voet hoogte gevonden. Zie
ook tiet aitikel (TrooH&oiiw eni.
Haver kan Ofi aHe grODdeoorten worden ver
bouwd, behalve süaadnea op het Bchraahte tand,
waar erene niet meer gesijt. Op leer iwaten
Ueigiond groeit ee beter dan gerst. Ook on sure,
veeMtMJge en Tnenw-ODtgoanen gionden lao ie
worden geteeld. Houmok leem- en zavelgronden
iQB voor haar het beat. Hav>er kan aia aFdngende
rrooM worden v<a4miwd, dodi loont ook een be-
tere pbate in de vmehtinvolgiiig, b-v. na kta-
Ten en bemeste bakvniooten; w paat ook na
rogge- Na haver groeien dftwijle klavers, hak-
vrndbtea en vlna. Havei na bever ie aOeen op
naeaw-omgebroken gi»alHMl ol faeidegrond te vei-
dedigm,
HtVTor wordt bq voorkcmi met met atakneat
tMtneet- Ze ia wel danJibaai voor ettikeUif, phoe-
tortnni en ka& en op hhmI- en veengronden ook
voor kaU.
Vooi baver inxdt de grcmd im den beifat op
wialervoor get^Mgd. Daarim wordt ie in bei voor-
jaar vroeg gMaaid nadat iKit l&nd bjj bert in bbt
wdM BHueo op liclite gronden in den rege) nJet,
bq bet op rgen taaien wel' vooraf bewerkt ie met
egge ol cultivator. N« het laaien wordt bet
kind gieted en loo noodig geroM. Aam laaiiaad
wordt \S-^.5 HX. psi H.A. gebruikt, gewoou-
Vjk 2A — 4. Oednreode dea gvoa wordft die grond
door h*-i*en loagemaakt en seiaiDaBd vaa od-
kiud. AJa de koneliidKMid
ia. wordt bet gewas
itet 1 " ■ • '■
geaaadea en na tbogiog op
De opbiengsten aan kwiek
vaiiSeien van 30 — 90 HJ>. en laeei pei H~A.; die
aan atioo vu' «natreeka 2—^000 tg. pet H.A.;
het HJi.-gewioht adhommeA Tan ongevoel 36 —
Mig.
Ziekten en bueluidigingen. De haver kam wor-
den aangetast door «twftu^Dd, gewone roest,
kroonioeat, meeldaaw en iw&rtiwammfflt. Z«
wordt o. a. beschadigd door veMmniien, vr»ter-
ratten, hamaten, vo^la, engerlingen, ritnaakkn,
aardnipseu, emdten, larvien vui hiAnvlieg en
friltlicg:, bkdhdien, bietenaahjea, «tvngriaikUijea
en alakkea.
Zie: Denailtt en Sirodot, L'avoine (Pargs
IB02).
H»T«r, Mevraaw TAeoclore PefroneUa Ser.
wordiM^ de» IMen Deeember 1856 te Aataterdam
boodeo en tot 1867 werksaam bg het openbaar
kger onderwqe. Sedert 1SS5 inteieeeeetnde tg
licb voor aooiale vnaAstukke^i. In November lë91
wetd ag gekozen in het bestuur der Vrge Vrou-
wenvereeniging en wri<fra werd ig baar aeeteta-
reaae. Sedert 1602 beplMtte zg met bet woom) en
de pen de bedangen der vrouw in aociaal en
etaaiereebtedgk cpnebt. <Sg was beatunieüd en
«ipriditstec van een aaaitrt Tereenigtigeih die
hetoeUde doel beoogden. Ook maakte ijj veel
fM'omgaoik voor de begineden vak „De Dage-
raad" en TDos den Bond «oor Slaatapension nee-
ring. Zij orerteod den Irtea Novan)iêr 1912.
B«T«raaltJ«. HetielMe ak bet bielenaakje.
Zie Aaltja.
HAwerblftdlnls (Aphü memw) ie een don-
kergroene, wiUMstoven bIa<Huis die oo iMver,
tarwe en gerst foorkomt en wel op de bUdwiiee-
den en op den bovenkant der ineen gerolde blade-
ren, nooit e<*ter op de aren. Deiefide «oort leeft
ook op de troavogejkere; van dese vertinnen ie
ap de granen en op versehdUende graaaen.
RRTarkunii, Sigbnt of Sigeberlni, een No-
derkndeeh gesi&ed- en Mterknndige, n> Deeem-
ber 1984 te Leeawarden gvAwren, ïtudeerde 1«
Utrecht in de godgdeerdheid en was aehtereea-
volgena predikant te Stad aan 't Harïngv4iet en
lector in de Griekatdte taal te Leiden, welke laat-
ste betrelüÜDg hq den leten Juni 173D aatovaard-
de met een redevoering „De quaestMiie ntmm
au UMeria Oraeeda aiin majus nomen para-
D,o,l,zedb,GoOgle
HAVERKAMP— BAVataiBKTE.
-rcnt". H«t vrigende nu weid bem bet boog-
leeikUMmbt te PTooekei (wedi^en, wmttooi
faq ecbter bedKoUe, oindKt hy op Mmbev^Kig
Tu P. BKraum benwmd wu tot piofcMcrr JD
bet Qriek«(ti Ie Laden. L*ter werd hem teveus
tiet vDdeTwije in de we^rf^eixHiud en gegdu'e-
deiu« toevedTtroowd. fig oterteed den 27steii AprM
1742. fl^ g«i c.iL uit; „OKtio de Mtioite «re-
taiis, «m mipocw doqneDt»" (1724), „T. Ln-
netii Cari de Renim natnn lüun VI aam mhm-
tetkuibat" (2 dïo. 1725), .^lavu Jcaepb open
'i gMM» «t Uüae, einn pkirunonmi jróter-
•---*----'--^te«" (2 <Un. 1726), „Mn-
' (S «n. ]729), „Tbeeftn-
• «te." {2 óka. 1784), „Algemeene
Hutorie dar ntoit in AvB, Afrika en Bqimm en
m denalTCT SmAm^o, LuniKitKpwit, Staten
en Steden, «edMt bet <ifibiKideD dei labet-eevwe
lot «p da beencba^ig raa Kaïti den Ofootea,
en tot den tödt, doot^aean de Wddet«enve ^
naund, yooigoTaHen, met meer óut dwzand hw-
toüepeDnoogen «eirgkt en opgehaldert" (3 dbu
1736 — 178S), ^jitoge eeriptonim de proonneia-
twne G«e»e b^oae" (2 dliL 1786—1740), „lo-
trodnetio io biat<»Mm pUiiae" (1789) en „In-
trodnotki » aniiqaitatw lomanae, et uttiqnka-
laÜogen nit bet l^iaaoedi ten beboere -ma den
grooteii „Ttteaaaroa ranm kabeanun".
Ha-Terk^mp, /oAontiM, een N«i)erlaikleeh
tooneeWebtèr en geeehietMnqyer, in de 2de
bellt dn 17de eeuw te Amsterdam sebcren,
■direef; ,J>e dooi van Ne», twrarroeï" (2de
drok 1720), „öeta ol de broedennoord tbo An-
tonioL treompel" (j;edeeit«li|k dooi K. Leseailje,
3de drok, 178S), «en%e tieompdm nau het
Pianseh, „Oeditliten" (1716), „Bijbelpofizg" (1729),
„Historie Tan Onstaaf I, koiung van Zweden"
(aaai Vertot, 1786), 3aAtag€*eimen vut Euro-
pa" (22 dfak., 1740) en „£M«t Teihaal Tan de
groepte stMttewiM^uir, Toorgevdlen ia de Be-
pnbUei dat Veieemgde Nedeiluiden, in den jare
1747 enz." (naai Rmuêet, 1747).
HaTarhorn, Wütem, te Ameteidun gebo-
ren, waa gernimen tfd bestwrakr en mrot-
eeni ewnmieeiria i«ii den stttdnebenwbnrg te
uwteidHn en oTerleed dan 29Gtai Septraibei
IfBO «p tgn bofatede Heeihniien aan den Amatd.
^ dMMe de Tergende tFeorepden: „Robbert de
' Vriea" (2de dnA, 1778), „Aleid im Podgeeet"
(1778), „Cfaodtaa (WUe" (1779), „Etizabeih
WeodriUe, weduwe vad Edoaid FV, koning Tan
Engeliikdf (1784) en „De aonekg <xp Antwer-
pe^'. De meeate nu deve stokken ujn in den
Amateidamaeben «ebonwbnig gedmende vele ja-
ren opgevoerd. OA beeft men tüd betn eem^
itnkjae ia de „KMne Ktdkterlqke HaadBcbnf-
ten", eeoige gi^eReiibeiiteeiËehten en „Pofliij"
(1784).
BaTflmuui, Hendrik Jahan, een Nedei-
bwKbdi ecbUdei en toikenaai, nkn 2EMen Octv-
ber 1857 te Amaterdun ^boren, Ümiw werk-
nam te 'a QraTtiAafle. Ebw een leerling van d«
Aeademie van Beeldende Kimat«i te AïDBt«rda4n
en werkte in 1879 onder Vtrlat te Antwerpen.
Bovermaa aa een onsei meest bekweane portT«t-
1 TCmanügde in de iaatate jaren tal
'bekende Nederkdideis. Ook
door ivn vooietelèiogen uit bet daeeljjJcsch leven
en lü" teitAcüappen 'M Sf^aje, Tanger en AI-
gra4B ii Haverntm bekend. Ia qjn eeiaten tnd
•diiUerde l^j wont naaUfignreu (o.a. ,^
Vlnobt", in bet StetMqk Jfneeam te Amstei-
dam). Men Toodt oa. io bet Uueeum Mesdag te
'a-Oiavenha^ en bel Stedelnk HoBeitm te Am-
•terdam wenen vma iqn btura.
HaT«r Botainldt, Fratteoit, een Neder-
kndecb tetteibindlige, den I
1 Febraaii 1835
te Leeaw«nlen gemnn, «tndeeide te Leiden n
de theohwie en weid u 18G9 pmdUent te Food-
gnm en S»mré, in 1868 4e-BMcen Nienwediep
en 1» 1864 te Sduedam, waar hg den lOden Ja-
noan 16A4 een emde aan ^ lev«n maaditie. Zgn
„Sn^k«D en giiniMbjee, polak nat den atnden-
teotfid TCU Fkt Baaltjea" (1667, 8sle dmk 1904)
wenlen nnt grooten büval ontvangen, in het
FiMHeh en LM^n TotaMd en bö heihaJiii^ nit-
gegtMn. Verdei krmde hg vde bodragen u^ ail-
DSMskken en iBdadBilten, gedeekciöï venameU
ondei den ttM „Fanütte en hamuaaen" (1876,
5de drak 1900). Bmer Sclunidt waa ook. een der
ineeet gerietde NederiandBche ladenaara.
HAvavstwnbrand (Vititago laevU). To»-
edien de iêta nitMn gedrongen kafjee bemin-
den üeb kwte konels, met dmtuen wand, waar-
door de swarte inbond beeoaebemeit. Deie
iworte inbond bestaat Toomamelgk nit de braad-
eporen vsn «en twam; bg bet doneben konten ie
Trg, kteren aan de Wjee vaat Tan da geaonde
korrda, ootkionen, ala ook de baveTkoriet oot-
kiemt en bewerken loo o^ieaw: de ateenènnd.
De beeti^Dganiddden ign afa bg anders sooi-
HavvntaUbraDd (üaHtago Atenae). Be
baTentlant Tertoont sledita iwarte koiielt, die
ten aMte gebed Tentaiven. Deie iwaite m<na
beetaat nit de boWKkpoien Tam een biuxhwam.
Qedtuende bet bloeien wn den baver worden de
epoien venptM; ie hunea cp de btoeiaen te-
redk, maar bewatktai geen blo«Diofeatie, looak
by de tarweatuMbramdt Bent bg de ootkwnwv,
na den winter, infecleeren ig de jonge haver-
pkBtJea.
Hawsrwortel (Tragopogan oorrHoliu») teit
de aeAoraenéar ot preSiladiaëboksoaard iaeen wit-
te af gtle lehoneneer, die blvkena den LatönaebMi
naam, Tragopogtm potrifoliiu, tot een aoidei ge-
riaobt dan de woie eebMeeoen beboeit. Zy ie
tweejarig, mawr moet ab «eiqari^ gewac worden
gekweekt, daar ig in bet tweede jaar onbruikbaar
18. Kjj wordt zeer vroeg ia bet TOOriaai gezaaid
en kan Qtnke opbrengsten geven. In one laod
geeft men editei de Tooikeor aan de ware eehor-
eeneer, Seononera hitjianiea L., die emaielgkei
ie en eTniTeel gewicht opleTert.
HavenAekte (vetnkoUmiale). Zoo noemt
men de aiekte, die bdudve barrer ook andere ge-
waesen, zooais rogge, taFwe, eeist en aavdappetén
aontaet, en deb een 80-t»l jaren geleden in de
Orooinger ytMktiioMa bigaa te yertoooen.
Plekagewgw wordt bet gewas aaagetaat De plant
wordt gea, de groei uaat atU, ep bet midden
Tan de Uadat^ ontstaan gadwitte vkkies en
bet ft^A krijgt «en knak. Een aantal psanten
gaat dbod; & andercm grocaen er door heen.
D,o,l,zedb,GoOgle
□uar giCTcu moxtÊ een genoge opbmmst. Do
ooonuk sehifDt t« ója, Tol^eiu de MKhrwekier
^en nu SjMema «n Budig, de ophooping —
•lealiacbe «tiofleD in dui faooem tengen^
<b bemesting; dMrdoot wctd At normik nv
vemdeid ia idMdelqke bniniiMtofleii. Een to«-
*o^giig nn DMOgMMoUMU ü e«ft gowt Teite-
tenngnDiddel vu den bodem.
BftVaSAto of HavexaU be6eekende ooreptMi-
kdnk hoM«iIe^ kter «ie hobtede hd dea heer
en Eiceff daudoor de beteekenia tad riddema-
üg goed, boie of kMt«el, <te« betielfde als rid-
dmtobtedfe. Men TODd h«7enten in de graal-
aohap Zntfen, in Oreröed en ia DniUe, en wd
telde men <9 bet eiode der ISde eeuw in Zntfen
«ngereer 40, in Oreijjad 122 ea in Drente
haveMten. Het beüt eeoei havesate werd t
veiwaAt, om üt de SüAmathtf ran bet geircat
te komien worden beadireren en ak wodanig
deel Ie oaoen atuL bet beMnrr na bet gewest.
HftTat, Snuat, «en EVaoaeh aelirflio en wig
geer, «eid d» Uden April 1618 te F«^ gebo-
no, beM^ at*ar •naathiÜBaAt edMkiv o.t.
de Ecoh normale, en werd «ei«t geplaatst te
Dgon, en -rvnólevm im 1646, «b aopplóaiit 'na
Vietor Laeltre, bekked iMt het luM^eeraanainbt
in de L«t9nsclie ««IsprekeDitttad aan de Sortnn-
ne. Vwv betidfde nk werd bg ia 1855 tot
woon boogleeraar aao bet OoHè^ de f^wioe
Boemd en gaf er «oderwga tot «o 1886, toe» bq
lö» tMk kon overdragen wui iga Mon Louü. In
1880 onWing hq ai* ofvrolger Tan Reyb<md bet
lidmaatoefau lan de Aeadémie dee aeleneM mo-
rAes et wditiqaes. J^ OTerieed den 2SeteD De-
oember 18B9 te FHjja. Van ign gesdirlftao noe-
men wg: ,J)e la iMtoiïqne d'Aristote" (1646),
„De Hooaerieonun poeaMtnm oaóat et wiitete"
(194S), „Jtnw dau rUstoire" (ffiSS), „Le ehrie-
tHHHOie et ses orJgioM" (1672—1884, 4 dln.) en
„HénMirea eni la daU dei £crite, qni portent
lea Dona de Béioee «t de Uanétboa" (1ST4).
RawwMta. Zfe Hitraeate.
H&vik, eea gesbebt der dagioofvogeli, onder-
eeheidt lid tbo de eddralken doot kmtere, meer
afgemMle tl«agels, die nanwelqka tot de hellt
tan den staart iwken. De tot dit gedaeht beboo-
rende TOgde bebbca booge poëten en sterk ge-
kromde, dodi tevoDS niDen^adniikte snavel*. Zij
bewonen bet liefst groote boBaeben, TÜegen niet
hoog, maar seei aiiél en maken »oh soowel in
hun Ttadit, als metetide ran biaa buit meeeter.
De tooniaamste aooitieiehavikfAtliirptditmba-
rvu Oeitnei), dien men aveial in Europa, ook
in AnS en Alrika aantreft. Het ia een togd, die
veel plnimvee rooft en waarop vrerig JmM ge-
maakt wm4L Het mauKrije Jt mgoner 60 em.
iMig, aan den kep, bak en staart tso boven doo.
ker asebUenrig, dede oau blanw, deek naaf
groen orerbeHeM, aan de ked. wit en bnrin ge-
stippeld, heeït «en breedafgeronden staart, hoogge-
le pooteD en sduttorend swaite kknwen. Hg nee-
telt in booge twomea; het wgfie legt in Apdl
Tier groeoacbtig witte «eten. In Engekiui ie
men weer begonóen hem voor de jacbt at te rich-
ten.
HavUukmld (Uieraeium) ie de naam Tan
een plantengeckeht uit de wnilie der SaAmye-
sfefaf&IoeiRtjren (Oompotntt»). Eet ondersebebdt
üoh door talrnke om windseBdaadj ea, in 2 ^
meer kransen doobtw of kweer oier Aiinn^w ge-
legen, door een al of niet bedtaarden bloembo-
düu sonder abooadiidyben, door Untronnigc,
tweedaobtige bkempjes, door bnna robovde, g«-
iibde en afgeknotie, door vnilwlt of rosaéltU^
ing hapUctkniid (U, püouUa h.) ntet gaahan-
dtge, eironde, ras onder vHtige bladeren en
UoMDstengek met twee of een enkel btoem-
boofdje aan den top, — mtls harnktkruid (H.
AuHoiUi L.) met S ot i btoembooldjee en aaa
beide ludeo oobebuude bkdeien, — auwrkaetk*-
kmid (B. murorum Poll.) met een meestal een-
bladigèn bloemstuigel, de hooldjee in een pluim,
ovale wovleUibdHea en een bartvormig of ovaal
stengdbkd, terwijl de Uoematden en omwiod-
•ek dicbt beiet qja met kli«nlragend« haren, —
gewotm harilukntid (H. mdgatum F r.) met een
enkelvoodigen stengel, lai^eipige, idokkif^
eenimsiaa getande ld»d«ran en pbiHaTMinige
bloeiwj^«n, — •ekennAonktiniHl ffi. iiMMJa-
(uM L.) met een redrtetudi^n, enkdrvondi^
«tengel, ongeeteelde lanert-ij|BTormige, eenjge-
lias getande bladeren, tuil-«cbermige bloeiwgnn
en «ihciiaaFde omwioikeli met aangednAile
«cbvUien.
Bl^Tliosk, Karel, een Ciecliiscb eebrgver en
JoumaUst, den Sisten Oetober 1S21 te Borova bjj
Chotebor geboren, studeerde te Fraag, werd bnis-
gnderwnser te Uo^u en eebri^: „Talereelen
tut RvNaod" (Obraiy i Rne). VemdgeM keerde
hy terug naac Bobemen en waa er van 184S
tot 1851 ak jovrnüiet Overig werkwam, wat bg
met een kagdurige gevangeoiestraf te Briien in
Tirol moest boelen. ËMst in 1855 kon bü naar
Praag ««rnskeefeo, waar bS den 29sten hii 1856
overtéed Z^n bekddiefat „De doop van den hei-
ligen WJaduair" (Krest ev. Vladlmira) vertoheen
eerst in 1877 io bet licht, nwht ign „Venamd-
de geecbtitten" (Sebrane Spiey) in 1870 veraAe-
etad in bèt i^Vaosehe d^iaitement BaaM-Smne,
naaet MareeiUe de nootete handelshaven van
Fraoki^k, ligt «SA de noonfagde van de Seine-
monding, aan den voet vaa een lerrMave^KKiaiag
en aan den W«st««)oorw«g. De stad, dóe (1911)
130 159 iowomn telt, wotdt door drie forten en
oodtfadwideD batteiqen besebermd, terwgl de
TToegere vestingwal sedert 1854 plaats gemaakt
beeft voor nieiiwe tnjken met mode rirelen en
bookvards. Van de stralen verdienen de Rite de
Paris, de Boulevards StraBibourgenFranfoig I,
de Cours de la RépoUiqne en de kaden vermel-
dóng. Uooie boawwerken ign de kerken Notie
Dame en St. Fraocws, beide uit Ar ISde— ITde
eeuw, het museom met de daarvoor gtpkatslc
standbeelden der djcbtere Bernardin de Saint-
Pierre en Oarimir Delavigne, bet stadhuis, de
r>te eebonwbarg (1844), het Paleis van Josti-
(1876), de Benn (1880) en het groote hotel
Fraaeati met een badditrtebtin^. Men vindt te Ha-
TTe «en jragens- en een meisjeriyeeum, «en hoo-
gere fcandalMebool. een bjdragraiieehe en andere
' ' ' bibüotbeek (SOÜOO deekn). «en
DigilizedbyGoOglC
HATBE— SAWEINS.
103
kniwt-, ondhndkmidig, iHtuuthUtoriMih en hia-
dobiitDMUD, een Beon en ^xak beioebte reet»-
öen. Bi b*«tii>n ^nwte mMlüaeUiiiekan, wheep»-
timmaiKifco, gxr- «b metiAlgietw^ien, touw-
•faig«Tgeii, atooauaolei», md katmn^Mimarg, een
gTMrte rtMtotriMtofabiiet. een potndeiim- en een
aoikenmllMMdeiï, kAbet-, eonewren-. papiei- ea
swpM>ri«ken.
De haven baatMt uk een TOOifaaTen met 10
btanaa, di« door 14 «huien iMt «Jkandar reitoA-
dn qo, een opfMrrUte tmi 97 H.A. tieriHa en
«en k»MH«te vu 1560S m. ixtitbta. \aAtt
heelt men w ms dHmgdokkot, poote epaU^-
^MtiNi, htA enloikmieB en KTen IkhUÓreM.
Set 25 km. lange Sanaal van TaDcarrille maakt
TOOT riiüractiwes M nefatsbeekaeli veikeei Tan
de S«ine met de hiTfnHnrina miw'd^lk. Eeo be-
iMgn^ T«ri>iwdtiig Tan de Toonarea naai de
bnitenqde en da aaale^ 'ras gaUbnkais Je in
1806 btgonen. Ba*m alaat met de
aeeharaia in mgeinatin atoonwaatCTeitindiaMr.
In bet iiiteniatéOBaal tefteei Üepea in 191^: 2140
geladen MhepeB OMt 8 590497 tontMooa*, 1491
gekdnt adeón DMt 2 795 260 ton njt. Het hoofd-
veiteer liecrtpIaatometEiicNi^MLde Veneojgde
SMen van N.-Annrika en Dnitarfilaiid. De nor-
naamate iavotnntikelen sjn; <nnre katoes, kofU»,
^^^^ _. ., , .„,. ..—._
tafaak en CMvtdwoe; dé *
artikelen, rawe Iraéda, eaeao, OMlden aitikeleB
eni. De knitTaart oa mct Maogrjik. Sedert de
laaMe Jaien ie Qayte een der loomaanHte ha-
Tena, waar üeh luHiferlHiixen ïasehepeD (ji
lÜki ± 80 000).
Tot 1516 beatood Uar alediU een lUaehan-
dorp met een kapel, de OiaptUe de Grtee. Frmu
1 btgm ia 1517 den aanleg der haren en dei
■tad, die ^ tegen de BDReleebeit nnttrirte, mt
ook door aewik II en todneSk Xlïl geaehied-
de. Onder Lodew^k XIV •nMef et H«h een groo-
to atadel, beioentd dooi de Ttmten in lelobee-
ren, wdke de jjvenochtjge tnÜMtera er geran-
Ren Mtlea, en door ««taefatlteDde T«i^feehe
MmbajdementeD der Bng«hdwn (Toonl in 1694)
Ook onder Lodew^k XVI en Hapohon l worden
de h»Tea en de «tM lutgebieid, Havre ie de ge-
boorteatad van de (Scbten Bemardin d* ■Saint
Pierre, Otmmir Delawigne, Maddein» de Sm-
<Ury, Angtlot en nn dni paJaeograat Lio» On»
tier.
Hawaï. Zi« SandmAeikmde^
Bawa«oh, «en iMer in N.O.-Afnka, ont-
nringt tan Z. ran Sjoa (AbwMiit), wieiM Z. en
W. fpmt vi vormt, atromDt Teider-Noordmarti
«n ioapl oit is hat wote Ahbebadmeer, nadat iQ
ia bet laadadiap Anna een reeka loetwatenne-
ren gemnnd beeft.
MmmmlM, Bugk lUgituM, een ËDgeheh geea.
telqke, den Sden A^uil 18S1 te Bgham g^Kven,
otndeóde te Oainbndg« en tnd te Londen ala
predikant «m, waai fajj een dei kideis der Brood
Chnrek w«id. Hn «aa een vriend van QaribMi
't ge^vera voor de oraBek van Wagiter.
■• ' ■^ ....... j^^g
.,Bnad
Cbudi, or wbat ia «umog" (1891), ,Jlaait and
morah" (17de ^A 189^ „Tbongbla for «M
iraee" (12de dnik 1886), „Shakc^wara and the
tMM" (1878), „American bamonhata" (1882),
,Ut moacal lile" (4de dnik 1896), „The dead
oMt" (1896), „Tnv«d and talk, 1865—1605"
2 dku, 1897), „Old vitrilna" (1898) endebiogn-
i« 3ir Ifoidl Haekeino" (1893). HÜ overleed
den SOrten Januari 1901.
Bawlok, «UI atad ia liet Sefaotadw gnuJ-
«diMi BoiboKh. Mgt aan den Tenot en telt
(1911) 16877 inwonei». Men vindt er een kerk
oit de 18de «enw, «en Brtesluiia, eea gTmnaainin,
mk, een beoia, fabrMen voor wollea
konaen «n baadadwenen en veehaa-
Soederen, l
HairkMbOtT, «en rivier Jn NMow-Znid-
Walea <m bet vaataUnd van AnatraÜi, ontapriogt
op de Blanwe Beigen, atnomt door de vlaUa
no CnnriMrlaad, ia voor adMpen v*b 100 ton tot
boven Wfndaoi bevaaibaai, beeft een lei^te vaa
530 km. en mondt nït in de Brofcenbaai.
BawUiu, «ir Jül^n, een Briladi leemas, in
<I632 t« nymontb eeboreo, was door ondeisdiei-
den weiaiaen «n de boocta gekomen 'van den
bande) en kwam in 1563 op bet dcnkbe^ dat
de ikvenhandel, n die dagen dooi Spanje gedie-
'ven, wik voor squ vadeiUndeenbtoiivanfToote
ink«imt«n kon wovdan. Driemaal laiade hg van
Aliika naar Weat-IndiB; ign todttpn beiorffdni
hem gnoote Matten, maar liraadD»«kten hem
tevena üa den eeraten Engdmban alavenbande-
laar. Om tidi abtven te TerachaTlen, nam hq
ieder imddel te baat. Tot behioniaf voor i^
bemoëineeD ontving Iq van koaingwi Eliudnth
verlof dui b^nkioon van TJa w^ten te v«T»e-
ren mrt een balvan neger in boeien geklonken.
Uter ma bg aehatmeeater t^ twt deoartenent
van Marine en In 1E6B viee-admiraal der vloot,
die tegen de Annada vitgeiondon werd. Wegena
de draiaten in dit ambt heweien, veriireeg h3
de riddartjjke manfighwL Het Droke nam bj
ded aan een aindag op de Spaanaehe benUiiv-
gen in Wert-IadÜ, wuke eehter ffeen meeea had,
Zjjn •ebeeciajovfnaieB door BoMityt vermmeM;
heeft de „HakbiTt Society" iqmieaw -nttp^even
met een inMding van Sii O. R. Markham. H^
overleed den 21alBn November 1595.
HawUnn, Benjamin Walerkoiite, een Ek^
gdaeh natnnAnndigc, dm Saten Febniari 1807
te Laodta geboMn, legde lich toe op de beeld-
tone, waa van 1
t gaat V
ligde d«M afbedfngen bQ ^ voorkangen over
geologie en aoOk^ In 1853 werd hem door de
veie^ging van bet Ciiatal Palaee de leitaaratie
opgedtasen vmi «en aantal renaaahtjge voor
weraldlfte dieien en hQ leverde niim dertig van
dete. In 1861 ging bq naw New-York, waar hÜ
nitseatcHTen diei^ralBehten reeoaal meerde en
in lS60 overleed. Hn echreef; „Popular eoinparv
tive anatomT" (1840), „Elementt of torm" (1842),
„Compaiaitive view of the bnman «nd ammal
fnme'' (1860), „Ailietie anatomy of the horae"
(1865), „Artiatie anxtomy of ithe eattle and
abeep'' ^ÏWT), „Artietie anatemy of the dog and
DigilizedbyGoOglc
HAWKmS-OArm&USEN.
dcei" (197e) en nut Hnxfey „AHm of ckmenteij
MMtomj" (ia66).
Rawthome, ffalhoiuïl, wn AmerikuMdi
•ehrijvw, den Men Juk 1604 te Bal«m in Mu-
anrfraaetU geboren tla lOOB «an een MckicUeiin,
die reeik ü 1808 stéeri, wtüe reeds Us 5<nKen
loepiüK «m te aArgven en teTens een (;TOote
i«aiii«de TOOT knge iwerftoehtaa in de wilder-
lüs. Dit belette bem e«b(er met <» Bowdoin Col-
teee, Brmswiek, IfMoe, wmt hii vu \82\ tot
'1^ Btodeenfe, gvliitk met LonghUuu, een uit-
•tekead leerliitf te lyn. N» de voHooüog van
ijpi fttoditn leeTde hjj weer nwi de nMaur en de
lèUerea. Z(Jd meeste h«kdachiiften venuetigde
bg; söi^ «erate boek „Fuiduwe" was een
nrislukking. Z|jn bqdragen um M tjjdeefarift
„Tb« Token" tookkeQ «c£ter de MadÉtiit, lij faet
IA bepakte» kiing, «ok in Eo^eJ»nd. Een bloem.
Ining^ TetMhenen onder den titcl„Twiee-toM ta-
lea" (1687), mukte wrioig «pgMg, dodi werd
doM LonyftUov om den KliitteTenden Jtq! sej
pteien. OeMnood dnrong hem een heteekkuig ojj
de dooaneD te «unmaiden, (be eebtet twee jaar
Uter wetd «figebeven. Ni bet kiiHfei4»oek ^nud-
blber's Cbur" wtgeceren te hebben, tloot hjj
sieh Mn bü de leden der Biook-Fum-Communitj
kt Roitiury, die de laentefitngen Tan fourier en
Ouwn in toepaaüng Amchtten te biengen. Hg be-
•ebieel dien tod in de „Blithedele romuee"
(1852). De>e «wdcnMOHng mwhikte, en Hawtkor-
«M, in lÖn Terwtehtugen teieoigeatekt, keerde
Dur BoatoB temg, om lidi «Umt aan ktt«Tkini-
diRe beiigliedni te w^den. In 1S48 veftigde hjj
Biw in itet doifi Concoid, waar hg een oude, Kwr-
been door Emermm bewooode paahKie betrok,
loodet bn ign volgend wetk met den
„Mcwei freoi aa old maoae" (IMS)
De schetaeB, hierin oiuenomen, maakleo ign naam
in Europa bekend. tMarenboTen aehreef hg het
kinderboek; ,Jjbei^ te«e" (1842) en een tweede
deel mn „Twiee toM talea" (1S43). Nadat hij S
rte Conoord gewoond faad. weid hü weder
de dooaaen ite Salem geplaatst, terwül hg
inn Mtork4wdtgen aibeid Toortictte, looale bleek
lut „Tfae aeailet Mtct" (1851). het werk dat iüd
naam vooi^oed Testigde en „The honee ot Um
aeren g^^ee" (1851), «nario diehterlgke kven-
dügbeid van voorsWuog en grondige Jcennie van
bet menadidljk hart TertMMndeii i^'a t^' <«>i ■«>'
genamen hnmoi. Hji gaf verder een „Lile ol
FiukVn Pietee" (1862) iu fa«t heht. en toen de
ie feneiaal Tomitter der VereMiigde Stsiten
werd^ beDoeoMfc hn Hauthome tot eonenl te Li-
' hieU die beteek^ing tot aan 1657,
verpooL Hn bebii
olHnl
pieaideot w«kL Tot heratel igiu
" " * ' hjj « " "
geaehtAt*
De, waac 1
dln., 1860). Na i^n ten^keer io Ameiiia soiireef
hg etndelük oodei den titel ,iOat old home" een
reeke ?aD aeheteen ener Ëngelaod en <le SngcJ-
•(ten, verder „The DoUiïer romanee", „SepÜ-
DMtu FeKon" (1871) en „Dtr. Orim^we'a eecret''
(1882). HH oTCrleed den iSden Hei 1864 te PI7-
mouth in Hassacboeette. Zgn ■rcinamelde werken
lijn bg berhaliitg uitgegeTen.
Hmelhome, Julian, een Amerikaangeh eehciJTer
en zoon Tan deik Toorgaande, den 22tten Juni
1849 4* Boaton sebonn, alndeeide aan bet Uar-
Taid Cottege en de Saeotifie School te Cambrid-
ge, 'WMuaamelgk in de banwkunat. Van 1870 t«t
1872 waa bg ala ingeuenr aan de barenwerkeD
te N««-York wwkiaam, watma hg lich aan de
Mterknode wjkUb. In 1875 pnbUeeeide hg in de
Londeaaebe „Comteopotarj Beview" de „Sitod
atwUea"; vereer aehreef hy een biografie van ign
rader, „OutfeseioM and mtteim" (1S86), „aia-
t«iy «f Uie United Stirtee" (3 dln., 1809) en een
aautal romaoa en noveUNL, aooais; „BrcMBtit"
(1873), „feJotatry" (1874), „Sebaetian Strome"
(1880), „Fortune'a fooi" (1668), „Beatrix Ran-
dolph" (1884), „Love er naine" .Jlies Oadogna"
(1885), „Joiui Paimdee'e enrae" (1866), „Oieat
bank TObberr" (1887), „Anolber'e crime", „Sme-
tte ol the camera", „Tragic mystery" (1888),
„Constanoe and Cattot'e lival" (18Q0). „Ameri-
ean Monte CSinato", Golden fieece" (1892), „8iz
cent Sam'a" (1893), „One of tfaoae coistideneea
aod ottter eteriea" (1899) en ,3awthoTne aod
Ua eerete" (1908).
HuEO, Franeoii Nieolat Betuiit, baton, een
Fianaoh geni#«aicier, den 24«teB Juiu 1774 te
LttDiville gefcofen, atned ainda 1793 jn bet revo-
luUonnare kger aao den 'Rqpi en in ZwitserlMid.
AJa «eatwigboawkiiindiM oodcncbeidde hjj lich
Mowd ii&Ti«fdugk ali eldeia, iozonderlieid te
KoDstantinopd, waMbeen iVajioJeoN / hem in
1807 op verrook van avHui Selim geiMkdeD bad.
Nadat hg Is 1818 de veetiittwerken van Ham-
burg noitooid had, nam hg onder Fmtdomms deel
aan den lAvel Ln Bobemen, kwam met deien in
den alag bü Euknen in gevaDgenarfi», doch her-
kreeg na <ten vtvde van 1814 de vr^eid. LotU-
wÜk XVllI gaf hem tsJrgke bl^en van vertroa-
wen, benoemde hem tot eommandenr van bet
Legioen Tao Eer en fikuUle bem aan bet hoofd
der koniiiUj^e garde. Bg den lenic'keer van JVo-
poleoa veegde hü lieb echter bji deun en nam
deel aan den veldtoeht óo 1815. Ook na de Twee-
de KeataoraUe werd bem 'vergiJfeaia geaebondceo.
Hg waa lid van den kiggsrud^ die over geneiaal
Mibvre-Detnouellet ooiderieo moeat. en «temde
TOOI den dood van «jn voonnaligen krggekame-
nad, waarna de regeering bem benoeatde (ot in-
Bpeetetir.generaal d^ genie. Na de Juli-revidutie
behoorde hg tot de eereten, die de nieuwe orde
vao laken baldigdeo. In November 1632 weid
hem, oodet oppeiMvet fan Qirard, de leiding toe-
TODtiouwd der bdegering vaa de eJtadel van Aot-
' * * PAiH; •
roonde hg de fittingen . ., _
neer gdtandrid werd orw de versterking van Pa-
iga. Wi overleed den 35eten Juni 1838.
HaxthanSMl, AuguH, vrgbeer ton AbbM-
burg, dra Sden Febnnri 1792 te BAkendort bS
Padsrboin geboten, besoebt de mgmcboot te
Kilansthal, etodeeide kontn» tgd te QOttii^n,
werd daan^ vrgwiJliger in HsDnovMaehen dienst
nam deel aan den vekltO(4it tegen de Denen
HoJstein, aaa de bdegeriog vao Han^aig en
1 (ten oorlog in Fnmkrgk (1814). In 1815 be-
zocht hg opnimw de naï'mraitvit te OOttiagen.
Hg legdis seh toe op de aliudie van af^iiaijte
toestaoden. Een vniaht daarvan waa zijn werk:
„Die AgrarvertaSBang in dem FQietentum Padtf-
hom ond Eorvei" (1829). Tot geheim Begeerii«B-
DigilizedbyGoOglC
BAXTHAUS£N— HA^n»!.
iMd beootaai, TsUde bq kk ftU« f^rorineihi 4m
tonttAijk», on den toeMand der «eUen, cp den
ImkHwow betrekkia^fari)foen<ie, te keren kennen,
miisa njn werk: „Dk l&odficbe Verfusaae d«r
PiotHU FTCtMMD" (IdSS) üi bet Udit TBisdwen.
ibUtfetik^ door hem gesdkreTen «T«r d«
be iikaM nn <len 2deii Afuil 1842 (bin-
ddend met de te maken «TereeiidMiiiBteiL toe-
•chen laodhecmi «n bo«ma), trok de •M>dMU
TUI den kfüer Tan Btuluid, die hem iqidneff dt
InnnenkndeQ tan via ^ 4e codenoekeo^ Dui-
over wlireef hij: „Stö<Uen Dh«T die iuMn Znatin-
4e, dM V^rilulebea tnid ïnrtMMiidHe die iftwUi-
ehen iXmiebtangeD RMsluKle" (1847— 1662, 8
do.), Jüe EnmnMcht üh^diV (1S52},
„TnnakMikMu" (1856) en JMe Ibk^idw Vtt-
fMBUg RvBalande" (1S66). Ook eehieei hq dor:
„Dae bostttntaoadte Fiwap" (1864, 2 <tti>.]. Hü
OMrfeed den Sisten Deeem^er 1'866 te ^onover.
Ha,T, Jo&n, een Nwid^Araerikattnaeh atMts-
Bun, den Men Oolober 1888 te 8&tWD (IwKmi*)
gabereDy wae «emt eedert 1861 «dvoeut ia II-
«OOM, Tcatigde lieh niet ïsng dnuna te Wasiring-
ton, wMa hq w^drs tot tweeden teereterie ««■
PfcwlNit Lttieobt twDoemd wwd, Den bniMroor-
Kiff ina«kl« hq «Is dien> adjadaot mede. m Lm-
I lm in dii
PkTÖe. W««nea en Madrid trerkxMm. Van 1679
tot lasi tnngeeide hg als «ente oadewüM>low
oetaiie. In lüt begin Tan 186? weid hg tot ^
xant te Londen, in 1838, bg het «tbrnen *an
den ooilog met Spanje, tot ataatenwgetaria (mi-
nietet) T»n BinnM^aodMbe Zaken benoemd Ale
looda&ig verring hg m Febniwi 1902 b«t Clej-
too-Da]«ei-T«f^ff "ran 18S0 ovei ttet NiDaragna-
kanaal door bet Otj-Pawieetote T«iidrag. In 1904
TaanM^ hg op Teriangcn Tan Roosevell ««n
Bota «nt, waarin de m<^endbeden tot bijwoDHig
eenec tweede ivedeeoonwientie werden wtgetMio-
digd. Ook belettw ign nanUwgen in 1905, dat
met de Twdedisg vaa Chuta een aanvuig werd
gemaakt Hg orerieed 4ni 80atan Jttni lOOS te
Newbntg m NewlniMdüie. Hg Bdu«ef: ,iM«
of Ainwam Uneoln ^loet Hitóhy, 10 dla„
ISWO, TOdOT „Pi^ OooDtr Ballade" (18TI),
„CMtiliaa Ats" (1871) en „Poetne" (1890).
flütyitsn, ferdvÊtand Vemdevter, een Ameri-
kaaoeen aard- en deUstolknndige, den Tden Sep-
tember 1629 te WettfkU (Haaaaehnaetitt) gebo-
ren, werd 4n 185S aan de DaïTerBiteit te Aitunj
(New-Toik) beTOidard tot doctor in de geneea-
knnde en deed dauop eenige weleoechaippriöke
reiaen, waarTan Iq Tecj foenelen medebradit.
Oednrende den buigeroorlog diende hjj Trgwil-
tig ais oflidet Tnn geaondheid, Uom op 'aoi den
rang Tan hntenant-kolond en werd in 1865 boog-
le«^ in de aunt- en ddbtorkaDde ite PhUadd-
pbia. Sedert 1861 dooneiede )^j, in opdracht der
regeeiin^, de weetelöke deden der Unie. Behal-
ve een rgltigtal „MÖnoirs" ievMde hjj tien jaar-
Teiala^n, TersdMiden deelco met „MieoeUaneooa
memmis" en aeht kwarlodeekn met weleaaehaf)-
S^lijke opateUea Voorri e^q: „Pietnres of Rockt
OQvtaine se«ierj", „The YeÜowatone National
Park" (1877) en ,Jï<n-hh Amerioa" (1883) werden
met giooten bjjval ovtTangen. Hij oi«t4eed dien
2aeten Deoembei 1887 te mbdel^ia.
u, Joupk, een Otwtenrgtueh compoiuat.
den Sisten klaart 1732 Ie Bobrau op de f^'^Kn
Tsn Ooatenigk en 'Bongaiye geboren, waa d9
loon Tan een annen w«geniiiak«r. Ben neef, od-
demv^^r te Hainiuig nam hem ala vgfjari^en
kmaap op i^n echool «a gat bem ook hét eervte
muziekonderrieht. Hier Tond hem 3 jaar later
de keneT>gb« kapehneeeter Von Reuter en, daar de
jonoe Hawin met aUeen moukaal leer begaafd
Ued, dooh ook een mooie «ii>iMiu(em had, nam
hg Item «p onder de kooifaiwen in de St. Stepha-
nnekerk te Weenen. Hoewel hg tot duerer seer
sebvekkig Abeoiatiach «ndèrridit bad e«bad, pro-'
beerde ba toch aHeilei werken t« eehrqv«D, waai-
ondei idta J9«teinmig« koren. In 1745 kwam
liJn tmer Miekael ak kooiknaap te Weenen, Jo-
leph gaf hem ondeiwüs, dooh toen hg igo eo-
piaanèiem Teiloot en door HiehaÜ wenl verrsn-
gen, zette men bem zvnder rerdecen ornelug op
Btrut, en 4on bg door bet geven 'Tsn eenige les-
sen fianw«lqfc« in ign ondoibond Toocrien. lete
later kwam bg ook ale begeleider bg den ui^-
leeraai Porpora, die bem in mU voor inn «flen-
sten oompoéttie-oadierwge gaf. Hg krec^ dwir ign
eerste klavinsonsten eenige bekendheHi sJs eom-
poniet. en sohieef voor een barOn pon Ftmberg
ign eente kwairtet (Bee-dur 1765); d«M beMHgde
hem ook een betrekking ah dsfeétenr Ten de la-
nel van gteaf Moni». In deien t^ maakte floycbi
kenüa met ign aanstaande echtgeDOot, een
beeiec^iSDdrtiRe, twistzieke en bwotte ttohv, ditt
gednnade 40 jaat ign leven ^eebehatrc bi^
Teraangeoamen. Tot» graaf Jforzm tdtmét b^
zi^ eeraie imnptKniie; de ki^ weid edtter spoe-
dig (uribomteo, waardoor Baydn agn betrekking
'vienloor; is 1861 werd hg eerst twenfe kapcdmees-
ter bjj den Torst P<iuJ Anton Etlerkat^ te Eieen-
etadt; toen in 1766 de eerste kapeLmeeeter over-
loed, x^gde Haydn h»Q op. Lnnuddels was Pont
Anton EtUrkaxy geetorren; ign UMn JVikotoos
Jotepk, bad de kapel Tan 16 leden tot 80 nitge-
bretd. Maar toen ook ÜAi^aa* Etlerkat) OTer-
leed, werd die kapel doi» dtena soon Anton wee>
ontbonden; hg kende floydn efenwd een pen-
sioen toe, wsaidoor deie omfliaokel^ kon leren
en ndi te W«enen Testigde. Op aandsingen t>o
den Twbat Salomon, die te Londen abonnements-
coneerten gaf, etoot flowdn een Torbinteiria om te
Londen iet eigen sjntpoonieAn te dirigieeren; dit
gebenrde in 1791 en Baydn behaalde bntenge-
woon Ted biJTal; de Uurreidteit te Oxford Ter-
leende hem bet eere^b>ot««at en Hoydn bleef tot
den eomer tsb 1792 in Engeland. Toen reMe hjj
over Bonn (waar hg den jongen BMtkosen leerde
1 Frankfort naar Weenen ten^; in
kg weer naar Engeland, waar hg tot
I «n mieediien wig langer geb{eTen «m
niet de jonge ivorst N^laa» von Bg-
TMer Anlon waa geetorvi
1794 gi«
1795 Uee
])êlnieei
een kapd had opgesidit en Haydn met het ka-
!i(eTMhap bdastte. Zoo keerde Urn/dn,
een wereldberoemd man terug. 'Hg
schreef nn zgn bdde meesterwerken: de oratoria
„Die SebOpfiin^' en „Die Jahreeieiten", beide
oor^tronlMlgk Ëngeladien tekst, vertaald door
Kon Swietën. Deae wnken werden Te^>, den
29>ten en SOsten April 17ft3 en den 24aten April
1801 in bat paleis van den Toret Sehvartenberg
voor bet eerst uügevoerd. Kort daarna begonnen
D,o,l,zedb,GoOgle
EAfm—SATMEfOM.
4a krscUco Tan den hooffbeJunlBn kniwtaiiMT
«f to mmeo; Iiq maieoi ém Sivten H«i 1609 t«
Weenen, enkele ónmo utdM de Fnusehe tnM{»«ii
de Oostentiiksdie iiuwMBtMi hadden beiei
Soydn'e kanet k«unerirt lich door «en friaacifae
bek<K>ilnke oftTteteit, iniierheid Tan stijl, enem
teeboieut kamea en ■urfnnrljjkeD MMfifMiis*-
dniig. Zijn groote vetdi«iuto ia ook, de oikeetnle
tütdrukkuig rafaoogd 4e hebben door het iodivi-
dodiaeeiNi der ioMniiMntoit, door » te m&ken
te Torbrakkehü. DHrb^ ia Iq een meeatei ia bet
woejgwen van «temmógeD «n het rnnnkaal il-
hMteeren, londer de gienKn d«r edtt-mniikak
mldmkkmg ook maar eenagsniM t« OTentdtrg-
den.
Zö» piodQctiritdt ma Terbaaiagwekkend; hg
comfioneeide 125 s]nii|)faaaue8n, ieq>. onrertóieB,
W pJMWooiHwrten en dWeitiBONnentni met pia-
no, 9 TMmteoneeFten, 6 <T*<doiteelaweect«i, 77
etrnkkwwtettftn, 35 tiio'a tooi piano, viool en
violoneel, SS trio'e tooi ittden emnbiiuUiM^ «o-
natee, iwiatiewertok. kerkolgk* weifcen (miooeii,
off«itoria enx.), 24 «{Mra't, Miahe de Med*
genoeinde tiree oratoria Bog een derde: „H ritoi-
ao di ToUa", Uedeieo, eni. De hrma Breilkopt
und HOrUt te htafsig ie betig OMt een con^iete
mtgate tui Haydn'B werken, die 80 deelen ui
omTatten; tot 1914 zift wi deden «jmpbonieta
Teraebenen.
Haydn ttogntiefn MhKTen o. m.: S. Magr
(1809), Fr.vonSetbmg <4dednik'iai1) en Lto~
poU Sehmidl (1907 in „Berfihmte Ifiuikei");
He TeidM ook: K. F. PoU, Houit aaó Hanki
in London (1867); L. WemUehuh, U^iEaTdn'e
Opera" (1896) en W. S. Hadow, A Croatiaa
enuKwei (1897).
Haifdn, iohatm Miekael, een broeder Tan den
Tooieaafide, den 14den Sefttember 1787 grf>oreD,
waraeTeDeena ale koorknap in de St. St^ha-
nudeik te Weenen geplaatst en ootTJng grondig
ondenrije in de imimet. In 1757 wu hg muaek-
ddreeteui Tan den bieaebop Tan Groeewardein en
5 jaar latei ran den aaitatMsaebof) no Salibo^
en later eonontmeeater en oigaoiat aan een dom
aldaar, w^e betrekking bn tot t^a dood, den
lOdeo Angnstni 1306, verTulde. Hg was leer ge-
faAkig met de doc^iter Tan den domka{)eh»ees(«r
lApp, ^ vnmtr w«a uU een mtoemende «o-
piaaniaiigeiea. Miehatt Hm/dn aehreef Tooral
(eikmosiek: roiaoen, leqmeroG, gradoaUa, ofterto-
ria, rcBponioria, eni.; veider ook een aantal can-
taten, oratoria, opera'a, ijmphoiüeSn en Mtdeie
instroDnntale werken. H^ veraette lidi «teeda te-
gen tMt nitoeTen ^jnei werk ' ' '
ook bandaeurifteo ^a geble^
Zie: J. J. E. KnglylAxa Oedenken Johaan
Hieiuej Hajdns (1906) en OUo Sduuid, Jobann
Hichael Hardn (1906).
Hajam, Qeorge», een Franech geaeeekmndige,
in 1841 te Paijjs geboren, waa «ent geneeeheer
in een liekenbnia, later boof^eeraar aan de uni-
lervtdt en hd der Academie. Bij heetl vooral
naam gemaakt door zgn onderaoekingen over de
anatonue en de pat^logie van het 'bloed en over
de patbogenie en de briiandeling van maaguek-
ten. Hij echreef: „Dee hénxerb^iee iabra-racAi-
Ómimer' (1672), „ReebeidieB sar 1'anatomie pa-
thologtqoe dea atrofthiea muMokirea'* (1677),
„Du eaitf et de aea altérationa anatoeMqoa^
(1889), „CoQia de tiiirapeatiinie axpérimentate"
(1682), .J^foas de th«iapeutiaie" (1687—1898)
en ,3«vne d«« seieoeea médkalea en Fiaaee et tt
Fétnu^ei" (167S— 1808).
Hajem, HeurteUe. Zie Qrtffh, Ftrmmd.
RayM. Rutherford Birehard, oegentiende
pieaident oer Veieeiugde Staten «an Nooid-Ame-
rika, den 4deti Oeteber 1822 te DeUwve (Obio)
gelioien, atndeHde aan bet Havard College in de
ledLtee, doormiede Noord-Amerika en TeaUgda
üéi in 1M9 ak advocaat te Oueiauati. Ala t«-
Senataitder der ehveraü aam lig ia 1861 (üenst
ij bet UftielmT en werd van eenvoudig vigwól-
hgei attengi hevoiderd tot brJgade-geaoML Na
bet ^adöges van den ooriog w«rd l^i lid Tan bet
Cowiea «t btttoedde tm 1867 tot 1871 de be-
tiddtiiig Tin gODvernear van dea staat Ohio. Den
7deD NoTMiriwr 1876 wenl hjj met 185 V««d 184
stemmen tot preeédent der Vefeeoigdï StiUen ge-
koten, en daai men de geMighüd éta «temmen
van Zwd^Oaiolina, Flotida en Loui^aim in twn-
fel trok, waa bet aanvankdijk cmiekw <d bij du
waanUgliaid xm fauHten aanvaarden. Een emn-
miaeie vaa ondenoek bediste editer te agaeB
gunste, loodat b^ den 4den Maart 1377 de tao-
gele vaa het bewiad Ln baodeii nam. Zön venoe-
neude toe«pr»ak, bg die ffdeiFenheid gebonden,
maakte een goeden indruk, fi^ benoemde een
mi-iijstene van zee gematigde TepubUkeinen en
ééa demoeraat Bg bot beooemen vaa ambtenaren
lette hjj TÜtshiitend <m b^waamiieid en veidSen-
Bte. Ook bradtt bg den ge^Mumen toeetaad ia
Züd-Caroliaa en Lomaiaoa tot niat. Seii iavioed-
njke <»pa«tde in het Congiea legde iteoi teJkena
nMeiip:heden m den weg, loodat tig meermalen
van hét reobt van veto gebruik moect maken. In
J861 werd hg door Oartield Tervaagen. Hjj over-
leed den ISden Jaouari 1803 te Fremoat
Rayea, Iiaak tgrael, een Araerikauiadi
No>n^>ool'Taa^db^, den &den Haart I8S2 te C%ea-
ter Jn Penaajtvande geboren, studeerde aaa de
univeimteit te Penaeylvaniê, werd Boheepadoetor
en vergezelde ia 1653—1855 de eipedttiTTaa
iïane ten noorden van dui Smitibsoand. Oader-
steund door QrameU en dow bet AmecikaaoMb
Oeografiech Oenooteebap, vertrok hjj » 1860 met
een wdiip naar de poolatfeken en drang door tot
Ta*/)* N.Br. en in 1661 met door tioadea getrok-
ken «leden tot id>85' N.Br., londer evenwel veel
belangrijke 4e ontdekken. Na tgn lemgfceec dien-
de hg aii vvQwtMigei gednrende den bnrgerooiloit
en schmef vervolgeiu: „The open Folar Sea
(1867) en „Ftijaiw otnerrationa in Uie areb'e
eeaa" (1867). In 1869 deed h^ met een jacbt vaa
den aobilder Bradford opnieuw een tMht naar
Oroeniaad, dien hjj heaehreef ia ,.The laad of de-
solation" (1671). Ook «ehreet bjj bet veiteal:
„Cast awa; ia the eold" (1669). Hjj overleed den
17den December 1881 te New- York.
RaTAS, FrencMCo^een llalitana^ aeUldw,
den 15den Febroari 1791 te Venetil Keboren, etn-
doerde aldaar en te Rome. Eg schilderde meeat
historieetnkken en overleed den Uden Friimarl
1882 te Milaan.
HaFtnerla, Heinrüh Karl, Trgheer roa, een
Oaetenrgkseh staatwnan, den 7den Deeember 1828
D,o,l,zedb,GoOgle
BATUSRLB-BAT-f AÜNCEFOIT TfXI»UO.
I«rt«iiMiit TK
■mmtAHi
Maria Thvfia hl ifi
(kntutd wM opgeno
]iik HcJ. NadK hij te Vmmd >üa «MilB nd-
tooid bftd, irard hq i& 1650 «djucMolk bg tnt
g«SHitadMp to EMMtuttifK^eL W«liln tot daden
iolk beToraaid, bdHtt« man hem gedumnde den
KrinMMkrtog met «ea geiaMlQfce undiig nau
Onur-Patja, om beeobmiwig te )ie«Hgen un de
Ooitou^lu^ mdeidanaL bk 1657 werd bij m-
eaetejda na koatie t« Atbeoe, ia 1861 t« Diei-
deo en in 1662 te Fm&fort «as dw Hftin. In
16M — 1866 mi tig gennt te Kopenbiigen, kev-
de afa imMl rad legMe naM FreoklMt tocug «•
■wm deel MD de TndeeutdNtiHMMiiwen te
Fneg. In 1866 t$deti)k ^eniit mh Betlut. wnd
h|| ia 1868 doot Vm Bewt gcokatvl bq het de-
--^ *; Tan Doitenkadaehe Zeken, nrtMk kort
« ge»Dt DUS KoDetaotüiopd, in IS69
OM en in 1872 uk 'e-Orawenhage, wwd
1 1876 ifl dMi ataiM) der vri^eeien opgwomen,
Jn 1977 M «wurt aan M Bof Tan AdM tpe-
Doemd. nam in I87S ded aan liet eoocTea te Ba^
Iqn en aannaidde den Seten Oetobet het ambt
Tan intnietar vaa BnHenlandadie Zaken (■ TCn
bet Knier^k Haii en n» voonUter vu den
nMMcteirand. Hg overleed den lOden Oetobec
1681 te Weenen fMeeÜM' aan een berowte.
Hatibo, «A Aimo, Beimo en Btmmo ge-
noemd, een godgeleerde uit de Me eenw, wae «an
der merkwaard^ato leeri»gen -na Babimtu ifoa-
nu. den becoenden tbt iwt Pnlth. iHg eehreet
TeulMÏngen van ondMeebmden gedeelMi dee Itg-
Ma, Tooite een ,3onuliarinm" ea wnde^jk ,.Ori»
tinarnm Ternn memorin", welke loopt Tan dea
aaBTM^ Mier jeaiieUkkg tiot «Ml Tikeodoeiu den
Oroole en meermalen gedrakt werd, onder na '
Mn U 'a-QT»T«Dliage u 1581 en te LeUtn
1650. Bjj oTCileed ah bieeefaov Tan Hidbeiatadt'
den 27aten M urt 853.
BayiUillt Jvlmt Jakob, Tijjbeer eoa, een
Ooetearj^aofa genetaal, wae de jongere loon van
WÜhelm I, keuFTOtet twi Beuen en Tan tfoowc
von LindentkU, geboren Rebdika lUtUr, de doeb'
ter Tan een qiótheker te Hajonn in SUeafl. Hg
werd den I4den Oetobet 1780 te Caaeel geboien,
trad in 1801 in Ooatenc^edien dtenit en woonde
de TeMtocbtea t^ ma 1806
diagaooriog.
tenanU4A>nel. in 1880 <tot kolonel en in 1885 tot
genetaal-majoor. Ak tarisad^fcnemij ging hg
nnw ItaliS, werd in 19U ïnÜuiBnl-TeldBiaai-
•ehatt en daarna bcTeHKblier fan een regiment
iafaDtene. H^ beeft wel faggedragen tet de OTer-
Triooing der Ooatenrflkeie bg Onetona, den
24«ten en 25ateD J«m 1848. Het groote ctieng-
beid bewaaide hii de mat te Bergamo en te Brea-
dn; Perrmra tn^tigde bj}. Toen na bet bemt-
ten Tan den oorlog in Maart 1849, Breaeia weder-
om (^towi trok HojFMM tao Padu» daaibeen,
omatBgrfde de etad, en ei ontstond no, bg deo he-
Tigen tegenatand der inwonera, een atröd, loo-
ala toen nnow^ki een tweede in de krgS^Ke-
aebiedeiija nul doi nieoweren tgd geTonden werd.
Hagnau Mgt danmmtreat aeU: ,Jk gaf betel dat
men geen gevangenen maken, maar toatond ieder
Hing jigen ion die met de wapoien in
de band gegrepen werd . Tödens bet bekg Tan
'Venetifi, weid ng door den Leiwr in een eigen-
handig acbrgTen naar Hongarge gerocDen. Front
iouf belaatte beoi in Hu 1649 met bet «pper-
befd eUaM, terwül hSi bem teTena tot TeMtnig-
' I benoemde. De beatonaiag Tan BiAb, bet
ai Tan Siegedin (2 Angnetne), de geTecfa-
ten «aa de Tlieiei, waanlooi TemetTar in banden
der Ooatenröketa viel, waa i>et wok Tan Borium.
Hoewel OOrgai door bet nederieggen der wi^e-
nen bg Villam den nxm der oTerwinaing aan
de Boaaui aebata 1m te kenaien, was de nkihg
Taa <den owkg liooldiak«)|^ toe te eebiirTen
aan bet kiwiwleid «ui BagnaiL Otaebooo mea
bem met nienwe eerbewgien OToflaadde, werd
a 1809. lo 1818 tot
e bootdMOToerdem d« Bongaar-
« orawentdio^ de aladttoffen werden. Na dm
-log gedioeg steh Kiwmh ia Hongarge ala een
di«tnt«. Zgn banddwgie bcadit bem einddgk
in bot^ag nut bet ntniataie, soodat bQ den
6den Jnii 1850 nlotacUng lan ign geiag ontfae-
6den Jnsi 1850 nlotaduig lan ign geiag oi
Ten wenL Nn keetde h^ tot bet an&elooe k
terag en Teetigde bg sich ie Qiai. Zijn wreed-
lieid wasM>ogebaat,dathjj,toenhijin3epteiDbec
T«a dat iaat te Lcoden de bmiwerg tab Bankt
en Pn-kina bcmlitigde, door bet werkTolk met
mMiandeKag bednigd werd, tecwnl de Briteehe
legeeiing geeserlei poging aanwendde bem daai*
Toor Toldoenii« 4e Ttenebatlen. In 18S2 uitle
sieb odt te Broaeel de Tolkabaat lesea den oa-
manacbdöken krggaman. Hg owrieed den 14dan
llaarTlSSS.
Ham*, fnedriefc QotlUeb, een Zweedeeb
plaatknndige, den ISdea Haart 1763 t« JQtM.
iKigk geboren, geooet bet ondetwjji Taa ICtUa-
Row, werd deetoi In de wgdMgeerte en wddrn
boogleenaf in de ehotkundê te Berlgn, waar b^
den ISden April 1 882 OTerieed. Van MJn Inl^rghe
werken Termddcn wg: ,J)enidrologtadw Flora
dei Dn^egnad nnd dw QUen Berlina" (1822),
en „Oetnue Dantellnng nad Beaehreibong der
m der Anoeiknade gebrlnehlieben Ogwiebee,
wie Mcb Boleher, wdebe mit ihnea Terweduelt
wetden kftnaea" (14 dbw, met 846 kooergraTn-
rea, 1805—1841), waM-ran editei de laatete 8
deelen door «adeiea bewerkt ign.
Hath*, Pamt BamObm, een Amerikaanaeh
dichter, den laten Jamari 1880 te Charieatown
(Znid-Carotina) geboren, atndeerJe in de reehten,
werd jonnialiet en wai kagen IM de meeat ge-
Uefkooade <Ud>ter Tan de Znidelgke atalen. ^o
gedt<Ueii ign Termmdd io de bóndela „Poema"
(1855), „Sonneta and otber poeme" (1857), „Ato-
lio, a hgesd of Ooa" (187^ eo ,.Tbe mountaia
ol Ibe bTWi ind otber poeme" (1878). Hg otoi-
ked den 6den Juli I8B6 te (Jroretown (Georgin).
HaT-Fumoatoto T«rdniv ie de oToreea-
kMuet, <fecr dea miniatec van Biutenkndeehe
Zaken der Vereenigde Staten vaa Noord -Amerika,
John Boy (lie aldaar), den e«ten Febrnari 1900
iaat den Britaebeo geiant Ptmnetfole (»e aldaar)
geaioten, waaibjj dé Veieenigde Staten het uii'
dnitend reobt verkregen em interoeeaniadi ka-
naal in €ealraal-Amerika aan" te leggen en te
DigilizedbyGoOglC
HAY-PAUNCEPOTE VEBDBAG— HAZARDSREILEN.
behMnn. D*t Tcrdiag werd 4ai ISden November
1901 wrTttDgea door «en kixkr, wMrin o.i. de
bepeiUng weid opgefasTen, ótX het kajua] ni«t
verstcrlrt ion mogen wordeo. en wurin e«> het
■oedeMiggizigedttp na Oroot-BrktaoaiS orec het
kuted TOor goei een einde wen) gemaakt.
Haytl. ^ /TaKi.
H&rward, ibrofum, «en Eogelaeh teehteg»-
ffeboffea, d
reden, Btiv
feden, studeerde in de reeUen, werd ui 1682 ad-
TOflut, kverde een letleJuig vm „Vom Benif
mwreT Zek znr Qamiagebai^' vAn Savtgnv, alc-
mede een procaTèitalinf tmi den „Faiiflt' van
OoelAe, een veik, dat 9 iHtea.Ten faeteelde. Ver-
der Bchreef hü. die ali literator meer Terdien-
êteo boat dwi i^ pmetüoh jniat, ~^ «ön be-
noemJDg tot QoeetM Counsel (RgkéadTocMt) in
184d, wekte ia de «ïrocatenwar^ onteTredcn- .
faeid — : „Antobioffrafiij, lettere etc. of Mn.
Pioiii" (1661), „Diaiiea of a l*dy of tfo^ty"
(1664), „More «boot Jdiimk" (laOB), „SketdK*
of «minent fltait««men and wntere" (2 dhi., 1880)
CD „Biomphica] anó eiitiead eaMjs" (5 d^n.,
1858— 1#M). Ook aJe Kbrgw tu ..Art of di-
BMg" (1652 eni.) <n ,jShart mies tor modeni
wmit" (1976) wontt li^j dikwüle genoemd.
H&EftArti Jaeobuë AntoUiu, den Ssten J»-
nuari 1773 te EoMMug g«4)onn, wm huidelMi
op Timor, toen bg door Z)ae«idt/» ü 1609 tot
divat Tan dat eiland l>ei)ioemd weid, *k boedung
hj} fo leiO een «anral der En^ehen op Eoe-
DMiff alwemje. Bg bet Terknen ffavk van Java
tegde Baxaart s^n betrekking iteüer, doch b)e«t
de nuukoun der Engeleeiien, Nadai onze kolo-
mSn weer Hl ooe bez>it wureo teniggeJto
werd bji roaident t«ji Tüdot en trad hij net Uem
OD TOOT onie bebüffen op dat eÜMMÏ. Een aan-
kladit *«o Portne^ tmf geen gerolg. Daarna
trad hg nog kfwAtag op in de oiduaten in de
btiuwnknden tmi 'Rmor. tot hq in 1838 aitnd.
Hg OTerieed «fi faet «hnd Sanoe den 19den De-
OMDber 1896.
Alghaniaton bewoont Zjj beataui uit U in seer
veFMUUende «tammen verdeelda hoof^gvoepen.
Hun aantal wordt «p 600000 geMhot. Zg «pre-
ken pMMch en ^ eleebte m naam nu den
emir Tan Afghanwtem a[haitb4^k.
HftKM4*peleD tioemt men umdMiige spe-
len, weHce lüet ia de aerate pJ»ata tui de kennie
of Itehendigbeid fan den ^eler, maar etiJiel of
kaarten. dobbeMeenen, haUeitiea of nummer*,
looala fsm, birtJü, ara^ et nur, nngt-et-un.
roulette, totto eni. Zq ign meeetal looduag ge-
TtgtM, dat de btuikiei of booder tmi het s^ de
meeste kaoaen op Tooideel be^ teiwgl fan neb
tevens minder onder den inTloed van den Wti-
tocht bcWodt dan de eigeivljjke ipelert (patere).
DaarenboTen geven de bazai'dijMfcn aanleid>D«
tot talloOM bediicgenjen en «pbehtwgen, terwm
i^ hoogvt nadeel^ werken op de leddyiiheód.
Qtn Se Todan werden ig tbo onda in ■niit be-
«ehaafde staten veiboden. Beede TO^m bet Ro-
mejnaebe leekt treid bet fama, waarin men ba-
r!"
laid^ielers aaatrof, «erbemd feikkard, twwgl
aiwHUHl de «ommen, wejke hg met bet q>el ge-
wonnen had, in lecbten vorderen km. De nieu-
were wetgeving hiidde no^ ia den Jongaten <tgd
'- dat oplicht leer vertob»Uend, Terw(p hazard-
in aommige IsDden streng gen<eenl wer-
tipaehtte men eklert de opeelbaoken ten
Toordeeie rtm den Staat. Men meent, d«t dez»
bet eerrt tegen bet einde der ]2óe eeuw üt Ve-
neUG ijjn opgericht. In Ptxnkrgk bestanden t«
voren in ule aaMJenlgke steden beroorreeht»
•pedlMDken, doeh ig werden den laten Ja«iaii
1639 atie gecMen, wMrom de Ffaoeehe speel-
baakhondetiB, woab Benattl, Okabert, Deveaur
den in 1648 door bet Rijkeen nisterie alle epeel-
banken opeebeveo, wat m bet weei^annige
Hanibaig seltB met beholp vao sokMen geacined-
de. In den daarop vo^nden tgd vaa reaeüc
heeït men de qweAioken in de badplaatsen m-
der geduM, totdat ig eimk^k m bet giebeele
Dnitecbe I^ik toot goed >gn afgeaohalt. De eetii-
ge openfaarc «pedbüik vtodt men tbaoa te Mo-
naeo. De pogiagen, om onder den dekmantel tan
beMadigheia ia verMhiUeiMk' plaatMn tu om
latMl (Amateidsm: „Odbde Bienfaiiance", 'i-Gn-
vei^tage, Maaatzidit, Vaak) ipedbaafcen «p te
rioMen. heMen kraebtige bestrijding vm de
zgde Yan poUtie en jastótie enderroodiea en tgit
tbane vr^wd geheel ofiderdrakt. Todi qjn ig
daarnsoet weer in den loim van aoeiStieilen met
ac^nbaai strenge batloti^ opgestaan. De anto-
ritei't«i>, iroomamelgk de gemeenlelgke, bebben
met eUe mogeiüke middcjen, Ue b^ doen vaa
JDvaSen, bet plaateen van pa^tóqMxten en der-
gelijke, getraclit hieraan ipaalenperk te eteUeni,
editer tot daerene taoèar afdoend reenkaat.
Het mag vepder betwiffeld wMden, «f de tnadde-
len, die voor de bestrjfding weiden te baat geno-
men, altgd wel «bann «randen in de Wet. Bttend
il in draen de prooednre door een faondar van
een epeeKiaok tegen ide Gemeente 'e-OimTenbage
aangman op gr^ van beweenie bevtsrtoonia,
in w>aft proeee «diter fprtm benBsiing orer hot .
al of ai«4 geoorloofde diet ttoomia (bet phataen
van pdi'tdepoalen) ie veikrcgen.
Bg de wgiiging vbji bet Nederkndeehe Wei-
boek TMi etralredit vu den SOsteo Hei 19M,
etU. No. 180, beeft de Wetgever ook ign aan-
daoht aan dit ooderweip gewgd en de op dit
piuit beataaotde bepalugen bdangrjjk vwanderd
en aangevuld. Deie b^Aingen xgn ra vetwdietp-
ten vorm van bet 3de Boek van bet Wetboek vu
StraJredtt (overttedinmi) ovmgebntebt naar bet
2de Boeli (nüsdrgven). 1%eocetiacb wordt hier-
door het meer miadadige kankter deier «trtf-
bare feiten aitgedmfct. pnetiwb kreeg hdeidoor
de wetgever de gelegenbnd de atmnen bdangr^
Thana wordt bed»i^ net gerra-
lendsetrsi vwi ten hoogalie twee jaren of geld-
«ete van ten hoogste ms dttiiend gniden (vroe-
ger voor de anatoge gevallen lee maanden
«echtenie of drie dnisend galden boete):
lo. bij die bet opiettelgc aaobiedea ot geven
a gejegenbeid tot buardepel «h bedrgf uit-
oefent, of opiettd^k <in een onderneming <ku-
DigilizedbyGoOglC
HAZAHaiaPELEN— HAZBLAAB.
109
2a, fag dk opHMsl^k bet publiek gsleg«Dbeid
tot Juuüdqwl Mabiedt ot f[«ett, of opMttdj^
<u MB «tdentoiuiig duiioe deélaieemt, onnr-
«efaihitf «f bet gtl«iiik mdun *«d <ii« gekfpen-
}i«td M dao niet wi maigt ToormaTden cf vbd
de inMÉttnemiiie tai ««mgen Tonn ütumkelgk
ie g«aMd;
3o. 119, die bet deetnemen aan hamd^ri ali
bedryf nitoefenl. IndSen de Mfanldice bet miMkgt
in i^n ben)^ begaat, kan bij nm de iiitoet«iiing
legenbeid tot baiuvkpd.
«en OTertaoding gefafenn.
Dele bt>paliog«a woidra
meenten bq gemeenterenndeoing mmi^^jimw, uv''
dooidat in bet «leemneQ dk apelen «m gM aan
<ieQ oftanibareD veg wrimden mudt
Om Bangariök Wetboek ooixfpt een cecÉit»-
Mfderiag MS «He oduthfen, aü spel of wed-
dingadüfi Toortgekomen, met aUwndenng yaa
<fie «pekn, welfc« gcaebikt igm tot liehaaoaoele-
iftw
ktergen teeit cnse
1 de pTM^ dikvglB moeUjik t« b»-
iBwen, 01 lefear wd (HMer J)a«rdap«l tm. Eeni-
gie jann e^edan m iw^iat, daA bet jen de po<^e,
aootf* dit te Scbefciiigen ~ " ~ ' ~' "
liieen mpedrd i
te IwadKHiweD, <
nuKÜgiheid van den apdei 49 de nitkomat ras
dKt mmI nnimiood wat.
BeAairc dne «igeidïke atnOiepiluigen beeft
de Wetgenrer nn mder bj| bvnagtUMmiie w^ii-
oBg yen bet Wetboek Tan Straficefat ook een
deEïDitie geKenn no b«t begrip bsMrdapel en
wel eene, ite aeei «ker nüfDca ia daó brt
•pnakgebniik medebmwt.
De iHooge Raad snf m baar meenina' te ken-
DOD, ifot em «pd Mleen du baurdipef ia, wu-
DoeT de tAtkomot tiittliuUttd iian bet toeral al-
hanketijk m. Bet m dude^, dat bq een dem-
igk^ tuttandig lefcer joiete, niUe^ng de be-
palingen omtrent bet T«ibod lan baiar(hpel viq-
wel «en doode Mtor bkren. In de graote ateden
Terreoen de loagenaamde Académies de Biliai4
„ .. A jen de ponk, een
r de iMdgaitoi, nog van taotelnk 00-
aobnldigen «anL da Aeadtenee d« BiHaid braMi-
ten menagen ondeigeeehikte, die tgn >MUoon be-
»t«I om aac aqn qioebwteD te voUoen in de
buk der beUawdtn. De Wet geeft Ümiu de aa-
•rolgeiMle defiütie: „Onder Haoardapel wofdt -m-
tUaa «tk apel, wawcl>g in bet dgemeen da kant
op wiaat i«b bet toèrai aflMaigt, ook wanneer
die kana toeaeemt met de mee«d«n geoede&Aeid
ot gnwtete belnnSgliad lan den qteler. Daar-
oter dea viMtg^Mi wedttojfjan «f verdefe opa-
len, wtlke niet tnaaehen hen, dia daanaa dM-
Demen ijjo gedoten, tooinede «tta woddaoMhap-
pan. Daawwter wvnfcn niet begiemn Mernen
na» de da«n«n t>4 hei «emte M wi ArUel I
dei loteimMt IMö gegercn omadirQiing". Deae
bepaüog lieelt teel beati^cSag gwronden. Men
beob bewoeid, dat m ook domino en wbiat b.T.
lot batariliptien wenlen Terklaatd. Odk al «ue
dit MM, de jaaüMe nl aeker tegen der^lyke
eptiea nooit optreden. V«n meer betoekenie wm
de kracÉküge aetie tegen deu bepaliog gevoerd
met bet oog op bet totaid veiibod nn afte w«d-
denariiapfken, en derhaWe *ok ytn die w«Ue afge-
sloten worden ter geiegenbeid van paarden ranaMO
{TotaüoatoDTeiimd). Betoogd weid dat de be-
hmgetdlmg -ran bet pubUek iin dese sport wor
een gnot deel jniet voortkwam oit de aldaar
geaebonkeo gelegenbeid tot faet aangsan van 00-
schnli^pe w«ddBi)>eb^>peD, dat bet verbod bet
bondui KB eonraea oiHDogelqk ion maken en der-
balTe het fokken van lenpaenlen, leer 1«rn na-
dede vnn brt ma, ion aebterwege bijven. De
beeft doen aeo, dM dit bttwmr leu ae-
rt.'
bladkooppeo,
(ooral aoor <
pantemeot Noid, ugt aao de Bourre en aan bet
kan^Tan Haaebraiuk en t^ (1911) 12 566 io-
wMwn. Hen Tiodt er «en Qoti»be kerk oit de
16de eenw met athildeiöen nk de Ylaamaebe
teboid, en een 60 m. ho(^n toren, een o^lège.
)iiiDenw«T«q, bietbronwer^, weplabrieken, bao-
óet in ginan, bop en vee.
BMWtSmmx (CoT/bu h.) ia de naam van een
plantewealadtt nit de tamiUe der NapJ9»drih
gen ((^ftUiterwit); bet iieitaat meereodeela nit
neeetew. De biadkowpen «i» rooA en algeknot
en vao boiten door B ronde, gek ecfanbben be-
dekt. De Uoemen beginsen licÉi reeda in den na-
lomet te ontwikkeleD en gaan open legen bet
einde v«n Jamniri. De maooelyke Uoemkatjea
ign Marend. 0|i faaU-eivonnage, van boven <iue-
knotte eebdUben net men 6 tot 6 meehkaden. De
iTioQwe^e bloeiwffien hebben het voorkomen tan
(O, maai «odemetKiden lidi hiervaa
r de (MnTMiUeoflige stemfMls. Twee of
ilen na den Uoei^ ontwikkelen neb
hl bet viniehtbeKHtael twee laMlknoppen, van wel-
ke gewoonlijk eieebb éen tol rJH^id karot, ter-
n^ liet acbutUad met een paar andere blaadje*
een beveiligend hniwl vonnen om de Mniadige
noot. Deee katate heefteenlianieo vmehtvraad
ea een i)nriiw laadhaid. De taadlobben ijjn leer
groot en oUeboodend.
De oevoae haitbioat (O. Arellana L.) wiordt
3 tot 6 m. boog en heeft een teat, weke eerat
gr^, later rootnmin en eindelijk lUverUenrig ia
mat roeatkknrige dwnrsBtrepen. Het hovt ii ged
van kleur en wat donkerder dan benkenbont. De
Madeten ^n b(jna airkehoad en aan bon top
pMeriing tot een emalk pont eamengetrokken;
ïU bebbeo een bartvonnigen voet en een dubbel-
g«Magden rand. Ifan viodt deze beestem in ge-
heel Enropa tot ftS* N.Br. en tot een hoogte van
1500 m. oaven de «nwFvhbte der tee, almede
in bat nomden van Anl. Ueo dient de noten in
den beifat to Maaen, omd&t ig apoedig baar kiem-
vermegen veoiHeMn. De beeater draagt gewoon-
lijk eerat vjwfcten na Tertoop vao 10 ja*r. Door
de verphntiog Tan afleggwa kan men dien t^fd
editer aananenelgk bekorten. De twggen winden
tooitt tot Tleefatweik gebeagd en de fqne kool
lot bat vervaanligen van boaknit, aJooali om t«
teekenen. — Of) de bladeren van de haaelnoot
leven meikwHidige anaptkevera, o.a. de fraaie
DigilizedbyGoOglC
110
nACTUjA *B— BMlM-WQttW.
Balmtmu fHKum. Hjj beett «en langvn kiomneD
■net «n gcbufite grieten eo ondendicidt lich
door «en grQsbniiiie, met geel gemengde klevr.
Tan bet kattt tm H« tot JoU kraq>t hq orer
d&n bcMter rood aafaooA sieh ■!• bot wsm
dood, wuuieer men hem atdett. Met dto ranit
boort hq een gaatje m de uheol dn noot, kerat
&di mvolgen* om en iegt «en ei. WeUn komt
dMinit «en hrre 4e w(nMij)n s>i>d«r pooten «n
met een bimnen i<^ mo een UeM g«eliditig
witt«n im». Dom beeft in September de kent
mepevaeM; de ooot vtli dm u, de Urre baant
tKu een wfg door de sdiaal en krnipt in deo
grow^ «ffl een fiaar iw ktet ■!• kever w«êi te
«ooreehvo te ibed«n. Een Mtdere kerer, Jfodenu
eoryK, heelt gebukte cprieten ta UgeheM mrt,
met «tuodaitag mt ign beUsnvode dcisdifl-
LambtrUnoot (O. tubuUm W), wtlkt ikdi ooder-
•dteidt door den aao^eiMmen «Daak der kernen.
Deie heettet gioeit vt bet iniden van on* m-
rridded. Toorts heelt men oog den Byxmttr»'
êeken kaxdaar (C. byiaatwra Deaf.) met e^aa
artmttdaden en aen dobbel omkleedatl nnMMD
da dikke, koitc noat. Hf voimt een boem ter
booste fan 80 m. met
AiMiere aoorten, aooaU .. ._
O. TOëtnta A i t., vindt men id de Nnuwa We-
idd.
In «oa iaod komt de teeH van de Baulnoot
alleen in de Bangeot dn bet «noot voor. Men
viodt de {ibuiten daar in de faomgaaidian, die
doorgaaae leec dsebt " '" " • -■ -■
dni. Deie TÓtt ach met groote ttdunUgbeid
de UadeMO vanden haaebar en legt daaiia i
■idk gemwnlqk met «en geringe mimte t«vredeD
■teUen. SMnnrigie 'vrnebteakmdieTa idaol«D de
■tniiken, of struiken mot lagv itammêtjea, didtt
aan de dootkanten. Zg kimken de basefawtan
irit Dit «ortdintkiopera. De opbrengeten der eol-
twir ijp lear wiaaemlHg; d« l«ett mi^kt nocal
eens tengevdj^ van vorat ot Jaaeeteneebade. De
■wtea varapreiden leer ivrf aebadaw. Een onder*
be[danting onder deie vrnditatruiken k daarom
niet mof{«lök. De <t«eH oeemt om bovenetun-
de redenen em al dM toe. Ale varUteit kweekt
meo de Mooïe ratoe en de groene. In het boiten-
land, vooral EagèlaDd, itaat de tecit van not«i
booger dan bg oni. Men vindt dau regclmatise
aaopluüagen en iegi licb meer 4oe mi de teelt
van veel cobrengende, voor ahneaelaad weei
sevoriig ignde TariSlevten, looale: Wküë Fü-
itrt, Qife nut, Orandit en Landiert,
HasslboMl, (TttraaUt botuuia), bet Ueinale
der Enropceaehe woadhoendera, bewomt ooe w«-
liUdeel van de Alpen noordwaaote tot aan de
inenten der loofdtagende boomen, en boodt in
DuiUdiland en ZwUaeitand voord in de beiv-
wonden ign verUqf. Deae v<^ behoort tot de
orde ia HoettderaekUgtm, toeft e» bevederde
kof) en naakte teenen. Hg ia niet v«tl grooter
dan een patrga. maar veel fraaier van ktanr en
gedaante. Het mannetie ooderadMidt lidi door
een iwarte vlek aan de fceel, t«rwj}t voor 't «re-
tige de vederen bq bctde geikchten Iraai nieat-
broin tQn met fclêiae witte en awarte rieken,
terwjjl de ataait panlgTge aa mat een met wit .
omaooindBii, nnrtai (hrailiMod vwaierd ia. Ge-
IJik il de wondbneodera, voeden ook doM lieh met
knoppen, vooral ven besdaaia en berken; voorts
met aUHlei baataoortm mi eindel^k met inaiB
ten, wotmen. Urine dakken eni. Zg v«iaifaiilen
vA aeer soigwUig, ab^en «p bcoïnen en hn^
Mlem by dag op deo gmod rond. Ook ala «)
door gevaar bedreig winden, U^ven ig gewoon.
Igk loopen, daar aQ moeUgk vliegen en bterbj)
iveel gednuaeb mikan. Zq ouen in bat voarjaar;
bet ktinitelooa en goed verborgen nest bevat 8 tot
12 K<fat«Md^ biwi«nlekte «eren, wette in éne
weken w<aden nitg^road. De kiduna votgan
aanatOB^ de moeder. In Mkildd-Bujopa komen
ig aeïdeo onder het eebot van den Jager, óaA
in Noorweeen » Zwaden vaagt nwn dea wiotera
haielboeni&a is atrikken, en lekkerbekken ediai-
ten het vleeadi fan deae vogela boogec dan dit
van facanten, «nippen en patrj^en.
Hasellns, Artur, een Zweedaoh taalgdewda
en «tbnogn^ den SOaben Noveesber 1888 ta
StixÜiohn fjeboien, praoKrveenle te Upeak op da
diatertatie ,Jid«dntng tiH HivanUU", wm daai-
Stoekbolm warkmam en veroonaakte door twee
opctdte:.
eena '"
de.1:
iOiea: .Om stenA cUtaInfniv" (1S10— 1871)
apeUiogaetfQd in Zweden, dielaq; vvortdau-
In 1S71 aUehtte bg *e atoAtwbn een etbm-
gcatiac
diereni
fiach rnaaeuD ta verandetde ki 1
trentai» aldaar «en «tnk land in een maainiii
voor Zweedadi v<rik8-, döer. en plantealeven. Z^
eoomaamate weiken söo: iJPoMerttnddi Umiay
tlVr hm oib nngdom" (ade ^vk I8S9), „Minnan
trin NoidMka nmaeet" (1679 eni.), ,.Bitk«r tiü
v&r odSsgi fatlder" (1881 eni.), .JOhrer dnrdi
^e Sanmilnngen deBNordbcbenUDaeam"(ldBB)^
..Albildningar al fSremll i Noudiika moaeet"
(1688—18^ u „BUder frin Skanaen" (18M
eni.). Hg overleed deo 27aten Mai 1901.
Hanelnoot. Zie Hnelnor.
BKMlwoim (AnguU fraoOifJ ia de naun
van «en dier ait de orde dnr BagidiMatn. De »
mme hagedimnn hebben 4 pooten, doch er s^
er ook met twee en leltiwnder pooten «t met on*
volkomen ontwikkelde aefaterpooten. Tot debag»'
dinen zonder pooten briioort de baadwoim, een
ataagvoanig diwtjes dooi oakvndHen vaak voer
eea ahng gidMmden en daw gdqkmalÏM dikta
van tön liohaam t«:veDC op een w«nn gu^enda.
Dom aia«i ondMaeheiden veh door een b^Iee^
tti van dÜDpaugew^ genlantMe lebofaiKn en
door eea kop, die weinig flikker dan de Ua en
met adiUden bedekt ia, «venale door een platta
van vonn ingeanedan toog. Van de alang kaa da
haselwonn gemakketgk wmden ondenebeidaa
wegene bat beait van oogleden, doordat bq slet,
>b de daagiHi, den b^ lan verbraedeD, daai d«
kaakb^ten hier aan elkakr vaat verbonden ivn
en dooidat aan de bnikü van het litèmm i^et,
looale hQ de dai^en decUe 1 ifj bteede bnk-
aehilden gevonden wenlt, maar evenak bg de an-
hagcdiaeen een gewone dikpasagewgae be<
aSobbi]
Dg.
De has^
matigde etieken v:
1 Europa, ooorta in Algerit «b
DigilizedbyGoOglC
HAZEajWORH— HAZENLIP.
Btowt de heUt bednat, wer ^bMe Bcbafabm en
TUI bov«Q «en looAtieUi^ braioe, ns onder «en
UMuraBhtige kleur en «en nlrenclitigen metaal-
cknB. De jonge )ba«n faebbeo langs ot vji« éaa.
■«rbraÏDe «trepeo. Het ia «es ooBiinldw en mt-
tig Anije, met te Ueuten bA om (e Dfften en
met kleine, kromme taoden. Onder wortda tu
beide kukspkien komen dan naar aditeran u-
men in een enkel Toudige spleet no het hudB
«bemdte. Een enkehondigc kukepleet Ugt niet
in liet nuMea mawr m«e^ toMOien düi bni-
tensten nntaDd en den oogtend. Al 4ie spleten
ontatuD door een ^eÉtoorde ontvikkeUng der
TTodit. B^ deM ivn in «en wer TToeg tijdpëil da
^
'««.
heesters loefct bet een edraUplasta en brengt
Sêêu den mtnter dmv. H«i woedt nefa met wor-
men en ineeoten en kan nuanden kng Tssten.
H«t wjjfje wetpt jaarlijke 10 of 12 jongen tege-
Iqk.
Haxenllp of knanmond fMiuM ttporinumi
noemt men een saogeboren spditsinf dot bovsn-
Up, itie enkel faui wenn, soosk in fw. 1, of dub'
bel, soosli ifi fig. 2. De nssroniMig cm neb be-
wrieo tot een idseFriiiK in den isod der boren-
iip of de enkele ta^i. dabbele ^leet ksn »di tot
in bet oeoBgat Ditst(dk«D en is d&n Tsak gt-
pasid met ükele ot dubbele tpl^ftöag mn boven-
Fig. 1. Enkele bazenlLp.
kaak en gebeiDeite. In dït gend kao het kind in
den moncT geen kiehüedige mimte winnen om te
anieen. Ali de kask^ieet dobbel ie, dan staat bet
méadeletnk fsp des bora&sak, dat de sngtaaden
beenderen nui bovenkaaÉ en gehetoeHe door een
tussoheaksak^Men raMÉbdden. Werdt de esmen-
eroeoo^ <ËeT TeieeniiIteiMle beenderen g«etooid,
dan blnft er een rwmte «fMO, en dsanau- Toegt
rich ook de Up. Ia de aafnengnMÜiig deebts aan
Mn ijide belet, nlan ODtataat de enkele bsKDÜp,
Fig. 2. <DiiiAK4e hatnijqp.
(mtbreékt de eamengToeüng aan beide iQdeD van
het taaedienkaskabeeii. daa rormt lidi de dnb-
bde basenüp. In eJOc gaval kan jlegeoe, die di*
e«brek heeft, de knletters üet uitepreken. Qe-
wooirigk kao het eebter dooi een eoerat&e *«ibo}-
pea worden. Men aeMnt namelök 'M huid thi de
iBoden der q>leet weg, IveMt ie aan elkaar en
bewstigt >e mat alrweii ualden, tot ie aaneen,
gegieeid i^n. Ein do» «en ^i^eet in het gebe>
luwinkp een kind niet
DigilizedbyGoOglC
pMtB IwUieii, óoeh ook andten ma miamiijkt
Toedüig hmI beleiomerd wojdt, w&cEite men ïieter
spleet, g«eït een gimtt eterhecgfer, Aar ijj <
«snhDiliiif; d« bit dSatibee, dMv h«t AditeiUtJT«a
TOD iBpijaiesten an den mand, en tot hHvuadoe-
iidiif;«ii <fcioT li'd })ei4Budd Terslikken en oe onfol-
doeitde TerwamuiDg der hicbf im den <^nataui-
den nmid. De gebrekkige «praelk, voortkomende
nit een geodeten eahesndlie, kan door een ziliTe-
len fdut aannMiiKe^ ireibeleid norden. Men
kan ook bg den ^ehöneltesploet de landcn met
liet mea aanIrieMnen en ze dan heebteo, maai
•dnt gMi aUeen voor een «pleet in bet weeke
ffehemelte, want üa bet harde gchenwlte moet
OBarroar he^ slünirtiee eeiet T«n het been tOe^-
pnep&Toerd mrden om hot d«fUTiA luar de md-
dellgn te kunnen lereebndTen. Dezelfde behabde-
ling ia wel «ene ut, gj^pb^tteabe iweren in ttet
ffeheoMMe noodig, d&e ioew«i in djj mvjiee ale in
been gaten kmu^ adbtedaten. Woidt een ge-
apleten 0c3iem«dte met aucoes geoperoeid, dan
woidt toch de nendJ&nk yan de stem niet verbe-
terd, dur bet weeke giébemöito ndet In Blaa.t i«
kA togni den aehteiBten fftarynzwand omi te
legi^on. Daarom alwit men 'tegenwooidlg door ope-
ratie eleditB bet grootste deel der apleet en vei-
kijigt de bedoelde, «nitlrrelende atsli»tD'iig thi de
oenrinlte door een klonen tibtui^or.
H&acnwlnd. Zie Hond.
Hazepootje (Trilolium arvenae) i* een pbo-
tensoort nit de familie der Vlinderbloemigen.
BtoenKn wii, kier roodadbtig, tot hotrfdjesaiita-
ge Woei-wipen Tereenógd. iDe ie» beiit 5 lange
«wimpelde tanden. De bladuen zgn geeteetd en
drietalig. De fmdht ia een (boge Tiadit, w^«
hier Mnoadie >«, niet «ften^rig^ en óoot de hi\j-
nende Uoeturoon ombuld wordt. Op landf^ron-
den ie deie plant al^pemeen.
H&nrawonde w een «eioeeiite ia de pro-
Tioae Zuid-Holiaad, 3470 KA. groot met (1915)
4215 imwonera, imM«dot«n door de gemeenten
lAlpiien. Boskoop, Waddiniit«eD. Bentliirisei^ Zoe-
terwomje, Leidêroorp en Kowiekorii. Zg otnTat
veraehilleDde polders en beetast grootendcfig uit
Toen, terwjj] <ie Rvaboorden en <m dioo^igemaak-
le iplwMo >uü ktei beetun. De berrolhi^ leeft
Tan kiDtftiottw en veeteett, znivelberekling en
«emge ngverheid. De gemeente l>eetaat uit d-ne
keTl:dorpeD Haiemwoude, Qioenendgk en Ooet-
bmirt, of Hazerewoude-aain<len-RvniÜ^. dat het
voftrgkst ie. Bet tiezit tIct keiiea een Herwnm.
de:, een Remonfi-trantedie, een R.-Katbotieke en
«en Qeieicnineerde. Oemeensohappelqk met Eo-
lerawoode en Kouddorke beelt bet een station
m den tjiootweg Leiden — Woeidea.
Hasen, itAmtne», een NeAsriMMlseh tticM»-
^k idirö*M, ia 17M ie Sobo«iboTen scbonn,
waa toeMifcndehiaT. leiwot^nB boekdrauei te
Anwteiidun en o^eiieed te Buriem den 25aten
NoTcmber 18S5. V«a de mw lange leeke ignM
oeMhriften noemen wg; ..Lgkzang op Bdbuny"
<17S7), ,.De HwdeflMigacbe Kaleebiamm in 52
gesangen" (1790), „Geoaagen op de gdboorte. het
^den, aterren en de T«n1ieeTi|iking tni Jeni
OtnatM" (1793), ,3et FSakngeiaiig gun^kejqk
gemMkt, ia geatngen >mii kioderan" (1797),
„Stiebt«i|ike graangen ene." (3 dhi., 1801),
„Nieuwe atiditeli^e liederen ena." (3 din., 5de
druk 19^), „BjAeltcbe meDg«liHigen voor den
OhrisMükeo goMienat en de lanagewiMhafipeii
dor Gfanetenen" (2 sti^en, 162^ „Oebedeo,
orerdeidHiiffen «b geoangen" (1609), .,De mensdi,
bet bn«nHMre TiMrweRi van Ooda Uetde, in be-
^iMgeiiiigen" (1E@7), „1iiedei«n aan den Inuedij-
ken godidienBt gewijd" (1630) en „Mgn katete
weri op aaide" l;I6S6), na ijjn dood in bet Ii<^
Teisebóien.
HuUtt, WiUiam, een Ei^elsdi letteitnndi-
ge, den lOden ApaS 1778 te Hudatone in het
craafsdiap Rent geboren, wijdde sicli eerst a&n
de BchÜd^rkonat, trad' Terrolgene als scbrvv«r op
en werd in 1809 -Kralaggever dei Parietuentazil-
tingen voor den „Uoraing OhTonicte" en uidere
dagtiladen, Hiwdooi kroeg hn aamlriding 4ot bet
bewHi^n eenef lütgaK van de beete redevoerin-
gen, ifl bet Parlement gcbovden, tan de dagen
yan Kmel i tot op dien tijd onder den ti;t<i „The
ekiqaeiioe of tbe Britiab Senate" (2 dln., 1807).
Verder leverdie bg een Engelbcbè «praakkonfit
(1310) en takvke opatellen, in lÜKkdiriften ver-
Btrooid, TerTAHielde lü met Leign Hunt in het
weik „Roond table" (2 dh., 1617). terw»! bji te-
TeoB „Chaiacters ot Sfaakeepeare'e pkys^' (1817)
in bet Hdit gaf. Daarenboven schieel njj: „View
ol tÉM Britj^ atwe" (1916), „Leoturee on Ën-
g\)A poetry" (1816), „Table talk" (1S21), „Uber
acnoria or tèe new Fygmalioo" (1S2S). „'Hie em-
rit Dt tbe age" (1626), „Tbe plain epaker" (1826),
„Life of Napoleon" (4 dln., 3de dnik 1652), „No-
tee ot a jonme; tfarou^ Praince and Italy" en
„Conveisataone wiEb Jsonee Northcote" (1830).
Hg overJeed te Londen den ISden September
1630. Zjjn „Utenr? ramMne" (2 dh., Xm) ign
oitgeceTeo door i^ km», x^n .FDiamatie eeaaja"
(1S94) d«or Areher en Lotre, .^elected mmjê"
(1694) door Johtuon,
Htnlilt, IFiUtaiR Carete, een kleinooon van
den vooisaaDde, den 22Bten Augustoa 18S4 ge-
boren, statreef: een „Hdetory of itbe Venetian re-
piddic" (4 dln., 2de dniJi 1660), beiorede oi^-
ven vaji ooide dMitora, Tam Lmnb'e werken (1866
—1671); van n'ortoH'a „Bistory of Ei^liéi poe-
try" (4 dhi., I8T1). van Ooüwr'e ,Shake^>eare
Ubmfy" (fi (Ho., 1675), het vepzamelwerk ..Re-
maina of tbe eftrly popókr poetry of Bnglaad" (4
dln., 1664—1866), en aehreef: „Handbocdi to the
nopnlar, poetieaJ »nd dramatM Meietnre of Oieat
Britojn" (1667), „Stüidtes in joeular titeiainre"
(1890), „Id the beait of tbe storm" (S din.. 1691),
.,A' rainueJ for tbe coïlector srnd amateur of oM
En^(\aeb {^ys" <1692), „Coinage of tbe Enropeui
Continent" (1693 en 1897), „Fww generationa of
B btervy family; tbe Ha^tta in Engkitd, Ire-
land aw) Amedoa" (2 <ttn.. 1897), „V^ietjo» R»-
pMk. Biae, growth, fall" (2 dia.. 1900) en
,ShaÉeepeare, liimeelf and bis wdA" (2dB dmk
1906).
H. B. «t K. acbter natinirwetensehappelgke
namen is de afbading voot A. von Hvmboldl,
Bonfkmd en Kantk.
HbBt. aditei dienismen i« <le atkortiag voor
J. F. W. BerM («e aUaar).
Hdff., Hdirr* >cfat«r pkatenuunen ia de at-
DigilizedbyGoOglC
HDG., BDWG.— flBDBEL.
113
kMtine TOM /. Bedung (»« aMoar) of diens «»n
R. A. Bedmg (me «Umt).
Head, ^ FraneU Bond, «en ËD^dech sehig-
Ter en «teatanaiv ^n ]«ten J&iuian 1 19S gehfh
len, Ind tia offUiet n 'dienst, kkm op tct den
nug TMi nwjoot en hawde ia \B19 met een doeh-
tet nu tod Somenüie. Bg éeed een reis near
Znül-Aiiwtfta en Mèieef: ^t'OSli ■wtea taken
óttiiuB «OM nwid jovmm «eiaH ttn Pampti^'
(1«2Sf. Uter lerarde 1^ de koddiee .JidMe*
tiam tbe Dnuinen «f Nvmd" (1^). Hg be-
kleedde een geringe betirtUog ia Kent, toen hg
ia 18SS benoemd werd tot gonTHiMnr tsd Oppm-
Caaedk. Hier ondewdwidde hg mdi door wdwil-
lenAeid en beteAnbeid, wuram de Regeeriag
hem in 1837 tot ttuonef ^mUef; doeta oodei
«poedig «[dHimeDde moeUi^Awdes bamtte ei een
t^ieec mi kmmW Iq *n '1636 ^ tnbi iiM««t
nedeileiiEen. Van de beediiddigiageii tiq d(< ^
legenbad teg«n bun iivtlmeht, tisdiHe Iqj ncfa
te mnvien dwH iQn JltmtW', «en meng»!
1 vMitieid «n ««niidituig, Kodat bg bet be-
oogde doet uet beneikl». C— nnode nam du ook
lyn «taatkondige IoMt«an een «inde. Zjjn be-
nndiagen oattrent Cuatk sdielste bjj u sjfn
bock: „The emvrairt" <IS16), wur«p ,^tok«n
and poken" (1849), .JMeneekee atate of Great
Britm" (1850), ,4 lagRot at Fnaéi «lieka, «i
Puia in 1851" (2 -dbi., 1862) en „Oommentc on
KMiglake'i "btatorj of Ak Cnmean wai" (I86S)
T<«^)en. Hg orarieed' ótn 23eteD Juli 1875 te
Croydon^
HaadlaTi ^"^ TyUf, een Aa>erikaMineh ge-
■düedadbrÖTec, dm SOtten Deeember 1813 te
Walton (N«w-Tofk) geboren, stndeeide «an faet
aemanarinm te Aobnni, werd prei£kKnt t« 9tock-
btid^ ia Hundhnaette, deed een reie naar Ba-
Xen adueef: .JjetAen Iiom Itoly" (1846) en
A^ and «m lUiÉne" (1846), beide opnieuw
en gezaïnenlifk nttgegeren in 1849, „iNtfKiletm
aod fate aumhaU*" JMw «kok 1876), „LUe ot
OlfVier OiaBwdl", „ISie Hm» of WtnfieU SeoU
AbAkv JackeoD" (18S2), „Tbe
gvapd of NapolaoB, Iran Üaiengo k> WatèitM"
(1852), „WaeUf«t(>n and Im genend»" (1858),
tnatoTT
ti»*d8 ol Oenenl U. 8. Graat" (1880). Ia 1%4
werd hg Md van bet ataatebeafamr nu New-Yoik
I in 1855 «taatesecretam j^daar. B^ overleed
den 16d»n Janoan 1867 te tNeiAorgb.
HMud «n KaodoualdellMidcn, twee
«Janden in dm lodiaebeit Oeeaao, Uggim onder
58» Z. Br. m 7tf O. L. ten Z.0. tw Keignden
tand. Zq i^ grfnd vergMaoberd en werdoi ii
1854 doot den BogelMhen kioHeu Onml ont-
dAt Op het Heardribkd berutdt ricb de 2000
m. boag« Kebet 'WilbebMilMM;.
Hebbel, rriedriek, een DnitMti diebtor, werd
dan 18den Haart 1818 t« Weaadbonn in Ditè-
■natMb» (HcMein) geboTen aJa moq laa een
eenToodam aigttniar. Reedi '*n>eg toonde bg
dMitetraken aanleg en tnfprfKdiTOel moeite om
ateii, oadaDfca siiD g^Tehnge epiOMfing, woreel
mogelnk te ontwiktielen. Op inn 15de Jaar aan-
widae hy een «Ar^TwabetKMfckig. L*ter tnd
l^j in coRMpondeaide mat VMand en tond eem-
ge Terieo a&n. de kjadetaehr^tstei Amalia Schop-
pe 'Ie Bamlburg, düe hem ut staat «tekle naju
Hanifaarg te komen en ijtii daar voor de uojversi.
teét TOOI te bereiden. Hebbel wm toen 22 jaar.
Een JHU tater ging bij iMar H4n<Mt>eTg om in
de rechten te «tndeeren, doch daar deoe atinKe
bon te^natmid, ging hg otu naar Httni^n,
waai bq adk tod^^de op wgabegeerte, geadnede-
lua en teUeibmde. In 1839 trok èq te *oet tenig
naai Hambug en faenmmmle daar ign betrek-
kingen tot StU» Lttuing, die bem toet gmote
leU^flmDg doM i^ moeitgketen tijd in MOn-
cben bad IteeQgwfaA^n. In hetseUde jaar sctireef
bg iQn eerate dmna JoóMt', dat bet T<^Dd
Uai te HMilnuB werd opgevoent en lü naam
om gifaeel Doitoddand ti«£end maakte. Een jaar
kt«r «ojgdï „Omomn" In 1842 begaf 1^ ticb
naar Kt^Mnbagen, wnailtg hü^o. a. met OeAbn-
ÊcUager in aaonlmig kwam. De koiüng van De.
neoMttken c»f bon een kleine toelage, die bem
in alaat itane twiee jamn in Pai^ en Italll dooi
te Inengen. In Puga aAieei liji lön Toortrelfelnk
btugeiiqfc dnma ,Jf«ik SIsgdalena". Op ign
tcnwrda ontmoette hg twee FMlacfae edMtedeos
die nem ao oriiefaonmen wgie in ataait atdden
geraimen fgd ïn de beate inteUectneele kringen
Tan Weenen te Terkeenn. Bebbel werd Uerdooi
ongecohtkit tooi xëo rroegere leTcn van oBtberia-
gen en met tottoisen tei^ideatdling Tan de
TroDW, die aUes tooi hem hid «pgeoffevd, tiad
hë in het bmretgk met de t^t tooDeelapeekter
Ckrittme Engkmu <1846>. Bij Teidedigde d«M
haodeiwgie iharmede, dat ign eente pfieht ma
te Migen tdoi mtt mn grootcte kradrt wai: li^
dicbterediap, dat andere Mt igi
InmiddelB t" ~~ ~'
I ign oodeigegau.
den entTtng bg onderadniduBea en algemeen
wwd hij ah de eerate dnmaAMehe diebter Tan
DuitacMand beacboowdL Bebbd Ueef «e Weenen
gevettwi waM itii den ISden DeonUbei 1863 na
een lawdnrJg löoen overleed B<AialTe de reenk
genoemde tnSMHa êtbntf bli: „Heiodes nnd
Uaiiamne" (1860), ,^Mm•' (1861), „ViAt» Ange-
lo" (1861), „Agnee BeriMWr" (1855), „Gygea
und aein tttnc;" (1856) en de giootaeh opgevatte
,DieHibehingen", dieinl862den Schll-
UMer t
leip^ behaaUe. Uinïer eeahagd wn tnp ulji-
tpAen: ,Jk!t DMDHat" 0847), „Der Rnbèo^'
1650) .. ™.-
(iBSb) en andeieL alvnede de tröfri-eomec. . „ _
Trm^vprri in Snitten" (1845). ODder qjn lyri-
aebe sediebtenignieergoedR; Toorü rfUntter nitd
Kind , seactKvrcn ia 1855, werd leei bekend.
Ae56el beiat «en leer rfke TmbeekSne en e«i
kraebUg becUend Tennogen. Zgn ToorUeTde toor
het bniteiupotiM en tooi geweldige eoDtHeten
doet wd «en* èlbieak aan bet harmomeuae vta
iqn werk. Todi wordt hQ algecneen tot de groot-
■te Doitedie diefateia gerekMid. De eerate nitga-
Te ran ign ^eriamelde weAen (door Kuh) rer-
leiieen in 1866— 186& Taa de latere nit^Ten
moet geDoemd worden de eritieebe van ITemer
{1901— 190S, 12 dln.), die ook ign dagboeken
en Iniefwiateling uit^. Zyn „Briefwechael mit
Freanden nnd berShmte Zeitgenoeaen" Kaf Bom-
berger in het licht. De Toornaamite leTensbe-
«ehroTingen ign die van Kuh (1877; 3de dnA
191^ en Wemtr (Sde drek 1918). Van bdang
DigilizedbyGoOglC
114
iHBBBEJL — UUbKUTI^TEN.
lün T«rdei: Poppe, „F. Qébbel und WHi Diuu"
^00), SeAevnert, ,jW PmtngiflaKU als Syetem
der Wdt&oBijuuiuiig mkd AestiKtUc Hebbde"
(1903), Oeorsy, „Die Tragöd^e F. HebbeU nadi
ibr<fn UeeeogetaOt" (1904). Te Wewelbnren w«id
een gedeDltterftcii ïoor hem «j^rwtht^ terwiJ-1
ztJD treduwe te Kiel <k HtMtelfttiohtiog toot im-
veimoeende kunsteiuara, maoodedtdd SWawjjk-
HoUteuisr^ ilidt«Ta, gioutTestte.
HetM, bjj de Romeinen Juvetilat, de goddo der
jeugd, wse de dodtler T&n Zeua en Here en de
gemaüa vao HeraeUs. Z4j bleef belut met bet
•cbeDlien tbu dsn nectar op den OljropaB, tot-
dat Zeui deie betrekikiog opdroetf aan Qanym»-
def, 4ieii bij vbd de aAide gesdia^t hitd. Bjj Bo-
«UTua komt zö voor He oi^cAiuwd. Te Aitltene
btA toen &haieiL aan faau en Beraelet gewüd. Te
Sicjon en Phlnu heette zij Qaaymeda <h Dia.
In de OriekMbe kuoat Terwsiijnt zu^als een mew-
je, uit eeo kan neetw sdhenkend. Zoo ie iq ook
door Canota voorgeetekL
Habel, Jokann Peter, een I>ut«ch dichter in
nAsdialeot, den llden Hei 1760 te Bud getw-
ren, was een zoon *an behoettige ouders, ont-
fiaff ign o[rieidifig te Lfinacb en Kaïlarolie en
atudee^ te Eriansen. Cuina werd bü leerav
aan de kweekschool te Lörrarfi en in 1791 uu
bet ^jmMsiam te KaTlsrolke met den titet van
«ubdncomu. In 1805 werd hy „Kirdienrat", ia
1808 dJiecteoT Tan bet lyoenm, io 1809 üd der
kerkelj^c evaiigeliE(he DMODMesie en in 1819
ptaelaat. Hij overleed op een reie t« SAwetziO'
gen den 22steii Septemlber 1626, Zijn „Allemasni-
•obe Gedïrhte" (1803), die meermaleD herdrukt
weiden, schreef Ihii io den iostgvai. ^ in Zwaben
getmukt wonk. Zü bevaUen Iraade natuurtafe-
iceLen ea ledeeiiietMn, aan het teven dei biullie-
den ontleeiMl Een lüner gedichten ie onder d«i
tAtel Tan „Veiguik^ukbaid", door TolUnt in bet
I4«deiki»)Mb lertaald. Verder «cbreef im: „Der
rhetaliiMMsefae Hanxbieuiid, odet Neuer Katendei
mit lefarrddten Nachricbten and luatigen Erzïh-
kwen" (1808—1815), ,J>aa Schalde Bstkdn de«
jbeEoiandJAehen Hauslreundea" (1611) en „Die
tdblüchen Owtncbten" (2 dln., 1624). Zijn go-
MDMoljjke verken werden bg beiii^ing nitgege-
Ten.
Hélwrt, laeque* Btni, bqgenMund pin Du-
ehane, een VRn^febeEtiKstedcmagogeii aei Fraa-
t<ie Bevc^tie^ in 17^7 U Alenfon gEtwren ak
■ooD Tan eeo goudamid, trok q> jeugdigen leef-
tvd naar Fains waai by een unoelök leTem leid-
de. Hü werd bureaulet bjj het „Théfttie dn V*.
nM.i>'' mssr in I7R» onttlsRen wegeos on-
rang oer Onrwco teling
■ ■ het
eerlükheid. Bn den
•ehroef hij onmreciieidien TlugsdudHen tegi:
a weri in 1791 lid van de ciub der Corde-
keiB. Sedert 1790 versdieen zjjn blad „Ie Père
Duebeene", waannede hg revaiutionnaÏTe pn^i^
ganda nuókte. Na den lOden Augustus 1792
iMrd bjj üd van den reiTotutMMuaireii gemeente-
raad, oun geen. dieel aan de Septen^MiKiuweien,
maar keurde se <^nlük goed. Toen in Hei 1798
de levolutionnaite gemeenteraad met de Jatwhy-
oen een aanslae oeraarade op de Oirondijnen,
w«id Hiberl hx nedit«ni8 genomen; doch de Coa-
TenUe werd dearoni zóó ematig bedreigd door
bet grauw, dut zg de geraogenen losliet. Met
(Jhmtmelle, ClooU en den boAdn^w Momoro
had h^ reéde lang bet pLan ontworpen, den Eere-
dienat der Rede in te voeren. Den I7deD Brn-
maire (7 Novendier 1793) bradtten zg bet zoo-
ver, dat Gabel, de ODiKrtitutjoneele aartsbiMobop
TBS Par^s, zijn bediendng oederlegde. waaiby Bé-
berl en z^u medestanders <le kerk tsü Notre Da-
me in een temoiel der Rede beT«ahdepea. Het eer-
ste feeat d«r Rede werd er den SOsten Brumaiie
gevierd, en alle imbtenaien moestem daaib^j te-
eenwoordog zgn, Tewen^ begon dg zijn aanaporing
de vervol^ng der genutii^len. in het bijzonder
van Robespierre, üeo hji van „moderaat isme" be-
•diutdigde. Nu ontbrandde de strijd der partijen;
de Hébiétt'isten wildeo zelfs de Conventie vernie-
tigen en een diotatoracbaf) invoeren. Toen echter
Kobespterre zekei gentrae w«« van zijn zaak, deed
bü in Haart 1794 de HébertieteiL en andere ver-
dachten als verraders gevangen nemen en ter
dood veroordeelen. Bibert bekkoi den 24sten
Haart 1794 bet sebavot.
Zk: Mater, J. R. Héberi, l'aatour du Père
Duehesne avant Ia jourrtöe da 10 aóat 1792
(Bouiges 1888); Aulard, Le eulte de la raiaon et
de l'ïkre suprème (Parijs 1892).
Hibcrt, Edmtmd, «en Fraswb geoloag, den
12den Jnw 1S12 te Vütefaigeau (departement
YoiMe) geboren, studeerde te Auierre, wae eewge
jaren wwilzaam ak leeraar in de natuurlyke bie-
ttme en werd in 1857 frofeeaoi in de geologie
aan de Sorbonne. De wutblxa vsa ijin au^
ringen «mtreat den boden Tan Frao<ri)k zyn
meerendeels nedergelegd in de „Uémoirea de
I'Aoadteiiie". in de .^jom^itea rendus", in de
„BuUelins de la Société géak«<i^ae de Franoe"
en in de „AmHÜee de« «cdenoes géólogiques". Ver-
der erfnieef hij: „Les mers anciennes et leors ri-
vagea dans le bassin de Paria" (18i57), „Himoii«
■ur ks toBsiteg de MontreoU-BaHaj" (1661), „Ha-
tëriaci pour eervir k la descv^Ucn éa terrain
ciétaoé eupéneuT en Franee" (1875) en „Nottons
' ' afe» de g«ok)gie" (1664). Hü overleed den
3den Ai
HétMrt, AnUntu Augiute ErnMt, «en PnoMè
schilder, den Sden Novoiiber 1817 te Oteooble
geboteo, ging io 1635 ntar Ptiös, om in de nach-
ten U stüdeeren, maai legde neb teveu toe op
de flcfaddertoDStv loodtt bij op Moaporing van
Paal Dtlaroehe, ia 1889 medadong naar den groo-
ten m^ der Aeademae en düen, venrierl. Bü
•idiiMeKle meeat ItaUaMNcb» taknweleo «n ovei-
lead in 1891.
Kéb9Tt, Moreel, een Fraoatt wgogeer, wenl
m I85I t« B&r-ie-Diu: fS^>fatü, weml ift 1674 tot
priester gewijd; in '1879 werd hg leeraar en io
1895 direotew aan de Eoole Féaaloa t» Parus.
Ia 1901 van modemWiadM dent;beeUen beadiid-
digd, trad hy lut de Roomuii-fatik^ke kerfc en
v«8tigide hq zidi t« Brtwael, waar hjj pnolteaor
is aan de sodsüaliedie „Umveraité Nouvelle".
Behahe vele bijdragen in de „Annales de pfaüo-
Bc^hoe dirAtienne", bet „BuUetin wilique" en an-
dere tijdsciiriiten, aciireel hg: .JJe sei>tijment re-
Üsietix <hu» l'art de Batttrd Yftmet" (1695),
„L'jvolution de k r« eatdwlique'^ (1905), „Le
Divin" (1807), „Le {m^malisme" (2de ipak
HébertUtra, de aaoduwgers v«n J. R. Bi-
DigilizedbyGoOglC
SEBERnsmN—HBHBlBËUWBCilE TAAL m LETTERKUNDE.
119
bert {m ftldMi), Tonndw io de NidomJe Con-
Teniie de nweat rwückle poep en dravea de at-
■chAffiog vu bet CbristÜKkin «n M eebenden
Tan idk beiügdommeD met bet crootele ejririsnie
door. Hoa leideia «Birieii, b«bBJv« Héberl «elf,
CAaimeffe, Vtnevnf en Bontin. Roberpierre imi
bet eeiet tegen ben op ra lijn nÓKfomog tod
den Sisten Novemdtn llfiS over de TTJ^wtd vta
godedieiHt. Steetk meei werden de Htbertistea
door RobeepitTTe en Danton op den MUei^coiid
gedrangeni een Tojfcotnen mieh^te po^ng om
ikh te TeneUen, gaf Saint Juit den ]4iien
Haut 1794 g«sk«eahetd H^ert en IS der ijjoen
stnu^n Ie neaten; tien dagen kter viel bon
boofd onder de gwllottae.
Bebtoft Kart, een ZwitMtiadi tcbrgver over
wgageerige ODdepweFpea, in 1821 te Bera gebo-
len, oDtiing t^ oueixjuig 1« Tabingsn en te
Bttti^a m w«rd in 18&4 pnvafttdocent en in 1863
proteaeoc mo de boaK«Mbool te Betn. Hü aehreef ;
„SpiBOw'8 Lebre flbor die SUbMÜ^ (1650),
.JiéesiDg-Stiidien" (1«61), „AnfeUse Obei fiba-
keq>eBf«" (2Ae ónk. 1674), ,J)k Fbttowftbie ge-
genObei dem Lebeo and deo f^metwiuenaduf'
ten" (2de druk 1874), „PlnloMptiiKhe Aufrttie"
(I&69), „LeeMDgiuM" <1877) en .,Blemen«e einer
jd^kMopt^dKn FFeifaenteMiFe" (1887). Hg over-
leed den 4den Septeo4wr 1898.
HsiMMtaotttml*. Zie Verhuing.
Hsbr*, Ferdinaiut, liddei «ott, een Ooeten-
T^pueli ganecA^ndige. den 7dtn Oétober 1816 te
Brünn gciMHen, etodeeide en prcoMveerde t«
Weenen en ivepd ei in ld41 arta r&n het alge-
meen >i«ieDbuk. *jgiff»wiv»iWgH dooT Skoda,
wqdde hq adi du booUi^elök aan de etudie
der deraótologie en TMtigde ikb ini 1842 ala
privAfttdoeent te Wemen. Tevens werd een laaJ
«OOI Kjdem Mn lini<U«4t«ii ia genoemd hoapi-
Umi aaa njn lotg toevertroowd. In 1848 werd bj)
« eerste genee^iMr, ht 1849 èttitengewoon en to
1889 ^vmxm iwogkenar. In de behaadelnig vao
hoidauUen en «jfbUi» beoh bq «ea behiigri)><
onnMOtriinR gebncfat Bduthe een «HttaJ opaM-
Im ia tödeSinften, Kbwet hg: ,,AtlM <fcc Hmt-
kiudAieit»" fJ866— 1865), door SlKnger roer-
aen T*n oMnMuteiMfe pUen ea aïs dmde dwi
vu Virehote'i „badboeh det f^eüeUen Patiio-
kgie ODd Tbeiapie", >ehri»di iei Bmiknmk-
bat»" (2 dhi., &le dnA 1872—1676, met Ko-
Zn H^mtitn.
R ook de naam vaat een Protee-
tantsdte aente an de Nederiaoden, MuduMgwi tas
Jaeob Veriehoor (ae FerseAoor).
HabTAsCra » de naam dM voonl aaa de
Inaföeten wordt gegeven door vnctnden ot ia
bel Oode Testament aan neemden in den mond
woidt oekgd. Ook wordt lm daar gebeoigd in te-
geMteUitf met de dgenljpce iuwenen vaa Ea-
üain. Id Mt A«niMi komt de ~r — i waan^yn-
Ifk TOOI ifc du&iri en dient daa UA aanduMii^
1*0 de v<dkHtammen, die nat het Oosten ' "
i, 'Moabieten en
AmDOOMten, die aan de laraMieten aanw ver-
want waren. De afledding van den naam in ver-
twtd met een BUmvadcr Eber 'm leer gauwfat en
Habrasin, Brief aan dt, ie de uam van
een dec bekugrükeie ffeachriJten, onder de boe-
ken de« Nveiiwen Verbonds o^igenocDea. In bet
Ooetien werd die iirief icede vioeg aan den apoa-
tel Pauiue toegekend, doob in bet Westen heelt
man zöo edboieid t(>t aan bet tiaie der 4de
eeow in twgM getrokken. Sedert Lulker, die
Afollo» vaordeDBehrüverliield,isdePaulioiicbe
oOKsmiog van dit geeëfanic dooi vele ProlcBtan-
ten matraden en door de nóeuw«ie aüitk ver-
woipen, De ecftiiyver ds oabekeud, en faal ie aeltt
enieker, voos w«e l^i lija brief bestemd heefti
voJgena •oinmigen vooi de Cbniatenen uit de
lanjbeten io ^leattna, dk hn Hébraefirs noem-
de, nrigene andefen vora de luailielMcb-CbNe-
teJ^jke gNneante te Afcundii£, volgene oog sinde-
len voof deCbristcme&teBome.Deoebnef ia waar.
aebijigk omHti«elu90B*Chr. geaohreven^aMnuw
niet ]ia96k96na<3ii.,dMrdaaebröv«ivaadm
tg. l«>bn«f van CleMWM reeds den biiel aasde
fiebraet» beeft j^nakt Dat de «duüveiaob tot
Joockch-CbiMe^fke gekravigen beeft gericbl, ■■
niet WMWchünijik. Het ceMuift alttit niet aaa
bq de Joodsiae denkbeetden ait dien tii<L i
gabroikt êtgvsaeaieü aaa bet Owle Taatan
ontleend. ^V^auteer d« aehi^vM wausebuwt vooi
afval, dan doet bq niet denken aan het Joden-
dom, maar aas de gsvaim det veivolgingen. Dit
Rea«iiiidt ia in keurig OnAsOh geacbiaveD en
Winnert ia vja taal «ba de wüSj^eerige denk-
beeUen van I^Ho en de AleundruoMhe Joden.
Du dit geacbiüt een brief ie, ia kög niet leker.
AUeeu bet laat«te booUstok heiinaert er aaa.
Veeleer i« bet een verband^iw waaraan opiette-
tyk de kiekende en g«U«fde bmfvotm ia Mgcna.
Zie W. Wrede, Dae ütMMwAe Rttael des He.
hrtatnefea (1906).
BabraaSra, ïvaa^elie der, it de naam voor
een wpocnel evangelie «veneakemcnde met de
nnogtiei, maai in bet Anmeeadi ^eaebniva.
Het wefd dot» de Sy^a^be Joden-GÉotateaen gc-
bntÜBt en u toot eiAde gedesUeo bewaard ge-
bleken bg IgnaHu», Origgnet, HieroKjpiuiê ea en-
kele sodére keikvMlRa. )(«n as bat er niet ov«r
eaw ot dit «n>«ngaKe onder ia daa ome SyiM^ei
ot dat bet naar een «mei BvangdiSn (MaUkatiut
isbewarkt. DeteitisteviBdenJnjl. BUgÊnleUF»
rJlofimi testamratum eitn eaaonem leeeptam"
in .jeutaatamantliehe ioiakiinbeB" nitKeg. door
E. Uenmek* (1904).
HabraaSn. Zie Hebraeir».
Habraanwa^e taal an lattarkimda.
Sa Hobieenwflcbe 1 o o J it die der owle Israilie-
ten of Joden en têm bun is bet Ouds TeBtaoient
venamelde letterkundige voorièrengselen. In bet
Oude Teatament idf wordt ig nu eens .^elt
Kanaias", dan weer „Joodecfae tati" genoeiDd;
de «aam „HebMeawaobe taal" komt bet eeiat
voor in de inintfiBg van bm Boek Sireoh en in
bet Nienwe Testament, doob in bet katste wordt
daarmede ode de in Chrittut' tgd gebniikelMu
AiMBeeecbe tandetaal aangodoid. Overigeni oe-
stiao OT aledhti «ehug overhl<DfMlen van het
Hebi«euwe«h in den vorm vbji ïnscrlittJee, waar-
onder vooraJ van beUj« is de ia 1880 oflUiekte
Sikafaioscriplie (ao Siloak). De taalbnadige over-
DigilizedbyGoOglC
EBBSBEtnVSCHB TAAL EEN LFTTBRKUNDfi.
UatMlen uit heA 0«fc Tntament omTattoi een
^«r«i t«B ongvna 1000 umd. De taaMtoDdige
versdulleD ign ara bet MgcoieeD dm ook ge-
ring. De Heorecttwtcbe taai, die nvt iledita
kete dtiketwönmiKea ook door de Kuwlaieten,
Rweiadin en MoJbiet«n, wMndi^qk ook door
d< AoMnonieton, Edomkiten en de SMudieciMen-
ds >UmnMD tm Zwd-Pd«8tina Mtrokeo vaA,
TOnnt «en tak tcb ikn ScnwUteben taaliiMB en
bMtt leet «aonktsgaponteii met de AnmeeMlie
en AiabiMbe dMeoteik. Haai betiekUagen lot het
AMvrieeh-BatnioaJMti iQtt nog iMt nMt Mk«r-
b»id TMtgeaMd. Is PitolMia m tiet Bebreeoiradi
•edert de 4de eevw T. Cbr. kngMmertiMtd door
bel Weet-AranteeMh -nnfeimgea. Tan tgde van
Ohrübti WH bet reeda ab yolkataal Mnhranen,
boeit«l dB tctujftgdeoden «en Tooitoatttug «r
nn «bnnkten, waaria bet ouden gedecMe laa
den lUmod (HtafaiM) geettmeren ie. Het ond-
•te Anmeeaoh gNtèrift in bet Onde Tealament
1( in het boek Bk» te naden, onder «teriieB i«-
Woad TMi bet AnmeeMh Mms de boek» Job,
Prediker en de IWlmn. Ia aMnwihang Uenne-
de werd bet ond-H^reenwielte tehrift eerit tn
bet dage^jkMh «Armk Mer ook bg het oY«r-
Kbamtm van oen B^bd door het kwathiMt-
■ehiMt (lie ** ' "
De gram
iMr) v<
brfwÜMiv iH het
breenwMh ii tu Uten datam. Bmt groiaUag
■ de panetaatie, d. w. i. de Tactlegging nn dé
» de «Taaeege g^iaktil^ nitmiMk door bg
de «onMoaDlen genoegde êdaHUxmtm, wat >i».
der, vj bet da* ook piinüti«Te, «anNnatieale
orenMBingen, oaet nwgeJQk wa*. üti ta gram-
mftUeale adulen befbnden, vrist nit het tcM,
dal er TeneUflntde pandnatiMtetaeta waren, n.1.
bet if. BitnkoiKbe of Aflarriaebe
naamate ia. Nog rteUigw ralt talka af te IcMfcn
uit b«t Mt, dat de «rrergcfanvrde (nonotoktie niet
latgaat tcb desrilde g«iMilsp(inten, maar düc-
w^H, ale gelBot«er(fe cmiUgbekn. «porei raa
natsor^w vooTtacMisg
der lfBM>r«eleB <ae Ma$on}. Gmi weteaaeliappe-
lj)k karakter knig de granaaalte eeMer eertt
onder d«n mrAata na AnUaebe taaheteenden.
van wie de UidMeenwaoh Joo^die
ham-bw Sm {i 1150) <
11»— ffl»), Ate
taabtodie onder _. _ . .
RraeUtN (t 1523) bewAwnw^ hoewel h^ akh.
«venala de sranMiaticr van den volgendeD t)jd
tot Johmn Buxtort (f 1«29) in hooMuak gdtoel
en êl aaa de Joo&efae o^wleroring en methode
de ewditAriiK ni
(t 1750) en ÏTw. l
AnUadi aaa hot A
r werd. Vooral SeAnllmt
'. SekrOder (t 17»8) wüteo bet
t B^rKtnmêA dienstbaar te ma-
ken. Oroole TCrdieDsten ferwiorf in 'dH opikht
Otntêtut, die drwAg «odet den imloed nn Stl-
•Mfre de Saa^t gnmmaUcade beweiUng van het
Arafcêerii stond, en Swald, dóe lieb Terdienstdrik
maakte door toefNunng der historieiè-aMKthecke
nwÜMde, ^artq eeirier eonrt^ds willdeurig te
k ging. De Toonaamstie woowe grai __
n J. ÖUHaiutn (se aldaar). Zgn booidfoidienate
ia de joMe gioepeenng en achUting nu bet
aaoweitte mateiÏMl en bet htikfat, dal de over-
gelerenie nnam nit em onderen ta<onn moe-
ten worden atedcad. ^ „Lehibncfa der Bebrki-
aeben apradie'^ (1M2) beeft geen sTatuia. BOll-
eW ecbnef «en ,^nrfOhriMhe« Lebrbadi der
Sfntt^ (]96S~18S8, 2 die.). Naar
_ benwelm iga bewerkt A. MüUei't
,3ebiti«fae SliolRnnHnatik'' <187S) en Bü-
keWt „Oniodriu der bebrtitehen Orammatik"
UM»— 1670, 2 dfak). Op dm door OUhmten ge-
lagden groadtUg bimwoe £faii .JjcMnhA der
^KÜadian Spraebe" (lOTQ) Toort. BelaogrSk
wegena brt daann gegeven kTitiaebe ownMtit
der gTanmatkate OteorieSn ia F. ff. KOnig'i „Hia-
tertedi-kritiBdM Lehiveldwie dar BebrUaefaen
^faebe" (16B1— 1697). V«Dder verkenen Tennei-
dine de graramatMa'e nut HoUaibergtT (8ate
drok 1895 ea tan Oeamtiu <27Bte dmk, door
Kmttuck, 1902). Het grootste kii«ologisebe wetk
■ OMennw' „ThB—nma Vagnae befanaeae" {rol-
tooid doOT Radifw, (Ifleft— 1866, 3 dk.); fan
wooidenlMNfan qjn te noemeo die raa Oeieniut
{2 din., ISde ihiA 1609) en ran Ftrtl (2 dbi.,
Sde drak WK) en bet „HebrÜMbee WSrUibucb
*am Alken Teatameot" (1803) van SUgMtd en
Blad». Sedert 1692 geren Brown, Driwer en
Briggi een „Bebvew aaa Eineli^ Leiieon" utt
De fls6reeNW*eAe letterkunde U
de nationale Uteratanr der oitét flebiteflrt ol la.
raSUeten. Wat daairaa orarBOtdeien ia, vindt
men m bet Oude TestMoent, d. w. t. wq bebben
bloemkiing nit de
baar inboo
nng koDDen wQ on deefato door gevolgtrekkin-
gen een berid Tonwn. Daaibg moet verder in
•ebt genotnen worden, dat deadHe geestelijke
oonaken, waardoor uit bet volk Urall de Jood-
sebe gtmeente, nit den IvalKatmhen godadienat
de Joodanlie ontstaan ia, de ontwikkding der He-
bteetnradte btteiknada behnioed bebben. Eivtit-
ak bQ koitn vofteren, ilja ook t^ de IsralUeten
bet eemt gedkfateo Mitataak, dis u den begiaDe
aleebta maadeUog overgekwerd weFden. Voor loo-
v«r wg weiea, kende bet oude lenil aBeen ly-
riek, geen einadte gedidrten. Dat date ontbreken,
t« bet genw *«n de godsdienslie« ontwikkdiiig
van ImU, waaibQ bet ^et tot poijrtbeMM en
mylbologie f[d[omen Isl Ia de pUiUa van «piedw
gediehten qn üemagen met heldmdadeD ge-
tredan. Todi ia daarvan in den OndTeatamenti-
en dat op de verovenng
van Heribon mmneri 21 : 17, 16 en 27 v.v.). Het
oodate en bcsaiwiykite der bewaarde Mederen ia
bet lied van iDefora (Ricbtaren S). Todi beeft de
lyriek der lenSWetea *üb >o veel vonnen geopen-
baard, daar vreugde aoowel als smart in de lie-
deren weerklinken (lie Oeneeia 31 : 27; 1 SamnBl
18 : 6, 2 8amDH 3 : SS). Wg iioen>en venier ikifik-
Eiederan (Jeaaja 5 : 11 en 12). herdersliadeien
(Riehteien 6:10), raadaels (Rdd>teren 14:12)
eni, 2ew ontwaUield adignt bet diditon van pa-
D,o,l,zedb,GoOgle
HËBREIBUWSCHE TAAI. BN I^nTBRKUNIKE— HEIBBiIDiE».
TabeU geyneai ia iQn; er i^ er tenmiaftte mn
hcMg« djdtterlqke nmmóe awiftiimetd (Ritste-
TeD2:ïi, 2Snniidl2:lT.T^ J«MJ«5). iBeDieer
gaeAt TOoraüÜing fcio men üdi maken lut bet
UMgèied OTCC óe dood^ Kim), dau w de rii]^-
■MD durvan (na 586 t. Obi.) het lot lut Jwle
en JeruMÜem besoogen ie, «n de profeten bet <M-
«Ü's gebrutlitea. De 7«irva«rdwniff tsd erotwdte
lted«reD moet altqd seUoetd beUÓen (ne Jewja
23 : 16). Van de faruIaftaUedereii wordt dit *oor
den na-eiibacfaeo tgö eetpsgd door hot Hooglied
en F«^ 45. Omfaagrqke overblülteleii tbo
oude TÖór-exiÜBolie dicMkimat igo >i> de boeten
der profeten bemukni In ÓBa na-extUaciien tqd
heett lich d« godatSenatige Ijiict t«t een hoogW
oDtwiUefa^ MMak die door géén toikd aodei f olk
ie beietfct (Paaènen). Nog is de late «enw y. da.
Uottde deae lyriek. Ale nitdrakkiog ras een bet
menaebfigk ivnu in d> neea Ooda leidende w|ii-
beid beeH ikb na de Bal&ieBehap de didaktifieiie
poiüe ontwikkeld (Spraften, l^wliker). UM de-
sen tqd dagt«É«nt oek bet boek Job.
Kenmeifcend toot de HdbnMiwadke dichtknoet
ifl bet aaM)P«ken no bet i^ i
de parallelieme d«r d
bieenmdie vem bemt Mn «edadtte en wordt ge-
aplitot is twee TeradeekD, dae jji Torm en inbond
op inlk een wgze aan «Ouder beantwoorde^ dat
bet tweede döi inbond rao het eenU in den
Tonn Tan noooicmen of intitiuaaa beibaik,
bm. Pnkn 30 : 9: ,^ hebben aeh gekromd en
Kja gerailieiL maei wg vat gereoeD eo «taande
geUmn", of ItkbteKn 14 : U: „Spvie ging uit
lao den eter en «etigbeéd ^•xt den tUAt , De
deekn ijjn even ko^. Een nctaondeiiag TOrmt
•ditet de Einl, waazm op een langer deef ale
■oort edio een kertec volgt, hüy. imot 2:2: ,,
nUen ia, rüet wedei stMt i^ ep — de doehter
Iai«Ua — nhmtrtU Sst iq op baar )*nd —
iBennnd belt Imai (f". IndMilwitttett.tödbeett
men pogingen aaDgeweBd, «m metra of een be-
paalde wet TOOT het eanti^ anee en tbeaee aan
te wÖMB, KHtdu dat men 4ot omeenatemming
ii knnoen komoi. Ook over de etttducfae iwfee-
hug der gediebteo m men bet niet
De pnMaUtentnm kiioopt in de Kbaikai, wel-
ke de oodMe tvden belMBdden, aan d« onde aa-
I. De oréiietedog geseUeddev ewnaJa el-
dece, jn de eente fhati mMtdeüng is den Torm
TM de aage. Ecost kter aelmet mep bet >n«eger
tQTïng en engeren ain garen de gdbeoi
qH den k«au«ttjid. Todi bebben wq
van de, iwir 921 ontetane werken dedits frag-
menten. Zij ^n bebondeo, voor awver >|j tn jon-
gere wetfcen aJi bewüalmHi opgeDoat» m tot aa-
tiMDatcUin^ vaa meowe boeken gebmtkt werden.
Zidka ia in raq groeten omvBiig en woordetgk
BeaebMd. Dn«na« i> aedert 681 ia vwbaod mét
IsmSI'a godedieneUge aatwóUMKng de oode over
MitenMNnnaliMbe edvqTera,
> boeken Bidtteren, Samnit en Konutgen in
hnn tegenwoordigan vMm aAomelJg iqn. Deie
liebben bet onde oveapeDomen eo het
aas d« meet ontwikki
den. De prieBteraodi
beweikte de «agen
iroveiing van JemïaieDi m «en geest van eu-
litebe vrvombeid (± 500). De Kronieken eohter
(waartoe oonpronkelïk ook Eem en Ndtemia
beboordeu) beeebröven de geaetnedeoia van de
Soliepnng tot de ataehtrng der OemeenU ia n*-
eiilieeben geest (± SOO r. Cbi.). In lijn i«t4iail
neemt de eebrgver oodere broimen over, toet na-
me atokken nit Eondogen en SMDuel. Deae boe-
ken iQn voor gmbdierwUge, aüehteljjke doeleao-
den geacbreven. OeaetüeMdirÜTifig ia engeren
lin ]»K niet ia het aba der aebrgven. Het be-
bngTqkate ded van iea OwtTeatamentiMben ka-
non voimt de Wet (ve PenkiteiieV én de vmna-
roding [«oletMefae werken. Deie ia eebter na de
BaUiogMliap oamei^tcU. Hierbjj ia bet dik-
wgk tot een omwerfang «i aanvidluu van oude-
TC atnkken oekcmen. Dit vomt de brug tot de
ap«Ad7ptiacAe acbcvvere, die ban lOorapeUiDgen
in den mesd van een goiMienatige grootbeid
van bet veriedai legden (aie Afoealj/pie). Zie
v««der: Joodtlu lelürhimde.
LUentwr; WiUebim, De fettedronde dc«
Onden Vednnih nnar de tnkorde van baar ont-
•taan (8de ^vk fM8), Xnmmi, HiMoiMt-
kriüneb Mtdanoek naar bet ooMaan en de vtr-
ntneÜMr vna de boeken den Ouden VeiiMuda
(Leiden, 8 db., ade dmk 1866—1808), SmUk,
Das Ahe Teetamnit, Mine Bntatdnng nnd Ue-
bertielemg (18», firiver, labodnetian kto the
Itterafaie e< the OU TeatMneat, Süttri, Stodien
VK hebrtiadini Metrik (2dln., 1901— 1M2), „The
Jewidi BMTdcpefia" (12 dls^ IWI— 19W).
BabtUm <rf Wulem Iihiutt, dot» de On-
den Bebtidtê gwiiij votnen aan de weaUtwat
1 Sehotinnd era atgnbmde f
eiUa-
den en küfroen, vao weike dedita 90 bewoond
ign. Zij faealaan een <wpen4akte van 7285 v. kn.
en teUen meer dan 100000 inwonen, die lidi
met het viogen mn viaeh en gevogelte, met vee-
teek, kelpbranden en hottoow Deiig bonden.
Met leventgevaar verMOMlen ig ook eidadena. Oa
nilmtden weiden verdedd J3> de BnÜen- en Bin-
oei^Brtmden. De eeretn (Onler ItlmnU), mo ge-
noemd, ondKt ig aan gSDe «^ van den liinch
Mggen, beitaaa nit v$ graote en *<le nanttel
met de Scbotaebe faut tiggeait «landen, w
Kaas Bam Head tot kaapBott of Lawie over
een lengte vaa 310 km.; lü «kigen wt^vm hnn
b^ wmeiAnnmndan ketenvoon den naam Umg
Itland. liewia, het noonM^ikate «n gmotale van
doe poep, behoort tot het oaafanip Roea en
OromarU. Ten Z. Hogen Hania, Noord-Disl,
BenèeoEa, Zotd-üift, Thm met Vateraay, 8an-
bcftaan nit twee
gioqwn: tot de N. Mmnen Bkye, Baaaay, 8aal-
e,T, Cioav Bom, Bgg, Unidi en Sboon; tot de Z.
idl, Cail, 'nree, loemon. Kwiem, CirioDanr,
Jnm, lalnv, StttbL, Jm», Uln, Oighn. Scmba,
Loiag, Sed ent. Tneteben Jnra en Seatba Kg* da
ie« gtfvaar^ke draaik^ CoMdireaeHn of Cor-
lyvrettan. De voornanmet* plaateen s|hi: Stemo-
way op Lvwia, Tobermory op Unl^ Bowmore ^
Iwtn ta Porine m %ye.
venaoedelqk iqn de ondate bewonen dener
«landen Kelten geweeet, die in de 10de eeow
dooi floroU Barfager «Bdarwotpen en door den
DigilizedbyGoOglC
sUg bij LaigB ofidei de hearsciMppg der Sciwt-
«cjie koauugen of dgedqk ooder het bestuur der
Macdonalds en ladere Sëhotsebe Btamboofden ge-
l^ïobt werden. Zelfe oob io 1614 rerwekteti d«
Maedonaldt «engen&rl^kcaopioep.dDch mlT4S
oatiMm een P&rkmenteaete «andealunhoofden
de recfalen, die iq nog beJMnides baddren. latue-
BSheu Je ook itihaiu oog een groot g«draelte v&n
den bodem bet eigendvm van aaiuiealülce Scfaoi-
sobe geelaebteo, bepuidelijk van de hertogen pau
Argylt, f ftu de Maeleodg, vso de Maedonaldt, mn
de ÖampbeUê en.
Hebron U de oaun tmi een teer oude, vroe-
ger Eirjftlih Juiba (Vianttd) g-eheeteD stad, in bet
tegenvoerdig moUeeeftnifM Jerunlem «n ZuLd'
FateGUm, dM bjj de beMttkig vtn het l&nd door
IsraAl un den stam KiUeb toegewezen werd (Jo-
sua 14 : 13). Nedftt DavUt de vdeadMbïo tui
de KiMnetm had wetan te wmnen (I SwnuSl
24) baeredtte bij yma Heènui uit 7 jur «tn Jn-
da tot de oTtiwiiuitiig nn bet Euie lan Soui.
lAter T<edxei itbadoiR nu H^ron wt de laan
dM (^wljuuta tegen ma -nóei (LI Samnel 15). Na
de BattnKsdwffwniiieteerot weer door JudaeSre
beowt, doëïi kwam veUm in Jwi betit der Edo-
ini«ten, die bet in 164 t. Gbt. aan den Maceabeefir
Jyda» moesteo ^^^"*^»^ Voor IsraSl wis Hebron
na beteekeois, doordtbt b^ de eiken Tan Hamre
te Hebron (Oóteaic 13 ; 18) de woonplaats van
Abrahim getxtond wenL BveDeeng werd Hebroa
door de KruisraardeK CasteUum Saaeti Abrahae
en door de Vaakxee Gbaül er-fUiam genoemd.
De stad Eelt titans 1« 000 Moskma en 2000 Jo-
den. Het h^Ügdom (Ël-Kirain) der stkd ion bo-
ven de graTen tso Abraltant en Sara, Isaak en
RebekJta, Jakob en Lea gebouwd i^n en raag
door geen Treemdeling betreden weiïien. Nadat
bet eefttei sedert 1662 voot TenebtUende Twrate-
l^e personen MOfMsd w«rd, ia geUeken, det
bet iiMvendiee, bebahe de giaren, «en tot moskee
ingenebte Cniitiltl^pce kert berat. De oudeidoin
der rimgmiiren van den Haram ia moeiljjk te be-
pako. Joêepkiu en AnUmiu* Marifr maken
gewag >ïa«i gedeikkteekenen van Abrakam'a fa-
Hsoftteans uk Abdera, een wijsgeer en ge-
ubiedBchTgvet, tÖ4g«noot Tan Alesander den
Oroote leefde WBUwfagn^k in Egyjrte aam het
hot vui PMetHoew Lagi. In ïijn werk „de ge-
idnedems -na Egypte" komen ook gcgerene be-
treffende de Joden voor. Het hoA „over de Jo-
den" of „over Mxttiaia" waaruit Fiaviuê Jo»e-
phuë «anhtiimgen beeft, ecAi^jat gedeelteigk een
venr&Isdiing der Joden ibt de 9de eeaw t. Obi.
Heo&tomlM Doemde men bg de On«ien een
efteraade van 100 stieren. Zn had pIbaIb b^ groo-
te feeeten en moet beadtouwid wonien ah een «t
deeÜDg van vieeacb aan het yotk.
Ksoblnvan, de boof<^itaftts Tan een «Tenioo
f^oemd ammMwmeot en de ToUrijkMe atad
ut bet Pruiaisdie regeeringBddetrieit Sigmaiingen
of bet laod van Hoflenictlern, was te voren <k
hoofd- en residentieetad van het voretendom He-
chJngen en ligt aan de mogal ateÜe helUng van
den Stuiel en naeA ver van den Eegelberg (866
m. boeg), waarop de borcbt Hobeniollwn, bet
alamalot rut het Pnostaehe Vorstenhnw, atb
Terbeft. Zg teU (1910) 511*7 Lnwooera en beut 3
R.-Eatholieke k«rtcen, een Ërangei-ieche kerk en
een synagoge. Merkwa&rdig lyn er een onde to-
ren, bet stadlMÜB en het moeeum. Hen beeft er
een hoogere butgerBobDtd, 2 ho^tden en een
groote katoenfatHnek. Ook is er een badi«riflh-
üng; aan de suifb^jde der aUd vindt men de
villa Engeiua met tuinen en oranjerieën.
Hecht«nlfl. Zie Oevangenia.
Heok. a^er diemamen ie de afkorting voor
Johmn Jaeob Beekel tm Jaraowri 1710—1 Au-
«letufl 1857). den ecdir^er Tan „Fiache ana
Kaachiikir" (1838) en „Die SQsawaesertwche der
ösleTreqchÏBehen Momarehie" (1868).
keckelptaoD. Zie Hobo.
Heoken, Egidiiu vaA der, Mnetiedis 1460 te
nruBseJ g^>oren, wae een der bekwaamete seboon-
aobrgvere en „verhiohters" van sgn t^d. Id d«
Boorgowïsche boeiern te BtobbbI bevinden zich
eierlyk verlncbteatamboomen TaoiqnhaiMt. Hg
sebieef ook eeniee bistorisdie en genealogisf^
weiden, waarondiR' de VDomauoate ijin: „De
Episeopis Cuneraeennbne et LeotUeiteibns" en
„Catalogne", deoe laatMe de geadiiedenk der
abdij van de Zoven FontedDEOt te Vilvoorden. H^
overleed ab regnlier kannnwk io 1538 te Vil-
voorden.
Heoker, Juitu» Friedrieh Karl, een Duttadi
geDeeskandi^, den 5den Januan 1795 te Ërfnrt
geboMiL, «tudéerde te Berl^n, dooh trad weldra
ak vrgw-Uliger in dienst, atireed by LOtien. Bant.
zen, Leüpzig en Pa^Qa, legde liéb in 1814 te
Beriirn opnieuw toe op de geneedmnde en vea-
tigide er »e)t vefvoJgens aOs ptiTaatdocent. In
1^ werd h^ aldaar J^enoemd tot hoogleeraar.
Hü sdueef: „0»dn<Aite der .Heükunde" (dl. 1
en 2, 1622—1829), „Die Tutiwut, etoe Votke-
krankfaeU im Hittelalter" (1832), „Der aehwaiae
Tod ini 14 JsAnfaoDdePt" (1832), „Der engKwibe
Sohiweim" (1834). ^ peate Antoniiaana" (ISSS),
„OewMttite dra neoero Hciftimde" (1839) en
„ICwderiahrten, eéne bist)onBah-paitli(rfogi«eke
Skiaie" (1815). Vorder tevoiide hif eeo aantal
opstellen in tödsdtriften, 'werd ia 1^46 g^in
„ALeddsÉnalrat" en overleed den Uden Uei 1850.
Heoker, Friedrieh Karl Fran%, een Badenuh
volkamenner, den 2eBten September l&M te Eidi-
tersheim gdDorta, bezocht bet g^ntnasèom te
Memjiliieiflt, atudeerde ite Headelkei^ ia de leeli-
ten en werd in 1838 advoeaat hij het boowe-
[««htahof te Maimbeini. In 1842 iJlgvmtMigi
naar de Tweede Kamer ia Baden, beooorde hg
er tot de Qverjgste legenetaodeie der re^eering.
Vooral klom ign vennaardbeód, toen hg m 1840
op een reis naar Stetitio te Beriön in beehteoia
genomen en hoïten de grenoen too I^uisai ver-
bMiDen werd. In 1846 en 1847 werd bjj meer en
meer verlaten door injn eoiuAUutioneele vrienden,
daar hg de denvocrartieebe nefaUng Tolgde eo met
SIruve HCh aan het hoofd plaaMte der jadiule'
partq. Op de veigederaig 4e HeadeUwrg (5 Hei
1848), waar men maati«g«ien nam om een voor-
loDipig Pailetoent te TOnmen, verklaarde Beeker,
dat hij tot de «oeiaal-demoeTaten en r<frabUk«i-
nen b^ioorde. Als Kd van dat voor-Parienient,
wiUe hij dat üdiaam pennainen.t verklann. Toen
zulks niet gdukte, veiwefcte hq, geateond door
Duitaabe werkUeden, een gew^»enden opstand.
DigilizedbyGoOglC
wurdocrr hn de Znid-DmtMdie Stuiten witde otot-
roitipeèen. Den ISden Aipriü TBiTiïgden Heeker
en Slruve t« EoosUm een proclamatK mb, (Me
de b«»oKri[w opriep, liodi hun pogingen werden
in M gevecnt «ü Kaüdein 'v«n)Qelö. Heeker mta
de Tludit nur Zwitserkndl, wau h^ ü«h te
MunMenz Testi^e en dooi muhkl Tan de pen
1^0 plannen tiachUe te bevorderen, fiet Baoen-
Edie kjeodistrict Thiengen koog hem lot twee-
mia] toe tot afeevaardSgde n&aj de Nationale
Vergukrin^, dodi t«lk«DB went hij tl^wmen.
DienleogeTolce veitrok iuj 'm September 1S4S
naar Noord -Amerika. Het lütbant^n der Meire-
Tolulie io 1849 deed bem naatt Europa teruffkee-
ren, dooh toen i^ m het midden vmt JuU Ie
StranbllMirg aaatwam, was de Badensohe revo-
lutie leede geiUndied. Wederom gin^ hij naar
Amerika, waar hg zich hg BettevriHe 'm den staat
Qlinois aan den tandboaw wijdde. In 1856 tn»d
hjj dsBrr op ak foorredbter der reptibUfc«in«ohe
Crtg, In ÓMi bnr^roorlog vcrzamekie hg, ten
hoeT« van gvDeia^ Premont, een regimeat,
aan welka hoofd bn streed en gewond werd.
Later voerde hij ais kolonel het bevel ovier
eea brÏK^'le Dttdér generaal Houard; in 1864
kigife hij het commaodo neifer. Hg keerde leni^
naar zijn hoeve, maar bemoeide aioh voortduieiM
met de openbue aanj^lecenfaedeD. In den win^
ter vao. 1«65 begaf hy xich naar Washington, —
aldaar met Wilhelm Jordan, Karl Sehurx t
Duitoehe Tooi4eziDgen ie houden in den trant
der AmerikaaDficbe ..Leotures"; hij snrak bg die
MtegedhAÏd over lAneoln en CTomwell. Hg o^er-
Wl te St. Lonis den 24iat«n Maart 1881, Hij
achreef : „Reden nnd Vorlesungen" {1872) en „Be-
tnehtangen Ober den Kirehenetreit in Deulech-
land lüd «e MfattibiltUt'' ('1»74).
Beoker, Willem, een Nederhndech ktter-
kiudiee, den I3den Mei 1817 te Oroningen ge-
boren, v«rd. na hcit tesoeken van het g}nmna-
Mom, in 1688 da etndeTrt ii^esdireven aan de
hooKeediotd igner goboopteetad en legde üdi toe
ofi de beoefemng der ietteren. Nadnt hji 'm 1839
den doctoraleo graad verwonden had, tekieedde hij
vcTsehilleiHk betretkin^n, o. a. dóe vna amann-
enme bij de aMdenne^ bffaËotheek. In 1846
trad hg te Oroiui^en <^ als ledoi in de p»odafp>.
__ D de w«teDsch^." Nadat b^ i^ede in 1849—
1851 gednrende ót «fweagheid Tan den hoog-
leeraar Boter» <Keiw leeeen over aJgwaaane ge-
•dwedenie en tolöqnitrtten 'had waangenomen,
went hg, in '1855, na iiet vertrek vieu Roven
noai Utrecht, tot Üeus opvolger benoemd
■■nvasrdde i^ betreküng met een redevoe-
rii^ ,.Oter bet etaatateven der voften, ale voort-
gautde ontwikMüw van denmensdKl^en geest,
irgege«iig en ges^edknndig 1)eschcinw^'. Se-
dert 18^ hftd tq reeds, op hat <voot^oor van
LuMi «n ah ieiwlóoq vaa deien. een reci^teer-
eoikge geopend, dat erooten bijvat vood. Tan
zgn g^adifdlten vermeiden wg: ,3«nba, trenr-
spri ma Enmpidee" (1841), „P. C. Hoott'B Ne-
«kiüandwjie ISetoriftn, met aanleekeningen" (S
dk., 1848—1846), „Seberte deir algemeene ge-
schiedenis" (6de dn^ 1855), „Verkhrende Igst
^an verouderde woorden in iJen Staten- Bghd''
{1852}. „Scbeto der Giietocbe en Lstmuehe let-
Eerbande, naar Tregder" (2de druk, 1851), ,.U-
tijouebe apraakkonet, naar Alwhehkn" (1868),
Gneicecihe apraakkuittrii, naar EWer" (6de druk,
835), „hymie en Dr. W. A. mrochig of hoe
aen in Nederland Gi^eksrih vertaaM" (1855),
...De Romeiosdie oonelritutbie, naar het 6de boek
van PoiTbins" (1050), „Het Romeinaohe volks-
- ataaitctoven in oanliehken" (13S8), „De aarde
de menedi" (166^ ^e Israëlieten en bet
monotheiBme" (1878), .J^eestrede" (1879),
„VHaamsohe poSzy, BIóemleiinE door J. J. A.
OouvemeuT en W. Heeker" (IflaBEdek lettetkun-
■■ pamtheon. N«. 54, 55, 3de druk 188^,
LS»^ woardeiA)oek van eógennamen lut ds
Qriekscbe.en RomeinBehe mythologie, gewhjede-
nis, let4«r- en aaidrük^oDde" (4<fe drnk 1898),
„AeschjlnB, Agamemaon, trearepe! vertaald"
(1868), „Aeschjlna, Pcomethaus, treurspel ver-
taald" (1890), „AeechvhiG, De Cbofiphoren' en de
Eumenuden, treure^ten vertaald'' (1899), AU
<Kchrter levopde Iq de hdcd,iUohten „Hippokrewi-
ODlmravcftJDg", „Qutw Ego" het „Strafdidit aan
tor. J. van Lenoep" enz. Eg overleed in 1909.
Heeker, AlphoneuB, een jongere broeder van
den voowaanioe en beoelenaar der oud-Qrieksdie
letterkunde, te Oronaogen in 1828 geboren en
o>veTleden na een tienjarig zieleUjden in 1S63,
schreef o. a.: „Ommieiiitaitiianuin CalKmaehianim
capLta duo" (1848), „Oommentatio in Antholo-
^am graecam" (IS^a, herdrukt in 1652), „De
orartione in Ëraitoothenem Ljsine faUo tTiihu4a"
(1S48) en „Animadverawyaw crrtdcae in poetaa
graeooa" (1850).
Heoker, Itaae Tkomai, een Roomfioh-Kalfio-
Iki geewtelgfce, werd in 1619 te Now-York uit
Duitséhe oodera geboren en afa Metho<Kst groot-
g«brad)l Het teren op een eenzame hoCTderg
deed hem oadorvindea met boe weinij^ mate-
rieele gienietingen men kan leven. Hg kwam
vervolgens met Katholieken in a&nrakin^enging
in 1841 toit <Êt e«Qno! over. Op de vorming van
het AmeriiaaosiMi kaüioïaeme beeft hg groeten
rnvitoed geoefenid o.a. door de btJceeriogftmelSiode
der Melfiodóoten op het Eaitho>i«k f^loof t«e te
paseen. In 1858 kreeg 9^1 van ftaus Piti» IX.
vergnutüng tot het stidhten van een afzoiuieT-
bjke congregatie tot hekeering der Anwrjkaaa~
sehe Protestanten. Deze congregatie wordt ge-
woonjgk die der ,4'AuUsten" goncemd en beett
in Anieiika v>oor»1 o» den dood mn Beeker aaa-
lekfing gÉgtyeD tot den eWqd over bet „Amsri-
kanieme" d. w. z. over de door dan pane toege-
laten «dgenaan&beden Tan het AmerHiaafliMh
KathoUoisine. Hwrop heeCt Heeker in het bij-
zonder invloed nitKeo^md door een anoniem ge-
sdtritti, waarin hg de versmalende beboeften
aantoont mn Q«nraBtta«4i en Rotnuinach Eatho-
lidsme. Heeker os den 22eten Deoenlber 1888
overleden. Hq schreef: „Qneetdons of ttte sool"
(1858), „Aapirationfi of naton" (1857), „An
eupofdfion oï Ö» Chnrch" (1875, anoniem) „Ca-
thoUdtv in tbe United States" (18791 en waa
in 1865 stdchter van het «(roote katboliete tyS-
aohritt „The Catholic wofld". Een geeBtdri'Wngfl
biografie ■van Heeker versdheen in 1891 vati de
hand vaa Elliot mot een voorrede van biaselwff)
Irelmd. Vooral m PrauArvk maakte ddt hoe*
DigilizedbyGoOglC
OEfCKEai— EEX?IXHt.
giooten opcMig en gtd mnlwdJng tot twiateo
over het „inaikamiaiat".
Hsoker, 0«Jbar, «en Duitoeb aMnutdiaultge,
werd den Sleten llei 18S4 te BenenbrQek t^
HMUMver gébotva, Étnieecdt in de nattnmreUD'
noemd tot Areat«iir tm bet ItwtÜatrt toot AArd-
bevingen te SkMtrfinifr. Door vert>et«singen
un « kooktftcniKnaetarB en de 4[irikii^ertMiR)-
meten toot scbeep^ttonk, wüt hg de huw-
urigfaeid der dftumede verrioUe ntetkigen
. der imMte-
. fiü tAf»t OiHjke
««■tiMtdeUngen op *«b-
. j der S«*w«lr»tt
dm ÜlHtiMteit Ottm" (BerljjiL 1«03} en „Aut
dem InÜKhen nnd OroeMo Ozeut" (Berlgn
1908).
HeokaotasT, Joka»* QiuUn Moritt, «en
Duitadi ■<—*-"". den 26«teD Dceember 1797
te Himbnig MboniL atodetntte, nidkt hg 4la
injjiiilüliiii gèaimA hwl io den TeUtoeht i&n
1815, te 0«ttifwen en te ««kMbeie in de redi-
ten, neüsdfe wdi ■!■ whoMNt te HMobaig «a
n M 1840 don di«UKkrUk<4en deel lu '
kraciiit op lee te i
tjjdMhiiHartikclen
■tMtkaodige Mog<A»enhe^n. In 1848 afge-
TMidM Mw bet Toonw^ PuleaMDt t« Fruk-
krt, tJMtteed èH <k dcmoeuldeebe liolienüde.
Ale tid no bet PailenMOl, Ueld hï lieh Toorai
beug met de Sl«ea«Qk-HaMMiwdie ukan. Ale
troDidffoeider da depotstie, welke Mrtrinrtoe
Jokan ak rgkebealiuifdet te Fnmkfort inhaal-
de, rerwiert hg «tten» ^«rtnMwen en werd is
Juli 1848 in bat BükooiiiiiBterie met de porte-
lenïUe van Jnatatae MêM. Htdueker Teigeiekk
den RgkabeatOTKder naar Weeoen en kwam ver-
Tolgena aan bet hooU T«a BivfenUndaohe Za-
ken. Het riaiteD va den wapenstilataad vaa
MaknH door Rnüen hm eeo nederiue toot bet
BflkÉbewind, weUce oA Beeluehtr U^. Wel ge-
hute bet bon, bet fertkniK te doen aannemen,
maar lijj wee ei Momeikdgk door ewdMld in de
cneidtan mecDing. 3^ ww geen Ud na bet
.__» ^MoBt, IDMT Tertrok ala eeoant na^r
I Napek. Na ecoe alwfaagbeid na 4
kwide hg to FttaüoiA leat^ op bet
oogenbUk, iMa de Ddrieelie eosalitatK «o be-
haodeiflg waa. Bjj wtklnanle neh tegen de tüt-
eküting wn Oootenrl^ es tegen het Pmisïeehe
-" ' — "^"p, ging met Soittmimiga en Her-
Weeneo, om mot de OoatMH^^adhe
DTïrieg te traden, doch aw ijjin
h<i^ Wfgdeld. Is Juli 1853 fawUgde de Se-
DMit veo Humbrng bem ela mJuwter-preddeDt
naat Weenea a^ wttBi bg den 7den Aptil 166S
crredeed.
HeotoCTMil Ja de oum tu «en toestti, ge-
ediikt tot bet Teimenégi^ddigen van geacbreTen
«tokken aondet daarbü een ^okpen t« bcdgen.
Wi bestaat hooltkakemk wt een pla*t, waaiva
eeD met aniline-ÏDkt oeedaeven pa{i*eT wonlt
neergelegd. De inÉt trekt jn de {riéat, en ab
men m, na bet pa^Öer te hetAwn Terwjfderd, er
Toclitig wilt pafner op legt. ODtiaugt dit luitete
omder matigen dnik een gedeette Tan den tm de
pleAt o
(beeto)i
"^1
Q{%«ivamen inkt. Hen kan dit tot boodenl
[beeto)maal benbalen en «Uhie even s>ov<rie oo-
iMfln TetkrQgen Tan bet ocHspTonkelgk geadtriJt.
Da maai, waarot «iimeUe plaat levravdigd
wordt, beslaat nat een kood gewendeii ofiouuiig
?an 1 deel goletine, 4 deden gljoerine Tan 80*
B. en 2 deeka wato^ aUo bg een matige wam-
te eameDgeHDoUeii. Het Pvaiiarhe minjateiie Taa
Publieke Werken beieelt aan: löm 100, glroe-
Tioe 500, tni cwakripa^ ol «Miise 25^ ««(er
375. Aie inu woidt een geaanoeatoeenle oploe-
Tan aniliamolet gemukl.
iMOtagraliaflbe eojneén TeiUeeken nraedig
door den iinteed «aa bet Jiabt, meer de eajlogn.
Ke itji Jaeobte» heelt in 4SX opiicbt een be-
luigigke Teiiieteiiiig MogebiMbt. Vdgeni lün
meuwde woedt het «affBfHaitelqk atiik geedue-
Ten met een idU, bectMode nit gseriiti^o^ py-
rogaAnoureD en gnmmi anhknoi op goed ge-
Iqoid papiee. Dsaraa wovdt dit op de plaat ge-
1^ en deae Terrokeo» swm4 gemaakt met
(ki&kfct, die aJfeen faugft klemn op de met eertt-
gearoemdea inkt betwditègdt plutaen. Daanta
wiHdt de eofóe ofi de gemne wgie verkraeen
maar terena toot efte eopie <het iwait mdien
beduakt mtaóaar men 150 miTeie afdtukkeu
Tcikrngit, "ma vette de fafttate men loo daidelgk
■gn aE de eetete. DtatenboTen nerideeken deóe
DOfiiete erenmin ab de door de drukpera gele-
Tecde ctoUten. Om deae {laat rte miTeien, bevgt
men benMne ea wann water.
Btotor fbaieherMer^, de dap(ie«te bdd in bet
IVojaifiaêhe legec, was de «ma T«a keoiog Prio-
Miw en Tao Bdcabt. Zgn eddgeiuate, Amdrowia-
du, de docbiei na Ettiioa kasiaf nu Gilieie,
gebonk bon een mon, Ailjtanax n Seawmtdriiu
nenaamdi. ^m I
Msongen. Iben
Aek^,geóooA
,._. bjt Patroeltu, den Trienid van
!>, gedood bw^ en deoe, loiidei te denken
qjn twéet inet Agamemmm, oaac de wapeoa
gieep, om igD krgganakker te wf^en, anenTelde
Heetor dooi de band tta ign tegenetuder. Zgn
lök werd door den orcnnimaar door bet rf^ ge-
aeept en daanm roor een kagidd aan Pripwuu
algütaaa, die het pMriig ter aatde deed beatel-
Jen. In Qiiiii weid Heetor ali een ballgod gébdi-
digd en men bradit hem offovtdeik Latw Toer-
de men, op bevel van het orakel, ign itoffelgk
orencbot naar Ibobe.
Hsctor, /mm*, een Engelecb geoloog, werd
den 16den Maart 18S4 te Edinbur^ gtbono en
waa eeiat els gfoeeahecr wednaam. Nadat hg
eciiler deel genomen bad aao de eipeditae Tan
kapiteifi John PoUuer, die in 1867 W.-Canada
wetenachappelgk ondenodit, w^dde hg üdt ge-
beei aan oe beodeotiw der natanrwetenediappen
en TooMi aan de geongie. Io 16A1 w«rd hg >ta
geoloog bS bat pioiimiaal beatuor ran Otago op
Nenw-Zeeund Denoemd a> in de T<^nde jann
legde hg aieh met grooten grer op een nanw-
kear» geokgiadi ondenoek vao deie proriaeie
toe. Reede in 1865 weod lig benoemd tot diree-
tenr van db „Oeokigieal aarvej" Tan Nienw-Zee-
lapd, epoedig daarna teTena tot eoMtoT vea bet
Nienw-S^Iaad-mnaeiim U WeULngtiOD. Van ign
onalgebroken werkiaambeid getuigen de talrgke
deelai der „Heporte" van oe „Snrvey", alsook
de door bem geredigeeide „Tracaaetiona" ran
D,o,l,zedb,GoOgle
het ,Jf«w-Ze^t>d Inaütate*'. Ook bat aiel«orofe.
gitcli oodenoek w«ni door heat beroKteni, tei-
wj^ h^ tmiu een lnhmijjii nd verriMe bij
de ianchtiee na dra botinbeè«n tojn t« W«l-
Mnefa». In 1886 werd hij taioemd tot kaoeeMei
dat itoogMcbocl aUaw en ontving ook W«* nog
talr^ke indemdieidingen. Beelor orerieed den
eden Nvrcndwr 1907 te Wdl6«loiL
H«onlw. Zie fleiobe.
Had», ViU«M, em Nednbockeb eew^ed-
knadiee, in de «ente belft tt» ISde eemr it Eg-
(MH^ ''^■'s*^ udereo te i^then gdbonn, itcm
UI geeitcqkc tot booge kerkeljike waerdieheif
berccdeid^ taksmuk te Utmcbt, MuUdefiw
_. k hon «1 4 utdBi» g<9eefde Dunoen WMd
dooE de Ukeifateefae Eeik opgwfcigeii, de tvt-
leMleadB ivfMOMlingat tu diMteEB en de nw-
niMnwtft boek«r|en te dousoAen en daanrit •!■
In op te ^Mien, val diuMD kon tot het eamen-
iteHea iwi «en gMcfaiedenee der Kerk, weUe la-
ter «p '« kotta koatCB aon wordea nit^pegeren.
Hn ut» akoo in de gtfegenbeid om veel h^anf-
iqu l^een te brengen en boeit daarrm q'Taag
giebmik gemaakt, XKMlat hjj een gdieri nienwe
geKfeiedeni) dar UaadNppan nai Utneht
advee^ die door de xng Tm Serm^at f unw-
rwM n an bet üclit vendieDen oodei den tiid:
nBiaton» vetenmi ^aeeoponnm UtrajeelBnae ee-
dia et flomttatan HoMinaiae^ expfioata éuotioo
Ml de Beca nsqoe «d auwro 1U5, et Uatoria
niilMmkiB Bedae, eonifilQla avpeodiee naqne ad
Bonan 1574 aoeton» SnlIiAda Fttd, 6. FunKtio
ree. et aotiB ittMta." (16S2). Dtae gebiMi^
nitga.Te wnd latar door een beten «crraogen, t»
gweedbeid gebnultt door AmoUu» BuekeUiu.
Bada oraieeddMS'
KsdA, Wattm Ola«tx^ «m NadarksdMdtacÉiil-
dei, werd i> l&M te BaMlem geboren ei otot-
bed aUMT aa 1678. Bï ediildepile Un Toorkonr
ewmndige attHeMia met dadite «Acte wn«-
«erpot, inaeatiJ aen «oMböUafel of dwsdlöke.
Hen imA er «.m. in hei tM^wmuenm te lm-
aterdaov bet Uiaritdni* «e '»43i«.Teniiaee ta
Zgn SOOB Onrtl fleda i
volgde bm » fB bet tdnl
ge^ O.&. Ugbt mt ijin ■cUtdwj i
hat I^u-
Badbers, Tor, een Zweedicb eehrj^re^ den
28eten UawTt 1803 te auxkbotm «pebüen, itn-
daMde «e Uptrfa en w eedtrt 18»7 ledMteor
TOOT kvoat en lettemi nn ^veiui» DagUadet".
Hn aehrerf: ,3oog«i« |iUaUea", „Johaii Eao,
Qnm" {1897), ,4an e» gnene bomeben" US95)
«n ,J)inNhreg«n der Uefde" (1666), beomene
,MÓ^Km eo Sprookjea" <]0O8). Hedberg «ma
roDketök iwiet, éatt kgdn üeh kter
toe op fvjtbiAofftAe protileaien.
IJ.1Ó H.A.
gemeente «o de prorkMêe Oeèder-
' ' (1»1^ 1717 inwoiMTe,
wondt ingiedoten door Ammenodco, Keifrwök,
Diiel, Fiapel cju, Ëneelen en B<dlhoTen. De Uei-
bodem wofdt deóla «b bonwïead, deeh afe wei-
buNigebnrikt.
H«it dorp Hedel ia gév^ aeo de ^xmhIjjb
U<b«di( — '»Seitogenboscb. In de oabgbeid van
het doqi ligt een tmaie apoorwegfarog 0T«r de
Mus. In oen ^Numeohm tijd b-eeh het dotp
Ka door db Spoqaankn geleifenii
Hedsin&rksn, een Mcfct in faet Nooieebe
Btilt iggeibiNia, kgt ü het Uoaenlaod aao d«
- " ' ' ■■ mi^ipecTU'
iowonara, om-
i»t bet atKoomgébied vmi de Gloinm«n en is nt-
deeM ia 6 nxiigdgeii. Men vindt er op den oos-
teljjken «ever van het MjSaenmeeir de nuohthaar-
■te koienUndea n» Noorwegen, dodi aieehlt 8K
dei opperrkkile ie geattakit nmr den kukJbonw.
De faotóeie sedeeUcn afin bedekt oMrt n^geatrek-
te vonden, die eedect den aanlee' Tan den EidB-
voJder apoorweg en bg de levendige eebeepvaart
op de HjSaeo gioote loordoelen «dmeten. De
Tooraaamste ibeigtop ie da Sflkn (ITBS m.).
Badenstjenia, Mtred, «en ï^eedacfa ncnel-
Itat, den laden Uaoit 18S2 te R^BObT (Smlfand)
Mfcoren, waa itA 1878 boer, begoa inn leMeriiun-
'Mt hx^Aeaa met hnownetiBme bji^agen in de
.^ÜABAftmtea", we«d booUteoaetenr later
MgeiMNW Tan dat blad en woonde «adert 1697 te
Bwlnn. Onder den —'—'*-"— Bigitrd vat hjij de
popdaitate aArqver van Zweden, hoewel bq U-
tenii «eiaig betackeode. Terow waa hg ean tni-
teB0eni«>OD inidittiaar adnfffer eo de takqke
tomsaa, die bg eettmü de weieU iaaond, bad-
den lovivel dnaet, dat aij dadeljjk én itmAiii-
lende talea maobanen. ^a ibeato werken liiii
„Statn-Permna Joaoa" en ,^enOBaiN" (lOOS).
m amÜKd te StoeUwhn den 12deD Oetober
1»».
Badera L. ie de manm raa een jpltatenge-
daebt uit de lamiUe dv ArtdiaeuitH. Hat onder-
tcbeödt liah dom een G-afippigen %èê^ een 5-
II G-afiwigen \éki, e
blai^a bioenKinaik 6 mecnimn, .een oad
atawSg, S4Mkkv wnAtbegiaari met 5 aaoa
g^leeUe atglen » eu UuÜ^ bet met
- entót tegen i
en oude omen de Ummop {U. Heli* h.), een
Uinmeade beetter met tüwonniga, 8- lot S-
lobbige bladeren aan de onrmehHÜire «n eiron;
de, gaafaandfoe Uademk aaa de Uoem- ot vnicbt-
(ba^ode tauen. De bloemen iga ia tieaTonnig
bg fi^T— *" ataande aebemnen «epliatet en de
bamea bebbaa een swaite Umx. 33e heealer ii in
sehed Bniopa, erenalt in Jmt venpieid en
badeU met im al^d^roen loof wd eena groote
oppeniiktaB. De likdraen en benen waroi noe-
fttr ale ^aeeamiddelen ia gebniik, terwgt de
Mnge 4imino looirt<rf beratten. T«d(T cga no
belMig: ff. eotekiea E«eh en .ff. eoMirieiui*.
Deee drie Bedera'i benttea cm groot aantal tot-
men, *fie in tomen » Uoenetbinciqgen leei veel
tet Mantriag gebiuttt votdeik ^ oDdersdkelden
üA Toomamoqk doOT den Torm en de kieoi der
bladoFHt. Alteen de ff. ffeftx ar&oreo en tAorea
eongbmonta maken bieiop nrbondeitDgeD. D»
eerste, doordat die het kUmDMakd kankler Tarhi-
ren heeft, en de laatste, omdat deze een mooien,
heiU. De tedt do patten oeemt
D,o,l,zedb,GoOgle
HEDERA— Hfn)IiN.
l^Boodei frtieiiic toe voor dei» iritroer nftar Dojtscfi-
lAnd, Dosirtoe ptaabst men 3 ^e«fiieioort«Ue jon-
^ pkjiiteD dient bg a&aaa, bamh de Mnken aao
een stdk en pAoatst de pi&at na ide jniste todt-
Eed«ra H^i.
bereufing da Jidd Jn een pot. De Tormen Tan ea-
narieittii iJieneo T«el tot TiiKinK 'V*n 'bkwmen-
m&ndjeB. De vermeerdiering' steMiueAt <k>or »teh-
ken 'na den tieHat en aH^^n ia het TooijaeJ,
tenrijl enkele buaüüaióage vaHeuiten door en-
tdit^ op JOD^ Atakpl&nten of aOeggeici, zoojder
dttt deae eeiiioe Tooiibca'eddiDg behoeven te «ndieT'
gaan, «n «enlDW«eM>e>iduig mtatekend geJukken
in ibetnèJMlÖfc buten 'tifd. Zeer veel TOrt^ tnkt
de tainMalegiger ea bloeanót Tam d«ze jds-nt,
dooidat mj ladk urtmuntaDd teent tot bet be-
klefldlEdi van nmieD en 'hekweric In den lutsten
tjjd Je een irinlVTharde goailbladig« -vaiietelt iJi
den handel gekomen, wike bealwt opgaaf lal
maken n.L; Hedera denlala aur. var.; aiidere
waapcteTOBe vftrieteilei» vqn: Hedera lleliz hiber-
nica. Helix oureo, H. H. argeateo-Tariegata.
Hederienmnr viindt men in d« zaden van
Hedera Helix en wortlt Torkwigen wbjuwct men
dese eerst met aeMieT en Autma oneit aloobol )ut-
trekt en verrotgens de ofAiMniK in aioohtd la&t
venhoipeik. Men verkiggt dan kJeunlooze, in wa-
ter en aeMier of^beirK, redkeloom, Rdi«rp «na-
kende Usadtjee, (Se dooj geooneentreerd twaiftü-
imn pnrperrood gchteurd worden, kooliitre lon-
ten oirtleden en ^eiach.'tigie, meeaMl üi water
•>W)ptt«bej<e, amax m akxdiol ophwsende verbin-
dingen Tonnen.
BedUthiilz«ti, een gioneen^ tn 4e provincie
Nooril- Brabant, beslaat een «pperrlafcte Taa 382
H.A. en tK»t (191^) 11278 duwoners. Deie door
twee MaaeaitaeTt bespodde gemeente wordt om-
geven door Herpt, NJenwkiiik, VMjmen, Bokho-
ven en HeerenwBBjrden. Op iden kteiibodem wonM
}aTM)bouw en veeteelt nitgeoefend. BciiaJve bet
dnrp Heiffikhniaen bevat oe gemeeinte een lied
van t)e HaarErteeg benevens de buurt LnttelherpL
Het dorp Hedikbniien ia volgens de overleve-
ring docc Robert 111, beet vaa Hetudert, geeüiiit
In 1508 behaalden de ingeieteoen der «tad Heug-
den hkr een ov«rwkuung op de Oeilderecberu In
1904 werd hier een dara aajigelegd tot afsktkAog
vao den Maaftnood in veoiiüid met het verleg-
gen vaa de Maas (ae Maai).
Hedla, Adoil, een Zweedseh staatsmaa en
Bohrvv», den ^ten April 1334 te Bo (Naribe)
geboren, slwieerde te Upeak, wend in 1869 jonr-
wliet, redigeerde Tam 18i74 tot 1816 het lad-iica'
Ie .JLltonblad" en viert«»eiiwoordJgde dnd« 1870
bqna «nafgcbioken StoctcbdLm in de Tweede Ka-
mer, waar hq steeds tegen de rqgeeri'ng en bet
ïoretenhuis optrad, een zeer Franiohgeiinde en
leer Etnti-Duiteehe houding aannam en bg
het oothuiden der Unie aan de z|}de der Noorscbe
uHra-fadicBJen stond. Vam ^)ii 4«Ariike broalmirea
noemen w^: „Om latin^kenraKïUet'^ (ilSSS). Zv»
l^sloriMbe werken: ,Jba»kia reviohrtioaenH quic-
nor" (1879—1880), „Studier i Iranska remAitw-
nens hietoria" (1890) en „Lodwig XIV's tideh-
varf" (1895) gekden ak weinig betrouwibaar. Een
blDemkiÏJig vatv ino „T&l odi Bkiüter" gaf
Spongberg ui>t (1904). Hy overked den 2Uten
September 1»0S te Stoekbohn.
Hedln, Sven van, een Zwvedsch feizjg<er, den
17d«(i Februari 1865 te Stodldheilm geboren, stu-
dMide aldaar en te Upsah, later te Bei^iJTi en
Hafle ia de natuunveteosdMppen en deed reeda
ia 1885 een groote iei« door Perzii en Mowpo-
tamiS, werd in 1890 secretaris <bij het Zweedsohe
geuatBiiuci te Tefaerao, 'beateeff den Deoiawent^
waarvan hij de hoogte op 5465 m. 'bepaaUe en
ütA to éttk vdoter van 1891 anr den Terepaa
naar Kaeigv. Dow Oekar II ondentieand, begon
hfl in 1^ een dnieiairieen onderroekingsUiebt
door Centraal-AoBe, doorkruiste bet Fanurpla-
teav, bcBodit dim giletHih«r Moettag-ata, Aet
mees' Tajtlkoel en het gebergte Midajoer en trok
ooder ontmttend Kjóen en met vanKes vaa i^
gebeeie «itnwtiaig door de woestfln Takk-Ma-.
kan. H^ een «enwe uitrastdiig di)Oiir«tede hg
in 1896 dieidEde woestvn, ging naar tiet meer
Lob-Nor en envctateerde, dat de ligging daaivan
aan giroote vefamderingen oodefwoipen is ge-
weest, dkoitf lyver een 4900 m. boogen pas vao
bat Ewenfcep-gébewte in Noonl-Tibet door,
waai h^ een inéeuwe bergkoten en S3 aovtoneren
orntdekte, ging ooordwaarte en bereokte over Si-
nii^oe Peking <'15 Maaxt 1S97). vanwaar hq
doOT Noord-Cinna en Siberië naaf Europa terug-
keerde. Een tweede driejarige rda door Middel'
AmB ixffX hü in 18Ö9 te JCai^jgair. Vao Ladik
BMi den Jaikand-Daria zaïkte fiq die rivier al tof,
bg het Lob'Noa^'cdMed, aloeg daar zyn hoofdkwar-
tief op, 4rak do Z.W, richting door de woeobgn
t«t ivoórbü Te^tertsjen, «idenoCht nauwkeurw
het rLob-Norgébied en de bergketenen vna Nooiiii
Tibet, itnujhtte, ak pedgiim verkleed door Ooet-
Tibet 'tot Ummb door te dringen, werd editer,
Glechite enkele dagreiizen van iga doel verwijderd.
Amt de Tibetnnen gedwongen ted^ te gaan en
bereikte, nadat hq binia zyn erf>«ele kiu&vean
verloreD hsd', einde Deosnber Leb in LahdtJc,
vanwaar hü over dert EaTakoToempae en Kaejgar
naar Zweden terogdceenie, w»ar oe koindng bétn
in den wkfatand apaatn. Nadat hg bet oorvang-
DigilizedbyGoOglC
HiroiN— HEH)8JASSP0ORWBG.
rj}k« wcifc omr deoe nu Yoitocad hM^ andeniMD
h^ den loden Oebobei 1905 «en luoairao tocbt
nau T4)m< waM M «en ie« boog gébei^ oot-
ddte: den l^sna-Himftlftja, door dé daten thi
den SkUedM^ QwWn^ en Indue tmi den Hinui-
kjk ^eeriieiden. Den ISden SepUmober 1909
WM hg is akda tang. Zw neiien 9j^ door de
nanwketinge pfaMta- eo «MeoaotnièótK bepslio-
gen *ooi de KMtogi&fie iran Cenbm»l-Aiaë vAn
het boogÊtt belaoR. BabfArc tdrqke tjj(fe«litiit-
Aitikeko, «faiMf ag: MOewm Perai«D, Memoo-
tamiw och SMAano/' (.1887), „Gtoei^ Pradie-
laUjj'e fonJuÜKanaoT i Ceutrabsiefi" (1891),
„Koamg Omhb tt^itiiiMfg Uil Scti^Mi al Per-
sen k 1890" <IS89-^180l), „OoioiD Sétoiuaa
B geom-
«ner Rei-
i Lap-Noi^nn«d0t 'lS9fr— 1897'
„ToMB mM pi «kind» vBewr" (1908), ,31wne
ktate Rewe dWeh ZeabtAöoa" (190S), „Sdeo-
titie seiaUsof ■ toDineyinCeDtni-Asie' <Stoek-
bokn 1904— 190a 6 dk. en atlM in 2 dki.) en
„IVwMhanHÜRJft" (2 An., Lmpcig 1900, in b«t
N«4adMHMi TertaaM, Anmieriam 1910). Een
mooi oreiadit Tan zijn reuen en veel ütentnw-
OHfATCD VKMk men ki: Mm Rieger, Sven H«-
dina AUeil an der BrfMaelnng Zentnlaeiens
(Keiden 1811).
■•dlnvstMrrt» ie ^ «ffieieele naam vd-
gena beiliril ^ao bet Bntedi-IiidiBeh kiatogttr-
TiMh <ttp(u4eKMn4^ geeenren uut de reeli gewei-
dige beigfeetoHQ, wakbe rieh min of oieer even-
irfdig onet het HhiwhjnFitMTB^r aui den aurd-
nad VMi het koènede boogtnid nji Tiliat tnt-
■keUien <n door de zeosacma^ lengtedalen van
Bai*en-JiMlnB en BOTen-Brabmigoetra van deo
HimaUja geMbeiden worden. Het verd aldus
itdekker St
t g«bei!^ met dto minder
jniiten naam Trani-ffimalaja werd aangeduid.
v«)e tomen van dit gdieqpte benaken een hoog-
>w^a bji .
maiala aciitar, Tete panen Üfgea KüU
dandK *«■„
HwlUiicer, Johattn Kart, een itenqKUnqdei
der ISife ««wr, dut aOrten Haart 1691 te Sdiwn
Ktixinn. Hq omleed deo 14den Maact 1171.
S^ mujatliïfande medmUe ie een pcwtret *aii
) bwga
BedlDBd, 3w» Adolt, een ZmeeMb joar-
n^Bt «n ■tnakmtak, den 24^n Ffibnwrï 1821
bq SbxUidm «tnreik, atndeenle 4» Optala, waa
^ap te StocUubn, m 1648 te Parne ak jow-
Daüat weibaun en w«nl in 1S52 hooidredaëteiH
TCx de Ootedbnngadte „HawMa- odh Siafactt-
ti^rii«", die onder ajn tmdiaig (tot 1896) bet
beate piofteeMbM tm> Z««den werd. In den
R^fkeda^. waarraa bji dièsmaal lid wm, faeèoopde
hq tot de demooraliMifae nijhMKlekarepaTtö. In
brt üaieemifiet mt 1690 bettmed hq bet fhoi-
«ebe radiealinK iwfti^. Hg overleed den 16den
SepteaAer 1000. Van ijjii "weiïen noemen w^:
..Om aabetar«a«aMa«tK>a«d" (1852), „TiU buA-
Irlno" (1869), „Sebven reeeant«(dming«ir"
(I88S), ,^*erigM fOrsTM«Tieen, ordoadt pigmn-
den of aAknln Tftnuipfi^" (1S67), „Om Stdiweix'
123
„TUI uadermaaij)g«{r&-
försvarvSAMi" <
gao" (1868).
Hsdonal (Melkytvrom/tlUiTbiiioiuretluian),
NH..OO.OCE.OHfcCEr, ie een «it, 1m kkstai-
Ljjn poeder met eigenaaodagen, ecberpen, owun-
^euamen, fKipmmnlaefatigvD smaa^ dat moeüük
in kood, gemakkelijker ia heet water en alcohol
iwhebaM is, bg 76° C. sm^ en by 2\5i> kookt.
Het wordt «Jr een oaaebAdéajjk daapmddded en
ook &k tegengift bjj oocalnereiigiiJttguig toege-
Hedonlame, afkomstig van het Oriekaehe
woord hJevif (genot), bebeelMiit in de g«6cluedenM
Am Kdektkode de geaoMeer, mifce geen hoogcc
doel kent «kn de geoüeldngen van bet tegwiwoar-
dige. De gTOitdl«g«r mn de wöie»riffe aol^l,
weue At garoeiaa het eerat leikonAgide, de
Oyrmaid, was ArMippw vm Cyrene, een leet-
Bng ran Soeratt» en im kfleiaaDon Arutipptu.
In bet faedoaaenie seü heeft meii treer v*ièèhjl-
lende vonoen ti nftannate men bet genot van het
ooeenblik bet hoogste ateh of leert dai men zorg-
mSdig moet tihngea hoe meo dm mee«t«o lust
met den geióngMen onhutkan geoieten. Een seer
TerseUllende waaodeeiing des 'KraolHllende ge-
oietingen vJ hivmn het g«na1e «ijn.
Hedfllas ie een TnAsdi Twiet op de wtat-
knat T«o Anhie, dat 9p ± 2SO000 t.km. ±
300000 inwoners telt. De provincie is van be-
kang, and«t de beide heilig stedoD, Mekka en
Heoitia, daaiin Uggen. iDe voovBMnste lee-
plaateoi Tan de «Ttngena riecbta nwt ^e^aar te
beviairai k«Bt, zö^ Jmo-el-Bsbr en Dsjjdda, de
hafeoa nm beUe geooemde eledea; ds voot-
naamate stasn ia die der foofrachttge Beni Haih.
De Tnikecfae heefMbtf>[^ die noeger dedhte ia
naam bestood, ia thane kiaditig en itf«kt aich
lelfs nit orer het TiMvei 4ame^ik ooalhaiAiCi-
be Ibkka.
H0dslB4WpoorweK aoeinit mea de «poor-
Inn, welke Daau^ne in Sj^a met H«diiia «d
iMkkfl in Afahii T«rb)adt. Het^Aan daartoe weFd
reete in 1669 door Di. O. Zimpei aanbeifolen en
reeds ia 1690 Tood bet «en wpdediger in den
toenmsligeD miaiMer -na C^MObace Werken ia
Tonkife. Toen ia 1900 mKmi Abdoel Hamid II
bA«nd maakt», ^M bet piso nitgemoeid wm wol-
den, werd de mogeËjfcbeal ervan dn» v«ten tan-
Bitig io twQM getrokkeo. Een graot ^edeoHie der
Bpoodgn teeh aon looften door weinig^ bekende
Btttken, wwwn meo ecbt«r <wej: wiwt, dat ig
bewoond wann door «tobitke cai faanticke Ifo-
>adw
dergelgka nienvigMd aoodui venettai; «kaïbg
zou die Iqn ten deek door ti^tM wnteriooae
woest^Ben laoiptit «n aon de aaavocr ts» mate-
rialen, leveoaniddelen em. met giroote moeilgk-
bed«u gffiatHnt gaan. Da«Ttegenov«T stmnd «efater,
dat het shgen dec oadenMming van groote be-
teekeoue tom heï Turkacbe r^^ xn vja, Dtet al-
leen met bet oog op het p«igiiun«v«ikeer naac
de Mtdwntnedsaöfiite bedenartplaatsen M«kka
en Medina, waapraot de lün in de eerste plaats
ontworpen heette te igiv maar Urreiu aon de
madrt van den etdtan door deie apoorlÜD niet
weinig versleikt woiden, xoow«l in AirïhiS, dal
thans epoeiËg door een aajuienlgke troepenmacht
berenkt aou kmmen wopden^ etaook tea opeiobte
D,o,l,zedb,GoOgle
124
HED6JAS6FO(»tlWE)Q.
Tan BgTpte. EkMMp oei wni bet (foor da
Bpoorlgii doocsneden, 4ot dusver vrijwel wa&rde-
KOK ciebiAd eeonomiwAï tot oatwiU«liiK kamwn
sAradvt wordoD door TMtigiiie na MriMmioe-
duoMbe l*fMftwil»>en o. &. uit Oost-Roeraelii
en Ekokuê, door hat oaakiegen tta bevtooiiags-
werkcD en dooi hot mtgnmen éet deUetofleD,
welhe de bodem bemt, sooak petool«uiii, a»t«lt
ta hibaaaaaaae kaft.
En het TOorjaar via 1901 w«r>) met het vtA
een Morang ganaakt and«r opperste letdine van
Kiatim Pasja, die da 1900 aanlekfing beeft Ke-
gelen tot 4ien opetMid tegen Abdoel Hamid 11,
waardoor deae iMlflte den troon lerioor. Om bet
TOOT den aanleg lienoodSigde kapitaal te v«r-
hf^n, iMid een berocf) gedaaa op de otler-
tmikEj^mM d«ar Mtomigen en mt aüe atreken
dar aaide, wanr Ibyhamanedaoen wanen, uit Tur-
kge, Ggn)te. Peiut, Chtoa en SnbenE, atroom-
<mi de TiqariBioe t^jdragen toe, in bet gthtti
meer dan 1 1 mNlioen gM. DaaniaMÏ werd gM
iwtkregen deer inatelKag mi dm Heikjae-talDn,
een '-*"1-c -nu S lot 100 lliutMbe ponden op
het i«riee«en -na ^den en asdere onderaebei-
dbgen. Ook aadere maddelen werden nng t«
liaat geooanen en de «dtan aéil «Herde oit ign
eigen aeliNlIdat Mmieiiiqke faetkagen toot het
grootMiie doel. I^Mrtqj Teiireeg men ^edkoope
avfaridakndilaa door bet wsffc onder ktding van
We(t-Eorcp«eaeb« en 'HukeAe ADgenieui*. ten
deek door Itefcadte sottfaten te doeii irerriditen,
tcrwjjl 4mA <w> de bemaouDg dec Tnitacbe Thtot,
TOoraoOTer ig M de Jong-Tnriudie psfljj be-
boorde en ikaidooi «nder de Tcadenking elond
van al te gn»te nQuDnigtieid een „lacbte
drao^' weid «MeeoeCend on ain den Hedejae-
ipoerveg te gaan weiien. Voor bet awtn werk
en de ontiMnagen en «eruen, waaimede dit
gepaaid giiig, m de Tncbdie soldaat bqsoodsr
geaeiukt Door den «lUKn werd widor gelaat,
dat in de «trede, waardoor de epoorljin aon
loopen, knloaaea ma kndboow "!*"-•-——<-
Tt^jbbÊata genatigd
tUTQM D
lUoeJeneade
WD genatigd loadui waidm, die mA
kaïder^, cnaar ook laodbouwgereed-
_ koatekioe aooden oobfaogeii, waardoor
Domaden aidaar Taate woo«|daatseQ *
boQweri gemaakt werden.
Het n>nprod[(i||ke pkw waa, deit de boofd^ni-
io Damaaeoa soa aaoslnitaibq dot door een Frai>-
adw maatadi^^Q g«bonwdn HaonnqKKirweg
il«enril>— Damuens, Daar ar editer geen over-
aenat^Danmg kon besent woraen an bet wm oéat
gdivkte de ^n te boiqien, gelMtta de sidtan, dat
de NereniiueD Dena-jJanaaeDB en D(caa>—
Uoeoerab— Ëaila loadNi MboDwid wmfco, de
eMate 123, de laatste 163 tan. kog, welke beUe
in den lomer lao 1806 voltooid en in 1906 ge-
ragd ixk «opkritaAia genomen waden. De laat-
ste lijn waa oooi^, «mdat de «oc^weg Beiroet
^-Damaaeua «TeneeDe aao een nansdïe Uaat-
arfwKiij bahoorde en men nn de bavm nn Hai-
hut iw» de boofdlJiD eonatte^k boimnate-
rialen, ^toorraala en aadne benoodi^dliieden kon
aaovoeieiL Yan genoemde liaiTen nit voert de
inn langs bet oode Naaai«tfe («bsM Afode), El
lleadcliam en bet oade l^lieriBa (ttiane Samadi)
naar het meer tmi Tiberiaa, at^ <kn onder bet
en Dera. Weke nweUgUkeden neech bn dit werk
fê emnriunen warm, Jna dMUoit ^iko^ At
tuMChen de plaateen Hsifa en Deraa 8 tmukels
en rmm SOO bruggen en doorlaten aangelegd
moeetcB wordon.
Nog ved grooter waren notfataoa de beawarni,
wcUce de ingenieosa bq de faoobttgn Duuaacaa —
Mokka, oagerreer 1800 km. lang bedden op te
lossen. In tast atgemeeo volgt de Iqa de oteronde
* ' it eerat door de prowioeie Bmo-
iTrié. «oert dan door
weftie tdbAei gedeel-
door
pdgTÜnaroule, g
tui, de kotense
wateraime woeatqnskdceDh 'weÉie tdbAei «edeel-
tei^ Tiuehtbare ossai bwatttan en eindel^ door
watetanae en mUm watedooae land- en ateen-
woesl^jnen. Op Tde piaatsen moesten hier puttao
bewaUi^etroeneD «
De apooittreedte b
om " . . .
ba
ilbMeiktd ._ ,
De ««Mieid *e beteheDd op ■
_ aön II
troUen en bdbbea een ooTenTenliepmg, die ge-
deeltdük «ngerietrt ia Toor t
roocrien nat adnetgateik. E
draagt tfiS nu, de statioos fig8«n op alstanden
— 10 tot 30 km. Het hoomte «mt (1200 ir
de JgD «ij bet
Mb
I. per «
bedrag bgna SOOOO gU per koL, waaifcg edi'
ter met nit bet oog yaloreo moet wtaium, dat
het terreiit koatelooa afgestaan w«d «i de mili-
taare aobtadein door het moaiieterie Tan oorlog be-
laaU wetden. Nadat «IjjklödK van bet N. en
Uediaia uit geweitt waa, kwam bet li«}eet
aecns— llefna (1321 km.) w 1906 tot fltand
en w«rd den ftlaten AomatDa van dit jaar, den
' Tan Abdttel
Terjaardw Tan de «loandMatgBug vai
Hamid II, pieefatig tow bet TCiuar ooe
De Koortsettiag mn het werii Tan Se
oende iarai oodedmAen. Van Uafina lal da 4fi0
ba. ht^ iün naar MeUs «decM^ fanga den
raad dec woeetgn ont £1 Bo«nfc eo Sadina hto-
pen, tww^ een lokail^Morweg HeUa met <
Toorhvren Oqidda lal -Tarbiadan. Vesder sofca
igl^pien getioöwd woeden naar Aicre, Tan Alode
OT«r Nantaa naar Jemakm en ma Deraa ooat-
waaita tot Boeiakii — iElAi Oum; daaienlMTea
lal de Ign JaUa-Jemialem tot bet atation Am-
■ " iMdeit doovgotookkarL, een
I is reeds Tokooid dsor
^ «n docr de Tetbindiiv
, aats met den BagM-
woMweg ad een dooitopaitde «poonüia tmi
EooatairiiiMTMl tot Mekka tot atand no ee-
braeht. De oogimatige toeataoMlea, waamv faet
geworden, bdibea de ToUooiing t«
ia 1916 de Ono^Sjarif t« Ifttta tegen het
Tnrksdi gtsag «n opatamt ia geknmen, «n naar
het aeh^ met floeoea, sal faet nog wel jaren dn-
ïen, TOOT de pel^nu pet apoor Hekka kmnoan
bereiken.
Zie: Jwler P(u>a, JDie Hedediasbahn (ErgiD-
znngshefte 154 en 161 van ,,Fetermanna Mittd-
'm, OdIIm 1006 en 1808). .
DigilizedbyGoOglC
Bvdsjrft, Bidtjra of hegira ü md Aidbiacè
woosd, het wil: «tiw&t «f etgenlgli wrAiriun b«-
teekcDt, en w«l meer 4>«mU dk v&n JfoAim-
M»d TM Uektat aui Hedma <^i <leo SOsten Jnnó
82S it. Cbr. DU ja«r Tonnt bet Drtg&Dgspimt der
Kadwlv, Da ketüge, «eo dodrter mn Ber-
UoU JF, muk«rMf Mm Jfan», weid in 1174 ge-
twien. Reeifc op haar 13de jaar b«d ig ui net
bniKlqk nMt Hemlni l, hwW tm SHoiie, uo
wien aÜ 6 kndaiai sohoiik. Daariw legde ly
da gcMIe van kéMitAM tl. iton^ Hendrik i«d
Iwara S«t gneico en den bgnMm ontring ran
dn Oaboonle. Vdgena Imh wenMh «tidrtte h^
in 1203 het CittieraiDMi Uoovter U TM>mIi;
(U in 1810 weid (mebsren. Daaraan acfaonk
Bethrig Imwc «MHicM^ni brunMiat en vele
•aden floednen. Zij onwleed den IMen Oetotwi
1848, vauna «j b 1967 faeiKg ü twUaank
Baar gebeente nat in de ïtak van gefioemd
Uooatec; faav gedsnkdw k de 17de OoUber.
McdwlSt in l>et PocImIi Jadmga, de j<ng«m
di>efat«r iwi Lodefe§k, kooinB >*aa HoDffarije en
Fttkn. en wH bningin vao Poko, ie 1S70 g«-
boi^ ftDMng fMM eqpteking ia Hoogaröe en
wu raeda Tmeg de fertooMe van Wiilem, W-
*ag no OoBtCBTJ^. Na den dood •no. lisar nMler
irwd ig «toten tet konagiB na Polen, waanH
sq i* 1SS4 te EntMi getaTMMid wenk Toen Ter-
TCke» Jagtlh, lurtag «m lAthaam, haar haod
Tiwv en ^mMi aanbood dat i^n kiden h^ Po-
len BgelQU «1 i^D cadeiduMO ^niatonen ia«-
den worden, gaf ^j hantag Wükm tSjo liaAM.
2m linwde tat 1886 met Jagelio. Vooml beiperdie
ig licfa, on bei Fooladw ndk Ie tpeadi»Ten. Zq
overleed in 1399.
i toe op de
■«eaügde «eb ah geneeahaar te
I lideU lieh daaieutmten be^ net
uet 'nttÈtoimttti en bestndeerw tmi ^
pluitkwKl^
rTinnniila en
>. In 1T« srng hit
naai LeipaiR', waar iti weUm ah fbowandige
Ixkend werci, vooral nadat aan ni weii; „Tbea-
ria genenttodi et tiwüSantmi» piuÜMniB
cijiptoflMnieMani" het eereeood óat Academie
■vMt Wetenwiappcn te St Pratenbug wat t«
&d gonllcn. In 1791 werd by Maat ntet de
wotg Toor bat müfair hoapitaei te Leqnig, werd
in 1786 tot tnogteemnr in da gonea-, te 1780
in de pboltaoda (MBoemd eii orerleed den ISden
Febnmrl 1799. Van tjfn tafa^ke weiien ooNnen
wn: „FondMnenta Wrtorine natairiia nnaeinwn
fnadonnm ete." (1779— ITSft, 2 Al\, „AfaM-
dnnnn kTn>tocamiB(her Oawiebae" (1787—1797,
4 ■m.) en „RHeora gennra a apedea etc." f1797
— 18(», 4 rtiAken).
^n toon RoaiainM Adolpkiu, den laten Mi
1806 op S4.}ai%an teKvd onedadan, waa nen-
eenn «en lin<i(if(iiaai der ^kmlkaóe en gaf od-
daraeheMen botaidacba weiien fai het C«U.
■adwlda Siearb h de naaai ma een pfao-
tenMalacht «tt de tamilia der BnraeraeedNi. Bet
andéraebodt At door ï^hehUge m MnbniMe
bloeoMn met aan 4-tanifigan k«tt, 4 UoenAla-
deren. 8 medikadeBt op «en Mbg/t tegqdant, an
125
een londa «teewnwiit mat 4 gi«even. De meeat-.
bekende aoort ia H. BalKtmUtra Stoarti, een
hooge boom <£e ap Haltf en ndare W«at-tndi-
Bcfae RJIanden gioeU. Hq terort den Hedwigiv
baiaem, die ata een talomng', roodacbtig. dwt-
kend lap nit den aUm -rloeit en tds „t)aame i
eoehon" op de AntiUen biÉend is. Eg verhardt
in de opu hiebt tot een loodbrame luia (résine
de dnoon ot CMnboD). De ojie, weUie men uit
den 'HeAmpaboom vaiki^en Ion, ia liehtgiHl,
hetder eo ]Mht«r du wtitac en iwrdt door mine-
rale t
HedToUum ^oen. ia de n
kalk, «m UoenftiooD met een aeet lange boia
an aan doUiriai^ S-dadigen rand, en aw twae>
bladig faoBigoajije. Set onnit Iraaie 1 tot 2 m.
booge aiaqdbaten mt OoatJndH «n Napai mat
q>eeeigarfitige, dikke en ■vittaage woftdknoUen
en cMdatandige bloamuan. Ean pnubtiga aoort
ia H. QantiiuriaHMM Roac, nit Ooat-W», wtt-
kn ongereer l m. fawg wwdt en laoffwvqiige,
laneetrörmigtv naUes, enbelManle Uadeieo,
praeUige, iMricnndei in aren gq^ntata bh)e>
men en roode dMwmublan drMgt. Andere Iraaia
aoODteniyn: B, eoeehteum Smi th, met een aten-
gel ter hoogte nn tot l'/i m. en een r^ aar
vaa aAariakemoode bkiemen, — H. eoromariMm
Koen., nMt groote, witt^ wdriekeode bloeman;
— en B. tlanm W a 1 L, mat ee«rig^ giele Uoa-
men. De Tanneanknog geadiiedt door uden ol
st«UeD. Da eidtnnr gdnkt hat beat ii
StBdTwwtUD L. in da naam ran «en ptnntcn-
irealMU nit de baÜM der VUitdtrblMmigat
fPayafcnoeerfal Het «nderaoiteidt lieh door een
5-afiMigen kelK, een acimiiw algeknotta Ual en
een «t londe, aamangethnkite, ééniadige geie-
ittngen aanMngeateUe pevi. Hot omvat kraiden
en eeettera, weifce » oaemoar aBe gematigde
en warme gaweataa der Oode WemM Toorkomco.
Van de sierplanten noemen «jj: B. o^tmm I^
met garvde, oObahaaade Uad<a«n en tntie, pnr^
Moioóde, in okndatandim tron
uaenen, B. aarnanai Lood^ in <
groeiende^ met gemnde bkdem e
dge, m aren gamagadiiUe Uoeme
emi Bieb^ aranaena in den Sanfcaana te «n*
den en B. aoronorMiM L., faqBB een m. boog, met
fnaa^'duiMitoode, tot tnaac* TereffM^de Uoe-
men. tUeikwewdig ia moral F
L., ean tnniadie niMt i '
"MdsUehM "'
1 «pfaMe
o ïaKJbatwB
lm aan Toldoende icmóeMtanr,
neer benagen. Veider komen .in
mtdKjmgmm iMmim).
H*nok«ntl ie de
geduitf «p en
aanmMkog B.
I bekend door een
eeriaeht, in de «aefaiedeniB bekend
fmigdnrigen nb^ tesen dat im> BroaUortt.
Hat baalt ridi reeib In den aamug der 13de
eenw te "reraebfUende tiAken gcapKtat. De ge-
riaeUn Tm dsr JFae, Va» tteehUren, Vim
Voont, vut en MaUtoÊdc, ahmade De Rode,
inn afle aftotoatig nn dr Beeekerens.
Beeelure», Evert «on, (Hekereti dl Utikêrtn),
te 1258 getwee bg bet ne-
OBEDHBrVIt, av
i 1286 lUder, i
DigilizedbyGoOglC
126
Zutfen SD Hendrik san vianden, atemate
1263 «ij de stadsTTijbeid., «ioor graal Ollo i
Ni«aw-WageiiuDgeD wiImiikL
Heeektreti, Frederik van, twantUUDd wm i
£m, komt TOOI in 1ST7 en 1299, wu ridder
1305, ds 1S18 nad van Aeynoud, zoon tbh An-
noud /, giaaf van Gelder en Zutfen, bescgeMe
tMck is 1^18 de vrijlwid >der st&d ZatFeo en
OTeileed in 1320.
Ueeekeren, Frederik van, een zoon
TooigoMMle, dioeg ook <ien no&m 'vsd
ËM naar een harözate, bij bat dorp Almen aan
de BerbeL gelegen. Ia 18^3 went Iq ndder en
in 1324 en later koot <bij toot oaèa de raden
vut grsit, jïter berbogi, Reynoud II van OeUUr.
Hü Vm dan ook <t«geDwooiddc bü oDderMèietden
belangtgke Tegoemi^aMen, aionëde in 1331 bij
het baw«Iqjc ita Reynoud jnet Eleonore «oti fri-
sland, terwfjl hij met uwieiren den Isten Haart
1333 de htiwe^Gvoorwaaiden iteiK^tM>e Tan
TFiJIem, eratd van Oulik, en Uargaretka van
Gelder, t&mk den 27Bteo HmtI 1335 h»t testa-
ment Tan Re)f»oud. 'ftven drae owrleedi, 2
derjtciee loneD (MhtertateiMfc, n«rd fa«t bewind
geröerd door «en Landraad, vaarin ook Frtde-
nk ErUng haid. Lat«r Ijdioorde hij lot de nden
korit Mkgen, met vrien faij weMra twiat kreeg.
Moet^ «n hg beetend geweeet lijn tegen den
nwhtigen JMMiderbeer Q^sbr echt van Bronkhonl,
iodSen Iq ceenateunge'róDdenlsul tq Tierwamte
Mehebten, uuonderheidfagdieTaji Coorgf (Yoer^t
t>^ .ZwoUe) en -van Almeloo. In 1348 kwam ooi
Jon tan Arkel, 'M«eebop Tan Utrecht, nte4 det
heer turn Bronkhortt im ooiteg, waarna dese het
fcnis te Goor, Mer het buia te Beeeki
Orerraej Tertiraodiie. Daar Reynoud de i\
BronkhDTtl kooH, keerde Fredérik de «af
gen sifD leenÉieer en Torimnd ii<9h met o
adaip vaD Boreido. Wel faad de {lartn Tan _ . .
hortl in die <iageD de oreduiid im Oen TMtd tio
bentog RtynoM^ óoA toen i^ fitm ia de maclit
Uwditte te brengen rsn Eduard, koning van Enge-
land, loeht de hortog den atenn dei Ueeekeren».
Nn tnchtteo de Bronkhoriten 'a hertogs jooi^
len broeder, Eduard genaaand, tot bon iQde
OT«T te iaietk, zoad&t «r <w«Idr& TesdeeJdbeid
ootstood tnoochen de tieóde broedere on geheel
OMeakoi Üéi in tnree partqeB v«tdeeUa. De
nwesto ateden keoen de sqde van. Sdumd, dodi
de TMitoie bow^enooten «tiuuKknt aioh
Beeekeren». Dezen waoen aannnkciink voorspoe-
dig in ^n sti^d: io 1350 wenden N^egen «n
TM ««rorend, 'terwijl ife Bronkkoriten het beTeg
moesten t^jbreken. la 1352 weid een Tvrbond gie-
(Aoten, waardoor Eduard RoemKotd en Keeeei
Tericres, benwen« het Tniirfitigrimiik van de Ve-
farwe. Bet werd weUn veibrtdcea dooh gevolg
door een nog nadeeKg^i waai^ Reynoud wtjnig
meer dan den hertogstitd behield. In 1854 «mt-
brandde de oorlog ofxueuw. Onder de leus der
TT^jhead H^en de eigenboorigen ten behoere tss
Rsjfnoud te wapen, deden in bet g«Teebt b^ den
Vrijenbergi, niet Ter twh Loenen (op de Vduwe), f'
den beer van Baer en den ba>iuetdvag«T tsed
Bronkhorit «neirvekD, docb moesten w«l^ voor
Eduard gedenn>t. De graaf van Cleef maakte
Cnnk Tao we tnrieten om «^ bdAogTJike
ttiogen toe te agenen. Intlueefaea w«nte
de maatregel Tao Reynoud, om bet phmdK^
zi^ Ottixtfirrik op te ivien, leer verkewd en
bmdrt Teie Heeekeremgexinden bq de Bronk-
horsien. Dcm wafen in I8SS w«der tneester van
Arnhem, en gd^gebrek nooikaiUe Reynoud tot
bet ftkiiten Tan een nieuw Terdrtg. Er werd «en
raad tmi adMadBÜadMi ingrateM, waanao ook
Fredérik lid wa^ om mtïpTEMk te doen ower
de belao^n de« bods. N>a weid de laadroogdD
au Eduatd tocg^«in(^ soodat aan Reynoud
oietB andera weMttX dan de Vdnwe. Eduard
w«Dd TOM kcozer Korel IV io vóa waardiglieid
beiveetvii Fredérik, dae nog is 1854 ab aehoHna
TMi SoCknd Tooikomt, OTerleed <e DeTenter den
Uen ApiA 1357.
Heeokeren, Fredérik van, ook wel Fredérik vam
Reehleren gmanmd, de atamrader der tageo-
woordige gravem van Reekleren, de zoon vaa den
Tooivaiuidie, wse na deo dood Tan tgo Tader het
hoold EÖner partii. In 1365 Ibenroer en bezegcUe
hij met «Kteren wd 4aiidTrede tusadiea Rejmoud
en ^laal Jan van Cleet. De gosehiHen
gebracht wopdea voor eem raad Tan t
den, waartoe ook Fredérik bebnonle, een raaii
die maandc^gka bij atwiesdiaig te Aródiefn, Q«cb
en OJeef Ttagaderen ion. Doek ia 1S60 oatbraod-
de de ooriog opnieuw, zoodnt ffdiurd ««n wnk-
plaats mowt lóeken ap ün kasteeJ te Oeèder.
Hoewel bgge^aAia door Albreekt van Beieren,
mwaanl Tan HbUMtd, OKieat b^ de iandvoogdg
nedraleggen; en R^rnoud herkreeg de hertoge-
lijke waAnSriiekk Fredérik bteel b«in gatnniw
en nam wema deel aan een gereelit bg Tiek,
welke atad doox Sejriioiid bekend wenL D>
" ' u, io «en ongunatiee ateiltng gefdaatit
de WmI en dien d^ werden wiMta
— ^'boop gewumn, «nmW «nuge MtUMDlgkeB
nenTeideti en Fredérik met Rqrnoiid gsnogea
genomen wmd. Laatatgenocande fnubt men eerat
BMI RoHudaal en toen naar Njjenbeek, waac b^
alataod deed Tan zöó WMUtfalNsA Toen Fredé-
iPTolgena zgn nijfaeid beitreeg, bcanoeide
hü' vab weinig met de sakei
c OeUeriu^
ricUen Trvatoe» in Saitmid on TwentTuM
Reehteren, een besitting Tan Fredérik, trok Siae-
der, beer van Voont en Keppü, 'm 1361 naar
Zwólke, waar bq de Tootateden vertusipdde, ieek
~ ytMt later -weid bet ski te V«orat dixx de
laeoaieov gestemd door Eduard, iigeaaawn
bot den ^ond toe «cilecbt. In 1867 wu Frt-
derik wedeiem jat oonog met dan bisBifMf» Tan
Utrecbt en werd door dizen in den ban gedaan.
Temrigens Tan den ban ontbeweo, leefde b^ ki
Trede met den biaeidrap, stiohMM in 1373 met
z^n e^tigenoote de kapel te Reehteren Urt eer
Tan Ood en de Heidiee Maaeii^ waa «dKMH» Tan
Saüaod en ornjeed in mS.
Uetekeren, Svert van, een broeder 'vao des
OTgsande en rgh door zjjn hinprig^ mat Batt
oT fieofrtz, erldoëhter der muéitige heenn tm
ilimeloo en Vriexenveen, etood in dm ooriog ijja
DigilizedbyGoOglC
^EEGKSSiBN.
127
bmader ter ii)d« ea ékiat ia 1367 «en Tort>ood
met <leo gaat van Benlkeim en ut 13M
Teidrag met Frtderik van Blaakenheita, bMMbop
«Ml Utxedit, waartqj fay aan «traen de faee[4!ijUteDd
AlnHhw ÏD leen opdroeg. Ooi hielp hji met svn
eeht«eDoote in 1393 b«t khoettn FrwB
■tiehtMt. Hg Merl«ed nog yidi 1400.
Ueeekere», Egbert «on --, beer van Jlmaioo
en Vritxenteen, «en mma thi den 'voorgaande,
■tKhUe met lija moedei en ayn echtseiwote in
1406 brt kiooBter te Siboidoo en in 1401 da-t te
JAmekio, en ubcvk ia 1420 met «jn ei^tgenoote
iele Toorrediteii uo de ingeaeteiien te Afcne-
loo en Vrieienmen. Aknefoo w«nl toa> een atad.
Het svo wel Frederik mr SeeAterei* en Mtderen
oun tuj bet beehüt RtidoU txm Diepholt als poa-
tnls«t«i«scdMD Tkn D0wi>ter te ariiennen. Hy
«bonk io 1453 de heeri^bekl Ahneloo saa sgo
KM» Johm, in, kinderftKw blönnde, in 1455
bftftr ufMhocg a&a zgn neef Staóder van Heeeke-
ren, graaaind Raehteren, wiens nafameliDgen
hsRT nog bewttem.
HtKckere», Jaeob van — , beer van Roderloo,
Btond ia 1395 Frederik van BronkkorH, beef van
Bvreuto, bij ifl dn ooidog tegen Derentet en b«-
i^cide ia 14IS en 1436 het Terdrag wn de lid-
deradbu en sl«deD van Gelder en Zutfen.
Heeekeren, Everl van —, heet eon Roderloo,
een hmo voo den vootgsaude, werd, hoewel min-
derjaiig, ia 1440 met Bodei4oo btlMmi en trad
w 1440 toe tot bet vei4>and der edden en steden
T»a Q^er en Zntfen. Zjjn editgenoote wriireeg
til 1465 bet buis Netledlboret, tot 16S4 ckMr den
oadrtan Uk en later dooi een aader hacet el-
itHniieliDgea. Heeekeren van WoMenaer, beM-
ten. Svart was een aanbanger van hertog AdoU,
Hxèt ten hehoore van dezen fairip bg Hndrik
*m SektBorxenber^, tnsMbop tso iSvsat^ en hg
LodeiD^k XI, konmg <ran lïwtiök en behoorde
tot ben, die in 1499 Karet, den men «M AdoU,
ak evAeer eriteoAw. J^ oreiieed in den aan-
Taw der lade «emr.
Heeekenn, Bvert van — , beer van Soderloo «n
NttUlkortt een kMneooa van dn TocngauMle^
werd in 1508 gcbneD, wa», evenals sgn gioot^
vader, een voomtander der nationale parq en
' ïenstawfar vas het Hnis OotUnryk. B^
een tegensl
i op dëo iMtdikg te Nt^negen
rin imtog Karet paina IPüleM
n%er ■«■btdw. Hq «KrteoA n
de oorfawde,
M» Cfee/ ta4 tfmlger
156% twaalf Usdem» oalateikite.
■Heeefafw, Joeob vom — , iieH «on Rodertoo,
WtêUnvM en I>R(in9«w«r«, n 15S2 gdmen,
tooode »di een «oot iiqMn na de SpMBMbe
orcriieendtiiig. ^j beboónk onder be^ die m
1574 door RegtteaeM na de amneatie wsna
idtgeArtw. In 1577
gen, w«
deiïaad
I hg gedentteerda ran
da Jandius te Name-
en «Toked don 28Men Joni van dat
jaar.
Heedieren, Jooit «on — ,' beer txm Diepen-
broek M Roderho, «ta brcnder T«a den toot-
naiidB. teitlaaide in 1579 tot de Unie Tan
ütrcebt toe te treden, en «rcrieed in 1620. On-
deraeheiden vm iJid xnen «nenveUeB itn dienat
der Staten.
HeMktren, Walraven van —, iraer «au NetUl
hont en Engkmten, «en soon Tam Sverl, om-
etaeebe iKt jaar '157Q gebono, went in 1599 be-
noemd tot ka^iteiiii. vem een otnnpagiue voebvoUi,
«aarmedie hü vele jareii in VtaandeKn «lieed,
onderteedceDde de aSzweriag van den konüig van
Spuaje, w«rd ie 1625 M van de A^inUteit
van Rotterdam, laoddrost vaa bet graatschap Zut-
fen en M^oltns Innoen «n buiten Zullen en ÓA-
(« in 1627 den aftocht van bet «leger vaji Grol.
Ëiodelgk hekieadde hü ook nog de betrekking
van biug«nteeBter van LAobem en ov«rleed nleo
Uden Ootober I64S.
Heeekeren, Everl van — , heer van Hcltelhorel,
Engkuiien en Barlham, «en zoon van dea vooi-
gauMki, omstreefce Idl4 geboren, was de eenig
oteiig0blev«me vbji lija stam. Hg werd l>eadir0v«n
in de riddeiecbap ec geeommitteenl tot de Ad-
miraliteit van Ameterdam en in 16SS l«t de Oe-
neraüteéts -rekenkamer, en aanvaardde na den
dood qjoa vadert het ambt van hmddrost en aJs
rflMdanig het TeorztMterMJiap ttn de ridder-
MÉiap 'vaa Zutiea. In <I&51, na bet overlijden van
fltadbooder Witlem 11, wenl tui algtmurdigd
naar '«-^ïiaveotiage, wiar hg TruthtekMi'B da aan-
Bti^Kng trachtte te bewertten van een stadhouder
en kapiteia-geaeraat. k 1053 weni hfj buitenge-
woon raadaheëi in bet Hol vmi Gelderland. Uit
afkeer van bet t^estuuf ma Jan de Wilt waa hy
rooral de oonaak, dat in 1672 Zutfen. in diw
t^fd «en der sterkste metingen van om land, aao-
«toods aan Lodewyk XtV wend ove«gcgeven. Hg
{Fverleed den 26aten Afml 1630, >qn g«malio 10
jaar later. Ter eere van benden «inK men in de
tiiwte Eetk te ZirOhn een manneren pnnl-
grof.
Heedceren, Walraven van —, heer van NelUl'
koret, eodate loon van den vooigaainde, wdgde
ign vad» op ala laodikost, wae gemimen tgd
tid der Statea-0«naraal en werd io 1689 befast
Dwt een Hndiog naar firandciibnrg, Seluen. Hi»
eter en Luneborg^ «m dcae statm aan te aporen
tot bet laveren lan krggsvdk, almede ia )9W
met een ^tniteaffewoiw MwBng oaftr Zweden. Te-
vem we«d bg noofdadiout der «tnd en meiery
van '»J9ertagenboMli, waas ign broeder Roberl
bem vertegenwoordigde, bdioordie tet de vrien-
den van Q^ibertia Ouperue en «verleed op i4)n
terngnie van Zweden angefanwd te Oanabrflek
den aisteo Anourtna 1701. Zgn biiefwiaMÜag
met bovenvennelden geleerde bevnndt zieb tedm
IS54 «o het RqkaanUef.
Heeekeren, Jaeob Dirk van — , beer «tm Barl-
ham, Mer ook vm Sn^fcaiKn, Roderloo «a
Brmdtenbtirg, een bioedei van den vooigaaDda,
wenl in 16oS gelMcen, werd in 1686 door prios
FtUem III benoond iot biRganeestier tm ZtU-
te& in 1601 tot rekenmeeeter vaa Oelderland an
in 1706 tot knddfoet van het graafMnp Zotfeo.
Hj} overlead den 22aten April 1748.
BeccAwvn, froN Jan van — , heer van Snv-
kuiten, BtefM, Cloe»», Longen en Sniderae. wA-
flte aooa vaa den voongaaoda, *n 1692 geboren,
was bnigoneeMer van 6««tincban, hackmt-
iiiiiiiilia 1,1111 \mÉ, geeananitt«eide tot de aiknira-
Weiten van Frieshml en de Maas, tot den Raad
van State, curator der Qeideraebe boogesthoo^
reohter vsji Soetinebem, kndikost van het graal-
aobap Zotfen en preatdmt van Gcd^ni^eenle
DigilizedbyGoOglC
, 128
_ . lOdui M«i 1767 te
'•-QraTeiiluge.
ffMdUrm, Auguai Sobbtrt «m — , beet vm
Stnrfnw, eea soon ^Mt den moiguiaie, dan
248tea Oetober 1703 geboren, wra4 Mbmn nn
ZoUen, boiteiigeitwui nadtbetr ia bet &A Tan
OcUertaod^ bargcmeeeater irau Oioegoloo, <koi-
HATt 4er atad eo becrijjUtad Bofcdoo, sdtol-
toa UuDoi «n buiten Zntfao «n pnatdcnt nn
Oodqwitoenle aWm mt bet ^laatBefaap. iJ>
marig TDONtaikder vao bet fiaia mm Ortmja
beeft hq iMi «toifc gnnened in óar toeninalage
twHten 4tt Patnetten en Pnaq^tadaa Eerat-
gmcMmdeB bMUen ii dan twgiaiDe te Zattea de
OTCTbuH^ doch Stndcrai, aooak bq gewooDlglE
genoemd werd, tndira» beo ia 17ë7. Te meer
Bad bg «remml <nn ds PatriotteB te lyden, toen
1796 de «mriKHid hteeen. Suidena
T Zotlcnc^iMltt
aldaar oMfetloten. Hq weid echter op tt^^ voe-
ten oerteM onder da Mobe, <kt bg de alad niet
xm ywtÈtm. Nietteante htgtt hfj ach nau bet
faoofdkwartier tui den FVMaebco gcncimil Fom-
damme op bet boaa ^ Voonf ', laa wien b|j
wgnoniiK TBibeeg ii«b naai ijja ka^osd te
btfpeten. Het atedeMJk beatnur, Werovet ootoTie-
den, d^iaardde beïo, waaaak Suiderm de wqk
BMi ïMi bet kaatee) BiiwelbeiB M) Weed. Hen
•telde üu een aom Tan düiteiMf geraden dneatao
op 4n botdi «enwgl iq -raar riÜfd oit Oelder-
Uaaid weiden. Tmehteiooa trachtte bg d« Prai-
I, bulp te Terienen
. dcM m 1799 be-
ifeot ikh seH'tè be^an. Op dee berochtoD Oden
Doodeodag kwam Bttiderat met een aantal wtm-
wAenen ïe Winteiawyk en Ie Bredafoort, wa« Mj
een pndamtiaToaTlaamidenpriDa panOrmtj»
en bméA gat, dat de Proiaen in aMklo«ht wa-
ren, aoodat weUm de ■woapere orde vaoi MkeB
werd bent<id^ wat aan de ngeieteaen dot» den
FranadMo «neiaal -Gtrod en Trj^wètEigera uit
Anlicm weMra anders bedm) wwd. De premie
op bet bootd van Suidenê weid toMt oogmaals
mtsefeoid. Na den mie Tan Amiene keenk h^
hl Mt vaderland terog en ircalngde lieh te Znt-
len. In lÖIl weid t^ beooMDd tot mdemMer
te Waawreld; td overleed den Tden October no
dat Janr.
Huekeren, Reüthardt BemAortU Willem vm
— , beer van Motmoatm, «en «oon y»a Svert. den
2SeteD Mei 1791 gdmTeo, «rad in dienat, khm
op tot den rang van M^Rnant-geoeTaal en kdo-
nó van een regimeut eanahne^ de beroemde
,J»iaten ■><« Hèéekefen", w>evd ooavnaadaet Tan
Zntha^ Wer gooxemeai nn aMa in Vlaando-
ven en voonittiR van het boog roibtaii gerecbta-
bof en overieed d«a 29Bten AÓriJ 1799, — 2^
■Don Bvert WiOem, faeei «om Motmuiaten, ü I7W
geboren, waa gwwcaai ma joof en oommandaDt
TM ZnUoi en omleed in 1618; agn Mon Robert
Augiut Jdolt MmriU Oord, in 1760 geboren,
wma pagw bg Wiüem V ea butonaiit bg £ garde,
vertrok met dien vorst naar EngieAuid, nam deel
aa» dan iomj m Noord^tdlMtd «o I799I, woon-
de ale hutenaot^olaoel den eb^ van Wat«riM
bq, w«id ■raraiecd met de Uititaire Wittemaorde
3de U&BH, waa daarna ontTangei te Zntlen,
werd f>a het ovoilljden van inn broeder beei va*
MoleHeaUn en a«eileed in iSSd.
Bteektren, Jaeob Derk Oarü nni —, heer mm
Boderloo, LfeUtnberff tn Keil, een eoon tbs
JeaMer, beer «m Jtoderloo, den: Sleten OetntMT
1740 geboren, waa acbtemeBrrolgena i '
ran bet eeeatdj^ renlaoDlit BorookM
van de Kamer van WüUm IV, bni ^
caadsfaetr in het Hof Tan GMderiand, boigemeea-
tec fnn Qroenloo, «Igemwrdiede naar de Stnten-
OcoecwO, Kd van dra SmA van Stnln, landdrost
Tan faet giaafednp Zntlen va opperstakneeater
van FiOem V. Hö oreitoed deo tldeD Job 1795.
flasoterM, Witltm Bmdrik Altttmder Korel
" ■ ' ïe«, een «WO Tan
met ajn awager, gnnf em Zwaden, oonKmMaris
voor de pTovuieie OeUeilandv Md -mn de Tweede
EMter iW 8tnt(n^3«Der*al an vrigde in 1936
Mooeoklen «rager op ak gonteraeor van Qri-
derlauA Deie betnUii^ nam bq waat tot in
1846, ■ontiiag toen- on igii venoek eerTol oot-
elag an werd benoemd tot miaMer na Staat en
giwttraie der Oide van den NederlandMhen
Leeow. Hq overleed ep ^n kaateei te Roderioo
den «aten 'JoN 11647. — Zü aooo Jaeob Dtrk
Karel, beer «m Watienaer, Tmektl, Netlelhortt
eoa. en gehnwd met Maria Oortulia, gravin van
Wauenaer-Tieidul, waa Kd van de Ëerete Kv
' ester Tan komng' Willem llt en
men, OM>«i
overieed in
«en xoon Tan Welravtm
Beaekerai, D«rk Jan «
aeabiir; e* Bosfetuteya,
Robtrl, beer «m Barlkam \
den 14den Janoah 1742 véxma, waa kaonniiik
nm St. Jan be Utreeht, fid van de SUten dier
provincie, kwaatteneboat van Ooaterwük, Kd van
de etateo-Oeneisal en geiaat aan d« Horen van
Spanie (1778) en van Raaland (1780). rq «ver-
leed ta '1796. ZSga ovdsie aoon Ifatraveii RoberI,
meester dar stad Uncbt, fid der Oedqmteerde
Stnlen en in .1838 lid van de Twi-ade Kamer.
Hg waa ridder der orde t«d den NederltodadieD
Leenw en oveitend den 23atei^ Juli 1845.
Heeekerai, Evirl Chrittiaan Karet Willem
van — , beer voh NetttÜtorit, BaUngen e» Chot-
ten, een aoon van Adolfh Jam Umutrik, den
SOaten Avgnstoe 1744 gfWeev beUeedde de be-
tretkingen van gedepQteerde van bet graaMhap,
bi^mDeeatet ran OioenAoo en LotAtem at afga-
de AdminWeiteD van de Haaa en vsn Ametei^
dam en naar <de Staten-Oeoeraal. Boswel een
TooTStander van bet Hna vm Onmja, aoodat bj)
in 1795 1^ anMen en goederen vóiooiv nam
hji lodi e«en ded aan de pogingen van Satdirat
om «en opstand te beweifeien, maar leefde ■ari>lpe-
tooa gednreade de Bataafeche RepMiA. en bet
Konakiqk Hdland. Na da Restanratie wenl hg
lid der lidderaAap ea IVovintiale Staten van
Geldeiland en <n«rleed den lOden September
1S16. — Zgn ontate 100I^ Adotf Jaeob ilendrik
WüUm, beer nm BaHngen, den 14deD Jwü 1781
op den huiie Nettdhorat geboren, atodeerde te
Deventer en te Utzeebt in de recbten, beUeedde
DigilizedbyGoOglC
•oótmAMea mbitBriSu itetnUingeD beMprwn
i DDTtedu) <
«enige rknpn bn de Dartedie Orde, bal^
Utrètiit, en orerleed m <i»D: hone Zw&oentiurg
bö Oe&dnDgen den leden Junj 1357. — Een
udere zoon, Pü(«r Reinkardl Johan Wildt. heer
MK Markultett, ia 1785 eeboren, wu U^'\^«T-
töd eoottolew dei bctaohngcn, tioigoDeeeter, w-
«leUnt «I Dotaiïa te Biti«rgeii, sdioo)opxie»er,
adj«iaMM>ii1>Natei, lid der PMmocMe Staten en
wumeowaï) distrkto-ecaiHinsauie na Boneoloo.
H^ orerleMl dm ISdes JuHuui ldS5.
Heeekereii, Evert Frederik mm — , hwir van
SngkitiMn en Bevrte, een zoom van Jaeob Adolt,
beer «n EngkutMH, Beurie, Cloew en Langen,
werd «teo 23ateD DeOMnber 1T5S geiKn«n, tr«d in
BiSitsirein dienat en Uotn <V lot den nmg van
mjoor der «knloM. In 17S3 iM«<d h^ HA der
riddendnp <muii de graafediap Zntfen en afge-
vurdsd mar de meaderiog der Stat«n-Qene-
rML ID 1737 4>eide hq eeiet oTer tot de put^
der PatrioUen, doeb iftM^ lidi weUra b|j de
Ptiiugeunden. ^ waa m '1795 Toonitter Aei
Staten, vwgeieMe den Stadhonder naar de pink,
terug en werd Kd na bet dmsrtenientaal be~
itoor na OeUerhod es onder tonnig Lodew^k
M TM den Steatoraad. In 1614 benwonde hjj tot
de noUMeo, die de groKkwet bielpen aanDeraen,
weed lid der liddnradMp en der Prorineiade
fltaten van OeUeduid, in 1dI6 Kd mn d« Bente
Kamer en oreiteedden 13den Jioaad IS»I. Z^n
xna Hendrik Jaeob Karel, heer van Enghuiun,
BearM, Beveneaard en Odfk, in 1785 ^iHboren.
tnd in mHftaïien daenst, «u in 1816 luitenant-
kolmd bjj de ee.TaIerïe en adjodaitt tod kondog
Witlewi I en nitn toen afc x«dMne zvn ontekf?,
waama téj -na 1846 tot 1961 Ud wae Tan ds
Eente Kamer; een aodere «mn, Jaeob Dirk Bore-
kardt Anne, lieer van Bevervoord, 'm 1793 ge-
boien, wM eerrt ^emnt te St. Peterebnrg en la-
ter te Weenen.
Beeekeren, Ludolph frederik HendrA van — ,
beer pan Walièn en Kemnade, een aooo Tan Eeerf
LtuMph, den 13den JioK 1758 gcÉMTeo, ««s in
1795 de eeniffe Tan iq^ (ledaeht. die tot 4g
Toorstaoden der TeTolntK behoorde. Hij weid
ptOTieiopecl repreaentant ra» bet volk te ZirtJen,
doeh oredeed den laten Jaaoarf 1796. — Zifo
won Evert Ladojpft, den SOeten Nortniber 1785
te ZatSen g>éboren, etodeeiide «n praaoreeide in
de reenten, weed ecbq>en <Tan Zntlem beileedkle
eenige recjiteri^e tMtrehkingen, wee« het aan-
loek om te Huderw^fk, later te OrooingeD bet
leeraaraamU te aanurdeik, yto de hand. T«r-
troi in 19S)Ï Ma raad-fiecattl noei Suiineme,
werd er in 1838 procnrewr-geneTaal, tn 1881 gcu-
Temenrfeoeraal en OYerieed. op de tern^rieie
naar bet moederland, den 'I5den Juni 1838 op
Cniafao. een twieeta} zonen nahtende.
Beaokflran, Qeorge» CharUt d'Anthit, b«-
loo van, een FVsoHJh difAomaat. (hn 5den Fe-
braani 18^2 te Cdmar geboren, heette oorepran-
kelgk tTAnlhia en was de toon Tan een rj^en
groodbeirtter in de nab^bud van Coltnar. In
1890 vet^nride h§ ïijn oom, den Toret fob Hati-
ftid, naar 8t Pelerabnig an werd daar na twee
Jaar he"rMderd tot rümeeater bjj de gatde. Door
ban» nm Beeekeren, den NedeiiaDdacben gesut
aldaar, werd h^ ak zoon Baogenatnen, aanvaard-
de diene luam en trad in het frawdijk met een
meter ram den Rnasüdwn (Iinli1«t Pusehkin, dieo
hÜ beleedipk en in esn tweegevecht doodde.
Dienten^erèige moeet h^ naar Fruiliqjli te«^-
keeren. Bier werd hj iLid vad den geoeralen raad
van bet deputemecrt iraadleQ%«t-Rtiiaenna<d«
Febnisri-enrwenteling van 1848lidTandeCoD*ti-
tnaote en bet Werte^nd licÉMam, waar hq lieh
bg de iDeerd«i!wia wegde em Lodew^k Napo-
leon Mukvateunde. In 1853 wend hij senator en
vwTolgent etaatBra«d..'HQ belastte zioh meernta-
len met geheime lendingen. Na 1870 e<kter keer-
de hg tot bat ambteJooe leren tenig. Hij overieed
den Iden Deeeanber 1875 te Sul; in Óm Eibai.
Heads IVB de rnwe <WaeT«Kfa, die door bet
bekelen en swiineten van bet vlas van de rgneie
en sterkere veaua worden atgezonderd. Er kan
grof guen van worden ^eCDOiuiea, dat tot ver-
vaardsging taa lah- en MUinoen k«n dienen,
terwgl zQ verder kan WMOen gébpuikt «ds grond'
atof ivooi {Mfiierfifcneage. Ook kan i^ het op
orereenkonuttg* wgxe verkiegeo atial van beo-
Heek, Oem'l Jan van, den 9den November
1887 te Jkwebede geboren, wae een der meest
bekende figuren oit de TwemteCbe imtustrie. Na
genoten ^mnasiaal «odemr^ te Deventer, be-
locbt fajj óe weehdioot te MKMheicn en was ver-
rolgcna pmetiarii weifaaam in de waetiodnstrje
van LaneMfaire. E^ r'Kbttie in 1859 met iqQ
twee bmedera te Ëneebede de firma van Beek cf
Co. op en daamaaet in 1899 de firma O. J. «m
Reeft é Zonen; óoai deie beide finnn'B worden
teitielfabneken gefliptoiteerd. Dtoft z\j den dnrf
ondemunaqeweeat ven O. J. van Beek hrb-
ben 4e htttiAea üoer fiima's in den Imp der
oitincidinK veikregen en de produc-
ten dër fat»4eteit beSben ban weg gevomlea
jaren grooten
bÖna alle <weneeeAe minkteit van beteeke-
nie. Van Heek wm "nm '18fW tot 1895 lid der
Provineiale Staten van Overöad «n van ]89S tot
1904 lid der Eerate Kamer; hij overleed den
28eten Deeentber 1915.
Heelal ie al wat beetaat, de ooeiitdige mün-
te met aliee wat zg bevat. Daarin beween neh
de flterrenstelseU van rerediillenden rang. De
maai) beweegt aitii om de aaide, de aarde met
de overige planeten van ona womeefrfad om oa«o
wa; de zon met de Todkwegsterrai vermoedelifk
om Halcjone, een ster van het Zerengeeien»**,
of om een gemeenerfiaiipeBjk iwaartepuot; dat
melkwiegetdsel met andere, die zidi ia de ge-
daante van nev^lekken aan ons oog vertoonen,
vemMedeJ^jk weder om een gemeeiwdhaipixiiik
ïwaartapunt eni. Hier etaan wü aan de grenzen
van het gdbied der waaTnemiofg. dooh (Ëe van
bet heelal z|}n ons onbrtend Niiet gebe«j ten
onrei^te ie wel eens gesegd: Het Heelal ia een
bo). waarvan het middalpunt overal en de opper-
vlakte nergens is. On>tr«nt n}D ODtFtaaar aie het
artikH JTonnairettta.
Heelbeen (BóhtUum L.) is de naaim van
een plantengeelaehl uit de laenËe der Muarach-
tigeo (CaryopKyllact^a). Het onderacheidt lieh
door 5 kelkbladeieg), 5 setsode UoecnUaderen,
3—5 (zelden 10) meeUiaden, S at^len, een eerai
DigilizedbyGoOglC
6-t(Utdige, da&in& 6-Uef)frige ioo&mèb/t «d xa-
den, <M au <k hóU» zQde gerieufd en &u de
JkoBe >öd« {KJOfU zgn. In «» lufd groeut ff.
tMNMIalum II, met eindelLi^Bcfae bkiemraiBiiQeD
en opg«ridite stMeete.
Hselfeiinde (ekintrgie} n «hut gedecite der
2<BDee^nde (lie aldur), <utt ncfa iroagei hoold-
mkeigb mrt de b^utdcllii^ 'van looaenBamde nit-
«eodiee mckterenOhviiBelen beiig SiM, en dut
dme meestal in den voinn na wonden q>ti«dai,
ook w«] aangehad w«nl flte MondAeettiM«t, Het
is UuHH niet oteei nMgel^, «dterpe gremen t«
trelilkea tussdien de be«Jtonde ca de geocedtuo-
de, daar de eerste tn txaxm tqd, wow^ op die
in- ala nibwenidlLge otganen bMfUAsine vtodt. Het
kenmeriende van de heeJdniDde is, &t zq yooral
tot mecfaowch ireifonde mtddehm büi toe-
itudrt neemt, hetzij manipulatie», heizy toeslel-
Icn en verbanden, hetadj operatie*. Reeds Egyptj-
•cèe «iiimgen Toerdert hij -veldtoditegi amfHtta-
tite nét en uidere gioote ofteiAtieB en er be-
staat een lodisdi ireik „AjtnTeda of Boei der
Levenskevuiis" laa Susmlas, dat, naar bet heeb,
luim 'lOOO iutr TÖÓr Obr. geecbranen irord en
waaiin de winirgie reedia veel verder gebrachl
was. In Oriekenlaod Uoeide iq reeds tüdene
Bifpokrateê (460—371), TOont op 't gctded van
. beenlKeukAa en ontnriditiÉngea veid uitstekend
weik Teniebt.
Wegene sebrd aan onüeedknndige ïemüs
durtdm de neeimeeetas des Ou<&Bid lïeb geen
bekiDgTgie k-oriHlJbewericiiigen TeroorHoven. Dit
werd beter, toen in de dagen van Arülotele» de
(Mtleedjiuivde — vooraj te AileiandnE — dcge^j-
ke beoefenaars begtm ite telten. Nu b^n mea
met meer zdifveitrouwen bet mee te hanteerai
en de lüders door .ve:b*nden en weijituigen van
ailerlet kwalen te geiKien. Niet alle artsen be-
zsrten daartoe de ^esctnfctbeid^ zoodot men ben
wekka verdecèdc lo theraveuten {gcnee^eeren)
en chirurgen (heefaieeeteTs). Wèl werd de faeel-
fcandie te Alexaodrii met eioooes beoefend, doch
van de g«acluiften der aióaaa gvrestigde ohlivr-
gieo, «xük PkHoxenui, Oeorgiat, Soalratue, Ut'
Ton, ApoUonitie, Ammonitu, Tryphtm, MegM^
AniyUut, Phüogrita enz. qJD eoiel eeoige uit-
trekscis en [lagmenten o^eigeblevei), wette door
Celttu, Oaienug, Aëliui, Paului van Ae^ina en
Oribatitu weiden medegedeeid. Hat stdihnt, dat
de RomeöMin, In weerwil Tan bon vewiddige
oontogeo^ weinig ter berordMiin^ der beeftunie
bebbea gedaan. Arehagalut, die de Qrkksdie
küuwt ovectracbt naar Bonte, imtving er den
aaesn vva eamÜKe (btul); hoogai dan deoe etcHul
Osbiis, in de eerste eeuw aafAnstOB. BjjdeAia-
bièren veifainderden godedieiietjge vooiooideekn
de ontwiUeKne der apeiaüMne hedkonde, nodat
buDoe geeehinlleii daaronktMot enkel mededee-
ien, wat lij Tsai de Orieken badden geleerd. Zjj
warCT ecbt^ de overbrengers vsin oe BooKdn'
sdie ibeechavSog naar We^Buropa (Spanje) en
werkten in jdaftts van met ^et lnu> verboden mee
met bet gloeiend ijief. Ken der TOarDasnnte
Anbisdte Ohirurgen was Avieenna (980 — 1037).
Oednreiide de Hidddeeuncn weid de bed-
kunde evenals zoo memge sndeie tsk vam wotea-
sehap meer en meer rrerwaarloosd. Sleebte mon-
niken en Jodei4 de eenige vetiegeoiwoorddgen
der geneeAnitde in dK dagen, vooito loaifeei'
leode ibtadentrekkers, bpenkannder^ nnrbnrlknn
digen eni. wia^n ach tÊXt behuigr^e konst-
bewerkingen. Ike leiiende kwak2di?ers overtuig'
den d«a boa maiiitfiaibKek vaak -van iun kuo&
door den aan boold^jjn Ijjdenden patünt een kei
uit bet booJd te8ni}deii,oteeDwerm.Negiii de
17de eeuw hadden dMmaikt-daktofeogrootCBb)»-
loop. De geringere ci>esaitMS, looals koppoi at ader-
kten, weiden toevMiBovwd wa bacMoothooden
en btanfecbeerdeaa, welke men ala hsoüsiweDS
dei geneeatoDdsgen beedioawde. DJe haixHan-
gers socbten sidi wddra tot den rMU van kU-
stsodige beefateesteie te vwbeflen. m den t^d
der Arabieren kwam de wetenschappelijke etaintr-
rae tot Moei in Salemo (Z.-iltatii), voorsi eodet
Roger van Parma (± 1200), ktUtr, in ds 13de
eeuw, o^ snderc Itatiaaoscbe omveisitaiten, vaa-
wsar lu naar Frsnkr^ orergc^racbt wad.
Reeds in 1872 ODtstood het Coflegr: vsn CSsmr-
een te Parijs, hetwelk door de toetrecBog van
lanfranchi (1295) een belsagi-gken stom ooA-
viüg en aan Frsóiknjk den roem beooigde van
bet 'nulei4sDd der beeikaode te iga. Het gtbniifc
der vwirwaoens gaf aan de bebaodfltng der won-
den een andere lüblnig, ta 'voonl de toeneoMn-
de «tudóe der anatomie kwam aso da beelkonds
ten goede. Tot de vertegeDwoonfigers der ehi-
nu|l«e kn Frankrgk behooren vooisl Oug <te
Chauliae (1863), ParÉ flölT— 1&90), Quiüememi
(15S0— I6I2), Oarengeot (1088—1759). de la
Motte (lö&S— 1706), Morand (Iti97-'1773), Que»,
nay (1694—1774), toui» (1723-1792), Peiit,
Ledran enz. De groot» vooitritgang dateert van
de meer wetenecha^I^e beoefend ng der ontleed-
knnde in de 16de eeuw, waaiaan vooral de
Nederlsoder Fataliu» den stoot gaf, terwgl ock
de uitivrDdMie van. het bodiruit er toe meaweit-
te 4oot de oebaadeUng der scbotwotiden; Bo-
lallo gaf dsarorer in 1597 een boek oi^ wsoira
de nog thans gebnakelöhe trefiMiatie^iastnimen-
ten nitetdend a&ebeeld staan. Op betieUds ter-
i«io bracbt i4mt^oiss Pari reedit iete vroeger
met de oodMbindiag "na s«woade bloedvaten
een gebe^n omkeer. lo 1731 werd ia Par^s
een feetstwil voor dunugde ofigedeht, die bjjna
een eenvw lang de leiiËDg tod ran de ËnrofMeecbe
dunugie; aan die acaiksnde werd Deeault [I74i
— 1755) de groDdliegg«r der omUeedkuodige heed-
konk^ die aoh vervolgeae tot de hoogte eener
wietenéebap vetbief. t>e aanbtnideads oorlogen
der Qroole Bevohitie droegen niet weinig bq tot
de verdere oatwAkeUng d«r Itedkunde, welke in
Frankrijk een bero«nden naam edionk aan Sa-
batier, Perey, Boyer, Delpeeh, Lorrey en voorst
aan Dupuytren.
1d UaHB, de Ibskenmat der oiodenK weten-
BCfaop, kon de heetkonde geen ^Igken tred
bouden met de dunirgie in FiaiArgk. Ook dsar
ed)ter ontbreekt bert op dt1 gebied eeensiiM aan
beroemde nunen; zoobéb die van Soiiceto (1470),
Cerlala (1480). in de 10de eeuw Firao, Benivif
ni. Maggi, de flomonis, Perri, Fido, Vidiut^ della
Qroce, Tagliaeom en vooral vtin Fabriau» ab
Aqvapendenie. In de 17de eenw hebben de Ita-
Uanen weiaög voor den bloei der beeJkande ge-
daai», maai des te mera ia de >18de, toen MM-
nelli (1702— 17&4>, de beide Nannoni te Pkwen-
DigilizedbyGoOglC
«e. PotfiMS, Bttramii (I72S— 1165), Ftajani
(178S) te Boma, Pahtta (1190) 4« HiUan, Ai-
nfnn (175&— 1640), Vaeea BerUngkUri en toot-
i4 Scana (1747 — 16S2) gimrtta ncm ?«Twi«rTeiL
b EwelMM) «Dtirwfcta eerat bat ^ Maii«-
■tdliiig IS ée wetenidiapjMlqke hMftaoile. Tot
de TOOTtitiMSkit düriKgen tu <l»t laad be-
boovden rooaTCheMiden {1688-17&2). ai«<ky>r
BD heriing Sharv, Tooita óoot Jfonro, FM,
WiUwm en John Bwler, BeU, Alonton, Keale,
Piartm, EarU, Aberntiky, Latto, e. a. werd op-
een^ in <k '19cfe eeuw sohdtteran of) dait e«-
bied óe ovnen tui Home, Ltnereitce, Ney, Ch.
Bel^ Hodgaon, Traven, Howtkip, S. Cooper en
Twnl *Mi Atlteg Cooper.
De ontwAMing dei hedknwle is ia Kveden
en DcBeourken *«tboodKD met <te auaa
Aertl en CaUiien. — In IhutuHi is zö ui^enote
DitehiiteM] door DnitsdM gtjeeiden l)evord«r<£
Van BMM bduK ü de gnehüedemB der heel-
koade in de lM«fludeii, wa«r zij in de 17de
MBir iiitaD<M»t«Dde booeJoiMN tomI in Barbelie,
Pallgn, Bbmearo, Solingeit, «on Boom^ in de
Iflde ÏD Cmnftr, Sandifort tva., — terwifl io de
19de »h beoefuwuB dei pra^tiMhe <ninii^«
de boorieerMen Ranke te QtoiéDgen, vm lUr-
«m Ie Leiden, Wurfbeitt te AmstenlNi] en f ele
mieren met lof mnèea TeniHU, ieiwQl ab ooe-
beelkiiadig« de boo^eeiaar Dond»r» te U-lrecnt
een Bnropeeselie Temuwi'dwid T«cirieTl, niene
ieefüaMQ ttieBe met «icoeB um de T«rachiUen-
de ÏMnbrndBObe faooRew:lic4eD weriiiMn) zij»,
Ia IhiitaddAnd UedF de bedknode )hw ly
die Ttit HMÏere lasdeD 4ebt«r. De «etete boog-
ketasr dte et beeUcnndim teeaen nf, «m £ö-
fwtt R«üter (loas— 1758) te BetanstAdt. Na
hem Tt^en Plabter en Qünx t« I«ipiig, Mmi-
ehal Ie Tnbiqgen, KalUehmüil te Jena, SieboU
te WSnbwg en TOoral A. O. RiehUr te OMtiD-
sen. Na den ZeTeaikrif^ Ooi4og geloeide men
MbiwEte MO matiniie beelkaiidigen, en deee
«eidra » Ooal«a>rök grronnd door BrambiUa,
HwMtotwfar en Pknet, in Pnitnn door EUer,
5«korW!AmiUl, flenAsl, fiiJffiwr, Sekmueker, The-
deit en JfurtHino. Eerst Mei legde men neb
meei algemeen toe op de beeftonde.
Sedert de oorlogen tod tfapolam I voraode
lidi in ^M^u^ D» Dufuutren een reeks Tan
aitctflk«D(te <lifiwg«ii, 200aM Luhme, Quirin,
Sédittot, Malgaigite, Boim, Velpeau, Nilatitm, en
Cka$ia%ffnae. — In Engttaoa vrad na A$tleg
Cooper de heAnnde Twtegenwoardigd door
LUtom, Firmuton, Outkriê, Datiu, Britten
eni. — In DmtMUaod tood ig nMek«nde be-
oefuuMTO in AmI (117^-1840), Ordfe (1787—
1640), Frieke, Wdlker (1'»S-'1849), WtUtman,
Laitgeitbeek, Cheliu$, Tettor, BUuiut tut. Zü
mmdBn «en groot Mutftl mtnniDtende leeriin-
„ 1 Stromeper, Heufelder,
Sekttk, Brmu, Ried, Wemher, Bardeleben en
Koter, DeK yootai waren beoef«oaacB der ana-
lomiteke ekinirgie. IneoDdeiibeid waarBChuwden
ly tegen eeo roekekioa gebroik Tan bet mw,
«MI de natnar in «taot k geaenng te far«ngen,
alimede teg«a bet i»»oodig afsetten tui tode-
maloi, weahalre bon leer den mum (mtvJDg
TOIDE. 131
TUI eoniarmdiwe .ekmirgie. Jft, Texlor en Slro-
meper toonden dooi TOOiftieeMen ton, dat bet
dikwqle ToUoende was, een nek Ibtm dooi le-
secüe te Terwödeieiv sónder dat men tol antpa-
tatie vao bet ^dMék Hd bdkoefde over te gaaji.
Ook wwd dooi LaHgenbeek de oeUopbaliek ia
toep««sing g^lausbt, oBxaeVA on door een knust-
matig «i«^«»«n^n yaa het beenvliea oieuwe
beenMUstandigbeid Toort te Ibrengen. Ook in zie-
ke (rf gewouoe ctwriebteD werd door Langen-
beek de reseetie net eerst met aueees toegepast,
teiwnl bg, erenals zïjn leermeester Dieffenbaeh
oob den stoot geï aaa de i^aatMehe operaties, i.
w. I. bet TerraD^n Tas defecten van oogleden, .
neus, waiKg enz. DauiMMt tiaait de treJuplaivta-
iio. bet <n«ibfei^D Tm geoomde butd op slecht
^enesende woodeit, wasno >i<b vooral Reverdm
Ui Q«aim en Thiertek 'm Leipvg ver^Uenetelgk
maakten. Tan de tali^ke andere Tordemigen mo-
gen bier nog genoeiDd wttiden: de galvanoeaTi-
etiek t«gei> Uoediagcn, de onderfmidBche peet-
dooranjjcBDgon bg veibommingen, de Teiinjze-
Hng vao Mnawteen in de bkma xH (lHhotriftie),
de ndoperaties op geleide Tan den keelsptegu,
de toepMBOg dei ÏUhitBeiMibalen voot de e^imr-
gisdke djagnoae, de raoiumbehadidetiiig eni.
Vooral Taa de grootate beteefcenie voor de
tonpMwitg Tan p ijn stillen-
oosmakende middelen,
door ontdekking der cittreAin^ na aethei- i
ehloiolormmardeÉDSoigen^ eooalnanapiötiaBeo ena.
Ook bebben de ervaringen op bet gebied dei
hiAnnde aanieidiiig gegeren tot «en uiitge|>reide
hervonoing dei mihtaiie ehaniMrie, waarom-
tient in 1863 op «en congret te OeoiTe boogat
mensddknende wfta^nsen ign Taa(|^teld. (Zie
Qenève, Conventie vanj. Tot de giootate vorde-
ringen der beelfamde n de laatèïe brfve eeinr
bebooien oDgietwjjfeld -dt betere iorkhting dei
hospitalen aedert den Amerikaanachen bnr-
gerooilog, vraudooi de «ODdkoorte graotendeeJIs
verdween, en de toepaeaiag det antise^ti-
aebe woadbebaadeliop sedert Lufer
(lie aldaar). Ja dan joogsten t^ wordt de onfi-
seuM Tenrangen door óa tuepeu (zie aidaai)..
Het is moeielijk, bet -weteneebappeiqk gebied
dei beelknnde met namiienrigheód af te bake-
D». Uen yefdeett baar bwddnfa4ök in de ehi-
Twgiteke naUefeer (pattiologie) en de (AirurgMu
keakmut (tbwapie). Evatgcnoemde bemoeit lieh
met de knaat Tan M^snocim (dtagnoee) en met
bet bepale» dei ehinugiMbe ongeateldbeden. De
diimigisefae beelkmMt atrefct «di vH otei de
beelkimdiee arteenijen (nateria nudiea ekirurgi-
ea), orei de leer der •mbetiiea (deemologie), oei
inetrvmenten (akotogie) en dec fcauatbewerkiageD
(akiouTgie). lo de Met der knnatbewerkingen on-
deisebeidt men bioedi^ en onbloedige, EMianede
kleinere operaliën, zoous 4e snede, dot naad, het
afbinden, het kofpen, het aderiatob, het zetten
T&D bloedzoigero, de eaiat«iiEat)e, de ecnpwo-
tnur, bet inBnten eni., — eü de gooiere, zoo-
ale ampntatde, eiarticulati«, reaeotie, Ij^aoatie
enz, — Dat gedeelte der beélciinide, hetwe^ zidi
bejpert, nrisTonningen van bet meoecb^liflt li-
f^sojD te beisteUen, draagt den naam veoi pheli'
aehe ehirurgie of anaftaitiek. Hiertoe behoort
t^v. de TPniHogTBnlip|Kn,oog>edei^aeuBenenz.
D,o,l,zedb,GoOgle
HBEILKUTIIDE — KEEMSOUÜT.
ijUfraamr: neuourger, ueeeoieinv oer meoi-
BD (B«rli|ii 1906); OvrU, G«gohIchte dei OMror-
«Ml md itirer AwOimw (Bertdft 1698, 3 dlo.);
Tülmantii, Bnódert JtliK CUtuikw (Leipiig
_ " ' iBgBdie P-**— -
. . , mo 1906). -
bert, héaboA «Mr meiieUto Ofairni^e {5ée dnA
W«enen 18^^1898, 2 dln.; opni«uw b«««tkt
door Hoehenegg, iWM—<l9Q9y, „ËUEjUt^Uie
der gcmmteii CÏunirgie" {no Kfxher en Quer-
voin, Leipzie 190) t.t.); ffarhnanii el Leeètie,
Tr«ité de MédeeiM opéraÜTe et de Itiérapea-
tique ehiruT^oite (Piqjs 1902 t.t.).
Heala ot Helu, Jan van, «ag«nlgk van Hte-
A Mm I;e«tiwe. naai bet Bn-
r Iqj m «en klooster kefde,
beiong in Nedahndetii dicht den dag -na Woe-
ringen (lie aUau). dien fag m 1286 bad bög«-
«mond. Ben 4dtt)idc»el nn igo gedicht weid in
1641 door H. O. wm Dongtlberghe ta lAtijmdw
lenen iiitge««ten en Mer in NedeikodM^ prou
oTMi^eset. Toen t^dena onie TeMenisMig met
BelgiS koning Wiüem I een «otnmiaaie benoemde
tot bet uitgeTCD t&d «ndffscbeidaK handBchril-
ten, die bebekbing hMhten cf de Vaderlukdedie
gMdiwdeDia, droeg iteoe «omnriaide de uatgave
TU bet getUdtt tcd vom tfedu op au J. f. WO-
leina, di« bet in 1836 in bet Kcht deed Tenchq-
oeD onder dn *\Ui .Jan nn Heeh. RgndtroiHik
betielfsnde deo «lag Tan Woenngen, met onhel-
denogen «n uatMJccmoMn." Ook *m fl$ii heeft
,J^t«t- «n ^escbtedknndige aantekeningen" ge-
maakt op «M iniM^ welke dmr Kroon en
ionekUost i» IMO nHgcgeren igo. De hM d«
kvMiick JB Jm i, hertog n» Brabant. In bet «m-
ate der 2 iboeken wonlt de jeugd van d«n hertog
en de aanhidiiig bot éea «orh^, en in het 2de
de ^ag mH Toorgeelekl. De dichter was vennoe-
delgk een henuit T»n deil bertog; Iq droeg zvn
verten <^ aas Margartlha van Engebmcl, de ver-
lo(M« Tan 's beotoge bood.
H0eiD, Jon Davidtmon de, een Nederlaadfch
sdiBder, w«nl m 1606 te Utrecht geboien «n
orerteed te Aobweipen in 1663 «f 1684, H*^ waa
een feeitiag >rBi) inn (raden, Dmid de Heem den
Oude, en weiUe daaiu van 1428 tot r1632 te
Lelden. Veirolgene fertiffde hg zitb te Antivei-
Een, wur fa|j met aiitaonaenfig van een kwt ner-
tQ[ in de noordedjjfae N«deitanden (van 1667 tot
1672 WMnde h^ te Utrecht) tot zijn dood gerea-
tigd bkef. De eerate ««rken van dezen meeeter,
waairan ei atoh o. a. een tonndt in het Mati-
ritahnit te 'a^ravenhage geljjken, wat tooi-
Bteflïng en ectriUerwöie betreft, op de «tiHe-
itüt nn fHeter CUrnx, Heda enz. Eeist later
begon De Heem de lijk gecmnponeende atil1even«
met vimobten, de t^oénwtiiklken en feetoenen te
•chiUeien. die njn naam beroemd zonden ma-
ken. Zijn leefUngen waren o. a, iga vtoBB^Oorne-
Hl en David de Heem, Abraktm Ifi^on en
Maria van Ooelerwyek. Hier te lande beiitten o.a.
het RtHnmuaewn té AnMterdam, het Manrit^Dia
t« VOraTeohage en het Muaeom Boj>maoa te
Rottenhm wenien Tan ^ hanL
Hemt, OoniaJi* de, een Nedeiknifcch adiiMer,
w<sd den 6Bt«i Apnl 1631 te Leiden geboren en
begraven te Antwerpen den 17den Hei 109S. Rü
was een leerling twi i^ vader. Jan Dawidnoon
het Antweipaflb 9t. Lueaagild^ ,
navolgigeen vvo itie vas ZQn beroemden vader.
Men vindt m hier te kitde o.a, in bet Hannta-
hnia te 'e-Otsvenhnge en bet Museum Boymans
te Rottendam.
Besmraad (van heem of beim =^ erf, woon~
plaata) duidde vooiheen loowd een enkeJ per-
* van personen (de
het woord aelf, n. 1. raad of raadsman van het
heka. lo de ItMnste laode^jke gvmoenatèaweit,
B. 1. in de dorpen, ""^MfJ**"», hoörteB, in de Sak-
sische strdfen en maiken, "vood men reeda vroeg
peiwmn, belaet met de K«g voor aHerlei lakea
Mtiekking hebbende w het „heim", in den zin
van den grood, den Ixneoi der woonfilaBta; daar-
toe bciiooide nainnii^ de lorg voor de water-
keeringen, de afwatering en de wegen. In di«
streken on, «elke aan de groote mkceo. Rqn
en Miai met hun takken, grensden, droegen dóe
personen den naam van heemraad, die later ook
UI andere deelen des lands ingang vond. Hnn
werkkring wa« m OMfcnahetdem streken nog d
TePBcUileml, maar meer en meer kregen ig over-
al tot hoofdtaak de iot^ voor dgken, wegen «n
atwateriawen. En daaibg beheerden en heelünniden
zq niet Meen, maar tiMen ook als rechters ia
uke berauMiit op. Eerst in 1841 weid die r«cht«.
madii geheel atgeechalt en den heemnden nog
(Aecbts net adnuoisiraticw beheer geladen.
Nadat aetfert de tweede betft der 13de eeuw
algemeene beatoreD wet^n ingiestekl, het vroegst
in HoHaod, die vxn de afwatering en waiterkee-
ring eener geheete hndstieek hadden te zorgen,
kregen de beeauadm, müke in die bestoren lit-
ting hadden ia Hottaitd vrg algemeen den naam
van Booge Heemraden of Hoogheemraden; in
maoitt «tooden ig editer iriet boven de gewone
heemnden. De beecnrMden werden gekozen door
iageéaadM^ steeds aleehts voor Mn of weinige
jaren; eomtgda ook mankten de beianeiirtbenden
een vooidiam op, waamit de >voi«t (H óe staten
of ïonaad van hunnentwege een kense deed
BeemnuulaoIiBP ia vDoi«erst de «aardig-
heid Tan beemtiMd (zie aUsar); v«irda dmdt het
een wateiach^i aan, d. i.een poUiekrechtelgk
Kehaam, belast met de long vow watetkieerïag
of wateiloozing, «aarin heèmiaden het bestoai
vormen; etndcl^ ik het de «aam voor het ge-
bied van bet «alier««iiap, «aarovei li^ het ge-
aag van heemraden nitmrekt,
HecinrBoht is het recht, dat betrekking
heeft op de waiteikeering. den wateiaf- en toevoer
en de wegen. Het noord dgkrecht, dat er
dus een onderderi van aandvidt, waidt ook wel
in de nrimere beteekenk van heemo-ecfat opgeva*.
Heemaohnt » de naam van een vervenigiog
'va Nederland, die, q> aansti^tiug van A, W.
Weitsman, den 2den Fébmad 1911 te Anuter-
dam werd opeerietit toit bet befaond der achooa-
heid van Ne&rUnd en waai4>n thans 35 Keha-
beremng van dH doel
n i^ aacgcikten. Tot berefting v
Iring in de ediooiAeid van Nedertand soowd bg
hot volk aia bq de bestnrende lichamen op te
wekken, en trad^t tjj ootsiering tegen te gaan.
DigilizedbyGoOglC
HEEMSCHUT— HEE0C9EERS.
De iMinoeuDgeii tml d« Tcreenigiiig omTaMea: 1.
H«t tMMÉwRiMn -vu batundfl, nit «eoie oog-
pmd faelMierqke, twowwedes «o gtAtniAie^kt-
Den. 2. Het besdteiiMD mt beataaadeMfaaoiiheid
in de iwtaat. 3. Bet medeweiien UA i'iMtMMUrao-
<len «B Mokweeken nto rattAuMt, ToHiafMaten
en volkafclecdentnchtva. 4. Het tégeogun vui
ootwerewle rechiiMS. 5. Het betoiderfo, d><t
nieuw te stichten gEbenwen aaa de «icdkea der
webooaböi iMook. Men dtmk met AenueAitf
(itnitMfa HnmtUêekulx) ook de bewwrag uo, die
bet b«bo«d der odiooDlMid van Nederlaad ten
dod hwh.
Bs»Bsk0Tok, Moarieti Jtmnoon mr, een
Nederiuulieh adiilder, <d 1498 te Heemtkerii g«-
boren en den l«tet> Oetobei 1574 te Hiwlem
oTeiMen. Eg wm een leerluig tui Ja* van
Sekorel en veiloetde na 1583 tot 1567 in It^iS,
WMU hq de weiten van MiektlangeU) en Rafaël
bealiiideeide. Het maworo te Haerlan beoit tid
faem een alta&Mti^ n 1632 voor de St. Bawo-
kMk geaehiMerd, dat voontdt den H. Lkm^ die
bet poitivt Tu Maria laeakt. Tw«e iDtken mn
«en itoMefhiMenj, in 1546 gcnuÉt, en de „un-
téddb^ der beidns" en die dei „koningen" tit
ondeiweip hebbend, net men ia 4iet ManiiUlHiie
te '»Orwenlia«. Verder bent bet (munuB te
Haariem vu H»em»kerek een „H. MMgd" van
1551 en ,3elMHir" v» 1568. Ook poiti«tten
ign dooi den knnstenau geecbiMerd. Op het
keikbof te Hecmikeifc beiündt zkh een door
Maarten rm Htemdcerek ontwOFpen gedenktde-
ken, in 1570 opgericht boven het ^u van ign
Tider, Jocob tTtHeinii. mr Feeti, die den lOden
BepitB&ier 1535 m den owkidam van 79 jaar ie
merledea Bn den ibeeklen«torm ijji> vele der
wwkea TBD Beemtktrek Tenüeld.
Bettnukerok tui Bssst, ■Htr. 7am6 Edu-
anj van, Mn Nedettenkeh «oUUer, den 28aten
T 1894. Zi
1 hier te lande
n 4e Amateidao), het Qe-
1 te '*43iwrenhi«e en het Stedetlfh
_ of HMttuktrek u de naam Tan
,_ NooidnHoUaAdadi geeJaoht.
Btmnékerk, Oerrü eon, ridder en baljuw van
HMMmerland, ma wien u 1252 door koning
WiUem 11 de bewaius vu bet kaated Hcmu-
k«ik werd toneitmnwd, overwon dea Uden Met
1254 de Weet-Fneien ia een eebecf>a«rndL
Beenuierk, fVouler mm, went ia 1359 09 iaet
van beitog Albreekt van Beterem op ijJD kaaleel
doot Dirk «m Fola*ÉH belegerd, <undat hfj den
DMA gehoisvest bad, die «en aanriag «^ h«t le-
ven van ÏUüumd van Brtdtrodt, bal]uw «m
Kentieiaerland, bad bepfocdd, Kodat bij lich ia
1*1 wtkeo moett overgoveo, naar Zeeland gevoerd
werd, doch lïch met den bertog TeiaoeDoe. Hg
ovedeed in 1380.
Httmtkerk, Qerrü mm, lidder en droot van
Muiden, trok in 1897 op lart van hertog Albreekt
van Beieren atar Friealand, bmm werd door de
Frieeen met groot veijiee terunealagen. In 139S
voetde bij bevet over bet kragvwlk kdnaen Sta-
voten. m orcdeed ia 1-408.
BtemJterk, Willem mm, m 1'524 geboren, wai
bmigmeedei van Leidan üt 1564. Bn de vcrvel-
gjogeii der laquiaWt oam by de wnk naar En-
mm, doeb kende -wMn, teing en behoorde tot
de laMMteeren ima den piiu mm Oranje. Oe-
duwde de taligMiBg «to Leiden wat hg atwc-
■ig ab algcniHdigde naar de Statenvcigadariig,
docfa b|| w«fMt mede tat het «Ktaet, werd anet
gewiebtige leitdMigen bataat, ww 4«gevwoonlig
uj de liiiijjiBm <Hr Leidaebe flbogMclKMl^ be-
__ _ _ een etmeente in de prowii
NooHÜHoBaod, mot 2707 H.i.. atet (1»15) 8826
mwrontra, wondt «egreosd door da NmndMe, Kaa-
taikma, Uitgeeat, A«ewMft en 'Wjjk-aan-Zee
e.a. De bodön bestaat boddnkdlük oït laod;
in bet O. vindt osen fcM. HooMnaddeleiL van
Behalro bét dorp HeesMkaik en de wyk Ooater-
bunrt, bdworen tot de gemeente nog de bniti-
ten HeMnikeikMdiii4 CoaediMveibuiirt en
Nootodorp.
Hat doip He«nA»ik, in een ooAoode van
1063 Hentenienkirics genoemd^ Hgt in een ttitoo-
ite «keek. Op èet nikbot staat een steenen
DaaM. dooT den «cbHder Maarten wm Heemdcerek
in 1570 tor gedaebteOM aan qw vader JtKob
WiUemex. van Veen «pgericbt Bet oude kasteel
van Heon^ert, dat w 1354 door Willem II.
graaf van BoOamt, gesü<iit werd, draagt tbaua
den 4Ham M<v^wtU. In 1426 werd bet kattecJ
door de HockMiwn iagoMmeo. De slag tegen
bet Kaai- en Broodvoft in 1492 weid ia de
b^>^ van EfMoektA gel»nerd.
boorde tot de ondeibMtdahMra o
n den piina
de waüdigbeid vm bnr-
gemoeotor van Leiden en overleed den 21atan
Fetvnad 1602.
Beemtkerk, Cbtat van, >n 1I686 te Leiden ge-
boieo, tattdite ^eh bekend met ooderscbei^D
talen, ondidade de Hervonnde leer, ■•eatigih lieè
te Amsterdam, werd «r m 157S Hd vao oe vroed-
sehap, waa fnevdeoteebefien, üd va« bet eollege
van gmeomiBitteeide mdA >vaB HoHand, rekem-
meeiter vmi H<«and eni., en overieed in ISIS.
H««naiteA, Jaeob van, «en Nederlaodaeb
vlootvoogd^ den laten Haart 1567 te Aoalerdam
grfMHCn, legde xicb toa 4^ de aaidiijkikaode en
nam ded aan «en «odenenïog em een noord-
wettdnken w«g naat OostJudiS te vinden. Daar-
toe lokie bjj fo 1
oaverricbter lake teni^. Later w^dcn met 1 .
lellde doel 2 acbepea mtgemiit door de legeeriag
van Ameterdam en op een 'vao dtse voerde
Heemikerk ah tehaoMr «n koopmm en Barendtt
ala opperatDannao bet bevel; de bHaooderbedfen
TMi deaen todrt bebben wq osdei Barendtt me-
degededd. In 1608 w«rd Reemekerk d» atbni-
laaJ saai Ooat-IadiB MMDdaa, ea ef) «en toebt
naar I>}oboi vwonsde jbg «en Portugêtaehe krMk
dm in bet vadnlaiMi. . __
over een rioot van 17 oorkgncbepen, om daar-
mede naar de kust van Soanjé te stevenen.
Vrnditetoaa loebt hü den vgaaa te Liaaaboa,
maar vond faem geMkend in de baai van Gi-
bisMar, ondei de bcaebenwag van bet geacbnt
van het kaateel, met 21 wdbouade bodenu. Na-
DigilizedbyGoOglc
dftt hq krijgenuMl beitgd m ik faerciiwbbeN tot
moed en ToHunUng aaogatpoord iuó, deed hg
(MBtood (25 Ajpnl) den ma«)J iMginneo. Vreeee-
"ïk m» ie «tq)d en rocmrök de orerwiiuiiiig d«r
ederlandera; <kNli fieMuierJb, aUuMie op de
bfd
n:
in volte
met het
1 d« iuad, werd leedi door het tweede
Mhot lüt liet ^endcljjk TÏM-whiün&hetup doo-
dd^ gvwood. ^ stofledvk o^Mb^jtiei, oTerge-
brsélit naM AmstoidMn, weed bggoet in de
Oude Kerk.
Züa dood 'm dooi de Nedeiiuideebe diemere
Bogaers en Mvjer beaoogen.
Heamaksrk, 7oA<m mn, een NedetUndaeh
letleriDod^ m 1597 te Amaterdam geiwrei
ontTUK zÖn ootoMÜng te B&jooae, betocbt i
1617 oe Lendsche booeeeebool om ia de redtten
te stndoeren, legde BCb tenrena toe op de N«det-
kodecbe dicÉübiiist, ^tng in 1624 boitooilandB,
om de voornvuMte rgfcen ïn Europa te beioe-
ken en oatvflig te Boüiges den tMet tb«i mees-
lei in de lecÜen. Den Hmer TMb 1624 bradit
hg dooi hg sün blMdwwtUtt Htioo de Groot te
PujJB, Teetigde lieh TerrolKeniB Ma odTveut te
'i-Gnfeahege eK werd kt 1«28 benoecnd tot pleit-
bewisei der Ooet-Indiadw UuMi^ipg. In du
betr«£k33ig benl lig lieh met 3 bewjodhebben
nul ËB^dand^ " --->-- — if.i__ — — ._.
Amboitu''Qit den weg te nimen, doch keerde na
i«ke tmg. Hg ontving ecb-
6 jui onTeirktitei uke t
geschenk tu 60w guUen. Ihnrna
vkh te '«-Qiwrenltige aas de prac^, T«riak
verrolgena umi AmiUenlMD, wa*r hg in 1840
het Hobt <nu» aehepen bekleedde, weid in 164S
lia T«o den Hoogen Rand en oveileed den 27e(eQ
Febniaii 1S56, Ali diditer en ptoiaschrvrei vei-
wieif M giootM loem. Hg eduaef: „Minne-
kunet" (1^2), en vig bewerking nn Oviditu
„Ais vmM" met aadêie g«di«hten, de venneei.
deide beidrA nn 1S2« beet .JfMO^wwt, Hin.
neboei, ySiiatMiHtt^ H«D9elg«<fieht«n", „SUniie-
l^ieht, t«n toon geateM in de ii^egie tuu Diana
en FU&ndM; een yaa de wanidigate etakkeo mi
de omraudéeit^ Aatrea" (16^), .JüoiMkuMl,
ot de philoeophia dei tiefden" (mt bet Fianac^,
1428), „De venk^ibite <»d, blfietadeixl traarj^"
(1641, na dien tvd TOte mJen herdii^), „De
ooMetadkn iByba, de Teniideil«ke Stak^ de
ÜoUraanlige nffijddbu" (naar irürti en S]/d-
neg, 1686). De grootate bekendbeid beelt hq ver-
woTven dooi ign ,JataTiaochc AreadJa", waanran
de eeiate drok ki 1687 Tera^MeD onder den titel:
e tot int ootwero wn een Bataaf ecfae
' "en de 2de in 1814, ondei dien Tan
„Bataviscdte Aicadin, wiaon onder 't kohrenk
vao. üefkooeeiT^ee g«tuN»Mt weidt van den oor-
^rgock tul 't ood BaUTÏBit, viqiheidt dei Bata-
Tiêra, Tijfe lee, Meviwden, viooeTa ^aa Teiboi-
gen eduitteo, T«ibenrtm>ewen na goederen, uit-
peraeeD dei waarhe^ door {löaigen, «nhejl van
d« lanckw^glieidt d« lecfat^Meguigeii. en MKie-
re dJeigeJijfie «matige saken meer . De udtovd
van dat werk ia seer oogel^eoortig: riecbte een
klein gedeelte wordt ingenwnen door bet ver-
haal van een uifatnp}e van eenige aaoiienl^«
joueüeden, in een wat wedien nianr bevalikigen
fltji'I, het oveiigTDote deel door MBtoriedie en an-
dere iMadKMiwDgeD op dien toebt ten beate ge~
eeven, waart» weer Mer dorre auiteekeniiigen,
die in lni«re onikken door andeieo nog ign aan-
geviM. Hot weik ia heibaaMelgik henkokt en
ToeJ nageïoted
Haemtkeri, Ooenraad vm, een loon Tan den
vooignande, waanehga^ ia 1647 te Amatei-
dam mboren, gaf in 1972 een Uük van vader-
biuUielde dcwi op eigen koaten 60 matioieu te
kieeden en te beooUigen. H«t dezen pkatate De
Ruyt«r hem op bet ichip van admiraM Van Qent,
waarna hg iidi in den leeala^ hg Soleba; on-
deradKidde. lm 1672 weid tq) penaiiNiade van
Afnateidam, verro^iM lid irao den laad en ver-
kreeg TCH» d«ie lUtJng in het colWe vm
geeommltteenle nden. Als loodanig ^ng aan
de regeerinf' van Amsterdam kenua van bet
plHi ■rao IfiUsM III om Kaaiden te vetateikeD.
]« den aanvang vao '1680 gine hg ais ambaaea-
devr naar bet Bot vao Uadric^ waar bjj de g«-
eehiHen dm Spaanaehe legeenng met den kooi-
vorat vaa Biaodenhug bqkgde. In 1689 vaar-
digde men hem «I naar HainiHin|, waar l^j den
twM t^ilegde taaacfaen den kanjog van Dene-
marken eo den hertog wm HoUletn.ES keerde
vemolgene t«ng naar Hadiöd en bleef er tet
1691^ wnarna de Stalen b«m <^>dToegen, den vre-
de tiMWftiin den Dniteebon kdoer en den niltao
tot «tand te brengen. Bieitoe nog bg in 1692
eerat naar Weenen, teen naar BebraAi en ver-
velgena na&r Adrianop^ vnnv«ar aü naar Wee-
nen terngkoerde, om «en handebverdrag te alui-
ten. Na den vrode van Rqawtjk (1697) ging hg
aik geoant naar E^aokr^; dodi toen de liMMig
van Fratikrök den Pretendent ak koniag van
c\__-j_j. i^iUg aikeniKD, ontviog vm fleei"-
'ariia te veitates. Hg overleed den
23alen Mi 1702. Keiaer Ltofotd had hem en
tgn DiinMiMlinDan tn den Rqkagraveorinod opge-
nomen, doeb hq maakte Tm deien ttld geen ge-
braak.
Heemtkerk, Willem mim, «en Ueinioon van
den Tooigaaade, den 6den April 1726 geboien,
waa beer rao Acbtti«nhoveB, Den fioaeh en ESnd-
wbot, terwnl hg dui tötej voerde van graaf dea
H. noconeeoen IMJfca. ann iqn e<rootn«der ver-
leend. ^ weid iB 1744 ech^D, ra 1753 rattd,
latw bmmneeeter vnn Amateidam, bewindbeh-
ber Tan de Ooit-IodiMfae OomMsnie^ raad ter
Admiraliteit^ eeaat in bet Noordentwairtier, later
van de Haas, Kd van don Rand van State en ver-
votgena nan de SUten-^enreraaL* Hg ofeiieed de>
28rten Ai««at(H .]7»4.
HMinakerk, Egbert mm, «en N«i
■AMder. om^etka 1645 te Hanriem «
'n 1704 te LoadMi o<veiteden. iQj wm «en leer-
ing Ttü Pjeler de Örebber te Baartem, maar
rolgde vooral Brotwer en Teiiier' na. Het Mn-
aeom te Baariem bemt een „Boemgeiin aan den
maaiti}d" fan lija faamd.
Heemskerk, Bx,, Joit, een Nederiandadi
steataman, zooa van Jan Jaeob Bji$tenu ffeema-
fc«rJt en Qeertrttid ten Cate, werd doo ilSden Fe-
bmui l&IS te Amsterdam grtmien. Nadat 1^
opleiding ontvanKen ha<f aan heA inatitvat
Otorge Bt/rde te Utrecht en onderwge in de
oude telen van F. A. Ader, efndeeiide hg aldaar,
onder lud^ng van van Hêutdê en HoUim, in de
DigilizedbyGoOglC
leUereD en recbteo ea veatigde tkt T«ETai^«H
te AmaimiMa, wui tiö ' '
de «todiea bleef wjjdMk. I
nee door tm Tr^uomge t>effx
gcrwunlenoe adrieoen ia de >ld«eliDgT«agMte-
doMn. Ten gerolge tu öe Aprittiewegin^ vao
18^ bernienwdea de AmBtevdaoMdie kiswis
sgn niMMlMt nut. Vao 1858 tot 1802 had hq
«tttar lUting toot Hurion. In 1872 beDoemde
de koocDg Jiem tot hd tui den Raad T&a Sbute.
Ujj orerieed t« 'a-Oraienhage den ITden Deeem-
btjT 1880. Van lim geaeErihen vennekleD wjj
ean reelu onsUlfen is ,4>e Oide" (1839— 18M),
ia J>e N«(teilaiMW [135Q) en in de „Werken
der LeidMbe Maataffhappq , een eoimnentatie
oyet' Perikle$ (1884), «en rechtogdeerde dieserta-
tie <n«r liet .Jotaaiiatnm de vi aimata et Cicero
pro CMona", betwrane «en „lÏBqiNsitia litteta-
ria" orar Plutardnu ..fiMr^arm", naai aaiiF
Fm.
1^^
lüdöv <i
Btnukerk, Ax. Jm, een Nederkndadi ataata-
nM^ de MOD na JdraAaM Heemtkerk en Joon-
na JoeoAa Slvmt, den SOeteo J^ 1816 te Am-
atttdam gebono, <ntnag ign opM^^ aao iMt
Hjiiiiiaaiiaii in iga geboorteplaata en ttade«i4e
venokena aldaar in de Jetterto en Fecfaben. Na-
dat ^ dn IMen 'Haart 1889 te Utieebt ü de
beide neiiitan gepromcFTeerd «ae «p «en diwer-
talie .De UaaXtmpmo" tpartce II), veaUgde hjj
sich ai* adrocaat te Amaterdam en was weldra
in dtgebTeiden bxag weiteuni. Van 16S2 tot
1864 *u faj} ei lid Tan de rediljbank, Tan 1604
tot 1686 laadAeet w bet Bol van Nooid-£ol-
imaó; in 18S0 weid bn bd tm) de IVeade Ka-
mer. Toen bg in 1660 us soodaoEie Toor bet eeiat
iq»taad, aebüide hg lub onder de Tooratanden
wan het toenmalige mioiaterie Van Hall — wn
BmiHÉtra, en toen in 4866 graaiVamZuiilen tot
de Tonning van een kabinet geromen waid, dat
««Ater, in weerwS Tan twee onMxKnKen der
Tweede Kazner, in 1868 nmeat aUreden, belactte
Hmmtktrk tteb met de pottdeDÜIe Tan Bmnen-
iKMkdte Zaken en gedineDde de 7 Jeateto we-
ken Tan ISffl, vegens bet «veilden Tan miug-
ter Borret, 0(A met <£« t&d Justitie. Z^n streii'
ge maatr^tien tegen de Tseneat werden met een
pduULigen nMdsg bekioend Ook ie (ader sün
bewind de wét tot den aankg Tan de kotoeatüe
^Mtorwegbnig otta den Uoerd^i, alsmede de oon-
tearit Tioor oe npovrwt^en 'aOraieniiage — Oon-
da en Brenkelen — ^Harmclen tot atarad e«k<»ua.
Nadat Hetmiktrk na 1868 tot 1873 Ud wae se-
waeat Tan de Tweede Kimer tooi bet dmtnet
QimBAtat, werd by benoemd tot Kd Taa
Hoogeo Raa4 docb iveda ia den wmei vsm 1874
gieroepen en een einde te maken aan d« iiumi«t«-
rJSele eriua. Terwql Sn de trowirode van dit
jaaf bet nitzMit geo^wiMl ir^d op de droogma-
king Tan de Zuideraee en <m hemening d«t wet
op het Xwer Onderw^ aetit hjj verrolgena
(mut iSlS), erenak bb 1868 een wet*(ni.tw9rp
t«t reeeKng *an bet Hooger t^tdeiw^ au bet
oorded der Tweede Kajner onderworpen. " '
ward met Trie amendemeaten aangenomen.
Den 27«ten Augnatae 1877 nam bet miaiele-
ÏKmX.. 136
lie Besnukerk xjp ontalae en hatetgenototde
werd Temrigena wederom Ud van den Hoogen
Kaad en in 1879 lid nm den Baad tw State, <m
in den «met Tan 1888 ais minialer de tengelB
Tan bei bewind noemaals in huidea te nemen.
Hy bleef döe oA oebonden, toen door de Ter-
kieangen Tan 1884 de nnnd«4teid der Tweede
Kamer in «en meeideilicKt Tonoderde. In No-
vember 1887 bracht hg de grandwetaher:
tot stand. Toea bjj de Teritiezimgen van 1 _ _ _
keifcd!Ö''e par^ï*» de meerderheid kregen, trad
het minislerie den 21eten April 1838 at. Dmu-
mede n*cn bet openbare politieke leven van de-
zen ataatemu een eükde. Nog in betïrilde jaar
we>d hg oonienw benoond tot M vso den
Raad Tan State. Bnim negen jaar he^ hg ala
zoodanig <oo^ werkxaam kaxaea i$n. OAnaaat
xgn ambtditaigbedea werd menige taak door hcoi
met toewgding aanrAard en ten ünde gebracht.
Vam de sewAmlten tsa Ueemtkerk noetneo
w^: jfBa'xUeiding tot de kentne der ovdbetd"
(met J. O. SmdUer, l«te dL, 1843), „Formulier-
boek" (3de <W 1854), ^nkbeeUen oTer de
" Tan bM aanwezen" (inet J. H. Tideman,
Tan den geut" (Sde énk 1860),
biographietn, KM»k: ^TeMsriieta Tan Harti-
nw Staart" (1665), „LeTenaberiCbt tbd mr. O.
de Oercq'' (1858), .J^nebericbt van mr. W. J.
C. Tan Hawett" <1863) en „LeTen*ericht T»n
mr. J. M. de KemneDaer" (1870), alle in de wer-
ken der Leidsche Uaateebappg, en „De praktijk
onser gioödwet" (1876—1860, 2 dln.), ,?Ur. M.
J. Baron tnd der Heim Tan DtÜTenct^jke" (Le-
Tensbwidktan Tut de Maatachsftpg der Neder-
luidst letterbrnde, 1890), beooTeg» eenige w-
BteUen n ,J>e Qide" en „De VolkaTtvt". Hg
OTeiI«ed don Men Octdber 1897.
HeenukerJt, Theodorvi, 'va 1852 te Amstodam
cieboren, als derde sood Tan 3. Htmndterk Ax,
\m aÜau), promOTeerde ia il876 aan de booge-
sdMoI te Leiden tot dootc» tn de retditen op «en
Sroelschiitt, getiteld: „Orei fanwdqken Tan Ne-
eitamdem bnitendandir. Es TeeMgde xidi in
1876 tb advocaat t» AmtteiAm, wm van IB7T
tot 1667 plaatBTePTangend kantooretihter, simde
1888 lid der Pioiineiftle Staten Tan NooT<t-a<^
bod TOOT Weeep, 'vora 1888 tot 1895 met
korte tnaeebenpoottii üd Taa de Tweede Ka-
mer, mar hg eeu dar meest gezieiH Men waa
van de anti-veTolntionnaire partq, aedert 1900
Ü Tsa den gemeenteraad en sedert 1901 wet-
faooder Tan Afnateidsm, sedert 1897 lid Tan de
StaatoeMnmiaoe tot bcrroidering der codificatie
Tan bet intenmtioaMl pnTaatreeht en sedatt
1903 Ud Taa de ataataecanmieeie Toor de gemeen-
te-SoMieiBn. In brt leatat ran '1608 werd bij
belaat mot de a ' "" " '
BianeidaDdsehe Zakene Toenl:^ de periodieke
Terkieiingen tui 1913 de recbtengde va de mki-
dËn^id kwun, trad het miaisterie-ffeenufcerlc
af, bet werd Tenvongen door hrt ministerie- (Tori
van der Unden. Nog in 1913 weid Htemtkerk
fid vaa den Raad Tan State. Zgn Toomaamate
gescbrillen lyn: „Het «etboA Tan strafrecht in
dooiioopende aanteekenuw TeAlaard" (met me-
dewerk^ Tsn K. Baulhoff en B. i. Potemmr,
[Det de nmenatefiing Tan een nienw o
: hierin trad bQ ntf op ala mimatei t
DigilizedbyGoOglC
lU
UBEMSEBRS— HESUffTRA.
1881— 18W, 2 <Un.)i <>^ eonciapaDdentiie met
W ontriw TU Ar. Mr. A. F. da Saromui Lob-
nuui tk fioa^ceraar ud de Vnj« Uuienkeit
MogMmW (1896), met UMlerao: .^joadwog. —
RaWMt. uagdMdai m» de VtiMlueine rooi
(ènaMqk-fntmwal MboabMtcferwüi" (iSSS).
BeenuUndsmi, Se mw, in het Fnaadi
Ica muUre fUt Aiputm, m «en aoamxytlf» ut
den uralineieetMB krrae. Hg bebanlelt de vee-
te tiiBKfaen Haimï» t4 Heimo mir Jnfewien en
i{(n Moeo ÜÜJoert, Adelaerl, WriliatTl en Aei-
moHt en Karel dtn OtooU. Uaimyii wM gebvwd
met Karel"» suater Aye en (bad arf «nIe geiwo-
len de kiodereo die mn f^eboren aouden worden
te dooden, wawom tun moeder bm veiboisen
iétiè tot BaiMfH eens vi» kraóuiofMbeid be-
UMgde. Vooral Rtimoul ODderaebeidde litli dooi
igo JidMuniknclit en doodde een {)Mid mot
Mn aüg, wauom iö& Twki bem bet a>et meaBchen-
lerataod «n ImiteDgewoDe kracbteiv begMfde
purd Bofoert MboM, WMtfop de riet tiroedere
teuoMO ])kata kooden nemen. Uit een poging
tot (MweoH^ ontatun menive *Mten, de broe-
ders moeten Thuhteo, terwöl HatMÜ* geiu^n
Uqft In Sfwnje dienen ijj een Hooteebcn kooiog
en wttden verrdgeni een <tonvliMbt bij Ywe mut
Durdogiu. Reinout tirauwt diens dochter en
boaw.t üeh een elot, wuiimh hy ToorUan van
JTonlalboeM beet. IntMa^ien is Haim^ loagela-
ten Of «ootwaaida, dat hq i|jn xonen ui aitle-
veien. Rebuml tmtkani «9 Bawaert. docb de drie
anderen «ordm eeraagen. thot Inrip lan den
toownaar Matagfë w<trdea ie weder lerloet.
Dnarof) komt Karet ben op Hootalbaeo belegeren,
waar die nood aoo boog etqgt, dat ig licb met
het Uoed van Boyaert moeten roeden. Op dit
paaid rtuebten tij naar de Antennen en wovden
ook daat belegerd. Hun moedw Mrwerlt bun
▼wgHfnaiB, op voorwaarde dat ig Bagaêrl nl-
kn MÜerMeD. Kartl taat bet dkr met molen-
steenen beiwaard in de ri-rier werpen. DiéenMMl
woreteU het urfi kie en rent op ign meester
ioe, eef«t de Tierde couj gehiVt bet. bet te doen
lin^ien. De ruwe toen wqet ov dea boogen ouder-
dom Tsn het TeibwU, dat in Franlirijk ijjni meett
Toüoiigea TOitn beeft erlangd ia twee romans
oit do 13de eeuw; ,4«* «ïuatie fils ATmao" van
Hvon de VOaneuve en „Regnaok M UontMi-
ban", Id bet Nederlandsch bentten wg belang
Tjjke fragmenten van een bewetknig Tan ,Jtei-
■out van HoittaAaen", (te met geen der Frsn-
tehe redaetiea oTeieenkomt en uit het eiode der
ISde eeuw dateert (<t)i (gegeven door Matthe*,
1875), Iragmeoten van een „Maiegye" of „Ma-
delgiis", alemede «en berha^delilk berdinArt
Tolkeboeli: ,4>8 Tier Hewnokiaderen" '
nitgegemn door JfoUAei, 18^) en een
Heanut0d«, «en gemeente in de proTinoie
Noord -Hollukd, met een opperrlelite taia 1158
B.A.. bent (1915) 897S inwonen. Be gemeente
wordt ingeetoten door Haarlem, HaariönmerMe-
de e. a., EaarlemmMmeet, Benmitioei en Bfoe-
mendaal. De bodem bestaat uit aUwriad und
roet eentg veen. Men Tiodt er eeo b^oorlyke ai-
wiewling Tan bniteDreibivTen, boeah. weiden,
ble^ei^n, Uoenittei^ii an aUcers. BebaJiTC de
dorpen H«ea»tede ea Beriienrode be?at de ge-
meente TersduOeoide bni«t«B.
Het dorp Hecmalede ligt aan de ateemtram-
Ijin HinrieiB — LeidcA Dt 10111)111418 Meeren-
boaeh neemt l^dera aan vaUende liekte op. Bui-
ten bet dorp ligt het oud* itim te Heemstede, dat
in Ï9H, 1404 en 1435 ^«rwoeBt werd. Het U
1460 hernieuwde gebouw irerd ia 1810 grooten-
deets gedoopt,
Heanistra, Kon, ie de nasm van een aan-
lientgk Frieadi gedaeht. Vss de leden vermei'
Htemtlra, Fevt «om, die all de stamheer wordt
beecbouwd. Op bet laatat der 14de eeaw wu fa|i
een der aaaroerdere *«n de Vettkoopers en Am
bevriend met bertog Albreekl vm Beiertm. DeM
sloeg hem ia 1396 tot ridder en benoemde hem
tot medemohter en bdjuw van Frieabnd. Toen
de Scbieringers in 1397 de oveibaDd kregen
werd ün btus te Doklnim gefihioderd en omver-
ffdtaald, waania hg .het land Teiliet en van den
hertog een peneioen genoot, totdat hg m 14)1
kón t«vgkeen:n en ign goederen weder in be-
lit nemen.
Heemeira, Pofpe wm, een loon van TiMdce
Öbbema en gdMtwd met Avek wm Htenuin,
aanvaardde voor aab en a^ nnkmneUiweD den
naam van Utmutra, w«rd üi een gereoM te^
de Bootgondinche partq gewond en kwam «hen-
ten«T4^ om bet lefeo.
Htemilra, Feye mm, een aoon tmi Feye op
Qeematnwtate m 1545 te Oenbeik gri>oreD, was
een gverv voorstwider der vrgbeidi een viiend.
Tan giaaf Lodetnk vm A^aMini en tkl der Sta-
ten van Fneeland Kittditig weilite bji mede tot
de oprtcbtiiig dei academie te Fiaaeker, werd in
leiO grietman van Tiotjeriuteradeei en overleed
den aOsten Jiui 1621.
H«em«lni, Feys van, in 1630 gebom en ofli-
eiw in Frieaebeu dienat, Uom op tnit kokmel en
ewnmaodaat, eeret van Raveetein, en in 1662 Tan
Ëmden. Daar b|j bier ongenoegen kreeg met <fe
bevettÏDg, ontving bg bevel de stad t« Tctkteai,
en toen bjj hiwvo ni«t gehoorwamde. Toeide
men hem en ign hrmegeiiit op een schip naar
Ddbi^ IfiUeM UI, ^ wien bg leer. ia. de
ganat atond, wee hinxoer ten boogste mienoegd
op de regeenog vaa Eniden. Beemitra waa een
beoeffloaar der vaderUodeebe gcaohiedtnis en
orerleed den Tden Haart 1690.
Ifeemefni, Feye «on, oodate aoon v«ji den tow-
foande, den ISden Oetober 1662 geboren, wm!
m 1703 als hiitenaot-kokHtel 1^| Etteren ge-
wond. Hg overleed den SSaten Januari 1704.
lleemilTO, Sehelle nm «en broeder van den
vooigaande, den 27Bten Hm 1695 geboreiK trad
leede vroeg ia den krggvdienet, was weUra ko-
kmel en werd reede iw 25-jar^n leek|fd be-
noemd tot Tiee-coramaodant -van Emden. Weldra
eohter nam hg ignontalag, veitigde liehop Do-
tingastate te Dnnr^p, was b^aat met bet op-
liebt over de opvoeding van Johan Wülem frtao
en woDiode in 1703 met dien vorst bet geveeht
bg ËkMCD bij. Hü wee bnigemeeater na Bol»-
ward, werkmam in vele aaniJeDiglie etmimiepiln
en beoelMuar der letteren. Hg overieed dei 15den
Januari 1733 te Oenkeid. Twee igaer broedwa
sneuvelden in 1709 bg 1' ' '
DigilizedbyGoOglC
BBEHffntA^-SBBNVUET.
137
Htmtira, Fty« tm, oodrte «mb wa SbUUa,
ïn 1894 op QotingMtete te Drauqp gcborcu,
aacn «la nvwidtiM tm de FmMhe ginte (l«el
*Mi doa TiiMiiwTw»! aneewtit ooiteg. Hg werd
gekireM bq PonteBot ea Mer bg Roero? (1745)
Ml op ëet iligteM beroDdenl (ot luitei»Dt^eiM-
i«el der Uaiiterie. Bg oraileed op fiecüMtneU-
te den Iden Smttodm 1748.
Betmilra, Willem -HettdrUi mm, ren broeder
MS dta voorgaande, den 3CWen Jmu 1696 ge-
tmreD, werd fiMtmeetter-^euenAl tu FrieeUad,
grietman rao Eolkmeriand en lid mt Oedcfw-
t««de SUten. Hg «verked «9 V«g«lmiigtUt« t«
VejnkkMwIer des ISdm Smtember '1775.
fiecMftra, WiUem Hatdrik, baron *m, een
UeimooD van den vooigaanda, den ISden Ooto-
ber 1779 ffefcoren. trad im Ëageieeben dienat en
i*«rd ht'1809 «ommisBuu na de terpowfiag te
Kdlnm en in ISIS maire vao Oadwoude. Hg
Toerda bef<J bg bot beleg van de ^tatiag Koe-
Tordea nt ISUeo waidwddamajoor.Iii 1816
•am hg 19B onlakg ak tntteoutMoael en werd
«rietmaii ran KtriluoMflaad ea Nienw-Kruüland,
hd der Staten Tan FVtealand. Jn 1822 U van
4e Tweoda Kamer der 8t«(en-0enerRal. Hg orer-
leed te LeenwaidNi den SOatao Deeeaiytt 1826.
aemiutra, SektlU, bar«a twa, een N«dH-
bndaeh atiatanan en toon na den ïoongaande te
Otoningen geboren, waar aja mooder Jokamwa
Btüihaxarina van Idtiitga 1Mb <tea buiie Wei
oodeia betmdi, den 14den NowiMr 1607, bnebt
ign JMWd door t« Ondwonde, Tul^e daarna, on-
der Mdinj^ Tan den ZwiUeraAen govionieaT
JeoKKet, fgn "fatki in vendiifieDde gamiioeoeD.
word ia 1S24 «todent te Ftnooker, in 1826 te
Onnoneen «n ranmoveeide ahtm den 26aten
Jtnri 1830. In Ootober 1880 werd hq friëtnMn
■na Do^aweratal, nam ah hiiteunt déeJ aan den
Tiendaagacfaen VeUtoefat en keeida ah kapitcM
ten«. IiMilddeIiWMbn,lioewdiuettotdeTMd«r-
adufi behMmnde, kt 1886 «ebnen tot lid der
PioTtnekle Staten mt FmmaA, en te de ttr-
nderiog *aR 1844' bncU i^ «en adtM aao den
lÉoDiiig ter Wel, waMvt op berafaoiag der Of«td-
wet wesd Mig«droqm. Hmrnttra wwrd ikama
tot lid der Twaea» Kamer
met alg«
T gekoaen en igo adrei
o dat laai
'Atme, Fan JlaeAferni,
rnlitOt, Storm, Wi-
Den lOdRD Deecraber
hg Mch met Thorbeeke,
Da Kempeiwer, Van Dtm
dun en Anemaet tot «en voorstet' vao groad-
wetabentvniOA. dal der negen numaea jfwiiiimwl
Hg lerdediede tiet kraobtig doeb bet werd nMt
84 tegen 31 steomai Terworpen (80 Mei 1845).
Door de Staten no Friedwd berbnen, Ueel
hV lid der Kamer tot SO Joai 1848, toen bg tj)-
delgk benoemd weid 4et mimsler van Eendieoet,
nadat hg kort te toren ign mi tdag gevraagd en
bekomen bad ala Orietniai» na. Omt-Doogera-
ded. Bg vecdedi^ ondeiwbeiden gededten der
grornhratahenienng, onMng wddra een defi-
nitjere beooaning tot Kd *ib bet mtniaterie en
r in 4e Orde van den N«der-
Uaéwben Leenv. Dtn SlatMi Oetober 1849 oot-
*iag het «heele mmaterie ign onlekg en werd
■bet depatiement van BeretKenat opgeheven. Ala
opfolgeT vn mr. B. Alberda te Leeinruden werd
Heemitra wedta mar de Tweede Kaenei al^
VtMAi, in 1
2den lOart 1
Ia I6G0 vd^ ij^ beooeabg tot
dee Koninge h> de provincie
1868 tot wo^Mig in Ze^aod. Den
1880 wenl hg mdnjater vas Binneo-
Uadacbe Zaken. Wegena zgn liberale anteceden-
ten, werd hg leer wehriUend door de Vert«gen-
waoKUgMg matTtagen. Hü heeft ikb toen toi-
dieaatelük gfwiakt door de wet («t deo aanleg
van ipoopwegen van ataatswege. Door de eonaei-
viAieven «eid Fan HeemttTa im de Twoede Ka-
mer beftig ainnvaHML In 1861 ag hg tjpt be-
«oottw met 87 tegen B3 atematen verworpen.
Het anoisUrie tiwl den iUen Jaaaari 1862 af
«1 den Slatea daaiaanvtdgende oKtviog Van
Beemilra vja benooaing tot miaiatet van
Staat
Nu veatigde bg aioh qa Beidceonik bg St.
MaMtenMigk in Uliedit. SiMeÜMif kooe bem
weUra tot Kd van de Tweede Kimer, Niet lan;
cebter waa het bnn meer vergund, volkevertè-
genwoordi^er te iqa. Den 20ateti DeMmbei 1864
overleed i^j ta Beuken i^
Beemttra, Btdthatar Theodona vm, een N*-
^ P ten hmse van biugtmtetUx «o»
Idumga te Onningen geboren, deelde ia bet on-
derwii vaa iqd drie broeden Sekelle, Fran*
Man ISdm Mi 1811 geboren, later lid vaa de
tweede KMOer en den Iddea PabraaiJ 1878
ovedeikn) en Stmen, ootviog i|ja verdere op-
kiding aan bet gjmnitinm te Frueker, atn-
deerde er aMt bet jUfaeoaeum, nam afa jager
deel aan <hn Tiendai«a«4ieB VeUtodit, Mtta
inn ttodJiD voort te Groaingen en promoveerde
aldaar in de rediten den 14<kQ Haart 1885, vea-
tigde acb all advoeaat te Leenwvden en waa
vMk 1843 tot 1852 entvMkger <ier dtnete be-
batin^en, eerat te Birdaaid en toen te DeiiiDB.
fia^ «1 overleed daar dek 24a(«nDeeember 1878.
Hg waa een gverig beoefeaaar der ood-Friaeeb»
geaebMMtia, taal- en lettecfam)^ kU en *
tafagJM wetenaehappdijfce ver-
tel in ma vadnlMid lia in bat
baitenknd en beaat «mi koatbace venauteUiig
leidMme boAen , bandadiritten, aatogiaDben,
mdeüngen
platen ent., terw^ iga lijk '
bieratiai te Vemwovden f
en vwatdöke peraooeo met helangat^-og wrad
beaoeht. Een en ander ia in 1879 onder don ha-
mer gebtaebt.
HMiTltot ia een gemeente in de provineie
Znid-Hobtd op het eiaDd Vomte, 1256 H.A.
groot Dtet f1Sl«> 1287 ivwoaer*. Zg wordt be-
groied door Zwaptewaal, Tio-poideTi, Nieowen-*
Boom, Abbenbioek, Qeerrtiet en Rooenbnig. Hat
kanaal van Voorne dooieaödt de getneente, die
in bet O. door de Benriaae en én bet N. door de
Maaa beapoeM wordt. De bodem beitaat oit lee-
klei en wordt faootdialdök voor landboaw ge-
braUrt. 'De genteente bevat bet vroegere atadje
Heemvliet en de hvvft NJeowe-Sinie.
Bet vMi Heenvlict ia aan den dqk langt de
Bemiaae gebonwd. Van bet slot bveatein be-
staan nog geraoge omUgFeeJen; de beide aloten
D,o,l,zedb,GoOgle
Blvdwtein en LeenweiuUni >vii e*i>^ yfoéwt-
■g leer door de Hoeksdie «Q EabcljftuwBelie
twjetei^ in 1660 docK een grootcn brud en in
1787 éata bmvergeectiiUeii geMeo.
Hmf, OawoU, MD ZwilaerMÉi i^- en dwr-
kuDdige, deo SAwtta AnguaMa 1809 te NMm-
Utiwji geboren, i>*ffi ^«> n* de ToUooiio^ig-
oer fltii£bi ML 18^ Mwr Zatich, wmt liif in
1835 faoof^nv mrd in de pluit- en di«rlHtDd«
MD de acMlemk «D later odt aaa da paljtacbni-
edie Bobooi Hj) luel|i den botMHwiben hün te
Znricb Mffilrcpn en waa dawrao <Krwtettr ae-
dut 1S9S. In 1845 aticbtte hjj «i bet Genoot-
adtaf) y<xK loitd- en Tnüriwuir, wsMTao hg can
reeka jaren b«t Toonitteraebap txUeadde, en in
18S1 de lMKB)o«waBhoi4 wiar beUiwen bij •)«
praeident dar oommiaiia i«n teeiidit Mvonurde.
Euideiük wu hq gadurcnde aOJa*r lid van den
Otooten Baad yan bat kanton Ani^ eD oteriaed
te Lauaanne den 27sta> September 1988. Hg
BCbreet: ,J)ie EÜM der Sehwaia" (1838—1841,
2 dbi.), „FMina coleoptenHn bcJTalaca" (1639—
1841, 3 dliL,), „Die laacktenfauM der Tertilrge-
bilde Ton Üanineen und Ton Radoboj üi KnW'
tien" (1847—16^, 8 (Sn.), JOor» Urtiark fiel-
Tettae" (1855—1859, 3 dh.), „Die Pflanien der
Pfafatbanten" (1866), „UoteiaadMMt^ Ober dag
Klima uad dw VegétationareiliSltnMBa dea Tei-
ti>rkadea" (1860), ,4>te Unralt der Sebwvi"
(1869), in 1872 in bet FrMiaeh fertaakL. j:iie
loMite Flora der Pidarlinder" (1868-1863, 7
dln.), „AmoM Ëecber toti der UaHi, LebensbiU"
(187S), „Di« TorwritUebe Flora der Sefaweu"
(1676), „Britrtoe aai foaaüen Flora Sibiriena
and óee Amor-Laodei" (1878), Jtieeene F1<h«
der ]Md Swibaün" 0878), ,M«edisehe Eipe-
^tanen lur ErlorBcfamg dea hoben Nordena"
(1874), „Fk>ra loaaiüa bdf aUea" (1877), „Ueber
loaaib PNaoMD toq Swnatra" (1875), „OonUi-
bationa i la fiore tMÏk do Portawal" (1881) en
„Die niirale Fbia der Sebwma" (iwS).
H««r, PUter OUo OoenToad Voruünuat ds,
«en Noderiaadaofa sataukimdke, den 20aten
September 1809 te ValbnrR in^dderhad gebo-
ren, beiodit de boogeaebaol Ie Utrecht, waar hg
•ertt in de letteren en gvdooleerdiiatd en chama,
Toorai onder lelaUng ran MiM, in de wta- en na-
taarbnide atmkerde. Hg nam ak aergeant bq
bet BtudeDtenkoriia der ngwiUige jagen ded aan
den TiendMgaeMn VeMtodit, promorearde in
1883 op een diesertetie ,J)e fraetnonibiia eooti-
irase", ^ti% op r<Da naar IteüB en antving te Fb>-
lenee i^d benoeming tot boogleeraar aan bet
Atbenaeum te Derenter, welke beteekktng hg den
7den Nov<mber 1834 aamvaardde met «en rede-
Toertng: „De Tkjnm dootoina in pfaynea diaej-
^na rrto adhtbendh". ^ o^Mfced deo Sfeten
December 1841. Van i^n geec^iften Doemen «g
nog: ,J4ote aar Ie edeöl de rioeUnataon magné-
tique" (163S), „LeT<end)ericbt van den boogleer-
aar A. C. G. Suennam" (1841), „Orondon Aet
Meraerrtknitde, voora] ten gebnuke bij d« atei-
len- en zeeraartÉiuMlige taJ<j* Tan Jawb Swui"
(1840), „Redevoering orer de voordeelen eener
wetenadiaWelöke bwefeiwig tmi h&Ddirerten en
hinaten" (1841) en „Thtorie de téUgraffaie
1677
éJeetriqne aree la deaeriptioB d'nn Donvean téla-
grapbe, toodé aor ka aotiooa pbjraioiogiqiK* da
rMeetrieiU" (1S89), wder vde opitelkn in t^d-
Mitriften, tootiJ in de .^Algiemeetie Konat- en
LetteHwde". Ook ng bg ah atvdent agn ant-
Tooid Of) de naag „Detur auednta e^ontio
praaeipuaruin metÉMdonun iraae ad eircult qna-
draturani dtmmt" (1832) te Qraungen met goud
bekroond.
H«er, Joadnm, een ZwataerMih ataatamm,
den 25ateu Swterober 1825 te GUroa geboren,
atodeenle te Zfliódi, Setdclberg, Berl^n en Pa-
r|i(, trad 'verrdgeot in ataatodienat en werd in
1857 hndamman tu Giania, weHte betrekking
hij gedurende 18 JMen beJ[)eedde. In 1867 Terte-
geviroordigde i^ Zwitaerlaiid gedarende tevea
maanden ala gerant bg den Noord -Dn iladien
BoDd. Sedert 1857 waa hg Hd iiii den Naüoaa-
len Raad en aedert 1875 van den Doodcraad.
Hier werd bg *iee-preaident, bestuurde ia
de laken der poaterg «n dM tetegiafibie, ia
ala Boikd^eadent der pdatieke aangdegenha-
den en in 1878 bet dcMutement van Spoorwegen
en Handat. Den laten Janoaci 1879 teode hg ign
acotrt nader eo overleed den Isten Itnant daac-
aaATojgende te Glaroa.
'■ Haar-Arendskerke, een gecaetnte op
bet eüarad Zoid-Bevelaod in ZeeJüd, met een
OH«rTlakU Tan 4S78 H.A., telt (1915) 3422 in-
w<«iere. Na de vefeendging van 'e Heer-Arend»-
keriM en 'a Heer-Bendr^duaderen io 1857 wordt
»j begrened door de genteenten WoUaaptedÜk.
Qoe*, 'a Beer-AbUkeAe, Hdnkenaiand, 't Heeren-
hocÉ en Botaele. door de Hont. het Sloe en de
ScheDgen, terwgi de dpoorwegdatn hur met de
WaMieia^ genuenie AniMnniden verlHiidt. Ia
1874 werd m door iodgking naar he« N. Ter-
gfoot. De landboaw Uoeit er :^ den met zand
Termengden kèeibodeat. Tot de gemeente beboo-
ren de dorpen "e Heer-Arend^eAe, het Nieuwe-
don) en *■ Heer-HendrikAioderea en bet gehucht
WUsEèedM.
Het doip 'a Heer-Arendikeike^ een atation aan
de «poorïqa Ooea— Atiddelbarg, ligt aan den
gnMrten weg, die deae itwee phataen Tertuadt
Vroeger itond in de mègbcóil er Ttn het slot
Sehengen.
Haarbui was in het oude OennaaDadte
krggawcKn de koniddi^e Ofinieping om ondar
de wapeoea te komen, odi bet leger adf, terw^l
het mede ia den un Tan boete en oorlogabdaa-
ting gebruikt werd. OorapronM^ wuen aUa
Trge en weerbare mannen dienatolichtig; onder
Kmü den Öroolt werd ecbter <U di«Mtf^dit
Toor de aimen Terlidit. Voor de nitroering vaa
den heeiban zorgden de gewone miêri ot bnlten-
gewooe ken'bmnalorM, Ae ook da beerbaoboete
(voor bet wegUfTen aónder wettige redeo) moet-
ten i
de, een Mneevte «n de provioeie Gel-
derland, met (1915) 7148Anwaaaie en een opper-
Tlakte Tan 7784 Hj^., Ugt toaaeben de G^r-
sdie gemeenten Battém, OMebmek en E^ en
dB OreriJMleehe gemeenten Wghe en ZwoUer-
kerspel. De bodem beataat, DMt nJtiOQderJ|ag van
eeoige UeigroDden aao den Ue^ nit dUnriaal
land, dat in bet W. een hoogte Tan 85 m. be-
reikt. De bevoUdng bondt lien faeaig met laad-
D,o,l,zedb,GoOgle
boaw, tNNMDkwcekMJ, iModel (iioiit, ipek, Tleeiefa
«n ktodbiniwfjrodiietcir) «n aqTarJwid (iMpter en
Uompen). Tot de gemeente beiiooron <m doifKD
HeeMe, WapenreU, Veeten en Voehtea beiMiTeiiB
MBMt bmuten.
Het 4foq) HeHife ii adma gtkgea of h«t
tioa TU 4en tpooiwtg ioddoorn^-iHiMem,
Hsara, Imm* de, een bcketid i«d«TÜ''«Ti <^*
m, 15S4 te Qent ««bmn mid co in 1584 orei-
l«ed, WM (MÉ eie aehilder wniaMin. Hg leerde
b^ lijn nder, den bertiHHmw*r Jan tU Herre,
ea <tümft bij den edsldw fnau d« VritmU, ge-
■muihI fnm* norif. Vemlgene werlUe hu t«
FoatMueUeaD en md bet Eng^Mbe faof. In ]£59
w«i bij weer in Gent teng. Dnsr giCK hj), wur-
■dqpilgk ten ftrrolgB van löo bawel^, otm tot
het PtotestHttiame, en werd deoi Air* den 27fl(en
Morember 1568 uit de stad ytAmamn. H|) vhieht-
te «K Londen, doob keerde in 1577 oa de ?■>
sfieatte Tan Oent saw die atad terug. Waar-
aeb^Hilqk ontvtaefatte fag Qeat w«deran, attbana
ign leeilina Coral «on Mmder lertiaaU, dat h|
in 1584 te Farii* overlsed. B^ wm «en buil«ns«-
woon ootwikkud man, die Mlen der meeat M-
•diadden taa lön tenl cttder ign vnendeo tel-
de. V«t lin wötea facwnden ar aieh t« Gent
in de St. Bavo^aife en ia ixA arefaiet, t« Haaip-
toB Coort bg Londen, te £<if>eiibagen eui. Zjp
beteekcoja aM achiUer ia minder groot dan ion
beteek«aia ala <U«hter. In xm: .Sitn Hot ende
SoongaeTd der Polaien" (15m) tontt l^j li^ een
Tooilmpei d«T Tenaiamnee-poliie.
Hsenmui-ZiUldwtIk, CUmetu, vfgheer
vut, een Dniladi Kdkareitegenwoonkger, den
aaaten Awnatw 1882 te Soni^wa grtoreD, ata-
deerde te Bonn, HeidelbeTg en Benqjn in de rach-
~ Kt iweetingaraad
I tqj lid Tan het
na FtadUortCe
dood (16&1) partiikidet. Hij orcrieed den 28Bten
Haart 1908 «e Beriöo. OS aehreaf: ,J)ie «teate
Tafekuaierei Wm^mh" (I8ffi).
Haarm, AnuM Bantoon Ltiéwig, een
Dnitadt MadtaedMb^rcr, den flSaben Uetobei
1700 te Aibei^D bq Bmnen «bonn, itudeetde
te Qtttiiigen en hgde onder leidrag ran Bepi»
«D 8pttier «tb tee o^ de geaebied- en letteofam-
de. Hy reatigde w lidi TerTolgena ah firiraat-
dooeirt en OMsUe itdi bcÉend door de iii4g»Te
van betjneecbrift Tan Memmder ,J>e eDOOEaêia"
(1765). Hg weid io 1787 tot buUeDg«woon, in
1704 tot aewoon boogjeeiaar in de wgabeReerte
es in 1801 tot hoogjeeiaac inde gvadtfedenia, tot
Hointtd en Tentdgena tot „Oebeimer Jmtiitat"
benoemd. HB overleed ta GOttiiHeB den 7den
Haatit 1«2. Kee^ in 1789 waa (n Kd gewoiden
der Aeadanae Tan Watenaübappen. Z||a vooraiam-
ate werken BJa: ,Jdeen flber Politik, den T«t-
kiriir nnd den HmmM dei TOmehmaten VOlker
der altoi W^" (6 d>&. 4de drak 1824—1826),
een werk, dat beia groolen joem beiorgde; t«t-
dei: .OtaAtohte dee Stodrnma der Muaieclien
LiteistoT aeit dem WiMteraofleben d«r Wiwen-
eebalten" (17S7— ISOS, 2 dlo.), „Die Geaehicbte
der fitMten dea Atterfnme" (5de dmk 1828) en
„0«aetiidii(e dei «nropiiaidien StaatensTatenta
te ïtoaetMUg. Sedwt 1670
fioia TUI Aïgeraanligden i
uod aeinei Koloniën" (5de druk 1830). Met üktrt
logde hg ia 1819 den groDdalag thi b«t ^roote
biatorimie werk „Oeaducbte der europitacben
Staaten". Ziia .^BitilxKMAK Werken" zjja in 1821
—1820 in 15 deeien in bet licbt Tersohenen. Zyn
ToomnanMte g«eahintten werden door mr. Dorn-
uUhn in bet Nederlaadach vertaald.
ffeerem^ FrUdriek, een neef van den voorgaan-
de, een mitacb tebMkinodige, den Mden Aorua-
tut ISöa te Hamburg geboren, atudeerde te GSt-
tingen en te Pftrgt, etaebtte daart^ met i[ja
broeder te Hambiug een fabriek Tan Blcarineliaar-
aen, weid in 1831 Iwo^leenai a&n d« unimetde-
aebool (bter poljteefaitiBcbe school) te Hojukivbt
en leverde met Karmartch een bewerking van
Urt'a iJüetionar} oF arta, manutactoriea aod mi-
nee" (1648). Venkr adtreet hjj verhiJMielingea
in da' „IbUettungen" dei HBoao^cracbe Nijrer-
hesdarereenigtag en Tond een imstrttmeQt (pioa-
ooop) nit tot bepaling i
me&. Hjj overleed den 2
_. Hjj overleed den 2deD Mei 1^.
'm ■•«renberc ia «en it»^ in de Oelder-
Bobe ^emeenta B«g, Of 400 m. afstand van de
Pniaiacbe greaa gelerói *nei ongeveer 1600 in-
wonen. Hm ia een Ueine, wejinbouwde plaata
me* aansenamc wmMiogen. Het beUogrukate
gebouw M bet dot, vroegs de letel der machtige
beeien Vam de» Bergk. V«Tder treft men er het
met een toten vaiverde ataiUnne, een Roomacb-
Katholieke keik, «en Herroimde k«A en een
gaatbuia aan. In 1598 deed prine MmriU de
^aate oatmaat«lea, io 1785 weid zij door een
gMoten brand venroeat, docb weder heibovvrd.
Onder Imtiog WiUem l en WiUem II waa er
tot 1843 een BemdnaiÜMn gcnestigd.
BneraidlannMii, di w. z. onbetaalde dien-
aten, aibetd, door den oodenlaan verricht tm
b^oere van liJn beer, tao ign nieerdere die ge-
it« Iteel^ THf de o^ertteid en o<A van dea ge-
meenacbtf^^hlken krioc. waann n>ea ^^«ren en
opgeroed wo^ dagteèkenen, loowri m Eurofta
ya in Jmé, na leer oode 4nden. In Eaiooa ia
deae hHifHi'y hngram-rtifini verdwenen, komt
nog declila ïSer «n daar en dan no^ veelal apo-
n&cfa *oor; in AaiS daarentegen ia ijj toi of>
den biudisen dag in iwaog aebleveo.
In bet DöeooMi verddent het viaagttnk dea
beerewfienaten in tDaoknde de aaodaclit en wel
in de eeiate ^aata op het eiland Java. Ten tijde
van het TOfMea-beatsDi dn^ten de heeremHen-
aten iwaar op de Jannnacbe bevoftJng, dJe niet
alteen XHider vergoeding moest werken Toor den
vorat en diena facoAiekdei). maar ook voor de
igkagioaten «n de lagere beambten, alaokede ten
bëboeTe Tin weiien Tan algemeen nut ak we-
en, naiiiTgTera ent. Niet andere
Initenbeiittingen en de diensten
der berolking maakten voor «en groot deel de in-
koouten óet boofdai nat. Dit stelsel werd over-
oenomeD an nog ttxa venwaaid door d« O.-I.
Con^Mgoie, di« allen mogatijken arbeid in hee-
reodMnaten deed verriditen en daarenboven door
de lereringeD, die »j van de hoofden N'aohte, de
dieneten der ottdeidaoen jegem die hoofden i«er
venwaarde. DaendeU bépeAte de heerendien-
eten in theorie, eieeht« daarent«^n in de prac-
tijk leei ved Tan de Javanen bq den bouw van
forten, den avtleg van den giootan postweg eni.
DigilizedbyGoOglc
140
BEUEiRENDIBNSTBN — HEIBimiN'VïlElX.
Batttet Kiutft« 4e lieeKD<di«n*(eii wri bjj prodi
mtic ü; tot oiitTOMiiig kwam dËE be«hitt ecUw
lüet wceeos den konten door tui x^o bewiod,
tarwül 3e ConmiiMuiUHi-OenerMl, ^ ik te-
mit/mgen na EngriuHt OTeroaimii voor N«der-
knd, deli«ei«Di}i«Diten tMnidiiaaideneii k »lieea
ten bebo«T« tiil *ari>teDaien «o parüeulkreD zoo-
veel ONgdgk tndiUn t« bepaifceo. Het «eet
werd il« loeitMKl Toor <le beTottJng mhIw bei
beatnnr T*ageiKTaftIF(nid«a0{>W!k, nuwal tr^d
D> bfO) w«l eenige ^abtiotiag ii\ eerat b«t (e-
genwoonlige Hegceri-ngi-ReglaBetitBdiiep'h mo-
g^jkheid om den toestand «en grondige fiervor-
ming ite doea ODdergaaii, dooi 4« befiden. dat de
diensten g«weet«ldjk door den Oomeme Dr-Gene-
raal gCTegeld en IrapaRew^M venniiiderd louden
worden. Het duurde eèhtcT tot 1865 toot de eer-
ste le^^ng der beerend kosten tot stand liwam,
wa&rbg deze in al gemeene ea bg xoud
werden oadersrtMHMn en o. s. het maximuiti
beid, TMi één beeTeDd4enstq>liebttge te vorderen, op
52 «fagen per JMir (1 d«g tmi 12 anr n 7 et-
malen) geateU wend. In 1882 werden oirdertchei-
■ den diensteo algesefaaft o. a. die ten behoeve van
klandaAe ambtenaren, en het muinnim untal
dagen tui 52 <^ 42 gébraebt, daarvoor echter
TMi de heereBdtenetpUdttigeD een hoofdgeld ge-
heven TUI 1 gU. per iioolé. Bij de volgende
vQf ja*HQliMbe nenjeniogen werden nieuwe ver<
betwingen rageroeidi, bet venehil tuew^ea aJge-
nMene en 'bü^^""^'* diensten opgeheven en nauw-
keniig vaatéwtrid weikedSenrten gerorderd moch-
4en worden. Ben door den QoDVOTDenr-Qeneraal
Van Reef bereden f^BatedQfc onderaoek naar aüe
periaonlijke daensten door de xdandeie ge-
pieeteerd, liep in 1803 af en git ueUÖng tot
ftfwbaJ&Dg van een asntaJ miebruiken, venDin-
decing ran het aantal weifcen. <He in heerendJenet
moeiten verricht worden, bet invqerein eener ra-
tJoMete Mg^Dg na deo verpUchten arbeid, die
daardw» tot «en minümim gieredoeeerd werd,
vermJDderiDg van bet aantal dag^ïenstea (42) in
de meeste gewesten tot 86, 24, 21, >i tot 12 d*-
Cpei jur en eindeUik tot bet vooneoMn de
endiensteit, tegen een ver^Mogiag van h«t be.
«tMode hoofdgeld, gelcddeiök op g^ieef Java af
te tcbAffen. Bü de ordonnantw in St^l. 1S14 no.
101 ia un da* voornemen gevolg gegeven voor
de veaiidentiia Bantam, <%eribc«, Fekalottgsn,
Semarang, Remlxu)^ en de aJdedino' Erawaog
der reaidentiie Batavia en bij die ia Swl. 1915 no.
21 voor de residentiin Paeoeroeut. Kediri, Kv
dioen, Beeoeki, Soersbaja en Hadoera. In genoem-
de gewesten kannei^ behoudene wanneer znlke l^
rampen van hooger hutd, dan wd tot Ritwendiiig
van iJg<meen gevaar tüdel^ noodig mocht geadit
worden, tb&ne nog aleohts boeren dieneten ge-
vorderd worden voor beit TerroerMi van perMwen
en troepen op mancii of van hun goederen, dodi
alleen indien tegen de VMtgestdde laricvea geen
of niet üi vtddoende getale werkkrachten te be-
komen zijn. Voorts ös de QbweriKiDr-QeiwrBal
bevoegd om io büzoDdere gevallen, ak bet in het
algemeen beknf bepaald wordt geSiseht, vki de
beerendienetpli^UgéD tegeo betaling daenaten
te vorderen ten behoeve ven bet aanleggen ol
veriHcnwea van en hot («rriohlen van iware her-
EteUdsgea aan irrigatjewerken ingeval daarvoor
op MwoËlüke voorwaatdea g«en of niet io vot
doenden getale v«^e werhkradïten te veiiijfgen
In de g»we«teR Preaoget iRemntacbappen, Ban
joeau* en Eedoe zal de bedoride afachalting vu
heerendHaeten waarieèqnlqk in 1916 plaata vin-
den. Het boofc^^, dnit ak equivalent voor da
nods bet jau lS8i alcMehaKe beerend i«D eten
wordt «Steven {■« Bthitiitg in Nederlandaeh
Oost-ltiSii) ia is 1914 en 1915 opirieDW vaatge-
steid M bedragen varkereiMle tiMseben 1 gid.
en 2,90 gid.
0(* d« gemeente dien I ten werden tinda
1866 bdaogrök beperkt, wat voor de bevotkiiv
een groote verUdOiog belfiekeode.
Hetgeen bieiboven verm^ is omtrent de bee-
rendieuMes og Java en Vadoera, ^eUt niet vooi
de Vorateiilatiden en de ftartieuliere Jaodernen,
waaromtrent büzondeie be^iaèingen beetaan. Ook
in de BBitenbeoittiogeii ign dë toeataadan aa-
dere. Natu«riqk mag bet OoaveroemeDt aUeea
bewen(MenateD vorderen in de itrekeo, die onder
^ja Kditetreckeeb beatmr ataao, maar ook bier
lang niet hi alle ctnèeD. Qeen beeraHÜeniten
wopdeo gevorderd in de reaidentiea Weitenddee-
Ung va& 'BorMO, Rionw en oadaboori^eden en
Torurte en onderbowigbedeD en op de eigenlüke
Banda-eilaDden, aodHB dan iaffetal Mdks tot we-
ring van algemeeoe rankten, Am wel tot afyM-
" - ' en gevaar ittjdelök noodig mocht
. . iMer werd de wak voor de ove-
rige landatieken geweatelvk geregeld. Het maxi-
mnm dagdjotalen varieert tbana in de veTiehH-
lende gewesten tnueben 26 en 52. Over bat al-
gemeen ivn de heerendienateo in de Boitenbe-
■ittinMn twaar, vo<val wegens de groole aifftao-
den. De Jwerendieiistpftchtaf^ieéd óriit w door-
gaans oo den perao«Hi; alle tot w«iken «eadiikle
manoelvke ingMeteMA iDn iogederid. De dien-
«l«n bepalen licb doorgaans tot bet onderttowl
van wegen, bnwgen en doikers, aom^idi ook vaa
waterw^eo, djfken en waterMdtogen, en verder
lot het traoapoft van dienaren en goederen van
den Staat Voor andere openbare werken bnaDen
bg gebrek aan Trijwittige arbeaden beertDdien-
eten worden gevotderd; ■AoA aleebts na maebti-
ging vao den Qouveroeur-Generaal en tegen een
telkens (e bepalen loon. Voor de tegenwomdSve
regeling verwöien wji naar den Regeeriogsd-
maoak voor Nededandecb-tlndie 191S, dl. 1 Us.
157—166.
Ba«n&we«n is een viek in FrieelaiM}, deeU
de gemeente Sciialeiiaiid^ deels in de gemeen-
ten EiKirirden en HaAHteid gvtagen met <»-
geveer 6000 inwoaen. In de laatste gemceota
Rgt Nödiasfce, dat geograüsdi tot Seeteoveen
behoort, administratief eebter r - •--' —^
dorp nitmaakt. De plaats Ügt aan de spoorweg
Leeuwuden — Uepipet en is door atoomtramljjseD
met Sneek en Drachten verbonden. Oors(»tiïike-
"": was de veenderij de hoofdbron van beataaii,
ins xqa bet handel, nqverbeid en Bcheepvaut.
erenveen i« de leteJ van een artoodiaaedients-
rechtbank, beiit een hoogere bargeiwbool met
vijfjarigen enrana, de gemecDl^Mnzen vhi Aeng-
wtHen en Seboterland en een aantal kerkge-
bouwen. De (^ikoinst van iHeerenveen da^eekeot
uit den t|)d na keiier Karel V, toen de beeren
D,o,l,zedb,GoOgle
mr.THTtBwviiaaM — ^BEEffi£BN8.
PüUr van Dekama, Knik en Foitt' ó»k Teen-
^roodeD MokoetAea en met de <»it^itDÜig een
aaoTMW auMkten. De phaAt nam seer in Uoei
tM, nadat prioMS Alberlint Agnes bet hD<lgoed
Oniojewonii bg Heeren*een aangti^ faad, mar
da Fri««e)ie BtadbonderB <}oorgaADs «ka z(»nets
vertoefden, (teder kouiiig Lodev^k wend Heeren-
veea de booMplaata na een der drie Fneeche
kmtrUeren en onder Sapoleom van een der arron-
diiHaienton. In 1422 weid de ipkn^a dimter te-
MD de SpanJMTden Terdedigd. » 1472 had io
luar nabijheid een berig geftebt tegen de Mun-
stenriien plaaia.
HMrM, /on ^rrut, den SOstan Mei 1d58 U
Zatdbom i^ebmreft, sfodeerde ia de leehten en let-
teren te Oronio^n, pHnnareerde ia 1885 aan de
boogeediool «Mmt eerst tot dontor in de redits-
wateneduf) op «en prodednitt, g^üttid: ..De wq-
sigliigen in den receernpTCm f&n Stad en'
Lm* in 1748 en 1749" en lef^de het Telend
Jaar bet eaadMMtseumen in de NedeTiandecbe
letteren ^. Hg wm Tm 1888 tot 1897 ambtenaar
aan bet Algeüeefi I^kearrfiief. ]aat»teliik feedeit
1694) ad^noet-arelwfarje, no 1897 lot 1900 hoof;-
leeraar in de (teKbiedenM -na NederkndM^i-lD-
d» aan de lodiMfae Iiwteltia^ te Dedft, die in
la*titf!erweiiid jaar werd ««geheTen, en is teiai
1902 boo^eéiMir ttn de hoog«Mhool f« Leiden.
Zgn loontaaoMte geMhrillen zö^i' ..J- K. J. de
Jon^, De opkomst ran fiet Neder^sndeohe i^eE&i;
in Ocnt-Indifl. TetzacneliDe Ten onaètgf^^TeD
atDUten oU bet oiiM<éaoi«u Mcbief. 2de reeW
(1895), .J>ifili-ieeMer (tehonden rul CMtcd Ba.
UnêT (dee) I. 1024—1629. 1896), .üeeft Neder.
land de Kaap TeAodrtf' 0898). „Abel Jwoeioan
TaMQMi'e Joonwl ol Me diaemerjr of Vso Die-
mena land awt New Zealaod in 1642, wht4t do-
oiMnente lebtimf te li!a «ipicmtion of AartimHa
hl 1644" (1896), ^t «anded der Nederdandera
in de onUekU« tu AtntnOIS. 1606— 17«.V*
fNederikodeciie en Bneeisehe t«*st, 1899),
..Baveh AHaidlfa map of InEa (tbe ^a.rt deSmea-
ting-Anetralie) w<th nofrae" fBemaritable oiwh of
fte IVÜj, XTHh and IVnöi oei>t«ries" (Sop-
pfemefU to: n. m. 1899), ..Bekuie en nünder-
vaardicbeid" (InaucniTeeïe rede. 1902), .De Oost-
IndfMhe Coiopa«rae, Ter heriimeriiw" (1902).
Sedert 1913 is Mr. Reeres alRVvaaTdigde tsd tiet
dMtrtet Leiden k de Tweede ICamer, wmt bij
rieh aaof^eeloteii beeft Vj de üitie-libeialen.
Se«rr«iradeii iwónd« men <fc uttmatimr
Toor den oorlöff, die de ileenniHi ooraprtmkeKfk
rmi sQn kenbeer tmbnne en door lijn oproJtrér
terofM<M^Ten moeet worden; onk bet f^etiAvsA
TM den leenman aan i^jn beer, w«aneer h^ een
teen ontTine', droet? dien naam.
H«er-Bnromiard is een ^remeente in
Nooid-HoNand. die faet gMotete deet ran den
poMer Heer-HngowaArd berait en infceslnten wordt
door * fnaieenten Harenkrarspel, OudfrNiiedorp,
HoofTWoad. Opcoeer. OlMkin. Henobrodi, Urwnn.
Oterleefc. OwImt). 9t. PtmOFM. Broek-op Lance-
d|jk. ZoMMianroade, Noordoebarwoode en Ood-
kwapel. ZQ beehat een oppendakte ran 3708
H.A. en teU (1915) 3861 iDwoneiv. In 1»54 werd
Teenbnhen, Ttoefjer een afsmiderlijke gementte.
met haar Tereeni^. De boden, die n!t innaai
land, Uu en luxeen bestaat, wordt hoofdzafce-
14J
l^kal» weide gffbraiki. De boeechen «
TeMen kTer«n bnmdeto!. Behalre oe ooipen
Heei-Hugowaftrd en VeenJniiaen. bevat de ge-
meente het gefaucht Groote-Bas en een deel vao
het gehiH^t BaUedraaien.
Van een dorp H«er-Hiigowaard kan men eerst
os de stjchtb^ tsd de B.-KalboUeie kerk io 1867
Skfelieii. Het dorp bezit een Ira&i gemeeDtebuif.
et ligt aan de spoorwegen Den Heider — Alk-
maar en Alkmaar — Hoorn.
HBsrlnv, Pieter, ia 18S8 te Ënkbuizen ge-
boren, stQdeerde in de theologie aan de hooge-
school te Leiden en werd in 1862 beroepen tot
predikaat bij de Noderlandsch Hervoinxk ierk
te SteenwvkerwoJd, Tertrok Jn 1868 aU predi-
kant naar Nedier}aadech-Iad£e en was als «n-
danig eerst te Cheribon, daarna te Paeoeroean
frrriniinm In 1 88 1 n^ Nederla nd tenuge-
keerd, werd hQ in 13S3 beroepen tot pred)«aDt
bg' de RraMMMtrantflcbe gemeenle te Meppel en
ia sedert 1887 als zoodanig werkMsm te 'a-Ora-
venhsse. Z^n Toorcaamete geseh rillen lüni
.,ChwyBet«be Tertdlii«en" (1883; 3de druk
1893), ,J>e school met den bitt«I". Toesfiia^
(1884), „lodasche sdtetsm" (1886; 2de diuk
1897), ,J)e imMienst «os lierenaKtdil" (lotreere.
de, 1887), „De hmm der toetorast. Rede, gebon-
den ter celegeobeid van. bet oTerüiden veo ZM,
Willem III" (1890), ,Jfi«t ontUndeD maar ver-
T-nUan. Rede naar a&nleidiiing van Jhr. Rochua-
aen's gescbrift ,/Siriaten of modern" (1891).
„Kort, tetena laatst wederwoord aan Jbr. Ró-
fttaeaa/' (1891), „Onae bedendaagsebe leotnur.
Bede" (1901), ,Jfa <reertig}Mige sfflbtanrnil-
liog" (1902).
Haerkans, Oerard Ifieoloos, em gsteeaheer
en Utönseb drtjiter, in Joü 1729 nabg de stad
Qroningen geboren, den Sslsn Aognsms 1801
aldaar «rerhdem. Nadat hü achtveenvidKeiw M
Groiwn^n, Lei*n, Par^s en RhtamB gestodeerf
had. pMtDOTeerde hy tn faatstgeooeiDde slad
me^ oe kap, deed onderedieiden m*ei» door
DnilMUand, Frankrijk. Zwiiteeriaad en It^B, en
wijdde zich daarna aan de stotEe der letteren
zonder zich Teel cm de gebraiken der samen-
loring 1« bekonmeren. Van qjn geeehnften noe-
men wü; ,X>o TalehiddDe bteratomm" (Sdedmk
1790). „De oRieio tnedSd" (1752). ..Satyrae"
(1758), .Jfcet Vewetom" (1760), „KaÜoorom Jiber
BBDS" (2de dmk 1798), .J^'otdbilia'" (2 dta„
]76.'j_i770)l, .Joones" (1787). .J^tps Frisicae"
(1787) en „BpigTanmnta p^ysiea" (1788).
Heerkena, Joon Nieolaos-Joëef, een beoefe-
naar der Ned^rfssdeebe geachnedenifi. den 22et«n
JnU 1807 te ZwoUe geboren, promoreerde in
1880 op een diesertatje „Otw de Prwinoiak
Staten en bet aandeel, dat aao hen vo^na de
toeranaüge (ïrondwet in het staatsbestnnr toe-
komt", en Tcstiede zieh êia adTOrsat te ZwoUe,
waar bö in 1838 tot proourenr benoemd werd.
Na de imoeiriiM( der retJiterlijke organiMiHe
werd bjj in 1839 kant.(Hti«i;h(er atdaar. en in
1859 Tsadebeer dn bet ProTvneiaal Oere<!t)tshof
Tsn Oreriiael. Hij wat Tan 1846 tot kort Toot -
z$n OTeTlqden lid der Prorinmle Staten van
Overvsel, rerder wae bq o. m. Ud van het
béatnar der Overnselscbe kanaliiestiemaatsohan
PÜ. terwijl hiS Ln 1848 aJs ■" ' "^
^ dS^
DigilizedbyGoOglC
142
bek EuDct <l«r Steten-Oatcrul d«el Mn
aan bet werk éei giODdir«Mierii«inn^. El) <Mk-
d«noeht de brtHtDen tooi de g«*efaJ«deiuB ran
CMS Imd, inaftndeièfwj dM tm Oieq^Ml. T«i-
Tj)k« ehuicn tieett h|j nagcgnsn «u een moügte
unteekeolngMt geKinvrea en genogMhikt, wel-
k« licfa thüa benndeD in het Mtiiiel mn de
Veiwu^ag tot beoefening tm OrerqiselMh
redit en ireaehMenia, tw welke
modMfiTiaiter was.
. Heerkm» a««rleed, Toonkt
bniik had kunnen mikeo, den 21>ten
HA«rlm, MO gMneente in de pTOrrneie lim-
bnrff. nwt een cf^rrU^te Ttn 8300 H^.
(1916) 18832 iAwoneras «mdt ingeiloten door
ds (Mnoenten Amstenrade, Bnmeem, Ubsefa-
oTCT-WonDB, Ntenwenbaeeo, Sebau/beiv, Kerk
rade, akapthtUt, Toerendaat en HoeiwcinMk. In
bet Z.0. raakt zjj op een enftel pimt de Prui-
titet» gMueeote Horback. De bodem, die v'A
UnAniigsehe Ue» begtMt, benU sUm- en brnio-
kóoI. Landboair, handd en DiJT«rbeid (Ubrie'
ken, hootna^moleDB. bieAromrarjjen, kei4aoi«-
ryen, een boeUrokkerg, ir«Teiü, tonwihgerg
eni.) en in den joogaten tgd ook myribraw tQn
de bool^DtdMNi «ao beataaa. Br Iwgen in de
genteenle <We st«enk»oknqnen: de Oran^Na*-
aan I en m en de StaKtno^B Emma. Door dien
mQitbovw nam ét berdking ran 1907 tot I«16
toe TM 9138 tot 18 832. wiarTN aa^ereer
12 000 jn het möiibedii}! bno bMtaan vMiden.
Einde 19IS mien gdbouwd door d« mjjneo
1105 aibefden- en H7 bflambt«Q*oain(^n, ter-
wgl er SIS aibddereironuigen in asobouw wa-
ren. Parlimliere, meeat OÖBfwratieve bouwver-
«entgen beMten toen 508 aibeidenwoDinsen.
De Staatamijn Smma leverde in 1915; 883 156
tott, ter MuA) tmi S 125 296 gU. De «{«agente
iMd in 1899 8 sebolen, nu, in 1916 2 H.-Katbo-
Keke mtgeDMebolen, 6 openbare aeiio1«a, 6 R.-
Eatfaolicke meisjeaBeboien. 1 Cbriatrigke^bool
B.-KatboU<k« Hmgere Brngerwhoci, een
.__ ambaditMtool __ ___
I. De mneeate bent bet tM 'Beerleit,
de dbrpen Heerieriwide en Wetten en Teracfail-
Iwde bdortea en gttmetMn.
Het tlek Heerlen ra de letel van «en fanton-
eereAl; beiit «en R.-Katbo]i«ke kerk, «en R.-
Eatboliieke kipel op de begraalpiaata, een Her-
vormde keik, een «^nago^ en een klooster der
Franeaakaneaaen en teM bgim 4000 inw<»ier8. De
plaati 11 wer ond, aooale nit opgrwringen Tan
lalrgke Toorweioen na Romeinainea oortpnmg
UglÈt. Waaradiqatjik stond bier eenoiaai bet
CorjaraBmn, wawtai de T«bti]& Pent«iangiMi»,
' ~ 'i Anbmiiuf ReiebeacbrQTinft cowagen.
s PranUadi graS met Tele oodbecKn werd
oMlen. In 11 14 wordt er tooi bei eerst in
«ebte stukken meVfing Tan getnaakt. Hen treft
ST DO^ oveibljjfBelen Tan een ond kut«el ma,
dat nrt de lËdd^eenwen «icacDBtJg ie. Van de
in Znid-LicnbaTff bermjite bende nier Bolrken-
■ijdera had Heeiten Jn de 18de wuw ook veel te
Iqden en in 1722 en volgende jaren werden er
in Heerles niet minder dso 293 opgcJMngen.
Tegenwoordig tr^t, evenalB edieel Z. Limburg,
ook Heerlen meer eo meer beaotk^rg, dank lij
^ edtooné naÈunr. Nog meer is liet {^aatsje
tot bloM éekomen door bat espkdteeren dar
ateei^olen m ion nabgheid.
Zie Reehlen, Heet'
telijke liederen, den Uden October 1585 b
den in SilesiB gebwen, beaodit onderaeheiden
boweseboten en w«id ia 1612 godadienatleeratf
te ESben in bet Toittendom Oiona. In 1684
door den oorlog veriMgd, orerleed nij den 2Talen
Febraari 1647 te laaaa. Zon 62 liederen iQn bg
lieriialing, bet bKtat ia Ia56, «ilgegaren. Som-
ndffe Tin de>e bebooren in Düteehland nog al-
tQd tot de kedgenngen.
He«nnuui, ^ugo, een Dnitadi Tjoliat, d«n
Sden Haart 1844 te Hülbi>i»iD geboren, «ai 1«m.
ling van Meerli, De Binot en félU aaofaet eour
servatorjwn te Brnüd an atodeerde daarna nog
te Parqs. Na votbratèten itDdietöd ondernam
bq eoncMtreiien, tot h^ in 1865 ooDeertmeeiter
werd te FrankbKt; ^anal de oprichting van bet
eofwerTBtodnm tan Hoeh waa hg daar wA
TiooDeoanr en Terder ieider van bet bekende
BMTfiunM-kwartet (met Banermaitn, Sarel-Ko-
ning en Bugo Beeleer). In 1804 nam bq ootalag
ala coneefTatewinm-l eeraar, en riebtte een «gen
Tiootaehool op. In 1907 ging bg naar Chieago,
in 1910 iMH Berlifn en te 1911 naar QenAre.
Hq bewerkte «en oitgavemtDe Biriot't vinol-
frebooJ (1896).
H««rw«ff Doetnt men io bet algeokeen de
(•roote wegen, die bdangr^jke plaateen Teibin-
den. Zuloe wegen werden door 4e Romanen ann-
gelegd ten bwaev« van bet kr^gavolk ot beer;
Anrran ie de naam aflromotig.
Hennoh, een g«awente in de prorinne Noond-
BrabBDt, 2511 HjV. gntot, met (1915) 2616 so-
wonen, bestaat nit twee afK»d»r^ke (tukken.
Het hoot4o:edeelte Kgt tondien Os, NiMekode,
Dinter, Heeawjfk, Nfdand en Oefteo, het tweede
doEl, een uithoek van VhAd. wordt door Baea-
wgk, Nnhod en Bdiknm ingesloten. De bodem
beetant ntt .atodL De bereiking boodt üA met
dorp Heeaeh, it bonrten Vsatd en Vfgst en het
gebiicbt Looabnmk.
Het dorp Heeadi hgt aaii den grooten weg
TM) 's Hertogenboadi naar Onrre en as» dé
ttoomtramljja Oe—Teehel. Er Ie een R.-Eatbo-
lieke kerk.
HsMOblintd (raucêdof i» een liekelgke toe-
ttand van de stembuviea. waubi| deie dedili
seboire^ Kapeknde of {kepende klanken laten
booren. Dete laaitete — de piepende klanken —
ontstaan door een leraMinng der stemapleet.
De ooruak der heesebb^ tigt eewoonl^ in een
eatanh nn de dnawlMaai vnn bet rtrottenbootd,
TooiaJ van die MT «tM^WiDden, waardoor deie
lidi in den kedapiegel geswolten en rood ver-
toonen. Sledtta leMen ie er veijamming, T«a^
afftf^ng of Temietjgang der etembandeni Dde
eatarib ia meeeteJ een gevolg van verkondbeid,
doefa kan ook «raetiger ooratken hebben, bgr.
iweren in de keel van dLpbtberiatAen of taber-
enknxen aard. Ook poliepen in de keel kunnen
SMileiding ta>t beeschbeid geven of nerTeoie
stoorndseen ali hj«terie. De bcAind^'ng legeH
sidi na^ de oonük.
D,o,l,zedb,GoOgle
H««Bter (tntte*) of itntik k de
xiebttwu bloeiende gevaaeeii, wier bcntiBe atani,
vmÓK MODWriMlgke ootwikke&DK <i«r oootdM,
leeda dicht boren den groad rertaki ia. Qewoon-
1^ ie hjj ai«t booj^r dan 5 m. Hen ^ao tuIi
«fi kiinatïnKt^ wqse een boom tot een heester
en e«n beecter tot «en Ueinea boom Temnnen,
terw^ men in koude gewerten ds boomen der
beete en ftmttMe hi<£tstr<ken tot beesten zi<t
mknmoea. — Ben htifheaUr (êutfrulex) ia «en
pluit, «iei ondente t^Ata Imatif jdj^ Ak
Tootbeeldan mttoKa «ij de mlie if&iMa offiei-
nalit) en de lavendel (Lavauduh Sftea).
B««B Tan B*rt[«l, Jou» IgmOiMt m
Nederiiodedi redttageleeide, den 20tten .
1806 géyiiea, atadeerde te 'fl-Onvenluge,
ded «en den TiendeagacÉwn Vekttoebt en kre^
de UUttaire WiUemMide. In 18S6 werd hq enb-
'BÜtmtt-offieieT len Jvvtitie te Ameretooit, ia
1838 dSoier ven JnslitM te ütrecM en m 1840
dÜk^ranl na B^ftdMKt, 'terwgt bq teveni Kd wm
tMi de Pforii&nak Staten v»n Ziüd-EoUutd.
H4 «Terieed (e 'o-GtatenhHv den Uden Jirii
1864. H$ «ehred «.«.: .^duoonde beaotwoot-
«Kngr dei piijmaag orer bet atebel der gemeen-
ten in bet mafeebw VhundeKD, ■toMcbio-
TCD ckxv de SoninUi^ Academie van Weten-
Kbappen en Inuüe Letteno te BiwmI" ([835),
tKDt den ianM kt Ned<
Ung tot bet «kubq 'nrhauAMe 4eD Mnoien det
is- en «ilgB«Dde rediten" (1S98) en „Proeve -mt
een ootweip -na «en nioaw NedMbmdeeh wet-
boek Tan «tomtretiit Toor bet krögnolk bier te
iaode" (3de dnik 1864).
Hsetolaohtmaolilna i* een werktuig wut-
at dftfflfdciHignhicht wordt , gebengd loor het
been en weer beir^D v&u den migei in den ej-
ündei. Door Teriutting der hidrt «tggt ban
Bpanning en ia ie in etattt, den luiger f ooiwaarti
te dtijren. Bjj den terng-
ga&Dden slag wordt oe
143
ootdeUiiig op beeteidead door on* Wetiioek van
Stiahoidwing (6de afderiing) omMhioren. Hat
begiio M oooi op litiaöt, noch looale het daar
is gdonDnieeid, eibeni b^nned; in elk geval
is de wftkWk* omwunnng namei dan «at
men in bet degel^sdi Jeren onder ootdekking
op beeterdaad veiataat. Bq ontdeUóo^ na een
miadrnl op beeterdaad ia T«eM de bewyalcfrering
gemtiikelgker en ie de beroegdbeid van de Joa-
titie «n politie b^ bel ondersoek der uak gioo-
ter dan wioueer bet feit niet op heoterdud ii
«td^. De wet Mgt. dat ingerai tui ontdek-
king op beeterdaad de dienaren der justitie ea
eitme, bdeet fnet bet opiporen der strafbars
iten, verplMit ^jn, om onsMddellök sliet aan
te wenden, wat dienitig kan ign, iu«t aUeen om
bet feit tot 'kkaibeid te brengen, maar ook om
den dttder in iMndieti te krijgen. Elk dienau der
openbare loacht tol, en een jegel^ mag iir dat
Mval den TeidacÈte aanbonden en Toor den 0(-
Ëder van Justitie of een der ia de wet al* twlp-
i^ideren aangeweien anMenaren brengen. De
magifltnaat rtn bet O. H. kan in xolk een gtmU
kiaditiger ea sneüer baaéelen, dan aodera; tom-
loopig T«iboor»n tbo Teidaditen en getwgen,
^aataopnanHg {deaeenU tw U lieu), ondenocfc
door dédtandigeD, ktbeabgoeming van goederen,
wapens, méMégat en pafkieren, hna«»>éJring «n
aanbooding nm verdacMea — al deie manti*-
mitn kannen gcmakke^jker, met minder formali-
teiten «1 met meer ^med worden toegepast, dan
boiten bet geral van dilit Hagranl ~- ontdek-
king op beeterdaad.
Hen lie hierater toarta de nrtt. 39 — 55 van
bet Wetboek van Strahoidering en «erder Q.
St'mofia, Beknopte bÊnAMmg tot bet Wetboek
y»i StrafrordMÜig (Hnwiem).
BanMHmi ia een coo weinig mogelqk bnigaa-
me aUaf, die oen een nate as kan draaien. Mee•^
al werken op een heftiaom, behahe de weerstand
akekmüil. imda
ok duH en dnsd
gesnger
wonU. De becai- m wte^
gaande «wgeibewegiiig
wnrdt oTengebradvk op
een rondifaweade sa.
sertelnArtttudiJD
Aai decbufoor boel Hei-
se «ermc^en» ganankit, ^W»
dfa wd toegeqpast wonlUi ^m^
tn laboratoria, <m Ktbt
1. H^boom.
H«*tenlMUt. Ont-
dekking op beetendiM]
(in flagrmfi) beeft
Idaate, wanneer een miadrnl «f aader stnl- 1 in bet stennpont twee krsditMk, die men met da
»-. . *^ j »i fcj — 1 — 1 IL j i_ „ l„j ^ jj^^^ Mndaidt. Onder befbooma-
baar te»^ terwj^ bet gepleegd wordt, of ter-
stond nadat faet is geplMga, ootdekt wordt,
of wanneer i«nurad terstond daarna ais dader
door bet openbaar genidrt wordt Teiwolgd, «f
iS bem goederen, w^»enen, wenktuïgen of pa-
PMTen wolden genutden, we&e s*n£^den, dal
iMJ dader at med^liefatig is. Aldna wordt de
armen Terstaal man de iootHgnen njt bet a
pnnt nee^elaten op de cichtuigen tb» boven
noemde kraditen. De aangrgpingeptiDten thi
>e kradkten beatcn kat- en nuditpnnt. It bet
atent^mnt tnssohen beide pnvlea Inregen, d«i
beeft men «en bdboMn tbd da eerste sooit. lig-
boTeoge-
DigilizedbyGoOglC
gen böda p)»t«it hlq dciadMeD kant tbb bet
punt, <hm ^VMkt atea -ma Mn b«A —
» tweede taart. Zjfn bij «en faelbooci de
MDonnt, <hm ^VMkt atea i
a « tweede eotut. Zj>a bij
11 eren groot, dua i
eelgk ivn, wtj «r ersnwiüM nja. Bg ongelö^Ar-
wonkn om gnoote katon met Uuaei» bacMen
op Ie heffen. De weg, manmw de giootece kst
Twpl— tul «onK, nl echter Uemei' tga dui di«
Tu de macht. TooAeelóen tab oiig^)kvmig«
0Q
Fig. 4. .^Aoom.
hefboonta (Cig. 2) ^ja: Mharea, tuigeB,
kwToel. De htAtste ie een gewMM üiucn'
■teat, maimede «eo weibiMii «eo iwaar
TCQTwei^ o«Br «en ütètm abbtod kra nr-
skateen. De onater (Eg. 8) ia ook ee» hef-
Doom na geKMeode mM. Hg vovdt ge-
bruikt om *eiMfaiika«ls Tooiwetpen ntet
betoeljde gBiMA 1» wegen, «kt men dan
. p^
Fig. 3. Heiboom.
teie kracht moet dus aan den kleineren hefbooms-
aim weiken. Het product T«n kiacbt en heübooins-
arm wordt wel 'het slatigeh moment tan die kracht
ten opudilcTanfiet stennpunt eenoemd. Werken
nu meerdere krachten op een liefboom, dan moet fojj
CTeowiehtetoealand de som van de statdadie mo-
menten Tbn de krachten, die rechte van het
BteoDpont werken gelijk x^ aan de •(»& der mo-
menten, die linke ouirran aanKrgpen. Buiten be-
•choawlng is dan g«diawden fict gewieht van
den hetböom. Uoet men dit eobter in r^ening
brengen, dan neemt men va het iwaartepont een
T«rtïail geridite kracht aan, die geluk is aan
het gewi<£t Tan den beiboom. in fig. 1 ia A het
«teanpnnt. o en a macht- en bstpuot. Daar de
beide fciadilen P ta Q vertikaal werken, lön '^
en W de beide hefboomeanDen. Daar ha = htt,
meeten f en Q eten groot lijo. Wordt de hef-
boom door Q* ol O" in evenwii^ gehouden, dan
moet P X Ao = O* X Ai of PXfca = O" X
JW lijn. In lig. 2. waar een ongel^armige bethoom
_._,... _ .„.,... ,„ -n. daar Aa' =
n kan gebraikt
Pig. 6. Hefboom.
over den kogen befbocmearm TerachuTen kan.
Het g«witht vu P U dao gdfijk aan Q X ^ In
tig. 4 ie een «enumi^ hefboom akebeeld, '
Tan \ het ateoofmU n. WiUoi de kraditen
DigilizedbyGoOglC
EËE'BOOH— HEFNTS.KAARS.
1«
Q X kifign. Bet ifuiMM mne», dat kneU cd
laat twsDgütelil moeten wufcen. De lieibooiii is
loet utijd een TMhte Maai, mur kna txA een
gebogen Toim hebben, lig. 5 en 6 geren hierraQ
«en KorbeeM. Wei4c«n macht en last TertieaaJ
{lig. 6), dan it <bg eTranriebtstoeetMxl P X A t =^
Q X hf; ««Aoi beide in- «chaise nehting, dan
moet P X ki' ^ Q Xkiiaja; Aienjkf ataan
loodMcèt op 4e richtioK dei kiaebten. De enen-
wMihtaTocwwaude tan Mfboamen is reeifa door
Arelmiudm (2e7~S]e t. iCIu.) gerondea.
w^nu>»»i.j.ii.wji|.),r {ÜB Sieetriadts leka-
kelaarë) (Uoit om onmiddell^ aa bet Ter-
braken «enei •troooketen een anderen ia ahiMen.
beeft 9«ti«tt«B, énkt men m in bet tweede atel.
Zgn aan de nMnea de {wien nu de eJeetriccbe
•troombrOD ■raortdwend verixHiden, en ie op elk
der atetlcD m««n een Tcrttniikatoettel aanèwto-
t«D, dM ui door het imaetten van de hetboom-
omadiakebar d« atroom aaa bet eente Terbruilu-
toeatd onttraUen worden, en op het tweede
wopden oreimtoufat.
Hefele, Karl Joteph von, een Duitaeè theo-
loog, den ÏSéea Maart 1600 te Unterkoefaen
geboren, waa vö6r bet aamaarden fan ign bie-
Mbofpdijk Aflibt te Rotteobnr^ (1^9) hoogleer-
aar lA de knJcgesefaiedenie bg de R.-KathoUeke
taenUeit te Totungen. Zgn bocMwerk j«: „Ooor
eHHDgeaduebte" ted 16» tot 1874
7 deeleD, Haramreiher leverde bet
deel (1887—1600); en tweede dnk tm deri 1—4
welker leverde bet Sete en Me
t Tan 1878 t«t 1879, terwijl Knöpller,
(ieel 5 en 6 t« 1666—1660 opDJeaw bew«rkte.
Bet ia in bet Fnmdi en eedeeUdijk tn bet En-
gekcb veitaakt. Vele «ateMMt leverde hg in bet
,£irdKn4eukoa" te FrtibiiiK uitkonieiMie. In
1669 begal hg tioh naai bet bet CoaoUi« te Ro-
me, waar hj} tot de hooMlódert der oppoirtie
behoorde. Kiacfatig bestreed hg bet do^a der
ptDseljjke onfeilbakrbewt. Groot tipzien bnarden
iga g^cAriften: ,3onoriin oud dae aeehste aÜ-
gemeMke Concdl" (1870) en J^toaa HodonI pa-
Se" (1870). Met de roeeete hiMchoppetk der min-
rhcM onderteeÉende hg bet firoteit tegen de
^koodigiog <na bet nieuwe dogma en lieerde
tanig naar ««n biedom. Het beett tot Maart 1671
gemnrd nmdat hjj ^A aaa de beriuiten van
bet Oomilie wiÜe Mtdeinreifteit. Van jM overige
geaehrüten noemen wg nog: „Die ESufOhniDg
des C!bri«te&hime im eódweitlieiten DeatschUnd"
n8S7>, „Kardiad Ximenea nad die IdrcbtidKn
ZnMiDde Spavena bid EMe des 15 Jdirbun-
derte" (Sde dunk 1651) en ,3aitr«Be mr Kircben-
geschiehte, Ai^iK^ngie vnd LMmgik" (1864—
1866, 2 iHn.). Ook beett bg een oiteiTe beiwwd
van de werken der Apóetoüecbe Vaders (4de
dmk 1855) van bet ..Bieviloquinin van den H.
BoMveottim" (3de 'kuk 1861) en van Chrytiato-
mua („CluTeovtotnnqMetiHe", 3de drak 1867).
Hg overfeed den Sden Jvni 1893,
Betflor liisaiut. Zie OwlogÈmngÜttloê-
Hefttir, Auffuat Wükelm, een Dnitob
redit^leerde. é^ SOaten iipiü 1796 te Sebwei-
siti in Eear-Sil*en geboren, stodeerde te IjÖb-
Mg, Teslagde aieb te Beriga en went in 1820
IX.
•MeaaoT bij het Hof van Appel te Eealen. Diai-
na wAid hg „Liodgenditarath" te DOsseldorl en
Hod lün „AtiMDMÓecbe OeridueverlMmng"
(1822) in bet üebt, waan» hij tot hoogieeioar
benoeind werd te Bonn, waai reeds vroeger de
recbtsgeleerde faculteit hem den doctorsrang had
loegekeod. Eg vrai difaar 7, te H«Ue 2 jaar
wenMMn en vertrok in 1882 naar Berlgik, wa&r
hÜ den 5den Janoari 1680 overleed. Van ign ge-
«cbriften oocokd wij: „InsÜtnüoDea dfs rOmi-
seben und dentadien (^ViüproMsaea" (8ate drak
I88S), „Lehrbneb dee Bemeinen dentHcfaen Btraf-
recfatt" (Ode dnk 1667), „Die Soaderreehte der
Boaverloen md medutMierteo H&user Dentaeh-
l&odi" (1671), „Oaii inatiinttonnni cotnmentarii
IV" (1640), en het toenma^ aitnaaende leer-
boek „Da* Emwiied» VAkeriwht" ^Berlfin
1644, daarna beVlHald^k berdnAt). .
BeflteT, Uoritt WüMm, een broeder vaa den
voorgaande, den 7den Oetober 1792 te Sehirei-
niti bij Tor^an geboren, waa eerst laeraaf aui
bet gjaaaeMxu te Torgao, toen prorector oafi
dat te Brandenbow en werd hier in 1889 tot pto-
lesaoi benoemd. Hg overked pj den Saten Jidi
1878. Van ziJD geschriften noemen wjj: „Die
QOIitenlÜDrte «af Rbodoe" (1837-1683, 8 atkn.),
„Geaehtdtte der Stadt Brandeoborg" (1640),
„Der Weitkampl der DentMd)ea and Stawen"
(1847), „Die Religlon der OToeohen and RflOMr"
(2d« dnik 1848), „Geecfaiohte dea SkialeN Lefa-
iun" (1851) en „Qescbiehte der lateiniwsbea Spra-
che" {1862; auf^lement, 1855).
HWtli«r-Alt*iWOk, Jaeob Hemritk, een
Duitaeh eehrnver ovet kmtat, den 90gten Mei
1S11 te AwdiatfenbuiR geboren. H^ «ehreel:
„Tracfatea d«( diriaiKdien Hittelatters nacb
Wü'i), welke beide werken geiameniijk opnieuw
zijn mtgegeven onder den titel ,.TracMen, Kunat-
werke vrA Oerittaehaften vom frftben HiUeWler
bU snm Bnde dea 18 hMMadvria" (10 dln.),
„Die Buig Tannenberg and Üire AntgrabaDgeo"
(met r. W. WoU, 1850), ^^MW BiiigtoaiersTor-
nieibncb" (1B64— 1866), „Eiaenwetfce oder Orna-
mente der SdmrfedekuiMt dea IMittelattcrs vod
der Renaiasanoe" (1861—1870), „Bntwflrfe dent-
Echer Meiiter [flr PraditausrDitungen frsni, EO-
nige" (1865). „Die Kanstkammer de* Flirtten
Karl Anton von HohenioUem" (1866-1873, 8
dl.). „Ornsmente der Hokekulptur von 1450 bia
1820 aui dem barr. 'National-moeeum" (1881),
' mwen deirtseber Meister des 16.
(1^), ,.Dentsd>e Gokteehmiede-
vrerke des 16. Jahrhimderte" (1690), „Waffen"
(1003) en i^jfdieMcrinnenngen" (1609). Hg over-
leed den 19den Mei 1903 te München.
EaCnu-Kaara it de meest gebmikdüke
eendtrid van KcbtaterUe, en ie ingevoerd door
von RdtttT-Alteneek. Qet is de lientateikle nit-
aeetaaitJamp {tne de fig.]
met amjiaeetaat, ^ n
omlioa^ ttijgt en verbrandt. Men
slelt de vlamluMigte in vf precies 40 mm. hoogte,
in welk genl de lamp jmet I Hefnerkaars (H!k.)
liditateicte heeft, nadat lij miiatens 10 minuten
he^ gebrand. DK laitfste is noodig, emdat er
DigilizedbyGoOglC
EEFNER-KA^tS — HBGEL,
•enigen tjfd Terloopen ntoet eer d« kmp Imu
Ttrik Liebteteikte hwtt beioU. Ak «enhmd dftnkt
d«ie Iwoq) hMU geeduktiheid «ui bet zeer eoaataot
siJD f«D de ijehl&tei4i4«. H^t «prctfet echter tso
lell, dat de braodsLof, bet amjlacitut, alwokut
lulver moet lyn.
BafveTmoran vaa een b«fwei^tuig (brum,
bok, doounehraMU, Tjjzel etu.) U bet gewkM van
deo last, diea bel kaa liditeo.
opgebBogen, of wel door een veiitnKlüigsbiii* tu>-
•eben de faydTnaliscbe-feracrtLDdera, wuueer d*
bewegjng door 'naieidÓA plaata vindt. WaiKie«r
bierby «k d«l«tde trog i^ meer gevuld wordt
dsD at riJKode, ui ót beweging vairadf kuo-
Den ge8chi«4eii. De troggen wordm tüdens de be-
weging door middel vso wbroeFgtaAgen geleid.
De eerste beFweriien wkien 'n^ beaobeideD aiine-
tingeo UD bet Oreat Weetem CmmI (1838) toot
Kbepen van 8 X 2 m. met 0.7 m. lUepMiig,
doch de lateren i\ja voor Flinke sebeften vige-
ricbt, biJT. aan bet DoTUmuxt — Eein»iaiiMl
(1899) voor sdiepen tu 02 X 8 m. met 1.75 id.
diepgaog.
Hsrar, AUred, een Dtütseb geDeesknndige,
dsQ 6deD Joouari 1830 ie Diimstiét gebMen,
studeerde te Hddelberg, Bert^p en flieuaa, lee-
tigde licb eeret als utg in x^n gebootleplMta «n
werd in 1864 gewoon boogieënar in de gyateeo-
logie en directeur der gvDaecak)gieche kliniek «Mt
de Doiversiteit -te Fiafburg in de Bredigaa. Hij
overleed den 22eten Augustus 1914 te Znriflb.
Hehalve vele bijdragen in lijdscbri f len lev«rde
hij met Kallrnbaeh: „Opernlive GjDfikologie"
(4de dn»k 1BÜ7), ..Die KnEtration ikr Ftaueu
Hetiverk. Tot bet terplutEen vu «ehepeo : vom phj«iokK;isi^en und dbirurgicoberi Staod-
oaar de booger {ot lager) gelegen paodea vaji ' pmikt aus" (1878), „Ignai Philipp Seauneiweisi,
«en kuiaal past men een sluis toe, oaiMeer bet win l«beD nnd seine Li^re" (1882). „Der Oe-
hoogleverschil niet meer dan ± 8 m. bedtaagl achlecbtstrifb" (1894) en „Koneiatiooder Keim-
(lie Siui»), otwel eenige gluïien lehber elkander i drQsen and Geschlerhlebestimmung" (1903).
«UDeer een grooter veischil moet worden over-' Hcrar, FritdricA, een Zwi.tsereoh dirigent
i eompooiet, werd dei> llden
\aei eébonti,
1861 ksn-
ScbeepBekvator te Fontinettm (Pat de Cilaie).
w<nu)en. Voor tioogt«a gtoot«t dan 14 m. en
vooral daar waar weinig ectmtwater kan worden
geiniet, legt men ^nda het midden der vorige
eeuw helwerJcen aan. bestaande lüt een trog waar.
tn bet opvarende schip bitboenveart «n durmede
loodiedit woritt opgevoerd tot de hoogte van hel
bovenpaadi Voor een aJrajend s^p geschiedt de
beweniing in tungekeerde orde. Hel adiip vsart
bijv. in <Mn. tirog beneden; deie wordt waterdicht
algesloleo, waama de trog met iiihoud, wordt
omlnxig geibracht loodat het scbtp na het weg-
nenten der aFduitiiigen van boveiwiaDd en trog,
bet ianaal kan in-varen (lie de lig.) Meestal lijn
twee trogigen naast elkaiider aanwesig, die loo-
danig zjp gejtoppeld, dal de eene lust terwt>l de
long tu bet
te Leipeig, daarna eenigoi
tiijd ooDoerliaeeBter in bet or-
k««t VM1 BiUe te Ber^ü^ werd
nnizilekvl'irecleur te Oeb««ifec en
vestii^cfe lidi ia 1863 te Zuricfa,
eerel ale conrertmeesteT; dauva
werd tai dkigeiA der abowie-
menteeMMerten. in 1868 leider
van het ,.Tcabfilfe"-orkeA Tao
1866 tot 1901 iKr«eeid« hn bet
Ïcmengd koor en van 1876 tot
»14 was bji dirvdsDT no de
door bem opgerichte munek-
Bchoal. Daarna trad hij enkele
keeren ook op ak dnigent van
een mannenHnivereeniging en
voorts werd bij zangleeraar van de kautiMMDooL
Ia 1889 verleende de nniversitAit van Zarkh
hem bet eeredoctoraat. In 1906 trad bjj af ab
d>irigeDt vui het „Tonh»Ue"-orkest. Hegar scbreeC
taJ van groot« maanenkMeD, een ootorium „Ma-
naaee", een groot koorwerk met boU en orkest
„Ahaavers Ërwacheo" (1004) en een viookon-
Ham, Georg Wükelm Priedneh, een Dnitscb
wijsgeer, d6D_27«ten Ao^uatus 1770 Ie Stuttgart
Aoeuattts 1
lan bet tbec
e^ren, btudeerde aan bet tbeokgieelK stift Ie
Tttbingen, waar hg vriendficdiap sloot met Hölder-
lirt en Schelling, van 1788 tot 1793 in de wijAe-
Eeerte en go<%eleerdheid en volgde met veel be-
.Dgstelliag de gebeintenissen in Fraokiök. Daar-
na was hn alfi huisoDderwÖTer te Bern werkiaMn
(1703— 1796)^ vervolgens te Fiajikfort a.d.H.
DigilizedbyGoOglC
(1797— leOO), i£t mik t^dpeik de eeiete ootwer-
pen TUk t^ vweerig atdad <bgteekcneo. lo
1800 iMgsI hq ra<£ uk Jei% waw hn lieh aie
pmaatdoceitt in de irijabeg«erte ve>tig^ «n dmI
SektlUng bet .^tüebe» Joonnl der PltiloBo-
phie" (1602) aiede tdtgef, nadat nadi vroeger
iQn: „tJ«ber die Cifléreni dea PidrteMben tud
Sobelkigsebeii Sjvtems" (1801) veraciMiieD waa
DMcia iw«mde ^j Fiektóti „WiMenaduftsMve'
bet enbjeeUero, SekeUin^* JdentMUehm" bet
•becJvte ideftliMK. Sedert 1804 bewerkte hq "
„FhinomflBolagM det Qekife»" (ia>7, in 1
opnieow tmigtf^vn}, waarin iiq ijjn vereclril
Ïntlng met Sehelling dnidelQk uiteeiMet.
t oogÖUik af «DtstNid ei een verrreemi
tnsadwQ betden. Op de „PhSjtomeDtdo^"
den de „Loeik" ala tweede, de ,^atiu- nod Qwa-
teepUl««op£>e" «la derde deel Tvbea, wat hkter
in de „Eóeyklopftdie" gcAchiedde. Na Sehtlling'
ntirtk tot hMrgieenwi benoemd, ¥«riiet bij m
den ak^ bg Jena, mano b|j in NapoUoH, den
„We>tgeist m Pléide" eesien bad, de venateo
tmi*«»iteit en ledigeerde twee jaar de „Bmii-
beiger ZdtnD^', tot hq in den beifst van 1808
tot reetor txi bet AendiengjvniMdhim te N«U'
renbeie benoemd weroi, Qiei beweibte by zö"
andvr lmcMw«it de „WiesenaebaK d«r Locnk"
(3 dln., 18J2— 1816. 3de dnnk 1841), weid ü
1816 tot booeleenai te HekMbeig beaoenid,
waar hjj inn „ËDe7U<nftdie dei pbttoeophiseheD
WiweDMè^oD" (1817: IfiOS en 1906 opnieuw
uitpegeren) en zqn „Benrteilane der wOrttetn-
beTKiMben StlnderwfaBsni^" eebreef. In 1818
tot hiMgieenai te Ber^ beaoenid, tomI h^ daai
w«ldi« talige toduoraeis. Zqn „OroDdiiniaD
der FbiloeoMie dea Redite, oden Natnn-ecbt dwI
StMtarecbr (1^21, m 10O2 epnienw nkgege-
Ten) deden iqn leer in IMtsehlaad leel BaDÉuu»-
cera linden, tww^ hij die Teidet vereprenMe
dooi de sedert IS27 door hem geredigeerde
„JabrbficbBi fOr wieeennjiaftliebe Entik". Beiig
zqnde met een naeowe uit^wve iqoec weriien, be-
zw«A M den 14den Korembei 1681 aao de cho-
tnm, nadat EÓa wyrftesieerte m Piuieen een aooit
Bteats()tiloeolie gewoiden wa«. VeiMbiHeDde leer.
linsen gaven óèktm z^ TenameMe werken uit
(1^2—1840, 18 dkx), ina won „Briefe vod and
an BegéT (2 (Ho., 1887). Den 2den iaai 1671,
werd voor ben te BwISjn een gedenkteeken opge-
riebt.
Begeft qwieem ia een absokat ideaheme.
Voof bem ü al bet beataande geeatelqk. Het ab-
adate m geest en tweeheid van lün en denken
moet v«rwoipen wMdenj tnaaeben itaóe bestaat
w>eien«gdöMie(4, identitat' AwImb eebter dan
SekeUimg, phatat Hegel d« aulmai niet naast het
denken, aiaai daanoDder als een deel vaa bet pro-
o bet AÈimAute (Idee
B der ontwikkdiag, -
.__ e vinden, dan ie bet doel der
ontwikkeliBg bereikt. In ^óea weg dei ostwikke-
^DK ligt de natuur. In Mea wat is, openbaart
H<£ tact abw^nte, de rede. Al bet wccfcdqke is
leddQk, al bet Tedriqke weikdqk.
Het aoelvau ffepel jeeen steleel: keuus vui
bnt AtMolote. Uit de gelijUMid vao zijn en den-
ken volgt <bt de w«tteD van het denken ook voor
bet qjn gdden. De kgioa van Hegel ie dm niet
afieen een vreteosehef) yva ons denken maai t«-
gejnk «en wetenscbap van bet iödl Logica duit
deifaaVva meta^uea in.
De methode van Begii 'm dialectiscb:
begrip viodt iqne begreniiag ia zqne ontkenning,
ontkenaaM biemn leidt weer tot een nieuw be-
renangbL__ ___ __
~ I dat dé b<3de fooigaande <ian*t. Hieimede ie
te^enepraak <ifgebmea, doordat beide begrio-
En ign gdxaeht onder eeo nienw, dat rqker ii.
lar dÉtaeUde oieiMte begNfi w<«dt weer oit-
gangemuit voor een dergehjke redeoeering. ffiei-
mede Wiwt Hegel een ayateem vab begrippen «n
die dna gdden voor denken en werkelijkbeitf.
Et ia ia iqne dtoleetjaehe medKMie ewheid van
levendeelen.
HegeT» lyêteem il «en logiifleh «telael dat
een oooigaaode oDAwikkeüng van bet Absolute
leent, dat, eerat opsidaeH ieetaaod, *n de na-
toni anders wwdt «n voortgaat 'tot den geeet,
Ae ikh ten riotte aèkf faeiknii^ aoodat bet Ab-
Bolnt« na ook voor üebieH beitaat. De w^abe-
geerte beeft tot taak deie oatwiUaling luteen
té letleQ. Hegel begint met de logica, waaan
hü de begrippen ontwerpt, die bet svn omvatten.
..Zgn" ÏB bet aJ^tmeefwte beerip, ontfccaming
baeivan is „oiet-sqn"; tieide Mgrip|>en onnM
bet „wolden". Op d« higiea volgt iga natuar-
philMophie, walker beteckenü Imj wat gerin-
ger ia. Tan de natwur gaat Hegel ov«r ca de
wq«begeerte van den ^eest, die neb openbaart
ale sabjeetieve, objectieve en abeohite geest. Dt
leer van den eubjeetieiTen geest geeft m«n bet
best weer met b^ meeibekeDde woord pejebo-
logie. De teer van den objeotieven geest, omvat
de etmiie van recht en letfetgkbeid en beeft bij-
v«n de ffesdiiedenia. HegéV» waardeerjng vaa
de beteekenit van den staat is boitengewoon
ffroot: aooale een staat is, moet bg op dat oogen-
blik lijn; ook bier is <de w«ikdjjk1idd reddp.
Met dese opvattingeD gaf Regel at«Dn aan het
politiek cODservatiEnw van iqn tijd. De geeebie-
denas ia voor Hegel het proces om tot deo staats,
vonn te komen. Oroote mannen dienen aleobts
om de «mtwikkeUo^ mede te verwezenl^en.
AHes caatnaaide'vtqheid.'B^ deOoeteraehe vol'
keniauecbtade deefMtieefaevisst vijj, hqdoQrie-
en Ramesoenüem^wiid voor meerderen en
ChristMidom beeft aOen vi^ gemaakt. Ech-
ter is die vrj^Mid nog niet » atter bewvstiön
■dia laoranxfl
>n baar leeftijd
rhand
en ÓMEidit. De absolnte geest vormt de
eenheid van de tegenstelling anbjeet en object,
d»bn en igo. Het aberivte aaoeelMuwt zicb-
mU in de knnet, stelt sdiseH voor in den goda-
«Henst en begrqpt lati» in, de wijeb^eerte. Gods-
dienet was voor Hegel een üefa ia beelden voor.
stdlen ven bet abeohite, beginaend met de
ToorsbellinRen, voortaettend in de hoogere
instvoimen^ die iêdieT een eógen kenmerk
voHooad in öet (Huielendom, weike leer-
voor wijegeeriRie verltianog vattnar
doorloopt ook de w^be^eette graden
van ootwikkiding tot Hegelj bg wien bet Alteo-
hitie ucbadd keaA. E3m wg^»eg«erte i« de be-
giipmsiige mAdrottiog vaa baar tijd, als dese
DigilizedbyGoOglC
. „ 1 Hegtl lanen Üjd
«en boiteagewooa grooten iniloM bM tu4^
oeleiM^ gerukte ig tenj^Yotoe ■na Iwt opkomen
Tao de oahnrweteDscliBpiwËyce, pontinstiadM
«n rcERilütiMbe deokvgM i«eda apmig na £fa-
geFi dood op den MiteigTand. In de ktatoto
jftreu ia u DoitacfalMid «n «ok is BogeUnd en
AmeidkA da iMdugiteUng in BtgeF» phHomlie
weer wer tocgoicfiMn, wuvrasookdeTtkniea-
weie uftffBiAD *gner gesdmlten blgk geren, In
Hederlamd heatt de ieei VM) Hejrel een
«ondenar eo apoatel 'n den LexMien
aar Bolland gemiMlea, wiena wqie nn ?eibm-
ding der He^Mie denkbeelden t(4 «diMpe eri-
tiek aanteidug Jieeft «geren.
Zie: K. Fneker, BMTa Leben, Weriie trad
LebN <1«0I, S dto.).
ffapel, Karel vom, «en lOon ma den Tooiguode,
een gB■cMe(B[lniie^ den 7<hii JvSi I6I8 <e Nen-
ranbeig gtèorei, w«rd inldll boogleeiurtn de
geachiadenis te Aoetotk en in 1866 te Erimgen,
«UT hü <^ Oden I>«Mad>er 1901 oTerleed. Hg
beeft lioh Tooral iNtend gcmaaU door sjjn „Q«-
Mdóelrie der SUdtei-eTbMing tod Ildicn" (2
dln., 1847) en door een ntnve vao de „Chroni-
ken der deattetwn Stidte*^ (1692—1699, 1-^7
dl.). V«ider «ehreef bg: „Oeacbidite d«t met^li
flofeotiaiadien Rep^M" (1687), „Die OtKOnSt
dea 'Kno Coramgni. V«rMich enpr RoUung"
(ie75), „Verfaeaum««Ucfal« von KOln im Mk-
Mahet" (1877), ,TWber dan htatoriachen Wort
der titenn Daat»-EoDUDentam" (1878), „Veriaa-
~ Mite iroD Mmk im HitleMter" (1682)
1 nad «r O. W. F. Heffel" ( 2 din.
1867), „9tidte nod Qihfcn d«t gennaniaclien
VStfe«r im Mkb^itoer" (2 dtn., 1691), J)ie Ent-
stebuiv dea denUobea eta<ttewe«;iui" (1698) en
,J«beD QDd EnnneningeD" 0^*00)-
H«B4iiioiila {— bev4) irae in het oude Orie-
fcenliDd de aaam na bet BtBaAuwIig opperge-
H^, betwelk uo «en der ataten irerd toegekend,
toodat zulk een atawt bü gciDeenaebappelgke on-
dememingen, tooivl oorkgeo, met de a^emeene
leidJiiR wae MMt. Sn ontstond omatreefca bet
jaar MO t. Chr. bjj den Mmmng der Peratalie
oorlogen, toea de Oridncbe at«ten zieb, op rand
T*D Themitlokk*, vmbonden en d« heeêmoiue
«pdroegen aan Spart*. Toen Athene door de over-
wiiHing lijnet woart l^j Salamia de Tnrhekl Tan
Qndc«Dland redde, irera bet in 476 met de be-
gemmwe beUeed. Daar ecbtcr Atbeoe bet of^er-
ceaag miabivüte tot oilbreid^ TJiour macbt,
kwamen de Spartanen io vArblndiag met aode-
ren (tymmaehxe) ia. ?erMt, dodi kcoden eerst 72
jur later, toen de madit -na Atbone door den
PelopODneÜMheD aoite ma geknakt, de begie-
mtnne beibngen. Ook %uU beng|de bur tbam
tot aeHncbtose «loeleHtdenv umbt TbeAM opstood
om d« ^^k^d 'van OiUvnland te handhaven ett
het ofMinoedige 8p«ta in de Teldalagen bq Lenk-
tra en IStatÜan &11) te tncA^n. T« nwUsn
óer onderlinge mdaeMbeldró) bet PAtItMw*an
MaoedonÜ na den elag bij ChseroDea (3S6 v.
Chr.) naat moeilijk, xidi Tan de bcj^unMue
meeeter ie maken «n OndMoland aan ign beer-
Bcha{q>ij te oDderwerpeo, dte later op ijjai S4xm
Atextaider den Qroote orergdng.
HefMta*, «en QrkJcsoh beeldhocirer, die
een der ieenóeeateia Tan Phidiat waa en die
onwtre^ 500 t. (%r. te Athene weriite. Vaik
lÜn beeUboowweit de niets oveigeblOTen.
H«reslaiL een ÖiiékaeL «jj^eer, die in d«
3de een« t. Cnr. leetde, «m TenDoedelijk afkotn.
abtg Tan Cytene en een leerlktg tvjt Pvaebale»,
een vgV^^ ^ AleiandiiS. ^ewd bg bet ge-
voelen Tu) ijjn leetmeeater wui toegedaan, dat
de tnenaeh bestemd ie osa gehiï^ te lijn, lag
hg, dat deae beetemraing w«gena vek tui^ien en
smarten oieri bereikbaar ia. Dientengevolge be-
adwuwde bji den dood als een gewemehten be-
vrljdep, die fiem uo de eHeoden des levena ont-
rokt, en verkreeg dientengevolge den t^naam van
niirfUvsn; of Mtoi^wtt van den dood". Pto-
lemeeut Lagi verbood bem lija leer te mliMidi-
gen, omdat hiMdoor *^ Eg]witeo«i«n tot leit-
moord gebiaebt werden. Ook beweeide hg dat
niemand vigwiHIg atecht Ie, loodbt wig ^^ ^>oo"-
doenet olet moeten batea maar traehteu hem op
te voeden.
Haranlppiu, een titiekaoh redenaar en een
bondgenoot van Demoiihetiet in den atrgd tegen
Pküippuê van Maoedmie, werd k.ter Atbeetüch
gezant aan bet Hot nut UacedoniC, vergeiehk
Demoêtkena bj} een leodjog naar de PetoponDe-
ms en trad ali TerdnEger van Tintarükiu tegen
Aet^int* op. Sommigen beeehoowen bem ala den
vervaaidigCT der red^roering „Over HaloDoeBUR",
welke doof anderen aan Demoelhenet wordt toe-
g^end.
BeKvalppiUi w 't^dgenoot van Irenaeui
lir!), adireef over kerkgeachiedeDJa, miai
xifn geedirilten igo nageooee verkirea gegaan.
Volraw aonHmgen dvoeg ook de acfarijver van het
weiS: „De ibelk Judaieo et eicidio urbis Hiero-
aolTmitaoae" (door anderea aan Joiephuë tooge-
«dtreven) dien naam.
HerefaaohiraUar, Johannei, een Zwitaeraeb
plaDttoD^, den 14den Deoeinber 1769 t« RJf-
tereweiLl in bet kanton Zmich geboren, vestigde
zidi «etst te Zvrieh en vMvtdgena te Stita •!■ ge-
oeeaiteer. T^dens de staatfaindiM woelingen in
genoemd kaotwi maakte hg zieh op de groote
VDtkeTergaderiiv te Heter (22 NoTMober 1630)
al« redoMWr beletid, w«rd door de gemeente Stifa
algevaardigd naar den Grooten Ri^ en in 16S1
bMwemd tot regeeringsraad, tot voorzitter van
den gezondbeideiaad en eindelijk tot boogle^iaar
in de plant^tande. Toen hg den Aden September
1639 dMH' zjjn tussebenkomst een «nde wilde
maken aan een gevecht in de straten van Zoridi,
werd hii doodeffik gewond en overleed weinige
daceo oBarna. Hij achreet o. a.: „Beiaen i<i den
Oebirgsatock zwiacben Olainie ood Oianfaflnden"
(1625), „Beitrag« zu einer kritiseben Aotzib-
Inng der Scbweizeipflanzen" (1861) en ,J>)e Fk>-
ra der 6<^weiz" (1836 eni.), vooitgemt door
Heer.
HarrnkriiUI. Zie AUine.
Barrnrank (Bn/onia dioiea Jaeq.) ol teÜ-
de viugerd ia de naam eener plant tnt de fanu-
Ue ier KomkommeraehHgen (Cueurbitaeeeëtt). Zg
Sn>eiit M Zuid- en Middel-Boiopa en in bet nom-
en van AFdka en komt ook in •»» dituvinm Ted
DigilizedbyGoOglC
HEGOERAHE— EEQNER.
Toof. Zq oockasdieidt sdi «knr een EÜiiigereDdeD
•teng^ door «ehroefvoroBg gewooi^a iwikeD,
door (mitTOimiee, S4obbi^, ffmt en oogelqk ge-
tkode, ranre bmderei», ffM>eDaehtig-wUt«, 2-J)ui-
{•ge, «ot Ittogfjwteelde, abdBUuHUge troesen ivr-
eeltig Uo^ken en ronde, roode, 84>oUJee bes-
ten. De ouutiyke bloemen hebben tot S bnodeU
Moea^ om de bo^ein te beatdrt4gen, óoor k&r-
dinaal De Outa gestift. Uet bolp der broeden
Temarddede hjj StaAjUUa tMt La^nKbe, Qiri«^-
eebe «d Bebreeuwscbe «eiken. Nog Utei begat
hg litb naai de «M^ y*a SpoobeHD, niet ver van
KreniDMh, om de beroemde bibUotbeei vam den
ftbt TriÜinnw* t« beio«k«n. IKet kuig dnania
(7 DecenAter U98) wwl h^ door
dnt dood wcBgenat WeiiH^ jni-
ren te Toren Md liq de pnester-
wgdöng oDtnaogen eo zitti Kdert
nag^moeg vtafoitaid meï gvigo-
leerds «tndilD bene gtdioadeaL
ZvD „Opaannlb" mtden b .150S
dMT Jaeobtu Faber, een igaar
leeiltnf^ens Sb 2 deefcn io hot ütM
gegenn. ^» ,^>ialDgn8 de utiMta-
iMB Mikm gmnmaiticwi, fcffieae
et itotoneac'' ma reeik kt 1500
gsAnilil, «D ÖD ,;Oumkia" taaen
bet Bebt ift 1«(n.
H«tiiuilMrr.J>iix, frt«-
dneik Adam Jutttu, graaf fwn,
een Beteneh atkatcnuw, den 2deD
n .1810 géboreo, «ent in
_ 5 tid ■fier Tw<eede Efuner, w«x
bU roor de im^iinniffe begiiueten
atreed. Bjj wm nit 1849 toe 1868
ivunitter van de KaaM van Af-
gerwBnÜgdka ma bai alt nodfeojg
groote» «nrlcwd op de poHieke
oDtwïtt«liB0 fiD ^ vaderhMtdL
Oofe «rae bq Od iMD de Nat&onaJe
VeiigadeiMig 4e n«nUort, waar
14 tot de Ortnt-Doitedte parta
WMcn^e. Na 18S0 nam faji d« oon.
•titotioneek deiAbeeüden In b»-
i«aetjb,d
bISffitegdebjjom
TeiMMgde meeMnden, de Tronwelöke «en 8-«ple-
tig «tqltje en S-a^eUige «tempels.
B«vlm. Zie Eedtfra.
HsclliSt Alesander, een faiunttnist, waar-
eehijnlp ia 1433 te Hoek bg Aiurae m Westralen
ffcbomi, legde ^ch toe ofi de kenma der oude ta-
kn, kwam op 40-juigen leeftjjd ra betrekkide
met Thoma» o Ktmm». beetnnrae «erst «en eebool
te Weid, twen «*n U Eimmerii en rtowf ia U74
aan bet hoofd der fratenehoo) t« Detenter, welke
oadez lijn leiding wehba 8200 leerlingen telde.
Tot de«e behoorden 'Etatmut, Murmelïiut, But-
êekva, BeKrieut Agrieola, Caetariu», Torren-
ftfiM en anderen. Tooral ODoorde bq ben aan tot
de beoefening van bet OriMsoh, opdat zij inataat
umden i^ <le acttriften dee Nieowen Verbonde
h) bet oortpraakelgke te leien. Op oevoiderden
leeftijd deed b^ nog een reia saai C^kb aan de
i«den«D «nn «oondheid ign man.
dMt DOifci. Bomt UU da gefaeoc-
tmmm- itm tttf niet eoeAeor-
de, ontried hg in 1870 abe v^-
dighmdie^ IM nieane DnUWhe
B^, berw^ hq 4b ooaAiankelj^-
httd dar Beaeraehe kroon toovêd
mogd^ traditie te haadhaTCD.
Op bepaaU iveifciign) rao ko-
nLodawijk II Mnvanrddb hq
8711 bet miMBtiR<fe van bet
Eonnklgk Hnis, dat van fiaitenlaDdeebe Zaken
en bet Toorsttt^'Mhap in den aütisterraad. Hii
overleed den 2den Jum 18^
n«jraei'< Ulrieh, een Zwitaera^ sduövet, den
7deiv Febroari 1759 te Wjatertteir geboreo, cta-
deerda to Straatsboig in de geneeelraDde, maar
werd in 1798>lid van het Hof van Appe^ te Zn-
rich, vertoefde ««lige jaren te Pargs en werd ia
1805 benoemd tot Ëd Tan den Raad in qjn 0»-
der nwoeinng te Zurieh en keerde L ■^,„ ~.
Ej^n gcAoorl^laata temg, wmi h» den dden J»-
nraari 1640 overleed. Van ign geeoliriften noemen
wij: „Auch iöh war in Pari»" (1801). „Die Mol-
kenknr" (3 dia., 2de dm* 1827). ,5tt»ohen* Hoch-
leü" (1819), „SJve RevolotiomUige" (.I8!4).
„Beig-, Ltuid- imd Setniaai/' (1818), „Han Hol-
DigilizedbyGoOglC
BEGiKEiR— HEIBEIRQ.
i Ucbt verMbeiieD.
Herraljs (= btir^bÊt&Bg) •> «en benpv v»»
titadu«t, dH, de «nutateo Sinw, Abauj- Twob
en Zempüia dooraDJidend. iddi nD N^^-SAroB
boven Ëpeiieg Mur bet Z. ia een Ewadckca boog
tussohen Ae rivieren BeioAd, Tqpbt en Bodrog
tot kng^ vsa 50 km. tot om Tdiai uitEtrekt.
De ooordielijke hollt beet bet SóT&rer-, de suide-
löi« hellt het T<Au«igrfieigl«. Het eer«te fce-
redkt in den Sinwdtt «en hoogte tmv 1092 m.
en beiit beroemde «oMlgroevea, bet Usitite ie in
ii)D boogste poot 7^ m. bcKW, beett een weelde-
riffen pkntengroti en i« «p bétde hellÜDcen met
wnsstokken bef^t. De dooi 4(ta Bodrog be-
granede bodit twscben Nter-ToU (ISO m.) «n
SifM Patak beae>raiiB de «Meenstumde ,«Tootie"
berg fN(«pbeK]-) 1^ Tobi <&16 m.) )ev«rm den
boöeradea Tuuueiwqn.
Halm, Vietor, een noBaaoh lettMkuodige, den
Salen (Moba lètS tie DonMt geboren, Btodw-
de aldaar T&n 1680 tot 1833 in Öe letteren, deed
groote leuen, ««rtoefde «nümen tgd te Berl\ji
en ki ItaüE ea bekatle auA m 1836 met het on
derwgs jo de DnitMbe taat aan een school te
Pbihbo. Id 1843 gaf hü „Zoi Cbaralcteristik der
RCmer" uit, in 18H gei^gi door „Znr Physiog-
iMOiie <iet italieniKhMi Lui^ebaft", b«de toot-
atudiee Toor bet M tiree lctei« reiien vereche-
Den „Itaiien: Ao^ritten rad StredHiebter" (6de
dn* 1900). Ia 'ldt6 wm^ bq aawMteld tot lec-
tor in de DnitadM taal te DoïfeA. H^j wekte even-
w«l acbterdodtt wegens ijja ttuUnuHÜn fcroe-
lens en werd dienteiiMm>lg« aa een lan^dong on-
derioek tot aan dea dood van k^oer NxkoUnu bq
de kannlanj werksaam gcat«U. Van 1S55 tot
1874 wal hij oppeibibliotheeatit Tan de groote
EeÏMilöfae Bil^otiieek te 6t. Peler^iu^, werd
RuMÏecfa staataraad » buitei]^w<Hien dieawt en
vestigde ïich Terrolgene te Berlüm, waar hy den
Sleten Ma^ I&90 onerleed W) «cbraet nog:
„Kidtnrpllanien nnd iHauatiere ki ihrein Ueber-
gaug au» Aaien naoh JSdedienlutd uod Italoen,
Goethe"'(4ifc ^vk 1900). ^ ig'n dood Tenioh<
Den jwg; „Hehn'e Briele u aeinen Freund Widi-
muui^' (1890), „De moribae Bathenorum. ïïnr
OfaaraltterJatilc der ruwweben Volkaaeele" (IS92),
..Uéber Qoetbe'e Henoami und Dorodihea" {2de
dri^ 1898) en ,J{eiaebilder aus Italien und
Fnu^dofa" 1893).
Helberr. P^f^f Amtreai, een Deenieb dich-
ter, den 16den NoremiKr )7W te Votdingborg
geboren, woonde na twl Tokd>Ddigen zyner stu-
diSn 3 jaar te Bersen en festisde lich in 1738
als traoalateaT te KofMnbsgen. Toen bq in 1799
wegena j^ vrgBom^ denkbeeMen Tcrbannen
wepd. begaf hü sidi m 1800 naar Parjjg, waar
hg gedofende bet E«ii«n|)k weo-kiaMa was als
obel de bureau tq bet mindëtene van BaUenlaad-
Bcbe Zaken. Ooi vengciehle bg,TaUeyranH naar
Berl^D, WandMO, Krfnrt eir Weenen. Onder de
Reataontie werd ht ia 1817 op pensioen seateM
en overleed te Parv» den 30aten Afirjl 1841. Ak
loooeeUiafater heelt bj}, oa Hotberg, bet groot-
ste getal Deenaehe blg^'^^Bi' geleverd, en d«se
werden over h«t gebèei ntet bljitd ontvaiigvo.
Z|j ooderscbedden och door menachenèeaimis en
geestigbeid, dodi ijJD satire is veelal meer bu-
tend dan lachwekkend en iój sehetat £ija kojsJc-
leis meei met krachtige en opzichtige, dan met
verkwikkende klenren. In bet küg-koiniscifae
sbaagdie Iq het best in een paar operettee en zyn
panidieBn oip opera's van' Baggeien hadden g'rixi-
ten l^fval. Z^ beste sluküien t^ echter blu^>e'
len en z|jn gezamenjijke toonedaibeid ie in 1906
— 1810 in 4 deelen door Rahbtk uitgegeven. Ver-
der «hreet hg: „Over de doodstraT' (1880).
„Over de io^roeiing der souveienniteit in Deiie-
nmrken" (18Q6), ,Slaatbindige apboriaiaen"
(1826), „Préófi butoriijiie et edtique de la oo^
slitution de la monaréhde daoolse" (1820) en
„L#ttree d'un Norvégien de Ia vieiÜe roidie"
(1822), „Drie jaren in Bergen" en „Herinnerin-
gen uit in|)D staat- en leïtei&iuiidage loopl>asn in
Ftankrijk" (1830), de beide laaiate in het
Deenach.
Beiberg, Johan hudng, een toon vnn den
voorgaamde en tooneeMidvtór, den 14den Deoetn-
bei 1791 te Kopenhagen geboren, ehideerde ia de
geneeeknnde. maar wüdde zich wddra gebed
aan de fnüe letteresi. BeedB rn 1814 trad bg oo
B'U dichter met een bewerking van ,J>>n Juan
en met een tooneelepel en schrëel vervolgens een
verbamdeliing: „De poeaeos dncaatieae genere his-
panJoo et praeeertim de Petn» Calder«ne de Ia
Barca" (1817), waannefte bq den graad van doc-
tor verwierf. Nadat hg ao« eeiuge stukken bad
in het lacbt gegeven, was Eg van I8I9 tot 1822
Ie Pains, waar nü zich met den tooneelaiheid der
PraDMnen b^end maakte, en werd na zutt terug-
keer booglenaar te Kiel, waarna zijn „Vormleer
der Deenedie taal" (1825) en ign „Noordsebe
mythologie uit de Edda en de gedióbten van 0«ii-
lenschifiger" (1827) in het licht verschenen. Op
een reia naar Berion ön 1824 maakte hg kennis
met Heael en ecÉueef daarna een leeks oorepron-
kel^e Ugapelen. Verdu wgdde hg »<b aan de
beoefenJiE^ der wgrtxigeerte eo bewetkite zjm ge-
schriften: „Ovffl 'g anensoben vrgheid" (1824) en
„Over bet belang der wijsbegeerte in den tegen-
wöordigen tijd" (1833), .terwijl hjj grooten roem
verwierf door z^ „Nieuwe gedichten". Van 1849
bot 1856 was bg werkzaam als directeur van <fen
Koninklijken seboawbniig te Kopenb^n. dr dien
tgd ale achouwbnrscensor en overleed dat 25aten
Aognatos 1862. Zeif 'venameilde hn znn po«ti<
aebe (1845—1947, 8 dln.) en preoalsebe (1841—
1844, 3 dfaL) ceMbnilten, terwgl na ijn dood
(1861-1868) ign gezamenlgke weiden Ja 22 dee-
len in het licM veiscbenen. — Zgn editgenoote,
JohMna LouUe Pstgei, den 22sten Novemba
1812 geboren en ia 1831 met Rtiberg mbawd,
was van 1829 lot 1864 verboraden aan den Ko-
nidAlgken schorrwAmrg te Eopenhtgen en behoor-
de tot de meeelgevierde aeteioes van Denemar-
ken. Zg overleed den Uden Deoentber 1890.
H«lb«rv, Johan Lvdvig, een Deense phUo-
loog, den 27ateii November 1854 te AaMwrg ge-
boren, pranoveerde in 1679 op „QoastioiKe Ar-
D,o,l,zedb,GoOgle
£,
irit: Arebimedeê (1860— 16dl, 8 dh.), EuklideM
(1883— IfiW, 7 dkL), AppUlonim tan Perge
(1891—1808, 2 dbk), Ssremw ^nKnoeniit f1806).
.(Sannliói iJt AtiatÓMM de eoelo eoauneateru"
(189^ en Olmidiu» Ptohmaeut 0898—1003, 2
Au). Verder Khreet bg: „EelJglon tg M'oral"
<1911), ,4)en hdl^e ^acfbfi^ (1912).
RallMrc Oimnar een Noorach MhEJJTer, den
ISdeii Norembet 1867 t« ObrirtuoiA geboren,
«twteefde in 4wt bmtenlawi en <rae tsq 1884 M
1888 reeïBseai «tut 4ni edKmH<mrg te Beugen.
Qpiien Marde dn 1688 ijfa ,^<nidng ItkÜM",
wauin bn Bj^^ifon en I6«en aanvicJ. Zgn nd-
Rende «tui ,^imBt>eMu«" (1W3), „Oert's <tnin"
0804), „Bet balfan" (1894), óe mMitMhappeli|-
ke en pojitieke picodieea „De booMprijs" (l«95),
,.De i^ksrwf (1896) en ,.Nea«teii<3eEde" (1903)
ijJD kiMp in «!)»«}« gewi en bebben «en gees-
tJgeD dukMg. Als kmetonticus oeiemt b^j ^roo-
ten ÏBTkied uit.
Hrtdums, Catparut, in 1530 te Heebden
<Dt een aanzienl^ geskcbt grtnren, wu be-
etemd lom den MMt^ü^en stuid, moahte lieb
16-jarigMi kunüd l>ek«iMl imet lïe leer der
irroniüog, lerhet bet ooderlök bais en begaf
seh OBMT Antwerpen, waar hg na lArlimp .Tan
eenoge jaien Aoi leeraar der HervoniMlB gemeente
pbofen wetdi Dbutw ging hij -naar Bro^eD,
nuflc kewde in 1557 tot ijjn {tost te Antwerpen
teTn(r, wa&r hg ana veleitiei vervokangea bloot-
«to^, daar een eotn Tan 300 g^den oo ^a
hoofd w«e ^ezet. ]>ienteneeTolM nun lig óe
wgk jtaar de PaUn. waar bg in 1563 niet aUeen
met Dclhetnu en TatHn <)e belMi^n der Neder-
IftodMbe ThMbtdkigeD 1^ cttn keorvoret behai-
Ugide, maar ode «Ja leeiaar te Frajritentbal op-
tiüd. Wd<hs keerde bq a»*a Antwerpen terug,
piwKktt te Hnbt en te Aiel en werd met 2
ooderli^en mt Antwerpen afgeveardigdl naar
Amelecdiun, aan er 4en Orooten Kerkeraad t«
oftderbonden orer zgn ongepaste to^eïendbeid
OHt iKtrekfcing tot ^ L^Jterecbe Avondmaale-
leer. Toen de BerroniKte leer te Antwerpen ver-
boden wer^ DMn Heidaniu den lOden A^iril
1S07 pleehtv alaebetd tad de TegueiJng altraAr
en «aaTaudde ««dei bet leéraaireBmbt 4« FVan-
keatbai, wsm bg lot Ln 1574 werkzaam bleef.
Ia dat jaar werd bg beroepen te Middelburg, ge-
kooen *ot voorritter <ter SfiKKte van HoBand en
ZetJMMt en in 1577 na&r Sngeland gezonden, ara
een tweeden predikeort voor i()d gemeente te
soeken. Ook werd hg in dat jaftr afgevaftriügd
naar de Sjaode te 'DÖntredit en door deze naar
Antwerpen. Hier beriep men bem opnieuw tot
leeiau, loodat bn in 1563 afaoheid nam van de
gemeente te HiddeHnuir. Te Antwanpen, waar
^n Tiiend Moma van St. Aldegonde burge-
meeeter wav, rerkeerifc bq in zeer ^>iuiBti^
■tandighedMt; dodi toen f onna zxïh in :
van dese atad tneester maakte, moest hg baai
wederom verlaten. N*(fet Vtienngen bem ia
1586 te vengeefs bMoepen bod. stóod hjj gereed
om zieb Dogniaale aan bet hoofd der gemeente
te FcaokenGDat t« plaataen, doch bij orerieed te
BadnFaeh den 7An Mei 1586. Van zga geaehrif.
teo TemteMen wg: ,/De Psahneo Daijde door
Philip TCs Uamx, beer tsd Atdegoode, Antwer.
pen 1580, iDKttagKJera de cateebiamnB, oeremo-
151
niBn enz., orerxien dow Ca»paruê tan der Bei-
den", „CSuÏEtf^ke eoirfeMDe ven Frederik den
Der<te, pfakMTaven bg den RJ^jD, deo afaten Oc-
tfliber 1S76 daarop in den heer ontolapen, overge-
zet door Caepama Beidaw»" (1577) en „Cort
ende daar béwya tïa den iH, Do<^, wctt hij
eögenHfi* z; en wien bq tMkoml ena." (1582
en later), waarii> bü kraditig in veiMt komt
tegen de gevoeku der iDoopegeziiMlen,
Heidamu, Abraham, een UeKuoon tiol deo
oigaftade, des l«ten Angnstns 1597 te Fran-
ntoal geboren, bezodit de LatönadM achool te
Amvterdam, atudeeide te Leiden en werd pro-
ponent bn de WaaJaebe 87110de. Na een weten-
Mbappetifke leie door Dnitodikatd, ZwHeerhmd,
Frankrijk en Sngeknd, werd i^ in 1623 beroe-
pen bij de Woowctte gemeente te Naarden en in
1Ö2S fcg de Nedeifandscèe te Leiden. Daar bij
de Terrcd^ngen der Remonstranten afkeurAei,
beeehuldigde men bem wekka ^an oureohtzin-
njgheid, waaitKU b^ in 1641 zgn „Proeve en we-
derleggingfae des Remonetranten eeteehienü, be-
oerens een aanspraak ami de iBemoDstrantedM
gemeenten in Nederbod" (3de drnk 1645) in het
UcM gaf, beiuitwoord door Epiaoofitit en dtor
Heidraat» verdedigd da „Canea Dei oontra homj-
nes". iDew geedmften woien ooraaak, dat bwn
het boogleeraaffaambt te Hairderwök en duma
te Leiden aangeboden werd. Hg aanraardde het
in Lutstgenoemdie stad. Een beroq) naar 5ei-
delberg weea hg ran de band. Intaaeoheii waa
hq een gver^ aanhanger tm de wgsbegeer4e
van Deiearlee, w^inu eiHaAmren, op aMtdrLngen
van andere lioogleeraieii, een beéhiit manen,
n«arba bet rerdMlgea 'van «ommjge Cartesiaan-
sehe BteHÉngen Tsrboden wenL Heidimu» sebrsef
daan^ „Coneideiati&n over eenige saet&en on-
lange Tooivevalkn in de UmTersiteyt binnen
Leyden" (1678), woarn* entateren hem zijnboog-
leeraajrnmbt ontitamen. Hij b^ield echter de be-
trekking van predjkaot en nem die waar tet aan
zgn) ftverlgden, den ISden Oetober 1678. Van
xgn eeadirjften noemen wg nog: „Ontio tnnebria
io oUtum Ftederiri SpuAnnu (1649), ,J)e Sab-
batbo" (1S58), ook mtgegeven onder den tiM
„ConBiderati6n over de beiliguig van den sab-
bat en iten dagb dea fieHen, tot irede der Ker-
ekien" (3 dln. 1658), .JWteDÏns diepntaUooaD
de Socianlanio" (1659), „OoifN» Uieelogiae Ohris-
tianae in XV loooe dteestnm" (1676 en later)
en „De origme errorie^ (1678).
Held« n de naaan van iBteeotrekte. bootn-
kwse en <HvvrDditb«Te laagiajiden in Hiddtd-
Enropo, wette nit aa»d- o* veengronden bestaan
en met beid^lanten (zie Eriea en Erieaeeeën)
b^ioeid znn. Een groole beide, de Alkeide ge-
Doamd, bedekt bet brmientMid van Jutland. Uit-
geetiekt ie vooral de Lüneburger kexde op den
linker oever van de Elbe, Vamede de Heiae van
Debreexin ia Bongerge. Otk ia ods laad heeft
men nog veel bei^ nmraj in Drente, Ofergsel,
Oelderlütd, ülvecht, NoordiBrabant en N.-Lim-
bnrg.
Het eooDonüsebe nnt der beide is gering; men
gd>rQikt haar ak weide voor sducpea, men ver-
bouwt op haar, van den na.tourJijken pAanten-
groed ODUiloote vkkten boekweit en kipiM, men
getniukt de beide voor de bgenteett en oogst
DigilizedbyGoOglC
192
iKMte- en ntode boeehbcMen, «teekt
tuodt «t bezems ea gebruikt hur ai« .
«na. Het veenbruideii (ai« aldtuu) geraakt id««
en meer in onbrrak. In den laaldten tqd heeft
men in ?«Je streken den beiidegroiHJ ooteoimeii
tot 'bouw- en gradand «f boadb. (Voor NeAtrJ&nd
zi« Heidemaatmihapfni en Ontguining).
B«ld«, Bvldeaohtlrm. Zie Erieaeeeitn.
H«td«n«T, Johann Heittrick, iea Zirit-
eetaeh iBerroniM gmlgieleerde, den leten JuK
1633 4« BEtentMbwei} in ibet kaakten Zorioh ge-
boren, was aChteraeaTolgeiie hoogkenMr int het
HeJareeuwech te Hekktbeiv, in de godg«leerdb«iid
te Stonfurtb en in de zeoeleer, later in de theo-
logie Bon de boogieecbod (e Zuriefa en overleed
den ]6den Jaouam '1098. Hö is (^wteller vttn
den .fOMwensua bel<T«ticne" en «chreel ,J)enion-
Btratio de Angustanae Confewonit cutn Eide re-
lorm&tonun oon«eneu" (1664), „Anatome Con-
eilii Tridentm" (2 dlo. 1672), „Hietori* patrj-
aiehannn" (2 4kk. 1671—1661), „Histoiia Pa-
patus" (16S4), „HaoodwiLk) ia tj&hi wnoordiae
ProtestMEtium ewleaiftstioe" (1686), „Corpus
rïieologiae diriBtiamae" (2 dio. 1700) en „Ethï
cae obnstiaoae eletneste" (1711).
HaldcBTond k m het wlgeoteeD met beuJe
begroeide landffrond. De bovenlaag Tin den
hcMlegTaad worat iogienomeD door de heidetode.
Deie beeta«t uit den met beidehmiius gemeng-
den Doi«pranlie^eii grond met Dog oavergane
pUnteareslen. De niren T«n den l|eid«humiia
bd)beD door verweerkig ofdoaaend
rale beataodde^n ran de toAe ea
de heideiode een onTmctitbare lug gevormd.
die bestempeld wordt met den naam Tan ^'(
tand. ook we) loodtatut. Daaioader ^t een geel
tot bruJD gekleurde grond, die naar beneden
UngiameEhand «en liclit«Te tiot aMimeemi. In
deie hag nitt de nünereie stollen nog w<
Terw«erd en o^^ost en wei des te irumlor al
oAannate de diepte, w^u4^ ie liggen, toeneemt.
Deze ka^ wordt wel verweeringtbitig genoentd.
Daan» i^a dikwgb de njt de heidezode opge-
loste en algexokto bomaeiuren door de bg de
Terweering onMane loaten, hoofdzakelijk van
gier en eïinmnrum oeergeelagen. Zjj hebben zi<A
om de alsoDdeclJike tanddeeltjes afgeKt. dak-
wgk in MO groote boeverfbeki, dat deie daar-
door ijjn Mmengebakken tot een harde laag,
de Mogenumde laaniuoer-, tandoer- ot koftiebaüc
Deoe Tomung kam dikwijle in aj tip) overgangs-
toestandeQ in de landgionden worden waarge-
H«ld«lb«rr, da booldstad van bet e^-
aami^ kanton ia bet groothertogdom Baden,
li^t m het mooie Neekardal, daar, waar de ri-
vier QJt bet gebergte in de vlakke komt, aan den
voel van den KOningatDhl (566 m.) luaBtAea de
rrrier en het gebergte. Over den Neekar l«den
muur bet m den rechteroever gelegen, aedert 18S1
i^ R«ideloerg inee^ijfde Nerenh^m en het se-
dert 1908 higelüfde Handeohahbedm twee brug-
gen; de bovenste is 210 m, kng en versierd met
standbeelden van Minerva en keurvorst Kartl
Theodor, de ondersta is 243 m. lang. De stad^
ds« (IBlO) 56010 mwoners t«lt, ie een kroje-
den Lodwigsplatz m«t een standbeeld tan
Wilhelm 1, den BismaiA{riaata met dat vaa Bis-
marck, den Jobil&nmfilaita met de groote Sladt-
balte en den Wredeplati met een staakftieeU Tan
TeJdmaarschaik Wrede. Verder vindt men er nog
een gedenkteeken na den dichter Nadter. Van
de II k«iken noenten wjj de Heilige Qeeetkerk
(± 1400), een dw mooiate Lut^jotiwbe boaww«r-
ken met een raK&rwuamezrt van keizer Rüfreekt
en dieiH giamaltn, de gerestaupeevde Ootjaefae Pie-
zntetenkerk, ook bode gepestotMeerd, de Cbtis-
tas- en de BonifachiEieHi. Van de wereidl^e ge-
bouwen moeiten vennsM worden: bet Jn 1386
gereBtauieerde nniivefüt^Htageboaw, h^ stadhuie,
bet crematorium, bet gasfhuis „Zum Roitter" en
het Ubliotheekgebouw.
De grootste bezjenewaardigbeid ie bet ilat (lie
de afb.), op «en voorbeave) vin dos KSmcebnhl
galegeo, (motiddiellgk boven de slad en lOt m.
Wen den Neekar, een „Dwigdi Alhooibra". Ia
bet begin der 13de eeuiw begtmnen, werd de bouw
vooral ondeir kemrortt Rupreekl voort^eset en
later nog uitgebreid met dcat Otto-Heinndiboinr,
een moiMl van vrocg-RenaisBaaoe met phstiedie
versieringen, en met den kt den ri^st«n laat-Re-
uaissanoe stql uiite«voerdeii Fnedricbsbonw meX
16 tnftretbastea. Deie hoofdgeboawen rtwmen
een vterboek met londe hoektorens: naar bet
Z.W. atsBD de Rtqjrechtsboaw (1400— 1410). de
aoogenoaiDde Oode Bouw en het Bandbaus, het
oodste gedeelte van bet elot; naai het N.W. de
18t)7— 1903 gerestaureenJe F«ediichebou>w met
standbeeMen der k«arvorat»D van den PaJlj, naar
bet N.0. en Z.0. de Otio iHeLarochabouw met
bet Neues Hof en den Ludwi«sbouvr. naai het
W. de ^ieabetitenboaw. Na ëeo Dertigjangen
Oorlog weid bet elot eerst door de Fransehen in
1«87 en 1093 giootendeels verwoest, in 1764
doof den bliksem verdec vvmield. De mooiste ge-
deelten ijJD': de EUsabeUttDoort, dr vrcr gFamet
ntilen b^' de eloifoolejn, die uil het pateia van
Karel den GraaU te Ingelbeim bierheoi gebracht
werden, de elothiia bmA een ^oot teriaa, waarop
bet stamftedd van von Sckeffer is (^igericbt en
rens, de sMteik enz. EdndeJ^ toont n
alsond^lgk keUengeweK bet bekende b 1751
CDwde vat met een middeUün ^^n bijna 7, een
te van raim 10 m. en een inbond van
23^000 flessehen. De vooirgenomen restauratie
v&n het Btot beett in nieuweren tyd h«vig« be-
strüdang g«voDden.
Van de onderwnsgnsiehtingen staat de vnneT-
ótöt boven aan. Het aantoT studenlut bedraagt
(1918) 2792.bet aantal doceitten 174. De biblio-
theek werd n« het verltee der BibliolKeea polo-
ItRn (zie beneden) m 1703 door aaidocip der
OrftviDS-venÈsm^nwn gestidit. Zg lelt 5WO0O
deel«i, 2000 hawlechriften, 2000 perkamenten
oorkonden eni. Aan -ie oniveraiteiten ijjn talrq-
ke musea, laboratoria, inetrboten enz. verbonden.
Verdei bezit Heidelbeig een g;mnasMim, een
hoogere buTgereebooJ en ondiKs^eiden vokscho-
' ~ s^QwbiHgen, veieemgingm voor kimat en
D,o,l,zedb,GoOgle
HBHlBUSJRiG — HVff "™ * *.TSfm, AiPiPfi.T
iNteiiBdNEpfwn, een gluMihilikrsdiooI eoi. V411
de NgTetbatisDiiden«iung«n ivn ^e mmomd h-
teMfon TOor «iguen, ledn, braodepoMco, i^urw-
Kiaebe HMtamnenteu, tf>oorw«gwKeDS, «ement,
MDerons gniote inwbnmwei^D. De baiKM om-
TU Tooroamdfik hoékta, -won, tsbak en Ih^. De
trag nm BttdeAeag tielioort tot de moonte
I Tan DoMedihiid. Mcxue wtnebten ge-
Ten de Udkenfau, bmen tiet riot gelden, maf-
«p Tioeger de bnrait van Kocraod von HoAóiwfaM'
ten atmi, en mg hooeer de EOiugstnU. Op dm
rechter N^ekaroerer fagt de roooée Beiligenbeig
(445 m.).
Waaodtö»^ badden Teetfe de Remenen op
de fiUats Tin bet tegenwoordige HcideHwTg «en
Mooie. Bét doip weid m 1225 door d«D bia-
aebop t«i Womu aan palttgnat LodttBJik ï m
ken gegvren «n epoedie daaiop toi «tad ttjht-
Ten. De hoog getêgeiL borebt werd ia de I Td«
eenw rerlatea en door een nienwe -nT^M^eo^
Hier iMd in 1664 de „HcvMbeigw Mming"
Ïlaate, waardoor de Jaodvrede van Nenrenbeig
IS6S) ook door de Terbcoden van steden en deze
door kofdng Wetixel erkend w«rden. Na het veM-
WHtnea tso de HerTonmng (1556) en het ver-
•dinnen Tan dea Hnkkttieigeebm CateehiamDi
(1563), waa Hetdelberg «en nüdde^uat Ser Cal-
TÜntiaebe leer.
In den Dertigjimgen OtHkgweid de etad na
«en faogdmige Megeriog in 1022 door THl; Ter-
OTerd en gfpknideid, m 1088 doof de Zweden,
ki 1685 dooT de kieiseilökeD ingeDomen. Bg den
TTede vaa llwiflt«r kwam zy weden aan Kartl
Lodemk, die het «tot en den two pra^itig deed
heratellGn en ook de hoogeiehool weer opewle.
In 1688 werd bet na een lüg beleg door d« Fran-
aeben gcaamen en bet slot gedeeiteljik TenroeEt.
Nog «ger ledm atad en «tot io 1693, toen de
Fnjuobenbet w<eer beMtitan. Nadat roede in 1720
de reaidentie naar Haiuibeim oerlegd waa. kwam
BeMelbaig in 1805 aan Baden. Hmt kwam den
5den U«i 1646 de Heidétbergaehe Veigadwing
bÖMDi die tot bet l^eenroepen van een Dmtcen
Parlemoit berioot
De numTÓleit te Heidelbeig, de oudste in bet
DnitMbe Itök. werd to 1366 door keorvMat
Rupriekt I geititlit naar bet model Tan die te
Fugs. Eau eerste reotor waa Manilnt von /»-
gkeK. Baai UoeitQd nit in het katat der 15de
en ia de 16ile «enw; «j was toen de letci van
bet Oahittieme, dodi de DeiügjariKe Ooriog
maakte een eiode asm haar looTspoea. Na den
UiHMteiadien Vrede werd ijj door Enrei Lodewük
htnMi, en Spimkeim, Freintheim, Pidendort,
Coeetji, Beaer daailwen beio^»eD. Toen echter de
R.-K«tb(diake l$n PalU-Seuburg asm het bewjod
MTïHe beroofde haar lan haar beuttingen, 100-
dat i|j ongetwfMd «pg(A>e*en ion i^ todien
forel frederik, toorrortt wm Baisa, tkb in
1803 met «rer haai ontfennd bad, wauna i|j
dankbaar haar akndeo naam Itnperta met itten
Taa Rnperto-Car^iita rerwiaeekte. De fatbUothedc
der vniv«raitMt ia van onds beroemd en beett ve-
leiM lotarenriaaeliiig vttdnnid. Z|j weid in 1622,
na de TeroTering dei atad, door hertoe Maximi-
liaan van Beieren ale oorlogAoit beeenoawd en
aan pans Qregoriu» XV ten geedtemie gegoren.
Ztj bevatte toen 3527 hasdsdiriften. doch het
a&otalgedmkte boeken waa betMketlfk gerj^.
In 1623 werd ■È^ onder ktding van Lto Alatiui
OTeigebtaehl naar Boane, waac sg onder dm naam
Tam Bibliotheea PaUiHna een iJdeelng Tonnde
dec Vfttkaanadie boekery, Sq den Vre<fe van Fa-
rm Tan 1S15 moest etditeir de paos de oude Doit-
tSbe faaadBChriCten aaa BaddtiMg teniggeTen.
H«ld«llMrr, een jdaste hi de £aapk<4oaie
aan de oostgrens Tan het distriot SweUendim,
t«n O. Tw de g«Kjknui^ twoUlAwto, Eelt
~" ' waaronder 500 Eoro-
Beldallwrri^'i "^'^ ^ ^ Biitache Tiana-
vaalkokmae, ten Z.0. Tan JohaRoeebaig, Ugt aan
den mcirtMoeTer Tan de Baod Rirer, aan de
epoortün Dwham — 'Ladysnrith — Pietoria en telt
oQgeTeer S500 JaiwMiere.
H«lilellMrr«r slot. Zie üeidelberg.
Hatd«lberr«r vat. Zie Heideiberg.
HAldAlbercwilia Oataohlamiu. Zie Ca-
rheehcM^ beioefat.
Hg maakte de faistoriBeli-aH^iHisehe aehjldernen
,J>e vJM jaaigetöden". in bet Koninklijk paMa
ahJaar, en een aftaarst** in de kerk te Rottvml).
Hg o^enleedMi 1816.
Heideloff, Karl Aletander, een Dnitaeh bouw-
meeeter en zoon van den Tooigasiide, den 2den
inebniari 1788 te Stattgatfrt geboren, U^ aoh
toe op de Middeleenweebe bonwfamst. Hu reatan-
reerde dè d<»akeTk te Bambeig, de St. Mbaldns-
en de fit ÏAnrenskeik tn Neurenberg en de «d-
derkapel te Haaiftut. Aldaar oveideed hg dan
28sten 6ept«mber 1665. Hg g^ oU: „Omamen-
tjk dea ratteUteiV' (1688—1852, 24 stiUen,
met BDppIenieBtfln).
H«ld«in««taoliappt|, Nederlaiidteht, werd
' 'it in 1888 en atelt ntt ten doel » Na-
gronden; I
plsotingen;
bet «nataodbooden vao boeadien en
ta ondninuden Tan be-
wikkt&K en ^ Teibetedng" der soetwaterria-
edierg. Zg IracÉit dit dod te bereiken door h«t
gcTcn Tan aitnemn, bet Terstrekken Tan tnUeè-
tingen. be< opmaken Tan phnnen, begrooUngen
ena.; bet wtroeren en nstandbooden Tan oot-
^luungen, beboestdinigen, b^ihntJngen, fceTloei-
nga- en gnpndrerbeteringewHfceD Toor lefcemiig
Tan anderen; bet oitleenen iio hier t« lande niet
of elecbU weiniK bekende, aaiAeTelingswaacdige
gereedeeba(ipen;liet Terstideken van ladea, weit-
tnigen eni. ten beboere van de leden; het aanleg-
Ken eit insteodbonden Tan TieehrgTera, het rer-
beteren Tan dea Tiachstand en hét Tentrekken
Tan pootrieefa; bet beroideren nm den afaet Ttn
Modneten; het opleiden van deskundig personeel;
net nj^geren Tan gewone en baftengewone druk-
werken; bet imacbten en instandlioiiden ran een
biUielbeek en een nmeeam; bet banden van tooi-
draditen; h«t inctdlen Tan oodenoekingen naar
D,o,l,zedb,GoOgle
de geetd&bóA t»o de woeste gronk» en 4e viaiit-
wateren in Nederkod.
Van de w«ifaaamh«cl«tt, w«lk« de Ha&tMtuppg
de IjHiWte jaieD ook me«r ^womI Unam den
kring baret iNtDoeiingeii beeh getrotten, moeten
Dog ÏA bet t^iODdei woideo genoemd: de hd-
leg yen MiricMingen tot leioDgug na bet ahftl-
naim Tan atodcm, geetiditeii, lauieken eni., het
tot attoA brengen vao inilvwkaioliiwen en in-
_..^_. 1^ «tïofaten nn boe^eiüeo en
„ mweov bet onderlwtMlRn en Mofcg-
Ecn TSQ wcgbeplantingsn, bet opmaken Tan Iie-
^t^ilamKn -voor boMcben, d« ahet tco hout-
eorteeringen » «id«* fvodneteD Tan boMdten
en ontgiDnangen, ds aankoop twa t»noodi«dbeden
op bet gciUod wn iBodiwvw en boaAenltinif
De Miartiging ittt de bdnngen Tan de soet-
««(«rtüodtern i« opgedragen aan een alModer-
tyke hoofdafdeeliog „ZoetwaitetnesdKnJ", met
eogen i«glemeDt en ntxMHlerlök behe«r. Deie
HooIdaJdeeÜng beeft een coöpentJe?e ^>ui- en
Tooncbotbank opgvriciit. De ÏUaateeibamHJ Mrgl
mede «oor de opMMbig Tan deAwtdig perNoeel
.door «en coisua, waaraan onderwös woidt s«Ke-
ven dooT >in1it«(Mren der Nedeitanduhe Heide-
llaatecfaai^g en lan bet ataataboaehbeiteet. Deie
enrmi donrt 2 jaren «n beetaat vit 2 aJdeolin-
gen. AfdeeliDR A ia beatenid voor de opleiding
^nn bas(lnTa«tat«t«- booeb- en weikbaaen eoa.;
atderiiog B dient tot oplakUng T*|t opuebtert
De T«riame]dogen der Maatsebapf^ op bet ge-
bied van ootginnHig, boecbcuhnur, gróodterbe-
teiin^, euittMic, temoiek, ibonwknnde, loetwator-
liaacDeriJ au., wdke terena dtenen «iï leeima-
teciaal voor den «oreas, ign 4e Ambem ondïive-
bntcht in «en Huaenm en een Aqnaiinm, waartoe
begnnstifferB en leden der MaatMhaippg koctdooe
tomog nebbeo. Voor bet Tenprwfen ran nmttj-
ge lemH omtrent ont^woiag, boMbcnltnaT, be-
vloeüoR, gronKietbetenog, autonitechniek. xoet-
wetenundterg eni., gefJt de Maatattia^ipg een
Tijibduiitt nöt, dat etka meud veisdiönt en allen
leden koetdooe wontt TeMtmkt. Voopte gcett lü
uit een TiBMbergeouisot „(^ne Zoetwatemaecbe-
iqj", orgaan Tan de HootdalkteeUng: Zoetwater-
TiMcber^ weUce on de veentieD dagen Teraehgnt
en gratie wordt toegewmdeD aan alle berawtj-
^rs der Maoitaduippij ea de leden der Hootd-
atdeeKng „Zoetw»t«rvMacÉMrn". Op I September
1«1S tc£k de MaMtoebapoj 259 begoDitig«Ta en
5884 gewone leden en de Höofdal'èeelintf 2 le-
den -mi TM'dMnate, 6 begnnatigera ra 3^27 ge-
wone ledML
Bfllden, een sedert 1854 druk beiocbts bad-
plaats in bet Switsered) kanton Appemell —
AutMT— fiboden, is door «en tandi-adMioorweg
met Rorachacb vertxmdeD en beett een HerTorm-
de keik, een Kartholieke bmet, een „EDibaiw",
bolek, penaions en 4«lt (1910) 3485 iowMara,
die ÓA benigboodeD met Iwtoen- en zijderweTeiij
ep knlbonw.
H«ld«n, Vo», ia de naam ytat een Neder-
kiodeeh gtaM^ g«slaebt.
Heiden, Loïewifk Sigismund VineerU Outtaaf,
graaf van, den Oden SeptenAtor 1773 te Zuidiaren
geboren, waa do tweede zoon Tan Sigitmutid Pit-
ter AUxandet, beer «on BetnMtein en Laarwoud,
en nut Maria Frederika, baiones «m Bedde «on
^McnM^m. Op d-janigen le^üd tnd fag onder
Mding Tan Vok Kiiubergen in <Uenst der Nedar-
landBcne madne, wcudl ü 1789 hiitMMU< reige-
xMe in 1795 WiUem V nav Ëi«eland en werd
bji i|in terugkomst te '•-Oravenuge in hechte-
lüs geDomen, doch kort daanta mder op t<ü^
voeteD gesteld. VerT<Hgena tnd hq to Bnsaieeben
leedtenet, werd in laiSt ionteto eit wm tot 1808
weikuam bg bet kom cadetten en bg bet ooUe-
ge der adniialkett L5 den ooclog tegen Zwe-
den wae bg bevettiebber over een enuMeel fregat-
ten en in 1808, na na pniitoüe tot kapitein
late kbaae, orer een aideeaiiig der vloot, la een
drietal seegoTecbten onderetbeidde bq racb Mo-
daaug, dat bjj de Wladimiiorde en die orde Tan
SL ADBk «dring. Ia 1809 kreeg hü bet oppw-
bevtaur ot«i de vlbot in Nieaw-Finbad en in
1813 bevel naar Daniig te stevenen en bet beleg
dier etad te bevoxdecea. Zijn opilreden beloonde
de keoser m^ den rang van karóteiio-eonuikodoie
en een gouden eeredegeo. In 1815 w«rd hg lie-
noemd tot gouvemenr van Sveahoig en opperbe-
veUMA)ber der leenMuht in. Fiodand en 2 jaren la-
ter tot scboat-bg-flacbt, torvrjil hg bet gmtticTOJa
der St. Anna-otde ontring. Vooral ondorachetdde
hg lieh in den leeelag van -Navanno [20 Oetober
1827). looc^ faem het grootkruis der Batborde
van ËngelMtd. Tan den Heiligen Lodewijk van
FraoJulfk en vso St. George van 'Rusland, bene-
vens de rang van vaae-admóraal werden toege-
kend. Nadat hg in 1835 tot atkiuMat en militair
commandant van Bevai benoemd en met Ted
eereteekenen, ook met de beide NederlandGcbe or-
den, beöftigid waa, ovccieed bg te Beval den
17d«i Odober 1890. — ZÏjo oudste loon. iode-
wnit Hendrik Siginuatd, on 1621 gcbmren, wm
«Jmiraaf in BnaaMiben dienat en eirriel en miH-
taii êommaDdaat ran Reval^ (erwgl iga tweede
zoon, Frtdetik Sigitmutid, in 1833 geboren, dek
roenn^ «ndeivclMiden beelt *n de veldtodtten in
de Ktan en io den Eaofcasna, en weriuaam wat
ala adjudant-gcDMaa) van den cttar en ah «bef
van den gemtakn «t^ va» bet BDsiisehe leger.
Heiden, Louii graaf van Heiden, Reuieilein,
een neet vul den vooigMfkde, den Uden Juli
1811 te Zni^Baren geboren, ontving ign oi^iding
aan bet gTmnasium te 'B-Omvenhage. Uter te
H^)()el en veiirok io September 1829 naat de
hóc^eacbool te OrondiDgen. Nadat hg in 1830 met
de Uaakenrs-coiDcwigaie der Grwnnger en Fnne-
ker studenten vignUig uitgetrokken en in 1632
teraggefceerd waa, vrerd hg benoemd tot bvige-
meeaitv eneeeretaiMTauSaidUieneniiklSSS be-
vorderd tot 2den hdtennnt bn de mobiele achut-
ten). Hg mpwlerf in J^di 1%4 den nung nn 4toe.
tor in de reebten. In 1838 werd hg benoemd tot
kantonreebter te Aaaeo, in betsdfde jaar tot ka-
merbeer dea ktHunga an boitengewanen dienst,
in 1644 tot adionetJMntTeetw en in 1846 tot
houtveater, in 1846 gdowo tot )id dar Piorin-
eiale Staten van Drente, in 1849 tot lid van de
Tweede KaïDer, ia. I8S4 t«t vocvutter vut bet
IXde lAotHMiiéknndig Oongrea, in 1863 (ntet
ridder «on Rappord) tot M der IntenuiHonak
eonmiane ter ivreffening der geaid^lea onrirent
het CompasoDum, waaicmtreitt io 1864 een trae-
D,o,l,zedb,GoOgle
HESueN—sssDESsrui.
iss
tut gerioten v«r^ tot üi óec CotatrótM lot
benmnng vut faet gieoattMtaat mt 1884, wmt-
omtaDt een ««gding ev**^^'™ *'wd Hl 1867,
ia 1867 tot «ommi«aacM des ktnitig» in de pro-
moe Gramneen «n enide^ tot curator
boogeidMol •Mwu. fijj overieed iit 1S8e.
■•Umi, ftodor, wvii, een fhusisch g«iKrul
- '— mu^ dnt 27ateD Scntonlter 1921 te
gctoteti, diende in 1M4— 1»47 in den
, w«id B 1B<6 iiMJoor en TleogeladM-
dH< in 1855 geDeraaJ-mftjoor en voetde tn oen
KMaomikie Itet bevel asn (te knston tku Koei-
en l^nütd. Sedert 1861 Initeiuait -generaal en ad.
wdiitt««Mn>I Tcrwierf hji in den RuMÜoh-
TniïaciMn Oorlog van 1877 tot 1878 ah ehef
van dM geotnfeD ataf gnwte verdiensten. Ah
govTonMw-gcanB^ van Endaiid (1881—1897)
waa bü «ent «p de baod der FeDnomannen, doch
nam lalw, vooiri toen Uj in I8»7 Ud nn, d«D
RÜkanttd werd, een weifzMin sMideel um de
nnaificatie tah d«t iMid. H|j orerked te Zuh-
koje Selo den Slaten At^stoa 1900.
H«tdati, Sdvord.WD Dortecb laadtMuwecbei-
kmdiee, den esteo Februaci tSSS te areilswald
geboreD, ttodeerde aMw etsst ia de alafttowelen-
■M bet BcfadkuDdie Uk
Hg vestigde lieb Mua
eent, weid in 1862 Teml
e iBDdbtrai^iiDde, vertrok kt
1855 aau EUeaa en werd er in lëS7 wBieteD
^ Uwratonom der acadomii
ile priv^t-do-
eent, weiA in 1S62 Toipbatet naar de Isodbouw-
aoMfefnie te WeMm en «ing Taaidur 'm 1«67,
toen de faoogeaetiod te Wsmui w«id opgehefen.
naar Befiöa; in 1868 wad hjj directeur tu het
UndiMmiiDrofdataUon in Pomnmb bü Baotien
en tn 1871 Jtooghefaac. Hij oTerieed den 20sten
Deoentber 1888. Hg edueel: ,Jtie FhoqAofaore
in üxen BexieboDgen mr lüdwirtaehaft" (Ber-
tin 1S64) en .J>!kigeiMue" [3 dh., Sde drulc,
HMnowr 1887), „Berkbt Ober die Art>ettea der
lan rtTirtn rfisitiif hm 'VerawdisatatioD Poanniiti
in den Mmn 1868—1869" (StottgMt 1870Ï,
,J>ie landffartadhaftUelien VeraaahastationeD*'
(2de «uk, Leifnig 1874), .J^eitfMten der ge-
sammtea DOngericfje wid Statik dee LuMftanes"
(3de dmk, HMKwrer 1693), „UoUrsadiuDMn
Ober die iweekmtsM^te ËmlbraiH dea
SehwtBDs" (HannoreiT I8W), ,J>i« mens^dien
EikMmeate" (BeoD0T«r 1^), „Wie wird rober,
acbwerer Boden tiaèttthu genaoht" (Haauover
1868} en UMt MuOer en von LangÊdorff „Die
Verweriang der etidUadten FSbüien" (BaoaoTir
1885).
Batdanm IPagmn) itoeatt nea in faet i
meen allen, die een andeieit gode- ef eeredienit
beulden dan het iWHtoHielam^ deifaalTc alkn, die
■bet tot de Israllietea^ Oiriaünen en H«hami&e-
dMieo beboeren. De Hebieeitwacbe en Oneksebe
wooideo oojÏM en efAnifcoi, welke la fcet Neder-
iMHJseli <nor keidtntn W4»den vertcAfct, betedre-
aen gaett aader* dan volkeren, in tegenateÜioc
met faet uilverkoren tolk. lamen ak wodanig
besehouwdea lïeh abowd de laraSÜeten, ele Mer
de ChriateoeB. De I«tj^ucbe Ohriatenen gcbroik-
ten faet iwoord paomi ol bmdbewmen. «oklat op
het platteland de voomderlgfce al^oden het
langst Ueren atand bonden. Zoo wa« bet later
met de Oennaaiiadie heidebemmert: vaadaar de
naam heidenen. Het aantel b«adenen over de ee-
heele aaide l>edfMgt ooe ntim 800 milüoen, aS.
meer dam de belft van de gdteele bevoUtmg der
aarde; dB&rooder benoden zicdi eohter ooli gods-
diensten. looEÜB het Br^unalsme, die vele mo-
DKtbeletLache denMieeklen buJddgen en zedelvk
teea boog staan. In den tyd der Kruietoditon re-
kende man ook de MobaanmedlaDen tot de hetdo-
ala db dióe boaddvoitaen -rtia bet godadiengtjg
bewiwtayn en wel als 3 traiprpen, nameljjk natuur-
godaduenst, wattelvken go^fedienst en geeBl«]g-
ben godsdienst. Uen t^ceeiDt wel eens 'van Hei-
de»^hTittenen en bedoott daannede hen, die van
bet Hddendom tot bet Cbrifiteadom zü^ overge-
rsao in tegenoverstelling van JodeK-Chrittenen,
die de wet van Jfoa;es bobben Terlaten om lidi
bi) de belijders ran ChriÊtut (e voegen.
HsldentaftiD, Rudolf Peter HeinTieh een
DiBtetih pbvaioloog, den 2S8ten Jwmaci 1834 te
Matieowécdef gebmea, studeerde te Kioniugsbei-
gen, HaJle en Berlva in de natnor- eo ^eoee^un.
oe. promoveerde in 1864 en wijdde luh verrrf-
gens onder leiding van Du Boie-Bef/mond san
proefiwaMi^ op -^ • • -' -^ _....i r_ >™n
vestigde hq deh s
logk te HaUe en i
woon hoogieurasr tn de plivdologie en bistoki^
san de UMversiteit te Breslav, wtMr by den titel
T&n ..GebeiineT Medisifisliat" ontving en d«n
ISden Oetober 1697 oreiieed. Zijo ges^kdlten
liMidelen ever pbynologiedie en bietoJogisdie <»-
detwerpen. Vooral vonden lün onderioekiogen
over de waimte-ontwiUiding oer »[ueren en over
het afiebeidingsverkiof) der klieren grooten bg-
vsl. ^i)n koitore t^telten zjjn ^kstst in het
„Arebiv fOr Adstonae tmd Hijswlogie" van Du
BoU-RejfmomI en Reiehert, om de ,^tudS«n dee
pbvsiologtaiiien faHtitute ra Bredan" (1861—
1866, 4 «Uil), in bet „Archiv ffir <^ gesamcnte
Fhjaiologte" van PfUiger en in bet „Archiv für
roiriurotkeiilMbe Asntcónie" van SehuUxe. Danr-
enboveo sdu«ef hg: .J^ysioloKieche Studiën"
(1856), „Mecbaimdie Leistimg, Wftr meent wieie-
Inv nud SteAnmaati bei der Moskeithitigkeit"
<l8r" ~ ■ "
eMHng van uu aote-aegmona aan
i op pbyw^ogdseh gebied, fn 1651
óeh sk pidviwtdocent voor phyrio-
: en wetd in 1359 benoemd tot ge-
DV nud ateflnmaati bei der Moskettbitiglfeit"
!18M), „I^iiologie der AbeonderanirevorgiKe"
^ bet JËMtdbach der Ph^okgie" van Ber-
nunttt, 1660), ,jDer Mgenaoate tieviadK Magne-
ti«DUa" (1890), „Die VJvJsAtson kn Dienste der
Heikunde" (1879), .JDde VivaeAUoa" (1884) en
„Beitrfige znr Hi<t(^ogae imd Physi<4agie der
DanDdsrmschleimhint" (1S88).
Heidens was vioeger een b«nmiog voor Zi-
geuner» (lie aldasf).
BflldeiUtain, Fenier eon, een Zweedwh
dichter en «el^iTV«r, w«rd den 6den Jnli 1859 te
Olsbuomer in Neiike geboren. Zjio eerste bna-
lel gediohten „ValUait oeh Vaodnngs&r" u« in
1868 het lieht en beangde hem aanstonda een
eervte plaats onder de jongMe dichters. In 1
verecheoen tija: „Dikter". De vkmki i« sonw ver-
wasj-loosd, soms gezocht, maat lijn gediebten on-
du«ebeiden sidh door gloed en oorspronkelgk-
heid; zg sga doordrenU van leverwvtengde n
Oriekschen geest Dit laatste getdt ook van de
rei«s(bet«en .JVla Coï di Tenda til) BloiWg"
(1868) en de ooatereche : t, .. . _..
DigilizedbyGoOglC
BEnyBNOTAM—HEiELBItONiN.
(1860). Vwder agen bet Hebt; „Hans AUenns"
{futtastraeh-alkeoiisclM T«rtelliog. 2 din. 1892),
„KarotoemB." (1897—1896, 2 (Öil), „Twkai oeh
teeknu«ar" (1609), „St. Otom odi dialMD"
(achotMD 1900), ^«i^ iBrdg'itiBS pikrimefard"
(1901) en „FolkuDcaitrfidiet" (1905). Iit d« bro-
<d)ai>eB „RensMHUie^' {1689) en „Pepitas brölkp"
(oKTt 0. Leverfin, 1890) berti««d jhjj bet reaÜBaie
an verldBarde oidi tooi «en aiistokmlueh isiUn.
BeldaontcliinliiB'. ZLe Onl^nninp.
Balrel, J^'"'' ^uffiuf, een 'Duitsdi dichter,
óea S5at«n Haart 1635 ie MQiwhea geboren, 6tu-
deerde '^dnai io ile wiisbegflerte, werd bibliothe-
caris Tan Torst Heirtrich vcm CarolalK'Beolhen,
veig«2«jl4e dieiM neef op zijn reraen en vertrok
in 1663 «ar Ber^'a, waar hy vaji 1865 tot 1675
bet teoi'HelKHi v&a ót ,,Baziir" redigeerde. Latei
woonde h^ bg alwissetipK te iMüa^n, in Tirol
en dn Italit en bseld zich hemg met tetteHnm-
di^n arb^d, bem op^edTaeen door den konung
Tan Beieren, Na diens dood ïestigde hq ïioh te
Riv& êitxt het Oanhimeer, waai hg den Oden Sep-
tenriier I90S overleed. Uü achr«>et: ,^t Cocb-
(I6S3) en ,J>ie Zuón" (1898), d« ooiellen „No-
Yelfeö" (1866), „Neue Novellen" (1872), „Wo-
hin?" (1873), „Oer tHploraat" (167^), „Es reg-
Mt" (1876), „N«iH ErafiUui^en" (1676). „Neoes-
te Novellen" (1878), „Die Veranda am GaPdeaee"
(1879), „Der Eftmetal vod V«MdJg" (1660),
..Enute ood faeïtefe ËrahlniKeii" (1889), „Am
blaaen OudaMe" (1699), „W^verSehter" (1669),
„lm Inrtal" (IdOS), de nmians „Ohne G«wis-
wn" (187t), „Die Dame oIuk Hen" (1873), .Ikr
Theatertmrri" (1878), ,J)ei Weg tma HÜmoMl"
(1689), ,J)m Qebeïmaiei des KüMft" (1690),
„Der VottstreoiMl" (1800), J>ar Roman einer
Stadt" 0898), ,J>er Udiarad«ebAli" (1900), „Die
netKD HeUigen" (1001) en „BiBotmetB Olfldc
nnd Ende" (1902), b«tev«nB de biographiefla
„Karl SUeleT" (1861) en .JiOnw Ludwig tl Ton
Ba,;eia, eia Betttar n atóaer L ulw. iMHtiLèi di t^
1893).
Heigtl, Kart Tkeodor, «en 'broeder vaa den
Toorgaamde en geKb)««whT(jver, den 23«len
Aogvrt» 1912 te UOoeheo g«i>oi«ii, stodmrde
■Idaar, Teetigde er zich als poTaatdooent m de
gucbiédeitie en vrerd tn 1876 MaesBor bi) bet
^ksaichkl, ia 1879 bnrteDgtnrooo, m 1866
gewoon boQgleaaar in de gwniiedHDifl aan de
tecbiiit^ boogeaebvA te IHaeben. in 1685 di-
rectenr van bet fii^toriaoh Ifoaeom aMtai en in
1901 president der Aeadouie na WetoMebap-
Sn. Heigel overleed ént 23eten Ifawt 1915 te
Qneben. Hij sdirael: ,J)as Hervfta»^ Ba;«an
mr ZeM Heinricha dea LOwen tina Otto« von
WtttdebMh" (1867), „Lndvi^ I, ECn^ tdh
" östeneiö* ■ ' " •
iwahl Eai
.,I>te deotacben Eaiser" (1880), „Die Witteli
ba-ïher" (1880), „Vortrige ane denteOter Ge-
•ehiiAte" (1881), „Mttocbens OescWdite 1158—
1S06" (1882), „Nene historitche Vortrlge and
AnMtse" (1m8), ,XHe MaraoïTea des bayriMfaen
Minietera Graten Mooigelas" (1866), „Qnelfcn
und JU>haDdltuigen sur DenOTn Oescfaiebte Bay-
erui" (2 dio. 1884—1890). „Esaajrs ans ma^m
OernhJcdite" (1802), J>eatBohe Geeebtiibte -nmi
Tode Priedriehs dM GTaeeen- bie znr AaflBBang'
dea aJten BeidiE" (2 dhL 1693—1901), ,/^-
sctHcbtUdM BSder und SkiiEien" (1897) en
,^rae geBdii.^li4die Eaaya" (1902). Ook eel
bg nit ,7ragebuefa Eaieer EaJib VU mw der Zeit
dea OeaterraichiedieD EibfoJgekiaegs" (1888).
Heil noexiA men een toestand vut voümoKn-
beid. Het daarmede v«n4>oiM)en irokirooK^ bq
de Doitedieia keilen, is eCbter bq oos hede»
(tot den voonnaJigen toestand vao' gebeetbeid
brengen of genezen) geworden. Het woord Hei-
kmd, als mam van Jexna gebroikt, is daamci
het tef^nwoardig deehvoord, loodat het wooid
Hbilaad TTuwel in beteckenü ovepeenkomt met
het GrieliBCQe soter fredder of tielper).
Heiland. ^ Heil.
Bellbot (Hippoglottvi vutgarii) is een be-
kende zeeTiseb, t>eboor«nde tot de familie der
PlalvUtehen (Pleurmeetiden). Zie verdev Plol-
vitteken,
nallbron, David, een NederUodsdi geoees-
kandige, den 4den JvH 1762 te 's-Oraii^nbaM
Ceboren, atudeeide te Leiden en werd kt 1748
evordeid tot doctor in de meddo^nen. Aaorvan-
keljik vestigde im lich in ijj" gebooite(riaata,
dooh rang in 1800 naar Antsterdwo en werd in
1603 Woemd tot ebef van het 4de bnreaa bg
het mjnisterie van BiimenlEuideciie Zaken, wAe
betrekilCiag bij eister io 1810 nederiegde. In 1615
werd fay oeiast met een heraiening der wetten
op de veeartMsg kimde en in 1818 plaatst bü
bet mioifftwie van Pobüek Ondervije, Nationa-
le Nqveibeid en Eoloniëi», terwtjl hg tevens on-
deredMiileD commiasiSn waomam en i^ kerk-
rootacb^) 'ten <fienste stond door zgn nitgeinrai-
kerntis der Hebreeu««d)e taal en letteiinade.
HadMt bg io 1625 eervid ontslag bad gekregen
-'- «ommies b^ bet minirteiie, benoemde mea
aan inn dood, den 5dui Jum 1847. ] ,
1796 ad gewnrden der Holkn^dM Haateeb^
pg der WetenaebapfNO, en deie deed «en medail-
le vervHjdigen te «jjner «er, toen bg ia 1846 bet
halve eenwfeeat van dat tidmaatechap mocht ge-
deiAeii. Hg «Streel o. a.: „V«rbaiKUu>g ovn het
beiigea van pnigeemtMMelen ia de boittsfilen"
(I7vO). bekroood door bet genootechap ,£ervao-
dia CXvibas", „Iets «ver bet Teifaand tnaaehen
scrophaleuxe Uieruekten, Engeiscbe liekten en
danwworm" (1791), „V«tbasdeling over de oor-
aken vaa het beslag op de hHig eni." (1796),
met iftvflT bekroond door bet Baitaafsdte Gcnoot-
sduD, „Verhaad^ngen ot«i de liekteteekeoen
nit de Mgen dn beete lieten" (1798), met lilver
bcÉroond door bet Bataalaeb Q^oootsehap, „V«-
hamMing over de teekens of vendignselea der
oogen in depende ndcten" (1801), roet goad be-
kroond door laatstgenoemd genootschap. „Ver-
fa andekng oTer de middetea t^n de besmetting
van de ware veepest" (1S24), met ^ovd bekroond
door d« HoU&Ddscbe Haateehaippi] van> Weten-
schappen, benerema een aaotal opstellen ia tgd-
schriften.
Hetlbronn, een stad in WOittembeitg, Hgt
D,o,l,zedb,GoOgle
HEILGTMNA8ITIEK I
(MBDtGD>III0HANI8CHB T0B3TEIXEM)
DigilizedbyGoOglC
HEILGYMNASTIEK II
(MGIHCO-KECKANISCIIE TOESTELLEN)
Z Het buigen v«n den onderarm. 8- Hel doen dalen en bulgen van den arffi-
DigilizedbyGoOglC
BEIILBRON3f-^QSSL0YMKASnUiEIK.
MD den N«A«c, aas <tea voet vaa dm WuAeip
itotai — l
broHt— Eppii^n. Zg ielt (19]0) 42688 inwo-
nen. De btmoistad beeft, nog een Middeteenmch
kaïakter, terwjjl dununlMen nienw^ de^Mile wy-
ken onUloMi agn. Van de 5 keifceo xija te noe-
meo de St KitiaaiKkMt, een kat-Ootiac'h bowr-
werk uit de 15de eeatr met een OS m. hoogen
toren, een mooi gemeden altaar, ffkaMchiideiHgen
en de bron. die onder bet booldaltau' ODttpdo-
geud, Tan de keik oaar den KebeDrohienbiaiHwn
TOert, wMrnaar Karel de QrooU de atad noemde,
de Joaephikesk es de in Uoorsehen atül opgotrok-
ken eyiMgogc. Van de w«reMlak« geoooiren ijjn
oocmeiiamaid bet gereatanteetoe atMbni* (1540)
roet een kimrtYo] trarweik en belangri^e oorkon-
den, bet DentadMrdenbaaa, de ÏMM- of QOueU'
toren, waarin Oötx von BerUehingen geiangen ge-
Mten beeit ent. Staodbeeld«n beat de aUtd van
de kenen Wiütm l en Frederik l, Bimarek «■
Robert von Uaj/er, Aan onderwöainricbtangen
eox. 'vkidt men er «en gTmnaaitm, een hoogere
bnrger-, een huidbonw- en «en handehschod, een
•aboawbnrg en een eelhilaire gevaxigenic. De in-
dnatrie ia bekngTqk. U«n he«tt er een labriek
TOOI liWrwerken, machMef abrieken, Ijiei- en
metaabieteröen, paftier-, lüm-, oieat-, eaikei-, kof-
fie-, cmdMni-, eonaemen-, «nvekippen-, tabaks-,
eaa-de<ok«iM-, ptano-, aeep-, eleaj-jne-, olie-, ee-
ment-, Joodwit- en ai^nf^ióeken, verder Ueeke-
rgen, droUergeo, looieryen, bierbrouwerijen en
«ra looteKWTC. Ook de wQobouw ji behogrvk. De
baiMM, die geateooj worat door den eleepdieaet
mot Haaofaenn, ia lerot^ in koloniale wtu«n,
laadbouiii>rodncten, aout, hont en ateenkolen.
H«Hiroiin, onder de Karoüngers een koniak-
Igke palts, wordt het eerst in 141 vermeld en
waa reeda in 1078 een aaoaienlyke pUata, die van
Hendrik IV itadawAteo kreeg. Vervolgen» werd
bot aan den biaeobcp vso V/ürAncg ofergedra-
gen, die bet ia I2fiS aao de Hohöisltnjen at-
atond. Rudolf van Habtburg verteenda aan de
ZwabiidMn StedenbcMid en later tot den Zwabt-
■chen So«kI, die luer in 1501 Oötx ton Berlichin-
jen eenrangen hidd. De HervomrlDg «ond in 1525
Ie OeUbronn ingang. Itt den Coerenoorlt^ vieJ
de atad ia banden da Boeren, die er in Me* 1 525
een Tergsdeling tudden, waarin over een bervot-
toiuc van bet r^k beraad^aagd werd. Later wae
ig Cd van den SmalkaMiaelien Birad en moest
weeens baar deehwming aan den SmaUaldiechen
ot^og in 1547 aan den keiier een aware geld
boete bet»lea. In 1433 had bier een bijeenkomst
C' ata vin OseiMliertia en de Standen van den
aUsohen, FnHikiociien en Benedenirü neehen
Bond met de Noderlandai^, Frweehe en Ëngel-
tebe geiantem, tengerolffe waarvan den 23sten
AprÜ aet BeUbionoacbe V«rdrag tot voortietting
van den oorlog tot ttnai kwam. h 1808 weid
HeiJbromi Imj WflrtCembarg ingelqld.
HcUbroniMr, K., ia 1469 te Neoreaborg
geboren, atadeerde in de mediev<M» ^ Uflneben
en «ronMyvoeHfc aHaAr in 1804 op een proef-
aehnft, getMcM: „Ueber Eiankbeitadaaer bad To-
desnruieMn boi der progreasiven Paraffse", wei
van 19M tot 1868 aeaiatant aeji de „Wernicke'-
m^ EUnik" te Breslau, vui 1698 tot 190S Ober-
arat der ,3i4xig'aebe Küjtik" te Halle a/3,, werd
in 1902 buitengewoon iioog)eeiaa.i aan' de faooge-
«Aool aUmi en mi i1904 gewoon hoogieeraai
aan de hoogeediool te Utrecht. Htübron-
ner «verleed den Selen Soptemiber 1914. Z^n voor.
naamate geaehriftan liJn: ,rApbaae and Oeistea-
knutk&ent" (Pavobiatf. Abbandtengen hng. von
G. WtnMu, 1896), „Ueber Aeymbriie" (aia vo-
ren, 1897), „Ueber die Ai^gaben der k^uïwiieQ
PavehiaWe" (Aatrittarade, 1904), „Die atr&f-
redrtUdte Bepttaehtong der Triüker" (Samm-
long swao^ Abbaoi^n. a. d. Geb. d. Nerven — a.
Qeiateakrankh. Hng. von K. AU, V, 6—8,
1905).
HBllcmmutlak (ktnaialne, kinemothen-
C'i, meeluMolherapit; ve d« platen) itoemt men
t metbodiach aanwenden van Udtaam^wegio-
gen en üdiaaaMOttfeniogeD in de geneeiktude.
Heelt bet tomen de bannoiMcbe ontwikkeliog
vao ftlle ledematen en apieren ten doel, de beil-
gymnaatiek ia gciidit op de veiaterkigig van >t-
zondertjike «fri«tgnxf>en.
De iavioed van geregelde oetenui^ o^ bepaalde
spiervt ot apiergniepen bestaat biera>. dat er
meer bloed naar die apaeren atroomt, «wdatonde
oatatcfciogapfodMtoa en vetgroeünsen opgrtoat
ktmnen worden, tetwöl teveni d« gezonde jhelen
sterker worden looala de annapteien van atble-
ten en de knitepiarea nu danaeteaaen duidelijk
aaatoooen. Ook de peeien worden door die stü-
ke voeding taaier, de gerwricbtcQ bewee^nket, da
beenderen aterigar en evenaeer werkt de b«t-
inaatiek gunaüp of> den algenteenen toettsAd;
wannt^irodnctie en d« nreetaecretie atijgcn
sterk en er wordt veel Uchaamsvet verbraod e
de wa
goed
nmét te tevenn. ZelEa ^eeetriijk werkt een
geleide gymnastidc nsttsg. want de oDergie
1 uieBieid van hai>delen wordt erdoor bevor-
derd. Oa*r eebter bjj algemeeoe lichaamabe we-
gingen ale: iwemmen, marebeeren en turnen de
groote vermeerdering van bet MoedgebaMe on-
ler spieren (dat van ongeveer een derde van oik-
ze honveeUtek) bloed tot op de beHt eiran stjwt)
ten koete Tan bet btoedgehadte van andere B-
chaaneoigaoeD gaat, is bet verkeerd na een over-
vloedigen ma^tQd, ala de buikorgaseB *«ri Moed
eiscben, iteh ttm io te soanitea. Eigenlök kaa
«tk« aport en elke melbodKche gjmnaatiek htS-
Man werken, aoo bet bergbeklimmen bjj de oot-
vettingekunr van Otrtel, de weeraland^Tamaa-
tiek in de kour «aa Selu>tt bjj hartiiekten. Deie
TT rrmt imTttigjm Mintii-k werd bel eerst atehelma-
tig door PtUr htnrik Ung toegepaat, vatMhar de
mam Zepearfaeka bdigTmnaetiek (rie hing).
Deie ondeiediridt drie aoorten van bewe^ogen;
aotieve, waa^ de neke, meeste i^ hggenda
bonding, alleen de bewegingen uitvoert, half ac-
tieve ot dubbele, waaibi) aan de bew^ingen van
dsQ Mke deer een tweeden persoon een zwakke-
ren of aterkenn tegenstand geboden wordt, en
psaaieve, dt« niet de Mie. maar de geneeatteei
uitvoert en die meestal met massage (sie aldaar)
gepaaid gaas. UHi kuastmaiwe atelae) beeft in
sommige gevallen Toortreffdj^e residtaten. maar
iNMdt todi langaameiband verdrongen door bet
tanen «n toestellen en bet vr^e tnmen, bekend
DigilizedbyGoOglC
bewflgMwen, ge-
158 HEHLGYUN'iJTITBK-
Mtóer den diuud wi kamer ^pnutattiek. H«t ii
«drter mer eewensdtt, dart t)q aotte tnmoeEeiiia-
g«D «en de^Doddffe dé wt te voeren bewe^ugen
TooncÏMijft. In iea iaatetea tyd ^racbt dhd,
meestal nwt goed gevoto, bei^jmouwtjeobfl oele-
niogeD Qitshirt«D'l met oeholp -na tvnMilitJf sa-
dMUgeatelde werktmgen «t te ïoeren (lie de pis-
ten). Het TMided raa ^ ^ipAnttCB ie il« nuw-
kei^ dow TCi^MtdMTO gewkbtea te ragcJen
weentMiM^ vaeiiiv lelfs rcfcemiK gehonden «ontt
met de lm mietütMtd laDgia<£i toeDemende en
dftn dalende tndit; dat n een Toorded boren d«
dMtiecbe tFek&paanten,
TCiTsteiken aan im wem
in die du iwausteD arbeid nn de spdei
_ _ liat op bet «ioife èarer aamer' — '-'
Ak liJ hert niioet preateerei
)en TOOT utiere en toot pe
tniult men ei ook loat massa^ en
orthopaedJaahe doehdnJen, aaoere, eoedkowei.
TOOT kamergyiiHiMtiek aJs lig. 8 en de toeetellen
TMi ThUo e. a. waait^ een tnnd, over «en katroV
toopend, aan bet eene einde niet bet te behande-
len lidtaamadeel, aan bet andere inet een y«n.v-
derlök gemaht Tertronden ie en waarbij oofe, qj
bert niiwkr nauwtenrig, met bet kmgiaaci toe-
en afnemende arbeidnennogen bij de spiercoD'
tnurtte r^eoing wordt giebwden. HeilgfDUueti-
acbe inetelHnmi m dien a»d api ^ meddoo-
mechuiacbe ZamkrintlilitteH. Van de aekten,
waartegen Toonwmelöli met goei gerolg heilgym-
nastiek wordt toegepast, inn te nrMmen: Mïenwak-
te en <Tefbinaun^n, aUe Hchaanwverk rommin-
gen, en -miarormingeQ, de door jicht en riieama-
tiek verooruAte ttgmid in de q>ieren, gebrek-
kige ootmUeüng nn de borstkas en de daardoor
{Mftataande neigimg tot taoffaattdoeiung, oveima-
tige vetronniflg en onderJ^fiieèteD, wMwiiekten
(b;pocitoDdri«,li}sterJe), reAeeirde bloerknenging
en etoriogen in den bloedsomloop. Bg die li-
d>aaai8TeArommhigen«D-<mis*wiai:agen, wMii^
faet faeenderenatehd, bqt. de ragngraat. ook
aangedaan ie, ia betlgimnastiek aUeen meeetd
niet voldoende en kan mt gebniüc Tan doetmati-
ge 4eeet«llen ot «en riiirungisebe operatie niet ge-
miat worden (lie Orlhopaölie).
Lileratiair: Hughet, L^rboch der eehwedi-
edien HeiJgTmoaabek (Wieebaden 1886); Zander,
Die Apparaie für mechaadeiA-g7mmsti«dK Be-
handltnic (4de drak, Stockbofm 1893); Ben,
Lehibocb der Beilg;pn[uieldek (Weenen 1903).
H«ill|: >e afgeleid van heil. Men beeft daar-
mede het Hebreeuw^che woord kadoêj Tecta&ld,
hetwdfc de heteekenia beeft van g e w fj d, meer
bepaald Tan datgene, betweUt tooi den dieiiat Tan
de godbnd bestênxi is, oF n«iw met de godbeid
ia TeiJModen. in elk geval afgeumderd yaia al
bet orerjge ak het prwaae. In bet Nieuwe Te«-
tament dsagen de ^^uooTige CtirUrtenen d«n aaaio
T«n beiUgen, omdat zg éooi Ckrittus uJt liet ge-
bied der weteW m bet floderijk ijjn oveigebparSrf
en aboo bedeek) met den heiligen geest, ala bet
begimd van een nieitw zedefü^^ooacüeastjg le-
Ten. De beiüging heetaart bq de gevjjde BUirij-
t^rn kt de eerate ptaata in reindging vsn tonden,
door aebirldveigiJlMUH veiirc^en, en verralgene
in een sedelqfce TenueowJn^ dea gemoedB. H^
wwrd Aeih'^, «anmtkeli;^ aan aUe Christenen
iiGs: omet.
toegAew^ ontving echter aUenga een meer be-
peltte berteekeniB; en men getonikite bet wddrs
ntduiteDd TOOT gwtorrtnen, die zieb tqdena hmi
leren door een Obristetöken geeat boitengewoon
ondHseb^dden, en tw wie men v«rtn>nvde, dat
zq in eeuwige geUuUghMd de OodMMoaeboo-
wkig 0enot«aL Zoo niiic meo vaa de -keiH^
Apoileun en Sttmgemte*, vaa de heüige bu-
«eaoppen en ToonJ van de heilige ntartekmn, d»
de moedige lieMen dea gtloot^
HelIlvlM«n (M taentm) ie een nit de ood«r-
ete werrrele Tergroeid been; bet ligt onder de
te^deettn en men aefat bet imacbendbaar, iMk»
R«lllV« Bbju. Zie Dobenn.
Helllira dar HalUvra wae bn de Oodeo
het heiligste en onsdKndbare gedeelte van doi
HaÜlrs tainlU*, (I>e) *m Simwet, bet
kind Jenu mert Maria en Jauf, wordt vooral se-
dert de I«de «eow io de R.-£atboli<ke keii ver-
eerd op den 'Maandag, dm Sdeo Zcodag na Epi-
pbania. De hiernaar jgnuieaide, dsk lfl61 gectidit«
Teieeni^ng, die in 1&2 door Leo XIII ia ettend,
steU Ml tnn doel dooi Tweeiing en oaTolgin^
der besISee Issdüü bet kmilieleTen te ■wreiweD.
Ook de A 1815 te Lnik dooi de fiedem^oristen
gwtMtte ^MtalmoerlaiHfaD wn de bcoQ^ la-
miUe", stdt neh een deraenfc doeL Kq is voonl
weikiaam in 6<4giB, Neaeikarrl, LoxenAnug,
Frankryk en Eogelaad. Vwder noeoMD een 84*1
msanelqfce en een 4-'tal Troowet^e «digienae ver-
eenigingen lich naar de beatige fanüVe; hieroD-
r}er de ook m Nederlaad weiicMtile Pnneiikaaer^
snaters ia de buMge famUie, die lich
op de verplegiag Tan lielBiieken en de
lan verwaarloaMe kJAdei
Bsllli
eenheid (i
Ood dea Zoon deieHde Ooddeljjke natnor,
veredieiden nor^tans laa de twee eererte peraimen,
of bj^Mstasen. Bestaan en natnur nn deo H.
Geest zvn in het Nieuwe Teetameut dnidel^k in
het Utiyt geateM. De woorden: „Qaat en «tder-
wijst alle ToKeren, hen doopende io den naam
des Vadera, dea Zoons en des H. Oeeataa'' stellen
den H. Geeat voor als afgeiooderde hmoelMtt ot
perMon. en TenmAden hem op den»«if<KQ voet ah
dui vader en den Eoon en ateUen hem ten op-
sichte van „mai^t" met ben ^tiyk. De H. Qeeat
woidt in het Nieuwe Testament sis Par^eleet,
vertrooster, door Jet»» aan de Apostelen bekicrfd.
Paitliu en Fefnu ateUen b«m voor alB Ood. Aan
den S. Oeest wordt de hnttgheid to<gesehreven,
om uit ie drukken diat hg de beolige wil, de vol-
maakte Kefde ie, drie besüat tnasehen den Vader
en den Zoon. Het de Uefde worden ook dC uit-
wendige werken dne nit de Uefde voortvloaen,
op bijïoodeie ^ze aui den H. Oeeat toegekmd,
zooajs de vergifteais der Moden, de orMeeüng
dra ^«nades%4teh«ifigmakingdieipiwetw(liehaaHlM
hierin "de liefde Qode lieh het meeet vertoont.
De godgeleerden spi^en ook tui „gaven van
den H. QBe»t". Men verstaat dsardoor een geM-
^nheid der -ziel door God, en door Hem alleeg,
mgestort en door hem aHeen 'te bekomen en die
ons 'bekwaam maakt tot het verriehten van bni-
teDgew<»e, aitmomtenda en b«i<Uuitige goede
illln Oeest ia rfe derde peraoon der Drie-
idja« aldaar), bHibende met Ood den Va-
DigilizedbyGoOglC
BESLKIE QsEEBT — SESLICKE ffiUF.
imten Mdeode tot de Za^f^ietd. Bet Smtii
de* Yonaadi bee& ala t)Q»>n<ier oitwerksd <fe
gaTcn mee te deeles.
De H. OeeM ^t nit van éea Vftder en tui
dea Zoon: ,^pinttu Buwtue pstpe et tiUo pioee-
deu", WH) kudt de ^bofabe^fdBiüt van JfAo-
HOfMM. ti de Kerkvaders der 4de eeuw, soowel
Oiiefcsebe i3a L«tqiMcbe, lija bet eens ooi die
itrlMng aan te nemen; de Gneken tiebben
DoditBiu verwtHpen en bterki Ëgt, eedert
iebeiir{0|> van PhoHtu en Miehöll Oeniiorws,
bet voomaatoete veracMJ van iDeenrag taaaefaen
de Qmtefhe en Roomanbe K«il:.
Voor de OriekeD komt de H. Oeeat enkej
den Vwter vooK fqui ex Patre proeedU). _.
Oodbeid van den iH. Oeeat w«rd gelooflhew) *a
de IVde eeu'ir door Maudoni^, en in de XVIIde
en XVmde «eaw door de SoeüitaHBn en de AnU-
triniknre».
6r bestaan in de R.^EaiUiolMk« Eerk veraehit
lende reKgienae «sooitediawea^ xoowei muuie-
)Stx ali Tfoaireli^, onder de benamuig van <fcn
H. Oeeat.
Otk. bestond w een lidderwde onder dien
naam, a IfiTS door Hemfnfc IV ingesteld Zg
waa weleer de hoogste FrasadH liddMwde, maar
ie in 1861 Oficctevm.
De Ffoteataatadte dognmtiek noemt dalgeoe,
wat de Heifitfe Oeest in den menaeh W6i4t om
v«riachten, Ie verbeteren,
tot geaweosehap met Oocf te brencen, „moAde-
werkiogen ot ^ven det fleiltgeD Oee«t^'. Op-
m«tel^ qjn ui de Ixitbereriie ea Oerefoimeerae
dogmatiA de leer van de Mterinke mgevjng
vao de Qerwqde Schrift door den HnHfran Oeeat
en die tmi het „teatiraonram Spiritue Sanoti »-
tersmn" of van de door den fieUisen Geiet be-
werkte orertniging van den «oddelnken ooieprmtf
dee BqbeU.
Sedert bet midden der 18de eeow, toen de kri-
tiA nt baar alnifaer ontwaakte, werd de or-
thodoxe leer van den HeaSgen Oeeat bestreden.
Terwyl bat aupnuiatDtaliMDe ii«h aan de be-
palingen der tMide Keikvadera Meld, betwiette
net rationaibame de persoonil^gbeid vsh' (kn Hei-
ligeD Qeeat op wgaeeeiage en nkkg^uodige
ffronden en beMbovwde bön «Is een onpersooi»-
igke goddelgke èiadit, «KaneDde tot nedt
berBcbefipMg van dm monsoh. SehUiermi.
beschreef Jhoi als een goddeljike levenskraeht,
««Ike de gemeeiMciiap der geloöviigen doordni^
en M> aDe waadimd leidt.
HslUn Graf noeokt men bet in de rots
oitKeboowen graf, dat. volgens de EvangtéiBD
toebehocmnde aan 7ot«r «on Arimaihta en nabg
Oolgotha gekgea, dror hem werd afgestaao, om
tot rnatpbats van het tHk van Jetui na de knii-
■i^ing te dtenen. Toen Jeruzalem, verwoest door
Titui Vetfatianu», ocAet den ateta van AeÜa
Capitoltna weder werd opgebouwd, bevond ti«h
büiiien de stad een konatiMtig opgeworpen beu^
vel, die v4>lg«M bet algemeen gevoelen « Hootd-
•ebBddplaata bediUe en w«areehiin)ük door de
CbristeDen vMt & dasen met den naam van
„'Montienhs OoIgotiM" beetempekl werd, KeiiM
Conitant^ deed in S26 deien hen «et wegroi-
nen, boven een daaronder ontdekt rotagnj een
mtonde boivwen en daarnaast een kerk verrgien.
ooTBoraDkelgli
der HeiMge HeUita en de kapel der kruuviodiiig.
DaaienteMn ath^A de keA van den Calrane-
berg, wMce nog lüijd den naam van Monticulus
Oolgotiia <faaagt, vsn laterea oorsprong te lö'"-
De eticfctin^ Tem ConëUml^ werd ia 614 door
de P«EMD verwoest, maar nog vöór de HcAam-
medaanaiK veraveiang, die 32 jaar daarna pb^
gveep, docw een motmik, Jfodèate* seDoeoMi, ia
de sedaKite vam vaer «Jioaderlöke Icerkea btt-
eteU. Een aodave gedeeHelüke verwoeatiug had
plaaJs in 1011. onder Unlif aakin-BiemriUak.
Vootal b^jverden üeh de Kruisvaarders, op bet
graf, dat q) kwamen vero'veren, een eetaitterend
beiügdom te doen venq^n. De giootatlie kerk,
welke de vier gebouwen van Mode»lu» omrat en
zich moe heden ten dage in Bomawucben stgl
boven de beiJige pt^ veriieft, is door ben, ge-
dedit^^ op de groadv>e8ten tui bet gebouw van
CotMtant^, al(taar geetictit. De gr^apej lelf
bevat 2 aehter elkander gelegen ruimten, die
met bet voorportaal en bet eigenl^e dooden-
verblöf der ImElietiedte rotegisTen overeenko-
men. Dkt hatste is raim 1,6 m. breed en 2 m.
kng. Aan de nocMdtvfc bevindt «eb de ^-
aponde, een mumeren bnA ter lengte van 1,55
m., waulMven «teede 48 lilverea kerklampen
braodettde woiden gebonden. iNatqj bet graf
he^ atefi de plaata &r kniiaging, den eteeo der
babeoRDg, de piMta des kmisvindiiw en de ge-
vugenie van Ghritttu, «kmede in de koorkapd
dei <3rieten deD navet der Aarde. Het HetVige
giaf is een «emeensdiafqKlJik eigendom van de
IjatlrneD, Oneken, AnneniSra, JaeofaietiadM Sj-
riSrs, Sopten en Aheamiagra. Daar de een licb
allicht men aanmatigt dan de ander, geeft bet
geiaraeotqk beivt gednog aanJeidtog tot twielen
en oneenagbeden, en bet ie bekend, dat daarait
in bet modden der vorige eeuw de Krimoorlog
ontstond, omdat I^nkxnk de part^ koos der la-
tenen en RusbAd die der Gneken. De ecMfaeid
der plaetts van het H«lige Oraf is dikw^ ia
twijfel ^trokken, dodi de jot^te anderxotkie-
gen i^ten in haai voordeel. De bewqwn, tegen
de eobtbetd' aangevoerd, zijn niet proefboodend,
en hoewel men voor de editheid geen overtai-
gende bewjjzen bezit, nMKt men op topi^rraphi-
sebe en bietoriscbe gronden erkennen, dal ly oaet
tot de onmogel^jkbeden behoort.
Bstllsv Oraf, Orde van het, 4e de naam
vaa twee ridderoiden. De eerste, in 1114 dbor
den patriareb Amold van Jeruxalem gestieht, werd
in 1489 met die der Johiinmeten vereenigd. Als
ridders werden ook allen beschouwd, dfie i« de
He«lige Grafkerk te JemErieni den ridderslag
ontvangen badkien.
De tweede, werd volgen» sommigen in 1099 door
QotUried van BouiUon pe8<3<At. In H96 ver-
klaarde Alexander VI neb grootmeester deaac
orde. 'De grootmeesters der orde wttren verder de
pausen, dodi de pnter-guardiaan. der HJnorJeten
van den ff. Froncueue te Jennalem had het recht
de ridders te b«Memen. Bg beehüt van den
lOden Deoemiber 1847 bie^ de patriarch van
Jenizyem bet recht alleen de orde te verleenen,
doch ftküd in naam t<u> den Heiligen StoeL De
DigilizedbyGoOglc
HEILIOE URAF — HJün.OTBiMJSB
: giool^nuien, oftici«ren en rialden. Het orde-
teeken beBU&t nit md rood geSmtiMeerd kruH
met Ti«i emT«uiiig« kroueo in óe hoeken.
BalUra Z.aiul. 2te PaUtUna.
Beltlc* L*4U Downt men de epeer, wau-
mede <le RoowmMbe wMaat Lohoiimw ót ójit
TUI den geknmigdai Chri»hu «wtboord nm
hebben. Nur men ml, ^whI de BnH^ Rdttta
liMi temg. Ten tyde na fieda «eid u te Jera-
ulem vereerd, teter te Konatantfnopef «n An-
tioehie. De q)i4i t&d de Imm werd 'm 1289 door
Lodtwük IX na«r Pwiia gebracfat, wair ig tq-
dea< de ReTolulie ïerknen eing, de eigenlflke
lua Mèook nltMt Bataied fl Jn 1492 un Ik-
mwentHM F/II. Zg bdtoort tot de groote nÜ-
qiucSa ?an de Sutt PietenÉtfk te Rome.
H«tllr*naoli]jD. Zie Glorie.
HalllnnT«r*arlv ü de «w ia de R.-iSi-
tbdiekeKeik mb de Hëitgeit geedMwkeB «iMlet
dmne loniMn, o.«. door: bet Weren wt een
uu den bedoeidan H«i%c g«iröden Iwitdig.
Voorte openbaart lUfa deie tereerins ook duno^
4kit rgken, geweatea, liodratei», giMm, kanatea
eu. bepBiide H^üffen ab 4>etetMnnbuUg«n uui-
nemen, en dU b^ oa toedSenif^ van bet doopsel
ieder 4m bhoi tad een Heikse OBUanot, dia
in bat wrralg tmot beacbennlwilige tilqft: De
R-Kitb4«eke Eeit anakt oodeiwMd tuMohan
da ambidding (laUa), velke dfeen toekomt un
Ood en CAnitw, «n bnaeben da twremn; (dou-
Ka), ««lk« op Teimdde vijse aan da HMUgen ten
deel Tik. Zn lenet neh Toorta texen de meenjng,
dat da Heingen door eigen Teraiienaten en niet
enkel door hume voorbeik, die op srrad der ver-
dienatan Tia Ckrwlua Mchiedt, de toekenoiiig
Tan Oodi weldadea nmcten knnnan bewmn. Op
de laar der R.-KatiKiUd» Eeik, dat ijj te beiwhik-
ken fceeït owr dè Terdiensten na ChrUtM» eo da
overtollige goada warken der HcdMgen, alennt de
laar van den aHaal (lie aUaar).
De heiUgenverieariiig vond mearmalen beetqj-
ding tot de Uerronping der 16de eeuw da aas-
toeping en de TeieeriDC der Beiügen Terwierp ali
een vermiDdenng tui hetgeen enkel loekwim aan
Chrittu», tia den «enigen middelaar en als een
Pfjagiaaiweiie dwatiog. 4ie de tnogriphekl on-
deralelde van 'a menwben «mettelooie Toliomen-
beid. Volgena haar moaat bat biddigen Tan de
nagedachtéma der Hedligen alleen dienen, om bet
geloof 4e Teraterken. Na dien i^ kwamen de
naam. en Tkrdagen der HeiÜgen bij ót Protea-
taaten m Teigetelieid, 4)a baelden «n rriiquietn
dar HMÜgen Terdwenen nit de keikea en lelIe
bet woocd htilig, betweHc tn de Uiddeleauwen de
bateekeaia bad gekregen Tan T<Aomen deogid,
werd Tan menacben «et koger gebruikt, en
alaebtt den HeiUgen Oeeit Toorbehouden. Voor
hen i« de „hulnj^ algtoMaoe Kerk" der Apoato-
Vaehe gelootabeivdai^ de oooieMbMC Kerk of da
eemeenediap der gdoo^gen ten jonasten dage.
ïntnaaoben «preekt de iMnwere ortbodoiie rn
Dnitsdiland jd den laataten t»d weder met een
aakere rneenomenheid Tan de „hviiaft Apoetden",
Tan de ,jn«i]jge Kerkvadert en tnartelaara", tb»
een „heU«ge (Lntheiw^e) Ktak", en t»d een , /hei-
lig (LntiHÓrsdi) geloof".
H«lUr« Oorlorwi noemt men in 4e ge-
Bchjedenia van Giidreniand de ooikgen, die, ÜA-
gena bet lecbt der An^hyktiooeit, tot beediet-
nüng vao bat hdligdom Tam ApoUo te Delphi
tegen nabonn werden geToenL Den Eerat«tt Hei-
ligen Oorlog ODdeaaiMn Athane, de Theeaatiaohe
ridderachip en de tiran ClitUuneÊ ^an Si^oa
(592—582) tegen Criwa^ dat de bedeTsartgao-
gCN iiad aaogarcUen, en ondigde met de tct-
woeatmg Tan deae atad, waarna tot Terbeeriükkg
van die iiwiwüiuiug de Pythdeehe speten weiden
hemienwd'. — De Tueede (eckttt dikwijk niet
med^Htdd) wetd m 448 door de Spaitanen te-
gen nioeis ondernomen. — Be DenU dowde Tan
355 tot S46 en w«rd door de Tbebanen neroor-
laakt, die, onder bat TOorwendeel tro het beTci-
ligni Tsn Delpfai en geateond door hst gezag der
Amphifctjooan, d» Fboeaefirs, «Ke trs schenoia
der grensen waren beaafaDldig4 onder het iiA
traditlen ta bieageo. laatotgenoemden roofden
10000 talenten nit de achatkiat Tan den tempel,
Terdedigden litb tatt TOOibeeMige dapperheid
en wetden eeret orerwonnen, toen PAiftonu vaa
Maeedonifi a<b met de "nteataMre en InMbuen
Terbood. — Ben FianlaH Heüigen Oorlog {S39—
338) TOerde koning PAttipptu op verioric der
Ampbiktjooan tegen Ampluaaa. De bewonera
dnec itaid wcnlan aaogdüaagd van aeheuMTaa
bet gnndlgelned daa tanpcteen de atad aeM werd
ia fö8 «erwoait.
Bg de Hwelmaanen ««retaat men onder Hei-
liotH Oorlog of „4^iihad", de uitbieidiqg Tan den
Isiam met bet iwaard. Bet ia een godaiKenst-
plicht, die op de Mohammedaanscbe gemeente
rnat. Hoewel de Eorao er ueh aïat dufdeltik
over uitlaat, wetd reede apoedig na Mokammed'*
dood da djiMad ah een pUcbt erkend, die aUbann
irworpen ui lün. ^
bet volk, waartegeo de iheilige oorlog eeToertf
wordt, den Iriam aaameemt, ie bet doel oernkt.
Men bn neh ook, londer den klam aan te ne-
men, ooderwarpcn door bet betalen Tsn een jaar-
l^kuhe aehaUing. Wordt ook di,t geweigerd, dan
' ingeiooTigeD met bet iwoara tot '~
bet paradqi met t^ioDdere voorrecliten
k wachten. Ben djihad moot door een Moham-
Diedaanache Toret of Imam aangevoerd wc
Daar de Sjüvten sannenum, liat de Imam imaicht-
baar ie. mst Toor ben de djibad-^tiebt, tot hjj
weder nobtbaar i». By de S»aii«ieD rekent men
tegenwooDdv leeda iQii pUebt verTvid t« b^
ben, ab er jaarHika «enige Toorbereiding tot een
Beilógen Oorlog satraften ia.
Zie: Obbink, De Heilige Oorlog volgens den
Kwan (Leiden IflOl): Siumek Hurgronie Heili-
ge oorlog made in Oevman; (Qade 1915}.
Hall^nla*, een buurt iu de gemeente
Sobeemda, aan den weg naar Winecboten in d«
proriiDcne Groningen, beeft baar ootetaaii te dan-
ken aan «en nonnanklooBter der orde van Pré-
montré. dat omatreeks 1200 geatidii weid. De
plaats beüt een beroemde kl<«eDgietwü en een
gedenkteeken Ier faerioawring aan den veldslag
tnasebes Nadeitaadera en Spanjaarden, den
D,o,l,zedb,GoOgle
[AOESSL^iE^-BSSaJG nOQUEtaOEi BUS TAN DB IVtJITOOHE: NiAfHB. 161
23aten Hei ISOB edtnwd. mukr gnal AdoU
■van fforaou SDeurene. EWt nHH)um«i>t. dot den
33ateD -Ifd 1873 ia tegenwoord&gbek) ibb kmn^
TFillfM UI ODithald ytfspi, v«rtoont d« beekkn
Taa gmtJ AdoU mm Na»»au en T»n de Neder-
ImMlBefae AU^. H«t vervagigt een in 182f
8lid>te pjTteatde.
HelUce tUiih, een 7ui «ts leUqnieCn
Chrithu (JxAmsKB 19 : 23). Zoowel Tner afa
Ai^ateail nukcc «r tmttorttk op èex rdnh te
bentteih De meest b^ewle ie die jn den dom te
Tri«r. Ontrrat de tnMbtle trter de w^, wMTOfi
doe te Tnei xm iqn.gfÉ<WHn, omtreut de «d '
beid en Meek«nf« en de veieeciag bestwA c
boUengewaao tqlM Utenttmr, «. a. 62 R<e«cbRfl
nmsit auMdiw nu d» Teieaiw in 1844, dm
dM 60 OMT uoMdHK -randM in 1861. Vao
1562 ftf vopdt de idNk op dnene tvdtn «p(
bMi tentoongertM, wat etoeds Tetl pdgrii
^«10. D« t«s*[K«M}ii« «nam in 1844 ftom er
meet dan een miHioeD pdgrinu bmt Timt te-
r) door Uuefaop JnioMt gelast, Teroofaaakte
bewegior -na bot Di>tHb-K«tiMC«i«D«. In
1881 iMt MMühoji forwM bem weer ten toon
oDdenoeht.
Zm: SetaMJ, OendinfaU des beUigcn RookM
(3de dn* 1880) en Q. Kmfimmn, Lenende vom
ba&w Bock CUft dn* .1004). Due Uattle be-
•(i^rde echtbwL
B«lUv« Bohftar bostte bq de 'nwbanen een
troep Tan SOO mm, dia Mdert de T«rdrgT]Dg
der Spartanen ait bna «tad (879 t. Chr.) toot
den oorlof; tegaa deien niijpniat ea onder M-
ding fu Qorgidai Toontdnreitd coder de wape-
Mn gronden ireid. In den tkg foy Lenlitia
<811) nien ig, onder Iei<faw nn Pehpidia, de
beaUaniK. BQ Ohaeronea (9^) lond de Heilige
Schaar den Mkdeigaag en wwd bwraren in «en
mmeeDtdiappeiqk gmf, dat ia 1879 teraggevoa-
den ia.
In I82I Tonnde AUtatidtr YptilanlU ttg nja
inval iD de Dtnavrorttend ommen eT«n«en8 «en
Heilige Schaar nt 500 joage Qntkeo. óie we-
gene bun twarte niliKineii ook Mauropktrielen
renoerod werden. Den Iftkn Jina 1821 werd ig
tg Dragatiui vernietigd; aleofita enkelen konden
aieh naar Zevenbergen redden.
B*lllc« Bohrift. Zie Bibti M Tettament,
Oud», n NwuiM.
Belllr* w«tmi*eluip ia in de tbeoeoFJe de
naam voor do innwlQfce, ewterMdte wösbegeeiie,
voor de gebeimen, die ra vroeger t|id aan de in-
ï door de inBrOfiJiaolen ge-
ste en hoogste .
openbaard werden.
HriUc Hart. Vv%ana de laer der R.^a-
titobeke Kerk is OhrUtui, de tweede poiaoon
van de B. DnevolAgfaeid, Ood en menaeh. De
menteUieid vao Okruttu ie met lött QmMmkI
veneeBigd domdat beiden tot dni»<llaen peraoon
boboorea, of looali de 4b»o4ogie kart, d« menieh-
brid van Oirtttet ia met ign Oodbeid veieenigd
door wtia AyaortAofMo. Of men m eer bew^M
«an ds HensaAesd of aaa de Godbeid vu Okrü-
ttu, Okriglnt, d» tweede persoon vao dt H. Drie.
ToldigbeM, ia bet voorwerp dier «ec. In lUen mi
te ««peeren, vereert men igae menscèbeid ei
deoe den Oodd^ken penotm van Jettu, ongie-
v««c looale de eet beweien aam de stofte^e orst-
blqfHlen vMi een kMiang, dien kondng itot voor-
weip beeft. De reden nu, waarom het H. Hart
van Jkou voikoien w«itd tot vootwetp dw vet-
eetio[g, is hieno gelegen, idat het menaiaieljjk hait
ten alle tq*^ a&n^wexen ia alt ^wbocA der
Iwlde. De godvradüigbetd 'M bet iH. Hait vaa
Jenu m byiODrdet tot ebuid gekomen door de ge-
McMMge Maria Uargareta Alacoque, reliffienee
in bet kiooeter der Vieitatie l« Poraj-Je-Honial
in Fnokrak, die eeatorren ie in bet jaair 1690.
Paos Oimmu XUl rtumd ia 1T«5 toe, dirt er
een atMaderijjlM teertdng watd sevjerd tet eere
van faet Hrilig &rt, aaavaok^ik aUetn vooi
Polen. SpoeiUg werd deM men algemeen en door
paos Püa IX wtrd itt 1856 tM 6ee« tint de ga-
noele keik uitgebreid. Bet woedt oevierd op den
Trgdag na het octaaf na bet B. SactamenMeeat
d.i. de derde Tiö«kg na Kaketeren. Er bestaan
verediillende btaedeiecfaapDen en religiente ge-
DootMtMoen oodei d«o titel vm het H, Hivt
o. a. de Hiiiionarissan vao bet fl.H. door Okeea-
Aer u ISM to toontat mMk, i
Hik gMdgekeani Deae ptjgianirat hcAüteik
datted een bma te 1»
paoae.
teNa.
g en Ie Vtfy (OeU.).
__. it men in de Oud4«a-
«etenaAap da voorechrÜteB, <ie ds
lern vormen VM Lerüieui 17 — ^26. De horfdift-
houd en strekking deoet wetten ie bot gebod:
^ xoh Jaiife aaüg üa" in«t looaeer ita den
iMi van iedali|ke leiBOeid lia wel rn de beteeke-
uia VMi TTJiblóven vao het beideoKhe vooral ia
godsiÜenMBge gdnuiken. De Toorsdiriften betref-
fen decbahe 'vootal de piiecleri, de otten, de
feesten ens. De overeenkomat van gedachten met
Exeekwi ia loo ^Trool, dat oen wei Euekttt voor
den edirnver btervan Iweft «hooden. Er tija
echter tKA belmigiijke versohillen met fiieckiël,
loodat men nMt veider kan gaan dan de waat-
tdijMCtkiieid vaetateBen, dat deae vooiediriften
in ffxaekürs itjjd xfn DeereeeciiFeTen. De betlig-
heKfewet vormt niet één gwed. maar ia Uijkbaar
een venameüiig dmr óta aamenetellet bijeenge-
voegd.
Halllr htÜMTKlli, flat, noemt men «en
voorateUing vao ^Arit^ ala kind met «enige ig-
ncT vewtaofan. In de nMieleeawea Werd ann-
vaokelgk aireen Jforia algidweM; ia de vyhienda
eeuw werden ook de II. Anma, de H. Slnabtth,
d« H. Joiel en de H. Johamuê de Doof€r met
Jforia en baar kiod tot één groep vet«enigd. De
R. Joul m steeds «en bejaard mab, de H. Johan-
Ket wordt ala kittd vooigesteid.
B«Ulc Boonuolw B|tt v«n de Zhilt-
■olM natl* ia de naam, wefte v
2 tot 1806
Karet de QrooU d _ _
kroon (25 Deeendier aOOVltet Weat<Roo>ekw4ie
Rjjk had heiiitenwdt met «t cotdetecheid, dat niet
de Ronteiaien, maar da Fniiken de oóperbeer-
aebaopn in baadea haddci», weed dei^lde weg
gevolM «kor OUo I na den val Ytut bet KaroUw-
ache keiacnrftap, doonUeat bg neb den 2deii li^
braad 9a2 door pana JohmtM XII te Bome ab
11
DigilizedbyGoOglC
TmUita ItO0iU!9GnB HUK V'AN DE MJTTBCDS: NiTIE— HES3f.
Roomedi kener d«ed kiaaea. De niin tso Room-
selM Rijk Ueet IwBUaii, mndat bet denMweU na
«an Ohiwtelqk <Hei^) wtirebteUed tot de
meestedidde vooratettn^n der JC<Mdemiw«n
behoorde, teow^ men bet labet rRofnuoedw Rgk
raedB «enmui in werk«l^biMül had lÊaetboawi.
Aan wi« <l«w beemcfaappg to^beiboonte, wei>d uit-
gadnikt doQc de toeweging' ,;nD de Diiitscb«
nctie". Dat rgk otnvatto in xja biotU^ de feo~
MnLrqlen DiütMhlua}, Ift£S en BonEgoDiKl en
maakte terens aaneprask op de MnnenHiitett
orer de andere Cbristeloke rpeo Tan het Wes-
ten, een BouT««iDtt«9,t, wke tiviiwena dooi Hco-
gaijje, Polen em. ia <n1[end.
Halllv Varbond. ffie .^UtmtM.
BelUCTsriüarliiV- ^ CononiMfM.
HallllT Vuur. ^e FuuraanbwUer*.
HeUmum, lorna, de nitvHidar der borduur-
en d«i kamnndiiDe en eigei^ de ecfaepper dei
mechaiueehe «i|HDoerij «n weT«ra io den Blxai,
dan l'Idsn FdmMri 1796 te Hübkwosen f^ren,
OOtTSig zipi «fkhé^fig san bet ContanaUtiTe de»
art» »t milier» <te Pu^s en kwam op 2I-JMW0i
leeltgd aan bet hoofd va» «en «pumeiij te A4t-
HanD, ^ binaot den tgd van twee JMen met
10000 ^nJlen wwkte. En 1828 bedad* hg «en
aecr vemnftig ingeriehten meelianiadMO weef-
wbod, die Bch tot m toe gebandba^ heeEt TRi
weiktni^ «f de eerate aariuding tvt dan fnet
^oed f«TO% «fvoBiiejt atrijA met de E
tudoetflie, wtU» mA toen reeds M «eo
gidA en taiene nwt deKèfhle iiMiiwk«arigiiieêd al»
ae naod van een ervaren borduuretei. Later Tood
Heilmann machines ait om geweven stoften te
meten en te Toowen en wist venbet^iogen aaji te
biengen «en de 'vooiqntNnadHoe. Herkwseifdïg
boTimal waa ij^ kamnMiine toot wol en katoen,
weudoor de induatrie d«T geweren etolfen een
boo^ rhicbt nam. De jury iet weMMtentountel-
Eng te FSu^s ia I6S5 noemde bsar de gewjch-
tógste BJrbvindiDg op bet gebied der ^Mnoern in
de voon^igMode veertig i«a«n en de Soeiété ifen-
«mragement pour l'mdutlrie naliotuüe tetide
bem daarvoor een pr^fs toe van 12 000 fraoea.
Hg Otterleed den 5den NoTcoifaw 1S48.
Hellprin, Angtlo. een icDerikaanach gcolooff,
weid jn 1653 te Satnalja Ofjbdj in Bongar^
g«boren, trok ov driejüdffw leeftqd met 14a
oudeia naar de Vereenigde Staten, vevbieïde laiei
in Qniot-BiJittM>QB« en bezoijlit er van 1674 tot
1877 de Rojal SdMol of ISkttx. Sedert ISS! wai
bq docent óa de geotoeie en pailaeoBtologie aan de
Aeaden; «f Noituraj ScdeDoe. te Pbikdelf)fai&. In
I6S6 deed hn een weteiiKihapoelöke iwe door
FkMid^ in 1690 door Iteico, n 1896 «d ISM
nw AJadn. Na de ntbuelang vao den Moot-
Felée beaocht hij in 1902 ibet «land HartBuqoe,
in 1908 wend b|j benoemd tot boogieersai aas
de Ya)e-Uiuversit«i{ te NeW'HaTeu en deed in
1906 «en reJs idOor <te oerwouden vao QuTana,
waar hq dooi zrware kootteen wend aangctiët en
de fciwien ran, een doodelijbe zidote opdeed. HJj
oveifeed te New-^Ten den 17den Jdli 1907.
Van lijn talrgke ^eediriftan noemen wq: „On
Sm geogra^ieal and geotogical dïsbtbnttcw of
MiÉDUÜB , „Tbe BÜDAlSleoncaieeadwie", „IIm
Mdogieal evidenoes of evaÜBtioD", „The Betmud»
laaide", „PiineipalB of Oeokg;", „AJaA* and
tte ElMK&tre" en ,3fMit Pd« and tbe tiagedj of
Uaitm<[ue".
HvUabTonii, een iteiteje in Btaeien, ü^
oaai de Scfawabaoi en de opoodmt Eraüafaetm —
NenienbeiR;-^iiTai i. WUU an telt <1910) 13W
iowoDere. Vroeger waa hot benMOMl dow het in
1132 gwti<dite, » 1555 <^«efaeTen kkMstea der
CtaterenSneer^MuaftKi, waano t^na alle Men
uit «te gnMqke Hmoen .na BohmuolUm be-
graTen ï^en tot AOtnekl Aekilki <t 1486),
eotDme«n met gnAnonooMnteo van groote knnat-
weaide. De Uooet«ïti«rk, een mooie, kt 1il50 ge-
wQde niUenli^Uiea, m 1861—1866 gerataa-
reen^ beott «en ftiacfatig gouden altaar met edai-
derden, o.a. vao Mbreeht DUer en Veü Sloaa.
De an 1968 gebomd kapel, die 400 jaar laog^
ale bieibrovweig grfvnitt werd, ia miaaga ge-
reataareeid en tot kerii ïneerMfat.
HeUsnrordanlnf JOrdo Sabtfy) noemt
men io de CfaiMeGjb dagmatiek de wgse, waar-
op de meDsdi door €«ób genade ded TefkrjM
aan het door OhrUltu Tenwoneik hol, ahraea»
het gebed der Cbri>t«ljik« gelootateer, door wm
aMioeming en bchaitiging de menech dat be3
verwerven kan. Ëerrt godedecadea van lateren
tijd, wraak Soummrlen, ilitkdm» «B andeien
bezigden de TÓtdmNing ordd mIvIu en verdeel-
den deie in «eni^ tra^pea, kag* wette de
menech moest opkhmmeo, ean van een kind dae
tooma >tot een anA der gvnade en voorto io den
senadeetaat tot de hoogste TcflhneDbeid op te
JÉfeianak. Om bet godadieBstir verioop, dat n
de èeide leëietnfcken van de boete en van het
recE>(v«ar<hgmakend gdoof gekgen ie, 4e onder-
BObeiden van de vienDhillencfe tri^ipen det heil»-
veioideH^aig, noemt men dete laatate de vendial-
lende aMtDeikrten in het verloop van 'a meatebea
■edelijke -vernienn^g. De badendaagerfie godge-
leerdneód gebnabt bet woord /uUeverordetÓHg
voor de godsdMnsIwe voikomeabeid, gelök deae
geopenhaard ie in Oirüliu, of Toor de oeeooo-
mae vnr het Itounkrük Ooda, om deie, ala de
van eeuwigheid doM Ood vetoidende en in het
Obiieteindaa] 'verwieien^^ wgae van venoeiung '
mert Ood, te ODderaabeadeii van de natnnronle-
OH^ en van de zeddgke weirfdMdeiu'ng, als TOor-
bereddaelen tot het godsdienstig bemistxÖD. Ds
DBtnarordeoing i« de bron van deo n^mrlQkea
godadienat, ~^ de aedelj^ wenldotdetriag die
v«n den wettel^jben gndadieiHt, — ee ds hoSsTCr.
oidening die van d«i godnSenat der liefde, loo-
ak deze ia bet Ër&qgeVe Teikondigd wordt.
Halm, Van der, ie de naaan ven een aaniien-
Iqk NederiaimMh geahobt.
fietm, Anthon^ van der, een sooD 'Van Antko-
ny nm der Hetsi, nehenniecatat der dDnnaan
van fioBsH^ en van Oatkarina Bevnmu, een
nistaer vao óèa^ laadpensiooaiie, in 1698 te 's.On-
venhaffe geboren, wead benoéand tot aeeretaiia
van de GHMfiKtautsiekenkamer en tot gr^cr
det kenen van Holland en n 1727 tot eeu^etaris
van den BaMÜ van Stat^ ale opvolger van Siiaoa
tan Slingehnd. Later wae hg tbeaaiBMc-geneiaal
der Unie, en in 1787 werd hg raadpenKooaDa
DigilizedbyGoOglC
iu BaÜÊoi. HQ genoot bj} iraoiMaiiiig b«t aJ{^
meen TCitiuumaii, «ik ckt oer bniteoludMlw var.
sten. Voord de koDang tui F^anÉijjk me bem
un flOKgen. lo 1745 nwrdie For dêr Hefm be-
kngrpe DufcriiauMiiieair met atiU De la VOle,
Bmnbi^ koit dan oorïog «wt FiMib^ ni«l &t-
«cndeD. Hq nmdsed den ISden Avgö^oB 1746.
Hrim. 7i>ft(m Adriaim van der, utKr mr. Jo-
lm AtHaa» vim der Heim van Ihnwndike,
«en Nedertnrisoh ataataiMn en aehterkMniMm
«H den Tooneuade, den 15den Jannari 1791 te
BoHenlBin octmien, vIoAtte in 1795 met j^b
Onajeaednoe coden nwi Bi>emen. In 180S wCTd
Iqj ■tadeBt *ui de Msdeniie te L^deu. Id ISIS
bö% >net bet wduyMo eener dlBeertatte Int bet
' ~^ Tan' bet doetonMt ü de letteren, ont-
f ttevd «Ie gsHle «ÏSMmneor op te komen,
wiüom bq lidi iMMtte bet ücencifMt in de lech-
ten te Telingen.. Dugs na qjo pmtnotie treid
hg door geMtinDen naar '«.GraTenhage gebFaeht
CD Tcrder «pgesMMfco dms Ifett. Toen ecfatw de
OraBJeriag t« 'e^OtareEdia^ weder wsfjfiende, de-
Miteërde Van der flrim met een inner krünmak-
keit orer Ijnjentaig en Bmaed naar Rotter-
(tam. niiabte als ondïnrffiner den rfag van Wa-
teilM mede eo veatifide zidi im 1816 ak wfro-
eaat te Middeümig, waar bg tetmtt^nie rechtet-
pUatererraoAeT, ü 1S21 ODtrranger der regiMra-
tie en w 1^ giiirieT dn Staten ran Zeebmd
ven^ iHikie betoettiog bg «akraani tcrt in 1843.
Td IMO «as hq afcenwnfigde naar de Dubbele
Kamer der Stoten-Oaoeraal, en toen in 1848 bot
«oontel Tan Roehveien brt ooHTeraie der rtaate-
MhnUeo T«nror]>en werd, trw) Van der Heim of)
de mbiflter Tan ^Fioaoden. Hij bekleedde gleehfa
4 maanden dra beta^Ung, want ook ijjo TOor-
Meloi tot het heffe» eener 4)eiaeUng op de ren-
ten, jaanreddeK ent. -ronden geen èiJTal. Terstond
we» lm benoemd tot Ud tm den Baad Tan
9Me, óodt TerwneeUe <fit anbt in 1844 met
dat van goavenMor van ZnüSdbiKt, terw$
«dl in 1846 tevenc gedurende S maanden
toterim met de portefeiüHe ma BimienkndMhe
Zaken zag be&ét. Zgo vooifoopige beDoeminf;
werö niet in «en defieÉtJeTO ï<r»»derd, omdat hij,
boe eoMerralief ook én Tele opzLidiiteii, sedert
1943 irraebtelooe «andMng «f> een RTondwetsber.
liening. Toen de faning er eiode^ in toeet«ni-
de en Pm Hall jn 1647 de port««et^Be van Pi-
Tmaatia oederlegde, werd Van Rappard, lid da
Eerste Kamer, aangesodkt die te aanvaarden, en
deie atamde toe OMer Toorwaarde, dat Van der
H»im muMer van fiinoealandaebe Zaken zoo
wndeu Dit ^eeétéedd^ en allea werd mor een
KTDiidiwetAMïKniag m gereeAetd cebraeht, toen
3e bovdbig Taa WiOeiit II in 1848 bet mlnttte-
Tie tot aRraden atx^te. Van der Heim bleef na
gedurende een t^d anribtelooa en trachtte nnttig
te sijn tia emator dec LeidedH Academie en
Tooial ook door de benndering Tao de behagen
der tKMl»iiw4io)oDie Nederkmdech-MeljtTB;. In
1853 werd h§, b§ den val tbu het min-ieterie-
Thorbeeke, weder tot «(HnnMeearia dee EomngH in
Znid'Bdknd benoetml <H^ bed bö zijn optre-
den ala eommjesaris de Toorwaaide geateM, dat
hg ^ ambt xm mogen oeerlegKeii, loodra
ooH weder een mkoBterie-TAorbeefce aai bet
hoofd der taken kwam. TmmweDB toen TAor&«e-
fU. 163
ke jn 1662 bat bewind ia banden aam, vroeg «n
TMkreeg Van der Heim eenrot ontdig.
De kxmiiig kende aan Van der Beim den titel
toe TSo baion, en de Fnmiieiale 8taAen Uetea
een meduHe elaao met qjm beeHtoü en benoem-
den ban tot lid der Kraste Kamer, fijer rwaa hjj
2 kaï weikzaam, waenui bjj agn ontdoe nMn om
Tedenot Taa ^aoniSmi. E^ overked den ISden
Oetober 1870.
Heim, Bendrik iaecb van der, baron, tweede
BOOD >Tan den Toovgnndie, een Nederbodeeb
BtAatenuu), den Idden Jaonarï 1804 te Uidd^
buw gril
vui de Eerate Kamer en in 1<s!i7 i\
het Laser Onderwas m Zuid-HidlandC terwgl hq
ld 1864 g^own werd tot bd van Oedepwteodto
Staien ia döe pNviode. In '1874 betastte tq «eii
met de portefeoiHe vao Faaaneifo ui btrt tweede
mindaterie-fleeniekark, met w>dk kabtset bö af-
tnHl den laten Nonmber 1&77. Na dien tyd neeft
hg ffeen openbare betfdcUsg meer bekleed. Hjj
orerteed den ISden Pebiuan 1890 te notenee.
Van sjjn gcMbrilten «temen wy: „leta over oom
Beheepvaanhrctton" (iSSO), „i)e bnipbuik ens."
(1850), „Aaateekei^iwen op Jtet wetaootw«p tot
r«dij« Tan bet l^delbaar ODdarwüa" (,f««S)
en bet oivraitooidé „Het uebaef Tan den raadpen-
«tonaria fleaneine" (1667— 1880, 3 dk.), .^eke-
tiog «n leening" (1878), ,J>Gnao(iSe)e aaotoeke-
iwDgen" (1878^ en „Fimantied ataaUbeMd en
belütJagbervoHiwng''. Daannboven leverde hg
ondenoKklen eMnen ki „De OJds" en in het
TgdedurMt «an Prutn en De Boer over genenge-
nieweien, ondwwljs, Ixlastic^D eu.
■•lm, Emaf Ludvig, een Ouitech getwea-
kntxyge, den 2Mita Mi 1747 te Sofa in b«t ber-
togdom Sakaen^llMingHi gidbeceo, waar i^n Ta-
der, Jahamn lAuhmg Beim, de iiitK«v«T der „Ben-
neber^be Cliiomk" (17«7-l777) m 1785
rieed, beioeht a<Meiee * "-■' '
Inéfleen en de noirenn
bet Teiujjgen van den doatoraraiK, een weteo-
■clMpfielük^ reia door Nootd-Duila^aiid, Noder-
land (waar hjj genomen i^ te Leiden rwtoefde],
Bticeiand en Fnuribijk, -reetipk si^ «erst te
Berlijn en daarna te Spandau, docb keeide in
I78S naar Bwijjn terug, waar hij in 1790 tot
geboim Horraad 'beooemd werd. HÜ h»i in Ber-
ma een mt0elK<eide praotnk; jaar)^^ behandelde
bO 8- of 4(KW behoefti|M Ipdcn gratie, Teratrdtte
ara Teien Tan ben ooMratenning en genoot te-
vani ala arts bet TentnmweD nu bet Koninkljik
Hoie. H^ OTorieed den Ifiden Sqitembet 1834;
lijn „Veimiflehte Sebiiften" weiden in 1836
door Paêlieh ia bet MM gege««n. Hij was de
eerste, die Ie B^^n de koepöklken inentte, ter-
wgt bü ricb qweiaal to^e^ vp de keoma der
Helm, tgnat, een ^lütuntlt mueiaue en eom-
ponirt van liedeieai, den Tden Haait 1818 te
RendKn in het Kwarte Wood geboren, werd ia
138& opvolger ven F. Abt ala masiek^reeteur te
Zorieh «n maakte ziob door vertbetering vsm bet
rotkagemng seer Te«<dienAt«4qk. Z^a talrgke
Tolkamekidieen worden in ZiwHhutaohland en
ZwttaerUnd aAgcmeen ^aotwen en «ia bmiddB
tiederen bwattm leer populaire langen voor man-
D,o,l,zedb,GoOgle
„ I knw. In lfl62 m-
sobeeu lijst 'veczuoeljiig Tdkdiedaran lom mu^
iHiili«ac im 1666 «oor gemengd koor en im 1867
¥<M>t mei^jee- en immraiAwr, en bg eUt nw dew
bjj Iteifaahi^ nitgqnven bimMs Toegie fag later
•en 4n(«e(i«n buada. Hg onrleed dea Sden De-
oeoibei 1880 te Zurich.
H«lin, Alberl, een ZwiMwmwh geoloog, den
laden Apiit 1849 te ZaïiA geboren, etodeerch
in Mpt g«boorteBtad en i«rT<riDenB te Ber^ji^ «•-
tigde i^ in 1871 »h fOfvMoeuiA «ftn de pol;-
teehniaebe acliool te Zurich en werd in 1878 pio-
fenor «» die iDTiabtiog en ia 1875 tevens bni-
tengewoon boogHeemz hu die luarerntcat «Mmt.
SëSai 1""" ■ ■
missie i_ _ ,
der nfttannKteiiiduepdvk* tHaeUog en iu de
geohwiMbe -««caMneEnMn. Is IWl— 1902 be-
«Mbt hij Niewr-KedMKt. Voonl <de «tadie tan bet
booggebetgte en diene ^btadten beeft ved un
bem te dMken. Zgn nm pei tnehttxütoii dir*»
o*eï de Alpen wu d» Mnte toAX n» «ien utd.
Bdutm ODdeiMiieideo opiMka io tvdsehrilten
■direef hij: „Der AoribiwÉi det Veea*e i« Aihü
1872" 0673), „UAef eioMt Food m» der Rem-
tieneU'' (1874), „U«bei die VwwiUerang im Qe-
bine" (1879), Jbk EMMno n^d tknu Beob-
MdinDg^ (1880). „Dal«nndMii«en Ober dm Ho-
^MJemae dei OebirntNUnng" (2 dk. met atlH
1878). „Ueber BemtfrwMlSdS), „BanMmdi
der QM«dieifaiade'^(1885, 2de drak door Oram.
«ter, 1014), „Die Qaean" (1686). „Beitrim inc
getdogteehen Eute dW SdnNM" (1890), .iOet^
friedte lUnnien <|iiw dunÉt die Mlidien
Sdtweiier Akten" fl8H) mi met Mmrer en Sfiïe-
terJHt „Die Fdift dwr Weg» IH>et Alpen und Ju-
ra" M898). Ock beeft bjj lidi jegen bet onder-
wijs leer TenXeDcMgk gemaakt door bcA mtge-
' ' ' e relitkaaiten en tad paoora-
, : tenoie der „Heimat",
i. der gebooitej^ala] ia d« Dnitedte beoMning
■»ot bet «nderwóa. dat aU 'voorlooper vaa bet
aaidrybiwtdig oiideFwiji op de lagere edioel n
te beMKHiweik Het «nntt «ebter meer dao het
onderwjia in de aMdnjfcakiiuidwe ge*teUb«ad tu
de woonptaate en haar omgeraBK. daar bet adi
ten dMt stelt beide m «Ik ofiid* de doen ken-
HalmlMOh, Sart Wüktlm Snut. een DnitMfi
retMegrieeide. den aBatu No«embet 1603 te
MeiMDuig gdboren, beaoebt de OMfereiteit te
Leipsie en prouofieeTd» aUnr in de rechten üi
18Q6. Beech w 1638 weid hg hocgtaeiw te Je-
DA, la 1692 VA, Mei -riee-pré^deat van bet Hof
Taa Atjptl en oretleed éUmt den 4deD Juli 1865.
Vaa aan geachriften noemen «n: .,BaBiUeonMn
libij LX" (I8S3— 1897, 7 dBn.). ,J^(4)ueh det
pailikirfaren Priratoeefata der zu dem Oberappd-
tationOBeruMien m lena nitd Z«fbet TereÜMglen
Uode?' (1848—1853, 2 dln.), „UMneh dee
BiduMdiea bOigerlidmi Proaeasea" (1652— .ISei,
3 dbi.) en „Jariflliaebe AUiaodltmgen tind Hechte-
lille" (I847-.I867, 2 (to.).
BatmAodi, Qtnia» Snut, een Joiiat en broeder
tan 4» vooiMande, den lOden Novecdbei 1810
te Leinzig gdboren, stadeerde aldiar, veatigde
lieh ak pmraMtdoeeat, w«id ar in 1840 '
tot buitengffwooa ttoogieeiaar en OTerleed 4oa
24sten Januari 1351. Hij schreef: „Anecdota"
(1888—1340, 2 dbi.). bewtUode bdiqke recbt»-
bronoen, op een r» in 18S0 — 1834 ia Fraakrgk
en ItaUi Tenamdd ^ bewerfcte Toorta een lüt*
gaTe Taa het ,4Qthentio)mi" (1846—1351, 2 dln.)
en mi het „Miirmaifi tegnm, aire Hinabilbhis" van
SarmeaopoulM (1651).
Halmlnirr, W. Zie Bekreni, Berlha.
HalmdAll ia volgena de Nooncbe godenleer
de BOon T«n 9 suten en htfwwmit dm bundit
Hemiabiug nat» de biw BifrUst fden regen-
boog), lai^ wefte de goden nch Mar de aüde
cl wihier naar bon bemdKbe nlenbegcnwi, en
hoodt aldMt de wadid tegen de Tgaodige ren-
len. Hg ■laaptnogmÉBdctdMieen'TOgd en liot
bg dhg en bh juunt 100 mflen ita. Ook ia sön
gehoor loo aoietp. dat hg het gna op de weadên
Ml da wok op de adiapen kan hootoi gvoeten. De
klank Tan qjn toowrinon^ gjaUnkoom ge-
naamd, AÏDgt door M aan de veiate oiteincnD
der wc^eikd; en hy rgdt op een «wUoopend paard,
hetweBc den naam thl gotitot 0Ht gouden)
droigtt. mdM baar en manen wn door een goa>
den gkna ondenobeiden. Hg giiK eena ah Bigr
aau de aavde en «tiefatite «r n £«« ataodeo dét
(Hrnyen, Tr^eD en edden. UrimdaU ia de god lan
alle MgMt en doe de itegeneteUing van Loki.
Halmwcfl htotUAgia) ooemt men een ateke-
bemdlgd
hiUadöken
„._ . Tad»h»d d den
hilinnlyrn baud. Zg kam Tan ió6 enntjgen aard
worden, dat de tpjjvfectMiog of eodere foMtiet
Tan bet lidiaim er <nder Ijlden, ja daA een big-
Tende ganoodwïetrte (tn den Torm Tan mdu-
cheüe) optreedt. Bg MaHtigeo graad vau bdm-
- "^ *-' ' -^^ •■- n&ÏM, tei ■
panmMno
laag pea
vallen hdpt aeet dikwglB al
geadadtap. Qndn de berwDuere
BcUHende tanden nudt a»a er, die tn den
door faeimRree wonden aangetast, vooral
>f VoIkUmmCi, -ndtie «peen betr«kk^^
van beadkaving ata&n en gewend ign
een eeomHidige knenvwiiae, terwj^ ijj lidi
Knaelüv in ometandigfaadea aien gephatst. wd-
Tan de vooimaige aaamttltel^ teradiiUen.
Het grootate gewar voor bomwee rindt men bg
kindnea in de pnbMteJtajaien.
H«lii, Piefer Pietertioon, gewoonlijk Piet
Hein genoeood, een Nederiaodadi vlootvoogd,
werd in 157S te DeUduven, uit gerange oodeia
geboren. Hy kooa bet leeounabedrgj, oaderaobetd-
de aidi door dappeibeöd, maar werd door dt
Spaqjaarden ««migen genoinen en wreed módian-
deld. Nadat bg «enigen tgd aan de roeibank van
een der galeien -van SpMoIo waa gekhiiBterd ge-
weest, ii6tó b^ uUgêwlBBeU en voer tuKcben
laOB en 1617 te biap>vaMdij. Hg won deaimede
een aaoaieal^ vcraxigea en wend Iqj de oonA-
ting der Weat-Indiaehe Maateehappq tweeoe be-
windbabber voM iBoiteaxlMn en *n 1623 viee-ad-
mtraad. Op een todtt naar Amerika, veroverde hü
den Seten Ud 10^ San 8*h«dor in de AUet-
heiUgenibaai en werd in 1626 tot aikninal on-
der opperfcevel van Botuet Hej/tu bevorderd. Hjj
ontving bevel lich nwt dezen te vereenagen ea
tegen de Portngeeoen te atrgden. Die vereeoi-
D,o,l,zedb,GoOgle
; iiftd niat phate, dodi fai} Ueet in Me en
1 RaaTKl op de sehepc», <£e in d«
1 u^er lagen, een fjerwiagde
, dokr MHkr bet geedmt w lorlen
>i-PoaitiigwB(lM Tkot Tw 36 «dunen
kg. Doeh boeird eledrtt S i^ner etttepen den
men} der baai bonden pMseenD, Tenyrerde hij
met bnlp th weÜKcnmnde boot^ «et ntindw
du 23 met bnrt bekaden eehepen, leiMe }uigB
de koat nn iBrvrilil, nam ol T«rt>randtte nog fi
Tiartnigen en twreiUe mrt tnerUee tu bÜmMa S
iniier MbMMii bet •nderUad. In 1628 met een
itoot lan 24 Khapeo uMpweiid, natfTCJde bg in
de tiaai vaa Ifataneas bg Cuba de ryk« Sps&n-
Mhe ZürerAwt en bracht haar bdiowien m de
NedecUadadw bvmiL Bg bet beri«fat van de aan^
komat «lieT aduitten güg een gejuidi op' n bet
Mbeele laöd; de Staten-Oenerud Mhrerea een
mnk- «1 TCeogdeAe oit, en de dafipere admi-
nwl wend dom staM&ooder frederik Hendrik U
gut gtmmfigd en Test 'a lande wege begiftig
met een me^^ aan een gnrien ketoB Taetèe-
beebt. Voor ij» aandeel JB den bovt kodtt hg
HQ bnie te DoH, om «r ign tnerige Inenedagen
rottig door te t>teiigen. Het Tadernod edtter Tor-
derde agm fcraohten, en m 1926 werd bjj io plhats
•u Wüietn «m Siumm, die bjj QvA gemeiiTeU
na, tot liiiUiiMti»< ihHliirt van HoHand aan^
■t«ld. Reeds io Hef etiA )iq in zee, «n de Dam-
kerk«n ite .toohtigen. Dtebt bjj de banen biumei
ilad «ntaDoette i^ 3 taperedKpen. Uoedig daar-
been itovniwiui ootnnig hg de ratle laag, irerd
door een kogd in ma aawuder getrorfen en
■tierf den bddendood (20 Jooi 16^). Wel be-
Tocbten de ijpen een gJaoar^e orerwinntiig,
KMuu bet grfieele Tad^and dcoeg rom* ener den
dood tao den vloot*oo0d. Zgn Igk mnl i» de
Oode K«A te OeW ter aarde bealeU, en de Sta-
ten daden een pgaalgtwl bowoajitt i uwlirtaaJa Ter-
rtiien. I^tar weid te De^Mkaren een etandbeeU
TOor bem flfgeriebt. Men meent, dat bet hopeieiB
der leht^eii bet eerat door bem ii ïngeToerd.
Zeker is, «kt PUt Hem Teel gedaan bent TOor
de KeofgéaMaÜe der lioot.
Helnoke, Friedrieh, een DnitBch dfericnn-
ifige, den 6den Jannaö 1652 te Hagenow gebo-
ren atudeeide te Sbtbotk, LeipiiK en Kiel, *e«-
tigde xieh in 1873 aia pnhaatdoeent te Kiel,
' g ia ISIO ah leeraai naar OMeiilmrg en werd
1SB2 hoogleeraar en «^icoteiH Tan de naeai*
geaüdble ItonioÉljjke ,3k)}(«isebe Anttakt" op
fUgohad. Sedert 1875 attUe bjj weteneAappe-
lijke ondeisotÉingen ia omtrent de Noonl- en
Ooatiee. fin adireef: „Die VaiMMen des He-
liM" (ISre— 1682), 4>ie nntAaran Time der
Dtmiieben Meere nnd die BediognBeen ibxia
BiiMeDs" ilSaZ), ,J)>e PiadM der^nee" 0«S4),
„Natoigeadridite 4ks Heringa" (2 dk. 1893}.
Hsln«, Sabmum, een venkienfltelgk biHger
Tan HaoKKii^, in 1767 te BannoTer geboren,
«aa een won tm onbemiddeMe hnêhetiMhe
ondere. Op 17-ieriMleellöd'b«^hgiklLmet 16
groadun naar JkarÉnrff.waai lüj aannokelgk tooi
■odnran wneada inToiderrde. W«Un ncbtrte hg
met een wieadmaJiriaai een kantoor op en zette
dit bedrnf Mer aUeen yooit tcA in 1797, toen
hg met Hetuchsr een buLkiereoaA begon. I
door tagde bj} de grondalagen TOor ign lateren
ra
16S
rj^dotn, aoodat tig in 1818 met een kapilaai van
meer cka 1 móUióen thaier een edgen boia kon
atübten, dai bjj tot aan ign dood bestaoide.
Door ign geld on xiio erediet hidld hq na den
brand Tan 2 Mei 1m2 de Hamburm^ beara
tttmaie en «teUe ooganaagd Va o^dLoen ibaier
Ut bneülikiiw iMi bet stedéüik fceatoar. BSi
oefende inUMigbeBd <■) groote «' '
te oia. uit eigen middeden een i
etgen i
behoeftige leraSlieteD. Oot ondentemnke bg sgo
neet, den diAter Heivrieh Heine («ie aldaar),
NnaodBed. Toen men, nat aohtiag toot inn p«>-
sDon, bem «iMè vigitdlen tm> de drnkkende
tasten, die te Sand)aig aan de lerafitioten im-
den opgelegd, weea hg mfts tsb de band, betui-
gende, dat fa^ geen Tooireebten Totaigde bomn
vga gehelngónooten. fig orerieed den 26eten
DeaeitAer ISU, en bot Ue^, ikt hn aMt TeraeUt-
lende instefliogen tm» HeldadigbeM te Bambvrg
leSOOO mMtTbuno TonnasÉi bad. Ook bad hn
allen, die hem mjadei dan 400 mwk baneo schiu-
dig waren, ug^wleM Tm betaüog.
Hein*, flemneik, een DnitstAi ditbter, den
ISden Deeentwr 1797 MKeea anderen in 1709)
te DOssddorf gdMKn, waa eea «oon van onbe-
middeUe «ode» en een neef Tan den Tooigaande,
bg wien bg «oigen tgd wei*aaaoi was op diene
kantoor. Later «tndeeide hü te Bchm», Berlgn en
QMtingen in de redrten en omk^de in 1826
den Ofartetel^^eo mfadieiMt. Na dien ^ wooo-
de hn bg afwiaeeMg Toont te Hambmg, Beri^
en MOnohen, dodi feooff vm de JoUomventeNng
«ader den iinloed T*n alleilei tekenr-
ia 1681 Paiüe, bet brandpunt tsb het
I in die dagen, tot ign TeiUgfplaata^
iBoT vjkUe bg atb aan ign lette^nndign mtk-
nambeden en waren de t^aorsteUhigen, efa m-
t^ eener oiigiiidkige Üelde toot igne nicht
Atni^i» Heiiu en Mer voor haar jongere meter
Thveae Tan den gTOnbrtea torkoed op ign dkh-
terl^ onMkkdbg. Zttn iTriMui ooMnaaHnin-
gen Ibernaten gvootendeela daarop. Hotwrel bQ od
en dan heimwee naar Dniteehkiid gsfoeUe, be-
zoeht hg dit rfedita <twee m^n (tierfat 1843 en
KiOMr 1844). Daar én Oeoember 168fi door be-
ebiit Tu den Boftdsdig atte geaefarifien Tan bet
„Jonge DuMsddfuid", waartoe ook d« tgne Mte-
kend werden, Teiboden wwden, geraakte bg in
linaneifiele moeüqkbeden en bettood ign inko-
men, hdtalre wit een jaaivdd hem door lünoam
Salomon Heine (ne aMenTl. den vader mn Ama-
lie en Thereie toegekeoid, Tae 1880 tot aai> den
Tal Tan het minaterie Óuaot kt 1848 hoofdaa-
steUuigeo
LtbemUgoi
by keikel^k gdmwd met de mooie, goedhartige
Ml kveneraBtiM, dodi TFeéxig beadMatde Bugéiu»
Mirat (oTeiMen den 19d«n Pebniari 18i^ ts
Paeey hjj Parj}e), dodi nn dh» t^ leed hH a«n
een raggenter^Awaa^ die geenesks de frieaiMéd
en kerendighMd Tan ign neat TerdooMt^ maar
wj lö» g«aoad TeibiHerde. ^ overleed den
17den Fotmeii 1656 te Parna^ na een jarenlaiig
mMMd fde Jf atrataeivmft'^. Op Hcntmaitie te
Parjia, op Korfoe, te New-Toik en ainda kort te
HMnbnig, ^ stamdbeeMen TOor bem <q)geriebt;
DigilizedbyGoOglC
ITBIN'B— HBIMEKKEN.
in Daitsddsnd wddea iwsehlleiMk aUóea duu-
to« geen toeetemnniK T«i(eeiieii.
H«mt hetB"*^ zga Uit«i4cunidiR« loopbaan met
ót wtgave Kjfm „Ocdichte" (1832); Wt dwi-
. ign tveurapeleD „
,3>il<^ïl"> 4^ faoewel Wig ondei lieD imloed
<I«T «nüótwk, getiogaHB 0B*eu ma een ooi'-
eptoakei^ ttitnA. Orooter toem T^^eil h^
MÉrter door d« «ersl« ibw«e deélea den ,4^daebil-
der" (1826— .1627), «Bwop twM taóax deelen
vojgdea {ie»>~I8»l). Ibt weik. vudn de
dwaMÜMkfea en TCKuooDdNitcD der DoitMben op
de ^^oestigrte w^ gdbcladct mwden, buide groot
opneD en Tcvmof bj) wiaa «en lemndic^ bij-
til. Voont ock ridea de geduUr» ia <fcn anuz,
iTClk« I14 ondar d«a saam Tia „Bndi dei Id«det"
(.18&7 eu.) tet een bundel TeiumeUe. Daarop
ralMden: „KabUoif fbet 4mi Add, in Brirfen
den Gnfen U. wn UoUfce" (ISai), .Jtcètrige i
OeBcÜcfate der neoKii «diOnen LÜntnint in
DentsdUud" (2 dÉ&., I«3S), „FmnoflaKhe Zu-
tOode" (1893, in de „jUkwMiae Zaitung" g«-
plaaM.), ,J)ec Salon" {4iSn., Me ihuklMO—
ISai). ,|»e lomuitiMbe SdxAi" (183S), „8b)Jc«-
^Msne's 'Haddten wad finnen mit ErlftuteriHi-
t Sduitfan" (3 dhL, 1854) bentteo
„Q«sCindowM" eo ^ArfcAü". De «oivte n^ien'e
ijjiMi goimen^ke weifcen TciaÉKen te HiuD-
bnrg M 31 deden (IfiSl— 1806), de beste oriti-
Bobe 'oHnTe is dfa laa EUler (7 db., Ldpng
1887— JSOqi met ftiocnafie, ödttdu^ «1 uatee-
keaiogen. BHbuUefijk -weidMt ^n verten ui
TT«aoKle taJteo «fMMmebl, tMt ia hot Jftpaaeeh,
en «afmtiw^ifeld ia oq in bet biütenlaitd de meest
bekaiide «n meeat fofndaine DnitedM di«bt«.
Zgn .^MenUBicDf' -reiKbeMD gededlel^ im I€S4,
het avertg« ia iMaradraii^ veiloreii. Hmê Daf-
fi» bcKOit de iritc»Te dei „iHcdoe-BrLefe" (xl I,
1906).
In DnotaddNal voidt orei de beteeieiue tui
Hetju oog ateeds gvAt^dea, mutrbü het ooTdecil
in«t leloeD dbw pditiek« orerwegiingcn be-
beeradM «ndt Zjjn sooie es eatjie, zqd Tiqe
i^naitlJageD op meug geUwl vaadeii ^rif ingang
by al ririe in eeodg opübt nmlotaoiHiaiiw of
modHne oprattöngan bMatonden, tenrül ecnaer-
Tati«v«n en naiMinalistea ^pt denkbeeUMt als
v^Md gebod op ds mtxMe, «aaiföede Üj «koi
velen oatraagen is, dodi in booUzMÜi o^ ideeBo
op bet gébièd lan jgodadiaBt en morül. Daar-
DMat waaadewde mea de «ennte en gerodigliedd
io ign poliie, wdke «jgenwiappen men ^ de
Nederkndadu dichten decUs awak ^«rCegen-
woidigd KMii. Nu db TiMgrinAkao, <fie ffante
bezigbieUcB, niet meer oooMtveel ifnt beeft h^
0(4 eis didi^ ved van de Troegere betan^tel
Ung letkiren. BentoDigbeMi en owervkkkigfwbd
doen um de waaide faa «^ gedidtten teel af-
break. Z^a reputatie -ma fön-gceaUg cmwoi, en
treffend luk apoMar Ueef ecbter ongeeobolct
'LenaDsbeedir^wigen en karakit«ri8laeJcen ga-
ven: Strodhimm (2 d^, 3de diidc, BeiliJD 1864),
n^Ün (St<Dtl«Krt 1886), KeOer (Keulen 1891).
Brande», I&e Litentui dm IQteii JalaboDdAfte,
dl. 6 (IWpMK 1891).
Helna, Wühelm, een Dniiatfa edhiUw en lei-
ligetr, den SOstoi Jainuiü 1837 te Dreadem ^-
baKïk, ,wae de looii lan een jtDoneel^KleT. lat »^
eebooitepkato legde bq adch to« op de arfaüdtsr-
kunst en -««rink iu 1819 oaai Nenr-ïoik, waar
igu ÜMriacJiMppea giooten b^raj Voodeo. Tea b«-
boere Tem li/a tidbMbotk deed t^j ia Juni <18&I
een teebt naai ^nlisafl-iAmerJka en beadireef
dien io taa boek „WaodeibOdei bik Ceotiai'-AiDe-
lika" (1653). Im '1862 rangtwOde héj th t>eek«-
nur de Noaid-AaenkaanM^ «xpecüUe onder
cofMDodon Ferry naar Ooatt&xifi en veitodde ^-
een medédedde n de ««itoi: „Rdae um <£«
1^" (2 dht., 1866), „IMe Enntit^on m ««
Been voo Clidna, Jwao wa] Odmtdi" (3 dn^
185S} „Jaiua dimI aone iBewdner" (1600), „Ei-
ne W^tréiae om die «SrdVebe HenumhlK"
f1864) en het pnd«weik: „Japan" (1873 enz.).
Nadat bjj een uilBttpjegemaaktlisd naai Ttipdis,
begaf (hij lich im oet voorjaar van 1860 ov«r
fj^jfie OMf Kngapore, om sidi aan te ahüten
bg oè Prnitüdie expedJti« naar Ooet-Aaifl, welke
op zjin aanepoiü^ te Beiri^ w*« op touw gexl.
In 1661 keeide bij oaai New-YoA temg, waar bq
aJe kMÓteio-MKenienf in dienet trad bjj de to-
pogiabedw afaediag van beit Potoowda^. Na
net fliodigen van dea burgeroorikig was hij eeiat
aansal te iParqs, toen te Idvetipool en veatüde
lidh vtfvolgene Ie Dreaden, waai hg den 5den
Ooteber 18^ vreiieed.
Rslneooitu, ioAonn OolUieb, tea Duiladi
rechtegeleefde, den Uden September 1681 i* Bi-
aenbaig gvlxHen, etodeonie aanvaake)^ te Leip-
zig in de theokeie, daaimn te HaUe ta de kca-
(en en weid tMUiX r> 1718 boogleeraai in de
wütbegeeite en in 1720 baitengenroOD en rn 1721
ar in de rechten, la die betrek-
1723 naar Fiaoeitec en w 1727
deOder waai hü 4 jaar lalar
den tnitei van gebeimiaad ontving. Ia 1733 keer-
de bij ala pTofeeaoi 'm de wjjabegewte ca retUeii
naar Balie tem^, wo&r h^ den Sleten Auguatu*
174il o>vet4m(l. Zjfak beoefening der wg^Mgeerte en
lym nite'dyreide kennia der oode talêa, oudheden
en geamiedetne vendiattea faem een diep iiBJebt
in alle deden der raobtaweleDsdutp. Hoofdaake-
wfjsDegeene en n 1 li
gewoon boo^leeraar ii
niDg ging bg in 172!
naaf FVaökCoit aaa di
Itffc «ditef iegde l^j lieh toe ofi bet Bomeinedte
' ' IDoilBdke Feêbt. Van ^n geaduifUn noe-
tiem ifhutrantinm '. „
ta iaris <nvilia aecnnlimi «rdhiem lodUuUoiMua"
(.1725), „Ekmenta jnoa dvSia aeeandiun ordt-
nem pandeetanmi" (1727) en „Hiatoria jorie ro-
mani eit geamaimta" ()?33). ^m umb Jokmii
Chnitian GotUiib, in. 1718 te H&Ue geboren en
in 1791 ie Sagan orerieden, was ^roiaieD iqA
afe ixMgieeraai weikzaam aan de ndderaeademie
te Liegtuti en heelt nch ^erdieaate^k gemiakt
door bet uitgaven van ondnadieiden werken lijnt
veden, sooak „Opera omnda" (1744. S dk.) en
„Autiqnitatee geimanieae JwnimMle&tiam pa-
triam ilhiBtrantee" (1772, 3 dh.).
B«liieok«n, Karl Hemrieh vtm, eenDoitidi
DigilizedbyGoOglC
HBINBCEBN— HBDKO.
:, ü 1706 ie U-
wr CD. "Ki^tmrm-
L tMtmidar ók
goedeieft *im dtaën «tt ia den MidatNMt (tonw-
■MD. Tom » den dood TH den giMf (17ttl) een
■eidlerhl iNgeu» Twriuiileriig vaut gddra tng*»
deeen iogahweid wmi, «wm men ook wm Hehuc-
km «p Temneden «ei» medepKcbtifibeid i* faecb-
tenee, doeb bij werd ««idn op Tine meten ce-
ateU. im owked op ^t» teaj^ AUdOben n
de Nederieoiita dn aSeten JranMd 17»1. Op «gn
lEMten liet lü bat pmditweik dnUreni .Jtêeneil
d'eetMinM dWèa tm dk» etièbne tMbbMZ de
Ik etlerie nmde ds drade" (17AS— 1157) en
eduéef: .Jhennditaa Ton EbBÜem and Ennet-
Meiwn" tlWS— 11?], 2 xflfl.), ..Uie fftatMle
d'fine eoleetMM eocofMie ■(feetamfwe" (1710) en
.4)ietKiiiiMi« dei *i*iates dont none avooe dei
«Mnme*" (4 <bi., 177S— 1790, lot^iende tot
D).
H«liMl«ttM', SMnê, een Dnitedie cpenun-
g«t«a, én 1906 te Hein gtikoien, wekte m» Imfp-
keden door Mariatt»e *on (FtOeMer voor bet too-
oed. Ia 1825 drf»)(eeide tg ah operasueerae te
Faoklod aan den Mam en kraag ^defi;^ eeo
«■g^ement te Caeeri, wmt SjwAr cieh met baar
vevd^ TMming faekatte. I^ter atndeeide ag
nog bg TodolMt te Pwge, tnd daai op en de I(«-
tiaanaebe Opent, kwam rarvdgene aaa de open'i
te Btrivn en Oreaden en maaÉte duna weer
kwHtretieD tot rï w IStö aleeheid ima bet too-
ned Mffi. I> 16!» tnd *g in het hnveligk met
Marqjut, wooerde met baar «riilgenoot te Vu-
adile en owrteed den <18deD NovoiAwr 1672 in
het toaatatanigengeataAt te Uenen. — Baat
mater Maria, dsn l7den Petanuri 1816 geboren,
gvbninl met StOdM, ww «rcneene een >TCrdien-
atdnke nngena; «g oraleed den 24Blen Pebma-
si 1657 in een km^^noigengeelicht te Weeneo.
— Ben «aden ««ter, KoUmih), i* 1620 gebo-
rm, ontriog binr opkidiog ain oe Oroote Opeia
4e Fuüe en fci«eg in 1642 een uoabdliw bg
den aAoairtMHK te fonMd. In ISöO tnd zg op
te Puüa; TCrraUe daarna g—troBcn te Hambnrg,
Beri^ Weenen en Peet en "eeotigdg neh daama
te FreibiHg in de Breiegnn, waar ig den 20sten
Deeeatbet 1656 «Terteed.
Baliwks, WaUlur Htrmaun, em Dnétaeh
bedksMiM, dm ITden IM 1834 U ScèSnelieck
aan de Elbe gebonn, atudMnle te QMUngen,
Berijfn, Letpaig en OnriJnrald en werd aiMient
ran BonJeMM «ml de «UmigiMbe küaiek (e
Bilangen, waar bg in 1S67 bowleeraat en diree-
tenr dW Uidiet mrd en den SHeten Apiil 1901
«rcrleed. Vea ^is gMcJwiften noemen wQ: „Bei-
Mge nr Kenntnia nnd BAandhiig der Kno*-
beiten deo Eoiee" (]«aO), „Anatomie ond Patbo-
lone dar Sddeéiabevlel and dehneneeheideD''
066S) en „EcmpeDdiam ihr QperatiMiB- nnd
TertwDdMm" (Sde dn* >I685). Oct leverde b^
aodetacbeèden nMnognphieSi^ aooeie over diinr-
gisebe kaefao fw> het nooU, «m blooAng bloed-
atelpm en txanafnme (bloedoTentOfting), toot
het , jMMtmcb" na fitha—BObolk en hk de
aoUaadMbe «tkHl Hoekedw-Waud, groot 1727
HX met fl»15) 1691 •anrooeie. De goneealHi
«daad, HauibeefienlBad, PuUaehoek,
■Ijmt fieer-JtaadMn, Baiandceebt en itoon
lea baai. Da bodem, die uit aedilei be-
nt bet d«i> HeinaB-
i Ootkebalkoofid en
eenige gebnditea. BeiseDOOiid, Tro^er bet laad-
laik-Wate gebeeten, ia een der ooMe plaatow
Tan de Boelaebe-WannL Set mcdt reetfa in de
lade eevw gem
Hfllnloke,
oDderwiia aaa doofatoniBMa n Dwtaebbmd, weid
den lOlni Apnl 1729 te NaolMfaMs bq Weinea-
fcfa geboten. Hg tn^ op 21-jarigen leeft^fd nwr
Dnaden waar bgjdniiat aam bg de Igfwaeht Taa
den fceoTfont. Boeneel laa halpmiaddBa ont-
bloot, tejrwde (ui eieh ijja Tarwaailoasde op-
Toedbf Ie bantem en bia«fat bel «oorer, dat
hg laitgnwbe en Fmaeebe acbigven fan leien m
door bet gerui tan oadMvfit êa aiH> bebeaHen
ken Toonien. Oamtreeka 1754 weid een doolstam-
me bnaap aao via Mding toe*ertM««d, akno
onatteeb ftmetUer «^ to» de ifct De eSfé*
üdi te Vtr^ «iet de belangen der doofetommen
begon beaig 4e hoadm. Hemiekt mg ign be-
moeimcen met den besten nitelag bcuioond, en
om HOB grfied aan die taak Ie kaaneD wgden,
TKMg bg ODtdag. <tat eefclet wegene bet nit-
bareten ran den Zatenja:
wend. Jn 1767 liet bö v
inedwgren. fiiat wera hij door Pnuaiedw wer-
at eefclet wegene bet nit-
BUJariM Oorlog gewweerd
lö ven te iena u* ataoent
t hg I
r b«n weldm bg oialenabei
Mtilghe
bargen bet ooderwga der kindaren werd toerar
trouwd. Taraae werd hjj, Tooral op aaabaveling
Tko fiopefoak en Cnmer, in 1760 geplaatit afi
bniaooderwgier en eeoataria bg gtmJ Sehimmti-
tmntn. Aebt ^ai daarna veptrok Itg aoar Bppen-
dorf, waar bg wedenan mat de opToefog Tan
een doohtommen fcaaap bekst w«rd. Dur bet
b<m gehate, deieo te keren wpnkea, weeden
oDdenefacBden doofcloamea bg facm gflbiatbt en
tija noem Tceepreidda ikh Moaeer, dat de Iratf
votat tan Saksen bcm ««ragiMfi bmt ij^ Tader-
ImmI. Hg beoal udi naat ui|ia^ •■> «tiebtle ec
het eerste Dnilaehe dootitenuBeoiiwIiluat, het-
wdk bü tot aaa »n dood (SO April 1790) be-
•tvaide. Ook hgena brt veOaooderwiia heelt b^
lieh nrdienatdgk gemaakt door de geestdooden-
de apeknetbode mat kradit te beeUgden. Vaa
Hja naebriiten aMoten wg: „BeobachUaMa
«ter Btamiaen «ad die matsebMie Spmeoe"
(1776), „Ueber die Dsnfcart der TaabetnmnHD"
(1780), JIOm «ite mtd aene Ldvarton" (1783).
„Wócbtige Entateeknngen nad BertiSge lur See-
lenMre and am meneehUieo Spracbe" (1784)
en „Ifetephioik fflr 6«babneistot nad FtonMi-
Aer" (1787).
Halnoo, een gemeente tn de prorineie Orer-
gaed. (ogmloten dooi Zwoieikerspel, Dsdfsen,
fteatte ta Wgba. S0S9 HJL groot, ték (1905)
2&15 inwoners De bodem, die o*«r het geheel
ait »nd, in het N.W. door -kleigronden alge-
wiaodd, beataat, levert •rooni rogge, gerat, ha^
DigilizedbyGoOglC
m, boekweit, aardawejen «n tk& Bduürre b«t
dmp BeiDoo, lievait m g«meeate de bnurlaD Oii4-
Heinoo, bet Heunoaclie-Vtid en een deel vut
Lente. Ook kgt 0 de iMm«t« AkUraink.
Hot Ueune dorp Heinoo ia seer boraUig aMk
den gnrateD weg Tmn ZwoUe i»ar ikattx ~'
legen. Ër a «en ataüoa -nn ds ^HHVlgii,
deie twee otaatsen Teitrindt De Herronnde keit
beeft een Unken torea.
H«lniif>h, OmUouim Attred, een Fraoscfa
MteitoDdige, den 4dén Deoontier 1829 t« L]roa
gilMnn, •todeerde te Fb<vb, rmsde oeniknen
tjjd M bet boitenlaad, 'vooiat ia DtuteeUond «n
iêgó* xi<Ai toe op d« ke&nifi der DnitacbB Idte-
lalUiur. In 1856 weid bij profeesor «l de lette-
len «a iD 1871 d^en «an de uiMreiutait te Lyoa.
Hg adveef: „U Parcj*^ de WoHimm d'Eb^en-
bacil «t k légende eb SaiM Qraal" (1655), ,^i«-
toJTC de k iLttJntnre aSemonde" (3 dkk 1870—
1878), „Lea ioraaiona getaxutiijDei eo PHnee"
(1871), ,Ja Fmuoe, l^trugn «t ka paitia'
(1873) en .J^a l^wide jaoobne et la entiqiie'
(1678). H^ onrieed te Ptaij^ in 1687.
Hfllnrlol, (itorg, een FroteatantMb gndge-
. leefde, den l4den Maart 1344 te Kacteln ia Oost-
Pniiwn oeboKD, wen] «t 1871 {«iMtttdaeeat
Beriijn, w 1874 boocteerau te ifailNug en
1883 te Ldêaig. Sedert 1681 i« hq W van het
SojmMtjk OonMtone te Ctead. Hq Hteeef o.*.:
,J>>e VaèentifflianJaehe Onosie uod die H«iiige
Stteilt" (1671), „BiUlfww der EoriathertHae-
fe" (1880-1887, 3 dfa.), xfen 6den— 8Mmi dndc
«an den .^wnoMirtar ttbar die EortnIbefMele"
„ThMfcgiMlia lta»yUMiidie'' (1803). „Beitrftge
■UT Geaeltiebte ana Bnllioog dea Nénm Teeta-
menta" (16W— 1904, 3 dlo^), „Die Eotatdrang
des Nenen TeetemeDte" (1899), „kt kIm Lebeoa-
Iflhre Jsau unt««in&Be?" (IWK), „Der literarische
Kar^jter der neoteetwnanlttchen Sdnften"
(1908) eni „HelleniamaB nnd ChiwtetLtnm" (1910).
Bêlnroth, Johtmn Ohritlian AuguÊt, een
Dui'tach edirifveT orer <p*yehok»Mdte obderwer-
pen, den ITden Jaanan 1773 te Lcnpiig oetonn,
ttodeerde in de geneeAaode ea patnnil^e wg*-
begeerla en Taigradde mmigenfl een RuMiaffeen
graaf naaj ItdiS. Ten befaoere lijoer lentwe -rtx-
ming bcoocbt lig de animnMeót te Weeneo, en
wera m 1803 tweedt geneeèiieer aan bet St. Ja-
eobabocpitMl ia ij^ 0eboorteet»d, verkreeg daar-
"j een grootepraeti», diende ook nog ala offieier
ibei4 ■
Ht, weid » '1812 baitengewoon, in
boogleenar ia de pe;aMlDg)Bclie
etpoig, en orerieed den 26«tflii Oe-
t 1812 baitei
1619 |««o<n boog]
tbenpM te Letpoig,
tober 1843. Vaa ijjn raAriHen noemen wg:
„BeitnK ntr KiwAhdtMie" (1810), „Lebilncfa
der SeetMMtSrangen n»d ibrar Behuidhing" (2
(Hn., 1818), JiciiTbodi der Aothropologie" {2óh
dTnk 1831), Jx;hi4m(fi der Seeleiwwundtietts-
tonde" (1824—1625, 2 dhL), „S^stom der «7-
ohjadi-^eriefatlicben Mediiin" (1825), ,J^ Pej-
ehologie der Setbcterkenntnistehra" (1827), „Oe-
Bctuohle uod Eulik dea HystiziamuR aUec be-
kamilen VSAer nnd Zei<t«n" (I8S0), „Onradzttge
der EnounalptydKdofpe" (1833) en .,<Mhobioti^
oder die Ijcbrc Tom nditigen Leben" (1838). Od-
der dn naam f«o rrewnund tFeUenlreter gat l^j
„OeêaiDOMite BUtter" f1818— 1826, 4 dfa.) in
hatitdU.
H«lliM, Jchmn Jakob, WilJidm, een Duteeh
schrjpeT, den Idden Pebniaiii 1746 te Laogcnrie-
■en in Simv^xas-Qomitaimaaai geboren, atn-
deente te Jena ia de raÉKiMv en MdH Tem^xena
bat g«iekeh^ vaa Wülmd en Gleim te Brfort.
Latar deed U een <eia Itaoa dtu S^ en door
B«ief«n, beenie naai ^ g«£oorte^aM tenig «1
Teifcneg door bemvUetHig tcd fffetm in 1773
een betreUüg ak linmndamüwr te Halber-
Btadt, waar bq onder den iMHn van Rmt tot u
1774 >rertoeMiat waMtiA JoKmn Oeorg Jaeobi h«m
OT^rfaaakie, «<fa te DOroakterf met de redactie
van „Iiis" te bdaaten. Aeeda had hq in 1771
ign ^ifliigediii4>t«" da bet U«bt g«geTeu. Hierop
ToMea: „BegeftMnfaeUea des f^mlp, aas den
Satiiiooii xks Petnm Oberaetat" (2 ifla., 1773),
„Die EiraAen" en „Uüdko oder di« eleauni-
wben GeheimnaBe" (1774). Verrolgena bracht
hq 3 jaren «n ItaÜS door en vertelde het ..Vei-
loet Jenmiem" en den „Orlando" in Duitadi
proia. Ka iqn t«nigkeef woonde hq eenigen ^
t« Di)»ektorf, wend «oorleaer van deo keorrorat
T«n Uaiu en na den dood tab deien bitdiotbe-
eojM der dooi bem aait den «taat Teiinaakte boe-
kerq, met den tjt«4 yba Bofnad. Ia dien tjjd ler-
Mb«D«n van bem: „Aidii^bcUo oder die glBdc-
seJÓgea Insdn" (2 Ai., 3de druk 1784) »n „HU-
d(«ard Ton Bobentiial" (1795— 1796, 2 dtn.).
DaaienlMwen vereebenen zqn bneren uit Italil
widei dea ti>td „AnMtana and doe Sohadwpied"
(2 dlo., 1603). fiq overleed den 22(it«i JuU 1806
Ie A8(^f«nl)DTg). Belangïjik en 'boeiend sqn de
„Bniete iwisehm Gtran, Heinae loA Johannea
TOD HUler" (1806—1808, 3 dln.). £gn „Siomit-
liebe Sduiften" ty/a ia 1838 in 10 deekn door
hmh» en ia 190@ dot» SdiüdtMcopt oitgegeren.
BelnslTU, DaHtti, «en NedertaiMMi fltito-
b>i« en eritJeoB, waarachqnS^ den ftfcn Jamari
1580 of 1581 te Oent geboTen^ ia woarsehqnlqlc
g«iM>enid naat DmtüU de BurdignM, aecretaris
van LeffUMUr. Wegens de oidiiet«n Uet te land«
rtuehtte iqa moeder «ent met bem naar Veer^
toen na*r Eomkui, docAi keerde wehka terug
en veetigde ma aasnotielqk te Ayewijk en hrter
te Vlii^Dgen. De eerste kermeester van DmiU
wae ^ vader, dodi later oittviing hg onderridit
van den YüariiKadien rwtor ThomnÊ Sehmerin-
giu* en Ma dl. Vieolooi Otivariut, lerwgl hq te-
vens onderwesen wen) óoot lekeren JaKannei Ba-
loMUi. Reeds in i^ jeugd venviardigde ti^j La-
t^nsebe venen, die onder den naim van Theo-
tritut Mn Qeitt in bet löobt iqn verwsheDcn, toe.
gevoegd aan de „EmtJenuita amatona" en dea
„Spiegel der dDoitneiitige vToawen". Op 14-jari-
geo leeftpd beiodit bq de aeademie te Fno^er,
om ia de rechten te atndeeren, maar verwiaaelde
haar w«ldra met die te Letden, waar hij lieh
voonJ ef> de oude letteren toelegde en leiding
B«noot van Mamix van SI. AUegond», Jaitw
üouxa, Pelnu Forettiu, Paulu» Menila en bo*
ventl Joaeph Statiger, inene meest geliefde leer-
linf* hg wM. Verder onderhüld lig vriendschap-
pelq'ke betr^king of briefwisseling met Domm-
etu Bavdivi, Jiufw lAptitu, Johannei Meurtüis,
Oereadv» Voeiiua, Johatmet Poli/ander, de Kerek-
hove, OoHtbnitiiii Buj/ghfu, Da OatüalKmi, Fa-
DigilizedbyGoOglC
ber, Omaeu, Foreeil, Van der Myle, Pelrut Seri-
veriiu «n Su^ OtoHub. Wegens ijht teknten be-
gTmtet ródi Mnatoren duL jengoigeD HeiitHvi
M» fattn biXig«Mbod te veilMMkn. In 1602 gwren
■ij hem, op ToocAaelkt <tmi Sealigar, T^rlot tot hrt
Kef«ii "ran Mticf^ ovw Lat^aMse didhtera eit io
b«t T<leeiKt..iur wvhI iin Awnotmid tot bDit«ng«-
woon booglMtsw ki ik dicUbuet, on een jur-
w«Me TMi aumkokcl^ 400 gMtn. Twee jajen
later weiden htat de teeBen orer Oriebsdie tê»l
es ot«r Btutiniiwie en at <tMt dood tch Memla
<1(I07) de betrdjkjng Tan tiftüottweMne opgedn-
Sen. Zee jaai 'ieter weid 1^ de iDfn>oIg«r w> Bow-
(wu en oaderwees geadDedenie. dmM hg ia 1609
tót gewwn hoogMraw tieiToideid " ' '
Q tot
■ofaen seDaMt. Zgn geeehriftea tieetmKleii gvied-
tdök in redsvo^ngen, gedeeltoMk in veme^de
niigaTen tbd <nide ecfn^oB, h> geecJHed- en
•tutkandige weiien en in M^tpe en geeetige
bekdedniften. Zün e<edi«bt«n weiden bmnen wd'
tige jaren ïd Nadeiiand en Engeland I2«iaal
bndkokt, en sqn NedeiOutdBdie Tenen wenien ki
het Dnitaeh en fiaimdï, aommwe zeJfe in het
Rnaiadi TO^nU. N«oit was de LeidBi4ie lioog«-
MhoOl door aoo "rcle jongeèiiigen nM het buMen-
buxt bewcbt, oooit wepcMt «i kd vele uiMehen-
de lettaitaDdigen gemmnd rfs in de dagen van
Heimiut. B^ aeü imMof gednrig twxoek Tan
de gvÉeerdate nMmieD of wwt dow ben eeTaad-
pte^ oter daistere {dentMD Dit 4e gwohrilteii
der Ouden. Ct>rator«n der hoog«MdKM>l vereerden
hem met de beiroemin^ tot aecietaiis lan de 8t-
Dode Natioiual, m I«I8 toi ]619 te DordieeM
geboudoi; Quêlaal Adolt, kimijig' van Zweden,
Mbonb hem dea tkd tho liKtoriesciMiJTei en
raadtheer en de Tenetiaaaetiie R^aUrek verMef
bem tot radder, terwjjl in 1627 de Staten lan
HoUand bem tót hou lüetorieedLqjTer benoem-
<len. Id bet laatste tui z»n ieren verkwr hjj zgn
geboug«Q «D hjj «neifeed deo S5eten Pebnuui
1656. Tan ^n geMferiften TentMMen wg: „Bi-
eerdtoÜMies «aerae in Nomm Testameotom"
(18S9), „OiUiaoea" (1609 «n M«r bjj heiMing).
^>e poëtia UfBortia oratio etc." (1614), „Om-
tionea daa« is «iHtiim iM jttostriMimi j. SeaU-
geri" (1601), Igkndeoea op Oouta, CluDeni» en
JfanrittM, heiië««nB ondendMden TerhamdeliOr
gen, -9^ nHgBnn Tan onde ac^ier«, zooab
„Tbeociiii, Hoschi, Bi(»BB, Sitaoüi qnae eiatant
etc" (1W4). .rBeamhrii Gm«ee e« Utüie etc."
(1«03), „Aii0tot^e de Poëtica Qraeoe et Lotine
ota" (1611), „Potttiiwnim Hm VllI" (l«21),
„BlthieonHn NioamaciiiorDm P&raphraaii ineei-
lo aootore «t asiticivo ezkoio peribpatetioo ete."
(1607), „Tbeoiduaati opera Oraeoe et Latine"
(1611 en kterj. „Arastnicttus saoer etc" (1627),
„AadroaenA SbóidiiK, Omeee et Latine «te."
(I60I «n htei), „nMitwtH oioXkMX gnaeduu,
iot« non editae", „Nonni PcDomUtM Dtonywa-
tt ete." (IfilO). „Ctement4s Aleundrini openi
Oraeee «t UUne" (lftI6), „HuJon Triü TXeeei-
tationee XIV ete." (1607 en later). ,3iliiiB Itadi-
w* de seenndo beÜo Pnuoo" (1600 en üiter),
^otMóué cm anJmadmrakHuboe" (lAlO en ]a-
tM-), „TerentioB ete." (I6I1I en laterL „ViroiJDi
Opem" (1629 en kter), „Seneeae TragoediM"
(1611 en Mer), Jhidti Opem" (1629 en hdei),
„Titna Uthm" (1620 en later], „Aoreüoa Piu-
JeotinB" (1637 en feter). VaJe ïsji deie weiken
aja bg ÈlMvier «edn^. Van zijn La^nwdte
en OiüekMbe geddotrim Tenmehlen w^: „Poetn*-
t&" (1605 en Mor bg herhsSimg). JBjatam Hern-
BÏaiDua m Jewm ChrwtDm" (1646), „Janrtit, pu-
tim mnmha. pairtim ad Mniooe" (1602>, „&tffM
1603), JlyamH in Pandomm Heno-
„NMoaa , ,J>e eonteaiptn mortia"
et bjItw" (I6(
*" (1608), „1
(Iflai en Itatar). a-
de gediehteiL Ia bet Nadèifaodteb dichMe bij:
„IMmndi «aa Jeana GhitatDa" .^jmnnB aan
BanriMs", „EUbkmata amotoris'' enz. TM Ut-
dendnjtodw PoSmato" ign in 1916 dowr P. Seri-
vtriut iat hat Ëciit iegieTen en enbcple maien her-
d(>aÉ4. OphetgebieaidvrgeRhiedeiiiat ieveidelig:
r^Remma ad Sj^ram-Docia «tqae aiSbi in Bedcw
ehK « BdgÏB anno 1629 gestiuuni historia" (1691)
en „Operan hiatorieorwn ooüectdo" (1673). Ver-
der beett men ■ran bem „Crepundia SaèJBoa"
(1600 en laterX .Jaob aeku" (1^29 en latec),
„EaeooMun petMcuü ad OMueriptoe mecUwruni
patres" en „Cento ViigiSiMMN^. Ook gaf hjj
bii^ran «D ttèü^btxm 'na Sealiger in bet üeht;
na hem m3 Tindt men TeraebMdene briefen in
de ,^;pUDge tpMdiatam" door Burman ai4g«g«-
ven in de Tnmmrtini: rao bneren van beiaemde
majinen van i. Brandt, en «Ue». EiDcMgh be-
meten hiet en daar nóg vele haodacbiriften van
ffemntM.
Heitttiut Nieolaat, «en «wa yaa, den Toorgaan-
de en eveneens een beroemd letteifcundi^e, den
20aten JiA 1620 te Leiden geboren, ootnng on-
der toeujcM T«n zyn to^f een nitmnDtende op-
n>ed»ne. Reedb op ll-jar^«o leef^d eehrerf b^
een ,^Oufnen paaegjiientn m Guiatioam Regi-
nam 9uedae", en in 1687 TCCsdieeo ivn „BrM
eipQgiMta" met eeuoe „'E^ngrioHnata". Reeda
TFoeg stiond bg io TTi«i>dedia{^^e betrekking
met Comelit van der H^le, Gotutanl^ Umf-
gkent, Qroaoviiu, Hendrik Bruno, Votnuij Boh-
tttn^k Fabrieiuê ens. en in 1642 bcprf hg lich
naar Êogeiaact «n handadirifteo vu onde «dwn-
Ten te ondenoebn. Twee jaar later beaocbt h^
Sph, keende mm BelgtB lemg en hnomte be-
trekkingen aan met geleerde mannen ta LeaTen,
Brussel en Ueehekn en ^ing, m een kort vet-
blgf te Leiden, naai Pai^ waar de winmanm
ate boekerpea voor bem geopend weiden. H^
gaf er Fiuie Latgvebe «eiËehteD ia het liebt «n
vertaA naar ItsliS. Olatnoon reedt te Ljoo en te
MaiadUe door een lieUe «uig«taat, d^ bem te
Piea en t« Ftoreneo nog niet wüde verlaten^ be-
steedde hg in katxtgenoemde stad tya t^ au
het dooranaffelen nu de ko>tbM« bnbbolhetk
der Medici. Verder teiede ihij naar Rome en bleef
er de odtteodoMn in de UbÜotheck tsn bet Va-
lieaao, wwn bjj o. a. T<oor 2^ Tviend Vottiui een
ood bancMuiit ■rao MarHtdi» naug, terwi^ hif
oireiUgfeekB der Ondbeid beoodtt en opeehfdf-
ten en penndiigen menemeUe. In 1647 veitrok li^
naar Napefc, waar hjj penningen cmiMoide en
merkwaairdtgie haodMbittten sbelireel. Toen ei een
oproer onder MoêaHÜUo «litbtntle, scheepte hq
zicfa ia oaar Uforao, ireikree^ oodersdbeiden
Gnekerfte hsndsciHilton te Betogna, vertoeMe
eenigen tnd te VenetiS en ging toen tmat Padna,
w«ar 1^ Ueet <t»t nt bet begin van 164S en zgn
DigilizedbyGoOglc
,Jt«ttca" in het titbt deed Tencfagnen. V«n)ef
ImmmU Uj de Anbroaiaaosdt» faoUiotbeek te Mi-
b(ui en keerde fawn tm*r HdiMi] tang. Een
htMwlenMiMiEM te ^BobgiM ib«d fag wi de
haoM gmwMn, doek mn li^bmiueiB OirütiMi
hem, «p iKibeTeUng raaVoiniti, mu Stod-
u lESer I
«Lat^
oTeriaden tso SoJnuinuf, een lao de \»i-
TJieiMNi TMi -ijjn Twkf ««i het H«f t«
._r w«d bn roet de meeste Tooitomend-
h^ bejegend, en h^ beide 'm 1650
terug, om >Ha iwfneii» te helen ei ,
mor de faMungHk te bMjnik. Ooderweg vertoef-
de hjj te Kopenhagen, HaoAnK, Breown, Oio-
mngr^o, em^ «ae koftea t^ te Ledden en berond
liiAi weidia weder te Stoddhakn. In 1951 reude
bjj toot de tweede aaat mia ItnliS. Eezrt oog
bewAi hg Leiden, aeheepto n<^ in nau n«{>^
ondeioodit te Puije «enige baDdMbrüton «n leu-
de YecTolven* over Djion, Chllons, Lyon, Vienne
en <3«oeue oaer TnrjJB, en gjag imu MilM«
Fenem, Tenetil, Hoienoe en BoÉae, om crranl
hMüdflcliriften toot de fawingin «aii te koopen.
Hg werd benoemd tot üd -ran de AeeMtanü del-
la Cmeca. te FloienDe, dodi dui Iqj geen geU
meet oatring qH SiredMi, tkwr hg veiM aeM
Hadbu») benig te keenit. Nedat oë dit leiiregen
had, heaocfat Vj fiokgraa, Ferran, Padva. Milaan,
Baiel en StisatAin^, ovenl haadachritten onder-
wekende ol aankoc^nde, en kwam in JuU 1652
weder te Leiden.
Het
tereU
SloddiolDi, gaf bem hoop, dat de kouogia hem
in haai gumt benbetten en de tooi ha&i Toorge-
•dtoten gMta, len ^w^age lan SO 000 ^., te-
Fnegnen soa, aoodat hü aïoh naar Ziwemn be-
tral. Hiel bradit t^ te Upaala den winter dooi.
De hontngio deed ecbtot aiatand tcu de legee-
1 edionk hem niets du de btiotie van
Hambaig, een neaiMat in Breinen, den
Beeretuie en een som «Ni 4100 kronen, doch dit
allee bieef «en bAJbe. >lniiiiddek ovlviiDg hg be-
Tjebt, dat de Staten bem bcDOBinit Indden tot re-
aident aas bet Zweedadie Hof met een jaarwed-
de Tan 4000 (^. (1654). Kort daanu ecbter over-
leed lün vader, loodat ihü T«rk>f Troec; iwuf Hol-
land te lejien. Bij sgn coowt te 't-Orarenhage
gaven de Stalen bem de kena tiMsahen eeu ge-
tanteebap naar Fruieen ot Denemaiken. De toe-
rtand zgner gewndtieid IbdeMe h«cn echter een
van beide te aaataaiden, waarna hg lieh in 1656
te Anabefdam feotagdc en tot eeeretarie der etad
benoMod werd. Daar wenl (ie intet wn ^ leven
Tergald door bet pnxta, det <hem werd aanee-
daan door Margaretha Wuütn, dge bwi 2 kinde-
len gesdwnken bad, <terwnf Hetnnus in getreke
was eeUvnn, om aan de naar ter band geeteMe
troniAelofte te tioUoen. E^ vei^ooi bet pnKee
te Amsterdiam en ook io 1662 voor het Hof -nxi
Holaod. luniddde was hg in 1660 weder tot
resident te Stockholm benoemd, kwam m 1667
met wrlof naAT HottaoMi wenr bg vnicbtelooae
pogingen aoniwendde, om bet fiannde te doen
Derroepei^ zoodst hn me4 haar in het huwei^
trad. In 1668 keevdieng naar Zweden terog, weid
tn 1S69 hmtenoewoon geiant bg den Ruasi«(4ien
onar, kwam 2 jaar btter weder met vertof io tiet
ladeiiand en wen!' in 1672 door de Staten a&e-
vaardigd naar Ooet-IiViealand en Breonen. Ten
bdwem i^DW gescadheód beooebt hg Padeitmm
en WieetMulen, meide in 1673 weder een proces
oret de nalataoacbap t«si qjn vadei en btofeot
boen OQB orerige lêrenadbsen in imt door te
hret^ok Hg betKik in 1675 een bnatengoed bg
Utteoit, latat Ie Viaiien en wm üei tq^ vei-
nftigd door een djenetmaagd, iHe hem boh gou-
den en ïliWeren munten omlahden had. Teen ba
nch nuc 'e^rarenihage hega< <an de bndtoB
eenor liA^ 1^ te wonem, oirerked hg aJda«r
den 7dea Ootdber 1681 en w«id in de St Pietets-
keik te Loden naaat cgn Tadei begrafren. Voor
Teraehülende Uktünscbe Mlbqh«ra was Hmntiui
de grandOegeer der teketeütiek. Zgn aanteeke-
uogea op PAoedrw, Ovidüu, Viigüi^ Siliu*
llaiUiu, Ctaudiaiuu, Fn^eriiM floeeua, TtAuUut,
Ht Boe altyd hoog gewanrdeerd. Zgn
i werd Toor de in die dagen z
bStliotheek i
tienigke «om nm büoa 24 000 kronen YetkaAi.
Hü beaoigde nitmnüteiiHla «tginen 'nu „Clan-
djams" imo ens.), .jOxUÊaa' (1d52 eni.X „Vic.
gilm 0004 SM.), „Vrferam Ftaoene" (1680
em.) en „PrndentMu" (1667 en.) en «faerf:
„Poemata" (1653 ena.), het reede leimeide ,3re-
da eipugnale" (1637), „EleRierum Uber et Taiiu
diverw angumenli poanata (1645) en „ItÊÜea,"
(1648). VeMkn beeft men: „%ietolae N. BeiDsai
Nobilwmo Viro D. Staodako LufadeiuetAj de
Lufaienöcta" in de brieven i^a beroemde maauien
uat de Tenameding van Bnxntiuê, abmede ,.Ëpie-
tolae N. HeiDiiii ad Ant. HagHabechiam et XXvllI
ad Caiotnm Datom" in bet eetate deel dei brie-
Ten raa beroemde iNedeilaDdaia aan Jntoniw
Magliabechiut. Eiardialök heeft men een groot
aantel Latgnache geificfaten, weike Ier een *an
Nioohoê Heimitu door njtatekende mannen wr-
vvanfigd öja. P. Bumai Jr, gaf cgn „Adrrena-
lionim lÜjri IV" (1742) met eeo lereDAeatM-
vine nit.
aeinaiiu, Nieolaoê, een aoon Tan den Toiwe
en 'vam Margaretka WuUtn, aanvaardde, nadat
■iija vader op reebterijjk bem met deie Rebowd
wB«, den naam vsn Heinaiut. VeanoedeiQk weid
hij te 'e<Qta>vetibage m 1656 geboren^ ontving
van liia liebtainuige moeder een slechte opvoe-
(fing, studeerde aan Dtütscbe itoogescboten en
werd daai bevorderd t«t dootoi in de geneee-
kuode en nataiuigke wy^igeerte. fig .T«iigeael<
de aö» moedor toen <te« met een DnitadMT,
•£ea ^ TOor hacc eidttgenoot liet doorgaan laai
Zweden Rd»)e. Nadat Nieoha» in Hottaod waa
teraggekeei4 leidde t^j een ksbaodig feven.
maakte aidi den 230tei>Deeend>er 1677 des nadbla
tieat aan inannlag ecbuUig en werd door
het Bd Tan BoUaod met TeibewdTeiUaring van
goederen uit bet kod vetbanmen. Hg nam de
wp naar Pai^ija, waar bjj in de gunst trarfiUe
te komen Tan CoJ6arl, beóodiit Looden, Aken en
Bme, waar bq de boden oodenocblh en begaf
üch dtaacna weder laea Ftanktgk, water Ihg te
MoDitpeüier, te TouVn em. woonde. In 1679 be-
vond bij lieh in Iteldfi, oa^lade den R.-KathD-
la«ken godadienat en dong n«M de gnnat v»
Chritlino tso Zweden, die sidi toen te Rome
bevond. Hg bleef aldeiu eenige jwen, wsrd io
1687 geneeaheor Tan den kenrvDiat van Bran-
D,o,l,zedb,GoOgle
bni^ «n T«ati0<fc acb n
iz hq een dndce jHsotyk
d« hq ladi tot ide 9t«iten-Q«iMtaai nMt veraodc
om «ftbrffiog nn bat iMnwiuus dkaibg •bolni-
Mde, dM vj ^en «—■—'■e op den pcnom ns
/OH LamberU de IFtU, die bem «t zgu maickfn
had iiiiiiiiiri idct tad koiiBen bcfaan. Het
Uac MB üit fffeiljiden ie ODtMkeod, «UTMlkün-
^ ITOe. la de keft 4e Vdtuiei^ » <dieii töd een
iiÖI<i*H ™dt men eeo faiAra leik met den
BMtn 'vui Heimdta; bat k dedtehe niet oamo-
géUjk, 4i* liij dur ie begnnen. Wj adueeJ;
„Hot oBÉdiiit T«i^t dei aoogetuttaó^ mefteri-
Me MIB." (1488), „AnoemenUnom ncntatii ofte
«ipendtnii dei «oondbait eni." (I6M), „N«ow-
benritoe "rteriMnoeliag no bet pode^ ene"
(laffi^; J)e Inqjnenih Veme" (1691 ta later).
„Cktiuriddk V«mia", „Oer de Vfiooesidcle"
ni86)s „YwhmdriMig otw bat knakatTer"
inOiy, ,J3m CluH«l de Oontunoa en." (2 3a.
1697) -en JDe Tennefcdqke awntarier" (2 cftn.
Raiiultis, Amtlumi, een Naderian^di eUati-
Bun en de «enige won «ao Anlkonf Hnmiiiu,
laad en adnpeo der at»! Ddft, den 2SelaD No-
fadbei 1641 aUaar ^ebmen, atodearde en pro-
Moreewtii te X^tdaB ut de reübtan en werd ia
1610 ]>eiM(MMdB TMt iQn geboortMlnd. Amwu-
beiiik bcitooKde hq tot de Staftteeünle paitij,
maai Piankiijk^ boodiH dsad bm meer en
' " < tet de t|)de TMt Wilhm UI,
'i ba Ma toen af niet grooUn
Ie. Id IflSe irerd bg inet een
; naar FraaAryk en In 1985 roet eeo oaar
I bebat. fieÜe eonaniaBin mtaten bet
leanUaat Na bat ot«i1ö<^ "«n <kQ
ra f oj
III in
goncbtiB <
) Mrlrouirae n
tot aan igik dbodi Hg was de Mrlroui
man ^an den Btadbood«, die orei biaoen- eo
baiteidaiMkcbe aaogelegeaheden qp gemden in-
won. Na den dood van WOUm III bleef bJi
in den eeeat nn d&en laofat wedtaaam ta ram-
de DMt Mvtbvratgh en fuüiB KawatiM het drie-
manadiep, dat den looo*aii den maanacbeD Soe-
eeaéaooiMg beatouide.^ nam dm aan de meee-
te Tiedesondeibandelingen Tan dien tijd. Hjj
OTOilead den Sden Ai«wtui 1720. Het oorded
der patflpniiagirtiay owr deaen Btaatamn fa
c iiiariiJBi lin T«rwql aoaanigen ijjn cettrow^
Suéd en eehnndeibeid boog Teifacffen,
beudMb.
iDve^ A
Ei qjnia
, „ _MigiapB tegeo
Imoi ingAmlrt, weke edrtei door ihn naiaat
ran der Hatm, m leran gtiffiei nn & Tawede
Kaour, in een ifiaaecMie ,J>e AktoiiMi H«i«a
Ooonaario'' k\9M) a^n weerlegd, Tm Vm der
Haim, Het arebief Tan den BaMMHJMiftriB An-
toiÉt B^amm (8 db. ISS7-^^.
H«lllt«, Mm, een IMtedi «Acf^ver, den
ISden 'DeeenAiet 1^85 te Piieavki is S^atn-
Meisingea aeb«H«n, etndeerde aa» veneülende
■nrwmteaten en bepaaUe ti^ «ind^ «e Ber-
^a b9 de wSÉbegeeito. In 1500 werd bg leenar
aao de kM te Pfoit» «n beUeedde vaa 1863
lot 1871 de betK^Aing >twi onderwqier bü de
prinaeii «on OUmAurg. Daarna Teotoelde hq
eenigen tipd in ItaJU en OiMenlaiul en veegde
ii<dk in 1672 ale oa-raatdaeeat t« Ltipag. In
1874 ircrd i^ bcx^teeiaoi te Boael, toen te K6-
ningebeig en Terragwe 't» I^poig, waar hö
den 17idüi SM>tanA>er 1909 ov«iieed Eg edueel
JJê» Lcnie Tom Logae in der grioDlüecbeo
HukwipltM" (IS*^)* .fia Ënd&monitmiK in der
griecbJKfaen Pi&mptiti" (1863) en .VorieaoD-
«D Eairta fibec UetKphwdk aoa dr«i Semeeteni"
(1864). Ook lOTeode M «Q nieuwe bewu-kiii«
nn dfen ,/3iraii&Ma der Oeacfatebte der FUIm»-
phte" van Ueberwg (4 dfak, 9de dndc 1901—
1904).
Heime, Karl Friedrieh RtuMf, een Duitecib
redtttegeleHde en broeder iraa den Toorgaande,
den lOdbn inrit 1825 te SaaH^ aan die SaA
gcAMMen wenl in 4853 lid der f eobte^e matdit^
waarin bij adttereennalgeBa TCiaeUltende ambten
bekleedde. In 1865 aaiwaaadde b« da betrek-
it
haai algetaaidagde in da Sakaiedie Eerale Ka-
rn». Ift 1678 werd 14 faoog^eeiaai te Hei-
delbei^ waar hq d«i I8d« Hei 1896 o«ei-
laed. Sj aAreef; „Panllekn aimdRn der enrii-
eehen Jor; ofMÜ dem fraaiSaiadi'deataebeD Ue-
•diwoiaMDgeiieht" (1664), „Eüq deatacbea Oe-
adüWDKneDoeriebt'* (1866), ,3taataredKli<be und
atratieefalüaM Erftrtenuigeo sant Eatwnrt einee
atnfoeaetabad» Hh den Nbrddeoluben Bnod"
(1«701, „Zm leniUertan Entnwl einea Straf-
Msetrind» lOr den MonUaatacbHi Bond"
(1S70), „VerhUtma dea BeaBbaetrafnehta mdem
Uufeertnfredit" (1871)^ ,^toallproiMaQale Ëi-
<Meningen" (1875), ,^ BtnUongkeit pejie-
mentaiiechei ReehtsrerletiaDgen" (1^79), „Hei.
deOwigw UniranitMMijbiuif ' (1886). Ook be-
4 dtn). De belangen dar Zeranbtw^èebe Sakeeia
venMiede bg in ^raeuitêi, mm Anklage-
8dBiiF(iee2).
Htfnisl, BteAord, een Oaetennjkaeit genna-
Diat^ den Sden Nofwlbei: '1636 1« Caftodietria
sebonn, waa een lecioa tan jaren weikiaam üe
teeiaai aao gjinnani «n weid in 1868 hoog-
leenwr a«t «Ie «omiaitdt te Orai en in 1873
aan die <n Weenan. Hg adneef o.a.: „Heinrieh
VOO Uelk" (1867), „GeechidMe dw Nieéeili&n-
kiaeben OeMhSfleimradhe" (1874), „üeber deh
Stil der ftHgermanaetiieB FMiie" (1875), „Uebei
die ËdUImd dec altawt^aiiien Spradie" (1811),
,3eMbi«ib«g dar idlndiaeben e*«a" (1861),
„Ueber die Ifiebefai^enaBM" (1885). „Ueber die
fiMtzS^eben Otalrocnane^' (1891), „Ueber die
Qedicbte Ton KSnig Orendel" (18S2). „Ueber
Ead^MMftta Paróvel" (1893), „Ab-
DnHua" (1896) en
WolfrMni
.feedmibong dea geiallieb
deotaefieft ^t«Utef^' (1866
(1866). Het SeAerer g«f
nn „Nottem Psdmen" (1876), met DeUer de
„SacÜDundr E^dda" (2 dftn. 1903) nii Den 4den
April 1906 maakte hg een eande aan vja tcrren.
Hniiusn, Karl Peter, een aabrgver omr on-
derwerpen mi aUatknnaigen aai4 den 22etea
F«braaii 1809 te GrerenMeéeh » ProHen ge-
bmeiK beaoebt bet gjnmaaiQni te Kleef en atn-
daerde te Baan in de gemeafconde. WeldM werd
DigilizedbyGoOglC
HMN2)EN— HEUTHUSEIN.
hem ittd bet j«M^ atet de nnÏTettiiteii, oubMgdt
en bq iiMD diemt oadei de kotoniale IfOepen in
bij uit Bata.vaa nur IMtsdduMl terug «d wad
wnUatst bü de twiMtaogen. Ale -wedkiwiiMu en
benst met de loic toot 4 nündequigs buide-
len, tievond liQ i'Mi in leei /bekrompen oDWlan-
dE^teden en pJ sgit wierel hdit in de bpodniTe:
„Ëin StOck BeamteTleben". Ëreawel werd hg
eust 8 jur Wter Beeretarie der (fiieetie van den
t^iiMpoonree te Eevfen en bcfcleedde <kiani& een
betrekkug i^ 4e bt&ndiMuAMmiiAaMiefp^ te
Aken. By bei^eedde ^a vrgen tyd aan het siftrQ-
vea TM zgn .JMae nach Batana" (2cfe druk
1842). Daarop iTOteden: „Oediebte" (1841), bet
Ujiapel „DoctiOT Nebel odec GeUhraaiiik«it and
Lefaen" (1842) en 2 ata^ttniMfiM vh^Mltrirten
,J)ie Ebre" es ,JMe g«i)einHo KoDdnitieiiiMea".
Weeena i^n t^tkagen h de „Leipri^ A^emei-
ne ZeiloD^' en de „Rèedndsahe MihBtg" kwam
hji M» botnng dkC de cenovw, en hij onUeende
bJMaaa de aanhcdrag bot bet e^hiijren van. ,.Die
prenniaAe Barc«iikratie", dat aaoetoads werd
vertmdbn en Teitwaid veiUaard. Heinxen nam
de «^ MM Bètffi en vervcdgena naai Zw4fMr-
land, waai bq b4i aan bot hooFd stelde der U-
becaie i»ramg«oda. Dur bij wt het kaaton Za-
tidi, venvolgens nt Bem en zelfs uit Baoeltand
veAamen werd, T«itmk hq «aar Amerika, maar
keerde in 184S «aar Europa teriw. Hier behartig-
de h^ de bekmgen der soois&l-'repiihlakeiaBchs
partq, en toen de opetawt va, Baden mirfuk^e,
lette bij (e Straatabofg den navohitiionnairen ar-
beid Kooit. luftwwjhen kwam hij openlijk b ter-
wt tegen Hidter, TerMdteen l^ net oiibareteQ
der (HDwenteling ia Bwien, m dea zomer Tan
IM9, «k aanvoèids cener tiröadiaar op bet too-
neel, maar TlnAtte bq het dempen van den op-
■Uukd OTCT ie j^iensen en kieetoe naar Axnerika
terng, waar hg e«nt te Henr-York vertoefde,
dutna te Ckidiuiali deo rfl^onruer", een DuitaA
dagblad tntnt en ndi io 1860 te Boston Te^
tigde, wBU hg de Ddtevre dier «nirant Toortiet-
te. Hg oTM^eed den laden ScrKoAta 1860. Zü<i
„GeaamineUe Sdtritten" zijn ia 1868—1667 te
New-Twk in bet Ikht Tencheoeo.
Heli, Edaard, een Duitadi aterrenbiadige,
den laden Febmaa 1606 «e Eedlen geboien, waa
in 1327 keraar «m bet gjiimiMiwii aUaar, in
1887 Ie Aken en werd in 1852 picleaeoc itn de
ina- en sterreninmde a&n de aaiioeaiie te Hon-
aler. Met ArgeUmdeT deed hg waaimemriogen orcr
de Terwrferingen der ster in „Aniiga", orer heft
lodiakaal Udit, denmelkweeenbet noorderlicht
Ook wiedde b^ neii aan de pkuttebepalitng der
met bet oiKetrapeitd «og iMittlbape sterren en
aan d« beMtHmwing der mdlende eterren. Be-
halre een aantal TCibMMieliagen adire^ ï^j: .J>ie
periodiBiAen SteTnadumnpen'' (1849), „Sa^-
Inng Ton Beiat^den ml Anï^ben aua der iJI-
«DKiaen Airtfametili und Algebra" (ftSate dnA
1896), „Lehitiudi dei Qeofnetm" (met Btekuiei.
Ur, di. 1. PUnkofltric, 7ide dni, ~ "
(1872), „ZodiakaUdtit-BecAsehtungen in den latz.
ten 29 Jafaren, 1847—1875" (1^5) en „Steni-
BOhmippen-Beobaefabiogen va den kuiten 37 Jab-
Uuaater den 3(bten Juni 1677.
Hfllae, Qeorg AnuAd, een Dortseti reditege-
kwH den 2den AtKuatoB 1776 te Hunbuig ge-
boren, Btodeerde te Jen^ GSttiingen en HhSuik,
werd 'va 1804 famten^ewoon hoo^eeraar te G9t-
tin^en. in daUeHds jaej g«rwaoa hoogteeraai te
Heideweig, waar hg met TKibaul, Jfortm en
andereiF de „HeMdwi^ JjdtrtiitcbèT der UtOM.- ■
tat" MidiUie, koeide m 1614 al* bvwooh boog-
leeraar oaar Ofittragen benig, werd in 1818 g»-
p3a»tet bg het deoa^etnent taa JnaCKe in Hvan-
fiof ^
620 benoorad tot nreBdent 'V:
a kp^\ der Vier Vrije Steden te LiAeek,
hü den 6den Fetmuari 1851 overleed. Hq
Bobreel o. a. een: „QnuuMra eaoee STstems des
genMÏiwn CAriltecbt^' (Sde drok 1884).
Helster, horem, een Dtatacti beeifcuoKÜK^
den IMen September 168S te FraAklort aan den
Maim geborei^ etudbente te Oieesen, AinÉteidMB
en Leiden in de mediejnien en legde rieh iuon-
derfieid toe op de beelknide. iNadat h4 t« Har-
derwgk de» graard van dDdor verwopreii bui, «n-
demeee bij te Auwteidam met Ragtek de an»-
tomie en otttviog 1709 «en beooeming tot dhinir-
gifo-majoor bij net Naderlaanfadie leger. Ak aoo-
dianig woonde bq de betegeling b^ Taa Doornik
en Bergen, alsmede don fdog bq UUplaqaet.
Reeds in 1710 etfliler iMun l^j «ijo omshg, deed
een wetenadt^^M^jke roïE naar EngelaiMC «evd
hooateeraar io de ootileed- en beelknade te AJt-
ian, daame te SsJmatedt en orerteed lidaar
den ISden Apnl 1758. Hen houdt h(«n toor den
groodk^ll^ der meowvre beelfciMdc in Dnitadi-
kod. Z(jn boek; ,4ii«Miitdoa« fÉuniigioae" (3
dln., Amaterdam A19&) ie een der mMetbeioande
werken van dien tnd en werd ra een Sroot ua>
tal Baropeeedte tafen oresgewt. Van ign oren-
ge geschriften Temwlden wg: „De hTpottieiitim
medMorom ttüuok et pemiren" (1710)^ J)e dif-
fiouUate veiibulis iorveinewke in phjatea et me-
lËaiiiB" (1710), „De eateraeta, eianoccaate et
BinaaroM Iraetaitio" (1713 en 1720), „CUrur-
giae Dova «daanèi&tso" (1714), ,J>e voto metlw-
do aananiK fiatnka ilaerjBMiee" {MM), „Oom-
pewUnoi anatonneoB^ v«toniai recentJortnnqiie
obeeviatioDee breriasime oompledeD^', ,J)e op-
tima oaoerontm menuiMram esstiiftaiMS nlioDC^
(1720), ,J)e asatcank aobtibirk otilitete, prae-
aertim in diirargiiR" (1720), ,J)e me<KcameDtiB
Qennaniae todignuB solfiaientilMie", „Obtenra-
Uenee medSeae miaaeflineae" (1780), „.Compen-
dioni meddconnn" (!736>, JDe mediciiwe meclM-
nieae praeetaoiaa" (1758). „De blbotomiae eeWa-
nae pmeatantia et i»u" (1745 en later", ,3¥8te-
nuk geiKrak plkartamm etc," (1748), akne* de
NederkiMkche wMken: „Ontteedkmnde" (1728).
„Bedetnoedng oner den oaowas der ootleèdkiM-
de" (1746), „HedkunAgie ooderwgtmg va." (8
dkiL, 1755), „Oeneeekindg handboek" (1762) «i
„KoH b^p d«T beeUtwMt" (1764), <ru welke
de laaitBte S na zijn dood 'vt het üdit lijn .ver-
sidiesHii. bcnerens bet Dojleciie „HediHoiecfae,
dürvTgiisdie nnd anattomiadie OtMerraAlonen"
(1759—1770).
Helthnlteiii een gemeente ia> de proriode
Licolbnrg, nvet (jI915) 2509 innnmem, beslaat een
DigilizedbyGoOglC
HEITOESTELLEN
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
EEFraUHSEUSEKIkBR.
oppenrfafcte na 2606 H^. en WMdt begmwd
«rat Jbi«l, BoftgeX Nmrirai^ Halen, Bu«m en
NedenraerL De luwiMdem btriut toot bet
gnoMa deel vit étg<^»ma boogveea. bi bat N.
«indt DMo «otate gnaita, BcdbItc eenige bü-
walMtd, wotót er kndÉtomr «utoeodeuL Tot de
geoMHtte belMMireii taet doip HtattnÜHn en eeoi-
0e booiteik. Op De Hcóde tielt emq een &-£>■
tboUfk opvoediogigMlüfat mwi jongeni, De Hed-
a faet gtuftehap Hoorn
Heltoflatollan (»e de idMt) ign weik^-
gea, ««KrmedB mra liilen en Duézea in d^ gtoKl
idHt Die hdbMbtH £e hmd met de hend be-
woe^rt^ ajltt Tm bon^ «emaaU en hébben een ^-
miU TW 10—40 if. OodeiMii is om het blok
rwii venteiking «eo gieren band augsbndit.
Venltc sgft et i4w hmlnUeiL «uk bereetied <im
het op te Kditeit {m lig. 1). De poolen bei-
bkoUeo, 800—600 ka. wceendh irorSen door bef.
weiUoigeD oMtbeMMik, wdke door tfea weik-
man ot HMdiHMai gedRmn «oidea. FW. 3 atelt
ten teètoeetri iwm, waariMi faet heiKioh Mn
•en kettfig »t bevcMtigd ■>, dM orer een Kftüt
■«& bet baveneiiKkB der ntrJhc bwpt. Het )m-
toeiM bwtiit uit 4 paien, die op «en .t« Teiplut-
•en oodeignnd 8 in deo wnn van een sjnmide
worden ofigeeteU. De TCctieile pMl b oeot roor
gdeidkv tui faot beAMt, terwfl au «en dei
palen dwanÉtoolen ujn aaagebrwAt, loodat dne
ala Mdet te galnviton ii. De arbdd, die door
4éo «al na bet béUA veirkht woidk ia aflun-
kelqk was bet gMriebt *ao bet Mok en de atgg-
hoogte. Bg htuói nit de i»ai ie de aCg^iooete
Mühot heiblok Metgroottr dan 1,5 m. BÜ het
toeild ÏD lig. 2 de«Ceel4 «mdl het bkk dbor
een lierOofigetiaala, *aatdooTdeitJighoogteaan.
■Mitelgk veigioot kaa wosden. Het gietöaeren
blek berat aan den bovenkant eeariM.waaiiii de
bMk (Ubik) mno (lig. 2a] grgpt. Dtat iMnk M
ia aao een «faoodeilp UoÉ natgemaakt, dat
aan den kettiag > > is OMthangen- Bü hot naar
bomn gaan, atDuit da hdfcoom aoof becnaUe
boqete tegen een nok, «MudooF de haak kidaat
•n bet Uek naar benedn «alk
Ib ons land «erin aten doorgaana met de Mcr
Bit een bok met drie beenen ff, Ö en D, die door
4 iKBfai l wenK gcwhooid. De beenen K (bet
kJosaeabeen) en O <het overiübeen)
ijp door één swaiM aAroelbont aas de boren.
igdeierboDden, terwülaaadeienielIdenboDt ook
het derde been D arfiMnunnri is bereatigd.
De beide geleidere L oteken aan de boren-
jQde door de teieiDOffen, die in de beanen K en
O ign TaatgeediFoeU. Torena dragen deM bee-
nen ^ rammelsehijl S, voaroier de bei-
reep A loopt, die bat heiblok 0 dira^t, dat
tnmnen de ^eidkn L vrj op- ot neer kaa glu-
den; de adeulera «orden aan wetnoödea i»n de
h te beaen «al g«[riaadaL. De beiie^ « i« T«r-
boode» am oet vnadae der atoomlMaiiaflhme M
tjie oA fig. iy, xMdat bet Uok fiaar bébDette
kaa «orden onihooggeliaald en, daar dit «indae
door middel van een «fgvingakomieling aan de aa
d«s madane ia Tojbonden, kau door het omba-
len Tan een heixMoi a, déoe Telbindtng worden
Tednoken, nMxkt het faelblaJc valt. De HoOamlr
■ ■ "■ ■ '- '- lUW
ook
■dke ■telliag kan gcnuüdkelük wonden opgeat
ol Toor het Teoroer a^olM^en, doch lü lön i
0|p cNnondige «q» «orden TerpLaatat en in cm
hoekje ha«r «eik doen, taiw^ d« palen owter
ndwv Jngeala-
^ op hat werk
dom «en der tuien Kxrv«r a&a te ha-
e onrenacble heïdoK b
i. Het veiplantaen dar
«ecbtedt 4
^ d«t bc
ven den grond «oidt gieüelit, «aams <Kt ««n&
vwpliÉ<at t0T«gl de tui -roofndUig geiierd
De atoonlieiiDaduDe (lig. 4) v&n de Hiul«n-
uiie HstbineiUbraek behoort by de HoAaadacba
piaatM, i
hetteep opgenrooNfcn en op bet tinkwiLaUkende
wiadaa ia gvle^eiAeid Tioar de kabel tot het op-
bgMfaen der heipalen. De Btoammaobine et me<at-
al Tooraien thi t«ee ejiündere die bMdvi sBdit-
itreeks nit denstooniketelwonleBgeToed.Op bet
geatel dec '"**'■■" ia laaÉ een parspocap ge-
~' ~' ' die bet wabersnder.<b^ lerett, beooo-
Dr hat InapoirtAD T»n palen eni. (lie al-
daar).
Bg enkele avaoe itomdieitoeateHen «ordt bet
Uok difeet door de T*ti^"g tm den atoom om-
hoog gebracbt. lo fig. 6 ia een atoomiweblok Taa
kalek en flowfrrodfc aJ^Aeetd. De atoomejlHider
a iKe ak fadUok dienat doet, glüdl met Miulp
MS t«ea geUdUoUeo hk laoga de stuw /. Da
atoom komt door de dnenregkraaa e en oe holle
•tan^ 6 in de ttoomroimte d en komt Terdei door
opeouaan in den cfünder faofeo d, «aardoor de-
se in £ hoofpte geuaobt wordt. In den «mmI Tan
den eyliodet ia een opening e; konrt deae ope-
ning bonen d, dan kan d« atoom ontanaf^Mn,
waardoor de e^Sadac ooder afUBKn van den
atoom naar beïteden *itt. iBg een gewicht van
1500 kg., doet deie madune 70— 1W slagen in
de minuDt Sen Ameridtannerfi ingtiweur beeit
voor bet beien «bmik Mnaak4 van de apanning
der gaaaen, diel^j ootpMUog van buakruit oot-
ataaa (fig. 6). Op den pasD P ruat een mortier a,
waarin bet buaknA tot ootplotfing gvbncfat
wordt. Hot Uok b is veibonden aan den iinger
«, nfie tcHrens in den nXMtier vaU V«rd«( ia er
UDg een vangmadnne voor het Uok en een rem
aamreag. Leuat men bet Uok ivelkn, dao wordt
de lucbt in den mortder eamengqiersts waardoor
hat buakmit ont^Aok. Bet Uok wordt dan «eer
door die ootplollfHig naar btnen ^slin^rd^ waar
hat ofigevangen «onclt. Het dnetaan van dco paal
geadaedt dooi bat ge«idit van den mortier, bet
vaXeo VH het blok en de apaiwóag dei ootatane
gaiaen.
Bel SloTMid, d.i. Op Slaven!, ia een Cie-
eibaehe en Skwakaecbe nationale hymne, die dik-
«gla int baat tegen ide Dtntschers en otn tegen
bó) op te Utoen, graoiMBn wordt. Zü werd in
18S4 door den Skwaknacben LoAetsAen predU
kant en patriot Samutl Tomtujtk (t 1867) ge-
dMbt.
HflkAbn (Latfin Heeuba), de tweede gemalin
vmn koning PriamuM, waa volgena Homerus een
doebter vos Dj/mat, konii^ van Pbr^ii, *ol-
DigilizedbyGoOglC
174
HEKAiBE — HÜWHlJKN.
1 TOl-
gSM Eitrimde» een dochter Tan Cisieug
gma JpoIIodarua «en AMAïtama den riTlergod
Sonjortiu, en de moedcs Ton een gioot aantal
Mmen en dochtera. Haai oodste zoon ■ww Heclor.
Gedorende faoar tweede cwMweiBduic droorod«
lij, dat ig een fakkd tei weren tiraoit, die ge-
bed Troje an yTaaimm wUe. Toen .levaeiu, een
oodere aocm tui PHinntM üt berevm een droctnen-
nitkggien, en Gaaiandra «faartrrw geraaidpleepj
wvnden, g&i<ren ig ten aAtwoood, (fat idaardoor de
.gvboorte vea eeo kind loaiBpéÜ wwd, d»t den
oodereaog f«a ibet rijk veroonaien lou. Dat kind
was Parit (zó« aUaar). Na de Terwxieatiog ~
Troje Inram z^ als dlariut bij de Orieken, i
wtioAte atb oit wanboop im oee. Volant a
ren werd qj, wegene haai heftige rauMdredenen
tegen de Qndren, dbor ida«n geeteetaei. Onder
de flteenen vond raen edOer met baar i^k, maar
dat ran «en dooden bood.
BekatBTii ^wi U^te, «en Oiiebeh wluf-
Tar, was de loon tbo Hegegander en leefde trai-
ttr«eks bet iur 5D0 t. Obt. Hij deed vele rei-
len in TerwnSende IbwÏbd tmi Ekiropa en kat
en Termnfide vfAe (m«til«rv«miigen en
Van zgn geechritten ov«t de aankQkriiiv
Tan een kaart TTiODrai»D waicn, heett Herodoto»
Teri getrmk gcoM^t. Er ign ekdite gedeeUeo
tot o» ^Moen en «loor MüUer opgenomea ii '
,Aatoneoniin graemnan iruntenta" {lêil).
HekatSi Mn go>£n ihr Q>Tieken. werd aao-
Tanlie^jÉ pdMAfigd Amr de Thraciftra, nmdnt
nea hür naam in de uedMiten tio Homeru» n-iflt
aaotreilt. Later wml dé dtewit van Hehtte tamn-
bdd door de ditUere twrordet^ modat de Oim-
ken d«ee gwVm, boewet ooisproidielijk die dier
maan, temena beseboainfen a}B gecagttebbend in
alle i^en der natmar, ia den bötei en op aarde,
tb een gndfin. die door Zeu», dien ig in den
atrgd t^en de QtgaDten had bögestoan, en dom
de andere goden md: eeilbied' bejegend werd en
den it«i>T^ng T«le Mgoniigen bezorgen kon. ZQ
TereenigJe in Jwar perooon de «igenaduipfien tm
de natva^ **n de maMi en voo den Tiadtt en
mende h^erecbsfifiit) ov«r wuditbeartieid, lerene-
waodel en krreDalót. Veider veirleende i\j w^
beid im ^vtrikaTieTgBdeTingen en op den Kéhter-
■toel, 'TOorepoed en loge^nal 'va oeo oorleg, een
veilige laart op see, een overvloedBge jacht, groo-
te knjditen en ^gnnde kindden. Haar oodera «a-
na de titan Perte» en AileTia, een mater 'van
Lelo. Ajideren bidden Zeug of TarUtntg voor
baar Tader ea Hem of Demeter toot haai moeder.
Ook werd zg téd met veirarihilleiKle mdere god-
heden TerwjaaeU, soobIb met Sdene, ATtemig, De.
meier, Pergephone, 'RAeo en Kybele. Als de naeh-
telijke maangmïa en door baai ventiBaeÜing met
Pergephone, nieh) men haar i«or een oivkruiNl-
Mbe eodio. ^e ek CraUfig «ner de stAiimmen
heeredbte. Volgens de aage lewlt iq dee nadKt«
Bpakea niit aaav de meosriKn, om hen te v>eT-
tdtfibkeD, en zwerft, door de bonden van den
&t;i vorgezebd, met de löden der afgeatorvenen.
en met aUeitéi gebeten dee nsj(4its door eenzame
Binten, rondom de grafpbiataen en op de krats-
wegen. Wie gceaten uit de» afgnmd wilde op-
roe^n, nep baar aao. Zij wae verder de godin
VBO alle zWBJie kmoteo, de bescdKOTaatar van
tooirenun en tooTeresaen, diie de kratden «pioe- 1
keni, wt&e ig dee nocbtB door haKr maaoKeht
met tooveAradit heeft begdltógdL De wermwrd»
t(K(T«reeBeo der ondheiil Oiree en Medta, wer-
den door haar in de toiwettimrt oadarwenu es
waien baar dienareoBen. Omdat ^ den adwpler
iwaeftde in den bemel, op aarde en ón de onioei-
wereM, Btdde men baar voor met 3 door de
roggen met elkander vereenigde lidiamen, alioo
met 8 aangemdtten (ate de ub.). Ala maaógodfai
en ala gttteiamiKNge goAeid droeg ijj een fak-
kel, eomijjdt een btlm maan boren het voor-
hoofd, en ala godia d» oodowenM een lleatel.
Hekaite.
lAtere dkfataPB geven baar den kop van «mi
paar<l mm een hoiti en <w een leeuw. Hen pUal
ite rulke Btandbeetden op de kmiawegen en
TOOT de wonÓDgen, opdsrt lij den waodMar ea
het hun beaAermen wm. Aao den voet der stasd-
beefden <rffe4de men t^gen Itet «inde der miaiid
veierlei a^xen, voond i<nige honden, lainmeieii
en htmig.
Hekatonohslren (Utl^ = Otntimimen «
Hondêtdhandigen) lijn in de Qridndie mjlboto-
gie ^e leoten met 100 armen en 50 bootifcn,
noen van üramu en Öaea, o. i Aegaeom o( Brio-
retu, Kotlot en lOyeg (Oygeê). W«g«na hoo vff-
uidSge geandheid door nim vader cBep in <M
aaDde eevuifen gdioodbn, wenkn i^ op mad vwi
Oaea door oe goden te hi^ groenen ttfftn de
'lïtewa en na de aveeqriniuna' tot Mwaketa der
naar den Tu^anoa veAMnen TJtMien aangetteU.
Hskboot noenvle men in vroegeren Iqd de
kleinste boot van een tAóp, wdhe aan bot Uk
nwd gAmhaa. Ihtae ■nntt dedrtB weinig aiAe-
pen met hdCt>oot«L
Hekdaylt » de dwit achter aan een aehip
mr bc* höechen van de hehjboot (cie aMaai).
B«k0l. Se Hekelen.
H«k«laB iwemt men een bewerking vto het
pae gebraakte 'v4aa, dal diAi4)ij «ver een plank
GUfhaaJd wwdU, waarop ndi een aantal ünnn,
oidit naast elkander m|fcwl»l t pinnen hevinden
D,o,l,zedb,GoOgle
{hekel). HiepdooT wondt bet iitm Tm y«U
nöÜedm, damede iwn de heede gewTfrrdl en
gvednU genaakt om, ntAtt hert geavingekl ia,
amiede te K)iiiD«k
Hskla of Heklidjall, wri met de grooMe en
boogBta, iruwr bKb ie meest iMtendie Toltwin op
Uuftd, üfi in het sukhvMtel^ j;ede«lt« vui
bet eiliifd ea Teihett lidi tei hoogte van 1557
m. als een lan^ omegebnatnge k«ge). Hij becA
5 kzktMK, Tas iiralke de voocn&unMe nsgciMeg
cMelniiH} «e en bg een omtrA van 2 km. een
diqrt« «Ml 00—100 m. be«i. De Hekk onder-
■dienk lïdi norfi dooi hoo^e, iM>di door adioon-
beU van h(A landMttop, humt aHeem dnor de tal-
i^Uieid «jMT nMxu'BtHigen. Hen heeft er van
1104 tot op DDzen tijd luet mjoder dan 18 <
teckend; en de toaBchenpoos was nd seni . .
ma&r ook weleena6 jftsr, DeToorïaat«te dnaide
1WI 8ef»tetnl:)er 1845 tot Apml 1&46. De iiit^-
worpen aech werd t<«n tot op een Getand tan
1000 km. OT«f knd en lee vwrtfWtaiwil, en
heelt toeo gtwAe lerwoeetöngen aaj^ienidit. De
Intite iHtbaraUoR bed piaala i-a 1878.
Bskmetler, rraneiteug Cornelit, den Men
SepteoriMr IS09 t« utrecht geboKQ. crtndeerde
aan '« Rüke Tee«rtE«DÖecbool en wenl tq 1830
beiTorderd toi Teearts late klasee. Als BtaiDdf)ta»te
want han de gcaneeole Boam aangeweien. We-
eena bet uittmken «Ier BeteiMhe ofdoeten gin
hjj het Totgend jaar ate t^deKk adjwMtpaMidei
■rla bü het iega wet. In 1837 wend hg ale too-
daoiK dethritjef aBogeeteU. Ia 184S werd hg.
na aigelegil eoaeaan-einmen, berordeni tot pa&i-
dNiaito late klaMe en in'184S ibenoemd tot leer-
aai aan de Koanik^yke HSVtaiie Aeademie^ te
IVreda. w«ike beooeming drie jaof ittm gerol^
w«:d door die Tan leeniar aam 'a Riite veetLTtse-
i^achoel. Dne beb'vÉlknng letrruMe hu bot 1881,
toen bem eerro) ODt«iag vetteend werd Hü over-
leed den I5den F^mari 1866. 2aia ToorjiMmste
sncMftea zfjn: „HandiMdiiK tot de leer van
het hoenMKhft" (Breda 1641; 2de dn* I&T4),
„Korte
1 literatoui der rimder-
ïwet" (Alnemfoort JMfil JttaOrmni^ -mt de
T«i«diil)ende wÜKn na liet wralertieila<f bij het
nud" ^3MNap>iiAE«ja", Jtg. 9, I«I60; Me
dnA -1876), ,3uMS«dtaK tot de «bekehnatig be-
adu^rende «wtleei&inMe dei htnesoogdieTVD"
(ütveebt 1868), met dr. L. AH Cohen e. a.: „Hand-
boek ds openiMM AOOïMBieidaregeling en der
gcnMakiMidièe pofttie^ (2 At., Gronitigen 1872),
,S^ aiAe we en ^ behamMfing" (Tied 1873),
„A. Hnman'a handbofft dcf gvoeee- en TertoAnn-
de Ton bet tw" (7de ^ok, Goods 1878). Bo-
vendiea lerorde hjj böAvgen in vele tjjdeehriCten
o( Tenemeiweiiten en wan eeng« jaren mecteie-
deotenr Tan bet „TJicMiiitft voor veearteenq-
knnde en veeteelt".
B«k«ui, HsluwnprooeMra. Hek* waa
owaprookeHk gdfik aaa itriga, d.<i. een 't maehla
tkor d« kMbt radend Troowvlijk monster. Sedert
bK begn ider Btetaekntitiffe beteenirer^k ineen,
" > 1400 tot 1700 dwndeii, diwlde '
dat xg een verdrag met den Dntitrcl geeiotKn had-
den, om door het aftonrenden Tan tKxnennidtMaa
hau üMdeoienechai
eeo door den Dwrel T00if;ie9et«iii, üMhtdialieit,
godtafiterd^jken. Sabbat deemamen, waaibeeD ig
Bch door de Imjtt begairen, en woarijg sg mot
den Dnivd; ontorcbt pkogden, en dat z|{ op (Ha
bxditeni, of jn. de gjëdumte thd aUerlei cieten
De afBMtdei^e TOorstdKi^n, vraanut <dH oot-
leotief beRrip liB onMMR, i^en tot ver ia de
OnAead ïerng, aoowd nt de Oosteisobe da in de
Oriekaeh-BaineiDedie en QenntaoKbe. Het w»-
i«a 1. de Minde aaiAnngieDde toOTOMrii linak-
tieüim} en IteA verw^lea van> omreer; S
iet «edad>(«ljik v
keer taaetbeirinenecInnendMiiMtQeneaS. detea
«^ der eente Gfaristemremilgfagen gwifjbam
TotHcAdkK tui d«o nftcfabeiykeh Ekbbat. In bet
vtAagefodileeMen deae fDMMeHiKeB, owt nitaoB-
dering van de haalBte, gpfarendeoe gebeele IGid-
deèeeumen -roirrt, lu* meest in de Dergvtr^n,
wwuoB de beecfaaiTing iHt mod^kot doonfeongi
Dom de Wj^iadB 0ee«t»n JnabMtenKeilcwerd
edlter auidiemewtereedRiDde&deen ladnaenw
^tiwnteld. Vooral .i4joianf mm Lyon^O), Regvut
ran PrUm (906) en Burkard van Worm{iWO)
hebben aas dLen t«iijtel iStA lAUmg gegeven.Daar-
entegen veM aan net wailtel^ Mstaen van bet
maMieivm ook dooi de aiDtnitCTten ü Keilt eft
Stut sleedB va.stgiehoadeo. Van fc«ik«Ajjk0 Tqde
werd het reedb vroeg et» een .verdrag tm deo too-
vena*! met den Duine] TorklaAnd en dooi de
Jeeote^jke aa wereidl>^ i«ehtero geotrelt. Be-
ert het begin dei tetlerTeimilging ia de 13de
eenw wen) iirik een venfrag tot een kert^terg vei-
klufd en door d<e foqvidrtk beredrt. De «k ket-
ter^ beodwawde tomenaiq werd de*rap vecbo»-
den met bet nöeuw oiatw^etde denJtneeld vas
den k«rteT-Sebbati, eo de eüdM^Mtnek steunde met
haar leer van de macht dee Doóvde het ood^
vromer afgeweien gelool aan lachtreiien eo aan
het miweer^iaken door mA te beroepen op de
BijbehJie veibafen Tan Habakuk en de venoe-
kin^ i'im Jeiug. Zoo kwam het theologiadi opgv-
boawde ei^eetjet begrip tot stand, waarvoor
inen q>oe(£g bet woord kek» gobmikte. Het werd
door een ^n>ot aanital geechruten Ta>n Dominka-
nennonnikieii, atm wie de zorg vnn de TncTnJHit5e
was opeedregen, «mgeaaanid „w«tenwAMq>petgk"
geatevDC en, ho^wd de ketters tnt beide geslach-
ten bcfMoren. ToornameCjIk itan i^janehte vma. bet
ymawélëfi: geeladrt «v^eweiit, davr de oode
elriga en de malefiea (als gif tmen^fstei) van ouds-
her vooiaaniflök ak ivionw gedaoht werd, ander-
xgdt mor het geeiadite^jk •vn'keei met den ato
men ^cdbditjen Didtvrf aetsMe de ttoow ib aan-
meifcnig knram, waaihq de seboksti^, tengort^-
ge m> haar gerwDcwhatitnngdeT iviienw, een Mi*
güig tol nft een Bcbenddqk Teike» Toompiet-
dribe oogéhomde handêfingien ewcAtea eea
i^ne, Boowet dooi den geestenen ah door
den wereldlijken recMer, en de onfeilbare m«-
lliade Tan hét w de pgiteift sbeanende faiqni-
BJtDqtioos oodlddrte iele bekaen en deed haar
den bnuifttapel' bcümmen.
De rtdoeteeitage vowolgtiig, waannede reedi
__ ISSO in de Tyreow^ een proef genomen wao,
girng eedert <1400 lAt v^a het Alpeng«faf«d, waar
DigilizedbyGoOglC
a. het oode mUugeloof bet
mcMt itMaide ^eboaim haddat en de oomtMiee-
iBnde BchnpüuMghetd nok d» <Mbt«n <lus het
gcnuAMJiU <loor mdddtf *an ide pqidMnk de
warkdgkmid d« op ttteokigtebe grondifagcn
KigestcUe wuuToonhffiiwea uaktoonen «ml
V«Bda«f fobieMMe sq mlt «ui over HbÜI,
Fnmkjjjk en DmtxèiUDd. Bier weid ^i vooral
berardeM door den bol tu /mocenfiui VllI
.^nmmw detiócEutti «ReetibW (14d4). „Wg
hebben mtknge", mm beet het dhurim «aiot «avr
dei jireoU dboef«ai« lemanieii, <faU ei m eoiuii-
gB gvdeeHen iwi HoowtJoitwfthnd en tiUen
*«te peuMMn t» IwidHlei kianiie qpi, die^ niet
induMig um ibun mgen bol, inra het «oie ^
loot ftlgCTallen zijn en vleeschelifke gemeenKUp
hebban met ÖMmoiuacfae WuMben en BobeoiMb
dooi toorenDêddelen met bdlujfi van deo Daifd
de geboorten dei fionireD. het irogen kir^jgen
d« (B^>«n^ de mtUtiBi dei aaroo, de iïvitcd
dei wgiftMgen, bat «olt der boomen:, ja men-
■ehen, decen, vgiritieigen, boorngMiden, wetden,
giaMt fB mdHe nHHtbnugeelea der unie l«a
grrade ikfatuk, ventAken d venüeUgen, dü
nuAsao, TioiHMn en (E«ea met ra- en uitwen-
dige pj^eft kwdbn en in «tMt lön mMMwa in
het M«m<fat«Dt mnnren in het Mien, beédea
in bet fevnrilen ima bon edUelgte pKebten t«
bdemnMiML" Dwuvm dni^ de pus den beiden
■nouieitean ven Noord- en KoJd-DnitocUMid Ja-
eob Sprmtatr en fietidnfc IttttUorii op, de lAon-
nun en, Maen op te eporen, te beetimjfen en
nit te loeien, en MTeelt hn den bieiebap v&n'
StneUbuig, Albreehl va» Beieren, dbe fn^uH-
teore te beecbeiineo en h«m hg dé «toefening
int hoo tiutk <te befai^nMoe heod te -biedcb
IiutiloTÜ en SpmigtT miakten bet bebaengcloof
tot een kimeeil «ÜM ea hoo .Hduenbuner"
{.^kUfietn m^eifiamn", mrachenen w, 14S7, tot
]dÖ9 nog 26 mMl lienMki) werd weUra bet
wetboek jn bdueoMiigclqgeDlieden en n^Me
bet ff^be^ ledricc^jke ofAnden tegen de hei-
een. De „tfaMnH" is in i^e decien geaplitil:
het eerate bduodek de hekeerq n bet Mgnneeo;
bei tweede de veradiilende eooilen en gwrojgen
en de tegen miidMen; het darde de «Foeeaorde,
aoowct *ow bet geeeteljjk ib wneMIvk gerecht.
In 85 ivagen wordt de proeeKiide oiteemgHeL
De recfatei moobt op een geiwAA leedt ex ofHeio
beginnen t« ondeiioeixii, getuigen (2 of 8 wa-
len votdoende) te xoekcn, te OeSedigen en te
booten. Zeik konden gefiicomnMiuee enden ti»
getuigen optieden, je, kottere tegen ketteis, bek-
•ui legen bekeen, eeht|geiK>ot«n tegen eUnndei,
Tadan t^gen Jdoderea, bnoedete te^ Haten.
Zeltt de er^ate Tynden dei beaofaoUwden moe«-
tea 0(1 wemijge ataondeiingen na, ale getnigBn
toegelaten wnóden.. De admeaat awcbt ^n dilnit
niet kracMig Torde^geii, daar Ii^ ankn tooi
nqg arfnliSgei dm dèae g«bondeo weid. Om de
betehuldigden tot bekentenis te brengen paite
mea de j^jobanii toe. ItuHtori* (Heen liet te
Conatani en Raveoaburg in kortfln tqd 48 -rrvn-
wen «wiuaAden en ^loedig weid docu' pauaeljj-
ke IxriJen van Ahsmder VI, JuIiiM II, Leo X,
Badrimtu ÏV en GUmau Vil de hekEenvtmJ-
I ook Toor (odem Ban]f>«eM:iie boden, in^-
, de „Hekaenbamei" dooi de Dominieanen
a,°
alkeken weiden dboi de prooeaaeo be-
die^^ al* een nacbtóieme h^ het ^kmiIe dei
bekeenTiees op het vok. Oveni hadden geeste-
lijke en weisljjko lediteia hun Bpinnoeo. Het
lêetatoriqb ondenotk rti^t» tidi voomaoMlök
Dit op de KwgHifwde hekaenTaftit, den
hakaenaattbAth en het deehwmeD dei be>
uAnkMgdeQ daaraan. Het bawowteiienawMiidtge
pibaniMie b»d men <£« leeat «eachadenL Op be-
paalde tjiden, met name io den Walpaigia-
D a ebt (1 Mei), waann tn beidenaehen tqd een
lenteleeet gerkód weid, hi^ de Duvtet gnoote
Hofteeateik. Ala plaaiCe van aamerVkiMiwt
een TcrïieteK haai woofattHi op beoem^ booèror-
kens BtoUsen, bokken <d aondui door de téstaot-
ateenen en 8imU«d io p^aneBe Taart oaac een
bepaalde idaata, waai de Doird^ io de gvdhaute
van een bok ol menaeb, qp Hjn troon aat, de
nteuwe faekaen pleiAiti^ oniam ea inwijdde en
sidi liet boldigBa, teni^ de hekaeo na een dane
om lija tiooD (hekeeadane) één toot Mn
nadeiqea, om ijjn ritdeehn te koweo. Dan werd
een weddang feeatmarf aaogenobt en tan «lotte
( aaogenobt en tan ak
tw n£ in stüto met h
TaigeMgade ied
(U.veLlfethet< _ ._
maing w«ad di temglndii aantTaard en gaf de
Durnd aan ieder een tooremoadei mede tot mt-
oefeoiog Tm al heb den befcaen ten laain geleg-
de kwaM. De ÏD de pneeenD dllEwj|la genoemde
b^niualf w«8, noala nit vele akten bljkli be-
reid uit Tot, naditadiadaw, fadladnna, maüftw-
gai% adteeding en aodete ten. deele naieotiaehe
{daoten, en [umhiemiageii aouden, naar beweerd
weni beweaeo hebben, ikt dawwnede iageaaUde
Trouwen i» een diepen slaap TMleu, waarin lü
oTer Aaai j»»lnwiwig am een beknnaaUbabpban-
taoeeiden. Bekende «Ubeta^dao weid «j Add^
Teroordeeid; ofttkende sj etlter, dan ging men
tot de ptjnbaaik orer; hielp diA niet, dan se-
wUedde in >tfiv<l ■>»>( ^ **«*• <^e een bertMaUe
foteting Teibow^ lulke na eeofige dagen ak een
„TQontaeUing der lutteni^" nogmaaLa. Soaitüdi
bebie^i men »<h aoadei tiekestanistmet een
hekaesproet. Vood men c^t het lichaam dn
h^ eigeoa een moedernkk, akó waa die notAtr
.__. j_.,__L_. ^_.. j. j_ deDtti-
. doontoken; torfde de
geetokeoe geen l^n, dui wae w «nder twüfel
aeboOd^. Daar Wtgma den „HaUeua" de Toor-
ocDef oiets baaUa daai het ««tF een mot den
Dwnd bornend efcment J^ nam men lün toe-
rindtt itot bet hdaenbad en w^ door de besehol-
digde knoMgaw^ coo te bioden, dat de leoUer-
hand aMi i» gnntle teen na den bokerroei en
de Kikeihaad aan de gnxtte teen tmi den reeb-
tannet kween. Saanm legde men het aUne ge-
bonden KiliaMn w bet wertec ZoiA bet, dan waa
de 'beUaagde oiaanikEA Heé. bet diijni^ aebal-
iKe. £en aooEtgelijk moddel iwbs bat yuign Tan
b^Mn, cm te ven cA i^ nwar dtan bet gewone
gewUd heMtea Ook de Puteatwitedie geeadie-
^Atea glooide aan dnmd» en bekavi en in
DigilizedbyGoOglC
FMtMtmitMbe baden wm bet Muntal hdmenpro-
ecasen oiet genvser dn is KfttiKiUeke. Zells de
MMkvs leu ontiwiÉfecÜe en verKidite bertog Jo-
kaïui Korimtr mm Ooburg menie de bekaen-
proeeesen in ign Itod «■ en atdde TMi, dnt cfe
1»e»4tu^n der ^«roix4eddan ma de kiquin-
teou wnckn komen. iD*t'^ardM>T het wnisi
MoecMen toenam, te diidtijfc. Nog op be>t einde
oer ISde «eaw TeroordwMB «én redtUr, fiefflt-
fiu(, atieen ia Lcrtli«9nem 900 tk^een tot ^Km
rutdebuid.
Reeik ü de ]6<)e en ITde «emr onbbnk bet
niet Md mafinen, die t\Ai ktadaü^ tegen de ic-
guMteuTa en bet gvloof aao Mweo venetten.
De nmoiDunMte wae omw ludtreiioot, d« Aju-
■tenfanwdH piedikaat SoJf Amot BMtei (lie »)-
duf), die ia „De batovnHie vereM in vier toe-
ken" <16&1— 1998) met groote nöuMMdi^ieid
bet gèhaile dninel»- en hdaeoBteleel bestreed.
Mau zj^ poeiogen m £e tui «nderen wênhn
nog «e «ttMUg door ^ opeobue meminff ge-
atnmd; met aoecee bond «erat CArüüon rAoma-
tttts ntt Ldoiig dra attüd aan in nm „Keaerta-
tio de oiimiae m^ae" {1701) en „De origüw el
pragreaM prenaww ioquiaioTii oantia sagae'
0712). Haw w« ü de lade eeuw nndt mei
«veiHgledHk mn bet oode bqgetoot. Zoo nerd
den ai«t<ii Jaonari iI74« tfona flennfo te WUra-
bnrg ak beka iMkthooM en baar Ij;^ Tertjraad,
K 17d5 tM oog «en ofier te Q^ann, io 1793 bet
laatele in Poaen. Haar nog m 1886 werd een
beka door «iaadiet» Tan bet sduereUaad Hela aan
de utitijfDék 4»dennu|«t, en daar ^ uet wü-
-^ anken; loet giewcU •Koitrorkesi. la de MidKe
qMko Itekaeninroeeeaea tot den
* - '' ' r Uesiro enalgden er
L het Yerbranden der
semnroeeeaea
nienwaten t^d êen vot; iit Vtastio enalgd
t»« (1660 «- '™" - ' '
eladttotten.
teiaoefamgeD nr Qeeehichte de* HexeDnrahu
(Botto 1W1); Roeko/f, OeacbLcUe da» Teukk
(LetpHg >18S9, 2 dbi.), B<im«(h^ Lee graudB jont*
de ta eorceaem (Pai^ 4890); f. farmentter, U
eore(31erie demmk fce tanm mndwiMa (nrge
1W&); lï. Pmdu, Hexeomba «td H«i«iiprofleeB
{Flrobnig t.d.fi. laiO); SoMon en H^pt, Oe-
a(ind»1e der Hexei^cveeBse ^«nre uitsme door
Uox Bauer, IftliulKn ISia, 2 Al).
irlncen
: pldwen
kringroimige pïSben «p weiden en grssreldeo,
r geen gras groeit «(oatig«leeei*l*rerideiBgw
gloeit 4ha er <anbeen. Votgena bet volksgeloof
aoDden iq iiiiIiiIimmi i^ doonfat er heksen of ook
«^n en leete m den tattotmih^ gedanri héb-
ben. Hun nare oortatk ia te M<ken in bat op-
treden van vewehifcode «oorten van Ua^wam-
meix ^^ eerst den graagToel veviweUgen, na toui
■JateneB idmnategeo bet graa weelderig <foen
groeien.
Hafc— nproowon. Zie Hektên.
HskMnaabba-t. 2i» Hakten.
HsktlBoh* toMtand beteekerat in de ge-
neeAonk «en geetftiKge wennagertng dea li-
iiaiaiii, aoowid «at bet ivet ^ wad de spieren
betrtlt, een toeotaod dar «tolwiaeekng, waubg
bet vcrtRÜk dec bestanddsdeo den aanmMK van
wediogHniddden tie boven gaat Dooigaaaa ia
■IX.
die toeslMMf een kentedcen of «en gevo^ van our
geateldbcdon, weike de Toatfu^ beltinmereo, voor-
al Ten hA>eretdoee of -van nlt- of imweraGge ver-
eitrtering. Een kenmerk van, dien toestand is de
iUktitcke koorU, die zicb gewoon^ èi» namid-
dagB vertoont, dee arondi iveireiigient en dea nadirU
een afmaUeade uibwaMoiHing tengieTolge heeft.
OtA aan andere veTHbönaeieQ, we&e die venna-
gering (A vertaring veTge«ilt«n, geeft men den
naam van bekitiech, byvoorbeeU ean een uCgeMA
ïood op de wangen, aan een bepaalde soort hoeet
enz. E^iódeli^ «pretkt nwn ixk van een heklMi
voorkomett, eigen aan aube peiaooen, bq wdkis
aanleg tot terug dnade^ ie.
Bekwsrii in die wwenkmtde wondt gmMtind
door sm^le banden en baren, die elkaar kmisen
en aHe m belaetMe iWi Joggen. De epSken op de
vereenógisgspaoteik worden vooijpeEten door ron-
de gtippen. Slet vM, tie fwlea licMbaM, i«
soms bdaden. Zie ook Latwerk.
Bekwleler, een oonhguvaartruig; is een
itootniboat met één wiel in den acfatemtpven; bet
vaArtoig beeft weüüg diepgang en doet o. a.
dienst op rivieren, t^v. op Sumatra.
Hel. Het woont' hel wondt veelal a-Egeleid van
<len naam Hela, rcigeoB de Noortdie mytboiogu
de gebiedster in het rijk der Mfaiünmeo. Omdei
bei veniaat men het oord' der g«viaekt«n in to-
geostettin^ met de veriUvIpiaats der g«iukzal]>
geo'. TeiiAyl de hel gewooölük in de diepte woidt
gezocht en men hieraan de TooreUnmg van „on-
derwereld" veitüodt, denkt men ^eh het oord
der gdidfialigen in de hoogte en stelt <£t gelqk
met „beroel". De ^edadhte aan een hel ken oent
ign ootelaMi: 1° on een daaKatisobe godsdienst,
waarin de tegenateHing tusohen Ood en Satan
(Duirvel) Bcberp ia oitg««profcenv 2* in eamenbang
met ide gedufate aan «en geridit oTer de doodeo',
waanÜj de daden óei faramden «a den dood wor-
den vergoiden. Dientengew^ge ontbreekt de ge-
dachte aaneenbelïnhet Oude Testament,
cleobte ^urake ia Tam de Sjtool, een veeUgf
lebimmei^ wau atte dDoden lia ophouden,
Eonder onderacheid naar hun aaidsdie daden,
ofaeboon de maatarhatyeljjke Terhoodingen üeh
" ' .JitdePe ^ ■ ---
Teatam
gen beboortdebei'totdeonnirfwrobegrippen en
wordt de vrnHateWng bieDvam door de Bobrineiv
%ij de lezers b^end'VMiondetiBtldd. DevvoiKlteailie
van een hei moet dientengenlge in de 3de of
3de eeuw v<oor Cbriatoe in bat Jodeivfoffl ign
doDigedrtmgen, Naar idie waarBeh^otlikhml is da
oortpnmK van d«ie «oonteKng bg de Penen ta
aoeken^ dnar di» beide èoreiuüvemde g '■-'
gen voor deie ToorstdÜiw ïaet aauwe: „ .
l^gena«n£g tqo an het Jodeadom de gedaehte
aeA de Sjeml' en dte der bd aaaat ^kaar blfiven
beetnan; de Sjeoot MdaadoToorioopigeTCieiöl-
pUati der ifoodeii^ -tanwnlt eeart hn bet Mhk vol-
gende geridtt verdoeoMien en genikuügen van
éIcwDder worden gee<Éwadefk. Menrtel is de bei ala
een teiMüf roi vuur en eioed gedacht «veieen-
komatig bet denkbeeld, ttat hot biAneoate der
aarde oit vnnr faeatottd, In Ust Jodendom wvril
deae phata veeW Qekenna genoenul zonder dait
Ie plaata nader werd aangeduid.
Het OhniBteDdafn vand d
DigilizedbyGoOglC
TauddB ZKt maar Im'vOimde M tovBm. Tww^p
Pauliu nitdniteiHÏ ^iwkt t^ e«n «HwtMxfing
der geh)OTig«n tenrijl vol^ns hem oe gwMe-
looien m düi Sjeod M een eeinng«D (h>od ver-
ooideeU woolea veikandSgde me» «ddn de
leer «ener opattaikig na goedel
}aiKBtan da^ wiMvq de «ciiKcu looden iiwaHi
in Set uit d«D betnei op «UKk fMeigiedMl<te He»-
Hisrijk, de IsKtaten durentegen io deo Tnmpoal
wodien gcnronpen «orden. Later beaebonwde OMik
den bemel afa de TeiUnMiate dar MJoBen, Iv-
«fil d« liel de ondeiwmMie stra^ilMU der god-
delooieQ bleet. De Bggu^ <n gieeteMbeid ^Aet
fiMbi liet mm eebtei oftbefMBld. Volgeus Jitpiu-
ttini« iytfnodt ig indi » bet burt dor unie, *<d-
ffens CAry«o(lomiueiB«n«lMiitenliet oodeniMui-
aeb& Ven «UMeide Moonlqk de bel -fo^De
d» fignnria|e QHdnttNgen van bet Ninme
TeaUawDt. Tegen tet «iiHle der 4de en ü 1^ be-
gin der Sde «eow fcerdm BanJwf en na ben
CAryaoefomue. Auguttttna, Oregoriuë en aade-
leo, <kt de-Moien «r tot in eeonrigbeid doM
niai nitadeoiende geestmt, door een tdvt, bet-
wék brtndt londer fcbt te Terqneiden, door
rergifüge en lereehenreode dieceo en door «Mei-
M marMmgen gekw^ wontem Vcdgena Ire-
naeut ia bet vteeae^fce der betaebe >tnf faoofd-
■alcel^k gelden ü bet oatlben
adup en nier wddadMt dee illi
TerhtllioHVÊ koesterde dat
•I meeaing, <U ^atHHeD
Ie* illerboc^ten. Ook
t ^ero^n. Intnoaehen
t^atnHeo nïet voat
r airaliea ma dw meeoing lerschiVeod.
reebtriimigvte Eeiknwkmt itdi beToepende ap
ÜMhaaat 25 : 46, laemleD de eenwij^irid dier
itraffen, doeh werden door Origenei en iqd toI-
geKnpn tegenDeapPoken. Toen «ebter flterotqr-
mu* en TKëophüuê van AUtandriS de meeniog
van Orf^enee bestreden, werd ^ gevoefen aH
een ketterij ^rooideeU. JDieotei^evolKe bebieU
«edert de Sde «enrw de «enwwe duur ifer bdethe
attaJfen de OTeibaad io de Keik. Oaamaaat ont-
atond later de ieer TCn het vamvitur <iie «kluu').
De ,J}WinB eoiuDetba" vao DohU bvr. ^treekt
tta 3 T<erbt|jhJektaen der atgnioty^aea: "
FHi<iBo", „Il PDigatorio" en ,3 Inferno".
Oriebaehe Éeit -mrweipt bert Tagcmor, n
rik-t torti ¥BD «en stnipiaati toot
tater tot bet v«i4il^ der nodigde]
woTden toegelaten, tenqjl de Moien «ent ten
}ongat«4i i
> dag<e l«n roBe gofien weiden
Miwigbeid der alnd w«nl ook ooor 4B
Proteattot«n ak leer der E«rk gebaadfaaatd. Eent
ia de Idde «eirw begon men er aui te twi^rïcn.
Ook de iniifie^^ voim der voontel&ig onder-
st «ea aanmeifcel^ wqnginfl, daar men bet
MBehe Tonr yerring door de {ifniginR isb een
eindriooa beroow. Lemntf <n>eide bet «enUMrii^
dat bet verschil tnaecben goeden en booaen op
■arde de grondrief; was mo een veiMfaii oa den
dood, hetweï o<A bq «en Toortdorende ootwik-
kteUng ten goede ndet wenl oigcbOTen. Bjj Telen
«n>d bet gevoelen nn SeUetermaeker ueangi
dat de dgCDMeofaeid Tan bet Tcrknoogewerk Tan i
Chrutut tutit/t. dat eemnu) allen duiaim deel
aidlen hebben. B^ de ondentelEiig vaa Qods on-
veentMAbare genade waa sidk een opratting
volkomeo niiat, docb ton beboere Taa '«
TTJjheid bliJTen amderaa de mogd^jbbeMt «ener
onorenrinnelgke fvratoktfaeid Taalbonden. Bom-
rnigen traebtten de «enwige Tudoemeus te Tor-
^Migen dooi de Tranietigiiig dn haidkMkkige
godd^ooaeik, waaib^ ikh <u bedenking Toordeedt
oi xnlk «en Tcndebging der ■Mfirwbikltteit no-
«M^ ia. Het g«beela imtf^ ia «Ueea tmi be.
kiig Toor beo, «£« aam een peraoon]^ «Mttbe-
•taan ««tooren. De voorslctfne >tcbl «en bel aka
bepaalde atr^ilaals ie jptaeaAea door de niea-
wese Ifaet^gie adganeen Tcrwnpen; qj mrdt
atteen door de modsnie ontfaodoue t _
de leer Tan den eeawigen dunr der atratlen ge-
bold igd.
Nederdaling t«r fa«)ie. Tot de )eec-
^/Mxa der oode Obrietel^e Kerk bAoort M(
dat Tan Chriittui' nederdalmg ter keil». Zg koes-
terde namelyk de meenlng, dat de ^eett *an Je-
m» ia den tqd tnnchen de Er«Bigiiw en d*
OpetandinR in de aaderwer^ ia a^euaU om
aa» de tidmt aatvwenffm bet Eran^fie te tw-
bondigefk, en beiiep aidh inetbq ep 1 Petnia III :
19 eu. (^ gTMM) van %lheeen IV : 9 leerde ITor-
etoN, dat de Veiioaaer, om «en vcAofnen aege-
Sn^ te Tcnrerren «p den dood en den Daireit
t g«Tatig«Den Tan deieo «ooneker ni vrijheid
geetind beeft. Dese meenwgi, door Origmei Toor-
geataan^ werd w<ridn die der E«rk. Daarnaast
ecbtcr obtwakkelde lich bet gOToeleo, dht de ae-
achnuBen loa «pi «Mdommeo. Het leö-
[ der oodenMing wtan aUeaga opgenomen
de Apoatotisohe OeknUU^ai^ iolu-
in waa de toemngbig jdaeeendt w jnfer-
tta" <ie oeergèdaaU t«r beik) fe de Ste
eeuw nog deAte beer en daar «wgeBooien es
weid eeiwt hwt iJgomee». Io de ^gen dor Her-
Twnung kwam bet leetstuk tsb de oedudaliag^
opnieuw aan de orde. Oe Qepeformendea be-
taaoamdea baai «fa beboorende tot den alaat tba
Tenndering, <kt Ckrutve Tolgena tija mentAe-
löke natnnr ook de bekcfae atmlfen ale riaatabe-
Ueeder had moeten Teiénen, om te Tokweo «oor
Hiden Tan alle muHcfaen. Dataelfde gwoeh»,
eveneena dat mn Lulher, (volgenB wnn etbter
bet bcbaam -na JuMê adhtertMerf ia bet giaf),
wiod in de Uitbeiacbe Eeit -nrdadigd; het gaf
aaakédjng tot een berimn atrödi maai werd «it
riotte ia sit. S van bet Fonnniwr Tan Eenlgbeid
«ein*oq>en, Sedent dien tgd handhaaft neo, 4»-
Tene op grood Tan ander* oit^Maken vul Lutker,
ah leditaniig-JjatlMracbe kei; de fiMeuoff dat
de gcfaeele oemoon vao OAnetiu naai de twide
naliBen m de bei is nedetmdaaU, om aH den
Dnévri es de boMe geeatea de aeipepraal dee Hei-
laadB t« TwikmMSgeK loodat de Dedeidalüig ter
beBe t^ de LvtberMbeo niet l«t den etaat van
Teniedenng beboont, maar het eerste feit ie van
den slaat Tan TMhoogiiig. Het nieuwere 8upra<
latnialteme heeft tuiMMi <fie beide geroelena
MwaokeUi, terwijl het ntionaliBne mA bejJTeid
heelt, de kracbt det benröqilaalaen op uiUeg-
kiHMBgc gronden ito ootaesntwecL De modune or-
thodoxie heeft ook dit leentok als een genridiAig'
gededte der ixümntdening in lö» Toormslfg
DigilizedbyGoOglC
TMi OBM dogHL (fe jteómMtog ter brik be-
Mboowt th MD iHesoiriaelH ouetdHig tas M
TetfeCTW dcaUmelii &t bet Bw^die tsd, CArt»-
tw <1« wanriiuüiK btbaaM beeft «rw de idmM
dea doods «d der ooiiteaua.
Oer P. Folx, JOiÜMbe BKibiM[«i« wn Dadd
bii AUU (1906); C. BnuUm, U. dMcenle do
OfarM au Bn^en (1697) en G. Olemm, Ni«(ler-
gvfahren >n tfen IWit <19I0}.
Bela is in de rftemlMiBwwiiii en oaADntladw
«denleet de ^odbi dei ondetuw^td. ^ ie eeo
dociilCT TMi Loki en mt de xemia Angrboda en
een mater tas den Fetirineoll en iMit de uid-
omwikhtfciiide «iiiig Uidgard. ^ ««mt ia het
■onÉteM jgk der ncmfcn, imat Mten «MJmiitit,
die door «ndefdom of lieUe beawj^sn. ïet um-
mer tenedigd veriMigeD net tij otee^ d« k«n»t
nder heu heereduf){>g benmteo, wil qj njet
weder ftSataan. Hear naem ie in ma ikmh) Act
bewurd geblOTen.
Beltilc, WMgang, een Daitodi irahaeokiog,
den 2denFebnnn 1880 be Dreeden geboren, shi-
deerde te GHUnoen en ie Bono. werd in 1862
door het ArchaeMOffiacSi InBÜHrat met ondenoe-
Uiwen in ItaU baket^ dearuitot 1865 Mcratar
li* no gtoidd Inaütnut en fcstiffde lieh te Ro-
me. Hg «direef: „WMU^emUde der Tom Vcmt
TeradhOtteten St&dte Cempwtenei" (1868), „Un-
tenaehnoKMi Ober die «ampmaclM Wamkn*l«-
ret" (18^), „BecMge n>i «Ul^iMben Etdtut-
tMoA KoiutKewiüdite*' f1879), .jDm Booieneebe
Ëpoe ftu MD DenknUem erlftotcrt" (3de druk
1887). „folwer doroh «e öffeottiriMn Samndon-
sen èkoAwhei illertfln>er in Bom" (3de ihnk
1012-<1&18, 2 dB.), ^ eoBee4ioa de Q. Bame-
eo d'ti)rèe k diirifieaWoii et awe h -teute de Q.
BMiseeo et W. Heliig" (1803) en ^ don b>
menodien Beetftttmg^iebTaarfnn" {1000).
Beid. Zk Beroitn.
Held, Outlav Fritdriek, een SaUiA redite-
MleenK den SSsten Hei i&H U Mcwetwiü in
Mtenbnrg geborei^ studeeoije te Lupiig ia d«
lediten aa wenl er m .1326 «dronat. 1d 1835
w«rd tm boHMind tot M Ten hot Hof van Ap-
pti t« inreaaleii, «m in 1849 eenigen tpd mtnn-
t«i TM) JuelMie eo werd Ytmoigau ■)• gébtiia-
nad *oor ««iiKieiegenbeden tu èaicerli^ radA-
plegiog Ma M minMeiie tm AwtHie toege-
Tocj^ Hg adirerf «eo: „Ekhnrl einee baTge^
Ifafaen Oewitobmte FOf du ESoigiadi SMdMen"
(1652) «n orerieed den aWen^U 1851. H«t
wm Wabdort wu liji de atidtter <mii d^ ,Jiiw
bOehM tOr tidniedwe Strafceeht", weke h|j la-
ter met SehtMfxe en SUbdrat n^tgaf ondw den
litet „Nffve MufcOebra".
Held, frisdrteh IFiMe/m JleMNder. een
Dnüeeli aTo»tori«^ in 1818 te Neiwe geooten,
werd in I8S1 ofide^ maar nam m 1865 ton ont-
■hg. Eeret bepanUe bq «oh IKJ bet toooeet,
waagifc wb v^migau ofp bet gebied der ktter-
koDOa, redigeade aedert 1643 met Oorvin dt
nLobmwtm^ en g»f met bem «en „Ohutrierle
W<itg<e«faicUe" in bet lieht. Toen de „Lokomo-
tm" TeriMdeo «evd, aaoTMidde hq i« 1848 te
Beriön de redactie Tan tot „VolkBbktt" en T«r-
kneg ala TVttBrodenaar grooten «Tloed. Toen
de omwentetiiigrfKveRiiiB door de reactie ret-
magea werd, ^«d bij m wnet tkl de reReering,
ootru^ Tan voh Mtmttuftel een aanneoigkc be-
aoMIgiiig en werdi in 1850 inepeotoor der veen-
derijen te Bynmr lm FneierawaUe. Nadvt bq
den bebehking bod Men Tuen, iwoonde hq te
Ftaoklort aan den Mm, lboibum en Beil^
en lereide tooneeftritieken aan de da^Aadeo.
Ia 1863 wwd b^ redaotev ma de ,3erliner
Staatd)fiiB>er Zatni«" en iMrdedSgde de bebn-
gen der weiUiedui. WcUra ecbter kwHn men
op het TamoedaL dat bij door d> regeering be-
tuU WOT(L iDodat bjj het «ertaonwen der Semn
Toriooc. W<geD« oneêniAbeid met den iriteever
na )aaW«èiM)enid bM atiehtte hij dt „AH«
StaatsbOigei-Zeituw". Öj oirerleed te Berlgn
den 2fct«n Hisrt 1973. Van ün geacbrilten ooe-
IU)D 1^ ,,De*itsdikn& !Lémj^ 184S-d86(r
(1859) en den minaa ,Jlie JwtuiDSrdes" (3 dfak.
1867).
Hald, JoMph «OH, een DnUaoh reditage-
leerde, den Sdfen AngMto* 1812 te Wttrd)w«
geboieD, Wijdde lieh nHaaa. te HQndien en te
Heidetberff aan de rethtageleerdheéd, veetigdt
■iflh in 1889 ak priraaAdooent te Wttnbaw en
wend er in 1841 bniteiwennMa eo in 1843 ge-
woon boog4«eraac. Eij oiMierwees Duitatbe ate&ta-
reditageachteden^ Dnitsdi «taatareebt en
Beieraob admnlMfaliefreelit. Van üt gtmÈoH-
n wii: JBjeUfta dea VerMaaonfle-
redHa der monanniMiien 9l«»t<B DentMUauav"
ten TeimeldBn
(186&— 1857, 2 dkL), ,;Stakt nnd QeaeHactkaft"
1861— 1S65, 8 dfakV, ^ationkUtlt" (1861),
..LegiUmWU nnd LtgitimitttveQU" (1859),
,J)eiitecUBB4 der Deotadn Bom) dwI die deot-
Mfaen OnMufteM»*' (1864), jOmOOgt dea aB-
eeOMinen Btaataredite" (1868), 4)aa Kakeftixn
ak RedKdbeorifr- ()879). Hij «Terteed te Wllra-
bwg den ifldea ümrt 1680.
Held, AdoU, een Datad) «tMÜuidm
sooa nn den TOotgaaKU den
4 te Wfti4i«g geboren, «IvdeenJa
40den
en te HttiMhen in de aftaatwetenadMipc b% fdb-
DMiTeenfe in 1866 te Wflnbwg en vestigde stdi
in 1667 ala primatdoeent aan de mimaiteit te
BoDD. T«TCiM weed bg leeiMv aan de laadboaw-
tcboiri t« PoppeUorf, ïm 1868 buitengewoon
hoogleeraar en ia I8?2 ^nroon faoogleeraar te
Bonn. In 1860 weid bq hoo^ecntar aan de oih-
v«criteit te Berfj^ en TertknnlE Ui een bootvaart
oo het Heer Tao Tbui den 95aten AtMoatna
1880. Van ijjn geeebrtfteD noemen wq: /!mej'é
SoaiahriMeoMlMlt oud ifae Heitanlilijatem"
(1866X Jüe Eï^MMnenteiMr" (1672), .J>ie
Aièeiterpreaae" (lBn8),-„0nMMiTiea flkr Torieaon-
gen tttMT N«tiona]»on«<Die" (2de «kift 1878)
litik" (1878). Ekiddnk beeft hg bet hanthtdmft
van bét werk „Zrwei BMwr ear aonden Ge-
>clri«bte En^lanfe" nagenoeg •rattond «diter-
geUtea Fnmtriek Kitaff gal het in 1881 (L«p-
Mg, met pratnt) lut.
B«ld«Di een gemeente in de immoeie Lkn-
bnrg, groot 6584 H.A. met (1915) 5069 inwo-
nera, wordt iageatoten door dt gemeenten Seve-
nun Hanlree, Eeaad, Neer, iU)gge( en Heiel.
De boden, gróotendeek afeegmveo boogveen,
beAat ntt JÉnriaai Mnd net vete moeiwaen.
DigilizedbyGoOglC
180
HELDEN— HELOEMnOHT.
Lftmlmnr is bot hooldkiitlldeli ytn bettuo. Men
tii>e(t ei eonage biouwMÜeiL, bnnderijeii, odie- «n
korenmokAB, TecT-erijeD en leeriooKrgeii ann. De
Kemeeirte beiviit de Wicpen HcMen en PawuDgen,
Dooevana veh bnuiten en gtihucfaten.
Bsldenbers ^Ö W«tnnrf in Ne'iec-Ooateu-
rijk, ie een door Qottfried ParkfrietUr ^eBticbt
muiBoteaDt waun TdAnmaxhufc gMaf Radett-
fcy en de '««UtamiMestefs IFi>nD//en ea i'Awpre
bggent raa In Ipia 1000 «al basei frona Jo-
uf den HdhlNibeig *^ ^ oeeUamd» fouh tot
ondeitiond dunan aam bet leger ten geednnke,
om te Aenen tot begiaalpkutte rooi leidioMtie-
l^e miUUima
Hsldsiidlolit {vfo») noemt men een min of
meer oonaiigijjk -wnulNid gnÜelit, dat de ro^n-
r$ke daden i«n 4te of mew tpeceoDot ft nn
een atam of i^k. belwndelt. Het kuaUeriBtielte
TU bet eigentnke taeldendiebt ol
volïeepoe ligt daarii^ dat bet gebeniteni»
wn int een primitiete beMhtmnmreieM edrïl-
(fcot, uit een tvd, waarin lAe derion na bet
Tolk dooi den ba^ -nn eenseUde, geiökmati^e
beedMvi'iif; Teibondan xfii en vuiin de praaoon-
l^heid oog wemiff o^ den vooigrond treedt.
Daar dit voonnaflKqk ra oeitlfden bet cmval ia,
waarin oog bet mTtbotagiJMh denken oe om-
hMd heeft, weelt Ket epoe TDorninielüli ia i)e
wenii d« goden en beiden, Taa het woDdwtaar-
lijke eiv bujlen^emme. Bj) dit k«jakt«9v vooi sol-
ke, de ptuutaMe tedtt«tieeha bi bealag nemende
grfMnrteniflBen en Toor de plecbti^ verheren
atennnHig ie de <poetieAe taal by niAatek ge-
•drilrt. DoMgMHia ie bet ontstaan uiit afiondei-
IqjlK baHaden of Ëederec vian geringeren om-
gang, (Ëe <ka tot een gebed Temei^t voHen.
1d tegeDetefti4¥ met bet vofteepoe Ja het
kunstepoB b^ weik Ttm één pereoon, een
weit, dat de piinutien<e denkw^ vaa bet ToHta-
epoa wel navolgt en ook mjIbtdogiscb-woDder-
baaitnke toestindeD sehièdeit^ maar tocfa in al
i^n deden door de tadMdneele wjjie 'm! den-
ken en ^voelen thi den dichter beheersdit
wordt. BifioDdtFe aoorteo Tem het fcimatepoa ino
het epoB, dat aTontvTen bebeodelt
(looili de IbddtleeuKaobe Artbnieagen en 9'ie-
lanifa „Obeion"), waarin wonderen en lenien-
gudüedeoinea nM ia. de» gwet van bet |iri-
mitiiOK ToKrfMxnBtogn, murw in dien vul de
BOarentiODeete lidderen MrtBcb«j>pij worden TOor-
gMl<id^ en bet religeuze epoe (JftJton's
„Fandiee knt" en Kfopftoeit'a „MeMJas"), waar-
in mei^ emiKla ia bet ToUoeepoe, een wijie vao
ToeiftelUDg timdt, die g^ede vnlkrtivinrn ge-
meen hebben. Het meeat eobter nadert bet i d j 1-
liathe epoe (OoefVa „Hermaan iind I>i»«-
the»") bet karakter -ntt bet eigende belden-
ddetat, want bier heeiMbt erenieer ak ia bet
- laaitflt», de beacboowingnwÖK rao het vok^ die
'a. deeiigei«eleerder)aoAé<iottBngeBind!<e der
kieioe steden nog gedeelte^ bewaard ia gidble-
ven, terwül lü m de gnwte centra der besdn-
•W^ t«Mna. « (pegaMi; maar ook in dfit en^re
milten dnMt bet epos nu deo' naeiiweren tod
niet meer het wODderdadigvt. da« i-n bet omde
ToHnepoê mott ontbitekt. Bói Tiatitteit T&n het
epoa Tonnt bet dieienepoa, dM nét de die-
(„Vao deo tm Gunaerde") em nteeataJ ei
tiaeh-eati'iadtie streiükiag beeft, daaiby, erenala
bet Tol^eepoe, im de neren lan faeit piioiitieve
danken blgft. Ten slotte einit zich hierbg aan
het komiecbe epos, dat een laag bg dkogrtKkd
bliJTEod onderwerp op de wjjae T»t> veiheïwi
diébtntiuk bebaodelt en dat daanïoor fiacDdieert
(„Batrachomjoandiia"), of aile tiaTestieeen
vierberen atof ira buriediea eeest bdniKMt (To^
imrs'a .«Piioedte"), af eindeqk in eogeren lin een
homonatjeoh fcainklei be»t (Jobeud»^ ^niti'a
„Don Jaao", vok Zegg^en'» „Bwnen lao Pieter
Spa'-).
Oeeehiedenis. Het benn na bet nAa-
epoa Te^eet lieh Iqj da *«nanttnde «alken in
?<oor-bdfltotaMhe ^^n. De beUmdMttan det CU-
neewn beeft OonAieiw ia ,yS<dt»-King" Tena-
meU; de bdUendaden van d» ISgyptia^ten ko-
ning Samae* de» Orool» bezingt bet of» een pa-
pjTua bewaatde gedMit fan zifn boUkbter
Penlaur; bet Ued van Deborak en de twaaN aa-
menbangende avonturen der SimsonsaRe wöwn
o^ Bpoien- van bet HelweeawBohe epoa. Een engen-
Iqk epoe nndt men ecbter eeret by de AriecÉie
volken, zoowd by die -ma beit Ooet«D (bidïBri en
IrawOn), aie bü die van bet Weaien (Grieken,
Romeinen, E«iten, GennaiMa en Swen). V«i de
twee Toomaamete faeUendEehten der Iwk'tts be-
aehigft bet .JfatwUwmta" den atiyd van twee
Amehe MdengwjaJitep (de Eoeroe- eo de P<i>-
doenmefl^, het aodere, bet .„Bamayidia" dien van
den lOHMbeU Barna, ala vertegenwooidiseT der
AiiSis met de ooraraêofeel^e bewonere (de «m-
genaamde Dtarida'a). Ut edujjver nn het eemte
woidt Vka$a (= Ordenaar) gcna«md, ak dü vaa
het tweede Valmiki. Bude ijjn heibaaUeSjlc,
waarscdiqnlijk nog in dea tgd na Chrübu, omóe-
werfat ea iveigroot Est kaï^ter w) het w<mder-
bare wordt dkardooi «an de geeehiedÉniKlige
kern verleeoid, ^t de Etrifdende beUen de aooen
en kleuMooen vta goden sijn, deeia ïdli ineai-
naties d^efvao. Hot ge^cUrt, dat het 0Dden)>it
deU^ de JKoeiocaoDen^ becdt in bet JttiaUmn-
t«", door lieb met gvw^d van deo tiimn meester
te makeo, «cfaold m neb gftadea, deeh eodt bet
omerwiiuieiMle, ooiaat bet hoofd daarna lijn
eigen tto«w bn het dcAibdq^ ïogeiet en ver-
loren beeft. Nadat de KoerotBODen, om hno mia-
daad te boeten, gwaUen uji^ wvrden ook a>e
Faodoemmen t«t atraf vooi nun miedrgt godood
Ooder de takïjke epieoden, die de eenvoudige
handeEng omgeven, onderaebeidt zieh de h'efdee-
ceed£edeniB >vaa Nal en Daniajonti door iiins-
heéd en teedeifarid Terw^t bet „MR^abhaiata^'
door den tiagiedlieii cmdeigadig van Iwee maohti-
ge geatadrten het kajuSrter nmi het tragiedie Tér-
toont, draooit het „Ramayana". d*t de OMrwio-
ning Tan dot heM Rama over mAi^ en lyn
vipörden sdnUert, dat v&n bet verloaeende, idöi-
Uatiaebe epoe. Waüneer iqo vader den kooingS'
zoon Rama in plaata van troonopvolging verban-
nl4^ aankondigt, oaóiA hq aan >öa tweede ge-
mafiji', die haar eigen ooon ef> den troon veibef-
ten ml, de»n wcneeb «iet beeK kmoen weiig«-
ren, ondenveiyl Barna «ch vffmiUg en tegen
D,o,l,zedb,GoOgle
H£1J>ENI»CHT.
5S.'
IQB kit dMlêii. Voor dbH tioow TOtleeKD de
cödMi hem de «wrwiuüng oret óe icnien van
net efland (Cejlon), He hem iqd gmuüa ont-
rooM badilen, en ijj brengen hem tw «en 14-jari-
EhüÜngaehiifi op den tnxa iqDe vAders tenig.
des IftUren 'toiid tu» li0t JwÜMhe epoa trad
de godemMtoai d«r hddni, die iw b^ sUen
iDanwti» der goAióA lét «enfcn, et«edii meer
dkm «oorgtOBC^ cmaab het woodeifaMr^ke
(Tftinnrtnninnrn, tenrSI de phwBdte bdd«ii-
de e<M0cbe «nMionamBiksiiht tot in het
ffrenwkiOM <nenk0T<n wera. De IiftniecJi«
beUenaage, iM iit oKeKiwk iMgenstettn^ tns-
adien het ftqk <ier Duistenm «n dU nn bet
LMht {Akrim» en OraMWul) oob^wui en op den
■tofd der mkomdingea *aa Dtjem, den «>eden,
en SoAAoik, den dèófaten famióg. oww^fabrwiit.
beeft ondu de katete SoMonteden ia bet „Cho-
di&MOKti" qn jP">^ ^o*** «<^ ± ''^^ °-
CStr. IQD diAter^^n fomn door Ferdoetie (lie
aliiwr), 4» dichter nn twt .^hihnamefa", ge-
ktcfpen. Het iiiiddi^rant i^arraa is RiuUm, de
onoTerwinnel^e, dien qjn vguid ^Artmon Un-
gen itnd terersevfB pui èutet door RiMtem's
«gen hem onbekiendeit lOon Soehiab, die in den
t^d met qin TiadM door ^ens band Bnevrelt)
trudtt t« oTenreidScen, totdM fag ten efott« door
een Set ïD een w^iÉnS g«Mrt en daHiD be-
graien wordt.
Tenröl heer het epoe een «it^Hegdng Tonnt
van den ströd inaeehen goden *an bwee rijlten en
^ensndgenf T«n IrvuSre en Taeraniêm, lis vd-
ken fu wntÉMttende afkomet, beetrijden in bet
Homerieche be4dei»Hdit ledea tsu deinde
(OljrnifNaeiie) jodeDwcrtU en (lenmincte eefaijih
baar) gelükéoortige Tofeen, AobacBis en Troja-
nen, eJuDdet. T«w^ lu da goden KHmnisen
de Troianen bjjataan, twtpen mderen de Acna-
eSrs; «eefitt Zêw, de rader Tan aUe fvden en
menaebeB, bijift oosQ^- Bvend« in fiet „Ha-
hablMrata" nnut in de ,41m>" bet TraBee Tan
een -nvam, bier door «en DMttriead Terrader^jh
meifUcwtfd, de ocwwAk der haadeKng, die ook
hier oen ondergang 'Tas bat roet den imeilMdiger
verwante gcelaeht, het gcelaehit van Priamm, na
lirii sleept. De ro<of van Htleiu, de Miioone ge-
malD >THi Menelmu, docr ram, Priomiw' aoon
brengt de AdiaelwiK nomten van hef vaeteSaiM]
en der eüaodeu suDen tot een ^meen«diappel|i-
ken todit oves ie«, vaamn na 10 jaar Trojaa
val bet gevolg ie. Afmoderlijkc bcMewMeo vwir
Ticja en ammtnren of de t«ti^i«i« werden lan-
gen t^ in balladen beoon^n en eent langia-
nerbaód tot langere efrisAe vntdKngen onwc-
«eiU, totdftt (TDlgeu de Orid:«4M 'trad[tj«)
onMtreeka 800 v. (&. m loiüacfa Klein-Aat door
tta «»a Homerut («ie ttSsar), ht*. hoogtepunt
bereikt «mi qjn, oL de eamenvattioe v&n «en
reeka epModen tot twee groote epiarfie werken
door kmetvt^ groepeediog om één mTddetpimt.
in de ^W de toom van Aehille», in <le „Od^-
■ee" de l^ngheer van OdyMeiu. Tot m de b^te
^)den der Orieke^e OtxEiMd werd bet ejMS, naar
het weliswaar noort meer iwreiite voot^edid van
Homerat, beoeïeod. In de eerste PÏMte efciten
«tb aan beca aan de loogenaamde Cjeliache
diefit«Ta (zie aèdaar), di« de Jttu" en
„Udyaaee" nut Ltdeidende, natbnideade en vooit-
lettende gecMiteo vwmlen hoUten. Hetiodiu
branht de BonenwlM tecÉüek ± 700 t. Cht.
naar bet eigenlgke GridKnlaad over en Bclaep
genttaMOe v3e v«|idieBat«St iü«t heeft k
bere«k4ft. Het veraebil ia dM te doideïaker
baait. doonkt het iwoodetbanv dat faq fi<
roet lutme w den AknnküceAen 1^1^ beoelend
Bq de BonMMm iqn de üdMonMb» kioMB
der episdie dichtkwmt nM tot mbwihkeUng 0»-
komen. 2iA aanrfattewle bg den vonn der
Ortitadie, etuÉitte de bdl-Qmk Smiiu ± 200
V. Clir. bet Romeinaebe knnate|NM met tgn
„Araitiee,", dat de gesetBedenéavaD Bcme tot op
ign tgd tot onderwern bad; tronwenn de histo-
rïBche sl^rf w«r1 ook Wes bö voMfceiii door de
BomeiiMehe épiei befaandeld. Het boogiefMMit
bereikt bet Romeinadite qw« in VtToUüuf „Ae-
nek',' die bet Uetonadw m mytuecbe epoa
vfaeètÊigt. Zq w«rd door de BomttncB ala turn
natioDuI e^öe btadioowt^ «fenats door de (kie-
ken de getndrten van Bomtpu, dien Vir^ilm*
heeft nagevulgt^ maar viene hoogte kö, laette-
inttaanoe vele v«|idieBat«St iü«t heeft hmneB
'"[er merk-
. Bommu
too gebeel in anereenrtitiinmng ia met het nalerve
Toftigdoot voor den verHefaten keiiertüd een
hoHe kiank wm gvwordeo.
'De Staven itaan, daar ig het fealet bon
Dor^irooictlqlM woonpioataen veriatan lebben en
ten deele «ent «edert korten t|üd faiatonacbe vol-
ken geworden ign, in bearinvtng bet diebtat trij
het tifdpeik der e^iaebe dichtfciaMit, jtt, «enige
GtanKoen, aooab de ServiSn, .^enren linn po(-
flie", zooaU Talvi legt, «mdiat -dA bobben een
aan de Bomeiiaebe verwante epiaohe dlebtkitiMt
tot beden beeft ataainle edMiricn. DeheMenüge
der Rnaaea beeft Whdimir (± 1000 o. Cbr.)
tot mMdelpant en, in tegenat^ing tot de konin-
gen, voreten en edelen der ovraige ItHfo-Gei-
maanaehe epiacbe potoie, den boerenaoon Ilfa,
der Servitre is de kooMtgaaoen Marko, die
lidi na een 300-iarigen atrüd met de oogekMni-
gen in een hol heeft teraggetrokken en jsa
wiiens temgkeet bet voft betere dagen verwatM.
De heUïnaagc der Kelten groepeert ndi in
Ierland en Schotlani) ooi Fin, den leider der Fe-
nritrs, wien* loon Oaitn of Oanon later door
Maefkerton tot ovJerwerp voor een bddendiebt
gekozen werd. In Engdaod komt bg deien- ntet
de „Odyeeee" te verdijken eagenkmg nog een
oudere, die meer overecnkointt vertoont roet de
„Ilias" en de daden der heldtn van DMer be-
lingi. In Wajee groepeenle wit de potae def
bai^n, waartoe ook de beroentde tooreoaar Mtr-
lin (Merdêlin) belMKrrt, om konine Arthur en ign
lafeïnxxk. Oonpronlielnk de leiden der Britten
in hnn atrgd met de Sakaeo ± 500 n. Chr., werd
deie vorat evenals Karel dt Oroott en ign twaalf
paladgnen veiheeW^kt.
Het oudete Üermaaneehe beUendtdit ont-
«rikkeUe si«ti in de ftdie — I2de eeuw onder de
Sliaadiin.viar«; to de 13de eenw werden deze
liederen op IJsknd onder den naam van de
(onde) Edfc (zie nkkar) venaraeU. Zg beaidirn.
ven den itrgd der goede goden (i^aen) ntet de
DigilizedbyGoOglC
HBLDBNDICer-
boQM (Loki), iit met- dr „OocteiiBclMnieiing" di i.
den onderguig 4ci eeisten entdögt Vin de d&-
dbD T«it iSte9/rt«i{, den dnteiKloodtr, Ce bot
govd •nu de bCTCiUuudMJKa g«cm>Id heeft, eo
Tio zSb itronweiooce Terlootde Bntnhilde yer-
haalt oet Dnitedte vdkeepoB, in heit bijzoDder
hel NftriDf^nlicdv «lutriii de sa^e .tul ^- • • •
AttUa en <de BonigoiwKbB met the met
Nft ds venneriog Tut bet Bomeiaadie B^
door de 0«mu■leI^ den oTeigagig tot het ClinB-
tendbm en een ^celt«lajke raan&niaeeriiig raa
Mnomi^ OmuaajMdie aUaunea, neemt bet epoa
i(dJs een Ohiiflte^e, dht dei gieronunueeerde
staminm (Qotem, Ftanken, Noornunneoi en An-
KeiMkMo) een KdtiwÉi kuaktei whl Io pfeato
TMi den Mji met diaken en booK goden komt
die met d» «osdooiéeui (de Aïatneieni ia OsliB
en SpMije, de Sancenen in bet O. en PtlettinA),
den twQiet en de einn wndiglieid. De beÜ tmi
bet «fMS mnlt de ChfHUlöke ivdder, Karel de
Qroote, dien de mge ntat Kord Ifarfot iAnü-
^eeeii, met iqD plIa^eI^ Tooxal Rolmd, in
Fnob^ ( Jtoludfiedr); Rtty Dtoi, bgewumd
de (Ttd Oamneador, in Spanje; konaag jlrUtir
met ^ taïebond^ A bewiten iraa den
Heiligen OiaaX 1»* nnlxnt >na bet bootste
goed rao bet CnTialenaoin, ia EWaUnd („Fwci-
Tal").
Da hooMte oatoirikk4iiag vu bet CbriaMjike
epea woidt Tdgene de MiddeleeumebnSatlio-
iMke iV*MBf( WeiU in <b .ffiiiim Oom-
medm", Dmte'a toebt dow bel, Tagentor en
pvredÜa.
'Door bet «enhrnoen dei aehokitiek en het
ofMoewn der Reaaiooance eenei- en de verdeie
godfldienatige oniwikkeKii^ in de Henonning
andengda, ontatondni twee nienwe loorten, waai-
Tan bet eene rooniaineKk in E»tiic^(ke, bet
afidere io Prateataotecbe landen beoefend werd.
Id het efoa dei Beoaj laanee beUeeden
de OhiLatdqke wondereD een even groote plaaje
ale die der Heidenen, beiden lün beekfcn der
C' Ltaaie. Bet e.poa dei HeiTormJDé
eategeo, bemet op de beiruete tegeneteÜing
met bet KathoUciamet ahüt ieder net in den
Iti^l iMmeM woodei vt, miai bet geloof aan
BgbdMbe wondeten (ScÉieópin^, ZondeoraJ, Vor-
loêring) a licb. Vooriwdden vaa heteeiate, de
woodwen 'm) dnistcn- en Heidendofn (Jvoiter en
de Gcknneigde) pfaantwlieeh waneKenw epoa
iQik Ariotto LOrkodo fDcioao") eo Ttuao („Qe-
löealeimne Mwata"); tmi het tweede itareng
BgbelEcli-gcfeovige epoa MÜton (,.?uaidiee loet").
Het eente geiyre heelt WüUmd 'm lija .,Of>eron'",
het trMcde Klopttoek in tya „Meeeiee" en Bü-
derdük (J)e Ondergang der eerete wcttid") na-
gem^id. Het moderne epos he«Jt, actiën
T»n htt fcom^eehe de wiondenrereU opgegeren en
'm pkata daarran da werkelükheid gekozen. In
bet i<fyMiedM epoa heelt het qJB booste ootwik-
keKofT bereikt, en ak voomaamate Toortbrmgsei
gdKH öoelhê'a ,3ennann and DoroHiea".
H«ldeiuwr«. Zie Mythologie.
HeldMittJdperk noemt men i>ii niimeren
iw het tödpeik in de g<eechiedeme vxa een yolk,
waarin het aidi doot ^lootedte kiygebedrijvMi,
door bewooderenswaantige Ujjken van moed en
dspperfiöd oodecedicêdeD heefe, en io meer be-
perkte beteekmiie den tqd, waarin een ledts van
mannen geleefd heeft, die met OEkversohrokken-
boid lijn (^et»edwi om bet vaideriaiid te verde-
digen of te berrnden. Uen vindt bij het eene roUi
auk een tödpeik veel vroeger daii bü bet ande-
re. Veelal bmoort iottusMiieD bet behlent^fdperk
tot het get)ied der o^erknering. ScUttemid ie
voorei bet heWentifdperk der Grieken. Hun oude
beiden ijjn met de goden vermaageciiapt of leit
hallgoden. Waar bet moaothelsme beerscbt, loa-
ale fqj de leraBIfieten, ijpc daarentegen de belden
fËenetkoeohten en guoeteKngen van Qoé, <Ke
naar Qoda bevd en 4oor GkiOB tqetaod de dap-
perete daden verrifd^n.
Sfveekt nnn in ons vadedand van een hel-
dentüdperk, dan bedoelt men daarmede ge-
woanlj^ diM van onaen Tscbtigjaiigen atrqd te-
gen Spanje.
Haldsr of Den Beider (d. i. tfa/adew, aeds
plaa4), «en geonei^ in de provinóe Noonl-Hol-
Wdt 4SM) H.A. groot met (1015) 39518 ïowo-
nera, Kgt aan bet noudeHb uiteiade der provin-
cie, aan dm sfden door de aee bespoeld (No«»d-
lec^ Haiadiep oi Teidtedie 0«t en Zuidenee), tei-
wyl iti aun de vierde, de luidii)d« aan de ge-
meenten Oa&nlaoog en Anna-Paulowna ^renét.
De bodem beehat giootendedi uit aand, atee-
wiaeU door atrooken veen en kkd. Sinds den
aanleg van bet groot N.-H.-kaoaat te^n ovei-
atfooningen beveiSffd, ontwukkeU udi deie
itreelc, het Kocvroa (4000 HjL) tvt een beUng-
ryk laodbooirgaMeii Tot de gemeente beianiea
de piaeta Den Hdder met emvangi:^ vsetHg-
werten, de wjjk WSennDOcd «no bet Nieuwe-
diep, met Den HeUer gebed lemei^eROet^ het
dbTp Hniadnimn en hei gdradit de Scmh.
De pkiate Den Hridcc ii voorsd v*a bateekenaa
tk N«deibad*a «ent ooriogiriiaven. Zn Ugt aan
bet 4 km. txeede MaiwËep tsgcoovet Aet eiland
Teiel, aaji: de ^Mml^ AjunteKhun — Aftmaai —
Den HeUer, bet Noord-HoBandscfae kaD*«il en
het HeUeisciie knoasil, dat de vorbindiiv vw)
Den Helder met het Nooiid.HoAbndedie kanaal
Tonnt. Den Helder beett een aaiurienli^ garnt-
>OMi (ffi&rÏDe, infaoderie, vestiogartiUene). Te
Wiiüemeooid vindt men een groot mmnne-ho^-
taal, het EoiiSnkli^ Inatltaut voor de Marine,
het direcUe-gehnw der mairine, de R^ksl^ert mat
bwee dtAken, reap. 115 en 85 m. hmg en een
klein drijvend dok vooir torjwdo4»ooteK ttti^Mi-
len, «en totpeda-baiven, tatrqke magaqjnen mtt
de uitrnating Tan oorlocssciiepen, Miarnes eni.
Van de wateretaats-wwken moet genoemd wor-
den de renaatJidge Helderdgk 4000 m. lang en
12 m. breed, die in 1774 voltooid werd ter vei-
TMpog vwi den mot attijd vertioowbaren Wier-
dijk, Ia de laatete jaten wae de Waterstaat gt-
noodtawkt o^ twee plaatoen «p den binnenberm
een aanjuenl^^e verhooging aan te brengen. Ver-
der bcMt Den Helder een «otUopiscè aUtion (m-
dert 1860), een r^ hoogere bnreeraehool met
S-jarigen enrsoa, een burgevavondraiöol, een tta-
badnlMcboai, een leevuirtsduK^ een meteon^-
giech obeervatorinm en een kaatongereoht Ook
is bier ia I8SS van OodeetUld op Texef orei-
ÏsbntM „het LoocbaweKn voor de leegaten vu)
exel". Het momste gedeelte der fM» is de
DigilizedbyGoOglC
HELDER
Nieuwedicp met hel Tort de llarscas.
Hel losliluul „WiltemiDotd"i \66r bet gebouw de nisil van Van S|)eyk'> ichip.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
gll!T.nWB — HBBinftTKin
HoofdgtMbt met omgenng. Vui de );eboiiwe
TerdÜDen jvnofidtag bet ataKHiDi», de hoogst
burgMacbooi^ de Vesteitt^ de Nienwe kak
(be^ HerrÓniMiy, de Petnu eo PHiloskect (B.-
Ktifcolirt). Ounwaat nndt men er kerken nn
ie Ltrtberaeben, Dot^MgearDden, Qentottaeeióea,
Ovd-KAthoUekai en unUi«ten. Da bevoiki^
leeft tegenwooidig Toonl vw UeiiüiMHlel en ni-
dastrie, in veibuid met bet gacnivata en d>
W«ri, oefent T«rder nsehnogat, UmKOTMtt en
knirurt üt.
de. TwMlMn 1760—1792 werden biet bugs iwee
■teeDen dunnMi aangelqpd, die een DMir het Zoi-
den open toecfataT Tonnden, w^e bet lÉBtroo-
mende ebw«t«r uit de Zadd«nee ojmng; hier-
door wad «en lun«n gelndMnt, die I0--20 m.
djep ia. Lange de Wea&gde vm (Ke bMCn ia een
(19S7), dit den Ba«n WtUemBoont At^U Ben
KTOote idwtaM* vormt de <TerbiDdiiig niet bet
Nmird-HoUiMkche fcauMi. De Te>tiagweTt«D der
atettbg Den HeUer alnUun licti xai kogs bet
HuwKep, terwgl de fatte, beeteaade nit een boo-
gen ml met TmnligKiende grufat, baar tegen een
unml ma de kMJfile Mêchennen. iMgi de
weidde nodt men tmi Weet uua Ooot bet
fort E^jkdnh), het fovt ErfpFns en het pantMt-
fort op de SmmmB, terw]^ de Kiue ach im
bet fert Brfprina laom de lorien Diib-AdmitMl,
en W«*tX)e*er ooar Oo«t4Itafer aam de Znideraee
uMatfAi.
Den Heèder waa oonpnuiïefik een nMioeÉ «aa
HnMMoen, die ometreefcs 1500 begon bebouwd
te worden. A*iiv>iftdijk nam bet leec bn^uAm
toe. HeibaaUe overetroooEHigen maakten ni«t al-
leeik, (M da koatatreck ooEewooiiit blad, msax
dat bet pbataie lelle meer binnenwaarta moeat
TerjdaatBt woroen, hetgeen met de kerk in 1Ö79
nbearde. Er Tea^eden Bieb Tooral walvi»dbTur-
dfrs, ao 1700 woon<fcii er een SO<ta<; groote
winaten weiden bdwaU door leverantiee aad de
viotea op de reede ran Texei. Aia oortogalhaTeD
werd het van beteekegaa sedert de Tenüdmng
nu bet Hienwediefi in een TeöÜge en diepe ha-
Ten. Ten (nde der Bataalsdie RepnbKek weiden
de beataanoe alrafMlbatterfen met een kiing len
voDifaofHge TeetiagwMien aan^evidd. Op Iaat
Tian JVopoIaon weiden de TeatnunrerkeQ eedert
IBM aaoün^ nitgoineid. Toefa lidde het pÜMte-
je toen weóoig meer dm 8000 inwonera, Dcgm
wil edtter zecc aoel mt te breidan to<>n het mot
den «At^ **n het Noopdt^trflaodeelie kanaal
(1819 — 1665) de Toortiamn rui Amiterdun
werd. Dese beteckeais heeft het weer yerioren
sedert de ToHomiur vas het N«ordiee-kaiMMil,
soodftt het tfaani geheel ooitogriiaTen ie. In 1673
had m EQkdato de groote Meslag plaata van De
Ruyter tegen de TeieeiMffde Pranwi-Eng«iMhe
^ot, in 1781 leilde van Den HeMn de vioot
Tan Zoutman nat, die 4^j Do^erabank den Bn-
^datèenetag letnde, in 1790 kodde er een Ën-
^eiach-RoBaiBdi leen oa onae vloot tot orergeve
gedwongen te beuEien, in 1813 werd het ingëtlo-
ten door een Bami t rti-Ned^Mriech legM, aoodat
de franaciien in 1914 de veetiDg moesten ont-
Beldanlandliald. Zie Magnetime, Düt-
Ijk, en Stmuuimbulüme,
Heldrlni:, Onno Oerhard, een Nedertaodech
BcfarjJTer en phUanthroop, den 17den Md 1804
te Zevenaar geboren, stodeerde te DtrecU im de
tbecdogie, werd in 1SQ7 nredókaiit te Heaunen
en bcèistte H<lt met de anehtiDg en het beetooi
vae TendüÜHtde iukbtangeD i<aB ondsrwöa en
na. Keidadighmd^ oamelgk Steoibeek vooi boet-
nafdif^ gmdleo vTonwen, IWlitiia Knmi voor
verwaoffcoade kinderen. Betbel roor *«rwiu-
kwade kinderen, Betbel roor Terwaarhmede
meiajea en een «wmtaliehool <raor oaderwQW-
reaaeo, terwgl hj) er op een HndittienTel een
kerfc deed ^renipeB. Van s^n geatduiltoi noeaDea
vq: ,J)e natwv en de menen of lenrenebewdir^-
vdtagen nu pachter Geriiud op lijn waodrtingen
met oee( Jonaa" (1884, 2 etdikex), „Winter-
avoaiAektniK van paebter Oertur^ (1685—
18S6^ 2 staikkeD), „Wandelingen ter ifpamm^
van Bataalaebe en Romaniche oodhedeu, legen-
den ena." (1688—1348^ 2 atiftke»), ,J>e ninmar
matende Inattiet tot niet grimnen; een Cbiat»-
lyke legende" (1889)) ,J>e aoon der natoor en
de man imw de werekT (2 «Hn., IfiUft). „Eloe 8i-
nwn Bar Jona, aan de baad van Jenie, Pelrns
gewOTdeo ia" (1812, 3 aitde^tigenX ,^ Bvbel
en de mamf' (.1842—1844, 2 dk.), „Bionen-
en baiteniaBdailie faibHmaikie, ïd beüefching tot
de armoede" (1846), „OpmeiltBgen op een reit
langs den 'Blja" (1647) en ,JBeie dmt Hambuv
en BerkitB ena." (1850 2 atidfcea). Veider redi-
geerde hg den „Gelderseben Volkeakoinak",
.Jfagdalena, Bnngeüseh Uaafaiekje", „BetM",
„De VeneoigiDg, Gbncte&jke atemmen en het
„Settenaefa DorpékronnkeÉe* Uet LmbUiik Wat-
dik Kbtmt bq: „Waaibeid en gevioel iin 't leven"
eo met O. P. E. Babidi van £n^ Aa gti ^üj „De
Volkabade" in bet licbt. Hg overleed te Maaeo-
bad im Bf^emen den Mden JoH 1876.
Htldring, Jan Lodewfjb, toon vam den vo-
rige, een Nedertaodadi Frotestantseh godgdeei-
de. weid den 26eD Haart 1852 te Bemmco g«-
boren, atndeeida godgeleeidbeid te Leiden en in
DDLtsehbod (1876). Ej) ww achtereeavokena
predikant bij de naderiaïidaeh HervMmde Eeik
te Bosmm (1679), Zaiid<n>ort (1882), Uïddrf-
Iniilg (ISeS), Rottenkm (1808) en Anwtordam
(•odert imi). Van riokting Int de eduaek-ortbo-
doxen gereend, te fag tegeDstaodei tu de dbee-
te dec£iemia| van de k«k aan de regeftoe der
maateflw^trigke 'verboadiogen. DÜieDiBRen
neemt hg een wwkiaasn aandeel aan de veradit-
lende welken der iDwendóge xeodiDig. vooral de
leddang vsn verwsarlooaden. Alt soooanag ie hj^
•voorsitcer van i|p vadei* atiohtdog bet door-
gangahma Hoendeiloo en van bet oproedingege-
ntMt Uirjam in Ame>tienlMn. H^ nam het &^
Uatief tot de «vricbtioK van bet opvoedingage-
aliebt Vsikenheide te UaarabeF^n, vanw^e de
Nedeil. Herv. Kerk, t«rw^ hg lijae bentoeiin-
gen WQdt aui versdriAeDde NederLsndactie aen-
AtisegenootscbafqMA. Hg sehieef: „Inwendig
BendJne en ^meente" (proefaebriït 1877), „O.
O. H<£frii«. Leten en arbeid" (Sde drak 1882}
en „Rewindmkken in PaleaÜna" (1899). Verder
was hü (1882—1807) redaeteur van hot \^
sebrilt toot inweiidige sendigg „Bonwsteenen",
DigilizedbyGoOglC
184
nn „Be N«deriui<dscbe EeiUwde" (lodett 1893)
en Tan bet zeDdiiieBtn>dsebriFt „ImiMBtriln) op
den «kier dar wtfeU".
Heldrlnr, Ballhatar, werd ia 1639 te Hem-
men in Ori<krkui4 gvboieti, ging xcede op jeug-
dieen teeh^d naai' Ametepdam, om Ttxn den b«n-
M te wordeD opleid, braebt eenige jaren op
bet kantoor 'Tan de Ërma Van EagktH é Ca.
dooc en Tertrok deonw naar lodifl, waar tiq te
fMkof op een kaoloor p^baing Tood. Ziekte
noodiaaJite hem eebtei weUm «mt tfederiaod
tenig te héeffeu, mai hü m 1S65 fot eea der
eente directcupeii Tao oe So dien üji opge-
lichte Kaeniereen'iging benoemd weid, een wen-
kring, die gcbeel in {»T«reen«tenining wae met
ijjn aaoleg en vja bekmamhedeo. fai 1880 wen
hü ird iMt de directie tsh de N«deikiKtuhi
HutdcteuMteahma (óe aldaar) en n IWK
baar Tooraitl«r. Odoh zmt kndin^ Jtwamen vele
veraiuhriificii io het bMwer en ni de liobtii
fan deM iaateHnK tot stand. Ook beeft hq w
gedaaat foor de onkwjhkeliiif; en VifbreidHig ti
den natmialeti haadel en Beheepraart. Beaat
premdent Tan ide NederlaindMlie Bvodefanaat-
scbappn wtt BtUrinff coaMniesMM lao de Buri-
DaamèAe Bank, lerwj^ fajj na z^ aftieden ak
difeetevi mw M ig» dood aao de KaaTcmeni-
gu^ TerbondeD' bkèï, kfttotel^ ak prentfent-
rniiiiminwi II Voorts wm bS oonaüMtm b{i de
Sonioklnke Nederiaadadie StooaAKraimaateaiMh
P4 en b^ de SlMtaapoorwe^vaMtMliMpy en Rd
van het „Otmité Mnmltatif' dn AnwterdaiB-
sefie SneeaiMle dei Bhktm de Fuis et des P»«
Ba*. Afc bestnnralM vaa de T«i«eni^i% „Het
SnitanlBiid" (al« aldaar) toonde fa^ >go giroote
bdaogstdÜBK TOOT de <9leiding TCn jonge fatm-
d^aliedea. Hetdring ov«itm>l den ISdü) Ji£
1007.
B«Idt, Bernardtu Hermamu, in 1841 l«
AnwAerdem ^«iioren, werd in 186S meubefana-
kerageMl en ricbKe in 1970 het Algwieen Ne-
d«rlaadeeii Werklieden -VerboDd op, wae sedert
1917 redaoteoi tm den „Werkmanebode", het
orgaan na diea bowl,
1900 is reetMkt, wa
de Tw«Me Kamer e
r en eenig* jaren ferriaggercr
Tan de Kamenitittegen toot bet NienwsUad voor
N«dertM>dk toen h^ ttft a^nt *«n de RytureTxe-
kèringabiaik t« mntenwqk werd benoeDtd. Hg
ittVMoi ra 1914. Zün Tooniaaaiste geschnlten
cÖn: jMtvKhwen op sociaal «a ooOpentief ge-
bied in Belgir' (1892), „Bouwmaatsehappg tot
Teriu^ing *«i eigen woningen te Ameterdain,
1868—16^" (Kroniek door Jok. van Buurea «n
B. H. HtUt), „Algemeen NederfecxdMh WerMie-
den-Veriwnd. 1671—1896" tlSM), „Peneionoee-
lioB na werkl)«den. Uilïan)«t«n van het ooder-
10^ der staateeoonnkeie met eentge besdion-
tsjogen" (186S), met «nderen: „Rapport o>«er
bet leerliogweieD is OoBteniqk, Zwitieriaod en
DnitseMaod in (opdracht Tan de nastacdiappg
Tot nat na 'tatoemeen" b«w«iM (1900).
HelenA, een doditer tui Ltda en Tindareui,
kwiing Tan Sperta, ot t&q Zene, diie in de ge-
daanite eener swaan tot baar moeder genaderd
was, nHHVtte «wieer ait door sehoooheid, dat lü
rolgena de Mgc reedi ais 10-jariig meiije door
TAewiM en PetrilhoNa geschaakt werd en dat
* dcKcnen, die naar haar baad dongen,
en, dat sjj di ' - • ■
Tindarmu d „ , „ ,
den door ijja doebtM gekoMD
gemaal londen lyliii, indien zg aangeralhiB
nwrd. Dientengemdgt rief) haat e<4it«eooot Me-
ntUau alle OriekMiM Tont«a teo strijde, toen
Helena, hem dooi Porit, een voo» tso den Tm-
jaanaelieD konug PnnmM ontroofd wMd Zoo
«atstond de Tr^jaaoactie Ooflog. De beiiebten
«mtaent de MsêmAa •vso HeleiuiBgo izeer Teo-
BdjaSeod. Qvwoaalijk neemt men mu, dat oq ni4
d« handen van Paria ia die tm ign broeder
Dafhobtu OTeigiBg «n dat Jfsnefaiw, dien ijj
door tttar BeJfcoodbgea wedenom had weten t«
bcfconn, faaar weder noet akh aam naar ^rta.
Vo];g«na bst TeihMl Tan Homenu entmoelle
TÉkmaehtu hmz ais de ranati» mt Maulma.
AiMiere eahi^Ten over de GiHdcaohe labeUeer
Tenneldea, Mt lü de ttaciit nam naai EËrpl*-
Voteenc aodenu tnd ly na den Tal mn Tfsj«
in het boweffik met A^ilUtu. Zg aebook Ven»-
Jaar* een doAt«r, Hermtons gewamd, rolgens
Ststiakonu aan Theêoi», Ifh^/enia, *<algeBB •»-
derea mat AekUleiu Sufkorüm. M«t tfeiMtaf*
en de Dioseoren w«id ag, kt Laeonit 0(A aNeeDt
Teieerd. Gneksehe kansteBMav hebhen haar voor-
g«st«U al» een model Tan Trowwdqke sciioon-
neid a snderseheiden didttere hebben aan haar
MgenMende <t<of onüeend Toor hun tTeurn>^D.
Balans, De keüigt, ^ oMeder Tan keiaer
OmtttmUf» den OrooU, wna waaischjjnl)^ tsq
Mcin^ alranat, MMtreeke 250 in Bittijniê ge-
DOreiK ia 912 cbriatin geworden, heeft »eh door
h&ad- iJKK voor de mtix<edjADg vta het ChriMen-
dtun leer TenlieDHt«^k gemaaltt. Ook haar \t\-
Tloed of> den knier ma^te zy daaraan dienst-
baaf. Z^' leefde meeslal te Rome, slichtte d«v
tal Tan kerkn, woab ook te Jeruzaienk, Trier,
Kevden, Xsnlen eni. Beooeht in 324 PalesUna,
aaat weJk besMk lioh de teg«nde Tiabknoopt Tan
de kniisTwaKog. Zq stierf ooMtreeke 326. Zq
wend te KowitNitin^iel begiwveo; toen «gfc, dat
baar gebeente ki de lOdeeenwoTeigebTaeht zon
inn naar HantTÜlen. Baar naamdag Talt ap den
BalMi*, LouUe SUxabetk, hertog n van Or-
Imm, «aboren (nnaes *m Mee/detttttroSehveHm.
w«d den 24aten Janoari iai4 op bet kaaleet
Lodwigalnat geboren en cnlmng te Dobbetaa en
op het haitenTeittüf PUacMrow een lotg'vnUige
opToetSiig. In 'I83S bwn^ ijj met Ftréinmd,
tttrtog *an Orlemu. Na den noodlottigen dood
Tea baar gemaal (16 Jnti 1S42) w^dde iq ndi
gdieel en sj au de oproediog van haar beide
zonen, den graaf van Pari* en den hertog mh
Chmtre». Toen koning Lodewük PkÜiff alataad
gedaan had laa de krooi^ verscheen iq met de
twee Ifinderen in de Natioaaie Ven^gaderiog, on
den troon toot baar eerstgeborene 1« behouden,
dodi werd genoodoaakt de ifneht te nemeik, waar-
na iq ridi eerst be Gme en daarna te Eieenaeh
TeaWgde, waar xq in obondering leefde. Zg oTet-
leed te Ridimoadi bg Londen den Idden Hei
1368.
Hnlann, St. Zie SI. BeUna.
Balmavsen, een dorp in de Kootd-Bra-
bantadM gemeente t!>eome, is onder kom^ Wil-
Ittn UI &at ontginniog van de Fn^ ontstaaa.
Het doip, dat een Roomsdi-Kathotleke en een
D,o,l,zedb,GoOgle
HBLBNAVEEW— HELGIXJjro.
ISft
HenmmdB brt beiU, telt ongeT«er 600 i:
wm «n if^ ftatt diD apoorweg *an Hdmoitd
BsleDlne (oliint-kamleT) raidt men ia de
wODtA TCit de Aiulpluit f/nufa fldmtimj, eo
men TerinSgt se daaroit ttóoi deae m«t «Mohol
Dit Ik trekken eo het fütrwt met 3 tot 4 vohi-
mioa v*tw te Teimeiign^ wavn* (h )nl«niM
na T«ilo«f) Tart een fttwini fcrirrtiMarml in pric-
au's met een BaoxKn reift cd nwi—k, wett» niet
in w»teT, nuoc 0ein*kk«)nk is atoobot en uMwi
opkmen, bg MO* C. Rnenen, Iq 275— QBO* ko-
BM, in geeoneentrenrd ■w4i«)iaor met een roo-
da Ueni ophMBen, '*ed jootapifgM daortwerao
•n dwH' iMpetemm in gerf aÉtrohdemne Mi-
gnet imraen^ £g ids ■KSttteti^ tid jmmdjUb mit
watenrq pboafononr mat «en die oier weBu
na Iwre i«ttilk«lü getbdttig en liefater dan «»-
4ar », een miaig naar amta» liifat «■ faq 290>
C. kocAt. W«gea8 de antiocp<inthe e^eoecbap-
pen werd faekirine «rmger Tea m de gmmtténa-
de g«bnrikt.
Belmlnm L. i« de naain ■na een phnten-
geelarirt uit de famiXb der SamengtêUldbloeiHi-
gtit (GomjxmU»). Zie Inttla.
Halsmu, de «mb nn Prtmiiw en Hekabt,
ToorapcHe, erenaJa -ïjjn zuster Koumidfa in het
Iwut det lieneTsgave, toen hg dooi de Qri«kao
Bvrangen genomeB «aa, dat Troje deAta met
Dehnip itaNeoptolemiu en Phitoetett* iogeno-
men k«a worden; ook ion hj de &<t met het boa-
ten paard aangeraden heUwn. Na den Tal Tan
TroJe Tolg4e hl; NeopMemui naar Epirua, huw-
de na dleoa dood met Androntaehe en kreeg een
d«el der beeraehajppg OTer BpirtM.
Helfarlcb, Heinriek, een Dnitoch geneei-
knndage, den 4d«n Hel 1851 te TdMogcn ge^
ren, studeerde Vn MAndKn en Lei^if;, wera in
1879 letdei der dünngiiciie poIikJiniek oaa de
noiroreitrat te AfDodKn, te 1886 hoogleeraar te
OreHawaM en in 1899 oproiget Tan Étmarek te
EieL HQ deed ondenoekngen over den groei der
beenderen en d«n mfcied feivrop door veaeaie
BtDwii^ niteeoefend, a>rer defonoMeiteii door
rieebt genoen IwenliTeiiken tta. Ook gat hg
melhodni roor de operafie der ho^^ TeAee-
niog Ttu het kniegewricbt, voor den 'beennaad,
neonplaatjek, gaatrotomie en Tele andsere onder-
werpen. Hg ^ tM: ,^1dne and Onmdti«e der
tnuünaÜeeiien Fraètnren nnd Luutjonea" (Me
dnd^ HOndten 1614); hqj i« mede-redaetmir Tan
bet „Dentecbe Zeitoebrih Tür CSiimrfie".
Hslfsrt. Jotepk Alexander Trgfaeer von, een
Ooetenrj^Mh rechtsevJeerde en etaataniaa, <hn
8den NÓrember 1880 te Praag grfwren, went io
1847 boag1e«raar io het Romeinwti en kanooiek
rem aan de aDaTeTmteit te Krokwi «a ia 1846
a|p«Taa(4i$^ naar den !ti}k«dag, waar h|j het
ministerie onderataimde. In dat jaar werd bem
dï porteteniSe tui Ondenröe aaogebodeo, maar
bg wtea haar Tan de band, hoewel hij zich tla
ondercrtaBtoeeeretaria garnalen tqd belaatte met
de werkTïam heden tsji dit dope rtom ent. hi 1854
tot TTÏjbeer bencenid, ontving hg in 186S een
«errol «rnieriteat, waarna hij ra 1881 bonoemrf
went tot lid van het HeerentHna. Hg oreileed
'den ISden Maart 1^10 te Weeneo. Tm zijn g«-
MbriJteir noemen wg: ^ou nnd Hjeronymnfi"
(1853), ,^ie oei«eirnefaiMbe Vojksadnile" (I8d0
—1861. d!. 1~S), ,J]4e Sebkcbt bei Kdm 1613"
(1863V „FOnfne Jahra naeh don Wiener Kon-
grew" (1865), „QeHdoUe OesteraekAH Tom Jum-
gang des Wiener Ohtoberanlatkndea 1648" (1869
—1886, 4 dhO. «Varia Laia% Erdienogin •»«
Oeotarradi, Xaieccin do FranaoaeD" {187^
„Staatbbea Attfainreaen" (189dX .vOrwor XVI
nad Koa IX, Oktober 1845 bia NoTonber 1846"
(1696), 4)enkmalplk«e'' (1697X „Zor LOeing
deir iHoatadber OmandteuDOKd-Frage" (ISOO),
KindieidtBRingKn ou^ firinneranffrai aus jungea
1,19^ ,^>a OeëêUthto dea Lorabanfo-
' 'au KOngareMlw" (Weeaen 1S08) en
der OaterreieUaehen Ben^tkn im
«■agnog der Jabre 184B~-d849 <Frelbarg Ld. B,
IWr;— 1900. 2 lAu).
KdSwiAiid, een «iland met dn^ beaodita
leebaden in de Nocmbee, dijgi tea N.W. Tian de
oKaMfiBf^n der iObe en dier Weger, 44^ km. Tan
de knat Terwqderd, bdioort tM de prorinüe
Sleeawük-HoleteiD, besbat «en opperrkkte yao
0,65 vim. met 0910) M17 iowoMn (Ptieien).
en ibeataat ai bet ObeilMMl «n {ia het Z.0.) bet
UntetlMkdi, Het Oberland ia een tbt 63 m. bo<«e
rot^ dn ala een mim oit lee oprjjat en waarop
iMi een Uaine «tad en een mnriKnen beieodeik
Op bet Obarland ign in de «arte onsiehtbar»
pantaertarena en haUerj^n opmitdit; van «en
aan bet Z.O. etadc van bat tweitaod ^egea
nurio hadt een tuMwt daaifaeen. Door ign a»
kerplaataen voor tonedobiMlen en kmiaert em
agn MariaedepttB ia bat een def beate atetufMm-
ten Tan <le DniAidie marine, iia wodiing «taat
bet ODder ndataii' beatunr, ooder leiding van
een rtaJoflieier. Het Uvteilaitd •• een vlak. lan-
dig vooitand van g«nnge «i4|re«<7ektlieid en
ataat door een trap en een üK mot het Oberianil
in veibüiding. Hier vindt «Ma een badfaui* voor
warme leebaden en bot nieuwe kuitiuaa, ± 1200
ten O. vw iSt voorkod Ugt de DQne, i
trtai, wmibeen men met Hemt vaartaigen
wergmet wonli. Hot ia 1836 mtidiLe leebad
leemt de «erato pbate in onder de Duïtccbo
riooTdaeAai%daatBen, Het ba<hffuoen ia van b«-
gü Jwd t<»t eiiide Oetober; bet aantal badna-
ten bethawt jaar^jka ± 21 000. terwgl Iwt
door ± 20000 toeriaten beaodit wordt.
De braodiBg der uk beeft van bet vioegw
grootere «üamï vooral aan de Westfcnat, aauien-
l^k» «tDÉken weggeala^en. In den laatetea tvd
aqn op de meest oodreigale plaateen muren van
panietatean gebowwd . Da DQne w«rd den Staten
DeceiKfcer 17w vtn bet eilaed lomvrukt. Aui de
WealfciHt ai«t meo tQtfen* 4e ofabe een 100 in.
breeden rot^rond en de oarerwMidfa bteden bet
mooie aoboinnpd van booge rotetorena, grooto
rotakeffda en diepe grotten. IKt de kLniTenea-
manatMing. de bet l«nded»fMbe«td van het ei-
land g«elb, ia de groen-rood-witte v4ag der Helgo.
l»Bidet« Mrtotaan. De reede ligt tnaechen Helgo-
laod en de Düne.
Het eHaod betit een kork. een nieuwen Tuur-
topen, eeo oienw raadhaia, een gedeokteeken van
Holfmtam voti PoUanlaJxn, een muaeiun met
D,o,l,zedb,GoOgle
186
H£L0OLjUn>— HESitANTHSafUU.
beroemde Yolg^enanHliiigi, een brólogiB^ tttr
tton «ot «ndemok der Noordteef&una en een gu-
nmoen. De bewt>n«rs houden, ikh bezig mat
TischTMBst, wster- en treeftit»ngiHl, sAeepmMri
en kin)Bmeiu<t. De HelgolanderB betiooren tot den
FrieeduD stani «n spr^en «en Ooet-FVieeeh cha-
lect. Met HauAHUg, Cnxh&Ten en GeeBtemtkiMlIe
bestut geregelde BdbeepnwrtverbilMQiw, mef de
Duiteche kost «en ondeneeariie tdegr^ed» Ter-
binddsg. Of) bet griüed dn natauiweteaiMihap-
pen levert HelgMUki ioteiemKDte bipoodeibe-
den, bgr. door iqd .^eokigücÉie lonmtte. Venfai
is Itet Mwt^ Toeek, ibt Hel^poiuid f^eduiMide
hun trdueriodea oesoett, grooter dan op eenige
andore plaaitB wr hA 'SaoKieHSft luMTiinil Vui
de kfódopteeren is een Mereaaante MOii, £nfo-
tona Zatime, bnna oitdiÉtend HelgohoihM te
DoemeD; ondier de ^jaoten beboM«i «r de Noor-
edie Ooehtearia damea eo de Zoiddijke LoMoria
moriftma tfnia.
'Dit tikad dioeg ht den «oden iSé den saun
iMD Foeile- of PoMielafKl maar den mnttiai god
Posile, «AD wdken «en 'teramet en «en tiron ge-
heiligd waren; doch nadat Wiikbrord den dienat
der a%i>deo veniietngd bad, ooëiDde men bet^ ais
den zeteJ der ChriaM^e mtding. bet Heilige
Land of HelgoUmd. H«t beiioorde tcnrolgeiM tot
het hertogdom Steww^-HaBatein, wa« tot aui
MiH. toen Denem&rken er iloh meester van
msalte, ïet eigendom der itertogen i«ii Holtlein-
Ootforp^ (ftKh werd dn 1807 door de Bngietecben
bete'. Het was t^dens bet conti nentaalsteleel bet
ftooUatatiov wi dea «nokkelMitdel. Bq dnu viv-
de van Eüt 0^14) verd bet door DüemaHcen
aan EneHaad algMtun, dat het eiland bü het
Dutech-Ëngelfidi Teidiag lu 1890 aan Du'tsA-
hnd g«t waarna bet «o ISOS aan Pniisen kwaai.
". lAndeTTuam, Dos deutoche H«lgo3tad
a bet nik der dooden in de Noor-
»«be tabelleer. Id de £dda omringt het de Noor-
delijke mdetwereU, Nevellieim genMnod.
H»Ilad« BadnlMon, Joon, een RoenM«Daeb
atfajiJTer en etaatsman, omstreeks bet jaar 1801
te Ittiginiat geboren, ontvinf; z^ opleiding te
Boekarest en werd op 20-jafjgen leeft^ prolea-
Bor aan bet e<dSegie Santa Swra aidaor. verrol-
geD« lid der e^odoommMBiei, io^tecteur^eoe-
nuü der Bch<deo en directeur ma bet archief. In
1648 behoorde hg tot ben die vorst Oeorg Bibês-
to overhaalden tot het coderteetenen eener
Bvoadiwet. Na de vlnebt vao Uatetge noemde wend
bg hd Tan het Voorhx^ig Bewind, maar moeat
bjj de nadertng der Roaaen en Turken ak balli^ig
de wi^ nemen. Hjj txsaf sitb eerat naar Eron-
atadt in Zevenbergen, dbaroa saor Parüe en toen
Daar Turkge, waar hem liet eHaod Qnoa ala ver-
blqffdaata werd aaognwtoen. In het g«vo)g van
Otman-PoÊJa Tertrok hq io 1854 naar Bodtarest.
waar b^ ztcb wederom veatjgde en ia Med 1672
owrleed. Van im geeehiifteii verm^dtm «iJ;
vertefimgen vaa ,3fe(ritatioiw" van Lamarline en
vam doa JAahotaet" van VoltatTe. Ook sticbUe
h|j bet eerste Roenteenadie tijd^bri-ft tmi letter-
kouEgen aoxd („Onriend romtaencr, ISQ8X nar- j
in h|j «endge van ijjn gediehtoi oipnam. lii 1844
leverde hg een drama en in 1646 een nationaal
' epoo, alsmede: „Sonveniia et impreMtonB d'nn
proauit" (1850) en .rHémoirea anr l^etoire de
b T«K^ration roumtune" (1861). Nadat liJn
l^pta^iift ondeidn^t waa, gal fay een «sder uit
in 1862 onder den titel: „Cuierul de a,nibe üeze"
en aehreef een ,^}iam> de poeaie geneiaJa" (3 dln.,
1868). Ode k in 1886 eeiL Uoem{ezii« «nt ign
g»ad»ften ia het lidit vetacheaen.
HAlladm waren de drie dochten vaA UeUtu
en "TMi de Oeeanide Olymetis en droe^n de na-
men van Aigle, PkaUhoete en Lampebe. Volgens
aaderea waren er Tgf. Zg waren de «istera van
PkattoH, TOOI men sjj, t«gen den «il van Zeut,
den aonaewafpn inapMidnt, Utt straf daarvoor
ol uit medeleden na Zeua, omdut zjj ontrooat-
baar waien over den dood van bun broeder, wer-
den B} is tzenrwügen veranderd. Uit haar tro-
nen ootelontft bet benHteen, en mUb toen zjj ia
boomen waren bersebopen^ «tK»tten ijj nog gou-
den tmnen.
Beltaea., de 'volkeiedrtfaanlt te Attiene, werd
door SoUm nit boreere van afle klaaseo^ dieiidi
voor het reditaranJbt aaamHUdflO, stioeiigealeM,
in de eenbe ^kaM om een boogec boKuxp van
door Bmbtenaren DitvNfcoken T^nnieaen te be-
den val TMI i"
bandden. Na d
V. Oir.) w«Td h „ „ .
aJ ook nadat men den btugers toeMood licb on-
middellqk tot de heliaea te wenden en ook den
bondfenoot dwone daar mcbt te zoeken. Zjj be-
stond oi't 6000 redtera, de 1000 plaatsvervangera
IheliatUnt medegerckeiD^ 600 uit ieder phyle en
wee in tien hoiyen Idikatlèria) verdeebdl, (Ëe ge-
woonlgk afiondarlgk, io bdraoiüke zaken ook
geiamen^jk, ceobtepcaken. De ÏMnuid^üiff waa
op«nba«'. De door Periklet imgestcUe reoiters-
sold^ (heliattikon), 1 obooè per dag, werd door
Kl«m met een haive drachme «erboogd.
H»ll>nd, Beljand of ffeiJand ia de naam van
een ondSaknaA gedidit, waancbgn'ÖI' op Im^
van Lodewyk de» Vromt door een urtatdcenden
Sakaisobeu laoger «fpgeatpeld. Daarin wordt het
leven ivam Jetui folgenn de ËvangeUn geeebeMit
niet ten onredtte beBtenqtelt men bet met
naam Tan „oadate DoiMhe HesMade". Ohri»-
ie daarin de beid en vertoomt lidi in de
boogsie gtorio, wdk een ood-Diii lacher kend»,
nameHik ala een machtig toibï, die, d(»or lija ge-
trouwen Mnatuwd eo door groote aebaren ge-
'olgd, door bet land trekf om weldaden uit te
leeïen. Het geditdrt 'bestaat oit ktvte oKitesee-
ronde verzen en ondersdieidt oioh dooi een keni-
ujitige Uai, door levendigheid van sdiiUering
en door poètiadiMi ghied. 'De Heliaod ie bet hatat
door Piper (1897) volgena de baodadirilkin. een
fe IffliMien en een in het Britach Museum, in
bet iidbl gegeven. In 1664 be^ Zanoemeuter in
een Vatieaanech hawhefarilt nog brofcstiAkea ge-
vondeffl. Het ie afkom«(Dg uit de 9de eeuw en een
eedeelte van een veel gnKuter geadtrilt, dat een
m<ditetli>ke bewecüng der geachiedemaeen van
het Onde en Nienare Te^ament hevatle. Vig al-
uineen ie men v»n oordedi, dat de tnwteiHer aJ-
lÉomatig wae uit W««tfaJen, dodi daarom treut
bestaat geen aekertiead. Het is merkwaardig als
nagenoeg hot eenige gesriuifli, dat wj] in de oud-
Sakaisdie tui beoitten.
HellAütliMniim Tounut. (Zomiekniid) ia
DigilizedbyGoOglC
HEMAMSBUrai— aBLIOaNIA.
de uam vaa «eo irfanttiigeriMbt ait de tMuilie
der VittaetÊën. Het codwsdteBidt liA door een
5-Uaidig«ii, mtiegekaaUgea, of S-deeügeo. itaé-
mfttigen buk, door 5 thm^ «f*atieiMl« UoeniMa-
deieu, door eeo 3-Ucf»ptg«, eenboUiige doos-
vradtt ea door taliQke lii^igc^ giiwUe uden.
Het omvat een ataXai kgc heesten, wdke ia
bquA tHa weielddeeieii gromen. Sommige ^)d aJs
BieipUntea befceikl, k>mI> H. lormotum Dn-
n J> 1, >o Portiual groeieiu^ een k^ faeeater met
grgw, liltige bia&RD en takken en met TÜbigv,
giwle gde, aan óea Toet dec 'UoHnbtadenn met
een imrte Hek tenierde UoeBMn; — H. ludi-
milolivm W. En., n Spanje en P«rt«wal aan
bot aliaiMl worhmcnik W<dteen oaea icboog an
diMc^t met Bdm^jeB beMite blMereD en lü^
Uoemrtelea met fruu^ ocie, aan den Toet bram
gniebte UoeoMa; — B. roeeum Dec^ jn bet
inideD Tan Eovop» Roeiend, beelt een nedeiUg-
nnden ateogei, «cnwviDa tSMge bkdeeen en
faaai^ NoöioodB noemen; — B. vitlgan
Gaertn., » DutedtUfkd «m Nsderlead (bèj
Maastiidit) aenwuig^ beeft aan den ntid efiiigi-
lini otoffKMt, liditgrif», min of meet Miaar-
de Uadenn en «mdgcde UMmtroasen. Eindel^
*iadt toen op ^mk, TsncbeHing, VSelMwl «t
bü SoeiteibeTf ff. mMafttiN *M i 1 L net een kraid-
aoitigen, gtgÈtUum, iiff|«tkbten atengri en gt-
Het ondei-
£f>tTomig«
itaebtige, buil
bezetten b
van een plantenfneladit mt i
«WMWfMdUoemi^eM fCoMVoeÜM).
Mbeidt lich door geehcMteoje,
atraalbioempjes en idoot twwhehtig
ge echjifbloenipjee, dooi een «nragehoaiig, dak-
pMURewQa omwindael, door «en jAkUao. of ge-
widldcn, met Imvwenrigv, apitee etTOoeelidbbeai
1 Hoemfcoaim en door napnoeg rieikan-
I inige oi oobefaaatde ladut. Bet
amrrat een-jaiige of oreit^ende kniidHi, die in
NooFd-Atnerika en Bnodlii groeim. Vut de 22
■Dorten noemen wg: een nnttige «oort, de oter-
bljji^ade B. fMÓeraiu «f de omdpur (zie aidaar).
Befeond ie ferder mm «eogange umnebloem IH.
ommif L.) met een ofKaawlen, dikken, boaen
weiMg Tertafcten «tengel, die «ri een* taMcben
2 en 3 m. boog wordt, met bortrormige, faand-
nerngie, ^euMwoe Uadena va ten groote, goud-
gcie UoemlMeliHeB. In bet zaad Tas deie ftlaoit
vlodt men een ^le, 7«tte otie, die wegene baar
Searigen «naek leer ganxdit 'k. Ook middt men,
at bk meel der zaden aeei geediikt ie lot be-
peiattng thd fijn gebak. De mden worden ook
vel gerooet en 'm {risMts ma koffie gebruikt. In
den cteogd «iodt men f^ leMla roet een zgde-
•ebtigen ^ana, loodat 19 io China dihwflh nwt
löde Tennened iKMdeD. ff. annuw beert leer
mooie iMÜteuen ol.reoltfoniJeii^ etfrimu, ghbo-
m», tUtuloKu en namu tl. ft.
De tomublotmeit komen aBeen in aaMDeiUng
vooi ffioote bloemengroeMa gexien op verren
afctao^ en Toor Hoöneeoikzingen na rrooten
omTiog. TooTsl tUMcben beeetMgioepen leTeren
de KMuriiloeuien prardiüge kleonenakeeringen.
De belangrijkste soorten vja: "
guitUolitu, H. mganteut, ,
ealifomiau en H. AirmitiM. De
gMoUedt dcH» uden ia 't iiDorjtutr. Doordien
Biet «He «oorten m om kUmaat Ibuie behooren.
ie bet wenaddijk den gToeityd te lerkogen dooi
de ionge phnlen mul een i«. „voorkweek" te
ondenrtfliMn. Daartoe laaÜ men vroeg io '4 tooi-
jMC in nakf wannen bak, veispeent de joogie
pknuten eok«ie nuJen «n fdant ze ia Hei in den
K^n grond aü
" ia de naam na.
Ijfantengedaettt mt de imulie dei SndmowfeM-
bloemigen (Oompotittnl Bel i^nderetteiot BCb
éxr m een MOttal fcianaen gepiaalste, dak-
paDawwga o>TCr tlkaDiler ^engen omwiaduil-
Ua«^e«^ die <koog en g^bleord ^o, door een
geweUdn UoMdbódem aooder etniaedHibbei^
door «eiaüg tdfgfce etiaaÜMmen en bni««otmi-
gi^ twewwéhtigo ad^iftloemen, door Ikngwerpi-
ge nwiitjea en gde Uoemboof^iee. Van oe eoot
ten noemen wjj ff. arenariNm Oec, ook in one
had op ^^^ himI- en betdegi«ndeD groeiemct
een WfwUqiTende pbut met een bootigen «ten-
g«iroet« enale Uweien «n «eteeUe, g^anaige,
cMroeogi^ en aatr den «beneoteo diebtbg elkaii
eeptaatete bfoeniinédjeft en ff. ntgutii/otwm
D«e., «en irertaUe, opgaüde li«eattr met ^toi-
migc, aan den nnd cmgercMet *an oimIm «flttg*
en nu boveo oagraoeg onbriiMHie bladnen en
in adteimcn swangeAjkte lUeenltroaeen, — H.
vtHgumeum Dee_ met een üebtgiÜMD, kruid-
atètigen «tengel, alloopende, iaoeetröfmige Ua-
dercn en Una onge«le«Ue, bolronde Uoemhoofd-
jea, ia Oii«oaAaa t\ Paléetina te vioden, — en
ff. Sloêehai <D eo., met «en bovtigen «teneek
l^otomigB, ■rao oader viUge Uaderen en bol-
ronde, in dichte trooeeo genngeebikte bloem-
hootdieeL IM de «ietplaaten babooren ff. (algi-
dum W. met cnote oete bloentfM)olld>es, — ff.
grmditlorum Lesi„ beade *an de Kaapkokmio,
(ffeneeoB met bontigto «ten«^ — en ff . maenm-
tbum fientk fÉt Jumtnkt met een eteogel
ter booste vao >1 m. en met eiodstaodi^, pradi-
tige ulouBioovdjee.
Haliolden ie de awm «OKt Jamiiie der Long-
ibJtkut. Vj teH meer dkn fi.000 eoorten, die t»
bet laiui tenn en «eer «eraefaiüend Tan groot-
te iqn, aamdok van «enige mm. tot 6 dm.
Zjj hebben tÏm (lelden twee) Toeiers. en het
slakbeohiM ia uer Tewehifcad ima gedaante en
kleur, terwql aommige itet de aaiakte riakkea be-
hooren, Van de «oorten noemen wjj de jttjm
êlak en de okkertJok (Limat etaeretu en L. agra-
tüf, beide naakte riakken, — de gewone aaid-
alak (Arioa tmpirieorum), de tuinriak (Helix nt-
morali») en de gioote wijngaaFdelak (ff. porno-
tta). 'Deie laatfte worden » Zaid-DDitetAdand
gekweekt eo gegeten. Te Ubn «d Zwaben heelt
men AkbeatnioeD en vanlièer worden ig in la-
ten, iiooriil OMT W«enen, 'rermerd.
BelioiiM (taac^MOttd^eoee), Ci,Hi*Or
of CiHuOt.O.C«HtCHO, ontetaat door bebande-
Ko^ Taa ««lidne net Mlpetennmr. Het kan we-
der tot iMJiniiif gerednoeerd worden en wordt
door lenneitten en verdunde loren geeptitet, eren-
ale eakeine letf.
Halloonta L. ia de naam tui een }^nlen-
gealaebt nÜ de fandüe der Smlamineèin. Het
onderaciietdt lifb door een 3-bladjff tdoemdd,
door een 2-btadi^ boaignApje en Kn 4-bokkig«
dooavmtM, HeA omnA o>TeibUfKnde baïfheeeten
D,o,l,zedb,GoOgle
HHÏJCOOTA— HEUJOGABALUS.
«D kvDJden, vettcinAcDerik&gToeieD.De Iraaiete
•oort « U. pulvenlenta Lindl., nit Snkl-Aine-
I UttuwscetifipcMe blade-
ib acfairid^earoodé blo»)-
nka, met lanoetromuffe,
bartroniüge, Tan cmei
nn «n groene UoemeD k
■ebeede. De HettMOiK's (^ct^en iwl o^ tnauKn
(Mvta) en behowen iMgena baar fiwti aitei^jk
en baar leTeadi^ ^tdeorde UDemsreD tot de
neraden nier munw Jta& De Tumeerdering heeft
plaata door hetafnemenderaitloopeTi. ZeTerlan-
geniSkigToa^-dte door ^«e4 nul goadeedtraüieerd
», «tn tMnpei&tunr fMi S— 85* C. E^ Uoevbarr
eieinplaRD bohowit men «tteen dm boobbten-
gel.
Helloterei L. is de lUMtn van een ptuteo-
geeladit uit de famüie id«r SlereiUiaeeeSn. Het
Mmat Tihig« twesteTB en boomen der trapieche
gewecten met (lartrormiee bladeren, jandming
gOTonnde Wberoeo en dooBvruAw*», wette <5»
tooneitjes geigkeik Van 4e eoorten noemen wq:
II. Itora L^ — een ptajtt, wedke ü g*eel Ooet-
Iidie te buis befaoort, 4 ol 5 tn. booff wordt ea
weioig Üken oHaeitdlL, terwql iq KelS% olei <ut-
aangenaani sowbeiMle wortete heeh, d4e t^en
maagziekten aangnwend wonjen. Uit den baat
Tetbji^ men een ttq sterke i«ie^ die tot touw
gvdnuHid wonR; de vniehtjes «jn in de inland-
Mbe geneeskaitde in gebivik.
BéU«, fmalüi, een Fratwcfa i<e(btsg«teerde,
4leD Alsteo Mei 1799 te Nantea geboreo, werd in
1882 acbocaat aMaar en begaf nich Tervolgens
uur PhÖk, waar bg m 18S8 t^ tet departeroeDt
na Jmtitte wwd mIaaM waar bq koRHiiMr-
bind tot afdeelin^eh^ oplckim. HUie, die >idi
ab wetenHha^paDök oimiiialiBt een gmden
Biem bad verworren .werd ü 1046 door de Toor-
loopjge regeeriiK benotand tot booffieeraat ia bet
•tralrediL I» 1849 itAgèt: een benoemiK tot
TaaAÉieer in bet Birf «M Caeentne, terwijl £g in
IS79 onder-TOMntter na den StaaUraad werd.
Hij orerioed den 228ten October I&S4 te Paesy.
H|j «4ireef : „Theorie dn eode ptaal" (6 dhi., dde
druk 1887—1668, met Ad. Chameait) „Traiti
de rüHtnietioii erimineHe" (8 dhi., 2de druk
1666-^1867) en „Pratiqoe crimrnelie" (2 din.,
1877). ^jo vKm. Fmutin AiMpke, rechter in de
peehAank tmi bet Seinedmaiteinent, sefareet
„ConatftDtMme de la Franee'' (4 dln., IS75—
1878).
Heller, St. Zie Sainl-Helitr.
Belikon, tiiaas Zagora, een van bet we«ten
naar ihet «neten zich uitstrekkende, aeer boom'
i^e en vroegier net Iraoie boeteeen bedekte bei«-
fceten in bet ïaid-weet^i Tan het Oriekaohe lana-
achtp BoeStie, wwdt door de dMfters der Ood-
bead verheerlHkt ali de leteJ der ZangnxHnDen.
a een (op der 'nmmaaBMtie Itettn lënuel mA
Aoogte TM 1570 m. Ixrren de ofi{>ep*Wrtc der
lee een altaar vaa Zou Helieoniut, en ometreeka
80 ffl. rasdaar ODt^mogl de Hippokrenê, een
broD met belder water, Tolgena de e^e door den
hoefslag van Pegasu» ontstaan. Twee uur ^ana
]ag«r vond mén woeger op een kkine hoogvlakte
een boaeh, tot bet gefcied der etad Theepiae be-
hoorende en aan de Munn gewjid. Nabq dat
bot^ ont^in^ een andere lieiUge bren, de
Aganippe.
BeUkon is de naam ma een zeer groot ko-
peren Uaaanetromenti. dat tritrioitend ie mili-
taire kaoeUea (in bet bö>oiider in Duiladie)
wordt gvonnkt; bet ia een aoort GMitrabaa-biba,
die OTff den aóhooder wordt gedragen. 2m ook
tdba.
HeUmE woidt in art. 416 Wetboek vaaStni-
redit omeehnvan aia het opoettclqk koopen, iv-
roileD, in pand nemen, ak geaeheuk aanemea
of trït wimmjag terbcfgeo Tan eeoig door mit-
drijl Teriuegen Toorweift. 'Het ia dne een mia-
dkifC, dait een aeder voorafgegaan miadröf onder-
atdt. In de vroegere wertgeringen w^ de faeler
geatrsFt ak medeplichtige aan net miadrqf, waw-
door bet -ïoorwerp veiiregwt hm, maar later
beeft, men ingenen dat tnUog een adtMmiig
miaèrüf «^ likweft eerat aavrai^ nadat het
ander wdtooai m. Jiot-dsiüt i< ondnfielnadit
onder den Ütd ^egnoflUging". On wegen» Mng-
een mooideelNig t« fainnen «itafHi^D. ia noo-
dig <Mt bewqa, dat de dader oftetUlik berft gt-
handeU, d. w. i, dat kq wiat of altfaüe begcetfi,
dat het <morw«np door ttmeit^ waa veikregeiw
looder dat fan beÉMxJt 4e weten door weik mia-
drïf.
Ons Wotboik van StraJpetbt bedrngt togen
ém heler een (gangen isEtraf van ten booste
3 jaren. DeteKde «tnt wonh opgelef^ aae hm,
die opaettcMk vit de opbrengat vau eeoie door
inindrgf veikregen Toonreip Toordeel beMt ge-
trokk^ 'Hij die van tnling een geieoofite maakt,,
i^M. geipialificeerde heling, wordt gestraft met
gevangcmastraJ van ten iioogate 6 jaien, lerwül
in drt gevol tevens ontaetting van TersefaaUeDde
retellen kati worden iiitg«spraken.
Eet ware te wanedHo, dat de bepalingen om-
trent heling strenger geredigeerd waien en ook
hem beRtkten, die red^ökerwq* kon vennoedeo,
dat bet aaogriioden y**^'™'" ■** -■»!->•;:* ^t.
komaKg was. Bg de t
tal vnn gevallen bü geb
Ujjven ol tot vrö^>raak Mden. Eki liet i^ d
wgla de hetere, wier weikzaam^eid jaridi
eeret begint na bet voltooide miadrijt, die leeda
Tddr dat miadryt den dader de wetenaAap vei-
•chaffen. dat hjj het geett^Hte bq hen ui kan-
nen TWittverea en deien daardoor tot dat mia-
drgf brengen.
HeUooentriuib. Zi« (Jeoemtrttek.
BeUodonu, de sdtatoNeater nn Sefeiievs
tv Pktlopolor, koning -ma Syril. w«d door de-
len «n 176 v. Chr. naar Jennalem geioDdei, om
de schatten des tonpels w<eg te balen. Toen hij
nii in weerwil van de iieiiBaimigeD des hooge-
prieetera dat heiligdom betrad, werd kj) door
een buitengewone verMhjjiing Ier aaide gewor-
I, «oodat bj ijfD woinemen liet varee. L«ter
idrt hq i^ nieeater door veraf om bat leven
en bddom diens zeteï, niMr weid door Anlioekw
IV Epiphanet van dsn troon geatooten.
Heltodonu uit Emem scfareef d» roman
lAethdopica", buizende de lielde tan Tkegg»-
iM, een aanzienlük HiconaliBr, en Ckarikua,
een Aeitbkpiecbe loningsdochter. Dat boek, in
de Orieksche taal <meetieid. ia nitgageveo te Ba.
iel ie 1545 en later bg heilia^ing eedrakt.
Hellovabalui, een 'RoDtciAeab k«iier, die
van 218 tot 222 na Cbr. regeerde, heette «
Igk Vttriui Amtiu Bosnonus «
s«gen-
1 klrai-
DigilizedbyGoOglC
HBLIOOA£M.US— HfiUUS.
189
XMm <nai Jutia Maata, <le sivtar tad Jalia Dom-
ma, de g»Ó6 na SepHwtiui Serenu eu de moeder
?ui CaraeoUo. Znik «Tootmoeder v«rtr'cd[ na den
dood TM CanaMt, m 217, oaai EoesB in Syrift,
wMf JwH klaaaDoit ftb priester van den Sjn-
Mfaeo ffod Slui^baltu den muun ootrütg van
üeliogmabu. Zq wist het legei ten ^e gqiiiabe
te eAvrtaea, zoodst iiq op 14-JMigen feeft|k)
reedt tot keber ui1ig<eiaepen weni. Uaerinn», ie
mooidenau tod Oaraoalia, ilead ila 218 niet ver
van Aatiodiie de oedalióg en werd Tervolgeoi
met tak woa Dü^mieniu te CSndmdiMb ver-
■umrd. Toen trok HelioaiAaliu, nwkt h^ den win-
ter te HfoooMdM bad doorgetoMbt, in 319 neu
Roa» en itiehMe er wat wn SyriedMn afgod
een tecmel op des Palstjpaaien faeoTtl. In on-
BiBttgbeid «D kabasdiglHid overtrof hjj al x^
h«iier^« vooigwKen. Toen bn bet loonMmen
koeeterde sQd neef Alamtdtr Stpenu, dito b^
ab looD aaosniomeQ bad, Mn bet terea tebren-
ge&, bwntte m 268 «en oproer urt der pnMi(m»r
Ben, die HeUo^abahu vermoorddni en zyn üjfi
M den Tttier WHqwn.
Zie: Dutiquet, ESJagibat taeoabt par les
trtortEBs gracs et kMns (Fttrip IMS); fiiUJef,
Stodiee ia ibe He of HebogabahiB (Nenr-Toric
190^.
H«Uovra*t w een toeeted tot ^ertasjdiging
vao fbotamlMa dor ton, in hootcfaaalc een
astTOMmiattie knker, TOOnien van een pboto^-
lUelw cuMi». De momentAüter is zoc inge-
rtdtt, dat de bdiditH^Btvd tkdner dan 0,001 se-
eoode io. Sie Atlnnomitciu imlrwntnlett.
Hallonaaf w een toestel, tooisJ in het le-
ger in geornifa, tot bet garen 'm!! tele^nrfiedie
hebtsignleB. <Het bestaat uit een kleineo, draM-
baren ipiegd, waarop de loaae^raleo opgeiui-
Sen en tenmeksatst worden, zoodaf men bü
dd«r «eer dunnede tot of 100 km, afstaiMi
kort«e en laogere liciitsenieit kan geren, die
tot een alfabet gecornbineerd wt^den.
BellOBTafle. Zie Phologralie.
HellocraTtm. Zie Photogravvre.
HaUomatM (— «Mmemeter) ie een der
naowkewigiete astronoiiiasdte inslminenten,
waannMe nnii leer kMne lioekm kuk meten.
Het objeetiel van dea ven«kjjker ie door een
fMt i& tme Ktf^ Men 'A en A' verdeeU (ae
de alb.). Beide Mften lön aan metalen platen
bemligd, welke door een heiboom HH' in tegen-
overgeeMk riohtiag eTCnwv''ig *<"■ ^"^ ^Q-
dingeopperrlak, veiiaauTen kunnen worden. Stelt
men bet toestel nu too in, dait beide iieèften een
MialeiAroken kromne üm vottDen en riobt men
den kq''*' «P ^ ^"(^ ™^ "^ ^"^ ale<iit8 één
bedd na de MD wen. VeiMboift roeo nn bMde
helftwt in tegenoTergest^de ikbtiiig;, looali tn
de figuur ie sangegeiren, dan' cal iedere hdft op
rirfi idf eeo «oonebeeld ïonmm. Door een be-
paftide versduüvin^ kan men de beide beeLdea
zoo krügen, dat z^ dfkaoder «n één punt raken.
Versclniift men de beide beUten nu md, dbt de
zonnebeelden eliiaiiiil«r weer becMtken, Aaa zal
d-e atetafid, waartrver men de lenzen versiAoven
TieetK «veroenkomen met de duUbcfc a^^t/onK
loiddidUÖo ^^^ "^ ^'^ I^eae alstaaid kan mea
met bebtflp van een micrometer o! andere mee^
Instromen ten>, vxttü» de teekeunig laat zien. be-
paJetu Niet alleen Toor lonnemetioKen, maar ook
voor bet bepalen van den Btbynbaren afst«ul
v«n twee eterren woidt dit ioativment veel ge-
bruikt.
Ballopblla £. ie de naam van een planlen-
gcela^ nit de familie der KTitabtoemigen (Cru-
eiferen). Het ondereobeidt licti door meeUradea,
dde veelal van aamhaingsels vooraieo zgn, en door
een eaftmgedn&te hww. Hél ootrat éébjarig«
kririden, wette aan de Kaap de Ooede Hoop
groenen. Ale sierplant kerat men in Europa P.
pilota Lam., die '/t m. boog wordt en gTnsacb-
big-groene, gaalraodige, aso de punt S-spletige
en aas de baeie wigronnige bbderen draagt, be-
nevens in troeeen gepla«tete_, fraaie bloemen,
weHce aUeen 1^ lonneècfagn zich openen.
BellopoUs ie de Qri«ksdie naam der stad
Baalbek (xie aldaar), slemede dde eener atad ia
Beneden-ËgTpte, bg de grenzen van ArabiS en
aan een kaóaali, dat den. N^^ met de Arabiaebe
Golf vertxynd. Zg was de zetel vac den E^Tpti-
sehen aonvedienet. Nadat ïjj door bet leger van
CombyÈeê veel gleden had, was zjj «n de da-
gen van StnAa reedt in een vroesteng herseha-
pen. In Iwt Oude Testament drasgt ly den naam
van On; haar bouwvaüen vi-ndt men >Dabij bet
Ainp Uttviye, 2 nar gaim* ten noordocoteot wi
Kalro. Den 208ten Haart 1810 werdm de Tur-
ken hier door Kleber verdagen,
HaUopalB Peri. is de wwm van eeii piu-
tengeslacht uit de iMmüe der SoAmgetleldblee-
mi^ (CompotileH). Bet onderaAeidt zieh door
talr^ atratibfeeiDpiee, door dtJciptnsg«wya.g»-
ptaatste omwindsel bMen, door een kegelvorml-
cen, met laoeetronnige strooaebnhben bezetten
bloembodem en 4-boekig-saAmgednikte, onbe-
fanaiae vnidilen. Hdt onmt eenjnri^ en <fi«t-
blijvende planten, die in Amerika en Ooet-indiB
groeien. Sommige soorten i^n olieboodend, ande-
als sierplanten bekend. H. bvphlhalmoidet
I o, ai IVro nmfamieiBl woildt 1 m. boog -
heeft tegenovergettelde, eironde, eeapitste'.
iMMfe, S^rtfabige, van onder taeht4)ebaspde. ge-
stieene bladeren en goodnle btoembooldjes. Dit
»was wordt er tot briseUde doei nitgewaéd ti»
bn CMW bet Icodtaadi — B. fblyaloma F«ra., in
llfiiiwjiiir en OratJodU groeiepc^ ktnert' eren-
eent goede olie. De venDeeidenug beeft plaata
door maA, maar ken «ffeneeDS ptaate vinden door
jonge wofite^mlteni,
H«Uos, tq de BomednoD SU, «aa bg de Grie-
ken de naam van den Zonnegod. Hij is van Ooe-
lertehen oorsprong en wordt voorgesteld ab een
zooa vae den reus {titan) Hyperion en van Tkia
(of EvrypAnstaaJ, als de menner vM^ den met 4
paaiden (PjroeEe, Boo>», Aitton en FMegon) be-
spannen zonnewegen (ne de a&.). Hg bent in
D,o,l,zedb,GoOgle
Ikterea tjf^ dodi oiet j66i dien T&n A
het Oo«t«a. >d)(«i Coiciue, ^ i«H>töf. N« het 1 Beliost&at m kd iutrumeDt, dat <üeiit om
Toleiodieeii Tan qjn dagreU k«ttrt hq op een ge- lidMtr&len, en w«I Toomamdjik lonikestnlea.
WeugeU gODden vnrtwg longa lien aoonkdjiken met een TlaUen spiegel in een bepaalde rtdi-
Da?er fan den Oeeaan naar dioUiie terug. In tios Um^ te kaat«eQ. Bg vrie oa.tinuinndiae
1 Aesekylu», ' enMraoekingen beeh men een bnoikl lioriiontue
KaaaHMtlKa iwod!g<. De heiioitiNKt
wordt <hD aan ds bnibeiHÖde mt een
ctoiilier geoMekt «artnk loodMMg ge-
iteW, dat 4le op dea ^Mcdi Taflendb
■onneettukin vu botiaooUM ifaUiiig
door een epeaing in be* vengtorliük iu
bet TertoA fpMektoetaerd mxden. Dooi
middel tm een paar iHdtduMmB vl
{üegel deo ^leiKnMbteD MmuI' gvnn.
« OMMftmnge pratb
DM gebrnifc 1W Mosb
werd hq één met AppoUo of Phoebvi. Ook woidt
hü wegeoe ijji' aftomst laak TiUm en Hyperion
genocfDd; Hfj bad- tempete Ie EomUie, Argoe,
Troeieoe, E^a eni., maar de hooHoetel tbh i|>d
<fienet wu Rhodiu, (raar mrein hem jsAilijlu een
TÏerapaa ten oller bruÉi^t, ide.t in zee w«itt ge-
woTpen-. DaaienboTen otfenle men faem gewoon-
IgV wMte lamnieren en iw^nen. Het paard, de
iróU, de haan ea de adelaar waren aan hem ge-
heiligd. Z^ ntren zonen, Ochimta, Certaphuê,
Maear, AUii, Tenagta, Triopa» en Candalu» 4ka-
geo den oa«n tbo Heliaden en hoedden lereo
kudden *mi 50 nmdeTen en 50 sdhapen (de 350
dagen en nacbten van bet nuaojaai).
Hellosooop ol lonttekyker iwtfDt men een
fi^ticdi werktuig, tot 'venwaUinK tui het lon-
kdit hjj ittMnKmmgm dra zon door een Icijkei.
Heeatal gebrrritt men daartoe Mioêeopüehe oeti-
Imrê. DeM beetaea uvt tiwee piaCte eidjadnaebe
buiieit wurran, de eerate exeenttiM «an bet
Dculure Mdeelte iran den kflker geMJbo^ wordt,
de tweede weer eieentriecti Mn de eerste be-
Teat«d ie en otn haar aa dnaien kan. A«n het
dekwt der tweede hme is de ooelaiie kna faenea-
ügd. EUke buia bevat <twee ereavndige epiegvja,
(mdei een bo«4[ vaa 45" ten «oRcAte der u ge-
plaatst, waardooi het «HUMlitnt^ da>t door (un
iJjkeT valt, ^er keeien gera&ecteeid en daardoor
de apiegels meer af miiDdJBi brDiesewijiK 'bm op-
lidite Tan fttander geplaaM en daaidooi de in-
D bet licht naar wekjerallen Tervwakt
Hsllotroop at toiuieiiimuler is een
dcKir Omuê algOTcndba Jnalnnnenli
drt DMu bg geadriÏMbe ifwntJnigen ge-
farniU, wMiiieer b^r. boeken toweton
tw«« tww^nJe pontMt bcmaW moe-
ttn wmdeD, wiartwo goed TerinUe
nMoUeekene noodfig lüir. De kökez Tan
bet toestel wordt <9 bet ver T«Twj}deTde
.pnntP gericht 4iie deatb.ophh. 191).
Plaa4Rt men na e«n fkkkenepiegelerf
loodsnig tAói den köfceT.dataeioiuie-
«tralen K na terng^aatiing iuiit aamen-
TaUen met deaiTandenkgker, das lal
mett in dneD het beeUittD déaooitak
'Een tiiMili iijit lii<iiii<>étlifii IhimIiimwIi hé|^iI ob
etaat 1ooiift<e«bt«(dto«eMtB. De MnneMnhit, di»
BelioataaL
op deaenapiecKJnilmjulkDJmBtnaar F gwe*
iTealeerd woiiden, waMdtmr lirt vh ivrwödeniiB
pmt flbaik verficbt wordb, Deie loaDeweiiden wor-
den ook wel gebruikt tooc faet geren tmi tjfd-
(Brnegi Op grooten afetaod. Het >iflitr wordt dan
met een Bcberm oodwacbept. Door wegnemen
T«n dit aciwrm kan men Am signalen gvren. Bq
hrider weer kaa men eignaien geren tot op 100
km. Getand, 'e Nncbti wordt altód met de<nii*ch
lidtt g "
DigilizedbyGoOglC
HBUOTBOPIE— HELL.
191
Rsllotropia. ^c Pkotolropie.
Hellotraplam L. két naam taa ecu plu-
tengMlMbt crt ie lamiUe dei Ruwbladigen (At-
HdiotrcMip.
Mr/oJioMMinJ. BM oatoacÉietdt soh dooi een
MÜppigai kdk, door «ea tTMnpetTormdge bloem-
boon m«t Btompe kUien ea een tfrodje in etteo
hriam^ door «an Duite k«el en door eipoaid«~
AiekMiti|B;e, rimfwUge motiim. Het gnvtete deel
dar 100 Kioirteii b«hixiirt tous m die JMeffkring*-
R«w«etei^ «n ^«ie <yao 'huf draeen wdrlckende
DtMOeD. Tot dw» beboort in de eento plaa>U
MU«ift no jon^, knnatmaÉig stti^edKnwi «ciMa-
ten. die, met wmtod wet gegtekt, spoedig wot-
t^ Tonnen. Een groot aantal wifitetteü qo in
de UoenuBtcrijen in pebruik.
Ek pilant ondereciKadt bA door iweilijken geut
en onaiigebrokieo bloeMqj «en goede bebutdwog,
d. *. ï, bfl «1 plaatsing io Tniehtbaren giond,
op zonnige atanopUatsen en tq vtUoeodeo wa-
tertoevcwr. Zoow^ in pdOxia, afe in den rdÜea
gnoBMl ni-toepbiDt, wkioeti aii goed.
BeUnm ("' ^ =-^" — '
ioidilteient «Jeroen tair
g»e met bet atooimgeiritht 4 en een mortelijk
nwicbt van 1,98 {waterstof = 1), dat Iwt eerst
in bet Bpeotram van ée obrwnosteer èei ion
werd ftaJig«tooiKl. Rotnaoy wae de eerste, dte het
ook 4» aarde -vond, toen hij a.i. bet aTgong^ia]t«
Tan <M door Tertstlnng \aia sommtge loiDerekii
(sajnarEkiet, ytirotajtt^iet, etovelet eni.) verkre-
gen eaaeeDi, ond«no<jbt. Het beüura ie ee» eeii-
waainig elwoent, Ueurlooe en in bet water wei-
nig, in alcohol en benzol in het geheel niet op-
tosbaei, dcvt TeiTJuebtigt, ale beit door middel
vsn ka4[end« waterstof wordt algekoeU. H«lHun
i« een nitetekende ^eid«r voor dra el«otriMlien
atroom Mv brengt bij de ioiwerking Tan etroomen
nti boogie epanuiiig een inteDoöf Ütiii voorL
Zün ■peetrtun vertoont seei hddere, sdwrpe K-
neo, waeovMi één n«h zeer Seté og ae
Datriwnimi beniAlL Bét vonoM het eeni-
ge gw^ «kt adi langen ^ LMWihrtMg
Tercet betA t^n alle pcgiDg«n, «m
tot tM ^xübM t» TODAoUeD, zMt bq
een «eiiw«raAMjc im — 2&5<> C. Aan Ka-
meriiitgh Onne* is bA dbn lOden JidJ
1906 siddct, heliani rfoefibaKr te maken.
De miOaiie taapetÊinai ligt uktiorflt
laag, iki tioncfaen —267 en — 268*,
im atftiie eerage gndeo hcmti bet ab-
dohtte mJpiMiit. Zqni kjoekpont ^^
bii —266°.
Beid-
Heliotr(^nmi atqiuMmi.
H, perurönUM L., met paMse liIoeiDea. De don-
keigieUenrde Uoeóien fan H. corymbotum Ki.
PiT. ^ fi. grmdUUmtm, met groote Uoemecher-
men, heiKtten den genr dei oareis. In bet laidien
en westen van Enrop^ een enkel keer ook langv
de ntfitMa m «na land, vindt loen H. etiropaeum
L., «en eenjaiig kinid met wiMe Uoemen en bla-
deriooM Uoantraeeen. Ëen afb. van H. «uptmi»)
II. indt men Uerimren. H. votUtireonum ooder-
tcfaeadt lieb door leei oomfMete erfiermen, fie-
U^Ofium wordt gietaüi of gestekt. Dit kan in
'tFODijaai geacbieden. Het laajeo vindt plMts
ia «en kalf wwmen bak. Na 'topkwnen worden
da pUntjes apoedig veqdant en ge«ft men m
■teeda swaardec gnMuknengscL Het atekkMt ge-
«igon teven» m «en_„. __
nen (WiUbad, Oautes<ets, Batfa eni.; wur,
ale getioge efuien oek in rivwr- en aee-'
wartKi ea in den dMnfknog. Ia ^^k^
boeTedbédeo te bet of) de ion ea •!» wat-
te vaate Stenren aonnrezig, en faei weid
ook in «ouge meteoomteenen aengetiof-
len. Beft beeO kan het bereid worden init
Oievele^, BnxggeiM, Eoreniet en Per-
gnsonieb, dooi bet mineranl ia btA va-
ammi te -veiliiiUeD, ten eindË koolmnr,
.. ._. «tSloatof uDt te drijven; tervolgena
wamt bet gesmollben mdt bdinmdkteoniBBt en
bet «atwjjkeade gu mrt nateDDknli en pirafoi-
pentoüed gednxigd.
Bdltim Ostlnm is by Piimtu de-west^gk-
ste B^KDond, tbaoa Termoeddjjk een dei mon-
den van de Maaa,
Bellx. Zie Relieiden.
Hall- achter natuorweteoecbappeli^e namen
ia de afkorting vooi K. B. Heller (20 November
1824—16 Deeeraber 1980>. dm Bcbijjver van
„Reuen in Menko" (1853).
Heil, Maximiliaan, een OoatenrükM}) tteiren-
knadig«, weid deo 15den Mei 1720 te Siemnifs
in HoBgaijje geboteo en bad leeds in 1745 een
DigilizedbyGoOglC
192
Aeti uu de waanMmiag«n op de
Bleraeiiwaclit te Weenen. In 1757 w«rd' h)) tot
diieeteor Tam deie bonoemct en beUeeddë die
betrekking tot ijjii dood, de» I4den Aprü 1792.
Hq heeft onileTsebeideD steirenJiTuiidigc wcrkeo
u>tg«g«T«n en cicfa vooral bdcend geanaJit door
ijjn wa&rDcaniii^ van den voorbjjeang van Venu»
voorbg de zon m 1768, wsartoe hjj op uitnoodi-
güig van den, DeensciKiu gei&nt te Weenen naar
WÜdOehiM in l^plaad TortroUMn wss. Ook vei-
TaanK^de hy lOh- en maantaJek, welke Toor
dien t^ aeei Terdionstelijk waren'.
HsU, Theodor. ffle Winkler, Karl QolUned
TkeodoT.
BellaSi de ootwrookalijke letri der Helle-
IWD, omTatt* ewi g«aeel4« vaa bet htere Thena-
Ke, ondei den naam van Pbtiiiotie beleend, loo-
dat d« Ooden den naam vao Hdfea ook wét f^
Ten aan geheel TbeaaaliB. Toen de Hettenen ndi
iQJdwMuta uitbreMden tot aan de landengte van
Korintiies word ook H^as atiengs ^otei en
ontatte eioddgk bet bedendaagscÉio la,ttiMê met
xja 8 laaabcliHiftea, en ten la^vte gal men den
nuffi tan HdUa aan geheel OrMttnUmd (sie
aldkftr) met ign «Üanden en Tottcadantkigen.
Belle *M de doebter Tan AlkamoM en Ne-
pktU en de soeter Tan PAruui. Om te onUumen
aan de raiefaaodelingen Tan haar «tiefmoeder Ino,
nam iq met haar broedeir de «foefat op een ram
met een gouden vaoht, die ben over laad en lee
am dragM. Dodi aUéen PArimu beieikte Col-
cjhia daai i^jn mater in de see viel. welke later
naar tia»r de HeUeq>ont genoemd werd.
Hellebaard m de naam Tan een der nonw-
o! stootwapenen, in de Uóddeéeeawen b|j bet
vimIiwhL Id gebnek. Zij was
botter dhwL de pkk en h^ een
ki^ TMi 2 tui 2'/i m. en be-
HeHebaand.
Tlakke b^ en aan de tegen orreigceteide iqde
een horizoatoite, eoms naar beneden omgeboeen
B{Mts, die diende om den nnter thd brt punTte
treUeo. Tor jrfaatie, waar de stok in net ^r
trad, waa meeaUI een groote, bonte kwaat boTee-
ligd of waren andere TWeieringen aai^«br(Ktit
(zie de atb.). De troepen, w<elke inet dJt wapen
waien uïtgem&t, droegen d«n naam vsin bwe-
Hellebaardier i» een eeidaat, gewapend
met een bellebaaid {sm ^daai).
Helleboms L. ie de naam van een plaoten-
geeUebt nit de famito der EanunevUieeeën. Be
soorten Tan dit geslaciit ïijn in bet algemeen bjj
ons bekend onder den naam van keritroo» en
nietwortel en bdiooren M de giftplanten. Zq
bobben koile, dikke worteletokken, waaruit lidi
langgeete^de^ diep inge^nedea bladeren en bg
«nmnige een net bladeren roorzienen Uo«m-
gbeoai, bij andere een naedcÉe elei^el TCilteffen.
De ntoemen hebben een groeten, S-Madigen,
Uocmkroooadrtigen kelk, een kiaoa tm leer klei-
ne, korten bDieronnige UotnMadenn dSelotfao-
lagbakju Temnmi sfk, <r«tt mwMiaJen «q 8
tot 10 >tampM«, waanut ii«li oven xoorved koker-
Tvoditen ontwïkkrien. De belMgr^kele soort i«
«doer wel de xwarte mestforM (H. niger L.>.
«Ae in Znid-Dmtediland en Noordelijk It^l
groeü en zitii reeda midd<» in den winter Taak
onder de aneeow, met fraaie, witte btoeoien tw-
totmt. Zq^n groene bl«dei«n nn ladeneht« en
glut^g groen, en den kniipendeo worteletok ge-
Dmikt men onder den naam Tta Radü HiUtbori
nigri in de ^aeeefciude. Hg bevat een Tergiftig
aap, dai, iaw«adig toegeoienil, belemnerend
weiirt op de Mkmlialing en den bloedsomloop.
Id gerinn 1to«n«e>tedeD komt bet inweni^ bjj
andecinilEBaeklben, » grootere ndtwendSg bg
wmnndge tawtAUen t» pas. l>eT]^üke edgen-
schappen heeft ook de groent nietworltl (B. vi-
ridii L.), die lileetigToene keJlrUaderen, langee-
steeMe, 9- tot 12-deeli«e worteHiUdereD en bqna
BUtBOda, S-deeSge atenpOjlUderen draa^ wier
kAJben 3- tot 4-8pèet4g zgn. Dex beeft g7<oen-
Bchtice Uoemen an groeit ook in ons laad. De
HelMftruê wordt veel ia tuinen, maa; ook io
" Hkt.
TDOC: Belteboru» tti^ var.
uHmtlitolittê, altiloliut en van Uellebortu ortni-
mi» var. eofekieuf, cofaUauf puKclotua, Abdut-
cui, a(roru6«n>, ruoro-furpuTeu», olymjneiis, g%t-
labi» en enuoaaieiu. Ze wordt door sdtieurea tot-
meerdeid. In potten onder g4aa in bkiei geivA-
Ven, oodersrfiopden ïö rirSi door reine btoemen,
Daaitoe ïb bet ooodi^, dat men poUen neemt tmi
een raa, dart weitcdgV oraetlelooze, wjtte bloe-
mea /roortbrei^, daar er onder laaiüngen aller-
lei afwqkingen Tan witte nwinen Toorkomen. In
den laaitaËat t^d vie<riien»i dit [JaataagBAtiA
zieh in de ajmpathie der btoeiniaben.
Hellerat << ^ naam van een inAam der
We«ter.StfMUe in ZeevwMh-Vhanderen tnineben
de gemeente Zaainelag in het W. en Boaetta-
pelle, Stoppetdük en Oaaeniaae in het O. Door
rersehiNende indi^üiigen, het Iwitst in 1645. ia
dit water bionee engere grenien ternggefaraelit.
Hellenbroek, Abrakatn, e«n Voctiaenaeh
godjnleerde, den Sden Deeentier 1658 te Am-
iteidam geboren, waa athtereesToigenB predi-
kani te Zwaramerdam, Zwgndxeeht, Zalt-Bonmel
en Rotterdam, ooMng in >I728 emeritaet en orer-
teed d«n 16den Deoember 1781. B^ TerUurde
den B^bd op VoeÜMuMdK wnae, lül. door aan
atte nitopnken een geeetd^Jbe beteekente (oe te
DigilizedbyGoOglC
HBIlMfBROBK— ^HBLLBR
kennen. Hg wu, meaah Boriliu» en Brakel, te-
renc «ea ni1«(ekend kMMlredeoaai. Voor&l be-
iuaUe lig giooten foem door zga „VooibeeM d«T
OotUelgke wtutriraden tooc «euTiHidweD, die lieh
bereidco tot de beUideiriA des gek>ou" een boek-
je, d&t 80«um1 gmh-akt werd. fi«t verBcbeen ia
1706 en werd ja 1756 aib^ieid!, «urna het den
naam tui „Qnwt-H^leDbroei" oirtviag, eDweid
in 1798 door lekeren D. van Wüngaarden, on-
derwjjzBr, koBter oa Toonangei te WJllemBtad^
178^ ,3ét Hoogrlied van Sakmo, Terklaaii en
TeigeeaMgkt" (ade AnA 1T36>,
fiemBtoitteD" (2 dSn., 171d), „Krui
votvt HesaiM eni." [1745 en later), „Nuttige
mengeletoflen" (1742 en itUa) en „Lgkpredtki
tie op W. A BnM" (1787 en later).
Sdlradoom, een gemeente ia Overmel',
met een oppeorlaJcte y%a 12 813 H^ en (IWIS)
9916 itmnaem, ligt bosechen Aai]d)lOn]iDen, Den
Ham, Vii«zenT«en, Wierden, Sqeen, HoHen en
BmMo. Men tieft in bet W. bocwe heoTriea n.1.
den HeMeiv^n berg, den Haai}ert>erg en den
HaUcsberg aan. De «traatareg tw Nqnrerdal naar
BwOtie bereéU dnc «en bcMgte iwt 33,6 m. t)«-
ten A. P. De todem Ix^taftt uit <£hivi«jd xai,
eeni^ Ungroodeo en ecnje boogTCen. De be-
Tokng Imtat »efa met Undboav en Djjverheid
beiig. Van bet Z.0. naar iiet N.W. wordt de
gemeeirte iixxi ie Reege doonuMden. Tot de ge-
meente beiioaTen de oEÓde domn HeHei>doon>
en Daarie, de bmuten Noeteele, Ëlen-en-Raan,
Erofe, Marie, HaJaen en N^venM.
Het <k>rp HcAeodooriL, twedten de R<me en
den HdderMben Berg, un den spoorwee Zwolle
— ^Hen^oo gvlmens^ beiit een R-'Satboiieke
een Herronnde ketk. Het beetond teeda in
jaar 1080.
HeU«nil Tlak wwdt gebnutt om
mraar voorweip omfhooR te konnen brengen door
een kra^dit, die veed kleijieT ie don het gewiefat
ïBB het Toorweip, Wontt op een heHemj Tkk
een lichaam P gepiaat«t en ontJiindt men de
iwaartekradit K in twee a<ndere baditen k' en
k", waarTMi de eerste ereawgdig loopt met, de
Halend itek.
tweede toxfaedit staat op bet betieod vM, dan
sal V de beiiedeiLWfl«Tt«i^e itewering veiooru-
km «s i" de dmUcing op bet üti. Wa men
bet b'ehaam in errenirie£t boodeiL, dan moot men
dot «en kraeU twengeetdid en g«lgk aan ik' op
het tiebaam ottoelwetL Uit de saiqkTonaigbMd
der drie hoeken ABO ta Akl^ rolgt dan k' :
t = B 0:A0 = bougie : lei«te dt k' = k
. BC
- AC-
Bg kMne h^kigdMct ïa doa de i
riscbte kiacbt ook Idein; daar ecfatec de Ie door-
loopen weg ovewv-ed keeren grooter wordt, als d«
kradit kteuier, Ufilt de te TeRaebrtsi ubeui even-
groot. Toepaeeingen van bet heUeikd vlek vindt
men bq stoPtiaRen, wiegen, ladlera, iwKhu!te4
rigugwegen in bergctreken eni.
Bellenen noemt men den voomaaniatien
voHceatun dei ooreinoakelgke benrooere van Qrie-
kenlukd. T<^ne de sage ontvingen ^ dien
n»Mn no bim etamvoder Helien, een loon van
ÜeukalioH en Pyrrha <A van Zeui en Dorippe.
De Hellenen verdaeWen eieh vervxjlgena in 4
itunmen, naar de ionen en UeimMien van Hel-
len, AacdiSiB, Doriers, loniêie sn Acbaeirs ge-
noentd, en *eatig<lea lich in g^ieel Orkkralaöd.
Later gal men. aan eOe Grieken den naam vao
ifsUëiMM (tie Qriekei^md).
Bellenlsten nooot men ia bet aigoneen de
eeleerde beoetMMtan der Oriekeehe oodbeidknn-
de, inionderhMd d«r Oiiekscfae taal en kttetknn-
de. Men beeft dim neam vu Sgyftiaehe Betienü-
len gegeven aaa de braWeten, die na de v«r-
woeettng van bet kondnkirgk Jnd* is giooten
getale óe wgk namen Daar BgYpte. l>Kir de I>-
lafilwtbdiekioJooMlei^ wAe Alemder ée Qnob
oveibrseht naar AfciantbiS, wat door Plokmaeiu
Lagi werd nagevolgd, dmu faon aantal iö6 sterfc
toe, dat men ten tgde v»o Augtulut (mgeveer
een nüUioen I«i«eK«ten in I^^rpte aantrof. Hier
onlBtond nu een tndpeik van Orieke^-Iaratiieti-
sebe bMchaving, die wegen* iiet algemeen ge-
bruik der Oii«£Mbe taaJ den naam onbriog tan
de EetleniGtieohe. Daarki wordt de leei via Py-
IhagortUj zoowel aU die van Ptalo, op venron-
derll^e wgse gamengevoegd met Ootteraehe
denUMdden, en de vrurittien djar vermenging
viodt men in de leerMelUngen der gnoetielren.
Ouder de InaUieffiBdi-BeAcniBtwche -wvapeenn
ie Pkito de meriEwaanl^te; een duanaam ge-
denkteeken Tan bun ^t ia de „Septuagint" ol
de Oriekadie vertaling van bat Oude Teotament.
HaUapntte, Otorgt, een Belgieoh staatman^
werd in 1852 te Gent geboren. atodeerd« aMaar
aan de boooeeeboi^ en werd ingenieur, la 1&73
b^leedde dj) een staatriMtrekking. Spoedig
b^on bg lidi met poKtiek te bemoeien en weid
de kidet dtr jcng-derhiaien. Hij is de ettolHer
en Tooimalin voonKter van den Democratiecben
Belgiscben Boerenbond eo atond aan bet hoofd
vas den ma<4itifen Leevenscben Bocreebond. In
de Estns van Vijksiv«rtegen.waaniageia wee 1:^
vertegenwoordiger van Haeae;r<k sinde 1889; hg
maakte deei irit van de Commiene van onderroek
in xake mihtaiK viaagetoklcen «n vwlegenwoor-
(tigde in 1902 de BÉIgia^e regeering op bet
Nedeilandsebe Taal- en Letterkundig CÓngrea te
Eorttj^. H|j waa gedurende 25 jaar hoogleeraar
aan d« TIniverei.teit te Leuven en werd in Hei
1907 mimiöter van Spoorwegen,
Heller, Wilhelm Robert, een Daite«h lel-
terhmMUge. den Stelen ymoiriwr 1812 te Qrosa.
drepnitz b^ Sto^n eeboren, in bet koninkrijk
Saksen, stódeeirde te Leiozig in de rechten en
veikrwg iddaar e«n betrekking by de magistra-
tuur. W«Ura editer bepaadde bg lidi uitalnitend
1:^j (fe beoefeoiiig dbi ledttoran. EH etiehMe in
1M8 bet tödccbrüt „Roaen" en in 1842 het
jaarboekje .iPerien" en lette beide Toort tot in
19
DigilizedbyGoOglC
194
1648. Durebboven sdiieet hij een ^not aantal
DoreHen en rooiïDS, xooali: „Der Ftiax tod Oia-
Men" (3 dhi,, 1843), „Fkwian Qejer" (3 dia.,
1848), .^rdbeben von Caraci<" (1846) en ftchet-
Bte in „Eine SommerT^se" (1840) lyji autmoe-
tingen in Italië. In 164^ ging hü naar FiudifoTt
un den Uaio, om aU bericlit^ver de ziittingcn
T«D hel Parlement 1:^ te woDen. Zi}D „BiuAtbi]-
der aoB der F&ulKtirehe" (1849) vonden grootón
\^nL Sedert bet laatet van 1849 was h(i belast
met de redactie TOn'de ,J)enit«Jie Zeiitung" en
ondeisteoDde tot aan diaar ophefting in ISoO de
boJAnsui der oonstitatione^ ]>ait^. Daama ver-
trok hg naar Bfriiia eo vern^ns naar Ham-
buig, waar h|i Ln 1851 de redactie van de „Bain-
bvrgw NadvichteD" op ziob nam. Verder aohreet
bS: ,J)er B«ic}iaH«treUei m LndwigEd»rff"
<1857), ,J)a8 Ofiiieimoias der Mutter" (185»,
„Hobe Fteuade" (1861). „PoBensiiraper's Ttül-
de" (1863) en „Primadoitna, Roman aus der ïar-
«Uuisefaen VemMieeidK«" (2 dbt., 1671). H^
overleed den 7den Mei 1871 t« Hamburg. Zgn
„NaeiwelMeene Eniiriongen" veradienen iin 1874
in 5 oeeleii.
Hsllar, Stephen, een 0(«tenri|k«cfa kiavier-
apelef en compOTiisl, den Idiien Xei 1814 te Pest
Kebotert, li«t litii reofe op Q-jarigen leeftijd in
net opeóbaar booren, iraama h^ naar Weenen g^
Kind«B weicl, Otn zioh te oeteaeo onder leiding
van Anlott Halm. M«t i|jn vader msAlite hü een
fauHlrew ifoor Hongarve, Polen en een g^edte
van DuitwiiUiid; op de terni^eia weid hg te
Angaburg xiefa; daar bleet hfj, geeteund dow
eenige lionstHemeDde familiee en studeerde nog
onder leiding vaji Ckelard. In 1838 vestigóe hij
lidi te Parqs, waar hg met tal van beroemdhe-
den als Chopin en Listl vriendschappeljjJi ver-
iMerde en een grooten naam verwierf als pianist
en paedagoog. Hij meeleed den I4den Januari
1888. Zijo piaoowerten, waaronder vooral de
Ëtodes en vioordbadhtsUddklen vtan blgvende waai-
de zyn, munten uit door friseUheid, gezonde mu-
likoliteit en eenvoud.
HfllleBpont of de Zee van Helle, tjiana d«
Straat der Dardanellea (lie aldaar), noenden de
Oniten de leeiogte ttuHben Myeiï en di-n Thra-
cisdHa CbereoneeDB, die de Egelscbe Zee met
den Prraontas veH]iiidt en Aiil van Eurt^
aëbeidt. De beide oevera waten met bloeiend*
dorpen en steden bedekt, en oitder deze be'
kleedde Laiiu>8a<u8 dea eersten rang. De un&l»te
plaats van dea Helleapoat, tnasdien de steden
Sestoe en Abjdos geleden, is van oude beroemd
door de opofferende liefde van Leander jegens
Hero (lie aldaar), alsmede door de brug, wellie
XersBi et liet eJaan, om met sgn troepen lut
AiiB naar OrielieiilBDid te treken. Lord Byrott is
den Sden Juli ISIO in den t^d van I uur en 10
minuten over den Hellespoivt gezwontmen.
BelleToetBlali. een gmieente op het Zuid-
Bolluidedie eiland Voorn e-en- Putten, met een
oppervlakte van 99 H.A. en (1615) 3924 inwo-
DCTS, mnjlt in heit Z, be^weld docr b«t Bavuig-
vlilet en aia A ovierige z/ySen Atar de gmneeote
Naeow-fiMlemwitiAiic in^^toten. Zij bestaat udt
4e vettatig HeOeT-oeUluia en eenig tröiteDlaiM), eb
'meergeraeni De^ bMÜnn bataat oJltzeeÉM,. Bi^-
levoetskis ie de zetel van een directie der mari-
ne en de (^eialJelMuc van de steUins van de
monden der Haas en van het Haringvliet.
De vesting Hellevoeteluis werd m 1G96 vol-
tooid. Den 20sten Deeonber 1636 namen de Sta-
ten vaD SottaiM] bet beehiiit op deie pleata, waar
men vroc^r eie^ts eenige kleine mtwaterings-
^aatsen aantrof, een dok aan te leggen eo iea
l6den Maart 1638 beslotem zjj, dit Sok met ves-
tjngwerken te omringen. Er werd e^ter pas bg
het begin van den Eersten Engelsctien Zeeoorlog
een aanvang met het aanleggen der veatingwer-
ken gemaaLt. Sedert dien tijd is het een sterke
oorkgshaven geworden. Men vindt ei talrük»
mamte-etMtKeeementen^ wadierwerken. ipagngnen,
een hospitaal van den geneeekuodigen dienst der
i«emaabt en een bezetting van veeting-artillMie.
BeUfaottlet Ia een mtploftnivaQurteriaal,
dat Ln 1881 uitgevoikdeD werd door den kapitein
der artillerie Hellhoff te Berlijn. Het bestaait nit
twee beslamddee^n, die i«der afzonderljilE niet
ontploffen en eerst onmidd^l^ vAör bel g«bniik
vermengd behoeven te w-orden:, aoodat de Mitplof-
baariieid eerït ontetaait bij de vofvaeRUging dw
IMtPooen. Brt B'éQitomeA beritaot nit aa^etcr-
zuur eo dinilrobeuaol. Dit laatste is een geel
poeder. Het Hellhoftiet is een donkerroode vloei-
stof, die in patioonhulzen van giaa <rf kactoa
wordt zébraobt. Ook bezigt men met Hellhoffiet
doortronen kiezeJiper in meialen tniUen. Het
wordt aaDgestoken door een siaghoedje. Het
HelUiottiet verbrandt in het vuur zomder ontplof-
fing en zi)n uitwerking is ak die van dynamiet.
Gesteenten worden daardoor io. groote atukken
gescheurd, maar niet verbrijzeld, zooate door dj-
hamiet. Heühofl en Qrvêon hebben wa^nB ler-
vaardigd, die voor een HeUhoffietladiog geschikt
waren. De met dit onl|ilolfingMnuddel gedane
proeven hebben echter geen gunstig reaottaat
opgeleverd.
HelUuv noemt mra op de scheepewerven bet
«ihed of voor een gededbe o«ar de wKter:^c)e hel-
lend yhk, wa«jt>p de stil epmwoixl en gebouwd. Dit
vlak ia met etevige palen beheidv voor zoover d«
8 rond op zicbzelf itiêt de noodige vastheid biedt.
p deze paallimdeeringen komt de bovenbonw
te rusten, die het sciüp draagt De wJMiinte van
dezen boveotbouw, noodig voor bet te waterloo-
nen, bedrat^ naar gelang van den vorm van
het sdiip, 5 & 10 centimeter pei meter, loodat
de uÈMMÜe van de faelTing bier beneden moet
btgven. De opbouw woidt doe als regri naar het
voorsAif h>e hooger. Aan de waterzijde eteekt
de helling onder water cf wordt xg afgesloten
door een ponton, dat CMret hg het tewaterlaten
weggenomen wordt. Dit laatste maakt, dat men
laiwere schepen op de helling kan bonwen, dan
anders het geval iod zija. Op aommige werven
treft men overdekte hellingen aao, voorzien vaa
kiopkranen, die over de gebeele lengte boven het
Bobqi knnneo r^den; o. a. is de Haatsebsjifig
voor Seheepa. e» Wwktuigbouw ..Fijenowd' te
Rotteodsoi in hiet bezit ma znUe faeÜiügen vou
den boaw van ooderzeebooten. Gewone rielliagen
lijn lange de zijden ivoor^ien vu. hetii) vast-
etoaode, betsq langs de hdling verrijdbare draal-
kranen voor het op njit plaats 1>rengen det on-
derdeelen, waaruit de roD^ van het aehip wordt
aamenge«teld. Ala regel lot^n de echepen in de
D,o,l,zedb,GoOgle
HELLING— HELM.
ricèitia^ tsh bmmie lan^us te w»t«i en ttut de
hnge ivd« f&u 4e heHuig dus loodr«cht of den
waterkant. Op wemuk voor liTieraehepen en in
imerüik, «p oe «erven lugs il« gioote rivierea,
toeft nat ecbt^' «ot ilikwölB dwuucHingea au>,
die de ki^ ^jde ereawödi^ un den waterkant
hebben ^i wau de adiepen m «en rit^tkig lood-
reebt Op <fc loagMB afflócfien.
iDerg«l|^e dwardieUiogeD worden dikwn^ gt-
beiigd om tiirierochepen en liohte xeeEOiepen,
wefte tepMnlie aan <de boiteiÉnud moeten ooder-
gaan, door middel van rohrafenB of stedMi uit
Bet watei te h|>sefaeD, De «^arBhellJDgen zyn
gewooiUnk steiler daa kugshetlingeD; bat ïfloo-
pen ia doe zekerder, loitder dai men "beboert te
Tieeun, dat bet eebip h^ bet tewateiloopen te
rroote tnelheiid lal irgg<en. Ook kan dürdoof
het totale oppervlak, waarmede bet sditp t^j het
aOoopeo (lie akkar) op d« ^^fcedden riuta, klei-
fMT «^; xoodad «en bc^ertt aantal dwareeétiteep-
tcbt skAbedden en sleden ondei het sohip nog
een moUoonde smwine mogdi^ maken.
B«UaTl*t, Karl OuifotL «en Zweedsch eeliil-
d<r, 4ien 15den December 1S&1 te Kvnsslh eebo-
len, a>v<rieed den ISden November 1690 te Mün-
cben. H|j •riuUcnJe biatoiieetokten in d«n tiant
BsUwair, Konrad Wilhelm, een Duttedi
Kniettr, den 18den SeptMuber 1827 te Batdn ge-
ren, atodeerde te Si«l in de wie. en natunr-
kunde, aam deel aan den strifd over de bertoe-
donnien Sleeswjjk en Holsteift, beioebt daarop de
poljtechnraehe Bcbool te MUneben en wefd ver-
volgens g«plaatet ond«t Etiet bij óba bouw veu
den Zwitaeraclien Centirïakpoorweg (1S53), ver-
der bg den aanleg van den Titta-JoeegiiB-Oot-
terspoorweg naar Hon^rne, daarna bjj de Ijjn
Weenen— TViM tvo den Oostenröksoben Zuider-
^worweg en ten Ektte bq den Brennerepoorweg.
In 1668 werd l^j ,3aadirektor" bij den Oosten-
rgkaehen Noordweaterapowweg en bfvtiiurde den
aaideg lot in lfi74. De knnetwuten, MeriDg toI-
t0M4 tJfD: 'k bni^ o>Ter des Dooan bq Weenen,
het TtiajKfiadaet bg Znaïn, de brnggen over de
EUw b|j KtaüggiUM. Pactbubitz, Auasig en Tet-
adien, Vamede de itationsgebotiwen te Weenen,
Praaf en Tetsehen. In Uaart .1875 wen) bjj ak
opvolger van Oerwig benonod tot hooMingeoiear
bg den St. Gottbardepoorwe^, docb ntm wegeni
eoi caniliet lati de directie oi>tslig. Hellwag
oveileed den 4den Januari 18S2 te Weenen. Hg
•ebreefi „Eisenbahn- Bao-Noimalien fOr die k.k.
privilegierte Oesteir. NoidweaEbalio" (1675 —
1876, 8 Ha.). ,J)ie B^inai^Me und daa Llncen-
ppofij der OoltfaanUbahn" (1876) en „Die Oott-
oanMbaltn. Hein EonfUkt mit der Verwattung"
BsUwald, Friedrieh Atilon Helter t
OMtenrnkwh sdiT^er o«ec aardryh»- en v^ei
. IS-iarigen
tenriikscfae leger, maar aaav&ardde i
trad op IS-iarigen Ieelt|>d in dienst
Jua geboi
bq bet C
bargeciyke betiekling, om zieb aan de beoefe-
Mog der asirdrgkgknode te' wijden. Het ja&i 1866
riep hem echter wederom in de gelederen. Nadat
hg ak laitenut dei uUanen deel had cenomen
aan den Teldtodit t^en Pruisei^ wenf hij m-
plaaW bq db redKtl£ ma de „QesterreirÜtdic
196
Zrteebriltf' en m 1871 Tetketew
vnn J3m Aualaad" te Angsbwg. In 18^ nam
hq i«n Mitekg en ieMt sedert 1687 te TSk^
waac lijj den leten Novwdbei 1862 oTerleed. Hg
leliieet: ^Die Amei<ikaniMtie VStkerwandernng
(1866), „Haiimiliao i, Kaieer vvn Hexioo" (2
dln., 186»), ,JJde BuaneD in Centraksien" (1873),
„Centr^osiei^ Loodsdiaifteo nnd VOlker in
Kaschgar, TnrkMan, Eascbmir nnd Tibet"
(1875)^ „EnHnixeMtiidrte ia 'dinit nalOrliclien
EntwUeki^" (1de druk 1806), ,4Iinteiii>diache
LEnder imd Vfiker" (2de dn* 1880), „Oakar
PcMbel" (ade drok 1I88I), „Die Eide nnd ihre
vaker" (2 dln., 1676X ,4>ie heu^e Turkei"
(met Beek 1877>, „lm ewigen Ëie" (TgeOV ,^i-
tai««Mhi«hte dra HenscËee" (1883— isisi 3
dlnO, „Amerika in Wot4 und BBd^ (1888—1885),
„Fraiéreidi in Wort oud fiiU" (1884^-1887, 2
dln.), „HauB 'nnd Hof in üiref Entwiffthng"
(1888). ,J)ie meittehlidie Fsmilie naoh ihrer
Bntotaltnng and naUiücben iBDtwükiniig"
(1889), en ,4>ie Wek der Skven" (1890). Na
zgn oood veioehenen nog „Ka>t«it«tder" (1894).
tfeUwoU, Ferdmand Heller wn, een brooder
van den votHgaaode en een beoelenaar der Ne-
deiiandMbe letteifroDde. den 22Bten Sept«nlier
1648 te Weenen seboreD, wei4 in 1802 benoemd
tot C(dJd«ratoT 1^ de Htrfboekerjj aklaar, ia 1872
tot Mcretarie ^an de MaHeiar Onje. Hq «rerlewl
den 28eUn Juni 1884 te CSarei». Het «e»t heeft
bü lieii bekend geomakt door bet ontdoken en
uitgeven Tan het werk; „Vovage d'Adrien Ua-
tbam nu Maroc, 1640— <16lil " ('e-Grarfeohage
1S66). N<« MangrqlDer wu in 1869 sgn ontdek-
king van liet tweede deel Tan den „Spkghet Bis-
toiioel" van Maerlaitl, dat ak verloren werd be-
Bcboawd en niet otinder dan 33 (XX) verzen teÜ.
Het went door ttma met Ds Vries en Ventyê, in
opdradit van ide Leidficbe Maatadi^ng tan Ne-
dcrkadëche letterkunde, in het liort gegeven
(1873 enz.)- Verder maakte wit HeUwaU andere
oveiUgfeelen van oad-N«deriaiHk(Ae geecfarilteD
in tDMndwerten opeObaar. Ook adireei hg: „Qe-
«ehiefatie de» bolliodiMbe TheMMs" (1874), ak-
nwde „VMmiBeheB Leben, QesefakbteD nod Bil-
der" (1867). Zqn ,/3eaehJehte dei nietkuJ&ndi-
Khen Litteratar" werd door Laura Sektuider
Toltooid en uitgegeven (1887).
Helm, helmrtet of dumhelm (dmmopkiUi
arenaria Lk.), is de naam van een belangijfte
rielgrafisoort, welke tot de gioote familie der
Oraiien (Oromineeëtt) behoort. Zq komt vvor in
versobilMute etreben van Boropa en Noord-Ame-
rika en Uoert in Jidi en Angustns. Zji is inaon-
dertieid van groet belang voor ons land, daar
zg de duinen vw>r veirt^tuiviLog >bewaart. Daarom
wordt ze ook wel aangeplant.
Halm (Ang^Bakeiech = kelToa, sfgdeid van
helan — bed«kken) k een booldfcedekktw van
den krggsman, ' ook van .politieagenten, Ërand-
weerroannein enz., meestal van metaal of Ieder
vervaardigd en overeenkomende met de gedaan-
te 'van den scbedeL Hq komrt in aeer onde tijden
reed* voor en ia volgene Herodotiu een uitvln-
dbig van de CknAra. Uen heeft ver.vitdgens den
belm op vekrlei wijsen vefsierd met een helm-
kam, een lielnf^im, stoimlianden en^. Voor^
de oud-tiriekedK beJÓien waren knnallg beweikt.
D,o,l,zedb,GoOgle
D« JComeLnen draegm ia dan tx^aiic hcfaan
nu> barna of vin stati, óoA deie wenltD in de
3de «env na Cbr. uil verwHIdbekl i^eMfaaft,
«MivB lü «UengB iD sebrnik kw&meit bg de
Gemwien, di« Tpoegw HootAooM itTAdok. In
men aït de ^«raahiUeade ^)den ot verndiiUeDde
iBDdeo TMr.
Helm in de wifreiftiiDde vggt er op, <}»t het
wajen, wa«bg het bebwrt, h ym een KeaheM,
wen 'vooKMidMf wegene rentieiivten in <ten gtt^
^ ^
'■"• '■ n,. 4. Fij. 5.
Fif. 8. Fig. 9. Fig. 10.
Hg. II.
Ftg. tl Fig. 18.
Fig. 14.
Fig. 15.
Halmen. 1. Grieksehe helm; 1. RomeinKbe halm; 3. Helm ait ds 13de oeaw; 4 an &. Hiddel-
MawMhe katalhaed; 6 an 7. Storrohoed; 8. StMkhaln; 0. Stiida (15da eeaw); 10. Baargondisehe
hein (1M« Maw); 11. ToarDooitielm (IMa eenw); 19. Helmder PraDacliedrBfoaden<lBtl— 1870);
18. Balerache iDraoteriebeln (1807—1888); 14. Helm der DuitiBhe inhDterie („Pickelhauba");
Ifi, Piradebalm der Garde du Corpi io DniUcbliDd,
de Hiddeleeuweii nu de helm een hoosat be-
langiTÖk g«deeHe itt mpennistin^, en «el in de
vormen v&n etomiboed, toemoodielm enz. De
helndiTU^ (halabeiK) ^ekle den haU, en een vi-
xier, betiq met trMiéweric, tietuj met gsten voor
de oog«D, het gelaat. Ook FO«n^«n de rkktera al-
lerlei herkenningstMienea op ban heimen, bjiv.
een kroont MJelMiBrieagela, een druk enx. De
htbnen -vso vorplen waren teda) rijb Teraierd
met goud en siher, en hefandcldieii van gelüeuir-
de stol ^Ijaddtoa aan (Te zijcKm lot op de acfaou-
dera ai. De gewone kr|jg«kne<J>ten droegen ak
beknedi jperen en stalen hoeden, en deie zijn
lang TM de iaToering der raurwbpeceD nog lO
iwang gableveni. Eerst na den Dertigj&rigen Oor-
log wera de betm aleeaohaft, en tegen net eunde
der ISde eeuw zeVe b^ de xwasv eair^rie Later
den WereUoorlog wenl de stakn befan wedeaom
in aHe legen Ingentard. Fig. 1 — ^15 «tellen bel-
gereditjgd waren de familietcokeDS te dragen,
weHw op bet «ctiUdvlsi voorfcamen. Niet enkel
de bd^ maar ieder vrji m&a bezat dat radtl.
Men liet hen) gewoanlgk geplaat«t boven bet
wafwnAdiild, wd^ beweging bjj volgt. loonlat
liij %ij een rechtfltaoddg sdiiilid (midden op den
bavenraad iUaI, waarop 1^ met zijn onderrand
sleimL De hekn kan lecbt voorin of ook ter zyde
geilen worden. Terwijl bostMnde den hehn litAs
wenden, ie overigens zijn ataod willeieuris en
duidt deze niet een bepaalden rang aan. VÓ6r
de liet eu aeVe vö&r de :16de eetrw hefiMile mem
weinig aan den vorm ion den wapenbelm, daar-
na eoder werden de vormen zU gekmen, dat
men bicrtiit den rang Tan den eigenaar van bet
wi4)en kon opmaken. De hiert^ betceUtine hdb-
bende regek he«ft men e<d>teT aiJcen ia Frank-
rijÉ naet nauwgeaetbead gevoilsd. Daar was de
bekn van baatasiden van gepolijst vzer of staal
zonder itraliBn. maar met gesloten vizier De
nieow-geadeUen bodilen een de^elj^en hekn.
D,o,l,zedb,GoOgle
DMT lecMs goveiMl. Hjj, wi«ne adel ntt raiien-
en Dwedencüde totAfpoMoadenr/ptiom, yoet-
d« wn derge^jken belm met cfea Tiüer en 3 ti&-
lïên. De hekn der edden tm oude t&omet wm
omjbooid met iftrer en Toonien met 5 trslita.
De bftroiHieD ibadden oen fa»lf-aBniieiidea, lüiTe-
rcD, met good bealageo bekn met 7 gonden tra-
Ufio. De oefaD dei k»t«b en barebtgrwcn wu
Tftn liher, «net moo emdxMid, iiaU-«Mwieade en
met 9 gouifcn .tnliOn. Die der msifcieoen wt« «aa
litrer, met goud gedMOueeerd, met gend om-
boord-, iMiiieiuie en met l'l goudtn ttalnlD. Ber-
fogen en soorreieiDe Toreten, beneden den rang
rao keiaer of lonincr. wienien eea iMuienden,
gëdamMceerd gondeQ hdm met 11 gouden tra-
lA» en buns geheel geopend Yiiier. Keiien en
kooHtgen èwkfen een ' dergriqkeo, dooh met ge-
opend fisiei en sonder triilitn. Ie de hctm hmot
geen kroon """ '' » -■ '" '■-"'-
een wrong. <
medailioii ■•
wipensehiU met 2 netaaeD gedeÉt, dan ig» deie
naar «Ikaadei toegetoenl; ie er «en dnrdle bq,
dan etaat drae aajiNende in liet midden. Dnit-
aehe w&penecfailden zgn we> eene Ator een groot
aantal belmen gedekt.
Halm, ThÉoaor, een Dnitsdi mneieoloog, den
9deD ^il '1843 te Weenea grf>0Ten, atudeeide
in de redilen «n <trad in. 1866 ia staAttdienet.
Sedert 1667 nijdde bq lidi E^aal aan de iin-
liekiritiek en schreef dfe maiEtck.Tertlagen inliet
,^ene Fretadenfclatt". In i&JO promoveerde bq
tot dr. pbü. en went in 1874 leerau ia mnsiefc-
gmdnedtfrie en aeathetica aan de ituuitfcechrien
ym Honk te Weenen. Bedcvt 1866 «farerf hü
ia den „Peeter Lkij<d" iHd „Wiener UuaiUirie-
fe", Ook mat tqj medewerker ran de namektijd-
achriften „Tonhalle" en „Mngikalieehes Wodien-
Uatrt", redacteor Taji den ,Jtnaili-, llteater- nnd
Id>te»tar-jonnial". Voorta knctde h^: ,^Beetto-
Tene letite Qoarteite" en i^Daijaen a&nrtlicber
Sti!«Mfaqaartetten BeBtfaorena", ,vDie growe So-
nate nfonn teut Beetboren", „lUÓiarta Klavier-
konserte", „ReoHniacenMn in Tooweiien", „Ua-
Kriatiie Hwik in deutMben Hei«len>", „Baet-
Tens Streicttqoartetite", „Beettnren ala
kaÜMber IMinfar" en „BiabM ala VtirtuoM
and KomiMMuat".
Belmbloetn (Corydaltt Dr e.) te db oaam
l»D kmioieen antdeDToet 24)tadenlgeiiatoiigden
m — : — opgeiiditflai troe^ — O. totida
•Aoone blMOMn onder den
inaem van duifje» geweekt, met een rjken, 10-
itot 204doemigen troa, handdeelige «elratUadeno
en geduiende den bloeitüd neingebogen stengel,
bk«nen vftn TeraAillende Mmr dragende, — en
C. labaeta Fe te. met een annUoemigea Isoa,
een gedrongen, oTertutagenden Trnebttroa, gare
•dmniladerai, een ndioode, reehte i^oot en
Ueine Uoemen, op beechadowde plaateen 'voor-
knmend fieuge oÜlieemMÉ» wortea, aan4s O.
nobilii 'L. «n (7. MmpemfeNe L., worden ale nei-
planten aangtfcweebt.
Helmdrft^ noemt men in de plaDUuinda
bat gemanJöfc «teetwiUMim ded van een med-
draad, dat den bekaknop dia^.
Balmara, Jan fraderik, een NedeElandkeli
dichter, den 7den Maaii 1767 te Amsterdam ge-
boren, maakte zicfa ia igo jened bcèend met de
Fraoedie, Eiwelache en EÓogduitMAie («Iml, en
olsehoon hj) bet roorraderl^ ^beroef) van koop-
man f^oMD had, trachtte tq met iien meeeten
Vrer ign kensu nit te tmiden. Hg beoi^ente g»-
tebiedenit en aardri^dmode, fraaie letterenen
w^^begeerle « iegde sioh toe ep de takenkiMMl
en mnriek. Tevens getoetds hg neh aai^rok-
ken 4loot de didithnnet «n ï/yJeHbroet nam ijjn
eentelingen op io de „Eletne Diebterlgke Haiid-
ediriftev'. Onder de aervtelisgea onderadieidxte
(iA Tooial sjjn „Ode aan dwNadit" (1788). In
'1790 teredieen ign gedldrt „Soeratea" in S lan-
gen. Ook wm hg een hartetoebtrigk *oor«taadei
i«n faet tooneel, loodat bij lidi met ijjn awager
Looft, U^fieibrotk en anderea Tereenigde tot het
g«i k
n keHt of <Loor bet geaüe Tan deseiK dovr 4
bkHinbladena, Tan welae het boweiwte gegloord
M, door 2-1iToed«rige meeMraden en door een 2-
kteppige, teehs^ee doonnubt. Tot de «oortcn,
'a one land geTMiden worden, brfiooren;
de rankende h^nMoem (O. ei
wMdbq de IdMhUkn dn dDUMJgeTiade Uiaiftnn
^ beehtiMfcea etodigeD, met hogwafug ge-
njlete eeimddaderen, die langer »d das de
bloemetelea, en met kleise, Ueeke Uoemi
O. luien D e c, een oveiUiJTende fdant, «rie Tan
Hei tot Ao^stoe lbk»eits met dobbel 8-talMge
bladeren, vertakte, Tea^e wortels, langwetpige,
getande Kbotblaadjei en dtroeogeJè bloónen, op
oode muren Tooikomende, — O. erna Sehwetg.
et K., ook mgdtjt»- of boonfjetAelmworfel ge-
noem4 met een hollen, met worteheiels bad^-
Mhi'^na Tan ,J)e AmeterdamMhe Natünaïe
Sefaonwlhug", een tj}dadutft, aaa faet tooneel ge-
wgd. Veider tiiuttt bq bét trenrrpel: „^no-
fflaehe of éo 'Krloamng Tan Atbene", doeh Toora]
oogstte hg gtooten roem, toen in I60&— -lölO
aqn 2 bimd^ giediditeD in be4 Ueb4 Tereebenen.
In 1812 werd sjjn„Rollandscbe Natie" atet alge-
raeene en uitbundige g«eetidrift begroet, looral
daar ^ Terecbeen in een tijd Tan verdnAking
en ellende. Dat gedicfat dat prafftttise gedeelten
bsniit en in den FraneiAeii tgd slechta ter^ki
kon benaebtigd en ^eien worden, ii bg faerba-
ting nitgegeren on m bet Engelscb. Franseb en
Maèeiarfi Tertnatd. Helmar» waa torene een nit-
«tekend prousehryter, moals hl|jkt ait ender-
ecbeiden rederroeringen, in Fciii Iferitia «tge-
■proken. Zün TeiU^ Ie Pargs in 1908 hftd grao-
tea iovloed op de T«redelmg Tsn ign konstge-
Toej, diA lidi in ondersriieiden etdilen tui sgn
hiDd openlMAFt. Helmer» orerieed den Sósten
Februari 1S18 te Amttordam. Sen jaar Utet
Tierde men op plechtige wnte »jn Igkfeest in de
Amsteidamsdie afdeeluw der GÓIIandMbe Ifaat-
tnh^^ T«n Wetenei£a{]pen, -waarbg O. j.
Ifeyer, later boogkEraei aan bet A^eaaeira te
Brmse^ een lofrede en if. Ü. wn Haü een diebt-
stok iiit^)rak. In 18)5 weid een nctgvre der .Jfa-
griaten eediehten" van Bdmera leaoigd door
Van Hatl en KJjin en een , Jfalemng" doOT Wit-
ten Oe^ibeek. In 1823 Terecbeen de derde dr^
TSJi xbn ,X9ediefatea en NBg«d*ten gedicbten".
AfEonderlHk is nog van bem nitgegnen een ,Jxrf-
■aug op Jesos Tan Naxaietfi", een .J^^ung" op
DigilizedbyGoOglC
19S
EELHERS-^UnCHIUS.
B. de Bosek en «en op Gornelia WaiUer, aUme-
de een Keraang „Oror de oneindige TotmaAtNUtr-
iieid der memcbe^ke natnui."
B«Iawz>6ii, Óregor tok, een BaBsiscti rei-
iig«r en eeoloog, den 298ten SefiteoAwr 1S03 op
bei Tad^ük Undgoed Dii<A«rafaof t^j 'Doipat gie-
borea, oattiiDg zyn eerate opleiding ie St. FeUra-
4)uig en aan het gjnmaedain te Dorp&t, waar
èq xicb aan de imiteratteit aan de rechUgekeid-
heid wödde, maar xidi weUra meer aangetrok-
ken TOeMe door de aaid- en delMofkuDde. In
182B trad hq in etaat«dieD«t en werd meit Smil
Uolmann b^aat met nuporingen ia hei Oeral-
gebergte, Zy ganen daarvan lenkg in hun ge-
eduilt „GeogiKwtieche UntermAus^ dv Südu-
rtügebiigs" (l^')- Op dien tocht kwajoen z^ in
aanraking met AUMtnder von Humboldl em ont-
vingen, op voor^iraak van deteo, terlol het tui-
delgk gededte vaa dat grtiergïe te beioelien.
Van lESO tot 1d8i2 atudoei^ Helmerten m«t i^a
vriend t« Berlgn, Heidelberg en Bonns trek
door een groot gedeelte tui Dultachluiii Ooe-
Unrük en NoordélSk ItaHB en bleef geruinieo
tj>d te Fi«ibiHg. Ka ign temdfeei in Rusland
werd tiem ofigMTigeo bet OerMgeborg4« T«n Je-
knUtMwniwqg tot aan dm Mateo breadteigraad
4e ondenoeèen. Nadat hv te Orenburg den wm-
tei had dooigebrarfit, w«rd hg naar den Altal
«ezonden. Na zeer moeUgke toonten kwam hg Ut
Deeemher 1834 weder te St. Peteraburg, maar
fnoeet in het 'voorjaar 'Vao 1835 een ondenoek
iaatellen naar de Kirgieiensteppe. In 1886 werd
hg henoetnd tot hooj^raar in de geognosie aan
de fuijnachoot te St. Petnsbuig en io 1844 tot
Im) der Acadenue ran W«tenBdi'aippea eMaor.
Reeds in 1835 beUeedde hq den rang van ma
joor h^ het korpe müningenienrs, torw|)l h^ ach
iereenrolgenB vpdcloca t«t di«D vao iaiteoajit-g«'
neraal. Inmiddue deed bij ieder ja*r welenE^ap-
pelnkc feilen nav 'veieehoffieode dedlen van Roe-
laod en in 1S15 naar Ootttaod, Zwedea, Noor-
wegen en Denonarken. In 1865 werd by tot di-
recteur d«r mynsobool te St. Peitersburg benoemd,
welke betrekkLng Ihji in 1372 nedisrlogde. Hij
overleed den ISden FebrDari ISS5 te St. Peters-
borg, üelmerien adireef; „Reise oaeb deoi Ural
und d«r Kugieenetnfipe" (iIMI), „Relae nadi detn
Ahai" {\m), „Uebenichtskarte der Oebiigsfor-
iDationen dbe «aropUEchen RuariMtifc" {Sde (faioJt
1973), ,J>ae Doueoer fiteinkoihlengebiige and
d«Men induBtri^e Znkuott" ^663), „Der Pei-
{lUieee md die t^re Narova" (1664), „Qeologi-
flche nod phyaikogeograiiibisobe Beobaëbtvngen
im (Momoer Bergrevier" (1682) en „Stadiën U>er
die WanderblOckie und die Dihivi^ebilde H^iee-
lande" (2 dln., 1662). Uet K. E. van Boer eu ]m-
ier gnet Sehrenk gal hü „fieitrtige lur Eenntnie
dea mMiMben Rekhs" (1839— 1^ 35 dln.) alt.
Belmert, fnêderiek Roberf, een Duiteefa
geodeet, dbn 31eten i\A 1S48 te Fndftroig (Sak-
een) g^ren, etudeerde te Dreeden, wb« lot 1SÖ6
BSnetent bg proteseor Hagel aldaar en promo-
veerde in 1868 te Leipzic met „Studiën ttoer ra-
tion^e Venn«UDgen^. VaiD .1669 tot 1870 wae
hy ^Aaervator aan de «terreowaobt te Haindïuig.
Uit dien tgd dateert „Der Sterohaufcn ïmStein-
Uade dba ScUmkÖBdiea SdnUwT <ilST4). In 1870
werd hjj leeraar in de geodesie aan de TefÉrnJ-
sdhe Hoogcediooj te Aken, in >1686 directeur van
het EoDJiiklök Piaiaiedi Oeodetiseh Inetittmt en
hot Oentraal Bureau der interaationale aardme-
ting, in 1887 tovena boogleeraar te Berl^. Hg
eritreef o. a. ,J>ie Anagleichimgsrecbniung naoh
der Uethode der Uedneten Quadirate" (1872).
„Die matbematiariiem nnd pbjaikaliechen Thea-
Tien der hObeni Oeodieie" (1886-^1894, 2 dk.).
„Lotabweiehungen" (1886), ,^\e Schweikratt im
HochgcAnige" (1690) en .J)h kOniglidh preoaai-
eobe Oeod&tiedie luBtitot" (I8»0).
Helmliolti, Bermann «on, een I>ittsch na-
tuurkundige en piijBiokiog, den Sisten Aawnetua
\ê'i\ te Rotterdam geboren, studeerde te Beii^
in de medicünen, werd in 1812 assistent -genees-
heer aaa de diariti aMaar en een jaar later ol-
Fieier vao gezondheid te Fotedam. In den herfst
van 1848 keerde hg ale leeraar der anatomw aan
de Kunstaeadeoiie en aeeietent aan het asato-
miech mueenm naar Berlgn lerng, doch reede
Juli 164S w«id hg ala hoogleeraar in de pbj-
ioaie te Konin^Mre * ' """
hy ah aoodanig naar Ë
berg, lertfok im 1871 ale hoogleeraar ia de na-
tuariruode naar Berijjn en oam in 1880 de Iw-
ding op lich van de Pbj'sisdk-Techni^e R^kain-
rlohtiflg te CbarlottBnlxirg, waarvan hg de eeigte
jtreeideót wm. Hg overleed aldaar den Seten 9^-
tembef 1894. Te Berlijn ijjn twee etandbeelden
voor he«i (^igeriiiht. Zgn wetensahappeUHien loem
vestigde h^ met 'bet werit „Ueöer die Èihallung
der KmTt" (1647), waarop 'm I8&4 in popokiren
vonn „Ueber die WeclüelwiHiung der Natnr-
krUte" TOloiie, Den door ben uitgevooden oog-
apiegel beB«n<ee[ bg in „Bee^rtirlMrug ei>nes An-
^nepiegels" (1851). Zga faeJanergkBte werken
2gn: „Sandbnch dm pbvsnlogm^en Optik" (2de
ieA 1686—1896) en _DDe Lehre von dte Ton-
enipluiduogen" (5de <friA 1806). itlwee werten,
d'ie (^ bun gebied baantrdiend xgo geweest, loo-
wed omdat Helmitollx ^e beJangrgbé vraagstuk-
ken dier wetenechappen grondig beBtudeerd en
een leeke nieaw« waaraKfningen gedaan heeft
(klankkleur), ale oradat hij lioi een meester ge-
toond faeelt in bet gebruik v&n aile hulpmidde-
ben van bet moderne natuuronderzoek. stetsekna-
tig, edierpzimnig experimenteeren iin verband met
matbetoafische onderzoekingen. Op phjsiologiaah
gebied zjjn nog ign loetingen van oe vooitfilan-
timgsneAeid aéi lentnnoriKkele te vermeldan, op
natuntknndig talrgke fmaobrekende experimen-
toale m mot nente tbeoretioribe wxrken (notient
vraagati&kien der mechaniek, van bet gehnd, het
liobt, de warmteleer, deotricitei taleer en mete-
orobieie, die meestal in PoggendorlFt „Anoale
der Plhyeik und Chemie" en in Crtlle'» ,Jonr-
nal. iQr Matbemalik" Tereehenen; afumderink
Inramen nog uit ign „Vortrige nnd Reden" (5de
druk 190S. 2 dln.). Zjm iretenschamelgke va-
handeJingen ign Ln 3 deelen venaineïd (1882 —
1895), liJn ,Vorleaungen tiber tbeoretiedie Piij-
siik" door König, Krigar-Meiuel, Rieharx en fiun-
ge uitgegenren.
Uterottiur.' L. Königtberger, HemMnn von
HeknhoJtE (BriKMwgk 1908); F. A. Sehalte, Die
GToemn I%]nifcsr usid i)u« LedsHuiwen. („Ana
Natar <md Oeisteawelt", Leipiig 1910).
Helmlohlni, Wgnenu, een NeoerlaDdaeh
D,o,l,zedb,GoOgle
HMiMICHIUS— HESiHOND.
godedeeiNk, in 1S51 ^e Utmdit c«^ieQ, was in
1571 pnditaiit bg de HerTormde gcmceiite te
Frankfort aan den Hain en in 1578 tödelijk, een
jaar later vaat predikant te Utrecht, waar hg
den ISden Jaimari 1581, bet eerst in <!e Dom-
berk een Pio/betAaaitaébe teerrede i&id en üt 1586
leeraar werd der Waohdie gemeemte. to '1536
woonde h^ de Sjnode te '»<3TBv«Dliage by en 2
jftar hier Miooide tig tot het geoantectH^, ddt
in last liad b|j ISlitabeth op behüligiiig der Pro-
tntaitttelie bdaagen aan te drineen. Daar hjj
tot de part^ van Leieuter behoorde, ontving b|]
net aodeire predihiKaii, bg d« Terwieaeling van
den «taod van zaten, in 1589 ign ontslag', werd
te 's Oravenfaage en te Dordreelrt beroepen, ma&i
fat in 1590 ^lioor aan de poepstcm t^ Delft,
len boQ^eerausaoiIbt te Leiden wee« hg van
de faand, doch vertrok in 1601 naar Axdsterdani,
waar fag den 2östai Augustna IBOI o^er>eed.Eg
cchreef o. a,: „Ooimta sweert en riedtotodc van
pater Fiana Ooster, Jezuwyt" (1609), „PBahno-
rnm DavLdia et aliorum Proplhetarmn anal^sie"
(ifUl) en „Epifllola Mripta AitreJiaino Mvyzea-
liolio . Door de Zaid-Holland«cbe Synode werd
ia '1587 mede aan hem de vertaling dee Bijbela
«pgedrofen, tervöl hg later benoemd w«rd om
het werk van Mamix na te lien en na diene dood
om bet voort te tetten. In 1607 leverde h|i een
hqna <roBedige vertailiiiig van Oeoeaia.
HelmlDt w de naam v«n een groen mineraa],
dal veel OTereea&omst -vertoont met chloriet. Het
koa>t voor in elgenaaidige worauvonnige bUA-
ken, dre men bsn hewnamiea bIb v^idrsüde
ihoiobieche of beiacon^ priama'a. Bet kristal
vertoont paarteioer^ajie od het haaische vlak,
volgens hetwelk W Kemaskellik splvtbaar i«.
Halmltol, ean heiametlijleenamiDeverhin'
dng van aDhTdrometbyleencilroeD^uur. ie een
vit IcriBtatten poeder mei ï»ren smaak. De ateric-
te der waterige oftioBSing kan tot 7 % ^n. In
ajeohol ie bet onopiMibaar. Door zoren notdit heit
lamgitwri. door aKaiiin gemakkeJgk ontleed, on-
der vorming van fomaldeJiyd. Het bedt een an-
4iMptiMbe weAing en rindt als geneesmiddel
foepaesing.
Helmkloedeii «f lambreqvim waren stuk-
ken doek op den helmtop heveetigd en achter
den bekn athaogend, iterwijl de urleioden aan
den bovenkant ter jtbatse va.ii de akpen onge-
4«et waren beveetigd. Aangebracht voor praeti-
Mbe doekiaden, al« beeebermin^ tan den beïm
tegan vocht en bflMhnttïqg 'vv» het hoojd tegen
aoMteBtnien cf liat ataftl ■na èai bela, w»ren de
hrinAkeden aumnkdiök "vrg eemmradig, doch
deifl* «vrden w fnaaer vap vonn. Zg hadden
san de trimieni^de een andere kkvi dan aan de
hnUenzgde en tn d« 14de eeaw badden ie een
lengte meer du viermaal de booste van den
heui. Toen odk, iiu*r nog meer in de '15de eeuw
werden de b^nUeeden veisneden en beetonden
lÖ «ü Uadvofmifie lappen. Het «preekt
dot deze b«JgakKeden ook
' w^KnJronde
OTereensteoHning aqn met de onai
«tiA en in lM>diten htngs befan en schild aldftleii.
Helmknop te het met atnitmeet gemUe
Inopje op den helmdraad (zi« aldaar).
Halmkroonóo <te woqtaikiuide whg aanvonke-
tgk een bauhand, veiboo^ door vier Qenron^
waartnaadien paidtjea, die alle leer eenvondie
waren. Ewet latei werd de haarband veisie^
en wenkein <fe ffen-
TODB ingiewïkkeldOT.
De beknkroon; die
Of) geen ^ledcden
r«ng dnwilh dSent ter
bevestiging <ter hefen-
kleeden en hetantae-
kena. Vau de Qero-
nnw is een geheel Belndrroon.
en ign tuwe vror de
heUtt mcbtbeBf (sdk de ^.).
Belmkrold (Seropkularia L.) ie de naam
van een plajite^esbcbt uit de familie der Stro-
phulariaeeeXn. Eet ondersebeidt lïch d«or een
S-dttAn^eik kc^ een kpoeeivrainte, aaoeg^tn^
fAg-iddta^ ondarJEp, door 4 mec^traden en een
vaUehon meeklTaad (ataminodinm), een boven-
etatKÜg vruohtbegünel met één stgl en ééo stem-
pel, een S-hokkige dooavmebt met 2 of 4 Ich^
pen en tegenorergeBtcide bladeren. Van de «ooi-
teo, die im «m laöd voorkomen, noemen w^ ftnoo-
pig hêlmkruid (S. nodoga L.), een overhlgvende
plant, op voohtige, eehadiiwri^e plaaitsen, vooral
tuaadien hoUiourti groeiend, met ohd aObóm-Met-
ksiiten otem^^ eÖFonde oif kogrweipige, OiMe,
diJUbdgeraagde itbAarm oa dcndier o^luinBtge
tfloamen, vmi Juiü toit Se^iteinber bdoeóeixle en
morhieen legen klLerTodcte m Rébitiik, en rerdleT
voorjaarÊhehttkruid (S. vemaliê L.).
Bfllmond, een Duitse geediiedsehrgver der
I2de eeuw, waa doifM^aetoor te Bosau aan bei
Fh&aer Meer. Door sgn leermeester OeroUu»,
Usschop Tan L&bedk, dien hg op een zeodinga-
rei-B naar de Eeidensche Slaven aan de Oostvee
vergesdde, werd h^ aangeepoord «n de beiee-
rinf diei afgodeudienaarii tot het ChristeiMiom
te beaobrgven. Eg deed zntts in het „OhrooJcon
Slavwrum", waarin hg ook een aaotal amdere fei-
len imdedeeH, waarom het met vrucht als ge-
schiedbron geraadipkegd wordt. Het begint met
de bekeering der Sakeen onder Kartl den QrooU
en eindigt mert bet jaar 1.171. Een abt der Be-
nedictgoen, Aniold ^naamd, beeM het voortge-
zet 'tot 1209. Deze Kroniek ia uitgegeven door
Lappertberg in, de ,Jf'amnnen4a Oermaniae histo-
rica'' ^. 21, Dnitaeh, 3de drift 1910).
Balmond, een gemeente in de provineie
Nooid-Braibant, 1450 H.A. groot met (1915)
'16 810 inwoners, wordt ingesloten door de ge-
meenten Aarle-Riitel Bakel e. a., Liercm, Mier-
loo en Stiiphont. De bodem beslaat uil dilu^isal
zaïkd, arIgewJBseid en vennengd m^ leem, iwan-
te aarde, gzeroer, derrie en moer. De gemeente
wordt door de A en de Znid-Willemavaart door-
BDodenv terwgl langs de noor^nma de 6aJc>dsehe
A "rio^ De bwieftdiv haaat zich heiig mal
najvetlbenl (matMiKB^ Imtloeni, ngareo, eaeao),
haiMM, landbouw en veeteeït. Tot die ge>
meente bfiiooren bet stadje Hefanond mei baar
voorhwurten BindetBeind, Heavcl en Steenweg,
de biiorien Eooeeind, Bgaterredd, Bindereo^ 1%
FÉaag en bet gebocht DudoeUcx^. De gensMité
wae 'vfoeger een beerKjkbeid, die m 1220 met
Brabsint werd vereenigd.
Hot ftadje Helmond Ugt «au de apoorlgo Eind-
DigilizedbyGoOglC
HELMOND— BELiMTBEKBNS.
koven — ^Tenlo, aan de stoomtruuljjn
'a-H«Ft<wenbaécii, un d« A en Zai(^Wilkal(-
vaart. Yaotii de tertieluBveAeid, en we! die van
katoen, i« belangTglc. De pla»te, die zich in den
l&alsten tijd zeet anel uitbreidt, ia de letel i^n
een iantongereeJit en beait o.h. een "hoogere bur-
garedtMxA met S-jacieen ciltsus en eeiv bui^^eff-
ftVMkdKhool met teotenschool. Sriangrijke Te-
bouwen zijn <i.a. het oude ktateeli ik fraaie St.
'Lui]A)eTtu^eik, de Hervormde kerk en het Btad-
huw. ia l^viaMU.meDHd&MHK]lToorbet eerst
afa Etaó eenoemd. Het fraai gelegen kaeteel ver-
toont licD nog ongenieer in oenielfden itaat, ale
«aaria het in 1402 g^Murwd irerd.
HelmoDtj 'ff" Baptiele van, <en arta en wiie-
geer, in I^TT te Brussel g«iKiren uit een edel
eealft^t, wu >heer van Roogenbroeek, Merode,
Oortehot, Peilate» enz. en studeerde {e Leuven
Boo Qverig in de geneei^nde, dat hij reeds op
17-jïrigen leettöd ak leeraar kon optieden. Toen
hg >bij iekere gelegenhMd eeo acfuirfUifder oiet
eene«ec kon, kreeg hü een tegenzta in de gMieett-
uuKie en kgde lieh toe op de riieoiie, in de hoop,
da.t 4ig een «Igeoieen ^neeemiddal ontdekken
zon, neb oonneode medteta per iaapm (gieoeoB-
beer door vuur], doeleocle op de oron, waaraan
bij dat geneeamiddet «ïlde onttleeoen. Hg be-
Mrend AnêtoUle* en QoltnuÊ en ^f hierdooi
Teel aanstoot. Nadat hü met een lyke dame in
het huwelijk was geti«den, vestigde hü zioh Ie
Vilvoorden bü Bnisael en bieU er lieh bezig met
bet leseit Tan allerlea gebeimiinnige gvschriflen,
wwrna hjj de «mderlinMte wecken nitgal over
flKbtien «D haar befaindldki^, tleviois veioeteren-
dev dat bij bet «lixii tot Terien^ing van bet leven
gevonden had. Zijn proeven leidden hem tot ve-
te ontddikingen. looab die van bet laud&oum
van Paraeritut, van den geeet Tan hertahooin en
«ao het koojeunr; ook bracbt hjj den naam ga4
i<n de ehenÜKbe tenndiwJogie. By zijn veiklaris-
gen riep bü de hn^ van g«e«ten in, Edhieef aUe*
toe aai> acbeikniMlige oorzaken en vesli^e vooniJ
EÜn aandacbt oc den ondertiuik en (Ie maag. Vol-
ffena hem wordt het leven door een oorapronke^
£jk« kra«bt, arehea» genaamd, en door omdere
aan deze ondergeichikte krachten geregeerd. Zgn
ïlcJeal geljfkt op dat van Paraeeiaut, maai iedui-
deil>|)ker en ireteneebappelijk«r. De kmera Rudolf
II, Malthvu en fercnnand II deden vruohtdooe
•oiiitt«reade BAnbiedingen, om hem naar Wee-
oen te tokken. Hg overleed den SOeten Decem-
ber 1664. ZiJD wecken („Octua medietnae" en
„Opuaeula ntêdrea inaodita") vemebenen te Am-
sberdam (1648) en te Keulen (1644).
Helmont, Francueiu Mercariui van, MO zoon
van den voorgaande, den 20sten October I61S te
ViWoordta geboren, erfdle voa lijn vadler den
smaak voor seheime wetenaeha^ipen en had een
lood er Ungen levensloop. M«t vlugheid verschafte
bij zich de kenma van vele kunsten en haJKlwer-
ken. iwierf met een troep Zigeuners door Euro-
pa, w<eTd in ItaliB in den kerker der Inqniaiti^
geworpen en reiede daarna naar Daii«cfclaad,
vaar 1q verkoudigde, dat h\j de taal had tenig-
' gevoDdein', welke onze c«iete ouders voor tnm val
spraken. Hg stond bij vden, mHb bg Leibnit, in
gro«t aaniien, geloofde aan de lieieveiiiuizing en
aan den steen der wjjzen en kende, voIg«nB som-
migen, bet fdKim om good (« mak«n, daar h^
weinig verdiende en to«i weeUerig leefde. Ook
te Anttoilftm ondnriugfajj de hnUe van Tideo^ be-
gaf luii op aitnooAgong -na ót konugia vaa Prui-
sen naai Bectjio en omleed aUoM indevooratad
CflDn io 1696. Venfieniite^k beeft hn nch ge-
mwJnt teaopmofate v«Ddien;r|Bi(ilo^edertaalen
het doof stMnmvionderw ijs. Hg schreef: „Al^riM-
beti veri naturalia bebraici br«vieelma delineatio,
()uae ^Dul mednodam sn^ipadillat, jnita quun qni
suidi nati suot eie ioformari poasunt^ ui noo
aljofl saltem ktquentea inteÜigant, sed et ipsi ad
setmoma osum perveniani" (1667), „Opüseula
pUlow^ica etc'' (1690), „Quaedam praemedi-
tatae et ooneider»tae eogitatiooee super qowluor
prima capita libri primi Moleie. Genesis nomina-
ti" (1697), „Paradoiale dieooursen enz." (1693),
„ Aanmerk ÏDfien over den mensch en deezdb liek-
ten enz." (lo94) en „Afbeelding van bet natuur-
lüke Hebraeuwsobe A. B. C."7lfl97).
Hslautedt, een stad in Bmuwqk, ligt aan
de spoorlijnen Eidflben— firaoBW^k^ Helowtedt
— SdiGniogen en Heliostedt — Oebisfride en telt
(1910) I6Ï31 inwonen. Men vindt er 3 keckeo,
waaronder de mooie Steohamuelcerk nit de 12de
eeuw, de St. Geoigekapet 'van 1822. bet in Re-
oaiisuiMvtüI (^jgetrokien gebtMiw (Jaleom) der
voormalige oniversiteiiit, een Watonoogedenktee-
ken, een gjmaaaium, een landbouwschool, spis-
nerijen, aaikerrattiitaderüen, meubel-, zeep- en
tabak afafcri^eD, pottenfaikilieiüen en briketten-
vervaardig ing. TMr de stad beviindt lich b«t
jontvrouwenstlft Marienberg met een kerk, de
dtMnedJKn vsa SI. Lvdgeru», een vooonalig kloos-
ter met twee kape^n. 4 km. van de stad li^
Bad Helmatedt met een ealiniscbe zootbron, die
druk bezocht wordt. Op den Cornelirfjerg hevia-
den óet de aooeenaamde lAbbensteine, twee
hooge graoietblonieit, die vroeger a>« ofteiUok-
ken van Wodan gediend moeten bebbeiv Volgens
d« sage moet de stad na omstred» 79S door den
hêid werd xji eerst iOO jaar later gesticht t
kreeg in 1099 etadsrediten. Door koop kwam
Belmatadt aan Biunew^k, bebaive hel Ludgerns-
klöoeter, dat in '1808 gesecnlariseerd werd. De in
1576 <faoc heirtng /iJiiu gratkhte nni^ereLteat WW
in dfe ITde eeuw een dor voor naam^be FnibwËaot-
ecbe huogeMbolen. In 1609 wend z|i cpgcbemka
Hslnutok in de wtqtenknnde m een fignnr
den TOitn vaa e
een wwug g«ibogen en
aan de andere zgite van
een vierkaol oo^ voor-
aien. IWeeetal is de
Iwbnstok 900 geleekend,
dkit de opening, het vier-
kante oog. duidel^
oMMblaiat mndt (lüe de
Kg.).
Halmteekeiu 3^ »
de wapenknodle ben-
teekens boven of den beto. Zü
versieringen geworden. Ah '
RP-.*.^
e-D
«-O
c-o
dienst een of meer veeren, ais ganmn\, hane-, dh-
■ het twewie geral ia
we- en rtr^isveeren^ <
D,o,l,zedb,GoOgle
«root MUtal «n in ««n of uiidei«D iVTta gemiüki,
oetü in den Torm Ysa «en stuit (pMiwereeren)
of Mitei elkftkr, «mak iaaanen^ welke ]ut«t«
ook w«l in den Toim mo «en stuii eeiMigsdtiiit
Bjn. V«nl«i komen de loenn 'Voor U( vttx^ten,
Tfeag«h en be^ of hahe Toe«U. De vhicht, e«ii
(hc ooMe lictateekMM, ie legeuwoonKc meer
■MtDDDgetnmw Atgebeeld jImi in de MidMeen-
wen, toen ijj nem Tii) iilaennHi wu; bet )■
ti^ atevde eeo addMimiMit ^lie Adebuv), óm
dtran op den iixlta gepIuM woidt. Op de Wocè-
iÖD zqn MRiia «i>k weei andere e(aUen gi^adto,
die eoma ^eel onalhaahcigk zgn nm bet
aóiM, «ax <xik daarun zgn ontleend. 'RiBsdien
de Ttóeht komt laek het w^endier Toot, terwgl
de iliMfat ook wel mh <ten Togel steekend w.
jU» diÉMe bdmteekeiw doen Terdci, beluln
de nlwiit, dienet booroe, batf«l- en berUiooma,
trompen (oUfftDt«troii:q>en) taa^ terwgl ook dwi
YMft een 4Ëei — «iet eUgd b«t wtpeodler —
tuBMbeo beide komt tb atmn (zie de fig.)- (VA
keodb dienn, Bttend ol
'belt, DKwtat ingninini-
ge faciadine;
— J tt» i- — .
unnD eeD Uown, AGfnr^
da «nnen ook wrf tct-
TMi^en ign door rieMheii
of andbne kngweifige
fllukken. l^nrj^ nniinea
als ModUug een iwaien
baanl hebtien, beUien
mmwen o^jgvntakthaaT
04 drigen zq faet b«ti in
een hanimet. io ïlediiten
em. Ver^T imnen nel
TOOI «is hehnteAena deeton T*a den menioh,
injr. annei^ terw^ bet hoofd ireelal noe Toriieid
ie BMt «en boei, «en krocn ens. DaBEbeeliUge
««BOM, nlt bMÜirten,- i&iken, eenboon» eiK.,
doen araneena als «MMlanig dfenaL Boomen en
pfautteo of loorwapen mat de tndDatrie ontleend
famen lüet tuk ils helmteckeoe voor, en nfm-
mei kannen baaDttstKdokea betmtertens aga,
Hoed«n, en dan T^eienl met beUen, kwMteI^
linten of veeren, kooien ■veelroling ite bdmtee-
kens Toor; verder e^boawen en wapoiw, ook irel,
dodi niet diknr^lB oq one, een bord mat het wa-
fMn of alleen bA wa^ewËer. De belmtedcene vol-
gen Mji de beweging yaa deA b«lm. Tenslotte
ooemeD wii nog al* belmteekens Jinten. Tuatjee
en Tkcgetiee, aüeen of met . andere etokkeo.
Een bijzonder belmteekeo, k^r een vrg aange-
nomen ondeiifeed vsm eft helmteden, is de hebn-
btxHi (si e ■Mui).
HalobUn {FhinaUi) TOiroen een orde der
monokotjledooen in het nabmrlqke plaMenstel-
eel. Het z3n water- of moeiuplanten met zeei
Mknd oennade, meestal AietaHge bloe-
Taak bezitten ig kelk en kroon, aoma
taaDoge<oi»ceefin, N»jitdMeeBD. ApooooetonA'
eeefin, JmeeganaeeeSiK ASamseeetn, BiiQaina-
eaeOn, TVioridaoeefai en E}dBOoIiMntaeee<D.
20t
Baloaaa, een ba^aalB in de Bgyptiache
provincie Q'aA, ligt !& tan. ten Z. van Eairo,
waarmede bet door een a>oorweg verf)oi>den ia,
en 5 bn. ^» O. nat dtan N^X op een plUeao van
de Arabiecfae woeetiio. De bronnen (iwaivelcoat-
bniDMn van 30* C. met dhlooraatidum en -maf-
nesinm) wenjen waarsdijji^»k reeds door de (rade
Bgyntetxaen, sekei etelU^ dcnr de Ankbiera ^
hnBCt. Uen vindt er een baAarfe met ütMlatiie
taa^ iMnÜron, wweetüpaHidbadea, een groot ba-
tel, toinen en paaken.
BelolM. Zie Abeilard.
BelOBOlMUnm Koek füoerattehtrm) ib de
naam vu een plantengeeWht uit de famaJie der
SehermbloÊtnigen (Umbelliferun). Het onder-
«cbeidt lieh ^r een 5-taadigen, «wne onduide-
Igken kelkioeca, door 5 lecbte of eenigMiae om-
geslagen bloembtadeien en erroimige cl langwer-
pige, aan de zijden aMoengedroUe vruchten. In
ona land komen van dew moeraapl anten een
drietal soorten loor, waanraai ót meeat bekende
^iin H. iaundafuM en H. nodidotum.
Heloten *a> de aaam der lyFeigenen in
S|iarta. Den meent, d&t deie naam atkonutig is
van de stad Heloa in Laconit, nier inwonen bji
een oototx door óe Spartanen werden ondeiwor-
En, Doewa) aiwlweD boweren, dat bS de betee-
Dia l *■ . ^ ^. ..
siaven _ _
bniike waden afgestaan, modat dea
modtten in vcghoid irteUen en arenmio veikoo-
pen. Zg hadden abonderlUke wonangen en waren
tot bet rerridtten van bepaalde aienaten ver-
plieht. Deie beatooden tn bet aflbTen^en van een
■ekere faoevedbeod gents <iK« es wqn aan bun
«weeten, in bet voKmiieen fan door deiea bun
efigelegde weAMamheden eo eindeHik in bet die-
nen ale krögaknedrteD aoowd te land all ter we.
Hnn toestand wae OTst bet alg«aDeen ver van be-
ogdenewaaHl. Wd «tonden jq hooger dan èe ge-
wone «lafren en konden itoor vlft i^ere wetvaart
bereiken, tenrnl faet «itaitfit oip de vrgheiii wan-
oeei ü veh die wtandig betoood hadden, hm
ejet gdieel benomen waa^ do^ bet bsigerreebt
koadw iji eleehU Klden i«ikrQgea. Vd^n* hei
'van Lfkaurgo» (Lfevgut), dat bet recht
ataaMbnrger niet looaeet gegrond moest
iramn op ign gritoorte ah wd op sgn opvoeding
ale ^MTtaan, werden de kinderen Tan Spaitanen
en vtoowelüke Heloten te tarnen onderweaen en
mkregen dewn nist aAeen «oAe isnbeidk maar
ook dbOT een eooit T»n adl^itie hel bvrgercem.
AJtgd eobter bleef een vgandige verboudine be-
Etaan tuaeohen de Heloten en bon verdiimtera,
torwi^ draen tegen de Infeigenen eteede op bon
boede waren. Immera vofgena de berekening vso
O. Muiter waren er 250000 Heloten en onder
deaen 56 000 weerbare mannen. DaaniU alHeen
kiQnnen sommige onmeiwdxll^e maatregelen
•worden Tecklaard, zooalt bet ocabreneen van
2000 Heloten t^) de afsdiuwiel^ke instelling der
krypteia of Heloleojacht. Terwgl namelök eeiet
aUe Heloten vogeivrg verklaaid waren, gaivca la-
ter de ephoren telkens bü bet aanvaarden van
hun ambt aaji de Spartanen verlof Heloten, onder
zekere voofwaordea, te dboden, wat echter voor-
al ^ediiedde om dexe ondieiKesiAiikiea vrees aan
te jagen en ben tot gebooruamheid te dwingen.
D,o,l,zedb,GoOgle
202 HELOTEN— HELPS.
Zu]1(« maatregekD Tloeiden voort uit het bceef. , >rthonie In bnit en s«t«ii op ië« wgie uideiding
Jat het groot* aenAti, de onderatmingsowst en lol den Derden M«s8eDJeéhen Oorloff (455 T.
de trols <ler H«h>(eD de veiJiehekl viji den staat Chr.).
bij voortduring bedreigen, lïretig toch coaatiten HeliW, Sir Arlhur, een Engelsoh Khrijrer.
eg van eJJte gelegenbeii} ^ruib om hei gehate.deti lOden JuK 1813 t« Strestbani geboren, ont-
Hsliibién: 1. Slod*a eaitad*iuii (Waterpest); a. frouwalgke bloem, verRroet. 3 Ogdtvcharit
morsËit rana; a. nuDnelüke, b. vrouwelyke Uoem, naluarl. grootte. 3. Sojfiltaria aagilbiêfolia
(pgikruid); ». bloem, naluiirl. grootte. ï, Bu'omuê itmbtllatM; a. bloem, naiuurl. groolle, I>.
vrnoht, e. eiuk vaii een bUd. K. Vatti$iuria ipiraltt; link* mannelqk, recht* vronwelqk exemplaar,
0. Tranwelüke, b. miDaelüke bloem.
jok a' t^ BchwUieii. Toen in 464 v. dhr. de elad
Sparta door een aardboving oageooeg geheel ver.
woest en de jeugd onder de Instorteade gjionasia
gedood was, mwtten de Helotoi lich aanstoods
fneester van de beetaehappij. Koning Arehidamai
echtei trdi iien met een va &llerjj1 biic enger aapt
leger legonoet, braoht bun een Dedeilaag toe en
verloste Spafta van het dreigend gevaar. Later
verbonden zich de Heloten ntet de onderdrukte
Messeniers, dmikd meit dezen de beigveeting
ving zjjn opleiding aan faet TriaUj College te
Caüibridge, wa£ eerst Becret«ns ran Spring Rirr,
mdnjeter vao Füiandliv daarna van lorrl Mor-
Chelh, eersten eeeretaiis van lerlaod, en eimte-
jk v«ft den Privy Council In 1872 wenl tiij ba-
ronet en overJeed den 6den 'Haart 1875. Hü
schreef: „Eseaye, written Ln the ivtervalU (rf
businee»" (10de dnA 1869), „CompoJiiong of my
Mtlitude" (10de drok 18S5), ,.Tbe oonqaerors of
the new worW and tlbwr tiondamen (2 dln..
DigilizedbyGoOglC
HELFS~HED[£D>rOLAND.
203
Ï8S/2), „PrieiHk in eonneil" ^ dhu, 1854, t«i-
voka in 1%7 «o 1669), „TW ^uiiah eonqnwt
iit AnMrin" (4 (Un., 2de drok 1900— 1904), „Or-
gaiÜMlion in daiJj lüe" (1862), „Ttie lile ol Lm
Cmm" (1868), „'Rk Ëk of Cotamlm«" (166$),
„Tbe UU of FuBrro" (1869), „Tbe lüe ot Hei-
HHiuk Coi<<e «nd the contKHst of Mexico" (2 dln..
1871) «n ,4jile UMl Ufaoora ot Ur. Brawey" (7de
dnik 18B8). Ook T«niKUen wg ijju tFeurapel
„Ooüta tbe serT' (1S7S) en 19a faietoriMdieii ro-
ttmn Jma ABbxN^oTltMRDBHiflneourtf' (187S).
B*lSOtae maohlne noands ckd vroeger
«en w«ifctiug, bevtond om gioote verwoeatingen
un te nrtrten, Motda dkt, wwh^u QtiMifreUt
(üe aldnr) lidi becfoaifc b^ de briegniog Tan
Aotwerpeni doet Mdeit d«n vuéhig <» nét Ie-
Ten Tmn den «onnd Bonaparte {24 December
1800) geelt men dien nuun tu toettellen, wut-
mede mnmrfnnwrn het lenen tak auiuen^ke pei-
•oDen bwke^n. N* (Üen tjjd hebben om «Me-
neo, «otub tUteki (lie nMaar) io 1685, arfi nn
de^^ke uitplMfende mowdwabtnigen of b«i-
•die rnxWaw bediend, De briecbe mtduaei ^b
in htMen tgd dooT de Teel eenvondiger dTMmi^-
bommea Terrugen.
Bslsolw >ta«n (iapit infenalii aromlum
itUriatm tiuum) wordt ber^ uit KekristaUiMerd
«klpelerzaur sther (jlgNOi) dooi dit te smelten,
S0M*t bal in den Totm ran p^pen ol atangen
kan ffegoten worden, die men tegen den ïiLTloed
van net lidit bereiligl HeJ«dte «teen i< wit of
giQB Tan UeoT en werkt Terwoeelend op alle or-
C'iadM beatutddeejvn, wnnneei de hoe^oitdigen
. als bgtniddel eebniikeiv Tooral om de op-
pepvlakte lan geTaariqke TenweriDgen te vege-
teren. To wartwopgdMAiiben^mettbffnookweJ
inwendig, Toorai tegen nllemde lielrte, doch hg
beeft de oDaangename eigenediap, dal hij
langdurig gtlbnik de Iraid, tootaI wsar '
Mn het Kmt ie WootgeetoW, donJcei Heurt. ver-
der gebniikl men hekoben steeu lot bel Terren
dcT haren mi tot bet meriien van limien. Hedsebe
■teen geett aan de Jratd een donkerroode Mour,
welke men Terwgderen kas door nii<tdel eenoi
gecoDoentMcrde oploaaing lan joodkalimn. In-
aooderhud beiigi men huacben sleen bü de pbo-
tagntie tot bet bereidMi tm iiW«rtMd«i.
HslBdlnven, W. P. O., in 1850 Ie Rotter-
dam geboren, werd eeret sehoenmBker en daar-
na ta^jtwerei; ak loodanig waa hq Teraebelden
Jaren weikiaam bij de heeren WiiUnum tn Co.
te Rotterdam, Id ÏS80 nam hij tija ontalag, ten
einde zidi g«Aee1 aan de propaganda van tiet
MCiaJieme te kannen «J||deD, In IB8] rirfibte hü
met anderen de aldeehng Robterdam ran den
Sociud-denwcratiacben Bond op, in 1894 atichtte
bq met andcten de Soci«»W(*ooCTBti«die A*ei-
derBpartjj. Hg trad aditereenroteenB op als ad-
rotnirtmtenr Tan ,J>e{n) BMnbreker", „De(n) 80-
eiaatdemoeraat" en ,^901 Tolk" tot 1901, toen
zgn weikkring ala [vopagandiet voor OetderiaTMl
en Twetile een aanvai^ nam. fljj was lid vaa de
Twieede Kamer van 1^7 tot 1905 en werd op-
nieuw giekosen in 1907. Hü is t«rene lid tu den
Bstoinvborr ie een onde, maar goedge-
bouwde ha.Ten«tad in de Zwieedsehe provincie
Schonen, bij hat nauwste gedeette tan de Sonl,
tegenoTec Heimn^r, aan den voet ener bergke-
teiv waarop ig sidi vroeger verhief, terwijl men
«t nog da bonwrallen vi-ndt lan eeo stfA kaa-
teeJ. Zq tdt (191)) 33 325 inwoners, di« hun be-
•taaa vinden in sabeepvsArt, visobvangst, land-
bmiw eni. Zg ia door een loeaalspoor met het
Zweedsebe ^>oorwegnet verbonden. Het sobeeps-
•verkeer met Denemarken is leer druk. In 1911
liepen er 1541 schepen t)innen, waaronder 1485
Bt«onMhe()en. De stad ia merkwaardig in de ge-
sobiedenis door ondersi^ieiden lijkedagen, 8jno~
den, vredMterdTigen en baleMringen in de 14de
eeuw, vooraJ ook voor den éïag na den Mdeo
Maart 1710, waarin de Denen, onder Rantiav,
door een bóop boeten, «tder beTol tm Magnu»
Slmboek, v«nlag«n werdov en «indolj^ -door de
«erniMwictf ótt Conventie vnn Stoenolm. wel-
iK «r den 81«ten Angnatot 1«06 plutr had. Na-
bg de stad vindt men een badpluta, iteenkden-
groeren m het -we^telqfcMe roorgebergle van
Zw«dMk met een hoogen wnrlwen.
BelalnVtors, £ boofcUtad tan bet groot-
L de
ngfom-^Tanaatehna en lell (1912) 141 091 in-
woneia Zij bezit twee goed versl«rkt«, veilige
haTena, bréede en reebte «traten, waaronder die
Eeptanade met een ataodberid v«n Runtberg en
de Unieatraait nitamnten, een etaJidbeeM van
Alenmder U, de mooie Nwolaaekefk, het k«-
serJgk paleaa, het pradttiee nnrversileitageboaw,
het athenaenm met «duMer^nTenameling, den
het ttaatsardiieif, 1
ustsgebouw. De eikd heeft eeni^ industrie: eeo
saikerraffinwlerQ, bieArouwergea, taogl-, ta>
baks- en epiritiKlabrieken. Van de onderwjjsin-
richtingen eni. i^ te noemen de in I8S7 van
Abo naar beer TerpiaKtaCe AtexBatder-unavereiMt
(1903: 35S2 Btadenteo, waaronder 831 vronwe-
lyke) met een soSlorach en botaniseh mgaetim,
een bibliotheek van 2SO0OO deeien, een sterren-
wacht eni., verder een ettinagraliedi mttseum,
een poljtedinienm, 10 IjeeA, een leevaartaehool,
twoe tiaoddsedtoleDs «en bKodeninetiUint en een
kiaükïinnigen^^icbt. De uitvoer beetaat vooral
nit hout, iMpter en karton, de invoer uit graan,
gwr, mainioeB, manufaetnren, euftet en steenko-
len. De harren wordt ma de seetjjde door de op
7 scheeren geboowde «eating Sweaborg be-"
sehemxL De in 1560 door Oyutaal Wata 7 km.
noordooelnraart« geatidite atord w«rd 'm 1640
Q&ar baar tegenwoordige phMte verlegd en in
1718 doorde KuiMn Terwoeit. Sedert 1749 ver-
sterkt en in 1S08 door de Rnaen opnlenw be-
zet, is ijj van af 1612 de hoofdstad van het
grootvorsten dom Fiidand, «inds 1819 zetel van
den Finseben Senaat.
Hslfllnvluid, een nminete in hel noorden
van Zweden, telt op 14 7ÖS km. 130000 inwo-
nen. De vDomaeawte ixfiei ie de Iijusnei en er
ója ondereidMiden meren. De boden is lehraal
en bergacfatig en men vindt er veel bosrh. Hoofd-
bronoen van beataan xgn landbouw, piardeofok-
kerg en Ünnenfabrieage. Zg wordt vin den Noor-
deièpoorweg doorsDeifen en men 'viodt er de st»-
den SOderhamn en HndikavaU.
D,o,l,zedb,GoOgle
HDLSINGOR— Hl^\'iEnEXS.
BsIbÜikS'i ^"f*' ^ N«I«rlaa(hclu mï.troieo
EUenevr ^beetoi, ie een «tad in het «abt Fre-
deritebore op b«t Deenadw «ikod Sedaod. Zy
ligt «aa oen cooorweg naar 'EofMinhigeii en san
bet nuW« ffed«elt« Tan de S«nl, tegenover Hel-
ongtnig. Zig t^ (Idlil) IS 78S inrwonart «n u
seer kmodig wegene (]«n idiuUien traneitohsn-
del en tiet aanteggen lan vete Bdtenens w«lb« er,
bij «en dii^aDK van 6 m. een Teilige en ruime
haven en «en droogdoA vimden. T^t s»n 1857
werd aMaw <de Sofrttol geheven, loodat aJle Bche-
peiL, meliro door de Sont ivoieTen, haar moesten
aandoen. Se^rt de ofbefluig vsji deo ttii, haeft
de i[duU v«el tan haar belletKnis verloren. Om
hur te beEchermen, weid reedB voor eenweo op
een laatttong de vesting Krtmbor^ geetitdit, een
kaateet, voorzi«a van een tuigbus en <xnriiigd
door gradtten en waUen. Niet ver randaar ligt
hflt Koninklijk buiteniTeiA>lijf üatwoiyBl, tbaoa
tot «en tttdiHiiA iingeridit. ^I^ WoJiiie vttn Hd-
aingiJr ie voonl toegenomen in 1ST6 door de
iKxoet van NedeilBockt^ kolonisteoi Erooborg
wwd in 1658. door de Kw«dien onder Wrcmgei
v«ro>v«nI, doch in 1660 san Denemaikea terog-
Beblti Barlholomiut ran den, een Nedei-
landadi aehilder, lofndien 1611 «p 1618 t« Hur-
lem geboren, begiairen te Amsterdam den 13den
Peoeniher 1670, wae een lowluig van Nieolaat
Eliai te Amsterdam en beeft voornamelijk por-
tretten geechiUerd. In het Walen wee Bbuie te
Ameteidam bevindt zich een rt^nlemtok van
11687; een man^Kirtret van <1638 beiit het Uu-
won) BojmADs te Rott«pdain. Het iliyk«nin9««m
te Amateniam bevat ttet beroemde aohuttersstok
•nti IflSS, de niet mjader venoaarde S«buttefa-
maah^d van 164Sen een legeDtenstnk van 1d57.
Ben portret twa Van der BeUt, d&t Paiiliu Potter
voMsMt, buit bet Uanntflbni* te 'e-Oraveoha-
HeUt, Lodewük van der, een iNederlaadech
•ehiUei, Mon Tin den vooigaande, ometpeeks
>164£ te AmsterdMa gcIraieD en «Maar omstreeJie
1660 overledeD, werkte in den geest van ijjn va-
der, docfa bad'minder talent, leoaU twee portret-
]aadMh taWkuDdie^ de» SOeten AugnstuB 1849
t« Bedel geboren, etudewde te Leiden en promo-
Teerde aioaar in de letteren op een dissertatie
„Proeven van wooi*wikriog". Vervolgej»
werd hg leeiaAT in de Nedertendedte taal en let-
terkunde aan het Eraaniaooech gymnasi-um te
Rotterdam ea. 'm K^ boogieer»aT te Oroinn^n.
welke hetr^king iig aaavaacdde met een rëde-
Bq lemde: ,J)rie klwhtapelett dei 17de
uitgegeven en verklaard" (1870), „Over den wor-
teWu in bet Gennaaneeh" {1873), „Vijftig aan-
teekmungen op het woordenboek van Grimm"
(1874), „Oediditen van Aoma Byns, u;t«««eveD
en TeridaRid" (167S), ,J>e klinken en medekïiji-
kere mi de N«derUndsabe taal" (1875), „H«t
werkwoord in zqn vervoeging eo aFleidiiig"
{ISm), ,J4i«awe geddebteo van Anoa Byns"
(met dr. Jmekbha, 1880), „Kl«üne Nedeiiand-
Bche apraakkanat" (2de dn* 1880), „Qnmmati-
(1881),
„2Udd(inederUndBidie ««mboitw" (0883), „Van
den Voe Revnande" (Bjbliotbeek va» Middebe-
derlandwbe letterlnukde, Afl. tli, 42, 1887), „Mi<t
deteederlandscfae qiiaalAunst" (1888), „Altfiie-
eiecfae grammatik" (1890), „Over de factoren van
de begripewüïiginBen der woorden" (1894), „Zor
Leijcwogie dce Altweetfriesieeben" (Verfaaiide-
liocen dei Eon. AikMlemie^ ACd. LetteAunde. N.
S. Dl. 1, w. a., 1896)s J]ie«]tlo«tide(teTfrinkkd»ii
FsakDeoiragmeut», <Ue LdpmiMdien Oloeaen und
die aJtBÖdmitteUiInftiechen PaaJmcnfngmeiite"
(1902, 2 dln.). In 19LI nam hq om geoondheid»-
redeoen lijp ontdag ea vestigde xico te 's-Ora-
venfange. H^ ovecMedi aldhar den 17<Im Haart
1017.
Helt Btooods. Zie Siocade.
Hela, Bioedei Jon van. Zie Beelu.
Helwetla ia de in de iI9de eenw io ^ntifc
gekomen personificatie rvsa Zwitserland in de
gedaante vaa een met speer en ediild gewapen-
de vrouw, zooala die twi mnnten, postzegels env.
ivoorkofnl. Zie verder ZwilêerUatd.
HelwetUra, een Eeltieoh volk, dat in de ge-
schiedenis bet eerot voorkomt hjj den toAt der
iEiinbeiD en Teutonen, waailjü de Tigarinen, een
Tan de 4 stammen der Eelmtiers, ïi<ii aajialo-
'ten. Zij bradtten in 107 bö Agen bi Z.-Fraok-
li^ dól RMnuuedLen consul Lueüu CoMsüit een
gevoelige nederlaag toe. L. Cainuê sneuvelde,
en het orverechot van ziju leger moest onder ï«r-
oedeiende vooraaoiden den rrgen aftocht koo-
pen. Nadat ite Kiinbreo en Tcuton'ea venüetigil
waren, keelden de Tignrinen naar hnn haard-
steden terug. Het land der HrivctiSn (Ager Hel-
vefioruffil sticttie ün de dagen van Caetar Ma
uit VBO W M«er van Omftvie (Laeui Lemitmu}
tot aao' bet Bodenmeer (Laeus Briganlinut), ter-
wijl het bg den St Qotthard aan RhottiB grena-
de. In het vniden «as het door de Beroer Alpen
geedbeid«D vaa eenige kleine Eeltisdie stammen,
die hert IQifinedal (WoUif) bewoondeo, en west-
waarts vormde het Juragehergte de grena naar
de zijde der Seqimjiers Qa QalliS). Noordwaarts
hadden de HeWetiErs te voren bet luidwestelijk
gedeette vim Oennairii va beüt gdoi^ docb t^
waren veidieiven door de-Gertna&nsche Sneven.
OrgetoHz, een hunmer aukvoerdei-s, ^)oorde hen
aan de 12 steden en 400 dorpen van han land te
■verlaten en in QaUiE nieuwe woon^aataen te
veroveieo. Zijn pogingen, om onder de HeihretiSrs
een fcomngBtnocu te stkéuOeit waren ooizaBk van
i^n doodt en xijn stamgenooteD werden veihin-
déid in de uitvoering van bon vooineraeo door
de overwinning van JuUug Caesar bij Bihraete.
Van de 8S8 000 personen (waarbij 92 GOD ativd-
bare gnaooen), die naar OaHiê getrokken waren,
behooiden 263 000 tot d« Hetvetiers, doch vas
ben keerdte tJecbta IJO 000 io hun vaderland te-
nig. Na bon ODderweiping behoorden ty '"^
Romeinech GalliB, aanvankelijk tot Celtico, in
de dagen van Aumilui tot Belgica en eindel^h
tot de Pr«viDda Muima Sequamorum, Toen ijj
in 70 HA Oir. het oppeigezag van VittUiiu niet
wilden erkennen, werden zü door diens ouderbe-
veUidiber Caedna hq het bedendoagsche Baden
(lin Aaigan) in een hloedigen slag ovepwonnen
D,o,l,zedb,GoOgle
HËLVen&BS— HE^ANS.
eo mkregen «eist lu «en gestieoee tnchtigine
To^fenis tui den «rwwimiaai. Na dien tqa
tWngcD BcHoeiiHdw ladeo «n ^woonteo door,
en ook na hor worden op rele plaatsen in bun
land fiameiiMaw oncHwdeA opg«(blven. Met faet
einde dei 3de «emr beRmneD de imnUlen dei
Ahmwtneii in dai eedeelte tmi b«t iRctneinwhe
rgk. W^ wcfil» iq «amwile^ik ternggeriagen,
dödi sg kiegen omatKek» 400 liet grootste ge-
deelte TU bet land ia bout, tecinjl de zuuhrafl-
in 44S aiaot deo BónieinMben ^
: AiUus
B«lT«tlMhe oonlenl*. Zie Ctmfeatie en
Hffnomwg.
Belvatlns, /ohm Frideriau, een Nedto-
bnterfi geneeabind^, in 1630 te C&then ia
AttM, gémtm, «twuóde te Haiderwgk en vei-
wiof mami den doetoTsieng met een disBertatie
,J>e ptÊttT, «MTiM hg iqn num Sehweitxer in
«Hen TM HeJwttw Tenndeide, zich eerst t« Am-
Btenhm, ^MmlgMia t« 'e-Oiarvei^age T<«tigde
en «len 29aten Alc<»tos ^"^ oveiJeed. Hü voel-
de den titel TUI 's Luxta doctor en Bohreed: „Dï-
libitarinni medieoffl de Mmüam noriwnicn wci-
deotiomMte iitet «&l«nMnm drfiititioniifciis ac
vimmiiimAia^ ttBIQ), „Xjbïih berbonmn", „B»-
rylne medïear', ,4Je morte moi^nun" <160I),
„AftnhitbeaATiin {AiTuogpccniae otedieuin"
(1664), ,JtieiOBoai)«eoai pfaydognnmae medicnm"
(üde drok 1676), „Korte (mUeeAmtie" (bmtete
drak il738), „HeitiuinB ot fcnödboeA", „Aidune
oud gttt met Oarteeiwnsobe, Coecejaaiucbe en
SdnoéMucbe doodriweoderea d«vuM" (flOe?),
„Triunifdteeiende Bereid", „ScIvxiwlooDed",
„Daiida dingenteen" tl«82], ,.De Al«ii7nua
«maeola eom()butt iretwum ffliifoBophomni"
0650), „Titidua «nreos etc." (ade dnHc 1677)
eni.
HelvefMM, Adriaan, een iood Tan d«i toot-
gaande, «tvdeerde te Leiden in de geneeakimde,
werd door zijn TadernaAiParjjs gezonden, «ndoor
dezMi gemaakte geneeAiaohtige poeders te lei'
koopen, kwMD toere^ig- in het bMit van wort^
nü BtMÜi, ipecacuaofaniTOrtek, en oxMUte
door (troarea, dat deie een uilBlekend midde!
opleverden tegen den rooden loop. Weldra werd
h^ 'beroemd en gemoot het oertrouvren Ten Ooi-
bal, nooral toen de loon van Lodaa^k XIV door
die liek'te aangetsot -werd en Daquin, de eerste
geneerfieer, otn Hehetim zond. Laehaite, óe
oiecfatvader dee koning, cprok deien over de won-
deilüke kiaebt van dst geoeeamiddel, ïoodat
Helvetiat bij een grati-tieatie van 1500 louis d'or
bevel ontving om zgn g^ieim i^nbaar te ma-
ken. Daareaboven w«d flfl met eerbewyien over-
laden en benoemd tot ecJMMknaaipi, konirri[l|r)i
■ van alle hoepita-
1 geneesheer i
erleed den 20g
Fehcmi 17G7 en schreef : ',4i«oièdee e^mtie lee
emra de veDtre" (1660), .Jjettree am 1& natini«
et tor hl gnérieon do eanere" (Ode druk 1706),
„IHttiode ipoor griérir tootee «»ies d« liïvres
esni rien prendre fuc la bondie" (1694 en later),
„TniU dee pertee de sang etc." (2de druk 1706),
„Tnité den mafadies lee plna frÉc^uentei et de»
nmèdee ■péd/iqnes pooi lee gnérir" (4de dnik
1739), „Ontleedknnde T»n 'i
(1738), „Van de kimdeipcddken" (17124) enz.
Helvetiui, Claude Adrien, eea zoon van den
TrOoigaeAde, ïjd. Jaonari 171>5 te Fftrye gdjoren,
legde lieh leede vroeg loe «p de wiisbeReerte.
TOTene zoobt hq een betrAUitt bg ae admiu-
stratie en werd door den iavloed vaa Maria Lee-
ttfufa], 1^ wie zö" "reder töfafte waa, reeds op
jangen leeftQd benoemd -tnt ipaohl«r-geD«raal.
^Ödde zicfa
. , „ stond hkr-
bg <»dei d«n invloed der Engeisehe w<vsgeeien
in het t^aondw van Loeke, Hobbe» en Humt. In
17^ deed hö ,J>e l'e^nit" in tiet licbt veiBohiJ-
nen, waarin hy e^ werkzauotheden van 'amen-
ecJten geeet oit het gefvoedevemKigen (êentibiliti)
tiaebtte ai te Ixödea eo. poogde aan te toonen,
dat de heA>OMn v&a aUe ditden der rneneeben
niote anden ia dan i^bdaog (intirH) en dat
de deugd daairin beaUat, dst onen de bevredigi'ng
van eieen beboetten oodeigesclukt maait aaa
het w«fa^ Tan «ndMen. Dit weiï werd in 1759
op boTÖ Tan Jiet I^ement ia het ojtenbaai vef-
brand en de aebr^nT genooiitaakt sbn etdtingen
te herroepen. Hmdoor T>eil>itteFdi, deed hg een
reis naar Bngehmd en begwf raeh in bet volgen-
de jaar naar Dattacbland, waai- Vredenk II te
Potêdam hem met onderacbeddiag on^i/ag, wtor
der evenwej lön wietens^Mg)pel)JK« denkbeelden
te oniidaea of afiee in ogn weAen te pgzen.
Eg overleed den a6ele«i Deeeanber 1771. Na zgn
dood teiorgde vorst Qallvan de uitgwre van
zijn weik; „De llionuae, de «ee facultés iateilee-
tiMlIee «t de Bon édacation" (2 dln., 1772). Zgn
geromenlgfce w<eiten ^a in 1795 te Parijs in
bet licht Teredtenen. Zgn omgang roet Diderot,
d'Alembert, Holbach en de overige encjd<^>aedis-
teo had gróoteu linrloed op^ zijn zienswijze. Zgn
—^'- *- begaï adh na igm overiSjdan naw An-
hULT woning de verzameli]iilaBtt werd
em en kiHtstenMiB, en iwerleed atdaaï
den laden Ai^nstos 1600,
Helvlne ia een «IdzarDe deHstof, een man-
gaanbe^Utnmaflieaait met &,7?GawaTel. 'Zijbnie-
talliaeert Én regelmatige tetraftdera met atgéfcoot-
te hoeken, oc^ irel in kogeWormi^ aggregaten,
is onv<di[aroen aplötbaar, gewoonli^ ge^, doeh
ook wel groen et 'bruin t«i kleur. veta«btig
SlaiNend en dooradiönend. Hare hardheid be-
raagt S, haar aoortel^ gewicht bedraagt 3,1
tot S,S. ZÜ VxL ap JD mOtaaaf tradtir afscbeidülg
van een tieoebuuiw^^ en onder ontwikkeling
van zwavehrateretoC terwgl zij voor de bhwapijg
smelt en een donkeigete f)ai>el voirant. Men viJKn
haai in S^een, Hongarge, en in het laiden van
Noorwegen.
Helyot, Pierre, ook dea bloosternaadn Hip-
jmlytu» voei^td, waa een lid van de orde van
den E. Frandeena. iHij werd in 1660 te Parija
geboren en orerteed daAr in 1716. Hij is voorêl
bekend gcwoiden door lijn „HiEfoiie dea ordra
monaatiqDee, reh^eoi et mUilairee et des eofr-
gMgKtioiu aéeoUèiw" Ifi 4n.. .17.14—1719, 4da
tnl«. 1SS8), dat door Jfoz.Buüot wvulbaoèdL Te>
der eehreM hjj atiditial|ike wenken.
Hsmani, Felieia Dorothea, een Enseladi
didrteres, den SSeten Septenyber 1796 te LiTei-
DigilizedbyGoOglC
BQUANS— SEMBL.
pool géboitia, gwoeüe zLoh door de bekoorliifce
Hfttinir ut Noorï-Wslw en door ée dappere dadeo
faarer kodKeDOoten op bei Pymeeêohe ecfaicr-
«iknd tot oe dübtbaHt aaiigetnkben. Haar io-
geoomeidieid met oo^agsracm t«woag haar,
reedB op jeugdigen teeftüd mei kaf itedit Ueman»
in het huwelijk te toreden, doch nadat in ti«(n 5
Hoen geechttM«n 'Iwd, werd de eobtelijlce b&nd
T«itnic«n. Reeds in 1312 iererde zy een diclit-
bnndel ooder <)eo titel' ,J)(»neBtic ivffectioiae".
Bmi grootere «buldreD: „1^ restorsition oF tbe
woiis of art in Kalj" (1616) en „Matero Oroe-
«" (1911) verwierren den ibipal Yttn lord Byro»;
in baar „Talee and historie eOBne« in ^rses
(1819) Tindt hkh <treitende gedeelteu. ,J)artr
DMor" veiBohaltE faaai in 1S21 den piije der
Boyal Sodetj; in haar „Forest UAotuar;" {'1825)
Tedteerlifkte ijj bet nöxtelaaisohap der ProteB-
tuKten, tecirgl 3^ loowel de ^>aAnaohe als de
OnitedK let(«ibiiide iMoefende, nutrran haai
,^i^e of Valeneia, IhelMtCoDBtantineand othei
poero" (l£Qa>, „Boo^ of IOm Cid" en „lïie kys
of nuny laods" ^tuigenis reien. Veider aefaiéeA
^j: „Koerner and Us aister', „Songs of tiie al-
f«ctiomr (1S30), „Soenes and liymne of lite and
oUier Tellgiouï fioems" 0834), „HjmiM on die
woidu of nature (18S8] cm „Hymu for child-
hood'' (laai). In de ,4tecaide <A wooea" (18^)
ftcbÜdbrt zu verschdlPeixie Iraiabtan ran vnniwen.
Zü overleed den 16den Afei 1335 op een fauiten-
Telb^t bü I>ultHit. De tieete uitgave van haai
.Poetüsi mwke" ie dita vao Rouetfi (1678).
Hembine, /on nin, een partyJiootd in den
•aivvang van den onstand der Nederlanden tegen
" lanjo, ÏD 1618 lut een aaniienli)l[ geslacht te
_ snt eetwien, ontving een goede opvoedinK. ooX-
wilclielde ijia keusis door relzeo en l>ezat b|j een
aehraDder oofdeel groote wedsprekendbeid. H^j
uun de Hervomide ker aan en toonde een oav«r-
loealijken baat tegea de Spanjaarden, fiij be-
Bclukte over 30 000 woeste krügeLieil«n, gebruik-
te zifD 3 bioaders en lün ne^ al« bünoe werk-
tuigen, 'behoorde met oen tol ileii magistcaat
v«n Oent en erkende geen nnecater boven adi
MKtdat 'b^j lidi eveneens veriette togen den print
Km Oranje. Hji wilde <jent verheffen tot een
machtige repiitJiek, waarvan hg het hoofd zov
aÜO' Düailoe nam 'h^ den ihertog «on Aenehol en
aodeien gavangen, en toen de print Arend van
Dorp zoiM, om ap vrülatiog dier maanen aan te
dringen, werd diie eieui all^n ntet >be4reUiij)g tot
denïiertog jugewilllgd. In 1573 venette hjj zich
tegen den gowdien^vrode, door Malthiag en de
Ajg«meeiie Staten a%«iondigd; bij weid hierb^
door Pefms Datkentu ondersteund, loodat Itot
voUi lich aan beeUstomKrij sdtuldig tnaolite en
eindelijk de RootnfidinSathólicJten de stad deed
mimen. Daarop kwam de prins tan Oranje ite
Geot en bracht er de gemoederen wedui tot rust,
tenvql de R.-Eatlholi<di«a in bet bezit van hun
keriien werden fieTsbeU. De kalmte duurde ech-
ter niet lang. Op aaasporiw van Hembyxe wer-
den in Maart 1^79 de K.-Kut^oliekerv wederom
mishandeld en beroofd. De Prine kwam door em-
Btige vermauiaRen daartegen in verzet, dodi
llËmbyie, kradrbig bjjgeslbajt do«p Petrus Dalh»-
nvt, ooonde bem dooi bem uit 4e schelden voor
een veniiomid«D pafiiet. Aodennaal beciefi een
Spi
Ml op
i 157»
een biief. Reeds den voljgendffii da^ i
bradit Uembyu een at&aplegieni t«D uitvoer. Het
bnlp ivsn een paar dvizena «Mdaleo nam ttq d*
leden van den raad en de aaoaieolijkea, die ao-
dere dachten dan hij, in hechtenis, ibenoemde een
nieuwen raad- van \S Terantwoordeiiike leden en
kondigde 14 artikelen af, waarin h^ lya haodel-
wijse traiAtt« te leobbvaandigen, terw||l teven*
een vJ^scJu'ift vui Dathenue verapoeid werd.
Niettemin versaheen de {irin« van Oranje te
Gent, en bg zün koost was de Kan.hang van den
voHumeDner ti rreidwenen. Deze laatste traohUe
zidi te verBckülen in de kajuit vait een sdtif,
mau werd gevaD^ec genomen en toot den Prina
gebtarcbt, van wien b^ een anwtige bed^ÏTig
oatving^ waarna bij de wgb aam naai DoiWh-
l»nd. Toen in 1^33 een nieuw aptoei te Oent
aitbrdt, begaf hq mctwodeirdaaitiieeneatnMhtïe
te boweiken, dat de in^ezetenpn een verbond met
Parma sloten. Toen hq echter de stad in dien*
macht wilde brengen, werd i^ in den keitfrer
geworpen oa 4 maaoden ^t«r oathoold.
Hemd is een wgd kieedingetiA, dat bvna bet
gebeele ^ebaam bedekt en van voien t«nmifiBt«
D-iet geheel open is, bjjv. het kooi-, mis-, paolaei-
bemd ene., vervi^gens in engeren ün een deigc-
V\jk ddeediiigstidf, dat oo het t^oote ti^Mun ge-
dragen en van linnen, catoen, wol of igde Yet-
vaardigd wonU. Lionon banden kenden de Oti-
deo B&i; óotib de iubueula dec KomeiiKn en de
tunica intertor der Bomeinedie >vTouwen zQn er-
mede te vergelijken. Ben wericeLjHc hemd, waai-
sehgnlijic van linnen, viiodt men het eerst bg de
Angekaksen, dat gedurende de ÏUddeleeuwea van
vor^ gesloten en meestal m«t korte mouwen
Eedragen werd. Eeiet in de 16de eeuw werd het
ovenete gedeell>e vao het hemd zit^liiaair en
met een hoogen boord vooralen. Toch bcwdiouwde
men gedurende de ^Middeleeuwen en in de 17de
eeuw het beoid als een luxewoorwerp en l^dé
het 's DAcbte af.
Hemel, hemelgewelf, uiUpamel of tirmo-
ment, ia het sehj^ane ^éweU, daA in de gedaan-
te van een haliven bol zieh boven ons wriieft en,
wanneer ei geen watten aanwezig sgo. lioh bg
dag met een Uauwe en dee naoht met een don-
kerblauwe kleur iveitoont, terwgl het in dit laat-
ste geval met eterren bedekt ie. In de dagen der
Oudheid beseJHiowde mert den hemel als een vast
gewelf (ILrmament), waaraan de hemoUichtenole
gouden ^gkcrs waren ivwtgehecht, ia, men
meende, dal er onderscheiden gelAmidoetpuati-
ge geweJven, even zoo -vole hémden, boven el-
kander waren, oiodat men de bevregingca der he-
melliohamen aodeis modltjit kon verklaren. Ook
de Israëlieten hadden der^dgke opTattiagen. De
wetenschap van laiHeien tyd «(AiUr leert, dat de
hemel ui«U aodeie is dan de onmetelgke ruimte
van bet heelal waaiLn de hemeJIichamea en du*
ook onae aa*<le zweven. Ook -«rtoont lich de
hemel op het open vehl niet als een bolvormig,
maar als een meer {dat gewelf, loodat bet uur
de zijde van den huizon vender van ons verwij-
derd is dan boven ons. De blaawe kleur des he-
mels wordt voortgciu'adit door de tenigkaatsing
van het zoonelidit in ontcea damfikring.
DigilizedbyGoOglC
'AART ES NO0itOm)U]IB.
207
Zi«; Damfkrutg. Oplueke venek^tuelei ..
De godfidumUeer bedoelt met het vootd kt-
Mul de tegen steJli Dg ^an hel (zie aldaar) en wel
de {ibate, -wmi bet Oj^iweieii troomt en vaar
ook ig zich bevinden, wiet «eegt na dea dood
dea licliauDS in de uÜgbetd der Tromeo mag
dMten. Verder dan «en alg^meeiK aanduiding
naar <boTen gaat geen sodsdieoatleer in li«t looa-
KieerMi \xa 4ea hevnel. Modam-^odsdienetl^en
veq^Moegen iMi mot den hctnvJ met te deUuee-
leD aia een plaatB maej ais een geest^BtoeetaiML
iDe baneT ie -volgens R.-Katholieke leer een
plaat», mar de Heiligen ittïj jija Tan aUe onge-
Mi en bet i^:pciKt« < • > ■■' ^■' • •
bestaat hoofdzakelgk .. _
beid en Tolmeaktbeid Qods
Mbomwn. AI de v<4nuwktOKdea, aJ de achoonr
hnd, al de aangeoaamhBid 'van alle a^M^len
ijjn <ip een oiiliimQtende irüze in God 4e Tioden:
geen goed, g6«n acbooDheid' tuofien vtj vitdeo-
■en, <tie niet in Qod' op eene oneitidig volmaok-
teÊe w^jze bestaaiL En too koaii in^ dat wg
ook oiet knunen v«rata&& hoe groot het goea
ie, dat de geUkiaÜgen ia Hem linden; .jceen
oog beeft geiien, a^ Pauiv» (l Oor. 2,
-1 heeft -^-^ - -• -
gWB _
mrt is Qogdioinen, *
die H«m UeHirtiben."
wat Qod benead beelt \
I Jokattnu Hemelariut,
'm 1580 te '«-Oiwmrhage geboren, werd dooriqn
ondera in de Eervoi^dé ker «jgevoed, doch
M^ latw itbt de II.-Ka4i»cdli^ Keirk ovat, etn-
deerde te Leureii. en id»de -vervolgeiiB naar It«-
liC, waar hg te 'Rome gedurende 6 jaar 'mrtyl^I
b'iM ten miize vao Bartolommeo Ceti, aartebié-
•ehofi nn Coota. Dese sleUe hva 'm de gele-
geobeid paue Clement VllI na liet 'lO-jaiig be>
Meeden der pMselöfce waardigheid gehA te
weneeben, Clemens wae met de i«d«ToeriDg van
Hentelaerê zM iogeDomen, dat 'hg bein een lieus
liet toM^n de betreUtóig lan titilioiKhecarie
nut het Vaticaan en een r^ praeöende. waaraa
bg uA TeqïeDoegde ntet een katniiuiiiiïat te
Antwenven. Bier Teetggde hü licb in i1607 ea
orerleea er den 6den NovenAer 1665. Van ign
geeeliiifEen vermc^D wg: ,.Graliula'tIo in Inau-
goratioaetn B. D. -Christiani Miriiaeiü etc."
TlfilS). „ki^rMttmim nonuoonKo, a JuKo Oae-
aare ad Beraeliwn uscwa, aucniEmata aoiea ete."
(1614 en kter iq beiwb^). „Pa[raenfrtin>i> Aat-
geli enslodia ad Hi^tmem Grotium «ufier ejua
eareere" (1621), „Oratio in tunere admodum il-
laelria et reverendisBimL dunini D. JoanniE Mal-
den etc" (1622) en ,4^ sacra aatiifuibale fieatae
Mariae de moate Canneki teactatue duo etc."
(1620). Zjjn aanteeïeiiJDgen ofi de 5 hoehen van
Hegenmtu over de Jooosohe oorlogen njn niet
in bot licht verat^Hmen.
H^malswberrts. Zie Tien-Sjnn.
H«iiMlr«w«U. Zk Bemel.
BmnsUrlolM. Zie Olobe.
HniMlpbaterraCl* i« de toepassing van
de pbotograiie hi de rterFeofanide, waamiMJe io
den jangaten tgd aohUteKode reenltaten werden
tvifcregen; vooral on bet gebt«d der astronomi-
Mfae mciiagen. Wd b^KÖefde reeds Daguerrt
de maan te ptratograteeren, maar feileJgk wefd
dü proeidd eerst in de laatete bafve «euw, looral
iBer en Watten de
g«l>racltt en cerat, i
;el«.tiini ' '
door Bimd, Ru&alord, Drapet
la Rue, in t , ^
uutvindLog der broomgekitiiiiwla'ten, door de ge-
èroeders Prasper en Paul üetiry te Paxga zóó
Tolma^t, dat tbana ooi de meeet liohtiwalike
hentemdtameu <hudeLiik in beeld tuDoen ge<
bracht worden. I>e &ten«n vertoonen zic^ thans
Q^ de phatograJisdK ipl&ten ak sdieFp begrens-
de schijf jee, wier m^daieJ^jn vaji haar oeldeilfceaid
en den duur der belichting adBiangt. Als toestel
Sabraitt men een opïelteli^ tot dit doel vervaar-
igden aatrooomiaèhaa kijker, -waldce objectief
vooral voor de obeiDiech wei^zanK stralen \b in-
gericht ea aan welke oculaireinde ïich een came-
ra beiTindt. Een tweede j^}ker, die -oogeveer de-
zeUde aifmetiogen en een Toor de o^leahie etra-
len gecoDetiueerd i^jecUief tiezit, is loet den
eersten vast verbonden, aoodait de ofitiedie aasen
yan beide preciee evenwgdig k>open, terwgl bei-
de Lgkers dooogaaüe in' een gemeen echappelgke
bnis Tan eliptisehe dnvarsdooianede geplaatst
z^n. Het geheel ia pajaUaiktïeiïh gemonteeitl. Hot
uurwerii, dat den gang van den, toestel regelt,
moei uiteiet reg«faiatig loepen. Zie verder: Atito-
■phunsoke mtttumentm.
JUet bdtuip van de bemelfriiotograJie heeft
men tel vaa iwaUe BttaT«fi eD nevelvMikea ont-
deJit, die lechtatreekg niet waargenomen kunnen
worden; ook het ooderzoc^ van de sterre nepeolia
heelt er gioote vorderiogen door gemsakt. Eet
hoofddoel, dat men er tegenwoordig mee Ibeoo^,
is echter de samensleUing eener loo uuiwiceung-
mogelyke kaart van d«n geheelen sterren^emeT.
Daartoe hebben zich '18 eterrenwaohtea vereen!^.
Van groote betekenis ie verder de hemelfihoto-
giwfie gewckrden voor de kenais van de atmctuur
oer neveWlekken en eterrenltoopea, tol bepaling
der paraJlaiis en d^ «igen beweging van vasle
aterren en zelfs van oeweivldke:^ alsooli tot
iwkeuriger ond^ïook van ion en maan. Door-
. . . een pRineet op de .photograüeohe plaats een
Htre^ veroorzeokl, beeft de motografje vaa den
hemd geleid tot de ontdekking van een ^root
aantal sstetolden. Ook past men baar toe by de
stwSe dier metieoiiletenbeineD. ËÜi gioot voordeel
der bemelptiotcgrafie is daarin te zoeken, dat zij
heit werii der sterreDwacht voor een aanirenlgk
déd naar de studeerkwner of het aatrononiisoi
laboratorium (zie aldaar) verplaatst, waar het
uitmeten der photografiache platen (roder veel
gunstiger omstandignedvn kan gebeuren dan bet
doen van rechte Lreekedie waar nemingen op bet
obeervatorinm. Door .professor Kafteyn {vk al-
daar) te Groningen 'werd een methode uitgedacht,
met behulp waapran getgkUjdig de parallaxis
van alle op één ptaat gefiöeenle eterren bquuM
kan worde».
Hunelsobe Ailwin noemt men naltiru tio-
Itirana, de i^traete wereld, teiwyl de Aardadie
Adam ale na(iir(inatenifa,l)etsto&igkheelaii ÏB.
Hemelstreken. Zie Windroot.
Hemdnmer-Oldefaart en Noordwol-
de. een gemeente in de provincie Friealand, 83SS
H.A. groot met (ISIS) 49$2 innvooers, wordt be-
^eneo door de Zuvdfnee en door de gemnentm
Itavoren, HimdekMoeo, Workivn, Wgmbtilsera-
deel en Oaastei4aaa. Tot de gemeente behooren
de doirpen Blahnixen, Hemi^mi, Kolde rwolde.
D,o,l,zedb,GoOgle
20S
aEMBLUUBR-OCJMS'AABT BN NOORDWOU>E— SEUBBT.
KoaétBU. MolkwerocL, Nqega, Oudeg». Sdiail en
Wsrne. De bodem bestaat toof èet ^oototie deel
lüt IngvMDs Heil, en ia de omgenui^ dn dor-
MD Kondum, Hemalam «n Winu uit tamcdjjk
aooggdsgen dÜDriMl.imd. Bet Roode-Klil, een
lieDTel MD de Zaidenee, Terhett zkh II m. bo-
ven A.P. Ia bet nudden t&h de gemeeoite tIimM
men Tersobüleiide wkterpl&SMOi. o,», de Flueeen
en de Mono. SoEomige toeren lyn drooggelegd.
Hoofdbronnen tui bestaRD zjJD Teeteett, kuuUwow
en Tiasdieiij.
HuuelTaart. Volgens de Ërftogeliicfae ver-
balen ie Jeau, 40 da^n m de yerrijwina, ten
bomet gtvuen, oen biet geieten ta syn un de
reebternuid Qock. Tei höiiuieriiv imi deoe ^■
benrteiua beeft de Kok bet Heneh'aArfateest m-
gVToeid, dat 40 dagen u Pmd>en, alooo o|)
•en Donderdag gerieid iroidt. Bei „m^tna
tui btnwl" Il een dor utiMen tui de oode
christelijke gelootibelgdenis. Het feest 'wordt
echter eerjt venneld door Euiebiui Tsn Caesa-
rea in S25.
Het ntionaliaiiM "KnUaart de bemeWaart op
sjFmbolMcbe wgK, Be R.-EwtholiedfeD tpnkm
ook Tin de Hemehaart Tan Maria, nauwkeuriger
TUt de TmfceMelopBMttn? {o. t. astumvHo, niet
oMMUio luidt de keikeijjke t«rm),M»taitendt4
«eo oode kerkdg^ traditie, dat Maria, de Moe-
der dei Heeren, ook naar haar lichaam in den be-
mei 100 ign opgenwoea. Aan de gedachtenis wt
dh feit ia bet oudste kerlul^ce Mariafeeat ge-
wlfd; in t Oosten ooBtreeke 450; door keizer
Mauritiui (geatorren in 602) op 15 Auguetus ge-
n4aatet; in de Wereterscbe kertc .rindeo «e bet
leest in Rome onwtreeke 700 genoemd.
Hemera (Griekse ^ dag] ie in de theosofie
bet hebt 'ra.a de heere of aardwhe gewestok,
Moals de aether bet lidit ia Taji de hoogere he-
meleehe streden. Beide iqa geboren uit Erebo*
(di]i«(eraJs) «n Ntix (nacbt).
Hemeralople. Zie Neu^tblindhcid en Oog-
xitkUn 4.
Hemerobastlvttii ^n een ketlerscbe se«te
uiit het bë^ia 3tt CSiristelüke jaartdline, waar-
van Euwbtuê apiték^ ak een der verweMcers ran
ketteren. Hnn naam betee&ent „de da^lijks
dof^renden." Veel ja bet orerigens niet wat men
van ben weet. Sonunigen tnengen hen in ver-
band foet de mlgetingen 'nut .foAannea den Doo-
per en de Euetien.
HemsTOoalll» L. is de naam van een plan-
tengealadit vrt de familie der Liliaceeën. Het
ondeiadieidt zich door een ongedeeld, klokvor-
mig bloondek, op dat der ileKee geljjkwide, door
op den 'bodem na bet bloemde l>erBatigde, ge-
kromde meeldraden en bolronde laden. Het om-
vat overblijvende ikmiden met Jinolïtwmige wor-
tek. Van de soorten noooen wg: S. flava L.,
in Zwiitaerbutd, SibeiÜ en Hongarije groeiende,
met wwiriAeiide Uoeown, ea H. ipedota H e rb.
van Jamaica; voorta B. dittitha Don., H. tulva
ïi. «a H. gramitiea Andr^ att« rieradeo onrar
bloemperköi. In den laatoten tjjd lyn knuiaii^^
InMcben de venchiUende soorten tot stand ge-
bratÉit, die «ehten* voor den bloemist geen boo-
geie waarde dan de grondsoorten hebben. De
mmeerdering heeft door nad <bf door tebeuring
der onde .planten plaate.
Hamerodrenii iMonde men bij de oude
Grieken budloopera, die als boodaefaappers ge-
bruikt werden. Uen Tond er in de voomaamate
OrickadM atedeoi, en wat vsn bun «oetfaeid ge-
zegd wordt, ie b^ans ongeloofliik. Hen T«ihaaH
o.a., dat z^re PhiUmides, de h»rdtooper Tut
AUxandtT dm Oroole. een aistand van meer dan
46 Doitedie mijl in den t^d van 9 uar heeft af-
gelegd.
Hemerotbaek {Tan bet Oriekscfae kemem
— daff en bet tweede lid Tan bibliotheek) ia een
bi'bliotneek te Parys, uitsluitend Tan dagbladen
en van de pobüeatne ,/*» den dlig", brocburee,
TtoaohriJten, phkkaten enz.
Voor de eerste maal oneird bet plan eet^tpeid
l^ gdegenheMl tic de FarjJKhe wereMtentoon-
bM)u« jn '1900 Of bet toenmalige biUtotheearis-
seite(HigTee. Het wtad iet qnake gebiadit en ver-
dedigd door Bettri MarUn, tegenwoordig tnblio-
tbeearie der „BSbkithèqne de l'Anemd , tereu
een der eeiate en bekendste Pai^jsche jonmaüa-
ten en voonittei vio de Vereeoiging vao den re-
publikemscben jooratlieteokring. In IW5 be-
tuigde de Parijêdw gemeenteraad i^ inatem-
ming oiet het plan, toen ook de Senaat medewer-
de ,3iUio>tbèqae Nationale" en
de „BiUiotbèi]oe de i'ArsenaJ ontlasten van de
daar ongeeleMde journalistieke Kteratuor, w^e
beide (uibliouieiien venpliebt tÜn ^ verzamelen
en te bewaien, aonder dait echter de noodige
mimte daartoe aanwezig ie. De beaM^otheek ie
tevens de centrale woninf van den Fraoselien
jouraalietenkring en roid&lpuni voor bet Par^-
sche joucoalistenleTeo.
Henwrt) Anlottitu wm, in den aaiwaiig der
ISde eenw te Nederbemert gritoren, bepaalde
ïicdi tot den ceeateJ^en «tand, werd regulier
kanunnik te Marienhage Ibjj Eiitdhcnen en be-
stuaide later het ooooenldaoeler Zoetobeek on-
der N'onen in bet deeanaat Helmond. H^ «direef:
„Specohnn oerieetionie etc" (1547), „Vertrooa-
tiDghe in atfe liden en de tegbenspoet enz.", ook
in net LatSn oader den tVtel ..Paradesis afMic-
tae mentJe" (1541) en bg een henieae urtgave
„I'araeleaeon" ('156D) genaaiDd, „Dat merok der
zielen oft tmi -rtdoomentieyli aJler Denrfiden eni."
(1557 en later). „De ïWigeUeche I.anterne"
0622] en ,J)e XV pnJmen iran den eerwaarden
vader Joannee, ibissobop van Koehesler in Enige-
land" (1922). Ook tererde h^ een vertaling vaa
„S. A4igi]Btijna Tierighe meditatifn ofte andaeta-
len enz." (1548).
Hsmert, PimIm van, in 1756 te Amsleidara
xeboien, studeerde te I«iden en te Utrecht in
de godgeleeidbeid enwas achtereenvolgens pre-
dikant te Baam en te Wijk bq Dwirelode, dooh
toen 'hg bier van oniwhtainnigbeid beaehnldigd
werd, legde hjj .vrjjwüig zgn antbt neder en ves-
tigde lich te RottetidHni, waar hg zich bij de He-
ntonetranten aanaloot. In 1788 werd hem door de
Remonstisntadie Broedertdiaf) de facoltaa do-
eendi verleend, waarna hjj naar Atnaleidam ver-
trok en er in 1790 de betnUing aanvaardde van
boogleeraar aan de BemonatraDtsdw kwe<4nebool.
Tevena werden bweeaotwmidenvaa^nband op
prqtrrraMn door TeylerV Oenootschap met goud
beknooi^ In 1796 legde bq zgn betrekking ne-
DigilizedbyGoOglC
dM «ft b«git i!«b nur ^ ko^Koed R«ek«nbaig
bomi Emnerüc, w*u lu onn „Beginsden dn
KMrtJsNHebe wgsbeffeertB" Mtmef. In 1798 'keer-
de hg MAT Aiii»t«iidiai temg, wti^t hg zidi «gd-
de tHi de beoefeaine det bitisebe wysbegeeite,
T«le briugrgke gemriften <]f«t«ide en een grwA
■utal rademMriDgen nitapnk. Toen in 1806 Da-
Mël WjiUenhaA een Mural deed <» de kiiüecbe
wgebevMite^ Ueef Vtm Heaurt oet MÉwooid
aiët Miiddig ea Mfaieef Terder, na het antwoord
iwam dn usnOv, sgn „Tria* epiiMmnt".
Hjj TOrtrok fiaar ^^nmaiuge, naai hg lioh
«fdde aaa hM hervrdeno na de bebogen der
JuatMhappq Tan WeUadighei^ *eid aeereUiis
Tta haar PerauiUBte CmniiaBw «b orcileed den
lOdan Febnuoi 1805. Van iqn geaehriltm ver-
nMta wji, Miali« de neikcnBoamde: „BrM
aan (te <bMli vut BImmii en ^" (HSS^ „Orei
de gMoekoB der «s«te Cluistênn en Keiln*-
den JwtrefcMJik d«o perwoo irao Ohrktoa" fnU-
gegvran eoder den «efanihuaoi PmJM Somoea-
lemurj, — ,4)e «eriMamnbeid, die Tan itte «cn-
wen en gealadrten -rmomm «aa, cpenhaar ge-
coaakt dow bet Enngebk üh bet Ëh^tMi"
Alffnjn" 0186). ..Ëen bauhol iMitMAftHiwen
temomfcuM" (17^), ^d «r «oede groodMt
«m Qode hartttwditea m aandoeningen toe te
aehrÜTen?" (m de VeritaodeHDgen Taa TejlM'i
Oenootaiiiap) „Hagaign «oor de kritiaehe m»-
iMfwerte en de feÊémómm ran deulTe" (1799,
1903, 6 dliL, 16 9Mkm). „Ledoar M) ^ oftHÜt-
en «beetalri" O^Ot-^lSc^ 10 vtnkken) en „Stie-
na ad Danieimi W;tt«aibMhian" <18H).
BMMirt, Mfhotue OwêtoiU Oharht Qode-
Mdtu MM, «en Nededandi^ inKenieiir, den
SOeton Jamari 1^7 te '^Bertoee^MMeh afao-
reu. «tadeeide tm 1674 tot 1878 aan de PdIt-
todmieebe Sdtool te 3Mtt. Onmiddel^k na bet
«erkrnmi vu bet difdoim Toor ciirid-mgeoiear,
tnMl bg «f) all «Sief Tan een jtloeg der „Nanw-
keorMieidaivaterpaMing", dMtna was hjj weifc-
uwm l>g de weiben voor den Waterweg Tan Bot-
tefdam naar >ee en ia J380 werd hg beaoemd
tot leetaar aan de KonJnklgke VilUaire Acade-
mie te Breda, inttv betictkiOK bg bekleedde M
1402. In dat jaai wend bij areetear der door
hem ofigierMlite „HoUaodadw ÜMtachapnj tot
bet aibToeren Tta W«Aen ia Gowapeod Beton",
wvtke Jfaatacbaing o.a, filialen heeft in ChiJi
en in N«derbDdeefa C ' ~
wsrI fn 1913 Ud tmi
„ _.)lbemdMifMenDaeamber 1916
benoemde tot doctor honorii eau*. Als direeteu
der betonmaaltefaa^ beeft Fan Hamert met de
onder rijn leidiu werkende iageaiean den naam
dar NwlerlaBdacbe iMnitnn oiA in bet bviton-
tand boof gdtoiidai. Mbatw madiiltende tgd-
■diriltartikeMB i$b tm am baad veradteneB:
de Cde en 7de beniene drvlc wi Ok. M. BekoU
4«ailaM(én en Watarpaeeen". benfffeaa bet
.JjMiboA der Toeffwaeto HecAianiea" (Brada
leOT).
Ham— nn, Jan 8aKd«rê, genaamd Am km.
ZieSoMferi.
HMnlalbiimoM of kemiptphm ia de niet
meer gebiuikalnke naam voor Mere Tertedoga-
prodneten van Let eiwit.
HamlAtrofla ia de tAöi of gedorende de pu-
berteit beginnende atrofie der wieren, huid en
ook der beendeieu *an de eene heltt Tan bet aao-
geaidit. Vmé ia ook liat onreenbomelige gedeel-
te Tas het Terh(inelte en Tan de tong aaogetaeL
De strolie der api«ren gaat iteed* «Ten ver al«
dire der huid en ran de beenderein. De bnidatro-
fie' nit mh door Terduming dar boid, die dan
hNisjgeei of godekt wordt; de talg-ataoheuling
vermindert, terw jl daamtogen de iw«etafuHb-
ling en mrodigbeid «n^toótd blgTov. Scmtgda
iwjiea «ME de tanden ait Be patbölagiwdi-aaato-
toieebe oorzaak der neUe ia nog oiet i^ei *aat-
goatold; man bondt ha^ iroor oen tropbonen-
HMBlMlla V bet bafaben van mmd« ijmr
kxiitakteUd. Uen kaa tieb beaiitdna va^ de^
ken Ua ontataan «it «en krirtalrarm met «en
dobbel aantal ilakkeD. waamui de beUt licb
beeft utgebr«i4 terwgl de andere betft mdsr-
dnibt H.
t Tsatatrlx BerkeUn i» d«
paraaitiacbe •chinoaekiknt nit de
gro^ der AoettaeoNimen, welke de oMaaak ia
kotfiebhdiiekle. D* ■.
men tot kieming op de bladeren no veiwhiliem-
de eoorten Ooflea en eenïge asdere AkMhmM;
de vorebaiaeD dringen dMr de baidniondjea ia
bet wadwoefial, ontwikkeleB ueh daar ten koate
Tan bet blad tot een Toliedige iwhil, die ten
do(t« wediér twamdraden door de huidmondjei
naar taiiteB lendt, w«lke ninuadnden taUooae
iporen ■bnoeroi «an tw«eM«i vorm, lueiiTOfmi-
.De
t aan de ondersgde
Tan het blad ab acan|)«geel gedoedelde TUkea,
De iwam verhindert de oniwikkeling van het
blad, doet bei lelfi ontndig ahaDen: daardoor
wordt de kofti^tlant ODvddDende g«*oéd en blqft
de Trwhtironuag gederiteljifc ot gebeel aebter-
wege. Bet ewat tiaa de kofiietdadBiekte op Cej-
Ion op, later on Jtffa en Simatnt, Terrolgens ook
in aMere landen, o>T«nl oednehto verwoeatincen
aaariebtende. De «otwikkeliaK van deae berwlrite
twam werd uitvoerig beetwfeewL o.a. door den
£i«elM;faen natoaro^Hocker ü. MarÊküll HTard
en door Dr. W. Bwek «p Jarra.
Bamlmniln L. fU ia de naam van een plan-
tengeiladit alt de familie der Seropkttlariaeietm.
Bet oodetaeheidt licb door een 5-deeligen kelk,
een storvomuse, oongiebnatige, S-lofabige bloem-
kroon, 2^4 lueddiaden, «en 24iokkige doot-
TTuAt «n tafaqb^ boAige laden. Het omvat
éto^rige kraiden, die in Zaid-Amerika en aan
de Saip da Ooede Hoep vooikomen. Tot do (ior-
' ' ' >ORB B. eaali afate Pen. en H.
En., beide in Pem groeiende; De
vemeudermg MMbiadt deor ladi^ die is bat
voorjaar in baU «armen bak geiaaid, ^loedig
flinke ionge j^te* oplevareK Deae knnwn ia
denaetuen Maner nog teer goed bloeitiaar «ar-
'eraehgnae^
t4
DigilizedbyGoOglC
men de eemiddedde aterkte
nilgcstraaU wordt ofwi de <
dal krrataUeD «an de mteindeii tsb «en i^me-
tBiew (gewoaBtijk de hooMM) door TeraduUend*
ilaUen betfrenad worden. De «jnmetrie tea op-
nebte tui net nliÉ, loodredit op geooemde m,
N <lMrdoor f^ritmn. Zi« T«rd«r krwtoJJen.
H«iiilopl* of heinianopie. Zie Hertenen.
Hmilrliailipas *>I Batlaardgtepe» i* een
getUcht TUI xemiseben, 'behoorende Int de Ia-
■nili« der Oeepviesehen (Seombreêoeiden). Zie
venler Qeejtviitehen.
B*ml-sphflrl>olie Ilolitetsrhte. Ondu
I atediHe mn een ISditbrra vn-
a eterkte yaa bet lidrt
nfwi de oodeivte beUt
TCB en txd, die de Kcbtdomi tot midddpuit
he^ Wordt het eemiddekie ran de Ucbtateikl*
oirer den ^ebeeïen lx>l genoctMD, dan spneU mta
Tao t|d>enMlie Iid>t8tü4cta. Deoe lutete is tu
ImIso^, dxw, WMF raOedoien of hehriMe Mid»-
liagen (iDdk«et« vetluMag) ook bet nau bo-
ven oitgeatTMlde Kebt tan de Terlicbtiog ten
goede doen komea dot» bet nur beneden tenig
te lenden.
Hemnwn. «en gemeente in de prorinde QeL
deriand, gioct 251 HS., ia meAwaaidis, omdat
bet de kJeinate eemeento is, «rat lielentM betveft,
van Nederland. Zg telde op 1 Jaoaaii 1915 199
lielen, tegen 1^6 «p 1 Jaonari 1007.
HMDmlnnsit, SieU, een Oeenadi godgw-
leerde, in 1518 op bet «üofid 'Laland geboren,
bebooteode 'tot de öv«rïg«te leetiiogen t&d Me-
Unuklhtm, zag lirfi op aülwKlHig van deun m-
idMtst eJa bnieoadeniitMi bn een Dmweb edel-
man en beJiIeedde daarna de betrekking <na pre-
dikant en eindelük <Ke Taa hoogkeraai hi de
godgrieenttieid <o de 'Hebreeuww^ taal t« Ko-
pen&^ien. Nadat tm in 1579 bet «meritaat bad
veikregen, orerieed bg den 23aten Ifei 1600. Tot
cljn bdangrgkete gieeóhrillca beboonn; ,J>e me-
thodie libri II" (1555), ,^chi«diDn tbeologi-
tata" (1557 en later), „STntaema iutitationam
Ohrietanarom" {1574 en later], ,J>e gratia nni-
venali" (1553 «n later), ,J>e Jen C&ialo, fero
Deo et bomkie" (lfi71k „Cateehisni ^naeationea"
('1560 en later) en Jit pasbwia optauo fiiendi
agendiqve modo" (1S52 en later).
Bemony, Frani, een Nedertaodaeh klokken-
Sieter, in 1609 te Leteconrt In Lotbaringen g«-
ïren, vestigde zich in 1696 als klokkei^Mtcr t«
Zatfen en in 1656 (e Amaterdain, waar bjj deo
24>teii Mei 1667 ie begnven.
Uemony, Fitter, een Nederlandsoh klokkengie-
t«r, broeder T&n den fooigsande, m 1919 te Le-
Teeonit geboren, gin^ met Wrtait in 1638 naar
Zntfen. en Teatigde sieb in 16C4 te Antterdam,
wtaiT bq dflR ITiden Frtnari 1480 'm begramn.
De meeet beroemde kk>kkcnepelen in eoa land,
looala Tan de Wnnbnistoren te Zotlen, Tan de
Ubnlvukmfe te iWenter, Tan de Owk Weater-
«n Znider-Eerk te Aiuterdhm Tan den Stadhoia-
en Mnnttorm aldaar.iraödeDtMeateBridivrao
dm Itaamedariatoren enden Znidertorvnto Ëi^-
bniien, nut een der torcoa te Boent, Tand» toren
des Oioote Eeik en TandenBakeDeaaertei») te
Hawlem, tod den Dom- en Tan den St Niet^ana-
toren te Utretdit, vaa den grooten tMco en atad-
biiiatoreo te Rotterdam, Tsn den Martinitoven te
Groningen, Tan tuene te Amerefooii, Leiden,
Ainlieni, Eon^en, Antwerpen, Oent «u,, ign {
door de gebroedere Bemony Temaidigd. Aan-
Taikelök woonden nj te U&edit, waar ig met
jonkbeer Jaeo6 «on EyeJt: «en akatdcend mnaieaa,
direelear der klokken te UtrecAt, aduörer Tan
,J)er flait«n IvrthoT' (1654), dodt bündgebo-
len, lieb met i^ver toelegden op de knnet con
de kloklTen te atemmeii, wat door nen w«id nitge-
Tonden. Ook goten lii, naar de modellen Tan
QwUiiittw, de gioote braaaen IwcMen, die deu
ber;, Chriilian GotUried.
HMnrloonrt, Jaeque» de, «en I^iikeeh edd-
maa en ridder Tan St. Jan Tan Jerasakm, in
1483 geboren, 'Toerde eigenlgk den gerinehtmaaiii
las Tombwl, wae teugècneeattf <n eecietaria Tan
bet don) Hemricoart of lUniieoart in Heabaje
en oTwfeed den ISden Deeember 1504. Van ben
Ja bet gesohrift: .Jlifoif dea noUea de Heabaye^
eompoeé en tome de ebronkpitt par Jacquec de
Hemrieouit, oheTalier de St. Jean de Jérutalem,
l'fto JS5S, on il traite dea ffénéalogiee de l'anr
eienne nobleaee de Litoe «t dea «nrirona dqrais
I'mi 1'102 inatpMB en ran 1396. Avee 1'bietoire
dea floenea eÏTÜea dn diet Pan qni oot durC
l'e^aoe de 45 aaM"' (1290— 1S35) etc, nitgege-
Ten in 1678 te BroncJ do(K'DeS(iI&nnfnet«eD
vertaJing in het NieowFranadL Later ialet tot Q
maal toe berdroki, deair bet voor de ^edaeUae-
kenknnde en Toor de kenoia TWk den ndde^eeat
dier dagen leer bebngrgk ie,
Rmh« oI Bonia ia Let Smeaa der Onden. Zin
aldaar.
HenuterlmUi Tibwim; den laten Febnari
(rf den 9deD Jaonari 1085 te Qtimhigw geboren,
atndeeide aldaar en te Leiden en Uëde aiefa toe
op de wiakosde en de onde talen. Toen braiM
bq, op laat Taii einatoren, de haodachrtlten der
bibli«ibeek in een betem orde, nam de beweriüig-
Dp liefa Tan bet „Onemaatieoa" Tan PoUm en
werd den 20rtBn Deeeraber 1704 AS waa nog-
geen 20 jaar ood] benoemd tot boegleenar te da
wialninde en wjjriHgeerte aan bet Atbenaeom te
beavemde maunen werdeo gerantd.
' " " '" K de waardighetd
ging bn ak boog-
Tot 3 maal toe bekleedde b9 er de waardighetd
T*n rector nugiülieaa. In '1740 ging bn ak noog-
leemar jmtx Leiden en atdnd m nog mm 26 Jaiir
aan bet bootd Tan de beodenaam der Qnekêabe
taal en Mterknnde. tn NoTember 1766 werd hem
«aneritaat rerieend, doeh faS oreriead reeda deo
Tden April T»n bet TtdoeDde jaar. Van ^ ^
aebriftn noemen wij: JnÜJ P<rflaóe OnodiaatKi
lifcri tree poeterioree" <2 dbk, 1706), „Lnciant
ooUoqnia aelecln at IWodv Cebatja Inbüla, He>
nandri aententiae moialea" (1708), „Arietorikania
Plotefl" (1744). UU iqn nalateiwdap gaf Oeaf
de „Ancedota Hemsteibiiaiana" (1825) en JVtede-
nurnn „Orationee et epM^e" (2de dmk 1839)
nit. Uen bmraart han^ehriften Tan bera op dé
aoademiaehe boekerg te Lrideo en op de bloKo-
Ibeek der Maataobapn ran NedwiMMbcbe L«t-
terkimde alihar.
BemelerkiaM, frmuitaa, een neef Tan den
ToorgMode, den 27Bben Deeanber 1721 te Fran^
DigilizedbyGoOglC
k«r gebonn, onbring ifjn opleiding te Lefden,
bekleedde te '■■OraTenhsge den port fan eeraten
eoQuniw bjj de kaneehiTJ en kwam dikwök ia
den kring T&n Tontia Jmalto OaUujm Ie ll«k-
gt»r, waar ocè Jaeobi en Hanutim ytakwaóem.
Hjj Btond met iiMi in regelmatige briefwïM»-
liög. Btrder noenwie Eemtterhm een der gTo«t-
flte denken >ed«rt Piato; Ön wülMeeerte, ncli
aanahiitende bjj SoeraU», Plato, Lodtt en Slud-
fothtry, ta«bt bet ratknnbnne fMt bet asnio»-
titme te venoenen. V«lgea« bent k bet sefaooae
dftt, w«t ia den kodaten t^d de meeete roomtd-
Üngen dmt ontstaan. Jaeobi en OoefAe bebben
d«M rtel^ig nn fiemaforkuia oreigeooroen. In
cgn «viken doet ba iteh kennen ik een amaak-
T(k «trliat en kanatfeeaner. ffii cnKrleed
Jnli 1790 te '«Oranrenbage. Hq adu^et:
doet ba iteh .
n kanatfeeaner. Hii cnKrleed den lóaa
«r U •cnlptnN'' (1769), .Jjrttn sur llMnme
et aas rM)port«" (1772), .(Söftjie on de fci phi-
loeophie" (1778), „Aritóe - -^ ^ r.._:.l«"
(1779), „■■ ■ - ■■
des facnïwa oe « «cue ii lui j, ,,xjcwie u^ ^iw
i d>>otkDe BOT rathétHDe" (1787), „Deacripfi
sfailost^iqae dn earaetére de fm M. Fagel"
(1773) en ,Jj«rttr« aar une pterie antique dn ea-
liinet de mr. F. de SatdOi" (1702). Al die atnk-
ken xga gezamenlök onder den titel lan „OeoTiea
pbilowfAiqoee de Fraoeoie H«mat«rha)e" by bar-
nalrng uitgegeTen, de laatate maal met een la-
TenaoeadirDinng dioor L. S. P. Meuboom (8 dln^,
IMS— 1850). fa ie Ja»tote iaitn w de waa^de^
rkig van i/enu^erAiiu' weik wedeiom toegeno-
H*n*rM, een mier in de Spautaefae provm-
din ChudaUian m Madrid, oniapriogt m den
Sierra Miniatra, stroomt Unga SignSDza Oaada-
Uiara en Alealè de Benaxee en mondt na een
loop Tu 150 km. t^ H«jorada del Campo ait
in de Jarama, een lurJTier ran den Taag. UH
deoe riffier ontrangt het belangrijke Heoareak»-
dmI i^d water.
Benok«, Kart Lvdvig, «en Daiteeb eterren-
kaadige, den Saten Afrril 1793 te Drieeen gebo-
ren, waa BoAtenaar ttg de jmatenjen aldaar ea
later te Friedabarg is de NeumaA, werd terrol-
gena gqwnaioiuieerd en overleed den Sleten 8ep-
tend>er 1866 te Marien mideT. Oedarende tiwin-
tte jaar beatndeerde lijj den aten«nhem«l, om
b^fe de kleine plait^n, ^an 1800 tot 1807
tnaacben Mars en Ji]f>iter oi^dekt, aog een an-
dere op te qioren, waartoe hij aeer nauwkeurige
■terreniaarten bad tmtworoen. In 1845 ontdekte
bg Aetraea en in 1647 Bebe. Daaimade werd de
reeka geopend der talr^e iphBetoId«noiitd<Ékki-
TBn een oöd naleljik geriadit, in SikaiB gwrea-
tigd. Het onUeent i^ oorqmog aan den Heo-
goaisdiea graaf vom Tkmo en iQn naam aan
Set vkk CeOtOrtOUMlj of Dcnneiemsrek. Vrjj-
beer Laxanu HHuket, kciserlijk gtJteimraad en
Areetenr der möoen, verlioogde bet aancien van
i^ Hni«, doovdien btj m 1628 de beerliJUwdvn
fiéntben en Odeièeiv iwwierf. Zgn loon Laxa-
nu U werd in <M5f door Imier rardinaiid lU
in den rykagiaveDetand op^enamen. ï^n oudate
Mon SItat («ebomi 1608, t 1667) werd de atieb.
ter der 1^^ Odwbérg, wette io ISOS ia nitgeetM-
I.
ven, en ijjn derde looi^ giaHf Oeor; fritétK^,
die van de Ign Bntfkm, wfAke tbaoe nog bhwK.
Laabrtgenoentde geboren 1611, t 1670 «'de
bet tTwede gedeelte van de beeiljp^heid Beatben,
namelnk Tanowte-Hendeck. Zgn oodata loon
Laopoid ferémmd feebmen 1640, t 1699) wad
de stamvader der S.-Kaifaoheke löo BeitUien,
en ign tweede loon Kari Maxinüitn (eebonD
a«15, t '1720) die van de Svu^eliaAe ^n Tor-
WMMtt-iVndeek. fi«t boofd 'vam de endcto, Katt»-
litke Ign^ weike in Sitezit nitgestrekU bMittia>
«n beeft, ia giaal Bugo Beiük^ gebwan den
Slaten JnH 1fiS2. Tot de Ij» TonMMpUx-Xewfeek
in twee thua bo^ bloeiende taUen een Saku-
eebe en een 8il«st«ebe, veodeeld, <bebooido giaaf
Vktcr Amadeu» Heiiekel, geboren in 172^ die
lidi vooral in den Zevenjarigen Oorloe oixler-
•dwiaUe, ale tnJ4«naat«eoeraai in ITm vng-
leed en «en ,^ilitftriBebe NaeUaea" aditerliet,
welke m 1847— 1949 in 3 <Hn. » iütffeBeT«^
aJHnede imi loon, graal Wilhelm BeMÖtêl (ge-
twien ü 1775, t den iMsten Jq» IMS), «roD-
eena hatenaottfeaenaJ by bet PraiiMte leger.
Bet tegenwoorffip boeld van den BakstociKD lak
dtaar 4vn i> gniif Furfor HenektL geboren den
36aten Ootobef 1854, die in 1897 DoHRb miiiie- .
twreaident m Laxemftnrg^ in 1699 Fraiaiadi
geuBt in (Hdeahng, vn 1906—1910 genat te
Eepenhagen ii geweeat.en'VMi^nSilenMheataÉ
gralkt Qmdo Heiteket, geb(»en den lOden Anna-
IM 1880. lDe■^ üd tui den Piwawohen &ad
van State, ia in 1001 «ot vont veriMnwn.
Hmdanon, Altxaitder, een Sebotsüh Fro-
teatantadi geertMi^, werd omebretka 1588 ge-
boren en gudt ak de ofibauww vsn^ Sebotaeh-
HéFTonode k«ik io den atrijd tegen karing fo-
rel /. die de Sebotaebe ken in aamenbaag met
de BngelMhe epiaeofalen 'wenMMe te reoigui-
aeeren. StndtrKm WNt de tnri^tiDg der Miot-
eefae en rEngcbebe weabTteriaMn door te letMn
en matwieip voor nem «en geloolabelMenit of»
Cahiiti«tiadii>i«abTteriaaaMbe» gnwddagl, die in
1647 door de veiwiaden koken werd aaDgeno-
men en tetec door bet Paitanant ia goedgekeurd,
ffmderatm werd in 1040 reator dor imiveniteit
te EdinixuBhen totiijndoodan 1M6 teften jare
biertoe bentonn.
Handrlk X, 4qgenaa«iMl de Fogelaar deear-
«te DuitMbe koinng nit bet Sakaiaehe Hoia, in
876 gAonn, regeerde ivan 919 tot 990 en waa
een «ran van Otlo, hertog van Saksen. Reedi bg
bet leren van ign vader had 1^ voorsBoedig ge-
oorloogd tegen de aangrenMnoe Slanoebe to}-
keB. Na bet overl^n van Otto moert hg rtr^d
voeren tesen koovv ïoearaod I, d4e hem een
f^eette dm- getitie landen, ^M^aaldelgk Tbn-
ringes, witde oratrokkeB. Hendrik brirield eeitter
de oTsiliaiMl en vrerd ttMt door Koerood^^ toen
deie op tija eterfbed lag, aMbevalen ak ign oo-
volgv. In 919 vNod bg door de Franken en Bat-
■en te Frttalar tot koning gefeoaen. De iegende
apanning, vogelvangen, beiig was: vandaar ign
bgnaam. SQ ondmrieip BoreAonf, hertog vm
Zwobeii en Armüt. hertog mn Beteren, aan lün
maebt. Ook wist ng Lotharingen, dat h^ eerst
ma Fia^ijik bad «fgcstMo, weder bü DnUadi-
DigilizedbyGoOglC
HIEMXUK I— BENDBIE II.
land ite ToeMu, 4tom' aija <loeiiter Qerberga
Oimiltreeht, baUig tm iU hsó, tot fioow te
gereo. Hg orgSBiseenle het feodale legei, aliebt-
t« TMtii^eii MD <b gMuen «n ventokte vele
plutsen. Id 928 onMtewwaï hj d« WeitdtB «b
Slaveii tot «aD de Odw; de iWn werden
934 vit SkevKJk Teijugd. '"
wapenieit was de TCmietiginé^ der Honguen is
" 3 ^ OSttógen en IUmw. Danndooi waé een
j - -gttt—niifbaaaectoeiitea,4ieieMK■
\ iudre eeuw Ung in Dnitediknd hads
aSSlqj G _^ _.._ __
eind gemaakt aan ^ plnnAeiiioebten, die de
yaren een iudre eeuw lang in Dnitadiland
den gedaan. Hü «««rieed io 986 te Uemleben en
weid I» QnedliafauK tei wpde twettid, waaraa
zga toen OUo hen opntgd».
Zie: Wriu, JafaWU^er dee Dentalen ReUm
unter KOniK fleinridi I (3de diok, Leipaie
1885),
Hvndrlk H, de UeiÜge at de Mmke (1002
—'1024), de laatste Roomecii-DQitMlw kener uit
het BAtmi» Huia, den «den Mn 973 geboKn,
wae een atfateikMnKM» van den '•eoigaande,
erfde in 99S van aJiB nuler bet bertogdom Bele-
len en TnegeacldB u tOOI keiier 0(to naar Bo-
om. Toen OUo «n ItaM overleed, naakte Hen-
drik aieh meestee van de RgkaatMadiBn, doeb kon
aleehts door den bnatand van graaf Lalkariut
«Off Bendnwg en WiUigU, aai<Wi<8e«hofi lan
Haiu, ueh staande honden tegen ign mededin-
gers, Sekard, maikgraaf km Mtititm, en Hw
mam, faertog «M Zmabe». Bji werd des 7den
JuH 100S te MaiiH gekiOAnd en moeet aanstonds
atrod TCtran 4egen m broeder Bnno en He»-
drik, maikgiant vm SekwtMurt, die beidoB mb-
^traók UMtatea on liet hertogdom Beieren. Of-
adiooa BoMtm* II, kastiiw van Polen, ign te-
g*eastaad«B stennde, «on £g den Uoedigen elag
ojj EreuMen, waania hji Hmdrik van Luzmm-
burg den broeder xgner gemaUii, met Belgen
trateeiMie (1004). IiumM^ hadden de Italianm,
oa bet kioderlooB oweri^dNi tan Olto, naA-
iraaf Hardonin *m lerea 4ot kosting gdcoaen.
'tndrik trok mm KaÜè en deed u<£ t« Pavia
de IJieren Kroon opletten. De 4)urgeri dier
ttad kwwneu kt opeUod en ^Klegerdni den kd-
lei in ijJB paleis. Hg radde bet levea door «en
^trong Dit net imeter, die Imoi iija ^eheele le-
Ten mank deed gaan, vandaar lün bgnaam „de
manke". — BjJ verwoestte Pvria en keerde naar
DnitecfalBad terug. Nu ontrukte hij Bobemea aan
Bolasjout, gad bet aan Jonmir. een kkki vm den
hertog Tan Bobemen, in leen en viel BoUtlm» op
Pooliëh gtoadgebted aaa, aoodat hq dneo b<j
den Rede tbu 'lleiset>i "■~-'>
onderwerpiag hnAL i
Tsa die afweiigbeid fflbiwK g^naoat, on <k «o-
Hokli^ «aanUgbe^ is ItaliS te berwiniieD.
Dienlengan^ trok Hsnrfrifc in 10IS, vergeteld
vaa qn gemalin Ktmijfonde, nogmaAle naar Ita-
KS, dwong Bardöniit de kramt ned« <te leggen en
begaf >!<£ naar Itome. wmt paus Benedietut Vlll
bom en lön gemalin kiMntde en hem den gouden
Rgbsappël ab ünoebeakl der keiserijjke «ereld-
heerseoappfl, «ireriiandSgde. In '1013 moest hj)
aan Bolttbmt de LMSits aMMO. Een derden
kr^igsloib naar ItalU onderaMD bjj
OriAen
hen Ie bo^ riep tegen de
in Benêden-Italil. E^ ^reed voorepoe-
enigde de tfooimiaiiiea met ijjn leger
en ecfaonk hun vaste wooii(il«MtaeEa in Beneden-
Italiê, om er de wacbt te houden tegen de Grie-
ken. Daareoèonen moest hg ook iu DüteehUnd
gedurig oorlog voeren. Adalbero, een broeder
ignet gwnalin, wieip lich ugenmadttig op tot
biaaehop van Trier. flendni: nelegetde heóa al-
daar 4 maanden, en toen Adalbero bescherming
TtHid bg sffn broeder, hertog Hendrik txm Beie-
ren, beoorloogde h« ook dexn en beroofde bem
nn ign geng. Ook de graai van Vlaanderen va
de nieuwe markgraaf van MeiMen kwamen in
oyetaadL dodi moeaten zich ond«w«ipen, en met
betnkkkg tot Bouigoodit sloot Hendrik met den
kinderkwaen bertog Rvdclf lil een overeenkomst,
Tolgens welke dat laad na diens OTerljjden vet-
vaUan soa Mn het Dnitoche rak. Verder beintal-
de hQ paM BenedietuM Vlll, die in 1014 de
vlocbt lüd moeten nemen naar DuKsehUnrf, om
aan den tetfMwaua firejronws to ontkomen, in
tgn waardigiraa. Hg wi« een vriend der geeste-
Sikbeid eu een gveraar voor de belangen der
eik, etiehtte o. a. bet biadoo fiamberg, loodat
pav En^eniae lil hem na ign dood (13 JuK
1024) bedig verfcliaide; xgn gemalin KmAgonde
(t 1038) genoot hetseltde voorrecht
flsndrik 11/ (1089—1056), de tweede Roomsch-
I>uitsobe keim uit het Huis der Salitdu Fran-
ken, een Mon vso Koenraad U en Oittia, den
aSsten Oetober 1017 te Ooeteibeek in Gelderland
geboieo, w«nl meds 'va lOQO tot Dirilsch koning
gekoMi^ in lOS? heitog ^«> Beieren, in 1088
van Zwabco en Bom^ondie en in 1080 opvolger
sgoa Tadeis in de keueilijke wssnUgbeia. Daar
ign gunstige aanleg door een uitiDunteade ofi-
voedug «M ootwi&ieM en hg reeds vroeg in
den wafwnhandel sidi geoefend had; was bg een
der knièhtïgste keioen isn DuftecUand. Om het
gevaar af te wendra, dat hg vaa al te machtige
hertogen dochttei, behield hjj de vmMlIen bei-
togdommeD voor ikh lelf of voor xgn bloedver-
wanten of beleende daaimede miadni rnvloedrgke
personen. Alken Bemhard «m Sakten haöd-
haafde ign gnag. In IMl maakte Hendrik lil
den hertog van Boiietnen, Bretielav, tehalfiliich-
tig. BretMlaH had een strooptocht in Polen ge-
daan, Brealau verwoest, Krikan gepluikdezd en
bet lp van den Heiligen j4daJ6er( nit Oneeen
naar Praag gebracht. Daoma dwong Bendrik ko.
Dii^ Andrea» van HonguHje 'm 1047 iga land als
een DiüMi leen te besehonwen. Ook jo Offtt-
Ilalit maakte hg «en lOiule aan de verdeeMbeoeD
en het gehikte bem de NoormaiMwo ia ApuliB
en OaliüiiS aan sgn heerKhappg te onderwer-
pen. Heer tegenstand aBdervond hij in Lotharin-
gen, waar OoUtried, hertog emi Nerder-Lolkarin-
gen, lith Tan 0|i|ier4xitbamigen wUde meester
Italië. Op een veigadering van bissdiopMa te
Sntri liet hg de 8 paoaea BsNedietes fX, Sglvee-
ter lil en Qregorine VI abetttn en den DuUschen
bissebop Suidgêr van Basnbetg, onder den naam
TM) CÜment IL tot ttm hkaen. Ook ttacbtte
Hendrik inrioed te krggen co de reorgainsaüe
van keifcelühe inridttia^. Bet werewük ge-
iw stond tüdtBM AsMfrik UI boven het geeste-
Igke. BUdebrmd, kter Orejrorws FZf, Ivd ai»
kaïdlMaUdbdiaken de bedodingen des kMoeri
DigilizedbyGoOglC
ioOTgrooA en beunelQli teeeivenTeikt, zood&t
K«èa bg het menlndtn t&d Hendrik &Ue Tooibe-
retdeode masti«g«leii gicraaaiMin «uea, om h«t
{wndf^ gezag van den ivrloed des k^ere te
bevr^dea. Hendrik o>T«rieecl den 5<fcn Oetober
1056 te Bodfeld bÖ *n Hsra, Tölgeu* ■reler ge-
Toelat SMi veigil. Ni«t aJlecn beeft h^ v^erig de
DniisAe eenbevi, nuMir voonl ook ianst en we-
teudini bevwdéni Hg stietitte talrgke Uoo»-
tenefaoMa en i^We «r geleerde mooiukeD uit
Eng^&Dd. Ook deed Uj de doink«ifce» vengien
te Woma, Haina en ^ien en toonde zibh eea
vooratender Tao de nuiudc en Tsn de gesdiMe-
Zie: SUindorff, JaliibfldteT des Dentseben
Reicht nnter H»w4)A IQ (2 dki^ L»mig 1^74
—1881); jrWer, Dw Itmeni KeUer Beiorielu
lU (Berlga IfiOl).
Hneb^ rr <1056— lil06>, RocDMeh-Dniteefa
kener en jood tvi den Toorgeeode, weid den
Uden Nenrccober 1050 geboren. Dmt hü lijj het
overljjdHi igne Taders fM 6 Jaar owi wu, werd
de regeeriog &anrsi)kelijk tne^eitround aan i|)n
moeder, AgtttM van Poitiers. Deoe^ hoeirel on*
derateond door fmxa Vtetor U en Terroigene doot
Hendrik, Vm^xnp 'an Ang*ncg, w«8 niet opge-
iraaNn liegen de beencfanu^it óm lükOTOKteD en
tegen de paneetöke maobt. Om de Tganden Tan
baw Huis >te bcrredigen, gaJ >q aan hertog QatU
fried LoUnrrogen terng, teo>^ Rudoll^ graaf
mm RAein/eUen, die hiuii doehter Malktlde ge-
edaakt liad, bet bertogdom Zweiben ak bowe-
Wla^t ootinng, wa&nia ^j graai BerthM vok
ZaftnttwR, die aanspraak bttd of) dit hertogdoiD,
eebadelooa sbdde met EariDtlrii en den nuebtl-
g«ii graaf Otlo von Nordheim met bet bertoedom
Beieren beleende. Door dSe vrijgerigbeid aobtten
aodeT«n 7Ldi benadeeld, en Hanno, aartsbisaehop
»an Keirien, Tstte bet voornwnen op, zich van
den jongen koning en daarmede van bet rijiabe-
«taDT meealeT te maken. Men lokte den jeugdi-
gen Hendrik, toen hjj met ign moeder omatreeki
FïMben 1062 op bert eilaiid £awer»irert vertoef-
de, <m^eeli vaartiBg op den Rftn en bradit hem
Daar K«Qlen, waarna Hanno de imgeJs van het
bewind in handen nam. Toen ooMaiiden wille-
fcmr en verwarrine >n bet DdUscAm R^k. Om liJD
aMvkébA kreeg Hanno Tde Tqaadon, loodat nij
sich weMni genooduwkt sag ook aan Adiübert,
aartebiaaehop wn Bfemen, deel te geven aan bet
beetnor en aan <le opToedtng van Hendrik. Het
ep?oediDcestdsd ran Baitno wn gertreng en dat
Tan AdMhat nUemt vnSsk en toegetvnd. Geen
wonder, dat Hndrtk zidi Tooral tot Adalhert
aanffetnU«n gevoelde, «i doe maakte bJenrant
bniii, Mn den Jeugdigen vont ijjn be^meel
omtiótt bet oinepeikte g^Mc Ton den keiier.
alamede zgn hut tiegen dé Sakeisdie voraten in
te prenten en zelf lid Tan hrt OMterbeetnui
mecBtwr Ie maken. Hiertoe deed hg oen '14-jari-
gen HeniMk, na een yeldtodit tegen de Honga-
ren, 4ie Wonm «p een Rühsdag meerderjarig
TCrklaren en regeerde in sgn naam. Weldra ech-
ter nMKa de Torsten de willekeur v<in Adclbert
moede, zoodal i^ bot bettaur weder aan Hanno
(ndroegeu. Terwgl deie nn de aaa^degenhedeD
des TgkB behartigde, gaf Hendrik neb orer aan
«en loebkodig loren, en om mikB tegen te gaan,
daed Hanno den -nxat tegeir Aene lia ia bet bu-
weJifk treden met Bertka, de reeds lang aao bem
Terlöotde doebter Ton den markgraaf twi Suxa.
Wehko poogde hq zi<4i Tan snn ^emaUn te ont-
doen, waarin hg ecMer door niBedKokomft nu>
den, ipamo en Tan de rgksroraten T«TbiiideMl werd;
bq Terzooide ziioh mot haar. fatmiddele werd her-
tog Otto ton Beieren, lieadnikligd van een aan-
at^ <tegen b^ leren tbo Hendrik, verraUen
veulaard irau ^pi bartoodcan, dM mea toekende
aan sgn tioowelooien etoooasoon WM, Ook aaa
Bertkoid va» Zahringen ^werd, w<g«M Teimoedea
Tan opniengbeai^ Eari«tlu« ontiHmen, at Ritdolt
•m ZiBtAen ooikwam tearawrwerDOod aan een
deige^jk lot Om ijjii faeencbappQ ia Saksen la
bewitigeD, deed Hendrik op TorédiiUende plaat-
een ksateelen Tengien, en daar bjj fcoTODdisD,
onder TOorwendeel T»n eea krqntodit uu Po-
len, «en groet leger böeenbradtt, vereenigden
lich de SakMeriie edelen onder aanvoering van
Otto von Nordkam, en bei^rdeD Hehdm in
den Hanlwig. Deze redde zidi door de vineüt,
maar tiq wu genooAaefct tot bet attütoi van d^
voor ttön verDederandeD vrede van Oerstnngen
(1074), waaAg o.*, bepaald w«Pd, ife alle ku-
teelen in Saksen weder gesloopt moesten worden.
De woeetlKid, waaimede het <t<A siet aUeen den
HarSbnrg, maar ook een kerk TemMld en de gra-
vea löDer trioedvenrainten geeduniden isiii, ga-
ven HendrA aanleiding, zMi tot ■den paut te
wenden, en dese gieep ffaame ds gel^enbeid
aan, om lieb met de UKm van het Dnitaebe
Bgk t« bemoeieB, tenrgt hg teven* den keiaer
ireitMMd banW te draven met geestd^ bedie-
ningen. Hendrik bad ziA iomHMeh akgenist tot
een meuwen krggstodit tegen Bakaei, leverde
met een ateike kinjgsmaciit m 1076 den slag bg
Eohenbnrg ud de ünstmt, en deed de kaatee-
len 'berbonwen. Ock leMe ign I^eraadtet ver-
koopen van geestdjike waoidigbeden Towt. Ore-
gonUÊ PU ontbood nem daarom naar Roeoe, Hen-
drik liet hem daarop door een Teigadering van
DnitsdK bissdtoppen eo aft>tea te Wome van- de
pauselijke w&aroigheid TervaJlen verklaren. Nv
eprak Qregoriui Vil den banvloek over hem nit,
vetkharde bon verveen van bet rgksbestmir en
ontsloeg i^ onderdanen va» aüe gehooraaam-
beid. In den be^ne dieet Hendrik daannede den
Mot, maar toen de Znid-iDaitsebe vorsten afval-
hg weide», zidi met de oproerige 8<&een veiboO'
den en de gevangen genomen vffiraten In vrgfaeid
eteldco, terwgl óe bimcboppen den paoi vergifle-
nie verzochten, toen Mtfe in 10W de Rnksdag
hem gelastte zieh 'binnen bet jaai van den oan te
zuiveren, indien hg ^n kroon wUde behonden,
trok Hendrik in den etiengen winter, slechts
door ign gemsin en sgn aoea vengoMild, ower de
^pen nsar Italifl, vond den jMOsop bet kaated
(WMBa bg maikf^wvaD Miühüde en ««rwieif dow
baar voorspraak ^nddj^ de ganst, dat bg boete
zon mogen doen OeAiieade S dagen (25 tot 27
Januari 1077] moest bjj lioh bg lelie koods bar-
revoets en ia een baren boetgewaad vernederen,
Toordart hg van den ban ootberen werd. Dit is de
grootste vemedeiing di« een weitiddjjk vorst ooit
van paosel^e zgde ondeigsan beeft
Toch had deze daad van den paos een onvei-
wachle nitweikiog. De Italiaaiiaene vonten, reeds
D,o,l,zedb,GoOgle
lang nHHTende o>ï«r bet gestrenge (^treden tui
Qregorwu VU, boden Hendrik tran bijeUod aan.
De Duitaohe Torartea <kAt«DtegeD, nn Hendrik'e
Tentedeijing ««rwittigd, boddea Rvdolf van Zwa-
ben in z^ cdu.ts gekozen, zoodat Hendrik in
aUergl naar Duitsotuand t^ni^eerde en ci een
legei büeenbiM^t. NuUt h^ a« aUcvn by Mel-
ciohBtadt (1078) ea Fluohheim (1060) gewoonen
had, «leed Oregonui hem wederom ia den b&o.
DaaxenteseD deed Hendrik door een veigadeiing
biesciH^^a, die onterredeii «ann otcc het
c>e«tNiig dioonettSD tui bet coelüraat; te Briien
dan paus abetten en öuibert, aartdiieaeh
Baienna, «ia Clematu lil, ia ijjn pUftto
lieaehoc) Ton
1mU« Deooe-
men. Wel Terloor kèi den «bff aan de Elatei Uj
Meroebuiv (IS Oetooer ]080)j maai i^jn tegen-
ataodei Rudolf fcirani dauibü om het leveik
Daarna liet Hmtdrik bet beertuur des landa ia
tandea vam zgii acfaoouaoon Frederik van Hohen-
ttmihn en troJc in 1081 meit een kger orer de
Alpen en etond w«Mra toot <fe muren tmi Botne.
Docdi eerst na 3 jaar (Maai4 1064) viel de stad
in igD handen, waarna hg linh en zjjn gemalin
door CIswMfM UI pleditig deed kronen, terw^l
Oregorüu VU de wgk eeaemen had naar döi
ÊmrieidMU». Na -wenl bet tooi Hendrik tijd
naar iDoifaenlaiMl terug te keeien, daar mem den
9den Avguetos '1081 Ëermon, gnai van Luxem-
burg, tot kooifig tud benoemd, ooodat de borger-
oorw opnieuw ontbiawt was. Herman, ofsohoon
'bü WUrïAurg (1085) de overwimüiifc Mbalende,
l^de uit eigen beweging zün waaRbgheid neder
ai Of«rfeed kont dsiirne, Verder werd Hendrik
ia 108S door den dood vierloet van eoD anderen
mededdDger, nunelgk ttu Eekbert, markgisAl
«on Meitien. lomiddel» was ook Oregoriu» VU
ia lOeS o*eriede% waarna eerat Vicfor 11/ -
na diena dood Urbamu 11 door de Otworia
•ehe par^ tot pwa g«koien werd. Om Cement
til te beBCbeimen eai t«Teiie tija geutg in Italai
te handhaven, trok Hendrik ten derden male over
de Alpen. Beeds bad hy M&ninia Terayerd en op
Welt, den gefoaal ïsji gravjn Matkiide, mwr
' p één orerwLmung behaald, toen hü de t^^ding
trine, dat ign zoon de lyde t^aer Tgaoden
nertoe, te Honia tot konmg geboond was, ah-
mede dat de Lcnubaixten tiA met bertog Welt
kieierw
te^en hem Tereenigd hadden. H>ar<q) Tcpriel Hen-
drik tot diepe ïwaannoe*fi«4iei4 en Wed prui-
men tQd -weidceJoot. iln 1096 eebter wist iüi door
toegeTeodhead de machtigote Torsten, o(^ Welt,
aan zioh te T«H)i4iden en vetkieeg op den Rjjke-
deg te Haina, dat Koeitraad tso de konjidc-
liike waardigheid beroofd «n zyn tweede loon
Hendrik Uit ign opTolger gekozen werd'. Daar
«ottreeki deien tijd Ürbanui, Clement en zgn
ïoon Koenraad in ItaliB orerledea, scheen de ruet
in Duitechlaod ten^ te keeien. Do^ PaKkaliê
U, lot paos gekozen, sprak wddiaoT«r ^ kei-
zer, £e bij Toortdntijig bieedioinKn benoemde,
den baavkidc ait^ en terena poogdein eenïge ede-
len zgn zoon Hendrik tot o^tartd aan te eporen.
De jongeling trok t^en i^a vader ten atrgde,
joeg hem op de Tlnoht, nam hem vervolgene op
Terrsderlgke wijze gevangen en dwong &em de
kirooD neder te leggen. 1% keizer ontsauite ech-
ter uit den kerker, nam de wöJt naar Laik, en
cnrerleed daar den 7den AugnstiH 1106. De bis-
eeiiap Tan Loik liet hem met voisteli^e pnelit
ter aarde beatellen, dooh i|jn Tüandró bewerk-
ten, dat het Ijjk opgegrsre^ naar ^isEB ge-
bracht en hier in een ongewjide zykapêl Ïd een
Eteeoen doodkist neérgele^ weird, totdat de paus
oa verloop T&n S jaar den buvloek ophief.
Literatuur: Kilum, Itioerar Eaieer Heiniicbs
IV (Earleruhe 188S); von Knimm, JahibDatier
des Deutschen Reicns unter Héinrich IV i
(Leimig 1390—1904; 5 dln.); Hökre,
Kaieec Hedncidi H' sein Lebea ond aeine Eluwf*,
1050—1106 (GQteialeli 1006); SehiUmtiKn, r
Hendrik V 0106—1125), <BoomBcb4)Dlt«eh
■ ■ 1 1061 gebo-
p«i8 Pasehalie lï werd hg bjj bet leven tiiaa
vad«ir«, te Hains eoieDd. De aaahugen tso lija
vader, zooab de atad EeoleD en Hendrik, hentog
onderwierp hij. Toen Patehaliê II op de IcerkreT-
gaderiog te UnastaUft (1106) het TeAod der ra-
vestltnur door leek«i bechaald had en HendrUi'a
pogingen tot miimeljjfce sdJUüng mislokt waten,
trok^ in IHOmet SOOOOman naar ItaliB, deed
zi^ door een aaiftal sleden hukÜgen, mkte toot-
waarte tot Sntri, kreeg door verdrag üome in
bezit en nam, tegelgk met de meeste laidin alen,
ook den puaa gerangen, toen deze hem niet wil-
de kronen, iixüen hg geen alataiKl deed van het
recht van benoemLng vem bieschoppen. Eïerst na
rerloov Tan 2 maagden haricreeg de paus, door
van aSe wraak door mJiddri tsc een bamloek at
te zien en '• keiiers invettitunrreebt te berege-
len, zqiiTxübeidt waarna bii den 9den April 1111
Ha*drik kroonde. Naowelgka echter was dcne in
DratscMand teniggekeeid, toeo PoacAalü door
middel Tan Ouido, aaitsbiesdiop Tan Vienne, ep
een synode van Boargoud.ieche bifieefaoppen den
keiser don banvloek naar het hoold sOngerde.
Deze bekreunde zich daarom zeer weinig, vooral
omdat hü jniat oorlog voerde tegen zgn TanUen
in DnitachlaiML fiiaribg caderToiMl hg echter
wMdig TOor^MMd, en zgn vgaaden, de aaitsbie-
sclxqipea vaa Keulen en Maim, maakten daai-
vsn gebniik, om den hanTioek té herhalen. Deze
bandelwnze, abmede het evei^vden dei ma.rkgra-
vJn Malküde (24 JnË 1115), wier nalatenniïi^
hg rn bezit 'wiMe nemen, bracbt hem er to<^ de
Ti^ediging van Duitecfaland aan den hem trouw
gebleven hertog van Zwaben op te dragen en in
Il 16 opnieuw naar ItaJifi te trekken, waar hg,
na bet aanvaarden der erfenia van Mathilde,
Paaehalit II uit Rome verjoeg en na den dood
van deze Oreaoriu» Vlll tot paua koot; naast
wien editer Qelanue II als tegenpaui optrad.
Deze tpnk wederom den banvloek uit over den
keizer en najn dooma de wnk naar Fraoki^.
Inmiddels Ueef de borgeroorlog in Duitecbluid
aanhouden en de Ti^csvoreten bedreigden d«a ku-
zer met het verlies vao ïgi> troon. Toen na den
dood van Selasiu* (1119) de gevreesde aartsbis-
schop van Vienne onder den nasm van Calixtiu
Il tot paus benoeoad was, hegti Hendrik zich
naar Dtutscbland, maakte er een eiiH]« aan den
D,o,l,zedb,GoOgle
Btrgd dooi de belofte, dftt h^ «u «Ifc lö» eigen-
dim 100 tencavTCD, en heriu^de die 2 jku la-
tor «9 den RQudw te WOrabaig. Ook met Oa-
lüitu, die bon t« Beime c|i een vergMleriiK tu
427 geesMgken ie den ban gedaan had, Iwani
bet 0^ den Rjjkedag te Worm tot soodanige
ariiikkiiw dftt de domkifiittels da tneaehoppen
•» kiaen.endfttdepMBbeiibeTeatïeeiiende
londei I
of OaUstiiueke «rede, l'122).N«idientadbeÜTer-
de lidi de keiier linineslMidKhe Teideeldbeid sü
dn mg to ndoien; Iqj orerked den 23«teii Mei
1135 to NqaMgen ale Wteto kmaer tui bet S»-
ÜMti-Pnuikiedw geelaebt.
Zie: Bmheim, Tim Oeedncbto det Wcnneer
fen, een tot» wt fn&rik I en Beatrix
Boiirg(mdii, ia MAS te Nömegen «eboiei^ ««rd
raedi in 1 169 tot Dnitedi k«ohig seRoood, woon-
de MAwikelA m IteliS, doeh knrMn in 118%
toen iQn noer «en Eniktoeht ondernein, ale
RgkabeBtDiiTder in IhntodduML Hg voeide oor-
lof tegen Bmdrik den Leeuw, dodi maakte «el-
dra Tnediaa» «ehikkingeQ DMt bon, toen in 111)1
door den dood tmi koning WiUem U de Siei-
lÏMOMbe kosingetrooft «fwn kwam, wtuop hij
■aoepnk Iwd i& naam tmi zijn ^«maÜn Oonêttat-
fio. Toen hq y^tmcu, d&t de SialiaMMclie edelen
graal Ttmeredo «m Leeee, een onw«fetigen Moa
van OoMtanfta't bioedw, tot den tioon hMtdeQ
geroepea trok Hendrik naar Italië, «iet door njn
oebendiglMad de Lombarden aan lijn i^de te
breneen, «on de gonat dei Booraien döw de
BtadTDéeulisn op Temderlqke «qk in ban han-
den ant te leveren. Het itdi in 1191 door psne
Ooriuttmt 11/ knmen en yerOiTerde daarna Apn-
W en iMt konistiqk Napda. De boofdatad Na-
oria Ueef tegenataod biedei^ en na drie maan-
den iModnakto de peet den keiset tot den af-
todit, fi3 ifB kom^ in DaitecUand aaaraardde
bq de i^ke u^tenadtap na fewtog WeU VI,
l>deeDd« wj^ broedei Koenraad ntet Z«aben, nam
Riekard Leettwenkart vevaogen en biw^t Hen-
drik dett Leeaw tot wMerwenirng. In ItalÜ wat
inmiddela Tmieredo OTCcieaen en diens «Km
WHUm III ondei Toogdjjecluip üner moeder
SybtUe tot koning nilgeroepen. Hierdoor se-
kieikt en daartoe ïd staat geatejd door de Be-
laogrgfce «om. «elke bg Tan Rkhard Leeutee»-
fionj als loeceld ontoanoen bad, trok bg weder
naar Italil. Nqtela openw moi bem de pcMwten,
SiJemo «ad Btormenderbaod iiwenMDen, Siellit
ondenrierp liiih, en den 208ten Norcnibw 1194
bieèd de keim i^n intocht in Palenno. Sgbille
en Willem deden rader Toorwaarde bet graaf-
«bap Leece en l^rcnto te mogen bdtoodm, af-
etand tm de knxnit mam Bèndiik Uet ««Idra,
onder Toorweuhd Tan een aamenzwering, SybUle
en htar dochter is hecbtenie nemen en Mar het
kkoeter Hobenbaiv in den Elia« brengen. Wü-
tem Tan bet Hebt oer oogen berooren en ontnian-
nen, bet lök van Taneredo miebAodelen en alle
aanbangera Tan bet Nonnandische Torstenhais
MUider Torm Tan jjrocee ter dood brengen. Wel
deed de péoj been ut dm ban, maar de Trees Toor
IL 216
flendrtk'fl wrewBiMd bereeti^ i^a getag, m»-
d«t hü onbevreesd naar Dniteeblaitd ion temg-
keeien. Op de lUkada^ te Wwme en te WOn-
burg (11«) traoitte t^j ijjn plan door te Mttei^
om de Duiteche koningskroon erfelgk Ie maken
in ijjn gealacbt. Dit miabtte echter door deq
tegenstand Tan geeatel^e Toraten ea Tan den
pana. Zqa tweejarig loootje Frederik werd ale
^n opfolger aangeweaen, Hjj «iet nu Tele Duit-
•ote 'vorrten te Mwegen hem «^ een Krniatocbt
te T«rgeieUen. Het hun bolp dempte faü de (Mir
tasten m BidliS, iloopte de mnren Tan Ci^Hia en
Napels, deed vele aanii«ilnken des Unds Mr dood
bren^n en noodoaakte oen OriAseben kdser
Alexuu, die ign broeder laaOk van den troon ge-
etoote» had, een aaniienijjke Mbattin^ to bèta-
lui. H«t «aa e^enlgk ign ptaa, arMkeolantk
waarop hjj aanipnwk meende to kannen maken,
in beait te nenien «1 de heereebappg Tan bet
Dutacbe Rnk ook in bet Oosten uit to breiden.
Hg orraleed to Ifeesina dea 28sten September
1197 en «erd in den dom te Faleimo bemTm.
Zie: Mem, WOnKgang Kaiser Heiaridia TI
^erlgn 1908).
Bmdilk Tn, Boomsdi-DDitecb konüg Tan
1320 tot 12SS, w«« een xoon Tan keixr Frederik
II, «erd in 121] op fiieiliS geiionQ en in 1220
tot Boomacb koning qAtaeik. Met het beetum
over Duitodiland belast, kwam hg in opaUod
tegen ign Tader. In 1285 «rad bg geraneen ge-
notnen. Hj} orcarleed d«i ISden F«bniari il242 U
HartÏTano.
Bendrlk TXZ OSOft— 1318), RooumA-
Doitodi keiaer, een toon Tan Hendrik II, graat
van laaemburg, in 1276 g«lx»eiij «erd na den
moord op Albriekl I in 1808 tof keiier gekoaen.
Terstond ontnam bjj den bertog aan KarintkU
bet kcHiiokrgk Bofaeraen en gaf bet op den B|^a-
dag to Spi«is (1800) in leen aan ign lOon Jokatt,
die Tierrolgeni in bet bii«dik trad met de Bo-
beemscbe pimaea Slitabelk. Daarna deed hg de
ntooidMiaaia Tan koning Albreeht l en Tan
Eberhard, graaf «on WartoBibero, in den Rgke-
ban en toot met een leger naar ItaHC, om er den
strgd tD»ehan de Qnelfui en Ghibeilgnen te doen
eindigen. DtM bg geen parif kooa en tot himol-
dfgiog igner troepen beWiogot oplegdei, k«a-
men oe steden Tan Lomfaardge tegen bem in *«t-
let Terwnl ]>itteditand vendieoid «erd door
brnHnfendaebe minsten, ging bij naar Rome,
om er de kroon to «ntraDgen. Slecita een gedeel-
te detes etad kreeg hg in tg n macht, daar bet
oreiigie beaet bleef door koning Roberf van Napelt
met een maditig leger. Ook andere Tjmndefgke
benden swienen er nabg de muren rond, waarofn
hïj neb bg de Qhlbellgnen Toegde, oro Nspds te
TerorerMi. Toen hg tiw gereed maakte, ondanks
de beib<NgiDgen yta dot pana, dk plan nit te
voeren, OTuleed hjj plotteling den 24Bten Angne-
tna 1818 to BnoneonTento. Bet Teibaal dat een
DomJBkanar monnik bem door middel Tan een
gewQden oaw«l bg bet ATondmaal Tergiftigd ton
nebben, mist Uetoriachen grondelag.
Zier Sommerfetdt, Die Romtahrt Kaieer Bein-
richa VIT (Eoiüngabergen 1888).
Hsndrlk n (1154—1189), konu« Tan En-
e«land, een «mm Tan den grsaf (?eo//rey Ptm-
lagenet van Anjoit en Medkilde, een docht»
DigilizedbyGoOglC
QEamïUK B—HBNDRIE IV.
Tas Hendrik I, koniiig van Engehnd, den Sideo
ïlMit 1133 te L« Hans gabons, weid (figeTOed
dooi idea g«l«ordeo Bobert «m Qloueuttr. Vol-
gens den miiHÉi rwa iqn ffrootradei w«i<d aan
ign HMBdcs «iiMa fc«n da Ëngelsefae troon toe-
«^«ad. iBtDaachui wM sjjn aèéf jShyibanKi wnt
Bfo» lïch daarvan metater to inakon «n ijja ge-
tag te handiiaTeik Van sg** iwder erfde Hendrik
in 1151 Asjou, Umk mi Toomne en door x|jii
ÉMK^k met SJeonore vm Poüou, de g«Bcbeiden
eemalin Tan Lodemjk Vll^ voegde ^ ar ' '"'"
AqattaniS bjj ai w«rd bg ettxBaodoezit
een dmte gedeelte lan Fraoki^. Nu ondeniBm
lijj «en «onog tegen SfepAoxtw en noodaaakte
ihi*itiiriii tiiliiiiiiiiiiiiiin lirt iiifiiiiiiiin Tin den £a-
gelMheo troon, dien hq den iSden Deoabber 1 164
beUom. Nadat Bendrik a U9l eea ooriog te-
gen Fmésjk gelkidigd bad, «ndwiritip Iqi Wa-
M. Dêtenm Het bg de prelaten op den Mkidag
te ClMendon een keikelqke «et oodeibeekenen,
Tolgena w«Uk ób 4>etlD*ten van den paot de goed-
teunag dei Kiom beboeUen. Thomat d Beeket
ettitw, met de boofgiite nianKgtteHl oa den ko-
nmr txUeed, aetta ia bet gebeim de geeetcJjjk-
beid op en bradit geheel lEn^eland in beiragwg.
Een woord van Mieatwaatdwing, door den ko-
wng orer dien mao «tigeBpraCen, gaf aaoleidiae,
dat dme in 1170 door eeaige «delea bg bet ü-
taar weid (angefaraAt. Uen beediaidigide den
koning tkk düe daad, en er biaJcOD overal op-
Btanden oili, vooral toen de Tennoorde tot een
wonderdadige faeiÜge verbeven werd, waartoe de
beviodkig, dat ign baren facmd wemeUe Tan
onge^rte (tnu boUing vilh lie») neet weinig
bijdroeg. Eindel^ nM>eBt Hendrik, om deo ban-
vloek vaa xiin boofd af te wewtea l>oete doen
aan het giaf van ditu beUge es a^ ODMbold
beiwcren. Ook de kerkelgke wet werd iogetrok-
I etrgde gereed. Toeo hg echtei op de Igst der
opstaDd^ineeii ook den naam ootdekte v«n ^pi
meeetgriietaen loon Jat, wknp de amart hem op
bet liekbed en bg ovetfeed den 6den Jcdi 1189.
Zie: Onen, Eeaxj Ifae Seeoctd {LotOta IBSS);
HardtgtM, linperiaktolUik KOnig Heiorieha II
-ran ;&«^«d <HdËbev 1S05).
Hendrik m (121d— >1&72), konii^ van
RngAndI, aoon mt Jan tonder Land, den leteo
October 1207 g(4>oiai, ivolgde lüa vader n 1216
1^. Hg stond e«M <nder voog«qj van den graat
van PetubriAe en wend later adhaakelök van de
banmnM. Dezen naoMn hem in 1264, ooder aan-
voering van Simtm de UonUort, Mvangen. Z^n
nxn Edtiard bevrqdde bem in 1265. Hg over-
leed den I6(fen Novonba 1272.
Hendrik IV (laee— 1413), luaiiiv vaa Bn-
eeland, deo 4den April 1367 te BoÜsghroke in
Lincokishim geboren, .was een wava van John of
1172 geachtedde. Veidei bad Hendröc veri te
verduren van igo gemalin Eleonme, die sleede
gvenofbtig wss of de scboooe Rouamumd» Clif-
ford. Zelts ^tooide ig deD kroonprins Hendrik
tot cpataai aan. De oiina oodemam met zgn
broeders en met den koaing raia FraJkkr^ den
oorlog tegen igo vader in de Fraosdie bëilttin-
«D. TegdijkerMjd trok WiUem, koning Tvn Scbot-
uad, tegen Hendrik te velde, en «tond graaf
LeieetUr 'm Engeland op. Sendrik -versloeg faet
kger vam lantatgenocmde dea 16den Oetnber
1173, maakte door de ovetwinung bg Alnwik
(13 Joli 1174) fidkotlMMl s<iiirtplidit« en stak
over naai Frankrjttü, waar bg weldra vrede sloot
'illenis t
Daarop
«nmeen tot stand in
tijn Rük. In 1170 aebaltie bg de godxwrdaeleo
af, veideekle sjjn gebied in de (faaoa nog beataan-
vergill j,
bracht bg bdangqjke berronnmgen tot stand
de •tetrkten, «telde geieehtebiraea ni
a bet straodrecbt. Tot lyn
1 'b«gon in 1180 de twUt
lachUe de jaditwet
syDote droehiejd begon in I IHO de twist van ign
Itindeiein <9ni«uw, eo bierin mengde lïch ook de
tel vaa giaaf van Dmïv en hertog ttmttereford.
Hendrik nam Rtehard II, die hem in 1398 ver-
i, aloot bem q
n Sentemba* 1
eeii acl« Tan afstand teekenen en cla^de beat
aan bg bet Pvlenient. Dit laalate verklaarde
hem TSD de kKon varvaUeD en deed Hendrik
tot koning oitroepen. Weinige weken later werd
Biekard omgebiaat. Daar nu de «evenjadge Sd-
muiut Mortimer, uit de vrouwelgke ti-jn. van bet
Huis Clarenee gesproten meer recht op den
troon had dan bet Hnis Laneailer, deed Bendrik
dien knaap in. de gevangenis weipen. Zulke da-
den van willekeur bemngden bem vele Tgattden.
Benige aamieDlJiken dee rijks vormden een sa-
menzwering legen bon, nfecik fa» aaowoenleiv de
tl van Satubiuy, moest daarvoor met xgn
Fd iboeteo. Tevens deden de Sehottcn een in-
ia bet laod, en in WaJee begtm Owm aiem-
doteer, een telg der vooimaUpe koaingen, den op.
stsod. Met bem veibood aj<A, ten gunste van
Mortipur, de ^raaf em Nortkumberiand^ (Hen-
Wd
koMng van Frauirjjk. Nanwelgki
scbü vereffend, toen Riehard nogmaals de wa-
pens tegen i^n vader opvatte en de Fransebe
bezittingen in opstand bracht. Hendrik Ket dei-
balve het reede genomen be^Ü tot een Knüa-
tocht vaien en maakte lich m Engeland ten
drik Perey). Zyn Dodste looo, eveneens Hendrik
Pereg genaamd eo weffena i|ja vermeteHieid
HoUpuT (Heetapooc) gcËeeten, stelde lieh as«
bel hoofd vaa bet 4eger der Boodgeoooten, maat
weid den 21iten Job 1408 va den èlag bg ^rewi-
burj verslagen en gedood. De koning nam in 140&
Perey Sr. gevangen, liet bem ootaoofden en le-
merde da*raa bet land met gematigdbud. Het
^riemeut, waaraan bg tegenover dü adel vele
vootredtten toekmde, ^Mwrde bem meermalea
aan de geestdgke goedróen vecbeard te veikla-
ten, msar bjj weigerde ateeds. ^ trsehtte de gees-
tdjikbeid gwurtkr vo« itoh te stemmen door de
aanhangen van Wieleft te vervolgen. Verder voet.
de hg een vooi^ioedigen oofkg tegen StAotiasd.
Den gnv&ngen genomen jeugdigen zoon van ko-
ning Robert liet bg een goMe mvoediogr geven.
Hq bad echter geen gekgenbdtf de beiitttsgen
in Frankrijk «e beroveien. fi^nnakte lioh gereed
tot een bedevaart naar bat BeUige Land, maar
bg overleed reeds den 20sten Msut IdlSl
Hendrik V (1413— J422>, koning van Enge-
land en zoon van den vooigaaAde, wend iMai
29iten Angustw 1337 te UomDoutb geboren. Na
ign troonsiNatgging in 1413 trsdtte bg dooi
D,o,l,zedb,GoOgle
BsmmmK Tf-^SMXOK vu.
een tlgoaeeiM MnneBtH uch met de vykitdeB
qM TCders te venoeoao, mur de lolgeliflgeD
Tu WkUH, d» LoBkrdBn, tmebt bg «u 4b
4M«(iueke geettelgU>e*ii ^"^ i>^> 'l^vl^'t hij d«
SMHiuweriag Mn AMorrf mm Cam6rirf$c, bet
luwfd *Mt Mt finie vm yori, wnMÜgd fawl,
lAiMUe bq m I41£ met 90000 man jn Nernua-
£«, Tennröide HMfieur, en *enloeff het wel tal-
t^er FTMMehe lager den 25Blen Oetober 1415
bg AHBmart. Daarap ècenle bq aaar fageUnd
iêng en iloot met iiertog Jan wm BourgoadU
een «T«Feeiitn)Mt «n géiMit Fianbijk te iwoTe-
leo. b 1417 Uodde Sq met 36000 maa mder
iB Honnaa^lië en Iwd ihUa itwe&aeg dit g«a-
■efae ffcrmet » beat. Bg hM Tecans nn Trojet,
n 1430 werd bnMU dat BemdrikV met OoM»
' ' ' t £<rel f;, te het trawelgk
rgk bebalan i
t oa den
I laa da inotunnigeo fconiog de krom
Piaokiök aaa bem en liiD adEomeÜBMn nü
hnw^iik MM 4eD deel raOett. Hoewct dendi-
ditfaawel^
tea en ngb
1 Tigbeden «ter beide Tolken gewaaiboit^
waran, verwekte de Y«waügmg v«o twee kr«-
Mn op één boofd in 'BBgeland w«miK Ugdadup,
Twnal 4har de danlüi^ door Sdietaeae *
paü oadefatemti, meeater bleef w> «en g«deelta
THi FraoÉrgk. Na bet beridit van de B>ederlBi«
a Olartnee i^ Baogé ia Aojmi
a hertog vm
m Ibart 1421) gÊBq Bamink
33 000 man naar Fianki^ maar km des dan- ,
iftiia «iet v)tlcl±«B tot een beelineoden ilw. Hj}
oreileMi gedorraide deaen TeUtoeht deo SJiten
AngQitiiB 1422. Hü wordt roorgeateld als een
Toortreffe^ TcUbeer en een aehtenawaardig
Torat, die wet m gefeohti^md haodbaaMe en,
karig dooc bet Patknteot «nderetonnd, Uemr agn
koaIbMifaeden >TCipaadde dan tot wiUdeorige
atpeniaMn qjn toeTJoeht aam. Zgo wedawe trad
wektift n Bet tmnijjlk met Owem Tndor, een
edebnao uit Waka, «leoc Bakontelingea later de
BneeladM kroon verwierven.
Zie: CAwreA, HeorY V ^lOndMi 1^69); Kingg-
font, HeuT V Omida 100&); Kütgtlord, Fint
Baclieb life of Einff fleni; V, written In 1513
((Moid 1911).
Btmdrik VI <14Q1— 1471), koning van Ën^
land, een soon vra den Tonge en lan Oathimiia
na Franbrgk, den 6den Denmber 1431 geboren,
waa b^ den dood lan ign Tader aegen maanden
ood. Z^n Tooeden wwen eratt de bertog mm B<rf>
ford, ibwnM de bertog cm QloueeêUr en de bit-
■ebei» *«■ Windêor. HendrUc wae wmaod van een
awak karakter, iHe in de ooilogen Tan de Boode
en de WUte Itooc na «ena de eene, dan weer de
andere pMtg kooa^ totdat bö in 1461 door den
jongen nertog Sdmtrd Mm rorJb Tan den troon
geatooten wn<d. Zj^ geoufto, Margarüka mm
Anjou, wendde teTe^tefs pogingen aan, om
baar gCBaal op den troon te herstellen. Hendrik
wMid ia 1464 gerangen genomen en in den To-
4 gerangen „
w«T gebracht. In 1470 weid hij door graal Wor-
wiei Mvrgd en weer op den troon g^ilaatat, '~
BMidrlk Vn (1485—1500). koning mm Sn-
gOmd, d«n aSaten Jannari 1457 op bet kavteel
Fendiroke grixwes, ww de xoon vu Margarttka
wm SeauTort, erfdotditer vu bet fiuie Lmenttr,
en nu Edtmaid Twlor, graai mm Riokmmtd.
Toen Riekard UI in den ebg bij Bosworth, den
22steD jtawuatua 1 485 geenemekiww, weid fin»-
drtJt MM Riekmmd temtood ab Btmdrik VU ge-
kroond. ^ grondde üja mebt op den tooon op
iQD ^reibintmM met Elüabetk, ondote doefatm
*na Bduard IV «m yort, en «f ^jnaflumtt nit
York, Met fajj gevangen zetten «u in 1498 dooden.
Ben priester te Oxford, Sirnon, «Toreedde
Lambert Siiiuut, den won tan een bakter,
tïA uit te gerón voor den graaf mm Ifor-
teiek, en dne geelde ajjn rol >oo goe^ dat
b9 an ieriaod «ia Bduard VI werd gtdummd.
Deae «mtud weid gevaarigk, toen de heito-
a4fMr«dnwe vm Bimrgomiië, een auatar nn
Sdiard IV, fankitroc»en ooObi graaf LMooIti
naar leriaad aood, wMke, door «en aantal Ieren
TcacetoAt, een ümtl doden in fingeland. Hendrik
Tenloeg «ebter de opatandebtgen in Jani 1487
b|i Ston Jn bet giaaf edtap Nottaogbam en nam
wraak op Simnei Am» faem tot fcedenjuigen in
de So&enkMi te wnaederen. Hoenrd geen ow- ,
teneUage vtatAwide favldigend, weid bg ge-
witteM m een atigd Tan den bertog nm Ara-
tMM tegen Fiaakt^. Hü kwam m Oetober
1M2 met «en maebtig le^ toot Boologne, dodi
steDKle tegen een «aniienlgkegeldMm in den vrede
toe. Iixnidd«U bad de bertogin mm Bourfondiê
tagen Heitdrik, den vgaoid van baar Hom^ «en
nieuwen preteMevt doen opstaan in den peraoon
van aekeren ParjUn Warbóik. Deie waa met ko-
nii^mke eer aan bet Fnuuobe Hof bejegend en
T«rwMen na het elniten van den vrede in Sebot-
land, waar Jaeobui IV bem ala een sooo i
Sdmwd IV ontving en aetfa, te ignen bdn
in 149S met «en leger «en ïnTal deed in Enge-
land. Doeb ook hg iloot vtede jn 1497 en Üet
Parkm aan ign lot over. Deie nam de wgk naar
Comwallte en belegerde Ëieter, nav wüd dot»
flendrik gevangen genmMn^ in den Tower op-
geabtcn en kta, wegene i^jn faefhaalde pogin-
gen om t« Tlndtten, «pgebangen. Nn maakte Be»-
arik gebruik Tan net tödpen van vrade, om d>
binaeolaadadie aangelegenbeden te legden. Hj
beperkte de rechten van den adel en bevorderde
door opbenring tm handel en eebeepvaait da
bdaagen van dtn baigeratand. Een lijnec gtoot-
ate genieken waa iQn geldaacht, want ^een teeht
waa hou beilig, weeneer ^- — ' ^— ' — -'^
rpdom t4 vcxmevderoi. J
ijjrM 1500 te Bicbmond
Zie: QmrdneT, Henry tbe Seventh (Landen
18S»).
Hendrtk VIU (1509—1547). konmg van En-
geland, de looa vyn den Toorgaande, den 28«teQ
Juni M91 te Qreenwidi geboren, buwde in 1S09
met Cathariiut van AragoK, de weduwe vu aSn
broeder Artkur m de tuite van JTorel V. In 1512
verbood faH ii<h «net Jfaatmilüiim / tegen Lode-
Htfk XII. Hoeite] hij den 17den Ao^etoB 1513
met den keiser in den SjMnenalag bg Wgngat«D
(Oainegate) de 0T«FwinaiAg betmtlde. vereehafte
de ko^bare oorlog hem geen voMd«d. en tloot
hg in 1514 vrede met Lodew§k XII. Later trad
DigilizedbyGoOglC
318
HBNDRIE VU.
lig tM tot een d«f«iMMf veibood met Frmu I te-
gen Karel V. Doch de gDoateling Tto Hendrik,
EaKlHiaat Woitey, beriKrderde de belangen tmi
Corel V, dav hun nitzioht geopenil bad op den
p&naelöken Sto«d, en maakte zyn meester ftfkee-
Tig van Fraokiijk. In 1521 weid (kwr doi k^zet
en den koning tui Engehutd «en {[ebekn widng
gesloten, «Mnift Hendrik in 1&2S den ooriog
t(^n FTaiAr|)k b^n. ImaUAeU wu tPotey in
ijjn TeiwaelituigeD tdeoigeetekl, Kodat hQ, door
wrukmcht geleid, dco konhig een weenrïu
trachtte in te bocoMDen legen dea keixer. Toen
Frana l ia 1525 b$ Pan» die gehangene dee kei-
Mra werd, aloot Bendtik een THtond met Frank-
li^ en opende in 1528 de TÖandelökbeden twen
den keiwr, welke echtei met den Viede lan Ea-
tmiijk (1529) een einda nacten. Om tgn wiaset-
Talliêe buiteolandadte stnatknitde nownde men
Jmoi „Ie IjalaDoenr de i'Ëoxaptr
Met pana Clemena Kil kwam Bendrik FIII on
ffeapannen ToeA te ataan toeo ihq, mt lief da tot «
hofdame Anna Bolegn, fan lÜn gemalin Catha-
a Aragon wjlde adMiden. De paas, die in-
dertüd diepeneatie Terleend liad voor bet hnwe-
Igk met OtMarina, weigwde is da seheidiiw toe
(e ateoMDen. Bendrik bad ikfa rteede een ondg
ouJiaBgier betoond der B.-£atholkke Eeit; te-
gen de Tdgdiogen Tan Wieltfl en de Bervoi^
min^ wae h^ met kracht opgetiedtn en tön ge-
•ehnft legen Luther had bmi lelfa den titd bo-
Kigd Tan „Defentor hdef' (vevdeddger dee ge-
kois). Uu editer de paos ign teeatemming tot
de editadieidiQg wwgéo^ besloot hq lieh met
■Vn Tjik aan bM geiag Tao <teD Heiliöan atoel te
onttnUcen. Door afpeians Teikreeg bg 01 Ja-
nnari 1581) Tan de geeatetgkheid een unaienlg-
ke geldsom, tien«Tena de TerUanog, dat Tolgeni
«en aloode taaMling de koning de beeritermer
en bet «fiperhoold ia der EnMiaebe Kok. Nadat
tin het Terbond met Franê I Imnóeawd had, trad
liQ ia bet begin Tan 15SS in bet howdgk met
Anna Bcüm en deed in Hei 1533 dooi de «eee-
tdjjke rechttiMik bet >n»nie der eebtaobetding
TMi Oatharina niteprden. TeTcns werd door bet
Parlement een w«t algekeodigd, Toteena welke
de klndereD Tan bet tweede hówelijK bevoegd
waren tot troMioprcJgJoK, en alle onderdaneo
moeatan op bediefting oer atraf Tan hoogrer-
raad die wet bezweiem. Skcfata 2 atandnutige
mannen, Tkonuu Monu en Füher, hieMhop van
Roebeater, kwamen daartegen in Tenet en be-
klommen in 1534 het achaToL Bg Parlffnenta-
fceetait weid dadelQk in 1SS4 bet paoael^ geng
verworpen en werden aan den keaing de iokomelen
der Seii, tienerTeiw de pecbtafffaak in kerkelijke
taken, bet Terrolgen ia kettm «U. opgedragen.
Reeda in 1536 maakte Bendnk daarmn gebrnik
door de klooeteta ran nunderen ran^ op te hef-
fen en op raad Tan Cranmer den Bgbel te doen
vertalen. De tereditëtell^ Tan Anna Boteyn,
Toleelielgk beadmldigd van <dM>renk, werd elf
datfen later geTolgd door 'e koninga bawelqk met
Johanna Segmour, die moeder werd Tan den fa-
teren Eduard VI. Het Parlement noeat een Acte
van Suceeasie bekrachtigen, To^ena we&e prin-
sM Elixabeth, een doehtm nit riet tweede tniwe-
Igk des koninga, onterfd werd.
' Toen Hendrik Vlïl is 1588 ook de aansienjg-
in den ban. Om alle Tereêhil c
godadienst uit den weg te mimen, liet de koning
m. 1530 door het Parlement de „les gdoolaai-
tikelen" «umemen, die ak de leeravelltagen du
Ëngeladw Kerk afgekMtdigd en beiwMen wer-
den. ^, <Ke weigenlen due artikelen te uider-
echrÜTen, waren aan de Traeaelökit* verTolgiD-
gen bhwlgestdd. Zdfa de atnatknidige rriStU
raad onrwogen, kracht Tan wet sdwink.
Na Tsd bniKJyktplanmen knoopte flemfrikeen
n«uwe editTeTbaaieate «on mert Anna van Oleef
(1540); doch dau ^j twin uet beviel, Uet hq
licb na Terioop ran «en lialf jaar Tan haaiacbei-
den. Terreoa beeehnidigde iig mn kamelieT Tho-
mat CrwnttM, die dit bnnwgk bevwderd ba^
Tan hoogverraad « deed licm onthoofden. Kort
daan» «rovwde hö m«A Oatharina Boward, en
door baar iovloed kwamen de botoeen mm Sor-
loik en Qardiner aan faet hoofd der zaken, die d»
Protestanten te twii en te >waant lieten verTiri-
Ken. Vele uïtatdcende mannen, dJe de waarbead
der Mt aitikeleD betwijfeldMi, Ttelen ondw de
handen Tan den beul. iMaaBcben vemain de ko-
ning, dat »n nóMiwe g«malüi een leabaodig le-
Ten gieleid nad en iht ni» ateeda Toortaette. De
diwingieland wae dMp beiuoefd en gekrenkt, en
ofschoon Oalkortna'B ontrouw niet wettig kon
bewezen worden, bet hg baar met haar aanhang
den ISden Fefeniari 1542 ter dood brengen.
Tevergeeta had bg van ign neef Jaeobna V,
'"limff Tan Schotland, invoeiinfr eaner aoortge-
e hei^ormine ob i: " ' ' *
tijke
vwiuigd, we«-
hahe hg iiem den ooriog ««Ddeed en de Seliottan
bg Solwaj Tersloeg (1542), waarna Joeobu* orer-
leed. Nu vatte ba bet vooTMmen op de Sdtot-
eehe kroon met oe Bngelaebe te vereemgen en
iiM^de met bnlp der familie HomtltoK een tw
oving tot ataiM te brengen tnaaeheit ign looa
en Maria, de ertdodrier van Jaeobn», doch ng
ign plannen T«t|dekl door de R.-Katfaolieke par-
Ig in Sehotiaitd.
In 1540 Imwde hg met de wedow« tan lerd
Lalimer, Catharina Parr, die hem op acbrandere
wyie wiat te leiden en met groote bobendigfacid
bat vennoeden Tan ketterg Tan-iicb afwendde.
Verder Teifmnd bg laA mgmaak met ifen kei-
ler tegen Froiu I en be^tn, nadat bg ijjo doch-
ten Maria en EliuibelA in baar lediten op des
troon heratdd had, uit Calaia een oorlog tegen
Frankrgk, terwgl de keizer een inTal deed ift
Champagne. De eigenziimigtwid van Hendrik,
die met gemeenacbappel^ wilde werken, maar
in 1544 M> eigen hud Bonlogne renmrde, wat
oorzaak, mt de keiaer «ddn vrede sloot, terwijl
de korung eerst ia 154fi een einde maakte aan
den noUeioozen atrgd. Tegen het dnde van 1546
werd de koning aangetast door een aiepradc
koorta, die hem te meer Terontniatte, daar iga
zooo eetat 9 jaar oud waa. Voor^ koesterde hg
Tieee toot den machtigen hert4^ nm Sortolk en
dieni loon, den graaf van Sitrrey, een rqk be-
gaafd jongeton^, die ikii tegen een bem Wge-
drongen traweltiWlan had Tenet, Hendrik oeed
dezen onder een dwaas Toorweadari onthoofden,
en devader outkiwun liedtta aan een <i«gdgk
DigilizedbyGoOglC
219
lot, dMidint 4e dwiagrituid 4m 27atea Jutnari
1M7 (nerieed.
Ultratuur: Bntfer, Titt niga of Henij TUI
fnun hi« McesBon to Uw deaUi of Wolsev (Ediii-
tnu^ 1884; 2 dln.); Pmvdt, SMotj olEoglwd
frota the ftJl ol W«Im7 to tiie dath ol EJiubeth
4dL 1— 4i 1881); fiJkcN, RKmiaclte DokiMnenle
mr OcMhkbto ita BbM^wtdniv HeinrietH TIU
(Paderboni 190S); RieltardtoiLÜtiioiui m(n«-
ment in tbe reiga of Eenr; Vlll (ILoadeii )8ST):
0<ugN«f, HauT Vm and tbe Eag^ab
tHB (1W6); ffwme, Wive* of Beü; Uw EigI
(1905); Trte, Heni^ Vm ukd his conrt (I&IO).
Benn V
I, iooing Tra Pmnkrök, deide
«M«t uit het hnU Oaptt, tnitntkê lOlQ gebo-
- - 'n^^ in 1089 x^ >Twlei Robtrt op. Met
iDoei4e kon hjj s«fa tegeD de rvkagtooten
rde bonden. Hq oTerieed te Vit^ daïk 4deii
sa
atuode fa
ï U (1547— 155»X komng ^aa Fiuk-
rgk, een looit itat Frm* l en ''M Ölmtdia, «eti
doeUer van Lodev^k Xll, den ai«t«n Mout 1519
te 8unt^ennaia-en-LaTe getxwen, tmd in 1533
fa bet hnvelDk met OaOuwina df Medio. Hjj
bent «en heainitdooe karakter en wm oiat in
«tut bet evenwiebt rut bet Haie Babtbwg te
Ternietigen en de ooeenigheden orer den gods-
diemt te dta^mu Hg liet ua de 0« QuUf bet
atafttabectnoi of«r, ik» des Teflbuiino eouwt»
Ue Dt Moittmonmeif wrag es oadarwittp xieb
«Aed aan een 'rooimdige nicoÊMt igne Taden,
Dkma van Pot'tier^mtte hq tot bertosin De Va-
bnUnoü Teibief. Het Hd *en«lgde de Protet-
tastes, (indM Dwu xA met hnn gooderen rei-
T^le en de Ouüe'a naar de gonst tan bet gtaow
etterden. Ook bemoeide Baidrik li^ met de
Sdwtacbe aaogelegenbedeo en TOMde o(»lw te-
gen SïigelaDd, dat hem in 1550 de itad Bonlo-
Kse mMet teruggeven. Het den keiiei Tan Dniteeh-
nsd werden inderhanddingen aangeknoapt om-
faeat Pansa, en teg^ faem iloot Hendrik ia
1552 te Cbmbord een Terboad met keurrant
JfoarUa «m Bakttm en dies* PreteataTttaebe
Triesdea, Zoodia Mmuit» ma in DmtsehUnd tooi-
waarta nikte, deed fl«Rdrtï met 85 000 man een
inrtal in Lotharingen, iwrorarde Tool en Verdun
en nam Nanc; in beiit, terwj^ de ConnilabU
dooi verraad liA fiteeetei maakte van M«ti.
Vruditelooe tiacbtte de kooing Straatafaaig te
ovemfupeleo. Kanl F liert na bet verdrag van
Paaaan, m bet najaar van 1552 den Itertog rui
Alva niet een aanaienlHk kger naar He<3 opruk-
ken, dooh de itad werd door Front wn Ouite 09
•ehittetesde «ijie -Kide^gd. Ook in Italii voer-
• de Btndrik oorlag; de maaiaduA firittae streed
«Mnpoedig m PionoBt: «en aanval vp Nas^
midokltt. üi 1556 eloot Hendrik een voordeel^
wapeMtUttaod met den keiser. Paos PmUut IV
baalde editer de Franaebe ngeering oiver die
overeeakomat te verbraken, en in het v^^gende
jaar trok de bertog Sa Ome inet 20000 man
naar Italië «n Nueta te TCroveien. Dit plan
werd echter Terftdeld door de komrt i«a iflea
ra«t «en maebtig leget. Nog lampapoediger streed
Hendrik aan de N«derlan(bcbe gnüuen. Daar leed
Jfoatmorewy. 4en lOden Angnatoa 1^7, «en
volkomen nederlaag.
Ge k«nig, bniien
I ziefautf door desa lamf».
riep den hertog *<m Ovite tot zut en be-
laatte hem met het atadhooderBichap over bet
geèede komnkiqk. Deie «tktmkle in 1558
aan de Ëngeladiieii Calaia, dat ig mim 2 «euwen
beaetes faMden, en vetooerde de metiiig Thton-
TÜlot maar werd bg Ortrrelinges 'veisbgen. Doch
nit b««t tegen Otuee vertMnd üch de hertogin vi
je en Ëngdaad gesloten werd. Hendrik behield
Heti, Tool, Verdun en Calaie, doeb deed afatvtd
van Italii. Ees «dieim aitdiel veipücbtte den
kMihig aas de uitroeiing der ketters mede te
werkes. Ter beiegelkM' vas d» vrede werd bet
bnwtdök van Pkmff U met EUxobetk, de «odste
dochter van Hendrik, voJtt«kken, Bg een «toek-
Bpél, tM «ere vao dese plecbtj^eid gegeVee^
kreeg de koning de laoa vaal den graaf vm ifont-
«Mury in bet rediteroog. Hg oirerieed 10 dagen
daarna, den lOden Jnli 1559, aan de bekomes
wond. De konóigis eitobte dan dood van des
eraat "vervotHde Mm tfedniesde 15 jaar en deed
Hem in 1574 onthoofden.
Zie: LemoMMwr, Ia Franoe soua Heori II (Pa-
rus 1904).
Hendrik UI (1574—1589), eaist hertog m»
Anjou, de derde loon van den vooigaaode en vas
Oatharina d^ Mtdiei, den lOden Sèftenèer 1551
SboNn, werd tm den dmd van den connétable
I JfoafmoreaqF benoemd tot OjoperfMTveOebbei
van bet lager en b(4u«lde in oén fineenotot-
ooriog de overwBiiingen bg Jaraae en Honcos-
tonr (15S9). Oatharina beiorgde faem in 1573
door liet de koDMUgke waardigheid in Pales.
In bet 'begia van 1574 wetd tü be Erakan ge-
kroond, doch ign betrekking beoaagde bem aoo
««ioig, dat hij in 1576 Pimd beimeli^ vwliet,
te meer daai bff door den dood vm ign btoeÖM
£ar«I IX erfgenaam van des troos waa gewor-
den. Reeda in des aaDraog van i^ beatOH kw^
men tnn hiibeid, ledelouuteid, q^ljudit es dw»-
perg doidelijk aan des dag. De GuÏM'fl en ij^
moeder badaaa WMoig stoeibe bem tot bet Tooit-
•ettes 'van des gocUdienatoorlog te bewegen.
Hendrik liet ddi den ISden F^rnari 1575 t»
Raima kronea en ttwd diss voJgenden dag io het
hnwcijjk met Loinse van Lotkmngen, oit het g»-
«bcht der Ow^». De koniogis-moedeT «loot ia
ruam van baar aorgekwaen loon, den 6den Hei
1576 in de abdg Beanlien (in Touraine] taet de
Hugenoten vrede. Dese schikking dwaraboomda
de pkuues vso Hendrik «on Oviee, die so de
Heilise Ugne tot «tand badtt. Nu begon de
godanMutabiJd opnieuw, mater etsd^de voorleo-
pig is September 1577 door den vtmc van Ber-
gerae. Om des adel aan qn troon te Terfoindes,
sticbUe Hendrik de orde iran den HtiHgen Oeeat,
en Catkarina knoopte te Nérae gehvme onder-
handelingen aan met Hendrik van Navam. Nan-
wdgks editer agen de koning en t|jn moeder
han geiag een weinig bevestigd, of i|j schonden
weder den vrede met de Hogenolen. Een ver-
drag, in November 1580 te Fleii >n Périgard go-
iloteo. herstelde nogmaale de met. Hendrik qii
lieh thans aan tgn aitspattLngen over, terwül
ign moeder de teuKels van bet bewind in handen
nam. 'Na des dood van des hertog van Alenfon
DigilizedbyGoOglC
HHNIDBIK I— HBNIDBIK IV.
boicde bem Frankröfa tiwn, mit« hn tot éea
K-ksÜttëektti godMieiwt «erugfeeerde. Daar
snik een «tafi den iuTloed det Qvite'a bedreigde,
wieden dem, itA de Ligw naar de wapeiu greep
en ïicdüiul Karel van Bourbon tot erfgenaam
Tin den tioon TwkhKTde, terwjjl de pans Hen-
drik van Navarre «Is ketter in den 4>an deed. De
konue Bloot in 15SS, <w aawwka inner moeder,
met de Litfue «en Tenhag, det de Fio<eetaD4«D
met Terliee van ibun reohten «n met veiWmii^
oit Prankrijk bedrei^e. De overwimun^, die
Hendrik van Nararre ibü €<»itrM (20 (^tober
1587) brinalde, gaf uo dezen «oriog, dien der
drie Hendriken, voor de Li^e een onsnn^tigcn
k«^, «mdftt de hertog ixm Quise besloot, den
koniiw ten val te brengen. Den ISden Hei 1586
verwfite daarop de Parijsi^ Ugue een «traatop-
roer, waaibq de koning door banieaden (Journée
de» barrieadet) in het Louvre oaaeingeld werd.
Hendrik UI ontsnapte naar Chartres, en de ko-
nJogin-nmeder tref met De öuite een oraieen-
komat, waarbü deie de waanfigbeid van stwHioa.
ier-^tMtmi, de iardiuAl mm Bourbon bet recbt
van trocoopvolgiag en de Ligue de belofte van
k«tterT«nMgiDg vettreeg. De koning ondertiee-
keode dit Tenuig en moeet bet op ie Rgktyti-
gxderhig be Bkrie op de boeUe beiweren. Hendrik
eehteF, ovvrtoig^ ^ de liertog wm Ouiie lün
val beooRide, liet bem dot 23Eilen Deeomber 1 5SS
wnmaanen; i^ broeder, de kardinaal van Ix>-
Denrtenis -v^owAte een bevi;^ apsehodding;
Sodiinoe ootalmg het volk van gebooisaambekl
aan d» kMnng en de Ugm van Parna verdreef
bet PwlenHBt, Bmdnk UI, na den dood ijjaer
moedar (5 Jaonari IfiSO) Ttm n«d en bvip ver-
stoken, aam de vlndit naar Tonre en 4oeQ bg
vernam, dat de hertog van Mogenne, een broeder
va» de vermotndMi, te Au^ tol stadbooder-^
neraal mm Ditg«oepen sloot bü uch aan bq Hen-
drik MM Savarre, Dit Mcl^edde den 8dea
^ril 1689 en «m «onaaK, dat de dmu ook
«mr Emirik lU den bannloilc " ' '^
_j tnUten nn ma het hboAd vmi
_.t BmaOim, 40000 man
ir ncm en <i»aaiten «eUra de atad tot bet
beidft konuMD
het iwer der
I aterk.
aiteHte. Een dweyiiek» 'Dominieaner monnik,
Jaetpiee Glimmt genaamd, *k«ag edtter onder
o bet li^aam. De vorst bad
naar in Iwf aaoseiMit
aanvtondb door oe waebt algnnaiAt, dooh ook
de koning «v«rteed den vtdRendeo dig, den 2den
Angnstiu 1589, nadat bq Hendrik van Savarre
tot ^ ofiTolger benoerod had. Hg «■> de laatste
koaiag nii bet Hma FoIoh.
Zie: De la Barr«-Dupire9,HietaiKdeHenriIII
(Paijle 1682); Jmtscm, TV la«toI the Vakne and
the weeoaion of Henry of Navaira ffjondcn 18S8).
Headtlk IV, boorng van Frankrijk (1589—
1610), de derde loon Tan Anlotne van Bourbon
(lie aldaar) en vmi Jeanne d'Albret, dochter en
Rouaan i _ .. ._
en baar Tooa te onttrekken aan de aanslagen van
Catharina de* MediM, en oa bet vwmoMvbn van
Lodea^k van Condi verklaarde >{}, dat haar loon
bet boo!d was van bet Froteetanteeh Verbond.
Na den vrede van St. iQeiinaJn«n-Xa;e (1570)
stelde bet Franaehe HoJ, om de hoofden der Pro-
teetantsdie i«reenigüig naar Parije te lokkeo,
een b^irelgk nor na Hendrik ron Navarra net
Margarelka wm Vidoii, een nuter Tas Karet IX.
Al spoedig was Jeanne het daditolfer vas deieo
toeleg; sg overleed aaa bet Hof den Men Jnni
1572, waarscbiJDlnk door vei^. Hendrik wwd
nn koning tbo Jlftvarra en trad den 18den Au-
sttstns tn bet favwel^k^ dooh reeds den 24aten, in
den Bartholomensnactit, brak de btfuebte Hng&-
flotenmooid uit. Aemlrtk Uerf gestaard, maar
moest de mis bezoeken en we>d «u Mn gevange-
ne aan bet Hof bewaakt. Bq genoot bet vertroo-
wen van Hendrik lil, den «ovolger van Kortff
IX, maar toen z^n lotgenoot Hendrik ven Oondê
de wapene weder bad opgevat (1576), venv^rde
hg u«i van bet Hof en werd weder l^rolëstant-
Na den dood van dea hertog dom AUnfon (Anjom)
in 1584 kreeg Hendrik als eer«te piina van dn
Moede, aamoraak cp den Franaeben troon, «at
w^n% strooKte met de bedoelJMcen der oitite'k
De SatiioKeke lU^^oe eikende m den kintiinal
van Bourbon als reehtmatigen er%»aam dea
njke en 9"^ "^"^ ^ wapens. Tevens dwoiw
meo den koiwag het Edict wl Nemours (7 Jnl
I5g4) te onderteekenen, dat Hendrik van Na-
varra im imt rechten beiioofds en de Bogatih
ten opuenw bedreigde. 'Daar Hendrik van Navar-
ra bwrendien door paos Bixtue V 'm den ban m-
daan waa, sMde hjf lich weder aan bet boofd der
Hogenoton en bdbaalde <b bdangifike e«Mtwi>-
niiw b^ Coatna (20 Oetober IfiOT). Beetb lai«
bad HeMdrtk UI een Mitantenia mat Hemdnk mb
Navarra gewenst
g«we!
derG
dne kwam na het *«r-
Ouite'* in 1689 tot stand. (Zie Hen-
drik ni}.
Door dtea stervenden Hendrik UI lot ign op-
volger aoDgeweizen, moeM Hendrik IV atritd voe-
ren tegen de Idgoe, die door de geeateigkhad,
den paos «n den koning van Span)e oBdentennd
werd. 'Door Spaansebe hn^troepen onder den
graaf «m Bgtiumd versteikt, tastte Magemme,
de oauvoesder der Ligne-tioepett, den ]4den
Ifoart '1590 den koniw aan 1>g i^ aan de Eote,
maar bq veiioor den eng. Daarna Megerd» Hen-
drik oogmaali Paiqs, maar hQ moest tnogtrek-
ken "mot den hertog mm Parma,- die met een
^laansciii leger van ntt de Nederlanden, de aan-
H»«ken van IsofteUo, dodtter van PkOipt IL op
<nn Praneeben troon krMbt kwam bijietlfn. Toen
op die Rqksvergaderhig te Pargs in 1596 de toot-
stelten van 9pén^ verworpen we^det^ ontetood
meer toenadermg tuMchen do Katfaoli^en en
Hendrik IV. Toch bad Hendrik bet besit van brt
Mbede t^ waare^ijalöfc nooit verworven, in-
dien hü niet op raad van ign miidater De Romy,
later hertog van SuU^, tot de Eatbolieke Kak
DigilizedbyGoOglC
QEINIIRIK IV-^BHOBIE.
wu OTevwUHi {j^arii vaut bien une nteMe").
Dit s««e>uedd« dea 2Siten Juli 1593 in de keA
van St. Dente. De wkl en de beku^iijfcsto ite-
4«ii eebMtd«n ikb do ««n edu löde, en umU
hg den 2'7sten Februari I5M te Cbaitiea e«-
kïoond wM, opeDde Peo^ g«irilKg >toot btta de
Hoewd Bendrik liA ^entukdig, «delmoedig
an iKiwillend faetooade, nrerd b^ geotadig' be-
dreigd dooT de <)olken tui dw«eper«, die door de
JeMÜtea wendcB «pgcatookL Dur ook bet
SpaiBMbe Hof aUe middelen aanweBdde om den
bnigerootloe weder te 4oe« ontbnnden, verbow]
hg lidi met Bngekod en óe NederiMtden «■ trok
n IW5, iDMT «nder («ecl toommmI tegen
Spnje te nhte. Den Sden Hei 1598 üoat lig
met Shtaa^e vrede te VerrinB, lowkr bwrin En-
gttna, iM» iioateesoot, te kenoMi. Tevens bnoht
bii 4001 bet Gdiet van Nantea (18 April 1606)
de Hogcaoten tot itwL HMlat ii|i^ -nB s^d eente
genulio gesebeideB wac, tnd hi}, og landriBsen
«an den auu, ia bet bnwvigk met Maria def Me-
d*0i (1000) eea doebtn Tia FenUmmd, giootber-
tog Tan Toakmat. WaoMir wjj een ki
oorlog t<g«n Swme «n Sainno luet ia lekei
brengen, genoot fiMnfnfc m «m volkomen raeT,
«<tte bam hi «taftt atcUe ^ tDwendige aangele-
genbeden det TJjk* te Terbetemt. De stadboodeii
en gHwta cnndlMdtteFa «mn te midden der
woeltngeD ^kue ondhaoMnke gebieden ge-
woiden, 2g bioven ttdlBO, kgden Maetiagen op
e* b«in«iideit liüt ^et <m bet Parlement. Al
die mirtimikfin weiden nn nit <fcn weg gemimd.
De koning liet kaukn gmten, wegen aanleKg^n,
ondwelennde haodel en n^i^eid en bevoroMTde
■elfa de stiehtiBg vaa FmöariM kolonlBn in Ame-
rika. Ook de badboDw went mt ign aditertöken
toeatend opgebeimL Verder biaebt Suliy orde in
<fe gddaken, wmkt na 10 jaar vao Trede de
•tut«aebnU vu 880 miUioen livreii m 50 nül-
Koen gedaald was. waaFtoe «en vermiodenng Tan
het ^er 4ot op de beHt t««1 t^droe^r. Teg«n het
eind inner neeeriag tiaditte Bendnk l¥, hienn
de traditioneele iEnundte «olitiek volgnde^ de
madit van bet Habdaueaon Snia 1» venwak-
ke^ door aich io de Oolik-Ueefaebe erfopvot-
gingtwiaten te meapen. IMied Barctia w^ is
gcafMBBen verwachtiagea gnmie gebenrtMiiaaoa
toMMet De koniagiaaongednmadedaafweik-
fand pmn bi*i geraakl ngentea oijn en Terki^dé,
op aaoqxiriag Tan haat gonatdang Ooneiin, ge-
kroond te wmden. Met weerzin atand« Hendrik
Uerki toe; de («M^btigbeid bad plaati den 18den
Hei I«t0. Om dm ntten Adb l« beMdten,
i«ed bQ den I4den Mei KIO dea namiddags te
4 nvr door de naawe «tmat La Perooaerie en
weed in ^^ r^t^ omgeren na cmdereebei-
.._ .. ,". . .- ^^ooT ROHitUiM met
I dood deed voor
l^nMfttffc weer «en wmCm tjd «aobRken. Tot
nn toe wondt hij ah de beate en grootate der
FtumIm komagen gebnldigd Een adtadowigde
vaa s|n karakter wae etenwd de UehttiBiigbrid,
«sannede hg t&d es geld aan *enahiUende mal>
tmMB venpiMe, tot wdke Qabritlh ^Sriréet
en BmneUe if Siilra^Nea i>eiioofdm. Sg ütH, <be>
bdrc iQn wettige, acbt onwettige UnMMn na,
nvt wmt lot £g met raderi^e behi^atelUog
loigde. Van Emdrik 17 tnetaen v«d «ortretteik,
o. a. een van Rubmi m de pinakoHieeE te Mfln-
eben. Beroemd iqn ook Ruben^ „Afiotlheoee van
Hendrik IV" in bet LouTie eo „Hendrik IV ia
den elag bq Iti?" ia het ron£«iuin te Florenoe.
In 1818 mrreea op de Pont^N«uf te Paige bet
rulterstaKlibeeld van He»drik lY, door Leinol ge-
beeMbonwd, wawvan de koeten uit Tröwiitige
gevonden, flet is in ISi^ l>ijn»
LiUrabtUT: PhÜipftm, EOmg Heinndi JV
van Fiankreieh (Ldinig 1874); De la Bam-Du-
taTM, Hietoüe de Henn IV (Panu ISSé); Joofc-
eom, Tbe fint of t^ BouiKna (2 <Hn^ loonden
l«OQ)j Aiunex, Hoiri IV et l'AQemme (Pki^a
1887); JTarteioI, Hoiri IV et Lcmia XDI, lfi98—
1648 (2 <Sn., Parge 1d05).
Hwidrik de heema, nertog Tan Beieoen' en
S^am <MS»— 1181), in 1129 te Itwenibius ge-
boren, was een «oon tmi Hendrik den TrobMe,
hertog MN Sokwn, en Tan moedemnde een klein-
loon Tan keian Lotkarüu. Zön Tndei kwaqt in
1 139 m dbn ootkg <aa bet lewn, en ign moedec
QeerlnM en sgn grootmoeder Stehenta namen
gedniende tijn misderjarighttd de regeeriig
WMT. NMkt hg in 1146 idt bet beatau aan-
vaard bad, eiadite bj op den Bgbedag te Fonk-
fort in 1147 van keiwr Koemwi IIZ bet hertog-
dom Beieren, iM aan e3d Tader ontnomen wat
temg, m t^^' ^Q *>«> geweigerd werd, met
i^n oom Weff VI naar de wapena. KoMtraotfl
kraditige maatregden Teibinderden hem editer
een ium ia Beiwen te doen, doch na 's kciaert
dood w«rd faem door agn neel, k«i3eT Fredtrik 1,
in 1156 bet bent van Beieren toegengd. Nu
strekten iQn beiittingen lieh löt vsn de Noord-
en Ooitiae tot aan de Adriatiwdtt Zee. Otto v»
WilUUhaek bekatte bg met d« regeering Tan
Beieren, Mn al ign aorgen t« kunnen wijden aan
het hertogdom Saksen. In I<166 skiten ivQ vijan-
den, met Bart»ig, aactahissehop van Bremen.
aan het hoofd, eoi veihond t^en hem, waaraan
weldn de biaecboppeo van Haagdenbnig, HU-
berstadt en Hildedieim, alsmede de maikgraTen
Tan Thnringen en foandendMUg deel namen. Aea-
drik v«rovude &cmen en nam (HdenboM; ater-
moideihaod in. Omatreeke dien tgd eebeidde h|
Tan iQn gemalin en trad in bet buwell^ met
MaffttÜa, de dochter van Btadrik U. koning van
Ëng<riand. Kort daann ondernam hg een toeht
naar Paleetina. In inn afweiigbeid maakte kei-
ler Fred&rik I op bot getndit van ign dood,
lich vin de vaste idanteen in Saksen meester.
Hndrik, nit Plleatina Jleni||:i?ekeeid, volgde
dot keïMT wil Of diens Tgfden todit naai
EtalH, maar b^ Terbet bem bq de belegering vaa
Alesnadria, Modat Predmk in 1176 den «lag
Vi Legnano tegen de Ttillsnamlii steden verloor
«L «an nadeelig vesdiag moest ^iten. Hendrik
werd tei Terantwoonfiae gMocften op de Rnka-
dagen te Rejiensboiw, HaagieiJmrg en Ooalai,
en ^ar hg niet «cmdieen, wer<l hg op den Bj^a-
dag te WBnbarg (1180) TOgdTry en Tan al qjn
leeosn vsmNen vsiklaud. OU» ww WUUhbaek
Terkmeg Beieten, Benkad mn Jafcantl Saksen,
da Keabdte aartshassdiap E^m en Westlalea,
terwgl ook aan de overige sartibisMiKippen ge-
deelten tiiaei famden wnden toq«kend. Oostfa-
DigilizedbyGoOglC
len wu een aUotünl goed en koa Ikdi door cleit
Bjfktda^ DKt ontnotnen worden. Hendrik
■loeg -bg HiJlerffrlde de Keulsebe benden en
Ülnek, 'bincbop vtn HailberatuH, gerui^. De
fceiaer «beMe Hetuirik's ruMen een iermgn, bin-
nen wdken zg dan vogelvi^-veiUHuak moeeten
ivrlalen. Nn haiq He^rik de vjfk naar F
lutd. Aileen iBponëwüt bleef bein traiw,
door den biesdiop vait Keulen Trachlekios bele-
tm eenade, dooh verkreee lüeen de
dait hjj ign erfUoden finmewi^ ei
wv bwonden. Ook moest hg oog S jau buiten
DniticlLlmDd ah baüiug imat. Oe aartsbuubof»
Tan Keulen, Pkütpi. in ontMuwenaambaden met
den kelaei gewikkeki, moorde ncm aan om tonv
te keeien, en eedert 1IS4 wioute bj) <»gestooid
Toen men eehtet bü den dood ^ner' ^;«iuJin de
belofte niet iii«M, dat meD wia aiUoibiie goedo-
MD ongedieeTd loa Jaten, aehtte bg ikfa even-
leer no i^ Teitrutteoio ouUMfen^ begaf vtii in
1180 Daar Stade en wtité door ign voonnaJigen
vgand, den aArUbiea^iap van STemeo, die Ma
nu wwdig had, met t^ten annen ontva '*' '
■qn getrouwe msAen ivereloe^ hg de
.Tg, Ltd
leed <
neboii^ en andere steden, maar
laag » den dag M Segébew t^veu aatm mn
Doitel; srila w»d Snuawj^ Miegerd. De Tqan-
de^jlriMden MitdiigdNi eetst^ toen Hendrik'e oad-
ste «ion, tater ab Hendrik de Sekome iqn Ofh
<r<4gw, in Iwt linwelqb trai met Agnee, dochter
vu palttgnaf STocnnuif aan de* R^n, een broe-
der dea keiaari. Hendrik Oferieed te Bfqiww^
den Sden Angwtai llfö.
Zie: PhiKpfmn, Oeadndite Benuicbs dei LO-
wen (Leipiag 1867—1868, 2<Hn.).
Hendrik I, graaf van Galdér en Zatfen, een
«wn TMI Oeeraart vOn Saêtau, werd Ja M81 op-
Tolger ran ign nder in de grafeJgke waardig-
beio. In 1161 nam bjj deel aan de twisten tve-
Behen Godfried, biaKhqp fan Utrecht, en de erf-
BBoamen Tan LudoU orer de ttedevoogdg van
Groningen. Oraaf Hendrik kooa de partg Tan
laBtatgesoemden en tnMkte nek meester tu de
«ted, welke door graaf Florie UI, ak Ixmlgenoot
van dea blaeboo, belegen^ maar door bem ea
Dirk, hoer «m BaUnbtirg, loo ^ma verdedigd
werd. dat ^oMgk door bemiddeling na den
aartriiiaediap Tan Eea]«n een venlrtg gerioten
werd. Hendrik «rhonk yrie goederen va geeate-
Igke gectiebtea, WM gdivwd met Mnore, «en doch-
ter nu Ood/rwd van Bovitton, en oterleed in 1182.
■•ndtUc n nl de Vronu, hertog van Sihiil
en grootroiet van Pden, tn 1191 geboren, waa
een loon nn bertog Hendrik den Gebaarde en
Tan da Heilige Hedmg en poogde hg bet aan-
Taarden Tut ign bewind (1288) Polen tegen de
Uongolen te beedwimen «i ifin Silo^he
eiflüden te verdedigen. Alleen dit laatste ge-
lokte hem. Hg anenTeUe den 9den April 1241
in den Vokerendag bg WsfaUtadt.
Bsadrlk Rmjm, taodgnaf Tam llinriQgen,
malin, SbeiAetk de Beüigej van den troon ea
mati(^e sieh de beondiawg aaa orer ign min-
derjariga neef Hentan Ti. Wel gaf hg deien
bg ign meeTderjarigiieid bet kndgnalKhafi Thn-
ringen met Hesseo, maftr hij betueld bet palt*-
gnmSaiiMp Saksen, t«nrvl iet plotMÜDg «rw-
^dén Tan Uentan in 1241 niei aonder reden
aan Hendrik wondt toegeeducTen. Hij werd te-
Te» rpsbeatounlac voor Koenraad, «n jeogdi-
gen loon Tan kener frederik U, ffienlon Unm
ign «uuien aanaKrkelqk. Toen de paoe den kei*
ler in 1245 in den bü dee<^ werd HmUbik hk
1245 op een Rjjksdiff, nMemideela mt geeatelq-
ken beatewde, tot koniog aUgeofQ*pen, wiMom
man bem spottendenrjjie den „Papenkoning"
noemde. Door dm fmat met geld ondenteuDd,
bradit hij een groot ieger bgeen en behaalda op
koning Koenraad «en «cfaitiëreDde onrwioning.
Wddn «ebter werd hg xiA; fan oMrteed te
'WQnbDig dut 16den Febniari 1247 aooder -wet-
tige aakomeiiogen achter te laten, waan» de
Tburwgeehs Stweoesie-Owtog begon.
Zie ItaUekj Heinridt BsMta, landgr&t T<ni
Thflringen nnd deatsdier KSnig <Halle 1911).
HMidtik ds Doorlvekiige (der ErimekU),
nwffegiaaf Tan Meiasen^ in 1218 gebcHen^ volgde
ijjn vader Diederik („der Bedcbgta") in 1221
op onder voogdg van sqn oom Lodewïk den Vro-
me, van Tbnringei^ die in 1227 orerleed. Danr-
ns werd ign hetiBchmditige moedtt Jntla, een
xnater van Ladeayk en ten tweeden malegennwd
met Poppo, granl van Hemtgnberg, Toogdes. He»-
drik mêrd weldra meerderjarig Teritlurd, <n-
demam een Kmistodit t^n de Fnüaen ea
voerde oöii<^ tegen Johan, markgraaf «n Bras-
denburg. Hn wwd in 1340 ale vont gebiddigd
en in 1250 belastte hg neh, in naam van Bm-
drik hel Kind, met de regeeriag van Heasen.
Totn SopUa van Brabant, de moeder vai Hei^
drtfc, io bimdpewMtadup met bratog Albroekt
ffon BntttMnik «aaepmtt masite op llmiii^
gen, oDtatondde Uoedage Thnringsehe Sneeearie-
oorloK (1247—1268), die na den ikg bg Wettia
(1268) «iadigde met de opvereenkomst. waaibd
Hendrik Hessen atstond en mH in bet bent bied
vsa Tharingen. Zga bestnnr werd door vtie hnè-
selnke twieten verontrast. Aan ign twes vmea
bad b^ ign vooniaaiiHte butdai «Jgestua en
voor liehidt aüeen Meisien en de Meder-LMutts
behooden. Toen er echter oneeuglieden omtston»
den tiWMben de ionen van ign oodrten «mo^
werden daarin otk de overige familideden ge-
wikkeld Dit Tereigeide nogi, toen 1^ ut een twee-
den, kiadeitooïen echt met Agnet van BoiemeN
een derde bnwelgk sloot met fflttobsM won Xol-
Utx, die hem een loon lAoiik, Frederik dm
Kleine, aan wien hg een gedreHe ijjaer beait-
tingen wilde toekennen, flendrtk, die ook ab
minneiaoger roem verwierf („Henoift van Meïa-
sen"), overleed den ISden Febmari 1288.
Hmdrlk I, Aet Kind, lautgra^ wm ffesiMi,
den 24aten Jqu 1244 geboren, was een somt van
ber4og Hendrik den Qrvotmoedige en Sotikj^
dochter van Lodemfk den Vrome, lamdgmac van
Thnringen. Toen in 1247 met Hendrik Baepe het
ThttringBcbe V(»itenbnia otstierf, beaehonwds
DigilizedbyGoOglC
HESNIXRIK I-^E!NTliRIE.
■qo moeder Slüabeth de Heütge, sA ak d»
iMute trtgtoatiik, dodi koo hüi leobt tegen
Hmdrik wn Doorltusktige niet IxuidhftTeii, loo-
d&t ig in I2S3 aUeao Ëeasea Terkseeg, dtU sg
(um bMr 1000, TitMger Aet Eind van Brabant
SiiMMipd, tg iqn meeiderjafigfaetd toekende.
tndrik, wieiu cTenzoo genoemde bioeder raetk
is 1247 de r^eeiing T«a Brabukt uomAcd had,
Testigde via mM te Case^ mmnk het land
nu) roolriddere en TerwMiJ de «ebtJiig der aan-
lienlöken, die bom &k beer de» lands eitonden.
B4 hidp k«iier RudoU I de oTerwiittiag berech-
ten op Otlokar van Bohemen. Na zj^ dood (?1
Deeemibet 1308) weideoi sijn landen onder xgn»>-
oan veideeld.
Bsndrlk de Zeeeaarder (dom Snrtgue e/ iVo-
Mgador). piins vuk Fortogtd, de Tierde uooa tta
koning JokoR I, den 4den Ma&rt 1394 te Oporto
geboMn, kgde lidi toe op de Mudröks-, «ia-,
atgnen- en zeeTUrtkoode. meda xq» ««Bt« wa-
penfeiten bü de TeroT«rmg Tan Ceota (14<15) en
ak oppaiberelbeUtw der üoot tig bet oatset de-
■er bekng^c veatiog (1419) maakten ign naam
berototd. Hg stidttte te Sagna een «tenmwMbt
en een iariöhtHig', vaar jonge edellieden ondai-
WM ootriogen m de aeeiaartkrande. Ook rastte
hg teder jur een ach^i tdt, dat onder Ibevel Tan
moedige en bekwame mannen m lee werd g«ion-
den om on(d«l:Ungen te doen. In 1419 vonden
Trntam Vat en -Ooaaidvet Zargo, door storm na
den koen gehiaeht, iiet «ileöd Porto-S&nto en
dMKM Hadeira. Beide «ilanden werden wddra
van volkaphntM^en Toonien. In 1431 ontdekte
Oonaalvet Vellio Cabral nte Parmiga «elanden en
tat 1-432 Sta Uaiia, waarop Tim 1444 tot 1453
de overige Azoren volgden. Jban de kuat van
Afriln wwea de «xpedntiw, vMr Bmdrik nitge-
■ondeo, niet verder doorgedrongen dw tot ata
Ea^ Bojador. Ia li34 gelakte bet au OflSimnef
Kaap Bojador om te zeüen, tenrgl BaUaga in
1436 bg den Ko de Ofo bet aiJi«r liet vaUen.
Nadat hg lieb genHmen t^d met de binneidand-
' aangekgenbeden van Pwtagad bad bezig
-'■- " " ' " 'a 1441 i"- --■^-■-
looden, vatte Htndrik m 1
^n ontdek-
«dK _ _
nimiluBen weder op. In dat jaar bereikte Su-
M Tnifom Kaap Blaneo en Mtlde j» 1443 lot de
fiaai van Aignia terwQl Diax in 1445 Kaap Vw-
de ber^kte. Ëen jaai kter nam Laneerota met
anderen de Ar^ingntep nt beiit en mtdeltte dsn
Senegal, en in 1447 kmun Alvaro Fentande» tot
aas de andere ig^ "'^■^ Sierra-LMne. Nadat
Hendrik in 1449 op Argvtn een vviling geittcht
bad, onlttond weidn e«a leveadiigr en «iii^enwnd
liaadelBveikeer met de weatfciBt vnn Africa. In
1-159 vow dada MotUt dso 6eiMgal en lot den
Oambia. In de vdgende jann vooden fiiooo Oo-
»ux en Antimio de HbU deKup Verdisabe Ëi-
landes, da rivioen Citaminw en lUo-Onutde, be-
Bovena de BinagoaoilutdHi. Nadat Hendrik in
ld58 nogmaah voonnoedig ttcen d« Monen «»-
fb«deti ud, ovnWI )ig te Bagrea den ISden
November 1400. ^ beeft de gioaddagra gelegd
voor den lateien wereMhandd *aa PwimgaJ en
Toor ^D bloei ah koloniale mogendheid, terwijl
hg tevena nieuwe wwea e«a de tdietfivaart a«a-
nweaen en da wereMgeariiiedeniB van de Middd-
iBDda^ Zm aaar dan A~
gebiaebt beeh.
B Atluttiadien Oeeaan over-
Zte: Major, -IMe of .pidiiMe Henr; ol Portagal,
ennumed the Nav«ator (LondtHi IS6&); BuaUg,
Prinoe Henr; tbe Navi^tor (Londen ISftS); Ju-
Ie» MeaM, Henrï k Naviga.tear et faeadémie de
Sagi«8 (Biwael 1901)- .
Hendrik, bcatog van Saksen en tweede loon
van Albert van Sakaen, den 17deii Maart 1473
geboren, irard in 14E^, toen ign vader naai
DoitKhland vertr(4, met bet bestuur ia Friee-
laod bekat. WegMW bet opleggBn van nieuwe
Bchattiog InrameD de Fnteoen ia tmtaod en be-
legerdöi faam in Sjaardwnabtiii te Frandier, loo-
M ign vader en Erik «on •Bnin»wiik sieh daar-
heen moesten begeven tot «ntiet. Toen hertog
Albert koit daajma enwleed, liet hg xqb Doit-
.•cbe Statem na aan zjjn oudsten lOon Qtorge en
FriaeJood aan Hendrik. Deoe vond hier echter
«Mn«e] tM^eiLkaoting, d&t hg ign gebied alatond
aan ign broeder, St im 1505 gcinaldigd weid.
Handrik trok toen ter bedevaairt naar ^nsje,
maar nae tatet een der eerste vorcten, die «e le«
van Luther aaAWHDen, turwgl hg na den dood
sijna broedere »i» diens erfgenaam de Hervor-
ming Ln Ejjn Staten invoerde. Ifiet lang vow
ign dood droeg hg de regeeiing tm aan Ifau-
ntt va* Sakttn en overleed den ISden Angm-
tus 1541.
Hendrik, de Jongere (1514 — IStö), hertog
vsin Brunswig «en zoon van Hendrik den Oude,
den lOden Nov^nber 14% geboren, was een hef-
tig fegenstaikdeF van de KeriiiiervoRióng. Niet
laog na bet aairvaarden der icgeering (1514)
kwam hg is •aoüog met den tüeechop t»d HiUea-
heim en verloor den ring hg SoUmi (2& Juni
1519). Door de g«net vaafciaer Karet V werden
ia 1523 ean betn en ign neef Erieh de landen
van Hildesheim toegekcöd. In den Boerenoorlog
stcmd hg aan de igde van den b«dgra»f van
Hitsen en den bertóg van Sakaen en nam deej
aan den ïlag bg FraakeDèanaen. Toen hg mi het
pont atond tegen Qoalar ten etrvde te trekken,
ri^ foreJ V mm ter hnlp tegen den paaa «n te-
gen Venetië. Hendrik tnk naar Italië loet 1000
ruiters, dodi iqn leger veiwnott dooi beamette-
IHIk liekten en hg z^f ontkwam, als kne^ ver-
kleed, teroAuwernood aan agn bejagen. Intoe-
lehen had de Bervormmg in ijjn erflanden be-
langrijke verdelingen gemaakt, doch Hendrik
Ueef op den Röfcedag te Adgebnrg (1530) ge-
trouw aan den keiier en aan de voorvadertgke
leer. Kort dunna gebikte het hem zgn broedcx
Wiliem na een 12-jarige gevsngwiMiiap te dwin-
gen tot een veriki^ waarbij het (echt taa
eerstgeboorte io het Hnie van Bnuanrtik wad
eikraid Toen kt 1537 bet SchnaftatdJadi Vtr-
bond door de ProtestantadM vonten gedolai
werd, ixad Hendrik op iJs Aanvoerder vaa
de Katholieke liga. In 1545 wnd hjj in den
slag by het klooster HCokdem met ijjn oudsten
loon Vietor, gevangen geitomen. Na den slag bfj
Uühlberg (1547) op vije voeten gesteld, rokte
hö, bggeétaati door UauriU, keurvoiet mr 5al>
overwinning, doch xgn heide wnen sneuvelden;
Jfmirtts wwd loo iwaar gewond, dat hn VttA
daarna orerleeit. Sleefate een derde loon, de mia-
maakte Jtilitu, die tot bet Protettanüma over-
DigilizedbyGoOglC
234
HENDRIE-iHËHDRIK XXn.
belde, bleef hem over, loodst Bendrik idtt po-
gingen deed, om iga onedibeD zoon EtUl Hein-
riek doOT den keiser te doen wettigen. Toen dit
mi^uJite, leraoende Jiy aich met Juliiu en
op gtTorderden kettga nunder aJiieeiv ti
leer raa Lvtker. Ei) owrleed den 1 loen Juni
1568. Hy is befcend door ijjn lieCde jegens Sta
von Trolt; men rerhadt najneiyii, dat deie op
ign bevel te Ossdersbeim in sehga ^tei
en begntvNL n, terwgï fajj t»u in stilte i
faet nateel Stanfenberg Itet breogeit, w&er tg
b«in 7 krnderen icbonlc.
Bendrik X of Bendrik van Vianden, ...
■ebop TUI Dtrecht, wu Aartsdiaken der Kealaehe
k«A en een bloeafvMYant vaa een bisKbop Twn
Eenhn en werd in 1250 de opToiger mt Ooa«-
«Mfn te Dtiwbt. Hij oorloogde tegen de Oeldei-
Miten en stichtte mt den biat Itet luwteel Vree-
iuA om lirii te bereiligen 'liegen de aanvaUeo
der Amstfirdaininen. Ook boowde bïi den nieu-
wen Utreefatsdien Dom, bee^Ugde bet iMiuien-
Uooeler d«t Hdlige Uti^ Ifuk te iHont oabq
Deienter, stiebtte «en ki^Uel t» Steomrük en
overleed deif Sden Joni I2Q7.
Hutfrik H <rf Bendrik van Beieren, bis-
•ehop 1SB ütieeht^ «mq Tan PAiIiiw, kearvtmt
nn de Palt«, wu bwselxip van Spiere, werd in
1624 met eenparige stemmen tot bieadiap ven
Utrecht gekoien en door pwie Chmetu VU tn
<Ue waudigbwd bevestigd. HQ belegde in 1525
een k«rfc*«iigtderiag in iQn bisdam, w*er eeni^
~' — e bestdageD werden nutgeeteld, en to«» de
1 ordonmntie had
ait^TWidigd tegen d» gebwme iMiweljilien, dag-
taardde hifdien te ütreefat De vroedeeibap be-
klaagde tia bq keiaer Corei V, die op zjJD oeuit
den bimohop ter TerantwoardHw riep imar 'b-
(^Tenhage. Wegene een ioval der Geldersoben
in Aet Sticht, droeg hq den 2Iitea Oetober 1538
bet wereldlijk beetónr vul ^n biadom op aan
Karel V, als hertog van Brabant en graat van
AoUtmd, en TCTgenoegde ii<:h met het kerkelvk
gea^. De afetwid werd den 20«(en Anguetna
1529 door pane Olemens VU bdrachtigd. Ia djt-
seifde jaar werd Btmdrik gdiozen tot bieëcbop
van Wonna; h|j bekleedde ook de waanUgbeid
van biasehop van Fnungvn en oveifeed den
Uden Juli lSS2.
Bandiik, fraderik Lodtvijk, prioa vn Proi-
een, «en broeder van koniiig FTederii U, den
ISden JaiKnri 1726 te Beilqn geboren, genoot tot
aan bet overlgden van ijfn vwler frederik WU-
fam I nagenoeg geenertei oodenieht. Fredtrik
U uigde voor de oDvoecUng van den prina en
benoemde bem in 1742 tot kolonel van bet leser,
dat «en icral deed in JfonriB. De prins onder-
sdteidde lieh in 1745 in den slig bji Hohen-
Medberg. Na faet ddtien van den vreoe bnwdto
hQ in 1752 met ^rinae* Wühelmina van Buten-
Ka—éL Na&t lig in den ZeTen^igen Oorlog
voel tot de beeÜMang vmi d» slag bQ Praag bad
bögediagen, atned bQ in don sl^ bg Sosaaeb,
waar \i% trewood wenl, en ontving het OM>etbe-
vel ovor « tioemn bQ Leêpiig. In 1756 «tond
b$ aan bat boold van «en légencoTpi om Saktm
te beoehenaeo; bfi d«U« Fredtrik't aftocht na 4a
■ederinag bn HMMÜeb. Den sebittevenden vdd-
todit Wk 1759 leende bg aanvaUeoderwjpe,
dcmag ia Bohemen door en wist na de nederkog
hg Kunertdort door mialeidende bewegingen bet
Ooftevi^odw en Raeaiaebe leger lot^Mg in wer-
kelooM apanning to boodan, tot inn broeder bet
«Men verlies nenteld bad. In 1760 bood hg
net faoofd aan de Raseen «n ontzette Bretlan.
Hinder glanergk waa de veldtocht van 1791,
Hendrik door de awakte van ign ieger
Ooatenri^ers aan bet wgken, dooh hierop volg-
den ooiwraeheiden rampen, daar de linie, aan
ign bewaking toeTCFtronwd, te aiteeetnit was.
Door de ovorwjuning bg f reiberg oioeg hg ocfa-
t?eT niet weküg bg tot den vrede tbo Hnberts-
bor| in 17S8. Dauna begaf b^ lieh weder naai
BbeuabeiR, waM bem buiael^ onaangenaain-
heden wacotten, vno nik etti aa»^ dat 1)^ toA.
Uet Bcbeiden van aön gemalin. In 1770 nam hg
te SL Petenb(ii;g deel aaa de DaderbvBdetingen
over de verdeelioa van Bcdoi, Oednreode des oo-
bkwdigen Bcaersehen Saeeeiai»<Ooikg (ms) trok
bg met WOOO man naw Sifaaa en viel, nadat
de beorvorst licb met bem ■>.-■"
hemen. In 1784 leidde bn
te Pargs tegen de "— — '-
. „ . n Jwa n
1795 nam ta^ deel am bet ^iten van den
vrede te Baiel. Ori ovMleed t* RbeiosbaDg du
Sden Augustnt 1808.
2ie: Sekmitt, Pióu Honrieh von Prenaseo ala
FcUberr jm SiebeajArBen Xiieg <QreibwaM
1685~-1^7; 2 dkA; Kratul, Bnefwechad «wi-
sriien Prins Heiorito von Preuuen und Katfaari-
na II (Berlgn 1903).
Bnndrikt Albert Wilkelat, prins «m Pnd-
Ka, den 14dea Angnitus 1662 te Potedam gebo-
ren, aia tweede «Mn .van den lateren kdier Fre-
derik I/r, beiocht van 167^—1877 faet gimaa-
«ium te Kaasel «n w^dde lieh aan den leedienet.
Met bet korret „Prima Adalbert" deed hg in
1878—1880 ign eerste reie om de wereM, werd
In 1887 korvetkwpitein, in 1989 kapitein ter lee,
ia 18»e Bcboatlin-DBcht en in 1887 caaunaDdaot
van dm groeten kruieer ,;DeubeetiJaiid", vra«rme-
de hg naar Ooat-Aiie ging. In 18B8 met bet op-
Erbevel over het kniieeiükader in Oost-A«fl be-
it en sedert 1899 vke-admiiaal, keerde bij in
Pebmari 1900 ten», iKid in Septoodter fiKIl
adminwl der Dnitarae vloot (later ook van de
Engelaehe en Ooatieargkache) en ia S^tembei
19I& eonunandant van beA muinestation der
Ooaliee. In 1902 beioeht hg, ^ vertegen woonli-
ger van ijjn broeder, onder groote eerbewgien da
Vienenigde Staten van NooM-Amerika. Hg werd
ÏD 1906 d>el dw adaave oodogerloot en in 1400
groot-admiiaal en generaal-impectear der Ifa-
rine. Sedert den 24«ten Hei 1888 is bn gefanwd
met prinoes Irene van Betten ^eboicn den Uden
Jnli 1866). Uit dU tHXnlgk ign twee kindenn
io teven: WaUsMor (20 Haart 1880) en Sioü-
MKnd (27 November 1666).
Hendrik »«", vMst wtn Remtt, oudere li-
nie, den 26Bt«B Msart 1S4fl geboren, was een lOon
van Bemdrik XX en prinsea Karoline van Het-
lem—Hembarg, volgde den eaten November 1S59
iQn vader op en stond lot den 28at«o Haart 1867
onder het regsnteehap van ign moeder. Bg ign
tTDoasbettgging scfao^ bjj ign lan<ï dat geen
DigilizedbyGoOglC
HBHDRfE XZH— HENI»tIE.
nt, een giondiret en mtgi» er goed
voor. Zgn poattw *Ja b<HMÜTorat wist hij miöi^
raukkdg^ in t< neoMii; hij Icffde tesenorcr bet
PrninMbe kooiiKshnM «n bet Dniteelie Ryk een
T^kndige gwndbeid mui den im, «Mratei hg
Teel booien mout. Dmt de erl^nne BtHdrik
XXIV nietfiiit>atMoni>teiegeenn,irandbefiMld
4kt Hendrik XIV (lie «Umi) bet legentsebap
«m btKH ion voeran. HcM^rtt, die Mdert den
Mea Oetobw 1873 met |irHHe« IiJa mm SeAmm-
burg Line gebnwil WM, orerieed den 19den
AprU ifltfe.
Hsndrlk ZXV, T<»»t vim RetiM, joieen
Aeiuinifc ËXVIl en pril
Sbtrtdorf, Tolgde den Uden Juli 1861 ign n-
det op en OHn m bet oveilgden nu i^n oeel,
Hendrik XXIl, ia 1902 het iwentKhap orei
dm eriprio* op lieiL EQj ma seoert den lOden
Noremlier lass net bertogin Agtut nm WUrt-
taübera (f 9 Juli 1880) nbawd. Hg orcrleed
den 20*ten HmK 1913 teSdikb.
Bradrlk txm Naumi, Vimden, Dielx m Cat-
^uiuilêbogem, voh Bnda, Oriwtbtrgof eni., «en
snn TM Jam w» JfoMOH en *«a ïi»a6eU, Mi
docÉiter TUI Hendrik, èuidgiuf etm HetMtt, mid
den Sleten Hai IfiH de WTtdger thi nii oom
EngObreekt nm iVotMM, kiadërlooa te BniMd
oterleden, in ■) ijin Nadeilukdadu heerlökbeden,
onderaebeMlde boi onder PkUivt den Sehoone,
JfozHntlMaii en Kartl V li» atuu- «n kimnnuui^
irerd stadhouder nut GdderfauMl en ÉoHaBd,
atned met moed en beleid in ds OdderMlie oor-
logen, werd meeimalen ali geuot bmu bni4en-
feodeebe mogendiieden aigcraudied en oodertee.
kende mede den Sden Juni 1S15 te Dudrecht ia
de Tergadering Aer Staten de «ele ras iwldisiiig
Tan Karel als graat ran HoUand. Deie wod mm
in 1519 als gewot naar Frankfort, waar (h kenr-
Torsten sidi tereenigd badden om een Jreioer te
LieMn, en Tooral bét Meid na Hendrik nm
Nauo» beioigde bem de kroon. 'Daarna irerd
Hendrik op()erl)eT«HMbber -nm htt kenerlgk le-
ger, dat tegen Frankrgk te v«lik .trok. Hy bele-
gerde Hooaioii, ««roicrde deie stad en beeterm-
de Heiièrea, doch weid door den daoperen tegen-
«tend nn Soyord ^oodiaakt af te trekken.
Daarna Mroverde hy PicardiB en phinderde het
land, maar moeit bg Pdronoe met Terlies ten^
kecren. Niet tanr an deien vMdtodit orerieed hg
te Breda, den Tdn Oetofaer 1&&8. Zgn bireede
«dilffenoote, Okmd», «enige doditer Tsn Jan van
CkiUont, prins «>m Oranje, aefaonk }iem een »><n,
René van ÜU/oaa, prins vom Oranie, van «ten
de Zuiger Utén en go«dei«n erfde.
Kandrlk, gnaf mm Jfattau, DUlx, DOUn-
ènrg ens^ een loon nm WUUm, graaf nm Nat-
tan, en van Juliana, dodit«t van BiAtho, graaf
Mfi Stolberg n Conmotteilit, een broedier tui
win* Willem van Otanfe, werd den IBden Oeto-
MT 1541 op het «lot DuleBbnig geboren, ontiing
«en nitowntende opToedine en ink reodo TTMg
ten oorlog. Hji bêrond neb bg bet teger van
Srina Willam og den roeorgken overtooit Tan
eien o*er de Haas en streed latet met ign broe-
der Lodew§k k Frankrijk. Verder stond bfj den
prins tengde bjj bet ootaet rsn Bergen en anen-
T(Me naet ign orooder Lodewfjt op de HoolDer-
beide (1574). ZeHe de l^ken tsu die twee dap-
peren beeft meo met terugffOTonden.
Handrlk Ctmmir, giul van yauau, door
eommigen Btndrik Erntt Catimir genaamd, een
lOon na granf Brnat Catimir, atadhoudei Tan
Frieelaad, Qtoniogea en Drente, en van Iled-
vig Sophia, dochter lan Hendrik Juliut, hertog
Mn Brunewfit, werd in 16M geboren. Nadat
prins Fraderik Hendrik bewerkt had, dat bet
raeht van opvolging in de dadhooderl^e wsnr-
di^beid waa toepend aan liin 7-jarigeD loon
WüUm, nam Fnesland kort oaama een deige-
Igk beunit ten behoeve van g-raat Hendrik. Aui-
vankclgk wilden Stad en Lande biertoe niet be-
^iten, doch ig volgden FrieaUnde voorbeehi
toen Erntt ia oe lotmMxea te Roemood door
«en nm^tkogel werd gedood. iDtesseheB waa
bet ntadbooiiletediap nog ^eeneuna erlelgk ge-
maaU in ign geawlit. Sg waa een vooratanoet
dar Trgbttd, bwrood neb maeatel tij bet legec
en kreeg den Sden J^rii 1640 bu bet baatonnen
van HiSmt een pistoi^sebot in bet aeht«iboo(<i
waanan hg acht dagMi later overleed.
Handrlk Cadmir II, prins van Naitan en
mm Tan WiHem Frederik (braedei en opvolgei
VBO den voorgaande) en van MMTttna-Agnoi,
Sinsea Tan Oranja-Sauan (docbter vnn frederik
endrik), werd den IBdeo Januari 1657 te
's-Oravennage geboren. Op leven jarigen leef tg d
verloot bfi via rader. ^_ «n 1659 toeaégging bad
tigd met bgvoeging. dat tot ijjn meeiderjarig-
ImwI ign moeder voogdea ion ign. Vgftien )aü
ond legdto Hmdrilfc Catimir den «ed af in handen
éea Staten, en qn wanidigbeid werd in 1675
eiletgk v«rUaard k inn yeahfbt. Berat op 22-
iarigen leeftgd kwam hg m bet voUe beilt van
bet atadhonde^ik benvind, waana JlberltMi Ag-
net sieb naar DoUaebland bcgal <J«79), TUMraat
lij ecfater weUm tewigkeerie.
De atadbonder bad voortAirend ooeenittbeiil
met prini WiUam lil, owr verplaalaing M at-
daokNK vao troepen. De Sinten van Fnealaad
namen liet kwalj^, dat een «n «nder gesefaiedda
buiten voorkemns van boa stadbooder, die te-
ffendrifc Cm
loeaing tot atand, waarna aan deien de pott
van derden vddmaartcbaMc in het Unie-te^r op-
gedragen werd. In dit ambt streed hij bi] Senef
en FlewtM. In 1689 werd bü tweede veldmaat-
•cbalk. Hendrik Carimir waa iwtk van lidiaam
en niet bestand tegen de vennoeieusaeD van den
ooriog. Ken val van bet paard ber<^kende bem
een borathwaal en bg overleed den 25«ten
Haart 1696. In de „Arehivea de la maiaon d'Oraa.
ge-Saasau" liJn onderaebeiden brieven van b«Di
Bwtdrlk van Nauan, beer van OMBerkerk,
kletnuon van prina Jfonnlj en vao de jonkvrouw
MM Meekelen en Mon van Lcdeugk van Naieaii,
heer mn der Lecke, Beverveerd en Od^k, werd
In 1679 met lyn beide broedere door keioer Lto-
foU met den giaM|jken titel begiltigd, tmd
DigilizedbyGoOglC
BEMQtlE— 'HENDKIE VAN ZOTFEN.
Meda ntteg m diend. werd in xkn Bltig bg Seocf
g^UKtot en leddë ia dieii nun St. Denis bet le-
Vw van WaUm lil. De prins benoemde bem tot
bopman en biield faem stMda in ijjn nabglieHi, In
OigeluMl werd h^ onder Marlborouok tot t^-
nurschalk benoemil en nam aan de igde na
dien Tejdbeei d«el aan den Spaanscbeti Snceea-
ne-oorkff. B^ RwmlEeB (1706) etned h^ tMk
bet booM der Nedcrkodem en verloor er büna
het leTen. Oofc ia den slag bg Oaduisuaen
«treed bjj mede, Hij overleed in 1708, nadat lig
lort te Toren iig fitt leger die {uek Temngen
bad door de bajonet
Hendrik. Willem Fredwik, prins der Stder-
tenden, tweede «xm Tan koning Wülem II, den
ISden Joiü 1820 te Soeetd^jk geboren, tiftd in
dienst der Nederhndscfae maTine, en werd ver-
1 vloot. Hij huwde den 19deD
llei 1858 met Airuüia, priooet wm Weimar, die
den Islen Hei 1g72 oTerleed, en den 24«ten An.
gnstoa 1876 met Maria, iprkuet van PnUaen en
owfete dochter *mi pri» Friedriek KarL Pnna
Htndrü der Sederbmden ondentoimde met gno-
te belaimteUing de NechrlandMbe nqTerbMdfl-
en band^MDdememingen, genoot -de oigemeeoe
uhrtiDg ea oi«er>eed tdöderlMe lien ISden Junta-
ri IS'fê Of bet kaeteel WaUenl»ngen bü haxeta-
borg.
* Mmdvik, Wladimir AibTeehi Ernst, prias
der Nederlamtett, herUig «on Meeklenburg-Sêhiee-
Wn, den Idden Afirü 1S7« te Sehwerin geboren,
fongt4e' zoon vao den ia I88S overleden croot-
nertog Frtderik Frtm» Il nit 'tUena derde buwe-
)Ük met prinses Mme va» Sehieartburg-ltvdol-
êtadl, bezoekt het Vitzthumaehe gjiDDasinra te
Dregden, vervolgene de krijgeBcbool te Heti, deed
te 18&4 eea lüige peis naar Aiii en Ameri^ia
en trad dB&ma in Pmiaischen krngwlieait. Den
iSden October 1900 w«rd hij v«rloufil met ko-
ningin Wiihdmina der Nederlanden. Uit bet
hiwelqk (7 Februftri 1901), weid dm SOeten
Afiril 1900 prinses Juliana gebaren. De Prioi
wend achtereenvejeens ttenoemd tot genem^-
majoor Tan het Nederiandsetie en het Indi-
Mbe leger, admim! der NederhHidwhe vloot*
prins der Ne<feriaodea en lid van den Baad
■ van Stete. Op menig gebied van eftenbaar
briug heett de piiv» bet imtüitMf geno-
men tot practiecbe maatregelen of aan mtke
■DMitregden leiduig el steun verlemd, voonl ter
berorderLiig van landbouw en^cmtgiDniing en ten
opsiehte van het reddgngaweién Aan iQn dow-
tutend optreden bg de sebipiiicdE dei „Berlin"
un Hoek vaa HoUaod den 2iilen Febraari 1907,
hadden de sctuf^renkriineen niet het minst bnn
leven te «lanieD. Bet epna dn o<A van aelf, dat
de print de aansfnreMn persoon was voor het
«ooruttersseh^) iKr staatMommiesie. in uke bet
rednüngsAezen fn 1907 ingeateJd, Voorla werd
op iqa initiatief in 1908 d« „Eoainklijke Neder-
landMbe landbouw vereeiiiging" opgeiichf. Tij-
dens den Wertldoortog werhtie de prins mede
•an de ieoiigHii.aut4« van het Nederlandedie „Roo-
4t S-mit".
Sendrlk-Ido-Ambkobt, een gemeente in
de ZwjJDdtecbtMbe-Waaid in Znid-BoHant HSS
HA. groot, met (1015) 4474 innronoi; wordt
omgeven door de gemeeDten Riddeckeric. Heet-
Janadam, Qroot^Lint, Zvrgndreeht, F^wndredit
en Alblasseidam. Be Noord, met haar ijjtak d»
doif» Hendtik-Ido-AnÜMoht, de baart Ooeteodu»
en «eiHge bnitengTonden. Op den kleibodcm qjn
bakker^ <le boofdtmddelan Tan beataai.
Het dorp Hendiak-Ido-Ambaiiht ontleent tan
nauD aan Hendfik Ida, em mi de faeeiei, dit in
1881 de ZwjJQdreebtMbe Waatd deden bedS-
ken. fiet dorp beiit een fraaie Herroimde Iraix.
Hmdrlk Hloolaas, eea dwmer dtc 18de
eesw, te Hnntter gAonai, vwrtoMde (peraknen
t^ te Amatmhm, aiomede te Emden en «teUe
twh hoeger dan Jfote* en Ohitbu, daar erart-
genoemde de hoop en de tweede het gdoof T«r-
kondigd had, terwgl bg zeU de Helde predikta.
Hg qtrdc vao den aatd z^aen goAM en na
bet korünkrqk, dat hg wiJde alaebte. Oooniiert
bram met hem in kemü ea tracètt^ hoewel b»-
vvrgaels, hom vau bet ODgeramde npM >t«UiD-
gen Ie overtnigen. Deie vp^len nog over^MTCo
door ijjn aairiuagiere, dte neb ale aitnreiboiMwn
besdiouwdnt. Hg «direef: , Jtev^tM Des el God
in iga groote voorwggiog eu." (1804), „Go-
moedia, een geacht des ^>ek van Sionen" UK75),
,J>ïe lieder edder geean^n H. N(elM^ eoi.*',
„Retereiiten node Rondden edder rirmiache
eprSken", J}re grOrMËge referuoeiK die H. N.
wedder «nne vyande am dacb gegeren beft" (alle
8 van I57S), „Institotio (meiwmn ete." (1578)
en eensge haiMischritteiv aaiwuiig op ds btbUo-
tbeeV der Ld<hche lla*tsebB{qig.
Hendrik van Caloar, «en R.-EatholiA
geestdijke, eigen^ Bmdrik Atger gebeeten,
werd in 13SS te CUcm geboren, stotWerde in de
wgebegeerte «n godgrfeerdbeid te Parge en waa
daarna lid Tttn de orde der KArttariiei*. AJs Uft-
danig was hq vÖMtator van de I^n-proTioae,
waardoor hij ook nauwe ■"— ^--g bad met de
Nederboden. Hö «aa seer benteod mat Oeerf
Oroote en iga mvstieke geacbriHen TcrtoonMi
zoo gKiote overeeuomst met die vao Tkoma» s
Kempi», dat men hem wel aJa aebiqver *an de
„Imitatio Christi" heett aa^jeweien vm omge-
keerd qjn gesdirift ,4e titméaaate qootidiuM''
soit Thomaê a Kempis heeft toegesdi reven.
Hendrik van Qent e' Bemriau OoMfa**»-
m», een aehobstift wgween, wend In 1917 te
Qent geboren en is in 1293 overleden. Ak vjja-
geer beeft hij vooral onder den invloed geataa»
van Plalo «o AugatUnu». Hg t« tot de reallati-
Mbe richting te reienen. Van zgn geMbriftao
zijn gedntkt: „Quodlüieta tbeologiea" (1S18),
„BDro-ma qaaeettonnm" (1530) en ,i6nfflina tbeo-
logiae" (1520 eu 1046).
Hendrik van Xntf en, een dar «ente mar-
telaren van het Protestantieme, werd in 14S3 at
1489 te Zutfen geboieik, kwam teada }ong i« een
kkxwter der Augustijner monniken en snideerde
te Wittenberg, waar hij met ÏMther samenwoon-
de. Hg werd in ISIS prior te Dordrecht, ^loAeet-
de in 1520 en 1521 wederom te WHteitber|^ <n
vertnA in 1522 aJs iprior naar bet Angnstgner-
D,o,l,zedb,GoOgle
HBaOBlK VAN ZUTREN--BBIIEQOUWBN.
227
Uoratn te Anlwerpen, waar hg weldra aU qre-
lig preiËkttt 1>ek«iyt stond Door ie Inqaisitie
verdaebt, weid ba geTUgen genocMn, maar door
een TolkMfthwp mtt^ (^ qJD Tkidit bleef bg
te Bretaen, waar bq als jnvdiïer optrad en d«
HtTTomiog hMp jamecen. Van bier vertrok hji
Mar Drtmueen; den lOden ThtmOxi 1624 w«rd
liQ door «en Tolkaoploc^ gerangen genooaen en
VMbiaod bg BewM.
HMldttx, Simmi, den Ma, Ansnitna 17«B
vit een taager dan een «ew te MiddrifauFg ge-
-'■■--■ ■■«*n
Mtigd* lanêlietiadie
e geborm, sette è
WW I
mUbmM qner Tooionden voort en wwd tb
Bootd der finiM ilbrdkom é Simom Hatirix <oam
I neef) de TooFBaMnrte faaakin: ma itet to«n
JUonrade Hiddribiug. Toen ia den b*tBt«n
dei Prairaehe ofwheerKbing in Walcheren
de ki^gmt wu itfgekondkd; werd Sendrix den
19d«9i Deoember 1S18 ori Mnige andere aan-
nenlpe iageaetciMa, looab iDr. 3. B. Sekorer
(later gonTerneur van Zeeland), D. J. Sekorer,
mr. N. O. Latubreehtien wm RüÜum, J. O. de
Bnnin en M. C. E. Vertluyi gevwROn genomen
en on <h Testing VUKingen gegÜMÏd. Ve Fnuv
•ehe {npeibeviencUwr, g«n«iMl QiUtf, eaf «erst
toor, ebt die inbedtt^iancDnog geadued wae
tot handbATiiig der met Tan bet tÜÊoi, dodi
beweerde bter, dat bij daaidoor de «pbreoffst
der paqiii«lti8D bai wilkn TerMbeieo. .Aan be-
: brt fricrt 'JfiauuMl waa
tor bemi met bet oog ap den wMifaiaL ._
toeetaod van het kernen^, de geüadite geldm
mor te idiietien, duir nonoedelglc bet gneemde
Bimmer hm t«nigg«ge«en votóea. Bet lug dat
•1* eea dud van vaderlaadBlidde nut Rauirig
worden Termdd^ dat h^ er in toestemde 50 000
fiam aaa tieaoAiljetton <t« eaeompteeroD. Hjj
Mioodde daardoor i^ laadMnooten toot ge-
wvldige reqniaitiEn, waanao de gevolgen by deo
Ofig«wond<BD slaat der gnuoedweo niet te vooi-
>WD waren, fiendrix trvexktA den 24Bt«n Angu-
tw 1825.
ZjJB oadste toon, Joeobiu fftymm HmdTix,
n>l^ bem als bankier <m. Ook deie ww ia ver-
•duUeBd« ofienbaM betreoingen wakmam, bm.
üt lid der RocUbaok van KoMihaadel en der
Kmter tco Koophandel en Fabri^en eni. te
Hiddelbaig. Den 1«den U«j 1361 nadat door
onToorseiM lödMmBlaiKfa'gfaedaL, eren na de om-
wentelnw Tan 18S0, het aigemeen gmdite bn
to growie wm gegaat^ orerlMd /. B. Hêndrix.
, een itad in het Bogefaeliegraal-
mtutp Middteaex, ligt 10 km. teo N.N.WT t«ii
Hrde Paik, t«Jt (1910) 24676 inwoners en beeft
«en eotlege der Jnaleten en een gymnasium,
"In Honmmto, i
, i dra oode Ner-
ilits, wu weleM- een graaieebui, dat een gedeel-
te Tan bet tegenwoordige Bebie en Frankryk
omratte. In de Ode eevw Btood bet onder een
gralel^k geakdit, wdka etamrader, Owlberl
Mn Mamüarilf, de at^oonioon Tan k«'ier Ijolha-
Tint wat. Na den dood van dieoe won Reinier
den ImgkaU (t 916) sliste Int geaUeht zléi
in 3 tatkeit, namelp de hertogen van Neder-
Lotharingen, de graTen van Leuven en de graves
TU Benegornmen. Na bet dteterren ran de bode
eerata weid Aeinier ill «on ffmeyomaen (t t>70)
de etamvader eener Leavenadie IjjD. E«q wtdo^
ter van dit gedacM, Richebüt geaaamd (f 1086),
bracbt het graalaehan ten bawd^ aan Boitde-
icifM VI, gniaf Tan VtaaHderen, die lieh ia Hene-
gouwen Boudewin 1 noemde. Z^ won Boude-
«irn II moeit manderen afstaan aan iqn o<»n
Bobert de FH«« ea stierf in 106& in Fateatina.
Op bom volgden Boudewpi lil (t 1120) en Boti-
dêieyn IV (t 1170). Zgn wwn en ofiTolger Boude-
wfn V vereenigde door ijjn hawet^k met Margo-
relha wm dan Sbat <I1B1) de graalaelnppen
Vlaanderen en Henegovwen. Bovdün» VI (van
VkandeMn IX), ttit dit hnweltt gtoono, word
ia ia04 de eento lAtqawJbe kcuer te EooataoU-
oopel en adionk 19a «ilgoedeien aan ign oadatc
doébtec Jokmmi, w«er beUlmftige gemaal, priai
Ferdtnand ean Portug^, ia dan slag Iq BoaTt-
nee (37 Juli 1214) aaa do igde wi keiser OlUi
mter Margaretha, «ent gebvwd n
«OM Avne», ^ama met Oev^d* som Damfierre.
In 1246 weid fieoegonweo aan de Uoderen wt
bet eerato en Vlaaoderca aan die vit het
tweede hnwdjtt toegeweien, en ïa 1272 aao^
Taaidde Jam 11 van Aveane», «en kMooom Tas
MarmriÜa, ds vd^ei «neaugjbmd taeadiea dese
en haar 10000, de regosnog tm Hetiegoaw«nt
hoewel de manwing tauaefaen de faüde IqMé ook
toe» oog luet vMM. Aoa Jan II «n ^ 1299
door i|a fanwriijk ook HeMaod ea Zeeland tea
deel gevallea, maar nog laag moest hjj daarover
str^d voeren twen Vteaaderea. Boswel ^ b<md-
gBiootMi, de ^aosdMo, io 1802 bh Kortrök U
den vetmaaidea Spofenabg een feandrte nAltr
Jaag leden, wist ign loon WiOem I (als giaal
van HoHaod WtOetn lil) het geng m Bewigoar
wen te hamHiftven. Het t|jdpeik .agBOT ngeoing
(1304—1337) is de govdbn eeuw van dat gemst.
Wmem II (m BoUaod WOlem IFJ snenvelde ia
1845 in dm oorlog tegen de Friesen en weed 0^
«volgd doot ^a. onder» meter Jforysrtfa^ dn
HoUaod en Zsekod als fanveljiksgift medefeiadkt
aan haar gemaal keiier Lodswft IV, alm» aaa
het Hnie fineren. Na deie vorstin voerden haar
ionen beeraehappij !r& Henegoaweo^ oamel^
WtOgm m fFOJem V), c«der wiens bsstoar de
Hoeksdte en Kabel^aomdte twisteo een aaiwaï
amang
ï w«d.
iem VI), een loon van itJbreeU en een broeder
aldaar), die na vde wcideiwaardMttdw^ 'tegelök
met baar overige laDdea,'oOk BënagoowoB in
14S3 afatond aan bet Buit van' Beitrgondië. Op
deie w^M verviel dit giaatariiap (het de overige
"«orgDUËsebe beiittügen in 1477 aajl bet H'uis
rob^;, dat bet, TOB 1556 tot 1718 ua de
Spaanache, daarna aan de lOostsnrgksdie Uja be-
hoorend, tot aan de Fiatisebe Onwenleli^ he-
biM. Inmiddels editer wab sedert den vrsde
der PyteneeSn (1669) bet uiidelift gedeelte met
de booldetad Vakneienaes aaa -Fttakrük toege-
voegd, waar het ook Üiana no^ een gedeeUe ait-
maakt van bet NoordeT-depaxtemenL Bet overige
D,o,l,zedb,GoOgle
22S
BEafEOOÜWEN— HeMOGTELD.
Toutuisia (Dooraik^, met h«t NameDscbe dia-
tiiot Otarleioi en eeniee «bri±ea van Bnbant
en Lmk, U voren met Henegtmwen bet Fnöedie
departement Jemappea aitmiiende, een Nedto-
landube en sedert 1830 de bedendaigacbe Bdgi-
Khe provinm Btaegooyna.
Zie: De Raltaibgrg m Vandervin, Eïatoira
dn omdU de HabuMt (Braaad 184^—1861; 3
dfc.).
nmACoamii, een provincie van het Ico-
niiAiijk BalgiS, Mt «f> 3732 v.kn. (1911)
1 232S67 inwonera en beelt Beigen (Maa») tot
fwoI4«tMt. De pKiTiiwie grenat t«i noordea aan
Ooat- en Weat-Vlaa»dei«n en finbant, ten ow-
ten aan Fiankrjjk. Zq k een van de rijkste en
mKhtbaante «e««at«a vao Belgifi. De bodem,
orer hat gAea «Ifan, iMhalre ia bet aniden en
werten, waar aidi niUoapcM van de Antemnen
TertooneiK beetaat nH fcalfc, leem eo nad. Zg
vonit doontioomd door de Sebdde, de SanAre,
d« Dender «n d« Hahte, doi»SBedeii ctooi de ka-
naJen van CImlem (naai Bniaad) en van Ber-
gen (naar Coad^ en beeft dMumnboKn een dicbt
apoormgnat. Het tiJraaat ia ladit «n goond; de
aprong.
rotkatf i
ttng. S»
ia OTCTwepBA van Waalaeb» oor-
_^ „ n rabovwt «r yoonl tarwe «n vUt en
Tindt er piaditage ooftgaaTden «n boaadien. Ook
'e reel<««ij, vooral vao iiMudeA, ei de mi}a-
•*"'—'"" — — v«o Ted Mbng. Van <fe bem-
idenjveibrid endauranbgDa
U$^
v«n Cbarióvi) en in de omatreken na Cbuiaroi.
Alleen in de kolenannoen bedraagt bet aantal ar-
beiden meer (tan 100000. Ook andere delfstof-
fen, mannes en boowateeneo worden er sedolven.
Daanaaat Uaeit de metMvJ- en gbaiwHMtrie.
Bmtolk. Zie Vitekluigeit.
Han^ï, Weattt A&ertuM van, een Noder-
landHb godgeleeHie, den ISdea November 1770
te Leiden gvboren, beioebt de Latijnache ariiool
en da faoogeaebool van qn gebooiteatad en waa
aehteieen volgens ondikvit te KaUagen (1803 —
1905), t« DriehntMn en Zudubermer (1S05—
1810} en te Orootebroe^ (1810—1815). In 1808
en 1900 leverde bg i« de „'BSUaoOwdi tu tbe-
ologioehe IjeUerknnde" een 5^ verhandelingen
over „De eeawigbeM der tocAomendo tütlttnf
beoeveas andere bgdngen. Op gntnd igner ge-
aehririen weid h^' aanbevolen voor bet prolesso-
mat in de theologie te Fmoeker, dut h^ den
SSeten December 161S aanvaardde. In Juni 1318
aanvaardde hg hel booghaHareambt te Amster-
dam, terwijl hij tevena w>erkiaam wae ali predi-
kant. Van 1^1 U« 1827 gaf Üj S bnndeh
„Leerredenen" dn bet lieht, van 1^0 tot 1882
door 2 d«elen „Nieuwe leerredenen" gevolgd. In
1834 MAreef hij lijn „AoDotatio ad loea nonool-
la N. T." en den aSatra September 1827 aan-
vaardde hij bet hoogleemarsanriDt te Leiden. Bq
opende hier tgn letaeo over bermenenlM en eie-
^ae, en deed in 1889 ondar den titel Tan: „IneÜ-
tatio oratoria aaeri" een haadlMeii: over predik-
kondo veradinnen. Verder gaf hji van 1831 tot
1844 eene: „Oesdiiedenii ikr ledrii^e en goda-
dien<lif;« beaehavM^ van het bedendaagac^ Eu-
ropa" m 4 deden m bet licht. Bg aehreef te«-
lifkertijd een „Commentaiioi pei^lvDi in epia-
., verkreeg
den I2den NovenAer f849 eervol eoieritaat ea.
leverde na dien tijd lijni „Laatatc leerredenen"
(1851), „ComntentariuB peipetwii in 1 (3or. XV,
„Epiatola ad Winoram*' (1851), „Inteipretatio
«D)«tMa« Pauli ad Romanos" (1354—1859, 2
dln.), „De betrekking van bet gevoel tot bet niU
ieggoa van den B^bel" (18i58), „De gaven der
tilen" en onderscheiden opatellea in tjjdeeiirif-
ten, terwgl hü deefaiaoi aan de voorberviding en
bewerking der vertating van bet Nieuwe Teata-
ment, in 1868 van wege de Sjnode der Neder-
ki>daebe Hervormde £erk m bet licbt gegeven.
HÜ overleed den Oden Febmui 1871 te Leiden.
BenvelMi. Zie Vuehêfort.
H«iv*loOi_oea gemeente in de provincie Oei-
deilaod, 4756 SA. groot met <I81S) 4026 inwn-
nera; wordt door de eemernton Steenderea.
Wamaveh^ Vorden, Bwidoo en Zelbem iwedo-
ten. Tot de gemeeele btbooren bat dorp Hai^
loo en eeaige buurten. De bodon beetaat bqua
gebed nit dilnviaol lattd^ alteen ia den iiiid-
woelboek vJodt men Uh. De dbevdking boodt
lich besig met landbo«Mr, veete^t en met handel
in vee en kadbouw^oduetea
fiet fraai gdcsen dorp Hengdoo beiit een Her-
vormde en een K-KaduA^ kerk.
Bracvloo. «on gemeenbe in de pittvioö»
Ov^aeC 4296 EX grwt cnet (1915) 28273 in-
wonera, ligt ttuadMft 6tad-Delden, AmbtJMdn,
Boroa, Weeradoo, Lonneker en HiMkabeigen. De
Ceente bevat bti vlek of doin Hengekm en de
rten Rij«, WooMe, Oeie of Ëule es Btkkwn.
De Oelerbeek «o de BargioMche beek dooratroo-
men baar van bet Z.O. naar het N/>. Het nit-
londering van de beekbeunkioKi die men langs
de oevera van d«e beekjes viodt, beetaat <le bo-
dem uit diluviaal land. Nïjverbdd eo baodel tgn
de hoofdmiddeten van beetaan. Hen vindt er be-
laogr^ke weverjjan, apiimeTÜen, ververüeD, qaer-
netenjen, maehindabrieken eni. Ook wordt «r
UndlKWW nitgeoefend.
Het vtek Hengeloo, een druk kruiapnet nu
^Nwrwegen, dat aU het midddpant van het nn-
vere Twento beacfaouwd wordt, heeft lich in oe
laatote jaren «nel ontwikkeld tot een aeer be-
lan«til<« fabriekapIaatB. Men viiKb er o. a. gni>-
te utoentabrkken, de Miende madiinefabriek
van gebr. Storfc <t Co. en andere üaerfabrieke^
vele ipinnergen en wever^en, tabakskcrvergea,
Bteeofabrieken, bieibroDwerjjen ein. Er worden
drok beioehte markten g«iioa«ha. Elen nieuw
groot epoorwegatation ie voor eeaige jaren in
gebmik genomen. De plaats bent een gynraa-
aium en ui een hoc^we bnigersdiool ferkrngen.
HeacsTeld, Oerardut Johmnwt, den 25aten
Febnmm 1814 te Wilnie gtbwen, etodaerdeaan
'sRgkfl veeartsenqadiool en werd in 1886 bevor-
derd tot veearte Itte ktease. Hq werd in 18S3
bcDoeoKt tot teeraar aan '* Rgka veeartaengadwol
en kreev in 1881 «te soodOang eervol oolMtg. E^
overleed te Haarfem den Sden November 1894.
Zyn voornaamste geaduiftut a^n; ,^t weaen,
de ooriaken en de behandeling dtr looniekte
van bet mndvee" (Loden 1847] en voonl „Het
nmdvee, irjn veraohilende eoorten, raasen «t
veredelii»" (2 dhL, BMrhm 1864—1870; 2de
drnk 1875). Verder vendtmen ibgdragen vut htm
DigilizedbyGoOglC
r_ctiiift«D <rf TCMHiKh«iteii. H«t Ne-
rmi^cetUinbo^ «mttu lig hoofd-
kiqnetear wu, wesd door lün tNmociiiigeD in
1875 oraeridU en bet weik, ud ia* betrekking
TertMMtdeo, TCnidttte faq lot knit voor lipi otci-
BendBt «n Bons «vb TolgcM de o*erle-
TCring «wee broeder*, ^ Inendiiwq tMAbm
T«rkH«eii in Bngelaitd. Ontrent Een bettun
twee TcndiilJeitde Mgen. Tolgow de onde Fite-
fldie krwHckea wann ijj xmn -raa den Fiieeeiien
faertog U<loU Hartm, en toen ir^ne wefbmol-
k^ een suUal jongelingen door bel lot werd
«MgeweMQ «Men TOÜEaibuttiogen te etiefaleB,
moesten ook BengM «o Èona bet iMd TcriMten.
lf«t «es iloot aUveodn ij mu Engebodt waar
■^ dooT den koning gMi*rg wenden ontYuigen,
jiL, tdJe bet aitii<fat «fi Mooniiig tefkregeo, in-
4tien lö bnn knditea iwiMen leenen tot v«nledi-
ging dei bnds tegen de Sdiotteo. Deze werden
nn nit Fjylwyt Terneren, en Bengiil, dk in-
mtddeli metf hndgcaooton ontboden had, «et-
kreeg >ooT«d hai ata h^ met een oawntMod be-
laggni kon, loodait dete^ in analle nfta 0MW-
den, iKoide om baa «ui aanijenlgk giondbeiit
te 'TCTMdislIen, wnM hj} de «tad Luteuter dewl
iwrÖaen. TerrolgeiM deed lij) x^n bekoralnke
dochter «««itomen^ die uomn aan den konu^
benei, dat Iq haar ten lniw<lj)k Terkn^de, waar-
in Hengiit toestemde, oader vowwaarde, dat Imd
bet g«ir«et K«nt ion worden idgeataan. DeRQkt-
gtootoi, liieroi«r TerijaMerd, berooJden den ko-
■ing van i^o waandigbeid. De bMde broedtra
grepen naar de wifraoen, dodi Horta HMnreUe
«n Bengiit wwd genoodaaekt Engebod te T«r-
laten. D» koiung bedn«eg snn tnwn, en na ook
kwrde Hengiêt temg, «m iMt over de gde<hn
«ederlaag te wrdwik. iHy huMe den koning
4]f)aieaw een iieTbaad mét bem te ahaten ei
«p «en Trenfaame T«ig»deriBg met ijjn «dekn
te beiegeleB. Op Se tergadedög ao kwim Hen-
gitt met ign ¥iiaai, <be ongewapend eoheoen,
maar ieder «en mee in imn achoenen ««rborgen
baddeo, en bg ign nitraep „Ninmet nre aazaat"
{Orgpt mr meaam) Tieten ig «n de nieta kwaads
Tennoedende Engdaehen aan. Van deae kwamen
450 Mn het leven. BenaUt hieef ook rerdei
wradi nemm, loodat de KMiing de «Ineht nam
Tot beit^ing Tan den ganooen genomen kroon.
priM OMrtlugin werd den Baksen Soaaex, Es-
sei en MidtUeéei afgeetaanL
Volgens de Angidaidtdaehe aage i>erlanffde Vor-
Hgem, koning dar Britten, in 446 of 447 bolp
nn dé oppeiboofden der Angctai en Sakaen te-
gen de Pilttan en Skot«n. Toen stevenden Hen-
ffUt «■ Rorso, alatammrii^en Tan Wodati, daai
spraken die beide mannen Tan de
Britten en Tan de Tnuthtiiaarbeid tsb bet door
bei bowoonde gewest, wiuna sij met «en vloot
Tan 16 schepen en een menigte Tolks wederoni
daaibeen trokken. De Jutten TeeUgiden lidi in
Kent, de Sakaen in Easei en Wesaex <n de An-
gsten meer noordwaarts. Ze* of zeren Jaren later
nkten Vorlimir en CnHgern, iMten Tan Vortt-
gem, met Anbrowu AureUaKiu tegm de iukin-
gert t« Telde. In den elag ig Aegele&ibotv (45S)
werd Catigtrn gedood door Borta, dodi deM
■neordde door de baad Tan Vortimir, ter>w^
Nen^t de Thiebt moeet nemen. In bet Tolgen<u
jaar «ebter verjoegen Btngüt en ijja loon AeA
de Britten an ig noemden lieb na dien tgd ko-
niiicen Tan Kent. Ook in twee andere TeUslagen
bejnelden «i de OTerhand. iTsH^t OT«rleed m
'"" en na bem beenebte sgn won gedurende
«r. Volgens «fe Britadn ssge kreeg Btngiit,
... «on Tan Wuatgiil, bet eibM Knitsina, door
de Angdeakien Thanet genoenMi l«i geaebenke,
MMlat bg het, naar de wgie T»n Dido, met en
itHking njt xgo Tadeiiud. Ook Tovde hg i^
«Aoone mater Rovena met ach, waarna het ret-
haal OTcreenetemt met bet Frieaehe. Beoelenaan
der gesehiedeiüa trekken bet echter seer ia twg-
1^ of Bengitt en floraa ooit bebben bestaan.
Hmuv*1 m de waiwnfcude wimH Toórge-
Btetd door een gewoon boagTomig keteUtengsel,
dat in. het midden bet dikst Ja en naar de nit-
unden dnaaet wordt. De i^teindtm «indien i«
een b^ geslotai dckehemig oogje Vf ign ge-
pmt^ OMi weerhaken.
~wint«nb*w, Snut ViUsIst, de boold-
r der wtliodai-ketkdgke putQ in Pnüsen,
den ÜOsten Oetdber 1802 te PifiB^baig in bet
giaafaehap Haik génatn, stadeerde te Bonn,
waar bn lidi toelegde op de wgslMgewie «i
Ooaterselie talen, sooals bMjkt oit ign Tertalii^
Tan de „UetaphjaJea" tm ArUMekt (ISiH) en
D»t de beweikisg der „Moallskab" tsb Amroel-
kai» (1%8). ïömS henf bg kA naar Baaet,
waar hg rieh aavraakelgk awuloot aan de ra-
ttooalisten, doeb later, tUb meer en meer al-
londerend^ een twenOTergestelde riebtiag Tolgde,
wnder evenwel & tfae<Mgie wetensdupprigk te
iMoelenen. Beecb in bet Tolgende jaar werd )q
prrvMtdoeent in de godgeteerdbeid te Par^ ia
1S26 bniteng«woon en in 1828 (naast Seftlsier^
MBcAer, JVeonder en J/orkeituka) gewoon boog-
leeraar. Als aebrgT«r bad bg grooten inTloM
. bet
Toornaaanate orgvan der orthodoxie i
Van den beeinne steeed dit btad tegen het ra-
tioDaliame of liever tegen de kriüeebe TerkbwiMt
der gewqde geaehriften, en bandhaaMe de b«i>
tengewone )nq>iratie hierraB. AMenga berft dese
„Kir«henMitanff" lieh tot Terd«diger apgewo^
pen Tan de ortnodos-LatfaH'Bche leer. Sedert 1806
richtte HettgMtttiberg liJn aaorallen hoofdiake^k
tegen de DnitadM Proteetaolenvereeniging. Hg
overleed den 28oUn Hei 1869. Van inn geeehrif-
ten noemen wq; „CbriEtologie dee Alten Teata-
meota" (2de drok 1854—1857, 8 dia.), „Beitrl-
ge mr EinJeitang ioe Ahe Tostamenf (1881—
1889, 3 dhi), „KoameDtar Ober die Psabnen"
(2de drak 1849—1852, 4 Ha.), .J)i« UffenbamnK
d«e beiUgeo Johanoee erihrtert" (Sde dnu
1861-16^ 2 4Hs.), ,JDas DneB vmi die diriri-
licbe Kirche" (1856), Mt J«d«i nnd die dirist-
ijche Kirche" (2de 4rak 1859), ^r Prediger
Salomo" (1859), ,J>aa Evawdkim dea beHi^n
JobanoM eTlAotert" (2de divk 1867-1871. 8
dln.). , J)is Hobelied Salomoni* aoq^elegt" (1853).
„Die Weieeagnngen des Pioobeten Eieehicl"
(1867-1868, 2 &l\ „G«sdUehte des Reiebs
DigilizedbyGoOglC
230
HEKasrBNSBnG— HBKKB3.
Oottes iuU«t éem Alten fimide*' (1899—1871,
2 dlfi.), ,4)M Bueh Hiflb erUutert" (1870—1875,
2 ikt.) en „VorlMoiigeQ Uber die I«i<len^«-
•diiehte" (1875).
Benlcnnu ■■ de maia van een geslaeht vui
Togek, <Ue kk vorm en Ueni overeetdcDmen met
de iT«tt« kwikstaarten, dotii een <K«p üigieuKtdei
jgevorkUa) staart beiitten. Zü bewonen roonl
laaDllnde en kven by rooiteur «an de lotwch-
tigt wnti» d«r bergstrocrmeD, nuu tg jacht ma-
ken oo insecten. Cto Jara iéeift de gioote vori-
(tert^wUwtaart i[nmucunu eoronalui), vftn <k
grootte TML een Igslei, meHttnaKUg wegene het
■eer gioote, olt mo* Terraamdiede neat.
Hénin-Uitard, een stMiiii bet Fmncbe
<fe$ftttMaent Pae-cte-CalaÜ, ligt a&n <te Bpoorljj'
Mn Leni — Cutib en Héniit — 'Don SatogW en
tdt (1911) aU ffomeente 17827 inwonera. Hen
viiuU er een oude k«[k met konstweiken, «teen-
kolenoi^giBiiing, p^tenbl)rieage, Tliwpiniierjj
en boidiwriiitkUiiimn.
Henk*, Heinriat PkiUfv Komrad, «en DuitaA
hrnrtrnaar der ktjkgetcltiéaewa, den Sden Joli
1753 te HeUea » Bnnm^ geboien, itadeeTde
te Belmatedt, waai bq in 1777 tot burlangewooo
en in 1780 tot gewoon hoosleeiaai in de theolo-
gie beDoemd wvrd. In 1788 aebook de bertog
TU BntMwök bun de botwtküig van iriit vm
UiduBlBteia bg Nai^enbaig. In 1801 word bj)
gvoeiaal-Mpeiintendent dei dioeeao ScbSndngen,
m 1803 abt te Eflugriuttei en k<»t daarna lice-
pnBkknt «aa bet Contistorie on «orator tu bet
CaioliiMiin t« Bninswök. Hjj oreilecd l« Biuh-
wak den 2dai Uü 1800. OmMu roem behaaUe
bq <h>oi de wtgaw na ijja „AUgemeine (^•-
•cKiebte du chnUiohen Eircfae" <dl. 1—6, V.
— 18U; 2de dn^ (voorteeaet nut dL 1—0
1804—1628 doet Vattr). Verder Teimelden wg
Taa ben: .JJoeamenta nwtitntioomn fidei ehiia-
tiaaa« hiatoifco^itJaainDi" (2de druk 1795) en
„Opuaoila •eadeanea" (180:2).
Htnke, Smst LitdwigThtodor, een zoon van
den TDOigsaJwle, dea 328ten Febntaii 1804 te
Heimfttedt geboren, werd in 1823 buitengewoOD
fcoogleeraai in de wgobegeerte en godgdeeidlieid
aan bet OaMb'num te Bnuwwifk en daains te Je-
na, ia 1636 Eoui*toió«bat en diKCteur vaa het
Aedogiecii ttmiaarhim te WoUenbUttel en
D 1849 ala ejAoniB van het aeniinatiani weid
•angestdd. Hg «verteed aldaai den laten Deeem-
bei 1372. Van ign geachiaften veiDKUen wg:
„GoDig CaHil und ««ii» Zeit" (1653—1800, 2
dln.), „Fafwt Pw* Vil" (1860). „Koond Ton
Martmrg" (1861), „Die Eiöttaaag der UniTersi-
tftt Marburg" (1862), „Kaspar Peneei nod Ni-
kolaa KielT' (1865), „Zor neuera Kirchenge-
acbichle" (1967) en „Juwb Fiiederitsh Friw"
(1867). Uit ign nalatenschap veiachenen nog:
„Neuere KJrebciueMfaicfate" (1874—1880. 3 dln.).
..EigebttÏMe and QleiehmMe" (1874) en „Voi-
leanngen Ober Litoigik und Homiletik" (18T6).
Htmke, WiUietwt, een anatoom en toon Tan
den voorgaande, dm Oden Jnni 18S4 te Jeoa ge-
boren, atudeerde Ie Harbnie, OOttingen en &t-
lijn, wu aaaiatent bg DonitTi te Utreeht, Tca-
tigde üA in 13E8 ala praTaat^dooent te Harborg,
w«id m 1864 buitengewoon <(e Marburg), in 1865
gewoon hoogleeraar te Kootoek, in IS72 tePtw
en in 1875 te TiAInfen, waar m de» 7d«n Mei
1896 overleed. Sn achr«ef : ,J>i« Gruppe des Lao-
koon" (1362), Jiaodtmcb dei AJMLtainie und He-
cbanik d«r Oelenk«" (1863), „Due Aug« und dei
Bliok" (1871) Zeiohnen und Seben" (2de druk,
1SS6), ,J)ie MBDScfaen dee Miebekotfelo im Ver-
gleidi 'mit der Antike" (1871), „BeitaSge xni
Aoaitomie diea Menecben roit Beiiciiung au[ B«-
w^ung" (1872), „TopogiafthUcbe Anatomie det
Menienen in AbbildUng and Beschreibang" (2
dhk, 1879— 166S), „B^datlae nut Anïuta»
zum Studtura der Analomie im rriaariersaal
(1B8&~-I86e) en „Vortrlge flbcz PUatik. Mima
uod Drama" (169^).
Banks, Adolt Ohristiim Hnnriek, een
Dnitoeh geneeriwei, den 'IQden April 1775 te
Bnuww^ geboren, beoocbt ddaar bet gjimna-
tinxn en atndeerde te Hdmstedt en te Qftttingen
in de gerteeeknnde. Nadat hg udi na ^jn promo-
tie kosten tgd te Bmniwj^ opgelModen md, vet-
geidde hg ata Igfaita een HoJateinoeh'edobna»
naar Sobwaneee, vestigde meb in 1802 in wja g»-
booptMtad; in 1605 te WoVenbDtlel en utrd ia
laatstgenoemd jaar bnitengewoon boogleeiaaf te
ËrbuigeD, Oedurende de oodogen te^n Frtok-
riik eëbreef hij het „Bandbueh dei aüganeineB
and «pedellen Pathologie" (1806—1608, 8 dhi.)
en het „HandbnCh aar Eikeutniaa vnd H«lnng
der Kindeikiankbütear (4de dmk 1837. 2 «UnJ.
In 1609 maakte hg «en aanvang met ivs toeaes
OTH gar«dtteU)ke geneeshinde en aelxeet Tervot
;aM lön „Lewbneh det gembtM^n Mediiia"
,13de dnik 1859), waanhwi 1^ groeten roem ver-
iriert. In 1816 werd hg gewoon hoogleeimM in
,. _._....__■ _..■..! _■ ^ «recMelgke ge-
) betlwstnni over de
pliyaiokgi», paUtolegie en mecMelgice ge-
idmnde, ontring in 1618 bet Iwstnni over de
uekenhviien, «era in 1821 tot Hofiaad benoemd
ovetleed den 6aten Augiutua 1843. Ook beeft
hg ttog Bitgegeven „AUtudlnngen ane dem Oe-
biete der geriebtlicbeQ Medirin'^ (2de divk 1832
—1634, 5 db.), „Zeitsebiift fbi StaaiaaiiDdkiuk-
de" (later dooi Behrendi voortgea^) en „Dantel-
luDg der FeldiDge dei Veitüodeten gegeo Napo-
leon in den Jahien 1813—1815" 0814—1816,
4 dbi.).
Hmke, BenHom Wilhelm Eduard, den 28ftM
September 1783 te BmnswDk geboren, werd, na-
dat hg eenJge te«jiterl|ihe DeCrekkiagen bekleed
had eo van 1814 tot 18^ ide ho^leeiaar te
Bern wetfaaam me geweeat, ak wodMiig be-
' te HaUe. Hg sdueel o. a.: „QnindiMi
Qeachiehto dea deatBcfaen pdidieheB
Itecbta", „Lehrfmeh der StmlrechtwiasentchaH"
(1815), .J)antellni« dei gerichtlicben Verfahrent
in &r«/(acben" (1817) en .^andbuch det Eiima-
nalroehto nnd der Krimruapt^itik" (1823— 183S,
4 dln.). Hij oveiked te BiuMwgk den 14dra
Maart 186B.
Benkas, Otrke, een Nedeilandach «ebUdl»,
1844 te DeUshaveD geb<H«a, kwam ia de lew
bg Spoel te Rotterdam, btsodit vem^gena de
Antwerpecbe Acadenue vaa Beeldende Knnaten,
daarna Dniteehland en Paigt. Hg wettigde lich
ten slotte in Den Haag en maakte naam dooi ign
inteiienra met tigvien uit den bnrgtntaad. Ter-
«oheiden van ign atnkken viawk men in bot Mo-
D,o,l,zedb,GoOgle
wuD-lfcMbg te '•OisTenha^ terwgl ook bet
OemeentemDMiuii fttdtu «on sdkildcig vu ^
hmad beiU.
Bsnle. /afcob, «en DnitMh genew- en ont-
leeAondigs, öea Men Juh 180» te POrth bq
N«arenberg nbono, Btwteeide t« Baan en Hei-
ddbeig, w«Fd diarna ueietent — '--' — '~
mtKh nniaeiiin te Berlqn ca in l
de ostkedliaiKlwe kuen, Teaticde tieh
tt Beilqn a1* pmMtdocent ia 4e mieroBeapiaehe
uatomie en In de algoneene pttbolof^, behatU
lich in 1840 t« Zniiieh met bet oimImw^* in da
MHtcHBie, Tenolcena wk a de jAjakdogie, wwd
in 1844 benoemd tot hoogleetui Ui H«tde)be^
a 1&4B tot diieeteiiT nn bet Miatonüedi kabi-
net «a wae «edert* 1852 ToknAm aIs 2«mk»d
faooglenuF ia de uiatomie en dii«cl«ur *u bet
anitomiedi kcbinet te Qilttiiuen, wmi hij den
ISden Mei 1SB5 oT«r)eed. Hg wbreef: ,3«ad-
bwh dar mtiaaeOen FKttwlctfie" {ii. 1, 3de drnk
18&6i <U. 2, 2de <»rak IffiS), ^uMftoeb dei m
tematisehen Aoatooüe de* Heneciwil" (ISSfr—
1673, S iUb.), „Uefaer StUeka- nnd £it«ii>ÜiW'
(1888), „Vewkiehende Aoxtoaaie 4e« Eeblkopfi"
(1889). ^J^kOMiogtebe ÜntoiMcbmMren" (1^40),
.^HtMbadi dci aUgcmvnen Anatomie" (1841),
„ZoOlocMdie fiee(èi«ibvng der Huliwiie and
KodKn'' (iDet J. MUI», 1841), „Anthiepcdttfi-
•ebe Vortrige" (1878—1880, 2 dte.), „Oranthus
der Aaeto^ dei MeMehni" (4de druk 1901).
,J)m WMtutom dei menschlidwD Nagel* nnd de«
Pfeidehnfe" (1884) en >nM<miecber BmiuUmn
ma Gebmieti im SenetMal" (ade 4rA 1896).
Wiüiam Snut, een E* ' '
) te Gloooeiter gabwen,
okgnw van iqn „In HoapUal" (4de druk 1888)
Tan 1877 tot 1695 sedaotMiT Tan TeiaehiUende
tadadtiJHeB:. Van li^ mfken noemen wgi
iiVtoM and Revkm" (Sde dnk 1892; Kenolg,
1902), ,j:'TTa bwoka" (1894), „BngWi Ma,
Cbnieer te Poe" (1897), „The poatry of Wilfr.
Bhint" (1898), „Ufe, genioa and achiereaettt"
(1898), een deel biieren van flyroa, „A book <ii
■naeê" (4de dnk 1809), „LondcHi- vohmtariei"
(2de dnè 1898) en „Poone" (1898). fiq orer-
teed te Heatfaetbne den Uden Jnü 1908.
Hanley on TluunMl, een etad in Oiford-
ibiK, ligt aan de Tbew», it«lt (1911) 0456 in-
wonen en ie berocntd door de iaartqnebe leei-
wedatrijden. In de nabgheid finot men prachtige
battenfeAtiJTCn. ali Park Plaee met een int Je^
aej omgebraditen DmldentempeL
BMllopnii een ka^ ttn Z.W. ran des in-
gang der Dekwanbaü, Kgt aan de koet vaa
den etaat Ddawara der Vereenigde Staten lan
Nooid-Amerika en drugt een licbttorea. Sedert
1901 ia aditer kaao Hantopen een goHbreker vaa
2.4 km. aauebiaort, die twee kanatbarene las
221 en 9S H.A. anilnU. De ÏKTeiHtedeD Phita-
delphift en Wïlmiwton hebben op deie w^ een
goede ToorbaTen gecrtgtn.
itiiM ia «(■ roode Ueantof, aldai genoemd
naar ftemur (mtix alkemat wnie), de wortel Tai
Lamtowa oZbo. Zie AlkamtaiBortü.
HnmaaMtondMl, een goneenta in de
piOTinde Friedand, 8886 H.A. groot met (1915)
S02G inwooen, Het toeaeben de gemeenten Fra-
neker, FianakeAAd, Jtenaldamadeel, Baaidera>
ineNrte bevat de dorpea Wommela (de I
plaata van de eemeente), Ooalerend, WelarQp,
Latkewienun, Koraard, SpaiHtum, Ytena, Baaium,
flydaard, Hennaatd, Waaima en Edeut. De klei-
bödem, dw in bet Z. en O. m^ land Termeoad
ia, wordt bootdnkeljfk voor de veeteelt gebru^t.
l^ndboow wordt vooral in bet N. oHgeoefend.
Bmuw, AUtmder, «en Belgiceb geachie(fr
kundige, den 8*len Janoari 1812 te Kttitel gebo>
ren, kwam rveda ala kind naai BelgiB, waar hQ
ondei-diraetenr in bet miaiaterie van Ooriof^ 1^
tel aeeMtaria der Aeadenwe voor Seboone Kan-
aten «n fweaident det SoeiM de 1'hiatoiie de Bel-
giqoe. in 1884 Ud der Belgiadw Aeadeini« weid.
Hg aebMeT: „fiTwIoire dela nlie de Bnudiea"
(met A. Wauten, 8 ibu, 1843—1845, bekroond),
iJfotieè biatoriqne, atatiattove et deieriptive de
la viUe de BnueUei" (1846), .,Hiatoii« da rtgne
de Cbu4ea T en Belgjqne" (4 dln., 2de dnik
1865), „Uteomi aaonjiMa mr ke tionUea de*
Psja-ftw 1566—1580" tfott 3. BUm, 6 dfai., 1860
—1866) en „Htooira* de PwUaa Paven" (2 dlo,
1868). ff«NM overleed den lOden ^noMri 1896
te SL Serraia {bg Namen).
Kmna km BhTn, (Hto, een Zwitaencè
aeltfiJTer an een lOon van den geeebiedaebqpei
en oehtei Joae^A Ankm Benm <t 1870), dm
i Aonetna
we«d, nadu bQ al
1828 te St Oall»
t7(^Jw»
. aldasi «enigen t^d de betreUiag
van •aeretaija der regearing bad waargeMmait
ia 1857 profeaaor aaa da kMittniMlf adüol en ia
1869 ataataanUvaria belaaUe aieh in 1872 mat
de redactie van de .j'reiaMNiicr Zeitong" t« Lrip-
lig, woonde vaa 1877 — 1879 al» redaetanr van
den „Boten ma dam lUeawebiige" te Hiraeb-
besg ia SileMB en ie tedert 1886 weder mttmt-
na te 9t OaUen. Hij aebreaf o.a.: „Geaehiebl*
dea Eantoot St Galkn" (1863), „Oeaehiebte de«
Sebweiaerrelki" (3 dln„ Ne diak 1878), .Jkt
Bneh der H^iien" (8de drak 1890), ,J>m Sol-
tmgeaebiebte im Lichte dea Fortaehrttta" (1869),
..Die deatacbe Vrikaaage" (2de dtuk 1879), „All-
gemeiaa Knltvgeadiiffite" (7 Sxt,, Ode dnk 1877
—1 897), „EidtaiBeaehiahta dea JadaBhxna''(1880),
.J>M JenaeiU" (1881). „Dia Krennflge and dia
Kultar ihrer Zeit" (Sde dnk 1906), „Knltoiga-
acbieUe det dentaehen VoUu" (2 dfo., Sde druk
1908], „Oottfried Kinkel, ein LebenabiU" (1863),
.JKe Knltnr der VemnMnbeit, Qegenwart nnd
ZakMtt ia veigWehender DantaUnng" (2 dln^
2de 4knk 1890), ,J)er Tenlda- tnd Heienriarte'*
(1802), ,J>ie Fna in der Knltnigeaebiditfl" (ISfti),
„Oeeehidite dea Ritlartnaa" (1893), ,J)ie Frei-
maorei" (4de dnik 1894), ,J>ie Jeanitw" (Sde
(fmk 1894), „Oeaefaicbte det Kaotoni St. OaUea
■eit Anaahme der Verfaaaoi^ von 1861" (1896),
„Anti-Zarathnelra. Genaken Ober F. Nietaaehei
Haaptwerke" (1899). „Uebennenaehen nnd Bdd-
menachen" (2de drnk 1900), ,Andbiieh det Rol.
ttugeaduehte" (1900—1901) en ,J>rotlitatiQB nnd
Hidc^handel" (1908). Hg overleed in 1914.
HeniwlMrri <eQ voonnalig graahehap is
Fruiken, ia ign oorapnug aan oe PopiMnen ver-
aeboMigd eo ontleent ign naam aan oen bnfcht
Henoebeig bg Heiningen, die tödeoa den Boe-
renoorlog verwoest ia. Henneben; waa de woo&-
plaata der gouwgravea in OnfaMd. Dit graven-
DigilizedbyGoOglC
232
msbdit «Uert in Ï5S& <mX w«arna baa lud.
1180 TJD. sitMt, Mik S«iii-SakBeQ en 4t 8dM-
Mbe bertogaonrawn vervivl. Latw werd bet door
erfUtiogen do^ m«er nrdneM. Het deel,
ScUenuDgen eo Sohl in liggen, kirMn in I3I&
Ma PnÜMn.
SeniwlMrCi ^oAsmt Wilhelm JiUiut, md
I>DJl«cli kndböoiredtf^aadiM, den tOden Sep-
tember 1825 te WMaerlefaen (gnalach^ Stottwig.
W«niigerod«) g«i>0Tea, stodeeide Mn bei Cac«-
tioiim te BninBwgk, verd«r te Jen» en t« Giewen,
IH'otDOTeerde in \8S9, op een dUsertstie ov«r de
ontbindiog^iodtioteD v&n het metlonkahom, gai
«nderwns uut d« iMidbouwsdiool t« SttderRteben
en deed ierfo]geu een reie Twar Easekod. In
1dS2 iraid hü BMFetaria lUk bet Eoniolilqk H«nD.
o*«raehe LaMbouwgeaootaehap te Celle^ waar hg
bet „JonnMl ffli-lióilwirtadiMt*' «tkbtte en een
hboiatoriam opeada. Ia ilS57 irerd b^ dineeteui
Tan èet niemre procfatation te Weende-QCttin-
sen, en m 1865 hoogleeiur in de kndboawluu'
de aan de tusiTeniteit te OCttiiigea, muubeen
in 1874 bet proebtotion mphatet werd. Hy
omrfeed den 24ateB November 1690 te Qreene.
Bij waa een der grondreatera van de leet der
veevoeding en beeft een dei KTOodriagen dauran
met etoote aebeipiinDigtieid ^preciieerd. Hy
•efareeï o.a.; ,3eHilce war Begründnng eiit« ra-
tiomellen Fflttnraw der WiederkSoer" (owtSfoA-
wumn, Bmiwwïik 1860—1664, 2 dln.) en „iN«im
Beitrie«" (OWIüigeii 1870).
Buinebtrr, BtidoU «m Dutteeb scbiktei,
den ISden Septuaber 18S5 te Bninswgk gebo-
— "-n meeat bcbndB weii ie: ,Jte jacht noac
1 te Serlnn. Hij over-
, trt, «en Netffirkadaeh dichter,
in Frieakand griwcMi, taad reeda vroeg in den
brggadienat, veatïgde tidi Keivolgena te Ameter-
^m als Inbeigier, waar lün ioaa(i>ee(, talingen
en ecrteletten een groote vermaaidbeid veikrcgen
en ireid daarna tooneelapeler. Da wiadtundet van
1720 biaebt bem aanzienlgke scè&tlea, zoodat hQ
een bnitenveiblQt bg Ooqi^ kocht en dit met den
naam van AetKboiTen beatetn^wMe. Weldra ver-
dneen liia rjjkdom, «mdat hg makelaar in effec-
ten werd en Engdicbe en Dnitsehe werken ver-
taalde. Hi) overleed in 1737. Wg vermelden van
hem: ,4>e njlvaerd van iMeeeter Andriea, blg-
apej, nit het PrMi«eh o*>eigeaet" (1720), .Jjoven
en memorien van SaUj SaUabai;" (1723), „Ronw-
lilacbten van den Heere Jac. Veenbuiien ovei het
afsterven van liin goadvinlc, kanarie, hond en
paard, benevens net late en 2de deel van de Lof
der Jenever" (1736), .ASbim en portret" (1737)
en „Venaroelde ge*cbte»*".
Hennep, Gannabiê tativa L,, tieboorende (ot
de familie d«r Urtkaeeeen, ia een éénjarig, 2'hiii-
lig oultanrgcwas met 1—6 m. boogen, vertak-
ten «tengel; de bladHea ijjn langsesteeld en S—
7-talKg, bandvoimig fameogeel^ de bovenste
8~taHig ot «igedeeld. De mannelgke planteii zijn
kkinei dan dé vroowelgke. iDe numnelgke bloe-
men zitten in korte phiimpjea en beataan uit een
5-deeIi^ bloenidek, waarbinnen 5 meeldraden; de
vTouwdujke tdoemen znn t«>t kDit«, klirweovormi-
ge aren vereenóffd en bestaan urt een Mnbladig
sloeatd^, dat net vmditbegiiwel oaelnM. De
tgehïk"
mannelöke plaaten beginnen na bet bloeteo geel
te wonlsn en at te atnven «a «orden in dezen
teestand getrokken. De vrovweigke jilanten ater-
>*a eent 8—6 «eken kter af, aa de rgping van
di vmeht.
It, de atb. stelt a een gedeelte van een tak net
OHUinel^e, b met vrouwi^ke bloemen, e een
mannelgke en d «en vnrawdgke bloem, boide
vergTOoi voor.
Het vaderkad van den hennep moet w
sd]jjnlgk in CentraiJTAne worden geiocbt,
adat wordt hg aedert de oudste tgden
bo^wd. Van AiiB nit beeCt d« cultuur sieh over
Eorooa, Nootd-Afrjka «a Noord- en Zaid-Ameii<
ka nitgebreid. Tbane wordt hg «igemeen in dt
genmtiode lone, maar ook iA de tf open geenlti-
werd. Van de in Ekiropa algemeen verboowde OD-
de Indiache of iC%ii>eeaefae tea-
aenbennep door sgn kraebUgere ontwikkeling;
grorae veoel en booger gehalte aan nar-
eotiadie etof; deie wotdt bg ona deefate ata ""
eebe of Bologner, 'Baaaiecbe en Hongaandu
nep. De heuMp wordt in de eerste {riaaU om de
vezel en •■ de tweede om het zaad verbouwd. De
bennepveiei wwdt gelmükt voor vervaat^iflg
van toowwieri[ bind^ren en ook van gTo*« weeT
sela, waarbg M op ateviglMd aankomt, lonla
gordds, biudlpaiMaiigea, leiMoek, enz. De
vraobtieB worden tie vogéWoeder gelHuikt en
leraicD bg artperting l-S — 18 % vette, gioenaeh-
tige olie, waaruit oonpronkelgk de groene zeqp
' bereid. Vooral de in bet ooaten verbouwde
ep bevat in de bladeren, maar nog meer in
— -edroogde bloemtwggjeB een narwtiteh wer-
kende hare. Deie ddenen dan ook voor berading
van de H^hisdi, die door de Ar^ieren, Turken.
Penen en IndiSri, ilvnede door veie Afrikaan-
DigilizedbyGoOglC
dieiut doet In IiMÜft wofden de grootef«, 0»-
droogdc bUdemi Bugi geaosmd en toot het
Tooken gcbiiikt. Over de NbeifcuuUge mdmo-
rteUine lie LandboiMgrodueiem.
'De neiUMip gcorit b^ina omni, mur bg toot-
keni in «en todittg, «ann iliouaf. Bmt b^
dedit* ceo groeiperiode ma flO— 105 digen heelt,
t hg li^ in de fcwellwiden lan^ de OoetMe
BOg tot 60* N3r. TerbMnren. HetW ged^ )i$
op iteadntte, xnuijge ^MtMS, e*enüe de wqn-
etok. Op drége, Motige growleit «n op imre
Ideignmdeir groeit hq meöder goed; Toor >gn
aoitöw ijin bet loeeet geaeiiiht bamowjike^ tot
«p groote diepte iMwenie gronden «u miAMma-
t^e geboDdeobeML De hoiMp, gedvt u tUerl^
geitMaen aIb de bodem aleebte rrariilbeM ii;
bg Toorfceor n» bemeete hekvrn^ten. Hq
vracht voor lUerM gemwen, leUi Toor.kodaud.
Bet Und voor beniMp moet kte«btig ^jei&eet wm-
den. BQ t« stRke bemetng «diter wordt de ve-
sel müder aterig. Stikatof-, phostfnnnr-, kali-
en lutHuneeletoffeD kanoen naar behoeTot wor-
den gebnukt. De grMtd wordt bewerkt ali toot
hakTnidileB. Vödr dm winter wordt b^ diep ge-
ploegd en >» bet voorjaar met enltivator, egee
en Tol T«vder toebereid. Het saftien geiebêedt in
Mei, gewoonügk taaKben 10 en 30 Hei, en wel
op tmaJiB bedden io het ■wM üt beter maehi-
nwd op rQen, ^aerhg moet worden geiorgd, dat
r tmatte atrotAen: «pen Ugven, '
in rgen op 10—16 em. Getand 12S — 175 kg. per
H.A. gebnubt; voor gnnere !n töai «p w— SO
on. &.5— 100 kg.; ie M«lwinniiw hoofddoel,
drtD lijn ia rqen 1^ 1 m. ttetaade 2S — S7.5 kg.
v(4doeiid^ 1^ het laaien in bet wild wordt 125—
900 kg, gtbmikL Bennep ooderdnAt de «nknrï-
.* S: - ix.ta. ■: « ■ '■ « * i
lende dea groei veieiadit Daaoielteinii ia het
voont i^ joBge bennq» vm belaag den grond
te hakken. JUa de maanelöke fiaat aa bet bfoeien
geel begint te worden en begint al te at«rven,w«rdt
■e geteMkenengeoogatSoötawofdtaMteendeoD-
tlfpt VRMiweiyke plaat geoogst. In den legel UqK
deieedtter tot de rqpMid via bet laadetaaaen
wordt n 8 — 6 w<ekea na de nuuitelöke getrakkca
. Bji bet oogeten worden de atengele
nndda gebond^ en in iollea op nat
veU gcMt
beedrat.
De veiebrinnmg geechiedt ale bg bet viaa. De
hennep woidt vUr de verwerUM; «ent geeo^
teerd «n daaraa ia water geroot, fiet loten doort
2 — i iNktia; t^de grovere atengeh langer dan
1^ d« ^jnere. De graote faaniMp wordt op bet
vdd i<n de ion of w«I door dttnen gedroogd, waai^
hg de tenperaUmr niet boven SV C. nug sta-
gen. Na bet dragen w«rdl de henoep gebroken
en geiwingeld. De gwbroken hennep w<M<dt vdör
het iwingelen dikwgl» gewi-eivn n een soort
koUergang en na bet iwingden gdiekeld. Van
nne bnndda gebondi
t om te drogen. IWen voeht en vogel-
aehadé worden de touen wel door een atrocddc
gennageM
of beede 1
233
den groenen hennep wordt ± S% gebekeUe
gewonnen.
Some wordt de faenTiep na bet roten en drogen
door Btroopen van de butveMls ootdaan en wor-
den deae geklopt en gebekeld, om ie van elkan-
der te «cbeiden.
De opbtengirteD lantaren hwd SOO— 1000 kg.
' "hennep en van 150—250 kg. w^
per H.A. De laadopbreugat bedraagt
«an «0-760— 1100 ^. perUATmi houtige
afval kont riedita als biandmatwiaal in aanmer-
ZiHtlen m beMdtadigingtn. De benDep kan wor-
den •angetaat door de iwam SelerolMta Liber-
Üone Fekl. Teider ondervindt hg aehade van
vogels, engerliagen, rapeen vaa de Gaauna-^,
van Ifoaieetni Pereworioe L., vaa de doodahootd-
vUnder en t«i Bolfg iwMtelM Hb., van bkMllni-
UD en mvten en 'ma de pkntaardige paianeteo:
Orobanekt ramota L. en Ouioita eurofoea L.
Haniwpiwtol fOo/eopnfJ ie een plantenge-
■laebt nit de fiaiilie der UpMoemen (Lf^ialtn).
De ptaoten lijn bebsHd, bnittea geeteelde, on-
gedeelde bladeren, lerwql de Uoemen in aehgn-
kraiweo lijn gepUatst. Onder de aanbeehMagt-
plaatsen «r bladeren ün de itengeli meer of
minder sterk venKki Bg G. Lodamim (Bami U
doM verdikkiag niet atetk, eveaala I^j O. oekro-
latea [BlikgtU feeimqMeMJ. De bloemen mn
iga lidit^rper, snns ook wit, bg
• —>"»'•— wit, 6g de algemeen
en ook bg de VT^ al^
meeae O. lyedoMi (Daiiwiut^) ia de veiMkiog
leet «terk in faet oog loopend. Van de eerste soort
iQn de bloemen heat pinpet en van de laatst*
Uêhlgeel. Ia ooe laad vindt men de oeBoemde
saoi4eD voonl onder bakbont en op Muwland.
H«iliM«iilnr, Jerdtne, «ea Pruaeh go^Be-
lesrd^ In 1988 ts St Omcr geboren, lotafit neb
ia; ImO b4 de otde dn Poninfcanen. Zan «eer-
eten Bonden bem nsnr bet «oüege van St. Tho-
BMi vnn Aqniaas ta Doua;, om udaar in de tiie-
«dogie te «todeeren. Daana gaf bg mH onder-
wgs aan die iariditing en waa er tuiseben 1669
en J673 eente regent. Zqn tfver fa bet verde-
digen van de sleUingeD dü Tbenkisten berokkea-
de bem veie nnaancnnaarnhndra. ^ men loehl
te vemehten door lm aaniieidjj|ke waaidigbe-
dm op be dngen. In 167S was bn prior van het
klooster t« Doornik en twee jaar Mer sond m»
Kamernk, cm er «ndeiniia te goraa
kgie. Ook weid bg » l<7S tot doe-
'Odgefeeidbeid btnoraid, verder tot de-
tor ia de sMf ineie vaa 8t Boea te Luik, 100-
hO Bèta n '1606 nsnr Rouw begaf, om «ea
jwen genemd Ie kieien. Daarna wnc hg prior
te St. Omer en wgdde ^n laatate levensjsren
atn de etodi«.Hij «verleed den ISden Usart I7I2,
nadat hq «en reeks van godgeleerde werten in
bet lidit bnd gegeven over de absolutie eu.
BmmaqBlii, Philipfe AugutU, een Fmaaeb
schilder, in 17S3 te hyoa geborea en den 12den
Mei 1883 te Doornik orerledea, waa een keiUng
van Louit Dmid U Ponje. Zjfn voonNuuDste-
weik, „Oreetee", beiit faet Lonvre te Pai^s. Ko-
ning LodetBÖk NofoUOH van Holland droeg aan
Bemuqtnn net maken van deeoratieve atAken
vooi hét Pavi^oen te Hanrkin op, die ecbtec niet
in de tbeokgie __
tor in de godgefeeidbeid bi
fiaitoriade
DigilizedbyGoOglC
234
wetdm «it^TWpd. In bot luM fan ijpi 1«t«ii
woonde Hettnequin in BelgiB, wur bjj de ker-
ffenne^tn, AÜrtd, «en Fnnadi tooneeUiehter,
een kleinioon thi den Tooiganntie, den ISikn
J)UM»Ei 1^i2 te Ltrik eeboren, b«Mciit de mjjn-
Mlioal aUaar, bdkedoe Terrolgen* de betiek-
kioff TMi ipeenieQr bjj de Belguebe apoonMgen
en bcgttt lièn TerT<rig«u our Puga, cm et bö
dtn unleg vut trams weifciMm te ijn. Bg bM
in 1869 ondn den Mhaijnum nn ^j/red Le-
briM in M Théitre des QilerieB St. Hnbert te
BroBsel ijjn eente blgqwl „J'tttendi tuon on
de" en in ISTO ran twMde „Troii dupeanx'
doen «pfoeru; dit kaMe wenl ook ia het Tfaél-
^NNËQUIN— OENOCB.
tn dM TMi<fenIlM te BuH« MOpeeM: Hier oogM-
I I^JTsl in 1S75 met bet „Proeèe
n in 1876 met ,^/Ba dominoi ro-
aeo", twee UjfapdeB, die tich door geeet «n ha-
Bor ondencbeiaeD. Dit kut «Teneenc geMsd wor-
den Tsn lÖB «tokken: „Bébé" (1876); .^omwa"
(1679, beide mui J. tU Najae} en ,M temtna i
wa" 1885, met Albert MiUmid). H^ onrleod
den 7<]en At^oattu 1887 in een 1
gMUcbt te 8t (Mnnde;
Bnilier, Jta» Jae^tut, een FranMb idrikler,
den 5den Mnwt 1829 ta BennriMer in dttn EhM
Mbnren, en den 2Sa(«n JnU 1905 U Puüi orer-
iedett. Éi wu een leerliiig rat {'M)! ea DroUing
en faeBtoMerde tn Itelii TtitnoM en Oorrtggio.
S beeft meeit naofete «roinren «n por^etten g»-
itderd dodi ock na at ihn gcmijde «nderwv-
, JoAoH Frtderik, een DutHb wi»
knndige en wqegeer, den <lMen Oetober 1733 te
Berlgn geboren, cotTing wiekoiklig onderwije T»a
StUter «n Kuier en faegnt lieh in 1756 nur Pn-
rgi, wanr hg twee jnu i^loefde bg Nieobu Jo-
êifk Delitte, boogleenof in de MUonomie au
bet CoUtge de Fnnee, wiens Ineen kS t^jwoo»-
I Lemofmier, boogleetw ia
Ji er «en wwkoodige aehool te
ooenen, wasr ook Van Swmdfli ign opleklJDg oot-
Tvif. In I7U echter werd Hennert, in pkale nut
De CaiUUoH tot buitengewoon, een j<wr kter tot
gcrwoon boogleersai in de wytbeReerte, wie- «i
•terrenknwle te Uti<eeht benoemii Daar scliTeel
hij een attgebpeVd wiskundig tenbo^. wuuasn
bq 10 war ubeUde. Het beatMt uit 9 deeleiK
fsn w«k« de eeivte 3 de .^iementa matbeaeoa
pnrae" en de oTCrig« 6 de „Ehmeitbi nwitfaeeM*
dupJÏMtM" bentten. Voor meer gevorderden
werden «r de „Inatitvtionet MttOMmkne etc."
bügewegd. H^ oitderweea bcwena de wMiegeerte
v^gens ign „^ibenami idtUooiwhiae (17S1).
Ook bemwk hg «en N«dsrUiideche Tettaling
Tsn „DitgeleHn Terbaadelingen ovn de wgibe-
Mepte en fraaie letteren", getrokken nit de wer-
ken ma de Koninkinke Maat«cbappi| nn Welen-
sdntppen te Berlgn. In 1802 kreeg hg eerrol ont-
slag en hg oTerleed den SOeten Hei 1818. Van
ion geediritten Tennelden wij: ..Genaue Hartno-
me dei Sinnlieben mit dcm Teradnltigen in der
Natnr des MenMben" (1758). „Gedanken Über
den Wert mi NOtien der Lnstapiele'', „Tnité
dn tbermomètre. oA il eet parlé d'une oonrelle
lu de la cfaaienr" (1T&9), „Onmdb^nBeU der
wi^onde" (1769), .J^esertationB ^jttffaeê et
mAtbématioDeB" (1771), „Commentatio de baio-
metria" (1787), ^jeeaen orer de eerste begisse-
ten der wgsbegeerte" (1883, vertaliw van Spaan)
en „Bearttie, grondbeginselen der ledelqke weten-
schoppen" (S (Hu,, 1795). Dok heeft men Tan hem
mrhaikleliiigen in de werken der Koninklijke Aea.
denMe te Berlvn „Sw U vie d'Archimede'^ (1766)
en „Sur les mojens de donner la plns graodt
perfeelion ani Innetles, dont les objsctih eoni
ooc^wsés de deoi kttb»", in de weiken nn bot
Bataafseh OenootBriu,p „Orer achronatiBche of
DolkRtdsabe verrakj^era eni." (1772), in die van
bet Stolpiaaosd) legaat ,J> sensu morati"
(1774), in die TAS het Kooinklj^ N«derUDdKh
lostitnQt „VeihsntUiog onr de opbsslMtiggen"
(1812) en in die rat bet ZMWWfich GeiMwtMb^ii
„Ondenoek of«T de waie gedaante der Aaide"
(1772) en „Ondenoek ti de «uekcrbeid omtrent
de wsce gedMato der Aaide «en Mametkelj^en
«trloed bebbc op stetrenkoBde «o iMTigatie".
Ëind^k vindt men ofiateUen na Iwni in de
,pA0ta eroditoTUOi Liniensia", tn de „BibUotb^
qne deo scieneee «t des bsMix arts", em.
Hennln is een booge ^titoe nivta met een at-
viUenda of ook
Hennlaon, Uon, een Franseh roman- «t
oDededunm, in 18^ te lA Baase Tene (Gna-
d^onpe) geWen, ie een leMÜn^ der aataraliati-
idbe aenciDl. Hg adueaf «oder invloed nn Zofa
de romans „1m dévouée" (1876) en „EÏMbetb
ConKnmeau" (1879). benerrena de toeneciapekB
„JaecpHS Dsmoor" (naar «en nowlle nn 2oi^,
,^'mtt» «eeptiaa»*' ■(pantwnimn, net J. t,
HuytmaoM, 1882), ,.La menteoae" ^t A. Dolt-
dtli, ..Eetbar Bnodèe" (1887), ..U mort du doe
d'Engfaien" (1886), „Amwr" (1690) en ^''^Egeat
'■ ntrni" (1894).
iMtoeh (Snoek; Hebreeuwaefa = Okaitoek
iDg»wö<le), ia in bet Oude Testament loowd
de naam nn een gedadit nit den Stam Kaben,
en uit bet volk Uidian, als de naam nn een li^
beUehtige door Kam geaüebte atad en na een
der TcorwdeMn Tsn het geslscbt des menseben.
Vanwaar dew oTereenkomat in naam is niet te
nn. Van dnt onAndn Henoek wordt m-
I, dat hg in lertrouwd veikeer met Ood stond
... dat bg niet meer iwss, dootdst Ood bem tot
licb had genomen, toen hg 865 jaas was. De me-
dedeeiingen betreffende Henoek herinneren aan
een BabrkmiaGh vertual bebeffende Snaudaram-
fci, die de tednnen der goden kon nrklaren.
De figniK Tan HtnotA ia in bet latere Joden-
DigilizedbyGoOglC
HENOCH— SESfAimTK.
235
dom iKderom opgeleefd en met TeletM verhtden
(MDffeTen voor een deel «ui Bftbrloiufl onUeend.
Beiend ie Toontl de Openbunw T«n Bauxh, een
«eric der Joodeehe ^McaljptioÉ, (omtreeke 160
'. Chr.}, terwql de jooeeve deelen au het \xgii
I. Het boek, itX mieschien
leede a bet Nieim TeaUneDt at <feor de Krak-
Tftdeie gebniikt is, beelt gtoote beteekenia TOor
de itiidEe de; Joodéebe tbeölogje ten ^ide ven het
cmtitMO TM) M Cbiieteftdom. IDe ooufiionkelj-
ke Hebieenweehe «I Anmeeedke tekst ia verlö-
n, doch in 1773 bc«cbt de reiaigei BrU'
iaropfe, dl
. , _ . alwg ni
, (tie ^ 1861 door DiUi
L in OpfiOT-^knvtt
etokken vui eea OridiBciie
es OridiBciie Tertaline ijin in 1892
en Lodê tutmg«v«n. Het door Mor-
■ (1860) en dMir Bmttehek (1896)
m en ChrU» (1869)
dM &et Skvjadi «wtuUe „Boek-der
nn Bemodt" «tut m'vertMnd met de»
(dien Btnoeh en ie muuadigi^k in de late
eeaw t. Chr. ootatnn.
Zie; S. H. OWJm, Tbe ethiotiie tviaioa U the
book of BMch (IWMQ.
HMlOOll, Sibiard Beituiek, «en Dnilach ge-
tMeekandige, den leden JoM 1820 te Berljjo ge-
boren, atüdewde Mêk in de meditnnen, begaf
lidi TerwWene cp «ia^ ««id iai 19H aaeietent
bf de polüitinNk na ma oom Somberg, TCati^
de tidi io 1860 te Berlga eb ^«netdoeenl en
werd «r id IS58 tot taütengowooo èoo^eetaAr
benoemd. In 1672 auiTaMdde hg de hetakktvg
na dineteBT der kliakk «i pt^jkliniek tooi kin-
denHktm sm de Koninktijbe <3urit4 en nuMÜite
et ddi Mer ven^aMtal^k. Bdnlva MrQke w-
bandriineeB in tfidettorflea •Areef hij: ,3ont-
bena ULtiadie EÏÖebnine" (1846), ,lDinik dei
UnferlcahduMAheiten" (8 dhi., 8de dtok 1808),
„Beitrlee Mtr KindcrbcAkrmde'' (1961, 1888) en
„ToakniM» flbet EÜKbifaaoUteiten" (llde
dtok 1906). In 189S »m hg lOn ontabg e»
leefde «adert te Meren, daen» te Draoden.
Mmo,tMuSMm» (OnekaGh = lefeerine tu
«fioBdffSike goden) en totkenotkettme (veree-
ring na deai eenen god n» dan aitderen) noemt
Jfo* XUIer den <KKvpronke]d;^en Tonn nu den
oodMen Indiaeboi godbdienat; Tolgene welken de
MkeH MUigeroepen en Terende gmBiaid ^ de
faoegite wotdt beedioowd.
■•iiotloon (Griekeeh „ „
lier) noemt man bet reaenpt do<» keiier Zmo,
ia bet jau 482 vitgerasnogd mta aaffiteidit«
der mraofihjKtiadie twietea in de Chrtstelgfce
BBuriol, OlmiHait Friedriek, ai» ï>iAtkb
diebter oDder den DMun Piautdtr bekend, den
14den Jenneii 1700 te Stolpen in Sakeen gebo-
ren. 8tade«de te WUtenbew en te Leipiig n> da
techtea en twde oeh Tenwtfene toe op de dieht-
konat BS bdcteedde venehiUeiide botrekUi^n
by de poeternen en bij de bdaeth^en en overleed
dan lOden Mei 1764. Zttir gedichten ooderacbei-
den neb door geestif^MM en een frifolen toon.
Zg i«nehenen onder den titel: „Ernateebenbafte
e Oedidtte" {4 <&>., 4de dnA 1748
— 1751) en „Samonhine Termischter Oedkhte"
(17d8). Ook beeJt hy „TeutM&e S<diauapiele" (3
(Uil, 1726) d.L J>ei MiMiemiGche ScbieiMiiian'',
,4)er ESruSiifei" en „Die Weibeiiirobe" iiitgïgfr
ren. Van aün geeBteliike liederen worden ,Xieb-
ater Jeau, wiHet du edwiden" en „Wer w«ea, wie
nahe mir mein Ende" iMig geiongen. Ook echreed
hg vele teketen fo<» eompo^tties tao J. S. Baeh,
met oame voor diena „Paaaiena" -muziek.
■•nrUtts Uaria van Prmkrik, koningia
na ËiHdkni^ derde dochter nm uendrik IV en
Maria dtf Medici, den 2>5«ea November 1600 t«
Facga ffeboten, trtd den laten Mei 1625 is bet
bnwet^^ met koning Kard l van fhweUnd. In
dea begiime geforide ig lich leer geluïkig, dMh
Iftter n de <nti>indiiK nei het Parlement t«B
G|eïMge der oneeniKbeden m^rt Spajije en Fnnk*
rgk, noemde sg xicn „de oogetolunge koroio^iiii'',
0^ grond Tttn een Tennoaden, dbt ig baar g»'
lüel tot de R.-XaUiotteke Eeik «ikie brengen,
beaebonwde het volk baar als de oonaak Tan
aUe rampepoedeir. Toen de kouiiik^jke tamélie in
1642 Londen verliet, nun ig dK w^ naar de 'Ne-
derlaaden, wnar sjj haai koetbauheden vmÉoebt,
om troepen aan to leerren, met wdke zg naar
Engdand oveistak. De haat der inwonen vmn
Eietv, waai ig bet leien schonk aan een dodt-
ter, en de oaaering Tan een vganddgk legw
baacio 1644 oeM- I^wtkri^ tefloeb-
un, waarna ig ii«h michtelaoa 'tot Ooatanrgk as
de orenge mDgendbeden wendde^ «m haai ge-
maal .te nelpen. rKa diena tencbt«telling be^
ig sioh in een Uooeter te ChidUot, maar moeat
het wegens de onluaten der Froiide Tcilaten,
waarna zij lieh Ie Par^ Teatigdai Toen haai ood-
ate zooD als Kartl II den En^elacben tioon be-
klom, keetde zg eoor korten tgd naar Engeland
terug, maar oi«rleed te CoMnibea dan lOden
SeptembM 1666.
Zie: De BailUm, Beniiette ita/m de Franea
(Parga 1877).
HtHTÜtU AntuL bertogn va» Orleoiu, doditec
fan de V4Wrg«aDde «n van Kartl l, dan 16den
Jmi 1644 ta Ezetei geboren, hawde in 1661 net
Pküipê van Ortetuu, tweeden zoon van Anna va»
OotienTik. Lodmeïk XIV gebmikte baai tia werk-
tuig iot beTordering ijner ataatkvoimee planaoL
Id 1670 wist ig te bewerken, dat haar broedei,
Kard II van Engeland, lidi fan de Triple Al-
liantie loa maakte en een bwdraoolaehap sloot
mat Lodevyk XIV tegen de Nederlaaden. On
haai hjerbg ter qjde te ataan, had ig jonkTtonw
Lotiüe de QuJro«ailIa, bekend wegena haar
echoonbeid, tot bdpster gekoxen. Deze wM bet
hui van Karel II te trenen en weid' TÜn mat-
treaae. Acht dagen na haar terngkeer uii Eng»-
land, 29 Jnoi 1670, ««rd de prinaes te St Clond
plotaeling liek en OKileed reede deo volgenden
dag. Iilen bteM bet er voor, <bt zü dooi Teigif
wae omgekomen, en beaehonwde baar gvcrmehti-
gen geiraal of dien ridder de Lorraine, dien ig in
balbngsdiaf) bad doen lenden, ala den achakÜge.
Dit ia editèr volgens veler gevoelen een dwaling.
Lodevyk XIV betreorde jaren lai^ baar overig-
den. Haar dochter Maria Louüe, 'm 1679 eebnint
met Karel II, koning vAn ^wDJe. overieed in
1689, een andere, Anna Maria, werd de gemalin
van den ttertog ra» Savoife, Vietor Amedeu» II.
D,o,l,zedb,GoOgle
236
Zie: De Baiiion, Hanriette Anne d'Angleterra,
dDchesee d'OrléaaB (Panjs 1885).
Kenrlon, Paul, een FfMwoh componiet, den
2O0ten JuU 1619 te Pftrvs geboren, »aj eerst
tooDodspeler, (toch wjj^de lieh tater aan <te om-
net. Hi) wia de «tiditer Toa de Vereeiufiing vui
Fmtsobe «omfKHMten en overieed den 2wten Oc-
itober 1901 te Pti^. B^ beeft uraer dan 1200 Ue-
dBnn geeonpaneand, waarna enkele zeei pofw-
Dnpont, Lovit Pierre,
.... nödet, den fSden Jvni 1797 te
i^ geboren en aldaar den 20Et«D J&miui 1882
overMdco. Wf nuAbte prenten naar Van Dyek,
Corrtgffio, Vertmeëe en Ralael. Een iQ^ner meefit
bdiende prenten U die naai het ..Hemicyek" in
de Ee<^ des Beanz-Arte ite Paiijc vao Pouf De-
IdrMhe.
Henrlqnes, Bemieo, een Portogveaeh miva-
list irit de orde der JeaaletMt trard ia 1536 be
Oporio in Fortn^ geèoneik. trad hl 1552 in de
oide der Janlelen, ging hientit in 1594 «vei
aaar cle Dominicuten, maai keerde na eemgen
tijd weer in nijn onle tnog. H^ i« ia 1608 te
TlT<^ in Itatii «TCTledra. Zqn meeat Mende
weik: „Somma titeologiae iDMatia" (Sde dnl
1613) werd in IMS «o d«Q Iad«z mi ««iboden
boeken gmtutat. Hg leerde de DOmmrwaaidelq-
fce goddelqke voorbeeebftking, w«art>ij nwgelqke
Teiwnsteu Tan de aiticTkoFeDen tsd geen in-
*loed t^.
Hanrlatwz, lm Ckrytoitomiu, in 1S95 lüt
een unii^qk geekeht te Uadrid geborei^ werd
niOTMtik na «b orde der CistemSnms. Zgn
naaste Uoedvw wanten \eikeerden aan bet berto-
gelöfc Bof t« Braseel en op bon wnoA w«id bö
naar de Nederiandea gewoden en in 1622 tot
gesefciqdsduJTCT ^nei Orde benorand. Ook yer-
Ereeg lig den titel raa ,/o»An", dien meoi vm^
eer alleen aan abt», déiiiutoTen en Tïat&toren
bad to^eetaan. Eiadelj^ werd hq uiig««teld tot
grootpnor der Orde no CaUtiava. B^ beoefende
met grooten ijver de mdiiedenia, vooral die ^-
aer Orde, en ovedeed te Lenven den 23ateB De-
eember 1682. Tan ign talrijke g««diiitïen noe-
men w^: „Ittesannis «Tansïtieas, etc" (1619),
,^ Oisteidencis in Betrk»" (1622), „Tita Joan-
ms Bdbrocpü «te." <1^), ^uaiealKt aando-
mm or&Ks (^atereienm ele." ^2 dn., 1623),
„Conefantia catix^ca, een de peraeeabDnim* EI-
bemontm 13)rï II" (1623) «o ,3<gnla, CMwtitn-
tiones «t prifikgia oidhris (SatweJenaiB etc"
(I6S0). Verder üet bq ondemcbeiden faandsdiril-
ten aafal«r.
Henry, Uatthete, een Sh^elseh geestelgke,
werd dn 1062 uit NoDe(»formiBtisdie ouders ge-
boren. Hu was tbh 1687 tot 1718 predikant wc
Pre)ri)3^nBanKbe genMcnte te Cbester, Terrol-
Bens te Londen, waar hjj ia 1714 is overleden.
Ëü ia Tooml bekend door xiJD predieatiftn. die een
doorloofMade vitleeginf Tan den Bj^l be-
vatten en na z^n dood ta Iran e«beel lijn nit^-
gev«n aio ,,Eiposi<tion of tibe Oid and New Tes-
tament" en Dog heiitaatd^öfc njn herdmkt Ver-
der schreef bq: „A Seri'ptiire Caitet^sm" (1702),
„A roethod lor praver" (1710) en gaf nit ,JIe-
moira <A tbe life of FUUf^ Heni; [^n vader]
HenrTi Joiepk, een JNbord-AaMrikaaosA n«-
tonffkvndige, den 17den Deeember 1797 of 179»
te Albon; (New- York) geixtren, ontving ^n op-
bot volgenfc jmr nuudct» bq «en aanvang met
ója eiectitMnagnetiacbe ooduwiekiiigeD m deal-
de k 1881 mede in bet AuteiikMa«eii .Jonmal
of Soienee", dat die deetrisdK tekgnfie tot de
mogelfjtiMdien beHnorde, mii^te toveiM mdSag
vsa eleetnxnagnetiaebe knehtmaduBea en w«^
in 18SZ beooond tot boogkenwr aan faet ooUege
te Pnooetoa in N«w-YMaer. In 1837 'deed bg
een -wetenaehaniriïjke reis naai Barofw^ la 1S46.
bq de roorgtuiiMUe dbi SmithaooiMi Instütttion.
w«Td bg aecretaria vaa deK mrichting, ala boe-
"' óe nHgave van baar jaarvwriagM bt-
1849 werd bg vnornUnr van bet Ame-
ani^ In (k
. orgöe. Lo H - , -
rikoanseh GenooteebM van WetemdiapMn en ia
ld({9 {RwMent nn de AmerikaaiMdie Aeademie.
Ook was bq sedert 1871 ««ikiaam alt voonitter
v«o de direetie 4er vnitrtoieiis. B^ ov«deed den
ISden ']£ei 1S7& Zgn vcritaskdeUngeii, wurras
„CoDtnbntioDS 4o eteetrid^ and awgsetim"
(1839) de Toomaamgtc is, iqit opgenomen in ver-
eehillEDde tfidaduiftea. Een Uo^dering dMrwt
gftf de SmiliwaMJi l4wtitiiti«a mt (IÖ9S, 3 dln.).
Henry, Paul (den ISden An^ai^lm 1848 te
Nanej gehoren) en Protper (den Khfenl) ' —
1849 geèoren), twee Franaciw etene^iindigeB.
werden na dót ilood -nai Ckaeomae <ue amar)
belut met d^ voltooiing van ^ns stenenkaar-
ten. Tot veriiebtMg van hnn «ibeM maaktra wj
ffebmik van de photografie. De biertoe noodige
uwtmmenben constroeeiden «i kX. Aan büt
gvei en voUni'^ng beeft men des gtwAea voor-
nitgang te danken, welken de bemdj^totognfie
daarna gemankt bmti Bij[ de vervaaivSgiiig «m
faun kaüten ontdAten zg tafegke kleine fdaiie-
ten «n cometen, Han w«ncen ign m de „
„Compiea
m. ha
rqe), Protper kt 1908 te Valoviae iifyn).
HenBOhel, Oeor;, een Doüadi eoneerta
(bariton), d6n ISden Febniari 1860 te Bn>
geboren, waa een leeiiing van Osfae «n KUUer
daanu noe bg Ad. Scknhe t ^
Veemdig iKgaafd als bg waa, maakte lig met
alleen naam alt ooneertmoeer, <iodi ook aia diri-
Rent «1 oompouet Van 1861 tot 1864 waa i^
dirigent der mapbia»toaeaiiea te Botton van
1888 <tot 1888 M^ . . , ™ ,
Conoerts",
i^der van ée „Londan Sjnpbony
R(^ College of Mneie te Londen, ^n Üeder-
voordraebten oefenden een leer bgiondere beko-
ring wtdoordath^danksHtfjnnMtiftalekitaltie
en zgn haogeóitdligentie dan geeat van A bed
n«T«T wiet tmu t« geven en daaibg steeda
zicfaidf op de jriano begeleidda, hetgeen aMi ign
vertoUtJngen een byna vtJmaakte eeidiflid *ao
spel en zan^ gal. Ook t^ voordncbten vas dDet-
ten met zyn vnniw LiUem Hettêehtl-BaBejf (den
17den Jamtui 1800 in Ohio geboren, overieden
den 5denNoveiiA>er 1901 teLaD<)en,leerlhige van
Ctiarlet Rayden, Pauline Viardol en vnn baaï
eflbte«gwot) badden kAe leer aantrekke^a. In
19U beett ffen«eAeI den Uedenang vaaiwel ge-
DigilizedbyGoOglC
HENSCHEL-HBNZEM.
23T
Mgd, bjj traedt on nog abea op •!• medagoog
sn £ngeirt. Ah «mpamat n fai) Wand dooi een
auiW kwen. liedweo, «pen i; lön BcquMm
(■af. 59) Mbnrf hg ter tmgtiiittbeBM via iqii
TDWw IMüm, 0Mw&eI wm ook wer betriend
met JoJkoMiM AtiAai*; ij)n berinnftriiigen aan
dteo eoa^ooiBt herft l^j te boA geeteld ia eea
weiiie: ,J'ertoiiB) MeoUeetiooB ot Biahms"
{190^.
H«il*ob«lillU, OodeMdiu, den 21«ten Ja-
muui 1600 te Veniay in I.imtitiy geboieii, ceBoait
te VHertoeenbosch bet Mtderwgc tmi Johatmtt
Bottowbt, Mioeht de (mtuuHia te Eottrjjk en
dden en Teneenigde zïdi in 1635 met ign bo-
tenTemeMen leenneeatei tot het bewerk» dar
''.In 1U3 gaMa in de „AbIb
eb» «n «n 1658 de ,^eta Fe-
> bet hebt. Op oitiKMMfi.
ging ran mat Alexamier VU «n Ooewy* NtekO,
geoeiMi dei Jeinleten, tot wier oide H«ueia-
MHU briiootde^ begirf deie vA saar Rome, om
bonwatoffen tooi ign «eik te moMadKi. Bjf
Ueef ei 2*/* j*" ta Jkande id 1861 naar Ast-
tdnutf" te 8 deefcn i:
<167S). ZSn tweede medeweAei, DanUl Omlo-
tmu, «TCrleed ia 1878 aan de peat en werd y*t-
Tangen door Oomadia Jmm*guê, waan* te 1480
de eecate 8 deden der „Aeta Ibji" wnden nit-
gegSTen^ 0(4 Fmuiêetu Baertiai weiUe aan de
TotHtaettiig der „Aeta", toen Btmidiêmuê den
]2den Scfilembw 1981 «teileed. Tan i^n OTerige
OaUim noemen wj: „Eiegeaia biatraiea aan
seeriiriltM
dMiibe d
.J)e tiibas DÜobeitae Fiuunrnm leg^MH diatri-
be" (I6SS).
Hwual, PoH^ «en DnitMli wjjseeer, werd in
1960 (e GroM-Barthen ie Ooat-Pmieen gebaren,
waa pritaatdocent en bmtawewmon hoogleenar
te StiaatafaHg, werd Ia 1898 boorieeraH te Bei.
ddberg, ia 1902 te Btlaogen. JA tegenatander
Tin nÜituianw en cTolntitHnne is iiij etuk
Terdei^ei vao Etmfa ngoristieebe ledNeer en
ke waaide toe. Hö (^
ond «tUsidtes HaaiMn^
i^anitpfobkaw i
eeau'^0907).
iririiBTn, AdoU voR, een Dnitadi piuiiet, dut
13den Mei IdU it ediwwbaeli geboren, ontvteg
te Uttneben rïn ofdca&ig m de mnuek ten bni-
M nu dea gutelmnad TUtdt.tn we] Tan dfena
eeht^noot, een heilkge Tao Kojrfer. fijj Ueef «r
tot i4> l'^^fe j>*' M M^ lieh toen, door koning
Lodetofk oBdentemM^ eent naar flwmmcl te
Wejmar en «epn^gena aaar SteUtr te Weenen.
ZQ e«ate eonoertwée ooderaam hg hi 1836 aaar
Bsrl^a, verrdgena gaf h^ eonearlea te Dread»,
Leipng; Bnako en 8t Peteraborg, waar hg licb
TOM goed veatigde «n tot karaarriitBooa dar
ketaedi^ Tvrro^ena lot iaapaetew-geDeraal lan
bet muiekmiderwHB en «mM^ tot ataataiaad
benoemd werd. H^ overteed den lOden Ootober
1889 te Warmbrmm. Van qn eompotitlei igD
oog bAend een pganoeoneeit, eesïge Urineie jiia-
DoatiAlMn «n eoDeerfr4twlee. Oodt redigeerde bg
een nitgaTO Tnji IFe&er'e pianowerken.
HrasMl, Vietor, «en Dnitaeh pbjaioioog, den
lOden F«bniari 1835 te Sleeawük geboren, stn-
deerde te Wflnboig, fieiijin en Kiel ia de medi>
ejjnen en Teetigde %iA ala dooeot te Eiel, waai
hg ook thana nog weikiaam ie ale gewoon boog-
leeraai en dira^eai tu bet pfaysiologiMh in-
etiitnat. ^jn eeieto geednilt; „Ü^r die Zuekw-
bildnng te der Leber", kfeide hg ajg aeei«t«nt
Tan KaUiitr gedurende xgn atnËetQd tf Wfln-
bmg. B3i hoeft Tooial roem merworren door talij)-
ke embrjologiaelM «ndenoekiiigen, almede door
naqMiriBigen op het gebied Tia de anatomie en
phfiHdo^ dn imtugen. Sg tebteet: .J^jeio-
tcm dea OehSra" (in Hemmn'» „HawQneh der
Phf(iol<«ie", 1880), ^andboeh der Phyaiolom
dar Zen^wg" (ervoeena is genoemd „Hawllmdt''
1880) en ,J}ie EnbwickdiHigaanebanik der Ner-
Tenbahnen im Embrjo d«T Stogetieie" (1903).
Ia 1687 waa hg algcTaaidigde naar dea Pvüld-
Mben Landdag, waar bg tot de ,J'oftaduitt{)ai>
tei" briMwnfc, ÜTODde «r tooi de opbenring dec
TJsB^terJi en nam ala Kd Taa de «omoilme lot «m
wetanadtappel^ oaderaoek der Dnttaeba Zea met
«en leeks Tan geaehriften ded aan de nilgiiTe der:
„Ergebniaae der BaobaeMangaetatiooett" en aa*
die au „JabraAenebten" Tm deie eommiaaie. Ia
dea laataten tj^d hieM h|j lieh Toocnamelgk ba-
i^ met de atwli« t»b de kteiae planten- en
diereBOigasiBDen, welke in de lee ^Ten, en leid-
de hg de tot dat doel nit^eaonden pboktooeipa-
ditae der HombaMtatiebtng. BaedctFt aanrid-
»..i«»i»...i.i fimpridk, een Hongaaradb ar-
ebaedoog, dea ISdea Octeber I61S te EaM^iaa
geboMD, atndeeide te Peet en Weenen in de me-
diegneo, wgdde tkb echter weMra aan de ood-
beidhmde endeedgnwte reiaen. In 1840 be Peat
leniggAeen^ aebieel hg „Veq^elgkiog toeaebea
de Iranetbeadraowtegan en opToeding tot de knnat
Tu den ouden en nienen tijd". In 1848—1849
hiaeht hg om p<ditieke redenen 8 maanden in de
geraogenia door. Tan 1852 tot 1860 woonde h^
te Parga en Londen, deed daaiofi een reia naai
KonattótiMpd en Atiwoe, keeide in 1862 naai
ign Tadeibod tmig en werd in 1878 boogieeiaar
m de hiMtgeaehiedenfa te Boedapest waM- 1^
den 6den Deeemher 18B6 oNiieed. Van iga w>er.
ken noemen wn: ,JDt ood-Dnitaehe fceiten te Ka>
aebaa", HTMone dei proportioDe eppUqoées daoa
l'ardBtaetnra k Pana" (1674). ,.De Ootiad»
bowwinnat Tan iBüdde^TriB" (1681). beneTeim
werken oTer ign «ngrarmgen te StoUweieaen-
bug, Ealoem en T^egrad.
Hmu«ii, Johmm Beütrieh Wühelm, een
Dnitaeb oodbeidkmMlige, den 24«ten Januad
1816 te Bramen gebimB, atndeecde te Bonn en
te Berlön, imade in ItatiB en iGriekenlaml en *«a-
tkde wè rerrolgena te Bone. Hö w«rd «t te
1842 tweede en te 1866 eente aeeretaria Tan het
AidiaeoiDgiadi Inatitaat a trad op di «en j^
lig medewerfcer aan bet .AiUetteo" en de ,.An-
nu", door dat Hrhaim nitgegeTen. Toen de ko-
ni^gk^ Aeadamie Tan Wetenaeban>en te Ber-
Iqn het plan opTatte tot het Worgen eeoor ait-
gaTe tan I«itj)Qa(l>e opaehiittem onder don titel
DigilizedbyGoOglC
„Corpu hHCTiptioftaDi ktüumni", werd Benten
nwt Theodor Mommsen en ^raaf Rtmti tot lid d«r
durtoe iog«ste)de eomnusm en tereoB tot
hoofdiedBctear benoemd. Ook leyeide hJi «eo Ter.
betetde en vermeerdeide uilfave van de „Inacrip-
tknium ktinaraai ooUeiAio (3 dhi.. 1856) T&n
Orelli, van de .,Actft fratram arv&Iium" (1874) en
,£ciri Del boeoo «wro dei trateUi Arvnki" (1S68).
Hg ov«iJ«ed d«n 27aten Jannaii 1887.
Henzl, Samuël, een ZwÜMivch {Mtriot en
dioUer, in 1701 te BOmplu bg Bent griwreo,
«a« eerst klerk bij de zoatbelasCtng, daarna k«-
piteia in bet )eg«r van d«o beo-tog wm Modetia
«n iTM ijn 1743 de opvoeder van Julia Bondeli.
Lktei keerde bq «wr z^o geboOTtmlMts tenig,
maar werd, ala deelfiemot a&n OMnoentiecne
woelingen, no&r NeofehAtel verinnnen (1743). In
1749 beraanxle hq n>«t anderen bet {dMi de're-
ffeering al te Mtteo, een dietetor te beaoanen en
oe groodrwet af 4« edutfien. Bet werd «cbterool-
dekt, en Henxi en nee 2 anderen moeaten bun
ÜOBkg boeten met den dood (17 JvU 1749).
Hentt sdmd «en aantal Fnnsehe gedichten en
bet dnma „Grieler, on remhttkni pvnie".
Heortoloffla noemt men de weteioaehap van
liet ontstaan, die hiatorkdK onrbwiU«^ng en de
lietBeïeiUB der lerfcelijfce feeeten. MoesUl wordt
ig bdiandeld als een ded der litatvicJi. Een lelt-
«tandige es arstematiadte be^Hodelng Tin óttt
■tot MBtaat eigenlijk alleen foor den Boomtdi-
EatikolieAea eeredienat
Zie: K. A. O. Keüner, iHeori<4<«ie oder nfie
rbiehtliobe Ehttnviekhu» des KirebenjaliTa vnd
Heiligen Feate (2de druk 1906).
Hepar (Oriekaeh = lever). Zje Zuxivelver-
hindingen,
H«patlOft i* de naaoi v»n een ond^afdoehng
der Anemontn. Uen geeft iKen naam odi au
inöddeden, <fe 'tegen leveniekten worden aange-
HApatICt ie «en donkepe soort van iwaar-
^Htat met een UtnmiseiKen reuk. Deze dBlbl<^
komt Tooml in Znroden voor.
Bephaestlon, vriwtd en een der generaab
mn Macai^er den QrooU. w4 een aonaienlök gt-
daefat te PeUa geboren, «ende fn bet begin van
den Penitdien oorlog bg de konintiijke gaide t<
naaid. Na de overwhunng bjj Aibela (331 v.
Obi.) werd hg aanvoerder eener «fdeeltng en een
laar ht«r benoemde Alexander hem tot nippareh
bg de beireden gsrde. Gedarende den veldtoelit
ta^n Baktril en Sogdiana (829—928) ontving
hg het (^>perbevel over eet» {^alaax. veroverde
met Perdtkka$ de stad Peneda aao dea Indn en
trok DKit de vooriioede van het leger over die
Tivier. Bg den ov«rtoebt over den H]>dai(>ee (S27
T. C3ir.) en bn den skg tegen Porat bevoad hg
^eh me* itfn rupparohie bg het ieKeriorpa, waar-
over de koning zelf het bewl voerde en wennt ver-
vdgena naar «en anderen Ibdiscben vont afge-
VMudigd, om demn tot onderwerj^ng te bewe-
£D. Bg den aftocht (326) voerde hij bevel ov«r
t hoofdleger, dat Ung* den linkeroever van
den Hydaepes ion aftr^en. Later vereeriigide
tig Bch met de troc^en^ '<& zioh onder beviel van
Atexander bevonden, en ttók met een atdeehng
doot bet laTHl der Arabieren, terwgl Alextmder
met «en aatdere nch tmbt de kont tiegi^. Het den
kooing bestreed tüj vorvolgena de Oedrosilm al
trok «todelgk over AïaniaoiB naar PereiS. Hier
«ciKnik AleiandeT bem Dnfpttit, de doabt«r van
Dttriu» en de Koeber van sqn «gen gemalin, ten
howel^ met een aanzienlgken brnidachat, ter-
wgl hg big de adgvneeiie vudeeling van den bnit
een gouden kroon ontvang. Uiter vetoeselde bg
den koning op een tocht knga den Tigria naar
Opis, doeh keerde ziek naai Ekbatana terag en
overleed aldaar in 834.
Hepha*atlon «m AUxmdnS, een Orietadi
taaltaüdige, leeMe omatreeks bet midden van de
3de eeuw na Chr. ten t^e van Badrianu ea
AnfotoMê Phu «n aduvef een handboek fSmekéi-
riditm} dor metriek in 48 boeken, waaniit hg
mV okto^Mb maakte. Het luirtate, in één bode
M banraard gebleven en van groote waarda. Ook
de vooitede van LonginMi en de aeholiBn tBn be-
waard gebleven. Bet ia «fooi Oaiêford (19^) eii
Weitphal (1866) iri^[egev«ii.
rtiu, bg oe Qrieken de god Tan hat
de famöten, voor welker beoefeoü^
vnnr noodig ie, was de zoon van Zeut en flero.
Omdat hg joo leei^, met name krenptd waa,
vrierp ign moeder bem oót den (Hrmpaa ia den
Okeanosv wmt Thetit en Eurynoma tiem aegen
jaar is een grot verboiigNi ludden. Uit wraak
«md hg van hier uit aan mn moeder een gonden
tioon met onzichtbare banden, die niemand kon
loemsken, tot tttt hg, door Dtmyiui dronken ge-
maakt, zidi bet bewegen naar den Oipipns te-
nig te koeren en baar te bevrgden. Virignia een
DigilizedbyGoOglC
HEPBABBTUB— BEffiA,
aawkra ortrieTeriog daet Znw bent m< den Olvm-
inw, ooxlftt hq is «en liwist tniseben zija oodera
Eera bövtondi tuj TJd «f» bet «iJand Lemnos en
vwi) taigeTolge Tan dien sti ki«ap«d. Hij tneht-
te 4H ^brek <te vei4)ei|peD <looi twee gooden,
mntonutHdte ebTinnen te TCrrMrdij(en, wa&rop
hÜ titmtie. Bij Bontenu woont hy op (fen Olyin-
piu, WHT feg Toot liefa en 4e aMere goden me-
telen paleiien gebouwd had; later op raKani-
Mhe plMtsen, meit name op Lomnoe, «d den
Aetna en op fiien, een der Li^MriMbe eikukden.
jUi iQd ganttliD wotden Ckan», Aghea ot Apkro-
dUe genoemd, irdk« hctate aii voor tuutr met
Ana ^apteiegide «chtbratA etnifte door fa«D op
het Ma TMt te Waden en Mw aan M boonge-
kdi der goden pr^'a te geven. AUe knnatwerken
der etenerering waren iQn' weii, loo^ bet
beeld Tan Patuiora, de waven T*n Heliot, de pg-
len nft ïro*, de batedoA van Ranaonia, bet
•dild fas ^Mene ens. Ak ^ der kunst» steat
liQ met Athene, ifie ^'door een mokenhtg ni4
tat boofd tan i«uê tievrödde, m rerbindii^; met
haar en Promtthent mmen werd èig in Attika
Tereerd. Bjj de Romeinen wordt hg m«t Vuleanu»
geldtaiUfieeerd. In As knoet wiMidt hq Tootge-
•Md «k een gebaude mao, kenbe^i ma een tbt-
korting T*n den Ünkerroet, met anidigereed-
•duypen, «en eivonnig hootdbeiMael en een den
reebteTaebevder vinlatend ooperkleed (üe de atb.)-
HaplaUlIen « ITortetMonfer* ie een tami-
be der VUnden, welke leer «eDvmidig gebouwd
ie; bet aderat^w) w^ mk op een ptimitteren
toeetawt, erenali de inwemfige boow en de soms
ongereer ^el^ vlei^le. Ëen der HepisJideni*
de Bopwhndir (Hepudia fcwmilt), waanran de
rapa de dttooete wort<d« vaa de Mpplant afneet
en ook de ooderaardeebe deelen nn endere ge-
wassen aantaet. Het maonetie ie lüierwtt met
looden >oom. het wjjfje ie geehrit met roodach-
tige dwarsbanden en vlekken.
XepVi JCorl Ferdinmd Theodor, een Duitst^
recMsgeleeide, Otn lOden December 1800 te Al-
tona geboren, werd hi 18B0 privaaWoeMit te Hei-
ddbeig^ in 1962 boogleeraar is da leehten te
Bern en een jaar later te Tnbingen, waar hg
den a&m Haart 1851 overleed Hq sebreef: „Ver-
MMb Iber eüflelne Lebies der StnfreefatewieaeB-
•EÉttK" (1827), „KrHiadie Dantrihing 4éi Stntf-
reebtstbeorien" (1629), „Beitrfige znr Lebre vom
BoehTerwth" (1888), „Da» Stnrejvtein a. s. w."
(1666), „Deber <He ZnOsBigtelt der Todewtrafe"
(1886), JKt Theorie der Zoreohnui^ (1836),
.JXe Zaredüittsg aof dem Gdnete de» Civil-
ledtte" (1B38), „'DaMttfluiw nitd BenrtheihiDg
der denteehMi Stcafraittevrrieme" (2 Ar^ 1«48
—1845) en JHt pofa'tisetKn imd mpoWteriten
Staatneibceeben nnd Veigehen naeb gemeinem
wd wflrtentergiaahen Beriite" <lMe).
H«pp*, HemrteA Utdmg Jidiut, een Dniteeh
Klir^Ter «rcr go4ge)eMde oAdfertreiften, den
80sten Haait 1890 te <Eaesd geboren, werd eeret
godwSeiietleeraar aldaaT, in TS50 bnrtengewooa
n in I8H gewoon boof^eeraar in de theologie
te Hutnrg, waar h^ den SSsten JnH 1879 over-
leed. Tot ign geselHaftHi behooren: ..Die 16 Har-
baif!«r Art)kerTom 8. Oktober 1620" (2de dntk
1864). „43«eebiehte der HesaiBAen Oeserafarno-
den TM IMS— 1582" (1647—1848. 2 dte.), Oe-
sebiobtte dee denteriien ProbestantinnnB in den
Jabren 1555—1581" (2de druk 1885—1606, 4
din.), „Dogmaitilc des dentidien Proteelantiemoa
ün 16 Jal]ibinid«rt" (1357, 3 dln.), „Qesdtiobte
dee denbaeben VolkMdbnhreseos" (1658—1860,
5 dln.), ,J>ie Beken ntnieecbrilten der rrfonn.
Eireben DeotseMaock" <18«1), ..Ibeodoir Beu,
LebeD and aD^ewablte ediriften" (1861), „^t-
ond Weetlalens" (1867— 1^ 2 dta.), ,J>ie prea-
Mtmi» ^noddrerfaaaiing der evugeliaebHi
dS 1874),
EÏieiM im NorddentaeU^"
„OeMbiAte det anietot. Umt* fai der battwli-
Mben Ekebe" (1875), „KM>eDg«ieluebte b«adn
Heaeen" (1870— 1878^ 2 dl&) en ..Qemiódtü»
de« Ketüintu nnd der Vya^ in der letoim.
Kiidw, namentlkb der Hiederlande" (1879). Ook
Isferde bn een nieuwe ïieweikiqg ran de „Q«-
tdüebte ia Bexenpcosesae" (1860) ran Saidm
en iMBtreed bg kt onderecheïden rlngsehriftsn
de b)fieroKtlKMl<«e geroekos nn rttlmor.
BiH>tuwn aj^ koolwaterstofhn van de Mr
menetdlins CtHu. Set noimale heptau ie «n
vlodstof, die bg 98^ koekt, «ted: naar wwije-
bloeson riekt en b^ bet inademen gevoelloosheid
wroonaakt. Zg kamt voor m potroleam en in
de aetberieelM oHe tbo Pintu sobiHeano. Het
eenwaardSge radicaal beet ftepfy/ (Ct^).
Haptarobls noemt men de lerea Angdsak-
sisriie rgken m Engeland (zie Angelsitoicn).
Bera (Ben), 'm de 43riiêkMbe godenteer de
oudste doebtet van E'ronoa en BAeo^ was de lus-
ter en edilgcDooIe vsn Zeu», wien zq Bephatttu*.
Areê, Bebe en Elelkya eebooit. IHel groöletedea
der sagen beeft betrekking op baar verhouding
tot Zeus met wien uj lieh vo^ns Bomenu bei-
melnk in den echt ver-
bond. De «eredienst vier-
de dit bowelgk der beide
gxoote bemrimaehlen,
van wie aQe vmditbaaf-
beid der aarde afhangt,
in de lente ala de ^•
lige Bruiloft. Bjj Homerus
gebiedt qj met Zeut over
de bemelveradignaelen;
tS oendt nevd en storm,
hhkeem en dond«; baai
dienaressen ign de Boren
(sie aldaar), baar bode
ia Zrta (zie aldaar).
ign geheime beelmten me-
dié; maaj* b^ voegt
éett t '
len, vandaar ooMbowiMj^ twisten, die
dikwijk tot bamdtaste^kheden ovragaan. Zoo
mort Zeiis haar in iqn woede geelMen en deö
s|^ moeder te bnip komenden Btphaatug uit
den (Kympna eesUngerd hebben. <A baar, de ar-
men met gouden ketenen gebo(»d en* de voeten
met twee aaaberiden beiwaard in den aether en
ia da woftenbeblMDlateaBWOTCD; tjJMfftott bet
Todmemen gefa»d beUven, «m fn vereendgins met
Poeetdon en Atheru Zetts te boeien, dH we» ge-
vaar TheKt hcan redde door denbondeidaiinigen
DigilizedbyGoOglC
HESU— 'HBR&CXiES.
Briareui te fao^ te loepen. 'H«t stiQdliutwe en
faeeraehinebtige iin baar Hrakter n bij hten
dichters soff sterker op den Toorgiond ^tredni,
TOomuneli^ Imu ö^^zocht op haar KDoooliieid
en iMar rechten &le «ehtgenoote. Ueedoogenloos
TOTfd^ iÖ< die meit haar in edioonbeïd dorren
wedQTeren, Tooro] de selielden van Zeuf en hau
kinderen, met name Üerade» (zie aJdur). Daar-
entegen versefaqat >e in den eerediesat aheen ge-
nadige godin, die im bet bjjioiider mat de
Trouwen gwhirende haar gettvik leren een moe-
derlqke besdtermster ia, faDw^g^en rinit {T^tea)
en Toor de beiligbeèd daiarran iraakt kii>derMg«n
ratleent en de barenden böataat. Bg Romenu
worden ale baar üeTelingBEtoden Argoa, Myketu
en Sparla genoemd; toter iwerd rij »oor&f ver-
eerd te Aigoe met het beroemde Heraeon in de
nabjibekl, waar de ig^jaarli^wAbe Renua g«t)6id
mraen; in Angoa werden de jaren naar haar
prieetereMen geteU. Verder werd ig bjjioiider
, . ,™. »-__,_^. n.._.- Boboea en
tkoA, ali len-
I. Heilig w
hnwel^riiefde
en de paaw. Efenab aao Z
■ wierden aan baar
Fig. 2. BHiwrifLtWihe Jnno (Rome, Vatieaam],
b^tomben ffehracbt. De nicawe maan waa da
tgd on aam baar te oHeren, erenak «au de Ro-
meiniehe Juno (lie aldaar) met wie a|j ^Tdenti-
lieeeid werd.
De beeMende hmatenaan bebben ach Tooma-
mel^ aan de Homerieebe beachrgring gebonden:
groote, ronde, open oogen, «en etieng«, majei-
taenie gekatéaitdmUing, de Tormen ran een
fitnke, gcbnwde tiouw, «en atemmige kleeding,
D ehiton, die aleohts «
& h^ Moot laat
Ueed, en de vwünUükie boofiÜHiDd fslepkiine).
g«beelB ü^iaam bedddcend opper-
twünUübe boofiÜHiDd
Beroemd was bet koJoasaile gooden ._
atamdbeeid van Polyehtiu in bet Berajtn. Zij ist
naiMden troon, met een dii
I, met Horen en CharileH i
land een gi
andere een aehepter nwt «en \
atrenge wTattii^ ia nog te TÜtden in den Pama-
eiaelmk Heiakop te Napela (lie tig. 1). Tan atand-
beelden xja ét belaógrgkate oe Barberiniaeba
Jnno in bet Vatieaan (oe tig. 2) en «en tofao oit
Epbeeaa te Weeneo. Van een ideale Tiaowau-
adtooofaeM^ die lietelüUteid en waaidigbeid ia
lioh rereenigt, ia <te koo van de MO^enaamda
Juno Ludonti te Rome (ae de filaat t>g bet ar-
tikel Jufiter).
Hsr&olaa (Slaii van Heracteii is de naam van
meer dan 20 steden der Ondbeiil De meritwaar-
digste <van deze waa Heroelea in BUhynU, aan
de Zwarte Zee geleeen en om die veden ook w«I
Porttwa gïitaamd. Haar bonwraUen vindt men
tegenwoordig bg bet döip EregU. Zg werd om-
sliefta bet jaar 560 t. Chr. door de Uegaren-
aera, 'volgena aaderen dvor de IfiMêi» geaUcfa^
verkreeg bti kostgebied der iHanandpen, l^de
dden de groo^agn voor ondersdwden vofta-
plantingeD en beat gemimen t^ een ariatoera-
tiseben regeeiingavonD. In 864 t; Chr. kwam ij
eebter onder bet i^caag van tinnnen, namelgk
van KUarehu» en ;^n nakomelingen, kter MMta
dat van SyriS en eindelijk onder dat der Romei-
nen. Niet onbelangTÜk ook was BeraéUa in Ln*
eaniB (Beoeden-JttdiB), een volbfilanting der in-
wonere van Tarente. Die stad is bekend als de
gelxwrtefdaata van Leuxia en wegene de ovenria-
ning van koning PyrrAiw op de Remeimea {280
V. Chr.1.
Bsr&olMi, een aoon v»n Zeai en AlemtM,
i« <ke vooioaamate beid der Grieksebe labeUe^.
Bj) wordt daarin ««nneld ab bet djebterlnk
ideaal mu «on daopeie, A een onmniMeideB <tr|d
voert voor bet heil der mensebhekL Nooit waa
Ben jaloeracber 09 haar eohtgenoot dan ditmaal,
Htodat IQ reeds vóór de gebóoite van Rendn
de bittente T^aiMSD «aa nu desn. Zeaahadge-
iwoian, dat de op dien dag, den getaamden ge-
booFtwdag van bet kim^ geboet» nfwt bet geheale
gwiaeht der PeruSden, waartoe BeradM van de
zijde van lön moeder en van xija «tiefvader be-
boords, beereohappn «on voeien, en on lorgde
Bera, dat de beTnlliDg van Alement vertraagd^
mmx die der gemaJin van Stheneliu b
werd. Zg zond vender liwee ebukgen naa
van ReraeUt^ welk« ecbler door <fit kind werden
geworgd. Zon aüeAvader Jmpjktfryoa Kulgd^
^t hg i) aUe aeboene koneten door de beeta
teermeestera oodemrezen werd. fferaelst maakte
dan ook gioote WTderiagen, docb betoonde wea-
aig aanleg voor de bebauMSng dei lier. De atial,
hem daarvoor door Ltauf, 1^0 nHa)ekoader«ü>Br
toegekend, koatte deien bet lemn. Amfhitn/im
dioeg bem daaron de betiekking 4» van koener-
der, en volgene bet vwhaal van Prodüv werd
hg toen op den kroiaweg aangeioebt iwa den
WelhiBt en de Dengd, om een van belden tot ^
nlïn te ki«ien. Dg welke gd«genbeid hg ign
DigilizedbyGoOglC
b^ kaMig«Doemde beoaMi. De legenda T«r-
DdempM
deeb dé daden na BeradM
^ die i^nei yeaai, die. wdfce )»] » dieiut nu
StiryitAetM TerridMe, en d« bükmitende dadeo
(parerpal. Ia de eente pIuU doodde hg een
kenw, die tqj de* Kittwn» .woedde en de Inddeii
T«a fauMW Ttet]Nu« faeiooCde; bÜ die ««le^o-
heht Tenncte IiQ ^ db 50 dvehtiwe na dien
vont «ï«a V» vde xmhd. Bg ijjn ten^fceer te
llMbe IwTT^dde fag tjin gèboontephKte awt ftl-
tee& na «en emMdqke «Aiattnift welke nj
ua de OidiDmnién beteaUe, omi dwoog ook
doen een dereelgken «gne «mi de Tbebnen of
te tongen. Sremi, konong tu 1%ebeL al hen
daan» qin docUer Megan tm tnwetgk, wrike
bem 8 aoMn Mhoak. Btra eeblai maakte bem
bank£jaig, loodU hq sjjn UoAmtn met algen
haod doodde. Uit beroaw «i odtaMule <mr Ut
giuwtJaliA. raibaade hg lieh idt uit Tb«fee en
Tonaeed geninm tod alHeQ omgang met men-
■dKn, totdat hQ eakMgk, Tsa de UoedMbaU
geienikp], e» laat tcd bet ««fcd te De^^ sdi
nar Étrmheiu hogaf en in dienst ■nui deien
de „Twaalt Weiken^ woltaufat, wAo deu bem
i^Mlïoeg. Hg doodde «m^ü^ den Nemeladwn
lemw, die in het boachröko dal Neroea iga tm-
UÜt hidd, door dat oowfier, welks huid toot w»-
pent onkwelabaar waa, in lijn aimeii te worgen;
njj dooddi^ gtttolpeD dora fobmê, m de mmraa-
•an ra» Lena tm <TraeBeljjhe watenhng, wier
lÊgebanwtu kojipett geahtif; ia drtb^eu «etiie
aangroeiden; bg Tiageenhmde metgondenboor-
nen, aaa iJrtomu Mi^ faflgMep het swji>, dat de
omatrekMi 'vaa don faélgCÏïiiuntiboaiBAikadiB
teisterde, ea bwM bet ap qa adwodcn lerend
naar Saryathea*, die loo bang werd, dat hg in
«en Mig vnt wegkroop; lig iMoagde in Mn dag
Ewmlluue dmeg, i
liet liet beeitloB.d
te Mdeni; bij doodde de SQqnphabdeD, «ataet-
tend gioote rootvog^ mat kopeMn Tieogela,
eotvele en klaowen; hg *ing te Éieta d«» etter,
dien Poeeidom iroeger tifi de bede van Mino» nit
de gohea had doien (ipni|xn, waarna het dier
niet dow Jfmoe, looi^ hq MooU had, aan dea
leegod gcoflérd, maar bg ign vee geroegd waa;
iaaop had Poëtidon dea stiec woedend gemeaki.
Toen flaraetet dat dier od aija edtondera naar
letoe ine na angst en
uai Marathon anelde; hg
l»aeU d« menaebeaeteode (laatden van Diom»-
dn, koning ras lliiacil, wefte aUe Treentdriia-
gen TCnknden, aan agn laotgerer; h^ haalde
TOOI deaèn, door «euge enden hridea geb^pen,
deo gordel van HifpolyU, koniagin der Amaio-
nen; l^j bndrt faem de moderea Tan dea uit 8
tiefaaawa beataandui rena ^tffwa; hg roofde de
soudan ^ipels nit den itnin der Beneuden, en
haalde^ met veriof van Sadet, den dnehooti%en
helhond Cerbtnu genaentd, uk de oadenKiM
«n Ixaeht hm long, ümU hg lum getoond had
aan Eunttkeuê.
Terwgl Beraeh» de landen dooiknuate cm de
faem opgdegde „werken" te TofbienRen, Tecileht-
te tq ook nog andere beldenfeiten, £e «ewoonigk
bikomeitdt werken (ponr^f geno«cna worden.
Daartoe briwort qn gevedit tegen de Eentauren
op den beeg Pholoe m Areadii, lip deelnooifag
aaa den abgd der goden tegen de gwanten; waar-
in hg JlqKnwM doodde en aan iMt toohd det
Aigonattten, de bevrgding Tan Uerione, die, om
den toon der goden te atüfen, door hui rader
aan een leemonater was priJB geeeTen, de optich-
ting du Zoilen Tan .Hwwlee, ^n Wngkoet ren
Iberii (Spanje) naar Aigo^ öa etigd tegen An-
(oMNt, BiMrM «B Oynuur, de beTrgAng vaa den
aan den Kaokaaoa TaatgdtlMtfcen PrometkeM en
vaa Tkeaew, die uch jd de onderwereld boroitd.
NadM hn al dia jhden «dbiscbt had, keeide hg
aaac Hum tenig, waar hg Megan ten hnwelgk
gaf aan ign getawiwen metgeael en dienaar
ïoloae en naar OlekaJM toog; waai k4»üng Ciuy-
(w ÜB dochter lole had toegeaegd aan dugene
die qia aonan ia het Afaiaten bmI den bow orei-
trot. Hoewel h|j allen owrwon, T«nrierf hg lole
alet, omdat mea Trees koeatenfe nwr een bhq-
inl van ktanktimi^eid. Weikelgk weid
maal Jdtnefai t__
woeste Tlaag wierp . .
der Tan loU en ^)Q troowsten vriend, '
mnrea tsb Hrjaa. Hoewel getuiieid van deien
doodilM. gevoélda h^ liA daarorei beiwaard,
loodat hfi^iiek word en het orakd te Delphi raad-
pleegde, baar de Fjrthia hem geen antwoord gal
pkadeida ha den tempel, roofde den dri^foet
weg «n 'streed hUb tegen ApoUo. Eindelgk leide
het orakel, dat bg van z^ lükte ion berateHea
indien hg lieh Toor den tgd Tan S jaai als alaal
Terkocht en den koonnge aan Eurytiu schonk.
Dientei)geT<^ Terkocht tiermet bem aan Om-
fhaU^ koningin van LjdiB. Na bet Toleindigen
Tin lun diensttgd strafte hg een aantal ongereéfa-
tigheden van Tioegei dragen. iHg toog met een
keer naar Tioie, om Laoiaedtm, den Tader van
Henone, te tncntigen; ook wsDeade hg lieh te-
Ken Angiai, omd^t belden bem net bedongen loea
hadden ontbonden. Te Ealydon bad bjj inmiddcla
de ffnnst trachten te rerweiren van DeiaHtra, een
dokter -vu 0««i«H«, en nadat hg tegen den ri-
Tieigod ^JeAeloMs om haat beiit gestreden had,
was tS sün Tienw geworden. Toen hg met baar
ness "haois reisde, ontmoette hq aan de riner
Ëuenns den eentanr Wesnt*, die de reioigeie toot
geld naar de oTen^e bracht. Toen d<ae bu het
oTenkagen lan Deumira lich onwelToegel^ je-
gens haar gedroeg, doodde Beracle» hem met een
pgl, die m bet rergif dor dang ran Lema waa
gedoopt. Bg het sterren kerde JVessiu aan Deïa-
nira óa kunst om een aoogenaamden mJnnedrank
TOor Aenielea te bernden. Deze nu, te Trachii
augekoano, Teramelde, na tegen de laftttben
en OJ/eiuu gestvedea te bebbea, «en legnv om
mmk te nemen op Oeeluiia. Surftua en ign
lonsn sneuTelden, de stad werd «erofeid en ge-
pkiadent «n lofe «raiAdJik iweggeroerd. Bjj
ign tsiugkaer stiditte Btradm op het Tooige-
bêigte van Euboea een altaar ter eere van Zn>«
en lond oaar Tvadliis «m een wit gewaad te be-
b»Ma, ten Mode aUaar 0|» waardige wgae of-
feranden te brengen. Deimini Ternam Tan den
bode, dat ook fols aldaai aamweiig waa, en daas
ig Tieeode dei haec genasl aan dese de Toorkew
16
DigilizedbyGoOglC
HEBAOLBS— 'H&R.ACLITUS.
ffcroetu troit biet Mi^ dooh Modca het
w«nl, begon bet t^U t« vNk«n, iood*t de
bM, door pÜ» gefoitei'}, teeeligk met het 0e-
muM het Twndi na bet liebMun Mtevide. Ia
dien taeBtHad hiMht mea bem m mu «ehip naAr
Tnehis, wmm Daanira nu het TooigevftUeiK
«ndeirMit, li^ door ophanging na net leven
berooide. Heraetei beeaf lich tom nui dco berg
OeU, «tipelde er een hontm^t Oft, uHe lieh dwu-
op seder en g^ toea öenel, die ia bund te «te-
ken. Zva metgeseJ PAiloeUJef bewees hem dezen
Iiataten BetdèdiensL Toen de rkm der lioabnnt
liefa tcriiiel, daakfe een wolk naw benadeo, dM
ooder het geromne) ve» «fen donder hem weg-
Toeide naar den beme^ waar Atheiia, die h«n
gedurende i^ kwn atoede besdiennd had, htm
Beraeles FwiKae (N«4>ek).
tonnenieidde in den kring der goden^ waar hij
lieh Toorta met Hem -renoeode en met fiebe, de
go^ia der eeuwige fewd, 'm het bawelgk tiad.
Om de beteeiéiua oéaer sage ie door oudheid-
tamdiMD en godgeleeideikTvel gedacht en geacfane-
ven. Sin «dignt geen geeohdedknodigen gTondslag
te tiebbai, maar enkd o^ Tersohüneelen der na-
toat te wgien. Vennraedelük ia Heraele* het
linnebeeld der son, die ra gestaöima atr^jd met
wolken, nerelen en damipen door dé 12 teekeitfD
Tan den ^Kerenriem b«ren toot de mensdibeid
100 weldadigen loc^riag ToHn«n^. De ditiitr
knaiA «ohter heeft sich Tao dien Tertegeowoor-
diger der aoo ineeater etmaakt, Mn bem tot een
ideaal -ran kracht en beUemnoed te Toihelfen.
Daai«nha>Ten heèben de Attiaebe dicbleix hem
tot eea held gekoeen Tan bet UoOht^td en hiec-
is tot een toonbeeld van ruwe, bmpe traoht, on-
matig in bet geliniik Tan «niie e» draak. De
konet stelt hem ia etaudbedifen voof als een
Toorbeeld van evtiettende, door oeteitiiig gestaal-
de apieikraeht. Dat iblqkt vit den Torso van bet
Beli«déie, een irerk van den Athenen Apolloniu»,
en uit den Fameaietdten Heraele» te Napels (ue
de afb), door den Atbener Qlyeon oaar bet origi-
neel Tan Lgeifput TerTaardigd. Vaa zijn avon-
toTMi «n wericen Tiodt men t^ nelieiTtKMeteUii)-
gen op oiHk Orieksobe Taaen.
Hsraolanin. &le BerenkimÈV.
HarKoUden naemt moi de ionen en verde-
re nakonelingen Tan Berade», Tooiai ben, die
Tolgena de atge met de bidp der Doiürs favn
mwt op de Peuponoeeas deden gelden en in de
eeweateo, door d» Dniers Tero^idi (Argoa, Lako-
luB en Ueeakiie), als koningen heecauiteni Het
Delpbiadie orakel bad aaa fiyUua, Heraele^ loon,
Terkoodigd, dat b^ aDCeee «m hebben, wwneer
h^ de derde rmdit id. 1. bet deide geslacht) af-
waidrtte. Nadat Hvüus en i^n kleioaoon Arit-
tomaekua, het onket Teiieerd uatleggeo^ "er-
seefeehe inTaUea 'm de FeloppoDeaua hadden ge-
dmxt en geaaevrekl mmn, boawden Arüloma-
ekva' aonen Tementu, OreipkonU» en ArieUnte-
MW, beter omtrent bet orsked tngtdkht, bg Nan-
paktoa MfacDCn, en koien, ongeTeei 30 jaar na
de Terwoeatmg vast Troje, <v4^iifi d«a raad Tan
het iDelpfaiadi orakel, Oivlue, den zoon fa An-
draemon, lot fami aaDvoerder. Onder diena leiding
dnoiwen ig tan de seeijjde in de Pek)ppoD«Eus
door, overwonnen in een bioedigen TekuUg Ti-
Êomenuii den lOOn Tan OretUt, veroTerden nage-
noeg het gebeele achioieilaod en Terdeelden bet
onder hnn aannroenkets. Argos vkJ nu aan Te-
menoe, Laceihemooal aan de tweatkiobrDedna
Proelêe en Svyttene», kbmenii aao Of espikoit'
te» en Elia aao Ox^fiit» ten deel.
BsrKOlldes, een Qdekadi wö^«er en ge-
adüedaehrviTer ait Heiakléa Pootaca en om die
reden Ponüeu», of epottenderwöze Pompient (de
ftonkiidK) genaamd, leefde omstreeks be< jaar
850 T. Ohr., booxde de leeeen van Phio, Sfeu-
tippae en Arütoleie» en scbreef ondecanfaeidfen
geeehiedknDdige weik^ wai^ran de overbl^jfee-
kn in de ,4Ii«iorioDm OiaecOFom fiagnienta"
(1841) door C. W. MUUer oitgegeTen ivn. Hg
was de eerste, die de aawenteling dei aaide T«r-
moedde.
Ook eenige Qriekaühe geneeakundigen «koegen
dien naam, woala Beraelidei nm Tarente (240
T. Cta.y, een arta der en^Mfisehe aebool. Hg
heeft Tele nattelooie geoec«naddelen afgeecfafttt
en ai^ «ntrent de werking der o««rige tiaciitoB
te TeigewiaMD, tesvgl b^ de heeftvnde, ühob-
derfaeid de oogheelknnde, aanoieikelük beTorder-
de.
HaraoUtnBi een OriekMh wqe^eer uit Ephe-
Bua, wegens de dnisterbeid Tan ign leer Skotet-
noa (de dnieterel genaamd en later als de wee-
nende wijsgeer tegenover den laobenden Dewto-
eritut gerteld, leefde enoatreeka 500 t. Chr. ea ia
de inmiMwaiintr vaof de Jomaobe natuaipbiloeo-
D,o,l,zedb,GoOgle
t«n. T«n iga leven is weiing b^eod; irul^uu igii
mem wggeiL was hif «en iMilodidRikt. Zgn wök
„Oner de natnni", iitp gvdoielit «n in ««n beeld-
TÖk« taal gaadnfWi, is ntoetttllc te begrgp^n,
mMT weid torit i& de OwBiml boog geacbt. De
onrgMenn IraigiiMiiten ini met Butsdie m-
Wiw wtgenmn dm» Dieti <1901, 2de dnk
ItKWT «B in dien .JïwnwDte der VoimtiKtikw"
(19^). B«TadUw neemt mh, <kt het vtnir de
ooMproag rao al bet beetMUkde is; eUe dragen
ijjii nit nnir gel)<n«D <d loaaen ekIi ook w«ei
in •ranr op. De ww^ weid niet ^eaehapen dooi
«en ffod of een menMb; maax si wu ta zal
«evwig UfTCO )nendT<iDr,dati£eniBKgekDMt
ontcteekt en nUgast De teraoderingeD hebben
Toortdonod nUftto, y/mvm aüee «uo oei worden
k; aUei tlotii^ alha abomtt; smu kaa oóet twee-
bmI in dei^lde rirjer baden. iDr dubbck rich-
ttng mi iut worden moU fforodtdu dan weg
naar ba>Kn ea den we^ oaar beneden; het ooA-
ttaan *ait alte Tmodermgan benet op tegenatel-
SmgvA, loodat de strj^ de Tadei van eUe dingen
genotmi wondt Oret aUe» beencbt de w«t der
nMMhddSiMéd, die tegelj^ de rede is, vnlgene
wefte de MwegÉng ia de wei<dd ^eeeluedt, soo-
dat Iwt proeet na bat worden logiaeh ie eo hac-
moaie im bet gdieel heeiadit. ledier ïodlTtdo be-
boort ia ijin danken en baodrien lot de alge-
naene mde, moet de wet éer naton v^rfgen, maar
iadwdMd mUMn de meeeten ji*b daanui abe-
keent en bewaodden htm «igen weg. De liclen
o^ataao op den weg naat baren, d. w. i. in bet
IMoeea van de verandwiiDg van aarde en water
n tvar, hoe verder verwjfdepd rvan bet n^ite,
dea te droger «n. Toriger, dê« te «oDer es w^xer
iQ ann; water ie de dood voor de liden. De
•toltche pliTuea iMnoette TOonHmdiUi op die
van Btrmmtiu, die ook door de CbriMdgke
K«ifcf«deiamnw geleien werd. Odi heelt n la-
tarea4«d Befsl vwklaar^ ^t bq afle atefiingen
vaa Btrodibu in «ön lo^ea opgenomen bedt.
Knmollafl, keoaer van bet Ooat-Romeinarfie
R^, in 575 geboren, vodDeef met Imlp van Afri-
kaantdte tnwpen den orcirweldigei Phoeas van
' 1 troon, deed bem onMioofden en onMog '
oorla^and>tigen Kkoiroeé // in de jweo ^ tot
628 in «ndenrfieJdaD vrideiagen, en sloot vrede
met dtena mob Sirvoei, manioar hg bet BeiU-
ge 'Epiri^ 4ht hatrigauixande vit Jemaaian ge-
rooid bad, tentt^reeg (U Sqitanber $28 leest
der kmisverhafnng). Om aan de godadienatbria-
ten Tra ij^n t^ een efaide te maken, verbood faq
te rodetwiaten o<fer bet UoaotbeMiaiDe (de le«
VH 2 bafairen, maar aleAte 1 wit in Okriitw).
Onder agn beetnor maakten de Aisbieren, aange-
voerd door M^uunmtd, lich inee«4er <mn Egrvte,
Sjrrit «n MesHmtamii, de vmchïbaarste gedeel-
ten fan qn r^. ^d «nrteed in 64]i, ajjn geUed
aditeilatende aan aija aonen OongtanHnui en He-
meJeoiuM, uit twee veracliüknde hnweliikeD ge-
rben. De eente kefde sleebte kort en de twee-
raa deefata «en balt jaar keiaer.
Heruon, de bao«o>de Heratempel tsMadien
Awoe en Hveene, <bnndde in ^9 t. Chr. at,
doen werd doot Bupolemuê in Donsehen gt^
n óooi Poljfelüui met kostbare
243
kim8twerk«n voorzien, waardnder met niine bot
kokMBal^ ui>t goud en ivoor vervaudigde stand-
beeld der go&k beroeood wm. In 1854, 1880 en
1801 — 1895 faebben ofigravingen oiveiUubden
van <£en seei grooten temipd aan bet UhU ge-
biMht.
BeraUUk. Zm Wapetüauids.
B0ntPaUll«t *>t nMwbiMr joodoAmM (4Cm
EwN40i^>SO«.6J.8H^) ie «en organHche ver-
binding die moinraaidig ia .wegene haat opti-
sebe eigenMbappML Zq wordt vatue^en, wumeer
men 100 deelen iwaveliDre ehinine in een meng-
sel van aajinsour en wjii^;»eat oploat en <r jood-
tinettinr bgvoegt. Wel^ liet men dan kristallen
oatstaaa in des venn Tan faniagew^a eft^
peerde naalden ol oek led van thiÓnAiaae, vier
of aehthoekige phitUea De faistaUen nn b^
doorvaUend hdtt
lidit mntmlflliii
end.finani
iteiMtleff
Algba.
niatan aao de nooidooeta^fka baffiog der hoog-
vlakte van Imn on ata<M lieb -van dm SelM-
Eob, de weatelgke nraortMtting van ds» Hindoe-
koesj mini ■■■Ie vü met wigvonnjgsn loop lot
aan het groote meer JHamoen of Zweb in 8ed>
jevtan. Bet gnnat ten iweatvn aan de Pecsiaebe
pro^ineie Cbonasai^ ten ooaten aao EaadUaar,
een provineie vaa A^faaoMan. Dom- bet nooide-
^ gedwlte loopt de rotwrwtawj van iHesH^
en AÉmak, nitkopem -van den Hindoekoeij, via
wdke ide sniddgkete bet viwUbare did van den
aaofankri^ weatwaarta atiioameadtti en duma
in de steppen acb lerliexnden Beriioed bwre»
len. lo het ooarden wonen de Tnskaehe Siail-
beq (Boodmotsen), de AimtÉ, «en awervend virik,
dat neb van de PumeAe teal becfiant, en de
Haaua, een Toeraaiadn atam. In bet iiveUbaie
da) der Beriioed beetMd de berclmiganeereitdeA
nt ondcirworpen Tadajika en voi» bet overige nit
Afghanen, welke «r beendiappq voeren, Twkme-
Den en Joden. Men schat bet aantal inwoners op
750060.
Hemt, de hoofdstad mi de eenige belangipe
plaale van het geÉieele Unoaat van 4Ëen naam,
ligt 640 km. ten w«aten «Mt Kaboel, in de mubt-
bsze daMakte vao den iHerinie^ w^aioMr 4
bn. imn de etad «en bing, welke «p 90 bogen rneV
Bedagen ie. iDe stad, 4U >noeger «en bevolking
had van 100000, doeh na lAedtla 45 000 lielen
t^ vormt «en langweqiig viaibaitt, «mgevea
door een aacdeo wal, wt totena en poorten voor-
sten. De wal ia onutegd door «en mefat tor
bMedte van lO m. Herat ia éen doolboi van nsn-
w<^ Atakat, vnile atmtcn en stegen. De bniten
^a er meeréndeeJa 'vaot een v<eidnping «otasien.
Bet koainklqk patdo bebeAant met veel, «n de
groote moskee n«ikeert in «en vervaUen toe-
stand. Rondom de «tad siet men overal sporen
van voonnalÏBe grootheid. Het dsl van den He-
riroed ia metnmmgaarden, Uocmtnsnen, w^aber-
gen, graanvelden, dorneo^ bndhoeven, groene
weiden en bnmaen beodt, en de EonisgstniB
(Bag-i-SJahi) beediovwde tata vroeger in het
Oosten als «en vsb de wer^dwonderen. ia de
alad vemardigt men beroemde degenUingen.
rozenwater, i^n en wetten etoftetK en men ver-
suneH er een groote menigte IntbKbe voortbreng-
DigilizedbyGoOglC
244
-HEIRAULT DE 8]
eeka, vwtrmede de nMiJctm tbd Eermtui, Jesd
en Imabui woideo vooimen. Hent ü d« rienUl
Tan (ten ^rooten wng mt BeniS Aaoc AfgliMÜstan
DUi IsidiS ea ■toot de bdangen tui dw hutdel
en na éea oodcK leen bekraSTvk. Ate bet mid-
de^unt TEin den sarara&nluuHWl enkkde atapel-
' plaêite InsKfaeiL Indjf, Afgiiui8ta& en Weat-Asifl,
Btitite de sIm) mi<iodi tot etenn^oiit un mU«
veioTCiun, die ntt Wwt-AiiS kt lodil dooidron-
een. Omdit men Ibhu ook uit bcA Doorikn benei-
Een hut, faebben de Peosen, g«stoand door Sw-
Im}, meennelen pogingen — ngcwend de >t«l in
hnn berat te kiqgen, heteeen oe Engrieohen tot
doOTei beUMu «eten te Deiettow
Uen rariiMM, 4M de stad dooi AUxander den
Qroott ia geMebt. Zq ireid ia faet nodden der
7de eenw met geheel- ClMnwMn md de Arai»-
•Ae kbnliefea oadenrupuL In 1S61 liel ig in
butdMt mt Tmmmt, en OBÓa de oprolffeTa van
deien wrliM zg lüsh tot «en setel der Peniaefae
wetenBctnp «n lettafamde, lAter mMbte de
Ddtetsdw TatMT S^taibeg nch tm tvar meee-
(ecy en imdei diana anmenaefadjjfce faeeraohmö
mm de ir«lTMrt der etad «lor utöd Tennetmt
Id 1£10 iMTd 14 dooc iMMtfl Soefi mol &n
tnxm gc«tooiten en de «Ittd aui iPeoif toegevoegd,
terwijl in 1749 de Algiuuten iftli tu lianr mee»-
ter mMtUen. £9 de ooidogjen, dooi bloeden van
t Vontenbate der Doenmi geroer^ wad Jfo-
■* 'ido •oen Ttt Jïmow^ioft, nui He-
sn» WMtr lij een kEniMkvlqk tnk
B ISeO oiredeed. Op bon ^ctgóo »m
"' ' 1 H«*t werd wegen* de
' ' n en Rossen
sooa Komrm-Sj
ijak. en fient
u GogelMifaen e
metkwurag «ut. a 1^6 viü <kt khanMt we-
der «n de benden der Ferxea, die i)et echter w>^-
dn moeaten vnlftten, terwöl het l&tei geregeld
werd door JAoeb, «en loon ma den Tont tu
Eaboeï. idfcoeb weid oditra weldnt opgeroepen
neor Eelraet «1 bleef dur in gemngenediap. Se-
dert dien i^ wwdt Herkt beetnurd door den
emir tui AfgbnniafaLn (aie eltbv).
Herftnd, John Abraham, een lElngdMb dieh-
ter en gcMbiwlMhmver, den Sdan Svü 1790 te
Londen geberaL s^eel aedcait 1S18 Ueioe bij-
diagen in dMJbndan en 4:f(dMludften en lereidé
KerT<%enB: „Tettednii^ a po«ai" f18S0) en „Tbe
legend ol St. haf' (Id^l). Vow&l eeUw open-
burde bü ojn ittcbtorlgk «aleot in „The desoent
ioto 'HeJV' (I8B0) en in „The jaiitement of tiie
flood" (IfiM). IimMdeta had t^j i«e<ta Teel se-
■chieTen Toor de „Oototeri; Benew", «aa eedu-
rende drie JMi megjewecker un ,^«sera l^wa-
sine" <o redigeerde WFnlguu jaren kng bet
Jfcorthly l^uine" en daarna bet ,,C3iriatiMi'B
noDitUT Uaguioe". Vefda eehieef hjjfaet tieni-
apü: „Videaa." (1864), «1 Aama'a: „WÜe or no
wife", „Agnok Diora", „Tlbt Roman bmüter",
„Sahator, or the poor man of Nanlee" en daana
„•nt) IngittKriag^ (1870), „Wai <rf ideaa» (1871),
bode didiHMmddi, „Sbdk««mie, hï* innei Uh
aa kattnated in hia woika" O^O^i, „The liJe aad
timea «f Qkókata Saffonarola", oeneranB de 10-
maoa „üiiaal, aa antiqtie iamaUxj", ,MvA« de
Leodepait, an hiatorieal lomance" (1^9) en ..'^^
Sibyl amoDg tbe tomba" (1836). Berauld overleed
den aOaten Aprfl 1887 t« Lutdeo.
H«rftarlèrMl. Zie Bergm, Adriaan Jmn. «an.
Héranlt, «en kuartrivier in het smden ^
Fraokrök, ontapringt big den Ai^oual in de Ce-
, heelt eeo leng-
te Tan 197 km„ docb k eèeebte orcr een leet
Uon gedoeHe bcnarbaar.
Hémnl^ oen departement in Znül-Fraaki^k,
beetaaode tut gedeelten van het vooimalig knd-
aohap lAngnedoe, tott op SISS T.kin. (1911)
— '>"• ii^^oiiera. Het derde gedeelte dea iHtda
noote __
beeft er eeuge klrino liiieien, looak de.VïdmBH
de Les, de Héiaolt, de igo«rt, de Orbe enz. I^ngs
de koet tümH men ever eui lengte T«n 60 km.
een leefa kgnnen of stieaxknMen {iUmg*}, die
wel Mut «pMraren. In de natqfbeid nn Ca-
peitang Teibeit sieb de Malpaa, ntet «en tonad
waankor bet Ganal dn Uidi gaat. Dit laatate ia,
in Teiband met de Ande^ dB «enige wwtwFwcg van
het bJMMttland; de o>nDge kanalen, looals die
vaa LwmI, MontpeKier, <3snm», Bonbine eni. tei
geaameol^e lengte yaa I^ km. liggen langa de
knat 4er ondesliöee vaittinding van de meien en
«teduk. In de hooÉate gedeelt«a van bet depaiie-
ment 'wti^/ssa. reneadrüge rotagcmuten en tna-
adien deae groeien kaataineboomen en VMboowt
men gaanapewtiwen, terw^l de dalen met aman-
del- en oWboomen begi«dd tj^. Hen irint er
nitmnntanden w^ «rnala de Lnael- en PnwlBg-
__ _ (mmuatwiHtan). Ook breekt ima er
veel meeixip. Het deUetMiaBqjk levevt eteen-
kiden, 9ier, manner en Ugnaet, w«)k laatate on-
der den naam van foadele aach (eendrti toMita)
tot mhetning van den gii«nd aangewend wordt.
Verder le^eu de inwonen üeh toe op de qd»-
tedt, de loaMnoiDg, de paaoden- «n nmimel-
tokkieiH en de oeateiwiaaebein. Ook vindt men a
tabriekea vaa ^jden «toffeo, uAena, i«tdnn4ei«tt,
lecp en Ükanren. De aaaaienl^jkaie koopateden
van het depaitement cgn HontodUer en Oette,
onderlinff diMir een apoMireg verbonden, alamede
Béiiers, Agde, I^xföve en Péienae. Héiaiut ia ver-
deeld in 4 anDndiaBNnentna en herft Uontpellitr
tot hooldrtad.
Héntnlt de BéoheUss, Jean Man», lid
der Nationale Oonventie in. Prankr^ in 1769 te
Paraa nit een i
Tee<B vroeg
1781 de beti^kitig van advocaat dee koöiaga
ia bet gereditnhol ChMdea en 5 jaar lat«r
tq het Parlement t» Parge. BK bet nitbar-
sten dei Omwotteliog vw^ faq tiA bjj de
Nationale garde en nam greiig deel aan de
beatormütg d^ BaetiUe. Na de reoieaniaatie du
recfateilöke madtt werd hSj lid van bet Hof van
Caseatie en in 1791 Hd van de Wetgevende V«r-
gadering voor Farjjc. Hg mw de voorsteller van
bet beahait, vol^ena hetwelk de ateddgke regN-
ring met de veill^eidipolitie belatt werd. ai
huik niet boiten de gnfw«len van den lOdsn
Augnstne 1792, maar achreef k toe aan een aa-
menowering van koiwngageiinden, terw^l hg da
instelline MidentenndB van een bniteagewone
netiktbtak, «en voorlooper van de omwentebiga-
reAtbudc. Het depactcanent Loire vaai^figde
hem af naai 'de NaUon^ Gotoventie, waai b^
11 wJfffiikfr familirt gwóren,
aan net Hof en veikieeg
D,o,l,zedb,GoOgle
HSffUUl/r SM SEOWSULS&SMSART.
24ft
■snufal^ dft 39de kooe der OiniKlvDeD. G«-
dnnDde het red)t^;«dnig dea kooiogB vm )^ o{)
nk öur iMt dsputoBMiit UotMtne, dwsii Iqj
MBd i^ toMUmmtag j% on dieD vwst t« Tei-
ocüdeden. %> sön («ngJEMr v«ee<de hij lidi bg
ds Benpart^, ODdastemle hur tegen de GiioD-
^Den, «M 'voomttw der TCigadeiiog, toen fltm-
Hot deae bflemde, «n «erd ■ham& bd noi bet
Comité du 8^1 PnUie. Op lut -«aa dit tirfMm
txtgaf h$ oeb u Septemèer l^OS nwi de dnsr-
temeBtra nn dn Botcd-iRvii, om er Iwt atdad
Toen Üi verm^eu iDet iq» 'nieodeiL DamUtn,
DumMttMens. een meer gematigden weg wüde
iaitMa, 1*«<1 èn m Uuvt 17M geTtwen geno-
men, den 3dei i(»il tom de emmntelNigiüebt-
" ' n dauiM, hl weeivit n&
iogffeda gegnSlotiiMerd.
HU '
«Mehfcende vetdt
_._ „Theorie 4e rübïtian" ie ia 1602 door
SolgiK* in fart Haht Me0*«n.
HerMlL De iraer£gtieid tan betaut ie hur
r den prö* der
«ing te dioKVQi waren er MiiUénuien ikkh^, ^fie
keoiüs hadden Tan de vapens, olnnedE van de
Kgeb en getmiikett, waMaan men cicb in bet
•trjjdtMrk te bonden imA. De Toorloopera der be-
nraten iMi«n bjj de Grieken de w^tmti en iiij
de B«meiaen da ft^eif. Deoe iiwen «ris bood-
adüwen tbb ocHleg of n«ile «Deehendbaaii ver.
•liiaiun irggeleide «ds. Tni tgdg nn het riddei-
weMn TonnaeB de faNNt» «m de vontielgke
Hntn een «boodeT^feen «tand, Itebooiliik on-
derweHn in a9e% irat op dn» wM betnUdng
imA. Zj) moealen nauwkeurig bekend v^ met
den hoögut ea lagui add, met Mder wifMna,
reelitea en aigendonmco «n waren beket met de
regrihig der t^ienbafe leesten. ZQ bealwten om
de geeëhillen omtemt den adddom, -MFnaBfig-
dra stamboomea, cntwieroen at wgngden de wa-
MDS en waren idfa nditen dto de aeden tu
dm «M. Bq de tooTaocün hieMen iq wt^Mtt-
•choowing «n hcoaaUoi <rf degenen, die licb aao-
meldden, nedit bddm om tot den etiTld te wor-
Aai toegelaten. Ifen verdedde hen ia 8 klaaeen,
wapmkomnge», Aenraten en penêwnUeti {pottr-
imtwm^i. uwtetgeDDeoMlen waren leerttngen. Om
ab w»aaanig aangmameo te worden, werd m-
ta^enii Terrfedit na dm onberin^liken wwtod
Tan den eandidaat Daarna werd faq gedoopt nml
wSn, ontving een nteawen naam en weid Toor-
nm na era wapenrok. Na een dtenet^d na 7
jaren km hj beiaat worden, indira 2 wapm-
kooingeB en 4 benmteu getaigden, dat hQ steeda
sgn pll^ had TerrnkL Andan doopte iQn
meeater, de vont, bem opnieaw, edionk bmi een
andetiM naam en besorgoe hem een anderen wa-
penrok. Bg bet kieaea tio een wipeakonioff, den
m gntad, riep mm soomel w^)ettkonkigen
Mt«B tnjem ala mogelgk waa, om aan de
leeatelj^rbeid den grooteten htieter by «e letteo.
Terkhatden dezen genmenliik, dat de eandidaat
~ ht« eer venfiende, dan werd fa^
jekroood en ootring den naam
r pmnneiBn dea knde.
.atnkkan i&n in de «ifwnfainde
atokken, wdke geronnd worden dooi een of meer
IJJDen en alleen ia de w^enkunde kxntuat voor-
komeik Hiertoe faehooren: het hooïd, de Toe<^ de
paal, de faas, dg band, de baar, de baieneteeL de
stok, de bwtaacdfaalk, de fiet, de keur, de g^M,
bot boorde^ de aoom, bet bantedud^ Ix^ ^^
kwutiw, ttet kanton, «Ie gm, de pnot, de fkn-
k«ik, de genUen, waarin wij apieken nn bot ee-
sekapt, bet gckouadtchftblMtMBntteTetd, bet
gAapt^ekouMl sefaild, het bekleed adnU, bet ee-
mantdd eehild, het ingeboekte eehild; verder be-
booren «r toe de eirkie)T«mige benatntekkica
al« de beeantca^ de koeken, de ringen en de Kwde
«ton^ ook de ^ppeli, de bkltka& de roiten, de
«Ma, de Mie, twt dn*-, ne^, 0$-, eesbbd n
bet ddbbel iiaiUa4 d» riie, de waeamaar, de
maarle, de ster en laat epaonad. 3m ■»■» deae de
afaonderljjko «BUkalen^
H«riwrliiiii, ooniprooktl^ lüttoHa phnla-
KM of een andóm boomedK vuèaaddiag, ook
de bem toegedaebto eer veni
door den nrat gekroood en
na een der pionneiBn dea k
botaaiMbe doektntttn tfreneefaaefata Teraan
gedroogde olaatenk Hen bewaart Aai
de gedmógde pli
VmdtteD, Mdeo,
X itueithan Uaden
den iMi>i
worden
>kr.
andwe w^'ie bewaanL £m bnbaditm ia on-
miebaar nor de «tadie dw wetemaHofbe fdaot-
kandch daar de kwmuken dai planlen na bet
<kM|en meeetd aoo goed bewaatd bl^rci^ dat ijj
ritQd borinnd kmoMi «ocdtat; aeUa nor mieroa-
ec^iaeh «tdenoA hmnen eomnügie plantendee-
len nog gebmikt wenka.
Sa ODdete borbwk, die gcfaeel of gedadteljik
bewaard lün geUenn, m die nn AtdroMndi
(1558), na Svoall <!&») en t» Oetdpn
J1M8). VennddenawMud ifin nider de bofbaria
nn KMMPOIf (t IfiM) ta Leaden en O. BaiMn te
BauL Beroemde opeiAain beoAaria rïB die te
Eew bq Londen, nn het Britaebe IniaewB «n
bet Unnaeoa^JloneotMliap te Londen, na Da Oon-
doüei tm Boünera te Oeaète^ alamede die 4e Pa-
rga, Leiden, Beritta ens.
Berbart, Jokimn frü^iek. em DoUaeh
wgegeer, den 4den Ud '1776 te Oldeobnrg gebo-
len, boMoht bet gjnuiaünm in ign geboorteatad
net rükfa. Weldia e^ter koeateide j
omitmnt de w^rtteaoerte aeUitandigie denkbeeldm,
looala Ue^ «ut t^ beooideelnig der eenbe beide
geaebriflen no SduOüig. In 1TO7 wend h^ bnia-
onderwner te Beni tm aelte «r tonna geirarende
4 jaar sQn w^egeerige atwfc nori Hg adttte bat
noodiff tot de «eiate begioeeien der wflrtiemerte
af te dalen, wodat hg «e der Oodeo beetodewdt^
iniondedieid nn bet t^dpeik vUr Sokrate» en
Plala. Verder legde bq «eb toe on de wie- en
natovkonde en kwam toen reecfa tot de grond-
slagen «mer widt«»fige adknade. Hg natigde
ii<£ in 1802 te GsttiDeen ab prinatdoeent. Hi«
eehveef b$: ..PeetaloaB^ Idee einea A. b. e. der
AeaébÊiaaB^ wjssenaAattUeb anagefObtf' (Sde
dmk 1S04), ,J>e PlaUmicd entematie fmubmen-
to" (18W), „ADgemdne PtdagogJk" (18»), „Uo-
ber ^rilostmhiadies Sto^nm" <1807), ,3anpt-
pvnkte der Hetapbndk" (1806) en .^Ugem^
paktiadw Philoaoi^" (1808). In 1809 nitrok
fi^ 1^ boogleeraar naar KooingEtbeigm en nweat
z^ kraefateft Terderien -hieaehen a^ wgogeerige
DigilizedbyGoOglC
nUie dei I%il<
(5de dn^
■3* dnik
' (1824—
246
oaianotklxifm en het bestuur vu 1
giseh MmkHmwn. Dsar «tiireef hq
«ar EraleituM ■■ ■-
. „Lebil
lee?), ,.pȕ.*
'S25, 2 dhk.),
2 dhL) en „SiHjUanUie ^i I^ikM^i
[2d» dnft 184']). Vu xqn klnneie gcs^irifteii
TCraariden wp: „Itteoriae de «ttnetioae ehmeo-
torom prioeM)» amiiifbjma." {i9lS), „ü«i>er
memen Streit n^ óu UodeDhiloMViik lüewi
Znt" (1814K „Onprtfltaa «>n dw BSae" (1817),
„PidaawiKW ArtMiÜm Blier SdnlkkMen"
0818), J)e «ttentioua mennira" (1822) en „U«.
bei die HtebMnit «wl N<«w«niÈf^«it, UaOie-
mMik Ml HiiloaDfliii Msawentkn'^ (1932). ^n
PNaJoBCen om ma «en ooérraraitcit wcrtzaiun te
t^D, <bs ineer du KontasdiiHKeii bet midtMnwit
«H TCD wvtraÉdtappe^ TCMeer, IwinMg iHm
in ISSS «ao «m bwuwmimg uv GAttinswi ee-
ioot te geTCB. Htar KMebcnett <mt b«m, ocbwre
ondeiseheidM kleiM «wtUDdiweii: „UmiUi pt-
di^ogiMber To(hni«en" f2de dnk 1641), ,3iie-
fe iQT Lebie tob der Fieiheit det menKhlJchen'
vsringen na „VêjtiMlagitAfe UBteraneltuigeii"
(1S3»— 1840). Bji «Tvleed dn 14dwi Aagüüm
1841 . £«B mtgHn «m sya seMmcnloke «eiken
08S0— I8G2, 12 db.) is bm^ door Harte*.
(Mn. ChnóologiMli sj}n Berëarf* welken te
TtndBD in de utnve tu K«krbaek (tot danerre
15 <k., 1687 «u.}. Ib qfK gekMMtertMl i» een
gedenkteek» voor bcm cmgeiicAt.
In tegemsteUaig met qn t$i^;cDOolea PtdUe,
SdUUm^ en- Be^ï^ die men «sboomade ideali»-
ten k>a DOOMtt^ «ertemMnnrdistHerbarfi wna-
iKgewte de oibdke liobte, «uddtende «ji
Kant. Tenr^l Ead ecUu de weiM«UMid Mh-
ter de TnTirtiiïiMlnn ncti •!■ een frraulMgTifi
denkt, M den ««kel^kbeid voor Berborf meer
Tuk der wJiAegeerte Ie Tolgeis Berbart in
de eente pUeta béetadeeniv tfflaer begiij^n.
Deie qn vol tegeaBtqjdk^waeti, dia «Ueen ver-
«ödard knnen wontn 0001 de kei dw weike-
HjUwdieii (rMfial. D» iknU beatOMt uit otkied-
ban, een»igp^U^de,nirtde«n»re imU*,
dfe ieikr bn
meeimuMdii
Keisddl in t
I eigenae
p hebbei
_ _ _j iMMduigheid tnsaefaeB
de realia (vaadaar de «maebrvrkig „qaaKtatid
atomisme"), de veelbeid der Tenehynielen ii te
TCiklaien ak wnagiiig n da aemenvoeging der
realia. iDew veiibunnf moet ook woideo moge-
aomen voor bet begTip dei mraoonlökbriit Set
„ik:" een mtnading vu Me en veleiln ken-
merken. Alle g«èei»«n benwt op de betrekking
toBM^D de licfajeU griykUgT«ide lealia. Dit ie
de eabitaotie, op gewMqk ^ebned de liel. Voor-
stelüagen ontot«an uit lelAeixiiaTingeD tenge-
volge na betiekkiogen baeeeben de ziel en aii-
dne leaKa.
iHierop bouwt Berbart qne neUniTwfe voort:
bet bewnatx^nalevendeamenaebeDisbetreeDltaat
van bet weiken dei voonteÜiiVBi^ 1^^ "«'^^i' Of
elkaar naar bqia«lde wetten: er ia verbiadvnc,
Tenmehiog en bdemmeriog; er lÜQ „groepfiir'
tegelj^ opiteedende Tooiatelliiigen en „igen"
etkau volgende. Elke vooiateUdng budhaalt zich
en ku weer te vootscliön komen, tia de belem-
mering verdwönt, of als aaeoeatie hiojt wederom
oproept Uit de verboudisg der ToorstdiingBn
oatetaat bet gevoel, bot streven, de wil. Deze zijn
sIzODderlgke venaogene d«i xiel. Met F
TUk bepaalde overbeoecbende vooMtellingenuB-
aa'e, deoe bepajen oinien wÜ en die wedeiom
ODK budeUngen. Ei la wel degelyk mog«lüÜieid
OD bet "karakter ia Ie weokan door de voorstel-
.l^gen. NMrti dB tidknnde, die de middden dw
opvoedkwKh Mooeelt, eU«t de ledelea, die bet
dod enan b^aan. Bet nddük oordeel ia veor
Berbart leei overeenkomttig met het »e«tbetieeh
oordeel: oooe bdangen, onie wil' b^ven traken
■peL Ah ri^tsnoei voor ons zedelijk oordeel wiJet
Berbart een S-tal denkbeelden aan: Ie. dat oei
innerljike vrnbeid, 2e. dat dei volkomenbei*^ Se.
dat der vdwlllemdbei^ 4e. dat mo bet leebt 5e.
dat du faUlökbeMt. Dit dne G pmctiBebe denkbed-
den volgen 6 beginaelen vui etuUleer. Weet dm
Berbart boe de legelB voor <utibandden qn, h$
kiKM^t hiemaa de vraag vaat, wat wq moeten
doen om oase kindenen op te voeden en raaea
Slaat in te iJditea. fiet doel der paediwogiek is
een lèdelgk tteik karakter te vormen. Het oadei-
wge, dat voomMUngen ■ninnt, ia doa middel tot
opvoeding; door een goede behaadding éet atol
wefcke mu heldeie begiif^mt ai op<&A er een
eaOHi^iBiigeBde timmtfllinffinmiwi oiüata, moe-
tee de ooderdeeten dar leentof aooveel mo-
gelijk met elkaar in vedband worden gebraebt
Bij ndelöke .ap>vDedii]g oodemi^Hle men toe-
eraen beatarine en tnohU Het eerate ia be-
toomii^ TSü «baft en naifcRiié^ oageboaden-
bnd, teft «kitte gewennen om otde^^ «e bande-
ka. De tndt beeft ten doel leddjjk kuiebt da
(^nindbeid te kweetoDL Ali (MTcboiogen «loten
lieh aan Berbart aan DnAinekm ITiitfa, ala taal^
pi7cbolc^[en Loainii, Steuttlul en Olto Ftügel;
aJ* opvoedkundigen T. ZiUer en Retn, in Neder-
land J. Qelidt en H. de Raaf, die enkele weiken
van Berbart in bet Bolkndacb ^ertaidde en mat
een levenflbeadu^ing en aanteekeningen voor-
iM- (FaedagogM, 1908 en Hetanbjiaiea, FeyAo-
togie en ËUiMk 1905)
Herbnoki JoAana, lïdder voa, een Ooaien-
nikeeb eonponiat, den 25aten Deeembn ISSl tn
Weenen gèbonnl^ «ttviag onderwjja «li koor-
knap) in bet Ci(t«ei6Daer Uooatar Beilign-
kren 1^ Baden en later van den kafMkneeatei
RoUer te Weenot in de faatmonideer. Ttn 1S5S
tot 1854 wae bn „Mnna ehoii" der Piariatenkedc,
in 1856 werd iS dirigort vu de Haimenkoor
veieeniging te Weenen, in 16S8 droeg de „Oeadl-
eebaft der Hnriklreiuide" hmn op, een gemmgde
koorvereenigiog te vonnen en beaoeoide bem tot
koontangleeraar aan het oonaervatorimn. In 1859
werd hg dirigent der coneertea van genoemde
„QeKlletAMC'. Door d«n invloed, dien bg in deae
betrekkiogen verkreeg, werd hn in 1863 viee-ba(-
kaoekneester, in 1366 eerste HotkepelnKcater, ia
leëS eerste kapelmeeeter der Hofi»en en in 1870
directMiT deaer opera. Bg bleet in dese betrekking
weikuam tot 1675 en werd toen weder diree-
teoi der eDoeoPtea vu de ,j(ieaiiTtaci»lt Hosik-
DigilizedbyGoOglC
frewtde". En^OT«r)eed te Weenen den 2SBton Oe.
lober 1817. Bq «ompoiwerde «es untal koru^ en
welken voor orkMt; ook gal Éiq oageliten koor-
werken THi Sekubert ait.
Harbell, JoAom Frtdêrik Mauritt, een N<-
derhndach letter- en omÜKkHniDiiige in 1758 t«
RwB g«lxn«B, itndeerde t« DoUmr? en te Var
Dekei en ondénriKidde licii mm, d»t hem ia 1770
wend op^eAngeit het Vmmker Iwndschnft tm
Horatiua met dto bestaande nitgairen te y^m-
Igken. Dmtda werd tq gcif^mtRt bg barns fAoe
Selnoanmbtrg en 5o&«n{oiuJ*fcora, d)« uA Be-
deri «enigen tgd bezig lüekl met bet venamelen
en nrtgeren der „PUkalen «n Chuten van Frie»
land", «aaris h^ door Tholen en J. Heringa ge-
bt^en werd. Na den dood tsq «eir«t^noemde
rerteende Herbeü i^n bgttand «n toen ook de
baton orcrieden ma, oiDtrineen Berbell en eeni-
ge aodeie muiDeD dé o^draorrt van 0«depnteenl«
Staten A nitgarc der „Rrieadie Gharten/' voort
ta seHen. Hg gnf liierMn gevolg, modat tm 1793
een 5de deri na bet JÖiwlt Plakaat- en Cluirtnr-
bo4 TMi Pneatand" veneheen, mann tih «baato-
atidfan nn 1608 tot 1086 opgeeamen sjp, tnct
«anteekeaiogeQ Tan Herbeü tcti^. Venter berft
bg «en groot aoDtd gesahriftea tui den hoog-
keraar Petnu Camptr in bet HoogdnMsch ver-
taald. Herbell weid «envtge» «ntvanger 4ei tto-
TeeneB in het dorp Kweknn (is UenaUUna-
dec^, <in 1790 seeretaris der «tad JiVanduf, rar-
kN>r dsK betrekMng in ITBS en wrd in I«02
•eereiaria tcb Saeck en in I<8]1 Toonittex van
de redithank -nto eemten aaaleg addAar. Hg otct-
.leed in 1819.
Barbslot, BortUfemy <^ een Fntnedi ocifin-
taUat, deo idea December 1025 te Pargs geboren,
vertooile, toen ^ stadiën geëindigd wavm, ge-
nimen tQd in Itaül, moral t» Rome «n te Fto-
lene^ wm na Kja iav^aa koninklijk tolk
Toor ^ Ooetenehe tatea en ging «n 1666 weder-
om SMf Italië, waar bg Tesblgf bidd
Hof fan Ferdimmd If, groothertog vm
Later «ebter weid hg g«d«atst ala hocgweim
m de Syiiache ImI aan het CoWge de Fnnoe
te Patni en orerked den Saten December 1695.
Zq» ,3iUio(hèqDe oriëntale", lütgeMTen door
OaUand te Fkige in 16W, i«4)et«id -door Sehul-
knë «n Reittt (4 dh., 1777-^1799 ,'a-Or»Tenha-
ge) ww<tt DO^ genmdiAeegd.
K«rb«iv IS een wooiid, dat ali keribmga
reeda in het ond^ocfdnitBcih TocnkoDut en oor-
qtnndnlf^ de beteriünüe bad van hgerpfaalt,
terw$l bet in de tweede betlt der Hiddelesawen
g«i>o<tweD aaDdl^^ wsu reiiigei^ een natdit-
*<rblgl konden rmdeiu Reede in orennideD t||d
had nten ia brt Oosten de karavonien^i, in Qna-
kenlsnd vooral in steden, waar vele Treemdelin-
gen ssmcnkwamtai, de fattdokeüt en in bet Ro-
awinMbe Rik de eauponae <A devertoria. Oedn-
rende de Middeleenwen Tond de vreemdeling
veeM «en gutvr^ verbluf rn de ridtterbarehten,
alanwde in de klooaters, waar een afzonderlük
Tertreki, kotpUimn «f AÓtnlole geoaamdl, voor
hem geopmd werd, tervrgl voonil in de steden
herbergen ontotonden. I^r vereenigden lich te-
vens na bet votmuKgd dagwerk de mx^n van
een of ander gild. Het icëht om tiAk een ker-
beig te bonden wi
TM een oitbaogiMird vnoraieii,
een gewoonte Sie ook ia omen tga nog niet Te^
dwenen i». DooremDs wm talk een ortèw^boid
beKhüdeid met lut beeld van een ot ander dier,
bgv. ram een leeuw, beer, ndekar eni., boewei
men er ook wd een sob, een ster, een Mom, een
kKMi% «enige visedien enz. <yp afbeeldde. Naast
EuUoe berbèi^n, die den reizieer» doongBana
d«chi« een armosifig verU^ aastboden, veneien
In de tweede bettt der lli^ eenw in de groote
steden <fe bAteis.
H«rlMTV0r, FofeniM, een Proteatantach god-
gdeeide, den 21st«n .Aj>nl 1562 te Fraostadt in
l>TootP<den eebor«m, v>u «Idui ak ieami en
diaeoaia» weiuaam en avedeed «r den ISden H«i
1427. Hq adireet: „Die evangelieche Berapoetnl-
le" in on» «eow b|} bertisliing bercb>i^ ,J>ie
epiettdiaefae Han^oBtilie", opnieuw nitDimeTeD in
1859, „S3 I«iQbeiH>i«figtea, g«Baaat Trtnieilrin-
den", 3D 18M weMivin in net liolit verschenen
en „97 Predigten Ober SimA" 0698). Bet ge«B-
t«djjk lied „V&let wdH ich ^ «eben. dn «ge, M-
Khe Wdt" is door tusa v«maidigd.
Bnrbert, ock wel fler«frertw en Bardb^tut
gensamiV Usecbcf) mn Utreofat, een oorhtgnuich-
tig keAverst, die üch een oiriwpeikt goag aaa-
ntatigde ener Omungen en Dieate. Toen lig •■
11S8 een reis deed na&r Rome Tei«teikten de
QraÜD^M» de Si Wattraigikerk, ten einde nch
tegen ign beersehsppij te venetteuL Wehfan edt-
ter Tetaebeen bq inet «en lager voor de vesting,
veroveide de stad en braebt bet ko ver, dat dé
GTOt)hig«Te ben biddigden en b^ eede beloolden,
dat ig de stad londer ign toestemming nimmer
met QHuen, poorten en torou zonden versterken.
Nanwelqte Iwf de tüeacAHo dtae anak in onde ge-
hmeht, toen DM FI, grani vim fiolftmd, een innl
deed in bA StJdit. Btrbtrt echter trdc tgn vgan-
dbn <wnii)ldelli|k te gnnoet, venloeg hen en Toer-
de Olto, den MveUwbher en t«vene den swagts
vsn den graat, gvvankelök bmw Ubeeht. ffierover
was Dirit VI >oo vwloom^ dftt hq met een aan-
nenlgke ovenoMht Vtieeht belegerde en aA
gereed maakte, de stad starmend^tand in te ne-
men. De hiwebop la^, dat bet iwaard htm niet
baten ion en nam ign toevliMht tot geeetri^
wt^tcoe. In kerkd^ {deefatgewaMi gi^nM, roet
den berdemetaf in de cene band en bet boA,
waamit hg het bMnTouüa ion voorleiui, in<Ken
de graal hst bekg niet wilde opbr^en, in de m-
deie, trok bS, gevolgd door een aanoienlgken
stoet geestelqken, ait de poort naar de vgaiMie-
l^ke legwplaats. Bg lipi loomst verloor Dtrit den
moed. Hg ontblootte bet boold, boog de knieën
en smeekte veigitfenia van den kerkvorst. Deae
schonk bem den kns des vredes en sloot met ban
een dnnnaam verbond van vriendschap. Herbert
overleed in 1150.
Herbert. Sdward, buon Herbert ot Chêrbu-
ry, een Engeladi deTst, den 3den Maart 1581 mi
te Oriovd en bezo^ daenta 1
1609 vertrok hg met Bneelsefae bnlptraepen neer
de Nederlanden, waer bf siefa in den oorfce on-
derscbeidde, en in 1616 als gezant naar I^rge.
Iteer hg putg kooa voor de Protestanten
m hMffdoor ergernis g^, wierd bg tem^gerocpeo^
D,o,l,zedb,GoOgle
Mod bem irakaom nioa Pu^. In 1625 Mg»f
hg üdi BMÈX ign gotitna, «Mtr lig wn aoriite-
loo* lenn kMde. fig het mtturtea dar oofattcn
ondei Kartl I koM hj) ds ^ix tu b«t Pwle-
nmtt. ra (wwlaad den ÜOctan AognstiB 1648. In
1^ geMduilten: JDe verilate firobt dMnHvitni
ft nvektkoe, » t«ri«iaüti, a pókabili at « talao'
(1424), ,4^ «MiM «Tonun oiw «om IntetaUi de
nel^pone kfd «t «nienlHe *d aaeevdotee'
,4)e feticMne geuUliDin eironMoque «pad
eMnii" OM£)t tnMbtte liü aan te toonen, dat
mo bg bet aaBnemen mm, «en atelsel Tsa natoor-
UjAiui goalMKenat deo geoponbaarden, aboo bert
(^irivtaikia leer goed uq mieeen. Hg nam ryf
hoof^waArheden aan: ■) bet beataan mn een o^
h) de (itidit <Ut te nraenn, e) tot die
, deo^ t
bei4 d) het naWfn t«d die nePMno^ beott be-
no» tói gw(te-, e) nib Oods goedheid en neoht-
naidigt»^ <Ki%t bdoonn^ «d >tnd in di-t leven
en biünainMÜB. Na agm dood Terecbenen vn
hem: ,JJi« and leign of Henir? VIII", „Poema"
en ,Jf«»oita".
Berbert, JoAm Bogen, een ibgirisrih edtil-
d«ar, den 2S«t«D Juimu lélO te MaJdon in bet
lomo'a «wfte iecfat", „Set bezoek der Evnintfiii
Tan S«ba", ,J)e tempelbonw", „Veroonkriioff d^
Tattwhfi piopheten", ,4)aDiAl in den leenwenikoïl"
eu. Sedert 1S46 wu bg Ud dei Eeiüaklgke Aca-
demie. Hg orerfeed den I7dea Maait 1690 t«
BerlMrt «f Lm. Sidntji. krd, ««n Eogelteh
■taatamaD, loon mn den ^Men graat «on Pem-
brok* uit dicnf tmeede hDwelijk met gnvin Wo-
nnmu, den lOden SepUmber 1610 te Rkhmand
geboren, werd reeds in I6S2 door Sootfa-Wüt^-
m, afgevaardigd naat het Pai<I«neiit, wimt hg
tiéh bg <de tories Toegde, destöda ondor de letding
nn loid Peel. Fg w«rd ia 1841 in het door Peel
gnoimde katihiBt tot MCFetariB der Admira^it
en in 184S lot aecietaiN van Ooriog «n Hd —
het mioiaiterie bNMcmd. In dien tj^ o"*^
hg een gelgke vwudutog ato Peel lell. E
een Towetaöder ds IwectwRDMide lecbten^ giBS
hjj ia 1846 met xga leidei en bet me^endeM
igner ambtgMiooten over iot de loontaoden lao
bet Tighandekteltd. Toen in Deeembei
krd Aberdee* de tetuda Tan faet bewiod il
deo OUD, «rerd HerSert ««denxn eecretwie na
Oitiog en moeet als xoodaatg aUee in atmeed-
beid otengen votn den stiüd tsen iRnshuM. Aiu
. de mniwpoedeD van het pneelscfae kg«i in de
Erkn hul hn ecfater geen eomU, daar het be-
■tauT der oorlogeukeD aan den hertog van Neut-
eatUe wae toerertiouwd. Nkittemiii nel het mi-
nisterie Aberdeen; Herbert legde de betr^ing
Tsn secretarie tm) E<doni6n, welke hf) in het
kabinet PalmeritoK «amnaiid bad, weUÏa neder,
omdat hg de bcftoemdog ««oer eommisüe T«n od>-
derzoek tiaeir den toestand ran tiet leger %k «en
Totum Tin wantrouwen bmdwHiwde. CMnrende
4 jaren leidde hg een smbteiooa ierea, dodi werd
iD Jmd 1869 weder secretarw van Oorlog onder
PoJmerstoN. Bjj orerifled op afi knated WiJten
An 2d«Q AaRtHtOi 1861. Te SaGsborj m den
2Men Joni 1863, te Londen in 1867 csn ataod-
■erterta of Beiert, Herman, een Meder-
landedi eodgtleecde, in Jnni 1540 t« Qrol gebo-
mi, w«Bcl Inssehen 1560 <b 15Ö4 ab cownntoad
in een klMMte* opgenHBen, maakte «idi bekend
meit de gesehnftut der HetnrocnMi» en <Teriiet het
u 1666^ OU ia IMS al* pMtoor te Wintaivwgk
in den geest der Henoimen verinaun te ij^.
Alva^ê kotnat deed hém de wgk iMnMa^ waarna
bij ewet tq de flemxmde raaeente te Neder-
Wead en ij> mi hfi dEe te DaTtbveht bet lea-
aarsambt waaraam. EKnala^JoorMAerl en Coot-
haei ^oeatonde h^ mime be^cippeii omlnot de
nittiaid Tan onderaoek en het geng der oiTCriteid
in knMqke laken, lOwM hq ut ooeoDigtudd ge-
nukte met ign CetrioiBtatR KnbtgemotHi. Da
regeenDe ica*d boa in ïüSQ ign «ntslag, dotb
ininiddeb wm h^ reeds naar Oöoda TertraUan.
De «aak kwam toot de Sjnode, maar de eemeeD-
te mi Oooda wilde baM leenar niM dÜTlieei
latni fvrti^ken. Nn mmd k» 1501 te '«'Gs'Kfen-
hage lot iqn eMominiaieatte wegens oareeblain-
nigbeid bedoten. De Stoten fieteit bet editw ioo
Ter oiat konen. JolummM üuteitbogaerl en Fnm-
eiseiu «on Lmubtrge» traden «ib bemadddaati
oiv en den 2aetieii AwDstae 1596 iiMd eeoit^s-
oeemde in de gvoote «ett te Qouda «en Tenoe-
niagdnnreda, iwanmi de elfjarige abF^d «en eÏD-
de nam. Berberte koa on sn moe ijjn pseifikiiig
voortietten en overleed den 23stenFebmaTi 160T.
Van lyn g«ecbdften ooeroen wg „Corte T«reh-
piflge over de woorden Panli, neidireTen tottoi
Romermi, aap. 2 Tere 88 ens.^ (1284). Wddca
TerM^een imd «en oobebeode hand Ufm Ber-
beril „Kort ende waivaehtjgh Terinét" —
„Eent
Heiliert»" (1592).
«oDte ende giond^tn
aeberden ob
de Oriat. K
'«i'cla'ioglie ^
deó AntkfariM", „Bekentiusse dee gtiel«rfa t«d
Teracfaejrden act. der Omot. teete 1591", „Waer-
aehtige beschrvringbe" eni. „Waemerene gfae-
Toeebt « BenufiDi Mitwoorde" <I-5S2), „NtM-
dM Tvrickrii^he*', ./Bekentnisse tm de reeht-
wencEgbinBkende gben«le Jeao Cbiieti" (1592),
„Eeoe eorte molarinee orer <Ee wonrdai das
•fnalek FmU, beeehmren S Theas. il Ten 8
.", „Van de eeuwige fnedeatimtie. Antwoorda
Heitmtt", „AutiMNMt H. &rberlB op ver-
objeetW' en „<]<»te onderwridiigfae (o
. leÜgie'' (1607).
Herberb, Tteodonu ffemunu*., een aooo na
den TOorgMndtt, stndeetde te Ijéiden, werd ia
""7 sla derde predikant te Oouda herocfien en
)de het TOetepMi tui ign T»der. Het qn
'tgeoDolen sdwarde bn «d aan de «Öde der
R«noiwtn]tt«a en decUe m-<161d in fann lot. H^
:de de hsoddiogeQ dsr Dordtsche Sraods
Acte TMi Stiktand >Im ODderteekenen. Latsf
eishter ie t^i lot bet ondevteekenni Taa desa
laatste ormmaao. Hen Tennoedt dat iiq i* 1647
nog leetde. Bg adirerf: „Cort ende daer benrys
ok de bejUffe adtriftavT" enz. (1616). een bo«,
waaTTsn m 1647 een derde «taui Teredieen, ttr-
wijl bet o(A io bet Fraoed) vertaald wierd. Daat-
op TenAeen een „Te^woberfobt" vwi Jaeohuë
D,o,l,zedb,GoOgle
HJERBBRIS-hHBRiCKÏIR.
üevwM, toen pnedikcnt te DotMtei, en hknp
een sdu^wn vaa ifcrfterf*, «etiteU „Ohrist»-
lyek» MTdeifigmgh em." (161?).
HerlwrtaliOlMi <te kIwI mm den gwrrM-
iteui <mi I>nitidi-Ninnr-Oiidiie&, ligt hd de
BkwÉiflbM» op Nieuw-PommeRn, ww) ü 1890
ontdekt «n nert kakoBnotaa, kKtoen en kwak
1, «en iFiMwafa A
Htrbatta, Jitlet Qabrkl, i
n dif^
a 1860 im StHtsdienst en
pMTtenHut nu BattcDiondseèe Zaken gsokatet.
E^ vertn* in lë67 als >noe-eajiBiü nui Nuefe,
kmm in 1869 un het bwrfd irtut bet eoanikMt
te Stettto^ ««nd ia IfMrt 1»T1 wsetaria tg ;«■
Jm fmre <n nim i^ «mdeiug ded i»a de rre-
deBo«leiliaiidelH«en met D^Bdüud. Dmim
WM liq weder «erkiMm J>q hiet mÜMBton^ wad
in 1876 tm «ege Fnnbnjk «fgmuidi^ aa«r de
DasaaeonxniBwe, in 1S78 oew faet Cooeres 'nn
Balipi, keerde io 1878 teni^ nuc het mMHsteBie
eo «wd er io 1860 tot lEnMtaor beMMnd. Toen
fVsyewiet, Kieu M>ioetoclief liij hm, in 1888
i^ eoüag oom, verikit ook Herbette den- Hwrtn-
dMoet meAT haiMm 'm 1985 met fretfemet iQn
voonnali^ phata. Toen in 1886 de awmtipeet
te Beilqn faeeerde, werd hg aan Herbette opge-
ifawen, iKlk HiM ba tot 1896 btUeeiUc^ vmo.
ut Itg tot bet MDA>telooa lawn teni^eetde. Hg
beelt to Boign door ign mraoenende en iwliril-
leode wedtWAnlKid de goade nak Tan den viede
berordenl en oreilead den ITden DooBoJber 1901
te Pkrn. Hg M^tfMt: ,Jjee mndMaoe do toa-
id en AJhm^ne" (1890).
B«rblTOrfln (M^ — pkotenetend) noemt
mm, io teaeniteNine toet de earnivoreii [lie al-
diu), die aimm, wAe bon inedM gehael ot bg
Tooduor mt liet plaotenrök Uewn.
Hcrbort Ton TrltSlar, een MidM-Hoog-
dnilMh diditer, «ennoedelqk ut d« geeetelii^en
«taad bebm>I«nd^ w^eerde a*nr hot Hof van
landgiMl flemtaMn mm TAdniiaM, op wiana
«eraMt bq iit den ■■iwwng der lede «eenw hst
,Jiat 'M» Tinèe", een berijmd -reriiaat -mi 4«i
Ttojwulien Ckckw, vervaafdigde. Bet ie n-
adwerei) in doi Hedor-HeaBiBclien tongral, wotnt
dt tud bet midden faoodt tandieD Boov • «n
decdnitBcb. Zg ii nLat zoo imiar ik ■me ij
dMhlerllike t«<i^eDootak;
HwlMt, /oAoN iVtadriBh ITtttelm, een
Düteeh in>eetenknIldie^ Jm 1748 te Petenhaae]]
in hat Toratendom Umden gebocen, maakte üci
Tooial tekend door aön beeehivring fan gded*
" " ' " eiken bcb
„Venocb eiMf NatmneMiiiehte der Eiabbcu «od
Krebn" 07S2— 180^ 3 Al), „GSokétug na
Eomtiü ider Wbmv" (178?— '1^88, 2 db.),
„Natnnritoro der vogeltagdteD Ina^t»" (1797
—1800, 4 dhi.) en ^jNatarfratffn aller b^ann-
tm io- itnd aiMUn&duB Ina^tei^ (1785— 180ft
31 dn.). Hij orerleed te Bwlön den Sden No-
iiét t« Lemb«rg, hi 1858 TviiFDk
^ ate «odaiug naar Praag, iwerd et kn '1659 tot
reetor gcfcown en in 1861 ajgevaanfied naar den
BebecröduD l^nAt^ en dbor deoen naar den
Rijksdag. Sks beboonde bq tot de Dnitedte eoo-
■titationede V*"^- ^ ^""^ '^'^ **>° '^ beiMd-
dagingen mer aSe iMaogrl^ aaneeLegenheden,
waa & nn ■rcle eomméBrifen en werd diMT oo-
cer benoemd. In 1807 «aunaidde bij <dto porte-
leodBe «nn Justitie in bet ariniaterie-iltieriperA
I faoedudc bq Tde faenronnniffon tot etand
adit, BMab de opb«lfk|; der g^eüng, ioatd-
lÉDg Tan een jmr ranr perodeniöei^ kerketjjke
w«t«at «na. In 1670 tr«(t bg af, o' ' "
betiwold<fcr<n|meitieenliestFee(i
Poloeki en HoAeiwart. ia 1376 en 1879 weild bq
de leAfer dw «f^ontie tegen de Ooatencbe poli-
tiek nu JwtfoMif Mk eMde tok», da* men de
lï<iden TOOT het besetten nn Bosnii «on wdge-
nn. Toen aft vocntel vefmipeii irei4 leM
Mi den aStten Fébmari 1879 iga mandaat' ak lid
d^ Delcoalm nedtr. H^ ««erleéd den 25alBD Jn-
ni 1898 ie Weenen. Van aöi veikw noonen nü:
,3aiK)bndi des Sstaneidusctien SbrafreeUs" P3
dfai.. 7)de ^«A 1 " ■
u. Hg ore
r 1807, als
HerlMt, Eduard, «en OoatenrgkecSi lecfatege-
leerde en rtwrtenuw, nien Sden Deeembar 1820 te
Weenen ffeboren, stndeeide aJdaar in de rediten,
begaf BOi na ign pnxnotie in Btaatotfienat en
werd in 1S47 gewoon boogleenaT ui de mditien
(8da Ank 1 . ..
tnng in das MenrnehisdR fitnCpKueeaiecht"
(ade dnA 1879).
Herbat, W^etm wm, «en Doötech letter- en
wnoeAnnage, den flsben Noronber 1825 (e
Webdaz geborétt, «tadeerde te Bom en te Barlijn
ia de lette(«n en gesehèedaHB en ww leeraw of
raetoT md sdioleB «) gimnaaia te KenloL i>reB-
den, Bidelelc^ Uaagdenbmg en ScSii^>forta,
w«ama bq in 1876 wèmgepeuioiHioeid em Hal-
te lot woonptaete kooe. Imer went bjj nog w«der
beaotfnd 4iot faoogteeraei in de paeoiaogiek en
oTMleed aldaat den Sleten DeeenAier 1882. Van
iQtt ge«cfanften noemaii wq: J)te kbuahobe AI-
tertimi in der Oegeimwt" (1S52), „Sar Ge-
scliiehte dei MMwirtigen Politik SpKrtaa im Zeit.
attw des Prieponneriedhea Eri«ffe^ (1858), „Uat-
Uas OÊaaiw, der WandsbeAei Bote" (^ dnk
1878X .^BtorktOta Sibboeh" (S dln., meama.
len geding), ^JüUbbodi ffir die dentecbe Litara-
tnigesctridri»" (7de *nk 1897), „Hiatorisdis
QadlerinCfa tnr alten Qesdudite" (1868-^1875,
& etakkeD), J/ar Fiwe Ober den Oesrfóifttam-
tonidit aof bObenn SdnOen" (1869), „Thnkj^di-
des Mil der Seinde" (1869), „E. G. Heibad"
(18S9), „MiHm Heiniich Voei» (2 dh., 1872—
1876) en „Qoelfae «o Wetdai" (1881). In 1878
stidttte bg hot „Deatodie litetatarlMt" en be-
gon de niteave i«o de „Eteydraftdie dn nmem
Oescfa](W^(Ji dln., 1882—1890).
Hsrohar, KwMf, een Dnited) beHeiiist, den
Uden Jannari ISSl to Rndoietadt gtdnren, «ta-
, deerde te Leipng eo te BaiQit ^n wea<d in 1847
ptoiomot aam bet gruaieémn in qjn geboorte-
idaate, im 1861 aao bet Joadumlbaiedie gT™»-
ainm te BkIqd en lid dei Aead«mie aldaar. Hg
WM «enigen tqd DMderedaatenf vem bet letter-
knnd^ Ijfdsebrift ,^eTmee" en orerked den
26Blien Haart 1878. Eq lererde: „Soiptoiea ero-
laei gned" (2 dh., 1858--1859), „Aaloaw Tariae
(1670), .^pietologMphi graeoi" (1873),
DigilizedbyGoOglC
2E0
..Afwlkxkm biblk.U>e<n" (1874), „Fhitwofai Aiii-
tidM et Ceto Hajot" {IS70]. „AencM commenta-
riw PoUweetieiK:" (1870), «a „FluUidü Kon-
Sa" (1S12). Ook atiawt hij: „Uebei die Bat»
riseha Ebene bei TVraia" {1876).
Haroorunls, Uenwfco' rerstMit nun de
eigeDMTdige iociebtiiig fkn KiiiMiii^ Uoemen,
■ iiwiij] de xlDiertai'TiDg mtuDdnd vonU door
' " wddiwlen en «tun-
k: de Esdi, 1x4 dric-
pet».
klearig TkKdtje
Haronluio d* Oarvalho • Aninjo, Aka-
mdn, een PonUKMdi dMttei «n genfaieaMiirü-
TCT, ^D 2MeB fiawt 1810 t« Ueuben gelwKii.
onMoff q^ a|ilei£iig t« Phïp. *ur Iiq aidi
befcent ma^tie mat de httietfande der beMtunt-
de nften nut Euoml N» avn tanwkeer voegde
11$ lieb bq de libenle f>rtq en nuakte duid bIs
nmfairwfcer un ensMatmmle dagblwten
al* ledMteoT tu het blad „PaDOTinu". In dit
jmtirtr Tonden ajjo dkfateritjke bvdba^en frao-
ten bi>ni, «mmM Jkq berioot zidi hd de ttkbt-
koDst te wüden. lo een nitiRebceid gedkbt ,,A
•m do BrotOKtA" (1636 en btv) MAiUdevde tq
met dMceie Uenxan in dioomen en TiAtCMiBii de
toekonwt TUt zÖo ntderluvl. DiMop volple ,,A
berpn do cmnte (1868 en later), neneenB een
wtM^kwBidig-godwfanBtig Mfiebt. Beide etailAen
m iqo ,4>oeeiu^' (1860)
B nanatifM" , - ,
Mgen Dit de geKAMdems iran Portógm). V
mI hji >Ün ,|Bi«c«i» ^ Fi>rt>««r' (1845
n öet lim, nhmeda een uder beluigT^ werk
,4>k «igeai e eatiUecimento di inqneeiflo «ni
PMtii^ (2 dfau, 1854—1855). Reeda 'm 1841
«M hq tot lid de> Cortei beiiroetDd en kAer werd
1)9 biÜfoUieearie dea kcnkma. Bq oTerieedt den
4iden Septamber 1877.
BeronlMMnni of HereuUMMm, eennwial na
Nifwle en Ca^ca de voMnaMaMe aUd nu Cam-
paniB, .wad at de nobqbeid der koat door de O»
oen gvetidit, dodi wei grootondMit bewoond
doM Grieken, dae nM Bmeden-ItaUe daMheen
waren geitrokkeii. RcMb in 88 na Ghr. wend de
■t*d docr een audbffriag gedeeHdgk Tenroeat,
do4A JD 79 na Chr^ ondM de RKeeiing tui ¥i-
ttu, bq een oittanting fan den VemTine, net At
~ ' " ' D «Uden Pompeji en SMiiae ter diefi-
"" m. cnAvc oen aeohreg«]| badohen,
deeUe nui Eeeina vcrreaen. ÜTei de «pdeMng
eMmr lie eader Pompeji.
Beronl«a t* de naam Toa een nitgebratd eter-
renbei^ fan bet Noordc^ haUnmd met Mn
oter van de tweede grooHe. Het benal een reeks
fcelangqjke dnbbekterren. AlioDdeiIjjk te Ter-
miUeD qn o HeieuliA, waamn de boofdM«r
intetisiet geel en terena Tenwdeilnk en de be-
geleider inbenaief bkirw ie; en t HerenUe, wMu-
<r«n de ondoopatqd S6^ jear bedia^ Boiren-
diea berat bet aterrenbeetd veradullende Toran-
derlqke eterren, waarrao a Het«nli> in SOI dagen
lÖn beUerheid Tan de Scbe tol de 13de groodte
Teraodert. Verier bwiftdten neh 'm Herootetook
ondenctieideD beUere nerelnkkken en aterren-
bot^n: bet meeci hektoA ia de pradilige, tna-
HeronlM. !^e Heradea.
BerOHloB, Zuifen van, ooeaDde inen ia de
Ovdbeid de beide Tooigelieigten aui de Slraat
na OibraltaT, Ga^ ea JUd», tbans Gibrritar
Ceota. Hen beadnuwde w els de ^renaen der
weiri<i en meende, dU ae door Henulet Mam
waien gtotaatst
Op ooo» Spaan Bche munten wooden deae ber-
gen Toorrestdd door aailen, als sTinbool, da't bet
maditi^ied vaat dan hamtber, door wiendtoe
nmnten gaaiagen wM«n, aidi tot de nilente wee-
lelgke gienara oaMrekln.
H«roTtd*oh Wond, in het latq» Herey-
nia Süm, ia bet Oriekxu Arkgnia of Oriamia,
ia de naam viai l>et boaohiöke gebergte nolGd-
del-DoilMUtuMl, dat lidi «trtrekte Tan den V^
tot aam de KarpaÉen, t«nnp hg de oode adinj-
T«ri ook dealen Tas dat wDad «ndw dioi naam
worden TtmeU. R«eda au ArütoMt» waa bet
HeT^rniadi wood bekend; Tolgeoa hem nam het
een aannaog bQ den Ister 9)mHi). CoÊaar geelt
aan dart wood een breedte .ran 9 en een logte
Tan 60 dafpwzen en rekent daartoe de gebeae
Iteigstreek ten noorden van dlea Dtiua, terw^
lün tqdg<enoot«n allerlei wtmderljike Teibalei
(mitrenit dat wond mededeefen. Strabo kon lidi
niet geheel «n al Tan de beóAtes tas Caeaar
loemaken en gal aait dat tnacih de flaata Tan itet
hadendaagadie BefaMnerwon^ £elgk oei Ketie-
;ii* PvfenwJiM. TolKeM tlonu, Taeitw ea PU-
tmu is bet HMcjnwdi wtmd éte met bet IIki-
riigenrood. Naar «lang echter de aaidrökebin.
di^Ht de aeaMdbeid Tan Daiteehiand naawkea-
riger keraen kennen, loothit elk gedeelte q^a
eigenaardigen saam «otring^ begon da algenee-
ne naam meei «n meer «e Terdw^n, aoodat
Ptoleawwtw daarmede enkel den beigirag aao-
dnidt, dóe de Sadaten met de Karpaten mtiBift
De aandrökakmdigen kennen <Uen naam toe aaa
de taagereeka bergketena, toggroepen en boog-
bakten, welke «en beagióom Tormen, die aidi
laua de ooordooatelgke lM«Tldot« nHatrekt^ al-
aoo liet Weaergebergt^ den Han
Sikaadie bergt
te iWinaMke
» «ao da un-
atti, bet B«aaeng«l)einïe en faat booglaod tbb
Qkti.
HeroHV. ftma, een HoogMrwh iSdtln,
~- a Sqitamber 1883 te Wencfaela gebo-
eide te Bd--" ' ■- ' ■■'-- -""^
wgdde wil weUia ai
.luui '" ütt T«it oen noi|gaa(Befien imsa-
„ . Taa bet PetUi- en Eiafdndy-Oe-
DOOtaebiA en ran de Honnaiaebe Acadnue Tan
W«teneoban>en. Sedert 18M rsd^eert hij bet
letterkimdig w«ekUad „Uj iiffik" (Nïmwe T^~
den). Van itfn weiken nuMoten wij: „Boren en
bmeden" (1B90), „MntemoT" (1602), Jh. doeh-
DW van OTnrkoTJca" (189S), „8n-
(1885). „De ionen van menrovar
Tan GrarkoTies" (1895), ,3et hnwelök van Saa-
bobs" (1896), „Een meiejeairrn" (1889), „Grnr-
km en Laador^ (1899). „Ondar TreenKleD" (1900),
„Arianoa" (1900). „Heidann" (1902), „Andor
en AnA«aa" (1903). Zfjm beet* tooneetwerken
i^: „De doiditar tbd de nabob" (1893), ,4>e
DigilizedbyGoOglC
(bie IntowieQ" (18M), .B>^ Bak Boatbj'
(1896), ,4)e OMBbB atonn^ (1Ö9»), ^rigwiar
Oofckj" (1901>, ,vSvroaki« tw het Pkttenmeet"
(1902), Jk eOM iu>a& waaoht <fc Andere" (1903),
,fijiaatiaia" (1904) eo „Op de rieogeleii thq den
Kind" (1905).
Harder, Johau* QoUhied von «en Daitecb
•dLiJlTer, den 26Bteu Ant^aMDt 1744 te Mcbrun-
0» la Ooot-PnaaeD geboten, besoobt de I^itÜD-
adie sebool Tan Bja ^dboonbe^hiite, waai 'de rec-
bem (Mk oadêrwga g»! m het Otidteeh
L Id 1760 kwMn hjj bq den dneoooe
Treieiko «h ictvvrer in dienat en maaU* géxmk
Tu de aldur Mnweiige boekery. In 1762 d«ed
Mn SoMiaeh officier tmi gnoudlMiul, die te
IfiAtmiigen mgiAimluiid ma gmreeet, bat mo-
bodfaemmeck te nemumurSt.PeteTsbiuigilMai
ei nklenrö* ^ fiw^o w ^ geneedBiuide en hem
terem tui een tnoBfiatfi te «neiei^ indien
fierder een |BDeeAii«li^ MitumaeKu^ iwn bem
in bet 1^4^ wiUe Tentalen. Herder nam bet
Ê^a, doeh Tid Iqj de eerate ontleeAumdi^ les
leedi Omiw, uodat hq <k geneedmade uoeat b-
ten Tarea, Zqd bednt, «m lieh nu hjj de go^^
leeidbeid te l^ulen, werd ventertt dqpr tgn
begUMtwera, A lieni een betHUaa^ aan het
Fneikikiiwole^iMii beoorgden, wiwiiu^ hii tyd
^«m>ig nx>r eigen atii&e cneibidd. Hjj kwMn
B keooü met Ëont, dae hem itoegwtg T«nadutite
tot al lija lesaen. Intnaaclxii g0voeï<k hjj ïioh
niet aangetroUcien door de rtnmge wüag«eri^
aefaoot, mau oeteode liiïh nt de godgefewdbeKl
met die yeAewn gefDelein, wefte tteta hier in
ataat iteUen, «en herfoiming «p idMi getéed
Toort te bróigeit Met heUigen prer beiield,
fecMbttc ba geatMdig ijjii ïeDoia art *" ' — '•*--
en irerd niet moede konet en ffolav,
lenaehay, lettcrkonde en gwiliiedëo
etndeeien. In bet luüaai Tan 1794
ab eelliiwintoi aan de Domaebool i „ ,
met weliw betrettioff b^ iater die na pt^
-dkaot TCTSNiigih. In T76T ontriqg hij een beroqi
•ia iu^eetBni dei St. P«tiii«iuol naai- Pfltars-
Ixue; aiet aileco wees bg bet -na de imti, maar
bg legde odt ia 1766 al mja betreükbgen te Ri-
ff* nader, om een «oote rtia te owkuMmeo.
Reedi beyood bq mi t» Pan^ toen iaj benoemd
weid tot ondterwipgr en godidienatleenika jin
den pcin» «om floItleii>-£u(M. Hij begaf vdi dien.
tengero^ naar Eutinenreiadeeeaigtt mnnmntm
daanw met den print nMr StnaitBbaig, wmt hQ
evenwel roor de benoomng bedankte en wemii
ijjn ood» ooglnraal era taaa jaar bleet. HH 2oot
w nwDds«lup met Ooef Ae en Ueel dSe belnk-
Ung ondetbooden. Toen reedi had bqj TCradül-
Uode geeAaiften iit het Itcbt gtgeven, waarin
bq QMt jeagdige yenneiielind ah rerdediger der
geTodena nu Lening en Windtdtnmtn en ida
Metrijder der Totwoordaelen en dwafingen Tan
^n qjd WM opgetreden. Z^n „Frasmente Ober
doe nenere dentadie Literaiiir" (1767) en xgn
„Krkietite WaUer" (1769) beaM^dea bem groo-
tnn roon, itmwöi bq op iwt gehaed ifer godge-
leerdbeid nieto van belang lisTorde. NiaËbemio
ontring hg te Streadidnuig een besvep ala Hof-
E'ediker, aDpeiintendent en «cossisloxMÜrat" naar
QofaeboTg, waazbeen h|j in 1771 rertroit. Hi«r
godmleeide, loodai hjj in il77S ale ptofeeeoi Jm
oe tbeokeie oow OODtiiigen heioepen ward Hg
attneUe etfater met de aanaonüng, omdat de ko-
ning ign benoemjng niet «noarwaefidelük goed-
gdword bad en men het houden van een oolio-
quimn (eameiM^rMdc tot ondmBoek) vam hem
rerhogde. Toen hg niettemia lop bot pmt iraa
het hoa^eeiMuUBDht te aaoiTaarden, oalrrang hg
«en benoep aia Hofpredfkev, eeneraai-niiperiflten-
dent en „obeiooneiattHaaibat^ te Weimar. Hin
ging <E boen in 1776 en kon er aictL ongestooia
aan zgn atodiln wgdeu. Hg fooral heelt Teel Im-
oedragen om fie etad lot lüt Athene van DaitBCO-
kod te -eeilienen. Troamna sgn groote Tendien-
atea werden door het rogeertod VoiGtenhDia al-
leaaÜB erkend. In 17^ wand hg nefrpreeideiiA,
in 1801 pieeident Tan het opperconeietorie, een
betrekking, T66r hem door Diamtuid vau borgvr-
ttke i&amat ooit bckbed, en de kenr.rorat von
fieieren aam bem op kt den adelatawL Heider
>vafeed den Idden Deecanber 1630. lo r"-
hfaritteo" < 45 dfaL, 1805—1820, TWdMuuga.
:, aO din., 1887-Ï860; 40 Al, 1852—1854, fie-
nevena teligke aaderev o.a. een tcb Supkin en
BedUeh, 83 dkn 1877—1899, en een gnoet aan-
tal-UocoilennBen) heek lig aieb een omergMike-
^fk gedenk loaien geolddit. Hen vieniedt ie in
<kie groeten, nnar geimig ag handehn over
godidienft en gw^eieenBuad, dtct Mtedniade
en knoet en om wóateeeerte en gescitMteiL
Herder'* oomprmkdB^ gedichten iga met
enkrie nataondanDgen, oooab de meeete t«d iöo
„Legenden", Tan wekrig beiug, mNaf iqd dicn-
tenl;^ taknt lefaiMst nxA grooteo hueter kt ayn
Tertakogen, Toorai ock mi litn „Volcitoler"
(1778) en ki den .,<Mf' (IS05), welke mt ijjn
dood io bet lieht verscheen. Ak gochgeleeide ter-
wierf bg ^roote TenfienBleo door sjn ooè^uom-
pen <fimttKig Tan het ChnateodHn, door ign af-
leer Tan bepanUe teerateHkHen, alimMde door
ign Ttckiaring dei Heilige SeorÜt, ge^k hjj tKe
gif ÏB lön „Qeist der ebriiaGbeo Pocsie'' (2 <Bs.,
8de dnik 1825). Ak imetiaeb wjjageer farwde
hg «eo reeks beiaogqjn beedmnmigen over de
1 bet I
keer. Zgo ondbeêdkoacGgc TorbwaiJehngen dien-
den om, oaar het Toorbe^ der Qnekei^ de har-
mooieche ontwikkeUng van den meiiMfa te be-
TorderoL Steedi tnrchtte bg den amaak te ni-
Teien en het geroel Toor bet «iioone op te wek-
keiL Het Terleden, waar bot grootadie toooeeten
oploTCfde, bndit bji in heiiimeting, hjj vmtigde
de aandadrt op bel Tolkaüed en de legende^ op
OttioH en SMceMjteare, ep de diehtkvnst Taa het
mtden en de traante ToonliwengMlen der Grie-
ken. Zjjn hooUweik Tormeo de oDT>oirlocüde .,Ideen
iiH lUhiecudiie der Qeeetnehte der Henaohhcat"
(2 dln., 4de dn* 1841). Hg wiUe de «eecbiede-
nie der menediheid TO(n«(eUen »ia een groote ea-
neniuiDgeDde reeke gebeoz-teniBecn. wefte een
.Tohnaakte toekomst Tooibereiiden. IKe toekomat,
bet doei en «trereo der aterrelrngen, beatempél-
de b^ liefat met dui naaea rao humaniteit. Dete
laatste hukfigde h^j tb godin; met baar bradtt
bg aOei in Teriwiid, toot haar werkte hjj met
onvennoeiden grer. Herder beiboort tot de man-
oen, die ach met hom leelomiTatteDden gee«t ale
iMt wam naar atle kaïiten niAnaden, lootht ig
D,o,l,zedb,GoOgle
voelen tot Tofaoakuw opti^Utha dftn dat sg mU
ietB TokunaUu ToanDbraiigeii, betimlk boji doni-
iMneo rom bcaoigt. Hü is wegcM t^ beeebon-
ndngeii op ^oedtn min meemuleD teredifRew«.
uil, en Hl iQD ati^ tegen KimJ bvrooi t^| 7i<èi
on^twöfeld op een dwulweg. Niettemia heeft
fa^ groöte TCmaeiuteii. Hq he^ een aiiak gega-
*en san 4e iKsdbenÜR isd DuitaddaD^ dmr
duJMDden in seeBbfaitt t« ontobckeD voor bet
eeht-aiaMcbdgfce. tn 1644 rierée men te Ko-
■ÜDRsbeieeo en elders ^jn JOOBten geboortied
<ea in 1850 weió te Wcbdu qpi ibrooMn stai
beeld oDtIndd. QnxriMher gedeokteeken is h
edliler ^eetfeU door ngn weduire, iforta Carolina
FbKkiimd, door bet ecbrqTen Ttm baai „Ertn-
nernseen Mia Benden hebta", wAe ia 1S20
doot /. 0. iflUJer in 2 deelen zqn iktingneiL Utt
^ iwblenBeh^ g&f men nog de volMDde i
ken JB bet kebt: „Oeidera LeiwDAildl t
(lMvnaln0Mb g«onbetw BnefwedMi" (1656—
1H8, 8 Ad.), „Am Herden tbdUMe. TJiweditflek-
te Brif^ T«ft Herdet md desBen OtMoT' (.1856
— 1857v 8 dim), .berden fieiee m& Itadien.
Henlen Driehradieri mit arfoer Gattin tor An-
I 1768 Ue *« 1TS8" (1659). „Von wd u
Smler
oer umtMulirnu
Vibtenbeigem
Senler. Dngedr&cUe Briefe aus Heidm Nadi-
Um" <1661— 1662, 8 dbk), ,3iM« dM Benogs
Karl Ai«a8t an Knebliet nul Herder" (16B3),
„Handen BnefmdMl edH NimlU" (1867) eo
j3th«e n J.0. HaauM" (1888). Vui de tüif
lie biogiafagn, Ae «Mt de „Erinoeniiigen*' eg-
iM «oUeeBooll» OD het J^ebeoelMU" .*an i£n
Èogsten MM» venebenea, aaeuma wq AA/K: R.
a^fm, Btión iMMb aeteen Ltfcot «nd seiaeii
Weiten (2 dln., Beslm 1660-1885), XMiw-
MOMi, Heiden Lel>en mfinaheii 18») en Bürk-
mtr, Heid^, «ein Lenen and Wirken (BerUhi
1908).
Berder, Signumd Wolfgang, niiheer «on, een
«xnt TUI den TootgMBtdfe, Mn ISden Aiigóataa
'1776 te BttduAmi^ geboien, werd owwed te
Wedmiir, waar eeuf^ raknn met QoeUte hem op-
weÉtou tot «iet beoeraicn der ddiulusnnkde en
loing. b 1600 bega hy ach dmt
__„ ji tn de ledtbHi te atndeeieiL Toen
hj} TCTtiokena nau lYeitiaig tern^eecde, «ud
b) ia 1603 bcnoond tet aBeBsor in bei mgo-
dutiM Selioeebeig en fa 1804 tat „Obeit»eite>
ambtaaMMBor" en ,fitiifOaanütmi)mnMi" te
FMbeig. Hjj werd na den dood nn OWpenjfer
belan met bet toeoMiit o>t«i bei labrteeeren tmi
Uanre lerfatoHen, AMnM waa Hj wnt
(1609) bQ de öxmMfteiö FaoU en b^ de
groOToa van wktfed» ia het grootiMttosdoiii
Waadiia en te Weenen. Hg <mrieed te Drat-
den dia SOeten JMnad 18S6. Eent m iQn dood
werd ijJB pbn openbaM, cm de n^nen t» Pnl-
eineii te ontgvi-
b i^uldiMieen mt TonOgVebeten iMMMte
Urw&mraiw der OeUlaehift nat den Hfltten-
werken" in fa^ Bcht «gOTen.
Bndanotaee, Johauuê üoogkaaa, een Ne-
derkadedi godgeleeide, den SOaten aeptcmbei
1822 te D<A£iim geboren, etadeerde iti de mecAogie
en werd aidtteieenmAgene ,j»edifanit te Eampor-
feen, Bdam en Jfq^iKeBn (eediart 1652). In Ja-
nuari 1364 Teikieeg hg wegene i
etneritoat, na fooiait aatg«^«f«n te beobei
jeMraUocmen «et hediiDennR Ten m^ katsto
petaring". Hq adireef: „VriewMiap, weteo-
arfMfi, iDMrtaetMqipeUk lerai" (1650). „De Pio-
pagHida, ToonMcndiJK » Proteatantecbe lutden"
Kt bet BoogduMeeh, 3de Ank 186&). „De Ovi*.
ten hg ^M dooden" <1653), „Je«i«' inedikiiMF
nwT ^teekgenbttd" (\«&\ ^^naAenu" (1664),
„Bereetigaag i«a kerfcewndrteden" (1672), „Ben
faoa» dn oHTrloedb" (1672), „Niei nitsWoipen"
tl676), „WMdDcn te ndJiim der onÜMD&w"
(1677), eiAele atcydadhititeiit beoeTens mie be-
dragen in tq^factdrften noOBdeilMBd in J4ieaw-
en Ood", tvi welk itj>MmSt hg een tiental ja-
len medendaetMtr waa. Hg overleed (« 31. An-
na tqj Nffmcgen den il&fen üaart 1686.
Hardnndloht. ^ ff«(o^ en MyUs.
HcredUi, Zoal Jforia d^ een fVanach dichter,
den 32etai Noreitiber 1642 te Portina-OaJajere
(Onba) gi^nn; kmm Tnaeg naar Fnakigk,
waar Inq cgn ofAeMng oobnog en JMei de SeoU
dtt Chörtn beaoeiit! Onaftnokeliik en TOwnogend
wjfdde hQ udi grfieel aan de dMttmiBt, ah leer-
Ung ^SB LeeottU ie Ldte, en «I hkr en daar
een sonnet of een btÊffiKalt, dieotertyfae paraten.
Zondw nog een Iwek goedinmai te befabenv weid
hg eja een dec beate en klenrenrgkste dMAer»
nu Fiankr^ beariionwd.- Eent in I69S Tcr-
adtecn de W jaar lang verwaebte bowM ,Jm
Tn^théee", gmotewfeele aonawtteo, de geediied-
kuKÜBe gebearteoiaeeii in kraditige tmMopiaak
behandeten. BeiMète „Tro^Uee" 'MitaaUe l^i nat
het SpaaneiA: ^MÜqat tastotre de k eooqnete'
da 3a Nonrdfe Ekfngne" en een kort arpnlmiTitik
TCihaa): „Ia Nooam Alfcaa". In den haiaten
tqd bieU hg adi beaig met de rewisie der wetken
nn A»dri Ohiiuer, wearrao hn ikilwiiilailiiïriiia
toen raar lang <utdM aieh badL lo 1S05 Tvnebeen
ign beweiking der ,fiaodlÊmia" Tan Ok^dtr.
Zqn «mig hage ge£eht ,J!ee conanénnlB da
1'ot" hehaodelt de TeiomAtg ma AoMrika, Ia
18B5 waid bQ lU dat Aeadtmia. Den mn be-
'.te hjj Jn 1896 met bet oeditU „Snfat k
Mreni". Sedert 1901 waa hn biUïotheeatiB
Mseaa<AMibo4beek, en overieed den 4den
Oetober 1906 te Handaa Zgn doditei Jfone,
LottiteAnMnetlei gébawd met ffenri de Bégmer,
— adAe ala KtnSba aaean ontfar het paeod»-
iOD Qirard tHoumiU (lie aMaar).
Hersdlt«lt. Zie Brfel^kheid.
H«r«tord, een der 'west^ke giaaEaehappeB
*w Enëêkuid, tek op 2157 t. bn. (Idlil) 11S 08S
Zgn bodeon nitocait een mooie atwia-
. bettvela^ dden en TiaUea. De faoogat*
tapfia imdt men op de Hattenlketai un de
westxnidweattlöln en on de HatntnhillB aan dl
ooataiyke gnnien. De bebngrgkste mieir ia de
Wje, dSe k deo Smtstn niiUnoadt. Zij neemt aan
baat tedttengde de Moonow en aan d« Unlrer
de In^ met de Arrow en de FrtHnie op en ia
t^ Ihoogen waterstBEkd tot Ha; mor orasMo be-
Taarbear. Verder beett men et het Leominflter-
en bat Okraeeeter-HerelonikanBBL De giood ii
er in bet algemeen seei ymubtbau en doAtia */i*
der oppcTTlakte met voor ouüuat geschikt. Be-
hahe granen, ToonJ tame en gent, veafwQWt
Teel hop en ootti, loodat er Tee! ader
DigilizedbyGoOglC
beiug, miader de .
De bomina iansto yed dhenfaoot
bemt qaei en manaer. BcAah« luD^ebooneiiJft-
bkieii io 4e boofdetad en in LeoDikMËet, «fe-
DMde inlmikenien «n >tM»nb^rtien ia Lodbu;
en «enig« ««v«riieii vftn grove Unmea rtoffen,
beeft men «r n^tnoeg g«en hbtóelreD. E«t ^^■
■ahip aendt 2 «lg«<nüdEigden umi tot PMle-
DMDt.
Bsretord, <)e bmddriMl tw fat* gelöknoü-
e gfnlidnp, Jo een waebütan «treek ud <fe
«n «IMiMiMp, JO
Wjv «n MB 4iet
fm Tff Mbedden apoo
Tt^Kn
^ „ ._, L blMelMMC-
Bk paleü. hét gwaahtahol, MC iMdbnia eai. Uen
■nttét a 8 IttteAaadwe gcoootMhmen, een in-
etitant vow MElwiirtBlfedai met mit Mieketü een
ofttonkoadiff geDootaAafi en o&denebcMlen btw-
pHaien. Bi qfn (1911) 2Q 668 fairaneTes <Be IhuI.
aefaoenen, tutti en hoeden trenaanS^u en «en
nitg(l>i«ideD bMtdel irma in fini^Ww^a en
hoft. Ei itÉat «en ffedenUeeken itei eore i«i Nel-
amt; Öaniek wnabia gefavnn.
tqk rUeMfaffedadrt.
Hmwn^ WIo, dh n
D oud ei
• SMde bet VeiiMmd
i 1678 „
BwnMtdenbem, woonde te Deenom «n
qnenw toot (fe Dnie iwi übeebt.
Rtnma, Veitria* a <ie«ntHk IFiitt^ in 1^50
DMtoor en dtèen t» Nleomoa tig Befennrd, wm
tvmna «en groot mebtiMieerde ea <bsK»nd liA
Uer te Bnieael, «Mr £$ eb Uedttrodw weod
toeDemnn lan Sjoerd vatt Sefmo en HartoMH
Oatom, die den aden Jrai 1608 te Bronet wer-
/ohoH, een
t«& JlBDWi
Jaeob froM
iettéttendSg^ den 28
e intwevpeoi «<B(n«iK gotoot m> betASi»-
■Mom nu XDB gAooaibetUS eea vltonteade
miriiiBil^, 1TCM te 361S ondM-triUMIieeiaria du
etad Aii*w«Tpen en TwvMidEgde vedeibndMbe
peditfaten, die in jautioekjei en tödgcfvitten een
[Ante ToiideD. Lftter evemral bepMlde b^ tUb
meer bfj tttlfconda, erltiek en Mttbetiek. Te Ant-
werpen knoopte hg een danname TrieodMAap
•Ml met Jan wm Beera. iBfeit dam en De Loet
rtiefatte hij m 1645 hrt .tvMtnlt ,&A IMroi-
bood". Nadkt Jijj 1814-^1845 leenenr ia de L>-
' wea eB*M"t *B Uedieien, wwd ' "
bet profeeio-
t AUMDMVD
te Gent Htw etMitle lij} imet ReM, SnaBocrt,
aimnMMrt en DMerifca bet „Vfaaniadi Xhsoot-
acliap" en In 1847 n«n faQ ded un bet mui-
leat, w— idoor de Tlatmedn ktteHtnndigen hoo
havBnK in dan atijid der «tMrttawdige partg»
bqMaHML In 1864 ««id hq behat met de kaam
in de VIbmmcIw kttedrawfe «m de wirrenKdt
te Otnt, wur hij ati gamwo hoo^Miaar weit-
nam bierf. b 1866 «tjebtte bU met De Bad»
en Oamvtnt het J>e«nflBenm", M de beate
VlMmaebe Mltr$Kn onder sön medewmtera
leUe en waarrao de «itgifTe in 1S6S werd ge-
staakt, b 1674 nam hg de leiding op uefa nm
S53
eeu 4weemaaiideQ)bdi Itjfdecbmlt „Hot Nodéi-
lamdadi Unoeom". ^ wae o.&. Ud van de Eo-
nónUIjfce Ae«fcmte nn Belsde en buitenJewbch
ISd KUt de Aeadeone tmi wéteDedhafiqian m Ne-
deifaxL De Aeademisiite Senaat te Onniingen
bad bem bet d^iktm lait doctor in de letteren
toegelcoML Bereman» waa een ToJblned VlMiiaiig,
<Ke oieh door een acfaeip oordeel en een KÏTera)
nmaafc ooderaefaeidda. Hn omleed den ISden
Maart 1884 te 0«nt; bQ wu te varen van de K-
KJribdiein tot de Pratceteoteebe EeA orreige-
gasn, Tan lön geacdinlten noemen wjj: ,Jfeder-
^kdMbe nnaUwt" (iiei6), „Beknopte Neder-
dutMbe ToraiSeatie" (ala dn* 16661, „letBorer
het rjim" (1847), ,J>ff«Maabete nn Kaj«l Lode-
w3k XëdaMoek'' (IStTX „Levwaacbeto rao Jo-
hü "nteodOOT van Kgewjjek" (1860>, J. van
Tondel, y\et trwu^An. eni." (IS63), ,Jeti orai
gewwat ün en gvwaest beUben'' (1853), ,^edeT-
boMw IMtlrieiInlie" (2 dk., 1858—1864). .Jle-
derlaodMbe metakk" <ld03X „FnnaAJfed»-
indacfa en Kederiaodaeh-Flnaieeh woordenboek"
(lees—iae»), ^ofkun too ndki^eben en
de Nedetlaodadw letterfaonfe" (1674), .Orarden
iuTbed van Noord-Nedeilnid op de letteatinode
il de Zoideiake Pra*taeiln gedore&de faet tiid-
peA 181J(— UeO" (ia74X ,/>eiUSbola nn dea
mabombal ki bet Nedofandi^' (1674), .J>e
nievwe wet tot TegeÜBg tmt bet faooger ooder-
wgi 4n Moord-HederiMd'' (1676), „^fdetejnen,
Tortooat biflneD Ohendt bj} de XIX Oainem vaa
Kietoiijken aUaar eomnieerende den XX ht
April ïëar (1677), JDe I'
wet tot nge-
__„ ,._ . , bet Eonnk^
dbr Nederlutde^ (1678), ,^ Nedeitendaebe kt-
- - ' ' OoateuVucbe Nederlanden (
fiwr vaa het lager ondetwna ii
' '-^-'-^ '1678), ,45e K
rteorÓkacbe Nederlaaiden ge-
damtde de BrabantoAe Omwenteling" (1879). '
,JD« üederen Tan Jan I, bertog van £_
(1682), „Weaiun rao mater Hadnwjjefa" (1874—
1876, n»t dr. LeiMmdti «
*ena ab jJTenar •roor de TTaamaebe bewegte
B^ «ebrerf o. a.: bet hriaifae «adMbt ..OrieobT
fifrN), bet «atorisQ JIom op den HjjT' (1861)
ea „Oedkbten" (1688> beMvena driktatiAkeii «u
tnfabriften en jaanoebjea. ^ overiead den
26aten Norenber 1680.
Hnmro <rf Damora ^ aUear), een Banèo»-
ToIk, berft ia bet begin deoer eeuw deaanikdit
getrokken door i|fn ramet tegen I^tatiilanl Zie
DuttteA IMA-Weêt-Ahika.
Hnraale. Zie Hatretie en JTetter*.
Hni ord, <an at*) in faet Prai«acbe dMriot
tËndan. waa Troeger de Mtet van een ntt bet
wcate^ «edaebt gekpown ab& en «en Ht»
nstad, ligt aan de «acMnTloeiiag *an A» en
W«n«, atn de apoorifiaen Wwatennark-Hamm en
Herfon^AItenbeken en telt (IftlO) 32 527 hvwo-
nera. Men TÏndt er 8 keiken, waaivader een Ro-
maenaeben dom «n de Ootaacbe Uaiiekeit een
giedeokteeken nn WiUekind, een gTonaMin,
een bnAoowedMct, twee weerimiieik. een adMow-
borg, ««D moHom Ttn ondbeden, een gemuwe-
ttia, ilaa- «n wwtapnmerijen, ]«nienhandel. fa-
bricage na katoenen aboffen, etmfeotiewaieii,
haaTliiniiiiiiMiiliiiini. iiaaariniilii — '^ ' ~ '^
DigilizedbyGoOglC
254
HERPORD— <H^atKUT)LT.
reit, bfigten ena. — De etod dankt haw bwlaMi
aan óe ToomiftHgv B«i)«^<ctQnenl>dö, di« ± 838
g«BtJ<U wexd. Tot de abdieBMi betioort 4« beri>eni-
ie Elixabetk van de P<dU (I«ft7— 1660), de nija-
reerige pritMee, een leedjngie tmd DeiearUt, «o-
óK -wie «en ^dluw A «eete der LabMfiaten
(ii« LabadU) te Herfoid ferb^ McU. Het atilit
wöd m 18^ geeeciihiiee«nL
Herfst (U«IÖD =: j4tie(imna« Fnuorfi —
Awkmne, Angebakmeh ^ Aeorfeat, Ed^«1bc1i
^^ BarveÊl en Juftimn, Dtriteoh ^ HerM) m het
derde der fier jaMvetndui, itnaadhen Zotner en
Winter. AatnmonuMi begint de herfst op bet
noonk^ ibaiEroiid lïer moi^ <<p het owenUËk,
wMiw de »» bg haar jsaripwAie ubnmtng
nu Kooid tatMr ZÓid komt te ataao m den eve-
naai, en «ioAgt hij, wanaeer <k zon Inar groot-
■te nddeiijke dei&Mtie henArt heeft. Akoo
danrt de'berbt daar van deo 23aten S«pt<mb«c
(Hertstdaff- en nachtevieniii^) tot «fen 22aten De-
eenlber ^oen koititen dag, winterBoUtitinm, tol-
«fitwm bntnufy). Vom net anid^^ hatbonA be-
gint de berbt op bet oogenUQi, d>t de ion bn
baar jaariSjkatiie HJiMni^g tmi ZuM mar Noord
den «nenaar paeaeert, en en»Sgt bij, mumeer de
aotk de gniotete aooidelqke deduntie faeoK ge-
kiegsD. De hertet duurt daar dos van den
Sisten Abert (VooTJaajsdt^- en iM«hte*endng) bot
dm Sisten Mm (2k(nen(AaËitiiani, «olffifiuin
aatitttm}. De berbt ü derbkliTe op bet noorde-
^ baKmid der a^vde een «fag kortn dan op bet
nidelflk baHiODd, ircft veiseMi iQn omawk
vindt in d« Tenebillende «telbetd tui. da aaide in
faa« jaaiJqkeehen omfeion «n de aou
In da meteonlogte weegt me» de nutaoden
Sc|)teinber, Oet«heT en Nowfubn de herfet-
maandeii te memeik, Set weei b gewoonlgk
in dm berfat Mumnkid^ besteodig en bddef,
doch later wordt bet <TCrai«dei^k en Toditig; de
locbt wordt kouder, modat het dikwi^ Triest
en eoreeunt — de eneenw blijft ecbter dan nog
me* Uggen.
Zie 'verder: JaargetSdeit ia het art. Aarde (dl.
I, bh. 40, kot. D).
Harfstdradni noemt men de ojterst tgne,
^jdeatAitiiie dradeo', dte op droee herhtdagen wel
eena ïd de kiebt iwtffcn, Ke dradeo tipii eActa-
«fag tan kieaoe sptiuien, wefte dan in gxoote me-
nigte TOorkomen.
HeifBtiiaolit«T«iiiir' ^ Aeqtmoetium.
Herfirtpant ia het evennaehtapunt in den
bcrtat, bet enöpunt tic equator en ewptio^ waar
de soa >ieh beinodt op dêo Sisten September.
HarfBttt|d«looB (Colekieum autumwde) ia
een «KnerblQTtaid kinadatditig koolgewae wt de
iMnifie der Miraehtigat. Tij kenmerkt sith door
groote fila Uoemen, die ib September uit den
mond komen, bi het voorjaar vorsdiijnen «okele
Uad«reD, waartnasehen de dooaimcht Terscfaokn
ligt, die io dm sxnei r^^ wordt. In ^aai-lmt-
boig ia deoe fdiot «eer taJrp:, orerieeas ttü
■eknaaa; afe tninpjant woidt xij echter ved ge-
kweAl ffie TCrder LelieaehHgm. IDe planlen
worden ook nog wel droogUbeiere gebeetan, om-
dnt de boUen ook loaiier in dtta grond te ^jn
geplant bJoenen kunnen woartbrengen.
Berrenröther. Joeevh «on, een Dnitedb
godgekenle, den Idden SepteoibeT 1824 ta Wfln-
biug geboren, atodeopde aldaar en te Some in
de ttietdogie, weid in IBtö prieater. in IS&l im-
vaatdoeent te HUnchen. in 1Ö52 boatengewooDL,
in 1656 gewoon boogleeiaar in bet ketkdök
recht en iai de keriweacbiedenia (e WOnboiig, in
1S78 karddoaal en KOit daarna arehrraria tod
deat Buigen Stoel. Ia 1808 went bg naw Bonn
geroepen, «la fid der oonanMMe tot rootbereidiiig
van bat Tatieaaawefa OauAie, waar hg lith een
' lÜMaibeideleei T
noemen wj: ,J>eT Evdienstaat aeit a
Mdwii Berohition" (18e0>, „Fbotina, Patiianit
,Entik d
DSÜiKerathen BrklftnoK -mm 28 Uln 1671"
(1871), „KatiMÜwbe ^*e mA «iiriatBaber
Staat tn ihien geeehichtliehen Entwicklunr" (2de
drak 1874), ,3uMln<h der «agemetnea KWcben-
geaehldLta^ (4de dnat 1«03, 3 Al). „Abaiaa der
KbatigeMlrichte" (187»), „Eanfinal Vmarj. Bin
LebenAHdr- (1679) en ,J«onN X, pontiOm ma-
Ekitt, i^wU" <I8e4— ISai, 2 dfak].
BniYSMll, Hugo, e«t INtiMb meteMokog,
den 2^ten Uei 1859 te Brumbeig gebc»en, stn-
decide io de iwlnniwetenecfaai:tpen, waa eerat
aar aam een fnnwaeiam, daama prrfaatdoeent
de aanh^^akmide aan de hooveadiool te
' "^^ >, t«pfo4geDab«iteng«)wootiboogleerani
— '- - --iteorologn alikar en werf
i^jludaenat. BergeiM «toonde kmcfatig <
wikkeliiic der hidtbvanit, 'm/ai y^m wete^
eehafipdQfce doefainden, en gaf d» atoot tot A
opriebting de* intematwnaie eonDisiie toot we-
tfluadMpp^jke hcliibnniit, waarrtn b|f van dm
begónae tl worntter waa. ^ deed met den vorst
Tan Honaeo een wKtenacbnppdjjhe nis tot eoder-
aoefc der faocgere Incbtlngen boven de oceanen,
fond daartoe waaebiHeiMie iawtnmenten uit. ver-
beterde de methoden van waarneming, stelde het
DDdersNk der hoogere deden fan den dampkring
boven de aee met bclM%) van Tfiegera en regie-
treerbaikioa ia, gaf de ateUwden der dwigh
baRona aan, nam deei aan de eonstnietie van be-
ettmibare toebts^tepen. w«e een Ijverig bdper
van graaf Zeppelin en dwd met hem veraAiSeo.
de renen per Indvtadap. H^ schreef een aantnl
artikelen ïn weteoediappdigke vokMaden en redj-
gaeit bat „HeteraologiedMa Jahiboii fflt Ekaaa-
Lotbringea", de „VerSttentKchunRen der nler-
ontionaieo Kwnn^crtoM fOr «JaeeiuehaHliebe
LnftaebtfUHt" en de ,3mMge nr Tbjék der
treien Atmoqiblre".
HeThnllnr Tan ' ■trofbarc falten. Zie
Recidive.
Hdiioanlt. Okorles Joteph dê tüemiU, «-
■epl Olua-let if, een Fianadi aehrijver, in IKiS
te Boofcgne-eiiT-Sfer geboreo, weiW aan ver-
aebüleDde tndecbriften atede en atj«btte in 1388
de „Rmw de k RémdaUnn", die t^ tot 1890
rediigterdé; E^ «hierf o. a. de vo^eöde iMtort-
aebe at«fa'ieB en ranane: JLes patneiene de Pa-
ria" (1681), „ün ^ntahomme catt^iqne" (18S3),
„Ia FVance gDemère" (1867). „HtatoiTe nattana.
Ie des aanfragea'* (1870), „Ihennidor, Paila en
DigilizedbyGoOglC
SEmGAWF-maasasDosg.
17M" (1872), ,X» i«T<*itiMi de llMmudoi"
(lem ,^ 1792" (1679), .JiBB bcMugieon de 93"
(188e). JiS BMilutMD" (d8e2), J.w aotxe ^m
iMobio'' (I88S), ,3iBtoaM anecdotique <fe k
Fjukm" (Id87-~18d0), ,Ja Fiaooe rAroktiMj-
fUHn" (1888), ,Jj6 Toman d'uo oNpriMute"
(1680) en „Une rane de tfaéft^e" (1891). Eg viSi-
leeid te SmKoai n 1899.
HAiioonrt, «en etM^ met (1911) 0650 io-
waaaa ia bet Fransdi <fafNMit«nient Hiuile-SaAiie,
ia taakwmi^ door de eovecUen ran 15, 16 en
17 JMMiri 1871, wauiotbet een wotoma «taon-
poDt der I^wen wm (Zm BeI/or(>.
Hsrlk fSiwvü ar*«tUM L.) i* d» oMin mt
een plantenscwrt wX de tMniKe dei fruüUiMMi-
jMi (Cneittren). Het Iranrt els ooknüd tdge-
meen tooi op UeiakÉersenèeeft Teel vande gele
mosterd, o. a. dooi den «ijd-wenitutiiden kelk;
de hMtireii xnarolrotid ol iett untig, oiAeluHnl
ot met lea Boite, naai txoeden gerichte iuuK-
) abeten krodde,
kiek, «ele kick, beek, faüine, eni. gaweoMl. Het
Uerik oedo«it mai ook w«E eene óe IcHopkerik
(üeal&w).
Bwluv, Eduard wm, «en IDiütsdi T««arl«e-
njjkimdige, dés QOaten Maart 1799 te StatUgart
gtimta, «twieevda md de -wewteenljscholen te
Tobingen, Weenm en Utlnehen, werd in 1S22
kenK aut de YeeaitoeniJBcbool 4» Stuttonct, in
1828 digreeltar <dei üaaA en me rao 185S tot
1872 «ppeneeartB en leferendarie bq tiet mi-
oisterie van Oodog. i)«uiM kode hü al wn fae-
trakkineeD nedes co oneileed den 2S6t«n I
1881 te Stntfi ■ " ■ ■ • - ■
Mr TkiUM ,... _._ „
Airaao»U«Refan tQi TieiaEtie" (3de druk -van
Wei»*, Stottg«rt 1670), „SpeueHe FWflMkgie
Dod IVieropde TOr Tieiirate" &ie ^A. Statfegüt
1858], ,3Hidbadi der tierinstUeben OpeMUotw-
]^re" (6de dink tho E. Vogel, ^nttgoirt 1697),
„BiografilLiaiii üiUrariMim Lei'ikoai der Tierin-
te (met Sehrader, Stuttgait 1863) en „Etjmok-
eieebea WSrteitncfa /Or Tieraide" (Stutteort
1871). Gak radis«eide bq Tan 1839 tot 1676 bet
„Beperiorium 4ier 'neitieiftunde''.
Hulnri KoMtanHn, «en Duiteali bMDoeo-
pastii, den Isteo Jaaoari 1800 te Oscbati gebo-
len, ireatwde Mt 'm 1834 sfa piocUiech «eia te
Flrilade^Èa en «rerieed abfaar den 23atea J4ili
18S0. Tot zön b^Hignibste raduiUten behooren:
,3omOopaflu»di»&aMRt^ (19de drttk 1904),
„Amer&aiüecbe AimeiprafnncKn" (1857) en
„CoDdenmd Hstefia UMcËra" ^ dnA 1879),
oa" urt. ^ etieUJe te ÜDentonni de eerate bo-
moeopatbiadK botweachool
Herlni:, Swald, een Doitadi ipbjéioloof, den
5den AngMtoe 1834 te.Attgersdorf oebwea, ata-
deeide «n de metSranen» Teatigde mt ia 1860
ab «rtt te Leipiig. m 1862 ato mivMtdiMent al-
daar, werd in 1865 boorieeraar » de nti7a)«Ja0i«
te W«eDen, in 1870 te Pne^ en «> 1895 te haip-
tïg. Zöo oodenoekiDgen betretteo TrnnuuMlJtk
den boov der Imer, de dhpedeee dei bloeiffi-
ctuuntpjet, d« nihinlirijiiw. de a^ffmeene wmw-
«1 «pterpèjaiokigie, dw détr notaigen en de phy-
•opbratea. (kk ateUe bjj een nieawe kkoNideei
op. Hg adveef: ,UebcT daa OedidhtoMa ala eioe
allmncüie Funkümi der oiguHÜeiten Hatarie
&£e dnik 1876).
HerÜKa, Jodoe»g, eigenigk Jouke, een zoon
TBB Watte Jmtkes te Mmoertaga, den aden Fe-
bnMii I704eriwrMi, atodeeide te OioDÜigen) waa
eerat prediksirt te SimoneiKM, dBaiOB te Droge-
bun «D Baiim^Opaada, «dbnef «eniee gedSdi-
ten » UeJne cpetê&n en onrerieed dm aiaten
Jimi 1782.
Berwga, Jokauut, «en ooon T«n Jadaetu, den
Llden Jaauri 1783 t» iDragefaam seboKi^ etn-
deeide te FncM^er n de godgrieeNUeid en waa
TenolMia pnedikamt te Bettelaixraag; Ifansonit
WonacnotMt, SebMmd», MnmaRen en 'fl-G»TeD-
bage. Ia de reaLdentie Ueei fag de laatste 40 ja-
ren agna lerreos werkuem, «aa bo&apctnö ran
priu WiUem V «D wend eewiUtU ïb dan etii>d
mei de wehtiBu4gbMd tm Klemait, predHuut
te VoorimiR. Hij TeikKeee ign emeiitnat «o 1814
en ofierieM Jo 1815. fiq gaf met Oretdamw
een „NaHoigst du' predikanten, die «edeit da
Herronmng «dfend MAien io de OaMaa Taa
Fnwefcw" (1781).
Heritiga, Jodoetu, Bliu'* xoon, een McMeei-
de, den 14<den Oetober 1765 te Oon«dqk gèborai,
beuebt bat nj"*»* "W"'. daaina de faoo^scbool
te OnMÜngen, waat bq neb 4^ de oude tabn en
Temkena op de Bm^eteenlbead todegde^ wen]
'm 1786 bdpprediMi es kort Aan» pratHkant
te ÜAak op de Vehtwe. In 'ITdl wtiok hq naar
Vln&gen en in 1794. osdat hq tot dootor io de
«H^ekeidheM i>«Tovd«d wee, aeinnMddto faq faet
boogleeMaiaambt te Utieebt, terwn) hjj er tatieaa
den jveiUdwDBt watnum. Tiwatelóoe benep
RKR MD aan faet-Adnenaeom te Amateidam en
aan de aadanie te Leèdc». la de jaren 1610 en
161 1 wM bq ah r«etor manaüeaa de nitroerhig
der boTdea tob JVoaoIwM, «e de miremteit tot
een ïHwtnadMat w4de Teikgen, te ytMaS»tta,
en daar nèemaod reetor magnificns dorlde te
bjj bet «n mdte daardoor bet beataan
Jamari 1840. Van
tijfi geaduiltCD rmoMta wq: ,3ednoemiw bq-
bet OTerigdeD «o 3t«ren Jan 'mo Otam" (1796),
PraktAste aaameitiogen en taftnt^tét op H.
é. Barsen. <3«deDkwia«litf>eden irit bet leTei
Tan Jen" tlBOb. 2 dbk). ..Tei ««^Üitenia Tao
wiikD Jmi Fraderik mo Beeok OatoMO (1618},
„'AeiLtBl b^KfeeleniBeBa en leerredeBen" f1616),
„Tioatal leenedeaen Us aanpiDiiiiff lan ObrW»-
tghe dragdeB" (1826), „Korkelqke Raadnagei «i
RaMkerei" (1636—1848, 4 dlii.), „Nagelaten
leenwfcnaa'' (1840—1842, 2 dbi). Van ^ be-
krooode iwbanMiagen '«■emdtln) wq die: ..Orer
de aoeonmodaUe tco Ghaatne en inu Apo«t«-
ko", atanede die oTer ,^e Bergrede', *
door de MaatKhappq tot Nut van "
bet eengood wera toee«w«aen. Bekkn z^i in het
Dnltodi Teitaald. Vwder kncrde bq bjjdn^n in
TeradnBende tödediriften ala in de Nieuwe Ne-
deriaodsebe BibUetbeek, io de Oodg^ide Bg-
diageD, in de Knoet- eo Letteibode, in bat Ai-
diM Toor Eeitetgke Oeeebiedenia en.
BsrlnvBdorf , een donp en Ank beaoohte
baikibata in bet Pinmmóte dietmet Statten, ligt
(^ net eiland Uaedom, aan de Inwt dei Ooataee
DigilizedbyGoOglC
266
HEBINOaXAtF-iHBRKAiUWfiNDE DiEBElËai.
en aan de spocrjqm Swinemtfiirde — 'HenngMferf
en kit (1»10) 880 inwixinrB. Men 'vwit si eeo
kerk, vde vidla's, mooie wuidcJwegBn, een 425 m.
laoffe pwi, een gedenkteelien van von Blilou, den
Btiabit«T van ibeA óarp, een ^eicenliai« en een led-
<yngestatHnk, De baden woiden jaarijjSu door
rSOOO peraonen btaoóüt.
Herlnnerlnr' ^e Geheugen.
Barlnneriuvsvsiinof SD, <3e&rAfc am. Zie
OeheugtTi.
Hcrlold, een iwoi vam Arulo, kuranig vvffl
DeneiiMxk«n, ngcerde a» bet eoeuiTelen i^im va-
den nwt ign faroedai Regenfrid. De Denen edt-
. tor veijo^cen beat, nsarna bq bul^ TXtaiU bg k«-
MI LcMwyA den 7rom«. Deie load bon
t g«d>M wenj
2 door Lodew^k op den Bükedttg te Fiuik-
tcrt tqgctegd. Bet v<yigieDde 'jva veiMheui He-
rield Of An Rgkada^ t« GompÜgoiB en wiie^ on-
dentminkig tegen >gn ifüaoaeii. Lodev^k iioai
de graven riUofar «n flnüxinuMKl naai IDenemat-
ken cm de aaken te ondenoden doch «r wdgih
voor 's iiandt seen begliasing. Toen .veitnA He-
noM met een la^^ e«<Tolg door Frieriamd nwi
bet snMui en ging met ^fn geoo en endethoori-
een, ten orcralaHi dee kedoMa, fifaohtig tot bet
CSuiBtendom over, hoUigdeLodeHrilik aleleenheer
vMi Deoenuiken en ottring Aet graalKfasfi
Skkmüa (Rtntm^m) te Oost-E^-tMluKi teo ^-
Mfaeob, terwi^ tq later ook otA faeütlÉiicen »
one land bekeend went. Lmmere men vioicB ver-
mei^ dat Rurüt de Naormm en xga broeder He-
riold ten t^fde van kwaet Lodem^k Doutalede
(Vöoom Doieetwluni) in feen i«iferefren.
Toen Herioid na d«n doof) in nja vaderiAod
temokeerde, blev^t zgn loon en neel aan het
FitMaite Hof. Hij voeiide een moedigen toe-
stel mede voor dn fteHigen dienst, en twee mon-
ufai^ Aiugaim en Att&ertia, ner^iraelden bem.
. Later iteiQ b^ «pnieaw «ét iQii q^ ^enkenen,
venolgenB door de inadit dn keisera ia 190
waan^jfMid beisteidt dodi ia 827 wen t«d bet
faewmrd oDtoert. IXtnati wmco alUe ]»f;iQ0en van
Lodew^k vgrocbtdooa, soodat Htriold nin overige
dagen ia de Nedeitaiiden dooibittdit.
H«rl-Boed ot Herat-Roed (Rmer van Herait)
ia de naam vmi «en ririec ia faet soordweetelük
gedeelte vaa A^ieiuatiin. Zq^ootoDnAgt op bet
fwatelgk . wtOTode t«a den Eotw-Baba, elfoomt
door het iMMfecbep Herat naai bet weetén, ireodt
ueh durap aJe gTensrim«r tuspdiea PeraiS en
Afgh«.ni«tMi nur b«4 noorden en eindigt iw
«Ml kop vm ± 300 Jam. tem aooidea yati S&néA
m de woeat^ der Tnitmcnen.
Berlaan, de boi4d|:la«te van t>et ZwiteeradK
kanton Afipensett-Aneienbodui, 9 km. ten Z.W.
mo St. OttUeD, ligt ■« de apoco-^ Wóntelii—
iffmuA en telt (IftlO) >]5 502 inwoners, mMst
Proteatanteo. Ifen lüodt er twee tiaeie keitera;
de ingetetenen honden er zich voor»! bezig met
bet wwen, bleeken en vwnen van katoenen atof-
f«L In de nftbnbead van Herieao liegen de bouw-
fftUen der bnrabteo Boeenbuig en RoaentnugL ai»-
mede Heinsicbebftd, wmv vcml eUi ata de fnett-
kfljur oiraerwcrpeo-
HAiinon, Mauriee, giaal d'trieon, eei
TnaaA Mlaec en ecbigver, im IStO te Parjji g«-
boTCD, maakte deo Ibdiaaaecben mdtooht mede
etreed ah adjodant vam generaal CoiMttt-Jfon-
iban ia dóoA (1860). In den oorlog vut 1870
tot 1871 weid fag eerat jt^ededd h^ &a atal van
geaeisal Sehmih, later tot adjodüit vwv gene-
resl Trochu benoemd; hg nam aan de eamen-
k<naet van Julee Favre met Biemarek te Femè-
ree (19 Septendmr 1870) deefc In 1694 trefè hQ
bevelMUiei io den K<«go. W4 «verleed den 9Sta
Hei ^8 te OocwtMitiDe {AJguti). Beriêott
Rchrew~„EtQdM stir la Onoe tmUtc^onMie"
(14641, ,j.'eqii4t cbiaoie «t l'esprit «laiopéen"
0869), „JcfihimI 4*110 affid«r d'onloDMoae"
(1885>, ..Ja«nMddriu>«a(cMiièteenOlnM''f)a85),
.Jie eabiaet nok, Looie XVH, Nnoléoi^ Marie
Looiae" (1887), „Ia légende de B«tx" (1688),
,JfonT«an jcmnel <iran ofTtoier d'ordonnuKe: Ia
Commone''^ (1869). „Joonui de 1& CNncMiie
dnti^i^' (1889)1, „Un .frame TOjaT' {IS90), .Le
prioee kapérüd" (1860X Jjt» gatonettee p(4iti-
qnei" (1891 en lSd4) en .^Le* mnooHMlité* de
raanée twrible" (1891).
HArlt. aebtw piaatemnamen êa de aftortiag
or L'Héritier de BruUOe.
B*rltl6rft Drymul ie de naam •na een
plantengeslacht uit de fanulie der StereNfüiMeAi.
Het omvat boomen, die aan de beerkrinflekoetai
van Azifi groeien. Zqj dragen éénhniiigeUoemen
•onder UoemkrooD. De ÏHleelige keft cmahnt 5
meddiaden, met bet vtncbtfaegvari tot een boae
•anMOgegroeM; — vootte sgn de aan den ivg
ggrleiyfae, knuwwimig gqdaatate Meaavnicbt-
'imig ge
ten.F.fi
jee facntig engcaMKn.H. Jtffamlü Or;
dig vooikomeiL Het boot van dezen boafa is zeer
vast en dniinaam en wordt gebmik't voor BOboaf»-
masten, voor epaotea van nt&rtaigen, Toor M-
ken en ^"keti/ea. De edhon ie een geoeenmiddel
teeen bnik aandoeningen en de laedkenien zqn io
gMtnik bg sommige viedigeKCihleD, Hjj komt bij
Rumphitu en Vatentgn voor onder den naam van
Atoenboom.
Ber^eadal*n, «en Zmeededie provincie,
grenst tn bet W. aan Noorwegen, verder aao de
prorinries Jemtland, UedelpM, HdmtiglBacl en
Dalantt en tdt en 13 051 t. Lm. U 000 inwenerg.
De bergachtige bodem ie Echraal b^nwd. Vee-
teelt en boscUboow zqu de voornaamste middelen
Ysm bestsea. De prorinde is qjk aan ertsen,
doch goede veiVeerSiWegen onttvden. De talrïfce
litriertjee brtiben een eohdBdemcbtjgen loop. St^
den sqit er niet.
Herk&nw«nd« dieren fSunitiumlta) ts
de naam van een orde twi de Uasee d^ Zoog-
dieren, waarioe o^&. de nnttasete boisdieran be-
booien. Zg ooderacbeideTt lidx door bet veimo-
gen, om de eens oi^cnMoen pdantaaidige ^-
zen Uter in bon bek itanig te brengen. AaivraA'
k<iük tocb wordt bet f oedeei eeovomSg tDcaoben
de kieaen gekoewd en met behn^ yaa de toog
tot een prop gemaakt, die in de pens en nnrts
wordt geweekt Eemt dan wanneer het geweekte
voedsd temgkomit in de (aaodboUe, wordi bet
fEnk gekanwd. Zjj bezitten een ' samengeeteUe
maag. ireJke 1^ bet rond op de volgende wgje is
DigilizedbyGoOglC
HEStKAtrnïINDE DISSEN^-HESLO^SCMN.
ingciiebt. In plaafa na vit ééne niinUe, beitaftt
de foMff uit I raimteik D« «ente •• de peM (n-
nu»), de giootet» 'm! aüe en rta Iudm met
«en zuw«, VAD T«i« bude, MfaMr booniMhIige
tepefs Tooniene faag tKÉteed; qj diept tot ber-
ging yta bet ««namtlde wedM^ Da tweed^ de
VMtt (rttiaibtm), is Ted Uenwr, tmi Unneii
ruw en met 4-, A- of Mioekige, dief>e ^«L^ net-
Toimtg beoet. Zq gd^ «p een bolmmv ma-
bugBeJ der pene en dnnt om kMae faoereeliedeQ
T<Hfat 10 de peu tang te aCiigeMiL. Het tIo^Im-
M foedsBl gaat ^fireet naai ét derde maag. Deae,
de botkmaag (tmUUrwm, tmuuuê), dnugt beu
naMn, «adat sjj een moeste pMnn voont M
het raad 100), wdktt ab de Uatfen tas een boek
Zg <)ot*aii0t èet Imfcavwde
loedeel, een ^edeette dar dnnkna en de atük,
waama de jong* dieNn kmn. Oe laeide, de
«•geu^ike maag, de hbutaag (abomatiu), ie aa
de pMU de grootote. Al die magen i||n tooéiaig
wiiwiiHiii>"H(il, ^t ds dofaknn lid in bet mio-
den bërindt.
Zulk eene- maag riodt lan, behilve b^ nm-
isna, bq geiUit^ eeiiweit, iUrtm eni., — Toorta
met «enige wjfagiBg (ia piaati lao 4 rieebte 8
sUeeüngen) bq nmeuei^ «famedarinoan en la-
ma'a. De pena der kemeolen a namel^ betnè-
kelgk veei kkioec en de mnta tmI grooter, too-
dat ig eaniienfiAe hmrerfhedNt drank tot lich
kannen wmen. Da boeknuMg i« faiei ni«t ecbeip
neebeiden tru de Manaag. De beikanweie faeb-
Mn eea eigenaar^ g^it. nametijk in de boren-
keek geen tanden, MMkrc bg de eamelideii pa-
meden, Auna'e) waar de belde boatenai^tBaden
nxukmmen. De blikitaoden (= botktMtden) <mt-
bnken in den iCMi (brfialn bg kamnnknl, tcc-
wgl boiren en oadec, liob* en redde oea kieaen
met braede fcnnen en hatwmaaawiinnige «mail-
plooiea meden aangetroftan.
iHen iTwdaeB de beikamreDde dienn op de
vojgeode -wqK:
late cadeninh: SdtpooUge» (Tglopoden): l.
fan. kamtdm (eaiMiiatm); Sde «ndraeade: Oe-
hoomde herkmitten (Fteon): 2. Imil Berttti
{0»rMm} i. ima. RMdenm (Bofidm), 4. fim.
Oinlfen ievoHidt*); Sde «Ddecofde: Dwergmuë-
kawfwren (Trttgtitofdeit),
H«rkenbosoh-an-llaUk, «en gtmeenteÏB
de proTÏoeie LkiÉMirR, 8881 H. A. gioot, met
419IB) 2S77 tnwooen^ «wtft door de Nadeifand-
sdK geowenten IMannad, Bommtd, 3t.-Odikta-
beigb ea dber de PrnideJie gemeenten Enidi-
teo ea iBlmt logedotMi. In tnt Z. en Z^. wordt
ig dooi de Roer Ateapodd. Dmx nadt men ktoi-
gPDO^ vwngene be«tMt de bodem nit mo>^ dat
xkh bi«r en daar tot hemde «eilielt. £r wordt
pen HeriuBboadi en WuBki,
ten en gdmdtteD bewat, behoorde woegef totfaat
bartogdom CUa:, en !e eetat door de «niareda-
ÜDg nm 1916 aM NedeilMHl gekomen.
BAikomsr, 8^ Bubert vm, een B^;elMbe
ednftter «an DutaidM eAomst, werd in Ma 1849
te Waal n Bciefen «bofen, BeUn ^ «M-
der, WM hii bdnad alt eampoitist en wortMtan.
In 18eeatiditteU}de„Herfaroer6d>oolel Artf
te Bnabej. Van 1865 tot <18&4 wm tdj ho^rer-
fu «e Oilont. EMJ oteileed dan Blaten Saut
a..
l&U te Bndldgb in DorondmeL fferitoiner beef t
talemden uit bet dagelökedi toren geachü-
deod en ia Tooia] em sj» portretten bekend.
Zj^ ediilderB „Tbe laet MaeteT" kreeg io 1»18
Ie Paiïs de lUdaille d'Honneai. Tot lijn meett
bekende oduMergeD beboeten: bet portret tu
miaa Kalhe Qrmt, potti«t Tan een <kme in het
■wart, MsdM „Foaad", „Onl Timee", „OnStn.
ke", „Tbe GhMKfe Cfaeer", „Ttie Ouiwi ol tbe
Chartóteaee" ena.
MoAnÜMt noemt mei
een kruia, waanan deir-
mea <^ eenigen sittaiid
na da tdtdMleii dwan-
amen dngen, loodat ^j
daal ook kndeai vor-
men <ue de afU.
a«Tllli. tritdMi,
een DtJtëa adülder, die
in 1407 te NSidliagan
het tniTgenedit Teikreeg
«n atdaw ia 1496 orei-
leed. En wat een n»at „_,_ . .
MI van «ojiei- «m der Beakwiiat.
Weyd^. 'Een altaaifti*
nn 1402 dm Harim gemaakt, best de St. Jo-
tiak«ik «e Nta]lH«en. In bet atadbiÜB *Maat
mrt men een «MaaiBtiik ran 14S8. De St Jaod»
keik te BotfaentaBg d> éa Taober bevat «en d-
taanÉnk Taa 146S.
HerllB, Qautier, een <^)pec kiö^aan w
mgbd^ootiog tegen Spaare, weed te Var
geDomeit, moeat h^ db gele^snlMMt sgn omgang
tot bet Pioteatantieme met den dood boeten,
terwijl 8 dwten W«i oek da oadate «nu van
iteen onbooid weid. Na nam Omtm met nog
8 andeie Itfoeden dimat oodw de Qenaea. 2^
broeden 'weiden gegrapen en opgdiangen, en bj|
kU, oadat men bem nena en. ooien afmnedeo
bad. tot den brwdalapd TtMMxdedl Hüont-
sn^te «venwd en TeimaadAe im «it wiaaksH»
die pifadN* en Spenóaard», die ia i«n haathm
vielen. Hjj waa een "raa da «fipertiooidBn der Wa-
teigeaaeD )^j de TerorveiJng van Den Baal Hd
t^atip van ^ dood ia onliefcnd.
BerlossKObn, ^«fi, «igwki^ EorJ Qeorg
RegiiuM Herkm, een Ooateiu^adi «dur|h«r,
den laten ft^temfcei 1804 te Pnag «*«?»'
■todeefde uumskdQk ia jQn gebooitêatad, ktar
te VeuMn ia de ledtten, mti daarna fanaaon-
derw^ier te Dewiti bS Pr»« •» '«^wk tegei
bd eóade vaa IfiÊB naar Levdg^ waar kq 'wU»
door leMerkiBkdigen aibeid At ijn beborften ken
voorden. Hij oveiteed aUaai dra lOden Deecae-
„. 1849. Bd beOeMeÜadi «n kiüiaeh tod-
tcfaiift J)er Kornet", door b« ia 1880 geatidi^
Ued gednnnde 19 taar beaUaa. Terdei edueef
h^ een groot lantii geedMknndijge
waaii^ ign rune an Mvco
leei te atada kwam. Wü i
lemodige veibeeMiag hem
„ _ „_ Wü noameni .,W«i»adi»-
WMec" (8de énk 1861), de rooMn „Det Ua«"
(1882), ,J)er letite Taborit" (1884), „WaUen-
eteia-a ente liebe" (1844), JKe Boadten"
(1643), „Die Toditar der Pieeokmim" (1846)
en 4»» Utote WattenatdnV (1W7). Zün didi-
17
DigilizedbyGoOglC
terlqlM Toortbrttnmetoi jenemMi !hg in bet
^och dei Liedei'' <4(h AnA 18S1), wmtoo m
inn dood aag ,3eliwiien to Liedern" {2de druk
1052) gmolgd BJB. Oofc tso ^jm gceehie&uiujige
nMnuMt tianiede mi ano g«zaiiMoljjbe sohr^ —
igii nitg&TMi io het Uwit T«ieeheiiea.
Herm. aditer dienMUDea ie de aHkoiüng Tcot
J. i{«nwnin of voor diene zoon J. f. Hermanii.
Barman ot Hermawi, Tcrat der Cbowken.
Zóe Arminau.
Bemuiii, De Lamme {Hermanmu Controe-
lui), een ediiüwr lao belangröke bronneit wkk
de MÖbiedeina vam Duito^tkuM, den ]3deD Joü
lOlS gBboTw, twhoopde lot faet gralel^b gedadit
vm F«Anii^, oatviog qn opmediiig in beit
klocMtcr KndieDMii eD aBDVMidck tUmi ttet
seeeUljU: gemuid, muna iin 4l«i 24sten Septen-
b^ 1054 op itet indedük fanto^ U AJeabnen
bS Bibendi orerieed. Zi|D faduierqketa wenk ia:
„(hrotMotk «b nbe ooödit* ad Muxm 1054"
met de Toortcottiog tot 1066 tmi den pieAvler
B<rfhotdM ntgCMTen in de .JfonmneDtA Oer-
muHu bietorin'^Tui PerH «n n de „OtMbicbt»-
mitt^txx der denlaidua V<K9eit" nn Nobbe,
Ook de keikgcmieeD: .Sadro regina", „Alm
dencrtMM mate'' en „Veni, aaiHte aeaiibm"
worden ann bon toegtMAnmOk Zgn dHUtiient
kiXDt het beat mX in „De oeto wtns pnuifntt-
bne".
BermaD «m LuxevJmrg wotó ge^ieode het
W)iU^ Tu Hmdrti 17 in Iitaiie, door de Sak-
een en Zw^ieiii, üi 1061 t« Banbecg veiigvdeiid,
tot tegenEboaiK ^ekoxn, wmiim Siegtned, aa '
biBattnp nu Haud hem krooode. Zyn [Mao
op te nA^en naar Ilalifi veto wièndeid door
tM< oreilöden Tan ivn Tooiinaainet«a boiktouioot
Otto «M Jfordftnm, daan de oneoige laadèiMilen
nn Herman den atrqd om de Duitsdie knaera-
kroon K«bt op DaMecheD bodem «üdea wef«n.
Toen Bendrit in 1085 mat een leger in Saksen
viel nam Btnum de vhictit naar Denemaitan,
do«h keetdto weUra tenig, TCnioeg d«n keiaw bjj
BleifÉMd aan dm Uaio «d jenmtAe WQnbu^.
ZoMb» ctAter in 108S de Sakseo ach aan Hen-
drik IV ondatwkqwn deed Herman aMiod
Tao den konuiklgkói tUd en begal adi naar
iQa «rOandeo. Niet lanK daaina aneordde hg l)q
de bdegeriog tan EodMm <2S September
Bermui X, paltagnaf wm SojUm (lil
1217) en, aedMt 1190, lHM)eTaaf «m Tkuringe»,
«en won -mn Lodeieük dem IJterai en >T«n /u-
4U(Aa, kreeg op den Rgtod^ to Ëifnrt (liiei)
bet «Mwnafieh^i eekan, en sa den dood Tan
ign Moeoer Lodewik UI «oic bet landgraalediap
ifwrioeen, waarna hg sdi Teatigde op daa Wan-
bnrg. ütm ktaditi^ maatregeltn TU-nietigde hq
de plannen Tan katoer Hembik VI vm rieh Tan
"nnitingen meeeter te maken, vo«rde tot groot
naded ■roor lön land TcrMbilteode oorkigen en
wiM een aantal Dortaehe To^nten en graren te
Nenmtog orei te balen keiaer Otto IV, die
door den paos In den bso wm gedaan, al te sert-
ten en frederik U t« kiaaen, waanw de Sakeen
tegen hon opatondeo en eMi i«n de etedcn MOhl-
hMwen en Nordhanaea meester maakten, soodat
hg uch weUra in wer benarde omstaadrebeden
bêT<Hi4 waaruit bü tntawi g«red weid imai de
tqtKge holp TaA Frederik II. Hg wu een koiwt-
UeTend vorst, behoorde mII tot de mkmexaagm
en deed, iwur men wil, den besoemdca diefateiig-
ken wedstiyd houden «p d-en Warlbuiv. Herman
o-Kileod te Qotha dea 25eten Agmil 1317.
Bermaii ZV, laadaraal van Heeeen, den
15den Aneustne 1607 gcmu^n, waa e«n toos Taat
Uaurite, Modgraal «on Hetant-Eaawl, ontw^
een zoivfuldi^ oproedio^ en adneei: „Obeeit*-
Uonee Dietoneo-OMUhemdtieae de anoie 1618 —
lflS5" <1685), JitnUAt A»lrolügw" (1637),
,3i«tona metaorolDgica" (1651) en „Heiame-
Toa" (1652). Na het oiverlödea van ign oodeien
broeder Philipt werd hg met de voogdq over de
adkteiseUev«n kimdeieB behet; hg overleed teil
kiuMlDoa den 4den April 1658.
BanuandMI, een SfuaeA woord, (kt ver-
broederii^ bet«dünit en afatamt van int Latgn-
oAt germanilai, diende oso'MiikeiËgk, om ^ on-
derKqge TBthdntenaaMn aan te daideiv welke d
den Tt«de te hanSswen e
rooreigen Tan den adei te keer te gaaa. Z4 ver-
den daaihg ondenteDod dooi de koaaigen, die
zoodanig nudtU gaaioe «Higcepen om &k wet-
moed der aanzienlgken te fmuken. Een demüike
«at mhet
..-- . — a
1295 afotOD de ateden vaa Caatüifl e
d«irtiog een T«iboDd, dat da goedoKD van etten
edelmaix die «en bondgenoot faetooCd ot beleedisd
hmd en daarToor geen toUomuw wilde gerea,
met verwo««(iiTig bedieagde. Eien nennandad tot
bandlwiiiig vam orde ta reoht, welke gedmag
door dea «ded wenkn aeadMnden, kwam in 1486
m Caatilifi tot stand. De steden^ die Uentoe be-
ters in Tc«BdiiUende deden dea Sgka, Wie oide
en wet Terstooideai, wwideo door de g^wapenden
oDjI^alt en v«oi dé reebten gebncbt. 0«en nwig^
of stand, uÜ6 geen gow^fde plaata mleende bè-
idiennuig tegen de Harmandad, welk» «Uenga
A Tan „de heÜKv" TeHueeg. Vmehteiooa
ucu ufl^ui nuf ,,w uiïiBi^
T«nette mb de adel twen «en «teSiag, dM
door den koniiw werd OBMMteimd. Ook in Ara^
kwam in 1488 iela defgelgka tot «tand In
bet mddden der I6de «eow ontaaadde ijj echter
in «en veMpcditie ol gentbnnerie, ierw^ men er
thans de p^jtie mede asAdnidt.
Bsnnainfrlad, de laatate kmiiag dei Tha-
tuDg«?« en een loon Tan Batanu, wgeeida aan*
Tudwlgk te lamea met qjn broeden Bad^ik en
Berlkar, doch doodde Berttar op «annonag Taai
zÜQ heerechsDcbtige g<emalte Amaloerga (een
lucbt van T&eoifenk, koning dei OoaUktMi) en
TeiboDd zicb tegen Boderik met OUotarüu I,
koning der Franken. Toen Baderik orwwMuen
en gespevrdd waa en Hertmmlried weigenfa y<A-
gene ign belofte de hcUt van iQn laad nf te atMu
aan deó konasg dn rrmken, tnk deae met de
Saksen tegen hem op, Tcidoeg iMm in 581 aan
de Unstnit eo lokte hem onder Tooiwendad nm
oel^e aehikkingen naai Zflipi<Éi, «liwaor hy
benK volgens de eage, doodte dooi hem op e
wandeiiag van den stadanwor te wei^n. Een
andere eage TnmeMt, dat Bervumfried na ge-
noemden TehMag mi ■rarwbanat beeft op bet
kastml SdwidoDgen en, toen dit beanreA, óp igo
DigilizedbyGoOglC
HEBiUAiNiPRIiEiD— fiïEXUANN.
2B9
eigen venotk door i^n MfaüdkoMip ia ora^
bra<±it. N« z^ dood bëgal ^na{6er^ koIl met
bau Undeten nui IWü.
HemuuiClId. Ords wm «/m Beiiige», werd
in 1814 door koiui^ /'«rrftmmd FI/ tu SpMte
ingesMd toot Teidienstel^jke inilitairaQ T«a oe
bod- en teemaehi Zg is in 3 kkoen Todeeld
en TMï^iaA aan d> beüttora «en peuioen, wan-
neer q) na bet oabtaogen nog 10 jaar in dienst
^n sieïrawt. Het ordeieeken ■ een gooden, acÉit-
vauSe tni» met atvenH atrafen, en het mid-
dmebild dnafft bet ntteifcedd -na d» beili-
gtn Bernumgad met bet omlaonKtd onscbiift:
„Ppenao a U eonstaneia miytat".
Hemuuiclldi de «odrte aooa van Laongild,
hmii^ derW«8t-Goten, weid ia 580 «adectia-
lüng m Spanje en trad in b«t ha««l$k met In-
jpiiide, een dodtter tw Siegturt, fatorng Tam Aoe.
traöt, «n BnttuhiUe. Toen haai atbotataoeda
OutidaminUui pogingen aanwendde baar M het
AfiaDÉBte te tótoerea en liaai wegeoa baar wd-
gtong miÉhaadeU^ waxd BenumgiUt door s^
Toder bmoleii SeriUa tot lewdeiMc Ie kieoen,
■twoBT Ingundii haa Iwwoag tot de R.-£*llio-
lieke E«k orer te g«en. Z«Jss stond bg i^ té-
gen i^ Twter, dodi lieed de oederiaag en werd
yeAttoooL Toen hq irederom tFo^pea 'venamel-
A. ..J.S TtSSö teTar-
IDQ MÜb
1 hg later
de, weiden
ragooa <iiMt...„
radmd Bin om
EeJJig T«Uaard i
het gdoof, <i
Bërmuüdai, S. R., in IS42 t«
geboren, beoocbt de Latöoecfae aefaool Ie Hooin
en atndeeide te Leiden in de geneetkunde, wmt
iaj ia 1865 promoTeeiide tot doetw ia de geneee-
kvfde op een proeMirift, geliteU: „AnaoiTMna
aoitee tWwM deaeewlentie". Neg in beladfde
jaar pnowiTewde b8 in d« «erlodiwide en ki brt
Toteeode ja» in de beelkutde. In Si^tcmbei
ISS5 beDMod tot inwaneDd geneeatteei in bet
BuitengaetlMile te AmeteidMn, Ueef hq daai
weninaaai tot Afiril 16S7, TwUgde licfa toen ala
gMMeAeer Ie Tiidit, van waar ^ ■■ IS72 Tei-
nnisde omc fli^iii iiiiiAmii waar bg de alg«meene
pmobijk tdtoefeadR tvt 1902. Intaaaebaii bad h^
iteb in 1870 in de» AauAJkiilKben oortog ver-
. . i ambdaoM, dit Tas Sep-
tember tot Deecabei mn genmmd jmt te V«i-
■aiUea gereiti^d wm. Voof dien aiMèd ooMng
1^ mm Tkier» het Lcgineo tbo Ber en nn den
hmrng laa IVvioen de Kroanrde. Ia IMQ werd
h^ benoHBa) tot gvuMdwec-dinetear vao bet
etHMdqk eanatoriom toot leninrtyden te Zewt,
t TCgena
n 1W7 D
I neertaggen. Wi orerieed den
26aten DeeMofcer 1006. Dr. Bemttmvla m mede-
opriebtar tbo de V««e(iigiiig tot «briatdöke rar-
■oTgn^ Tao kianktraoiMn (Vddwjjk), Tan de
Veneeaigteg tot dirictetgke waoigtng t«d m-
niniij^den (te Koet). i«ii de Teieeniging teg«n
de noatMotJe in Nededaod en tsd de daistdg-
ke Veram^Dg tao natini- en getweaktuditten
io NedeilaCMi. Zgn vcnnaamate geadirilten ign:
,3M nmort der beeno Van Ombttk de Herer,
A. P. Fokker en Menno finixioga aaa de N«der-
laodsohe UaatBebapdj tot beror^
neeAnnaC, beooidedd door
e-a." (1882), ,Jt^emente«ing der tproatitotie
^fgïBniebh geiwabtratudigd? Opeobare brief aan
Q. Tan Oortïeek de Uenw" (1888), „WeitenaclMp
en wdetÜUwid^ (1902). Ja» allectiona para^-
DiM3jti<]iMa" (2 4bk, lOOB, bekroond door de Aca-
dtmie de mAdeone de Paim) „BekKmpfnng der
anatacieDden GeriediteknuJdMiiteo ali ViAa-
aeuAe" (190S). VoMta TtfadMneii bgdiuen Tan
bem in Tele Nederiaufadie en bttiten&adMAw
tödsctmiften.
HArmuiii, PauL een Dnttodi pJaolfcandiva,
den aOeten Ju» 1640 te HtU« gabonn, l -^'
de boog«Bcb)len te Wttter"^ - ' ' — '-
Leaden, Rome en Padua, i
noemde den gnuMt Tan doetv » d ^
beioebt nogma^ «na land en weid m 1672 docw
de regecmi^, ten beboerc der ptantfaiHdè ,naai
Abtta, Indïe «n Cejkn geaoBdoi, te Leèden tot
booglëeraac fcenocnal, mka bebvUdng faq na
bet Tottreogen ^nei 8-jang« rei* in 1880 aa»
Taaidde met een redmoèraBe „Da naa bortornm
et nala inde oUeetatione". Hg breidde den bota-
nieeben torn te Leideo ut en Toerde torene een
DMtrwe miKMhikftteg der planten in, noalaUjfkt
uit xgn ,|f%)rie Lngdnno-BUaTae floret «ve
ennmeratio atiriiaDin borti LngidiiBO-Batam me-
tliodo oatorae Tniligüi iomallenta diHioaitamni
etc" (neeO). Latw Teilieteide hg igo wgw
van ntigainikking, doch toan h^ begouwn was
de medadoeHngcn daaioiHtawt ter perae te leg-
gen, OTeriMdbj) den 26eten Jaanari 1«95. Be-
halT« genoemde geaAniften InMde by nog:
.Jkrtj academid Ingdnno-BataAi oatalomt ate."
(1087), „PanaVai Batm praAei
MM»8)
t platen,
„PandiwM Bataraa etc", <
na ifD dood (l«Oe «n ITW) «Mgttoren, Jsti»
tjFdine mat«riae medbae" (Iw4), .jCnaaei ioAd
eatalDMe" {niiU, „Hnaaenm ZejlayenB" «17)7
en 1720) en „Cjniwan materia madieae etfi."
(1736). Ook beelt meo-Tan bem nog ondertdMi-
den <mttg«gOTM) bndidhrilttni Te^mia bet
oonded tbb bBToegde perauMn kan tnmnKnntU
„Mwaenm ZcfkMoom" niet Tan Btnumt af-
konatig weien, maar werd imnoedet^ naar
qn aaoteékeofaigen doer «es «abnrilge opga-
aMd. Zgn rijke TanameÜag gedroogde planten
door LAtaoeu en ook dooi /. Bar-
«aladM Bermaimia ia naai
gebrmkt d
awnx. Het daotengealM
bem genoemd.
Bmvuuui. OclUrietLttn DnHaeh (thitotoog,
den 2Mien Itorember 1772 te Laipag geboran,
ttndeevde atdaar en 1« Jena ia de reebUn, dodi
bepaalde ««tt mUia bn de iettereo en T«ata(pde
rièh ia I7M te Leajng ala pmrwtdoeent. bi
leiiaaaa «T<r OiMache adimren en o<rer Ter-
aelÜlénde doelen d«r ooAeidKaade oodereebeid-
den ^«h door tcn«uli^beM] Tan ivoonhaiebt^ door
heMertiead en eelierpsumt^eM. Venter beJjrrerde
bjj neb een groodtee ot«Mie der GrietMbe taal
eo Mterknade te wronlerett dooi de tUcbting
Twi een Orieheeh genootaehap ^1708), alemede
door nA in 1834 te belaaten met het bettttu
Tan een oMMogiach BHDinaiivn. Zijn etMM^oat
omtrent de metriek, waarrao kg «en nenwe Oieo-
rje gaf, lette bg niteen in iga: „De metoia grae-
D,o,l,zedb,GoOgle
260
conim et romaDoram poeUront" (1796), „Hutd-
bntji do- Uotrik" (1796)., ,,E3«nieDta doctciiHe
metrieM" (1&16], „f^pitoow <ketriuae nwtri-
cm" (2de 4nk 1B44) en ,J>« metzia Pimdir
ri" (in de uii^Bnie nm PiiufortM tad Heyne,
I&IT). Nog b^tuigTi^lm ie zgo beJifibdellq^ éx
Qiielceohe gramnraAica. fflieitoe lebaoreD: ,4)e
cmendiBidft lattcnw giMCM grammaticM" (1601),
,J)e ai««cae dietionie idntismis" (4de éeA
18M) en „Libd IV de jnrücola f£v" (1881). V<r.
der leverde liü «en 'uitgam der tra|g«diSii ran
Sophoklei ea vut 'Kwcbeii^e van Suripideê,
Tan de ^dbes" Tam ilrütophonei [3de druk
18S0), v«D de „OifAtréa" (18(È), de Homeiieehe
hymnen (1806), mn den „Tiümmmae" (1800) en
„Baocfcidea" (1«45), »m PtaihM tm» ,4)e «ite
poetdca" vac Ariilöteles «u. — M«<t Orettter gat
tq: ,3iiele Ober Homer rad Hfimodot" (1818)
en „Ueber Weeën umd BtbaodlnDff der UytfaDio-
Kie" (1819) uit; iqd „Ctooeeab" (1827—1880, 7
dln.) bemtten tek nunïwMidieie «nkfien, •!§-
meoe i^n LatlJDflche gedniiteD. Na iqa (h>o4
Teroebeen aog een dow ben Iwwwkto mtgire
ram Bton en JToeeAw (1649) en een tob JeaeAy-
/ii8(2dednik ISS9, 2 dln.).
Hvnnuiii, f rüdncA BentdUct ■Wükeha non,
«at Dnüadi ataatbniBtroadkiiiidiM, alen 5den De-
cembei 1765 te iKidoekèCUil kt «éieien geboren,
betoebt bet gjiimaBiuin be Erlangen, «tndeerde
te Wh^Mug en stiebOe in 1S17 nut een i^mt
«en «obool ix SwnBbtof, Ia 1821 weid
inde tot leenac in de wMkande ran bc*
H
gmammBa ie Briwigen en Tesfi^de er adi in
TwS ate 9(malidooen,t in de stMtemteneehap.
Eert dwnw «Bid bg faoogleMaar üi de widoob-
de aan bet gjaammai en m» de polytechaieebe
Bchool te Neunedberg en Ueef at<bw tot 18S7.
Madvt Ui stb bekend geinaakt bad dwn aga
,J«biiiudk <ter AMmoA md A^[ebm" (ISQS)
en „Ueber poiptecbaiMhe ImtitnU" (182«—
ieS8, 2 etnUen), deed tij «en leie bmt Frufa^
om brt ODdenrÖB aldaar 4e beetadeenn en na
^D terugiecr mid bjj tot bnitengvwoon, in 18B3
'töt goirooa liiiiighi imi aan de wmiriteiit te
MOochen benoemd. T«en sohmef b^ lön ,^tu4ê-
wirtaebaRlicAw UiHennlMingen" flSS2), welke
bem grootra leem beaoqgdeo. Ju iS35 werd bq
beooemd tot lid nut de AcMknée tks Weten-
Mhappen 'en sedert 1S36 TemüdB fag T«l^en
BtaatabetTdiUngna in «nmmiwwee en aan de de-
pait««neiiten. Id IMS tot tid mn bet PaiiteiMait
t« PranUort gefcooen, waa4ig er een tod de meeet
begaNide leden ion bet liaker-eentran. Bq vrei-
de «T iioor een. Dnitaah-OoBtaoTgkBch toireimKid.
E^ errerieed den 2Men NoveodMa' 1808.
Hnnnaim, Kart Friedrieh, een Dnitsdi ^i-
loW, den 4den ABpHtns 1804 te Frankfort aan
den lUia gebwei^ etndeerde te HödeKwig en te
LeifMn^, oBdentem TerrolgeBa een weteoeonepe-
Uike reia DMT HêUA en Keêvyde neb ia 1806 te
HetMbeig «li prirMtdoeent. Hier wei4 hj) in
1882 benóenid tot boatengviKMB IwogleerMi;
maar 1^ gat de Tootkenr m» een becocf» •!• ge-
wooD bDOgieeiMr naar Ifaibiirg, Bn wem et ia
1888 »««ede UUMfawaria det itt^venittitaboe-
kern en belastte adi met bet ioeai^ on bet
imoiogiaeh Moiiaarüm. In 1642 gnv im aii
prolnaor in de w<lapiekendfaeid naar OOtbnf^
en onerleed aUaar den Sisten Decembei 1855.
Tmi ign geecbniïen noaoen wg: .Jxbtboch der
rie(4uacben StaatealteFthamer" (5de dnik 1882,
dtn.) en „Qe»^ohte ood Srat^an der phteod-
Bcben Fbyo«0{4iie" (dl. 1, 1889). Tenfer het^t hg
een tütg&v« Tan Lueianutf „De ecmciibeiMla bi»-
toria" (IS'iS) en •vao Phto't geeduilten (1851—
1852, 6 <&l) gctgeren. Na töa dood vencèeen
„ZulituEgeeohittvte dei QdeJieii nnd BSoMr"
(I856-T667, 2 dln.).
Harmuui, Ktmrad, den 8teten Mei 1619 te
ha^KS geboien, atndeeide io de htteren eo wya-
begcene te Leipoie, tcMdgde lieb aldaar ala pd-
naidoeent en weid et is 18B0 bi^iis«wooit en
in 1881 g«wooD boogleeraar. Hn edueef: „Onmd.
om dner.^leemeiiwn AealiMtik''_(1857), „Pfailo-
tophiKfae OiMiMuatik" (1868), ^^liloaopüe der
Oewbicbte" (1870), „Die Aeatbettk in ibeer Ge-
KbrnUu) and ala wieeenoctoMichee Sïttem"
(1875), ,J)ije Spndiwiaaenaebalt naeb ihiem Zb-
■HumeidiMiK mit LogilE. meBeebHefaer Ooateritil-
dung sikd fUlooDtiSMe" (1875) en J)n Oegen-
eati dea ElaariMfaes wd dee Romantistben in
dei netiem Phdloeopbie" (1877). Hg oroileed te
KkatacrUDSBti dm leden Jnli 1697.
Herauum, Ludimor, een Dnitacb ohjaolMv,
den 21aten Oelobei 188S te Ber^ gcboien, afai-
deeide «Umi m de geoeeakonde, vestigde ainh
als fnÉraatdoeeut en nerd in 1808 gewoon boog-
leener in de ^«aolooK te Soridi. Hjj omdeed
Jnni1vl4te£«nigBbug«i).Veüii^ ge-
wS: .Xdubwb der Phjéi-
oiogi*'' (14(le drt* 1910),
Bcbiilliea Toimdden i
mentdten Tmnk^ogie"
, .Jidubneh der «m>eri-
(1874) en „UntennJtDik
1 nr altiiiiiiiiiiiii Hwk^l- imd ifweapbytBia-
uwie" -(l»;— -]a68). Ook hnerde Mj out osder-
ecneiden andere Takgenooten «en „BMndbneb der
Hijwologie" (6 dfaL, 187»-J8a8).
Hemiaiiiii Qtorg. ia de oehgiJwnrni van den
DnétatJbco adirgTCi Q. B. BortAanit, den 7den
Octobw 1871 te BeilÖD Mbtwen. Hg edneef de
tomane: „Spidkiiidei''llS&7)i ,JetU^ Oebect"
(1906), «en bekooilgke BchHdering no een
JoodMfa tniUen, die bein atgeoweii beKeod maak-
te, Toortgeiet in .3enièette Mroby" (1908),
„Enbinke^ (1910), „Die Nacht bei Dr. Henteld"
(1»12) en „Edoaed Sém Ji." (1915), «kmede
de sobcdnen- en noveHentindek: ,Jfodelle''
(18$6] en „Aw dem tetsten HMMe" (1899). Be-
)Mlff« deae wecken sdveef hq nog eeoige atndiBB
op knoataritiBdb ^bêed.
BarmuinlA L. óa de eaom van «en plantea-
■■ ■ " ■■ ■ - dH
Kaap. cmnt Het on-
daietbndt uoh door «en 6-«pletigeii, kkk>n>nni-
gen kelk, een S-bladSse, MirMhg«irge ftintaAn
BloenfcnMo en een MwoiKe, veeuad^ dooa-
vrodit. Het oatnA een aanU dt^dgioeQe beea-
teis, wdke aan de Kufi de Ooede Hoop g^ioeiaii.
Sonimiee ■ran deae benooren tot de ■iwylantea,
■ooalB B. frifareofa U, met wigimmtge, QfBTW-
mige, atMnpe, of «ao deo top S-tuidlge, giMnn-
di0e, aan beide i^den witTtMige of onbcèaarde
bladeren en paarae bloemen, in naar éen i|jde ge-
koerde tioeaan geraogadtikt. De TenneerderiBg
eHcbaedt door atettei en laden.
■nrmuiiinliBliln ie een eiot in het IMw-
]and in dn Han met pracfalige dmipateeiwoT-
DigilizedbyGoOglC
mimvn en TOOTw«Kldlgk« gcnunten. Zg woritt
HcrmaoiMtadt (HoBMandt Nagvgtebe*,
Litnn CiMtttKniJ, «en bniuu^ ttöbImi ki bot
mtpnuoig* BoncMiBclie eomitMt, kgi ua den
Zibin in «en knuspnot na apoonvegen en be-
Btut uit de »p een beorcl liggende. rcgtJnuliee
bof«iiat«d, de daannede dooi tn{)pen Terbonden
beneüenatnd en 3 grooteDidnls door Boeomuers
bewMnde wontedeo. ZQ Idt (1»1>I) 83 480 in-
wonen, wM -noeget «en «teike vesUag en bmi't
mg «iree beatioDB met vttf tomu. Ueo viiuU ei
onder ide kerten de Gotebe der ProteeUnteo
met een 74 m. booten toren, «en sladtKM (15de
eeuw) met bet Swaiadie luitioiMlie attiml, het
peku ven buon Brvekentktd met een UUiotbeek
Yu 40 000 deelenv een ediüdenjengiéeïQ en tal-
t^ KvumeliiWKi, een kriBtolMwgengeeüAt,
een iroot liekeiunü, een maaUkgebam en «en
etmAeeU van TmtKh. Ve etad beett gymoiMia,
«en booeeie bnrg««cbool, een tadobten-, mmnal-
en OMiqeMebonD^ een aAaanAiatg, «en wem- tm
wDdeÜDeenliiüa, Tier laetenbixiien «nt. De nj]-
yfAtèi te belangifik (mvKaidigiBg ran hken,
leder, kaaiaen, epintna en Under^ed^oed). Bh-
mauiatadt is it aeld van een OneiwAen aarte-
bieadH^. In de wnnTHig vindt men Teel «ikeo-
bwnelien, de Onde Berg anA TiUa'e eo w^j
den, ket bad Tiiaki», de dvrpen Hamme-
BaUan, Hidwlaberg en den Botetnrmpaa.
De etad werd gieatidit door Doitaoie kDwnw-
ten, die de HoDcaaredte koaÏDg Qnm II (1141
— 1181) in lün ^nd riep en heette oor^ionke-
Iqb Vüta Hermaitni. In 1841 werd xj Terwoeat
door de TaUreo, muv weer mMboawd. Onder
Lodevyk I Talt baar fentt èloet^ Sedert U20
werd i^ dikwglB door de TnAen belegerd, later
ook nttiandeefaat. In 1£3»— 1t>86 werd 1$ io den
ttrQd om de Hoogaafaebe Kroon dooi de aajkhan-
gers-yan Johontteg-Zapolj/a belegerd en na een
beleg Tao 7 jaar tot d« OTeiK**e gedwongen,
in 1010 doi» den ZeTedbnrgaèoen dobnal Ba~
thori HMtiMmeD en gcfdondMd Den Blaten An-
gnitna 1916 werd de etad door de RoemenHBra be-
i^ maar reed* den 2Men 8q>tember tDoeet«n
deKD baar weer ontraónen.
H«nnanrioli, de eerate tntorisehe koniae
der Ooet-Qotim, leelde in bet begin der 4dè
eeuw, onderwierp QenoaanaAe en Sanecbeetam-
men «aa iSn heeraehawf, die tkb vao den Doo
tot de llKaBi en TMi den Donan M de Ooataee
wtsbekte. Z^h óe Wvat^iMen «ttenden ben
ak hoü beer. Toen de Hnuwnkomng BaJomir
eo w^nar-
[ammmidffrt,
lOO-jarige
n^lg, in aijD twMvi (875). Zna soon WinilhoH
moest sieb aan de Binnen oooerwapen. -
Kvmuuuwn, Sobert Frtdiik, een Finaeh
iwhtigBhurde en «taatwnan, den 3den Februari
1846 t« nieUran gdbwen, w«nl in 1891 doeenl
en in 1889 boogwerMr te bet ataatweebt te Hel-
Hogfore. Sedert .1807 waa bq Ud Tan dan Land-
dag. Tan i^ weiken noeuNO w^: „Om tagstift-
wiigen daas begrenp fKifallande ttH aoifcs atatJï-
ga TnaktiODw" (1861), „Om FiUade atiiider, de-
ra* fOibUlande tiU mHikeQ och till Mkat"
(1884). „Finknde atatailttdlg» attihiing" (1802).
,3emBtwde ï Mg aa ïïnlanda stater "
geleew
261
Btailnng" (1894) en ..Ein Beita^ mi Benrtei-
Ui^ der staal secbtKehen Skflang dee Oroeaffir-
Btentum Füdaoda" (1000).
HarmanM., Wülewt Tan Gooda, of Bermat-
nna Qoudantu, een NederlBadeeb geeebMachrij-
Ter en Triend T&n EraaMVj, wm aJa "*"""* met
denen in bet Aagmtqjoer Uooetei Tan Steyn b^
Oonda. Hg beetbwel n ma we>k: ,4)e beilo Oed-
die OontMÜfle" JI61I7) oen «oriog tnaeehen de
OeUeraoben en HoUandera is de jaren 1507—
1609. Mallkagtu beeft dat boek tmgenomen in
ign „AnaJeeta Td«ri« et maitii aeri". De gedücb-
ten Ttm Hemtarux., Tcrsob«Mn onder d^ titel
„Odhrnoi ïjlTa" (Me irvk 1497) door de Mig
i&a Eratmut in het Uobt; o<dc eehn«F hg nog
een paar Latjpwche wecken Tao- aUcfatdiJken
B«niuUit, OaUtride, een B.-XatboIielk god-
fleerde, den Oden Fabnivi 1617 te Baanraia ge-
lniiiiiliiiiiiai aan de SortMDiK te Farna
OTeiteod aUb» den 11 dee JoB 1990. B<ÉialK»
een aantal airndsdvtCtMi tenn Labadü en Ifo-
reaiut, lereide D^ «odenefaeUBn bdtORi^ ww-
ken m^ keriunaAMaiiiB, wnals: .^nture des
eondlea" (4de dnA 1730, 4 db.). .^BinMn des
B^o» on ordres ntOtaKe^ (1008), „Histoire
des oT^a retimnx et des eongrégataona" (2de
driA 1710, 4 dfak), mede lerenegewiiedeaüasen
Taa «enige me«kwaapdig« mannen.
Hemuuit, Abel, een F^naaeh drama- en ro-
maitsebr^rer, dm Hen Febniui 1862 te Paina
gcbopen, beaoebt «mwen töd de EJeole Ni»male
aldaar en gal bt 1888 eqn bandd ,illta m^tria"
nit. Daarop ndgde een reeks meest aathtte ro-
mans, noab: jSufoatnx BeÉKMaon" (1894), ,J«
eanalier Uiseiey" (1887), die een dael ten ganilgt
iMd, „Amouc de tête" (1800), bet Terfand Tan
ign bowfll^ met V" CharfmUar, „l* Oênlé-
re" (1894), ,J* friemn da l^a" (lW5), J*
Beeptn" (1806), „Le Oai de 1'Bter (iOOC^
„Lm Ooofideneee d'nne aleaie" (1801), „Confcs-
BÏons d'un enfant dlièer", geribd door „Gonfea-
sdoDB d'un hoaune d'Mi>Mii44Mtf" flOOS). „Boave-
nirs dn naeomt« de Cominire" (ilOOG), „^00-
Bienr de Counrière marie" (1006), ,Jja IXaéarde"
(1007), ,Jie6 CMifidencea d'we bMke" (1909),
..Lft Biebe reJanoée" (lOlrl)^ ,JJ4StmTe d^n fik
de r«" (19M) en tal van andcnt. Op bet tooneel
détmteenie fag met ,Jja mente" (ls96), waarom
hg met den tierboe nni Saga» dneleeren moest,
geWtgé door een toooeettieweckjng tsb ,Jia Car-
tiéw.'^ (1807), 4*3 Tranaatlaadqnea" (1807),
„Le Fanboorg" (1809), „SjMe on la «wieoae
d'amnor" (1900). JJfAoakt" <I904), .Ju» J*-
cobinee" (1907), „U«ineMnir de OooTpiire" f1008),
„Tiains de luie" (1909). Een bnndel „Essaia de
critique" verwfaeeo ai '1013.
Bennannbts. Zie AnnbU.
Herman van Salia. Zae Salto, fleniuiR
Bannaplirodlet. Zie Hemaphrodittamë.
Hennsplirodltlsiiw of mdro^yMe noemt
men b«t voorkomen v«n maoDelQke en Tronwie-
]^ giealaebttnrgUKn bij een en betedtde imtt-
nia; bg dieren en plMilen teei Tetbrcad, ia toch
de leUMviocbtiiig n^daann; gowooi^jk Worden
de eierm vas een twwsIsebliE indmda (Aemui-
phrodiet) door het uad ran bet andere, en om-
D,o,l,zedb,GoOgle
HERHAPfiiR«>mSEI£B-^HERUBUJHEH ntUIS.
gekoerd, bemcbt {lOOgeoMinde wmAnntng,
wmoIb big Uoednigcre), af de eene faeriupliro-
drét dient «leebte ale numoetje, bet «odare sletdria
ftU wntje, ftt eÜKte^ ootnriUdeD wii bódcriret
goabAtM^meii m tttudei tot i^ilMtd, loo-
dat it beiinaphiodiet ia d« eene periooe van tya
Itma litdtU *k nmmetje (prolerandrie), in de
(pMitog^ie) kM optie-
it wie, ook hoogne die-
ren, den aMileg tot hennaplirodiluiiMi: doch ig
ontinUideD lA tauMbéa^ woak de kikvt»-
■efata en sehiUpadilea. Verder i^n t«i de 9e-
«oFTelde «Ueren ooimMl alecbta enkele nuohen
tweesUehtig, tqjr. Saeranw- «n drynmu sooi-
e iiwiDÉfhroJitten ^d itf T*n
bet maMwlök, AI na het vmnw^k geriacfat.
nooit «chter n»Tere hennapbrodaeUD. wuk ge-
IqUöi^ vowfcotMB vn imhS«1 èn eleictok is
nooit bn meaadiea gMnodHi; vel
moge ah
Btck ia »
vn meaa
^ Mbead, liö wel» 'ut één dêd oeoèé ga-
■iKfcMfiei tniiocli cKEalofcireefBeL in «en «DiaBi
deel dendMe küer tj^imk MM>Mi-weetoci m-
vooden w«vd, dftt eefatw oiet vddoende oatnA-
keld wa> nn te kviaa^ fmtelfanDeercn. Bg de
DUiaeHike benaaftffodietea nadert de ranmüg
der gMaebtadeelen, aooals die na bot gdwete
lüduHn, den nosind^kea habitue, omgekeend
by de wmiwe^ke berTnefbnMËeteti. Be^aaend ie
de «ard du laMftlèeren; een befmafjihrQdaet met
(rerimqgen) nadbnllip ia afc een man tie be-
~~^~uwen, hoe aeer hq Terdw ook mt «eu dmmi
B alwijkeii, «en bennafibiodiet met een «m-
M eeB noHw, boe zjj ook t^ een man moee
gdq^en. Se meeatc^ mtmêdKUfK beraufibTodle-
(en igit nuoMn, Mj «ie men door mivmnniiig
Taa den penia een seheede meende te lien, die
«oma irerkelgk in nieU «au een TToawelöke echee-
d« Tfneinlt, loodat vi ab meisjea tngëaehnv^n
weiden. OredgeiM qjn de bffendi^e gealaolitB-
oiganen dikwqu ao« ontwittel4 dat de TB«tst«1-
lu« Tw faet «KM geakeht moeiljik, dikwijle
mIu n« mieHMoraiiBeh oodenoA otioótnl^ m.
Ten oamAie «Ofden tot de hermif>bnMSeten ge-
vallen geiekcgid Tab ^voote, m^ KkidKèdeitde
botsten en Ueiaeo penis bg msmoen of van kka-
ne bMvten en afcooniiMl grooten kdttolaat bq
vronwflD.
Zie: Neuggbtner, Hennapfarodiitdaaiua beim
Menaeben (Uip^ 1908).
H«nniwbroditii>, volgena de Orieïecbe fa-
belleer een looo fan Hrrme* en Aphrodite, werd
dooc de aamlen op den hetg Ida «pgcnce^ dodi
nog als joD^ing oaftr Kasil, «aar de ndinf der
bnm Salioialae vructitelooe wJB liefde tradtUe te
TeTweoTfo. Nfl Mneekte iq Tas de ^odm, dat
sa Kooitann «Itooe met bem Tereemed modit
b^ven, CD tg TCMud ««ihoor, dav Jxtder larfu-
meo loodMiie iweenied ««fdeit, d»t s^ één
MJiepeel ïomidei), betwen b«U tot bet mioutejgk
en imil tot bet ttoow*^ geaiadri bidiOMde.
der ApOMoUadie Vado'eu (lie
, D broeder itua den Romeinscfaen tneerfup
Piui l, Bcbreef omstreeks 140 of vtoeger >n het
Gnidmdi een io den TOim ran Tinoenen, gebo-
den en gelnkniaaen gekleed a^oealyati^cfa ge-
KbiiUt, d*t oe Romeinaow Obrietenlma nog voor
bet laatst tot boete aanepoorde en ooder den
bitel „Pastor Hormae" (De H<etdet nu Hanw)
Ia de Kerk Ungen tijd ciroot aanaien geuMt
Van bet ooraprooicel^De Qikk»dK geechnift
is slecbte een gedeelte beman] geUeweo. Den
gebecJen iaAaiti erveo kennen «q mt een I^tQn-
Etibe en uit een Ethiopadie vatakag. Het ge-
Bchrilt ia vu veel awude toot d« kennia vao
de toesta.itdea in de C!hnatelgk« gemeente te
HermbBt&dt, Sigiimund Friedrieh, een
Dmtoeh icticikuQdige, den I4dwi April 1760 te
Errunt geboren, alndeerde lUkai in de g«neea>
en sshetknode en «gdde kA foirolgeos Ie Laa-
eeossba, HanAurg en BealgiL, «aar bg aan iuA
boofd stond van een «^ntfaeek, aan de omolliacbe
piianniKÜe. Welifara maïdüie bjj ach bekeoA door
een Tertalaag van de weciian iwi Lopomer, aoo-
dat men b«fn io 1791 benoemde tot boogleeraar
in de eebei- «o artamqknnde te Ber^n, terwijl
bom tareo£ bet (^niebt ora de Hofapotbeek toe-
vertrouwd went Na bet bakkeden na aeiüg«
aodece' beUdtkbgea «eed hn later boogtearaai
in de adMkunde aan de mfiitake tebc^ eu-
in 1819 gennon boogleenMi in de aebeiknndo
aan de miTeruUtt te Boi^ en eindeiök „Ge-
beimer nnd Obermeddiin<at". Hg owrieed den
2aErten Ootóber 1833, Van liJn ta^ke werk«n
noemen wij; „Sjatematiseher Qmndïiss der aU-
«tneÜMn Experintentaicbemie (3de druk 1827,
5 dln.), „G«uQdrt«e der F&rb^kooet" (3de dndt
1824), „AUgemeine GniDdsitze der Bieitdi-
kunat" (1804), „OrundrHs der Teduudogie" (Sdi
dmk 1830), „Oiemücbe Qrundti&tie der Kunat
fosnntw«B lu brennen" 0de dink 1842, 2
dlo.).
H«niMUit wordt als
voering in de w^Miiknn-
de vooigeateld «mr een
veld van sabel, beiaud
met witt« benMÖDvkk-
Jea (lie de fig.).
B«ni«l||0 fP*tarwa
ennmta) ia de naam van
een diertje dat tot de
orde der Vtneieuraide
Zoogdieren (Carnivoren)
en tot de fami^ der
Marlen bekoort Het is
Eter dan de eigen*
weoel, des aomere op den ra^ bnun ge-
nt, dodi des «inkn sneeuwwit met «en
ïwait nitetade aan den «taart Wegenaigns^w-
he«d kr^ men bet iiietdikwiibteiieo, boewei
bet dee wintcra^ door tMOgei ge^«v«n, wel eena
de boemdertHkken beooekt. Het komt toot in Eu-
ropa en Asie, vooral io SiberiS, en bewoont gaar-
ne wonden, waar bet ticb is boten kan ver-
Bohmlen. Ook in ons land ontbreekt bet niet
Hennei^.
wöfje werpt Ja A^ o( 11 d S tot S bUade
n. De bermdijoeD »n bekend w<eg«Di kim
iDn>%bei<); < voeden üdi bo^öeljik
met rro^s, am/KO, lattao'. maibn en mei«a.
Hun buid, welke uit SiberdS en Rnrfand ia den
hamtel koiat, le^ont een ioettnar boni; te koet-
basoder oaaimate ly witter vsn kieur e
Hermftlijnwi knus ia de wapenknnde ii
een kmia van de voa' ' .■■ • ■ ■-
D,o,l,zedb,GoOgle
r gvoota faennMl$aiJiokk«n (ü«
HertiMlllnvlokJaB
w«n)ea ïd de wuei-
kaïute ToorgMtrid ooor
een «Iwtp driehoekje
Bwt diie "lipic* 0*11
de pont. Zg dieneii
nwestel om d« Toering
(hennelgii, ne akku en
de iig. durb^) Toor te
»M)en.
263
melqk cp ato bode nn Znu, die «nd sk de irand
door het hiddniini swerit en qjn opdmd>tciii
iMKÜg ««et <tit te voeten, looak het doodeo Tia
wMisaw Wj ook «el
■ «wdt
den ]ioBdndoora«n Aigaa, «h
ArgeifhontM of Aqgiiïdooder
HermeloDs
<9 bet gebied der fauiet
liwkjnte ateenen «lilen, geknxnd met een kog.
2^ «atieenen lina nmn ma atandbetldin na
dien wnn, «Se Ier eere int H«-me« te Atbeoe
«ann «iigeriAL Uen -mwoipie mot <)(■ kcy
*M> Htrmtt ank ««1 dien wtm Alheiu, Biradet
en Sroe en al óêb dhiinii den nMm «an H«r-
matAMM, BennenKliie eo Bennenttt. Bij de
RooMfaieD «boesen nribe •tendberiden dm OMfn
TMt 7«nttWH (het lUKiToad ^an TtrmiiHi*, An
god der gwnawtwadiwgCT) en dmu fiUatat» ie
aaa de openlwFe >wegen. Ook de «wpeii na
■taaileliedeo, dMfcten, «öweetea eu. jirptaD «el
eena op idke anüen. IiMigiMiMrtiMKt editcr
«efd «r de borat en bdt emng eadedte van dm
H*nDMMfflU. Zie Bermimgild.
KCTiDMWBtlak, Aranatig mi een Ori«kaefa
«oord, betnrA mtiejiani, verUorM bet«ekent,
ie de «etenaehw, die «e begioaet» en de fau^
raUdcien aaiMróat, «aavdoor otm dea sin nn
een geaitoilt Mpalea kan, dien da «Mt«Hei
'daatio oedeigetegd beeft. Jfen Teide^ ds bor-
— MilMk ia olsenuaMe en Mtoiidere. De eoate
* de beginaricft oear «ett* oMa meb Ibqbet
ten, tarwtjl de ImMb bet oog Tcatigt oji één en-
kel geadmt of op een wnameüiig geaduiften
en afiea aaawljatl, «»t men tot een joiat icntaod
no dese looet ia aiU wneD. De büaonfepe her-
maoeataak i» dwbaiw betselfde ili de eie^eee.
Put men «t toe op de 0««9de fiehrltti, du
Domit men ae fiiifcmeAe Bervumentiek, en de
' ' * deoe is tamna «Se dn figbel-
Harmes, een Ori<kKhe god, de vm TMt
Zati en Mma, de doefatei taa Jilot, ««id opden
boqg K]4arae «n AikMÜI geboren (nndMir w^
h^jaaam KfUmioê) «1 taondet nlgens een oude
ffljtb^ daaelQk na 19B gthooUt dé gnodttek-
kói TM> 1^ kenbter: Tiodiogagare, Maitfü,
üat Tier nrm ond, afmigt 4g nit ti)o «neg,
yiaA, dn» orer dewbatlTaBeenattaadiiad oa-
sen ite apHman, de lier lA, eneit is de doicternie
naar FWrÜ en ateelt 60 nndenn uit de kudde
na ApoUo, Ae bq aohtenraarto ^oor licfa nit
' "'t en- n een grót wjbetgL Durop legt h)}
nttig im t^ «ieg. Ua*r Ap<AUy* bo-
nerabU ontdeltt den 'dief aan Zeug, «Ée hem
teroggafTc dn nmdnw bereelt; ApoOo iaat ie
h«B aAter in mil toor de fier en aebei^ hem
daannboten nog den gondra etaf na bet ,
m den rgkAMn. Zmu «Mnr ateH bem tot
der goden en begdeider der dooden oaM
Hadea auL Ia de mjfbe treedt Hermea iv
optoeedt, 100 da t,
het algmweB een den menMMo wdgeikide god.
In i«Tad»Uende atrtken 'vao Orie^enkot^ nwt
Dame io ^d eebooTtdaaid AAadS, ««id i^j nr-
eetd als een Maebemni der ««den en kodden,
£e hst lietit met benkro en inmtan omgaat, bjj
«ie faq talr^ke kiadeno venrakt heelt, iMHtti
Pan en Dofkm»; eJden veer ab de et^KoW tmi
graaa en metalen en vsn een oorervadite toimH.
At» een beTOrderau tm Teikieei, fatncM en
ate dief), der ««gen en ebraten. Ale a
neM* men toot btin, toociI aaa krni0«egen,
■teeoÉioopen op, aoogénaamde Hermeahen-
~e}e, ««ftiaas ieder TooiJ^jganger «en steen toe-
oepfcs en op de straten, opencuwe {dranen en
oor de hninn de MogeDMmde Beimen (aie il-
aax). ZeH Sok, atak en riaok, is hg de god der
raefat m der gjnaMstiek; all noduag «aren de
palaeatraen en gjmnaeia bem heilig en «erdm
TOOT bem ^iaiiiderlj)k« leeaten verierd. Ait lat-
Tinder i«a de her en (rdfiena Men) van de her-
deralhiiit, i« ia d« iiniaiat «dgexénd. Vaa ban
als berurt leidde men de garre imn een ataifce
stem, gooi ^baugen en Toratsnf^ ta^l af. As-
den» zien m btm sdle dea iwtTjnder •Mm bet
sehriH, no de getaUen, de «dAuMle en de aatiro-
nomie. Ale begeteider der liden n«u de onder-
««dd (Piyetiooomvcu) tteat bQ ook met de on-
denaidMie gooeo a betrtUiag, met «ie hq bv
doodnoiablen en bezweringen aaDgeroepan
«onk. Ook «otdt hg beanboovd ala de god vao
dep daap en der dnumen, dje dbor aanraking
met ijp «tnl d« oogen epent ea ahut. Tot ffsr-
mei' attrïbaten beiiooren de filoi, een Uttror-
mige hoed, of een felagoi, een breédrradige reia-
hoed, vlengels aan de zolen, later ook aan den boed
ien ttti Mn de scbondem, en de Hermea- «f he-
lantsataf (lie Oadutêiu}.
De konat atclt Hennes im nTtcbilleode hoeda-
nigfaedea TOor, ala berder, ala knopman, als <£ef,
ak bode, ala hwant of met de ker. De eindere
fconalenaara mmkten na hesn een kraebtigen
man met een baard, maar apoedig reedi «ordt by
sla «en jonge man met kort haar en een verstMi-
lÜge gdaatauMdnÉkiog a%ebecid. Tan de be-
waard gAkna ntnMwMm moeten Tooral bet
meestecirerk na PraxiUU» .^erme* niet Dionj-
BDe ala kn««p", bet noeRer ten onreefale Jaion
genoeonde beeld en dat als metende bode (ite ds
plaat bQ bet utitd OrüktOt hnut) genoemd
«ordeik
Hannsa, Jo/unm Ttmothfu. een Dnitech (o-
m«aBdhT$f>er, den 3Iat«n Hed 1738 te Petnüd
^ Staaród la Poomepen geboren, studeeide te
Eomngdieigen in de tbeolo^ie, «as at^tereenrol-
gena [Kirc^doeent t« Dautg en Ie Berlgn, leer-
aar aaa de ridderacademie te Brandenborg, veld-
pradiker in SiletiS «□ profeaaor ai mepeetenr aan
net gTmoaaaam te Hieelaa, «aar hjj tië soperin-
teodeot en eercte profeeaor ia de godgdeerdbüd
DigilizedbyGoOglC
HEiRMES— fliBBUITE.
den 24el«n Juli 1831 oveirieeil Hy wu ije eerate,
die den Ebge^sciben fanuüóeTnoMin op Dintedien
bodein pkmtte, en aiAued: ,Aeecbi<A1« der Hioa
Fumj Wï^w" (3de di4k ]TO1), .^opUeu BeiM
^m Mcmd Mdi Sadiun" (« dUa., 3de dïofe 1778)
,J^ TS<dtt<r a(aer Heitantt" (3 dln., 1787).
„Uanch Hcrmfan" (2 dlik, (17S8) en „Fflr BUi»ii
oDd ËbelnBtigen" (5 dta^ .1789).
B«nn«S| Oeorg, de sticbbei thd een |diiloeo-
fiüsflti-dogmaiiAiibe acfaool in de R.-E&thoLieke
k«ik, den 228^0 Aftiil 1775 U DrejerwaUe in
- het g(4)i«d Tan Uunetef géboreit, kgide mdi 4e
Unnster toe ofi de godgieleeidbcid en de^w^ebe-
eeerte, ikiA ui J7fr7 benoenMl tot leeistn aan
bet gjTMUwimn Ie MuMtei, dn lï>07 UA boocteec-
Bai m de dosmntick «bid de omimBitedt aükac,
in iai8 wn dte 'te Bono en omileed den 2feten
Hei ISai. Zoowel in. ^
<briBtkatlH>ll«eiK Ttmoksie" (2 dln., 2de drd(
leai— 1SS4), „Poaiti-ra SWikabaaie in die dtaint-
knOudincbe Tbeokvie" (2de diridc 1891) en
„ChrieUurtboUwbe Dagnwrtik" {3 dln., ade drak
1884), als in zgn Ibbhid «lacbtte «ijj de dogmatiek
tko: B.-KedMUekie E«k q) ten EastisonedinFLcl)-
tiAacH^Kn growklu t« Testigen (Beimesianis-
me), en w^£n luid & een groot mottt voj^im-
jRS (Hetmeeiemai), die M W«fllfaJen en Rjjn-
^niaen het hoogèeeranimmbt in de ttmto^
beUeedden en bnn geroelena door de „Zeilaehnit
fui Ibeologde «kI FUloiOfitiie" (van 1632 tot
18S2] tradittMi te Tctbroden. De aaorraAen nm
Winduekmann, een •nl>tgcnoot van Btrmaa, en
Ton WiMer, Klee en aodenen, dte bat Henoeein-
ninme iJa utterg besrfKMnrden, Uercn gemimen
iyi loukc ecD^ scToIg. Eent nndst Sfiegel,
i>wM>iMch(n> THt sétdeD en aanhamgcr ran Ber-
nu^ in Ancnntns 1835 orctieden waa, verooi-
deeUe een Fmm^ brave na 26 Septemèer het
HennecMiuane. Te rei^eels pooRden de Herme-
nfjKO aft) in onderadraden aeeènriitcia te rertt-
TBBirddgen. De boogfeenren Braun en Adilerfeld
te Bonn werden oit bon lietirekfciiig ontalaoen,
wanina de Begeeting' fa^ het emeritiuit toon-
de, in 1860 aMfenrieraen ook in ÜA aan dn be-
sKtiben dar K-Eathoucfa Een, waannee bet
Hermecüoisme een einde oam. Het Utrmeaia-
fttfnte tieeh in Pimen meermaJen aai^tGng ge-
geven tot botüogen taascfaeo Keii en Staat.
H«nii«ilaiia.x, een QrietoA didtter, doe
omatre«ka bet jaai 330 t. Cbr leefde, ma een
wieod en leeriug van den (Gditer PhiUUi» en
echreet onder den tiW: Jjeontêon" een diietal
boeken met «roUaebe cJegieln, Uit bet deide
boek iieett Atkenaeu» een TTjj groot tragment (98
regds) medegedeeld.
Bennes Trtsmaristiia (<de drwmaaf groet-
ete Hermeii ie de naam «Mrooder de Egymjeebt
godheid Thot bekend waa en geldt «k tcfarv<ei
van een l€-tel Giieksdie seadhiiften. <Ee ook wal
Henaeliea at HenaetiscDe boebeD vroiden ge-
nroeatl. De inbond tiiema beataait uit een ver-
menginf[ vajt gods^eoeti^ mj«ti«k en Oriek-
Bche wqegeenee bemegidMig. Deze geecbiitten
lip waÜMbgn^ io bet Laatst vnn de 3de eeuw
na Chiiatua imtntiMMi
HertUAtlo*. Zie Eermeê Tritmegitba.
H«niiBtUwfa6 TTttmataelartl i» de niam
van een in de Ifidb eenw in Enuirqk eestMfat
Btelec^ dot de nymetaelarï tot aloheanHtieehe
doelwóden sebniikte. De «tiefaber waa don Per-
nelti wt Jmgam. Het boefdbeetinir meoide
tieb „Gnnde Lo^ éeoaraiae dn eomtat Teoaiaain".
Bemüaa, bugeoaaaiMl da migeer, een Ohifa-
ttüjk Mfctjjfw iHt de laatste keKt der 2de eaow,
Bcteeef een boek tegen de BodeoMbe «üegieefen,
dat w bet Oriekscb oMt een I^tgnecbe ytsttlkig
in 1S53 en kites door OUo, ia bet „Comw ap^-
gïUran" (1872), uüg^ ^-
Hcrmint of kUUxêm
die, «fstnnd doende van den ci
medemeoM^n neb in de •
lielLt om een leven van godadfeneüfpa i
Uag te gwui leiden.
Harmlat^Uaadan, ook Agomeê-, Hermitê-
öf Lodtiimdeti gabeeten, vennen eea óbsden-
'- OeeaniS, ten W. der i«kninUeMseal<Mi-
„ „ Zg q^D bedek* met 1 _
kokeèpaknen, aoedat koprah het vDonaaaut»
oitToetaftaked vonmt. Ow leveieo iq Inpaog^
MSuUpad en ponJmoet op. De wÉieönMlie be-
roüung alerU er meer en meer nii; a^ Lod, bet
— itete eêbaid, leven nog 35, op Maron 15 ia-
H«rmlone, tbane Kattri, ia de nanm eener
vooimëlige ataa in de PdopooiMaae, aan debaai
van Aigvlis. V<Jgens de ovettonrkig went ag
door Hemwon, een dood tva Europa, eestMiit,
beoait vele tempcb, waaronder «en van Demtler
Oklhonw, venoaord ale w^q^aaln votw vwmlg-
den, en wu «en Uoeiende loonetwi wier hamn
zaeh te llaiea bevond. In 464 door ArgM ondcr-
weqMO, «eed sjj na den Pdopenneeaatdieo Ok-
)og weer aeilBtaadig.
Harmloii*, de eeoage doefaber vaa> Meneimu
en Hel^ta, trad, vot^r^os een beloïte mn banr
vader, in het bowel^ met Neoftolemm, dtn
zoon van Achillet. In de „Aenela" va> Vtrgilitu
lazen wü, dat lij reede de g»de w«e vnit OnaUt,
en óet SeoploietHett» heat Bcfaadte, vraaoeft dow
hem doodAe en Orealea baar naai hnis terog-
bracbt en öj hem Titameiuu adumk.
Hermltarc, Zne Smtitag».
Hanulta^ is de naam van een aaer Iöob
FraoMbe wgoeooTt, wette aan de hrttnr -vao
het gmrietèebt^te 1'Heradtage, op den linker
T VOO de Rliftne, tegenover ét «tad Taia
groeit. Ifen beeft rodde en «rille; de beate roode
soorten ijja £e vnn Méal en Gnifieaz, de beate
witte die van La (Aantaiooolte. De hemitage-
wjjn ondeiediridt lidi dow een fgoen emaak ea
Een khüoeoaer moet de eerate wipotokkeo ge-
plant bobben.
Stnait», Charles, een FnuHcb -nkimügn.
den 24£t«n Deoemèei 1832 te DienK geboiVB,
wae eedert 1&13 eerat fmaninatnr en veinra]g«D>
proFeeBor aan de poljteebniBdie aebool te Paiva
en werd er in IS£6 liet der Aeacleaiie tM W«-
taoediaffKik Hö waa de eerrte, dk v«rgel$iki&-
DigilizedbyGoOglC
1S01 to Phvb. Z
1;m de l'Eeoit
'm boo&tweik k „Oonn iTm»-
>ol)iled»iqiM" (1«TO). Vodn
d«8 fooDM cobMjnei li
loBctMw dUpliqaea" <1868>, .fiu lea koeMoM
dM Bwt tetteM" """' -^ - — - -- >- '-
di«rf~flee6). .^ ,
(1874), ,vCi»m k b nuoM des «sraM»" <18SÜ>,
nSnr qnelgDes appKfliOBB des broeliMtt cWpti-
qoM" MS») «D «Sn k Imwlmiiurtioa de ri»-
S^Taenn, biadtt in 424 t. Oir. de SHÜieaen er
toe te Ocfe een algemeenen Tiak t« 4o
manloor 4b timt tnsadMa baa etedcn toor <
woriramen wero. Toen w 415 <ë «orioR toncheD
Ath«ae en Syneow todi nétbnk, ttMnan de Sy-
rwnnnea de OTeTwioniox un SermoeraUê te
tekm. VcrrolgaH hielp oq da SputjUDen hgen
Athene; doeb weid lijj Cpfcoe door JUMade*
fnirfigeii (412), wMiap hg mt sq» <uiM entMt
en fertMnten wen}. Durop stTeed hq op eigeii^
head Toor^MiediK legen de C&itiMgen «n voDd^
io 407, b^ een vo^ag om met nnretd oaar S7-
iMnn ieng 4e neren, den Atoi.
Hcrmod (dv 8brv<K«t>e«) )■ *dgeni de
Hmmehe Mwlleer een MoovftnOilüiendebood-
adbapfei «en dnen. Hg wen) o. k. bmt Heta in
de onderwenèd geienden, om BoUer wiMlMr te
beleo. Ook gnwtbe lm met Bn^ de kr^gAeMcn,
(Ke dn WdbJU iKiden ootnogen.
BannonndonreB ie de naam *» een gi«o-
ten ToUMUm m het luanenkiK) tmi bet <mde
Oeimenit. Hnn gebied nenede ten weaUn an
d« Entten en wu door de Wem ren deaen ge-
■dHHten, ten nooiden mb de Chan^en, wier
gnadgetned neb «■■ de «afere 4<)e i»> Ae»
Hms wMrAte, Jn bet oosten atet de BIn «mi
n bat aoèden roet bet llniÉn-
. ^ MtemfNUe mn
ook de HennacndoeMn mat dn oaMti inoi Sne-
ven, dedi fa het }ear 19 na Oir. linden wg ban
Katvatda mta de
ommmeipen. Ook bet kMse Sneriadte r^,
deer Vammu {tot dn "* — '- "—'- '^-'--
nnfl n
landa
^ Tan Marbod ea XohMUa ^
ifla 'van Roma tuMchtu de Mirab en de
Wmw geatMd, bosweek amr bon «Hmden («Q.
In 88 «Msden tg een Toofqwedigen «oilog te-
gen de Katten ovei bet besit Tan mate Iranat
eao de Wem en is den «öd tmi Taeitu» ooder-
hMden q hasdeMwtMkhÉigeB met da Romei-
nea. Bet laaUi wordt bn naam geotnoA met
die der Tokren, w^te ttgen Mareit$ AttreUm
ooriDogte. De HennocndoeNO geUen ala de
TOOioodeiB der Tfaoringeti.
Bnimoep^l», een atnd op d» Ooetkoet van
bet Oiiekaebe eSrad 871a, m de Htd tw den
der Ch^Uadiadie Eüanden. tm een R.-
en bieeebep en t» «en <M^ch R.-Ea-
MrUbMM&ofi en tdt (1607) 17 778 ^
[ffin 'Tindt er 4 Orieksdi-KaitlMlUa, een
R-Eatbolieke en een PrateetaotBtiw Enk, 3 gjm-
DBM, eea geiec^iMiof, een kiaret^ een ammnel,
Ëmapa en den Lenst en behooide tot de k
aaMaete fcoenetedcD nn Ortekeniamd. dodi ging
sedett de opumat «aa den Pitaeoe acfalemit.
■Ueeka Iket jtar 160 na Oir. te IWaoa im OiliciS
goboien, tcM da kaaen ven 15 jaar reeda mat
*eal bjjral op ten amriioore t«i keiaer Mamu
Atitgliu* en idueel eed «erit in h boeken «*er
de wehtHekenlMid, dat gemimen tgd ela leid-
dnad bij bet mdefwge gebnnkt wnd. Men
Tindt bet in de .^etepee Oraeei" nn Ifoj^ ter-
wjjl de „PiogynmunMte", in het 5de boek opge-
nonmi «d 4ot het «nde der Iflde eenw afcui nit
een UtgMcbe intaMni bekeiw^ in 1791 het
ewat door Hêere» m/a mlpyiTeu.
BarmOKMins «en gnoétMM ia voont bAeod
door de lalijjiliiiji «aaiain bg Tan de 19de Tan
TerWtioaat «n TaeopMla* na Antioebiê beeft
Miwtgriteen Ven hem itf watan wn iiiaiifl
meer dMk dat bg uit bet Onten komende aieh ta
Carlh^o faeett gereatigd. Zga denkbeeUao moe-
ten mt gwdKiitea qfaer beètijjdein gedeatiUeetd
. , OrooU, waa in de dagen der Oad-
beid de saam lan hét midweatelgk gadeelte Tan
den ABrti-Ubaaon (se akkar) te Sjné, dU udi
ter booste Tan 2759 m. Torbett ta den DqeU-
eBj-S}ee£, aeeaa met nwenw beddte bnin alt
Damaaoo» en Tjna geaien «oadt De Kküu Htt'
MOH, 516 DL boog, Tttngat in Palestina ten waiA-
weMen Tan Tsbor.
Kermonlllo, de hooiMad der Uexieunaeh»
'~ntt Sonora en aan ds uniei Tan deaen
V^ ta een Tmcbtban «lakte en ia door
'-— an omgaren; m telt ongereer 11 000
In baar omtrek Twbonnt men Toat
naan» dat nanr ds hamaatad Oajamas woedt ge-
nraefait benerenc boetdjilcen nijn.
Hnnutd, «an riwr io fioogarge, ooIapriKt
in den Koningrtwrg (Kiabym Hola) oabg ds
bnunien Tan <£ WMg, en «Iroomt eerst 'm een
ooateUkn en daarna ia een Kndelgke riehÜDr
tengi bet HagTaMT^galMtgte^ neemt da GAbiate
en de TWna op en maiBlt mt io de 8a)a.
HmuuMIla Pfan*. at L^ ia de naam tib een
tenfaniaig plaatengasladht nat de lamHte dttatr-
madioweAi. De meikwaaid^ato ioort ■ de-
raataieleMde (B. eoaora L.), ibtn genoemd om-
dat de éénuaige ateenTincnt, in bet bolTOTmig
htoenriafc badoten, een nmmeiend gf^nid kan
Knn, waarom du boom op de Bsgatiebe Weat-
dncbe Eiknden des naam ifraagt tw Jaek m
a bo*. Dese Heraandisaoort laren goed tamoar-
hovL Hentoadta ovigtra L. tont toot in IndM'
~ heet daar: eiertoom. De t*— ■**-" worden ga-
bnukt Tooc
de ladai woadt een k
Bnmtantten & 'ïroeder^MMMte.
Hamln {rotoberraanTs) heette een ood lla-
Uaanaoh Tolfc raa Sabgnaehe aftoanat, dit naast
de Mani m hst dal T«n Trema (Saaso) en de-
nabvnge Apeongnsn woonda^ In 488 ateot hst
■ch aan mi dan Romsinadi-IaAöoMben BowV
dmdi weid fa 809 als bondgenoot tw de Samirie-
ten MMlarworpeb.
HemSannd, de booldstad rran het Zwoed-
DigilizedbyGoOglC
HBBNÖSAIND-^HERODBS.
der Amc«rm&n-èlf in <(e Botkuedhe QtAJ no het
flÜMtd Bernd, dat door mdddel yaji twee Wu^
g«ii iDet bet vaatelaiLd Teibcaden ie. De stad w
regelmatig gebvawd, iieelt naeeDoeg aüeeD hou-
ten bimen en Idt (1910) M23 jammen. H«t
merkwiArdixBte geböaiw ia er de nieuwe Dom-
kerk, en de jaren 1843— '1646 geetiMbt. Uen beeft
er een gymnaainm. «en zecnWtBcbnd. een Vnnk-
linnigengesticbt, een dootatommeniDstitaut en
tmèe^dbeèha hhrieken. HomOsMMl k de leteJ
Ttit een imadba^ do<Jh deae woont te 8&bro 22
km. Taodaar. Uitgeroeid wioFcfeii pltLOken, bruid-
hout en ijzer, ingeroeid ToedkncsmdddekiiL.
Bero, een priesteiee van Apkrodite, ie beiend
wegens faaai fieJde wor Leander. (>p een feest
T&n AphrodiU en ^donit, dat te Sestoe, op de
k-ost vaji Tbra«iB e«'iiei'd werd, (»itiiiHebten zij
ettander en ontwaaEt» tem wedenDdeobe toege-
negenheid. De staod dei priesteree en dea onwi4
der ouden verboden eehtèi een huwfliükBvepfaiBV
tenis. Eierdoor editer loet de jongeüug zidi nöet
oatmoedig«u. EUen naclit swooi hy over den
Helteepont, en een fakikei,cf) een toren aan deorer-
i4j<le ooUtden, diende bem daarbü tot wegwjjiei.
Toen hij eindelük bfj atormacMig wed^ w«ei
dien tocbt waeede, beeweken zip Jtrocihten en
frerd bg door de godYcor dbod <q) den ovrm g^
worpen aan den voet Tan den tórei^ waar Hera
hem nadhtte. B'q het tagmtiicamea ma het lük
Tut den gdiefde, omklemde ig bet dierbaaor over-
ecbot en wieirp kA deanmede in dien floed Deze
sdbenrtenie werd in gedicÉiten, door Mumieiu,
bter door Sekiüer en Ontlvaner fieaeeuw^d. Eet
bekend» Diutaehe wilMtwa ,,£a waren Kwea E8-
nfgAioder" benwt op deie eage.
Bero (Griefcscb Heron) van Alexandrie. een
Qnekwili wixènndSge op hét «oude der 3de eettw
T. Ohr., een leerltog vcm Ktesibio*, ie de eeliiij-
YOT van een aantal wds- em natimrkandige wer-
ken, dde veiminJci en slechte in ofowerkinéen be-
waaid ^bleven znn. Ite wJAimdige g«e^Hten
(„Heronie Aleiandnkii geomebróoonun «t eterio-
metdoorum rsütfinae" l8(M) ïonnden waarecÉiiJn-
lijk ooT^jTonkeiük een groot geodetiMb werk,
waarv&n atzooderi^ gedeelten tater eeinran
Ung ak leerboeken gebnukt en dikiw|>le «mg«-
w«nt zg°- ^ geodetiecbe Teriuodeling over de
dSioptra, een soort tbeodoüeth, bami de fMtoule
van de of^rvlakte van den drieboek, nitgedrukt
im de dnie zgden. Vao zijn weck OTet de mecfaaini-
ca iVD iieobte grootere tragtnenlen o^«r. De toe.
gepeete meduuucft wordt bdbandeld in Rer&ê
irerbaDdelingen oier geadbntibouw. Slechte m La.
tgnacbe vertaling ia zijn „KaWptrik&" bewaard
MiUevfln, De natmirtande ie aait üfero ««nscbü-
Mode tntvindingen vemeboldigd, zoo«k de aec^.
ptla, een beliostkat, een toestel lot liet verwek-
ken van geestvorsdiimi'ngcn dooi apiegcfa, de He-
ronefonteia enz. De fieronebal ia editor niet vnn
hera afkomstig.
Zijn wetken zjjn met een Doditetlie vertaüng
uiilgeseTen door W. Schmidt (1999—1601, 3 dlni).
Herodes de Oroote, koning van Jade, waa
een zoon van den Idun»eeêi ^nrtpaier, die op be-
vd van Caetar het ambt vnn proeoia^ 'bekleed-
de bij den Joodsehen vorat Hyreanut II. Herodet,
io 73 V. Oir. te Aaeriom gdióien, w«rd ia 47 >.
da. benoemd lot st&dbouder van 'Galüaea. Dau
de Rómedoen t«ivT<ed«i wareo ov«i zijn beiteer,
werd hom ook het beetuor opeedmgcn v«n Sa-
nuii>i& en Coéle-SfiriS. terwijl men hem tovens
verhief toi oppeirtennedbebbei der ImhI- en MS-
madkt. Hü streed VDor^foedóg -tegen AntigOTWs,
den broederazooo van Hyreanuê II, en ti»d w hel
hnweil^ met Jforiamne, de dodiler van laatstg».
noemde, ««ama de drocmaD Amtondus hem tot
tetrarch (Tterront) benoemde. Wel moest hg bq
de vemoenwde a&nrvaflen vsa Antigonua jn 40 t,
Ofar. het ondeiMMt ddven. doch door de Roma-
nen coderstBvnd, keerde hij weldra teiag en v«c-
Ibreeg de w&aid^faeid ram looning van Jndwa.
Nu veroverde hij met RoroeaDacbe luip AnH^
nua' lök en in 37 Jerainlem. Hjj ondetacheidde neb
Munt van Herodes den Gioote.
door M en -wreedMdd. Zgn zuster SoJome bad
een oeei veideifelgken iontoed of> hem. Hg de«d
zijn gonalui JVorünnne, ajjn zwigei AriilobtUHI,
beider moeder Alexandra, den ondn v<oist
Hyreanua en 3 tod zjjn eigen zonen ter dood
brengen, In w«ermj van den haat det Joden «at
van heit gevaar, wvannede de partgen in den Bo-
meinschen bnigeroorloc hem bedraden, band-
beafde 1^ aiah ia het Mót tm dn tiMn door
zich tettens bgtvde aan de onerheerecbende par-
tg te ondarwBipen. Aiiguêltu vergrootte zjjn ge-
bied door er TiacbocNtis, Aonnilie, Batanae* en
de kinden vbji Zenodome aan toe i« voeeen. Hg
deed den tfinpd te JeruTakem inaohtiget dan ooit
heii^jzen, venéwde lyn boofdatad met ve^ raooj«
gi^xmwen, overwon de Aiabteren en bun aan-
raender ATStaa en v«niii«fcigide de Syriech-itrBbi-
adbe loovers. lm den laateten l^d fan vja beetuiH
ameedde zgm zoon Anlipale^ een aamrensworing
tegen hem, doch hq Uet dezen door venvongiag
om heit teiven brengen, Zeff Oiverleed hg 5 da-
gen daarna, in bet jatur 4 vAAr onae jaarMUog,
voltgens de tijdreèenhig vao Diont/iiitt Esigwu.
Het ia eohtra aannenKiük, d»t i^dens de regee-
ling van dewn voi«t Jexiu geboren is.
Herode» Antipat, een zooot van den voorgsMi-
de, -werd tetrarch vao OalUaea en Peraes, dodi
Caliguh veihande hem in het jaar 40 na Cfer.
naaf Lyon. waama hg in Sfwnje o^eilieed. De»
Herode» acbaeUe Berodia», it vrouw van igs
stiefbroeder, en deed Johatmet den Doop«T ont-
bootden. Volgens het Evangelie (Lucaa 23) werd
Jenut, ofi laet vao Pilatiu, aao hem nor^sMd,
door zijn boTetiDgen en krggifieden bespot en
toen, boewid <nis>^Q)dig beifimden, nêta Püattu
teruggesonden. Naar desen Herode» ign de He-
rodianen genoemd, een Btaatkundig-Kodedienati-
ge partij, vrsHte i^n wrat alt den Memaa to-
sohouwde.
Herodet Pkilippiu, een 1»oed<r v»n den voor-
gaande, werd letiWeo van IVaebomti^ Anranitaa
DigilizedbyGoOglC
eenle 87 j&rau reohtvaardig en
irft, en o>verieea in bet jaar 33 ds Ch^
Berodet Agrippa 1. een UeinaMti vam Hero-
da den Qroote en een broeder nu Herodia»,
hidd vja Terbiqfl te Rome, nuar moest wegene
adwlden de ir»b aetata naar Itiumaea. Latei
keerde bij mai Rome tenig, maar went door Ti-
btriiu io de geruKemie geworpen. Nog later
editer verkreeg bq com de c^nst raoi Coligula
en CJoiuItu* het bebeer oner oén JoodMÜien staat
met den tkej vm koadng. H^j overleed ioi 44 w
"* D ivn e«ibMd w«nl ade een wiogeweet in-
geleid ü bet Remünecfae Bgk. Volgene de „^o-
oebogen ^, '-■''■'■''■ ■ ' ■
brengeo en
ei Apostelen" ün
I Pelnu in de g
«ufciveg kt 53 de tetmeUe Tan Betodes Phi-
Hppiu en wa« de laatalie koning der Joden, ala-
mede de iMitste teig vaa qja geacht. Hg »n-
darabeonde de Romeinen bg de v«ioT<dne nn
Jenizaiem, Terkieeg toen de waerdigfaeM tmi
pnetor en overleed in 100 n* Cbr.
Bflrodes, TiberiuÊ Claudiut AUieus, im den
a&iwBDg vsa iJe 3de eeuw na (^. te Mwatimi
getuKtgk, beiMorde tot een aAnaien^k gtelaeht en
Lueiai Varu» en Jforeiu AnUHivu,
meester bn wea. ondevaiwideD atao.'l^aiDliten. In
143 waa njj coneul te Attiea^ <kKh daar ^n
staadpoodige gevodeiu scliteTdodht wettk^ tee>de
hq tgn hetreUmng oedcf, om lieh bg de beoefe-
nuig der WAtensdtaf) te bepalen. Hy overieed in
177. Zvn owneteiyiLe tcbatten bealeedde i^ ara-
wd aan inridituigen tos weUadigltieid, ate voor-
al Mk bet BtiditeD v^n grootRohe ^lebonwen,
mMnaede hij Onekenlandv AaiB en ItaliB veraer-
de. Tot dé merknaardSgste van deae Mioorden
het Odeon te Atlieae, mm ign gmuiia Regiüa
g«irvd, de veicdenng van het pan-AitrbeDaelBcbe
Btadtam, de exedna en de grootete watoileidng
te Ol7imp&, alnmde het Trioipium, een luti^
■trekt puk met fraaie tetnpeis en grafsteden aan
de Via Anna in de oab^bml van Rmne. Ia dat
pai^i beert men later een aavtail Oriedceohe 09-
scbdlleo ontdekt, «sarbü 3. (Se oit 39 tn 59
henmeters beetaMt, waarBchijnliJk door den didi-
teir MareMuM SideUê vervaardig en in bet Loo-
vre Ie Vtr^ geipJaatat Van lyo redevoeskigen,
dóe hem den naam ven „Ton^ der HelleDen ea>
,^«oing der widepiekendhwd" verwierren, te
slechte eeo, „Over den Staat" OTeng«Uevm, en
de edilfaeMl van deae wordt leer w twgllel ge-
tvolckeD.
Herodtaniu, een geectid.e(hdiT9ver der Oud-
heid, wee vemMmMqk een Oriek van aAomat
en leeJde te Rome in de jeren 170—240 na
Chr. Men heeft van hem een geeehiedenis der
keisun, in S boeken en in de Oriekecfae taal ge-
idueven. Zg toopt van Comntodue tot aan f^-
dwnnu UI. Heroditmui ia we'iüg betroowbaar,
maar geeft belangrgke a&nnnillingen of) Dio Oom-
n'iu. De beate nil^ven van dit geschiedwerk i^
dk mn IrmiwA (1789—1605., 5 dl».), Bekker
<ie2« en 1855) en MendeUnohn (1883).
Zie: J. O. P. Smitt, De geecIaedBChrijver Hero-
dMDoa en aqn bronnm (Leiden 1913).
Herodlanns, Aeliua, een sowt van Apotlo-
267
niut Dyieoltu, etomd it H«ne bjj Mareut Aure-
liut aeer im de goaet en ver faanÜgde een aantak
^eachriftan van taalkmtdigen inhoud, waarvan
nog uitilpd»ela en fragmenten vioorhótidoa igiu
Hen vnndt deze o. a. in de „Onuomamci Eraeei"
VBQ Dindorf, terwi^ zgn „CaHhoüca proaodia" in
1307 dooi Sentx ia oilge^even.
Harodotiu, de oodate Qriebsdbe geecbied-
sObrvvea en gewoonlnk de „Vadei der Oeadüe-
deods" genoemd, werd ometieeke 484 v. Chr. te
ntiHilrfïmnmiM in EaidS gefaoien. Hg voemde liefa,
naar het vooiWU en den raad van zjjn Uoed-
v«Fwamt PanyoMit, door faeA leaen der werken
vui OiKkaiiM dkbtew, vooral vhi Homerut, en
het ediöat, dat bg reede viroeg bet voomeowa
beeft opgevat, om een uiibgebimd gea(ihlddn<eit
te sehijfTca. OndoralenMl dotv bet aanzien en den
rgkdMn van iga neteebt, begaf h^ aieb n«Ura
op leia om Te)e laiuieB
en vo^n te besoeken.
Het ie vrg a^er, dat h^
reeds in ^jn jeogd een
reia deed naar de eilan-
den en kusten van Klein-
AiiS en dat hg na 462
door een groot gededte
van AbS en Af riia ttok,
met name B^^pte. Ver-
der weten wi), dat hg
PaleeIJna ibezocht, zieb
belangrijke berichten ver-
sehafle omtrent Phoei^-
ciS, 'lyrna en Sidon, tot . _
aan Babjrlon.ja, vermoe-
delgk tot Baktrifl en He-
dii doordrong en leUe
de koslgeweeten nfer Zweiie Zee in oogenacfamw
OiiekeD , _ ___ _ .„
het verwcrten vao de TonameUa boowstirften.
Het da niet OTiwaaiMbgnl^^i dat bg toen te Attie-
ne eendge gedeekben van iga w«k aan vja viien-
den beeft voorzeleien. Nadat hg sidi geraknen
töd vooral te AtlieM bad ofignonden, ging hg
me>t eed aantal kodveidHrizerB in 444 naar Thn-
rii en ItaHe, om lich met dit land, alsmede met
SieiüB bekód te nudten, zonder evenweQ 14a
toi^t t«t Bome uit te strekken. Hg bleef eiveo-
veideeld, w«4Im 4e namen der 9 Mnien dragen,
is oweateM m bet loniedt dfatleet en behoMi
tot de bdangrgkat» ^eacbritften der Oodbetd. De
eenvoud en ge4HtMwlieid, waaimede hg aifa erva-
ringen en de verzamelde berichten mededeelt,
w«^D no^ alOjjd de grootatle bewondei^, en
zelfs de tiaeuwere ontdekUnf^n hAiben d» wel
eene betnvijfeJde waarttedd van veel zjpcr mede-
deeJin^ hemeetigd. Van db toirijke utgaiven
van zqn weric noemen wn dSe van Stein (2 <Bn.,
6de dnA 1901), Abieht (5de dnd 190Q).
Uleiatnnt; Bauer, Heiodots Biogimpble, [Wee-
nen 1876); Havvette, Hérodote, hóetorien ifei
gneries médiqnee (Parns 1894); Hoek, Herodot
nnd eein Geeebidi tewerk, (OBtersloh 1904); B«-
rv, Andent Greek Hiatoiiane, (Londen IdOS).
HeroBn (Griekseh, meervoud van flero* =
beid) betitelt Bomênu de ihtppeiete heühlen, ter-
Heiodotw.
DigilizedbyGoOglC
wjjIL Bêiiodtti er de tid goiea «ffttwiwiwinie,
<)Miiani ook ÜUgoden gMwemde, hcUen van den
nimrtqd ondn reiitaat, «Ie deds afc goiroiM
mensebeD gestoFmi 191, deek onder beettdup-
pq van Eroiuu op de eifendBQ dlai gtfakzafigeii
wonen. Later noemde men «khti te de henen
TCO de npietttt nge, het MMeeoaamde bemladte
l^ó^eik, fa mentehen, die dcm hun dood een
bo<w«t lenen dedbclrUe ign gewordeii, de maribt
bviUen den menadieD goed en kwaad be doen
en op t^iMidere wöm ivereend wmfcn. Geen
QricndK stad ol landaAap dat naast i|jn godfcp
oieit ^ iberota bad. Da «TOode of dea Mehls
verbraiut WMd. (henl «arden herofinfeestcn ee-
werd, <fie, wumecc ig landriierokD be<mften, >&
S*™
I ran ttaaUw«g« uitgingen en aeei hiietear-
_i waren. Atlnbuten det bcvoBn wai«n ohngen
•n (laardeu.
Hérold, Loait JofeoAfenJtnafid,«enF»nech
BonywiBt, den 28Bten JaaoMi 1791 te ?«rjie ^
botei^ famg bei eerste wnakiaMiuimijt na zgn
ndv on knm is lfi06 aoo bet OonaerTalDiiam
liq LmtU Adam, OaUl en M^ut. RetO» in ISIQ
Terwiert Uj den «Piü de Bome" met qjii eaolatie
HÜademoierife die LavalBèfe". Na sön driejarig
etKMfiererbQif ia ItaUB ging hq naar NaoelBt waw
lön opera ,Ja nmentb dt Boria) V^ in bet
„T«BtM> del Fondo" met iimti ontrAngcn weid.
Toen hg in 1616 te Panja wm Urwgekeeid,
hielp BottUieu hem weet omr b» meaew«iUng
tot het Toltooieii vut de opera „Cbailee der Fran-
ee". Daarna w«id een ooivtadrëmkitak Tan Bé-
nld, jjjf» raiiiree" is den Opéra «omiqne Trö
gnnatiR ootTangcn. menp volgoen ,^ doêhette ,
ihmoac eeltige andere ttnU^ die idet tmI 00-
gaitf mailen. JDaardom oartmoedigd, aanraaia-
de Kj een betrekUitf «Ie aeeompaenatear aan de
Itolwaneehe Opera. Een paar JMi later probeerde
hij weer i^ getok ala opMaociaipcDia^ ecfat(~
nntder het gewtoacbte gtnoig. In i8Q4 w«Td h
1924 w«Td hn
r dfcn „Oram
koord ireoteor, in 1627 gkn^j
Opéra" ale repetUnr. Eerrt te ISSS behaalde bQ
met 1^ opera .Jbiie" een segefwaal, doch ijpi
drakke betic^Mdd ab r^Mtitor Terbi aderden
bem, kA u eomponiat te doen geUea; hq
aehreef aleebta nog enkele baltetten. Ook ign
non" (1829) en ,3mineliDe" (1880) be-
D hem niet ImA begM"^ ■ocom; eerst met
*a opera „Zampa" (1831), bdnalde fajj
een oooitukand xieeea, dat In 1883 door den ha-
tbI van .Xe pré ani dei«i" oog werd orertre)-
fen; dat batrte tink baakU ia 1871 ^n
lOOOrte wroeriBff. Hij overleed den lOden Ja-
noari 1683. Zgn naltefcewerkite opera „Lndorio"
is Terrolgene door HaUtff votbxod.
BaroQ. Zie Hero.
Heroiubal w een warktoog dat vroeger he-
Btond uit een hoKeD faaJ met een gecUÜpenn
boie, ma^ A,t men ttions veelal ÏD den Tonn van
bp^aamde Geaar Tenfianlit^ Het b««taat dui
nit een fleei^i. die hicbbdicot met een knik ge-
sloten ia, terwj^ door deze butste — eTeneene
htditdieU — een bois toopt, die aan de beide
nileinden open it en bijni tot op den bodem der
fhadi reikt. Aan het boveneinde der bnia ba-
-viodt lieb meestal een abkiitknen. De Ikedi ie
voor bet grooMe ded met water, eaa de eologae
of andere vloeiBtoften genld; Feiet men no,
door met kracht üi de btda te bkaen, ol door
luaht «r in te tk^ran.
hmfalperepomp nog e
^ hMnt dn de fissen s
1 men de knaa duit, du «ofdt ■
nrik eeo Meite drakk^
vit, dat bet Toeht, ala
men de baan epent, door
de bns wordt <^>geetuwd
en alioo een kleine lon-
tein vormt. Het water
lal omhoog »iHten, tot-
dat de loebt in de fl«eli
weer eienwiebt maakt
met de denqkring^iKbt.
VMlaiigt men een He-
ronebar op groote edual,
(ha miakt men de
Betob van metaal Oom-
primeert men <^ deie
WVK de fcicbt tot op S
atmosferen, dan wordt
de w&tentraal tot een
hoogte van 10 m. opge-
Btnwd. Door het apenat HeronrfiaL
en rfnlten dw Icnan
kan men deun boestil Men weAen wanneer men
mlka vezkiest Op dH beginaei bsnisten de ^mlt-
fiw^f" in de aeheikiDn^ge UiontMia, de ge>
wone brandspaitea, de hTdranlieehe rem, aleook
de henuiBloataoi.
Baroiurtontelii. Zie J'onMh.
Berophllaii de meeat beroemd
'tige der Oudheid, werd te Chalcedon mtatteeks
8W na Otr. gK^nmn. Pnxapom v«a Eea waa
zya kenDeeetop in de seneedmnde, en gcrnimen
^M was h^ te AleiaisMI ak arte waAmwit.
m Braaiitrato* wae hg de eecsto, (fie ffelegeo-
beid vond kA door méMd «■& IQken in de ont-
leedkonde te oefenen. Zfln lenen weiden don
ktere «diriivers, bepaaM^^k Aom Oaleniu, aan
de nakomciingsehap medegedeeld. Van iQni ge-
schriften, van welke jnionderhetd een „Ontleëd-
kuodig baitdboek" leer maikwaardig wa% ibi
behalve nog onnUMReven aanteekeningen op de
V^fAmóaDKn" van Sippoerata, slechta traginen-
ten bewaard geUerven. Voonl maekte hq stofie
van de sennwen en den poWsg.
Haroa. Zie Bentn.
Haroa ^ e«> gerfacbt van iineiikaaitedie
TinrtTnitrrrissrbmi, Mfaoorende tot de lamlfie
CAroMMfeti (lie ÓhmiwUt}.
Heroatrattu i» de naam van een burger ait
«üe. Dit nufat om igo naam onve«ga>
Epbern, (
tdük te ir
traopel vm Artemü tnsedien de etad e
ven van Yl^bttne ia bnod stak. Hg moeai
zgn mjatk^f boeten met den iooA, en de looita
uunen bet beelnit, dat eflc, die ign naam nit-
Kuek, ereneeDe vi.n bet leven soa beroofd wer-
den. Dit beeft evenw^ nd«t vcriiiodeail, dat ^n
naam door Theopompua bewa*rd Heef in de ge-
sfdiaedenJB. De narfrt dc«er braodatiiditing was
tevens «fie der geboorte fta AlerantUr dtm
Groote.
DigilizedbyGoOglC
HflipM. Zm ZMte* pan de kuid bq bat ut.
Buid.
Herpftktlfl Oaerlm. ie 4e oMin hb een plan-
tM^MJedrt uit de fvnolie ó»r Leeutfabtkoektigtm
(Saopkulariaeetim). Bet onmt irm^tode, lïg-
Miafei, aUen ofi^iobte knndeiL die ■■ de keei-
fcii'JUjiihnufcu gróeiea. Vut R. Ootubrina K uit th,
in Pem op ma«n«é^ pkatoea te tmJm^ beiv^
men 4e bjaaeren taq woaMJen, door iTQiigiftic<e die-
ren toe^braclil. H. Jfomitena H. B. e t £. beiU
een edteipen, bitteEen aDui; n Ooat-kidiS ^
broikt men bet kroid en de worlatB dexi pteot
ak ffmeeamidtM es de jaage UMfcn «k toeqqja
bq oe lyrt.
IMea llurt 1845 U 0>im«e bg Gcoftn <
P«V
I 1668 met
en gal dUr met MtMgrai 4'' . - -
DespoDdMM»" f2 dk^ 2de 4rak 1881) nit. Daar-
cp TCtüdU: „Une lemme dn monde dn XVHIe
eride", JU jeuMtee de Vmdaoe ^Epk»j"
(IfiSQ), ,J>aiMèi« unéee de Mukine i'Epkmj"
«1866)1 *xn de Andtam bifctMod, ^ t^ iolS-
me de VolUive mu tMïeea et 4 FenMr" (1865),
„Hietom d'wie gmnde dame « XVüIIe siècle"
(2 dta.), Ja priuewM B«tee de lip»" ta ,Jm
eomtmn HOtee Potm^" (1887—1^)^ ^ dne
de mnoÊj" (2 <1b^ 1891), ,4je ramaa dn mod
roi Lmm XIT M Ibrie UuKUBi Ootom" (1804),
,.Uae priaeeéae TomkiM m XVIUe eiède. Ifule
UaDÓoi OdooBa" (1896), „Fj^umi da tenpt
(^9f»), „Uoe fietM de d
k doö> B Iwt «omJlMt Sokl, telt on^feec
1100 inwoiHn en tecft biiaagiiglcie knfwi-, wkrtt'
1605 oobdckt eementwnt«r, waarnH emenOrofier
ja. Zoe Bmnover <*t«d).
BeTTsra, F«m>iuio de, een Sounacb didbtet,
k 15B4 4e Scfilla «boreit, ombdwle aog hat
den geeatelf^eit attao «n «terleed m lfi97. Dooi
bet laMB na Btmmiwebe, QrkAwbe «n Italiaai»-
■eha MlurfTen had bjj «en oiteiritnède kaanto
Tenrorren ea *!■ dUiter ttond £g bg i^ tBd-
oeoDoten in vw boeg aanmei^ Ml mm Imd oen
DDnaan van ,ji« gtfiU^ftit'' toekende. Het
Mi^i4t dat Tele van wja didLterl^e yootünvig-
die ncè docr imng gwoti, beMneni een aantal
«fan, die >Mi door tedimn «eebkift (mdei-
eebeidea. Zon „Obraa en veno" lün dooi hem
w» (1682) en ktei (whr dm tJM tm „Vereot"
(1«19) door Paelueo in bet " '
de mlMM in de „BMottHCa de astom em-
taiür (dL S2}. Vaa sjja ««MbiednodlBe m^Êen
wnneMca wq; .Jtdaaon de la goetn de CitUK
7 battdia de Lmnto" (1672) en „VSb y mnei-
te de Tomaa lloro" (1592).
Bnrwra, ^Mtonw dê, een SpaMidi geadned-
•Aqver, in 1549 te CaeOar gebon», heette
eigeül^ Tonietihat, maar TcnriaMlde dezen
Mam mei iHen Kjiut moeder. I& Bjfn jeugd begaf
hy K.A naar ItaKS, icnnert
Vfpatimm Qontaga, een broeder T«n deoi hertog
van Jfontuo. kee^ met hem, toen de» eodet-
kioning tco N»tc«« en VakocSa ««rd, naair SpMk-
je teivA mar PMKjw II fan benoemde tot eer-
rten bdstoidograal ven de bmde Indifin en na
CafltaÜI. HH oTerieed tn Ma<Md ah itMrfneeie-
laik deo 20>toD Haart 1025. Zjp booUmik k:
„Qwtoiia geoent de loa medMM de loa CaateKa-
itoe en kta i«iM j Ueii» finna d«i nuc oeeano,
1492~.1554" (1601—1615, 4 dbk). Dit «eifc ia
voortgcoet dimr OoNtate* de Bofoa ea nesmMli
uitg«gei«B k 1728—1730 io 4 deden. &d in-
leiding mor (Kt boek aebreef Benen in ijm;
„Deecniptêon de ka Indiaa oeddanUlea" (Sde
diiik ld15). Vao jön overige gtedirilton nntrt-
dea >ii: „ffietoii» Ut mimdo en el lejnaA) dei
i«7 D. FMim U" (1601—1812, S dhk), „Com-
meodackn de ke erfwa de loa Bepaflote^ ftaiwo»-
eea T VenecwnM e& Ilafia" (1^) en „BMock
de Porfogal v eooq niite de l«n idiae de ka Aeo-
lea" (1591).
B«TT«m, franeiaeo de, d Ftejc^ een
Spaansdi adiilder, io 1576 to Sarüa ecMuen, ea
in 1656 te Madrid ovokden. Hg oadeigkg den
invked mo Juan de la$ fioeki, en wae een teec-
Hag Tan Ltüi fenmtdex, Zgn ToaiDaamate weric
k «m gtoot alnk „bet iUakte OHdeeT in de
ksk San BamMdo te Sofila. Ook de Ttcuine-
liag C<fMC>o te aettta bent een achiUn nu
bcm;, dat jib UUatortiag fwi èea H. Oeeat"
TOOMtcM. De aehüdtryn, «e tafoeelea wt Iwt
krcn ran den H. BonoHmtura TeitneUen, t& «He
Benera ytm de-keit fiaa tooMmntw» k Sb-
NBa maakAie, bevinden üch tÉMoa k Watloid in
Eiwekal Het Loone k Pam bedt na Herrv-
ra een „H. BaaSka". Van 1647 dv<«dwnao ikr
fKNk edüUergeii in bet mnaettm te Sentk, dk
„d« liaooaregeD", JUaaea daat water nit de
roto"^ ^ Bmlolt k Gkm" en ,jde WoetdertMn
Spüuging" Toorttellen.
Henara, Fratteieeo de, d Jfoio, een Spaanieb
•ebitder, aoon van den ^«ongaande. io 1622 k
Serük gvboien eo in >I665 k Hadud OTerledea.
Hii «aa een kerling «aa ign Tader, «i veitoeUe
**a 1642 tot lf»6 ia IkKS. Z^i monMamak
werk k een freaeo in de beA San I^Ucoo k Ha*
Md.
Henen, Jwm d», een Soaanadi bomnneeatoi,
heeJt eedert 1567 bet in 1568 door /mm BautUta
de Toledo begooaen BMuriaal by Maikid vol-
tooèd en bet pakk 1« imóata en de kaÜMfcaal
te VaOadolid n>tf<«voeid.
Bsmrofl. Zte Brebm de lot Henerot.
BWTfnrtll, Bnut jMiwig een Prvkiaeb
■taatmao, den 6den Uuit 1680 k Oberttwu in
bet aironJjjaement Uenebmg geboran, ibiideec-
1848—1661 k Jena en Beili^ in de leoh-
' in laatï oo-
Patf-
Z^ea
■taakwetfiiaf happen
kweretaik. Ia I«6
op, welke betrAkiu bij tot i „
Ueedde. HijwaeaöCHTanbetBakwi Alge-
laardMea. fig crreiked dn 14idea Febnari
1900. Bebin een noot aantrf TCriMdeOogen
-„ . — -i. Art. 17 dit
DigilizedbyGoOglC
270
dei 0«(aeimkD in Pmiesera" (ISSQ), „Bettrfige
nu TifinMiastatislik (ter OeatediKien hi Preowen"
{met E. von der Bnneken, 1862), „Staitmtih dier
ETei«i«aben in PratMBen" (-1S3Z), ,J](ta Oeeeti
betreffend dk BefSlueiMiR fOr d«i hObem T«i-
«atbiiigodknat mm 11 H&n 1ST9" (ada ixk
1881). ^BtirtrS^ nv F^nuMBtaÜBlik der Oentek»-
dut in hioaeeen" (met W. von TfeAoppr, 1384),
„RwmuHUbeBbeii Gtseti" (met f. ^0», 1886),
„Die XommniialabgMbeiqinieht «^ AltHeiuMMll-
MÉwAen n. «. w. tn PsenseeQ Mtt itm Geeels
T<»D 27 Jiiló ISes" (1686) en ^ie bHUQimale
BesteiKFaoK dei Vweev^a/ibëpaBgtpóiieea ia
PreuMMi" (1895).
Benioh-SohUfer, OoUlkb Aumtl, «en
ÏDnitMb iIweQLeBb■ldi0^ den I6den DmoAier
1799 te Rwenabarg ^tmren, studeerde te Wfirz-
hux^, BMabtrg ea Bei^ in de gmeoBtonde,
Teetigde ridi datma da uts in zgti geboorte-
pUate en hieM B«b terens béng met de atadiu
oer ineeefiea. ^ o-«eiieed aUaan den 14Aeii A(>ni
1874. Yon ijra gcaduiAea ownteo wg: een v«i-
vüg op de Jï\inns TneectonuD OermeiRae" taq
Banier (1800—1844), „NflBwndator entomoHooS-
ens" (l«te en 3de ifi.. 1866—1840), ,J>ie wameD-
utigen IiiB«kt>?D" (186]— 1362), <k>or ffoAn be-
goDn«D, .^T^tofimtiMbe Beuti^hing der Sdmiet-
teriiiige T<n Ëtoopa" (1848-^1866, 69 süevierio-
gen met gratvre»), ,J^H)afiteraTn eiotknnDD
^ledee i»t««" (1850—1866, late en ade neeke)
en „Nene SdvneMeriince mib Enrop*" (1656 —
1861).
HeiriM. John Oharlet, een Ei^cbcfa stbite-
nnn, m 1776 géborea, ^écó af> 20-jarigen kof-
tijd Ueifc bg de achalhamev\ Tem))KM MoreAo-
lie TUI (fcn eeraten mrnobeii, nn 1811 Mt 1816
aan)nii«*aTi*^DerM} ran Oirlog en rn 1923 k-
eiettiiM <fer aehaitfciist en ird vain het Pu^ement.
'In heb iinimt«ró Ooderieh (3eip«eiwber 1%7)
werd hq kutaelier der HfaatJust, kwam etbter
ii«M« m botenif met s^a aatbtraen«ot«n, hhmM
het kalüet i/mtd, waanw hjj >us dheeUnr dw
munt in het iMiiiaet-WeUington ap/tivi. In Fe-
Inroui 1380 weid h^j imiTitter vtn den BMrd
cJ lYtrie, DtaMT moeat ie«da in NoT«oinr dur-
■nnrokende die MrcUinff Wes t«ren. Is bet
TM7muwt»ri« Tan 1884— 18B5 m* h9 nrinietor
m Oorioff, IDMT wtró in 1841, als te^natamder
yma de ofti^ng der trra«n«etten. niet bei%oien
in het Pukmeift. In 1 847 heibe^ hq editer een
Ktd, behoorde tot d« vnrïgste -reidsdigen der
beBcfaeniKode recbbeo ea vu, toen deoe bet be-
ttonr in bsnden Icvegen, onder knd Derby jHieü-
dent nan het dei>wtemeiit nn IndMie ZaJcen.
Na het etnide der litfiog <rao 1858 kgde hg het
mawkart van Totttgrerteewwnooiifiger neder en
meileed op i^n ksdmed Serenoaïa den 24flten
Aprü 1856.
Berrlr. liift, «en Dmtadh «Brfrter, An lOden
December 1845 te Brnuvrgk geboren, begaf arfi
in 1859, nn het oToiföiIen Tan i|^ vader, naar
vJD vm, MvrfeSKiT Ludtrig Henig, te Beif^,
Btodeerde imtaT in de Teenten en wijdde itdi
vermlgena aan de beoeteaftjg der lettMen. Hg
wwd Tuedewexxer aan bet conaepvatieTe „Detft-
Mèe TagebSatt" en poe In 1688 iMar Wekow,
waar la -im 4dén Hei 1802 onwteed. Hg MhietS
een recfca dramatoBdK etokken, sooak: HAleion-
der dei Groese" (8de (bnk 1868), „Kaher Fri«-
drich der Ttotbart" <4de órak 1890 , ,^er Ew
prini" (I87B), ,JIero" (1883), „Harald der TO-
Ur^' (1861), „EircUhibeB Feateeuer' (2Snlia
druk 3899), ,J)iiei (teentdJcbtaoKen" (1884), „(V
limibw" (1687), „C&i«itiDacbt"Tl889), d« gedMi-
«en ,D>e S(è«eiDe" (1876) en ,J)er di^ KS^a:'
(3de drak 1886), benem» ^firen nod Oeat^s^
ten" (2die «fririt 1879), JKe Ueiüoeer, la»
Oasderóe^ nnd deren Bedéotaitf fOr Sm datit-
aobe Iheater" (Sde ^xA 1979), .JjoxnettieaMr
and Tolkri^flbne' (1887) «n ,JW KMaartndL
Afbt J<hi<M>dBBte dentscbei OeaebMtate nm Ead
dem OFoaaeD Ua HammiCui I" (189»— 1891).
Zöft „Oeaammdte AuftUm tibw Sdiopenfaaoei^
gaf Oritebaek ntt (1894).
Bamnann, Bnut Adolf, een DoUach g»-
B(iiiedeahsvv«r, <fen 26eten Haart ISI2 te Eitn-
merswalde in het ErtB^ebetgte gebaren, ttndeer-
ds aldtar en te BeilnB tn de gewhiedenia n
wigsbegeerte en Teetigde mA lermrigena te Drea-
den, waar lm mit btlastte met het nmrtaetten
dier „QeMiUtiUe des FnaiadMO StaaW (1846—
1866), Arar StnU. Verder aelMeet Ui: Jikt
SstmiincUMli-preneBiselie AUians tod 7 Febraui
179Q and «e nrcatfe Teikmg Poien" (1861), „Dd-
pkmatiaebe XomvoadenieR aoader Retokitita»
B»t" (>ia66>, — ^ejtiige mr OeadftMe dM
nveiBclMfi BMaé^' (1843), «n „E. Vodwrodt iMid
der Profcemr fdr roaeiacfae GeaebicMe mê Domt
A. Bdieknev" (1874), ,4'etef' der OnHae nnd der
Zarewiitej Akxd" (laSO) en 4>ic«ainatiacbe Bei-
trKge lar niBïiKhfn OeBcbichte*' (1808—1675).
Herrmaittt TOstEgide s«fa in lëVi afe privutdooent
te Jena, wwd er in 1846 bnftenffnwm faoog-
teeraec, iMMgeerde na 1849 tot I8K2 <te „VÏA
mariedie Staaitaneitang" en weid in 1657 ge-
woon hoof^eeraar in de gndMedena» tan de nni-
rereitaK te Ibitaig, wmt hQ den SSaten 8ep-
sa.
Bamnann, FtUebi, een FmtettantMlii
ïxi
rde, 'den Men DeeecDtier 1846 t
(Haagdóteig) gtlMHeii, Ixnodtt bet gjrmnaainm
te atendU en atndeetde «u 1806 tot 1670 te
Ha»e. ^ natigde litii aldaar in 1874 ah pri-
ntatdoeent met «en diseniatSe: „QregMJi Njaae-
ni tententiae ds eafaite adifnaeenda" an weH in
1879 tot gewoon hoodeeraar in de d(«nufiek te
Haitinrff Maioemd. van xm «eedirifteD noemen
wj: J)m MetaphTsft in der Ibecdmie" (1878),
„Di« Reügion in VeilillBcna mm WUborkeitneB
Dod mr SittMMt" (1679), 4Ke E '
InapfratiMMMtre th die erao "
(1892), „Wamm badnf nnaer (
laeber lliatoaclun?" (1S64, ade dmk 1#2), .JDer
V-eiighr dea Cbritten jsik Oott" (5dft dmk 1906).
„Dte Gewieebcdt dee GlatAene md die Freifaait
der ObeologiQ" (lUe dnk 1889), „B>^gïao nrf
Soiialdemokratie" (1891), ,J>eIeTangeliBeheGla■-
be nnd «e üieotogie A. mtaefaV' Ode ibak
1892), „Wamm handelt eaaich iademStreit nm
daa ApoatoEenmf" (»de irdk IdSfiX 3Uk"
(4de diti^ 1900), „Itaiiriech-S«tta4i«te and
EhwgcUaehe SittbUetr (8de dndc 1908) at
,JKe sittliehen Weiningen Jean" (2de dmk 1907)
en ..OHenbannw nnd wtmfcr" (1008). Berrmmn
geeft sedert 1907 met Rode de „Zcataferift tflr
Theokgw nnd Efrdw" nit.
DigilizedbyGoOglC
HËBRN0DT-
Hermhnt, «en geineeaU in bet SaktiaA dia-.
tii«t BintHii, Ugt aan <l«a Bntibetig en aan de
q>oorij)iien LDban — Oterodenrite «n EemiLhat
— Beisetodt en k bekoid dB de pla&(a mar
(1773) de fooedergcmeente (lie ^dur) onttataaa
te, vürMenookveliHeTslinlteiB <Daitadk
Bermkuter) genoemd woid en. De plaats telt (1910)
1S64 iinroiwi8,mMBtiBei'iifantt«iB,di«lJnneD- en
katoeDwenenj,Ue«keTÖei».aitM>fei)eu Ih Broe-
dengoiMUtto beeft er een fcerk, een gedenkteeten
Tin graal Ztiuendorf, een oproeaBngegieatbdit,
int koortmnen {gtaote imm- en weittniMii voor
wedtnnn m ongufaowde hroedem en aastMs), een
' ^ een ardsri nMt MtuUei^enTeria-
j en een ttiuugmRMfc-bwtonach rnmenm.
Bonnlnit werd in 1773 door nitgcrw^sn Mo-
iwviaebe BvMèeK geÊixht op 'bet JóMargoed
Btatbet^Aatt, dat toen aan gnaaf Zanendorf be-
Bcrioliel, Frederiek Wüliam, een Enmhdi
fltomnktndwe, den 16den Novtmber 1788 te
HannoTet geboren, wm de lOon Tto een stafmn-
libuili M trad mH op 14-jai'igen leeftad in «Keiwt
als hoboiBt bij een Tegiment. Jn 1759 lertrolc
hjj naai Enectend, naar de gmaj txm Dartingbm
hem bowenirde M ddreeteoi vtta ean korps nmoi.
kanten. Da«nm wetigole hü a<4> bIb luujiefam-
denwgier te Leedi en vettoEtfeng vertrok hïj aU
OTgaojBt Daar HaÜfaz, tcxw^ bq ia 1766 be-
noemd werd tot muuieUirectear te Batli. In-
miiUelB maakte hq cébniik laa al ójn n^n
t^d em nch ü de wMnule te oefenen, en bet Ie-
aen der iirtimnnmMirhfi werktii' y»n Ferguton
wdÜK bn fatot ew groote tiefde tow db aterrea-
knnde. Daar iwm 4e middekn «otümJoen om een
tdesooofi aan te aehanen, nam I^ het btekU om
er «elf een te teinraanl^n, en mto imm hq in
1774 in faet beiit tan «ea Mlleetoiv mtannede fap
den ing tui SatoninB en de waAten nn Jiipi>
tei kon waantemoo. Van dêra t$d af wIlKiieii
g'edaiig nieowe kyke» eftander op, en wHisni-
gen dèoer warea reet ^roata dao men ooit te
mren ^ebeci^ had. HMOinede drnd hn teMcene
bebngiqke onldeMcin^n. In 1780 lerenle bjj een
berekening Tan de hoogte dn ïfiaaiig«bergtea en
dan IMen Uawt 1781 ivnd 1^ de planeet Un-
" ' " ' 1 ook tbute BOff bö v^n
. i^ IA * — »i H„.
I ko-
orde III hem ht ^a nab^ind, s
OH atneiui naar Stongè bn wïsdKii trok, Idm
de atenenboopen en nevehMken beatodeenle en
aantoonde, dkt R0fnmjg« mn deMn meer dan
50000 atenea belatten. Tas 1797 tot 17»4 ont-
dekte faö, eebo^pen door i^ 40jToeta teleerot^,
tiwB waölwns tan üraome en twee nn SaitanMn.
H^ TerraMdigde in 15 jaren tqda meer dan 400
^tttgcte voor teieaoopen, muLióadei een ujAaI
iMi MOmen^kiB aknettegen, waaffibg ijjn bn»-
der, een «eidieDstel^ mMxaf^ianóige, hem tei
s^de stond, dodi hq bshaaMe «og meer Toem
door ^ belangrflke ontMfciiven. Dooi mddidri
*an z^ teaienteleeooop dmq n^ den emwent»-
lagrtqd ran Satmone waar, dien Laplaee reedB
kiwa «Jiknodligen ixeg beg«keiMl bM, en hg
merne tevens ap, lU a«M pihneett die in bonv
aanmeiMjjk nn d/e <nai^ vendiiK, om een «
went^ £e kiodkectit staat op bet vlak tui haar
kx^baam. Venter kwam hg dooi iqn waamemio-
gen tot het beehiit^ dat de aonneiraiinte niet af-
komstig ie Tan het edgen^jfce lidwam der mo,
maar lan een fiebt- en mimtereMpivideiKfeii
dampkiinf , die haai on^xtlL Tot zqn beluigrg-
ke oDbdekUogen bcboort ook die der didibeJeter-
ren, en met het oproeken na deze bdeU hq zicb
na 1778 ondaracbeiden jaJen b"^. Hg ororieod
den SSsten Augastus 1822 op het buHenreiUöf
Shm^ Zgn veitandcfingen tnn meeieiMleek iji
de JPtiikwMbical Tnnaaotwns'' en in andere En.
gefaebe tQ&(i«'ften ( "
Ewaamlw' '
tmften eeplaaiteL Het pWba
1 Tvihardmg venl ia bg t^ wa
bepekemnRen geboq)«>n (foor i
I6den Maart 1760
nbotcn, beeft onderBcbdden kometen ontdtkt,
beiangrpe T«rbaDd«inigen in de „PhiknofdÜBal
IVvDMetiima" geplaatet en een „Catakigne ot
stara" (1798) in bet Mit gegman. Na het oT«r-
ÜiileD Tan haar broeder kewde qj naar Homnvar
terag en overleed aldaar den Sden JaiHUii
1«48.
Zk: fioMen, Sir Wi«am Bwaehel, lue KIe
and hiu «orka (Londen 1861).
fieracAeJ, Str John Frederik WiUiam, baionet,
de eenigc lOon vnn dem Tvofsaande, den Tden
Haeirt 1792 te ^oogh bn Winda» geboren, rtn-
deerde te Cambriifee en leTeide met PeoooeJt een
benerking der daUNimtunh'riteiiüig van Laeroia.
Nv «ene i^een, dwi weder nmt Jamet South wgA-
de hg aedeii 1616 i#tt tj^ grootemdeek aan de
waaroemiog dw duUnbterM«L nerehUten en
aterrenhoc^ien. Kenkno waa hjj iai staat aan het
EouDktjk GeiKMtaehap te Ltndea io 1%S, op
gpond Tan 1000 wurManaogen, een lost te ba-
H»gen yan S80 nieawe dDDbekterren. Da&rap
Totgde in 1827 een ligst Tan 395 eo in 18Q8 nog
een van 824 amdaniAe alMTeo. In 1880 de^e
bij behncTpe plaatiËepaihigett mede van 1286
(MrbeMeiren, weke hg met een 20-Toeta reOee-
tor had waatecnMoea, en in hetsellde jaar
Bohred hjj in de ,)iaooKtf' van het Astraoo-
miBoh Qenootachap «en opstel over de ptaate Tan
364 ateiten en over de he>mgi>w der anMnloter-
ren. DeArenboven haeid ba} nm bew met né-
tuurknndige naaporingen, waarin hjj de nitkom-
etea mededeelde in wetenacbaw^^e tgdtehrif-
ten en in lellstanUge werten. Daartoe babooreak:
„Tieatiee oa aooKf ' in de „Ektmiomsfia He-
tropoUaaa" (1890), „Ou tlie Uteorr of Hght',
„PiHiDimarj daeonrae od tfae etndy of nrtonl
pbilosc^?" (16S6>, aoowet ak „Tieatiee od
Astronomj'", In .yLankef'a Cyelopaedla" ge-
iriaatst. Zeer bekngrjjk wae ook z^ ^J*^ ^^'
blijf aan de Kaap de Ooede Hoop, waaj* hg o *
Boi^t wer4 om op
rond kon g
bg hem op, dht weldra ti , , ,
Teraebifleode phMtaen meteonioglKhe etAtkm
te atjrblai. Hq bestieed de kosten .matt onder-
neirüo^ nit eigen mMMen en wees da bob der
regeermg van de hand. De groote bekogetemng,
waaimede geheel beediaafd Boropa ijjs nM^
rmffen ^ertoeg, bïeck wmral in de TeelnlAga
eeMOwgKn, wMse b«an na ign tenigkeer wvrdrai
toegek^. Bn de knmjsg mn kosögin Vieioria
(1888) lag hjj lidL b ' '-* ^ ' - ■■-
DigilizedbyGoOglC
272
DDMenUcjt te Abeideea kooe hem in 1842 tot
loi4-reoU«. De nvunenang^ii, door bem un de
Eai^ TcAcubt^ heeft hi| aoM^eitigd in zj}n ,,R«-
oaiiB of ««iKnnimcBl ooeeTT»liioiie mwle *( tóbe
Cane of Oood Hope" (I&17). Vepn^geui beireik-
te üij met ukdeiait, ten bemens tmi ieecrflndei«n
een „UauuaJ of Msentilic inqui/j" (IMS) en
eduieef Teniei „OntlliiieB of netiooomj" (1M9;
11de dmk 1871), ftlsmede een iueuw«D „Catolo-
me of nebuhe and dusters d< staje". Hg orcc-
leed den 12deii Mei 1871.
Hei— m 11 {ne de i^aten) voimaa met het
n^gemerg en loet den nervut tympathiau het
eentiTulorgBan t&d het leaawatietoeL Zg hesUin
uit een meel ei- du bolionde, eenigsiiDs brjjteh-
tige, grvM en yiiV» maae», dn ia ««tMbUfende
sflbüf^ vloeistof toenicn) gemMB holten oradnit.
Ze q|D omgeTCB dooi de beeiiige hentnpan, wel-
ïe nit v^tAiiUNMie beenderen (ae Hoofd) h
aftlmeeeteU en cieidtte '^ÜÊon^ opanin^m ^eett
Toor lt«t dooi)ftl«D TMi bert luggemesg, tui le-
nuwea en UoednAten. De hcröenen mBen de
henen^iui TcAomen en ijjo met peeiigc lUuen
joodMHg ocngenn m bwötig^ d^t ^| 0ede«lt«-
fiik of> de buN TUk den Mbedel rastMi, 0sdMl-
têl^ (kiof het Mvdf Tam deoen gedrasen tnx-
den, i4M)d>t 14 mor ckvUoog beveiligd tdJimD
«n bq de bewe^ngen tmi bat hooU hann gewo-
nen «tand briMiMMt. Da beraeoen iQn ongcrffi
door S ffieien, naoMlqk bet ewat dooi bet ueeJbc
A«rMnvIwi f ^ Hurier}, dut door bet ipmnmMb»-
«IiM {tmüta ma^moidtaf «n dan don bet hartU
herKKvlUi {dura mater) als bet bmtente; De
pu awter xt *Mt aan de heraan^ipcrTMtie door
tal no aden, die h «c uit antwaRgt en van ilag.
•dsis, die ijj in de Denene Kodt, ie aracbmMea
gMt Met ik de votige in aüt groeven en hriteo
met de banene mee, mou oTerqwnt due, 100-
det tn rtnA inimteD tiMMiuD de uadmtadee en
de beTBene ontetaai^ vebe immten mret Tocbt
upn genU (i.g. Uquor 6erebn>^püuüit). Bedde
A^D omgeno oA bet niK«mietg, et?éiiA de
1 matet, die dMit tegen de sdiedelbeeiideren
aanligt, ffier en dau wgken de lagen xta de
dnM m»ter wi ettandei en rnoMo boltei^ di<
bet ttderiqk bloed der beneeoe o^mien, Lg.
tdoedkidere of ftmi* durat nairi*, Eén ei^u
toept aaa den boTeniaad en tueecfaen de pMen
van dni ^raofcN fiUel, een Behjjf, <Ke de dnra
meter tuetchen de öe>de hemiipheren ■'an de
«mto beteene tvmA, teiwnl de vldti vut de
Umoe faenene lich vsn acbtenn toaacben de
twee bcMteo t«i de Umh harecM aetuiit. Een
derde mortaetting vao de doik mateiv de tékt
«ON de Uetne Aeraeiu, ligt erei deie bew om
ben legen dm «kok >v«o de athttrvte kwaUiea
«ut de gniotie benene te beeefaeniteD. IMiatve
de t««e helften of beninfaeien, wauvit loowd
He grooU «Ie de kkaie keraent beituD, ntdei-
•cteiden we ifc middel- of AuaeAeiiAeraeNf,
door de «(ofen (pedmutiti eerebri) met de gtoote
beteena vwtioDden en wauTMi ds geucbtrftear^
Uhalami oflieii bet vnontufnat» deel ijjtt en
-veider be4 vertemgd* merg (meduUa oblongeda),
d.i. de voortaettiiig van bet mmmcng in im
; MO de henena. Beaèttoowen inj toe
. Zooak geaegd, itmtgt de gntöle
Ten mt de groote benene, mav aUeen 1
ren en van acbteicn qn die in hoo gébeé. ge-
scfaevdeo, in hei nwUetk l^öven qj onder de bA-
kd wiboadeiw dmr den balk (eorftit enUoetim).
De gi^ AersenbiMt, die de henaefihereo be-
kleedt, n ongeveer 5 mm. Afc es beetaat Iwotd-
mkel^ uit nnUoenen gkn^eneeUen; iwt deae
ontaf^iDgeii leituwveMie, die ktar ntit venenê-
gen in kernen voor de beiaemennwen èf doorloopen
tot in bet ruggemerg en als roggemergsienuwen
nit bet luggemerg en daarna door de openingen
■na de wervett«lom beden. De eppervUie van
iSen bast wordt eteA veigroot dooi talrgke ia-
nydiDgeD (mda), Iwwwiten wdke lidi éa wio-
t"*^"' i9^) ««farffen, vMt bnHen vii grljie
baataidataDtie, van Iwtnen oit de wétte ntKg-
laeg (nAedmUa medMÜmiê) der BeDOWV^aeli M-
Btuode. In baer gdted beadmiwa^ «erioont eHce
een hiiMMLvlek. ÏM eente (»e plaat IH)
boot^kwab beet ffoftu* frotdaüe) en een adiber-
ate^ wtMumiD bet voorate deal de io6ii* temaora-
lu heet en op de erfiaddiMRa met, terwu het
adAente gedeelte, de atttterfwofdekvral) (ietue
oeeipiMi*) niet op de p3a«t t« aien ia, dau het
aid) ais fianira SifMi op de bnitenvÜUe t
ftoolk bemlqAteer Toort (Flut I), waar ^j BOh
ut een vooraten tak en «en adileDitwi ipWat^ irel.
oodnstes da dmifhBab.
moeten de heük elaaftwptien eKau aui ■
teren id de aekUrhoofdikwab. Een anden, v
vwi panetaelkvi'ab echeidL
Ter aifde vao bet bo-venvU van den baft
vormt de meignil»t«])tie den lolder van twee ty-
kamer» («entneitli latende*). Ek van <Se aj^tr
roeiB aendt drie boognmnig gekiecode boMna
nU in de mecgiAetMttie, een roonten, een adi-
teraten en een cndeeaten boreo. De vwmto ba>Mt
hrt. geelreefte JioAaam (eorfme êtriatum), ^
atreepl door de atwaaaeUinde lagen ras gii|ie
en wAte MdHtamüe, en den vritten genehMem-
vel lliudatiut optïeuê); de aditeale en de ondei-
et» horen lya ooi aH)g«v(Jd. Ak men den balk
opbeft, den mdi men een vertikalen waad (êep.
bimfeltveiditm) (Plaat II) toaaeben lön vootiie
helft en het onder bem Hggeitd ^mcd/ (fondx}
dat neer vomi en naai acbteien ■ tw«e beenas
DÜitaeat. De Toeniten beeten eoAnMMM formeü,
■j) dalen na*r de eoryora mamnóllaria (PlMt H)
3 dalen na*r de eorvon n
en 'VMmen een speaet, d
tot een gat. wordt {t foramem i
of MoitrtA), OndM' het gewelf n^ eeo leer t
Hjk v4iea de lebi eUonoidea mtfenar, een ve
xetting v«n de ejo auter (Plaat m}. Ala m^
dat vfiee kwmaakt van de beède tfaalanü optka
en dete, dk tegen eftaar aaafigfftt!. van e«ar
t__ .. i_. jj^ jujjj^ j^ jj dtrfe k
DigilizedbyGoOglC
HERSENEN I
Sulcm clngull,
(S. ulb»
ForwtiM tnti
lutare (Ml
Gym* Carnlcslus Venlriculiis lertius
Civum Sapli pdlucidi \ i , Sulou* ceulrmUt
"«rginalia
Forrl
«"ï^-Kr'
«rietooctlpitali»
corporli nlr«.
Cuoeu»
Lamim
Tarminalit
Sagittare dooctnede (io hel mtiiuM vlak) v>d de hcrienta.
Sülcoi praecentrallB
1 SuJcu» ceninlit
■i«u™ cakarin.
Spl«niuii>
coffwrii lallaai
Culnen
urn ïBniii»
-erml*
nlriculi qiiv^'-
Sol
1 superior
Sulïui fronb
.Ici» occipilalit
Cynia front»
GvTua ungularla
R. ■ntarlor
Hm. («nbfi lat
(SVLVtl)
Pan oib>Ml
»dplUlla Inferior
R. aalerlar uc
n» Mr. tiL f Ë
rginidi*
raliifSYLVII)-
ï.»ï
D,o,l,zedb,GoOglc
D,o,l,zedb,GoOgle
HERSENEN II
Worm
Baslï VBD de herseoeD met herscDicDuweii en bloedvaten.
Digilizedb, Google"
D,o,l,zedb,GoOgle
. „ .1 adAsraa door bet
corpta quadrigemimm, dat udi tnwdien <fe tb*-
iuca optici iaMÉHiift. Naai acbd«(«n atMt de
hottbe van de IcaiiHT door den aquaeduetiu eve-
bri ot Sjfivü in Tei4)iadiag nwt deo venMadn
Die
oopt radei het MTpui quadrigcmiiMm, wunp
jtet eorpui pineaie Egli, ook ird MipJkiim eè-
jMemd. Plut n tooD^ ikt de Tieide hërMnu-
gedunte en heet dMmm fotwo rAombotdea, mt
ootopiingeo. D« tMNm-
i twauf beroe
Toimige tipinr stelt dMr de T«rtiul« doom»-
de ma eea dei haowfiwrea ran da kleine bec-
:, mlka wit mNg tiJirj)kM talken ronot,
otDhold door mw» bMtHobatMitie (arbor titat
eerebelü). Ook M jBAtÊtSi^gmMk no de fcM-
ne heisens, de worm (vermu), vertooitt op ign
dootHwde een dei^iöce tignar, de arbor vita*
rermu. Op plaat ITI ie die wonn door bet T«r-
leo«óe TONK bodekl. Die ^nt steH de baas
^ meig bodect. Dm ^
•n de oeraena in haac g
TMeB, die haar roeden en _. __ _ _,
nttaeiMfcn. Onder dD Tooiiunidflkirafaben kiopen
daar de rewtMiniwan fnara oliaeiorü) wk eento
her«a>MiKHi|)Mr <I), di« acb naar wien ver-
dütoi M biilM attaelorn, welke saa bon onAr-
rlaUen dtnwe (kuden a^ereih Aa ab nnfcae-
nuwen door de epeningan ran de lamina eribio-
ea Tan het teefteen is den neoa doingaii. Aeblar
dit paar volgt een X-ivonnge Sgaat, Matma of
deeutiatio nervontm optieontm, iX, de kntÏMag
der gmehttienween, det tierwi optid, bei 3de
haraenaeóuwpaar (II). TUr de kndriiig beaten
die iMmren Iraetut optid en knpen om de ]te-
duneuli oerebri teen; dM n>a breeda nwrgbón-
dolo, die ter weeisci)den nit de VaroUbrug (Pokm
Varoli) komen en io dfc henuBpfaeien der g^nmte
fionena traden. Die poos vocmt de bmg tassehen
de heniitfiMRn eter kÜnne henene en Maat er
door den proeetttu eerebtUi ad ponfen mea
in verUndiBg. VU aebbei bet dhiBema Ugl het
boBe M>er ettureum, dw ihfa toMpMat tnt een
trocbtw (Miutdibitlum) en een ded i«n den bo-
dem der middelite iiersei^Bmei «oimt; ign holte
ia een mwrtuttiag ran de bdte d«i dwfc bei-
seiAamn. Ariftor bet tdier «ineieam U^^en tw«e
witte, half kogehMnoi^ eorpora laammtüaria.
Het teritagde meig bestaat ut witte merg-
gaat door hatgroote
nt oT«r tn bet loggemng.
ngedie (kaf loepen de viramidsn en ter weera-
j tea dese tiagan de nij'pen, ah de ilitwendtg
iichtbu« piramiden en olyvenstrenfen, die in het
nwig dei medulh loi^n. Een deel der etrengen
gaat dooi de pona naai de pedoDenM eecebri, een
ander deel, de corpora rettUonnia Voopen tua-
sdwn de medda en de benriepbecen ran de klei-
ne bereens. "^«kt men de pyiamidbn uit etkaoi,
don liet mei>, dit butd^ tu de eene neb kmi-
een met bvndeta ran de ackdeaie ptramtde (deeut-
talio pjframidum). Die ktdaing ii van «wicht,
want ig TCukkart, boe abooimeten al pnneing
in den neieenbaA lange de leaawTexala ildaleira
273
•on de ^de tui bet lichaam, tegeuoreigeatald
■ao die Tu de atoemis.
SfoedeoteM der AerwM. Uit de deutelbeao-
alagadeia ooti^Miogeo ter weera^j de arUHae
vtrtebnüeê, 4Ue in het elagadefkaoaal tmi de
dwarae nitsteekaeb der bufwem^ naw boTen
loopeo. Op de advtenHakte van faet -rodengde
meig ontmoeten betde verlebtaal ortenea eUmai
(IFlaat nn en veimen «amen de orlerto banlarii,
die war de VanU>nig kopt «n lidb dan ver-
deeft in tvee arteriae frohmdo» eenbri, A ii<h
om de padunenli daan^ takken oaai de tcb eb»-
rioidea geTen en bun «Iwltakken Tai4>i«idan
over de acMwate kwab na de gioote hecBeos. De
aiteiia banbae T<a«»gt met a^takkien bet ge-
boor, de arttarioe proïundae «eraênigan lidi met
t«kken tmi da orteria Mroft* wtenu tot ara
vatenkring, da einmla» arterioKu 'IFtUuit. Da
earot» antena «oedt wente hat ow, den bdk
en met de arteria touae Syleö, in lu niot «lg«-
beeld, de Tooieto en eodmto baEaaiikwaU>«n.
HerasMemwen. Dn iterma cUaetoriiu, de
~ ante lm
oftiau, geiichtBienow, ab tweede, bebben wfj
leeda ontmoet. In heti chjaema ondeigun niet
aMe nnwwibiniddB een krniiing maar boóg<en Te-
Ira erraii •éA om en Uür^o aan dezeltde ^ loo-
peo; Zie bat bögonerde admna. De nend optici
dringen io de oogfaane door, doortwien de om-
Ixdsek Avt oogen aan ^ aditento poten, waarna
bnn SMmwTMclB ale oeWiMen >idi nittmtden
etn den lichtkidnik m te TaagoL
In dU adtema etdien de geattocJda Ivmd da
«i^i^nnate haodela tooi, da geMreepte de ga-
kniirie; bet «Tal Teikiaazt de eerolgen van eau
etoM&ia in de odileriioofdifcwM Tao de groota
heraene, waark bet geoiditaeentoTMn Kgi
Ie bq*' de reehter kwab gwwond, dut qden oAe
Hereenieoawen.
Tan het lediter oog (oooekrarite bondek) en de
binttnuU heUt tja bet SnkenMg teefcitriate bon-
dek) Uiodi De patiSnt airet aKeen de Toorwerpeo,
wiefter beelden op de getonde netTlieebellteo TaJ-
kn, dm wat (eijeiuMier A bdfteo Üigt. ^ka wat
neehte Tsn rïn oogen Egt liet bq, Toor wat Irnka
tigl; k 4^j Uind [hêmiirmptU). Wordt niet de
tractos, loaar de opticna geatooid dan ia alleen
bet oog aam den koot der «toomk btrnd.
8. Nermu oeuUmolortiu komt TÖ6r de Van^
brög ait de bereenlbaeêe en Tooioiet alle oogepie-
rea. ook Tan de piqül, bebafre den muieiUiu
DigilizedbyGoOglC
274
obtiqitut tuftrioT, <S* <kiOT de 4d« herBenzoinw,
den fwrruf troMearii, maorgd msdt, en den
muKului reetu* txttnuu, dk de 6de faeraeiue-
DBw, Am nervHt abdueeu, ix^gt-
5. üerfu In^fMMMu heelt behe^ 14a mot-
sien vortd (Plüt BI), oog een aditeisten, die de
grwuwlwnnwen er in ueAnngt, torwU de tom-
rt« WMtel Ata i«set« nwr bewwwg bcriit.
VeadMT, d«t de trigtoünns niet alken de gt-
««teKunw Toor het eea«ht kaor wonles, mMt
oA de teweginguenaw voor de kanwapiereit. OiA
benrt de leanw famdelB tcot de Moedvaiten
(enomotOTê tchIb), Ma))uu>, d&t liet gen<fat in
het gebied Tan de[vU^,alsdieg«prikkdd is, rood
wordt Op de piramide mi b«t rolebeeo vonnt
hiinMnattminnigen knoop
. , „ «raaniit qin dne tM
«fnnieen. De eene dïingt « de oc«hi»)te en «ei-
■ofgt met gcroekaeonwen tiunuer, Toorfioof^
atmiioltt en «DnouuiUm, de «w«ede de bmid vaiB
bet MngeMcU en de landen wi dn lanakmk,
de dode de tong, de taodNi van de oodetfatai en
de kin^ msai tenn» met tanregines (motore-) ne-
iele de kaoinfMKa. De Ma, de nenw /oeMltt,
M d« KDDw TOOT de uageaMttsapieMo. Hn eUmt
uit bet Tntengde mag, «ebwH ndi in den b-
* -' - - van de geboonenvw af.
aettJier. Dan "reideaK bjj
<be de aaogenebAMpieren toneiveei». Bg *ei-
Utuning vao de kmw, looate reebl fag heraen-
bemerte, TeKJaoien de oekaUepiaen au afien
kut en wordt bet gaüiMi door de ircrkii^ dfer
epicTen taa den aodem, gieaonden kant, sdieeJ
getrokken. De 8«te, de nervm aeutlieut, is de ge-
hmraenuw, die de gduMiorganen TOoraiet, de
ttd« ib de nerwa glot»opharyttgeut mo> itmijB-
kndi» epimcn tbo bet dokdündmild en deo «w-
lej TOD de Umg met «mgevjog Ook belieeTwiit
hjj den «maak «g db adll«fit« g«de<lt«n der
< , Iteinöl de io»rahe yedadten oodn dte io-
i TBO den
vload Tl
a tak-vutdn
» finyualw,
-, De oonpeekaelkHer krngt
faaar aewetaTiB^ ttaamea vae deoe 9de modw.
De iMmw vofftu ft de lOde Ixnenswuw en knot
in d» iUa taaictini tattrh eantw «onmtiriB en
vena /t^nferie Mena naac de borat. Be fad-
mra^ de Ibqgeni de doUdMm, bat hart en ook
de Jngewandeu van éea UA «tkan mda np in-
«1 ItoeMeB Toarn^ ah de adJepthafiuBBbenreg'^ei^
die paidBlaltMie bemegkieen Tan de dMinen «n
de aanmtnikiiweD ytn het bUt woidn dn
ode dMT bem bdHereiArt; de bataten mat i&
Kodat tig doowpjjien nao den vaens de oëfc
vod ancUer wrodL Nut allmn de bevv'
"«n en de gwrwitiMiaait tooi borat- enhnUn-
gcwhadn knert hö, maas' ook db adb«beUÉ«
""" '"' — 'igtw en taa ■feaMeeadUa'. ]>« mt.
ia dae) ook d« mor bet tano
gewM^^e zenuw; dieian, tsj welke men beide
neiri vagi doorsn^dt, eterren leei epoe^.
De 11de ie de nervua recurrau. die in heit
bainDggemeT^ near boven kioptl, Tandaar q^
holte Bch bg ^n Taf n» aansluit, welke aan bem
z^ brniggingmestlB dankt De hntate hnaei
Mtw. etvcnala aBe mriigv met die gc^jknani^c
de tttrvm hyfogloem
PAytiofojrie. M aaec de geeatel^ hoo0« tvbi
een aSer l^dt ^ja beotaan maer of mnin aci»d»
I4i bad wegDemen Taa mja gnMte hetaa— i Iqi
needien ircrtooat att geen «ébade^ bq kaDm^
Miien gidbtnnen mie MflntMrwegingei^ dis ^ ao-
d«B mg* kanaen omittHkittoi^ gtfaeci avtem»-
tiecl^ i<iq«)b kMnen sMg nlitigen maar 4>at «ehntt
MÉKMoaiiaeb. te gAWtrea^ «j riU<m dbeu het
■mnfaiii^ dWl men btm èt den bdk tangt, aSe
in'M»»**»", Micnnl de oaded^ ala de aeBoadew
de Twea toot karttoi, TeedirJiaL Hmgcr •'
■oóigdiRen, ala honden^ drien f té. Oitfa, ^ lea-
MBKu mg mik «aiffMM op aleite ■ntna^nk-
kais, kunnen zieb, door boo^ of pgn gedreren,
oKuiMg e
gen JB Tcrioren. Zoo hoodan ook ngdin^^n, *£e
iaad<r gnnte bcsseaa wwden «ttoren (n oog
eenage weken leeidbn, d» eeafwninle ywiSnp-
foDotiee nog T«aiMitlni. Oebnuage 'nmnang
i*D de gioote bcsMoa gaad An «ok gengM loet
idiotte gtfmmA. — Da ondenoeUogen lan Hit-
uo, Fnlieh e. a. bdUbeci hana jKOetoatderrikiide-
ighen weg (fit. 4mr bet vcnuetieen van faetaal-
& centra) one TCel geteerd onttieBi den weg, die
oitw^dfige pdkbeb aeoMn om An ««g naar <fe
taemeotMt te T&An en, omgebeeid, den we^ tib
bqiaalde eentia der herwna, naar de iDieren,
om dra» in beweging te tceUam. Ook Fuduig
nnakte wA hieiin TendieuMya at yoigde hg eea
andere melliode, nJ. door de anfleednndipe Oi
embrrelosiBebe stadie dtr Mnanbaiien. Wn beb-
«toemiemn op die tunan. Het be^ t
wtg, waarlaoge een heraesfidkkei ntoet ga«n oin
eoi bepaaMb epier of epieipoef) in bemgng te
brengen, ligt in een der MmgraBBeeittia tid den
beiaedbaat, d(« hit debene^oUMie BtavO» na-
der teqaofcei
Daden. Meestal nn een wuMJSpg
b^ den sdeoE oentnKe nitgiaand^ kxqit de fjA-
M tanga de wo^ dk Tan den baat oit iHai
beseden enareiceeiML Uet reaelt van andere een-
tra dier benu^pnew toooen du Taaala SMDem tot q
daanDee A Ma bvaM toMcten liialaina» epti*
ene en coirpoe eMttma in de s^. eaptuia mtena
trede». Op dat tepeAto tsieiB komen echUr
aan wieeraavkn niret alleen dte motore Tesela Taa
elke beroi^eer samca (de 14. firmmidnbaan),
maat ook de leieibek, die toot «et geroet m-
nen en retder die roela ran den jKrma taadia,
die igo kenr in An bast f«<jandeu mat #1 ker-
nen in 'bet mkngde UMrg. Jteeda een atoemik
Tan kdeÏDen omTang, b.r. een Unne Uoedmg in
de eapenlb intenia, lam dn een voSedip faafiag-
dage Teriamming reo het Mrtwm Temonaken,
waaittg door da kimeing vat de puauéden ia
heC Tierluigde mwg, die retkinmlfaig dn te^n-
gtêteUen kant van het lichaam treft. Meeital tün
de aai^ezieht spieren altdan ereneenc reilamd
(nermu faeialig), vaak ia 04A de geToeliglieid
TUI de hnid aan die ijjde Matoord en aelfa
knnnen de zintoigen aan dienaelfden kant
hun functie geheel rerlieocn (rerlies ran reuk,
trmmt. geboor, gendrt., bet laatate in den m*n
iwt beiniopk). De miobm reaeia, de pinaiaden-
D,o,l,zedb,GoOgle
tMaen^ knoMo vü dm jnmndigen Ttomé fn da
podoMuli ceitbii;, ^mSaèt rootÊilto baSt im At
yiKcUbMig, mt dsM in bet wAntgdt nm^
m^jRB de ïnaang fdMto iiDdtt en <1hi dakn
1^ jD oB TOorato fuiim vui bet ni^^ooMii^ dmt
hcaeden, om dMmit hm^ de voraito woiMb
>li jtenjiMm Mnvra de ap^na og te mi4»i
(lis Ruggtmérg). ^ tie^Btttx» ngA kiHMMa
wQ dM ouitnnt »'■*— ™™p*» het TCtoende <^
mAea. De «svIm kt dm Wseiibut Sffien ta-
mdfik Tw nit «ttaar, de Imb €() Kriunmïig i«b
Ml dBT MeoBti»» to Uw doB gnraC fmomjri»^ J;
Mu IwMdeK, in het merg der imtuMituwn u
deo peAiHAdH «n V*iKiMnig, ui vmI «ender d»
flMnéfB ^jde im hot nvMHn 0e4ii6Ucn woodraf
MB as kdh^digê 'wlMniting mMMir, DMMttd
ffepaud un die tui ungetiditwpieieii wn d«Q an-
a«flB kuit<9«Jbiri»fe ttrlammimg); beide, de mo-
BOMlagJe ioowe)«lad«halIiftdige:, letelen uftden
ikmn haird tegtngaêtMe*i»Bt tui het lielium.
Il het ranenierpMl een «toornis eerder igatMMte
heWM Mten «D 4d« e»rak b "" -' -
teiag op beide ifdea i«n bet
bMt, de eortieate pmbfte», ; „ _
MD. eh>d« SromJii]WlMato<nde,dateni>t(iet-
i^É in da 3de Ünker ToodKHMmó^ng «en be-
paaU» ipntiMoonig tm gandg* hui, ia ds ken-
Bii du .^wwenkfceliwWf" slmdi 'Mtd»r fooilgc-
«ebwden, «mdat wji hg iniiiiliHliiwlii Iwweiwer-
mbÜDKk TMk io «bMt ^ dtn .JuMdT dn
atoonii bmï nbflieid .T«Mt t« «teënk OfljiMt
I i^B de eeiln aatigvgewii^ raor sMrrcr ^ ouob
bekend dn. On den enlent eeirinlïe beéii^ die
TM dnÏMMkttit li^dt, üggen d» beUe ixn.
(Ad
ptaeet «■OMAonMnd tot eeo loMw poraMnlTO'
Al (FIm* B). Dh mi >VB lOlai bewegingaeen-
tH, en «d, Tw mÉmc nei boves genade, voor
de lonf', TOOT d» iwin^Aiitafic«<Mi üaewm kcia-
1^ mor den «m <b vomt bét been. jUndMote-
g«i in deie «rri tammn doe eortJaite -vniim-
ming Tu Mudér ledematen opwtttesof, hg groo-
ter üitKebTeidb^d, betiqeen heltig^e Tenam-
ming. hetcü eenTanammetaaogesiehteepieien.
IMatn Tcriaminingeii kunnen ook prmèhDtft.
Toneh^jlMlB Tan deae MDdn nMgeeir, tnmjMeh-
"^ " Uiu(^ in ién om of weer haMjjdig
ueht epUvtmi. Gen heiuigr^ deel t«
s Tooinoola- oi itoonto sj^nwnb ironit
bwenJfcn rfe gwoelêtteer heeiduMiH, tb bet
«inMoMoD TM dB* «vuren, mfte ooe bet
tMMlgevoel «n d» epMtta ««ren. HeA hMtMe Hgt
dieBtbjj faeteentnmi txm» net been en geeft «oe
een loonteNing taa de 4ggüi^, tHndtng en be-
wepng Tno ome TereelriMiMe KdMNDedeeten.
Wüdt het linkBTeratiMn4dHiknndep*titot de
liglging en ftanert bew^ng Tin Teohter arm en
heen niet aangertm «Ji Iq 19a iogta Aoü. De
parietaaMndïngen tu de graote bemi^thNes,
«nartoe de wianog «ebttr de ««ntnde giwre <Mk
bebamit, beMtten T«*der eentva thot de geecao-
cieerde owbeweginnn en Toor den gpierzin, ter-
wijl de aaileitH»Htt!WMUben de eenW voor de
g wéitJagnwi » rwowgcg beiittnn, m. i. w. de oit-
straSng Tan de tcmIb T«n de 2 . ,
den «ma opMoDB. Stooraie in dit eentnm moet
heona^ aan de aodere ofde •nmyatkvn (me
5artetit#MiKen^. In een d»l «n dnt eentmn
adhünen de heïiimei4ngfliieieUen tm het gcaitht
ImMud te «oide% veniMfigtag emo TCOwekt
„xiÊUbÜMdheuf, wMibg de pnttenten de tvot-
wnrpeD in de gwtooide geeacitenUen wèl den,
mur neef boftennen. Zoo nien sg Uj stoonoie in
het heteetUmm w<d de fetVerc, maar heifceDnen
w niei meo'. IDe wtedingen tui de tflee|>twab-
ben hnbeigen de gehoor-, «maak- en reolüentra;
wordt hert oeninim toot cfnaakbegrip Teméettig^
Ao booren de pntifaten de wootiden wrf, amu
begi^^en w neet ^,w<mnt- ol hetadoolidd").
Uéèr met men T«n de nooilÉiaUikwabbeB. In
bon geheet w^ua s|j ywMi met de hoogere,
geeMdjjke tmuttee te maken (e hebben, tb»-
daar dat qj juiBt is de demenfut parafytiea
(zie nldaai), wdks T«sehjjniele Tooral op paj-
acti^ bewee^k, maaf jaiet de Bchrgflwwegin-
gen onmege^lk. Takar toeft man amdoeongen
van de eyraateewfrfl, woeib^ f^nalwtiooniteen
optoedeD, db m het algemeen óphaeU geooeort
warden. Zoo faut men de oMneêtiMAe a^tbUM.
tie op een ^edeeltelgk Ttrliee «Ml gvAkeogen be-
nvt; de uMnt zirt een Toorwen*. w«et wat bet
ia, nmar dan nawn kent hq mH. Bet TerftiaDd bm-
eeben bet hegiHp van bet TvonKtp en tba imm
ie <*<fdiNoen, maar omgeÉnerd kao ook hetmor.
geeiotèen woond nM meer de «veroenkoowtige
TooMttling Tan het TOMW«ifi nptutkea, ol*
Bcfaooo bet wti gebMnd .wiondt, looiht de moe-
dieMaal bem afa ew Treemde taal toeUinkit (eat-
toriteke «jihaeBe of voorddoofheid). Die ^t^
fliein knwnn «BT^Mtg ij)s, loodat de patiSnt
1^. lOma a>e dgemiamen Tergeten, «I aüem
aUdtHeeke «jiliteio hennen de ft/aèaita de woor-
den wel, maar brnDan it met ateHHeOh mond
en ünien xqn niet Teihand, tmai de Ageoaaidi-
etuunwöüng tw> ifciitt efaareroepen, noo-
om een «<oofd 4e Tonnen, ie Terkveo gegaan.
: d»e afAuaie ia aome gedeelteQk en ken
enkele Müen betnAen (lilenOe otoneï.
Zondering genMgf knnnn di p^tnten niet
seUen 1^ gHnoeniciweaingen aommtge nitroe-
pen dAen, dh ^j trilMietuig laet kranen her-
iiafcn. Anderen kmnen eieebti enkele, «oma zin-
iooze, woorden oitbrenf^n trf Teiwanen tdbne
I"
<» era Btoomia in de boT«oste ÜBker-jteafiwia-
«fing, tepwj}! de otolore SfhaeieCn vemonaakt
wonlen door aandowiingen ran de dnde EUker
Toorhooldwinding. Voor sooTer de hereenbaat
naat Aiat bewegfage- en geroebeentra wordt in-
gobomea, bsdiDaMt Fleehtig faem tevene ak ifcn
HJtd -i«M aitaeiatteeeiUTa, <fie ttenen om de im-
taÉfcen TiD ttmiMtaóe antnii^n tot beogei
eenbaden te Ttwnelen. Hinder is men it^
feebt 9rer de fimeliee tbo aakdere hereengedleel-
ten, TUI de eenrtoaJe gnogüén ak eoipiK atria'
tmn, thalamna opUeaa eni. Stooraaoonii in den
pednnecéÓB oerdbri tnedten epaedlg den pirani-
denbHii TÓór agn krnaaiag en terena den octTuc
HuidtMi een hemififcpt met ge-
DigilizedbyGoOglC
din BMe, tmS» vu het neniricbtignoel' eo
AihdEiglMid I^ boDdpkgie met oen fa^Bs-
Teikmöüng WQct op eeuMUMloMiiagindeVuii^
biu^. In tut TedenBde nMig hmen wmtcI wtrte
alB dmifiiMÉke aoiMiMHiigen voor (yx^gfMw'ww
bulbaiTBoralytei, mMobq ds tadbure Mmimn
TCidbmd iKiMbii. Bq <fe pnogiwaere kom» «eist
ook moaiSök dmni, tenr^ ós ■wimiiJim na de
Irom der ttMBwwmw de l>ffni iMt en dun
mMft:! en ^kapAeren mi bet geaM dip en
apAeren mi bet gwdil
bag Mocdeii. Op du *i
(fende
■pienu, wMndMV de pfttiint CMi
Ttollict, b0t wedtet in koA en kogen kan ko-
het temn ma^. AnatooMdi UqU tcouI de
kern mt dra neamM hypnglown gdtoophilapd^
Teoder die lan it^is, eeeewortni en UtMm. Bij
mMr ultgebreidB, aeitte Mitdoeiéweii *la Uoe-
(Üngen, wocdra oek de pinmidetAiBen getnl-
* - " " " * • o^ea rf «e «M é'
_ .._ Ie töitf -lik^rieren «I
AnÜtnfologit. Lakgeii töd Meft men do
«ermSjheiMlB etaMn golndit nit het gawk
en den oomwie der berMne b
iungen «te mninn over den a
1 inaid mn int ver-
atuid. Het ffemidddde gawieht ia bij den Enro-
pee«ihai mM 140" - ^" ^ - • "
DUD bendb bet
«■'
1400 g„ &g dï TTDVW 127$ ;.
Mt maxiBnan — ~" "" —
D de 30 en 65 Ji
toaeefaen 25 en 80. De CUiw
deU iwHido iMneBB, de Neem *eUa 1244
X. en bet dadt M den CUavinea Mt SGO—
400 g. :^ dra WaU to de «edtoailinf tot qn
liiimaiMitHiwiilil 7 : 76<. iq era gwwoon, nnet nt-
Ivme, iMDeob 1 : 3&— 40. Al na nten nn ook
nit net hemn^nMil mH niet nwl i^aafan.
hot rtMt vMt d»t er een vqAoadtog bestaat
tuaaehan de ontwikketmtg vaa dk TMcMt kwab-
ben der gnmte benen* en de bemaldbeid
' "' " der beraeiAut, aSIii
ook4fe
aantal 'umjikBem
1 T«rilBIMl OtMÜ 1
Ti—<fc*n de hoogera apen en
den meneeh kan men weinig andere fjfiMm lei-
Hèddka b«paien dan een mngiw ontiwikkeSag
b|j de eeiHten iran de godeuten. »mt bA wpnA.
eentram seUU. Maac ait«ri|^ TettoaBOD leei
bagstaanile menacfaeeMBBen, looali b;T. da Soed-
da op Cerk» een md kMmat aohedd en im> ge-
iMgoi eoanK dat dhi al Mtt dUtt bjf masd-
maal ODttfftbeUe beraens nn een gntoten «ap
komen. Het menaclH^ kankiUr van de bec-
sena non Tcdnos /. Bankt op bot 0T«nnAt be-
rusten van twt niet auh
dwMe der faenulann nn
K aeinetig™eflaten. oet
absoU» benengtnridat on acb leB kan due g>Mn
aaaÉnoofMigmHl mwi at bepafiog no het n-
trilect vao oen mcnatii lya want ^ «wMtt
ban^ öA eamen met qn üchaamagawimt; im-
"h groot deel van Ae heiseni dient toot
vKg^D pacAoK oentn ■
wAkkawnae. N« dient het rag-
gemsng aUte woc iieliMnMjjb ' — -^'-- '- '- —
aena ■oowel voor dene afa «oor
na, imdat de TCcboodioa tnwdiMili
dec faeiKoa en ikt vnn not t
onbeUertaig kon garm. DM ^
iodbtil 1, bg paani ratd an
kat % tq «en bond 4, bq een nwuwa i
en bq dnae berekeBÉog mnialt bgna g
ovecwnbt vaa de "—^jj^* heiam I
Mjjk« taoolaei^ da ber-
Mgmiktat
nggMiMfB ea« wtl
qiaalÜHt b m dan
QiNfcr deiB gwwoonlük wvw4 ót maiamme «aft
de bsHHLTffieaen, ab nn da IwaaMiaidnJMillii. da
eente ittahn neeatlal n de weche beiaeDiTliBiea,
MÉdUi in bet haaafe itiea^ da dnn malw.
L ZiMm dêr ktn^tUêtm.
1. PaekvrnmmgUit inUma lutmorrhdeieÊ.
.„..^ . ^ audddH Smwittm Undö« aM
^|kwib in ptaalnl^na «brtoc
atean aoo «nat ala een ei. Mm itadt de aandoe-
mng -wt eq d«me»tia fanintiea, bq olaoAafwMe
en bv ndden mi bet Uotd. Z^ b^tnt baaat al-
töd piotniiig net een banMrte, en ban venfen
TNB^naela n0Ain »«i Mnr d» triteebRbOMid
en de pfaMta mo de Morting. Da eei»t« ftxaat-
«>it dmkopdehenuwwoaaniooThoddpjJBM,
biaJnn en atotnmiaaen ha bet tewnatifn; de twee-
de, de looaliaatie vu bet haawatoon, varwekt
banaidcgie en nak n#iaairi BEgenaanag ia bat
wtBe ofitreden T*n vecenperingen, door naemn
IdoaAagan ib de don mMCef .
2. BeraenvKeaoitlaMfcmf [UtmitgUi»). D» w«»-
ke Titaen ne da faenena 4» n»» d* >^M van
een oatalitking, dooc «en «tterigv o( en Mwtn-
laiM hileolie *eMM»iaakit. Die ODÉatetton km-
nen ook aan het afaUUll mi eftiar onaan
dan wonJen ^ Teider keniMn wq een ep'
eerebnMpiaMalmiBiHOgita^ dke oiA da
raggtaoHK aaaitai*.
nuti, da ekrotÜÊekt
awtaflt. Aldfe oot-
iHaara na faêt
Imot soadm' bekende oornkeo, i.
al bjj akubofateai, tooi en verooiaankt aanbon-
duade hoot^^jnen on alMigie veauadanag lan
bet Tentaod. Vaak ia zji de oona^ Tan geeatea-
ookopd
mpden
. ElUrige nentn^tit. Waaneer het omholeel
der heraena, b^T. een det beenderen van den
aebedd ettong ontaboken in, «kn ban het proeee
lida Cf) de herennhaen véÉbnédan, mmmm b^
een geïnfecteerde wond au den schedel niet td-
den gebeurt. Vaker nog iraaldli bA iptabeen on^
atoken dwr een «ttonoK in de tmanmefcilllB (ati-
iit iMÓia) en &n kan bet dane <bik i&i botta
aan den d(M»biuk in de MbedeiKiill* weiug t«-
genatand bieden. Tan den kast der berseau ku
ialeoKe kan ook ntt endene ooganra aangevocnl
warden door mefaataM, loodb aan» bq bngont-
stakÉK en aaidea« aente inluetin^ehhin, voonl
b4) gAttarooa, gebeomn ban. Ook daae oUenip
mgnaigUin kan wA. on de Big|gieBiMy<hi»n nt-
breMen ra ojtyd woidra tanea de bbadmUu de
beiaeDn nH — -ff°*-^ ai iQdra de beraeBnean-
w«n. E«t eemte •nnü^imA ia dto iwan hoold-
DigilizedbyGoOglC
fifo, dM ds pfttdlDt Mlfa bj) {pMtnonl bewnattun
Mg Todt, «sot teftena eiJwC bq laar liet lioo&L
Talk d^nenn de piÉUDbeD «n ^)i>' qj onnirtiff
«n ékpêncm. hukt bmmW «wdn i^ Mee mii
en bBUn leHt m een Aep eoma TCtimJIcn. De
(BramnMnr » wev ratooaai. maar gKèeel oiure-
0^»%, « pd* MMl, tPD* 130-^140 potahgen
■1 d» mima^ inw liiÉit kter, codaite éa *m>-
howfeDde koMla^ M 60— W Dt Msle vcoicMpi-
Mk tMUilWi op fiatHhg fu de iBt db Inr-
•n» tredende MBumn; «itder 4
lOt »a de gnot» ^jfl^ <Mn
TMlte beetuo «r pMttJBgwtn
KilHiiiniBgeii in M getüd oer 1
' -|Bn, ■tölbeid fto de kuk-
, TOwAifcn in de pnpdl-
c wnd. De lando»-
bMt dor tNocw alt Mi in teék-
Uiwen ef eOTWnbiee in éêa ef meec ledanaten,
ia liAnipl«g^eln «u. In swuegenUen treedt de
dood Ubooi eeniae «kgen in, aoden ka het 1—
2 weken donn. jJioowineen op faet geetfaoren
booM en 6— « UoeAa^gen acUer de oonn ot
■en de ilapen gieren ie«k TerièebUog, mui
meeatat ^^ <Mdwébnei*lB mMddea tagi» de po-
sen WMMBg. In MMime gemB» gaet de
dn aek t^ï
idign«b en
bereeuMMiwen
OfbMennf gmva om den
óanfMDaK ■»& de nnnüigilbi^ dbu het M een et-
VemiMxA, k. T. io de ooien ofteolieeit U tnbena-
lose in een irf eüdor Oigwiii
e. Sfidemixkë etl'tbnt^püto^menütgUii. Zoo-
kk de MMn aanduidt, Ive^t deie meningtea loo-
if>d de TfiieKn nn faeiKne ata van Tnggenverg.
Zq tawdt wond bq koodenn ta jonge meDecdken
<f>; de niddeKiare ledtgd maakt iee<b onvat-
imn. Ib fanagamMD, fcai(niM en indeire
ptaataen «aar meiMcben opeengeboopt waaen,
treedt iq laak eitdemiedi Oft, mual dee wiotef».
Eerat in *t begia der Idde eeugr k dte raim be-
1[«m1 gewocden » Ueine epidanteBn in Znid-
nük^BDoiMduidte tfi22en 1653; siiA
ies& 4ndm ia bet laaMe laad hMat etfc jaar
kMiM «DldemaeBa op, een leer «lutige echter in
1905 in (^per-aMS, waar meer dan 8600 per-
Kuea getrolten weiden, waatran meer dan 3000
stèerfen. De Hikto weidl veroonaakt door den
cenbntfimdi* tbd Weiekiel-
nit de oe» door de ieeS>eenhoI-
b. Tubéreultuxê meitimgitit. Due komt OMer
bq keBderen dan Iq iciiieeatiien — ^
laroonaatat doondat na een Iiékx
aea trodW «n gevwoHm, mei kk^ gi^ eo
gele 'knoUwltiet (tubeiMa) beiet. Ook ie tiet
eentvo-apinaalTDclit toegenome» ea staat -Vatit
onder boogen dnd. D« Uwkno TetCrara den
«etlvei wmdra kHletoe en maoeiv tot
iwate boofdp^n en bnken de lielcte aich
deüqlc openMut. De nola «wdt leiym eo
edt Mcr XD aantai «gen, de {miln^ wt
leir gwwüg Toor Ed* «n genaach, aan daap ie
■eet ftiuwtig, dodi ipoedig wofdn eg anf.
idmeaw mt. Zeer i«ak m er atvlbeicl im .
kaak {tritmtui en faiaraen <h Uaaoi met de
tMdea; nwn boDeikt tsdric^^ m enkele Ie-
denmten, nunr voecat de iMtxn<ii(n wnden M^U,
bet Uod boost * t ware q^n hool^ In de
fcnne«ma, afwiaeelBMl met otoipeD oeer 't geheek
IktHMm. Ie het bowoatüi neodwenei^ dan Uq-
nen toA oog de jwhrt|^gid en de eto^n be-
atani^ M fmgeraei na oen weA de étod door
heia«o«eilMDBi]Aig b
toenfft. Ook bq Triwaewa tcrdI het langia-
mor iMgin een ooOBncheed eaet de ettrage m^
ningitii, naar orerigena lieeft de tnberenlenie
deinlld» rumÈafBtÊèk op bet teni^ dv boien-
ie. Be(n>ett»^jk ib dBu de
niet meei, want na 5 daeen
ait de nen^pbaryDsboIte.
van den neke mtdi men
gei^Kld *ele tauiai&B met een CoUe pfaaijnx-
laekte ^ . „ .
rerdwiiiien 'de CMcen ait de nen»«baTTDzböI
, — . „„. 1 deae
_ lÜQ geriail^ ale door deien, q)Mken
euL de eeceen KMbnad wanleo en ntbare p«r-
Booen ben onoeBMtt. Hen Tiadt jg. db Ijjken een
etUrig aaoMrt aan baat en baata t&a de ber-
•ena en in bet lagj^eoerg. De inkitie begint plot-
eding met bnvenag, benige booM- eo neayg-
nen, oefeBtqlieid en uaken, woedig gwralfd doOT
atooanhacn « 't bewwtqjn cd dtoüfifo, de hatatie
■ie gemlg nui den «ednogden dhik in de ber-
aena. De idefa toont aaowe pnpiCaa, en bcfat t«r-
eaeMe mIb cd ywhoogde Vanpemtoor, maar aeer
^eraneiBe edmiiaJipgeii, 80—40 in de mjoonl.
Door de fine atMmBin het bewvatqp lomt de
iiiaD« af «f Uqtt m de Uaaeadttes en nüet met
a de ditod M een nKSe veitietaruDe in den
land vokm MeeateJ dooit de »«£to 2—4
in ot mBb een paw mneitdfn en ken thn
in ftTiwmm nwiBgawfii waaifaq <fe pertode
heirtnt laev dooit. Uwi -'- — " " -
Qg Biet loMig, Ml b^
m «enige weken «rf maaoideD i£t0cpot eterrco.
Be lendiqaaehn lai doa ■)* tu de vwtee
lingUideo, maar oe p^^ien in den lek en ook in
aroepifaieDii
ingau Mt t M-
ev.) tn op dat
ven deo bereeilnat (eenvnliawt béndplegiaehe
TeilatnmingeD, aphaaMs) en «indigt erenaoo met
den dood oadtt de bowoatelooriMd ToKedig ie
len nanwkenrfg onderaotk veai den
dra rag toed^ van erf oen 4deD — Mn nekt«dag
€p dm Toocgnsd door de caiMeUfig van de nig-
gemetgavKewD. De gebeele mg «ranlt etjjf «o
ledd gebonden, eoma lelb boogronnlg gefciand,
en ia oj dnik leer gvrwfig en de aanJoeeidng
ie êemtiBaeaiirwim ven bét mggMMqg moAkt
ata lód tmigevodg, dht iMa een fidite
_ ». ..-^ — . p^Jij^ i^ moFtd «Ml de
de bid
piiUnlhig der bewegiageeoonwen, de <
op de landoening t«o de «Étoonennw (t«nzg de
patJSnCen TCTsoft lijn) geSjk ook d° gezichteee-
DigilizedbyGoOglC
Mn wldei
na den |
tnm mak auwieduA wontt. Dikiwv'B treedt op
de tippm [«ecis in M begib' eea oaUlag, <le
A«nM la&taiu, op, di« met de [on^Mii^ de lek-
Btgfbeéd en de ewbn beumatem&jaai'lM toot de
diagnow van gewiditi8,TMkblJiTeBgdiMnb>oi-
niaaen actiteT vm de mMa, of «MdMoèD^n
^tm bet genchlnvnnogen en nM xMea im
xniMratooniHBeai wMneei taaneoe of nmemi
hkK of dMT niMtig MiMde g«fed» hewen. (
qildemie te ttaiten is efwiMkring loowel
L jmütat kk TAB sgn lUMate moganog
Doodig, Meterio1cwiscb« oBdenodiiu dei dn-
CTCo ooooea, deiinfoetie mn ukOMkeh ge-
k tan gedeeinleeteerde kwu^ieMoon en tbi^
bod -TM> gnwte ToftOTenamcÜnmn. In de be-
hMideliDK dar riekte teil moet door de sfteMi-
pu&ette oe ovemMtige dnA op de benene mg-
genomen wonlen, dcHUodB beriiMldti^. Een
leer gaedea inilaad hAbeo verder ót kt^eetêeB
van anti^neningoooccen-aerum inhetiuggemeTg
en msteTiliseerdeiknAeiuoDt-opIoeeüigwi onder de
hnia, diealinrieeof iweetiweer afgescheidenen
de baetecïBele giften nil bet lichum ««gepoelen
n. XükleH der BtritmiAtlmtu,
1. BerwnaèfMt. De bnMBeD, die MD «U«nge
btnttnIkweUKkmg (ae al '
Hlcen, ^a wik io atmt '»
wM bu gtl bnoen te doen dringen: open
den MD dtto anhedel, nriddeloonmtetdriiig en
mataalMC epekeo dha wk de IwtéchA in btrt on.t-
■tMn TCB een hereanahoooo. Ben mei verlnopend
abeees veiwlMit IcKniMÉi Bi«t *mi een meningitta,
een iiIikwémIi aliaoes iiimiiiaiÉI ai^emeeDe hei-
MmenehQoMli ale ttoott^jneD, duaelingen en
brabn, naat die «gnluM t '^ — -
TGgeJniAlige fawrln^ die lii .
faeneDdaUMi ootbretU. De booli^ kui ba bet
aÜMOM iBi.iiuiiifciit iroideD en mmt meeitM ta-
melijk Mbe^ gtiooÊÊmtaA. ÜMat dve ideemee-
ne op beneftonik benutaoda vendt^naue be-
ataao mAn, dfe den mg dmc dtn hand van de
öntateking binscn wjjmb en die daarom haard-
Mnplomen genoemd worden en vooral voor de
wóiMKiBcbe betMed^Jng mn bat grooMe ge-
«Mit tija. Zooóeii^dbgi veitamnHii^ en
die vMk MoavniK die ven dte beisenbaM oMKean,
de hemianopsie (aehterhoofdakwab), de doelbeid
aan den tegengestelden kant der nerlammingen
I^ aJiaeea in de slai^ieek eni.
2. BtrteHbloediag (ApofUxiei. Zie Beroerte.
3. HeneitbreMk (BnetfhaloeeU). Wanneer de
DMkn of lonlBiieBen nn d» ecfaedet mcfa io ihet
enluTonile lewn niet AMen, dan kan een de^
van de beraena door dfe metóae in^puSui en
ontataAt er een aaogebonn neneutreiA. Dat g«-
bewi meeetd aan het achtmliaoid, rrMimiii
«Mtd vMo de oDgbolbe. Zoo'n bnvk vtnnt een
wvk, t<»d getwrf, wMtraan oen den potaitag
kan •roeien^ woala bg een ofK» fontanel nn een
■eer jong kndje, daac de g^ecie heraeoinaeea
door den pobalag is de raten van de heraMibana
opgeUcfat wordt. Bg denk •» bet gmni v<er-
tuoDen vA won» bereenrcaEai^rnaek. Soms ajfn
lAeen de faerKnvfieien door dié breukpoort ge-
eeho>veD (nuningoeele), en taan men de braidc ope-
ratnef gttusen. De kindei ' ' ' '
•tenen meeaU jong
gemeig of henene. Het iiit[iaB>eii nu hivnnnian
«a nat idiedttwuDdeo ie geen eiganli^e fana^
iU-e SdudeWrtuk).
4. HenembiA (Oomptuwo certbrij. Wq nd-
len dan vedKiogden dMk io de henena onlnioe-
ten ab gen% vaat geoweflen in de taMaenfaaitn.
Hjj kas ook nttaUen door era gnoote bkuMhwt-
etorting in de beraena (lie Beroerte), deor watM'-
of eMMDpfaoopgng e
ale een atok been op de tenen* Amkt. H^ v«c-
' t dtoemeene hersenvvradiqnaeU alt ddno
hDOTOMJsen, oonoiun en ^nonl aoAaid,
MMM ÏM («wtgaüv De pdt it kanaam,
i»|t[»iiimiilu Soou ie de ver-
owigw onK met (kn omgkgd aaatöonbaM-
door de atnwingqMpil vn« de geMbbaewtw, dw
wg ook bg he»eigêwi«ftui (me eidiH) nes op-
toadeiw Ha een Befaedell»eafc kan doet tKfMHMM
bet beenfngment bdom vervjjderd wierden, ber-
aendndc dtwr abeoee kan door opecnDg iwi dilt
-abeeea venhnjnen, terw^ t^delgk neeea vaa^
««ikregen kui ««cihQ door eAapptag vm onder
boagen énk slaand beraenmggwteigvoeht door
nd&ei v«D era InmbÉi^NBflHe.
5. Ber$euge*tBalle». De loonnem^it gmmükn,
die m de beËeena gemnden vracdMi, wt^ gliemni,
aareomert, t]fphUomém en fwberkett ab loeile
uildAgen vnn mUÜB «t liiwnrfoae en eareb»-
mm (ae Oenèeuen). Ook bq de geavrdho moe-
ten wg cBdMefhatdep tnaaoien aipemeene en
bMidnerMl4nMkD. De «eraten ontstaan dooc
iknkking i^ de b«raeü tg. na den groei van
hot^ienpeL de laadlaten door vernietigteg van een
deel van l>et bemenweefeel, waaniooc bepmUt
IwMtiee, itte dkardooir geregidd weideos yaatoerd
fA bepaaUe ajaeien verkind worden. Dta alge-
~— " — ->■— — 1- iqn weer boob^oM, »er-
n mo btiaagrteBng w da
' ' " toe, dniMÜuy.
de genwefles t
— I <un "^ ^-^ -^
'aak door era böaonder
tergrond van het oog af, want db mgqiéegd
toont ^ÊÊi era auriKug vaa de phntv, wnar ^
gaakhlaaeniiir in bet oog traedl; era „ttmnnga-
papil, waarin de aden aterk geiwolira iga door
oe bêlMnneiiog in dra ahner ih> bet btoetL
iDe haaadeTBlithinien hebben wq bg de kxnli-
tatnemMC leedï leerm kennra. De uutatjlM
aan de basia na de benen* lyn gekenmerkt
gra iQu efittar lan perüeren aaid en door w-
odtilende etgenxt^ipcii ' ' "
vnn den nenn» faoaUa de oekeele atnm gehottor,
aoodU ook de «Acrtn van M vmiriuoM vartkand
) bet froMra omuwettk ie; M «r-
neiaMDOMig bMjËT&t gededle vec-
•«boood. Dk voorapelKog ia bg bcnangeswdlao
ongnnati^, behalve bfj eypfailoara. die door
era nenfieke kiwi knnnra
e. fferaewonfofalMiy. Br knmra öcdt oM^Me-
rigfl ontatekingen van de henena vwv, die go-
beél Moeien kmnen of dcfa ak difhue ikUróm
van dé hersena tnder aigemeene heraenverartihi-
aete, haniplegieSn en dementia vooidoen. fien vo>
D,o,l,zedb,GoOgle
j kmdtrw9riamm»g gawMud. Da
ft g«Mn^ Undna noten pfatwMnr k«rt-
ga» bnaftm aiLtflgi^koI «er tgoièig too-
„ bsiatAu dBUawM oit JfenHwutJa^
dn te hdtMB. Dis mtante tn£ de MsDM-
tM MS éto nde mn hat BdwMn, dm int
ms*é Bteifcor An b«t he». Op den data traadt
i> èt mikmit fcdamiton ifcnij^nog in impMt-
den «llHid «p (oofdnHtwMi) «b ndet wUen b^j-
wi ifi kt gnxl Int vMer. Ook a^ ig wak m
miB m man iriinlfcmdft tioMsiDg, die mm eho-
ootwiUelen,
■toofd es Bwt _
MB iiiilha na «allüd» zicirtes (efOtftU),
die ToonlgenMi iNn]lnt dn» kimnn in «
variMid» igd« nn bet Mium. itafttomtMh
Tjndt hmo kter te ÓHndae twneiu stnifUMl»
pMkcB «o Tan ds» oaaX mb BeeuodMn ont-
amtas ftf in de>cMiddEalMKi. Onder de mA
flUcrige ODtMtfcüigeii bdtoort ook de twMftf
1MI de heraena. Tnak betMoit tg aoaUimaaaD kn>-
wd alt ia baai riekMbeeU M de geiir«ttea der
beiaeoB, ni. ^ q ^iimmiila mnmt. Pie gunnH-
U kDiaen ede i> bet «aefial wt bet luid» hat-
auwlaa aitteit en tu büien fcaeaathtêg TeoiaJ-
len (mmmgiJw yiiwawMal. ZQ iJttea maeatal aan
de ooBWexe banenofMnkÉMt nunr ook «^ aan
dB baMB. Ook MO oe piamatar Inutaan ») ikh
mtiAfc^D. — De ofAüa der barteoa kan lieli
lis eao ontsteking van de
nJiarin (atdarUri*^), toai-
»%ikm, «MrdMw bcvaal-
d'MB ds arteria foeaeie
de lieiaeiueUadeE van «wW wratoken
da bet M«drat doM de verdlkkAiig dei
Tenrtopt lankt. De snlialB wn öe beraaM be-
liMwt tot de dende pcnode io de Eiekt«, loodBt
eai^k «de )ateii ainds de mfeetie wntiefcen
Dn andMtcattiB kw adt plotncMng in een
iiAe (oftnlme) «penfaoW bdot de aieloiting
Kt Umdeat, mmiM niet mUbd een tüdpeik
■ Tas iiiiBiiwl wlgt. Defgdjjke aawmUeo kmnen
tettiow tcngkeeien. De mUKe dei hetaena kan
Bdh ook als dementia fonOjftiea (■de Mmx) rei-
' 'n weiun wnm ook; qj faeiMMct tot
r (ifeSypMIiil.
I. Bertauekuadiitg. fOommoho eeredri e(
Shoek). Ab de beaMon een awemD sohok oikdei-
nan, bet^ dooi dbeat geweU, betxjj imfireet,
b.T. èom een Tal Dfi het iiltilaV, deo aan de ge-
tnrffene zgn bomatiön verlieieii en soa tereO'
looe liggei^ dit ilBen de airtkke wieaÈmlÊog w
de Texbuwnamde «ob hmnn, dat ei oog leren
aanireHg u. Waan^galgk faebboi wf| dan t« doen
met een reObetiniMhe mttitmatig rm det e ~
tmm in het wrtengde bhsr. M de epanni
van de btoednten itegeH. Ine Bfwnnifw mm
dooi de nrlamm^ ofweheres, wauaóor een
der dIrQlkncbteB itn debfaediiraMie Mnralt,
de dabden naiadv ipemdd wmdan en het Noed
Tan^H de opvrffcadle UeeUnid tmi d. .
Mooae, de naoardgka Toeiban pcA^ de onaeg^
HMÜge ademÉMÜiw, de bnode hMtdm en iwlen.
Tnak beatMt ex branknaigily of komt bet tot
bvanuL h de aouk nÉst geeon^noeerd nia<t hei'
■en- of schedehsnwpdhig, dan bant de paititot
MMroon^ na enige uren weer 1^. al Ia ook in
oen eeiaten tgd de berinnervg aan het gebsor-
de en wat er aan wota^ing Toidirenen. Als de
pntiftnt httA liat, moet men igQ hooU laag leg-
gen. De baad moet gt^irikknM wonden deoc —
aeat Doaei os doui aeBBi v iBiDBeT BW MW n
dig w<«dt knoatauitige adönhaling toegennet.
8. flerasMMTtwekm; (BncejMómataeie). i
Ttttelant hiemnder bet ahtnima nn hecanan
sek dow bet offacndeii tcb den bkedboeroiet,
itauueor een bloedint Tento|it leord^ betKg door
ambotM (zie aldaar) o( dooi Ikrombiu. De ea-
bolon, de vtratomeodb Kbrinepnm, ironlC ge-
«oonljjk adcTOtd door een dmonlaehe mtdoeardi-
(m (ii« Harbidcttn II), «aaibü tiA bloedalol-
■els Tormea in bet Unkarliartoor w op de kie-
pen. Bg cfaioajedi atkenom, «en irerkiJUng der
Moed*«teD, kan de eaAxbM ook whtanwnen nu
blUwUohefc kt de gnmte tdoodiBteQ, of, ib bet
atfaeroom o<A de VU>^inAeB wa de heiaena lelf
MVetaet hacA, kM> dam door tlrombl bet bkied-
fBl «miliafit ndmn. Behahe bal «Ihenioni Meft
de rmbJAlscèe onWekte der Uoiediadea, de
^ph^tiaebe endarUnUU net raaket aaaletding
tot flBomboee. Nn is Ue« Mt nn gefwiéA, At
jmM det^en lan de irtnrie ii Je fasen 9jï-
iB H^fenoHtenea ' ^n, dl t. geen wnnudukg mh>-
Uoedmtsnt i
lüj 'leiato^ing in dat geUed ntet^ ab Mem, de
UoedtMffoer snel dbor andere arteiiea kan wor-
den aangeTold; Joiit in de ünkenrteiia loa-
Me S;rkni Hfteit een eniwfci» of thmnlbna bq
TooHoeor en nedn nn een tot trme tkgcn ia bdt
iMuuwnweiwJ atoeetoran da de bbedtoewmr op-
boodk. De Taiarn^jnnels am B^^ aan dn raa
nUbedhig (ite Btntrte), '£e immen
gmo4g ten onielite *aa de huteeuwib-
lelt. Door de tirnliimtir komen er -ntk
BeakingJ hM eBgeneaidlge beeJt meer langMmet-
band la kieiiie aamnMo toenemoide deBmUe
te TCHMMsaken, De liekaadeliing ia gelijk inn X*
der bwosite.
9. aerseMpatenneM. (BydrooÊfktdiu. Wntei-
faootd.) EUt omtrebarsn DBtetiwold ia mak
dUbbel KW groot m een nonnanl boofd en heeft,
door tot nnem dringen der schedelbeeadeieii
wei wgde naden en aeei «oote fontanellen ton-
' oe. Dnaidonr TCikHdect bet vaak de
CB moet bot tocU vt d« bMaena ont-
wordan, tMi bet booM geboran kan wordco.
UiiBr ook ds lilt niet noodlg ie en het kind du
levend lei wneld komt, stent bet na korten Mjd.
NJet soo léMen uet men kindeien, bg wie eerat
eenige maanden nn de geboorte een eteede toe-
'«grooting na den adurdei opnU,
" "bij een éii>}aiig iiünd ±
geboofte e
■eatwordn
DigilizedbyGoOglC
HBRSEHBN— HERT.
46 os. bfl^Rwt op dien 1m»») wi 60—80
«m. wwnd», tWrwfll h«t Uedoe gnüMl etcrk ^ '^
gntote Tooilwirfd MmAX. O»
' \ otet UD ifciir,
* doone ._. . . , ^
. ._ ,ber«k en cmoim nitgnekte beraenk»-
■Dera, gcndd mert vktewtot boooh uwer dan een
liUr. Meental Ui^iW de kumdeica oei geeslelqk
ten BcUter en lipi de beenen mio ot meer v«T-
lund, de armen onbeholpen in bun bewegingen.
On^ dut verinogdKi neraendrak Iqden Tooml
de ao«n, die nöet leÜen bttad Kvnfen door atra-
pliK dW gerirfrteMOomn en ook al8<emeeDe ge-
vaigen MTut A oonmdoieE ootbrwen soUen.
MeeeUl worden de kinderen niet oodet d^n 5
JMC MMn «dUei liMift bet fvocoB atibtBan. Ook
deiea Tonn rekmt men nog tot de wngebopm
bjnhoeqibahia, de btw nrivtgene kan bet leedb
uuiutu» KbedelU niet khi een &iag«i^ en
ÜRngt dn de benuM «ider TetbooBdNi donk,
loodut deie ia bon fonatiea eesBooid mntai.
Uee&til onMut de tocUoiiioopiDg dMr ooM*-
Uog T«n bat w0ehe bcnennSM en lön nten en
oufendieidl dmo li nwu den toop def ODMIeki*g
een aeote tmi een ebnmMbe byaxmylfllpi. De
TerkngcB lij<b<ii«|lMliM ■ nist te Tierf»ateieiv
bji dra MBgebonne bdrft men enkde keaien
verbeteting i«ikregen door met Iwrhulde pone-
tie« bet Tocht te ontlaaten.
1 0. BeneiAaetmng ea BgriemmMuim, 'Bg de
ktteuxing ijjnindegetiotfaLheTBengedeelten t»l-
r^e, ueine bloedingen M&weiig en syn die dooi
dête beiehadigd, ModatdieberaenmasMerals een
loode bijj Qttiiet. De kneoiin^ iiU li^ in prïk-
kefcnggWBWfcy»^! lood gewtit, kköiie, wdie
pok, bootdpqncn^ Mbgen in de iademsten,
gnrate onnMt en ^(pelDaaliei4 Die tbeatand
duurt «nóg» dkgen en TeceiflcM ^fmptomalnBdM
bdmiidcAng mat knnde «mdagen op brt hoofd,
lAoedhraigen «cbtei de ooien en soo noodig «faaip-
middalen. Ook bg de wondm (peelt de kwaÜeatie
de bixMtiA in dié gcnoken, alttmna Ln imu S-
peote mtwttUi^, 'de mdn'eete bu^n af vu de
mnte dw bfceAog. Ie dan nitgcbrnd dko imt-
rtoHt liet beeU iMt hnjiMiin toenaDenden tiM-
nndralG, (fcai het Uond >iefa toncben dura m^
ter en MbBddfcetnlena of toaKtwo Iwt bavde
i bet wecie bnneniliee wnpreiidL Om <fie
len g«dw«iigen
I te TCrwgcnn
, „ Uoedni <» la
1 en te rioMen, aoo o«k om een kt ds nec-
eena bg de mnroadóiig MAtergeblerTCn mleemd
fictoMD te Terw^dNeo, De db>od fau aomdiJM-
^jk iutredm door ob w^.iMwpiy tui g0w4eliti'
ge eenü« <A kan nog kuttr volgen dmr de oat-
«teUvg der bMeenmiewn of dooi hwMnebMes.
Lileratmr: Wintteke, Mtt dm OebHm (Brec-
hn 1867—19(10, 3 db); Mtmk, IMwi die Pmft-
tionen der Oroadiinuinde 2de dmk Ber^ii
ISOff); Fleehtig, Die LeMnogebklmeii kn GMiini
«td BMcnmiik de§ Hennlien (Leipiig 1S96);
Vundt, Qntsdittge der phTdologiecben Paycho-
kgie 0ste A- eSe drak. Leinng 1906, ade ded
1910, ade M 1»11).
(Ueninmtii eerebro^fimüia). ffle fleneniiefttlEn
I e oDder bot ut. nenenen.
Hantal, een etnd in de Belgtodie proviu-
de Loik, Ügt ma de Um» en de ^morion Luók
— ^Eïndbnten, k bjiim een voonted tcd Loik en
Mt (l&H) 22 909 mmm». De pluU bent yed
ogwlMdd loo^tt de b&mlUHg bf^ tooi de
bah uH MndneTlMkkt» bertaeit. Zg ie ge-
atMedkvndig maknraeofiK, dur bia ia>e^x bet
atemriM van Pefën ttaai. Aie laniUebeMt der
Sefiolingers wu D«t dtkwgie de nendeoUe yaa
Karel tUn Oroot», weed in 1235 de zetel no een
jongen tak der bertwen rm Brabant en k»nun
in 1339 km graaf Wilitm van Hoor». Sedert
1444 wae Eersbtl in bet beiit v*n bat Enii
Nat«ru, sedeit 1718 ann de kioon t«d Pnrieen,
die bet in 1140 aau den bieedwD tco Lnék ver
kocht.
H«rt (ne de süfi) bdnort M de orde der
fam»e vu d ,
1^ dkren een mmmivt. mrtam gewei berillen.
AAeen bg het rendiei komt het gew«i bq b«ade
geriMbten mor. De tMiOgle da herten bemt 22
soorten, oader weike de eUmd, bet rendier, het
damhert, het edeihert, de ree, bet muaAmrfwr
en een^ andere aoóitai (Oermu Oanadenri»
au.). Zg hrren in de boeaehen der Oodle en Nieu-
we Wereld: Uit Afrik& is akchts één aooit be-
ke»^ — mt imetnlie en PoljnenE geen enfceie.
flet ToOTBMinate kenmerk der herten ia bnn ge-
wei. Hert benteat nii veitakte faoreoa, die iiich
op nobonde nitsteekcek tw het rDOibooUbeen,
— dkn poHutnk — omtwikkden. (Zie verder
Bet Kwcne hert ot edelhert (Cenu» eJopAiu)
onderadeidt lidi dooi een fiuue gestalte, door
viogheÉi en knoht. Bet hieeft aen adte^ g»-
■iidiit en geboor, een fgnen rank en leet bq zgn
loop de horene van düi moedig opgeoeT«n kop
(^ iQti mg. Heit beeft geen engtaaden in de bo-
(eigenlSk qn
LtCndBIb), TU
de Uwee buitenste -nr-Krimk boditKÓdBib).
welke da müdddate 2 TtA grootei ign dkn de
onerige ^ 6 ksKn bmi eke i^. Het ii^je of
de kvnde u kWoev, beoit geen gewei, maar on-
dencbudt ndi erreneHu door OoRfaead eo
■dmHleihcad. Het gemi vml bet edeueit loofM
nAt in dmne, edMipe 1hkfc«a, wiet auttel tnt 24,
ja adlB tot 82 ken Ufamw. De kletir ia onde
naton la fd* ol kaitoO|)d)nMn va *) q^ s^tee-
kenld nart een swaotaehUge atieep luge dn ivg.
De Uenr der Uaden ia litütcs en eeoigaBans
naL
iDeie herten hooden txm Teiti^jf in de boer
hen der bemtredc en der vlakte en voeden
dl met aBa^ eoiorten nu knqnen, bUaferoi
I gnwucm des wWen mot bootaèuwre ea mne.
1 brt bene adsMO faxneit iq nor in troema
kt de dUM» «ranleik. Nk b« atnBeat der V
rena bo^Breii ^ üdi ki Indltige limipdboadt-
jea. Zqn de nieuwe lunaa Ttilirnrem, dan aoeken
qj met woedend getind de Uaden en bnngen
een bronattqd vao 8 weken door aiet loofien eo
mditen. De hindui brengen da Tetïoop van 6
maanden één jong — leMen 2 jongen — ter w«-
DigilizedbyGoOglC
DAMHERTEN
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
HERTEN
JoDg maolijk Chineeich Watcrherl.
Sibcriiche Reegeit.
Engelich-Indische Mantjak.
Siberische Reebok.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
HBRT— HElRfrEaOHEDfflL.
uiA «n Ivot jong btglt den gefaeeleD lomer oa-
<ier 4e boede der moeder.
Uen liodt luA eddfaeil in ^ onbewoonde bos-
Mh» -nn sebeci Emofia, — in ooi had insoa-
deitedd in bet SoenoMfae boscb bö ApeUoom.
Hot unMl dwer dieran ifM mkar goo gioot.
dat JoAn Oeorjr I, keorront tbo Saksen, «r
iA dt ITde «eom OMer dMi 15000 «igenhaiMEK
doodde. B» vlcwdi legert een vMaUkeai nOd'
braad, bouiie boreoB 'wDiden (ot tet vervKudi-
<i«r twnMt en het bmr M <nuUag becigfc
In Ehmpa leren bebaiK het «MboPt nog bet
danliert en bet me; de -m^M w de Tertegen-
iTooFdigvi i>D ooe bn4 in N.-Amerib», terwöl
in Z.-Amerih iidt moenubert <rf G o < "
bot AjÖÊBbM, reedB » de Oodheint bekend, en de
BuMingft. Ia loanlibde leren vvrecbciiden sooi-
tcn, ii—:oniki' bet Mnoljakibert (<}» Kidjang dei
De giw>tat« 7U1 alk oog Wende bentensoor-
t«n ia de «ten^ t«rw|)l tot ée lütgeeUtTren aoor-
t«n bet reoienheit (Megaeeros hihmuaa A 1 d m.)
Mioprt, die j« de Tenen rsn I«iiH)d gievoiDdeai i«.
Hert kcmt i'n de wnpenkomde veeiWoMSg
TOOT, TOOnl «k B>diildfaoQd^. Afa rtnk is bet
dier atafipend, iBid ter sq^ ^ ''^ ^>^ gewei
bocfdbrannen Ton bestaan. Het bortotuaiti^
HenUoKfcefaaap draa^ nHntiefteaqke wc^ De ny-
verfaeild i« nu weinig brioo^i men beelt eenige
ijidatfNiuiesgen en cöeoiiBdae Mnnieken en men
iiiiniMi'iFnil er Tlediweik van sbrDD, boeden en
goed papier. De warttnngeelen tba den {and-
boww lioden een muit in M( nahögeiogen Lon-
den. Uüt bet groafedwp meden 4 feden a^-
raaitdi^ naaT bet PaTMnettt Aerwiri de geiqbDa-
moge hotAfetad er 2 aendU
Hertford, ^ booMBbtd nn bet gd^nemi-
ge gTufcdiap, aan de b«vMtto« Lee en un de
Bpoorlgnen Qieat-Xoi^rn en Oreat-Eaetern,
heeft (1910) 1083 inwonen, 8 kerken, weAron-
der Bcb de HidnMiEkert maï een gedenkiteeken
nn Bom van Vendam benndt, een bnenbeoia.
een Latgnsehe sdHKd eno^ beoWn* o>n(blüIee-
leo -vso een o«id kaatee^ dM tot nanuigenb dien-
de vooi koDMig JctM nm Fnatkr^k en coning Da-
vid Ü va» Sehoüand. In de emBtnekeD llgffen Te-
ts mooiie babtenveiU^vM^ daanonder PMwnanger
lan gnaf Oovper met een beroemde eobiUerven-
Harthft. Zie Nerthus.
Hertkaver (Lwxtnuê eermu L.), aldoa ge-
noemd j»M de gioote, aan bet gewei :ian «en
bert beirinneiende kaken mn bet munetje (to
óe adb.), JB de ^rooWe -ran raue inheonMbe ke-
«eraoorten. Hg u mnot sckilear^ de dekaddden
>z|jn kastaajebnun, bjj net WQtje {rikiwart, de
Tan ace takken. Hert kan ook zijn hMdloopeod,
ïggend, kiopend, T«F>Jer gehadsband, geketend,
gekroond ena.
Bert, Vliegend. Zlüe HerUcever.
Hertford of HerU, een der binDenhnlMlie
BTR^wlnmen :vao Engdend wordt begrensd
door Cwbridge, Ëeeex, Middlenex. Baekingbam
-- -- „ , , aap
BedOoni, en t«êt <¥ 1699 T.km. (Iftll)
•ósA 96S JnwoMia. iMige de iMordel^ gienien
loopt een bewreikedvai met lopjwn, ter boogte
van 300 m. doeb voor het ovónge ia de bmËm
effen, Tsn tahöke kleine riirierm dooraidden,
me* weide- en boowlHiidlen, boonen en bodten-
jrfaateen bedekt. LauBKniw cm veeteelt zip de
gnwte, irierhoekige kop is bg bet mannetje gioo-
ter (hn bet balsMbÜd. De gRWtte «iBBeU seer
rtork «I, a.1. TM 27—90 mm. Hn Vliegt '« iiTonda
rond^ waait)|i Uj een gonBedd gooèl doet boeren,
en üakt «nier dü bet eakenaa(> op. Bet wijfje ia
T>eel kMiur, heeit, infdaaitB Tan Iwit gewei, dëcbte
een f>»T Ideioe 'toOKen en hgt hür eïieran in
hotte boomstenunea. Deze keTea wordt ook Ftie-
^end hert gesocmd.
Herteactaedal <e in de wafienkuude bol atok
T<ui dm aebedél Tan het hert tot de oogeo, dat
ie Ton een gewei. Bet stok wordt i
X gespleten zqik ^
D,o,l,zedb,GoOgle
am^TssoBETfBL—'s-mxiPXfmaoecB.
besehrvTtiig van dea hertesehedel wordt «ehtei
het getid takken geooemd, lóet óa giespteten dee-
HertllnV, Oeorjf, TrqJieeT tn»),eeaDmtseliR.
KBttnbk wvege»,<lea31eUn Aii«wtiiaie48 ti
Danngtad geboren, Btaikeitle te MSiichen,MnDRt«i
en finl9n,T(«tie<dbwdliiBi1S67«lBp>«roatKkweiit
ÏD BoMD, «oildnld801xriteng«)m>oabo<wteeiMr
^a^i en in 1682 geuwcn boogkenai & HOn-
efaen. Sedert 1&15 mbüVidnahei omiam ii
(feD Rjjin^ MenMMn^ -«u '1890—1^06) ei
een ^k iftKymtnau^ iroonlTDerdeTa <Un paitq bqj
weUe 'mwt^Akeni bertr^ l^j tsu 1698 tot
190e «ptrad «fc twnttfcWiT ta»dien tfe icgee-
rifflg en bet TatkaMi in nke de ^«ichUDg eeoer
k^ollde tlwolc«iaelw tmÊtmt te atraatsbur^.
Hg adweef: „IbUne imi) FVrnn w»6 xtie Defiaur
tion <«■ Seele bei Aristoteht" (1871). „Uebw
<Ii« Gnnien dw iMdiaaiaeben ïhtnreilUncig"
(1875X „AlbertOB Ttt^atuf' (1880), „AjirfKMae nwl
Reden eoriftlp»Utii«dieQ ilnlutta" (1884), „Jobn
Lmfce ind «e Sdnfe tcd OarabrkdM" iïmi).
„Nktnnecht and StniiJpomik" (1862), „Kldne
SehHttoD mr ZeitKK«diMil» iMtd Politik" {\9dl),
^Du FMnzÏD dee JCatliolBaanus md die Wisten-
Mèaft" (4cfc dndt >1SW), „Angintpin" (1902) en
„Bedit, Stut umi OcsébchMft" (1907). M«t
BSumker gtett hn „BeóitTa^ a» 0«sehiel)te dei
Ftailosophie des AflttelaltMa" <1€92 eni.) uit.
Bertor (vao her ^ kgeren tien = voeren,
lageiaaDToetda') oo^ndeo Ó6 oude Oermaneii
deiweoe, die <uui bet ivioU Tan bet ^8^ te vel-
de frok. TomlM noemt ben, ia wie bg de eigen-
li^« hoofden dei v^fkMtMnmeit m^ koningeii
{regeê), de bertogen ecÉttw )eg«nMnvoail»& l^n
de OArmaanaebe etunmeD m de VtlkflTeitmiw;
voate wocwpliMitnen gcknaen baddem, Uernn os
OTerwinoeiKle faerUwea onMsbootden vao biui
volken. Ia het rjjk 'der ILoagobftiden en FiMkken
«xeidNi ook kcfHnUSke bMmfctwt met dm
van bertog augcBteld. Deien h*ddn de leehten
en b«T>oe^beden 'ma een grut dwA over een
uMnestnitei g^Ned, om de hiMfeTenledigiaK te
TeAetwen en dra landvrade ite toodbuveo. Toen
bet Ifeivriii^Bcfae kfnagaéhap in verval
te, kieseQ die bertogeo w<*ka giootwre
digbcso, en km geediiedde faet, (bt reedt ixHfer
de lutate Meiovingen de faertoeen in B«erea.
AMemBUMS, Tbiringen en Fnei^d «rfe^ re-
eeerden en pcwjnmn deden, om aacb (maAianke-
Igk te maken. Dafathe «tpeefden Corsl de Qrao-
fe en lÖD oprvidgers erour de tcauftA der ttedo-
(KO te Mfieriien tn taan aantal te venniiiderea.
Onder Bemtrik IV kngen ethloT de berl«g«n
we^ <wteB«D giOfMi oodn de voeten, Modat toen
nhhwiff Mvei
«1 steraak-
e kUMmi-
1 DwtHUi
1 bestogdoo
nea beetondea,
dóór erideefaKen vao hertoge-
^ke Eoiun en door de TCdieniDg vm» voraten
tot bertogen nieawe beitoaiottmea, <Ee Ibtei
fioftMiieii soQvCfeinileiit vieiciegaiï, terw^ ia de
nóeit-Qenneaaicbe kmden de etr^ tocacben de
bentogen es den kmiiig joiat bet tegeiwrerge-
ttetde g«v(% bad, ikI. db «eraadeiiog wn bet
men mmi later de num grooth^togKhro vetteenii
ÜD Bn^^daod en de BanaanaBbe huAm duidt
tegenwomdSg de bedugeigke wmnïgbeid alecMa
het ItdinaatBciNf) vao Sea faoogcn adel Mn, ki da
GeniMUMehe hMea beateao itog vele ugeevuide
bertogeo.
'■-■•rtorenboccli, een «aokeente in de
HaFrinae Noord-Bnlwtt, 3867 H.A. sroot, met
96 084 iovonets, woidt bcRiwad doM de geannn.
ten Bngcieih Smpri e. ». Boamaba, Dongen, SL
MklüdBRe^Kd, Tncbt en Enjoivooit. Tot de ge-
meente bebooren de stad VHertogenboeeh, bet
dorp Orten, bet geiiodit Oermn M Henren en
een doei vun de birart ffiDtfauc. De dinviale
laodfaodem woidt door de Ovnand oi de A dooi-
snedea, die zieh hiei tot de DieM Teieenigen.
's-H«rtonnboach (me de pia«t) de faoofd-
ykaba van Noord-finfaant, £fft aan de nmen'
ttoeïM^ vM de DDmiMl en de A tot de ïüme,
tflornl de Zntd-WSenMnatrt en eenige taÉian
der Domoiel, ook Dkse ranamd huc downn-
den. ^ bent verecbMHte bamia, moiJn d»
Breede en de SmAlfe Hamn, de Butteidwren, de
oude Spoor wegbaiT en eo de neeuive Spoonregfak-
ven, eo is door epoomgen met I^jpaigen,
Utreabt— Ain«tMdam, Lagë-Zw<iawe^ 'nlreig,
Boxtd — E)iadiMv«a, en dóoi tiwnl^n m«t
tOtMfl
ligeogeeticbt Vooibvg \
door de etad loopt een pMnteatncL Het b«fvi-
kicRBCJileT bedroeg den lotem Jaouari IftlS raim
35 000 jrielen.
'D« aVed, <&e Inng tot de ataikate veetangen van
bet iamd UAxiotAt, bati, vwh toom qj UiMieD
hui voormaKge veatingmmen geltgca ia, «en
oar^<^maHg améiaekige gedaante. Ak ba«r
vtmaÊMt^ne pl^ea oooeten de in bet aéddeo
der at«d gekgen Ifartit, de ParadeplMtB en het
EmmHMn geooentd woidea. Het meifcwannfi^-
ste gehMw van '»3ectageEÉ)oa(li ia db hr Ooti-
aeben s^H eefamwde <Mootie- et St-J«n^«fc.
Reaih in het iMÉst der lade eemr etond bier ter
p)ki.tee «en keik, die de eerste St-JenAofc van
a-Hetl<igBiAweeh «as. Zq «wd in 1280 difOT een
tweede SL-lvoAaik iiemiigisn, weft» l—tnte
keik üt 1419 doM een grooten ixaod tow een
^deó deel venroest irexi. Zq werd daarop ie de
jaren 1419 — 1529 adiooBW dan ooit hMbonrw^
en KM totetMM) dedanie8t.-Ju^»k.Da«r deae
in de 1'Mie en Idde eww oeec v«r««attoo«d iranv
«end in 1860 ep initiatief van iotmne» Z%^§en,
iflfftatüMebop wn ÜUnefati, en bieeehop ■na '•-
Bosch een cooaniaeie gevonn^ Ae gesteund donr
bedragen vao lijk, prnwineae, «Unt liiadMn m
paitioüHeTen het roafMiralieveik daaima 4er
iMad nam. De kmk, Ae 1
5 m. boogi^ wtut met
iêm. 50 m.
net^Mff tal-
at* keri»B V
je-Hervennde, een WwdMbe.
Oca«lonne«t<de en een LDtbasdie Kerk, ateoede
een nnagoge. Andem liiiamiiMii gébtfrwwi rïn
het SUdimia. faet OnncciHnieDtagebovir bet
HKMiwegatatiao en bet g«boa« dei Hl. L. T.
Broedenchap. Man vibdt er «en gTranaainm, een
T^ boogere hnrgerechool met vqFjarigen eur-
BDB, een ËooinklqjkB aehooi -fKm nuttige en beel-
DigilizedbyGoOglC
'SHERTOGENBOSCH
De Noorderkruiitwuk der Si. Jaoskcrk.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
BÜBBPOOiBiHöOeCIH— HBiffrWK.
: vooi oiHicDirgKn. Bet ^««TJBeiMl Q«-
Ti''H~^^ TOOT taiMtoa en watuudianMD in
Ibord-BntMAt tod* te 'ft^HeitoeeaboMh em bi-
UiotlMek «n «en nnneaia ioornMn<4qk gtm^
MD ^ mMhiedndt uw dfc pranteeie. Ook ofi
brt steAoift via vendiaende oudbedw en u-
iue mvkiMidigfadAeB te aen. Het «twddök
anÜef, b«t»alk eUui bsMud wotdC, ie bhi
bcfaogsqfc. Ook lut 1^ herit t« '«Aatwen-
boMli een belaagrök méSet, het oad-piaxinaiul
inUef, d>t bemud wordt io een «bmteQft
gdvNiw uaat bet Oovmaiementigvbainr. De
Bted ■• de aatti •na een goteditabaf, nn een u-
I» 11 ilwiiie I !<■■< 1 1 1 1 1 n^i. Tin een kutteogeie^,
»■ aes mittliire M»Jitie at «en Reed -leo berocfi
vooE •!» Ctoeerdhiwret. lien lindt er <renler een
giooi gunafviii^^biMW, MtqtK fiefdHÜ^ ge-
.u^. . . I knobkH^gengeBtKht en «en
„ r oau 4e oudntie
eiscben dec meiUMie w«teiMehap JngKüAit ia
De T^ goede «rtw- en i»orwicgea, die '«-Het-
iagaitOBA. bent, heUtm bar tot een ifaUe
maiHphiiti goneU, tvnil ét v^yvrhM te-
i«ne aeei briug^ ie; er qo oa. ngMeahbne-
ken, boelo^iAhw|ftt>, edpenf&biiAen, Uertnoa-
weiqeiis rijttagUüiekwi^ Mirieken toot kunst-
botv. QeeeébmMpmèt^ keriatewfen enz.
b de «e»te bmk der imafide eeuw trof men
ep de pkata, wmt tfiajie 'a-HeitogeDboseh ligt,
«efl dicM boMh, in wdks wlinheM aMi hetdup
Orthen bemnd. Hertog Oodhitd UI liet in 4lat
boidi een Jndithnie Ëmiren, iat duur nedi in
1 170 stond, en door a^ beMheimiag onltirikkel-
de adi om dM JMlitbaiB wet^a een atai d|e
omI jn Uds tocnem. In den TMbUrann^u Odt-
Iw tad de <tad seer wed fem baeBeiuKen te
Igdek. fiur bcdaagï^kifee etmtegiMie figsmg
WM onank, dei nie MMhgen dn ataoMcteQ
op de veeüng befso^ weiden, die editK ten-
gerolge *mi Ymu funetige ligeing *Jle misltA-
teo, MM pitee fradertt ffeiidnik hMT «ta 162»
DK een hupiuriy bdeg tanian. Io 17M w«Ed zg
door de EwieelMn betegeld, ma wfe zjj itaè d«
tober fMD d£ JAar moeat «wngmeo. In 1314
wenl q doer de ItataeD en eut Baotal buw io-
geieleoen in den nAcfat iMi den 25»tM op dan
aMeD JaDoeci op de I^MMdien bercv^d.
Hcrtataooi fHyperiwiBi L.) n de naem ntn
éen phutengntaé* mt de taaiKe der Bypm-
eneeeAt. Het endeisehudt üoh door een 5-dlee-
Ugen keik, don 5 btoenAikdereD en door een
met Ueppoi openspringende deoerincht. V^n de
WJfcnHwAf» eooften vamdden w^: doorboord
herUhooi (B. ferhnOtm L.];, ook 8t. Jmikniid,
gebaita. Het bodt een stqf cmeiieliten eten-
gd, laueefrvonnipt wei nitee kelaladwen, door-
Bcbgoend giÊÜ^fMe nedenmi en heUcr gcèe
Uoenm. IM de HeiMuxAnfatigien io ons bod
beliooren iwder; MoertuherUKooi (B. helodei
L.), Ruig hertthooi (H, hirtutunt L.), Liggend B.
(B. kunuhuum LX KatMg B. (B. quadratguhtm
L.) en enkele oitdere. SonMniae «oorten worden
als ueipl^nten aangekweekt Ben fnaie aieipknt
met gTo<riie g«te bloemen en een groot aantel meel-
dradea ia B. Bolyewun (Orootbloemig htrtthooi).
De fenMeideruig gesehiedt door atekken en
veideeling der plakten.
B«ltsllOOt&. De tKmw Tan hedibn komen
in "rde opaécUat owreoi met Iwenderen. Van
die Juuene TamanfiiBt men meduAeii e
" i^ yooiwuifti ~ " "^ ' -
ge olie at tmin geklourd köadm
gedeeiiieUk ia i
wt edtmaMt.
boota «ann tm
raten in gtfcrnik.
H«rtwlc, Karl Beinrieh
uteB^jkatSeje. <>bd lOdrai J
tUn; in 1826 ieenac en u 18B3 oioteaMw un
de neartMnÖMtMMl Üe Bei^ wwv bq den IBden
Jul» 1881 overimd. EBg adveef: .3eMrl0B ns
nahem EemAna dcc WnttnóÉlteit" (Berii^
1639), .Andbndi dec snfctÏMtMD AnneimiUnl-
Mwe (Qr Tierbate" 4188^ 5da Oa^ Leipeis
lara), „Pt^tiaelM HudbMh dec Ouïnigie ffli
Tierftnte" (Beijgit 1860, Sde druk IdTS), „Ta-
ufaenlmch dw gteeamCn PtefdebvMfc" (Beldgn
1351. 4<)e dmk 1879) en ,Jlie Eiiukiwtten der
Hoiufe und denn BeikB»" (Be^ 186», 3de
dn± laeo). M«t OwU r0d««e(de bq bot Jb-
g«Ht FflT die «MBmte TifvlMÉakiBde'' (1635—
1874).
Bartwlr, Otluir, een BuèlMh aiMtoomi den
aiaten A^ IMS ba Fliidfteng tii FranUort ma
den UMn géhacax ahnfoenüe te Jena en ZufidL
Oodunnde löii stodiel^ bad 1^ akfa woivl be-
"■' * "oaüka!
paaldbq de Teigel^iken
itigd»
gigg hg ak
MB aioraêtenr
gewoon boogfaewiaT. ii 18! „
«lodioig naar Beg^n, waar h^ UfreoB a
word VBb het — »^™aM*i JtÊMtaut. ^ Hucea:
„Baitrïge znr EeDuttrie det BHdoDg, Betrndi-
tnng vod TeSni^ del tieriedien BéeB" (1875),
„Dan PioUttn der DeJHMhtiMig nnd der laotoopie
des Eiee, eine Ibecrie dn Vwefbong" (IdH),
.Jjeiubudi d« EUrwkkeloBgaMBcfaaebte dei
Henecbea mtd der Wiibdtiere" (Bde druk 1910),
,.Die ZeOe and St Gteweb^ QnBtfrOige der aNge-
coeuKn AnKtoinèe nnd Flnreidtapls'' («1. 1 en 2
1393—1868), „Zeit- nod Stoeit&gen dra Bk^
(1900), „Die Entwiddniw der ifiiohigie im lUm
Mbihnndeit" (1900), .^andbveb der verb-
oer bij ign broeder Riehord.
Hertteig, Richard, een bioedei tui dm ■nxft-
gtÉtadt, don SSeten SepBen^bec 1660 4e FniiMlbeTg
geboieo, atixfeerde ereneene te Jtmat, ZuriA <n
Bonn, (MOBMneenle aldanr en «a« nn 1873 tot
1874 aeeistent tn Mm StAulu. In katstgenoeind
DigilizedbyGoOglC
})iw veatwde bH neh te Jena aIb piriivaatidocenit
irard w m 1878 biitiengiewwa hoogleenur en
hegei lacb in ISdl al* gewocm hoocleerMr in d«
■oUoRve nur KomiwEbEvgeii, in 1866 dmt Bonn
en in 18K lu» HftnRfaeD. De beküe bnsde^
hebben onderfiebüden w«t«n«h&f)pel#e reizen
g«dMo «n met Hëdul bomofen zg zkcfa in 1671
te LesÉw en in 1875 op Co«m en te VÜkiiMi-
M. Tmnl ondenmliteu iq bet lemnratelMl dec
oodenitaalen en «eifemdS^n e«n léeinre tfaeo-
m a>«w IM osMwn na het n&UcMe lóembbd.
De beide bfoadoe lemirden ^cnmeBlQk: „Ueber
du Nérvennetan ntd Ae Smneaormne der Me-
doaen" (19^), „D«r On^niaiMia oer Mafauen
md Bene HNÉiim mr Eeimiilittnllieorie''
(1878) „StudiSa ini Biittertbeorie" (5 attAken,
1S79-H1888) en .UUCenMbaoeen «it M«iffa(*>-
gie nnd PhT^tAWM Aa aeH^ (« stAkm, 1884
—1800). Aften Mlveef JiwAord: ..Zor ffiatokvie
èa SMnkxkn" (ie7ft>, „Der Oig&nÏHiMN der
HMfiotMTfen" (1679), „ïka Zoolog« tan Ueer"
(IflSl), J»e AUSnien dbr Oh^neer-Expef-
tim" (1862-^188^, „Ucèer dfe KonjngftlMii din
hthHoriea" (1860), „Jjebbwii da Zoölogie" (Sde
&A 19<tö), „Uetior KwnteUnnK, RiditaiieekSi-
peiUhhatt lüd BelcMUaDf <nn Aotinamuie-
Tiun mSinnü' (186^ en „UAm phTWAogi-
etbe DegttientiDn bj} AetinoepÜMTJon Eiehborni.
N(M B«Mdnmaen stn AetJialoeiie der Oe-
HbirtMe. Rntaduilt tb K Boettod" (1^04).
HettK, Hendrik, een DeeiksA di^itier. den
SSMen Aagoêtm -1796 te Eopenhafen geboiea,
ms van bnStietieebe $üiom^. werd in 1817 in
i^D gebotfft^leato atodnt ét de nediten. Id 1827
tnd in bet eent aoooMm biIg dletatter op mOt
bet t^ml „Hst DwUwd og Haoe tvnilie",
d*» dMeUk Teel bfival Tond. De« Ti«il tAAei ia
mtto ten derf UD bat Uted
(1808) en aao de nudetiüe .,Aj^
m. Het Uv^el „Oniu", dU hq
e Mde vocagMode tntgil. bdiooEt
s Nng tüöd was bg oofce-
eeiu WIKMOOB
in Tsea met de b
„OjeunBseafcevre, dfc» poetfake BlfwHei ka Pt-
ndiïa" (1880) algemeen opzien haaiden. In die
tvÏOTen geaaiHc bjj de «MkehraabeM en be-
bmnpNièMd dn flwnurii|pi teWeTkiHrie en let-
terinnd^e kritiek. Daarna dieed b^, «vei
■oote naam hAomi's Q«nAstfeger" n bet
deed bq, Iriertoe ia aüwt seeteèd dmi den ko-
tüBg, een leb door DnAtedUattd, Itolil, Erwlc-
lA en ZwitHdaiiid. Na nin Iwngfceer te Ktsen-
b^en wüdds bQ ^di am letteAnodige bei«gfae-
den, wm verKHgens boeoleenunr en onMng in
1860 een j/mrwtMe no UiCO Deenaebe iqMuL
dev^ nean dacr
(IMl),
„Nbcb de Lewto" (16HI>. „TcnietU" (16^
.^Imr (laSS), J>n Ugete" (1656), bet pe-
dicirt „IVrfiag" (1849), en raonl ign iTTènb
drama ,j!)e doditei nn tooio^ Bene" (184«).
Zjjn AnmatiMbe 8tnkt«n, 40 in getal, iqn in
1854 tot 1S73 in 18decleii io het ii<^t gegeven.
Ook bexvgde hq een nilMra ijmeT Uenbrfiten
vw 1657 M 1862 in 4 deelnn. vu ijjo nanA-
len en nnnaiB vuiueSifcn inj: ,^enuii0ei og
TÜBtnode" {lea»), .jammitm J«bnMB" (T868—
166% 4 dkL) en „Èrat^ €« FonUUingec" (18ö&>
bemanoe de TeBbendKnnk^ ,J^a en UdeDlaaidb-
raiae" (1868). Hij (miieied dKn 25«ten Febroan
18.70.
Hartx, Martin Juliut, een Dinteeii pfaüoloog,
den TUen Afiriï iai8 4;e ^nimcg ^boren, stn^
deerde te Bei^ en te Bcawi, f eirtwds Hm >n
1845 ala pchnaMaoevt te Bedö». *»i Amd»
een ifetancbanitlöke rea in he* bniteoiaal be-
etooirfte tqdeiBk de Ut^Mtie aUeeüng w het
padoioigBedi eeccaUamiai te UBtfyUf wenf ni 1^5
eenxKot bcMgleera«r te QntÜMnn en iwtEok in
1662 in die betnUioe naav Bmlkn, mar 1»
den 22eten SqitenAier 1665 omrieed. ÓJMlncf:
..SimnJQ* Oapitn" (1844), .jDt P. NigMU Figvi
etocBis at<]ue raenbatf' ^184^, een lenendM-
seiiTÖ'via^ veo Laekmmii (1^1), een nMgane
der weiken yêb Unu» (4 dB., 1357X een tan
dB yiiiéiiiuBt nn Prüeiaiuu (1655)^ een nn
OaUwa' ,J««eUBa iMoae" fl«6a— 188S, 2 dkt).
Mn <«n HonitMM flSOS) „Sehnllateier md
FUbHDom ki Bom" (1656), .AcuiMeee mi
Rténko in der rIkiAcfaeu Utmtor" (1866),
„^neftctfc ad eanninmi Hiwatianactira biataiaam"
(1876-^1863, 5 Al), „Ziw EriiUk tod C^Beroa
IMe far doi P. Seetiu^' (1880) en „Oipaanik
GeSiana" (l«8e).
Herti, WilheM van, een DutsA diditt>i
den 24eteQ Senrttadm 1835 te 9tnt(gM« g«8xni^
atndende tie TdUngen ib de vöabegnerte ra
lettomL begal ndt TOumlnna naai MttaMiken
en mtaa lèm lüd ««n dte wtttleceokrinR „Eio-
kodT'. In ISSe rand b
het WOrtta "
■^,
rËDMhnd.
a bowteesaar in <
en Hoogdmilaebe
tie UOndwB
in de Oeanaafwcbe ooAnd-
1806 bnitenafliRNui ra in 1676
derake-
. de po^-
teeboMie beoMiin* te Mtecfaen, mu hg den
7^ JawKi ISOe oTCiiBedL ^ Iffreada een bnn-
M „Oediehtir- (ISSO). de «W
,«LaoceM nod ffiaienn" (1860),
" -■ " (Bde *ift 1880). .
Stbmben" Oèe dnk 1902), ,3nider ÜMneli"
(4de dnft IHfi) ra niraaiMilillii DiabbMom"
IWO), veidcr veaCaCngra m JDm BelandiSë^
18 Jalsh." (1666), „TVMtn nnd beiV (8de
dnk ]«n), „StneknanrimdL ItoreSen to Ver
aen ana den 12. nid 18. jJ^." (2de dnA I«00)
en een ntenwe bmrciiins lan Wolfram «m
SteluHb<Kh'% „Paninl'MlIse), eiwMijk de ««-
tanidMppd^ weriun JD» Wenralf. Beiteaff
Ehui^ (1872), „Die Sam rat Paninrf nnd
dun Oinr (1682), ..üebei dra Nanm LtnMeT
(1686), „Ariatotelee in den aleiandiiniaBben Vkb.-
dagen dea HitMaUen" (1600) en ,J)^ Smv
vmt Gifttoldehen" (1806). Btmndien «^ Iq ^■
DigilizedbyGoOglC
aBBTZ— SmitTSKA.
dagea in 6Hb«f« „UOiuihdMr dichitatiidi"
(19e2) en Hcjm'i „Hews MlkxAMMT DMttei-
bnob" (le^).
Btortx, Heinrieh, een Doitfleh noituuriniiiKKgie,
dten aSatlen F«lnQ«ri 1857 «e Ondbni^ géxrea,
Btodande wi 1876 tot t8T« ki <fc bottwinnde,
duma m de iwikptitnmrtf t!a Mftncten en Ber-
^a, ■mÊg hg Moatent bij BehnhoUx wenl. Heads
tnb Tofgeod JMi loslte h^ een {HÜnraae ap vmi
de «itrastnMmeD, die m Bpinlen ceiiMiiieeflnl
bmnen warAta. Hq promn'eèide ki 1360 eb ves-
Unie sidi in 1688 ak piiriMbihMent te EwL Ia
VOBÊk, I
tK El
388 ak Min
beaaenn te
. all iifnigtr «» Olautüu. Si 1S87 en
piAtaawidb In qp benMBtde pcoffran ot«t
'de efedUMbft ttM&Dg, iniiiiM hq teveoi aan-
toonde, dat deie «leetriMbe gtmn deuUda wat^
ton TMk temBkaaMdag en bnkioff lolgea- ato de
HcbMnfcn. Hqj advorf a.a,: „Uotermdnogen
«bw A« Aiiabra»iii« der deidriMlien Ki^
(1892) en het meckmafdp boek: ..Uetnr dk
Ftniiai(nint dn H«ebMA n nenen ZiHumm-
huige duseatellt". Herti overleed den laten Ja-
wian 199) te haao. Zj^ .OnainiMMB Weihe"
vemshenen in 8 deden te Leic^ifi IdM.
Zie: Jf. P/onell:, HbIhiMi ^rtz (Leéndtf
1894). ^^
BsrtsiMiv, Swald fHedrieh, gnaf pon, een
PwiWanh atwrtaBWB, den aden September 1725
te LoCtia in AeUttar-PocnaMrai «elnrcfi, alndeec-
~ M Mj tW)t departMaent
1 te BaJJiD en b| Iwt
dkinmBa. N» M Tencè^ten Tan iqB tcAmi-
MiBff „Debec Ae emte BmUfcenug der HmIc
Bnaideaboig" w«fl4 hj) U nu da hemimat ma
Wdteoeehamen (ITfiSI) eo in 1757 geheim aeave-
taaia in ««MjkeD &DSt bq BaKenJaadvbe Za-
ken. B4 het illtlnnt«a van dm ZenBJarisen
Oodog (1756) bwMite^hq drowroaaidan .MA-
nïNve raBBoaiw tot recwmatt^fli^ dn naatve-
K^n VBO Wnderik II, mËd vemMeena «taato-
awrerCariB bq het departement van BviteidBnd-
atfae Zaken, venaantel» dk ataabatx^ken, aai.
wün m 1762 het vtedewM^ag met nnriMxl en
Zvedea en sloot dea ISdui FcAffoari 1768 den
vrede tui HnbartAiug, waarna hij tot tweedan
ataata- «i EibinetMiiïniBtier wterd beawanl Ook
nam hq ded aan de «odertaMidriBgea 'met de
eeastaB veideeUng iwi Peln (17'%) en aeo de
kimatfe met OaatcBi^k vra de Beieisdie erfop-
volging en ondartedwnde den vrnde van Teachen.
Ba de BticMBg *m den VmafcdMnl (1785) ver-
vTriie hj de hoatML Fraderik Willem U [Ant-
tte hna «u het hudd van bet defMNtenMnC van
fWtMiÉMMMw ZabÓK nedM hm in don
viemaef hon in doa gia-
hon tot oonKbr der lea-
nad van Barbberg namd^ (^ den veUtoeht
■t dB Hederianden (1767), in bq bat ehèten thi
een vinlnoit met Tm^ at Polen (17$9 en
1700), maar toen <Ue vwat bij het tcd&w tmi
neUmUdi (27 Jidi IWO) een vcnqgMode in-
BrfriUelgÉJMBd betooade jegena OmteMiik en e«n
Mdeelle der BntbeAa£ém XAea mo Berlx-
Derffê bebear (iotte<ak, aam deae in 1701 ^ ont-
slag. Toen PriuMn «chtet door d« tweede
TerpdeeCng «an Paltn ea de ooaKtte tegen Fnuk-
rqk ioi moeïÉ|pie mnatand^gbeoen Dwain^ bood isjf
in hm 1791 den kMiii« ^ dienaten sml Den
werden «EgeweMo. Etrtxhwg orealeed deD27ateD
Hei 1795. Aan een earijjk kankter ^aa>& hq
een bowofMfcNBMraaHdiee wenkMBaheH) ea lAa
vanXat dv Acadnnie aevordude Iq den blocE
dea krttlemft. Hq a(tii«ef: „Bettwhtangen Ober
daa Bedit der BayiMb» Eribtdee" »1 7^, „(
pdHaqnee" (r
I, maoaÏBatea, e
ete, téifigéa et pdblliéi par ia
oinir daftwM'K5»-17»r(1780— 1791,3ill&).
UUratmtr: Knnwl, Omf Hertaben ab Uinia-
ter Friedricb Wilhelou II (Berlqn 1900); Frmm,
Qraf Hertabeig ak Gdehrter mA SdtriftateHei
'B^^ 1902); 8m^ SjabBm^der piewÜMbm
1903);
aeacfcwdhgpdige,
BaHeg^MRO, >ti
Gtat' WO HetÜbcw 'ÓaHia {909).
mr fri^nob, een ~ ■
<hatn J
,.. den IMea Januari 1836 ta
aAana, itadMde ddaac en te LdMig,
radvMde van 19G6 tot leaO te Berf^ tiflt
„BiuMJidiiia WkMbeidMh" m weid ki 1880
boogfecraar in de raeióotaii te HaSau ^
oTMfcoi) den 16ifcn November 1907. Btrtxberg
HtMBf o.a.s „GMtUcbto GMnheDlaiid» unterder
BeiiMbtdt der BOnMr" (1666—1875, 3 Ai.),
„OesfiHdUe Oriechenkwli irtf dem AbatartaA
dee antiken Lebena bia lor GeoNwwt" (1976—
197», 4 (k), , "
E Gweiwwt" (197ft—
TwHdha nnd Bam"
" (lew). .,
: Balfe" (1880—
Raid»" (1882->18»1).
hiatoriaeh-luMgrafiaeh dargeiidlT'
(laSS). „OMeladile d« 9IUIt Ba
1808, 8 dkL), .Die hMoriadie D(__ _„ _
Saaletala" (1894). Ook vertaalde hq DwVa .Oe-
aehidife der lOoMftien KaÏHMeatf' (1685-^989).
Bvrtik», Thtodor, een Ooateiu^kMb B(a«t-
bttiBbmftöödigQ, dut ISdni JoH 1845 te Boeda-
pmt gdNven, Modeeide aldMW «d te W«enen in
de nataarionndige en lethtagieteeBde vatten en
««nJ io 1973 toWeenoi redMtev vtn bet «taat-
faniaboodbindU; «odecite der Jf«ve EMt Pna-
•e". b 1879 BtkUte bij de „WioMT AflgvBMiM
ZeitoK", waarm hQ M 1986 booUHdaotear
bleelOok MUme hg in 1974 een «DCoMia»
wn OMtnu^Bche ataaHmWhonAaaidtoaa. In de
wertco ..WÜKoBg imd BMateT' (19T6>, .Die
Oeaetce der HraSd»- md Soaaknlitlic" ^SBO).
.,Weaen daa OtMea" (1887) wïde^db H <In>
TrttaadeL Verder tonnda hg nog op <fit gAiad
„Weehaelkvis nnd Agio" (1804). Het alaaa
Tan mmten OK een mengMi VMi mod en dvet
beml hg a>D ia 4)e« inMmattMMte WAnmga-
pnJdem and desBen LSanng" (1902). De immr
T«ut bert xnetsiM «p de OoatMMgbadi-Hanmr-
■Ae ^Nxaianmi ia het gwn^ gewKMt v^a Strt%-
b^4 J>ai PeMcmaiiparW' 41885). Ak henw-
DM» op iMiaal gebM aeliiael In: .Me Qeaatae
der aoiiaten Entwiekehng" (1986), .Jfnlaiui
HMisr (10' ' ■ —
_ „Dae PloilaDe der n
bften WïntMli&ft" (1807). In waMUlaDde at»-
den JOU „Fuilaialiiiiiaiw" gorerfSgd, om Rartt-
Ws JenlAeeUen te vvrwmm^jken.
DigilizedbyGoOglC
HEIBnSV>ElLD— BOtVOnUDE KËRE.
■•rtlTCU, Eiletta Dorothea StOomea,
N«dnfa>dMbe dMfaterw, den 14Aii JoK 1667
te '»4>»T«alie0B gobmen «& >» htw hm«l^
met iaeobn Bifmmu te AnÉMU gmwtigd, mu
«) )» Jio-wwfcCT IMl OTertwJ, ^Mtote twar
giMttuten in TOraaMfcnoè jhhiockja en tüd-
MbiilCeB, sooali in het liriÓlieUëeh Jaarbodijt:
ITolSiU
en Oeietting: ,Ji]IUib üe>ea*r op den Snowdba"
en .^annjul"; af»>D<terlqk Terechenen ,J3oi
rak" en ^«MMri ISai"; in de Vaderlmd»^
UtUrottmingtn a%3) ,yPin^ dooJ'; in den
Almanak mor 't Sduxmt e» Öoeda „Na dea
etorm". Verder nocfnen «ü ' 'fRoem" (1 K9),
3et KctMf' (l«Sm, .Jfai» Theresa" (1801).
«t KCtMtf'
e aaiuwM^
taxgtn" (1B68)
i««a), .JPofcö" fl8S9), .J)e pri««-
' (1B68). „lied der Ne««iin, een èw
Tr^heM" (ISSSX ,4>e nmBcfaN^Mlin^
USH), „atmnmcD in anwen" (1605). .Ife
hmcD en de gcmnffene" (1666), ,3«t tnon
dn bcMÉMmae" (IS66). „MuMmKun Tm Om-
teiu-^ (186^. meeel iSe JB bet Jaarboekjt voor
Redèr^ken.
BertKivDn. Zie BoAiroeio.
■•ralSiB, ook wd Bnkri en J«rulrri ge-
beelen, «aren een OermaMnehe etan, die leei
d»n iH tan de kwt der OoMwe,
doeb )ii« itodtn «g ten oo remelMend» plMit-
■en. Zq warden vtmeH ui beiir<meri def ge-
w«*teB nab^ de Zwrtt Zee en ak nwl^vadfan
der Ooten bg hun iirerf(o«hlci> in de 2de aetft det
3de eevw, dbaraa in de 4de eevw alt oodenmr-
Si «tn Htrmaimek, koning der Ocwt-Ooteii,
n th TO^rfhigdp ranr ^tttbt, en u* dieu dood
ab bondf^euMMen der Ocfdfcn bg bet vmiieti-
gen ?Mi de hee««clutai§ der Boinen. Ook be-
vonden sieb Hemlere bg de TolfceieD He tegen
hit «inde der 3de eeaw drar keteer Maximiamu
JD G«Heil wwdeo ownnnaen. Verder (ntmoiet
DKoben in het begin der 5de eeuv al* metgciel-
fen der SièMn bg haa lanltodbten iMig* de koet
na CUUI. Ook ODder d» beodvi, met wefte
(Moospr in 416 eoi eiwie nw^to mo brt Weat-
RoTOMmediie üj^ bemtate Bch Hcmfera. IV-
gen bet eind! der 5de eeaw iMBden i^ beer-
schappg aan den ndddeiJovp tid den Donan en
iroonden lij lutD de IlwHa. £tana TCidwjjnt hna
naam ivt de geeefaiMfcnM.
Barvé, Florintond RoKt/tr, een Fnnadi or-
' ~ ' 1 Joni 1825 te
h da«h «odde dimt aeigiog tot de
oper», werd in 1851 k^ielmeetter vu het ..Tbé4-
tM du Falaó» w^' en kmun in 1B54 t»a bet
boofd van een eigen eeboowburg, di«n h|j „Fo-
lie* 'mneertantee" noemde; later reranderde Ut
HHun in „Foü«e noweUea" en ,Jo^è» druutj-
qam". Id leSö g«t hn de feUbv an aodeaea
awr. tnd te JdareoiAe, MonlfiMmti, Cairo en
Madne «tedea a^dieigeenfciDl8Wenl871 eon-
earten in Ocrvenit Garden te Londen, en was verrol-
f>n« kapelmeester TU) bet Eknpire-tbBailer tUaax.
'i orerieed den iOtu Nwrember 1892 4e Par^
Bervi ie de tAeppa mn een sonat bnrteeke
operette*, in wA genre b^ een leer edgen td?nt
openbaarde; voor vele nu di« weikieEi ndueef
S ook Kif de tckrten. De moeat bekeode zg»:
'oö[ ixvré", ,Ji0 petit FaoBt", ,J« ncnml
Aladin". „M«wdl- ^Üonilie", .^Fla^b', M
ÜEoee i Nini" en 4^ bmUeÜBi/'. Tooito adtreelt
bg oei een cMitate en eèótge bifeUnL
BMt«7 d« Bkliit DmüS, ifoTM /eon
ÜAmi, maiUe* dP, een FimmiIi HDAng en Mter-
bw^ge, in 1S2S te IVrik gebomn, ««nd eom-
_i_5 1 ,,^0, (j^fj^ op j^ wertWtwi-
"- ■ -874 bo«
^ 1876 I
Puita wt 1S67, in 1671 boog-
OaÜg» de FBance^ >n 1876 M
en OMilead in IflOË. Zj^ hnoUweiken i^n: „Le
enËBiiagBe" fl«0).
ragrieottan de* ChlDoia" (1660), „D* roi"
(l»5), JBMoiA de 1» rtnthÉém dana ka Dm-
reliritnM*
" (1887) en
(1660), „li-flM, peime da
lue ■£00 anot oatn tn" (16TO)i, 3llM»ffn^
phie de* penple* «truMra 4 k Ohine" <1871),
^' ■■ ■ " (1885). .Jjtooin
de Oanfwana et de
l'itak dn MM*^ (1687) en „8ii nonveltee cM-
Doisee" (1692).
HarrCT-aÜAiidui. Zie Cooki Arekipel.
HwtImi, Pml, een FlHMrh dnma- en n-
DuuiKÏiiinTCr, den adm Befitenabw ]657 te Neotf-
iy-aiB-Seine Mborcn, mni in 1877 r-" •
gMig Amih in düdoi
1^ oatalae, trien n
ken. Zffi eente bo«£. .J)M)«tae ie CXuen" (1663),
en de n%ende TOndn weWg bjfeil, eer>t , Jlct"
(1890) en J^tnte fwr eu-ntoe*" (1896)
maakten sim naam Mend. „L'armatvK'^
f1695) bdiudelt de wêOA mn het geU. Vmder
noemen «fl: J.'haaoMi'' (1005). „Lm jmx
mte et lea jenx \Am^ (1906). ,4''Mpe bonam-
ds" (1908) en JLe pettt dn^' (1910). Ab tbo-
nedechrmw ia aerneu Dtmiai' opfoigev, miar
tir«dMn bcatMen een hoogere kiwtwwle.
■Anef OM.: .JM p«<<e* rarikmt" (1692),
,.Lei lenaiMW (1805). ..La ka de liName"
(J697). J.'4nieiM" (1901), .U atnme dn flam-
beav" (1901), znn beate «eik, .,Le déiUe (19(tt),
,Sje réreil" (1900) en .Aanaia-tei" (1909). Oj
overleed den 25Men Odbber I9t£.
landBeh Herroimde Keik, i
tutsehf KeritgenootMbap
hetg
ten en 44 ?S Tno ds Mfaeele borcUng. Hoewel
q in ianertqke thtutaó Iqj de aodere Ketkg»-
iMKrtscfaaMiai aehte—tniHi, neeut lij ak „GtooIb
Kefk" in bet keokelQk leteD de belai«r^ri«
dnatsin, Dew nwnpnmg wordt niet ifcvn door
Laar ledental manr ook door hntr polilaAe ^
aduedwi* vertJaard (ile 1). Ztf telt 10 pronn-
«Hk reiBatten (N.-firataot en lürtNKgjracmen
tewnaen 1), benmna bet ileeaart der WaAdn
OrmuBivée. Deae nn veade«M (onwm 1tfl4) ia
il .ii__ 1BO .£ taao 2-1 i. _^
1640 pmïknBten; bg deoe gemeenten tlja IS
WuMw, 8 E>igdMi-mri>TteTiaaiwA« en 1
Scbotsdte. De leer der Sak » teriat in de Ne-
deTlai.dM«ie O^ioaUaaideak; hwr CUmMv»
DigilizedbyGoOglC
m da BetddtMiBMlie; met de 5 laun«A tm
DnA tartiMtB t<eu> ds BMnoMtnat») vot-
men 4 ik 8 ionBdevHi im Ben^ghd^ dfe
MUdi 1*16 de (ifBei«4e mnddag dn Kok ijjo.
V«i4ra barft de E«fc btw^eBo tooi Doop va
ilii (■rti^il. kcmdiiemn -m» hntniHithni wi
pc«&uten, owleiSann en dUkenan, ma tt-
w^limg TCOi een m&nfamug in dis «moea-
te. In gininx fow den nriEMns ^jD de Hcf-
vOTmdt PnIbwb (I77S). BiMm&ebe Oennnii
(1806) Vü V«ttc>Umw& opde Snoig. Qeao-
gro (1866). i«i de RjjÉB-UiéNraitoMBn bdrft qj
te uans « k«iM^« profMMim om oodtrwöe
te «na is de lea en bat lecM tui de Kedv-
luaadi Herronnde Eeifc en d« prwikMiteii te
Tionneik. De k«sk want tiaUwird naw een Alge-
mwn lUglMMat im 16&2; ^ beeft
I, op de b
fcwtdCto goederen eu.
1. OnUtaan m yoJÜ*dk« lotgev^len. De Mge-
Kit na de Herronoiiiff i
Mybe N«dn)udn gaJ ■
e NoordtBike en
t.bet ÓïnnieaM
epoaig bet wrenndblt; laet oquiMeKte wfa fei
een hert, die in Uïl faM> eenrte natAonale er-
mde faidS te Eknda. Bnde in UOe mc te We-
Ant-
„ . UMnlpiNaNi}
en in en bvatm Ncdniutd ■UeeAe T«rat«Mid
qjn", om ngelen nel te stellen *oor den wel-
•tud do kMten. Umi is 1571 i»A de eig«n-
1^ eovtètneenDde mode plMte kui
km der btUe tdm, Ae in de N«d«riM
nnfees wefdea. Nven en tariotig '
dni wt TOMÜiMé 'WidWlie ei
efbe beim m de BMtodeB, VIm
««■pen <n NoordJmeriHld mren unweü; de
wJeB b«ddn>te mMvdniNid. De NedaibnMM
gcfeoUMijjdeiiü. door den Vasieeften mAtost
flwito ie Brie n H>6I qpeeiUl wnd tli tor-
mnMer m> eenliedd MogcnomeDi; mo oA St
PM^terUel-^iiDdble ïeirfamtling (»» ge-
BOfsaa. omdU de pverinten, £ i. ondesinf^n,
gnx^ra irniMd kregen), die de Wulaebe g«-
neendra in goneeBten, rieawn o» synodBii M
ligedetU. Deic kert soinA de beroMTMdittng
"ran de SUten-OetMnaï; ^ hebben „den goeden
%eltfe«i «1 de TCnrMMrtfog t«b de i^iraAte,
"nMM, ebtMM^ke stMonnecaoe KMgie" toi bu-
te genonten en «indelnk in 1651 Oft de Oroote
Temderiag de Nedemndedi Hwvennde Kék
ah de iMr« kcrt «u bet Nadnhndeefae mft er
gen der pmttautcD in etaden en dorpui. De i<
gveriae: ettcMte bMwe«boho ter opMcGag no
piedfcmten te Lefdeo {16K), F^nAeo, Qto-
neven. ütnMbt en Heideaxrgk {IMB). Ook bet
-nOndhocêonidenJie " *
fen d«D Herramde.
BUten-tieMCMl Uomd de palen der bn-k weid
--^ ------ *). Ook werden kngutoerixaid itute-
.„_ji aMeen reiKtoveD aan belijdiere der
OeMnktfaebe nligK.
Omoot de keik &Utae de beroorieiMiig lao
het tlwMaatiecb ■ .
Hch bcMNwdkg y»o des Sltat atoeat hrieo wd-
fKTONeOk De luunHue regwraig ntoAü naer
GeceJiiiineeid begnM geen nadit oJtoefMten b^
benoeming vu pre<ttant«n en oodeiÜBgen; q|
beeft dnt niot deen taeifaMldd$k goima. maec
weaUii" •
takoede, in ]«lfl
TaBtffeateU. DeK berturde ooU *ehta n enkele
eo-vBHaee — «ent in 18l£ ia ei voor de gebee-
beik Mn toeifengeCog «uAneteU — ; Zeebnd
had een steetekHkoide; in leidBn piofiineiieB ^m
wijng^sgen m de keifeoide ungetneebt door de -
ieg««ijig. Sto embeid sAnaf Ud' en dukde-
een uit en Set de TeryÜfcliaaKeii dei kerinljike
beetnien dooi genatMigden der legeeiÉv d^-
wmtat, dBe de htaaaiiMayMKen Vfn bepeJofa on-
der wespen krann vMfueden
. Op b«ti>
BjM b(«MHHB A fa I6S1 ft
Maeke Mfaolen der Tenerigid
lerdcK madiiBBalèed ioKvmrd; In VtTS «el
nieuwe FutadM^n^ &k doldfe iq net meer
Dt miadiir mimie VMene ta^gwaooteAaii^^ m
wneeene aan vryiBabeca bcMoemuv, teiwu
aiit. 86 Tan de NéderieBdeA» OdooïtbeÜdBiw
haai de nitroeiing van afie algodeii) en valeebeii
gvdetfienet M plicbt stetdeL
In bflt ]MArt der 18de eeuw hteeg de bevoor-
lecbte pointie der beembnede kerfi een oawddi-
gen senok dmr de atMting der Bataifccbe npn-
UÜKtedw leoa;
oa; de gwaMjwe goedievon
heaiA leeUaMn en in 'a la
(e nnn*
weaoen
gen r-'"~: maar oek aaa p>«ikanteD van a»-
denenibgemalMbafipeB. Kedyfawwen en paa-
«orieto wwdien dfteataan aan dé geaHidbf, die in
een atali of darp de maent
letm Uef „
tMKuKk enende kerk ward oen
fat 1815
de keifc werd een bettemnntaehait.
Am towtaod beatenfigd; io dt
roet de baroarredÉ* povüe i
NedEffaflwcii Heommne K~
atiKn Heef de beik mU te fi
wege nMC dan Mtdere knnkgwwnteehajjpen, dl»
Tan t^nibtkiiiMii' betttkenH
gieweeit, d»t ds kmftig bam, dm benadde-
Mnff van een jiirwiitT»i4iPfii'n«iiwii»fai| mn een al-
goneen reglement voor bet beatnoK voona^ (W
in 1816 ie ingeroeid. In drf re^ement m bet
beetnnr der kerk geetiiitnliee«ad. Kwi
vroeger kt Awaede Tergadeiïeagei^ ,
i:;iKpdMi «n een «nbele waui ta een Mttkmde i?-
node bgeen, wier a^eman^deo Ikttena opnieDw
mkmen werden — die dei pwitetkiü ejwxfcn
dom de itiwa'iiili TergHderingen; die der nfttio-
naïe door de prariDeiek (Ttuden — en na af-
loop dei TMgaderugen door defniteiten wienfen
D,o,l,zedb,GoOgle
voTTAiigeii, nu TCcridNi de proitkiicUe ijOMfen
ca kwanKn er ptMincbJs en tjBoMs bestomn,
VMtf kttni VMHr bcih|p jann ^'^^^^ 'bMuev- Zq
ircnlcD An» dra kooing MnenHnen. OA wer-
dra A lUgadwiDgeii dkc DHtuHBB drac m-
TotMUgiBD dn t«0Becing böamnmnd. Dit om
mkto omoratte en d> oaMUtüsg d«r itMl-
hMHiK«%c«a aMU« mÉHMtttie det beit Id
T662 en 1868 k de bak nwt Terlot der i^Miteg
«c to« oncigegaMi rtoh kH te nggMiwarra. In
bet nMnm raBtement Ue«f bet be^iBMl na be-
etnnr beüdloe, ilL eu^ktUKdm; mmr de
Slonnde wjaaB^iaf, tmi dan iteal, ie
wOTiv* w4 MpMe 1
i wrdween ift 181
op dB keikwMi^dijen
2. leeriUUige gw^iedemt. De NsdeilHubeha
<MMC^j^de«« ■ ^h Kli de gv^^ wi
dB NedonMMKn Hcvfonnde Kent Befafewi. ui
I«ie e» 1619 ia <9 de NaAwIe ^jnode t»
DmAreefat 'de ■^«B8« ditinAicAlpdaer taraitie
ifwqUngco der Beenonatweiteii gtliiiinffwtit:
MXKtMn «Ucn ds 8 iotmidtaieD ima BenigtMid
{me bvera). Ia de lilde eeuw heelt de» leer het
keikelffk teren briweneht VmHiu beeft tnu
eiiKiutM: tdtanniU. Wel kwMn nuat hen
Ooeeejuê op (ife ftMiar) met de b^beli^ t«r-
bondWberfogie, wian#t een ngec faooffag te-
gemmei de ZwidigeiBuifcig TOorbiloeidei
kï^ «eiiit
teereMBgbeid en geeütegjtt
bfnden Tereenigen, TKBeten ii
keit en itiebt^n «en mneeKte nn lAtTCtfam-
Mn. Tn bel lentit der iaie eeoir deed bet nMa-
lüüiiiii ^D vrloed gewwicB, de etreoA bclg-
deoÉi nwUK M hal toaagevNMt dtel na de tedea
d« fatk OB *n Mbtavroad. Wel irad ia bet
_^ ft iai« imW beeBpBT der fce* de
■ ^K meer de oode. lit , ... _
ef ia de nfeawe pmpoBMiirfoiaMie Ten
1B17; de kb. predbat bed Ah mortwui te
>«iUiiden on de hw effwecnfeomatig Ocda voord
(dM laagwr: orenenbimende met Qod» woord)
te ppedtten; itUm a«»M«dden einditdMu de be-
idde» TOor aoovM ee Me<: omitt «O twercMi
fcwsm met den BgbeL ^ eerat< paFtÖBirciepw-
itag fa««g bet ftjaimig element in de Orooia-
£of E>TuigefiadM i%A&ig (rfe BraoRC^Uieben),
den Eetr itidBea bom de leer (± 1830).
B(t ortlm&n AmeDt ii
hnrfiten onAx de teo^
ireUe bewenw heelt in 16S4 een gnMt ira&k-
mnt int de Berronnde keii gemoeid. Omatteeb
het aOdden dor .lAde een» tnd met SeMteaen
Opwomer brt moderumne de keifc bbmeo; dur-
m de EMoiBdbe rtebfag [rte Etkitdu). Sedeit
^D ftne MttmtoBgie fnvtügei'
*?■■«
_. Huidige orgmiitali». ima bet booM na el-
ke gccoeente etaot een Kerlenwal. Seelt qj een
of twee pcedifcwoéea, Aa brfiutM deie kdrke-
iMd, nit pTedifc«nteo («.q. acmMieDteDi), onder-
Itaigen eo aJelteMa bertaude, aBe aabm; i^D «r
3 of meer praSoaotei^ dM travdt het Gollege
lütM in een BQMmdere eu een AJgtmeeDe
«r«Bd; de Bvsoódefe ipmSkm^a ea oader-
lingen) beeK het beetom der nmeeate; <Cak«-
neo bclibeo de utouuRg an i$i eokel aas deo
Kcaknaod lekcofdfalalng; Boim ^ndea ig gtu-
menlek op. Het recht tot benoeming tu ondn-
taotoa beniat t^j <le ri .,
reeote (tot m toe aften mam»!; ig k
recbt aA aWwleain of bat owenteiKBa aan
dan Eeifcetaad; oin de 10 jaar mmteo « Bien"r«i
ofoJKinr bciBiiBD. Wenaehen ae aeU <lt leebt
nit te oefenen, dia kieien ie in de genMnten
■net meer dw honderd ÉieaigteeAtigiBii, M&ti
aovTwl ^lamMigin ata er Man tio dio K«r-
beoual ^; deae giemiaebBndéa Tonua dan met
<^ Eerken*d bat küaocARe.
£en Kker aantal geaneeafcn Ie lamm voinnt
een doMtit. Sr ign ^«onuMMa met 6 ehntfea en
mindec. Aan bet boóldi «bd iedeiie daaeli «laat
een dimicaal beataat, getoaen door de tiiiaiciite
Twgaiknisgen, «Se co deo ^aal^ll^wl Woenaihg
Tl» Jnni B tedere eborii wordaa gefaooden en
beetaan nit de getaoMambe pwfifcaatten der
elaiais en «en sdijk: aawlal onierlinRen, daar-
toe door de keiËKMhn i^gennardigd. Ut daaai-
ctal beataar bood! itoeahU <(i de gemeenten en
beAeiwfen ia ij^ daBas; dM UMaeéht woidt ge-
oeiead door pereaaaljjka (ooi dk 8 jaar) el aAiU-
«eSjhe kiericnoUtfe. Het TCigedeot lèeamd
'a jaai». Aatt het booM na de gtoneenten m een
pKnÜMve elMt bet ttonnciaai Eeikbeetmn, dat
gekoian wordt dooe de diaiAnle nrgadBfóBgeD;
na doe 8 leden tQa 2 pndikanteo ea I ooder-
Ung. Nk bestan boadt toaAoht oe de ékminlM
bertnrea, beeK bet reoht om pradBboiteis in bet
algemeen keikecaadrieden ireg«ie waqgeibag sf
te aetten — atlaxmng kan door de itaMiwli ba-
— ea « belaat met U en-
mioeecen van de oaodidatNi tot den HMNffen
Dient. Het kadi 8 maal 'e jaar» te de booU-
ateden dei pirnfaefe» atmen.
Ak» bat boo&f ds g«bMle Kerk aUa* de Br-
nodh Deae beeft bei o^MoeziAt ea oeAent oe
Zg'toM 19 gewone teden, IS pAdEkaeUm en 6
Oudetüngen of oudoodetiBgen, toot den tgd
Tan 3 jinr benoemd dooc de peariaeUe kedAe-
etiireo en de Waafajbe eoaoMnlB^ d.i. het be-
Btnnr der Waaleebe gemeenten; ^roaaat 'twee
nn de MO kerkelQke hoo^eeaaren ak advdaeaia
(ie beUben litting naai een TialgeatcMb nHafa)
Ae 8ecnÉM4t en d^ Quneator-Ctoerial, ia 't g»-
heel 28. Naaat da Sjnade Maat de dooi haar ge-
kioaeD ajiinMii eomminie na 6 gewnaw leden, 3
predm
door de Sjnode g«koaei% bcoEmna haar pred-
dent. Tie»-preaident en aeCTetvia, in bet gdkeel
9. Z^' Teiindeat tmemaal 'e Jaan^ m het tooi-
jaaj- en najaar en benSdt de weiiaaamliedaa der
SjDode nor; orennDo imert qj nirt, wat baicdoor
de Sjnode ia laat k gegenn; ook oefeHt ^ i
De T
ittea de böaeMe reAtwraak.
of iiegtemanten dea kerk gaaa
de Synode het mmretel naMUnn of
wjjdgen, of ia sqn ooMpnmkrf^en Kotm faaod-
DigilizedbyGoOglC
HEmvOKtmE EBKE — ^EBBTOBOONG.
289
h»vm. Id de beide kaMe gvrefien wovdt bet
qigMODtkD Mode ptmiotMe kNUiestniei^ ima
leden bn meeiderheid Tut Btemnnn ovei saime-
n^g of ramrei^ine bciKawD.
Bebeer wij of oDd» idT gckoaen Coeskht. In
beide genJlen MMlMt bet meertal door keifc-
nngdeiK die gamm wniden door notabeleD en
ma èexa, ifi« iknr de ataiKereditigde Mkmten
tün «Nfanen. lAenDfidUff ^n. Id het baMe
aknmlotai bn het
!Q CoB^ie TMt TcnM*, dut in 1670 m
' getredn. iBet woedt gëkaxa dcm de
tolkfp» van lionMbt-, dtae door de
'-- — keikTooffdtD en Dotabelen.
i l£at (
In bat
Ofege 1
t ook ife SjBoAt
Sjsode hot:
fcaiMSke gMderm te n^rfen; ■odena ontken-
nen düt. In dra (Benst <fwi weukte gemeenten
wordt Toonien door (ingen, onderdeeleaTUtfllw-
ees. De Nederiencljdi Henonnrie E«Tk bei<t
niiÉfiiiibi pnnëwiaie vf (fcamnle wednwen-
4. Inwendige UxtUmd. De bnéd „
der faerii kan enicet mrden begfepen vÜt hau ge-
»'*Mfc»i|| in db 19de eenw. Hur gmiÓBSedm
aiode 161 5 is er een nn strijd. 9teea om timttooU
is bonenel gemest de faoodMig mn bau hDoeefe
beatniT to^aoiwr de bdj)dM* dei kerk. Düe
teer, oHkine) ia Üe 3 fDoHdAev
nwli iBn
t oti90t geir^iigd; hmw dooi bmlintten
jnoden Hywie'.iiliMi beUnn beMnoioen
getooóid met Uatoriadi g«nran&n tMatnnden, hi
OMO ncbtisgeweteeliii in de keil;, rdmnig te
irtJtai' bnoden. TegenwoonUe; *onlt nn predl-
fctutMi en godedJenÉtoMJet mi/Kim edoA de be-
tofiv gtBhcfiH dei in ovareeHDOKtig de begin-
aélen en bet karrirter oer Nederiandaebe Hemwm-
de Keek bet BrangdiB Tan Jeau Ofuvbu ml-
len veikondiKen en de be^jdenÏBTraeen mogen
aan nÉanm ndmMen Jn 0Mt en IkmMmé"
«nrden genteU. De keik hÜÊt lidi erewTCt niet
' ^taig bemogen aondei piotecit ih> de
men. In 18S7 kwam ds. Molenaar
op tagen (
IkAUuÉ
??P"
aitolonmde (se
kwam opniem een lAieE bii de S^DOifle c
lonmilitteD te hsaH&BrKo, OBb ter li^e ie g«-
ïegd. In 11694 ia de „OmJeseionecfc TeTOsügio^
opgericbt; oitgaande van de gedachte, dat een
ounsfcne keiËregeerfDg ak de Sjuode, de nu-
wre lEsc ndet kan faandtaaTen, ibeeft i^ naar
raDsganinatte van de keii; ah laigs wetUgen
Wig de andk Oecehnaewdb kert is beHèeld. ui
de <^ gicknnes t^ oi "
proeft^ duw de ff
M<xi«ele' Veieenigteg )
de keik wil venamelen om na ontbinding der
keik oaneh^ng te zoiefeen bg de Oewfoimeerden
btriten de N«dulndBdi Htmnode Keik. Aar-
deren gdoowen JD de mq^eflikfaeid nn een vna-
dig samemnuien dec «eouUlIende lichtdogen in
een keik. De oiDgelükbeMl is nog nirt g«Mcten
en bet middd iM gewodbn. Sinh in A&SÏ fast
algemeen itHncettat «dot Tertiitgnp n» kcske-
raaMed» ia ingoTOMi^ ia dB ponto der Uote-
nen in de meeste giootc stodw t^ — " ge-
— *~ Qobdieika^fiadUog in bua geest wordt
" - joksp het p^ " *"-" - -
hm gDweigerd. "--■ ook n
dm T^dnnige IMmaitoD i
HsiffaMniani, vp gnood dat bet ,
booShaak" niet g«w)eg i " '
tMbpfat
acht is gent
.... - . jge gemeenten geweigerd. Om Hot een
beimSganden toesInDd te geiwen, ign er tooc-
«tellera gedaan o. a. lot keispehormiag. Zg ma
alle aigwwen. ItHiia boodt nten als riAniAM
bc4 o<w gvfeetagd op eronvenge iierte^ainvnonfi-
gteg. De ^TiniK heeH sdt ia beglnael mor «en
„modtu Tivendi" TeiUaari, die bef aamenwo-
nen -na. medii&nde lÉoblfatien Htl nwgeiyk
msfait. Haai dn toekaawt dnec pogiq^n Eêt
DDg in bet dnieteE. Een gwing» oont nsi «rg-
T^ Tondt óe posÉtle der Wasiaaie keiken; et
ia een dmmi) cm dene keofaen, 'A Umds met een
piOTincMal ressort geljjk staaa, tot een elaaneaal
te doen ddtaUiL
Literahimr: J. Bettsma, OeMhiedense Tan de
Bewwmtog tMi de Berronnde Kerk der Ne^r-
hnd^k (a£ Aak ISW); O. 7. Fos, OeeeMedeBia
der wderiMsdscbe Ketk; 'J. E. SeftoUen, Loh d«
H«s:Tonnde Kok; T. VoMugieltr, De bonowd-
hesd tot Mgelim nm bet behees dte loeikd^e
mederen iWKtt. Zie 'fcnfex to«k leer en fcniM-
Seien liet: „Oeisng^MMk dw IhderbuMlMi Oer-
vormde Kett"; vm bsnr (jswItiedeBJa: ,3anik-
ingen no de AsgenHeene Sjuooe^; yoov de sta^
Üstiek: „For iüpbn^ Nieuw EeiM^ band-
bod^ {élk jaar nsMliqiisnl).
HnrTonnlnc monÉl mm fie bwregtog ia-
de CbMe^ke GoA, StcIw de gmnnhlageD ma
b«t PibtKtMritam heeft gelwd «o de B-^SJdto-
Ittte k«ck een <de«l «en baai uMlitaHUnd heeft
ontriAt. Zjj w«rdt aldnagenoemd, Mnaat bet oor-
eproDkeffik ÓmA mbetentag der berk wai^ ds
ootkwuwt MdUe tmmrel ttit scbennag. Het is
moeiyk een t^AèepeCng te 'gvran; de nnragiag
kond^ rich reedb *oot dn aanvMg dfai 10»
eevw HO CD 1B aan het Ad Aer eeuw nog niet
tot - ■ ■ ■
iMtker
kenrijge jautéHen, ^i kmt mM bet t^dnk dar
HeTVDmiSuE sbAm <Tao 1517 tot ± 1560; 81
OotUbeor 1517 mU bet gerachtmnkend optKAn
' Eker te Wittenberg, dat beafissende
bdeW «k4 n 1565 woedt bet ProMe-
bt DulsiUaad dooc de iqkeiweeriiig
eduend; bet OaAiftuso» wsa iotu een TaiAngHi
formaCe eo «t I56f> is de brede tcd EnMUnd
met Bome beslirt. Tanai 1M0 anecTCec begsnt de
georganiseerde poging der R.-XatlKilieke kerk om
bet vedoien g«^ 4e topwÉinea en dbac tagen-
owes de beribn^KNig <o eededtci^ ondetgenct
dns de gesohMkni^ van M Pniteataatieme^
aUaar). Wat aan benoadtagapoginffen vUr bet
Djitieden Tan Lutker ligt, wordt ah voorberei-
m.
19
DigilizedbyGoOglC
290
HEIBVOBaWO.
Idi dme ktrrixmiif^bemgiii^ 4redem pcrooaen
en groepen aaar •votea (2) als leidende elemeaten,
diei tkxn' wradnUeitde motiewn b«faeerocfat yrot-
den. Zoo ie de HermmnGng g«en orgHnieciile ééa-
bëadk taata Mem aidi rei%aleiB, nadet kleime
BTec|)en iJa lUe Van Schwenckleld en iodireddaa'
Snt«i^ ala 'SehaUiaan Franek e. o., èe liew«gDmgen
TWi LufAer (2iiJ, Zwingli en' Cali^n (26,J, T»n
JnabofiJMten (2c.j ten SocintaweB (2d.l obuJbt-
fidkriidleii. H«t getaufwmdm^ipe^lk» m bec iimbi-Jta-
VboÜieke. Het itUlgiüeuBe ctemeiKt woidt dnxir
Bkaiinodlge b«dj(MfiDg«n '<iT«ilKK«Bcbt ui 'ËDf^-
ikod (2b.), maar ook eldeia is d« HeiionDings-
btwTBgfag mei poilti«li Tiei>Ti)i>ctiteii. Ook ^odaad-
rnnminirAirtir iaotCTeu i^ieleD een n>} ki d« remo-
Jotie dar geeeten, dile ach in dim Heiwvnnuie»-
tjid M« en giodb mat meer cd minider kraait
tlDWiet (9).
1. De OTertuiging', 4%t de tearfcej^kB nueBta»'
deo, in bunKÖeèle en «edle^qbe nuBdragungen nam
aterw en afonnikiea aoa oeo dhg Invidenil, oo-
bom^Dfliai wetdeo, beeft een etreven naar faei^or-
nüig der Wk „aso hootdl «n ledimi" io hjet le-
ien £«Toepen. Hen daitieert iSt «tiefren van al de
l*3e «enw. lu Engckoidl ib John Wielif d4 nun,
L U opHUMeieu tegen do fiuaiidieele
_ Dg dei Fïnwen en btei kmm tM een
KudbdMÜQge t^iposi'tËe tqgen het R.-Kathcüleie
lerkmrtecnL Zqn «ntMog k TevVwpen. Op bat
tcbwhm) Tfxué ie hoogöecÉioal vaa Fftrije Irat
nes flu* (t 1415), gwtiPvejwaint nu D^teli/, een
kerkff^ike revdolSe ovtelean. Maar de leaaltaten
ten c^abtie mr d« kerk Uerven aeei e^ring; de
eonoilies te Pisa. ConstaDi en Bazel nebben de
pomtie iBD belt BanedlDai nfcf noeraeneiraaHdi be-
inrloed. Ook de atrüd t^en verwereMiijking dei
g«e^<^e (cdlen door £ Broedeis dira gemee-
Ben levirae &a W kail«t der 14de eeuw] haid
geen Ditwerking w bet grooL De aecetüme be-
weging, 100 jfl»r lafer door Saeonaroia in Flo-
lenoe geleid, werd snel veiaioooid. Het ie. bwst
t>nqMaditig, of fit tSka Tnarbemdicg dier aéi-
nonEJng veriSeat te tKefien; de dradleD, <ie deae
beweg^ngea aan de Eervoiming vei^binflen, lijc
oiA, oMaune- Inioget raoealgk t« noden; waai-
sehijn^lijk weikten oog Huaeitiêche ideeSn na on-
der idiói iKiDrenfitajul. ZckieT becA hot Rumanis-
me in dU opaaeÜl een teek neimtd; de heileióng
dei kksoiAe wetenacbap wekte nwnw geiesbel^
leven en veicchafte aan breede maaea'e de geee-
telöbe -wvfman -vwft bet neraet legen ïe kedc 'm
k'ffmie "ivn bet Nüniw« Teatament en oatofnuOiaj-
tigen Apot met de ontaarding van den clerus. Ei
kg ook Of ecoDomdedi en poUt^ek terpern braiut
atw geniA^; ilb ^ak luadfaaafde met meer of
nuoder naotijk bet lenberreriKid, maakte tooc a<:i)
«U aaniroaak cp wpAm VBm belaetiqg, be^iot-
^ide bedeledj en2.; de kodsToiBten toaidbittËn
fans madX t« oentialieeereo en ooderrocdcft
d«arbQ van de voorrechten der cuiie, bijv. de
e*gen rechtspraak, beLemiDeriag; de boeren bad-
den (m vcie plaateen e«n andniagll^ kiL Tn al
.deae nnuul'stof wiieffi het optredeD "vsn Luther
de^ bot.
2a. Luther (1483—1546) en hel LutkennU-
me. De kiacbtneie figwir, iVe op bet rechte oogvn.
bKk éleia tAoot beeft g^efttia tot e«n becror-
mdngfibewegingt dfie luetl doM'geiffenfcC, ie Maar-
(en Lulher geweest. Een coi^ot van zija reli-
giwue gemoed me* die iBooBiBebe opi-Wttiiig vaot
godsdEensf braidit bem op dea weg dei beivor-
toiof, Eij wBB on Itert ktoóetw gegaan (»n zeker-
beód te verkrüg^n voiu 2^ erawige zaügbeid en
bad het wrMen wndbr De in lifA klooBterkKien
te bridKn gicTooident Maee hq faad door stodSie
lan het Nieuwe Testament, Augualinua en de
mvsticken een amderen vKg tW- vierikneu^ ont-
dwt: de waarbedid des mdktvBanldging door beit
g^kuS. d i-. diB.t de gwUefjjbe bardiw^gbad dlw)
BODdau' genade sdlénkit ofi girand ram ^oot al-
leen. Derst laiteir heelt due ^«moeidboTeTtJiiigiinG'
hem van de kerk, waiirln hy niet paste, ïervreenM.
Toen in Dnitscbland, oc4 in Wittenberg. aflatea
w«rden gievcóld, als een mUldel om d^ noiiidaai'
meft God tn veTsoeoea, be«St Lulher dUai 95 atel-
hngen aojigcpkkt tagen bat luehrudk van ^en
aflaait (31 OotoibeT I&IT), De aotdé hnarop Tan
bffikelifke zj}de gwoj)^ (Eek, Cajelatutt, dEspu-
tatire te Ldjuk) bra<iit Luther tót het raaLinit,
dat hq viüC nteer 'etKinl of den boidem der kerk.
Hü kreeg dedldl^ grooten aanfaMig; de Btlenit-
gen wwraem wüd en zijd veitoeöd; ^a itOÊt&ag
in Leipzig iwa bem de TtwmftMlwf dar tmina-
oieten doen verwerven; Philippui Metanehlon
WBB voOEtoui 2Qn m^de^wei'ber; ülrieh co» But-
Un, een dier ri^BVJdidiera, eien tijdlane zö° botrA-
genom. De jaren 1519 tolt 1521 ïjJD de gtoJettjd
TUI de BinEacbB barvonnong; Luthet vetd zmi
in dlese 'jaren door die drijveade kradit van de
volksmaftGa. door den steun van de geleerden
en dÉn laflbaog dief lykHndidets van lija taak ils
hefyormer benwt. In 1530 TcndKnen z^o 3
eiioqueinakendie henvonurngweschriften (ue Int-
tker). De keek tmd v<rucbltle£)OB telgen ben (f>;
het verivvrudieii van TJ^n ge«cbrilten ïe Lemea
w«rd door Luther beamtwoörd met bet aoffisoar-
de feiil^ dat hq die bd) 'vnn den Twat. wwurbü hq
met den ban wieid bedT^tgd. rerliralnddie (Io20).
Te Wifnne (1521) heffidbaalde ]m iga ovectui-
eüur voor kegoer en rjjk. Earel V kondigde na
Wormêer edikt of. waAitiq Luther eb zjjo
e(](gero in den lökebea weirdleD gedaui en
de verhrandkig van zjin lockeo co ceneugr oiver
aUe niievm geecinfltien weind gekst <15ai). Lw>
fher zreU weid dow zon beadhenneï' Fredenk dem
Wa*e van Sakien ap den Wartborg im vïiUghÜd
eebrarht; dxtar bet pofitilek bdedd v«o denaeH-
den ^vorsit bed de bervionndng ojtge^totmlea vwn^
gBigg. WiDtteabeog vonnde bet eeutruu; Lulher'a
medewerkere bier waren naast MetanehUm, Ams-
doff, Karlttadl, Juttvt Jonaa eu "Bugeniutgtn.
MelanchUm gal in de Loei Communes de eeiste
tbeologiscbe lonnnteeting vaii LulAer'e berrar-
miiigsgiQClb<JiiLen: de voin vso beit CknsU^k ge-
loof mag enkel aan d« S<ïtntft vtadeai oinfleend;
Sekwl k vtertnMiwen op de banUliHrtiglieU Qode;
B W£t vaji he<l Oadie Tetianuot kan) ona niet
langer Tconilssen; zq k nalet meer «fat een ailt«r-
lifk voctredirirft, dkt door de wortüie dlee H^-
gen Oeeetce io cna, waunn wq gebed aSmn-
eea, tpetedenie ki^; er aja twee SMnainenlen:
docf> eu avondmaal; de geeetd^e oraAeii^ k
aan de werddBcfae ondarwioEvem. Wüttenbaig be-
gon ook pmktUeh 1« hwvwmen: h*t firleeller-
DigilizedbyGoOglC
tXKÜkmt wn4 0()e<dKn«iL, de kl0o«it«Eg«ik>tte nie-
Üfl TCaUMud, de pnènMtnite a%wcfaiH en de p«-
bb^e nua in aTondmuJ veianderd; nienire so-
ciale mutiegelen iiig«Tiwrd en de tieelikn (oo-
der tnraolt) TerwndwA. lulher keerde het vol-
gend JMT naar iVAtenbeig ïeing en ging eeni-
ge Bchreden terug op éen heriormiD^weg, <ke
bun te T«r g«g. De 'LaOMnctae bermnngng
heeft Mdert «en Toonöchtigen trek bebondeii'.
De LDthereehe benn^png, begnoBtied door *f-
*r«dgi«wl vas den kcMer on poBtidtre redtonfn,
de gBaegenbeid van veTBdnKende Koraten, óti
omaMbt yaa bet rnkflbeAtwiT om bet Wonoaer
oifiet nat te vwrea en MWHt dmc de pmdtking
na pnedten en monufaen, de geediaften van
LuüuT e.*, en wifcaiedroeiw veclw«dddte "met
iaat bek g«heela DnlMhe Tqk. Tnd, SBUborg,
Ooalwnrvk, Uoniifl, Hnigai^, Weet PmiBen en
LvOhnd en Ic bet Weeten mxei ia de Zudelgke
NedHtatden. Daar enidi iM e«o{ vao Warme
DobepeiU UI )Eqo teTMt mAwt me^ nut gelaten;
TOunolgd nvrden 'de LirtiKraiien ook in Behren,
Ooatenr^k, SaUmg. Bneen, Brondenbwg en
bet beiCogdoiD Sakwn (niet te Venmren met
Siniaafcwn); W beet hadden ie hM in Xeu-
«akeeiL Ooat^Viwiwd en een eriwie Zood-dnit-
adw WmL Hd kt na bet Lotbemiègme McM
had, te dnlden. In de volgenfe jnren worden'
WOir.tinnbetg en Bianmenfi, het bectogdom Sak-
een en bat kenuTioiEitendain 'Buaodüibuic Ln-
t^eeh; toen badden de EhwweüBcÉiien ia No«c4.
Dnitef^land de meerderbeid. Eindelijk in ] 546 trad
de beazer mrt' de wapenen •of; bet Scfamadkal-
dEad verboiw^ venvabt door bet temgtireden
van Phüifê van Huien, le«d de nederlüg. De
ËTUReltaohe baweging wcind met '(»idcuigaDg
be<frei«di In bertwAAe jaar BOaii otft Ujtta.
Toen de keiwr echter verraden werd door Mau-
riU van Sakun, dbe eenit de PtotMtaatadK nak
verMdlen bat^ kwam ai een beebafienidfe keer. In
1555 wferd bij den god«tfietM»tm«de mü Ang«-
buig de ConletÊio Auguttana t oor het rüktreikt
ai» beladenia erkend; die tenUieeDen wann ng
om te Woen en de oadevdaiieii lan. een andw
gehot dao bet bnDn«, nnte wepibaam, nat hot
kod te f ^banoen.
Ook 'eid^fB. in Ffaankrnk en Ek«elM»% hflbben
door Luttmvtfae sewteiRen en iiwtoed Tan wie
' — ^ ' ' * d badden, Lnthmebe
a maar toband arat de
de poBtidtc jgcaehie-
1542 BkCen •£ Znid-
Dnitscte Eatlnlaeke ateDden bet 'aeriMad wt
Regeoabon' e«n bet Wnnnuir edwt te hamdlia-
tm; u Ifi2S volgde NoortUMlBrtriaiid met faM
wriMod van T>MBa«. De bervonnaiifmwbden
béMFtnnocRdden dU met bdt writand mn Toigea,
«MoMn lBn%iMi Philip» van Bukh de nel
«aa; Undlsenöoten laaien keormmt 'Johan van
Sokten, de «nmlgB 'mn iqn bcoer Frederik de
Wipu (t lt>96); de bereosen Bnut poa Ltjne-
bwj, ffaadrit van MeeUeiAurg. AJbreelU van
Pnaien en mnt Wolfgang txm inMi. De i^k»
dhg Tan %mm nmioof ii bciüiMMg omer de
aitToerii« vaa het edkt (1606). latDaadwa war-
den de keriben in Keoreakaen, Hemen en dden
bHTonnd; de landdteee 'tiaidl iki de plMta K»
den UnelKÓis bet codtowO" ^o'A gemeeld eos.
Up den tw«e*n imkia^ te SpaHa (1^6) m-
men de BckhmcIk stendeo, dk de meeidewwM
wmmden, bet bednit^ &t de hemwcm&ig niet
Térd»r gtjwojiageeid moobt Wndeo; 5 naaten
en 14 al«den hebben hiertegen ««n protest in-
gedteikd (ontstaan lao den naacn ïWHesCanten).
Hat TCtgend imt nep kedwr Karet d» I^^-
dag te AneebiHg 1^teen; de nvrbeeten^n. dten-
den een gdboieUl^rdenB in IConfettio Augmb-
na), waarbn zg vecUMaAfen, dad hoD mtr in
iiitfte afwa^ van ScÉrJH en Keik en dat de
atryd giag okkt eenige mi^triDkeD. Beae l«er
irerd euitn afgewezen, het edi<?t van Woinie «p-
néenv Ditgemaidilgd en door den ieioBi werd
bittoen een jaai een eonolae beiootd. Kranmel
dH faaMe «eoMbte de Pww niet; m napm-
crawdd tegen de Piotcétanten waren neet alle
KatlM^^e atenden geneigid en de buitenland-
erfie poSÜeik drang &a Maer «at omoMbtiig be-
iMd. ia 1581 elolen de IfmBgdSKiM! abenden itei
Sdnnalbddfech ivrbosd Itoe bedraiging nd
'akenets zuaebt di*Kiog bem Tnoifoofag het !^o-
tealanAiaQK in dra camen^, dien het T«ibieg<en
in WaUenbcrg fieetodead
iDTtoeden geawtt, maar i
iDTtoeden gemiU, maar nergeo* tjjn in «■
Uj^TCiMfe betecbeoia gem<mt. In Fnnkrqk en
Haftrlaad ia bot Oalnninne becnebend mwor-
den; EngdUtd beeH i^ ataatAerk ^negen
(lae 26). fa DnaeanaiteD, Zmdtn en Noorwe-
Mn s
door de Toraten iaigm<oerd onder tctoA na bot
Tftlk. Ook in Polen en LithaneB is met goed ge-
volg Lntbendie profiageodh genaakt.
2o. ZtmnoJi, Calv^ en ae Qeretorwtterden.
ZtBingü (14»4— 1691) ie Imm Inmaoiiatüche ba-
nen tt>t kieikhervonaing eefomen, SchraltiAmUe
en wÜBgeengc beiinnjiiig hebben ^qn theakvie
hdjien foimea. «aann iroor het RoomsdK Sa-
cianMint net de nfaMe ploBitv oi«itleef; bebben
hcan ook ge<fcvDg«n de aamenienng door de ie-
detijke ToareduiHui nm het Nieowe Teetament
te ■reünaeowen. lo Znrkii ie bq io 1522 met een
eJHbHDaUedHn aeaml op de R.-Eath(éMe keric
begonnen, dien b^ In 1528 daor de nitgaTC en
verdedl^mg van 47 st^Ünsen tooi <d«n nad der
BtMd bnlt gwethteaarjgicf. De raad TawiËade
bat bedidt uit, <ht voortaan aUe pradÜMre het
EhnageËe te veiinnd^en hadd^. Ve» nu af
WM<dafr de door Zieinglt en Leo /adoe vooi^eeOel-
de kmike^ke bennxniivgen vüeattiotè; ig wa-
ren rentteaal, ümen idt op afBcÈaffi'i» van i^
eaeramentBn en keiheinke gcbrwken; dloen doop
en wTOodmaal (in ejocnoljeiiie <^>nttieg) Uefen
btAionden; de nad naan omr hetêeen troeger van
bet k«riribeet«iT wtgiog. De oerimntone Sdiwjz,
Uri en XJnterwaJdeni, verder Lourn. T^Veübvrg at
Zog bbalden boEëst aan d^ IL-KstfaoMce Eelt
Tast. Bem en fiaoej wtnJieljdeiii. AppenieA en
MahftMKen vielen 2mitk\ bij. Er kwamen tiwee
relagieoa-ftojrtieke vcnbondea t«geni>vei elkaar te
ataan. Ten gvrctBe der R.-Kotholieke a,pdo^e
kwam de Svangdaedte bewegimg een oogenbük
Int etihtand; bMtten tyd kter wer<fen Bwn en
Baael j^woonech De epanotng tueadien R.-Ka-
Ibofteke en Evaacefiecbe kantone leidde fei Ifi&l
tnt een invaJ ofi heC gtMed -van ZnTidh; Ziviob
ieed do nedeiiaag in den dag bij Kapfiel en
Zviingü, die ala veVdprodtter wae meegetroUien,
TOpd dén dood. EorOen tijd later orerieed ign
bekwame medewerker Oeêotampadiat t« BomJ.
DigilizedbyGoOglC
EERV0KM3NG.
gebmeD «t Fruaeh Zwttoöiand.
cWtrn beeft Qoaèw gemtakt tot saiMeigrMt
TiD list Zwitsenclw protMtantiamfl, Keedt
vMr bet ootoaAn vin (Mvvn wm de «tal door
in TeriMiri mat pottUke bchneen, ]
Nwaden (1535), tfri)^ Cotvyn mH tot oe miw-
oe eeDenil% ieg berronntna bebooide (1£09—
1564). Hg wM een Mhap dof[iimi«iifi en getrd-
(Bg (snniwter. Zün itegiiMaaah tal»nt «u bn
MOMDDMrd <kwr het adbrifmi «kr nliotitxiUo
(oodwwjjung ia deu duuMüken godtdienet).
Zgn «iganweereiHi Teimogwi tontde lij door
do Iwrvèrinfcqg dtr sted GeoAw iti iheokiiiiM^ieft
gaeat. V«n 1^ tot 1M1 heek bq, om ■$& i^
liatnift <ii«lir«iiMi getwt^ mocAei w^n iwit
DmteeiAaad. In liSSs Iwl liö gtBsgorierct, was
Gto&ve aaa de OiMniatieae eauun momm
otNlBnKMipea en atcot (Kffen «Ue tumtfeD tu
boiten (me Calvin). Door de -"-*"« — — —"
Snacitigmebt M»d«fMe, wnr ptedHunten tcm
hirt hnilWilMiri gsronnd waden en ign Wrqke
pcraoooljjke betnkkiqm^ beett hö md «mnnen
iwrioed uitgeoefend. Sh Eeik in Fnnkr^ oot-
üag WB Mn Imm etonfiel. Sier hMddm wli
LdomimIi» en buraaniahnctie invloeden, doen
geUen, umk tteenkeatfiiig ontmoet nn de re-
geeüv; aJken Margareta wm Natarré WM dexe
knioeau) goed e<eaiiHL Ctodw invtoed tcb Onlnn
begon «en nieuw* faie. Ben deel nn den idel
T«l beroering (Hngnoteo-oorlogen)
het FMMtMtiaiM iicli «en reditepam^
ËdM TCD NuMa (158S). In Set^ol^d ia de
«ftwHAwii gorefomteerd tn 1560 na een worate-
Mag. madn het Covenml, een TditMod nm ede-
len om het Wom4 ChndB door t» voeren, en het
optreden ma John Knox, den nuigabeo pniim-
gMger ma Calvyn, den doorslag heUm gm-
Ten. De Schotsehe kerk ia sinds dien een der
M»i«T«te tjypen mi een ODreJonmeerde Keit.
Ook iiD Polen en liteuen «dunt het CUviuieme
woxtiei do(» de bewoAag tsh Joktmneê i Laaéo;
Zwittwituid werd hognmeifaaiKl gelnri Otbi-
nBtisdi gezind en een deel nu de Duiteahe pro-
testMiten knam ooder CMTg&iatüehen inTloeif;
khter gangen de Pifea, HosBen-Kass^ en Bran-
deairaig tM de Oenetonneende Kerk over.
ie. J«i6ap(Mf en. Te midden TSKdegodsdieniti-
ge gMkg, die bet «f4b>edfen tm £tiU«r en Zwtn-
jfii taweegtmebt en bon een «aalMng i«n her-
KHnü^gveabifen tneioepde, tnd een defde ou-
tS-tDonncm bemgiog mat boiten in (fe Amfaap-
tiaten. Deie aaam|BÜt<M< groep mu l)o?endien
aota-terice^. In &iiel( hetiben wt bot eerat een
kraiB veronnck <Be afteerig mi de orcriieÉb-
kMfc TCn Ztritiolt, «aartoo geikooTieen <n <»«<»■
deigcbweoen Mioonfen, op de «wia tmi 4t«t
NfMnre Teetament steeetd» naac de ataebttng
VOO de reine raoBente Ooda. BoniktMkefl werd
de doop Toor roiwaeaenen. die in den emten tgd t«-
ew«derdo4^ wae (ran daar Wtderdoopen).
Ztringli niet geweld fiogen deie „TeiMiAe-
^e benden" optrad, verbreidde de dioop-propa-
moA lid over XmÜBe^ai, Uarvrit, DnitBeb-
had, de NedeilaodeD en Mem en v<nid voorai
óodei d» hifflataniheasalMid oreral aanknDo-
pcngeputfbcn Toor een i^i^iapwiiM opBewoobn ra-
UgMue botregiag. Ludei waa tn^nridi o.».:
BalOuuar Bubmmer, elders /oA. DeMei^ I«A«w
fietur, fioTM UuU en JfaleWor HoT/mmn. ^
ign aoówd door de H«noiinclgo, ala R,-E«(faaKe-
ken bfffüg THTotgd; LtiMcr Doeoda ie „direpeis''
en ia mMe door boo oplkvdea «maecnSM ge-
mnfcn. De Tieirra)gaaB beeft gekU tot bat «e-
kende exeea to UomHw (1685). Uonfi* wm taan
loerrkiditMHwtl ook Ooot-fUeaknd; in de groot»
•toden van Ziiid-DiMitaobiMid: Stmatabarg. Ange-
buK en NeureDbeig hebbn m mA niet kinnen
fanMbaiTen. Zij sgm in imiiilaftailii groepen n£t-
eengega&n, die op ifin beat babben Tukragen,
dat in gvdoM worden; km dB Wenpiuien en
Doopagonden in NednlaDd (1577); de Uoniri-
ad» bnoadm in UotVftf (1564). Wat er cfaiUas-
tSacli ma iii de bowegflag, s kuigaaiMnuuvdi vev-
dwonen (aiü DoofWjrmncMttJ.
2d. Soeuümx» vormen een partüro^eering nit
bet dM gMiflge getal •vaai beo, oe geleid door
latAoBaKstiadteo h» ot door weerwn tqgen da
kwdwlükie dKJatnèagie hat dogn* va» de IMe-
eenlKta hebben nnrofpen (nnti-frtRJtorijfn, wii-
fariift). De ecnte giKi«ne«riDg kwam in Italië tot
ataod (Lelio Socmx). Vandam heeEt de bowegiog
■ril Tvpdaatat vmt Zaüd-^ntiaedKoc^ — o^ a. ia
CahrtM o^ S«n«t ia botsing gekoomen — Polen
en Zernnbeirgen. Shada 1579 beek er ees Sod-
niaanaehe EeA In Polen en Zevenbergen beataan,
die na euo bahe eonw ie «teengeepat; gelwUte-
lÖdeoB WW de eatedmaMM van RaAow. Zq kwa-
men e(Mes ook vei^ireid tcof.
Ie. De Anglikaaiuehe ktrk U sm lehttwütg
van tvifaiaehHg karMer. Ze ia een ataaiAeik,
BtodUfa^ vwt konng •Hendr^ Vlli te 1SS4. In
beatuwnidilgng mowel A gekcMMdüdaiM
Ueef ae vv$wèl kaOnUek; n plaate van dn
Paoe hnd ie e«M«r den bcniaig vaat ELngehnd aSa
boirfd 4« arbeooen; da ktooaters meden dow hem
opgriieven. Aanloaiien tot rcCigieaae Teradanwing
w«<den i»det lön Kegeeniw gcahnt; mder i^
epmlger waren pogogen m dexe lidtUiag ga-
' " ' - - - -^ • ,^n k&QxdiAe neae-
SJiuibelA de AogS-
MWmeU (1559). Ze
kroeg een Protcstanteebe belódeaBB in 39 artüie-
"" macbt baddn afaetkan.
den eareiittenet bléel iM
Ueoj de üdhtfaig v
1 heeft D
3. De Hervonnnig Je naar a-Kalbottek begrip
een aiurecr oeg&tïieve beweging, v«fcrïken van
todib, kerk en tndHte. De opvattk^ tBenaan-
gaande ie het laaM door de „Bonmuetia ea~
dki" (IftlO) nMeeepvokes. Het ia ongebw^
waftiv dat door da oodennönteg van bet beskg
lag de MddQfce <
kwamen te atatai;
te oodennönteg van bet
) oovadtneen tü veleb
i; da k etnier aeiMa e
llegaunMgvatcU, dat d^ Belonnnlie
bot beratei ia geiweeat vam de ontwode Cbriate-
lÖke icefk; voorai de OerefcnnaeRlea voeten aoh
DiJlizedbyGoOglC
gedaAte teeft in dte H«n<onDai«s«ö<i de <
liag ÏH^ ralbaoi. Voonl ondv C(it*im> ii
qjii Botouch en ProtMtaDt nitMDMgMD. ^
beid ligtpocUMiniMtlMroeptviiet Eti
eneuwd ms dK ocii md brtm r&n nnfa
«Mdit foniKcI kcifcen en leoten bet bert cnxlec
bet gcaèobtipiMat tu bet inti-katbcAiAe narden
MDMigeTCi; dtt ■« enmH>«l oiat ten knber ««»-
Ud benmMk. Eet JutÊtaftmae ïb doar de ^nwte
henoHncn ri* een o— niwar paodnet na e«D
wMügA ^)d bMimfcD; «p bon beuzit hcHMB
ABttHftictcD de attiUiDg tki keiten steeds rom
een ODtMtofing mb den EnogeUadie- geert ge-
bondw. Ondw die AoilMntiBtiea mveb vinen en
dMo^aÊeben. ïn ds PiatMteiiitMlie beAen
bemdit de doemtiidk. Hut Mt ATCudmana
vonnde een poet tm» eflbeiii ' '^"
Aard, een PnoiaisCh leUmaueetadk, den 4den
Sbendw 1796 te Oronworther bg NxudheuMn
inen, IimI ki leil in dienat en werd Êa 1860
ChrülM» don den eeloo>nf^ {^eeitdnk wnd gc-
ooten. Eenheid ïb cif> dH pint mait bcinb. Ln-
»w«e cDdencfaeÉkn Ijfiec imi den begiiüu ai
Mn: volnn* LuMer wndt de Cbüsten n liJn
beroep »%; de ChneteD moet in deie weidd n
den Btrö<I met den dnvel adi ak een Und Oodi
ginktgen, geddSg bet kwud <b>Ken «» dcfa
«KMMteo met de gosdbeU Ouds; lolden* CoJ»tfii
te eefl CbmleD ndltant, komt op Toor de een
Oodb in den wereM. BeiiaïeaMnie is men tluHH
m w»de«i, dti MtOm bet OntvMume bdt Pra-
tevtuittwte door de BoooiMbe tegeniefonuktie
un ij)d veriteUsd. V«rKlal VMt meeoing m ei
Mg omt de naae. boe de TereJafcnde tvpen is
WMAaAmde laoden <v^ng gmmiü iOtmn.
AAVee laahn'a inmttiqgBn «MM mno de eehrik
TCOc dte AcetoplMtfaAa iroelHigen m den viw-
«elgkat IneicnófabBd (1525); (kn q)8*BfC ^*>''
b«t LottteiMbe tjpe ««lUrat eomnièivn ut dw
mMActi^ipeiyben MU»ai m DiMacSkiDd in de
MTCT M^ men uèter de
CdMaietoin type mt
gDdÉdMWt" d» toyatriWnihM^^ - . . ■ .
*i de Zons^ie en JwofdM
iMmiiff — men denke un bet eoTOiwniine
iML «£ AuAifMIea — Ubben bSndrag«n.
Lilerabiur; Ecikpeeehêealandige
werken e.a. K. fleuMi, Ewnpendiiim der Kk-
dieweiefaiehte (1809); HoHandKh: Oofanbnmrfer
(snAn^; Etop (orttiodca); Mbtr» (Boomscb-K*-
tholiek); AraiHdto/f, Qwebiedenie «an bet Pro-
teatMttinne (1865—1671) ens. — Voor Hei-
Toimine en Ha«<taeli*ppij: K^tkoft,
Zeatatter &t Refonntioo; Mm Feber, Die poo-
tertmtiaAe EXUk imd dei Gaat dea Zopataiia'
onu (AiehiT fOr ecwial WiMenaehaTt XX en XXI,
ygL Anweteyn, Nümw lijd, 1906); Kmilite,
vorlaAfeT to neneien SoiiaUamDa, ü, 1885;
rcmriiiiftiiirtii pecieefwn tma Pirmne, ffiabwe de
Belpiane en Karl LamprtiAl, Dentacfae G«-
Herwartta van BlttanCsld, Kort Eber-
_.,.__ Hq Mro*«fde het
edMid AJaen en ua dtn nede nn W4enen mid
bq benoeind tot ecanmandtant io de Btie-Hertag-
dDfooMD. Id d» ooiiog nu 1866 loerde hü leA-
atiiBMSg het berrf ma bet EUfae^eM en dmd
dfaimade ded a«a den dbg bjj KOoanints,
MMK hg dm Uokei itengvl det Ooatcnriiken
TernietJcde. Bfl bet okliuaten van den oorlog
«an 1970 weia hq tot gBvrttaeoftS^amai «ao
1 Rj)n en nat il de wolkig
ie westid^Be niwèoeiën t
nam b^ koMMig« maati
fag
gelen lao TCtdre£gioB, wReral d«
aanwjkaa modttea ofitMCM». In 1671 wetd
benaderd tot iiHiaimailiaB, mama hq
Bom, waar hjj web ^«atigd bad, bet geda«it«-
pintoiat Tan uia dO-Mrigen <iMi0ttnd lurde. Bi)
■■•'•■ leM.
Van iva MfKD ag
4d4 AiOo», van 1900 tot 190S
n OMMMè
■dTlulM
l«ed dan aOaUen Ua 18B1 te Beiiijn in Aa ooder-
B«rw«ift, Otorg, een Dnitodi <lefater, den
Sletw IM 1817 te StuttgM* gCbocen, cotvisg
maeente npkadnig in iqn geboartepkato en ta
MMdteamK man» b^ te TaUnaea in de tbay
logie atDdeenle. Welite etUwr Wede hji nau
Btntljg^ Uavg, waar hA medenoaker «cm mm
„Ea«m»" Kin LmmU. Hn Kteiaet WAittetnberg
ter ni» van laiaaintiiiwiialfciii met een <<Ëaier
en begaf ridi eeart naar Emaiiabafflo ia bet
ZnritaNaehe kantion ItranM en dMi«p nMr Zn-
Tiab. Ser Mf hü ü „0«dtdito eioea LelMikE-
gm" f1841) in bat ËdA, wdhe wegene bm mg-
beadniafeniinii gVMt weUnt iani&eeii MÉein
wenden. Na eau kort foUgf ta Fmüc deed hq
iB 1842 «en re» door Daatodifanii waar hq ^
TtjjbeiihdtdÉMr gdnWsd weid Z«lt> de bmiDB
van Pmiaen iiq> bem Im eebooce naar Beetno.
Totn hü ediler idt K«iiiogab<cg«n een brtef, m
tegen iqn bedoeling 0|)witaaf gtenaakt went,
•ao den bxHtag ndMte, een Me<, waüni ld te-
gen de g^nukd^ike vnnneD londigd*, wwt bj)
nit PMiaen TerbauMU. Terafaad Merda h^ dmi
^)n vTÓeod Bakoenin, dan bg ta Dreaden iwitraf,
naar Ziaidt temg, doefa ign vvUuing, dht hQ
TOonHMne waa em wq»anlg t^dadunct nit ta
gowa, ««B ooraai^ M bem ook aUnas een ha-
ger veiUgf w«id oataagd. Na een reia door bot
sni^ TBB Fraidrr^ en It^ natigde h|j ddh
t« Ptf ya, waar 4iq otn^ng haeid met Bebu. B4-
rmgtr ta Qeorgt Saitd en votmi nWt Fkmladie
en BoaaiedK iiatgew«èen<D. Betaèm «h ..Bamiid-
iwunig Bogen ana dar Sehweit'* (1S4S), «aar-
toe hjj idl echter alaeku wnnig bj}dnigen ge-
lemnl had, aood b^ ia ÏSU te Parfia een tweedb
DigilizedbyGoOglC
294
eeUgenoat en iIdot BorntUtU, uu biet botMvao
een trocf» Fmnerti-DiMtMlK aibeideiB een tarti
in Baien, dodh hei) lilcn 37etien y^ '<fie mnaad
bii Doeeenbacii svn geduchtie nedoiiaag t«e«n <le
WOditerobeigsdw tarötnen. Hij noni de w^ oaai
ZvrlMflmd. vcutwimr bq mtdnt oaar Paiqja te-
pugtoerde. in JiuË 1649 beRSl hij zkji met S«r-
x«n DOM Qfta^-v en 6 maapaea btiM: lu&r Nuoa,
beii>wijt lm ve«m)ig«ns wiecyor nwn' Ziriitmrhuul
(;u^ en tie Zuridi z^ vwUiJf raataciie. En be-
UeedÜe voorwkieT mder de etMlïanAKC iMuitapv
van xyi MH <!b° eeritea tan^. Z^ gMÏehten oil-
dWBttoiden lich door eeumiwi, dnide^ölilbeid en
bwdit; iq lya v«l ge^ <m f loed en hébben een
iregiSeneDde kmcbt. Hq of«need te Baden-Baden
den 7deD April 1S75.
HerweD-en-Aart, een aemeeote m de ,
finde 0eU«il3od. gnmt S16Ï H.A. met (]»15)
47M iiMmxiieiiv, wordt begnnsd door de ^emeei
ten Zenwaair. Ptanoenikn en MdEmg^n in Q«
derluid en dooi lEutbum, [EJt«a en Kefkea i
PniiaeD. De ^imIjjd kiD|it hmt de ijjde van
Mil-lingen en Keeken door het midden v&n den
B^, cMar de aids no &mnaar door een ooxjen
Rviriek. Tot dK gemeemte beboonn de do>p«D
LmmjUi, Henreo-en-AMt en eenige bnuten «n ^•
hocbtmiL Op dan kftnbodeoa «onit kuidboaw lat-
geo^nd.
Hanrardra, Henrietu vim, een Nedsr-
koldsdi jAfflofaog, den ITdeo 3qrt«anber 1881 te
BftetsterawBi^ ^tixten, oobrMig ign Oïrfeid^
HB bel gymrawwn te Ameo^ studeeaide te I^-
<^ en pranHweenle gOdwir m de Mtenen den
Iddan December 1855, n« hrt KndedBgen eeoer
dinertatae, geti'tdd: „Obsevraitijanes oritiea
fngtoeDU poetaiiani comïaomin gneoonim'
bet najaar tui 1856 deed ^ op ittA van d«
booglietinueD Bsite en Oobbet, een weÉH»eln(¥e-
Iqkie nfa nau: Fntobqfc, Uaai en Spajvfe,' naw
tMÉitoenaeiiM} knd mob een lenfiqg twi de Ko-
dmU^m Aeadeotie tan Wviteractiafipen en ondec-
sUund door de NiodarigUdsdte regcerïng. N& een
atwieaigfaeid vso büoa 8 jann werd h^ eorst
Uenair io de node takn aam bet ünstLtDut vso
Metuing te Rijswök, kt 1660 aaui hab g7in>naei>oni
U Oroning^n en in 18S2 un d«t te 'e^raven-
hage; ia 1864 vnan) hq g«iTOoo bawgioersm a»D
de academie te Utrecht, belast met het «ndeiwgs
tQ de Griekadte tael- en lobtlerkunde. Hn aan-
fMidde laaMgeuMmde beticÉlkLDg den Wetm
(MuteF ma dbt jau mot eeot .,On»tto imaagui*-
Ua de reoantiiDnua Ifanniin cogiuUoae fotnro
phüohigo hMid BoolMDDeiA" en «ae daas tdt
iQOt werknam. Ii> 1902 wod hq auei'liU» en
fai hetaelUe jsw bewcmd tot priwurtdoeenl', om
eoAege t« bl^neo gcmen in qagiWiek en palae-
(vrafia. Fan Herwerde» «rcricMl ia IdlO te
Utrecht. Van lijn geadiriHen ytnneltdefl wg:
„Sfiecikeium VotMaDDm" (1860), „Dioixjeii Har
ÜJOJnawMiiaiB EfüUlae erUSoae tr«s e eotttedboa
nwiime DtalieK a ae primo eonusrie etneiMbtaoraa
at iotogtkm «dbfit H. t. H." (1861). „Ezcsin-
tationea critica» in poetida A {mnaicie mubna-
dam Atticonm moonmentw" (1862), „Lnaaje
(186Si. „N(m adden4fa oilti-
d Mflindü <tfBt moi ÏDMTUntuT Fi^nenta
"»~" gnecovwn*' (1864), ..SopbwJiiB Oedi-
ISST), ..Analiect» aH&tst^ lA TlttiKjét-
poa Rei" (;
ii>-Tni«c-
Hanodoli
dem, LjBiam, Sopfaoolen^ AffiBtofAtMMon et conw-
conm graeeonan fragDieDta" (1868), „StudSn
Tbucy>idea" (166»), „AaAndrenieoea pUS/io-
gicne ad Tbeognkkin «te." (1870), .,9twk» oriti-
dooT db KcffiioUijlM tLtmaetBik nn Wetenedtap-
pen. 187SX i.Ion Burifiidleue' fl675)s ,J)e otori-
Imk OnecónoD aallate BonwulaDB:" (Heotonle w-
de:, 1877), „Hntutiiea et LnoaoKa oum Udt«
Uuouaa wdEcis ooUaitMiH^' (1877). ' „Laoidnni
de «alKotto abtHoa becrtdmcÉièf' ('1880), „Sanbo-
dea. Dcje tr«iKispelien hi NaderiRndsdw AiA-
maat tnteigébiwiif" (leSlh „Tboejdides, Opera"
(5 dki., 1877— 18e2>, ,.Lestfa>iM« Hxi^Tnje
tuxK" (1682). „Ooinmentalfio ctMm i
a. I et U" (18ea'l, „Stwb cntk» et «fncmtacft
ia nndarum" (iSM). „Autiphoa, OmbMM
tnW' (1865), „Eioerpta e poetU Oimob" (Bdi-
-tio na, 1686), .^jocabnUom SopbocteM"
(1837). „Svrnbolae ei^eticae et etitieae ad Xtmo.
pdKntÜB iBBfioriafn graecam" (188B), „HMmMi»,
ffiatoniK!" (4 dki., 1684-^1889). „Soffaoelei^ An-
tigooe in Nederlandaehe dichtmaat" (1890). „Stn-
dM orittca in eiMKranmMh gneca" (1801), (Ifat
/. Mn Leeuwen /. F.): „iaiitiAiie», De ramilUi-
OB AJbeDÜBwam" (1691), „E^arioidt», H^enk"
(1805), „AiialoibaiHB. Pas" (1897), _L;aiM.
OmSÓimb" (BiWvttnea Babra, UI. 1808). „Ha-
tno, Pbaèdon. Oxw de «wtfeiifclqjkbead dsi aeL
üit het Oriekaeh" (Klaea^e schrgvara, no. 52),
53, 1886), „IindeoD graeoom Biipcieto(tem ét
dklectium (1902), met «ppetMÜï (1904), „C«l-
lectanea critica, epicritica, eiegetica, eiTe ad-
denda a Theedoii Kockii «poe Comicornm atti-
imnMn fTagment»" (1903)^ „Vindfanae AdJatopl^
neae" (1906). .Jlato, QinbqDe dtab^i: BoUi;-
pfaro, ^Uiokigia Soenü», Ctttt>, Ttaed», Pvott»-
goxaa (BdUutlieca. Bateva, X, 1006), bomTenB
Vab^ ofMti^eD ia 1i«t pUMogiMh tjjdMiMift
„itoemoayne", waaiiTaii hq nadb 1866 oMdenrar-
kor wu, io hrt Beri^nadie tSdSdwih .^annee",
in de „Veiakwen en HedetweüBsen" dar Eb-
ninUjjkB AdMËtiae TKt Wiitenso&aiqwn en el-
Herx, Henrietle, een beicHande Dnitacbe
Tiown, den 5den SaplaeBtoK 1764 te BertQO ge-
bviiMi, ncw de doobter T«n den bnafiUetiBdieD ge-
neeeheer De Lemon, «otring een vooortieUelpa
ofd^Mn^ en hmffdie in 1779 vdgena den wenódi
faênn owfcn met den i«e^ bq«anlen arte JTor-
ctu Hert. Hun edd Ufeef kindeTloot, maar waa
doOT oDiecbtie wedeizQ'^brfK aAUag en loegcae-
geiÉMid Msr gieUfcw. Heariette nm beglMdd
met groote adawnÉMÉd en tdenten, aomlkt haar
wmiag irehba het TweendigÉQgeMiDt «as van
een aMvtaj beiaetade maanen, aoous Romler, En-
gel, Moritx, Dohm, SpaUing, Reiekardl, Sdutiom,
de beide nm Hambotde», Qentx, Friedriek 8ehU-
gel eni. Vooral ontstond een edele vrieodadtap
«OMcfaeD haar en SekUiermaeheT, en Sönw
teadtt een gioot gedeelte ^^t 'V'"^ ia baai
mming dooi. Ook talenbvoAe vrouwen betnordan
tot dEen knng. In 1803 vren) ag wedtawa^ en <A-
acÉkOOn qj kter niet tym soo groote geldmidde-
len beariakken kon ab bg het leven van haar
eehtffeooot. bleef ^ todi bq nwttMhiring het
mkldelpuiit van een altg«ieien g«iel( ' "
tcenrige geateMMÖd Tan Pnaaen in 1
Dioilizedby'GoOgle
, d&b EÜ in
tUlK Mn DtLdfrAotneii mooat weken bjj eenigc
harei wieodeD Of het tüaai SAgen. Een nntmoo-
digB^, uu de oprocdtaig dot lutere keiaerin van
Rmkod te beetixen, wtta zq tmi db haiuj, om-
deit ^ dbn unatcD^ tct bet Cbnsteodom had
moeten vr«igaua, irwrtoe ^ seist bedoot in
1817, nft den dood mn haar moeder, die seec ge-
hecht wu ua de TooTTaderl^k» wet^ OnTeimoeid
ia het bewQWD mo «elifeidteitnMi betamgsCeUead
in ftle TCDWohMDBetea op hat geÜJed ma -weten-
Mtiu» eo beBeüanitf, steeds briedwiBBettng bmi-
dcDd met de meeat bekeode mHUien «n vnMiwen
VM hui M^ kwam ^ in 1915 ia het beiit -na
een pensioeiL. bav od vcxwikadit ma Alesander
vtm BumboUt doos dem koodna tnegekeod. w«rd
dMPdDoi mi aUe gelifaaig onuKT«n co ororiead
M bangvn ondeidMa den 2!Men Ooboter 1347.
Het ie leer te beftmnien, At iq een grooi auitaJ
b^i^rgke hneren, uÉt Tireee nxir een odbewbN-
den opcnbaannatiog. reffnaet^de.
Kers, Henri, eeo DuBtach oognponiit en pn-
nospdcT, den 6den JanuBif 1809 te Weenen ge-
baren, wm feeifm^ mi ffünfen te CoUmz en
TBji Prakder en iteie^ aan hot ooittenatoriflDii t«
Parijs. Vw» 1825 tot 1865 gioid hji ab ie groot-
•Be piajuat vaa zga tiji. Tengowi^ ran luian-
eieae tegeocfNradNi nsakte hq id 1^5 een
Met wiet hg een eigen piauMxiA tot giooUa
Uoed te brengen. Tmi 1M2 «oit 1874 w«s M ook
Bjanofceweir aan het oonsei-ratimnim t« Parjjs.
Hg sefaieeif een gnxA aantal briJlBivtie, dcdi seeT
uüterlqlu en daarotn aw gooi als veirgieten wer-
ken Toor piano; Terder een „Methode complete
de paano" (op 100) en tal vnoi oeïanüigen. Kg
(orerfeed dbn 5den Janiari I88S.
HeiMfpwlna (^ bertog^km. in het
TatïaA H«nek, noegoi bet zanhrestd^kst^
BMMfeU TM> bet Tnrfu«he tü^et Boeiufi, at»nd
•ednt bet Vctdmg rao BeriSjn (13 3v\\. 1678]
ondes OoBtenrïkeoa besttm, tot het den 5den
Oetobec 1906 I^ Oovfiemi^-floDguüe weKi im-
g^^ De HeraègvwJna grenai t«D N. aan Br^
njl, ten O. tma "Somt en HontienceTo, inr bet Z.
en W. aan Dahnatii. Dooi heA g<eibied wn Elek
en de Sotorina Ma«C hot nMt ik sec ia TeiMn-
dSag. Het land wordt grootendeefe iDgemnteD
doM een wioest kai«tpht«Ni en k deftia vmieht-
baac in de aso BchüB en DabnaiEC grenzeaifc g«-
dedtea>, Yooral ki het dhl timi den benAlBiiloóp
iet Natenta, waair tabak, drairren, rdgvedt er
liiaU groeien. Oelieel HerzégDwLna in lya beffen-
wmi^en oramug hehomt hot het stroömgietied
dei Hüente (Neretv^), He eerst ale een wijeate
bengstroom door een nremlaji^ roitlEldloof {ft-roMnt
en TBTTolgeits hdt iMke Ztdd-HeTï^owJaa
aproeat. De hDogste gétergttsa tijn d« LeUja-
iriBH (2070 m.), Prenj, Ponem. Tetei. Orad
LjtAwmip, Cei<vui}a-PaMiaiM (202? m.) en
Tredanea (2128 m.); de hoogste berg ie de
Ha^e (2300 m.) aan de Hfxébeae^ryatKhe grCDs.
Het wnoA met die pnrnnde BmnaS é6a bef&v»-
Rebi«d (b« Botni^;. De booAWad ie Mottar; an-
dene hebogtglre p£aataen ^ Ljubneld, StoUc
en TTelMi.je.
Onder de Romeinen beboorde Htwegvwlua tM
de pronineie DaJmataa. Sedert de 7de eeuw werd
het bezet door SlarWMJK atammen odAx Zvfw-
nen en Torsten, een t^ kng nut andere Sorri-
afjie stemmen tot één gnoatei g^eei vaneeavd.
latal onder Byauityaedtie oftpeihoorighnd. De
RnBan«t« laadbohspaen ir»ren Cttm ol Za-
kniB en TrairmuE. In dl* 13de eeinr behoor-
den ni tot Servië, in de 14de kiramen ïg onden'
Boausdi beetnnr, vooral twen bonlTiff Twertko l
tn 1878 ook' bet ororige giriüad te Catitero T«r-
oi«rda. Bg het Terral mo BosniG veituvren mcfa
hdec half ocafhankeT^e djqiBBtleOa. De wojwode
Ste^hmvs Woekttpikei 0485— >14€6] ROh^p een
sehiiKL dati ddi ran Alniieea te* Oaibtero en tand-
lawaartB tot orer den têiD utitstiekite, en nam in
1448 éea Duitschen bettAgatitel aan (Skviach
kereeg). De Turken venonemen bet land ld 1465
en hwTWnwien het in bat Banfejak Herofik. Sle-
phanug' loaea bdeidKn ÓA tot 1482 r« Oaatel-
DWiTTO staamdie. temijl een andere zoon dW IdMn
aannam en. ah Aehmed Hercegovie, ook grootvi-
ner weid. In de 17de eeuw was Beraqgawöna het
tooneel -vau een aantal VenetiBaniBDlie vekStoch-
tea. De becgataTODim in bet Z. bieren, verboo-
deo met de Montenerrgnen, half oaathankelgk.
Ëen aanaienl^ maiAt, ale pasja van Hwraesv-
wdna, kmecg AU Riivanbegovw van Stolae [1^
— '18&1), totdat hS, daai cEe Pocite hem neet l»ii-
ger vertrouwde, obOT Omer Paiia ge™«ng¥Q ge-
nomm an gedood wwdL Ia 1658—1662 woetkle
in bet Z. een dbof MoeUenegio onder s^eitnde op-
starod cnder Lnka Vukalovie, die evrst gedenpit
werd, toe>n d« Ponte aan de bergiBtemmeii pJaa-t-
sel^ke zetir«geerijig bekwCde, Een nieuwia, groo-
tere opatawl, d£e Ia 1875 lan^ de M«<ute»q^n-
sdie en Oostemrgksdiie enenjen onder Ljubiba-
Iric, Peko, Pavlovk en Lator Soöea uitbrak en
adi atmdB uittneAdde, maakte de Oosteraebe
knestie aeuot. Uootein^gTio T<eik)bande in 1676
aan "Tuikjje (fen oorlog ea vont Sikola drang- tot
Nen^mnje Horze^oiwiii» tnonen. doch kon dooi
eeAirok aan zwaar j^Mdnit geen niccA behaJan.
Bg den vrede van BeiliJD (1878) kwam sledite
een soialle strock in bet Z. aan Monl«DegTo; die
reab met atte steden en Iwtlen wend in Aug^etw
1878 door OMPteoqUi ^^k^i w«Mi(egen meh de
men bg Le«w^ Stolae en KUbdc ««r-
Einde 1861 en be«ia 1882 KemuBai^e
ld der ChriKbonea aan Oosteni^ moea-
Sedert ie bet tand met Boeoie verae-
daw den aajileg nan spoor- en fcun«twe-
gen ea andere herrormingeD 2eer Tooinitge-
gaao.
Herxsn, Aléxaader, aen Rnuiseh a(!brÖT>er,
deo 25sten Haart 1812 te Mioskao geboren, be-
lodil aldoBT de imwemutedt en werd er oeede
noeq dDocdirongen Tan de KÜsbsgeefte van He-
ge! en vooral van deleerstellingen van het Fian-
aette sodafinne. Hierdoor wddte bg den argwaan
^ Kegeenng, soodat hjj, na een voonnmt ven
bgoa een jaar, naar Wjólka ia btiUiingBriiap ge-
aóoden wero. Wetdna ontvinc hg veilof om deie
algdegen plante met 'Wladënji te verwueri^n.
Nsdait lig in 1889 mr^hlDie ontnrangen had.
kreeg hq te Peterabuqg een hetinkking op bet
barean van mal Slrogmow, müiater van Boi-
nenhnteiie Zaken. Caai hg «A na ig& sooialJa-
tisebe en rai&ade gwoelens Oiieï v^rioodheode,
«md men hem ah le^eolingaiaad naai Nowgio-
D,o,l,zedb,GoOgle
296
Md. Op qin veraodi outtvóng bq ecUw » 1842
zgn ontiteg vit den &tKHtfl(iieiMrb, en libw hdt
«verlvden igoB iiMfcn hem in bri besit gcatold
bad Tft& ecu MDiienQik vtnnogei^ itmoebi bg
u 1M1 een pu om dmc bat bnüeiikiMt t« ni-
XD. Nk (ken Iqd mftieUe hg a> UtattS, gediven-
d» de beM«n^D *«■ 1^*^ en 1849 in FVuik-
rü en TciTOJ^ns eengrai tiid te Qenbre en te
NiciR, wsam hjj wA iuat 'EsKclAnd begaf. B«
BbcÉdte t« Lontfcn de „Viije Bmródie Ptn",
Domelijk een dtnÜerü vom gearfiriften, m*nraii
[fc tÉlMTC io BadBnd veiboden wm. Zgn looft-
bun dB ubiqTer bad bq reede in HuMnd g^
i^WDd OSdbT den winjilnuai hkander mot db
brieven „Orer bet dSettuttieiDe in ie veten-
•efaaf)" (1B42) en met de .Bneren atet da «udte
der nctani^. Diaanfi migdKn 2 rooiBna^ aam bet
RuMetohc fdUeren ondwod, namelgk: „Wn
hMft de Mtwïiï?" (1848—1861, 3 dln.) en „Doe-
Dor Eraepcw" ilBiT). Vwlei tehreef ïg: ,^mi-
T«nira de Ttmee" ('1616) en ia het Dackdi
„Van uKfan uW* (ISSO), een beoonfeelk« der
krgk" (1S50). Te LonAn iwnteni|-
de bü in bet Praoscfa ign geBCfaiiit „Ov«i de
iMi«ii'lAjiiM dei leroolatkcuMke <fcaU>efllrden
- «i^irf^. " " " " - - -
in R<HèHMr'^(186a), en in bat Koaiiaiji het ikg-
■duiU: ,3«t eedoopte ei|gendoin" {1858) en
,3cn™>>enneen nlt mgn lemiiebup" (3 dfcv,
1864), die sedeelMvk in hst Engdedi oBdsr den
ütel van jAj eiile in Siberia'*^ (2 dln.,.1855),
werden tut^t^ven.
Al die welken weiden in fiooten retale in
1 ènc die IcwtMMe lolk»
Qpootten ioffloed
SusUod 1
ktane met bBprat onbnneen. C
oeiende bg eeoPar nwnl oom wn ia 1S56 te
Linden g«M6<bt Buwdi dagUnd „Eoiabil"
tde Klok^ waarin bjj mrt gCieabfciit pMlte raw
de tnfanffing t«d de l^ü^^^ebap, i«or de tl-
«fenniDg dei lUiaaietijke atnffcn en tooc de
ÏDToering eeim openbaie en mmdeKwe redut-
Bpraalk, tM^gl ^V ^ eetmkco v«a bM HuBMKb
beatiDor en dé takHeÊoe TiMwViiim,<iii i«n booR-
rrplantnlT personen aoodec TerBefaoDodnv aan oe
Eaak abMt. Van q^ onKtige gadidibea ixr-
DMUen wn: „BneJiBdre floeaale taeatanden"
(16&4}, ,J>t PmUw" ^ bat SnaiMit, dL 1—6^
1857-^ie«8), „OwhnksdnttteD im iwtOaDmi-
kaw" (2 A>., laST), ^temrea A Yiwtntlcmx
Catherine, écrita p&i die-mime" (lBo9), ,^
' 9 de 1625. aoMe d-uoe lattre
des paTBaos en Bnawc"
wae ot k lénMimr (8
92) en „Bykije i dnmy" (4 &„
2de dnik 1867). Lu 1665 TCifnfc hij w«d«r umt
Oenërc, waai bg de xaiLmm ran dot „E<it(ikif
vwmtaekie. Daar het Maa ecbtei, ondes den i&-
Tloed Tw Baitomtne, iteeda meei aunceliütiBAe
oei^u^n aan den <kg ï^de en Iqj bo^rendien
de Poien in beMdtenniag nam, Terkoi lijn Uad
in Kuelaod de nWgicre p(»niBntcd.l, zoökt hg
w«ldn> die nitlgwre moest stdm. Eg keende toen
naai Pmje iKDUg, waai bq den Sisten Jaomn
1870 plotaeljne overleed. Twee nagelaten werken
zgn in db^tbe^ jour Ve Qmbn in bet BoKeiadi
. ,Jjt I
le(t«ckaade te wgdeik, Zgn drama'i: ,J)M neae
QibaUo", „Uuer Eftlcheo", „Oiethri", „Prinsen
auB Genieland", „Solon in Indien" badden min
of meer «necee, teiwöl ijjn vertenioKen en ee^aja
„Dae Palaü Boaeboo. KUw a
Hingen i
adie BraUriw^en" (I9(X>) v«d kaera ^
Van I69I tot 1895 waa hj} comepaKlKnt der
„Neue Fieie Preaae" te Panja, waar hg ook zmt
boek HJimf „Dn JnknÉtaalt" (5de dcok 1903),
waarin hg alg de eenige optoeeing van de Joden-
vraag de iliditü^ vBb een Beltetandisen Jood-
adwn Btaat in Pdesténa aMieeelt. Ddlt boel
biadit hem in oonaieeAée mat dé Ziooielmi, wier
booUkédei bn welifca weid. Sedert 1807 ladde
hij de ^UDiBtndie eangteeani (na Zwnime). ia
qn naoMO Jit-Neulanr (1908) etUUett bg
het fev«n in den aieawsben itaat twiolêg jaai na
t^ bestaan. Een Tcssametiog tco ign femfie-
Ica venAeen in Mree deden 00*M). Hg «ver-
leed dm Sden Mi 19(H te BAaiA.
Hanori ^oJk«*" J<dab, ten Doilscti giodge-
temde, den 12den Septenbn 1805 te Baad ge-
bncm, atudeerde «Mmc en te Berl^n, waa van
1836 tot 1846 weiiaaMn afa pnoteMi» in de ktiÉ-
geaclaed«ns aan de acatbiDie te LajiBanne, maar
ma BT n«K«iifl kectoelgk-poliitaeke bewegéngen
ootaiaE. In 1&47 werd hg gewoon hoo^-
ai in de theologk te Halle. In 1851 ging hg
' ' ran de Fnaaaefae Be^ettsg ep i^
Of te woten voor een sesdMeoia
en. Hjj begaf ntli naat Oeoèvie, Pa-
rij», Landen en Diun en eelireef: „Die moaai-
Mben WaMnuHi'' (1659). In 1854 weid hj) hoog-
teeraac te Erlangen, airfrriiig In 1877 euwritMt
en omileed den SOeUn aafAember 1882. Alge-
meen bekent ie lün: „BeaieDCvUnnM&e fOnr pro-
tertaotiidie Theologie and taoat" (Sde inik
door Hauek 1896 ena.). Vmdec achred hn: ,Jm
Itkim de FlymoaÜi et John Darbv" (1845), ,JHm
Leben O^^mmdfea" (184S) >taniMa Oalvin"
(18^ en „ibnm dw Keeamtcn Eiri^
in opdndit n
om Irauen o
te" (2 d
Hanor. nmUfg
Itga, den 28eten Octobei 1619 te Aaian gebo-
ren, rtndeeide *aa 1837 bot 1839 te Qmxtm in
de natnariumdigc wttaneAappen en waa eeiat
in 4hn handel wnVmMn Ala o(B<aei der mifiMe
nam bü ia 1847 deel aw den SondeibondaveU-
toefat. In 1860 werd hij dom den Boodwaad be-
iMemd t»t dief dn Zwitaendw arldkiie, die bjj
neotganiaecnle. Bjj bet nitlwmten van den
Franadt-Dnitaeheii ooikg » 1870 werd hg
don de BoiKbTeigadeniiff benoemd tot tvp-
peibevdbebber van bet Zmtaereehe leger, dat
tot beedwnning der grenien waa beitecra. Her-
tog wees in em venlag op de ndnge atind-
vunttcheü van bet toenoMlige T^iteeudte le-
ger. Eg vroeg ign ontakg. maac toen het Pmo-
Rb« OoeOeget ondei Bovrbakt Bdlort tntfatte
te oDteetten en ta bet Sdmanwald dooi te ifevi-
?en, aanvaaidde Benog den 20eten Janoaii
871 weden het ofneibffral. Den laten Fdmiari
doot hg met dn Fnnedien geneoiMl Clinetiant
een verdrag, ten geinige waarvan het Fiaoeehe
DigilizedbyGoOglC
' l«gei, ongcTeei 85 000 aun «teik, dt wafiena iw-
émegie, tqn 260 itid^n geMtiut orèiaMÏ ea
op ZntoeiBcfa gicudgiebM m ii iiiiiiiJli iiiTi kwik-
toBt getmtamMod utaA. IKnnM ketnl« Benog
iMng tot iqD noweie betnèUng, dre van diM
ilei artiJkne, en Heef üuRMk iwr db i«rtiet«-
nng nn het Z«ill«H«che leger. ZirïlMilMid is
dKMiaa de doortMtutde leocganintde nm iqn
kiggwMdrt rawchnWigd Berwg owleed dëo
iUen Fdiniiri 1894 te Au*a.
H«nof , 'ow/, den ladni FetooMi 1659 te
EtHg in OoBtenjök-SoagHge geboien «todeCTde
an de Ttdnuax BMgeMiwol 1« Weaten en
tind DB 19a bweedb atMteexunen toot ,3kiiing«-
Dieoi" gMun te hébben, midec q)n TCrdere
studie te ToMooien. in 188S m (fieiMt dm de
MMtiiofrIabnék no Oonx te Boedapod, ««w )q
meA den bouw vaa ciedrietfae tnaioffen en Id-
dktflDetten bcjut me. Hü ie voorwl bekend ge-
wDMcn door d« door hem MngegeveDmeltiixlen om
fawBiiiUflltfe lièiliii^,iiifliiii op eennmdlge w^
t« De(iÉ«iBD. Tao zgn hand v«ndi«iMn TetMbil-
lende weriren op bob gefaêed tmi eleetroAedmM
o. ft.: JDie Bteedmnng tMAriedwc LeatnnuMt-
M k> Ttworie und Pmiilb" (4. I, Benliin 1914;
dl. U,Bei]iJnie05); ,yHuKlba<!b dei elektriieben
B«leDcUui«" (3dé dnk Beil^ 1907). Bode
werken lyn dooi hen ge«lice*ien ia nmeuwet-
kiMr met prof. Cl. Feliimaim. boorieenai ue
de Tectniecbe Hn^eRfaool te Deïlit. bi 1905 ieg-
de Berxog i^ betnUui^ bfi de KnM (3a«
neeiv on nog in 1907 biet dErtom na fledcó-
teiiMMKik iogeninv lu de TnftnMciie Booce-
ednoi ta Ddh te bduAen. Dmik TeetSede hy
■dl wen als ingeumr te Bo«d»peiri. Benog
OTslcBd den 2«0l«n lU iai5 be Li«aa.
HersoK, £m(Iie, een SwiUeiMbe eoneeet- en
i^era-angwee, in I186O t« Ëmutfqgen eeboien,
ontTte^ hau onMdiog te Zurieb at ifoncbeD,
ddntecrde in 1860 md de bofopen te HOndhen,
Icmm in 18S9 tma de hnikiÉ»» open te Dei-
V^ «auMn « tot 1010 m±iaad«o bked. Ze
moBMe nA )■ het eoJamUw-genie en ma ne-
daal ali JftMart^aiigeaies beroemd. Vooi4< Bet
ig »«fa <i>r«nl ook els «inentzaogeres booren en
tnd als loodaoÉK eTeneena een groote rapntatiie.
T«D 1906 tot 1«]0 was iq leeiaree aas de ko-
nkAJnkc h(x>g«sefaocA ytxa. mmU te B«dgn. Z«
ia ^Dwd «net den eehiqiei dr. B. WMi ed
maat tbaaa te AMtmg.
BsnoK, RtidoU, een DnilKfa achigfei, den
6den Deêèmbei 1869 te Bumen geboren, tm
Mist TOOI de indnstiifl t^igelaid w(»den, mau
eiadeeide later te Betlgn in de WQsbegeeita en
weid, nanweljjkB 28 jau oud, ehefredaeteni Tsa
de ,jHam1)nig«T Heoeete Nsehriebten", wette be-
treuins bj) na twee jaien Teiwleaelde ntet dia
van ledaetenr van bet feuHeton bq de „Berliner
Heoeate Ntebiiebten". I^ter l^da bH ook deie
beti^ing neei oan ikb ffeheel aan eisen letter-
kandij werk te kunnen wgdea. AaavaHel^ vee-
tigde liq vooral de aasdacbt op lieh door iqn
tooDeebtokken, xooala .J'rot^tion'' (1893), ,.Hei-
lenowral" (1894), „Der ehrliehe Name" (1885),
,J)aa Reebt dei Jneend" (IS9T) en „Aat Niasen-
•Imw" (1907); UTer eehreef fajj, behalve een
bnndeï „Gedichte" (1003), eenin noveUen en
vMtelïngen, lUsmede een bundel „lïedei nnd
(I91S), vooral nunans, waaivan vooral
.,ne Wiakottens" (1905, 99ete druik 1913). een
hnitengewoon aaeces bad en hem tot een der
Dni^eEe lietelingwebiiJTeia maakten. Van zgn
laligke vio^eie en latere romans
noz: „Fran Knnst'"
lenn" (1896), „Daa
13), „Nnr eine Sthaoroie-
goldene Zeitalter" (1900),
„Die vom Niedenbein" (1903), ,J)ae Lebenelied^
(1904). „HaoBeaten" (1909), „I)ie Bargkinder"
(1911) en „Dugioaae Heimweb" (1914). Verdei
veidjenen nog vermeldiiu: ,^tler. Tod and
Tenfel. KiicsagediehU" (1915), „Vom Starmeo,
Sterben, AnfeKteben. lEiegegedtehte" (1915) en
.«StroinUwEgang. I^amatieebe I^cbtiug (1916).
Hsnomibnv, Beinrieh wRj een Ooeten-
rjikaah taatpotéÉi, den lOden Juni 1848 U Onu
gefaoren, «tndeeide oodei Deuoff te Weenen, gtqg
in 1672 naai Leisng, waai hjj met SpUfa, «w
BeiileiK «o Voldikmd du „Baebvcceinr atMlitit«k
en eedect 1875 IcAUe. In 1685 weid hg dbeabenr
d«i coca^Hüe-aUecdh» aan bet otmtüenimivai
te Berlbn en lid dei Academie. E^j oveiieed te
WieoiMden, den dden Oetobei 1900. H(j tdireef:
a;mci4MMH«eiii, een mofbotdaii geJkid „Odj*-
lëar', klavieilrio'a, ■1nKltatleI^ aoMfte, koórnver-
ken. eeen .rRMtnieo", een dm, ««tona, offceat-
weiien, fiederoi ena.
JÜrnhmW* (Batbagne, Haibmng), een hnd-
Rtneek ia Bd^l^ k» bat noonnatge boogaUM
Lok, Koks vu de Ilaai tasBohen loik, 9t.
Tnifeu, Tienen, Bamut en Gbj en ia betóenkd
doei ijja gioote vrudjAaaaiind. Qet komt of«p-
een met het vCTagere gr—fwhai) HaAengao,
wRannede Btitdrik 111 in 1040 bel boogsttt Loik
«sater UsadiMi Niihard bekende. De oorqtnwke-
lÖkc Pagut HaibanietuU in heb oode Anatiaeit,
irae mifpebrakter, «enl dooi d»n Dtncr, Dyle
en Uaae beaproeéd en had Waiemme tot hooïi}'
alad.
üaalodua, een Griekeeb dichter nit de Sete
eeuw vóör Cbf., wee*) te A^a n Bonotii gebo-
ren. V<4gens dé adwake bemAiten. w«H:« omtttnt
hem inn medegedeeU, stfaAÉte bq een dMitei-
ïgke tAoni, dSle aA meer toelegi» ep Iwt vcr-
apraiden van nat^e kennte dan oq bot nriieer-
l^n vao de bden der bdden. Dsamit ii bet
«eibaat ootMaan van den we&trqd^ dien B«tio-
du» met Homenu te dwÉUs (>«D)gena «ademo t«
Aidk ol te Detoe) km gctamdea taeUxn. Hen
T«nniAft^ dat Bettodvê in den tempet vmi Ztm*
NmHaau hg Naupaktna ia Lokrig om het leven
is génmctb. Ondar da gedkUn^ dk ods afa vso
hem aftenvlig lön «wpieneid, beUaadt de
„Tbeogoiie" een vioraamelue dec ombte mTthea
omtmot de riatanwniDg en oe daden der sóden,
alemeda omtrent de iwicdaig der werAi «s eei-
■te plaaU. WaaiaehJiDlqk edter is dsae „11»»-
gonie" niet het week van Mo diditm; mng i«a
'anduBande. Vta dkUwlgke waaide beeK ech-
kenfiïfat „W«ken en dagen", dat tooi-
tec iDD kanncM „W«l
sduuten oratnat den k
. . de <'pvoeding, de
iMBng eno. bevait. Vmi Htdere gaaitem
'eticaiu i^n (Been bagmenten benraard
geUetien, & a. U vwt de inaarijfnBg van ffero-
elea' kuUl, botwKft ecbtcr leede de omten niet
ann fieaioitM locaebreven. Ibt de beate natgaMn
der werken van desen aebtar bevMOcer^ tne van
D,o,l,zedb,GoOgle
Heslone, <te dodvter
van Troje, en Tan Leusippe, zou jloor haar dood
den UnmL van Poteidon ranteoen, <£« wegviM
wwordbreok Taa basir TWleT een rr«eselijk mon-
ster faod a^esonden. Om dit lurtste tot pnxii tv
diien«iit w«nt zy aan een rots vaetgeameed Jinftt
Bohter beaooht Uerackt die oorden en b«k>of<te,
dait b^ liet ineteje beTOi)iieii ■ami, indEen Laome-
tton hêfn die pradttige paudkini nilde atstaaiv dfi«
Zeut Tipoegei aan Iccndng Tto» yoox den roof van
(7anyin«(lea gea^hon^n taiid. De koaki^ stiemche
hierin toe, doch toen Heroeles zijn t&eii velbracht
iwA, fal«ef de TerrTiIbng ckoei beiotte aditenwi
dareeg, en g«tf flMtone aan znn lorijcsmBUrei
TefoMon ten buwidijk. Z|j adhooi aan deaeo een
Moa, Teueer getBamd. ^^ólgena somniigen veilliiet
iH laiteiT hd&r editeenoot en nem de ngk naat
Molete, waar lü 4e vroaw wenf van koning
Beapcrantha £er. is die nMm vn» een plan-
teneeelaeht nit de familie der Iridateeën. Het
(MiidersclKd<tt idcA dioor het beait twi een Uknm-
Afk met een re^lmatigen, 6-d«eligen zoom, 3
tot aan die bh>eniiilekibuiB geecSieJden ïtempele en
een dioo«vTu<Jii. Het omrait bolgenvasen, Ae aan
de Ea(^ de Goede Hoop grcieien. Sonuni^ mar
ten benDoren t»t ifc aiflrphnriea, wioaie H. falea-
ta K e r. met UaetnddtdlLpipeD, die van buiten
lowl on T&n bimeo wiit zqjm, eo lOei een pnirper-
roode buis; — en H. radiala K e r,, met voil-
Kiode, aaax één v^ oreibaingende bloamen. Bo-
vendien verdienen n«g aanberding: H. pilota,
met behaarde Waderen en H. grammifolvi mert
o^aande Underenk De v<BnDQeTdedng geectiiedl
diooT laden en bofiotjes.
Haapeiiden oi Aiditare vnn den NwAt, v«4-
gene amderen va/a Phorq/t en Ceto, T&n Aflo^
TBo Hesperaa ot van Zetu en TAemu, wsiren vol-
gens Apolloihrvs 4 lueter», namelijk .il£^2e, Ery-
fAea, Hejfia en ijrelhuw, en vic'lgenf ApoOonius
S: Hegperia, Erylhea en Aegh, tiemgl Diodoma
m 7 vemieildits andErem decnte S. Zy 1>ew9éktem
met den honderdkoMMgen dtaalk Ladon in haar
tuin de gouden afj^elen, weke Hera bij haat hu-
ivcilük mèt Zeut van Oaea ten gcsehenxe iniitvan-
gen had. De Tuin der Hesperuien laf volgens
ApoUodoru» op hert. Aitteegiebergl», doen vio^eiw
Uenodus 'sa aet venre WentetL HeracUi mukt«
üoh van die gouden appeten meester en acbook
ze aam £iiry«Iheu«. Dom echter Uot se bem be-
bmiden, «BAma de h^ ae ten geschenke af-
stond aan Athene, die ae weder in geodemdra
tdm ptttedl^de.
Bespsrldlcn UurantiienJ, Ci»HmOu. i»een
giniooeiê^ dat aeor neoiwead ie in bet wttte,
spduaacLtige gedaeUe van csaoje- en ciitnien.-
Bohüfaa en ook ia die UMtraen van Cilnti aurart'
lium, C. e^inensi» enz. vooifcomt £ij kiislalli-
seert in zü^^^glanaende, reuk- en smaaklooze naal-
den, kat moennb op in watM en atoohi4, smeltt
bij ongev«et 251* en v^cmnt dooi bet met verdoD-
de luren te koken, rhamnoae en heaperidien.
HesporU M«t dezen naam nerdni door de
mde Qheken de westmecVe gelegen teiuhn aan-
gednid, vooraJ Itadie en vemitgenis het Pjtc-
oeesdie Scfai^ieiianl
Heaperls L- ie de naam van een pbatengie-
akcbt uit de familie der Krvubloenuge» (Ont-
eiferen). Het onderscheidt dch door acbed gebo-
gen blioianfchderea, een klleir tuaechen <!k loDitc-
re metUiaden, 2 aan deo t«f) vereenogde sten-
fels, een bakigen kelk, een veeteadigen. knobbe-
ligen heuTF en laogworiMgie, oagemoeg S-zgdi^
wden. Hert omv»t éen- en twflejsirige en oreithi-
vende knadlen in Buropo, AmeriAcs en Aiie. Br
Lonwn ± 20 soorten in dkae wtrcUdeelen voor.
Ais gekiredktie eóeirdaDt knntt bij ons voor ff.
matronalis L. (neebtndoKeT of dhmaatUlMtn) met
bb>en»t«ten, c&e even kng of langer ^ dan d«
kelk, omgekeerd-eri ronde bloenblMleneni, iv^nit-
ataande. bijna rolronde bauwen, ea-iaoeétvofmige,
toegeepvlste bladeren, een oobehauden ol in«t
T«it«k«e loTeD bedektan eitengid en groot», paar-
se bloemen. Men vindt van deze een aantal ver-
soheödientieiien im Diiitsetfland, Ziwitseiianrct en
Kbende. Ia Hongarije en NeckT-Ooetenrqk beeft
men, ff. fm(ia L., aen 2-jarige eM«ptant mrt
praditige, groene, paaiBgeadeide btoemUadenn
en korte bauwen. Be lennneTideriing geschtedt
door zaden. Deze ontwikkelen zich, in half war-
men bak gezaaid, voorspoedig modat ie nog in
denzeUden lOmer tot Uo^baie ptanteo op-
f^roeien.
Hespen», <le akorgenster, befaoort n^gena
Hetiodu» tot de aonen voo Atliaeo* en Eoi. V«4-
gene een andere aage was b^ de va<fer der ffe«-
periden, een aooji ven Alht an een ?Toot vrieod
der BterrenkiUTMle. Toen hö eens, chu aen loc<i der
atemn gade te shsfi., den berg A.tSw beUom-
men bad, werd h^j door een storm naar beneden
gaworpeit mi venÜweeni nwr aitJjdL Te igaat ge-
dadit«ni« gaf men lya aaaea aam de eetKKOMte
eter. Hyginua noemt hem een zoon van Aurora
en van Cevhalw en voiliMlt, hoe hfl aooieer door
ecbocnhiedd itLttnuntte, A«t hn ApkrodiU B(U.er
den opgejig dec wm vertoont en daarom Pkoi-
phorvt (Lueiter) en fleapenu genoemd wordt. De
(mtdleyd'ng, dat de morgen- en wondster deieü-
de is, w«rdt door Plinitts aan Pythagorat, door
andbren aan Parmenide» toegeachreven.
Hera, Johann Jakob, een ZMtseradi godge-
D,o,l,zedb,GoOgle
tewde, (fen 21at«D OoboÖM ni\ te Zsrkti &«bo-
nn, BtaAeecde atdaar en wenl ei in 1777 dnken
en in 1795 eente p<«dikai>t ea antwtos ikc
' i bet IcMitoD. B4 OT«ite«d den
J«0a" {17S8— 1773, 6 Al.), „Von dem Bcócba
Oott«s" (3de dn^ 1796, 2 dia.), „GeRchichte und
SdtBStw der tupoéaet Jwa" (4(fc fridi 18Q2).
.OeMbüUe der bn^ÜJOi." (1776— .176». 12
db.), ,Jjcfeeiiuc8diidÉi« J«mi" (8«te druk la^S)
en oudcndinJen tocroedawo.
■•«M, .ddotf fVttdneA, een DniibMb DifiwuBt
en eoB^MHiigt, den SOsten Anffatum 1808 tie %im-
Un MUren, na» iMiimg nn Bomer en KöUer,
JD 1927 tveede «^Mat '«» de EUwBlwitfakeck, in
1681 «Mete ec^uHt vut d« Bernhuddskeii r-
Tenler ook djiagent mt dte sjrajihanêeconeert*
te BfeelM. Zqd or^elBpAl wwd wer ge,
rao ^jn ecnmoaiÜBB s^ qp o^«lniieikea
geUeven. Hn vredeed den 5den Aiipiatue
H««M, UemumH, een Duitedi bAtotcv, d^
aden JoU 1877 te Cdnr in Wai4t<embei« gabo-
nen, beoodM bet gTiniiMinai en me «nteic
f«lg«na *b tMtBMne en at den boekluyidel
iMt
fw. Hij
J ade (ielit«r op
„Bom<uti*ehe Liedet" (IWS), «unm Tolgi
„EfK 34>iMide lM>ter IttttcmacU" (18d9X „ffin-
terknene SthnEfen vod Oe^cfato" (1001, cndei
den Mthniln&am Hermartn Lautcher, in 1908 tiei-
(kokt onder den ütd „Berwmn Lniedwr"),
rOafiiUe" (1902)^ êo nMOHiB „Pater Ctanen-
zJRxf' (1904), dde een iKÈbeogernxMi aaaax had,
en „Untorm Rwf' (1905), dvt de kwelling b^M>-
dA die méwm) cm tncfat vnor vele ktederen ople-
Keiea. JKeaento" (TglweiMKugen, 1907>, „UtA-
bem^ nöf verCeHnsien, IW^, „Uótermss" (0e-
<U(fateg^ 1911). „Uni«««K^ (iwlettkven, ldl%),
„Aw IndieD" (1918). De gmxMte irerdJeBatie' nn
Heffe bcotm in de atea^ag èa% hy ioi sjn mt-
teKngen veet te le^g«tt.
HiubbHiiI: fSooftw etfhaUa) of JfeiiK i« een
Mfitnit^TjëA, befaooTOncle tot de fiunitie dK
CaryemfKfiefi (»e alikar).
HltiWlInr. ^'''^ CArwtMtni, den ISden JuU
1859 te Ametenkm gf^xneo, atndBerde san de
faoaoMdMari t« Itfdden en {mranrreeTde aldaar in
18B6 Of een vcoeieeliBalt, ^titcèd: „De neu co-
noMWMn eptw Ghmm eapte nfeoib*'. lik 1892
weed M un derieltde hoostedMot pirirawtdooeiU
en iü 1907 buMengtormn floosteeFMC. ^m nxv-
MMOMte McbtflieD i^d: „Ov«i het GiMvdt
dar MidddMQwea. VwidiMfat" (1808), „Charot.
Ein Beitng znt Eeontnis» des neugriecliifdieD
Tolkeghnbeoe" (1897), ,Jm enq liTiee de fat lei
(La pentKteoqoe). TndDdMO en néogree puUiée
en sKractères bébralqoee k Conateirt^nple en
1547^ tnneerite et vxxtnft^nSe dfane intnodoe-
iii de tBAftonde. Uit beC ^DMBÈfc TertauË dm»
D. C. Hestelinq en J. /. StOverda de Orave"
(1809), „Elet Afrifceamsch. Bedrage tot de to-
wfaiedmM der NedeirtandMbe taal in Zuid-Abi-
kb" (1899), „BfzMttram" (Oeeabeinke Voorouder,
TV. 1906), naama ook een Oneteebe -««rialidg
rawttaen „Lee mota nwiüliiiMa «opnmtAs peir k
299
^«c MU laofluee romanee" (VerituidleËvffen dei
KoDaiiklgk« A«denu« vao mtenacliappea, efd.
letterinüd», V 2, 1903) „^<t n^ferboÉaade det
Deeoecbe AattilDear" <ld(fö). „Uilt BvztuAuun en
He^' (1»m). Sadeit 1905 iü hq totóereOaMiaT
dat „W«teDa«fatfjpe^jke Htaden".
lTmwTrHnh_ QerrÜ, éas NederkTukcfa god-
geieeide, den 26atlBiL Otibabes 1755 te OioningeQ
g^vna, stodeeide ««ret te !AWn> en daam» 1«
Gfontn^D en wtri boer im 1776 bavotdoKl UA
nwcato in de Ti^e koneten en tot dlootoi in de
wgabegeerbe en ««rtrok toeni bau Anwterdem,
(ND neb ade atudoot aaa de kweekednol na
Donp9g«nnde taen»«D te bten insehiirTen. Kft te
Btriewud, waar hji in 1781 bet leenammbt aan-
Taant tiad, 1>M{iqg«aKul predEfant te z^a ge-
weeet. werd hjj in 1786 hoogleei'aai toot de
DoopsReiiiKle tbeoloKieche studenten te Amster-
dam. In 1797 en 1798, t^dena de afw«iigheid
in 1800, toen de hoogieenu Pm Smaden Ter-
trok, <Mna kseen wmb-ib de mertlteaü, logiea,
metaiptajeica en l^Taea. i!k n*tourkiiDdige
DUMtkbB h^ naam Arói een Iqidiiaatatüdhe oot-
dekUag en dn» de beafcttdfag vaa FratMin'»
tbeosie omtrent de «Jeotrieiücit; ab gwljnAuerde
<Ioor tqn beklemde pnintdmaMagtit en dnoi
lan: „Ujjttegknnd&e wootdentMiek tei ofttieède-
nog no de 3<iHUtea dee N. 'Deatanienta'' (2
dm., adi! dnA 1604), dat htmig beatnedeo^ maai
ntet kjwM doM hem TRded%d werd. Dat fajj
ook de NederJaulKbe tettettoiule beoefende,
Uykt uit liio leriiauldbi^ .,0«ec de Bcdtand-
•ehe üébttaiAt en pioaodno. toeraiBBt og het
ifajUM&e en matran der Ouden'' (1808). H^'
wéritte tmde tot atüAtüOff der Doofcgeaode
Socattrib en oreilead den TïdeD Nonember 1811,
Vaat ün gvacbritten lenudden wg oog: ,.Hj-
cboaiitiiacbe imbaarifeJing over de atelEog tIm»
einffen wwen in gcfikBOoriaM Ttoaietoftea/'
(1807). „VarhMMieKne vu» den iftrloed Tan bet
baiginlijk bestnar op lafan tmu godedjenat",
dmr Teyler'e OeDOoCMbap bekroond en „Vei-
** ~ ~ Miog oyer de bemuHn, de ds sdugver
den had aan de BebreeSa bad seogauide
hert boogeocicateawAu^ Tan Jemi CbniatnM/'
(1796) in dë werJun van TeyUt't Gvaodtadw.
Bssaelliu, 'oAmnea, een N«detlbndach gw
Beleerde. i& 1522 te LeuTen gvboten, waa een
boeieoiTnead laaa MieKUt Bajtu. Naidat hq aA
in 14D geboortmlMdia op de wgabegverte en god-
ffeteardtwód had toegelegd, gaf hjj lelf oodeiwa»
m de theologie en wrad de opaólgtr tan Mar-
linut Rielinmut ala bDogteennr te Leimb In
1S63 bee&f hij zkii me« Miehiel Baju» en Cor-
neliiig Jarueniu» mar de kerkwMgMfeiing te
Tiente en oroteed den 7Kken Utmatoer f566.
Hij heeft een wete lAtijnacbe goeehriften Mwe-
laïea, Tan wefte wü noemen: „CatecMemus W
tiwH" (7de dmk 1674),
(1658>, „In ï
(157S) en „Ceosüm deqoi-
boadm Sanetonim haaCwüs" (1508).
üaiiali. Jaeob laadEèaer te Qent en Üd Taa
dan BloetkMd iu 1566, wae een aa&aien^ man
Viglw
. Deoe neigde, ereniria haai ooni, tat ge-
DigilizedbyGoOglC
matigdbeid «n bedong ió6t liui huwelj^, ^t faj]
het Hiibt na iiroeBiieQi^enHu^ b«tw«ft hq
toen bekleedde, xn atMe^gim, w«»imii. hn e<*i-
tier DMt «iUe hoana. Hea vMtMaJt, <}»<l hq la
den IUmI nu Benette emioan^ diep en, bq
de «ttnMHDf ontintie]4 beA npnal «trü^:
„Ad Mtèboluni, ml pMUboluin" (uc d» ««47, mo
de eÜÊg). Lttter w«rd hq proamni-fenerul tmi
(kn Ré^ tw VteDdiei«i te GwL, cboh u 1677
dooi de ÏÊOiooa» dbet atul opgefaiffigen.
HenMn ie de laam «en een ondtOermftAn^
ecben mlnatHn, mfte te men dten n» Katten
ihwg^ ki bet ta^eiMfiotai^ Oppe*- »> Neder-
HwseD gwertgd wm ea kA mdwurte o>T«!r
bet On&Md, oostnrMite orei 'nwrinpen i
breidde. Het de RoaMÉnea kmmen in u IS
Otv. JD MWfitiTMT tbeo OennoMeHe nno boofd-
idMl» Uftttinn ^nie^ en KMnmadeB bg On-
denabeig') ieiiri«rtl«. In de nigtai» eeuwen
«oMHen de K»tt«n weg '» het noete Teibood
der TWaÉMi, en doOT de — "— ' ■■
e «erixuHig *«i dnen
sd het koddec Heeeen
e l«lMB.i(jl»i gomnn ki QetMii, mfte.ieedi
dóór Bomifaeuu en ^ leetCneui be>oebt wer-
den, mmn de Pttdbmbt HeeMBgotiw w da
Obeikhngmifr. Zg irerdot tqdeu de Frutkiaeha
komngen door gitita iMetnurd, t«d «elke de
maehtinte het aertogelök gewg in Prmnkeluid
en wém ib DidbMbe kooüigAinMo jornama.
Zulk een Tont «ma foenrooii J, doch n4 dieni kiD-
d^OM OTer)j|den en des dood len ijjabreeder
Eberkard trftdeninH«sBen<)Bdeneh«idengrkfd$-
ke «•laehten^v.OiideideseDWkreiidegnveDvni
OudMubero de maxUinte. Dtm «en famdgk
OKt de ertdoebter vMt den laaitste deaer gr«f«D
KMiricrt iMhwük l, iMfdgvuI wm Thurinfft»,
bel gaaïmbmp Ondéndberg, en d de «Minenlq-
ken m QeaaeD «rten^ faem tk baei dea hnda.
Toen «o 1241 OMt Bemdrik Baspt hot g«riadri
«er r ■ ■■■■ "'■ *
maak,!
hertog Bwdrik «m Br^^, au^uk
ruwen eo HeaaeD en kwam ow «en TeomiiKwi
etr^d met baai medeifager, maikRiaaf Eensik
de* DoorbÊektigt Mn JfeifaeN (eea oerf Tan
Bmdrik Bmpe), door bet <m:dng tw 1263 tA-
tlniH ia bet be^ nn Heaaeo. De won i«n Sc-
fkia, Hendrik 1 het Ki»d, de fltankTadep ■nat bet
ÜOM oog regeereode HeavBdie Bhuê, veaUgde
ngn >eM te Kaaaei en iivid «k I^ikinw8t er-
kend. Zgn peiaoonlfik gmndfaeiit, bat graafeAap
Omdenibefig, im» «wlei kMa en iqit 'eontelüke
niMbt lo Oiob in «ele gMabdMfpen Tetdeelde
Beaaen geer beipeiU; maar iQn uJumeCiwaï
hebben wb aBanga in bet beut «eten te rtefien
dei iJaoiHlerfiike gedaeJttn, tonröt zö odk bisten
Haeaen aanawnlilDe goederen -rtnkngm. Hnn
aHMnriken op Bnbuit l>tereii eehtn modei
Otto en Johttn, iman mn HefuMk /, «dlden
in 1900 bet iQk Terdeehn, docli <kar /oAm «el-
dn künderïooe ixTCifcfA Ueren de hndcr
eDi. en ttet lija rijk acbter aan ijjii Mef flermm
dn Oeieerde (1&17— 4118). Dex had doov het
gedurig venet -der ridders eeo wer onioatige i«-
gecadog. Ook atreed ba tegen Adolt vm NoÊaau,
maai ^«rkteeg da beedMEamiogdq orer de ibd^
HmfeU, txmnttM door aankoop de heKt «ao
bet «miMbÊ^ liabetg «n de heerij^ldMèdl mi-
keied»rf. Lodemjk I de Vreedxame, 2ijp jongsfla
Moo. Yciig^ ben oo <Ui8— 1458) en luneer-
derdie >de twdw^tjke faedttiiwen. Van edd noen
oaMeaLodetevk U de Vrymoedi^e (14i»-<1471)
Neder-Heseen met EaMel, en Hemdrik lil de Rv-
lu (14Sfr— 1488) Opper^Se^ea met Uarbwg. Na
Mn oo(Id9, «egeiLa deoe 'eerdeeUng ~*~^ — ,
wwd Zjegenbaén met Opter-Heaaeu vereeoigd.
Ten tMÉiDen Aen oMKhcjuige Moen yuc £«de-
tpyA // werd het bewind geroerd door bon oom
Hendrik UI, Aa door zj^ faaw^jk bet giaaf-
eeiup KatzeneUeDboffeii aan Heteeo bad toeoc-
Tïegd. Na zgn dood kwamen de mindeijaiiM
wmtm I en TTtUam lil Mb het beaSmr. Ha».
drik Ut bad ioi «|m%ar ia 0|»er-Heaaea ma
Mon IfiUem il dea Jongere (f^-lSOO). 1^
lem l (t 1515) «tad na igu teragkeea dt Pa-
fcatioa kraokannig: en mmat ia 1483 alataad
doen <nct dea trocak, dki, dkaf üj geen kdadenea
ha4 ten ded iM MD ijja broetfcr FiOem IL
Toen in 1500 ook FOtem III kindeiiooe stierf,
kwam Wiüem II kk bet bent *ml gAtd Heann,
(M bjj in 1609 aaa agn 5-J&f<geB aooo PkiUpi l
den Grootmoedige aditeriiet. OidnreDde ign una-
dEajarigbeiid werd bet land ewet doos een adel-
Ijjhe fegeeriagaewnnJpwe en ^eirotgena door de
iandgiaTin-moMer met de Stenden beataud. De
ofdnatea in DnitocUaod «tcd McMdIng, <kt
keuM JfonmtltaoN rmla ta I&IS dei> jeu^dSgen
laodgiaal me«rdei}arig Tcrtikaide. Umag nam
deae ded aan den BoaeeoooriUg, aaa da Herror-
ming ea aan bet Schmalkaldiaeh Verbond; bQ
atichtte uit de goederen der «^gehevenklooiten in
16S7 de wnerallMt «e Marinig. Hg oTOfhed in
1567, oaMf hij tgn «wtiaod onder inn 4 Btmes
bad Teideetd. IFtllem 7F de Wfte kreeg de bdft
vaa hot land mot Euael, Lodewëk IV een Tieide
cMdedRe met IfartMuv, Phiiipe II «en aditeta met
fteiaMt,G ' *- •^" - '^ —
Oeorge I een «ader aebtate met Dmio-
r PkÜife II teilSaS en todewik IV in
1004 Undeiteoa a>nriBden, Ueren alleen debooM-
dier beorifi^dMid Itber, de bMb tan
Ignen Beaien-Darm^adt en Bee*e»-Kanel be-
ataan. Zie yeid» hg Heeeen en HefaeH-IToaaBl.
MobiMa Ton Heenen OUt-
bnrg 18M); Diemar, Staoreihe des thiringi-
eeben Lnadgralenfaaneea nnd des hesaiaeboi
LankraiteabMiieB Ua sof PhUiw» den Gïvaemll-
ligen (DumMadt 1908).
Kmmd (ne de kaarten bjj bet DoUaeha
Itj)k), een tot bet Duitsehe Rgk behoorend
grooÜiertogdom, ligt afaesien van de eidn-
ftê, Uuedun 49* 24' en 60* SO' N. Br. en
toaaAen ?•»' en 9*31' O.L.t.0., grenet aaa
d^ ^niaiedie jxorinoiea Heaaen — Naeean en Rgn-
)eeti, het koouikTSk Bei«ien en het grootSientóg-
dom Baden, met «e aidHvea g«deeU<t|jk ook yid
1 kooBoktilc WOrtteoiierg
m. (1910) 1282 051 la
Bet beateat nat tw«e
noSdaeb gebied Tan «dkaoder geecbeidm
deelan en M kieuKrc io naburige stalen gelegen
D,o,l,zedb,GoOgle
atatt«ih Het m»M^ deel, door dm Bön ge-
eeheiden, Tormen «k pronnaea SUrkenbar^ en
Rjjn-HeaMO, het wjunMyk deel de proiHicie
Oppet-Heea». Bkmen Henudi gronc^tdued lig-
gen 6 Buleiuclie en 2 faiiuÉiiiMj ei<AiiiTea.
Bodemgtfteldktid. Beauo ié Oeiek
Ttak, deefe beml-, deek faeigbii Eti noonMHk
deel u gTOcrtendHb tieigMbkiir mat dao Vogefa-
befs- ifa boo^tte todemreiMbic. De mn de
tamddketen uur bet Z.W. locpEDde Mignw «rudt
bn den Main een tiiniufciiil itt goMnd had-
■ebiip, <te W«tteifta, dkt 4i^ emel nit jonge,
«fi Ufcqbe phktBtB door buti^njggtn MKHrtno-
mnn twMMit en Ij) ent lengte iwk 5i>—
60, «en bieedU mn SO tan. bs«ft Ia bet Z.W. en
W. Tindt men nMoaoeM tan den Tumua, dta in
den WiutienAeML een hocofc -na 589 m. bereiken.
De pcoraKÏe Stutenfamg mndt m d« O. beift
gebóri door het OdetHTOod ü^vDomen met den
KraUxig (£89 m.) th b(N«fttMi top. Dom de
BergaHnMe mmlt bet <«mi bet W. d^ de Byn-
ifakte «carfMiden, wMn&n lieh öo bet N. de
UMorlKUe Mufait. Saa-Senen behoort deek
tot de RJiaTliAle en ia ded> «eo gotrend faeoTel-
laad wMet UHienlglK bodeniTerbeHingen. In
twt Z.W. ded ider proriiieie tindt men nog nH-
loooei* na. de HMidt (BictLeAefg, 821 m.).
'iSïi
het atroomgeMed vu deo Bön, iiecMi het O.
deel 'm! den YcgtUoua bcfaoort -Bot <M th de
WeiM. De booldiMÜi h de It<n, di« orer een
lengte na 90 fan. door het pignUi.. „
' ' "" > mo TM i<e(ibte: Nedur,
, . --- ■• {me* de HllndBgvO«r-
Kweni en Nidde), Urn (met Ohm, LmnU en
WieMek); tu lUs: de Seb en de IMm». Tot
het rtToongefaiod der Wewi b^booran de PiUb
Tïodt men b
faMaen enz.; budot i
WiCMrfen im Bevg.
Middelen van
, , in de W«t(«TMi; de
^■brengat i» befrekiiel|pk gVDOt, mau in T«Tsrit«i.
<&B atreken in>T Tennoerderiii^ T«atbur. Bina
de bellt der mpaitUkte vm het mootttKÜottwa
ifDidt door aBDere en toaoen (48.9 X) .14,] door
wwdeiu 1.8 don- vjMbeiveD en 91,2 « don
boMO wgHMmeo. VvAaaoA nnonleD auAppeJan,
Mgge, ftraL kh-mr, ineeioe en ImwI. Tnuaboiffr
rüiSt men hq Haiai, DknnrtiMll^ OllenbMfa en
Friedbe^, gioenteotealt fcfj Hombaeh en Qon-
aenbttim (Up Haan). Oditeelt {méa. peren.
keiMO^ altrikoaen, pernèen, kaatan,]» en wafao-
tea) ÏB leer fatoiend. WgofaMnr komt
IQk fa BnKHeaaen ' ~ "
STOait op de bnvnefa 1],
NierateMc, faigeli^m enz. De «
' -^ * ^ .Ijvin ■ " ■ I
1 1910
fa '1»11: 387625 H.L., Oer mmah na 2G mil-
lioen Tauk. De goiMUeble jaairigkacdw opfarengnt
w«a wor de jaren lOOS— 1912 298000 H. L^ tec
waande tki 15 nWlitaeo marie
De veelMlf «wdt meestad in '«eiUoidijig mat
den fandbottw «itgeodend. Ter «rtwtefang v«a
bet paudeniaa beMaait to Darmatadt een etoete-
iQ. De roodertedt ia na meer iief«ekMua. Ifen
tiadvt door het m atand boDden tmi de mviima^
den bntban raaaea^ met san» raa bat Odeib-
walckt «n Togefabaiger nmd, «o door knoer nn
met de kkale itAoüiagiai «necMnfcomande dis
i«n, den meeatapei mer aan bepaadd tjpe te ge-
ven. Da aehueotlBrft aa MÉtfennCgcgaab, de vai-
k«Daktten) toegammao.
Oe laatdboiiir «mdt lan ataatair«gie fiowMiteL
w«tena(^appel(ik en tMtoiaeh geBteönd
De boaaeoen bvbaigen «defaerten, dambertcn,
reeSi^ hann, konnnen, bMndera, daaaea, vaaaeo,
mwtbra «n wüda katte* an sw^pen; de iMecan
baars, karper, bliek, enock, laceflen, faling ea
Vmbouw woidt TOonl in Opgur-Heaaeoi oat-
geodetkd en daar TfadC men ipa-, tsoinknol- an
mnmgaiman^ptfln. eanige KotbrauMn en een aa»-
UI gzeramriterqeiL Ook nitgaatrrtte Taenkgan
en ffMt klcisoorten, landateen, mannei en an-
dere ateenaoorfen kooien InHeeaen voor. iln 1910
oetfaoeg de ODvrangat'
jjaer ^. . .^. 840000twif;
4mnBMÉ ■■ 460 000
Jcedcenuue 19000 ..
De nyverAatd Itmrt iD da aant ^aata lader
en lederot roonrerpen; daaanaaBt bmlt man 4i-
baka-, chemiaehe- en metaal lalwiekan, Terdei wor.
den «r «ftaimaBMiÜaeba ea terfmiaebe praepaaa^
ten, loealem, iaatrnmeii(refi, nMUnea. werfaela.
audewerk, btnÉiweA, monanerende wj^oen ena.
mrvMMigd Bat aaaiiy «nfterlafarieken borhaagt
4, dat der bieBbroBwerfien 98, der brandewqnato-
koTÜeD 180. BQna 40 X faai de bevolüng )eeft
vao mniboiiir en affnerixM.
Hmdtl en verkeer ecacentreeren aidi vMral te
H^ti, waar ia 191J 906 4S4 «on goedmin fa de
haTens werden aaogenerd an nitgeioeid 476 5S8
ton. ToofMl mat eaia land is da bande4 aeer Ie-
T«Dd|g. Post- en telegnohraaen ataan ondw
rykrfieataiir. De kiwta der qmcmwegta beikoeg
ia 1912 1472 fan.. & der ktmatTMcen £000 km.
Door veradiiBeade basÉen woidt de haaMM ge-
Beeekavinatloottand. Tooc het oo-
derw^ wordt TetfgvifaMi. & wven ia 19tS 979
openbane lagere aefaofao roet aiS 709 heifingen;
de berhalifKsadufan «eedn beaotlit diwr 27522
Wrlmgen. Verder vamn er 1 1- gymnaaéi. 2 pno-
en 3 nal-gTmnasia, 82 hoogere bnigeracholen, een
Ifaidbnw. en 6 bMgere mefajeaadielea es 49
Uaondere tebote met 8790 Iterl'ngen. De Uni-
TWHkeiit teOMMen,lBld'14SAalnden!aeii, deTeeb-
Diaebe Ho<«eMbaot fa DarmttaA 1347. Veeder
wa«D er een mml aaata) wA- «n ambaebtaaelw-
len. Oped»re «iWoAeken en maaea Awen ver-
der tM de TokaoiitaUalfag b«. Takj^ i^a da
fieldkdige en dawmede verwaaOe fastMfagen.
Ba «(«ar. Hat grMAapfagdom Tonnt een
ondeelMre eoaatitetHmeele moBBinAie met een
crooAenidg aan bet bo<^ ta wfana f
Kroon erf<4^ ia, Tofeeaa bef eeratge
in de reehte ma«et$De ^ en bq c
DigilizedbyGoOglC
Tjw maoike^e vAüge nakmneUDgea. tki
vmouwielÜfae. Bet mWgieimiMl get»^ dMt <lie gioot-
hertog met db kfuMaiMleD, bc^tbande out (w«e
Kamen, d&e jaarïjkE door hem suaeogeroepen
DioeteD walden. De Eerste Kdmer ie sameiwe-
«CM wi de meerdlerj&ingie nrinfen Tan net
gnootiKirtcgeil^idDe Hoia, de bootden dtn g«iDei£-
aÜMeide getluiiltei^ een Ftnoteatmte^ geeatolg-
ke (pnefcat), de R.-KattMtteke Uaachop, de kma-
seBer dei liooMMbool, Mn vmUegwwoonOgen
Tin db TeetvuMw HoogeadioaB, 2 Tertcsenwaor-
digera van den ade^ en 13 aAirsienliülH' !uge»ite-
Den AaoT den ^nxitdMpbag -nxn faun ^eiieel« le-
ven ^RWKind. De Tn«ede Kwner be«ta«t iii< 10
atgeva&iili^dtn der 6 steden met eigen kiesrecèit
en 40 TeiDt«e«iiwixaidig«iie der kleaiiie ebeden tn
van. het nAuttehjul, De iierk^earng der Ledeo vwi
de Tweeoe Kmoct geednedH iodGaiect. De Kuneie
bemStea «el het iieobt -v&q petötüie, eobter niet
van initiatjef.
De ^roolheM«K wurdR bjwMtacwi door
ataatMimiBteite, «eabaaiide mt een mmiatec»
Tan BÜMBenkndBfbe Zakfa, van Justitie en <tu)
FwuMiAk, elk «eei «enifc afdeeltngen omvat-
teni.
Het kiri k v«aideeld im drae provuusM: Stai-
_ . Opfieir-HefiBan en R^o-Heseen. «enen
„KretM" omTAittead. Ln den BondBraod bezi^
HesMn 3 atemtKn. naar. den Rökschw atnurthet
9 alg«vau>dAgdien. Voor de reditepraM Mteit een
h(Mg«t« mUbwili t« Dsomiladt: diiaiondbr nee-
dcateeren de dMe necbtibaiikeD m de drie provin-
eiee «n de lagere letMMfliuD,
Het leger TOnot
'250te) óiy'tait een
deel vmt beit rj^-
leger en wel van
het >l8de legiei'
Het wafieo (aie
de alb.) TertooM
sodept 1903 een
gekTocnden, door
zièi^r en rood
ti«nTODdig dMaTB-
verde«Men lieeuw
op een i>Uuw
veld'; in den Teeh-
ter vDorfcUuw
houdt lij} een
BW aard. lepwqlop
het achiU een
kieon inet twee
bei^ele prgtt. De
nalionale kleuren
tön rood-wit.
De twgTootJng vau mi3— 1914 bedtaagt a&n
iniefDsfen en nütgawn 74 020616 Mart. de
BtAstMdn^ 443 962 837 Mart.
Qetehiêdenii. De Iqn Reegen-Dafmttadt
is (^ Heiien, voflustMn) gëattidiit door Öeorge I
11567-^1596), dk I» bot kóndei4oae ov«rlq>den
TUI zö*L bpoeder. Filipi con Heaven-RlieinfeU,
een dode dwA itbd diena bouttjngen Terirëeg.
Zirn mom Lodeirgl^ F (1596— 162«} kocht o. a.
Waaien van H«>»»en.
het anAN Ejedsterbach, erlde na het kinderioo»
orerl^ideD vaa qja oran Codeu^fc van Reaaen-
Marbvrg (1604) een gededbe vaa OppersHeteen.
Btufattre de Lmthersche ooÉrciraLtalt !« Góeseeo en
elelde het recht Tan eerstgeboorte Tast. Oeorge /I
regeenfe van 1033 tot 1661', bevordev<de Tooral
het adaMilrwezeit, en öja aaml^Dt Lodevyk VI
(1691— lfi78) 1 . . , .
— 17391». _
weUjgd; Lodewijk Vlll maabte «en enode i
den langdntigen striH* tegen HeBeen-KaBBet over
de evif<i|)iY(dging in hèt giaAtacbap Hajimi, tenrö)
hij de heerinkheid Lichtenberg Terwierf. Tea
t^jde Tatj. laé^k IX (1766—1790) weidten be-
Isngrnke bervofmingen in den Btmi iDg«T»eTd
dmv den vrf^er von Jfoaer. Deze. (Ëe mog ■
kmoen doen, moest eeUer tengei
uMwilükbedeD
ngeiw^e tan
twd
Mftraden. Lodewyk X (1790
bIg sehaóelooMtefliag vooc 9»-
Ledeo verideien (2200 T.km. met 100000 mwo-
neiB) bg dte Vmde wk LmAnOe OSOl) en laMr
hel bertogdofn Weetfalen, gedeeltei» mn Kenr-
Mainz. £enr-PdU en het hoogstitt Worma (6000
T.km. net 220000 inwoce»), voegde lieh bg bet
RijnTerbond en aanvaardde in ïBOo alt Lodewjik I
de snwtttertiageJi^ waknKghBil.
B^ edfet van den latien Odobei 1806 hief hQ
de oüd<e iaatettlngcn 09, die h«t hod met Seeaen-
Kassel gemeen had. In 1813 sloot Lodetcgk lieh
bij de VeriMtvdeo Mogendbeiden aao, waarnnar
hem hef TOortbe«4aaa van Heaeen a^ zeüatMkdi-
ge Blaat toegezegd werd. Op heA Coogree te W«e-
Den werd hem een gedeeAe rm ^ g>ibieid obI-
vraarvoof n^ EdndetooaeteJILiog kiveg
bung, awkert bet begib vu de Idde e
Henen vertwoden, werd weer een seUatMMÜov
Bondslaat. Onder het beeOmr van Lodetvt, «e
lidi sedieirt dm Tden Jié> ISIÖ gnootbertog «m
Haten en bei Rhein ooemda, nam het luid apoe-
ddg jo wetraaii toe en kraeg het een eotMlïtatie
(17 Deeetnfcer 1600). Tetstand na ds ti
i Lodewgk U (16S0-<144«), 1
" - Ded^Utede.
tnoiëefe laken kreeg.
deed 00b i_
haai nwfeed geUboi De ngMring trad nwt
gioote bTMÉd tegen de onioaten, ^ op veie plb*t-
een usAbnkea, ofi. De iMKkUg wierd in 18^ mt-
bondefi «n veweWBende amotemieD o. a. eON
Oagern on^fagen. De regeenng kon aêeC beM-
t«D. <fat bg de VHiUeomgen van 1884 een nog
etereer oppositje in de Kamer kwam, die na hefti-
ge debattetb tin hlataeHde jaax nog oottMndeo
werd. Id den Lmddbg vm 1835 beschikte ie re-
gcering vret ée meerdjerlheiill die ai) de baar
TDorg'JEfde w«t«en aaonam. LM dtmrde tof 1647,
toon de o^ipcMtae weer de meerdeiOteiitt kmeg.
Lodew^k benoemde 'm 1848 ^fn loon tot mode-
negeut, ontrioeg het miofetlepi^-iiu Thit eo ptut-
Ertie co» Oaqem (5 Maart) auv het hoofd nuk het
nieuwe KabiiMrt;, dM vrgziiiiaage geloften deed.
Toiea ron Qagem na ügn henoeaong tot ptMidept
vwn de ItaiiMlK Natinnale VeigadMing aftrad,
werd eeret Zimmirmonn, hiter ffcnip (JuÜ 1648)
D,o,l,zedb,GoOgle
T^ opm^gfj. Onder Lodewik lil (1643— 1»T7)
kmm een luenivie Ueowét tot staiwl «tte voor de
Tiroeda Euner «Ij^MDeen stieiikTedbt imoerde. Ty-
ijfe» de bcraadriagingen tüiddon aan de Baden-
sobe giuiB d« HteHGcbe Rmipea de uit bet Z.
bomeiMle r«mMle t<««ii. Ka. 1«49 ro^de de le-
g«Miu|i boe boger boe meer de Oostem^ikeche
«(Millrande. Rau^ luiu zjiu ovtdsg eo Tiiijbeer
nm Dabeigk (b« aUtar) kwam aan bed hoofd
dei nken. Een der «enste reg«eiikwedadea wm
bet «tttt«d«u niio HeMoo uit de UoLe, g«volgd
dooi de afhcodigisig raa «en inl«awe Meawet met
t<er#l««te]liDg vao d&e «sji 1849. De krwjhtwiui
deze samengeioepeD lAnddaf stelde, behslve ao-
dere leMtiouiaire nutr^^n. een nieuwe kies-
NseUos vuA, (fi« de oude orde van zaken 3m-
atode. nv dco in IdS9 geopenden l>uiddttg kwum
de leoh in .1S54 met den IrcmAk^ vao Maoma
gerioten, docb eeret ja 1860 ter oftenbwre kemnxB
Debraidiit« „otwmenlminBt bOavtitaie ót rae«Ui>g
dsc nriwodhiKen tbo d«n Stiaat Cot de B.-Eiiho-
^ E«tk''r^ de i
it ten) Btngt]
da^ MD 1862 geopeatd «epd^ beMdnkt« de „Fort-
Mtnt4i|)Mliei", d&e bet «Gct ran 1848 tM pro-
gnmm had; ov«t «en gioote jneendei4)«id. De
Oftbeffliig dtr pM«w«t en nü andere reaoticnmad-
re mutxegelen weiri dadelijk ^iBcbt. Na den
dood .van dea tutatea landgraaf van Heaeea-
OooÉmif (24 Hurt ISOO) bwun ifien land md
het'groa4beirl«j^dom. De nweenng gebaarde ueh
ia bet emifliet itnw^n nniisen ea Oosteinrjjk
Mu de zjjde van Ooatenr^ nam uiA deel aau
den OMkg en moest bq dui vrede (6 Septiem-
ber 1866) bebaNe de betaling van S mtllioen fki-
TJJHD en den alctaad van «en vrij a&niienilük
srondgebied, de tcmUdk orer bet poatmeieD voor
' Pmieen en bet InHraden van »i bet g<ehLedi ten
N. tta den Mnib tot deo Noord-DuitMbeo Bond
bewilligen, In rnil krec^ Seeaen eeoig Proieiecli
gtimd^baed. Den Tden April 1867 kwam daar-
op een milk&ire eovmntie en «en d- en defen-
meS veïbond UA etand
De oautandigbead «<li:t«r, dat de provónoies
StoriMutrarg en> Rjni-HeMen in baar «oatboid»-
igUMw) vao dea Bond vtoegere pnv^di^«e be-
bnUeo, ïeódde tot moeOplwdeD. Het toetnedem
na gfbed Beeaeo ttot den Bon^ dooi de Tweede
Kamer, berhaaldelük geSischt. wen] dooi de
Eerste Eamer verworpen. Den 15den November
1870 aicwt de reg^ermg te Veresüöee een wi-
<k«f over bet toekeden ook van he4 zindelijk
deel tot éeti nwowen Duatbcben Bood en. een
v«oi4(M(>ilgie overeentomat bHtavffeode de n^lai-
re verlwodiageD, die in 1^71 bindend weid vei-
bkard. Vm Dtdieigk tiMd mi al (6 Aipril IBll)
en na een knrie AoBBCfaenre^verïng k^am Hot-
mmn aan bet bewind (18 SepteoAer 18721, ilie
viemftdInMie beiivonndingen tot stind brai^t en
o. >. een nienwe idieBwiat intvKwnde. In 1876 trald
üofmann af en werd opgevolgd door vrijhee»
non Siarek.
Na bel kindeitoa cyvM^O<kii van Lodew^k UI
T<tedle zgn, neef Lodewiik }V bom op D13 Juni
1377), Teng«vKAge van lieit margtuubtieoh huwe-
lijk van Lodewifli IV roet mevrouw vm KotewUiu
nun Fm Siarek in Mei 183j ign onteli^ en kwam
Fineer m ^a pkituts. Düt wae etihtai slecbtB een
peiGonua-, geen b^ncekMiiamiïeD±)g dbar bekPen
tat de D^onaaJ-ldDCfiale oait^ bdiooTden. Behal-
ve op kerkellft gécoeA Waróeb wel«anitweipen
tot stand iniaxe het belaatilngweaen en db bevor-
deiiiiK van Inndbciow eni vimeer. Na den dood
vea Lodevnjk IV (13 Mujt 1892) nam vja zoon
Ernst Lodewgk de legeeiiiig otcs. In 18d8 trad
Bothe in fmger's plaaite, .tot vnen in 18d9 de
Twie<ldle Eamei het veiaoelk lidHite dir-eot stcoi-
reebt te wiBcn invwarea, wat in lf*02 geedü'Mkle.
De moedlijèabeden, (Mulfitaan door belt kfindérlooa
buwiriyk van den ^ixMitbevitog, werden dbn Setem
Novcfdnei 1906 mt den> w-og genikod dooi de
geJxKH^ v«ai een tirooDiOpvia^eT, hem dbor zjjn
tweede gieonaJin, Eleonora van Solm«-Hohensolitu-
Liek, geschonken. Na den dodd van Rothe bnul
in Februari 1906 Braun aik miinBt«i-9i<e«Hdaiiit
op. In 1907 steUe d|e legctamg voor dat de Eer-
ste Kamer tooiUma a» bestami ni't 12 do»i den
groottieftog te twnoemen ledeo, vwtits uit 2 ver-
tegewraorwers van dan huuftonw, 2 vra den
bMuM en de oömrtMid en 1 van den hanthrer-
knastaiMi De Tweede Eamv hhi 48 toden teMen,
waanwi 1 5 uit die groote gemeenten^ dien bg
geèetmie ait«mming te vecUezen. De vrgiimMge
en Booiaal-dempeiwljsebe putliien uverden voor
invoering van bet lUjbfidbgfiteanRtJit. Tuaeehen
Eerste en Tweede Kamer wM er enietig' v<er-
sebi] van meening naar aaideWng van den slech-
ten toestand der staatsfinantien. De ministet
van Ëoantiin, dr. ÖnmitK trad dsAwegen in
1910 af. Dr. Broitn trad in liju pbutts ofi en werd
bü Binnenlandscbe Zaten vervangen dooi von
Horror gk. droote oppositie maakten in de
Tweede Kamer de aoda^UleiDaorwIen, w|ji de re-
geeiiAg benoenMDgen wa hun partögenooteo tot
Dufgemeeater stdEelmafeig wflisóde te bekiaobtj-
gen. Het kieswetontweifi van 1000 werd eindelijk
m April 1911 meit dendge wijngingen tdt w«t
verheven. Tengwotoe "Mt de oviefeenJromcri; tns-
Mben Pr^nen en Heeseo botieftemde de staalB-
^MMTWiegen, begonneD sddest 1911 de staatao-
knnMten met de iid(ea)v«n in evennnidit te komen.
Swlect belt uAbieSen vaiD 4dn Wereidoorioff
gbeta^ka die Eoöaat-dmnoeiotlea in den Liuiddag
vooi die begTDotding.
Literatuur: Sv^d, Historische Uebersioht der
Teni'torialver&adefmigen der I«n4;T«lsd)aft
Hessen nud des Oroasbenogtnms Hessen (2de
druk Denofltadt 1.372); Soldait, OeBcU<irt« des
GmBsheTzogtum» Hesaeti (Oieaeen 1806); Küeh-
ler, Braun und Weber, VlertasBUnga -nan Veinml-
tunge«ecÉi>t des GnneheiBagitnmB Benen (Daim-
staA 1894—1897).
BeMen-Bombarr, tiiKt 1866 een kad|;raaf-
Bdtup, <fet aft tnnee dèëhsi bestond, waarvan hbt
eeru ttun» tat Heasen-Nkseat^ bet andere to4 de
PruiisiBahe RqnprenÜHde hAaittl.
Beuen-HotHburg, een zijblk fvstt Beiteti-Darm-
ttadt, werd geatkitt door Frederik I, deo joüff-
st«n noita v«A Oeorgt I, don vcigens de» vrensch
" " -"22 den
vaaiidtJK. Door een in«aw<e verdaelüig onden zijn
tonen werd' zü w«dei ^eepÊiM in de zjUjoen
Betaen-Bingenheim A Heasen-Aom&urj;, dïe na
bet kiDdlerlOQe oteillniifeo da> bedde broedei^we-
dei aani «en denden bnoeder Frederik II, den be-
D,o,l,zedb,GoOgle
HDSSËN-BOUBUBO— EBSSEN-NASSAU.
kenden Brtadxaiimiffittea yétAnaamehÊJk. Ui-
mgkwamen. FniHdw Hn^notoi die bö io fg»
kul riep, heyvtieoika db ngvcfbeÉ^ mur eecet
^p) 1000, Frederik lU, «isC de UnUwogticAd
te iviknigen. Toeo oen UodealDoa mmeed,
wAett» ^» neef Frtderik W (1740—1751) ham
Of) en op deoen w«dNr qju nidtaMicrjftriBB moo frt-
donit y. Ooder desen iMltMie ixml HeMeD-Hom-
bDEg bjj de q)iMAing' tcu <(ko Böidnnf in 1806
ten guiwto vanHessen-Dumetuit^QiediatiMeid,
muT iD 1SI6 TCda bamteH Den^n JoU 1S17
irod bet toe tcC den DoDtetdKD Bond. Na den
^iod Tso Frederik V TioS^n i^a 'IK uma n»
eliHiMleT op, wurvui Phtlina Auguêlut Frederik
(t 15 DMXfnbei 1646) rank den 4den Fébmui
I64S een groodpet beloadda, A door v^ Inoe-
der Ourion/ Jvouahw Frederik (t 8 aeptetnber
IMB) den lOden Ife&Pt IM8 &^«lH»<%d « on-
dv PenttttOMJ flendnJt Freder^ (t 24 Haut
1466) dea lOdfen DeeandMT 1S4» doov d» LmmI-
dig pwdgtkennd weid. ^ woed echter T«ed> den
SOeton AftA 1852 ireder owehemni, Dur Ferrft-
nond deo 249ten Ihaot 18S6 Utaderiooe orerteed,
kmm bet hodgnafMiii^ un Ifewwn-DggmgtfcAt,
du bei edUec bg deo Tnede meb F^nrieen ^ Sep-
tember 1866) Mm PniiMn mawt afetiuii.
HMsan-Kmn*! of Keur-Henen bleef Iwt
ÏD 1866 een Doitich kMBTOisMaidani. telde oo
&580 T.lm. (1664) 745 OBS iammen en weid
ne dien t^ een gederfbe ram de PFoieiMhe pn>-
yiaeit BeMeo-NiMMi. ITtUem fF de Wme, ü>
bet utikel Heseo (T^AoBtKo, iw oUMtrX w«rri
Vffs^tdl^ dcnr ^in sooa Jfourif*, <ï|e de Henvoi-
muK ofnlieladc^ en de» én IG2T door ijjn looo
WMem r, dü het wM. raa eentetfcoorte itk-
vctenoe en m 1637 cvvvned. Zón brtwder HtmaH
stieMte de in^jn fleMen-RÖienbiirff, en ign
broeder Snuf de ij^^ Heuen-RheiiJeU. WüUm
VI 41637—1608) Tenriert bg den Tiede tmi
HiHMitn een KKoa<) gedeeHw md h«t ^mImImp
ScfaamAnug en de «bdü fienteU. (^ Willem
VU, dAe in 1670 ownaM% o>vei4oed^ viokde ^
.broedte Karet (1670— J73Ö>, en een 3de broodw,
PhUipt, ipeird de aticUter its ^^ Benen-Phu
UpmMid. iDe moo «u Karet, Frederik l, «edeit
ITw koning "ran Bvedtn ek gcmwl mt t/lrtf:»
£fenore, de soster en opri^gster fan K<rel XH,
benooDde ^n broeder trifUem tot stadbos-
det in Henen. Deoe TCflffde bem » 1751 op ah
knkn^ WiOem Vlll en oraniead in 1760. Zqb
■ODO Predertit fl (1790— 1*766) TerateiUfe bet
\mK «I fiet Tu 1776 M 1784 tc^en gimk be-
lifcii ongweta 19 000 non in BDg^nhen <fienst
in HoociMmenfak sbüdeB. ^jo «oon Willem IX
aMtinasdde in 1808 de kenmrate^fce wiar^S^
beid ale tTtUem, -Kiioor bü «feu Trede Tan ISlrït
(1807) lön lM>i dat io bet koniArjifc Wtatfa-
len wevd w^tufio, doco kveeg be^ dmA iMog ai^
dere kodenk in 1818 tisnig eo vwi^de ün 1817
een gnodmt nH. Hg nwd in 1801 opgemiled
door ign won IFtlfein If (li» Mm), Ae ut
1 881 aanr zgn tck eeUA odeov^ noodvot f^ -en
faxt daarna aan lorooaprkia Frederik Willem ih
mederegent de itgeasag opdboq^. In de jaien
1883 tot 183S OtttBlaaJleu er vale ooungenaarm-
bedea taeadwn bet rataMeiAe Haiien^tug en de
rorfegenvoordigkie en ki 1847 MitTaudde de
kroonpriiw^aedeTegent de regeering' ak keor-
vorat Prederü TTiUem I (me aUaar). In HMit
1848 weid de TWtgewtog in viöxina^ecn gust
heraien, doch reeds in 1850 kwam weder bet
reaotÏMiimafce miBMtcrie Baêatnptlug lan bet be-
wiDdL De Tergadedne der Stenden weignde in
dat JMir de beHing dv dSracte belartaigei^ we-
gene gemis ma iSbiÉiÊigea omtrent aé gelde-
^jlce aamg^egenttedeo, wamm de SteodenireigB-
deiing «ntbcMBdm weid Bet aaaMeoÊt gal borel
tot b^Sng dM tJaatinpen. do<h de neeütiMoken
daAfftae möK be weifan, waan» de
iet bwluM naar Wilieèaaibad rtnagi
i negraning de bnip van den Bonfeikg
de otdo te Unfcllen. HertegeD kwam
I -nmtt, doeh de Bowhnad beafett
Den lat.
«Uatm KaaMt en Fulih. io-
neinenr. Den Baten HoveoAiv bad een gatt<k/t
ftêaSm bg Bronae)^ docli door een oreraenkeoMt
te OkntMi werd ftiAwn 4a([ andene iamMeu om-
■ - ■ bow«g».r
nta
ingeTcó'derd, terw9 i
de "gewone rechtspleging verringen. In December
keenfc de keorrorat nnar Eaaaèl tertig en met
bera de reactie op «tnAnndig en keikelSk ge-
laed. In 1858 mikfeKde de Bondamtgadmiog
de grondwet nn 1691 met de taoenoegiiig ran
1848 en 1849 opgielMmn en gal tnre gmilran-
ring aan een ineowe grondwet, door de Ragee-
vnig nstgcvCieW. In 1855 onMog lla$eem.^litg
1^ onUcr, en eodeiit 1869 onMood er een be-
weggng, üft benttl der giondwet van 18S1. bt
1860 werd een gvwga^gde grondwet tSgAxtoéM
en in 1802 de gioodwet «ao 1661, aïimede m
Ueawet van 1649 IwnMl Intaaeefaea «na ec
Toortdnrend wfyriag toBadien regiseringi en ver-
tegenwoonfifpng. Tarwgt dese do wwMBheid
■MidhionB, kcoa de regeeita; in 1866 de tvdé *nn
Owateniqk^ waarom den iMen Jnoi bet kflid
dhmr Fraöêadw ftdeoen beoet en dra* ITUen Ad-
gostne 1866 bg PnMen m^döM weid. De kenr-
Torat acUtte bat ter wiB» nk rö Tennogen be-
ier arii me* den bcaang wan ftinaeu te venianiK
B^ ooMoeg tqn endènlBDen •»» hnk eed en
begaf ddi DBAr zgo eoedenn m Bebemen, waar
bjj dMi 6>fcn Jaooan 1875 arerkitd. Tbue ü
landgraaf Aktattder Frederik geboren den
25eten JanMui 1863) de v«iie^nwooc(Sg«r van
<fit geskdtt.
TAb: Bahr, Daa hühere Knitwewn (Kaeael
1605) en Rötk-SPmlord, OeacIMrtie tod Henen
(3de <knk Kaemt 1B63--ie86).
Hmfnn Wamn. een Pniiaisebe pttmnncK.
grenst ten N. aan WiealMea^ WaUeck en Sann-
«nr, ten O. aan de proxtinoie Saksen, Sakeeo-
WeoDttr ea Beieren, ten Z. aan Beaenen en Hte-
een en ten W. aan de HguBrowneie. ferwj^ ag
bcireotii» in anleTO pnxrHKiee en staten eu^
iDe pronande, die cm «ftpenlakte nu 16702
T. 'hm. beahat, benlaat groottndedB oit be^
tand roet etedtto wieinig dUen, de meeite nog in
het Z. aan den MainT^t tot M n
t nooidt^e ge-
1 het N. waw het laa
DigilizedbyGoOglC
HËSSBN-NlAdSAC— HE88EN-'ItaElIHPEI£4BailMIBUItiQ.
FuUateten
i Tmcbtfiui 1
a de adMrahn tot
BgnMfa-WMtlMkA
een vMtxxptt Qnogvte bop _.
dMiiot KMsd nitBtnfcb Id hat düatriot Wi»
badni Uggm de TMuaa en IM Wcetemnd met
Aen Oroeaeu DeUbeq ' . ~. .
teuten (S51 m.) ■!■
triet Eanel de Hobe
pe, 950 en do WkA
vn ^a SpMMit en wi «]
N. 4n pnmneie «iaMJik
Jkleiw
Dit i
888 m-V een „ .
kn VoseUxra. In fast
!H« rfth een
liaümiepen en afnndu^-
Q dm Heniftciie uDogund
weMeU Dit bent-
.k BMoeiweM
Mothteeo^ die rieefati in eDM«
adieUilk bedett fa, umi b de hoogere deekn
tveeeben <k FnUe en de W«iTa tooc haSMton
plaatB maekt, t«Dwnl op teirahe [duteen built
er dMwheen gdbienm ie. Uerkmanlg ie «en
groep hiiiiiiiiwniiiimn» met bmAaMm A een
dtoaeBent BanMa Igpen deden tad bet Wcmt-
gebcegte, «fcn SflnM en den Bthiebeig.
Heaten-NMeM bdraort tot M iteooo^dNOd
na den ^js en de WeMc; de grooto rnieren
emnmen KM» MaMr ifl IwTMrtsur iijn/>p df tean
de grana, lODali de I^o en de Ttum w het Z.,
de WeKT en <fe W«eT& a iM N., mder. ia de
iHonDcie ticft men de Lelm en de FoUk mol
Vaa de oratige rMenn TaRm nog ke noemen:
de EiMS en de NU^ fniTiereii tsa den
üaéo), de Oin, W«tt, BenoB, A«r, M en Kfc-
beeii (^^lÉrienn van de Um), die EUei en de
SdnraJtai (iQrivienn t«ö de FwU en de Die-
nel (een tgiiner ven dt Wwer). Keren en ka-
naten heek men er naeti ml gioote moenaaea
op den BolieB BhiSok
Hot kfimMt ie op de beqgeu n • ' -^ •
Nwird-DiütoclM Laagieiai noral
i><>tad en den Hohm TtSa, Ae d
jaar met eneen» bedekt w. In d „ „ „
- strefceo ie dberentegen het Ubnaat leer aaiqie-
naam. De gemidMn jeMtomperatnnr beifraaeS
t« Kneed in llarbnrg bgna 9*, te FrwAtot »,e>
C. de atuaütg 660 mm.
De bmiUv telt (laiO) 3 231 OQA riefcn. Het
aantal KaUiolfekeB bmka^ 627 258. Deprorin-
cie besit een TUttveieiMt te HBcbniig^ 31 ram-
naaia, 6 le^, 'I pio-, 6 lealDngjinnaM^ 9 omts
15 feahelnlen, 9 Inreeksefauen root oooenrjiaem
en 4 Toor i—l><HJ>i»iwawii De hool«^"~"^"''~
der b«<«fting ign huA- en boieUxH.^ .»..,«.
en ai^toal^Kmm^ 45,7 % dw opperTtaKtn mmtt
ngeoomeo dmr rtkcn en tomen, 0,2 dun «üb-
bwgen, K9 door ircAkn en 89,7 door boaeli.
De maden beatMH TOonwau^ alt beoken,
naakteorb en eafcen. Voor hnMlboDW )• de pn<«iB-
eïe naat veer BeeefaArt^ boerel et iBHaieadeD
vToditbaie sti»en' iQa. Daeaeotegen ia de rte-
teelti aeer behngiijk. De otwet betkoeg tn 1913
S01897 toB roggen 156864^ ton ttnee, 43207
IX.
Xü, 361 987 ton hunx, 1 554 069 ton uid-
en 865887 ton hooi. Tuinbouw fuidt
n ei Teri bjj Kaaaë «n lange de Weim, Main
Bflifc Te OMaenheÉn beatMi een nauolD^Beii
— tiduuL. Wgnbooir Twlt men vooim op dK bel-
Uogen mn den Taaüne In de B^pngMi; ifaar
noetan o.a. de beroemde HoeUMÜoer, Johaaoia-
benwr en Baderfwiner. De ovbrengst beihoeg
ia ÏOU 68 lae El,, tor im«de t(m7,9 nüUoen
Mk.
W«t de TecAeeK betrel^ beaat de pranineie
rdktm de haMe TCetnBa» i« 1912 87 869 .
pawden, 584 TM nmdenea^ 161977
666a06w
korrca. Tb DabywTg beita«t een >t«etern^^Bet
dwEetolfiaijjL lenvti jjaenria^ ibeeo- en bniin-
hoJea, bpecfood- en DMiigatam<Mi% l
tem en bonwateeBin. Taa gnmt bdaag iüd de
maiMcalB luemen, «raanan «encbeeileBe, o>a. de
aoaOadBH t< Viediaideo en de DHlnaiiaden te
befaban. Andere badohat-
Sodei^ LangeDaebwameè,
ndort Het water lair ter-
eebitteade IwooBan «oidt TeraoDden (Sritem- en
Faehiagerwatei).
De ngrartMM-U
te io enkele itceken
tA plaaüen, aooab Eaaad [madnee^ good- *>
■ireCTreifceo, matriMDauten), Oroaiabniode (te-
fftt). ïlMb«e«« (leder), Hentfeld (leder. uèni.
FWa tdamaat), Ehoan ^gMtanein, aigaMD),
Fnnkköt (biioóterie)fa^ met- en bronewaten, ma-
--'- cberamHn), Mei (manner)ena.
aaideweik. Tndei wdt men onr de gebe^
pio^^ne Teraprcéd flpnnee^|ei^ waeerjiaii, Qaer-
gaetec^en. '«**»■»■, bÉMi-, paoaer- en enenoi-
aefae MtMeo. I» aomiiiga etede» ia beO *ec-
fceer Tan bB<%Mkeo en itMmdeSoMn d» nor-
naaoMte bnm TMk jDkoawkeo (WieAMhv, Bme).
aa& dra I^n wgnbomr. Db 1
aan de Krenoen MeAeiHie. B
Den doonrnêaeD 4
eet m i» nxmmam » m annraeeemi
wndacM. De eope^eatdeot ia te Eaaad gerea-
tigd. De pKrnnóe «ndt 14 leden naai den
Diüteeben lUftod^ va 26 utar de PniibiMdie
Kamer lan Vobrertegenenierdlgem.
leiiÉteiltsretMen, mrd ta 1468 door Philiri
(t 1731). den deidn »Mn no tand^war WOhm
VI, gieetUit en n«a> bet door dba MttÉa gw-
bmmde sM nMKiallial b^ Vaeha geramd.
H«t tHrenwiODnig hooM der 1|^ ie, eedert 12
Pebniui 1868, ktOgttat Snut (gefaoren 20 De-
eemtwr 1M6). Ben iBvd wb dU Boba, Rêtaên-
BarMM, werd ên ITT - -
tfaane baai tesdentfe cf bef kaMteel AngtHtenan
14 EawnMh. De tegenaraordige hodgraaf OUod-
tMo, gebORiD te DaiB«teUiiit den SOeten Mi
1676, heeft dhie »«» en één deebter.
B0«nn-Kluliifal»-Bot«nbiirv. een nat-
geeUmttt iljSia tcb bet Hoée ffeaaea-f oiaa^
werd fPMtkbt door EmH, den Joagsten aoo» md
kia^nial Vwnto, «e (1628— 1006) BHeibMa
I en, na den dood vaat ^ broeden, de ,3oten-
DigilizedbyGoOglC
tmrmr Qnui" kreeg. Snufa Mnen, Wülem
(t 1725) en KoreJ (t 1711), ■tiebtten de lijinMn
Jtolmburg «n Wanjried. «e^ ImIM» in 1755
nititierl. Op ITiUMn Tulgde lyn won Snui
LeopoU (t 1749). Dienc xont Snuf fow-
tloMtf/M bnd* iH bat nótsterrsii dei 1^ WaH-
friad nMe bevUéiig«D nu ^jn Hw< wen kt Mo
hHMl en tiubtte m door Jvnieriiig vu hoteent-
seboortuctjrt Mmnt t« hoadn; riediU BbeiA-
Ui «H io 1735 tan Beaan-EMiri atlMmta,
trurom <ie Ign «oorUn ook Htum-mttnlniTg
heette. SoMtoilm (t 17^ mrd oMeroleiIdMr
qjo KKw KftrcI £iM(w«l (t 1S12), Me dcnr sgn
KMO Vietor Amadeiu. fataMdwn mno bn den
vrede nn LosMlk de btaiMo^a op (lm Knfeer
KqnoftiM M» Fraokryh Rfeomen, napmot de
lui^nkf door een rcate eAaMooi gtêtM mri.
Op M OngTM te Weeaeit waé bet graw^ebied
B*der gengtU. Dur Ftalor Jmii4«m ^ean m-
tÉKnn Md qjit peet^ paam Vietor «om Bokento-
ke^ekiUingdünt es aom bmde^ prin Cktod-
mg. NmU koderMf Vteler den 13(fen NoTem-
bw ISSt umirMea wm, «h
(or, Mdert 1840 hertog xm Rotibar, d« Roten-
bnrgedie erfeiM.
Hl— ■ ^gartogg, Bnut von, een Ooeta»
ifia^ reitim <D idKinw^ den 31a0e» Febnu-
ri 1851 te Weeaen wiono^ bereiade is 1672
' Ziitd-EnroiWk den WiMt-Iariieeii» Aidiipe) ei
bet fMMMki wk Amerikm. ii 1876 bet Botwe-
ber0te, in 1878 het HMMipfit gc)it«j^ kUrok-
ko, Algcrii H nnie, in leSl tiyotie, in ISSfi
het n]w. Tan Noord-Amerik», ia 18M het Z.W.
ma Hedeos ki IWO de bponMH tco d(n Orioooo
«n de Anmaae. in 1802 ^enje en Hwokko, in
1694 Adttwr-biS, CUoft, J*pMk en Kore» en in
IMS BiM«. Hji icÉiNet o.a.: .J)it Jfiakmng-
BHdiinw d«r N«itMH" (1874), ,J)er oMenra-
Mbe THniwl iwiadien BmIamI and Fnnkieieh"
(1875), „AdmtiBahe Seebideif (1878), .JPrakie-
Mitteit" <1S78), M^-:^w «-!...-?■ (1881),
JTvÊim, Land nnd LeottT (I^), „OM«k and
RettfnadkiMl" (1886), ,Jfen)a, I^od nnd Leoto"
(1S60), „TsQMDd DuS ein Te« im Oeddcntf' (8
dtn., 1896), ,Jlie Einbeitneit naeh Standenao-
nen" (1892), „CIw»m, «óm OmMatadt im ame-
nkaiiteiHai WcaW (1866), „OorioM aoe der
nroen W«lt" (1^96), „Aadaloaiea" (1894), „Ko-
nea" (1895), „CMm nnd Jmw" (1887). .^d»-
tang nd daotKMlHM" (1808), ,.&&nv daa
IMtb dw weineD EUolMNiten" (1899), ..Sum.
Biamarekarehipel nnd NeO'Qainea" (1902) „In-
dien" (1906), ,J)ie Wnndei der Welt" (1912) en
met Braekvogel, BtH Harte e. a. idimel hg:
iJiud-Amerika, Hine Stidte jmi Natarwvndei,
aaia LmwI nsd aekM Lente" (2de dnA 1887). Se-
dert 1881 ie bij «fanwd met de Mngem Min-
niê Rank (iJe aldur).
H— linalm, TilemanH, een PniteatBaitoel)
godgeleerde, den Sdw No*<rabei 1527 te Wcael
geboren, bciocbt onóeracbadcn Dnitaehe hooge-
■rihote». ook die te Wéttenbe^ en want in 1&2
piedtkani te Ooriai. W«Mnt ed«(«r w«i>l bg
«egase d« b<{tagbes4 «aarmedp hg op d« inroe-
TiDK dei Hefvorminff dêatoxg, vit dfeae itad
veibaaimk, waanM hq e«n beroap aantmn naar
Roatock, ahraar bg UKnxe^ki een jair Vktl. Na-
dat hij den bnrgemeeflMr in dan faaa bad ge-
daan. Keerde hg naar Wittenberg ten^, waa* bg
lieh bg UeloHehtkoa Tcnoeede, op wiens aanbe-
TCÜng hg in 1558 tot hoogWaai in de gtudoe-
leenbeid te Heiddberg en tot geneiMl-eifKni»-
(eodoit diei keiten in de Fait* heaoaind iKid.
Hiei TODd hq den ifMonoa Kldritt, dïea hq ««-
gpna üp oTBtbriten tot de laer Tao Colvfit aan-
MitL Bei^fci atröd baarde aoo groote wadnd^
dii«, dat de keorroret bem in 1559 ^letto.
HeaiAiiriiif werd kort daarna sojieTiDtoDdBnt te
Bnuw, waar üj ecUer t^ betidibing weldn
nederiegde, om mb ita pvedBÉJOit naar Haac-
danbwg te b«g»raa, waar mai bem wcbhh ign
onmalalokerv reedt in 1602 ut de atad Teriwn-
de. Niet lang daarna weed hg boiof:l«eraar te Je-
HM, maar oofc laa dsae betkkUtamg muaC U
ipóeAg IJsland dntOL Banna wmd bn iir 1574
wwi korten tod himdiap tid SmuImm m ainK
eindelft ala hooglenaai in de godgelaeidbeia
naar Bebnatadt^ waar hg dn 25aten Septemèn
1588 oreilaed
Bawrisoll Barrland, een dett raar hot
DoMicfae HiddelgebeiBtie, omimt in ttitoebrefden
lin bet laad, dat lieh nètatrekt ita de tkmd e&
Sailebaven aan deWciet totaan dcnJf^n, teiwgl
bet in het O. «rangaali tb ds 'HnniieMbe an
Fraakiadiè riatean'a. fai abonderKjke decka ge-
alitat, m»idt bet feidecèd in den Speaeart, den
rita, den Tolgelabeig en het HeeaiKh Beigland
in bqierkteren nn in bet N.
Haawit. BelüiM EoboRiu, een Latünadi diA-
ta iÜDSaeUM^ dan Men Afuuai 1488 te
Hatgflianaeo hg Fnokvnbecg in Kew-fieaMn
geboren, heette eigenlijk Kom. Aan de hooge-
Mbool te Ecfnrt vet b$ lïdb ioacbrj)«en ondar
^D aoam van £obofHU Coet en hg noamdie aieb
Heiaiu naai ini gaboottefaatd en ffeKaa, oiihM
bQ op een ZoBOÊg nbocen waa Hg ooM
" in bet ttMatkc Haina n Pe F
«ar. Tengtrwilge van da oofai
la|t Iq de atad ea bcgal wh
ontoatatt van 1510 T«r-
' den bisBehap
Biob ion Dobaudc te'BteaenborE m Weat-Fiia-
aen. Deie anidl bon In 1618 naar Fraoktot a. 0.
om in de tedktm te stndeeian. Hiwin ecliter
vond bjj geen betuew, noodst isj in 1614 iqB
reetruribetrakmg t» Krfort weder auwaaidde en
in 1517 boogknaar werd in het Lat^ aan de
iHBTentlwt. Z^a kaaen «ondm gtootea bgriL
Zgn aanleg Toor d» «iefatkimst hal hij aomrvl-
«g DDtwIO^ en gdüke dnkbeeM» bra<3rt«n
hem m aanraking met Ulrieh von Battttt, Ook
andEcfaiekt hg TnemMafi met ReweUm, Btbet,
„ tfld en
ng bebooidé tot dé nreiigate voMatMtdna van
LuthtT. Diar meo eoita algemcan te Wittenr
beiK in d« tbeologie begon t« aindeenn, *mini»
d«td« het aantal npei booiden aaaowfkclgk,
wodat hg iu gcUmgke Teilegenbeid genakte,
wannit hg ^red wen door een beno«n>ing aan
het paagettichte grmnaainm te Nearanberg
(1526). In 1584 keerde bü eehtw, op vnlangen
ign«r Trieodm naai Erfort temg, doch hg aan-
Taai<dde weUis cao bani^ aJa hocglenaar m d>
DigilizedbyGoOglC
nSSS) m orerked ddwr dn Sdui Oetobef
Hg MQ toonokcr «en dn boogttc plaataeo <nd«i
de I^ö*)*'^ £drt«n beUsMleii, mdten hg lith
da moeite segvren Iwd ua 'ign gediehtca de
kcUte haad te tem*»- Hfi loreidB een «chtor-
Inke Tcrtifag mn de „ftikDeo" «a t(a de
JUm" MO Somenu. Z^i» ^enlde^ bemiBdfen
hem deo «othmui i«b den DuiUehmt Onawi
der dhfatcri). Een iMitel üj^iK V>P
en griegenhéidq^ieliten beeft hQ nTt)
cndec den titel .fijirM".
Bastla, hg de Orkktm de jgnhwwii^gfce
godia
«tiefateter «d
hettaiMtor tan
bmiüe en «tut,
wêa een dochter
nn KroHM tn
RibM. Ah b»
•dberoMter tu
4en huid ïn bm-
Kn en tempek
bracM men haar
l)|j het h^a en
einde na elk <d-
lei pUigelfeia;
ook liep men
hu* hg «Ie ge-
beden en «eden
un. BTCMle 4a
haard het midd^
purt *ao tetboia
waa, waarbij aHe
tamlUepkebtig-
beden genen) en
iM]f|<enoi&aD war-
d^ MO had ook
da atwl »n bet
aan haar gt/wffit
Prrtaneion ak
, waarai ót
«te ataata-
(Taata Olnillua, Route).
fanden en mannt T«rttett«ida kolosiateD tikii
*oor den niesiw haard medeaamcn. Baar
haardvnar in den tempel te De^riii itoad
■aaat den OmfAaloa. De Romeiaen isdentifi-
eeerdeo haar met Farfa (sïe ^daar). ZQ wordt
. . „ ) Veila Ouiitini-
mri (ii« de afb.) in den Mnaeo F«rIoimi« te Ro-
me haar vooraMt, wonit betwgMd.
H«sroli«at»n (EMekadi = mefeDdeB,
OtietUten) aanbaag«n th een m^ntiaeh-qtnetêi-
tiadie ridting. Hen viedt ben md da Ilde tot
de 13d« eenw, vooral onder de iDon«.iten van
bet k]oaal«r op dien bew iiSboa en op den Stnal.
TSi MRen in het ongeathapen licU. dat op den
bèqg VtiMr aut Jexiu adieen, een dnoraune pod-
deMjke wetüngvwjfae, en beweorden «kt KcU te
tanneB mh, wnuMor lij m«t gebogen boold, n
ToLtnaakte nut blgvend, op hnn nsTel itaarden
(Tanthar Omphahiftjiekoi = na*eUNwm). Polo-
■ 1320) waa een hunner t
ete TCttenitwoordigen (Palusiirteii), die eobter
in KiailaMiiiiiihi ponten beatredau werd door an-
dere ttMOOikm, 04. door SarloAM. De Bynöt^-
eebe heiien menffden aMi in hnn )mt*er«eUJ-
kn en beid» pangen e»nmnHni«eerdan eftm-
der op een viettal nnoden «an 1&41 tot 1S51 ge-
booden. IX« na 1861 fM nlt tn gonate lan
het beaTdrfaame, wnt fao groote betreekenia k
gebleven vooi de OridEBA-natioaak tbaoèogia.
Baarohliu, <*n OrMieh taaJfamdigie ait
ÈiamStii, kelde wairwhgaijik tai de 5da eenw
na Chr. en mtraaidiede een Oiiekiefa woonkn-
bod^ da* bjj gedaeÜS^ aan ondeN ieoka ont-
zegnwgaen nit de gveehi^lttn Mn dkhteia, Mde-
naan, peehaedlArffwra en geneedtandigen nr-
rnUe. Een nitatAande idtmn lan dK «eik k
die vaa RiiAMtMiiu (LeMen, 2 dfe, 1746—
176SX k«er wriMterd dm BduM (17%) en
Sekmidt (IS67— I86S, 5 S^).
SamjóbliËM, bggénaamd lUtutrü, wa« ga-
boortiB Tan Mikte, laelde in het begn dv Uo
eamr en k de aehtÓier euMr kmoiek, van wdke
hagmentaB, o. ik dnt over de atneWng wa Kon-
ttasKaopd, ^ bewaaoid «Uof«n. Dk waik
kMpt Tan dea unagnkn tft? tot a» den dood
Tan Jnotlaakt. Tinln bMrd» hq een aUiaba-
Macbe maallat der laonmaoate GriehMlM ga-
keiden, dnli deae ia meereDdoek a» de weiken
«aaOnduen DtogoM LaMiua onttttad. BtMa
gca^nitteB qn dm OrtlU is 1820, door l'regtr
m 1901 nitgegman. IfeiyeAtiM' Grirtieh leiiBM
na leMMme woord» en giiwut 'm diXK Mo-
Tih Sekmidt bMMikt (1SS7— .1868, 5 dfa.).
1) n
««do Orfckanknd boehanmh Tmnwta. Hen
Tond ar voond «ele te d> moto ateden, waar UL
rnke TToeatdeHngen bgeeHWHMn, lOMkte Ko-
imlÈÊB, waar ijj aan dev KemfMMknat ma Afkm-
— ' • ^ Atbana. Doorgaaoi
en cnfaeTepeeMlan b^ gaskuaen ra
gehgenkedgn haar hekoorij^dmlHi
, De omgang mal baVaacn wem bj} de
erenwel ToktreU léet afe lebaiMMjk
oeaebonwid oouiDwa betaanen ffiyfcrtdiwddHT
neh door ootwSdMMig en beachaTlag en «Men
Qnden
dnmua en didttei», aooak Penetu, AUibiadm,
Hfftrbltt, SoervUt, Plato tan. aan »eh t» hin-
dni, waankor ijj giooton imtoed TcikFegen op
bet ataaMeTOk, looala Atpaiie, TAoïi (de uéium-
ree van AUxamder «n later de gemalin van
PMemauu Lagi), Lamia, de hqHt ttm Deaia-
triuB Polionttn en tatdwe. SoranDgCD waven
vsinaard door baar Terkkk^^ knnaten, aooda
de Sirilkaitaehe Lola t« KoitetlM^ o( ig werden
door beroemde fanateaaan verheerl^Dt, Moali
te jUhene door Pttaitekt.
irekken" beeft Lueiatm» en
Pkrynt nit Ifaeapke te jUhene door Prtaitelf.
In de ,3etaereiwe«pT«kken" beeft Lveianua en
in de „KetaereooréoNit" Aldpkrim de aandacht
op deie TTOPwaï gorcttigd.
Hntenrln fresbond), de naam van een g«.
DigilizedbyGoOglC
H'ETAESUE— HETittfeTllUN.
faedm gmMtMbap, ikt op de fetoevtBan nu
lüeuW'QmkeiüiMl een bdm^viMt Kurloed
4m 18<fe e«inr kcMe. H^ tnubtto dncc nriwln-
ring T*a roHttondenm en KdksopnadiDg een
BlAattai«3ig« omweDteling voor te beteidEÖi. Ib
1796 tmou bQ op noodpUilge wnw om bit le-
nn, Dww op de door hem geleSae gnmMsgeii
v«7i«e6 w 1814 «ut' Dvenwe BefaMeite. De hoMé-
letel WM in RatUiMi geieatied. De leden moeaten
l^ hun tMtndbig een eed afleggen, die na
liQO TroanAwMl, hnt n^teida- en nderfkoMM-
(fe getoigile. Het gdMCW gnMDtedMp «wd be-
beeM door een aoombaÊbmt (kfz*). In »Ile be-
>nTMhetTaifadwB|jk«w(* ^
lOdeUmvn oitgebntd. Het i
gm» de TvnoK wee* vooi —
1 ntogefike vardkiatieriitg de
en bncmen de leiden iet
neb bot JMc 1S18 lot bet imUt
bet ottftMUMte* der ooMKeDtieKag te «eiliMatM.
Nadkt gnurf K'apodüfriaf, dk deel lAnuakte
■na bet RuwiMbe kebioet, de gp bem geraUen
knam ala leider va» d» bMd nmaen bad, kooc
taien Aletmtder ïjuünttit, £e db beooenéng
ewonam. ZntAr vaat (dao of TCUoeade rooibe-
nidhig oneBloodeD du wMn aptoevige bMn-
giDfiea JD MaUhrie en Wabebge, «n h» Qtwten-
fanS »M (1821).
Ik bet beew der IMe emnr hjMMbn neb hier
en dbht oei wetenaduppelj^e betaenün ge-
TDmaL & bestcnd iwk in 1813 een be Mbeoe,
die tot doel bai bet böeerfmiuea ran een lonk
tot bet (liricten Tan een boefceif en tui eeo dm-
aeum, btft nrtafen en uiligmfln der WMteo Tan
o«ide tctu^vera en de beronlernig wa bet Oritk-
Bcfae owleiww. Vooral aoigde ^t
KOOT de eBleMÜDg Tan Qnekeehe '
wepeeaow hoc^
[eehe joDe<Mh«ea aas
lêj bram eontaer in
Oriekenbuid haai iii il mMiiii iliin min of meer
oiMfcodig nran geirovden, en ie tluna gedneel
en al ontiioBdeo.
B. «t Am. acMer pUmdennameD
hvriiof TOOI W. J. Hooker (ae aUaar)
AntoU.
B. «t B. uMer [danteaaames is db a&or-
ttng Tan J. mm HwMfroMt (ile aUaw)
Bimpimd (zie aUaacO-
BatMOoyoUaolw TarblndUmn jjip ge-
alo(«n,
1, nnsTonnaee neitMnd
Diet deen wt koalalot
f ook
dige nwtaaktotneh <^ betonen ran it yenS
oiTaona ena., boewd den altgd tot de aïilati-
■e&c mUDdtngeD geEekKod wratak Het gnwA-
ate gedeeltie der botero^dB^ Tecbindbigen be-
■tamt «t tHI of aes Hngen. De voontaamate atft-
itolboDdendfc beteroeydledH TeiUiMSneen ij^
p^roi ktM, pjiidten en ctancrfieii met buMie
a Oiioleen afg«fekhn de bdangi^ksl*.
Batarodox, oiidertUtngmd of onnehltiti»ig.
bet t«gei>o>T«i:geat«JKle van orlhodM ol reehtxin-
nig^^ noetnii men zoodbniR gorodeiis brtmtt m
rizijd i« met de eiteode teewMtineeD der Keek.
De R.-KAtholieken ecbruiken in plaals daarTsa
bet woord ketterèeh, zoodat kttterf en hêUro-
doxie oageroet betj^fde beteekenen.
BsteroKsnads ia bet voortbreng Tan oo-
gelüksooiitige na^omelngeo. Een bgaondeic be-
UrngtommamK m ifie orer de ^nxfaMwgw
autwikkeling der soorten. Zie hierover Uulatie-
theorie.
Hatororonle i» de afmaeEng md een ge-
neraiUs van ma-iiilQlw en vmnvedqka «fiwen mot
een of n^er genemIJea vMk eout wö{}ei. De
voortplftatöiig gesduedt dot ahweetend geeiadi-
teMJk en pai^nogeooÜBCfa. DH «efwAvwel
komt o.a. vnor bjj giiwMpen en Uadiwaan.
Betoromorll* m de eJsenadiÉp na cbe-
miMb gefigk mnenoeeteUe rtotfeo om kt vco--
aiUlfai^ieUBmeD vtn eaiwciWe ateted (rf ia vnr-
aebOttMlg atebdB te farÏBtaaiueraL IM dit mor-
ibAwiadi vendbil gaat eem {hjaiadi gewanl
zoo iq» bnvti es MdFjmïet dhuife modUbn-
tiea VMV intencï kieHfaont. Het eerste beèmM
tot de beiagViiÜMinpeBoetkiocfa.l^mtoScMMb
kbiee, bot ladene tot de beu^oDMlJvAiedkiacbè
kiaMe. De aoorteffike e«Mdite& xün re^. 2,6S
en 2,2&— 238.
HatammorflsDM. Zie BekromorKt.
HstaroniMBla der monai noemt men de
teReüüaUütg na autonomie der tooraal. fiei t^
Meer wwdt anteaoom genoemi waniteM ig
den moaacb aitA v«e hakea al «w* «ooif^
sciKeveit en deifaalrfie niet benet <i(> iota boülen
oaa. Ia de moraal eebter ieta, dat den menadi
vreemd i^ en hem doa van btuteo moet amdMt
amgebrMU, (ka spreekt nten van AeferoaOMie
der nmulL
BetAKWhrlUa ia bat voorkomen vao ver-
sddeDde vormen van UaOen md dbsAde plaat.
DM nnd^oad vinden we bq lomoiiige vratena-
m»A^ vmar de codeigedakea< VkÊiea dkp i«^-
Boeden ziJD en tot een bnodei v&n slifipen igo
gew^n'den, tMriml de dtyveride tihdeo meer den
gein>Den vorm oéUben.
Batareptaran. Zóe liueolen.
■atarostrlla is )>et vwioluKieD ven ' vor-
•duHende vonnen ram btoemoo, bg somouge
idamteiv in belviÜuK tot de len^ rw etj}l en
meddraden; mo vladen we in di( opzicht twee
-voniKn bij SleulMloem, Watergmtiam. Watet-
vioJier e. a., dk men met den naam laag- en
kcntstQËg oodEDBcbsidti tenrnk bg de EolfaM-
ttaart (Lytkrum talieoTia), Eovt-, ondden- en
langatgCgc vtjmoen voorkomen.
B. at G. achter plantennamen ie de afkorting
voor W. J. Hooker (u« aldaar) en Orenlle.
B. at K. achter jdontennamen ie de afkor-
Vn^ mor A. van HiimdoUe [m aUa&r) en K. S.
Xtmth.
BatUatan of BithMt», (bg de Bgjptenaien
Chtia, bg de Hebreeln VUttUmi, naast <!«
EgnrtietMKeo en BabjrkadVre-AMTiiers het derde
groote beechaalde volk van ToM-iaiS. worden
op de ElgipUB<ib« godenktoekeaoa van 7oe(Amo-
tte fff tot Rmua (ISde—iaje eeuw v. Oir.)
vienndd. 2S venraeatteD omstieeke 1350 v. Chr.
bet i# HÜana aan den bovenloop van den
DigilizedbyGoOglC
BafiMt Ranuea II lerende hnn 'm het v^fde
ju» ignu Tegeering (<kB ± 1395) bq KadcMh
ïen lÏB^ dtai hQ «h een graote oTcrwöiuiiiig
veiikeerl^ite, mur die nM besSurod w&o, waM
m 1300 weid tiUMheD bon en den HeliikleDko-
■aiaf Ohebuar een TcibDWl en vrede ^e^Vea N«
Sen töd leniel hvt SstAMiteh njk tab «^
Heine steotjes^ die dcwi de Aisjiien i»denn«>
pen werdefn OedenUsekenoi toot de Hettotoi
liaA men tad BuD«t tot Kukemwoh; doch de-
K Sjnried» HetUeten ixnmen rfedite een kkiin
deel der gixmU vetocengHKj», wier gedenÉtoeke-
oen OTer g^be^ SletoiAnB tot aao de jUgelsdts
tee TentKMld aja. /enam meeat een leet neowe
verwntachip met ds tegemwoonUge Anaeiiilie
Hstm&n ol n^ofUM, waaied^jidijk af^leód
van bet Dnitn^ ffonfrinumn, 'li dé tatel Tuiïiet
cfipierboeM ol den iianTOepdei der EojekÉen. ISj
wend Tan oodh door het veigMlHd^ wtt tot die
waaKSsiMid jepaqwn. Toem d» K>onU«n cicfa
in 165l aan BoebuMl oiM(etnn«p«iL btnen qj ta
bet bedt m> bun abmde rediten, éoA deoe wer-
den «eer bepeikt, toen de hetmu Maupva in
lïOS de iQite kooe van Kanl XII, in db boef»,
^é bq ataoo een onattnak^i^ «cntandbm aon
ierwei"F<Mi. KeiBerJu C(Uluin»a sebafte de i«cli-
ten in die Oetnine at waai ^ een beetmti rao
6 leden iiwtekfc.
Ook ifi Poten gal men aair een aaoroerder den
noMn mn tMtmao. Sedert 1&S9 heette de ooper-
twrelhéUMT vaa bet RmbdK leger giooUninum
(hetmmi wieUtJ. Op hem volgde db TeUhelman
(heiman folnf). De grootfaetnum wend Amp den
Wtqg henoenM) en bitd een mb^ieiU geiag
orer Mt legen, socdaag fit niet dmr den kwning
'xtt W0pd aaogttvoerd. Het leger sipoer «an hem
deo eed vas tswiw, en aan hem beboonlen eSe
genaeene^ beaweoi bet mor hen betaalde V»-
gM. HQ mocht editer g«en dee) nenten aan de
voftBicmderikignf en aaa bet kieaen lao een
toütae. De htttmUSog tsb hebnam werd in 1792
data de BjjLwetywwéj^ o^gibona.
BettoBW. Zie ff«n HetUma.
H«tt«iiut, fVwike fivitonruai, dm Sden Jnni
iaS2 te Hannnn gdiOiraD^ stadeerde aan de
booMMlKnl <te Ubpeebt en Dnmoveerde eiibar in
ÏÊie op een vntMbim. eetiteM: .J^diage M
het OndfrieeA wooidenboA". Sedert IS86 ie hg
teemar av bet gjimwAnn te ZwoOe en «edert
1806 aan de boweMfaool te XJUgwÈA piiiMtd»-
eent iki het PüieeA. S^ •monMomete geaebrifien
^fn: .JloeaJenng «tt ond-, midM- «d menw-
fiêeedw eeecbrilteDs iim4 gloesaiinn, bijeetmna-
meUr' (1367— ISea S db.}; .^et NederlaadMh
gkeaanDBi Tan Bent" (BlUStfÊbedE mn móddel-
nederlHMkcbe leMaikmMle, edL 43, 1889); met
anderef: „Toontelten M -rcmen'rondl^Ue "na
<mte apttbmtJt ireiM^ie" (1606), de ,;^:Nk
bjifcteeï^nio. 1, 1B»S èn ^.);'met WaUng
D^lutra: .iFilwii «nontenlboei:'^ (1896 t.t); Tet^
der „Fraeee Fiaatannoen" (Nomina geogn^-
ea Neertubdita, dl. IV, 1W6), „Analeeta. Nedet-
9 dbi); met andaen: .^ederlendsdhe woorden-
IQtt voigens de begüuKJen nn de „Veieeiu^iiig
tot vereenvoodi^v twi odk BchmfUtil" (1908),
„Wanncm ToHt>t«u, waftrom 't Frneedi tiee^-
deeid?" (1004), „Uït «Oe de wenken van Jaeob
Ca«a" (Uit en mei cdm edu^vera, I, 1905); met
A. Teltmg: „Een besoek ean een Ne^ikmdulLe
Btad im <)ie XlVe «bdw (J>eïenter)" (1906^. „Taai-
en diebtefetudjes" (1908), al«m«de veredüUende
l«JiBtniitg«Ten (ia de „Zwi^obe H«rdn>kk«n").
Voorto wa« èjj medecpriobter en redarteuc Tan
bet tytfcdirift: „IW en ietteren" en ie hg me-
deredMtenr ran het tydsduitt: „Veteenroiidi*
ging. UaamMai mn de Vereeniging tot Teiee»-
TYtudigfaig lan ome MèrgMMl".
Hattlnrer, Ftori, een R.-KatiuUek godge-
leerde, den 19den Januari 1810 te As(4i^ten~
buw ^eböno, etndeetde te WUnrAnirg en aAn bet
OoÉe^ram gfnuaniioam ite Bome, ooitTkig ia 184S
<k {neetenwöding on werd ia JS67 boogteenuur
aan de nnnendteit te Wttrdbmg. Hij natn deel
de Tooibereidende
Jannan 1800 ab paneelA hiüqirebBt. Van iSb
geeehnften Tenneue» wa; „Apolcigie dea Oma-
tentmns" (9de AA 19W, 5 dto., bewwd doer
S. maiêr), „Letrtncfa der f^mdamentaKniealo-
gie nod Ajkogvtik'' ^ dte., ade dnA 188^,
J)ie gMÖklK KomOdie des Daste Albrliiwi"
(2de Onk 1880). ^oe W<M md Kinhe^ dki.,
5de drnk) en „'IlmotfaeiH Briefe an eiuii jon-
gen llieciDeen" (2de èmk 1897).
Hcttner, i<tfre<^ een D(rit«ii geogranl, den
26dlBn Ax^ofltDe >ie59 .te Dresdeo geboren, >t«-
deerde te Ha>e, Benm en StraaddNnig, deed in
1^82— leS* em nm dtm de Andat «an Octan-
bift en TU 1868—1800 jn Züd-imerika^ '*^^-
de aA ak pnnaitdoeent te L>eipiig, wenj in 18M
boatangewoon, ia 1897 eewonn üoaclewatiT te
TnbkiRen en in 1899 te HrideA««. Ëjj eehreef:
,iDm Klima too CBafc vod Weatpatagonoefl"
(1861), „GdlikcdMn mtd Ctt>erflUmw«at«Maw
der SadMMben Sdnr^" (ie87),r^BewenbiAli
knhMDlüaiiieeben .Anden" (18669, »D>« KoidUera
«on Bogiota" {1892}, J)ae ËnropUMfae Rnaelandr'
(1005) en „OnuMhage der Ufideriimde" (dL 1
Leipég 1007). Sedert ^1895 geeft ih^ de „Geogia-
[ibiMhe Zeiteehrift" vit, waarin een groot anótrf
seer belangr^ aardr^kAnndlge aitikel«B van
tgn tund Terecbenen xgn.
Bmbner, Otto, göeeeknndige den 31«teD
JtBxaui 1843 4e UflUtanH ia VogtJaftd gfèoien,
etodeerde te I^eèpaR en Weenen, w«b laü Beera-
tent bq Wundgrlieh en wiend in 1676 aiwAmr
der diÈltietmolUiiMek te Léyii^, ia 1687 pio-
leeaor io de kJodwceoeeAimde, io welke (uiMÜe
hq ht 1804 naar Beri^ werdeeroepea. B^ eehreef
o.a.: ,J)ie ezpenment^e Qcpbtberie" (Lentaig
1888); .Kbttecbe SfncfMn tiber «e BefatiyAing
der Dipbtiieiie mit dem Bebriqgsclien HeUaeram
(aUaar 1805); „SnAiVa im randeeslter" (Tnbin-
gen 1696); „Slngnngseenllinuw nod 8&i«4«ig»-
q)iUleT" (BerlSn 1807); .JjduWi dei Kmider-
beèttxHide" (Lnpmg 3de órA 1911).
Bsuohera t. ïa de oaaon Jtn een kcnidaditig
pkntengealadit uit de bmitie der SoxifragaeeOn,
geiieeten naar Johan Bemrieh BMeher 1677 —
1747 fMogleetsBr in de phnrlkande \t Witten-
berg. Eet «wfersebeidt mim dooi een 6-apie%en
kedk, door 5 iji de k^kJbnie ibeTeetagde bfoemUa-
derem, dbor S moeMraden, dw» S wer lange e(^-
D,o,l,zedb,GoOgle
EBVOSBBA—BEXJP.
ten «n idooi een étefaoUrige dooaimahL Oet om-
Tat vveiU^ventfe knwdeD, weUe ia N«ord-Am«-
dIu groeien, met gesteeUe, gelobde «wtelUwte-
ren en «uroimig rercenigde bloemen. De meest
beJceiule eoort te H. mnerieana L., H. gmgiiima
■net de wriBKitra oMm^ tpUitdeiu, rtAtula, hy-
brida, H. pubetatu, H. lutpida, H. qflitutnea, a.
fonUoUa, U. bracleata, U, nibeteen*, U. viUota
en jB. mierantha, Zg wonden dooi hu en dbor
•olieuren Tvort^teekL
Heuff . Zb» Hvt vm Burm.
BsnvUn, Theodor vim, «en Afrikueiager en
onUiwkKtt, den 20aten Hnart 1S24 te HirsoUMi-
den in WWtlemberg geboreo, ir^dde üob un-
TAOkdqk au de beoetening der mtuniijjke liit-
toie en deed daune eenage i'nien in Europa. In
1S60 ging tg naar ï^gTpÜe en besoclit teveu
iLiabiB en de kiuUn ran de ftooöe Zee. In Mei
1S52 werd tijj door die Ooetenrjikaobe legeeiii^
•«a tMimi dr. Keilx ts duitocm ak KCreUrie
loage>roegd Hjj -rei^eaekfe Aetli op een todit
naai AteniniB, waarop fictfa den ISden Mei
1863 te Doka ororleed; Aieb. Beugl^ kwam in
jimi te CbartMm Ung. Zjin aaatMtenitigen om-
trant dow rue („BdMen in Noidoet-ririka'', 1657)
beuttaB een bocige wiMÓa. In plaala vm Beilx
tot OoatMtrjjfcadi «onaal ts Chartoem t)enoei»t
niade J14 tegen bet einde mn IS53 laugaden b*-
nedenlbap fan diut Wiitteo Ngl as dooi KMdofaB
an lenamekle een meiMgta aeUiaiiie dieren, waar-
mede bq in 1854 irnai Eairo ging, om ie het
volgenide jaat te aubenken aan den keioarli^n
dmemluia te Seb&oJxuiui. 1» dien tgd tentde
hjj jga rente „Snt«m»tiaehe Ueberaiobt dei
VBgel Jiordoatalrikaa" <18&S), waarin 754 aoor-
im In Haait 1856 be^ bjj wb
Dogmaak aaar den SoedHi, kfeide u Jawaii
1867 naar Kalro temg «n made in dat jaar
lange de weatknat der Boodt Z«e en Itmn db
knU «aa BomaMkod, waaromtrent bg meoMee-
Üngen deed in Patarmoim'a ,Jlitteiniagen''. In
1861 benutte b(j nch, op aanioek Tan Peter-
DMiin, met de leuing der exoMUie. <Ke tot op-
aporing i>an Vogtl naar Afrika loo worden ge-
■onden. Het Suvdner, KwiMaeh, Bmmil en
Behvbtrt KrUet faq da 25aten Hei 1861 Egjpte
wau hg in Haart aangekwnen wee, en oêgaf
■icfa o>ei Uaaaaoea, waar Mumiinger »eb den
laten Joli bg hem voegde, Dnar de gieweateo dei
Ifenaa, Bogoa en Barea ten noorden t«o Abeaai-
odfi. Te Hai-Sjecba in de provjocie Suie T«rUe-
(en den 4den NoiTembei Munanger en Kiiatl-
boek beat, om westwaarte Óoot bet land ran
Eoenama en om EaraaJia naar Obartoem en
£ordofan te reizen, tecwgl Beuglin met Sleud-
ner en Sdtubert oror Adoea, Gondar en Oaulfat
ntdwaarte trok >tot aan dto ^nien vao Sjoa en
tot in bet OaOkgewest Dajunma, waar hjj den
4dG0 Aptii 1862 dooi k«aer rfieodoor ^|nstTrg
ontvangen werd: Na een faoogit moeïluke en
gerurlMe reis over Oontar en Doka bereikte
bg in den aannng van Jnli Chuiaem. Daarna
voegde lieh Heuglin met Steudner bg de expe-
ditie der Ned«rla3)dB(dK freule Tinne, die teigen
bet einde van Januari 1863 van (Siartoem naar
de Behr-d-Chssal [ie weetelgke igrövieir ron
den Witt«D Nijl] vertrok, bereikte waatwaarlt.
aan de anckre igde van bet Rekmeer, de Eo-
Mnga- of DenAortTier, nmht ba ign metgend
Sletufnar óen lOden A^il door den dood mkf-
ren had. «n keerde mD^^ens nwt een gnet«
wetenecbappriyke Terumedong tegen iiet aatat
Tan Haait 186t naar Cbartoem en in 18S5 naai
Europa temg. Hg aefareef: J)ie dtootacèe £ipe-
dition in 0«-Af»ka" (1864), „Reiae meb. Abea-
anuen nnd den Gd^indera" (1368), „Oraitbo-
iogie NoidoatafpiluH" (186&-'187&) en .Jteiae is
dw QeUot dea W«azen NÜa and eeiner vnatü-
ehen Zuflfl»" (1869). lo dta aomer van 1870
ondernam hg met gfaaf Ztil een toeht naai
Spitsbergen, deed «^mettagen in het uadooate-
li;k gedeett« dewi «thodengrow en bracht vaa-
daat, eJamede in 1871 mn Móra Zembk, be-
langrgke voonreipen tcrog. Daarna gaf hg idb
,Jleiaen aadi dem NoDikmlarmeeie in dan Jan-
ren 1870 nnd I87r (8 db., 1874) in het licht.
loeken en keerde na «en ian^ ispblüf te Eatat
terug nMi Stattgart, waai hh den bèeo Noven-
bar 1S76 weHeed, nndnt b« xgn ,4tewe in Noid-
oslalrika" (1877) toot de pws gereed bad ge-
naakt.
Benknlom, Ott»rge WiUem va», een Nedar-
ktKkach iwanieai, den 29s(en Haaii 1870 te
Tilba^ geSoren, vennarl » 1801 het diptema
Toor dviel-ingenieoi aan de Poljteehniacbe
3eboid U DeHt. Ln betielUe jau tmd bg in
(fienst bg de Maataebamö M EipliialatM Tan
Staataapoorwegen, Vek WMOgr^ werken a^
door hem ontworpen en nitgcToen^ waarvan wg
Bledita noemen: de oreiknf^ioeen der atationa
utrecht en 'a-HertogeDboach. de ombonw <A aan-
leg der itatMH»: Hengelo, Daatle-Naaaan, Boaen-
daal, die der 4JD ËiSbmn— Weert en atatioa
Uaaatriefat. In die anoorwegweckea aeate» de
gebouwen, wtmtmtendo door mactiacbe indee-
ling en arAiteetniüach nateillgK, een
piuta io, terwgl de nuïcfatrios dec «poorweB
phcementeB ik meeateratokkm tu Ingtnieu»-
kunde mogen wonden genoemd. De Senaat dar
TeduMache Hoogeechml benoemde hem dan Set»
Deeen^r 1916 tot dnetor bonorie eanta
Hnap noemt men dat gedeelte van 'a man-
echen lietuuun, be^A gedMtrink dww de bek-
ke:rf>e(nHk>ren. gedeeUelgk door net d^jibeen met
de daaraan liggende fileren, vaten en MDowen
g«Tormd wordt. Bet Stupgntrieht (lie ook Ot-
tmeAlt wordt ge>Tonud door bet daan-, sohMin-
en zitlbeen en door btX dgbeeik De eentgeooem-
de 3 beender«n vormen een komvMnuge hoHe,
en daarin ekit «en bohoimige kaanw^ bet
boold lan het dübeen. met dit laatste door den
haie veitKNKlen. Deoe knobbel, een ko^elgeleding
vormend, kan in veiaduUeode riehtwgen een
baJrren riikel beuhni«en. De basden, «Mnaede
bg u de botte beireertjgd la, ign aterk. Een vu
deie — de ronde baad (ligamenlum rolumdum)
— il aan de eene zyde aan den bodem der kom-
vormige bojtc en aan de andere aao het midden
van iten knobbel beTeetigd. De andene band —
een kuwelbaod ~ ie aan den gebeelen bniten-
rand der komvonnige boHe stevig v«Bt4<!4teebt
en loopt o^er dim heb van bet dgbeen tot aui
den grooten en kieüien draait (troehatiUr ma-
jor et mtpior), twee wtateeksels, die de gma
DigilizedbyGoOglC
HEUP— HEÜEN.
MC beUomkale „
aroi faeum et gnmtükde^ tuMW
BanpontwrlolitliiC, -im^aborm. Zie
H«aptld«« (OotiHt) il ««n tabcrealMW
ontaUking vu bet henpgewricbt, die ook ia ha-
n liehte rnmen «enige jMen «hiiirt en tootrI
tijj kiwierea voMtomt Heeitil komt het tot
Tonnea tm
tot kaohecbtingnMnt
tal BfMeren, w«lk«, „ .
oitt«pn^Ddt gtMtt^ WÊfÊt bet knieeewriiAt
«n iMMU bet onleitweD Mopead, de TCiMOJHende
^lewegingHi nMgelgk mekeö, waantoor de
1 pluis TSfiadert, lieb oprkbt en
e boDdl. IkATom h het betwgMrnehf
"* de bÜ. en
t en koude »bMM-
•ea T(mDt (ne OewndU). In bet eent hhagt bei
Jriotd over pïn k» de bnip, (fie op aaami^
ptutMB gevoelig voot itaA U^t, of de pgn
ifontt » kodere {ilMtMa, bgr. ib de koje, ge-
-TOeM. Bet kind gut liUen om bet beópge-
wtwbt MNmed mogelgk te ontken {iw Uii^cen).
Hen nndt bq («deraMk een bepeikng in <ik be-
■ff^iljjfcJi.'iJ Vn bet gmrnebt. Lu^unertiand
iranot bet been dow tet kiad jn een bcfiaakka
•tuid gebonden, waarin bet ktei door renn-
deriogca ia bet geerktit g«£ieenl worctt.
Treedt er geen geneiing in, dan neemt de pqn-
l^kfaeid toe, ivotml tik men door <kvk op de
falie of etoat tegen de Toettool, de gewnkfate-
booUen tegen dÉuder dnikt. OndMtneaebeD ie
het geiRÜit begoaiWD te mi'^eD, de huid liet
«I «uacfatig lut, mndMT de oude ikuun tumor
tObtu, ea etodel^ tnden op Tencbillende ^Mt-
aen afaaeeaaen m, die od ii het bekken kiiHiai
doOTbreken. l>»e koode afaaeeMeo Teroonaken
óao tiatda, die mmm ver tm bet gemtdit in de
botd nkiiMMiden en wa«niit het nek« geirnehte-
weefael swt de etter oHceetooleii wwdt. Zelta
met de etter ia het gewricht
Dat pio-
t de patiSat «aak aan aitpatting itwti,
niet algemeene tnbcrenloee het einde rerooTiaakt.
Haai £ontaat de peititot koorts en nit^atting,
dan kaït de ettering. lia de lieke weebele een-
maal nrtgeatootva sgn, o^oden, de koorts ver-
dw'rint dan, de fietelt «Initen lieh en er treedt ;e-
nen^ 14 ig het ten keete tsd de fnoctie van het
gewriiebt. Want na een nlei^elüke Terwoeetang
i> of bet döbeen met de faropkoni gebee4 ter-
groeid en ie dna elke beweegl^theid T«n bet ge-
wrioht lerioren, of die kop beeft de kom Tena-
ten en Tormt daar aiditer en bcnpu een meuwe
kom op bet dannbeen, zoodat het been korter
ie dan het andere, ot. joitter geiegdh booger
etaait. de patïBnt door een krooundng iin ign
«ertelcolotn dat gebrek traehl te »ert»lpen ei
Toor ijjn geheele leTen hlgft hinken. De beban
deUag bern&t op hel wnéfaatten vim met tooi
bet gewrioht door i«k- of gipereTfauidea. Eomt
hel tocb to4 ettering. dui moeten meestal Awr
reeeetie de lieke ^ewrioJHsdeelei terwijéepd wor-
den. Kan de patiÈnt het bed veriaten, dan la een
kiuk noodig en ktei een veiboogde voetiool we-
gene de Teikortinp van bet been.
Henraka (Giiekscb =^ ik heè bet geranden)
il de bewieerde oktroep tbu Arehimtdet d* vja
ontdekking der h7dioef*ti«a(K w«t; rantfaar «en
nttfknkkiag van n<eagde by een gvdaoe ottnn-
ding of ontdekking.
Hnnrlstlek oocsnt men de knnet tmi nrliTOr.
Béiiaq, of de wetenadiappelüke auKWJJKng om
langs een etriieknatigen wef ontdekÜogen te
doen. Een algemeene AotuMiek vwr de weten-
•ebappen ion o^etwgteU leer betangrgk im en
nwt de algMMene metbode tot de nitbreiding
der wetenacfa^ umenvnUeo; maar bet Hgt in
den aard der laak, dal nik een atperaeene ben-
rietiek niet beataat.' Immera de logiaebe voorait-
g«yig der denkbeeldn, die tot nn^^ütg der we-
tenaóhafi Mdt, kaogt «teedi af van den aard der '
TraagMokken, en de regda der redeneeikoDde,
welke een atgtnteaoe atiekking bebbra, ijjn niet
in ataat om tot leidraad bg de opknaing ma
bepaalde vraagatukken te dieiien. Wat meo dna
te ?oren ah een algemeene henrialiek beeehaow*
de, waa doongaau niets andem dan een samec-
meging Tan wiRekecrige denkbeekfen^ boewei
geachinltiHi van <tie soort, xxnh de „Ars migna"
ks Sojimtaubi» LnUiw, vele bewonderaan Tonlen.
Iets geheel andere dan een aanwqxing om
ootddüüogen Ie doen, H de hmritludu mslko-
d«, die men bg het bebaadden van weteiwcb^-
pt^ke onderwei^en SMrweadt, name^k de me-
tbode, «aarbü men den weg volgt, waarop men
de leerstelliagea van lelf viadt of althans kaa -
vnMhB. Z^ toont «na bet tafereel dei n '
• ■. Deaen
landMi géaAtedknndige, dsa ISden AnguMtt
1706 te ï-Herbogenboeeh geboren, wevd er nad
t der atad en gn^fieT der leen- en UA-
1779; hg ie de sdtni*er
,. lielorie der «lad en Meterg vu 'e-Ëer-
togenboseb, alsmede de voontaamate dadeei der
HertoRW van Bnbaitt" {4 dln., 1776). Ben
pkatooeaebrgving, welke hierop mn volgeo, ia
nog in baodeehrift aanweiig. Ook aehreeJ h^
«Vertoog owaï bet onUnge om beide lot boaw-
en weifMMt te m^en in de Hmerg" (1776).
Haan, Johait «m, «en «mn van den voer-
rode. den flden Haart t7&1 geboren, atsdeer-
en promoteerde te ntreefat in de reckten,
veatigde neb ak idvocaat te 's-HeFtogenboieh
en werd er eerst erif Fier der fcen- en toUmner
en ia Angnatne 1776 faoogleeraar in het burg^
tgk en hedendaagacb Mtbt. Hy aatuvaanMe die
twtr«kkin^ roet een redevoering ..De jare rotnanD
neqne lane inetar eolendo neque ad beatiu dam-
nando" en biekt eUiege over ie InatMoten. tot-
dat hg voor en na de omwenteling van die da-
gen in venehUleBde anabtsbetrekkmgeo gephatet
weed. Hg waa in I80S aseeaeor van den land-
drost van bet departement Br*baot, staatsraad
in baileng«wooen dienst en ridder van de Orde
d«r Unie. Kd der PraTinciale Stalen en oveirleed
den SSsleei Maart 1315. Hg sdureef: „Diseerta-
tio de rcgaUbDs in BeWio praeeipoe ia agro Syl-
vadneenm ndtatia" (1772).
gsaetiiebe en beelt ap bet gebied van opvoe-
ding en onderwgs een boose waarde.
~ Jolüm Btttdrik Mm, een Neder-
DigilizedbyGoOglC
HEÜRNiE^-flinjaDE.
1571 ï
ii«eakiiiMlig«, den 25et«n Jamuh 1543 te
geboren, Mioflht er de BiètoajmhxoMtK tcfaool
en TMtrdc ofi I9-wrigen tedIJjd daat Leoven,
«au iig ndi of oe wödKeeeFte en torcos op
de R«n««» en faeefamde 4orteg<ik. I«tet batoelrt
bq <Pm^ en begst lüb daama met Pelrut Fo-
rettu», ioKannm Dutiu», Biuxniut en Tmlin-
aiiu OMT de hoogeeobaai te Pada», eimM^ in
ir PMm, wur bg de oaOwdtnndige lei-
__j van Oabriël Ountritu hijwou^t en de doe-
torale waAFdifjfMid t<enM«i4. Hq Testigdc nat
Twitidgecn te Utracbt en n«rd geii«eMM«i van
de grawn v*a Egtnonl en van den heer vso
JVoïrMrmM, stAdioDder der ipKniant. "Smdti
UtiMbt tot de StutMbe x^ide wm oreigegMa.
werd hjj tefen ign lin ooot den prina «oh
Oranje toi «ÉMpan benoemd. Id 1581 werd bq
ffewoon boogleenar aan de imiTerBitei't te Lei-
den, en wxnri) WiOem l al* kter JTiwnt* raad-
pleqgden b«m. Bn ■«• mede de ofMtelier na bet
advies dei gwieeikuatyge hmlteitl waarin de va.
teiftiMf Ut onUeUing tid too>f«rg at([ekean]
wüd. Bj) oKrleedrteLeidsD den Md«it AagustaB
1601 . Bg Mfaieef: ,4>e naton M pNMM^ homndi
'-- — ■ — D 1677 oiImid temrnm tarnKt"
lia K
mm
MtMtobna etc"
^§m.
1»50). _ __ . _
Iqi beifaallBgX J)t atndio nndkMM bene ineU-
lneiMfe"(adeHkiikl«5I), .yDe
gvÜK partibna '
«ete.
rtMraa bnatma «apitv andere «oaaeTC-
" (ade dn4 1609Ï, inteaTeo der geaelLrU.
Btnwinitet, ,J}e Ma%M Ub^ (1598),
(1«00) -
.J)e peeto . „ „ .
■ ' ■■ ■ ete." (1802), .J>e
gimfieeinm mortiie DMttenm ete." (1«0T>, „De
HMMTbis TeDtricnli liber" (1008) en „Notae, ob-
B»uat^*amr^*b9tgt; Mn tit van bet
dndeteneebngte n ihet graaladiaj) Olota, Tonnt
iD h«t N.W. «SB toi 788 m. hMge ketaa, in bet
Z.W. een amt alle ^d<n «teil «AeBaiMl i '
ateenpktWML wunp ddi «ria kMDonn ■nr,—
ten, aooah de Oimw Henadianei mat dan Otow
Yatembiri (»lfl oi.) oi den SfiiegelbeiB (SI 6 in.).
H«iuda, PMItp TTUImm mm, «en Nede*^
kfMheh tettgrkuudige «b wijigeei. weid den
ITdeo Jvni 1778 te SoUenhin «bmn «d be-
oocbt da ErannM«nMlie aebcMl Mdaar. Id 1797
vertrok h^ naar Ametenlain, on ajo ata
onder IPyf tenbocA, Fan Swinden en dra* m
Tangen. IFyltenbaeh Tfi^gde )iq naar LM^
waar li^ toreoa de kaaen vaa ÊJutt en Siegg»-
betk bi^oonde. WeUra iebreef bjj een „Speei-
men erttimm n Flatoacm". Een ivia naai Pa-
rqe bradit btm in aaarairimg niet wnohiaende
FranMbe geieeid», en oaowidgke waa hij by söa
temgiaer barwden) tot doctor in de beade pecè-
ten, toen hn te UlKcbt bemcoMl werd tot hoog-
beraai ón de geediiedeoia « «wttwidkonk, in
de wdcpieikeDdbeM en de Oddaiire taai, wdke
beteabking bij aanraardde met een redevoering:
,J>e antiqóa eioqnentM eiun leoentöore eompua-
Ift", Gedarende 36 jaar bleef bjj dur weAiMm.
Tot driwnoai to^ teOlcena te veigeefa, w«id bn
benoemd tot boogieeiMr te Leiden. In 1916 werd
hg bibBatbMaiia iet Andcmiadie boekerg te
UtKcfat, en de eataJogoa tui d«se venefaeen in
1335 met «en Toorwck rao (qd hand io bet
Ucbt. 0^ een reia door Zwitaeflaoid aiT«ileed bg
den 2£Men Jnh 1839 te Oenère. Ah t
dei van aMnoaMwic t
b tegenatao-
toad bg <i|i
Hjj traditte te breken met het oovm
wijBgieerig tfawnatiaeewn. >vaa lyB tgd en lenig
te keeren tot da leer van Soeratem, ia feibHuÜDg
met h(i „mimre CbiMtendMn". Z^ oHk ie
van grootën iii>v)Bed gvweeat op bet cftiomen
der mogeiHUtaMle GtMiufti aobool en op de
Lskdaebe go^gdearden. Zgn geadiriftoi. over bet
wjj^eeiig ondenwga maakten ocfc in Mtdore
IftBMn grooten ^qigang. Tanigngeaehriften noe-
men wq: .^Matiibe in ÖMtatW aotiquaa" (iai7),
.Ontio de onUiri amore" (1619), „Inttia (AaJo-
aoflnae Flafaiuiae" (1827—1836, 8 dU.), grie-
ven VKT den aanl «n de «tniUflg van biet Hoo-
Mr (^wteFwgi" (1829 <u l»ter, oct in tot
Duitaeb veitaahQ, ,J*iotieptim* ad boBaium ai-
tiam in Aeadwiiaa BfaeaotnijecttBa atndioaoa"
(18S0), „Brimvn over bet beoefenen dei wijrtie-
geeite, ioaoodertMéd in ooa Tadwlud «n io ob-
wn tgdr (1867), 4>« Socntiaifa adMxri ol w^B-
begeerte -nor de negentiende omtw" (4 dht., lKt4
—1889, Sde *vk 1860, <nk ia bet DoataA vw-
taaU), „EaqDiwa pUloaonfaaqnea etc", ^.Cha-
laoteriemi prinewoni obiWififaonun TKemm
(1889), ,^ «bool van PoIjUdb oI eeacbiedknn-
de TOK de negentfende eeuw" <18iiy en „Oratio
de natoraK artinn et doetmnarvn eoojoDDtMna"
(18S6).
Ututiê, Jm AiaU Oharkt van, een «mb viai
den Tooamande an «nneena Wteikundige, den
aarten Mei 1812 te ütredrt geboiw. beaoebt er
bet )ijiiawriiiiii fiiamojiiuaaam en M neb in
1629 inaArgvan ala atvkot ia de letteno. Na
reidMig«n eeaer dinvtatie ,Jf. Tnttna Ci-
^,.-,j. ji — iMi^ A^ (plAoaonbiM
mvntti» hQ
ds kap. Il
CéoemiMi
q<iiiiMo dt L. Aefio Stüona, Cieeimn ki fhetnri-
OB magBtr», ibetorioniinn ad Bwennimn, ot vi-
deator, anetore. Inmte ooot Aeüi Stilaaia «t
Setirii Ckodü bapmenta". Onk «d bij na den
dood vau lijtt vadsr Aena ,jMoaf van PntjtmuT
io het KdLt, wama i^ in iI840— 1842 «en hn-
drnk beireilite -van jU Soentiadie ScboaT' <n
Hom paetam eoHUa"; ki 1M4 JSniitdl» ad Car.
FtJdL HcnnMinan da C. LuSio''; Io 1840 tud
hij de betrekfciiig aanraard van reet«r der Ia-
t^nacbe ecbool la Anwrfaort en soran Jaar latei
mrd fag benoemd tot boogleenar te drooingen.
H^ aanivaaidde i^n betrettiag met een „Omtw
de atofonm prapaedenUoomm nan nondmi
cAwoteto", eaf 8 iaai oedenrfje in de Orietaebe
en LatjjnaAe taal «o l«tterira»de, legd» toen ^
betHctang neder en Tcetiede ridi ambtektoa te
'a-Oraivenb^e, waar hg oen ISden Norembei
1878 orerieed. Hen vfadt van lieni eenige ver-
baadeiingen ia de „Veiriiigen <n VedMeebi-
gen" dv KomoU^ Aoadmiie ima. WMeo^jfi-
DigilizedbyGoOglC
HEXJ«)iE-aBUeniK»-BAI>.
pen, t«rwjit hq in 1954 een migVK beoorgule
TUI du „Agêmtaaim" vul i[e«eAyIua.
BetUMlsii, een Moemte m de prorinde
Noonï.Bn.b>mt, 104 EA. groot met (1915) IS73
imnmem, wordt higerioten door de NHMril-Bn-
baataehe genieerate Heedteen, Oudheowien ea
H(n)t-eo-6era en dooi de Oeldeiube gemeente
Neikriiemert. Tot de gemeente behoort alleen
bet etadk Heoaden, imi <fan Verlegden Hmm-
ïïaoaA Megen, met iQn cmuddeMi^ omgmiag.
BandeC e«iee[n«*iA en «enige agT«riKad vonnen
de hooftkuKhMeD tm Jwrtiiini. De ToonnMtnate
geboanen imt, na de (venroeetiiv *u> het kas-
ted, bet atadlMiie en de EvnvonA bot met bet
piwüpsf TM bwoa mm Frietkeim. V«tdK> tmmH
men *t een Latberscbe kerk, en «en ejimgogt.
De onde stad, die naar rerhuld «oidt, reeds in
88S door de NoenDaonen «erwve^ zoo iöDs wm
ooi^KwaÉetnk leer ^natiff toeeeben de liau en
de oade luaa s«l^w. Nadat de tak van de
Oude Ihaa Ab^eilibd wae 0482) genakte de
•ted langKHMitiMH) ia veatrai
KmwSnfmr, Earl Friedriek von, een DoUseh
«meecfcnöfim, den 2eateD Febniari 1792 te
Fuwmh t^ BiMoacb ffeboren, bezodit aUaai
bet givnoasHHi^ etmieeme te' Jeoa en wad in
stoMn BOg TooTt te OOttingen en word to '1818
«rffieiec •no g«ioadbeid ia Piiuiaiaebett dienct.
Na den vrede Tan Pai^a beeide bq natr OOttin-
gen 1«nig, mur Vj de .tero([fccm«t na SapoUon
ging bnuagmaaie naair Farija, «omde flcmioien
tqd te nBMmBo «t, wae «at 1819 «e{da«t«t bg
het aebtCTMÜTOod ntitrtak boepdfaal te Sedan.
Toen hjj Teproï^ena Oftttingen freder beiodtt,
«reid fag «r aeBMtent in een zi«leiiiiiii« en in
1681 bniteneewoon boogteeraar te Jeott. V«ai-
bêer sang bq «lm ^«woon hoogleenar in 1624
naar WOnbarg en m '18^ naar Marborg, wuir
bg den Man Hó 1888 owkeed. Befaalre zeer ve-
la oMtaileD iD tnlBCiinitteD «ftn«ef fajj: ,.U(l>eT
den fim onddto Vemdttuwea der Hih" (1817),
„UeJiei die fkiHfiuduBg nnd VeisrtaBenmg dei
lUt" (1890; TerK(% io ilSQSV .^$Mero der Hïa-
tolwia'' n8!ï2V .^mnhM der phi^cben nnd
(1836). „Gmuhiee
. . _ . . bndidwie der NaÉnr-
-' (1869), .SbeénaA» de pNthoto-
«e amnpuit," (1944—1858, 2 dfe.), ^Uih-
bnuaftraffikbertcn der l^en md der Menacben
(1860) e
.4)ie
piBcbe Chkiroae'
eogeoTmte
" (1657).
Oeoffaagie «der 'lt«-
gentdxwtiimA gebomn, studeerde t« Gattingen
en te Leipaig « de oMomfaBdige wetMwdHp-
pen, (nMtrite toen reeda «at mripaa te Twraar-
digen en bepaalde Mcb veFnolgena bg noonreg'
Mfeen. Hjj weid in 1841 gt^Mtot bq d«a Tan-
nnapooFwee en wut er Mdcradieadên iwbete-
FnnUori aam den Uan en n 1846 eer*be „Ma-
dnneMneieter" en düceteai der oottnle wetfc-
pkwta te Fa wol. In 1654 weid hij belnet met den
aanleg t«o den Homfanger apDorweg. Tefdei
mtwMp hq pianiMo toot de Driater- en SOd-
' * ' 1 aant ia 1869 ée rodMctae wednun
op ïicb TMi bet m 1845 door brai «aiidite
san tflr die Fr»«»ehiitte dee EtseuUbmne»
kwamoHerea, de dooiguude wagens met zji^an'
gen ens. Hg Mbreef: ,3MidtiiKb IQi roeaieDe
EMeiAatoleehiMfc" (1874— .1878, 5 dtn,), „Kalk-,
Z««ri- tM>d lUtlMenlmiMnni" (5de dnk 1901, 2
di^, ,4)ei OinbRnaei" (1683), .4>ie t«wrae
EtaeobabD" (1863), .JiiMtoifaHisIniktkinen fQi
EiaenbilmbM'' (1676—1680) en „Muiut««kon-
«traktienen fOr ÉiacdbrftidMtaieb" (1877—1680).
MmaaSmr, AndrtoM, «en ZwUMiedi refbtage-
teeid^ den aOsteo Septienèer 1834 te Baael ge-
boren, atodeeide aUav, te OOtAingen ea te Ber-
Ign. in de reehAim pKanOTeeide ia 1856 en let-
l^gde ricb in 1859 tia pmnaDdooMit te BaaeK
waar bij in 1808 bcn^eemar wetd. Sedert 1659
reebter en in 1866 bewMOkd tot «ioepnaèduit
lan dt seditbank aUani wad hg telaat met bet
eoitwMpeu lan een bvigvdfik wetboek Toor bet
kanton Basd-Stw). Hg nMaUa een ontweip met
toeAebtiDg, dut etbtep niet bot wet ie Tetfanen.
bk 1868 b(4aatt» bg mcli «p kat Tan bet Be^
nootsdiap met bet T«en«amigen van een bonds-
w«t omtnftt de iwnvdenng fan ac^tdihoideiia-
gen en bet laiUtoemcnt waamn bet ontw«p in
1874 io te* ifMMbeen. In 1691 werd hü pne-
aident vu bet Bof wd Bwoep te Baid. ?g
lerwrde bdaapi|ke opetoHeo m tndKfarillen en
adireeC: ,J)ie Gewara" (1872), „Veitaaaowwe-
adhkhte der Stvdt Smei kn JCtUalter" (iMl),
,J>ie BeMteinkmg dw IEli«ntuwv«il<4gnng
bea Frfubnbe aaULu Uvtiv kn dentkcben BÜetUT
(1871), .fier UnDnmg der dontMbw 8t«)tT«i-
fassmig" (1872) en ^fivAMil» der MtentUdKn
BibldodMk der Uimeititit BaneT' (1896). Zvt
meeet bekende w«ki, weUdA een der bememAite
wraken oner oud 'Doilecb iccbt, die ïo de 19de
■ijn TerBeheoen, is de ,49atitntionea dat
V Mte.),
■■ ,3and-
Ink Iteeft
algemecae
Iteeft niet Ma, wM durin getemd wotói,
kent deo etiuvrer aii «
I Tooitrefle^ reebte-
ge gdbmta, «todeeide te Hedtekn en te LenTen,
wend reetDT in bet noaMiiUaoater te HiÖMca «n
verralgeiM kamnnak te ütredtt. Znn Mffamde-
Ing OHC deo ftfiaai mrd op den Iikmc gejdaatot
Zttn TTflrinnigbwd betette ign beooeouBg tot
-'- ■ Ubreefat, maar hg beUaedOe *
_ faasaa. Htj^ omleed te Leiden
den 14den Febmari fITIS. BebaJK esnige anda-
m wwken «dmrf b^: ,3aterTia eten, evve im
gestee ^wateltewnm nnxwn, ooi fidam B*te-
Ttae prinmn kttudanmt «te." (1714). „Histoete
epineopatenn B«lgv ntnote mettooolitam, nee
Doo mlfrageaiMinHn Ha.^jfi>nnian Davenbiienaia,
LeovaidieDsie, GniniDaeDeia at HsddeHmigeiieia
ete." {2At druk 1756, 2 Ai.), beiden door Van
Svn io het NederiMidadi Totn^d
B«utrloh-bad, een berateSiqgaoond in bet
dietriet Fratigen ivaa bet 2wilnüsah kanton
DigilizedbyGoOglC
EEÜSTBKJSSAD—EEiYllL.
Bttn, Kgi TOQ m. barm de aii{Mr?bkt« d«t see,
13 km. ten auadoocrten TWt Thtm. E«i w otci de-
le atadl door een Tjjwee veadwaden ea leriraft
^di «fi dè aoonhMwUJ^ beUkte tab dat Nie-
sen en 09 dm Knier oerar lan 4e Kander. Men
liödt ei een groab badbnie, d&t meti luca de
EaadM nitotnki; en «iimt« beeÜ; toot 800 bftd-
gaatmL Ducmede zqd de bmigtkgaAüA, de ual
TOOT de melkkmiF, de dnoÉtMl eni. io gemeen-
webn gebncU. De g«p»rTÜ«, ale«lieah-«Nithon-
den« twweUnra,deDitatekMde inriditing vmr
bet wb- en imreuU^ gdtmüt ma bet vwimlwik-
ter en lijo pnchbe», tegen gnre wiadan be-
aebermde ligging doet bet beiöek «teede toene-
mnii, Tooral tan Kders mo «ftwonÓMbe kwalen
T«a den aeoa, tao Mt eUotteniMotA Tut de lon-
gen en T&a de apgmerieriufvngsMa.
H«nt«r, Pontuê, at Heutenu, een Neder-
laadtdi geeidüedknnd&ge, den 2Men Aognstnc
1535 te Ddit gdwren, ooUiog «HimAel^ on-
derwgs in ün geboorteiFhata en te Leéden, abi-
deerde t« Medielen en mw te Bnuael in 1555
tegeniTooiidig bij de «rerdracfat der remeriag
Tou Karel V «ao Phaip$ II. In 1560 daed ^
een neia door Fnoki^; n& qn èernffkeei ikm
bij kMnmnJk te Oonübem. Toen de Gessen mb
kt. 167S na dk atM) meeiter mutte^ wend ook
hjj gevM^n genomen, mau M ki«eg genMfc
dmi Protestutt te woidea. W«idra keeeit hq
tot de HoedeikeTk terag. H^j legde liA toe 00
de aetdÜMteniB na Boongood'fl. lm 1586 werd
Iq knnannik te Deventer, in 156fipMtooiTu het
at. Jans Qaetbnh te Bnuéel, danraa paatoor en ka.
nanoik te 9LTraicnenpn>oet4itiüaii TUk Aro-
g Oferieed te SL Tni^ den 6<kn Ancna-
iHb wij; ,|N«-
„Scnm Bnr-
n lifcri M eet." <ad» (kok 1689), „Re-
mm Bdgkanna Ubii qnindaeiai etc" (1598),
loependa van 1477 tot 1505, .Jle «etfinMD ae sul
aaeeuU Bcdgio tOxi diMT (1600). Men nsdt al
<Ue werken, met lutoimderkig van het eente, ia
ign „Open hütorica omnia ate." (3de iknk
Hentsi, /oAoniKf Benedietiu van, wen) in
I65I te CoevDiden in Drente geborm^ tnul b
1867 ak n^wiUiger in dtenet, ooorUep «eiecbil-
lende rangen, werd in 1872 benoemd tot 2de
taiteoant en een jwr kt«r tnergefilMtot bg bet
Ooat-Indiadie leger. In lodii waa hjj adijodaot,
Tcrwierf in Atjeh de Mttitaüe WÜleoiaarae en
keerde in 1891 ab lei» Jnitenant met verlnt
naar Nedeiiand temg, waar ^ «an de krö^
eehool een careaa voor edgemeene krngAandaee
BtndiBn bjjwooode. H^ keerde in 1886 naar ai-
dse terug, werd in 1SS6 tot kapitein IraTonkniv
waa va» 1860 — 1891 obet van den etaf in Atj<Ai
en Onderhoorigiieden, werd in 1801 bevordenl
tot ftiajoor en verkreeg de eeieeeèeL In 1804
vrerd h^ benoemd tot lndt«)aat4ob>iiel en tot
1896 was hü militair commandant van de oost-
knat van Suraalra. toen hy tyd^jk l«r bewAiik-
kiing van den militairen eomiüuMSDt van Atjeh
en Onderboorighedeo werd gesteld. Hg werd in
1897 kolonel, in 1898 geDeraal-majoor «n in
1900 lui tenant -senennl. üvriel en oirJiUJr gou-
Terneur van Atieb en Onderhoonghed». Oufcr
ajjn bewind maakte de pacificatie van Atjeh groo-
tot 1602. Van zgn geachritten noemm
deidUjtecha eTthoginiUe'' (1SS1), "
te VMderingn. Dui Isten Octeber 1904 wetd hg
benoemd tot goavemetrr-geoeraal van Nedec-
laadinh-ladia, kt wett fao^ ambt hq o^nieaw
UÖken gaf van liJn eoetgie en ijjn groot ocga-
nweeiend takot. Onder i^ bewwd meukte db
detentjaliaatie van Java beUngrgke vorderin-
gen. In 1907 vencèeen sijn ,3e^iwe<veiUa-
ling", waann de gwodiegeia 'vao net b4 het
beatrair van InnMade t« volgen nseeringepco-
gramma wenfen ontwiOnld. De mtnoer gnnaügc
tocetaDden in Atjeh onder ^n opvolger, git
op l
r het aftraden
den gonvemeuF, seoenal Van Dooien, 'm Hei
1908, gewlgd «etd, Ib 1909 tad bq ais g
denreipiog van Aljtb" C*^nrveDfaage 1
Hnatufonds, Qenanial van, Ala naao-
oui ÉnildeUük aan Van Heutn en bet b^Mbe
Legw werd n 1005 geatiriit liet (/eneraol *cr
Haittx-tonda, dat te Ameteiidam te geveatigd. De
wteeotoiog ettit ndt ten doel het bebairtigen
van BtMleli^e e» mopeete bdangen van kiodecea
van mifttuMa beneden den lang vajt officier, bQ
vooikieni vaa die, w«tt« in Nederlandub IndiB
i^ gesMOtehl of aan door d» vgaad bekomen
verwondingen ngn overiedeo. De vereeniging
Bta«t onder toenoht «i brfteor •van een eoUege
vaa nomminfrarinnfnii. een faoofdbeat^inr in Neder-
land en een algemeen aUeeUngabeatmii voor
_ _ Petnu JooMiea, een V .
iebteikviKtige, dën' ISden Jusi 1808 te Eeckeren
bg Antiwerfien geboico, werd on IS-Jariq|en leel-
t^ gcoluM op het kantoor Mr boaatingaB te
foaseebaet, daarna U Weatactoo in de Ketn^ea
en werd in 182S eente ikak t>)j de belaetinges
te Tonfaout. Ia liS37 wan] hg. ak eente leeie-
taria toi gemeenlehiunt faebstr met de tadt bet
leer verwaarloosd ardiiet 10 oide t« brenguu Dit
Mdde htm tot bat nanporen nn de geecniedesia
der atnd en tot bet tevereo va» ^denebaiden
opetellen omtrent Tunihantaebe aangekgenha-
dea. Hg sehveel verder: .Jioteevallea vaa een
TnrnAwntsohen jager in de ISde eeow", „De
twee reiiigera, geeiiüedknndwe veriutten ^t de
16d^ en I7de eeaw", „Knmnk der atad en vrg-
beid Tamhout" en ,J)e bljjde tnkomatc van
Amidia van Sohna". Hü ovarieed den 22aten JnM
1888 te HeranHuda.
Hevel ia een toestel, dat gebniikt woidt om
n vkieiatol ok «en bt — -.--
lager gelegen orar te <
«togen gkien <
t stokken ongdgk van leogt« ign (üe
fig. 1). Nadat de henel geheel met vloeiBtof ge-
vold i«, wordt bet korte been fjeplaatat io Set
vat, wianut men de vlonatof wd overachenken.
De vio^tof lal si^ dan in de riditlng van bet
korte been naar bet lan^ bewegen. BeadMxiwen
wij een horiiontale vloei stofkolom b^_ «, du xal
de dmk Koks teRen dte kolom gelgk ^n aas
den druk van de iDehl. verminderd met dien vao
een wateiiolom, <Uc tot ho<^4e beeft den verti-
calen afBtand van « tot den watcrapiegel in bet
vat. de dmk rechts gelnk aan dien van de bniten-
Indit, vermiodefd mot dien vao een waterkolofa.
DigilizedbyGoOglC
HBTSL— HKXAORAH.
Aa tot boogu heeft den Tertie*lei> iMmmI vu
• tot bet BiveM in hst Uger geplutcte lai. Dei-
haii* k de dnA lioki gToot«r un rwiiU en lal
(fe Tkawtof lieli n den fao*el op hareagtaMOÓt
wqw bewegvn. Pig. 2 atelt een benti voor met
e«a khMwkTlöke ■nigba» B. Door san deie t»
niigen, kan men «in faevel gemaUelnk met
vloeütof tvHen, uodec gertu ta kiopen de rloei-
atol ÏB den iDOod to kingen, wet Toonl by «et-
btnelan tab ««niltige stotfot fka beliag ia.
Bet TOMal TUleo *aa du herel ie oMiimdi^,
^ mm «fatbU bQ bet bnngen Tin den benl in
de uteaiehrf d« 1mw« boie met den nagef afalnit.
De eiiiiiwMg der Mcbt ia de btim maakt dat de
itoekM B de korte bm aledita weindg atiM.
Laat men nn dea nn«er loa, dan uJ de Tloeiitot
itf dne boia tei^eroige dea hj>(trost«tiaelie dnik
e«n 100 groote aoeAiead krjjgen, dat de gebeele
hei«i mnild woidt. Hmbö >nae edilei het hoog-
tvTCmaai itn > «n bet TJoeJatoInwean iu«t meei
dan een paar eentimetem be^asen. Oa dtt be-
g'lnaei benietea de s.g'. ttBverkgiuU Mwf*.
B«v«lbarem«t«T. Zie Banaut».
H*T«llsS, lokaiutM, eagentnk Hewef of fie-
«Mtte, een Dokteb atencnÉm^ge, den 26aton
Jaanari 161t te Dansig gcbonn, ttudeecde te
Leiden en deed i> 1680 tM ISM een nis door
Nedertaod, Engdaad. FVaakrqk en DnitaeUaiML
Na lÖD tern^eM te Daarig wödde hq tA
mUn aaa de itMi«afcnode. Z^p
kcorigfaeid, hoeiMl hq aleeUa met bet bloote oog
of met diepten waaiDamhigen deed. Voor ign
waaisfaniDgen atjditte hg in 1641 w lün biua
een tterreuwadit, welke hg jBteUaebnigvm"
Doemde. Bg een bmtd, dia den 26iten September
1679 i|p ■teneniraebt mvuUe, ^jo, beh^Te
■QD boeken, ook tgn liandadinlten frooteDdeeb
verloren gegaui. In 1641 went bg lebepen va ia
16S1 raMlAeer tu Dtocig. Hq OTetleed dn
28Bten Jtmari 16S7. Een belangiijk weA ia i^n
„Sckiugraphia, aan deaeriptio tuaae" (1641),
waarin Ijj een aitroerige baadvrnring Wart van
de «openlakte der maait. Veroer ariireet bgi
„Froaromna aaboiMNniae'' na li^a dOH>d tranohe-
«D, ,J)e natara Sataiai" (1656), „Cometofrra-
pbia" (1668) en „MatriMia eoelertiia" (I67S—
1S7», 2 dln.].
r«a, een Hongaaraoh eomitaat, grenat ten
I NeosrM en OOm&r, ten O. aan Boraod
HaÜMkke«ieomitaat en ten W. aan Peat-
PiM»SoM en NtogrwL Bet t<M, u lyD ioJciim-
ping in 1876 op 8761 v.km. (1910) 27^976 in-
wooere, die byaa aUaa tot de Magyaaraohen atam
behooien en den R.-Katlu)tf«ken sodadienat be-
lgden. De bodem ia er oirer het gueri effen, be-
halfc LD het ooordelgk ndeeH«, waai lieh bet
Matragefaeigitc mML Hier groeien aitnnaten-
de drama; T«def larcft bet laad ved maia en
tabak. Ook bloeiea haadd en niiTerlwid. De
hoofiktad k Eilao.
BawltMHi, ViUiam, een fingdaeh natuar-
oatderaoekei^ dmdden JanoKi 1806UNeweaatle
oa l^ne gebotea, maakte ia 1831 eea a
toa Taa Noorwegen, la 1646 lerctde hg met Dou-
bitdag „Tbe gaui:» ot Diniaal LeMoitutÊ,", eea
wert, dat hjf later nwt TPeitmMd ndtooida. 1b
1848 ndmiade tig naar Oathmk ki 3an«7 ra
in 1852 veraebeen de eraate afkmtiag van ign
„Eiotie buttMfliea", een boet, ^ in driemaan-
d^jkedie ^lereiüigen wend iVOMtgeaet ea ge-
volgd door löo „UoattaUoaa of dracnal Lecidw-
ten" (1868—186», 4 dta). ^ tenameling M-
tenlasdMbe TÜodera teUe oieer daa 4000 aoot-
ten. Hg ovwleed dan afiataa Mm 187&
H«wlett, Jfmiriee fiMfit) eea Bngckiii
BtArörer, ward dea 32rteB Jawun 1861 te Ald-
dington in Seat geborea, bebaaUb in 1801 den
graad van Banktar e» bekteedde lan 1S86 tot
1900 «en betnU^ lijj de beiaeIJwen.
,EarthwoA ovt o( Tiieeanj'' "
aciiFeef:
(18951,
LoTcra" (1898), een aprookjcanMnaa uit de Hid-
deleenweo, „Fan «nd tbe Young Sbtnbeid"
(ISCtB), „Littte NoT^ of Italy" (18H), „lUtbaid
Yea-and-Nay" (1900), ,Jfmr Canteièaiy Talea"
(1901), „Tbt Qneen'a Qnair" (1904), eea ni<al«-
kende bialoriaene loman, uit den tud Taa Jforia
Sbmt, „Uw Boad in Twmtf {1904}. „Poad
Adnnliiraa; Tbe Fcot &raair (1905), »Tbe
StoMing Lm^' (1005), „HaU-war Hoaae"
(19W), „Opea Üoantrj" (190») (deae laatste rkc
weifcen, die tot i^a beate gerekcad worden, Tor-
men eea doorkxnead g«beel), „Aftetnavon:
%Ua and Boüa" (1909), ,Jteat Hairow" (191M,
„Biaieidiead the Oieat" (1911), „Tha AgoMaV'
(1911), „Ifae Soi« of RemT" (1911), .Mri. Laa-
Soi« of Remj" (1911), „uii.
), ,;Büm Redeemed and <
Klot'^ (1912), ,;Süm &edeen»d and otbar
PoeoH: Lore of Proaerpine" (191S), „Beodi^:
A BtudT in Prodigalit/ (1918). „Sii«aoi«fl of
tbe War" (1914), „A fitUe Diad" (1915). Hnr-
Ull ie een uitetekend atjKat, die een tnawhe ne-
hiaratefixning «a ign werk weet te leggen en
ereüala nle :^D«r tgdgenooten de in.ËwelawI
beeradieiHle oovrge wdën igdeÜnga beatrqdt.
Haxaotaord een r«eka raa lea opaenTolgeiL-
de tonen, die door Oirido van Arevat werd ge-
iteld in de plaati vu het tetaaebord.
HcxaCder (Orirtaeh) beteekent lesrlat; een
legvkiMtige heiaftder i« de kuboa.
HaxMTon of Zakoek. Zi« rerfAoek.
BexaLConul kilataIrtalMl. Zie Krülalr
In.
Hexairam ie een wiaki»dige figuor. ait
den leahöek afgrieid. Zg wordt gnrormd door
de diagonalea «an den aeaboek, met weglating
DigilizedbyGoOglC
BESMJJUM—BEiYtaSïi.
TUI die, welke teg«iK>TeTg«etel<le hoeipiuite]
Tttibhuden, <rf «cè w«t door verlenging ^aji d
ij^D Taa den aeAoek, Ia de vrymetnefarlj i«
te figuur gebnnMj^ «mdat men baar lutii be-
■dxMiwen ws een. Teneena^iiig tu tire« drie-
boeken.
Hsxunstor m de Dum van «en t«i«, Tan
Qriefeadun otamifmg en ook Jn het IM^ ge-
bntllrt, wk wt heraHiehe ot epUehê TienniMl
g«faec4en wegena ^)o gieèrnik in W faeUeodiishil.
B«t tiestut uit 6 voeten. Van d«x ü de laatste
dooigufflfi een epoodMoe ( ), ook wel een
toodHteus (~^), en <le vvoiiaatste een dutjiuB
( — •— — ), terwijl de o-ïwöge 4 na«f baHeven des
dMbt«rG iaetjli ol «poodnei kaniaen iqn. Home-
rw en Batiodut hcMwn zich van deie versmuit
bedieod, en btj de Roaxiuen vooral Virgiliu».
In de HiddeleeirweD Bcbreef men heiaanetere,
die in Itet midden «n <m het ^ode FÖmden en
dea luam ifaoegcu vui Leoiuiüardie vAraeir. Daar
de proeodie der QennaaDedie talen ni«t op de
tegeiul«iHng tttwcfaen ktMe en Isoge kltergre-
pen, maw aitakirteDd op den ikiletntooD becost,
Bennen dete dbn heumeter ndet. Hen beeft hau
editep w«l mgevolgd door v«iaen, wimd tei-
kena 2 toooiooBe Mtei^Moen (in den laateten
voet 1) Of die owt den Uemtoom volgen. Vot-
maer heeft getraofat den Oiktocben hexameter
nog meer te beoMleren, dodi msekeode soodoen-
de liet weseit der N«deri&ndntH poSiie.
HexuMtt ijjo bnhrateisboffen VMt de toi-
mole C^i4. Normaat limaiK waarvan de atiuk-
toorfiMinde C!Hi(CBt)«CSi ia, kont th hoofd-
beatanddeed ■& petroleomMtter voor «d beniodt
■ich ook in teescüe, fiet is een kteorhioM viotl-
atof met een MorteUk ««wiiclit -vMt 0,663 en een
kwakfrot "'M '68i,4— «S> C.
■•xApla w de oMm van een uitgebrrid
werk fML den fceikradcr OHomim tut beratd van
An t«k0t dn Septuaginta. Het beeft zgn naAm,
1 bet Oode TtSMtumi m 6 M<
men afcetuiiwD. In de eerate kolom «tond ife
HebreeawMM teket met H«i»ie«nwMlie tetten,
in de tweede iffie kkst met Qriekadie ieMera, io
de derde de Oiickwhe rataljng -ran A^ila, in
de TÏÖdiB, ^ van SymmaekvM, m de vqlde die
der LXX en in de hm» <He vin Thwdoiitm, Hq
let die aiécAiriften veranoedel^ Ie CaeeMeaver-
tMidlgen m het jaar 281, met fiiuutei«den
tteos vaa aekenn ^mbroeiH*. Lnber vMgde liq
or DC^ 8 aad«re teFtaUngen bg. We^^ene de giroo-
te mtgetoódbetd van dit werk ia bcA nooit
atgeadvevm. Töftüg jau na den dood tui Ori-
nea vond Sutebiuë bet te Tjtds en plaatste
in de boeter^ te CaeMPea, wa^r HiSrony-
miu het Tond. Vermoedel^ ia bet in 658 bq de
vepoveriMr van Caeeoiea door de Aiaibieren ver-
metigd. De tekst van de oTMoettiog der LXX
ia ecnter giaotendeeds door Eutebius, Pamphibu,
ÜViroK^xi en goMfereii bewaavd gébteren, tei-
w^l wg ook nog fragmenten van het gebeel be-
aUiteD, welke o.a. door Wiaid (187$) ign uitge-
geven; een in iMilaan onl)d«kt fragment gaf Q.
ilereati (1896) nit
Bexatraob is een wooid, dal ra de tAva-
were Ood-TestunentMi^ wetensdup de plaate
beeft Jn^enomen Tam het woord Penlateueh. Ver-
stand men vauowfa ondei PmlafeucA de 5 eerate
BijbeAo^en aie een g^A^el, ,^ vgf boeken van
Moiei", later ie men tot de oirertuiging ge-
raak^ dat het boek Joxva nauw met de vooiiiS-
BiiehtiqMMiit ie te ttowboawen met d« 5 boeken,
loodat wjj een gObeel van 6 boeken (Bexateuek)
moeten aaovaa^n.
Hezham, Benru, i« de naam vaji een Eo-
gelach ofÜeier, dée de rocnT^e belegeringen vaa
priiw Fretkrik Hendrik Ujgenroaod en «Murom-
trent beUngi^jke geedviiften nagelalen heeft.
Van dew veiUKdden w^ : „A trae and biief relm-
tion of the Eamous eóege ol Breda etc" (1037,
ock ia bet NederlMxkcii, 1638), „Reiating oi tbtt
aiege of the Bnah" (1630), 0(A in 'het Neder-
landBafa) en „Journal <tf tbe taldng of Venlo,
Roennoiid, StnJen ete.", waarvan Langenkove»
in 1633 een Nederlandacdie vertaUiig beaorgd
heeft.
Hsxyl <* ^ eenwaardige atoomgnNfi C«Hii.
Hnxvijninn. Zie OaiiroiuHw.
HnTdamum, Heimek, een Dnitacb aiehae-
(rioog, den 24sten AivosttM 1842 te Oreifawald
geboren, etodeetde te Tobingen, Bonn, Greib-
waM en Berlnn en deed na de T«vsdiöniog van
ipereie" (1866) een reis naxr ItaËt en
a pii-
leeraar aaar Uatie,' waar lig "den lOden Oetober
1889 overleed. Sjj acÉueef: „Ueber «mm mA-
stmndeéMhen AntMMue" (IfiSS), „Orieehi«ÉM
Vaoenfailder" (1S1% „Vaamaaomianna dte
Ifnw» Nawneie m Neapet" (18T2),\!Tanakot-
t«n »Q> dem lloaeo Naaonule n NtitpeT (1883),
JXaaynt' Oebnrt nnd Kandbwt" (1866) en
„PariMT Antifcei^' (IS»?). Sedert 1876 sehieri
hg jaailqka het Winekeknann-Drogrunma.
Baydan, Petnu *an dar, tA Patnw *m Tkv-
ma, een Zmd-NedwIaodMi gea(diiedkK>dig«^ m
1898 te Ofaierie bij Turnhout geboren^ atadeei-
de in de leehten en in de go<^eeidbeÉd, ver-
wierf in eeratgememde den doetocaka rang. en
werd priester. Üê kaoDtinik en thcsaarier van
St. Gndnte te Bnmd, nam lü t«ven len be-
hoeve der armen gednrende 58 jaar de recfata
g-akt^k waai en oveiieed dea 28Men Asiil 1473.
ij acfareef: „dmonicoa foabantta«", dat in S
loümleefcn in htndaAtift ep het atsdhaii te
BniMel bvwaaid werd tot in lOM. De sebvrer
Uet de» kn>Ba«k kt NedartanMw venen bren-
gen, en 7«n(uMM, sdtepeo te Antwtspeos beaat
een ttandadirift in fofio, e^aMd: „Tetri Timonia
QtMnieon ab aaao 'ISu ad anavm 1483 in
Slnma venksonloi trawhtapi". terw^ in de
oovdlea Arebi>TCB de Retffepbeig'- van 1830
aangAowCgd wend ,J^ebï a Üijido, wlgo van
der H«7dHi, Hiatnna Brabaaliae diptomatiea",
doeh de gebenrteniesen van dat jaai aijignen de
"itgarre te hebben belet.
BeVden, Jan «on der, een NederUodeob
Uider, in 1687 te Owkom geboren, den 98»ten
Haart 1712 te Amatercbm geetMven. Van wien
hy het s^iklieren geieerd heeft, ia Djet befcmd.
In 1670 werd hg benoemd tot opatchtet over de
straat^anterena te Ametexdaoi. die T<dgene löo
vioor«t«4 waren geplaatat. In 1678 TO%da xgn
DigilizedbyGoOglC
HEYDEN— HEYDT.
„ 'tot opsioht«r «ver de sUfflg4n&nd-
^Kiit«at t« Amsbepitna, die door hem wuvn ubt-
De MfaiMeiqen vu Fan der Revden steUen
meest aUdKemcbten tooi^ dodi ook vel Und-
Bcbi)pfMn. vooral te Ararteiidun beeift hy ijjn
oodeuweipen giMocfat, docii ook aan (fen B^d en
in Belffiê. S(£iUenjea van Van der Ha/den be-
ütten het R^kmnseum te Anuterdam, bet Haa-
ntafaoie tie 'B-Oiavenlia^ en het mnseDin Boy-
muH te Rotterdam.
HeydsUi Friedrieh Augutt von , een Duiteeh
lÜditeT, lien 3dbn Septeni«T ITSS c^ bet v&der-
Iqk bmtenv«M^f SerAea tig H«iiM)«ng «n Ooet-
Proaeen geborccL, slndeeFde in de rediten te Eo-
iiiii(|«bageDv BeiKn en GSttuseiv In 1813 trad
fag in dunst bjj oe jagu«, doob i^n korps
I deel aan ^n ooriog. Na hel slniten
. ~i kieee fag een betreUing in O;^ — ,
tnd alifaar inliet faaiMlt^ en werd in 1826
V
■mie 1
1 Owein,
legeeriofieraad, later <f|Miii«(|«eriagsnwl te
Bvedu. waai hq den 5dbit NoraiAwr 1%1 «ver-
leed. AIb dtehler gal U ide dnunatÏMAte tttddwD
,3enata" (1»15), „übom vai Weohad" (1830),
.Jfadine" en bet t^qted .J3ie Modenwi/'. Vei^
4er atdH«d hq: ,J>niutüdie NovMlen" (2 dlo.,
]a]9), .Jbadzeiciinni^en" (2 dbi.. 1S41) en den
roman „Me Intiignanten" (2 dJb.. 184(^. Bij
vooifaor besteedde bij ma kraisht aan bet dtch-
terljjk v«4uud en leveide: „K^neid" (1381).
„Du Wort det Fnn" (24»te dmi 1900) en ,J)ie
ÉftMMbraat" 0^1)- Zjin veriameide gedGditen
iga iB 1652 door Th. Mundt nll««ir?v«i>.
K«yd6Dt Karal vom d«r, werd den 12den
JaiMiari ISSo te Batavw gieboren, oDtrio^ iqo
opvoeding i» Nederhnd, nein in 1811 dienet bg
het OoBt-IndiBcfae Iwer en werd in 1M2 tot
•eneant berordenl. k 1848 en IHS nam hg
ded aan de tweede en darde eipeditie teoen
Baü; hn knctf vo»r iBn duiper geibag de Mtïi-
tÜK mUMiMorde 4de klaem. Na^t hg ia 1S50
tot 2den hiiteumt benoemd waa, nam hg deel
aan de knjgamifüftttangen in het Pafenuaaf^-
eebe. Hg werd in 1854 tot Isten luitenant en in
1859 tot kapitein bevorderd en tot eootndetir
Tan de Zeidêr- en Ooater-afdeellne van Bomeo.
Op Bomeo gal 1^ bedwaldslgk Ugk van boi-
teDSMToon beMd. Bier werd ng tot ridder ven
de IfiMtaiie WiHemaoide 8de Uaeee bemorderd.
In 1868 werd bjj mftjooi bij bet gMnkoeubn-
UIJM Tan Bangiu en in 1872 laiteoant^Ioiket.
Met ds 2' - ^■'■
1*14, die ._... _
Leenw deed ferwwfen, beeon de re^ van hd-
dmfeiton op Somatia. Nadat hg nog korten tijd
plaatseM^ eooNnandant te Sütaiang geweest
was, keerde hg naar Snmatra t«nw, werd in
1876 koloaef en ter bwAikkiiff geetSu Tan den
mUitaiien en dviteleD beveüidiber Van Atij«ii.
Beede in 1877 werd bem ^jdetgk bet miJttaar en
eniel geug ia Atijeh oipmdiagen. Na het ee-
vecbt bg Samakogan. den 26sten Angnstne 1877,
waarin Fm der Bei/den èet Sakeroog vurloor,
werd hg eommandenr tmi de MjÜtaire Wiliema-
onde en adjodant des k«niige ia bnitengeworaen
dwnat Ia 1878 ontTing bjj qio faenóeamig tot
BonvenieDT van Atjefa en Ooaeiftoongbeden en
tot militair beveHicAiiber aMaar. l^eQgevtJge vas
a Kepe^eld bestuur
Ie Qjj sgn waan^
de kiikMverritditiiiigen van Juli 1S78 tot Septem-
ber 1679 venwiepf l^j <b^ konisÉIgk besènit van
1880 den i«ng van generaaUnajöor, terwj)! hg
in zga betreoing u» gouvernenr lou worden
gtÉuuidhaald. Van den SOeten Januui 1880 was
Dg ala reeeeriag«.a
in Atjeh at iomoering v
ïoopte bereidmt. In 188 „ , _,_ ^
heid van gonvomenr Tan Atgeh en moJitMf be-
ndbeUiei neer, Tertrok epoetfe daarcv naai Ne-
deiiand, waar hg daa Ivteo Februari 1862 op
tenoekgqMosionneeid werd. Den Sden Nonm-
bei 1881 weid hg benoemd tet eommandant tmi
het EoninUgk HiKtaii InradUdeilNiÉe of Bron-
be^. Id 1891 èuntmde da koningin hem (ot ad-
judant in boitmgewonen dieiwt. Vat der fleydm
oveilead den 27sten Januari 1900.
BeTdMiralob, Kad HHmrieh, een Dnitteb
wjÏBgeer, den lAden Pifbruari 1764 te Stdpen .in
Sanen geboren, bemtU de Tbookaeachool 'te
Leqwg, werd eent een aanhanger van Smou,
•wpwigeia vaB Kamt, veetigde tMi in 1786 te
Leapiig ale prinaUoeent en wetd er tn 1789
builei^ewaio boogleeMar in de wgsbegeerte. Bij
oireileed den 29BteB Aofit 1801. Bebahe gedich-
ten achieef hg; „Sjvtam dei Aealhetik" Tl790),
„^etem dn Natuirecdita" (1794—1796, 2 Ma.),
„aniodeUM de* natOiMien StnatK«<Ue" (2
dtn., 1795), „Biiefe aber den Athetemna" (I79B),
,.QniDdsfttH> der Kritni dve L&ebertMhen" (1797),
„P«j'«hroiogiedie EntwJdoeJnng dsa Abeiglan-
bena" (1787) en „Veata, odw kMne SefanTlen
sm Fliilmöphie des Lebena" (1798—1801. 6
dfa>.). Na zgn dood Teneheen een tweede deri
ignei gedkfateix een voOedige «erumeUng daar-
van ia dooi lijn broeder nitgegeven.
Beydt, Auguat wm der, een Pniaieoh staata-
man, den ISden Febtmari 1801 te G%erfeU ge-
boren, ging «ent in den handel en kwam met 2
qper broedere aan Uet bwrfd eener basiien-
la^ te Elbeifeld. In 1841 Tert^eowoordfgde
bg zgn ^ebowleetad en den Prtniiwiaien Land-
dag en on 1347 wooode 4ig te Berlqu de sittün-
^n bg van de commieeilD uit de veredüüende
Stend^. Hier gverde bg met kiaeht tooi een
constitnt'ioneeie staataregvtimg. Nadat de Pimü-
sebe NatioiMle Veigwlariog naar Bmtdestarg
Terplaatat waa, aanvaardde og het mandaat vaa
vertegennvooidiger in het kiesdiitrict ElheiMd
en nam den Men Decemfcei. ita dag der ont-
binKnff van A Pminaebe Nationale Vengade-
rine, nttiw in het ministerie n-(mdeti&w9-J(«»-
feiStel. Al» Doold tbu het dqtartement toot Han-
del, Nijverheid en Openbare werken beweea hg
beUogrglie diensten op bet gebied vao tp>or-
weg-, post- en liJcyaalweaen. Ka het aftreden
van genooDd bewii^ bctóeU hg in bet Kabinet
HohmuoUem ign portefenifie. Toen bet Kbeiale
minieterie ^HeraapoM-iSehteeriN in 1862 aijn ont-
slag nem, aanvaardde 7on der Beydt in het nien-
we ministerie Hohênloke-Ilxeitplitt de porteleoit
Ie van Financiln. Bfi de botdogen ttüedien de
Kroon en de Vertegenwoopdigiiif ter g<elegenhead
der militaire reorganisatie traentte hij aja be-
nuddelendea invloed te doen geUen. Toen Bia-
tnarck in I8A2 aan bet hooM bwam van bei ka-
binet, l^de hji lün portnfeoille neder. Nadat bjj
in iea st&Ml dat vrgbeeren opgenomen was, nam
D,o,l,zedb,GoOgle
918
BEYUT—SSEUBSSUMIB JiR.
bq in 1866 t^nieaw ti» tmnaatet t*o FinuteieD
nWng ii> bet kabinet, PraiBen Btmd loen gereed
ooiiog te loeran t«gen OMtenrqk en wraedite
d«uioe 0<«r loldoende middelen te kannen ht-
eefaiUen londer tot een leenüig over te gun.
Die Uek werd door Von der fleyiff Tolbndkt In
Au^^tiu 1866 nam de Ltnddag iqn indunni-
teUawet un. Hg ontving in 1869 x^a ootaUg te-
gelijk met de orde tui den Zwwten Aidebar en
overteed te Betl^D den ISden Jnni 1S74.
Heya, Jm Pteler een NederlukdMh dM>t«r,
den leten Maart 1809 te AetsteHam «boren, be.
Ktehi ftidur het gjinnaoiMn eo bet AlbauMam,
f ing in IS27 naar Leideo om er in de geneee-
aooe te atndeeKi^ nam aW Ti^wiUig jager ded
aan den TiendugadieD VeMtódtt en veeti^
lioh na EJjn pvooKitie ta Amatepdan. Nadat bq
reeda enkele Tenen nitsegeren en in ]8S2 tot
1S54 d» „VneDd dee Vederfandb" g«r6diecerd
bad, 7«ieMiigde hg liefa met [hotl en aooeren
tot de nitgaal tsd de Jfnen" en betioondH Te^
volgens tot de overige medcnreiken aan ,fit
Qi&". In 1841 beknwnde de Holtandsdie Maat-
•riuuttg iga .jMderan en langen" en ia IM7
de Haalaehappn tot Hat van .1 Ateemeen z»n
„Eia<fci6«der«ir. N* dien t^d maakte bfj ab
volkaianger en kinderdichter grooteo naam. en
was ab boofdlwetiKirdeT en aecretarie tm de
MaatisbaiMiq van ToeoÉanat en ah booMbestmir-
det y»a Ae tAt Nnt Tam 't Algemeen werkiaain.
Gernimen t^i wee bij bootdi^daeteot vaa den^
„EnUin^r Atmanak . Ook ale geDeeekaaAgë'
Ueef bg nnt werkekMa, maar bestmiide nn
1888 tot 184Ü ale ledaobeni de „Wenken en Mee-
niogen", van 1840 tot 1&45 bet „Arobief twx
Qeneeetande", wenl in 1842 üd <fer etaatSMMn-
nneme voor geneeefaoDdige weitgeviiig en in 1847
hoofdbeetttnider vam de Maaitechifipö tot Bw<a-
dering dei OeneefÉonde. In 1858 veraebeen zijn
,3iebterigk« kiaiw", ««□>enajneling kindeibe-
dereo; van ign „VeraprMde Oe<Ë(diten", aJeme-
4e van zgn „KindeiigvdMiten" ie ia 1870 een
voKedige nitgan venebenen. Van lijn „Vc&b-
diditen^' Terèdieen een nóenwe ntteavc va 1868.
Hg overleed t« Amtterdtm dem 26ten Yttnim
1876.
Harar, Övtbn, een DoitMb boadboonrknn-
dige, den Uden Maart 18S6 t« Oieeeen geboren,
rtadeeide aldaar, vefildgde er lidi » 1849 aU
JrWeatdooent, vrén) in 18S8 baitengewooi^ in
857 gewoon boogileeroar, in 1868 diieetenr der
boBcbbonwaeademie 1« Mflnden en ging in 1878
A boogleeraar naar HOnehen, waai bq den
lOden Jnli 1868 orarleel Hg eebreef: ,J)aB Ver-
bijten dei WaldbSnme «gen LiAt and Schat-
ten" (Erlangen 18S2), „Bimitteliiw der MaaM,
des Aken nnd dee ZÓwadtea der HotitMBtaDde'*
(Deeean 1S52). .Jirfiibndi der foistlkbeo Boden-
knnde nnd KVimatokgie" (Erlangen 1856), .A»-
leïtang zar WahhrertcediiraDg" (Ldpzig 1865,
4de drufc van Wimmaiaiur, 1892), „Handbodi
dei forsrïid>en Sta^" ^^)iig I87I). Van 1856
tot 1877 gaJ bg de „Ailg«awiDe F«rst- nod Jagd-
ïeitung" uit,
Heflermaiu Jr., Herman^ een Nediei-
nouoiiuaiui ^l^., ncrmun, ecu iituei-
landsdi Bchigrer, werd den Sden December 1864
te Rotterdam g«t>oren, 'werd aamrankelnt toot
den handel ofigcleid, iodi w^dde ii<n reeds
aan bet dicUad ,4e Tdegiaaf ' en lüar-
ta begon hg de wèkdqlxKbe reeks igner „Sidtet-
sen" onder den Bcfaniliiaam Samwl FMIamd, die
UUr in bet „HandeUbladT iqn voortgeaet. H«t
deoe korte atdi^tsen van aeei nJteenJOOfWDden
toon en inbond, maar alle eefawp waafgcnoHieii,
lovendie verteld en kranditig braktmaeerend,
aébhap ug een eagm KenR, «t tidi een groote
en vnelveidiatde pt^sbdteit verwierf. H^dn^t
werden dcK ,3cbetBen" in 14 haadtU vao 1890
tot laiO. Inmiddeh wae Btiermmg ook oMler
■ (1898) a
„Inbeit«nm" (1897). Vee) coeei trad bg op den
TooigHunl, toen hij iga aociaal-damoeiatiaehe
wwtnigiiig ia qja weife nteei tot oitiiig IM ko-
men ea in 1808 het töteelmft Ji^ JooRe Gida"
opricfatte (leeda lid^ens den naam bedoeld all
een vetjraging van de Nteuwe^idabeweging),
waarin hq amip optiad lagen de buig«rlök« op-
Tattingen over nmateo over moraal en lieb tegcn-
o*ei oe ,4'art peur ]'art"-4)ie4Hn at«Ue. Het tjjd
Bchrilt gaf veel aaoBtnol^ «adetTODd aas deo aa
der^k kaïLt wel biiv«t,-docii weimg medbweiUng,
wod&t het reeds in l«Od wend gestaakL ïa drt
tödedinft begOD Be^ernmM onder den acft»!-
naam Kooë Bmbema de ^«dddcatie van den aeer
natoraüetiadien en de biadige tamenleviag bd-
tig aaokkflendbn nanut „Kamertjeaaomde"
(lw8), op dit gebiad xgn beate werii ea ber-
iMaldelj^ henkokt. Ook J)n« loMeeletokkea"
(1869), weifc vwH de eooiaal'denMetatiaebe pio-
ragaódas <bgteekent oit de Jonge-Gid^teriode;
Vooigoed Teroverde hij ai* eAter een eerate
pkata oBdei de Nedeihodwiie edirgven deer
zgn tooneeUtnkken „GheUo" (18S9), „Het ie-
veode gebod" (1900) m Towai dooi „Qp Hoep
van Z)^n" (1901). AAUit-ikti^ cmtmióettna de-
w werkea weï eeue beawaai ontdat ijj aieer eet
reeb vaa trenenae talweel» gnat An eea
doorkepeode ikamatiadie «ntwiUding; op het
ftmned htAta ig eebtei nitnenaend t» TDMoea;
„Op hoop van Mgen" bderilde reeda men dM
WO opvoeringen. Ehenife de meeete vaa Biiep-
man'» aadcte stokken faefaiien iQ een aoeïalMr
adie, alttuDB een opntandige stMdcing. ICader
aneeea badden „Het pastaer" (1902), „Ora et la-
bon" (1908) en „BloennaMuT' (1904), dodi «eel
opgane maakten „Sehakela" (1904), vojgana ve-
len m berte weik, JUierai^" (1805), nar
van de opvoeiw in veraehiUeade i^aatMO, alt
kwetaend voor de faitbolieken. vertioden wei^
en het laotaeUadte „Ditkematr. dat editer dm
de ciitiek gonstiaer weid ontvangen dan door
het publiek. Behalve „Sehifceb", waarin de hoold-
VfA óota Boumiteetlér vrerd gecreëerd, weidta
deie Mokken oonprookell^ o^igeToerd door de
Nederlandecfae Tooneehereeuging. VMteheideoe
«i van lün ook in Doitacblanif en enkele (in leer
«erknouden vom) in ËDgehtad en Frankrijk op-
gevoerd. Voor lijn autearsbelangen waa BeJKr-
Duint eenige jaren in Berlgo Keveetii^ waar tm
.J'alklandjee" in bet „BetUner Tageblatt" aefareel,
veEïameM in zijn „Berliner Skinenbocdi'' (1908),
en vanwaar hq ia 1912 temgkeerde, aai de lei-
DigilizedbyGoOglC
BËUBBOiANB JB.— SBTNE.
319
ding T&n de NederlaodBcbs TooDedvfmoügmg
op sidi te ncBMii, waoram bg «edert ijgn toot-
iMiDite knehten beelt fjow^d. BeÉuïra de g«-
DMindB BtiaUeD sdir«ef Iq dok rooi het boooeel;
,4)e gToot« T^wiir {1908), ,4>e opnande Km"
(1911), ,.B«eciiiiit met maUjei" (1911), „Glflek
AnT (1912) en „Bobert, B«tr»m & Co." {1814);
op ramuLtisA gebied „Sabbath" (I90S), ,J^
mantitad" (190l, 2 dto.). »eda in „De JoDg«
Oid>" begoiHMDi, iiMlitae ma detaHa mur swak
vMi eompOMtie, btA ovrMbooêde ,J)tusakt." (in de
Nieuwe Öi^n, akmede ten deek ondsr deo
naam FalklaM eenim weifan Tan hiditiger
aard: „Eleiiw TcractinUiiwen" (1904), „Gerkn-
gMe daden" (1905), „KiniM Tert<l«ds" (1906],
Jh Bieelit eener MböUigv" (1906), „Wat niet
kon" (1908), .pfoep'a mnderl^e aiantniao"
(1909) en „De rooóe Mnwtier". Ben xecis tin
jaren maakte hn ded nit rao de redactie van
,4>e Nieuwe Tgd", waairiD hjj een aantal fng-
men ten pobKeeenfe.
BaQsmuuu, Ida, een Nederlaadedie op-
veedfaindige, den 9deD Deeember 1866 te Rotle>
dam geboren, ia wdert 3884 tUmx werkneni
ale onderwgieiee en teenree aan de IndoetTie-
aehool tww mejajee. Ha*r atrevMi ie bet meie-
je <9 te Toeden tot bemet denkende ntmw, in
etuU om eenenöde de tuk ale ^tgenoote en
moeder te Temülen, aadengdB ook om ala onge-
huwde TTOQW met een TaUünie, die in de tiod-
welgke Ign ligt, in baar oöderhond te looraien.
Belialre aitiktlen T«n epvoedkoiidigen aaid in
vendtillende ^decbnften, edirael iq' .^Piook-
je>" (tS9S), „Éen bonte ig" (2de druk 1904—
1916, 2 dln.), „Ehtderen, aebolen en wetten"
(im), „TertdJinraD tso de maan" (1902)^ „In
giooteo biü" (1904), „Uit de enanng" (1906),
.,Zoo OHwj ala Mn&eeabnn" (1905), ,J^n< Pet^"
(1909)l „Qiot de ratdding" (1M2) en „Vertel-
lingen" (1915). Ui ia redaetriee iku .fiebimtmi
en OpToeding" en van ,fit Toovw".
HnwttHAvt, Joltaitn Fvimand, een Dnitedi
genees- en heeOnndige, da ISden Januari 1796
te KtMrin jNbomit, rtodeerte te Bedjjn, Jena,
Wfli^Hiig, Tdiingra en Bieelan in de eenees-
kBDde, beKMbt in 1881 Zoiid-DnHMihlsnd en Pa.
I en weid i«rf<dsene dietoiete-geneeAeer te
ïieeL In ISSt bei^ ^ ndi op ImI der Re-
geecing naar die gededteor van Pniieen, wau de
eboteea woedds, «etd in 1838 Igfaite en Att van
den geneeokon^gendienet te Sigmaring ea Tra.
trcè in 1841 ala hoogleeiau in de efainmie en
ak Sieeteor der cbmTnaefae Uioitl naar BiJao-
Ken. In 1860 wo»d hq nelaat met de alpeoieene
oireetie T«a faet nnneniteitiliamUaa], bqraf neb
tn 186S ala oppwcblmiK bmi net leger lo Fin-
laM^ werd daarna hoèSéemar te StTTetenbniw;
en Vfcrleed te Wteibaden den 21«ten Jmi 1870.
BS Mfateef: .^eobadtmigeD fiber die Obotwa"
(1880. 2 db.). JStndSen im Gebiete der HeHwia-
■enaebaften" (1838— I8S9. 2 dln.), .^eHoig
nu KraokemrartaD^ (1887) en „tj^r Beeet-
tioncn nnd An^tationen" (IS55). Znn woo Oa-
ear, diirnrg bn dm ataf te 8t. Peterabnrg,
■ebreef: „CmenU<HnldH« nnd Statittik der Re-
aektiooen" (1861), .Jjehtibneb dei ReBektioDen"
(1863), Jhu Lagw tod KnMnoj»€elo in Ter-
gl«efa roit dom tob CULtena, militiriiztliebe
Stadie" (1866), „üeber Nodiwendigkeit nnd
HOglicUelt eijwe MediiinalnMiieteriMne" (1872)
en „Bericht fibei meine kztli^ Wiikaamkeii
HO Bbeia nnd in Frantiieieh I8T0— 1871"
(1872).
Hmytdng, filuobefft buvoee «on, een
I>Qitadi eehrnMev, den lOden DeouiAer léSI te
Eailmilie gabwen ^ docbler van den Fmiei-
lehMi geoant srul von Flemming, 'm de kMn-
doefalei Tan AMm en BetUma vim Atni», trad
na den dood tid liaar easten e(btR|nioot, «lolee-
aot Qaiu, in bet huwei^jfc met n$ieer Bammid
voM Beglang, den tegemnmdigen PrnieiKJien
geoant (e HambniR, dten ijj op ^ djpkmatMu
watoi io NooidJuneiik*, Mêueo, CnHi, IndiS,
ite, China en Seni< begeleidde. Op letteitm-
durna poblicearde q veradiiMende eaaaj's in
AmerikaanedM tödMbrtfteo. BoilMigftwoon roe-
m met baar raman „fiiiefe,
_ iïSten" (190S), waanop in 1905 een
bmdd Tertellingeo Jier Tig AndereT" volgde.
Urn uebt erraiebten" 090S), ^
_ , in 18B7 t« ]
jrei^ stulêerde aan de hoDeeecbod te Lai-
den en promoveenle aldaai ia 1860 tot doetor in
de etaatmroteDadiapfMB op een pooeMirift, ge-
titeld: „Karper en meibode der ataattaoMuwl.
knnde" en ia 18M aas de boogeeebool te Frei-
bing i. B. tot doetM in de vUMgeerte op een
liroeMirift, getitdd: ,,Znr Kritif dee ÜtiH»
mos". ^ ia eedni 1890 faoMjleeiaar te Gienn-^
gen. Zgn Toomumele geamitften ign: „Het
Ximêot in de phBoenobie" (Inawiveele rede^
., „Sdels eener kntÏMbe geacbiedenie van
bet caoMÜteitjbegTip in de nievwere wjfebegeer-
te (beknoond dow «uwtoieo Tan bet Sto^daüadi
IwMt, leeO), ,J)ie GeeetM «td Ekmente dea
«weMHduÜfidwn Denfcene" fl8»i— 1894, 8de
ónA 1915), „KnAOnug fa die Uetapbveifc anf
Ontndlage der Erlahrang" «905, 2de di4
1911), ,^nflllrDw in die Elhik aal Gmndkge
dw Ëiahning" (l5]4), ,JSM pijdüwdi moniame"
(1915). Bormdien i«fa(i>enen Tan bem: ,ffn
" * ' ' der Ptmcd" (1010, ook in het Ne-
rertaald), „Oe kxÉnmeUge eenw dei
perebolope" (feetoiale rede, 1909} en vectdul'
lende opetrilen in de „Vtertdjabiascbrift fb
wleaenHlMmitbe FlhikwodUe", de „.FhHoeoplü-
eefae Ueiuitabette", de „KeUaahrMt fOr Hiiloeo-
pbie and rtnkwopbieehe Kritik", bet „Aiebi*
hr Oeedtidite der FhikiwpUe", dg „Zutaefaiift
fBi PRfidnlogie nnd HiTBiohigie dei Snneioiga-
ne" (daarin o. a. de opMeUenieeke „ÜDtein-
abongNi fiber ptrebiadw Stmmnng*^ en bet
„,TqUuift TOOT Wgab^eertie" (daarin o. a. bet
tqwM over Benri Bergton, April 1912).
Hwnw, OhriiUtm öottlob, een DnitKb ai-
«baet^otv, den 2Saten Sqitember 1729 te Chtm-
nètB in Saksen geboren, itodeerde te L^iig tn
de leebteti en whh) in I7S3 afsehigrer aan de
de boekei^ van den toennaligeD miuetec graid
voR BrUU te Dneden. In die betrekking Tond
bjj g)e)egeobeid, lieh aan de oude letteien te wji-
Aai. Wddr» Tenebeen iHn bewetting tad Tibid-
lut (17Ü5) » die Tan ÉpikMu» (1756). Tenge-
volge Tan den ZeTeaiarieen Oorlog t«i)oot Dg
ign poet en in 1760 rqj net bombudanent dier
DigilizedbyGoOglC
HEYNiE— iHBYNIENGFËN.
kmc lao deu La($itMb«n txiuA na lappert'e
,J)Bkt;kolbek'' totAt tiq io '1763 faoMjeerut
in de wdqtntendbüil te Ghtttingen werd Beede
Mt bet v(<lg«g>d JMT wie hq er eente bftltotbe-
c&ri», Bofrud, seeretarie tui de AcadMnie ven
WebBDociiupMi en ,JEcfa^ JtuUint". Bq orei-
leed den iMen Joli 1812. Door zgn TOOileiiqRn
<>T«r d« klKMefce oadfaeid, tlMneae dow bet M-
■taren na bet ^AïtotogiMh MDÜmnom <boeg
«leaing der tul wm toot
faeiii"«oM bet nMM un in den geeit der md-
h«d door l« dringen, maar geeUBin tuxdddoel
der pfail<^og:ie. Dit werd moral diwr'i. fl, Vott
•teik ft^ciinird, en men legde bon gemia uu
eeheipuiuHBMd otntMat mmButieale TonneD
tan iMte. Zgn wefksMmbeïd ala aebiqJTer >tKlt«
ucfa dM <nei de Mheele oodhetd en dieitde lot
of^Mldèring TAn de denAere gedeelten dra taibel-
leer, oodbeidkoKle en «eaduedsnia, aUfoede lot
vetUuing ikd de ^eMbriften der Oodent inoon-
derliMd van hua <Miten. Van zijn wecfcen ver-
melden wn, behatre een hdUI TerhAndrikigen,
ia de „OpoMtd» academies" (1796—1813, 6
din.) Tereenigd, een aHnam vaar Virgüitu [h
dbt., 4(le dr^ 1830— mi>, een tu Pindaru»
(3d« druk 1817,Sdl&.) en Tut de „Bi4)lknbeca
" TUt iépoUodoTM Ode driA 1803, 2 din.),
In dM SttMttum der Aotike" (1772),
antiqmriecÉMr Aubttie" (1778—
1779, 2 £n.) en „LotMohnit aaf WinkeJmMui"
(1778). ëukM)^ nedweerde hii eedert 1770 d«
„OOttiogieT feicbrten Aueke» . Zjjn „Atudcmi-
edie Vorleam^n flbei die ArnMosie nnd
K'Qnit dee AHMtamB" veririienen in i^S.
'H*Tti*, Moritx, «een Daitovh gennaoiet, den
8ateD Jnm 1887 Ie W«iaMnlek aan de Sarie ge-
boren, atodeerde te Helle ra Te»tig<de ud) aldur
io 1864 ak priTaatdoeent, waanta hg er in 1866
beDoemd wfód tot buvten^ivooD boo^leera&r in
de DaitMhe lettetAmode. In 1370 gine t^) ale
soodan^ naar Baeel, in 1888 naar UOtti'Dgen,
waai hi] den 2dea Mtast 1906 oiv«riMd. Van ziJD
gesdiriltea noemen wij: „Knrie Lsut-und Fle-
»<Ht8lehre d» a1tgenn>me«tieQ Dialekte" (2de
dniJE 1860). vitgarven van den ..Beowntt" (9de
dnik ]9>10). YM den „Heliand" (3de druk 1383).
Tan de „Eteioete aJtmedepd?uteche Dendcm&leT"
(ade ènk 1877), van den „UKilae" (1 1de drié
190S), „Altdentecli-lateiDieciie apielmannsgc dich-
te des 10. JkbrftODderte" (1900), ..AhBftoheisc^
und •ttTHedertrSakwebe OiamiutUi" (1873)- Ver-
der )eTerde hjj: „Ueber dóe Lage usjd Eonstruè-
tion der Halle HeoFot im angelefictiaieahen fieo-
wuUeliede" (1864), een metrische TertaJing Tan
diM) „Beowdr' (ade druk 1808), „Altmedenleut-
aebe Eigennamen aus d«n B — II. Jahrtinndert''
(1868), „Ennst im Hanse, AitbUdnngen toq O»
g«netftnden atu der mitt^nlterlichen SammlUng
N Baad" (1881—1883, 2 dfai.), „Die Baaelei
Olasmalerei dm I6ten J^rïionderts" (il88S) en
,.Fflnf BOeher denteeber BAtuakertOmer" (dl 1
—3, 1899—1008). Ook behoort hö eedert 1867
tet hen, die het „Deatscbee WBrterbuch" i
Orimm Toortietten en beweikte iijj de letteM
I. J, L, M, R en 8. Toor grootere kringen is i
.J>eottebee WOttert)ueh" (3 dln., 1890—1895;
kleine nitgaTe, 1868) bestemd.
HeUnlnCt Johómte» OorndM, een Nedot-
landach ingeoiear, den 20eten Haart 1653 te Zgpa
in Ucord-Holkiid gelwren, ging reeds op 2*/rja-
ngen leeftjjd met tgn vaanm naai Ned.-IndiG,
waaf l^j Tan 1866 tot 1^2 bet QTmnawMn Wü-
lem III bowdit. Yemolguia waa itg sfaident au
'i Pf^rtMbniMbe Scbool te DeUt, waar hq in
fil het difibma tso ei*iel-ing«niear i^wierf.
de NanwkeurigfaeddaiMtefpaMin^ e
TertiDk faq naar IixMS, waar hq va 1878 werd be-
noemd tot adBiHnwt-ingenienr tijj den Watai-
' at en '8 Lands Bnn^lqke Openbare Weikea
de reflkkDtie ProtKiluigo. In 1879 werd bij in-
geiHenr 3de UaMeenin 1880 werd luJTeqilaatEt
naar de lesnlentie Bonlean. Daama «sa bg in
Lebak werkzsam en in 1382 volgde ijjn oTer-
pbataing naar Soerabaj» waar h^ weiiiaom
wsfi bq den dienst tot veifMterii^ van bet Taar-
water Tan de straat Tan Madoera. Na een Un-
nenlandeeh verlof tot hentd nn geaw&eid
wcvd hq beJMt met de Terlegging Tan den mond
der Soloririer. In 1885 weid HeÜNMir ingenieur
2dto klMee en n 1688 chef dar op te riditen Liri-
gatie-aldeeling Serajov, en tencnt wordt bg „de
Ktiewei Tan Ixi neeee der inigatie-afdêeli&-
gen Mitoemd. Na een bnitenlandMh veilol Toer
faerstel tsd eeionifiisid, wae Hefni*g Tan 1893
tot «ISeS weitiaam te Eeddri en maakte bet ont-
werp tot rerbetaring der bestaande irrigatte,
die door ondoelmatige verieg^ing Tan de oit-
moodiDg der Eali Brantae dreigde ten Mtdra te
gaan. WegeDe aMeaingwrendül ie het weifc eeb-
ter eeiet in 1911 rolgenB dit onbweip aitge>nMFd
en g«reedg^amen. In 1895 was BefiüM alt
dief dtf iirigatJe-aldeeUng Serang te Denufc
werioaam, waar Ui de Demiksdte wstefregeling
ofttwi^ en onder knebtige medeweifcÏDg Tsa
den toennuJigen regwAt Raden Mat Adipati Ario
HadiningTiU ioToerde. rin 1902 werd hg tot
hoofd'^ngemeur 2de klaeee benoemd met etaad-
plaats Simarang, waar hij als Hd der WatOTS- en
VoedingsDoodeoramiMne, mt<»oerigie nota'a le*ar-
de voor de VBtt>etenng der beTknüng in de af-
deeling Qrobagan en tot verbetering der alwate-
ritig van de Serang-rivJer. me4 beteug«liag der
chimiiscfae OTeretToomingen in de afdetdingen
Koedtoee en Pati. Een uitooodiging om prolee-
èbr Orimrit Ptaal «p te v<dcen, dien hü tijdens
diens iieÉt« In 1906, toen hy met Euroröeaeh
verlol io Nederbod Tartodde. aan de Polyteeh-
meehe School had vervangeo, wen hij van de
hand. In 1909 kreeg Beding m lijn venoek
eervol ontzag en Teati^de tm ziea te 'e-OrKveD-
hage, waar bi) den 2'^ten FAmari 1915 otbc-
leed. Hegnin^ geAd lia een der bekwaafoate Ne-
derlandsdie ingenieare bij den Waterstaat en
'e Lande Knger^jke Opeobare Weiken In N«der<
landadi-Indie, wwnr b^ t«v«DS Teel gedaan beeft
Toor de behartiging van de belangen dw intan-
deie.
Zie: Utgnmg'a terentbeadirgTing door R. A.
van Smtdiek Ld „De Iiigenienr" 1915, bil. 785
HsTlÜii(«n, Hendrik «on, een Hederlandeefa
godgeleerde, den 22sten October 1787 te Ooat
DigilizedbyGoOglC
UAn gèbmna, «bideerde te AmBtenhm ea to
Leiden en wM dauoft Mbtereenrrolgens p(«<K-
k&nt te Luigerak beeoidNi de Lei, idtknadikeT
te NafDsn, predikuit Ie Rgawfik en ehneiök te
Heppel, waar hQ d» Uteii Fd)nuiri 1851 ov«r-
leeo. ^i Bcfaiéef een leAg j^^feüaeteaiB^B''
orer de ËrsiigeKBn, de Haod^ügen der Apostelen
en de Brwven «mi PmUut <1820— 18S4), timeia
«T^ de „A)Dieiiieeiw ZcodbiiBren" van Johmnea,
„BübciMli EuhSmmA:" (1S45), „OlwftTe ton de
geloob- en sedeket tu PMdas «u. ' (in de wer-
JÉen <ru het HMgeeh Oenootw^, 1817), „Ta-
tei«dea trit de geeclitodenis'det CSiri«t«l^
kat" (1884), .C&rMdpi» «edeker Toor de
jenrff (1827).
Hefningen, Qtorge Philip Kits van, een «wn
Tan den ^aoTgsaine, den 4den Ajtm 1817 te
BÖ**ÜIe ««boMO, etdderade in de tbeolwTe en
werd aeotereenTot^nfi ^«dftaat te AUcsam,
RJÏeMFd, Onilewater en tDorentei, wbat b^ M
bet eiiide ia& 1864 wetizaNm wu; Uxm emeri-
tna gewvrden, gtiw bq mnen te 'B-OmteniiBgc
en ia óêu den ISden Jnu 1908 oTerlede». Hg
echraef : ,3«^chn vit faet Terleden, Bnbelei4i« no-
T«ika" (1868), „Lnei^piweL Norcden" (1856),
.pJoier', (1856), „Uit Jemi? foren" (1856), „De
«MwenMmde fiiooi»i«ef6l^a^ t« D«rT«nt«r"
(1866), ,3et lereoi 'raa Jcane in toooeelen en
Mhetoeit^ (1868), ,4>e segen de«. aaéetóoaia",
„daadia Prod», een Tnnnrei4wc4(f' (IST'l), „Uit
het v<41e mensebenhmn" (1874) ai t^iijke bij-
dragen in t^daehriften en in de EeikelqlEe Con-
Hsynlnrsn Boioh, Jlatthetu wm, Zin
Botelt.
Bsnltil, ■/oktmne*. Zie Johatauê de Lapide.
Banu, Pieler, «en Zatd-NedeiiaDdeeh eoirq-
Tw, in I5S7 te ijitweipen geboren, aüebttt« er
een langen tjid Uoet«ide Bchmd >TOor jm^
mei^jea, Tefitisde lidi na de inneoing der atad,
in 1585, te Piankfort aan den llaui, Yerrdseng
te Stade en eJodelOk 1>q tjja MfaoonBOon t« mar-
Icm, waar lujj 'm Febniari 1598 cnnleecl. B^
wiireef: ..Spiegtiet der Wen^t, gbeetcld in i^-
me, wauw letteriQ^ ende figuerlJkk de gtie-
eenbegdt nKtmu» ende aerdt tSa landen cnei-
^A afehebeeldt ende beeduefen itopiH" (2de
dnA ISm) met 76 kaaitiew, ook in bet Franadi
vertaald (1595), „La TÏe et Ia paeBK» de iémn
Qiriat" (1565) en ,Jje miroir des Tenve», tra-
lie eaciée d'Holoterne et Jndith" (1596),
Heyiu, Zaehariag, een eoen van den loorgaan-
óe, «QStaeeiB 1566 te Autnr«H»en geboren, ve*-
tigde lich hi 1592 aic'bnekdniliKr eerst te Am-
Bteidnm en fater te ZwoHe, wm dichter evemüs
JTBder es een goed gnT«aT en cveileed toot
in 1038. Yan agn geeobriltnt otKomt wg:
,J)(Q NederUndecfaen iMKttapiegei rn löme m-
■teJt, wuiin dat lettedj^ en<fe ÜgaenMiek de
gMtgeaVbvjt, aeit ende oatnre rtat de Neder-
undea met de omKggende rreimen etaerlgek af-
gebeelt ende beHiii«T«D ««#' (1509), „Triendlto-
spiegel, waarin de Uitorie JoMinis Boeotii, de
geatrft wvidT (1602), „Peetapiigel eni." (1002).
„Het fraofattoMMel va» de gonaehe wemit"
(1S1«), „Ekoblemat», TObiDniriie VTtbeddMlc bq
OaMMem Botieoli^aom eni? (1015), een tsi-
321
taliw Tam de „Semaine" «ajt W. SaUugte, heer
du Bartet (IS21), „Emblemata enddtetee cliies-
tiennes et monlee ete." (162£), in doueitdeD bm-
dei ook: „Eteodtden-odhde, ofte E^ieghel der jüi-
eedocAteren" en „Sktne^pel Tan dedrr hoofdeneh-
™n", „WeBwysw ter •aheh<grt" (1629) en „Voor-
beeldsele oen ende wgsen, -uTt de IndiecÉie wra-
ke OTvigbeset" (1634).
BeynB, Maria, omehred» iet jasf 1620 ge-
boren, hield faoar iroiUgf te Scboonbcïeo, T»Nn-
de haar etq) door het Iraen der wenen Tan Von-
del, was bekend met de otMle talen, didibte ook
zelf en sdoeef : .iBtaeaiiot der dooihiehtige Toor.
beelden daer ia door wan, Tmemde en defl^
guduedeniesen, teeringen en eigensohajipeit aJ-
W dftt deo mencfa tot nut en Teimaek -««rstitk-
koi kao, te b«ne(ken ia. Uit de «dirtften Tan
PbüiifipaB Camerarina, Uieliel de M<HktMiiie en
andere aehi^as gtArnkm ea TertaeltT (1647).
Beynshui, ^orioniM, een NederiandMi ge-
DeertanKge, den Sslen AfA 1881 te Hconbecnt
«dwren, ootriig ^n tfmAog te Bamvvdd en
te Amaterdhm en Itendit £ faoogeeeluKrf te
eawitaditige lichamen" en in 1854 in de seneee-
knnrde op een diwettatie: „oiet de pbysiaoiieTer-
kfaaïng der TMttgnnisohen". Hg Testigde lieli
y«Fn)gtaa aJa geneecbeer te Ametetdan^ waar
ba ia 1868 beDMmd w«d tot hoogfeenar inde
p£;ièDlogi« uu bet Atiienaeank. Hier Weef i^
weifceaam tet io '1886, toen lig in deiellde be-
trekking naar Lriden TertnA en aldaai ign >n4)t
oaaTsaidde met eeo oratie „Of* hel tagenwoor-
djg afajidpnnt der ^jei^doeie in haar Terbaaid
mrt de ^neeakoDde . Ni«t iMDg daania werd «
het jkh^olocpaeh laboratwinm onder ign leiding
Bebouwd. Bg de Tierine na bet derde eeuw-
leest van de stkfating der Lridacbe boogeMhoo)
faieid HeytUHtt ^ rector magnifieos de Eeeetve-
de en tfitk bjj (Ke ge1egenh«t „Qret de leU-
staodige beoefeiüng der wetenaAap". Van iga
geschriften TeimeMen wg: „Voriagen na het
Mwratoiiiwn <te Amsterdam", en
ItAoratorinm
Senim en wer-
pbjnuokgied)
„Veielwen yan bet flhiw^ogiscfa
der Leidsebe èoogeecbeoT', „Otm 8
fssssyfitem" (1878). Hg waa ÜdTande Eoniddfi-
ke Academie Tan WeteoMhaHten^ t ' "-
lamfecbe Haateehw;^ v*a Weten
I, Tao de Hol;
ttaabdi Oenootechap b
terdam, Tan het 6en«otechap Tan Oenee»- ea
Beeftande te AmaterclMn, Tan d« AcadJmie de
MMedne te Pmmrf, eni. en ridder der orde
Tan dien NederiaoilMben Leewr. iEq (weileed den
4den Oelober 1885.
BsTBS, PmtL een DiritMh eehi^er, den I^den
Maart IfëO te Bertj}ii geborei^ beaoeht het Frie-
Ai^h-Wilbebna^TmnasMim Bet ci«h in 1847 ta-
Bohrlrven als student in de onde letteren, doefa
bepaalde tich in 1850 te Bonn bg de Somaao'
Mbe taal- en Mtwkunde. Na igi» promotie In
1862 deed hq een reae door Zwitoeriand en Italil,
em Jo de boekergeK OTeaUqbekn der Komaan-
■ehe leMetkonde op te Bfotta. Inmiddels had
hn zdeh reede me4 net treonpd „Fraoeeeea Ton
Rimini" (1860), een paar Aefateiigke Terhaleo:
DigilizedbyGoOglc'
,J>i« Brttder" (18S2) en „ünu" (!852], die Utei
met de „JAjUva v&n Soirent" en andere venen
ÏB ,3Bnne«" werden opgenomeA, &ls dichter
num gemuit In Iwt Toorjur lan 1854 riep
koning Maximiliaan hon naar HflD<:lien, na&riM
h^ n hot hnw^k trad «n liob in de hoofdstad
Tan Beiwen Teèhgit, die ihy eerst enkele jaren
geledat vorUet, om aan het GanWwnr im gaan
wonen. Te Uflneben sehreet hg 19 txindeli no-
■relfcn, n.1.! .^owilen" (1855), „Nene NOTdJen"
(1858), „Vier neue Noïellen" (1859). ,J*eue No-
wdtei" (.I8«2), ,^«anijr Norellen" (1804),
„Ftef nme No.v«aeai*' (1866), ,JIo7eHen and Ter-
Ènen" (1867), ,^oraIi»<*e Nordlea" (1869), ,3in
neaefl N0i«Jl«ibn«*i" {1S71), „Nfloe NoreJJeii"
(1875), „N«ne moraliscfae NoTeUen" (1878), ,J)ae
DJufsn aieh und andre NoveËen" (1879), .J'rw
Ton F. jMè rSmiscbe NoreUen" (1861), „Trooba-
door-Nor^en" (188Q), „Vnrngesriwn Woite
nnd andre Novdkn" (1863), „Batii der Frennd-
Mhaft" (1S8B, niwrwe reeÉe 1884), .^immlüdie
and irdiadic Liebe" (1886) en „TJUa Faleonien"
(1886). Daarop volgden: „Dec Roman der Btiifta-
ikme" (12(fe dntk 1903), „WeüuuwhtegcBetiidi-
teo" (1801), ,M» den Votfoeisen" (1^), .Jn
d«r Oeisteiatande nnd Mwke Spnkieeschkhten"
(1894) en .Jlelowae nnd andie NweBeO'" (1895).
Durnaaet Terectiaaen tdwmdetlak: „Daa OMHc
i«n RotbeDfanrg" (5de druk 1897), „Sieehentiost"
(18%), „VMTatfoee OHM. BoMreni" (1896),
„Uinoertrea. Der Sohn seineg Vaten" (I8S7),
„Medea. Ër soU dein 'Herr «ein" (ISSS), ,J)ie
Macht der Stinide. Vroni" (1899), „Nene MSi-
dien" (4de ibtA <1904), ,JDer Sdratzeneel" (1900).
„Novetteo T«n OardUee" (lUQS), .Jli-non und
andre GeMhiehten" (1902), „San Vigilie" (1902)
eo ,3e]MDnUe« Leben" (1909). Van lön dichter-
ISke -Toortbrengarien noemen wg: „Die Braiit
«on Cjpern" ^856), „TbdM' (2de drak 1863),
•an gediebt in 9 langen, en „Sjritha" (1367).
Vhi kt*) dïmatische verken noemen w^: „He-
leager*' (1654), „Die StdMneriDnen" (1859: 3de
dru 1879), dat óea door konjng .. .
iritgelool(fcn prüa lerwierf, en „Luihrig
Bayer" (iia62>, (U« noe «en aeadonisdi karakter
«fragcn. Verder sdire« b^ o. a.: de treurepeieu:
,£liiabeth Charkttte" (1864), „Maria Moroni"
(1885), ,J)ie FtUiet au Irland", de trwediea
,3«driaa" (1866), „Graf KOninmuk" (1876),
„Elfriedie" (1877), „Alkibiadea" (1888), ,J)oo
Jnana End<e" (1883), ,Ae Bodiseit aof dem
ATeptin" (1866), „Vanina Vanini" (1606), ,J)ie
Pomarina" (1896), „Dei HeiUge" (1902), de t«o-
seelndea: ,3aJU Luie*- (1866), „(JoKwtr"
(186^ 14<Me drok 1912), ,f)K GSttin. der Vir-
nnitft" (I87C), „Ehne «n Elu«" fIS75), JXe
Weiber tod Sebomdorr' (1681), ,J)u Reefal dea
SUifcem" (188S)t „Getieonto Wdlen" (1886),
,4)ie Wei^tdt 6iloaH»" (1887), „Prinseamn Sa-
cba" (18SB). „Wt^tontRgang'' (1880), „Kleine
Dramen" (1889), 3in UberOaamger Menecfa"
(1890), J}ie BoUimnen fiifldec" (1S91), „Wahr-
beit" (1892), „Jungfer Jnstine" (1898), het door
de censQuir vei^wden „Maria von Magdala"
(1899), ,J)aa Vei«chlaerte Bi^ von Saia" ^1904)
en <le Ufl^>elei] „Gott eeïtaiize nüch Tor meinen
Frannden'' (1888)^ „Ein ind>eMhriebeim BUtt"
(1898) en ,J}« Bucke^ Ton ScUfM" (1808).
Dramatdscèe Mbetaen ml> den BjjbelMben Ijjd
ta <de Uaeeitke oodbeid gaf hq ia .JlTtben vmd
Mysteriën" (1904). BKfend snceea heuien geen
dier stokken geMd U«ci was mlks li«t geval
met ma roma», iKe «eel bgni TOiulen, doch ook
lefendüm tegen^raak. Wq wMmeD „Einder der
WeH" & «Uo., 1873, 25ete 4tA 19(»8). ,Jm Pa-
radiese" (S éa., I87S, 15de dmk 1911), „Mer-
lin" (3 dhi„ 1892, 5de in± 1896), en „Ueber al-
len Giplehn" (1896, Sete dnd 1897). Nog fer-
Bohenen Tan bem „JinwbnumeD" (1875), „Me
Madonoa j<n Oehraid^ (l879). „Der Salamandei.
Ein TaMbnch in Teninen" (1679) en ,3prueh-
bOehleÏD^' (1885). Hy toonde zich een uittnaotend
tvrtaler ia bet „Spemieches Liederhnoh" (met
Oeibel, 1852). „ItaüenistdM Liedeitmoh". (1860),
,J!)ie glOckUclMo Bettier, nMHgenl&zuKaeliea M&r-
ehen nach GoMi" (1867), vertalingen van Oui-
$eppe Omêli, Leoptrdi en Shiduipeafe. Ook bkH
Muteren achreef hjj, sooals ,J)entficbet NoveUen-
eehati" (1871 enz. meb Bermmm Ktm en sedert
1384 met L LoüImtI. In 1894 krMg h^ voor
lÖD dirainatisdie werken den ScblUenr^ in
laiO den Nobdprns rvoor Kteratvur. Z'^ „Oe-
eammdte Weike (nvredlen en romana) veraebe-
nen ra 86 deeten (1867— <19]2), zjjn drama'a in
84 deekn (1864— .1903). Zeer intereaiant aön ign
„JagenderinaenMKen nod Bekenntnisse" (1900).
Hü overleed den 2den Afiril 1914 te Manehen.
Herst, een badpluris in de Belgisehe provin-
cie Weet- Vlaanderen, ligt aan den mond van iKt
LeopoPdkaimal ld de Noordoee, aan de anoorjijn
Brwge— Hefst en beeft «en kerk, een büna 2
m. l^igen p^r en laim 4200 iowoaere.
B«yst-ap<deD-B«rv, «en etadje in de Bel-
^iecbe provincie Antiwapen, 1i^ aan de Nethe,
aan de apoorlijnen Aken — Antwerpeo, Medieieii
— ICegem, Hejit— Weaterloo. teH bjjna 7000 in-
wonere en betit een groote veemarkt en een
kaarsenfabriek.
Hl&ttu ie een Lat^nedh woon), dat ga^ng
beteekent. Men geeft in die gratnmatiea en loe-
triik dien naam aan de opeemvolging van ktin-
kera aan bet einde van de «ene eo den aanvsoB
vao de Tolgende lettergreeo, waardoor de mond
geopend bl^ft. De har&eid w<sdt eister 'ra de
meeste tden weggenomen door het -voegen -ran
een medeklinkcc aebter het eerste woord, of door
het aldaar weglaiteo van den klinker, of ock door
samenameltiog der beid» künkere in de nitepraak
(lie Krant en SfinsJ.
Hlawattaa ie de aaam fan een mythiadi oo-
peitioofd der Ononhga-IiKUanen in de I6ae
eenw, den slietitei vao dte „Bood der -vqf na-
tien" (Mehwak, Oneoda, Osmidaga, Caynoa, Se-
oeca), te lanten IrekecBea «naamd, waaiog ueh
later de Toakakon ale letae natie aanstotüt. Hjj
ia <le beid van LonghUoui't eeQknamïp «pos.
HlbbartlA Rob. Br. is de naam raa een
{^antengeelaobt nit de familie dkr DüleMoetéUt,
ait 70 soorten bestaande en geheeten naar Qtor-
Bibberl, een Bogelacbe flui
welke
•onniüge, looale: B. dmttüa Boh. Br. ra H.
volubiSu Andr., tot de sierplanten behooreo.
D,o,l,zedb,GoOgle
BIBBBBnU— mCKS-BASJA.
323
Het lijn altgctgroe» gswaesea, ^ dea wintMt
«ea tetEmerktoni wieiaeheii yta i — 6* C. De ver-
meerderiag g«*diMiH door BtcUen ia leer lan-
«Kgen grond.
BlbtMrt LeotnrM, Bo«mt man
KMÜng Tan fretnuebanpelöke tuoidiaebtm
wMPTOor in IM? «kor BoWl ffiUerl een etRch-
thtt 18 gemattt. De stklrtia^ rteft lieb ten 4od
de MwrderiDB ftm de kMniB en de ireteMcheg
THt den codsaienet in dm nüfnetot an en irq
vftE dke keek dI riefatnig. iDe rji tmi Tooi-^adi-
t«n werd in 1878 gecmnd door Max VttUer,
tnden er ook op A. ïumen en J, Kwptr, Ook
het Atb^t Jownwl bent ^ntAutiee la bown-
eoMdmiTui ^«eet en ie liet ^«kcbnft vaa de
Trijere liefatiiig ofi tèetdogteeh g«bi«d in Ei^e-
Und,
HllMmla. Zie Briftomta en Oroot-Britlan-
friS en Ierland.
HllMmlsohe •llfttideD "vonDen een eilan-
dengroep in Oeeanie, wAie dch ten N. O. ran
Nieorw Hecklenlmig ia A kogte nitetrekken.
Het ign alle booge eilanden, waartoe o. a. St.
Matttuuellanl Gardnereilaoct, Qerard de Nn-
eilaJid, 4le Anuiovf Caens en VonnerainmlaDMn
*~igflO ook de Terdei ooetwaade
rolgene i
plegen Feadeilan
._ _8 aaecD tan een plaotonge-
«lactit vit de familie dw MidMeet»*. Het oodei-
•cheMlt dek door «en veeMadig onnrindae] nad-
om den k^, door 5 itölen en een ft-hokkige
doonjuohl Het omTat kraiden, beesten «■ boo-
men nit de kecikiingqgvweeten, met groote,
meMtal gdtMe bladeren en fraaJe Uoemen,
waankiot tg ook als «ieifilanten in tiek i^n.
Tan de 150—200 eoortm noemen wg: ff. Abei-
MoaeAiH L. (i!e JMuwmAiu fcorrsla en -tndt),
H, «iwMMieLfc«t Ottoi, in Montevideo «f» TOflh-
toge plaateen groeiend, «en nertjlke plant t^
hoogte fM ]*/i m. met sroote, pneèbge, loode
Uoönen; B. etmnoMinM L., een eenjarig plant,
die w^oiB haar inniacbtige bladeren in Ooei-
IndiE al* groeirte wordt aangdtweekt^ tepw$
1. . :»._ j._ __^ fliWieMMMit
Bomhaghttmev, batürdluU enx. in den bandel
komen en in EogduMl tot bet lerraardiMa vao
ieow gebraikt iroTden; H. dfptahu L., een
beeeter Tan 3*^ o( «en Iboom van 5 tot 7 m.
hoogte, wieoB Dladefco «n bloemen wegene de
rinmerige eigenschappen <n de AzriJHe» op dot-
gel^ wj^ jTObnitkt worden ak de beemaliwoi-
tde b^ one; ff. etexlenfw L., dh m Intfil, Toorta
is Atrfta en 8;riB gekweekt irordt, waar men
de gmote doonraehten, in Indie okro of gombo
Snoemd, aJe groente to^ieédt; ff. grmd%fhnu
lelt, in OeoigiB en Fkrida groeiend, met
liobtroode bloemen; B. 'maeulatHi Deef., op
«f) iQalti^ waar men nit de bladeren een Terfris-
•ebenden (frank benidt; B. mutabüU L„ in
Ooet-IndiS te binden en 4 of 5 m. boog;
jtMmu L., in OoatJndlfl en Cblna 1i
«en pra^tige ^eiplant met opgaaiLden «tengel,
iiitgetpi«ide l«Uen, ^mode, geepitste, geaaoig-
de, aan den voet ga^aodage, onbebaarde, nn
ttoren «lanig-gioene bladeren en fraai», donker-
roode Uoemen. Wortek, liloemen en bladeren
wardfcn ap der^ie^ke w^ in db gcneeekitiiide
gebrnftt, ala ^ der lUbMaortAn in Bnropa,
temröl men in Ooat-Iodt de Uoemen tot soho»i-
xneer bedgt, wediahe de inJbndsrs ze kembang
tapatoe noonen; H. spiemJen* G r. van Anstia-
lifl, met een groenen, nontigen itam, met haar-
tijee bekleed, nier en dtwu- met reefate sUkeb ge-
wsfiend en met rozenroode bloemen Tertiero;
ff. trüobtu Cav., op Haltij een boompje tec
hoogte van 5 m. met fndie, eebotlakeaRiode
Uoemen; en B. mowAoJus L., een «ravblfivend
kraid in Canada en Virgiiua met eironde, lang-
Mipitota, geuu^^de, van onder viltig-grifH bift-
deren, salmgegioeide bhd. en UoMutden en
zeer groote, witte, aan den voet parperroode Uoe-
men. Voor den tninboBw cgn vooral wegene hun
boose eierwRMde vanbdang ff. flamntowt Japan
en B. tyriaeuÊ L. uit Sjm met venelüttende
tuioTonnen, waarran de mooiste nin: ff, 8. ttort
pteno en ff. 8. nmuneNitftonu. Bovendien cf}n
nog bekend: ff, purpureut; B. tfeaomu mbtej
B. TamMeiditlonu; ff. totut ofbiw; ff. Itoftit-
iii; ff. patmUUm»; B. eodêttiêi E. tidaeau;
ff. oMmowie /lorw; ff. iifrani6eNe; ff. eomtUia»
flonu an ff. eJe^mitürimtie als sieHQke taiBm>r-
men. De Tionn«eMenag geedu«dt door uaUng;
van de vaiifiteiteB door entmg. Ze groden bet
bette ki half eebadaw.
Hlokook, Laiaren* Perteut, een Ameii-
k«anaeh wjjoMer, den Sftelen Deeember 1796 te
Danfawy in Oonneettent eabuen, ontvjog i{jn op-
MdiBg aan bet Union CoUege t« ScbMwetwi^,
waa van 18S0 M 1836 godsdienalleerau te Kent
in UtebfieM in Oonaeetieatv werd daarna pro-
lewoi in de tbeokgie aan bet Weet«n ReMPre
College tn den staat (Niio, in 1844 aao het aemi-
narinm te Anborn (New-Tork) en in 1853 aan
bet Union College waar bjj kter met bet voor-
zitterwA^ werd iMkleed. Van i"
noemen wg: „RaUtmal f ' '
ral aóenee" (1858),
(18M), ,3ation^ oobb ,
and ereation" (iSïll) en ,
(1872). Hg overioed den 7den Mei 1688 te Am-
horat.
Blokorr M <*>! nadere naam voor Corya.
Zie aii^r.
Hloka B«aoll, sir Jfiekoel Sdmtni bant-
net, een ËngnMi etaaitwnMt, in 18S7 1« Londen
■reborei^ rtndeerde te Oxford en werd in ISH
Hd Tan het I«gataie, waar bQ lot de eoowma-
tisrcn behoofde. Tan Maart tot Afagnetoe 1868
was hg eeeivtarta van bet AnDenweoen, tot De-
emiier van dat jaar oaduetaalaseer«ta»« van
Binnenlandsehe Zaken en trad met Diiraeli af.
Toen dne in 1874 weer md bet hevdaii kwwm,
w«d fftek«-B«aeA »eer«tame van lerlaod en in
mimster vao Et^niln. In 1860 week bf
Qladgbme, doefa werd in 1885 in bet mi-
niaterJe-Sotisbwy k>rd-ksneejier en leider in het
LageitmieL In bet ktbpet-OAiirekilI ^1686) waa
by opper-aeeretaris voor Ierland In 18S7 bedaaÉ-
te bq wegens «en oogiiekte, docfa in 1868 w«rd
hij weer minieter vao BantM^ wat bj} tot Angna-
tü 1898 bleef. In bet derde iDioisterie-&i/ufiwy
was bj} kaneeüer en «en der Hrrioediiikate teden.
Het Salübury nain hQ in Jvb lOOS ontshg. In
'406 wenl bg pair van 'BngelaiidL
Hloka-Paaja, WiUiam, een Bni^ad officier,
in 1880 geboren, trad meda vroeg in Indieehen
DigilizedbyGoOglC
324
mOESJ'A&U-^HIENVONia.
ddraat. Toen m d«D winter tu 1382 «p 1883 4t
EgTptiadie regeering xJeu opfttMnJ Hi den Soe-
^n nwt betBuf^o Jcon zónd bet Bri4Bdi be-
stuur bem als cbef T&n <I«d staf dMufaeeo. Hq
bereikt* Obftiioem •Jen 9den Muit '1S88, oiga-
jüwerde een leMttjc en voitrok met stoMDboo-
ten aur Oawa. Hü Tentocg deo SSüten isril bq
MoFiibiA 4£ 000 Anftu«elte miten en beeioe m^
een gedeelte ^ner troepen terog na«r CtMtrtosn,
d»t Tan ÓB zv<je tmi ë) (Aeid iteiruai «eid ^
beraikte de stad tegen «inde vu U«i en weca
ht ADgiia(4u 1868 tot ofipeilMrTdbebbeT der Egjip-
twdbe tnMpen in Soecnn beooemd.
De cfaSuti bad lidt innóUeli nitgchrnd Het
kg«i Ttn 4«n JTaUJ (aie (Umi) tnA hem ïd
het nüHen T&n Oetober ntt Obeid te MDoet.
Den leten Hgnenber m» Biek*-Pa$ja tot Obek)
«•iikderd. Bq vMvioe; de loaitioM» tbb den
JfoMt, maar werd den Sden NomnÉbec Mj <Hel-
beie en Kaagil dooi de orennMbt oirenoóipeM.
Na een btoedigen ataji «tenTelde Hiék*-Pa»ia;
ign gebeele legei werd in de pan gehakt en net
geeefant y]A in èanden der ogataüMugen, die
60 000 man irenloren hadden. 1>dof dne owjwin-
ning waa de Mahdi befaMraoher Tan den Soedan
gewoa3en en het graag der Eg^tüehe mgeering
v«mi«ti^
Hldalro, «en Mexiaunsóhe etaat taaaiben
19»37' (B af» 17' N.Br. «n 98»— «♦ 56' W. L. t.
Gr., tolt op 2S 170 t. km. (1910) «41 895 inwo-
nen, ffiï MBTat «en deel dn Ooatelüke Sierra
Uadve et ]i«t 1500—2500 m. hoog, ^êt ia dra
Cem Canjando tot 2890 m., aMMkt er Ujaa alle
Uimatei Tooriuimen «a de ToorthrengseleK wttt
itTadUümi ün. De g«baigt«D lön oog didit
begroeid de dalen yroohtbaar en loreren mala,
boksen, gerot, affaven, peper, katoen, aardinpe-
kn ens, D» mqolMDiT levert ^ooraMoriök vint,
lood, koper en üaer, In de etedeft T-indt nMi
eenig« katoeotabrieken. De boolditad ii Pacfanea.
BliUlvo (itt het fiortugetaefa Ndiago) noemt
men «en Spuoaeh ot Poftngeeach ederaan der
lagere klaeee, daar het woord «igenl^ aleehta
r^g^toren beteekent. Tegenwoordig ijjn vt
hfombdffo de nalvralexa, die don adeT tmi toot-
TkdBTMl geCrid, M^fotdalgo de primUgio, dinhem
TCikregen of ^oeht hdUwi. Wat fran reehtea
betreft, staan ig op Mn Ign met de eabaHeroi
(riddera) en eieudaroi (scUMknapen). De Toor-
rang woi\lt toegekend a»n hqosd^go de natura-
leia, doch zn onderlcheiden lidi iweinig Tan de
aamieDlgke 4)iugsn, toiBq se op v^aSma ateu-
nen. Vele hidalgo* hebben een bnngeTtgk bedr^f;
idfs THidt Bueo onder bMi tah^ berfbergfeic
KonJnkljaw en roiat^e odelknapeB dragon io
Spanje den tftel van SeHor Hidatgo. Te &ikid
beotaat de adtü^Pn Kamer Cuerpo eokgiado de
eabetterot k^otMgo oodei voonaitterKUp des
HldalvA is een otids HexieaanMbe gooden
miMVt ter waarde Tan 10 peeo's = ± 25 gkL Ze
i« bg de Unntwet Tan den Oden Deeeodwr 1904
a^web^t.
Bldalco ds Pural (Sm Joei de Paml),
een atad in den HexLeaanaeben staat Cbiboahoa,
beeft lija njke ^PKta^aea en (IdlO) 15 278 in-
of HiddmuBe, een eikad aan de
weetznde tso het eiland Bflgen, ia 18 km. Isn^
en Oi5 tot it km. broed, heeft «en faenrel ter
boogte Tan 70 m., een leotal bnnrten en oiig«-
■WKt 750 ioirooero, sYeeet viaacben. Dit eilud,
in 1908 door «en atonn Tan BOgen gewfaiden.
beeft ia 1867 en 1872 door waterrloedan reel
gdeden. Zelfs werd in eentgenoond jaai bet la-
ge luideijik gedeelte ^tsb bet oTerig gedsdte ^-
•obeidea.
Hlde, een fhwdadiB maat, ia 100 aei«B =
40,467 HA erwt.
Hldijr, «•> ook Uadün SaM, een oode rnl-
nenetad in Aiïibië, ligt aan den atiaahreg tan
DunaaoH naar Mctta. In den tgd na FMe-
manu waa « een booddstatton irsn den ^ond- en
wieroakbiudH. lAter wiHdui dooi pelguma op-
»eid>am»I» berkbton orer wondeibaac^o loi»-
feboDiKn >Tenpi«i4 ^ Mhter door Dougkt]/ in
978 wordot tegeoMpmkon. H^ Tood ia de
laodrteeiicataen ueeote 100 graftvneta mcit op-
Bohriftoi^ terwgl de «tad slechte uit eenige om-
maoide dmpui beataat.
HldBjn. Zio Hedtjra.
Biel. Zie Hovlaii sèUp en Somdlumt,
Hlal, EnumtiBI, een Vliasnaah dicbtec, den
aOsben Mei lëM te DeDdermond» geb«wan, w^rd
ude gebw
•cbooT itei
na hot Teriaten dar gtmeenteocbooT iteeBlwvwer
en dawna onderwjJKfi aan een koBtiabo(4 te
Bnaeel. Wddta «cbtor vertrok 1^ ale opaiohter
eener katoenpuuuqj naat ün eobootteetad,
■tiditte er Ternolgens een boekltanaei, ifeeh on-
.dMToad wMiMg Toonpoeil aoodat hg to Bmuoel
de botvAUog Tia tolMHnbto aanvaardde. In-
middele had £^ üdi door de nhgwre tgoer „Loo-
T«ifceDa hö oooe •tanbioedeu do Hoogdoitacben
gepinkt" (1857) al* dMiter bekend gemaakt en
wröd gepkatit op een der bnreaaz ran Biuen-
taBdiebe Zaken. Daarna volf^de ^i beaoemiiig
tot bibliotbeearia Tan het Nnxnib m ihnn iwin te
Bmaeel en ieNaar in <)e declamatie aan de Ko-
iHiriclqke muwkBchool, Van ign Tcrdere weiken
noemen iwö de cantate ,J)e Heldenatam" (1859),
do bekroonde bjmne ,4>e WutdT' (1864), de ora-
toria ,J.nciler" en ,J>e SdieMe", beide door Sa-
noU op mmiek gebracbt, „Vcgbeidbnunt",
„Promethooa", „Era Uoteto M■nHtraal'^ ,i^j
Ibcbetb" (18S3, mukk ran «o^M«mw) T«ider
„Isa" (leeS), „Ala Haaean" (1S09). „Breidel en
de Coimk" (1876) en bet lyriaeh-^kamatiaefa ge-
dicht „Jaooba Tan Beieren" (1880). Het bdaog
rijkat nja de soiver IvriMbe geAehtea, sooeii
„Nienwe Liedekene" (1661), „Oedicfatra" (1868),
„De befde in het >VTen" (187)), ,^iedemn en
eeiaogen loor efoote en Uean kindëien" (8 din.,
1878), „Hivton^che geaasgon en TttdMlandeche
liederen" (1885), ,jMnodnmra «n andose ge-
diebten" (18%), „SjmiliaiüeaD en aaien ge-
laj^en" 0894) ra ,3en>roodb»ii" <1807). ^a
geismeiU^e werken ToraabeneQ onder dea tild
„Vdletfige dR&kwvken^ (3 din.. 1886). Bkt
overleed den 27Bten Aogwi» 1809 te Sdiaer-
boek.
Hiellnc Zie ffouten icXif en Romttoat
HUnfonir, kener «rea Cbina nrt de dj^lR
Teing, was de 4de «oon nan k^aer Too^mij,
tong (= Tidbmd *an Mgeit), den tnxn. Hj
DigilizedbyGoOglC
H1ENÏX>N<3— HtBRO II.
325
nuNkto een eiii<k aui de ataatfamde iqim vaders,
die <fe ilahiïtiiig dee rijke dmt de ^de ma Bos-
laDd tiMbtte op t« bcow, en imoonaaktB Att-
dooi een TcdkÉboiragiiig, mdie, vm de jKxyria-
eie Ew«i>g-«i arbRuade, eadeT leiding tu> den
pr«teit4eot Tmm-Ts weldra een gTooten didtui^
Tsikneee. lEen (onahig op het krT«ii van den kcn-
Mi in JoH 18&1 DM oomak, dat IS muidanj-
jttai inet hu faoiageamiKin werden ter dood f«-
braeht. AUe geneTiRlt, die een aUg tegen d« <w-
itütdeliDges itrioren, wwdon ereneene gedood.
Den tgd, dien de keöoer ivu s^n nrt^unriigen
bieU, faeeteodde b^ mo bet miwaBrdiKea van
««ot g«#«bt, wMioD de faehfendftden van
Iwt TatrakijjgsiM»» (h-loK-Tai Terikew^t
wfcdeo. IBi werd in 1656 ia «en oMloe gewft-
keld tegen Fïankiöfc en ^Engeland, wette twee
Janr lal«r met den vrade "na Tientnn eindigde.
H$ «oUeed eriiter niet aan de gevtdde foorwmt-
dól, loo&t de oorlog opmeaw «ittintidde en Fe-
fciog tol 1960 iaseiwaien weni De keiaer waa in-
middels gvrinoit CD otedbed ta Te^t des
22Bt» Aivut» IMI.
BUmetmB. Zie Bamk^eruid.
HiSrapoUa ie de uaMn van veteciiiUeDde
steden der Ondbeid. BAnnd m bet Phrjgiaciie
Hienpolia aan dea Ltcds, een mrirrier tmi den
Maeaoder, tegeatmer Laodieea, Oeat j^aat* was
aan Cf/bele gewQd en was beroand wegens haar
dinipsteeaimune^ ahmede wegeoi ut Hato-
niDU, een Ueine gi«t, waaioit scfaaddgke dam-
pen «preoen. De aposM Poultu etiefatte er een
GhitetdHke g«meente (Octos. 4 : 18). Urn riait
er nog oe boowTallen Tan een s^oawborg, Tan
baden en «sa een gTomadiun. Hans veilteft w
licb PaoÉboti-Kahéei.
BUrofoHt een stad u het Syriscb laadtaliap
Cjn'Assnea, -was bcnxotd door den iKemt der
cöifiD Derieto, niet piaehtiae tetn^ aanuenljj-
■e i^dooHneit baratie, welke Oraisu» phiDder-
de. Zji WM «() den weetejijken oever fui den
Enfraat dooi Ogntê geatieat en droeg in bat
Oiidudi 4fen Daam Bambjee. Ai» een groote en
Tolkiqke plaats weid ig door Ootultmtgn den
Onolt M bootdetad iêi ni«Dwe pnniiKw Bn-
Ctenais nduxren. Daarna kwam ig in t«iit^,
werd door JiutwoHU» weder eméboawd.
Latei eebtei is ^ wederom mmtUen. De bonw-
vaBeo tindt men t^ bet bedendiagscfae Boem-
boedaj.
BUrarolils is eigenlgk de teebnisdie term
lODT de inwuKfige onnBieatw van de R.-Eatfao-
„_^_ =-__^ „'S -Smikt men eAter het
r aandaiiifiDg tu hei
Bysteem, AJt de R.-Eattwlieke SeA bet jinabe
oordeedt m haai TerfxmBiig tot den staat «n dat
bet scSmfut gaformdeerd is in de ba) „ünam
Sanetam" vaa {laos BonHaeiut VUL De madit
des paoaen soowd nrieatarlöke i^ koninUqle
heett ^D onmidddlönn oorspiong bij Ood. Alle
andem madit^ b^r. die vaa den keiser, is a^e-
leide maditL De staat ds idfetuuQgJbiaDCD Ae
grenien, die de Keik bem unwjjst. B^ ia «ndei-
geediikt aso de keik en TeipUdLt met iqh tnaeht
de kok te dioien on de eenheid des ^eioob te
bandbsnen «n de kvfee^kA geneditiRfaeid tot uit-
TOeiing te bieogen. De keik heen da maebt
staatswetten <|t \f beHén sn vonten ssd te wq-
zen od af te lettesit Deze oude leer wordt in den
tegenwoordigen tyd niet meer in al zgn sebeiipte
door de iieA g*t»ndh«afid. Men leert na nog een
indirectie maebt orei w«iieldiKhe laken door de
keiklea uitgeoefend. Editer ahn deaa beperkin-
gen een nitrioeiael van de IjjaMmstaadigbeden
en het volle lecbt tq» de lüBiaiehie is dawiMst
bl^rcn bestaan eo o^ bjj gcdegenbedeo meeima^
len nitgesproke».
Zie i«Tdei: bet vtikri Kerk.
HlAratlsoli nolulft. Zie Hiëroglypfien.
BUro X, tiran vsji Syrscuee, verkreeg van
I 476
Cbii. de beeieohap-
" "■ opvolger ■
'aaae ca Ft^sMl nit boa steden, gaf aan Ka-
tsna den naam van jtetoa en lood een voiks-
plantiag daaibeen, die «renwol door de toothu-
lige bewooeM mdMm -weid. £en overwiruMng
tei ue, door bem «n de Conuoen in 476 op de
Etraseen bebaald, benoolde denn tss de opper-
beeiscfaam «p ds IlfnibeeiMefae Zee. In 472
braebt bg TArwtdoNS, tiiaa van Akngas tot on-
derweming. Hen heen bem geprezen, omdat bij
de diebIkönBt booosebatte en Spiebarmiu, Smo-
mideê, Aatehybu, oaeduilidu en Pindanu san
qn Bot lim, Modat leUs Xtnoflum Ln igo ge-
eebiift, „Hitao" getiteld, bem ea SitnoniSa
ipMkende ïa*oeri^ cm ornr de tigensohappen f ai
_._ L__.. .._,. . ,Hij oferèaed in 467.
a zur Zeit des Oelon nnd
wawna bet Ündl volgens de sage, «
door bj}en ^annd wm^ <>it weJke o_
den men igo toAofPstige ^«wlfadd v .
Hg gepoot nu een «orgr^dige «pmediig an wwi
afeb tgdcos de woelinnn, dh na den aftoebt tu
koaiag Pfnhv» <f SioliS beerscbten, tot de
hoogste waardigfaeBd t« vetbedfen. Na de bedis-
sende nedertaag die b^' de Uamertqnen toebracbt,
riep het le^r bem ia 264 tot koning nit. Toen
de Uamertgnen door de BcsnedneD werden fagg»
stun, Teibogtf Biiro «eb met de Kartb^cm.
Hg werd dooi den emeiil Appiuê OknidtiM vei-
slwea en in Sjrmense belegerd, boowel la vei-
geeta. Toen echter in 263 Vatemu Mosmhis bem
met een groot legei beAtetede, doot bg een 15-
jaiigen nade met Bnae, die .wefcene ign tron-
wen bjistamd in 248 ia «en eeuwigen verandsid
werd. SiSro bsMcht Rem» in 337 en sehook au
bet Someinegbe nik 200 000 scbepeb graan. Ook
io den Tweeden ParüedieQ «ftiiog was hq een
troDw'boM^eiioot der Btxneinen en- onderatann-
de b>at met gdd en met troeipen, en toen bg na
de nederlaag aan bet l^asimeenedte Meer bet
gooden standbeeld van de Godin der Overwu-
moK. 130 kg. awaar, naar Bome sood, ward
Eotte alfl een ^netig vooTte«ken bssoboawd. Hg
omerleed in 21S in den ondeidom van 90 jarMi,
Dasi ijjn loon Qebm, een vriend der KaïMiBgen,
voor Mn gestorven was, weid bq Opgervdgd
door njn kletnaoon BiBmqimut, die aan^ndsde
1^ lier Eaitfaag«n kooB, aeh door ign brasse-
rg en wnedbeid gehaat maakte en ceeds in 212
door saamgeoworeneD -rermoord werd. fltfro was
DigilizedbyGoOglC
mÈfiO B— OI^bOGLYPBSM.
een uitmontend ikoniug, die door ucbtooedifr-
beict, wjjitMid en veUüiglieid. <le lidde dei üv
eeoBteaea T«rwied. Bg beguiwtigde wMwd <l«n
SuidiKMMr «h koMten «n mtoMetufpen, Areki-
mttU» btboarót tot s$n Trinideik
Zie: 8ekiMKf«nnr(A, Hiêron Q tou StrAvi
(HeiÜBeiwUdt 1S61}.
BUroohloa Ch». (HtmMgnu} ia de mam
van een pluteiig«eliicht oit de hmiUe der Ortu-
MM (OnMMMeeit). Bet ODdMxheidt ueh door
^«ion eMDensednikte, S^tloeaige Umcq-
Öjea/De taree sgUoemen ign mannd^ «i S-
nig, de uiddelMMai k tweeilHblig ea 24n1-
nai^ Da belkkijjee sja mw*^ en bet ondente
krooikafie b «BgesMld otlieèft «en korten top-
«f rugfiMki Het IwTeiiete krooDtatfje Ak mut-
seüke Uocowb beeft «en ditbele, dkt dei twee-
■boiUee een «nkcle Uei Vu d« eoorten mm
wj} het htmiggm (B, oiorata WaU), ook in
köd MS «nteifcmlen en ofi Toebtige pUktoen in
weikilden te Tindeo. Doe pknt j» omb^rrciMl,
faloNt teeib in Uei «f Apól, heeft glu^, bnii-
■e Uotoijpikjee en luwwidige bUderan en *er-
^)reidt by bet dngen den geur nn tonkftboonen.
tbjnit, litei tm Aieuadril, ^MOtde keiaer IMo-
ekficntM a«D tot de *era>lgiav der CSirietiunn,
welke idMta gmep is S02 na Chr, IVrt d*t doel
verrWdigde bg «en geaebrift, betwelk one ech-
ter lUeen txfaod ia nit een tegenaefaiilt van
KiUmdM, eêo NetqtlatoiuBeli w^^^ '"'*
fa bet midden dei Sde eeeow met giooten b^ral
te iieuztdxif ■!• leeraac 'WerkiMun. B«hwre
tngmenten nn wwken •»& iga haw^ beeft
men <«an bem «ra wj}4g»erige eamcnentaar <fi de
„Oondeo «puoften ma ^jUbMgtnt" ''
«es ^emanKiK tinditige mhalen, ,
naaoMlj maai Mjifctaai Tan lateien { ,
geaebriftea iSa DitgeseTen dow Peanon (I65fi
en 1673) en^eMttoei (17W).
HUrodbnlsii <4 ImtfMoH» OMmde men
lat de Ondfaeid ia mhne betnekul* alie perae-
■en, 4m aan dra tempddiuut *eit>ondeo mma,
en in meer bepeikten iIb de alann. Hai aantal
in de tempel» laa Syril, FboetüeiV en EIein-A«iê
WM nM eeiing. In de atad Ooeuoa a Caopa-
dociS vond BtnAo «r 6000, in Umimene DODO.
Heereideab wana bet Tioowea, die vom «en
geaebenk aan de godheid lieb ter beediifckiag
atdden van de beweken. Bij de Grieken waa in
bet algemeen de ledciooabNia ondet de hitrodoU'
kn uet WO TerregMnde, hoewd Coiintba eu
. - -. .-.. - -ïPe-
•tai Sfyetoa q) SicUiB. De kmat atelt htuw tooi
ala danende op de teenen met opgebrrene ar-
men, gekleed in een kort, dooredtgnend gewaad,
en met een «Htderling gerloehten kiadu op bet
lot een knoop aamengeboDdeii boofdbaar.
HUrovlnb*!! noemt men de teekene van
bet E^Stèh beeldniuiit, wiei beteekenis Toof-
•1 dooi de aa^Mmngen Tan OkamfoUwm aan bet
Ueht gekomen ie. De Egypteoaren bedienden
tieh, gedeellel$k tegel||kin^, Tan Téeiderlei
•ohrlft: 1. *an bat biBraglTpibüeh of beitig
«dirift, 2. van bet hiBiatieeh scbiift, S. tui het
«platolognpiadi, enehorieeb of demotisch aehrift
ite tbnia. Van i
kennen fferodoJoe en Dtodonu Sieubu aledita
2. iiameli|jk bet beiUge (i(^ yféitnara) en bet
TolkfisahriU(Jii»cTiii of lit^^h Y^iwum). Ëeret
OfemeiM AleMuubiaut ondeiaclieidt «r drie en
no«mt u bet beihge ateeoaefaiift (}/ifi^rii
ttryM,^iiii\ het prteatereebriit ('f^«T(«i) en
bet briefMÜiHt (^iwimMyn^Ki).
Het Ufroo^^Mck tduÏH, in de biSnwlTpbi-
Mbe epichrïtMt seU ,M acbrift der «oddelüke
' wooidöi" geMemd wa« bet oodite en aamaalte-
1^ bet «enin aehrift der BnptenasNt. De
teekena t^n mis of meer afteddugen tu» aUei-
lei Toocweipen. Op gedsnktaekeneD ün >g in-
gened» lA en r^I oveeweAt. Beide manie-
ren vindt moi eehlw T«elal vedMnden, loodat de
lignren nitgeinedes cgn u toch in de diepte
naar TOien apriKen (rtlülf m Orais). Ook ^
de TooEweipen ditwgla gtkleotd Op een vlakken
giond ign de figuren aomtgda boet, aomtgda
mUearig of ook w«I alleen ia ontnUen g»-
aefaetat Ook m pwnwcdkn ia bet heilige
aebiift ni«t tMaa geimikt, maar aleditB tooi
sewgde teksten, beüaldemk voor bet dooden-
boek, dat met bet lök dea OMdedenen in bet
gnrf werd nedeigetega. fiiei aga de faitraelypben
meestaJ in «mbekken geteekend. De buakt«-
riatidM wjpe van t«(keD«n der Ëgyptenano komt
wnae aan bet hebt. Zoodaniff
k3^ jt- -■■ . • ■ ■'
bM-'t , . __ _, _.
ptaMelJik di«i de priestera tot bet ariirgven van
g«wgde adiriJteD gebesig weid. T^ vofeo echter,
TooMat bet tiiitfsdirift in gdbraik kwam, wa
hel bilratiaeb eehiitt ook beatemd voor veidd-
Igke geaduiften, ja, wèfa om gebenrtenimen in
het nAadialeet op te teekenen. Hot ie «ebter
bepaald voor boeken beateoHi en woidt aledita
aeMen op f^nkteckeaen aainotroffen. Het ia
lella eigënlgk aledita een ten behoen na anel-
edugTea gemaakte Teikoiting ran bet hÜro^y-
pbiaeh adirift, waaibü de beelden naaenoeg tot-
loien ^ngen. De eeiate proeven van net loopend
hitntiedi aebiHt vindt men remfa op de ceaenk-
teekonen Tan bet oud-iBgrpInebe Bük, bgv. <^
de steeDHi der pyramiden Tan Oiseb en op de
giwven is baai nabgbMd Het epitlolograjikiaeh
of demoftMA tekrUt, oit bet hnSraUecbe onbtaaji.
bevat «en mg gn>ot«« Teikorting der teekena,
die bmfag een willekeurigen Toim bebben aan-
._. of priêtttr-
lekrUt genoemd, om bet te ondenoheiden van
of fntam tdtn/f, en hter, omdat bet be-
apiong venaadt. Ifen kan bet naapoien tot in
de 7de en Saté eenw v. Ohr. De bdaögröke etaat-
kondig oanrentelingen Tam dien tgd faebben
naars^nJ^ de behoefte doen ontstaaa om de
'm1 Tam het dagelj^kseh leven too eenvondig
loeelnk in ediritt te brengen, loodat na ifièn
Jdalle neeh tegeleerde adviöen, alle vnmiaBeD,
alle brieiven tftet de» teekena weiden t« boek
gesteld. Men vindt dat s^iitt nagenoeg oit^ni-
tend op papyrusroUen en eledita !n een enkri
opaehiift. Alle drie Boort«n vu aehrift Ueven tot
in de eerate eenw na Chi. in gebmik. Toen edi-
tei het Ohriitendom en teteni de kennïi dei Qriek-
Khe tMtl rat letteiknnde lidi meer en meer in
E^Tpte verspreidden, bediewle^nen lich ook vooi
DigilizedbyGoOglC
de EgTptÏBclw teil T&n Iwt Oneksehe alpbibet.
wBsnun nMii ben bebocnv der Egypt«ii&i«it, 6
aui fcet hilTftlDfleli Bchrilt ontleende letterteekeu
toeroegde. Dit idtTift, dooi de Egfptteehe Ouh-
traeo gébtKgi, ie «ader den num vtat tnt Kop-
tueheoAeiM.
De «oteülering t&q faet Esjptis^ bepulde-
lyk Y«a iMt hiSiogljfiiÜMii éwmt is tereoit een
_. ». !._. -i_^_ -_.j.iL, -"-rlBdeeenw
Bgd '?oot
TAB de Mu^ivksta oatdiUinKen der IM
genoemdL Z9 beeft de gicoduKen eelegt
een itifinM mtenadiap en m alts aMere ttkkeii
der «ifiuidkiiBde «at goimitigeii iniloed ge-
oefend, dtu q 9u in stMt femIA heeft, in de
oodite tödpeifcm der beMbarrnv dooi ta drln-
gra. iDe wwten»cl»tycltt» besBbcNnKi yma de
geediied«mb der menedjadd beelt drutidiMi ^
oiÜcbt meet du 2000 juen Tcnnimd Bet tïd-
den Tu bet «iwelirih -nn BoMtte (Hwkt) ge-
dDiende de eipeditie tm ffspolMM io 1796, «f
bet eent gegronde boop cp de ontei"' "'- -
hiSrogijïiiai. Het ber&tto namelqk .
tdctt in lüiioglnihtsch, danotiedi en Giiekseh
Mhrift. XIH dit WeU bleet, dst alle drie bet-
nlfde deepeet ten «naat* van Ftoltmaeui Efi-
fhoHM btfaeledcn, dat de Bg^ptiaehe prieaten
in Iwt 9de JMi -nn 'ekoniags te^eerng (196 t.
Oht.) opgebeld en tn de Inmpela gephatet had-
doL Hen hautte ii«li er algietsde en afdrukken
Tin te fwraanügen, n hi 1608 weid de eerste
doet de AntJqnuiuhSoaety t« loonden in het
licht gegoren. Intaeeehen Tolgde Ó6 ontcgferiog
niet MO tftoeiHg ais men nn loft «en éetvrva-
dig opadinlt Termciitte. Daar de hiSra^Tphiaebe
k£st niet pngesdiendgt wmi^ byaatden lieh de
geleerden aanrankelqk t^ den demotisdien. De
eente, die een onte^letkg b«proefde, was 8if-
Mtfre de Soey; veeth «o t&O fn i^n „LeUre an
citoTen Chaptal" (miiuater fan BrMwnhn^be
Zièen) deene bn de oilkoraaten -nu ign osdw-
loefc mede. Hg birid bet bMroglT^iiadi lehilft
TOOT een ideagnoAiifldi «( woordieliijjt, bet
hüratiseb, ^ bq o(^ in andere opiichteD had
Iman bennen, "nat «en ïettergMftig of atpha-
beHaiA adtrift en bet mdKwiach 'rooi een mner
aUiilMtiKb, boewd bij nog iiiet in stsAt was de
aüonderlgke Uaakteekens te kaen. Ii>niddeb
food hq, dat men de diie «paebriften leaen
moeet van de ünker naar ds leehter band, en
verdeelde met jaÉstbeid den t^st ie «enige groe-
pen TMi woorcten, wmim de namen PtoUmaeut,
ATwhuot, Ahxmder ena. ^ooricwameo. Sen twee-
dot, meei belangiiUcai stu) op dat gebied deed
de Zweetebe staatsman Tto&Idd ie ign M^
toe an dtojn Sihestra de Sbct «ar rinaeril>ti«i
érötienne de Boartte". Dese Depwlde lich niet
by bet aldeelen der groepen, maai ondeiaoeht
dte atdeeüngen en steMe de riMoetnebe waaide
vast der owereeiAomslïge laewns ia de
PtotemaeHi.AltMotder, Artinoe, Bermike en no^
9 andere. Het hteidoor jnroiiaen aMiabet wae
in bet algemeen juist. Teiens had 'ïöj in den
biliogljipbisdken tekst ondenoheiden getaltee-
kens opgeepooid, loodat ewenl^ hg de eerste
was, dis de Egyptische sdugfteekeDs ontrïferde.
De ,4in^ de riDser^ti<nt de Roeette" (1S04),
Tan giati Palm bad geen waarde, omdat ig ge-
bouwd was op dB onjiiieto Teronderet«Uing, tnt
bet biBrogljpnis^ opachrift in de aanwenge re-
BoktHnende met den eersten biltof^]
fl^yphi-
inoecin-
Bcben. Even waardeloos waien de oi>d«n<
gen Tsn Botley, Siekler, Spokn en aoderem. van
meer bdang «ae het gésehiifl van Slieime
Quatremère ,Jlechercbes eritiqnes et hiatoriquee
•ar In kiKoe et Ia .littéiataia de t'figjpte"
(1808), wMrin bQ aaotooade, dat de £op&cbe
taal dealde i« als de ood-EgjjttisdK. In 1809—
1818 verscheen de ,J>eseriptioa d« TEgTple",
de Tnioht det «meditie Tan ffopoleon, maar zg
waa «en sdiildeig londer lidit <M «ebadnw, daar
de tsirjjke «peebriftea, in Egvpte geyonden, nog
steeds on^iBwabe laadaels bler«ik
Eerst in 1819 werd de aandacht weder iyp de»
belangiüfce aaneelcgenbeid «erwtigd door een
omtelnai Ac. Tk. fotmg in net amtoment der
„Enejrek^aedia fidtanniea". In bet artikel
„ügwpt" paste bn de ontdekking van Aksnbhd
TKD het donc^leaie schrift toe op hot hiSrogly-
phiedte en toonde op BclieiipiïniHge wqie aan,
dat de alaonderl^ke tekens in de taiBroglTphi-
sdie namen met de loeds bekende teekens der
demotiaebe nsmen OireFeendcwaiDen. Hg Teikrecg
phiécfae opaebr^ten met namen Tan koningen
trachtte te Teridaien. Zgn pogingen gehikten
Try goedh boewd aan de uitkomvt oog veel ont-
brak, loodat njn lezing ni«t altgd juist was, bj}t.
ifrnnoe in plaats van Autokrator, EvergeU» in
plaata Tsa Ooesor ena. Jem Franpoi» ChampU-
{mm, die sidi ree& n 1807 met Egjrpte beaig
gebonden en in 1814 ^}n belaogi^ke na^ring
OT«r Bratiaehe geogmphie nitgéeeren btfi, was
iDgotwgfdd bck«nd met bet artikd tan Yowtg
en wera « voonekei door omewekt tot een
nieuw «ndenock. In 18S1 Teiaoteen te Qreooble
een etnk iit fdio „De réetjture tai^ratione dee
andens Egyptien^, waarin b^ aantoonoe, dat,
indien bet biBioglnibi^ ednft^ met nitoonde-
ring der «igentioamen, «en ideographisoh woord-
eehrift ia, aatselfde ook moet graegd worden nn
bet faifliatiecfa aebrUt, daar in ds door hem ook-
it hiflradadi sdirift
syHsbisrik waa. Em bealissenden stap op dit 0»-
tied waaede echter ChampoUion eerst in 1^
door de nitg«te tan i'^ i— "~
DaeirSr", waariii hg *
teeks namen van koüogen een, boew^ nog be-
peiki, bMiog)]r]dii«ch alphabet opmaakbe, dat in
de tóepasüog volkomen jaist week te weaen.
HoenTCl deae glaoai^ ontd«Uiog aleebts een
Toortbouwea wsa op de denkbeelden van Young,
ondersdieidde lioh OltampoUitm Tan dei«Q door
het Tolgen Tan oen antieren weg. welke Toel
minder moeiiiik en oneeker waa Hg werd daar-
enbotren gebotipen door «en gvostigr omstaodi^-
beid. Een Ënfi^lsehman, Banket genaamd, had
op het eilaiKi ^Use in 1815 een obelijik geron-
den, die bg met b«t Toetstnk naai nin Tsd«ir-
tand OT«ihrad)t en op lijn bmtenveihi^f plaat-
ste. In datieUde jaar maakte hg de hiiioglyphi-
eehe <9sebriften «an de obdi^ bekend, alainede
DigilizedbyGoOglC
HIËSOGLTFOEN.
de Omkmhe ita het loeUtnk. Deie lutite be-
faeladen een htM mi den piiestN tui Itü op
Phike tma PMomaeiu SvergeUi 11, ^ienm nu-
ter Kltopaira en diens «Tenioo genoemde geai*-
liiL Het ramoeden i»g dus foot d« huia, d*t
dew aiiiMo ook iit de faÜiogljiduMlw oftatlinf-
ten aoodeo Tooikmwn. S.o«m«l óe oidwateUii^,
fulde^ dat er «enig T«^MUtd loa iMataao toa-
sdwn Iwt Oriekecli ea hiSrogljifitiücb efnehrih,
die «elivwMf vp deiMdtden konmg beta'«Uing
hadden, dodi o|i ivnahiUende tgdcB geeteld wa-
ren, noi meD toch, bdalte den dmoi -ran Plo-
leMoeiM, die nit bet cfiadiiUt mn fioeette leeda
tdüBod «as, den naam Tm KUopatra op de
obeliA. Daarop noodde OhamfoUioH bet T«r-
gc^jkend (Ktdenoek «Her beide namen. Het waa
tevena eeó ffUMtag toATil, dat de namen Ptole-
moMM en Kltofotra «en Tiertal ffdi^e fettüs
beTatt«n, en dat daarenboven in deoen laateten
mwm de a heiliaald mrdL De piml «nw dut
geouUdj^ te miMn, en dam namen gaien tw-
atood een alphabet tu 1<1 Uaaiteetena, wier
aaotal door taqweaiBf dnei raetlKide op de na-
men AUxandto^ Bermiikt eni. weldra aanmet-
ke^ Tenneenlenle. Bietdoor waa de raate
gioiKUag fekgd Toor de Terdene (Htldekkiiigen
Tan SJIwafre dt Saeg, Siebulir, Wühelm bon
HumiboUt en anderen.
£Tenw>el USkt uit genoamde „Letb« k Üt.
Daeier", dat OkomfoUwm « dien t^ een nog
leer prettige ToonteUing had Taa het USro-
glnAMdi atihrift; daar hg awC Kom; en aode-
ren akedk de OBtjnkte fBecning koóterde, dat
de ^Mtetiaehe waanle det af^ondeilgke hiSm-
glnibeii enkel hetieUing had op de eigeiiBameii.
terwnl Ijj den doorioopendui tekit aumeriite
ala beataüide nit idcognflüaebe teefcena. Van
dat ffetoetNi kwam ^ eebte tenw in tgn „Pré-
cis dn ^ctteH hiéRwlv^iqiie" [19^), wmm
hg MDwees, dat het ttf&btt, nH dé
opgemaiAt, erreiMMr tan tavaaaiiK was en
owige gedeeU», waM^meu deigdgke teakt„-
ssDtnrf. De gvwidttigste «tkoiHten TMa sJtD
-16*1
ïge na«cningen ifin intnsaeben «m-
in ijio „Gnmmüm Igjstieaae", in 1^
DS ago dood k bet ucdit -rendMiMB.
1 «ettisting
dasiin Terratte taal Tatklüad en ^ '
dooT «en aantat ofiadinfta daidëlfjk „
Belangrök met betoddüns M dit OHdwwem ia
Terder <H biitS tsb Ltftuu: .JjettM k Jb. Bo-
aallkn ■«' faMiaÉMtti fatfró^^qM" (1887),
waaria hg bet pbosetiadi jaUuoet, ia de tpuA-
buist Tan Ohampollim 288 teekeos berattende.
in TeradiiUende i
t mideelt en deehti f
.SS^
hiflNglnihen ala mmr en oitakiiteDd pbuw-
tiach enEent. Het korte orosidit van ^
Ie «aogelegenheid gaf Bngtek in ijja
^hrpliiseh-MnotiMn» WVrteibDoh" (5
1W7— leSS) en in ,^anoieaê BteUe ïa der
Weltgeadiidite" (1645). Verder beU>e& de g»-
s^Hiflen van fiossUüit, Leemmta, Hitieki, Lef-
fiiw en Brvgt^, latei die van SiroA, De Rottgi
itt CAo&oi en eindd^ die tui Ooodwin Le Pagt
' ^Ranoui, DühUdIm, Bbm, Stem, Nmilk, Ét-
mtm ena. nel licfat orea dat onderweip tet-
epreid.
De oodeiMMÉingen oires iwt faitratiach sdiriK
Tidgden meeatil (fie o
den toet Dn «ategienv nta taeli
aefaritt werd eebter na StMttn de Saey en Ake»-
blad vooral doo/ Toumg b«TOtdenl, looali fal^t
nit iQn iJUnoftlTDhieB eoUected by the BÓp-
tiao BDoetj" (1823) ea vjn .^ndknedta of aa
EgTfitisa oictièiMiy", eent ali Mahauged tot
de SeftiM^ apiaaèiraMt tu Toltom {lSaO\
kter eehtci alsontolj^ nitg^eren (1831^. In-
■onderiwid dient te woiden TenneM de aitgaTe
Tan een met Tde (frieksebe ooadiritten Touaie-
nen (lapynis door dia NederiandMbeo geleente
Leemanê ia de „Momnaienta terptieM de Lude"
(1839). Uter bedt Vru^aeh uA TaornaOMil^
Dwt die oadenortiagen heng gebonden; ign
„Orammure dtaiotiqae" ia de giondilag toot
de Terdeie geworden. Eindeljfk mogca w^ niet
Tenwijgen, dat de ootepering tso Ckamfoltitm
onderaoieiden en aeer bdtige beatrgden geTSo-
den heelt, woals KImntk, Pdn, JmM, Wü-
liamt, OaOiimol, SeMki, Siifttarth m UhUmtum,
waei TukhfiiMU in den itgd ooderKng aan-
meiketgk TeiaddllBn. flet tnate leerboek U Br-
mon'i ,>«7ptisGbe OiamMtik'' (ade iknk I90S).
AUe aduUt te aaBTa^djjk bed<Mirift en na-
dert in ign ontwikkeBag meei en meer tot het
alfilMbetiacÉL UaiAacAiifL Dmi men het Heii-
eaaaaeiie beebfaebiift dgea^jk men sehiilt kan
Boanen, mo >ien wg tinne ia bet Ohineeenh m
ia bet Enropeeseh adirUt bet begia ia etade
Tsa dien ontwikkeüngagaag. Hrt tylbiiisdi
sduift, waarin lettaigTepen oimr tecÉene aan^
dtnd woidea,. Tonnt knscbea die t>eide bat oud-
dea. 'Bet Elgyptiaeh ai^tt erbUr ondeiadteidt
ticb daaidoor, dat bet tegdqk fie TeraohiDende
oatwikkdiagitnfipeD bent. Brt ging nit van
beddaebrift en Teitürf lieli tot een aameaatel
<ran kknfcteekena, waarin klinkeiB en med^ba-
kera geadwiden ign, looder e>reowel tgn oor-
iptODg te Teiiooefaenen en de beelden al te lAaf-
fen. De eerste kksesn der hiBrog^mbea, £e dei
ideogiaf^daehe of beeripate^as ^eeidn), Tca-
deelt men in inlkie, au een sfteeMiue gcna vaa
het bedodde Toorweip, m ia nlke, ate shatiae-
té begrippen anadnidnt waaibQ men in ds detde
plaat* eea raeks Tsa bcnabageteckeBS Toegt, die
üt nitgeipwfcen wwAn, maai oikel menen
em eea 'moid nadw te bejiahn. Tot de «eiste
aMeeÜBg behoort bgT. de eiitd als slMdding
der wnDesehgl, tot de tweede de gier alg hel
ikuMbedd Tan de moeder, tot de deida eea
de kiMBa k dk der pfaMstiaebe ef kknkteckoM.
Deae ij^ ait bet owógnwte «etal ideogianbiscèe
bÜioglTphea >oo genaen, dat hd leaea de
eerste Uank tm» dn iwhu tss bet algebeeMe
voorweip «Nnateh. Zoo beteekeat de nil, ia het
EgTptiadi Moek;, een m, en eut adelaar, oehom,
" ■ ■ ' '"" -■ ■ - - ■ 20 ot
éen a. Het aanw hüioghrphea, ii
22 tMkknkeo «kos«D, bedm^t .^
Hen nam.naiiM^ een aekere alTriweling
30.
^ Imdeade twteps in adii om trasiar adidft
te ieTeren, In dea t^d dei Bom^Den w«rden tq
^t slpbabet aog eemgs teeksM geroep —
Een deide klsMe tsb iuBfog^phen etadelqk
boudt bet mdddn tnaaohen de Beide TCoiga*n-
dea, doordien bare telkens SDowel ideogn^aeh
i. <Hea bedgde aamelgk de
DigilizedbyGoOglC
Toor bepi^dt vooiden bvAvai» hÜio^l^tietL
ook irtl als begiakttaiB <ki woorden, mumia
men «r de ornige Uuié«d mt het klgemecn
phonetieeli «kttubet fcgToeede. Zoo dient l^v.
een knuB om bet iraoid omA (leren) mt te drók-
ken; bet kttn editet ook vooi de letter a getiinikt
w<otde]i, tonrgi mm ei de Uukteekens n ta> eh
nit het alsaneen ëlfèaktt bqTocgt. Hieidoor
eeUer woidt liet knk geen ilguieen pfaone-
tiaeli te«ien, omdat men het iset tna$i kaa bé-
ngen, wasi de ktter a aoogednid moet woidan,
maar alken in het begin tu het wooid amik
Som^de ecbter vertieien teekeng voor ^eumen-
Iqke klanken nn Mn of meer lettergrepen bnn-
ne oor^conkeMke uteognpliiMbe beteekenia loo-
d«t men m ook Toor andere Toocden met deige-
lijke klanken aanwendt. DobbeliiDnigledeii wor-
den dan door veredidlleikk hn^aniddekn,
Toonl door beftalingateAens, vaisteden. In ^-
Tallen, waarin de ideogn^iliieebe Tootat^ng
moeUqkbeilen o^ererde, Mxmk bq Treende oa-
Bten, gnmmatiéale leiiinigingai eni., besigde
men iM^Toorirenr de raiver tAooetkebe èüro^-
pfien. Bet büntieeh «n demotioeh aehrift bent
Ml het algemeen dradlde beetaaddeelen tk het
hiCreglypbieel], dodi daarin k het ideografrfiMtii
dconent (bet beeldedirift) meer en meei óp den
■ehteifnoDd geeehoveo door bet pbonetieeh
■ehrilt.
BUronymtoton ot BUrongmiaten, ook ere-
iHMXett of ktaiunaart va» den Heilig Htero-
mwiM« gebeeten, ie de onm dra kdm eener Or-
de Tan ragnKere kooibeefen nau den legel Tan
Augwtmia, door des Fortngeea Foaeo en den
apaniaard PeeAa geatiidtt en door Qregoriu* XI
in 1374 beteetigd. Deie Orde wqdde rid) hoofd-
■akeiqk aao <k beoefening der wetenaehappen,
*erapidd4k Dch snel over 8tMn|}e en Pottógail
en »d inl415 liaai hoofdMiel in een ktooMei
Iq Toledo. Aan ét Onde beboonk dc* faetklooe-
tei San-Tnste bfi Plasencta, waar Karel V ijjn
katate kvenwkeen 1^1, toiwqi müv» U Toor
hMT het BMonMl deed To^wn. Hoewel xjj
EFOot KiBBien Tvkreeg, bwKaat iq tbana alleai
m ioMrika en èet BaóuiaaL
'De derde geeaeiaai, Lufut fOUwdio, itiehtte
in t4S4 «en afaonderlöke eongregntk en noem-
de deu ^e der fltbmqmtMfen nm d» 06«emin-
Ue. Pua Kartiniu V beTeetigde ze in 14Q6, doefa
IQ wifagcg weUn een inenwen legd. Intoa-
aAen wwó nj in 1699 in Spasfa met de oor-
^nonkelnke Onk der ffitn»7mieten haieuiigd
en k«ei« tot den regel van Avguttimu temg,
doeh in ItaliS bkel sq bestaan onder dn mnm
nn Eremttoa St. ffteronymi de obaenamtia ol
de Lombarüa. 'Rune k de Onk opgriteren.
Daamboven beeft men Kluitenaan «on dn
HaÜijreM BitnmsmMt Taa de eongregmtie van
den saügen POna Qimbaeorta iwi Piea in 1877
geatkht. Deie rwel k eehkr in 1444 veixatAt
en in 1M8 door dkn nn AugHMtau TevTBiigen.
Vele U«ne kktkeinareTemcnagingen, Tooial in
Beieren en Tirol, emolten «amen met deie Orde.
Rn beitaan nog twee Uooetera, nj, te Rcne en
te Vitertw. — Er waren oi^ notmen of nutera
•m den BmHgen Bieronymuê. De Toeengioft
Tan dme ontatond door Maria Qareioi in hel
Uooeter Tan den Beüigm Pmdiw te Tokdo
VAN PRAAO. 329
1875. Berst 'ten tqde van Julitu II legden ig
gfiolten af en waiden aan de Orde der Hitio-
njOBeten toegemgd. Sinds 1685 editer ia die
eongregntk <fgebeTen.
HUronvmiM, Sopliroititu Sutebiui, een Tan
_j gekecdete en Tmefatbaarete scdirjJTeiB der
oode lA^nsehe Keil, omstrek S40 te Stiidon
in DalmatiB geboren, genoot een KigraUigQ
<^miediDg en maakk tte£ te Bome onder kiding
Tan Donatiu en Vietorittiu met de BomeÊDsehe
GricÉsche scbrïrers bekend. Zj)u teiMo langs
den Bqn en in GalkS biachten heen in aanrakïjig
met TMkondigerB ran bet ËTangelie, terwnl h^
op een reii naar bet Ooaten, liek geworden (878),
dooT een droonriweld bewogen werd zi<b aaa de
stadie der Heilig Sdiriften k wgden. V«rTol-
bracht hij m de woeatgn Tan Ghalkk oa>-
eUkaatijdijig en beoefening der wetenaehap-
DJk. bet le«Ten van Hd>Feeawsch, 4 jaar
werd in 879 te AntkchiC gewqd en giog
naar Eooetantint^ een QregoriHê t— "
Damatui, hnn geroken had en waar 1^) in 869
ak leeraat optiad, wiat hij nA door ign Ttoem-
beid towang k Tenebdlen tot de buiaen van
aanaienl^ie Tioa««n, dk hq mistiff tot bet
UniamaanlereB ofnrdte. InHHtdeibdd qjn Mar-
cêlla en Paula door de brioTOn, welke bg baar
sofareef, en door baar Tioomheid beioemd ee-
worden. Paula Tergtselde hem in 885 naar ra-
kstioa, waai hg met baai t'nkdom een klooetei
bQ BetUehem stiiditte, waarin hjj tot aan sgn
dood (30 Septembei 4S0) vertoeMe. BOronyiiau
ie ongetwijfleïd de gdeerdste KeifcTader Tan ign
tjjd. Zgo wet<nadi^>pedqke aibeid beeft Toa» de
Latijoen een Maogi^ gedeette der Oii^ache
Eeik toegankelqk gemaakt; in alk wetenadu^-
pd^ TrMgatnkken, waui^ ign ü^MbeM en
s^n loig Toor bet bandhsTen der geetiengsk or-
thodnk aan bet Kcbt komen, geeft bij blgien
Tan gtoote kritdeehe gaten. lo de keikel^e twis-
ten Tan dkn tjjd TolooebeDde t^i tei wiHe van
die fcinpehomen zgn eigen Terieden en Toegde
hq lieb hii de besobDhtigera Tan Origenet^ wiens
graduitten hg te voren met gver verspreid had.
UTOoten invloed heeft hq nit^eoefend door ign
mtle^^indiffe scbiilten, waann bg de alkgori-
tdie methode bnida^, en Tooial door ign Ia-
töpacbe BöbelTeitaling, onder den naam Tan
„Vnlg^" bekend en nog tteede in de
Roomadi-Katbolitie Kerk in gdirnik. Zgn QTer
" lidae hem ver '
TOOI het kloosterleven i
TBidei in
den sti^d tegen Joriniainu en VigSanÜtu t
bet Mbi^Tra tbu ■nMMkehitften, iSe meei tsb
een gekrenkt geiod dan Tan een weldoordacht
oordeel getnigou Veidei beeft )^ krenrfMadiTQ-
TÏngen gegeTen Tan Paubu, BBarion en Molekus
en ,,De Tiiis itlostribas give de eeilptoribne ee-
ekoiaetida" in bet heht gegieren. ^n wetken
lijn bet beat nrtgegeren oboi FoUorat (Il ^,
1734— 1742; Sde drek 1196—1712).
BlSronymiu van PraaVi ée Tiriend van
JohatmeÊ Htuê, dien hg in wetenacbsf^Mljjke ' ont-
wikkeKng en in wei^iejwndfaeid orertrof, t«r-
wgl h^ Toor bem onderdeed in ^matigdheid en
TaB(l>eradenftMid, te Piasg geboren, etixkerde in
^ geboortestad, te Parö*, Konten, Oilord en
DigilizedbyGoOglC
mÊRONTsroe van paAAO^^HiiK.
Heiddbeng ea werd ia 1896 bmordaid tot meea-
tet in de Tife kunsten en tmecaia/axtn» ia de
tbeolwe. E«nin«: Wladiêbnu II tu Polen nad-
pleegde hem in 1410 bjj liet eticbten der ositer-
■iteit te Ên^n en Sigtmatd, kaaiag saa Hon-
guge, nooditfde Éum oit te Olen voor Éiem te
precten. Da leei vin WieUIf, velfce hjj bij lUe
gdoKuheid augeroen} baA, irw oonuk, dat Mj
te Weenes in de gevaoeenia geworpen weid,
nuu op Toorepnak TAn de noiveratteit te Piaeg
beiicreeg hq wetdra cgn rrübdd. Het luit «n
nel nam tiq na te Raag deei aan den itiüd
tta igu vnend flow tegen de mialmiiken der
hitauebie en tegen «fc udelooabetd der ^eeateljj-
ken. Toen fluu t« Eooatuu in bediteow geno-
Dten wcn^ gioe ^MÏ daailieen, om bem te nr-
dadigen. De bètlofr mn SvJibaeA liet hem in
^piü 1415 te HiMttui gOTUgen B<meit en naai
Kenatasi hraigeB. Hiei in de gerangenia opge-
mÉeigk itandraatif^, dooh een halljaii^ »-
Tangwucbap pntte ayn kiadittn looieer mt, Mt
bJi den 23eten September 1416 beeloot, de ket-
t«mdke gemdaoB te bemMpen, waarvan men ham
besefaalfflgd had. Daftr hjj «ditet ign Ytjifaeid niet
faeifcretg, nam hq in een tedwor «■> den 20Bten
Uet 14T6 ag» henocoing pfeehtig teraft bekmd.
dat hq vao ^jn wwemoedighetJ meer beionw
had Au van een iquer orenge annden en vei-
ktaavde openljik, dat hüeen Toontinder wm der
eeroeleiia van Hum en WielHt. Beedi den SOsten
Mei weid fag o^ lait van het ConeiKe TeibnukU
Ifen etiooide igo >Mh in ddi Bök, om iqn na-
gedaehtenifl te vernietigen.
BUrophant wa* de oaam t*n den oppei-
pncBtei óa mjttti^o in JËtanaia. Hg weid eteeik
gekmeo uit het geebeht der Eumó/pülmt, wier
etamtadei fiwmotpoe toot d«i stiehtei dezer myi-
teriin en voor den «enten hiliophrat gehouden
weid. De hifirophant moeat 4len iqperen manoe-
Igken leeftyd beteikt heUwn, Tig van lidiaama-
gtbiékm weien, een aangeoame itetn beaitten
en oiiiben<|)eM|k Tan waadel lijn. Hg modit lóet
in het hawelqk tiedenr; het is echtei niet on-
waaoehgnl^ dat men ook wd gehtEw^fc man-
nen tot hiBiophHiteo gekooen heeft, met het
vooraduiit om ge«o tweede bmreljik aan te
gaan. Hg veiiegenwooidlgde hg de mjsteriiD
aai Demumrgo» ot Weieknchepper. Het wat agn
taak, de omgeechieren w«tten Ie handhaTen eo
uit te leggeB, om heo, die Jngewgd weatehten te
vuden, in dea tempel te leiden en dlenge met
de kleine en groote mjateriSn bekeod te maken.
Daarom noemde men hem ock mpttagoog ea pro-
het, en het wat niet geoorloofd, ign naam in te-
genwoordigheid Tan «en oningewgde nit te qire-
"'] openbare pleehtigbedeD dnx^ hg '
e beeld der goden. Hem f" — -^ -^
een hiSrophanti* vit het geelacht
Hlsnemmsal, Kart Ckmtüm Bduód, een
Dnitadi leriitigeleenle, dan SOaton JoU 1885 te
SchJInaD in Sileiii g^ren, ttndeerde te Biedaa
en te Koningabeigen. Hg wet in TeradiiU«kde
leohterlgke oetrekkmgen werkzaam, sedert 185B
ala rechter in Berl^ Ia 1868 nam h)j ign ont-
alag en werd a^ïroeaat en noUrit dodi etieif
redde den 6den Deeenüber 1869. Hg etichtte met
loderen in 18S9 bet Jnridiaah OeBooteehafi en
in '1800 den Jmiatenda^, WMirFaat hg de „Ver
tuuKUnn^en" mlgat, a.l»T>wii de „Pieotsiache Ge.
ndtte-Zettang", welke ia 1660 tot oigaao tan
den JmietenBg T^beTen went en het volgoide
jaajT onder den titel Tao „'Dentadte Ooiehta-Zei-
toog" in het lictat TerapheeK Voorte adireel hn:
„VeigfaüAeade Uebeiaicbt dea bentigen rSmi-
edten and pieoatiadten FiiTatiechto (1862 —
1855, 2 4&k.), „Eubnaogai nnd ËilinteKuogen
■om AUgemeinen Lawbedit" >4I854— 185a, 4
dhk), „Pienssiadtee fiaadelnecbt" (1866), Jüe
allg«ne)ae dtvtaclw Weebaelontonng and der
prooeaiaehe Wediic^noieea" (1850), „Entunii-'
gen oad Erlftatetungen sur PioMteorannng"
j>1868), ,,^11 LÜB« Tom XaiJminniaehen Kom-
iiii«i««e«Uit" (1859), ,J>eDKki»tieehe Stu-
diën" (1666), en rJKe Verfaaanne dea Hoiddont-
adten Bnndee" (1867—1670, 8 &.).
■Iffta OhBToli it aaaat Lok OAvreft en
Brood Ckitreh de naam Tan een ke^elqke raeh-
ting ia de AngHkaaaeebe kerk. Deu drie titk-
tingea hebben lich ia dem loop der ISde eenw in
Engeland geroimd. Da Utgh OkweArichtiag
Btennt <^ it keikelgke eo wéreldMike «ri«toei»-
tie en w bet beat aan te dmden ala de atmg
ooneeiraitieTe ritoaliclieohe Eichtiug. De Breoa
Ckureh (ne aldaar) vertoont meer Tigiinna^
trekken. De Low Okureh ia het beet te o '"^
rinieei nmaai noog neit aan oe atg» vn
— Oi^oiat wordt tegenwoordig ook de i
Uigk Ckwrdi gebmikt *ooc de Eageladte at
kerk in haar gebed.
Hlvhnt*, Mn T«ontMi vto Londui, 8 km.
ten iTN.W. Tta dan Londosbridge, Hgt op een
129 m. luxeren heaid, heelt em Ootiinbe keik,
een piaehtig keikht^ het Watetloo^taik, een
p<Ak«nbo^)itaal en tatrgke inateUingen Tao Ud-
dadigfaeid.
Hlchmyman noemde men in Eogeland
roorere te paard, iKe Tioegw, Tooial in düi om-
trek Tin Londen, de wegen onTeilig maakten.
l^bed, wantmede sg bwk moTergan pleagden,
verleenden b«i een ramaoette Uenr, oi de bal-
laden, waarin ClowJe Dvrnl en andere bekende
highwajnen beaoagen werdea, behoorden in den
aaaraog der 18de eevw tot de gelieftooade lee-
tvur Tan het Enmliehe Tolk. Ook de noTellitten,
Tan Defoe en ftdding af tot Babatr eo Jüia-
wortA toe, hebben aan de latge«al)eii dier roo-
Teie wel eena bon atot ontteend. Wie een high-
wBjmaa gevangen oTeileveTdek ootTiog een be-
loouing Tan 40 pond eterfiog. Tïiana eehter ijjn
iÜ reMB tang verdwenen.
Hik {Singalbu) boodt men tooi een kramp-
achtige, ploteelinge sameBtrekking Tan het mïa-
denrii, gepaard met een bewe^ng Tan ttet «tret-
tenboold en met een stelle laaduning, gevolgd
dooi een eigenaardig Relnid; oreieenkonesde met
den toon, Tooitgebneot door toet indtiogtn Tan
lacht in een koker, wanneer dtae plotaeËng ge-
opend woidt. De hik wordt veelal veroonaÜkt
door prikkeling in de keeL door koode cf bitte
ot door hetgiDsigdoenwelgenTBnBpgBofdrank.
Voorts ontataat wA wet hil Aoot wTig Uefatn,
door angit ot aebift, en 1^ kan door ^|b hard-
DigilizedbyGoOglC
EIK — WlUBBRiXD.
331
nekkigfaeid w«) «ena gonuiqk worden; Mt dit
8«ral itaat liq doorgwn* jn Tufcand met hyste-
rie. Een ongQiiBtif teeken ü de hik kU hg (i<p-
tieedt in iwue ndkUtMatukden, bör. lüj ^'pbot.
De tohimdeHny vaa den hiÉ ie ■nndamua mu
doOTttnde
miodemif t
TAÜen kui me» den kmnp Tkn het
nut tnditai te hniigen ooor n» iM«pe ii
den adeoi loolug mcigelük hf geeioten neu in
te Éwoden; bQ kiadeNn i« bet lê^
T*n eenig hsw WKter ma Ie bert __
HlkoiMi een atsd io ds JapMuebe proriaoe
Oui, ligt MB het BiwMneuv i< door een qnoi-
veg met Onkk Teihonden en telt enemer
35000 imroneiB. T^ O. dmx etM^ ba ftkisa-
bm, w*rd 4en I£<hn September 1600 de ab^
gelererd, die Tokoegawa Igtyatoe de heenduppg
oret gcfaeel Jams gaf.
BlUU, Bafr-MUn, een f entaeh dichter, te
È0UéM gebore% begaJ lieh reedi op Jengdigen
ledtgd nui Bent, waar ba de beeeberming g^
noot Ttn Jftr AH Sjir, begal lieh lAter nur IiAk
en AeMbddifiaB. keerde vwrolgene naar Hemt
tenv, mMr weid er in 15S0 ter dood gebraebt
aU Terdkefat fta fc«tteiq. Z^b hriaebe gediefaten
ademen een groote teederhetd. Verder kmde 1^
tww mesKwi'fl at dobbel gergmde wieefaa ge-
dichten: .^ilet alatjikta^' fSe boedani^teden der
miuienden) en ,^oning en deiwiej". Dit laatat»
ia «en beroemd etnk, dat lidi door tjjn gerod,
^fcdom Tan denkbeelden en diebterlgke beeebrg-
TiDgen ODdefBcheidt. Een Doittehe rertaling
durru )eT«Nle E. Eth4 in liin ,JI«tgeal&DdiMhe
StndJen" (1870).
HUarlon, D» HtOi^, de «tichrter tu het
mouikaweien ia Faleetun en SjriS, in 288 te
Tabatba bjj Qaza in PaleitiM geboi«n, ging te
Alexandril tot bet Cbriateodom ofer en hield
neh dearna tiq iten H. ^alMtiM in de woeatqn
op. In 306 keerde hg near ign gebo(«tdHkd te-
rug, aebonk ign Termogen aan de armen en leef-
de lansen tQd ah Uoiiwaar in de woeetgn tni-
achen Onea en Ëgrpte. Hg ovwteed in 871 op
Cy^rm. Zgn gedenkdag ia 21 Octoèer.
BiUrlos fPmu), Zie HOanu.
HUArlna vu> Poltlan, Oe BeiUge, een
I^tgneefa kerkTader, tünoaand „de Atbanaaine
vaa bet Weetend', Toeroé een beftigen tbiid tt-
gen de Aritmtn en werd dientengeTolge Hoen-
Ueontm wtalUiu et /JoaeUum (Bamei «n geeael
der kettert) genoemd. H$ werd in 315 te Foitien
nit Beidenaae oadna seborea en koit t» het
jaar S60 beioemd tot laaHbap is ajio geboort«-
itad. Weldn wm hg gewikkeht in de twisten
Tan die dagen; obdMoa aMmnifatök door kei-
■er OoMbnu beadiennd, weid hg kter door
dÏMiB AriaKnecbecoioden broeder Omulmtiv»
naai Phrygif Terbaooen (356—660), Tasnar hg
•teeda betrekkingen ondethield toet xgn aaobao-
oeia, de binwh oppen Tan QaBil. Lat«r ontrir^
^ TerM Xeng te keeren, «euoa hg Auxentiiu,
biaaebop van Hilaai^ beatreed, die tot bet Aria-
DÏMDe orerttdde. Bg enwrieed den lateo NoTeo-
bar S66. In 1^2 werd 1^ geplantat onder de
^doeloiM «edeaiae". ZjJB wérken qa gededtetj^
■triideduilten als ,J)e Trinitate" en J)* tjw)-
éur, gedeeHelgk ommientaien op bÖAen dea
Ouden o( Nieuwen Teibonth. Ook is hg bekend
ab kerkdgk h^naendJchtei. Z^ wecken ign
door de Benedictijnen (1698), door Matfn [2 Ha^
17S0] en door 06erf A«r (17S1— 1738) ia het
üebt gegeTen.
BUanu <4 fiiloritu^ paoa T&n 461 tot 468,
wat Saidinilr Tan geboorte; ala afgeraardigde
Tan Lto 7 op het eoMi&e te B^teae in 44d, beat
hg datu de RomeJatehe belugen Gl«ik Terde-
d^d. De ondete oreigdeTerde aeten Tan een Ro-
meiotebe ^node dateereo dt tgn tgd (465).
mi l1 Imri'h aifii 1 de Toormalife resiinntbe
kn den hertog nm Smten-Büdburghauten, n
•edeit 1826 tot hei hertc^dom Sakwn-Ueimneen
b«booreiide, ligt op den rechteroerer tod de Wer-
ra en aan den Werra^worweg en de Iga Hild-
biagfaapaen BeMbqigef, in «en Tiaditbaar U.
Het Btad^ tek (1910) 7708 invoMra, en hoeft
een TneMdljk Toorkomen, liodel^ etntn en
10 pkinep. Het beetaat nit de Onifatad, de
Nieawitad en 2 Tooiatedeik. Toi de meikwaai<^e
geboawen behooran bet ooderwetacbe atadbma
met twee toiena, bet regeeriamebonw, tbaoa
ii^riebt Toor bet Bot wi Appw en eeni^ kei-
ken. Bet ToonnaUg bertoge^k katteel m een
fnai en i^^mstig gflboow, ki 1615 tot 1606
TMTeien, en ia des tnin vindt men een gedenk-
teeken Tan ZiOHite, koningin van Pmiten. Ifen
heelt te HiMbnigbaaaeo onderaibeiden reeUfcao-
ken, een gjmsaainn^ em inalitiwt TOor doof-
■tommen, en een krankaaooif^D^eetiehL De merk-
wiaidigate inrkhtiDg Tan nqTerfaeid waa het
„Biogruhiaeh InatitDO^ doM /. Mner geaücfat
en ia I«2e nu Gotba bieibeen Teiplaalat, maai
1874 naar Leipiig «rergebraoht. Thane TÏndt
barshanBen baar ontataan te dauen aan een tü-
la, door den Franklachen kooing OhOdebert, een
lOon Tan OMorfvt^, aMaar geboewd; doeh eeiit
in de I4de eenw werd het tot «en atad *erbe-
Ton en door naren omringd
HUdl (BUdr) ia de meert beroemde waftnie
in de Noorsebe ai^<^ogie en baUeoaage. De
naam beteekent atrgdende maagd. Alt Brynkild
efwett zij een beki^rgke tol. Tan Odüi krggt
ig beref in deo tbijd taiaehen BjalMguKMor
en Agtutr genen b^ te staan, do«b ijj acbeakt
den laatste de orerwinMOg en wordt tot straf
daMToor door Odm met een shModoom geatoken.
Oip Hindioljall «laimot de jonknouw in haar
pantaer en brim en (Hnriogd door schilden, tot-
dat Sigurd door de TboutMa rjjdt en haar wtkt
Zg Teiïooft ai<b met bon, naar besluit tot ^n
dood, aie hg haar verlaat en atertt teai dotte
TrgwiUiff met haar Terloofde den mnnhMML ta-
ter werd tg Terpeiaoonlnkt met BribmAiUs.
Hlldabnuid, Bror Emt, een Zweedadi a^
cbaeoloog en pensiiigkaiKUge, deo 22sten Febma-
ri 1806 te HadeaxS (Smtland) geboren, weid in
1880 docent in de namiamatiek te Stockholm, in
1832 Beeialent ara het penniogkabhiet al-
daar en in 1837 direeteoi daarrao. Bg was Hd
Tan Teraehillende aeademiSn en tebreef: „Dp-
bell Sreriges mjnlbistoija" (1831—
mTntkabineftel. ImiM i Sreiigee jatd" (2ds
DigilizedbyGoOglC
BveoakA nuun oeb griuwr" O^BOi .JRnaA* m-
gülec Irin nwdU&dtD" (1802—1867, 2 dhi.),
„SrcrisOT hmIi it«iuIui koovumlHWBti r-i~— ^^
aiog)^ <1«74— 1675, 2 d^, terwj}!
TenchiBeode t^dMÜuriftoi uiikcka tui vja. huid
TUMhenen. 9g «rwteed den SOatea Angvatu
1S84 U StodiMbn.
BUddtrmd, Hom Oio/, «en ZweedaA g»-
•chiedtehiiJTer va oiidhekikniidwe, era «xa
TUI den TooiffMnde, den 5den iitü 1842 l«
Stoekbolm geboren, itadwKle te üpaak, weid
in 1871 benocDul tot coDwmtDT, in 1879
tot intpeeteai der «rclifteologiMlie moDamen-
tra in Zweden, en in 1874 tot biitoriogruf
dei EoninkEike Oidea Bq wu in 1674 alge-
meeo Mcretuda iin bet intenntwnaiJ uitkNpo-
kgiMh-uehMokffi«di «ongiea te StocUiokn en
TertegeDwooidiede de Zireedidie legeeii^; cp
de eonereBean te Bokgu, Bnuael, Feit en Lia-
nbon. fig Khieet o. k.: .^reukA Mket nndei
hednMiden" (1666; 2de dndt 1872, Dniteebe Ter-
tfthog ISTS), „Srerieee medeltid^ Etdtnriiiitoriik
Bkildring" (1879—1899), „The indutiul art ol
ScUKÜoaTift in the pi^ tinte" (1882), „The in-
dnBtrisI ut of Scan<bnATi& in tbe middle aget"
(1868), „STeiigei mjnt ndei modeHiden" (1866)
en K»! «en nunwen druk vut DaUberffn ,A>eti«
Mitiqaa et hodienm" (3 dtn., 1900). Hy redigeert
iiet: „Anüqnuiak Tidikiilt foi Smiffe" en „E.
Titteiiiete ni«b)iiet)di antiqnitete-altademjen JU-
broeder tui den yooiBuode, den
1648 te StocUtckn «^leo, weid fn 1875 ueie-
tent un bet lökwidmt in 1860 lector «ao bet
fljmimi en ia aedert 1901 directent tui het
■nbiofweaeu, ét.i bj «beet reoimniseerde. Be-
hahe taligke tijdeehriftntikelen actueel b^-. „En-
«hk» aühlUafoihilIaDden fSie den DamuikdiB-
i» eiJUftioffeD" (1676). .yStenitet Difdaoutft-
ijnm" (1878) „Waflenatein and aeiiw TeAiodnn-
sen mit den Sdiwedeo" (1665) „Srendta rik»-
d^saktei" (1387 «ni.), „lAtobok i nenak aUt»-
kimacbap" (2de dnjk 16Ö2], „Sveriges legerings-
former 1634 — 1809 eamrt kooaoBafGriwainnr
1611—1600" (1801), „Srendu^duHtprol frln
Blik den H^geB tid tiU Ooetal lETi'*^ (1604—
1600. 2 lUn.;, „Owtaf Waaa" {IWSl, ,;»TeDabi
atatafSilattniü^na hiatoriAa otTeuUüg filn
BlddB ho tui Tin dwu" (1696) en^JreiteM
hiatori» intiU 20 : de leUet^ (1902—1909).
BUdebrand, Bnmo, een Daitaeb etMUnia-
hftw^fcnnrfigw^ dvn Sdpn MaAii 1813 te Naombnig
UD de Süle ^iboieit, flndeerde te L^nig en
te Bieelui in de philmcrfie en geaöhiedvnis, tw-
tigdb lich ia 1686 aan de luÜTeniteit te Braa-
lui aJe privaaitdMent en werd ei in 1889 tot bni-
tengewoon hoog'leeraai benoemd. In 1841 gin^
hn ak gewoon boogkeiur in de staatsweten-
Bchappen nav Vuiiaiig, wau hg wegene bet tct-
dedigen van de lechteo der niÜTenit«it )qj de
legeeiing in ongenade viel. Na een luig Tei4)lSf
te Landen in 1846 weid bq wegeoa een artikel,
dooi bem in de Daitadie ,4jondonBr Zeitnng"
g«Iilaatat, tui ntAJesteituebeania ^sclnddigd en
uit ign academische beti^king ontzet en eent
in het begin Tan 1848 koit tooi de woeüi^Ki
Tsn Munt, ti^k^i'"^»' Wddra weid iiq alge-
iTwzdigd nau de N«tioDtie Veigadering te
Frankfort en in 1849— 18£0 wae hg lid vu den
Luiddag inEeoi-BeMen. Na den tenutear van
floMHwflMff ia 'bet minaterie, iMbooile Ü tot
dia» bettiérte «venataaden, mi toen ia 1861
g«Doemde stMteniaA agn leaetkHinure {Aaaaen
TenKMolqkt bad, veriiet fltbMfaml des Eeu-
Hwaiafhen ataattdieaat en werd honrieeraar aan
de narrerAeit te Zarieh. Wik wat hj} aiede da
■tiebter Tan dn Zwitaeraehni noordooatenpoar-
weg «n bleef ei ala profeeaoi en •poorwegdii«e>
teor wetkaaam tot in 1656, toen bS ala boof^eei-
aar nau Bern vertrok, wiai l^f het eeiate tta-
tiatiaebe bnnan in Kwitaerlaad opiiAtU. Is 1866
BKiedlgden «endge ioTloedqike maonea bem aaa
ook te Bem een ^Morwegeaouté in bet leven
te loepen, waaidooi h$ neh eehter fvi vervol-
ging «n TgaadHhep op d« bab baalde. Om die
reden leede hg igB beliekfcing nader en vertrok
ala boogleeraai ia de «taaltwetaiaeliwpen naai
Jena, waar bq torens ak dineteu th Mt «tatia.
tisdk bamra der Tbaringatbe ataten werknam
waa. Bg overtoed aldaai den 29Bten Jaanari
1878. Tan lön «aehiiften noemen wnr „NaUo-
nalttonoiOH deiOegenwart nnd Znkanlt" (1846>,
„Die Eniheatieebe Finanireiwaltnng" (1850),
„Statiattebe Mitteiiui«en flbei die vokcwirt-
sebaftUehen Zofttade Knibeaaeni" (18fiS) on
„Beitiige ani Btalistik des Eantons Bera" (1660).
Ook wsa bg redaetenr van de dooi bem gestidi-
te „Jahbfltfaer der NatiouOBkoDomie nnd Sla-
tistïfc",' we&e latei onder de redactie kwun vaa
/. Coimd en van de „Slatiatik 'nmiingena"
(1866—1678, 2 dkk).
HUdabrand, ttudoU, era Daitaeb
oen ISden Ifaart 1604 te La^nig
aoebt de msTeinteit aUaai, atadeerc
itaeb ffenmnist,
ig Moren, be-
eeroe aanTaoko-
tuk in de Aeologie doch wgdde lieh w<idia nit-
Muitend aan de wnAegeeite en letteHrande. Ia
1846 auiTaardde bn era ttetr^Üw a— •*- <»
"» » ^ 4^ T .L>^^ -IL- Li: L^A
toi en medeweikei aan bet ,J)entacbei Wartoi-
boch" van de A-mdm en hg letto het in 1864,
na dea dood der gebmedera Orimm, met den
boogleeraar Wiegmd te Gieasea voort Daar hjj
dosen laat niet tegelgk met dien xgnfa ïeeiaam-
betiekking kan dnoen, weid h|j doei den laad
des atad vaa de ;Mitee deser laMste voor de
heHt oettMTen. Toen de S-Jaiige eothefUng ajga-
loopan «aa, werd HiUebrMd benoemd tot bnitea-
gewoon (1869) aa later tot gewoon (1674) hoog-
leeraar aan de naiventteH te Leitnig, waarna
hg dat weik in een 5de de(4 venolgd heeft Daar-
enboven leverde hg: een uitnmntende beweiking
van Softea'a ,J)entBeiM historiadie TotkaKeder.
Zveites Hnndertf' (1 856), „Vom dentaeben ^ra<h-
natemdrte in dei Sobal» and von dentsebet Ei-
dehnng nnd BJUnngi Obubawt" (8ete <kvk
1903), „Ueber Orimm'e Wbteitneh in seiner
wieeenachaftKdwn nnd natioealen Bedentang"
(1869) en ,,OeummeIte Atttetae and Vortitee
inr dentaeben FhiMogie nad mm dentaeben \a-
terrieht" (1690). En OTerteed den 28eten October
1894 te Leipng. Na ^ dood Tersdmlen nog:
„Tag^nKfatd&tter eines SonntagspUtoaophea"
(1606), „BeHiige mm deotadien üntMriAt"
DigilizedbyGoOglC
HUDBraAND-ffiLDBGABD,
oen). , Jbtwiibeii nir 0«Mlii^te dn deotMtwii
ViA^edB" (lOOD) ea „Uéber y/tltet tob der To-
gelwekle" <ldOO),
HUdebruid, AdoU. eeo J>tritMh tteeU^-
ir«r, den Sden October ld47 ta Uubui^ ^kd,
•tadeetd« 4e N«Bruibeiff en oaia kiding tm
ZamiMteh U MQmImii. Zqit w«rk is de „Bitouni-
katrin be Jena" (1894), „öe Wittakbaehaehe-foo-
t«io t« IfaMhen" (1^) «1 een .^aaniuutale
bxAtin te StiaaUbiiig" (1902). iHg «ofareef: ,J)m
Frobkcn det Fonn ki der bMei>ho Knut" (4de
drnk 1B03).
HtU«brwid, OMo, «en DoitMii gcneeekstt-
iUg«, d« ISden Nofmber 1858 te Bera gebo-
ren, stodcMde te Jena, werd ia 1994 faoogkonai
te QéttiiiMn en Mg met ÏAiiA bg wiea bg ge-
werkt haa, ukw BerlÜB, w«u ng dé leider «Md
TM de cfainn^Mlie pu^iniek aan da <%ariM, ^
in 1901 dineleDi Tande kliiuek. Hïl beatudeerite de
heieenTlicMnttsteking na veiwiHidiageD, de iwnt-
«n endeUaniAaDkei, fa«iik«D tan herKiw en nw-
gtmeiK, ontattÉiBgen van 4e alYleeeebklkr, fcaai-
gnw^en, «ninonniBgni oh. Hg Kbnet o.a.:
„OniDdTiM der düniMiMii-tapognnbMelieiï Aaa-
tomie'' <WieaUd<ii, 8de bA 1918); beweikU
den 2den en 8d«n drak nn de „idg«M«ne dii-
niigie" JD EAtijr** ..Leiubaefa dar Cbintigie"
(Bwtgn 1909) ea ledieeert aade 1895 dea
„Jahieriwiieht tter die Fortadiritte anl dem Oe-
biet der tluniTgie'' {Redbaden).
■iM«ln-ukl. Zm BttU, SitnOam, en Or«-
jpmii VU.
BUdcbnuMI-HUdabruidaMni, Rugo,t«a
Zireededi meteonJoog, den 19den A^utoa 1888
te StocUtofan (Aorat, atndeerde in de atixaa'
wetaMdHUMB en ««rd kt 1876 faoogkeiMf in
da oatooKODde «a» de bimgeeebool te Opaala en
djieettor van bet antetmngiedi obaembHinni
■Mur. Tan 1869 tot 1907 w» bg «eeretuM tan
de Init«matt<HM^ meteorotogiodie eomiBiMie, se-
dett 1900 ia hg tid TM bet iNeMeamit& Briial-
Te met bet klimaat Tas v^a raderlaDd hiaki hg
liab Tooral beiig met de ftndie dw kditatioo-
men es der weftra. Tao s^» gaaebtiften wmnen
wg: jlthu det mooTcmeBla topérienra da 1'at-
«<Mpbèra" (Stockbtdm 1877), ijHatributic» det
MémentB méttorologiqnei antovr dei miunu et
muima barométriqnea" (StMkbdm 1888), „Wtd-
fceoatb*" (Hamèuv 1600), „Attea iDtantatioiuü
del nnaoei" (met Riggatbaeh en Teiêtermu dê
Borl (2de dnA FMJJt 1910. ,J<eB baaea de Ia
météoiotoffie dTnamiqne (met Teu&ertne de Bort,
Parga 1898 t.t.).
HUdabrsndÉUté k de aaam Tan «en frag-
ment ait de Dnitatïe bddena^a^ betwelk waar-
adifin^ïk in da 8ite<rf9daeevwg«aehi«Tanen a>
da ImitenBgde dei dettdaAen van een Latgnaeo
bandaduift, en dat sitb ttwna t« Eaaad berindt,
gefofkdea ia. In 17S9 maalcte ffaeard bet bakend,
en men beadtomda bet ala «es gedeelte rao ees
Nedeidaitaebe srwaroman, totdat de g«br«wdeT*
Qrimm in 1812 aantoooden. dnt bet cit dlit-
taiaennde Twien beatuL Da beeta iittoaT« ia
die Taa laekmmn (1880). Set ia ntoeilüü te ie-
Mt. omdat HoofT en Nederdnitidi dialect er in
vennangd i^ii. WHneb$nl|ik ia bet dooi een
Nedeidnitaeben aebniTer' naar een iBoogdtaltaeh
Tooibeeld a^eadneren. Dit hed ia boogst meifc-
waardig «la bet eemg oveifclgtael t«d émt aard
Dfit bet oodate tgdperc der Dmtacbe letterkimde.
De inboud is déze: Diedtrik van Bern ii foor
Odoaeer naar den Hunnenkooing AlliJa gerlucbt
met lön dMMÜcoeoht Hüdebrand. Dne laatate
beeft vja gade ea «omondigaD tooa te Bern (Ve-
rona) ichlëigelaten en ontmoet, waimeei hjj na
Tele Jaren temgkeeit, dien mod, Hadubraiut ge-
beetaa, fonder bem te kennen. Zjj geiiken in
twist en dagen elkander nit. Bildibrmtd vraagt
fM«r den naam ignet tegeapartg an maakt li^
bekend li» - HadtibrmiU -rwler. Docb kata^fa-
noemde wil bem niet gelooTen an «t den atrgd
Toort. Bier b»«kt bet lied at. Oi^etwgfeld waa
het alot tragiach: da «k» Talt io bet geTeebt
Het Ked beïtaat nit abrtrfeo *an 4 regaU, «ter
dealen door alütenktie Torbonden ^n. De Toor-
«teHiag ia kernachtig en kraablag, en bet Terbi«l
berft, volgana getnigente ran dr. JoaeWoaf, een
«(>iadke waetUe en gelgkmatigtldd in den trant
Tan flomamt.
HUdMTMntowoh, WiUem van, een N«deT-
Undadt achter w de nit iQn werken bat beat
bckieada der loogeoaamde É^boJuprckera, d. w. i.
diebtera, <Ke Tan het Toordnsen Tan bun werken
bna beióep maakten, ontleent iqo Bu*n aan ign «•
boortaplaata. ISiaacèen ISSSen 1409lieeftfan, bln-
kana denkaoingandergrafelgkbeid.berbaaMelgk
te 'a-OraTeah^aenaraenkdemaalteHidddbaiB
aan bet bot „geaftrokeB", miaaebien ook i«eai
TMr 1875. torwgl bg in 1409 gectonen adiönt
t« aj^ Toot (bet orerige weten wg alleen nit
in w«kMi. dat hg in igit jea^ een aTontnoi-
t..:
Latgn Terstond en dat bjj den infloed Tan 1__
loHt en Tooial Tan Boendola beeft ondergaan Da
gedichten tad Rüdegiurtbtreh, die ten getale
Tan CDeer dan 100 m tiwee biiiKl«ehritt«o^, enkele
(ragraenten nog ra ««n dente, bewaard ign geble-
Ten, heÉdwD geen boose kiuHtwe«rde. Zg xgn
Toor een belaogrok deN in atrotiaeban Toim ge-
lebteren, t^na annd didaetiaeh en niet lehien
pt^ck TMt infaood en c^toigaD Tan bwverlgke
opratUiigen. Set meeat bekend ign: „Hoe deetata
rjen u HoUand qnamen", dat düi oonptong
Hodaebe en Kabeljavwaebe bwieten behan-
delt BB ,.Tant Banment Tan goeden haTMt",
waaraehfpil^ een ItAfieht op Forii V en WiOtm
UI. Een drietal boerden, met hekelend kMaktet
dragen de titela ..Tan den Wa^n" (orer om-
koolAwre reebtêra), „T«a den flomiek" en „Tan
der Paep die afn boeck gbeet^rfen weit". Zgn ge-
diehten ^n nitgegeren door BuacAov n Fer-
wvt (1870).
■lldsvard, Dt Htüige, amitreeki bet jaar
1098 te BOekeUteim in bet «aafaehap ^onbeim
Mbueii. bebooida tot een adellqk geabat. Tan
haar 8ate jaar af waa rï in bet Uooater Diaibo-
denberg in bet TorstMDn Zw«9)rfleken an waa
er iater abdia. Toen hiec da noanen niet meer
nbiHgen konden wnden, atiehtta ig een nionw
Uooater op deo Kobertobe» bg fiiüen an bleel
er aan bet hoofd tot aan baar dood den 17deD
SepteoAer 1179. Het TT^moedi^d TOrhiet ifj
baar item tegen da Terdorrenbeid en da mlabmi-
kën der Kerk, alanede tegen da grore ondeng-
dan det geeateltiken. Terkondigde, dat er t^den
Tan wra^ orer ben londen aanbi«ken, waarna
DigilizedbyGoOglC
331
BTT iW^ * B'P — ffR T^PWTTfTH.
de Keik tot «en ftlgMoeeiM Troomheid mq «oiden
Keranigd, en vkt op «en ««nBclioawelj^e v^M
de k<Mii0t Tan den Anti-Ctmet op aarde, xgn ne-
derlaag, de lontwing <l«t aarde door Tnar, bet
laatete ooideel en de laHgbeid 4er getronwen Ie
MhiMeien. Baar roem th pnrfetei venneerderde
door leiien, wiuop sq predikte en Tooi^>ellin-
gen deed, en Tooral doordien pane BvgeitUu lU
£aar goddelijke roeping erkende. Vaik baar tal-
rqke geMhiiiten q^n de; „Schias («ei Tiaa ^ ken
de wegen [d«i Heeren]) een vietonum et reTcIa-
tHnnm Gbri Hl" (I67S) de belangn^ate.
HlldMlwlin, de taoofdetad laa een gdttkna-
mig dUtrict in de Pririaische fironiHH Haono^er,
Ijgt aan de Innente, ie e«n kraiapnnt tbo tpooi-
wegea en toH, na de ininTing T&n MoritAeK
(1911) 54 800 inwoners. Z^ l)eElB>t oÜ de Oud-
en de NienwBtad (sedert 1583 Tereenicd) en de
„Freibeit" (leeidentie vaa óea bisedK^). De wer
oude atad heelt in de fcionenstad nog yeti naa-
we en boeki« straten met ond«^etaebe hnizen,
waarran de MTemeFdi^migea boven de andere
nitsteJcen en met hoQteoqwerk en eikera igo
«oonien. Van de kerken moet in de eei«te plaali
de Oom genoemd woideo. De oorepronkelgke
bon* dM^kent oit de 11de eeinr, miAr beeft
later veu Tenoderingen ondergaan. Oidange xün
de binnenmoren gereetanreenT Zeer interesian't
t^a de nit den eeraten tüd der Hiddeleenwen ^■
komatigB domaebat, ée jjoeren denrrleoMla
(1015) met leliata Tan (naschi^ Benupard {m
aMur], ait de geacbkdenis der eerite meoKh-
heid en van Ohriëtu*, een ipertn doopTont uit
de 18de eenw, twee Bomsanecbe reliquiétnkutjei
en twee groote hicbtere vit de 11de eeuw. In de
torene beTindt neb eeo praehUg k]oÉk«nepeL
Toor den toegaofr naar bet knwr «tnat de io<
naande Irmeosnv en Tocr de bnitenmaren
graftmel breidt de beroemde doMerM^arige
Muatok, 8 m. faooo en 10 m. breed, lön taUten
oit; een RomBonene kroiagnog on^oclt bet in-
wendige. In een ijn»rtaa) vwheft neb de 4 in.
hooge OiriatotBnU (1022), waann de geeefaiede-
m Tan Ohrittu* i« algebeeld. Op bet Ooothof
■taat bet itandbeeld tan bieeeb^ ItenMMinl. Vao
de oTeri^ keiken vennelden wg de Oodebanfaa-
k«ik (1138— II 72), «en meealeritnk Tan Bemau-
Khen at^'l met dne toreoa in pTramEdeDVOim, de
HiebaflKskeik, een renmebtige BomaHMcbe ba-
nüea roet bet graf Tan Bemward en een ,pfa^-
tig beiriiildeid bouten ótk; de MagdaleiMikerk
met fmee koetbaxe kehtert uit Bemtminfs weik-
plaats en d« An<feeaskerk met een 1 1S m. hoo-
gen toten. Andere openbare gdbouwen cqn bet
onde Tempelierabnis, bet etaohuie (1440) met
freaeo's van Bermaim PreU, waarvoor een lour
' tein «taat, het Toormalige Trinitatishoepitaal, bet
MiebaelitÉlooBUr (tbans kraOkzJomgeiigeetieht)
eni. BehalTe dnt van Inachofi Sernward be^
de «tad no^ «taadbeeld«n Taa WiïUn 1 en Bo-
mer. Hen Tmdt er tw«e gjnmaBia, een landboDw-
aehool met proefstatiou, tw«e eemin&ria, «en am-
tat TakKboIen, een >tedel^ mnaeum roet koet-
bare Terxunelingen, bet Andrenemnaeuffl. een
doofetommentnstitiHit en krankziaoigeTigestJobt,
twee weeshuiun eni. In 1909 werd er een nienw
■tadgtbeater in klaeri^en «tgl, nnai eon ont-
werp van prof. Max lAttmatM, geopend en in
1911 eea door den grootbande^r PelixHu Xt
Ealro, een gelwien Hüdetbeimar, geati«fat ma-
eenm (FelizJkw-MDaemn), wauin doü den atieii-
ter^renamelde EgTptieebe ondbeden (gedenktee-
kenen, Bomeinadie glaien, Odekache vaien, ter-
raootta'e eni.) benmne gipaai^taele tan of
de plaati van bet onde Uennhis gevonden iil*e-
ren voonrerpen, weiden oDder^raObL Hildat-
heiffl beeft «en «nnkenaiDiDaderg, gummitabiMi,
Qaergi«tergen, «en eonBerTenUbriek, Terraardi-
ging Tan moieoaterant, kaebda, baarden, maehi-
nea, waAene, torenklokken, cUi, tapnt«n, mont,
ehoeolaoe, talnk, ngaien, le«r en mer. Handd
weidt Tooinamdink gedieren in «rikei, graan,
knoatmest en andeie landboa «artikelen. Tta Z.
dei stad bgt de bedevaait^aate Ottbenen. Bjf
Hilde^eini werd in 1668«en feiumelin^Bomein-
iche ntmen vooiweipen ««vonden, die bekand
staat ab de HtUeefaeimer ZUveFTondrt.
Het iüadom BildedMio) is ign ootqvioog rer-
aetintdigd aan Sartl den Qfoote en Lodeu^k deM
Frome. EentgeDoeoide etiebtte bet ter bekeering
der Sakaeia in 786 te Klae en bepaaUe, dat het
gebied ■m& den Uaaebcy lich wu nil«tr«kfc«D wei
oe il2 OoetfiaJadie goowea, en laatatgeooemila
Teiplaatate dca aetel van bet bisdom tsb Ebe
naar Hildeabeim. In de 10de en 11<te eenw be-
reikte bet hoogstilt onder de bisKboopen SI.
Bentuard (lenmeeater en later kaneebei tia
OUo 111) en at. Oodehard (gebeimnad Tan £fai»-
drik H) een boogen tnrp Tan bloeL Ondei Imid
opvtrigeis telde het donlapittel 52 prarfwndea.
Oiok Teikregen de biaacfaofipeD nitgeetrekte ka-
den Tan hm kertelgk gebied in eigendom ^
wisten tUii in bet beoit dMma te faandfaaTeD
tegen bet maeht%e Hnie van Bmnawqk. Ook
ontstonden er gedniw twietea tnaaeheB den bia-
en de etu Hildediüm. üftettemia brndde
Mtadig oit, totdat in 1519
de HitdeabeiinBclie StiftaooThg nitiiaiBtte, waann
de beitogoi vm Brtuuv^k, ak vitvoeidera vaa
den Jtokwaa, dooi keioet Koral V over bissdtop
Jat W nitgv^ioken. bet gnwtate gedeelte dea
laoda TeroTeiden en ikuna dooi bet verdrag vaa
,^..__ ,..™, „.. .. De kerkte
onder den naam van bet Xleïne S
Gioote Slaft 18 ambten met de daarin g^egaa
steden en dorpen, verTÏel «an de hertogen *aa
Bruntwifk. 'Eent biescbof) FerditKmd, beitog «tot
Beieren en roetropolitsan van Keulen, alaagde er
in IMS doof een OTeieenkomet met de bertogen
Auguet en Ohriitiam Lodtv^k vm BnmaM^k-
iMntburg in, bet Hoagstiilt, met uitoondanag
van een vq'^ snlbten, térog te krijgen. Danr
echter alle eteden, het «rootate gede«4te van den
adel en sdla vde vlekken doi ProtestaotMban -
godsdienst omhelsd badden, terwjH bet bitdom
aan de B.-Eatiiolieke Eeifc g«ta(Mtw bkef, soi^-
de Oeor^ Ltxtewük, keurvorat Tan Hanaover, dat
schop en de c
het boogstif t
ecbop, Fraiu Egon
TrQbeer von Fttrtlenberg
DigilizedbyGoOglC
QHJ)EfflBfM— HHiL
door hftt Conena t« W«biwii (1815) werd toege-
irewn.
Blldrvtli, Rieiord, «en AmenkuoMh ge-
•chiedKhrgTer, ibm 2SBt«n Jnoi 1607 te Oc«-
field in den «taat HMsaebnseUe g«bor«K, oiatriiig
^R «plridtng aan bet fiurardmUcm te Cam-
bridM, «M terwkeH «enigsB tnd weibum
ab m«itl)ca<ng«r te Mew-Toifc en belutte tidi in
""1 met de redtetk nn den „BotlcB AUu".
ƒ ïloore" (ISM), ook
gtnaaund „Tite «faite >Uw, <w mcmoiza of a fn-
gitive" (1852) en ,fitufoiima in Ameriea, «n ia-
S'n inlo the lUktnre, leaoHs and legal liuia irf
«liTebolfipg •7«teai" (3de drak 18U). Ver-
„Theoij ot foliUw or inqnir; ioto Üte foimda-
tjon of goremmenta aftd tbe eaiue and pio^rea
of ptditieal lerdntiona" (1858) en Je^n ae it
wu and i«" (ia5£). Z«d befaugTgkst «eeehritt
ia ediler „SittiOTj of thé United Statea of Ame-
riea" (6 dhi., IMO— 1852. oienwe drnk, 1680).
Dit weit, boiewel niet achitterntd van itüi.
deredieidt lieh door gestrenge oi^iaitqdigneird.
De «nte 3 doden beratten het ontataan dei
Noord-Amerikaunohe k<doniln tot 178B, de lol-
gewle 2 den «tröd der demoeraten en Eoedsra-
Baten onder Wathmgton, Adm
het Sde den tweeden oorloe teg
n het .ekuteB van het iWwoaritntetMt (16)3).
H^ orarieed den Uden Joh 1865 te Floreoce.
HllfcTdlii^, Akxaitder FedommUj, «en
Koaaiaeh achrnrer, in 18S1 Kdwren; «ttriog njn
i]fiIei<HBg te ModMin, reiede ia Tendnüende 8k-
neehe laaden tnriten het Itoagisebe Bnk en waa
na lya terugkeer een ii*eii^ Tooxataader Tan de
Eartq der ^voohtkn. Tot xfn geiamenlöke wer-
en, in 1868—1674 te Peterabmg in 4 deelen in
de RoBBiaebe taal in bet Heht Teradwnen. be-
hooren: „Oeaehiedeaw dei Serriera en Bnlga-
len." „Oesohiedenia dei fialtiaelie Slaïen", „Rei-
len jn Boeoifl, Henegowina en OndfioriS", cni.
Verder aehreef b^: „OveiUöiaelen der Sivta
aan den Zaidelqken oever der Oostiee" (18M),
«Q „Orer de *erwaiitadun dei SlaTtaehe taal
met bet Sanakrit" (185S). In 1871 feraamelde
hg Tolbliederen Uoge den oerer Tan het Od«-
gameer, die in 1878 onder den titel „BjrKnen
nit Onega" in het lidt T«iaehenen, nadat hg
den 2den Joli 1872 oreikdn waa.
Hllr«nt0ld, AiMt, een Dnltedb ffodgelaer-
de, den 2den Jnni 1823 te BtappenAwdf bSeak-
wedel geboren, atndeeide te Beriqn en te ^lle,
Tealagde zidi na sQn promotie in 1840 te Jeu
ala piJTaatdoeent en werd er in 18S0 lienowtd
tot faaitengewooB. ia 1860 tot eere-. in 1660 tot
gewoon boH^eeraai. B^ ia in 1007 orerleden,
fljj wgdde ncè op het voeti^oi» Tan F. Ch. Baur
hoofdükelgk aan een kri^aéh ondenoek
bet ooT^roikelSk CbriiteBdom; d« belangr^ute
^jnet T^ wenen ign: ,J>ie EraDgeHen naeh
ihrer Entatehnng rmd geediiehtUeben Beden-
ttng" (1854), Jh» UichisiatenHiiim" (1855),
,JUt jfldiwdie Ap(fta]n>tik" (1S57), „Nonim Tes-
tamenbnm eitra eanoDNO leeeptom" (4 <Bn.,
166^-1867 2de dnik in 1S76 ens.], „Bietorwch-
kritaadie Btokitong in das Nene Teatament"
(1875), „EetaeigeaEÉnriite dea üiehriatentDma"
(1884), „Jadentom und JodenchriatentDm"
(1886), een nitgare van den „Putor Tan Ber-
mmf, „AetoaKtttolonangraeee et liiine eeem-
dnm antiqnianBKW tertea'" (1880) en „Ignatii An-
tioeheni et P<djeaicii SmmMi eoistalae et mar-
trria" (1902). Sedert 1868 gaf 1^| de .^taofadK
fSr wiesenBdiaftUde Theotogie" nit.
HUUa ia een beihsaldelgk Toorkomende bB-
belaehe naam. Bekend k de hoogeprieatei Hu-
laa, die faet wetboek „Denteronominm" Tond,
dit den jongen koning Jona ter hand stelde va
100 aanleiding gaf tot de faenofming Tan lotia.
Dme BOkia i> «et gdgk U «trflen ntet EiOsia
den vader vao J**xja, daai deae «t Anstoth af-
komatig waa.
WH, Rowlmd, een WngtJarft aehrgTei, den
IQden Angnatna 1744 eeboien en den Uden
hfrA 1833 overleden. Oote ün talri^ geeehrif-
toi ign Tooral de „Villaga aiatognee" (2 dhk,
1801) neikwaardig; ig Meefden reeds in 1809
den 6den ^uk.
HUI, eii üowJmd, haraoet «m Ahnaret ea
BoKkiUnu, TiMOODt, een JEngelaeh generaal, den
Uden Ai^nstna 1772 te Preea Hall «boren, be-
zocht de militaire academie te Straabntng, weid
als Taudf ig «nlaatat hg bet Britwbe Icfér, wat
kapitaift M) ^ MlegerioR Tan Tonloa en streed
ala hiteDMt-koloael in IWI in EgTpte, waar hg
iwaar gewond werd. In 1808 grng oö ab goie-
raid-msMWr naar Portagal en ondereueidde «tb
Tooral ng TalsTera en Baaaeo, werd in 1609
Inilenant-generaal en bewees aan twt boold raa
een korpe aan Wellington briangigke diensten,
waarom h«n de titel Tan baronet ten deel tmI.
In 1815 streed hg met roem hg Waterloo; hit
werd in dat jaai berordeid tot geneiaal, in 1827
tot gonTeraenr vaa Fljmonth «n in I88S tot op-
perbcTelhdiber lan het Britscbe l^ei. In 1843
legde hjj die betrekking neder, reikrreg de waar-
digheid Tan pur en orerleed den lOden Deeem-
ber 1842 op sgn laodgoed bjj Sbrew«bvi7.
Blll, RMftand, de lierTonnei vso het <Engd.-
aebe poètweien, den 8den December 1706 te Hjd-
derminster setioreD, atbreef ii 1887 een broehu*
oter bet nadeel Tan het booge briefoort, deed in
1686 aan het Parleoient liet TOorsteT Mn het pen-
ijport TOOI aUe binnenluidBdH brisren in te
:n ma In 1841 lün nomnaen met een
'ddia kwaioen
10^ in 1841 IQ» f^^^^ '
ScHciiiraiifl uitkomst Iwkioona WeJdia i
e Toordeden Tan het ideowe stelael aaA den 4w,
en een nationale inaehTvring beloonde den «at-
werper met «en som Tan 130000 poad ito^ag.
Nadat h$ saaraakd^ van bet algemeen bestirar
der poaterQen toc) tegeutand onderronden had,
soodat hg «Ifs de betrekking Terloor, welke hfl
dwrbg bekleedde, wMd hg in 1846 benoemd tot
eeeretaik Tan den poatmeeeta-geneisal, in 1845
tot dirigeerend aeeretails Tan tiet posldc^arte-
mevt, waarsa bS in 1864 werd ge^tionnend
met «en jsamld van 2000 pood sterling, sadM
hjj roede in 1860 met de Bathorde was Terderd.
Ook ontTine hg een dotatie Tan 20000 iWDd
steiJing. fiij OTerleed den 27ateii Aaswtna 1879.
^n «toffdgk oTersdwt werd in de WeatnÜDater-
abdg fcggeiet, waai tit 1801 «en sbamftedd toot
bem ie onthnld.
HUI, Oclmia, een EngeMi ^lilaalhrape, om-
DigilizedbyGoOglC
HILiL— HQiLBL.
■toecki 1818 {(dborea, btgoo al* Jong oaderwg-
MIM d« womaetoeEtsiiden dei Lonoenscbe ar-
beiden in 6t dWligBte wijden te beatadeeren
en t« TcAeteni^ mübg xg in dt eente plute
bg de kAeiden e«n gvröel tooi reïobeid en oide
tnehtle te w^en. Zg Tond tmI ttenn voor
bui fi«[deweri[ en bad spoedig «nreriradit sne-
dés; de lUAr buu plan T«Aetetde irf geboonrde
ufaeid«niMniDeen »t«h mo goeds <d leken
rarte. BQ aclinel: 3omei <J l£e Loadon poot"
(1S75) «n „Ovr eommon land, ud «thsT «snja"
1878).
HUUli, HOUh 4^ £^tUdk, de bwAhtad
TUI een gcl^nimig ondsJAk in bet AaiatiMii-
Tnifcaebe TÜajet Bagd&d, ligt 90 ba. ten miden
T&n Bt^d, omf^en door d« mlnen vuk BabT-
lon, Mm de beide met dadelvoadut Teiaerde
oneit Tan den Eufiwt, wwoTer een knge aehin-
bnig gekgd i«. Zg ia de Tenam«]{iii*ti tsd rae
IwgeTeii. Et iga ongcTeer 80000 ismwen,
meeBtal Arabieren en Penen. Tot de TitnniiiTnitii
gebouwen bebooren ei onderaehdda moikMin
en «en paar kaïemeB. De njjTerheid bondt licfa
beiig met bet verraardigen van geweven wollen
eo ^iden atcrflen.
en letteiiwuHge, in 1788 te OraeadOngen bg
desbtini geboren, beioctt, loet bet doel om R.-
Eatboliek geeaUlgke te woT^eo, de academie t«
OBttiwen en werd leeraar aan liet Joaephinum
in Hildeabeim. Later werd lig beaoenxl tot bui-
tengewoon boogleeraar i» de wgebegeerte te Hei-
delCeiv, alwaar bg na bet vertM Tan Het/el ge-
woon boogleeraar weid Inmiddek waa èg reeda
lang tot bet Protestantadie Een^enootaelup
OTergegaan, Tertrok in 182S als boogwaaar nkai
OieMtn, waa in 1648 eenigeo tgd Toonitter der
Tweede Kamer, waar hg tot de Tolkapartq be-
booni^ vertteeg in 1850 emeritaat, reaUgde ii«i
te BOdelbeiin en oTerleed te Soden bö bet Tan-
WHgebeigte den 25*ten Jaonari 1871. figaehred:
„Die Antbropologie ab Wïasensdiaft" (1832—
1828, S dtn.), .J^Mbneh ia tbeoretiseben Fhi-
loeouue ind pbikaoritieoben PnmUeotJk"
Oëm. ..LitterarteUwtik'' {2 db^ 1838). „Uni-
■KnatabitownbiKfae PnlegooieBa" <18S0), ,Jitt
Oq^Mmna der pbikwcnÜwben Idee" (1842), ^-
mede 190 wge^erig boofdweifc: „Die Fbiloao-
pUe dea <3eiaie»" (2 dJn., 1835) en bovenal ,J)ie
deataefae Nationalliteratur eeit önd Anfange dea
18 Jabrh." (8 dln., 3de drnk 1375).
HUMtrmd, Kvl, een Doitecb Bchtvrer en
«ran Tan den Tooieaaikde, den I7dsn S«^te«aber
I6S9 te Olenen geboren, atndeerde alikar en te
Beiddbeig in de rechten, nam ia 1849 deel aan
de Tolkabeweging is Baden, werd te ilaatatt in
da g«T«DgeiHa gewonten, maar ontani^te na tct-
ioof Tan diM noaaiaen en Terloefde ale Thicbte-
I»g te Stnatabnw, Pa^ en Bordeaux, «romo-
Teeide aan de Soicnane en werd in 18S3 leeraat
in de Dnitoi^e taal aan de militaire eebool te
St. Cjr en in datieUde jaar piofeaeor ia de
nienwe letteien aan de boogeeoiool te Dooa^.
Na de oorkgereiUaring Tan 1870 oan hq u»
ontaiUg, beg^ itdi ah correipoDdent tud de „Ti-
mee" naat Heme en «estiffde neb all priraatdo-
eent te Fkrenee, waar bg zicb beiig liield met
het beweiien eener geuhieHleua Tan Frankr^
Tan 1680 tot 1870 en den IMen October 1684
overleed. BehalTe tal^^e eaea;s in Frasaebe, En-
ffelecbe, Italiaaneehe en Daitache tgdirfiiiften
leTerde bq in bet Fraoeoh: ,4>iao Cooipagnl.
étnde hiatorique et litteraire sur l'teoqoe de
Duile" ('1862), ,J)es eonditioni de la bonna eo-
médie" (bekroon^ 196B), ,«U Pruaae eoatempo-
raioe" (1867), „Etndee it^ieniwi" (186S) en,^
réforme de renarigoement aopérieor' (18S8). Ook
n[ bg een Tenimeling Tan Onitaebe opatdhn
UI bet üebt onder dea tit^: „Zeiten, VOker,
Heoaebes" (1872—1885, 7 db.) en „ffiatM; <i
Oerman tbo^t" (1880).
BlUebmidt, Alhed, een Dnitach Sanskri-
tJat, den ISden Maart 1858 te OroaanSdliti ge-
boren, il ledert 1886 buitengewoon en eedert
1888 gewoon boogleeraar in bet Sambit esi-te
Brealao, Hg net in de goAeden der Veda'i een
poaonilicatie Tan nataaifaacbten en lehreel:
.J)ai altindvAe Neo-nnd Voli- ' — * '* """"'
„Vediaehe Urtbologie"
Q6tter det Rigreda. E
(1894), .JUtnal-Literatnr. Vediaebe Opfei nnd
Zaabes" (1897), Alfr^Indien, koltni«eaah>ebtüdie
8ki»en" (1898) beneveiis een nitpive van den
K^khlyua Crantaaoeba".
iS*nlMrc. aan gmeente in de prorö-
i-llofand, mS HJl. a "
caiie Tan nauw iKiaai ten en leareei:
JidvAe Nen-und VoUmontepfer" (1860),
ie Urtbologie" (1801—1002, S dUJ, ^J>ie
let BigredL EHne eidienmitiiAe Snixe"
cie Zoid-Hofand, 1
; (191S)
door i
dorp Hiü^erebeig en de buurten Heul, Zwaana-
bais en Ter-Bn«ge. De bodon bestaat ml klta
en «eetk De beTelking houdt lieh bezig met laod-
l)onw, Tiaerikerii en nöreibeid.
Het dorp SHegeiaoncg ligt gededtelgk op
een MndbeuTel en tiaki lieh verder nit lan^
den weg van Botteidam neai Bleiawök. Het ia
door een tiam met Egrtterdam Teibonden. De be-
lanngkste «bouwaï ign bet gemeentebuii en
de Hervormde kerk, In de pliata Tindt men nog
eenige oveibtgfiden van bet Mogataamde Reo-
lentwii.
Hlllanm, een gemeente iu de provinóe
ZoidiHd^, 1826 EX groot, met (1915) 8836
inwoneia, wordt begr^Md door de Znid-HoUand-
Bcbe gemeenten NoordwgkierboBt en Ijïeae en door
de Noord-H^Iandiebe genteenten Bloemendaal,
Bennebioek en Haarlemmermeer. In 1855 werd
Vemrip met HilleMm vereenigd. De bodem, die
uit duingToad (aJInTiaal uaüj en laagveen be-
staat, wordt ivoor landboaw, tojobotiw 9>loem-
botlenteett) en veeteelt gebruikt.
Het fraai gelegen doip Hillegem is er om-
ringd door traite^laalaen, Uoemvdden, -vmcbt-
bare aUiers. boomgaarden en wacmoeaerijen. De
baadel in bloenMlen ia aeei aanilen1«k. De
Cits, die aan de atoomttandgn Baarlon — ^Ln-
gelegen ia, betlt een fierrormde, een Oerrfor-
meerde en een Roomach-E^olteke keik.
Hlllel. bi^enaamd HosKvtefi (de Oudere), een
beroemd Iiraéfaetiedi geleerde en rabbgn b9 dui
aanvang OMer tgdnifliUig, «erd onutredci bet
jaar 60 v. Chr. te Babylon geboren, be^ lieb
op iqo 40ste jaar naat Jenoalem, om ign ken-
nis te vermeerderen, en werd er op 80-jarigen
DigilizedbyGoOglC
Ie«ftöd booid Tu het SanfaedriD. Dat tijj Imi-
meeitBr vu Jmu v>u iqd geweett. i< iu«t be-
wjjriMftT. Op grond van id«rlei getreilde nit-
^iraken u dit meeiOMlen betoogd. ^ bebooide
tot de Meta der PariseeBn, ohutd aan het hoofd
eener aiwiBdeilj^ wboi^ <Ke tieh dooi «on Tiij-
bow»-
u. Ma
scbrien te Tiberias, Ljdd», CMWie» eoi.
leert iga wqigeeiige ateltuigeiL kennen nit een
TenafueUog ipnnken, ia ew afdeeKog — Pirlce
Abolk genaamd — Tan den Taknod tmeDoman.
U]l«l Hciuual (de tont), een «atainme-
liog van den voorgaande en een loon Tan nU>i
/«da ffofi, elaod-ia de 4de «eow a. Cbr. un bet
tioofd Tu de Joodaehe aehool te Tiberiae en
Keett jddi btiend gemaakt ali de stiefater der Ie-
raMjetiMbe tgdMfceung.
HIUaTi Johaim Aiam, een Ihiiteeh toonknn-
■tenaai, deo 35ttui December 1728 te WendUeh-
Owig bg GSrIita geboien, beiodt het gTHmv
tinra te Qöiliti en de „Erenuehnle" te Dreedeo,
ontring mmiekondennis tu HoniiiH» en Sekmidt
en tswam daarna aui de Bnireniteit te Lripiig, i
iDdeieditanteitiideeTeB.lDl764werdlij} hnlx
derwfin 1^ ptêl BrtM te Dreeden en ging
I7S8 metinn lening luuuLeiiaig, waar h^TOort-
aan g«*eetigdbleet.Ii lïfiSnehttehgdeabonne-
TooibeeM der „Coóeerto apiritnela" te Faro* tot
1781, toen de .^«uertgMelbefaaft" weid opge-
ridit en de eoneertea in 1 ' " ' "
1 («««ion. „ __ ..^_.
en nf 100 denitootaande berosnde „Oewuid-
faani"-eoneerteQ. Beede in 1771 bad hg een lang-
•dMwl ^eeitieht, wauiirt 4e fcr%ebten voot bet
koor In de eoneertea weteen gereerateerd. In
17SS gug hq Baar Bertgn, ]n 1^ wwd bQ op-
Tolxer Tan DoUê ali cantor van de 'Hwmaenriiool
te Leipiig. In 1601 nm bS wegene boovm «ad«-
derdom ostdag en oterleea den lAden Jnni I8M.
BUUr ie vooral beraamd geworden door iga
,3ing^ri«le", wwanzrt de JDnitactie epeek^en'e
imi ontitaan; deie iöb: ,J)er Tentel wt los" (I,
J)ie TMwandelten Weiber". 11, „Der Instige
SehMter" 1788), „Oiwert tmd Dariolette (1766),
„Loltehen md Hofe" (1787), ,fiit Mnao" (17871,
„Die Liebe «nf dem L*nde" (1770), ,J)er Dorfbar-
bier" (1770), ,4>er J»«F' (1770), ,J)er Aenidte-
kiani" (1771), ,4)ei Kiieg" (1772), ,J>ie JiAel-
hoeh»eit" (1773), „Dag Qni> doe Mnhi" (1777)
en ,J>ef eerettete Troja" (1777). Hg ging daarbg
TAa het beginad alt, dat men peiwHten nit het
__u intKge liederen moet laten nngen ea
alleen Itgnm, die booger geplaalete pweooui
..11 .■-, . 1 oor*agea. fa itke-
Tooretellen ■
tot den bloei van het Dnit . ,
Uj ook liederen oeeebreTeD, benevens konuime-
lodieBn op Oefi«rf*i «eeiteiake odes, cantaten eu,
ZQn „WOchentHehe Nacbrlditen nnd iMoerkno.
gen, die Unrik betrrffeod" (1766—1770) kan
als bet ondtte mmieJrtgdeebrift beeAoawd wor
deo. Venter ecbreel hü tal van biwr^eln (/. S
SoBik, Benaa, Onnm, flAuM, ^sm, Jomeüi,
BMonlx. TartM) „Nadiriebt tm der Anltflh-
niQg der HlndelMfaen Heasias in der DomUr-
ehe IQ Beilin 19 Mei 1786", „UAer Metastaaio
tmd «eine Weiie" (1766), „Auürsisiuig som mn-
BikalMch riehtigen Oesang" (2de druk 179^,
„Exen^bnch dei Anweisun^ mn Singen''
(1774), „Anweiauie mm Unnk^iKh-iieilieben
Qeaang" (1780), „Enm and eileiehterte Anlei-
tnog ï " ""
VioUns
n ÖMwen" (1791), i ,.
iel" (l792). Voorti gal bj| weiken van
I, en „Anweisnng i
lende 1
nMÜDgen.
Zie: Mm FriedtOnder, Das dentedie lied im
IStan JafariModert (1902) en de faiogiafie van
Karl Petier (1804).
BUlnr, JohamH, Tinheer vom, een Ooetoi-
rgkseh krqganan, den lOden Jooi 1754 te Biody
geboi«n, kwam ia 1770 in dienst' bg de Oorten-
rgksohe artillwie, nam deel aan den Beieneben
Sacces*i«.ootlog, aaa den strgd tegen Tuköe
(179B— 1791), aan de Teldtoehten twen Fiaok-
rgk (1792—1797 en 1790—1601) in de Nedei^
Unden, ItaliB en DnitseUaod en werd in 1805
loitenant-veldnaaiMhalk. In 1608 leed bq bg
AbuMber^ de nedeiiksg, muur hg bebaakh de
oTerwhuitng bg Nevmaikt en streed met roem
HL den ^ag i^ Aepem. Ock t^j Wsgiam behield
ign Tlengel de ovüiiand doeh, h^ moest met de
OTerige troepen terogireuen. In 1818 werd hQ
bevorderd tot Teldtnigmeester, na den vrede van
Parns to' ' "
en Utei
1919 te 'Lemberg.
Killer, Oot^eb, een Dmtseh dicbter, den
]5den Oetobei 1778 te Laodebeig bg Halle ge-
boren, was de loea vam beboeltige onders en
toonde iwe*k Troeg een goodui s*nlog. Om in
ign ooderfaood te voonjen, «Ëeode hq als voer-
diuTeDDeslen «
ebelBteeaea. Opgew«kt door de gesehriften ne
Wiebmd, vervaaidigde bg ia leOl tgn «eiste
gedkbt. Dit en t^a volgüide weiden met gioo-
ten böral ontrangen, en in IdOS werd hg vooi-
gestoH aan den koning en de koBsogin van Pmi-
seo. Op aandrang iVBor vjienden gal bü in 1806
een Temmeling sgner venen in het Ueht met
een beedugviog van aSja leTenshx^, woIk metk-
waaidiger ie dan de^edicbteo, waarToor q tot
ioleiiïitg Tcictrekt. B^ besahTeef ook nog sqa:
„Reilen dorch Sseiuen, BSbmen, Oeeteneich ütd
üngain" (1606), woonde gnmimen tgd te Weenen
en overleed den Men Janoaii 18S6 U BenwD bf|
Beilgn.
Hillnr, Ferdinand, een Dnitecb toonkanet»-
naar, den 24sten Oetober 1811 te Frankfort ge-
boren, WM leerling van Mof Seknult en Folt-
tteüer te Frankfcnt, van Hnmmet te Weimai
vertoelde v«n 1828 tot I8SS te Parge, en veiwieif
sieh op de soitées van BotUol e» goeden naam
als pianist, ia het bjisondei als Beethopm-tetM'
ker. In 1836 leidde bg in i^n gebooit^lnts de
coDceileD van den „Caedlien-Terani", ging daar-
na DUT Ujlaao, waar lig, gebolpen door JtosiM.
ign <^era „Bomilda" «igevoerd kteeg, evenwel
xonder saeoes. Gedvrenoe den winter van I8S9
tot 1840 was bg te Lebiig, waar xgn oratoitem
„Die ZentArang JeroaAems" ragevoeid en OMt
JRooten bgval ontvai^n weid. tiSter woouiIb hg
bg afwiMeüng te Frankfort, Leipaig en Diesden.
DigilizedbyGoOglC
EHAJB&SILTL.
In bet MMoen 1848—1844 lerviug bg MeiuUU-
«oAn iJB leider *u de GewaniHiaiueoiieerteii; te
Dnaden itiditte hq ■iMwMinenUmDOetten en
bndit ei inn opeT&'c „Da TrMim in der dinit-
Hdit" (1S44} en „EonndiD, der letite Bóbea-
■Unfe" (1847) tot opToering. In 1847 werd hfj
muuttdirectenr te Dfisedtfert en 3 jau Uter kft-
MlntMstcr te Keahn; hier werd hg de leider Tan
bet moiiekleTen ak dirigent van da Coneertrer-
eenigjng en het Ooncerlkoor, tui de Oüruiük-
eoneerten en de lliuiekleeil«n, ali mridtter en
diredeat Tsn bet OoaserTatorinm, In 1851
1SS2 leidde bg de lUliautche Opera te Faiiji.
In 18S8 pnnDOTeeide de nniveraiteit te Bonn
b«m tat doctor, in I6M levde hg xgn ïnnetiea
neer en OTcrleed den lOden Mei IWS te Eenlen.
Ha pianiit, dirigent en leeraar had hij een groo-
ten naam «n ook ah eomponivt en KhrgTer wai
hj leer geiien. Behatre ign- talrgke eompoiitiei,
«. a. vele langstiiUeit, «takken TOor TeriidHUen-
de inttrumenten, de koien met toli en orkeit: „O
weint om ««", ,J)ie Ctuiatnaeht", .rBetoiw",
„Lorelei", ,J)it Nadit", ,J*almBonDtwmoigen"[
,J>er dSste Feakn" en „Ponsten"; & oratoria
„Ver Nocnim" en „Saul": „Nal und Damyinti";
„Oefewei ter PiometheM" en de opera's ,J)ie
KatakombeD", ,J)er Deaertear" en ,j>er AdTO-
kat" een mnpbcaiie en «en piaaoooneert leverde
hij de geieoriiten; „Uebungen inm Stodiam der
AimoBia and d«e Sontrapnnktes" (16de dnk
1897), „Am dem Tonleben uDierer Zeit" (18«8
en Iml), ,Jvad«iff tod BeettMten. OelegeotlidH
Aoftltie" <1871). „Felix Hendeleeohn Bar-
tlioldr. Briele óoA Erimterangen" (2de dmk
1S78)| ,^aetkaliwh«s nod FereJInlidiee" (1876),
„Btiete on etne Ungentonte" (1877), ..Künstler-
leben" (1880) en „Wie hOien wii Mmik?" (1881).
■Ulam, WHkelwUtu won, geboren Bink, een
Doitwh romaaeehigtrter, de» llden Haart 1886
te Mfloehen gebaren, wh de doehter Tan den g«-
■ehiedaebr^Ter dr. OAnritm Bveh en vftn de loo-
DeeUranatMiarea en aehnjlater OkarloUe Bink-
PfeUfer. Zq bracht haar jengd door te Zniith
«B Bcrljjn en wijdde aicb aan bet tooaeet, waar-
na nj ndi in lNi6 T«ilMHid am dm Mbonwbnig
te Ifannbeioi. Na haat hnwelijfc met dü Badeo-
fChen kamerheer Fon HtUam Yerliet ig editer
bat tooneel «t sedert 1669 woonde ig te Frei-
bniK in de Bieiagtut, waai haar editgcnoot de *»■
tH&iag bcUeedde van ,jMd«eriehlpiUd«nt''.
Na ign dood 0862) tettvde q neb bi 1886 te
ObenuDmergan. Zij aehreel de nnnaiu: ,J>aopA-
teben" (2 &a., 2<b dn& 1S80), „SHn Ant der
Seele" (4 dhi., 4de dmk 18^X „A« «genet
Kralt" (3 dln., Sde dnA 1896), „Die Geier^id-
If' (7de drak 1901), „HSlier ali die Kiiebe" (4de
ifrok 1806), „Uod aie konwit doch" (8 ^n., Sde
drak 1908), ,4>ie PriedboUilnme" (1888). „Am
Krenz. Bin Pauïooadruna ana Oberammergan"
(3 dhi„ Sde dnik 1900), „'i Reis am Weg. feöe
0«aehi«lite ani dem ilaaiwinkd" [1S97X „Ein
alter Stieit" (180S), ,J)er Oewdt^" (1001)
eö „Ein aiare der 'Freihdt" (IflOs), Terder de
tooneekti^keD in Mn bedigf: „Onten Abend"
(1873), „Ein Antogr>4ihenewviiler" (1874) en bet
hljjepel ,4>ie Aogen der liebe" <187S).
HllllB. Dut^Af ffeweU, een Amerikaaaadl
geeetel^ke, werd in 1858 te Magnolia (lowa) ge-
boren, studeerde ia de eodgeleerdbeid, «aa euat
PnabytentkiMeh geeatelgke ta Feoria (111.), T«n
18M tot 1699 aan een onaThankelnke gemeente
te (%icago en ia aedert 18S9 predikant Tan de
eongregationalittiMbe Pljmontfa Cimicb -te
BrookljB. H^ i« de meeat bekende prediker Tan
Amerika, dia dow ign dkhterl^jke taal «b fan-
tasie grootan iorTloed beelt gekiegen. Hq h«in-
Dert Teel aan Rukin. Van de door b<wi geptMi-
eeeide bandela pt«die»tifB en Toordiaditm noe-
men wjj: „The inrestment of inQDenee" (1897),
„Intkenoe ot Cbiiet in modem life" (1900),
„Qnest ol hawinesB" (1902) en „The forbme ot
the R^nUie'' (1906).
HÜBMBd, «en rivier in Afgbuiietan, ont-
^iringt by den Qiitdoe-Eoesi} aan de nidelgke
heHing Tan de henfebeeka, die deien met de
Paffhmanbergen Tertindt en waaiop ook de Ka-
boelriTicr hür oortprang neemt, en mondt na
<«a loop Tan lOSO km. olt in een meer uw bet
noordoostelgk triteinde van het HamoenoMieraB
aan de grennn Tan Periii. Tot hur Toornaam-
<te igriiieren behooren op den linkeroeTer de
bieede Argandab, die teren* de wateren dei Tei-
nek sanToert, en op den recbtatovec de Hnn.
De rJTiei, die tot 280 m. breed wordt, it in Fe-
brn&ri aleebts 73 m. breed en doorwaadbaar. Bet
is de Erj/wumlktu ot Stvmam
HllSOhsr, ioeeiik Sman
didtet, des 22aten Januari i
in Bobemen geboren, werd al* een MldateoÉLod
in een MpvoefflnKSgesticht geplaatst en tmd later
leU in dienat. Zgn onbetorgde en onveratooibaie
opgcniiiudhetd maakte hem bemind bg ign ka-
meraden. Om BjfTVH te kannen leien, leerde bg
Engelsch, en hgde acfa tcTent toe op bet Fnnecb
en ItalU«iMeh. Weldra w«rd hij gtfriantat ala
leeraar aan boTenTenntU op*oe>Ungig«>tJ4^t «n
•tbr»ri bij de dMmatieebe etnkken: ,^aiseT Al-
breohta Hand" en „Fciodrieh der SeÜne". Uen
Tuld. Inmiddeli T«rtrak ia met ^ letfiment
naar It^l en veid ei ^laatat ala tonner bij
den staf Tan den kwarti«rmee«t«r-geDenuLl. Hn
OTcrleed «ehtei reeds den 2den Noveoiier 1837.
Zgn .fDiehtangen" werden Tsnamdd en dooi L.
A. Fronkl ïn bet lioht gegoTen <2de dmk 1863),
terw^ in 186S te Leitmeriti «en gedeiAteeken
te igoer eere Terrees.
Ulnform*tle, kibeonglomtnat of kütxmd-
iUt» noemt men bet ouute onderdeel fan de
NooidJ)aitadH kijjtronniii^. Zj) komt OTereen
met bet neoeom tui Fiaokr^k en Tan de A^ien
en met het onderst* gioanxand van Wight en
Atherfield in Eag^ind. Ten ooeteo Tin den We-
ler en Tan den HiLa, den westeljlken beignxHn
een«T keten, die ach taa loidooeten ttn AHeld
aan de Leine nitctrdt, en ook elders is ig hoofd-
ukelijk «en leemTorming, in wier oaderate ge-
deelte men ophocmingen Tan kalk en jjaei. Tan
mergelkftlk «i kalksteen aantieft, die het eigen-
L^ke AÜMon^Iomffoof Toimok Hen TÏndt dnrin
talrgke toesiden en veel gier.
HlUI, Johann Otorge «ni Dirit«± toonetl-
^lei en «chrgTer, den loden Juli 1836 te Ber-
Ign gri>oi«n, TeiixMid litb in 1843 aan den
D,o,l,zedb,GoOgle
ELTL— aEUMiAJA.
MèomifatiTg te HannoTeT, in 1946 lu den Bol-
idKHtwtinrg te BtiSja, wu er -nw IS54 tot 1861
ook Fegiesenr tad bet blswel en orerleed ildïur
den leaen N<)v«ml>er Isjè. Grooter roeo beeA
bg echter Terwoiren ale •ehrgrei. VfS vermelden
van hem: „GehhrtoUe Wegt" (1865), „Untei
der rodten Eminem" (1869), ,J)w ftHe DerBin-
ger nad «eiae Dnaoaet" (6de druk lOiOfl), ,J>er
bSbmisehe Kries llÓS" (4de «kok 1873) en ,J>eT
fnuOBHche Emg 1970— IS?!" (7de itvk 1895).
BtltT, Karl, «en Zwiteersdi beoefeneu tu
het etutereeht, den 28sten Febnuri 1883 l«
Wevdeobeig geboien, etadeerde te OOttdngen,
Heidotbeig, Bug* en LoDdem vestigde wdi ia
1855 ale «dtoeut te Cfam en weid in 1S74 hoog.
leeiau te Bern. Sedert 1890 ms hjj lid tui den
Natlooelen Bud. flilfy oreileêd den I2den Oe-
tober 1909 te Montieot. Hg tdueef: „Theoreti-
ker nnd IdeeUeten dei Demokratie", „Torieeun-
gen flber die Politik der BidjgvDoeeeneduJt"
(1'475], „Tdeeïn und Ideale Eehweiieriseher Po-
litik" 0875), „Oetlentliebe Torleam^en flfcer die
Helvetik" (1878), „Dw Befeiendam im schwei-
Miieehen Staatoeeht", ,J)ie NeotraKtSt dei
Sehweii" (3de drek 1B03), ,J)ie Bandesreifaa-
mcogta dei sdtweizeriaehen EidgenoaMiMcikaft"
(mi), JHBA" (3 «n., 1801—1890), „Deber
«« rofl!ehk<^" (189S), „FOr MUaSoee Nlehte"
(1901) en „BrieFe" (1003). Sedert 1886 redi-
geeidé hj bet „Politi*eb«e JeJirboeh dei echvn-
leriaehen EidgenoeMMcbaft".
HllT»nnb»ek, een ee<neeiit« in de pro-
Tioeie Noord-Brabant^ 68u6 H.A. gMtot met
(1015) 3111 nwoneie, wordt begiea^ door de
NooiA-BnibutMbe gemeenten Ocntle, Tillnig,
Beik^ ca., Hoeigeete], Dieien, Oottei-, Weater-
en Ifidden-Beeia en H<Kig«-efl-I«ge-Hinde en de
B^giaahe fcnMente Popjpel. De dttaviale laod-
bodém levert boekweit, nigge en gerat. Ook legt
de beTetting ileh «p t^entcelt «n MbanentoUe-
iQ toe. De gemeente M*at het deqi Hilvaren-
ÜA en eeuée bonrten en gehoditra, beneTeni
bet kaetoej OroeDesdaal.
iHet dorp HilTarenbect ia nndani bet mime
ranlttfplelD, de Tr^'tbtrf gebouwd. Het beiit een
Roomaeh-Katholieke «n een Hertoirode kerk, een
maref hi iw iwifk e lerna en een klooBter.
HUvemun, een gemeente in de pnmnde
Nooid-BoHand, 4658 H.A. groot met (191^
88687 inwonera, ligt tweeben de NoordSoHam^
•ebe gemeenten Kortenèoet, 'a^raveidaod, Weea-
perkanpel, Naarden, Bosaiim, Suiaea, Blariknm
en Laren en de Utreehtariie gwoeenten Baars,
HiarteMdak, AehttSenboTe^ Weribrock, Tien-
borcn en LooadreehL BdialvB het doip Hiher-
mma berat de gemerate de banrt bet Qooiaehe
gat of de Taart en een aantal verspreide woningen.
Door haai sdioeDe en gewnde ligging wordt de-
■e streek dn* betocfet «n vinA men er veJe
«KnerreiblQveB, tei«gi er oA iele Anuter-
damsehe koopUedeit «veatled ijfn. De dilnrlale
landbodem vertoont bier en daar heav^, looali
de Hoogebeie, de Tnunoenber^. de Zwalnwber-
gen en de Boon^rg. Men vindt er boeedien,
eenige woeete gronden en eeoig weiland. Land-
boaw, ediifien- en bg^teelt en nyverheid (voor-
al het weven van tapgten) xgn de boofdbronnen
van bestaan.
Utieebt, Amert^oort en Amsterdam en £..__
stoomtüramlgn met 's-Oravenland verbonden. Z^
beoit Bcboooe Mnstr^eo met een aantal villa'a.
Hen vindt er twee boogere bmgeitcbden met
Tgfiangen earsirtj een gpmasinm en veieehü-
lende leiken. Het aanAienl^Bte gebonw van
Hiivemm is bet stationegeboow. I^ plaat*. be-
lit in het geheei «ngeveer 80 fabrieken (meest
ti^twevaigen), een diamantelgimij, een gaafa-
briek, een paar botkdnikkergen enz.
Blnuüajft (Sanskriet ^ wiater- of sneenw-
wonina, bn de Grieken en Bemejoen Imoua en
Hemoduê^, Aet hoogste jcrehergte der aarde, scheidt
Voor-Indil en westri^k Achter-JndÜ van het
Tibetaanaehe boogland en strekt tidi ait van
73*28' tot 9S*23^ O.L. v. Gr., ter lei^ dns
van 2400 km. btj een breedte van 230 km. Het
westedi^e uiteinde op 86* N. Br. hangt met den
Tranahimalaja, den Karakoroem, die er op ecol.
fm afstaod evenwgdig mede loopen en met den
wenkn en Hindmoeaj nanw samen, het oos-
telgk einde, ongneei ten N. der Britsehe pro-
viiteie Aesam en Birma, breekt blJ de widwaarta
ItMXMnde Acfater-Indische ketenen af.
De Himalaja bestaat uit Mn eentrale en twee
voorketenen, ew nooidriqke en een mide^jke.
De reeks booge tiqipen valt met de eentrale kelen
?5ooT°i
ia de hoofdketen ten N. van Neml
heeft men er 18 boven 7600, 40 boven 7000, 120
boven 6100 m. gemeten. De hoosete van alle ia
de Honnt Everest (S840 m.), langen tgd als
identiA met den Ganriaankar beBchonwd, totdat
ü) 1903 door de opmetiaeen van H. Wood af-
doende werd aangetoond, dat de laatste 50 km.
van den Hoont Erereet verweerd ligt en
slechts 7180 m, hoog is, terwgl h^ voor d«l
Moont Ererest een boogite van ^767 en 6817 m.
vond. Op deun beigrens volgen (vdgeos de
ondere howtemetingen) de Eaxtajindrianga met .
8688 en de DbawdagHÏ met SIW m. De een-
trale keten ia wtimg geleed; de snidelqke voor-
keten, die steil naar de ImUsefae vlakte afdaaJt,
wordt door talrQke dalen en paseen dmranedeD
en Mndt iQketeDen odt naar bet Z. en Z. W. Het
verschil tneseben de met puin bedekte N. en ds
boeeh- en watenijke Z. heUing ie lniteiigewoo5
groot. De gemiddelde hoogte der sneeowgrena
bedraagt aui de inidelMe MlUng ongeveer 4940
m„ aan de &«g« noorddgke 5^ m. Zelfs op
3100 m. vindt men nog reoeaeblige gletsehens.
De gemiddelde hoogte der pusen, waarvasi «r 21
bek«id DJB, k 5500 m., die van deo boogaten,
den na-Gamlniwa, tnsaehen Tibet en Gadiwat,
6240, die van den laagten, den Barat^Latsi^
4800 m. De rivieren, agrivieren van den Indós,
beneveM d« Ganges met lijn bgrivieren, oB^
^ringen meestal tnssehen d« beide hooldkstenen
en banen neb langs groote dwaredalen een weg
naar de vlakte. De Himalaja ie leei rgk aan na-
tnnracboon, met name aan de Tndieebe t^ie. Het
mooiste overaiebt van alle, door Earcfieaaen be-
Mcfate toppen, levert de Dardejiling (lie aldsAr).
A«n de geokffisehe aamenstelling nemen vaq
fi Z. naar bei N. tertiaire gesteenten, kr^t,
jnra, pafeesoiscbe lagen, verder gneis, ehlonet
D,o,l,zedb,GoOgle
340
mtiMjAJ(k—muvï.
en lïlUei «n ■«n den Ii>diiu WMr teitiüre Ugen
deel. De booeece toppcD besUaa aH gneis en
gTBüiet. De non van den Himalsjft Tertoout,
naast de altjjd groene boeedien Tin Oost-Aiié,
d« tropiKbe plurtenvormen en die tul de doot-
delgke AloenknÖAdup^en. Aui den laidroet
der wwtlieUing ebekt noh een IS — 80 fan. btted,
ODgeiODd en ooiwwooiilMAr fnoerkdand nit T&ni
genaamd, en met oikdoordringfaaar dsjangel-
strnikgewM begroefd. Hierop to^, tot een boos-
te van 900 m., een leer igke tn^taete TegetatK
met de cateciiiiMCMia, waaraan lieh tot 2100
m. eüen-, kaetanje- ea lanrineelnboaMheD aan-
alniten. Toaaefaen 2100 en 2600 ra. komt de Bota
net die van Zuid- en Middd-Bntopa onreen;
het meest k«men hier ooniferen voor en wel Toor-
naraelijik PintuexeeUa Ham., Punis longifoUa
Roib., Pitiut Wtbbitma Wall., PituuBehmi-
thiana L«m., en in bet W. CMnu Deodan
L o n d. De boomgiens ligt in bet nooidelgfc «deel-
te, ten gerolge van de Iw^gere SBeeowgrens, booeer
dan in bet niideIJBke.DeliierapTolgakdeioiie der
atraiken stiAt licb uit tot ae e
een groote menigte beiit, eslix- en nbe««ocften.
Qiaan wordt aan de i^de van Tibet tot 4600,
gnu tot 5200, ««n üe Tan Indiè resfiectieTelqlt
tot 3700 en 4600 m, aangetiollen. Ook de die-
renwereld ie leer interessant en toI a/wisseling.
futfüi, «pen, papegaaien, faaairten en
•oorten Tertegenwoordigd. In bet middelste deel
komen beren, hitpaarden» amekiiadieren «n Ter-
Bchillende antikipenBoorten, aan de ^e van
Tibet wilde o«en (yaks), wilde schapen en steen-
bokken Toor.
De Himalaja vormt niet alleen de staatkim'
dige gien* toeadMn de Britoob-IndieAe beiittin-
«91 en 'Nwt, maar ook een eflmogiafieehe, dau
on de Atiaebe IndiSi* in bet Z, van de Honeool-
■die Tibetanen ü bet N. sebndt De berMking
i» bet diehtflt in de Tmcfatliaie dalen tnsseben
1500 en 2500 m.
HlmsntopliTUiiiii. Zie Cliwia.
Hlnuitloti noemden de Grieken een over den
eküon (sie aldwr) gedngeo Ueediogstok, waur-
in men lieb als in een maatel kon hullen. Vron-
wen trokken het ook over het bootd, loodat al-
leen bet gezicht ttü bleel, daar d« mode wiUe,
dat lij er ook de handen in hulden (lie de fig.).
Hlmejl, de hooldetad der Japanacbe pro-
Tincie Harima. ligt dicht bg de monding Tan de
Jehikawa in «ee, aan 4e spoorlqD Oaik»— Okaj-
ama en at» drie beerwegen en telt (1003) S4 509
inwoneie. De atad ii twroemd dooi bui Ieder-
in thietrie.
Hlin«ra, een etad op de noordkoit van 8i-
oiliC, ten oosten Tan PanoraMie (Faleniw), werd
door Jonisehe Oiieken «Xiakidien) in 649 t.
Ghr. geeticbt en kwam in 500 t. Obr. onder de
heersAsppj] T»n Terittiu, Later was de stad af-
bankelgk tm TAeron ma Akraga», den bondge-
noot Tu Osim t>m Sj/raaut, nadat dete in 480
fag Himeia een belangi^e oT«nriiuring op den
Carthaagseben fddheet Hamiiear behaald had.
In 472 werd ^ door BiBro 1 bevröd Tan de
dwlngelandq van Thraiidatu», Oelan'» ioob. doch
in 409 door Baimibal geheel «m al Terwoeal In
haar naiujilieid bouwden de Cartbagers de nieu-
we stad Theimae.
Hlmariiu, een Grieksidi sopbiit nit de 4de
eenw na Cbi., werd in SI 5 te PinsiB in Bittijiüe
geboren, oiitTing igo q;deulJi^ te Athene en gaf
aldaar Terrolgens onderwgs in de welqiiAend-
heid. EeiiBi JvUauu, bg wien hg seet genen
Himstton.
was, acv hem naai Antioduli doch na den dood
Tan dien Toret keerde ba naar Atbene terag
(863) en OTerleed er fak 366 ia hoogeo Miderdom.
Van qjn lederoeringen, welke zich door een
Uoemigken stgl ond^cbeiden en doot de tak^
aanhalingen nit on de sohrqTers belangr^k t^
ign 24 bewaard gflbleTcn en in 1790 door Wenu-
dort in het licht gegeren.
Hlinjarlaten $g ^ Oiïeken BtmenetMj
ie de naam t» een Semitieeh volk in het Z.W.
Tan Arabii (Jemen), dat tot bet Sabeelseh Rgk
behoorde, doch sedert de 2de eenw na Oa. de
Sabeefln Terdiong, Het leidde qs naam af na
Bimjar, een loon Tan Saba, den itaiUTadet der
Sabeeén. De Himjarieten, waarran Telen tot het
Chriabendcm oreigingen, beatMid ondel de djnaa-
tie der Tobba'e tsa 100 t. Chi.— 525 n. Obi.,
toen het door de Aethiapiêrs werd Teraictigd. In
575 gelokte het een «Jetanuaeling der Himjarie-
ten met hebalp der Penen den troon, als Pei-
lie^ TaiaV te bnmwhtigen. Het rgk weid in
634 door de Arebiereo ooderworpeni
Rlmly, Karl, een Dnitseh oogbeeikvndige,
den SOeten April 177& U Branswjjk oeboien,
bezoebt aldaar het anatomisch chiraif^stti «Me-
ge en daarna de onifereiteit te Gfittingen, waar
bij assistent Tan Blummbath werd, diende korten
t^d aJe Ttdontair bg de luarete tsd het Pruiai-
wbe leger, te FraiAtoirt, en werd ia 1796 be-
noemd tot boo^eerUT ia de geneeiknnde te
Bronewgk, iretfolgene té Jena en eindelgk te
Gfittingen. Hier waa hq directeur van het aewle-
mieeb hospitaal en daarna Hofraad, doch verloor
den 22sten Haart 1887 het leren in de Leine.
Hg maakte sich »er verdieoetdgk Jegene de oog-
heelkiinde, Tocual ook door het stichten der
„Ophtbalmologiwbe BiUlotbenk" (1603—1607,
DigilizedbyGoOglC
. HIULT— HCNDENBUnO.
341
S <Bil). Venkr idmef hjj: „Opbtiiftliiiola^aehe
BeobMbtnnsen oder Beitriee iqt KcnDtmi dei
Aw»" (1801), .^jduèodi der NdÜMtWB Heil-
knnde" (Sde éinik 1803), „E^atnne in die Aa-
genhdlkude" &d« <fai* 1880) en bet door ign
«MD nitgegeren «eii ,J>ie KnnUiMten nnd
UÏMinldaiigen dei nmMdüdieit A^ee nnd deren
Heilnü" (1»2— 1848). Het Bultland mI hi)
nn ia» tot 1814 bet .^canial IAt pnktiaebe
HeittDDde" ia bet Ucbt.
RlnaTMUUB (SuArSet = Uein Toertnig) i«
een etedirifl en een kIiooI nu bet noordd^
Boeddiiiane, teMUOver bet Ma/tagmtam (gnwt
Toertnig) in 'nSet itunde.
Hlnoka, Sdfsari, een der ondste oatcjjIeTUTS
Tu bet ^eiachtOt, den IMea AngiwtH 1192
te C(^ e<l>OT«D, «todeerde TCB 1807 tot ISll un
. bet Trinitj Ccfiege te DnbUn, mid ia 182S
PiotertutMit i«etai te EiUj^eagfa, welke betMft-
Uw fan tot qn dood (8 Deeember IS66) bekleed-
de. Sedert leas be^ ha iQn atodifln mm de
hiBTO^^hen, d!e bj| in 12 opstellen in de „Da-
b^n UiuTeMilj Reriew" en de .Jfemoii^ der
letedw Acmdemie troottwtte tot 1SM. De ostdefe-
kiog nn NiUTe roooide b«n un tot de ontin-
fering der Ae^riMte q^erope^riften, op welk
E bied bjj ledert 1846 bMitbrekend wetkte. 1^
itende bet eerat bet eylUiiwb karakter vaa
bet AMyrieehe eebrtft, 1m de oaoieD tui SoiiAe-
tib en JiiAiikaiHe*ar en tu een groot aaaM
utdeie met-AMyiiedie vorcten, lerklaaide vele
wooid«a en üiuien en Ueld sich bezig met ge-
MÜedknndige en aidueokij^Kbe TraantiAiken,
die hQ Toom in de „l^aMaeticsu of tne Bt^al
Iririi AcadMUT" briiandelde. W^ hownd deebtc:
,X>n Aeeyrian Teibe" en itiiMu
"D Aesjrian gnuninar".
astroDomy" (Sde drak 1863), „On the eipeeted
retora of tbe great ecmet of 1204 and 15&S"
(1S4S), „Tbe aokt tjsieta (1S46) en „DeMripti-
treatiee om eometa" (1869). Hjj redigeerde ja-
ilaag ook den .Jïantièal Ajnanae".
JKladaloopu, een gemeente in de ptotin-
«e FfkBlud, 501 HjI. groot, met <19l£) 1070
inwonen, wiidt ia bet W. door de Zoïdenee es
verder door de góneeDte Worknm en Heme-
Inmer-Oldefttart en NoordwoMe begrened. De
bodenx die nit landige klei beetut, wordt ala
wm- en faooUamd ffebmikt. Veeteelt en Tioicherfl
']n de boofdmidonlen nn beataao. Hen traefat
«en Iwdplaata Tan te maken.
Het onde «tadje Hindeloapen, <^ een Toornil-
etdtend pnnt vaa het land gelegen, ie leer ver-
▼^to. Door de oT«tleT«ring wordt bet ala een
Int^laato nn de oode Frieaebe koningen aange-
weieD. De inwonere onderecbeMlen Kea door een
,;BjMam
ehaptera of
Hlnd, Jmin Run^ een EngelMb >teTTei:faH)-
dige, den IZden Hei 1608 te Nottii^bam ge-
boren, )(«de neb nit «gen bewegiw en lODder
leermeeiter toe ofi de eterrenkinMé. In 1S40 ver-
trok h3 niBi Londen, om op het bniexi van
een <mel-ingeidenr weAwm te sjfn. <Eort daar-
na echter Terkreeg bq door tnaacAenkoDut nn
den boogleeraar Whealiloiw de betreküog tu
OMiftcnt b|i de nuwaetiedie aldeeKng d^ ko-
iMiklfike steTTenwubt te Oieemrieh onder Jtry,
waar IMt tot 1644 Ueef, inmlddeb gebmik ma-
kende vao de aatronomiedie boeker^ aldaat. Na-
dat big deelgenomen bad tan de expeditie naar
Xiiwatowa bq Dab)in, om de kngta van Valentla
te Mpalen, w«d bQ, vf aanb^rding nn Avf,
benocênd tot obaervator aan de aterronraeht van
BUhof in BegenüpBik. Hier deed bQ een leeka
waamen^ngen tot bet ontdoken van nienwe
I^Mtelen. Tut Ai^netna 1847 tot Jnlf 1854
komeet, d(e 3 ttnr vroeger door Fieo
was waargenomen, teiwfjl hH den ISden Oetober
daaraanvolgende «m tweede ontdekte en den
6den Pebraari 1647 een denle. Oók nam h^ 16
nienwe, verooderl^ eterren en 8 nevdvlekken
waar. Qedvrende dien ^ had 14 teveni de to<^-
banen van 7D planeten en kooieten berfteod oi
de uitkomsten daomn apeiAm ■ . — .
overleed dm 38aten Deeónber
bam. Tan igo geeefariflen TermeMen wQ: „Aotro-
___..., __.»_. — „ (1853)^ „Introdnctioii to
eigenaardigai tongval vui de overige Frieaen e
hadden vroeger ook een eisen kleederdradit. E
ia een itation van de Ijfn l<eenwarden — Sneek—
Stavoren. Het atadbnia, de Hervonnde en de
Doopagennde kerk getnigen nog eenigennate
van den vroegere» bloei.
HlndanboTf , Karl Fritdrieh, een Dottaili
wiskundige den ISden JiUi .1741 te Dresdon ge-
bonn, atwRetde te I^iig, vestigde sidi daar
ak privaatdoeent, werd in 17B1 buitengewoon
hoogleeraar in de w^ibegeerte en in 1786 gewoon
boogleeraar vt de natuurkunde. H^ overleed al-
daar den 17den Kaart 1806. Hij i« de uitvinder
der eombinatOTMcbe anolTae. Het BentowiUt re-
<%eerde hn bet „Haeaiin lor reinen trad onge-
wondten Mathematik", bet „Ardilv der rdnen
nnd angewandleu HaÜiemotik" en aefareef ,,Kom-
binatoi^eh-aniJTtiadie AbboniUongen" (ISOO).
Hlndmbnnr, Poul «on BeMdtndorft itnd
voR, werd in 1847 uit een ood-addlQke iamUIe te
h^ Sde
garderegiment infaoterie, ded aan den veldtodit
ut Bobcsnen; in den otakte na 1870 tot 1S71
venrierf M bet Uieien Knü. Tan 1878 tot
1876 betÖAt bg de KiÜgs^adeo^; in 1877
weid M^ bji den ffeneiales st^ gepUatet als k»-
pitein bg den atol van bet flde legêikoips t« Ee-
ningtber^. In 1884 werd hjj ei»B(ngaie-ebef te
QktgM; in 1860 «fderiiHsebef aan bet ministe-
rie vKi Oorlog en In 1608 Itevelbefaber van bet
9Ut« regiment infanterie te CUenbug. Tan
1806 tot 1900 wu bg dtef van den senerolen
«tot van bet 8ste legokoipe. Zonder brigode^e-
neraal geweest te inn, werd hg in 1900 bevorderd
lot eM van de aSete dtvUe te Karisrobe en in
1908 van bet 4de le^koipa te Ifaogdenbnrg. tn
1811 w«d hg <n ran venoek op non-aetiviteit
geateld en vestigde hjj ileb te Hannover. Bjj bet
uitbarsten van den oorlog in 1014stelde hg lieh
terstond ter beschikking, nn wefte aanbiéiUiy
K gebmik gesnaakt wad, toa de Rossen Ooet-
ieen waren Uanengevallen. De wgie waarop
ilpen door den ehef nn ign stof, Von £0-
ff, de Buaaen in bet Haanrtedie merenge-
bied versloeg en over de greoien dreef, maakte
bem tot nationalen beid u Dnitadüond. In Au-
gostna 1916 benoemde de ketaer hem, na bet af-
treden nn Fon FaOimhajfn, tot ehef van den
DigilizedbyGoOglC
rnXDENfimtiO— HIHDfiRNISSEN.
maeraiea itaf Tan «Be Diutaobe kgers (»« t«i-
der WerMoorlog).
Hlndcrlksc noemt mes eea af waehUogMlel-
ling, ten dödMUttod den Tqaad oimnracht
un te grgpeD, hetsg mat mar, hetijj Biet liet
faiuAc w^en. Hes MtrtU k om perameii, Uei-
M tro^eiiAf4eeliii8«Q «d tiuuporten op te Udi-
ten, ol wel om een oinooiBchtig '
veiTolging tot Btaui te bratgen.
" ' '" """ ' """ ~~fcoMn worifcn, dat <le
a kmn, of loo (Ut tocii
geaehiedt, d^t de troep ai«li snel wn 'e vgandi
g«ucht en Terrolging kan osttreUen. Hoe een-
Tcodi^T de gvKtaai mMtrageleo qjn, boe betai
de Qitalag Tenekerd w. ZJe opeteKog^nnteit
irorden hwndvk en lioogaton* een «tir, vooEdftt
de lüoderlaag moet w^en, betiokkta. Nieta
moet de auweii^id ei Tan Temden. De mna-
Mba{>peD Mürea gedekt en roet» ü hun ediDil-
sUatMA, het geweei in de haM, bet pawd hij
des teugel, lOMet te «preken, te looken, genaa
te maken. Eerst op een TWHnit algeqmiken een-
Toodig aignaal openen alle infanteri»«fde«liiu[en
een ^led g«rielit en anel geToed rnnr. Ifen kan
nwenMkn met goed gvrolg den TJjand 'at een
lünderiaag Jokfcan, door bet geTodit met een ge-
deelte Tan de macht aan te gaan en dnannede
10 de dcfating der hinderlaag teiog te trekken.
Bindan^aan fcebben ten doel T^aodelgke
tro^tenbewegiagen te beleoiaieieD ttt te v«r-
traró. Zf worden toegepaat op het «Tadita-
veld, tot beperking na de btuwgingtrfjyeid daa
TJanda en in bet bgionder tot het atwten van
den «tomiaaiiTal der infanterie. Zq moeten die-
nen om de mderiag over het aaoTaltreU te be-
moeilgken en daardoor de Tgamdaljfke troepen op
te boaden binoen bet «eikuMn tdu dea Ter-
dedigerik loodat deie ia staat wondt gefield btin
bebögr^e verüeiea toe te bieageD. HiiMternia-
•en oélenea eeo «eer nadedige mota^ weikiag
Ïde «unlrtMiepan «It, omgekeard geren goe-
hJnderpiiaan aaa Terdedwende troepen een
gerod if«a «eitroawen eo TeKUeheid.
iBfen ^>Teekt -ras natavlgke oiadenüeMn, loo-
aii poelen, plaaaeiK moOTaeeen. raT^oen en faeg-
— 1 . — .■ yaderniüea, die {daat-
„ „ L Sn hiademie moet iga
geienen binaea de kiaAtlfe TamuItwiafcJBg dei
B iH gioote moBiljjlihedan bg bet
«Tertratten eptetert ea den Tgaod geen dekking
veiaehaft. 0<^ mag ig aiet of ten miute niet
ninstmaliM t
aaagekgd.S
» loignMg noBeiijk «
gemak^gk wordea ongetrokken, noch gemak-
iel^ door baadeBaibeid opg«nimd ot dooi «e-
ariintTiuir beaAadigd. Bettaat «en aatwri^e
bindenria nit beTiomn water, dan ToniA
de g^oiat, nit oadiep stnomeiid water, dan
stuwt men bet <m. Wenn en begaanbare plek-
ken door natooilnke faindanüaaen worden ver-
aperd of TOrueld, aecgen met prikkeldraad door-
TWiten, bskbont a|^apt, asagepnnt en met
fierdiaad de stammen onderling Tetboadea.
.uelmaÜge hindeiniwin moeten binnen het b«-
Btrgkvnd geweermar woHmi aangd^d en aiogen
niet knnoen woiden oraweaptODgeii. De meest
gebnrikelgke ign flaerdraadwr^wrri ngen, Terhak-
kingen, wolMnilen en biademimiIJDen.
lJterdraadveTip*rTi»gm baitaan nit een bootd-
net TU d&ke en een tweede net Tan duue dra-
den, die niet atrak geapannen mogea woideii.
SomtQde werd door «en ol neeidere dzaden Tan
bet net «en sterke eleetrische stroom gekid.
Daavoni beschikt tegurwoordig ons kger OTer een
boogiyanii iagsafdediag tot net opnimeD vaa
deiöelqke hindeniiaBen. Deae bestaat nit perao-
Doel, gawapend met gntta^etdia handsdioenen,
iaolabietangen eni. en bedrarMt to den nmcaafl
met hoogyanniiige dectrkebe stionnen. Hoi
beveitigt & diadén aan palen, die afwisselead
lang en kort gesteld worden, waardoor het otm-
bniggen wordt bemaeilgkt. In de Toortte rij wor-
den alleen hooge palen gq>laatat. Firkakmfea
bestaan ait boomstammen ol takken, die met de
kroon naar deo vgand gekeeld, saneenaliiitond op
des grond, gelegd en bereetied uin. Bladeren en
dunne takken worden Teri^deia, dikke acberp
inL Laat men geTelde boo — ' '—
sancepont
deeM aaa . d« etroDken Tastiitteo, dan qtreekt
men Tan natooilgke Terhikki^en. Door het
apaaacn Tan «en netweA Tan ^letdnad tnasdiea
takkeo, etronken ett etamnwn bemoeil^t mea
het opnimen en het doonkiogen. llen Ter^ert
er wegen, boadi en dorperaodftD mede. Zg mo-
gen het uitzicht naar den Tgand neet belemme-
ren. Woidea booastskken van eUeis aangerocxd
en met haakpakn, gienlraad ons. aan dw grond
en onderling beTeatigd, dan «preekt men van
aangeToeide Teibakkingen. Woltdaaleti i^ntrecb-
terTonaige gaten in dea ftoo^ in i^n «ebaak-
Tonnig gegTSTen en Toomeo Tan een Tan boren
BchsPD aangapnnten paal; 6 i 10 röen kuilen aob-
ier «Kaar ign noodig, otd een fiJake binduikia te
Tormen. Biwiernüminen worden toegepast tot
Tersperring Tan toe- en doorgangen tot ea door
ootoagaoke^ke of rieoht begasöbare ' — '~"
De dwr de «ntplottiig towaaMebiaehl
■Qn gewoonl# getiag, maai ae mon
is bdangrgk en Ter^edt bet andere.
moreele iadnÉ
._„ andere.
Mui moét bg den aanleg wigen Toor diMwle
Tooigeleiding of electriaehe ontstekingewjite;
TOOT baTeiligiiv Tan «en en «ader tem Tqaii-
delgk twu ea maatregelen treffen ugen bet
TDMtig -woiden *aa mgnladÏBg en ontrtekiaga-
middel. De Kitsteking moet op het jniate oogen-
Uik geselüeda^ teiw^l steeda «enige münen —
met tltonderiöke Mitttekiaaewnae — ia leaei
moeten aehondea wnrdeot als de TQaad den t
dedi^ lot ontgdige ontsteking T»Mt. De Un-
dennemtjnen woriMn onderaokeMlea i
ennemtinei
a. floddei
b. werptognen of fongasaen.
e. trapmgnen.
'H|(aladingen, die, na Tooniea te iQn Tan het
ontatekiDgsmiddd, 1 H 2 m. diep in den grond
worden eaplaatet, noemt men floddënnynen. Ter
Termeerdenng Tan de nitweiUng kaa mea lot
nik «f "^ -'-^
bn bet o
Tcroonafan. Heeft de ladin<
oaar de ^de dee Tgaads MoeUend deksel, qiie-
lering Tan <
opstovping OW Mbraik maken tü steen sa stidi-
ken bont, die bn bet oeerTaüen Nrwoadin^
" ' ukngakist een e
. Is iJbeUend dek , .
gel genaMnd, dan worden de keien dea te beter
omboog gewoipeo. Ak miniamm ladiag wonH
5 kg. bnakmit gdiraikt, lerwql «leohts da beUt
sood^ ia t^ bet beiigen tsb briaante «piiasmid-
delen. Fottgaum zga mgnen, aaagelega inoeeh-
D,o,l,zedb,GoOgle
HINDËRKiaSEN—HINDI.
34S
tertonni^ g>tMi, waarren de m onder 45* belt
«n wMitg os qwagv) niet uiig««u<d, dodi aUeta
met keien bdut wordt, wetko door den invlood
dsr ontplotling Toormnrla woMfeo aitsowoijMB.
Dg DitMgnTen ommd woidt ftla bActiaff kap
ÖCQ Mfatemnd MI longM Mg«««rpo& De ipH-
«el beataat idt aterig «MeUHDpte plukoi, de
AMÜDf vit picriiMnar, mamiet, aohielbteeB of
binknit. Men gtèrnikt l kg. bukniit pet bee-
toUter kakn tm 8 i 4 kg. «er itA. Omt plsatrt
mm ^ bdiag, du iKndt bat onW^i^nild-
det hage den waad nou bwlen gdeid, Taidar
legt men den e^eget «> tn iMte atapelt aen
daaiop de keien. TVoimMMM wonden op geringe
diepte «der bet jHUTeld gi^tat en T»iniR«n
TSB een «irtitekiiisHniddBl, dat ia weiking woidt
gebraeU door bet gewiekt lêa «ra peraooM, dia
Boren de n^ brat «< ei op itaat. Onnata
met brnkmit Mfiud eo toot^ob vi» een b«ia,
paaaesde op dié ta gArnik Iq *«ot- en aditer-
WdMciMi At daartoe Mtr gcMUkt. Niet ««-
braiKt woraeBO, ^ iQ Toortien Tut een veing-
haldadop. Kiitói, istao, bnawa hunan b^ ge-
bnk aan giapalen, aiita Toonien tan «piingatof,
ontetrtinganiddel <d neerdnikappanat, ereneeDi
voor tn^möoen gAraÜct worden. Ean TeibeteHl
aoort tr^m^ ia de laiMorftia, Toonien van
een maebaniaeh weikeod 0Dt«t(tiogitoeB((4, dat
de «K^Mfing kan teweegbrengen, loowri door
den dn^ Tan een penoon, nb door bet treUtra
aan een draad Tan nit oen pnnl binnen de «tel-
ling. Plaataiog en wegnemen kan wnder gevaar
geeebieden, daar de «baad toelaat de wwtkiig
van bet toéetet op te beffen eo weder h> het leTen
te n>epen.
Hlndcmlmita. Zie BindemitMit,
KïnAuw^^Qiuta» Vdiuri mm, een Pi«i-
titeb generaal, den ISdm Juli IfiM te Wemige-
rode ^ren, nua in 1820 dienet b^ bet FraTd-
•ebe Hgei, wm in 1849 ebrf ^ran dan gmeralen
■taf na bet vereenigde Doitaehe leger, Ja 1656
geiMMil-a&Joor en iaqwetesf der Sde, later 2de
artUloJe-famteetie, beatnnrde gedurende den
DeenMben Oorlog den aanrd der artillerie en
senie of de Dftppekr «efaaaeen, werd in 1864
Setorderd tot Inapeetonr-gcBenal der artillerie,
aam Jn 1896 deel aan dea '*ddtoetat in Bobemen,
werd toen eeaerad der infanterie, bevond ikh
gedniende den Franedi-Daitarben Oorlog (1870 —
1871) in bet hoofdkwartier dee konioga en orer-
ked den 3Seten Jaaoari 18T2.
■indarwot i* d< verkorte aaam ran de Vet
TU den 2den Jnn] 1875 S(U. N*. 06 tot nge-
fing ran bet toeiieht bQ het oprichten van inrieb-
tingen welke geraai, ediade ^ hinder^nnaa
deie wet ie te Tooikomen, dat door het opriebten
en exploileeren tu nQvedwidiondeneaungen het
pnblidc, epedaal de rondom wonendeB, eehada ea-
derrinden; bare atreUing ia dm met, lomli die
dei Veiligbeidewet, bea^rmiBg der ia de on-
denieming werkame ailtelden, maar Jniat vu
bet pobliek dat buUm da ondnneminfc itaat Het
door de OT«rbeld nitgeoetende toenebt ia yrewa-
ÜÊf; alsTorent een onAtt de wel nllende iirieb-
1 letgnnning
1 Bn^emeaa-
ting te mogen (^rkbtw, moet n
heUtcD verkregen, in den ngel t
ter en Wetboadera der gemeente wht de iniieh-
ting lal worden Mreetigd, in enkele gevaUen
Oedepnteeide Staten of van den Koning. Oa-
de wet ttümt alle iniiebtim«n. m welke
etoom, gawen ot dampen van booge ipanning
vosdu grfMoigd on ^t, «dke gedreven w<vdea
door een of meer eleetNBotoren, waarna bet
Termogen de t^ KonisUgk Beelnit te bepalen
grene o*e»du|dti Terdei o.a. die beetamd tot
bewaring en Terwerking van bnakmit en andere
onIjtoAMre tfarflen, vui afval, himwertien, bcu-
deróen, bakkeröen, elaehterQen, leeilooiergei,
■nederig, ateoitioinrerjen, auiatinriebtingen
eni. Bg bét venoek on veigvnaiag moeten ver-
eehlUende in de wet nader omedmren etokkea
worden oreigal^d. Door aaotondicingni ea k«-
niageringen worden de belaagbeUwnden op de
hoogte gecteld van de gedane aanvrage en er
worat gelegenheid gegeven idiiifle^k of mon-
tegen de oprichting in te bren-
ling kan gewegerd w<
detiagh
«■"• « „ , _ _
f^nd van vreee Toor: o gctaar; b eAade aan
eigendommen, bedrijven <rfdegewndb«d;eliiBder
van entatigen aan^ waartoe behoort bat Ier be-
woning ongeeehftt maken van woonhniieD ot ge-
deelten van woo&faniien, het belemmerea van Bet
gehmik van lirteidMiiseu, keikan of aeboten, het
venpteCdea van vnü of van wat^^e nitdampin-
E. Kaa doOT bet ateHen van voorwaarden aan
beswaar van g«n«r, lehade o( binder worden
legemoetgekomea, dan irocdt de veiganaiag ver-
leMid oader bepaalde voorwaarden. BS de rei-
gonning wordt een tenn^ geateld, biaaea wel-
ken de inriehting voltooid en in werking gebradit
moet rïn. Tan de beeliieiDg door Bnrgemeeetei
en WetAoodeit irf OedepateeMe 8taten geaonwn,
kannen de vertoeker en de tidai^lMhbende, ieder
Toor loover hg in bet ongelqk ia gesteld, in be>
roep komen 1^ den Koning, die na verhoor van
den Raad van State (aldeüjing voor geeshiHea
van boitnur) beiUct.
Blndl. Zie BMoe.
■Indl, een dec niemr-Indiadie talen, omvat
aHe dialecten, die in bet nitgeatieAte gebied tna-
•ehen den ffimalaja, Windbja, de Oangeadelta en
SaOadaJ gtapnken en ia twee e^eie geaebwlen
gfo^Mn veroeeld worden: Weatfiln^ tot onge-
veer Benaree, en Ooat-Hindi of Bibari. Het Hin-
doeetaai (lie aldaar) of Oerdoe ia een Hiwfidialeet
met Penlaeh-Aiabiédie toevoegingen. De eebr^-
tail k bet Hoog^ndi, dat gnomattieaal met
bet Oerdoe oveteeiAomt, doch njn woorden niet
aan bet IVrriaeh, maar aaa bet Siuukrit ontkent.
De ktterknnde van bet Hindi begint reada in
de 8ete eeaw na Cfar. en kwam in de 12de tot
bkwi, toen Tttmd BorM de beUendeden van
den kateten Kndoefeniag van Delhi beiong.
TtfmcT* ihapKKMeBn worden nog beden doet de
Indiache barden geiongea. Kdf6, 4e gioote In-
<tieebe hervormer der 15de eenw, Het cedicbten
van ledeknndigen an godadienctfaen iwood na.
ToM Dot vertaalde bet nationale epoe „Rana-
kaa" m bet Hindi. In de 14de eenw «telde Soer
Dot den ,3oer Sagar", ees venameltng legenden,
«amen, Nabha Dat de ,iBiuiA Hak", In de 17de
e«aw achreef Lal KM den ,,T>]atr* Parkai". Het
in Earopa DMcet bekende nienwere Hindiweiit is
de „Ptmi Sagar" van LaUoe Ji Lal, een bower-
DigilizedbyGoOglC
344
kii^ nA bet tiend« deel -van den „Bb^^Tvt*-
Poemui", dit ót «vonUuen md dea jongen
Kritfna btmsbr^t.
Bindley, «en «tul in lAncMhiie (Engakad),
net een La^iMche aebooi, bttoenapinHrgen,
BteeukotMuiqiMn, tdï (1911) ai 100 iowoHn.
In de oDutieken ligg«D tAirqke nignweifcendot>
pen.
HlndS, beX giootate «hnd aan de kast v«it
(Noorwegen ittdbt Noi^laady,
Hindoe is de num, die in bet algenMen ge-
geren wordt ud eiken IiiMwiling Tan Toot-Iu-
dië, die den lirahmBuiBcheu godsdienst belijdt,
aoDdei te letten ^ de etfungmiache wlionim-
gm. Vooral werd die naam èet eeiat dMi de
Penen, ktei door d« oreiige HebaaMDedaanecbe
Tolkeien van het Ooilen en eindelök wA door de
EuTOiienDen, to^ieiend aan iiet talri|ke yo]k van
AriMUten oorapione, dat voornamelgk getettigö
it in het «tioömg«bi«d van den Gugee en tu»-
daar aijn beMhaTing medegededd beeft aan bet
•ehieieiluMi Tan Yoor-IndiB. Vandav bet woord
HindoêUm, d*t (oowel bet gehede aebieieilKid
aaii deie igde Tan den Ganget, «kk in meer be-
paaldeD lin bet eoordelük gedeelte daarTan aan-
QDJdt, terwnl bet nidelfk gedeelte den nw<n
Tan D«ka» dnagt, «bnMde bet woord fiindcMto-
Hi (lée ildaai).
■iBdoal DoeBKle Trum^ de HintUdialecteQ,
die doode talen gewKden i^
Hlndoelsnu ie een nildiokking. welke in
nüneien «f eogeien lin gebeiigd Inin weiden;
in bet eercte g«nl bedoelt men er mede den gode-
dieut en de dnnniMde «meB bangnKte maat-
•ehappeiiike iutdlingen der In^Sra, in bet laat-
«te geraf bet derde tgdpofc i« de ootwikkeliog
■ran dee Brahmaaneeh-Indiieben godetUenst,
W T«ideeld ie tal Tan aaeten, bobben alle Hin-
does bet leentok dei liebreitiaisiiig (lie aldMi)
gemee&L Seie waa raeda in bet oudere tjjdpeik.
•u bet Hisdoetme in «n«i«i nn Toonfgaande,
■U TutgewoiteU in bet udia^ gemoed, dat ig
vA bij de Boeddhisten ingang Tond, oadankibet
feit, ibt ig het beetau eenet liel loochenen en
daardooi het leentok euügiBna aedeii foimulee-
ren. Ook bet Indiaebe PanuoMi en de Terdeie my-
tholoffiaehe Toontellingen, in htut heilige boekan,
Tan de Weda't af, neergelegd, woiden door alle
Hindoea erkend en ign giooteiuleelB in bet Boedd-
hiame oTewegaan.
De eeiedienst dei Hindoe* bestaat hoofduke-
lÖk 'ia bniselijke devotie, het bidden in tenqida,
bet brengen raa olferaiwlen Tan bloemen, bet
doen Tan bedeTaarten, het deelnamen aan {iioeet-
■iea en godtiKenstJge feeeten; ook au werken
Tan brfdadi^keid, bet opiidUen Tan beiligdom-
men, bet graTen Tan Tgreta en cietetnen ia eteedt
gioote waarde gcbeebt. Ala Toomaamste ^oden
mt bet deide ontwikkel ngstgdperk moeten ge-
noemd worden CïtM en diens wederhelft Therga,
Fteftnoe en die» gemalin CrT, Bnhma, de
Bcbeppei QoMfo, de immegod Soèrja, Skónda,
de god Tsa den ooriog, Saröwati, de godin dei
wjjabeid en wehpieken^Mtt' "■
popidaire goden tbb mindeien lang, looala da
niMtneRod Xdma met ign gemalin Bati en de god
dee rokdomi Kotbera. Ook Jamut of Dharma, da
god éea dooda en der geieditigheid, wwdt MOi
*ereetd, teiwqJ ajideie, die in -het Tooimlgaande
tqtktok 100 boog in aanzien etondens tbana een
mdèrgeaehikte ^kata ïnMOKn, b^T. Indra, de
hemelkoning en i^engod, ni AgiU, de god des
Tan de bjina 800 miUioen Indüia woiden
ongeTeei 70 X of inka 200 millioen tot de Hin-
do6B geiekend, terwgl de oTetige 80 % worden
gevoimd door «anhügeri Tan andere godidien-
&de eeuw op Jara een Biahmaanadw
maataehmg Tond en er ees maiditiK Hindoeiijk
ontetond, dat ^jn i&Tlocd ook tot andere eüandeB
oitatMÉte. Wel werd sedert bet laatst dei 15de
eeuw bet Hindoelme Terdrongen dooi den lalam,
(^ de beaehwrjntf der inlandwe heeft bet editei
een bQJTendeD mTk«d vitgeoetend, en cfi bet
eiland Bïli heeft het ndi tot heden toe gehand-
faaafd. Zie ook BoediMwaM en BrohNOMsme.
Zie: S. W. Hopkint, The religions of Indift
(18S6).
Blndoa KoMj «f Bindotk4>h, bg de Ouden
de Indwehe Kauluaua en Parofontitv» of Pofo-
poMiMM eeiwemd, is een beigkaten in het N.0.
Tan Afgnuuatan, die Moh nitatrekt Tan 84 — 87*
N.fir. en 6&~-14> O.L.T.G1. Zg vormt de sni-
delqke giana van het Hoo^and Ta» Pamii en
Breidt de ten W. Tan den boTenloofi nn den In-
dns gelegen landidumea Tajitral en Kabodialu
Tan de landen Wuban, Koeidoei dn Badat^JMi
aan dw borenloop T«n den Amoe (Oxos). l>e
Hindoe Koesj veiinndt Centraal- met Weet>Aiil.
All ooatedgk beginpunt woidt de 61^0 m. hooee
Koend aangenomen, ais weetelgk eindpnnt de
Eoh-i-£aba (5143 m), nóet ver van de oronnen
Tan den Hilmend. Zjjn gemidddde hoogte woidt
^ 4500 m., de Tiiatsjmii ^ 77S0 m. geachat;
in ign afwnderlgke deelen is het gebeMte nog
niet gnndig «nderaoeht. iBeiüge nweOqfc ba-
gaasbuie paaeen, die van Sriboel naar den boTsn-
locfi Tan den imoe leiden, Ikgan 3000 vu, de
sneevwgima 4200 m. boog. De meest bekende
ijjn de BamiainusseiK ten gelaie van ses, iraar
Tan eehtei akebts een <97l5 m. boog) tooi kar
en {laaid geacbikt is.
Id de meest afgelegen dalen wonen de mt
± 40 000 families bestaande ^abpoaj (= awart-
geUenrd). Zq 190 Boeddhiaten, waarom de Ifo-
bammedanen ben Küh (= ongeioaTige) en bnn
land EaJüiistan nosoten. Bgat, mals, snikerriet,
taiisk en katoen leteren de dalen aan' de inid-
bdÜDg, de andeitt dalen «kni-Ten en Tooiti^felg-
ke outsoorten, 0.4. piftebtige gnowtai^iB en
moeAeiitn.
Blndoeetwi is de Peniadw naam tooi het
land det Hindoe'a, d.w. 1. in engeren sb bet
Indtis- en ^angesgebie^ in mineren geheel In-
bniüelgke naam Toor net Hindidialect, dat na
opneming Tan talqjke Penieche tocToegsels de
DigilizedbyGoOglC
HINDOEeTAHI— HDnUCBS.
omgangstul in IndJI is geworden. De inluidKlie
naam van die tul ia öf Hindi, 6t Oed (saban),
d.j. k«mp(tMl), nUu geDoemd nau bet kuBf
Tu d«a grooWoffol t« Ddhi, wiu de tMtl Iwt
eent ontatond. Vn DeHü nit ittapMidde »th
bet HIndo««Um «rer alle prOTinews nu bet
iqb tu den gTootmogot en trordt ook ia Biima,
op Mavritim, ZauHÜu', in Ihakate en de ba-
leni Tan de Penieebe Ooit «entaan. Het meeat
wordt bet in bet N. tid Vooi-Indiê genrokea.
Een inidetöke toi^nL die in HadiM, Haident-
bad m%. «cbrgftMl ia eewoTdenv noemt men
IMhu. Het Hindoe^ni beett een leei iqke li-
teratUDT ontwikkeld, «iei bkeUöd in de voiige
eemr begon en nog niet atfjealotea is. De prOBO-
die eo metriek bemsten bgn« gebeel op Feni-
«ben giondal^. De IjtiA ia leer ontwikkeld.
De aebeppet der dnoMtieebe pofaie ia Amandt
<t 1w), wiena langepel „Indan-Sabha" bet
ineeit ge^Mdde «Ink in lodie ia.
mwh^ii (Ckatdieatiof, beet een gebiek in
d«B ^wig, wiarbji bet bohaam km kort en loo
weinig DMgdgk op bet been aan den aidcen
kant raat. Dat gebrek kan ign oonaak loowel
in bet been lelf, ala in bet bekken of de buik-
holte bebben, wanneer bet doel tan het hinkea
ia de pqik, die t^j bet ateanen op het been ge-
roeid woidt, uwTce) moKeljjk te bekorten, waar-
bg de patilot de knie owgt en aHeen met de
teenen den grond aanraakt. Zoo bgT. bq iaebiaa
en eoiilie {ue H«Hpnek(eJ. Ode aaiigdMren komt
bet binken loor, vooraj in ona land en met name
in het nootden, meeatal Terooraaakt, doudat de
kop tan het beopbeen stet nut >d da onvol-
doêad oatwikkeMe benpkon, maar vp bet dann-
b««^ waar bet i^ elkn ati^ een eind ombeeE
gljfdt Ia dat aaa'tiejde igden het genl, dan tot-
aadert bet hiakea tt «en wmelenden gang. De
MDgtboreo heimontwilditing lomt veel meer bij
TFonwen daa tm mannm toot. Het binken of
lat«i«D leeffagd komt Tooml t^ ontoteking van
bet ben^wridit voor. OcA een verkorting of
verlamming van bet een« been dwinst ertoe,
BTenaln aommin mtvronningeii Tan ita voet
AaoTalagewgie aomt bet hii£en vow tengevolge
van verkaÉiung der bloedvatui (lie AUuroma),
waardoor bq ateike l>ewegii]|^ de bloedtoevoer on-
voldoende wordt en een pgnlvke, vooAHgaande
iwafcte van bet been den patiflnt doet KiÉeii.
De behandeling moet gdiecl mtar de oonaak se-
regëd worden; de aangeboren benpoatwijehtiog
wordt vaak, atniieB van opeixtieve behaadding,
met Neeea veifwteid door een maaDdeaknM lig-
knar, waarbf bet bovenbeen door een gipavei-
basd in boitenwaartadie hondiag worat ge-
fixeerd.
mnntstelael, waaibq naaat goodeo ttandaartonat
ook lilveien mnnt een wetlog betaalmiddel vormt,
echter 'niet vrg aangemont mag worden, aooala
bqv. in on< knd bet geval it. Zie verder Binu-
lalimg en Sbatdaard.
Blnknwr^ aartebieadiop van Bbeima, in SOS
gAoren, ontwikkelde lich onder leiding van abt
EOlwH in bet klooeter St Duia t« Faiiis en
volgde tön leenneeater vrffwiKig dmv Sttaea,
waarheen hg door Lodtteik dmt Vrome vetbui-
aen waa. Toen forel de Ktde dra troon beklom,
keerde HtakaMir als prieater terug ea werd in
S4S bevorderd tot aartafaiiaebop van Rbeima, Ala
Modaniff waa hg primaat der Weat^raokiaebe
geeatelgkbeid, en hg beeft nch beijverd om tnobt
en orde Ie hierffteUen en toaefatte bet leeht der
biuchoppen en ejnoden tegenover den pms te
handhaven «n bet aaiaien der geeatelipineid te-
genover de wereld^jke macfat te bewaren. Hg ver-
lette lieh namel^ iHt kraebt tegen de deereta-
len van den vaiadien leUontt, terwS de loon ig-
ner loeter, de wioerige bisMhop Hinkmar wn
Lacm, die in 871 algeiet werd, genoemde deere-
Ulen irerdedigde. Ook noodnakte Hinkmar ko-
ning Lotharnu II sna door hem verstooten ge-
malin Thietberga weder aan te nemen. Niet min-
dei Qwig waa hn in het onderdrukken van eUe
gevaarlgke dwanlleer, looala die van den ketter
QoUidudk, over de piaedeetiaatie. Toea de Noor.
mannen in 882 een inval deden in bet Weet-
Frankische rqk, nam bg de vloebt naar de wond-
streek aan de onrig van de Harne en overleed
kort daarna t« Epemay. Z^n geediriftea, gedeel-
telqk van leerateltigen inbond, looaia ign weik:
,J}e praedeatinatione Dei", tegen QoUtihtük ge-
rieht, gedeeMelqk brieven «>., weiden in Iw
in 2 doelen door den Jeinlet Sirmomd in het lidt
i, Jaeob Qnot, een Nederlandaeh
kanaekedenaar, den 5den Uei 1723 te Hoorn ge-
boren, atudeerde te Bardenrgk, Franeker en
Utredit, en werd achteieenvolgeu predikant te
Zonnemaire, 0«ea en ütredht, in weke laatrte
stad bij een balrre eeuw werknam bleef. ""
• ^ "en 28. "
wij: .J
dacht" tl 779), J[«er*__
kilden" (1797, met venrolg) «i „Viciiiy vanden
viittigjarigen dienal aan Chriatae' gemeente te
IJtre^t &a 29sten November 1801°
Hlnrlolw, flenmm triidtiek Wühelm, een
Daitaeh wnagëer, den 22«ten April 1794 te Kalk-
en in het «Toothertogdoffl (ndeabnig geboren,
vertrok in 1612 saar de nniveraiteit teBtraala-
burg, om iS de theologie te etndeeren, wgdde
Kch vervolgeas te HeidelbeH aan de beoefening
dar leeht^rieerdheid, doeh l«de aieh in ïSit
atdaai onder leiding van H«^ vooral toe op de
wijsbegeerte. In ]8>]8 beantwoordde 1^ een door
Uegd vitgeaebreven pbiloaopbiaehe prgavnag, «s
in ijjn eerate werk van eei^gen' omvang: jXe
SdiiÉion im innMn VetUUnia mr Wiaeenaehah"
{1823) trachtte hg de godadi^itleet op den
B privaat-
rndalag det wMMC«erte te grondtcaten. Beeda
ISlObad 1^ n£ te H^delberg ah p
docent g«v«atiga, werd in 1822 tot mitei^
hoogleerani te firealaa en ia 1824 tot gewoon
hoogleeraar in de wgabeoeerte te Halle benoemd
en overleed gednrende oe «aeantie te Friedrid)-
kA in llKirii^en den 17den Angnatni 1861.
Zgn briai^rnkate geeehrilten i" "
„Vorlesnaoen ' ttbei Ooetbe'a Paoat" (182$),
" 'iUeie Dicbtnngen na^ ihren hietoritehen Zn-
' " '1^7—1839. 2 din.), „Oeichichte
itniiniipien aeit der Befwma-
tion bia anf <Me Gvenwart" (1848—1862, 8
dln.) en ,J)ie KOnige" (1%8).
DigilizedbyGoOglC
HINLOiPGIHarnuAT— HIFPEL.
Blnlopenatraati <^ straat tnui^en W«it-
SpitsbcTfftn en Noord-OMÜnd, awt de Lommc-
bui in bet W. en de WaUeni>etg4)ua in bat O.,
beipoelt in b«t zuideD Zaid-Waj^gatsj, bet Wil-
len»- «o de BsstiuneUsiiden. Zg ia meeetil bet
gebeele ja&r door met ijs bedekt.
Hlnsobliu, Pwl, een Daitieh beoefeuMr *ui
bet keiireeht, den 2östai Deccmbei 18S5 te Ber-
Ign gdwieiL atodeeide M»u «n t« B«iiMI>ais,
Testigde licD ia 1869 ab prinatdoeeDt in ign
e^f^rteplaats, was vm i9m tot 1865 bdtengv-
woon boogieemLi t« Halle, keerde rnkdut tenig
nuT Berlijn, werd In 1868 «ewoMi (loogfeeraai
te Kiel, Tertegenwooidiede dé nnlTsniteit diei
■tad in 1871—1873 in het PniimwAe Beerenbais
en Tertrofc in 1B72 ale boogkeraar naar Betl^n,
waarvoor b(j sedert '1899 in het Heeienbnia lit-
tiiw nMQ. Van 1872 tot <]876 en fan 1860 tot
1881 was. hij lid Tan den Rqk»dag, waar bq tot
de DationaalJiberale partij bebooToe. H^j lererAe
eeo eritisehe nitcave Tan de „PBCOcbt-Iaidwisebe
deeretabn" (1898) en adireef: „Kirchenredit der
Eatfaoltken nnd Proteetanten in Dentvcbtand" (di
1—4.2, 1869— 1898) dat ouToltooid is gebleten,
„Das landesberrMebe 'Patronatr«aht" (I^>
„Beitrige zur Lehie tod dei Eideodelatioa nut
besoiiderer KOckBioht aal das Kasoniscbe Baeht"
0860), „Die e>ang«liscbe Lawleitirdn ü Prans-
ten anid die EivrerleHHing der nenen Provinsen",
J>ie Orden and Eongnaationen dei KathoHscben
Eiiefae in Pioassen" (lEn4) «n „AUg«in«ne Dar-
stelhing des VerbUtoieaes mn Staat nnd Kliebe"
(1888), beneTena commentaren op TeriefaiUende
Praisische keitiretten. Hel zjlii vader Kifigeerde
faS vw 1662 tot 1866 de „ftenMiebe AnwaK-
leitnne" en later de ,^tBebTlIt fflr Qesetigebiing
nnd &rfilapflege ia PlWMsen". Hg overleed den
ISden Oeeendter 1868.
Blntonae, een Iclein betgiDeer in ttet Bei«r-
•eba district OM>er-iBeier«n en i» bet amtit
Bertfatewaden, ligt ten -wcBtMi *«n Baauaa aan
den nudootte^jken Toet van den Beiteralp, 787
m. boTen de opperriakte éei «m.
Hloco. Zie Kobe.
Blppajohiu, de grontHegger der wet«nwbap-
pelQke aterrenkande, te NicacA in BithjniS gm>-
ren, leefde omstreeka de jaren 190—125 t. Cbr.
Hji oitdenrieip de aatronotnie van igo tgd aan
een aauwgeiet ondenoek en waa de eerste, die de
lengte van bet jaai met jnistbeld bepaalde, «aar-
b$li3 ontd^U, dat de lengte t^xi het aonnejiar,
toenmaals o^ 865 dagen en 6 nren gesteld, om-
teit Tan de loopbaan der ton */tt bedroeg van den
straal dier baan, en dat de ion bet TCrst Tan de
aarde Terwijderd ia, wanneer ig lieh in de Twee-
lingen bevindt. Hg wa* de eerste, die lonne- en
maantafels berekende, terwgl bg de grootte Tan
ion ea maao DanwkeQrigjT daa 1« voren bepaal-
de. Door middel van «en TernaKig gerooden me-
tbode, b^end onder den naam van diagram van
Bippoehu», meende h^ te mogen Taatatellen, dat
de ion 1200 en de man 50 aanhtraJen Tan oase
aarde Terwjjderd ii en dat de middallgn ^ *<"■
fi*/t maal loo groot ia ala die der aarde, 'en dte
der aarde S^/i mui loo ^^oot ah di« der maan.
Hen meent dat de ^taehng Tersebgnli^ Tan een
nienwe ster bem aanMding heeft gegeten om de
Taste aterren waar te nemon, haar plaatsen te
bepalen en aboo een slerrenlgat te ontwerpen.
Nog belangrijker is ign ontdekking tan bet voor-
DitacbaiTen Tan bet pont, waar de eTeoMti en de
Kmneweg elkander anoden (het Daditerening»
pnnt). Ode maakte hg lieb seer TMdienstd^ op
aaidrgksknDdig gebi«l; hg word de grondlegsc
der wiakondige aatdrgtsbesch rjJT ing, tenr^iMi
door bet waarnemen Tan lengte en bree<H« de
bggüw der plaatsaa <$ aarde bepaaMe. De oan-
trek der aaide bedraagt, toImiu hem, 275 000
staditn, de lengte van het bcÉesde «i bewoonde
laad 70000, de breedte 46 200 atadtio. Tm iqb
gesdiriften xgn sleehls 2 bewaard geUeren, na-
m^gk «en eofmnentaar op bet astronomiseh ^
dicht Tan Araltu [ni
door VUioniu
door Jfantlitw (1894)eneenBterTenI3at.
Hlpp&rohna, de lOon tan PitMratit. xm
Bipfioê.
Blpp«kStnUB is de naam Tan een plMoten-
geala^t uit de tainitie der Amar^fitideeè» en is
■eer naaw verwant aan AmaryUit, Crinmm, Sfn-
ktlia, Brmnipia, ZefhjfrmUlu*, Lgeori», SUr»-
bergia en VMota; bet herat kmtdêditig* bdge-
wa8«en. De Uoemeni^n groot en fraai; 2 tot men
komen op Mn stengei voor. De Tooroaamste aoor-
ten ign: B. aolandrUIontM, E. «tKatiM, E. Ae-
fcemafiM, H. ftUUttiim, H. fanUnum, E. tqat*-
Ire, B. reHeatalvm, B. «fyloewH, 0. Rs^iiw^ ff.
L^ipotdi, B. proeerWH, iH. raftlNm, H. vittaUtm
en E. iohiuonL Bnkele fingeladie kwMÉeis heb-
ben <kMr kmising rassen in den handel gebracht,
die door aehoonen Toim en grootte dw btoemen
nitmnnteo. De eÏM^n, w^e men aan de bloe-
men st«lt, iqh: flinke, reebt<qMitaande bonding,
regelmatige, atompbladige hloerakroon en scher-
pe Uenren. De Teimeerdering gesdüedt door
laden, die Troeg in bet Toorjaar in wanne kweek-
beddiiw onder Tocbtig mos ter kieming wMdea
gAnt£t.
Hippel, Theodor Qoltiüb vo» een Dwtaek
bomoriat, üen Sleten Jaooari 1741 te Owdttnea
ia Oost-Pmisen geboren, beioofat reeds ep igs
16de jaar de nmTorsiteit te Kwiii^jAéigTO, om
er in de the<rfogie te atndmTen. Hier maakte b|
keiHHs met den raebtsgdeeide IFoyf, die bsni in
bvie opnam en opwekte liA op de reAtsgrieerd-
heid toe te leggen, stamede met den Roanaelwn
luitenant Vim aejrwr, die hem meeMUD naai St.
Petertbnig en bem aUaar toegai^ Taraehalte t«t
aanzienlj^e kriagen. Hoewel hmr «ehittemde
Toornitoiditen voor hem geoptod werden, keenh
hg naar K<nungabergen terag, waar faQ lich met
de betrekking Tan bnisonderwgaer vetgeiwegde.
Zgn Kefde toot een rj)k meiaje via Toonaaiai
stand braebt bem tot bet bMkiit ^eh «aa de
reehtsgekerdheid te wqden. Eerst wh b]j werfc-
laam ala advocaat ea ia 1780 werd hj) beatviend
boigemeeeter van Eotangsbeigen ei eonüniaiiie
- politie met den titel Taa gdt^m krggsraad
DigilizedbyGoOglC
HTPPEL-^HIPPOORATBe.
T<il>lof te Hoben bg KoDingdwrKen ««teM
terwj)! ijjn Daam als dehrnrer oiWMkeiHi Um
In Mn mia ol men gebiMÉigen Toim *loeJ<
iji over tn luim «l goecUs^d. Hen ontdekt
dMtrin öikwgb ««n enwtigen groniklig, mmu in
geaatigen m>nn. Tra lön geschriften noemen wn:
„Üebei 4Üe Efae" (1774), „UtiMi die bOigeriiebe
V«rbeHeia]« dei Weiber" (1792), „Ueber «eH>-
Üebe Bitdong;' (1801), ,^beiuUaf« naeb mI-
eteigcoder Liaie, nebtt Beilagcn A. B. C." (4 dln.,
1771—1781), „ZinimeiiiMiiii I and Fiieddeii U.
TOD Joiunn Heiniieb Friediioh QaittevlNHim"
(1790), ,Jres>- nnd Qnentee, dM Ritten A.bii
Z" (2 dfai., I79&— 11»4), „HudieiduiQngeniiMb
öar Ifatiii" (1790), bet fa^epel , J>)r Kum uefa
dei Uhi" (2de druk J77IJ. Z^in ,£ftiiimtlicbe
Sehriften" ign in 1828—1881 » 14 deelen ia
Kei Keht Tencbenen. Z^ neef Tkéodor Gottlub
«ON Hifpa (t 10 JnH 184S), b^end deoi ins
TiiendKnap met £. Th. A. Boffmatm, wu Oe
•teHei der oproeping wn Fnedrük WUkdm III
bjj den uDinng nn den beTiqdiiigoooritv, geti-
teld „An DMJB Tott"; ook lebieef bq „BwtraM
m Cawi^teiütik Fiiodriob Wilbdnu ILT
(IMl).
BlpplaB, een zoon van den tiran Pinitratu»
TUI AUiene, wu met x^n broeder, Bipparekiu,
de opiolgei Tan deien (527 v. Cbr.). Hoe-
wel trote en opTÜegenfiieid tot i^n eigenaehap-
. _ _... _ , door Pitiitra-
to» Terdieven, «ialen daardooi den vieiel de*
■ndka ^nnde te maken, begnren lich meti een
Moiïenne kijjgsmsebt naai Atbene, werden
Ti^ena de nitipraken nn het orakel door Spat-
ta tiQgesiMn en verdreven den tiiMt (510). Deae
Ttaebtte naar den Peniadten koning DoHm flya-
tanee en 1>ewoog deten tegen Griekenkad te
velde te trekken. De ondemanung der Penen
leed tebipbrenk in hun nederlaag bq MaratluHi
(490) «a Hifpiat ofeiloed op heatao»,
Hlpplac, een eofiat mit Etia, dia caiatneka
bet jaai 400 T. Clu. leMcK waa een t&dg«aaot
Tan Fntagjom n heelt sidi tooib] ondenehei-
den door iva venegMuide ijdelbaid co Terwaand-
hejd. Hj) beroende ta Hoh op, dat hü allee wiat,
en TeEikutarde liefa l>ereid ora antwoord te geTen
op alle vragen. Ja, bg leide dat hg allee, wat bg
dfoeg, ajn gebede gewaad, ad) Torraudigd had.
Hg wDidt daaiorer Seipot dooi Plof» in dn „Pro-
-tagoiaa" m in twee aaaeonrakcn, die 4n bmbi
dngen. Een dier nuDen^tniken boodt men even-.
wel Toor onecht. De fraomenteQ tnner weiken
tindt men m JfMBer'i „^agmenta hiatoijooram
fraeeomm" en in THiU „Pragmente dei Tono-
mtikei" (I90S).
Hlppo, gewoonlök Hipfo Rejiw gebeetan,
«m deae etad Tan andere vas dien naam te «ndei-
Mèeiden, n Nsnüdtt aan de HiddelhadidH Zee
gelegen, was oor^tionkeM^ een Tolkiplanting dei
Pboenttitn en werd ten tgde van den Emteo
PnnÏMfaeo Ooilog door den NianhÜaciMn bnüi^
der MaairlJBrs veroTerd en tot reeidentie vei-
heren. Sedert den tgd van Jfowaiiao waa Ui Va
afwiaeelins met Ciita (Conatastiae) de bootditad
Tan gebeel Niinadit en in 46 t. Ctir. weid ijj
door Oaeaar aan de Bomeiaea onderworpen. In
de geadüedeoi* dn (^liatelgka Kerk Teiroit de-
le atad een meikwaaidiffe rol ala Afrikauaeben
hiaat bojgaieteL Behalre oen beroemden keikntdei
Augaituuu, die «r mdnrende de belmring dooi
de VeiHlalen den aStten Ai«aatna 480 oferleed,
tdde i|i T«l« andere beiÜgen en martdaMU. Door
de Vandalen «eid i^j na een belegering tbd 11
ma&nden Teroreid en met nitioMHrisg tm de
biasehiTOel^ke faoogkeik en het bnia van Augu»-
Hnu», dooi de tlaÈócnen vernirid. Weldra ecoter
leiieee ig uit baar aaeh. Reed* den Uden Fe-
broari 496 akrat Omuerik ei Tiede met Rome. Een
eeuw later riel ij) met al de eehatten van koning
Oelimer in banden van BeJiaortu*. Eindelu
ig in 697 gebeel en al verwoeet door de
mmedanei op berd van khalief OtAmon,
«aaina de i:m«ietenea ieti noordelgker een an-
dere atad bouwden, bet bedendaageebe Bona.
HlppoMUBpna MitlqiioraiB iZeefeardjt).
Zie AaaUvHadkM.
nippociolla ia de naam van een dieilqk ^
lei, dat in CUna wordt beleid uit de peeaaehl^e
deelen Tan den dajiggetai (den wilden eiri) en
in den Toim van ble^gigie, balfdooniehti^^ of
geetbroine, ondoonichtige platen in den handel
komt.
Hlppoorataaowto ia de naam eenar plan.
tonlamilie, die kHmmende heetten en boömen
omvat, en waamn de meeste ia Znid-Amenka
Ïivonden worden — er ign ar «ehter ook in
trika en Aaië.
heërï
aeti^KMlgken
[en groadalag legde voor de baelknode,
on van den aadcpbadn Htnelidt*, een
prioaterlqk aita op bet eiland Kot, «n van Pkat^
martf, een nakomelinge van BtraeU*. ffij weid
T«imoeddi^ geboren in het jaar 460 t. Cbr. Na-
dat ij^ Tadei bem ia de veittofgen wgaheid der
Aaet^iaden had iogewgd, verliet hQ ijjn v^dar-
laad, woonde gemimen t^ op bat eilaad Itiaaoa
en overleed, naar men meent, te I*ri«Mi in 877.
Zga roem benut niet op de nitgebieidhaid ignei
wêteniebap of op bet vorraen na e > - >>
tIeeL maar vooral <^ de aehiandeibeid, waai-
ide h§ het binikban nit bet bon medi — '"'
de wist al te adteidea; hg JMacbonwde e
medwede
de elk ii(
tageval met de daannede «paaid gnande
eugnaden ale een idfatandig Mt en bracht het
in velband met kronawijie en klimaat. Zgn ge-
wo(Hite was, dat hü « bet vooratgaande even-
goed lette ala op het tegoKwoofdige, on nit dat
allei een beetait opmaakte omtrent de behande-
ling en bet Teiloop der ongeatildheid. Op die
w^M verbiel hg, ook loader kennis van dé p-
thologitebe anatomie en vaa andera bnlf
len onsei dagen, de meetkunde tot een
n dt pa-
ilpmidoa-
weten-
, :en en bet Terloop tu <«■
deriebeiden liekten, alaook voonehriften omtrent
het dMet. hetwelk daarbj moett tn aeht geno-
men worden. Zgn wgia vui behandeling is door>
gaant teer omiicbtig en lacbt, TeeU op besta-
ring der lenennwgM gegrond, wodat men tater
toodairige geneaafaoeron, die alkeerig wann van
doortastende middelen, met den naam vu Biffia-
eraM beat«npeld beeft Eveaala Soenttu, agn
DigilizedbyGoOglC
H1PP0CRATB3— HiIPP(]Ï.TrüS.
beroemde todgenoot, «Mde lig lidi niet un bet
hooM etmtr aebool. Wat nmhiai «a emdiig hem
herdeo, halde hq niet in dut dnier der veibot-
genbeid, mui Diukt« hjj kl^cmMD Ixieiid. Vui
de taii^a geedirift«n, die ign aum dngen, i^n
iDtuM£«n Tele onecht en eent in den tiji dei
Ptoürmaei opgertehL Ook ^, w«lke men tooi
edit hoodt, bentten wMnchgnlijk toeroegeelen
na KJa ionen Tltettahu en Oraeo, ita ign
s^wonzooD Polylnu en wn ADdeien. DureDboien
WM HivpoeraUê een uitstekend beoelenA&r d«i
wiAwKte, De beate uitgwren van ign «eiien
lÖQ die *an den GrondDgadMn hoogleenuu Er-
nuritu <iaS9— 1858] en Tan KüUevein en Il&er?
(dl 1 en 2, 1865—1902).
Blppoor&tes ui' Ghio», een QriekMh wia-
kuntÜKe nit de 2de lieJft der Sde eeuw t. Chi.,
oateoM ndi te Athene in de meettande, mur
ireid omdat hg geld aannam tooi ijjn leaaen, nit
den krinff dei Tolgelingen tui Pflkagorai vel-
bannen. Naai bem «oidt een dooi bem nitge-
TODdeQ «ecaaebriMÈe fignui, tot qnadcatnni tui
Aa drlel dienende, lutmla Hippoeratü ge-
naamd. Hg Kfaieet een meetk'imdig hand-
boek ondei den titel tui „Stoiobeia", dut eebtei
Terioien i« genekt, en was de eertte, die het
Tiaagatnk Tan Delos (ii« Deloê) oploste.
BlppocratUKiti salaat (faeui Biffoero-
tiea) noemt men bet gelaat Tan een ateiTende.
Kort 'TOOI den dood ondeixaat gewoonljik des
menseben aaogeiiaht een in t oog lotmnoe rer-
andeiing. De geJuttUeni wordt foledi eo vaal,
de wuigen ea lippen worden bUnwaehtig, bet
Tooièoofd glad, terwjil de weeke deelen JDTaUen
en de neoa en kin pontig woiden. De oogen lin-
ken di^wi in de oogholten, Teiliemi hü glaM
en bUkken Kissig dcür de lul! Mloten eogledeii.
Dom Tcianoeiing, gedeeltelgk «mr «tüataod van
ontatMB dooi groote uitpotting. na lang vaaten
of na een aanmeikelqk bloedretliea en i« dan
mkHfei gcTaarlök. Zg is akoo genomid, omdat
BippoeraUi haai het eerst of een jniBte wqae
beêeiiteTeu beeft.
i beet de sdioone doditei Taa
■peid waa, étt iSn toekomstige seboonioos bem
aoa doeden, maakte hq óe voorwaarde, dat dk,
die «a de band qjoei dochter kTram, met hem
een wagenien len honden, «m hem alaoo te kun-
nen dooden, tow dat ^j bet «nde der renlMuui
beraikt hadden. Op d«ie wjjie gdnkte bet hem,
T«le pietendénten om het leven te brengeiL Ehi-
del^ik echter kwam Pehpt, en deze kocht den
wagenmenner dea koninga om, toodat Oinomau
te midden tui den ren Tan den wagen stortte en
het leTsn Teikoi. Hg bawde bieiop met Hip-
podamia, en deze schonk hem twee ionen, Atreu»
en Thifultt. Zg doodde lich lelt nit yeidiiet
over het Terwgt, dat ig haar l>eide ionen «on
hebben oangeepooid om faun itietbroeder CAry-
ripftu te dooden.
HlppodrooiB (Orieksdi ^ paacdenloofi) waa
bq de Orieka de baan voor wedrennen van paai-
den en wagena, ter grootte Tan twee atadU (en-
geveei 810 m.) b^ een breedte van 125 m. De
beide lange igden roet litphataen tooi toeseboa-
wen liepen aan het eeite eiode in een balveD
cirkel eamen, lerwgl tg aan bet andere einde
do<H een gang Teibonden waren. Toor dete be-
Toodeu sico de wi^roimig in de baan nitattkende
geboQWttn, waannt de wagens «an voien naar
Mbteien lód nitgdatea werden, dat ig den len
gelgktgdie konden be^nnen. Tolwaeeen paarden
raoeeten de baan 12, jonae 8 maal loopen. Ook
de naar bet model van &a Bomeinsdien eiicna
in later tgd in Griekenland gebouwde renbanen
heetten bier iugfoiaxan.
Tegemroaidig Tecstaat men onder hippodroom
de kwmieiniiebting, waar men tegen Inttde tci-
rüng sch gedurende eanige oogenUikken aan
rgknnst kan irjiden.
HlpmtrlosBoldes plataasoldM (^99
•ekar)r Zie PJotviueken.
Hlpporloonu vnlrarK (Heilbotl Zie
PMnuehen.
Hlppovilaf ia in de Orieksehe mftfaatagie
Hippogrief.
een getleugeld paard, getedd dooi era giiffïoaB
en een menieTeulen. Zee Pegamu.
Hlppoknw was in de Middeleenwen e«n
aoort cmidenwön, welke roet eniker, kaoed «o
andBie bnidorgen bereid en rooial op bimfcfteB
gebmiU werd.
Hlppokréns of Paardmbrott noMnde men
een bron, die «an de heling Van den Eelücon {At
aldaar) in Boeotii «mtqirong. Zg wm er ont-
slaan, Telgens de sage, door den hoefslag Taa
Pegatu», aan Apoüo en de Uoaen griieiligd «n
vermlde «Uen, die er nit dironken, met diehtsr-
Iqke geestdrift
Blppolyte, koningin der Amaionen, was de
dochter Tan ilres en Ötrera. Op last tso Smq/ê-
theut moest Reraeltt haar den gordd ontnemen,
dien zg Tan Am oatraiigen M. Zg bekMMe
dat ig aem dien geTsn loa, doch Hera, als ama-
>one TerkleM^ Terapreidde het geradit, dat «tn
Treemdeling TOomemens waa, de k<miagin te
sdiaken. Hietdooi oatitond de stiQd, wsaiio Bip-
i|r(e het kTen veiioor, want fleroetef nktB
ar bg de baian van het paard, doodde baar en
ontrakte haar dm goidel.
Hlppolytos, M Mon van Tkaau en Hi^
polytt. Zie Phamim.
HlppolytuB, een kerkvader nit het einde
&%
D,o,l,zedb,GoOgle
HiFFOLrrus— mppammiDH.
349
der 2de'en den unvsng der 3de eemr, nu af-
komstig uit Klein-Azie en een leerling en volge-
liw tftn IreaoeiM. Ometracka het jw 100 rer-
trat hg Mu BoBH en Dua et deel mh de twb-
ten oier de godheid -nm Okrithu en «ver de be-
röMlea <hr ketkel^ tndit. N« den dood vu
ZephyriniM (217) weid hq door een gedeelte nn
bet pfea^teriom, dkt de leditaiudge^ lUMr
toen ab tweegodeadom wiroipeD leer vut du
ffoddelQken logoe ombetode, «b tuMnpMM tbs
OaUtshM 7 «koKn. De «ndeekfltetd dooide
-Toort g«dareiide het leren tm Oallötia en ein-
" '« «ent in 235, toen Hifpofybu
Bdig(
I «rórteed.
«ebe mgnen weiden gedeporteerd,
Iki kort dum* is iioogeD ooderdon
Ak «en gelend kvmei tcb de vBigeerim etel-
■els *Mi i^ töd en b1« era ediiaadei TendeitigeT
dei kgoeleer beUeedt fag oodei de oodete Kerk-
nd«n «ra merinfaanllge {riuits. 9Q heeft veih»-
aend veel geMhnren, kmwIs U^t nit bet op>
■ebrift Tu bet voetetidi Y>n een te ijjoer eeie
opgericht ttM^btM. OA EnMbhu ra BUkoiy
«w deden Igtteu tu i^ verken mede, welie
echter niet in allra deele met £e *«n dkt Toet-
tivk «veieeDkomen. De echtheid tu Mmmige
n«Q hem (o^ekende weilen ia Iwüfelschtig, Tan
de «aden i^n eloebla tnsmeDten bcwsArd geble-
ven. Omtrent ^ totgefefflen ign w| eerst In de
*«tige eenw ieti meei te weten gekomra, eedert
de HWederleggiag «an aHe kettwöra", wurru
fioeger aleehti het eenl« t)oek ondw den num
Taa „FhUoaophonBHM tu Origenee" bekend
waa, in haK gebed teregBerondeD werd en mia-
•eUen een geacbiift jtnBiffolytH» ia. In bet
Me boek daarru vindt men den etiijd der pai-
tDra te Rome aedert int Igd tu Zêpkyriniu tnt-
ToerifF beeohieven. Tu een klein geaehiift: „Te-
gm SS ketterden", door hen waMaebJiiiMifc ^n
Sleii)~Azi< opgesteld, ia bet alot onder den titel
.JBomiKe tegen Noitna" aan de TentetigiBg *»it-
komen, doch door Ltpritu heivteld nit & weikeii
ign eomnrataar ep DatM ontdekt, die meik-
waardig ia wegene i^ dateering tu Okrittiuf
gdboorte en dood. Ifuna ie dete ecMuaiMitaar dt
nanecbe budadojflra in qn gebeel bekend.
Vu ign oTeriee werken noemen wjj dat „Oei
des AntMiriit , bettereBe fragimeatra Tan oitleg-
ktmdige pioeveik Ook houdt men bem tooi den
Temudiger Tan een «nde kroniek der wereMge-
odriedenii. De hntate tatgaTa tu qn weiken ia
4i« TU Bonwflteh en lektlü {ISffl t. t.).
Hlmomana L. of dolboon ie de naam Tan
«en pJutengeelatltt nit de lamifo dei Kuphor-
MwMAt. Het tgn eenboirige pluten met man-
nelflke bloeoMn in ara en TiovweIp« met era
2-«pIetigea kelk en een korten «tamper en met
een Tleëiige, ^fpdTonnige, Twlhokkige, ru bin-
nen hoo^ Tmebt De meeat-ftekeBOe aoort ie
B. MamdnMa L. of itawenarito wweiwfa Jn e i.,
da mueenïdjcboom, era nü groote boom met
eironde, mitae, ^ getaagde, oiAebaude Uade-
ren. oen dikken, rechten etam mét era giQwn,
n baat ra lalrfike, mtg«Bpi«ide takken, loo-
gladdenh
&t hü op
groeit i
' wegena ign SMllen groei en ign rgken bUderdoa
nitmnntend geaehikt aehgnt tot Mn aanleg Tan
lanen, ia het planten dürTan op Antillen Tan
i«geeriitgawege T«ii>oden, daar ign kleine vppelt
Ten^iftig ign, Kiodat het nnltiffen hieiTan nood-
lottige gCToIgen kan bebbra. Hen meent intna-
adien, lut de aldaai graeieDde Bimomia LettMMy-
lon L. bet beate tegragif bent. Dat mra bg hét
Teitoorra onder de eohiulnw Tan dien boom reeda
door Uindbeid, doiieLng ra flatiwte ion aange-
tait worden, ia era fabel, hoewel mm er bjj etor-
DteD en re^nTlagra «f> ion hoede moet weira
tegra het giftig aap, betwdk tu geknenade tak-
ken en Uadwen dn^ipett, omdat het leer prikke-
lend w^t. leaaafni wrmeldt, dat in 1^ era
matiooa Tan de brik „Echo", te Cnrafao gelegen,
terstMid een hevige oogontateking kreeg, nadat
het regenwater tu de bladeren in «gn oogen
waa gedruppeld. Met dat aup wordra norta pH-
Ira giftig gemaakt. Het bont tu dien boom ia
Isnim en wit gerlamd ra nitatekend geschikt tot
bet Toiraardigra Ttn tnwi baieiaad. — H. fi-
Roaa L., ook «ra Weat-Indiacl» boom, wordt op
Tcm na loo hoof- niet ab da Tooigaande, maar
beiit dangel^ke eigenaebupen.
SlppotUUW*. Zie FeuIettMtU.
■teponnz, «ra Oiiek«di jaodMn
E^hesoa, leefde omstrecka het Jaar 680 t, Chi.
te E^iheacn en werd door d« Tirunen Tudaat
TeidreiTen, omdat zg vreesden Toor xgn hjiteKden
Bpot. E^ hf^ tiui TeiTolgeni naar Euuóme-
nae, waar hg wcsena ign misvormd lichaam Teel
te verdngra bec^ waatrooi hil met tgn aatiira
wraak nam op znn tegraatanoera, Tooral op de
TTODwen. Voor die hekeldichten gebmikte hjj
een bgiondeie aoort van Jambos, den ekolaaai-
but, eik wel naar hem de Hipponaetelaehe Ten-
maat genoemd. Daainorena sênieef hg ook wel
in bexameten; in deie maat betittra wij Taa
bem era En^oHDt, waarin de geaehiedeaaa tu
«ra TedTinat beaclireTen woidt. FragiHnten
Tindt men in BtrgV* .JPoetae Ijviei graed".
Hlppoplialn. Zie Duindoom,
Hlppopotnintu. Zie JVpIponrd.
SUppothnrtnm (Bippariom E a o p.) ia de
lam van een foaaiel, op een paard gelBkend
diet met 8 teenen, waarru aUeüi de middeMe
dra boden bereikt. Bet ia bet jonge lid der ti
twtiaire lagen van Amerika, Ënropa en AniS g«-
TOidra, nit een groot aantal soorten bestaande
TooTTadsMnreeiu Tas het tegenwoordige paard,
die in langsaaae oTargangeo aantoont, dat dU
laatate, oTraite de heikanwende dieren ra de dik-
DigilizedbyGoOglC
bnidi^en, atstMiit vu UeiiM, Tqlt«eniffe, tAöi-
t«r1i<ur« diëten. In AskerikA «tdeiï bet fiippotlie-
rima eerst ds iea ^stöd oït.
KlponrldAsSn m de hmcd eenei pluilenfa-
mtUe, die lich door <k volsende kenmerken oi>-
dereeheidt. Zij beeft een boTenstMtdieen kek,
tichttiaar ah een kldne, g«Te of 2>lobDige nuid,
geen bloembUdeien, éen SMeUiMd, een éenül;
vrnehttKginael met ten atgl, uden met leci dim
kiemwit en in kruiseo geplMitBt« Uadenn. Het
getladit SinmrH L. beeft deteUde kenmaten,
en de fneeitbetende soort, wcUe ook in oas bad
mider <l«n nMun vu litMeng gevonden wordt, is
H. vnlfom L. met IgnTOnaige bUdeiM in 8- tot
12-talhge~)muiMn rondom ooUe, met wster ge-
volde stenxela en met vele ongesteelde, in de
oksels gepkktite voil-witte bloemen. Zg groeit
in ilooten en moermssen.
Blppiuiet«tlk»lk, oA wd fliMÜrfoikaUb
gebeeten, ii een Hebt gekleurde, hude, ten deele
mmnnertobtige kalkaoort, die, nt f^eokgiMhea
ooderdooi betreft, tot d«n krjjttgd beboort.
Die Ikk^ ontleent iuar nsam aui Tedval'
dig daann vooikomende, koebooravonnige aebel'
pen vui het gceladit Bippttrilet, bgv. van B,
Hippnritea.
. „ ._. .. Men vindt
onder anderen san den Unteribeig bjj SsJAnrg,
mtar dat gesteente gedolven wsM om bet tot
het Btieblen vut prauitige gebonwen (e Mflnehen
te doen dienen.
Hlppmis. Zie HippwidêtSn.
Blppnnrxnnr is een stof, «Ue voorkomt in
de fMArdemirüie en tot fonnnle beeft C*HiOt. Bg
koking met verdunde Nren, qtlitet bet lieb on-
der wateropnsme in bensofeaur en gljooeol (uni-
do-mzjJMUur).
Klanst, de kikvonebancodin, ie een der zin-
nebeelden van ^e Onsterfelgkbeid en vao bet
beginsel, het water. De eerste Christenen mask-
ten hnn keiklampen ia den vorm vsn een kik-
voreeb, oro aan te toonen, dat de doop in water
tot oneterfdgkbeid leiiÜe.
Hlrado, de hoofdsUd
JapsDsehe eiland ten N.V .__.
ongeneer 10000 inwoners. Haar vioegere dalmio
ontvinr eerst de Portngeeien, later ocè de Ne-
derhnderB (1609) en Engelscben (I61S) vriende-
1^; spoedig ontstonden er eehter hevige twis-
ten tnsechen die eoDcnireerende naties. Dientut-
gevolge trokken de Portogeeien naar Niëasaki
long en hieven de Engelaehen, na met de Ne-
derlanders samen eenige iaien Meroof gepte«^
|e hebben, in 1603 Iran taetorg geheel op; ook
wg moeeten de onze in 1640 naar Nagasaki vet-
HlTftruia (TtrdcaKo, Fwafona ol Fingaita)
ie bet gewone letterffrepênMlinft der Japamneia,
dat oiMMc den invtoed van bet Boeddhisme onge-
veer in de Sde eenw na Ou. nit den cnieieKn
torm van bet düneeecte woordMbrtlt gevormd
is, door een aantal van de meest eebraik«lj)ke
letterteAena naar hun toenmalige klankwaüde
u letteigieciiteekens te veranderen en mi> d
meer te veieeBvoadigen. Het wordt van bovea
naar beneden geaebieven en is nw^gk te oaU
cgferen, daar woerden en kttergrepen veièonden
kannen worden en elk van dese laatste een aa»
tal varianten beiit.
Hlrain, koning van lyrat, was een tgdgenoot
van de leraiSetiaehe koiringen David en Sahmo,
bevond sob met deien op vriendsohappeljiksii
voet en sond hnn boowstofien en werklieden, om
bn bet etiebten van grootaebe geboawen te Jem-
uJem te dienen. Verder wm bq Iran bebulpaMii
h^ het vervaardigen van lefaspeD, welke «karna
te gdjjk met Phoenieiedw vaartoigen naar Ophii
stevenden. Dit alles m rail voor ladingen tarwe
en (die en den afstand van 30 banrsauipen ia
QaUlea.
BirolsD is een taai -elastisch, bruingekleard
foesiel bara, dut met roetgevende vlam' onder bet
verspreiden van een eigenaardigen tenk verbrandt
en een soortelgk gewicht beiit van ongeveer 1,1.
In kokend water wordt deie hars week en in
kokenden alkohol tost te sleehts ten deele op.
HirolsiimoT is de naam van een vlnehtig
velamr, door OAeemil nit bokkevet verkregen.
Het ia volgens Lömg identiseh met valeriaan-
Hlm, OmiUw AdoU, een Doitech natanttam-
dige, den 21eten Angnstui IBI5 te Logelbacb bjj
Comnr geboren, wae als schei- en werktnigkttu-
di^e in Tabiieken werktaaei en etiebtte in 1680
bi] Colmar een meteorologisch observatoriBm. H^
oier}«ed den 14den Januari 1800 te Colmar, waai
in 1894 een standbeeld van bem onthnld is. Val
„Tbéorie mieantqae de la ebalenr" (2 dtn., Sm
dnik 1875), „AnalTee de rnniven" (186S), ,Jf«-
moirs aur les annesni de Satnme" (1972) tti
„Lei ptndToamomèttes" (1919).
HlnuÜinm, de liooldetad der Jinna^
]»(yirineie Aki, ligt aan een door verwmllende
eilanden bewhemde baai in bet Z. W. van Bon-
do, aan de ^Mtorlgn Hiioahim»— K<d}e en benit
een gereditebd, een seMÜemie w (1908) 142 76S
inwonen, ^e van bandel en agverbeid teven. Te-
genovw de stad Hgt bet boecbrgke eihnd ICivaa-
bima, meer W.waarti het eiland Iteoekoeihima>
betde met berotmde lehinto-tecopels.
Blnoh, David, doofstommenoDderwj^, ia
1S18 te Uflnti in het arrondissement Qnlik gebo-
ren, belastte deh met de vorming van twee doot
stomme kindenn volgens ^fn «igen mefbode,
woonde daarna op kosten der regeering een cnr-
Boe hg aan het instünnt voor doofstommen te
Eeulen, opende in 1868 te Aken een binondepe
inricbting voor doofetonunen, die in 1840 vw-
anderd werd in een openbare. In 1847 werd bg
hnisanderwgiet bg de doofatomiDe kinderen vaa
DigilizedbyGoOglC
Dr. PofoHo t« Botteidsm, «au in 1668 «en
Mbwd wwd geopend, wdker leider hjj
1887. Ook op de -Torming tu het dooti
«nderwöe in Fraokijik en Ei^«kad heeft iqn
mA veel invloed gehad. Van ma geeehrilten
Teimelden w|j: .^''enKÏffnement des wmiih-inn-
«te d'aprit la iDétbode iRemande tHéthode-Am-
msn) intiodnite en fielgiqiH", ,3<>nTenii d'une
Tjtité, tftite »u éeolei des wrards-maeti i An-
ven, Broxelles, Gand «t Smget", ,.Wenken bg
de opvoeding Tsn dooiBtammen tooi «aden,
pleegonden en leenoeetten", „SMsak- en lees-
oeleningen ten dienste tsd doo&t'nnfDe kii>de-
ren hq bet onderw^ in bet atiien, qireken en
scbrnTen" (2 din.) en „VenMg van een beioek
aan Londen". HireeA is den Isten Febinari 18G6
te Botteidam oTerledm.
Hlneh, Avgvit, een Dnitseh geneeriEondige,
den 4den October 1817 te Dsnng gebtmn, itn-
deeide te Betlgn en te Leipiïg, vestigde siah
«Is aitt eerst Ie Ettüi^ en TBrrolgmis te Daik-
ng, waai
iet MTdittkaki
D bMighield ei
knndige MtdwMekingm bMighièld en qJD „Hand-
boeh der historisdi'geognfflfaiMlien 'Pathoiogie"
(2de druk 1881—18^ 2 «o.) eebreel. In 18^
werd hg hoogteeraai in de geschiedenis der ge-
nee^nnde aan de nnlTeniteit Ie Berl^n. In \SS9
schreef hg „Heningitii oerebrospimhs epideoii-
es", wsMToor hjj it bomreloffen in West-Pmi-
sen Tenameld had. Oednnnde den oorlcw tegen
FniArök leigezeMe hj bet leger en in 1878 be-
gaf ha lieh nMT het wdduelgebied, om de eho-
lera sMsai te bestadeeren en leverde „Dss Aof-
trelen vtti 4ter Verlanf dw Cbolent in den prens-
■tsehen Pronnaen Posen und I^ennen wSuend
der Uon«te Mai bis 8cf>tember 1878" (1874),
akmede „U«l>er die Terhttlnw nod BekSaqi-
foDg der Volkakrankheileo, mit veiieUer Be-
siefanng ani die Cholera" (1875). Ook bdMMnle
hö tot de deskundigen, die in 1879 door «nder-
seheiden JEioiopeescne staten werden afgeraar-
digd naar de Wolgastrden, om de pest 1« be-
stödeeien. HieroTer schreef hji met Sommerbrodf
,J£ttei)iingen flber die Pest-Eptderaie im Win-
ter 1678— 70 im nissiseben OooTemenient Astra-
«Aan" (1860). Verder sehreet iój nog: „Ueber
die Asatooiie der alten grieetuschen Aerste"
<18fi4), „Oeedoehte ifer Augenbeilknade" (1S77)
,',OeKhiefate der mediziiusehra Wiseeneehaf-
flber 4Ëe Fortsdiritte oud Leistangen der Hedi-
lin" en eehreef met Qurü e.a. bet „Btagraplu-
sehee Lexicon der herronagendston Aente ulet
Zeiten nid VOber" (1884—1888, 6 <&n.). £^
owrleed den 28steii Jannsii I8M te Berlgn.
dige,
gelMi
BeiMi
Binoh, Jfos, een DÖitseb itaaUnidiondknn-
i, den dOsten Deemltei 1882 te Balberstadt
iren, studeerde te Triiingen, Heidelberg en
veteudumen en
Ï69 totlfea te
vQmgeerte, bestmide van
BerlKn sen boekhmdel, nam gretig deel san
itsattDwlige bewegingen, werd in laS4 Hd der
tommitsie van DmlacM werUiedenfereenigingeo
es wSdde sidr sedert 18S7 te Berlgn uitsmitend
aan at openbare aangettgenbeden. Nwkt kg in
16<8 ia Ehweland m Sdtotland gereisd had, on
den toestand dei arbeiders gade te slaan, bevor-
derde hJi de stichting der ,J)entsi3be Oeweifcrei-
eioe" en quode als nitgeyer van het orgaan
„Oeweikverein" al ign kiaditen in om dauaan
gepaste stataten te beioigen en het lot der
werklieden dooi eigen hnlp en door een goede
Terstandhondiiig met de werkgarers te venMte-
ren. In 1860, 1877, 1881 en I^ was hg lid van
den Noord-Dnitsdwn Köksthg en yoeöde sioh
bjj de irFortsahrittspaitei . Vnder wse d^ mede-
etiehlei vaa de „WisseDsebaftüebei Zei^ral*ez^
braeh" [1S74], „Um gecenssïtigeo UiHskasaw
vaé di« QeeeUgebang 0^75), „Gewetkyereiii»-
Leitfaden" (met PoOe 1876), „Der Staat and
die VeTró^mi^" (Idél), „Die baaplsSchlieh-
sten Stieittiagen der Art)eiteTbewegttDg" (1886),
„EKe OniD<kQge des Altera- and InTsJidenvH-
eicbenu« nod die Arbeiter" (1888), „Die Artd-
teraehntigesetigebnog" (2dï dnik 1892), ,J«t-
laden mit Hnster nnd Stataten fSi Iieie Hüts-
kassen" (1892), ,JKe Aibeiterfrage and die dent-
schen Geweikveraine" (1803), „Die Ëntoriekelnng
der Ariwiterrereine in OroiAntannien nnd
DeatseUand" (1896), „Volbriioehsebalen" (1901).
Hg overleed den 26st«n Jnni 1905 te Homb«g
T. d. H.
HtraoblMrv ^° SilexiS, een arrondisBeaients-
faootdefad in het Pmisisebe disMet Uegniti, is
mooi gelegen aan den mond van den Zacken in
den M>er, alsatede aan de apooilgnen EoUfnrt
— «Usts, HHSdÉiera— OrflnUisl en HindibeEg--
Sehmiedebeifr en tdt (1910) 20 664 inwoDersrDe
sted b«»t een aïiondiaseowntereebUwik, een ka-
taet T«n koophandel, een door bMengugen oio-
geven maittpMn, «en evaagelisrae es viei K.-
EatboKeke keiken een tymgogt, een evaogeUseh
gymnasium, een hoogere harg«»ebool voor jon-
gens en «en voor mdejea, «en weeshnis, kant-
en ehiiertabneken, linnen- en katoenweveigen,
ondereehdden paoSerfabiieban, vele andere in-
richtingen van njfverbMd en een leiendigen han-
del. De omtrek is rgk aan fraaie landsehuptn.
Hliwob«r, Jolunn Boftitt *<m, een K.^Ea-
tboliek godgdeerde, des 20sten Januari 1788 te
AU-iE^g;arten is Zwabm geboren^ ontving ijJB
epleidfiig op bet gynwaeiwn te ÜJooatani en aan
de universiteit te FrobiKg. In 1810 werd bQ tot
priester gew^d en sMivMMFdde in 1817 bet tiooe-
teeraarsebsii in de Christelgke ledeleer bg <m>
K-KathoSeke Uwcdogisdw fsedteit te Tnbiwem.
In 1887 vertrok hg in die betrekking aur fiü-
hacg en werd er in 1889 Ud en in IföO deken
van liet aartsbisschoppelgk domkspittel. Hier
bad hg we^os zgn VTÖsinoige gevoelens over
het autoritei tsgeloof en let eoelibaat der R.-Ka-
thoHeken veel te Igden v«n de ultiamontanen. EGJ
overleed aldaar den 4deQ September 1865. Vas
X geschriften vermelden w^: „BrBrterungen
r die grossen iriigiOBeQ Fragen der (}e^-
wart" (2de dnik 18^), ,J)ie EirebUcben Za-
sUnde der Gegeowart" (1849), „Antwort an die
Oegner" (1860), „Die EathoUsdie Lehre v<hd
Ab^" (6de dmk 1855), „Eatecbetik" (4de drok
1840). „Die ehrisüiebe VmtT (6de diok 18S0—
DigilizedbyGoOglC
laSl, 8 dk.), ,3etnchbn]««ii flber die wnn-
Uf[|i«beii BtivigdMn du Eiiebonolu*" (6d«
druk 1848— 1853, 2 dln.), „Uibw die^itetii"
0860—1868, 2 dlB.)v „OcMdnehto Jom Chrirti"
Hliaohfeld, ONftev, era Daitach
faia«e«, den «dra Novembw iat7 u PTiiti
ia PommaKM ^eb(««n, «(«d«adt to Tnbisgea,
Leipiig en Berlqa «■ ieitd« dwnia op koaten tu
bet AidiMologiHih Institant na PnÜMn io
OriekenWad, Iteli« en KWo-Aiil. Tm 1876 tof
1877 beetBorde hg de opdelTingm te (HTrapia
en mió in 1878 Mitengewoon «o ia ISSD ge-
woon boogleeiur in (k ueliMologie te Kmuo^
beigea. In 1888 beioeht faq opmeaw Elei>-A»>.
Wi «Tetleed te Wieeinden den 20s(e« Aftil
1696. Ki aehreef: „TltoK «t^toftriom) «eolpto-
mmane -f nMonun" (1871), „Athmt nnd Mèx-
(f8
,J't{ih)aëoiu«ebe F«)wngTttwr"
<IS85), ,^ie FelMorelieb in Klein-Aiien vnd
^a Vclk der Hittitei" <I88T). „GiiMUMhe In-
■ehriften dee Brttiadun Mnieinoe" -(1806), „Ana
dem Oritmt" (1897) en wm medovetker «Mi da
«ente twM deideu t» „Aiugnbcngeit is (^m-
pi»" (1877—1878).
BlrMhf*lll| Qeorg era DtritKh aehigTeT,
dra lldra FebniMi 1878 te Ber^n gebonn, be-
■oeht tot 1B0O het fjrmnuinm üdau, kmat tora
in de Mmh nn lös Tftder, doch Terliet deie
in- 1868 ra wgdde ii<i, duotoe MtngMpooid dooi
von WUdenbndi, Brahm ra HauftmoÊm, ««fst ta
MflDcbra etf ktei te Berlga hu de stadie ea de
lettMknnde. Nk «en nj lu« verhlgr t« W«e-
neo Tectiede hji lieh in 1900 weder te Beriqn^
in 1906 ie DadiM iq Mflncbei. Hji êBhre^ de
Tomue en BOféHra: „Dimon Klelat" (1806),
,4}er Beigtee" (1806), „FrenndKhntf (1902),
„Dm giOne Baad" 41W5), „Erlelwi*" (<1«»),
.Jfichael LewiaoMa dentecbe liebe" (1806), ,J>n
TeiadiliMarae Gutra" 0006), ,J)u Hidehen n>n
LiUe" (1900), „Ein BeqBiem" (1906), ,J)er Wirt
Ton Teladnt" (1007), „Dir M»donna im ewiera
Sehnee" (1908), „Aol der Bohmkel" <19W),
„Hun uu einer aodeira Welt" (1900), ,J^ Niie
-Tom OOIdeDaee" (qtrookie, 1010), „Biuün, nnd
'Orfkhira" (191'1), „Der Saamt der weieeen nnd
der lotenlbiae" (1912), „(^el vnd TuleTantee"
0918) eoi.; verder de tooneelapeleo ,J)ie Hfltter"
(1896, „Za HaoM" (1906), ,^ei Jordaa"
(1898), .J'miline" (1899), .jW Jnnce Ooldaai"
(1901 , ,J)ei Wee mm Ueht" (IfKKI), .^eben-
«inaadw" (1004), ,&>UtrflfaUng" iim\. „Mieie
vnd ■aiift'' (1907) es ,J)m sweite L^n" (lOKH.
Hlzsolüv, JnlOMtt», era Mederiudadi let-
tettnodige, den lOdra Maart 1803 te GHnnekra
geboren, beioebt de Praiuebe, daana de Latv&-
^ot «ra de 'LatjJDMhe aebool t« Fnaeker, io
1827 leetw te Ënkhninn en in 1884 rector te
Alkmiai, doeh Terlooi deie betoekking, toen in
1856 de I«ti|ii«cbe Bcbool in era gTmnaiioai her-
Tonod werd. Nn wj^dde hy lieh au de beoefe-
ntne der letteren; bq reisde in 1868 naar Londen,
in 1859 naar Farga en in 1661 naai Italil. Hij
overleed te Amsterdam den ISdra Maait 1S7I.
__ tnoqmHitate aumi eipUca-
tna" (1926), „Kleinighaaen in rjim ea ouam"
0880). Jtood ra gèdaebtenia nn Seneea. Hii-
toriaalM roman" (lSt2), ,31ikkra in bet iiMnaebo>
Vjk faart, naat brierra tob Seneea" (18B4), „Eer-
■te Tqft^ brierea van Seneoa, Toilaald met aaa-
toAeningen" (1886), „Oodadiraat- ra ledeapie-
m1 dooi Skiihmodea" (1842), ,fit kieien na
WoItiMimmenfeii" (1648), „Een tweetal verha-
Im ia poCxji" 0^8), „Eene nditkfce «a^n dï:
„'t Ie aiet dlei good wat er bliiAt rax." (186^,
„Fabelen ra aatyira dooi SkirtModei" 0867),
,3M>boeMes, droonea rai." 0858), „Obieetien
en «nbjeetiere pofag" (1860K \Jndniura.«n
aTontarea op era r«e dor» ItaEI in 1661" (1862)
ra „NJMwe fabelen ta aa^en Tan Skirtopodea
en i4n vriend" (186».
Blrt, Kmï^ «ra Dnitacli ondheidknndtee en
knnitkeiwei, dra 27sten Jnni 1750 ia het Otdra-
aebe do^ Behk geboren, etadt^ide u Nan^ ra
te Weraen. In 1782 ging b9 naar ItalÜ, waar
iüi gedurende 14 jaar Ueëf. Na ijhi temgkeer in
mie Tan WetenietiaMMn te Bwiya, almede van
de Acadraiie van ^loone Ennatra, ra verwierf
den titd ran KoninkOk Baadabeer. Bg het «^
riehtra der oniveiritejt te Berlqn werd hü ge-
woon hooglaeraat in da arcbaeolagie; in 1816 ea
' "■'■ ^15^*
"Die
BMknnet naeb "dea Gröndaltara dei AUen"
WOUD Tnni^rTTTTr^rr ca uu aicumviuijiv, ui tt^iu ■
1817 bÊaodit faj} aofrmaale Italië ra Terroleei
Belffil ra ene land, fit) overleed den SOatra Joi
1887. Zqn beki^TiJkete geaelviften i^ii: ,J>
terii geneeaknndige, dra
a geborea, atodwrdeep
' ^ 1677 hoc«-
leenKt in inn geboorteatad. Btrf oireileed dra
5den Deeembw 1907. Hü aehieel o.a.; „Die
Eraakbtttra dei Aibeiter" {BrealN 1871—1877),
,£Tst«an der <3erandbeitffit]ege'' (alihai, 4de dnk
1880), en waa tDadeweikei aan het ,3uidbaeb
der Oflentliebra OeeondebeitraDega niid der Oe-
teel vaa ZiemMeM
werbekrankbeiten" (late <
,/Handbiich dei «peiieneD Fattvriwie nnd iWa-
pie"). Later ticuen hem de liekten der lenu-
wen aan en aehreef hg: „Pathologie ond Tliera-
pie der NerTeDkiaakbeiteD" (Weenra, 2dg dnik
1894) ra „Lehibnefa dei Elektrodiagnoatik nnd
EUaktrotherafiie" (Stotlgart 1803).
HLrt, RerwMm, era Doitieb beoefenaar der
In^-Oennaaiwebe tMlweleMehaf», werd dra
19dra December 1865 te Maagdenbnig geboira
ra atndeerde te Fnlbnig ia Braiwan ra te Leip-
lig. Ia 1801 werd hl friiaatdoerat ea In 1806
bnitengewoon booeleeraar aan de nniferiiteit in
laatstmnoemde plé^ta. Hq maakte aMdieróna
uur Engelaod, Bosnil, 6erri6 en Lithanra. Tan
liin tra deete baambrekrade werkra noemen w$:
„UnterraehrageD mr weetgecmaniadien Veie-
knnat" (1880^ ,4>w ind*«annaniaehe Akienf
(1895), J>ai indo-eenDanifl^ AUant" OMO),
,3sDAwh der gneehiaeben Laat-und Fonnra-
lebre" (1003), ,J)m Indooermaneiv ifare Tecttr^-
tang, ihie Urheimat nnd ihre £iiltnr" (lOOS —
DigilizedbyGoOglC
1906, 2 dlD.) alsnwile de geheel onwewerite 5de
drak ïHi Weigmd'» .JJéotwiies Wftrterbuch"
(1907—1610). V-A Streüberg leidt hjj de Jndo-
gennanisohe btbtiotb«k".
Blrtb. Öeorg, een Duitech schrgrei, den
ISden Jnb 1841 te Ckifenbonn» geboren, ahideer.
de Ie Leipzig BtMtluiiBbondkniid«. In 1866 bg
lADgeneaJw xwfwr gewond, vu b^ ds ^n lier-
atel weikuam bg een koainklok sanünuinm tooi
statiitiek te Beilgn, wani et eeeretam T&n de
Tietoria-nAttoiwle inTalidenstiebtans en kaI in
19S7 den „PreouUehei Uindtags-iJDiUMètk", \Br
ter den ,J3entscber Parlunenta-Ahnaucb" en in
1S68 de „AniM>en dee NorddeiitaeheD fiandes"
(wdert 1671 „Annalen des Dentsehen R^ehe") in
het Keht. In 1869—1870 iru iig lid dei com-
mieüe tot oigkinaatie det «tatiitiek tbq bet
TolTciiMDd, TBO <18TO tot 1871 mederedaotenr
Tan de „Angsbor^er AUoMneine Zettnng". Hg
«ehreeli ,4'mBinnige Aoauhten dei Vottswiitli-
Mbftlt" (3d« inik 1876), „PormenselMta der Re-
DUteanee" (1877), „Dm denttcbe Zimmer d«r Re-
sftisttuiee. Auegang n h&niliéhei Kantti^effe"
(2 «n., 3de dndr 1869), „KoltuiveschiiAtliebeB
Bilderboeb sus diei Jalubundeiten ' (6 dln., 2de
drnk 1895—1901), „MeisteiboluchnitteD mb
Tier Jalubondeiten" (1890—1896), „Dei eebfine
MenMh in der Koost allei Zeiten" [1^98). Ook
Teisdteen van bon „IdeBn Obei Zeicheonnteiricbt"
(Sde druk 1887), „Aakafcen dei Ennütvbynolo-
gie" (2 dln., 2de dnk 1697), „KkineK Schiif-
ten" (1902—1908, 2 dtn.), „Dei el^troebenii-
eriie fietrieb der Oiganisnen" (4de diok 1911)
en „Unsei Hen, ein eh*tr. Oiwm", (1918). Se-
dert 1908 geeft hg liet bekende, gellhstTMide
tgdBchrift „Jngend" «tt.
Blrtlns, Aiüu», een Romein Tan Pl«A)eTBcbe
afkom«t, wu een aanhanger «n suneteling Tan
Cixmtr en diens legaat in den GatliMhen Ooi-
log, i»aetoT in 46 t. C3it. en ivnuDl in 48. Na
Caetar'e dood Tetwöderde hg lich Tan Anloniiu,
en toen bj het ooneulseb^ aanTaard had, troéi
h^ met zgn ambtgenooten C. VibtK» Panm en
Oelavianu» ttgtn Anlonitu ten etiüd. lAatstge-
noemde feed eewt bg Foram Gnllonim en ver-
volgens in den beslissenden slas bg Mntina (Mo-
dena) de nederlaag (25 Aoiil 43) en moeBt vlaeh-
ten. UirHu* telt sneaveMe. Ifen boodt bein vooi
den verTMidigei van bet veivolg (8«te boek) van
CoMor's i.Oommentcu'ia" ovei den Oorlog in Oal-
ÜG. abniede van de geschiedeDie Tnn den Aleian-
drönschen, van den Atiikaansehen en van den
^Miansehen oorlog.
HlrsAl, Konrad Xekhior, den Sleten Aogns-
tus 1793 te Zorich geboren en aldtui oveilèden
den Ssten JnH 1843, bezocht het gTmnasimn te
Stnttgart, verwierf in 1814 den mag van advo-
caat en verkleef in 1818 een aanstdUng ali se-
cietaiia bg de Justitie. Toen begon bg aan bet
staaftnndig inatitnnt te Zurich vooileiingen te
boaden over het alrafredit en bet nioees en gïiw
daarmede Toort tot 1820. Hg benoonle tot <u
Titrige Tooiatnndera Tan GrièkenJandB onaAian-
keli^heid. Zgn mdirift .iDa heiligen Fiopbe-
ten Anfrnl ïbi Befieiung GrieebenUnda" bleef
niet «mdei goTol^, en mei OrelU en Bremi sticht-
te hg een vereenigin^ ten bebooTe van Oiieken-
land. In IS23 weid ng oppenad>tinaD Tan het
IX.
disluiet Kionaa, in 1824 lid van den Grooten
Baad. Daarna werd faü tot lid van den tuenwen
Grooten Raad en Tan de Ofoudwet«eommissie
f^uen en in 1860 nwr de AW^eene Vergade-
ring te Bein a^Taardigd. Nadat de nieuwe
grtmdwet ingevoeld wias, w«id hg in 18S1 be-
noemd tot regeeiingaraad en koit daarna tot
TOorsUter van den Haad Tsn Onderwge. In
laatstgenoemde betrekJcing was hg v^erig werk-
zaam ter berTorming van bet edüolwezen. Toen
men bem in 1382 tot bnrgemeerter gekozen bad,
poogde hg de nieuwe instelingen in Zwttseibnd
zooveel mogelgk te bevestigen en alle verwikke-
lingen met heftnitenhnd te TennS<ten, Hn be-
vorderde niet aUeen de eelgkheid van stad- en
plattelandbewoners w>or de wet, maar ook de be-
roqiing van David Friedriek Slrautx tot hooe-
leeraar in de leeistellJg« godgeleerdheid en in de
keik^sehyedenis aan de hoc^esebool te Znricb.
In 1839 moest ecbter zgn paitg het onderapit
de^eo, waarna hg zgn ambten veitoor. Nn wgd-
de hj] zieb weder aan de balie, en Bmaekté de
voldoening, dat hg kort vddi zgn dood toï lid
der hoopete lecbtnank in het kanton benoemd
weid- ^g Bchieel o.a.: „Beitiige zdi Vertwese-
mng der Verfassang de« Csntons ZQrich von
1814" (1831).
Birxel, Salomon, een broeder van den voor-
ffaande en een iDuitseh wt^Ter, den 13den Fe-
brnari 1604 te Znricb ge>boren, w«rd als leerling
geplaatst in den boekhandel van Reimer !e Ber-
Ign, waar hg een aantal uitstekende mannen
leerife kennen. iWma was bg een jaar werk-
zaam in den boekhandel Tan Winter te Heidel-
berg, waar hg tekens van de ae&demisehe leaeen
getouil maakte .In 1830 sing hg naar Leipzig,
trad met een dochter van Reimer in het hnwelgk
en stond weldra met znn ' scbooDbroeder Karl
aan itet hoofd van de firma Weidmmn. Den
laten Januari 1853 vestigde Hinel een eigen
timm, waarbij hn een groot deel van bet fond*
overnam, en weldra verschenen bg hem het
,J)eut8ches WSrteibnfdi" der g^ioeders Qrimm
en bet „Mittelbochdeutscbes WBrtertiueh" Tan
MülUr en ZartKke, de „Chtonüen der d«ut-
schen StSdte", dedicbterli^eeo geaehiedknudige
weriEen ran Qustav Pregtag en H. von Treilt^ke,
enz. Hirxei bezat een zeer volledige verzameling
der werken van Ooelhe, zooals uit ziin: „Nenes
Verzeichnisz einer GoetfceTBibliot*»ek, 1761 —
1882" (1S84) bleek. Ook sdireef hij: „Der jnnfe
Ooetbe. Seine Bri«te nnd Diobtnngen vom 1764
biB 1776" (8 dln., 2de Atvk 1887). In 1866 «f
den dag, waarop Qoethe zich een eenw te voren
als stodent t« Leipzig bad Uten insehrgven,
schonk die aesdunie aan Eirtél den graad van
doietor in de wgsgebeenite. fln overleed te Halle
den 9den Febniari 1877. Zgn Ooethe-Terzame-
ling had bg bg niteiste wilsbeschikkiw vei-
maakt aan de uiuvereiteUaboekeig te I«ij>iig
en zijn verzameling van geaehriften vsn Zvingli
aan de hoogeBcbool te Straatsburg.
UWtü, ChnttopK Hetnrich, een scheikundige,
den 22Blen Maart .1^8 te Znrich geboren, ata-
deerde in de chemie en phareoaeie, twiit een fa-
briek te Plagwita hg Leipzig en is buitengewoon
hoogleeraar aan de universiteit te Leipzig. Hn
sehieef; „E^iei in die nnoiganische Chemie'
D,o,l,zedb,GoOgle
3&4
(16fi2), „Fflhrei in die «nniBche Cbenae," (1854),
„Toilettenclieiiiie" (4de dnik 1892], „Katechitniiii
der Cbemie" (5de drnk 1904), „Du HanaleiikoiL"
(1858—1863, 6 dlo.) en „Du SteÏDOI and wine
Fiodnkte" [1S64). Ifet Oreladul g»f hij bet
„Jahi4)ndi der £diiHka«ea" (186^-1874) in
liet licht.
BijL Wilhelm, een Dnitsch ges«eikn»Iig«, den
9den Joli 1831 te BamI geboren, KtDd«ad« Al-
daar, Ie BerlIJD, WUraborg en Weenen werd in
1S57 hoogleerur in de anAloinie en poysiologie
te Bfuel en in 1872 te Leipiig. Hij leTerde rei-
Khillende ondenoeking^n over de noofnhud:, dt
l}nnphklieren en de IjmfriiTsten, beschreef ook
Tsh (oifcrMkopifiche oódeizoekingtmetboden, stel-
da den nükrotoom aunea en vond het modellee-
len T»D embtyo's uit. Later wödde ióf ucb tooi-
nameljfk aan anatomiscbe en cntwiUeliiiMg»-
edriedkoDdtge «tndiee. jfet RfUtmeyar sal h^ en
groot weik „Cnnia 'Hel*«tiea" (1864). Veider le-
Terde hij „ÜBternH^nne ftbei die erale Anfinge
•kt WnMtiertuteB" (1868), „ünaeie EOrper-
bam, dis pliTsiologiMhe Pioblem ihrei Entate-
hong" (1875), „Anatoom oenacfalicber Eknbrjo-
Aen" (1680—1885, S dln.>. Uet Brmuu gaf hq
Tan 1875 tot 1882 d« „Zeiteelvift tflr Anatomie
und EntwiekiaiitfsgeMhidite" en sedert 1877 bet
anatmniKhe deel t<ul het „ArcbÏT füi Anatomie
md Pbyiiologie" ai^ tenrqf hq ook Bitikelen
Slaatate ia het „AictiiT fOr Anthropokgie" en in
e „Abhasdlnngen der ESniglich Sidi«iMhen
Oeeellaebafl der Wisseiwdiaften''. De door bet
Anatomiaebe OenootachMp ^uagenomea tennino-
losie gat hü nit cndei den titel J)ie anatomi-
«cHe Nomeittlatai" (1895). Na de veniMedelüke
vondst Tan Back'» stoftelffk OTeracbot (1895) re-
eonatiDeeide Bit met den faeehHuxtwer Sdlntr
Baek'e gebat. Hq oier)««d den laten Hei 1904.
Blsjun ia de naam Tan ondeneheiden ka-
liefen uit bet Hui< dei Omtiade». Hiijain, de
loon Tan Abd el Malik. le^eeiae te Damaseng Tan
725 tot 743. Zijn goed« eigenwh<4ipen wenlen io
de acbadaw geatera door ijjn gieri^ieid en bq
had Teel te worstelen met c^roM, vooral iMtge-
•lookt door de Abatmden. — Hi»jam I, na 788
tot 196 kalief te Cordora en een loon van Abd
er Bahmin, was een Troom en weldadig Twtt,
die de wetenediafipen b^nnatigde. — Bitjam II,
kalief van Coidova, van.976 tot 1013 en loon
Tan ■Hakim I/, beklom oen tioon ofi dfjarigen
leeft$ii De fa«BJïb AUHantor en dima >oon Mo-
xa/ter bettnniden Toor bem het i3k en Toeiden
Toanpoedige ooilogeo tegen de (AriateiMn. Na
boa dood maakte Mohammed lich meeatv T«n
het booste geiag en liet in 1009, terwijl bjj
Bitjam in d«i kerker bield cfigealotett, bet Igk
van een Cbriaten als dat Tan den gwtorTen
kalief begraTen. waarna hg onder den naam
laa Al Mahdi BiÜah den troon b«Uom. Wadha
echter bcTrödde Bitjam, en Mohammed werd
onthoofd. Bujam «nwTelde in 1013 bjj een nien-
wen opatand Tan Sideiman, die CordoTS stormen-
derhand trachtte te TerOTeren. — Bitjam UI,
kalief Tan CordoTa Tan 1027 lot 1031, de achter-
kleinioon Tan Abd er Rahmdn W deed Tm<^«-
looie pogingen, «tn aan het rjjk, cËoor boigenxM'-
log tuteepat, nienwe kracht te geTen, Hg dMd
io lOOf af»tand van den troon «n oTerleed in
1086 te Lerida. Uet bem *eid«««i bet geslacht
d«i Ome jaden.
HlakU [Hebreeuwscdi = OhitkSja = steri-
t« Gods], koning van Joda r^eerde Tolgena de
gewone tndrekening Tan 727 tot 699 t. Chr..
waaisclijntijk echter van 715 tot 690 en was de
loon en opTolger Tan Ahat. Na den dood tui den
AasyTiechen koning Sarton (705) brak hq met
de politiek ijJDa vaders, stelde lieb aan bet hoofd
Tan een bond van FaléstqDsehe stkten en stond
<xp tegen Sarson's opvtJgw SnuAerib. Dientewe-
Tolge werd zgn land in 701 verwoest. Sleuts
door het uitbreken der pest in bet Asejrisebe le-
ger ontkwam bq den votkosnen ondergang, maar
moeet lieh toch ondeiweifMn. Daar, sooals Jeaaja
TOMi^d hn(( Jemaalem niet veroTerd weid,
üoot Bitkia lieh bü dieos sfnattingen aan en
HKMrde bem aan tot hervorming van den eeie-
dienst. 'Algemeen is Bitkia bekend door bet ver-
faaal tan sün aiekle, waarvan Jemja bem genaa,
en door het wonder aan den lonnew^ier tu
Ahat, dat bem als een Toorteeken löset geneiaw
gegcTen werd. De Terschillende beridden betra-
fende Bitkia Tjndt men in 2 Kon. 18, 19 «n aa
Bisp&nlA, de oedste naam voor bet P^Te-
neesebe scbiereiland, wordt door W. «oh Hkm-
boldl uit het Baskiaehe exvoMa (=^ rand, oeTer)
afgeleid. Het Romeinscbe Hispania omvatte Span-
je (lie aldaar) en Portugal en werd door de
t^reneeBn tmi Clallifi gesuieideB.
Hlap&ulol&. ^e Baiti.
HlSMir, een landschap in Boekhara, wordt in
bet N. begrensd dota de Histarketen in het O.
doe» £an)begin en Darwas, in het Z. door Eoekb
en Kabadian, in het W. door bet landadvp
Scbehrimbi. De livieien Soerehab, Eafimahan en
Soerchan, iQriTiei Tan den Amoe DKijs, stroo-
men door bet vpj Tmehtbare gdüed, dat A>ot
Oezbeken, Tadsjik, Joden en Hindoes bewoond
wqrdt. De Toomaamste Toortbrengsalen ign
graan, rqst, Eatoen, vlaa, schapen, loi^ kopeiertt
en marmer.
De gelqknainige hoofdstad ligt in een dal van
den EaRmaban, aan den Toet *an bergen, beeft
een citadel met Biusiaeh earnizoen, is de setd
van een hej. telt M 000 inwoners en best be-
iventde werkplaalaen voor getbrnajceerde klin-
gen, i^den en baJf^jden stoften. Hissar, vroeger
een wlfst«n£g TOrAtendon, wordt thans door
een fioekbniseben stadhooder beabinrd.
IIlTTnrlT*f. B^ benTel in den liwa Bigha,
het oude landsehap Traaa ia Eldn-AiiS, is toI-
gens de oTerleveringen der Oodbéd da plaats
T«n bet Homerisebe Tioje waar &uUt«MaiiH Tan
1870 tot r862 met goed gevolg opgnmngen
beeft gedaan.
HlstlaAiu, tiran Tan Uilete onder het of^r-
bestnor der Penen, bewees in 615 aan Dvitu
Hyitatpet een grooten dienst door sich te ver-
Ktten tegen den raad Tan MilHadei, die de brug
over den Donaa wilde afbreken. Door dat venet
redde hg het Ferxische leger, dat Tan een Teld-
tocbt tegen de Scythen terugkeerde. Dviua
schonk bem tot loon een atad aan da Strjoton in
ThradI, alwaar Bittiaioe een volksplanting sticht-
te. Toen echter MegabaiMM, Penisdi vdcBieer in
die streken, er den koning opmerkisam op
nuuAte, boe gemaUrelök BiHiaeiu lieh hier tot
DigilizedbyGoOglC
HI8TUEÜ8— dU'X'riJiaUAIHNSTBDlCENTEN.
b«er na Thraeil en nn de nab^g«legen eiluxies
ion knnaeii opwetpen, ri» Dorm b«m md i^
Hol, om bem «Uur onder toeii«ht t« bonden.
Zoodrft BMiaeia ndki bmeep, beToideide hjj
beimelöfc den mUnd de> IoiukIm ft«dcn ondn
Arutagorat en «elMtto Üeb nwt het b»T«l orei
dfc troepen, bestemd «m dien te dempen. Toen
hQ eehUr te Sudei een ■meniwennfr tot >tud
tMcbtte te brengeUj moett li3 de TtoAt nemen,
■oodst lig een tanduig bedroefde in lonil. Diar-
bq nel bï in braden der Penoi, die hem nui
Arta^ttrneê bradriea Dne liet hem knnaigen
en duTu onthoofden (403).
RlatUUett, C£»HA, ontetut nit hkemo-
gMAta bQ b^undeline met looknid tontmur.
Het Btaat in nuiw yeimnd tot d« oDTienderivft.
tes, Toonl piexnor. Het vormt klennooie, leehtt-
^•ftiende kriBtallen, wier cfiloeuDg ünbtiruiend
is. In de imk unoDJakale cfihwBJng geeft lihet-
nitrut een neeideg.
ffie: SiwiUtoKn.
Hlatolori*. Zie Wetl^.
beiüat bMieeh unkter, die door ■IkaËln neer-
gelagen wwden, doch in oreimut meectal op-
[oebkar ijjii. EftrtktctiBtifÜB, dat rö door ammo-
nia wolden neeigeilagen. OetoaUelgk lowen ie in
mren op. Hietonen ih loodanig komen niet
TOOT, dooi TOimen, in eomUnati* met een „pro»
tbetieebe" groep, twlangröke eelbettanddeelen. In
nontTTÖe ophiMingen eoagnleeien ie door koken
niet, wet eaiter in een kevkenaontophMtiiiff van
*ƒ« pitwent: Tot de ondcfsodite hietonen Sdioo-
ren bet histon oit de leiAoejten der thTnme-
Uier en nït de roode UoedliehaampjeB der gaae,
verder het vlobien (het eivibbeetanddeel van
heemoglobien) en bittonen nit de teeltbaUen
Titsehm «n Tan «auge andere dierMi.
Zie ftwfMaffen.
Hlrtoria. Zie OawtAtMtout.
r DenlMUands lltere Geaehl
knnde" te Fr«ikfort Mn den Main, <& Tooral een
entieebe MtgaT« *an bnnnen der Dnitedie ge-
Bchiedenie beoogde^ Het vooiiieeM wad Mg«-
Tolgd en ia 1866 beetonden er leede 70, die al-
lenp in bet bmit kwamen van betangrgke boe-
ker^. Ben alg<«neea oikmu tonden id «Met in
de „JehibDcher der Teieine fflr Geeehichte niui
Altertindnnde" (1861—1683) ran Wigmd, la-
ter hl de „AUnmeine Zeiteebi^ fOr Geeehieh'
te" (1844— 18&, 10 dln.) im A. Sdmüdt. In
1962 werden de afMndetigke Tereenigintren tol
Mn gebeel MHDengeemoHen, dat sedert li
8<mA. Ook
Frt^rük e
, [ en Êngehnd Leeft men loodanige ge-
BDOteebat^n, en in om land weiken niet alleen
onderadkeiden prorinriate ^nootschappen in dien
geeet, maar maakt boTenal het Hietorieeh Ge-
nootadiap, geiTestigd te ntreeht, opgericht in
1846, lien Terdienstelqk door de nhgave Tan wei.
nig iMkende, merkwaardige gesehiiften, welke
beht venpreiden omtrent de geaehiedenie Tan
Nederland en zjjn koloniln in haar geheelen «n-
vaog, met Inbegiip der gesehiedenia Tan het
leeht, Tan d« weten echappen, Tan dt kvnst en
Tan de letteren.
Hlstorlsob rsnootiobap t« 1Ttr*ofat>
Se Büloriteh genooteeh^i.
Hit. Zie Poonfefi.
Hlta, GiHM Perei de, een Sjiaanach sehrÜTer,
ia de Tea^aardipr Tan den bHoemden geiwied-
kmidigen roman .Aietoria de Im gnenae eÏTilei
de Onnada". Termoedelgk ia hg geboren te Un-
la in de pravincie Horeia, en nam hg deel aan
den ibgtf tegen de Horisoo'a (ISSS— ISTO), loo-
dat hn ooggetoige *«e Tan de door bem geéebet-
»të tMeieelea
HltohootA, Edaard, een Noord-Ameri-
kaanedi geoloog, den 24<teD Hei 17% te Deer-
lield in oen staat Uauaehneetta geboren, w«d
in 1816 dkeetenr der DeerfitU^teademie en ver-
trok Jn 18Q1 all predikant naar Conway in Uaa-
eaehnaetls. In 18Q5 werd hj) benoemd tot boog-
leeiui in de aciieikcBKle en natmirlgke Uatorie
aan het Amhent<^Uege, verrolgena tot ataats-
geoloog Toor Uaaaaehneetts en in 1844 tot boog-
leetaar in de natnuigodadieniten aan laatatge-
meld eoUege. Tan inn lalrnke weiken noanen
wg: „Elonentai; geokgT" (1940), „Fioal report
on tte KeohuT «f llMnefansetir' (2 dfai^ 2de
drnk 1861), „'nie reli^ion <it geokgy and ite eon.
neeted Mienee»" (ISSi), ,/)nQiDe( of the gei^
^ of the globe and <a the U. St in parUèiiIat''
(I85S) en „Relkrian's tmth iUnetrated from
scienee" (1S67). Hg oTerleed in J864 te AnJieret.
Hlto* ie de naam van het noordelj^ lehiei-
eiknd tan fket eüaikd Ambon, wordt eenter door
de beTotking leH alken aan de ooordknat van
dat deel toc«tkend.
■Itts ia gewooniyk de aanduiding voor een
betrddelgk nooge temfMcatnoi. Vel«> rorcken
Tan Utte ak de temperatmir meer dan 100* C.
bedraagt, anderen ttg een temperatnnr boven
IJchawwwangte.
HittadrMUUnstnimutteii ^n eleetriedie
meetinetmmenten, alle fcernitende op bet ver-
■i /> -^ /
\
Fig. I. Hittedraadinitromenten.
sehgnad, dat een melaaltkaad, waardoor een
eketriedie akoom irlomt, venvaimd wordt, e(L
daardoor nitiet. Deie niloetting ia evenredig
DigilizedbyGoOglC
HITTEDRAADINSTRUUENTBN— 'OrrZIG.
met de temperatunrvertiaci^ng van den drud;
Jeie is weer eveoredig te stellen met de
ontwikkeide warmte, en deze laatste ten dot-
te is weer gelgk aan het kwadraat van de
Glrooni8t«rkte vermenigvuldigd met <lea eleetii-
schen weerstand ran den ifcaad, dus gelyk aan
J'r aU ) de slroomatetkte en r de weerstand
voorstelt. De verlenging is ten slotte evenomdig
mot bet kwadraat van de abroomaberkte, die we
dus kunneD meten dooi de draadverleng^ng te
bepalen. Dit ee8clu«dt bjj voorbeeld ala volgt
(tie tig. 1). De aibeidediaad A B, waardoor de te
meteo stroom vloeit, is vervaardigd van een
plwtioaiilverlegeering, en is gespannen tusschen
de pnnteb A en B. Ongeveer in bet midden van
dezen draad is eea verticale draad CD aange-
Imcht, die in D is bevestigd. Deie dnutd b«eEt
met den stroom verder niets te maken, dodt dient
Fig. 2. Hitlediaadinstromenten.
alleen om de verlengiiig van den Sirbeidadiaad op
«en meetdn richting over te bren^n. Hot midden
G van den draad C D is door guddel van een co-
coitdraad, die eenige malen rond bet rolletje B
gewonden is. met een veer F verbonden. Vloeit
nu een stroom door den arbeidsdraad, dan tet
deze uil. als reeds besproken, en door den tr^
van de veer V komt bet gebéele meehanisn]
den stand, die in de figuur door atippengnt
aaogediud. C komt in C', E in E'. Het rolletje
R diaail en daardoor verplaatst zich de op het
rolletje aangebrachte wgzer over een wijzerplaat.
Door hierop een proefoüierriDdBijjke schaalver-
deeling aan te brengen (d. w. z. een sel)aatver-
deelin^. die gemaakt is door bet instmnent bij
v«rsehiUende stroonuteikten te ondenoekeo, en
die Etroomsteikten by den bgbeboorenden wij-
Mrstaod op de plaat te uoteeren, en die dus niet
door berekeoiog is vastgeet«ld), kan d« stroom-
sterkte direct worden afgelezen. Men kan deze
bittedrsadinstrumenten g^iruïken als ampère- en
als roltmeter, door respect ievelpk een met de te
meten Btroomsterite of met de te meten apaa-
ning eveniadigen stroom door bet toestel te zenden.
De bitlcdraadinstrumenten z^n niet bruikbaar,
waar zeer nauwienrige metingen verlangd wor-
den. Voor metingen, waaibg geen booge nauw-
keurigheid verlai^ wordt, bieden zg echter aan-
merketüke voordeden, daar ig onafhankelök zgn
van de frequentie, van den vorm dei stroomkrom-
me en van uitwendige magnetische iavloeden, ter-
wgl ze even geschikt zgn voor gelgk- als tooi
wisselstroom (zie fig. 2). r
Hittortf, Jacquet Ignaee, een Pranseh aidii-
teet. den 20sten Augustos 1702 te Keulen ge-
boren en den 2i5eten Maait 1865 te Parga over-
leéea. Hjj kwam in 1610 te Parjis bg Charta
Pereier in de Jeer. Hü bouwde te Pajgs den Am-
bigu-edtouwburg, de kert Saint- Vincent ■de-PaoL
de Mairie van bet Iste arroiuli&ganeat en bet st*-
tioB van den Noordei^Morweg. Ook de aanleg
van de Pkee de la Concorde aldaar geschiedde
naar zgn ontwerp. Van ign woiken noemen wg:
„ArchÜeetnie antictue de la Sieik" (1830), „Ar-
chitecture moderne de Ia Sicile" (18S5) en „Ar-
ohitecture poljcdirome des Oieca" (1851).
Elttorft, /oAtran Wükelm, een Dnitaeb na-
tunikuiidige, den 273ten Maart I8S4 te Bonn
geboren, vestigde zich te Munster als privaat-
docent en word er in 1B&2 buitengewoon en in
1356 gewoon hoogleeraar in de schei- en na^nr-
konde. flg bestodeeide de aUotropie van sileninm
en phoefor en eteJde met Plileker vast. dat de-
zelfde stoffen wel eeri« verschillende ^»eetra
kunnen vertoonen. Hg onderzocht den invloed
van eleetriscbe otroomen op sterk verdnnde gas-
sen en vond toen vele van die merkwaaidige ver-
aehjjnaelen, weUie in 1879 door OooJt«« onder
den naam „Stralende materie" bekend gemaakt
weiden. Het belangrökst zgn echter ign onder-
zoeUngen over de electrolyse, waatmede fag in
185i3 een aanvang maakU. De verhandelingeo
van 1853 tot 1856 zgn verzameld in „Uebec die
WanderuDgen der Ionen wihiend der ElektroJ;-
se" (2de druk 1908—1904). HUtoHf ontdekte
en verklaarde de fnndamenteele TCnehüateleD
der „overvoenng" of „ionenbe weging", tag reeds
io dat bet eleétcieehe geieidioga vermogen in
nauw verband met de cbemiscbe werkwamfaeid
staat, karakteriseerde de electrolTten ah lonten
en b^aalde de splitaing der comfilexe looten
door den stroom. In 1896 beMhreet hg het elec-
tiomotoiiech gedrag van cbroom en vond een
nioDwe verklaring voor de passieve bouding van
metalen. Pae nadat Hittorlf in 1889 om geiond-
heidcredenen ontslag genomen had, kwam men
lot de eikenning van ign groote venLenateii
en werd hom het eerevooizittenchap van bet
„Bnnsen Oeeelscbaft fftr angwwandte ohjaikali-
■cbe Chemie" aaiseboden. Hg overleed d»
28sten November 19)4 te Munster.
Bltzlc, Juliut Eduard, een Duitsch erimioa-
Ust, den ^ten Naart 1780 te fierlgn geboren,
studeerde te Halle en later te Erlangen in de
reebten en ontwïkelde door zjjn omgang met
Brentono en If lelond zgn smaak voor de pofriie
en de letteren. In 1799 werd bg auseultator. in
1804 referendaris te Warachan en knoopte ei
vriendschappelgke betrekkingen aan met de dich-
ters Mnioek en Wemer. Toen in 1806 de Pioi-
sieche beeraebappg aldaar een einde nam. moest
hg zich bij lettwkimdige bezi^)eden bepalen.
Daarna stichtte hg in 1806 te Berlgn een nitge-
verezaak, waarmede t "
! tig in 1810 een leeakaa
D,o,l,zedb,GoOgle
HTTZIQ— HLASIWKXL
ten bdioeie der nuTeisiteit Terbond. In 1814
T«ik(wbt bn edit«r ign nak en b«tnd opnieDw
óe KcbtBKeMei^ kc^MUL Aebt«rMiiv«lgeiu be-
kleedde Kij onderBcbeiden betiekkingen bg de
magktntanr, mm In 18S& wegens een oogitek-
te löo ODteUg en oreileed den 26Bten KoTember
184». la im beeft hü de ..ZeiUehrift fflr die
pteauitche Eriminelieuitepllege" en in 1828 de
„Annaien tOr dentiebe ano enüftndi£cbe Ennii-
Dalreehttpfl^e" ^ealieht, alnnede in 1826 een
„Oelefartet BcTlin." OrooleD roem beelt hq neb
TeiwoTTen door inn ]«T«nabe»clu9TiDra] Tin
Wenur (18Q3) ta. Hoffmm,* & dln., 1829). Ook
„Da neiie Pibft«&l" door bem en Hifring op Umw
geiet, i« tlgemeen bekoid. Verder beeft hg aag
oitgeóeven: ..Das pienuiidie QeMti Ton II Jd-
ni 1^7 znm Sebittie det EieeDtnini in Wetken
der WieMnKhftft and Kumr (1838) en „Leben
nnd Bri«fe Ton A. tod Chuniew" (2 dln., 1839
— 1H2). Ook WM bg TUI IMO tot 1844 met de
faoofdredMtie *u de „Preeneitans" belast.
BltKlv, Ftfdinmtd, een Doiteeh godf^leode,
den 28ateB Juni 1807 Ie HeoJngen in Baden ge-
boten, itadeerde te Heidelberg, Halle en OSt-
tingeft, prouoreeide in 1S29 en Teetiode lieb te
BeideHMfg k1« privutdoeent, wmimm tajj in 1988
te Znrieh eo Jn 1861 te Heidelbeie iot «woon
boogieeraar in de godgeleerdheid beDoenta weed.
Zqn uitlegksndige geeehriften verwierTen gnio-
ten bÖTiJ. Durran lennelden wg: „Ueberietinnc
nnd Anilegune des Propheten Jeuiaa" (1833),
TooratgegwuL ooot ,3egT]tI der Eritik, em AUen
Tattunento pr^tieeh erOrtert" (1631), ,J)ie
Peelnen" (ISSS— 1836, i dhi.), ,J)ie ZirBH klei-
nen ProBbelen" (4de drak 1882), ,J)er Prophet
Jeremia'' (2de drak 1881), „Der Prophet Ëce-
cbiel" (2de druk 1866). ,4)er Ptophet Daniël"
(>1850), ,J)er Prediger Sakeoos" (2de drak 1688),
■„Daa Hobe Lied" (1855), .S>ie Sprnehe Salomo-
Dia" (1858) en J>ae B«b HJob" (1874). Terdei
•elueef bn: „Ueber JohaiuKi llvkiia ood Seine
Schriften'' (1843), ..Uogesebidite der M^ttiritwie
der Pbilistier" (1845), ,J}ie Qntbfebritt det Da-
rins ni N^wM-fiortam" (1846), „Oesdiieble des
Voftes Israël" (1860—1870, 2 dln.), ..Spraebe
and Spraehen AasTriens" (18TI) en „Voneton-
gen ttber biblisebe Tbeotot^ie nód raeeiiaiüiehe
Weitttgangen des Alten Testamenta" (1880), be-
neTens een aantal opstelt in tgdicbritlen. Hq
overleed te HeidetberK den 22tteit Jaiiiuui 1876.
BltmU. fTÜdneh, een Dnifeeh ardiiteet,
den 8e4en Afiril 1811 te BerlQn geboren, den
Uden Ooteber 1881 aMaai geatorren. Hij «ai een
won nn den Tootgaude en Toonde ndi onder
den inTloed tui Stkiidc^ Hg boewde de Beon
te Berlijii en bet Omm Reu aldMi, de Teeh-
niaehe fioogeaehoo) te Chariottenbntg, bet paleit
ReToltelk te Tiüst eg bet pakit Kroiia>b«« te
Wareehao.
HltKlr, Julwt Sduard, een Dniteeh Moeee-
kondige, den eden Februari 1888 te BerlgB ge-
boren, itndeerde te Wtraborg en llerlijn, wat
nts 1875—1879 boogleeraar in deserdMttie te
Znrieh en Tan 1870 tot 1008 1« Halte, waar hij
den stoot g&f tot de eerate KUrtaadig* Ulnitk
TOOT tennmiektra in FniiMn. Httrio overieed
den 12deD Angiutoa 1007 te St. Btettan. Hg
beivoog lieh Tooral af bet gebied Tan pbjiwlo-
gie en pathotogM Tan de beraeiw ea beweea bet
eerst de feealiaatie der pe^tbÏBebe fnnetiee in de
groote bereeu, waarTao tgn „Phjsiolomutie nnd
kUnëtclte Unteraoefanngen flber dat Qenim" (Ber-
Ign 1904) getnigti Terder tebraef hg: „Ueber
nMMDttiaehe Tabea" (BerlSn 1804) en „Ueber
den QnernliirtenwabiMimi" (Leipiig 1806).
MJ*IiMtri een meer in Zweden, ligt in de
landaehapften SOdennanland, Nerike en Wett-
manlaad, ten N.0. *«n het Wettermeer, ia 60
km. lang, 4 — ^90 km. breed, 18 m. djqi « betkat
een opperrlakte van 511 tJuu. Het neemt da
STartI en Telgei op, lendt naar bet Mftlarmeer
den HjndeTBd, die in agn benedenloop Bikitata-
naft beet, en itaat door eeo kanaal met O ilniien
met de meer noorde^jk naar bet Milanseer loo-
pende Arbogai in TeMinding. Om de mcnignl-
dice OTeitlmoDÓngen te Tooikomen, heeft men
oiSangs den weapiegel Terlaagd.
BJUninr >• de naam van een Deenach ambt,
bet noordelgkate gedeelte Tan Jutland, en be-
boorende tot bet atüt Aatboig. Het teh <^ 281S
vkm. mim 120000 inwoners. De bodem is Toor
■/■ bebmtwd, '/i is bedekt met drgFiand en moe-
ratten. De ereuoo genoemde hoofdstad, aan den
^Nwrweg Tan VaMNnnp naar FrederikehtTea ge-
legen, beeft 8000 iawoDers. die lidi roet handel,
landbouw en ngveifaeid beiigbonden.
BJort, Peder, een DeenMh taalkundige, den
IBden Juli 1798 te Taantb; 49 het eiland ima-
ger bg Kopenhagen geborën. etodeerde in de
reehten en in de «od^eerdheid, maar onder-
hield t«Teni TTtentMclMMtelgken omgwng met
OsMnueAfajer en Pml MWer, wj}dde ileh met
hén aan de aeetbetiek eo met beu en St6bèni
aan d« wgabegeerte, en reiede gedurende 8 Jaar
in ItaliS, DoitMblaDd, BelgÜ en Prankrgk. Te
Bcmw studeerde hg in de kuatlgeedUedenie en
(u de letterkunde en te Htindien ging hg 8 win-
tert met SduUiitg en Baader om, welke laatate
beau m kennie bracht met Btmb en Hêgel. Na
ign temgkeer in 1832 werd hg hoogleeraar in
de Dnittetie taal en letterkunde aan & academie
Van ign geeehriflen noemen wg: ^Digteren tn-
gematm w hans VOiker" (1816), „ToIt Param-
pber om Jene Baggesen" (1816), „Jobunei Seo-
tna Erigena" (letiS), ,Mm om ViUiens Frihed,
foriTMet inod en liedkhHn Angreb" (1825),
„Den Dantke BSneTen" (10de ink 1BT7— 1870)
en „Oamle <tg Hjt Pkalmer" (3de drak IMS),
aleraede een aantal «taalkuodige geaefariften om-
trent Sleeawgk-Hobtein. Uit i^n Mlatenadiap
veiaebeAi nog „Ud«gt OTer nrere dantk Litera-
tor" (1872).
Htaurimts, Btumeh, een tdieiknniUge, den
7den April 18B6 te Beiebeiiberg geboren, legde
lieh toe op de pbarmaeie, ttud<«rde te Jena,
Weenen en Pnag. werd in 1849 assiatest Tan
Roehleder en in 1861 bnitengewoon en ia 1854
gewoon hoogleeraar te InDsbrflek. In 1867 wei4
ntt benoemir tot hoogieeraar in de sebeiktrodige
tedinologie aan de teehniaehe boogeteboel te
Weenen en TerwieeeMe in 1669 deien leerstoel
met dien Toor algemeene tebeikoade. In 167S
werd^ reterendaria Toor algemeene tebeïnnde.
In 1878 werd bg referendüie toot teehniaebe
DigilizedbyGoOglC
HLAaiWWrZ-aOBABr-PASJA.
MholflD bg b«t mioisCerie vkh ODderwgt en
ot«ik«d den &ten Oetobei 1873. Hg heeft dooi
ign oadenoekhwen den «001011(^00 d«r wbei-
kuftde Mamaik«^ik berotdeid en bakngröke op-
(l^n ffdeven] «tei beokeateeifcnoaot, norine,
buwn, Monann, pUoro^eien. slktlolden, ani-
keiBOorteg, eiwitstoffen eni.
^'«fc», Vojteeh, eui mder den MboikiMiii
Fratttiaek Pramia bekend Cwehiidi norellenachiij-
*er, den ITden ApiU 1617 Ie N«knm ff«b«<
ibidecrde te Weenen en wu knRen t^ slotl
peÏMD te HnMldL H3 baelt een bibUotbeek vol
Tettett4gen en avFeUén geadveTen, die Teel ge-
leien en met die van Auerbaeh gvl^k gesteld
worden. Zg TBnebuien noÊOkili in 4 deeleo
(1871— 1«7).
Hlnb*k, frms Xartr FtUcIm *mi, een Om-
ber
icökedi lüdboniAuidiee, den llden Smtem-
■ 1602 te ChaUaehH in Oortewgfcaeh fftleul
. Oortewgfcaeh fftleul
geboiei^ Rtadeerde te Brfisn in de wvébegewte,
TerTolgeiie te Weuien in de reebten, de echN-
ksnde en de laDdbomrwetenepbi ■ ■ • '
boogleerau in de lan^xmi^Bni
18^ te LenJbew, in 1834 te LaibMh en n 1M>
bDoghenar in oe land- en boecbcnltmir te Qmi.
De foortliiei^teleii fan de ijjdeteelt door kem in
1843 in StiermaiÉen leikresen, weiden op de
teDtoonetellinK te Londen bekroond. In 1870
ontving hg de orde van de Uieren Kroon en
werd alioo in den lidderatutd i^igeiioinen. Eg
overleed tê Out den lOden FebiDui 1660. Hg
behoorde tot de iMtete veidedigen Tan de hu-
miiBtlieorie Tan Thaer. Hliêbek echie^ faet be-
kroonde epitel: ,JXt Bmiluniig dei FfUueD
and die Statik dea Undbanw^ (Praag 1641),
„Beknebtmg det Meaoieehen Chemie des Hein
j. Liebig" 7Qnti 1842), „Venacb eioer nenen
Charakteiistik und Kfaaiifikvtion der Rebsoi-
ten" (Giai 1841), ,J)ie lAndwIrtiehafttlebM dn
ÜHem g«nsen Tteifange" (Weenen 1646, 2 dln.;
2de druk 1661—1858), „Bericht flbei die ei«li^
eebe iMidwiitechaft and die Londoner AnMtel-
Inog" <W«en«L 1852), „Die Betriebekbie dei
Undwiiisehaft" (Weenen 1853), ,J)ie Bepflan-
inog des Kaïntes" (Ona 1858), „Der WehdMn in
Oeeteneidi" (Weenen 1664), ,Jlüe wiehliesten
LehiMi dei LaMhrirtachdt" (Weenen 1667). en
^mAttAMm vèA Stédemidit" (Weenen 1880).
Hnjowkewsky, Bneitkotnkif of S^mtim,
de faeretcUei dei Cieclüeehe polue. den 19den
Haart 1770 te Zobnk «eboren, was bnigemeeMet
te PoIttatUa en OTeifced dien 7den Jnni 1847.
Hg eebnef: 4)et UhmiMlM HlgdckrieK" (1805),
een tlnebtig epoe^ ia 1809 tot een erottig omee-
werkt, ,3nKhstMe der Dichtkonat" (182(1),
„EMm OedieUe" (1820), .Juomir" (1836) «en
tnvrnel, ,,HeintlMwtTtoe sn Eolodq" (1869)
een l^N. »!<«■" gt^me" (184!) en „Doetoi
HttAiir Fr ii l)i} de düaeewn de Gn>ol<
Oeeet, wIom ionen i^etiwe w«lieid sckiegen
haddel, wdke ijj aan de menseAen meedeelden
door in de „Vellef der Smart" (aarde) te Tallen.
Boanf-ho (Bmmgho = <U^ BÏTier), de
tweede hootibiTier Tan CUna, ontepiJn^ ± 4400
. „ _ , , een nuddgke keten
Tan den Kwenlnn, stroomt door de dieht bg elk-
■nder gelegen meren Tijsiing- en Oriog-Nor,
TerTolgen« door de Uongolen Ean-mooen (^
Zwarte K-vier) of Soknoa, door de Tlbetuui
Matejoe genoónd, eerst iai Z. O. riehMng door
een lengtedat ea wendt lieh dan aehteieenTol-
gens N., O. en door de proTineie Eansoe N. O.
en eindeljjk ep 1 10* O. L. weer Zoidwaarts. Daar-
na Tonot de rivier de westevens dei piovineie
Sjaoai en, na den 0«mten Mnai sepsneeid te
zgn, de grens tnueheo Sjsnsi en Sjen«, totdat
ig door 3e Hoasj' ■ ■ -
(boi^n worcTt. 1 „ . .
etioomen tot beneden Kaifoeug, waar ig bet
bagknd bereikt, en wendt ttch dan naar het N.
O., <»n (^ 87* 15' N. Br. in de QoU van PeUjili
Dit te manden, Dese mond bestaat eerat SMUit
1869; TToegei viel de rivier ep 87* 45' nog vtoe-
ger op 33*50' in de Ode Zee, waadn xi vooi de
Uoasisnketen weder naai bet O. ge-
rcTt In die richting bigft ^j voort-
kost grootc, 80—40 km. breeds «mdbe^m ge-
voraxi beeft. Sedert «02 r. Otu. iiedt de F
bo 10 maal ign mond tnsedien 33*50' e
»
N.Br. Teikgd; ign tegenwoordig mondinr in
de 0(df Tas Pstniii faugt samen mat den Taï-
pibg opatMid, gedttiende welke de bewakiv *h
de oeTerweiken, die dooi een ehel en 64000
ailieideis placht te geschieden, veiwsarlooid
werd, waardoor in 1851 de doorbraak van dw
Noordelgken oeTei, 60 km. ten O. van KMfoeng
mogelük wsa. Nieawe gioote OTorstHHningw
ha£len pluts in I86B, 1BS9, 1872. 1874, IW9.
Bvenale bq den Po, ligt niet alleen de water-
ui^el dei liviei. nuuu ook de bedding boog«
om het omliggende laagland. Oversttoenünges
bg boog water in den lomer komen ved vooi,
waarom leoaaehUge wateikeeringen aangelegd
sfn. De legeering f^eeft er gioote sommen voor
mt, maar voorloopig londer soeees. De lengte
dei avier woidt met al bsu kronkelingra op
4000 km. gsMilmt, het atioom^bied op ± S8OO0O
T.km. De voomumste niivieren njn rechts de
Tsnho, Weibo en Loho, links de Tatoenofae en
Poennlto. Sledits op enkek {laateen is de Hoang-
Hoard (Engdecb) wordt fc^mikt tei eaa-
dnidii^ T*n bn tot reserve dienende edele me-
taal Taa een banUnstelïng.
Bobart (<Urt 1881 ffotoifownl, de ha<rfiMad
Tan den BntsdtAnflttaHschen staat Tasotami,
»gt op 42*54' Z.Br. en 147*21' O. li.v.Qr. aan
den TOet van dea Honot WelUngton (1270 m.)
en aan den lediteroevei tc> den Derw^rf; die
hier een tooi de giootate Meat^^Mn «eeobikte
h«Ten voimt en 22 km. vente in de Stoimbaal
uitmondt. De eted, in 18M gebouwd, heeft een
mooi paleis, een legeeiingsgeSonw, een itadhnie.
een katbedraal, een n^iümta^ een autal scho-
len en wetensdtappelöke en liwda^gheidsipst si-
lingen «n telt (1911) 41 767 inwoners^ die tlA
met de Tervasrda^ng ven meel, eonieiren, leder,
sdieepsbonw en gseiindDstrie beMg heaikn en
een kvendigea huidel diffven. Wegens sgs kod
klimaat wordt bet des lomeis dras besoëht.
Bobart-PaBja, Auguttut Oharla, bsmn,
een Torkeeh adnurssJ, den Isten April 16B2 te
Walton-on-the-Wrids (Leioestcr) geboren, sis soon
Ton sii Augtuiut Sduard Bobmt, lesden grsaf
Mn Buekinghatiuhire, nam in 1865 dienst b$de
Britscbe msrine en wetd in 1863 kapÜMn. Owhi-
DigilizedbyGoOglC
nnde 4«b AnwiikuMcben boisuoorioff Mild*
hg tot IS-Duud toe ikmi d« Uókkiddiiue der
Hoonlelökao. wn lOet «en kooprurdoMkip wk-
peo* «n mDoitie te bioigui mb <}« Zaideliikat
es kfttoen mede te itenen niu EngeUkcl. Dur
iiji penoonl^ Mand ma met den TnrkeduB
«tiatainui en Toomuligen geiant te Loaden AU-
PoMJa, wen! hg, op «tiena ui^MliD^, in Tnik-
■ebui xeedienit gvplMtct eb eehcrat-bg-nMht. Au
bet booM tui een «ikkder belette bg de Grieken
bnlp te Terlecnen Mn de opgettue KreteDieri.
Eg w«id du in 18S9 tot Tiefr«dnunukl en peaj»
._ .«,«._. . .j_.__.i Jct TuitKhe Tloot
pertwTel der Tolk-
en in 1810 tot CTOot-admiiMl der TnikKbe Tloot
benMiBd en bcM«t stet het cnpertwTel der Tnik-
I \m de UddeUnndBübe Zee.
orlegwebmn i
4 keerde hQ te
In 1874 keerde ti^ tervg nur ^n TMJerlud en
werd met den nsg vu kepUein bS de Engel-
tebe nuine gepbuat, msw in '1877 begaf hQ
ueh wedwom amt Tnrkge. Oedorende den Bne-
uaeb-Turinolien Oorkw *oetde hg berel oier de
Tofkidw Tloot in de Zrate Zee, die hg gehad
bltAkeerde de bnveu van Zuid-
inmmonden. Na den Trede Weet
I den
i; bg^ bl
i de Dei
•nltan in Torkeehen
ehet from mr lile", die in 1861 sa ign dood
(19 Jnni 18%) «itgc^eTen ign.
SobtMma, Mmitdtrt, «en NednUndMh sehiL
der, JD 10S8 to imateiduD geboren en aldaar den
17deii December 1709 OTerMen. Hg werd in 1680
..wönrorier" in dlenat der itad Anuterdam, en
ia ia groote «Atoede geatonoi. Zgn landiduw-
tra, ooder den faiTloed tan JbriwlM; geaebilderd,
Mben thuu giDote lemuanUiaid. Mm liet m,
«nder anderen, hi bet RSkamBMnnt te AmslM-
dam en ia bet Hanritthnk te VOravenhage. De
_ ifcMaeiuldeni
BolitMS. TkoMoa, een E^ielaeh ^lÜoaoof , den
fiden April lt>88 U JUmeibw7 getwren, beiodrt
reede op 16-jarigen jeeftfid da vnrvereiteit te Ox-
foid, waai hg in de wflweoeerte en nalnnrfauMk
«tadeode. In 1610 deed hf ala leidnuan *an den
jeugdigen 0atgii4iak, MMHt tsd den Uteren graaf
*aa D««oulUre,een,i«iBdMrFTaBkr#[enItaU«.
Na ifn teragfceea TÏrfte hg, door ge^reUen met
Baeoi aangeipaord, het Tooniemen ^ een beter
i^egeerig itebel op te bonwen, terwijl hQ de wer-
fcm Tan Thuttdkb* in faet E^Kiidi rertaahk,
om qn landgeoooten il te aehrLUea Tan de de-
mocratie. Ia 14S9 ging liJ naar Frai^rfik. BQ
^a tenigkeer te Londen in 16S4 Toad nii bet
land in een itaat Tan ^iܫie giriti " * '
)ooi waanehnwde bg sjn medeEmigt
lerohitie, en hg lag iidi ii
naai Fai^i te gaan, waar hg dni prine vm Wa-
h» ondarwga ^ in de wiaknnde. Hier aehieef
hg ign beroemd bod „De Cire", hetwelk bet
«wet in 1642 all handaehrift ndnikt werd en 6
Jaren later te Amtterdam en in 1S40 aMaar in
de Fiaaaehe fertaliag Tan SorMfre in bet ïcht
TertelMen. De oneeiugbedeB, hierdoor ooUtaaa
toeadien bem n tnMOMp BramluiU, maakte bg
i^wnbaar onder den titel ..QoaestioiM de iibcrtate
neeefriUto et oen" (teUf ea hij oitwIkkeMe
ÜeieUde beginaden in het meer intToeriga ««ik
.Jieviathan" (1661, Amrterdam 1668). Door den
iarload der geeatelgUMid word hem de toegang
misera tegen de
641 genowbaakt
tot het Hot TMt Jtorel II, «e nc
waij ostaegd. Daar h^
^eihg aditte, »— • ••-
lOg in Fiankrgk
n Frankrgk niet
1652 naar Bo^
e, hegal hg lieta In 1652 naar Bom-
1^ bg dea naaf «om Dtpoiukin zgn
B «t 2 TedusdelJngen acbnef: ,J>e
eorpore" (1656) en „De homine^' (1658), teiwgl
iegea 4> ^ x^^ eorpwe poimeo" en ..Haman
naton" altgegeTea werd. Toen Kartt 11 in I«60
den Engelaóhn tiooa beklommen liad «ntriag
Robbêa een Jaatgald lan 100 pond ateiUng, doeh
n» onderrlDden, dat in 1660 lipi „La-
Tiathan" t^wnlgb door het Parlement Teroor-
deeld werd. Chn tich aan alle TerTolgingen te ont-
trekken «n ign Tertaling Tas Bomenu te Toi-
tooien, Teitigae hg ijeh in 1674 o^ bet Und.
Hier eebred hg ook een gaadiiedeiHa Tan i^n
tgd onder dea titel „Behemoth, or a hiatory of
the dfil wara kom 1440— '1660", die eerat na
ign dood ia bet ËtbX ia TaradieneB. Tegea een
'ooialel, in bet lagerhoU ii^ediead, om hem ali
«n goiHoodienaar te atraftei^ Teidedi^ hg tieh
n £et geachrift „Hiatorieal namtion cmmm-
nisg hMM7 and the pnniahmeDt tbereof '. Onder
de sJeDwaren ign Toonl JfeadebaoAn in ign
iJemealem" en feuerbaek in lön „Antl-Hobbea"
ali ign beategdara, Omdlma, later Maimom alt
^ Terdedfgera opgettaan. ffo6bM oTerkad op
BardwiAe, eea landeoed ran dea graat «on De-
•oMfAira, dra 4den l>eeembet 1679. Ben eeia-
me^tike oMgarc van ign ,JInal and poktieal
— ika" ia in 1700 Teraebenen, «ea TernundiBg
I ign „BBgKih woifca" (11 ob.) en nin „Ope-
__ latraa" (6^ dfai.) ia 188fr-184G. TOnnU» gat
in 1880 iQn „The atanrata «f law, natnral and
poUtiea" b«B«T«aa idtti«kaeli nit nog niet ce-
draUe haadaebHteB Tsa BM— nit en naar het
~ ' the loag
Mïgineale n
pê^ameaT.
Hobbtt, die in agn methode naar het Toorbeeld
der aatnorweteaaebai^a enqiiriedi te werk gaat,
il Tolgena ign wgsfreerine grondatellingen ma(«-
ehamen bniten ODi bewegingen i
laorden tew«egg«braeht, die licb naar os nene-
nm en Tandaar naai het hart toottpknten, Tan
het hart nit volgt dan eea aeaetie, die betieifde
b all gewaarwording. De hwiaaetinf beaebonwt
hjj ali een TOortdnrende prikkeling in de lintnl-
Een. De door een gewaarwording Teioonaakta
Selemmering of beTOrdvring Tan dm bloediom-
loop wordt men neb als een geroel van behagen
et anhehagen bewoat; dne agn de eenige motie-
Ten Toor de baaddingen der meneehen, dia dat
geen Tr^baid Tan wil beiitten. In den oerto«etand
moeet deibaïre, daar de lelfindit de eenige «kgl-
Teer ia, een atrjjd Tan aHen ttgea allea ootKtaan,
die echter aUer genot en lerca bedreigt. Uit de-
len toeatand ia aUcea fedtfiiv mogeTgk, indien
de geaamenlgke menscbh«d alle maeht in han-
den geelt aan één penoon of één eorporatie, die
alt MO^nt iMoraeher allen tot den Trede dwingt.
Daardoor ontitaat de Staat en met den Staat het
ondericheid tnuehen ledelgk goed en kwaad;
wat de Staat befedli. ia goed, wat hg Terti«dt
kwaad. Ook de godadientt it eea dooi den Staat
erkende Troea Toor oniiehtbare machten. Ooden
ign Toorlbnngaelen na Tieea, lorg es onwetend-
heid betreffende de oomkea der diiigai.
DigilizedbyGoOglC
Zie: Tönmti, HoUm'b Lebes nnd Ldue
KoJMTfr, Ootthitd, eea IL-KaUwMck godg»>
iMFde, Jn 1^7 te Herii^iMiaeii gcèoran, atodeer-
da in de gwlMleordimd, promoTeeide ia 1886 te
Bonn en «era in 1S67 httoglcMau m de nkleg-
kaode tui het Oude TeXMnent te Pwlerbon], in
1898 te Frwbnig. Hg «diveef: ,J}ie Ftalmen d«r
Vnigata Obersetzt und ePklSrt" (2de dnik 1906),
,J3it Qmtma" i^ druk >]908). ^e FortBchritte
te biblucdieii WiMenach»H" (1902). „Dn Slteie
kteuiisetie DeboMtanng dea Bnebes Buvdi"
(1902), „Baèel and BHwl" (1904), „MoseB nnd
dei Pentateucb" (1905), ,J>e Hojae PenUtenchi
ftutote" (1905), „Uetwt di« PentateneUnwïe"
(1S06), „Bibel oder Bftbel?" (1907). Tan 1694
tot 19<M nf hg de .Jiteiaiische BtmdsebKa ftU
du Efttboiieebe DentMhbnd" nit
HobbonM, /oAm Com. Zie BroughUm, JtAn
Cam HobkouM.
Hobo (Franecfa: Banlboit, Ikm»' hoatn blaa«-
iDstrument, in tegen Btelliog met Bauo» [fagot],
iMg hoDtea bUMinitnuwat), is een booteD
bluEiostiuineDt, dat lidi uit de sdialmei beeft
ontwiUeld. Bet ia een boDten boii met een
tiechterTMnrig wteinde en oor^ronkel^ aUeen
met iogeboordc gaten, latei ook van kleppen
vfMnaen. In MMverre Iqkt het inatHunent ook op
de Uarinet, doch daaivan Teiaehilt het weer,
dat het moDdstak, ereoalB dat van de fagot
ait een dnbbel liet bestaat. De tegenwoor-
dige hobo heeft 9 Jt '14 Ueppen en een omvang
van beB tot en met a'. Tot de bobofamilie be-
booren ook de Althobo of Engêltehe hoorn (eorno
ingUae, eor atigUrit), Tolgens betieltde bc^nsel
als de hobo gebonwd; owk klinkt evenw^ een
qnint lager als een ho6o, is daarom grooter en
heeft een meer óotikete, ietwat «eenu>e£ge Uank-
kl«ttt.
De Htektlphon, of bariton fto6o, met een om-
vang TSD Bes tot bes*, ie «en uitvinding vas W.
Heekel en tooi het eeist toegepast door Rieiutrd
Strauu in i^n mouekdnma „Salome". Uinder
gebnükdjjk ia d« evenoens door Heekel gecon-
sbineerde pipeolo-hedulfhon. die een kwsit boo-
ger klinkt dan de tuAio (es' — d*).
Be o6oe if amore, eixenl^jk een veronderd instru-
ment, wa« in de 13de eeuw veel in zwang; dit
instiament Uott een teitB liger dan de gewone
hobo en had een kog»lT«tnugen beker met nauwe
ZDJng, waardoor bet gehiid gedempt kHnkt
A g^imikte dit iastmntent veel, en daarom
wordt Mt tiQ nitToeringen wt Baeh'a w«rken,
w«(Hiii de oboe tamore ii voorgescbreTen (o.a.
in de „HatUiaeuBpaeBion") ook nog bespeeld; ook
Rtekard Strmu» beeft haar aangewend in t|)n
.,SiDfonia domesüea".
Zie: L. BeeMer en B. Rohm, Die Oboe nitd die
ibi verwandten Instmmentec, nebat biwruriii-
scben Skizien der bedeutendsten ibrer Heistei
(1914).
■obokon, een stad in den Noord-Ameiikatn.
schen «tast NewJeisey, ligt aan den rechter-
oever van den Hndson, telt (1910) 70S24 inwo-
ners, bent aitgeetrekte wsitdelpaikeB langs da
rilier en ia een gdieflcoosd veiblirt van aanilen-
iQke koopüoden nit New-Toik. De stad wead m
den oasTang dei 17de eeuw dooi Nederlanders
gntielit, maar heeft tluns over bet geheel een
Dnilsch vooihomen. Zjj v<Hint bet beginpnnt der
uitgestrekte s^rwegen, die Kew-Yoik met het
weet«n en luiden des kods veiinuden. Verder
heeft tg voortretfelvke ionehtingen Taif onder-
wiJB in de Steiens' Highaehod, in de pohrteeb-
niscbe school (SteTeos' Inatitute of Teennolog;),
de Martha- (Steyene') InBtitntion en de Duit-
sebe nnivernteit. De igd^ndustrie ia behncrgk.
Uier bevinden lich de ankerplaateen en dMtken
Hobokan, een dorp in de Bel^isebe piovio-
cie Antweipen, ligt aan de spooilgnen Antwer-
pen— Boom en Antweipen — Oode ()od en telt
ruim 10000 inwoners. Hen vindt er takjjk« vil-
Ws Tss igke Antwerptotaren, sobeepswerTen der
firma Coekerül en andere inductriiele onderDe-
mingen.
Hobekm, JVieoiow, een Nederlandsdi ge-
neeskundige, in 1632 te Utceaht gebuen, stu-
deerde aldaar in de genee^nde en promovoerde
1658 in de wgsb^;eeTte en in 16^ in de me-
dicijnen, nadat l^j eenige bnitenlandsebe booge-
sehóleD bezocht wkL In 1668 werd hg benoemd
tot faoogleeraar in de gefkees- en verlogkonde aan
bet athenaeam te Steinfurth en tsTens tot ai-
chjater van bet reeeerend Voratenhois sldaar. Eg
schreef er een „Fnjsiologie", welke later in bet
Hebt verscheen, en een „Verhandeling over de
litplaats der liel". In 1669 werd hg beroqwn te
Haiderwük, waar hg in 1670 ign betrekking
aanvaardde met een oratie „De profeasionia me-
dieae cum mathematica oonjonoüone". In weer-
wil van ign tekqk« lessen vond hg tgd voor de
beoefening der godgdeerdheid en der ledeleer.
In 1672 bekleetUefag het reelorast; d« komst
der Fransehen deed mm eehter weldra de wgk
nemen, dodi bet ia onbekend waar Iq lich Tes-
tigde. Hg keerde niet naar Harderwnk teivg,
maai oveileed veimoedelök den Isten Hei 167k
Hij schreef: „Novw duetus uKvalis Bksianus in
Ineem protactna" (1602), ,J)e sede animaa, sen
mentie bnmanae in oorpore hnmano exeerdtatie
bipariita, qna gennina eonjnneüo hnmanae ani-
mae cnm oorpoie hnmano perspiene traditur*
(1066) „ConTtidi Jtedekeri brevia desawUo ini-
tio Jnlii anna 1666 deteeti salubeiiimi Bikleldia-
oi fontis etc." (1608), „Anatomia lecaDdinae
hnmanae etc." (Zde dmk 1672), later Termeer-
deid in bet Kcfat gegeven, „Cognitio ph^tJogi-
CB medica aceuratissima et elariuima methodo
tiadita etc" (2de druk 1686) en onderscheiden
„OiSitkineB" en „Eptaldae".
Hoboksn, Anthony van, heer van Rhoon,
Pendreeht en Corlaene, «hef van bet Bottwdam-
Bcbe baod^shois A. van Hoboke* A Zonen, werd
in 1767 t« Rotterdam geboren, begon den han-
del <9 jengdigen leeftgd en op leai Ueiiie aehaal
en «verleed als een leer vennoRaid Mdwide-
lasr den I4den Januari 18S0. Oednieitde om-
streeka '/t eeuw sag hg den meesten Toorapoed
op if|n haodelwwderDeiiunsien rusten. ' (ïroote
diensten bewees bji daarbg aan ign vaderland,
nzondwbeid met bektUing tot den handel op
Java. Hg genoot sen onbeperkt vertroawen en
bent een agentsehap te Batavia. Toen graaf
Fm den Botek in 1880 bet rakoursteM mi
DigilizedbyGoOglC
HOBOKBN-
JaTft iüToeide, brtcbt Van B<Aoken een nitmiu-
tende koopraardÖTtiMt hi de vaart.
Bobr«olit, AfÜwT, eeo Pruiaech etsatsmsn,
den 14<)en A^^ustiw 1834 Ie Kobieiein bü Dan-
»g geboren, atudwnle jn óe rechten, werd ee-
Öktet 1)0 het mioieterie tbd Bimtenkiideuie
en en JD September 1863 gekozen tot opperbur-
ftenueBter van Breslaa. Na het aftreden van Fan
S«|kM benoemde men hem t«t <^peiiroigwtee«ter
TSD Berlijn en iiy aanTaudde die betreUing den
16den Mei 18T3. Sedert 1863 wu Iiq lid T«n
bet Heerenhaie. In Maut 1876 werd bij alg tqh
vol^ van Camphauêen belast met de porte-
fewlle Tan Fjnandin. Hg Ueef eeht«T «en vrectn-
deHog <^ dit gebied en gevoelde lich gedrongen
in den loinw van 1^79 tgn ontslag te vragen.
Hq ontvine dit tesel^ met de benoeming tot
OeheimraM in weikelgkeD dienst. Ah lid van
den Proiaiadien Lttnddag voegde hg sieh in 1879
bü de partij du' utionaal-JitKralen, evenals is
den Büudag, waarvan hij in 1881 tot lid werd
gekoien eo dit bleef tot 1893. Den 7den Jnli
1912 overleed hy Ie Groaalichterfelde. Hü eehreel
den rooMn: „Fiiti Kannaeber" (2 dln., 188S),
Boehbars, markgraven von, een lijn van
hel Badeniche Huis. ootleenen bno naam aan het
kMt«el Bodibtrg, ten noorden van Freiboig in
de BieiigTaa gelden, naar men noeent in den tijd
Tan Karet den QtooU geibouwd, in 1689 door d«
Praiweben verwoest, maaj- ook Ihane nog een
merkwaardige bouwva}. De «tiehter dier lijn
': I (11^), de jonsere zoon vui Her
«R. Na den dood van Ben-
HeMdrik l (1190), de joi
Mkgrtuii "
■// (1300
1 Herman
drik lil (1300) splitute lidi de lijn i» 2 anden
tUMBelgk Boekberff-EoeU>erg en Hoekberg-Smt-
senberg. De eenté, geetieht door Bendrik IV,
werd «kngi zwakker dooi nieuwe verdeeling des
landt en «tierf uit in 1418 met Otto UI, waarna
haar bezittingen ten deel <n«len aan de miu^v
ven van Baden; de tweede, geataebt doM* Rttdolf
Hl, vermeerderde haar bewtCnigen, doch stierf
uit in de mannelijke V^a met maikgraai PhiUfi
(1603). •Zijn eenige doehter Johanna, die na den
dood van haar vader in 1504 mst graaf Louii de
LangwviUe in bet bawelök trad en in 1543 over-
leed, verkreeg het graafschap Nenfohfttel, terwijl
de overige landen in het bezrt kwamen dei mark-
graven «m Bodmi.
De naam weid venueowd, toen de markgraaf,
later groot-Jiertog pon Baden, Karet Frederik,
na den dood zgner eerste gemalin een motgana-
tiseh huwelijk sloot met Louise Karoiina Oeyer
von Oentrêberg (gefcoren in 1768, overleden in
1820) en ha&r door den keiier tot gravin voi
Boehberg jiet benoemen. Haar zonen werden in
1817 markgraven van Baden en eroothertegelijke
prinaen. Dese lijn kwara in ISSO met Ltopotd
(1830—1862), groothertog van Baden, aan de re-
geering.
Hoche, Latare, een eenerul der Fransche
Repnbiiek, den 25sten Jwu 1768 te Montreni] bq
Vertaillee geboren, nam ^enet bg de koniakliike
garde, waarna hg weldra tot onderofficier werd be-
vorderd. Bij het uitbarsten der Bevolntie kwam hn
bg de Nationale garde te Parij* en werd in 1792
als luitenant bij de linielroepen geplaatst en na
den slag van Neerwinden adjudant van generaal
£e*mew. Uet deoenbetiebt van verstandhouding
361
met Dvmouriet, werd hg in de gevangenis gewM-
pen, doch vanhier leverde hg een „plan de cam-
pagne" in, dat hem de vrijheid en het commando
van Duiakerien bewtrgde. Door een moedige en
beleidvolle verdediging deoer plaats verwierf bQ
weldra den rang van diviaie-geDeraal en ontving
hij het bevel over het gedesorganiseerde Moezelle-
ger, om daarmede de verElerkingen der Vogezen
te veroveren. Bg Kaieerslautem werd hü door de
Pruisen verslagen, waarna hij zich t^en de Oos-
tenrijkers keelde, den 36sten December 1793 ge-
neraal WUrmieT bij Weteeenbufg versloeg, Iau-
daa ontcette en de Ooetenrükers uit den Elzu
verjoeg. St. Juet, die hem haatte, deed hem in heeh-
lenis nemen, maar nadat de (»nwenteling van 9
Thermidor hem dexryheid hergeven en bet leven
gered had, verkreeg hg het commando in de wea-
telgke departementen. Bg de landing der Fran-
sche nitgewekenen op het eiland Quibéron (37
Juni 1795) verhinderde htj de uitvoeiins ban-
ner plannen, versloeg ben den l&ten Juli bö
Sainte Barbe, veroverde den 20sten het fort
Penthiève en nooduakte het oferblgvend gedeelte
der expeditie, zich weder aan boora te begwen.
Uit wrevel over den moord, op last van de Na-
tionale Conventie op de gevangenen gepleegd,
legde bg bet eooHnando in UoKuhan neder en
aanvaardde in plaats van Ctmelovz het bevel over
bet Westkger, waarna hij de Basse-Vendée ont-
wapende. Vervol^ns belastte het Directoire hem
met bet bnrgerlgk en militair getag over het
knstleger, dat 100000 man telde, en bü meldde
den ISden Juli 1796, dat de burgeroorlog wai
bggelegd. Daarna bracht hg met Morard de Gal-
let een eipeditie naat Ierland in gereedheid en
ging den 16den December onder leil, doch de
storm v«i<ttrooide bet eskader, loodat de onder-
neming mislukte. Hg zelf haid nagenoeg aUeen
de kusten van Ierland bereikt en het gelakte
bem teinanwemood aan de EitgeUcbe knasers
te ontkomen. Het Directmie bdaette hem met
het bevel over het l^er van de Maas en de Sam-
bre en met het beBtunr der Duitache landen tos-
sehen de Maas en den Bgn. Den I8dea Apiil
17&9 trok hg bg Nieuwied over den Rijn en rok-
te voorwaarts tot Qiessen, maar de wa4>enfitil-
Blftni) van Leoben maakte een eiiMla aan liJn
krijgebewegiM^n. Na den ISden Fmotidot werd
hem de poiteteuille van Oorïoeaangeboden, doch
hg wees haar van de hand. Weldn keerde hjj
na&r iqn boofdkwartder te Wetilar terng en «tm-
leed er den 19de)i September 1797, met zonder
vcarmoeden van vei^lugd te s|js. Een gedenk-
teeken, te zgner eer bü Weisienthuim verrazen,
werd in 1839 op last van den koning v " '
1 Prai-
herateld.
Literaluvr: Chuquet, fioobe et la Intte poui
l'Alsaee (Parge 1688); Ounéo <eOrnano, Hoehe.
aa vie et sa eone^mndance (PKrjJB 1892): Pier-
re-Vielor, Le IS Fmotidor, Ie général Hoche (Pk-
rus 1898); Ciantporoy, Le gdnétal Hoehe (Pa-
rgg 1893 ; Sorel, Bonaparte et Hoche en 1797
(Paigs 1896).
Hoohhslin, een Pntimaeh stadje in Itet di«-
trict Wiesbaden, ligt o^ een boogie een snr
easjnt ten oosten van Hegnt en niet vei vmi den
Hsin aan de spoorlijn Frankfort a. M. — ^st-
baden. fiet etadje, dat (1910) 3993 inwoners telt.
DigilizedbyGoOglC
den igo (U« «au de DomdMAoitei, van Ata Stom
«n bet EirchenêUlrè, omniddell^ bjj bet <ta^
gdeg«n. De wöp, dM'nun «fkomsUg, woidt leei
dmr betuM. Hier Tenloegen den 7deii N<iT«m-
ber 1818 de Oocten^en 4e FnudieiL
Kooliklroh ot BodUeve/te», een doip in de
Sakaiadie Otieilaanti tiuKhen Bkntien en U-
Ua, telt (1910) 51S iawonen en ia bdend in den
Zevenjariffen 0(nl«g (lie aldur) dooi den ilag
nn den l4deu Oetober 1758.
Hoolut. a^ter planteniumen ia de ■&(
«ng TOOI WühOm BoehëMter (4 Maart 1826—
28 Swtember 1881), aelvÖTer van „SjDopaii ~
NadeQtaiiei" (met Henket 1866) en .flie
niteren, welehe in Mitteleniqw «inteihait
HoolistUt, een atad in het Bejenebe dis-
triet Zwaben, aan den Donan telt (1910) 2801 in-
«oMre en h bdend in den Spaau^n Sneeee-
■c-oorhw (lie aldaar) dooi bet geTeeht Tan den
20ateD Septembei 1706, alnoede dooi den alaff
*an den ISden Angoetua 1704, door de Engef-
■eben, dien by Blendheim genaamd.
Hooliatvttar, Ferdinmd km, een Dnilaeb
aard- en deltatolkmtdige,,dMt SOiten April
t« Eailiogeo in WftittMnbag geboren, w^dde
lieh aan de atodie der god^eermeid en beioebt
in 1817 de boogeecbool te Ti4>ingen. Aldaar «to-
deerde bjj teTeni in de wis- en natuurkunde en
legde üe& imonderfawd toe op de aaid- en deU-
atoftnnde. Hij piomoTeerde in 1852 en reeUrde
lidi in 1850 tJi priTiatdoeent te Weenen. Hem
«eid TNgnnd de^ te nemen aan de «xpeditie
dei ,J4«nua", maar hg verliet bet eebip in
Nwnw-Zeelaod, om er, op Tenoek na bet lolo-
niaat bestnvr, de steenkolenhgen, TniHapnwaB-
dê bei^n, wanne bronnen enz. te «Qdenoeieii.
In bet begin van 1800 iraa hg te Weeaen tenw
ea «eid er beaoenid tot boo^eenai aas fa^
PolTteehniaeh Inatitnut. Van ^n geaehritten ver-
newen wg: „KaïUbad, «eine QneUen" <IdS7),
„Madeira" (1661), .JHe anagertmbeDea Bieaen-
TOeel van Neoaeehnd" (1802), .Jfeneedand"
(1868), .Aedosieebe Beobaditnngen aof der No-
Taia-Reiee 1%7— 1%9" (1866), ,J)ie geologi-
•oben VerhUtniaae doa Setlieben Teile dei «oio-
pliaeben Tflrbi" (1870—1673), „Ueber den
tJral" (1873), „Geolodeehe Bildei dw Vorwelt
imd der Jetctwdt" (1878), .JMe Erda nach ihrer
ZaïammenietionK. iliiein Ban ond ibiei Bil-
dvng" (1875), jCaien, aeioe KtAtuftabahnen nnd
aelne KohleneehitK" (1676), ,4^tladen Ah Ui-
neialogie" (15de druk 1901). Hn waa eedeit 1866
preaidört van Itet Eeiwilük OeofriaMiiach Oe-
nootechap te Weenen, sedert 1870 ud vu de
Academie van Welenaebameii en aedert 187<
Bofraad. In 1681 fegde hn bet boorieeraanambt
neder en cnerleed te ObowHriÏDg bh Weenen den
ISden Jidi 1S84.
Hooke^ en Bandy ia de naam voor 2 ape-
len, waarbq eaa bal met een atok wordt voort-
bewcwen; bg boc^ey over den grond, bg bandj
over bet qi. Het epd wordt gedeeld door S par-
tyen, evenala bq voetbal, van elf peraonen, met
dëieltde <^teUiDg. Het doel ia doa den bal op
la brengen ia de goal van de tegempartq. Op eeni-
ge uitionderingeo na l^en de regele van voetbal
ateld, inn die regele vaeteeetekl. Het apel woidt
ge^Mdd door düiee — , door heeren — , en door
gemengde dftallen, die dan nit 6 beeren ea S
damea beetaan. Ei wordt door den Nedeiknd-
•ehen Hodey- en Ban<^bond een faeerenoMnpeti-
tie uitgeechieven, beataande lit 7 etntc klaa m-
eenigingen, 6 reaerve e«ale klaa elftaHw, 6
tweede Uas in bet Weeten ea 8 tweede kiaa (n
het Oosten. De damerfloekajbond heeft in de
eompetitie 7 eerste klaa en 7 tweede Uaa elftal-
len. Miied wedsfargden iqn vtiendsdiappeMike
ontmoetiDgen.
Leden tui den Nederlandaeben Hoekey- «i
Bsndj'boad ijjn een 80 in aantal, ovei 't gehede
land veideeld; de dames bodie^nd lelt ong«-
veer 16 loden. De veieeoigingen vaa de Ista
Uaaae ijin T.O.O.O., H. O. C. Amaterdam, H.
<D. H., H. iH. C, HiWetanm, Bloemendaal; 2de
kluee Weet: Victoria 1, Utrecht, Got^adie, Am.
sterdam ITb, Dordrecht, Vietona II; 2de klaaN
Oost: Ambem, Nijmegen, Deveirter, Apeldoon,
'a-Hertceenboeeh, Roennond, Zvtfen en ZwoUe.
Leden tfaunea Hockejbond, !ate klaaae na; Hil-
venmn, Amaleidani, Kameleons, H. O. C., T. O.
O. O., H. D. M.. Aerdenhont; 2de kka: utrecht,
Amaterdam II, OodeUnde. Victoria, H. H. C, T.
O. G. O. n, H. O. c. n.
Het hotktjwel, dat bö ons nog weing wMdi
beoefend, weid reeda in de Iele eenw na Ga. ia
En^land gcapeeU, afgaande c^ bet feit, dat Oa-
tlunr Mor, da eerste koning van Ierland, aan iqn
vriend CriKtkam SO boekejbaUen van kopw en
50 dito sMken ten geschenke gaf. Ook moet
AUsmdtr I, koning Tan Sehothud, lew ved
«jn^tl:^ voor dit apel getoond hebben.
mt sraiga jaien vaa hereeiiBg beirifcte het
q>d in Engdand ijin tegenwooidiEeD trap van
ontwftkeJing, wat voornamelqk te ttnhen m aaa
den hertog van Olannee, die in 18S6 „The Hoe-
ke; AsBoeiition" opriehtte, welke veieeoiging bet
tegenwoordige ngWent vaalatelde.
Bandj ia oorwronkelqk een ond-Piieaeh apel,
althans, onde platen bewgian dat in da lOde
eenw in Bolland op het ga gekolfd werd, terw|il
dit spel te Wofve^ fcekoMl ia ondei don naam
Tan „Eeojugen".
De eerste Nederlandiehe hockej- eo bandj-
elnbs werden opgericht to Haarlem en Amater-
dam. De eerste veieenwing veielo^ in den win-
m 1802— 1808 bet ^u^ietre dttal oader la-
ding vaa den bekenden Engelschea speler O. C
TMmtt. Ib de laatste ^aien heeft het hoekey i
M land meer opgang g
Kodevetlak, atkoo
one land moer o _
Kodevetlak, atkoms^ v_ .
woord, hetwelk «ae^wf riag beteekent, noemt men
van een Orieksch
op het gi^ied der wetensdisp een ateladmatige
aanwqiing vaa den weg, diaii men moet inslaan,
om lieh in de een öt andere kenaia te vol-
HodsHa, een Arabisehs stad aaa de Boode
Zee, 160 km. ten N.N.W. Tan HeUa. ie de b«-
langiqkate st&peMttts Toor den koffiehaodel ia
de vilajete Aeir. Bodelda. Sana en Tals. Da atad
telt ± SOOOO inwoners, beeft een goed voorne-
nen baiaar en groote banddahniien. die behalve
koffie ook huiden, vmebten en pArelmoer nitvoe-
DigilizedbyGoOglC
HODBntA— HOED.
eiecetii
w« Te*
nn. Hier luden it mewte pelgrinu trit Middel-
Afrika. De <^ii roede k door een konaliil tat-
tiptai.
Bodce, CiarUt, een AmeükauKli gocbe-
leerde, n 1797 griboTeD, wni in 1815 kd der
PreabTterisuadie k«rk, is 1B2S boo^eenw te
Prineeton ia OoMeiKba talen, in IMO in ^
•ntenutiaciM theologie. Hg g*t Tentheiden*
tteokeiadw ^idMdlIlïteD nit ak: „BiUie»l B«-
pertorr", .JUical R^ertor; ud Frineeton lo-
T>e«" e.«. Hicrdoot aa 4o« ^a Uafiuig po-
feworut (hj) ie in 1878 «rerleden) oefeue hg op
de AiDwikMnKbe sodgelaeide wetenaehif» groo-
ten i&Tloed vit. In 1872 «wd door ijja teülingen
een etiohtiog tneengdnMbt, maniit een ,,Cwu-
lei fiodge proïewonhip" ireid iieeateld. Sj
■ebnef: „ConetitotioDal hiatorr ol l&e PniMe-
riu ObniOt in the United State*" (188S), .Sj^
tanatie tiieoloCT" (1872), beDeveiM veneUUaBde
n over ^edeeHen Tan bet Hien-
HodflTM, ÓWIm Bottant, een £o^ieh achil-
der, iiiT7M te Londen geboren, Teetigde lieh in
T79B te AmiterdaiB, waar hq den 2Men Juli
I8S7 overleed. Hg adiHderde portietten, waarran
het I^jhamnaenm w Teraebeidene tiesit, looalaAe
TM Lodewik Napotecm en mn WiOem 1. Ook
prenten in „zwarte kuHt" ijjn Tan Hodga be-
HadvUn, Thonttu, «en EiwelMb geseliied-
■dirgTer, des 298tenJali 1881 te Londen geboren,
MDOot ign opToe<Mng al« tid Tan de „Soeietj oI
Friendt" en behaalde des graad « an bachelor of
arte aan de Loadeneebe Bniveisiteit Hg werd Bd
Tu de te Neweaatle «■ l>me gevestigde ban-
hiera^rma Hodgkin, Banett en Co. Zon Tröen
t^d betteedde E9 aan de «tvdie der HÏddeleen-
wen. ZnnmeeitMroemdweikia: ,Jtalv and her
Inradera" (1660—1899, 8 db.). Teider aehieef
lin o m.: „The dTUitr of llieodHiiw" (Oiford
1889); „Theodorie the aotb" (Londen 1891), .JAtt
of Qwrle* Üte Oieat" (Londen 1897) en bet lat«
deel van LcmgpiaH't „Pt^Ueal Hietorr of Eng-
Und" (Londen 1906). Hodgkin overleed des Sden
Haart 1918.
HBdbr of Bodhur {= oorlog) ia een godheid
uit de Noonebe mTthdogie, die To<HWunrigk in
de BMtrtage een rd apeelt. HBdhr i« blind,
maar leer ateik. Toen de goden naar Bolder
wierpen, deed hg dMiaan niet mede, totdat Loki
bem iéa noodtottigen miatdtak in de handen
g«eft en ben nibbMt ook oude te doen. Üe
worp waa oonaak vaa Balder'a dood. In de men-
we w«reM tegeert Üj naaat BaUtt. Bij Sa*o
OrammolKK* beet bg BoUerto, ia de mod van
een Zweedadi koning en geraakt met BoUenu
om ffoMM, de «cbooDe docMer van Onanu tan
Noorwwen, in atrjt^. Deie eimKgt met BaMeiW
dood, ifie door tgn etietbroeder Botu gewroken
wordt.
BÓdm«sS-ViairIi«lT, een atad in tiet
Bongaaieche eomitaat CsongrAd, ligt aan het
Hód- of Haansmeer, ia een ttation van den qioor*
weg Qroawatdein — Eaeek en Sieotee — E6daeiB
en teh (1910) 62 445 inwonera. Er la een g^mna-
■inm, een geteehlabot, een hoepitaal, een bier
bronwerg eni. In haar omtrek beeft men een
leer vmehtbuen bodem, waar allerlei granen
worden vei4>oawi^ tenn)I er veel ooft- en wj^
gaarden gevonden wordïn.
Hodomator of vêgmMter noemt men een
toestel, geeebikt om de lengte te b^ialen van den,
door een rgtmg ot voetgüger afgclegden wes.
Beeda de Romemadie aeugver Vitntviui ipreett
van ndk eeii werktuig, dat aan qjtaigen en sebe-
pen kao worden veitmnden. Fwrml bediende lich
m 1550 bjj de graadmetiiig tnBaehen Parjje en
Amjena van een hodometer, die 4om het slaan
van eea hamertje op een klok iedere omwente-
ling van bet rad aandoldde. Andere toestellen
van dieg lard ^n wteevooden door Smwew,
fietpnier, ZAtmt ens. De nodometer van RohüM,
waarran Dslw neb op >gn reisen bediende, be-
staat uit een cyHiider met een laderwerk en eeni-
ge wgseia en wgierborden en wordt met riemen
toaKben 2 rad^iaken vastgebonden, nadat men
al de wgaeri op O geiet beeft. Hen beeft t«nQ-
woordig tn de groirten steden bodomsteM (bier
Umtmettr» Kebeeten) aangebracht aaa faonrrntni-
eett, om de len<te t« beulen van den weg, doia
den koetaier auelegd. Bg rgwiden kwaaien ig
(eyehwMttTM gefieeten) bet eent w 1886 in Ooa-
tenrf^ bg de militaire wielrf}dsts in gebnift.
Em met den bodootetei ov«reeBtt<mmend toe-
stel ie de iduedeteller of ftdomeUr (sie aMaai),
dat dikwgli in uknuweinotmaat in des handel
komt.
B»ad ia in bet algemeen de naam van bet
boofdddttel, hetwelk mannmk en vrouwen «-
bnukeo, wanneer ig uitgaan. Tot het vervaaroi-
gen van manshoeden worden versehillende stol-
len gebruikt. Van haai en wol maakt men vilten
en van igde de leer algemeene igden hoeden,
terwnl «troo van tarwe en rqet de prondttof voor
stiooboeden of^leveii. Tot het maken van vron-
wedweden beiisde tnen vro^^ bjjaa aitaMtead
stroo, tiiana e^ter gewooolgk qide, finwed at
detgelgke stoffen.
£l« gewoonte om bet bootd ta bedekken is
leer oud. Bg de QriAen eehtet bestond iQ ■!•
leen bg liAta en bü lieden nit de lagere volka-
klasaen, en hun boofddekael, met mtaonderin^
van den Tbessali*d»n viltot hoed det onmmdi-
ge jongelingen, dien ig droegen om bet hoofd te-
gen den KQDe^oed ta beveiligen, geleek leec
weinig op bet onae. Alleen irp reit, hi den oorlog
ÏKbt gebruikten ot^ de vrgen een hoeo.
gebruikten ronde of pnntige hoe-
den «g tenonwipalen, godadienatiM plerati^w-
den ani., loodat de hoed weldra bet linnebêeld
der vrirbeid «etd en ook de alaven, wanneer t^
vrfigdaten werd^ een hoed ontvingen. Na bet
veimooideD van Oaesnr weid een hoed tnaseben
2 iwaarden, ak het teeken der vrgheid, 09 da
oranten geplaatat, en ome Nedetlandeehe mun-
ten uit den tgd der Repabliek vertoonden de Ne-
derlandache Maagd, gewapend met de m<« een
hoed gekroonde speet en steunende op den Bgbel
met bet randaehriit: ,SMne tnemar, hae nitimor"
ol „Deie (De vrgbeid) beeebennen wg, op deien
(den Bgbel) ateanen wn". Algemeen werd de ge-
woonte om boeden te mgen Djj de Romeinen na
den dood van ifero. In Middel-Enropa kwamen
de hoeden eent in de 10de eeuw; in 1360 waren
er hoedenmakeia te Neurenberg en wat later
vindt men hen vermeld in Frankrgk. In Duiteeh-
m
D,o,l,zedb,GoOgle
land, de ll«derlftadea tn ZvilMrlukd droeg nKn
in de t6d« eeaw lioog«, spits tocJoopende nofrden
met een breeden nind. In Frat^iuk. wa&r om-
streeks dieo tjjd dooF de saoiienlt^eD algemeeD
hoeden geéjemD werden, begon men in de dogen
*ui Hendrik IV den nnd aan de eene z^de op te
Bban. Toen men dsarna onder Lodeaük XtV
drie lüden opsloeg, ontstonden de driekante hoe-
den of Bteken, die ongeveei een eeuir in iwang
Ueven. In Engeland gebruikte men het eent tue-
seben 1780 en 1790 de bedendaaKScbe cjlindei-
boeden. Inmiddels had men in 179(1 in Franki^
diM^ante hoeden mét Teit»Knd breede randen.
Toor den cjlinderhoed wgken.
Ueemalen-wM de gedaante en de klenr van
den hoed het kenmerk Tan staatkandiffe partgen.
Reed* TOor iStë werd in DuitMhUnd de witte
TiHen hoed ol flambard beaebonwd ate een toe-
ken Tan democratische geiindbedes, en 4b Hee-
kerhoeden, witte hoeden met een breeden rand en
een kleinen ronden ol apiteen bol, brMfaten in
1840 hnn dragers in <te lunden der p<ditie.
Oevijdê hoeden, door den paos in den kerst-
lutebt geiend, werden Troegei ten geschenke
seiondai aan Toraten en veldbeeren, die lich rer-
dienatelQk hadden gernuAt jegena de R.-Katho-
li^e Kerk. De laatste, die imk een hoed ont-
finx. WM geneiaaJ Daun ns den slig bg Hoch-
kireh.
Bankroetiera werden Troeger in Frankrök met
groene en in Duiteehland met gele hoeden te
Jronk gesteld, en in Spanje en eldere moeaten
e laraSlieten gele faoeoen dragen.
In de wapenKunde Teivan^ bg sommige i _
reldl^e en geeatelgke waanhgbeioibekleeaerB de
hoed de pluts van den belm of van de kroon.
Bg den R. -Katholieken elenu dragen de pro-
tonotarü van de panselyke curie iwarte hoeden
met S kwasten, de kardinalen loode hoeden met
\5, de aartsbiwchoppen met 10, de bieeelH^tea
met 6 en de abten met 8 kwasten.
Bg weretdlgke beeren ie de twr«(eiiAoe(( in
Ewang, het midden houdende tasscben de graven-
kroon en de vorstenkroon, waarop lieb eienwel
•lechts enkelrondige epMigeii verheffen, waar-
tnueben li^ een muts van rood tlaweel bevindt,
(Ue ook wel met bennelgn omioonid is. De kenr-
voratelgke hoed, vroeger het teeken der Dnitadie
kenrvonten, ondeniAiieiden lieh van den nriten-
hoed door de afwezigheid van metalen qtangen.
Ho0d In de waoenknnde wordt TOMgeeteld
door een hoofddekaél met een boog opgeslagen,
naar achteren afhangend») nnd en een'feoogen,
spitsen bol. Zie ook Jod*nkot4.
HoMlam&ksT, Phüippiu Jaeobtu, een Ne-
derlandsch Pro(e«tant«eh godgdeerde, werd den
IMen Jnli 1839 te utrecht geboren, verliet met
ign ouders in 1851 Nederbuid en vertoefde in
Mnerika, waar hg o. a. in aanraking kwam met
B. W. EmerêOH en het werk der Zondagssdiolen.
In 1862 teruggekeerd, promoveerde hg tt Utrecht
is de godgeleeMhdd, studeerde en evangeUieer-
de te Utrecht en werd in 1867 predikant bg de
Nederlandeeh Hervormde gemeente te Veenen-
daal, vu 1878 tot 1876 te Rotterdam, van 1876
tot 1860 te Amaterdam. Na van 1860 t«t 1886
hoogleeraar te zön geweest aan de Vrije Univer-
aitmt te Amsterdam, was hg van 1888 tot 1890
predikant te Ngland en van 1890 tot 1909 t«
Amsterdam, naar hg in Jnli vaa laat«tffenoemd
jaar overleed. Hij wu van 1866 tot 1877 redac-
tenr van het Zondagsbiad „De Chiistelöke Fa-
miliekring" en van 1888 tot-1875 van de „Vereeni-
ging voor Christelgke Stemmen". Hoedamaker
nas medet^iLcbter vui de Nederl«tdsebe ZoD-
dagBaehoolvereeniging en ook vande Vereeniging
voor Hooger Onderwgs Op Christetvken grond-
slag. Zgu beginselen kwamen eejiter in strjjd met
die van het Kerieljjk cfloflict vao dien tgd en de
scheiding dei dokümtk, van welk verschil van
meening hg getuigenis aflegde in ign geschrift
„Op het fon«ttment der apostelen en profeten",
hetwelk hem noopte ign boogleeraarachip aan de
Vrge Universiteit neer te leggen. Hg wai van
1888 tot 1897 leider van het weekblad ,4)e Ge-
reformeerde Kerk", dat bootdongaan weid dw
Frieeehe Chris telt^-Hietorieehen. Van 1699 tot
1903 gaf hg wederom een eigen tgdachrift „Bg-
eengefaraeht" nil. Als geeate^ hoofd der Ne-
dertaodsche orthodoxie was hg langen tgd vooi-
aitter der „Confessioneele VereMH^ing". Veler-
lei werken en broehores ign van ign hand ver-
schenen, waarvan een lijst ie toegevoegd aan ign
biografie uitgegeven als „Gedeucboek ter gele-
genneid igner 40-jarige ambtebed'ieniag" (Lei-
den 1908). Van zgn geJachriften mogen bier nog
genoemd worden: ,3*sdboek vow net onderwüa
UD het Oude Testament" (1874—1885), „De Bd-
belsehe geeehiedenis voor eatechiaatitn" (1906),
,3^dboek van het Nieuwe Testament" (1^06),
,J)e Moeajsehe oor^rong van de wetten in ds
boeken Exodus, Leviticus en Nnmeri" (I8S5).
HtMdm «n Mntawi ign de namen van
twee Zweedsche [«rtjjen in den loogenaamde
Innbeideooriog -(1710—1772). Boeden noemde
»eh de anti-Btusiache partg, aan wier hoofd
Qi/Uenborg en HtMten stonden, later Tcmm en
Axtl Ferttn Jr. Hun tegenstanders waien de
Uvtaen, onder teiding van Hom. Öiutaaf III
maskt« er door ign etaatagreep van 1772 eea
eind san. Zie venkir Zweden. OescAtedenu.
HiMdkwal (Chrygaora Eseh.) is de naam
van een dier, hetwelk tot de faootdafdeding der
NeteldJeren (Coetenteraten) en tot de klasse d«
Eehte fcwaUen (Scjphainedosen) behoort. Het
is een leedier, aan welks klokvormige schgl
de naam van het dier ontleend is en wdke
een nuddelljjn beiit van 6 cm. De boedkwal on-
derscheidt 7iah door 4 vangarmen londer inignafk
jee om de mondopening en dooi 24 voeldraden om
den lABd der soigf. De gewone hoedkmd (Ohr.
hyoKtUa Bieh.) vindt men in de Noordzee ee
den AUaotiaaien Oceaan,
Boef. Hieronder verctaat men den hoom-
echoen met alle deelen, die dawbinnen >g& ge-
legen. — Zooals bekend, loopen de dieren m de
niteinden hunner teenen, terwgl de naam (toef
eigenlgk alleen gebiuikeigk ia bg de eenfaoevi-
gen, (Ke slechts Mn geslacht vormen: het paaid,
en 3 soorten, n.I. paard, e>el en gestreepte sui-
den (lebra, quagga, dauw — voorkomencfe in
Zuid-Afrika). Bg de heikaawers of tweehoevig^
de veethoevigen wordt in den regei met
oeven, doch v»n klaswen geaproken.
I
D,o,l,zedb,GoOgle
Binsen d«n hoornseboen liggen het boelbeen
(benereDB een fclein liulp- of aesambeentje, het
i^.D. Btiaalbeentje) en de «ndnste heÜt van het
krooDbe«n, oTeranltanMtide met èt iMtste twee
TiDger- of teenle^n bf den memeh. B^alre dóe
gier«UDt«dee)«ii lcom«a binnen den boomecbóen
Toor de uiteinden van de hoefbeenetiekpMS en
Tan de boefbeenbvigpeee, alsmede bet Tet- of
BtraaHinfaen. dat tegen de achter-Dnderrlakte de-
ler bnigpeea een beseba-ttendes en sebokhreken-
den invloed nitMfent. Het geheel is omgeTen
door de Toortgeiette bnid, die aui ha«r ^^wele
opperrlajite tKwrn vormt en teiainen dra. noorn-
senoen IsTert. Dat moet tnen lieh alt volgt Toor-
steïlen. Bg den ktoonrand, d. i, de bovenrand Tan
d«n bootDteboen, bondt de huid niet <^, doch
Terandert alleen Tan geaaidbeid. n.1. de gewone
Imid, die haren, hoomige opperfanid. «meer en
Eweet Tonnt, gaat OTer in de boefboid, die boom
atwbeidt.
De Toornaamste deelen van den boora«eboen
zijn: de wand (te ii«n Mii het diei op den boef
TWt), de lOoI en de etraal (beide aan de onder-
vlakte), Bn «xeU en gestrekte paarden zijn de
boeveD ateilei en smaller dan t)g gewone paarden.
De hoef wotdt verdeeld in een buiten en een
binnenhelft. en iedere helft in een toon-, zij-, of
kwartier- en een Tenen- of draeh f gedeelte. De
onderrand heet diaagrand. De voorhoel is in den
tooD rond, de achterhoef eentgeiins ^lits. De
hooniMboen groeit Tegelmatig Tan den kroon-
nasr den draagrand. In het toongedeelte dontt
het ongeveer een jaar, in het Terzengedeelte
ongeveer 4 maanden, dat de jtcoonrand tot draag-
land ts geworden. — De wandvlakte moet glad
en ed^matig lijn. de zool dtgebold en de
«traal tui van boornetot en flink ontwikkeld.
Het dier mat op den draagrand, de witte lijn
Tiachte hoornstot, ^« wand en zoc4 aan elkaar
vefbiadt «n .waar de boelnüd de Jiwels door
dient te slaan) den bortenrand der zoM en den
etraal. Alleen in een losaen bodem dtages alle
oreiige deelen der ondervfakte van den hoef wA
mede. — Daar de hoeven den geboeten liehaamB-
laet moeten dragen, ia ban vorm en de geaardheid
der hoomslof voor de bmikbaarfaeid van het
dier van groote beteekenia. Vooral brokkelige en
ToHe boeven verminderen «t«ik de waarde tk»
bet dier.
boeven legen te eteik afslijten, en hierdoor ;qjn.
ttjk worden, te beschutten, In onde tqden bèiig-
de men op natnur-harde wegen, lm bet maken
van lange tochten, gevlochten sandalen van tonw
of aruler materiaal. lAl«r kwamen ter beacbnt-
ting van de toongededten kleine ^leipiaatieB in
gehrnik en ook grootere, die bqna de geheeie on-
dervlakte vao den boet bedekten, all^o oo het
midden van den straal een kleine (^ning oeslt-
tende. — In de 2de beltt der 18de eeow werden
de eerste veeartsen ^bolen opgericht. Eerst toen
w'erd bet hoefbeslag nauwkeuriger verzorgd, D«
bonw van den boef (cte aldaar) werd'ondwzoeht
en ook de' verrtehtn'ngen van den boet werden
meer bekend.
Aan de bovenvlakte van ieder boetqzer, dat een
tödlang bq een paard beeft dienot gedaan, kan
boef daar ter plaatse afwieaelend vemaawd en
verwijd ie geweest, Deae afwisselende vernauwing
en ver wijding, die Tooral oirlstaat tijdcDs de be-
weging Tan bet paard, door de beurtelings min-
dere en meerdere bcJasting van den boeC weikt
bevorderend op den UoMsomloop en lüwdoor
ook op de voeding van den hoef en dus ook op
den groei van den boomaeboen. Dit ui de reden,
waarom bij de bevestiging van het gzer de achter-
ste hoefbelft zoDveej mogelgk moet worden ont-
zien. De beTestiging vindt in den regel plaats
door nagels, die eeret een eind dooi de witte Ijjo
(lie onder „boef') dienen te gaan en daarna dwan
door den boomwand. Het buiten den wand uit-
komende nageleiitde wordt omgebogen en behal-
ve het daardoor geTormde naakje, met een
scherp gebekte tang afgeknepen, DH baakje wordt
„niet geheeten en jiM tegen den wand gesla-
gen. Zoo wordt bot ijïer door mjddel van de nie-
ten aan den wand opgehangen. Het ipet ia fei-
telyk een kunstmatige draagrand, Ër boooen aller-
lei beslagvoimen voor, ook van qzer in verbin-
ding met touw, vüt, kurk, caoutdioue en getah
pertja, alle met bet doel om uitelgden te voor-
komen, en het schokken in de beenen, bg het
neerkomen der boeven op den bodem, te vennin-
deren. Zie ook Boef^xir.
Het Qtei dient passend voor den boel te nin
en overël goed twen den boet te sluiten. De
gzerrand moet in de toon- en zijgedeelten niet
noemenswaard ruimer z||n dan de boetrand, dodi
in de verzengedeelten geleidel)^ een paai
millimeter bniten den hoef komen, ten einde te
Tooikomen, dat bjj de belasting hiervan de boef-
rand buiten bet gier Ka geraken. Dat buiten
den boef uitstekende ijzer^edéelte wordt het gar-
nituur genoemd. — Ten einde een goede üieilig-
ging te verkrijgen, wordt eent de hoe! nauwkeu-
rig besneden, ftvna bet 3>n gcpBet vb toi ^at-
(e ondeTgeelageo. Vooral het doelmatig besng-
den is van zeer groot belang. Eet passen kan
koud of warm geschieden. Het is hot beste om
bet ijzer iwart-warm te passen, ten eiiMte kleine
oneffenlieden door iwartUehroeien aan te w^ten
en gelqk te kunnen raspen met bet overiger waar-
door een best aanstdten van bet ijzer ia te ver-
krijgen. Indien bet gser rood-warm wordt ge-
paft, dao wordt ook een nauwkeurig aaMlnlten
verkregen doch tevens de hoomielfftandigbeid t« '
bros gemaakt, waardoor later licht brolkelboe-
ven ontstaan. — Een degelijke uitoefening van
bet hoefbesiag draagt bg tot verbooging der gë-
bniikswaarde, — 1d Nederland worden oijoaurt-
siuitend paarden, erels en muildieren beslagen
namelijk die welke op harde wegen dienst moe-
ien doen. Paarden, die weinig i>p kanstwegen
hebben te loopen, worden öt ntet, öf alleen vöör
beslagen. — In Limburg en Noord-Brabant, in
Belgil, Zuid-Duitschland, Frankrijk worden ook
vrij wat trekoesen gebezigd en deze dikwerf van
klauwbeslag vooralen, hetzü iedere kUuw afion-
derlijk, betzQ beide klanwen van een gemeen-
gaan niet wordt belemmerd, hetgeen wenschelijk
is ter vergrooting van het steDDviak, Het ge-
DigilizedbyGoOglC
bmik TM if . „nooditaUen" ten behoeve van
het betlaan det purden, d^ in den laaUtw ^d
sterk ia Terminderd, neemt thun weer toe. Vooi
den smid ii dit hnlpmiddel b^ het besliuu een
besparing tsd ubeidakndit
Hoafblad (TiuMÜago h.) k de oakni tmi e«t
pjantengeslseht uit de fsmilie der SadmffeaUU-
hhemigên fOomforitenJ. Het onderselieidt lich
door in 2 kraaMo geplaatste caowuidKlblMdjet,
aan den voet door seoabben gesteund, door een
TKD plantaaidie voedsel, dMiom ign de kieseii
Bteib ontwikkdd, terwiil de nmtanden dikw^lt
ofttèreken en davtauehen en oen eeMt«Q kie*
een opening bigft. Het damkanaal ii TOraal bg
d« tdtaloitend plutenetende aoorten leet bn^,
iets korter Iqj de oanriTMMi, terwgl de maag bq
de afionderlóke «oarten groote verachten «et-
toont. Over bet algemeen inii de talqjke fami-
li<n der hoefdieren i«er afW^end geboawd. De
oodete boefdieren (de Oondf/larthra uit Nooid-
Amerika) n^ien, in tonstelling met
de thans levende soorten met 5 teenen
den grond, daarna nam bet aantal tee-
Hoefblad (TuuOogo Fmiara).
bgna vlakken blotmbadem aonder atiooeebnbben,
iloor takyke Uoerapjesy door lintroimiRe, in
kruieen gerangschikte, vrouwelgke, Trodilibare
stiaalbloempjea en tinisTormige weinis talr^ke
manljjke, ODvmeUbare seligfbloempjes, door lang.
weipige, rolroode, KerS>de tiochtjes, door ï^^de-
aebUffe vniditplaialiaren, door een met 8chiri>-
ben bezetten «tengel en door gele bk>en:q>jee. In
ons hnd groeien: Klein Boelblad (T. Farfara L.)
met tot een wortelroiet vereenigde bladeren, die
aan de «wden^de wiMHig, rondachtig, doch
aan den voet hartvoimig ingeaoeden en van een
nitgesebdnteB rand voonieo ijjD, terwql de
bloemhoofdjes vAör en na den bloei oveibangen
en groot hoefbhd (PetaêiUê otfieimdi» M neh.)
met een langw«pise bloeivriiH en laogwcrpig-
bartvormige, oi^eljjlqji^taDde, van onder laetit
bsijge bladeren.
Koafdlemi (Ungulala), een gra«^ der loog-
dieren, cnvatte vromer aUe lot^dieres, vier
teenen met hoeven omgeven tan, dns d« Mn-
hoevigen, tweeboevigen en veeËoevigeQ; tiianc
echter worden de otifaaten (ah slnrfdieren} en
de klipdassen ais bgiondere oidea bescbonwd,
en worden de overig vertegenwoordigers in
meerdere orden gMphtst. De teenen der hoef-
dieren zQn met hoeven bedekt. Het sleutel-
been ontbreekt. Het gebit Seat tot het kanwen
(soms in verbinding met den 4den) het
geval is. £r t|jn ongeveer 60 groepen
met 260 soorten. Van nitgestorven eoor-
ten vindt men, met name in Amerika,
nog steeds leer afwekende vormen. Ifen
leidt de hoefdieren van de Comtj/lartha
at. Een leer on de, geheel nitgestorven
gro^ ign ook de ambt^ioda nit bet
eoeeen met vjjt teenen en een volledig
gebit; waartoe behoorden o. a. de reus-
achtige dinoceraten.
Ho«fslav noemt men het vak van
een dük, dat aan elk onderhoQdqtliehtige
van ^en djjk is to^ewexen; poarteTS.
corporatün ens. konden vroeeer ook tot
de onderhondsplicbtigen bniooren en
ontvingen dan elk bun hoefslag. De
hodslagen waren dan ook van leei vei-
■ehillende grootte, naar gelang van de
grootte dei landerijen, die er mede „be-
smet" waren.
Hoafimldaobolaii. De opleiding
aanstaande hoefsmeden voor hM
verbonden met de BöeehooL Een militaire
boefemidMbool i< er reeds sedert 1841, in 1842
verbonden aan de Koninkljike Hiliture Aeadense
te Breda; in 1602 weid de Hüitaire Bnaebool met
de boefsmidsebool overgeplaatst van Breda naar
Venlo en sedert SC October 1886 naar Amer»
loort. De militairen, die als leerling wordtt toe-
gelaten, moeten eenige bedrevenbeid be^Hea ia
net smeden van ijzers; de opleidingstijd danrt 1*/t
k 2 jaren. — Sedert 1885 is men begOBoen aan-
itaande bnrgertmeden gelegenheid te geven eeni-
ge opleiiUng ia bet ho^smidivak te vMki^gen,
vooral te Amersfoort. In 1888 is in Oroningen
door de veeartsen IFtersiMt ea fleidesu een par-
tiealieM leenroederg opgeriebt; in 1891 üjn aai
de hodaatederg van 's Bgks Teeartaengscuool U
Utrecht «en paai plaatsan «tengesteld, aan w«lke
iqdeidiiignbMitseD voor towting een beboorlgke
toorbereidiDg wonk geStsebt en een veiblüt van
oiweveet 6 maaaden. Verder ign er tal van ge-
snDsidieerde cnmesen in boelbeslag, waarvao de
eerste in 1865 te Hurlem werd opf^^ïcht In de
meeste andere provineiin vond het voorbeeld na-
volging en in 1916 tgn er oogereer 800 nlke
eursnaeen gebonden. Aanvankugk werden er
decbts 5 theoretische lessen van 2 our en 10
praetisehe lessen, ieder van 4 nnt gegeven; thans
twee halfjaarlgkacbe enrsossen, elk v - ' -
DigilizedbyGoOglC
16 thNtetwelH kuen vao t i 2 nren en TU 16
pnulüebe Immii tui 3 4 4 niea. De' lesMnngt-
robudi* bedrMgt Uitui 8000 gM. per JMr, ler-
«qt in 1908 nnwcge de OddendKhergMdKke
liutBeluppjj TM Ltndboaw «en Mhool toot t*a-
stHDde bnigwboelMnedeii wevd geboawd te Tiel,
w«Ik« na ean fr-jsrig beefauui ra mabmta. Ook
de AlgemeuM NederkadKbe mebAdndbond
begint lieh met het ondetdcbt in Iweftwirfig te
■ ' ' Mbodeo, aj!f.
mige ))eilagmatbodeB,
die met Uk<»enea, wo nideeUg tqn voor « w«-
rn. De Bond liet duutun ht 1918 den beer H.
C. «au I«nI, ood-direeteat der Hothoud»-
Mhool te Tiel, eea reek* TtMrdnebten hooden,
ten einde bedoeld kwnd te bettrqden. — De
meeet brtende boelMiMdadiden in net faoitenluid
ign die te Dieeden en S«nni, tenrvl die ia
BtwmI toot bargeiboelimeden meer e* men
Tu beteeliesiê wordt. — Te OioDiaffeD woidt
•edert 1886 «en geUliKtioeid mMUMlbkd ,J)e
Hoefnüd" ni^eMTOL
Hsdtlaar. Ia oTereenetemming met den
hoetTonn ie een vowqmt meer rond in d«n toon,
een adtlei^iei meer qriti. De nigelgaten littes
sleebt< «ewig Terder uur de venesMitden den
de helft TU het gier. Hun untal hiiilutul, 4l
DMT de grootte en de twMkrt« tui bet fjier 5 tot
9, terwgl de nageli pr«eie* in de gaten mo«ten
pMMn, otn een tsbIc ÜgrinK vu» het ümt te
MTorderen. Aau het ^r Iteelt men «en ooiteo-
en een binnentak (<1« eer«t« i«t< meer gebogen
dan de UaUte), «en boven- «f hoef- en «en oDoer-
of fTondTliUa. In deie laat«t« wordt meeital
eeo orerUagMha denf, eei> t.g.n. ritt, tot op het
'/i der gieidtkt« ingeilig«iL lomi niet. De eer-
■t« ign aangegeTen door Engekehe boetbeilag-
kan^gefl en heeten bietuuw Eogelteh beilag of
ritagieii, d< andere Franeehe of giers met
■UmfHUgalgaten. Bdde Tormen kannen leei goed
qjn. De til«gieia vinden meer en nkeer toqtaa-
nng. Hierbq staan de paarden ieie Tutei en
worden minder gwnaUelgk ernctiBe baten bg
bet ÏDilaan der nagdgaten g«maMt. — Sobh
ord«n aan de Teraeneindea de giertakken i«ti
hier tot de doliMe «fcle g«-
omgealasen i
bracht Hen
bracht
Som* wordt (behalve 2 kL __.
midden van het toongedeelte een «ren ateike ver-
dikking, dikwerf van itaal, aangebracht, welke
dan „atoot" genocond wordt. Eet gMT met >toot
■tootiiieT MDoemd, wordt, vooral in Nedwland
en DnitMtiland, bn «IweiapaMiden gebeiigd.
H«t gebmik Tan „ahehte" girai ia eveawd too-
nenMÜde, dat vaa kalkoen- en etootQtaa afne-
mende. Toor iJw^kende hoafvmmea beataan ved
bjJMndere aoorten hoefijwia. Het bet oog «p
gebrek aaa arbeidAradtten in bet boefmid*-
vak worden meer en meet boe^iert madriaial
verTaardigd, hetgeen jammer is voor de ontwik-
keling van de aaoetande hoelimedea in nke
het verkrggen van de geweoMMe handIgJMid in
bet maken van boetgiera en ook toot een ileeda
goed paatend beelag.
Bg winterdag wordt t(«en uitgleden gebnrik
gemaakt van aeherp heabff: ganageh „vaat"
Kharp of ,3m" «ebe^ in tu tm mleenloopende
eoortes.
HtMTll, de boirfdatad van bet gdgknamige
diatriet (8167 T^m. met 1 049382 inwMMre) In
de BrttMh-Indiaehe ptortaeie Bengalen, Hgt aan
^n TcchterocTer tu den Boufi (een ann van
den Oangea) en au de epootUlB Caleatta— lUa-
babad en tdt (1901) 29888 inwonerB. De >tad
w«rd in 1537 door de PortngeeMn geatiebt, in
1631 door qah JhjiluM en in 1640 door de Eo-
gdMben beset, die in 1686—1690 daamit ver-
dxeren werden. De wgk TqiMoerab i« een atieh-
ting der Mederlandtra.
Boel, een atad in de Be^glacbe provincie
Luik. Zie ffmr.
BiMk o( Viêekhoek. Zie Vmkl^gn.
Ho»k noemt men in de meelknnde het deel
van «en plat vlak, gelegen tweeben 2 tedtte l^-
gden. «
S" s. of in de ht^Tormiee
I Tan bet bdoppervfaA,
nen, die elkuder «
gdegen tweeben 2 dkasder «iQdeiMie groote
cirkel*. De IffiMn dragen den naam thi becMN,
en au het lagpnnt geeft mot dien van Aoek-
funL De boek tamehen 2 teehte l|Dea werdt
gemeten door den boog Tan een drkel, wiana
middelpant met het boekpnnt eamenTatt. Telt
die boog 90*, dan ii de boek rtAl, t«lt hB era
kleiner aantal graden, du ii bq tekerp, tJt hf|
er meer, daa is bjj «tonp. Een boek na 180*
noemt men een wtrakU» hoak; ren bock, lÜe
grootei ia dan 180* beet oMr^ettreJIit. Wanneer
men een hoek door middd lan 8 Mten lan-
wqet, moet de ntiddeWe die vu bet boekpont
ijjn. De bohormi^ boek wordt in md Tlakkea
veranderd door ut het ootmoeting^mnt der bei-
de groote èirkeU raiklgnea aan oeie te treken.
Honk, een gemeente in de previneïe Zeeland
in Zeenwech- Vlaanderen gelegen, 8864 Hj^. groet
met (1915) 2764 inwoBera, wordt in het N. door
de Host, in het W. en Z.W. door den Btaakmu
en Terder door de gemeente Tcraen«n beereDed.
Zg beetaat nit TTnebtbare Ueigieoden, dM door
levert
t:
De
oogften. Behalve bet dotp Hoek be-
geetiebt, bêiit eo) Herronnde kerk.
Boak, PomIm Perowute Cah, in looi w
Giethoorn gebonn, itodeerde te Lelden in de
wia- en natnurknade en promoveerde aUur in
1675 op bet proefeehritt: „EereU bti<kage tot
een nuwkenriger kennta der leaBUe Cirripediln",
Vu 1874 tot 1880 wa> hjj amatent au het
■oStomiaeh laboratoiiiun te Leiden, van 1878
tot 1880 toTeni leeraar au het gjmnaainm u
de hoooer* bntgeiaebool aldaar. In laatatge>
noemd jaar werd hS benoemd tot adrieenr in
vincbat^mken; tot 1802 «na hji tevena dirae-
tenr vu bet ZoSlogiadi etation te Den HeUet.
In Oetober 1902 veMÏgde bQ litli te Eopenbagea
en Termlde daar het unbt tu Seeretaria.OeBe-
raal Tan den Internationalen Raad Toor het On-
denoek der Zee. In 1907 keerde hg naai Neder>
land terof en ma daH tot 1912
adviaent in TJaMharfl laken, daarna
•ehergondenoek weAaaam. S. _
tevesa gev<rfm«ebtigde vtdmna art X d« dra
SOeten Jnni 1885 te Bengn gealoten ovween-
DigilizedbyGoOglC
HOEK-^OEKSTRA.
konwt tot ttgetiag van d« ibknTiBMhenj in bet
■tnwiiigd>ied tu ita Bjja. Hq wm o.k. lid mt
d« iKoD. Akademie tid WrieniehanpMi. Zgu
Toonwüntto c«*e)tri(t«n i)ii>: fDe CiiripediBii
en IViWfonkjén der Ch»Uinger-Ei:p«ditie''(ie81
— 1w4), „Banpwt over de viaedierq in de ZnJ-
deiMc" (1890), „De ulm ofi «ote ritJeren. Voor-
dracht" (1891), iJfededeeki^n orer nNcbcrg.
HmoAIwI" (I8M T.T.), „Rapport over etatiflebe
en biologiMbe ondmMkingeD met behulp vm in
NoderUöd gevuieen ztlmeD" (18M) .Jfenere
ÏMibê- nnd IfAtluchitiidieii" (1609), „Rapport
OTGT de ooFiaken tui den kchteruttgaiiiff in W~
danigheid vut de ZeenvBcbe oeetei" (idos^ ,4^
Chf^ideB" (1911—1913) en „Rapport otn de
fiebekkUetenTiBeebeiij en de Schelpdierentedt in
de Noordetl^e Zuidenee" (191]}. Voorte wm
Bode gedarende langen t^d Beeietaria, later to4m-
■ittet der „NedetbodMbe DieiïniMlJge Vereen!-
ging" en mederedaetenr van bel TödtefariH dier
vereen iging.
Hoakor noemt men een TtMhMhuit. wurop
men met boekwant Tiscbt, ook een Bchoit, die
op znlk een Toartoig gelgkt en febraikt wordt
voor goederenvervoer.
BtMklv *ordt in de wawnknnde een fignar
gmoemd, met moer Ata drie gnwle, «eherpe
Koehman noemt men ter beurze de persoon,
die ateede in beti^de fondu handelt en tot wien
Coauniaaionaiia lich vervo^^n bg koop of ver-
koop vu dat bepaalde fondt^
Rosksolwii «n KKbalJaawvotiei] iqn d«
namen van 2 staal Bpartijen, die fndurende dé
tweede helft der 14de en de G^heele I5de eenw
HoJIand hebben geteisterd. Het wu een itrqd
tDtBchen adeUgke famiKSn onderling, tuMchen
den adel en de bnrgerü, tnmchen de vermogende
kooplieden in de steden en de lagere volkiklawe.
tn«Hchen de legeerende (Teshebten en de gilden,
een strnd, die niet specifiek Holbrndaeh wa». In
ondeTseheiden etr^en vn E«n^ «■ ww Und
■tonden reeda lang twee pBrtgen gewapend te-
genover rikaader, die men aÜM de bindende
en de naar verandering, verbetering, strevende
tou konnen aanduMlen en waarin de boerenvttod
Kntende^a aan de t^e der edelen medeetreed,
naaife aanleiding tAt bet aitbrdcen van den
burgeroorlog in H<dlBnd was een twist over bet
(echt op de grafetijke waardigheid al* leen. Toen
graat WiUem W in 1845 in een ilag tegen de
Frleien gevaüen was, mnder wettige nak»wielïQg-
aebap na te laten, lag ign iusler Margaretha lich
door haar gemad, keizer Lodtvr^k van Beieren.
met bet graafschap HoUand beleend. Deie vronw
echter, boe kloekmoedig ook, kon baar geiag af>
den duar niet handhaven in ^t graafscnap,
hetwelk door H^nilden nitgepnt. vol gietüi^eii
oproer was. ah gevolg vao de wgse, waarop WU-
fem IV (^ aktaar) het beatnnr ffevoerd bad. en
dat door Engeland bedreigd werd, Oók heersehte
er rerdeelitteid omtrent de vraag of Httiand
een twaard- dkn wet een spilleleen wa« en be-
ftooden in vele steden parrtgen, die van het be-
stanr eener vroaw weinig h«l verwachtten. Jfor-
garelha keerde weldra naar Daitsebland temg.
na ha»T tweeden loon, ITilIem, onder den titel
„verbeider" tot itadbotider te hebben doen be-
noemen, (teder dient iwak beitnar werd de ver-
wan4ng nog grooter en toea de keiier sti«rt,
atond Margaretka m 1S40 haar bewind in Hol-
land en Zeeland aan baar ioob ITiZlem at, ter-
wiil ig HeM^aw«n behield en tevens een gelde-
)jjk« aehadeIoo«8t«Uing bedong. Wiüem editet
betMlde deie laatste niet, bewerende, dat 1^, als
won de« keiKTtJ^ de gimleljike waardi^teid niet
ontleende aan «^n moeder, maar san de keiMTS-
kroon, «aanui, na haren ahtand, de graalnbap-
pen waren vervallen. Op raad van nunoegde ede-
len, die door Willem uLt bet beatnnr wami ver-
wijderd, omdat ZH tot de «ADhugeis beboordn
van Margaretha, Lerrie^ deie hareo afataw^ op
grond dat haar loon met ma de gestelde voor-
waarden voldeed (1350). Vde steden en een^
edelen koien de partg van Willem, en de twiat
tasseben moeder en Mwn ontaardde, na eeo piM
mialnkte pogingen tot veraoening te Qnsanoj en
Oeertmidenberg, in een laagdorigeD bnrgeroar-
kg. Het «enige ^oede, dat er ait voortvlonde,
was de venwakking vui den beenefatnebtigen
adel, loodat de bnrgerstand gelegenheid vond
om lieh te ontwiUelen. De aainangera van Wü-
lem droegen griize mntsen, vertegenwoordigd»
de liberale partQ en noemden lich Kabeljomi-
•efien naar de gioote viMcben, die de kleinwre
Semakkelijk verslindHi, terwjjl de vrienden van
'argaretlia lieh met roode mnteen dekten, de
behondende beginselen loehten te handhaven en
■ich Hoektehen noemden naar het viariitotg, waar-
mede de kabeljauwen gevangen worden. Volgena
een andere lezing aon de naam KabeljanwtcheB
ontleend Ega aan het lichtblauwe schubben ver-
toooende Beienche wapen. Zie verder Margare-
tha van Benegouveit.
Moékmékm Wamrd ii een der Znid-Hol-
landsehe deltaeUanden. ingeslotwa door bet Eti-
hndseb Dim, hel Vuile «at, het Haringvliet,
Spni, Oude Haas «i Dordsehe Kil. Het eiland be-
skat een oppervkkte van 290 v. km. en beait
een vruchtbaren Ueibodem, die voor laadbonw
gebmikt wordt (tarwe, viaa, snikuibMuB, kool-
zaad eni,). Het bevat de gemeenten Oad-Beiw-
land. Nienw -Beierland, Piershil, Nnmaiwdorp,
Strjjen. 's-Gravendeel, Puïtenhoek, Heinenoord,
Wegtmaaa en Maasdêoi. bet grootste deel van
Zuid -Beierland en van Óoudswaaid en een kjein
deel van Dubbeldam.
HoAkvtoMi is een steen in den boek van em
gebouw of een deel ervan, aang«braebt tot stenn.
Verder wowtt het woord veel in overdrachteHJ-
ken lin gebrttikt.
Hoekstra, Albert ten Broeefce, een Noder-
hndeeh letterkundige, in 1765 uit een oaniien-
J^ geslacht in Friesland geboren, 1^^ lieh toe
op de (Tode letteren, bekleedde de betrekking vaa
grietman, doch verioor in 1795 *Qn smbt, ter-
wijl hg inch tevens genoodzaakt zag het land te
verlaten. Nu wjjdde ng zicb geheel en al aan de
beoefening der letteren en bepaalde zich boofd-
zakelgk bjj de Priescbe taal Om hierin door te
dringen, vervaardigde hg nitetrektele uit alle over-
blQfsekn van bat Hesogoüsch, Angelsaksisch,
ond-DnJtscb. ood-Nederlandseh en ood-Fiiesch,
welke hg kon machtig worden. Nadat bü jferoi-
men tj^ te Haarlem gewoond had, wilde hg zgn
kostbaren voorraad oieoatbaar maken aan een
D,o,l,zedb,GoOgle
HOMSTRA— SOBK VAN BOIJ.AND.
mniwe oitgAT» der gwËehtes tui Gftbarl 7a-
pikt, «beh het NederiukdadK (nbliek betmnd*
geea dwlBcmJng genoeg om het plui te Toboe-
ren. De duio, dwx hem op tuttauUf g«bled
verworren, wu ooruik, dat hg wddn aen leer-
stoel Toor NederkndMlie tmW m kÜnfaiMle ua
ife boogmdiool t« LeDven uataaKlde, doch <ta«r
hij weinig mefaiUbeid hnd tooi onderww, legtle
bq w«l<ka dia betrekUw nedu' tm fertigde hQ
lich te Amiteidaiii, «mu lm «pgenoDMn weti on-
der de leden der tweede kuMe nn ket EooiDk'
i^ NederluHbeh iMtitoi^ Au da» iBeteUBg
lorerde lijj i^^ „^>eefma etjnMlogpd pliBoeo-
phi" neac unleidiDg eener ^ngtliAritln «ut-
BchrfiiiK nn „Geneefe", door den Eneeheben
moiüik üOÊdmo» ia de 7de eenw opgeeteld. Ver-
der werd hem dtxn de regeering opgedngen, de
Dverblötaelen oum onde tael en letteitnnde tut
de IBde en 14de eevw op te mren en voor de
pen tD genedfaeid te breiwen. lo b«t ndbrogeit
Tu deie tuh werd hSi verEiitdeid dooi den dm,
Dp den 27aten Avgütni 1629. Uea beoft nog
vui hem : „NwltMttid vu da tadkennia dar HM-
dooT hen opmtteVl, bemi
dar Leidaehe mnatirhappji
Hoakstra., FrMrk,
leerde, in 1766 geboreiL,
der DoKMKxiMn gemeente te HuUogen ea otw-
leed in 1^. Vu tijft gntitriften TanwAden wq:
„Qodadienitige vertomn" (WOU), „Vragen en
utwootden over den OodaAenat'' (1806), „Eer-
kriqke redarowingen M gewone «■ buitengewo-
ne gekmnbeden" (181fi), „De geadiiedoi^ tu
Jena" (ISIfi), „De ceaobiedeniB der Apoatdes"
(leiS), „De gdqkeniaaea tu Jsnw" (1821) en
„Eeitst^e lödeToeringen" (1867), na ign dood
nitg«geTeii.
Boekstim, Sylae, «en Nederlsndach godge-
leerde^ den aOaten Angnatw 1823 te Wieringei-
Doi^wgeinden en toTena aan het AtbenMam te
Anatordui. Na bet Tolmndigen i&mi atndila
werd hg in 1648 beroepen tet pr«]!kut ie Ak-
kram, in 1862 te Rottesdui en in 1867, na het
aftreden tu jlrofeaaor Muthr, tot boc^eeraai
M4 boTGnTenneld aenunarinm, liamede bq d«
■tiehttiig der gemeentdöke «DtTeniMt te An-
tteidam (1877) tot hooeleeiur aan deae ii»ieh-
ting Tu onderwqa. Beide betrekkingen legde hfi
in ISee neder, da»r bQ dm lecftqd tu TOJaar
bernikt had en oreileed te Ellekom den IMen^
Juni l«e8. Vu sqn tnlrqke gcMhriHeit, die mee-
rendeds tu «en wngeeiiM riefatiiig_f«tnige&,
noemen wg: „Oelool en teven dea duiateu"
(1851), „De leer dea EWanèeUea lo bur eenbM
en nmenhu^ (1864—1^, 2 dln.), „De triimf
dar Kefde; het Hooriied Tortaald en toegcliclrt''
, . Jlet geloof dca harten Tolgena het Eva»
Glie" (1867), „VrfflMÏd in vwbrad < " "
id, telfbewuatheH en lODde"
d met ledelfik-
(1868), „Goda-
i Knnrt" (186D). „Orondtlag, weien en
opetharing vu bet godedienatig gnioor (1881),
,3)t ontwikkeling vu de sedeqke idee In de ge-
lebiedenia" (I8S!!). „BegiMelen en leer der onde
Doepageanden" (1883), „Brunen en grondtla-
gen TU bet gadadiemtig gdoor' (18H), „Dei
IX.
Chriatena godeTnidit naar de eigen leer van Je-
nu" (1866), „De benaming: De loon dea men-
aehen'' (1866), ,Jle hoop der onaterfeli^beöd"
(1867), ,J>e giODdelag van het beaef tu onToor-
waardalqken plicht" (1878), „Zedenleer" (1398—
1894, 8 Aa). „Wöweenge godadienatleer" (2
(Hn., 1894), „QsKhiedeiua van de ledenlear" (2
dln., 1866), „diriatdjike geleoIaleH" (2 dln,
1997) «D yth katecbeliadM geaehrifteD, leerrede-
nen en Teihanddingen in ,4^ Qtda", .Jfodea-
laod", „Jaarboeken voor w«t«iacluppelqke Theo-
logie", „iiebt, liefde loren", „G«%ekerde In-
dragen", „Theokgiaèli tiidaGbiift'' ena.
Hoaktend. fi« Tamdaa,
van den Nieawen Waterweg, in du hoek doM
de knat en den Waterweg gevomdl Mt (IftlS)
3267 inwonert, waanMdei 1062 nanMn. De
ptaarta. die nit Onde en Nienw* Hoek heataat, ia
lear onrej *" " * — ' ~ ' ' — " "
Het onde gededte, dat onmaddeUjjk au de lee
en lun hrt kuaal list, beatant voor bet groot-
Bte deel nit looda- en AÖi>twanii«en van neriag-
doendu ta putieolieren. Dit gedeelte kon lidi
niet verder ontwikkelen door den bonw Tan het
paataarfort, wannmlMen in een «traal tu 1 km.
niet in «teen ot öiei g^faonwd mag worden. De
woningen lannan deiu atnal tün du ook aHe
TU hout opgetrokken. Naar bet noorden werd de
uitbreiding bdat door een thj boog woett dnia.
De Nïenwe Hoek, onswreer 20 minalen gaana Tan
'Sbeid van bet ata-
Jpoorwegmaataeh^».
pq gelegen, ia een modem dcnp, Ben derde m-
deeHe ia in wonliDg aan den atiaalweg, naarV
OnTeniawk^ de eenige weg, dia naat het dorp
leidt. Het plu Tan «en Botterdantehe firma om
tnueben deun weg en het dnin een TMapafk aan
te leggen, ia noe niet tot oitvoenii^ gtkomea.
Tot na toe iqn «Heu «enige toegaagawfgw door
het dan aangelegd en ia er een eenTondig badho-
td gebouwd, terwp jn de onmiddi^öko ud^beid
vu net atrud eenige reatnnnnla limu. Ala b«d-
^aata wordt bet tot na toe bgna aleen dea Ze»
daga beiocU.
In bet onde gedeelte van Hoek vu Holland
treft men aan: een «eintoeatel met peHadiaal aan
den wortel vu bet noorderboofd, een mittboom
\t Jnebt o^ den kop tu bet
i reaerfe-Biiatboorn met atoom
m dit hoold,
nen Toor tiet oodeiltond *u d
tion Toor draadlooae telwrafie, een gobonw t
in- m «itklariDg, venmiUonde dienalgebomra
voor de departeoMBtra tu Wateistnnl en Oor-
log, eu post- en tilegranftutoor en een paotaer-
fort met een beiettnig tu 300 mu «p oorlogn-
iterkte. Bet nienwe gedeelte besit een rjjkibeig-
bavu met bergplutaen voor bet loodaweien u
den torpadodiennt, «en Twirtoru met geleidalieh-
ten, een atstion van de Hdkitdseno4J>eTU-
SpoorwegmiAtaefaappij met eu aatdegateiger van
de Harwiddgn, en den dienat der donue te wa-
ter en te tanid, den grooten aanlef^ateiger mat
loodaen voor de HoUand-Ametikal^n, Ueinere
ateigeiB TOor de Batairiet^n «n de onderneming
DigilizedbyGoOglC
HOEK VAN BOUAND— HOENDERS.
Btoombootendieust. Ook treft men dur aan tw«e
groote eiportshgeröen iwir het TieescbTenoer
nau EngtUwl en «enige hdt«l«. Hoek vu Hol-
laod bedt een atoomteddisgsboot («te bekende
„PiesMleitt Tan Heri"). een gewone Mtlriebteode
reddidigBboot en «en ledtüngaboot, hangende in
davide op de Znidrapiev. In 1906 werd een red-
dingasteinr aangelegd, Tanwaar de sehipbrenke-
Inngcn bh itrandug oo de Noorderpter den Uebt-
of ataod kwtnen bereiieM, terwQl de reddüunboot
by atoim tot aan den atewer kan komen. De be-
Tolkiog beetaftt van ubeidop of in veibind met
da lee, de bodem ia voor landbonrw en T«etecA
totaal ongeaehikt. terwjjl de Tisseherji Tan geen
beleekenia i«. Het «toip bezit een Eerroimde,
een Qarelonneerde en een Roomseh-Eatfaotiete
kerk.
De Onde Hoek ia ontetaan door den a*nleg
Tan den Nieuwen Waterweg (186&— 1812). De
poldefkcten weiden in 1872 ooaiidd^vk Terrao-
sen door houten loodsgebonwen. De H^ele ge-
bonwen van Bteen, die men in dit ^^edeeHe ua-
tfcfb, ign Toor motm bet geen f^kageboawen
waren, met bö"*'^''*'^ TergumiDg giabouwd. Na
de «mbitatie Tan de ^NwriyD Ratteidom— Bo<k
Tan Holland ia de Nienwe Ho^ onMuB. De
plaate bebooit aedert 1 Jaooari 1914 bg d« ge-
meente RoUeidMn. Sinds dien ie er Teel t«im-
terd wat tMOgtMt de ueleertn^, beetrating en tbt-
liditing, terw^ een waterlei^og in aanl^ ia.
Ja 1907 it de Weatteodsebe trwnlija tot Hoek
Tan HoUand dooEgeibrokÉen loodat het prodnc-
teDTerroei (rit het Weetland naar Eagtload orer
deze pUalc mogelgk ie gewonlen.
Het aantal inkUrit^en bedroeg in 1913: 602
«tooawAepen, metende 370600 ton, het aantal
mtklaringen 867 atoonwdiipin, metende 348600
HtMU. Zie HoeMUn.
Bom, Pültr 't, een Nederlandseh diehter en
pi«iaaehrgTer, in 1746 te Utrecht geboren, w«a
een T«a de hoofden der Patriotttedie pactg en
de aefarnTer Tan het io die dagen algemeen ge-
leien tQdMhrift „De Post Tan den Nedetilign".
Hg oreileed Jn 1828. Wij noemen nn hém:
„ProeTe van Ueüte gedSwten roor kinderen"
(1776), „Nienwe proeTen Tan kleine gwUditsn''
(1779), „Ter glorierjike nagedaehteaii Tan Beo-
tinck" (1781), ,J4ienw« jpedatoiiale •dwnwbnrg
eni." (2 din., 1782— 17W), „Man ia boe^ <S
bet beratel Tan den Trede; boertig godnwpd"
(1802) en „Het Terjaringafeeet of de te AmSlna
gesloten Ttede" (een Ujjqwl, ISOS).
Hoanait (CbiiteeMli = Znïdeii Tan bet me«),
een ChinecKfae nTon&eie ten Z. van den middel-
loop tu den Jang-tae4iang, telt op 200 500
T.km. <ieiO) 20583187 mwoDera en wordt ten
W. door Hoepe, ten Z. door de NanKhsobergen,
ten O. door Eiong-si en ten W, door Kweitajon
en Taetcjwan 4)egieD8d. Behahe in bet N.0. wwH
Hoennn door iait beigru^en iiweDomen en in
T«r«faiflei»de b^ene Ter<keld. In het midden
dar provincie ligt de Henf-sjai^, een dei Tgf
Hei%e Ber^n Tan China. In bet Z.0. loopt een
dmkke hanoeiawee^ door de proTinde Eiug-ii
naar Kwantoeng. De grootate ririeren, alle tot
bet gebied tra den Jan^-ta^kians beboorende,
liJn de ^ang. of Heng-ktang, de Joea-kiMig ta
de Li- ot E^ig-lMel. AHe ane mooden nit in
het bekken Tan den Toeng-ting-bn in het N.0.
der pra>vineie. Dit meer <Mn 6500 T.kni. groote
meer bettaat alleen in den zomer tjjdeni de gioo-
te orentroomingen Tan den Jang-taeüaog. De
genoemde riTierea lijn over groote gedeelten be-
Taarbaar. Hoenan ii een der vmoitbaaMte «n
beKt begroeide proTiocie* Tan Ohtan. De boofd-
Toorütrengirien ign Uiee en katoen. Ook a«a
entaen en eteenkolên i« Hoenan rük. De pnmit-
oie wordt veideeld in 7 onalliankelnke distrieten
(foe) en beeft tot boofdebtcl Tsjang-sja met (1911)
250000 inwooert. Andf- -^ • - ">^ ->
lijn Jo-tajon, Tsjang-te,
Heng-4sjon.
HiMiitf«rlM«t. Zie
BMntfera (OoUim
of HoeitdtraekUgt
[ plomp gebonwde vogels, wdke
Wnebler*. die teratond na bet nitkraipw nit het
ei de ooden Tolgen en leU in hu «tderbood
Toonien. EenmerkeBd toot deie orde ign: een
korte, dikke, g^niaide borensnavel, die a«a de
iQden oTer den ondennavel heenTalt, kak plek-
ken en dikwgle aanliangads, zooals kamaMO,
tellen enz. a&n den kop, steike poolen met krach-
tige litToeten en breede nageta aan de rechte
teenen. De manoetjee ign meestal Teel grooter
en tevens traaiet van kkar dan de w^fjes, welke
[aatite haar talröke eieren gewoon$fc in eei
kanstelooe nest op den grond oHbroeden. Het
zgn grondvogela, die men gemakkdijk tam kao
Van de talröke famiUtn deiet orde. wdk«
meer dan 400 soorten teU, ign bo*«)al 2 v»n be-
lang voor den niensdi, namdnk da vMkoendert
(Pffdietdw), waari^ veel iauit wordt semasfat.
(PtnUadat), waari^ veel iaefa
en in nog soogete male de etfetilafcs J. _
(PhtuUmulMt. vu dcM laatste is de haan Ted
grootei, sdtooHr getsdtend en beeft een Teel
mooieren staart dan de hen. Tan de soorten dcottr
fanriUe noemen wg de kalkoenen (MtUagrii),
panwen (Pmo), taiaoten (Pkaamuui en ^ue
gewone boenders fOtüliu).
De gewone Koindm, <<ye als hnisdieten lieh
met den mens^ b^a over den geheelen satd-
tiodem hebben teiapreid, dngeo een maktea
kam op den kop en 2 hoidliftpen aan de Mder-
kaak, een lange en gekzomde spoor en «en «p-
Btaanden itaart Tan 14 stsarliTederra, waaroTer
bü den haan lange sierToderen been banden. De
Tiengels ign kont en gewelM, de beide midddsts
staartvederen dooKgsaat wat langer, en de aebter-
teen h -rfa ^Ma. Uit welk land omm taoMne
boenden aAomstig sgn, kan men niet met seker-
b^ bepalen. SeMs in de «udat« tnden der ge-
iehied«iis waren ig boiedieren en deden de ba-
nen dienit bg de )üer en daar nog in iwaog
tgnde haneogereehten; men Tindt ie al a^e-
beekf op de antieke gédenitcckeoen in EgTple.
TeTena TJndt men reeds een menigte TsriCteiten
Tan faoenden. «wdat ig wdlicbt een gemengd
las Tormen. Orer de afstamming onier hoirftoea-
DigilizedbyGoOglC
NUTHOENDERS I
WlUa Kraalkop-hni
ZtrwTto Hinorca-lHiD. Roode Rboda Uland-haui.
D,o,l,zedb,GoOgle
NUTHOENDERS II
BntF Orpinttaa-hen. Bnff Orplogtan-buo.
SUnr Wyudatla-buo. Colambla WyuidaUB-bsii.
D,o,l,zedb,GoOgle
den b hmh bet nog nM Toftannn eena; <Ia»r
«d)t«r Dergen* aiideii wilde hoeDdenoorten tooi.
komen dan in Aui, meent men het ei tooi te
mogm honden, dat «tder deie oA de ataiiMniden
onaer hoenders geeodit moeten woiden.
Dn wüde boeadereoonten liJD; a. HM B a n k i-
Ta-hoen (Otülua Bmikivaot O. temiginnu)i»a
het indoosteljik TMteJaod Tut Aiil au ome Ooct-
Indisebe banden; 6. Het Ceylon-hoen fQ.
Lafagettii, dat TooniMiielJ;^ op bet eikiiK] Ce;-
lom wordt UDg«tro([«n; e. Het SonDeiats-
hoea (Q. SoimtnM), boof'tfaakeliik in het inide-
l^ ded Tso Vooi-lDdil; d. Het Voikttaait-
b o e B (Ö. fnmOuê ot O. wriu») tsb Jbta en de
KkJBe Boenda^Uuidan.
Bet B>iikr*«-boen midt wel böna algemeen
«U de «tanwoott der bnüboendera aaDgeDonen,
omdat bet in klem en tekening sooreel oTeieen-
kixnet Tertooot met een aantal Taswn ol slagen
van het hniibMD. daaimede TTvwiHis pMrt en
dan vrncbthan baetaaiden geefi doeb de krai-
sinK^roeieo, in den jongsCen tijd met de drie
an<Hre eoorten genomen, wetti^n de meemng,
dat ook deze tot het i»tataaii Tan TerBdiiUeode
raMen kannen hebben medegewerkt.
Dooi den iiHoed ftut het klimaat, de geeteld-
beid Tan den bodem, toeralUge of ouettelëke
krnisisg en. ontetooden m d«i loop der tSjotai
onfelMfe raaaen «o Tanfiteiteo tod boeoden, k<t-
ioesen en dweigen, wanstail^ en «wrlifke. Voor-
tri tedert bet middm der i9d« eenw beek bet
fokkMi Tan hoendeia een boog« Thebt geaomot
«n kgt men »reh er leer mi toe om de piodoeti-
Titeit te Terhoogen. alsmede om diereu tbu be-
paalden Tonn, kteai en teekening te lokken; en loo
«preekt men dan tegenwoordig ook T&n „nat-"
,8 po
: t"boendeiB. Voor de Tencbillen-
de raiseo ne de ahonderiQke artikelen.
Hoender* te honden ia tooi tien, die ei g^«-
genbetd toe hebben, een algemeen Mbntik. Som-
migen doen het nit lMlieM>erij, aodereet ak een
bron Tan inlometen. Aigemeen ie eisend, d«t de
einen zeer dtinr wotdeé, wannew men ai bet
Toedeel tooi de boeindere koopen moet. HeUwn
deie g«Ie^heid om ia een gioolen toio of of
het laad ut hna «tderiiond te Tonsien, of ki^n
ijj afTal, dat andeii Terloien gut, dan kunnen
de eiereabfi goeden piQaeeBigTooided i^leffeieB.
fioendertult in het gioot beantwoordt gewoon-
Iqk weinig aan de Teiwaehtingen.
Het bMidking tot de gewone boendere ig
men ei steede op bedaebt, de beMe dieren aan
te honden en de mkider goede ter riaditbai^ te
T«rwÖMn. De haan moet groot en etcik iqn en
«ax oonkenooden kam en lerreodöge oogen heb-
ben, Teidei dieot hq ucb te onderscheiden door
kiaetitige korte nagelt en lange ^oien. De hard-
ste kiaaieis ign de beete. Hg moet de hennen,
12 il 16 in gebil, tnmw T«iv^eUen en bet Toed-
sd met haar deelen. Hen bte bem echter niet
oodei wolden daa 4 jaar, hoewel hjj 20 jaar wei-
den kan. Den oaderaom der hoenders kan men
(fnuiken ott kam en pooten; ifj ign jtmger dmi
mate deze zachter igu. De hemen mogen geen
sporen befahen, niet bwiet- en bg-tziek sgn, niet
krauen en ook niet Tet wezen, andere todi leg-
gin IQ rieebt en psoaen zg ook niet best op de
ekeni. BehalTe hi den msttöd, Septemèer en
371
i bet leggen, «an-
raim Taa Toeded
voorliet. Qedvreode 4 jaren leggen lö goed; wie
op Toorded liet, moet ie na dMn tgd slaehten.
Om boenden te hooden, dient men licfa tui
een Aoenderkoi; en een kippenloof te voonien.
Het eerete is een roodom he«ottu nnmte, waarin
men reiken beeft wtngdirfteht, wurop ie kon-
nea elapeo, en De«t«n, wauin Kj eieren kmtnen
leggen. Somtgds ie de toegang UA het bok ge-
IvktWts, Bomtüde iets hooger, in welk genral
een laddertje dsuheen voert. De toegang i«
doormau «oi opening, joist groot genoeg wa de
hoenBeri door te laten, en kaa door een Takefauil
van bont gedoten woeden. Verder beeft bet h<A
een denr ten beltoeve van b«m, die bet reinigen
of de eieren er nit halen wil. Hen dient inlk een
hok lóó te bouwen, dftt geen rooMieren, weid*
eni., er in kmmat doordringen, idis niet door
den grond om te woelen en ooder de maren been
te kruipen. 0(A eorge men, dat er door met tra-
lies geeloten openingen toegang sa tooi irinehe
tneht. Ook ie bet ■mt bekng, dat de aiodrfgkbdd
worde io aebt geuontMt. Zjja de boeDden dea
aTonde in bet bok gegaan, dan slnite men de
schaaf. Ofient men die, wat dea oditende vioeg-
tndig dieót (e gesehieden, dan komen ig in d^
kippeidoo^, een dooi btweA aigeeloten rnimte,
waaruit sd lidi niet kannen veiwgdeien. Hi«r
genieten ^ de ti^ Incèt en gebmiken ig hns
voedad; hier moet water vooibaiden ign, abme-
de een boop droog land, waarop ig lidi gaarne
vermeien. Zntt eea Uppenloq) ie noodig, mu
men geen griegenbeid beeft, om de kkipen vrg
te laten rondloa^en, Moale inlki op Ttte boerd«-
rgen wÜ bet g«Tal is, waar ig tevens een aaoge-
naam nacbtTerblgl nndea in dek warmen mn-
derstd.
Waonev een ben 15 of 20 eieren gelegd heeft,
begint qj ^ewoonlgk <« klokken, riebt hau w-
deren o>*eteind, iet lidi Of de eiereB, die iQ biei
ot daar ep «m Terboigen plekje gelegd beeft of
opzettelgk voor baar in een broedneat iödm'"
bracht, en Teiüect vederen aan den balk; ■
dan broedseb en wil broeden. Niet i
ia iS hiertoe gCMhifct, loodat het tsi
nit de broedMbe bennen een goede kettie te a
In den regel mag ^ niet jonger dan 2 en iM
ooder dan 6 Jaar i^ boewd ook hennen, ^ om
baar ouderdom niet nwer legjren, wd een* leer
getehftt lijn om te broeden. Verder bepalè men
Ejjn kenze ketst tot groote, kiaeMise bennen
met een rgken vederdoe. Om d« broedechfaeid té
bevorderen, gvre men overvloed van Töedeol,
vooial lienne^aMl of in wgn géwedct brood. Om
te Inoeden, geven vden de Toorkènr aan de iial-
koensdie ben^ die een 30-tal «èr«n kan bedek-
ken; Ja, er xqn er, die ooder deie eerst een Udn
ffetal deren plaatsen en na Tsrloop van 8 dagen
de oTerige, waftrna iq bn hot nitkomen der eer-
ste de ledige plaateen cOor Eutdeie eieron aan-
vullen en «Tioo het dier aan bet broeden bonden,
wat het evenwel ndet Jonger dui 6 of 8 wekeii
kan Toortxetten. De broedplaats moet ^oog esi
TQstig zgn; men bekleede haar met ïnivèr nool
of stroo en legge ei een rand van gevlocbten
stioo omheen, om het wegroUto dei eieién te
Terhinderen. Deie Uatete mogen lüet onder tjjn
balk; ü is
dtgd aebter
DigilizedbyGoOglC
372
dan 30 dagan, doch bti u coftn^^ig, wi wel-
ke kippen ijj B&Mnstig ujd. daar de ttTOedben
lelte eendoneiereii uitwoedt. Het aantiJ bmle
men Dau het juigetöde, namelj;^ 9 tot 11 In
JaiuwTi, 11 t«t 15 in Uaart en 15 tot 18 in
lidi^oel. Qoede eieren naoidijk moetm in wa-
ter linken, ei ale men de eietea tegen bet Ump-
licht hondt en er naar ziet dooi een in een stok
bordpapwi aan^ebiaebt gaatje, moet bet Uqken,
dat M dooradiqnend en londer Tijken ^n en
dat ót dooier in bet midden «degen ia. Tegen-
woardig kan bet <»Mler«Mk met kimtt- (eleetriedi)
hoht leer geschikt geMhieden, tenijl bierroor,
en om later de ontwikkeling dei kiemen in de
eieren na te kiHin«i gaan, ook de in den handd
hHjit de teoedfaen vtQ van aHe «toornig dodi ia-
aèa lö at te ÖTerig i> in liet TerroBen haier
taak, jage mes baat etten d^ eenttaal laa het
neet, om haar fnaedie Ineht eo voodael te doen
graietaa. Loopt i|j te faak van tiet Beet, dan
geA men liaar daar ter plaatse goed Toedxit
Moab gerst, faetuwp en tarwe. Ho^t ly de ge-
woonte n de eieren te pikken, dan leere men
tiaar die ^ewooute af door aaoTankeiök met gips
gerolde eieren ooder haar te [rfaataen. Voor het
DTOTige mort men gederende den hroedtqd de
eieten niet moer aaüaken dan TolBtrekt noodu-
kdgk is. Reeds na verioim Tan 3 dagen kan men
de weien, waarin lidi «e kiemen M^iman te
ontwikkelen, ran de overige ondendiMleD; im-
mers waaneer men ie tegen hrt ïieht bondt, be-
•penit men daarin taa. donkere *lek. Als ma
nike eieran na den elfden dag op een teef in de
ion legt, liet men daMin na redoop va> een
CHir mifloten de lieh bewegende euadwr ran
et kieken. Degene, bg wie dne beweginc het ge-
ringet «e, legt men in bot midden van Bet neat,
omdat hier ót warmte bet grootst is. Tnssohen
den SOsten en 22stea dtg kruipen de kiekens ttit
den d<Ri.
Een! pikken qj jn de MhuA en doen dlit, door
sidi om te keeien, op vendiiJleade piaattnn.
totdat dese gebeel TeibrQield ia. Dan moeten xg
ook OOR bet lÜes Uooen de schaal ieibr«ken,
en ah daartoe hun kraehteo te kort adtieten. ia
het laafc hen een weinig te helpen. Sommige kie-
kens besteden aan bet oitkniipen 3, aodwe adfe
IS mir. Meh lij ecbter niet te ToontTaiend met
hirfp; want het gebeurt wel, dat de DaTekpening^
waardoor ig den dooier in het Uchaam opBemen,
bg te vroegen böstand oog niet gettoten ia, «n
dan atenen sg aan de wond. De kiekens, die
bet eerst oitgdioinen i^n, neme men daa bQ
de ben weg, ptaalae >e in «en bak met veeren en
boude ie daar, tot men mag aannemen, dat er
eeen eieien meer zi£en lü^omen. Voeren be-
hoeft men se niet, daar de kiekene, op den ofi^e-
nomen dMer geoiakkelgk 24 nor knnoen (eren
en «qtiette^ke voedïog gedurende dien ti|d meer
kwaad dan goed doet. liet men te dadedgk bg
haar, dao toa ig allicbt de overige eieren verla-
ten. Broedt de hen ia den aanvang des jaara,
dan kan men haar in JvBi nogmaala laten broe-
den. Daar de kieken* van het laatate broedeel
eerst laat ia het valgende jaar begi&nen te 1^
gen, worden deie gewoonlgk voor de tafel m-
•temd.
Is de broedfaen leer roaUg, xoo kan men de
kiekens bü baar laten Ugven. Zgn tl de kiekena
':omen, dan phatat men ie met de kkkben
losgevloebten mand of io een kuiken-
oop V _
gehinderd lonAoopen. Het speciaal voor de kie-
kena bestemde voedei plaatst men in bakjes on-
der een soort van bonten roit, welke van bona
didit ia en welker igden beataan nit amltjea, die
100 vei «an eJkaoder (laan, dat de kieaéni er ge-
Tinffc^»]jjfc taaaeben door kimnen om bg het eten
te komen, terwj^l dit ongeaaaktaar ia voor <k
onde kip. Deie vrnlt veie wonnpjes en komltJM
voor baar kroost, en dit kan na verloop van eem-
ge weken voor lieb wlf lorgen.
Het aülxoeden der eieren gesdiiedt tegen-
woordig ook kanetmatig door middd van eea
bn>e<hnaohine.
Kwulmalige ffoewfarteeU. De boenderteelt
heeft jn de laataU jaren een veAawnde lindit
genomen door de uitvinding der broedmadtiaea.
Beede vet voor ome jaarteling hielden de Chi-
neeien en Egjptenacen et gebouwen op na,
waarin m dow knutmatig aangrioraehte waimte
dMelgks duienden eieten Iteten wtbroeden;
vo^ena PKitbu (late eenw na Chi.) bedroeg
het aantal der in de Ëg^ptiaehe broedovens nit-
gebioede eieren jaaiij}ka wel 100 millioen atvka.
Olscboen later ook de Oritken en Bomeineo hen
hierin aavc^du, waa het eaeeee echter niet noe-
menswaard, en er gingen eenwen vootbg, voor
men m> het gebied van het knnslniatig broeden
tritvinWen deed, welke deaen tak van u|ver-
heid «Mter bet bereik van iedereen braeUen.
Tegenwoordig hondt élk« boendeifokker van
eeiuge betetfeaia er een ot meer broedmaehinea
op na, waarin, ai naai hnn nootte, 50, 100 en
meer eieren te gelgker tgd kanatmatig kumen
worden nilgObicmd.
De initeniting der tegenwoordige broedmariü-
nes ia in 't kort als vdgt: De maebJDe heeft iea
vorm van een kiat met dubbele bonten waaden,
welker tnssdieiiraimte met de een of andeie atof
is gevuld, die de warmte slecht geleidt. Ongeveer
ter balver hoogte ie daaris'een ondiepe, miae la-
de aangebracht, waan^ de nit te brMden eieren
worden gelegd, en even daaronder euL andere
lade, wette de oitgekomen kaïkens opneemt en
waarin deie zoo \tug vertoeven tot ie droog ign
en in de knnetntoeder knnnen woidon overae-
bracht. Dit gedeelte der machine heeft aan oen
voorkant een deantje met een ^aaiaam, waafdoor
men eieren en knikens te allen tgde kan gade-
dmn en den warmtegraad in de madiine oon-
trt^eerea door middel van een thermometer, we^
ke op de eaeren wordt gei^ of onmiddellijk
daarlxTTon bangt. De inwendige mimte der ma-
chine wordt verwarmd door een gas- ot petro-
leumknH), die aan den bcibuikant der machine
ie aangeoracbt. Men beeft heet-watennaebhieB ra
heete-ht^tmadiines. In de eerste ligt bovenin een
ketel met water, dat de warmte door een met de
liimp verbonden bnia ontvangt ea dan weder al-
DigilizedbyGoOglC
veelt un de oytagt ruimte, terw^ bg de heete-
mehtiueliiiM de wanate dcT Ino^) teehtatnA*
door een buia in 4e broedniimte wordt geleid.
De bnader dei I1119 ie omgvren door een >tel
Tm meUloB koktm, 100 io^ericbt, d^t de ver-
bnadiogspiodneteii niet ia de maehine kimiMQ
koBMtt en ei >teed> toetoei ji vaa nnvbc Imii.
Om de tuMieiatnni in de macbine ateeda op
de Tereiaehta booffte (89 k 40 graden C.) te boa-
deo, is op <rf ÏD de ■"«^■■h' een legabtenr aan-
eebiaebt, die betlaat ait een twee-aimiaen faet-
Doom, aan welke kortaten «nn een TenetanÜbaar
g«widit <l<Mper) üt, terw$ de la^ate aim aan
iqn aitefatde een Uep draagt, die op dentohoor'
steen dei lamfi roet en opgdtcht wordt, ala de
temperataiir 4a boog itqgt, en bg daling daar-
aan weer wordt getwten.
De regnlateni wordt in werking gebraebt door
•en IbersMslaai, bestaande nit een met ether ge-
Tnld dooije (cifaale) ol nit een eoatbinaUe vaa
tnetilan slaTen (gewooaljik staal en alomiaiHn),
waaraan een metalen staag, Ae ook met den re-
~latear ia mbonden. Door de nitaetting en w«-
infeknpkig van den etter e* de ahmioiam
aMven ontataat een op- en iiiiiiigaaiide beweging,
welke door dien stang op den regnlatenr mtit
«Tergibraeht.
Sommige bfoodmadiiBea ign Toonien tan em
loogenoemden contra-tbamKnutei, qnde een
gewone kwiktbemmneter, wdke, als bet fcwft
daarin de vereiaehte (empwatno:
eontaet komt met een eleetro-mMneel
den kortsten arm -ran den reguÉsteu
den trekt ea de lampeklep «^enL Begint m den
tbennometer door de atkoeing bet kwik te da-
len, dan is ook dadelnk het eontaet Twbcoken en
Talt de klep weer dubt De deetriadie atT«i»i
wordt gdeierd door een buUoi de maehioe
staand elHsent.
Behalve het renoigeii nn de lamp, Uütt den
fokker aledita nog orer, de eicseD Tan d«i Men
tot den ISden d^ twee keer daags te keeren en
te loebtHi, waarrooc de eferJade naas bnit«
wordt getrokken.
Bjj een broedmadiiiM Mioort ook een looge-
iwemde kimatmoeder, wiaria de nilgekomen kni-
kens boD eerste leTensweken beUien door te bren-
gen. De knnetmoeder is een voor dit doel spe-
ciaal ingeriefat knikenhok, Tadedd in twee al-
deeüflgen, welke Tan eftandei geaehdden ran
door «en gordbn ran TÜt of mlleiL stof, 't welk
aan den ondenant ingekoM ia, loodat de kui-
kens sr gemakke^}k oiMir nnaen paaaeercn. De
eene aldeellng wmdt Terwarmd door een lamp
en TMmt bet eigenlgke knïenhok. Ui kan ook
Rriieel gesloten wovkn en ia enp ingericht, dat
de TCBblatle niets te wenaeben oreriaai. De an-
dere Udoeling, die door bet gwdgn heen ook nog
Tan de warmte pn^teert, la de looppUata of ren.
Deie is geddct door drsMtTlecfitweA, waanver
een los gUaen raam, dat afgenomen woidt, wan-
neer bet wenaehrijik la, M de kaikoii Tan de
frisscbe bnileDlMbt knnnen nnieten.
LUerabtur: U. O. S. Wd>fr, Daa Hanahnbn
ml eeine Arteo (bewerkt door C. Bberhard;
HaanoTer— Leiptig 1880); D. Sekumk, Wenken
Toor de boendetfokkerQ (Doetiachem ISOO); J.
Kooimm, Moderne boendrateeH (Zw^e 1005);
F. Farjom, Pagee d'eneeigneinent avieoile (1906);
Enett Lerm, La poule pratique. (%oix de ra-
ces etc. (1906); A. A. ter Baar. HandfaoA toot
den nuthoenlMker (Onmingea 1909).
HovndartMlt. Zie ffoendar*.
Hoandlcv ie een fcanad in het Westerkwai-
tier Tas de protinde OniUDgen, dat Tan da stad
OfOBÏngen naar Strooboa, aan da Friesdte gi«W
loopt. Reeda in 1597 -werd een gedeelte enan
npaTsn, ma» eerat in 1863—1864 rerbeterd.
Het i^ 26,5 km. lang en in twee paodea ter-
dedd; de geringste Meedte tsd den watanpio-
gdis ]3 m.
H(MlubTO«oli, Patd, graaf mm, den 29st«n
Joni \8&2 <9 bet slot Baag (Qeldeis) gebtwen,
stodeefde <wi bei JcmIteneoHege te Stanjrhniat
(Eagdud) m de wgabegeerte, daarna te Bonn,
WOnlHug «1 GOttiBMA in de rechtenen ^eeAio-
denia. In 1876 doM bq «mi groote n» door
Frutkiqk, Portugal, &i«ni4 Noord-Afrika en
ItaUi en trad In 1876 Id de orde der Jeinleten.
Nadat hn ^ studie in Engeland en ons land
■■ • dewMfcer aan de „Stim-
1 trad ook als idfatan-
(Bg ad
^ ]
bèatoriacben Badentai^" ^1680), „Cbiiat nnd
AntidkTist" (1802). In 1892 Teiliet i^ de M<de,
gfng tot bet {«otestanfisme otci eo aebreef tot
Toaedigiiig -na iQn oTemng 1^ opiieabarend
iJlein AnttriM sas dem Jemite>ordên" flSOS),
dat in de Eathc^ieke pera heftig aangeTiUen
w«td. In tSOS WM hg redaeten Tan den „llgii-
eber Rnadadiaa'' en stichtte in 1002 bet ntaaad-
sebritt „DevtseUaDd". Hg setireef nog; „Ifoder-
ner Jeaniliamns" (ISOS), „mtramoniane Leiatnn-
ffon" (1605), „Die rOmiaebe Frage" (1895), ,J>ei
ionfeasionette PiiedB nnd die deotsoen JWaltea
der Oeganwart" (1806), „In eigenw Sadie wd
Andereè*' (1899), J)aa Papsttum in seinei so-
lisUaltnMUen Wiik«Mi*«t" <S din., 4de dn*
1902) en „Der Zweek betligt die MitteL ala je-
smtieeber Qrvndsala erwiesen" (3de drak 1904),
,J)er SjÜabns" (1004), „Koderner Staat nnd BS-
miadie KIrebe" (1906). „Vienehn Jabre Jesgtt"
(I 1909 OB.) enz. Sedert 1«S6 ia h^ gdrawd en
woont te OroaiMiterfelde bg Berlffn.
H««P is een «oort wrong om het boold, toot-
al in gebnrik l^ hen, ifie op bet booM een laai
moeten <kagen.
H(Mp« [= Noordat van bet meer) té een Chi-
neeiebe prorincie aan den middallo)» tan den
JaiH-tM Kiasg. Zij tek op 181 400 T.fan. UOIO)
Ejami- en Hoe-nan en ten W. aan TBe-ti|}wui
en Sjen-ai-flbepe, Tormt gedeeHel^ met Hoe^an
(ne aldaar) een goed bemoeide laagrlakte die
de korenadranr Van bet rjp geooMnd woidt. Deie
wordt door een benTdlaDd begrensd, dat lidi
O.- en W.-waarts aan de grfteicten aaodait. De
ToonxaantBte rÏTieien «ja de Jug-tae-Kiang en
de sTeneens bevaaibare Han-kiang, die aan i^
monding Trie meren Tonnt. I^ Toocnaamate
Tooptbiengaden ign tbee en kato». De prorin-
eie wordt Tcideeld ia 11 4Uatriet«i en heeft tot
bootdatad Waa-tajang. Andere betaofri^e plaat-
ten ogn Han-jaag, Han^oo, I^ajuig, Sja^ji, Loe-
DigilizedbyGoOglC
HOBPE— fiOEDPlrt',
Fsii-tojeng_ en Jun-jiD^. Hoepe is de xeter tu
Hoarl il een AKbiseh voonl, hefrirelk „*dut-
tetend bUoke" beteekeot, en toTeiu de num dei
sehMine jonkTionwen, die in Mohammtd'i psiR-
dq* op kottbece Upqten, in Uoeiende luetfiiee-
tw «o weÊce, müd bcÉpioeide tuinen de gdoo-
«Ren Terbeiden, «m ban door onnitniekeljike
bwoorll^ibttd en emetteloou leinbeid net bocg-
ete genet te Tereebtllen. Vdgeu de leei tu den
Proleet hetabei de HirimnuneduBedie vrouwen
een ktionderl^ pandge, mur het alut eiken i
nï ^jn edhtgenoot in plaats tui een Hoeii
iDg te Totdenn.
Ho«st i* «M fifcteeUnge, beftige en ^edn
gea iritndemiBg, TergCKld Tan eea gemu, het-
wdk dMrdooriBdeeeratgedeteiiiAu apleetfoi-
mig geopende etemMleet onttttftt, en wordt «er-
oonutt door ptlkieliag det luchtwegen. Die
Ïrikkd tu bet dÜBTliee der hidttwegen trelt
e takha nn den nanw Tan» tm wonH opge-
wekt aooT TMemde «tolUn, Detii düb of meer
vaste, ^T. bf recalikken, betijf *(oeS>ate ab
Uoed «I eliin, lietty gMTOimige als bjj eebeipe
rook ol UfteBOe geeeen. In de mee^ «TaHen ie
dan ook de hoett, die allöd Aeot on de oonaak
Tao dien Treewfan Brikkd te verwjidenn, ver-
bonden net «o lA aadere ouetteldbetd der «dem-
hnlingeweiktaigeB. Bg aandóeniDg der keeUtolte
ia de boett draog, meügTvIdi^ Toonilgegnan of
begeleid n> wi&tling of etefaig in den aditer-
wHid Tu da lEscL Een adiorre Iweet getnigt «an
aaadoeoMg van liet atrottenlioofd, vooral «aiiMer
toTena iMiu p^ WMdt geToeU. Doorgaan* ech-
ter ontttaat «e boeet door aandoenJag van de
InehtpSp «n huu vertakkingen; bg gent dan ge-
«ooB^jlE gMiaii met een gered tbd ranwtieid
aebter lief Mntbeen en fajjna tltgd met «t^pnlo-
■ing. Dt boMt die nit longontetdipg Toor^
■prvat. il diep, dikwgk hoi, kort, pünlök en Tet-
geidd Taa bet knen Tan at^imerige, beidere, asn-
Tankrfgk bloedige, later dikkere of meer oodoor-
•ehgaende loineo. B^ aandoening van bet borat-
Ttiei ia de boeet pgnluk, droog, kort en »er me-
BigTnldig. Bd eroBi) Wfl men een eigenaardig
gelnid, betwdk oiei ten oareeble met bet blaffen
van .ew bond wordt vergdekan, ea kinkhoeet
gaat gepawd met krampacbtige lameDtrekJuD^
vao het «trollenbaafd, vertoont lieb bjj geweldi-
ge buien, die den l^er Uaow van gelaat maken
•n b«m met veittikkii^ lehiwen
eindigt vedal met braking. De b
iB doe ia t algemeen eeeo ongnnetig Tenebyuad
gevaarlgk. maai volge
p eikaar, dan stwen ig
n gelaat maken
_._ ^ bedrei^ei^ en
« boeet Of ucb lelf
ro^en de boeat-
1 ig den bloedi-
en evenmin gevi
biuen snel op eUf
omloop in de kleine circulatie (ïie Bart- tn
BloedvaUn) eo den «twer van het aderlgke
bloed uit net boofd. waardoor va^ booldi^nen
ontetau ot, vooraliyoodemuiBctien.dehBTtwer-
king woidt veratooid. Zgnde boeitbaien ceei he-
vig, dan kannen ijj een enkelen keer miskraam
veroorzaken ot ook wel tm breuk, wanneer daar-
voor diipoaiüe ia de weeteda beitaal. Voor de
behandeling gel»uikt men middelen, «Ue taaie
slQm vloeibaar maken (ne Sxpeetormtia) ot de
aliebeidtnE bq>erkan, 100» kleine giften van
braakmidMeK ot nucotjet.
H<Mt, Qerard, dt oud»,
Khüder, den 22aten Awnetae 1648 te Z^t-Bcn-
mel geboren en den 2deti December 1783 te '■-
Gravenhage overleden, fiü waa een leerlag van
H'arnnr wm R^at», en tcbilderde landaebMpen
itilleveaa, portiebten en kamervenieringen. Men
liet ecbildergen van hem in het Rgkimuaeam te
Amsterdam.
Haat, Oerard, de jonge, alc Mion ven den vo(»-
gaande ometreeke 1690 geboren, ia 1760 ts
'*-QravenhMW oTeHeden, ie de eebrgver van „0^
tiiogna of Naamlgit van SehSdergen" (1752) en
van „Aanmerkingen over den Nieuwen Sdiouw-
buig der Nedenandaebe knnateebilden van J.
van Oool" (1751).
H<Mta|oii, een atad tn de Cbineeadia piorin-
cie Tsjekiang, ligt dicht bg twt Taiboeroeer in
«en aeer vraebtbare atreek «a telt 100 000 inwo-
igden etolfen en lebrglpenMelen ver-
ia een aanaienlgken '^-'' '-- —
Hoanfft, Jaaob Bmt^ik, *
Mteikaadige, den 29ateB Juni 1756 te Dordreebt
seboren, bewcht korten t^d d« Latönaehe eehmd
UI 1^0 geboorteplaate en daarna die te '»-Ora-
venliaf^e. Hier maakte bij wodHÜ^ Toideringea,
dat hg reede op 15-jarisen leettgd, na bet uit-
spreken Van een Latgneebe redevoering, geadiikt
werd geoordeeld on de academtecbe leaaen bjj te
wwien. Zgn vader deed faem editer nog een paar
jaar privaat ondepwge geDieten van den toenma-
Ugen rector der Lait^^BaelK sdool te D<»4techt,
Modat fag nch eerst <a 1778 naar Leiden begal,
waar hg in 1777 bevorderd werd lot doctor in
de reebten. In 1780 veitigde b(j sieh te 'a-Ora-
veidiage aJa advocaat Na ign tenigkeer te
Dordrecht werd hg er in 1784 lid ea in 1787
voorstter van bet Cdlege vaa Achtan. Ia 1798
vntrok hg naar Breda, waar bjj aiabteloM ledde^
ReedB vro^ ontwikkelde licb bg Botml/t de
nelgif« tot de Latfnadie diilitkaait. In 1778 gi^
fag met F. P. Bwmait een dicbtboMM uit, ge-
titeld „Carmina jnvenilia". Daarop leverde hij in
1783 het eerste stuk van vja „Perieula jkottiea",
waarop later nog 3 atakken volgden, die eektei
dleen voor ign vrienden werden gedridct. Toen
versoheen een vertaling der gedichteB van Ana- ■
kreou in Latgneebe venen (1795 en 1797). Hfj
had daarvan ook em dkhterlüke verttrikiog ia
het Nederlsndech in gnetdheid gebiaeht, welke
hg echter bg het veridigneQ tsa die van Dorw-
leiffen eerrt aditeihield, doch in 1606 deed ver-
edignen. In 1901 beiorgde h^ een nitnve der ge-
(Uchten van L. vm Scmlea en in 1805 gat h|
ign „Carmina", in 1808 ign „Perienb critica"
in het licht en in 1829 ign ,X?anitionm «pidosia".
Na dien tgd veracheneo echter nog 8 Latgneehe
gedichten van hem. Ook venneldea wq van 19a
Hand: „Taalkundige i*nmeikinceD op eenige OM-
Frieeebe sfneek woorden" (2de druk 1815), „Taal-
koodige bgdragen tot de naameuitgangen van
eenige meeet Nederlaodeehe plaatsen" (1816),
„Proeve van Bredaech taaleigBn'' (1836) en „Ver-
zamelingen van Fransehc woorden uit de Noord-
sehe talen afkomstig ot door eonuDLirea afgeleid"
|]83$_1840). Hg overleed den Uden Februari
1843. Bij niterate wild>eechikkiug heeft hij aan
het Kouokflijk Nederiandadi Inatjtuut. tbane Eo-
inklgke Aeadonie van Wetenscha^ien, een Ie-
DigilizedbyGoOglC
HOEUPFT— HOËVBLL.
97 S
KMt toeg^end, wurrmn 4a inkoiiwten bq Toort-
döiiiv itrekkui tot bet bcfcottigen vut gondan
«D iil*ai«i) nadullN, wrikt uitgereikt woiden
«Ml ben, die Teidieneteljike Lst^üehe gtdicbten
HiMTa, tn het ODitHootfdattoch hvoba «n
ledert de Me wnw in jtet Luqn mmtu, wmi
in de Hiddciï«D«en bg de DnitMben ei Neder-
la»den eigesljik d«t «dMUe van het gwameo-
IQk ludbeut, hetwelk Mn elk BtimliMiId ter
bobonwlBf weid MDgew«»n. De hoeve ia diw
«igenlnk de gnmdéag vui bti nondbeiit. Oe-
woonl^ bevatte een üoeve looved Uad, «k door
bet geiia beboorli^ bewerkt hin worden, gemid-
deld een 90 K A. bi omen t^d geelt men in bet
Rlgemeen md «en boeidwij dêa ninm tui toe**,
terw^I iqa benttei wtl eeni dien tui AoMeaaar
önagt.
■o«T*i AAiaa» Bmérik van dtr^/m Neder-
landMb iut^tci, den 96aten Murt 1808 geboren,
TTM «ent beetend vooi den faandal, maar kwam
Of 19-jarigen leeRgd tot het beelntt om neb
voot da aeadtmie ««or te bneiden, Bg beM^t
die 4e Dtreebt vMk 1035 tot 18S0 ca ng ijin aat.
wooid op «en <" " ' "- -■ ■ --■
b^rooad. In II
in 1S71 emeritaat, en overleed Ie Hilveriam dn
7d«n Joli 1898. Hg Khieef: ,J)e vieiiwr van
deo d^ dee Beeieo^ (1842), door de lfaat«W
pij lot Nvt van 't Algemeen mat goad bekiooaa,
,4>e vier BvumMd. UMrehdderiT voor Cfariale-
nen «it dk atanden" (l84S, met W. Immink),
,J)e wereU in 't klein" (2de drok 1857, 2 dln.),
,Jiet leven van Jeina tooi kiadeTen" (1856, 2
dln.), ,Jieveari)edden, «tbetaen en veibalaD'*
(1858), JfenacteBwaui en Chrielendom" (2de
dnk IflM, 2 a^) en Fïet Veorman, een banne-
ling in ^B riges laad" (1866). Venhr leverde
bjj OBdanebeidn vertaUDgen en werkte aaa v«i-
•aüleBde t^dadirilten niede.
BolTall, WtAier Boberl, bar<» vm, een N«-
deriandeah ataataman en adirgvei, den 16den
jjii 1812 te Deventer gebeten. Tetbniade later
met lön ondei* naar Groningen, waa* bji üi
1880 Bla atndent in de godgeleeiiUield wend in-
geaebreven. Zgn «hidilm werden eefater wridra
afgebroken, toen ook bi^ ali lid van bet jagei-
koi^ der Orovingi^e «tadenten dte] aam aan
den Tiendaageefaen Veldtoeht. Na ifjn terugkeer
werd rijn antwoord op de door de Utnebticbe
iioagetefaool oitgeaehievao prgavraag: „Over liet
leven van Flavioi Joaephw, de btonDtn tinei
geMbiedenla en ^na waaide ah naebjedaenr^-
vn" In 1S35 b^roond. In Seplcn^ei 1886 ver-
wierf hg den graad van doctor ia de godgeleeid-
betd na de verdediging eener dinertatie „Over
bet leeiatnk van de eenheid der kerk volgene
IrenaeiM". Nog vóör bet einde van dat iaat ver-
trok b^ naar IndiS, waai hg onnüdd«liJk tot
predikant te Batavia werd aangetteld.
In 1887 vereenigde hq li^ met de beeren B.
A. BiuUingk en P. Meijer Eot de mtgave van
een tjfdeehrift, aan de kennis vnn Nederiandadi-
IndiS gew^d. en nadat de gonvenienr-gesetaal
de nttMTe had toegeetaan. mit* men lieb van de
behanoeüng van politieke ontwerpen oDihIeld,
tag io Apnl 1838 bet eeiate nommer het liebt.
F<m BoHtü wu de riel der redactie, voerde haar
later lelfa alleen so verrnkte het tgdeehrift met
vele boogatbelangigke bgdragen van ei^n band,
maeital van bistorjacben en etbnogr^hiMtieii ia-
bond. Niet minder waa bjj werfcuam ala lid en
voorsitter vaa het Bataviaaecb Oenootaehap t
KQDBten en Weteoaebappen, in welks „Verhan-
delingen" bq ojk. bet F«v«rlanmeb woordenboek
van (Jilbertw Uofpard en bet Haleiaehe ^edicbt
„Bidaaati", de door bero met bnlp vaa frxtdtriek
vervaardigde „Beachrjjving der Javaanaebe monu-
menten van het oadbeidkandig kabinet van het
Bat^iaaaeb Qenootaefaw" niteal.
In ign „Beie over Java, Hadnia en Bali in
bet midden vaa 1867", die in het moederland bg
alieveringen in het Mdit vMaebeen, bond hjj den
atröd a»n voor een vrnere ontwikkeling ótr In-
dJeebe maatschaNg- De atoimaabtip periode
in Van HoëvtWt Icrven, die met 1848 aanving,
verhinderde bem de laatate haod t« leggen aan
bet verhaal ij^ner reia over BaU, dat bet dnde
deel «ra vormen (bet eertte deel waa in 1894, bet
wMven, maar ook vganden; in aQn etrfid voor
ontwikkeling en voaroilgang ootaag hg vooroor-
deelen noeb belangen. De opgewoiideBbeid, die
onder de bervomMngageiioden te Batavia ont-
■toiid, toen er in Hei 1848 de t^ding werd ont-
vangen, dat de koning ia een raime heruening
der Oroodwet had toegeitemd, en bet aanded,
door Fan SoèteÜ genomen in de pditi^e demon-
itratie, die ei op gevolgd waa, boden aan ign vq-
aaden gelegei^eio lieta van een laatigen tegen-
atander t« «ntdoaa. Van Hoêwril vroeg eervol
ontrfag all de veradktUende door bem bekleede
betrekkingen, dat bem 8 Anguatns 1848 werd
verleend. In bet moederkad teran^eerd, had
Van HoieaU bet genoegen lich bg Koninkl^
Beelail van S September 1B49 van alha
blaam genilverd te lien. (Zie: ,4)0 beaehnl-
diging en veroordeeUng in IndiB an de reebtvaai-
digiug in Nederland van dr. W. B. van HoCtcU";
Zaltbommel 1860).
Nog in 1848 gaf bg een biMboie uit, waarbi
bg opnienw bet booge gevridit van de unand-
patie der «laven betoogde. Ook werkte hü verder
aan het „Tffdaebrih voor Nsd.-Iodil", welka
nitgave fn IndiS waa geitaakt. In Jaaaari 1848
lag bet eerate noomer der aieowe aerie bet IMii
Tan nn al waien ook politieke aanfnlegeBbedM
uet meer baitM«etMen, ea terwgl bet T^d-
a^ft voortging de kennia van luid ea *m
van den IiMlia(£an Ardiipel te verrgken, werd
bet tevena bet toai^nDt van den atrgd tegen
de mietevikea en veriteeidbeden, in bet beetaande
koloniale atelael. Veertien jaren lang redigeerde
Van HoëMÜ bet ook tbam nog bcataande Igd-
lebritt.
In 1849 werd hu door hst diitnet Zdt-Bom-
mel naar de Tweede Kamer afgevaardigd; lalct
vertegenwoordigde b'i vele Jaren het diatriet Al-
melo, en hjj bteef Mialffebröken ala lid der Ka-
mer weibuam, totdat bd in 1863 ia deo gereor-
ganieeerdea Baad van State aittiiH nam. Dan
atrgd, door Van HoStell in bef tSdaehrift ge-
atreden, voerde hg veertien }au- lang in bet Par-
lonent, wwi h|j «en der wdapnceudste i«d»-
DigilizedbyGoOglC
876
HOËVEU^-aoeVEN.
uui WM. Tooril ondeischeidds hq lioh ia sijs
diKUMiBn over het in 1854 TMt^taU ,;Refh-
ment op bet beleod der legeeiing >n Ned.-Io(fa6".
Een gMenkleeken tui Van HoiwlFt pailemea-
Uin weAuHnbeid faaitten wn in de Tiei dee-
Ben «BOT „Parf«aiealura cedeioeriogen om
Eohuüale belugen" (1862—1866).
Hv Mliieef bOTendJen een te«kt tu ahondei-
Igke MMhrifteiL, ooimU: „Bedenkiwen Uigea de
mededeelHiff TUI den Uinistei lu KoioiiieD aan
de Tweede Xamer uDtient den Teikoop tui Uu-
den <v JaT«" (1849); „Tochten tu een Engekch-
men door den Indisoben Aichipel, voor Neder-
UndMiie leiei* tPweifct" (3 dfai., 1B£8), i«ade
een gedeeUelnke vertaliDg met vele unteekeoin-
gen TU iJUmtÏTe of tite inrTejiM Toyege
ot HJf^. IV dooi Beete Jvlm, „Skren en
TigeD onder de NwlerUndKhe wet" (3 dhi.. 1854),
een wekprekend pleidooi Toor ie emuieipatie
dei DegeialaTen in WeEt-In^ „Uit bet Indiêche
leTen" <1860), een renMoeling popnlBiie eeltet-
een tui de nfttuni en bet IsTen <^ JftTft, nit Tei-
apteide, Tioegct in het „Tndeehnlt voor Nedei-
lsDdMfa-IiKii& en „de Qidi'' ratlutete etnkken
beetuwA «n i» 1868 «ukt den titel „Aoe don
IndieehHi Leben" dooi W. Berg (Una Seknei-
Htri in bet Hoosdnitaeh lerteftld.
Toen ia 1862 bet liweade minieteiie Thorbeeke
toetertronwd. Van Boëwtü liet lieh no een vt^te
jn den Haftd tmi Stete wdgereJlen. De BmiiD-
hoodJng, ben Mgekcd ten wniitti tm oelgeen
in doM nienwe betieuing aui lÜa beaniuieiniiig
onderwoipen weid, muite hem lelli d« Tooit-
lettioc oei t
NedeiUndeeb-:
roiiMn
; oei ndMtie tu bet »TgdMhtift voor
eeb-IndiS" onmosieljik. Zeei enkele mn-
lea (cboiric Fim BtOtM SmaM nog ewüge be-
dingen, wsuren téka de voornaunate ie: „Eói
Uik op bet leTon mn Gemdna Henii Bett" in
den JMigeog 1868. Oreii^ne liield de lug-
eehikking «n toelicbtiM igoer koloniale rede-
ToeiHigen hem tot 1965 bêa^. BoTendien trnd
hg in ïjjn laatete letennjaren op ala Toonittet
dei Commiwie tooi het exunen der eudidaten
Toor den baiserilifcen dionet in Indit. Hg ofwleed
te VOnTenbise den lOtten Febiuii 1879.
Zie: Vttk. Ontdekken en ondeiweken (Lei-
den 1884).
HiMwen, OomtUê Pnnw van der, een Neder-
laitdaoh jeneeaknadige, den ISden Aognctoi
1792 te Hotteniam gebtmt, wh de ondite mm»
TU Abraiam *m der Hotvm en Maria «m der
WiOlen MR FoUeüAoMN. N» bet OToil^deit i«n
i^n TMler (1808) bertioawde qjn moed« in 1810
met dl. Mvlimu Pngê, gauMbeer te Botter
dam, inuna Oonu^ den getUehttoaam Tan
deKQ btj des iriine voegde, lit 1812 weid bj te
Leiden aie atadent iogeedueTen, waar hQ neb
onder leiding der boo^eeraren Bnijmatu, Satidi-
fort eni. op de genenknBde toelegde. Nedat hg
io 1813 ah ngwilliger g«diend had, pnanoreH-
de hij den 16den NoTemtar 1816 op een diaaerta-
tie J>e conetitntMnia efiidemicM doebina",
waarop bjj lieb ala arta te Rottenkm veitigde.
Hier wjjdde bj} tjjn Trgen tgd TOonI aan bet
beatndeerea dei mdiriFten van Bivpoente», en
nadat in 1824 ^n „CSmatematia EBppoeiatiea"
in bet Üebt wm Teixbenen, werd hg in heteclf-
de iaai benoemd tot bnitengeiraon hoogteerBnx
te Leideo en aantaaidde ae betvekkiof; don
iden December met een oratie ,lit sii^ilieH aen-
BQ medidnae eoltocibaa imnrimb exeolüido". I«-
ter werd hg tot gewoon ooogleeraar beTOidndh
ontTing in 1869 een eürol «neiitaat en OTerieed
den 5den December 1871. Hq was ridder der or-
de Tan den Nederian^dwn Leenw en adueef
bféwlTc bet leed» Teimdde: „ButonaclK lewen
OTer de cöotera" {18S2), „Initia dieoipiinae patbo-
logkM" (18»4), „De arte medica" (1868^1840).
een rectoiaje or^e „De inatitotione aeademi«*"
(1840), „Bedenkingen en aannwkingen <w de
stukken betietlende de benieniog der eeneeAan-
ikge wetten en TNOideningen in IGMl — 1842"
(1842), ,fie hietona medieinae" (1842), ,fle bia-
tOTia moiborom" (1846), „De hiatoiia medie»-
eoentoinm" (1847), „FadMkgieehe antfaropalo-
gie" (2de dmk 1664), ,3iatorioefae utbropdMTte"
|2de dnik 1884), „Eliai«Ae «ntbrfpotoew" (2de
dnA 185S), „Cbnatelgke astbNpok^ (I8S6),
.J^TewetodiSn" (18S7) en „AcdemieteTeB"
(1866). Teidei adueel hg oftat^lMi in de mede
do« bem gwadigeeide „OÜeeAundige Bjj^a-
gen", akmMe in het „Tgdaduift tooi algönee-
ne gcMMiUieidnegeUng «n geoeeekuBdfae poli-
tie", in 1863 en 1854 door hem en di. L. ff.
Ferwef niteegsren.
HoeeeM. Abraham del Awtorie Mn der, een Ne-
deriandeen kaneritedenaai en broeder tan den
Tooignande, den 28eten Febmui 1798 te Rottei-
dim geboien, Tortiok op Ifi-jaiigen leeltnd naai
Leiden om in de tetteren, Torrolgena in «e tlteo-
logte te etodeenn. Tandaai begaf hg aeb naai
het acminaiinm der RemuMbanten te Amctet-
dtm en werd in 1819 tot prapomnt boToiderd,
nadat fajö in het Touge Jan <^ een prJMehwft
te GioniuMn bet aecenit Terworren bad. Korten
tgd waa h)i te Onde-Weteiing weikaaam gMKeet,
toen hy in 1820 het beioep ontving naai BottM-
dan, waar hg algemeenen bgTal oogatle. Hg on-
deraebeidde lieh door een luÏTeien en «enToodi-
(1^ en 1847), benevena enkele andere lederoe-
ringen, wdke na ign dood in qn „Veimwde
geaehikten" (1856) weiden opeenomen. Veedd
gaf hg in 1825 in het tiebt: ,/oannea CiTSoato-
mul, Toomamelqk beeebonwd ala omi nwibeefd
Tan kanedwdqffAoMHieid" (2de dn± 1862). U
1827 werd Van der Boete» benoemd tot boog-
laeiaai aan het aoninaiinn dei Bemonatianten
te Ameteidam. Nn wjMde bjj aieb «an de <^ilei-
ding Tan todomstigeleeiaien, doeh mnneer fag
nn en dan den ktnad b^bun ot bg pleehtigc ge-
kgenhedea ah redenaar optrad, dan Ueek, oim
*ei hn het » wdmiAendbeid had gdnaebt. Een
bandel Tan tien .^odeToeriosen", ^ bg ia bet
litht. Zgn „Feeetrede" bq oe Ttering *an bet
tweede eenwfeeet Tan bet aeminariiKn dec Be-
monetranten in 1840 i* ab een „<}edenk«ebrift"
ter perse gelegd. Hg overieed den 2Satan Jnli
1865.
iloeveiL Jan van der, een broeder tbb don
Toorgaande, een «UcAnn^ge, den Oden Febmaii
1802 te Rotteidam nboien, werd ala leeiiing »-
plaatst bg AdriaoK Hartier, beel- en verioakuM-
DigilizedbyGoOglC
« aUmu ea woonde teTeni de leaun bg dei ct»-
Igke lMtoi«ii Of) het lliMtrani AutanieiKii.
iJ oefende ndi onder leidtiig vma den pnecep-
toi BoöÓMM ia het iMtiJK, (eTwiil hg neh ktei
c^ het Griekteh amfóe moeite Ent^weoebe iêr
len toelegde, en veitiok JB September 1819 nw
Leklen, om aMui « de gMWMknnde te atndee-
nm. VerwkiOeDde tgmt antwoonfeu op Mwlemi-
■dte ^mrngen werdw bekiooad. U Hei 1S2I
aébattt ng in de Fnuaebe tud «en vufaaixMiDg
orar het «ocelbefedtei en ug die OHvnomeD In
d« A«ts dei LeoiMUioiwh-0^<^&iMM AodeniM,
welke hon ia 1822 tot Ud benoemde. In 1828
{ronoreeEde bg tot doetoi n de wW- es iwtur'
DDde op het piwlKhrift: ,J)« tcaleto pwetam"
e geneeifainde op een , jMievta-
tio patttriogick iunennli* de morbii uiivD
■oditaeqne". Oeduowe ign atndenleBtgd bad hQ
de eoüegM vaa BiUerdfl ma Vaderkndadie Ge-
aehiedenii gerolgd, teiwgl bjj toen reeda, tot to
1866, medeweiker waa aan de „Vaderiaodaeha
latteroeleitiwen'*, waarin bg een groot aantal
IXMUwooideenngan acbraef.
Na xgn piosMtie xeitoiA fag met tgn Triead
D«V<M naai Parga, waar bjj ■rriendiehappelgfce faa-
brafckiigra aaoknot^te met Cumr e& ÏAÜreüi»,
beaoefat StmalibBw, keerde orer Badei^ Karia-
nrite, H«d«)b«ig, Daimatadt, FianUort naai M
Taderland teaiw en veatigde lieb all gweeibeai
te Botteidam. In 1825 went bjj leetoi ^ bet Ba-
taafieh Oesootaeba» tooi FloeloBderriBdflgke
WgibeMeite en ia 1826 boiteiigewooa boogleei-
aai in de dieibiiMle flater ook ia de aaid- en ddf-
■toflrande) te Leiden.
Sedett 1881 UeM bq om de 2 jaai een eoUege
o*et antbtofMilogie, dat door «cle itndeniteiii ook
vit andere faeAteiteii, weed fate«*<N»d. Zga
boofdrak Ueef «cbtei de dieiknadc, en door een
gHMdige beoehaiag van al de oadetdeelen vu
deie Terwieif bg om iit bet buitenland gtoolen
naam. Op dat «bied leverde hg takjike opatel-
len in de: ,3gafigen tot de uinaiknndige we-
UMcAaf^en", TemrneU ioat E. O. wm Um, W.
Vrolik eta O. Muldtr, alwnede in het doof ham
met W. B. dé Vriue |ecedigeenie „Tijdiehiift
?ooi natunt^ geaduedMÏa en phjaiologte"
sUgeReren, en ook in aeo
ea oniteobDdeehe M|d-
aaatal aadere hhuteik- ea _ . ^
Khiilten. 0<A periodieke werken Tan populaire
ttr^king, aoodi .rAllnan dér natont", „Nikkea
ia bet Ier» dar natniti", „Nieuwe Bgdragen ter
bevoidering nn iMt «kderwita ea d« opwiMiw",
de „VoUnaïmanak van d« Haateehapng tot Nat
Tan 't Algemeen", de ,J'nktieehe ViMaahnaaak"
eni. bevatten artikelen Tan ign baad. '.
(cbriften uit: „Orai bet maaksd der
■kiafaben" (1888), „Oialno de aneta et
Mtokgia poet UnoMi tempora" (1848), ,JfanU-
liu IWiliu" (1866), „Orer de lUhi'e, Lnran
of epooBdteien" (1644), „Orer den Monobian-
ebmf <1867) ens., alamede «en klawi<i boA
„Orer den Negeistmik" en eeo uitgeweikten „Ot-
talogm eraoioram (KTeiaamm geDtimn" (1860).
BdtalTe in een „Beknopte handleidiag tot de na-
touilgke geiciiiedeaia Tan. het dierenrSk" (9de
Terheteide druk 1864) heelt hg de dieitwtde in
haai griieelen omTauff ToorgeateU in S noote
weriien, namelgk in i^ beioemd ,3aBifi>ow der
dieiknnda" (2de Terbeterde drok 1845—1855,
met bgvoagteli en aanteekraiDgen t
LeHkJurt), in iqn „PbitoBopbia loologiea'' (1864)
en ü het deide ded der gcfaeel Teiaiewwe aft-
gaal Tai bet weik Tan üüktn»; „De Tolmaakt-
bedot van den Sebeppet, in ijJD scbepielen be-
iebmmT' (1857), welk deel ondei den tit«l JM
natninlgke geaebiadeDia tu bet dieientnk", otdt
atioadetlök weid Teifcrügbaar eeit^ Hg waa
lid Tan bet TooimaiH^ EoDinkt^ Inatiinat en
latei ook Tan de Eoainkl^ce Academie Tan We-
tenieb^pen, in w<tte laatate hg in 1865 Tooiiit-
tei agoei aMeféinff weid. De godedieoattwiaten
*an t^a t^d ontlokten hem de: „Briefen OTei
weten an gekraren" (1S59). Eent in 1835 nam
hg een benoeming tet Ke*oon hoogkeiaac aan,
hoewel hem reeda to '18B1 loodani^ betieUuDg
te Qroniisen waa aangebodeB. Hó weid ecbtei
■■ n Eaiwa beuldigiBg beperkt in bet a-~
en. Hó w
_ „ beperkt ii
■duHen tu ni^midtMea, die_ hg tooi m atn-
^ beuldigiBg i
_ ii^midduea, d
die Doodig had; aan ign wntieh, «
TOOI Teiragl
wefd ni^ T«
Igkende «oHeedkóade <
ocA in andare opiicblea weinig aannoedigiiig
ontTJDg; eindelgk meende bg mmi gaooodiaakt
te nn «rialag te nemen ala owerdireetein thi
bet Rgka Hoaeom TOOt natnnilnae biabxia. Vim
(ter Hoewtn wai Ud Tan leer Tele hiBtenlaadMbe
itaehappüea en genootaebaj^n, en
""{a DmnenlaiiaBabe beleerde toi-
eeruffingen. fig oToiked den lOden Maart 1868.
BottM, Abraham dt* AmorU vom d4r, «en
Nedeilandidi godyJeeide ea ktterkntdige, da
ondsU loon Tan mb TiotHkatate, den 15dëa Fe-
bruari 1821 te Rottardam geboren, beioeht de La-
tgnache aettool ie Aauteraim, atndeeide aaa het
Atbeaaenm en terena aaa het «aBiaarinm dei
Remonatranten aUaar ea werd in 1843 te Leidm
met den boogatea lat berwAeni lot doctw in
de letteiCB en ia de Bodf^leeidbeid op 2 dieaei-
tatiia: ,X>t Joanne Qeneo et Fhilippo a lim-
bonii". Nadat hg sgn ptopoMBteeiamen bad af-
giriegd, deed bg een lew <kwr DuitatbUad, waai-
Tu bg ToiaUg gat in lijn ,3erianeriiu«a Tan
ngne aeademiereu ia 1843" (1845). In in4 werd
hg predikaai te Boakoop «a ia 1845 te DtteebL
HQ OTerieed reeda den 2Diien Haart 1848. De
loon, dien hg ab kanaelMdeDaar Terworren bad,
weid bereatigd 4ow de uitgaTV dei „Nagdatw
leenedenen Tan A. dea Amorie Taa dei HoeTen
MsdedingeD en t^f&agen i
■ehriflCD ea «ea «Bdel „Pr
dooi een leroaa- en kaïaktoi-
•dwta" (iStf). Veidei aehMel lig: ,J>e goda-
weien Tan ém mandi" (184B), b«-
1 ia OBdeiaeheidea tgd-
.ProM ea potig" (1850).
Nadat Vm Lmmtf igB ,3-)egtt«^' in bat Ueht
had gewndoi, wiebeai de O-^iook" Tan den
itodent Vm dar Hoaae* (1841). Al ign weikea
ign later TenameU ml^egeTeB.
Bomn, Martiiau md der, een leditagetecrde
an tooedei Tas den Tootgaaóde, dea 22iten Fe-
hrnari IfS3 t« Rottodam geboieii, beaodit de
Li^inaebe aelMMd te Amataidam, rtndeeide «ndei
leiding Tan D. J. wm Unntf en C. BomAa, te
Leiden onder die van de* hoogleetaar P. Bofmam
Pterlkamf en werd den 21ften Jamari 1845
aan laatateenodiide boogeechool heToideid tot
doetor in de letteren en in de leofaten op de dia-
DigilizedbyGoOglC
Hirt»tiGn: „De noaanUis kwia T«t«nim MrqttO:
rum" en „D« fnitis eecundnin le^em Xll Ubnlft-
Tum". All literator beweikte hg in 1845 „Stndie
over de Seholiin op ViigilisB" en in 1846 „EpU-
loU ad Tinua 4oeUHimtim W. H. D. Suiionr
de Dourti eanmeiUuio in VitgÜii Aencidk" Na
dien t$d bepMtMe hjj lidi meer tot ^ beoefe-
ninK wr reeraeeleewUiekl. Urn advociftt te Am-
tt^lam gereatijgtt, ma^k b^ w«Un gm^n
opguw door igo idnUei«iMle welapiekeiKiheMl.
iW u> 1849 de boogkerur Van HM na Am-
(tenhm nau Utrecht vertrok, werd hij tot dietu
m>*oIg«r bewMmd en unvaainUe hij iqn betiek-
kjng dea Men Oetober lan dat jaar met een
„Ontio de »rt« geiendi mnnerii pn>tea*orii". Hij
moeet nu oollegea bondan orei de Inatitoten, nle
reebUgetctiiedenie, de Pawleeten, de burgerlijke
reditsvonkinig, bet bnigetljik ncfat en bet han-
ddaredit. TeveitB werd liq een iJTeds beoelenaai
der wgabegeerte, die hij in TenaM traebtte te
brengen met «kii gotedienet. In 18M idireel 1^;
,X>ver het weaeo vanden gmUdienst en banu ia-
itoed <¥ bet staatflbeatnoT" «n in 1354 tot 1866
hield hq«eDi«^vooTleuDgeii„OverdageMlüede-
nis der wqebegeeHe" in Pelix Heritie. Opgod*di«n-
rtig gebied Mwoog hg sieb ia een «libódox-inT-
■tieke riditine met een sterke owertwHtDg tot de
leer dei It.<&tboH^ K«fk, en ook de wgabe-
geerte traebtte hjj in «Ue liditnu te leiden. Hj
ontwikkelde lija staadpant in oen winter «an
1860 — 1861 tn «ea nienwe reeka vwrdnehten,
doeh lijn ediikken en .plooien <leT feiten naar de
beqriegelHig rond geen bgnl. Nn traditte lig
■ieh tot «en nivei eontemfdatid leven te ver-
heffen. Zgn leerlingen bewcnderden lijn welepre-
kendhnd en stonden TcAaiad orei «ün »>■-
deilinge denkbeeUen, maar toonden weinig lost
den twogleemar en b^ qjn «tadenten. De inner-
l^ke woreteUiw wie .t« ateik voor bet iwakki
Munm, aan beseft in 1866 nut werd ver-
■ebaft in bet kranknaugeogeetidit te UtreebL
Na «erlo<9 van eeniei mijanden gevoelde bj
■icS beter, loodat 1^ leUa tijo eoUegëe weder op-
vatte en de vergaderingen van venchittende gé-
noota^uippen trouw bMoefat. Hg Bchreef weder
boeÜwoordoeli
T,
de „Kienwe Bijdr^n"
van 1867, en sgn „Tentamiaa critica ia Qajmn'
weiden opgenomen in de „ZertMiiritt für Reehta.
gew^dite'' van 1868, <tenrijl hjj in „De Q\M'
een paai opatelien })lmtste over Bilderdük. In-
middeéa venwakte ign getojMÜwid by dén dag
en hij overleed plotseling den ISden Oetober
1868.
Boeven. AbnAam Pntyi «m der, eveneeu M
dese lunilie befaooreod, -werd in 1829 gd>oren,
fiad in 1845 in xaedienit en wd ali eeheepejon'
S, werd later etnuiman, kwam in 1852 au sM-
ig te Batavia, deed bier het gnwt-ambte-
naaneiamen en trad in 1864 in etaartadieut bü
bet GinoealïDdedi Bestuur. Hg doorliep de -vei-
Mhilleode raoffen en werd in 1870 tot roeident
bevorderd, nadat hg reeds in 1359 ate pJitJek
agent bij de militaire expeditie naat Bedjang en
£npat LawaiK de Militaire WifletDsoide had
venwoTven. Qecorende lijn geheele iinbtenaara-
ioofibaan wu b^ op bet «iund Somatra werk-
amU bg
t bekleedde. Naai Boropa terwgebsaro,
■ " )n teBr» '
laam, deed hier in JS78 een catdekkingsreU
bugs de Djambiriviftt tot de grens van Djantbi
en -wBrd na een kort -veilof, in Eopc^a dooigc-
biacht, in 1880 benoemd lot Rrgirringifffmmi»
MT» in Atjeh. In 1361 ntkgdie lijn ^noeming
tot goQvemeiu van Atieh ea Ondeiboorigheden,
waai tttane, volgens veler meening te vroeg, bet
miKtair bettuni door bet borgerigke vemngeB
werd. In 1883 trad hg als govvemeor af «■ ketr-
de war Eniofw terug. Ncgmaal* trad fajj in In-
diMbeu <tienet, toen DÜ in 1886 benoemd wwd
tot M van deo Raad Tan Indifl, welk a
tot I — ■ -
aidaai den aden Januari 1907.
Hoepen, Uenuan AaatkoeUë det AmoHe mm
der, een reehtigcJeerae en broeder van Marti-
tta«, den 2Qstoa ^i 1889 te Amiterdam g«-
boren, itudeerde in de rediteo, pvomoveenle in
1860 en nwlrdi als advocaat naar ladit. In 1859
keerde bij naai Nederlaad terug, omheWe de
leer der R.-Ea4lMlieke Kerk en werd in Jani
1875 te Bieda gekoien tot lid van de Twoede
Kamer der Stateo-Generaal, waar hü door ign
woltpfetandheid tot de oacbtigtte MeutpUana
britooide dei derieale pai^. Ia den lomer van
1885 werd hij i>eaoemd tot lid van dea Raad
van State. Hf oveiieed den ISdui Oetober 18».
Hij lehiMl: „Het atroven der Indiiohe radica-
len" (1869), „Mijn terugkeer tot de Serk «aa
Chrirtna" (1870), ^ei eeuwige pausdom" (1872),
.,De eiikelgaog der menscfah^' (1875), „Over
Scbopeniianef. KaaMetkeaingen op de bj^r>8«
van pro!. C. B. ^mjt over SehopeDbanet « Be-
gripsverwarrinc ^ pmholMiaeb gebied" (TeiaL
en maded. d. Kon. Akademie t. wetensdiafipai,
idd^letteit., Sde reeks, dl. XI, 18«6).
ran, Oo»« '
nèoren, «as getidmen tgd m
in de genie-wetensehappen aan de Konink^ke
Hiiit&ire Academie te Breda, wend ale majooi
benoemd tol MDMnandaat vas bet koipe minenN
en eameora en oveiteed te I^^aegen den lOddl
Juni 1863. Van ign gescbiften noemea wü: „Oe-
wdiiedeaie der vesting Breda" (1868).
Hoeven, Henri «m der, een Nederlandub rechtt-
geleerde en looo van d«i Toorgaand^ den ISdan
Haart 1843 te Breda geboren, ontving iga of-
leiding aan bet .Atbenaeum t« MaailriAt, >tn-
deeide te Leiden en protnoreerde BMaar den
2S>ten December 1864 op een diaaertatii, geti-
teU: „Opmerkingen over de NedeTkndwBe straf-
wetgeTÏng voor bet krw«folk te lande", waarvao
in 1366 een tweede drók vendheen. Hg «aa eeiet
werkuMn ai* athoeaM en ieeraar in de «taalbai»-
houdkunde en Btatietiek aan de hoogere hurger-
Bcbool te Bred*, weed in 1869 inbstitaiit-oHicier,
in 1878 officier van Jnititie te Brielle, in 1877
advocaat -generaal bq bet geieehtahof te VOra-
venba^e en in 1879 boogleeraai te Leiden, wdke
betielLking bö den 26«ten November vu dat jaar
aanvaardde met een redavoenog „Over de vast-
Btelüng en invoering van het wetboek van Btral-
fecbt". In IftlO werd hg op rijn venoek eervol
ah boo^leeraar ontaligen. Hg ia Üd v«n de M«*t-
ediappii van NederltDd»Gbe letterkunde en van
den Oemeenteraad Ie LcMlan. lUet de boogleeTa-
D,o,l,zedb,GoOgle
aomss-BtMiijK.
A, van Hamel <
attiebtei
ren M. T. Poh, Q
Domela Sieuvenhui»
„TgèMbrilt tooi stmfTeriLt". Veider wsni
dooi de rweerin^ J>ekst mst het ontwei^n tsd
wn nisoir MiUur Stnfwetboek tooi de lee- en
luMkiudt. Eg leT«rde een «aotel optMkn in
veraeUUeBde tö<lacbtiften en aefaieef; ,.Onie Hi-
UUiie itntwelcevuig. Oesehiedenis haiei «oi-
ding en Tastohfiiiig, met toeetemming van Z. M.
dBB Koning vit 4t 09 Zi. He. kabinet berusten-
de eo nit andeie omntgcgeien etnkken g^rat"
(1864), ,Jft« bet WeUwiit nn Stretieeht oi«e-
wgaigd ingeroen) woiden" (1884), „Onkweipen
Tftn wetten met todtehting vu mHitau atnlnebt
en dMuliB Mtooiende wetten met totüehting"
(1869). Met C. B. Bogaerl en H. P. J. Hetutut:
„Onlweip «ener wet ofi de krijgstadit met toe-
lühtiiv'' (1801), Het andeien: ,^el wetboek
vu ■trafredit. ReditBiuMk en NederluMkehe la-
tentnnc tot 15 Uei <]892 flyetcnmtiiMh gwidend"
(18^ met si^ptanent bqgeweikt tot i5 Oetoim
1809), „WetgeTiiv, TerameÜng dn stukken «t
benftddigiiwen utieffende •wor de pnetyk «t
ut anderen «Mide blöreiKl bel&ngrök« wetten"
(jiuc. 1801— ISOfi), „Oer waudeeiüg en hec-
vonning vut bet «traheehf (Beetonle nde,
1002), „Wetbodf van mUitaii «tafieobt en wet
op de kiJMttoeht" ^006), „Hilitaii «tnJ- en
toehtieefat, VeraHneüng >?•■ ovtweipen, stiAlcen,
beTMdriagingen eu." (1008-1901, 8 An.). HO
ia med^ndftctenr rfon faet „l^iitaehrift ikb atni-
leehf.
Ho*T«n-«ii-St.-lbi&rteii»oM«r, «en
nmeente ia ie srovinde NMrd-BtalMnt, S02I
H.A. groot met (lOlS) 9287 tiMrooeia, wordt be-
gienM door ó» raneenten Ondenbofch, Slnitd-
oaubniteii, ZerreBbecgen, Etten-en-Lear en Rnk-
Tan. Het grootote de^ der gemeente èeetut nit
diluTiaaj Msd; in iuA noorden, wur i^ door
de VaA benfweU nrondt, itielt men Uei eju. De
hoofdbemgbeut der berolking is ImndiMNiw, ook
nndt men er eenige iHfverfieid
Hof WM oorroionk^ó^ de door de gebouwen
TBik «en Uikdsooè omgeven vqje plute, yitmof
ndi hert gev^ nu dea heer ferumelde, vei-
Tolgen* dst gevolg lelf, htai de leeidentie van
een lieei of voift, te» elotte de vorst eeU met
sqn fsmiije en onwevinf. In de Ondbetd vieJen
de plkbten der Ht^beMODten met die der atut»-
dieiwren umen, >oo>ls onder de Bomedneche kei-
■era, btt wie de booffe militiüie bereBieUMrs te-
gelf^ de «uniddeUSke omgeving en den Hof-
stoet vomMkn. Zeer ingewtttekl wu de H^hon-
ding te Bvunliom, die >vecl onvolgdng vond. In
het Duilvehe Bqk waren de kenrvonten de eeiste
Hofbeambten ttu den keiser, waf latei in de
ptaetqk deehts een eennrondige titel werd. De
tegenwooidige Boven >}n
mige ofuiAten vooral wat de grootte dei Hof-
hondmg betieft,
Hof, (Stadt lum Bof), een stad in Bderen,
ligt aan de Sute ten N. van het fiebtelgdtergte,
aan de ^worlQiien Mflneben — Bambeig — Hof,
Leipiig— Bot en Hot—Stebeo. Uit 1010 41 126
imraneia en wend na den braad van 1824 nienw
o|)geboawd, Hen viodt er v^jf k«tken, waaronder
de GoUnehe Hidiaelükeaik met mooie f^MMhil-
een Ootiscb ataKUmia, mooie paitea e
een gymoaaiwiB een hoog
weeriiuis, een leddingahirig e
deiii
burgeisebool, e
Het ie een iadnitTiestad vooral met wol- en ka-
toenlabrictea; vendei maakt men er mAehiMi,
cbemJeaUBn, giei- «n «mkevwaien, tapqten, biet,
oefiidose, poraelein, kalkateengroeven en graaii-
handel. De stad, vnegei iBegnit»4Mf gcèeeten,
wend is '1080 geetMit «n wae de hooI<lpHatB dw
hertogen van Jfertm werden de bnrchtgiaven vm
limiretü>erg daarmede beleend, aan wie de voog-
den «cni Weida in 1278 bun reoht op Hol ver-
koobtoi. goedig daarop kwam bet door boweli^
echter woer aan ITetda, dat het in 1873 nogmaals
aan de bnicMgiaKn moest verkoopen. In 1793
kwam het aan Pmisen, in 1803 aan FrarÉrDk,
m 1810 aan Beieren. Ben gnwte tosod legde den
4den Septuuber 1823 hert grootste godedte der
■tad in de aatji.
Hoto«rMWnil««L Zie OeremomKet en Eti-
quette.
BoUHk, Wtüewt Jaeob, een N«deilaiMlsdi
Isttafawjige, den 27sten Juni 1916 te J
er in 1842 MplMtst aao de «eeretane d«c ge-
meente, ton^ h^ tevens met Svet lieh toeleedi
a.innpo»-
t. ugeao-
jk, böong
MiUin^ aUaai ijin oplekhi^ es werd
ae «eeretane d«c t
, . , . . Bet Svet lieh toeleg
Of de «doldw- en diehtkonst. uatttgemdde ds-
hieU echter de «vieThamt, hoowd lieh in. ijjn pot-
lie de eijnlder geenaiina vetloocbeade. u
— ak hg waa met xgn geboortestreek, t
-' 'dt en ^oed, wodat h.
__ „Uinstred vaa Eennemcr-
knd". In 1861 >weid hq JeetSM in Nederlandseh
BQ geschiedenis aan i>et gynnasinm te Amalei-
dun, waar hq tot 1888 weiksaam was. Hg over-
leed den 29Bt«a Ai«TMtae 1886 4e Ainbem. fin
leverde: „Roaamnade" (1680), „De braldsdaitf'
{1842), „Een kviBtenaaa-id^" (1849), ,;Kta-
nemsikDd, BaUadea" 1)2 din., met pUto^ Sds
drnk 1876), ,Jle jtmkei -van Brederode" (<1849),
,4)e batate dagw van Heemafceifce bdeg, Eia-
toristdi dramatHch gedicht" (1B51), „Alddon, een
epueh gediebt" (l%a), „Giiflo de SaÜei" (dia.
matiech gedicht, 1852), „OnscÉuedeiria der Nedet-
kmdsehe letterkoade" (7de drnk 1S86), „De
bloem der waardd" (1854), ^elena" (1854),
„TbeM' (1854), .JietoriaAe Laadeehwpen" (2de
dink 187S), J>n fantaiij nit de werkeüükbeid"
(1856), ,3et NederluMie voik gesehetet in de
vereehiMeode ^i^eiken jgner ootvnkkdins" (8de
drok 1882), ,3eiwtB van de gesebwlenis dei Ne-
derlanden. opgeheUsid met afbeeldingen" (2de
dnik 1867), „Antwupena dtadel, een acèetaboefc
nit de drie-en<twintig dagen" (1857). „Kenae-
mer legenden, gsdrisnatiseerd" (1858—1865),
"^ " ' • ■ • i^g dagelgksch lei
drak 187a--1875), . __
del gekroood, iTiiaeh-dramatiaeh gedidit" (1858),
..Sen vrede van 800 Jaren. Historisebe monogra-
phie" (1850), „Alknvara beleg 1573. Htstimseh-
dramatiach tafereei" (1860), Verspreide gedioh-
lea" (2 'Un., 1660), „Oranje en ign keurreodei
in 1572; met 16 fcautipdaten" (1863—1867),. .De
Elooateioiden in NeJeilaad. hiatoiiteh Mirder-
■oeht en geaebetst. Het albeeldingen dooi D. van
DigilizedbyGoOglC
BOtDUKSOFM.
dei E<fiuL Ji." (18M), „Een Eebo vit 1579, g»-
dkbt" Oieidnikt in 1613), kroniek der Keane-
m« tifibnituB" ilSeSi, „Oeiiliied«DM im N«-
derlualMb» wlks" (18S6--1872), „Toor T"" '
ren. BktoriHhe HeriDHringoi (ISAEi—
nDe Traow fta Attt Vigtnitei. HistoEiMli
1578" tl8S7), ,3«<Hiitiadw ooliii" (1867), „Een
boow eed. HwtoiHdi diMu'^ (18671, „Van L«d-
nep heidMht, eeae «ücgiDTH" |186S), „Een ge-
kroonde alnipoMOrdeiiMr" (J8T0), „De triomt
der Piraten" (Sde drok 1872), „Aknurw <ridriz.
Eionijk TU AJkmun bdeg in .1578" (1878),
J^eideDB wee eo Mfepmr' (1874), „De Oniqe-
M«iFee«ten in I874'^(1S74), „BrieUea OedeiÜq;
Cf) NeêrUwh defde Jdbilee" (1878), „Een kiwm
op dri* «oamn. LTriKh-dnoMtiadi gntieht"
(1874), «ele hj^ngen ■> hst juitioekje .Jmmn"
WMiTU Hotd^k ledMtcur wm. „HouBd" (Km-
talift), in 't Ddeht-Albom", «u. U«t au. J. «om
Lmmm nl bfl nit; .Jlerkmuudige ka«t«e)eit ü
NedeiLad" (met pbteiK « «b., 8de «fank ISSl)
en nwt Jf. P. Romadt (B. MaÊtbwp) „On* vAk
in iqne hittotie FoauotiMii geMhiwtri" (8 dkk,
1858—1860). Latei renebenen van bran: .Jaq-
weiUaden nit NeéiUoite gtoneknuM" (1876, met
80 ehraoa-litlngra^caft), ,yDe EkxMteiMden -
Nederland" (1874), „Een InUmiw m «en *<
■tewraf' (1868), „WiUem IVedeiik Hendrik,
PriM der Nederiiodn" (1880), .Jlalnn en m-
ten, go^hten" <2 dk- 1880), „In
J»fa" (1881), „In het gflbwgte Di-eq
,J)aJu« Soéinbi" (1887).
HofM-, Aiidrtai,man>aóti der Thdem l)^
han ofMtiód in 1809, Mdarende den oortog tv-
eehsD Oostenflk n Aeafa^, An saiten No-
Tenrim 1767 in d« habm „Am Srade" te "'
Leonhud i» bet Pana^rdsl gebMui, ^«el fc
■• p Hrfl, en f
B naaiden ta
ItwrfdmMi
«t w^n op t
1796 Iturfdman van «en eomnignie Ttxokt
eehet^edmtteM, die um bet OMd«meer te^tn de
FnD«dien optnkfceiiL IVtn in 1806 de ooiiög ta(-
eeben Ooetniqik « Franfa^k wedet ontbranMe
en de ontevredenbeid der Tir^eis op de Beieracfae
ngeetmg feentm, begnmn «|gs*aafdigilaQ, wtar-
«Mer ook Holtr wae, ncli io bet gMum nau
'Weenen, om aaiteheitog JohoH mededeeUng -be
d» MuWurtoK entirierp mi Utf» het pUn
tot «en opetamf en een beroverinfj van Tnol. In
6 dwnt, T«i M — 18 April, -vat bqna de gtteeJe
boTollitig er mede b^end. Nadat het aoondeo
«n bet midden nn TudI bewgd wae, trekkai
Ho/er en Honuager naar het iniden, waar de
Praneeben met noot teriiee iraKlreTen wevden.
Toen de Franeèben na de oTenrinaingen bfi
EdunDU (22 iat» 1806) en I^Benebnig. Wee-
nen naderaen, deden de Beieren weder een innl
in llnd. Toen generaat Rwka grtal wm Letdte-
Sii, die in Tir«l leer bemind wae, landaar vei-
eéf, had Hoter g«nrapenderband tot itet be-
•trqdien tu den vjj&nd medegewerkt. Iluna eefa-
ter veracheen l^j op den Brennerj en dooc den
wAiranderen EimiuUdem, >gn krggamakker en
«yadant, geleid en door den dapperen Speekbo-
eher DDdereteaod. lereide hK bQ den berg Iiel
<den 2fiaten en 2gslen Heé 1800 aan da Beieren
8 gareehtén, waaidoor desen g
<den Titiü Ie ontrnimen. Kort t
Öoetcatmiahe troepen en door Tiro-
len ondei aaarraeiing ras Bofer onttMt. Reede
wae deae op bet pont kA met ■"
Tieet met Üoaleiunfc te ben
■lag bö Wagnm de 'wepenatiWtand lan ZitaJm
(12 Jidi) geetotwi wend, Toleene wdbe de Ocs-
tenr^bers licb oit Tirol en Vonilbeig moeaten
lerwödieieB. Hierorei ontetonai bjj de Ttiolera
groote onrast, die nog toenam, toen generaal
Lêtibvre met 80- ol 40000 man Franacèeo,
Beieren en S^aen tas TeiMhilleade tfden Tiral
binaentrokken. Boter bad «eb aanTawelJib in
een grot in b«t PeaeeienU Teteebolen. Maar
toen SjMeUodhar, de kapnein Joaekim Bm/m-
JMT en Pelnu Jfoycr aan bei boold lan bet g«<
wefieode volk Tiroi traetatten te TenMimi en
f au 8 t4>l » Ai«nMne 1800 de Tfiandan bei-
baaUelp femloegen, fediet ook ifoto^sfibw^-
plaain Nl tnd of m berelbebber. Da at^ tm
18 AngMtna, wderom bij d» ben lae^ Mod-
laakte L«/J6«re Tkol te nertsten. Ao/er belaatte
siflb nn met het militair en bamili|k bentni
tot aan dan vrede mt Weenen (14 Ootóbet I80B).
Toen diUDa «attritertog Joham aelf in een brtef
de Tirokre tot oidarweiping Teimaande en ran
-"■--"- " ' in bun land nik-
1 den osder-
.... _)ben tmedbt-
de radElaiiog, dat bq tot ondêrwei*
piig beiMn bad. Eroiwel door bvitètai iw
eireiiwinmngen en nn den intocht van Jokan
mitleMl, bcvratte bn de TÖaodemUwden. Ik woh-
wS Tan Mtdeieebeideii imnpoedioe gevediten
moeat ^jn aebtv «iadelgk tooi de eroiwdtt
beMigken. Oednnnde 3 maMtln biiU h^ bA
onder oeenw en {je in een Jifaenbot in Paaaeiw
Miboigei^ an geen bel^rften of bedreigingat
de Fmarin geneiMdi waren in ataat een Tii
_ __Timhc
3 bieneen, de iflwilplenh tu Baftr te
verraden. Sïniaetgk venied een boei, ttaffl, Item
en weid Battr met aga geoin dan aOitan iiama
1810 gevangen genomen. Onder eteike bedek-
king voerde men faem nam Uantna, w«a< bg
voor ihn kiggmad, ewler voonittemdiap van
BiaMm, mb teiedM etaan. De meendeibeid «tem-
de inet vooi de doodetiaf, doeb de telegraaf
' — ^ —'^ ¥itMa beridit, dat bg binnen een H-
tei dood gebiubt wamten, opdat Oen-
. -Mbnkenat in ctt geval te Iaat soB
komen. Hg weid eertt den 20Mn FAtvaii 1810
naar de itnfplaati gdeid. Bg bieel moedig en
eterk tot aan bet laatote oogêidilik, wiUe m^
W men bem fafinddodte m «enmaadewde mD:
,tiinrl" Zgn bloedvenranlen ontvingen «deUom
m goederen van den keicer van OiMenr^, tn
te qjner «en venem in 1664 in de ke» der
IVanêiscanen te lanrtirfid ign mniraeren itand-
beeld, op )ut dea keloeis door pnteaeor SeAal-
Ur te Weenen vcrveatdisd.
lAleraltatr: SUnnter, lAndnriitb Andieaa Ho-
fer (ade drafe FreUinig 1801); SekaiMHr, Aa-
dieaa Hoter nnd eeine Kan^beooaaen. unna-
bmek 1900); PnmU, Andieae Hofer ka Liede.
(Innabrack 1884).
Boltr, Andrmu BdUr km, een kleimRMn van
DigilizedbyGoOglC
il aan de Tenhtiguie van "^nA. Hq etodeeide
de iceliÉen en wem ia 187.1 DoUrk I» Ajn-
■Utten. De Maaeente SL LeoobMd in Paeeeiei
aóiaak hem oot eerebnigemdi^. Hij beaat den
Saadhof tk keien^ leen en mwie des <titel
tn heer en landaaünaa In 1859 en 1866 stond
hS aan bet tnxrfd van «en oompa^ie Timlsr
Mdierpeehntten in den oorïog tógai Italië. Se-
dert 1870 wae hq Ud T«a den lAuddag i« T<u»-
bnrak en eedert 1877 wn bet Ooatem^kBriie
Hoie Tan AbewaptUgden. Hjj OTerleed den
25eten Jnni 1^1.
HSter o! Boeter, Jébk Ohritim Ferdinmd,
een FiaMdi ednvrn, den Sleten Apria 1811 te
DSaehnite lu Thimngen- grimien, ontviDc inn
Ofilriding aan bet giinnaeinm te RudoUMt,
leiede wcnigma in Dnitaeliknd, Franicrök en
Nedwlu»^ en mm ia 1880 deet aan de ei^pedrUe
naar bet aehiereiknd Hvrea. In '~" - ' '"
leenuur fn Frtuilti
»«*•!! ^ _
atndeenle bq «o de ^«neeaknodé, wae daarna te
F«r9a 'watiaMD als aita en deed in 1846 In oo-
ittAi der noeeiing «en wetenadiamtetöke tmc
in Dnfiadiland. Oedarende «enigen tnd reageer-
de liQ den ,jDlei|ii4t^ «n 10185] belastte hq
„ „ . . _ _ _tH!Bowdeedinl878
te BntMT. ffSfer aebreet verder nog: „EUmenta
r nei nDtereuaoD «vrea. in loai wem ng
uc fn FrailtrSk en Tept<oJ|nae, nadat hg een
aliiK gclOTerd bad T«n Kant'a „Eritilc der
en Veraonlt", eeccetana tm Ooutm. Tercna
gi^i*
te Bra
dünu et de phyaiqDe" <Sde dn* 19S7), ,fiie-
die" (1948), ,M ebimie ena^rnée mi la biegn-
pUe de ees foBdateaa" (1865), ,J« mondedn
bna" (1867), ,J>ei eniaou" (1867—186», 2 dln.),
,3i^tre de raetnuMmie" (1670), „Histoira de
la tntnniqae" (1872), .^iatoire de la phmiqBe
et de la ebtmie" (1872), „ffietoire de la Hmltme"
(1873) en „Hietoirs det natbématiqiiet" (1OT4).
Daamilwven lererde h^ yertalingen van geiaehrii-
t«B no AritlottU$, Dtodonu Sieulut, mm Bum-
boUt «n Btrttlm».
Kolf, JaaA Betmau va» 't, een NedeTfawMi
sebeiknöüAe, den SOaten Aogmtna 1862 te Bet-
tapten geSoren, etotteenle enirt aan de Pol^teeh-
niache aAool te Ddft, waar bj) in 1871 bet eu-
men aflegde i^ teefanoltng, en verrolgent ta Lei-
den, waar (b) in bet vrigende jaar eandidBat weid
in de wia- en natmiikniiide. Nog in betieMe Jmi
ging tii naar Boan, «m er de eoitegea te fi«en
van KikiM «m Btndoidtx. Reeds in den toop
Tan 1678 keerde hQ naar hst ladwland ten« en
nnaar utrecht, waar bfi bet doetMaii enmen
e wia- en- natnurkniaM aflegde, om daan»
nogmaals een traiteolandatbe atodiereia te aan-
raarden, namelgk naar ParjJB, waar hS JiojsA
Wtrh en Patltur hooide. Na in 1874 te UtraAt
gCDTDinoTeeRl te i^n «f) het pmefedifiH, geti-
tefd: „Bvdra^ tot de kaniüs Tan ^aaougninnr
en tnaJmannr", werd bq in 1876 benoemd tot
learaar aan '■ Rgka Teeafteengscbocl. reeds in het
TOtgende jinr tot Jector, en een jaar daan» tot
381
boogleenar ia de adMiknnde aan de Amsterdam-
sAe taoogeadn^ Hier bleef l^j werkzaam tot
1896, toen h^ beaoond wend tot lid der Frai«-
sdie academie van weteoBchaftpen te Betlgn en
'M hoogleeraar aan de hoogeMbool aldaar. Door
ï^ in 1874 *eisebaimk bcoeboro: „Voorstel tot
nitttrwKng der tegenwoordig in de adieiknnde
geèmikte «tmetmuiinmnles in de rmmte, bene-
Trens de dannnet «amenhangande ofnoMldag om-
trent bet Taiband tnsaohai optiacb aetief y
Cen dMniaebe enutitntie van organiiehe beu-
lingen" legde h^ dan iiiiimlAn tot de a(
chemie (in 1875 in bet Fiansch nitg^eiei
iitg^eiei
der den titel: ,4^ dümie dana 1'eenace", in 18
in bet DaUseh onder dn titel: ,|I>ie Lagemng
der Atome im Baame"). Tien jaai latei gal Fan
't Hoft van de Franaahe Toctaüng een tiweeden
drdc ooder den titel: ,J)ii annéea dane 1'bistairtt
d'nne thëofie", Hienan vendteen in 1891 een
Engelsebe Tert^ii^ door J. E. Marak. in 1892
een oniweifciag in bet Dwtadi door W. Meyerhoft,
onder de» tètel: „StereoeheBHe", en in loM «en
ToUedige on^eveikte nltgarre onder dm oor-
■pionkolvken titel door den aefarnrei idt, tec-
wiil lan deie hatsto in 1808 een Ëngelaehe v«-
tauog Teneheot dooi £Jloar(. Tradeie gevdirit-
ten Tsa faem iBn: „Anaiebten fllter die oiganïscihe
ClMinle" (1878—1861, 2 dio.), „Verbeetdlnaa-
kxaebt in de wetanaduo" (InangnKde rede,
1878), ,3tndw de drnamiqne diimiqne" (1884),
,Jxua de réqnilitire ebimiqne iaat Vétat dilni,
gueoz on diasons" (1886, later om^mreikt in de
„Zeitsehrift ftir phTstttÜxdie Chemie" ondet den
titd: ^e BoHe des osmotieehe Dmekea in der
Analogie swiseban LOraagen nod Oasen"), „Con-
£tioii« éleetriqnes de réonüfcue <iiimiqne" (1866,
te bet Dnitsd vertaald do« Q. BretUg in: „Oat-
waM's KlassikeE, do. '110, 1900), „VorieKuieen
Ober die Ri Hnngarmftilllhiii inti der o
SalnUagemagen, inabewuniere dea Stas^rtei
SaUagem" (n*. 1—50, 1887—1907), „D«bef die
imtetmoMie Bedaotnng der aaorganiacheo Cbe-
mifl. Vorli^" (1806), „Vorienngen Ober theore-
tische und phjoüaüsehe Chemie" (dl. 1 — S,
1888—1900 2te Anti. 1901— 190B), „üeber die
■ËDtwictiuiig der exièten NatoDwisBeoadialtan
im I9ten JahriMindert nnd die BeUieilignnc der
dentaeben' Qeleteten an dieeer £ntwiel£)iur"
(1900), „Znr BiUnng der oeeanisehen Saliabla-
genii^n" (H. 1, 1906). Voorts redigeeide hg
met OtfiMiM de dow ben beide in 1887 oweiiehte
„Z^tschiiH fOr phnikafieciM Cbemia". In 1901
Tenwierf hq deo Nob^r^ voor seheikande, in
1906 dwong een eraetiee ouMateUbnd faem sjjn
wetenaihappdigk wok bgdelqk te ondeitwelnB, m
1907 werd hem deor de Tedmiaebe BooMebooI
te Snuwwitjk bet eere^oetoraat Tergeend en in
Deoemher van betiaBde jaar door de Tedinieehe
HoMKxdiool te DeUt. Vm 'l Boll oreiteed den
'laten Haart 1011 te BoiI^d.
Zie: Snuf OoAen, Jaeöbna iHenrieoa van \
EEoft (LeifAig 1912).
HofCa, Albert, «en Dnitaeb geaeed[n■dig^
den aiet» Maart 1869 te Biebnond in de Kaap-
Koionie gdmren, atndeende te Uarbnrg en te
Frofanig, werd in 1886 diiraig te WQiobiirg en
DigilizedbyGoOglC
HOFIU— Bt»THAHIN.
leidde cc een prirate kUniek v<k>i ootfaopaedif.
lieilgTmBMtJek es nuenge. In 1M2 werd hg
Toor die weteiwelufipeii ah bcngleenuLr Mat Bet-
1^ metftn. Door qo tek Teiliaoddii^en ab
OM aooi nn .Jiehrbndi dei ortlMnIdtfdeii CU-
iwgie" (5de Ank StnttgMi 1905) wend bn de
KTonaSegger der Bndenie cTtfaopMoie in Diüueh-
fiuKi. Vooral in de behaadeUng der Mdioie, der
MDgcboreD bm^MatwEiehtiag, en «mdeie mderoi-
mingen, gedeellel^ met iiieiiw«, door faeoi oit-
eerottden toestellen, beelt Bolta tiefa zeer w-
dienMelgk gtautüt, cneBtIa toot de patÉnksie
en (ttenpie dec uekten tbd het knaegewritlit. Hg
Bchieef: „Tectiuk der Hunge" («de dmk Btatt-
Ert 16i12), ,4)i« DDdenie Bëhandlniu der anpe-
men iHflttg«ient«h)artiionen , dee EltunofiMeei
owt der flpomijAitii" (Hflnehea 1»]0), ,4>ie Or-
thopftdde im Dtenst der NerreiAeilkiiiide" (Je»
IdOO), .Jieiitfcach der FnUnren md LnxAtionen"
(4de drok StottgHt 1904), „AUh icm) Ornndtiai
dei VeilMiMlehre" (5de diuk MBDeben 19U).
Sindi 3692 redageeit bg liet „Zütsehiift fSr or-
tbo(ddiMfae Chinngie''.
HBffdlnv, MarSd, een Deeneeh wgigeer, den
t'lden Maut 1S4S t« E<neiitwgeB géboieo, atn-
déevde tont io de gedgMéeidbeid, daarn» ender
imloed ^tbji Kitrkegaard in de wjjAegeerte en
pmnoMeide in 1^70 op een dJMcrtatie „DeStoT-
iche opratting van den timd wU". BBfIding
heeft eensdeeli ateik den iDvloed ondeisaan T«n
Kant en Sekoftnhtmer, todeideeli y%D de Engel-
idie iMwitniatiflclifl en e>r<datioDJatische wgwe-
geerte. In xöo pt^diolDgie treedt vooral de Mtee-
kenis TSB de wil op den Tooigraiid. Het pncbHeh
g«4>etiieii ie toot non identielc met het wviMti
gAeattn, beide loopea parallel. De ethiek YUk
Hmtdhig ia lodaal eetint; de «ntwikkdiog der
naatoehappü kemt de ontwJÜelÜK dei indivi-
dnea ten goede. Gevoelen* van utinlgme ign
In den inenMh «>en oorapronkel^k ab die T«a
^Ihm. Hg aehnet: .4)e v«bege«4e in DnitaBh-
laod M H«sel" (1379). „De EngriMiie wjjalw-
Cite ven lioden" (1874), ,4)e ffrondelaff dei
save ethica" (1876), „Spinosa's leei en leven"
n7), „De ptTchoIbgie 'at omtrtUen" (4de
1888), „ÉAm" &it druk 18&7), „Chailes
Darwio" (1869), „S. Kieiiefpaid ab wnsgeei"
(1S02), „Oeaehiedeiw der wenwete wnccwgeer-
U" (IBU— 189S), „RoDMean en ion wgabegeei-
U", „Kleinere werken" (1899), „Wgebegeerte tm
d«i godadienat" (1901), „Wgtgeeiige proble-
men" (1908) CD „Hodecoe w^eeieQ" {1904),
•JjeertMxk <nn de geediiedeiüe der nienwere
wgsbegeerte" (1907). Böffding't weifMo ign in
het Doita^ vertaald, «nkek evrm ook in aïideie
talen.
Hoffbun, Otfo ChriMttaa» Frederik, een Ne-
dedaodHt dJehler, den 2den Jmd 1744 (e E<to-
tria geboien, begaf ii<^ Jn 1754 mat ign ondeia
naer iantiierdatD. ootviog ei door de soig t^
a"n oom een goede opvoeding eo -weni ei eerat
I klerk bij een Dot&iie en vervolgeDe op een
handekkutoor gestat. In 1769 leÏKle hg tooi
zija patroon naai Lkitechland, betoeht ign moe-
der, die lieh ia de nabgbeïd van Bedq» gevee-
tigd had. en keerde weldra terng naai Amster-
dam. Toen hg in 177S iqn beeoek betiiaalde,
overreedde zij ben, bg haai te l^ven, waan»
hg >ieh eent te Berlgn ophidd en van 1775 tot
1778 te Uthw, om zich in de laniHHii«ihoodkmLde
te oefenen. Vem^ens koebt hq e«ni landgoed
aan de Waithe, dat hg later met een ander v«i-
wiaaeUe. Z^ laatste levenajaien bracht hg t«
Pienskiw door en eveileed üdaai den 21aten Ja-
nnaii 1799. Holllutm heeft luimige vertoogen
geleverd in het q>eetatoiale weekblad J)e lin-
ker", elamede in den „Koamopoltet". Van ign
gesehiLitieQ veimelden wg: „Hekriaehiilten en
andere gediebten" (1781), „Al stood er de g
' (17i
t eenei theorie vaa Nedeidoiteebe p
• (ade
Kleine diehtoriijbe Haocbdiiiften". Door d« .
wKg vao ign vriend Uilenbroek veiaeheoen ia
1801 ign nagelaten geoicfaten oodei den titd
„Boereneeboowborg, de khebtige opera, tooneri-
fragment, gediebteii en loMe gedaeiiten".
HoKin. adtter ^anlenoamen ia de aikertnig
voor Hermamt Boffmmn (oie aUaar) en Wer-
nm Fritdrieh BoHmtüter (1818—1845), een
«chigTei «rei lageonronnen.
■oftnuim, FrMrieh, naaat Boerlbiam de
meest baocmde geneeatieer van liJB t^ werd
den ISden Pebinaii 1660 te Halle gebopcn, rtu-
deerde te Jena en te Erfnit en keerde vervol-
gene naai Jena teing, waai b^ Jo 1681 pramo-
veende en ueh aJe piivaatdoeent vettègde. Om
ign geaelMtte ceioinbeid te herstellen, deed bg
een reis door fioUand en Engeland oi ging in
1686 al* geneesheer naar Hiaden, waar hij «<i-
diB aangefteld weid ab ffarMMeosarts, geneea-
heei vaa het vontendam Minden (1686) en l^t-
arta van het Renrvoralelgk Hot. lo 1688 vertrok
hij ab geneeriteer naar iHaftentadt en bQ de
iticbUng der naivontwit te Halte plaatste ^ede-
rik III, kearvoNt van Drandedbvrg, bem in 1696
aUaai ab eent« boogleenar in de mediójneD
en belastte bem met de Tonning der laeaileit.
Gedorig werd hQ tevens naat 'vorstelqke hoven
oDlboden «n geneeek andiRen raad te gcmn. In
1708 bood FrMerik, innuMeb koning gewoiden,
bem de betrekking aan van lijfaib, maai hü
wees ae vtm de bud. Toen editsi de koning in
'1708 «rnatig uek wetd, vestigde hg üA met
bebond van iHn hooKléeiaarMmbt, te BertQn.
Spoedw evenwd 'nu £ij bet boDeven moede en
in 1712 keerde hij naai Halle terag, waar hA'
den 'laden Novenibei 1742 oveilee£ H'4 be^
sieli vooral veidienatelgk gemaakt ala praktbch
nbeei. Verder heeft hg vele geDeeHniddefcn
onderzont en nieawe bereid; de algemeen beken-
de Holfmann's droppel» (1 deel aethei met 3 dee>
len akobol) zijn naai hem genoemd. Tan tgn
weiken noemen wü „Hedieina raUonalia sjvte-
matiea" (1718—1740, 9 dBn.) en „Sladitina oonr>
■nltatoiia^' (1721—1789. 13 dbL). Zqn talige
kkineiB gesehiitten zgn tot bnndela vereeniod.
H«ttBuuut, Johmt Ootthifd, een «taaUraia-
boadlnmdige, den 19den Jnni 176E te Brealan
gelKwen, E:ti>deeide te Halle en te Leioiig fn de
iecbt«D en ging in 1787 nsu KondogsDergen om
lieh vooi £et bekleedan van een aoademisdiea
leerstori voor t« beiden. De noodiakelijkfteld
om in ign ondeibood te vnonien, droojB^ bem i*>
1792 een 'betrekking (e aanvaarden bg een bu-
DigilizedbyGoOglC
OiMt-FiniaüdN Kaatti vu Dameineii en
booglMnar ia 4e ptaetiKbe wgAegiMito «n in
de alo»>Mret gif hwoen ma de nniTeniteit te Ko-
ningabeicen. In iSOS werd hg ^eplutit als
aU^cnM bjj bet miniaterie tui BineeiriJuaWie
Zeken, tenq|l hem tenni bet oilucht geopend
werd op een p(«Ienort«t in de etMtswetenaehap-
pen aas de <i> te richten oflëverüteit te BcrUp
en op de directie ten een itatütieeh bnreati. Hg
umaudde die Iwide betrekkingen in IBIO,
Tol«de in 1818 den etwtikaiwetier mn Barde»-
btrg in bet bMUkwuiieT der lefboadan Mo-
gendheden, Teitrok nui Fnnkrük en EagriMid,
IMM twt Connea te Weenoi en in 1815 DOgmaeie
naai Faig^ Na dett tweeden *i«de, UdMi ge-
riotei^ wenl hg bij Bniteniandsetia Zaken
pkatet, bebieU de leidi^ tmi bet atatiitéek
' Toodoepig nngeeteld Tan bet
boudeB Toa ,
ign flntrfeg eD keerde 4«nig tet de wetkMwn-
heden *aa sgn prdeBonat, dat hg eehler in
1835 wcgeM TenDioderiag wn %&m gMldttner-
iDogen moeet nederleggen. Hg oTeneed den IBden
November 1847. Vu iga MMiiEiEten vemH^dea
wg: „UebeteiifateB der BodutUebe nod BerQI-
kBnH« 4e« pr«iMiiMben Staato" (1817), „Beitri-
ge rar SUtMik d« vreoaBiaefaen StaaU" 11821),
,J>i« WitkoBMn dec aaieitiaeben Cholera im
preiuaiKhen Staat wtfirend dea JiAret ]8»1"
(18BS), ,J)ic Lehre tou Oeid" ^838). ,J)ie
Lehre raa den SteDern" (1840), „SainoÜDnR klei-
Dèi SctiriKea etMtawirtachaltUehea InhalU"
(1848) en ,J4adriaH kleiner Schriften ïlaatewirt-
eehaftüeben hhaUa" (1847).
BoUmmui, Sr*»i Tkêodor Awutdeui, een
Dnitaeb edirgrer, tesoa een voottreHeJgk nHMi-
eoa Ml eea Tendiensteljik teefeenaar, werd den
24eten Januari 177(1 te Eootogabeigeu geboi«o.
Zqn laatate rcnmaam waa oaiq)roDkdSk Wil-
helm, doch hg Teraodeide diea Met in Amadeiu
nit veioering toot Moxart. Bet hnwelgk igner
oodera was ner ongelDUtg en toen ^a T«der in
1779 naar JuterbnrK werd overgeplaattt, Ueef
Knul met ign moeoer te E«aingabeigen. Zgn
opvoediog b^ eea aekedgke moeder en een «nm-
tvomHleo oom, een bekrootpen aoDderling, bet
alea te wenadm over en ign jeugd was neog-
delooa. Sleefata i^ mooikale tante Sopkie be-
dacht hg met warmte. Zgn reiiMeUiag moeit
Teel aaoTallen, wat de wv^dökheid bem «nt-
hietd en ign gevoeï Toor bet bekcMJike weid
door de pnaaonlgkheid tu ign oom. elerk ge-
prikkeld. Iteeda leer Troeg tocmde hg een bgioD-
der talent voor nraaiek en aduUerkonet, wat de-
le laatflte betreft vooral vom het cvieataiftle. In-
ten imrioed op tgn laten weikeo bad de ïl
Jaiea oweTatU Uefde vvw eeii getron>w>de ttouw,
Oora aalt, vnarTan hg neb in 1796 kamaakte
om ign anJbtelgke loopbaan te Okgu te be-
gkuwD. In deacn tgd biffm b^ tobum te lehry-
v«n, waarvu echter «reDniin ieta over ia ali van
lijn eerete eompontiee. Eenige mibeadieiden ca-
rieatuw hadden :^ „verbanning" van Poaea
naar Flodc in Polen ten gevolge. Van Floek werd
hq naar Wanebaa vwfdaatat, dorfi toen in 1806
de Franecben Waredwu beletten, verloor hjj sgn
betrekking. Sedert leed hg groote matberngen
tot hg in 1S08 da iMtrekkiw van fcHximeeatei
te BiüibeiK aanvaavdde, ten^l hg tevens kaeen
gaf en erétieken eelueef. In 1809 veraeheaa in de
„Ailgemeine Uuikaliadie Zeitnag" bet eerste
der werken, waarin njn roem Oeruft; „Bitter
Okluk". Aan de Uene im deMQ tyd voor eeo 16-
jaritR leerHnge t^eTat, danken v^i toromige Tan
Kboontte Uadnöden. Na een korte
. id bg een in Letpiijg en Dreaden op-
Indeod ofenftiéMMp ug hö >ieb ik 1814, te
Berljja, aauTukeliik nog onDeaoldied, in riia
mnbtelgken iKikkdte heioteU Z^n üiMtktuA-
[Uiïag hemteU. ZSn ^tKetkunj
iomkUda <
tpefc - -
« oarf, die
Tieek en Chamiuo w kenóii hrarfit eo vooral
tangrpe baten ti te weipeak Te Beilgn aloot
hg Tnendaehap met tomaui, die ben weder met
met den benemdeD tooneelapeier DtvrUiU.
1822 (^MofaaaKdeii aiidi de Tenahgueka tbb «en
rnsganergaaandoening, waanaan ng den 24atea
Boflmmn heelt met een bnitengvwoon verba-
knd talent een groot aanld verteUiegen ei
•ptoekjet MtArenen, die meerende^ ala „Fan-
taaiwtade^ .JladMBdte" eo ooder d«i titel
„Die SerapionabrOdet" venmeM iqd. Zg onder-
leheidea lieh door een taaanoniacbe veremeking
van bet weikelqlte, wawoor Hotfmamn een aeet
fgnen Mik heef^ en bet wond^bare, dat bg hem
loowel lietelnk ale aebrikwekkend kan ign, maar
akgd Toof idn ve«tw«iding even reM ia ak biA
d^ieljjksebe leven, Hjj ia f^ wowel aan Ijjnen
hmnt» eb au angdende en ook idtbeepoitende
tronie, die bem loma tot middel wordt om de
fgnite en innigite meneebelgke aandoeningen te
ben*d«i%n. fat het b^adec moeten genocnd
worden: „Neuette Sehiekaalen dec Handel Bet- -
nisa", het epiDokje ,fitt goMne Topf', „Da*
Hajorat", het Reestige „Klein Zachei", het kin-
dereprookje „l^oaAnaeker nnd Ifimektteig"^ es
de grootere Tertellingen „Prinieaiio Brambilla"
en ,jileiater Fkh". Knvadien aehreet lm nog da
voortrefrelgke, leer tantaitiadie erlelgüheiano-
meo ,',Eliiice dea Toafda" en i|jn onvoltooid
DMeatcnwerk „K*tet Unir", een daUMle, sMerat
ingenkkolde nanaa, die onnrtiQDaanle etemmin-
gen en atbiUeiugen geeft, fat Dnitaehlaad ta do
invloed vaa Botmam, dJe ook by qia leven >eer
gewaardeerd w«id, vooral in den laatatea tjjd
merkbaar; daartmiten ie hg vooral «terk goweeat
bg D» Batjoe, BovdeJoire vettaaMe iga werk in
bet Fraoadi. Tan ign matiA moeten vooral de
opeM „Uadine" (naar Foagut) en venehiUeiide
Queaen ta ke^iliederen (Bi^fmaim waa nochtua
met kattMÜek) geoncmd vrardan. Ook biervoot il
de bekngBtolUng ilqgerML Zj)n gnI9« en geettige
omgang wordt lees geroemd, vooi im vgaoden
waa zgn apót «Ater vemietigcDdL Vw Bolf-
•unui'B werken beetaan sedert 1857 vele nitga-
ven. Uet dê nittfate iTaa ign brieven en dagboek-
fragmenten heat B. von Mfükr een bqgin ge-
a^t (]dl2).
Zie: O. Ellinger, E. T. A. Hoffmann. Sein Le-
ben nnd seine Werke" (ISM) en de bioRratie
vas £. QriMbaek voot ima nifgaTe van flof/-
i'a werken fHaiee'a Klaaüker-Anigahen).
DigilizedbyGoOglC
n<H»uwui, KJB-I Friedervk VtAnth, cea
DaitMb MidrökAoDdige, den ilSdso Jmn 1796
i« Staqgwd «bofen, rtniteende t« BeilÖD> "^^^
Imimt te mtw^ en b«laatit« öéi. tomlgeiiB,
Qeompbiscli Inetihiiit. In 1829 mid bjj pid-
TatMoeent ie MSHdien, mau noeat «««n qa
TTwnoediee oofdwhdlingen om bet K.-Ra(lMi-
lieiBn» die alad Teikten, muop b^ ^ch «ed«i
nur Stnttgart benf, wur hg io uitent be-
hoelKgv «tDBtudi^eden den 20b1
IStö i>ve(teed, nacbt hq wuiu^ d*e«a Ie lotea
MD tMoep naai SL Peterabnrg en «en naar Doi-
Et onWtnMB bad. Hq aehreel: ,J)ie Ecda unl
<e BawohMc" (Ode drak 1861— I8SS), ,J)eiitadt-
laad uw Mine Bewobner" (I6S4— 1836, 4 dln.),
„SwoM nnd aeJiw Bombner" flSSS— IStO, 8
dln., .jDie ToOer dar Ode, iiir Leben, ibre Sit-
ten vnd Oobrli»^" (S dki., 1840) en .J^eitba.
ESideitQiK in die Enftnnde" (1840—1841,
2 dln.).
HoftBiaiiii, Augmt Beinriek, doo^aoB
Eoffmann «ok raUerAbeK genaantd, eenDnitMii
dicbter en taalkeDner, den uden April 1796 te
PaUc^ebeD in bet laad vMt Uncbnq^ geboren,
beaocht in 1816 de nnireniteit t« OMttneeD en
In 1819 die te Bann. Aaoranktiak wnBe Va
licfa tan de godgdeeidbeid, doob tmaude aln
wridn oMwIeDd by de taal- an MteAmde.
Nadat bfl oit Bonn een rek gedaan bad door de
BQiMtfew es N«deTlM>d, «n vottdiederen te
venamden, en bö eeoigen tgd te Berlgii TeitocM
had, wMd nS in 182S eaatoa aaa 4e oaivemtteito-
btbUedmk te Bndan. w<tt aobt Itg in 1838
nederfegda, en in .1830 baitensMwooi^ in 168$
Kwoon boogleenMT in de DoilMie taal en letter-
■de aan de snircnitfU ahia*r. Ten e«T«lge
van igB „ünpditiacbe Lieder" w«d bö door
den koning oDtalwen, en eedorende de Wlgende
jaren leidae Bolfmaim, door den «en gmetd,
door den aader miiÉeDd en vaak door de pMdt
bemoeilökt, een iwerrend leren door Döitadi-
laod, Ztritseikod en Ita«l. Etndet^k veifaeMr
hq Teilot on in Mecklenbnrg te ««nen. Il 1848
w«rd hg ia Pmiien in >|jn eer herateld en ge-
noot het hem toekomend mMgtlU ab mnaioeD.
Nadat hj^ va 1849 in den ecfat getreden ma, vea-
tigde hq iioti aan den Rün, eerst te Biogeibtttek
en daarna t« Nenwted, totdat hjj gehoor s*f aan
een oitooodiging naar Weknar, nar fajj met
Sehadt bet „WeinMriHhee Jahrbneh" (13&4—
1857) uitgaf. In 1860 verd bii biUiotbeearia Tan
den hert<% ton BaHbor op bet kaated Korra
aan de Weier, waar hg den 209ten JasoHi 1874
overleed. Te FalhielebeD en op BetgoUad aqn
C* mlrteekeDen roor hem opeerirftt. 0(4 4e
•NednluKlwbe Mteffa»de m aan deian&m-
rigen seherpiinnigen TeruoeUar Tee4 Tenehnl-
difd. Van ijjn geetèrillen noemen wö: „Horae
B%icae" (12 &., 1881— 186e), „Fondgr^ben
ftlr Oeet^ehte deateeber Spiaebe nnd litentnr"
(2 dbt., 1880— I8S7), .JUtdentetbe mittei"(met
Hmpt 2'^n., 1835—1840). ,A>eDden mr denb-
eehen LrtentnTgeaeUtbte" (2 dia.. 1845), „Fiod-
Irnge" (2 dfa., 1860-1860). ferder „Qeediitiite
det deotMben EircbenËedea bis anf Lntber" (3de
dmk 18«1) en JXa dentadte Ttüologw im
Omndiiaa" (1886). Ook beelt im nitgaTen gde-
verd YNi: „ReioAe Tob" (ade ^uk 1852), Tan
de .JfononieDta Efatonenaia" (1837) en ran
„llteopbilhia" (2 dliL., .1853—1854). Vefe ge-
Khnlten Ttn a^n band ijjn bon ooiapiong ver-
Kbnldigd aan iga lietda tot de Hoog- en Neder-
dniteehe volkspöliie, looala: „Sdlesucbe Voüu-
lieder mit Ueladien" (1642), JfiodnUn^sclw
TolkdJafer" rade dn* 18$^, „ïïöaere *olkMm-
Ikheo liedn^' (4de drak 1900), „Die deataeben
OeaeUeebanriieder dea 16. and 17. Jabibimderla''
(2 dfai., ade dmk 1860) en ,j4eder der Laoih
kMoM* «Dtei Fnmdabwg" (186^. Zgn eigei ge-
didtten iqb in «fan traot van hst v^tlM ««r-
TaanUjgd eo «odencbeideD xicb door eeBvond,
barafiigfaeHl en gtcnoadelöidMid, en Tde liederen
Tan UBlhnmm ago bet eögakdom de* toUb ro-
worden. Herkwaüdv it het, dat hfl tonder be-
paald cnderwna in de mnsiek te bebben genoten,
boogtt paaMDde langwöitti bg dm liederea voeg-
de. Behalve iga „QetUdite" <Me dnft 1874)
noemen «jl van hem: „AUemanniaefae liedw*
(Ub drnk 1648), Fttniiig EJideilieder" (184S),
„Fflnfaig nene Einderlieder" (1845), Strfdaten-
lieder" <I8S1). .JtbeinMiei" (1865) en ,^te
and none Kindarüeder" (1873). Ben aodere rich-
ting tnerken wg «i w sgo „ünpoüUaebe Lieder"
der S^nreu" (Me^iA 1845) en „StnitHcbter"
(1873). Zijn meeat beroemd geiklÉi ,J)entMii-
Und, Deutsefalaiid tlber Alles", diehtte hg den
HoHmuui, Ftqiu, een Doitsdi aaugver
ibnfg gebomi, atodeeide te
geade jaar gewoo» boogteuaar n de wQtbegeer-
t« te WtoAvrg. waai bjj den 23itM Ootober
1881 overleed. Hg s(biee!o.a.t, 4}iee>iTig« Selhtt-
eraewnng OoHet'' (1886), „VoibaUe «nr ma-
MHtSnn Lriire fVane vw BaMleia" (1886), ,SHe
SoeietMsnbJbMephie Baadet*" (1SS7), „Oraod-
Tia> der leioen L(«tk" (3de drnk 1865), „Baader
in aeinem Verhtltmaa in Hegel nad SebeUkc"
f1650), ,J'Tiedridi vo» Baadet sJa BegrOndei der
FhikKptüe der Zi^miA" (1806), .JHe WeltaKer,
Liditetrahfan aoi Frani von BaMters Werkeo"
(1868) en „Kiiebe nnd StMt" (1872).
Botfnuimi, Johamtet Jotepluu, een beoefe-
naar der CUneeoehe en JapaeMhe t^en, dni
16den F«lmiari 1805 te Wünlmig geboren, tta-
deepde abkai io de letteren «n ooMng ign op-
lücUng in bofenreraielde talen te Leiden van
SidHM. Nwht bjj eent geniimeo <"' '"'
*«ib(HideD. V«D iQa «eacbtilten vermd^ vg:
,3tUie4tHea JwaMa" met «on SiaboM, 6 dkL,
1833—164.1], „Catidoen libfonm et naooa-
onpitoTum japonieotum a de SieboM eottaetonm
etc." [met «on SieboU, 1845), een oievwe oAlga-
ve der „Proeve eener Japaaaebe apiaakknnat"
van DoHiber Ourttiu (1857), .3et Japanaobe kw-
eietschritt Fignrana ena.^ ('1800), .^boonat Dia-
lognea, Dntd, EngliA and Jipaneae^ ^861),
DigilizedbyGoOglC
ÏumI, EDgeknd, de TaKenigde SUten
i|}k io 1858 te J«do geakten ma." (tor»), „ut
Oroote studk (Ta-Hio o( Dai-^u) mat Holknd-
Khaa en Eo^ladieii tekat" (1864) en ,Jipaa-
«ohe c;>rukl«ei" (1868]. Soffimmn ww Ud van
d« Eoniiildgke Acftdeaue «n van TCseduAende ge-
teerde geDootMdtftppen. ^ oreiieedte 'i^ntTeo-
lu^ ikn 23ft«Q JuMMii 1878.
Hothnmmi, Bemrieh, een DnitMh dicUer,
den 21 Bten Juni 1 809 te Fnnkf ort ft. d. H. g«boreD,
■tadeei<d« ia de mediröMn «s mügde lüdi ia
ijjn TadenUd, mu Iq tot 18^ «k gntMiheer
wertuftm wm m den SOaton 'SeptembM IBM
OTerl«ed. Httu dea geboorteaum ignei ttoow
noemde hg neh flo/fmon-DMtier. Hij Bthnef
den dMttbimdd Jad beUen Plftden" ^ drak
1873), 4it tmI gdeien werd. Vooral de treffende
behai^eUDg na bftllftd«n*dtti^ Mtderwerp^n
(„Du HHènensiiÉ)", ,J)er QkKkownM ran Bre*.
Ihd" eni.) en « buDoiin^nlMMev-endrinUïe-
deren tielen xeer m den HniAk. Aao Arittopka-
NM doeo de bofnedie „Die HoDdiO^er" (1844)en
de „HaawrMtiMbe Stadiën" (1817) denken, ««1-
ke hatrte oei o. a. ^e Kaïtoffelkonteilie. £ün
nr ug TiaoentM ht dni Akten" bcTatten.
Verder Khreef im: „Du Srcnriain 4er Ebe"
(1853), „MerwflleiibflcUMa'' (1858). ,J)er Ba-
deort èaldodi" (1861) en „LMettnich fllr Nater-
forBcAeT nnd Aerate" (1847). Beroemd ie ^n
OMHD geworden door het kinderboek ,iDei 8tni-
vatoeter" (1847), dat ootelibare malto benlmkt
en in b^fna alle talen arrer^ebradit ia, en door
andere kindepboeken, looala ,4ai Himmd nid
auf der Erde. HenlieheB nnd SdbeniUtAiea ane der
Eioderweh" en .KSoi^ NuntiMKiier ood der at-
me Reiahold". Op mediadi gebied Teraoheen Tan
ign hand „Beo)>aeMti«en nad Erfahrangen Ober
SedeMtöning nad ËpSeoaie in der Irrenanat^
in Franklort nM." (f SSÖT
HofftnaJUtt AUtandtr FriedriA Ftohx, een
Dai4(di MtirqTer Tao ««lien tooi de jeugd, den
Sleten Febinari 1814 it^ Bembnig geboren, etoad
te Znrieb, daarna te Oodar aan het boold Tan een
bodliandd. maar hieU lieb na 1S89 c^ TerMfail-
knde plaateen (Battenatedt, Stott^ait, H^le en
Deaaaa) intehiit«Dd be»g met letterkandigen ar-
beid. Sedert ]S5S woonde hq te Dreaden. Zjjn
Tealuteo T«or de iva^ Tonden ^rooteo hj^ral en
t^B alraneen Terepreid en zgn ,^eiier detit«ebei
Jngendheund" beleefde meer dan dertiff jaaivaa-
gen. Hg oiverleed te Dreaden dea 1 Iden M ISS2.
Hottmaim< friedrieA Edvard, een Dojtech
indnatrleSI, d«a ISden (Mober I8il8 te OrOnin-
gen Uj iBoJberoladt geboren, benxlxt is laaMm-
DDemde itad bet g^fmneaiDm en bcoaalde neb
Terrolgene bij de bouwtcDsBt. Jn I»41 belaaUe
Bmuemam wta met den aanleg Tan tpoorweaen
ia lUMawi en WeatUen en in 1845 met <£en
Tan Beilgii ww Hamborg. Hg ia de nitrioder
Tan een uawren ringofen tot bet bakian Tan
tIchelateeMD en later TemaFdinle hq een paeci-
matiaefaen molen en een bjNiraMcbe hwgenna-
ebine, tenrQl hg daarna een nievw ttMM van
iDoreD «D ^Kiorvflgraderen opeahaai maakt«.
Verder itiditte hg met BUtaelver fabrieken Tan
wirferdiebte bonwmatcmalen te EberawaUe, HaUe
aan de SsAle, Maiisechein in Bcheoien «n Straati-
IX.
UNN. 3f5
bmg in den Ebaa. Daarenboren «aa lig eigenuw
Tan wtdersAeidene uadere imiebtingen Tan nn-
Tsrbmd. In 1865 atichtte hij noot furrtehmüdt
den ,J)eutadKr Vetein fOr Fabiikation Ton ffi
getn, Kalk and Zement", marrata bi) tot 18<
Toonitter naa. In dat iftN riep hg ^^° ..Ziegle
und SalkbreonerTerein in bet leven. Voor dew
gcoootaihappen deed hjj een .Jfotiifalatt'
achgnen, waarin bd&ngröke mededeeUngsL
den gedaan no proeroi en ondarioekiDgen, die
hg in ign ,jAboiatoriatn der Dentaeben Tl^Ier-
and Zi^lerieUmi^' door Tamekiedt, Steger,
Aaron, OmheiMky, HaueiuehiU toa. deed inatcl-
len. Ook redigeerde hg de .JDcataebe TSpfer- nitd
Ziegleneitmm:". W onerleed te Bertiin den Sden
DèeambM- mo.
BotfBMUi, Htnuntw, een Duitedi jdantÉDS-
dige, dm 22(ten April 1S19 te ROdeUwim t^
FrCBkUut aan den Maia geAMfen, ttodeeide te
Qieeien tn te Berlgn in de geneeaknnde, deed
daarop Iragdnrim reiien in het btHtenlaod Tea-
tigde lich ia 1842 »k sriTaatdoeent te QJ^eiMD
en werd «r in I85S faoogleeiaaT in de plantkunde.
Hjj orateed den 2aaten Oetober 1801 te QiéMea.
Hg aohreef: „Beitrlge loi ^Awi^hnwKV-
•eniehte nnd Anatcmie der Aftamoneen" flsAO),
„UntersDchnngea fiber die Eeunng na Pihepo-
reo" (1880). Jndex langoram" (TSÖ3), „loonea
analjtieae fongonun" (18tl1— 1865, 4 ttka.), „Uj-
kok^Bcbe Bmchte. Uebenioht der nenestee Ar-
beiten tMif dem Oehieto der PÜxkande" (1862—
1872), „ünteramlinnRen Dbci den Pflaoienaehlaf"
il851), „PflMMDTeibreitnng ond Pflensenwao-
erniK" (1652), „WiMemiK nnd Waohatmn, oder
GmD&Oge det POMMenkUmatologie" (1857),
„Nene Beob*ditni«en Uer Baktenea" (1868},
„llwrmiMtie VegetatiooekeiMtanten" (1881), ,3«'
trlffe inr FUÖohigie" (1884>, ^eanttate der
wièbtiflBten pflamenphtiMDaiafÉwn Beobaefatan-
gen" (1895) en .JPUnotogiaene CnteianehitiMen"
Ï18S7).
H«fftiiaim, Ckrittiaan Karel, in 1841 te
HeMDMtede gewmn, poHDoreeide ia 1866 to
Utrecht ^tot doctor in de geneeakonde oo een
proelechrïft, getitM: „OKr den anatwniaebra
bonw Tan bat leokilgmTliee" en in 1871 te QOt-
tjngen tot doctor in de pbikoolie op een proet-
Mdtfilt, getitek): „Zur Anatomie der Eehinea
nod dw apatangen". Hg ma aanTankelgk prae-
tiaeercud arta on bet geituU Meerenbeig, daa
na te Leiden prosector bn de matonue, Terrol-
SMK woMiiratot bS bet UDoenm ««n Batoorlgke
historie en sedert 1875 hoogieeraar in de loUo-
gic, vergdfikende anatomie en phjeioiogie aao de
bMgeMhooi aldaar. Hg «rerleed den 27sten Jidi
1908. Zgn Toomaamate geedirilten ign: „Bgdra-
ge tot dé kenaia der morpholo^e van den xbon-
dergtfidel en iiet boratbeea hg rurtiliSn, rogela,
soogdieren en dea menaah" (d879), „ünteraa-
ohinigen tlber den Ban and die Entwifkhmgege-
e^iebte der Hirudineen" (Natmrkiuidige Ter-
haodeütigea Taa de HoUawh'-be maatochappij
Tan wetenechMpen te Haarlem. N. 8. IV, 1,
1880), Jlar Ontogeaie der Enoebenfiiebe" (1881
—1882). .XHe Bildnng des Ifeaodemw, die Aa-
lage der Chorda doriaüa nnd die Entwiekefauur
des Cansüa aeurenterieoa bei Vogelembmonea
(1883), OiondtrtUen der reigelgkeade ontwik-
DigilizedbyGoOglC
396
HOFFMANN— HOFHAKN.
kdiDcageseliMdeDw na de gewwdde di«ren"
(18&^1885) «n tabgb« t^rdngeu ia tgduiiTil-
taa en in de Tert»DdeliDgen dei EoninUölcc
Ak*deo))e tah Weteneidi&pipea, Boven(keit wu Mj
T«}aot«ur TUI bet „Niedetil. Aïchiv f. Zoölogie
en medereda(it«QT nn het „Tg<Mirilt der Neder-
ImmMiq diericQiMUfe vereeni^iic".
BoHsuuua-DoiuiaT. Zie Hotfmaim, Smi-
riek.
HoffDUUUudmppeLi, aldus genoemd n^u
dan medieni Fr. Hoffmann. iöi> een iMngtel van
Ma de«l aetik«r en drie oefieD afeoiiol, dit ge-
bniikt w«rdt om iemiAd, die in swijm \» seiU-
len, weer tot be«u«timi te brengen, klMok te-
gen kniDfi en areiprilaeling Ttn de lenitwen.
.Heffnunaavr, Johatm C»»ttiriui, P**^
voK, een Dnksèli plantknnAigv, dea ^sten
AngustDB 17W te DresdRii geboKO. stndeeFde
teleipxig, tnd in 1?83 «k Idtenutt ia di«iiBt,
doeb lum in 1786 ign onteluom xgn etudie te
Oftttingen -n»it te letten. Hi«i MpuUe hq
neb loonl t^j de kennid der insecten, dodi een
mi* nou P(«ïagal. velke fiq a>ei TiUiin deed,
rilde hem a^n tot het beoëlenen der pJantlun-
Met Lwfc ooiknoetit liq gedurende I'/t jur
de fiora TSB dal Iftud es rond n bonderdea nieu-
ire f)lantentootteD. Ook bleef hij er na bet tm-
ti(É TUI Lüdt nog een (mw jaar en ootdette er
onderwbüika aoorten T«n inaeeten. N» ijjn te-
rogkeer waa hjj eenige jaren wefkiaam Ma bet
Haaeam te BmDmrgk eo gaf toen met LinJt, doeh
op iHb JuMten, een praeÉitige „Flore PorUigaiae"
(ISÖÏ^ISM) in bet luM. TftUn tebiei nam
de Pnriaieche fe^ring de nil^ve van dat werk
TOor haar i^ening, waarna bn bet beetmir bad
over de inriditiiig tu bet ioSlogi««h mnseom te
Berlirn. lp 1816 restigde hq iieh te Drexkn,
waar bq den Idden December 1849 onrerleed. Het
Zntd-imeTikMoeehe fiknteageala^ flo/fmmii-
Kggia 'u naai bem genoemd.
Hottnuuin tod FAllanlalMii. Zie Boft-
manu, Augatt Ueinriek.
Hothoorlcliald. Zie L^feigentelun.
HStkan, OÜiUn, een Dniteeh ataatfukboad-
koDdige, den 14den Jnai 1811 te HatltinBeo io
^t gnkMuu) Jfack griMwes, ti*d ia Pniieuehen
ijg^dieast, aoéb " " - ' ' ' ' '
krijgsdienst, <j
wegen*
. _ ..ittHenTCiUten, omdat hem
laUimdige <nerti«£ageiL Teatingwtrmf
Khge '
wia oogdegd. In IS4] ledigeende tèj eenigeD t^d
de ,3heiniadie ZeUtmg", bdwoide lot de reike-
fie der „Aasabnrger Allgemeioe Zeitnng" en der
,J)eatodie Zeitai^' en Teatigde liah ra bet be-
ffia <Taa 1848 te Beiddbe^ *!• priraatdoaenit in
de ■taatfanühAodfcandc. Wj wend atgevaaidigd
naar de Natioade Veigadeiing io Fianklort en
nam er plaaU in het ecolrmn. In Oetober 1849
weid hjj beno«fnd tot aetmtMM van bot Handek-
miiü«l«Tte te Weenen en bieel ei, tot ,3^i<HM-
nth" twrorderd, tot in 1602, toen iHn geedufit:
,J>ie Oateneichisdw FiuaiaproUaDe'^ hem noöd-
naÉte, lijn 4»telig te oemeD nit dm itMte-
dienat. Bq waa eeo $reriff TanMioer der be-
aebeimende recÉtteoi. Van iqn getdmiten noemen
wjj: „Tiroeinaden ejnes dentscben Offiiieri" (4
dln., 1S4-1), „Der ZoUnereio in MÏner Portba-
dnne" (184&), „E[«landB Znt&nde, PdWk nnd
Machtentwickelung^ (2 din., 1B46), .Fllmitefa
Bdgieo" (1&4T>, ,J)eoted>e AoewMidiwnng nnd
EokiQisation nut Hinblik anf Ungam" (1850),
„DeutadilaDda Zdf- oad aand^eio^oiv" (1%1)
eo „Ueber das Stadiwa der Bedda- oatl Stuta-
wiMenaeiHften" (1851).
Hflfler, KonilanHn, ridder von, «en IXiitedi
geKbiedbuódage, <^ Sleten Haart 181 1 te Mem-
kdiü _. .. _ _ _
bg de geeehiedenia. Van 18^ tot 1847 ia hq
eeret bnilengewoon, eedert 1841 gtmwta taoog-
leeraai te Mflneben ^oweeat. Zgn cesditift:
„Konkoidat nnd Konatitationseid der Kattwlften
ÏA Baiein" (1847), bad iqn <ntalag «ia faoog-
leera&t ten gemlge. Hü werd toen ardiiTada te
Bsmberx. In 1861 benoemd tot boogkeraar in
de gea(£iedeai« te Praa^ weid bg ia 1865 al-
geraardigd naar den fioheemadten landikg,
waar fag de nébUtt der Dnitadteia fenledigae;
In 1872 werd hij tot lid mn bet HMndiniB be-
noemd en door ign «{neming in de Orde Tan bet
IJieien Krnie in den adwtaod verhere». Hg
orarieed den SOaten DeecnÉMr 1897 te Pra^.
Van ign geechritten noemen vg: „Die Oevtaebra
Pipate" [3 din., 1889), „Eaieer Friedridi W'
(1844), „OnefienMmniang fOr frtnk. Geadüdi-
te" (1849—1853, dl. 1—4), ,3fagiat«i Johau
Huai and der Abang der dentsdien Profeeaoroa
und Stndenten ans Prag" (1864), „Der AoftUnd
der Caatilianiaeben Slfidte gegen Kai4 V" (1676),
„Zur Eritik nnd QneHenkande der enten Re-
giemngajahie Kaieer Eatb V" {1876—1882, 8
atkn.), ,J)ie Bomaniacbe WeHnnd ibi Veifatltnia
fu deal Relormtdeea dec Uttdalleta" (1878),
„KrHiaelie Untenadraogen Bber die Qndfcn der
Oeadiidile EBnte FhUif^ des SehSoes" 0888),
„Donna Juana, SOBw;in fon CaaUli»" (1^)-
HofnuD, Jan Baptüt iotd, een Ylaapiadi
toonceUidit», gebwea te Kortrgh in 1768, be-
haalde als dkhler tot meer dan lettigmaal da
eeieprga in den wedatrgd. Van ign toonedsUA-
ken noemen wg: „De ooverwaehte redding", .4^
onbannhartige ediakldteher of de denouame in
armoede" (1796), ,J>« Tiger iocroTaUe", „De
vehUag vm Wat«loo", „Het PraMteeb aoMk-
tenkwaïtier", „Chrinde ooi de ramyidige door
de lieMe", ,jnGtiD» ot de onderwerping tan Na-
men", „Bet Terjjnken der Ooatendauie poat-
aebait", ,J)e liatige baUerin" ea ,^et aange-
naam geéehenk vf bet Jdhdleeat". Hg orerleed
den 4den Angoetoa 1835 en ijn marmeren bomt-
beeid werd in i^n grtoorteplaata in de rergader-
laal dw lederqken gaplaatatk
Hofnuuui, Mtiekwr, een Wedeidoofwr en
dweper, weid Moelredu 1900 te HaU in Zwa-
ben geboren^ peedikie iai 11524 ia LgOand L«-
theredie denkbeelden werd terdraven » Tertni
naar Darpat, naar Beial. na« Stoekbo&n en
weid Tcrrolgens jMiediket in Kid. Ook bier ge-
nakte bg in strqd don iga AKffead-eiiBiaati-
Na een twiatseaprd U Fleaa-
bnig werd bn ook nit Kiel «erjaagd en trok hg
naar Oost^rMalaDd en Tercdgênn mbi Stnata-
bnig, tteeds trachtend raadcan lieh een groep
Tan gelökdenksnden te Tormen dïe hem eerden
ale den verkondiger «i Toorb«»e!der lan bet
nabije einde der wereld. In 1580 Tovadieen bet
meeat bekende gesduift *an HofuMMi „Die Qt-
donnantie Qottes", waarin hg den doop der toI-
DigilizedbyGoOglC
BOSViam-WFiiAJiiüsmAL.
Me en loonteUe ib een hmralnk
mat Cütriitaa. In I53S, na M&ige niien, weer In
StnaMbnig tenHgdEMid <m diótr bet nietnK Je-
niiilMn te atieUeii, wcvd Uj gtnagta geDomeD
en gewtagen gehowkn tot tQR fterfjur 1S48.
Het gm^k ejnde ijjaei geeftrcnruttn te
MiMuter wu yoot ijn uatMngera, Mtlekioneten
gtmtMoi, een elttke oirtmMfateriog.
■obuim. loMtn» Okiitiian Konrad, een
Dmtodi gpdgdeerde, <iai Hatta DeoemiMr ISIO
t« Newmbetg gtütowa, atadeenle te Erlu^i in
d« neehiedeaH, 4mIi wöMe lieb te Bertün aan
de ueeiogie. b 1833 imd hSi leenv ia de ge-
Mfaiedeoie, het Btbtttvnnéb en dea goMienit
MB bet gjaamnxa te Erle&gni es veetigde ei
lidi ak pnvMtdoeent in 1S85 in de wjjibègeerte
m in 1^ ia de sodg«leflrdli«d Intatéehea wa-
ren na bem: ,J))o nebiig Jahte des Jerimiu
m) dH Sirimg MuimdMn de* Dmid" (1886)
en „Geecbiebte de« Anfanlin in den Cerennen"
(1887) ia het licht TenobeMS. Veider eehreel hjj
een .^elutniefa du WdtoeiehieUe" (2 <ln., 2de
drob, IMS), wemi in <IHI bnitengeWoon boog-
leenar, do«h TCTwiaeelde ia het duucovialBcnde
jaar &tangen nwt Roetock, In 184S keerde hg
DMi ËilMgeu tenig, waar hg met Botling sn
TliomaMtu de ztómtie -na de „Zeitoduift Hi
ProtestaMitieaH» nitd Eirdte" op sieh naai. Hfj
2 dU) en 4>te heilige Sehtift de* Ne«Mn TeM«-
mentB m wmm ent i ngend Doteraodrt" (1862—
1886, 11 dln.). Hn (nerleed te Erkoeen den
20ileD Dweodiei 1877, na na dood TecMbeoen
Ibeologiaehe Ethik"
ün
(181
, Augntt WilkebH, een DaAaA
den Mtan ^il 1818 te GieeeeD
en de nniver-
lei^Ung iMt Liêbig
goboieo, bewNlit er bet
aiteit, wj^ w u<J
aut da aelwiknDde _ .
Beeda in dien Ifd deed bg endenaekiagen em-
tMDt de b«es van bet ateenkiJwleei en de ont-
(edüflosprodnelen «ao de io^go, w«ln den gKod-
tlag Mgdei «oor beO bereiden naa Uearatomn uit
teN. Ib het TOOtjur ran 1845 T«ati|^ hg ^eb
aie pnnat-dDoant in de tbmat te Booib,
er weUta tot bnïteagenwon '
en in hekellde jaar Ma bet ooon gepiaam tui
het ^jal Coft^ of Ghcmiati;" te Laaden, dat
in korten igi tet mUc een bloei kwam, dat de
!__ ji^^ jj^ jgjj m«nmm ala de liiemi-
i der Hgoi^ofli (Bajêl Sebool cd Mi
rageering )
B^ leeiEie
ea). In 1855 weid hg, jonter be* pmfeMOfaat
i *eilieieii, bekat net een Kooideetige betrek-
king hg de mnnt. OenkMB tüd wees bn óe
Khitterende aanbiediagwt Tan de hand, Mn
gedaan door Doiteebe r^eeringeit, ^ ben aaQ
Daitaebe Dwvwptteiten weneebtea te «eri^nden,
totdat hq eiodeljjk ^«faww gat aan «en heitM^
naar Bom, w«ai hg aan bet hoofd wan «taan
Tan eea nog Of) Ie ncbieit lahontoriam. Vooidit
dit laatite geieed was, wenf htm fai 1865 hel
hoaf^eeraaraamht in de «Awkowie te Berign
als eprolget van MUteherlieh, wgediagan net de
opdraebt, ook <kar «en dewelitt nboratoiivn te
BUebton ak te Boiid. In 1888 weid hg in den
penoonlgkea ii
(rencBflen. Hjj .._ ._
Berïvn. Naar faeni noemde de Dcotadie efaemi-
aebe OeeellMdiaft in 1900 haar nienw gtbonw en
bethwt in 1902 twt he4 «laan Tan een Hofanann-
medaille. (Mder de «AminiDdige naeporlngen
Tan Ho/numn beUeeden ^ avei ammoDiak en
aailioe een betaogrljfee ^Lata. Beeda is .1819
deed hg de merkwaardig^ ontdefcfeing. dat «en
in ammoniak de watwaülabMnea gwed of ge-
daeltelgk TeiraBgen kan door alccttoliadiealen en
dat men op deM wdk een groate menigte vei-
bjodioaftn kan bereMen, wiei keaoii een grooten
ivrioea had 09 de ootwikfcaKiig dei «igaoii^
dwmie van d^ nieoweren tgd. Zjin TooilgeBet
oDdenoek biacfat beni tot de oatMikiDg der am-
miiiiiiMJuMiii (1851 X waannede b^ ondMWNÉia-
Kn Teibood orer de pbosfiboibaeee, over de po-
. HnoKaiakken o^ei de ieocrsueMn en orci
mocterdcdiSn. Eiadel^ ie nen aan hem een reeka
lodenoeUBgen TereebaUigd <ner de
nit het atewkoiriteer, wace een on-
„ ebbea 4e TCoreohÜD geroei
lied d«r TerT«ig. iHet anüinerood^ d
^ met den &aam van fadwine beatempdd
woidt, ia het ewat door ben beieid (1858), ea
iga oitinantende Terhanddingen OTei de be-
a het «dMikviHkg karaktai dexet
gowidtt^
kleiKrt««ei
Toot eas algeneene theorie der teeiUeanbirffèB.
Ook ontdekte hg een poaditige paaree kleoratof,
welke naar ben genoemd ia, n. It bet Hilmana't
Tielet. Voor ign ontdekkügeD ontriaa h)j on de
«efeUlieDtooiMtellk« 4e Ai^ 41807) een der
giooto pröieo. Hq tcbceri dodendieidea werken
over fajgtèiM en mei diemiiehe tedmdogie, o. a.
„EinieitaiKr in A modeiH Gbemie" (liS6, Ode
dnik 1877), ,3aDdboak of ornnie analjaia"
(1853), „The KIe aod woik «f Uri>ig ia eiperi-
. (-JJ,gj^
(2de
philoaophiadNO
„Znr Ërianerai
UM der fieiUaer VeigaagenheH
t, J>ie Fnge der T eilüig der
Fa£öiUt" (2de Avk 1^) en
irianerang aa foiangeeangeDe PreoDde"
(1886, 8 dn,).
Hotnuui, Wtdter, een Aneidkaaoadi ethno-
\aog, den 14den Juni 1843 te WeidiwTiUe (Pem-
^haoH) gcboMD, atudeeide in de medientienh
veaügde neb afe aita te Beadtng eu nam an of-
fieier van geaoodheid deel aan den Fiaaecb-Doit-
■eben Oodög. In 1871 togeieUe bö een rapedi-
tie naar Maom «a Netmin, in 1872 weid fafi
all officier te DakoU geplaatet, waar hg de taal
dei Sku beatndeerde; in 1677 kwam hg ale
etbndoog bij den „ÊlhDologieal Snrrey en
in 1879 wend bg lid van het „Bnrean of Ameri-
eaa EtbnokigT". Ia de >TOlgende jaren beK>cbt b^
TersctuUeitde IndiaDenstammen, em bon taal en
gebniiken' te beatodeefen. De reenlta^ Taa vja
ondenoekingea pnbUceerde 1^^ in de .Jtepott*
of the Baieaa of Etbnology" en in t|}dattinften.
BafmontiBtluü, Hugo eon, een Dwtech di<ii-
ter, den laten Febrnan 1874 te Weenen geboren^
rtudeerde eeiat in de lecbteo, daarna ia de let-
terkunde UI ^ ifl 1893 oiider den eehnilDaam
TheoMl Mone» de dramatiMhc atndie „Oeate»"
(2de dnik I9M) uit, in 1869 door „Theater in
Vereen", inhoudend de drie atokken; „Die Fm
D,o,l,zedb,GoOgle
BOFUANNTIStAIi— BOamiB.
&m Feiutei", ,4>te QocbHit dar SobBide" en ,J)er
Abeoteurei anl die Siivvrin", gevakd. Verdet
«ehreel bg: ^r Tbor uod der Tod" (r900), .fier
Eaiaer niid di« Hen" (1901), „Der Tttd d«8 Ti-
li&o" (1W1), „D*« bleiiK WehUieftter oder die
GlUokUctiHi" (li'^)i ^BD gentodeniiBeenie be-
werking TH SofiJioJcfef' „EleUrt" (1903), ,J}u
eeiettete T«nedig" (1905), „Oeduma nnd die
Spinz" (1906). Groote bfteiidfae>d £eeft iai toot-
ft! sekiegen door d« teksten, diebq voorde ma-
Mekdmna's T&n Riekard SlTmu» echreef, iaicnt-
derbeid ,J)er BosenkaTilier" (lail) en ,^sd-
ne anf Naxos" (1918). Niet minder dan ign dn-
matiache neiken igo 1911 tyriecbe geddcMen vso
belang, die 4iem tot een Tan *de bMte Daitsehe
<Ucbl«is TMi mratisdt-nnflMlütiacbe liditing
atenwelen. Zg« .^nagewiolte Geachte" Tenehe-
oen in 1903, „OecMnmeUt Gedidite" in 1907.
HofmannswaldAiit OAmttm Bointa»»,
t<m, een van de aticbteN der 3ik Süesii^ dkfa-
teradwol, den BSaten Deeeidber 1917 ta Bredaa
geboren, «Uideerde te Leiden. JU> teianakker na
ee& Toratelqk penoon, deed hg e«n toght door
de Nederlanden, EJogvUiMl, Fnnkiqk en Italifl
«n werd bg iga terugkeer ^noemd tot rtMUteer
in lüit eeboorteplMta. Hg orerleed ala Toorvfter
nn ota rud «t ak EeiaertHk nadsbeer <e Brefr-
Im den JSden April 1679. De eeavoDd der eer-
ste Sileibcbe dioUersdiool, die wel eens aan plat-
heid greiwde, eloeg fcg diem en bjj Loheiutei*
orer in geiwoHenbeod en weeUerigheid. Van iga
mefarifteii vermeldea «Ö: „Oilante Oelegen-
neitagedichte" „Curiose Bndenibriefe md ande-
re beniiche 0«dicbte" (1673), ,J>ei ateriMode
Sokratee", en «en veriaMng vu den „Paator li-
do" ivan Ónarini. Zija en anderer werken Terache-
nen in 7 deetmi tn 1695—1727.
Hotnislar, Max, een Duttadi geneeskondige,
den SSsten JaDvaH 1354 te Zodat op BO^en ge-
boreo, etudeerde aan Dnitadw unaveraiteiten en
werd in 1887 boogleenwr in de gvnaeeotogqe te
Qieaaen, in 18SB te WiiAnie. B^aefareef n.a.:
,J)ie Gelbiaeht der HengeSomen" (Ststtgart
1882), „Die HTotomie" (Stnttgart 1S84), „Onrad
cÏGS des gTDikolosiicben Operationen" fWeenen
4de dfok 1905), .JSaodfaaeh der FTauenkntAbei-
ten" (TSde <ft«k Leipiis 191S, ak nieuwe be-
w^iog Taa SehrOdert tiaiklboefc lan de tron-
w«iiiic£t«n). Sind* 1887 rwBgeert bg met Olt-
hmittn het „Keitschrift tfir GetwrlaiiHfe und 0;-
nUcohgie" ^tuthgart).
Hobneeator (magitter, oraettctiu euHae,
major domuif was in de Mkneleeuwen een der
eerste ÉnCbeaiubtMt der Duitacbe keiaen en ko-
ningen. Hg bad de JekUng der bMiinklgke huis-
bottohMT en den dienet otn óen persoon Tan den
vorst. Dergel^e beanlHen kwamen ook aan an-
dere HoiveB «n <>g kleinere lorelen voor. Het
ambt Tan Hofmeester kreeg in de tSde eeuw
langwmeiitaMl de beteekenis van mq «taatsambt,
en 4* tnAneeater was aan Dmtaehe Toratenbo-
ven ibijna weifaaam als een bnis- of kabinatsmi-
nitter.
T^nwoordlg Terstaat men onder botoeeBter
den intendant Tan een groot haia; Terder de per-
som, dfe bela«t is met de *oig toot de tairi der
afficierMt en op pasoagi ersbooten ook der pama-
giera.
HotmalBtor, TTilAelm, een Dmtsdi plantknn-
dige, den ISden Mei 1824 te Lei^iig gebonn,
am voDT den bandel «orden imeleid, nu&r bield
licb bezig met de beo^onine oer oatnwknndige
wetenfcliappen, Toor&l der plantkonde, soodat ng
in 18SS tot hoogleeraar in de [dutkande be-
mKaid werd te Heidelberg en in 1872 te TObia-
gen. Hij orerieed den 12den Janaari 1877 te Lin-
denan bg Ldmig. ^ acltreel: „TIebet den Vor-
gang der geMhleoklUdHD BefnicfatiiDK dar Pha-
brjoi der Phanerogamon" (18491, „Vergleichen-
brjos der Fbaaierogamen" (1849), „Vergleldien-
de UDt«r»udtwngeD der Eeiumig, EntfaRong
und Frnehtbildung hShertr KrTptogamen nna
Samenbikkog der Eonitwen" {1861) <
Terbandelitigen in de weiken t
pelgke lidiamen. Sedert 1665 gaf bjl met M
Bory, Irmüeft en Saeht een „Handbndb der ph]r-
molÖgiKfaen Botaiük" in bet tidit, waarran bg
het eerate deel („IHe Lebre tan der Fflanien-
leUe" en „A4]g«meine Ho^ologie der Oawieh-
ee") bewerkte.
HofmBTT, Ja» Hmdrik, bggenaMDd „Onae
Jao", een Suidafrikaaneeh Staatnun Tan Nedei-
Undaebe aflcooMt, werd den 4den Joll 1845 bg
KasfMtad gebofen, en MtMt «^gOToed. Hg wgd-
de zi<b leer vroeg aan de pera, was wenuaam
lan de „VolksTriend" en de „Znid^frikaan", «e-
dirt 1871 TBrwmgd en nditte in 1878 bet „Zaid-
Alrikaanoebe Tn^ritt" <». dat hg tot 1891
heetoorde. In 1879 werd bg bd Tan bet Eaapeobe
Padenwnt en waa apoettt^ leider Tan de Eti-
laodaeh-iAfrikaanaiAe partg, in het bnaonder na
den Afrikaner Boo^ luetitegeiwtaaiiae, en wd-
lieht «Ddat, bg nooit «en nJolater-ietel beeft
wiUen innemen. Oedareikk ^ gebeéie tot^baui
ie iiü eteeda kriehtig -kmk da icditen der Hol-
landadie taal, die bjj nitnemeod beheeraefate, 0^-
gtkomen. Hfj «ae geen Toorstander van de Aki-
kaanaebe taalbeweging, maar werkte <""" *■-
. Li de
^^ikk
KM tjD
remüiAi
in -de eettte
plaats KaapkoIoQiat, geen i
berit bg Taatgeboaden aan oet omeigemg der
Britsdn kront. O4J doot li^ ren t^ lang aan
behaaiMing tan inboorüngen en de eenAraebt
en saroeuweiking fan Brlteeha en HoUandadie
nattonaëteiten. Na den JometoM'aid icbeédde
hn ii<b (1896) Tan RAode* af en orerwon dexen
bg de Twkieiingen tao 1898. Aao de (midoktie)
onderhandelingen tnseiïhen de Zaid-Afrikaaaacbe
RepdbUek en £i«eluid (1S99) nam bg ah be-
mUMur ded. In 1900 b^af hg lioh om ge-
sonAeidaredeuen naat Enropa, waar h|j twee
jaren in twi^vetrokkeidbeid leefde en eeiet na
den Trede ke«de hg naar Ea^wtad tenig, waar
bg geen bdangröke vA meer speelde, fi^ onei-
)eed den l&den Oetober 1912 te L<»den.
Hofnar. Beedi in de dagen der Onttekl
Tond men personen, die gemmlen 'W*Fen om
Torsten en aannenlSken door allerlei Uucfalen
den tifd te korten. Men n
der dn Oroole, Dionytiiu wm Sifrautê», Angu»-
(us en igo opTolgua. In de MIdddeeawen wae de
Hofnar een onoirtbeerlgk anètenaar. Tot de tae-
kemn van ign ambt b^ioorden een meestal bos-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOfWAil— HOfSTESE.
389
t«, mat «oi bMuktm of ndaoorai Tenierde lott-
)Mp cf> bet gcMbocen hoofd, md uneoadieptei,
Bcbelletiec, Tooral «u den fcip, es een groote
knutg. Het owig gede^e tmi sijn gtmuia wu
niet un bepa^de nMncèiilteti geboiidei>. BAêH.'
T« de owMMude nuien, van welke Tribovlet
(••n iiet J^aDM^ie Bof onder Freiu I> en lön op-
ivlgtc BnogiMl, KJow Narr, wiu» geettiglMdüi
meèamtlen f;«dnt wecdM, Ui kenrront Frtd»-
rik (ba W^u, en SerMoti, oe bofnu tu ko-
niiinn BHÜbtth laa ^véUnd, het meeit be-
kMd lijn, Iwd mea ook nog eeo boo^e kkiM
B«neo, meeetol geettigke muutw, die tm hnn
TfMieid T«a qinkes g«bnnk maakten, «n de
gebiciMi «n diwaaajwden Tan knn tgd wo idierp
DKigelvk t« bekden. Tot deaen beiiooidea Kunt
vtm dir Roêen bg keiwr JfasMMlMon L Johm
ü»tw>od, een tooneWehtei mb bet Hof nn
Hndrik VUl, ea ji>»«I«, «en Mhiandai FiaoMh
bo*ding. CM onttirak Mt aaa de Touleriunn
Dooit aa» maanen, die, ratdet het nairenUeed to
dragen, dooi bQtende nitralkn de auatMtuMW-
Igke toestMtden aooder vendwoiiig dwldai
MCMkn, aooab geneiaat Kjnt in Keor-SifcaeD en
de gdeenle TT^eer wn mnKUtiiy, die door ko-
niitf Frederik WiOtm l tcb Prniien met titela en
eeia««ö*™ «nerladeii wen). Ook (dMpte men ew
t^ laag aM d« Boven groot baliag«i ia «naooae.
k en mianuakte nnnidien. EMar, vooral in
DnitMhbnd, ten «lotte b^na ieder eidelmaa sqn
bofsu «c op na bidd en Tel* BpitabocTea aieh
na den eeiaten den beaten edeknan een narreii-
patent Uetw gerea, «tn ongeatooed boerenatr»-
ken te knnnca lathal^ ontaardde de laak ateik
en werden reede op de r^kadagcn van 1496 tot
1&7t> itieoge veronfenii^igii, >*oonl lann de ti-
tnüiie lattea, uiteTauaipl. lo het begia der
18de eeaw walen de faofnarroï bqna oreral vei-
dareneok Zeer lang eehtM, tot het midden der
18de «evw, blevee »j ia Eeni-Stluen en Tomal
aan bet Romaehe Hof. Ciaar Peter de QtooU
hield ei loewel, dat hjj hen 'ra Uaaaw verdee-
len moeat.
Zie: Sitk Die Hof- nnd Tolkananen (Stntt-
gait 186]. 2dhi.) en Sbüing, Ke Kahleobemi
(Beriün 18W).
Hofmoht. Zie U^eigeMekam.
Hatotada, JtAatme*, vertn* in 1720 vaa
Znidkiea «la pndikaDt naar OnmiaMn en <ner-
leed aUaai den Sliten Mei 1786. Hg waa een
nitetckend kaaselredenaai, die d<A nog, maai te-
termfi, t« 'a-Öiafenhage beiomen weid. HQ
Mnd leenedenen in bet Uebt, aehieef: „Eentge
aanleeke^^en betreffende meeat bet wrfauigea
leren toot d«i Heeie tan S. Tjaden", die in
1775 <en 4de nitgave bdeefdon. ee gd «enige
,J4ikiangea" nit.
Hofntada, Pvlnu, een NederUndKh godge-
leeide, in I71fl te Groningen geboien, atnaeerde
en procooreerde in de theologie te Fianeker en
waa acfateieenTolgena piodikant te Aajran, Stara-
wBk, Ooet-Zaan en Rotterdam, waar by in
1779 beaoemd werd tot hoo^eenai in de god-
gdeerdbeid, kerkelijke geacbiëdenit en onifiiedfln
■aa de doorluAtige «eboad. HQ oTeileed den
27rien Norembei 1808. Hjj waa een man tbq
gtoote grieerdbeid en verdraagaaamheid, en dsae
gjng tAA *ei, dat hg ia 1775 *aa oweehtiinnig-
beid teidaeht w««L Vu die wtdriagMmmheid
Kelnii^ ook ziJD geecbiifi: ,4)e Beliuiiua lan
Manwntel beoordeckT (1709). Sammige Ddtdmk-
kingen, in dat weik gebeiip^ w«kten eeht«i het
minioc^ der Bemooetranten, en toen bg dow
Comekê Soxewmn w«id aangevailen, ontatoad
b^ hem een <rerbitteriag, 4ie lijn tioegcfo vei-
draagiiwatirid in de gróotote onverdraagiaam-
heid TMandeide. Hienoor achiw bö een oiffaan
in „De NederkndtdM) BïbHotheek" (1774 eai.).
dat liA vooral pbatate tegeoorer de „Vadei-
laadeche LeUeioefenin«n". Het ^ver «tiead bQ
tegen Barkeg, Hoogdnttaeb prefikaot te 'a^ln-
vmhage, over de wiUaiiM; van bet fioo^ied,
welki geeatdöken lin ffoféfade w>iUe gehand-
baafd ven. Teider deed hg in d« ,3iUiotheek"
een «aoffal vp den Utnehteeben hoogleeraai Vm
Öatiu, waarom de UtiacbtMbe regeeiing dat tijd-
Bolirift «en „MI- en faamnWTead libér noemde.
Ala iJTCrig vooiatandei -vaa bot Huit van Oranje
Teroordeetde Ho/eted» dm gediebtea van Petraa
BanNOfl, waaiü OUaaAonMMUt en de gebroe-
dere D* WiU weides Tedteerigkt. Ook «wialte hg
met des Lnthetadien pretikaat BiUx en later
met Hendrik Brvuma, onderwüier te Hoogi^»óa-
t«m in Frieabod, totdat d« tnaacbenkomaf der
Pnriaen in 1787 nut (gebood op kerkelgk gebied.
£g aJ iqn latei* «wontraagMambeid waa Bel-
tUde een «Utekend godg^rde, aooak Uijkt ui*
tSjpi „Böionderbtdea ovier de H. Sduift" en uit
ign TeinaadeKng „Over het Ueine getal dei ech-
te maitehuen". Ook werd iga antwootd op eea
pmanaag dn BoUandaglie Uaataeh^pij *aa
Wetenaeb^^CB in 1778 met go«d bdnoMtd, ter-
gefaonden voor den aëhrijver na bet geeatig
■ehimpatiirift ^aendoabadiona hodknoa, ain
tbeologai Qroninguna deteetva". Bebahe reeda
g«nofmde geaduwan heett men nog van hem
een aantal audeie nweat ttijjdidtriftai. Van do
overige Termriden wn: „De waaifaeMt «a God-
lÜkÈeU der Bvai^diadn vohalen" (1774), ,3rief
aan J. J. Ie Sage ten £roek over een nieuwe ma-
iii«T naa Meen in de gemeente Rottardam"
(1775), .JOet Tn«n tm den pcofeator QerhaKdoa
JehaanM Nabnya" (1872) en „fieiderlijke biM
aan de Rottenlamaebe Oemeente" (1784).
HotMtada, P*tnu, «en Nedeilandaeh ataati-
nun, den 14deD Aom 1755 te Ooonuk geiwien,
ncano-Kerde in 1775 rte Gioni^en in de reehtea.
WeMra weid hS advoeaat4taea«l by den bod-
droBt te Ataen, 4kan>a Kd tan ik Staïen, oi werd
op voordracht van den atadhoader in 1789 be-
nocntd tot aotvang«r van den 40eten peaniiK <n
van de gemeene middden <vaa W«d« en Wea-
terwoUe. Benoemd tot Kd der «nmniaaie voor de
heimmiBg vaa bet hoogste lechtaeoUege n
Urente, weid op grond van inn Teidag ia 1791
de «nde EMoA door een BM vu Jnetitie t«i-
Tan^n. Id 1796 vwrioor hü nagenoeg al ign bo-
dieomgen; gedurende 5 Jaar waa bg aoabtelooa.
In dien töd iatM h^ lieh bcsig met bet ontgin-
nen van beiderelden. In 1802 werd HoftUde at-
eiBtaiia bij bet Hof van Jnttitie in Drente. In-
middeli wat dit landsofaap tn 1798 met Orergael
veieenigd, doob Hofitede roette mat, ivordat bg
de TTOegeK leUatandigbeid Taa Drnttbe beikre-
DigilizedbyGoOglC
B0PSI1E££_ffi)aEiNIX>ItP.
gen h*d, w*t bem io 1805 gelakte. In 1807 be-
oiMröig bii Tan Holêtèêie lulk eeo gunfttigKi ia-
drok, dat tiq bem suateUe tot luddiast van
Oremtd. Na de iD'lij^iig' tui Jlederiand bjj
Fiukr|)k w«Td Üg pietect van bat d«put«ment
Hooden van Ae IJael, wat hij tot in bet ««orjui
VU) 1818 bleef. Hij bleef unbtekMs tot 1814. Hg
w*s UwD een d«r notabeleii, die orer bet gmtd-
wet-ontwerp moegten besfiMcn. De Soavereine
VoTst benoeoide hem tot lid der cooimiwie -voor
bet mtwntw«ip op de aameiuteüh)^ d«r Pio-
Tinciak St«t«ii; tereos w«i4 bg tot gonvecneor
TBD Drente beiwemd. In 1831 kreeg bg eervol
tmtalag ea veitiok in 1892 naar Gro»ngüi, waai
by dea 14dea AjH'il van dart iaai overleed. Hg
was ooratoi der Groniogsolie iwaMsohod, eotn-
mandeni dei orde via den Nedeilaodscban
Leeuw, oorreapoDdent der Tweede Uaeae van het
Koninklgk NederUAdaeh Inetitinit en direetear
vu de BoHaDdflcto lfaataehani9 vajk Weten-
Hof van ArMtnv*. Zie Arbitrage (Vol-
kêHraekMik).
Hof wan Holland i* de saHn tui een hoos
gerfeebtabol, dat vAör de imtelbng vui óta Hoo-
Ci fta^ (in 1582) de boogate raaUbuÉ in Hol-
d en KeelaDd voimde. Gewoonlijk stdt hms
de Ofiriebting tn 1428, hoewel tMD «geiri^
alecbts een veel onder '"*"" 'e^lraTtii Buit
w«nl •ttnonai. Sedert 1477, toen de baoUfnae-
tie van dien Baad bet nvtoeifenea dei rechterlij-
het Hot Tan Holland, Zeeland en
Frieatasd. fig dit ooUege bernttte het alge-
meen beatanr tm h'et g«w«ai: het waa beliwt
met bet aaneteUen Tan batjirwen, eoboaten en
igke gwaMea; wtdika kwMuen bedMlde beooe-
mingen un den Stadboodei ea tietiidd het Hot
d« Toordraeht. Het Hof whreef met den Stad-
hondei de dagTutten nit en beauMe wat dur
vetbandeM wn worden, het vaudigik de [daUa-
ten oit, hieU toeuebt op de finandfin, domeinen
en waterwerten. OnMtceeka 1470 kwamen onder^
tdteideo ukta voor, waarin het Hot ak een ge-
woon Hot Tan AfoA op lioh liet appeleeron. On-
der Kard V weiQ het «en ïuiver recbterlgk K-
rhaam. maar met ni'ti^reide reehtemacU. Htn
teUe 10 of 12 leden, tooi bet nootete deed hoo-
ge «delen, voor de Uehiete bettt bewoonlgk 4
of 5) reetitsgrieerdNi. Naast de Taste bezol<%de
raden Idod men voor aonunige zaken ook de hi%
van anderen inroema.
Horartb, WiMoK^ een EngdBcb Bdaldei,
den lOdMi Deeember 1697 Xe LooMen gebwen en
aldaar deo 26atea Oetober o«ertoden. Bg heeft
eesige goede portretten geeciiilderd, maar «knkt
qn roem Tooral aan de leckaen Tsn tattriaehe
koperprentea, die bij het lieht deed üen, looals
„TTie harlot* ptogieu" (1735). „The rake'e pro-
gresB" {1TS7). ,3ontbwaik fait", „A modem
midoi^it conTemtion", „The diBtTeésed poet",
,;StrolTit» aetreaseg in a bam". „The enraged
mnaieian (1741), „Hu maiiage & la mode"
(1745), „He etteeta <rf indastr; and idlracM"
11747). „IIk martii to Finthlej" (1748), „"Hm
^ate of Calaia" (1749), „Hu «tifiea of erwÜT"
(1751), „Fonr prints of an eleetion" (1754), en
„Tlie TimeB" (1762). Is 17S7 werd Roaartk ak
oprolger Tan ijin sehoonTader Jamet Tkornkilt
tot bofsdiildei «eaoeokdi
Bocwndorp, Vit», ia de naam Tan een aan-
liendgk NederlaodMb Malaebt, dal reed* in de
14de eeaw in Noontfldland bteeidB. Daai4oe be-
iworde Thoimu wa Bogendorf, ridder en heer
san SpaamtBOud tn Pennüateer, die lentmeea-
tet was van PiHpi dan Qoed» en in 1457 h^ era
volksoptmp te AUanur om bet 4e*ea kwan;
dieM achterkleinaoon O^tbtrt em Bogtmdorf,
werd in 1S82 lid van den Eoogen Baad te '»43n-
vcnhage.
Hogatdorji, Ofsbert van, een kkknoon van
laatetgenoemde, was in xgn Jeugd officier t^j de
lÜtwaeht van prins Maunlt en verro^ena gute-
raaJ m Zweedachen dienst. Ak wodaaig nerde
hg in 1635 berel te Mainx, toen dne stad door
de keiierlqke troepen belegerd werd. Hj moeat
d« vesting bij verdrag ovargevea. Hü keerae naar
het Tadertand terug en orerleed te 's-OrwMèaM.
Hg ie de mii^m tm bet treatapel .J>e moonit,
begaen an WÜiem, hy de gratie Godts prinee
van On^iSa", waarmede in 1617 Cosfar'a Aca-
demie te Amsferdsm werd iugsaj^
Bogendorf, Dirk tan, Ud van den tand van
Rotterdam, verkior iqd betrekkiw in 1748 en
orerleed in 1750. Hg werd met ^n nahondin-
gen door Korel VI in den ^avenataDd opgeno-
men en BebreeJ: „Verbandekiwen der lijfatraHe-
lijke miAdadm eo baar beiecntii^en, naar bet
ToorMbrift dea gemeenea reelits getrokken nit
de schriften van den heer B. Carpeoviiii eni.'*
(3 dln., 1752).
Bogendon, IFtUem, gnaf voa, raad en Troed-
Kbtiif van Rotterdam en lid -vao het edlege Tan
gecomnMtteerde «aden vae HoUand, vertrok ia
1774 in •Senat der Oott-Iadiache Ooomgaie met
den rang van koopnMi aan boord vaa net aeh^
„I^te" nuf Batavia, werd vrddta rendent van
Benrt>ang en in 1777 atkninistratwr Tan de eta-
blissementen der CorafMgoie qp Onrust. Hg be-
kleedde deM betrekkit^ tirt in 1784 ea toerde
toen met ibet sdiip „Haimonia" oaw bet vadec-
laod ternr, doch van dat vmnUiig en tgn Imnan-
ning werdlater nooit meer iets vernomen. Hg wu
een man vso uitgebreide kennii,«>o«k hüfikt nit
een paarTerhandeHngeninde weiken van net Ba-
taTiaascdi Genootsch^, namelijk: ..Korte sebeti
VBO de beiittiogen der Nederlandeche Ooit-Indi-
sche Maatsah^jpg, benevens een beacbrgving vu
bet konJDgrijk Jacatra en de itsd Batavia" en „Be-
achi^ing van het eihiul Timor vooc mo ver
het tot no^ toe onbekend is, waarbij gnoegd »
de beadnrjning van «etuge nabg^egene «ilaa-
den". Verder aetweet ii$: .AiftHÏHaba. «f d« ge-
héüge moeder door de tnentiag vm bare dooi-
Iers ena." (1779), „Redevoering dei ioentiDg lat
de ingezetenen ki Batavia" en „Kraspoekd of de
droevige gwoigen van een te vetregaande stiHig-
heid jegens ds riaven" (1779). Ha was gchawd
met ÓaroUna Wühelmina, een doditer vu Onno
Zvier van Hartn.
Bogendorp, Dirk, graal wm, een s
D,o,l,zedb,GoOgle
HMMi Tu den TMugunde, dan ISden Octobw
1761 t« BatAerita pbotea, tiad in ign jeugd 'm
PniiBiBtlien dienit, doch Timg ign ontslag
het nitbanlen lui ikn Anwril ' " '
ontslag bn
ban OprtMM
ootdat èq met de N«d«lKiden tegen EngelMd
wilde stTvden. In 1788 güg Jig «k kwitein der
iafaoteiie bui Batavia <n «adendMMUe lieh in
r Rioow. Na mn Xengkeei
oapman ea 09-
iafaateiie laai
de expeditie naai Rioow. Na ijis J
Batana, io 1780, werd hq ofkdaaMi
pedMoU-TU Patoa in Bennleii, tn 1789
adniBiitnIear «p bet «Uaod Oinwt, in 1791 re-
■Ment yuk Jaoaia, ik-lTM omerkoopman en «e-
■a^raeidei in Jata'e OwlludL Toen na 17B5
de vtfunsMie dentibeeldeK tot Jaia doonfcopgen,
acbUe bg den tod gebmun aaa de takjjfce mii-
tu^kea dei Indndu adBoïnistntie «en «mde te
maken en ectooomde oiet, daamiTer opeid^ s^n
meeBing te leggaa. De toeuulige eommiuans-
gMieiaal ffaifartarafc bnm daaitmn in Tenet,
loodat Vtm HogtMorp in 1788 in un tetnkking
geectwnt, Tan q^ pepteieo benmld, tmi eebt-
geiHwte en Undeten gvdmiden, naai BaUTia
gebndit «1 g«Tangtn Met wen). Hg onUnapte
m 1799 op een Deenaoi «Up naai Nederiaod,
vaar hq vA aanatonda tei tieaehikkuig stelde
Tan bet UitToeiend Bewind en recttt eisebte
tegenover >ön Tjjanden. Zdd „VerdedigiDs aan
het Comité tot dm OoitJndiieben bandel en
beiittingen" bawutte dat de lageMJDg bn leao-
ktie Tan 13 Noiadwi 1800 de maa^welen te-
gen FoM Hogaidorf alt „wedsneebteUE en <»i-
gepMt" afkewde. In 1802 weid Km Bag»»dorp
fid dei eoDunittie Tan adnea Toot de leocgaoiaa-
Üe TMt de OortOodiadw teiktiiwen; in betidUe
Jaai weid bimralinaabtigd minuter t^ bat Bni-
Mcbe Birf. Het Tooneaten hem ak goWeneni-
geneiaal naai Indiê te ie«lei>, kwam niet tot
■itToeiiiv, aoodat Km üogemdorf sich >d 1808
net i^ tweede genaUn, een giwin «m Hohe»-
loiit, naai 8L Fetantiwg begaf, waai hg met
«DdeiacbeidiBg ontvangen «eni. Bg ogo terugkeer
in bet vadènand benoemde koning Lodmt^k
h«n tot «taatstaad en vooiaitter Tan de afdee-
Ang Oodog, in 1607 tot nüniiter van Ooikg,
bereihiUwi van bet legei en baitMigewoon ge-
nat t^ fart Ooatenrgksdm Ooi. VoFwJkkebngen
van dit Bof met Fiiukii^ in 1808 waien ow-
laak, dat in 1809 qn peaitie oiÉMadbaar en hg
Kif ov«i de gienia gébnAt weid. Bjj lön
komat te Amsteidam benoemde Lodaw^k hem
Jetaat te Beiign en kort dasna tot ^evol-
ligd nümitei te Jfadiid. Na de inlgring
van one laad bö Fiankip weid hg ecbter tong-
geroepen en ta net be^n ntn 1 8I1I dooi NofoUoit
aangeeteU ab dmuo^genoiaal en later tot aide-
de-ömp. Verdw wnd b^ gonvemeui tmi Oost-
Pommeten, in 1812 goweiaeni van Bietbn,
voloena eoatmandHt Tan Koningatteieen Tan
Wilna ta van Han^raig. SapoUon vuhief hem
tot giaal mn het Kdieiifk. Uit de .HUteoire
du gdninri «UDle de Hogwdoi|»", dieniende am
i))n ((edrag in Hanbug te vurdedigen, Ugkt,
dat hg bg het bentel Tan Neeriands onühaare-
Igklieid in 1814 üdi 4ei besdrikking heelt ge-
■teld T«i den Sovreranen V«nt. Bjj den terag-
kefi Tan KafoUoH in 1S15 begif hg lieb etbtei
weder in dienat dea ' keiien; doch dSena vnl
maakte een «etde aan Rogendorf» o^Mnbare
loopbaan. Hg bted
.. _. . hvanke^ te Paiöa, Bchieef
„Staata- en haadekkantige beeOKiuwing"
T«n 'het fcokmiaal Bjnteem in Fiankrjik, ging toen
naai Braüüi, waai hg aeh beiig hieM met on-
deinemÏDgeQ Tan landbcnw en ngveiheid, Tes-
tigde licb Of een eeniaam bnitengoed hg Bio de
Janein) en orerieed aUaai, den 29stan Oetober
1822. Hg mts eommaodeoi en grootknüa Tan de
oide dei Unie, en Sapoleon Temuakte hem een
legaat Tan 100000 fianes. Hjj scbieet; .^edefat
Tsn den tegenwoordisen toestand der Batarioehe
beiittiogen in Ooet-InKS en dan handel op de-
lelTe" r2de dn4 1800), ,3rief van EGik Vaq
Hegendorp aaa alle Tigheid- en Tadeilandiie-
vende Bataven in Nederiandseh Ooit-IndiB eni."
(1799), „Ontwerp om de Ooat-Indiscbe Compa-
gnie deiei landen in baien Toiigen bloei te her-
etetien" (1802) en bet toMtoeUtuk „Kranoek<d
of de Blayenüi, een taleieri dei leden van Neder-
kDdeeb-Indiê^ (1800), bewerkt naar het geetAritt
van ign vadei en te 'e-OiaTenhage opgevoerd,
waai bet gioote opeebndding verwekte.
Zie: D. O. A. Fm Bog^tdorf. Mfmoine dn
géniial Dirk Van Hogendeip (Den Haag, 1887);
StUem. Dirk Van Hivendoq) (AmateodamlSSO).
Hoge»dorp, Carel Strerdu» WitUm, graat «m,
Q aooa van den viwigiMyle en fan ign eerate
echtgenoot» Sluabetk UargareUu Bartlo, dbn
15den Aagntna 1788 in Beanlen geboien, be-
loAt een aailitaire eebo<ri inFnuikigk, daarna
'e te Leiden, trad in 1806 ala kadet-
«edienst, en werd oidovnane-ollidei
bg den «ttrf Tan kening Lod«*nk Napoletm. Hij
Tolgde doen voist in den vewloeht van J808,
kwuD ak ade lodtenant bg de kniaasieis, woon-
de in >1807 de twtegeiing tm Diaiig bjj, idemede
de stagen van Hettbetg en Frieiland en gedroeg
lioh Mei aoo dapper, «kt bij loowd de mdder-
otde TH) tet L^ioen TSn Ea als die Tan de
ontving. Te Tibit wnt hij getuige Tan de
lÉomaten dei drie nwnaraien; na bet rtoi-
bi} het Bofiandsebe legeikwpa Tan giener
den tot andatenr bg de léffüie te Weenen be-
noemd, maai toen de ooiiog opnievw tritbaratte,
begaf hg lieb naar ign rwiment. BU de lan-
«i« der Bogriseben in ZeeUnd (1809) tnk hn
als kafötasi-adjoiiit van den staf Tan geneiau
DiMHHMem daaibeen. In 1811 nam hB ak rit-
meester bg ign vwtnnalig regimurt kniassiers
ottdei maarstbiük OoHvii» Bt. Off deel aan den
toebt naai Snalaad. Ak dtena side-de-eamp en
ak eseadt«a«bef woonde bg de veUibmn vnn
LutKn, Bantien, Oreaden en Pirna bjj. Daat de
vfibooaen mogeni9wden de ewitidatje vnn Drea-
den niet wilden erkennen, werd hjj met den maar-
tdialk all fciggegetangene naar Bohemen ee-
biaeht. Hjj wiet te ontenappen en woonde te P«-
rgs den intoefat der verbonden mogendheden en
van Lodevijk XVlll bjj. Dooi den afstand van
Nofohtm van ijjn eed ontslagen, etelde hg tgn
degen ter iMsebttking nan het Taderiand, doch
Toad hiei geen gebooi, weahahe hji een pkat-
sing bg het Fiansehe leeei aasaam. In Hei 1814
wen] hJi «teadnmscbef Vi het 7de legiment kn-
rasnaiis, teiwgl bg nocmaak eoi pnrteet indien-
de, bdiefaende, dat ign Toibl^ in den vietrade
DigilizedbyGoOglC
392
„■eroJg WM TW imi attmai .
Bg de Uirngkomtt lut flaptdeeni aduftrdc bq ach
Mm öiena iQd« en locbt TruchUdoot den dood
op het da^eM nn W«t«rioo.
Om liet geruu te THrngdea oaii weder tagen
iqn I&DdgeDooten <fe w^mim (e -ïoerao, naai fafj
in JS16 luu onUlag, tiegftf aiob «mt sjja T«der-
land, Btekie lieb iei beMtiUitig dei konKa en
vertrok in IS17 iJs MnbteiMH der 2de kluae
BUI Jamt. Baar werd hg in '1818 benoemd tot
lid der ^eiiieene Retenfannet te fiataria, kort
daania tot retideut van BoiteiHorg en La 1823
tot reBident van Batavia. Hji waa ittt bevFtend
met den gomtneai-qtaeta^ Vm der Capellê»
en maakte meb Terdienatd)^ door bet orvaiMee-
ren vaii een aefaititerij. Toen rommiisani-gene-
raal Du Bui <U Olütigniêi beionip-ngen kwam
invoelen, welke niet met de inlichten van Fan
ÜMMdorp atnMfcten, Troeg deie Jn ADgVStu
1827 ijjn eervcd ooé^. Du Bui bood bem bet
gotnernement der Holokken aaos doeh Van Ho-
gndorf wilde alt eerhentel nieta aodert asu-
aemen dan sgn voonntèigen poat. Na een 2-jarig
veiM, vroeg M eenol ontdw, betwelk faem met
pnaioen ü 18B0 ten deel viel, afaook de «ide
van 4en Nederiakdadien Leeuw en de opneoüng
in 4kii adelatand met den 4iM vao graal.
De BeltriMbe revolntie berokkende hem een
Momeikdnk gehMok wrKea. wmdat Aii Keh in
ISai 4e VÜtéA vetUsde «la oi>mmi*ai«Mir in
^beten, «n ib tgn onderiHmd te Toonien en aan
ivn aosen gelegeoÉieid tot atndie te geven. Na-
dat tin omatreela J^7 iöd „Tatereelen van Ja-
vaaatehe leden" uitgegeven had. benoerade d«
koaine Item tot raad vao Indil. Hg vertrok naai
Batanu, nam er ia 1338 litting en beUeedde
ar itgdeivk loowd de betreUing van viee^reii-
dent a]a die van waarnemend gouvemanr-gene-
raaL Ibt I Jannan 1863 Ueed hg lid vm den
Raad van Nederlandieh-Indii en ontvins toen
op x^ v«i»ck «eml onüig. lunddM bad
Loiewijk Pkilifi, koMsg der Franacfaen, hem
iMvordevd tot oHicier itm hei l^egioen van Eer;
in Nederland werd hij benoemd tiot ridder met
de «ter vm de Bikenkroon. fig vvttigde lieh te
Utrecdu en ovcrieed aldau den 29ateQ Oetobe»
1356.
Hogendorf, Oiëbert Karet,
broeder ita Dirk, den 27aten
Rotterdam g^ten, werd, op
de priniet «om Onmle, met lijn broeder geplulst
op de kadetteucfaool te Berl^ In 1778 werd hg
vaamdtig bg bet legbnent vu prina AfNdrtk «on
Pruum, onder wien fag deel nam aan deo i.g,
BeierKhen SneeeMie^orkg. Id 17S2 vertrok ng
naar iöd vaderland, waar hg officier bg de gaide
werd. Het den gcoant Fox Berkel ging hjj naai
AiMrika, leed acèipbreok, dobberde 2 maanden
rood en behoorde van de 350 peraonen der be-
mBuiing tot de 40, dïe get«d werden. Zea maan-
den bleel bg in de Nievwe Wereld, Urid, op
aanbeveling «ao fraiüdm, rïn verblgf op de goe-
deren v«n WatkbtgloH, verkeerde veel met ief-
ItTêon, met wjen hg latm briefwJMeling «oder-
hJeU, deed venralgü» w>g een icia naar Ei^-
land, atndeerde «eni^ tgd te Leiden en pr«D»-
v«erde aldaar op lijn 23ete jau in de rechten.
In de bwgeitwiaten adiaarde hg Hch au de ig-
de vao het Hwi van Onmie en werd in 1787 raad
en penoionuia der etad Rotterdam. Toen hg in
1T95 lÜQ bedieningen nederlegde, tticbtle hg te
Aouterdam het bandelahnii OiJÈbert Kar»i van ^
Hogendarp en Co. en gaf ood«»cbe)den g«Mhiif-
t«ii in het liebt, »Nak: „leta over de armen"
(179B), .JÜBMove over het Mmenwenn" (in 1794
geeetnwen, gadnikt in 1905). „Veriuuideüiig
over den Ooetilndiacbea tuwlel" (1801), „Blie-
ven aan een participaat io de Ooit-Jodiaehe Com-
pagnie" (I8(K) en „OedacUen over '■ kade li-
nanoiln", waarin 1^ tUti toen reedt alt een «ww-
ataoderv^ den ïigenhondddeedkeaoen (1802).
Na de ïtaateiegeüiig van 1801 pleiUe lig lewli
voor een oonatitatiooeden NedeAondachen Staat
onder het Hote van Ormtje. Hg was niet te be-
wegen onder NifMileoa euïg amfct te aanvaar-
den en voiftMle mUi het plan aan de Kuf een
nieuwe NadeilaDdaehe v-"* — '--'--- ■ '-■--
j de ookwenteltng van 1818 pioiltte bg lich
_.___■ j._. --- '--^ boold der bowfging
oi^wetpeo «ener groodwet, onder-vounitter van
den Baad van SUte, Ud t«n de Tweede Kamer
det Staten-Oeneraal en vooraitter van haai eer-
ste veggadering. De koning verhief hem tot
graat en aehonk hem het gnratkiuia der Orde
van den NederUndcehe Leeuw. BS tehreef ,3ij-
dragen tot de hoialMmd))^ tan staat van het
Koningrgk det Nederlanden ten dienate dw Sta-
ten-Oeneraal" (1818—1829. 2do drok, beiorgd
door Tkorbeoki, 1859). Zgn awalfte gMondhèid
verooriootde hem niet, de betrekking van vice-
preeithnt van den Baad van State gemimea tjjd
waar te nemen, loodMt hg daorfan in het laalet
van 1810 onttUctn w«d met den titel van mi-
uat» vaa Btoat en «eo }aug>eld vao 10000 gU.,
een Utd, die benx wegene veiadiil van i««ii*Hfln,
bg Kouinklgk bealnK van 22 Mei 1810 weder
cntnoniaD werd. De Staotannuant veimeUde
lalfe, dnt de koning dit ut eigen beweving n-
daaa liad. Ook ign puiefenille legde iM) nedei
met het dod da oowUttitkiiieelo, vigiinaige be-
ginselen in bet openbaar te vendodigen. Hj) deed
■olki bg de behaaddiag der Domeinwet in 1°°"
aXwebMo van defweede Kamer. Vaa
lidde fiy een ambtekio* leven. Behalve
eenige kleinere gvMthriftdi, gnl hjj in 1830 in
de Franacbe taal lün .^neven over de openbare
welvaart" in het Üott, om loo raoMl^ de Bdgen
tot bet aannemen vao bet vrgoandelitelael te
bewMen. Hg ovedeed den &den Augnotna 1834.
Behahe de reeda vermelde werken lehreet hij; „Ad-
derlandadien handeli" {]B28> „De Prina van
Oranje" (1830), „Het krediet'' (1880). ,J)e Vre-
de" (1830). „De Konii*" (ISSO), „De N*ü«"
(1830), „De ontwikkriing No. I— IX" (13 Decem-
ber 1330—28 Januari TS31), „Siparation de la
HoHaode et de la B^qae" (1830), „Opinion
imise Ie 17 Avril 1817 en auite de la rtnmon de
la BoUanda et de la Bdgiqne" (1SS1), de laatate
DigilizedbyGoOglC
BOGENDOKP— HOGO.
393
8 ook in bet NederkodtA. In ign geboortoplute
TBRece U iQoer mib een ralüAteeken op het
Mu bem E«noenH)e ^«üi. Mr. H. vm Hogen-
(fora heeft de ,3riwu> en Eedenkachrilten tio
Van üogtttdotf" (7 <9d., 196S— 1908) ai4«c«e-
Ö«: VoM R«M, VerhMtdd^ over de rerdieD-
■l«n Tftn G. E. pul vn HogeDdoip (Uttoeht
1854); JoritM», Q. S. van Hogcndoip en L. th
Limlmig SUithq in de daeen th 17 tot 21 No-
Tcntwr 1813 (Oponingea Ï860; wurtcsen Fnti»
mkwun in de „Veripreide Oeschrïften , dl. V);
OcUnliraHiUT, Q. &. Tan Hotfendorp ofi Adri-
elum, 1B06— 1809 (€e Gids 1907).
Hogmdarp, WHkm, gtml vam, ondtte toon *aB
den TOorgaütde, in 17S5 te Bottordim mbofw.
■tBde«ide U Leiden in de recbten, tiok In 1818
en 1815 nlt rrgwilliger ten stn)de. Hq promo-
Teerde te Leiden in de rtebten. Dmii» wm bg
«erkzBun uo de N«derJniidBefae uabMotde te
Nnpeli en l&ler ondei den mmmiunrifrf enerul Du
Buê 'ïD Ooat-Indie. Ia 1S20 werd hg teterendaiie
1U den Rud tid StAte, Tervolgeni iid ru dat
lictuun; hg overleed k 1838.
Uogtmiorp, Dirk, gnat va», een broedot tu
den Toorgaüde, in 1797 te .Amiterdun gebMen,
pfofnoveeide In 1922 te Leiden in de nehten. Hg
MMorde tot de wi«nd«n en jMMtrorwmten -jta
BOderdvk, weid wiMlatinit-«fli«ier bjj de itebt-
bMdf te AiMtenluB, dnania nwdAeei ra bet Pn».
Tineiul Hot Tan Znid-HtdUnd en in 1840 bnl-
tengewoon lid tui de Tweede Kamet der BUton-
OenenNl. Hg werd «diter niet to^Uten. om-
dat Warin, ook lid dei Kimer, met een vao ijjn
nniten wu g«ba«d ^ewecit, hoewel dit bnwe-
Igk door MbtadieidiDg ontbonden wu. Hg
lehreel durop „Wederlegging Tan de niUpiuk
in de dubbrie Teigtdering tui de Tweede Kuuer
dei Stalen -O enerüj ap wrtikel 81 der «ondwet
Tan 1840". Hg wa* een van de Zeven BaagMbe
beeren, die een T«rkkiing Tan h«t dnbtxdiinnige
voor too VêT (quatenns) Tan de Synode Teitoditen
en Terlangden, dat de almde lëerateUiagen dei
HeiTormde Nederlandseiie K«i souden gehaod-
baafd woeden. Hg orerieed den 8«les Haart 1846.
Hogendorf, Dirk, graal van, een loon Tan den
Tooigaande, werd dra loten Haart 1868 te Am-
ateium geboren, gal neds vroeg blpen Tan
Toimde S-tA. Hij etndeode te Leiden
iedit«n en ng imi antwoord op de r*"''
pT^iaag dai Utreebtiohe faeoltait
tctio d« Jnrii gentinm stodio ia patria DOitia
po«t Hngoncm Qiotttan" (1856) met gond bo-
kioond. i}t eandidaat in de Jetteien u in de
reebl«n en geieed om lieh tooi de piemotie in
die beide Tikken toot te bereiden, orerieed h^
den 26tten Jamtari 1367.
HOKvrtMstS, Bonütout, een reebtagdeeide,
een toon r«n dr. Dirk Btgndrikn. HogtrbmU,
eent sdi^n en later boigKOieetter Tan Hoon,
en Tan Moehleld van Sleynefiiolm, den 34alen
Jnni 1561 te Hoorn geboren, nteeit leede op ■»-
Ten jarigen leeftgd ign berromiingigednde
ooden, die tooi Alva de w^ namen, in htUiag-
Kh^i Terffeiellen. Deun Teel
tA, waac ng lieb oefende io
dat qj in 1572 in bet bmit bannei Terbenrd Ter-
klaarde goedwen bentdd waren, keerde in 1577
ock RoMxmt tenig nur agu gebooiteatad,. itn-
deende te Leiden «n werd aUaai in 1584 tot doe-
toi in de rediten beKcderd. De reseering Tan
Leiden droeg hem in 1590 de amSteD op vao
raad en penaionadi dei itad, terwgl de cnrato-
ren der boomeebMi ib«m tot seeietarii beooem-
den. In ]B96 venl fag lid tu den Hoogen
Baad Tan Holand en Zeeland. In 1608 werd bti
net ign MnUgenoot Leomvd de Voogd en met
Nieolatu OromAoHt, raad in dea HoTe Tan Hol-
land, naai Amitetdam monden, on deie itad
tot bet Nniten Tan een £ett«i>d met Spanje ovei
te h^en, en hjj lag igs tendiae met den ge-
weiMcltten «itdag bduoond. In 1611 Tormde bj]
met Jaeob mm WaMematr, beer vos ObdiaK, en
dr. Dirk Boe, bviganeeater Tan AmiterdMo, bet
"Tan Denemarken en
getaDlaehap i
Zweden, om ■
nngtmeeater
ar de Horen
jDogelnk e>
den oorkig tniaehen <Ëe beide Staten. In 1617
werd Bogerbeetê gcrwiUeki in de godedienittwia-
tes. Het aanbod van Leiden, om er weder ak
poMtonark t>p te treden, aanTaardde hQ met
bifdaobap. In dit aaAt aam hj) ofnüeow titting
m de vergadering der Staten en wai met Hugo
de Qroot «en j^eiig medeweiker Tan OUettbar-
neteUt tot baodiuwiiw der geweatelgke loaTe-
nnsitdt. Hierdooi haaile bQ ^^ ^*^ minoegen
Tan print Ifaiiriti op den hala; hg werd
den 29iteii Angnatne 1618 op Iaat der Alge-
meene Staten in heehtenia gewHnen. De le-
geering Tan Leiden Tenoebt p'ine Jfnwnto,
dat baai peMiooaiie ondei boigtoebt moeiit
ootaUgen worden, daai hetgeen bg gedaan
had, geacfai«d wm op baar laat, terwgl teT«M
n^lgena de «tadnrWiM^Bn de gvrangene te Lei-
den moeet teieelitetMB. De etadbonder leiweee
baai naar de 9taten en waï tot geen toegerend-
baid te bewegen.
HogerbeeU wetd TerootdedU tot leTenalange
genrangcitieatiaf met T«ri>eaTdTeiUarin^ agner
goederen en met De Orool naar Loeveatein on«r-
gebrtebt Hier bleet hg Tan <1619 tot I63S. Toen
TorwiiaeUe frederik Headrili tgn geransHik
op Loereat
Hogerbeetë tenreet .JEerte inleidinr tot da
praetgk iwt de BoTen van Jnrtitie in Hoüand",
en aebter de ,4nleiding tcrt de Holkndaebe
Teebt^t«)Mrdbrid" (1698) van De Qnot TtnA
men >Tan hem: „Van het aanknen en TolroeTen
Tan proeeaaen voor de ra^Metwre Hotm Tan
Jvititie in Hdbod, tetUaaid en oitgebeid dow
een Hioflandieh reohkgeieerde". In. den oatalo-
gnt Tan OrononiM WOTdt TertneU; „Copie Tao
een geachritt Tan wgkn den beet mr. Hogn-
beeta. tot gedaehtenk tan ifjoe kinderen ome-
■tdd", terwgl bS ook nog een aantal a&oeie
handsebriften betft nagektea. Hen heeft brieren
Tan bem in de „Piaettantinm ae einditonim tï-
romm ^ttdae" (Annterdain 1664), in de „Brie.
Ten Tan lerteheyde tetinaeide en geleerde man-
nen deier eenw'^ (1662) en elderi.
HovVi Jamet, bggéniamd de SdUupAerder
mm EtMok, een Sdiotaeh diebter, in December
DigilizedbyGoOglC
HOOO—HOOEiNLOHE.
mO ia het dorp SttsMk geboren, km een won
vao wn behoEltjg«ii «Jutpenfoklcer en deed zelf
leeds Troeg dtenet ale s<)hiiapherder. De sagen
en kedeien tsq lijn vadarlsml oubvlamdien eofa-
hg een bandd igner gndiditeD
dit laatste om ign gedidhten te kunnen optee-
kenen. Door Walter Seott »SDgeo»edk|d, deed
' "iten onder den titd
,001 eigen i^enisK
dnikken, «&t tiem «en «BiuneitèlQk gridelM
Teilie* berokkende. Dauentegea brachten: „Tbe
moantain baid" en ign: .Jm*; «n «heep" hem
300 pond steriing op. Nad&t hq io Tefkearde on-
dernemingen ook dit ^eld Tedüen had, begaf hq
ntb in lolO lutai EdiobiMgfa, wmu bq bet week-
blad „Tbe ap7" m bet iitbt ga<, dat editer apoe.
dig <^ieM te beetaao. Durna TMMbeneo van
hem: „Thg Qu«en'a wake" (1S18), „Tbe poetie
mino^' (laai), „He ftiterim* ot the Sun" (iblb)
en „Mador ol thé mo«r' (IS16), itióei legenden
en «cbeteen tmi het Sdntadie mlkakuaktet in
proia, xooah: „Tbe bronrnie of Bodrireek" (1S17).
„Wintererening tMea" (1820), „Tbe three peiik
of man" (1822), „Tbe three ipeiik of woouui"
(1823), beneveni «en udM sndfHTe, die bg on-
der den titel lan „Ibe riiefiieTdi calendar" (2
dta, 1S29) tot een boiHlel Ter«eai|^e. Hoewel de-
le werken een ^root debiet Tooden, had hg aan-
hondend met bittere emioede te kampen, tot de
hertog van Buceleugh hem een oitltSÊiinatdt faoe-
TC beiorgde, waar hg onbekomamd het epMCh
eedidil: „Queen Hjitde" <v«4looien en „A qneei
boek" (1882), met gedddhten togen de emanei-
Ktie d«i R.-XaiÜMrfieken aehryveD kon. De eer-
wgien, die bem bg een beKiek te Londan ten
deel Tieten, braeiften btm eehter weder op den
Twkeexden weg. Hü WMwde siA aan bet pach-
ten Tan nitgeBtrdcte tanden en leed gvoote ver-
lieien. Ook een aitgarve igner Tenamene werken
bracht hem niet* op daar de mtgevet bankroet
ging, loodkt bg den Sisten Norember 1685 in
behoetliee omatandSgheden everleed. H|i sAreel
nog: „Tnt ckmettie mannen and prlTate kfe of
Waker Scott" (1884) en „Talei ot tbe wan of
UontroM" (1835).
Hovjr< Robert, een Etagebeh tuioboawkwMli-
5e, in 1818 te DonaeiQ SAoUandMbofen, It met
o*epk Paston de atichtn der Britacbe Pomo-
kgióU Societ;. die l&ter oveigiw in de Ro;al
Eortienltnial Society. Hjj eclüeel.' „Mann&l of
fmite" (1848), „Britieh pwnokwj" (1851), „Tte
dai^a" (1852). „The ivegetaUe kingdom and ite
prodaeU" (1358), .JniH nxainel" (5de dnik 1884]
en „He wild Sowiers of Qieat Britain"" (met
Jokiwm «1 Smüh 11 dln., 1868—1860).
Hoi^Mid of HOgland is de naam Tan bet
grootate eiland in de Pioacbe QdH, Het bettoort
tot bet Raeüacbe ^nremement Wibocg en be-
■ta«t nit ^aoiet, bier tn dan met tedaatde be-
d^t. Het Twtaaot zich uit lae rie een rotattenfi
met iteile wanden. De bMMÖen, die op «mmige
plaatsen vengien, TcrdwgMn cneer en meer en
worden door weiden venaoMn. Ifen heelt er een
k«k, twee nortoreiM en M6 ivwDnefs, «He lich
mat eeheepTaart en Tiadtvaagat txa' ~
— * ' D (E^igeiMia D
de Vereenigde Staten Tan NMrd-Amerika nor
aJe =:^ 48, voc»' bier ^= 54, ViKW andere rloei-
rioffen ^ 63 galfens.
Boli«iifrl0dberv, een tUdaa in de Pmiai-
Behe fROTJ^aeie Sütaè, UU (l&lö) 107 inwonen
en i« Dekutd geworden door den slag Tan 4 Mï
1745, wasrin FretUrik II de OTerwinning bdaal-
de op de Ooetem^erg en SakMre OMer piina
Kifftl van Lotharingen en hertog Jokaiin Adolt
•m Satten-WfUëenleii.
Hobentaelm bg Stottgart- ie een lieroeaide
boogesdwol toot huidboaw, en — tot 1881 —
oA TOOT boacfaedtntir. Tij verheft lidi op een
WQrttembergMh domein, dat voorheen toebe-
boonde aan een beroe<nd addlgk geaUebt, waar-
gtmiu, die er een kaateet bouwde, dü ia crootte
en in paiken wedjjreren imi met het Slot ie Ver-
MkiBei. Na den dood -ran den hertog kwam «1 die
heerl^kheid apoedig in TerTal, aoodat het gebouw
in 1814 dimen moest tot een mtlitMc bo^taal.
Id. 1817 werd Hdienbeua faeatatut tot een land-
bouwfchool, en v<m Sehwen opende deK in 1818
als direetear. De inrichting, door den koning on-
dereteund, onWin^ zelta uit het buitenlaoa een •
(hnik beioek, en in 1820 verlegde men ook de
.school TOOT faowbeulttMir uit Stuttgart daarlMNi.
Zg ennat een groot landboowbedtüt, «m Uad-
txMiwproelstation, een ptoebtatitn voor laadeon-
IttAe en een voor laodbonwwoAtiHgMi, een Und-
boDw- en een taiiimiwseÉMioI en voorta een fa-
bri^ van landbonwweiktniffen, die veel toi de
verbreiittng ran goede wentnigen heeft bgge-
dregen, De inriditing beachikt ovei nitatakende
verzamelingHi van natoaipiodneten en wef4:toi-
gen, ot«r proefreUen en tuinen en over een nit-
a»<nmiuivuM, '•■•n»»(i Tkentia rjkagravin
MM. Zie Karel Suggmbu, hertog van WUrlte»-
berg.
Hohsnllnden, een doip in Oi^r-Beieren,
tdt (1910) 1002 inwoners en ia bekend dbor de
OTerwinoing, dM de rmiaehe geserul Mormm er
den 3dan December. 1800 behaakk op aacUiertog
Hobulotafl, vroeger een graatadMg. later
een voratendmn in Franken, wera in 1806 door
de aote van den Rgdbond a)e loodanig opgehe-
ven en gedeeHcijjk asm WUrttembtra, gemdte-
)nk aan Beieren toegowewn. Het had een oppei-
vWite van ongcrveer 1800 t. km. Bet oude ge-
ibcbt der heeren von Hohenlolu beiat aanaien-
]ij^ goederen. De etamvader «ae graaf OoU-
tried, een vertronweling v«n Fraderik II. Zqn
■ooen «nen Btaravadors der Ignen ffoAemfolie-
Braunêek, die iceda in het 4de tid oitstierf, en
HohtnMu-HMoeh. Deie laatste verdane tiA
in 1340 dooi de wnea van Kntt 71 in de löaui
HokaKfoAe-ffoAmJoka en ffotaiioke^raakfaU.
Tu ivelke de eerate in 1412 nititieif, terwöl baar
eigendom door erldodtteia <p anden geauditen
oTeqgiogen. Ëeist Otorgt, een tdg dei 9de I|n
en de itamivadet der thaoa noeh Uoüende t^neo,
stolde in 1510 een familiewet vaat, «m da ber-
haling van ieta deigel^ in de toakomat te v«t-
boeden. Zgn aonen stichtten in 1651 de bdde
^HwUdgaea ffokmloA^JÏMiaMteim en fioksitJoJka-
DigilizedbyGoOglC
«eid in 17o4, de tweede in 1744 in den BjjksTot-
itensUnd «pgcnomea.
De Morte aootdüiD, 0oAmJoA«-iV«)i«iutetn, den
ProtctUotMheiL sodBdie»t bc^jfdendt, leriHekle
■eh wedti in oé IgiteD HoMiA>Ae-Vne<M(«m-
OtArtMWM en floAeMoAC'iïeNeMteM-Lmpewbiira,
Tu «dke de eerste sch wedei nUtste in de lu-
ken BtAMhk^-Weiiitrtium, <&e la 1756 met
dm >tieht«i oitetierf, «o HohemMi».(khriMgm,
die in 1805 Teidween, WMumt btar benttü^en
t«n deel viden un de Igi Hohmthka-Smiatiteiit-
hmtgtnimrq, wdke vit, S takken beebut, naine-
MSt 1. HoMNtoAtf-Lm^nibiu-j met be* Tontea-
(Mm Taï dien nMU «n hel grMiMtuf Qleieben,
Tertegenwooidied door Torst Snuf, den ISden
SiptNDbei 1863 gfiwien, tu 1907 lot ISII lid
Ten den Rgkada;. 3. HotoitoA«-(Mrti|jm* ('oor-
beon HoAeNioA*-Zii9eI/mjWMj, TeitecenwoonÜgd
dwir rent OknaHaM Kn/t vm BolMnioh^Oeh-
riNMH, hertog «m t^Mit (geboren 21 Haut
1846), won T«n Friêdnek WühelM Bvge» Karl
Bugo. Dient oen, ptine Adcff wan " '
gwingti^ geboian in 1787, stond ij
t^ Mn net AooU lui ttet J*nu«iad
* Bohmloha4n-
, >t J*nu«iaebe Eabuiet en
OTcrleed in 1879; en 8. BQhei^oU-KiTthbtTg,
die in 1861 ait>ti«ri.
De tweede bootdlqo, Bokmtohe-WaidenbuTg,
die R.-Kft&Dliek Ueef en in 1757 de Pboeaii-
oide etiobUe, wdfce ook n« nog aan Men tui
d»t gcskofat weidt uitgereikt, Tendeelde lich in 2
tdtken. De eerste tm dcM is die Tan Hohsn-
loh^WiMenbitrff-BarteMUin, waartoe Torat Lud-
*ng Aloftitu vor Bohenlohe beiwóide. Deae, ge-
<Uai*t, «treed is apMje, went maanriiA
Tan Prankrök «n oretteed d» Sleten Hei 1829,
nadat bfj reeda in 1806 bei Totstencbwi HoAm-
Me-SartoMletR had algeatean aan ijja tpon, met
wien deie tak nitatierf, toodat ign goederen aan
de tftlihi B<Aeiilolu-BvlmMlwt-Jagilberg T«r-
TieleB. Deae atierf etWui op baar htnti reece den
16d« September 1898 oit met den dood Tan
TWrt AIbtrt tgeboren 2& N«>Teniiet 1842), terwnl
dieni broeder Kard {gttmtti 2 Juli 1887) kraea-
teoa de fanatiewet hem in het loratendiim Ho-
beoWte-Bartenetein cjpnx4gde. Na diena orerijj-
den (28 Mei 1817) TWgde qn won Joluaituê op
(gcbMen 20 AiwuBtoi 1B03).
De tweode UJi is (Ke tm Hohaüoht-Waldem-
bvrg-SehüiiHgtftnt, Ut lieh ia da broedere Corl
^J6rflBitt en Fran* Joxaf (f in 1843 en 1841) we-
derom in 2 Innen ifdiiiate. De eerste wokK ver-
tegcDwoonligd. door imwt FHuiriek Kart vo*
Bokentohe-Waldtmbu^^ehiaêKgfünL geboren
den 26etea SepteulNr 1846, de twawbt dr>ar Tont
. PkOin Smit » BiA«nhh*S<AiUi»gfMr»l, gébo-
ren den 5den Jnni 1856 en terem prins van Ra-
tibor en Kontg.
Bohnüohe, Philip, naaf wen, heer wm Lan-
^anburg. den 17den FebniKi 1560 gvborMi, trad
in het nonrdjjk met een snater Tan JFiUem I,
Nederlanden, waar bS aan
ondememiBgen met afwiseeleDd eocew ded bad.
In I5B0 werd bn door Btumti^erg bg Bonrtan-
gen Teralagen. Na den dood ran prina WiUem I
39»
beooemden de Staten T«n Holland en Zedand
hem tot atetmeen TeMoTerste. Z^jn UMltf m>
'a-Hert«gen£oMli miakikte, die <n> Liefken^weji
gehMe. Toen hmeaUr liódroogd werd, Ket hg
HohaHohe het algnaeen hiitenantidiap aanbie-
den, doch dete bedankte en T«rkoo« onder de
Staten te dienen. Voorepoedig streed h^ in bet
■uiden des lande tegen de SiMDJaarden. In 1566
Teroverde h^ een der acbaneen wx» Zntfen en
werd daaibg g«iNod. Piins Mauriti en Bolunlo-
ke deden düuna een iaTal in Brabant om Parma
Tan het dooi deaen bd^enle Shiia ta TeFwgde-
ren. Zjj plunderden en leriDraodden Tele dorpen,
docb trolken teng bg de kornet Tan Uatilt^t^
ttt. Todi iloeg Bok»»lohe ttet bcteg tooc de scnaaa
Engten, wtai hg aan^araUen werd door HauUe-
penne, die er het leren Terkor. Bah*nlohe T«r-
oveide die aehaiie en gal haar de» naam Tan
CrèTemenr (Hartaeer). Zjjn aanslag op 's-Herto-
g^iboeeh mislidite.
Te lergeefa werden er pogingen aangewend
om hem met Leteuter te TmoeneiL BoAoilohe
Tioeg DQ eervol ontel«K met Teiiol naar Doite^-
land ol naar Denema»en te vertirekken. Hg be-
tuigde daarbg, dat hg voor Heb tél nieta be-
geerde, maar Tedaogde, dat de steden, die hg
ontmnnde. onder het geiag lovden gesteld wor-
den van de StaMa en Tao prina MaariU. met
herstel der TOoneehten en Tqjbeden, wefte xj
Nider Wmm l geooten badden. ffg Ueef echter
bg bet Staatmlie leger en berond lieh in 1598
met JfoHriti bn bet beleg van Oeertmidenbeis.
Het laatste krwibedcöt Tan Bohadoke was de
Gnnep in 1599. Hü oTeileed kia-
5den Uaart 1606;
BokadiAe, FrMrieh Uiduig, yoist «On Ho-
htmhhe-IngtHmgeH, generaal in Prniüsehen
dienst, den Slatn Jtnnati 1746 geboren, waa in
1778 kolonel. In 1794 beluakk Qj een averwln-
ning lig Eaiserriaiiteiii, en na den Ttede Tan Ba-
lel in 11S5 werd hg bdast met het oppertMrel
nvet bet nentraft-ttataeordon aan de Betne. In het-
er Tan ign rader in
in 1798 generaal der
infanterie, in 1804 stadMttder dei Frankiache
TvntendotDmen en daarna inmaetaai^eneraal te
Bresian. In 1806 Teifcreeg hg door ertenia de
gmderea dei l^n BohMMie-Lamgmtbiitv-Odirvh
gen. Tom in 1806 de Praïsen tegen ds Ftanadten
te Tdde trokken, waa bg aanvoerder van het
koipB tassdwn de Saaie en het Tfanringenrood.
Hg ataakte den alag en nederlaag b|j Jena mede.
Op deun i€lUen dw werd de bötog wm Brwu-
w^k bg AnerstAdt ioodd^ gewond. Bohmtohe
kreer on bet opperberel an bracht bet vTerechot
Tan het Pniinsme leger naar de Oder. Door den
vgand in het nam Rbiaebt, gaf Hohenloke ndi
den 22sten Oetnfcer 1806 bjj Prenglan oner. Deae
ramp «ud bcm seet kwalp genomen. Hg nam
ontsl^, begaf lieb naar ^jn goederen, Tertoelde
eenigHi tjjd in Frack^jk, keerde in 1808 naar
DoitwiUand terug en oTerleed den ISden Fe-
bmari 1818.
Hokaüohe, Alexandtr LeopoU Franx Smmt-
rieh, prins aon HoheHMie-WaUenburg-Sehilling-
Htrêt, den 17den Avgnetns 1794 te Enpferaell
bij WaUenbnrg gebaren, was bet ISde ktnd nit
bet luawdiök tu Karl Albnekt en de dochter
DigilizedbyGoOglC
van aeo BcngtMttA edckiiHi, Jadilh, TrqTronwe
MM SMexky. Reeds Ut eenjarig kind rerkiai
hjj lün vuhr. Door ijjn DMiëdeT itn de Ketk
gêwö^, ootih^ hij liJD opleidiDg tbd dea vooi-
' 1t ft^ bcóoeht iditeraeDvidMiu
rbereeiinnm te Weown, <le aodeiDie te Bern,
i Jesaltt i
het urtabiaeciboppelijk MnünariDiD te Weenen,
&«t MmiBuiom te T7TDM1 en TolUioide te EM-
waogeD qjn gtfilgeleerde stnditn. N»M hg «on
JMi kuuMiif te OtanDli geweeit wai, werd iój
in 1915 lot «iibdiacoinM en kort disrna tot pries-
ter «wöd. Ia 1816 deed hq een ra» nur Rome,
«era er lid tan «enige Kerkdj^ TereenigiDgeii
en begaf liefa in 1»]7 SMir Beieren. Hiei beednd-
digde men hem tan JemMJsme, dodi het toHc
E reet hem als een troom man en een «elqtre-
end leeraar. In 1820 werd hij door een boer,
Martin Miehel eeheeten, orei^duwld om door
miiUel tan gebeden ak wondeixkoeuer op t« tre-
den. Toen te Bambetg de gemndheidieamoiiaaie
a lieh mede benweide, gÏDK h^ oMt Boi^arjjl.
went doodieer en ia IS® mot-piOHt in bet
kapittri te Petenraideiii, en m I:
titnkii van SanHeae. Hij overieed te TBilaD bq
Ween» den 14deD Himmber 1849.
Zie: WelUr, Oeiehiehte des iHansei Hohenlohe
(2 din. 1S<Hh-lW6).
HoliMilob*, friedriek KarlJo»epk,j4int tu
Bolumhht-W<Mtnburpk£okiaiiignnt, een ge-
Dealoag en legefcindige, den Soen Haart 1814
te Stnttgftrt geboren, wm kii tenant-ge neraat an
adiadant^enenAl tan den keiiei tan Rasknd
en oterkod den 2Siten Deeenabet 1884 te Ktip-
feneU. Hö tehreef: ,JDm BdienlohiMdie Wap-
£:n" (18S9), „Sphiagietfiehea AXmm. Hittdahei.
Ehe 'Biegel der gegevwBrtig noch MHnndeo
GeaeUeefcter dei hobm deotMben Adria" (1869
— 18M, 4 atnkken). „MitteUlterliiAe Fraaen-
«iegel", ,^T OeMhubtc de* FflntenbeiKJioheit
Wappens" (1860), ,J>er Mtiieiache RantenkTau"
{ÏOS). ,J>u Bertlditehe PelzweTk" (2de dink
1876). „ÜebcF den Gefaraodi der heiatdiKhen
Hehnrierden im Uittriaher" (1868) «a ,J)rei-
hnndert mittelalteilidte 8i^" (1S82).
BolianIoh«, Chhdmg Karl Viktor, tont
iw BSehiitingmmi, ptina mh RatOxtr tn KorttL
Duitaeh Rqkdunadier, den Sltten Maart 1819
te .Rotenbnrg geboreD, studeerde te OSttiagen,
Heidelberg en Bonn in de redit«n en bekleedde
daarna lechteiijlke betrAkingen te Potsdam en
Brealan. Daar iqn radere broeder, Viktor, in
1845 de heerlijkfaedea Bctibor en Eortel als bet.
log van Ratibor kreeg, nam hg het beatanr der
heerlijkheid SehillinnfQrt op >ieh en weid lid
Tan den Befersehen Rnktraad, waarin hg een na-
tkmale, Pniieen tjjaadlge riditing tolgde. Sedert
184S geiant t« Londen, shot hg lioh na den
oorlog tan 18M fajj Pruilen aan, werd den Sisten
December 1866 Beieradi minister-president en
stond als loodaoig een lederatiete tereeniging
der Znid-Dnitadie staten met den Noord-Imit-
sohen Bond voor. Hokenlohe tvrralde alle plich-
ten, die het geti^ waren tan het in 1866 met.
Pmiaen gesloten terbond en leorgaaiseerde het
Beiersehe leger naar Pniiaiieh toorbetld. Toen
hg echter de schod niet langer onder toeiieht
der Kerk wilde honden en den Men April 1809
de Bntopeeiehe regeeringoi tot een gemeenscha
pelgk optreden tegen de Roomidie plaonan in
lake bet Va,tieaaiiMbe Concilie nitnoodigde,
haalde hg liefa den haat der trftrainontaDen op
de Tweede Eamei een motte tan wantrouwen
te^n hem aannaaien. Hg betorderde in 1870
Baeren'a deelneming aan den oorlog, it«mde
toor het aannemen der Rgk^rondwet en werd
tid tn onderraonilter tnn den eersten Rj^idag.
In Hei 1874 tertiok hn al* geunt naar Par^
bracbt terbetering in «e betiekiiainn tnaidien
beide mogendbeden, woonde het Congres tan
Berlijn (1878) aU DoilMh tertegenwoorïiger bü,
werd ia Jiüi 1885 stadhouder tan Ebaaïotba-
ringen en traebtte door beleid en takt de betd-
king met het Dniteehe beetaar te tenoenen.
Einde Oeober 1894 tot RpAanielier an preu-
den t tan het PmiéMw itMtemHiiiterie be-
noemd, verwierf hq door i|}o bniteolaDdaehe po-
litiek het tertronwen der nationaalgatinde _ur-
tijen; onder ign kaoMliersehap werd in 1897
Maotejan bcati, in 1898 8aoioa tenrorten en
werden in 1809 di KaroHnen, PalaneilaDden en
Uariaoen tan Spanje gekoebt. Op dringend ter-
■oek werd h|j den 17den Oetober 1900 tan tgn
aiUbten ontfaetoi. Hg trok lidi oit het openbur
leren terug en oterieed te Ragai den 6den Joli
""' "-- - 'Mikacbrilten, jn IB06 doo
uitgegeten, terwekten in e
m^ ..». ^u.— wd Rqk «ed i^MebadfiDg.
HohenUtk*, Omttaal AAtU, print xu BoJkMioJka-
BdtUtmy^Hnt, broeder tan dm voorgaande «■
kaPdinaaUriascbap t« Rome, den 36aten Febraari
1828 te Rotenbnrg gd>onn, itndeerde te Bonn,
Breslan en Mnnmni, lette sgn stadiën toort te
Rome en onttiag in Janoari 1849 te GUU de
piieatefwüding. In 1866 werd hg kardinaal. N«
d« inneming vu Rome door de ItaNaanacbe
trocput den 30iten Septenrim 1S7Q vroeg Bo-
k«nbAM, dien men aU een tagnulander der Je-
znleten beKbonwde, een lai^srig verlof oi
keMde «eral in 1876 teng naar Rune. Bisaürdfi
voouemeB om bet Dnitietae RQk door kanfinaal
Uoktnbdu te doan vertegenwoordigen I^ den H.
Stod, leed adiipbrevk op den tegenitand van den
Pant, waarna ma ntantaohapepoit onbnet bleef
en in 1874 verviel. Lto Xtll editer besoonde
den kardinaal in Mei 1879 tot bisschop van Al-
baao eo tot aartaprieeter der patinarebale Baat-
Ken Liberiana. MeermaleD werd hg geraaitoleegd
bü de onderhandelingen over een modna viveiidi
met bet Dnitidte Rgk. In 1884 wen] hü aarti-
ieater in de Sta llaria Uasgiore ie Rome waar
j den SOaten Oetober 1893 overleed.
HoAenlaAe, Barmm, vorst t% Hohnütdu-lan-
gtnburg, graaf von Ofeteken, den Sleten Aogna-
tna 1B32 te Langenhntg in Wflrttemberg gebo-
ren, stodeerde te Betlqn io de reehlen, trad eerst
io Wflrttembergsehen, daarna in Oosten rgkseben
krjwidittMt, nam in 1S59 deel aan den veldtoebt
in Itatia, werd in 1862 generaal in Baden en
ab loodan^ in 1870—1871 t«en Frankr^
U velde Sedert 1860 ia hij erfelijk Itd van de Eer-
■te Kamer in WSrttembeig en aedeit 1871 lid
van den Dnitieben Rijkadag. Deae benoemde hem
D,o,l,zedb,GoOgle
in 1878 tot Iweedm lóce-piesident. Voor een bn-
kfating vooi die belreUii^ in 18/79 bedankte h$.
Ook «M bij president Tan de dooi bem geelichte
Dentsdie SnonittlgeuUaeiialt tot liij den Sden
Noventber 1SM tot stadhouder wd EaAas-Lotbs-
nngen benoemd «eid. Den 8st«n October ld07
rroeg en rerkree^ hq ontslag. Oednrende ign
unbtstvd werd de diotatnni in Elus-LolbaTtngen
al^esriiaft. In 136S was bg ^troawd met pnnsei
LeOfMine van Baden, die in 1908 is overleden. '
Hg ma verwant roet de Emierin, da»r zgi zatter
met hertog frsiienJI; van Sleateyk-BoUleinSoii-
dtrhaiaen-Aitgtatenbvrg was gehuwd. Den Men
Htart 1913 is h^ OTeiteden.
■ohwilolia, prins Kratt von Hohenloke-In'
g^wgm, den Sden Jasoari 1327 te Kcncbeotin
oeboreD, werd in 1845 artillerie-lni tenant, in 1S54
upitein bg den generslen etai en miVitaii alta-
ebj te Weenen, in 1856 famiaiUgk 'vlengeladjn-
dut, JB I8H maJMT, Toeide io 1866 en 1870—
eanber 1970 den artiBerle-unTn} op Panis.
dert 1868 genenud-majooi, «eKl hg in 1871 ia-
■peetenr-^neraal, in 1873 coüKMmdant der 12de
«firisie, in 1875 adjodant^eneraal van den ksi-
ler, in 188S intantene- en in 18B9 artdUerie^-
ueraal. Hg orerleed den ISden Jannan 1692 te
Drewlen. Hy selireef: „UvlitiriMAe Briefe",
.^trat^Hdte Briefe" (2 dbi., 1S87}^ „OemtSdie
ttber Miterei" (1887) en „Ane memein Leben"
(1897).
HÓhfltlMhw&iivati, een dorp in bet Bner-
sdt» dWtiet Zwaben en in het arniDdlMement
Ftbnn. Kgt in een nradtig Alpengeweat, h km.
ten iDidoosten Ttn FOssen. Het telt (1910) 1070
inweDen, maat «s b^end w^ens bet aMaar ge-
legen, enenioo genoemde fcaateel tsb den koning
Tao Beieren, dat wA op de grens van Beieren,
Zwaben en Tirol totertien meren en beiggeTaai-
tan leihelL .De mde SdmiwaiibDieliten (Vor-
der- en ?! nteriMlMDselMrangenf lagen aan de bêï-
IJD^ Tan den NendecUierg en zijn reeds laag tot
SUM Terrallen. Ia pkats Tan dese «eikreeg het
■art^enover, <^ den HanDoibers gel«g«i kas-
teel Sotwanstein (894 m. boog) den naam Tan
Hob«adiwangan. In 1882 werd de toenmalige
kiooi^trine, latei ioning Jfos // van Beieren, oe-
sitter Tan den IxnwTal es deed door QuagUo,
OUmUIst en Ziebland den 'bnidit in ign m>i-
KKOokelQken toestand faersteJIeo, waarna dne
door ondeisebeiden knnstraaart werd versierd.
Koning Loievfk II wm gvwoon er Jaadi^a ge-
rijen t^ te vertoeTen.
KohmutantMi, een Torstelj^ gedacht, dat
Tan 11S6 tot 1254 deo DnitMlien Seiientroon
bcArleedde en in 1366 met Komwlgn in manne-
^ke ^ nitatierf. De «tamTader » Fiederik van
Bwen, aboo geiONDd naai bet doif Bnren
(thsM WlsdMnbemen) in WflittODberg. Hn leef-
de in het midden der Mde eenw, Tertroh att bet
dal naar den Stanlen, die hem toAcboorde, en
ontleende aan djeo berg en bet daaiop geiUehte
dot den naam van Hollm$taufe». Zqo >oon fVe-
dtrik van Stau/en *« Hoihcfufau/en, waseenaan-
haagei van keizer HemMk IF en gedro^ lieb
in den 4ag bü Hersenbnrg (1080) loo dapner,
dat de keiKi ben met bet hertogdom Zwab»
397
beende, hem ijra dochter Agnee ten bnwel^
Kf, en bem tgame iqn afweiigbeid in ItaHB
t bewind over DoitsCÜand toevertrouwde. Hier-
in is het begin te loeken van de grootheid van
zgn HtMS, maar teTene Tan «en langduiigen stigd
tegen de IFef^en. Bertkold, de zoon Tan den te-
Benkoning RudoU en Berthaid van Zahringen
Betwistten hem lijn hertogdom, dorfi hö werd
daarmede, na een longdniigen Btind, in 1097 nog-
maals pleditig beleend. Hertog FTtderik liet in
1105 twee ionen na, en keiiei Hendrik V
erkende dadel^k den oudsten, Frederik 11, als
heitog van Zwaben en beleende den 'iongsten,
Koenvaad, met bet heitogdMn Frai^n. De oeide
broedere Siteunden den keizer in den investitnui-
stigd. Na den dood van Bendrik V raaakle Fre-
dfTtk aanspraak op den troon, maar ^tAortM de
Sakter werd gekozen. Deze voiderde de goede-
ren teruff, welke frederik onder Hendrik V beko-
men had, ea bierdom ontstond een oorlog, waar-
in aanTank^nk de kans gnnetïg sdieen Toor Lo-
Ihariut, die door maditige foondgenooten onder-
stesnd werd. Weldra ecbter kwam Koenrood mm
HoAsfutetrfen nit bet fieüige Lood terog, vol-
biaoht een ttonteo toeht over de Alpen en deed
«ch ia 1I2B te Monxa kronen tot koning vao
Italië. Daar hg er eefater ign geiag tegeaover de
Wellen en den paus niet iröa bandhaven, terwgl
ia DnitseUand de macht zjjnei tegenstsjideri Ja-
gel0Ea toenam, lagen de beide broeden tiet in
IISS genoodzaakt, vengiffenit te viagen vaa den
keioei, Dcoe was gereed <^ te reileenen, en op
den R^sdag te MObBtMieen deed Koenr^ad af-
etaod van de UaKaaneebe Kroon, dodi behield den
eersten rang onder 4e iMrtogen, terwgl san hem
en aan zgn broeder aUe bezittingen werdM te-
niggegeTen. Daarop teigeieUen t{j Lothoriu
naar ItsMB, en na oen dood vaa LoUuavia weid
Koenraad (111) tot Doitecb koning gekonn en te
Aken gekroond (118S). De atrjjd met de WtUen
hëgoB weder, .tnen Koemraad van den Welfieben
Hertog mm Soben, Bendra den TrvtaAe, ver-
latte dat bg van de beide hertogdommen Beie-
len en Sakaen, waarmede bg beleend wu, dit
laatate zon «fitaon, en bem, toen hn sulkt wei-
gerde, in den B^elMtn deed en van al zgn henen
vernSen Terklürde. Bendrik ererleed tn 11S9.
Zgn bnMder Wetf VI -werd io 1 140 bg Weineberg
door Koenroad lU venlaeen. 'Deie aam deel aan
den Sden Kmistocfit (1147—1149). die geen soe-
ces had. H^ overleed den 15den Febntaii 1152
1 1 90). Het gelnkte hnn door zgn ovenrinDiag op
Hendrü: den Leem», dien hg ign hertogdom onf-
aUe«i Bmnawgk en Lnnebnrg Het be-
faouden, de madit der Wellen lm DnitvMand te
vernietwen. Door zgn voorspoed ia ItaM bad hg
den naiJveT tsd den pana opgewekt, en hierin ligt
de oomak, dat de pogingen vu innioon en op-
volger Bendra VI, oin de Diiits<^e iioon «fel^
te maken in i|jn geslMht, trote de bewiliging
van 50 Bi^tanden. eehi^enk leden, loodat h|
in 1196 met dan met moeite zgn wenteh berre-
^gd zag om igs tweejarig BOontJe Frederik tot
opvulgei te doen benoemen. *• Fansen afteer van
de BtAenMlauten waa de leden, dat na den dood
van BendrOt VI (1197) de berit^ wm ZOhrmgeit
DigilizedbyGoOglC
898
a(»EIN8TAUFBN— BOHBM&OLLBIiH.
in Tcraet kwam tegm den tot röksbeBtDiinlcr
beDoemdea Pkitiju wm Zwoben. Dcie, «on oom
van den minderjarigen FrmUrik, dong nn zelf
nur de koomkljjke wMrdigtieid, en loa in den
•trjid tegen OUo IV, die wedeimi door den penR
op den VDOigrond wu geolaatat, het geog ge-
feandliMfd hebben, fauKen hq niet in 1208 door
de iund Tan een nwordwMw geraUen «ai. Na
kwam Oliü IV aan het twwiwl, doch toen hji in
IlaliG iqn keiaerljfke rechten nrilde doen gelden,
haatde hg >ich looieer het ongenoegen fan pani
/nHoeenlii» til op den hall, dat deie den jengdi'
gen Frederikj koning «m Sieüii, in ign faeMner-
oun^ nam, Otto in den bas deed, en een sroote
partg in Duïtaehkiid teMn btn ophitste, frede-
rik begaf aich na naat Daitadilaoa, deed lich te
Men ak Frederik U fcrotes «n werd na de ne-
derlaag Tan OUo bg BoDTinee (1214) alleenheer-
Mher In DnitetUand.
AanTaokelgk aehenen alle omstandtgfieden de
teHieffing Tan zjn Hnia te begnnatigea. De be-
littingeo Tan den herttig mm Zëkrimpe» liden
hem ten deel; hn Deikreeg de famUiegoedeiM,
dooi i^n oom PUlipe TeiTreemd, streed Tooiqwe.
Mon Htndfik hem lou qtTOIsen.
ter te Rame aiïn gtootaa c3an
.__ _ ■ -?__ » 1,1^ j
t iqn
F?'
üeiierrgk te atiebten, waarrsn het iwaarlepnnt
in ItaliC ion wotden geplaatst, Teiietten de Wel-
ft» liob daartweu door oproer te verwekken in
de steden Tan Nooedelgk-JtaliS. 4aai onderechei-
den tegenkonin^n in Dnitachland te ttennen,
dooi lameniweringea te Hneden tegen t^a le-
ien en door hem hij heitialing den baavioek
naai bet boofd Ie riingereD. Door snn geeelkraoht
faaadhaaUe hjj de ffpoottieid Tan het Huis der
Boketulauteii, maw bg ign dood nrisde het ten
Tal, Nog gedurende ign Ieren (12S7) had hn iga
tweetÏM] iDon Koenraad te Spiere tot Roontdi ko-
ning doen kiesen, emdat de oadate kA dooi
veiiet tegen zgn Tsdei dat Tooirerfit onwaardig
had ^efnüakt. Koavaad I¥ metd dan ook hg bet
oireilgden van ign Tadei (12S0) itoor de neeele
atenden ah kdning eikend. I>o<li de tegenkonin-
gen en Tgaaden, die op aanaooriag Tan den pan»
tegen hem opstanden, es de Morloek, die op hem
matte, "KriaiadeD io DnitaeUand i^n maeht, aoo-
dat hg »eh naar ItaliS bqtal, «n ign ertg«bied
Afnliê en SicnliS in bevit te netnen. Hier weid
hg dooi zgo dappeien haUbioeder Manfrad met
kracht onderateaiMl. B^ «rerieed in 1264, Ter-
mo^elnk door Tersif. Zgn eeoige sooa Koenraad,
gewoonl^ Kottmi^in genaamd, was m de eenig
oreigehlereD telj^ der BoluiutmifeH, Terw^ h|
ond» de voogdgeehap Tan aijn oom, hertog Lo-
deteffc MR BeiéreH, opgroeide, poogde HoMfred
ign erfdeel in ItaK) te bewuen. Toen deae ktet
leH den troon van SidUt bekkoxnen had (1258),
riep dto pang, Toftsidewl in i^ Toomemtn Mt
de Hohemtmüen ten rv«l te hrengen, Eorel wm
Anian te holp. In den. dag bg &MT«Dtun (26
Februari 1266) veihnr Mmfrêd, door ign Rgkt-
Cten en door een gededte tan het leger Ter-
i, bet leTen. Het ineede bestnut Tan Karei
wAte intuisehen giooten alkeei, loodat ei een
machtige partg ontstond, welke KemTodgn olt-
Doodigde <ud nderlgken tioon te bektimraen. Hg
gaf dkaiaan geboor, maai Kartl wm Amjoh imebt
hem deo 28«t«Q Aogiutiii 196S bg Tagiiacoiie
een gedachte nederlaag toe, nam Iten gffrangea
en deed hom den 29sten Octobei 1268 te Nipela
met ign Tiieod frederik tbd Baden, doot beole-
handen om het leren brengen Van de overige
nakaneJiogen der Boluiutmfen overleed Snxio,
konioc Tan SardtniB, een looo Taa Frederik II,
te BoMgna in den kerker {Ï2K), en de drie io-
nen Tan Mtmtred eindigden eveneene lino leren
in da ^aBg«nii. Margareta, dochter Tan keJKT
Fredtnk 11, «loot «en iMigenikkig hawelgk met
Albreekt dia Ontaarde, en ComUmee, dochter
tan Manlred, trad in het howelgk met Pater IIJ,
kmiag thi Ara^on, die lioh in 12BS meeatei
maakte Tan Sicilit en wraak nam OTer den dood
Tan KoKTod^, Dieni besltingea waten na i^a
dood ten deel geraUen aan Beieren, Badu 'en
Wflrttadberg.
Ltferolmir.- FoH Baumtr, Oeaeiiieble der Ho-
benetanlen nad luer Zeit {5de drak Leipaig
1878, 6 din.); Jattrtm md IPiafar, Dentedie Oe-
eehtclite im Zeitalter dar Bobeottaafen (Stntt- -
nrt, 18&7— 1901, 3 dln.); Somm, Beitrlge inr
Geeehidite der leUten Staaler t^de dfok Leip-
lig 1912).
HolMBtwl«l, eengetoolceide, 88[> m. boo^e
phoDoItetkegel, ia een Wflrttembergeeh enclave )n
Baden net een praditig nitsioht op bet Boden-
meer en de A^n en met de nilnen Tas een
oude, TToeger beroemde bergreating. De Hohott-
wiel was ± 990 de reaidentie der geleerde her-
togin Hedmg «n AleaMMMl, wiet leren aan
den diditet Selulfel ttol gal toot inn bekeiKleii
roman „EUehatd", en kiwam in liS9 in het be-
lit tan Wfltttend>erg. In 1800 gaf de comman-
dant de Tcating aan den Franteben generaal
""""'" , die haar in de lucht deed Tlie-
geboren, weid gonrerncar Tsn Fïame. taad van
den fltadhondei te Tiente, in 1860 diittietbeatnnr-
det te iMiMit, in 1867 itadbonder ia Ka^othiC,
ia 1868 etadbondei te Lina en dui laten Fe-
btnati 1S71 eeiGte ministèren minittet Tan Biu-
Denlandeefae Zaken. Beedi den SOeten Octobet
Tan dat jaai legde hg de poiteleniUe oedei,
daar agn Tooretel, om een adfitandig koninkrök
Bohemen te iti<Éiten, groolen tegenstand «it-
moetite. Sedert i]873 wae hg lid Tan den R^ks-
raad en leider Tan het reobtet eentmm. In 1885
weid ImJ Toom'tter der Rckeakeaaer, jn 1897 lid
Tan het HeerenÉmi. Hg orerieed te Weenen.
den 96t6Mt April 1896.
Hohsuollsm of ZoOem een beigvlot in
bet Pmiiaeche Toratendoni SDnemoHein^echiii-
gen, <*eièelt lich nabü de stad Heobingen op den
ZoUeiberg, eea ateil, hegdronmg geTaaite, dat
900 m. bimn de etad Tei^^ Dat dot werd
noegei Zofre gdieeten en is het ttamalot Tan
bet Hnia BokensoUem. Het ia gebouwd in de
Ilde eeuw, dodi «t dien tj^ is efeebte een kapel
orergebkyen. In 142S werd het doot de Zwa-
bio^e Ri^uateden veioTerd en Terwoeet, doch
id 1454 weder opgebouwd. Io den Dertig]arigea
Ooilog weid het echter wedeiran TernieJd door
de Zweden en de Wflrttembergert, doch Frederik
DigilizedbyGoOglC
M^tin
1^ AvAJ-Jm
- "pi
1 t»«i>. t*«w.
DigilizedbyGoOglC
'kn Bruideiibarg-Sehwcdt «nt,
t, i 1688.
H«rU Dor. *.
tl7*4.
?l^
. Loai»e T.BruoiWgk-Bei
~ Wilkêtm
fSi.
Anhalt-KMbtD.
S«h.in.
80S.
LoMM<,tl876,'
geh. m. print Fred.
4. NadarltndaD.
p0M, ^{szafuir^a,
06. tl90S,|eh.m.
loria T. Willem v.
Mtanl». M«okl«nb-3chw.
e. '1880, «eb. m.
■ Agatba T. Ratibor.
JlmtriétU, Jfarfaniw,
918. MW&
geh. m, Harianna
d. Nadsrlaiidaii.
TFrtfcm, * 18M,
,geh.m.
Saurnaa-JalUch,
S. Marg.in
Hohanbbe'
Oehringao.
JTonl, * 1BD6.
•18».
r.XMpoM,
S«^getl.m.
■iM Sapbi T.
y.-HolH.-8.-Ait.
M8«3. '18W^
Sophia, ■ 1870,
gah. m. Conit.Tan
Griekenland.
D,o,l,zedb,GoOgTe
HOamraMJJËHN— HOBBNZQIUÏKNSCEE HTJISOIU»:.
WUitm IV, bniitt nm Pruüen, dwd bet ttuB-
slot Tin ign «ealM^t in 1850—1867 nau Ivt
onde ttwtek ea in deo it^ der I4de e«uw vol-
Esut <fc pltQsen TBB Slfllo- bentellen, looikt
et lidi DD Tcrtoont «Jt «eo deftig koainUqk
ksileel Bwt 5 tofciiB.
H»li«uoUam (h« de kurten bg het trti-
kel DnitMdK R$k), twee ümi het riot HoiMiiio}-
lern (lie aMMi) Mnoeaide, Troeger Ku*ereine,
sedert 18M bn Pnriieo ütg^tde TOriteiidoiD-
men fH<iiMBtoUera-He<iiiiigeii en H.-Sigmuis-
gen). Zg wnnea tunen een BiaHe, lu^ tuid-
«trMk, <Ke door Wtlrtt«nb«ie en BÜhn Higeili>-
t«i wordt en tkh In Z. O. Txiitiiw nu de ooet-
heHing Mn bet Zwwte Wond en iKt Neekardel
Int WfeT iea Donaa en tot in de Baimbeid tcb
bet BodeuieeT ait«trekt. Bofendien bAooren
duri)3 Dog 8 eneUvei in nsbnrige iMMlen. De ge-
umeaigfce epperrliite bedrugt 1142 T.km. net
(laiO) n on inwonen. Bel land ia orer bet
gebeel betgMhtig met den E^nbOil alt booMte
top (90S m.)en wordt dooideaDonuendenNee-
ku tttapr(»eid. De bodem berat jfüreili, gin,
steencout, ateenfeolen en wen en heeft «enige
minerale bronnen. De èocrfdnriddelen Tan beitaan
» en veeteelt, de nQveitieid
Mihe regeeringtdiilrict _^ „._, ._
djeaemenlen: Sigmaringen, QMumertii^n,
ebingen en Haigerloeb TcrdeekL
OeMhüdeniê (aie de tabeHei).
der Eohtnxol-
•ehjJDliik een
tik Tan faet Z>a-
biadie gedacht
der Burdiardin-
ge», dat in de
9de eenw de
bertogelgke
wurdighekt in
Riiaetii kreeg
en in de 10de
eeaw nan Zw&-
ben twee berto-
gen Bcbonk. De
naam Zt^krn
wordt in de kro-
niek Tan BertM 4t 1088) bet eertt ge-
noemd bjj de TermeUing Tan den dood Tao BÜr-
ehard en Wml ton Zorolin (1061). IFenTa aoon,
Adelbart wm ZoUem-HaigerUxh, ttiebtte in 1095
Q Uooiter bg Alpirabuti in bet Zwarte Wond;
Wapett van HoèeMoUern.
D doeiiter, de t
e frmtntntde, moet dii
tak nitceetorren tgn, fredenk I vim Zoln (t
1120), de non na boTengenoemden Burekani,
had onderBebeiden loou, waarTan Burekard II de
stammder wenl Tan jiet in 1486 nitgeetoFTen
gedaefat dei graTcn kor Boksnbitg, Fredmk 11
(t na 1143) ttiehtU de Knie der ZoUers.
Frederik lil (t 1200) een tleünoon tui f redt-
rik II en een tiovw aarihanger der Boitetutaitte»
Frederik l eo Hendrik VI, werd na ign bnwell^
met Sofkie nm Raabt, de erfiïocbter ran bnnAt-
Sraaf EoennwJ II, met bet bnrditgraaltoohap
en renberg beleend (1192). Zgn beide won». Fre-
dtrik en Eoenraod, regeerden eait oTer beide
landen gHOteonAÈ^get^, iticfattea daarna in
122T, doM deeling, den Zwibiaehen ea Fraaki-
Mfaen tik.
Koenmad I (t 1261), de «tichter der Franki-
ache Ign, wai eerat «en vertrouwde Tan FmUrik
II, die bem het herigdaai Ooetenrgk het bettn-
ren, doch koot, toen de keiwr in de ban waa ge-
daan, de igde Taa Hendrik Rtupê vm rAwwMm,
den tegenkoning. Na diena dood trad bg enter
weder in dienit der HoketutaUen. Fredérik lil
(1261—4297) wM een aanhawei Tan findotf
- "-' ■ - - " ■ - ■ hel
jjng;
het moefat bëm eefatei niet gehAken Albrsekl (1}
tot keiier te doen kieaen. Zqn toon fndtrUt W
keiierikeoM de igde Tan Lodamifk den fieier en
behaalde een tehitterende orerwinninK bij ÜOhl-
dorf, waarom lodevfk ben den „Redder det
Rgkt", noemde. Zün loons /oktm II (t ISST)
en Aibrtda aioten Ti«de met Kmri tV (1347),
Tan wien Jokm'i toon FttdÊnk V (1SS&— ISW)
een trouw aanhanger weid. Deae weid na bet
Teikrggen Tan Aaebadi en fiajTenlh in 1868
riiuTOTit en liet bel bnrefatgrufaohap na aan
igTnona lohM lil en iVetlenk vCbt laaUte
voegden in 1415 aan ign beaittingen de marit
Brandenlnirg toe. Of hem, ah markgraaf en
kenrTorBt Tan firandenbanr Fradêrik I, ToJgden
elf vonten uit bet Haia HaktntoUtnt; de laat-
ste, Frederik lil, werd als freifertk I in 1701
koning van Fraiaen. De leveade koning, Wükdm
l nam den ISden Januari 1S71 den titel van
DaiUch keiier aan.
d«rik den Ridder en Frmkrik van Mtrktnberg,
gesplitst in de Hobeniodernsehe en Sehalkibgis-
aebe xglgaen. De UaUte stierf in 1408 «t. Ib
talrijke onderrwdeeÜngen van de lijn kwamen
eindelijk de BohemaUernaebe beaittiogtn onder
ioêt NiUmu (t 1488) weer io Mn band. Hy trad
in nauwere betr^ing met de Frankische Ign
en begon met bebnlo van deie io 1454 den stam-
bnreht weer op te Donwen. Dit goede verstand-
boodiog bleet onder JotF* tooas beitaan; iji be-
£ lalden, dat bg het nitsteiTMi Tan bon getlaebt
on beaittingen aan Brandebbnig tonden komen.
Kant I (155ë— 1G76) werd in 1584 doM keiaer
£areJ F met SiamuHigen en Vetaringen bdeend
en bg lön dooaatiAtten lÖB looaa, SiUl fti»-
driek lY en Kara II, de lj}nen Htdtinom en
SimtMTtaoen. Belde Unden weiden (iWil en
1849) bij Pmiaen ii«diifd. De tak fiokeMtoUern
— HeeMngen stierf in 1669 in de maanelgke Inn
nit, met den dood van vont Frederik ITiUtfhn
Konêlantpi; de tak HokentoUern — Sigmarinaem
schonk aan Roemenie iHn koning, door de ne-
noefoing van KoreJ in 1866 tot vont (van 1881
lot 1914 konii«) van dit laod. EsreTs broeder,
Leovold, bet boofd van het gealaebt, gaf, on-
danka lijn weiserinK, in 1870 aanleidins lot het
niAreken van Oen Franseh-Dnitaehen oonog door
agn veikieiing tot koning Tan Spanje.
Helisiiiollamfloli* Hnlsord* weid den
Sden December 1841 door de vorsten van ^okm-
lolfem en Sigmaringen tol beloonin^ van bni-
geiigke en militaire verdienaten gealieht. Na de
DigilizedbyGoOglC
HOBBNWLLSaWSOHï: HUISORDE— flOL.
TCKeDigine *u Bcbemollern met Pnnaen :
]85t werd ly ia ten koninklijke baisoide T«m
d«rd en in twee afdeelingen eespmat. De PruüisoAe
orde heeft aU insignes eenkrniB (vooor militaiTe)
eD een arend (toot borgerl'pe Tcr^UeoEten) en
telt vier graden in tien tr&ppen. De vorttelüke
RoftentotltTTitehe bnieerde om-vat les klawen en
beèlast nit een krais met gooden TOtetenkroon.
HOtanel, Ludwig ridder von. een OoBtenriikMh
Afrikueiiiger, den 6<ien AngnètuB 1357 te Fie«a-
bnrg g^ren, beiodit de siftriite-UMiemie te Pin-
me, werd in 1879 Yundrig en benlei<}de in 1888
gruf Bmtutel TeUki dut Ooit-AirikL Tm Pan-
gani ait begoaneD de rasiger* in Febnui 1887
hnn reie, trokkeD aelitereennrigen» nur den
KiliaiaiMhjar«, den Meroeberg, den Eeoia en bet
BariBgomeer, «kiegeii toen Noordwaarti tl naar
nog niet bewehto luden, ontdekten den 5den
ICaart 18BS bet RttdoH' en den 30aten April het
Stephanienteer en bereikten den 25eten October
weer de kuit. Ia 1802 trok bij met den Ameri-
kaan Attor Chmter tu de Witoeknst naar bet
binnenland en bereikte den Kenia, waar hq eeb-
ter door een neaiboom iM ematig gewond werd,
dat fan naar lEnnya oraeet temgkeeieo. Hij
■ehreef: „BermtroMtafmnlnng wUireDd dee Qra-
hn S. Telekii Afrika-emifitioB" {I8»0), Znm
Rodolftcee nnd maStepflanieMe" {1892)en met
R(mhmU, Toula en Suett ,3eitrige ini gedogi-
ae&en Kenntnia det Mtiidten Afrïas" (1891).
BoitMma, Cofiuê, in 1867 te Groningen ge-
boren, promoreerde in 1893 MD de feoogeadwol
aldaar tot dodcrr in de Kheikonde op bet firoef-
•ehrirt: Orer den inrloed van een eleetroljt
oo de otjfoeburbeii} lan een tweede met een ge-
Igk ioon", waa sedert 1S99 Kd van het Mant-
ewlege, belait met de fnnetie ran inepeetenr-
eMaieoT-generaBl. Sedert f Jana^ri 1902. na op-
beffing Tan bet Hnnteollege. ia hg mantnieea-
ter bg 's Rük> Htint. S^ tebreef (<met J. W.
A. Baage» Smit): „UqnaUe (ongeijftelaiAtt^eid)
Tan btnairc m^MlIegeerMigen" (Verban d^Logen
der Eonink^ike Aeadeone Tan wetenMhinpea,
afd. wie- en natmirkiinde, late aeetie, IX, 2,
1905); met F. Feith: „De Utrecbteche mant nic
baar Terleden en beden" (Utreobt >19il2).
Boliu ot BogM; Andréai, een Nederlandacb
D geeehiedenie te Dona;. Valeriia Andrea*
behoorde tot s^jo leerlingen. Hg oTeileed om-
■treekv bet jaar 1681. Men heeft Tan hem een
aantal Latijnwbe gediiiiten en redeTDeringen,
„Pio eritieta aptrfogia ad J. iiiprinm etc." (1594),
.^iatoria nntTena aaera et profana ab orbe eon-
diU ad Ohriiti Domini natalem etc." (<16Se),
„Hattbeni ae Haccabaent bItc oonetantia. Tia-
goediae laerae ete." (IS87)
prorineie, die bet eiland Jeio en
omrat. Zg telt op M012 T. km. (1906) 495 862
inwoMra. De ooripionkel^e idM»4>eTolklng
(1808 : 17 678) wordt boe langer boe meer door
de J^)aBD«n tenig ge<koDg«L Oe provinde
wordt Terdeeld in drie iten.- Nanora, Sapporo en
Hakodate.
HokkaUne ie de naam Toor het mnd dat,
in het Toctj&ar geboren, ign eersten ataltöd door-
Hokkovoqrals (BoendenogeU, Craddae,
V i g.) ijjn ZDid-Amenkaanacbe vog^ van bgna
een meter lengte. Zg bebben een langgeatrekt lï-
efaaam, een tamelgk langen emTel, korte, a^^
km en bale. Het gerederte is raw, grot en
meeital donker. De bwkoTo^ls fertoonen vrer-
eenkoout met de dniTen. Zg leren io paren, roe-
den licfa met Trachten en uden, neatelen lieii
meeetal op boomen en leggen weinig eieren. Er
zijn 12 getl>dit«i net 5S loorten. vao de twee
onderfamiliin, SofcitoAoeMien (Cnehm Gtay)
en ijtikothotiidtTê (PeiulopimiK Gi»,j), Teitoo-
nen de eereten bnn Mgen aanligbeden in een ta-
melijk langen tnaTel met een wathnid ua dei
wortel, welke haid den Taak Toorkomraden bolt
bedekt, terrrnl de Tederen op den kop tot eeo
kam Terlengd tyn. De hoUo (Ona oUeUtr L.)
wordt gevonden in de omrondeii van Gnjana en
Paraguay. Deze beett blanw-iwarte teeren, dodi
de baik, de etnit en de einitaoom Tan den staart
ign wit. Hg kan niet lang in gerangen etaat g»-
hoodea wolden. Zign Tleeech emaakt leer goed.
Hokocmal, een Japanseb lefailder. tedenaar
en faonteraTenr, in 1760 gwboien en ia 1849 oTei-
leden. Hg adireel Terhalen, dit hg lelf Terlnehtte,
en heeft ook boeken Tan anderea Tqrhdil. 7^
voornunste weii heet „Hangva" en ia Tan
1812 tot 1835 in U deelen Tersoheun. HeAocsM
ie de laatBte der ?roote Jaftansdie knnetenaan,
en beeft voorot in het «edeigevei Tan het dage-
Igkadi Icrren uitgemunt
Hoknapokm i« een uit oh had a&ooilige
nitroep im eooeheUan fcfj het TertooMn litB-
ner kunitetnkken. De etjiK^ogie ia ooehn, hoe-
wel de meening van TiÜoUliM, dat het eea wr-
baatering ia Tan de ATondmaalrfonmle; „Hoe
ett eorpHf mnnn" (Dit is inQn lickaan), die ont-
itaan loa iga in den tgd der Herrorming, Kcr
waarsehijnlgk ia. Anderen leiden het woord af
Tan een leketen toovenaBr Oekxt» Boeina; inder-
daad droeg een Engekdi, in 16S4 Tertehenen
leerboek Toor toorenaarskunsteo, den titel „Ho-
eoa Poens jun".
Hol, Riehard, een Nededawbeh eomfwnltt,
den SSiUn Juli 1835 ta Amaterdam geboren, itn-
deerdc in de theologie, geroeide lieb echter reedl
apoedi(f meer aangetrokken tot de nmalek en oni
Ting iiJn opleiding aan de mmiekiebool in ign
geboortestad. Reedi in 1354 werd bQ direetenr
TM de aangveteewiog .^olj^lbooi»." aldaar,
een paar jaren later direetenr Tan Amsteli man-
nenkoor en Tan de AimtejidMntdie aNeeling Tan
de Haataehappij tot beTordering Tan de Toon-
kaut en werd directeur van « stadKoneerten
te Utrecht en otgumt aan de DouAeik. io 1875
direetenr Tan d« mnnrtaebool te Utrwfat, ia
1878 -Tan „Caecllia" te 'a^Orarenbage, latei van
de ,J>iIigentiBeoneerten'' aldaar ea m 1B93 Tan
de „klauieke eraeeiten" te Amttoidam, Tcrrd-
gens direeteni van de stadwoBeerten en Tan de
mniieksdMal der Maataebat^Q van Tooikwwt
DigilizedbyGoOglC
HANS HOLBEIN BE JONGE
De H. Mugd, door Buigemeciiter Meycr «d lijn geiiD veieerd.
(Grootheitogelijli Paleii Ie Darmstadt),
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
HOI^^HOLfiEIN.
401
te Utreeht. Eq orarlmd dan ISdea Mei 1904
tUui. Hol Bdireef w«rk«n voor oik«Bt, Toor
maoDenkoor, cantaten, liederen ent-, en toonde
licb d&aria een vaardig componist; duibq is lyn
groote TerdieD«te, is den tijtt, d&t. tiot« het werk
Ttn Verhultt ooie taaJ onoiiifibur weid geacht,
ign meeste Tocale werken op NederlawlBehsntektt
te hebben gee<^reTea. Ook was^ eenoitneitMtd
dirigBnt, die ei veel toe heeft bügediigui, bet
mniiekleven ten onzent in ToomitstreveMen lin
te ontwikkelen. Verder beioEgde hq een aitg^T*
Tan een handleiding tot 4e ungknoat onder den
titel T«n ,J>e jeof^dige i&oger" (1875). Tan ijJB
grootere composities noemen wg: „Lekiens ont-
let". „Ont Vaderland", „Der Winde KBnig", ,j)e
Tlkgende BottMMleT", „Vond^', „Heiliseries",
„Viede", „H<dlaDdt glorie", .iËAUniii' va.
Ook tehnat bjj de bnxdiniv ^.Hnaftale oinamen-
tiek". De Haataoiiipt^ tot fceioidering der Toon-
kunst, het WiDemHonde te Qent en andere Oe-
nooUehapiMii tieUien onderieiMiden ma ign
werfcen met gond bekroond.
BoUld*r noemt men elk der beide aderen,
welke liür aderlgk bloed, dat lan int li-
ebaam komt, nitttorten ïn den rechter hart-
boezem.
B(rilHU9b, PoxJ Beitirieh DUtrieh toron nm,
beim in de Beieis(£e Pi^ts |geboreD, kwam reeda (^
jeugdigen leeltgd te Parge en bleet er tot aan
2gD doott, den 2lBten Jnni 1738. Aan ijn t^'^'
oDttioR lii) de ediiajidente mannen en beroemd-
ste ediniTerB ^ner eenw, Coitdoreel, Didwot,
Dueloê, HdveHtu, Roynol, Roummw, Bnflo» em.
HQ lelf waa een «itstcieiHl edirj^r. die oHge-
breide kennis aan groote seherpïiflniffbeid pau-
de. 'Het impMiiag weikte lii voor oe *erq»rei-
dtng Tan den natnarlgken gondiefist en Tan de
leddeèr, tenr^l ttü bet CItriateadom en u het
algemeen leder bepaald ffodsdienatiteleel be-
streed. AanTankelgk nrtiMde bg «en reeks na<
tnnrlinndige werken: nit het Doitsdi. Toen in
1759 Boutm^er, een taleotrol ingewenr, op jeug-
digen leeftffd weg orerleden, bewerirïe hq
diens nagelaten bandschritten en gat ic in het
Kdit. Hq Toegde er echter Teel Tan lich lelf ^j,
«Mals: ,.Le aiistianisme déToilé" (1767), ,.Bia-
gion saerée" (1767>, ,4}e l'^mpoataie •aeeidot»'
Ie" (1747), „Lettre* i Eugénie on préserTatit
contre les préjngés" (1768). ,Jies prètret ddmaa-
qofa" (1768), ^'eacrit do Jndaisme" (1770),
waarin de tegenetrgaiglieden des Bgbel* in bet
IJdtt gesteld en de godwUeneten »ie voortbreng-
selen van Mtfmefatig prieaterbediog besohoutTO
worden. Qedeeltelgb waren de>e geiehriften om-
werkingen Tan boeken der Engelsche delslen.
DaortM behoort ook ign „Beee Horao. Hietoire
critiqne de J^snS'Chriet, 'on analyse raieonaée
des éTangilea" (1770). In 1770 verseheen ook lijn
,£jstèiiie de Ia natnce", det «k ign hooUweik
wordt bescboQwd. Hg gaf daarvan een aittrekiel
onder den titel: „Le bon eens au tdées natnreUei
efiposées anz snmaturelles" (1772). In een reeks
latere gesobriftea trachtte hg te bewgxen, dat
de godsdienst Toor de ledelö^eid en het hiei«p
roetend volksgekik seer goed gemiat kut wor-
IX.
den, ja, daarvoor sdtadelgh k. Hiwtoe bcèooren:
„Eesai sur les préjuges'" (1770), ,Ja pölitiqae
natnielk" (2 dfn., 1778), „Sjvtème soeial" (3
dln., 1773), .Jj'éthocratie on le gouTernement
fondé sar la morak" (1776) en ,iUi inoraJe uni-
verselle" (1776). Al <S« geechriften versdienen
gedeeltelük zonder nasm des sdirgven, gedeel-
telijk onder dien van OTerleden personen en Ke-
deellelj^ ale vertalingen uit het EngeÏEeb. Hm-
boek stond in groot aonslen bjj Oatharina 11
van Bnshnd, die hem over in te voeren wetten
raadpleegde.
Bolbalii. HaiUf de oud», een Dnitseh tehU-
der, omstreeks 1400 te Augeburg geboren, ge-
storven le benheim in den Etsae in 1SS4. Hg
Bchtlderda aanTankelgk in den tiwit van Jforfm
Sefumgausr, looak een aJtaarttnk in de kalèe-
draal te Angabnig van 1463 bewjjst. lAter v ~
de èjj ifoM Siir^tiiMnr,' in diens geest b
ign twee tehiUwgen in bet SL Catharini
r tote-
aadeld
. . Catbarina-Uoatter
te Angiba^ Tan 1496, die tafereelen nit het Ie-
Ten Tan Jforta en den wottel Pmtbu veiïiedden.
Een «igen stöt toont Holbein in twee eehüde-
rgen, dM van 1512 dagteekenen en nu in hel
rotiteHn te Augabnrg ibemeten; alt ign meeater-
stnk geldt een drieluik Tan 1616 in de Pinako-
tfaeek te ïftntèen, dat de marteliiK v«i den H.
S^taêtiaan en, op de Iniken. de H. Barbmv en
de H. Elitabetk voontell. Teekeningra i&a Rol-
bain heoitten bet museom te Baiel en dat te
Berlijn. Een mansportret van 1515 door Holbein
liet men in het mosemn le Daimstadt.
HolbetH, AT/Arosiut, een Duitseh tehilder, loon
van den Toorgaande, omstreeks 1490 geboren,
MMtreeèe 1530 gestivTen. Hg waa een leeriing
van zgn Tidet, en beeft Toor^ teekeoingen voor
honleneden gemaakt, die ak verlachting van
bodeen, door froben, Petri en Gemgenbaeh té
Baiel uitgegeven, dienden. Bdiildergen van hem
beiit het mnsenm te Basel.
Roibem, Bana, de jonge, een Duitseh sdHlder,
zoon Tan den eerstgenoemde, in I4&7 te Ann-
bnrg geboren, den Seten Oetohet 1543 te Loaoen
gee torren. Hg was een leerling van ign Tader
en B'ing ia 1514 naar Basd, wMr hij in 1510
ia het SULneasgild als meeeter WMd aangnio-
men. In 1526 Terlrok Holbetn, op raad van ïfos-
mut, naar Londen, waar fag tot 1629 Ueef. Tooi
keeide hg naarBaid terng. In 1582 Testigdc
HMein nch toot goed te Londen, waar hg in
■imS tót hoftdiitder ma Béndnt VUI werd be-
iMsmd Ak «oodaaig maakte èg vertefaeideiM rei-
len naar het vastennd, taa Toor den Jronïng por-
tretten te tehikleren.
Tot de TToegste weiien van Holbein behooren
de teebeninffcn, die een eiemj^aar -na „de Lof
der Zotheid*' door frotnuu, nn in het mnHom
te Basri, T^nditen. Zg daffteekenen tan 1516.
hl 1517 beeiiUldenle HoOmn een gevet te Ln-
oem, die niet meer bestaat, dodi waarvaa de af-
beeMfa^n b«nvaard bieren. Van 1521 dagteeként
de ,iDK>de Chtistos" in bet mnsenm te Baael,
TMi 1522 „Uaria met St. Uaaiten en 6t. Ursos"
in het mnaeum te Solotbom. Het meest beroem-
de stok nit dit eerste tgdperk van den kunste-
naar is van 1526. Het stelt ,JfKia, door borge-
meester Ueget en sjjn geiin vereerd" voor en be-
Tïndt lich in bet pdeie te Dannstadt. Een oofria,
DigilizedbyGoOglC
402
die luigea tijd voor liet onginMl góti, bedt het
miuenin te Drewleii.
Ook fn^ie portretten cgn uit dien eentoi t^d
ftfkointtig, looiU dat tbd BoKÜaemt Awurbaek
II519) in liet mnMom te Bud, dkt tui firatM«t
1523) JD öet Loarre t« Parg», een Troowenpor-
tiet (152S) in het Uftaritshau te 'e-GnTenltige
en twee Troawenpoitretten (1526) in het mmeam
te Basel. Tödeni ign eerste rerblgt in Engeluid
eehiidtrde HoUmn de poitrettoo tm autabw-
■diop Warham (1527) in Umbeth Palue te Lon-
den, ven Qumord <1528) in liet kaïteri te
Win^r en tu Sieolmu kratur (1528) in liet
howrn te Pirqi. Toen Bolbtin weder te Bud
tera^^eerd ms, Bohtlderde hg SroÊmtu (l&SO),
mi u bet moaenn te Perme, en de meeiterlgke
groep Tin ^n Trouw mi twee kmderen (1^)) i»
n«l moMsm te Bsiel. Tan de talr^ke portretten,
die Boibtin tgdena sgn luiste Teitilgl in Enge-
laad maakte^ Manen wg dat Tan den kot^miaa
öfite* (1SS8) M bet moaeam te Berlgn, dat Tan
twee geleerden (1583) in i* National OtiUij te
Londen, en twee portretten in bet Uanrltlhnia te
'<-Or«Tenbige.
Bolbtin wat een leer TeeliQdig knnitenaar.
Het tnueam te Baid beait tmi Mm Ted ont-
_ _ ikt. De prenten, naar die twkenin-
Kn *erraat4i*d, waren tU Terhichtingen Toor
eken beetcmd. De mecat beroomde lön die tom
een tiübeLdJedoorJfefeAüre&CiityMTrKAeel in
I63B went mtgegeTen. Zq Mjn door Bohm Lülul-
bmger in twat geiMden. Dnelfde «itecTen ion-
den ookde,JinaeiBean>orttt",deif. „Doodendan-
ien", ^e aldaar) Tan flottnniniieflidit. De groo.
la deeoratime werken, die HMein in het itad-
bnia te Baael en in een la^ te Londoi vitToerde,
beetaan niet meer. De teeieningen bleTen eefater
ten deele bewaard en geren eonig denkbeeld Tan
de «diooalicid, die de «rigineekn moeten hebben
tieteten. Eindelgk moeten ne^ de prachtige por-
tretatniKea genóend warden, door BMMk ^
teefcaBiagen TerTaardigd. De neeite bertialni op
bef kaateel te Windtor.
■ollMlV, Lüdmg, Trgheer ton, de Tader
der nieoware Deenacèe tetterknnde, den Sden De-
eamfcer IS84 te Bergen in Noorwemn «boren,
•tddeerde te Ko^nbam ia de godgdeernbeid en
went vervdgens bniaonderwgier. ZQn onden
OTerieden, terwql bjf rieb aan «e ODiTcraitdt be-
toikI; ia weerwil tui qn benarde «matandight
den iUagde bS er eebtw Ia door bet geTcn Tan
lesaen tooTcel bbeen te breasen, dat nQ Neder-
land. DnitMhland en FiMBkrQk, later ook Enge-
land ton bezoeken. BQ ign terugkeer te Kopen-
n gaf hn weer eenig« Jaren onderwQi
, werd daarna bniteiwewoon boogleeraar en
ontring de ogdraeht de Dnitaebe nniTertiteiten
talen, werd «
te beioeken. HH ring ecbler naar Pariih, <r»i
hjj jn 1714 en 1716 werkuan wae. In 1717 werd
hg boogleeraar in de metaphjaiea, in 1720 in de
welapreieDdhekk in 1780 io geecbiedenia enaard-
rqkainnde, ia 17S5 reetor en in 1737 quaestor
der tmiTeniteit te Eonenfwgen. Ni lM^«efde
bg iqn krachten aan 4e aahre en nin daarbij
jHtmalia tot Toorbeeld. iBij «ehreet een kooaiaeb
heldendidit in JMoben: ,J^eder foan" (1719—
1720), dat beoi grooten focm besergde. Hieron
To^gden: „Huw Uikkeleena lire skjcmtedigte''
(1722) en later „HuiaUikkelteniMetanorphoieh
eller ForTandlinger" (1726). Een toeTal briebt hem
tot het besluit TOor bet tooneel te weiten, en bet
bleek,, dat bij daar bet reehte gebied Toad TOor
ign RkTen. Hg aehreel in korten tijd een greot
aantal bljjtpelen, die onder den titel „Han* Mik-
keleena Cfomedier" (170:3—1754, 7 dln.) grooten
bgral Tonden. Op <^ wnw werd hij de grond-
lager Tan het Xieentebe iMfsp^ en de lerendiee
Inim, de gceatige aehoFtB en de oorapronkejgn
karakters igoerUüapelen garen been een eerrolle
plaata «ider de blg^iddicbters van den nieawe-
ren tgd. Z^ bomorMtuefae lAtgnaefae roman
,3icolai Elnunii iter aobtarraneum" (Onder-
«ardaebe reis Tan Klaas Klia) ie in de meeste
Elnrapeeache talen orergeiet. Ook ala geachied-
sebrijTer heeft hg groote Terdienetea wegena ign
.Qeiehiedenie Tan Denemaiien" (3 dtau, laatate
in den trant van Flntardmi" {1753—1757, 4
dln.). Verder leTerde hjj ledelgk-ptmnlaire verloo-
gen ta liin ,3rie*eB" (1748—1754, S dln). Hg
overleed oogehnwd, den SSeten Jaoaari 17S4.
Zie: Brmdêê, h. flolbeig. Et Festakrift (1B84,
ook in het Dnitaeh Tertaald).
HotMior ia een boor, waartan bet werfciame
gedeelte in de dwartdooranede de gedaante heett
van een baUeiikelToimige genl, mvuvm de red-
te kanten angdead ign.
Helbom, een deel der stad Londen, ligt ten
N. der Tbeenia en telt als metropalitaa borongb
(1911) 49S57 inwoners. Het HottMmnadnetaier-
bn^ het 8 m. diepe dal *m da Theemabeek
tnaadwn de Citr «b Oxford-Street ea ie 4S0 n.
lai^ en 25 m. breed, flet HoKwrn station is een
der booMttations. Onaitegenover ligt de oode
HeUige Orafterfc, die oa den grooten brand ran
1666 door Uren «pnieww opgeboawd werd.
opniewi
Zoroon
Zie Zorggrot.
, Edward SmgUto», «en Aineri-
kaanteh sterrenkundige, den Sden NoTember 1848
te St. Lonia geboren, atadaerde te Waabington «i
aan de tntiitaire aeadeate te Weatpoint, werd
in 1871 luitenant en in 1872 faQ bel ingenieor»-
eoips geplaatst. In' 1S78 «aa de maiine-tlerren-
waefat te WAsbington verbondeo, werd h9 In 1881
direeteor van bet Washbarn-, In 18S6 *aa bet
Liekobeervatorinm op dea Konat Hanflton, wd-
ke betrekking bij in 1S98 n«l«legde. Ia 1901
werd h^ bibliothecaris der militaire aeadeuMf te
Weatpatnt, Hn itiditte de „AatnnoBiiea] Soaetj
ot tbe Padtie , onderaoebt d« nevalTlekken, ape-
ciaal die van Orion, gaf goede pbotograliein v»
de maan en schreef: ,JfoiKigraph oithe centre
Ert of the nebnla of Orion^ (IB82). „Sir Wil-
m Heraehel. bia Kfe and woiks" (1881), „Me-
moriala of Witkam Crandi Bond etc." (1801) en
.jaenwntarr aatronomy" {1899); *etder ,JIo-
gal «mpeiore of Hindutaa, lSS^-1707" (1804),
„Primer of heraldjT (1808) en «ader den sehul-
naam SvtgleUm een aaatal bellettriatieibe wer-
ken.
Hold«r, JmHiu «om, een Wfirttembergach
DigilizedbyGoOglC
BOLi:>BIU^B0LBNTUUU.
40S
atutamu, Am üttm Hurt IS19 te Stntlptrt
geboren, BtndMpde te Tubingen is de reohten,
trad in 1842 ia dienit 1)9 de Wflrttembergsdie
justitie en werd jn 1849 lid dei Tweede KaoMr,
wMr hn tieh bij de demoentfadn putij aansloot.
In 1856 weer tot lid de der Tweede KMnei
kozm, wnnde hjj <le ,^ortM*irittip«rtei",
streed de deiieale politiek tan bet miaieterio-
Linden bcTOiderde het totstaadkofnen nn de
Dnitsehe eenheid, atiehtte in 1866 de ,4)ent«die
Partri", en werd in 1875 tot «rewdent der Ka-
mer vekoaen. Tan 1871 tot 1881 wal ha lid Tan
den Rnkidag, waar hg tot de nationaaUüwraleB
tiriioorde, weue partq hjj eehtei in 1879 feiliet,
daar faB baar opfKwitie ia lake fcela«(tw)ie>'ior-
miag oiet soedkearde, en werd in 1881 WBrttem.
bei^di Duniat«r vas BianenlandMÉie Zakea. Hg
oTeileed den SOtten Angaataa 1887 t« Stnttgait.
H5U«iUii, Johan* Chrütim FriêJrük, «en
Dnitaeh dittitei, den 29it«B Haart 1770 te Unf-
fen ia WOrttemberg crtwiea, atndeerde te Tnbia-
gen in de go^sdeerdheld «n Tertoefde terrolgena
«ent aal^ en toen te Jena, waar hg kenaie aan-
knoopte met SekiUtr. Ooeth« en Herdtr en nwr-
al met eeratgeDoeoHi* wanne Tiiendeebap aloot
De pogingen Tan Mtüler, om hem te JeDa te
doen Dieven, mirinklen, loodat HOlderlin met
veenln te Frankfort aan den Haiii de beliekUng
vaa baiaondenqlMT MuïTaanUe dodi een aooo-
lottige neiging opratte Toor m moeder ifiner
kweA«lingeB, die liq als Diotima teiheerlj^te,
terwfl) tg dien hartttoeht beantwoordde. Door da
moeiuSkfaeden Tan dese Tertionding klom ^n
wieTel tegen de maataebaf^Ü tea top, ea ag
openbaarde ign ateifc gapnuetde gemoed^e-
eteldbefd tn den Toaao ,3y^Tfoi>". Ia 1798 nam
fag atedieid Tan DioHma, ging cent naar Hom-
bnrg, toen aaar Zwitsenand ea eindelQk naar
BoiiJeaoi, om 0(A Uer als baiaonderwgier weifc-
laam te tgn. In lompea mbald en alt een mTae
naar lichaam en ^^nti Kwam hg in 1802 in
Dniteehland terag. Te midden xfjaer Tlaffen Taa
raierag bad fag eebtei ook betere ooeenDllkkea,
waarin hjj „Aatigone" ea „Koning Oedipoa" van
Sophodéi TertaaTde. Na een TmebtetooM po^ng,
om hem de betrekking «ui tHblioAoearie te Hmd.
bnt^ te beioigen, werd hg in een kranktinnigea-
geetKbt geplaatst, doeb oa Terloop Tan twee taai
als ongeneeslijk osttlagen. Daarna weid h^ te
TiAingea opgenomen in bet bnia Tan eea MfaiQn-
werker. Hn wu niet in staat geroeid te
denken en bield lieh tteedi beiig met bet ■ebrjf-
Ten Tan oden, die ODberiapelök Tan Tonn, maat
uiiiniHg Taa inhoud waren. Hg overleed aldaar
den 7den Jnni 1848. Het Iteat^ dat wS Taa bem
beiilten, ign de „LTrisehe Gediebte'^ in 1826
nitgemen door SehwA en VUmd; tg oader-
scheideii lieti door ongtmeenen gloed en door een
grooten rjjkdom van denkbeelden, GrootscA, di^i
geds^t, maar Terrnlit met «en liekdÖken wre-
Tel tegen Doitaehe toeetaaden, it tgn roman:
„!^pperion oder der Erenut in Griechenland"
(1707—1790, 2 dln.). Zgn geiament$k< werken
^n bg heihaliag Tersdienen.
HMdlnr-OoinpmiiT noemt mett een maat-
sdiappg, die aandeelen Tan andere maattehap-
pjjen In beiit heelt en deae beheert. ZQ int de in-
Ttduden op de in baar beait i$tid< aandeelen en
Terdedt die onder haar «Igai aandeeUioaden.
Ueeita] wordt een boiding-eoupanj epgerieht om
te Toorkomen, dat de aandeelen- Tan een maat-
üdiappg te *eel Terspreid worden of in «we-
wenccbte, bgvoorheetd taitenlandsdie, faaacMn
Srakea. Ia den re^ri lat de holdii^-eompanj
n ook toodater cnn Tan bet meerendeel der
aandeelen eener onderneming, waardoor ig er
Toor kan waken, dat het B^tnor dier onderne-
ming nief nit baitenlasden tieelaat. Zoo ia de
naamlooie Tennooticfaap „Nederlaodsebe Scheep-
Taart Unie" hondttet Taa het aeerendeel der
aandeelen Tan de aamnlooie Tennootiebappen
.,StoomTaart Haataeb^tpg Nederland", „Botter-
dameefae Llojd" ea „Koaifiklgke Paketraart Haat-
■olmi. Zie Qrolhn.
XtHahtr (UrtUÈ «mAmm) is een berenaooit
nit bet b^D TSD het dilniale ^dperk, die sieh
Tan aadere Mortea TOMoamdgk door ign tea»
aebti^ gnwtle «a bat oatbidwB'Tao eea kteia
tandte aëhier dea boektaad oadamAeidt. Ia Ter-
aebillende boln baefi mea boedeiden tefaedels
Tan doM aoori nitgegrafen, «en bewfs, dat de
bolenbeer werkelBk aldaar ttvlsde, terwgl de otei-
U^jffaelen Tan anflere dieren, Taa dea holenleenw,
■tgger, -wolf eai. «eret dooi- den beer daageen
geileepl, of op aadere wgK er beea gebradtl
HelmdtorMi noemt mea de ia bolan oader
den grond lereade dieren, iraarraa bet aaatal
der bekende aoorten reed* tiaelgfc aaaiieal^ IJi,
terwgl het nog *aa Jaar tot Jaar aangroeit. AUe
b<dendieren hebben twee keamarkeade, baad aaa
hand gaaods nqatieT« eigeaaduppaa: bet gf>
brek aan klenr (Mienale anlno'i) en bet onttm-
oog«n of wri de i«er geringe ontwikke-
dieren der meest TeneÉiilleBde groepen: Taa
de «werrelde dieren de olm en «ea TisOb,
de 'Noord^Asierikaaaaehe hoienTiteh (JatUyopaii
■pefoeatj, die Tolgena PwttraM, den besten k«a-
nei der fioord-Amerifcaanedie bolealsaaa, Tsa
uefissAen an aiet Tan soctwaterTiaaeben af-
stammen otoet, daar geen Terwantc vmm in dia
Btt«ek leeft ea een op bm paraaietiirfi leteade
kreeft tot een taraiHe Tan «eDte aeekreeften ba-
bomt. Onlang! ^a fa de hcdea der WtttJndK
sehe eilanden en Tan bet Tatteland Tan Oost-fai-
di§ ao^ andere viasehen ontdAt. De talrgkitt
bolendieren iga gelede di«raii, waarTaa in de
holen van Krain 52 soorten iDaeeten, S soorten
dnttendpootea, 20 «ooitea apiuw en 17 loortea
aehsaldierea TOoAoineii. Borendiea kent men
eealge toleami^Dtken, en Joaepk ontdekte ia d«
bden Tsn Erain een ioetwaterpoli<$ en een loet-
walenwam (tfongüla (iygtt'f. Briialre de bden
Tan Erajn werden Tooral de Noord- Amerikaan-
eebe, West-Indiscbe, onlangs ook eenige Ooat-
iDdieebe en die der IWreneeSn ondenoent ea al-
daar een eoortgelgk dterenleren aangetoond.
Bolanfann». Zie HoUnilann.
Koleuneim Bo«|it men de ia oadenardiriit
miraten groeiende planteiL Door bon Mioefte
aan lidit i^n alle «lorophjttMvattende plantea,
Tsn de algen af, Tan ondemardeeha rnimteD son-
der eeiig lidtt baitragoslatni, daarentegen beeft
DigilizedbyGoOglC
EOLBNFLORA— HOLEEHA ES WARËNDORF.
men in mqnen, diepe keldera, pQtt«n eni. een
rioot unUl ivtuemen geT0iMl«D, wiei mjeeliln
iD de betimmering d«i «aoden, in onde boat-
deel«n eni. wotkeien en oiet leldeo ook hun
vruditlichBcnen tot oDlwikkeling bteneen. Zoo
fond Han 'm de Opper- Beierse^ e b nu nkt^nmgn
HauBbHD thelepbotaceeSn (Stereum tanguinolmt-
ium, Cortieittm ferrugineum), polyporftceeSn
{Meruiiiu vapyraeetu, TTomete» iculalOf Poly-
ponit albulitt en eoemu). Ook de steriel blg-
vende. aan hun snijsgeur keidiara Tramelet odo-
rata en de lich door iiuD lidiWennogea ken-
meilceiuie, Troeg«r Rknomorfba genoemde m;-
celitniiBirengeD mui Agarieu* «leUeu* worden
niot lelden in de twtimmeiingen vin groeven
en Rohaohten aangetroflen. BoTeadien worden
^lijtzikinmen, iookl« b^, Mieroeoeau eet-
larit, die v«cbtige keUennnren met een dik,
plantiikrdt^ slütn bedekt, en SawoUgmaeeeSn
■omtydB in bolen of oi>derwu<leobe wateren
un^troflen. In «w»k lerliehte holen en grotten
groeien ook «ommixe ehk>rofdi;lfa<indeDd e planten,
welke Blümige ol drudronaitfc bekleedaelB o^ de
Fotvwanden vormen. In lotMloTen vrd hiK oer-
gebergte oatwikkelt cidi Mmtöd* }iet Bmaragd-
Sroen glinnMiide liditmot (Sckittotttga otmtm-
uetai. £en lijkc MMtlgenllora bevatten eemge
Mn de xee e^leg«« grotten van Italië, looals
byv. de Orotta del Tuono iin Napels.
HolenmuuKth. ia vele boleo beeft men
overbliJfMlen «evonden van menecben en dieren
ait den oertija, die dÜnrgte diep <HtdeT leen, en
nod begT»ven liggen. Hoewel men naar verboa-
ding wcinlf menMielqke ovecblgftekn heeft nan-
Setroffen, beeft men toch van verBchillende in-
m een ras van den £nropeesehen holenmenscb
willen vormen en vooral den in 1856 in hei klei-
ne iNeanderhiri bg DBs^eldorl g«voadea looge-
Bumden Neanderdrisehodel als tjpiMben verte-
genwoordiger dnaiTBn aangeiien, een meening,
die vooral door Von Sckaatiuntten uit Bonn ver-
dedigd en door. Virehoa, alsmede door K. Vogt
Kherp beitraddo wen^. De nieuwste onderzoekin-
gen faebban 'de «erale opvattinf bevestigd. De
amalle. viaUe beraenpan van den Neanderdal-
iDcnseh vertoont een elltpEvonn met boibe&ge-
woon groote voorhoofdholte en sterk vooruit'
■prisgeitde wenkbrm^tfttogen. die den kop «en
wilde, b^na dierigke uttdti^king moeten b«b-
ben verleend.
eebeel wit, terwgl uitwendige oogen ontbreken;
oeie zgn, evenals de geiichtsiennw, gebeel rodi-
mentair, hoewel de IM opliei bü deie vischsoort
even sterk ontwikkeld ign al« Oij vistclien met
gmd ontwikkdde oc^en. Het gemis van bet ge-
licbtsvennogen wordt eclitei bu hen aHgevald
door een ecberp geboot en door het beait vas een
groot aantal gevDelBpa4)illen, die op lasten dirus
over den kop geplaatst zijn eo door gevodssenD-
wen worden gelnerveerd. De Eolenvwcb bereikt
slechts een lengte van 12 tot 13 cm., en ia, even-
als de Cjprinodonten, leveDdbaread. Hg achgnt
in ftUe onderaardeehe stroomen, welke door de
nitg«8trekte kalksteen formaties onder de koten-
terreinen van het centrale gedaelte vui Ametika
loopen, voor te komen.
Holr«b«Pt is in de wapeiAunde gekapt (zie
^aar) volgen) een booglgn.
BoUtsober, Atthur, een Dnitwdi tebtüver,
werd den 22sten Augustas 1869 te Boedapest
geboren en woont Ihang te Berlgn. Hg MhTeel de
novellen en "vertell ineen: .Jjeidende lianMben"
{1893), „Von der Woütist uud dem Tode" (1902).
„Dac eentimentale Aibenteuer" (1905), de romaoi
„Weifwe Liebe" (1806), ,J)er vetgiftete Brnn-
nen" (1900) en „Worauf wartest du?" (IBIO). en
de dramatische weAen: „An die ScfaSDheit"
(1888), ,J)a» *ndere Ufer" (1901) en ,4)er Go-
lam" (1909). Verder de monografieën: „Cbarlea
BandeUire" (1905) en „Leben mit Mentcben"
(1906). ^unede „Amerika heute und morgen.
Reisfr^rlebniRse" (1912). Hn werkt geregeld me-
de aan de ,J>eutsebe RuDOschau".
Holkema «o Warandoif, «en uitgevers-
firma te Amsterdam, werd in 1891 opgericht en
'm ontstaan uit de samensmelting der firma'a Tj.
van HolkevM en S. Warêtutorf Sr.
Tj. toH Uolkema ihad in 1867 den boekbandel
van J. M. Sehelltma overgenomen en deiea on-
der d« tirma Seheltema en Holkenta voortoeHt.
In 1882 verkocht bg hem asn den beer K. Örotg-
betk en vestigde lich toen wtsluitend idi nitge-
ver. lo 1886 kocht Tj. von Holkema van de fir-
ma O. J. Holli Sr. bet recbt van nitgave van
„De Amsterdammer, Wed^bUd voor Nederland";
van dien tgd af dagteekent het aneeei van dit
weekUad.
De firma S. Warettdort Jr. werd opceridit in
1887, gat uit „WarendorTe funilitfalender",
„Warendorrs novelleunbibliotbeek", de werken
Holenvis^ (ware grootte).
(Ambiyopeü iftlaeui) komt
voor 4a de Mammontbgrot in Kentueky (ai« de
aflwelding). Dow de duieternia, waarin dese
vtaeh leeft, en dt alweiigheid in verband daar-
mede vaa geWeurde pigmenteeHen, is het lichaam
van W. van Zuyl«ti fnm* Nettehtr e. ■. en kin-
dei- en prentenboecen.
De t^rma van HMema en Warendorl geeft
veraehillende periodieken uit, veider ptariitwer-
ken: Belletrie — Moderoe Tleologie — Jongena-
DigilizedbyGoOglC
HOLKËMA EN WARËNDORF— HOLLAND.
en Mewjesbaeken — Prentenboden — Tooneel-
«tuHen. Tot de 'voortnamste mtgftven dier iirma
ibebooren: „Oude knust in Nederl&nd", ,JIcder-
ne knnst in Nedfirlaitd", „G«Mhi«deni» van Am-
Bterdam" door J, ter Qouw in 8d«rien, Hr. S.i»
Roever eo O. J. Doty't ,^et Leven onier Toor-
ondere" ia 6 deelen, „Van Eerae tot Scbelde"
door Dr. ff. Blink in 4 deelen, ,J)e KftthoKeke
kerktn in Nederland" door Dr. P. J. N. Guyperi
en Jan Ktdf, ,J)e GeTlloBtreeide Bijbel" in 3 dee-
len, „BiUii Siiers" in 3 deelen ent. Tot d« vsale
auteurs der Eirtna behooren Juituê van Maurik
Ir., P. R. Hugenhottx ir., W. Q. van Nouhmi,
MareêUu» EmóitlÊ. O. Johan Kieviet, Sitxe An-
drieiten e. a. Op Oe tHitooneteUingen te Ameter-
dam en Antwerpen verwierf de fiima de boogete
bekroningen.
HoUuid, minahieD-raD BoUUnul of Boüttaitd,
(lUvia «tpaludUnu inhabihibüi», d.i. onbewoootiaar
door de bosseiien en moerassen), een aloud graaf-
seiiap, ooiBpronkelgk tot FrieelaDdbeliooren'^ be-
sloeg ongeveer bet ^ndin^ied tan de tegenirooF-
dige provineiBn Nootxt-HoUatid en Zmd-Holiand
(lie onder de» woordw). In den tjjd dei Romeinen
waa igo laidelijk gedeelte bewoond door de Ba-
tavieren en Kanin^iten, ign nooideipi gedeelte
door de Weat-Friezen. Terwijl de eersten tijdens
de vdhsverhaising verdwenen, bandimafden de
Friezen bun onaiDankelIJkheiA celfs tegen de
Franken, die zioh van het inidelgk gedeelte mees-
ter majdlen. Pepm van Herilal, Karet Martet en
Karel de Qroole konden ben ateebts tijddjjk tot
onderwerping dwingen, daar ig telken* han vroe-
S:ie lelfstandigheio herwonnen. OndeT Kard den
rootë «eid ^et ChristeDdom bq ben ingevoerd.
In de Qde en lOde eetrw vond men in Kennemer-
land graven, belast met de kustverdediging. Een
zAttt Oerotf, die aamienlijke goederen betat tus-
seben Hillegom en den Rfjn, werd 'bij sebenking»-
oorkonde van 4 Angngtne 888 daarmedi
eenig« ungrenaende landen begiftigd door ko-
ning Amold en levetu met de graïelgl
digfleid bekleed. De geschonken lande
.,tuwel>en Rgn en Svitbardesha^a". Den oAain
„Holland" vinden wg eerst gebezigd in bet char-
ter van 2 Mei 1064, iwaorbg koning Hendrik W
eeoige door graaf DtVfc en inn ionen geroofde
landen, waaronder het graafsoiap „Holland", te-
ruggeeft aan bet bisdom TTttedit. Dit charter is.
naar bewezen ia, een vervalsdiing, tussen 1156
—1165 te utrecht vervaardigd, met bet doel bet
echte diploma van 30 April 1(>64, waaifeg de ko-
ning aan <kn bisacbop eenige scbenkingen bad
gedaan, nog wat aan te voUeo ten koste van
Holland.
Verschillende grafelgke Hntien hebben over
Holland en Zeeland ^reg«erd. In de eerste plaats
het HolUmdtehe Hute. Ëicitoe ibehoort de reedt
vermelde Dirk I, die miae^ien een zoon was van
boten vermelden Qeroif. Hg ia de stirditer van de
abdij E^ood (tie aldaar) en kreeg van Karet
den Eenvoudige eenige streken, met Egmond
als middelpunt, in vol bezit (9^2). Hji werd, vol-
ins de Sgmonds^e annalen, in WS oj^volgd
M>r zgn zoon Dirik II, die voorspoedig streed te-
gen de Frieten en van keizerin Th^hano, re-
gentes voor Olto UI, beaittingen io WeBt-Fries-
land «D HtUMland ontving. Na ign dood (986)
Z
Zgn
loon Dirk III nam aan een p^iimstooht □««
Paleetina deel, vergrootte ign gebied met een
streek aan de Merwede, HoUand gebeeten, bonW-
de er een sterkte (1015), hief tol van de voorbij-
varende BchepM, wist zidi in dit gebied te band-
haven en bevocht door de overwinning bg Vlaar-
dingen (1018) <^ den hertog Mn Neder-Lotharin-
gen sjjn onafiumkelijklieid vrb den keiier. Eerat
van dit oogenMik af kan men van een lelfstan-
dig graafschap Holland spreieoL Hg werd opge-
v<^d (1089) door zijn zoon Dirk IV, die tegen
den graat van Vlaanderen, den bisschop van
Vlrtehl en keiier Uenétik U oorloogde en in
1049 te Dordredit aneuveldei Dirk f K door ig"
broeder Fioria /, die de worsteling zijner vaderen
voortiette en na een overwinning in IDftl ge?
dood werd, /tori» ƒ door Benzoon Bir* F, onder
voogdijschap ïijrter moeder Qeerituide, welke
een tweede howelik skwt met Roberl den Friet, ,
«en edelman nit Vlaanderen, die het land vaa
rdedigde, doch [ater Joor de keizerlijke
hulptroepen, onder Ot?dfried met den Bult, vei>
jaacd werd. Oodlriêd met den Bult, graaf mw
Lotharingen, terkre^ nn het graafschap H<dland,
maar wenl in 1076 vermooM. Ook de bisschop
overleed, en Dirk V verlireeg het vaderlgk graaf-
eebap. Ondei hem weid het graafaehap in zgn
gebeel voor het eerst Holland genoemd. Hg werd
oi^vol^ door ign toon Florie Honier towdg-
schap zgner moeder Othilde vaii Sokeen. In 1108
sloot iig met k^Mr Hendrik V een verbood t»>
gen Vlaanderen. Op hem itolgde in 1138 i^jn oud-
ste zoon Difik VI onder voo^goehap van lün moft-
der, een tutter van Lolkartue van Sokeen, die in
1125 keiler werd en ign neef oA beleende met
Owrteigoo en Wostergoo. Dirk VI deed vrudilelooie
pogingen, om Vlaanderen te veroveren. Daar de
West-Fiiezen in 1127 «n 1182 tegen hem op.
stonden en ign broeder Florit de Zwarte tot aas-
voerder kozen, moest Dirk VI tegen dezen te velde
trekken. Ftorie overleed kort dsaj'Ba, doch Dirlk
geraakte in twist met den bissehop van Utrecht
en overleed na ign terugkeer vaa een tocht naar
het Heilige Land in II67. Zijn leon en opvol-
ger Ftoris 11/ voerde een rampfipoedigen oorlog
tegen Vlaanderen, geraakte in 1168 in gevan-
genschap en lag neb genoodzaakt alle landen
ten westen van de SrfieMe in leen te ontvangen
van Vlaanderen en het eiland Walcheren bene-
vens andere Zeeuwacbe eilanden aan ign vijand af
te atoan. Door zgn broeder, den bisschop van
Utrecht, werd bg ook tegen de West-Friezen in
een noodlottwen oorl<^ gewikkeld. iBindelifk ntra
hg deel aan den derden Ttmislocbt (1189—1190),
en overleed te Antioehif in !190. Zgn lOon en
erfgenaam Dt'ri; VU volgde bem op, voerde oor^
log tegen zg'n broeder Willem, die gehuwd wa«
met een doriiter van den gra^t «on Oeider, on-
dersteunde hem echter later t^en den bisschop
van Utrecht, doch werd door den hertog van Lo-
tharingen, 's bissehops bondj^Dot, gevangen ge-
nomen, loodal hij een aamienlQk loageM moest
betalen, en overleed in 1203.
Op verlangen der aanzienIQkni werS bg opge-
DigilizedbyGoOglC
Tolffd dooi ilJQ bloeder Wiüau, hoewel hg bg
met den grul van Loon, tegen wieu Wiüem tot
1206 ooiwg lOerde. Deie «treed Tervolgeiia «net
Skigelud tegen Pmtkrülc, doch wetd ia 1214 in
den llag bg BOnviBct geTingea geDomeo, wurna
h^ de lyde Tan PrMifrjjk tsgen EngeUnd koos,
dooi den fftiu » dei bu sedun weid, een
Srniitoeht TolbruAt nui PtteitiDa en n» ign
teragkeer in 1222 o*eil«ed. Zgn loon en opvol-
5 ei, "florii IV, stond ■mnvRnkelgk onder de Toog-
ij TftB ijjn oom, den griAf vm OMer, etieed
TCiTolgeiu tegen OUo, biiscb<^ van tltreobt,
daaiiia legen Onmiogen «n kwam in 1234 op
een atcelupel om het leven. Zqn toon Willem II
Tol^ hem <p lit 6-Jaiige knaap en weid «p 20-
jaitgen leeftgd tot fioomMh-Koning gckoien. Hg
Toeide een TOonpoadigen oorlog t^en Marba-
reUa mn Ftanwlareii C>Z"'"tc Oiief') en wilde
in 1256 de opiMi^ Frieien bedwingen, doeh
■ook «net lyt {WMiib^ Hoogwoade door het ij«
•n werd gMooo, teiwgl agn lijk eerit in 1288
gevonden weid. Zgn aoon Floru V volgde hem
og «odet de voogdö van ign oom van Tadeta-
sgde en, na dieu auteiTeu, Tan de weduwe des
overledenen, dodi toen <le BollajMiere de Toogdg
eenei vrouw verwierpen, onder die van giaat
OUo van OtU«r. <Bi) bet aawTaaiden van bet
bewind waa FUrU ale graal md HoUmd at Zea-
bmd een machtie vorat, die de Weat-Frieien
bg herbaliitf tnehtigde. Hg voerde ook oorlog
tegen den tiiaaetiop van Utrecht en tegen den
graaf vom OeUer. Dtat hg de barseig aeer be-
gonatigde, weid kg in 1206 dooi den adel ver-
moord. Zgn nindenaiige Mon Jan overleed kin-
derloo* leeda in 12v9 « met hem «tieil het Hol-
landadie HbU uit. No veiviel bet gtaaficbui eao
MD toon van AMMi, de aoalei van graai Wü-
Itm II bovengenoemd. Baai aoon. Jan mm ^aea-
«M, graat «on Btmss/ouvtm, bracht altoo Hollend
aan net HmufOHHiiekê HuU (lie HeutgoHwen),
waarop aefatcreenvolgena bet BtUrëche, Baur-
üonditeh* an Ooêtmnktelit Hnia volgden. (V^t.
deie aitlkelen, alamede Nederland, Ottehieilentt.
en Soord- en Ziatt^HoUand.i
Zie: fnuM, Het guvenrcsieter uit het Adel-
beitaboek der Esmonder «odg (Verapreide ge-
•chrütcB, WI,.1880) en Oone», De vormine van
bet graafeehap Hdland ('a-Oravenfaige lOIM.
BollAlid, een dwartement van de Itataotiche
BepuUirt, dat «n 1801 gevorntd werden tot IS07
bleel beataan, bad «lueveer deieltde grenien als
de onde ptOTiDcie Halland. (Zie Holland en Weet-
ffietbind). Uielatein en Leerdam waren bg bet
departement luclHfd, terwgl Tjanen aan Utrecht
waa toegevoegd. Bg de invoering van de contti-
tatle van 1805 kwam Uaelstein aan Utrecht, Via-
aen weer aan Holland. De Zecnwaehe heerlgk-
heid Sommeladgk werd toen ook bg HoUind io-
HoUmuIi Koninkr^k, Nadat door '
Jena ionaria van Sehin _ , .
de Battaftche Republiek lei-
telgk reeda een monarchaal beetuar had verkra-
gen, besloot Sapohon io 1806 ook in naam een
einde aan de Tepid>liek te maken. Een oogitdite
van den raadpM^naiia werd ala voorwendael
aangegiqiei). De keieer liet door «eo gelant•ehaI^
met den vice-admiraal Verkuell aan het boold, (a
Juni 1806) het venoek tot lidi rieblen, qjn
bioeder als koning aan bet hoofd van het land
te willen plaatsen. Napoleon antwoordde gena-
diglgk toeateaunend, en daardoor werd bet land
dus een koninkrijk {1806—1810).
Het was veideeid ia 10 departementen, waar-
bg in 1807 ala Hde depaitement Ooat-Piiea-
land gevoeed werd, 'ieder met e«n landdrost aas
het hoold. Het Wetgevend Lichaam bestond nit
39 leden, gekoien door den koning uil een voor-
dracht, opgemaakt door het Wetgevend Lichaam
en het aepartement, waarvoor de verkieiing
plaats had. H«t beut alecbta weinig maehV
moehi slechte beraadriagen over de wetsontwer-
pen, die de koning indiende en moest de» on-
veranderd aannemen ol verwerpen. De souverei-
niteit beroalte bg den koning, die bggeetaan
werd door een Staatsraad van 13 leden.
LodetBÜk deed in 1806 ign intooht in Den
Haag, waar hg met gejaieh begroet weid.
waa nog jong, aanvaardde de hem opgedionf.
ta^ met de beste bedoelii^n en etreefde er naar
Hollands welvaart te bevorderen, wodat hg meer
op de belangen van bet land dan op die van den
keiler lette. Dat bleek o.a. nit de verachniving
van de tlBreeeiing (lie aldaar) en de contcriptM
(lie aldaar). Door i'un bn^vaardigfaeid bg ver-
BchiUende gelegenheaen, o. a, bg de nunp met
het bnskrnitaehip Ie Leiden in I8D7 en de ovet-
Btroomingen in 1808 in Zeeland en in 1809 in
Qriderland en Zuid-Holland, loowd »i» door bet
aanleggen van verecbillende werken (droogmake-
rgen, kanalen, atraatwegea, d^ben eni.) wist
Lodéu^k de genegenheid van bet volk te winnen.
Bekwame mfniaten, looals Go^ (financiVn),
Ktamnholl en ianuenê (oorlog). Verknal (ma-
rine). Van Maanem (jnstitie) atonden hem ter
igde. maar lelt nriate by de eigenschappen, die
noodig waren, om in die moeilue (gden en re-
kening houdende met de bijiondere verbonding,
waarin bg tot ign keiieilgken broeder atood,
xgn legeering bet land tot segen te doen strek-
ken. Daarbg D*d het land leer te Igden door de
invoering van bet Continentaals telaei (lie JVo^
Uon I) en door een iofTal van de Engelachen in
Zeelaitd (180S). die ten doel bad Antwerpen te
vermeesteren, wat echter luslnkte. De tinan-
elBele loesUnd waa bedenkelgk, reeds in 1807
wae er «en deficit van 40 millioen, van 1806 tot
1810 steeg de rente der staatascbnld van SO lot
iö millioen, de handel kwgnde, de ngverbeid was
Ïebeei in verval geraakt, en daarenboven werd
e verhouding tot Frankrijk sleede alechler. De
oaecaigbeid, die reeds lang tuaaehen Lodewik
en den keizer beatond, nam voortdnrend toe, voor-
al ook, doordat Lodew^k den handel met Enge-
land DOgliuhend toeliet. Ëigenlgk was ledeit de
invoering van het Co ntinan taalstelsel het ko-
ninkrgk Holland een ata-in-den-weg voor Napo-
Uon'e handelspolitiek, die de keiier gaarne, even-
wel tonder iich te compromitteeren. wilde op-
ruimen. Hg bood daartoe Lodewik idti den
Spaaaachen troon aan, wat Lodevyk weigerde.
Bg den inval der Engelachen (1809) ontnam iVo-
poieoK ign broeder het opperbevel over bet IcKer
en droeg dit aan maaraenalk BtmadolU op. Na
DigilizedbyGoOglC
de enediti* in ZeeUnd «tand het bü SapoUtm
Taat, cat HolUnd binitea kwt ingeljjld lou wor-
deD. iHij liet de HoUandMhe ktHten met F»n-
i^a troepen Iwiatteii. Een leia Tan den koning
nui Parüi (Murt I8I0] bracht geen Terbelering.
Lodevik teekende «en traktaat «aarbg Brabtnt,
Zeeland, het land tnatchen Hmi en Küm^en
aan Frankrijk werden atgettau (IS Maart 1810).
Teriugekeerd naar HoUand, bespenrde Lodewik,
dat ounnede weinig «ewonnen «aa, en de faooge
toon «an den FraniMMn geiut, de aanmatigin-
gen van de Frantebe douanier* en fan de be-
vetbebber der Fransebe troepen in Haatland en
AfDitcIland, de beiatlitig tu Rotterdam, ütredit,
Leiden, Den E**g door Ondmoei troela ter
kiMihewaliing, werd ten slotte toot den koning
ondnutflgk. Ben oi»«iblik daebt deie er oter
Amite^am te verdedigen, toen Oadtaol aanetal-
ten maakte ook deie et>d te beaetten. De mioia-
terraad wu er t^en en toen bleef nieti oTer
dan een TiöwiUige alatand. Lodetryfc deed dit
ten beboere tm rïn loon Napolmm Lodemk.
In den nacht van 2 i^ 8 Juli ISIO verliet nu
beimelgk Haarlem en begaf lieh naar Tepliti
{BobeBUB). Het koninkrijk HoUand bad opgehoa-
den te bestaan, bet werd bö deoeet vas den Bden
Jnli 1810 door Nopokom tig Frankrgk ingelijfd.
UlarabmT: Lotuë Btmofertt, DoeumenU hUto-
rlqnet et réfleziom mr Ie gooTernement de la
Hollande (Parijs 1620); /orweeii. Napoleon I et
1« Boi de HoUande (Parije— Den Haag 1866); Jo-
ritu», De ondergang van bet Koninkrijk Holland
(Arafaem 1871); AMnota, Napolóon et Ie roi
Loaii (Parijs 1S75); Wiekert, De regeeriog i»n
koning Ixidewök Napoleon (Utrecht iS92); Mat-
«M Napoléon et sa familie <PaTqs 1897—1907,
7 dln); RivUU, La Hollande et Ie roi Lonis Boaa-
parte (Bevne desdesx Uondes, 1870); Tonnel, De
Unding in Zeeland 4n 1809 (Militaire SpeeUtor
1009—1910).
Boüaiid waa tta proirineie van het koninkrijk
der NederlBDüen, lUe van 1814 tot 1840 be-
stond. De gtenien met Brabant, Oelderland en
Utrecht WCTden bü de grondwet van 1814, bjj
besiniten van den 20*ten Mi 1814. den lOden
Februari ISIS, den lOden Hei 1819 en den 27Bten
April 1820 geregeld. Holland was de eenige
pForineie, die twee gonveniean had, een voor
net suiddp en een voor bet noordelijk gedeelte.
De staten, die heorteliBgs te '«^raveDhage en te
Haarlem vergaderden, bestonden oit 14 sigeiaar-
digdeo TDor ds ridderschap, 49 voor de steden en
27 Toor den laodelnkcn stand. Bjj de grondwete-
lierMening van 1840 werd Bolland gesplitst in
twee firovineifin: Noord- en Znid'Hoiland.
B«dluid, ffnry I&kard fos, lord HoUand,
een Bnrekeb aritUwraat, den 23steD Novenrber
I77S gvboren, wu een neef van den beroemden
Oharlu Jame» Fox, veiiooi reeds vroeg lön
ouders, slndeerde te Ktoa en te Oxtoid maakte
tn ItaliS kennis met Elitabeth'FaMtaU. de vroow
van sir Oodtrqf Wtbiter, bnwde met haar, nadat
ijj na een gemehtmakend proeet van haar eeht-
Eooot gesaieideu waa, en verruilde lelts ign
milieaaam (FotJ met den haie. Nadat hij lit
1707 xilling had gmotnen in het HoogeAuit,
werd bn de qverige veidedinr van een vrijiinni-
ge staaSkande. Toen in I80S de vrede te Amtens
gealotoB wat, deed bQ ^^ "^* ""^ )>*' PTrenee-
sehe schiereiland, om er sieb gedurende S jaar
toe te leggen op de Spaanscbe ^schiedenis en .
letterkunde. De vrachten van ign arbeid ver-
schenen in nitonntende leveD<be»chr\j vingen tao
Oinü*K da Catlro en Loptt de Vega en in de
Tertailng van drie Spaaneebe blitspiriea (1807).
Na lijn tetngkeei werd hij lid van het xooge-
naamde ministerie der Talenten, maar toen na
den dood van Ftai (1806) de onderhandelingen
met Frankrijk vrucbtelooe afliepen en de koning
Tan de emancipatie der R.-KalhoUeken niets wil.
de hooien, nam hü met ign ambtsenootes liin
ontslag en bestreed gedoreitde 24 jaar hardnek-
kig de staatkunde der Tories. Met het miiristeiie-
Orejf kwam hü in 1830 weder aan het bewind;
hij werd tot kanselier van het hertogdom Lan-
caster benoemd. Als wodanig behoorde hq in
S
ook tot het ministerie Mei
te Londen, den 22stea O
sebreef een levenAeriebt van liJn oom fos,
hü toet diens geschrift: ,3tB'or7 of the earlj
part of the i««d of king Jamet 11" (1808) in
net licht gaf. Ook beiorgde hij de uitgave der
„Hemoirs of Lord Waldegrave^' (2 dln., 1822).
iüü toon Bemm Eduard Wttt, lord BoUmd, dea
7deii Maart 18(@ geboren eo overloden dea 18dea
December 1859, heelt merkwaardige reisberinne-
ringen („Foreign reminiKeuces" 1850) en ,J(o-
moirs ol tbe Whig-part;" (1854), beide Tan ign
vader, in het licht gnonden, en schreef ,iFrsg-
mentarr paberg on «cienee and otber snbjeets'
(2de druk 1875).
Zie: TA. W. Riktr, Henry Fox, liret Lord Hol-
land (1911, 2 dfai.); FQrstin LidUentfem, B61-
land House (1874, 2 dln.); Sari of llekMter, Tbe
Journal of Eaiiabcth, Ladr Holland (Londen
1908); Llofd Samltn, The Bollanl House Cirde
(Londen 1908).
Holl&nd, Jotuak OObert, een Amerikaanteh
BchriJTer. den 24sten JuU 1819 te Beletnrtown
in 'MasMchusetts geboren, stodeerde in de ge-
ueeAunde, was eeni^ )arsn werki^iam alt arts
(e Spripgfi^ Ml w|]dd» lieb Terfolgeos aan de
beoefening der letteren. Wj werd lid der redactie
van don „Springtkld B^oUiean" en schreef:
„Historr of the Western llaseaebnselts" (2 dln.,
1855), „TioMthr Titeoinb'i letters lo the young"
(1858), „Bitter Sweet" (1858), „Plain talki on fa-
miliar subjects" {I8^)f „Katharina" (een ge-
didit. 1867), de roouns „Miss Qilbert's eareer"
(1867), „Arthar Bonnicastle" (1873) en „The
mistress of tbe manse" (1874) en een levenabe-
sebrijving van lAteoln. Nadat biJ in 1869 van
een reis naar Enropa waa teruggekeerd, belastte
bij zich in 1870 met ds uitgave van Seribtun
.JMoothl; Hagaaine". Zgn venamelde gedichten
Torsehenen in I87S en tbb sijn Teriamelde wer-
ken kwam in 1835 een nieawe uitgave in 14 doelen
in bet lidit. Hü overleedden 12denOetober 1B81.
Bolland, Wühelm hwdmg, een Dailiefa ger-
manist en romsniet, den llden Augustus 1822
te Stuttgart geboren, studeerde te Tubingen en
verTolffens Ie Berign, waar hg de leeaen Tan
de gebroeders Orimm, tmi Laékmann, Kon ifo-
CBof^, Böekh en anderea bywoonde, terwijl
lieb na aflo«^ lijoer studiCn naar Parijs be-
gaf, om er de ^aansche handachriftM der groote
DigilizedbyGoOglC
•tos
H<»XAN<D— HOIXJUflSGHE USBL.
bibliotbcek te iIooiiMken. Weldra werd hn hoog-
leerur in de Germ&ftnteba en RomaanMMie Iet-
t«rkund« ts Tubin^D, «aai hq bg i oor t du ring
mwkfaaaa bleet. Hg overleed den 228ten Angui-
tus 1891. Van ign gwchritUD TeimeMen wg:
„Creitien *i)n Troiei. Eine ]it«MrgeMiiiditlidie
üntereutdiiiDg" (ISM), CIitHUk'i „Oh^alier au
Ltdu" (3d« druk 18^), „BrnehitCeke an» der
Ciiranik dei Allonao 4e VaJencia", „La esliicia
de la siete infantes de Lara" (1860) „Ueiater
Alatwcrt" (1850), ,^haa^>tele des HeraogsHein-
tieli Jaliua Ton BraunHhveig" (1S55), bet „Bueh
der Beifq)iek der alten Wei«en" (1860), de ,,Biie-
fe der Eenogin ËIJMbelh Charlotte von Oriéana"
<I867— 1882. ö dlo.) en „Scbreiben dea Knr-
fOTBlen Karl Lod-wig von d«r Pfalz uad der Sei-
nen" (1834). Het KtUer en Pleilter schreef bg
nog: „Uhtandi Scfaiiften lOr Oeacfakiite der
Dieiitnng «nd Sage" (1885— 1878, 8 dln.), ter-
wijl liq ciitiacbe oitgaTeo Tan dien diditér be-
werkte en als prwTe Tan eocnnentaar „UcÉier
Utilanda Ba)lad« UhÜb der Wilde" (IST6) en
„Zq Lodnig lUilMidc OediclitiiJN, UitteihinKen
ans leiner ikademiae^n iLebttltigkeit" (1^6)
uitgaf.
BoUand-Amarlkft-UJn. Zie Ntdtrlmdaeh-
AmerikaanMeht Stoomvaart-MaalMeiMppii,
BoUuul m Wsat-FrlMland, de belano-
S'kate proiineie Tan de republiek der Yereesixae
aderlanden, beitond uit bet vroegere graatseSap
Holland en de beerlgUieid Toorne. Zy bevatte
18 tteden, welke ieder één stem uitbrachten in
de Statenvergadering van het gewest, en bet
platteland. De «teden -waren: Durdre«)it, Haar-
lem, Delft, Leiden, Amsterdam, QoQda, — dit
waren de lei „groote steden" — voorta Rotter-
dam, Oorinebem, Schiedam, Sehoonlioven, BrieUa,
AlkmiAr, Hoorn, ËnÜMiiien, Medembikk, Sdam.
Uonnikendam en Purmerend, de twaalf „kleine
tteden". Het plattelaad bestond nit 's-Qravonha'
ge, Haag-Ambacht, verachillende baljuwiehftppen
en heerlokbeden, bet dTOstambt TeiKfaelliDg en
het scboulambt YÜ eland. De barMiie IJaelstein
was leenroerif aan HoUand, doch niet bij de pro-
vincie in^elgfd. Ook Leerdam was min of meer
xelfstandig. De provincie hebield deie nitge-
strrtdieid tot 1798, toen by de InsteHing van de
BataafKfae repobti^ om land in departementen
werd verdeelde
BoUandsr. Zie Palier.
BoUuidsT, VlUgeiuU, Zie VliagemU Bot-
Hollftnder, Pelü. een Dnitsch iAtgver, werd
den Iiten November 1868 te Leobttihati geboren.
en woont thans te Cbarlottenbnrg. Hjj idireet een
aantal verdienstelijke romans, waarrnn wg noe-
men: „Das tetiU GlQek" (1399), „Der W» des
Thomaa Trnck" (1902), waarin de versehillende
seestelgke stroom ingen des tqds worden behaii-
dek) en dat sgn naam vooral iiekend maakte,
„Charlotte Adntti" (1907), „Unwr Haas" (1911)
en „Der Eid del Stephan HflIIer" (1912), altme-
de enkele toon eel stuken,
Httlluid-OP-KtlD-nnalit is de voormaligs
landengte in oe provincie Noord-Holland taa-
achen net IJ en die Noordzee. Door bet graven
van het Noardieekanaal (ile aldaar) en fiet in-
polderen van een gedeelte van het U (lïe aldaar)
is dese landengte verdwenen. De eerste concessie
werd de EanaaJmaatstJiappg den lOden Decem-
ber 1861 Terleend. Den Ssten Maart 1365 werd
met het werk een aanvang gemaakt, dat in 1876
voltooid werd.
Bollandaoh dl«p i« een der Nederlandsehe
getijdewiCeieo, tnMCbea Noord-Biabant eeaeriÜdB
en de Hoekscbe Waard andenijds. De breedte
neemt van het O., waar ig ongeveer 1500 m.
bedraast, in wettelgke riditiog gestadig toe tot
ruim 4 km. bg de Ooeteant van Overfidckee,
waar het den naam van Haringvliet aanneemt.
HoUandMb* Hola. Zie HoitatuL
Hollandsoh* Uord, Koninkljke, h een
stoom vaar tmaatsehappü met letel te AnEterdam,
werd opgericht in 1908 en heeft overgeBomtn de
Zuid-Aoierika-lqn; lij onderbondt een itMMnvnart.
dienst tnssehen Nederland en BraiiUS «o Argen-
tinii. De maatadiappij beiat op het einde van
1915 vier paMagieMMiiepen atti «en geiaoKolö-
ken inÉioud van S6 596 tonnen, rif vrachtariiepeD
met een gviaoKnlgken iDlioiidTan48067 tooneo,
vier li^teti met een eeumenlijken inÉood Tan 625
tonnen en voorts vgfdeksehniteDen twealenders.
De sAepes maakten gedurende 1915 55 rondrei-
zen, waarvan 24met depaauraeis-en SI met de
vraóhtsch^n; bovendien werden 13 reilen onder-
nomen met gediaiterde schepen. Het maatachap-
a1^ kapitaal der maatadufpg bedroeg op 31
Gember 1915; 90 mill. gld., waarvM waa ^-
plaatst en volgestort 10 millioen; de obligatie-
schuld bedroeg 6 452000 ^d.
Hollandsoh* lbat*Btia^4 dar VTe-
taoflobanwii is een Teteenigiw, gevestigd te
Haarlem, die in 1752 werd opgericht met bet dod
de etudie der wetenechappen, inwnderii«id die
der natuurwetenschap, te oevordeien. Zg tradit
dit doel te bereiken door bel uitgeven tan ver-
handelingen, het nitsdirgven van prgavragen en
door de uigave van een in de Fraowbe taal ge-
schreven tgdsehrilt, waarin de in Nederland en
lijn koloniln gedane wetensdiaqipelüke onderxoe-
kingen worden wgeaomen. Protector der Maat-
sdiappij is Z, E. S. de Prins der Nederlanden.
BoUandsolie-Veld iseenTeenkoloiHe inde
gemeente Hoogeveen in de provincie Drente, dl*
nit veradiillende bnnrten en gehnehten bestaat.
Zg beiit een Hervormde en. een Gerefonneerde
kerk.
Bollandsoh* watorllnls, IfuaitM, ook
Utreehlieht walerlinU geheeten. Zie Nederland,
VerdtdigimaiiMML
■«llandaoh* UsaI, «orfpronkelük «en
breede tak van dea Kjn, die met een noordwaarts
geriehten boog dom lage Teenlanden liep en lai^
ign oevers breede itTOoten rivierklei deed be-
'nken, werd in 1285 door een dam bg bet Rlap-
staat hg oca met de Ldc in verlNoding. Van
1854 tot 18^ werd het gedeelte te Gouda geka-
naliseerd door het leggen van een attlnildgk met
■luis even boven Gouda en door het aaitbrengea
van ondersdie iden Terrnimingen en verdiepin-
^cn. Dit gedeelte, 82,5 km. lang en 18 m. breed,
IS deilialve geen rivier meer, maar een boeiem,
die bg Gouda loost op bet tweede gedeelte vun
den Holtandt^en IJsel.
DigilizedbyGoOglC
HOLLANDSOHE USBL-SOLLASO}.
Dit twMdc gede«he, van Ooods lot i|ja mon-
diag in <I« Nieawe Mus, kan ils wn getqdenri-
vici bescfaoDwd irorikn, buwel ei geen leewateT
tot hier doordringt. De mier ii geheel bedpkt.
In die dnken bevinden lieh een 20-til iluiien
tot wateiloozing en waterialating van uogren-
180 de poHerB.
BoUandaobe IJMran-Bpoorwsjr-
MaatsoliMMill. Dne maatacbappg weid in 1^7
opgericht. Hare eiploitatïe U opnieuw geregeld
door de oTere^tkoaiat met de» «tut der N«der-
landen, bekraehtigd bf de wet nn 23 Joli 1890
(6tbl. 1S4). Ingevolge die orereenkonut bmtt de
maatariiaf^ij eipkiteeien de door faMtr a«Bge>
legde spoorwegen: AmtterdMO — ^Rotterdam, lan^t
Haarlem Leiden, 'i-OTavMthace, Haarlem — Dit-
feeit, Amiterdam — Znlfen, langa Amenloort,
lilTeimuii — Utrecht, Velten — IJoniden, en 't-
Oiavenhage — SriKTeningen (Btootntrain); teTeni
exploiteert de maataebappg de door haat aang«'
lüde TerhimfingabaaD om Rotterdam. Verder i«
tjf belaRt met de eiploitatie van de door d«n
Staat aangriegde spoorwegen: Amsterdam — Hel-
der, lasgs Ziundam, Uitgeest Zaandam— £nk-
fantien, Dordrecht — Eist. vork — ResKU-Sem-
mel, i4Deia(ooit — lesteren, Stavoren — Leeuwar-
den, Schiedam — Hoek Tan Bolland, en heeft iq
het medegefcniik tio de door den 6taa( eange-
l^de, of wel door naasting ol koop Teiiregen
spoorwegen, waarran de «a^loitatie ia of wordt
verleend aan de maatsehappg tot eiploitatJe van
Staatsspoorwegen: tbu Rotterdam, langs Dor-
drecht, Zwaluwe, Zevenbergen, Roeendaal naar de
Belgische ^reni, van Hengelo, Ungs En«chedd
naar de DuilBche greni, van Arnhem naar Eist en
Tan Ressen-Bammel naar Ngmegen, Tan Nijme-
gen lang! den linker HaameTer naar Venlo, van
Arnhem langs Zevenaar naar ËnMnerik. en van
Ulreeht Isngs Ooada naar Botterdam. De maat-
sehappg beeft bovendien de exploitatie op lich
genomen van de bbq andere tnaats^upljeii toe-
Dehoorende spoorwegen: Zntfen — Winterswijk,
Nijmegen — Dnitiche gren» in de richting naar
Kleef, Almelo— Sahfcergen, ApeWoom— Almelo,
Dieren— Hiatem, Winlerïwyk-Ze venaar, Win-
terew ijk— Hengelo met lijtakien van Neede langs
Rnurlo naar Doetin^em en van Boekelo naar
Enschedé. Hoorn — Modomldik. Haarlem — Zand-
voort, Ens^edé — OldeiMaal, Enschedé — Ahaat,
Diniperloo — Tarsse^eld. Halt«m — Kampen en de
lijn van den Noord-FrlewAen Locaal spoorweg
Leen wa rden— H etalaiF ie r — A n inm , St ïena — Har-
liogen en Tjnmmarnm— Franeker; verder de Innen
AaUm eer— Haarlem. H<iolddoip---I>eideii, ialt-
Dieer — Uithoorn — Alpben, Aai smeer — Amitaidam,
Bovenkerk— Oilhoorn — Nienwerilnis. De maat-
schappij beeft Toorta het medegebmïk van d«
baanvakken Amerttoort— Utrecht en Hattom —
Zwolle van den Ned. Centraalapoorweg, en Tan
den apoorw^ Ned. grenien — Emmerik. Vetder
worden door de lfaat«efaaippü geSipIoileerd de
door haar aangelegde apooiweg Alkmaar — Hoorn,
Neede — Hellendoom en bet atoomboolveer Enk-
huizen — Stavoren, iJamede de tramwegen: van
BoMnm over Naarden naarHniien. van Olden-
aaal naar Denekamp en van Denekaniip naar Qro-
oan, TMi Leiden naar KatwiJk-aan-Zee. van Noord-
w^k-asn-Zee naai Rgntbnig, Tan Lichtenvoorde
naar Qioenloo, van Alkmaar naai Ëemond en Ber-
Sn, van KwMÜk en Edam naar Volendam, van
kmaai naar Sefaoorl, vao Sohoorl naar Schagen,
van Schagen naar Wognom, van EwijtÉBloia naar
Sehageff en van Hoorn — VeiAaiien naar Boven-
karapel/Oroothroek. Ook exploiteert de maataehap-
ng de rieetria^e tmnlön van Rotleidun naar
s-Oiavenhage en Sebeveniugen van de Zuid-Hd-
landwie Electiitehe Spoorwegmaataehappg, waar-
van ig de aandeden beeft orergenomen, en verder
de eleetiiiche tnon AmaterdaiD--^aaTlem— Zand-
voort. De totale lengte van bet aantal km. gpooHQn
der Maalsehappli bedroeg einde 1915 1589, van de
tramwegen 145, tennjl de lengte van bet stoom-
bootveei Stavoren — Ëtkhniien 22 km. bedraagt.
De Maataehappg heett haai letel te Aanater-
dam. Het kapiitaü bedrog einde 1915 22 500 000
rid., terwql de oUigatiesohold pro reato bedroeg
144400000 ffld. De reserve was groot
6 018157,08 gld. De ootvaDgatea hedrowec in
191S: uit het reïaigetavervoer 19 230 478,977*
f ld, uit bagagevervoer 429 679,83 gld., nit goe-
erenvervoer, MMrdeD, vee en lijtaigea
12 75T908,Oe</i, oU diverten 140S 847.15 ^d.,
tgnde te urnen 33871 809,06 M. DwrtegenoTei
bedroamo de explottatiekotten 22 35S 75335 gM.,
soodat set taldo der exploitatie-rekening bedroeg
II 518056,70 gld. Na aftrek dei beta^de lenle
op nldleeningen met 4 %0 095,07 gld., de be-
taalde vergoeding voor Imni en medegebiaik van
spoorwegen met S 135 496,80*/i en andere nilm-
ven bwlroeg de netto winat over 1916
1 849 986,087t gld., waarrui de Staat der Ne-
derlanden ontving 224 988,04> gld.; aM divi-
dend werd nitgeieerd 5 %. Bet oereoneel dei
MaateehappQ beatond op 81 December 1915 nit
13 891 personen.
BoUftr, Wentel, een Dnitoeh plaaUnüder, in
1607 te Praag geboren en den 28Bten Haart 1677
te Londen overleden. Hg waa een leerling vm
Hallheitg Merian te Frankfort. Zgn eerate pren-
ten, „Maria" en „Eeee Homo", veracbeneQ in
1625. Daarna ouMkt« hij afbeeldingen van ver-
schillende Doitaebe steden. In 1686 vertrok Hot-
lor naai Londen, waai hg in 1639 de leeka van
vroa wenk leederdrach ten, als „Oinalus maliei
Teeid. In 1S40 ging HoUar naar Aatwerpeö, van
waar hj in 1652 naar Bngriand teingkeeide. E^
is vooral beroemd door de ornaaieoteele eompo-
aitlea, die hg graveerde.
Hollartf, Boger, een Franaeh Proteatulseh
godgrieerde, werd in 18S3 te Parga geboren, atn-
deerde godgeleerdheid te Fargs. Laaaanne, Q6t-
tingen en Beidelberg. werd in 1861 hulppredi-
kei te Bordeani. in 1864 te Paiijt, waar hg in
1867 beroepen werd aan de Egliae da Lnx«m-
bonrg. waarin fay tot ign glerMaar I9U2 net goed
gevolg werkzaam waa, vooral onder de weten-
«ohappeltjke mannen van het Qpartier latin. HQ
redigeerde van 1870—1873 de Revue théologique
de Paria en stichtte in 1373 met A. Sabatier en
anderen de Beole lihre de* «cieneea tbéologiqnea.
In 1 891 werd by voonitter van de Commlaaion Sj-
Dodale de 1'Union dea Egllsea libre*. Behalve
DigilizedbyGoOglC
«nDgiliqaei I ea II" (1874, 1891), „Foi et de-
wit''^ (18W).
BolU (vFOUK Holle, Holda) is, Tolseni liet
tiiiiw oog voortloTend volkigeloof in Franken,
Hsuen En Thuringen, een veien uit de gM^ten-
wereld. Zy was ootaproQkeljjk een oud-DtHliche
godin, Dur «Mnmige loeenen een hjpoitase
ïriru, die volgena de ugen gaarne but Terblijt
houdt san meien en bronnen, wuii ig haar gou-
den ttai kamt. Eveoali Wodan rijdt ig bü on-
weer door het luehtruun on behoort dan U>\ b«t
„Woedende Legec". Daarmede «t«at in Teiband
dat ig, anders een lief en Triendelqk weiett,
tnsKhenbeide ook leer ateckrili wekkend voorge-
steld woidt, tl* e«n leelfike, langneuzige oude
Trouw met boritelig baar, eienaU «en oude heks,
met wier naam men de kiDderen bsn^ maakt. In
de sagen van den EjIIhInier treedt sg naaat deo
belooierden keiser op. De nitdruUing, wanneer
het sneeuwt: „Vronw Holle sehndt haar bed" ie
bgoa in geheel Dukechland J>ekeBd.
Hellabeslr, SttaU, een Nederlandai^ god-
gdeerde, in 1719 te Haamstede in Zeeland gebo-
ren, itndeerde te Leiden wa* sehtereenTi^^i
piadikant te Ooatkwelle, Charloia en Hiddel-
bnrg en »eid in 1752 hoogleeraai te Gi
In 1762 vertrok t^ als faoogleeraai naai
Het kradit venette hü sieh tegen de nitploiierq
en woordeniilterij in de toennialiBe preekwgie.
Hoewel hij vele beïtiöders vond, Komt hem de
eer toe, dat hg 'm ona vaderland een van de eer-
ete ieiTOHnen der ouderwetaebe, langiliadige
eredHiwgie gewent ia. <H^ overleed den 24ateo
Oetober 17H.
Hollaman, AnuM Frtderik. hoogkeraar in
de organische icheiknnde aan ae gemeentelj^e
universiteit te Amaterdam, weid den 23eteo An-
guatn* 1859 te Oiiterwjjk io Noord- Brabant ge-
bóien. Hü faeioefat eerst At hoogere buigeridiool
en daarna het gymBSsinm te 'aSertogeiïbosch en
werd in 1879 student te Leiden. Bovendien ito-
1867 te Leiden c{t het proefe^inft: „Ondenoe-
Ungen over het loo^naainde S-nitio«^(d". Na
lijn promotie wai hi) eerat «enigen tgd tasialent
van Vm 't Hoff te Amaterdam. In 1889 werd hg
benoemd tot directeur van bet Rgkslaaillwuw-
troetstatioa te Oronineen en in 1893 tot hoog-
leraar in de acheiknnae aan de nniveiEiteit al-
daar, als opvolgei van Modderman^ welk acoht hg
aanvaardde met eep rede over „Twee rieJitingen
dei seheikande met elkander vergeleken", la 1905
werd hij te Amaleidam aU hoogleeraai in de or-
ganiaehe seheikande benoMnd sla opvolger van
Lobry de Brvj/n. Hü aanvaardde dit ambt den
27aten Febmari 1905 met een rede „Over de be-
teekenia der phjaiaeh lAemiache meUioden
de orfaaÏHihe aèheikunde". Sedert 1903 ia hg na
van Se Koninkigke Academie van WeleDach^
pen. Hg ia lid der redactie (sedert 1894) van het
„Reeneil dea travani ehimiqnea des Pave-Baa
et d« la Belgir^ue" waarin vele van zijn onaerioe-
kinf^n gepubliceerd ign. Hotleman deed uitge-
breide onderzoekingen aangaande Ditro-cfiiiol,
over kaneelzDar en crotonmni, verMhiUende ni-
trovetbindingen, o.a. bet phenjlnitromethaaa.
^n voornaamste werk ia, dat over de aidMtitatie*
in het bensol, waarvan d« reenltaton tot dusver
zijn neergelegd in zijn hoek: ,J)ie diiekle Ein-
tóhrang von Subsli toen ten in den Benzolkern",
(Leipzig 1910). Behalve vele artikelen in *«r-
scbilleitde tqdacluitteD ign ook z^u leerboek»
over oigsnische en anorgaoiadie acbeikuude be-
langrijk; zij zijn ifl alle moderne talen vertaald
worden algemeen gebruikt: .Jüeerboek i)er
chemie" (5de druk Groningen 1915).
,Jjeerbo«^der organische chemie" (6de oruk Qro-
tnorganische el
ttingen 1915). aolUimm werd dooi de St. An-
drews Univereit; benoemd tot eeredoctor in de
beide rechten en in 1916 tot eereiid van de
Spaansche Chemische Teraeniging.
HSllental ie de naam van een dal in bet
Zwarte Wond, in het Btdensche arrondissement
Freibuig. Het ia een diepe kloot met boMhrijk«
bergwanden en wordt wxir den Bothbach n-
Bprond. Het meest woeste gedeelte ia de HSHen-
pai, 1 km. lang, waarin Mngs de heek sledita
even ruimte genoeg ia voor den rqweg. De rotten
rgien er aan weerszijden sdiier loodrecht omboog
Het engste gedeelte van den pas ia gelegen h^
iea Hirachiprnng. De rgweg werd in 1779 door
de Oostenri^aehe legeering gebouwd, en daar-
bnga volbracht Moreau ia 1796 zijn beroemden
teriutocht. Het punt, waar men uit het HOIlen-
tal het Dreiiamlal bereikt, draact den naam van
Himmelrich. In 1877 ia van Freiborg naar Nen-
stadt in de Breiwao een apoorwt^ door bet HOI-
I9den Januari 1842 te Berlüa geboren, trad
in 1857 ia dienst, werd in 1868 kapitein en over-
rompelde in 1872 het Haltiache admiraabaehip.
Bü behoorde tot het eskader, dat tgdena de
Spaanache onlaatan in 1378 en 1874 in de Hid-
deUandsebe Zee krniste, waa in 1S81 in de Oost-
Aziatisofae wateren commandant van een matro-
zen-divisie en chef van den ataf der admiraliUit,
werd in 1388 acbont-bii-iLacht en in 1890 ataaU-
secietaria van Uariae. Sedert 1890 viee- an sedert
1896 admiraal, trad hg in 1899 als ttaataaeerela-
ria at en waa sedert 1904 lid van bet Piuisisebe
Heerenhuis. Hg overleed den 21alen Jannari 1913
te Charloltenborg.
BollowaT] Tkomai, een EngeUeh grareur,
te Londen in 1770 geboren, overleden aldaar in'
1838, ia voorri bejcend door zijo prenten naar de
cartona van BafaBi in Hao^toneonrt.
HellowftT PUlan. Zie OehtimmiddtUn.
HoUt Sl>rliw>i ^e hoofdstad van den eono-
t; Uamiall in den Noord-Am er ik aauachen staat
Hiastsaippi, telt 8000 inwoners. Hier werden den
lOden DecoDiber 1862 de magazünen van het
kger van Oranl, ter waarde van 4 millioeo dol-
lars, verwoest, en Oronf. daaidoor lot teiugtcek-
ken op Uem^is genoodzaakt.
Holm, Adait, een Duitsch ondheidVnndige,
den 8eten Auguatus 1830 te LObeek gebaren,
atudeerde te Leipiig en Ie Berlgn, werd vervol-
gena leeraar aan het gjntnaaiara ia lön geboor-
teplaats fst in 1878 benoemd tol hoogleeraar in
de oude geschiedenis aan de univereiteit te Pa-
lermo en in 1878 te Napeb. Hü overleed den
3den Juni 1900 Ie Freibnrg in Br. Hij sdiree!:
,J>e ethieis politioorum Ariatotelis priacipiia"
(1351). J>e ooo^osilione fiiadis" (1853), „Bei-
DigilizedbyGoOglC
HOLH— HOLUORBN.
taflge MI BerkhtigDiLg dei Earto de* altea Sici-
liene" {1861), „Oeufaichte Sieiliens im AIt«rtum"
(S dln., 1669—1898), „Du «Ite CaUni»" (1873),
,J)ei dóferi deila itórieo" (1877), ,J1 riauckmeii-
to iUlwno e U Oieeii utin" (1380), „Topo-
gratU ftrcbeologie» di Siiaenu" (1883), „Ori«-
ehiache Getehielite" (4 dtn^ 1886—1883), „Die
Fieie and HMseetadt Ubeek" (1000), beB»Teo«
met Sottam „Knltnigwcliichle dei klusÏMlieii Al-
teitnou" (1B97).
Hoim. Qtutel Fndtrik, een DeenKli Qioeii-
land leisuKr, den Sden Aagotttu 1840 g«beien,
•UMD io 1876 deel ua d« gtoloffiadie expeditie
tD Zuid-Oioenlud, leidde ii 188l>— 1881 ean u-
efaacoIogiMbe expeditie dautaeeo ta besMcfet io
188S— 1885, met Ottrde, Oott-OiMoUnd, drong
in oemiaki tot Anginu^ttlik (66* N. Bt.) d«» u
beetadeerde «en nog «et bdieodea Bakimoatui.
In 18M leidde hg een expeditie nui Oroenland
lot het «fiehten lan eea mieaie en een meteoro-
lofpeoh itation in de Tulasikbui (65*35' N3r}.
Ha lehretf: „Den Damlce Konebude-eiseditian
tin OronUndi Oiikjaf (1886).
Holmbe», CAn«i«*A«r Amtraat, een Nooieeh
oiilntelist, den lUen Meert 17B6 ia het kerqwl
Waag geboren, ttadeerde te Chrittianie In de
theologie, Terrolgeni aldiai en te Peigi in de
Ooiteitdie talen en weid na ijjn teiugkeei leelor,
in 1B85 boogleenat uu ik nnivenitelt te Chiia-
tiaiia en diieeteni van itet Kabinet lan munten
Ml peoDHigen aldau. Rolinbo* oTerleed den ^o
Apiil 1882. Hg eehreef: „BibeUk geogiaphie"
(1628), ,J)e(eriptio oinamentaram sareoram et
DDmmoinm VII et IX saec. in dioeceai NoiTe'
giae" (2de diok 1854), „NorAe UaiTeiiJteti og
Skole-Anniler" (8 dln., 1837—1840), „De priiea
ie moneUiU Noivegiae" (1841), ,4)as Uteate
UttniwBten Noriregena" (1846), „Sanskrit og old-
noifke" (1846), „Det noiAe aprogi TtaenUigile
oidforned" (1852), „Naiak eg Eelliak" (\9M)
en „Tiaeea dn Bnddhiaaw en Noiiège" (1857).
■olmei. Roberf, «en Bogelach godgeleerde,
weid in 1749 te Londen geboren en atndeerde
aan Winebettei College en New College te Ox-
ford. <Hg klom anel op ia keikeli^e waaidiglie-
den en werd in 1804 deken vaa Windieeter. E|j
ia in 18D5 te Looden oTeileden. Behalre dooi
igne geacbriften „The leanneetion of the bedy
dedneed fiom the rerairectioii ot Cbriet" (2de
dirnk 1T79) en „Foor tiacU", heeft hg Tooial
naam gemaakt doet qjne bewerking der Se^u-
aginta, wsaivan hg alle bekende handachiilten
en oitnvea «eigekek, aJle aaidialingen nit de
keikiader» lenamdde, en aHe bronnen Tan an-
dere fertalingen reeonitrnecrde. Dit werk weed
in 142 deelen in de BodleiubibUotbeek te Ox-
ford gedeffoneerd. Het i> door J. Pattont Toltooid
en Tenchenen ala „Tetua Teatunenlom Oraeee
enm *ariia leetieoibut" (1798—1827. 5 dln.).
KobnM, Olmr Wendellt een AJoerikunieh
dichter, den 29rtea Angnatoa 1800 te Cambiidge
in Hassachnaelta gtbonn, iladeerde eerst in oe
lecbten, Tenolgens in de geaeeaknnde. veitoefde
eenige jaren te Parga, «eatigde lieb in 1865 ala
arte te Boatoo en weid in 1839 aan het Dart-
moDtb College en in 1847 aan de Haivaid Uni-
feraitThoogleenar in de anatomie en phjiiolo-
gie. Hg orerleed den 7den Oetober 1894 te
Boston. Zgn wetentdui^wKike aibeid werd in
1333 ale: ,JIedkal eaaavs'^ nLtgegeven. Reedi
in 1836 had bg een bundel „Poema" (2de dink
1343) in het licht gegeven ea lervolgena var-
aebenen: „Unnia" (1846), „Aatiaea'*^ (1850),
„Songa in mtnj keji (1861), „Songs ot manv
seasoD*" (1874), „The iron gate and othei po«na"
(1830) en „Betcie the earfew" (1888), de lomaai
„Eleie Venner" (1861), „The gnaidiao angel"
(1368) en ^ mortal antipatliy" (1885), de leei
beroeóide eaaaja „The antoerat at tbe breakfoet-
table" (18S7), ,^ piofeaaor at the breaktaat-
table" (1860), „llie poet at tbe breakfaat-tabk"
(1873), „The aew Mitlotio" (1885) en „(her the
teaenye" (1880). Verdet tehieef hg: „Sonndlnga
from the Atlantie" (1864), „UedianiMn in tboaght
and niorab" (1870), ,jcha iLothiop UotW"
(1878), „Pagea from an old Tolixne ol life"
(1383), „Ufe of S. W. Emenon" 0884), „Oni
bnadred daji in Eniope" (1887), ^jDorotliy Q."
(1892). Zdq Tenamelde weiken Tenchenen in
1893 (13 dln.).
HoImèN, Auguit» Mary Amt, een Franache
companiste, den lOden December 1847 te Parüi
geboiea, tiad leeda op jengdigan leettgd ala
Eiuijfte op en stadeeide ^Tervolgena eompoeitie-
jj Lamberl, Klote en OUar Fmek, Z|j idirerf
de o^ra'g „Heio et Leftnder" en „La moatagne
noire' (ISSS), ajmpbonirtn en andeie oriüst-
weiken en liederen. Zg OTeileed den 28aten Ja-
nuari 1903 te Pa^a.
Bolmss, WiUiam Henry, een Affierikaaaaeh
arcbaeoLoog, den Isten Deeeinber 1846 te Harrj-
aon Conntj in Ohio geboiea, bezocht in 1870 het
He Nedj Norman College, waa daarna werk'
laam ala leeraar en werd in 1872 aangesteld all
gedoog bg de .,Oaologieal and Oeogiaphical Set-
vej of the Teiritoiiea . Hg nam den aan de ex-
pedities «an Hmden en Poviü en be»rgde voot
oet giooUte gedeelte de illastiatiea tooi de naar
aanleiding van deie expedities nitgegeren wer-
ken. Hg beiorgde o-a. teekeningen voor den atlaa
Tan de „Oiand Canjon" (Uonegiaphie 2 Tan de
„U. a. Geologieal Snnrejl. In 1881 werd BiAimm
chef Tan de „DiTiaion of illnatiations" Tan de
„Survej" ea in 1882 deed bij een arebaeologisebe
atndieieis in Ueiico. In 19C^ werd bj) diiecleni
Tan bet „Baiean of American EtbDolog;. Zjja
atndiBn otot archaeologischi ondei werpen ign
Teiacheoen in de ,,AnnaaI Bepoita" fan genoemd
H«lin«*-Uobt ia een lidit aan een teddiogt-
boei, dat «ichielf ontateekt.
BoliDSivii, Aiarik FrüUol. een Zweedach
pbjeioloMF, den 22sl«n Odobei 1631 Ie Asea ia
Veatra N7 (OeatergStland). geboren, studeerde
Tan 1850 tot 1861 te Upaala in de mediennen
ea b^;af licb Teivolgent 4iaar bet buitenland. In
1864 lag hg ii<^ benoemd tot hoogleeraar in da
pbyaiok^ie te Upaala. Hg deed tea deele baui-
Diaende ondenoekin^en OTer de atroomen Tan
bet BetTÜes. elementajre kl en raan doeningen otci
electiiaehe stroom wieaelingen ran werkiame apie-
len en speciaal ot«i kteuienblindbeid. Zgn po-
S'ogen om het q)oarweg- en sebeepsTeikeer te
'Teiligen dooi een nanrtemig eoderioek dei
oogen Taa bet pereoneel vonden giooten hg val.
Ook gxerde hg Toor de gTmnaatiM bg de op-
DigilizedbyGoOglC
HOLUOREN— HOUrTBIN.
voeding der jeofd. Tan irm Uirgke {«dmAdii-
dige ges^citten liJD de ,^tad{lQ o^ei d« klea-
lenbliodheid" (1S74— 1880] b«t meeit belifDd.
Ook leveide bjj in 1882 een bundel „RedeToerin-
5 en en sedidtlen". In 1889 stichtte hg het ,^nn-
innvigme Airbiel tooi Pbysiolt^ie". Hg om-
leed Ie UpsaU dea Mden AuguBtna 1897.
Bolmlnni >< ^n lelduKn vooikixnend ele-
ment. Tegelijk met andere leldzame elementen
«OTdt htt MUgetrothn in de tnineraleneeriet,
gtdoliniet, enieniet, oitfaiet enz., die in Zweden
en op GioenUDd worden gtfonden. Zon ttoota-
gewi^t iB 168,5 en het ehenusehe ïjnwool Ho.
Boloo&nQina i« een gtsUdit van lecvis-
aehen, beboorende tot de familie der Beacbobd-
TÏnnigen (Sqitamipinmei, cie nldur),
Boloo*ph&i*n (Okimaeren ot Spookvü-
êehe»), een der beide onderorden van de fcra^-
beenTJiMben. Zie Terdei Visteken.
Bolotemss waa volgeni het apoeiiete boek
.Jaditb" een veldbeer Tsn den ^Bjiiaohen ko-
ning Sebukadnetar. Qn bel€gerd« d« ttsd Bethn-
lia en werd op TerTaderlgke wöie gedood door
Judilk (th aloaar).
Bolonftflsoh el olorrkliBoIi t«cta-
insiit' Zie TBMlamenl.
BeloctiDiii. Zie Heelhetn,
HolotbarUn. Zie ZtekotnkowMert.
BoloxrUsn ia een ipiingttol, beelaMtdeuit
kaliialpeter. haDttko<d en laagiel, ig heeft min-
dei nitweiking dan bnikinit.
wordt ter bepaling van binnenmaten ran vcor-
werpen, bjJT. vm (jliodeis,
Bolpnti ia een werktuig, d^ gebrnikt wordt
cm koppen aan klinknagela en bouten te maken.
Botobcek^nn' «m, een BelgisA geoeei-
fcandige, in 1629 te Binaael eraren, etndeerde
aldaar, promoveeide ei in 1853 op een diaaerta-
tie, getiteld ,,Vons ne toerei paa. De Vavoite-
ment piOToqué" en bleef in ign geboortestad
gevestigd, waai hjj ala aimendoctoi, als efairarg
aan bet Eotpiw Sainte Geitiade ena. werkzaam
was en in September 1879 overleed. Tan van ge-
schriften vermelden wg: „CompeDdiom d'électri-
eité mJdieale" (1860), .J^e mMeein de la familie"
(1860), „Traite d'anatooue deseriptive, phTsiolo-
gique et pittoresque li 1'atage dei arti*t«< (1861),
„Le médeeiD de TouvrieP' (2de drnk 1862),
„PrCcis dliygiène et de ro^decine navalet & Tiiaa-
ce des gens de met" (1861). „L'indDatrie dentel-
lière. Etude anr la coDditian phTstqne «t morah
dn ooviJères en dentellea" (1862), „Code m«di-
cal beige d'aprèa les doeuments ofticiels" (1863),
„Lettres sni le magnetisme animal" (186S), ,Jd
danie des tables et les esprits" (I86S), „Des pa-
lalysies et de leur tiai lemen t pai Vélectrieité lo-
ealiBée" (1868), „Eiatoire de rbospice des vieil-
larda de Sainte Qertiude de Bruielles, suivie de
quelqnes léflexinnt sur les maladies de la vieil-
lease^' (1864), „La guensoD de la goutte" (1865),
„La législation bel^ k Tégaid des aliénéi. Tade-
mecnm des médecins et dea juriBconsnltes" (1867),
„De rinflnenee in dioKia dans la produetion de
la folie" (1868), „ün mot aor le cancer dn sein"
(18S8), „Etude sar la fotie an point de roe médi-
cal et jaiidtqne" (1869), „Soavenira de la gnerie
fianco«U«nan<le. Considéiations an point de *ue
hospltaliei et ^irorgieal" (1872) en „Tiaité pia-
lique des maladies dn lan^x et de la poitrine
tiïtt le* enfants" (1873). Ook redigeerde hg d«
„Annalet de réleeMeit< médieah", behoorde tot
de stichten der Belgisdie vereeniging „La oraix
ronge", beiorgde de uitgave van het tüdsehrift
van dien naam en maakte liefa in den Fiansdi-
Dnitaehen oorlog wei veidienstelgk jegens de ge-
wonden, die in bet barakkenlaaaret te Bmasel
waieo ot^nomen.
Bolst, H<nu Peter, een Deeoieb diditer, den
23aten Octobei 1811 (e KopeiüiageD geboren, waa
van 1836 tot 1861 leeraar aan een esdettensdiool,
van 1859 tot 1860 ook redactevr dei „BeiliD{;^e
Tidendo", sedent 1675 diamatai^ van den Ko-
ninklijken Scbo4iD<)ur^ CQ overleed den Slite*
Uei 1893. NaMn maakte bg het eerst door ma
elegie op den dood van Fredtrik VI (1830). De
bandels „Ude tx HjetnoM" (1842) en „Den lille
(7de drnk 1389] verlioogden lijm
man tik
eotienen
'erder seiit«ef bg bödrt^m ia „For Ho-
og fiistoite". Ziin „Udvalgte Digte" vei-
in 1874, de .^ilkbel^gte" in 1864,
agn „Udvalgte Skrifter" in 1887—1888 (6 dlo.).
Bolat, UirmoH* Edvard von, een I>nittcéi
Sesebiedkandige, den 19deD Jnni 1841 te Pellin
jglland) geboren, stadeerde te Dorpat en le
Eeidelberg, en begaf xieh in 1867 naar Nooid-
Amerika, waar hg alB oorrespondent van de „KSL
nisehe Zei tong" en mederedacteai van het
, rDeatach- Ameruc a n i sches Kon t ersations-LexI koa "
werkiaam was, In 1872 werd faij bnitengewoon
faoogleeraar te Freibnw in de Breisgaa. Van 1892
tot 1899 wa* bü te Chicago ala hoogleeiaar werk-
zaam, doch in 1900 keerde hg naar Fieitniir te-
lu^, waai hii den 20Blen Janoari 1904 oierleed.
Wti Tcrmeldeo van hem: „Teifassnng nnd Demo.
kratie der Vereinigten Staalen von Nordunerika"
(1873—1891), een si andaard we ik, de hiwiariehi
„Jobn C. Calbonn" (1862) en Jotm Browne'
(1888) en „The Fiendi Itevolntion teatad fag lïi-
rabeaa't earaer" (2 dln., 1894).
Bolst, Hevroow ff. Roland gebaren Van der
Sehalk den 34aten Deeetnber 1 969 gwbeien en m-
deit 1896 sehtgenoofeTandenheeiR. N. Rolmd
HaUt, knnstMAilder te I^ren, is sedert 1896 M
van de sociaajdemoeiattsehe arbeideimitU u
sedert 1897 medeiedactriee van het tadseniift:
„Nieuwe tgd". Na k 1910 de S. D. A. P. verla.
ten te hebben, stichtte ig in 1915 met «enig*
andere radicale aoeiaal-demociaten bet Revoln-
tionnair Sodaliatisch Tetbond (spoedig herdot^t
in Rev. Soc. Vereeniging), welke organisatie lieh
in April 1916 oploste in de sedert 1909 beataasde
Sociaal-Demoentisefae Partg (S. D. P.). Haar
Toornaamsle geschriften xgn: „Sonnetten en ver-
len in leninen geiehreven" (1895), „De Nieuwe
Oeboort" (1902), „EapiUal en arbeid in Neder
Iknd" (1902, 3de druk 1909). „Algeawene werk-
staking en «oei aal democratie" (1005). „Opwaart-
sehe wegen" (1907). ,S>v opstandelingen" (1910),
„Thomas More" (1912), „Het Peest der Oedaeh-
tenii" (1914).
Bolstein (ne de kaarten bg Didüek* Mk},
een voormalig hertogdom, vormt thans bet Z. oad
der PmitiKtie provincie Bleeswgk-Holitein (an
aldaar), dat de Eider en het Eaiaei-WUbrimk»-
DigilizedbyGoOglC
HOIiSPEIN— HW.TEI.
A13
nul TSQ het Toonoftlige heitogdom Blseswöik
■dieidt.
OnutieekB 800 komt HuIeteiD het eerat in d«
geMbiedeDit foor. H«t wm toen ïd vier gouwen
Terdeekl, Dithmanehen, Holstein, Stonnarn en
Wogrie. Nadat Karel de ÖrooU gtiietl Sakuia
onderworpen had, bedwoiw bij ook Noord-Elbin-
gii. WaeriS liet hjj aan de SÜtTitche Obotrieten,
*qn bondgenooten teeen de Saksen, die hnn hoofd-
stad Oldenbmg weldra tot een Uoeiende han-
delsplaats maakten. Daarentegen waien de andere
drie gouwen aan de Franken onderwoqMn. Ka-
vel d» OtooU bouwde in 800 den burcht op bet
Eaeiveid aan de StGr en italde twee maiten in,
«en tégen de Dena en een tegen de Wenden. Alle
pogingen ran het CSuiateDdom in WagriB in te
Toeien, mlalnkteo, irili weid na den dood Tan
K»oet Lmeard (II31) het heidendom dau nog-
tnaala ingeroerd.
De drie ftodere HoUteiDsehe ganwen roiiDden
een deel fan het bertogdon Bakten; Ditbmv
•cben behoorde tot het fiakbehap Stade, waar-
nede het aan het aaitabiadem Hamburg-Sr^Mn
kwam, terwijl de andere onder eigen graven ston-
den. De SatMtehe hertog Lotkarvu schonk dit
ambt in 1110 aan AdoU I van Schauenbitrg (t
1128), den staoiTader van een bloeiend Toreten-
wslacht. Onder J^doU U (1128—1164) werd
WagriC veroverd en bekeerd eo eedeeltelük met
koloniaten uit Friesland, HDllaoJ en Weattslen
bevolkt. Adoit lil (f 13^) kre^ ook Dithmar-
aében, naai b^ weid dcor de Denen gevangen
genomen en moeit in 1208 ign vinhtid door af-
stand daanui te doen, lAoqwn. Nu behoorden
•lle vier HoIateioMhe gonwes lot het Jxfi van
Watdanar II en eeist na 20 jaar, toen deie door
graaf HmiriJt nm Sehverin wat gevangen geno-
men, kon Adoll II het bestuur weet aanvsajrden,
dat fa$ bebield na dea fcesUsaendeD slag b|j
BoinhOved (22 Juli 1227). Dlthmaischen kwam
eebtet weer a«i Bremeo. Het eiland Fehmarn, in
1248 door de Denen veroverd, kwam eerst in
1826 als Deenscfa leen san bet HoUteioGefae Huis
terug. Adclf IV overleed in 1261 en na ign dood
ootstonden er vjjl tynen, waarvan ei S editer
weei spoedig nïtati erven. De Rendsbnrger en
Sehauenbniger l|}nen bleven tot 1459 en I64D
bestaan. De Isslsle beut, 'befaalve bet stamgraat-
acfaap aan de Wexer, sledits een deel van
Stonnarn; bet overige behoorde aan de earete, die
jn 1S86 ook nog bel beitwdom Sleeawijk kreeg.
AdoWt doehUi MeeUküd, hnwde in 1237 met
hertog AM «tn SlMt^k, die later (1250—1252)
ook koning' van Denentaiken was. In de daarop
Totgende oorlogen om het hertogdom Sleeewp
booan de Eolstelnidie graven den hertogen ge-
lokktg bUitsDd tegen de Deensche koningen. Bo-
tendien wisten lü loowcd in Sleeswïjk als in De-
nemarken, lich in het beiit te stellen vsn oitce-
■tiekte bexittiogen. Zoo werd bet Deensche Rqk
' gdieel opgeloit; ten slotte beeriehte dsai gruf
Gtrkard l, de Oroote (1304—1340) oabepeikt. Hj)
benosmde i^n aeal. den minderjarigen hertog
WMemar «m SUtèvvk, tot koning en regeerde
all diens voogd over Deoemerken. Tevesi kreeg
hji hel hertogdom Sleeswök als «rtelijk leen. Ka
R'aMflNor'i atsUnd in 1330 gaf Oerhard hem
Slesswjjk terug, maar verkreeg voor lieb en i|pi
nakomelingen de belofte ertgeaaam t« tallen wor-
8en, indien het geslaefat mocht uitsterven. In 1S40
werd Oerhard vermoord. In 1375, by den dood
van Hendrik^ kwam Sleeswijk aan de graven van
UoUteiu. (Zie verder Sleetwijk-Holttan),
Holstoln-Iittdreborc Ludwii;, een Deenscfa
stsalemsn, den lOden Juni 1839 geboren, werd,
nadftt faij tndent lijn «eihlyf te Rome tot de R.-
Katholieke Kerk was overg^aan, in 1B72 geko-
xen tot Md van het Folketing. Aanvankelijk be-
streed hij de ministeiG, die tot de nationsal-iibe.
ralen buioorden, mau voegde lich niet bij een
bepsalde psrtq. Eerst later nam hij plaats aan
de linkecigde en bevond zich weldra aan bel
hoofd eeoer gematigde fractie van deie part^. Als
president der budgeteommiseie behoorde hg jaien-
laog tot de meest gevreesde tc^ienslanderi vsn
het ministerie Eetruf, kgde echter in 1890 xijn
maodast neder en vestigde *ieb metterwoon m
Freiburg (Zwitserland). In 1900 wss bu korten
Ijjd preii(knt^ntniit«r. Van süu geichiiiten noe-
men wS: „Eva^^sk-httherafc, ea Da^tir Bé-
stemmelse" (1872) en ,J)et torenede Venatie 1
. CkriMlm JohaiHt, «en Piotei-
tanticfa godgeleerde, den Sisten Haart 1BS5 te
QDsItow in MecUeidMirg geboren, studeerde te
Leipiig, Berlijn en Rostock in de godgeleertteid
en lettereD, werd in 1852 leeraar aan de atadt-
school te Rostodc en Jn IS70 buitengewoon, in
1871 gewoon ho<«leerasr in de IbetdogK (e Bern.
In 1876 vertrok hg ais loodanig naar Held elberg,
waar hü den 26elea Jannari 1897 overleed. Van
ign geschriften vermelden wn: „Zum Evsngelinm
des FsnluB and Petrus" (1368), „Uolertuebung
flber den Brief sn die PbilkmeoaieT" (1875), „Das
des Psuks" (1880—1898. 3 dlo.).
tprflnglicfaen wxii nnfeschriebenen
Evangeli-a
..- — , — „ jngei
Evangeliën" 0883), „Die qmoptische
lien nach der Foim thres Inhalls"
qtrung und Weien der Keligion'
der ï'orm"th'res'lnlïali;" 0886) «"jSr.
- — - - -jion" (1886).
HoitAl, Karl von, een Duitscb dicfatei en
HoltAl, Kofl von, een Duitscb dicfatei en
schrijver, den 24sten Janoaii 1798 te Breslan ge-
boren, trad in 1815 als vrgwillifer in dienst bg
het Pruisische leger en studeerde na den vrede
van Parjja in ign geboorteplaats, Weldra echter
volgde by lün neiging tot hel tooneel en ïo 1819
öebuteeide hg als Morlimer in den schoowburg
te Breslau. Ia IS21 trad hg in het buwelgk met
de gevierde looneelkonstenaree Lttüe Rogée en
weid te Breslau als secretaris en tooneeldii^ter
bg den sdionwburg g^laatst. Daarna begaf hy
zich naar Berlijn, waar ign vrouw zich asn den
k<HiinklJjken suouwfaurg verbond, en vervaardig-
de er „Die Wiener in Berlin" en „'Die Berliner in
Wien" welke met grooten bjjvsl weiden ontvan-
gen. Nadat bg ign «chtgenoote verloren had
(1825), verbond hn lieh aan het KOnigEUdter too-
neel en leverde daaraan ondencbeiden «takken,
o. a. ,J)er Alte Peldhen" en „Lenore". Tevens
legde bjj „Schlesiiehe Qediohte" (1830) lei pei-
ie en hield vootleiingen over klsuieke trenr- en
blgapelen. Met liin tweede vrouw, geboren EtAt-
htehtr, veiöond hij licb t« DanDsladt. In 1830
keerde hü weer naar Berlgn terog. Hier lehreet
hü ,J]as Trauerapjel in Berlin" en leverde aan
Gldser den tekst voor de open „Des Adlen
Horit", teiwijl h^ tooi Ludvig Devrienl bet too-
D,o,l,zedb,GoOgle
H(»>TEa— HOLTinS.
neelepel „T)a dtimnie Peter" Tenaudlgde. In
1888 nant hö het beriait lelf wedar i>p te treden
en sefareel ten briioeTe eenei knnstreiB, welke
hü met ign rroaw wiMe ondernemen, e«n untal
kleine kluchten en roerende tooneelspelen, tu
welke imonderheid „Lorbeerbawtt nnd Bettel-
itab" (ook in ons luid onder den titel .Jjanrier-
boom en Bedelstar' opKToerd) en „fibaJieipeftre
in <3er Heimat" oittitiMig wei^ totgejnidit. Na-
dat fag Ttn 1S37 tot 1839 den aeboawbnrg te Ri.
ga bettoTird h»d, waarin bg xgn tweede Trouw
lerloor, Terkeetde hg op Teriehilleode plaatien,
totdat hg bet bestanr van den M^onwbarg te
Breslan op tieb nam. DocA ook dit legde h^ vtA-
dra neder en TMtiffde iteh te Orai, terwgl hq
nn en dan reiien deed door geheel Dnitwhland.
I«leT echter keerde hg naar ign geboorteplnata
tamg. Hjj oTerleed den 12d<n FebraMi 1880. In
lijn ,3riete ans nnd naeh Orafenort" jl^l))
,.Vier»g Jahre" (2 dln., 4de dmk 189») eo ,Jfoob
ein Jahr in Sehleaien" (2 dln., 4de dmk 1864)
tcbiMert hy den tcKituid Tan het tooneel in ign
tgd. Van ign TMnant noemen wg: „Die Vaga' —
den" (4 dln., 5de drok 1894), „CfariatiMi La
[etl" (5 dln., 4de drok 1873), ,^iD Sehneider'- (8
dia., 2de dnik 1858), „Noblesse oUige" (S dln.,
2de dmk 1S62), .J)«r EMlsfrCMer" (3 dln., 1860)
■,Der letite KomSdiant" «n ,3an> Treatteio" <8
dln., 1866). Ze lön met iga „Criminalgesefaidi-
ten" en ,jCleine EnlhlanKen" ook in ign „Er-
ithleude Sefaritten" (89 dhi., 1861—1866) opge-
nomen. Zgn gedichten verKbenen, bcbaWe in ('
reedi genoemde bnndela, nog in „Dentaehe Li.
der" (Sde dwk ISMt), „Charpie" (1866), „Kö-
nigilieder" (ISTO), ,^achtlese, ErUhlDDgen and
Pltndereien" (8 din., 1871), „Am Grabea Rande"
(2de drah 1876) en „POratbiwlMf and Tan-
bond" (1882).
Boltsn, een gemeente ia de orovineie Over-
geel 6246 H.A. groot met (1915) 8408 inwoneta,
wordt begrentd door de Oerjiaelsebe gemeenten
Batmen, Di^enreen, BaaJte, Henendoom. Rgeen
en Marketoo en de Qeldetacfae «meenten Oereel.
Tot 1SS9 maakte BoHen met de gemeente Bat-
men een gebeel nit BehalTe het dorp Holten
berat de gemeente nog eenige buarten. De bo-
dem beitaat hoofdiakelgk nit dilnfiaal land;
naar de ijjde Tan R^md treft aten howieen en
tanga de Schipbeek beekbeiinking aan. Het noor-
delgk deel der gemeente, dat nog faeideTelden
herat, tl leer henTclaebtig. De inwon era honden
iich bezig met landbouw, wererg en steenbak-
kerij.
Het dorp Holten ligt aan den Toet Tan den
Holterberg, aan het vereen igingspnnt van de we-
gen Raalte — Hengeloo en Deventer — Rgsea en
aan de ^loorlnn Deventer — Almeloo.
Boltlos, akolaai, een Nederlandaeh godge-
leerde, in het laatst der 17de eeuw geboren, werd
predikant te Kondekerk. Hf was een ^verig
voorstander van de reefatiinni^ Dordtsche leer.
Dit bleek nit «gn: „Dissertationutn thedogica-
mm varii argntnenti taseieulus" (1732). Ook
stelde hn in ign „VcAaodeling tm de rechtvaar-
diging door het geloof* dit laatete voor als een
gevolg van het eerste. In 1753 verBchenen van
flMn en Comrie de ,Jlerste samenspraken" van
het werk „Biamen van beX ontweip van toleran-
I tie om de leere, ia de Dordreditaehe Sjnode aniM
1619 Tastgestcid, met de Teroordedde leere der
Remonstranten te vereenigen enx.", dat ten doel
had de hoogleeraren AUtetü en SekuUev vso
ketterij (e besefanldig^. In 1759 verscheen het
10de stak van dit .^lamen", doch daar in de
voorrede de n^edaehlenis van /. wnt <toi Boiurt
gesmaad werd, gevoelden curatoren der Leidsehe
boogescbool tic£ gekrenkt, en HoUiui ontving
op last der Staten «en ernstige waarsehnwing
van den raadpeasiontris. Tevens werd het vit^
ven van naamlooie gesehriften van eodsdlensti-
ffen iahond verboden. BoUhu overleed op igo
DuitenTerbltir Eerkruat te Eondekerk den lOdeo
F«4>raari 1778, nadat hg in 1757 emeritus ge-
worden was. Behalve vennelde geaehriften, heeti
men vm hem: „Godgeleerde Terhaodeling over
bet Mtreeit geloef eni," (1747), „V«i1iu)delii«
over de ampten van den Zaligmaker en deiteln
lalTJngen tot die aabten" eni.
RrAtiMs, Oatkarmw AdrioMui, een Nederiandicli
rechtsgeleerde en acfaterkleiinoon Tan den voor-
gaande, den ISden Octdwr 1786 te Eoudekatt
geboren, verloor reeds vroeg sgn vader, naar ge-
noot van 1^0 moeder en van ign atiefvader, den
predikant 8*e«ig\iAt, een nibmintende opvoeding.
Hg beioc^t de scholen te Leiden en te Heusden,
en werd op een notariskantoor geplaatat. Lust
tot de ttndte echter was «onaak, dat hH tiefa op
de onde talen toelegde en lich in 1808 naar
Utreeht b<^f, waar hg onder Fm Seiui», Ds
RAoer en Amixettiu» in de rechten atndecrde.
Nadat hg in 1S1 1 gepromoveerd was, vestigde hQ
zich als advoeut te Zierikiee en werd er lid van
bet etedelgk betinur. Ia bet volnnd Jaar ging
bg als griffier bg het vredegereent Ba«r Lo«wn
aan de Vecht, doeo vertrok in IS14 als bewa*rdei
van favpotheken naar Amersfoort. Td 1815 trad
hij in het huwelgk met Ceeilia de Bmeys, en toen
haar broeder als hoorieeraar van Deventer naar
Utrecht vertrok, werd hij dient plaatsvervanger
en aanvaardde aan het atheoaenm ijjn betrekking
met een „Onktlo de literamm atndio imprimia
Qraec»rnm enm Jnri graden tia eonjnngendo".
Toen hjj er 2 Jaar gedoceerd had, Trocg en ont-
ving hg verlof om te <MttingeB de lessen te gaan
faooren van Öuilav Hugo. Niet lang daarna werd
hjj benoemd tot faoogleeraar te Groningen, waar
hb een oratie uitsprak: „De jnrs praetorio, eom
apud R(»nanos tum spud Anglos ad Jns eivlle
supplendum et emmdandum ^)tlBaimo . Nanwe-
]g«s een jaar later werd h^ te Lenven beroenen
en hield er in 1823 i|jn intreerede; ,J>e Jnris Ro-
msoi studio etiam post renovatnm Jus nostrom
levibus pemeeessano". Gedurende qn veriilgf
aldaar deed hQ reiien naar Parijs en Londen, be-
locht in 1825 Dnitsehland en vertriA in Juli
ISSO met verlof voor een jaar naar het bniten-
land. Toen hp Bern bereikt had, ontving hQ de
t^ing van den Belgischen opstand, de«b lette
ign reis naar Italif voort en beiocht Milaan, Pt-
ssj Bologna, Ravenna, Oeoaa en Florenee, waar
hg sieh in de boekergen <^hield en vooral de llid-
deleenwBche atadBreéhten opspoorde. De vradit
daarvan was „Verhandeling over de voortduring
van het Lotnhardisohe recht in ItaliB ent." (1836V
Te Verona trok het nieuw ontdekte haBdsehritt
van Qajuê ijjn aandacht, en toen hü in 1831
DigilizedbyGoOglC
de Paatchweek te Bonifl doorbnclit, kiteg bi b«-
lieht, dat faq uu it leditigeleenie faealteit te
ütreébt wat loegeTix^d. In 1884 beioeht fag
Hamburg, wees een beioep naai de nDivertiteit
fe BniBtel van de band en werd in ISEtS tot ee-
wooD hoogleeraar benoemd. In dat jaai wai tig
tereni reetor, en bj) legde die 'betrekking neder
met een oratie: „De liberaliUte majomm noitro-
rnm, qnae aesdemiia institnendit angendlMM
eognita eat." Op een reis naar Hambnrg en Ko-
penhagen, door Noorwegen en Zweden faad h^
ign kennii nilg^reid van de Deenscbe en Zweed-
tehe taal eo letterkunde. In 1842 beiodit hg Na-
pels en Sicilië, in 1848 BehotUnd, «n in 1845
Noorwmn en Denemarken. In den lomer tan
1847 ging hg weder naar ItalH, bradit den win-
ter dMr te Naoels, dodi kon wegena onlusten
op Sicilië dat eiland niet beioden. Na md tocht
door een gedeelte ran Spanje en Portngal keerde
hg naar Utredit terngAeweikte er opnieuw het
derde bo^ tan one Wetboek van Koophandel,
Terkreeg in 1856 emeritaat en overleed den 20i(eD
ïa&rt 1856. Hij wai lid der 3de klaate van het
Roninkigk Nederlandirii Instituut en werd in
1852 opgenomen onder d« leden der Aeademje van
Wet«nieba)9en. Van inn geschriften venneldeQ
wg nog een prgaTeilianaeling. nitoegeven dooi de
Sde kfaaM van bet EoninUgk Nederlandich In-
■tituut, onder den titel: „Jnra, anetoritaa, dig-
nitaa Jnriaeoninltomm romanonim iade a tem-
Ïtribni Caeaarii Angnili naqne ad decesinra
Dstinianl imperatoTia" (1882), „Snr qnelanei
oDTi^ee de oroit commercial écriti en Hollan-
de", MDcvens een aantal andere in het Lnikiehe
tgdaebrift „llemiB on Btbliotlitene du JnriaeoD-
mlte" en een menigte verfauidelingea en ooatel-
!eo in andere liJdaehrifteD, vooral m de „Neder-
land ach e Jaarboeken toot Rechtigeleeidbeid".
Verder *ertaalde hg ,3cde voelingen van Eralai
Tegner" «it bet Zweedaeh, en acbreef; ,3et wie-
eelreebt in de I4de eenw, volgens de Conaïlia van
Baldna" (1840), „Het Nederiandaehe Faillieten-
TCebt, volgens bet derde tiock -van het Wetboek
TM Koophandel wetenMbametgk verklaard"
(1854), „Geaefaied- en rechtsknodige vertunde-
lingra" (1851) em., terwnl tgn „Voorleiiogen
oter handels- en leeredit" door prolesaor D» fleer
(1861, 8 dln.) rïn oitgegeven.
Holtrop, /oMiMM Wülem,ten H«derland(di
bibliognaf, den 2(Men Juni 1800 te Amsterdam
geboren, beiocht het fTmnaainm in i^n geboor-
testad en studeerde afdaar tm Ï823 tot 1829
aan bet Athenaewn in de reefaten. Reeds op 18-
jarigen leeft^d gaf hg een uit het Franseh tct-
taald boekje in het ütüt, ntiteU „Panl, ot de
gevolgen van vlgt", terw^ ng de daarbij beboo-
rende plaatjes voor den gtsveur in gereedheid
bracht. In 1881 werd hQ tot ondeibibliotheearit
aan de Eoninklgke BibliotSwek benoemd. Toen in
1835 Ftament overleed, w«rd hQ belast met het
besttrar der Bftliothed. Weldra waren de druk-
ken der JUmen, Oirnnbft, EHenne». Bluvien
eni. gerangschikt, geealalogiiecrd en besrfireTeQ,
iDodat reeds in 1638 tol verkoop d«t duplleaten
kon worden overeegaan. Aan Holtroa werd toen
ook de titel van Mmiotheearis toegetend. Reeds
vroeger had hg te 't-Gravenbage met eenige we-
lensebappelgke mannen een leesmneenm gesticbt
H(H/rTD8— H^TT. 41fi
en in 1836 stichtte hij met dr. 6. Smout, mr.
P. SinuMu en dr. W. Ó. Sehtg bet „Driemsando-
Igksch Tgdschrilt", dat den ho<^leerBar Tkorbeo-
Jm onder lön medewerkers lelde, doch ileehts kor-
ten tfjd bestond. Toen mr. J.O.f'aJonga d« redac-
tie van het ,J)agblad van 's-Giavenhage" moest
nederleggen, werd sg door HoUrop opgevat. In
1888 vrerd hg benoemd tot intendant der Koniok-
Ijjke sdioawtargen en door den koning met J.
tan Lenwp, J. H. Burlage, ff. J. Selitmmtl en
A. J. de BuU aangesteld tot lid der commisaie
t«t beraming en opgave der middelen tol heratol
van bet nationaal tooneel. Toen door besefaikkiog
van baron Van WettkreeneH vm TidUmdt bet
,.Miisenm Heermanno-WesthreeBiaaDm" tot stand
kwam, werd aan Bol^of het booMbeatuur van
die kostbare venameling opgedragen. Ook was
h^ lid der rotfeMor^'eommissie, en toen de Eo-
ninklnke Biblktheek wederom aanmeikelgk was
verrgit, berioot bjj tot de uitgave van een eata-
lognt. Deie versebeen onder den titel „Catalogus
tibrorum aaeenlo XV* impressomm, quoteniot in
Bibliotbeca Regia Hagana astervantnr^ (1856) en
gaf aanleiding tot oe bewerking van ign ge-
schrift: ,4fonaments t^Mgraphi^ues des Fava-
Bai an qninnème siècle. Ccüleetion de fac^imiw
d'après les oiginBni conservéa fc la Bibliotbèqne
Rovale de la Ha^e et aiUeun" (1867—1868, met
180 platen). Inmiddels veraebenen van bem ook
nog „Beicbt spiegel naeb den «bn OeboteB"
(1861), en „"niienTUartens d'Atost. Etude bi-
bliographiqae" (1867). In 1868 vroeg hg om ge-
"iDSieidiredenen ontslag. Hg bleef echter in net
Museom Meerman no-Westhreenianum '
en overleed den 18den Februari 1870.
Boltrop-VMi ftaUtor, B*Uy PkiUffint,
een Nederlandacb tooneelspeelster, den 16den De-
craiber 1866 te Amsterdam geboren, besocbt van .
1S32 tot 1886 de Tooneeladiool te Amsterdam,
waar ig onder leiding kwam van Maria Jokanma
fletHB-florlnuKi, mevrouw Stoeh en van Le Öra».
Den Isten Hei 1886 trad iQ voor het eerst op in
het „Grand TbëAtre" ran A. van Lier te Amaler-
dam, kwam in 1688 Vj den „Salon des Variétés",
waarvan KnuknUt, Bi^l en PoofMm directeuren
waren, en kreeg in Uei 1869 «en engagement lm
de Eonlnklgke Vereeniging „Het Nederlandau
Tooneel" te Amiterdam, van wdk gnelsefaw si
een der meest gewaardeerde krachton ia. In l89u
werd ig benowtd tol hoofd -leerares aan de Too-
neeladiool, en als loodanig heeft ig veel gedaan
voor een betere opleiding VMt aeteora en aetriwa.
In 1905 werd ig aangesteld tot leerares in vooi-
diaehtknnst aan bet „Conservatorium voor mt-
liek" te Amsterdam. Zg streel o. a.: „Tbcatre
and women" voor de Internationale Tentoonstel-
ling te Qiicago en ,J)e vrouw aan bet Tooneel"
voor de Internationale Tentoonstelling van vroii-
wenarbeld in 1695. Ook als dedamatrice ia ^
bdend geworden. Zg wat gehnwd met d«n too-
neelspeter J. A. Holtrop (overleden In 1917).
HBItTi Lvdvig Bmnrieh Ohraloph. tm
Dnitaeh dichter, den 21eten December 1748 te
Hariensee bg Hsnnover geboren, studeerde te
GSttingen In de theologie eo werd lid van den
aldaar bestaanden dichterkring. In 1774 onder-
nam hg met /oAonn Martin MiUtr een reis naai
Leipiig, en bracht in 1775 met sfn broeder een
D,o,l,zedb,GoOgle
BÖLTY-^HOl/rZMAKN.
416
bnoek aiD i^n Trienden te Hunburs en ie
WandtbedE. Reeds toen was ijja geioDdbeid imi
geiehokt en lün toeitand verergeide dooi het
OTerlüdco fko tiia vadei. Viuchteloot locht iiQ
genexine Ie HannoTer, en in het Tooigevoel tui
den nadcFenden dood diditte fag aombere ele-
meen. Jniat maakte bif een bundel gedichten tooi
de peis geieed, toen h^ den iBten Sept«mbei 1770
(nerleed. Zgn venen ondeneheiden aich door een
diep geroel, door laohten weemoed, dooi loerende
dwejMig met lielde, TiieDdaeh^ en bet achoone
in de natnnr. Zjio „OedLclite" inn dooi Voix en
SbMerg (1783) nitgegCTen en latei bg beilia-
lins in het licht Tencfaenen.
H6U$, Hermmn, een Daitwh dichter enaCh-
tenieel ran den Tooigaande, den 4ds9 Noven^i
1828 te Ueliea geboren, ttudeeide t« QSttingen
in de theologe, weid in 1S68 -predikuit «an de
8l. Jobannetkeik in Hannover en ovetleed den
16den Augnstn* 1S87 te Bad Rehboig by Stol-
■ensQ, in de FiuiBisdie profineie HaaiMfei. Bg
•ehiMt de drKna'i: ,J}u QeUbde, ein Ifyalc-
linm" (18S3), .JiOois Saul" (1865) en ,J»iioda"
(1882). Vetdei leterde hg de gedichten: „Iirwe-
ge einea jangen Diehteia" (1851), ,J'iedei und
Balladen" (1350), „Alpenaaubei und Italiache
Oabilde" (1807), „Ostseebilder und Balladen"
(2de dink 1874) en ,^u( der dentuheii OOttei-
«alt. Balladen" (1877). Zun „OegaTomelte Dich-
tm^eD" Tenefaeneo in 1882.
Holts, Witküm, een 'Duitwh natumkundige,
den ISden October 1830 Ie Saatel bg Barth
(N.ioBW-Vooi-Ponuneien) criMren, atodeeide te
Btilljn. Dgon en Edinbargn in de natunikuode en
in aiHler weteniehappen, waarna hji te Beiign,
waar hij lich bootdiuelgk beiig hield met pioe-
TSD oier eleetricileit, de nui bem genoemde elee-
tneeeimadune uitvond. Na verdere, daarmede in
velband «taande ontdeMciogen nooduakte een ie.
aa wigden hem geruimeo tgd rnU te neven;
daama werd hg aBiistent aao bet phyiiBch iosti-
iDut te Qteitiwald, waai hg lich in 1881 veetig-
de all privaatdoeent en in 1884 tot boo^eeraar
in de oatDurkuode benoeoMl werd. B'ii overleed
dan 27Bten S^tember 1918. 2iJD gewhrilten,
bootdiakell^ handelend over elecUiieermacbJDea
en deetriacbe onClanduwen, lijn in vvraehilleiKle
satan ik ondige tgdRchrilteD Ofgtaomea.
BoltHnidorH, Frani ton. «en DnJtieh ui-
Biaaliit, den 14dea Octobei 18S9 U Vietmannc-
4oit in de Ukermatk geboten, begaf zich in 1848
naai Berlijn om in de rechten te «tadeereo, zette
agn itudiio voait te HeideU>er^ en te Bonn, pro-
Boveeide in 1852 en wndde neb 4 jaai aan de
«ebtniTaeti^, doch werd in 1857 privaatdoeent,
in 1801 bnitengenvoon, in 1873 gewoon hooeleei-
aar san de uniTanlteit te Beilgn, welk atnbt hg
echter nog datzelfde jaai met dat van hoogleeiaai
te UDadien verwisselde. Zijn veidiensten liggen
looinamelijk op bet gebied van bet atrafiecfat, waai
faÜ liefa deed kennen als een tegenstander van de
doodstiaf. Zgn aandacht was oveiigeni vooral,
geveitigd op een hervormiog van het wetboek
van strafrecht en van de geiaoge nissen, wiei
toestand hji in het bnitenUnd hadgadeseslagen.
By oveileed den 4den Febnaii 1889 te MOnchen.
Van xga getehriften noemen wg: „FianiOsiaehe
Becbtunstande, insbesondere die Reaultate dei
Stia^riehtq»flege in Frankieif^ und die Zwangs-
koloDiaati<»i von Cajense" (1859), ,J}ie Deportft-
tion aU Stiatmittel in alter uiüd nenei Zeit"
(1859) „Du Iriecbe Qef&ngniuBjratem, iiiibeioii-
deie oie Zwiechenans talten tDi Entlaasnng dei
Sti&fliDge" (1859), „Die KtUiausfAhtgkeit der
Freiheitsatialen" (1861), „Die Belorm der Staata-
anwaltachaft in Dentachland" (1804), „Die Urn-
geataltnng der Staa taan wal Ucèaft vom Stand-
punkt unabhingiffei Stiafjnitii" (1865), „Dntei-
snehoDgen über die Onindaltie and Eigebnitsa
des Iiisohen Stiafvolhoga" (1805), „Di« Piinii-
pien der Politik" (1809), „Werth and Wesea dei
affentliehen Meinnng" (^e dink 1880), „Daa
Vert)raeben des Hordes nnd die Todesstrale"
(1874), ,4}er KeebtslaU der FUiatifl Btbeaeo"
(1876), „Ein engliscbai Landaqnirs" (1877),
„Scbottische ReiseEdtisien" (1882) en „Zeitaloe-
sen des geinnden IbnsebenvRrsUndes'' (1884).
Ook beweikte hij de „Enejpclopldie der Becbiawis-
aeDsehaft", ,JSandbnch des dentaehen Stialie^ts"
(1872—1877, 4 dlo.), ,3aDdbaeh des doutsdten
StrafprDieasref^U" (2 din., 1879), .JSandbueh det
VOlkerrechta" (1885— I88B. 4 dln.), ,Jbndbodi
des Getlngniswesens" (2 dln. 18SS). Bet geran-
geniaweien in Piuiien viel hö aan in „Oeseti
oder Verwaltangemaiimef" (1831). „Die BiOdei-
sehaft des Raunen Bausea, ein piotestantiscjiei
Orden im StaaUdienst" (1801) en ,4>er Biuder-
orden dei Rauben Bauses nnd sein Wiiken in
den Stisfanstatten" (1802). Jn bet hekeade ge-
schil tnsscjien Bitmarek en siaal Horry mm At-
nim in 1874 tiad hij looi deien laatste in het
krüt, gelgk bij dit eveneens deed loor de Roe-
meeDBche regeering in lyn brochnre „Rumfiniens
Ulerrechte an dei Donau" (1383). Bj) stichtte in
1861 de „Allgemeine dentsche Stialiechtsiei-
tnng", in 18ÖÖ mei Virehov de „Sammlung ge-
me inverstSndü^er witsenEchaftlicher Voitrige"
en in 1872 het „Jahrbuch fQr Oeistigebung,
Verwaltung nnd Recht sptlege des Dentscben
Reichs", Bg is algevaardigde geweest naar den
Noord-Du itseh en Ryksdsg, behoorde tot de voor-
naamste groodleggets van den Duilschen juris-
tendag en bevorderde bet onUlaan van Mider-
scbeiJen nuttige vereenigingen.
Hffltih^llW I Petrut, een Dnitseh geneeekun'
Ëin het laaUt dei 16de muw te Deventei
ren, ontving sijn <f)kiding te Keulen en be-
lde er vervolgens gedurende 25 jaar het
lioagleeraarsambt in de geneeskunde. Toveos
was hg eerste geneetdieei en laad van PhÜipa
Willem l, paltsgraaf oon den U^jn, hertog van
Beierm, Kleef, QvlA enz., akmede visitator ee
examinator van apothekers en chirurgijn te Ken-
len. Bij overleed aldaar den 30sten Octobei 1659.
Hg schreef; ,^r<:^osis vitae et mortis eic,"
(1005), .J)eacriptio kntis inediesti, vulgo Tille-
born dieti, ptope Andemnaenm" (1620). „Esseo-
tia Bellebori lediviva ete." (1023), „Ffearmaco-
poeia sive di^Mosatoriiun Coloniense etc." (1672)
en „De admiranda cuiatione scroti, post gangiae-
nam delapsï" <1627).
Holtznunii, Adtdl, een Dnittch laalkeoDet,
den 2den Mei 1810 te Karlsrnhe geboien, itn-
deerde eetst te Balie en Berlijn in de godge-
leerdheid, wgdde lioh verTolfens te MOnchen aan
oad-Dnitsche taalkunde eo legde te PaiiJB onder
D,o,l,zedb,GoOgle
EQijmiMm-aoh'ms3>A.
417
Bwmout lidi to« op het SkoArit, N& ign terug-
keer werd bq ie leenneeatei en opvoeder vftD
den ioDgen prioa «m Baden en in 1852 gewoon
iMO^eerafti in de Daiteehe tul- en letteiknnde
te Eetdelberg. Van lön zesArilttn Teimeldan
wg: op Oosteridi gebied „Ueber den nieetiledien
ürmniDg de> iMiMben Tieiireivei (1841) en
„IsdiBcbe 8«gen" (2de diok 1854), en of «ennii-
fiUtiscii gebied een uitgave van de ond-Frauiiehe
veit^ing van het werk van Itidanu ,J)e nati-
vitate" 7l8S6), „Deber den Umlant" (1848), „Ue.
ber den Ablant" (1844) en isn hoofiiwerk ,41t-
deutsehe Grammatik" (onvoltooid, 1870—1875).
Minder Keslaa^rd ign , feiten nnd Geimanen"
(1855), uitgaven van het „Nieiwliingenljed" (4de
dmk 1901), van de „Elage" (185S) en van den
„Qroner Widldieterioh" (1866). Door tijn „Un-
terBnetrangen tlber das NidiehingenliKl'' (1854)
kwam dit vraMitnk weei op bet tapnt. Hq ovet-
ked den 8den Jnli 1870. Na ign dood venehenen
nog van hem: „OeimaiuBefae Alteitflmer" (1873)
en „Dentsdie Mrtliologie" (1874).
Bolttmmm, Karl Juivê, een godgeleerde «n
broeder van den voorgaande, den oden Hei 1304
te Karlemhe geboren en aldaar overleden den
tieten Febmari 1877, waa eerat aldaar boogleei-
aar ia de godeeleetcRieid aan liet Ijreevm en daar-
na in booge ierkdöke wiardigheileQ weitzaara.
Ala lid der Algemeene Synode van 1361, beeft
hg een belansrgk aandeel geiiad in het tot etaud
komen van tet nienwe Sadentehe Eeikbeitnai.
HoJlnwimi Heinrieh Juitw, een godgeleerde
en loon van den voorgaande, den 17den Hel 1832
te Karlembe geboren, bekleedde eedert 1861 de
betrekking van fcnitengewoon hoogleetwu Jn de
godgeleerdheid te Heidelberg en werd in 1865
gtrwoon hoogleeraar aldaar enin 1874 teStraats-
bui^. Hij schreel: „Kanon undTradilion" (1859),
„Die evnmitiaelioQ Evangeliën, ihr Ursprung nnd
Hir eeeehMiÜieber Charakter" (1863), ,^rttik
der EpheMr- nnd Ci^aaerbriefe" (1872). „Die
Paatoralbriete, kritisch nnd ez^etiaefa briiandeh"
(1880), ,J>^rbiMh der hiitoriMh-kritiediea Eïn-
leltniu in daa N«ne Testament" (3de drnk 1892),
„Lehrmiefa der nentestamentiache Theologie" (3
dln„ 1897), ,Jt. Botbei gp^latnea ejrtem"
(1899), „Die Ëntattènng de* Neoen Teatameatt"
^1904) en „Das meuianiwhe Bewuiitaein Jesn"
(1907). Verder weiktefag mede aan Buiuen't „Bi-
Iwlweik" en aan den ,<HandkanuneDtar mm
Nenen Testament". Met ZOpllel adireef hg bet
„Leiikon IDr Theologie and KirclienweMn" (3de
dmk 1S95) en het „TkeobviMber Jahretberieht"
(1893 — 1901). Ook verschenen drie deelen aijner
,^redi«teB" (1865—1901). Sothnmn is in 1910
ie Baden-Baden overleden.
Holtamuiui, Ofitar, een Protestantsdi god-
geleerde, werd in 1859 te Stottgart geboren, was
•edert 1883 werkiaam in de ken- en lehaoklienit
in Baden, werd in 1889 privaatdocent in Gieaaen
en is daar aedert 1890 buitengewoon hoogleeiaar,
H^j schreef: „Daa Johanofflevaogelium nnteraneht
nnd erUSrt" (I8B7), „Das Snde des jQditdien
Staatsweaent" (1883), „Nentestamentliehè Zeit-
gesdiietite" (2de dmk 1906). ,Jieben Jesn"
(1901), .JÏeligiooBgeaebiehtlielie Vortrlge" (1902),
„War Jeans Ekitatiker?" (I9(BX „Der ChristU-
che Gottesglanbe" (1905) en „(aristns" (1907).
IX.
Bolub, Bmü, een OostenrSksch ontdeUinn-
reiiiger, den 7den Oetober 1847 te Holiti in Bo-
hemen geboren, begaf zich in 1872 naar Znid-
ilrika en wist door ign geneeaknndige praetgk
in de diamantdistrieten van £imberlej en Dn-
toitepan zooveel geld bneen te brengen, dat hn tn
vallen. In 1879 beerde hg met koetbara vena-
mriingen naar Europa terug, om in 1883 nog-
maals naar Zoid-.Afrika te gaan. Van Kaapstad
nit wilde bg met ign vrouw door geheel Afrika
tot den Soedan en Egmte trekken. Zgn plan
werd eebter reeds vÖór eg een derde gedeelte
van den tocfat afgelegd bad, vergdeld door het
optreden der MaeiehoeioeloeinÉMstammen au den
bovei^oop van düi JEafoet. Uitgeput en nilge-
pinnderd, keerde bq in Fd)rnari 1887 naar
Schoidong en kort d^jna naar Europa temg.
Zgn verumrilng (IS 000 voorwerpen) werd e^-
ter gered en te Parijs (1891) en Weenen (I892J
tentoongesteld. Hü oveE4eed den 2lBten Febmari
1902 te Weenen. Van ign werken noemen wg:
„EnltniBÜiie dea Uamtie^Sibejida Beiehs"
(1870), „Tle VictoriataUs" (1879). „Sieben Jabre
in Sfid-Afrika" (1880), ,J>ie Eoloniaation Afri-
kas" (1882). „Beitrige cnr Ornithok^ie SOdalri-
ku" (1882) en ,.Von Kaostadt ins Land der
MaMbuknlHnbe" (2 dln., 1888—1890).
Holwaida, Jan Fokker, of Jolianiui Pko-
^lideg, een Kedertandsch geleerde, den 19den
^braari 1618 te HolweTd in Friesland geboren,
stndeeide te Franeker en werd aldaar in 1687
tot meester in de vrge knnaten en in 1640 tot
doctor in de geneeskunde bevorderd. In 1639 werd
hg er bnitengewoon hoogleeraar in de redeoeer-
kande en in 1647 rewoon boogleeraar. Reeda den
Sisten Junari 1351 naakte een slepende liekte
een einde aan sgn leven. Hg eehreef: „Disser-
tatie astronomica in Lan^Mrginm" (1640). „£^-
tome astroDomicae leformatae" (1642), „Seiagr»
phia logicae generalis" ^1043), ,/CoHwiam lo^-
enm, dimatationrbnt doodecim" (1646), „In faia-
toriaffl Ptiilijipioo-FriHcaim dariatimi amplisti-
Kttqoe viri D. Fieri Win»«mir (1646, een nitge-
breid gedicht) en „Elementare h^enm" (1648),
een niltrdcsel nit de „Seiagia^ia".
Bolward. m» 'lorp in de Frietebe gemeente
Weetdon*eradeel, ligt op een hooge terp iMga
den leedgk. Men vindt er vmehtbaie akken,
waarop koren, vlas en aanla))f>elen verboowd wo^
den. Het docp beiit een lEervonnde kerk, die op
het howBte gedeelte van den henvel gelegen la,
en pen Doopsgeiinde kerk. Vun hier uit werd de
reeds lang weer «tok geslagen dgk aangelegd tot
verbinding van bet eiland Ameland met den vas-
ten wal, in de hoop bierdoor de aanslibbing dei
Wadden te bevorderen, welke verwachting ech-
ter niet vervnld werd. Uet Ne* <qi Ameland bft-
staat geregelde verbinding per motorboot.
BolivAtdft, Ja» Bmidnk. een Nederlandsdi
letleiktindtge. den 16den' Saptember 1805 te
'a-GravenhuM geboren. HQ studeerde te Leiden
in de godgdee^heid en promoveerde op een dia-
S7
DigilizedbyGoOglC
BOLWERDA— 'BOI^IMliNiaEIN.
KrUtie iiOrer bet g«iprek tu Jeans met Nieo-
dïfDiii". Hjj weid eeiet prenliksiit te 't Wond bg
Delft, toen te Aftaen en m 1S37 te Qorincliein en
hield lieh Toornamelgk bezig met de Teiklaring
via het Niettwe Testünent. In 1866 werd hij te
Ooiinchem terenB rector der Latgneche b<£ooI
en Weef deie bettekking oog waaraemen, toen b.a
in 1S72 emeritus geworden waa, totdat dieeehool
in 1879 werd opRebeten. Daarna veitigde h|j
ti^ eeret te Vooracnoten en daarna te Oegetgeeet,
waar hg in April 1B86 overleed. Van ign ge-
schriften vermelden wg: „Efflendationom FUvi-
ananim ^)eeiaieD" (1847), ,J>e Jietrekkinf van
bet verstand tot het nilleg-gen van den Bgbel"
(1S58), „Uitlegkandige aantee^eniiigea m eenire
5 laateen nif het Niemie Testament'^ (18Ö3), „Bg-
ragen tot de n-itlegging van het Nieuwe TesU-
ment" (1854), „De gedühte aan bet oordeel des
Heeren" (1860), „Annotatio critica in Xenop4H>n-
tis Helleniea" (IS66) en „Herinneringen van een
predikant na een en veer tjgjari gen dienit" (1872).
Daarenboven ign vele zgner opateHen verq)T«id
in .Jklnemosjne' , „JaartHxicea voor weteniehap-
pelgke theoWie". Verslagen en mededeelingen
der KoninklgEe Academie van Wetenschappen"
Bolylimd, een havenvlaate op de westiqde
van het eiland Hol;, dat door een kleinen, smal-
len eont van het eiland Anglesej geseheiden is, ii
onregelmatig van gedaante, telt (16") 10638
inwoners en heeft kusthandel en seheeptbotnv.
Het plaatsje ie belangryk ala de Jiet dientet bg
Ierland gelegen haven, vanwaar dagelgks twee-
maal Btoombooten naar Zisgstown en Dublin
varen. De reis van Londen naar Dublin dunrt
14, van Hol]4iead uur Dublin alechta 4 uren.
De haven heelt een 1200 m. lange kade en twee
CToote geltbrdiers. Een apoorlgn verbindt Hol;-
nead met Anglesey en het vasteland van Enge-
land.
Holyéake, Oeorge Jaeob. een Ëngelsah lo-
«aal-democraat, den ISden April 1817 te Bir-
ningfaam geboren, «tndeerde aldaar, was er een
kunde. In 1841 hield fag voorkaingen over Ouen't
wHsbegeerte. Zgn in talrijke gesehriften (o. t.
,3eenlari«n, its ortgin anii nature, 1897) en in
het ia 1846 gestichte tj^aohrift „The Beaaoner"
neergelegde den^eeJden huldigen bet „Se«iilv
rismstetsel", datbetlevNi wilflegiowïraitiien op
xedelgfce en weteuduiftpelllke MHhavhig^ nntder
invloed der kerk. Zijn orgaan was sedert 1874 de
„Seenlar Beview". Hfj «m de lutate Engeladmwn,
die wegens atfaelsme gevangen gtncniea werd. Een
dooT de rt^eeriog tegen Mm gevoerd proeet, nf
aanleiding lot de aftebalfing tm bet dagbladie-
gel; ook bewerkte hg de ^Igkitelling van de
Eeloite met den eed en de oitgave der blauwboe-
an van de Regeering ever de arbeid eratoestan-
den in andere landen, en wai hg de stichter van
tairgke arbeiderstiereenigiDgen. Zjja werk „The
histor; «f co-operation in Eodidale" (1658) deed
binnen twee jaar 250 arbei d e rs vereen igingen ont-
(taan. Zgn hoofdwerken zgn; ,^ietorv oi eoCpe-
ration in Englaod" '(2 dln., 3de druk 1865) en
„Fnblic speaking and debate" (6de drnk 1901),
Bolyrood (Heilig Kmii] is de naam van
ihet oude koninklgk paleis te Edinhnigh «n ont-
leent dien aan het daart^nover gelwen klooster
Holyrood-Abber. dat in 1128 door DaM I, ko-
ning van Schotland, gesticht en met vele goede*
ren begiftigd werd. In de 14de en 15de eenw w&a
dit klooster meeimalen de residentie der Sebot-
sche monarchen en de meeeten van hen werden
er begraven. Het paleis werd echter eerst in 1528
door Jaeobttt V gebauwd en bleef, nadat bet
klooster in 1544 door de Engelselien bgna ge-
heel verwoest was, de woonplaats van koningin
Uaria Stvart en van baar toon Jaeobui VI, tot-
dat deze als Jaeobut I den £ngels^en troon be-
klom. Het werd echter door de troepen tui
CromuieU grootendeels vernield, waarna onder
de r^eeriog van Karü U in 1660— 1679 faet te-
genwoordige kasteel werd opgetrokken, terw^l
men het noordwestelgk gedeelte van het door Jo-
eobus V gdmawde slot in zgn ooratrankelgkeii
toestand behield. Het nieuwe kasteel werd naar
het ontwerp van sir (TiUüm Btwx <q>^«boiiwd.
In het oade gedeelte van faet paleis bniDdt web
de kamer van koningin Uaria, nog geheel eo al
in haar oor^ronkeljken toestand.
Holz, Arno, een van de besu moderne Doit-
sche dichters en schrijven, den 26sten April 1863
te Rasteobnrg geboren, woont tbans te Berlijn.
Zgn dicbtbiKKlers „Elinginahen" (1SS3) en ,Jtea
Boch der Zeit, Lieder eines Ifodernen" (1885)
werden bekroond. Zgn theorie van den .Conse-
quent er Bealismue" ontwikkelde hij in ,J>ie
Kunst, ihr Weaen nnd ihie Oesctie" (1891); zg
ie daarom van belang, omdat ig' invloed had o^
de eerste drama's van tfinipiinann, die haar uit
„Papa Hamlet" (1689) leerde kennon. HoJi
schreef verder: ,J)eata^e Weiien" (met JericA-
ike, 1884). .J^mannel Oerbel" (18641, faet drama
,J]ie Patnilie Seiicke" (met SehJo/, 1890), „Nene
Qleise" (idem, 1801), „Der geschundene P^asns"
(1692), „Berlin. Das Ende einer Zeit in Dramen.
Seaialarietrokraten" (1896), „Bevolation der L;-
rik" (1899), „Phantaens" (gedichten, 1809), ,^.
B. M. Mever, ein literarischer Ehrabschneider"
(1900), ,Jóhannea Sohlaf. Ein notgedmngenei Ea-
pitel (1902), ,^eder auf einer alten Lante"
(190S), „Ans Urgroaimntleri Qarten. Ein FrlQi-
lingsatrtos* aas dem Bokoko" (190B), „Dalnia.
Lvrisf^ee FortrU ana dem I7ten Jahrhundert"
(1904) en „TcininaliM" (tngiaehe comedie met
Jtriehke, 1906), „Preil E^ne HtnoerkomSdie"
[met JerseUe, 1906), „Sonnentinaletnia'' (trage-
die, 1908).
BolzlDrer, Bemrieh, een Proteftaatacli god-
geleerde, werd in 1863 te Langenbeig geborra,
stadeerde te Tnbiogen, waar tq van 1889 tot
1893 repetent was. Sedert dien was hg eerst pre-
dikant, later leeraar aan het gymnatinm te Stntt.
gart. Hg schreef: „Eiileitnng in den Heiatenek"
(1899), benevens commentaren op „Genetii"
(1898), .J^iodas" (1900), „JoMa" (1901) en .iSn-
meri" (1908).
HolzmindeD, een itad in het bertogdon
Branswijk, Kgt bij de monding der Holzmlnde
in de Weier. nabfi hef Solllger Woud, aan de
spoorlgn Scherf ede — Holaninden en Soeat—
BOrszom en telt (1910) 10 249 inwoners. Hei
vindt er 3 kerken, een gedenkteeken voor fiis-
morefc, een gjnmaaiiun, een paar vaksdiolen, ehe-
DigilizedbyGoOglC
aOi2UINDEN— aOHE.
misehe tabiieken, TCTTAudiging tui Tuiilliite,
Boiker, eement, muihines, faoat- en ijserwu«ii,
brnggtnbODW, 6t«eiigioeT«D en «teeiiUQpflril^
benernu «ebe^afttt.
HolxMOhloliM- Ton Burlaoh, Rudolt
Ohrütoph Kart Sigmund, vröfaeer von^ een
Daitteh iMbtieelMTae, d«n 22sten Juiiun 1777
in de Trne r^kaited Neurenberg alt een ond en
SBniienlÜK geBl&eht gebotcn. Btudeerde te AltdorF
en Jeoft in d« reehten en bekleedde TerschiUende
betrekkingen in zjin geboorteEtad. Toen Neuren-
beis in 1806 aan Beieren werd toegevoegd, Mig-
d« h^, dat ook 4e ediold der stad ten lade kwam
dei koninkrgks. Sedert 1S25 weid hjj bq herha-
ling algeTaardigd OMr den landdag en QTecde
er f DOT moDdeli^e en openbare borgerlnke rechts-
pleging. Voorts seiiieet hj: „Vertaeb vergM-
ehender Oeeetieakritik des frücflsiaehen mtind-
Ueben nnd geraeiDen deatiehen sofarittltdien Ci-
vilproietBei (ISSl) en „Ilieorie nnd Kaenietik
dei gemeinen Civilreditg" (8de dmk 186S —
]864). Hij orerleed den 90sten Jnli 1B6I.
HolsBobuli, DtetrüA {oA Tilt KoUtp ^
naamd), een der valsehe Frederiken, die zich
TDOr den in 1250 gestorven keizer Fretkrik U
nitKATen, trad bet eeist in 1283 te Keulen op,
docb had weinig sneeeB, waarom hn lidi naar
Neass be^t, waar de bevolk ing tiem geloof
schonk. H5 waagde het Hudolf van Habgburg Toor
lijn troon te d^n, om hem ale koning te oelee-
nen, «tonrf de FricTen tegen den graaf va» HU-
land bg, trachtte deel te nemen aan den atrijd
tQBsehen de eteden en den koning en ging naar
Wetilar; toen deie Btad cieh e^ter aan den ko-
ning enderwierpigsl iq den avontarier pr^a, die
den 7deii Jvli 128a all ketter verbrand werd.
Bom. «diter diernanen ie de afkorting 1
■ir Svêrard Bome (9 Hei I7&6— 31 AognBtni
1832), den ecbrgver van „LectnreB on conmarati-
Te anatomy" (1814—1839, 6 dln.).
Hom. Zie Vüteheit.
Honujui, Johann Baptitt, een DnitBch aard-
rgkïknndige, den 20aten Jfaart 1063 te Kamlach
in het Beiersehe arrondiBBement Zwaben gebo-
ren, beioflht, als bestond voor den geettelgken
Btaod, de Jenleteascluol Ie Hindelheim. Om aan
het UoostetleKn te ontkennen, begtï lm lieh hei-
melQk naar Nearenbe]^, waar fag de Protestant-
Bche leer omhelade en in 1087 notariB werd. Door
ign neiging aangeq)oord en tevens om ign poii-
stichtte hg een kaartenfaandel, die allengs toe-
nam in nilgebreidbeid. Hg leverde omttreeke 200
kaarten, die xieh niet alleen door nauwkeurigheid,
maar vooral ook door iina lagen prjie onderieheid-
dan, en daaronder bevonden li^ de 126 kaarten
van een groeten ,4tlaa" (1716) en de 18 van den
,^tia> metbodieos" (1719). OcA vervaardiffde
hg hemel- en aardgloben enz. H^ overleed den
liten Jnli 1724. Ook de latere eigenaars deur
laak, welke tot 1S48 bestond, hebbüi lioh jegens
de aardrjjkiÉande zeer verdiensfel^ gtanaakt.
HoBUtropleii (PkemilglveolfUropilen} C^
HiiN.O.OO.CAtO is een aliülold, dat nit atny
pien bereid wordt, door eerst bet daarnit gewon-
nen tropien aan amsndelmir te binden, daarna
dit sent berhaaldelgk roet verdund tontsonr te
bet alkaliaeh «unaAkte prodnct
met dUoroform te behandden, netwelk de homa-
tropine uittrekt. Het vormt klenrlooze, prismati-
•cM kristi^len, smelt bg S8* en weikt, evenals
atn^en, op de oogen, eebter is i^ werking na
20 uren ■voorbj|. Eet broomwaterstofinre lout ge-
bruikt «Den bg oogziekten in den vorm van een
wit kristallijn, oplosbaar poeder. Een dromelvan
een oplossing van 1 % it voldoende om de pu|)il-
verwjding Op te wekken.
Bombra. Zie Omberfvet.
BombnrVi *^ '^ ÈBhe^ een stad en bad-
plaats in bet PraisiKbe distnet Wiesbaden, li^t
aan den voet van den Taunns, aan de mo«rlg-
oen Hofflhnrg — Frankfort en Eomburg— -Usiiigen
en telt (1910) H 334 imvonere. Homborg bestaat
nit de Oud- en de door landgraaf Fnderik II
aangelM^e Nieawatad. Het veormaUge residai-
tiealot ligt op een de stad bebeeridienden heu-
vel. Hen vindt er 5 kéiken, gedenkteekeuen voer
Wilhelm 7, keiier Vftierik 1, 4ieiu gwialin en
den diditer ffSUerlta. De stad beiit een gjnina-
sinm, een bowere burgertdtod, een mnienm van
ondheden, leder-, boeden-, brood-, cartonnage-,
axQO-, mosterd-, likenr- en toodwitfsbrieken. De
S minerale bronnen bebooren tot de gieitiondeiid-
BaliDieehe lanrlingen en bevatten een bo<» per-
centage aan koolsanr. De ToomaamBte is de Elf-
zabetbsbron. Het bronwater wordt gedronken als
middel tegen maageatarrhe. aambeien, vetljjvig-
heid, jïeht, gdeatarrhe, storingen in de menstrua.
t-ie, als bad gebmïkt tegen sercmholenie buidnit-
elag. Jicht en rhenmatiek. Jaarl^e worden
100 000 krnikeD verzonden. Het aantal badgasten
bedraagt Jaarlqks 12000. De badgeboawen tgn
prachtig, vooral bet Knrbans met een sdionw-
Dorg, bet badbals Eaiser Wilbelmd«d en bet
Karhansbad. ZQ bebooren alle aan de Btad. In de
mooie omgeving valt vooral de Saalbnrdit t«
noemen, waarheen een eleetrisehe tram leidt. De
stad en hnreht beboordcoi in de 'Hidddeenwen
aan de heeren wn Bpvetutetn.
HMu, Uenrg, een <Kngdaeb wgsgeer en sehrQ-
ver in 1696 te Eamea ïn het graafgehafi Ber-
wiek geboren, werd in 17^ advocaat te Edin-
borgb, in 1752 lid van het gere<*tEhof en in 1768
opperre<lhter van Schotland met den ^itel van
lord Kornet. Hg overleed den 27eten
,- theprfnèipIeB et nioralltj and natoral r...
giott" flTSI), ,3Ienienti of eritlóm" <17aa—
17S5, 8 dln.) en „Sketches of the hlstory of man"
(1774).
Boma of Bwne, BanM DovgUu, een Eo-
gdaeb spirititt, werd in IS&6 op de Orkne;-ei1an*
den geboren, ala de telg van een oud Siebotadt
Ïtslaebt. Reeds op 4-JariKn leeftgd kwam hg in
merika, waar hg xgn kmdAeld en jetigd door-
bracht. In 1850 gaf hij voor, dat hg de gave van
voorspelling beiat. In 1855 ging Home naar Eu-
ropa en wekte door het verrichten van gewaande
wonderen veler vertjazing. In het -volgende jaar
vertrok b§ naar Rome, waar 4ig aan den paus
werd voorgesteld en den >R.-Katbo1iekeo gode-
dienal omhelsde. IntaBseben wnd hem dodr den
geest i^ner moeder aangelegd, dat hg ign tio-
vennatattrl^k vermogen tot aan den lOden Febrn-
ari 1857 missen zon. Van Roae ging hg naar
D,o,l,zedb,GoOgle
Par^, waar Uj ia de geneegkande itndMrde en
b^kuiB beiweu a&n eea heiige lenoiruckte. Na
ijjD hentel bleef bjj venekeren, dftt bg «Uedt
in betrekking atond met de geeatenwereld,
biekl er «éaooet, die door amniienlgke peiw
weiden bügewooad. Nadat iiij in 1864 aogmaalE
Some bewcht had, doch door de pauielgke gen-
' nen otet de grenKO -■- i---.i-«-!j-
r Londen, waar hij
haalde, om hem, op laet
genoot, 60 000 pond aterliDg ter hand te iteUen,
welke som hjj eenter na een pioeea, dat den 22iten
Mei 1868 têgien hun ineeeteld werd, inoeat te-
nugeven. In een in 186S door hem nitgegeven
•eheta Tan ijjn leven betuigt hg: „Hef eenige
Soede, dat ik dooi mgne gare gewrocht bri), ia
e overtaiging, dat velen, die niet au een voort-
bestaan na den dood gektofden, tiiana door mgn
toedoen xieh gelokkig gevoelen in de zekerheid
Tan een toek<»nstig MTen".
HomsniB ia een Oriekaeh dichter, diaTolgena
de eenitemmige «rerleferiag der On^ieid aan
bet boold itaat der Ori^iehe letteiknnde. In het
algemeen (eenj^ gttomatiei, de OhorisMten,
nitgemnderd) hidd men door alle Troegeis eeo-
wen been ben voor den vervaardiger der twee
beroemde bddendiehten ,J)e üiag", en „De Od;s-
•ee". DuuenboTen waden hem nog vele andeie
sediebten toegekend, looali lofiangen op de go-
den of bjmaen, van welke 6 grootere en 28 kb!-
neie iüb bewaard gebleven, een klnchti^ ^h>b,
waarvan lekere Margitet de held ii, de „Hniien-
en kikvorteheiutrgd" (aie Batrae^omyümaekia)
en een aantal epieehe gedichten van lamelgken
omvang (lie Ogdiêehe Diditeri). Wat omtrent
den persoon det dichters wordt medegedeeld, ii
niet veel meer dan sage. Zeien steden {volgeni
den bekenden beuuneter ..Snyrna, Jthodoi, Eolo-
fihon, Salsmii, Obioa, Aigos, Athene) bestreden
elkander de eer i^n ^boorteplaata te zgn.
De oode overlevering noemt met vrg groot e
lekerheid het Aeolieehe Smjrna ala lün geMorte-
plaats en bet Ionische eiland Chios ala de plaats,
waar hg ^wcrkt heeft, wat Koed overeenstemt
net den Aeoliscben achtergrond van de in loniaeh
dialect opgestelde «ediehten. Wat den onderdom
Tan Bomenu betrNt, scbgnt het loo eoed ala ae-
ker t« ign, dat de tjid, waarin de epische poMe
de hoogte bereikte, die med aan a)a genie toe-
•chrgtt, omstre^B BW— 800 v. Chr. valt. Wat
over het leven van den dichter wordt verteld,
mist iederenhistoriseheDsrondelag, lellshet ver-
haal van ign blindheid, aie m de valsohe veren
. derslelling beni»t, dat de diditer van de „Ilias"
en „Odvssee" indsntiek lou zgn met den blind
genoemden dicfater van de hjmne op den Deli-
Bchen A{H)llo. De „Iliai" en „Odvssee" lün de
ondate voortbrengselen der OrieksehB lelterknnde
en de Kiootste en meett volkomen heldendichten
niet aSeen daarvan, maar van de wereldpoCiie.
Hun inbond vormt slechts een klein gedeelte van
den groeten Tioiaanschen eagenkring. De „Ilias"
behandelt een tgdsverloop van 51 dagen nit bet
tiende laar vao den Trojsanschen Oorlog in een
eenvoudige, dtronokwiaebe volgorde. B^innend
met den wrok van AekiUeut over het wegvoeren
van ■^a «lavjn BrüeK door Agamvnnon, eehil-
dert ig de door het niet dednonen aan den ttrifd
door Aehilieut veiooiiaakte en lidi steeds uit-
breidende moeilgke omatandigbeden der Grieken
tot den dood van Palroelui, bet keerpunt ven het
gedicht,* de verzoening van AehiOem en Agamem-
HoiL de wrask van den eerste op Heelor, de Igk-
tpelen voor Pairoelu» en de nitlevering en b^ra-
fenis van Beetor'a Igk. De „Odjtsee" beiingt den
terugkeer van Odyueiu en omvat slechts een
tijdamimte van 41 dagen; de avontnien van
Odystms op ign verijarigen iwerttoeht worden
episodisch vertelt. Nituoh deelt het gedicht in
vier afdeelingen in: de eerste ftioek I — t) schil-
dert de toestanden in het hait van den beid, lUe
lieb op het eiland van OtJgpêo bevindt en de reis
van ign loon Tdenuieluu csn berichten van tgn
vader te ki^ïgen; de tweede (boek 5~1B) bevat
diena tocht van bet eiland van Oo^rpso naar bet
land der Iliaiaken, aan wie hg ign avonturen
vertelt en vandaar naar Ithaka; de detde (bodi
IS— 1») sdiildert ons hoe de ala bedelaar ver-
Ueede held met ign trouwen sdi^enboeder S»-
noeiM en 7eles>uu;kiu beraadslaagt ovei bet be-
atratten der vrgers van Penehpt; de Tierde AKiek
K) — 24) behandelt de uitvoering van dat plan.
Reeds in de Oudheid beatondde meening, dat
„Ilias" en „Odjssee" niet van demelfden dichter
en niet uit denieUden tjid afkomstig konden >gn;
de vert^enwoordigers dier nwening, met de gram-
matJci AeNon en BeUaniau aan het bootd noem-
de men de Ohorixonlm <aehei denden). Inderda«d
bestaat tnssehen beide ^«diehteo «iet allten éen
verschil in toon, maar ook In leer veel b^ion-
derbedeo, die op een aamnerkelgk latere ver-
vaardiging der „Odjntee" wjnen. De voorstellin-
gen der goden ign bier edeler, het religlens en
ledelgk leven staat oti een hoogcren trap; nuk
het hnisel^ en sociaal leven is meer ontwikkeld;
s^ewvaart en handel hebben lieh aitgebrcid, de
kennis van vreemde landen en hun voortbrengse-
len ie toegenomen. Ook ontging het den Ouden
niet, dat in beide gedioblen niet alles op deoietf-
den trap van voknaaktbeid staat, dat er gwin-
gen xgn in het verhaal, dat het aan tegeaspracen
niet ontbreekt. Terw^ ig dei^elgke gebreken
dikwijls door bet aannemen van lateipolaties uit
den weg tiaebtten te mimen, knoopten aieowere
erittci daaraan een reeks sdierpiinnige ^fntbe-
Ben vaat omtrent bet ontstaan van de BMneri-
sche gediAten. Deze zoogenaamde „Hemerisebe
SnaestK" werd opgeworpen door fr. A, Wolft in
e „Prolegomena ad Homemm" van. 1795, waar-
in hij als ign oKening oitBprak. dat mondeling
ontworpen liederen van Uomenu en zijn school,
de Homeriden c^ Chios, eeuwen lang door rond-
! in hun twenwoordigen v
n twee groots
gedichten gebracht zonden ign. Hg grondde die
meening op inn verondersteUing, dat bet gebruik
van het setnift In Griekenland eerst i
traditie,
irdenaar der
gedicbfen noemt. .In ieder geval is het weinig
waarschijnlgk, dat bet gebruik van bet sehritt bg
de Grieken, al U bet ook veel ouder dan Wolft
«reten kon, in loo ouden tgd reeds %M ontwik-
keld wa>, dat de Homeris^e gedichten dadelpk
van bet beg4n af op schrift gebracht knnaen tgn.
D,o,l,zedb,GoOgle
BOM^tUS— HOHEYER.
Doch w^km Blnit dt iiK««lgklieid vu bet bestun
TBD giootan afioDdeilqSe ndiebten niet uit; lella
Ktmnt bet «ntstaso tab netdendichleii met een
Tedlieid vu liederei oninogelök. Ook irijit de
tul in bet Kkemeen kbaohiBt <q;> één tamenhkn-
geode tt^Miiode. Dftt ig in hnn tegemroOHÜgeD
rorm reedt iMr bet faeffin dei Olympiaden (77S
. T. Cbr.) bestonden, n Mier, dur nur bun looi-
beeld en er bq aaoslnitend -de loogeniMnde e;-
cUwbe diehteri (ii« aldaar) tiq groote belden-
di«bt«n <rer>aaT<iM b^ben. Dat eeiit PiiittfotHt
ol de door bem benoemde eonaniMie tan geleer-
den, aiet den dicfatei Onomaerihu san bet bootd,
de „Qïm" en i» ^jtaêt" als een geheel urn
hebbeD geeeb^mi, een meening, welke na WoUf
Toonl dooi Laekmam n to<»geataan, ie iriet aan
te Bemen. Meei waancbSnlfik is, dat eerit ondei
Piiiêlntiu een totale „Du*'' en een totale „Odn.
■ee" tot atand t&a Mkomen, d. v. >. een opteeie-
ning Tan bel gebeel, in tegenatelling tot de mo-
Eenaamde rhapsodieén, de ooor de tbuaoden toot
on TooNhaefiteu uiteekoien, ahonaerlöke ge-
deelten. Het sebeele nairinitMa-Teitiaal, dat Ter-
Bcbillende gelee«len toot «en legoode bonden,
hangt waaiKhiJnlgk tamen met den ecTsten aan-
1^ Tan ND bibkotheek te Athene en de doot
XQD loon Biffarckvê getroffen regeling Tan «en
ToUedige en geordende Toordraeht der Homeri-
acbe heldeDdioiten ^ de Panathenaein. Daaran-
te^ Terklaart Q. Bermam de Maenatelling der
Hxbenbare eenheid van bet gweel en de te-
mrakea en atw^king w de aiionderl^e dee-
odooebenbare eenheid van bet gdeel en
genmrakea en atw^king w de aiionderl^
UD doot bet aannemen Tan een oer-Hiaa en een
oer-Odn
iD geringeren omTang c
sr-OdTwee
_.ldelj^« nl „ ... __ . __.
Anderen lemen een door de loagenaamdi
kenaaten later tot itMid' gebrachte umenatelliiw
uit kleine gedichten, dt een „AebiUeit" en „Hiaa
Toor bet cene, oi nit een „Telemaehte" en „Te-
rugkeer tan Oibaaena" «oor bet andere aan. Dat
bg de tamoDateUing Tan beide Toorhanden liede-
ren gebmikt kunnen i|jd en dat iq, alTOiena bon
tenniroardigen Twm te krijgen, in den loop der
tj^Mt meermalen nitf^reid en omgeweiit iqn,
geTen lelfa de nnitariBrt toe.
De invloed der Homeriaehe gedtditen op de
onttrikkeling Tan bet Grieksebe volk ia bnitenge-
woon groot geveeit, en niet londer redit kan
Btndotiu beweren, dat Homenu en Hemorfiu
Toor de Grieten bun ^oden eeadiapen hebben;
de religiën» Toorstellingen, die q nitamrerkt
hebben, iqn altöd de maatataf toot de Bellenen
gebleten. In de mjtben Tan tfoMwriM Tond de
Zijn tjïwi
den all voorbeeld Toor alle knnateebeppinnn. In
het algemeen waren de gedichten Toor de Grieken
de grondslag Tcor een hoogere geeiteaont wikke-
ling. Plalo noemde Bomeru» QriekenUnd's eo-
Toèder, en Toor bet nationale bawsatiijn gold
hg alt de dichter. Van hem gingen de ttndiSn
der Alezandr^nen nit, van wie de weiirig doelma-
tige indeeling Tsn bud« gedichten in 24 boeken,
naar het aantal lettert Tan bet loniaeh alphabet,
afkomitiff ia, en aan bem danken de Dhilologie
en eritiek der Grieken baar ontwiUeling. De
drie bette gmunatid Tan Alexandril, Zaïodotnt,
Ariilophanea en Tooral AriiUtrekits bdAwn na elk-
an^ eritiMdie nitgaven Tan Homent bewerkt,
en tot in den ByuntjjnKhen tjjd ia bg het mid-
delpant van alle ifodiin gdiloTen. Ook de Bomei-
aen hebben iteedi leTsntyge belangttelling in
Homeniê getoond. In de Middeleeuwen waa hg
in het W. aHeen door een metritdi nittrekeel der
,jliaB", den mogenaamden ffomerw latüuu be-
kend. Na bet wederopleTcn der wetene^tq^n
Tond hy niet de hem totftomende waardeering,
daar VirgHiiu als de grootste ditliter beadionvd
werd. Het juiste oordeel ging van Engdand uil
en weid Tandaar OTer bet Taateland verend.
Tan de nitgaTcn moeten, bebalte de Sditio
prineef Tan OlattowiyliH (2 dln^ Plorenee 1488),
genoMid worden die tbs BrMsft (6 dln., 2dB
drak [Tan Düudorn 1824). Wolt (7 dln., 2de dmk
1804—1807), Hmm (9 dln., 1602—1822), Bek-
ker (2de dn& 1868), Lanelt» <186S— 1870),
JVtwdt (1874— 1877), LwtowA (1889) en van on-
K landgenooten Fm £eMnpMi en Mnidet da Ooêla
H dln., 2de dmk 1895), terwgl niet ouTcrmeld
mag blgTcn fisft'a „Die JHomeritebe Hiaa nnd
OdjBiee in der nimrllnglïeben Spraehform wie-
der'hergeitelt'' (18^— l%e, 6 dln.), waarin bet
Ionische dialect door bet Aeoliiebe is TcrTaagen.
De beste Hederludidie vertaling it die *an Voê-
uiBuittelUDg der I»h i.,uiu. •mu, ».._,,...
WüamomU, Homeriaehe Untertnebnngen (1894)
en Vtm Leeuvam, C<«nmentatiDnM Homerieae
(1911)-
BonM Btilani Ie de naam Tan een staaUcnn-
dige part^ in Ierland. Dck is in 1872 ontstaan
en Tcrlanfft een lelfstandig beatnni Toor Ierland
en een aRondertQk Parlement als» een volko-
men afscheiding van Engeland. (Zie Oroot-Brit'
tanniB ra Ierland, QetiAiidviü}.
HoBMStead, een itad in den Soord-Amerl-
kaoniehen ttaat PennsjlvaniK, ligt diditbjjPitta-
bnrg aan den Monoi«afaeU en telt (1910) I871S
inwonera. Hen vindt er staalfobricken Ten Oame-
gte, die sedert 1891 ook nftkelstalen ^taert
Toor de marine vervaardiffen. Hier brak in 1892
een groote werkstakins uit
Bom«r«r, Karl Outlat, een Dnitaeh Jnriat,
den l&den Aogastus 1796 te Wolnat in Nieow-
VUr-Pommeren geboren, studeerde te Berljn,
Oottjngen en Heidelberg, promOTeerde in 1^1
op een ditaertatie „Hiatonae jnrii Pomeranid
capita quaedam", werd priTaatdoeent, in 1824
buitengewoon en in 1827 gewoon hoogleermar In
de reaten, in 1845 „Gebetmer ObertiHAnsalmt".
In 1860 veikiceg hg uit doe bwtate betrekking
ontslag, terwgl hij in 1868 weid ontfaeTcn van
de Terplicbtliw om college te geven. Toeb bleef
by tot in 1872, in welk jaar hg door een beroert*
getroHen werd, enkele colleges geven. Hfl werd
voorts in 1850 lid van de Aeademie Tan Weten-
Bch^)pen, in 1864 van den Staataraad, tvndieni
van de Kroon en lid van het Heerenhnls tooi
kTeoslang. HQ leverde: „GniDdrisi dat dtni-
sehen Redittgeecbiehte" (een Tertaling naar Kol-
itomp-Boaewwnasr, 1826), drie nieuwe uitgaven
van den ,.Saehtena|^cgel" (1827, 1835 en 1871),
..Dat tlAaisefae Lehnrceht nnd der Nchtatcig
Lehnrechta" (1842), ,4>er Anetor vetst de bene-
DigilizedbyGoOglC
422 m
tieiis, du GOrlitiet RMhtsbneh ond du SyiUm
d«i LtbnteehU" {1S44), „Der RiohtsteÏK Land-
reehtB oebat Cftutela and Premie" (1B57], „Ver
zeJebnii deuUcher RechUbDcliei des UitteiBlteri
DDd ihtei HMdsdirifteii" (2de druk 1356). „Die
Stellong des Suhsen^iegelfi lam SchwabeDapie-
gd" (IS5S), ,;Die Stellune des S«ehBeiif¥>(8eli
lOT PturentelcnoPdnang" (ISSO) en „Haua- und
HotnutiieD" (ISTO). £^ oTcrleed dea 20iteii Oe-
tober 1874.
_', Bugtn Ferdiaatut «on, een Daitadi
:, den Uden NoTember 1800 te Net-
din bü AniÜun geboren, wndde lieh un den
liDdbonw en TciTolKeu «u set verumelen van
Toeels. Hij wai op dit gebied met niUtdiend ge
Tolg te Stolfi weAuun, weid lid en looraitlei
Tan het OinitboIogiKb Genootsdiw en adiieel
o.*.: ,J>ie VOgel tonuneins" (18S7), „Deutsoh-
ludi S&ugetiere und VSgel" (1877), „DieSpech-
te und ihr Wert in lontUehet Beiiebnog'' (2dc
dmk 1379), „Reiae Dicfa Helgoland, den N«rd-
«ee iMdo Srtt u a w." (1880), „Oraitholo-
giMhe Briete^' (1881), „EHe Wanderungen der
Vt^l" (1881) en ^eneidmu der VI%«1
DeatsdüandB" (1885). Hq «verleed te Stolp den
Sleten Hei 1389.
ffomeyer, Aktander von, een Dnitaeb togel-
knsdige en neel van den Toorgunde, den lOoen
Jannaii 18S4 te Vorland bg Grimmen in Pc
meien gebaren, l)eiocht de kadetteneehool
Pot»dam «D Bertya. trad in 1352 in Pioiiiicben
kiggedienet, itreed in 1866 bg Skaliti, Sehwein-
scbsdel en Kitniggr&tz, weid in 1876 beirordeid
tot mibjooT en nam in 1878 iqn onttiag. Ifetvvei
beoefende hy de Datuorlgke hiitoiie, deed in
1861 «ndenoek nui de Uona, iniondeiJieid nui
de TOgels tui 'de Baleftnadie ÉilaDden en Tan de
knstan der Hiddellandtcfae Zee en TerTolgeu
ook nui Tlinden. In 1874 stond hö aan het
hootd eener Dnittdie expeditie u«r Aliikt. Hg
tiok langi den Qnanu nui Doodo, TerTolgeDS
Dut PnoM AndoDgo (9* Z.Br.) en werd hier
MDgetut door de gaikoorti, loodat bg tka Pogge
het bevel oteidraeg, die in December I87S het
nAiIed der Moeatojimbo bereikte. In 187g keerde
Homtytr met een gioote lemmelini' Tlinden
nuT Ënropa terug. Hij overleed Ie Qreitiwald
den 144en Juli Iffi».
Koiiill8tl«k o( prediüeunde noemt men de
wetenichep der kansel welsprekendheid, iniondei-
heid de unwqiing tui sQei, waf tot bet opatel-
len en Toondngsn tui kerkelgke redeToeringen,
bomilita «n prölikatiBn behooiL Zn boTat in het
algemeen 4e Toontelling Tan de beteekenii en
de strekking dei leerrede Toor de openbare godt-
dienatoefening en in het bgioadei de rtsels, die
men in acht moet nemen bg de kena der stof
fioMnfio), bg de Terdeeling ^ditpotUio) en de
oitToeriog (eloeuHo) der Terèohiilende denen, als-
mede met betrekking tot de mondelgke Toor-
draebt en de gebtren (detlamaUo et aeUo). De
homiletiek hondt tieh «an de algemeene regels
det wdiprdendbflid, maar wgiigt ie bg de toe-
passing Dur den inhond en bet doel der leer-
rede. Ook bet Aoaden tu bnbel oefeningen en
Tan gel^Dftridaleerredenen baboort tol baar ge-
bied. De ^eachiedenis der homiletiek is dni de
gesohiedenis tui den predtrsnt.
Hemllla of rtdevoenn^, noemt men sedert
de 4de eeuw onier jaartelling «en samenbangtn-
de, keikelijke Tcrkliuing van een gedeelte der
Oewgde Schrift of ook wel een kerkelgke leer-
rede. Thans Teistaat men daaronder slgemeea
een bepaakle soort leerrede, waarvoor een Bijbel-
tekit tot tbema genomen wordt en waarin de in
deieo tekst veiwatte deiAbeeldeu, ^ sgn ig ook
niet logisch gerangschikt of verbonden, «cbter-
eenvolgens ter qirske gel)racht en tot leerisg en
stichting der hoorders behandeld worden. Zalk
een homilie is een tmufylüehe. Wanneer men
durentegeo de godsdienstige denkbeelden, in den
tekst Tefvat, onder een algemeen hoofd deiA-
beeld brengt en eerstgenoemde als onderdeden
Tsn dit laatste, met het oog op de hoorden, op
(oeoasielgke w^fie betprew, dsn noemt men
«lik een homilie een tiftithelueke. Het ie dtiide-
l^k, dat zg in dit laatste gcTal weinig van d«
eigenlgke leerrede T«rsehiit.
Bominal, £arl Ferdinattd, een Duitsofa leehts-
geleerde, den 6deu Juuuri 1722 te Leipiig ge-
boren, studeerde in igu geboortestad eent in
'de medicijnen en daarna in de rechten, promo-
Teerde in 1744, werd in ITöO bnitengewoou, in
1762 gewoon boogleeraai in de rechtöi, in 1763
ordinarius dei imitsKeleerde facalteit en over-
leed den l&den Hei 1781. Hi) was een man T^n
algemeene kennis die lich te Leipiis sU hoog-
leeraar een naam maakte en gewaardeerd werd.
Van lijn geschriften Tcnnelden wij: „Teatschei
FlsTins, oder voUstftnd^e Anleitui^, sowid in
bOrgerlicheo sEs peinlichen Pillen ifrtheil sbin-
tassen" <2 dln., 4de druk 1813). „Bbapsodia
qnaettionnm in foro quotidie obvenientiniB etc"
J7 dia.. 4de druk 1783—1737). „PsliBgenesia
libroium juiis veteris" (1767—1768), „Deber
Belohnung und Strofe naeh tOrkiscben Qesetsen"
(1772) en .,Von Veibieehen nnd Slisfen" (naai
■ " din., 1
te Leipiig, w» sedert 1377 weritsum aan de
bibliotbeek te HÜncbes, Tutigde er lieh als pn-
raatdocent en wend in 133S boogieerur. Hü
schreef: „Die fithiimiscbe Uebersetzong des Ph;-
aiologns".(I877), „Die Namen der S&ugetiere bei
den sQdsemitiacben VSlkern" (1870), „Die semi-
tiseben VSIker und Sprachen" (1381— 18S3), „Qe-
schiehte Babjloniens nnd AssTiiena" (1885), „Die
Uteste uabische BarlsuDTeraion" (1887V „Dn
babvloniscbe Ursprai^ dei i^jptiaeiien Knltnr"
(1892), „SOdarabisdie Chnutomathie. Uioftiseh-
ssbsisohe QiaiDins.tik-" (I38S), „Sumertsehe Le-
sutQcke" (1894), „Qesobichte des alten Mo^en-
landee" (2de diuk 1898). ..Granddes d«i OeogM-
Shie und Gesehiebte des Aiteu Orients"' ^e
ruk 1904), „Die altisRwlitische üeberliefering
in srfiriftlicher Belenchtung" (1897) eo „Anl-
Mm und AbbsDdlnngen" (3 dln» 1893—1901).
Hommala (Bombus L.) i« de naam ran een ge-
slaoiit Tsn bijen, die doorgaans Teel grooter en
niiger zijn dan d« honigbijen. Hun bareo tdi-
men doot Teisdiil van tleni viak witte, gele
en roode dwatabaikden op een iwarten grond. Ds
tioorten tsd djt geelacbt iqn seer talrA. Zij le-
Ten gesellig onder steenen, bomnwortda, ooi in
mos. LsngMwn >weTen lü Toort «n maken daar-
D,o,l,zedb,GoOgle
BCOaOïtS— HOUDEOPATHIR
423
bq eea coiiMnd gdnid. De oardAommel fB. for-
reëtrit £.) ia iwut met «en grien ling ap de
bont en een gele streep un 4e buit Ttu^ bet
ubterlöf, wunan bet mteiiwie wit ie; — de
«teeNAommel (B. lapUarvu L.) ie iwait met een
ftnnjekleniig «f geel oiteiiMle ven het ufaterlgf.
De nomükele behoonn tot de VlitÉvltiigtlige Jn-
ÊteU» (Hymenofterai ta tot de tunilie der B^
(Afiden). De MTraehte wgfjea ol koninffinnen
orenrintenn en stichten In bet Toorjuu eu TOor
lidi een itft&t. Ze kAul deuTooi eeret ean tolte
en brengen biei atnilmeel in; in de kloii^ etnil-
mee] leggen m eenige eieren. De lanen, die er
nit DDtttsftn, Toed^L uch met het stnifmeel,
wurran de ToorrMd Toortdnrend door de moe-
dw Teifneerdeid wordt. TeTena maakt drae een ed
Tan was, om «r boning in te bewaren. — Zqu
de latTen irnluniann, dan qiinnen ig lieh een eo-
eott en nit deae iomen de eerne «erkaten. De
werkstere nemen bet voedaelzoeïen van de ko-
niiwin over, die lieh na nitsloitend net bet
eierleggen béng bondt. De leege cocddb worden
alt hoBingraten gebruikt; de boning wordt niet
door de lamn gegeten, raav Aior de Tohraseen in-
eeeten, dte 'afoocgena «^migen wat den Torigen
dag venameld is. In den hxn van den lomer ver-
MhqDen maanetjee en wgfjea. — Wq Tinden
bq de bommels soms grootere werksters, die ook
eieren kannen It^en, wa«mit uitsluitend man-
netjes te Toorsehqn komen. — EiKenaanlJg ïi,
dat bq smmige «oorten, Mn h<Hnmel dienst doet
als „porder" of „wekker". Dese wekt dooi iqn
Inid gegons de bevolkinK van het nest. Ckamer-
kelok ia het eindelqk, dat em ander geslacht,
de koekoeksbommeis, (Pnthfnu) len koste Tan
de hommels in de celien Tan deie leeft en loo-
leer op dexe eelqkt, dat het langen tijd net bet
gealaat Bouras Tereenulvigd werd. Aan die
roofhonunela oBM>nien eohter de werktaigen
tot het Tenamden tut atnifineel. Homnelt notmt
men tonu ook da darren der honigbqen.
Bontmar. Zie Rondkomt.
Homaiiiu, Fatiu. een Nederlandseh godge-
leerde, den l&dea Febmari 1576 te Jelsnm in
Friesland setwren, beiodit in I5B5 de booge-
sebool te Franeker en woonde aMaar ten fauiie
Tan Sibrmdue Luhberhu. Daarna woonde hn eenï-
gen tijd te La Roebelle la Frankrijk, studeerde
nog S taai te Leiden en werd in 1599 predikant
te Doliknm, waar hq Urrinu^ „Uitlegginr Tan
den Heidelbei^beB Catedtiamns" Tertaalde. In
1602 was hq predikant bq het Statenlegei en
woonde de belegering Tan Orare bq, terwjjl h^
i-D datoellde jaar een beroep aannam naar Lei-
den. Hier werd hg gewikkeld in de twisten van
^Tuiniut en Oomarva. Deien laatste, lijo leer-
meester, stond hg getrouw ter iqde, o. a, op de
eonfeientia, die in 1605 taiadien de twisteade
boogleeiaren gehondei werd. alsmede bq de on-
derbandelingHi, die Tier Jaar later te 's-OrsTCn-
h*ge plaata voaden. De Contra-Remonstranten
koien hem deihalTe tot alreTaardigde naar de
Hunefae eonlerenlia van 1011, waar hg met
kraent twen Bpiteopiuê en Ootmriu optrad. Ook
bgde DeutaebeeoilereatieiiiISIS waa hq tegen-
woordig. Beeda lang had hS aangedran^fen op
bet handen eeser algemeene Kerkrergadenng, en
toen in laiS de Nationale Synode te Dordredrt
samengeroepen werd, weid Ihq inet DamMon tot
scriba gekozen. Ook behoorde hq tot de toTJaoren
der nieuwe BübelTertalii^ en bradit met Wa-
laetu de boeken des Nieuwen Vetbonds OTer.
Daarna leidde hij de Tergaderingen der PrOTin-
eiale Sjnode te Leiden, waar Tele Remonstranten
terooideekl werden, wat Tan 161Q tot 1640 re-
gent Tan het StaatteoUege, terwül hem werd op-
gedragen de gedrukte TerhsjMMingen der Sjno-
de over te brengen naai Jaeobtu 1 Tan Engeland,
waar de hoo^eseno<d Ie Ozlord hem tot reetor be-
noemde. Hq OTeileed den 5den Jnli 1642. Wq
hebtwn Tan hem: „XVU predieatiEn o^er bet
ghebedt des Heeren, g«da^ door Gail. Bar«nns"
(2de druk 1658), „I^ di^Utiooes theologl-
cae adTersas pontificos etc." (1614), „Specimen
eontrorecMsriun Belgicanun ete." (16I8)i,THtaaid
door Johannet a Lodeêtegn oader den titel: „Moo-
stei tan de Nedertantaéhe Teiaehillen", J^arra-
tio liistoriea, ortus et progieasni eontioTertiarnm
Belgieamm", „Oordeel der Synode nationalia der
Qereformeeide Kenksa Tan de Tereeniebde N<-
deilsnden, ffbehonden binnen Doidtreeht ena."
(1619) en „Het sebaa»oeek der Terklarin^hen ovei
den cateciiiBmai der Ghristrilke religie eni."
(1617 en later bq berhaUng).
Homo dUawU tasUs, een gehnge vtm den
Zondvloed, noerade aai een geraamte, in den ter-
tiairen leisteen Tan Oeningen gevonden en door
SehetiekxtT besehreTen. Het ia 0,92 m. lang en
wordt bewaard in Teylei'e Mtnetmi te Haarlem.
AanTankelqk meende men daarin de OTeiMgfee-
len van een menaeh te lien. Het is echter ge-
bleken, dat dit gerüamte ^omatig is Tan een
salamaj>der, welke door Fan lier floeeen met den
naam Tsn CryplobrmeAw privtigeHtiu werd be-
stempeld, doen ook onder dien Tan Andriat
Sehoiektm bekend is.
HomocOMtble i> een door SohuuI Hahne-
monn (lie aldaar) ingevoeede geneeawgie, die het
beet gekariiteriseeKr wordt door iqn woorden in
het „OrgaooB der rationellen Heilkunde": „Kiet,
om lacht, anel en duunaam te genezen in ieder
liektegeTid een geneemiddel, dat een dergelgk
Igden (-mien vi^f) vmoonaken kan, als het
genezen moeti Similia similibns enrantur". De
eerste grondslagen deier geneetwqie publiceerde
Hahtuma»n in 1796 in het opstel „Versaeh Ober
ein nenee Priniip lOi Auflinaai^ der Heilkrilte
der Anneisubstanzen, nebct einigen Blieken ani
die biafaerigen". Hjj beacöonirt daarin de wegen,
licEiaa
alle eritii
der ziekten
rieesmiddelen te finden. De „boven
TeiheTon" weg, om de grondoorzaken
der ziekten weg te nemen, n nog niet
begaan, daar de ooisaken oer menaebelgke
zwakte ten deele «eowig Terborgen inUen
blvren. Een tweede geneeewö», om de liek-
ten door middden, die het tegendeel bewer-
ken, naar bet grondbeginari eonttoria am-
trarÜÊ te bestrSden, hondt bq Toor die dektege-
Tallea, wdke de nataur binnen eenige dagen
frroatendeeli lelf orarwint, mogdök. Intussnen
u 'deze methode in looTerre bedeiuelnk, dat het
kwaad by deze tiehandeliax dikwijls dieper wor-
tel adiiet. De beste geneedieeren tbu alle tjjden
hebben ateeda ernaar geatneeM, nlddden te Tin-
DigilizedbyGoOglC
d«i, ,^ie niet ie lymplanesioUmlMmuitele:
cpeeüitkc middeleD". De apeeilieke weiAiMmfaeid
Mt gen«e«mHldel«n ntiosect en naowgeiet te ba-
■tndeeren, ia tot on toe nog niat gelukt. De
ho^ det Mheiknnde, Mgt BttkMmmm, ia sog ge-
ring; de uiterlnk «aanieemliue eigenaehappen
der geneeüDiddeleD leeten ileetita ieta leer algc-
meeni, de proefnamiogui op dienn ^n e«n te
nnre meUiooc dM dat men de Ignere wetkiDgen
der seneeHiiiiujelen daamit Mmnniieii beoei^e-
leD. 0(1 grond Tan jaranlange ftodilo, waarne-
mingen en enaiingen komt n^ du tot de alot-
acm, dat de laiTece en neeilieke krachten det
geneeamiddeleii het beat 40ot een tjitematieehe
] kannen wonleB. Deie eiMh *an een expe-
rimenteel, ph^ologiteh ondenoti op den geioa-
den menach i« nog heden de gioadriag tan bet
homoeopatliiaeh atélael gebt«Ten. D« «ntarikke-
ling««sdiiedenM der homoM^Mthie ia ala y<Agi.
Bq de vertaling vbb Onüm'i .Jlateria m«dica"
werd Hahnemimii door de naag, of door d« wia
teftoorta of door baar geneeniuddel, de ehinine,
de bekende naaiekt^ de loogenaamde wiaadkoorta-
kaebexie, woonaakt wordt, ei toe «btadtt, dii-
niae in te Mmea. Tot ittn Terwonderisg dedea
licb bij bom ffedntende die proef Terae^nielen
Tan «riitelkoorta Toor. Deie erraring ea het feit,
dat efainine niet iedere wiaaelkooita kan geneien,
brasten hem na jaieolanea waarnemingen der
werking Tan de geneeimi Melen op het geiondt
tiehaam (ot het hierboTen gemelde itdael, dat h{
nadrokkelgk ala een natnuiwet erkend wÜde iJei.
en dat M net talrgke Toorbeelden toeliebtte. Op
berioren ledematen legge men aneeinr, lidht ver-
brande hnid boude meobQ bet vaar, iware koorta
doet qlen, maar geneeat ook Taak netteutoornis.
ten, pokken Teroortaakt êoaa doolhaid en blind-
heid, maar deie werden er ook wel etna door ge-
neien eni. Op medieametiten toegepaat: eTooaU
groote dosen koffie hoofdpijnen Teioonaken, Ter-
lacblen kleinero gaven deie, araenieDm, dat hnid-
nittlasen opwekt, ia geaehikt tegen haidiiekten
eni. Onder de moderne homoeopatben hebben
vooral Antdt ea BehmUt eon wetena«iappelükai
frondalag toot flaftnMumiu theorie mvMOt, dien
e eerate aldna formnleeide: „Kletne prikkda
brengen de weeleela tot verhoogde werkuamheid,
gemiddelde bevorderen deie, Mer groote vento-
ren baar". SoAalh heeft de geldigheid Tan '
r«d ook voor arteengen bewenn.
De bomoeopathie best een eigen, eveneeni van
llaknemattH afkomatige mettio(i« voor het betoi-
dan en toepaaien van waeewiddelen. Van plant-
aardige stoffen wordt loo mogdf^ bet veredi
mtgepente au aangewend, mot " '"' ' '
(bg aterk «lömboBdtöde net 2 di
vermengd, gefiltreerd en later volnna dê ^ed-
male Terdeèling loo verdnnd, dat de loogeoaam-
de oertinetnnr de geneeakraditige «tot met
den wgngeeet in een vernonding van 1: 10 bevat
Uit d« oertinetnar, reapeetievelgk eertte verdnn-
ning, verkrijgt men een tweede dilutie op de-
zelfde wyie door 1 deel der eerate verdunning
mi, mot gelBke doelen
net 2 deelan) wQngeeat
1 warden <ni deteltde wgie
emuJüea met meUuoikei bereid. Deie bereiding»-
wüie maakt het mogelök, dat de homoeopathi-
acbe praeparaten ateede voor het gebrnik gereed
kunnen gehouden worden.
Veel MBtrgding vond Hakmentaim'i Uieorie
van de grootere werkiaMdieid van loogeaaam-
de potentiêelfl artaengmiddden; hg nam n.L aan,
dat de TOor het venoéngon en fgn wreven benoo-
digde apitiknwlit det aiBett sich aan de genees-
kiaabtiie praeparatea nededoelt ea bna werk-
laamheid verhoogde. Dew loOMnaande polen-
tiaaltbeorie heeft da bomoeopathie on baat oit-
breiding teer geoehaad. Erkend dient editer te
worden, dat van moeilnk ofrioabare en vaate ge-
oeeamiddelen de oppettiakte bg voortgoMtto ver-
deelinr toeneemt, en bgv. allo metalen, kalk, kie-
telaaide, eerrt bg een leer fgnen verdeelingagraad
dooi bet oiganiime kunnen worden opgenomen.
De wetenaebappelgfc faomoe^^thiedie geneeehee-
ran weden «oMit tJentaUen van jaren in den
regel met de oenta >es dedm^n, aan wier
wetktaambeid tegonwooidig niemand meer tw^-
telt, die bgv. oveitniod la van de qtedfieke wer>
king van anenieom in een Ltrieobion, welke in
10 L. 0,0009S gram annij^nt bevat.
De moderne bomoeoaatliiBclie gcnee^eeren er-
kennen allen de noodnkeljjkbeid, dat geneeamid-
delen, die niet ala palliatieven, maar in den
geeat van de biolofrisebe grondgedacble tot ge-
neeskraehtige doeleinden gekoun worden, in be-
trekkelijk kleine doei* toegediend moeten worden,
want dit is een iogiaehe eiadi van de gedaehten-
wet. De bomoeopathie liet jnïet in faet grootite
deel der tiekteveraehgnaelen pogingen van het
organisme om lïehielf te geneien en ig tradit dit
illët natiniikraditen, die hetidtde doel nattreven,
te onderatennan.
Een onpartijdig oordeel «ver de beteekenis van
Hahtumaim «n »jn therapie is op dit oogenblik
nanwelgka mogri^; teoainato niet voor ben, die
de verutderlgkheid der grondatellingeti on theo-
riein ia de geneeaknnde «i den atrqd kennen,
die daarover van ovdefaer g«voerd ia.
Volgens WiUmar SdmaSt ign er in Dnitadi-
" -' "* - 'eer 600, In Ooatenrgk-
land en Fiankrbk oagevi
"■,34
. „ , éhe gei
heeren. Homoeopathiacbe leeratoelen viMt
lUliS 2
1 BelgiS 60 homoeopauiadie geneet-
te Pargt, Londen en Madrid; liekenhniun o.a.
te Groaallcfatenifeldo bg Berlna. KOtben, Mfln-
ehen, Boedapest, Oompendorf tif Weenen, Par^t
en Madrid. Ia Amerika beeH bSna iedere groolo
stad een hotnooopaüaeh liekonbais; ook vindt
~ omoeopatUt^ boogeMholen, alt te Obl-
^ Boaton, New-York, aevtlwML Phila-
delpfaia, St. Lonii, Cineinnati an Ana Aibor.
Zie o. a. „Die Homoeopatbia in llMOiie nnd
Pruio" (nitgeg. door de ,3*>anoeopathisefae Zen-
tralTer«iu DeutacUandt", Berlön 1897); Bering,
Homoeopathiaeber Hanaant" (34ati druk Stntt-
gart 1914); „Lehi^nch der bMnlSopathiseben H^
lehre" (Berlön 1900); Bdfcodf, Eahnemaan redi-
(Leipxig 18SS); /. VoorAooM, Homoeopa-
I de piAtgk (Zwolle 1005); A. •. Oirtuirdi,
Hmdboch der HomSop^e (10d« dmk 1913).
er Homèopatbii
DigilizedbyGoOglC
HOMOGEEN— BOUOeEXUAUTBrr.
griiMle muM heen nit deielide itol beaUu. Het
tegeaoreisNtelde vu komogetn ii Aateroyera
(oDg«Ivbuehti^), Ook Tan penoMD woidt dat
woord gebrnilft; men nMtnt een minUUnt bo-
DMffean, wanneer het nit leden beitaat van
lelMe politieke b^nwlon.
Hoiqora*!! noemt men in de rekenkunde
inlke grootheden, die alle <kKir deielfde eenheid
meelbtuir ign, dnt looTeel all g^ktoortigi 8
ffid. en 7 gid. iqn homoReen; 8 meter en 8 hter
daarentegen helerogtem (ongelgkwoitig).
In de analyliecbe meettnnde vetitaat men on-
der luniageen lolke ^rootfaeden, die evenieel «f-
metingen beiitten; z^n derbalve s eo f teebte
ISnen, du ijin ^, t^ m f homogeen, daar in
alle 2 afmetingen bexitten, daaientef^ i* en ■*
heterogeen. Een algebraliehe veigelgking ie ho-
mogeeB, ale aUe er in Toorkanende teimen vao
denielfden giattd ign.
~ ikolm noemt mes die koolqiit-
Bomoc««akal
i Toor oooclMnp
qJD, In têft—
ingótanKite ki
itten. Bg de n
tiet beratten.
iteHiog qJD, In tegenitelling met de kernkoten,
'e kern van poedenennige gnt-
. _. ._ . Je meeate gelJikitToombooglaiD-
pen ia de poaitiere kool een kernkool, de negatie-
ve een bomogeenkool,
HomoUt, 1- THéofhüê, een Franieh ardiaeo-
loog, den 19den December 1849 te Pargi gebo-
ren, bezocht aedert 1869 de normaabehool, werd
agrigi, later lid ran iet Fruache Arehaeologi-
aehe Inatitnnt te Atbene en leidde xan 1876 tot
1887 de iqigTaTJnKen af) het eiland Deloe, waaifcjj
hg koatbsre beeldhouwwerken en belanffröke op-
«ehriften Tond; tmi 186^ tot 1901 waa hü werk-
zaam by die te Delphi. In 1837 Terwiert hg met
„Lea arehiTea de l'intendanee aaerie k Deloa" en
,J)e antiqniaaimia Dïajiae limnlacria deliacii"
den doetortgraad. Haar Frankrgk teruggekeerd,
werd hjj boesleeTaar te Nanej, daarna aan het
ColUge de Pranee, in 1891 directenr ran de
Eeole frsntaise te Atiiene en in 1904 der natio-
nale mnaea. Sedert I89S Hd der Aeadimie aehreef
hg DOg: ,4«a f«^llei <le Delphe», 1892—1901"
{191^
H«in«levatl*. Zie FaiUüiewtaitl.
HomologlSi Zie Homoloog.
Bomoloov >< afgeleid tbd een aamenvealeld
Qriekaeh woord, hetwelk gtl^tnamig, jtmvUm-
deMi beteeken t. Homi^oge ponten bÜT, *qn lulke
in de meetlcnnde, welke emftnder (i>9 g«lgk an
gelgkrormige Hgaren) bedckkei. In de aefaeiknii-
de Terataat men «kder homotog* reekaen, reekaen
tta koolttofrerirfndingen, waarran de MiVolganda
lennen dSt in aamenatellïng *er*ehillen, d. i.
elke volgende term bevat per moleennl 1 atoom
koolttof en 2 atomen wateratof meer dan de Toor-
gaftode, en alle temen van tnlk een reeka ko-
in algen
en. Ala >
ov«TCen. Ala voortieekl van hoiHlogie Uteo wQ
hier de formnlea Tolgen van de homologe re^
der vebnren en van de daarbg beboorende al-
eobolen:
CHjO, Miercnïuur CHtO Methylalcohol.
C,HtO, Aiijniuur C,H,0 Aethylalcohol.
CjH«0, Propionzuur CjH.O Propyl alcohol.
C,H,0, Boteriuur CH,gO Butylalcohol.
CfH„Oi ValeriaaniuurCH„0 Amylalcohol.
CiaHMO,PalmitineniorC„H,tOCetylalcoliol.
Deze overeenitemming in eigeneehappen blgkt
o. a. nit de kookpnoteu, we&e og genoemde vet-
inren van term tot tenn gemiddeld 19* C. fei-
echillen. Men beeft een groot aantal van inlke
homologe reekaen, en het lal, ieder duideljjk iqn,
dat de leer van deze, xooala ig door Laurent en
Oerhardt ia veorgeiteld.'TaD ^oot belang ia voor
een ateladmatige rangaebikking der koSatotver-
bindingen. Zoo heeft men homologe reekten van
vetnren met tot algemeene formule Ci>H,i>-f
,COOH, vanaleoholen C>H,i.+iOH, vanaminen
CnH,ii-t-,NH„ vanaethen CiiH,.+,OC,.H,i>.+,,
vanaminen Ci !!,.-«-, CO NH., vannitrieten C.
H,.+,CN, vanildehyden C»H,<.-»-iCO.H. van
ketmen C„H..-^,CO.C.H .,-«-„ van verzadigde
koolwatentotfen C.H..,-*-, enz.
HomonMlM, de meeat berhaaraehe Pisidl-
aehe atam der Oudheid, woonde in de hoogatge-
legen deelen van den Taurna, tuaiehen flelge en
Kotenna. De Homonadea werden eerat ten tgda
van keiier Augvttiu bedwongen. De door ben
bewoonde vrncnlbare en door ateila rotaeo om-
ÏBven vlakte is door fi. £iayerl in 1688 en door
'alick in 1902 teruggevonden in de Gembot GSl
(IS km. laidelgk van het meer van Bejajehir)
aan de bronnen van de Helaa (Hanavgat
Tajai).
HomonTmra agn woorden, die alleen in
klank met elkau overeenkomen, looala lieAl =
niet donker, en Jtekf = niet iwaar; bot = viaeh,
bof = heen, en bot = iton^; pM en nl enz.
Bomo uvlaiui. Zie JfcMc*.
Hotn<MMXiiaJlt*li noemt men de gealacbte-
Inke neiging tot personen van betieltde geilacht,
bnna alt»d ten gevolge van een aangeboren af-
wgking in de gealaehtadritt, leer lelden van
nit spattingen, loodat traitengewone prikkelt bet
ontzenawde getlaehtaleven moeten opwekken. De
manoelHce hoiDoeeineelen, dikwQlt Ign beechaal-
de, aeatbetiaeh taoogttaande peraonen, komen in
alle Uringen der maatachappn voor, bnn neiging
voor hetzelfde gealacht ia dikwnla, hoewel lang
niet altijd, een zaiver Platonia«aie, en tjj leven
kniaeh. Zy leggen er den nadmk op, dat qj wel
biolc^Mh, maar niet etbiaeh minderwnardig zQn.
Zg betkennen eikander aan tommige bew^n-
gen, vinden elkander in aommige pantionaten,
badhuizen enz. en trachten hun neigingen te be-
vredigen onder bet maaker van camava^rtaMn,
vronwenimitatiea, heerenavonden enz. ülndu
achildert de gevoelene en lotgevallen dezer „ont-
erfden van het liefdeageli^'' in ren broebnre en
gtt bnn den naam ünümgt. De vronwelgke ho-
moaeineelen agn niet minder talrgk. Deoe trib»-
den kenmerkoi zich door een opvaUeode neiginc
tot jaloezie en doot de omatandigheid, dat ook
in bet niterl^ verkeer de eene helft meer de rol
van den man wpttlt. In vrouw engevangeniaaen
komen deigelgke verfaondingen meermalen voor.
Pogingen om over het aantal bomotexneelen Jnia-
te voomteilingen te kragen, leidden alle tot het
reanltaat, dat het ongeveer 1,5 — 2* der bevotting
bedraagt, wa&rbjj gevo^ moeten worden
nog 4 % bi-aexneelen, waarvan 0,7 % meer
tot homoaeznaliteït ([enelgd ii. Vooral doot
het procea van Mntmüiam Barden <tie al-
daar) wckI in 1907 de aand«ht van deaknn-
digen en keken meer algemeen op deze lirte-
DigilizedbyGoOglC
426
HOMOSEXUALFnar— HOM).
lijkc Qci^ng gewstiffd. Re«di in I8S7 werd
een „Wiwenadiaftlieli^tHimBnitaere K(»ni(ee" op-
gericiit, dat. ook eeo aldeeling in Nederknd heeft,
en den slr^d aanTunlde tegen de itrafbMAliD-
gen op homoseineelen en tegen de Toorooraeelen
en de Terguiiii^, wurander iq gebakt gun.
Zie: Hirxhfeid, Die HomoHiuaJiUlt dei Han-
nes und öes Weibe* (dl. Dl <ru het „Huidbacb
der gcftunmten SeiuAlwisMnMJiaften" van
Boeh, 1916); AUtrino, Over Uruucme [Ajnstt.-
dun 1906); Sehorer, TweeiiUi Hut (Den Hug
1911).
HomoiuloB en Itomoloiislos. Vui den
twee OrieÉeehe woorden beteeken t het eeiite
gelgk in weien en het tweede gdykvormip Ai
teeu». In den Ariauisehen strqd (lie Arianttme}
twiitte men er OTer of Chriitus gtlvk, dan wel
gelSkvarmig van weien wu met <Joa, loodat de
beide partijen met de namen Tsn Hon
eo Homoioutiatltin wecden ung«idaid.
BontMXOb, baron ■Remhart Finamt
een Qnlike^ edelman, omstreeks het J4ar 160Ó
geboren, streed üi genetaal-majoor onder Marl-
borovgh in den Spunschen Bueeenie'Oorlog. fljj
nam deel un den slag bvRamilticBin IIOB; Na-
dat hg Douai dap^r Terdedigd had (ITI-S),
moest hij zieh overgeven en werd met de beiet'
ting gsTankelifk naar Amiena gebneht. In 1726
werd ng generaal der ruiterjj. De Staten Tan Hol-
land lonaen hem in 1726 ^aar den graaf van
der Lippe-Dttlmold, om den koofi te siniten Tan
de hooge heerlijkheid van Vianen en Ameide,
welke door een huwelijk met Amtlia van Dvna
in het heiit wu gekomeQ tsd deien graat. Drie
jaar later werd Van Bompeteh genalaraJieeerd en
alt beer van Qenderen onder 'a Landi edelen be-
«ehreyen. Sedert '1704 wu hg gonrenieDr van
QraTe. eedert 17S1 Tan Oeertmidenherg. Bij otst-
leed in 1788.
HompMOb, Ferdinaiid, Trgheer von, de laat-
■te grootmeeetet der Johannieter Orde, den 9den
Noremher 1744 te Düaseldoif geboren, wag leede
op ign 12de jaar te Malta, wut hg eerst aU
page tan den grootmeeater diende, tot grootkrnic
opklom en in 1797 door den inrloed Tan Ooaten-
cQk tbt grootmeeetet eekooen werd. Toen Boita-
parle den lOden Juni 1798 «oor Malta Terscheen,
trai^tte eon Hompeaek eeret bet eiland te Teide-
digen. Napoléon deed eenige troepen aan land
Mtten en i>[acht de soldaten der Orde woedi«
aan het wijken. Von HomptKh Teiloor het hoofd,
eapitnleeide en gaf de Teiung LaTalette un Napo-
leon over, Zoodra de iFranscfaen het gebeele
eiland in hun macht hadden, behandelden >g den
grootmeester met geetrengheid en dwongen hem,
onder belorte Tan een jaargéM. met tÜB ridders
we^ te trekken. Von Hompetek begaf lieh naar
Tritst, wa»r hg snn wurdi«heid oTerdroeg aan
Faut, keiier van Bnsland, die se tot un ign
dood bekleedde en Fon Hompeteh door een jur-
geld schadeloos stelde. Na den dood des keiiers
hield de nitbetaling van het jurgeld op en Fon
Hompeteh geraakte in emnte Terlegenheid. Hg
begaf ildi naar Montpelïier, om het aehtetstaHi-
n'aaiveld Tan Frankt^ te bekomen, en orer-
aloW in het begin Tan 1S0S.
BAma is het Emeea (lie aldaar) der Goden.
Bomnnotillis is een mensehje, klein mensdi.
In Qoetke'i „Faost" is het een door een chemisch
proees ontstane mensch, in OTersenstemming met
Faraeeitiu' werk „De generatione rerum natnra-
üom". waarin een methode tot de ehemiaciie Ter-
weUing Tan den bwnnncnlni gegeven wordt.
HoDMi, een der fcinnenlüasehe proTinciea
Tan Nioord-China, Hgt tussehen 31,5 en 37* N.
Br., wordt in het O. doot den Bowaiho en sus
igriTieren, in het N. door de Boansbo besproeid
en telt op 176 000 T.km. (1910) 1^875 516 in-
woners. Het O. is «lak, teivgl men in het W. nlt
metamorfisehe gesteenten en graniet samengestel-
de bergketenï Tindt. waarvan de ToornasiUte, de
Foenioeschan een hoogte Tan 2400 m. berdkt;
het in bet Z. daartiij aanalnitende HoaigebeFgte
is Teel lager. Tussehen den Foenioe en den Hoang-
ho strekt lidi een met IBss bedekt adwllenland
nil. Door het N. stroomt de Hoangho met dut
Loho, de orerise riTieren lo4^u nur den Hoaiho
of nur den fiankiang. Het Uimut is neht, de
bodem zeer Tmebtbaar. met name geldt de «lakte
van Hoaikingfoe als de tnin van China. De voor-
naamste Toortbrengselen inn tarwe, mals, rgst,
gierit, papaTer (tooï opiiHobereiding), kahien, de
heerlijkste Tm^ten, waaronder de kakieTg«n
en de Boeddbahandcitroenen, wilde ijjde eni. Het
Z. der proTineie bevat rijke Tsetmqnen, eireoeeni
Bteenkoten. Men wint koper, kwikiiWer en talk,
zoDtfcronnen liJn voorhandeo; groote stecaaoat-
mü^su lallen waarsehünlgk nog seopend woidoi.
Wat de nnverheid betreft, ijin de lydeindustrie
en de glssfabricage van ibeteekenis. De hooMstad
is Haifoeng.
De stad Hooan ligt op den linkeiosTer Tan
den Loho en un het kruiapnot T»n TerachiUende
belangrpe Terkeerswegen en is r^ aan ruinen
en aan grsTen Tan vorsten uit Troegere dj^nai-
tiein, wier residentie, Lojang. hier lig.
Hond (lie de platen) is de naam eener dier-
soort nit het geelaohtCanü.betwelk tot de familie
der Honden (Caniden) en tot de orde der Roof-
dieren (Carnivoren) toehoort. Het ondersehMdt
lieh door een langwe^igen schedel met «en
vooruitstek end en snnit, doot het besit Tan Toot-
uitspringende snljtaDden, sterke hoektsjiden, in
de 'Dovenkaak doot 6, In de ondericaak doot 7
kieien un elke igde, door een niet afhelleBdeD
rug en bijna eren lange poolen, — Toorts door
Toorpooten met 5 en aebterpootén met 4 tesnen.
In de familie der Honden oodetsehmdt men:
I, Wotten met een ronde piuil (hond, wolf, din-
go, jakhals), — 2. Voeten met een loodrechte lan-
ge pupil (tos, hTsenaiiond). Verediillende sonr-
ten van de familie der Honden vfa op bmaande
plut alffebeeld onder het opwdirift: Wilde kim-
den en kyaemfi.
Wg bepalen ons biet tot den kuiêkond (Cad*
familiarit), die orer de geheele aarde, van den
evenur tot dieht bü de pool, de trouwe metge-
zel is van den meueh. LtMsosw besdir|}ft hem
op de volgende wgte: „De hond vtoet vleeKh,
aas en meelrijke, geene oliehondende statten vit
het plantenrijk. ETg verteert beenderen «n eet
— om aan het braken te komen, drinkt tlob-
id, betuikt het aohtardeel Tan de anden
honden, ruikt met een natten nen* teer sterk,
loopt scheef, loopt alleen op de teenen. iweet
niet, lut by warmte de toi^ nit den hik ban-
DigilizedbyGoOglC
HÜISHONDEN I
toxUnier. SDwlMrig* bstMiitr.
N«dulMcl«die
Jong* St.'BeniIi&rd.
D,o,l,zedb,GoOgle
HUISHONDEN ü
Doitacln harder.
D,o,l,zedb,GoOgle
WILDE HONDEN
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
So, «Ui^t met een waikkei Kehoor en droomt,
tt M het setronwcta dier; net woont bg den
mcDBch, Teriufldt licb in d« koratt lan ign meei-
tei, wi«tit (tte beteedieing, weke dewn wordt
a«igedaui e&loopt tooi Dom uit, bjj eiken kinii-
w«g omiiende. De hond il Iwruam, nekt op
wat Terloreo ii, wn»kt bjj nmeht, Terkondigt bet
oDiud, bewukt 4e fpoedeien, weert bet *«e tu
het luid dqjft de Tendieien TOort, beicdiennt
hel Tomivee en <l« «eh«peit tegeD tooldieien,
Teijaagt de leeawen door ijjn geolif, qwort hei
wild op, liröft de eenden in het net, biengt de
gedoode Tog«lt uu den jigei en bebeuMht
duitg ign oonpnmkel^e loofmcbt".
Siet iwecten, segt Ltmumw. iMt ii eenigf-
sin* onjuiet. Br kunen «ti xweetklieieo Toor,
doch ftlleen Mn de Toetxden.
Teel il er orer getwiit, ol de t^lrgke TirKhil-
lende hondenruwn ilkocóitig sjjn tu een enke-
le wjUe looit. Dr. B. SeUegel wu laa meening,
dit men deze nMf toesteonnend moet beut-
woorden en Tiadt die eene Mort in den bond di
AiiitUche bergatieek {Cmit rtitifinMj. Toch
neemt men tegenwoordig au, dit veridülleDde
soorten van wolTen «n jakdiiüten tot iJionden"
getemd ign. Reede in oreioDdEn tÖd — hyt. bÜ
de pialbewoneis, bjj de onde Ee^pteniren eni. —
behoorde de hond tot de haiMieren. De IinSlie-
ten en Arabieren beeeboniKlen hem tlt een on-
rein dier; bg de Cbineeoen durentegen 'wordt
bn ook nn nog gemest en gegeten. In de Tntk-
•ene itedea teren de bonoen londer eigenian
<^ de Btriten.
Hen hctlt het eindelooi aantal hondenraaeen
in de volgende hoofdranen verdeeld:
Doggen en Bvlhonden. Deie ondenebetden
zich door kracht en moed. Zq faebben een kor-
ten kop, dikwijls met een diep geipleten nem,
breed e k»ken tnet iterke kauwspieren, korte,
krachtige pooten, ter helft geiniÉte ooren, iteil
hasr, een opgeriohten atairt en een loenietien
blik. Zg ign dom, doch xeer itrQdInitig, niet
teer wrakiaam, maar getrouw aan bnnne mees-
ters. Voorheen liet men hen Tecbten tegen wilde
dieren; ook op het randvee ign ig leer gebe-
ten. De thani hg na nitgeitoTTen mopdionden
Vormen eene earicatinir tu dit krachtige isi.
Wituthond«H. Deu ign slank, hoog op de poo-
ten en mager; ig faebben een langen sdiedel met
een rechten snnit, opstaande of halBuuigende
ooren en een t^aarta Mkromden itaart. De
stanvraden der windbonden moeten in Egypte
geioeht worden; Tolgeni HilxAeimer stammen ig
van Tersohillende jaUitlxeD at. De windfaonden
ign in het algemeen dom, weinig gdieeht aan hnn
meester en ook niet wa^iaam. maar nititekend
gmehikt om het wüd ofi de Tlakte t< verrolgen.
Spitthondett. Deia hebben een spitsen «nit,
tpitK ooren, lanc haar, korte, iterke pooten en
meestal een omgekmlden staart, fiet ign lehrin-
dere en leename' dieren, die tJeh door getronw-
heid onderscheiden. Tot dese bebooren de her-
dershonden, TDorti d« honden der E^imo'i an
die der UsUnders.
DatlumdtH. Deie hrtiben een grooten kop, een
^)itBen snnit, een langen, sterken romp, aeer
korte, taak kromme pooten met lai^ ktanwen,
steil haar en een opwaarts gtiroiMlen ifaut.
'ND. 43Ï
Wegent bnn Toortreftelgke lintnigen worden
zij met goed geTol^ als (^enrhoaiien gebsiigd.
Zg maken gaarne jaefat op rossen, daisen en
koni^en.
JtakthotuUn. Deoe lijn groote, fraaie dierea
met hangende ooren, een bagen annit, een hori-
lontalen itaart, meestal kort tiaar, een njtmnn-
tenden neni, een breede bont en steiki pooten.
Zg loc^n niet loo snel als de windhondea,
maar ign geschikt om Toor bet JMhtbedrgf te
worden afgericht. Uen besten^lt hen ook wel
met den naam Tan tiaande hondt» en pairys-
turnden.
fleemAondm. Deie ign groote, iteike dieren
met lang baar, met een hangenden, langharigen
staart, een langen innit, een iterk gebit en
niet leeioanm en ook niet Ign
Tan renk. Tot hen bebooren de New-f ouodland-
lehe honden, de Labradorfaonden eni.
Poedel». Deie hebben kroes, wollig baar, slappe
ooren en een rechten «taart en ign ongenMon
leenaam, schrander en getronw.
Een bondenras, dat tegenwoordig nn betecke-
nis m^ worden geacht, ie de trMMMd, Op de
hoDdententoonsteinngen wordea tqjv. ge>^N>-
leerd dei^. Jfaftni of mtlrmUeiiee AondeM, haaie
gen, rond Toorboofd en matig ontwikkriden nem.
Dok de DobenMm-PinscAer ralt tegenwoordig in
den smaak. Het is een rrg groote. sterk ge-
bouwde hond, meestal zwart met hrnin, soms ia
de grondkleur brnin. Ten einde het misbrnik
maken Tin honden TOor Irekdienit te beperken, is
dauToor in Nederland een vereeniging opge-
richt.
Merkwaardig is het, d&t den hond, door hem
steeds tot hetieltde doel te griiroiken, buaakte
eigenaehsppen wonden ingeprent, die lieh bg ign
Ducomelingsch^ als instinct Tertoonen. Dat -ÉtA
men niet alleen bg den jaefaAond, ouar ook bQ
de honden tui den St. Bernhard, die londer dres-
inur de reiiigera opsporen, welke ondsr de
ineenw bedohen ^n.
ia de laatste decennia heelt men lich begrerd,
xoiTere hondenrassen aan te tokken. Dit geechied.
de in Engeland reeds Toor jaren door d« Eennel-
Chb te Londen, en de goede oitkomiten dier
pogingen hebben in Dnitseuind aanleiding gw-
Ten om dat Toorbeeld na te Tolgen. Er wemKa
honden tentoonstellingen gehoaden en men beeft
aan de eigenaars der beste exemplaren Tan vet-
lebillende ranen peilen toegekend. In 1876 ver-
scheen het tgdsehrift: „Der Hnnd" onder redkc-
tie Tan SdiMtedeberg, en in datiellde jaar ont-
stond de Tereeoigtng „Hektor" tot kweeking,
bewaring en Tcreoeling Tan miTere hondenras-
sen te Berlgn. Eerlang Terreien deigelgke Ter-
eeni^ngen te HannoTer, Oppeln, Leipiig, Dres-
den. Frankfort aan den Main, HIkMiwn en in
Bohiemen. DaarenboTen ontstonden er difae tot
het ondenoek Tan Jacht- en dasbenden eni. Ke
Teieenigingm lochten haar oogmeik te bereiken
door de Tolgende middelen:
1) Door bepaling der eigeKurdlce kenmeitaL
aan de besta exemplaren der Tendinieade rftisea.
Hiertoe diende ToomI een aUram met phetogra-
DigilizedbyGoOglC
HOND— HONDËNSPOftT.
fiache dbeeldingen tui bekrooikl« honleB il«t
tentooutelling te Pnoktort in 1S78.
2) Door tentooutellingen met pnJenitloTiiigeii
onder 4t besdniming der VeieenigiB«n. Een re-
glement tot dit doeleiiMle ie leleterd aoot de ver-
eeniging ,^AUi^ te Betlgn. Er hadden den
ook boDdeatentMnetellingea {ilMte te Betlgn
UtgAébotg, Elberfeld, WBnborg, Gna, Mflttdien,
Kl^, Oreiiewild, Weeoes en Znrieh.
8) Op de teHtwutellingen kannen de leden
der ini7 klleen oordeelen over de •duwshaid en
initeilieid der rewen, mMr niet oTer bnn bmik-
burbeid. Omtrent deie lutite wordt een «Ikki-
derlqk ondenoek ingeileld, Tooral met betrek-
king t«t de JMhtbonden. jUn de mcdedingeode
bondei worden ffoede en iledite pnnten. gegeren;
die, welke ia utrek der (iMhte pontea, de mees-
te goede panleo Tcrkregen bebben, woidea be-
knöad. I>B poDlen beoben betrddLïu op des
reiA <deD neni), de meUieid en «ierlSkhud b^
bet «Miei, op de dreiianr, ep het itun enx.
4) Br moeten stMUboek» fan hondeD uoge-
legd worden, lootli die in de Eennel-elvb te lion-
den Tooibuden ign. Daartoe dient men eom-
miadiii te benoemen, die dcie UÊk QTerig ter
harte nemen. Voerte ia het Tan belang, in een
tqdadirilt de regelt Toot t« tehrgien, dit bg het
fokken Tan goede raehandeD moeten in aeht ge-
nonmi woiden.
Sedert ongcTeer 1S90 ït de belangatelling in
honden ia Nederland enoim toegenunen en ign
een TÏertal tfaani seer bekende Vereeniginnii
tot ataid gekomen, nJ. Cjnophilia, NimriS, Na-
derlanda^e Dnitaehe Doggen-Clnb es Settor-dabi
Vanw^ deie Vereenigfngen woiideD herhaalde-
lijk vp ondeneiieidene plaateen dtiA beioeltte
tentoonitellingen gehoaden (ite ook bet art. Hom-
tUtuport}.
Onder de (onderlinge geneetmiddelen, welke
in de Middeleeawen gebniikt werden, behoort
ook het oUttffi grateimt, namelqk bet witte excre-
ment Tan bonden, die met beenderen werden ge-
voed.
Ltferadwr: A. StrOM, Qmndlriiren der Husde-
inebt (Nendamm 1897); detOfde, Uniere Hnnde
(Neadamffll902);;. ParlM.Le cbien, hjgiène—
maladiei (Parija 190S); J. van de PuU», Le
cfaien de gnerre et le ehitn de poliee {\wJ);
Tokt, Le diien SaniUire (1907); A. Bébri en
O. Depoóin, Lei ehiena de ehaeie k tir (IBOS);
Ttm Hegmdorl, Der QabrMdbabnnd, aaine Ei-
liebnng nnd Dreanir (Berlgn 1910); P. Uigimt,
Noi riiieni (Parga 19U).
Bond. In de aterrenknada mdertefaeidt man
dan QnoU» Soitd, een itemnbeeld ten inidea
Tan Otion en kenbaar aan een prachtige ater tbs
de eertte grootte, Stnue ol de flOMMar genaamd.
Van bet gdieele eteireabeeld iQn 22 atcrrtn met
bet Uoote oog liebtbaar. Teider beeft men aan
bet nooideli^ hemelhalfrond den Kleüun Bond,
een iterrenheeld ten ooaten Tan Grien en aan
den ooitelgken loom Tan den Melkweg, op de
tlek waar deie bieedei wordt. Ook dit ttarreo-
eeld bevat een iter ran de eerate grootte, n-L
Proq/on, in het'Terlengde gelegen Tao de Ifin, die
BtUalri* en Belal^eiue (in Orion) Taibindt. Het
telt 18 met bat Uoote oog liebtbare eterren.
Hond, In de wqwiüÉnnde het ijndiool Tan
groote trouw, wordt Tan ter ijjde en itapmnd ge-
lien. Van de honden komen Tooral Toor ae bloed-
hond, de brak (lie aldaar) en de bawwiod. Dese
laatate ia iteeda hardloopend en met een hal*-
band. Ia de baaewind londer b^iband, dan atelt
hjij een jongen haaawisd voor. Ook ala e^ildboa-
dér komt de haiewind Toor, De hond kan iqn ge-
halabaitd, gekoweld, loop«id, opiittend, aanHe-
lend, aprineend, littend eni,
Hondi rliëgmde. Zie Katong en FteermM-
UK.
Hondai, eigenlgk Sm Bartobmeo dé Bomda,
een ttad in den ataat Tolima, in de republiek &>•
Inmfaia, ligt aaa de HagdalenariTJar. Zij telt om-
itreeki 4000 iawoiwri en ii een belangrgke han-
delqtlaats. De onutrekoi ign ongemeen Tmebt-
baat, maar bet klimaat ia leer warm. Honda ia
d'e atapelirfaatt Toor tabak Tan AmlMJema, kina-
baat en alle Toor Bogota bestemde waren.
Zie Shanunu.
D. Zie TanaoBÊtm.
HonAsoootor, OiUei iP, een NsdeilasdMb
aehilder, omatreeki 1570 waariefagnll^ te Ibebe-
len geboren en in 16S6 te Amaterdün OTerleden.
Hij maakte landaduppen, waarvan het RJiktmn.
team te Amafardaa er een bexit.
HomdteoeUr, OytbraeJU <f, een Nederlandadi
icbitder. ala loon Tan den Toorgaande in 1601 te
Affiateiaam geboren ta den 29tten Angattnt 1653
te Utre^t oTerleden, Hg wat een leerling van
ign vader, en lehilderde, behalve landadupput,
ook vogela. Sebildergen van hem beiitten bet
Rgkemneenm te .Amtterdam en bet Hanrittbaia
te 't-CraTanhage.
Hoadeeoêttr, Mdehior i, een N«derlaiidMfa
aehilder, ala lOon «an den voorgaande in 1686 te
Utreefat geboren «n den Sden April 1695 te
Amiterdam overleden. Hg waa een leerliw van
ign vader en van ign oom ia» Bvfliat ITaeMw
en aehilderde vogela en atiilevena die leer be-
roond ijjn. Weiken van hem vindt men In bet
RÖktmnaenm te Amaterdam, bet Uanritebait te
't-Oiavenhage en het Unieom Bojmana te Rot-
HondmiHpoirt. Deae tak van ^oct boodt neS
vooreerat beitg met „nottlge bonden", in de
tweede plaati met laU^e, die ile^ta voor „bet
genoegen" gebonden worden. Tot de eerate ca-
tegorie behooren: jaebttiooiien, herdanhonden,
waakhonden, trekböden, oorlonfaonden, Roode
Eraiabonden «n militiefaonden. Behalve de ker
den- en waakhonden behoeven de overige aoorten
alle een bniaalds opleiding. BQ ben omvat da
iport dai, behalve het toUÉen en tentooaitallen,
ook bet afriditen, en wat de jaebtbonden betreft
ook het bejicen van, tet vanebilleade jaditma-
tboden geMukte raaaen. Toen in 187S da Ne-
derluHlielie Jacbtvereenigisg „Nimrod" — tbana
met het praedieaat „Koni^^ke" begiftigd —
ontetond, plaatete aq onmtddeUgk het honden
van bondententoonatelIiDgen op baar program-
ma. De eerste bad ptaaU in 1875. De eerste vdd-
wedatrjid, waaib^ de kwaliteit als ja^tboad
wordt D^maaa, werd in I8T8 gebonden, fii 188S
slaafde .TNimrod" er in te Soeteren een dres-
leenarichting te stichten. In 1689 werd een Ne-
derlandeeh HondeBstaroiboek ontworpen. De nat-
qtrong van de honden^iort js In têntoonstellin-
D,o,l,zedb,GoOgle
g«D te lOflken. Voor niim 60 jftien
ontitun, h&d in Nedenluiil óe eerste lerieöu ex-
poaitie in 1878 te 'B-Oianenliage pluto, in 1677
in DnitsehlaDd en in 1882 in BelgiS. De eerste
intemationak hondententoonsteUing in ona land
wenl dooi NimTod in 1877 te AineteidMa eeoi-
ganiaeerd. Ia 1890 werd de N«d«rlandsche Ver-
«eniginc Ttn lielbebbeis en foUen van n^on-
den, „<^oph>lia", g«eticbt. In den loop der jaren
tgn Do^ TenehiUntde Tereeni^ngeo ontstaan,
lich beztg hondend met bel TeiMteien dei Tei-
(chillende rasten. De meest bekende tentoonitel-
lingen dei laatste jaien varen die ran ,Jfiiiiiod"
en „Cjmophilik" jn bet Paleis voor Volitflgt te
Amsteidam. 0(A in andera atedn ali Botteidain,
Den Haa;, Haarlem, Anibem, Utieeht, Onmin-
Sn enz. weiden tentoonstellingen geoiganiseerd.
1915 tond kUs ten gteoalAiiMtie toitoon-
atellkig Tan 17 veieenigiiuen plaats. Ook woi-
defi jaulqks eenige veliëireMtiifden in Hedetland
gehovden. De fendüUende diriw ijJB otci het
tiftoMta by «en Kasd van Beheer aangesloten.
Bnld meD vioeger meeidaagsdie teDtooBsteUia-
gen, thaiM is men ran oordeel, dat Mndaagsriie
tontoonetellingen tooi den bood beter en Tan
meei nnt ign. In 1907 werd te 's-QiaTechage de
Nederland Bche PolitiebondeOTereeniging opge-
riébt, «elie lidi Tooijtemeliik met het afiienten
dei politiebonden bemoeit. I>it eooit honden it
in Tele gemeenten Tan ons land bn de politie in
gebniik. In 1918 was aan de hondententoonslel-
Un^ te Ameterdam een expooitie rerboDden tan
■ehiUeiijen, teekeningen en aqoaretlen, betni-
king hebbende op honden en jacht. Tal Tan kno-
atenaats, looals Autf. Legra», die lelfo de Sloeqi's
nit AlffóiS en Tnnis hier te lande inroeide, #0-
IcM Mmiê, üakkn, BenrietU Bmuier, Meri.
Slorek Krui/tt e. a. wqdden «db aan dit ondei-
werp. Het etudaaid-weifc op krnoloffitdi gebied
ie DOK steeds „Honden rassen" (JachtnondeB Deel
I en Niet-JaehthoMien Deel I!) Tan de hand
Tan B. A. mal Vm BylaiuU {M, Kluvier, De-
Tentei], behandelende de pmten, besehrQTÏiu;,
eigensehaf^n, gebreken eni. Tan den bond. In
bedoeld weik Teimeldt graaf Van Bylmdt 706
eooiten jachthonden en 799 soorten niet-jaehtben.
den. In 1908 Tersebeen bg de N. T. Eleetrische
Dmkkerg ,J,nctor et Bmergo", Den Haag „De
AfriehUng Tan den Politiehond, den Ambnlanee-
hond en den Oorlogshond dooi M. Kttdtr. Tot
de HoBdeoHWit bdwoien «Teneeni de wedrennen
TOOT honden. Dete weiden in Dnitaehlaad, ook
apondiseh in Nederland, maar Toonl In Enge-
land eehouden. Stelde men deie eTenementen in
Dnitiehland en Nederland tooi Teraebillende ras-
een open, waarbij meestal «p een lecbte baan ge-
rand werd, in Engeland nemen de GngeUoie
Windhonden, en de Kleinen eooit, de „Wbippets"
aan deie laees deel. Ze Tinden plaats op een
groote nltgeitrekthetd, en men laat de honden
ioopen aditei een losgelaten bau. In Engeland
atelt o<A bet pnfaliek gioot belang in deie ge-
beniteainen, en de deelmmeDde honden worden
reeds mHtoden teToien Toor snik een wedeli^d
geoefend.
HondoDivftOht, een aeheMaterm, tt de naam
TOOI de sehe^Mwaoht Tan middemaeht tot 4 nnr
429
Hondsrd ómgva. Zi« Cent Jours.
Hondexlakta. Hieronder Tentaat men een
besmettelgke liekte bg den bond, die Tolgeni
Ueuringer nit Amerika (Pem) en Tolgens 8m-
noJd nit AziB naar Eorc^a zon jqn OTerfsbraeat,
Teimoedelj^ tegen het midden der ISde eenw.
Tbani ie zg over de geheele wereld «erbteid en
woidt Tooinamelgk in de eteden aangetioften,
waar de bonden meer dan op het platteland in de
gelegenheid lön om besmet te woiden en dikwerf
een mindei gesonde leetwgze hebben waaidooi ijj
Eiinger woerstandsTetmogen tegen stekteoona-
n Deütten. Volfeiie Topjin zonden **ƒ•• der
aan bondeiiekte ^denden in hun eerste toTena-
Jaar ign. Toch ign oudere honden er niet ge-
heel ODTatbaar voor. Na kouTatting worden de
dteien bat gem^kelgkst door de imetatof dei
honduiekte aangetast, terwgl iwtkke rashondea
Tan sniTei t^e ei bet meest mede beh^tt z^
bÏT. lenehe Setten. — Hondeiiekte kaa ook
Intreden bï katten, tosshi, wohen, jakbahen,
iÓ'ena'i, an volgens Sekmüt oek bg apen.
De TeMchSnaelen t^ bondeiiekte zgn vedal
niteenlotnwnd en meoigTnldig, en beslaan in
boolduak uit een bewoeltelq» eatairtiale aan-
doening dei oogen, ademhalings- en Terteringa-
organen, waarmede ernstige bersen- en nw^
mecg-Teraehgnaelen beneTena een eigenaaidige
buidnitslag gepaaid knnsen gaan. &iËen een
hond met de emetelof det bonoeziekte in aanra-
king is geJ^oaeeD, kas de ziekte na 4 fc 7 dagen
optieden. Ba dam dei tiekte bedraagt meestal 3
k 4 weken. In lidite gevallen kan leeds in 6
& 10 dagen beistel wanna gesien. Bg ernstige ze.
nnwTeisehgnaelen kH ij) leet langdarig veiloo-
pen en maanden vooitaleepea, ja «omtjiM bljjren
zenuwtrekkingen het geheele leTen sicstbaar. De
gemiddelde eteifte bednagt 60 & 60 X. Zeer
jonge banden sterven er het gemakkelijkst aan,
terwgi oudere dieren een giootei w eerst andiver-
cQogea toonen te bezitten.
De behandeling bij hondeiiekte hangt Tas den
aard dei verseh^nselen af. Hoe ^wedigei dege-
lijke geneeskundige bnlp wordt in^roepfen, dei
te grootei is de kans op herstel. Bj) een slefpend
geworden Igden ie herstel bijna altgd nilgêalo-
ten. Zie ook BondtdoUieid.
Zie: J. Parbti, Le chien, brgiène — maladiea fPa-
liis 1906) en verdei de literatnni bü bet ait.
BondtdoUieid.
Hondlns, lodoou», eigenlijk de Bottdt en
ook wel iBmdt, da Bond en de Bont ^e»ebi€-
ven, een Nederlaodseh aaidiijkskandige, in 1668
te Wackem in West- Vlaanderen g^ien. tedcMi-
de en graveerde nit eigen aandrift op achtjarigen
leeftnd. ook teerde bg Latijn en Qrieksch, week
op 20-iirigen leeftgd nit naar Londen en werkte
daar au gravenr, vervaardigde kaarten, globes en
platen: Ongeveer 9 ^aai latei vestigde hg lieh
te Amaterdam als mtgevei en vervaardiger van
atlaaeen, was overigens werkzaam üt te Londan;
in 1604 kodit hü de k<^ren platen van den atlas
Tan Menotor van de erfgenamen van deie ea
voegde aan de atlaaeen teHcens nieuwe kaarteq
toe van eigen hand; de atlaiten gaf hif uit ander
den titel van: „Mercator et J. Honmtn aSas"
met Latijneehen, Fiantebeo, Dnitsehen en En-
gelsehen tekst. Er werden 10 uitgaven gegeven
D,o,l,zedb,GoOgle
BOMODS-aONDSBOeeCHE ZEKWERINO.
de lite in 1606; di« na 1611 qn tui i^a loon
Benrieu». De 8üten-6eneml tid dim land g&-
ven b^k TSD waardeerioig aan Jodoais dooi toe-
kenning Tan «en Tereeiing bg de Me Bit^aal.
Ook g^ hg den .^tlas tninor" mat veel eigen
kaarten; deie beleefde eTeneens onderMbtiaea
nitgaTen. (UitTOerige twsehr{j<(ing en mededee-
Hagen inutrent de atUaeen geeft ?. A. TitU in
„Kederluidscbe bibliografie vooi I^nd- en Tol-
kenknnde"; lie ook den eatalogna van BUne-
man: Oeogiafie 1908 n* 350). De weiekftutt
door Jodoetu HoHdiiu •erraudigd in 1612 oodei
den titel ,JfoTiuinia ae aiactiBBima totiu orbii
terramm deecriptk) magna «nra et indmtiia ex
«ptimia qnibnsqne labmii OeogTaphicia et Hy-
droCT^tbieis qnnnsqne tftbnlie Qeogntphicis et
HfdTDgiaphieii soperrknij q. doctornm Tirornm
obBerrationibna dnofcna planispbaeriis deliaeata
aaget. J. Hondio" i* in 1907 te New-ToA in ïac-
«imile oi^egeTen ah Hondina World tanp 16II,
ed. \>j E. J7 Steienson FtA. and J. Fisseher S.
J. ÏBBiied andei the joint anBpicee of the Ame-
tiean geographical Societv and the ffiinanie So-
eiet; af America", New-Toifc 1907 in 18 aheeti
in portefolio. Tot de weiien Tan Jodoau beboc-
KD Teider: „Ileatiam aitia aeriibeitdi" (1594),
„Tractaet ot Handelingen Tan het gebraik der
bemelaehei en aertaeher globe" (1612, niteave
Coijn, .Amsterdun), kaarten en platen in „Pon'
tanuë J. J. Rervm et utbia AmBtelodamenBiniB
hiatoria" (Ametepdam 1611), ,J)eaeTiptio Italiae"
(1627) en „The theatre of the empire of Great-
Britain etc." (1610). fiij oTerleed te Amiterdatn
den lOden Febmari 1612.
Bondüit, Henrieiu, een loon Tan Jodoeiu, in
1696 geboren, waa te Amiterdam ni^erei, Tei-
vaardiger van kaarten en globe* (lie lodoau);
bg graTeeide in koper portretten Tan koningin
fiimbelA, T4n Jaeotnu, WUkm «m Oranje
Htmdiui, Jaeobut, in 1661 geuren, een kleia-
loon Tan Jodaeui, wat werVraajn ah predikant,
laatttelijk te Boon. en orerleed in 1691. Hij
Bcbieef: ,|jiebt idijjneDde In de dniateraiiie
goorn, J676), „OTer den grond der laligheid"
materdam, 1679), ,;Swart raster Tan 1000
londen" (.Amaterdam 1679), „Wit regiatei Tan
Telerlei Tertroot tingen eni." (Boom 1685).
Hotidiut, Qgrardut Puppitu, een aebtarklein-
zooo Tan Jodoau, in 1666 geboren, waa predi-
kant, laatstelijk te Anaterdam, «Iwaat bg ijja
50-iarig jnbikmn ala predikant Tierde en is
1740 orerleed, H^ beoaende de NederUididie
dicbUninat.
Hondüu, Oomdü, te Tllwiogen gdioren, wai
predikant aldaar in 1673 en atond bekend all
eeu geleerd man^ ^
Bondiuê, Jaeobui, een moq Tan Comeliê, waa
sa I60S predikant te Tliaaingen. Hij waa (e Wat.
tenheim in de Palta geboren, waarheen i^jn Tader
ora dea ^eloofs wille waa geTincbt. Bg ondertee-
kende tieb Hmdiiu. ZBn hoofdwerk ia „Jacobi
Hondii geiatreidie Fredigten ani dem Nïederl.
ffberaetzt . Ook beoefende hg de poCiie.
Bondiut, Petm», een Nedeilandseh geleerde en
lOon Tan Comelü, werd in 1578 geboren, «tn-
deerde te Leiden in de godgeleerdheid en in de
plaatknnde, werd in 1606 predikant te Ter Nen-
Kn en OTerleed aldaar in 1621. ZjfB liefde TOor
de plantkunde blgkt uit ign diditweik: ,J)»pes
inemptae ot de Uonfeschana, dat ia de Boetieheydt
des BüTtenleTene, veigeaeltebapt met de bone-
ken, afeedeelt in 10 gangen. Nienwe editie"
(1621). Hij droeg die gutgea op aan ondeiKhei-
den geleerde ea aanzieuijke peraonen. Ondendieï.
den te Toren hier oHiekeDde flanten werden
door hom aangekweekt. Verder aehreef bm „Leo
Belgiena. hoe eet interioria Germaniae PrOTÏn-
ciaioan Septemdoeim atatna hodiemna" (1618),
terwijl hij weikiaam waa aan een dichterl^e bé-
BcbrgTing van den SpaaoscheD oorlog ai au «en
„Hewarine Indiena".
HonditUl, Bendrik, de oud», een Nedei-
landsefa plaatesgder, in 1573 te Dnffri 1^ Ant-
werpen geboren en in 1648 te 'a-GraTenh«ga
orerleden. Zijn prenten ÏMTinden ileh, onda 4n-
deren, in bet Kijk^rentoikabinet te Amater-
Honditu, Wiil»ii^ een Nederlandaeb plaatin$-
der, ala wwn Tan den Toorsaande in 1597 te V
GtaTenbage geboren en in 1660 te Dantiig orer-
leden. Bg ia Tooral beroemd door lijn por&etten,
waarTan het B^aprentenkabinet te Amsterdam
er Teraeheidene beiit
Bottdittê, Abrahain, eigenliMc de Rondt, een
Noderlaiidaeh aehilder, ia 1638 te Rotterdam ge-
boren en ia 1691 te Londen OTerleden. Bjj aehil-
derde dieren, TOoratelUngea uit bet dagelgkadi
leTen en bijbelache tafereelen. Sehilderqen Tan
beci liet men in bet Rgkamusenin te Amsterdam
en in het Ifaaenm Hopmans te JEtotteidam.
Honilo. Zie Japan.
HondMiap. Zie Aap.
HondslMnsolis KsaWerlnf ia de naam
Tan feen der iwaarate dgken in ona laad. B^ be-
vindt lieh tnaaefaeD lEampeidain en bet doip
Petten in Noord-Bolland, wmf onrer een lei^e
Tan meer dan 5 km. de deinen ontbreken. Eigen-
Igk bestaat hji nit twee deelen: de Rondiboneliê
Mewmng, 45a6 m., en de Pettemer Zeettering,
ten N. daarran. De eerste beataat nit een kimat-
matig aangelegden landdijk, de Wakerd^ ge-
heêten, en een daarvoor aangelegd paalidierm-
weik, aan de leezijde beschermd door eoi BM
«teen beiet rijrije^ag, waarrao op het land 29
hoofden ijjn gelegd. Achter den Wtkeirtijk li^
de korte Droomerd^k, ± 500 m. lang, deh nit>
atiekkende Tan den Wakeid^k tot den ondea
SeAoorlseAeii Zeed&t. Verder IiBdiMraarta ten Z.0.
Tan deien ligt de böna 2000 m. lange StManltlt
«an de dnineo bg urgen tot den oödea Sehoori-
aehen leedgk.
De Pattemer leeweriog loopt Tan den WiÉe>
dijk tot aan da dninen ten N. Tan Petten. BJf ii
ap dexelfde wgie gebouwd ala de iHondaboitebe
leewering, telt echter alechta 6 hoofden «f Iwt
De Hondaboaacbe zeewering woidt onderbondoi
door het hoogheem raadaebap Tan den Hondibo»
ache, de Pettemer door bet Rgk (de ProTiadi). 1
De Slaperdijk dagteekent reed* Tan 1526, de
DroomerdglL Tan 1614. de Waketdïk tu 1634,
doch werd eerst in de jaren 18S8— 1849 Tan paal-
werk tot dgkbeMberming Tooixien, waarmede aan
het Toortwoekeren der lee en daardoor Doodn-
keliike Teiplaataing Tan den dijk een einde kwam.
D,o,l,zedb,GoOgle
HONDSBOeSCHE ZËBWBRmO— HONIDSDOLQEID.
De d^k il in unltg 76,24
10,26 m. tiiêed.
Hondsolioot*, een aUd in het Fmudie de-
Belgiiebe gieni,
j, un de epoor-
l^nen Hondidioote — Rexpoide en Hondachootc —
Bra;<hine< en telt >li gemeente ongeTeer 8500
inwoDflTi. Hen vindt er een keik met mooien
Qotigehen toien, een itftdhniB uit de 16de eenw
en een pmeilejbrifi. Hier venloegen den 7den
en Ssten September 1793 de Franaeben ouder
BoueKard de Verbooden Mogendheden ondei den
heitog nm York. Vioegei wu het em bloeiende
itad *ftB 20000 inwone» met véle Ukeniebrie-
ken.
Hondsdano, Doemt men de <l<ig«& ^u 23
Jnlitot 23 Aagnitna, omdAt dit tjj^rk^ dooi
de Grieken „Qpoift" genoond, t^paaTd werd door
_^ __ ondeigug vui de Hondeter (Sirioi).
Hel ODderMheidde xieh Toonl in OriekenJand
den op- <
door groote hitte, en ook op odm breedte geMt
deie periode róor die Ten de grootite wermte
Èednmide het ge^le jau, hoewel dew teeen
et einde der bondidwen reedi unmerkelgk be-
gint te TermindeieD, In on«D tqd echter ia Si-
riuB in het begin Tan Jnli met de Zon in umen-
itand, Modftt de hondidaffeb thans eixenlgk lon-
den moeten doren Tan hall Jnni tot ball Jou.
BoiilUdolh«UI (IbAiti eanauij, ook vater-
vree» (ki/drofhobia) ol tvua kmmma genoemd,
il een TrêeMl^e nekte, die bg aOmmige dieren,
vooral lm fcooden, en ook b^ wolien, «oMen en
katten, UMok b^ andere tioiidieren — ateeda na
bemettinff — kan ontstaan en aan tino ipeek-
ael TerKJftige eigenschappen mededeelt, loodat
andere dieren en ook xoeMcben dooi dieieltde ziek-
te worden aangetast, wanneer lolk ipeekiel in
aanraking komt met een Tan de oppeihnid ont-
bloot li(£aamadeel. Een beet, die een beichadi-
S'ng, hóe gering ook, aan de (^perliuid toebrengt,
in doi die liekte oTeibrengen. Voornamelgk het
»*dtaef Tin de dolle dieren ii vnciftig; andere
deelen of Tocbten kannen moeilöÜ dolheid bg
dieren of menaehen te 'weeg brengen. De oonaak
dei liekte waa onbekend tot 191S, toen deJapan-
ner Bidejfo Namiehi, üd Tan bet Boekefeller-in-
ititnnt te New^ork, haar Teiwekket ontdekte.
Omtrent de Teridiqnnlen deier liekte Ter-
melden wg het Tt^genioe. Men ondera^eidt den
razanden TOim Tan den itillen of melancholiidien.
BH den eertte ie de hond eerat knorrig en Ini-
telooi, bg wordt oninitig eo beeft nei^ng om
weg te loopen. De bj}tnehl openbaart aieh aomi
eerit doei bet happen naar denkbeeldige tooi-
igo eten «n dïinken niet aan; lön item ii Mbor
(i.g. blafhnilen) en het k alxH bjï no en dan
aan itiniptrekkiagen IQdt. Nog altöd kent h3
ign meeater, maai b^ la OBgeimel|jk <u kvaad-
aardw; bg poogt Treemden ta ogten, en loopt
miteTooi rond net een tiagen of gejaagden
gang. Hq laat den kop balgen, ^ya gluige
oogen a^tteren, ign bek ataat opta door ver-
lamminff Tan den ondeikaak en ii met aehnimend
■{leekaef geToM; sQn haar rgit itai] overeind,
tgn ataatt hangt tnnehen de lieenen, maar bg
It—Z dagen, waarop
nog een korte maniaeale periode volgt, met aan-
Tulen van woede; hg Tuegt op allef aan, bjjt
menaehen en bonden, kent tj|n meeater niet
meer, heeft itoamiiaen van sgn bewoatiün en
vennagert lichtboai. Is inft een aanval voorbg,
dan kmnt een tijdperk van kalmte, waarin het
dier zelfa drinken tan. Weldra editer herbalen
»^ die aanTallen, en uro gaat bet een dag of
drie door, tot het nitg^nttë dier verlamd blgft
liggen, en onder hevigen ademnood en aoma
o^«r itnipen de dood volgt In den itlUen ot
melMMiHdiaehm vonn ontbredA de maniaeale
- Bg den meosefa witwaait men de volgeode
veracbgnaelen: de ziekte openbaart lieh leMen
dadelijk na het ontvangen van den beet, lelden
reeda na acht ilaeen, gewoonlijk na 3 tot 8 we-
ken, doeb ook wel eeni na 8 — 6 maanden.
De bgtwonde heeft aanvankelijk niets eigen-
aardies, loodat men hieroit omtrent de dolheid
Tan den hond niets bednïten kan. Nadert editei
de hondadolheid, dan begint acmtgde bet lidtee-
ken rood en pgnjgk te wordok, en te sweUen.
De aieke wordt teioeergedrokt, mismoedig en
knorrig, hg loekt zich at te zonderen en Teran-
deit onmatig Tan plaats en van bonding, terwöE
gedurig een hniveiing over zgn leden gaat. Hg
gevoelt zich beoauiid, Igdt aan belemmerde
ademhaling, klaagt over hoofdpijn en ontwaart
stnipaehtige aandoe o ingen. Eonde en hitte wis-
selen elkander at, en de pijn i^ner wonde strekt
zi^ nit OTer de ledematen en de wervelkolom
naar de keel. Doorgaans ontstaat eea etmaal na
deie veradiijnKlen een aanval van hondsdolheid.
Een geweldige bniTering gaat dien ivooiaf, es
een hevige pgn in de keel maakt bet slikken on-
mogelijk. De lieke is tot stikken toe beklemd,
zijn galaat itaipachtig verwroi^n; lijn oogen
schitteren en knnnen geen blinkende Toorweipen
veidragHi; de poli fs vol en sterk en de dorat
ODDÏtstaanbaar. Hij beproeft te drinken, doeli
vreeaeljjke krampen ia ce keel doen hem het glaa
wegwerpen. Seedi het zien van vloeistotten aan
hevige trampen Tan alik- en adembajingatoie-
ren opwekken, Tandaat de naam wafarvreet (hj-
drcfboble). De ipeekselafacèeidinK neemt toe
en de stnïptieti ingen wofden eteiiei. Somtj^da
bigft zolk een tieke bg i^n bcwnstzgn, aomtiidi
TerTalt ÏS tot gibootdige raaernQ, loodat hg allea
om lieb heen powt te bgten. Kort daarna keert
de kalmte tems; de Igder drinkt met gretigbeid,
en de onknodise
koeateren. Weid
woede temg, en na die gestadige afwiiaeling be-
iwükt de gebetene doorgaana den Sden of den
5den dag ondei een algemeene nitputtlng, BQ
de laatste aanvallen ia de «laebeïding Tan qteek-
sel leer sterk en de pola iwak; een lond ea kla>
Terig zweet bedekt den l^dei «n bg valt gednrïg
in funwle.
De afloop deiei li^te ii nagenoeg zonder uit-
zondering doodelgk. De naaate oonaak vao den
dood ia verstikking. De Igkopening levert geen
eigenaardige keomeiken Of.
'De b^andeling van den beet van een dollen
DigilizedbyGoOglC
BONDSDOLOBLD-^HONDUBAS.
kiHid moet durin beetun, dat men loo moedig
moffdgk de wonde mivere en bet Tai^i tooi
ofwlorping oüTatbur mukt. Durtoe beiige men
een K'oeiend ijzei om de wond uit te bTinden of
etsmiddelen, ali k&linra eanitienm, RUpetenoni
ol awBtebnnr. Ook kan men de friaadie wond
londei gevaar aitmigen, maar men tiachte ver-
der den patiEnt zoo apoedig mogelijk onder qie-
dale hnló te brengen. Want deie liekle, tmm-
ger «beolnat doodelQk, heett Teel tan hau Ter-
tdirikking verloren, Binda faet Patteur gekkte
uit liet mggemeiK van doUe bonden een enitnnr
te bereiden, die bg den mensch in^eMoteB d«
berwna onvatbur maakt toot het «f dei iTiaa
hunana, H^ begint metrDggemeig,<latdoor oit-
droging minder cittig ia geworden. Het ia g«ble-
ken, dat het gifiNi een beet Ungt de Mmw
buten verder dringt tot bet centrale leiMiweTa-
teoB en dan «ent ^ verwoeatends weilinf;
«penbaart. Poalew komt bet op dien weg vöói
door onderholdaefae iojeetiei van venwakt lywa-
gif, gevolgd door ingiet tan eteiker werkend
gil, Mt 3e heitMU eerder bereikt. Sioda ajjii
■egenigke nitvindii^ i* bet atertteeyler aan
bondadolheid enom gedaald. Troegtodige be-
handeling ia Tooral bQ beten ia het geii(£t, loo
dicht bö de henent, van het groottte gewidit.
Verder i< de prophylazia van «eel gewicht, want
bet verptioht ateUen van den mniK>and voor alle
honden in de bnnrt, loodra een getal van »biei
il geeoBitateerd, kan reedt verdere ongelnlien
voorkomen.
Zie: BOttninghmu, Ueber flnadswnt (Leipiig
1893); Sehüder, Die ToUwnt in !>eiitBohland and
Ihre Beklnqifang (Hambaig 1904).
BondsdraX, (Qtêdtoma kêdtnuea) ia een al-
Ïuseen voorkomende plant nit de familie der
ifbhemigen (Labiaten), De atengel ia mio of
meer kruipend met opatügende (loemdra^ende
takken. De bladeren min oI meer niervonnig of
ook wel hartvormig met gekarteMeo tand. De
bloemen staan in eenijnkranaen, 4 of 6 bg elkaar.
en ign licbt-violet. Zg blqft met een wortelstlk
den winter over en bö^nt weer te bloeien in de
eerate helft van A«riL Er komen twee vonoen
in oni land voor, nL de tionwelqke en de twee-
elaehtige torm.
HoudflCTft* (Ofnodon RIeh.) ia de naam
van een plantengeilaeht nit de familie der Orat-
SM ((Jramntein}, Het ondnaeheidt lich door
éénbIo«nige bloempakjes, doorgaans met den
aanleg voor een tweede bloem, door bQna even
Eoote, een weinig aiteenloopoule, ongewapeode,
aeetfformige, auierpmggige keftkafjet, door
eveit groote kroonkafjet, van we&« het onder-
ata samengedmkt en eefaerp van raf, ongewv
peod of van een ttek^je voorzien ia en het bo-
venate 2 acfaerpe mgnerveD beiit. In ona land
groeit één tooit, bet Müdtgnu (O. DaetgliM F.),
een overblnvende plant, m^ een laRgen, km^iui-
den wortelstok, kaiovotmig gebogen tter-**
aaAtiiarige, gewknpeide bladeren en danne.
a,.ten getale van 4 tot 7 op desdtde lioogte
gqriaatat. Ifen vindt dit gewa* op grailge aand-
gronden, langs dqken en wegen.
Hondflcrot (QroUa del Omu) Is de naam
van een grot bjj Napels, sedert eenwen bekend
wegens baar gsMntwikkeling en leeda door Pti-
niiia beschreven. Zg bevindt lich nabn bet ooeo-
Agnaoo, niet ver van PDnaoli, en heeft een leng-
te van 3 hg een breedte van l'/i m. De ingftng
wordt door een deni gesloten sn heeft een boogt«
vaa mim 8 m. In deie grot ontwikkelt aidi aan-
hondend een groote iweveelbeid koohaai, docJi
daar dit l'/i maal aoo «waar is als de danq>-
kringalaeht, iweeft het als een diehte laaf; mtx
den grond. Brandende fakkd* worden in die gaa-
laag nilgedooM en dieren, die niet hoog genoeg
sgn om den bek boven de koolianilaag te Teihef-
füi, moeten er in sterven.
Hondaliaalm (SegUüdam) vonnea een la-
mllie van meestal kleine, op de kosten lerande
haaien. Zie verder Haais».
HondBiMtd (Q^aobdaUm ImUiim) ie eest
vertegenwootdigei van de fasulis dar Lipblo»-
«)•«■ (LaMatoH) en vertdiitt 'nn de verwante La-
minmsoorten door de osbebaude helmiknoppeB
I doordat de riippen van de onderste kiomilqi
tlaeht Oalèobdolon groeit
tochtige plaatsen tniseben hakbont. De Hoida-
netel (of «ele Doovenetel) la oveibljjvend. Moeit
in Mei en Jnni, heeft een leelitopstaanden of lïg-
genden etengel, die 8— d dm. Mog ia, Tt^ 1a^
getteeUe, eironde of laneetiTHinige Uaden en vrg
groote, gele bloemen.
HoiulBP«toTS*lla. Zte Aëtkumi.
Bondame is een henvelmg in bet O. van
de provineieDiente, tosseben de dalen van de
Haaie en de Drenttehe Aa gelegen. HQ vormt
den howen «ostelgken tand van het Dtenttcbe
plateau (sie DmtU) en vertoont vooral ten w»i-
den van Znidlaien bet karakter V4n een hetvel-
ne, is opgebonvrd nit und en grint tsa bevat
kolossale steenen, die o.a. door de ondate fcewe-
nikt werden tot bet bon-
[en, waarran er ne^ vde
langs iqn V- "^"^^ ■Q" gtitgea. Oeleide^
daJt hij van Gieten (17 m.) tot ten Z. der stad
Groningen (d,52 m.), om ten N. onder de kid
te verdwgnen, waar men hem, sleebts op ge-
ringe diepte mder de oppervlakte, tot mnsnm
kan vervolgen. De Hondsmg voimde, molang
de Drentsehe faoogvenen nog woeat lagen, dei
eenig bmlkfaaren weg tussehen bet Hielen
(Eoevorden) en bet N., waar op aijn dtrinde,
beveiligd tegen overstroomimn, de stad Oro-
ninf^en ontstond. Langs ign W. voet tnn een ge-
heele reeks dorpen ontetaaa (sie de tavf sn
DretiU).
Bondatonv (Oynogbuiitm L.) is de naam
van een plantengeslaeht nit de tainUie der Ra»-
bbtdige» (BongmtaSn). Het endetsdwidt tiA
door een 5-sIipptgen krik, dooi en troo^tver-
mige bloemkioon met 5 etompa lobben «i 5
schabben in de keel, door 6 Ingesloten meeldra-
den en door afgeplatte nootjes, dJe gewapnd
ign met etekeltfes, wier tc^) met wennaken i*
beiet. In ons land groeit de Sfoelossain tffid-
nole L. fAoiHltloii^l, een tweqange plant met
een stgl «meiichten stengel, seer laebte oi
lacbtharige, laneetvomige bladeren en bmin-
roode bloemen. Deae i^ant is op landgnnden
in de duinen te vinden.
Bondnrns (sie de kaart van Centraal-Ame-
rika), een r^nbliek in Middd-Amerikn, woidt
DigilizedbyGoOglC
in het N. ovat md lewte nk t50 km. iJoor df
CanfcisAe Zat benoeM on wel doai Ae Gott tui
Hoidanu, in het t. OTer een lengte tui 100 km.
door den Oiooten Oeeui (QoU iu FooBoeft).
Lig ging, orenien, grootte. De iqm-
Uiek atr^t lioh nit tavebeiL 13* 10'— 19*2' N.
Br. en 83«n'— 8e»25' Wi. gieast ia het N.
es N.0. MA de we. Urwü» iq ia N.W. ama Gi»^
temalk, in het Z.W. md San Saltador, in het
Z.0. un Niean^rna gnntt. la bet N. behooien
nog de Baai-eiluden, in het Z. de TOoniMmtU
eilanden in ds Golf nut.FoBMC» tot Hondniu,
wutTui de giootte op 114670 T.km. getdut
wondt.
BodeiDge«tel4lfaei4}. HondiiTU beitMt
OTSTwegcad uit bcKluid. dat liet gebeele ètoaea-
land bedt^t, terw^ ■leehte ongereer 5 % woidt
iBgeDomen door het moeraMige, met etnidkgn-
Den bedekte «n dikwöU orei een groote opoer-
«lakte orentroomde «BBtgebiad. iHet giondge-
bergte tab hel laad wordt gevormd dooi krieul-
l^ne leieteengebergten, die in een aantal paialld-
ketoH da lepDbliè* in O. — W.-riehting dooisnji-
den en OMt name in den Sierra dd £ipirita San-
to en 4n het dqwitemeat Olaacho lijk aan goud
sÜQ. In deieHde riehting loopt het ood-en^tiMe
kütgcbergte Tan Noora-fioodarai, dat in dan
CoigxehoTpetk eot hoogte mm 2450 m. beieikl.
Onder den kriftaUgneii leiateeD findt men deelt
krfttalk en kiftlMB, deeli tiiadeem meigel,
eonglMDwaten en kalktteen. Deie triaalagen oe-
Tatten libw-, kof»!- en gondertaen. Jonc-emp-
tiflve gMteentta Tonnen naneljik in het Z, oen
belangrnken, naar het OJJO. loopenden bewiiv.
die in dan Cem» SeUqne aen boogt* Tan 28w
m. berMkt en veel lihenujjaen herat. Van de
Tilkuien Terdient eiactita de Tigie op het gel^-
namige eiland Termeldiog.
Wateren. Naar den Atlantiiehan Oeeaan
stroomen de grootate rÏTieren, b. 1. de Chamele-
eon, Bio Ulua, Beman (Agnan), Rio Üfegio, Pa-
loea, Segoira (Rio Coeo ol Waoks); oaai den
Grootea Oceaan d« OoaaeoraD en de Cholntee*.
Alle riTieien hebben een bnitengawoon ateik af-
wiaaelendan wateritand en mu mecatal lot aan
de knit igk aan •troemtTennellingen, terwij] Toor
de mondingen gtoole banken liggen. Toch iqn de
genoemde riTieren, behalre de Qoiteoian, voor
loeiboataii ter itromaopwaartB bersarbaH. Van
de binnaBBeren ia het Uoioameer t« noemen. De
ToornaaiMtB harena ign Pneito Cortex (Fnerto
Caballai), Omoa. Cwhm, Ttojillo en Amapala.
K limaat. Een Tochtig, wam, koortever-
w^kend klimaat Iteeraeht ^e«n ia de knitetie-
ken; het bergachtige binnenland daarentegen Ja
ook TOOT Ear^Manen eeiDDd, tepwnl bet feit,
dat het droge jaatgetgae (mtomo, Noranbfli—
April) niet geheel regenkm ia, ia hooge mat*
landbonw an Teeteelt beioidert. 2e« arm aan re-
gm aqn aHeen de atreken bg de knat aaa dea
OrootNi Oceaan. Het rgkat aan aeer«lu ia de
noordhelling Tsn het gebergte, loodat de land-
boQW en het Teikeei bMemanard woidan door de
hevige storiiegena en den woeaten lo<q» der ri-
vierea. De tamperatonr wiaaett te Tegndgalpa
(980 m.) tnaadmi 32* en 10* C. af, de neenltg
bedraagt jaarlj^ 1219 mm.
Middelen «an btitaan.Dt landhoaw ia
weinig ontwikkeld en bepaalt lieh hootditkelgk
tot den tttbaaw der noodige Toedinguewaaaen.
UitgeToerd werden (1912) t>ananen (3,ö nüllioeo
gU!), kokoBnoten (8 millioen ataka), tabak (2,25
mitlioen pond) en een weiiug koffie (voor 2 mil-
lioen gld.). De veestapel 'beetaal nit 420 000 rm-
deten on 38 000 paarden en levert vleeach «t
faniden voor den nitvoer. Qoud, lilnei; platina,
koper, lood, liok en andere metalen worden in
alle deden gevonden; da mniAonw neemt in de
laatste jaren ieta toe: de oitToar van liWer ea
andere metalen bedroeg in 1912 3 millioen gld.
De uitroer (73 milL gU.) gaat voor 87 X naar
de Veieenigde Staten, die 66 X iran des invoei ■
(10 mill, gld.) lereren. OTeügena hebben Groot-
BrittanniS en Dnitsddand dauaan het grootate
aandeel. De faavena >$i (towa, Poerto Cortex.
La Ceiba, Trnxillo en Progreaoaaa de Caribische
lee, Amapals aan dea Grootea Oeeau. De At-
lantisdie haveM roeren vooral vndten (bana-
md) asai de Vereenigde Staten nit.
De handdevloot telt 2 etoomtehcfien met 1688
toa, ea 3 leiladiepen met 868 ton. In 1911 Ua-
Gn 771 «toon- en 2444 aeilaAapMi At havea in.
1812 wares er 278 portkaotoien, 245, tde-
graat- en 95 telefMnkaatMen. De qraorweg, 4it
van Poerto Cortei het ttinnealud in gaat, dient
vooral TOOT het rerroer van ttananen.
Bevolking. Tolgeni de volbteUIng van
1910 bedrOw bet aantal iowaDen 593 440, waar-
van *ƒ■ Ladfno's, een gemengd raa nit ^lanjaar-
den en Indianen. Voor het ondentiJB Mrgên 2
nniversiteiteo, en 916 vofteadialen met 40 566
leerlingen. De boTdking ia R.-<EathoUek met den
bisBchop van Comayagaa ala ^eeatelnk hoold.
Bestuur. De tegeawoordig gdoende grond-
wet dateert van 1880 en waid in 1894 ea 1904
gewgiigd. De wetgeTende madit ienut \^ het
Congres, uunengeateld nit 49 leden (3 ait ieder
dmartement en een Tan de Bwü-tfUaden), die
Tolgena algemeen kiearecht gekoiea wordea. Ola
kiezer en varkieibaar te sg», moet men 21 Jaar
Jellen. De aitvoerutde macht ia in handen vah
%en preaident, die voor 6 jaar gekoien woidt ea
o. a. dea oppeitwrelhebber van bet l^r en de
stadhoodera der dqwrtemeaten benoemt. Ieder
bnreer van Bondnraa ii Tan ign 21ate tot ign
35ale jaar dienstplichtig «a daarna tot ign 40Bte
bjj de reaervè ingedeeu. De aetiove tro^wn be-
stoadea in 1914 uit 2000 maa, de reaarve tdde
81000 manaehaffea.
fitaatkwiiUg wordt Hi»dai» in de volgnde
veatien dap " .,.—....
aehter gerf t «
Departemealen
Bevolking
Copii.
40 283
Sraciaa
49 9U
Intibdo
27 285
SanU B&ii»ra
39 OM
Cortéï
23»S9
Comayagua
26 339
28 764
Valle
30 479
D,o,l,zedb,GoOgle
Ocotepeque. .
Chöluteca . .
Teguci(;alpa
El Par&iso . .
Yoro ....
Olancho . . .
Colór. . . .
Atldntida. . .
Islas de la fiahia
81644
42118
18 936
43 368
4 893
D« booMitad i» Tegacdg*hia.
De fiDBDden ^an óe rcnabliek ign vene vau
TOOsUeoriK- Sinda 1872 i« van d« bDitcnluid-
■ctie MJiDtd geen resU l>etaahl, looilat deu ge-
stegen il (1 JiDoaii 1914) tot 30 803 868 pond
Rterling, wurmit 25405 298 uo adtUnt^ige
lente. De faegrootii^ «oor 1913—1914 ia>md<^ de
inkfxnaten en aitga^en op 402000 pond aterling.
Het vapen (lie de slb.) be*U»t uit een op een
blfttiweo Mfateigrond ait bet watet licii veihet-
tende pynmids T&n g<rod, «MTtDor feidei op
d«n tooTgtood twee loode toieni, tuiehen wel-
ke lieh een poe&e l>eig Tertoont, gedekt dooi een
stralende, roode yi^heidunnle; im beide torens
S'in doot een le^nboog met ^Bnder Teibonden.
et deiiee ii: Dtat, Unüm v lAberlad (Qod, Een-
heid en Vrjjheid), De laodekteuien igo bUaw,
wit, blanw.
Wapen Tan HondnrM.
Qeiehiadenia. Hondoru weid neda in
1502 door OobmiMu ontdekt, dtkh eeiit in 1528
door de Spaniaaidea in bent genomen.
Men veifiief de kolonie tot een andiCnia tu
het kapit«DBat«eneraal OnatemaU, maar veran-
derde naar in 1790 in een intendaiitnnr, waarna
zn lioh in 1824 tot onafhankelöke lepnbll^ Ter-
klaacde, die Teel Tan bnFsertwiiteii te l^den had.
Nadat in 1S45 de Fedei^e Kqtabliek ontbonden
was, beproelde de federale party in Hondnras
zich met de vigiinnige etaten Niearagna tn San
Salfador tot een fconderepQbUek te Tereenlgen.
Zelf* toen deie beide in 1853 en 1854 lot ulf-
■tandigbeid waren gekomen. lette fiondnrai on-
der aanToering Tan pietident Cabaiku den oor-
log t»en Qaatemala Toort, totdat deie in 1855
door GttTTtTa orerwonnen en Terbannen werd. De
Tolgende president, generaal Santos Qturdiola,
sloot Trede (13 F^tmaii 1856) doeb hq leU, bg-
Saamd de Tfiger mm Centraal-AmêrUta, werd
Uden Jannari 1862 bg een militaire om-
wenteling gedood. Toen Tatte de TJee-preaident
VMoriano OoateUalias tgdeljik de tengels rao
bet bettDnr, en na diens dood werd de seiuUot
'Joii Frmeüeo Monte* tot piecident gekoien. T^-
'dena den oorlog tegen de naburige itaten moeat
bg weldra de Tlncht nemen; hij wend Toorloopig
TerTsn^ dooi José Maria Madvw, diea de toUu-
kense in 1864 in zün waardieheid berestigde ea
in 1866 en 1869 beibeaoemde. In Mei 1872 weid hf
door een reTolntie Terdrairen en opgeiolad dooi
Ariat, die in 1874 tooi de troepen T«n ïbn Sal-
Tador moeit wgken en door Ltiwa ali voorloopige
5 resident Tenangen weid. Deie werd in 1876
oor Qanui en laatatgenoemde ia 1877 opge-
volgd door Jf. A. Solo, lUe Tan 1887—1801 *er-
vansen werd dooi generaal Lomé Boomt. De in
|1S9I gekoien Potiaiano Uiva legde in 1893 sg"
tmtt neder en werd opgeiolgd dooi Vtiaagmei.
Deie weid in 1894 doot BomUb ten Tri gcbradit.
die daarop ptespdeot werd tot 1890, opeevolgd
door Fenneto Sierra en in 1903 weer aan Aet M-
rwind kwam. In 1906 brak een oorlos met Onate-
mal» nit, daar de president tad die republiek
Slotieliog SalTador en Hondnras aanviel, omdat
ie stalen sön politieke tegenstanders steanden.
Door bemiddelinff Tan de Ver. Staten hwam u
6 dagen eobter de viede tot stand. In Februari
1907 brak een ooikg nit met Nicaia^na, waar-
in Hondnias Terslagen werd. In Hondnras kwam
het daan^ tot een omwenteling, president Bomü-
la Tloflhtteen nam in Apiil 1906 de wgk op een
N.-AmerikaAnseh schip, waarna spoedig de last
heisteld weid.
Na de Tlncfat Ton Bomiita stelde de preaideat
van Niearagoï, Zelaga, een TOorloopig bewind
aan over Honduras met generaal Migüel ft. D»
villa als Toanitter. Uy sbot spoedig raet Nieara-
gna viede en. liet sieb daarop in Auart 190S tot
giood wettig president kieien. Den 7den Juli
brak, naar men i^ op aanstoken *an Somll^
een revolutie oit, welke dii» weken later eindig-
de met het innemen van Qiolnteca door de op-
standelingen. Daar Dapüla den N.-Amerikaan-
Mten consul het ezequatuar had ontnomen, om-
dat hü de levolntie naar alle waarsebgnljjkheid
bevoideide, londen de Vareenigde Staten een
kruiaer naar La Ceiba. In Deeedber 1900 braken
In het N. van het land nienwe onlusten nit. Zg
werden weliswaar onderdrukt, maar in Haart
1910 moeat de regeering de hulp van de Veree-
nigde Staten inroepen om «eh tegen bet over-
slaan v«n de refolntte van nit Nleftragoa te
kunnen verMtten. Overigens ia te Tieeien dat
het land ook finantïeel van de Vereenigde Staten
alhankelgk lal worden. In 1912 sagen de Veree-
nisde Staten liib verpldeht troepen in Hondnras
te landen, ten einde een spoorweg en weit, eigen-
dommen Tan een Amerikaanseh burger, tegen bet
gouvemement van Honduras te beschermen. Of-
neraal Manuel Bonüla, sedert Januari 1912pireEi-
denl der R^bliok, wae nu wel verplicht de pof^ing
tot naaeting op te genen. I^ng overleefde tiy dat
éehee niet; hg overieed nog in 1912. In Mei 1917
werden de diplomatieke betrekkiagen met
Dnitscdiland verbroken [lie Wereldoorlog).
D,o,l,zedb,GoOgle
HONDURAS— HONERT.
4aS
ItbrodMr: C. Ohartti, Sondniti (Chlesg»
16901; Lombard, The new Hondniu (New-Tork
1897); Jolim, La lépvUiqua de HondaiH (Ant-
iretpw 189$; A. ff. Ktau, Cntial ud Soath
Amèrie» (io ,;8UBtord'i Cumpendivm", Losdes
1901); 0. Smer, Dm oSidliebe Mittd-Amerik».
BeiMi nai Studies, 1888—1898 (Brnuwqk
1&99, 8 dis.); ,J>ui-.ABieriMii DniM. Deleue of
KOTemneat <rf Gnatamftla in eate at Hondnru"
(Nnr-Toik 1908); „Hondnru. BnDeUiu tit Uw
Bniean el Amerieui RqiwMiei" (WublngtoB
1904) en de maudel^ktche ^nUetiai" van het
BareKB (Wi^nffton).
Honduras, Briüek. Zie BrU»tk Himdimu.
Honcvtwri Joktm Jakob, tm Zwlteeneh
beoetenur nn de RcuhiedcDii itt lieeebHing,
4eB ISden Jnli 1835 te DOrnten ^nton Znri^j
KcAKinn, itvdeeide te Zniieh en te PuQi en weid
in 18S5 docent to de MMbiedsule, Dnitedie Iet
ter- en dichtkunde te Zorieh w in 1874 profet-
lor. Hf) eehreel o. ik:'„Vietor Hoge, lAmartiae
nad die Itui. Lvrik des 19 Jsh^' (1858), „Lt-
tentoi Qod Enltnr de* 19 JahriL" (8de drak
1S80), „GnndeteHie einer lUgemeinen Eidtnr-
KeMhicUe dn nenesten Zeit'^ (1868—1874, 5
dln.), „Eritiiebe Geeebiehte dei fnni. KnltnieiD'
flflue in den letsten J^rimnderteD" (I87S), „Ka.
(eehiemitt dei Knltnrgea^drte" (1S79), „AQ-
gemeine EnltnrgeediicSte" (1883—1886, 8 dln.)
en „Dh dentMbe Lied der Nennit" (1391). Sa-
deit 1890 knnkiinnia, orerleed h^ te Znrioi den
7dai Nvrenber 18OT.
HoiMTt of Bommri, Rodnu em den, een
Nedeilandaeb rtaatsiun, den ISden Maart
1573 te Dordiedtt eeboten, ^Kioefat et de Latnn-
edu iduwl, TUgraude in 1591 lAptiu» en Seriuu
op een nii nau DnitwUand, werd In 1698 te
Bnd UeendMt in de Mchten en legde in 1694
den eed tl ala adroeaat tdot da Hove vu Hol-
land. In 1597 werd hQ panaiMaiat, later tA
te Dordrecht- in 1598 «maditlifde tan di»
te 'i-Gravenhaira en in iWl en 1603 M van Ge-
committeerde Radeo TUI Holland en Weat-Priei-
laod. Ook wae hn lid Tan de rekenkamer en
«NnmiMarii-ixditiei op de Synode Tan 1618 m
1619 in liJB geboorteatad, ahmede op die te
Boom (1628) en Enkiniiien (1634). Ook waa liq
enrator der hoogeecbool te Leiden en werd in
1627 net eenige anderen naar Zweden en Pden
Ennden, om de gMchilten tnisehen die ri^en te
ileehten. De koningen van Zweden eloeg hem
tot ridder, en Van dm HoHert gaf Terslag tu
^B wederTaren in rïo ,J)schtafe] Tan mijn eer-
ste EezantMbtfi" <1683) Na lifn terugkeer weid
hQ lid Tan den Hoogeo Baad en TeiTolgens nog-
maale met een gexantaehap belatt. Wq OTeileed te
'e-OrsTenhage des SOeten Jannaii 1688.
flö waa een Lat^nadi dishter, zooali bl^kl
sit qJB 2 trenrqieleB „nanwra" es ,Jfotea legi-
fer" (1011), teiir$ h^ is bandedmift ook een
aaotal pnstdiditen heeft Daedaten, Verder hield
hjj brieiwineling met de «efeerdete manoen Tan
iqn t^d, tooak Orotiu», Barlaeiu, ffetnmiu. Van
Bmumont, Sefeeotüu, Bugghetu, Booft, eai.
Laatet^noemde lond hem de af^werkte stokken
Ttn i^n „NederlandM^e BÜatonln" Toor de oit-
gaie ter beoordeeling.
Btmert, Johan van den, meester is de reebten
en looa Tan dra Toorgaande, behooide geinïmen
tgd tot de leden Tan het steddqk 'beetunr Tan
Dordrecht, ging is 1659 als tiartesgewoon geiant
naar Polen, werd in 1668 lid Tan den Hore tbb
Holland en overleed den IMm A01U A^iril 1667.
Hji schreef een Rapport tbb het sepacseerde
omtrent ifiue eitniH>rdlnaire ambaaeMe na Polen
recht geboren, atndeerde ie Leiden, profnoTeerde
in de rechten, werd lid Tan de TTOedeehap tqner
gefaoorteelBd en werd io 16T2sedMioteeide ter
Vergaderiog Tan Bolland en West-Friesland. Is
1674 werd nö eeeretari» T»n Dordre«*t, in 1678
seeietaiia van den HoTe tbd Zaid'-Holland, in
1688 lid Tan het college tan Gecommitteerde Ra-
den van HoIUad en Weat-Friesland, in 1703
bnrgemeester van Dordrecht, in 1708 enrator
van de Leideohe hoogeeehool en in 1706 waardes
Tan de moot Tan Holktod en Dordrecht. Hj wm
gehuwd met Anna de Witt. ondete doditer Tan
den raadpensionaris, en «Teriecd den 6den Aogni-
tne 17S0.
HoDUt, Tofco Bajo rm den, ingenianr n
oorloeeeommiwaria ran den Tcist Tan Ooet-
FriesLtnd, den ledon Ifaart 1666 te Nordes ge-
boren, beioebt de Latüneehe school te Ehnden, en
legde li^ te Uarbnrg toe op de wis- en Datnnr-
knnde en eindelök te Leiden en t« Dordrecht
op de godgeleerdheid. Weldra «anTaardde hn em
beroep te Hendrik Ido- en Sehitdmaneambaeht ea
Bchreef: ,J)e waarachtige wegen, die Qod met des
menscb houdt", (2 dln., Sde dnik 1742), waarran
Verburg een uittreksel leTerde onder den titd
„Theologia naturalis et reyelata per aphoritmei
deiineftta" (1715). Verder leïerde Vm den Ho-
nerf „Noodige Toortereiding tot de ontdekking
tran de regte meening des af>o»tela Panlos in sv-
nen uitmuntenden sentbrief aan de Romeinen .
In 109S werd hy te Amsterdam beroepen, wur
hg 16 jyen werkiaam bleef. Hier lehreef hq
EÏy „Koftbondig Tcrtoog van Christne afteoiit
nit DaTÏd" eni.'' (3de dmk 1726), „Syntagma
dissertatlonum de itylo NotI Teetastenti graeco",
„Het Hoogpriettendup Tan Chrfetne, naar de
ordeninge Tan Mekhli4dei em." (1713), „De
HeseiM, Terheerlijkt aan dei Heeren regterhand
eni." (1714), wegens weHce jgesehrif ten hn in ker-
kelgke twisten gewikkeld werd. In 1714 benoemd
tot boogleeraar in de godgeie«rdheld te Leiden,
aauTaardde hg die betrekking den Iiten Novem-
ber met een rederoering „De myiterio primi et
Becundi Adami". en opende In 1721 ook nog lea-
sen oTer de Hebreeuwsobe oudheden met een
oratie ,J)e neeesaaria ad reete interpretaodam
Seriptnram Sacram antiquitatno) Heoralcttrum
eognitione", terwijl hij 00b een paai maal bij het
nederlwgen van bet rectoraat redevoeringen nit-
H)rak. Toen hg zgn ambtgenoot Williehtv» ver-
dedigde, die beecboldigd werd een aanhanger van
Spmoxa te t^n, geraakte h^ daardoor in twiit
met den Oroningsebea hoogleeraar Antlttmiui
Driettên en lond eenige vlogiehriften in liet
licht. Hg overleed den SSsten Februari 1740.
Behalve reeds venoemde «erken, gaf h^ onder-
scheiden leerredenen nit. alsmede: ,.Voorheiej-
diog tot den SesiKiriet Pauli aan de Romeinen"
DigilizedbyGoOglC
436
HONERT— HONOAABSCHE KUNST.
(]688). „Vvl brieven tiigta LeaAor (1104),
„Noodige unleekenin^D op de artikelen fin de
SktiaFsetie vin den Eeikeiud tot Ziwol" (1705),
„Sriet tegeni Wittidiiui" (171S) en „DwBeitA-
tio de ere&tione mindi aeeiHMlain utTattonen
Hoeis etc." (1738).
Hoiurt, Jokmne» wvh den, een godgeleerde en
lOOn van den TixiiigaaDde, den Isten December
1693 te Hendrik-Ido-AnfaMht gebecni, vta un-
vankelyk waot den handel betteBid, maar begaf
lidi naar de academie te 'Leiden, waar bjj lich op
de godgeleerdheid toelegde. H|j wai aehtereen-
iol]genB predikant te Katwgk aan del Rgn, Enk-
bttÏMn en fiaarlem, wau hg in 112Ö ten gevalee
ij)nei „DisMrIatio de gratia Dei, non nniTeitali
têd putieulari" met ondencheidea predikanten
in twiit gebikkeld werd. Iladat hÜ roer een be-
ro^ naai AnMtetdam bedankt had, aanvaardde
hy den SOsten October 1727 het hoo^leeiaanainbt
t« Utttebl met em „Oratio de divinia nnptiii",
terwjil hg in 173S bjj bet i^enen der leeeen over
keritgeediiedenie een rede uil^iraJt „De itistoria e^
detiaetiea, theologie maiime neeeuaria". In
1730 veracbeiten lün: „Inotitationee tTpieae, en-
UenuticM et prophetieae" en in IT3Ï werd hg
te Leiden de ambtgenoot van ign Tider. AIb leid-
draad voor ign dogmaUicfa onderriebt edireef bjj
iQn .JnatitntioneB theolegicat didacto-elenehti-
cae" (113S). Hd overleed den Oden April 1758.
Hg heelt, briulre reeds genoemde weiken, een
UÓge tedu geeehritten in £et liriit segeven, waar-
van «ij vermelden: „'t Sevlig BalTel of feeetge-
UBg dei Iirallieten" (1727), „Verhandeling van
de tiaMBBbsUntiatie" (1736), .,L. Bidloo, onbe-
Malde venitaaguwaibeid en verwoeitiag dei
DooMgeiinden eni." (]742),'„De Kerk in Neder-
land beeebenwd en tot bekeeiine Termaend" (3de
dink 1746). ,J>e leei der waerbeid die naer de
Oodialigbeit ie eni." (3de drnk 17S3), „Blieven
un dl. Qerud EuTpei" (1751), „Het geloof der
vadeien ten ipooie der kiitderen" (1753) en „De
menaeb in ChriitaB" (3de diok 1761).
Bonert, Joon va» den, een rechtaseleerde^ en
klelnioon van den voorgaande, den SBiten April
1786 geboren, itudeerde te Leiden in de reohten
en vestje licb te Aineterdani. Weldra bepadde
hg lich aldaar bjj den handel, docb wae niet voor-
tpoedig in ign ondememisgeo. Hg keerde der-
halve lot de le^lageleerde itndiin terns, werd
in 1809 procnieor og den raad van judicatore
over de middelen te water en te land, in 1810 bjj
het nationaal geiechtshirf en in 1811 ibg de recht-
bank van eeratea aanleg te Amiterdam. AU zoo-
danig WM hg weriiiaam tot aan de invoering der
leehterigke organisatie van 183B. Hg bleef toen
voorloopig procnrear bg de arroDdiHeinentirecht.
bank te Amsterdam, werd in 183B promicnr bü
den Hoogen Raad, ia 1341 commies en in 1844
hoofdcommies hg bet departement van Jnatitie,
en overleed den 25eten Au^uetus 1850. Hg
schreef: „Alphabetieche naamlust der steden, ge-
meenleQ en plaatsen in de Noordel^e provin-
cWn van het Koniiwrgk der Nederlanden eni."
(IS3S), „De wet op den overgang van de vroegera
tot de nieuwe wetseving eni." ^18S8), „Forma-
lieiboek der ondeiseheidene akten, behoorende tot
de bnigerii^e regtsvoiderins" (5de dink 1S05),
„Handbodt voor de borgeilgke refti «ordering in
het Eoiingriik der Nederkkden, met een voorrede
Ta« F. A. vu Halt" (1841), ^eeekiedeBia en be-
ginielen der Nederlandidie wetgeving betrekke'
Wk. d« gwUcbteii vo«i krank lionigen eu."
(IMI), „OeRfaiedeni* eni. betiekkelük de ontei-
gening ten algemeeoen antte" 0641), „Qeediie-
aeue ena. be^rekkelgk de madit der moge m la-
ge heemmadBchappen, dgk- en poldeiOMtureD"
(1842), „0««ebiedeniB ent. betrekkelgk het nota-
risambt" (2 din., 1842), „Het Uriel van jostitie-
kosten en wliriusn in bnrgerlgke taken sni."
(1843—1844. 2 dln.), „Anetten tui des Hoo- '
gen Raad, straf recèt en etrafvoidering" (1846—
I84&, 8 dln.}, ,^et Urief «rei hei hwefuinm
der notaiisaen eu." (1B4S) en „Het wetboek van
iltatreeht en^" (1848).
Bannmr, eu 'tid ia het Fraaaobe depar-
lement Calvadoi, in NerikandiB, ligt aan de laid-
igde der Beinemondiw tegenover Barflenr, aai
de kpoertfn Font-I'Biviqae'-fionQeBr, ie met
fiivre tweeaaal daaga door een itooiabootdienst
verbonden en lelt (1910) all gemeente 9298 ia-
wonen, llea vindt er eaa bonten St. Eathariaa-
kerk, een eollige, een i^nbaie leeataal en bi-
bliotheek » een baves, oie nit drie bekkMt, een
groote voorhaven en een „baatii de retenoe" (om
venanding te voorkomen) beetaat. Bdialve met
den baodel honden de inwonen nA beiig met
■dieepiboaw, tovmUgerg, vervaardinig van bia-
eaits en suiker, qurgieterg en bet Weekea van
melocaen. Vervoerd worden vooral bont, gier «i
steenkolen. De voortbrengselen van landbouw en
veeteelt gaan hootdiikelgk aaar Engeland.
■onB&arsoIi* kniuti Btnaekmut. De Hon-
gaartehe bonwkanat begon licb in de 12de eenw
te oatvikkeUo, toea de Bevaaneehe ttjfl alg«-
aeea wu. Toen weides keiken geatidt, die in
vele opiiofaten aan de Daitsehe van dien t^
bertnncrea, «b die al« baiilieken ijln oatworpeo.
Iedere btA eindigt aan de oestiöde ti ean nis;
eu kraisbeiik komt meeetal niet voor. Twee to-
rus qjn aan den westkant geplaatati de pgler«,
luiien en portalen vertoonen rjgk beeldhouwwerk.
De voornaamate kerken lün die te Oeia bij Boe-
dapeaV te Libel»;, te Weupriot, te Neg; Kiioly,
te Zaimbék en te J«k; tePapoet iteeoRoauan-
Kbe keik^ welker plattegroM rond is.
Qetieebe gebonw«D igs in Hoagarge leldnam.
De merkwaardigste is de katttedraai te Saajau,
ia de I4de eeuw begonnen «n in de 15de eenw
voltooid. Haar koor tieeft een roken plattegrond;
daaraan slait lich aan een kort aemp,dat door twee
torens reflaukeerd wordt. Daar Hongarge langen
tjjd onder Tarkwh bewind «tond, vond de bouw-
kunst In de 16de en I7de eenw geen gelegenheid
licb te ontwikkelen. Ook de iMe eeuw, die in
OosIenrKk looveet praditige werken lot stand
bracht, leverde voor HoBgarge geen werken van
beteckenia op.Paana 18fObegon4eHoi^
bouwkunst te herleven, toei Boeda, metPeit ver-
eeaigd. een belangrijke stad werd. -Daar bonwde
E. Sltmdl bet Parlement in ^tÏKbeu etgl, A.
Htmummn het koainklgk palen in Senaituaee
stgl, fitt Faleia van Jwetitie, la klaasieken stiit.
F. Sehulek ét St. Uatthiaakerk in GoüMlien itgl,
A. Sthiektdant het Unsenm in Oriekscben atgl.
Ook de nienwe kathedraal, door H. Ybl is een be-
langrgk gebouw.
DigilizedbyGoOglC
BONOAABSCm; KUNST— HONOABIJE.
BaêbUMntkunat. In de Middeleeuwen bent
HaBgiröe n«l« bekmwne beeldfaonwen. Dit bt-
WQMa de T^ Teraierde kerken te Jik en te 8u-
MQ. Ia de 1 Me eeaw pu kwtm de beehttioaw-
kniiitci BüdemMl tot bloei ^ FerenetgOlK—
1B60) Tolade de kliBdebe Tiehtii« Tan Ttor-
Hrttea, gdqk ook J. Btma es O. Znto. Ea
mees noderne (WTattiiw TeitooDea de wcikea Tin
A. Hwtar (1M&— 18%), J. Fadnn (1B68—
1908) m A. Stnbi.
SekiUarkitHai. Pu in de 19de eeuw heeft de
Honnanc^ adiildeTfeaMt beleekenia gekregen.
O.DeAer (ISl»— 18M), L Honrits, L J(i-
aktütk^ K. Lotx «u vooral Pk. Laixlo nukten
door bnn portretten naatn. K. Marko (1706—
1860), L. Paal (1846—1879), A. LtgtH, E. Mika-
U, M. SuKfM tB F. Kalaaa qjn bekend ab
landKhafMMhilderB. iDeeantiere werkea ntok-
ten M. Tim (1838—1860), B. Sxik^, V. Httfo-
nm m K. Lotx. Ah lu«lotieaehi1der ie JfietosI
Mvitkaety (1844—1900) Tontaard.
Ambaatltkunti. De siDba«iiUkan«t wordt in
HoDnrne nog door het tolk beoefend. De moder-
ns beeumTing it pas laat in het land doorge-
drongen. In de meer tlgelegcn itreken wordt
Loq, ak Tan oodt, geerfrren, geaponne», g<^r-
dnord, daar worden tapgten geouMkt, daar wer-
ken Dog potleb&kken, hontanöden, Bmeden en
k{q>erslagei8 in den ToarTaderlgktn trant. Lin-
nengoed kwnf Dit Seanirk, Podolioi Poewwj en
UoUcks. BordnvreelB worden te Nsgj-Enjed,
Brateö, Hoeainlaln en IfaiDa Vatarhel; gemaiakt.
Teren Apitfalva Bollohaoa, Miekolcz, Stomta,
C«iTa, BaranjaHM^öes en HeiStar. Bekwame
bontingdere en imeden ilJn te Sepe» Uagm»
werkiaam.
Honvutl* ■(■« de kaarten bij Ooetenrgk), in
bet Hoogaarteb Magjf^ortiAg, in het I«tÖD fiun-
garia g^eeten iBeenkoninkr^idatdeooBtelgke
hellt Tan de pergoneele nnie Ooitenryk-Honguqe
Ligging, grenzen en grootte. Bod-
garge «ttAt zich nit Tan 44* 6' tot 49> S8' N. Bi.
en Tan 14*24' tot 26*36' O.L. Het bestaat uit
het eigenlgke Hongarije met het Toormalige Ze-
Tenbotgen, nit Finme met het daarbg behooren-
dê gebied eD nit SroatiS, SlaToniC en de vroege-
re militaire grenien. In het N. grenst het aan
OostenrjjkBcih SileziC en Gslieifi, in bet O. aan de
Boekowina en RoemeniS, in het Z. aan Roemenil,
Serrii, Boenil en Dalmatie en in het W. aan
Iitril, EraTn, Stiermarken, Ned er-Oost enrgk en
Horafil. De opperTlakte t-ediaagt 824 351 t. km.
(na«r PeNefa berdeDing 825823 t km.).
Bodemgetteldheid. Het land bestaat,
Èlgaitm van Eararimnen (ne aldaar), nit een
baigaehtif en nit eea vlak gedeelte, dat driemaal
MO groot ia. Het bngaehtig gedeelte wordt gt-
TorsM door de Karpaten (ue aldaar), door de nit-
loopen Tan de Oeet-AIpw «B door het Honna^
•che Uiddalgebe^e. Ue Kaï^tsB ongettB Hon-
«uü* is e*A gnmtea boog. ZQ «indigCD in het
Banatergeberrte, dat met da nitloepen tan den
BalktB. taMOien Baaiai en Ortewa, den Dooan
{naliit, waardew de Uieren Poort gerormd wordt.
Da Toongebergten van de Ooet-Alipen KtaMMa
liéh gedeeltelyk Tan de weetgrene Tin Hoagarge
tot aan den Donan nit, waar i^ mei het Leilha-
gebeigte en bet PlliidiemtMEgte op d« Raip»-
len atooten, gedeeltelük dringen tg Kroatit «i
SUvoniC binnn, waar ag tmtebm d« 8aTe ei
de Dran tot aan den Donan reiken. Het Bon-
gaaraetie Uiddelgobergte, dat nit Bakony Woad
~ Vértetgebeigta beitant, Terdeelt de Hongaar-
e loagTlakle in twee deelen. Tot Kroatil be-
hoort bet Eualgelried (lie Kartt). Honnr^e ia
zeer rgk aan ga- en drniptteengrotten. Tos W.
van het Hongaarsdie Hid delgebergte TJndt non
de TDKbtbare Kleine Hongaareehe laagrlakta.
Zg is 12 000 t. hm. groot, ligt 180 m. bo^en ömi
leeipiegel, strekt lieh aai Mde o«Tere Taa des
Donan ntt en omrat het PieaAniger bekken nut
de beide eilanden de Oroote en de KleiaeScMItt.
De Qroote Hongaaraehe laagrlakte, die het bek-
ken «n Peat o&tat, is 1«477 t. ka. groot,
wordt tMgranad door de Kuiten, het Hongaar^
edie iHidoelgdMTgte. de Save en den Donan. ZQ
is het laagit l«ng« de Theïst en hare lüriTieren;
ligt in bet midden 108 m. bona de opperrlakte
Van de lee.en bettaat nit do landige Beide Tan
Keekakemet', de M^nMmde BAcakAa, bot Te- .
leeskaer tandatotnplatean (169 »■), ket Titebr
plateau (188 n.), de Tmditbar« Tlakte Tan Han-
kiee, bet moerasaig gebied Bodrogktti, het Eese-
der moerat, het Mndeteenplatean ftyirt^, de De-
breciinci heide, bet Sirrfter moeras, het Alihnni-
rer moera* en de Deliblater landwoottgn.
Qeologie. De bodem bestaat gnwtendeeU
uit dilnriaM n allntiale Tormiogen. Tooral In
het laagland. & omèeen en eronder liggen ter-
tiaire uigon, motendeela tot de tarmatifcbe eta-
ge bebooroDo; ep deie msten jonge tertiaire
gesteenten. Oódere Tomingen melen bg de m-
ra»atelling Tan den bodem eleoita een leer on-
deEgeoehikte rol; daartoe befaooren kri talige
leien, in Toreenigiag net graniet, ten Z. Tan dei
Tatra en in den Fraika gnra, deTonisebe ea
itecnkooUagmi bn Doboduui on Terder niidetgk,
trias, jnni en kiipt ibg het Flattenaeer en In het
Bakonywond, hg PInftircheB eu. Van jonge
emptiefgesteeBten Tallen Ie noemen de trMiiet
in de omstreken Tan Sjemaita-Kremaits en Bper-
jei-Tokai. basalt in het B^onjwood en op vele
andere plaateen.
Van de delfttoffea moeten fooral genoemd
worden: «teenkool (FUnnireben en Slinrerdorf),
steenaoot (bipaten), lihoriwodeDd loodelann,
blNide, gMrkiea en g«nd in gangen Tan het Sjem-
nitier tra^etgebeigte.
Wateren. BebalTe de Poprad ea de Dona-
iee, die tot bot stroomgebied lan den Weiebsiri
beboores, bohoom alle riTieren in BongarHe to*
het «tMomgebied *an den Doaan. Linker iQri vie-
ren ign de Uareh, de Waag met de Nutra, 4«
Qrw\ de Eipel en de 'Riftiai met de linker^l-
rl Tieren BoraoTS, Ijttareia, laborcsa, Bodrog,
Sajo, Hemad en Zan en de reebter Stamos,
EBrSs en Haraa; reeiits ontrangt de Dtfnau de
Leitha, Raah, SirTit, Di» (net Mnr) en SkTe
ot San. OfaehooB de XJieren Riort «erhresd ie
en vele laag gelw« okfeken droog gelegd lyn,
hebben er nog dikwgli oTeretroomingen plaats,
vooral in het ^bied Tan den llieisa.
Van de tah^jke kanalen ign de voonwMaste
D,o,l,zedb,GoOgle
liet Fivukanul toMchen dea Donan en de
TlieiH, iiet Btgikanul tDuchen de TheiM en de
BegB, liet SiTTu en bet faUtiaftlluiiaal ttUMhen
Stnjüweisieniiarg en Sugu&vd, het Kopu- of
Ziehykusftl in bet ToInMc eomitut en het Sió-
kkuxi tnweheB het Plttteomeet en den Donaa.
Met de voltooiins -ran bet eadert laag ontwoipen
twMde Doaa n-TEeioAanul lal een aanvang ge-
maakt worden.
Ia de Karpaten treft mm altjjd een gzooi aan-
tal meren aan, van die in de laa^Uta noemen
«g: bet Pktteameer, het Nemiadlenneer, het
Palieaer an het Veleóeieer meer. Aan het Nen-
■iedlerveec granat het moerai Haniig.
KlimaaL Door lyn ligging heeft Hoogaröe
eeo TaateUodaklimaat, dat ncawel, doordat ae
Karaten eu beeehntting TOnnen tejniL de Noor-
den- en de OutenwiadeD, een luiddgker fcarak-
lei veitocM^ da> bmo uai da geografiiehe lig-
ging ion rerwaehten. Ook beiehermes de geberg-
Icn het land tegen atoimen. In de vlakten ie het
dee Mnen Mei beet, dea winten laei kond. De
gemiddelde tes^rata umi tenten liggen tooi Ar.
TCTAnlja in dea Tatra tnucfaen 90* en —26*.
TOOT Boed^mt toeeehen 33* en — 12*, tooi Panf-
kireben tnteeben 38* — 13*, loor Agiam taa-
adwn B4* en — 14*, tooi Finme tnaaehen S3* en
— 4* C. In bat ^loofate deel t«d Hongarge doart
de bootdregentód van Mei tot Angnitva; in het
Z. W. heelt mes twee regeuerioden, n. I. in Jn-
ni en in Oetobei. In de Tlakten bedraagt de ge-
middelde laganTal 500—600 mm., naai de berg-
achtige lasdei neemt deir anel toe. Vooi Boeda-
t tg 670, .__
ïtaegediB 5S0, toot OnoTa 920, tooi Komeaoak
lOSO, Toor Pretibi^ 690 en tooi Finme 1S90
mm. In Pinme konen dag» tooi, waarop de re-
genTal meer du 1£0 om. bedraagt Tengerolga
TUt de groot* hitte e» de ete^ teidamping la
de lwa*«ellM>d legea in de Oroote Hongaaiidie
Laagrlabte dea «omen niet ToMoende, waardoor
dikwüla gtoote dnwgteperioden ontataan. Dan
kan bet teHvantnaiTeraAil Tan den laiMÜgen
bodem tnaachan dag en nacht wd eeai meer dan
ffl* C. bedragen (fcgT. dee middagt 97*, den toI-
gaaden cditeod 6*). Somi komen ei in dien tqd
nchtiplagetlngea tooi.
Ptttulen- ën ditrtnvtreld. De Hon-
gaaradie laagTliktan ign arm aan boomen, tei-
wgl de landen aan den Toet Tan de bergen biai
en daai tiken- en beikenbonehen Tertoonen.
Langa da itrieres TÏndt men eTeoeana bonehen,
Toonl Tan popnlieren en wilgen,
beiiltea een wei T^ken filante"
Ijjk TM riet- tm giaeeooiteD.
atwenHora rïk aan alwleaeliiig. Tot de neeet
TOoKMnende planten behooien, cebalTe Teieehil-
lende graaaen, Tliadeibloemigen. eoheimUoemi-
gen, bugewaaaen. anjelieien. eni. In Hei prjjkan
3e atmen In ToUe piaeht, in den naheilat Tolgt
een kleineie, kortere bloeitöd- De pianteBwewd
Tan het Blhaigebeigte wjjkt gebed af Tan die
Tan HonenrQé. Aaa den Toet foett men eikenboe-
eeben aan, daanp Tolgeo beakenwoodea, nog
boc^i Tiodt men pQnboomen en daaina itioik-
gewat. (Orer de Don van de Kaïpaten lie Kar-
ratemh
Van da graoters roofdieren komt de wolf nog
in enkele deelen Tan H«igaq(e, SroatiB en Zo-
Tenburgen Toor, ia de lugrlakte treft nMn aoms
den jakhali aan. Het Kioatieeh hoo^and en.de
oveiitrooming^^ieden -ran de liTieten ^fn r^
aan wild, teiwgl de gioote hoeveelbeid watei te-
Tene oonaak ia, dat men ei *eel Togeli TJndt,
garge in Ten«iillende toorten tooi. De liTieien
en meren ign orei het geheel TiMchrgk, alleen de
meien Tan den Tatra makm hieiop een oition-
dering. Van de ei^naardige ateppenfanoa noe-
men wg eenige mniienaooiten, (looala de «pok»
(fpUnf en de SvUnthtu vagtu), de JohanMaba'
gédii Tlindeii en keren,
DOfiMft». Zie JT^bONW.
■Bevolking. De beTolking bedraagt (1910]
20850878, loodat Honnrije onder de aUten
Tan Enropa de lerende plutt inneemt Sedert de
iidgTing Tan ZaTenbnigm in 1867 wordt Eonga-
lije in 7 dietiieten Terdeeld, n. 1.:
Grootte
In v.km.
Bevolking
in 1910
Het gebied links van den
Donau (DuAninnen). .
32 892
2169 707
Het gebied rechts vanden
Donau (Danintül) . .
44 584
3 079 269
Het gebied tusschen Do-
nau en Theisi . . .
36124
3 775 392
Het gebied rechts Tan de
Thcisï
31S41
1 763 916
Het gebied linka ran de
Theiai
43 316
2 687 516
Het gebied tusschen
Tbeias en de Haros .
36 297
2136 668
higöntdl
97 243
2 669 785
Het gebied van Fiume .
20
49 135
flongarije (alleen) . . .
282 317
18 231 3S7
Kroatië en Slavonie . .
42S34
2 619 291
Het koninkrijk
Hongarije . . .
334 851
ZO 850 678
Gemiddeld wonen <^ 1 t. km. 64 iawonen. Het
dichUt beTolkt i$n de diititeten Wataadii, Peat,
Ceanid, Oian en Oedenhnn, het nünat bevi^
Caik en Biitrita-NanAd. Taa het totale bcrrol-
kingaejitei ^n 10 845 388 mannen a 10 541 154
vronwea. Hoewel het aantal geboorten dat der
itertoevallen in de laattte Jaren net ongcTcet
250 000 overtreft, neemt de bevolking in Termin-
derde mate toe dooi de aterke landTerbnlting,
waardoor Tan I9D0 tot 1910 ongereer I 220000
inwonen het land Teriietea. Orer het alg«meen
DigilizedbyGoOglC
il 4e toenime der bnolking «sdai de Ihgyuea
■teiker du onder d« ki>d«ie bectaBddeelen dei
bercdkinK. De volkrqkite iteden igii Botd^wit,
SHgedin, lUri»-Th<re«iopel, Debreoia en PreM-
IM beTolkin^ beftut tooi fa«t gitraUte ded
uit Mftgyaien (1O06O57K), die TovTBUtelSk is
ds lugrlakten wwcb en ueh met iudboav,
TMteett « TiKlHugat beugbovdM. De Hwgjta
u na middeibtn gi«ott<, n^ehutig gtbovvd
ei beiit een idieip geuwMn proliel met doote-
le, vurige oogen en iimrte butn. Hg i> intelli-
gent, goedbaittf en gutfig, heett een leTendifr
töafMninent en beiit mb gnote male *ui va-
derltndüiefde. Na da Uemiea Torcaeo de Suk-
ven het taoofdbeituddeal dei beTolking, wmitsd
de vooinunMte «tunmea de Kioateo en SeiTiSi»
nin (urnen 3089 638). Dui Tolgen de SloT&lcen,
Boetbenen, Wenden en Doitiehen <2 0S7 tö5). De
nat dei bcTolkins beiUat nit AnneniSia Bnlga-
nn, Orirfwn, IbuuHa en HuedowalMhen. De
Zignuert (± M 000) ipteken Mag^uisdi, Sei-
TiHii ot BoaneentdL
iliddtlen ««* bttfaa». <Het baofdmid-
dd Ta» beetuD im Hongarge ie de bmdbon», die
dooi de MW Tu den staat leer ii bloei toeneemt.
Ifaüin 08 % Tan de totaJe beTolking boadt lieh
met landbonw betig. Ia 1012 wat de bodem al-
dni Toideeld:
leltde mate in bloei toe, ale de lanAoaw. De
Teettapel bodnieg:
Bouwland .
Bosch ....
Weiland . . .
WiJDbergen . .
Rletbosschen . .
Woeste gronden
. 14 003 3« H.A
8S84 033
7 098 069
431277
321 386
63 831
I 693 323
Bet gemiddelde en bet kleine grondbeiit ..
•teik beiaat, het stoot giondbeiit TÏndt men
borfdukelijk in Wai«ieiÉraig, Subgks, Kemf^n
«1 in bet Banaat
De oogat bedroeg in de Jaren 1905—1914 ge-
middeld per Jaai:
Tarwe 46,07 mill centenaars
Rogge en hal fgraoen 12,76 ,. „
Gerst 13,07 „
Haver 12.73 „
Mals 4s,33 „
Aardappelen . . . 62,86 „
Suik^liieten . . . 30,36 „
Lucerne en klaver
(1906) .... 18,6 .. „
T)U>ak 0,676 „
Vlas 0,13 „ „
Lijniaad 0,06 „ „
Hennep 0,69 „ „
Hennepxaad . . . 0,23 „ „
Koolaaad .... 0,21 „
W^ 4,48 mill. H.L.
Verder Teibonwt men Ted wikken, pompoenen,
meloenen, jioinkommeri, p^triea en. Trachten
.worden voornamdgk in het weitel|fk benTelland,
Zerenbugnn en in d«B laatoten ^ ook in de
laasTlakte gekweekt
D^ wefeelt neemt in Hukgarjfe idet in do-
1904
1913
Paarden
1 892 707
2 00; 019
Ezels
14 731
Varkens
4 27S 210
6 824 657
Sciten
206 449
268 782
Schapen
6 843 064
6 559 858
Runderen ....
S S21 SgS
6 045 184
Hongarije beiit beroemde rgksitoetei^'en in
iieaSi^gjei, Babolna, Kiibéi en Fogaraa, bene-
-m» 1042 dekstationa met 8288 hongatsn. De
tToer Tan eieren en veeran neemt toe, de leelt
in igderupBen ii belancrj)k. Hongaiöe beiit rg-
ke j&ditTelden, terwgl de igkdom aan riach in
den laatiten tgd alneemt.
De boiolUmtw is na de wet van 1879 in gnn-
(tiger omstandigheden gekomen en strekt lieh
nit over een of^eiTlakte van 9,05 millioen Hjk
De opbrengst woidt op 210 milliocn kronen ge-
■ebat. Tan de bosadiea 4>eslaat het
naaldhout 1,9 milliuen H.A.
eiken 2,3
beulcenenandereloofboomen 4,7 „ ,,
De mmbmup is i
Het land beiit bgni , . - . .
en kolenmönen, terw^l er aanaienlgke boereet
heden, lood, kefter, iilTorei
len. Gond Tindt moa hoofdi
gen, verder hg Nagybinya, hg Kremniti en in
de lÏTieien Anoros, Uaroe en Siimoe, lÜTei l^
NagjbénTa, bg Kiemaiti, in O^Mr-Hongaiije, in
Ziventnrgen en bQ OraTicu, loed bg NagyMnya
ZeTentutgeiL Tenrgl de ojAiengst t
kcftermgnei «»eemt, w«dt de üierpiodi
stmda belaD^TJjker. BehalTe den eduopaal, t
Tan Hongaijpe de
eenige
inaAt 1
vindplaats Is, vindt n
Ook TeTert de bodem kwarts, potlebakkcnUei,
poiseleinaarde, leisteen, molensteei, marmer, ha-
lalt, graniet, saad- on k^iteea. Do uitgestrekte
kolenmQnn leveteB voonuBelfk hrairtool on
steenkool. Zoatmj)BeB vindt men in Miramaios,
waai de lontbereiding een monopolie van den
staat is, en in ZeTenbmen, salpeiei en potaadi
tieft men tnsMlien de laeiss m de Berettjo, ne-
tioleam in de noonlooetelgke distrelen aan. De
t^ie&gst Tan den m^nbonw bedroeg in 1M2 [in
miUioenen kronen);
Goud 9,35
Zilver 1,02
Ijzererts 16,37
Ruw ijier 46,44
Bruinkool 80^69
Steenkool 16,90
Het loatmonepolte leveide 2 mlllioen cente-
naar zont, voor een wssude van 28 millioen kro-
nen. Hongarge bedt meer dan 900 minerale bron-
nen, waaraan een groot aantal badplaatsen boa
ontstaan te danken hebben.
fffverlMI begint lieh sinds 1881 metbehnlp van
DigilizedbyGoOglC
it TAgMring la ontwikkehn. Se meeett •abtidie ge-
nieten de textielindoatiie, de oietMtliiuliratiie ea de
ehemlMhe indaitrie. Toeh ii tjj nog altyd nn
het buitenluid &fhuikelük. Tegenwoordig hcndt
lidi 6,5 % T*D de beToain^ met sgT«raeid be-
zig. De meeate hbrieken bezit Boedapest, TOon]
meelf abrieken, daarai Tol^n Preacbnrg, 8z«gedin
en Fünlkicchen. Het untal moleni bedrugt
20 72S, (TiATTan 2040 dooi stoom gedreten wor-
den, de ipirilusbnndenien piodneeeren jaarlöks
J.7 niillioeu HJj., de bierbron wergen 2,9 millioen
EX., de tibaksttbrieken leTerden in 1912 637
millioen sigaren en 2,S7 millioen eigarelten, de
nikertabri^en leierden 4,2 millioen «MteBaAt
■oiker. Onder de auebine- en giertabrieken zijn
die van Omu ew Co.. SeUiek, Kidtolton, VaUcón
«B Dmu^MM U Boe«UfiMt de twUnn^tte. Ver-
der Koeten ug geMend worden oc fabr'' —
Tan Tertefaillend* ipoOTwegttutMbi^iI^ien.
ia belangrij de fabtieage van eement, glas, por-
•elein, majolica, pniier, laken, konetnwtl, petro-
lenm, leer, djniuuet, atölicl, eognac, likenian,
wtp, toda, aalpetei enz. Tgdeni den oorlw ii
de Ungariaahe StiekstofldtlBger Indnstrie A.-Q.
opgerient, die voor haat bedTgf gebruik maken
lalTan de aardgaebronnen Tan Zevenburgen.
Bandtt tn verkeer. TengtToJge van de
aiteenlotmnde belangen van den indaetrieBtaat
Ooitenrgi en den landbonwelaat Hon^iüe,
ttonden in de laatste Jaren ernstige entiaien, die
bet ToorMaren Tin tMt tolverbond tasseben deae
beide landen dikwijls bedreigden. Da handel na
Hongarge ia van Teraehillende hctortn, in de
eerste pkate Tan de opbrengst van den oogst,
afhankelijk, waardoor de aohlereeoTolgende jaren
een leer TeT«ehiilendie8aitaatoplaTei«a. In 1^10
bad de gebeele oitroer een waarde Tan 1891 mil-
lioen kronen. Daarvan gins 77 % nau Ooiten-
tgk, sleets 23 % naar net tjnitenland; naat Ooi.
teniifk ging Toor tiaeht- em tr«kTee (TO«r 274
min. kronen), eraan (TMr 342 mill. kfonea), meel
(toot 226 milt. kresen). De isroeiiirediKteik, meert
. fabricaten, kwamen Toor 76 X nit Oeiteorfjk:
in IftIO TOor 289 nilt. kronen katoenen itotlen,
156 mill. '
. TOor IIO mill.
kronen genaakte kleerea; Tcrdei leer- en vter-
waren, maebinea en papier. De Tolgende tabel
't de in- en nitroer van enilge prodneten '
geeft d
igiS:
Invoer 1913
Textielwaren . . .
Leer, lederwaren .
IJzer, ijlerwaren .
Machines
Koren en meel . . . .
Slacht- Trekvee . . .
Andere dietlIjlK pro-
Suiker '.'.'.'..'..'..
487 523 millioen kronet
123,9 „ „
116,6 „ „
7P,9 » „
662,6 millioen kranen
Sedert 1S6T heett aiefa bet epoorwegTerkeer ko-
loisaal ontwikkeld. In 1912 had het spoorwegnet
een lengte tan 22 000 km., «aartao 18 000 km.
door óm staat gcliphnteerd worden. De tiBgte
van de wsleren die voor de seheepTaart in ge-
bruik inn, bedraagt 6010 km., van de teltmu-
lünen 36 000 km., het aantal peitkantoren 6610.
het aantal telegtoiAuitorw 6171. Bt werd»
(1912) aD6 milfloen btieTes ra brieftaarten en
(1918) 13 millioen telegrammen renonden.
De handel w«rdt gertiennd dwir een gtool aan-
tal )>aaken, waaronéer de Ooelenrükicfa-HongaaT-
«che bank de eente plaati inneemt.
B«iekaviiig$i»é$tand. Tan de bevol-
king belijdt 51,52 % den RoeniBch-Sath^ekei
Fodidienat, terwgl men et Terder 9,63 %
Griekseh-Katholinken ,14,62 X Griek M*-Ooater-
aehen, 6.69 % ProteslaoUn en 4,42 % Isretiie^
tin aantreft. In 1918 kon 43 X Tan het aantal
inwoners leun noeh eehrÜTen, 80 X na de
sdioolpllehlige kindéren bezocht de idiooL Uni-
Tetiiteiten bezitten Boed^iest, Elaasenbar^,
Ajgram, Pozzon; en Debreciin, de beide laatste in
1912 geitieht. De eenige teehniMÉie hoegeedioot
Tindt men te Boedapeit, waar men eofc eu Oen-
teraehe academie aantreft. Veedei bezit Bongar^e
kweekiebolen roor leeivnn, kweekscholen voer
onderwqzEn, 47 theologieehe hoo^ieholeB, twee
bandeleaeademién, een veeartienQaeademie, een
hoogfiehaol TOor mgn- en boeefabonw, 96 land-
bouw- en 673 indnstrieieholen, enz. Tot de in-
richtingen Toor knnst en wetencebappeu behoo-
ren behalve de Hong'aarBehe aeadeune voor We-
tenschappen, vencèiilende genootsebawen, Tele
musea, bibliotheken en arehieTen. Tan de lehonw-
bnrgen noemen wij het Hongaaische Nationaal-
theater en de koninklijke open te Boedapest. Er
versehünen (1912) 2067 eaurenten en tigdsefarit-
ten, waarren 1560 in bet MagjaaToidi. '
Seitvur. In 1867 werden alle lenden, die
tot de Stefannekroon behoorden, met bet eigen-
lijke Uoniarije vereeni^d, alleen EroatiS-Slaro-
nii (zie aldaat) behielaeen eigen wetgeving en
regeering met een banue aan bet hoofd. Het be-
trekking tot financiën, handel, verkeer en mili-
taire aangelegenbeden ma«kt het met Hangar^
een geheel nit. In 1870 werd Zevenborgen (zie
aldaar) in 15, KroatiB-SlaToniB in 8 nieuw ge-
vormde eomitaten Terdeeld. De militaire grenzen
werden toen opgeheven. In Hongarye Mitaat
thans overal de oude indeeling in eomitaten,
Hongarije vormt sedert 1367 met Oostenrijk
Mn monarchie, die uit twee onofhankelüke sta-
ten met eigen bestaar en eigen wetten beitaaL
Zq siJD efflrter nleit alleen door den petmen van
den monardi, dodi ook door ^emeeneelwHielnke
aangele^nheden veAonden (zie OoetenrgK-Hon-
garge). De wetgevende maeht, wat betreft de ge-
mee aiebaj^lijke aangel wen heden, wordt gere-
5ekl door de Delegaties, oestaaDde uit 60 leden,
ie door den Oosten r^kscben Rnksraad, en 60,
die door den Hongaarichen Buedag voor één
Ï' «r gekoicn worden (bjj beide 90 nit de fierste
amer en 40 uit het Hnli der AJgevaudigden).
De Hoigaarsebe Röktdag te Boedapest beataat
Dit de SiBgiatentanl ot Gent» Kamer en nit
de Kamer der Tolksvertegeawaordlgen fTweede
Kamer). De eente beetaat, behalve nit 50 leden,
DigilizedbyGoOglC
iit door den koBfii|r voor bas I«tïii beBoond
«oidea, ait ledea, die dooi geboorte of unbt tot
deie waudigheid geroMwn i3n. Het Hals dei
ktgvwiiéigin telt 4^ leden, waama de 40
afKevaaidiMen toot Kroati* en 31a*oai> aleehta
aan beraadBlagiBjiien, bon land betieflende, deel-
aemeti. De president en de liee-piMideat Tan
het Hnia der Magaatea worden door den koning
benoemd, dk «an het Haia dei Atgevaardigdeo
weidea door de leden van dit liehaun rekoien.
KToatie-SlaTOwC heeft een eigen Landoag (lie
aldaar). Hongaiöe is ia nnntcipiin (eomitaten en
26 iteden met nDBieipaalieefat] Tcideeld, aan het
bootd waarvan «en iiooi den koning btnotBde
„obeigeepan" tm een dooi het nnnieipaaleollege
gekoseo „viee-geapan" of baigeMMrtei staat. Da-
■e mnnieipaaleonege'a, die tooi de hcUt nit de
boogat aangeilagen^ beataan, hebban het leeht
van letRwittnr. Sedert 1S7C bactaat In dk mn-
iiei|)tim een nit SO leden gnvnnde rattd Tan toa-
■idit. De oTerige atedea en gcmeenteB itaan on-
dei het toeijeht Tan de eonitalen, di« in 431 dia-
trjeten verdeeld i^n. De Teiantwoordemke re-
geering Tan het land woidt gttonnd dooi tien
niaiitert b. 1. d« MiBtster-Preiident, Hiaiatei
Tan BinnnilandBche laken, vu FinaDeitn, Tan
Joalitie, T>n Landboaw, Tan Handel, van Land-
weer ^oBTèd), Tan Eeiedienat en Ondeiw^ voor
EtoatM en Slirroait en Tan het koniBklnk Hof.
De raebtiMaak ia aedert 1887 van bet baalnni
geaeheiden. Hongarfje bealt net Flsme, KtoatÜ
«n SlaToniS 458 distrietsreehtbankm, 76 recht-
kaï^en tooi laken in Iste inetantie, 12 koain-
U#« Uita» (redNbaafan voor laken in ad« in-
Btaatie) en Z rechtbanken Toor laken in 3de in-
stantie (koninklfffce enrie en opperste eastatit-
en gcreefatritof te Boed^wat en Agiam).
De finandtele toeetand, die dooi bet tiaetaat
Tan 1MT b^na geheel oaafhanketilk Tan Ooaten-
T^k geweiden is. wordt in de laatste jaren aleedi
Snnstiger. De begrootiBg van de nitgaven tooi
«t jaar 1»18 bedrog 20727» kronen, van de
InkonisteD 2 072809 innea, alt vo^ verdefld:
Inèfwuten.
Directe belastingen 326,0 mill. kr.
Indirecte belaatin gen 798,2 „ „
Opbr. vandestaatsdomelnen , 170,6 „ „
„ „ „ staatsspooTwegen 496,0 „ „
„ „ „ post entelegr&e 111,2 „ „
Uitgaven.
Hofhouding 11,3 mill. kr.
Rijksdag 4,8 „ „
Gemeenschappelijke uitgaven . 13S,I „ „
Pensioenen 45,0 „ „
Rente van de staatsschuld . . . 262,1 „
Schuld, van gegarand. spoor w .24,3 „ „
BestuurvanKioatieenSlavoniC 32,5 „ „
Uitgaven voordemmisterien .1278,7 „
Het gtaat^Koit wordt op 7261 millioen kronen
geaehat, de rtaatndiiild bedraagt 65^ millioen
kronen, hietiiij komt bet aaaded van 30 X aan
de gemeenachai^elgke achnld van Ooslenr^k-
Hongarjje.
Omtrent het leger lie Oottatriik.
Het wapen Tan de gezamenlijke landen van de
HongaarBcne kroon i« een gevierendeeld adiild
IdtUE. 441
met een hartsehild. Het faartsehilü is Teideeld
in MB reehteibeltt, bevattende het oud-Hongaar-
sche wapen, aeht maal gefaast van lood en titvei,
en een linkerhelft, voorstellende bet nienw-Hon-
nandie wapra, een rood veld gedekt door een
dubbel krnii van lilver t^ een gooden kroon,
die den (op van e«n Kroenan heuvel met drie
toppen bedekt. De vier Kwartieren van het hoofd-
scQild bevatte* de wapeut van de overige landM
Tan de Hongaartdte kroon. Het bovenstv, ledi-
ter vlak, het wapen van Eioatii, bgptaat nit vfjl
en twintig roode en litverea mit««k, het hovenste
linker veld, het wapen van Dalmatii. veitoont
Id een blaaw veld drie gooden gekroonde leopar-
dekc^pea, twee naast elkaar en de derde daar-
onder. Hat onderste reehter vekl, het wapen van
Slavonil, li door twee golvende, zilveren strepen,
die de livleien de Save en de Drave voorttellen,
verdeeld.
Het loode deel tassehen deie strepen veitoont
een naar le^ta loopenden maitei, in het boven-
Ble bjanwe deel liet men een gouden lesÉioektRe
■tei (UaiB), het onderste blanwe deel ii ledig.
Het ondeiate linker veld Tan het hoofdaehild,
het wapen Tan ZeveaJ>nrgen, ia door een roodèn
dwarrbalk verdeeld. Bet blanwe deel daarboven
vertoont een gonden adelaar met een ronde tong,
die de Hongaanehe natie vooratelt. leehta daar-
Tan bevindt lieh een gooden zon, die thans door
het Biddentchild bedekt wordt, en linke daarvan
tm naar links gekeerde oilveren halve maan, die
de fizekler natie Tooratelt. Op bet onderste gon-
den deel ziet men leven roode kasteelen met
twee zwarte vensters en een zwarte poort, vier
in de bovenste rfj en drie daaronder. Uet nootd-
Behild wnnlt door de Stefannakroon bedekt, als
sehilddiagers dienen twee engelen met golvende
zilveren gewaden, d« keten van de Stetaansorde
is de Stefannsoide (zie aldaai).
Qetehiedeni». Het Z.W. van Hongar^e,
dat sedert keizer AuguHut PannoniB genoemd
werd, terwijl Zevenborgen na de veroTenng door
Trajmus in 107 Daei* heette, geraakte ten t^de
van de Oioote VolkererliDizing in handen van
verschillende Oeimaansche stammen. Omstreeks
800 werd het door Karel dtn Oroole ats Avaten-
land bij het Frankische rtjk gevoegd, totdat de
Maejaren omstreeks 890 ondei Arjiad bet land
in bezit naanen en van daar oit ban rooftoditen
steeds verder naai bet weatea uitstrekten. Nadat
x^ door Hendrik I bjj Riade en dooi Otio de»
Oroott op het Lechveld verslagen waren, trok-
ken IQ neb achter de grenzen van de Oostniark
temg en namen ondel hertog Öéta (972 — 997)
het Cbiistendofn aan.
KoHtairM «itktlKwvtm Arpad (1001—1301).
In 1001 werd Stefmnu, de zoon van Oita, door
paus Silvetler tl tot koning gekroond. Daar h^
veel Toor de uitbreiding v«n het Christendom
deed, werd bq de heilige genoemd. Onder ign
opvolcer Peter (1038— 1M«) brak een opstand
van oe nation^ heidenocfae partq ntt, die mrt
^n afzetting eindi^le. Tan ign ^volgers noe-
men vrij: Ladiabmtïde heilige (1077—1095), die
in 1091 Kioati! TetoTerde, en Koloman (1095—
1M6), die Dalmatie 1^ bet rgk TMgde. Onder
DigilizedbyGoOglC
OéM II (1141—1161) TNtigdeD tich T«le Dait-
•ehe koloDiiten ia twt Itud. De meeite koBiageii
hRdden ni«t alleen met tiet Iniitenluid te ttrij'
des, HKuli SUfmuê lil HlSl— 1172) met keim
Manuel vu Byuntium en Frederik Barbarotta,
nuAT het rgk iiad ook van binnenliiiMledte twii-
ten te litden. Andmu U (1205—1235) moest na
een vrndiulooien kniitocbt io 1222 id de On-
den BdI den >del vele Ttqheden toestun. In
1241 «D 1242 werd het lawl door invallen van de
Uongolen geteitterd «n ontvolkt. Door koning
Bels IV (1235 — 1210) werd de vest^iiw van
Doitiche en ItalJMJUcfae koloniiten leei bevor-
derd. In dien tjjd vond bet leenitelMl in Hon-
garije ingang. In den atrj^ om de Duitsche kei-
■erurooD werd de overwinning vaii RttdoU van
BtAtburg over OlMmr «tm Bolmnen in 127?
door liet Eann*»che leger faeiliat. Het Andraa$
III itierf in 1301 de mannelgke «tam der Aifw-
den QÏt en «erd Hongarüe een kieBrqk.
KoninoeH uil vertehOletidt Buiten (1801-
1526). Nadat Hongargo «en kiesrijk Kewordeo
WM, bcleeide het een tjjd van bloei onder Kvel
Roberl wm Animt (1308— 1S42) en Lodewik l
dm OtmU (1342^1382). De laatite regMrde
ook over Naoele, werd tot kaDiog van Polen gt-
koMU, fareidoe iqa heerMhappg over de noorde-
lüke Balkanstreken nit en oeroverda Dalmatii.
Op hen «olede een tijd van verwarring. Onder
JlatUtiu I Corvintu (1458—1490), den tweeden
■oon van Jokannm HvHMdi, den rükriwttnnrder,
die in rereenwiiK met koning Wladitkne / (1440
—1444) d« Turken versloeg, beleefde het rgk
een tweede tgdperk van bloei. Hü breidde de
gKQKn nu bet rgk uit, iwdwong den adel en
Mvorderde kunsten en wetenseh^jpen. Na ijjn
BongarSe ondu- de Habs&wjB» (sedert 1526).
Doordat oe lagere adel Jokam Zófotfa, de hoo-
gere adel Fefdtnmd I *aa OoiUnrfk tot ko-
ning gtkoaen bad, oatitond een hevige binnut-
UÖdsdte oorlog. Door de hnlp. die de sultan aan
JfAtm ZApdya verleende, kr«[en de Tarken vaa-
ten voet in Hongarge. In 1541 nu het land
in drie declen verdeeld, liet gebied van Ferdi-
nand met Preubote als hooldstad, Zev«Dbnrg«n
met Weissenhnre all centrum en het gebied van
den I%aja van Ofen, dat aan FertÜMond idiat-
pliohtig was. De Hervorming bewerkte ia dien
tqd een herleving van wetenschappen en letter-
kunde. Onder RudoU {1576—1603 trachtten de
Jeiuleten de Hervorming tegen te ma, welke
pogingen door de keiierlgke generaals gesteund
werden, wat een natiooalen opttand t«i gevolge
had. De koning weid gedwongen vigheid van
godsdienst toe te staan, de grondwet te erken-
nen en een voor hem nadeeligan vrede met de
Tttifcen te ahiiten. Daar bq ign vei^liditingen
niet Dakwim, werd hij in 1603 algeiet en opge-
volgd door iqn broeder Mattkiat (1608—1619),
die «venala ferdinand U (1610—1337) met alle
macht het ProtestanUame bekunpte. Onder den
laatste verloren iq de meerderteid in den Sqks-
dag. In den Dertigjarigen Oorlog kwamen de
voraten van ZerenibaTgea BelUen Oabor en (Jaor-
eitditan -tiM Ferdiiand II en lijn i^ol-
ger Ftrdi»aml UI de erkenning van de grood-
«et fentiMONd III en LiofM I (16S7— 1705)
beperkten de staatknodige an godsdienstige vrii-
bflid, . waarvan de KumoenopMand, die obor at
Tnrba ondersteund werd, het gcrvolg waa. Nadat
de Turken voor Weenen ven)ag«n waren, gingon
de Enmeun (= rebeUm) lot LêOfoU over, ta
met faun fanlp en die van Weat'Biropa werd aan
de Torksebe beersduppg in Hongarije, behalve
in bet Banaat, een etiüle gemaakt (1399). Na de-
zen oorlog kwam bet Mnieuw tot itovim gods-
dienetveFvokriDgen. €^ aen Preaaborger Rj^dag
in 1S87 werd het erlwvoïgiigareeht van deHabi-
burgera inde manoeljikeliDie erkenden werden de
rechten van dan adu verminderd. Na h«Aaalde
opstanden werd er van 1712—1715 te Prwiboig
een IMikidag gduniden, die lieh met iiarstel van
de oude grondwet, de invoering van geroeide
i^sdagen en de reorganisatie van veraebilmide
regeeiinsalidiamsn beiigbield en het «taande le-
f er en de krjjgabeLasting invoerde. Vaa 1716 —
713 veroveide ptina BmgeiMu voa SmfOfê het
Banaat op de Turken, vaa 1736— 17B8 werd een
voor d« HongaroB ongetnkkige oorlog met Tor-
kije gevoerd, die echter geen invloed had op de
gnnsregeling. In 1722 en 1723 werd door de
Stcnden de Pragmatieke aanktie aangenomen,
ten gevolge waarrao na dan dood vaa Karat III
(in OMtenrSk KonI VI) (1711—1140) qn doch-
ter Mana Tkêntia (1740—1180) de regeerioR
aanvaardde. Zg trachtte de welvaart vaa het land
te bevorderen. Daar ig den adel, die haar bij
baar trooncbestöging krachtig gettcund had, door
veriehillende bervorminna tegen lioti in het
harnas Joeg, riep ijj na 1768 geen Rijksdag meer
bjieen. Haar opvolger Jouf II (1780—1790) sette
de hervorminpHi nat kradtt door. Hij wilde den
toestand der Igfei^eoeB verbeteren, de macbt der
comitaten ve»leinen, klooatera ofiiellen anx.
Om door den kroslngteed niet gebonden te i^n,
liet hjj sich in bet geheel aiet KrooeK. Büna al
tga hervorm! ngsplaonen leden adupbreak. Hfj
stierf tqdens aen ongdakkig gevoerden oorlog
met Turkije. Zün broeder Lê^kU tl (1790—
1792). die licb onfniddellgk liet kronen en dn
rijksdag bijeenriep, werd opgevolgd door Fraiu l
(17S2— 1835). Dete regeerde, vooral onder den
invloed van de nawerking der Kebeurlenissen
van de Franeebe Revolutie, in absolnten geest
en riep den Rijksdag slechts dan bjjeen, wanneer
bü geld en soldaten noodig had. Van 1812—
1825 deed MetUmiek seer iterk sgn invloed gel-
den; in dien tüd werd in het geheel geen rgas-
dag sameogtroefien, maar werd brt noodige geld
door eigenmachtig verhoogde belastingen verire-
gen. Het optreden van de Relorn^iartg, waarvan
eerst graai Siettrti Stéekm^i, kter Dtólt, KUkêd
en eindelgk Lodewijk KoüiUk de leiders waren,
had een aantal Rqksdagen (in de juMi tosseben
1S2S — 1848) lengevolge. waaraan Hongarne ^n
beneheppii^ lot een modernen staat te danken
heeft. De liberale parUi, die behalve den t^^-
atand van bet Hol te Weenen, met de oonserva-
tieve en reaetionnaire dementen in het Huis der
Magnaten te kampen had, behaalde in 1841. door
vereeniging met de doetrinairen o{ eentraliites
DigilizedbyGoOglC
«n dft comitutMatonomiBtoa op den da^ TÖÖr de
«flikieiingeD, een sroote OTeiwinaiag op Jfelter-
MieA. fenUnand V <18S5— 1848} opende den
Rgkadig te Preubur^, den ISaen NoTembei
1EM1, Toot het eent met eea Honguncbe lede.
Dt revobtHe mm 1848 m 1840 en haar gnoi-
C. De Februri-reTolatie te Pugi en de gc-
rteaiaaen ta Weanen in Ufttrt spoorden ook
de Hongaanehe liienlen tot krachtig optreden
aan. Zn eiMhtea de invoerinr na een dunoera-
tiech-libenle gTondwet en deMnoeming f mi Ter-
«DtwooTdelgke minisleis. De» eieehen werden
door ttriimand V inRewilUgd. De Bgksdag B«m
«bumut tetsebilleBde Mdaitea in liberalen geect,
looali de afaehaltiBg ran de Igfeigeniehap, de
«lijkheid van alle onderdanen Toor de wet, de
R^fnteltj
U UToeri _ ,
werd bepaud, dat de Volkiveitegenwoordi^ing
nit diieeie Tenieiingen ion ontstaan. Het ninii-
teiie bracht ign letcl naai Boedapest over, waar
het «1 ^K>edig met de nietJdagTBanciie aationa-
liteitei te kantten had. Eerst «oiekldeQ de Eroa-
ten, daania de BoaDeaen lieh tui hst ri)k »i. De
KrMten tebaarden lith om den fan Weenen nit
benoemdeo banos JeOaAk^ De Baatngclen,
door den nieaw gdcox» Hoogaateeben I^iE«d^
genomen, om de«D iwetand te ondeidrnkken,
werden te Weenen niet goedeekenrd. Jell^Jiieh
trok den Uden September 1S48 met een laser
voa Kroaten over de Hoagaataohe grenien. De
EoKUieehe I^idag benoemde na aattabertog
MaJin Btelamu tot opperberelbebber. die ech-
ter «p bevel Tan het Hol wddta lön waardigheid
neerlegde, waarna een comité, onder leiding van
Koamth, de taak der Terdedigiog op lich nam.
De oorlog kwam tot een aiAarsting, toen de door
den keiser benoemde oppertommandant *an Hon-
garye, graal Lamberg, die door den Rgkidag
niet erkand werd, door het Tolk op de bnw toa-
•dten Boeda en Feil werd Termoord. Den ^eten
September werd JtUaekiek Terilageu en naar
WeeiMn temsgedroagen. Bg betlnit Tan dei Sdeo
Oetober wera de Hongaartehe Bjjkidag door den
keiter ontbondei, ijjn beslnitei nietig Teiklaaid
en Jeltaekiek tet ^M» «go Taa den keiter in Qm-
gar^e Ifénoemd. De Weener OMtand Teifaiaderde
bet directe optreden tMtti HoMarQe, doordat
echter de nog ongeaehoone Homrida Weenen te
laat te bnip iwamen en tarOggedroBgen werden,
Tiel Weeoen den Sisten OetoSer in de macht tan
WUuUêehgraU, die in Deeeo^r ign operatie'i
tegeo Hoi^r^e begon. Den 16den DeeenAer
TtfAlaarde de Rgkidag den troonsalitaad Tan
Ferdinaml V Toor ongeldig en proteateerde tegen
de ttODnsbeatggiDg Tan rroM Jmef. Beide par-
tfjen streden met afwieaelend gelnk. In Janoari
Im9 leheen de laak toot de ^ogarei, die Boe-
duest Hioeeten ontnrimes, Terloren; in April
1849 befaaalde hnn opperberelhebber OörgH eea
reeki sAittereade OTerwinaingwi op WMiêeh-
grilU ea Wtldtn. TengeTolge *an deae OTerwin-
ningen en al* antwoard op het keiierlqk maoiteet
*an den Iden April, dat de ialj^ing Tai Banga>
ige bq Uostenr^ behelsde, ging de Bgkadag te
DebrecHn den I4den April, op Toontel Taa Kt»-
ntk, OTer tot de afdai^ing Tan de Habtbnrser-
LotharlBgnehe dynaaUe en tot de onathankerók-
heidererUaring van Hongarge, terwijl iHt be-
■lunt aan K'ojtutih werd opgedragen. Hierdoor
ontstond ODMnigheid bg de Hongaren, Qörg*i '
o,a. kenrde deaenstapal. Dan 21atenMei, na de
veroTerini; Tan Boedapeat, weid de letel Tan de
weer naar deu atad Terplaatat. Inmid-
keixer frons Jotef den eisar om bemid-
delii^ en hulp gerraagd. Toen Ruiaische krggs-
Uoepen onder PtukawiUch en Lüder en oet
Ooataorgkadie leger onder Haynau, van rerschii-
lende kanten het laad bianendtongeD, «uen de
Hongaren aiet tegen de oTermacht bestand. Al-
leen ÖOrgii verdedigde liA dapper bS Komom
en Tcrliet dit eertt, nadat de n^eeriig Boedapest
Toor de bweede maal ontmimd had. Ook sön oter-
winnit^ bg Waitnn og de Bvtaen kon den toe-
stand niet Tcrandaren, Op aandrang Tan Qètgti
nam KoMUlk lün ontslag, waarna Q^rgti dicta-
tor werd. Daar hg de ODfnogeljjkheid iniag Tan
een verdere Tsrdediging, betloot hg lich niet
aan de gehate Ooatenrgkers, dooh aan de Bussen
OTer te geven. Dm l^en Angoshii gal hg lieb
onvoorwaardelijk met 32 000 man aan eeneiaal
RMigtr over. DamjaMdk -volgde den 17«n Ab-
gnstu lün TDoiiwud, alleea £lMlsa verdedigde
Somom hardnekkig, totdat bet dea 27sten Sep-
tember eerTid eapitnleerde. Ooitenrvk «ing nn
met gestrengheid ta werk. Da hooiden der mo-
lutie werden terecbtgeateld, alleen Oürgn werd,
door bemiddeling Tan Bnsland, gespaard, terwgl
KossHtA naar Tarkge gevlndit was; Tcle gcTsn-
gennemingen volgden. De grondwet werd «qige-
heven, Hongaige tot een kioonland van Ooaten-
rijk verklaard, ZeveDbinsea, KroatiS en Slavo-
ni< en bet Temeacher Banaat tot lellstandigc
kioonlanden veiteven. Eerst in JoU 1S50 werd
Hojpiaii tern^eroepen, doch pas nadat aartaher-
tog Albrtekt in den faerlat ran 1851 tot goaver-
neur benoemd waa, en de keizer in 1852 een reis
door bet land gedaan bad, weiden saebtere maat-
regelen genomen. Toen ging de keiier ook tot
Teiaehillrade hervormii^eB over. In 1857, bg een
tweede reia van dea keiier, werd de Hoogaaieobe
tegni de Ooatenritkadie regeering beatsan,
HtrêUl MM dm HoNooarsekM ëtaaL Na den
oorlog met Italil in 18S9 waa Oostenrgk wel ge-
dwongen eenige eoneettiea te doen. Aaitahertog
Albrtekt werd door den in Hongarge geboren
generaal Bntedtk varrangen, miaialer Boek werd
oatilagen, de grondwet van voor 1848 hersteld
en de Kgkadag t^jeeageroepen, om over een nien-
we kieawet te Miaaduagen. I>e Oottenrükeebe en
Dnitsctae ambtenaren werden gedeeltelijk door
Hongaarsche verrangen. De Hongaren eisehten
echter het herstel Tan de oade monarchie, de
Kondwet van 1848 en een algemeene amnestie.
>n eden April 1861 werd de Rjjkadag Toor de
beide monarebiein, Tolgena de grondwet Tan
1848 gektnan, geopend. Da Tweede Kamer iplit-
ile tiob in twee paitjjeiL waarvan de een ouder
Dadfc een adres aan den koning wilde tanden cm
baar itandpinit alteen te leUen en den ute i
onderhandelingen te openen (Adrenntt), de i
dere eenToudig de wetten van 1848 dooi e>
slail tot wet «ilde verheffen. Ha lange debattea
werd een adrei aao dan koning geaonden, die
D,o,l,zedb,GoOgle
dsuop atwijtead faescbikte. Toto de B^jkidig in
een tweede adrei toet Tereehillende etMbes kwun,
weiden de ondeiiMndeliBgen dooi de legeeiing
afgebroken. Nidat de RgltBdag den 31 eten Avr
goetni I8S1 ODtbonden ma, weid wedet in ab-
lolaten geeit geregeerd, totdat in 19S5 ferBcbil-
)»de ometftMïgnedeB den vil -nn miniitei
Sekmerlmg bewerkten. Na faet bcwek tui
k«izet aan Boedapest begonnen de oDdetWade-
lingen met den t^ksdac'^ die door den keiier
den Uden December 186^ met een Hongasnche
troonrede geopend wai, opnienw em m waren nag
niet afgeltxwea, toen de BqkKdag, wegenB den
oorlog met Pruisen, den S6aten Jnni 1886 gesto-
ten werd.
garen terredeit te ïtelten. In den R^edag, den
i7den P«bmaii 1867 böcengeroapen, weté het
heTEtel van de grondwet nn 184b en de ïnvoe-
ring Tan een serBntwoordel(^ ministerie onder
het Toonitterschap Tan graaf Jutiw AmdniÊiy
aangekondigd. Zevenbarwo en het Banaat wer-
den onmiddellijk met Hongarye vereenigd, ter-
wjjl een verdrag «nlrent KtoatiB den ZOsten Sep-
tenAter 1868 tot Btand kwnm. Bki^farge weid all
een selfstsDd^ rQk erkend, ^t door lekere ge-
meen ediamiel^ e belangen en door eeo tol- en
haad«j0ren>ODd, Tooreerst Toor den tjjd van tien
jaar gesloten, met Oostenrijk «eriMnden wae. Van
de staatsschDM ea Tan de gemeen Mbappel^ke
nitnTen toa Hongsröe slechte 90 % betelen, ter-
wjji fiet in de delegatira met Ooetent^ g^fk
ttond. Den Siten Juni 1807 werden de koning en
de koningin, welke laatste Teel «anderi san het
tel stand komen Tan de Tenoening bad gehad te
Boedapest pleehtlx gekrooDd, en daaimiede was
de Tenoening d«i lbg7uen met het Torstenhnis
een Toldonsen feit. Door den Rjffcsdav, waarin de
^mat^de DeAk-party de meetderheid bad. werd
in ISSS een wet aangenomen, Tolgens welke de
Hongaanche Isadweer als HonTddleger, onder
bet oonmando van aartrtiertog Joief, lellstandig
genrganiseeid werd.
Na deie oirerwinning waa de eerste lorg der
Magjaren hnn land odt innerlök tot een Trq en
bloeiend lök te mrteit. Dooi bet unnemen Tan
Teisebillende wetten en door den aanleg Tan
Ïioorwesen trietitten z^ dit doel te bereiken.
engeToIge hierran, en Tooral ook door bet nit-
keeren ran waarborgrenten aan paiUealiere spoor-
wegtnuteehai^yen, werden de fjnaneiln MOieer
belast, dat er spoedig nieuwe belsttlngen nM<{ig
waren. De ontevreden beid hieroTer en de telenr-
stelliog oTct bet aitbI|JTen tan den Terwaehten
inellen bloei ran het land hadden de ontbinding
Tan de DeÜi-partij tengeToIge, die in den Rtjki-
ds^ door de loogenaamde litierale pattfj, door
fnsie tiit de Deik.paiti[ en de gematigde deelen
Tan de oppositie gsTonnd, Terrangen werd. Het
hoofd Tan deze party was Kohtnan Tina, dis
sedert 18TS, eerit ah minister Tan Binnenlaod-
scbe Zaken, Isitei sU minister-president, de liel
der regeering werd. Hg gat vooral bijtten tan
S"d stoaftandige talenten tijdens den Rnssiseh-
irkseben oorlog van 1877 en 1878, toen de neo-
trale bonding tsd Oostenrijk de Tenntwaardi-
ging Tan de Turkeefagesinde Magyaren wekte.
Het gelakte hem in den Sqksdag de goedkearing
omtre&t een legerwet en omtrent de kasten vma
de beaetting Tan BosdM en HersegowmA te vcr-
werrea, wacrroor Oosteirijk bam ten ««miclite
Tan de e*ntraliuti« Tan Sosgaiq* *■> ^* '^'SJ*-
riseeiing vn bet k^nkr^k de nrn liaMi liei.
Toch wekten i^ legerwetten m de door hea
gedolde eorraptie de onlmadeniieid van dfc op-
positie, die tot TOfsdtillcnde dsDonstrKtieB »mm-
leidiig gaf. TengeT<^ bierran mam Timxa i>
ISeO ign ontslag.
Zijn <^Tolger, graaf JnUuë Smérjff volgde
OTcr bet gdüel de gematigde politiek Taa TitMtL
Handel en indnatrie werden Mrorderd eo de in-
komsten Tan den staat Teiuiucrdeid. Onder hoi
ontstonden oaeeniglMden op kerkdgk-staatkm-
dig geldcd, doordat de regeering optnd tegwi de
Katholieken, die Tooral door bet MMgnnMmdt
„wegdoMien", d. w. i. bet eigcnmMfatig doopen
Tan kinderea irit zemengde linrelBkeB, ar u«r
streefden bon inTloed nit te fa«iden. 1I« hei
aftreden ren Saopdry dieade lün <VTolg«r We-
kcrU eenige wetten ortr de ixroaug na dei
bai^illjken stand, bet Terpliehte faargnlvk In-
wdfk, de Trüe oitoefening Tan den godadiasst,
en oTer den godsdienst Tan de nit genzede bn-
welijken gtkoten kinderen in, die in de Tmede
Eainec onnüddellgk Mngenomen werden, maar
waarren het HagnalenÉMiiisde wetten omtreirt de
Trge nitoefening tui den godsdienst en omtrent de
emancipatie der Joden rerwierp, en de imdere
drie wetten eenrt na veel tegenstand aann
Door Terschillende omstandigheden had dM ■
nieterie ecbt«r het Tertroowea Tan den kooing
Tcrbeord, loodat het in Dewmber 1894 altrad.
Hot nicnwe Karbinet, onder Toofsittei«clup Taa
baron Bdn/f^, wist de beide genoemde wetta
door het Ho» der Magna^ten te doen «Mmemea.
OTerigens hadden er onder iQfi bewind een aan-
tal eonflieten slaats, bqr. met den panadiftea
nnatini Agliardi, dal den Tal Tan dea tainuter
Tan BidtenkiMbdie Zaken. Kélttohf, ten gevolg*
bad. In bet laatnt Tan 1898 kwam bet wegens
d« hnnienwi^ Tan het handels- Aaatknwiig
Tcrdng uMt Ooetonrqk („Antgleich'0 tot een
ernstige eiisis. modat Bdn/fy, nadat ook StiU.
nru CQ iNdnfssv lidi Tan hem «igetelwiden had-
den, den 17den Febniari IStS ign ontilag moeel
~imen.
Zgn oprtdgor, KebMm SUU, ^Mwoog door de
bdofle Tan iniTnc veikJaiBgen de opsmaHie tol
bet bdlndign da obatmetie. Het tol- m baa-
delsreilMnd met ONtenr^h werd tot 1B06, eren-
tDod tot 1907 TerieDgd.D«Teikie(rii^n van 1901
gaten aan deDcgeeriBgeeD«ootemeetdeTèeid.lB
Oetober 1903 «ditat.liij £ ■tamning om bet
'iboogte reerateneratingOBt, stiet de regeering
op een herige o^poritio, die In rail Toor baar
toestemming de inToeri^ Tsn de Hongaanthe
diensttaal bij de HongaaraiAe regimeiteB en de
inToerinr Tan nationale Taandels Terlangdc. Toen
de minoerfaeid weder tot obstnietionisme orer-
ging tnd &M den Iflden Jonl 1908 al. Nadat
mal Ste/mas risKi tvretgeefs b^iroafd had een
Kabinet samen te stellen, werd gnuJ Kkneii-
HUervAy, nadct de Kroon het wetsratwe^
Tin de tcrhooging Tmn het lecmtenBoatingal
had laten nülen, tot ntinister-pieaident beaoemd.
DigilizedbyGoOglC
Toen de i^eering oiet nnei^ bkek de eisdieD
TUI de i»iNwitie in te willtgeiiL, liet de Ktmer het
Eftbinet Dg d« eerite gelegenbeid in den ete«k.
Dump gelakte het Tima «tfi Efttinet te Tormen
(3 NMemfaer), dat eabtet herigea tegenit«nd
oalmoette, Tooral toen Ttna dTeiide tot mutre-
gelen vu) ^«eld ovet te inUen guin. Kwlst hq
in de stonnaelitige liUing in den ntebt vku den
ISden NoTenbei 1903 een wet, die het onder-
dniklcen tsd de obelraetie tot doel bftd. doorre-
dreien en daarna oaniddellj^ den Bgkednf
verda^d had, Teiibobden Ternfaillende partifen
lich, om itjn lal t« bowsilcen. Op den dag ran
de faeropening Tan het IVrkment, den ISden De-
wmber, werd de tnwuteawMbt door d« (^posi-
tie Dit de M«l gewoipu «n de tiibnne Tsn den
prwident ra d« nmittenetela sbnbtoken. Tim»
etdde den i«ai>g dump «en omioding Tan de
V(iUu*eit«geviroüdiginc tooi. OlKhoon de
Kmiwet een EMuenmttteiliog ttdeiw wn ez-
■«oestmd Teilriedt, weides dt» 5cbn Janari
1904 niem>e TetkiaingM nitg«Mhre«eD, die
«««■vel Toor de libeiale party Mei ongnnitig at-
liepen. Tina diende nog tiplêni de verkienngen
sgn oitslag ii. Eertt den Sleten Jnni IBM Tolg-
de de benoeming van een nienw miniaterie onder
ToonitteiMlu^) van fijinarf. Tegelökerijjd weid
de I^iktdae Teidaagd, wat, onder neiig proleet
van « beide Kamen, in faetwllde j«ai ncfj vier-
maal ftlaati bad. Ondw (Kt minioteiie, dat in ab-
eolnten geeat regeerde, ontetonifcn weldra gioote
miibraiken, wow omkooperqen. oiAitiing van
het Toft, beperkins Tan vde vrfheaen eni, Den
1H«i Febniari tlHW weid de Bqkid«K weder
, waartemi, wagene den «>-I««-to«-
■tand, Mow^ bet abnatmiït ale de Tweede
Kamer proteateerde. Het geweld van wapenen
werd de ontMnding doorgedreTen. Den fitten
April 1906 ««rd oit de leidere de geeoaliteeide
oppoaitie het miniaterie TTaJfcarie gevormd. waar-
Tan o. a. AiÊdrauf, Awmyi en Xoanth deel nW
maakten. Dit EabiiMl, dat als oreigangeminiaterie
met een Taat «nlqDd ffognmma tooi den tgd
Tan twee Jaar benoemd werd, moeet iteh ver-
pliehten het aamengMii -ran Ooetenrjik en Bon-
nrjie ale eeonomiaeb griied te basdhiffen, de
Dudekferdngea, ireKe Ooatenigk-BDagarije
met andere magendheden getloten hM, te latin-
' et algemeen bieireefat door te Toeren.
tenrïl I
ko-Bq
'^1 het de mllitaite elMbea moeet laten
" de nienwe Teikieiingen Terwfert de i
e Terkiaiingen geheel tij waren, TeroTei-
den «ok de aoeialifton en de TersAilknde natio-
naJileiten «enige letela. Het Kahinet bad echter
met venehiUeDde moeilökhedni te kampen. De
£eneenteh^>p«lüke minlatet Tan Bnitentandaebe
Zaken tooi Ooatennik en Hongarge, graaf Agt-
nor OohÊeiomki, moeet tengerolg* lan de bon-
ding der BoomreB, die het hem weten, dat b|
de wdeibandelingen net de Kroon niet ateedt
de noodige tact was getooad, ign antalag ne-
men, In het begm «an Oetobei 1907 kwam de
Tetlenging tan hef „Veigelflh" in den IMHE>^(r
In benuaeling. ToA werd dat den SOeten Deeem-
bet 1907 aangenomen. In FAmari IMS werd
ees aanring gemaakt met de Terwetenlgking Tan
bet piogiamma Tan de coalitie-iegeering. Eht re-
UBUE. iAS
glement tib erda, waardoor een eiode uo de oh-
itrnctie Tan de Kroaten zon komen, weid den
SSstea Mei aangeaoinen. Het zon niet lan toe-
paseing ^n bg de beapieking Tan de kweatiea,
die gemeenadiBroelijk op Ooateacyk en Hanga-
rs betrekking doUmq en bij de Feerutenkweatie.
De positie Tan het Sabinet-lPeJcerie werd
voortdurend onHkerder. Aanleiding tot bet uit-
eenapatten der eoelitie waa de eiicb van de ^nalA-
fraetie in April 1909 geateht, «n van het b^in
Tan 191) at een idtatendige Hongaaraebe bank
te lieUcB. De ministeia Wekerlt en Andriêtf
noemden, in oveieenitemming met hnn partgen,
Je opti^ting gvraaiif^ wegene de ongunstige
conjuetBBi Tan de weielibnaikt. Dit itandpnnt
werd doot de kioM eededd.
Het miiiaterie bcdoot, wa^r een vatte meei-
deibeid UJikWi ontbrak, den SSales Apnl 1909
lijm ontalag in te dienen. De &«oa «iimte, dat
bet miniaterie kieuedilherToiming lou tot etand
brengen. Het K^inet TeiUaaide licb daartoe
eTonwel niet hg madite. Om t^d te winnen, weid
bet Kabinet in Jnli Tooiloopig opnieuw benoentd.
Den 22aten Septembei iBende tot «cbtei, emi-
eenkorottig it|n belolte, <qmienw iSn ontelag in.
Den II den Noveenbei volgde de (enentine ii de
OnafbankelgkbeidBpaitq, doordat U7 leden, de
jaamde Bankgiom, lieb adtaaiden onder
de leiding van den laoiealen Jutth, terwnl nog
alecbtt 9v leden KotrafA bleven volgen. Dienten-
gevolge i^ aiA het demiacioinaiie Kabinet den
ISden Deeen' ' * '
besiootiK IL . __ . ...
bebandeld. Zoo kwam bet, dat bet land lich met
i ■■ te dienen, w«Uce eebtet niet werd
bet begin *an 1910 tercni aan bet begin nn
een tweeden es-fe»-toe*Und bevond.
Den ITiden Jannari 1910 rerkreeg bet eoalie-
miniaterie eindelgk afia ontriag, oadat graal
EAiwn-ffAfamfrw »ch beieid had Teiklaard, een
Kabinet uit de Ijbeiale Partjj te vormen. Graaf
KkmtH 'tiad op als preakUot, en minister Tan
Binnenlandacbe Zaken, minister bg het Hof Tan
Kroatië, Lofavt kreeg Finaneien.&^fce^Jnstltie,
Onderwijt en Eeredienat, Hianmufmi Handel, Se-
renyi Landbonw en Ratai lADdaverdedigin^. La-
ter, dea Isten Maail, nam ZieAy Ondeiwqi en
Eeredienat otn. Teiatond etelde Jutth een eebei-
pe motie Tan waitronweD tegen de „taeonstitn-
tioneele en bniten-paileniestMie" iMeering voor.
Na stormaebUge debaitten werd i^ den Sleten
Jannari met groole meerderheid aai^enomen,
evenals «en motie tea gunste Tan de oprieMing
van een leltstandige Hoagaaiaebe Bank. Ei«M
verklaarde daarop, dat bet ministerie lidi ton
beraden over ontaiagname of orer ontbinding van
het Huil. Tcvena reikte bg een koninklgk be-
alnit van den 20aten Jannari ower, waaibg de
Rgkadag iot den 34«len Haart werd verdeed.
De onaihaakeljjkfaejdapartg diende daarop, even-
als in 190S, bi monde nui gnaf BiMhf^ «en
vetklaring in, nebelsande dat deae veidaging ge-
durende den e*-lec-toeetaod, in etiQd met art£«l
X van da OT««enkomat ivan 1807, onwettig en
een schending Tan de grondwet was, op giond
waAnran bet Hnie aan het miaiaterie-Ekyen bet
reebt tot nitoefening Tan de regeeiing, met na-
me het invorderen van de belaatingen en de re-
emteerlng, ontaegtle. 0c4 dit voorstel weid B«t
DigilizedbyGoOglC
TooivroDdlud ^eplntit, «en gnwte niMFdcnirid,
Al blMk de tegeutelling tnBBCfaen
446
groote mMideibeid ■aBgewHuen. Den 29iten J»-
DQui Bpnk ook bet HafruteiAiBH een pleobtig
protMt t«^n d« Tffidagiiif uit. Of ettB Tcnoei
om ontil^ VBD bet mini(terte antwoordd* de
Kroon met een beilait tot ontbiDding tsd den
Rjjkgdag. Khum b^ioefde thuii de Torming tui
een nieuwe Kgeenngspartg. Met beholp tu
grul Tmm eUaede l^j erin. Jlen Uden Fdirnnri
poblïeeerden de leiden van <de nieowe vart^, Na-
tionale Ari)eidapartq geheeten, een dOOi graaf
riiio gmteMeo oproep nn bet volk. Na stonn-
aefatigtt debatten werd de Bökadag den Sleten
Haait ontbonden. De verkieiiDgen van dea 21st«ii
Hei laiO TeTMhalten Klumt, die de lew Tan
bandhaTin^r taa hei „Vergrijik" van 1807 mi* ~
— ' •--•--■-' — 'e moerdeRK
I agrariln ea
mereanti liiten ook ia den nteuwM Rotdag U
beslaan, toch werden Tereehillendc wetaontwet-
pen, o. a. op de ttaataexploitatie Tan petroleum,
aardgaieen en kalttonten, aangenomen, Onwtei*
moeiljjklieden bradit Teedi bet ontwerp tot bet
Teriei^eB van bet pritileffe Tan de Oooteorgk-
HoDgauadw Bank tot 1917. Alleen de Tenaachti-
ge meerdeibeid fan de N«tional« Art>eidq>»rt|i
ledde bet ontwerp. De nienwe tegerwet, den
239ten Mei 1911 ingediend, ileed de moeilgktn-
den eienwel nog to^emen. Zg beoogde de in-
Toering Tan ein 2-jariffen, actieTcn dJensMjjd en
, _._L___.-__ .__ .. j iBtingent Tan
e eiaetrte, dat
de troepen taortaaD inde taai ifeilKnda «tiiden
worden gecommandeerd. Tlak Toor een partemen-
taiieanat^eeneeo benieuwden ec-Iez4toectand,
gelnkte het Andrötty den 8«ten NoTemèer de
psrtfjen tot een voTgelök te brengen, dat tot
Nienwjaar 1912 Tan Kracht ion ign.
In 1912 maakte de oppoaiti* Tan de beikiegen
Trijheid om (Antinetie te roeren een «eer rnim
Knratk en de behandeKog^ der logerwet caf aan-
leiding tot een k^BetaerieiB. doordien de Ko§-
milh-pniin eis^tc dat bet redit dei koningi, om
zAen liectingen na de reeerre o<A in Tredei-
tqd tot aetlemn dienet op te roepen, mb verral-
len.
'De heiaer wilde de legeering niet machtigen
aan salk een teaolntie hawr goadkenring te h^-
ten.UQ TeiUaard«aan desHoDguradien minister-
preiident; ,rAli de readntie-kweetie niet op ig ge-
sdioreD wordt, bijjtt mg nieti anden orer dan
heen te g*an".
Graaf Kkue* en de i^cm tt^en i^«h nn ter
beediikking Tan den kriier, onder Toorbehood
dat dne hnn en de regeertngspartg den terug-
tocht wUde mwelijk maken. Aldiw ontitoiM
het keÏMrlijè scBcüven aan den miniBter-preei-
dent, een gedenkwaardig doenment in de gesehie-
denit Tan Hongarije. Over den persDOn T«n den
premier, liditte tiib dït itnk tot de Honffaarecha
aatiei ig moest bet den keiier gemaÜelgk ma-
ken, ign taak Ie TerniUen <m een wgM, welke
hg met ign geweten orereen ion brengen.
Nu werd graaf Kkuett-Hidervdrif ten Tierden
male minieter-preeident Tan Bongarge. De Natio-
nale Aibeidspartjj «temde in met de bonding
door de regeering aangenomen, maar de c^poii-
tie berratte terstond de obe^ctie eo na een
re^e -van «tormartitjge tittingen bood Khwn
den I7den April 1U2 ign ontalig aan, dat werd
aangenomen. In ign plaata trad Lukaet ala mi-
nietér-pretident op, têrwjil Ae oreri^ miniitera
nit het Torige kabinet im portefeaillet behiel-
den. Dok petaooHTerwiaaelfng bracht geen tst-
betering Tas den toeitaad mede, want de oppo-
•itie bertieed Lviaet eren hanln^kig alt Toor-
been graai Khuen. De opwindins, ook buitelt bet
rlNoent, nam (teedt toe en de weigering m»
Bodaliiten om Toor het (larlemeDtageboDW een
betooging la honden tot TerkrfigiDg ran bet
reedi «wlang bdoolde «n telkens weer nitee-
■tetde akemeeB kieineht, gat aanleiding dea
38itMi Mei tot een .jpditiAe ataking", die tot
een bloedig oproei in BiMdi^Mtt leidde, dat aleeUa
met bAnlp Tan een groote tracftenmaelit ei ten
koate Tan Teel bloeoreiRieten ooderdnkt koa
wonjen. Onder den iadivk Tan deM gebeaitenf»
•en vereeiigden lidi in het pariement alle pa^
Igen Tan de oppoiitie onder mdisg Tan de Soi>
snlhpartg tot eoherp Tenet tegHi elke geweidda-
d^ toepassing tan bet lej^enent T*n orde, Zj)
verklaarden de verkieiing Tan Tina tot roonü-
ter der Kamer Toor onwettig.
Eiodriqk kwam het loo rer, dat op 4 Joni
1912 de Toonitter, graaf Tiaxa, de hn^ der po-
litie inriep om 86 leden der JnslbnaT^], wt^na
Tentorin^ der orde met gewelrd nil net parlement
te Tcrwgderea. De meerded)«d keurde Titta'a
optreden eoed en deie elaagde e
ning d«t legenret doot te drgTen
i. DurdooT wa*
schoten op graal Tista loste. Tïsia liet den Ssten
weder 68 afavTaardiffden met geweld Terwgds-
ren; den Uden weid een Tenoierpt reglement
van orde aangenomen en de litting gesleten. Het
MagnatenhiHS nam de legerwet den I5den Juni
met gioote meerdeAeid aan. Bg de opening Tan
het parlement, den ITdeo SeptenA«r 1912, ter
verkieiliig van de del«rati«i, neibaaldeD tidi de
obstnietietooneelen. Tgitig atgetaardigden werd
voor een maand de toegang ontMgd. Qroot is in
RoD^rge de ontenedenbeid der Doitaeben eo
det Kroaten OTer de gewelddadige magjaritee-
ring Tan het onderwgi. tfOnoe kindeien , IntdCe
h^ in een adiei tan 16 December 1912, „worden
door de olldeele onderwqapolitiek, Tan hnn moe.
dertaai beroofd. Zelli een Dniteche echoawbvrg
weigert men ons". Te Agram loste een student
den Seten Jnni op den itanna Von Ouvaj een
pistooliebol; l^j ongeluk doodde tig den hoofd*
ambtenaar HervoiUeK In Febinart 1913 traden
te Franifeld 100 ÊTangeliirfn. te Eeiinannit*d
ruim 200 Katholieke Duiteefaen nit hnn kerke-
Iqke gemeenten om de migyaBeering te ontgaan.
Liever dan Hagjaren wilden «g zonder Eerkge-
nootsctap igo. De minister-president Lukie*
werd door den afgevaardigde Z^esy beeehnldt^d
4 millioen kronen nit de staatskas toot Terkio-
zingsdoeleinden (en behoOTe der arbeidspaitg aan-
gewend te hBfbben. Daar in het (nerop Tolgende
proces Dtgy Trggespiokea werd, moest LtJeaee
den 5den Jnni 1913 aftreden. De koning be-
noemde Tina lot minister-president. Om bem
DigilizedbyGoOgre
BOJKijmm-aoxKEBxmm.
447
g«raeeii*ehappdgk piognm u: lUeta «en pen
iieel« Qiii* m«t OoitenTJik; iclfiUndiglind y\
het HoBgunelM leger; Djjicndcn EongurMhs
hofhoudiiw. De gematiffdeD oiwleT gnat JiufrdMy
eloten licE dut niet im au. Om d«D helligeit
te^nituMl ta Iniken adnida graat Titu ni«t
tenig Toor invoeiing Tan e«n atienn peiiwet en
Toor Tennindering Tan de berowdbeden der jn-
ries. Om te TooTkomen, dat de veniitterde Eroaten
gemeene laak met de Setrii» maakten, werd den
22Btes Oetobet 1918 de «rondirettelfjke legee-
Ttng, die tedert 8 AprU 1912 opgeidiort waa, we-
der ingoTOeid. Terene werd V<m Ovvaj ala banna
Tcrvanfien door Skniea, <n> wien kort te voren
een aanslag gepleegd nu. De in Deeembei 1913
gehouden «erkiezingen gwnn een sterke ministe'
rieele meerdeiiteid.
Het HoDKaaiielie minwterie Tereterkle iqn
politie door het betinit Tan 38 j^nil 1914, waar-
dQ bepaald weid dat voortaan in alle teholen
het godadi«nitonderwJifi in de m»edflrtaa1 der
leerlingen ion ^«gvfei worden. Ali terngilag op
de lojale bonding d«r HoDsaaTiehe KoeineniBn,
werden voor bet onderwgi in de talen der niet-
magTaaraehe nationaliteiten nog
liea g«daan. Den 25Bten Üei 1914 overleed Fmu
Koêêulk. Daar Juttk neb lensirol^ trad graaf
ÜKkatt Karolfii als voorzitter der Onaniaiikeigk-
heidmrty op. B|j wat vMr het nüfcreken vaa
den Wereldoorlog een betliit tegenetaailer van
bet Driovondi^ VeAood. — Toen d« gemeen-
Bebappelüke mjniater van Buitenlandene Zaken,
graat BerekUid, den ISden Jannari 1916 lün
ontalw ^iMTi werd de HoDgaanehe miniater hg
het Keiierl^ Hot, graaf Burvtn lijii opvolger.
De oodogatoeatand bracht toenadering tot Ooi-
tenrök te weeg. Den 2d«n September kwam «en
HagTaarseh-KroatiMh otonité te Weenen ooi den
ketzer-loniog te fanldigen. Inmiddela werd de
strijd in en bsiteB bat Parlement twubMi de
partöen weer heviveT; vooral op uitbreiding van
bet kieiraebt w«rd aange^ngan. Een d^ttoe
strefckeiM] vooretri van Tista kon de koninklitke
goedkeuring niet verwerven en daat^ nam fiet
ministeiie Ttna qJD onleiag (23 Mei 1917). Zjjn
opvolger waa Moriit Etteriui^ («ie verder We-
rMoorloa).
LUeraiuiiT: Sehvidter, Das KSnigreieb ün-
gara (in „Die Under Oeeterreieh-Dngarni", Wee-
nen 1366); „Die Oeeterreiehiscti-Di^arigrfie Ho-
narebie in Wort nnd Bild" (Weenen 1889 v.v.);
P. EttnftOvjf, Etiiitogratie üngune (Dnitai!b door
SeAtriefer, Boedapest 1877); Roti Gonnard, Ia
Hongrie an XXe «lede (I^ 1908); W. B. For-
iler Bovitt. Hnnttarv and Oie Hnngarians (N«w-
York 1908); Ma^tk, La Hongrie rarale, sociale
et politiqoe (ParSa 1909); AUtn, Hnngaiv to-
daj (Londen 1909); Sayotu, Hiatoire gén«raled««
HongToia (Sde dmk Boedapeet 1900); Kaindt,
Geaebidite der Dentaoben in üngarn nnd Sieben-
bnrpen (Qotha 1907, 2 dln); O. BèinHeh, Un-
ganKfae Rnndschan fflr hiatoriKbe and soaiale
Wistcüscfaaftn] (Len»iSi ja^lgki); „Annnaire
ttatiatimie bongroia'* Oaarlps); „Stati«tiKbes
Jafarbudi".
HoDr*r (f ome») noeiut men bet gevod, waar.
door 4e beboette aan voeding tot bewnstnjn ge-
braebt wordt. Het gevoel van honger Ia in den
be^ne niet onaangenaam <eet1nit}, maar bet
wordt niks wel, wanneer de bdioette aan voed-
sel niet borredigd wordt. Htt ^Nobaait lioh daa
aanvankelgk in een serroel van matheid, i{Her>
wrakte en een pijnljjke drukking in de nuag-
sti«ek, Latei' nemen die onaangename «waar-
wordingen toe, langer durende nonger kan tot
^oote leniiw^wiDiaing, gkm (inanitiedelirinm),
ja lelfs tot waanzin en dolheid leiden. De iwakto
neemt daari^ steeds toe, de luieren weigeren
dienst, de meeste afadieidingen verminderen ui
bonden ag, de il^jmvlinen worden diww. Honge-
rende dieren worden iM atomfinnnig, dat qj net
hun ten slotte voorgemtte voedad niet meer aaa-
roeien, maar onkt toenemend* twaUe rtetven.
De «erite gowaarwtHdingea van den honger, met
name het drukkend geroel in de maag, worden
dooT bet leegign van den maw veroonaskt en
«man van de gewaarwordings- oi gevoelneni
daarrao oit. Zq worden na valling van de n „,
lelfs met oDverteeibaie stirften, niet meer ge-
voeld. De later lieh iqmiïbaiende geroelena mo«-
ten als een gevolg van alffemeene veranderi^w,
als een uitdrukking ivan odioette aan stot van
bet geheele oiganiMne öeaAonwd worden. Lann
weften weg, door wefte senowbanen deie beboeï-
te tot bewustaijn komt, is niet bekend. De ftot-
'iing gant tjfdene den hom
miet sterk vermindenle I
nitsdieiding van atikstot en koolst«t tot op do
beUt o( een derde daalt. In een gmoed lidinam
regelt lieh de uitstraJing naar de opneming; bj]
honger komen de vetdeelen en het eiwit der oi<
ganen daarvoor in de plaat», totdat de grens der
mogelükheid om -te higven leven van het op die
wjjie uitgeteerde tiehaam bereikt is. De dood
treedt in, wanneei het liehaamagewidit tot drie
vgMen van de oorapronkeliike virtnte vermin-
derd ia. De tgd, waatim tnlke gebeurt, {< ateeds
athankelgk van het indnidn, vooral van ann vet-
Toorraad. Bg kindnen en jonge dieren ia de atol-
wieBelitag levendiger, ig kunnen deibalve het
bongerlnden niet loo lang verdragen als volwas-
senen. Krachtig, goed doorvoede bondai sterven
den iMngerdood eerst na 4 — 6 weken, de menadi
na ± 12 dagen; b^ bet gebruik van water kan
bg bet veel langer uitfaondeB; bg melaneholie
beelt men eerit na 41 dagen den dood lien in-
treden.
Naar het voorbeeld vaa den Amerikaanichen
arts Tomtar hebben in den laatsten tfid veitebib
lende personen fSucei, MtrUOü) siA, naar rï
zemen, langer dan veertig dagen van voedsel
ootoouden. Paarden kannen 8 — 14 dagen bon^r
lUden londer kwade g«vo]gen te ortdervinden, in-
dien lü geen gebrek aan water belAen. Kond-
bloedige werveldieren, vooral amphibiein en krui.
pend gedierte, kunnen gednrende langen tgd bui-
ten voedsel, dikwgk een jaar lang, do^ onder-
werpen lieh b^ hooge tenweratunr aan die kont
niet 100 gemaltkelHc als ng lage. Het aandeel,
dat de veradHllende oiganen van een hongerlg-
dend dier aas gewirfitsverlies hebben, ia leer on-
gelijk verdeeld. Terwgl faersenen en hart rieebta
weinig verliezen, ie de afneming van het vetweet-
ael teer aansienlök; nog aanilüilgker i* bet ver-
lies, dat de apieren Igden.
Konserkunr (CMroUe per iiudiam; Neito-
DigilizedbyGoOglC
448-
HONaBKKUUA-fiONQEBSHOOD.
fhêrapiai ia een geneeanrijie, die den lüder b«r-
Btel tiadit te brengen doOT hem een «odeelU vko
het Toor het lichum noodife tocomI te ont-
hooden. Hen is ia odkb tüd in het ligemeen
T>n lalk een geneeawÜM teinggekomen, diAi
men beeeft, dat bet lieke lichum te lichter fe-
newa ui, aunnite iMt meer iracht beiit om
aan den ioTloed dei ongeeteldlieid weentsnd te
bieden. Daaiom ia men Qibdb mct weinig ge-
■teid ap Mierlattn en pnigeeien, en op de bon-
gerkcDi eveunin. Integendeel, men peogt dooi
lidit verteerbare ^tgien, looele melk, eieren eni.
ua bet ÜefaMun kiadit b^ te xtten en de leeda
geleden nitpnttine te heratellen. Ook bg *et-
iBcht il de Bongeiknui niet un te beiden, doA
ia het loldoende aUe Tet*onnende ipqieD, looale
Tet, letmeel, suiker laigvaldig te TermijdeD.
■onsvxraood. Het rnislukken q*n den oogat
dooi droogte, boTemmtigeB regenval, inseeteD-
plaag, liekten der ^wassen enx. had Troeger, ia
Kibaiid met de mtndtr oitwikkekle nuataeiia^-
pelbke en TerkeeiitoeatandeQ en met de moei-
Inkfaeid om groote grMDToocitden op te ilaan
4H anel toot Toldoenden toevoer te aoigen, letr
liebt vreeeelgke hongennooden ten ^olge. De
groote K»nj», davau veAondM, leiddeii ia de
uriekMU ateden tot een iMr itrewa wetgerrii^
■ met beti«kking tot 4en gTunhaiMid; efeDeeos ii
bet tekwd, oat de dtomeinen tn tgde hnoner
gNotvte maobt Tas den maDtoeron int SieiliS
en fignta aoo a[bankelgi «aren, dat het oit-
bl^ea na gtaaoaehepen eleedi een plaataelijken
boBgennood vereonaakte. Bgzonder hetig ea ge~
paard met ontaetlende eoeiale TerB<^D8eïen, tra-
den in de Hiddeleeuweii boDgeraDOodeo op in die
doelen van Ennna, waar ót bereiking asel toe-
genomen en de utndboiiv noc niet tol ontwikke-
ling gekomen wai. Zeer hdende lijn die Tan
195, 850, 868. 878, 814, 880 ea 889; ig heitaal-
dea »eh in 990, 1100, 1187 e», in «M herige
mate, dat ig tot bei rawete barbariane (doodeo
ea elea Tan meaidiea) aanleiding ganen. De bon-
gennood Tan I'ISS deed de MTotting Tao
Dakaehland met de helft Terminderen. Algemeen
gold in de Middeleeuwen alt een door de ge-
woonte niet 'Tecoojdeelde holp der atedel^e »-
geeringen, om bg bet nitbrekea Taa een bongen-
Bood haar araien uit de itad te jagen. Nog in de
17de eo in de IBde eeuw kwamen in Enropa Tr^
veel hongemooden Toor; loo etienen in lï72 in
Kear-Sakten 160 000 menschen door gebrek aan
Toedael, terwql neg in 1847 iDfeilaa£to«n()Mr
bet miilnkken Tan den oogst met een aardaf^l-
aiekte gepaaid ging, meet dan 1 000 000 men-
•eèes den hongerdood geatoTTen i|jn. Bedert het
midden der 19de eeeow iga wg ed)ler tooi bon-
gersaooden senywaaid door Tcdietering in bet
UsdboawlMiuöl, TeianderiDg in de aamenitelling
Tan ona dagelgkteh Toedeel, Tooraamelijk echter
dooi de Teibeteiing en Teimeeidering <ïei tiani-
Sitmiddden ea de daaimede in veroand ataan-
legeling Tao giaaa. en ffleeMhtooToei.
Andeia ie het echter nog in Aaiê gesteld. Het
keer met het bianenlaDd woidt daar alechta in wei-
algc stiekea door bvraaritaie itTieiea TeigamaJc-
kdökt, kanalen ei wMen lotm» geen Toldoende
aanTolIittg; een uitgebreid spoorwegaet bri>ben
■ledite B«lieh4ndü, Java en Japan. Ia bet bin-
oeoland en hooge Hooiden vindt men oitgeetick-
te woeatenfien ol at^i^n; goede oogaten woi-
dea i)«<d)ta uugi de riTieren of door kunstmatige
be^troeüng bereikt. Jn bet Z. hangen igke oog-
leivDnemuuuiaKiio icu ifevuige:
Qsden licÉi Tan vleeachToeding of
I beoaalde giaaaaooit, bgT. rijst
wordt de in Terst^illende atreïen
hgiondere leTenneihoudingen ten geTolge:
millioeoeii ontbonden licÉi t ' ' "
eten alechta e
DientengOTolge wordt _ . _.
buitengewoon di^te beralkicig des te e^ei door
iederen misoogat gettoUen, daat een nitwisae-
lin^ met het OTeisèttot Tan andere streken onmo-
gelijk ia. Nog in de 19de «evw weiden Vooi-In-
oiB, Penii, Aimeni* en China beiliaaldelJik dooi
de lieTigtte bongeranooden geteisterd. Die Taa
1866 moet in Britsch-Indifi 7,5 miHioen ofler* ge-
eiecht hebben. Beo keeipnnt tooi dat rnk Tomen
de maatregelen, die tegenover den dieigeaden
hongertoood ran het jaar 1873 — 1874 in Bea-
Ïalen genomen werden. Voor een boToIking van
5 mtUioea zielen moeaten le«enBm>dd«l«B tci-
adiaft wolden. Het gelukte aan de iqeeiing dool
toeroei en door een goed geoiganiseerden giaan-
haadel bet uitbreken van eui werkeIjjkeB bon-
Kraoood te Tooifcomea. fiebtei hetbaaUe lidt
t geTaai Tcel dreigmdef ia bet Z. van ladie;
in het einde vaa 187$ was in Dekaa ondel 2S
millioeu meatcheB ii 4e pteeideatiebai^ea Bem-
ba; es Uadias, en daarna ia de piorinde Hai-
aoei, slediti */m van den gewonea iMgtl bionen-
gebaatd. De rarkeemidduen wann wel gnnati-
gei: in plaale van genoodaakt te xga mIT graan
iDte«oei«i,koBdeiweeiiiiS«i]kaaanden parti-
calieren handel OTeriatcn en had aleebta tooi
arbeid*- ea aaknoeienffeideeling te aoigen; maai
d« wanTeihouding tnsaclMs het berolkingagetal
en den vooiiaad leTeaamiddelen was Ted groo-
t«r; hel aantal ateilgevallen waa aaBtiealH M
tot het einde Tan dea4iongeisaood(JaBaanl87S)
waien I 800 000 menedien vaa gmek omgeko-
men. Ook ia het begin Taa enie eernr weid
Britecb-Indil no^ door «ea berigen hoamtaood
geleiaierd. Het is «chtei te bopen, dat oe maat-
regelen Tan 'heston r, dooi de yawMti Coaawissww
tot veibetering van het veikeei en de bodem-
cullaur genomen, het land in bet verrolg *oat
dergelgke nuDfwn lollen ipareQ. Persii Teilooi
dooiden bongeisnood ran 1810 tot 1312 ± I'/i
millioen meneeheo, d. i. een vierde der gebeele
bevolking. OoTeratandige maatregelen en heb-
lucht dei Kgeeiingaambtenarea droegOB veel bQ
tot dea omtang lao die ramp. In 1818 — 1875
werden in Klela-Aiil de proTinctes Ansora ea
Komia awaar geteisterd. In Ohina \
Nooidelgke prorincies Sebensl, Scbansi en Hoaan
een bevolkiag Tan 66 millioea ateteit, teageiolge
van droogte en mitowit. Mdeit 1671 jaienlang
aan een vreeteli^ getwek frgsgetNrren- Ia haar
vetlwiileling namen de lagerv ndkdlassen han
toerluiiht tot onmeBiohelSke mlddelHi, «1* kia-
dermoord en -rerkoop; plnDdciende famdeo Ter-
woaetten het land. Iten sdiat bet aantal alatfat-
otfeis op 4—6 millioeD. Ook de hev^ing van
Java heeft ia de laatate jaren, no eens in het
eene, dan weer ia het andere gewest, aoo Biet
h<Migersnood, daa todi ernatig gehrak aan le-
vensmiddelen te Teidnien gehad, en betadfde
DigilizedbyGoOglC
HOKOEStSNOOD-^HOiNIICI.
449
geldt Tan Eaispeesch Rasluid. Ontrent de faoD-
gergDOoden io oade tgden TerBcheea in 1741 te
Ameterdam een boek onder den titel; „Ëen iiiato-
ciescbe besehrnving Tan dnure tijdenen honge»-
nooden, inzooaerheid in de bedroefde zomer Tan
den Jaare 1709 en 1740".
HonrertTVliiui' ^e Tjnhtu.
Hond <'■> <1b naam, in a« Ifotnkken in ge-
muiran de bemannïi^ ivaAr gawuend en m-
heel ten etijjde v&a toegcioat. Dut net doel iSof
en moord was, dragen de hiermede ondeinnnea
tocbten den naam ran Hongi-faoUeit. Voorheen
nioetten deze, onder unioering van dienaren der
O.-I. Compagnie, dienen tot nitioeiing der qK-
eeri^KHimen.
HenvltoolU. Zie Boagi.
Bon^koiur (Chineeacdi Hiem^-Kiang = dal
der welnekenae wateren), een Butecfa eiland ün
de znidoostkoflt laji <9un&, ligt aan de ooBtijde
V4D de invaart in de SastonriTier, ia 18 km.
iMg, 7 — 8 km. breed en telt op een oppervlakte
van 68 v.km. (1911) 366145 tQvoners. waar-
onder 11 958 niet-CbiDeeiea. 0»Bri>jj komt op het
tegenovergelegen, eleohta door een 300 m. breede
zeestraat getoieiden aehiereihutd Eauloen, waar-
van vroeger slechts 10 v. bn. tot Hangkong be-
boorijen, wdert 1S98 «en pachtgebied van 960
V. km. met (1911) 91 000 inwonerE. De EogelBche
land- en zeemacht i» vertegenwoordigd door 7176
mansch^en. Het geheel nït graniet en basalt
opg^uwde eiland bereikt in den Victoria Peak
een hoogte van 560 m. Het klimaat is leer warm,
in den zomer 26Vt~34Vi*, in den winter 18'/>*
C, en voor Earopee^en gevaarlgic. De planten-
wereld ie arm, hoewel Hongkong genoeg groen-
ten voor lö" GÏgen b^ioelten voortbrengt; vergier
kweekt men er rgst, yua» en «oete aardappelen;
mango-, peren- en oranjeboomen vindt men er
in groeten getale. Aan dieren komen de wilde
kat, de landschildpad, de nuereneter, eenige ttan.
gen, witte mieren en talrgke vogels voor. Orka-
nen ritfcten dikwjjls grootè sehade aan; die van
den 23sten Se^tecnber 1874 verwoestte 1018 hni-
len, 33 schepen, tionderden jonken en kostte dui-
zenden mensehen liet leven; ook in 1908 bracht
een orkaan er gednAte schade te weeg.
De boof-dstad van bet eiland. Victoria, dikwü'^
ook Hongkong g^eeten, aan de N. knst is, ter-
rasvormig op de helling fan bei steil oprjjiende
gebeFgt« geboawd, bezit een paleis van den gou-
verneur, een stadtinit. een eaioawbuig, kazernes,
een militair hospitaal, twaalf banken, een mari-
ne-depot, een eterrenwatdit, een kolenmagazgn en
is de zetel vaa den vice-admiraal van bet Chi-
neesdie vloot station en lan den comman deeren-
den generaal der troepen. De 50 openbare sefao-
len werden in 1918 door 4198, de particuliere
door 12 000 kinderen bezodht, terwijl men er ver-
der een politie- en een indnetriesmöol heeft. Er
versAiJnen twee Ëngeleche coarantan, In de laat-
ste jaren zgn er eenige ngverbeidson de rnem in-
gen (eoikenaftinaderqen, baCoenspinnerqen, ce-
ment- en lucifer fabrieken, dokken, werven en
touwglagerijen) tot stand gekomen, doch de be-
teekeo» der «tad li^ in den bandel en de scheep-
vaart. Door zgn positie van vröhaven begunstigd,
staat bet door verschillende stoomvaartlgnen met
Enropa en de groote èaveiu van Aiifi in verhin-
iiog. In 1913 liepen 23 722 schepen ^waaron-
der 12 347 Jonken) met 12 929 911 toa binnen;
de invoer t>edro<« (1913) 4, de uitvoer 2 mill.
pond aterling, waarvan de helft van eo naat En-
geland. De invoer bestaat «it opium, katoenen
stoffen, katoen, rijst, zout, aaidowetk, sandel-
hout, olie, ivoor, barnsteen, betelnoten, thee, qj-
de, die meest alle weer uitgevoerd worden.
HoDkong is een Britaefae Kroonkolonie; het
land, dat zeer duur ia, mag slecfits Toor 75 jaar
Terpacht worden. De inkmngten bedroegen in
1913 851 230, de uitgafen 865 801 pondjterliog.
de openbare adinld 341 800 pond elerling. Op de
znid-westinst van het eiland ligt de kleine li»ven
Alwrdeen. Het eiland bezit een eigen munt. Ma-
ten en cewichten iQn de SmgelMae, behalve de
diineesone lengtemaat tejioeng == 3,715 m. en
de gewichten pikol, katti en taeL
Het tot 1841 elecbte door weinig liescbers
bewoonde eiUnd werd in dit jaar doot China aan
Engeland afreataan en kroeg eerat beteekenia,
toen sedert 1349 d« Chineeübe emigratie naat
CaJifoioii en andere landen zich over Hongkong
begon te bewccen. Toch moet de stad Victoria in
<len laatsten tgd meer en meer baar handel aan
bet tegenoverliggende Eauloen afstaan.
Hanlf noemt men de zoete stof, die de ho-
nigbö f/pie nteUifera L.) ait de nectarifin der
bloemen en nit de Buikeralaeiieidende bladen en
andere organen van planten opzuigt, in de honig-
blaac naar haar korf voert, ddaar neerlegt en
verwerkt, en die dient tot voedael van haar
kroost en voor haar zelf. De honig wat tot de
Middeleeuwen het eenige verzoetingcmiddel, maar
werd, na het bekend worden van oen suiker, ver-
drongea. Honig is een mengsel van suikers, met
geringe hoevereden eiwit, jjier-, kalk- en ande-
re zouten; zjjn samenstelling ie ongeveer: water
20—24 %, stikstofhondende beatanddeelen 1,5
%, vruchlenauiker 87Vi %, druivensniker 36,5
%, deitrine of gomaehtige sloffen 2,75 %. zu-
ren, als mierenzQur bescboowd, 0,11 %, asch
0,24 %, organische etoffeo, als was ea stuifmeel
0,14 %.
Wanneer de nectar door de bg uit de bloem
woidt genomen, beait de honig een hoog gehalte
aan water. Qedurende de vlucht naar den kotl
wordt reeds een groot gededte van dit water ver-
dampt. In den korf wordt de waterrgke honig
berhaalddjjk getroneporteerd en toover ingedikt,
dat bij oog ODgeveer 20 & 24 X water bevat. De
cellen worden bögevuLd en met een deksel van
was afgesloten (verzegeld). Aldus door de bgen
veriegJde honig wordt rijp genoemd.
Naar de bloemen, waarop de honig voor het
meerendeel gewonnen is. wordt hg genoemd. Zoo
spreekt men van koolzaad-, Uaver-, linden, en
bo^weit^onig. Enkele malen wordt hij ook wel
genaamd naar den tijd van het jaar, waarin hy
gewonnen wordt. Men kent voorjaarriionig, die
op fruitbloesen, wilg en weidébloemen gNiaald
is; zomerboDÏg, die op klaver en linde is gebaald;
naiaar^onig. die op beideplanten gewonnen ia.
Heer wordt de honig naar de wijze, waarop ijj
Se wonnen wordt, genoemd. De dooi middel van
e centrifuge (slinger) gewonnen honig heet slin-
«9
DigilizedbyGoOglC
HONI«— UONlüS.
gerhonlg. Worden 4e raten door dmipen of I«Uen
geledigd, 'dan spreekt men van lek-, tap- of diuip-
bonig. Pershooig ooUtut door bet ni^ierwn van
den ^elieelen koifinboQd. De honig ia at«rk Ter-
oDtietnigd Üoor ataifmeel en polW. Honig in
nieowe raat, waarin nog geen nimfenhnidjeB aan-
wezig lön, en in dien toestand ter eonranqitie
aangetwaen, he«t raatlionig, of honig in de raat.
Wanneer de honig oit de raat scnaald woidt
door middel Yan een elinger, of door lekken, of
druipen, dan is hq -rloeiliaar. Slechta bjj groote
uitzonderingen krietalliseert hq in de iaat. Voor-
junbonig eo oude bonigsoorten doen dit alectiti,
Wordt de honig uit de raat genomen, dan wordt
de dikvloeihare maBsa na ecnige dagen troebel
en krtatalliaeeit geheel nit. ZuÏTere natuurhonig
kri«latliteert na korten tijd geheel uit. De klenr
van den lionig wordt gewoonljik bepaald in ge-
kristalli Beerden toestand, eo kan Tarioeren Tan
bet witte tot donkeHirain. Bet ia niet op te ge-
ven, welke kleur bonig moet heiitten. KiaiTemo-
nlg te in sniveren toestand, zonder vermengd te
tgn met andere bonigsoorten, «irver wit. lerwijl
boebreitbonig bgna iwait, tot <fiepdonkeit>rain
kan ign. De imük Tan den boni^ nangt geheel
af van de plant, waarvan, en de wgze, waar-
op bn gewonnen is. Omtrent de deogdeliötheid
van den honig valt alleen te le^gen, dat aUe aa-
tnurbonigsoorten deagdelQk tjin, en wefte de
smakelgkate ii, valt niet te zeggen. HededeeÜD-
gen omtienl giftige bonigsoorten zgn gewoonl^k
Af onwaar M overdreven. In ons land gio«en te
weinig giftig planten Mn invloed uit te oefenen
op den honig, en de meest giftige planten, tJs
aeonitnm, digitalig, rhododeodron worden door
de biJen niet of hoogst zelden Jtezocht. De beste
bonigeoorttn z^n raat- en slingerbonig. omdat de
bewerkingen geen invloed op de kwaliteit nitoefe-
nen. Lek-, tap- en perAonig lijn meer of minder
verontreinigd met tlnifmeel en wai. Wordt honig
hooget dan 60* C. verwarmd, dan worden de in
den benig aanwezige fermenten gedood, en ver-
üeat hg voor bet menaebelök lidiaam znn groote
waAüde. Honig wor<H gebruikt als voedinga- en
Eenolmiddel, verder tot bet baUcen van kodi, tiet
creiden van mee en azün.
Honltr, iaeob, een Nederlandach roman-, no-
*ellen. en geaehiedKh rover, den 6dcn Mei 1818
te Zaandijk geboren, leverde reed» op Jeugdigen
leeftgd gedichten in tHdsciiriften. Hg verhond
zich aan den nitgebreiden pwierhande! der fir-
ma J. Honi^ en Zoon en breidde op vele binnen-
landsche reizen zgn kundigheden ntt. Later itond
bg mede aan bet hoofd der Zaanlandidie Asni-
rantienmataefaappy «n in zijn laatate lerenajaren
wae bn borgemeeiter van Zaandfflc. In I8SS le-
verde hn i^n eersten roman „Adriaan en Harga-
retha. oi de heldendood van Sebaatiaan de Lan-
ge". Verder sdireef bg: „Tmydeman en zjn w§r'
en in 1849 een „Geadiiedenia der Zaanlanden".
Tevens bracbt hn een merkwaardige verzameling
Zaanarfw oudheden tgeen, namelijk platen, tee-
kenin^n, hand aeh rif ten. portelein, kaarten, boe-
ten, die over de Zaan handelen, portretten van
Zaanlanders eni. Hij bezigde dat allea tot bonw-
stof voor zgn „Historisebe ou<Bieid. en letterknn.
dige BtndiSn" (1866—1867, 2 dln.). Bg overleed
den Uden November 1870. Bdiahe de reeds ge-
noemde gesdirilten, vindt men bj^ragen van s9n
hand in een groot aantal tödsAritten en in ecni-
ge almanaUten. Verder vermelden wij oog: „Ro-
mantiiehe tafereelen, aan de eeschiedeni* der
Zaanlanden ontleend" (1842), „Nicolaes Rnieha-
ver of geloof, liefde es vaderland" (2 dln., 1846).
„De Hollandera in BratiliB of lotgevallen van ka-
pitein Alderik" (1851), ,J)e Jonkvrouw van Bon-
aevelt" (2 dln., 1854) en ,J)e vlag der Inquisitie
of Hoorn in 1565—1573" (18S9).
Honlrb&kjai (neciaria) of honimaffe» xQn
honigöfameidende ^lastendeelen, welke m ver-
sdiillende vormen hg de bloemen voorkinnen, Ma
men bnv. de bloem van liooliaad, mosterdzaad of
dergelgte KroiAIoeniigen [Crw^ere») nauwkeu-
rig beziet, bespeurt men tusscben den foet van
het vmohtbeginael en de daar omheen staande
meeldtaden, eteeda 6 in getal, 4 meestal ronde,
groene kliertjee, waarop lich bg gnnetige weers-
gesteldheid een droppel honig_ aJaciieidt Derge-
ana) ia geheel bedekt met een fclieraehttf. ho-
S' jfscheideDd bekleedsel. Ook beeft men fioniff-
jes bn de boekweit. Aan den voet van oe
bloemUaaeren der 4)oterUoeinen zijn zij bedekt
door schubbeD, aan dien der bloemUadeTen van
de keizerskroon en van de ktervitsbloMn hebben lü
den vorm van bolten, bij het nieskraid (Bellebo-
nuj dien van kokertjes. Bü de tabakabloem koj
men ig voor als een oranjeklenrige ring, en bg
de Oost-Indische kers en de leenwenbekjes wordt
de honig afgesoheiden in de spoor, een verleng-
sel der bloemkroon. De honis'baikies lokken de
insecten naai de bloemen en bierdoor wordt de
beatuiving bij de z. g. tnsdctenbloemen onmo^
Ijlk. Ook strekt de daarin aanwezige honing met
alleen aan deze diertjes, maar zells aan som-
mige kleine vogels, kolibrietjes en nectarinün
(honigvogels) tot voedsel,
Kralrbesr. Se Beer.
— onlrbU. Zie Bf.
" Il is een r „
Jforter* i
staat en dat zidi onderadieidt door het nagenoeg
volslagen gemis van nitwendige ooren en door
een gering aantal kiezen. Dit dier is van boven
ergs en van onderen zwart, terwijl een witte band
die 2 kleuren sdieidt. Het voedt liiA met kleine
looedieren en vogele, pi nadert bijennesten en
leelt in ondenardsche bolen. Hen vindt bet in
het grootste gedeelte van Afrika ten zuiden van
de ^ara. In de noordelijke streken van Benga-
len heeft men een verseheidenlieid londer witten
band. De eerste soort laat zidi gemakkelgk tem-
Ronlrdanw it de naam van een zoet en kle-
verig voCTit, dat des zomers dikwijle de bladeren
en takken van boomen. beeeters en kroiden be-
dekt en aan velerlei insecten tot voedsel dient.
Dat voebt ia doorgaans afkocostig van de blad-
luizen, die met gniiigheid sooveel phntenearaen
opslorpen, dat ig die gedeeltelQk weder atseliei-
BonlVKi'AB* ^'* BiinéUoa.
Honl^, Oomelü, een Nederlandseh dichter.
den 29Bten Oetober 1845 te Koog aan de Zaan
DigilizedbyGoOglC
gcl)Dreii, werd in 1872 leeraar io de Nederland-
sche en Daits^e Uien un de laBdboawMbwiI
te WKgeniogen en in September 189S directeur
Tan de Rpi hoosere barnrtdiool te Zvolle. Den
4den April 1896 kwun ii^ door een noodlottigeQ
Tïl om het IcTen. Hq lererde de diehthnodrit:
„HHne lente" en „Oeen zomei" (1860), alimede
eehi«e Tértalingen en boeken toot het ondermjt
Verder was hg mederedMtenr tm ,J)e(n) Oidt'
en Tersehenen in menig tödschritt bgdrafeo tsi
ign hand.
Honlvklavftr (MtlUolut Tonrn.) ii de
Daun van een plantengetlaAt uit de familie der
Vliitderbloemigen (PajnlUmaeeitt). Het onder-
edieidt lieh door een S-tandigen kelk, een stompe,
ongeinaTelde kjel, meeldraden tkd welke 9 met
«lult vergroeid zgn en één tr^ is, een naakten
etgl en een 1 — 1-zadige, (^wnapriogende, korte,
bnlten de kelk nitstekende oenl. Van de eoorten
veimelden wg: akker korngklaver (M. ottietiiatiê
W.) met gele, welriekende bloemen, watnan de
Tlei^Ie der hloeimkraon too lang t^n aia de
vlag, en penltjee die ipite in een punt ai-tioopen,
lenge den borenrand MieTp g^eld, min of meer
beluard en bg rg^Aieid twart, net-rimpe)ig ign;
icille honigklavtr (M. albvê 1) e e t.) met witte,
bloemen met ileogcle, die ereD lang ign ala. de
ver (M.
(«omlödt witte), welriekende Uoemen, en met
ylengeli, die eren linr ign ftia de kiel.
XotiitC^oAoA. Zie Koekoekoehlige vogel».
BonlnaleTSit. Hieronder veretaat men een
bg zonder geslacht van
mieren, waarvan de arbei-
ders in staat zgn jn han
«chterlöf groote hocïeel-
heden honig op (e nemen,
die bon door andere ar-
beiders wordt Terstrekt
Het igri dm ware leien-
de honigreBenoiri, die in
tgden Tan gebrek de-
zen honie weer kennen
afgeven. Bet aehterlgf is
dan hlaaavomig *>Vf^
zwollen, waatop men de
oorepronkelgke ehitinerin-
gen nog als plaatjes ziet
liggen. Men kent twee ge-
Eloditen ; If ynneooeysfuj
mexieanwt Bit Ueiico en
CamponohiB M/Iatue nit
Anstralit. Zie voorts bgg&ande fie^nr.
Bonlcnftpfa. Zie Honigbakje».
Honlrraat. Zie Bjj.
■onlntefln (MeÜKt) wordt gevonden in de
brntnkooUagen van Hnringen en liestaat tolgeni
WOkUr nit 40,S % honigeteenzanr, 14,4 % alnmi.
uioxied en 45,3 % water. Hg heeft een hardiieid
van 2,6, een loortelgk gewicht van l.S tot 1,6 en
is gekristalliteerd in den vorm eener kwadrali-
sehe pTiamide. Bg is honig- of wae^l, vetglai
Konlfvovels noemt men een aantal zeei
nauw verwante Togelfanilifln, nl. de honigzni
gers, de »[uievogeIs, de snikerrogels, de bloem-
pibiers en de érgpamdideit.
■onl|:nilK»ra (MeUfkagüün) ia een fami-
lie der honigvogels met 190 soorten; de snavel ia
lang, gebogen en van voren qjits; de vleogeU
i^n nu4d«Tmatig lang, de tong, san liet voor-
einde in fgne Iwartjes verdeeld en kan nitf^tto-
ken «orden. De kleor is zeer versdrillend. Men
vindt ze van Celebes tot de Samoa-ef landen en
van de McIiAken tot de Sandwieh- eilanden.
HBnlr i* een Noorsri» godheid, omtrent wier
wezen men no^ in het dnister taat. Volgens d*
eene overlevering briioort bg oorspronkdjjk tot
de Asen en werd als gnzeüaat naar de Tfinen ge-
zonden. Hji had een Rinke ceatalte, maar w«i
verstandetglc ileeht ontwikkelcf, loodat men hem
Mimir als raadsman gal. iDikwgli komt hg voor
met Odi» en lokt. In de heraehapen wereld wu
hg de beer van het noodlot. Om ign num is
nog niet opgehelderd.
Honkbal, in Amerik* Batebaa (zie aUsat)
gdie«ten, een ond nationaal spel, wordt gespeeld
op een vierkant veld -van 27,5 X 27,6 m. De vier
punten zgn de honken; thniAonk. lt\,e, 2de «n
Sde honk. De spelers (18 k 20) verdeelen aleh in
twee groepen: de veldpartK en de eUgpartg. Van
de eerst« ^oe[) staat een der qielers in het mid-
den van het vierkant, een achter het ttmishonk
en de overigen staan in het veld. Van de slag-
partg komt er benrteliogs e«n aan den slag, of
net tbnishonk. Hg moet den bal (ongeveer een erie-
kethal), hem nit bet midden toegeworpen, zonder
den grond aan te r&ken lemgslaan met een ilag-
hoat, een rond eiiAet^t, aan bet eind 7'/i om.
in doorsnede. Daarop loopt h3 naar het eerste
honk en komt de Volgende meier aan slag. Wie
geslagen heeft moet de vier honken afkwpen en
beeft dan, ali 1^ niet wordt nitffevangen d nit-
getikt, voordat bg een honk veilig "bereikt, één
«pe-
! par-
sportaneve
~ eeaig re-
pnnt voor zgn partg gemukt. Als er drie
Iers van de alanartg „nit" zgn, wisselen de
(ges. Een gosd oog en een Mkere tportal
tget. „ „
aanleg zgn noodig voor den apeli
en) taat te bereiken.
In I91S werd deNedertandseheHonk-
balbond o|^richt, tengevolge van pogingen,
gedoiende een tiental jaren gedaan en ni^;aande
van den Amsterdamseben Bond voor
Liebafflelgke Opvoeding, om een roed-
koop gro^tpel voor den zomer, op een bnrek-
kelgk klein terrein te tpdtn, te doen ontataan.
Een vgttal elohs in Amsterdam en een eltlb in
Enediede beoetenen brt bonUbalspel.
Honkanr* L is de naam van een planten-
gedaebt vui de familie der MtniTaektigm fCaryo-
pkyOaeêefn). Het heeft een 6-deeligen kelk, 6
f ave bloeomladeren, die iets kleiner zgo dan de
elk, 10 honigkliertiea. die met de meeldraden
afwisselen, een éénnokkige doosvrnebt, met 8
klepjes <^Knsprin^nd, en 8 tot 5 groote zaden.
In ons land groeit de ZÉevotUlein (H. vepMdu
L.) of Ammadenia pepMaet met eironde, spitse,
vliezüe bladeren en alleenGtaande bloemen aan
zeer rorte bloem at eelt jes. Deze plant vindt men
aan zee en in de dninen.
Honnet, een plaatq'e tegenover Solandseek,
aan den Bgn, aan den voet van het Zevengeberg-
te en de apoorlgn Keolen — Nlederlahnstein g«-
DigilizedbyGoOglC
HONNïï'-^ONOBItlB I.
legen, telt (1910) 6767 imraiien en is een ink
braoclite badpl&ats Toor longljjderi. De i-nwonen
honden lieh wzi^ met wgn- en ooltboaw.
Romieara ujn in bet ügemeea eeibewöien.
lo den regel echter ^reAt men meec b^kld
tbh müilair» honneuri, ^«taande in die eeHM-
«ijzen, welke by bet legei ieder krggBman ver-
«inldigd ia aan ïjjd meerdere in nng. Zy' be-
stMD in bet brengen Tan den gewonen militairen
gioet, in bet pteaenteereo T&n het geweer in het
onder de wapens komen tui de waebt, in bet
groeten met Tundels, ia aalantschoten eni.
Ook beiigt men de aitdrukUng „de bonnenrï
waarnemen Tan den gaatheei «f ign plaaterei-
Tanger, die de gasten ontTangt.
lo bet ka&rtqtd noemt men bg whist honneurt
bepaalde kauten.
Honnr loU qnl nul V pmmm. (Onteerd
zq hy. die «r tledit «rer deut), is de spienk Tsn
de Orde Tsn den Eonseband, door koning Eduard
lil Tan Engeland io 1350 geetieht. Het geogde
wal Teeds tAói Eduard III in Fiankrqk apreek-
woordelqk naar Moleiding Tan een plaats in de
Aela tanetomnt UI.
■onolotfo*, <le liooldttad dei Sandwich-
eilanden, ligt Dfi 4e ini&vat Tm het eiland Oa-
boe, tn een boeoi Tan traetilbooiiien, is de letel
Tan bet oppeibestnnr, Tan genjtten en oongnls,
van een Anglicauiecjien en K-Eatholieken bis-
achap en telt (1910) 52183 inwoners. iDe stad
beeft een Earopeesoh Toorkomen en in 1880—
1832 werd er een koninklük kasteel in Italiaan-
edien «tijl_ (^igetrokken. Verder beeft men er een
B.'Katbolieke hoofdkerk, een sAonwbnig, een
museum, een 'biUiotheek, een giergieterg, een
maehijielabriei, eleclrisdie tiam, teleioon en wa-
terleidipg. Haar baren wordt dwi een ddbbel
koraalrif bcrreiligd en iieeft een lichttoreo. Zg
staat in regelmatige sdieq^aaitTerfainding met
San Fiancisco, VanoonTer, Seattle, Nienw-Zeeland,
Sjdne; en Japu.
Hoii*rartaiiif noemden 4e Romeinen geuben-
ken ia graan, wgn eni-, door de inwoners van
een winseweet onTerpUeht aui hun bestuurders
aangebooen. In latere tj^en der Bepobliift wer-
den zulke gegchenken aiet «Heen gebiecht, maar
lelfs afgeperst. Te^nwoordig gebntikt men dat
woocd — op de wqze, als reede het geTal was bjj
de Romeinen, bg wie bet loon t» degenen, die
de i^. artet libtnde* (de rrjje knnstenj uitoefen-
den, konorarium werd genoemd — Tooral Toor
bet loon, dst scbrgners en dichtera Tan de nit-
gvrerG ontTaneon. Vooral in EageUnd en Fraok-
lök ign aan dé meeat populaire schrurers, zooals
WaUer Seolt, Moore, Byron, Diakent, Dunuu, Sue,
VictoT Hugo eni. booge faonoraria nitbetaald. Daar
de uitgerer met bet wasrsehjjolült debiet tnoet te
rade gaan «n dit bjj onze geringe -beTolking nim-
mer ^root kan ïüd, bleven in Nederland de ho-
norarja betrrtkelyk gering.
Houorlft, Jmhi Orala, «en doditer Tan f7on-
tlanUuê en Placidia «n een nuter Tan Vaün-
ttnümtts lU (425— 15S na Chr.), kre^ reeda
Troeg den titel Augnsta. loodat haar booge raiw
haar Teibood een faaweljjk te sluiten. Zq gaf iii£
ecbter aan baar kamnilienaar EugetduM oTer,
waarom haar moeder liaar in ballin^e^ap zond.
Zq zond heimelijk een ring aan Atlila, om zich
als qja ecèt^oote aan be bieden. Toen in 450
Alliiii bui SQn band aanbood en tevens Nschtc,
dat VedmtiniiivMS aan haar zgn geiag ion af-
stMUi, werd ig met een man lonoer eeni^ be-
teekenia in den edit Tei4jonden en daarna m It«-
UB gedurende geheel <baar leren in de goTangenis
opgesloten.
Honorla ftama (Latijn — eershalTel noemt
men die prranotie, waonbij iemand, die lion inlka
door zgn arbeid waardig heeft gemaakt, zonder
rooraf^ande eiamena en {iroetsoiTift tot doctor
beTordeid wordt.
Honorliu. Flaviuê, een loon Tan keizer
Theodotüu l, den 9den SepUtnber 884 na Chr.
geboren, werd tot Augnstni benoemd in 393, en
2 jaar later, na den dood ^na vaders, keiici van
bet Weet'Romeinscbe R^^ (395—423), terw^l
aan xgn broeder AtockUiu de heeradiappjj oTer
bet Oost-Someinsdie Bjjik ten deel tiel. Hg hield
aanrankelgk te Hikan, kater (403) te RaTenna
zijn Terblgf. Zijn Toogd SlÜieho [lie aldaar)
dempte in 398 den oost&iid van OUdo in Afrika,
Tenette lidi in Griekenland en Italit met goed
geToig tegen Alarik en orerwos in 406 de tülrg-
ke Oennunaehe benden, welke onder aanfoering
van Radögait in Itaüf waren geTalIen, 4o(!h be-
iweci ala ilaeiitoffer der lagen ysn den enan^
O^mpifu in 4€^. Toen TcrkieMT Alarik de o]q»er-
heerschappij in IlaJit, en de Weat-Ooten Terlie-
ten dii uind eerst na xqn dood (412) onder
Athaulf, die in 414 met '» keizers inster Plaei-
dia in bet bnwelgk trad, en begiTen lieh naar
Qallil. Inmiddels stonden in BrittannlE onder-
sdeiden tegenkeiiers op, en onder dezen stiekte
Contaidtit ^ heersd^ipg tot in Oallit «it.
Wel werd bH orerwonnen door Coiutamtita, He
in 417 met Pheidia hnwde en in 439 tot mede-
keizer irerberen werd, dodi 0MwrtM deed alstand
Tan de Rotneiasdhe beersA^tpg io BrittuuiiS.
Hq oTerleed den 27BUn Augaitos 428 te Ra-
Tenna, zonder een mannelgken ertgenaam na te
laten.
Zie: Hodgkin, Ilaly and its inTadera (Oxford
HonorliUl Z, P«d> (625— (t38), schaarde sidi'
Sednrende de toenmalige keikelqke twisten un
e zqde der Monotbelefen, die vatt stelden, «lat
Chriitui wel twee naturen, maar slechts één wil
heeit gefaad. en werd daarom of bet leede oeen-
menisme concilie te Eonstantinopel in 681, dos
lang na zqn dood. als ketter Terooideeld. Leo
U heeft den banvloek oTer hem nitgesprefcoi.
R.-EatÉ)olicke stdiriJTers, zooals Baronuu en Bel-
larminu», Terdedigen de teditsianigfaeid tab Ho-
«oriut door de bewering, dat de acta Tan bet
concilie TeiTalEClit i^n, welke bewering onge-
grond is; anderen, zooals Pagi en Qarmer, door
de veiiekering, dat hg niet veroordeeld is
wegens ketterg, maar Toor nalatigheid (prof-
ter negltgenliam), omdat de TeroordetUngaloi-
mule Inidt. ,.die neeft toegelaUH dat het onbe-
smette geloof ten gronde werd gerieht" (imma-
eulatam fidem tubverti permüit). Wat Honorui*
zelf betreft meenen R.-Eatbolieke gescfaieAnn-
digen, dat bq geen geloofiaitspraak voor de {«-
bede kerk heeft willen doen, en dat zgn wémf-
Ten dnidel^ alleen nïttlait twee willen, die met
elkaar in strgd unden ifn. m. a. w. dat bg aleehta
DigilizedbyGoOglC
HONORIUS I— HONTHBUf.
1S3
de moreele Mobeid tan wil in Ckriibu verde-
digide. Door deze fonnnle echter heeft hq de leer
T&n ben, die mur één wil aaoTaardden in nn-
merieiieD zin, ten leente beenngtigd.
Ronorlva H, te voren Petna Cadalu», bi»-
Bcbop vu Parm», werd gedurende de mindei-
jatifheid vao Hendrik IP door den invloed der
Dtiitsehe vorsten in 1061 te B«zel Ut tegenpani
van Atexander 11 gekoten en deed zgn ijrtodit in
Rome. Toen editer Hrnino, a&rtebiGSchop tan
Beiden, zidi met het löksbestuar belastte, kozen
de DnitBcèe voreten eveneens de z^de van Alex-
ander II. Hoewel Htmorivë door hen verlaten
weid, traehtte hg zijn lecbt te doen gelden. Hq
overleed in 1078.
V«OT zoover Petnu Oadtdui als tegenpaus geen
SlMts bekleedt in de rjj der pausen, geelt men
en naam van Bonoriiu II aan LanAêriut
SeanwAeeehi te Fttgnano geboren, biesebop van
VelJetii en kardinaal van O^iia, Eij regeente van
1124 tot 1130, bemoeide ziefa na den dood van
Hendrik V met de kaniogskeuze en sprak, om
zijn gnnst te betoonen aan keizer Lolhariu» van
Sakté», den binvloei uit over hertog Koenraad
van Franken, die lich ali tegenkoning faad la-
ten kronen. Minder vooiBpoedig «aa z^n itigd
tegen Roger van Steiliil, die de ^nselqke leeoMt
A{iulifl en Calabrii in beiit nam.
Ho&ortiu ZZZ (1216—1227), te voren Omuio
SmdH, kardinaal van 8t. Jan en St. Pant te
Rome, de opvolger van Innooentüu Ul^ kroonde
Fredeiik II <tot keizer en kwam niet in verzet
tegen dien vorst, toen deie zön loon Hendrik,
die reeda koning van Sieiliü was, tot koning van
thfitBchland deed kiezen. ZelFs had Frederik ge-
legenheid om in SieiliB tnn lang vergeten reebten
oj) de kroon te doen geiden. ifoRoritit was een
hverig voorstander der bedelende moDsikeaor-
aen-, nn vestigde in 1216 de Dominicanen en in
1225 oe FtBneiseanen. Verder begnasli^ bq
de Dnitsdie Orde en spoorde gestadig keizer
Frederik II, aan om te haren bdioeve een Krais-
tocbt te ondernemen. Dit zon juist geschieden,
toen Bonoriiu oveileed.
Honorlni XT, te voren kardinaal Oiaeoma
Savelti, nu de opirolger -ïan Martinut IV en re-
geerde van 1285 lot 1287. Hg wist de paaei
rediten op Sicilië te doen gelden.
HoDoarable (eervol) wordt in Engeland als
titel Kleven aan de leden' van den adel <ai an-
dere booggeplestate personen, in de Brittcbe ko-
loniin ea de Vereenigde Staten van N. Amerika
aan miniaters, etaatsniden en eenstoren.
Honorer is de moderne, van AnviteUi-lhiper-
ton afkomstige renniiddng van Akana mriryo,
zooals in den ..Avesta" het heitgste gebed der
Perzen genoemd wordt.
HoiuUoe. Zie Japan.
Hont is de naam van een Hongaarsdi comi-
taat, aan deze zgde van den Donsn, Insschen de
comitsten Néogru, <3ran, Pest, Bsrs en 8(dil ge-
legen. Het beeft een owervlakte van 2650 v.km.,
is meerendeda tieigacntig en behoort wegene z^d
vmehtbiuirheid en teèooabeid tot de weWareno-
ate dwlen des landa. Men verbouwt er red wgn
en taèak, en de bodem levert ondersdieiden be-
132 I9S inwonerg. Bet meerendeel der inwoners
behoort tot de R.-Katholi(Ée Kerk. De tiooM-
plaats van bet eomitaat is lpo)j-SAg.
Hont of IFetlerseAeMe ie een inbam det ie«
in de provincie Zeeland, op vele (plaatsen wel 5
km. breed, waarin op de BeleiM^-Nederlandsebe
frens de Schelde uitmondt. In iiet O. Ü^ ten
. ervan het Verdronken land van Saattmgen,
(zie de kaart «Km Zeeiand), uit siiborran en (^
wassen ontstaan met diepere geulen ertunriien.
De breode veAinding mot de Ooster-Sdielde bg
Batfa naar bet N. ie vettend tot een smalle geul,
welke ten behoeve van den spoorweg naar Vlis-
singen is afgedamd, evei^süs de verbinding (door
bet Sioe) tusscben Walebeien en Z. Beveland.
Naar bet W. wordt de Host ibreeder. Door een
groot aantal droge tiaoken ie bei vaarwater zeer
kronkeleDd; de plaat van EBewontsdQli verdeelt
bet in het Vaarwater van Neoien en het Vaarwa.
ter van Baarland. Vdör den treehtervormigen
mond liggen vern^Uende fanitenzandbanken,
waartnas^Kn vier vouiraters: Wielingen, Spleet,
Denrloo en Oos^t, waarvan de Spleet niet be-
tond is, toegang tot de Noordzee geven. De
grootste diepte en breedte bedraagt;
tuaschen Vliaaingen en
Breakens
tusachen Ellewontsdijk
en de keet van den
Nieuwen Folder . . .
bi] Waarde
bq Lillo
Diepte Breedte
Met verscbii tusscben hoog-
bedniagt:
Vlissingen en Breskena ,
Hoofdptaat
Temcuzen
Hansweert
Bath
5,1
BontenlsH is een gemeente in Zeenwieh-
Vlaandeten, 882E B.A. groot met (1915) 5156
inwonere. In het N.0. wordt an b^rusd door
de Hont ot Westerseheid e, aan de overige zijden
door de gemeenten Oseenisae, fiangtdgk, Stop-
peldgk, Halst en Qranw-en-Langendam. Tot de
gemeente behooren de dorpen Gioenendgk, Lams-
waarde en Klootterzande, benevens eenige buur-
ten en gehnehten. Het dorp Honteniste of Oud-
Holland is in 1511 tengevolge ven een ovet-
strooming verdwenen. De landige kle>bad«n be-
staat uit Teisebillende polders, die voor den
landbouw gebruikt worden.
HontlMlm, Johann Nikotaai von. wgbis-
sehop van Trier, den 27sten Januari 1701 aÜaar
uit een oud en aauienljjk getlaeht geboren, be-
zocht de nniversiteiten t« Tnvt, Lenven en Lei-
den en vrerd in 1724 te Trier doctor in de redi-
DigilizedbyGoOglC
BONTHEIM— aOOO.
t«B. Hq Tcrttleef dunu drie jtM ia bet Oerma-
nienm te Rome, iretd is 1728 piieBter; dooi keni-
voiit Fraat Qtorg te Tti«i werd h|) tot eeeite-
lyk tudaheei ia hot consittoru en kort daanu
tot faoogleerau in de rechten beooemd, terwgl
bil lieh Tcidei met tiet Muuügan van vele ge-
wichtige aaogelegeDbedeo belut en in I74S tot
w^bisaobop tu liet Mirtabi«doiQ ferheien u>^.
Duid» MiTeef ii|) ajJB: „Hiitoria TreriiciUK
dmloauitia" (3 dln.. 1750) en Utei een .J*!»-
diomoa" (2 dln., 17S7) tot dat weit Ook gat hü
ondei den oaam Tan /wtimu FebnmiuM sog in
h«t liebt ,J}e ataln eodeiiae et legitima poteitate
Romani Poutitieis" (17S3), beitemd mn de bwit-
tende paityen in de kuk tot lenoenii^ ta bien-
ren. EMt geaehiift, «mtü bg ala een tegenatan-
dei taa oea pau en ala een Terdedi^ van de
Tigheid dei Eerlc optiad, en dat hg lelfg aan
den paae liad t^geongen, ««id op den iitdei
geplutit. Twen de nrederleg^iogen va
boek TerweenM «ieh HoHÜuüa in ondencÉieiden
geë^riftoii, *oodat deie tot een 4-tal deelen aan-
gloeiden. In 1778 liet liq «ieh OTeibalen i^n
Kesduitten t« beiroepn. Zün „Commentaiiag
in Buam letnetationem" (1781) bewqit ecbtei,
dat tii niet Tan meening -reranderd wae. Hg
oveileed den ^den Septeniber te Moolqnintin
1790.
Hontliorst, Qtnrd «m, een Nedeilendaeb
■ciiiMei, den tien Motefflber 1S90 te Utieebt
geboieo, den 27tten Aft'd 1S56 aldaai geitoiTen.
Hjj was een leerling. na JbrakiM BtotTnatrl en
f«rtoefde later io 'Itadil, waai i^ Oarmagsio
volgde. Ib 1822 vestigde fajj lieh te ïïtieebt, in
10& vertoefde tiii Jn «Dgeland en van 16S7 tot
1S52 was bij «Aiuder der etadhonden te '■•Ora-
Tenliage. HQ lehiMenie tatereden nit de ^ewgde
en de o '"* — '■'"'' — ■* — " — '* ~'" —
ea de ongewttde getebiedeoi*, ontleende inn o
derwemn «ok wd aan de godenleer, en il b
meest Mkesd door ign portretten. Om ign t
keni TOOI kaaraliebt noemen de Italianen hem
„Qherardo dofte noth'". Werken van Honthorêf
beiittan het Rqkimuenm te Amateidam, bet
HiQtitdiDii te 'a-OTS.Teiïh«^, bet craiettm te
Haarlem en ttet mnienm te Dtradit. Hmlhortt
welkte in 1650 mede aan het beeduHeren dei
Oianj«iaal in het Hnii ten Boedh nabg 'a-Qia-
venbage.
Hontkonl, ■ Willem van, een NederïaodeA
■ehiidet, bn»dei «an den voorsMode, ia 1604 te
Utraeht geboren, den IMw Pebniaii 1686 al-
daar matonea. lETg «aa «en leeillng y»a Qerard
vm HonMortf u eduMeide poitietten; men
Tindt ei in bet RakHnmeoni te Amiterdiun en
in het mneeom te Utieebt
Honved [= TadeilandeTeidedigera) werden
in Hongaqje Toor het eerst in 1848 die Tr^wil-
ligetR genoemd, welke Toor eenif[e weken et o
mflteirari; (= tot de OTerwisning) in krggi-
dienit truea vm tegen de SerTitie en Kioaten
ten Btrade te tiekkoi. Toen eebter later de itrgd
boofdiakel^ tegen Oottenrgk geiieht was, een
aantaj van de onde geregelde regimenten tot de
Honearen orerging on die' Tigwilligers deels
bg deie legimentm ingeljUd, deels tot nienwe
1 — j__^ diende de "" " ' ''
Tan het Ooitenq^Kii-HoDgaarscbe leger na 1866
heeft de landweer der StepbanuAnwn ^onga-
[üe, ZoTeabarsen, Kroatii en SlaToniS) du naam
Hottvedug benouden, dodi wordt in het dsee-
l^keeh leven kortweg Honved genoemd. De
dienet- en eommandotaal der HoiiTed i« de Hon-
gaaisehe en tooi de Eioatiseh-SlaToirisobe troe-
pen de Uadstaal.
Hoooli, Pieter dt, een Kederlandseb sehil-
der, is in 1680 te Rotterdam geboienenin 1677 1«
Amsterdam orerleden. Hy wMmde f»n I6S3 tot
166S te Delft, waar hg onder den invloed vaii
Oaril Fabritiu* en Tan Jan Fermeer lieh vorm-
de tot een der meeet beroemde schilders van bin-
nenbniien. In bet laatst vaa ign leven woonde
hü te AmetenlBm. £eiiige igner beate weiken
böiit bet RiiksmaMam te Amsterdam,
Boodf SomueL Tiaeonat, een Biilscb admi-
raal, werd den I2den December 1724 geboren,
begon ign loopbaan ale sobeepejiHigen bg de Ko-
aioklüke Hatine en wai bg het nitbaiaten van
den ZeveDJaiigen Zeeooilog reeds ki^iteia. In
1758 veioverdfl bg als f cegatscommaB dan t van
een Iiegat, na langdDtigen strgd het Fransche
fregat „Bellona", waarna hij bevelhebber werd
van het lioieschip „Afrika" met 64 etokken. Na-
dat hg in 1778 tot baronet en in 1780 tot admi-
rukl verheveo was, bradit ha den Franschen ad-
miraal OrasM bg bet eiland St. CBiristotfel «en
nederlaag toe (20 Febioari 1782) en behaalde
met den beteWoerendro admiraal fiodney den
Uden April een overwinning bQ Qaadelonpe. 0<A
veroverde bü den lOden A^rü 17S2 10 Fronsdie
liniescbepen en 2 Ircgatten bg de HooApusage.
Koning Oeorge UI TOThiel hen na den viede rao
I7S8 tot paii van Ierland met den titel van ba-
ron Hood pan OatheringUm. In 1784 werd hg lid
Tan het Lagerhuis, waar hg dooi ign vigmoedige
oppositie te^en de regeeiing groots populariteit
Teiwieif. Hg Teiloor deze eebtei, toen hg lieh
door ïjjn benoeming tot lord dei adcairaKteit liet
bewegen de igde Tan het ministerie te kieun. Bg
den aauTang van den oorikig tegen da Fraaiehe
Reottblitk onlTinK it'ï bet oweibmel in de Hid-
deUaadsebe Zee. Het den Spaansdien admiraal
Lmgara veroverde bjj in 1793 Toukin. doeb de
veraeeldfaetd der koningsgninden en de oagTei
der Spanjaarden deden bem van rerdere onder-
nemlngea ahien. Zellsmoeat hg, gedroagendoor
de ItepdUikeiaeebe bdegeriogauoépen en door
het beleid Tan 4esi Jengdigttn Btmt^arU, de iw-
de van Toalon verlaten. In 1794 nam bg Coraica.
Bg iga ten^keer ia Engeland werd ba In 1796
begiftigd met den Mtel Taa vieeonnt Hood mn
Wiilky en benound tot gonveineai van het bos-
Sitaal te Greeawioh. Hg «veileed te 6>th den
7sten Januari 1816. — Zgn bimdei Jleconder
1727 geboren, veiiieeg eTeaeent den
laag vaa admiraal en pair en oreileed als vit-
count Bridgenorl den Sden Hei 1814.
Hood, Tnomai, een Engelicb humorist, den
238ten Hei 1799 k Londen geboren, werd op
een handelskantooi ^eplulet, w«t daarna leeiKnj^
bg een grareur en bepaalde liob sedert 1621 bg
de tetteikunde en nam de redactie op litè van
het „London Hagaiane". Later atiebtte bg lelt
een tSdacbrift onder den titel: „Hood's lu^asi-
ne". Zgn iüditl>andel „Whimi and oddities"
DigilizedbyGoOglC
£D0OD-^B0C»ïï)iELIJSg VERBi04TfiNIS8ËN.
vond grooten bqTtl; «iganMtrdig was duiin het
gaeitig gebinik, <dftt de Terraudigei t*ji wootd-
tpelingen iKuktc Uit iiia,^ftlioiua tWet" (1827)
es ign roman „Tylaer Hall" (1828) bleek, dat
ijja talent minder geictukt waa tooi deu soort
Tan gescbrÜteli. Dm to meer roem batoigden
hem Bjfa diditerigke Tooittirengaden, Tooral
„T^B dieau ol Engue Aiam" C\m) en „Tbe
plea of the midranunai lairiei (1827). Zgo
naam ala homoriat handhaafde hy door de nit-
gare Tan den „Comic Ajuinal" en door ajin „Up
Uie Bliine" {I8i2), een laliie op de BneelsAe ton-
lieten. De „WbünsieaUtiac, a periolueal gattie-
ring" (2 dlD„ 1848) wuea giootendetla reedi
algemeen bekend uit „Uie new moDthlr Ifaga-
■hirt",
line". 2|iB geditdit „S«Mig «I tbe
in „Poufa qigenomNi es «en.
Tkttencle van oe ellende dat a.
nautleia, maakte oen diifwo ïiKlink. Hji dtoi-
leed den Sden Ifei 1845, Zjja ..Poeme" bcbben
Tde iiitgwen Meefd; een Toseedltie daarran
veisdieeii in 1866 in 2 dbelen. Ees aitgave iq-
nei geiamwlnke wwkea verd gednikt in 188^
]8U(I1 ^nT
Bood, Tluma», jiMtor, een lOon Tan den Toor-
Kude, den 19den Janoaii 1835 te Wanitead ge-
ren, maakte lioh dooi agn „Qnipe and eiaiie»"
(1861) eTmeens «U 'hoDMiistimt aehrüTet be-
k«Dd, waa Tenolgeu redaetenr Tan het Disnocii-
tiMÉi tijduluilt „Hu Fm" es aedect 1865 Tan
„PobcA;' en orwleed den ZOttes Norembei 1874.
Van ijin «rerige geaduiftea vetmelden «g oog:
„The daogfatere of King Dahei" (1861), „Lotet
fff Tom Tnckei etc," f 1862), ,,A diqinted inheri-
tanee" (1863), „Vere Veteken Tengevioe" (1865),
,JiDglee and jokes {or the littte lolks" (1367—
186^, „{üapUin Uaatei'a Ghildren" (1865), ,4
golden heartb" (1867), „Itie lost link" (1868),
«Ifon^'a woitli" (1870) en ^tt and T^our"
(1871).
Hoofd. '■ Menechen lichaam is leideeld in
booEd, romp en ledematen (se QermmU). Tot
het hoold .bebooren tiet oor, faet ooj;, de new en
de mond (lie ondei deie wooiden), ali onganen
TOOI de lintaigeiL fiet Èoold hestaat nit twee
deefen: iiet aangeiieht (lie aldaai) en de eehedel
(>ie aUaai). Het giovtete gadedte Tan het hoold
wotdt iagenmien dooi de kermiu» (lie aldaar)
in de faeiseoka*, terwöl men omtrent de Terschil-
iende Toimen «an het hoofd het artikel tehedel
kan raadplegen.
^^^^^^^^^H dooi
^^^^^^^^^H V* <lei KhJldfaoc^ te
^^^^^^^^^B trekken, nmdat het bo-
^^^^^^^^^4 T«nite deel van het lohild
l I inneemt (aie de fig.).
\ / Veelal is het hoold met
\ / andere stokken beladen.
\ / Wanneer het lurafd Tan
N. j/ gelÖkeoortig metaal i«,
^^^ als hot tefd. wordt het
fiooM Tsn het schild, aangeiet genoemd. Bg de
bescDT^Tiiw Tan het wa-
C wordt het Teld «eist behüdeld, daanta het
fd.
Hoofd als liehaam8de«d ia in de wspenkondi
Hoofd.
i uMcebraeht. Het
■ TerschiUend.
! om de diepe geul van
Q tnischen hen dooi tot
paalswjjé, Tan ter inde «eaen, met atoeaneden
hals en naar lecbt (heraldLseh re^te) ziend (lie
de lig.). Veelal heeft het een booUdoek om da
slapen en het Toorhoofd;
soms is het geblinddoekt.
Behalve het Aignshootd,
het Uedusa- en Uidai-
hoofd komt Tooial dat
Tan den Moor tooi.
Hoofd ia de naam van
Tier aitstakend werk
*an hont of steen, bg
ons te lande veelal tui
rjjshoot en steen, dwais
op den oever in lee ot i '
dod van zolke hooMen i:
Aan lee dienen lö eomi
een rivier, kanaal of 'have
in het dienere gededte dei cee te leiden, daar
die geul door de faooFden lelf tooi Tecondie^ing
beechermd wordt. Zulke hoofden vindt nten oiJT.
bg Ho^ van Holland toot den Nieowen Watei-
weg, bg Umaiden 'Voor het Noopdieekanaal, aan
het Eeteldi«¥ (IJael), Zwoledie' Diep (Zwarte
Wa^er) eni. — In gróoter getale nt^ zgn langt
de zeekasten hooiden (loagenasinde itrimdhoof
den) aangelegd ter vecdeiK^ne Tan het strand
of de oevers lelt of nran de oaarachtei geifgen
duinen af di^en, zooala hjjr. de DelftlandBcbe
Hoofden van den Hoek van Holland tot Sdkeve-
ningen, of die voor de Hondïbossdie Zeewering.
— Voor dm Westh^pelschen Zeed|}k xjjn, om
den bevigen golfslag te breken, fmU»oofden ge-
praatef.
Ook langs de oovera der rivieren zQn een groot
aantal boMden aangelegd, kribben (zie Kjih)
genaamd, welke dienen om de fivïér een ngel-
matig beloop te geren.
Hootdonma ta Kampon. ^e Inttrv^ie-
baUüjim.
Hoofddoek is in de wapeuknnde een smal
bandje «sB alapen en vooihooid.
HoofdeUJke Oaulac Zie Betaitingtn.
HoofdeUke varUntonloson «f Mlicloü-e
ver&intenüm. In normale gevallen beeft men
bg een veihintenia één sdiDMeitdwr, die iets te
««rderen heeft, en één sohnldeaaai, die iets ver-
aAidiUgd is. Er zgn erenwel Teibinteniasen,
waaibg meei dan één persoon sdtuldeischeis ol
meer dan één persoon aéhuldenaiien ign. Begel is
in loodaaig gvral, dat doder ednldeischer areehti
gedeeitelgke vtMoening kan vorderen of ieder
Bchnldenaar sleobts vooi een deel der schntd kan
worden aangesproken, soodat er eigenlök even-
veel slzondedpe Tei^iiDteniseen t^n als perso-
nen. Evenwel zjjn er gevallen waarin aetig
tei^ievolee van overeeskomst, belizü kraehtans
een wetwqtaling ieder sehnldetscher bet gehed
kan vorderen of van iederen sdioldenaai het ge-
heel kan gOTondend worden, met dien verstande,
dat de smidd slechts eenmaal voMaan behoeft te
worden en dat «anaeet aan een der schnld-
eitcbers of door een der schaldenaren voldaan is,
bet geheele vorderiogsredit ia te niet gegaan.
Dergelnke verbintenissen ooemd men solidaire ot
booldelglre en de BchnÜenarra, die op deze wgae
venbonden i^n, hoofdel^ aanapiakeljjk. In de
DigilizedbyGoOglC
HOOFDEUJEE VESBlNTEiKISSSN— HOOFDFIJN.
betreffende contracten wordt, boewei lutelök
OTeitMMÜig, Teelft] gtat^i, dat de GehnldeDareD al-
len hoofdel^k ieder voor hel geherl aansprake-
Iqk lalleo zijo. Zg b^Aen veel gcli^enia met
ondedbare vert>inteniB9eD; het Tersenil ligt hierin,
d&t b)] ondeelbare verbintenissen de leiaeehfiieid
van het vordetingsreeht of de bèta! ingeverpli ebt ing
voortrloeit uit den aard der mei en bg Bolidari-
teit nit den wil der partijen of de wet. Voorbeel-
den Tan solidaire veittiatenimen cyn de veiiiin-
tenie dei venCbiHende ooderteekenaien Tan een
wissel; de TetbintemssM) der leden van een ven-
nootsohap onder firma; 'die van .personen, die sa-
men een uak in brniUeen èébben ontvangen
enz. Be solidaire verbintenissen z^ geregeld in
de arit. I3U en vlg. Butgerii^ Wetbo**.
schillende betedtenis,
Hoofdsn van BobolAn, Vereeniging van,
voor NedÉrlond, opgeriebt te Utredit, den SOsten
DeeembeT IS97, stelt adi ten doel de tiebartigin^
Tan de belangen der school, van bet onderwge
en Tftn de onderwijzers. Van die belangen acht
zq de Twtmaamste.
o. bet bandluTen van bet beginsel, dat aan
elke flduml moeit xgn wa verantwoordei^k booM,
door wettel^ b(|ialing«n met genoeg gnag be-
kleed, om de Terant>wiMrddl^ftei<l te '
dragen;
6. Teibeterinf Tan de positie d«r booldwi van
tefaolen en onderwijieii, imondeiheid van die
ten platCriande;
e. een betere regeling der benoeming ^an boof-
den van scholen en een betere <^lekiing der on-
derwgzers.
De Tereeniging tiaciit dit óod te bereiken
door:
a, bet besprekm van die tielangen in baar
gaderingen;
6. het gerven t«ii Toorliditing en advies
overheid en publiedc.
Het aantal leden bednagl in 1916 ongeveer
1000.
Het orgaan dot Vereesiging it het we^lad
„Het OnoerwQs".
Boofdrsld [Ardbiioh djitjat) is de belaa-
ting, die qigehradit moet worden volgei
nelgk Christenen en Joden) 'van een Heïriem-
schen slaat. Zg mi^n hnn godsdienst Ugren
bebonden en genieten da beodienniDg Taa d«n
Staat. Het booldgekl moet betaald worden dow
elk meerderjarig en vrij mannelijk persoon, die
in het genot zgner -verstandel^e vermogens ii.
In Insulinde wordt door veriehil lende inland-
sehe Torsten, alsmede <)oor het Oomemeraent
Tan de ibevolkiog een boofdg^ geheven. Zie
Haitil en Beermdientlen.
Hoofdhaar van Borentoe. Zie Berenie»,
Hoofdhaar van.
Hoofdl&rolandon, 0<iUge «m, was de
naam van een eoUege tbo de Toontaamste inge-
landen of veitegenwooidigerB hnmer belangen ia
sommige groote wateisduppen van Holand, tei
contrMe van de iianddingen der Iwstaren, voond
Toor xooreel die de Cnsndin laaUen.
Hootdfo {eajAMtm) noemt men in de plant-
knnde een Uoeiw^, waart>ij de hoofdas niet in
de lengte, maar in de breedte nitgcgioeid is; d«
bloonen ongesteeld zun en bet ^heel omgeven
is door een of meer transn van' ofDwiodseHtla-
den. Zie Terder; BUaiw^.
Hoofdkaam is fgngirtiakt Tleeseh Tan den
kop Tan een mnd of een varken, dat met zunr
wordt toebereid en daarna in een Tonn gqMrst
Hoofdkwartier noemt men het geiamenlQ-
ke personeel ven den «t*t van den etMnmandee-
renaen offieier van een leger en oA de plaata,
waar ziefa dit in oorioga (ca ophoudt. Voor de sa-
menstelling van bet boofakwartier zgn geen vaste
regelen te geven, daar zatte van de sterkte van
het leger en ven de omstandigbeden afhangt. Ea
officier is eotnmandant van het hoofdkwartier
en daari>ij Terantwoordeii^ tooi de veiligbeid en
den ordoBnansendknit.
Hoofdllnr was een benaming, in Frieriuid
ten O. van de Laawere opgekomen voor de Toor-
nsanisten in den lande, de eifelgke beiitterk van
bet gezag der voormalige ecbonten. Orer faon
jmste aBcomet en beteekenis beBtaen versehHlen-
de meeningen, in ék geTal Ml^j[lt het te eenen-
male vereerd te ign, ze met de edelliogen gelqk
te steUen, reeds dkarom wnl bet aantal der laat-
Bten in Friesland aanzienlijk, dat der booÜingen
gering iras. Eerst in de <lMe eeaw ijin de lüt-
sten zich als adel gaan verheffen.
HoofdpUn (eepKaUua) is een der veriToI-
dtget 'voononende Uaohten, doordat de fgnge-
Toelige hersens vp de meest verMbilleitde invloe-
den reageeien. Ajgezien van ziekten Tan ber-
sens, henenflieien of stbedel Tinden wij de
ho<^I^in dan ook hg tsl van zeer 'TersebsMende
aandoeningen, zoowel bg koortsige ziekten als bü
anaenüe of congestie naar het hoofd. De anae-
miscbe hoofdpijn Tiodt men vooral i^ bleeknxii-
tige meiaieB (zie Anmmie}, bq de eongestieve ia
bet hoofd rood en opgezet, de Uoedwten p«1-
seeren, ile pyn wonlt erger b8 ibrtfeen of persen,
kortom, alles wget op een bloedaaandiang naar de
hersens, die door koode omslagot, booge ligging
Tcn bet hoofd, warme liand- en Toeluden enz.
moet bestreden worden. NerTenze boob^gn, die
bg elke lemrwstooniis kan ootreden, eisebt ge-
woonlgk idi7«eke en psTclüctie rnst (zie Hysl»-
rie en Neuratheme). Ook gestoorde spgaverte-
ring kan faoo{d]^n <veroorzaken; in andere geval-
len is een rbenmatisdie owuok dnidelgfc saa te
w^n. NaAtelgke p^nen vooral in de oeendeica
Tan bet boofd konoen door ^fbilttisdte uodoé-
ningen van het been ontstaan, mo&r ook rhenma-
tieein hoofdpijnen, en die, welke door jicbt of
loodTer^Stiging ontrta&n, worden des nadtts
door de bedwarmte Taak heriger. Een vaak voor-
komende bron voor boofdfign Urreren de eatariben
of etleringen m nensboue of vooiboofMMezem
lieltten van oogen, tanden, ooien enz. Bjj kin-
en moet boofdp^, gepaard met braken bg
bet opricbten van het boold, aan bersenaaodoe-
ning doen deoken. Ook bg nraemie (ae JVwntefc-
t) is bootdpgn een der vaste sjmptomen, en
oode menraien is >g ereiunia zelden (door
leroom). In bepaalde aanvallen treedt zg bg
migraine (tie aldur) ep.
DigilizedbyGoOglC
H00M>SJORItI»0-^H00FT.
4S7
Hoofdsjorrlnc '» i» d« tonniiiiuk en
aauTerwuite rakken de naam Tan de Tert}iitding
Tan twee un elkutder te kopfielen SwUea, mas-
tea of .palen, ifior middal van een toDW. Men on-
deiseheidt de ^ewqiigde {Vig. 1 en 2), die
begint miÈ Iket leggen Tsn een mastworp met liet
midden van het toaw, waarna met de overseliie-
teode einden €en bootd si DTring wordt gelegd, en
de gewQTgde (fig. 8], tot bet verbioden mt
twee rondJwuten, die dkander <mder een aAer-
pen hoek Bn^jden.
Soofdapoel. Zne Soofdvikkeling.
Hoofdstroomdynamoi Zie Dynamo'* en
Bteetmmotoreit.
Hoofditroominotor. Zie EUctrotnoloren.
Hoof datnkhmi, De Drie, «aien oomak tso
een lerktwitt in de Ode «enw, wurdooi de scben-
ring tnasdien de OoeteTBche en Weatwaehe Eetk
alIengB werd TOoAereid. Genoemde hooHetnkkea
waren de g«Mhri[ten Tan Theodonu Moptuettt'
nus, die Tan TheodoreUë t«gen OyrÜlu» en de
brid Tan lb<u vsn Edeeaa over de Kei^verga-
dering 4e Eptieene.
Hoofdtdsfoon i> een telefoon, die met een
Teer rood bet boold Uemt, soodat men baar t^-
dens het küteien met met de twnd beboeft vaat
te honden. Zg worden ^diniifet, daar, waar men
tödens bet IniBteren naar de leinen of geapro-
ken woorden de hanien vrg moet liebben, of^ in-
dien men Toortdnrend moet lairteren. Zq tya in
gebrajk bg telefoniiten en mareonhten.
BoofdTeld, noemt men bu e1e«triaebe weA-
tnigen en (oestellen dat m^astiaeh jtid, het-
welk TOOT ^Ét toeetel ot weftting Tolgens ma
aard onont}>eer^ is. Van hnlpTelden ipreecf
men daarentegen, da men te miAen heeft met
Telden, die of de werking Terbeieren, of de toe-
eteHen of werUnigen Toor bgioad«re doeleinden
geschikt maken door htin eigenschappen te wnzi-
gen. Zoo worden bgToorbeeld hnlpvelden gebe-
ugd om de eommntatie Mn gel^ftrooouDaeSiDeB
te Terboteren en on eenpèaae aarnduone moto-
ren te doen aamloopen, wa«rtoe ^ bet aanietten
een hnlpwikkeling wordt ingeefltükcM, die, n^
dat de motor znn ToHe enelheïd heeft bereikt,
weer nitgeiebaktïd wordt.
BooMwaoht ie looweJ bei Mbonw waarin,
ala de w«cbt zeU. die er Tertio' ^endt, ter Ter-
lekerin^ yan ord« en roet in bet gamiioen.
BoTendien bewaakt de wacht de gainiaoensarrei-
tanten en'leTért i^ de <noodige p^ioailles en
roodea.
Hoofdtrikkellnr re^>eetieTelök hootd-
tpoel noemt men die wiikfceiaig of apoel, die bg
eleotrlaehe toee^elkn of wenktnigea het hoold-
Teld Oipweit. Dient de wlkk«lrng of fpoel ter op-
wekking van een ÈDlprekl, dan apreeVt men van
hnipontnvikkeling reapeet ievriiik hulpapoel (zie
Hoófdveld).
BooMirortel noacit men in de plantkunde
wortd, welke beschonwd kan worden al>
lanodenwaaitadh tm '
die nit den kiemmortei t:
Hootf, Jahaititet pp den, een Nederlaadatb
Etaataman, den 5den Haart 1795 te Vianen ge-
boren, studeerde te Utrecht tn de redrten, trok
in 1815 ak Tr^wUKger ten etrjjde, keerde in 1S16
nsar de academie tem^ «n promoreerde aldau
in 1817. Hg veatigde iidi te Amsterdam ala ad-
Toeaat «d bad er weldra e«n drukk« praetgb. Zgn
gesiArift: ..leta aves de vaait op den Rnn"
(1826) Mite Tan Duitette xijde t^ensetiriiten
nit, waartegen Iq opkwam in „Bedenking» te-
gen' het Ehiitsefae weifcje «Tei de RJinTaart an
Rynhandel, Taonamdgk met betMkking tot het
Ktminkrïk der Nederlanden" (1328), dat ook in
het Franudi werd vertaaU. In 1829 werd hö al-
sdiei^ng Tan BelgiS bealoton wend, wenacfate bQ
die 100 tpoedif mogelgk op weitrtige «ijze ^re-
geld te nen. Verder geerde Itq tooi een ininig
beheer en voor de Terbetering Tan de handels-
wetoerinK en Toor bet hehutingstelael. k '18S8
werd hö IW. '» 1845 Tioe-presédent van den Hoo-
gen Raad. Hg OTerieed den 2lB(en Sef>tenrt»eT
1865.
Hootman, Slixabeth, een Nederlandadu
dichteres, in 1664 l« Haarlem geboren, trad in
1693 in bet hnwdok met Püler KoaUmrt, een
rijk koo^anan, die ecMec weUia door veikwiMin^
zijn gezin tot annoede braeht. Later Twbeterde
znn positie, toen l^j door forel I, lamdgraat na
Beasen-Easeej, benoemd weid tot dïreetenr van
koopfuuidel. Èlitabetk iTolgide hem naar Kassei,
do<*i na den dood rvan den Torat werd de Jaar-
wedde Tan Koolaart ixp de helft verminderd en
na het orerlqdeD Tan dezen g«beei ingetrokken,
zoodat ijj op Ter gevorderden leeftnd nogmaals tot
behoeftige omatandigheden verriel. Zij overleed
te Eaeael in Jnli 1786. iQaar nagelaten gedich-
ten, waaronder rich ook Latünsehe berinden, zgo
door W. Kopi in het liebt gegeven.
Rooft, Oontêli» Pielen 'in 1547 te Amster-
dam geboren, word in 1582 schepen, in 1584
raad en in 1588 en hAta meermalen tméemeeater.
Hg ontried ia 1S88 de «eiuten der Staten Tan
Holland, aan Willem l de gr^el^ke waardigheid
op te dragen, aoolaog ocfe ZeelMMt hiertoe niet
besloten had. Znn kbekmoedigheid in faat Ter-
ndelen der aanfiMgen Tsn Lej^eeler op Amater-
dam had hem bnna het leven gekoat; zgn i
stond op de Iqst der 14 Toorstanders der TTÜhaid,
aan me de graaf een crmadelgkBO dood had toe-
gedadit. Heeimalen tracbtte hg de Troederfiap
van Amater^m tot T«r<lnaagii>ainhekl op het
DigilizedbyGoOglC
'atnk TUk godsdienst te Iwweeen, <
n TiB-
loefUgbeKl getuigt zijn gèdng in 1618, tmn
piiiM MauriU te Ametordaoi vencheen, om de
legeering bDiteotgds te Terandereo. Toen geheel
iMt ■teoélgk bettoar ^t fliliwQgeii bewutde,
Dun bij het voord «o itnohtte den Piini tot ui-
den g«duhten te biengen. ^ fciecg ecèter tm>
dexm bat bondig betebdd: „Bestener, bet nwet
nu toot deien iljd zoo wenn; de nood en it
dienat wn bet knd Tereigeben het". Wegeoe zqn
afteer tm de le« der TooibeediibkiiigiWas faq
nooit lidmMt gewosdao na d« Herrormde ge'
meente. H4 0T«rleed dan liten Janaui IÖ26.
Boott, Pitler Conulin. fiie btA portiet bg
ilferferliMMdbc ItUtTkunde), een loon ymi des
TOOTgautde, naaat Fomm de |
landsdie dichter en tertu eea dl
Mhiqrer na gMdnedrorMliM, werd den loden
Maift 1581 te Aauteidein geborem. Hg ontring
een MTeiuUige JduBide oproeding en TotUs
lidi reedi vio^ tot de dicMEuDit aan^tioiJceDi
reede op lÖ-jarigen l«eft^ maalite hy deel uit
tao de kunet „de Ecluitiei" en Bchreef het
trenr^Kl „AAUles en Prtraena". Van 15Ö8 tot
1601 .ondentam hij een leie door Fnutkrgk nau
Itaiif, die niet weinig tot ün Tonoing bgdroeg.
IteJiS, TDOial Venetië en ï^rence, inaakte een
diepen indrok op hem, en 09 tttr «etlijke wjjK
geelt bg hieraan ntting in een briel in TMaen
aan de Amsierdameabe kamer. Na ijjn lÉmia-
bnmt heeft looral Spiefktl iurloed gehad 100-
wd op ijjn peiaoonlijkheid ak op ign poiiie. In
1606—1607 vdtooiide hg ign atudlAn te Leiden,
onder leiding Tan Seaiüer, Fraieüetu Juniut,
P^iadcer en anderen. Ul 1600 werd hg door
Mauritê benoemd tot droat van Muiden, baljuw
van Gooiland en hoofdotlicier van Weesp en een
jaM later trad fag in bet hnwelgk met CArtihiu
van En, aan wie hg reada ainda twee jaren zgn
minneliederen wi>dde. Ak aoobtawonine betrok hg
het Hnideialot, doch 's wintert Terbleel ^ door-
gsant te Amsterdam, in evd biria op de Seiiers-
graeht. In ign tmwelgk troIIeD bem vele slagen:
ubteiMnvolgenB verloor b^ vier kutdeien en in
1624 ook ign vrouw. Dnie jaar IsAer trad bjj, nm
eerst naar de Jiand van Sunmn« vtm BaerU ge-
dongen 'te hebben, die edit«r aan den jongeren
Hujigtiu de voorkeur gal, opnieuw in het nnwe-
lok met Leonora HelUmimtj wsdawe Bartelalti.
Heer nog dan vroeger werd nn het Ifnklerelot
het middelpant van een aantal van de ffputa
geetlsn, die er, abonderiijk of te Mmen als gas-
ten vertoefden; tot de geregelde baaoeken be-
hoorden vooral TtMeltehade, Van Boerls, Rtael,
BrMlerhu^xeH en Van der Burgk, da&rnaaat ook
Huggent, Svtlüuk, Fraaeitea DiürU, Fouiw en
voor diens omeigug tot bet k«tliolic>Mne Vondel.
Boolt overleed den 21fteD Hei 1647 Ie 's-Gra-
veiAwe, waar bij "ÉA been bleven bad voor de
twgrsnnia van fnderik Bêintrik.
Hoofft grootate beteAenia > in ijjn lyriaebe,
vooraJ erotisefae gediciAen. In v«r^jning en rijk-
dom vMi taal en ibjibne, in iBnigheüT vu mt-
'dmtting wordt hg dooc geen ander overtroffen.
Zgn beboette aan «(Aioonen vorm leidt hem wel
eens tot geiochtheid en gemanïBreerdheid, ook
i^n oonprnikeljjkiieid Uijkt, bg beetodeeriag
van ign La;Qjns«ie en It^iauMiie voorbeelden,
wel eene miiwiM dan op bet eerite geiidil, al
bljjft bet Mboone gelnid ook <bj een Mitleüule
i. Verveg heeft Hooit tegen-
"~' aktes gekaraktoiaeerd:
~ '! d« glOOt-
ijDK, maar meer knnstenaax
naarmate de aitdrufckel^dteid vu zgn uiting, —
dan ia — naast Vondel den grootaten diditer, —
Hooft in Hallawlgdie vanen de grootste knnste-
Doar geweeet". Hooft's bloeitgd als Ijrisoh dirfiter
vsM in hoofdaaak vMr en in het begin van agn
eer«te bowelvk. Tiao de meeete lijnet ^id)t«a
bestaat ook «en jongere bewerking, die eefater
loac' en ign vers inn ook hier in den regel voor-
treffelijk, maar in de karakterisüci: van tön per-
eonen «n in de «basnatiwAie ontwidckeling aebMt
hij over bet algemeen tekort. Het beste van igs
ernetige tooneelwerken ia het berderspel „Qnni-
da", waarin uitnemende lyriek voorkomt en dat
een levendige basiddiag meft Op bistoriaeh ge-
bied bewegen lich ,,GeeraeiKft van Velaen" (1612
^1613) en „Baeto «It Omvprong der Htdbunde-
ren" {1ftlS~1617). Vorrvw^ bet hoogst eAter
staat aJs looneebmk bet b^jepd „Wnnnar", U
I61I6 of 1617 m negen .dagen naar het vooibéeld
van PlautuB* „Anldaria" gedicht. Ser vinden
beeldrijke volkstaal van ign tild. Zgn n ._
Betwnield boven qjn voorbedd koinen te slaaa.
Dezellde dengden, «efaoon in mindere mate, baiit
de omstreeks denielfden tod gediehte, maar
voouiditi^ekMialTe door Booft niet nitgege-
ven ,^hgnheiligh", gevolgd naar Aretimo't „La-
Ipoerito", ZgdeLiwa wonn in dit sti^ het dra-
ven van so«ninige Contra-BeuNDttmotaebe predi-
kanten gehekdd.
A{s proneriugver kennen wü Booft in de eer-
ste plaate uit iqn hiatoriadie werken. Ter oefe-
nmg bad hg lieh eerst san een veiitaHiig van
Taeiliu geiet, die in 1623 bronnen, in 1635
nog niet gtfaed v<dtooid was. luniddeU had
„Het Leven van Henrik de Qroote" het licht ge-
lien (1626) en wae hn begonnen met lijn hoold-
weik de „N«derkud8ehe Biatorieo", waarvoor hg
de stof leeds was begonnen te verwroelen, eer
bg Taeittu tei hand nam. Zijn ,,Baiiu»aal!^edei)
der Verheffing Tan den HaiM ICedieie ver-
«dieen eerst m 1649. Ale bis tori seebrgver l>e-
Bchikt Hooit over een rgken, atatigen, kemaditi-
gen en beeldrgken stijl, die lich editer niet al-
tijd vokloende van die van ign Latijnsdie voor-
bêelfd beeft losgemaakt. In qjn menwe woordvor-
ETLbugeD, vooia] in de vertaling TCn Taabu Ul-
rijk, ie bij vaak aeer gehAkig, mau soms ls«t
hg lidi door zgn ,puri«me te ver voeren. Verder
oodereeheidt 1:^ zich door de loi^vnldigheid.
waaiToede hg ijfn stof venacnelt, iQn onaatnke-
lijkbeid en ijjn voor zjjn tyd bgioadw critiseh
oordeel. Uit «oomige oitbktingen vaU op te ma-
ken, dat de sdnijveir aan dit werk meer waarde
becbtte dan san lün gedjcdrten. Van leer groot
balang ^jn ook HÓolim brieven, die in gtooten
getale b^aard ign. Niet alleen toooi hq lieh
lier meeater in den brieMijl in de meeet veradiil-
DigilizedbyGoOglC
l«Dd< Tonnes, al itut ^ja babo«fte un deguti
«ie ^lotftuie niling van lön geto«l wel eeni i
den weg. maai bofendien geren ai een nilate-
tendan blik op den peteoon rut oen «efarüier,
■DO lyn fijne ooounKeit, ign manwirfitigneid,
i^n troti, gepaard au aAeei nn pniJ. Ten
opiicète TU den oodsdienat nam Hooft een aeet
iMu/haiüttlike positie in, hjj «at bj) g«en karti-
genooUdiu MUig«alirt«k en koos in den stijjd
■tnaadmi BemiHistnnten en CoDtia-Bemonatnii-
-teo {peen partij. Uiudüen wa« hij, in crrereen-
stsmmiog met lijn epienriBtiaehe levenabeKhon-
■wing, wat al te aiweii^ tan rtiüd en het geren
Tan aanstoot, mikr men knjgt nergens dm io-
dnik dat godsdienstige i>rasgitakken hem steile
bebben besig gdwiuén.
De laatste nitesfe vsn Booit'» gedicirten is die
TSB Stoett ilWS), 4ie editei den jongenn tekst
tot gTOBdsIsg aam. Een leei goede oloemleiiiig
«lysrwsï (1898), „Granida", „Waienar" (her-
haalddnk) en J*yi
: men kmgere bloemkiingen voor
acitODigebrndk. De bneven mn, behalve in 1738,
ortgegeTen door Van Vloltn (1855— .18^7, 4 dhi.),
een UoemJeiLitf i-n het „Klassiek Letteik. Pan-
tbeon". Boot fa leren is besdueren door O.
Brandt; een moderne monografie oret den mensdi
en den echriJTer «tilt»ieekt nog. Zie intossdieai:
Buiken Bvel, .J-ilt. FantasieAn" 1 en XVIII,
Bremt, ,3ooH sla sefa^ei der NederhndHJbe
HiitoFiSn" (18M), KaÜf, „OwtU Lynek" („Oids"
1900, dl. D, roopmau, ,3ooft als allegorist"
„Letterknndige StodiBn" (1906).
Hooft, Htmdrii, een Nederlssdsdi itsatEmBn,
den 23sten Jnni 1716 te Amsterdam getmea,
weid er m 1744 benoeotd tot scfaepea en w I7fl9
en later bü bertuding iot buBttneestet. Ook was
bg lid van bet College dei AdmirslileU te Am-
sterdam, postmeester Tsn bet HisDbn^ei kan-
toor, beemrsad vsn de Beemstei en hoogheeni-
raad Tsn den leedük beoosten Muiden. Na ITSO
behoorde hij tot de bengate tegenitandesi van
bet Hvii van Oranje, MMersteoDde net kit^ht
de eiseben des Tofts en weid tn alle yeigaderin-
Sm van deniocnten en pstnotten ak „Tsder
oo/t" mat geestdrift begioet. Vooral jjreide bg
Toor sijn beginselen in den sanrftng vaa 1787,
doch moest reeds m hetseUde jaar het staststoo-
ned en sdfs bet land vedateD, daai ook Deren-
ter en OfoniaMn hctn siet biiMen bnn muen
wilden dsldeo. in kabner dagen keerde hjj eebter
terog, leefde anUeloos en rtMtig op iga land-
hoeve Valkeidieiaing hij Loenei^oot en overleed
aldaar den SOsten Ai«ütui 3794. Zoowel de le-
oeering van DaUin als die van 8t Omer veteei-
den htm met bet bwgenediL
Hooft, Domei, een NedeiUndeob letteiknndi-
ge, dan 2aen Scftteoiber 1753 U Amsterdam ge-
bOTen, weid apoedig aMaar gdtoien tot edMfwn
en nad, doch ontving in 178? lijn Mitslag. Later
saimardde hij de bmckkhig thi ontTanger van
's Landi middelen. Hij ov^eed den SOtten No-
vember 1S2S. Zgn vomleii-ngen: „Over de gMf
van iMT<dging bij Poot", „Cnei bet lenigai der
lielesmarteD eni. , „Over den st^l van den rid-
der P. Comelisi. Hooft", „Een troostsnng, gerigt
aan den heer itaatsminiitei mi. W. P. RoUl
eoi.", „Over de NedeidnitMbe sjmonTmen",
„Ovei de gesdiiedeiiis van het Atoenaeum te
Amst^am , .Jjefeusscbeta van mi. Hiêimjinni
vaa Bevemin^" en ,^eT eenige trekken vsa
oveieenkomst en vendifl tusechen de dicht- en
sdülderkenit" lüa iwgcnomeii in de „Weiken"
vsn bet InstitnaL Ook werkte bü mede san het
„UitlegkniKK^ Wooidenbodt op Hooft", vervasr
digde «en aitmantend legistei op de S deelen
der .tNedeidiHtsebe Brienn v«n Cbriitiaan Hnj-
gbens" en hesowde een „Bloeorieiing dei ge-
dichten van H. Ss. Pool" (2 dln., 1823).
Hooft, WiOem Direknoon. een Nedeiluidsdi
tooneehfidilei, waaradijjnlÜK tosscfasn den
26Men Aogwtnt en des 5den Decenber 15M te
Amsterdam gdmren, een wdgesteld riasenmakei
en fflaagTaiTeai, maakte leeds viom; deel oit van
de kamer ,4ii IJefde Bhwjeade , behoorde in
1636 tot baw hooiden en was vao 1687 tot 1647
bootd VU) den AmsteidamsibeD sdionwbnig.
Booft weid den 23alen M^ 1658 in de Nieuwe
E«ik te Am«teidsm begiavoi. Hq sebieet de
kincliten ,Jan Sah" ^im), J)ooi-ttapte HeUs
de Uetsselaei" (1628), „AixUea de Pieire, Peerde-
koopei" (1628), „Stgre Piet" (1628) en ,^ He-
dendaegMbe Veiiooteo Soon" (1630). Deie kheh-
ten liJn, als de meeste van iga tiugenoolen, on-
belangrijk van inbond, maar adulderaditig tul
taal. Een viertal oedidtten van hem, getMkend
„Een Hooit Alleeif' lijn OMenomen in het lied-
bode „Venns Hinnegifjes" blS22) en oogeteeken-
de moeten vooikonen in ,J)ei Hinnaen Harten
Jaeht" (1627).
Hooft, WiOem 't, een Nedeilandscb vloot-
voogd, nam na het skiiten van den vrede van
Utredit dienst bn den koning van Portugal en
oodersebeidde ii«i door de verovering van een
Algerijnsdi roolsdiio na een bloedig geveeirt. I«-
ter in dienst der Staten temmekeeid, bebooide
hü tot het «Aader van vice-aaniraal Van Som-
meUdik, dat lieh in 1729 met bet Engelsdie ver-
eenioje. Alt bevelbdibei van bet mia „'ihie-
kelo van 52 statten wend hjj nsai Al^em ^
londen. In 1744 weid hjj benoemd tot Tioe-adöii-
isi^, in 1750 tot luitenant-admirsal van de Maas.
Hü overleed in 1752.
Hooft, Franfoii Xavier Ridwrd 't, een Ne-
deilandsdi riootvoogd, den 29eten Oetober 1799
te 'Dordrecht ^bonn, trad in 1814 sla etnnimau-
leecling ia dienst \xi de Nederlaodsebe Marine,
en ondOTsdteidde lidi bjj een landing oji het
eiknl Saparoea ol Honimos tooseei, d«t hy niet
alleen den rang van adeRiont ilste kksae, maar
ocA nxm 20 jaien later de Militaire Willcma-
Dide onbrJi^. Id 1819 keerde hjj met ij)e Evert-
sen" terng, doch bet sdiip wenl ak lek en on-
brutkbaai verlaten en ia Wad gestoken bg bet
dland Diégo Oarcia, waarna een Amerikaanadi
vaartaig hem naar Iele de Ptanee en een En-
fdsdi koopvaardij schip vervolgens nasi Ne-
eriand oveibiaebt. In 1830 werd hij a^jodant
ran vtee-sAniraal Qobiut en in 1833 hiiteonnt
1ste klasse. Hjj maakte een idi naai de Oostsee,
daeroB ondersdiekden tochten naar Oo8t-In<U< en
de HiddcUandsebe Zee en werd in 1841 «aoBaa-
dsnt vso de brik „Arend" in Oost-Indit. Ab
loodanig tndttigde Imj de inwoners van Koetei op
DigilizedbyGoO^lc
460
HOOFT-^OOQE RAAD.
de oostkust Tan Boroeo en beteugelde ei den lee-
roof. Ta 1845 wwd hjj b^iteiii-commaad&Di en
jceenle in 1846 nSAi Mt Taderland l«riig. Bwr
hnré bg in 1S49 benoemd tot tkdiiidftnt des ka-
lüngG In boitengewonen düenet en tot eommao
<dftnt van ,J)e Somaitra". Dsannede deed h^ eeni
f e tocbten in dni Atlantieotien Oceaan, werd ij
351 bofOTdeni tot kapitein, eu ging t«en M&t
•ie Hiddellandaóhe Zee. In 1S54 vertni hq met
bet tKgat ,J)e Bnjrtei" nau Ooat-lndiB en fap
zön terugkeer in 1856 werd tijj tfft 8(boat-bg-
nacht berorderi Hij was in ondersoheiden bë-
langrijke gouvernementscoininissitn werkiaam,
werd in 1359 viee-admimai en voerde bevel war
het oeleningaeekader. Daan» veetigde iq liA in
Dordrecbt en overleeKl M*»i op den I6den Maart
•ISflO.
Hooft, Corver. Zie Corver,
Hoor, Johanne» Leonarduê de, een Nedei-
kwiBeh MiirQver, ien ISden Ort<*er 1797 te
'Weitii l^ij BoeUinIt in Westfalen) geboren, werd
anilbtenaar bg 'e Rg^ marine te ümMerilam en
overleed aUaar den ITden October 1847. Hg
B«breet: ,X>6 ionen vui Jeban via CAdenbanke-
vaMt" (trearspel, 1827), „Jean ée la Valette Pa-
risot erf de twleMring ivan Ibha" (tooneettpel,
opgenoerd in 1S38], „Agia" (itfenrapel in 5 be-
difven, 1888). „De mieband el-oma ibu«" (I83S),
„De BtaaÜnmdi^ omiübns" (1830), „De sti^
dei kaspers" (il889), ^^eiman de Bnvtei 4e hóè-
veetein' (trenrapel). ,JDe anAtenaat" (Wgapel),
„Wat doen niet liefde en geéd" (1840). „De goede
oom" (blöspel, 1840), „Het hnwelgk door de Con-
ravt" (1841), ,4}e familte Ptnernoot" (1842),
„Tonwevair tiwaedipeier" (1844), „De witt« mi
roode rooB" (1845), „fitnnibai" en ,J)e samen-
Bweiing der PazEia". Verder schreef Iqj fde can-
tates iiMt nniziek van A. Berlj/n) en ondcr-
sctieideD diditsttAken.
Hoogaltaar. Zie Altaar.
Boor-AzlB ia de -vroe^t gebrnikel^e naMn
TOOT bet boocIuKl ten nT van Voor-IndiS, dat
begrensd wordt door den Himakia, Earakomin
en EwoD Lira en thans ale znideli^ <feel van het
Aebter-Aziatiacbe booglané wordt aangeduid,
Hoocdnüt. Zie ReUëfdruk.
Hoordnltsob. Zie Duitt^ taal en ktter-
HooffO-on-IiACO-lwaliiwa, gewoonl^
ZwabuBë genoentd, is een gemeente in de pro-
vincie Noord-Brafcaiit S86S iH.A. groot, met
S191S) 4828 inwonen. Zg waidt omriiigd door de
Toord-BrabantBche gvniêeatea Ihde ca., Ooa-
t«rhottt, Terïidden en Zevenbergen en de Znid-
HoIlaDdMlie gemeentea Strüen en Dobbeidam.
Tot deie gemeente, die een deel Tan het Hd-
tandaofadiep on deu BiedbosA omTat, bebooren
de doip«i Hooge- en Lage-Zwalnwe, een deel
van bet dorp Soeidgk en eenige bnntten. De
kleibodem wordt voor landbonw ea v«eteeK ge-
bmikt. In de gemeente treft men hot atatHm
Zwaluwe aan, eenvereenitnngspnnt Tan de i^ot-
lifnea vaa dea Moerdqk, Dordretiit, Brada, 'sJOIw-
iDgenboaeb en Hosendaal. Het otation werd voor
de eerste drie Ignen den lst«n November 1872
geopend, voor de Iga naar BoKoda&l den laten
Sfei 187S.
Hoocoprtaatar 'as in den IsraMIeUadien
godAÜentt' en bargerstwU bet boofd der pries-
AIs eerste geldt ASron, en zgo andit bleef
Tletgli in ^ geaki^t, totdat ia de dagen der
ilaneinsobe oveibecrsehias de vorst van £at voik
latjgde, om een faoog^riester naar wet-
geTallen te béaoeuen en af te wtten, loodat de
oorsprong elijke instellin^^ geheel en al Terloren
ging. De boogeprieïterlóke wgding bettond 4ii
een zalving met welriekende olie en in een jdedi-
tige bekleding net 'M. booge^riMtwl^ gewaad,
bestaande ia een bemelsblaawen mantel londer
monwen, waarvan de benedenioom met driekleu-
rige granaatappels en gooden schellen waa bezet,
in den Epbod of de boretla^ met 12 edelgeeteeu-
tea, ea de Urim en Ttnunmim, een soort van ora-
kel, en eindelük in bet fao<riddeksel met een son-
den filaat, waarop geedueren stoDd: „Aan Jabwe
gebeJigd",
BovensJ nutte op betn de 'verplanting wn
eenmaal 'b jaars, op den Grooten Venoendag, in
te gaan in bet Heilige dei Hedlisen van den tem-
pel te Jenu&letQ, ten einde ae Tenoening t«
bewerken voer bet gebeele v(A. Ook moest hg
aan. ben, die mei vragen tot bem kwamen, in
den naam vaa Jabwe antwoord geven en bet oci-
peiste toezidit bonden op alle zaken van gods-
dienst. Bg <Hitsteotenia van een wereldlgk lKx4d
ma meerïoalen het hoogste gezag in de faasden
dea boweprieaters. Voor de Israëlieten was hg
■teeds & tn«s<lienpeiaooD tneedten den <uiiieht-
baMD Oi^rkoning en bet volk. De laatste boo-
Sqiiieeter was Phaimiaa. B^ de venMe«tiag van
en tempel en de vemieting van den laraèlieti-
aehen B(a»t verviel ook de bc^epriesterlgke waar. -
di^beid.
Hoore Baad. De Hooge Raad is bet hooe-
ste recbtseoUege in oaa vaderland, welka hoofd-
taak i« de reebtipiaak in ecMatU (lie aldaar). Hg
l^eetaat uU een pnrident, een vlee-pteaideDt, 12 ft
14 raadaheeFNL een proenreni-generaal, dria ad-
vocaten^Mierau, één griffier en twee sobatititat-
griffi«rs. De leden worden dooi den Koning be-
noemd nit een voordracht van drie personen door
de ISveede Eamei (^)gemiakt. Regu ia, dat no. 1
der voonlradit bemoeiiHl wondt, loodat leitelnk
de Tweede Kamer dé benoemiiw in handen beeft
Dit vroidt door veten bedNftelnk geacbt, «Ddat
daardoor soms te leét op polïtieke riehthig wordt
gelet. Van den aoderea kant mouit men. dat de
nmensteUinp van dea Hoogea Raad, die o. a. ata
amtvtemiadiqTee van ministen oordeelt, niet nit-
elaitend afhankelijk moet ^n van den Eooing
en de ministers. De Qmndwet draagi nl. aan den
Hoogen Raad, behaWe de tecfatsprsak in cassatie,
de öetliBsing op van sii]É>tanHadrnven, door de
leden der Staten-Oeneiial, de bootden der misis-
teiieele departementen, de geaveTneart-generaal
en de hooge iniAeauea. onder anderen naam met
gelijke maobt Bdileed in de koloniBn of faerit-
ttngen, de leden vaa dea Raad van State ea de
CofnnuMaiissen der Koningin in de provineiftn
ie betrekkingen ge^Aeegd. Dese gevallen ko-
men icUen voor evenals de andere gevallen,
waarin aan den Hooeen Raad reehtapiaak in
eersten aanleg ia opgedr^en,
Reedj Füivê de Ooede van BoitrgondiM ridttte
I 1455 een Hoogen iRaad <n, Oioote of Q^kübc
Itoad gebeeten (lie Qroote
<n, Giool
I Raad).
DigilizedbyGoOglC
fiOOOE BAAD— HOOGIfi BBROËP.
Ttnn de nooidsUike proTineiSn zich aui Spui-
JM opperheersdutpiwj onttrokken, richtte Wulem
Mm Ortmje in 1583 een Eoogen Kaad op oiteini-
tend TiMT de arresten t»d IkI Bot mn Hcllaod
«t Zeelood, als Eoi T«n AippM dienende. I^e Hoo-
ee Baad van fiatlaod. Zeetüd en Wert Fciesland,
door BUderdyk een onde fnaniieniiuii genaamd,
dettgdt Keker niet meer in ign boagsten bloei,
Geeft met e«e gednieode twe^onAud jaai be-
«taao en tetde ondei aj^ leden msDneo ali Byn-
kênkoek, Vat 4er Dom.' fnmdfcen ^oogerbeett,
'Fan tUn Bonert, Hugo at Qrool ali fiscaal werk-
uam eni. De Stsatategcling tui 1798 bepaaUe,
dat er in de Bataafidie Bepiitlitk voor leer b^-
K>ndire gevaSen een Nationaal Oeieehtshof zon
ij^n, welke leden ait de Departemontale Horen
t)ö loting Moden wonlen sangeweieD. Speciaal
staataoiitdaden looden door At gereehtshol wor-
den bersciit. De Btaateregeling Tan I80I bepaal-
de, dat dit Nationaal a«re«litahirf tovens hq ign
Hot TBo Appèl es Caaeatie en een blyvend ka-
rakter ion dtaffw.
(hue aanlieaitiiig aan Frankrijk maakte bet
Hof Taa Caaaatie te Parga tot boogiten redit«
ook Toor ons land. Bij de Testiging onier onaf-
baokdöhbenl bepaiUeii de Otoadwetten Tan
1S14 en 1S15, dat «r voor bet gebeele Bqk loii
begtaan «en opperste eeiechtsfaot onder den naam
van Hoogen Kaad der Nederlanden. Ëent io
1888 eebter werd tegelijk mot d« inroeriag der
nieuwe wetgerring dw Hooge Baad tngest^. Tan
1818 tot 1848 waa tet HooggereebtBhoF te 'e-
Orsrenbage bet itoogste Teehterl)^ eoltege.
Boer* BmuI Tmn adsl wud door koning
Wm»m l oagöridit. De weiUring tu dU h-
efaaam ia sedert 1858 'bqwfkt tot het gsTen thi
advies orer zaken, den «dd betreffende (K. B,
17 S^t. 1858, DO. 44).
1 Jtooger beroep wilde
«tén, of Geiieimen Rai
genetigd in een Spaa
gezinde atad. Na Terèéhillaide pogingen on irik
1de gaan
, den Hoogen, Grootén, «f Geiieimen Raad te
lèehelen, ali sqnde geveetigd in een SpaaiiMii-
" '-'IfSe
een boogeten Raad Tsn Beroep voor Tersebillen-
de gewesten «ainen op te ridtten, werd in 15S2
door Piins Willtm, met goedfittden der Staten
Tan Holland, een „Hooge Raad in HoUaod" Jn-
reld. aan a-iena nitapraak lieb in 1587 otA
|»«viacie Zeeland onderwierp. iHq bestond
nit een president en 9 nadeleden — 6 wegene
Heiland en 3 wcseni Zeeland — en had faeimiB
te nemen van aHe laken, dk b^ upèl Tan de
TODoisien Tan bet Bof daarToor gebTaettt wer-
den, TOOiU in «eiste inttanUe Tan eenige zaken
^ de oiwichting bepaald. Brenal* het Bof tbs
Holland trad de Ho(«e Baad echter niet alleen
ala reebterl^, maar in laken. wdk« Toor dien
Baad griiracht waren, toint^ ook ala admini-
stmtiH riehaara op door 'hot gelaaten Tan een of
andere regeling Toor liet Terrolg.
Httorar baroap of app^ in meer oitge-
breiden »n noemt men ieder beklag orer de be-
ali«ing van een Mak of Tan een gntAtil; waarb^
men een ander persoon, in wiens oordeel men
meer TerttoQw«D rtelt. oproept om bet geeehil
nogmaals te onderzoeken en de eetatgegsrene
Toorbeeld e«n trficiJTei, die xich niet Yereonigen
kan met het oordeel, dooi een recensent orer
xyn werk nitgoipioken tso boogei beroep aan
te teekenen of te appeUeeien oj) bet nubliêk,
In eimeren recbtMondigen zin is itooger be-
ro«i of appèl de ioerlnoht tot een booget rechts-
college, o<n Teitidering te lerkTijgeD van een b^
sliasing, gewezen door een lager lechtaeoUege
bI door een legeren refètei. Het doel is om de
besliasing Tan dat lagei college of •n.n dien la-
5 eren reuiter te -doen Ternietigen of wjjzïgen, om-
at h^, die in beroep komt of appelleert, beweert,
dat zij recbtsknndig of feitelijk onjuist ')s. Het boo-
get bero^ vè een kiachl over de rmjuitlkeid von
de betlU*ing.
De tegenwoordige wetgeiringen, ook de Nedei-
landadie, oQdetBoheid«n twee aoorten lan ledi-
terlijke beslissingen of Tonnissen, nwnel#:i Ie.
Tonnitsea, die i« eertttn omilag of eerste ressorj,
dat ia, door den recfater, die bevoegd is om het
eeiat van de zaak kemiie te nemen, ook tcgelqk
in het hoogêU reuort geweoen zijn; en 2e. Ton-
nissen, die, in bet eente ressort gewezen, b«t
niet torens in het hoogste ressort zgn. Deze laat-
ste ailem zijn Tatbsar tom HWiL Zal et dU
sprake kannen zya Tan boogei beroep, dan die-
nen er ook meeüdeie lessorten ot meerdere in-
staatiee te ^n, dat is, er moeten qin een lasere
en één of aieet hoogere rechters ÖJ recMertgfce
colleges. Een TMinia wordt dus in het eerste en
laatste resstvt geveld dooi den rechter, als de
wet niet toelaat, dat partyen T&a zyn beslissing
Terbeteriflg Tragen bif een hoogeren reohter. Dut
Tonnis is dan «Teiuuin Tatbaar voor hooier be-
roep, aU dat Taa «en hoogeieo rechter, die too-
nis geToid beeft in «en sask, waarin te Toren
reeds dooi eea hgeren toebter nhtpraak waa ge-
geven. Dit beteekent nn nog niet, dat die laatste
kan sog wel aaoleiding geven 4ot het inroenen
Tan een ander, some een bviten^Awoon rechts-
middel, bifT. nasd; de tegenwooidjge Nederland-
sebe wet: Ie. venet, wogelgk tegen een Tonnis,
waaitq de ia reebten geroeprae partg ie veroor-
deeld zonder gehooid te xön (bü verstek), omdat
IQ niet kon ol wilde Tersotgnen; 2e. rentte (zie
aldaar); Se. tenet door derden, een rechtsmiddel,
dat aan derden, niet in het proces ak partij SS^-
weest zijnde personen, generen woidt om tioi t«
YerEetten tegen een ronnis, hetwdk hoo leehten
benadeelt; 4e. reqvett civiel {zie Reqvetl}; en 5e.
aueatxe (zie aldaar).
Het appèl kan teidei alleen gebmikt wonlen
tegen TODnissen, die nog geen JfcroaU nut gewijl-
de taak verkregen hebben; de partg, die appel-
keren wü, moet niet door woord, geschrift of
daad getoond hebben, dat ag er in berust, en de
termün om in hooger beroep te komen, moet nog
niet Terstreken z^n.
Appèl TÏndt ign toepsariag zoowel in batger-
Igke, als in stranaken.
Oiider burgerlijke zaken (in engeien zin) Tal-
len Tcdgens de wet: Ie. de geaehiHen, die er on-
der de DDigeiB ontstaan kannen betrektelgk rech-
ten, welke ToortFTloeien uit het lamikerweien en
het bawe^i 2e. de geschillen oT«r den eigen-
DigilizedbyGoOglC
BOCKÏËR BEStOEF.
_ ^ lot
duimt Toortrloeiende ledrfen; 8«. ae geKfaillM
omlient lediten en T«rplielitjiigen ia burgers,
die voorUpiniten uit de toMdten hen bwtunde
TeibinteniaBen. — BamMnaken betieffen meer
bijionder de reehiMn en Terplïditiageo, die tv den
handel hun oonprong Tiitden ot dw» de wet tot
het handelerecht ijjn gebiMiit.
In $tnatak«n tTeedt de Sloot door mkUd vut
het Openbur Ifioisterie af, om elntl t« eiiehea
ter nfce •na een fejt, dal door de wet tot mtt-
drnf et tot OTertredine wordt gesteaufwld.
Bargerij|k« en iMUWiBbsaken tomen in eente
reteort 4f toot bel KftntonKreebt il to<h de Ar-
rMuÜMMDeiiti-Bedrtbe^. Voor het Eentmwe-
leeht komen in hooldiMlc alleen die, wuAg Be-
taling Ttc 200 «M. of een leger bedieg wordt ge-
vorderd; de endere komMi tooi de Anoodlsae-
mentt-RecbtlMiik. Van de Tcnniesen tm bet Ken-
tongereebt ie hooger beroep op de ArraodtBee-
meDtB-RechtbaDk, belMhe nn die, wuiby de
vocderii^ niet meer beloopt d&n 50 ^Id. V«i ds
Tonnissen, door d« Arr<»Mliaaements-Beelribaid[
io eerste leeeort geweoen, ie hooger beroep op
bet Gneeht^f, briulrc in de seTiHw, wiarin
de wet dat beroep nitahiH f)>9<r. 9$ TOMterinseo,
de waMde t^d 400 gld niet te boren nrade).
Ook Btnbiken komen in eeteteo Mnleg ol eer-
ste reaaort U toot bet Kenlongeredit öf
ArroDdÏMemente-Reebtbudc. Voor bet Kanton^
recht komen de meeBte overtrtdingm fd.!. in
bet stgemeen de lichtere feiten); voor de Anon-
dissementv-Rerfilbenk ót müdr^ven (ewaAidere).
Ook lüer kio men van de rronniBsen T«n het
Ksaten^ereeht hooger beroef) aanteeltenen bg de
Anondweemeota-ReehllMnk; ven tonnieien der
Anondlueinents-SeebttMnk, mi enate renort ge-
wezen, op het OereAtthof. In eukiele gallen ia
hooger beroep oit^ealoten, fa^. waaneer de Kan-
lonieebter g«ToaBttt beelt otct een etrafbur feit,
woart^D geen andere straf ie bedreigd dan
getdboete lan hoogstena 25 gU. Van een eit-
Bpiiak doot den lëohter in appèl gegeven, kan
men niet opoieaw bij een hot^eren rechter in
bcioef) komen. Er is aleebts ééomaal hooger be-
Hen ondersebeidt in de t^enwoordige wetge-
Tingen prineipaal en ineüUnted ^tpèl. Het frin-
eipaal aypü ia dat, betweï iogesteld wordt dMr
hem, die bet eerit op wettige wjjw zgn verlan-
gen te kennen geeft, om ijm grieren te^n det
eersten reeiiters nrtépiaak Wateld te nen, ge-
woonlqk de partg, die naar haar inzien het meest
bg bet vonnis in het oogdgk is geetrid, Jnoi-
dênleel apj>èl wonh cfigeworpen door de tegen-
Sartfj, de voor den bot^Ten recbter gwoepene,
ie ook van baar kant beswaren tegen net geheel
of een deel van de tütspiaak mag inbivngen en
beproeven of wgiigiQg daarvan in gnnatigen
lin voor haar mogergk it.
Die bet eerst appelleer^ beet aj^èllant: ijjn
tegenpaitg is de gelntimeerfc; vu deien kaa
doe bet incidenteel appèl oitgaan.
Vroeger noemde men dit laatste appèl in de
praetijk appil a minima.
De «nam van g^nHnteerde, den gedaagde in
booger beroep, komt van bet Iditgnacfae woord
intimare. dat ia veiUaren, aankondigen, omdat
bet booget beroep hem verltlaanl, aangtbndigd
In het atrah)raee« «taan bet Owenbonr MittUU-
ris en de beklawde tegenover okaar als partg.
Eet Opentwu iCnistene en de belaagde kvn-
nen beiden in Iwoger bwoto komen.
Het doel van het booger owoep is, looale bo-
ven geaegd werd, tnn veibetaiing te veibÖB^
ÏB het voniris Tan den eersten reehter. Ifaai dat
betockent niet, dat men er sidi in amèl nitsini-
tend toe moet bepalen, csn de gebreken aan t«
w^n. die nau bet iniieht van den appellant
dat vonnii aankleven. De aiqwllant mag niet
slechts de on^itte vooratelling der feiten of bet
onTechtakimdige van de redeneering aan bet Hebt
brengen, maar ook siaawe feiten en nieowe
andere grosden gebniken en aldna ign
eigen feiten in de inatnictie der mak in eerste
inetantie beiwleHen.
Het is betn evenwel niet geooriooU, on in
hooger beroep ign eisch t« veranderen ol een
nieowen etsoi te doen, bAalve, wat bet laatste
betreft, in de gallen, ck)or de wet opgenoemd,
waarin apraka u taa gevo*-™ ""— ♦-" •'^^ "■"
bet instellen van den oora
voornen faHtden worden.
Het booger befoq> beeft een twededsge kraebt:
een devotuHeve of oeerbreamNde en een nupen-
tieve ol tehortênde kracht. Door de «erate draagt
bet de kennisneming dei laak fn geschil, bg bet
eerate votMiit beslist, aan den Ixrageren natter
op, I( het booger beioep onbvankebik en n be-
hoorll^n vMm aangebraebt, dan wordt bet be-
twiste vonnis ondarióeht en bt bekra^tigd, loo
de tweede reebier lieh er mede vereenigt, èf te
niet gedaan en de laak opnieuw beslist.
Doot de aeboiMade kracht van bet appèl wordt
de party, aan welke tn «ersteo aanleg de vorde-
ring js toegeweien, veifiiDderd het Tonnis ten
nRToer te K«rgen, buiten de gevallen, waarin
een ittudtvoerlegging bf voorraad ia toege-
staan. De beeHssiog Tan den boogeicn teebter
moet aigewacbt wonden, «ndM dur deien het
TMHiis tOQ kannen worden verDJetif^, en paa aa
berhadde Eegeriering mag de tannitToerlaggii^
begonnen ot vervolgd worden.
Het at^en van verwdiitlEnde inatantiea dagtee-
kent eerst van het Iwtere Bomeinsehe redit, en
sinds dien tijd ontst«ad bet ondersAeid tosaéhen
jvdieum en reê judioaUt: wnoM en gtitymh mak.
In den begione was bet geoorloofd op da te-
reohtaititing irif, waarin het Tooaia waa gcwt-
■en, a taei» judieit, in 't aangvudit van den reeb-
ter, te appelleeien: bg gebreke daarvan moeit
men binnen twee of drie dagen na de nitmaak
hooger beroep aanteekenen. Jtutieauu verleng-
de den terrogn tot tien dagen, nadat men van het
Tonnia kensia had bekomen, opdat men ti^ mocht
hebben, de eerst opwellende nartatoehten tot be-
daren te brengen.
Het hetielfde doel is bg ons recht ia bnrger-
l||ke uken bet hooger beroep Tan een Tonnis
binnen acht dagen na de nït^iraak in het alge-
meen verboden. In het onde Pransehe redit wa-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOOGER BEOtOËP— HOOGEmENSOBiB TAAÜfT.
463
eiftle igo zn temgffebrBeht tot drie nuuudeii.
Onie wet iAm ittaeltéen termgn Tut, te tAe-
neo Tkn den dag der niispnak thi bet Tooirii.
In Btraheken U ^ tennÖD *^i H>pU ^^ Agen
na denittDieak TftD b«t TODBis. NuToet Romein-
sebe-, Ond-HolUndKrhe- en Fraaeche reebt werd
de appellant, wieiu beroefi weid sfgewcsen. in
een geldboete yeioonlMM, ah 't ware om ium
te Ei^fEen n>oi xqa rnmeM aMmlIeii mi «en
lecbteil^ nite^ruk en bet opODthood, dat hn
:^JD tfeênaartg in de Teikrgging iin bur p>ea
recht deed ondeiTJDden. De tegenwoordige Ne-
derlaiukdie wet kent die botte niet meer.
'In bet Oud Qemtaanteh rtehl wu bet boo^
beroep wA otAèkeaA. De volkigereehten Tonnia-
ten tentond in boogtte reMort; een beioep ofi bet
loogenaamde Oodtgereckt wm niet tooieer de
openbaiiiig van een mme tegen bet gerelde Ton-
nis, al* wel een sanklaeht tegen de rechtepieken-
den lelf: in een eerlgb Tniatavvecfat trenJ de bidp
der GoAeid van .weeresQCKD ingeioepen; döoi
tondieakiMnflt Tan deoe zon uitgemaakt wiH-deo,
dat ik eerl^UieMl Tan hem, die ali OTerwinnaaï
uit den Btrgd trok, tmen «Ikn twgtel TeriieTen
stond.
Na yerkx^ Tan tgden pa« ontmoet men recbtc-
middelen, watjdooi benieoing kon Totknigen
worden Tan een tottniv, dat door de in het ffife-
l^k g«flte)de partq geMsholden werd; aog wac Kt
g«en eigeiriHk aüèl. 'Fegen het einde der 15de
ceow werd lonnéa fcooget beroep in de Duitsehe
landen iogeiToepd.
Hoovare barcanotaool (« mq <»kderwga-
{MteUing, waaraan middelbaar onderwgi (tie al-
dtx) wordt geseTen. De hooeere burfferEcholen
worden ondeMebetden in (H)enbate en iDöiaadeTe
en naar de Ireenrtot in dnejange en Tjjfjarige.
Aan de laatste ia. wat de Jongeng booger oargtr-
Bcbakn betroft, een eindeiamen Terbonden. Het
toesidit is opgedragen aan 2 infipeeteDis, teiwHl
Toor iedere Mbool een ^satMlffie CoinniMie
TAD Toezidit bevtaal Volgens de wet op bet
Midddbaar OndenFfis moeten er alömna IS
rgka^KNVere bnigendidai beotaan, waarran ten-
roinete 5 met Tffjirigen arnns. Aan teboJen,
^ gemenrte of bKiondere personen
c^igendit, kan een TJjkaeiAsiaie warden toege-
kend. To^na het jongste regeeringsTerelag be-
stonden er in 1914: 91 boogen borMrsefaolen en
wel 27 rïka-, 49 genuentelgke- en 15 bgzonde»
sebokn. Van dese Nfaolen hadden 19 {6 rnks- en
13 ^emeraielgke) een driejarigen, de overige een
Tjjfjarigen mrsns. Het aantal teerlingen op de
r^kM^olen bedroeg S526, op de orenge 1()2S7,
totoal 1S79S. Het aantal manselnke leerKngen
was 1 1 247, dat der vronwelgke 2546. Het eind-
enmen werd hi 191S afee}^ door 1872 leerVn:
gen. waarvan 1179 bet diiiloma Terwierren. Het
aantal meisjee-ihoogere baigeracholen bedroeg
17, waarren 11 gemeentel^e en 6 bjnoodete.
Samen telden lij «p 1 Jannari '1914: 1970 leer-
De hoogere tnigendwien tgn onMaan krach-
tens de Wet op bet Middettiaar Onderwga van 2
Mei 1863, met wmigingen in tMere jaren; het
Re^ement der KjjkriiWeTe bnrgenebolen ia
TSfftgesteld b^ Eoninklnk Bednit van SO AuniB-
tns 1S64, later hertiaaJdelf^ gcmgtigd. In Sep-
temlber 1916 werd Toor alle rijkssefaolên een Nor-
maalprogramma ingeroerd. waarbg de omrang
der leervtot en de Terdeeïrng daarvan over de
vereehillende kluten nanwkenrig werd omsehie-
ven. Voor de overige aclioha kan bet piognm-
ma van het onderwm naar omatandw holen wor-
den gew^cigd, ingeiFompen of nitgnneid.
Hoomrlmi* is de naein, die men dikwiilt
in het algemeen geelt aan de Eerste Kamer der
VoUiSivertogenwooidigiDg in landen, waar een
twee-ksmer-etelael bevtaat, onTertebiBig wdke
naam deze instelling in werkelQUwid drai^
Ben aamcnTBtteod oveniebt oirer deie instellin-
gen, haar samenstelling en baar grondslag lever-
de in 1B86 mr. J. Pmlu» in i^n andeo^D pioet-
sehrilt: iJit HooMihmien in Snropa en Ameri-
ka". Meer in bet onsonder veratsat men daaron-
der het Ettgrieette Houi» of fords (aie Boute of
eommontf.
Booyer Onderwtls. Zie OMdervtfs en Vttt-
vtrgiteit.
Hoovmehool. Zie ünhertUMIen.
HeoKB T&tr&. Zie KarptOen.
Boore T«n*m. Zie Alpen.
Hoor« Tcmpaimtorui. Zie remfwalwir.
BoonwseD, een gemeente in de prturineie
Drente, 6311 H.A. gn>ot, met (1916) 18029 in-
wonen, wordt ingeuotcm door de DientsdM ge-
meenten Znidwolde, Rnines, Dellen, Westeri»rk,
Dalen en Koe>vorden, en doo* de Ovérfiadsdie ge-
meenten OrsmÉbergen en Aabtfiaraeiiberg. De
s«ineeiite berai het rltk Boogween, de kolonie
Hollandsrïie-TeM (ne aUaar) en eenige buurten.
Vroeger he«taod de bodem grootendeets sit nnd
ün böogveen en eenige planen. Het grootete deel
van het hoogveen ii algegtvren en daarmee a^n
odk de piaseen verdwenen. Het (dan tot atgra-
ïing werd in 1625 door Roelof, Éaron pm sek-
ten lot Eehleti gevormd, die met dit doel een
maefeehappii M>ricb>tte, die de ontginning met
kracht ter lünd nam. Hoofdbronnen van bestaan
zijn hmdboaw. tnrfbereiding, lelteepveart, han-
del, veetedt, znirelberehKng, bgenteelt en n^vei-
heid.
De kolonie Hoogenoen, aan de epoorlgn Tan
Me;^ naar Groningen en aan de Hoogeteen-
Nieuw-Ameterdam en naar Ter-Aoel. De
bevolking leeft Tan >cl>eepT«art, veehandel, «Q-
verheid m Uoemtweekergen.
Boor«veMwohe Vaart !■ een veenkanaal
in de pro>Tineie Drente (xie de kaart), dat van
Hef)pel oiver Hooge^een naar bet Barger Ooster-
veen loopt. Het ia 55,8 km. lang. door «durtshii-
len in 9 panden TcrdeeM, 12 — 18 m. breed e*
1,5 m. diep. Het wordl gevoed nit de venen en
door enkele kto'ne waterïeiditigen. Set ondate
gedeelte van bet kanaal, van bet dorpje Edites
tot Meppel, i» «en vergraven riviertje, bet Oodo
Diep of E^ditinger Diep, en kwam reeds ie 1627
tot stand, lerwnl het in iI691 tot de venen werd
doorgetrokken. In de jaren 1850—1852 werd bet
kanaal verbeterd en verengd tot in de Tenen
onder Eramen, teren* een o^anaal naar Koe*or-
den gepiaven en een waterleiding naar Beifen
tot voeding van de Drentsche Hootdvaart; in
1880 werd oonceisie verleend tot verlenging
DigilizedbyGoOglC
HOOaËV£EiNSCHE VAAItT-SOOaUfiD.
der Hoog^Hiuehe Vaart tot ua de Dniteehe
grent.
Hoor*w«rtt, S., een NederUndMili Kiiei-
kundige, deo 29*leii Aagnitni IS47 t« Rotter-
dun g«èoren, wa* nn 1869 tot 1885 leeimu a«a
de lioogMe baigeiKibool »Uu(, en weid in bwtn-
genoeiüid jaar benoeoal tot hoogleeiaar in da
•ehofainde aan de Polytecfaniadw lebod te ZMIt,
"ik vo»r oTganifdM MtNikncde. Hq
elauigk aandeel in de leidiDg tui bet
•efaeUniDdig UEondorinm dier mstellin^. In 1907
trad faq fUr b«t bjj d« wet gestekte tydrtip af,
ten einde in een in lijn woning gebauwd pri.Taat-
laboratoriom M}" onderzoekingen Toort te letteo.
Sedert 1882 ia hg mederedaetenr «as bet „Be-
eiietl 4et traMni ehimiqnei dea Pava-Baa et, de
la Belgiqne". Hierin Terschmen «ol de meétte
^■er TerhaDdeliogen, die böna alle de ttwU
iga na dengemeenachaf^lqaeD arlMtd met ign
rriend dr. W. A. mk Dorp, die in ij)n eigen U-
__ ._ _-,, B ij)n eigen
boralorinm te AateteFdam ireikiaam ia. Om '
■dienen bgdragen vaa hem in de „Verriasen
" ■ ■ Viniwn"
. = . „ der
EonlnUgke AbMtanie vao wetenacbappei .
big'i Annalen", het ,J(aandfclad toor nainnr-
weteMdiappen" eno.
Boovsujid, «en genweote in de Droriacie
GroDiBgra. 6770 H.A. groot, met (1915) 10 986
inwoners, wordt inseekten door de Oroningaeiie
geoMtiiten Haren, Noorddi^, SloehtcTen, Saf^te-
meer, HvBtendam, Veendam en Wilderrank, ea
de Drenteeiie gemeenten Anloo en Zaidlarea. Na
haar vereeniging met WindenFeer berrat lïj de
dorpen Hoogiwih], Wiod«weer, WeKteAroeK en
Kropaw«Ue, tnnereiis eemge bnarten en gebtuli'
ten. Tot de gMneente befaoort «en deel >van het
ZBÏ£aardenneer ea bet Foifaotetermeet. I>e bo-
dem beetaat in het outen nit afgegraven boof[-
Tcea, in Bet snidwetten nit diltrnaaloaml en in
bet Baotdwest«n nit laagreen. De inwonen lenen
Tan laDdbovw, Teeteett, bandel en njfTMbeid, aoo-
ala «ebeepetimnerwerren, leilmakernen, een ipa-
fieterg, stoomweiktaivllabrieken, i)rst>dq>niUa-
brieken, kalk- en dcfioreibranderöen, tonwsla-
gergen. boataaag-, koren- en oOeióoteiie, een
stroopapierfabneb, een gattafcriek
Het vlek Hoogezand. aan bet Winichoterdiep
gelegen, ie in 1^7 toen men met de oatginning
Tas het Teen begon, on4«taan. De jitaata is op
de beide oerera t«d ^et WiasdMterdiep geboawd.
Zg becit met SappenMer een gemeen Bcbif^Mlö'E
station Toor de Ign Winaeboten — Oroningen. Er
ia Teel ngreAeid eo een lerendig Tciteei.
Hoove-Xwalnwe ï* md diKp in de Noord.
Brabuktaebe enneente Hooge-en-Lage-ZwaJuwe.
De plaats, ^ toerboald^ök tu o^entrooniogea
te Mo bad, bezit een HerTormde een Boomadi-
Kntholieke kerk. Es is een station Tan de ^ji
'»4ert agenbot(4i — Ltge-Zwial uwe.
H*o|ifM<|lMDto Itroomen ign electrieebe
wisielitroenien, die in de t^ieenhfid een kr
groot aaslal malen T«n riditing Teranderen. De
draadboie telegrafie maaÉt blfTooibe^ T«n iet-
gelnke hoogfrequente tttoanwn g^nik. De nor-
mmle treqoentie nat Tao 25 tot 60 dofabele, peri'
oden geuMDd, èi 50 tot 120 eoloele wÏMelingen
per seoonde. Vooi liditsetiten worden hier te
Mtde bgna nitriartend 50 perioden toegepatt
{lie FrequenUemeler).
Hooifts. Romey* de, een NodeckndMh en-
Teni en bcMUm, in 1645 ol 1646 t« Auwterdain
geboren en dea ISden Joni 1708 te Haarlem
OTerleden. SehiMerweik Tan ium (iet men it bet
Btadhnis te Enkhoiien. Hg beeft Teel koperpren-
<ea gemaakt, die etadageiiebtea, portretten en ge-
tebiedknndige gebeurtenisaea Toortteflen.
Hiurrliatinrnnil Zie Beemraai.
Hoo|(Uuid is de naam, waarmede mea, in te-
g«4uteUiflg met laagUmd, de booger gelegen dee-
len der aardopperrlakte aaodtndt. En nanwken-
rige grens Talt niet aan te g«yen toMcben bode.
Het DDOgiaod kaa weer in diieiilet «onn optie-
dani ale boogTlokte, bergland en temdaod.
Hooclandi oen gemeente in de prorincie
UtiecM, 4127 HA. groot met (1916) 2735 in.
woners, Ugt tMid>en de Utreebtaebe gemeenten
BunaCbioten, Baam, Soest en Amentoort en de
Oeldersehe gemeenten Ho«Hdak«n ea Nökeifc. In
1857 it de gemeente Duits met haar vereenigd.
Zjj bcotaat an nit de dorpen De Ham ea langen-
oord en eeaige banrteo en gdiatfilen. Ia bet
W. wordt de streek door de Eea bemodl. De
bodem beetüt gnMtendedt nit düuTJia] laod, in
het N. treft men laagrecn aan. Landbouw en
Toeteek ign de hoofdbronnen Tan betfaan.
Hooclsda, een doift in de Belgiacbe prowtn-
eie Weat-Vlafendeien. logt aan de spoorlya Ar-
men tièies — lluuront, aan den stiaatoeg Tan
en telt t^jna 5000 iowoaei*.
Fransdien ondec Jforeav de
Oostenrgkers" onder Clerfait |15 Joni 1794).
Homrtlad of, aooals de HAreetMTirfu titel
luidt lUd der Uederen, d. w. i. het Mbooast«
lied, «tioort tot de dicbterSjke boeken dtt Ouden
TeslMueata. Het bettauU uk eea Tenameliig Ij-
rinche btuidsUeder«B wawia met Oaat«n«i«i
gloed het gduk der ËeUe geadtilderd wordt, ira
eens in aUeen^raak, dan weder in beaehi^ug,
of ook in geapcekken t«o twee aunneadM. Door
aile tödea been heeft men zeer veradiiHend orer
het Hooglied geooideeld. Terwgt wranügeD bet
hielden «oor een onsamenbangeode Terzameling
Tan minnediditen, vonden Bnaeren daarin rer-
bu>d en eenheid; terwg] er waisn, die bat be-
paald aan Salomo toekenden, beweerden anderen
op taalkundige gronden, dat bet in latcreo tjjd
is apgest«ld. Zelis wilden sommige moderne «le-
gelen ei een diama of zangspel in liea, betg«en
aet te oawaartefagolökier ia, omdat de Joden het
tooneel io het goieel niet kenden. Zeer oud is
bet ^oTOelea, waanjbor dit boek oodai de gewnde
Schriften is oftgenomen. dat de Tooritelling der
aardscbe Uefde in 'bet HoogUod ileebta een ztn-
nebeeld ia van de betrekking toisdien Jabwe en
^n Tok, of séUt taaacben Chriëbu en de geloo-
Tigen. Die meening Tindt mea leeA bg Origenu,
en «ele R.-SathoC^e en Protertantaebe J«dge-
leeidea «olgdea bet Toetapoor Tan den SeTkra-
der. Intasseben werd reeu door Botmef en la-
ter door HertUr die tj^isch-allegoriaAe TerU»-
ling Tin bet Hooglied verworpen, en ig viodf bQ
de moderne -theolwen geen aanhangers meei. De
taal en bqpaaldelgk het gebruiken Tan Oriektche
zegswijzen, wgzen ei op, dat het Tddr bet einde
lïer 4de eeuw t. Chr. Toltooid waa. In het Ne-
derlaodacÉi wei<d het vertaald door profeaaor
Roekttm (1656). Vooral StatuUin, De WelU,
DigilizedbyGoOglC
BOOOUGD-AOOaSmATEN.
e:
Bieald eD Bitag lutiben f«ortreffeli)k« aitlcfikon-
dig« geaohriftni of» het Hooglied gdercnf
Boosmls. Zi« Jfü.
Boocoven. 2w IJwr.
~ Tenyas ie een
boogoTent ontwiUclt.
Hoor-ralUf. Zre ^I(o nlievo.
BooK>PKDi>ïlUr- Hinoikder hwfi mm vol-
gene d« roonelKilten rui bet KoninUnk Initi-
tant nn iDgeoieiin te TeiBtaan «laotriwlw qwn.
ningen, die niMr dan SOO Vott ten opiiehte *u
de uidc bedragen.
Beo vn>WUUiir*Mk*rliir. Zie Bleetnêehe
xekeringen.
Boontrktcn, Jaeobiu van, wn B.-K*1Im>-
Kék godgeleerde, omstreeltt I4«0 in het dorp
Hoogtrtratta in BnÉiaDt geboren, itndeerde te
Leaven, werd ei meeiteF in de Trye knoatea, be-
gaf lici in de Orde dei DtnuinieaneD, en weid
▼erroigieni doctor en hoogleenwr in de tbcdwit
en keHenneester te Keolen, Hünx en THer. Een
befceeide IsraMiet, PtaHmkom gefaee«en, tttd op
zqn UDSpoiing bg tfonfnflmm erop ungedron-
dat de bwÉen der hnBHeten leAiwad iod-
wonlM, dMT dese, nMur tqn Teriekning,
toefa ni«U «uderB beÉieladen dan luteiingen te-
gen de ChiiBtenen. De keiier eebtei iti»Apl*eg&»
Rewthlin en dew zorgde, dat ■! ^e boeken md
de eieenann weiden teraggeRvren. ReueJUtit'*
gesduiElen werden na Tefbraod en hg leH met
een k«tt«rgeTi4bt bedreigd, wodat aüêen de ttÖ-
uiiBak TU Lm X hem tui een openbate Terrol-
ging kon vr^wiieii. In de „BpisMae obKnroiom
Timnm" wordt BoogatnOen aeei beq>ot. Hij
oreileed On 21iten Juiawi 1527 te E«nlNi. Hn
sdireef o. &.; „Haigarita jJüloiopUae nMrallf"
(1S81), „DeatmctiD eabake ete." flSI8), „Con-
tra êiMlagfMa de eanu RemUïBi", „AtKJogiae
ali^not eontra JUnrfdinnm" (1518), ,fltmmo
Piineipom HJeoMnniie", „Adreitut petentei
MuiKÓn a maletï«ia", „Cootia ipieibTtwM eon-
ci*>inai)oi", .4>e paigatom" (15S6), ,J)e fide at
opeiibns", „Dialognt de Teneratione et inroea-
tione giDctomm" (1S42), „CSootia YHl Lnthera-
Dornm btsFpheoiiae'* en „Cdloqnioimn contra
tbemm IJbii VI" 0524). 7^ vamnelde ww-
ken TeiMbenen te Kenlen in IS26.
Boegvtrat«ii( Samuel van, een Neder-
landad) KbiMer, den Sden Anrata* J6S7 Ie
Dordieeht gd»oren, den IMeo Oetober IS78 al-
daar geetorrcn, wat leerliw tui tgn Tader Dirk
vm BoogtlrateH en Tan Stmbrandf te Anwtei-
dam. Hif Tertoelde Tan .1651 tot 1668 te W«e-
nen, van 16K tot 1M6 te Londen, en na 1868
tot 1671 te 'B-OiaveoÉMge. H^ heett par^tten
en Toontelliiigvn nit het dig^faA leren ge-
Bobilden). De werken van Fm 8oog$tnUn t^n
te Tinden onder anderen ia het Rj^muewn te
Amtteidntn en in het MamilafaDiê te 'i-Oranren-
h^. In 1S7S vereeheen lijn „InlejMÜng tot de
Howhe Seiiool der S^tildeikonet".
HoottÊtnttn, tmu of franfoU vmt, een Ne-
derlandsrii dichter en broeder tui den toot-
gMode, in 1682 \m 'a-GmeiAage geboien, diekt-
te b^na ■Itrtvitend geeateiyke lre£ien. Ha oTei-
leed te Rotterdam den 24^q Janvari 1706. Van
(Hii wetten TeimeÜen wijf
ititbte^ke liedeten" (1708),
„Zedeaansen i
CThiiiteljfe Ri
der, in Latynsclie Taefeen algemaelt dooi Hiln>-
njmme Tas %iarte" (I9Qfi], „Vooiiiof det liele.
behangHi met leerume prenten en linBebeelden"
(isas en 1698], „Serstaiedt". ,J>eeideriut Peie-
grinnB ol Begeerden FelgiimaMlje naai 't hnii
der lielde" {\Vt% „^auiei Lvdoneiu Viwi.
hdeidlDg tot de wawe wqifaeid" (1670), ,^. Stel-
la, veranuKliDg der werèldtebe gdelhëden'', ,4-
Gode&Q, tefereelen van Boete" (1670). „Boethnie
Tan de Teitroosting der pfaUoHphie" (1854 en
165S), „De eoMolatioiM FhUowphiae: of het Gul-
den boeifeen Tan de TeEtroootende wytheid eni."
(1660 en 1680), „llMma* Honw, het onèekent
en wondeilyk eiland Ut<^ia" (1677), „Jobannes
Damaseenoi, Het leren en htAc^ Tan Barlalm
den heremTt en Josaphat, koning Tan IndiSn"
(1672), ,Jjof der totlieit, beMbreren door Brai-
mos Tan RcAterdam" (173S). „Den verreiea bond-
Mhen Diogenee eni." (.1660), J. Uptioa, tu de
■tanSTaetigfaeid" (1674) en ,4)e Mboole det we-
reh geprint in CIÓj TÜegennite bedenkingen ena."
(2de dnfc 1725). Ook Ivreide hü teitahogen Tan
JtuKnKt ^m en 1696), SOhu^tu (1688,
1696) en«.
Boog^rattn, Dand vat, een Nedeilandieh
diflbtet en soon Tan den Toornwide, den lUen
van La^Ddehe diditere, aan de poliie en kwam
in keiraig met Pelnu Rabtu, Otulaat en Jutom-
dea vm der Qoe*. welke laaGete knraalang ijia
Tiiend bleef. Reeda waren de „Rjpnoefeningen"
Tm hem en Pelnu Sabut tei perae, tMS hy
naar Leiden Tortrak, om liA op oe geneeAnnde
toe te leggen, terwi^ Iq er tmena de leaeen In-
woonde Tan Onmovitu. 8teed* beoefende b^ de
dichtkooet, looali bljïkt ntt lün „Jaaiget^de Tan
de Tertoeeing Tto Leiden", » n» ign ]»eaM>tie
TOBtigde liii ddi te Dordteeht. Weinig eehter
bemoeMe U^ rieh met de prak^jfc; hQ bekleedde
een bedekking aan het gTinoaeinm en hletd lich
ankdfg met tiet Teit^Mi of het bnorgen t«il
nitgaren van ondereebehhn I^^iche getdirif-
ten. Ondei laat«lgenoeatde ia Tooril i&i nitnre
T«D Phaednu beroemd, loodat 1$ seUe in Ks-
gelaad en Kwitaeihnd weid nagedmkt. Ook
bewerkte bij met ScmuSf Bannot een „Kieuw
woordenboek der Kedeidnitaehe en Latjjoaebe
taal", dat onderMfadden nitgairen brieefde. Wd-
dra weid Fowffoo^nifeiitet praeceptor en Ter-
TÓlgens tot pioiectoi benoemd aan de^t^Dsdbe
(diml te ünterdui jtn 14 Terraardigde «r een
menigte LatgnMbe gédiditiHi, Hj) oreileed den
Idden Nimmber I7£t. Van i^ geeehrUten ver-
melden wl): „R^noeleningen Tan Darid Tan
Hoogfltratcn en Fetnii Rabu" (1678), „Oeneea-
kiww veibaal Tan de ifroinr (apfatfaie) eni.",
„De oodiemae medieiaae itatn , ,3cheta der
geneesknnet". „Sdwta der geleerdheid en weten-
lohap", „Tafereel «n CAee" (1683), „Eeopiache
(abelen Tan Fedras eni." (1708), „Hiaedri An-
guiti SlMrti FAttUntm Aeaonianini libti V, ete."
0799, 1701, 1718), „Nieuw wmidenboek <fai
Nedenkitoehe en UtStMbe taal'' (1706, en latet
bg herhatJDg), .^egWierien o( kort begrip d«r
reder^kkaoït" (1721). „BeMfaiftTlng der Heiden-
tehe mden en godionen" (1719 en 17AI), „Cu-
mina'* 1^1682 en later bq hntuliag), „Gediefaten"
DigilizedbyGoOglC
HOOOSmATEN-^OOOT&SUUAAT.
(1697), „AuUDcrkiugan owi de gealuliten der
ulfstuid^ Bumwoonkn" (1708, 1710, 172S en
1783], wuTiu in 1786 «en 6de irvk itnehetn,
en „Qroot akemetn histoTiKh-geognphudi
woordenboek" (7dln„ 1725), wuiru l^j «rea-
wA ilediti een klein ^ecke bew«kt heeft.
Venfet besorgde hjj de nitgarfe der LatjJDiein en
Nedeilaadcche gediditen tmi SrodUNiim, die
Tu de gedichten tiu AnionitUê wm der Qan,
klamede een tui d« „Trenripeien" vu Pondél
en T>n de „Uen^lwcrken" vin Hooit.
HoagtlraUti, Jan *a>, «en NederlsodHli dich-
tei en bioedu tm den voorgundg, den 26it«n
jMtnari 1662 te Rotterdim geboren, beuciit er
de ErumiMnsebe aAool en witigde rich ver-
wtgena ■!§ boekbuidelur te Dordrodit. Om-
ttietka bet jur 1700 Tetbntsde hg naar Breda,
latei naar Oonda. Hq overleed in 1756. Hq
MhietI ojt.: „De kmyiheU ol bet leren van den
nootan apoateï PtnAaa, in VII boeken" (3ik
druk 1712], „SpieMl der aUersehoontte conrtiaa-
Mn deM* tiida" (1701 en latei), „Zegepraal dei
röddelÖke ÏÏ^" {1728 en 1734], „Staat- en le-
dekott^OT Kii>n«Dreaten" (17&]), „Parnas aan
de Waal om." (1726), „Eseaa ot de oodergang
van Troje, trenispel" (1710). ,4)e geleerde (gelad-
derde) advocaat ol de beóitotte dnürendlef'
(1707), ,J>e vwKd t(«en dank, blöajtel" (1710),
,rUedor an Ans;eliea oi de achting in de opeia.
klBeht^iel" (1710), „Tvs ouventaod of de bmi-
lott van Anne met 'er burd, Uoehtspd" (1724),
„De verliefde klok bljjapel", ,yDapline'a velduoD,
tooneeelipel" (1748) -" *"'-"i W"=.i»i" 7.;.n
„Uengelpotijj" verM
deelen.
■ooffstvarbraUuniMtor.
teiUlarieven.
Ho«Bta. De hoogte van een pont boToi een
^liak noetnt men den alatand van het poot tot
dat vbk, dat is de lengte van de loodlgn, nit
bet punt op bet vlak neergelaten. De hoogte vaa
MD berg kta de afftMxt vam den top tot dan
voet of ook van den top tot de off ervlakte der
ue ign; de eervte boogte noemt men de betrek-
kel^ke, de tweede de voUlrtklM IwogU. Ja de
Hcvaartkuude becigt men bet woond ooogte nor
poobboogte.
De hoogte vaa een heni(£l<baam ii een gedoel-
tevM den grooten drk^ welbe door het Hoith
gaat, en wel dat gedeelte, belwdk begrepen it
tiuadien bet hemeUicbaam en dui horiion, nl
ook da hoek, d!«n <«n vit het hemeHiehaaoi la
het oog dei waarnemer* vtUeiMle liehtatraid met
den boriKHi mattt. Elk baneKefaaam bereikt in
den meridJaan qjn giootite en kt«Mte hoogte.
ConetpoHdeerendt hoogte» ijjn gelgfce hoog-
ten vóór en oa de egkmnstie van een hvDeln-
ehaam. Z^ worden gebruikt aU een der methoden
tot bepaling van den tBd.
In oe meetknnde ia oe boogta van een drie-
hoek de lengte van de loodlön nit den top op de
basia DeergMaten; de hoogte vao een parallelo-
gram de afstand der baaia tot de a>ventaande
iqde, en de hoo^e van een tiapeiium de ofaland
der beide evenwijdige ^en.
Boortooliiisl of VertieaaUirket aotxat men
tn de aterreknnde den groolen drkel. waarop de
hoogte der eter woidt gemeten. Deie drkel.
Zie EUetriai-
gaande door het lenith en de atcr, eUat lood-
redit op den horiion.
Boovtenora. Zie AhetJIora.
■oort«klliiia<it ol herMimaat duidt de
klimaattoeatanden aan op ie«re boogte bovm
den leeepiegel, in bet biJMnder op beigan en
bergheUingen. Dat de faetorsn, welke het kli-
maat umenatellen, in mAt stifken veiKhiHen
1 die i
bet
. laagland, waa reed* lang uit de
waunamingen dei oeigatatima (sie Jfelaorologi-
wha tlofioM) bekend, maai eei«t in nienweroi
tifd il nwn faegoanen den invloed daarvan op de
levende orgaalamen en in het butmder op den
menteh ijvlamatiscb te «Ddenoefeen. Zoo beeft
men den imloed van bet boogteUimaat on de
planten traebten na te gaan door de veruMTetin-
gen te beatodeeren, mm» bg planten optreden,
welke mt het booggebengte naar plantentninen
in het Iw^land ot naar {voeftnioea op de lagere
hergbeHangen werden ov«ig«fcraaht, Vao nog
grooter beteek«oJa iqn de oMeraoekingen, mtSn
oetiekking babben en» den menach ala deie lirfi
in on^ekeerde licbtnig verplaatst, nl. nit bat
laagland naar het hooggebergte. Reeda lang wi«t
men, dat Iwt ber^imaat een «igenMrdigM in-
vloed op het menadidQke oigastame nitoefent,
loodat het op •omanige licktra, sooala bkiedar-
moede, hmgtdwtcnlooe, engelicbe uekte ca.,
leer gontt^ werict, aódere daarentegen, looak
bAitaandoentngen en sewricbtutieuiiM, TOTHgert.
Ook de eigenaanlig* Mogtiékte wa« reeda lang
bekend, loowel bü toeriitcn jn het hooggebergte
ala bq ludibraanlen. Zy openbaAtt ii« lm var-
ediilleDde penonen op ongelqke boogte, ileehta
bg ni43(MideriDg «cfater bNièdai de 3000 m. boren
lewlvean, aoma eeUer io nün of meereia nial«
reeds op een boogte vu 1500 m. In de Alpen
tre«dt ^ dooigaana tnawlmi 8500 en 4OO0 m.
hoogte op, in gdxHgten, w^e ificUei bg den
evenaar liggen, meestal eerst of» 5000 m., bg
aommiee peraonen leUi eerat op v«d aaniienlg-
ker boogie. De Teradiqaiaelen, waarmede ^ ge-
paard gaat, kunnen leer «eiatJiilleBd (tjn, waarop
vooral de omstaadighetd van imloediaot voor-
af groote liehamelfte inspaiining, looala Vi berg-
tocbtsD on>vermiideIi|k la, «1 daa niet heelt ;daats
gehad. Bjj InehtbaOonfónn i« van Kdianel^»
HMfMnniBg geen ipnke ea nit xieb de ««te
meêetal dMi ook alleen in itoorniaaen der fono-
tie vao de heraenes. Er tareedt groote Tenmmd-
heid op. welke tot een vasten slaap aanleiding
kan g^en, tonder dat de patiint eenig lidiame-
Igk onbehagen bebodt te gsro^n. Miael an-
ders igo de veraohgntckn bjj bergbeklimmen
(lie Bergiidkte). Zwnb en agn leerlingen hafaben
voor goed beiweun, dat de oonaak Inderdaad te
weken ie in gdbiek aan laaiitot.
Op geringe hoogte, waai van berniekte g«ea
sprake is, ondei^at het maMcbeTjik licMara
enenieer den invloed van bet faoogtMlimaat met
ign g'Iera lucht, steikere bestraling en nitotn-
lïr^ der wannte, giooter OMnpebalte vaa den
dampkiiog, geringere voehtigbeid, gew$n^ gt-
lèidingavermogen voor deemdteit, alweugtieid
van etotdeeltjea en velerlei barteiiln eni. Zoo it
gebleken, dat er Mj een eenigailiw laa^rig var-
blgt een niet «naamienlqke ifermserdenw van de
blóedfonDiag optreedt, «wak bljjkt nit toene-
DigilizedbyGoOglC
fiOOOTBKUUAAT— BOOOTU.
467
mede yra de baemogiobiiia, wejke bjj
haHog tnlk een bdangrjjke rol neelt. Kunute
de menieh hoogtr •tögt. wardt ae poliiUg mei-
Iet, t«nrnl de icmeUiiif mb den polnl«g door
liehunriHken uiwid eiaweiH in bet boógiÈoA
UQueiilgker is du in de lu^rükte. Veidw
voidt ook de ftdentuJiiig ferueU en rtqst ^
IwhwHMteoiper&tirar. Op groote hoogte woi4t de
epgsreitoring Teitraagd en heeft ee& Terüei vu
eiwit phwte, lerwijl op gerin^re hoogte de ipqt-
«ertcnog mceita] geen wgiigiDg onwgut, iU4r-
entegvD «d Tefmeeidtfing vu eiwit kui un-
gttoond wolden. De UoetUnik lehfat weinig
TBTuideiingen te ondergun, Aan het hut vot-
den hQ be^bekKmmers booge «iiehen pentaM «n
vooral hij gébTek au tninug -treden litfat etoor-
nisien durran op, welke Inig niet iltlid Mndn
gerur i^.
Daarentegen lal een veiUqf op matige hoogte,
du toaaefaoi ongmeer 1200 en 2400 m. hoogte,
op de meeste mouehen «on gmiatigen inWoti) nit-
otienen, erenala waadeiiigw aUMar over offen
ol nutig Keaetidenteerd terrein. De voordeelen
ervan wrawgnui wri ia waar grooteaded weer
na tenw^eet in het kaglamt ooebtaM ii de bi*
v4oe4i £e ig nitoefenon, niet t« onderMbattoa.
Dit g^dt reede voor den gaoodok nmiaeh, mur
w nog hoogere mate voor ivele lieken. Prot. Ham-
burger vat het nnt van wb verblijf ia (wt hoog-
I&ad aldni uffiMi 1. De Uoedbweidmde orga-
nen ign ^daar tot kradriiger huwtio aaagoaet,
worden daardoor tot meerdere ptaettatie ge-
oefend en dm vei*t«ckt, terw|l de overiM wga-
k het lidiaam cwkreode het venlqf in
het boogland met «en Noed gevoed wordM, dai
r^er wia aan roode hloodliehaamjea. 9. Harti-
werking, atohriweMng en ndtUbaling namn too
die veiboofide fnnëtie dn ormnen kan nog ofi
er ormnen
wordende
ijeweging. 8. _„ . . _
de hnid in het boo^aad ondenrorpen !■ aan
groote en anelle teaiperatsnrwiM^nmn en iQ
ueh hier ipo«<Hg aan 4e oogembUkfeel^e tempo-
ratnnr der omgming aag|Mat, d« remlatie oer
bnidwaoBte er du loo veel aoeller {uati heeft,
TooAomL Na terag^eer in het laagland Ugkt de
hoU geoefewt en gehard te ijin legen plota^n-
ge tenperatnnrvenebillen. 4. In net>lio^land
wonU bet lennwigeatel weldadig aaiwedaaB, do
„ aangi , .
geeit opgrfrieiiit. Tooid lemtwiwakken en i),
die ingêapannen geestelqken aAetd moeten ver
richten, oodervinAen in dit opiiebt de geneaonde
wertiig van een veiüjif op eenigniu aanlan-
Ijjke hoogte.
Al die gnnitige invloeden worden niet alleen
in den lomer, maar ook in den winter waalgeno-
men es dM heeft er toe gekid^ dat in de laatole
iuen het hoogland ook in dit aeiioen boe langer
boa dmkker door tieken en gezonden beiocbt
wordt, algeCan van de vel«n, die dooi de winter-
■port aUur worden aaneelokt.
Ten einde den invloed van bet boogiaUimaat
op de verKfaillande fnnetiai van het nMDKbelük
lidiaam navwkenrig te kannen n^aan ta voor
de daarhg waargeacmen veraebynnlen een ver-
klaring l« kannen geven, 'weiden door jfoMo (rit
Tnrgn, Zvaft nit Beriqn t. a. weten aehappelj^e
eipeditiaa ondernomen, terwjjl In 1901 met dit
dod op den Voate Soia bet eente ittternationate
hoogtM^Mratarkim werd oogerieht, in 1905 ee-
volgd door een tweede. Om wcteDaehappelgie
Intntreiien werden aan dit doal dienetbaar ge-
maakt.
Zie-. Znmti, LoewH, JftiUer, Oaijuri, HOhenkli-
ma nnd Beegwanae rungen in ihrei Wiikong
auf den HeniAen (Berlgn 1906) en H. 1. Ham-
burger De invloed van het hoogland op bet men-
aebelgk organiame (Groni^en 190?).
■«ogtelltn» Z>B lio^fêtm.
■oocianutar dient in den boiebhoow om
de hoogte van een boom te b^mlen itaande op
den grond. Er qjn veFacidlleode hoogtemeter*,
waarran echter die van Fmutman, voh IFeJee
«B van Jbiuy het meoit bekend v^'a. De eente
beide benwten op de gelgkvanaighflid van rerfit-
hoekige driAoeken, gevomd (kor twee ijiden
van het initrwnent en een aehietlood alt bypo-
thennaa; bij fanimamn beetaat die nit draad,
die Kdtt door den wind hewogen weidt, terwj}!
men de afleiing in een apiegel moet doen, viaee-
rende naar den top re^t. voet van den boom; bq
V<m Wmt wordt de hnothanoia gevormd door
een dridiodi(( (tnafje, diu in een gctandtn rud
inqKtU, terwqt men door een k^er met diopler
Tiaeert. Het toestd van Abuf heeft ook tta kq-
ker, maar daar leeal men de hoogte al in pro-
centen van den alatand van den waarnemer tot
den boon; tqj het viaeeren baat men de bel va*
ren om een iioriiontale aa draaibaar waterpai in-
Hoovtnwtliir. Het m<(m eener hoogte
kan op drietrlei wgxe .geaehieden: trigatomt-
Uitek, door middel van vaUrfOÊring (lie aUaat)
ttr). In aommige gMaÖen lan i^ seehtatreeke ge-
Mhiedei; men kan ^. van den top «an een
toroB een meetko««d neerlaten. Znibi ia editer
bjij beiges onnitvoeAaar. In £t gevnl neeant men
ign toevioebt tot een boekoieetanairwBent. Wil
men namdijk de hoogte kennen vaa B O ^e de
Hoogtemeting.
figwu), dan meet men op de Iqn i4 S en haar
verlenëde de hoeken BAC fhet Bnpfilement van
C AA^ en AA' O, benervens de lengte van A A'.
Dit deoe geoevens kan men aOe overige lünen
der beide dneboeken — dn ook de èoegle B O
— berekenen. In de prMt$k geschiedt een der-
gelqte hoogtemeting, ook wel IrigoitottuMiekê
«MferjMssnt^ genoeiod, doorguns door den «f-
BlandB.J'en den vertieaalhoA BjI'0 te moten.
SteHan wq fl J' =^ o, den vttitieaathock = o en
de gesoebte Aoogte fiC = A, duUk^o.
tang. o.
Het nanwkenrigite reinltaat bg hoogtemetin-
gen verkrqgt men echter door middel van wa-
terpaaaing (^eoMeMaeAe ttJeeUMrtRsJ.
HoortU. Zie Oeiydaii.
DigilizedbyGoOglC
HOOG VEEN— HOOI.
Mie ^
, T«id«T
Hoorv««lt* Zie Vetn.
KitOKVéUL, Johannet Ssndrihu Bverardm
Jaeobu», een noi»Dedi-£at)Kdiek ffodgdeenk en
«th^Teer, werd den 25Bten Jidi 1818 te El<len Uj
AiQttMD geiboren, beioeht het BTmnuinin te Ng-
megen, atndeerde ia de wijebcgeeTte te Calen-
fcoTg en in de eodgeleenBieid >te Rösenbnrg, Hn
TertnA in 19(n naar Rome, waar hq ia hta
in 4e Hhw^ie en iji Narember duruuTti^ende
in At tiiomietiMbe vt>^begeerte pFamoreerde. Tan
ApTÜ IWS tot Ai^iuhu 1906 wm bq kspelMn
te IJBetatetD, daarna pn^neot in de wöabege^rte
aan het aartdrïstoboppemfc Beminarie te Cokn-
boTg, dat in Septemtet 1906 «it de hukdea d«r
Jezoleten orerginr in die Tan den Utreebtwlien
Mcnlieren denu. BS weilte awde
blad .jHet Gentrwn'' en uo verachilleBde
KfariUcD, Q.a. MUI „Van Onnn Tgd". T.
«dir«ef hg de wgigeerige orerskhUn raor 9k
„Annnaria" Taa de apiriogetiadie vereeniging
„Petros Camaot" en in 1916 wai fafi madestieh-
tei Tan het algemeene RoomMii-Ka^lieke tijd-
•cbrift „De Beiaard". Hq «chreBf „Thomaa Tan
A^ino" (naar Qnhmtmn, 1SI4) en ,J>e ni«D«e
wüsbegeerte, een stadie OTerBergaon" (1915). H'g
ia aedert 1915 teveiu docent in de wnebegeerte
en paedagogie aan de BoomMh-EatbolMJce leer-
gangen te R-Herto^eriboub.
Hoevrerruul w een woord, wtardooi wor-
den aangednid «kere miadr^en tegen de ni-
Ugfaeid Tan den Staat. In bet Bomeineehe Radit
en ook later «nders^eidde men tweeirlei Toim
Tan etAatemie^t: tnajesteitasebennii «n hoog-
Terraad (perdutltio).
Bet eente wm neer gendk tegan den Tont
ala gtdwiKgd peteoon, — het laatite braefat den
Staat meer in gwaar, <andat het tegen den Staat
recbtetKeks gericht ie, hetcg dooi T^nddj^be-
deo Tan boitenUadHiie mogendhsdea nit te bik-
ken, Aetsjj door het land Tan den Torat te be-
looren ens. Het Doitiehe etnfwefl>oek onder-
aoheidt boo^eiiaad en landTerraad. Okder boog-
Terraad Tauen yoigeag dat WetJbo^ aanjagen
tet^n den regcerenden vorst abmade pogingen
om het Rjfk grfieel of gedeeltelijk onder vreemde
heeiartiap^ te brengen; laiKWcrraad pleegt de
Doitoeher, die gednreiide een tegen bet Dsit«die
Üglc nitgebrofcen ooriw opietteKk den Tfjand
hulp Terleent of den Diutachen troepen nadeel
toebreng. One -tegenwooids Strafwetboek ge-
bniikt.het «ooid boogrerraad niet, nuar geeft in
den cereten titel Tan bet tweede boek een om-
eehriJTJng laa een aanl&l miBdr^ien ^en de
TeiKgheM van den Staat, die met Tr|j nrare atral-
len — ROOM ievenilange gerangenieétnJ — wor-
den t>edreigd.
Be*rTlakt« i« de niotn Toor een nitee-
ettekte, boog gelegen TJikte. woal« hm. ïn En-
roM die Tan Caetilil (Spanje), in AnS die tan
tibet ol Inn, tn Z.-Ai»erlka die van Qaito eni.
Vooral in Uimaait. en daardoor ook in de i^anten.
wereld, «Ddereeh^dt lieh de boogTlakte Tan de
airerige Tonnen der aarA>n>erTlakte. De Indit i«
er ^er en iniTerder, het mnratotgehaHe gerin-
ger, de beafraling diMr de len en de oitstnliog
■teiker dan in het laKtand, de Terdampfng aan-
zien)^ en bngevolg de Torfitiglield gering. Ook
toeeoben bet nimaot van bergland en boogWakte
bestaan aaniienlüke TersehiMen. Sommige hoog-
Tlakten, soo^e in bet W. «an Tibet, ign löd boog
gelegen, dbt ïg niet meer bewoonbaar idb.
Hoarrllet, AnuM, een Nederiandacn dich-
ter, den Sden Aini 168t te Tlaardingen getHwen.
was reeds Tioeg klerk bj een notaria, doen be^al
zich weldra naar Dordredit otn er de betrekking
te aanTaavden Tan schrqTer <rf boekhooder bg dé
bank Tan leening. Hier tweni hij in aanraking
met eenige dicblere, leerde Latjjn, om de wer-
ken der Sotneinsdbe diditere te lesen, en Tertaal-
de de „FeeeMagen" Tan OMiuê. Op S^jarigen
Ieefti|d kwam hg te Amsterdam, waar t^i aJi
boekhooder weiteaam wag In een tnikeiraoi na-
der^. Daarna wae hg boekhmder bji wintSunlel-
maatkcliawjien, bü wier t«1 hQ i|n TennogeB
Terloor. t6t werd ng de plaMaTerranger Tan ^
broeder in een condmidBaak te TlaariUngen en
tsTeDB talelbooder ran de bank tas leening al-
daar. Hier ToUooide h^ ^ meeat bekend dieèt-
weik: „Afcnèam de AartOTadei". In 1750 werd
bg tot raad en TroedNfa^) nknen en hS cfrer-
leed den 17ifen Oetobei 1763. Men heelt vaa
hem: „OridiiiB Naso'e Feestdagen in dictit Ter-
taald" (2de dn* ITIS), „Abraham de Aartera-
der" (11de dn>k 1841), „IbogeUelitett'' (2de
dn* 1138], .Terfolg der MeDg^iefaten" (J753),
„ZQdebaien, hofdichf* (1740) en „Eerdrroon Toor
de itede Tlaardingen" (2de dnik 1771). Oh*oon
geen diehter Tan wgden Uik of groote oorsproa-
le^kheM, heeft Boogvliet menigimaal teer goede
Teraen geeehreren. In elk ^er^ behoort l^j tot
de beete diditers van ijjn tfjd.
- ~ ~.W.) I
1 Tioed bg elk getg. Zie
Bji. groot, net (1915)
9054 inwonen, wonft beneud dooi de ZnideTwe
en door 4e g«meeiit«i Wiofcel, Nienwe-NiedDip,
Oode-Niedorp, Heei-Hngowaud, <^meer en Ae-
békeA. Tot de gemeenten behooren de donpen
Hoogwood en Aartswond. deelen Tan de dorden
Lambertsdiagen en De Weere, benerena eenige
buurten en geliuditen. De bodetn bestaat nit
Tmehtbare leeklei, die tSt» oogtten Toortttrengt
en leer geeefaikt is Toor de Teeteelt.
Het fraaie dorp Hoogwond bent een Henorm-
de en een Bocmeeè-EatboK^e keA. Het is be-
kend, doordat et de iRoomwh-koning Willam II
den 26iten oi SSaten Januari 1256 tegen de Wert-
Frieien eneoTdde.
H(M>1 is gedroogd grtt. Ook ander gechoogd
groesTOer wordt noo genoemd, onder bgvoeging
Tsn den naam van het gewae, waarren het af-
koiDetig ia.
De waarde Tan bet booi ie leer TerMhiBend
en hangt at van den aaid en de gesteHbeid Tan
het hoofland; akmedc Tan den graad van ont-
wikkeling, wsaibg bet gras is gemaaid, de wg-
ee, waarop en bet weer, waait^ het i« gewen-
nen. Het beete bod wordt geiroDien Tan de
zware, goed ontwaterde en goed beneite ktei-
gronden; dat van de licktere gronden is Tan ge-
rineete kwaliteit, erenale dat tan drassige, itire
, gewoontgk annr booi genoefnd en Toor
D,o,l,zedb,GoOgle
HOOI— HOOIHAM.
469
atnn tMBtaixt is Maneden en de ireerBgmteM-
ffedoreiKk liet booiea gnuetigci it g«weMt.
Seb«i£ii>dige BatntnskUing: »e Landbouwpro-
dueten.
Ten einde met bet booi de grootste hoeTeeUieid
verteeri»ie Tcedende etof pei lekere ofiiKFTlaite
te winoeo, ia het gewensciit het gras te OMclen, i
sl« het meeren<lMl det gnueea i« begonnen met
bloeien. Ooed gewonnen hooi ie gefeemoerkt
door een gioendditiee tint. Tea eiwfe mik booi
te Doeeten, moet faet gemiAKle gru zoo weinig
mog^k aan de iawemng v»a regen en dauw
woiden fclootgeateU, ToonI aU bet
leeda een gedeeUelqke droging
heeft ODdeigMO. Zoodis dee fooi-
gena de danw Tan bet veld ia, kan
bet bg droog «eer worden nitge-
apreid, om bet aan de Ineht en de
zonnewarmte Uoot te stellen, ten
einde het OTertoUige rwetstiewa-
ter te doen Teidui^wn. Teffen den
avond moet het in kleine noopiea
worden aamen^iacbt, om bet den
volgenden morgen weder oit te
apreidea en bet dei avonda tot
grootere hoopen bgeen te garen. De-
ze bewei&iog woidt loo vad her-
haald tot hetbooi voldoend droog it.
Daarbg knnnen de hoopjea dee te
KTOoter worden gemaakt, naarmate
net booi droger ia geworden. Aii
er regen dreigt, worden de boopen
100 f[TOot raogelvk genomen om zoo
weinig mogelijk hooi nat te doen
worden. Het faooi ia 'voldoend droi^, ala het by
wringing enpereii^geen vo^tmeernit doet tre-
den. Het mag niet brooa zjjQgeworden. B|j warm,
drogend weer ie het booien goedig algeloopen. B|j
her&aMe r^^ena gaat bet met groote moeilvUHden
gepaard, daai bet nilgeeprudc hooi dan aeer djk-
wpa moet worden gaeenl, in hoopea geut en
weder nilgeqireid moet wWen, wat met opoffe-
ring nn veet 'tqd en koeten gepaard gaat en
wainbf door berhaalde bmoditiging en daamiedc
gepaard gaande onlbindiiw een minderwaanNg
prodaet wordt gewonnen. Deie beaw&ren kunnen
grootendeela wOrden onderraogen door het ge-
maaide graa ot wel de klftver, OMkt ze g«dnren-
de enkele etmalen verwelkt ign, af atokken te
dro^. Dese zgn otnetreeka 2 n. kng en worden
8 bgeen in den vorm van «en pjiamide op het
land geut en ^ ± 60 cal hoogte van imr^
stokken voorden, waarop bet te drogen groen-
voer tot boven den top der pjramide worat op-
gestapeld. Zoo kan het bleven staan tot bet droog
geno«ig is, om te worden ingabaald, ola hat ten>
minste niet in in- en uitwendig té natten toe-
stand ia opgestapeld .Het nitwenaige van den hoop
wordt wel blediengeel.maarbet ui»end)geb1j)Ê
een gewwaehte groenaebtige tint behouden. Boven-
dien wordt bjj dese wgie van oogtten bet voor-
ded veitoegon, dat leer weinig blad verloren gaat
en daarmede bet metst voedume deel der plant
wordt bewaard. Er worde vooral lorg voor gedra-
gen, dat de hoopui niet te ^loot worden geno-
men, in 't bözoDder niet bg nog vrg waterr^
booi en booi, dat licht tot e«i eotnpade massa
ineenaakt, looab grasfaocn.
Ten einde bg het hooien aan arbeid te winnen,
wordt bjj het uitapr^iden en koeren van het hooi
gebruik gemaakt van hooiaeliudderB en iwad-
keerders eo ig het bgeengaren van faooiharken en
Seeombineerde hooihark-iwadkeerders: machines,
ie door paarden over het veld worden getrok-
ken en preven. De geeomèin eerde booibaik-
iwadkeerder kas zeer geschikt worden gebmikt
bjj het mAea ot wierden, d;w.s. tot bet b^een-
breiuen van bet booi tot diikjet, tervq! l>et vao
de likjes vhg in n^en of ofipers kan wordoi
gebraciit door middel van bet leemtuig. Dit ««rk
Hoi^bark.
wordt teemen genoemd.
Zie: E. Qrain <m D. Bneq-Rouneu, Traite
des foin* (Parijs 1912).
Hnokamtbnu^ Zie HooUcoortt.
HOAlliArk is oen landbonwweiklnig, dat be-
staat nit een tw«ewidke kar, wtuudn «on groots
hark, voorzien van sten gebogen, vevende tw?
den, is aangflbracbt. waarmede het hooi bQeoi
kan worden g«barkt. De tsAdeo tQa toodanlg in
de hork bevestigd, dat ie ieder alsonderlöh of bg
paren op en neer koiraen worden herwogen om de
onellenbeden van den bodem be ktmnea volgen.
De hark kan doer middd van een stebal van nel-
bo(Hnen door den bettnnióer, die acfater de ma-
ebine gaat ot er op lit, met hai>den en voeten
om een aa zoodanig wwden gewenteld, d«t d«
ponten der tanden worden opgéUebt en bet lw<ri
door eigen gewicht oit de IuuIl valt of ar dooi
overlangs indemaehineaangebraAtestangMt nit
wordt gestreken. Door opzetten aan deie atangea
wordt verhinderd, dat de tanden er met de pon-
ten overheen springen. De madune is ook dïk-
wglg zoo ingericht, dat bet wentelen van de hark
door het paard kan worden verricht en in dat
feval wordt gesproken van een iclfweikende fcooi-
ark. Door het versteUen van de widen of van
het lemoen, kan zorg worden gedragen, dat de
tanden van de bark onder alle omstan^hedea
op de juiste hoogte boven den grond h^ grat
k nonen grgpen.
Bij het vervoer van de hoeikaifc in niet-wer-
kenden toestand kan de hark in baar boogsten
stand door middd van oen haafc worden vastg»
zet
DigilizedbyGoOglC
HO0iIEOC»VrS— QOCW.
Hooikoorts. In de wmermuiMlen, tootsI
ia de eeraU, krijeca tMnrni^ mensetieD. iraDneer
zg baiten in de Moeiende weide gebopen bebben,
unvallen Tan eaUrrb in dcdb en oogen; de neni
loopt en DTikkelt tot veelTiildiK nieien, de oogen
tranen, xnn liebtschaw en rood, dt oogledeD ee-
iwollea; iielite ilikbcnraren en bnnden in net
Rlikdiimhoofd worden geioeld en odiiib breidt de
cidiTeert, loodra de patiBivt sidi «eer &an ^ttar
Uootatelt. Dat gevaar beataat in het «toitmeel
*an bloeiende gianen, voora] van lOgge, dat lioh
in de lucht veibreidt, in nene en oogen dringt
en in het aecreet van deie organen ian aange-
toond worden. Dunbar IcTerde bet bewj^, dui
bij nit het «taifnieel ^d gittife
stof Teikreeg, die in elk jaargefq-
de, op het Blymvliet van vatfiare
Eereonen gebracht, een aanval van
ooikooilï Teioorzaikte. Dcwr bet ,
in de adera raa kongnen in te apni-
ten, gelukte bet nit hun bloed «en
Mrum te Terkijjgen, dat bij pa-
tiSuten «oder de huid ingespoten,
den aanval verkort of slechte, een
tÜdel^ke onvatbiaiiieid voor nieu-
we aanvriien verscbalt. Daaixiaoi
en ooidoordep^nlgke twrilinc van
de plaatt det intpoilia^ Iteett
bet poliantine nog maar gennse practiache waar-
de gekregen. De vatitaarneid la echter niet aeei
verbreid, arbeiden en de gewone plattelaniMw-
Ttdking igo er ongevoeKg voor, ineeatal ign de
patiBoten nit de Setchaude stadektingen, tva-
Rcben de 16 en 30 jaar oiid. Een andere vorm
van booikoorte is bet hooiasthma, welke niet van
een gewone aatbrna-aanval Teraebilt, maar er be-
•laan overga ngsvonnen tusceben den asthmati-
ichen en den catarrbalen Yonn. Prof. Koiier
Tond veel baat bg de inademing van menthol; oofc
tracht men wei met eoeaTne el laortgeHjke pra«-
paratea de itifaiivlieien onmoelig te maken ot
met praeparaten van de bgn:er als adrenaline, die
den Dloedrgkdom en de iweüing etvan tegen-
bonden. Hm tracht ook wel door lalvui de nens-.
gaten voor het pollen ontoegank^ük te maken
of Eoeht in den gevaarleken tj^ aireken op, <ke
dan vrQ van dat etnifaneel s^n. Een ipeGÏfiet
middel locht men in het ^noemde voUaniing,
waarmee men ook wel in poedenrorm ol in oploa-
tiitf de sljjmvlietea beetrgkt. Er beitaat een
„höoikoortevereeni^ing van Helgoland", een Ter-
eeniging van patilnten. die in Jaarigkaehe be-
richten elkaar op de booste van de befaanddinga-
ffletboden honden (voorzitter ie Otto ScAtiffi te
Bannover).
Liltntuur: Dtmbar, Zur Druche nnd neiifi-
scben Heilai« dee Efenriebera [HflncheD 1903):
Lvda, Dae Benfiebei (Bertfia 1911).
Booliwra. Zie Hyctraulwefte pen en Per«.
Hoelscfandder ia een Undfconw werktuig,
dal beetaat nit een tweewlelige kar, waarin een
dwarriiggende ae ia aangebrauit, om welke bas-
pels kunnen wenteles, die aan de uiteinden voor.
kien lijn van barken of rattels, welke het grae
kunnen grgpen. De han>el« worden in beweging
gebracht van oit de wielen door midld van kam-
raderen, die loo kunnen worden gesteld, dat de
haspels het graa dl aehteruil öf vooruit en om-
boog bunnen werpen. De haAen of giftele wor-
den door een veer in hun noimalen stand gehou-
den, zoodat ie bü oneffenheden van den bodem
kunnen nitwgken. Aan de machine is een atelin-
richtin^ om ie, 'bijv. na verwisseling van paarden'
op de jniete hoogte boven den grond in net grat
te kunnen doen grgpen en tevens is een zetel
voor den bestniiraeT aangebracht. Van Ameri-
kaanseben oorsprong zijn de hooischnddera, die
van gaffels zgn loonien, welke in een loodanige,
acbommelende beweging kunnen worden ge-
bracht, dat ze met bun tanden het graa grjjpen
en achteruit omboog werpen. Deze werktuigen
j worden wel „tedden" genoemd. Deie galfela
knnnen hooger ot lager worden getteld, Zg wor-
den in een «ehommclende bew^ing gebracht,
door middel van een in versebillende vluken ge-
bogen krukas, die haar bewegiuf^ ktggt van nit
de wielen. De wielen werken bg voorwaarUclie
beweging van bet werktuig door middel van een
palwerk op een as, die dware door de machine
loopt en vooriien ie van een inwendig geland
cjhndervormig rad. Daarin grgpt een nmdad,
hetwelk geplaatst il op een tweede dwarsae, waar-
op tevens een ^ettingrad is bevestigd. Orer dit
keltingrad loopt een ketting, die voert naar een
ander Icettingrad, hetwelk mtlutst is op de ved-
voDd{g geb^en krakae. iWehen rondeel en
eerstgenoemd kettingrad op de tweede dwarsas
is een losse kof^ing aangebracht, door midd«l
waarvan bg voortgaande beweging van het werk-
tuig de gaffels in en nit het werk kunnen wor-
den geet^. De gaffelt aga behahe aan de kruk-
as aan hnn boveneinde bewee^lgk bevestigd aan
een lange verbindt ngsEtang. die meer naar voren
lelt beweeglijk in bet vrerituig ie bevestigd. De
tanden der eaflete zgn veerend aan den «teel be-
vestigd, zoodat te kunnen uitwnken als ie tegen
hindernissen slaan. Dooi middel van een t{lim^
laar kan het vooreinde van bet raam hooger ol
lagei ten opiichte van het lenxten worden ge-
plaatst, opdat de afstand der gaf Iel tanden
van den grond kan worden gereild,
BoolWftt«t> (PhaUmgiidéH) is de naam voor
een gtoep spinachtige dieren, ook wd baiterd-
spinnen geheeten. Zg bezitten geen spinklieien,
tóinnen derhalve geen web maken; sg gaan
's avonds op roof uit en voeden lidi hooraüke-
li^ met kleine insecten. Met hnn leer laiwe, van
haakjee voorziene pooten hangen ie overdag aan
moren, schuttingen enx.
Bock. achter natannretenachappelgks namen
DigilizedbyGoOglC
HOOK— HOOEBR.
is de «Ikortiog' toot W. 3. HoiAer (lie aldui).
Book, Theodor Edward, «en GneelMh ro-
miDMbrgTeT, den 22itaii Septetub»! 1788 te Lon-
den geboren, onWiBg igQ opleiding op de tebool
te Hftnow, wM ü Tioeg een geeetiff impToriMtoi
eo trad reeda in 1805 als tooneeMiehter op. In
1S12 weid hy benoemd tot oobranBer-gtneTMl en
kaaiier op het eilaiid Manritini. Nadat hü 6 Ja-
ren die betrekking bekleed had. maakte een ig-
ner ondergeeehikte ambtenaTttn misbrnik Tan Ter-
trouwen, loodat bg een aaniienljjk t^oit in de
kaï nioeet dekken. Bg ii}n tendeer in Ense-
land (1819) werd een ondanoek ingeiteld en D«t
Tonnis, eeret in 1823 nitgeipioken, TerpUetttte
hem tot teni^taling eener mm van 12 000 pond
sterUng. Inmiddeli wae hij ledactenr geworden
Tan b^ dabkd ^ohn Bo^, waarin hj) de belAn-
gen der toriei Tentedigde. Niettenin kwam hjj
" " 'i de' gernngenia schreef hq de
, welke- onder den üifi .^jinge
doings" (1826—1829, 9 dln.) bi) bet [ndiliel
[ieki
rrooten bgral Tonden, dat ig hem een
4000 pond elerling Tertchafteo. Bg herkreeR
daariM) weMra liin Trgheid, wgiMe lich gehea
aan <fe letteikonde en sehreet: „Muwel" (1S83)
„The panon's daogliter" (1883) én .Jatc and
pride" (1833). In 1836 fcebutte hü tieh met de
redaetje Tan het „New Honthlj' Hagaiine", waai.
tooi M „Qilbeit Oninej" en het minder Ter-
dienetemk verTok „Qnme; manied" lehieef, die
later ook afioadérUjk ign oitRegeTen. Daarna
Tendwnes: ,Jaek Brag" (f1B86). „Urth, deathi
and maitiaget" (1889) «n „Fathen and iont"
(1840). ffljn laaUte roman „Peie^ioe Banee" (8
dis., 1842) Tenehcen eerst na igD dood. Al ign
gesebriftan getuigen Tan ifin meudienkenBii en
geeitigheid, maat ook Tan de Ttaehtigheid, waai-
mede iQ gesehieTen i^n. H^ oreileea te Fnlham
den 24«tea Augnatnt I84I.
Hook, Jam**, deken Tan Woicheater en aidii-
diaken Tan Huntlngdon, een broeder Tan du>
Torige, in 1771 geboien en in 1828 OTeiIeden, wae
eteneens een vverw aanhanger der Torn)*rtii.
Men bedt Tas hem 2 roinaiH: „Pob Owen" (1822)
en „Perqp HaUoi;" (1823), waaiin hjf de (tMt-
kondise aangelegenheden Tan den dag bebtndrit,
alemeoe een aantal TlngMhriften en teeiredenen.
Book, IFotter Farquhar, een Mon van den vo-
rige, in 1708 geboien, stwleerde te Ozford in de
godgdeeTdhera en werd aehteieesrolgeni dom-
heei tt Linecdn, kapelaui der koningin co in
1866 dekaan Tan Cliiehe*tei. Hg ovaileed den
20eten October 1875. Ali HArjjyei beeft hjj een
goeden naam TerworTen door ijjn „Chnich Die-
tionary" (15de drak 1896), ^a eeeleeiaRtieal bio-
grarfij" (1845—1852, 8 dln.), „LiTea of the
arehbiebops of Canterbory" (1861—1876, 12
dln.) en „The ébattb and it« ordinanoeB" (2
dln., 1876).
Books, flo6erl, een Engdaeh aahmifcnndlge,
den 18den Jnli 1685 te Freiwal«i op het eiknd
Wight geboren, studeerde te Oifonj en wat
«enigen tjid aniatent Tan Bojrte. In 1662 werd
hjj TeiiioiMeB aan de pat <^geiiehte „Bo^l So-
ciety" te Londen, aan welke initelling hg spoe-
dig tot tecretarii werd benoemd, In 167S wi '
hg hoorieeraai in de wiiknnde aan de aniTei_
teit te Lntden, waar bg den Sdoi TtaaxX I70B
OTerleed. OnutreAs 1658 Terbeterde Book* de
toenmalige uknnrwerken door het aanbrengen
Tan een ipiraal in de onmit; in 1660 Tond bg
de naar hem genoemd« wet der elutieiteit. Een
Btndie OT«r de klenren bg dunne plaatjes werd in
I66S door hem gepubliceerd, terwijl in 1684 de
eerste optische telegiaal door BaiA* werd ge-
en nstrneerd. '
BtM^er, WUUiim Jaekton, een Engelwb
Clantkundige, den 6deD Juli 178S te Norwlch ge-
oren, deed in 1809 een plantknndige reii naar
IJbIsmI, welke hg beecfaree! In lün boek „A Jour-
nal of 8 tour in leeland" (2da dmk 1813, 2 dln.).
In ISI5 untaaidde hü het hoOKleeraarü&nbt in
de plantknnde te Qiawow. Hjj IcTetde 'een ver-
Tolg Tan bet „Botanieaf Hanune", in 1787 door
CuftU gesticht, redigeerde de „Botanieal Hiteel-
Isny" (1830 — 1868) en het „London Joninal of
Botan?" (1834— 184S) en schreef ,J(a«eoIogia
BriUnniea" (2de druk 1827), .Jlora Beotica"
(1821), „Fkra boi«ali-americana" (1833—1840,
2 dJn,), „Tbe Brittsh Flor" (8ste dmk 1860, S
din.), „Oenera filleum" (1842), ,A)eciet filienm"
(1846—1864, 5 dln.) en .JiKces eiotieae" (1859),
Wegens ign wetenscbif^elgke Terdienaten werd
hg ridder en Ister direetenr Tan den koninklijken
hortus te Eew,. waaromtrent hg Terslag gaf in
OTerleed te Sew den 12den Aogvitni I86S.
Booker, Joteph DaUon, een plantknndige en
Hwn Tan den Tooittaande, den SOttrn Jam 1817
te Halemrorth (SnHolk) geboren, studeerde in de
medidinen, vergeielde ü* geneesheer in 1839
— 1843 kapitein Ross op ign todit n&ai de Zuid-
pool en leTerde als Tracht xgner nasporingen
„Flora sntaictica" y844— 1847, 9 dln,), „Fkra
NoTse Zeeiandiae" (1853— I8GS, 2 dln.) en ,71o-
la TaRDanica" (1860, 2 dln.). In 1847 ondernam
aeen botanische reis naar IndÜ, bereikte in
8 Calcntta, beklom het Himalajag^rgte en
drong door tot in Tibet, wur bjj een groot aan-
tal nieuwe planten ontdekte. Hg betehreef dete
in „Himalayan Journal" (1854, 2 dln.). Na den
dood ijjns Taders Tolgde hg deun op als direc-
teur Tan den plantentnin te Kew. In 1871 be-
loeht hg ManAko en beklom den Orooten Atlas,
TSDwaar h9 een menigte planten naar Eew me-
detiraeht Deie reit beschreef hB in het „Joamal
of a lonr in Horocco and the Qieit Atlas"
(1878). Veider leverde hg nog „The itododen-
drons of Kkkim HünalsTa^' (lg49— 1851, 8 dln.),
„He flora ot British in^a'" (dl. 1—10, 1872
ens,) n met BnUkam „Genen plantai^m" (1862
—1888, 8 dln.).
Bookar, Joteph, een Mooid-Ameriksansdi
generaal, den ISden Narember 1814 te (Hd-Had-
Fe; in Hasüehamtta geboren, ontving tQn oplei-
'ine aan de militaire aead«n>ie t« Weetpoint ex
era tn 1S87 mtlaatct als onderin! tenant t^ de
artillerie. HQ Sleet aan boTengeaoemde academie
verbonden tot 1S46. HR naln als kapitein deel
aan den vridtocht tegen Heiieo en bleef tot 1858
in werkelijken dienat. Toen b^on h{j sich in Ca.
lifomiB op den landbonw toe te leggen. Bg het
nitbaraten van den Burgeroorlog werd hg tot
brigade«enerasl der vrgwitligers benoemd. Aan
het hoofd eener diritie Terdreel hji de Znidelg-
DigilizedbyGoOglC
BOOKBB-iHOOP.
keu oit y«ikti>wit dn lerecde hnn met £«artiey
d«ii faloe^^«n Blag bij WiUiuuBbars. Ook uo
den Zevenéugiehen sW nam hjj deel, iiuon-
derbsid bü SuUmo-HiU, wuu hg i^a aanvui-
keljjlie nederlMg in mq overwicniDg Terandei-
de. Ook ondenuieidde hij lieh in den veldtocht
bg den Rappafaannoek. Tot generaal-majooi be-
vordeni, droeg hq den 17den Septunbec 1362
door ign wel^elukten aanTkl op Stoneirall Ja*^-
(OD niet weimg' bg tot de lege. Ali eonimandant
Tan een Kioots dÏTisie, leed hq des ISdeu De-
eeinbei lBÖ2 bjj Fiedeiikabnrg de nedeilug. In
Jannari dsaraaoTolKende weid hq in plutt van
Bunuidt tot oppecbevdbebber benoemd. Tegen
het einde van April opende bn den veldtocht in
Viiginia, welke reeds den Sden Uei met iqn
Toüomen nedeilaag eindigde. UaAer, die neinig
geschiktheid beiat om met een groot leger te
werken, trok over den Eappahumodi ten^ en
bleef den igand in het oog honden. Deie echter
dcong tegen het einde van Juni onder betel van
LeÊ door het ShenandDabdsJ in Harylind en
PennsjlTaniS. Hookar tolgde met Tersnelde mir-
sehen en waa gereed om hem shg te lefeien,
toen bq d«n 2D8ten Juni 1863 bet oppeAevel
aan Mmute moest afstaan, die, naai d« oooi Boo-
leer beraamde plannen, eenige dagen latei d^n
vijand bq aettjeborg verslof. Van na at bleef
aoóktr enkel als eoipaeommandant werkzaam
en werd ah EOod«nig in het najaar Tan 18S3 met
het Mde en I2de lorpa naar Chattanooga ge-
losden, waar hg tot de aveiwinningen Tan Tho-
HUM en Sfiemaa bgdroeg. Tegen het einde Tan
'1B64 werd hg militaire gonTcrnenr Tan Ohio en
latei alt loodanig te New-Yoik; hq nam in 1866
ign oDtalag en overleed te Garden-City op Long-
Idand den Kisten October 1879.
Hookari jVmmf, is Mn berg in de Canadee-
Bche Body Uonntaina, in het biongebied Tan
den Athabaaea on de Cofairobia, die 3460
hoogte heteikt.
Hook-CU. aditei natuarwelensdiamelöke
namen is de afkorting voot i. D. Book*r (ti« al-
daar).
Hoollran ia een «edett onutieeke 18&8 Toor
het eerst te Londen gebniikt woord, met d« b«-
teek«nis. Tan .Arntaal menaeh", goweldenaai.
Het is waanebgolök ontleend aas den naam tbi
een persoon, die in het LoBdentciie itadigwlwlte
St, QileB of Soathwack tooi 't eerat ijin wanda-
beiigd wordt tooi iemand, die prognou Teroor-
laakt en bintale gewelddaden pleegt (ehotUgaaf.
Hoop, Van der, ie de naam van een aanzien-
Iqk N«aerland*ch geslacht.
ifoop, Adriaoit wm d», em 'Nederlandaeh
ataatenian, den Sden April 1701 te 'i-GiaTenhage
geboren, atadeeide en promovoerde in de lechtoi
en wera toen leerelarit der generalJteite reken-
kamer en was tot 1748 Mcretaiii Tan den Baad
Tan State. Daai iój lieh niet ouieiwerpen kon
aan het legeeringgbeMd Tan den stadfaonder,
Troeg hg toen ontalag en leidde een ambteloot
leven. Hoogit belangrgk zgn de door hem nage-
laien handachiiflen, welke thani op het Bökaai-
chief belasten, Tooral ujne bouwstoffen tooi een
gesehiedenii der verdediging Tan ona land. Hg
' oreileed «i ign buitengoed Dgeheiwaal bg 'a-Gift-
Tsaande den ISden Kovmber 17S7.
Hoop, Frnnfm» nm der, een loon van den
Tooigaandc, den 2]«ten Jaaoati 1747 te 'i^ra-
veohage geboren, atndeerde en promoveerde in d«
rechten, waa aanvankelgk eerste seeietaria der
generaliteitaiekenkamer «n werd in 1787 raad
en tbetauriei-generaal der Vereenigde Neder-
landen. Hij werd de eenige ertgeoaam Tan Frao'
foiê HemtUrhuU, doch raionk de handsehtiften
aan de Leldsche academie en het oveiige der na-
lateneehafi aan de weinig bemiddelde oeti^kin-
Sn Tan den erflater. Hü overleed iea Baten
ii 1703.
Hoop, ioan Corntiu van der, een broeder tu
den voorgaande, den 18den Mei 1742 te 'a-Gra-
venhage geboren, atudoerde te Leiden en werd in
1763 doctor in de beide rechten. In 1776 werd
hq benoemd tot landsadvocaat Toor den Kaad
Tan State. Nadat hq in 1779 odi no§ adjonet-
eeeietaris van de geoctrooieerde soctlteit van
Suriname «aa geworden, benoemde de legeeiing
van Amsterdam hem kort daarna tot poorter en
tot boekiiouder der gainJioeneD. Hq nam zijn ont-
slag ale landaadvoeaat en werd in 1781 aange-
steld tot raad en advoeaattiMaal van het collcm
der Admiraliteit te Amatetdam en een jaai la-
ter tot medelid en raad van adsietentie van den
Stadhonder-admiiaal-generaal voor de laken der
Marine. In 1795 verloor hg iqn betrekkinnn en
werd hq gevangen genoman. Na bet herirqgen
zgner vrgneid leidde hg nabg Amsterdam een
ambtelooa leven. Toen den ISden NoTembei ISIS
de Fnnsehen de hooldatad Terlielen <n 17 boU-
bele ingeietenen het voorloojNg bewind aanvaard-
den koien ig Va» dar Hoop tot knn voonitter.
Nadat het vooriot^ig bestnar den SOttea De-
cember daaraanvolgende ontbonden waa, werd
Van der Boop den Men April 1814 dMi den
Sonverainaa Vorst benoemd tot seeretaria Tan
Staat TOor de Marine, belastte lidi in JoÜ tooi
korten tgd met de portefenilie vaa Eokmiln en
ontving in Septefflbei 1815 den titel van minin-
tei van Marine, alsmede het grootkiuie der oide
van den Nedeihndscben Leeaw. Hg oveileed te
'e-QTaTenbage den ISden Maart 1825.
Boop, A£iaan van der, een loon van den voor-
gaande, den 28sten April 1 778 te Amsterdam ge-
boren, wM in 1814 lid van de vecgadeiiog vaa
notabelen tooi het vaststellen der Orandwet.
daarna lid van de Eerste Eamei en van de Pro-
vinciale Staten van Nooid-fiolland en gemimen
tSA .\.^t .._ L.l I...J.Ik_l. II j nJT 1. i_
1354. Aan igo geboortestad veimaakte hg iqn
mnseom van Bchüdergen en een aantal belangrg-
ke handsdiriften, van iga vader en grootvader
afkomst^.
Hoop, Adriaa» van der, Jutüar, dan 2den
Jnni 1802 ie Rotterdam geboren, gaf een groot
sAntal dichtstukken, waaronder vooral Tde gele-
genheid sverzeu, in het Heht. Sommige werden
met geestdrift ontvugen en beieeldeo een 2den
of Sden druk. Tot zgn beste voortbiennelen be-
hoort: „Warschan, diAterlöke krggstaiereelen".
In 1832 nam hg met SekuÜ op lich de redactie
van het tqdtehnit ,3ödragea tot boeken- en
menecbenkennia", dat ook na den dood van laatst'
DigilizedbyGoOglC
HOW-^HOOBN.
geuoentdc oaivt ign letdiog niftwun. Vaider
Tiudt men löo Tenen in oaderntKidene jur-
boekJM iu 1830 t«t 1S42. Na ign dood vet-
scbenen nog „Lente en herfst, nagelt ten en
Tenpieide raKehtea" (4 dln., Ig5»-I8ai). Hq
oTCileed te Rotteidun den idon N»T«mJMr 1841.
Boop, Jrtt^ Adriaan «m der, een «wn tui dan
rooigüixk, w«Td ia 1826 te Rotteidim geboren,
Toltooide liJn stndiin niet en oveiiMd té Heai-
doi den ISden Febniiri 1862. Vks ijjn wertei
noemen wg: „Twaalf DagnernitjrpeB" (ISSl),
„Oelootabelgdenis" (1S51), „Nienwe Dagveno-
tjpen" (1858), „&èeUen, proia" (1864), „Ver-
hielde gedichten" (1854). „EiDderpoCiS. MjiBic-
Tingen en lusen nit bet kindeileTsn", „Voor
HoilaiMlMhe kn^ten en mnajea" (3d« dnik 1868),
.M- Heine, Potejj en prou" (1866), „Pnnten-
albnm" (ISSfi) ,J>e uienve ijuchool" (1856),
.,EledoiTeD kinderen" (1856), „De niewwe Hm-
dn de Qu» of de gonden eieren" (1867), „Ge-
4kehtML" (4 dln., 1850—1862), „Waariwid en
knnt, MbetBen en fantaiietn.. (1862)en „Pofag"
(1862).
Boorde, Joxet nm, een Vtaamtch letterkas-
dige, den ISden Oetober 1648 te Ocnt g«boi«ii,
ontTJng ign «fJeiding aan het AHienaeniD in ijjn
geboortMÜd, weid in 1862 hnl^nderwÖHi, ouuft
nam in 1866 qjn ontslag en werd het Tolgende
jaar ledaeteni van den „G«ntseben Ueienriiu".
Io,i870 werd hQ lid dei redactie tan de „Ö*-
letle Tan Q«nt". Onder den admilnaam Paul
KKi Elen ecfaieet hij met S. Bloek: „Zieleiudel,
comedie in één bedigf' (1869), „Nnd en hoog-
moed, toonetUpel in Tier bediijven (1871) en
,J)e «tiefdoditer. toonedtpel in liei bediSren"
(1872). Onder ijjn eigen naui lererde bg: ,3iiwt
de TioDw Tan nw bart, emnedie in een bedrgr'.
„Twee Tioawenl»eeIden, comedie in een bedTJ|f',
,J)e lenlootene doehtei, eomedic in een bedint",
„Een wooid otk de itrekking Tan bet Nedei-
landtdi tooneel" (1872), „Vieton nichtje, blg-
■pel met lang in twee bedr»T«n" ^t Fm
Óoethem, bekiocotd, 1874). „J. B. J. Botman Tan
Eortrgk iqn leTen » iQne weihen" (bekroond,
1876), „Ken ttTi)d tniiehen twee, eoinedie in een
bediqr' (bekroond, 1676), — en „Qninteit Vet-
■fja, tooneelipel in drie bédrgren" (1877).
Hooiivvn- Zie Ly/e^Munkiy.
Heorlvlwld wu in vroegei eenmn d« in
Tenehillende Toimen looAomende oieigiuiga-
toeatand toMehen Tijjheid en mfeigenadi^i ^e
aldaai).
Hoorn, Kaof. 2at Vuurtmtd.
Hoorn een kopeien blM^nitmnmt, be-
staande nit een bnU met talii^e windingen, nit-
loopend in een wgden treditei (bekei). Het beeft
lieb in den loop der ttjden oatwikÉeld nit de
beeïtenboren, werd later nit bont en eiadelijk
nit koper Terracrdïgd, en diende nog lang faootd-
ukelgk Toor het geTen Tsn nfialn (jaeht-
boorni. wovdhoonu). Eerst in de laatite helft
der 17de eeow weoden de JMbtbooni (tnunpet
de ohaase) meer bepaaldelijk ali nniiekini^-
mentsn fnuikt, ia d« 18de eenw kigpt de
hoorn een plaats in bet orkest. De Aoom i* een
i.g. Batnar-fnstnimBnt, endat de TtraebiUwde
tonen alleen door Tereichillende itelling dei lip-
pen (tn^onehmrt) kwuen woidea Toortgebraetit,
en dan nog wel alleen een fa^ikt aantal iianiar-
lonen (lie aldui) kannen worden gebniikt, nj.
de 2e, 3c, 4e, 5e, 6e, 8e, 9e, 10e, 12e, 15e en ISe.
Daarbn ii de hoorn aan eeo tMpaalde stemmiitg
gebonden, al oaangelang van den oouw; zoo onder-
sebeidt men boom in F, Es, E, eiu. Op een F-
hoorn kunnen dn« alleen geblaien worden de to-
nen P, e, 1, a, e^. P, g», a\ e», e", P. Het »et-
mogen Tkn den Iwoin waa dns leei beperkt; wel
kon men enkele tonen door het itekan tu de
band in den beker (a.g. „etof^en") een halTen
toon TeiUgen en op ttie manier enkele gapingen
Banrnllen, doch dit waa een geraftilök eiperi-
ment, voord Hndal bet den kUnk aUesbehalTe
verfraait. Okn d<w lOOTeel mogelijk „open" tonen
te kannen gefamiken, echreten de eomponieten
de ateBiniiBg der hooma tooi in Teiband met den
hoofdtooneoort Tan bon werk (ïn een werk ia
l>-dur doe hoorns in D). Dooi bet eebrniken Tan
loste inutitokken kui men den>elt<Mn hoocn wel
Tan stemming Terandeten (een kleinere windtog
of beogel maakt den buia korter en Tcrboogt dat
de atemmin^, een grootere ben^l verlaadt den),
doch dasrbg moest de componist rekening bon-
den met de ematas^glield, dat de nieaw-inge-
lette bengel lieh eent dient aui te ptMea au
de tenperatnai van bet inttinment; dnt mag de
Teiwieeéüng niet «nel of TeetTnldig tgn. Latere
eomponi»ten (büT. BeeUovMl tracbten het be-
iwau tegemoet te komen door in een wedt
booint Tan Teitebilleade atemmingei te gebni*
ken, «aardooi tv een grootci tantal tonen ter
beschikking hebben. Eertt de nï^iading dei >.g.
„TeBtielen beeft alle beawaien oogeheTan. Dooi
die Tentielen kan met een enktien Tingeidiuk
een gedeelte Ttn de buis tigeiloten warden en
de itemming wordt dan ondei bet blaian gew^-
zigd; dit sTtteem Teirtngt doa het f^rmik Tan
loaee beogele en maakt het mogelgk, op dcA
hoorn bgna alle tonen Ttn at den Teminoerden
qnint onder den tweeden natnnrtoon ebroaiaUaah
tot en met den hoogtten toon (op den F-hoon
dna Tan B tot en met P) Toort t« bmuen.
Door qjn grooten «mT&ag en ün beloer, week
klankeoloriet Is de boom qtoedig een gelief-
kooad en enmiibaar oikeatinitnmait geworden.
De klataiekc eompODlsten gdmikten meental «ea
paai, BtÊikoMn la den ngü twecL 4e latere
eomponiiten breiden het aaatal Taak tot dria.
Tier en meer paren nit Vooral Wêbtr beeft dM
hoorn alt orkettinatnunent getaudpeerd •■ «r
de biJKndeie kluktdukieeringen lan oatdekt.
Ook aU obligaat instrument wordt de boom Teel-
Toldig aangewend.
Hoorn ■> de wa^en-
konde is boogromig,
met den boog naar bene.
den {lie de tig.). De
hoorn heeft gewoenivk
een band, die DOTen eu-
kelTonnig ii omgetlagen,
en it veelal bealagoi met
ringen van een ander
email. Hel mondatak en
de opening Tan het
monditok ii tornt Tan een ander email. Zie Ter-
der Jaeklhoorm en WMhoom in de wa^enknnde.
Hoota, «en gemeente in de provincie Noord-
DigilizedbyGoOglC
ZuideisM nl bet HooTitKha Hop. Tot da ge-
iDcMita bffcoort, behftlTe d« lUd, de Hoorner
btn, wur landboaw, taiabomr en fMteelt wordt
niWeoelend.
De Btid HoDoin, in de 16de eeaw een dei Toor-
DumBle kooMteden Tin HoUuid, bebooit Uuni
lot de „doode iteden" langs de Znidenee. Er
worden dmkke kus- en Teenurkten gejioaden,
terwjjl niea er ook nog H seheepTurt en eenige
ngverheid heelt. De atsd is de letel *an eeo
ksDtongtredit en bnit een gemeen telqke hooge-
re burgerschool met Tgtjarigen earsns en ver-
sdiillende kerken. De Oioote Kerk bevst het
prulgTBl van den Tiee-&dmirs&l PUler tiotin.
De Toornumste gdMDwen iQn Terder het itad-
hnii, wur een arinkbdcer van Botnt, een por-
tret van Jan Pieterix. Koen en eenige merkwaar-
dige sehildenjen t«wuud wonira, de Waag, het
Ziekenfatiii en het Weeehtiia, dat Tan 1573 tot
1576 Botêu tot een gedwongen terbljjf diende.
De stad, die het karakter eener oad-fioUaDdsehe
plaata bewaard heeft, beiit vele mooie geveltJM
en sen atandbeeki tooi den eertten gonvernenr-
generaal Tan Nederlandteti-lnM, ^im Piaierti.
Koen die in 1587 te Hoorn e^ren werd, ver-
TBuaigd door ferdimmd LmÜkoH. Terder Tindt
men er een gedenkteeken Toor Lambtrl MMn.
stoomtram met E^khaiien Terbonden.
Volgens Tto^re {[eaohiedsehrgTen san de stad
omitrMki 1816 gcaticht liJn, waarfchgnlnk ech-
ter ia ijj onder. In 1416 werd bet groote naiing.
net te Hoorn uitgerondeQ. Den 24tten September
IS69 werd de stad door de Spanjaarden beiet,
den IMen Jnni 1572 ^n^ ig tot de Staatadie
sgda OTCT. In haar nabgbeid viel den lldan Oe-
t^r 1578 de alwm de Znidenea toot den
17den September 1799 werd ig door de Engel-
sehen, onder generaal Abtrvnmbj/, OTerraiü»eld.
Höom, Arnobbu «m, nlt een ood-adelliji ge-
slacht geboren, iMTOnd sieh in 1871 te Home,
toen hg door de ^taslaten en kanonniken te
Utrecht tot aartabiaschop gooien werd. Fans
OreoortNS XI bcTcstigde deie kens. waarna Ar-
naldut teiogkeerde en in de Harialcerk den eed
aflegde. Hg voerde oorlog tegw Gelderland en
Hothnd. In 1879 benoemde ürbamu VI hem
lot bisschop Tan Laik. Hj} orerleed den Saten
llMrt 1880.
Boom, ^oAonnet Mm, sedert 1484 alt J<^iai¥-
nes IX bisschop tan Lnik, werd wegens een twee-
tal mededingera eerst na Tecloop Tan 2 jaar ge-
huldied. Intasschen «otetond daardoor «en oor-
log, die eerst in 1492 eindigde. Hfl oTsrleed te
Maastricht den 16den Jannen 1606.
Hoorn. JohoH nm — , graat mh BosM en
BatÈtgnv, neeet mr Lokmn ens., behoorde tot
het yerbond der Edelen, werd kapitein-generaal
en gODTernenr van Dordrecht, recsterkte de atad,
GI onderricht in den wapenhaDdel en bracht een
jer bgeen Tan ruim 4000 man, waarmede bg
de Staten diende, Daarna werd ng beTcIhebber
TsD 'ï-Hertogenboecb, waar hg den BeligieTrede
deed afkondigen en wegens ongesteldheid sgn
waardigheid t^roeg aan sön ■
Hg overleed te Utrecht in 1600 of 1606 en werd
te Vianen in den grafkelder der BmUroit'» bg-
geiet.
Boonii WilUiH, graaf *aM, baron tan Kea-
aeJ, beer «on Balüibitrg generaal der artillerie
en kolonel Tan een regiment infanterie, leefde
in de 2de helft der 17de eeow. Hg nam deel aan
dan tocht naar Bocfaester en bewees san onilud
Ïroote diensten in den oorlog tegen Ftankrgk. In
976 bad hg als generaal der artillerie het wper-
bciel oTer het kiSgSTolk der vloot, en beTona bg
lich op bet eskader Tan Tromf, bestemd om de
WestkQBt van Frankrjjk te bedreigen. Fm flooni
landde eerst op Belle-Isle, nadat hij 's vgands
kaslrrerMhBnaingen vernield bad, doch het kasteel,
op een rota attegen, bleef onaangetast. Daarna
ontscheeple hg krijgsTolk op bet eiland Noimon-
tier, ten tniden ran den mond der Loïre. Hier
maakte hg sieh meester tsd de battergen en van
het katteel. Toen de Frantchen Utrecht hadden
Terlaten, nam bg deie stad in naam Tan IFiUeM
UI in bezit en bdileedde er het bevelhebbentii^.
Hg OTerleed den 4den Haart 1694.
Hoorut Joon MK, gonverneor-generaal Tan
NederlandMb-UdiS. den ISden Noveaiwr 1658
Ie Amsterdam geboren, veigeaelde reeds vroeg
sgn vader naar Oost-Indit, waar hjj in 16S8 aan-
kwam en langa de vertchlUende tn^pen van oa-
derassistent, onderkw^man, opperkoepman, eer-
ste klerk, eerste seeretari*, raad vai IndÜ ei di-
rectenr-geneiaal, eindeljk in 1704 den hoogsten
tran, dien van godvemenr^^eneraal, bereikte. Hg
had nog vMr ign laatate DCTordering twee ge-
untschappen bg^ den koning van Bantam waar-
genomen. In 1714 keerde ng naar bet vader-
land terug, volgens sommigen op eigen versoek
om ontalag, Tolgsns anderen ontboden door de
bewindbeMeia. Hjj overleed te Amsterdam den
21sten Febrnari 1711, toIsnis bet gerocht niet
minder dan 10 millioen gnlden nalatende, die hg
in OoatJndil beepaard nad. Onder ign bcBtnnr
kwam West-Java aan de Compagnie en werd
de koffieenltnar nitgdireid.
Hoonuuir (Vetpa cnbro) of lurmUit noemt
men een soort Tan wespen, die lioh door haar
grootte Tan de eewone wesp ondettcheiden. De
sprieten, bet schildje en de Icop ijjn bmiiaebtig
rood, de bont alleen aan den voorsten rand en
het midden, en bet achterijjf aan bet nit^n-
waarta loopendc stippen. De horentjet bonwen haai
papieraeUige, nit honlinaasgel vervaardigde nes-
ten in bolie boomen, in oude, droge wallen, boven
in de daken van hoiien en e^nren en onder dak-
goten en knnnen met baar angel leer pgnljjke
wonden toebrengen. Zg benadeelen het joïgc
plantsoen, doordat sjj den batt alknabbelen, voor-
al van esaehen, en lergaaten sieb aan f jine vrnefa-
ten, sDOals sappige peren, penlken, pmimen ent.
Men kan n t gemakkelglÊst verdelg door dei
oehtenda voordat ig ni^vlogm sgn, een pot
met brandenden iwaiel onder het neet te hou-
Hoombook, Johmmf, een Nederlandaeh
godgeleerde, den 4den Novembet 1617 te Hsar-
lem geboren, besoeht de hoogeadmlen to Leiden
DigilizedbyGoOglC
BOOÜNBESE— HO(tftiNBU£eEIUMljBn)EIte.
475
en te Utrecht en werd i 1638 propoDent, in 1639
firediksnt te MOhlheiin 1iq Keales. Door ds «oe
ingen der SooDHchgniDdeii geoDodiaakt tnt
AnójilaAU te Terlaten, keerde bü Dur Utrecht
terug en verwierf er den leng vtn doctor in de
godgeleerdheid. In 1644 werd hem het proteieo-
raat ungcboden te Harderwijk en te Utrecht. Hg
bealiate ten ganete van iaatst^enoemde stad, waar
men hem bet Tolgende jui ook bel leecaarMimbt
o^roeg, dotb reeda in 1Ö54 ontving hy een b«-
loep naar de Leidscbe boogesohool, dat bg aan-
vaardde. Nadat h^ hier 12 jaar werkzaam waa ge^
weeit, overleed hij den 23sten Aognatua 166S. Hg
waa een aanhan^r van Voeliui en lehreef; ,4)!
pntaliones anti-Jadaicae" (1644), „De paiodoxia
et beterodoxis Weigelianii eommentarioi (1646),
,J}iapatationes de baptiemo Tetemm" (1647),
i^inianiimi conTntatio" 0e!>0—1664, 3 dln.),
„EnthaDuia ofte wel iterven", „Examen Bnllae
papalii, qna pontifex Innocentiue X abrogare ni-
titnr paeem Oermaniae etc" (1652), ,3iKnma
oontroTeraiarnm religionia entn infidelibos etc."
(1653 en later), „Inatitionee Uieologteae" (1653)',
„lleidogiRe prsotieae tomi II" (1663), .jfetbo-
dns live traetatna de rationa eoneionandi" (1S69
en later) en „Vetera et nova, live exeercitationnm
tbeologiearum libri Hl" (1772).
Boombeek, ItaBk, een loon van den vorige, atn-
deerde te Leiden in de rechten en werd weldra
penaionaria van Rotterdam. Toen In 1730 de raad.
Cionatii AnUmie Beümui overleed, weid
■nbeek, hoewel reedi 64 jaren ond, tot tgn
opvolger éekoien. Hg vereffende de geMhillen
tuaachen de drie kwartieren in Gelderland, waai-
om men hem een gooden drinkbeker vereerde,
trachtte TTDchtelooi de benoeming van WilUvt
IV tot Btadhonder te verhinderen en overleed den
17den Jnni 1727.
Hoornblad (Cfratofhfüum L.) ii de num
van een plantengeïtacht nit de familie der Boom-
bladaekixgen ICeralopkyIlaeeeën)Mtt ooderaebeidt
ileh door in (ransen geplaatate I- tot 3-maal ge-
gkttelde bladeren met getande ali{>[)en en enge-
vlengelde vrnchten. In ona land rioaien gtdoomd
hoornblad (O. demernm L.) met S-doomige vmeh-
ten; de 2 dorens aan den voet ign gekromd
en BOo» door koobbele verranfen. terwgl de
topdoorn recht en even lanr of langer dan de
vrncht is, — en ongédoorm hoornblad (C. nb-
irumm L.], welkt vrnchten enkel aan den top
van een doorn voonien ign, die korter ii dan de
vrnAt. terwgl de bladeren liditer groen en aUp-
per lifn dan die dei voorgaande toort.
Boombladaobtlcen (Ceralopkvllaeeein) ii
de naam eener plantenfamilie. Zie Oeratophylh-
eeeën.
Hoomblondo of amphibool ia een nit eal-
cinm, ma^neainm, almniniom. Bier, mangaan-
oxied, ailiciomoxied bestaand, nalf-doonichtig
tot ondoorxicbtig mineraal, hetwelk in monoUine
inilen (xie de afb.) voorkomt. Het is grof- en Ign-
korrelig, gedeeltelgk eenigsiïnt ichelpachtig op
de brenk en groen, grga, zwart of wit geklenrd.
Men vindt dele delfstof in kristallgne massa's;
ig smelt voor de blaospqp tot een zwart, groen-
achtig brain of groenaeotig wit glas. Men ender-
lehelat: ttraaUUen (aetinoliel) m veraehillende
acbakeeringen van groen of bntin; gnmmtttiel
(tremidiet), meestal in dolomiet en korreligan
kalksteen, ofaeboon ook wel in gangen en beddin-
gen met ertsen, en leet verschillend van kleur;
eigenlikt hoombieHÓe, die meestal pikswart, door-
Kana zeer ^on-
r, maai oA
zwart tot donkerblauw geklenrd ea meestal
lailvormig van stractnnr. De elgenl^ke hoorn-
blende is algeiMen verbreid en eea bestandded
tan vele gesteenten, wo^ nenlet, dioriet ens.
IntDsacben vormt i^ ook selnta>dii bat hoom-
blmdeguttentt en de hoembhMeUi, terwgl
men ie ook aantreft in batalt, lava, melafier enz.
en in losse kristallen in vulkanische tnl.
Hflff rnW Ifcttm tifltHltrt Mjn toestellen,
die dienen om in
eieetriiehe gd ei din-
gen of inatallaties op-
tredende spannin-
«n, aanmsitell^
hooger dan de nor-
male bedrqtapan-
ning (i. g. overqwn-
ningen), oasdiade-
Igk te maken door
ben nur de ainle af
te leiden. Deu over-
spanningen beboeten
niet nitslnitead het
gevolg Ie ign van
atnaoHeilsrte ontla-
dingen, doch knnnea
ook andere oorsa-
ken hebben (zie Over-
(MmNiROen).
iit doel r^ -'
. ia de hoombliktemafleider de meest ge-
brnlkte, vaak «ok In eonlHnatie met andere in-
richtingen. De figiint geeft eei blikaemafleidet
voor een Inchtleiding aan, wauvai de weikiDg
als volgt is. DQ d en £ ign 2 sebogen koperen
staven aangebiacht die hg a en b leer diehl bQ
elkaar komen, naar boten toe eetiter aterk uiteen-
gebogen z9n. De een woidt bii d aan de t« be-
■rfieimeB leiding verbonden, at ander h^ B door
een gzeren beagel naar de aarde. Daartoe wordt
aan C een keveren dt>4d beveiUgd, die door
middel van een in den grond ingegraven aard-
plaat roede deetrische vrabinding met de aarde
heeft. Ue afstand a — 6 is zoo geregeld, dat, alt
overspanningen optreden, een vonk tuMehen a
en b over^ringt en dna de lading, die de over-
ipanning veioonaakt, naar da aarde kan af-
rloeien. Waar a en b nn twee klieren bollen tgn,
dan MD, daar de Indt na het overalaan van een
vonk geleidend geworden Es, de vonk blgten be-
staan en dus een aardalnlting der Inchtleiding
ontstaan. Bg den boornblikacmafleider echter
wordt door het, door de vonk lalf opgewekte mag.
netitdM teld de vMtk naai omboog afgeatooten,
DigilizedbyGoOglC
476
H00It}IBUK8ElUFLEliDER&-B00fifiL0CH).
loodat de vonk onUux^ tnwchen de hoorni itggt,
steeds Ungei woidt en ten tlatte afbreekt, til da
alttsnd te groot woidt. Dit omboo^tggen wordt
teTCDB oog HTorderd door de opstygende wume
lucht.
Hoombloun fOtrotttNin) it de oum ita
een pluitengeilseht nit de faiailie der Muuraek-
tigat (Oarmphyllaeeeini, Bet oDdeisebcidt lieb
doot 5 oit 4 kdUiUden, door 6 of 4 tweeniletige
ot ipiti nitgerknde bloembhden, door 10 of 3
meemraden, door 5 of 4 etglfla t^fenmer de
kelkbladen en door een 10- ot S-laodige dooi-
vrneht. Vu d« inUadeehe soorten noemen wg:
C. onwnw L. (akkerhoornbloein} met bloembl&
den, die dnbbel coo iBDf ijJB sla de beÖc, Ign
laBtetvoniige bladeren^ fcortharige bloemstelen
it de opstwende, vivchttwre, — Boorn-
btoem (O. bimaUTjiai,) met ei-luiectirormige,
stompe of getude k^bladen met eea b^na lot
den top doorloopcBde groene streep, met aitstua-
de bleemetelen en au nbegeo, foreeheii stengel,
nit eu lignnden, imÜ wortelenden Toet oprg-
■end, — ZaHdkoornbloÊM (C. temtdMmdruin
L.), met KhntbUden met leer breede Tlieiige,
un den tt^ nitgevreten, getande Tsndett, breed-
Tliuige, san den top nitgeneteB, getande kelk-
bladeren, stgve, na den bloei teraggeslagene, la-
ter weder opgerichte bloemstelen, Ueine, opge-
richte of opttggende stengels en meeital 6 ddmI-
dnden xSn, — u KluiettilutonMoetK {O. gtttm»-
nttÊm TnnilL] met miditateleB die korter of
nanwelgks langer s^n dan de kelk, gebaarde
keUjlaadjee u nitatünd«, eu weiaig gebogen
faloeMteles.
Hoorn das oworrtoads i> de wapenkBS-
de il Mader band eo mondstuk, maar duobd ge-
bogu en MhoeDjjnig gegroefd. Deie hoorn b«eft
een bieede moBdopening, waamit bloemen, irnch-
tu eu. Ie TOoriêlifB komen.
HooriMf PkmpÊ U vm Uontmormeif-Nitelle,
grut MM, ifl lfil8 geboren, was een won van
/•••pJk MM Mtmtmorinm, giaaf mn NiirelU. en
Tan Amm mr Sgmimt.TQta deie, na den oood
«u haar echtgenoot eu tweede hnwelgkneAin-
tenii aanging met JoAmmi, domheer nn Lnik
u dit iHnidJjfc kinderkna U«ef, besloot haai ge-
maal de beide loaen nit het tente bowelgk als
de ijjae aan te nen«n u hen te begiftisu met
de titels en goederen, welke hg inmiddeU van
tgn broeder JoBob UI, giaaf «m Uoom of fioor-
M, geirfd had. Daardoor Terkreeg Pküim, be-
hawe het giaafiehap Hoome, de heerlijkheden AI-
tena ea Weert, terwgl hn Tanolgeoa ook in het
beiit kwam van bat giaauehM Nnenai, Hearsen
Baverdam. ^n aftomit ea rgkdom strekten hem
tot aanbvfriug b^ het Hof «d bg werd er met
eeraiditu an waardi^edea b^ftigd. Eerst
werd hjj hopman nn de lifwacht *an den koning
, TU Ebpanjc, daarna stadnonder van Gelder u
eïndalj^ admiraal der Nederlanden, Pkiliju ff
schonk hem de orde tan bet Qnlden Tliee u be-
lastte hem met het oppeAevel over de vloot,
waarmede hö naar Spanje stevende. De graaf
vertoefde aldaar van 15&» tot 1563, keerde ala
lid van don Raad vu State naar de Nederlan-
den terog, verbond lich met de edelen tegen
OriweeHe en deed met Willem leaKgmont den
eersten slap om dea kardinaal te verwgderen.
Hg behoorde niet tot de ondeiteekenaars van
het Verbond der Edelen. Ka het vertrek van
OroKveilt nam hg wedei zitting in den Raad
van State. Toen de Spaanscbe Jnquiütie i^ be-
vel des koiiings ingevoerd werd, b^f Btxtnu
lieh naar ,sgn goederen. Toen de beeldenstorm te
Doornik woedde, begaf de graaf oor Hoonu lieh
daarheen en bracht bet loover, dat de opstande-
lingen de wapent nederl^den en lieh van alle
baldadigheid onthielden, onder voorwaarde, dat
ig Tiigheid loadu heböen om tiaiten de stad een
kerk te bouwen. Eet toestaan vu deze voorwaar-
de verw^te het ongenouFu der lanivaagdei eo
vooral dat des koning. Dit braeht hem tot het
beslnit, lich van al ign bedieningen t« ontdoen
u ijeh op qn kasteel t« Weert te vestigen. Alwc
Het het gemeht verspieiden, dat de koning voor-
nemens was Boonu tot «ndeikoniiu vu Milaan
te benoemen. Dit rgk bezoldigd ambt \okte Hoor-
ns, die als de meeste edelu destjids, diep in de
sohaldeo etak, nsar BroaseL De hertog ontving
hui met de grootste miDzaamheid, noodigde bem
op den ddu September 1567 ten eten, Soüi liet
hem na den maaltijd door BÜronimo de Soüm*,
barehtvoogd van Fortorole, gevangen nemen. Te
vergeefs beriep bg lich op ign bèireien dienatcB
en op de Tooneehten der ridders van bet Golden
Vlies. Eg en Bfftnont, werden eerst te Bmaaal in
afianderlgke vertrekieD opgesloten, daarna on-
der een aanzienlijke krgg^Mdekking naar Oent
grtiracht en den Sdu Jnni 15S8 naar Bmseel te-
rng^evoerd. Hier werden 63 onnten van besdiol-
diging tegen bem iivgebiaent. Geen tnssehen-
komst had eenigen invloed om het doodwon-
nie af te wenden. Twee dssen later wend het
volvoerd, eeret aan Egnuml, daarna aan floonML
Gekleed in een nwarten mantel en met ongedek-
ten hooide, ongdioeid en door niemand vastge-
bonden, betrad hg het schavot, beleed ^n ton-
n»ar weigerde te 'bekennen, dat hg Bcbnldig
jegens den koning. Na het afl(^S[en van qa
mantel knielde hg op Jwt kneaen, tiok een wti-
lu mots over zgn oogen en leide in het Latgn:
„Heer, in nwe handen beveel ik mÖBtn geeitl"
Daarna trof hem de doodelqke slag. BS bad du
leeftgd van 50 jaru bereiit. Zgn it^lnk over-
sehot werd in de hoofdkerk te Weert c^geiet,
ur het grof ia 1839 temggevonden ii.
Ook qjü broeder Floriê Boorne werd in 1570,
de gevangenis te Simaoeas, ter dood gebracht,
waarmede het geslacht Vati Boonu nitgeatorren
" as.
Hoomorts. Zie OUoorxiher.
HoomklaTsr (Trigom^bt L.) is de naam van
een plantengeslscht nit de familie der Vlimder-
bloemigen (Pamlionaeetin). Het beeft veel aio-
eenkomst met bet geslacht Klmer (TriloliiaK L.)
n onderscheidt zi^ door een klokvomrigu, 5-
pletigen kelk en door eu zeer kleine kiel, ter-
g'I oe vlengele en het vlagie euigsiins ópen-
laan en als het ware een S-Uadige bloemkroon
vormu. De ijenl is langwerpig samengednikt of
rolrond, ^eepltst en veehadig. In ons land groeit
in de daioeo T. eoendea.
Hoomlood is een andere naam TOOtOMoor-
lood. Zie aldaar.
DigilizedbyGoOglC
HOORNUEtBL-^HOOS.
Heommeel. TeneÏDiie liT&I th hootn vooti
btmegting geschikt te maken, moet hrt in meel- j
Tonn worden gebraebt. Het loo verkregen pto-i
dnct wordt hoocnmeel genoemd. Om hoorn te
kaanen malen, moet liet worden
■roorbereid door het te roosteren of
te etoomen. Bg het roosteren wordt
het op üzeren platen oikder doorioe-
TGD sterk verhit. Het wordt daar-
door donker en na aflcoeling bros en
Cafckelijk te malen. Het looïteren
ook geschieden in gesloten mim-
ten onder toestreding T«n verbraa-
dingagMBen of heete Ineht. Het
Btoomen eee^iedt ook in gesloten
ruimten, oigesloren genoemd, onder
een BtöooMnik van 2 — 3 atinoBfe-
ren. Het duitg verkregen product
lut lieh ook gemalkelök malen.
Zuiver lioornmeel is geela^ig
gr^ van klenr met een tint in
€et groene en bevat IS — 15 %
stikstof; het is gewoonlök loo onzuiver, d«t het
in den regel niet meer dan 10 % stikstof bevat.
Het kan alt itikstotmest worden gehmikt. Hoe-
wel aijn werking in geroosterden of gesloomden
toestand aanmerVelük beter is dan In ritwm «b-
behandelden vorm, sbuit die toeh ver bij die van
meer oplosbare «tikstobiMitstoffen ten achteren.
Volge» Wagtier «ra de werking van hoornmeel-
stikstof op 65 X van die van salpeterstikstof
mogen worden gesteld.
■•omsoh* Bop !■ ces inham van de Zui-
derzM tasschen Sriiudam en De Nes; aan de
noordel^e bocht ligt de stad Hoorn.
Beonuitccn ia een soort van kwarts, die
meestal in onregehnstige gedaante en dikwglB
in londerlinee vormen voorkomt. Hen vindt desc
4e1f«tof vaak als verst een ingntiddel van plant-
aardige voorwerpen, loodat men wel eens geheele
boomstammen aantreft, die in hoomateen veran-
derd zgn. Zq is splinterig ol schel penachtig op
de breu, veelal grgs, doch ook geel, rood, bruin
tcbe Ertigebergte. In Zweden komt hg voor als
hoofdmassa van sommige porfiersoorten en wel
onder den naam van hoorn steenporfier. Sommige
soorten kunnen fraai gepolijst en als agaat he-
ao groen van kient, somtgds gewolkt of gestreept.
Ifen kan er met staal vonken nit slaan, hoewel
1 hard is dan fcwuts; li) it ondoor-
ifehtig, op ign meest aan de kanten doorschg-
' ' I Klaprolh bestaat t^
ried. */• % alamtsinmi
doorschg-
t B8V. %
Bftnd. Vofeei
kieaelinnrhTdried */« % alDtoi»fnmoiied, '/■ %
ÜMTOiied en Vi ^ water. Men vindt den faoora-
stMO In den Han, in Bobemen en ii het Saksi-
Balistea vidoa.
Zie Itmd.
{Seltrodenun) is eeo groep
van niet seer
groofte of klei-
ne leevis-
schen, alge-
tropen en
meer leldiaani
ap hoogere
breedte voor-
komende, Zg
behoort t«t de
Voêtkakigen Ostraeion boops (sterk verkleind).
(aie aldaar)
en omvat londelinge vormen (lie de atb.). Zie
verder Vastkakigen.
BoomTll«B. Zie Oog.
HoonuUTsr is een andere naam voor
CkioornWer. Zie alda«r.
Booa of WinMooê ft de
naam, dien men geeft aan
eigenaardige, hevige bewe-
SingsverscD^nselen in den
ampkring, waarvan de kern
gevormd wordt door een
krachtig opttygendcn locht-
slroom van geringe door-
enede. Een aooa is niets
anders dan een eycloie (lie
Wind) met leer eteileii gra-
diint (aie aldaar), doch fSB
geringe Of^rvlakle. De van
«Ue ^den met groot< snel-
beid loeatroomende Incbt be-
sehr^ft schroefvormige lij-
nen rondom het minimum
der depressie (evenak b(| een gewone ertlone) en
stggt in bet mlmmnmtnshooff. lade verticale be-
weging seer krachtig en de lucht rgk aan water-
damp, dan worden inde hoogere deelen der boos
wolken gevormd, die als lange, smalle ukken tot
op de aarde omlaag hangen en waaruit dikwijls re-
ges of hagel ontlast wordt. Somtijds komt het ook
tot electnsdie ontladingen. Door de kracht der
DigilizedbyGoOglC
478
weivelende bswegiog worden licbte Toonrerpen
mede omhoog gevoerd, aomtijdt tot groole hoog-
te, oro later, dikirgh met een gskoret è^leed,
weer neer te "(allen. Trekt ajj over een waterop-
pervlak, dan 'brengt qj ook bet water in eea wer-
velende l>ew(^ing en doel bet kegelvomiig oprn'
zen, zoodat zn daarmede 2 kegeU vormt, met de
toppen naar elkander gekeerd! Zalk een water-
hoot wordt das wel vetpUatst tot over'betland,
zaodat viiBchen aldaar aangevoerd worden. Hoo-
zen knnneo eomtgdï gioole verwoeBtingen aan-
richten.
Hop, Hitmului Lupuitu L., familie Urliea-
eeeën, kraidachtige, ovevbl^tende, 2-baiiige
Slant met 4 — 12 m. langen, naar redita winden-
en, van klimhaken voonienen, ruwen itengei en
langgeBteelde, 3— 5-lcA)bige of -«pletige aan den
voet hartvormige bladeren. De voor de cnltunr
DDttelooze mannelöke planten bebben de bloe-
men in losse pluimen; de vronwelöke dragen ze
io kegelvormige bloeiwüien, die Mpbellen war-
den genoemd. De Kbntbladeren van dese (zie
lig. 1) z\in met barsachtige klieren bezet, (sterk
vergroot algebeeld in fig. 2) die de voor de bier-
bronwerlj nuttige stof het bojuDeel of de lupali-
ne leveren. De oovenaardsebe deelen gterven jaar-
lijks tl; de overblgiende wortelstok, die een
dikte van 20 — 30 e.m. taa l)ereiken, schiet tel-
kenjare nieawe ait-
loopeti, soms 100
iaar oehtereeo. De
nop groeit in de ge-
matigde tODe van de
oude en de nienwe
wereld in bet wild,
in voditig kreupel-
bont, vooral aan ri-
■ '^ü- "■ vteroeveta en wordt
Sop- in genoemde streken
tevens gecultiveerd.
In de afbeelding fig. 3 stelt a een nanaelüken, 6
een vroawelöken btoemtak, op '/« der nataurlgke
grootte, e een manneljike, d een ttnndel viouwe-
lijke bloemen, e een 'VronwelQke bloem, 8 maal
vergroot, f een doorgesneden vrucht 7 maal ver-
groot, ^oor.
Er worden onderaeheiden; roode en groene,
groot- en Ueinvmditi^, boo^e en loge, vroeg-,
middelvroeg- en laatigpe variSteiten. De vroeg-
r^pe, kleinvruditige leveren in bet algemeen een
fijner product dan de laatrijpere, groot vrucblige.
B. joponieu» S i e b. e t Z n c e., met diep 5 — 7-
qitetigï, getande bladeren die in China en Ja-
pan en op de naburige eilanden voorkomt, bezit
geen lupuline, doch is wegene haat baitengerwoon
snellen groei en haar in den herfst nog fraai
donkergroene bladeren als aierplant aan te beve-
De bierbereiding is dverond. Eet gebruik van
bop in bier en de cultaur van bet gewas datee-
ren vermoedelgik eerst van de 8ste eenw. De
ealtnuT waa onder Pepün d» Korlt omstterts bet
jaar 78S bekend. In N.-Dnit«ehland, vooral ech-
ter in Vlaanderen, waren reeds in de Hiddel-
eeirwen meerdere steden wegens haar bopbiec be-
kend. Naar Engeland kwam de bop vermoedelgk
niet vddr den t^d van Hendrik VIII. De hop
wordt hoofdiakelvk gdbroikt voor de bierbrouwe-
rij; alleen de bellen van de vroawelijke pUnten
hebben daarvoor waarde. Jn sommige atreken
worden ze no([ van de wilde hop verzameld. Deze
zjjn echter minderwaardig. De jonge ondeTaard-
Bche uitloopers kunnen in het voorjaar l^ wijse
van asperges worden gegeten. De bladeren wor-
den door net vee, in het bijionder door schapen
gieten, als ze xieb eraan gewead hd>ben. De ait-
gekookte bellen worden ook als veevoeder ge-
bruikt, do4:h zijn meer geschikt voor den amnfeg
van broeibakküi.
De kwaliteit van de hop hangt at van de hoe-
Fig. 3. Sop.
veelh'eid lupuHne en de fjjnheid van geur. De
beate hof wordt geprodneeetd in Bohemeo. De
in Beieren geteelde is in het algemeen krachtiger
maar minder fgn dan de eerstgenoemde. Belang-
rijke hopeul turen worden verder gevonden in
WQiltaine^, EbaeJ^tharingen, HeMen^ Po-
sen, Altmark, Baden, Engeland, Belgifl, nonk-
rgk en Noord- Amerika.
Ooede hop ii roodachtig- of groenaehtig-ge«l,
bij het fgnwrüven sterk harsachtig en kleverig,
en verspreidt een miveren geur; tin het ineenkan-
pen Wt ze te lamea, maar ia ia etastiaeh. Ze
diett b^ de bewaring snel hur goede kwali-
it en houdt zich gewoonlijk niet langer dan
Mn jaar goed.
Het klimaat moet voor hopenltnur vochtig lün,
vooral regenachtig in de maanden Uei en Jani;
van den bloei tot de rijpheid moet hel weef
droog en warm lijn. Droge zand-, iware klei-, sia-
mede znre veon^onden sgn voor hop weinig ge-
schikt. Beter iqn de in goeden cnUnurtoettand
verkeerende fanmuigronden. Aan natheid mogen
ie niet lijden. Qoede doorlatendheid en losheid,
op groote diepte, zijn wel de eerste eiseben
den grond te stellen. Diep-lotte landige leem-
Ismige zandgronden, met een vrg' boog ge-
halte aan humus en kalk, zqn wel de beste hop-
gronden. Ze moeten rgk zijn aan plantenvoedM,
vooral op een diepte van 40 — 80 e.m. Bij den
DigilizedbyGoOglC
aimleg van een iH^tnin moet de giooi vMr den
winter tot op die diepte woideo leweikt en be-
mest. De stekken, die nitiliiitend Tsn Tronwelgka
planten worden genomen, bestftaa in een onge-
teer 10 cm. lang en ± 1.5 cm. dik ondeiB«rdKh
deel van een nitlooper en moeten van krachtige
oogen iqn Tooiiien. Ze worden fcg fenen of Eg
tweeCn geplant, op afstanden Tan 1,2 — 2 m. in
gaten van 80-^ cm. diepte en met het boven-
einde 16—20 cm. onder de opperYlakte. Daarna
woiden de gaten geleidelijk met ]oBBe aaide ge-
vold. Hakken Tsn den grond tnucfaen de planten
is leei aan te bevelen. De o^^rengst is faet eerate
jaar gering. Meestal wotdt de wortelttok jaar-
iQke, bq voorkenr Jn het Toorjaar. blootgelegd
en besneden, waarbg tevens bemesting met sUu-
mest kan plaate hdbben, omu briiorite aange-
vald met knostmest. Tegen of b^ h«t doorbre-
ken der joi^e Mhenteo warden naMt de [danten
en in de ]u>nd eamengeknepen miachen. Elke bel
wordt ahonderl^ gepinkt, TOonïen van een 1,5
em. langen Bteel.
De èeilen worden op een lolder of op gestellen
gedroogd. Droge hop iwelt m het ineen-
knöpen vanzelf weer op en heeft een broien
steel. Hop broeit licht; daarbn gaat het tgne
aroma verloren en gaat ie gemauelgk schimme-
len. Om ie een blankere klenr en grootere duur-
laamheid te geven, wotdt ze dikwgU geiwsveld.
De opbrengsten varifleren al naar de kwaliteit
van 901^-1500 kg. p. H.A.
Bij de intrede van den winter worden de ach-
te^ebleven hopstengek nabg den grond afgesne-
den en de staken venameld en opgeborgen.
Zieklm en bewhadigingen. De nop kan worden
aangetast dooi iwarbwammen en meeldauw. Ver- -
^ ' • • i
*' ' ' ' ^
Fig. 4.
rechte, aan het oodeieinde 8 — 9 ejn. dikke eta-
ken in den grond gezet, die boven den grond een
lengte van 5 — 9 m. moeten hebben en van ijj-
takken'ign ontdaan. Ter vervanging van de koet-
bare staken, worden ook wel op zekere hoogte
boven den grond draden over het veld geqnn-
nen. Vanaf de plekken, waar de planten staan,
worden naai genoemde draden andere recht of
schnin naar boven geleid, waarlangs de fa<^
sleogels omhoog knnnen groeien en slingeren.
Als de nitloopers 60 — 70 cm. lang ign, worden
2 of 8 der krachtigste aangebon^. Daarenbo-
ven kan één vootloopig voor reserve blijvoi staan.
De andere worden ± 15 cm. onder de oppervlak-
te van den grond afgesneden. Oedarende den
groei wordt de grond tnasehen de planten gehakt
en worden dexe sangeaard. Verder moeten de
planten nog herhaalde malen hoogei worden aan-
gebonden, terwijl ie tot op ongeveer 8 m. hoogte
van de gevormde tgscheQten worden ontdaan.
Fig. 4 vertoont een gedeelte van snik een vol-
gens bet Ptriiuelu HeUel aui^elegd ht^veld (de
fetallen dniden de afstanden in meters aan), fig.
de dwaisdooisnede, lig. 3 een igaanziebt der
eUcandei kmiwnde draden, waarlangs de faop-
stengels zich omÉioog slingeren.
De bopbellen worden geoogst, als ie geelach-
- tig-olgfgroen ign geworden, de klieren goed met
bet secreet ijjn gevnld en de bellen bjj net wrij-
ven tasaehen de vingers sterk aiomatiaob rieken
enaer-
der ondervindt ie schade van waterratten,
lingen, ritnaalden, van de wortelmps van
(Htpit^g HumtJi h.), van de lops van de dag-
panwoog, van de qtringrDpa (Pj/rtUU roetrolitLO,
van de mps ven Mtaneitra Ptrüearim L., van
fcladluiien (Aphit Rvmvli Bchrk.), van de hop-
waitts, van mülioenpooten en van de [dantaardige
parasiet Otucuta ewovaea L.
Zie: O. FTUwixth, Hopfenbaa nnd Hopfmbe-
haadlBOg (Berlün 1880); Qtou, Der Bopfeu
(Weenen 1899); Zorngiebet, DieFeindedesHop-
fens in Tier- nnd PfUnzenreieb (Berljn 1902).
Hop (Upupa Bpom iL.) ie de naam van eea
vogel nit de familie der BopaekHgen (UpupideH},
Hi] komt voor in geheel Europa, doeh meer in
bet iniden dan in net noorden, verder in 'Rgjf-
te, Abesainie en in het Atlasgebied. Deze fraaie
vogel, die de grootte beeft van een lijster, is op
den kop versierd met 2 rgen lange, awartgetopte
vederen, welke hjj als een kuif kan opzetten, ^gn
bek is lang en gebogen, ign klenr op den kop,
den hals, de borat en den log losaehtig en op ae
vleugels en den staart iwsrt met witte strqwn.
Z|jn naam is ontleend aan ign geroep. Bij voedt
lieh met insecten, vooral met larven, i
wringen, daar hü dikwgis met den bek op den
grond leunt. De hop is een trekvogel, die even
vóór den koekoek herwaarts komt; tig maakt een
D,o,l,zedb,GoOgle
480
BOP-BÖPBPOWW.
nwt TkD BM in holle bwHnen, wtuin het wfitj*
vu il-gnwiuiehttg- witte eieren leg:!, tenrql faet door
een emettklier op htt atürtbeen een stof kI-
Mheidt, welke een ondrageljj^en sUnk veroor-
Makt.
Hop, Cornelu, den SCeten Haart 1620 te Am-
sterdam geboren, etndeerde en pToin<rreeFde in de
rechten en werd in 166S peniianirie van i^n ge-
boorteitad. Tot halir beTeiliging lorsde bü voor
de «ertterking tu NMirdeB, en werd TsrTolnu
benoemd tot raadsheer in den Hoogen Baad. Ben
EHChtl tnsschen dien Rwd en htt Sol Tan Hol-
.nd wikkelde hem in groote oaaan^naamheden,
welke echter door tusseheD kornet der bnrgemeei-
ter» van Ajagterdam werden uit den wm ge-
ruimd. Hg overleed den 5den Novemtter 1704.
Hop, Jaeob, een Nederlandech itaatiman en
loon van des voorgaande, den Sleten Juli 1654
op een hotttede bg Veben geboren, atndeerde te
Leiden in de rechten en wat TerTolKens voor de
groote gereebtshoven van Holland aU pleitbeior-
ger weniaam. In 1 679 vergezelde hg Bunmymuj
ri* van Antterdam. *□ 1680 was hg gemengd
de geschillen tnseehen den prins «on Ortmja es
Amsterdam ovei het werven van 16 000 man en
over ds geheime onderhandelingen met d'Avma.
Het gepenpel begon hem met het lot van de De
Wilk» te dreigen, doch het bleek, dat h^ niete
bniten den last der stadsr^eering gedaan bad,
loodat h^ na den dood van fagel voor de betrek-
king van raadpensionarie werd aanbevolen. Ha
behoorde tot de gevolmachtigden, die in 1884
een verdrag sloten met tFAvaux, en 8 jaar .later
vaardigden de Atgemeene Staten hem al als bni-
teng^woon geiant naar den kearvorst van Bran-
denburg te Berlgn, die sjjn bemiddeling had aan-
K boden ter veretlening van geschillen tQsiehen
nemarken en de Nederlanden. Tevens moest hg
er het recht bandharren der Nederlandsebe West-
Indisehe Compagitie op Oninea. Te Berlfjn ge-
noot Uopmo ^rool aauien, dat hg een der pee-
ten van Fred^nk WSlem, den loon van den keni.
Torst, werd. In 1688 vertrok Hopnaar bet keiier-
Ijjk Hol Ie Weenen, omonze bemiddeling aan te
bieden tussehen den keiier en den sultan van Tnr-
kge, en om met den keiier een verbond tegen
FrankrQk te siniten. Tan Weenen ging hg in
1691 naar Londen, om Engelande koning tot toe-
treding tot dit veibond te bewegen. Hier verge-
lelde hjj koning Wiltan op den krggstoeht naai
Ierland, In 1698 lond men hem naar de Hoven
van D«temarken en Branawqk-Lnnebnrg, om de
beide mogendheden tot venoening te brengen,
Bg ign tenigkeer deed hg verslag van de nit-
komsten inner bemoeiingen, en daar nog niet alle
moeilfikhedeD vit den weg geruimd waren, woon-
de hg het volgende jaar de onderhandelingen
van Deensehe en HolsteinKhe gevolmachtigden
te Hambnrg t>g, In 1698 ging hjj negmaala als
boitengewoon geunt naar Weenen. Hg gaf er
(en nis van bet verbond, door de Alnmeene Sta-
ten met Prankrgk en Engeland gesloten over de
veideeling der Spaansehe monarchie en bet be-
waren der rnst van Europa, doch slaagde er niet
In ook den keiier daaraan te doen deelnemen,
Deze huldigde echter ign verdiensten door hem
te verhellen tot baron van het Roonnsehe Rgk,
terwgl de Staten hesa benoemden tot thesanriei-
generaal der Tereenigde Nederlanden. Deie be-
trekking verhinderde evenwei niet, dat men hem
met onderKbeidene undingen belastte. In 1703
werd hg naar DflsseldorI, naar den kearvorst con
df. Paltê, geionden, teekeude met Maibormtgk
de capitulatie van Bonn en woonde als gedepn-
tcerde te velde den slag van Ekeren bg. In 1706
vertrok hg naar Brussel, in 1712 met den heer
van IFeUerM naar Henegouwen voor oorlomaan-
gelegenhedsB. In het vaderland temggdcerd,
wist hg het door den Successie-oorlog geschokte
staatierediet te handhaven. Hg overleed den
27sten Oetober 1725. Hjj heelt vele beUn^gke
brieven nagelaten. Een aantal van dese u in
1850 door den hoogleeraar VrêttU in het licht
gegeven onder den titel „Correioondaoee diplo-
matiine et militaire du duc de MarHwrough, da
grand-pensionaire Hepieius et dn trésorier-gini-
ral des Provinces Unies Jaeqnet Hm".
Zie: Den Ta, Jaed> Hop, geunt oer Ver. Ne-
derlanden (Utrecht 1861).
Bop, Comeli», een Nederlandsch staatsman en
zoon van den voorgaande, den Sden Juni 168S te
Amsterdam geboren, studeerde en promoveerde
in de rechten en kreeg achtereenvolgens zitting bg
de tiesorieren extraordinair, in het college der
commissarJssen van hawelgkssaken, als schcfien
in de rechtbank en in bet eoUege van kleine la-
ken, dofdi ging in 1718 als afabassadeor naar
Frankrgk, waar hg 7 jaren bleet. H^ bewees er
gioote diensten aan de HervorradaB. Bjj ign te-
rugkeer in het vaderland nam bq weer litting in
bet collie van kleine zaken, en werd in 1728
afgevaardigd door Hnnne Hooz-Uogenden naar
Soisaons, vanwsiBr hg Pargs heioent om met
graaf von Zinxendorfl over OoBtenrjiksche laken
te onderhandelen. Ook vertrok hjj in 1739 met
anderen naar Frankrgk on den koning lm de {n-
boorte van den daaphin eelnk te wensébes. In
1780 keerde tqj naar Holland terug, werd in
het volgends jaar weesmeester, welke betrekking
hjj tot in 1748 bekleedde, en in 17S3 door Hol-
Isnd afgevaardij^ naar den Raad van State, ter-
wijl hg ook bg faerbaling behoorde tot de ge-
committeerde raden te 's-Oravrnhage. In 1749
verkreeg hfj ziltinff onder de thesanrteren van
Amsterdam en in 1758 onder de raden der Ad-
miraliteit. Sedert 1720 behoorde hg tot den raad
der stad en tot viermaal toe bekleedde hu er de
waardigheid van burgemeester. Ook was ng van
1716 tot 17SS bewindhebber van de West-Tndi-
sehe Compagnie, Hg overleed den Md» Juli
1768.
Map, Johan, een iNederlandscb staatsman en
kleinsoon van eeretvermelden Oonuüs, den
19den Januari 1709 te Amsterdam geboren, ver-
kreeg den rang van meester in de rechten en
werd in 1784 raadsheer in den Hoogen Raad van
Holland. Zeeland, en West-Friedand, in 1748 se-
cretaris van den Raad van State en in 1758 the-
Muri er-generaal. Hg legde den grondslag voor
den bloei van 's Landi geldmiddelen, werd kort
voor ign dood benoemd tot «arator der Leidsche
hoogesêbool en overleed den 17den December
een district In de Kaapkolonie
hoogese
1772.
DigilizedbyGoOglC
HOPETTOWN— BOFFERe.
481
ten Z, en West-Oiiqaalud en de Or&njeiiTier
telt op 11 U2 T.km. rnim 7000 inwonen. Het
land, een boomlooie hoogrlskte met «nkele Xop-
pen, WIS TToegei een rgk jachtgebied en dient
thanB iIs ireiae TOor schajKn en BlrniBTOffeli. De
Kelijtni
i hooldatad (751
en) ligt aan
ae epoorl^n Ka^itad — Eimlerle; — Qabuli
jo; een bmg mer de Otanjerivier wordt als eeü
meesterwerk der techniek beMhonwd.
Hopf, Kart, een Daitteh g«tehiedichrnTec,
den IQden Februari 1832 te Hamm {n Weatlalen
eeboren, «tadeerde en promoveerde te Bonn. leg-
de zieh hooldzakelpi toe op de geiehiedeDis van
Oriekeoland, werd eerit docent en bibliotheeatit
Ie Qreifawaid en daarna hoogleeraar in de ge-
■ehiedenii en oppeibftliottieesrii aan de oniTer-
siteit te EoDingabergen. Hg Kbreef: ,iDe hia-
tOTÏae dncatui athenienali fontibm" (1852). „Ve-
netobnantiniBche Analekten" (1S5S), ,^iitoTiMh-
sreneaJogÏBcheT Atlai" (1858), „Chroniqnea Or<eo-
RomaneB inéditei an'pen eonnnei" (1b78) en een
Qeechiedenis dec Ifiddeleenwen van Griekenland
ih de „Eneyclopadie" van Erseh en Ontbtr. Hg
overleed den SSaten Aagngtne 1S7S te WieBbaden.
Boph», koning van Egjpte, Zie ApriiÊ.
HApltal, Miekel de F, een Fransch etaatB-
man, redenaar en diobter, in 1505 t« Aignepene in
Anrergne geboren, studeerde te Padna en Bolog-
DB in de reebten, bekleedde eenïge jaren een
reehterlgk ambt te Rome en keerde in 15S4 naar
FrankriJK terng. Nadat hg drie jaien te Par^s de
reehtapraetijk had uitgeoefend, werd b^ raads-
heer in bet Parlement, welk anAt hg edifer spoe-
dig neerlesde. In opdracht nu bet Hof woonde
hg in 1547 bet Coodlie Tan Tiente fctf, bekleed-
de verrol^ns de betrekking tm opperintendant
TBD FinanêiSD en werd in 1500 benoemd tot kan-
selier. Hg waB in die betrekking 7 ja*r werk-
saam en lag met leedweien den godediensthaat
tnsschen R.'Katholieken en Proteitanlen toene-
men. H^ wendde al iQn invloed aan om daarte-
gen te Btrgden, doch toen tgn pogingen geen ge-
weneehte gevolgen hadden, trok hji zich in 1568
in het ambteloos leven femg. Ternaowemood
ontkwam hg aan de slachting van den St. Bar-
tholomaenanaeht, doch men meent dat de indrak,
dien deze gebeurtenis achterliet, de oonaak is
geworden van zgn dood. Als etaatoman heeft hQ
niets dannaame tot eUnd gebracht, als minister
van Justitie, wetgever, oiganïaafor van de Ptan-
sche rechtspraak groote dingen verricht. Hg
«Terleed arm op iBn land^ed Vignay nabg
Rstampei den ISden Maart iSTS. ZQn „Oenvret
eomplïteB" zgn oeret in 1824 — 1826 in 5 deelen
door Duf eg nitgegeven.
HmUnsoB, John, een lEngelseb ingenieur,
den 27sten Juli 1849 t« Manefiester geboren, stu-
deerde te Cambridge en Londen, was van 1872
tot 1873 werkuam hg de firma Chance md Co.
fe Biimingham, bracht dair vele verbeteringen
in lieht toren toestellen aan en vestigde zich daar-
na als ingenienr te Londen. Nadat hy lieh eertt
met tbermodTnuniea, electroetatica eoi. had be-
lig gehouden, maakte hn vooral studie van de
dynamo's en toonde in 1879 de beteekenis aan
iei aU karakterieliek iiekende kromme Innen voor
de theorie der dynamo's. In 1888 leverde hil een
Terbetering vis Edi»o»'$ maehinei, in 1884veen
IX.
theorie over den wisselstroom en in 1885 onder-
loekingen over het magnetisme. £Q kwam den
22Bten Augustus 1898 om het leven «g een berg-
hestgging in Zwitserland.
Bopfelns UnlTersltTt Johne BopkinaVni-
veriity, is een Ameiikaanaehe on derwga instelling
Ce Baltimore (Haryland), in 1867 gesticht door
den koopman John Hofkitu (1794—1878). Zjj be-
gon haar werk in 1878, na den dood van Hop-
kins, en werd in 1876 geopend. Zg kwam ter-
stond op den voorgrond te staan in Amerika door
haar seminarie- instellingen en laboratoria en
geeft verschiliende publicaties uit op het gebied
van ge«chiedenis, philologis en tecbnJBcbe weten-
schappen. Haai finantiSn bestaan uit de inkom-
sten van het sticht ingafon ds geBteund door snb-
sidie van den staat, fn 1908 telde ig 683 inge-
schreven studenten,
Boplleten waren in de Ondheid de xwaar
gewapende, in
gesloten linte
strijdende voet-
knechten in het
Oriekscfae leger,
waarvan ig de
kern vormden.
In Ustoriiehe
tg den bestond
bun bewapening
uit een groot,
ovaal schild, een
pantser, een
helm, beenst uk-
ken, een 7 — 8
voet lange lans
zwaard. Z^ lieten Bopliet uit den Berolnt|jd.
hun bewape-
niag, ± 24 kg. iwaar, op marsefa dikwgli dooi
de kypofpitfeN dragen.
Hoppen, Joaekim of Hopvena, de afstam-
meling van een oud Frieach geslacht, welke stam.
vader Ivo in 1350 aaniieolgke beitttingen beut
ten wcaten van Stavoren, was een uitstekend Ne-
derlandsch rechtsgeleerde en werd den Uden
November 1523 te Sneek geboren. Reeds vroeg
verloor hg sgn ouders, loodat sQn grootvader Feike
Piertma, burgemeester van Sneek, lieh met ign op.
voeding belastte. Op 13-jarigen teeltgd weid l^)
naar Haarlem geionden, wa&r hg lieh verder ont-
wikkelde onder leiding van Oonietit Oroeus, eea
voorstander van de JeiaTeten en door Loifola leK
in hun Orde opgenomen. Na een vierjarig ver-
blgf te Haarlem ging hg te Leuven in de reebten
en wgsbegeerte etndeeren, beiocht de hoogesefao-
len te Pargs en Orleans en keerde in 1549 naar
Leuven tenig, waar hg tot licentiaat in de rech-
ten, daarna tot hnitengewoon en in 1554 tot ge-
ten tUad van Hecbelen, aan het hoofd i
ign landgenoot en vriend FipJiii» wm Aytla stond.
Lafer werd hg bevorderd tot voonitter en tevens
tot lid van den Geheimen Raad te Braatel. Hg
onderscheidde licb door gematigdheid en ver-
draagwamheid en gaf stma de voorkeur aan
zachte maatregelen, terwgl er txA ign, die hem
zwakheid van karakter tegenover de landvoogdes
DigilizedbyGoOglC
482
HOPPERS— H0B4TIUS.
TeTvgtett, wit hem den tifJDiiam btzoigde tah
„Oui Madame! "
Id 156! weid hq belast met de stichting dal
hoogeseliool te Dodhj ea in 1566 rertrok hg naar
Madrid, om het bestuui op zicb te nemen ovet de
Nederlandsche Zaken. Hy stond in hoog aaniien
bn Phiiipi II en weid zegelbewaaider dee ko-
niDga. De koning benoem<u hem tot heer Ttn
Dalem, scbonk hem het reeht van vrge iaebt in
GuBterUnd en verhief hem later tot ridder Vfto
de Gouden Spoor. Bü oveileed den ISden Decem-
ber 1575 te Madrid. Eet schjjnt, dat hij, hoe ook
begaan met den tieuiigen toestand Tan ign va-
derland, aan bet Sp^nsche Hof geen invloed
' genoeg beiat om daarm Terbeteiing te brengen.
Van ign geschiiften veimelden wq: „Recaeil et
mémoiial dee troubles des Ps;s-Bsb du Roy"
(1773, in de „Analeeta Belgica" van Hoynek van
Paptttdreehlj en „Joachimi Goppeii Fiisü Epia-
toUe ad Viglivm ab Avtta 2hrichemum etc"
(1765), terwyl hier en daar nog bandsebiiften
van Éomnu te vinden sgo-
Zie: TTmtfera, Uémoires de Vigliua et d'Hop-
péiDS (Brnuel 1S5S).
Hoppe-rapskl»Tar. Zie MedieagQ.
Boppe-SeTler, felix, een I>üit«cb phjsio-
locur en leheikDndige, den 26sten December 1825
te Freiborg aan de ünstrnt gebocen. studeerde te
Ealle, Leipiig, Berlijn, Praag en Weenen in de
natunr- en geneeakunde, wai veivolgens van 1852
tot 1S54 verkiaam als arts in het werlchois te
Berlijn, van 1854 tot 1856 als prosector en pri-
vaatdocent te Greifswald en van 1856 tot 1861
onder VWehow alg assiatent en directeur lan bet
scheikundig laboratorinm aan het
inslilnnt Ie Berlgn. Nadat hg hier
bnit^ngewooii hot^leer&ar aan de nnivertiteit
«aa benoemd, vertrok hg in 1861 ala gewoon
hoogleeraar in de toegepaste acbeiknnde naar Tu-
bingen en in 1872 ala gewoon hoogleeraar in de
ph^siologische cbemie naar Straat^urg. I^ over.
leed den Uden Aognstaa 18^ op zijn bnitenver-
blgF Wasserburg aan bet Bodeomeer. De phjsio-
logiiche en pathologische chemie hebben aan
hem een reets belangrijke nasporingen te dan-
ken, vooral lijn onderzoekingen over de kleni-
itof van bet bloed, over de eigenschappen der
eiwiletol, over de umenslelling der protoplaa-
ma's, over de werkzaamheid der murttol en orer
de gisting. Behalve vele opstellen in tüdsehiit-
leD leverde hij: „Handtmen dei phTaiologiieh-
nnd patfiolo^isch-chemischen Anaijse (7de drak
1903), ,JJediiinisch-ebemiKhe üntersDebnngen"
(1866— -1870, 4 stkn.) en „Fhjsiologisehe Che-
mie" (1877—1881, 4dln.}. Dadreuboven redigeer-
de bü de ,,ZeitBchritt fOr phTsioIogiscbe Chemie"
(dl. 1-21. 1877-1895),
Hopmwants (OapÈOt vaudaliau) ii eene
insect, dat gaten in de Itltderen en takken van
de hopplant ete^t.
Hopiprlnvrnps (PyTalit ot Hy^ena roilra-
lia) ia de naam van een groen rapsje, dat met
zwarte haren dragende wratjes bexet is. De rups-
jes lijn zeer levendig en spiinsen en slaan hnn en
weer ala men ie op de hand heeft. Zg ign Kba-
delijk voor de bopplant, welks bladeren » vre-
ten. Hen bestrijdt deie pla^ wel door bespui-
ting met loadaTseniaal of Farijseh groen, wat
echter niet later dan in 't begin van Juli mag
gebeuren, daar dan de boppebellen nog niet aan-
wezig lijn.
Hor >B in het Oude Testament de naam Tan
een bewtop op de grene van Edom, waar AOron
itierf (Namen 20 : 23 — 29). Uü is waarschnn-
1^ de Dsjebel Nebi Baroen (Aronsberg) bij F^
tra, op welks top (1329 m.) een modern boDW-
werk, naar men wil Aaron'a graf, staat.
Borae outooloa* ^tijn =^ kanonieke
uren of Aorae regvlare») no«nt men in de Katho-
lieke Eerk die uren van den daff, welke voor de
gebeden van ^eesteliiken en krooaterlinKen be-
stemd xijn en m de kloosters door klt^elaï wer-
den aangekondigd, daar het bezin en net einde
van het eerste en laaUte nurgwed, naar gelaaf
van het jaargetgde, vervroegd of verlaat w«n
en lieb dus niet naar den waren tud richtte. Oe-
d arend e de Middeleeuwen vormden de horae
eanonicae de eigenlijke indeeling van den dag vu
± 3 nur 'e ochtends tot 6 of 7 uur 's avonds. Op
die uren werd telkens een deel van het brevier
fiiB aldaar] gebeden.
Boratlns ie een geslachtsnaam van Romein-
Bche PatrieiSrs. Daartoe behoorden de drie Ro-
ralii uit den Romeisschen sa^ntijd, die, naar
de overlevering wil, onder koning Tuüus Uo»ti-
tiui tot beslissing van een atrijd tusseheo Rome
en Alba Longa, tegen de Curialii, eveneens drie
broeders, in bet krgt traden. Beeds waren twec'
HomtiBn geEDeuveld, toen de derde, door Livta*
met den naam van Publiiu, door anderen met dien
van Mareui bestempeld, de overwinning behaalde
door lijn met wonden bedekte tegenstanders van
elkander te verwijderen en daarna den één na
den ander te doen vallen. Toen hg i^vierend
terugkeerde, barstte ijjn instei, die aan e«i der
Curialii verfoofd was, in tranen uit, waarover bü
zoo vertoornd werd, dat hij haar doorstak. De rech-
ters veroordeelden hem Ier dood, doeh het volk
sprak hem vrjj, en hij boette zijn misdrijf ^oor
onder een juk door te gaan. Dit juk, opgericht
hÜ de altaren van Juno Sororia en van Jatiiu
Ciinaliu», het tigiUum «oronum genaamd, werd
eeuwen lang op losten van den Staat onderhou-
den. Ook de graven der Boratii en Cunatii wa-
ren ten tijde van Livitti nog foorbanden.
Tot de nakomelingen van deien HoraUt/s be-
hoorden Mareiu BoraHui Palvübu, dien wü na
het verdrijven der Targuinii, waartoe hg mede-
gewerkt had, vermeld vinden onder de consuls
van het eerste jaar der Repnbliek (509 t. Ou.];
en lijn broeder Publiut HonUóu OocU», van wien
verhaald wordt, dat hg in 507, toen Ponemta
Rome bedreigde, de brug over den Tiber loolang
verdedigde, totdat liJ afgebroken was en daarna
zwemmende tot de ijjnen terugkeerde, waarna
een standbeeld te zijner eer verrees en hg met
zooveel land begiftigd werd als hg op één dag
kon omploegen. Yan de overige BomHi, die in
de 3d« en 4de eeuw v. Chr. te Rome aaozienlgke
waardigheden bekleedden, vermelden wg nog
Mamti Eoraliua Barbabu, die na den val der
Tienmannen consul was met Cactus Viümiu Pu-
biteola (449 v, Chr.], nadat hg dit ambt reeds
tweemaal had waargenomen. Met zgn eollega
vaardigde bg' belangrgke wetten uit. de „Lem
Valeriae Horatiae" genaamd, waardoor de oe-
D,o,l,zedb,GoOgle
Bluiten iti eomüia tributa ondei bepulde tmi-
wtarden kracht Terkregen looc het gehccle toUe,
de Terkieiing tiq oveiiuden londer oproeping
TerixMlen werd en een Tloek werd nitKe^Token
over hen, die plebejiBebe rcgMt' ' ' '
den kienkan. Na 87B t. Chr. Te
Iridieh geilacht der Honitü nit
HoratliiB (Quinttu HoraliM» Flaeau), ees
RomeioMh dichter en «mb tu een Trq^elaten
elatf, werd den Saten Dwemèer na het jiar 65
T. Chr. in "St Bomeiniehe kolonie Tetmiis in
AptüiB gefcoren. Zyg vader terkiKht iqn kleine
beiittingen en ging niet den knaftp naar Ronte,
waar deie het onderwga genoot tbd Orbüau
Pufilbu, ees nitatekend ta^nndige. In het Jaar
45 begaf hg lich naar Adiene, de leeieebool der
wgib^eertc en welspiekendbeid. Toen na bet
Termoorden lan Oaetar de Romeinsehe jongelin-
gen door Brubu ter Tordedigiog der Repwliek
ofider da wapene weiden geroepen. Behaarde ook
HoratiuM liêh in bun gelederen (43 t. Chr.),
waarna hg deelnam non de krJigibedriJTen in iait
en Maeedonit, alsmede aan den noodlottwen alag
hg Philippi, waai hg door «fe ïliiehl tgn Icfen
redde. Nadat hg te BÓnie temsgekeeid wsa, kocht
hj) looT het overadot van het vermogen ign*
vaders het aaibt van echrgTer hg de qnaeatoren
(aeriba ^luMttoritMj, doch bepaalde lich weldra
{waaraehgnJijk na 41), gedeeltelijk, looali hy
verklaart, uit gebrek, het meeit echter nit nei-
ging, tot de beoedening der dlehtkanit ea tehreef
epoden (naar het vooineeld van Areküoduu) ea
hekeldichten. Eerit la« hjj agn gedichten voor
aan vrienden en bekenden, iock weldra weid h|j
bekend In de letlerknndige wereld, en Fonw
«D VirgUüu hraditen hem in aanraking met
MoêMnai (lie aldaar). Het gelukte iiem de
vriendidiap van deaen Romein in zoo hooge
mate te verwerven, dat bg Horathu met e»
klein landgoed b^Higde en bem aanbeval aan
Augiutut.
In 36 V. Cbr. tehieef Boraliu$ het eente boek
zijner bekeldiehteit, welke bg, omdat rj geapiak-
ken bevatten, „Sermanee" noemde, en het werd
in bet Jaar SO door «en tweede boek gevolgd.
Vermoeoclgk heelt hg omatreekt dien t^d ook
de veruuDeling ijjner „JuBben" ot „maden" nit.
gegeven. Na dien tgd beoefende hfj de iTritebe
pofizie en wjjdde in bet jaar 24 of 23 de eerate
drie boeken i^ner „Oden'' of „Carmina", looals
hq ie noemde, aan Maêemtu. Daarna volgde bS
weder een didaktiiehe richting, ontdaan cveDwel
vaa de hitterheia], welke wij in de voortbreng-
selen van jengdim leeftgd aantreffen, khmÏi
bigkt Bit ign diehterljke „Brieven", waarin h^
op kalmen, vaak op sehertaenden toon leteen van
scheen in 20 v. Chr., sn daarop vi^e in rön
laatete levenajaren nog een tweede boek, welks
derde, leer nitvoerige biiet (476 hezameteri) on-
der den naam van ,|^istola ad Pliones" (Onaeu
Püo, eonan] in 13 r. Cbr., en iqn sonen) ot van
..Ars poëtica" (omdat daarin de beainselen der
dicbtkiinit ontwikkeld ign) gewoonlgk als een
afzonderlek weck beaehonwd wordt. In 17
Chi. vervaardigde hg q» laet
*IÜ8. 483
gelegenheid vu de door deien verordende eenw-
spelen, bet „Carmen taeeolare" (Êenwiang) en
in 17 — IS, evNieens of aansporing van den kei-
zer, het vierde boek der „Oden". Al die gedichten
lijn tot op onien tjid bewaard gebleven; ot hg
nog andere vervaardigd beeft, ie onbekend. Hg
overleed den 27st«n November van het ^au S v.
Chr. en werd bg de EeqDiljjnsche Poort ter aarde
besteld, liet ver van de plaatt, waai een jaar te
voren het (toHelgk oversebol van ign vriend
MaeeeiMM een rait{tlaati had gevonden. Te Ve-
nosa werd in 1897 een standbeeld voor bem op-
gericht
Horatiut befaoort tot de redeaeerende dieh-
ters; de heidere, de verctandelgke betehonwing
heeft doorgaans bg bem de overhand op het ge-
voel en de verbeelding. Daaroin slaagde hg vMr-
al in het hekeldiebt en het leerdicht. Zgn voort-
brengselen <^ dat gebied onderscheiden xieh niet
door de vermeldbeid van Ltteüiut, igo voor-
ganger op den «eg der satire, evenmin door een
diepzinnig-zedelgke strekkinc, maar vooral door
i'oiiUieid van waamemiag, door kearigbeid van
arakterteekeiing, door getitige adicrta en door
eierli^lieid van tonn, eigoudiappen, die wj
overal bg htm teruvinden, behalve in ijjn eente
gediditen, de „Bpodea" ea ecai|^e „Satiren" van
net «erate boA. Boe voortreffelijk «gn verheven
lj[rische gedichten ook ign mogen, men gevoelt
bg de lenng, dat zg hem inipannina gekost heb-
ben. Trouwens hjj erkent zelf, dat nq inlke ge-
dichten enkel op aandrang van ign bcgnnstigen
en vriemden, ZMwls Auguatiu en Matenm, ver-
vaardigd heeft. Zeodra 1^ echter in eenigsaini
lagere sfeer afdaalt, openbaart hg in ernst en
luim een verwonderl^e beralligheid en een fg-
nen smaak. Uit al ign gediehlen bigkt ign on-
geëvenaarde faearachappg over taal «n verabonw,
terwijl hg bjj deien lutsten lich vormt naar het
voorbeeld der beite Qri^Khe diehters. De in-
bond der gediebtw ran RoraiiM tiewc^ aidi in
de „HdeMiehten" ea „Brieven" (^ iniver Bo-
meistch gebiMl, terwfl bjj in lön „Oden" dik-
wijls de Grieken, inaonderbeid JUosiw. heeft na-
gevoled. Onder de „Sefaolila" ter veihWing der
Sediehten van Uontiui inn die van Pormhfrio
e belangr^kste. Die gedinten hebben aeoert de
„Ëditio priBcepB" (1460) tallooie oitgEtven be-
leefd. Tot de begte behooren die van Bentitf
(1711), die van Petrlkamv (1884), die van (hm
(3de druk 18S0), die van Jfeimeie (1864), die
van Hm^t, die van MiUUr (2 dln., 1900) en die
van S. ÈttMUHg en R. flciue (8 dln., 1908—
1810), terwijl men voortrettelijke nitgaven beeft
van de „Oden" van Petrltamr (1862), Keüer en
BeUUr (1864), «i voor de lebolen van ffowt
(4de dmk 1863), voorts van de „Hekeldiebten"
van Btindort (3de dmk. door DOderleüi bezorgd,
1859), Kirekn» en Tmitlel (J8U—1347), DöAr-
lm (1850) en Xrüger (1898) en van de „Brie-
ven" van DOdtrlm (1896—1858) en Krügtr
(1901). De gediditen van Bontiua itjn in nage-
noeg alle Boropeeiche talen overgebracht. Neder.
landedie vertalingen van de „Oden" leverdes
onder anderen Vowlel, N. 8. «n Winter, Ooder.
d^k en Va» OeUsren („Beweging" 1916).
Zie verder o. a.: WaUitnaer, Histoire de la vi<
et dee podsiee d'Horaee (1858); V. Oirmd, hes
DigilizedbyGoOglC
484
HORATmS-aORENe.
idéei monles d'Sorue (1907); ƒ, J. Eattmm,
Beatoi ille. fien boab loor iedereen over Hora-
tiaa [19 IS).
Hordv beteekent een ongeregelde, «iUe
Bchui. Het il een woord van Tataanebe ifkonut
en weid tot ± 1700 alleen yDoi Tartaienbenden
gebraitt.
Horde il de naam Toor plat ilechtwerk Tan
Fjjshoat om paaltjee, dat geoniikt woidt bjj hel
nuken Tan kistingen (lie KUHng) op dgken.
ten einde deie tegen OTeiloopen te brachennen.
Ook bedekt men er beiode dgkglooiiugen mede,
om ze tegen golfslag en ge te beschennen. of om
beschadigde djiken voor verderen afilafr te behoe-
den, waartoe xe daarop met ataken worden he-
vea Ugd. Ook worden horden toegepast om
laBdrera tui vingen aan den voet der dniiHiL tegen
te gaan en faet aanwaiaen daarvan te bevor-
Horden worden op gelqke w^ alt vhekttui-
«en (lie aldaar) vervaardigd; iq ijin meeetal
0.70 m. hoog tjj een lengte van 2,80 m.
Hflrde, MD >tad in het Pnrieiach dietriet
Arnaberg, ligt aan de Enueher, «an de aooorljj-
aen BöliTOrt — Holswidede en Langenareer —
Dortmnnd en telt (I9I0) 82 791 imroaers. Ifen
vindt er Lnthersehe en Katholieke kerfcen, eai
synagoge, een onden bateht van 1229, vroeger de
residentie van de graven wn da Vorfc, een pro-
gvranaaiom en. IDt stad is de xetcl van den
„HOrder Ber^erke- nnd Hfittenrerein" met
groote indnstniele inrichtingen; de Hermanne-
Dfltte {gier- en etaalgietery) en het Eisemrerk
(hoogovens). DaaibQ lomen nog de eteenkolen-
mgnen Sleetw^ en Holiteln en vereebiUeBde
gsereTtagioeven. HOrde werd in 1840 tot aUd
verheven.
Bordsolmn. Zie Ziekten van M oog onder
het art Oog.
HordMüB. Kie Qerit.
HordVk. Ooneüe Pwnadcer, ean Neder-
landaefa etaatsman, deo lUen April 1847 te
Drampt geboren, ttndeerde en «romoveerde te
Otreeot in de rechten en werd noogleeraat aan
het athenaeam te Amsterdun. ^ aanvaardde
die betrekking met een redevoering, getiteld:
„Nederlands behoefte aan meer dan Ma hooge-
sebotd". In Maart 1881 weid hg als hoogleeraar
beroepen te Utrecht, waar hy sprak over: „De
taak van den ^Moefenaar der Nederiandsehe
c, by de aftreding vai het Kabinet nedei
It^ae. Hü werd 1d I8B5 eommissaris des Ko-
■inga in de provincie Drente en vertrok in den
nasomer van 1688 naar Oost-Indifl als gonver-
nenr-generaal (tot 1898). Van 1894 tot IS02 was
hn lid van de Eerste Kamer. Hg overleed den
4aen Septanber 1908. ZQn voornaamste geschrif-
ten ign: , J)e taak van den beoefenaar der Neder-
iandsehe reehtsgesdil edenis" [Inaagnreele lede,
1981), „Keehtsbronnen der stad Zntphen van het
begin der 14de tot de tweede helft der 16de
eenw" (Werken dei Veieeniging tot nitgave der
bronnen tan het onde vadeiIaMschs lecht, Iste
reek), no. 2. IB81V „Qnaedam narratio de Gro-
ninglie, de Thientne, de Covordia et de diveisis
aliis enb diveiais episeopis Trajeeteasibna" (Als
boven, Nieawe Serie, no. 48, I83S).
Hoiab is in een deel van de verhalen vaa
den Pentatench de naam van deo be^, waar
Jfotei zgn opentiarin^en ontving, welke berg in
andere vertialen Sinat genoemd woidt.
HorAbont, Oerara, een Vlaamseh schilder.
omstreeks 1470 Ie Oent geboren en in 1540 te
Londen oveileden. Ia dienst van MargarttMa *aN
Ooiletuyk veilnchtte hg veiKbeidene handsehril-
ten; in 1522 ging hjj ovei in den dienst van £f«s-
drik Fflf, koninff van Engeland. Sehildergen in
het museum te Antwerpen en verlnehtingen van
het Breviariom Qrimani te VeaetÜ gelden als
Boren noemt men in de Giieksehe mytholo-
5 ie die godinnen dei orde in de natnor, welke de
aaigetgden in hun aatnnilSke volgorde doea
wederkeeren en alles op ijjn tgd laten ontkiemen,
bloeien en rüp worden. Bg Homênu bewaken ig
ale dienareesen van Zeus en Een de poorten van
den (Hyii^ns, de wolken. Heaiodm» noont haai
dochters van Zeue en Themi», Kmoada (regel-
maat], Dike (recht) en Irene (viede), namen, die
tevens de regelaarsters der drie gewoonlgk aan-
genomen jaargetgden (lente, lOmer, winter) aan-
dniden, evenals haar moeder, de beiehenutei der
tedelgke orde in het menMfaenleven. In Attiea
vereerde men twee horen: Thailo (bloeigodin der
lente) en Oarvo (vmditengodin van den anner),
aan wie het feest dei H o i a e a gewgd vaa. Zg
wolden vooigeateld ali lietelgke meitjea, noet
bloemen en nnehten getooid, dikwgis, evenals
de Oharieten, samen met endere goden {Afkndi-
le, ApoBo, Beüoi). Als böiondere lente- en hloe-
inengodin komt ÓUori» (lie aldaar) voor.
Horst» noemt men nitwatsen op dm kop van
vele dieren, die iniondeiheid dienat doen ala wa-
pens van veidediging en aanvaL Vooral vindt
men ie hg de hoefdieren. fig sommige geslachten
lën alleen de mannetjes van horens voonien, cA
afthans dis der wQtjet anders van vorm. Ven de
einnlgke hoiens ondeiseheidt lieh het geitei (lie
aldaar). 0^ bj) sommige visaeben en insecten
treft men aomtgdt hoomaehtige nitwaaaen aan.
De boiens bestaan, nit een echeikandig oogpunt
beschouwd, volkomen uit deadfde seHstandi^-
heid, loogenaamde hoomstof (kentine), als die,
waaruit het baar dei dieien, de nagels, klauwen,
boeven, aehildpadschalen en vederen bestaan. In
de horens eehtei veitoont i|{ lidi middelmatig
hard. hoigtaam, veeiiraehtig, nlglbaai, door-
Bchgnend en verschillend van kleur, terwjjl iB
door warmte week wordt en in delen teestana
door buigen en persen in een willekeniigen voim
kan gebiecht woiden, die ijj na lAacling be-
bondt. 'De lioreos beetaan uit hoomsehMden.
die ais een veivormd gedeelte van de i^>perhuid
i^ te beschouwen, uit de van bloedvaten vooi-
nene leeihnid en nit de hoörnpit, die met den
sehedel vei^nden is. De lélieeden aga al-
leen aan de bovenste uiteinden massief.
Vooial van dit laatste gedeelte vervaardigt
mea veleilei vooiweipen, looala pwienroeren,
knoppen vooi wandelstokken, i^n- en lonne-
scheimen eni., terwgl bet holle gedeelte lot be-
keii (drinkhorensl. kmithorens enz. kan gebe-
ligd worden. Veelal eehter wordt dat holle ge-
DigilizedbyGoOglC
H<»tEN8— QCKtlZiOINTAALgLINGËR.
483
d«elte oreiUngi openf^sneden «s in e«n platten
vorm gebiMht, trattrna men het Mnwtndt tat bet
mtkeo van kammen, l^ela, dooien eni. De alval
levert een voutrefteiyke meitBtot; doch gewoon-
Iqk lut men ie week woides in metalen vormen,
waarna u, in g^nteh toestand, weder tot het
vervaardigen van knoopen, tafaaksdooHn eni. kan
dienen.
Bonnii MD vlek in bet ZwitaeFsche kanton
Zoiidi, ugt <m den linkeroever van hrt neer ivan
Zarieh, aan de KwotliineD Zniieh-^Liathal an
Thalvrieb—Zng en Uit (1910) 8043 inwonen. Hrt
plaataje beiit een mooie keii en een baven. Het
vormt het eenttnm der Zoiichadie iqdeindnitrie
met iqdeweveTtïen en -ververjjen.
■orixoD of QttkkUind». Wear men lidi
ook op de aardofqiervlakte tfevindt, steeds over-
liet men ileehti een deel daarvan. Ii saai alle
igden het aiUieht onbeleanmeid, dan bevindt
men lidi in het middelpnnt van een eirkelvlak,
Fig. ]. Hoctzon.
welkt omtrek daar ligt, waar de aardoppervlakte
en het bemelgewelf eltiander aebqnen te snöden.
Deten eirkelomtrek noemt men horiton of ge-
tichteinder (B^ in fig. 1). Deie vormt den om-
trek van hei Aommbue vlak of het vlak van den
koritoH, dat gewoonlijk echter kortweg
liorixon wordt
aangeduid. We-
gene de bolvor-
mige sedaante
dei aarde heeft
elke plaats haai
eiren borizDii.
Deie verdeelt
den schijn bai
hemelfaol
twee volkomen
gel^e deelen,
oniichthaie, daar wg
het hemelgewelf knnnen
ng. 2. Boriton.
een lichtbare en
slechte die pnnten __ .. .
zien, welke zieh boven onzen honion bevinden.
Het horiiontale vlak wordt aangeduid door de
oppervlakte vu elke tieh in mst bevindende
vloeistof, b^v, water, vandaar ook de naun w a-
terpas en waterpaavlak.
Naast den boven beachreven of Kh^nbartn ho-
riion, ondenAeidt men den wanm (of geoeen-
trisehen) horizon, d. i. die, welken men i!ch even-
wijdig met eerttgenoemden door het middelpunt
der aarde gelega denken kan (fifl in Gg. 1], en
den luttuurlfkeH horiion of km, d. i. de cirkel.
die ons geiiditaveld begrenst ale w^j ons op een
hoogte boven de aardoppervlakte bevinden (HB
in ng. 2). Het gedeeUe dat w$, c^ zekere hougie
itaande, Oiversien, bedraagt meer dan de helft van
het hemelgewelf; de nataurlgke horizon ligt
steeds onder den achünbaren en bet bedras daar-
van of de diepte van de kim ondei den sebünba-
ren horizon heet kmttuikittg.
BozlsontaAl of waterpas noemt men elke
Ign of elk vlak, evenwgdig met den horiion, dus
ook met de oppervlakte van een etilstaand wa-
ter.
BorlxontaalUJnsii. Zie l»ohypten.
HorllOStealaUnser is de naam van een
inalmment. in 1831 nitgevonden door Beugier
te IMndien. Men kan er kleine krachten, die een
verandering In den atand van den verticaal ver-
oorz^en, mee aantoonen en meten. Gedurende
den eersten t^d maakte men geen gebruik van
dit Instmment, totdat Parrol en ZöUner het op-
nieuw ontdekten. De tiorizontaalslinger van Z6Ü-
net is in ftg. I afgebeeld. Aan een glaaataaf,
die aan het eene einde een gewicht draagt, zijn 2
Tgne staalSiadan o en o* «evettini, waarvan de
vrge einden aan een op drie sldsehroeven ms-
tend statief ign vastKemaakt. Door het gewiebt,
dat san de glaeataaf nangt, worden de beide dra-
den gespannen. De glasstaat neemt een horizon-
talen stand in sn lal in het verticale vlak, dat
door de twee ophan^nnten gaat, gelegen zijn.
Liggen die pnnten juist loodrecht boven elkan-
der, dan tal de slinger in onversebilli^ evenwicht
ijjn, loodat de glustaat iederen willekenrigen
stand kan inaemea. Door draaiing van de stel-
tehroeven kan men dezen evoowiehlsBUnd zoo
dicht naderen, als
men wil, waardoor
de gevoeligheid van
den slineer grooter
wordt. Iedere ver-
andering in de rich-
ting van den verti-
eaal, hoe klein deze
ook il, zal een
verplaataing van
den even wieb te-
stand ten gevolge
hebben, die met m-
hnlp van een aan
de glautaaf beves-
tigden spiurel met
een k^ker kan ge-
meten worden. Om
geen binder te tteb-
ben van de tpriie
der draden, die de
gevoeligheid van bet Fig. 1. Horizontaalslinger.
instrument kleiner
doet worden, heeft VonAefreMrPoK&wUi aan het
eene einde van den iliiuer-een metalen dwamtnk
aangebracht, waaraan 2 konkaaf geslepen agaten
plaatjes zijn bevettigd, waarin twee stalen pnn-
ten grijpen, die aan het statie! verbonden ign.
Om voortdurend de verandering van den ver-
ticaal na te kuonen gaan, worden de slingerin-
gen photografiecb op papier gebracht, dat door
een narwerk wordt bewogen. De horizon taal slin-
ger van Von RebaiT (fig. 2), die in aBismologi-
sche stations veel gebruikt wordt, rust op ae
stalen punten i, en i' en draait «n en dooi de
beide pnnten gaande verticaal. Aan het uiteinde
D,o,l,zedb,GoOgle
HORIZONTAAÏSLINOEB— aOiOIAYËR.
diutft het den epiefjel t. Een tweede spiegel *' it
met net iwtre boefqKTrormige gietüzereD gestel
T»et veiboDden. Een lli^tstrul wordt door de
beide spiegele gereflecteerd, en de (emcgekftïtBte
atralen Tallen op een lens, die de beide beelden
tot één pnnt veieenigt, dst op geraelig papier,
hetwelk door een wsU rondgeara&id wordt, valt.
De 'terugrgekiatste strul van den Tasten spiegel
Fig. i. HoriioiitaalsIingeT.
lal een redite Ijjn, die Tan den met den slinjfer
verbonden apiegêl een kretrune Ign op het papier
SeTen. De loop Tan de laatste ten opiicbte Tan
e eente «eft de slingeringen van den slinger
aan. Aar^waringen in de lichting van den
slinger inllen door dit initinment niet opgetee-
kena worden. Durom iqn door EUert drie inl-
k« initmmentan tot één vereenigd, die met «Ik-
Fig. 3. HoriwuitMlBlinger.
ander een hoek Tan 120* insluiten. Een minder
nanwkenrig inatiDment is de Straesburger hori-
lontaaUliDger JTig. S). Deie beslaat uit een 1,3
m. hooge en w t^. mrare gietvseren luil. Hier-
aan is een stalen spits bevestigd, waarop een
messing buis, met een 10 kg. iwaar loodan ge-
wicht, rust. Dit gewieht wordt gedragen door
een draad, die aan bet boTeneinde Tan de inil
draaibaar is Tastgemaakt. De lAinKeringeii wor-
den door een lichte pen (een stroonakn met alu-
ninioiD punt) op met roet bestreken pi^iei opge-
teekend. Het papier ia op een trommel Tastge-
maakt, die eenmaal in het anr om lutar aa draait,
terwnl het papier tegeljjkertöd iQdeltngs wordt
TerEcnoTen loodat men een roiraalvormige Ign
rerkrggt. Altjjd worden twee aTingers Tan geljike
afmetincen onder een hoek Tan 90* met elkander
Teibonden (in de meridiaan en loodrecht daar op),
om de beide componenten Tan de horisoitale Sé'
weging op te kannen teeJienen.
HorliontKle prt^Mitls. Zie Kant/r^eti-
ie een bg de Hongaren en Zigen-
^brnik ignde doedeliak; ook it dus,
bg de muiiek lan dat instroment nitgeToerd,
draagt dien naam.
Horloce. Zie ünneu-k.
BomiMWr, Jotepk vrgheer wm, een Dnilsch
geschied KhrjJTer, den 20steD Jcnoari 17S& te
Innsbrflck geboren, studeerde Tan 17H tot 1797
aldaar in de reehlen, diende een paai jaar b^ de
Tiroolsche landweer, werd beTorderd tot majoor,
in 1301 te Weenen eepla«t8t bg bet ministerie
Tan BDiteaiandache Zaken, waarna hu in 1803
tot EotseeretariB en arcbrraris benoemd werd. In
1809 werd hg ter beaehikking gesteld van aarts-
hertog Johan, om den i^tand in Tirol, Torarl-
berg en later ook in Sabburg te orgtniseeren.
Horvutyr bad het plan tot beTijjdinc Tan Tirol
met looveel soakkennis ontworpen, dat bet |:e-
lukki^ slaagde. Na xgn terugkeer in Weenen wgd-
de hu cich aan geschiedkundig studifin, totdat de
gtaatkundige verwikkel) ogen in 18IS bem en *de
anderen uit Tirol en Vorarlberg in de geraiwe-
nis brachten. In 1816 echter Mnoemde de ^i-
ler bem tot historiograaf Tan het I^k en van het
Eeiierlijk Euïi, waarna hg te Weenen leefde, tot-
dat koning Lodeu^k van Beteren hem in 1828
naar Hflndiea riep. Hier werd hn geplaatst bg
het ministerie van Baitenkrulselie Zakra, In
1832 werd hg minister-resident van Beieren te
Sannorer en van 1889 tot 1846 bg de Hanseste-
den te Bremen. Daarna werd bg directeur van
het Rnkaarchiel Ie IMneben en overleed akkar
den 5aen November 1848. Van ign talrijke ge-
schiedkundige ges^rif ten noemen wg: „KritisUi-
diplomatiecfae Beitrige lur Oescbichte Tirolt im
MitteUlter" (2de druk 1305), „Geschiebte dei
gelOrsteten Qralschaft Tiio!" (1806—1808),
„Aidiiv IBt Qeecbichte, SUtistiek nnd 8taaten-
kunde" (1809—1828, 20 dln,), hetgednreade eeni-
gen tüd met Mednyantki uitgegeven „Tasehen-
buch fUr die TaterllndisAe Geldiiehte" (1811 —
1848), ,JVUgeméine Geschiebte der nenestèn Zeit,
TMn Tode Friediidi's des Grossen bis inm nwei-
ten Fariïer Frieden" (Sde dmk .1831, 3 dln.).
„Wien, seine Geschiebte nnd Denkiwürdigkeiten"
(1823—1825, 9 dln.). „UbeubiUer ens dem Be.
freiongskriege" (I84I— 1844, 8 stukken). ,J)as
Laud Tirol nnd der Tirolerkrieg von 1809" (2
dln., 1845), ,, Anemonen "" '-■■'"
alten Pilgennannes" {2
Frani una Uetternich"
DigilizedbyGoOglC
BORUl^AS-^ORN.
487
Bonnlsdftfl (in bel Fehkwi Ohrmaxd) is ile
vaam vsn Tgf Petiische kaning^en uit de dvnes-
tie der Sanaitidtn. Zij regeerden MhteresuTOlgena
in de jsMn 272—273, 802—319, 457—459, 578
—590 en 6S1— 682, Homudat IV wist ïÖ" '^
noch tegen de Oost-RomeiDen, noeh tegen de
Scftfaen en Tnrken ie beechetmen en weid duT-
om ilguet UI leimoord.
Bormlsdas is de naam nn den Mns, die
den RomeiiclieD bÏMehi^Metel vtn Sli tot 523
beiette. I^ens ign episcopwit kwam er een ein-
de UD ^et sedert 484 beatMude i.g. «etciun-
sehe Bcbisma met Byiitiitiam.
Hormoes. Zie Onnon.
HormoDtn. De studie der inwendige nttchel-
ding (lie Afteheidxng), wwLrbg etolfen nit Ter-
spuiende klieren die geen afroeriiuiien hebben,
in het bloed woiden o^^enomen, beeft ïn de laat-
ste jaten groote vordeiiitgen gemaakt, loowel
door het bestndeeren van de Tenchgnaela, die
optreden na het wegnemen der klier als van die,
welke Tolgen op het inbrengen van ertmcteD dier
klieren in het organisme. De prikkelende alachei-
sjmptomea van mTzoedeni op (lie aldaar), maar
verwndert men de Tier bg-soilMklieTen, die aan
de achterrlakte van de sehildkUeT litten, dan toI-
gen trekkingen, trillingen en krampen in de qiie-
ren en op bet laatst spierreilsiiirDJageu ((etoiiiel.
Dat mjToedem kan men Toorkomen door de
aeUUkliertabletten, die in den handel iqn, te la-
ten innemen ot gedeelten tsh ^een friasebe
•childÉlicr ia de buikholte te brengen. Het jodo-
th7rine van de schiMklier sebqnt d&arbg een
groote Tol te TerTollen, maar toM sebjjnt de af-
tcheiding Tan de echildklier meer een pS OMcha-
delSk te maken, want in bet bloed van het
•ehikIklier-looK dier eiienleert een ^it, dat in
normatd Mosd niet voorkomt. Verw^dering van
de banieren verooruftkt den dood onder sterk
linken van den bloeddruk en gioole i^ierawakte,
terwijl de «bebeiding tan den panereas snikei-
liekte voorkomt. B^on maakte een veFbindiDg
tnsscfaen de faalaalagaders van twee honden, wasi-
van de één door eistiipatie tmi den pancieaa aan
snikenkkte leed, die aoo door de ifekraiate eir-
eniatie genazen werd. Een eiffenuidig henen-
aanhangsel, de hypi^TsiB eerefcri {«ie Uwkm)
veTooTuakt als het zitv woidt, Tereefaijnsels alt
die der eietirijatie Tan Ao sehildklier en boven-
dien vergTooting van de bovenste ledematen
(akromegalie, ite aldaar). Bg verw^ering Tan de
taadballen (eaêtratie) bq knapen ontstaan atoor-
nissen in de ontwikkeling der pnbertnt bn vol-
wateenen nervenM stooTDisBen. Die eenadelijke
gevolgen worden voorkomen als men den geeae-
treerden dieren «tnkfes van den laadbal onder de
huid of in de bnikholte riani o( eitraet ervan
inspoot; men meent dat drt hormon identiek is
met bet spermine van het laad. Steinaeh nam bq
manlgke dieren de gealachtsktieren weg vMr fael
aanbreken der puberteit en plantte hnn eierstok-
ken in. Die dieren toonden later alle liehamelvke
en eeeetel^ke eigenschappen van vronwelgke in-
dividnen en ook de omgekeerde proeven geluk-
ten: bet geheele liehamelgke voorEomen «n selta
TersdtUlende hoogere hersentnneties worden dos
bepaald door stoften, alt de geekehtsklierea
stammend. Verwijdering van de eierstokken bg
meisjes heeft dezelfde gevolgen ten opzichte van
de puberteit, bjj vronwen onta&rden de gealaebts-
organen; bjj begin van awangeiEch^ nltgeroerd
gaat deoe niet verder en ook hier kon in-
planting van eierstoksirbstantie de sebadelgke
fevolgen tegengaan. Eet bloed ran zwangeren
evat hormonen, die de borsten tot metkafschej-
ding prikkelen, wat op leer eigenaardige wgie
bewezen werd bg de in de bekkenatreek vergroti-
de tweelingznsters BUaek. Toen de eene zwanger
werd, werden ook de borgtklieren der andere
grooter en scheidden melk al. Praetiecb werden
de hormonen toeigeput bg de <BaaedowKhe ziek-
te (zie aldaar) in h«t semm van MObin», verkregen
nit dieren, wien de schildkHer ontnomen was,
verder in het mjxoedem en bg hartzwakte es
bloedingen in den vonn van odrenoftne en ex-
tract van de bijnieren, dat de Uoedraten ver-
nauwt. Die werking vindt men nog sterker bg
pthijfrtn, ten prseparaat nit de hTpecèysii ee-
rehri veikregen en vooral in de verlosknnde toe-
gepast. OA als arine-aan drijvend middel' vindt
het toe{>Reging, daar het joiat de nierarteries niet
beïnvloedt, me nu bü Temanwicg der orerige
bloedvaten sterker f anct ioneeren. Een hormon,
nit het maagBlijmvliea maar vooral nit de milt
verkregen, prikkelt de darmen en wordt dan ook
met eaeces bg verstwping gebruikt.
Zie Bxedl, Innere Sekretion (2de drnk Hfln-
chen I91S).
Hom, Qu»laat, graal, een T/wetdedk veldheer
in den Dertigjarigen Oorlog, werd den 28»ten
October 1592 te Oeibrbne m Ucdand geboren,
stndeerde te Bostock, Jena en Tnbiagen, trad in
dienst bfi het leger van Gtulaoi AdoU, terover-
de in 1625 Dorpat, in ISSO Kolberg en was ver-
volgens aanvoerder van de eene helft van het
Zweedeehe leger. In den slag bfi Breïtenfeld
(1631), voerde hij bevel over den linkerTleugel;
ook nam bü deel a^n den slag bij den Ledi. Na
den dood van Qvttaal Adoü onderstennde hij de
plannen van zgn eeboonvader Ocenaftirtia en
vereenigde lich in Zwoben met berlog Benard
non Weimaf, die tegen ign raad in 1634 den slag
van NOrdlingen leverde. Hier werd Hom go«an-
fen genomen en eerst in 1642 nitgewisseld. In
844 vertrok hü aan het hoofd van een leger
naar Schonen en noodzaakte de Denen vrede te
sluiten. Ook ten tijde van koningin Chriitüia en
Etadhooder van Lijfland en Schonen. Hg overleed
den lOden Met 1659 te Skara.
Hom, Fram, een Dnitsch sobrgver, den
SOsten Juli 1731 te Bmnswök g^ren, studeerde
te Jena in de reohten, te Leipzig in de wgsbe-
f^eerte, geschiedenis en aesthefiek, werd in 1806
eeraar aan een gymnasium te Berlgn, waar hjj
aU privaatdocent voorlezingen bien over Sha-
ketpiare en over de geschiedenis der Daitidie
letterkunde. Hij OTerieed den 19den Jnli 1837.
Zijn romans: Raakten weldra in vergetelheid.
Van Teel meer belang ign de „Ümrisse inr Oe-
Bchichte und Sri tik der sdiBnen Literatur
Dentseblaods von 1790—1318" (2de drnk 1821),
„Die Poeeie und Beredsamkeit der Dentsohen von
D,o,l,zedb,GoOgle
Lnther» Zeit bi» idi QegedwsTt" (1822~-1829, 4
din.) CD i^hftkupMres Schuapiele eiliutert"
(1823— 1S31. 5 ün.). SeAiro» «n FönUr bébhea
«en bloonleiiiis nit ign naffriaten geBclirihenge-
leTeid onder den titel van ,)P«yehe" (3 dln., 18<1).
Hom. Eduard, een Hongaaradi ataatnin en
Tolksbuiilioudknndigc, den 25iten September
1825 te Wug-Nen«tadt getwien, beiocht de I«-
laitietiedie en LaIjjnEche ecluden te Neutm,
Ptaag en Preiübur^ en tisd leedi vroeg op als
jonrnalist en alt yreraar Toor de emancipatie
der Jodea. Hg schreef: „Znr Judenirtge in Un-
garn" (1847) en «tiehtte het weekblad ,^r un-
gaxische Isnelit". Met geestdrift nam hg deel
aao de vrijheidlieiende volksbewegins, eerst te
Pest en verfolgene te Eomorn, wau Xiofka hem
tot Teldprediker benoeiode. Na de upitnlatie tan
Somoro bleet hg onophoadeliik Uootgeitdd aan
de Terv^ngen der poHtie. Vaa Preesboig ver-
trok hg naar Weenen, Tsnliier naar Praav, in
1350 naar Leipiig en in 1851 naai Brussel. Hier
schreef hn: „Statiïtisehes Oemilde des KSnig-
reichi Betgien" (1863) en „BerSlkeningBiTiBeen-
Khaftliche Studiën ana Belgien" (1854). AU eor-
renrandent Toor Doitsehe dssbladen b^f hij
lien in 18SG naar de wereldtentoonetelung te
Pargs en Terkreeg door tnaschenkomst — "'
" ■ "■ ■■ de todi
s leverde hjj op-
atellen in Franeche, Daitacba, Belgische en Hon-
gaandw tgdtcbriften en Imitreea in een reeks
vlogtehriftea bet abMlBlittieeb-Mntralistiseh re-
geeringsbeleid in OoatenrgK. De ,;Boei4t4 d'Beo-
nomie «o de ,;8oeiét4 de Statiati^e" t« Pargs
benoemden hem toi lid es de „SoeietT ot Statis-
tics" Ie Londen nsm bem Of onder nau eerete-
den. In ISSfi keerde hg temg naar Honnrije en
werd in 1875 benoemü] tot staatsiecretarte bg
het ministerie van Handel en Ngverheid. Ook
werd bg gekozen tot afgevaardigde naar den
Rgksdag. Bg overleed eebtei reeds den 2den
November 1875.
Hoin. W. O., is de achoilnaam voor P. F. W.
OerUl (iie aldaar).
H omboatel, TAMNlor km, een Ooatenrjjkscb
indnatriSel den 29tten Oetober 1815 te Weenea
geboren beaoeht «Uaar de polyteehniedie Mhotd
en werd weldra een vaa de seeretariasea van bet
Qenootacbap van Növerbeid. In 1848 behoorde
hg tot het stedelgk beatunr van Weenen, doch
wees de benoeming tot lid vbd het Parlement te
Frankfort van de hand. In Jnli van Uats^
noemd jaar belutte bg zitb met de portefenule
van Eooi^aDdel in het ministerie Doblhof, dodi
legde ie reede in October noder, behoorde daar-
na tot bet beituar der Ooetenrgksehe ngverheids-
vereenigiiw en werd toen vooiiitter van de Ka-
mer van Koophande) te Weenen. Van 1857 tot
1883 was h^ direetenr van de eredietbank voor
btodel en nvverheid, lid van liet beatnnr VAn den
Qizabeth-Weeternoorweg, en ontving in 1860
de oide vso de IJzeren Kroon. Hg overleed te
Weenen den 2den Jnni 1888.
Home, JahatiHet von, een Nederlaodacb ge-
neeskandige, in 1621 te Amsterdam geboren, stn-
deerde te Utreebt, deed een reis door ItaliS en
Zwitserland, en werd te Baiel tot doctor ia de
geneeakande bevorderd. Daarna beiodit ItQ de
hoogweholen te Uontpellier en te Orleaas en
werd, na ign terugkeer in 1651 tot buitengewoon
en een jaar daarna tot gewoon hoogleeraar te
Lebden benoemd, waar bg den 5den Januari 1671
overleed. Hg iciireel: J>e aneuriamtte epiatola"
(1644), „Novum dnetnm ehvüfenun, primnm de-
lineatDm atqne deseri^itum , „miKpokosMOie,
id est breviseima chixuigiae metbodtM" (2de
drak 1675), ,FLeonbardi Botalli opera omnia
ele." (1660), „Galenus de osiibna" (1665), ,4'ro-
dromui obBcrrationum circa partei genitale* etc"
(2de druk 16S5) en .^Otiaervationes anatomieo-
medicae" (1674). Al ign werken «gn in 1707
ODder den titel van ,jOpnscnla anatomieo-chirur-
gica" in bet licbt venenenen.
Homo, Riehard Uemry, een £ngelieh dichter,
den laten Januari 1S03 te Landen geboren, be-
socbt de militaire eebool te 8andbnrft, tr»d ala
adelborst in dieikst op de Uexieaanache vloot en
nam deel aan den oorlog tusichea H^eo en
Spanje. Na ujn terugkeer in Bofeland wqdde
hg aéi aan de letteiiunde, gaf ,i£i^sitioa of
tbe ftdse medium, and butieni Bidadug menM
geniua trom Lbe public" (1883) en een staatkun-
dige satire on koning WüÜam TV in liet licht,
onder den titel „Spirit of peera and people"
(1834) en schreef vervolgens een reeks iaOÈti-
„Qeorgj VQ'' (1840, Sde druk 1849), ,Judu
lacariot" (1848), en „Alargia" (1856). Verder
leverde hg ,4^fe of NuwleM" (1841), het epieeh
gadiebt ^ion" (lOde drvk 1874), „Ballad and
lomanees" (1S46) en „The dieamer and the work-
er" (2 dln., 1851). In 1852 vertrok lig met flo-
wüt en andeien dut de ftondianden in An>-
traliê en schreef: „Anstr^ian tactk and pros-
pecti" (1B59), ,J>rómetheDa, the firfrèringer"
(1864) en „The South Sea aiiters" (1806). In
1869 teruggekeerd Ineide hg nog „Laura Dibal-
»>" (1880), „Eing NihU'e rmnd taUe, or the
regicide's svmposiom" (1881), „Bifale-tragediei"
(1881) en ,3inron. the sUr-atricfcen" (18%). EQj
overleed den ISden Haart 1884 te Uaigstc.
Homook, OUokar wm. Zie Ottokar mm Slür-
HBniOS, SudoU, een Ooitenrgkaeh geoloog,
den 7deD Octoiter 1850 te Weenen geborei, rtn-
deerde aldaar, begeleidde in 1878 ae arehaeolo-
giacbe expeditie van Ooiae naar Bamotbraee, waa
van 1874—1876 werkaaam aan bet geologieeh
inttitout te Weenen en werd in 1876 baftMige-
woon, in 1883 «woon boi^leerau in de gëdo-
gie en palaeont^ogie 4e Oraa. Ia 1902 ea 1903
bereiade hg de door aartlMTiDgen iwaftr geteis-
terde streken van UacedoniS. Hg aefareef: ,J)ie
Qattetopoden der Meereaablagerungen dar I. ond
n. mioelnen Uediterranstafe ia der Oeatenel-
ebiêch-Unguisdien Monarchie" £1879), ,J)ie Erd-
bebentheorie Rodolf Falbi nnd fflre wiaieaadiaft-
liehe Onmdlage" (18SI), „Eleoieate der PaUoa-
tologie" (1881], „Erdbebenknnde" (1803). ,JhM
Erdbeben von Laibach nnd seine Um^en"
(1895) „Pal&ontologie" (Sde dmk 1904), .3as
Qnd Bild der Ebenen Oeteneii^i" (Weenen 1903)
en ,J)as Aussterben der Arten nnd Gattangen"
(Oria 1911). Hn overleed den 20stan Angottni
1912 te Qrai.
DigilizedbyGoOglC
HÖUNiES— BOBS irOEUVitE.
HBrnt», Jfortfa, een ettuxwiMl en 1)ioeder tu
den imrgUBde, den 29«teD Jtnnaii 18d2 te We»-
nen eeboren, atndeerde ftldiai en te B«rlqii in
de klaMieke letteren, doefa wgödt zieh Toonl
un de iichaeDlogic. Hij nam dèel un den feld-
toebt in Bosnil, waar hg ook in 1879 en 1880
archaeologUche ondenotikiDgen deed, erenali in
EuiDthia, Kraln en Istiil. Sedert 1899 ii hg
builenxewoOD bowleerMT te Weenen. JSg Mbied:
.JMnanidie Wudeini^n" (1888), ,3oaiiien and
die Hen^wviD»" (18^), JHt Ctgetdiidite dei
HeMchen ueh dem hestigeD Stude dei Wi(-
BenMhkft" (18S2), „UrKeteluchte dei Uenicbheit"
(1895), „ürÈeBchiebte der tiildenden Ennet in Ba-
lopa" (I6M] en ,J)ei dikiviale Hemeb in Ënni-
pa. Die KuhniBtnfen der iltern Steinieit" (1903),
„N*tnr- and Urseaebiehte des Ifeniefaen" (1909).
Ook redigeert h^ de „WiMenaduttliehe Uittei-
' n aas Boinieii unid der Benegowisa" (1893
lutfen a
BonM-Took*. Jokn^a Engelseb tutknn-
- dige, den 25iteD Juni 1^ te Londen geb<»e&,
etndeetde in de godgeleerdheid en kocht een
piiefaende in het gntafsehu) Kent. Het «ent
maakte hii lieh ali Khijfrer «ekend door in 1765
tei Teideaigiu van den Tolkileidei Wilket op te
treden, teiwgl hg groot opiiea burde dooi in
dea oorlog der EngelKhen i«gen de .Amerikvien
, de ijfde Tan laatstgenoemden te kieoen. Wegens
een iiiiaoieJinK tu geld ten beboere dei opatan-
delingen werd hg Tan laiKheiiaad beecbnldiffd
en in 1777 tot één jaar gevaiigenie verooideeM.
Nadat hg ign vrgheid heiki^en had, «gdde hg
tifi> B«D de leditnreteDathap, hoewel bet hem
als geestel^e niet Tigatond ala pleittwioigei
weiksaam te iqn. Intneièhen gaf lig venebeidene
staalkundige TingMbriften in het lieht, loodat
opnienw een aaikladit, en wel Tan hoogreiraad,
tegen ben ««d ingediend, doeh dJtmuJ «prak
men beat fijj. Na TeraehilleDde Trnebtelorae po-
eingeo gefokte het hem een beooemiag tot Pai-
Jementslid te verkijjgen, docti iS weid nietig
verklaanl. Bjj o?erleed den >18den Jlaart 1822 U
Wimbledon. Van ign geschriften worden de
'Xmr wrttétrra oi the diTersions of Pniley"
(3 dln^ 178»-1806) teer g«preien.
BBml*, Avgutl Fritdriek RudoU. een oriio-
taliit, den ISden Oetober 1841 te Seeandra bjj
Agia aU de loon lan een missionaria zeboren,
stadeerde te Baiel en Londen, Teitiok naai
Britach-Indii en werd eerst ho<^]eeiaaT In het
Sanskrit «n wöib^eerte te Benaies, daaina di-
reetear der MobammedaaDsehe nnÏTersiteit te
Caleotta en eere-Mcretaris Tan het Asiatiidi Qe-
Dootsebap. Hg aehieef oa_- „A eompaiatiTe gtfem-
mai of tne Qaodian langaaees" (18S0), ,4 nm-
i>aiaUTe Bihari dietiouuV' (1685, onToltooid).
In de ,3ibliotheea indica gaf hg het Hindoe-
uws „Piitbiiaj Rasan" van Ohand en de beide
Frakiitweiken „ÜTasandatao" en „Piakrita
Lakshaaam" nit en leTeide Tersebillende opctellen
oTei Indiedie munten, opichritten en bandtebiif-
tea in tödsohrilten. Ook «ebreef hg het hoofdstak
orei Indische ondheidkande in de „Centenai7
teTÏew of the Asiaüe Society of Bengal" (1884).
In 1889 keelde hg naar Europa teing en vestig-
de licb te Oxford.
Honil*v«r heette in Friealaod oonpionki
1^ het bewoonde en beboowde gedeelte Tan het
eif eeoer boeienboeve, dat iets hooger gel^n
was dan het omiingcDOe land. Bet diende teTens
tot legeiplaats Tsn bet hooioTce, dat daarop te-
gen den »Tond werd teioggetrokken — vandaar
ion de naam afkomstig ign.
• Homplp* !■ een oude Engelsdie dans, aldm
genoemd naar een aUeen bn saam Éiekend iostia-
ntent, dat «ooial in de ISJe eeuw popnlair was.
In Wales geeft m«n den naan homfripe aan een
honten blaiatinatnunent, dat dea Toim Tan «u
POP vertoont roet een boom aan dk aiteinde.
Il liMf . een stad in faet Engelsche giaaf-
tiap MiddTeiei, " ■ " ' ' " ^' ™
looon Bridge t
schai
ligt 9 km. ten N. N. V
„. jn tdt (1911) 45^7 inwoners.
Hen Tindt er een nieawe Qolisehe keik, het
'Alexandrapaleis (een navdging van het Cristal
Palaee) op den Unswell fiiil, het Aleiandra-
weesbais en een bo^iitaal tooi faesmettelgke
■omUi een ^aatsje in de Sel^sehe provin-
cie Benegonweu, ligt in de Borinige aan de
ipoorlgn FiameiieB— St. Qbislain, telt bgna
12 000 inwoners en heeft koteomgnen, maefaiae-
fabrieken en soikerindaatrie.
een maiktvlek in Galicil, ligt
bouwMhool, stoonuneehnolene, brandeigen, at^n-
en kof f iesnirogaatf krieken, bniawevenjeD en
handel.
Borock. Zie Barbvoua.
Hormwaop. Zie Slerretneiekehtii.
■orowltB, een distriet Is Bohemen, teU op
682 T.km. 70 000 meest Ciechisehe inwonen
verdeeld over 81 gemeenten. De gelgknamin
hoofdstad ligt aan een sgrlTiertJe van de &•
raam, aan de apoorlgn Praag-niaen en telt (1910)
4009 inwoneis. Hen vindt er een dekanaatskeik
met «en Gotisch pieAvtetian, een kaatsd, ia
17S7 door graaf iïoberi Wrbna gefaoawd, met een
mooi trapportaat, énoail- en lueiterefabridM,
biooweigen, molens en landbonw. Bet „Qotige-
biet", waartoe Boiowiti behoorde, ia eigendom
der Torsten txm Hmm.
■orrooks o<f Homx, JemtüA, de eerste
wsarnemoi tsd een vooibijganger Tan Veons
vooibg de ion, in 1619 te Toxteth hg Liteipool
gAoien, studeerde te Cambridge, werd pastoor
te Hoole bif UTeipool, maai keerde wcMia te-
rog naat ign geiMorttfilaats, waar bjj reedt dan
Sden Jannsri 1641 overleed. Volgens eigen waai-
nemingea veibeteide hg de tafels Taa Kepltr en
dies te Hoole teec coed waainemea, tMwjH de
waainemiagtn van ma Triend Crvblrw te Man-
diester door de bewolkte Intdkt werden belet. Zga
„Venus in Sole visa" werd ia 1622 door Bevil,
tegelijk met dient ,3feietiiiaB in Sole visns" in
bet hebt g^eTen. Ook leTetde Watlü een nit-
fave van „Jeiemiae Honocii opera poathnma"
1S72). In 1875 werd te tgner eer een gedenk-
steen ge4)lastM in de Weelminsterabdg.
Horssi. Zie He»gitt en Hotêo.
Bor> d'o«iiTT« noemt mea in dt kookknnat
de lichte, den eetlust prikkelende gerechten, die
aan een sitgebreid diner vUr de soep worden
D,o,l,zedb,GoOgle
HORS D'OËUVRë— BORST.
gepresenteeid. Ze heUieo ten doel den «etliut
op te weUen en worden altgil koud gegeren. De
gerechten, die meo voor hors d'oeuite kjett, moe-
ten aitmaiLten door e«n fraai niterlgk en door
een ateik uitkomenden smaak; o. a. komen
in aaDmerking: komkominer, tomaten, hard ge-
kookte eieien, oliJTen, garn»Ien, ansjovie, kaviaar,
oesters eni. Éi irordt geroosterd biood en botei
bü gepresenteerd. Oeeters worden apart geg(
Ten en op bet menn onder haar naam aangeanid.
Elk Bodet Toorgereeht wordt tlechte aangeduid
als: hoTE d' oeuvre. Bectaat de aebotei ait rei-
eehillende groDdatoffen, dan duidt men dit aan
ala; hora doeavre Tariés.
BorM-Oti«rds fEngelaeh — garde te paard)
ign de oudste csvalerieregi meutes van het Engel-
•che leger, tot de „boaeenoMtroops" bdworende.
Het eene «ordt om de in Enselaud ongewone
Uauwe nnitorm mee«tal „the Blues", genoecod.
De Hoise«uaids zga van ktdoniale diensten vt^-
geïteÜ. Bg kolonide eipeditiee [ca. Zuid-Afn-
la) worden echter wel gemengde detachementen
der tieide regimenten nitgewnden. In de wande-
ling noemt men te Londen liet Miniaterie van
Oorlog, waar de bekende rniters op schiUiraeht
ctaan. eveneens „the fiorse-gnarda' .
HSrvel, een ziJTivier van de Werra in Tha-
ringen, ontspringt als Kleine Leina bg Fiuater-
bergen, heet van het don) Leina af Leina en van
het don> Hörselgau af HBrsel. Zg stroomt langa
de N.WTbelling van het Thuringerwond en neemt
ala igrivieren de Laueha, Emae, Ertwtroni
Neite 09.
HorSMU, MD «tad in het CeenHdie ambt
Aathut, ligt aan den mond van de Bjgholmb in
den Horseoafjord, is een kruispunt van apoorwe'
sen en telt 0911) 23 840 inwonerB. De «tad heeft
Ereede, rechte straten met mooie paiticuKeie ge-
bouwen, een ^Tmnasium, een tucntsehool, leven-
dige teitiel-nnveiliGid en eenigen handel.
Borst, achter natnnrwetenseh appel jjke namen
fs de afkorting voor Thomat BorttUld (lie al-
daar).
Horstleld, Thomm, een plant- en dierkondl-
ge, den IZden Ifei 1778 te Bethlebem in Penn-
sjlvasiB geboren, kwam als sebeepsaits op een
AmerikaanKh vaartnig naar Batavia. Twee jaren
later keerde tig naar Jarva terug, met het dód ei
ala natuurondenoeker weikiüm te zijn. Ge-
steand door de Nedeilaudarfi-lDdiaehe regeering,
hield hn er liefa van 1802 tot 181S met weten-
schappelgke «toditn en onderzoekingen beiig en
trok daarna naar Looden, waar hg een aanstel-
ling kreeg bg het Indisch mnBeiHi). Van de tal-
rgke opstellen, die Horitield tgdena zjjn veAlgf
in Indil schreef, zgn de meeste opgenomen in dl.
Vn en Vin der Verband, v.b. Bat. Genootsehap.
Zgn naar Engeland meegenomen verzamelingen
zgn beschreven in een mooi ^eTHustreerd kwarto-
werk „Flaotae Javanieae raiiores" (Londen 1888
— 1852), zgn ho<rfdwerk op loMoeiceh gebied ver-
scheen te Landen onder den titel: ,iZoologicaI
researchea in Java and the neigUMurincr islands"
(1821—1828). Hij overleed te Looden den Uden
Juli 1859.
Hointord, Bbenexar Norton, een Ameri-
kaanscb nAeiknndiee, den 27sten Juli 1&18 te
Moscow (New-York) geboren, werd civiel-inge-
nieur, studeerde gedurende 4 Jaren aan de Alba-
n; Female Academy, bezodit in 1844 het la6ora-
torinm van Liebig té Giessen, werd in 1846 pro-
fessor aan Harvard College en sfond er 16 jaren
aan hel hoofd der seheiktindige werkfilaata. Zgn
onderzoekingen strekten zich vooral uit tot aan-
gelegenheden, die bdangcgk znn voor het maat-
schanpelgk leven. In 1856 maakte hg een minier
van Droodbereiding bekend met inur pboalomiDt
cakiom en daUwllioolznur natrinm (in plaats van
K'st). Hg poogde verder het verlies van loalen,
itwelk het koren bg m»len en de afscheiding
van temelen ondergaat, bg iiet ii^kep van brood
aan te vullen en gaf daardoor aanleiding tot een
nijverheid, die in 1875 ongeveer 2 raillioen pond
phosforzunr calcium beaigde. VooraJ ook
Kaïu leer Ie pas kwam. in ISM weea hg
een methode aan, om door een behoorlük gebruik
van iwaveligiunr calcium de giating Dg liet be-
reiden van cider, wyn en hier te bebeeradten.
Voor het leger bracht hg marsehrations tbs
vleeacb en meel in gereedheid. In 1850 leverde hg
een lanq», geaehikt tot bei branden ^an ontplof-
bare vloeistoften. Hg eehreef: „The diseovery
of America l^ Northmen" (1887), „The problem
of the Northmen" (1890) en „Leife hotue in Vi-
neland" (1393). Hg overleed te CanÉbridge den
Isten Januari 1893.
Borvkr, FroHx, ridder »om Honhtftld, een
Ooatenr^sch landbonwkn&diee, den 29BteD Sep-
tember 1801 te BiKn in BoheoMn geboren, be-
xocbt de Jandbouwtehool te Eruman en waa ver-
volgens werkzaam ala bestuurder van veraefaillan-
de goederen. Hg overleed den 6ilen Anril 1877 te
Kolin. Hij schreef; „Neues Haekfrucutkulturver-
fahren" (Praag 1850), „Vervollkomninete DriH-
kultur der FeMfrilehte" (id. 1851), „Neues Ae-
kernngacjatem" (id. 1852), ,JTeue Dflngerbehand-
lungamethode" (kl. 1858), „CSiarakteriatik der
wichtigaten AiAerknlturgerile and Drillmaachi-
nen" (id. 1855), ,4AndwittM!hafUiehe Prodnk-
tioneberechnungaweise" (id. 1856) en ,JCein
Streben. Wirken, meine Reanttate u.s. w." (id.
1873). In 1863 werd hg in den adelstand en in
1867 in den tiddcrstana (^igenomeo. Het ataats-
domein Kolin in Bohemen, in 1S02 door hem
aangrdroebt, wist bü in korten tjjd in een model-
boerderij te heraeheppen.
Bor>o>&kr««l (Caranx hachuTU») of Motê-
banktr, is een aan ome knat vooTkonienile lee-
vlech, behoorende 'tot de familie Carmgüün (zie
BorsDUUi, Edward, een Britsch staatsman,
den Ssten Februari 1807 griroren, studeerde in
de rechten, werd adrocaat, in 1836 lid van het
Parlement, waar lig tot de M^ha behoorde, en
waa van 1856 tot 1857 oppersecretaris voor Ier-
land. Toen in 1866 de Tr^iunige hervormings-
plannen van Öladttone in ign oog te ver gin-
gen, srfieidde hjj zich af van de liberalen en
vormde met Lowe de fractie der loogenaamde
AduUaznieten. die echter weMra verdween. Door
lijn welsprekenAeid en zgn edierpen humor
oefende hg grooten invloed nit op den loop der
zaken. Hg overleed den SOsten NoTcmtier 1876.
Horst, een gemeente in de pro*iMie Lim-
DigilizedbyGoOglC
HORST— HOKPiat.
491
burg, 777S H.A. groot met (1915) 5924 inwo-
nen, ligt tusBehen de Limbuwcbe gemeenten
Venraai, Meerloo, Brwkhniien, Orabbenrorgt en
Sevenum en de Nooid-B»bintBobe gemeente
Denrne. BebaUe bet <loip Hoiït bevat 4t ge-
neente veitehillende buurten en het ^huctit
Afhang. De bodem bestaat deels uit dilttriaal
zand, aeelR nit hoogTMn Tan de Peel. Hootdmiid-
delen vin bestaan ign laniUiouw en industrie.
Het doip Hortt beeft een fraaie RoomMh-Ka-
tholieke kerlc, een klooster en een marediansaee-
Horst) Juliui TT^en «on, een OoBtenrijksdi
-'--' --in, den 12den April 13S0 te Heimann-
■tadt geboren trad reë£ vroeg in dienit, i
leeds m 1864 maioor en werd in 1867 bg het
miniiterie -van Oorlog |e;ARatst. In 1871 werd hg
kolonel en teven» minister Toor verdediging dei
lande in het ministerie Avertperg. In 1878 wad
hii in den «taixl der vrghecTen opgenomen en in
1879 btfrorderd tot generW«aa}oor, Ook in het
miniBterie Tadts behield hq zgn betrekking tot
in Juni 1880, toen hg door graaf von WèUer^-
heimb vervanfen werd. Da&ma trok hq lieh nit
het (^enbftte leven terng, en eehreef ovei mili-
teire vragen Tan den dag, o. a. in 1&0S ovei de
Hongaarscbe commaitdotu]. Hq overleed te Gru
den 6den Febnuri 1904.
Borat, Adnamu vtm der, een Nederlandtcb
tooneelspeler, den IMen Jnli 186S t« Dordrecht
geboren, beioefat de Tooneelsctiooj te Amater-
dam, was van 188? — 1S90 verbonden aan de
Nienwe Rotterdamsehe 9ehonwbu^-MaatEcbBp-
pj, daarna aan den Tivoli-Sehouwbarg, traar hn
tevena als ade regiaeeur werizaam was. Vervol-
gens vertrok hij naar Amsterdam, waar hij eerst
vefbonden was aan het TivoligeielsAap van Ds
la Mar en daarna, sedert den Isten Septembei
1898, aan de NederlandBche Toon eelvereenig ing
van Cfcmpfn, van welk gezdadiap hij eerst Bocii-
taiie en adminiatratenr, vanal den laten Mei
1897, na het vertrek van CAriipün, directeni-
voonitter was en snds 1904 regissenr. In 1911
werd hjj waarnemend directeur en regisseur bg
Het Tooneel, onder leiding van Bogaard* en een
jaar later aanvaardde hg de directie van den Ne-
deitandschen Schouwborg te Antwerpen. Na het
uitbreken van den Wereldoorlog keerde hg naar
Nederiand terug en veiiiond hg zich alt regie-
seuT aan het Nederlandseh Tooneel, terwgl hjj
tevens leefaar werd aan de tooneel school. In
1916 ginghg over naar de „Tooneel ve ree niging"
"- 1 Muxlt. H^_ trad
oud et 11
ifmerwuM
n de tol van Pvt in „Vorstensrfioor
MuUatuli, van Amandu» in „Jeugd" van Max
Halbe, van Mtivotio in „Driekoningenavond" van
Shakupearej van Avler in ,/8leanpilaren der
Haatsehappg", van De Filoioot in „Burger-Edd-
man" van Molière, Autee in Breéra's „^aansche
Brabander", Jon Jiupern in Aueljpi'i „Jan
Klaasi", crefierde Cobut in „Op Hoop van Ze-
gen", Stam in „Het Pantser", CometU in ,,Bloei-
maand", Broitk in „AHeraielen", Bauti in „Uit-
komst", speelde Cf^u», Bronjt en Banet te Ber-
Ign {giwtvoorBtdlingen Ned. Tooneel Ter. te
Betliin in het Eebbeltheater April 1908), Verduin
in Mevr. Boudier BoJtfcer'a „Verteden", Sank in
.,NMft" eni.
Borat-Van der Lnrt Helsert, Wiihel.
mina Elüabeth Jaeoba van der, een Nederlandsch
tooneelapeeltter, den S4sten FeJjiuari 1871 te
's-Qravenhage gritoren, was van 1885— 1890 -ver-
bonden aan de Nieuwe Rotter dam aflbe Sebouw-
burgmaatseh^xpg, werd na de oprichting vanden
TivolischouWborg aldaar aan dit geielscbap ver-
bonden, maakte van 1S91— ISftS deel uit van het
gezelschap van Oh. de la Mar en kwam In laatst-
genoemd jaar bg de Nederiandsehe Tooneelver-
eenif^ing. Zg is gehuwd met den tooneelapeler
AdTtmuê van der Uont, met wien sg in 1912
naar Antweipen trok, om in 1914 terug te kee-
ingagonent b^ bet Nederlaadttè
Tooneel te aanvaarden, vanwaar
1916
overging naar de „Tooneelvereeniging." Van
baar meest bekende rollen noemen i^: Ban-
na in „Vorsten school" van Multatuh, Anna
in „Jeugd" van Max Halbe, Külke fodca-
Tüth in „Eenzamen" van Houptmtmn, (z^
speelde deze rol o. a. te Berlijn Dg de Qast-
voorstdlingen det Ned. Toon. Vet. in "het Dent-
Bche Theater in Juni 1895), Vwia in ,J)rieko-
ningenav<HMl" van Shaketoeart, SieoU in „De
Burget-ESeknan" van Molière, Dina Mmink in
„WèiiiBtaking" van Brandt van Doona, tetwjjl
zg in de tooneelBtukken Tan He^ermani de vtou-
welgke hoofdroHen, oooals die van Rom, Loltt,
Syhke enz. creBenle en de viirnwelgke hoof<hx)Ileii
speelde in Shakegpeartfe „Uaat voor Maat", Heb-
bel'i „Maria Magdalena", Moüire't „Ingejieelde
Zieke", Brtewv' ,4)oehters van Dupont", Bauft-
mmrn's ,.VAÓr ZÓoaopRang", Bjönuont ,^onn
Mensehelgke £radit i", Semtlein's „Langs een
Omweg", daarenboven Sva in Mevr. Boudier
Bakker'e , hoogste Recht", Jfeto ia van Biemê-
dyk'a „Hoog Sóel", Bertha in Frons Jfytuam'i
„Uit Eigen VTil", Klaar in het „Wedengds Ha-
welgkri>edrog" van Pieler Langend^k erefisrde.
Hort, Fmton John Anthomi, een Engelseh
godgdeetde, den 28aten April 1828 te Dublin ge-
boren, ontving ign opleiding aan het Trinity-
College te Cambiidge en werd in 1852 tot diaco-
nus en in 1856 tot prieater der Anglikaansehe
Kerk gewgd. Hg was van 1857—1872 viear U
St. Inwljts, in 1671 kapelaan van den bisschofi
van Ely en behield dit ambt, loen loaUtgeooem-
de op den bise«hopeietel te Wineheitet werd ge-
plaatst. In 1873 werd lip tot Hnlsean-professoi
in de theohwie te Candridge benoemd. Hg is in
1892 overleden, na ^o leven te hebben gew^
aan de 'kritische studie van bet Nieuwe Testa-
ment. Hg was een der voornaamste leden van de
Engelsdh-Ametikaansche commissie tot herzie-
ning van den Bgbel en sdireef de Teihsn delingen:
„On itoMynli hsc in seriptare and tradition en
„On the Constantinopolitan and other Eastern
ereeds of 4fie fourtb centnry" (1876). Met IFest
eott leverde hg een menwe ctitiscbe nLtg»ve van
het Grieksebe Nieuwe Testament (2 dln., 3de
dnik 1832; beknopter uitgave, 1885). Bet tweede
deel, dat een ooide^nndige inleiding en een
aanhangsel bevat, ia alleen door Bart gescliTe-
Horta, de hoofdstad van het Aïoreneiland
Fajal, telt oi«eveer 7000 inwoners.
Horten, een etad in bet Noorache ambt Jails-
berg-Laurvik, ligt aan den iQiriatianiafjoid, telt
DigilizedbyGoOglC
(1010) 9S28 inwonen «n it atdert 1818 het
boofdttition du Nooriehe maiine met wenrEn,
diaken, werk^uttcn, otiMTVfttoTiom, mtgaiq-
nen, liekeahDiB en mnMom. Het geheel wordt
dooi Teriteifcingtn, EarUofauwifttn, beteheimd.
Hortwua. Zie BawnU, hodew^k, koning
TM HoIUnd.
HortuutA. Zie Bydranjfta h.
Hortaiwliu, Quinttu Bortmtnu HorlalHë,
«en faeroemd BomeiDtcli redenur, een tqdgenoot
Tu Marau Ttdliut Ckero. in 114 t. Chi. gebo-
ren, trad reeds op ijin 19de jur op ali ledenuu
en wfta in 69 eonBoI. Hq w&», evenals iMttlge-
Boefflde, een Tjjand tm Clodiiu en overleed in
het jur 50 t. Ctu. Zqn redetociiDg«n werden
leer geroemd, miAr lyn ftHe Terloren gogun.
HortenallW, LoMAerhw, een NMcrl»ad»ch
gtMÉiiedknndi^e, in 1500 o( 1501 te Amenfoort
geboren, ontving ijjn oipleiding te utrecht en
wenl er ««rvolxeD* feg e«n beekllKiDwer ge-
pUatit. Hg begaf rich nui Lenven, wiai hn de
<Htde talen, JniMtderheM het Gtiekach JMstndeer-
de, waarna hg in 152? benoemd werd tot leeraar
van de Hlironjinauehool te Utredit. Nadat hQ
hier tot prie»t«r gevM ***i aauTaardde hg in
ISM bet rectoraat te Naarden. Hg behoorde lot
de 7 aleeTaardigden, die den Isten Deeembet
1612 te Laag^nssam met Romtra een oiereen-
komvt ilotei), volgen» welke aan de ingnetenen
van Naarden bg overgave der stad ooder bepaal-
de voorwaarden behoud van eoed eo leven werd
toegeaegd. Uen weet, boe eehandelgk de Spaan-
Mhe bevelhebber dat verdrag geschonden neelt.
Zelf ion bg een der riaebtMfen geworden ajjii.
indiei
de voonpni^ van Lvtm Wi
" rlin^, hem nïet had gered.
maligef
wooiue 1
na wooiue bg eenigan t^d te VtiMht bg ijln
oom Jolum «on Hogritmdtn, d^en «an de Kei-
Miljjke kerit van St. Maria, es «verleed te Naar-
den ia 1574. Hoewel bif de R.-K«tholieke Kerk
niet «erliet, b<Aoorde hg tot de bwnnatigeri der
Hervonning, loodat de fandüeden flem deo naam
gaven Tan Lutktriehe paap. Tan ijjn geeehriften
noemen wg: ..Seeesaionnnt eiviliun Ultrajectina-
mm et bellonHn ab anno 1524 nsgoe ad tranda-
iitiouHn £piKoii»tni ad fim^ados IHtri iep-
tem" (2de drnk 1653), ,^istone ofter wnder ver-
Utriaghe van de ÜtieehtMhe gcMihi edenissen,
oorlogen en veranderingea eni." (vertaald door
SlrisE, 152S), „Tnmnltunm inabaptiitamm l%et
noai" (8de dnik 1637), „Het boeek van het op-
roer der wederdot^wren (1624^ een vertaling van
het voorgaande bd ook later bó bethalii^ uitge-
geven], ,Xambeiti Hortenaii Montfortii Bisto-
lici de Bello Qennanieo libri Hfiteni etc." {1560
en later] en ,ySatyrae Vin ad nobilem virtun J>.
Theod. Znlennm D. a Zevendei" (1552], „Elpitha-
lamiotnm liber naat" (1552], „Enarrationes in
tex priores libros Aeneidoi Vii^lianae etc."
(1559), ,Jf Annaei Lneani Pharsalin libri X,
etc" (1678) en een -viertal bigioelen vao Arüto-
fkmu (1556—1561). Zqu onvoltooid handschrift
,J>e origine et interitn Mpidi Nardeni hiet«ria"
ie in de werken van het Historisdi Oeoooteehap
te Utrecht nitgegeven.
HortaiudiUI ot «m den Bom, Jfarltiin(, een
Nederlandsdi BterrenkDndig^ in 1605 te Drift
gebaren, fceoetende reeds vroeg de wis- en na-
' tnnrknnde onder kiding van Beeokmam te Dor-
drecht en tan Laubtraeit in Zeeland, werd in
1634 benoeDtd tot boogleeraar te Anuterdam en
deed een wetensehappelgke reis naar ItalÜ. Bar-
Untitit overleed den 17dea An^nst» 1089. Tan
ign hand verschenen: „niilipfu l«Mbergij eom-
mentationee in motnm lerrae diommn et an-
nnum etc, in Latinnm veisae" (1630), „Beepon-
sio ad Kc^leri Bdditiancnlam ephemendi a. 1624
fraemiuam de astronamiae lestitutione etc"
[631), „De Ueieurio sob sole vito et Venere in-
visa" (1633), ,^e ocnlo ejosqae praestantia etc"
(1635), „Efibemerides motnvoi eoeleatium", „De
Qtjlitate et dignitate taatheeeos" (1634), „Qnil.
Blaea, Inetitntio astronoiaica de dbd globoram
eodeatiom ae terrettrinm etc" ^1634 en later),
„BpistoUe ad Petmm OaMendun" en .^eiado-
gnphia sive Pleiadum deseriptio". Ook besoigde
Djj een nitgave der „Doetiina Iriangiiiomm caao-
niea" van SiuUiiu.
■ortls, Atlüia, een Italiaantcii letterknndige,
in 1850 te TriSst gebonn, itndeeide te Pavia
in de phLlolf^ie en reehten, bereiMie Prankigk,
Dnilechland, &igeland en Nederland en irerd ia
1878 stadd>iblii>tbecaris te TiiSet. Van iqn wer-
ken noRoen wg: „Seritti jnedtti di Fr. Petrarca"
(1874), ,fi. Boccacd, ambaseiatore in Atignone"
(1875), „Cenni de Q. Boeeacci intorno a T. Li-
vio" (1877). „Le donne famose, deseritte da O.
Boeeacci" (1877), „Aeeenni alle scienie oatnrale
neUe opera di Q. Boeeacd" (1877), „M. T. Cice-
rone aéüo opere del Fatrarca e del Boeeaed"
[L8T8], „Stndj soHe opere latine di O. Boeeacci"
(1879). Borlü redig:eerde ook het tgdidmft „Ar.
cheogratieo Triestino".
Horton, Robtrt Forwuit, een Sngelaeh geei-
tdgke, weid in 1855 geboren en ia tune predi-
kant te Londen aan de CoDgregationalistenkeric.
Behalve door igs predik- werksaamheid. oefent
hg grooten invloed aoor voordrachten, die b4 te
Oitord en in Amerika hoodt. Hg idireet o.a.:
,Jn^)[ratton and the Bible" (1888), „Ttt, book of
ProTedM" (1891), „Ibe (eaching «f Jeios" (1895,
1905;, „The eanmandments ol Jesni" (18S8),
„The paitoral epistles" (1901, 1905) en „The
Trinitf' (1901).
BortolOi rnnimmo, „lieletuintje" is de
naam van een gebedenbod, dat in de 16de eeaw
leer veel gebrniM werd. Een praciitigs nienwe
nitpve hiervan is in 1907—1909 met konstfais-
tonadie toeliebtingen te Dtreeht verschenen van
Fr. DOnOun».
■onu, de luuun eener Egj^tische godbeii^
ia hiliogljphiiche ^weiiriften Bar, Bar of Bet
genoemd en afkomstig van den ond-Ijgj^tiMhea
en Semietisehen stam hor (licht), wordt leeda bg
Berodohu vermeld en voor denielfde gehonden
als ApoUo, waarom men in het QriekeeÉi den did>-
belea naam Borapoüo aantreft. Het sjrabool de-
ler godheid ii een valk of een sperwer, waarom
ig meermalen met een iperwentop voorgesteld
(lie fig. I) en baar naam door dien vogel aange-
duid werd. Tolgeni de ESgyptisehe tabeUeer be-
staan er 2 godheden van dien naam, vooreent
Uitroer ot de oudere Borw, in het Qdekseh Bm-
roeri», de tweede loon van Se6 (Kromt) en vaa
DigilizedbyGoOglC
Noel (Rhea) at een broeder tsji Oriris, en in de
tweede pluis de joncere Horv», ali kind Barvo-
kratu geheeten (lie lig. 2), eea n>on fsn Onrit
en Ifit. In beide ronuen ia Borug doorguni het
Kg. t. Horos.
Fig. 2. 'HoruB.
sinnebeeM der Zod, Toonl der Tuiende morgeD-
ion. Toen 0«im die te varen «1b ooperste zonne'
god regeerde, ooor zgn broeder Stth (Typhon)
gedood «u. nam Borw wraak op den gewelde-
Duir en aanrïaTdde lelf de beeTschwi^, wuirn*
Onrit het ambt tan oppeneehter in Je onderwe-
reld bekleedde. Eorm werd veriolgeH tot voor-
beeld gesteld der I&tere koningen Tan Ë^pte.
Hg regeerde volgens de -tudrekenjag der priesters
SOO jaien over Egjpte en ms de laattte Tan de
eerste dToaitie, nameltik van die der opperate
goden.
Horvitli, Uieht^l, een Hongnarsch geschied-
knndige, den 20Bten OeMber 1809 te Sientea in
het eomitaat Csongrad geboren, studeerde t<
jur als pastoor, voorts bg de graven Keglevieh
en EfMay als opvoeder werkiaam, In 1844 werd
hg hoogleeiaar in de Hongaarsehe taAJ en letter-
kunde aan het ThereBianam (e Weenen, in 1847
^oost te Hatran bjj Boedapest, in 1848 bisechop
van Caanad. Na de onafbankelgUietdsverklaring
van den Uden April 1849 werd hij met de porte-
feuille van Eeredienst en Openbaar Onderwgi
belast. Toen de Hongaren de wapens moesten
nederle^en, ontsnapte bg en leefde 13 jaren in
België, Pargs, Montmorencj, Qenna, Pegli. Flo-
rence, Livotno ot Niua. In 1866 kreeg hg ver-
lof naar zijn Taderknd terog te keeren. Bg her-
haling weM hfi vervolgens door Sie^din naar
den Rgkadag a^evaardtgd, waar hg tot de partg
van D«6k béboorde. Hg schreef: „Oesehledenis
van Hongarge" (4 dln^ 2de drnk 1871—1673),
„Honnmenta Hnngariae bietoriea" (4 dln, 18S7
eni.), een meer nilgebreide „Geschiedenis van
Hongarije" (8 dln., 2de druk 1871—1878). „Vgf
en twintig jaren uit de geschiedenis van Honga-
rije" (2 dln., 1863), „Geschiedenis van den onaf-
bankelgkbeidwmrlog in 1848 en 1649" (3 dln.,
493
1865). Hg overleed den 19den Aligastus 1878 te
EarUbad.
RorvatoTio, Qeorg, een Servisch krggsmaD,
den 2Östen Jannari 1^35 te Oradisea seboren,
trad zeer vroeg in krijgsdienst en nam deel isn
den Itsliaanschen veldtocht vao 1859. Verbitterd
door de nederlagen bg Magenta en Solteiino, ging
hij in 18^ over in dienst vsn het Servisidie leger
en klom op tot den rang van koLonel. In 1876
streed hg met goed gevolg te^n de Tnidten en
ook in den veldtocht van 1^77 tot 1878 onder-
scheidde hg zidi. tn 1S61 werd hg benoentd tot
buitengewoon gnant te St. Peterabnrg; van 1886
tot 1887 was ng minister van Oorlog. Hg over-
leed den 12den Uaart 1895 te Belgrado.
Bonebi fOestriden) vormen een familie der
TweetleugeUge Inseefen. Zij worden naar de die-
ren, waaraan zij !inn eieren leggen, onderschei-
den in paarden-, rnnder- en sehapenhonels. De
paardenhorsel (Qaetrophüui equi) legt sgn
eieren aan de voorpooten van bet paard; dit dier
slikt ze in, en in de maag worden ie lot larven,
welke lieh aan den maagwand vasthechten eo
daar blgven, totdat ie geschikt ijjn om in den
popttiestand over te gaan. Ze verdwgnen dan
met de eieremenlen nit het litdiasm van bet
paard om, op den grond terecht gekomen, zïcih
daarin te verocfyen. — De rnnderfaoriel
fHypodemto bom»} legt deren op de huid van
het mnd; de daaruit gevormde larven worden
(^igelikt, dringen door den slokdarm na^r het
niggemeigskanaii waar ze een poos vertoeven,
om tieb vervolgens naar de huid te begeven,
waar zg bniten veroorzaken; deie bolten krngen
een opening, waardoor de dikke larve ten slott«
ontwgkt, om zidi in den grond te verpoppen. —
De schapenhoriel fOetlru» ovi») l^t lün
eieren aan de randen van de nenagaten van het
Bcbaap; de larven krnipen in het neoekanaal om-
hoog, veroonaben een overvloedige stgmafsehei-
ding, welke baar tot voedsd veratrekt. en breiden
daarna haar fioptoestand in 4eo grond door.
Hossft, jnister Hoejat is 1*. de vroegere naun
van Joxua, 2*. die van den laatsten koning van
het Noordel^ rgk, 8». die van den profeet, op
wiens naam een boek in het Oude Testament ge-
steld is en wiens naam ook Boxea wordt ceapeld.
Boita is bet eerste der twaalf profetiscne ge-
schriften, die düwgle wegens han gerjngen om-
vang „de kleine profeten" worden genoemd en bjj
de Joden één boek vormen. Van den Hchr^ver
weten wg teer weinig. Hoewel hg ig^ Znidïflk,
Jnda, enVele keeren vermeldt, bondt hg ifdi
toch meest met Israël bezig, ïoodat hij gewoon-
Igk voor een burger van het Noordelijk r^ wordt
gehouden. Waarsehgnlj^ is dit gesdiritt om-
streeks 740 v.Cbr.gesehreven; de vermelding der
konia^smoorden tüt dien tgd geeft althans re-
den dit te Termoeden. De val van Jehii'ii huis en
de daarop volgende ellende waren voor EoMea
straffen van Jahve en TooAoden van nog grootet
rampen ten teeken van Jahtee'i toorn. Den toorn
van Jahwe hsd IsraEI zich op den hals geha^
door xgo zonden. Jahwe had Israil van Ben be-
ginne af liefgehad, maar IbtsSIs sebnld moest
eerst gestraft, voordat JahtM aan Isrsll vergitEe-
nis stuenken kon. Door kastgdin;
komen, moet lei«fll tot Jahtee i
DigilizedbyGoOglC
het gMchrift i^ii vele daiaters plultcn, wi
YOQt tot DU toe geen TerkUriiiR U gemndeD.
Het begia ii gekleed in Jiet beeld van een onge-
luUtig Jiairelgk, wdk tweld ook veider teiag-
keort. 01 Botea i^n eigen bnwelqk tot Toorbeeid
heeft frakozea ot ia beéldipruk ipie^ fa niet
met xwerheid nit te nuken.
B«M», loon TUt Ebij wu de lMtst« koaiog
T>D Uraii. Id 734 y. Car. rennoordde l^j ign
Tooiganger Pekah en werd door den hcenehet dei
Agsjriirs, Tiglatk PiUtar II, ak koning erkend.
Op Ëgjptieene hn^ veriroawend, atond hg in
726 t^en Sfümamum IV op, onderwierp lieh
eehtor, toen deie met een legei in SjiiS ver-
BtAieen, an «enl in geTingenaehap weggeToend,
waarop na ten driquiffe belegeTing SMnuia in
722 Terorefd en het iflk Iiriéi Teinietigd werd.
Boalll Tont, ««n J^iwnKh itaattman, werd,
toen iijj in 1891 ondeiTDonitier van faet I«gei-
hnie wh, van de littingm aitge(lotel^ omdat hg
liefa tla advocaat geoompromitteerd had, Kweldë
nochtans in de libeiale ipartü en bq de Teikiesin-
gen een groote rd. In 18w weid hg geiant Ie
Washington, maai hg legde in 1S98 dit ambt
neer, om ii<4i weer aan het gtaatkaodiM l«Ten te
«gden. Nadat mariws Ito hem io 1900 ale mi-
niïlei van Veikeei in i^n nienw Kabinet hadop-
genamen, onttlond een loo krnehtige owoeitie
tegen hem, dat bg nueat altreden. Toch tneeï bg
alt partgleider in het Lageihoii en in het ■taatff'
beetoDr giooten invloed oeienen, totdat hg den
22sten Juni 1901 vermoord werd.
Ho^na, een keikleeraar, ± 257 gebopen,
weid bisschop te Coidova, waar bg in 356 ovei-
leed. CoHBtmttyn tU Qroote gebrnikle tgn dien-
sten all bemiddelaar in de Aiiaansebe twistea.
Hotiiu wilt de büeenioeping fan bet Concilie
van Nieiea (82S) door te drgven. Ook dat te Sar-
dien (343) presideerde hg en gverde voor de gC'
loofibelgdeai* van Nieaea, maar moest in 857
die van Sinnia, welke lich tegen het homoatioi
verklaarde, ondeiteekenen.
Hodui, SfoHMfaiM. een S.-Katholiek geeate-
Igke, den Men Uei 1504 te Kiahan nboren, «tn-
deeidc aan de academie fan ign gèbooiteplaats,
(e Padna ec Bologna, werd dmAeer te Erakan
en teertaiii van StjwnwiKf/, koning van Polen.
daarna hiwclMp van Calm, en ia 1551 biaacbofi
van Ermeland. Hier geerde hg met kra<iit tegen
de HeiTOiming, en op de Synode te Petiiian
(1551) bracht bg ijjn „Conlessio eaÜiolicae ti-
dei eniittiana" t«i tafel, die in nagenoeg alle
Enro{wesdie talen is orergeaet. De pane liep
hem naai Rome en aond Bern vervolgens naai
keiler Ftrdiiuiml l, b^ wien hg gnijg aandrong
op het honden van het concilie te Treote, Hier
vertegenwoordigde hg de belangen der hi8iar-
, chie, Beede in 1561 was hg tot kardinaal be-
noemd. Na lijn tenigkeer in ign bisdom trachtte
hg de heivonniog in Wcst-PniiBen te oi>derdrak-
ken en «tiehtle tot dat einde in 1583 te Branne-
beig het eerste Jeinletflncollege in Polen, dat
tater in een acidemisch gvmnasiam heischapen
werd. Veidei bewees hg belanginke dteDilcD aan
SiffimiNHd A«giut, koning van Polen, bg diens
onderhandelingen met Pnisen en be^I lich kort
daarna nogmaals naai Rome. waai hg den ISden
Aognatus 1579 overleed. Zgn „Ojiera omnia"
weiden in 15S4 te Eeokn in 2 deelen nitige-
eaven.
1 het Zwitseische
Bensi, heeft oueve.. , „
kerk en een onden Longobarden toren.
Hoaplofl, Eotfitvan of gesticht voor vreem-
delingen, noemt men gebouwen, welke hier en
daai op de hoogten der Alpenpassen door monni-
ken opgericht werden en tot opneming en ver-
idegia^ van reiiigera in d«u onherbergume «tie-
ten dienen. Het ondste bo^tice is dat van den
Grooten St. Bemaid; bet kwam in 1825 in het
beiit van de geestelj^en van het kaoton Wallis.
Ook bet boipiee op den St. OolÉiard beslmid
reeds in de lade eeow; verder vindt m«n er op
den Mont-Cenis, op den Sin^ilon, op den Kleinen
St. Bemard, op den OrioMel en irp den Lnk-
manilr.
HoipitaaL Zie ZJakMikMit.
HomltudkoortV ■• Mn eoUeeUef naam voor
tersehiUende koortBaehtige kwaadaardige liek-
ten all pjraemle, iool vlektn^iu en hocpitaal-
brand (sie voor den Óa»gnm), welke ia bet bg-
iMHÜer in groote hoipitabu ontstaan, vooral als
deie oveivuld of alewt geventileeid iga, en tot
gcvaailjjke efiidonieln aaideiding kannen geven.
HoflpltaAlsoUp ia voor ooilogtvloten een
tot opneming van lieken en gewonden bestemd
sehip en voert in den top van den grooten malt
een witte vlag met rood bols. De nospitaaliebe-
'onden en met leer vuledige aitrnsting. Ook ter
begetekiiDg van de viuAerqvloot heeft men te-
genwoordig hoqiitaal- (en keik-) schepen in de
._', een Slaviech woord, dat Jleer be-
teekent, was voorheen de titel der voiaten inllol-
daviB en Walaebge. Ook de vorsten van Litbanen
BÜnt, Jou Kngk, een Deeaaoh geadiied-
sehmvcT, werd den 15den September 1772 op
St. Thomas (W. Indiê) geboien. Van hem, OnU-
berg en HiuU Is bet denkfaedd tritgegaao om de
Zweden en Denen op hit gebied dei letteikindc
te veibroederen. Hiertoe stichtte hj} met Kftmf,
Pram en Bo^jeaeii het Skandinaafsdi Oênoot-
lebap van Letterkniuie, waarvan het ,,Skandi-
naafich MnieDm" bet oigMn was. Van bem agn
0.8.: ,3*t leven en de legaeiing van Oaitaaf
Adoir' (1608—1809), „Ontweip eenei geaehie-
denis der Deensehe monaiehie onder Christiaan
VU" & dln., 1813— 1B1Ö), .Jlerirwaaidigbades
nit bet Ieren en de regeering van Froderik V"
(1320), „Staatkunde en geadiiedenls" (5 dln.,
1820—1822) en elndeiyk bet bêbagrfflie werk
.,De geheime Kabinet imini ster. Oraal stmeosee,
en lifn bewind" (3 dln., 1824). Nadat hg geml-
men tgd bg Holbeck, bier te BoeBkllde gswoond
had, keerde hfj in 1835 naar St^nhagen tenv-
Hij oveileed op een landbnii den 26sten Haart
1842.
Boato, JvUut, een VlaMudi ichnjver, den
23aten Jannari 1848 te Tidt in Weit-Vlaanderen
geboren, wa* koopman te Biutel, waai hj| di-
DigilizedbyGoOglC
BOOTE— aOTTBNTOTTEN.
lecteuT TU den Nedeiluidceheii Bchoawbaig en
in 1868 boofdTedaeteni hm bet YUamadie tnd-
Bdiiift ,4^ Zw«ep" wenl, w&aiin hg onder aen
BrfinilDUm JalivÊ van Tkielt aehieef. In 1688
■lichtte h|j te Binssel bet da^bkd ,^et luttte
nJenwB". B^aNe eenige Uuuiten en melodi
ms'e, tia ,J)e Brnsselwhe stnatjancen" (1881,,
schreef hü bet geksenheidEituJf ,^e Zonlotis"
(1879).
■ofltls <1^ boitia s= iluiitolfer) bet«ekent
in de R.-K«thriieke keri het euebariitiKbe brood
(iie Eu^tamUt), Terriiidigd nit iniïer tarwe-
meel en, sinds de 8«te eenw, in de WetterwAie
kerk uitilntlend ongedeesemd. OonproiAel^ wu
dit brood naar den Toim niet Tan faet geirooD
gebraikelöke bTOod onderteheiden. In de 12de
e«uw blnkt algemeen de oawelToim in g^iaik
te liin. Deie onwels woiden m«t t«ekeDen b.T.
ew lam of krnis veraierd.
HoBtmp, Jen» Ckriitian, een Deeouh didi-
ter, den 208ten Mei 1818 te Kopenluwen gebo-
ren, maakte üeb leeds als student in de godge-
leeidheid door lai^^len en talrjjke stn<unten-
liederen bekend. Qiooteie iblgqielen volgden, die
dooi hnn natnailökbeid TeriaBtes, d.L ,^ na-
baten" (Ode drnk 1882), „Een mnsch ondei de
kraaoToeels" (1846), ,phTontaren op een TOet-
reis" (1847), .MixaUi en leerling" (1352), dat
groote beweging Teiooczaidcte, en bet treuiwel,
„Droom en Wukelnkheid" (1854). Sedert 1855
te Silkeborg in JoUand, sedert 1862 te Frede-
TiksboTg op Seeland ala piedikaot weridawn,
nMD hg WO ijverig deti md de beneging van
Qrundtvig om het volk te verlichten, dat hg
eeiat op boogen leeftjid t4|d en lust vond, om liah
weer un het tooneel te wgden met de succesvolle
tooneelspelen ,^Ta" (1882), „Karens Oaide"
(1386) en ,4d den sneeuwstorm". Intniddels wa-
ren in 1852, 1872 en 1885 diditbondeh met hei-
jnneiingen nit ino stodenlentüd veriebenen. In
1312 lagen ign herbaaldelgk opnienw gednikle
..Popnlaire voordrachten" bet lidit. In 1805 bad
hg vier deelen „Verutnelde werken" nitge^ven,
in 1839 verscheen de 5de drak van igo tooneel-
werken en in 1898 een ded ni^^ten gedichten
met een autobiografie en „Brieven aan en van
Hoetruo". Hü ov«i1eed den 21iteu Noveofcet
1892.
BatohkiM, Btüjamin Berketjf, een Amerl-
kaanicii artilleiie-ingenieai, werd in 1828 te Cfaa-
ross in Connectieut gabaren. In 1859 leverde b^
voor Uexleo getnAken kanonnen en in den
Noord-AmerHcaanscben Burgeroorlog munitie voor
getrokken voorbtders. In 1867 veitiKde bij een
mnnltielabriek te Weeneo, wette bg in 1870
overbneht naar Parös. In 1875 deed RoUhlau
mnnitie. Hji cooBtrueerde het naar hem genoem-
de snelvnuiianon (i ie bet art. Oetdtutjj een e«n-
looptsnelvaurkfnon en een magaiÓDgaiKer,
Hotekkiu overleed den ]5den FAniari 1885
te Parijs.
Hotela Morr el DMoime ie de naam van een
plantengeslacht nit de familie der Saxifraga-
ettën. Het onderscheidt arfi door een 5-^let)gen,
oveiblgvende kelk, door een 5-Bpletige, met de 10
meddnden sehönbaar op den kelk bevestigde
nelyk H. iafoniea H o r r et
teri)lvvende Japaneche plant
met een kruidaditigen, Nnstreefes 3 dm. hoogen
stenaiel, die tusseh«a een groot aan-Ul bladeren
opschiet en met een plumtvormïge bloei wjj ze
gekroond ie. Zg draagt een gioat aantal kleine,
gewoonlijk witte bloemen en kan bet klimaat
van Uidden -Europa veiduien, wanneer men ie
slechts 1«gea vorst beveiligt.
HAtftl was oorepronkeli^ een groot buis, een
soort paleis, dat door hoc^ staatebeambten (bgv.
gezanten) of een rgke aristocratisdie tamiSie be-
woond werd, en dat lidi in Frankrgk in de 17de
eeuw op eigenaanUge wgie ontwikkeld beefi
Van de straat wae bet door een ijieren bek of
een la^e poort en de cour d'honneur geeeheiden-
Ter ijjde van deze dlkw^l« met tuintjes ver-
sierde cour lagen de vertrekken van de bedien-
den. De booldnoitw (eorpt tt» hgit} bevatte aan
de straatiöde de woonvertrekken, aan de tetren-
overliggende, treinijjde, de feettlokalen. ^tei
beeten ook groote oftenibare gebcnwen, bgv. bet
Hólet dei Invalidee te Fargg, Hólel-Die» (sieken-
buis) met name dat te Pargs, H6hl dtt omm.-
notes (muntgebouw), Edtei de viUe (stadhuis)
eni. Thans noemt men hAtel een gebouw waar
men logeeren kan.
Hottlaohakftlaar ie «en daa»«ehakdaar
(zie Sleetritehe gehakêUiaT»), die km ia ingericht,
dat men een eleotriscbe lamp op twee Tersflbii-
lende plaatsen gibeel onafbankelnk van elkaar
naar believen kan aan of uitdraaien. Dit iropdt
veel toese^rt bg verHditing vaa gangen en
trappen. Bg dè laatste brengt nten dan een hotel-
scbacelaar bader en een boven aan de trap aan.
Hotonuuuii FroHif of Botlommin ook Hot-
num, een beroemd Franadi rechtigeleeide en Iet-
terkimdiget den 23aten Angnstns 1524 te Patga
geboren, was leeds op 2S-jarigen leeftijd docent
in bet RomeinsfA rerftt té nr^s, osniielade in
1547 de HervormioR, begaf ziofa naar Lyon en
onderwees daarna poiüdogie te Lansance, werd
hoogleeraar te Straatsburg, waarna bg eenigen
tijd aan bet Hof van den liOD|ag van Navarra ver-
blijf hield. In 1563 werd hü noogleeraar in de
rechtsgeleerdheid te Vollenee, in 1567 te Bonr-
ges. Ka den Baitbolomaeusnaebt nam hü de wgk
naar ^itserland en overleed te Bazel den 12deD
Februari 1590. Een uitgave igner gezamenlüke
gesebriften U ia 1599 in 3 doelen in het licht
verschenen. Duaitig bevjndt zidi zijn „Papae fnl-
men bmtum in Henricum regem Navaiiae" (Lei-
den 1SS0). Hij muntte, gelijk meerdere cel^ri-
teiten van de Fransdie sebool in de 16de eeuw
meer uit als jbUoIoog dan als jurist.
Hotrls (Sanekrit) is een zinnebeeldige naam
voor de zeven zinnen, in de ^nugita" de levsD
priestere genaamd. De zinnen vervullen het vuur
van het gemoed (de b^eeite) met de ofteri van
uiterlqke genoegens.
Bottentottan (zie de plaat VoUulypen bü
het artikel Atrika) voimen een volk, oat vAór
de vesting der Euroiieanen aan de Eaap de
Goede Hoop het zniden van Afrika bewoonde.
Zg noemen licb zelf Khoi-khom (d, i. meneeben)
en werden wegene bun taal door de Nederland-
sche koIoniiteD het eerst Hottenta4ten (d, i. stot-
DigilizedbyGoOglC
HOTTENIPOTTEN— aOTTONIA.
teture) geaoemiï. Met de BoubjesmaoMQ (tte
sldur) Taimen ig een eigen raa, dat aeherp Tan
de Nerera feeeheidea ts. Door de Kaffeie en
later door de Bhoken werden ig erwtemleels
aitgeroeid en zg Tonuen nog slechts de ruTne Tan
een Tolk. Men -Terde^t lien in 3 afdeelingen
namelgk'. de Kolonie-Hotten totten of Qnaqna,
welke in de Kaapkolonie wonen, de Eorana of
Kontqaa {Korenmnnen), ten W. van d«n middel-
loop der OianjeriTJer tot aan de Walfisehbaai.
7Ji znn leH leeli^ en bdlben een TDi1-olüftl«a-
rige nnid, een lü^ Tooriioold, een hoekigen ge-
iMttsTorm, dikke liften, een plstten nena eo een
kleine tfe8talt«. De Kora agn «ittft kraehtiger
gebonwa en ook meei ontwikkeld dan de oreri-
gen. Hun tul beitast nit keelgelaiden en toog-
Dowegingen, hnn kleediog Ttoegec nit een dieren-
Tel DTei den rng, een ioSk om de lemden en rnwe
sandalen a«nde roeten. Devronwen ïU&n de die-
lenbnid om tot een kap, waarin ig ^^ kinderen
dragen. Hnn hutten geloken op bgenkorven en
ijjn met Tellen en matten gMcJct, terwgl de
baaid er lïtii in het midden beTÏndt. Een aan-
tal Tan inlke wotüngen rarmen een kraal. Zg
ijjn onbekend met den laodboaw en Toeden zich
met het TleeiA en de melk der kodden. Hoewel
men Troeger meende, dat alle godadienst hnn
Treemd ion xqn, ie kter gebleken, dat sq niet
aUeen een boogeren geeet, Tiuigoab vereeren,
maar ook ma&n-, stenen- en dierTereering bg hen
Toorkomt. Door sommigen wxtiden ig geroemd
ate eerlHk, waailieidlieTend «> goedaanlig; ande-
len bescDoldigen hen van dietachtigteid, lengen-
aditigiieid en groote zinnelgkheid. Zö xgn van
natare TiooIj}k, honden Tan geieiligheid en fees-
ten en sgn volstrekt niet Tan aanleg onMoot.
De armoede faanner tegenwoordige woonpiaatBen
heeft editer hnn verdere intelleetueeie ontwikke-
ling onmogelgk gemuit. Ook heeft de sterke
drank, die lii Tsn de Nederlandera leerden ken-
nen, een Tenieffeigken inrloed op tien gehad. De
ouderdom wordt geierd en de vrouw ia meesteres
in hots, heeft eenter ovk het grootste deel van
den arbeid te verridhten, da&r de man lich alleen
met veeteelt en jacht beiïg houdt. VoHdoed-Hot-
tentotten vindt men thans nog ileeiits In liet H.,
vooial onder de Nsma. Die, welke het gefcied
der Kaapkolonie bewoonden, zmi dooi de nveri-
ge pogingen van den lendeüng Philipp den iTden
Ji^ 1828 met de Uanken gelijk gesteld, na wel'
ken tgd ig «ieli, met daie, voorte met de Kaffers,
Maleiers, Negers enz. vemengd heèfcen tot de
loogenaamde Baitaardt, wier taal een samenstel
ie van Hottentotseii met Eiwelscfa, Ncderiandsch
en Kaffersdi. Hun aantal is klein. Uit de vermen-
ging 'van Hatlaitden met Hotten totsehe, alsook
met Eatfersehe en Ualeiaclie Ti«nw«R ontstonden
de Qriqwfe, die in bet midden der voorgaande
eeuw een afzonderlgken stam vonndM) en in
1770 naar de ovenjjde der Oranjeiivier verhuis-
den. Hier begonnen tg weldra te verwilderen,
doch door de zorg der zendelingen fteAerer en
Kmmer kozen zjj vaste woonplaatsen en begon-
nen lieh op den landbouw toe te leggen. In 1S14
vonnden iq een republiek, die door net Britsehe
gouvernement erk«nd werd. Het autal Hotten-
totten, met inb^ip der gemengde vvlken, be-
draagt hoogstens 8O0O0O, dat der luivere Hot
tentotten veimoedeijik meer dan 60 000. De aan-
raking met de Enrt^Manen is ook voor ben nood-
lottig geworden en voert hen den ondergang te-
gemoet.
Hotttncer, iohantt HeJMrieJL een Zwit-
serseh geleerde, den lOden Haart 1620 te Znrich
g^ren, beiociit in 168S de niuversiteH te Qe-
nève, deed een reis door Frankrqk, studeerde te
Groningen en te Leiden, bezodit EnKeland, werd
in 1642 te Znrich benoemd tot howleenar ia de
keikelgke gesdiiedenis, later in Oe Ooatenehe
talen, in de godgeleepdhnd van bet Onde TmI»-
mant en>. en vervrierf te Baiel den rano' van doc-
tor in de Iheolane. Tgdelgk (1655--T65S) »as
bü werksaam te HeidellKig, reneidde in 1658
den kearvorst 'van Paits naar iea R^kadag te
Frankfort en keerde in 1661 naar Znneh temg.
waar hg vooraitter werd van de eommisGie lei re-
visie der Bgbehertaling. Korten tqd vwtorfde
hn in ons land, maar toen het na Tsle veigeef-
Bche pogingen eiodelgk «an de enratmen dei
Leidsehe hoogtsehool gelokt «as bem te bewe-
gen t^elgk aldaar werkiaam te iqn, verdronk
hij met B ^er kiadeien in de linüut, volgens
anderen in net Zmiebei Ueei, in 1667. Tan zgn
geschriften noemen wg: „'nMnaru phiDtoiaeoa
Bive clsvU stiiptaraa" (8de drok IMO) «n ,^-
mologienm oriëntale, rire leiie<« haimonieaB
hept^lotion" (1861).
Van ign zonen is bekend Johamn Jaeob, ge-
boren in 1662 en overleden ila hoogleeraai ii
de theologie den 18den Deeembei 1735, vooral
door zjjn „Helvetiadie EittèengMohiciits'' (1708
—1729, 4 dln.).
Holtinger, Joham JaetA, een aehteikkincoon
van den vooigaaitde, den 2aea Pebnari I7S0 ge-
boren, overleed als bo^leeraar en kooibeer te
Zurieh den 4den Febinaii 1819. Hij adireel: „?er-
and) einer Tergleidiune der deutscben Didter
mit den GriecÉien nnd ROmem" (HISB), Blblïo-
tbe^ der nenesten tbeokigiBchen, lAiiloaofiliiaefi»
nnd sdiSnen Literatur" (1784— 17B6, 8 dln.),
„Aeroama de J. J. Etodmer" (1788). „Salomon
GesMiei" (1796) en „Opuscola oratoria" (1816).
terwgl hg met Witlintd en Jaeobi het „Nenee
attiedies Husenn" nibgaf.
Bottliirsr, JohmM Jaèeb, een Kwitsendi
gesehiedknndige, den ISden Mei 1783 te Znriefa
geboren, stodeerde aldaar en te Leioiig. Hg
schreef vele weiken over opvoeding en fetterkon-
de. De „Gesehiedeiue van Zwitserland" van J.
ton Mütier weid door faem vecvolgd. Hg wat lid
van den Rasd van Opvoeding, van den OrootH
Raad vsn Bestnni te Zorieh. Eer«t tmitengewoon,
was iig sedert 1844 gewoon boc^leeraar aan de
universiteit aldaar. Hö overleed den ISden Hei
1860. Van sijn gesebriiten venMUes wn: ,.Hatd-
reieh Zwingli and seine Zeit" (1841), .iRelorms-
tionsgeMjfaicbte" (met Vilgdi dL 1—3, 1840),
„Arehiv fflr sebweizer Oesehichte nnd LandeAnn-
de" (met Steker 3 dln., 1827-1829) en ,&iiwei-
lerisehes Musenm ffir iMttoriiehe WisasnsJiaf-
ten" (3 dln., 1837—1889).
Hottonla L. is de naam van een plantenge-
•iocbt nit de familie der SleuUlbloemigm (Pti-
mulaeeefii). De metkwaaidknite toort is de Wa-
tsrtrtofier (B. pabatrii L.). Zg groeit ook in ons
land in slooten, met tabgke groote, kamvonngb
DigilizedbyGoOglC
HOTTONiA— flDUiCKaaEST.
«7
onder water gedokan bl&den, wurboreD pwre-
roae bloemen met gde keel lieh op haf^eatMMe
trouen ter hoogte tid 2 of S dm. TeAelfeii. Bg
deie pUnt komeii kort- en kngetölige Tormen
Hott Bprins* {Warme bTtmnen) tl <ie hoofd-
stad van het Ameiftaangehe eonntrj Oailand {At-
kanuw), ligt in een naowe kloof van het Oiarï-
gebeigte, beiit 71 beete, heldere, nuak. en kleor
looie, leer geneeskiarfitige bronnen •na 53*~
87*, een groot miUtair ko^itaal en teh tl»10)
H4S4 inwonera.
Hotiaa, ieOe ol OelUiu, naar ign geboorte-
[dula (6neek) ook Qelliiu Sneemtu jKbeeten,
WM een der vierigite beiTonnera in nieilaod.
Hg bekleedde de betteWng van pastoor te Qie-
kerk (valgent anderen te TTrijork), weid wegene
ijjn ii^nomeiheid met de HencTming in IG
verlisnnen, nam de wök nut OtwtiFriecIawl, wi
hg Tcimoedelv^ te Borden dienst deed, en ont-
ving in 1569 een beroep naar Leenwatden met
de Terpliditing om in Frieiland de Torq>reide
getneenten te oeaoeken. Het volgende jaai ging
bq nau eUeie; AoA in 1573 ea 1578 verkondig-
de hö weder het Ëraneelie te Leeuwarden. Later
had DJi te NjUnd hg Bokward een Tute staod-
plaate an in 1563 wae tiü Tan hier atgeTa«idig-
de naar de FrieHhe Sjnooe te Prandcer. In 15^
werd aan hem en aan eeuge wtderen Tan wege
de Sjnode een beniening opgedragen van het
..Fondamentboek" van Jfenno Simotu; in 1590
woonde hg te Frandiei en in 1596 Ie Leeuwar-
den. Zgn eterfjiftr ia onbekend. Vmi ^a geeebrit-
ten noemen wg: .Jfelhodiea deaeriptio et funda-
ment am trinm loeomm eommDDintn Saeiae Seris-
tniae" (1534, in het Nederlandeeli 15S8), ,Xe-
l^odiea deecriptio ei*e doetrina de Ohriatiana
eorrectione et eieommnnicatione ete." (15S4), „Le-
gitima ratio interpretandi et ad eeeleaiae edif iea-
tionem propoiiendi S. Scriptaram" (1588), „Com-
mentarina brevie et neceMarioa, 4n (joo ... demon.
stratnr, non nunus in Eeelena Christi nnne mb
NoTO Teatamenfo eaae poMe ae debere magiatra-
tnm qnam olim «ob Vetere etc" (1584), „Com-
mentaiina de artifieio dialeetieoram et ratiioram
ad ecTiptnraio reete aecooMiMdaiMlam" (1588),
„iMgoge in noDom easut Epiitolae Paal) ad Ro-
manoa" (1596, ook in bet NederlandKh} en „He.
tbodiea deaeriptio aive tnadMDeirtnm praedpoo-
rum loeomm eommnninm aot do^atmn 8. Scrif-
lurae de eogoitione IM atone bominis ete."
(I59S).
BonUrant, Ckarkë fnm^a, een Roomaeh-
KatbctiA godgNeende werd in 1886 te Parge ge-
boren, trad in 1704 in de eongregatie van de
prieatera van bet Oratorium en waa aedert 1722
leider van het aeminariom St Magloiie. Dooi
doofheid lot werk in ^aondeiing gebiaeiit,
eohreef hg een aantal «erken, waarin hg een
eigen nieuwe meeniiw verdedigde betreffende den
Hebreenweehen bgbeltdfst, dat namelgk de over-
geleverde panctoatie veelal onjaiat was en de
tekat ook verder eorr«eties eiat^te, dia echter tot
flieloof- en ledeleer nieta afdeden. Zoo achreef
ng: .JUeinea de )a langne béfatalque eana pointi-
voyellea" (1732), „Prolegomena in Seriptnram
aaeram" [i1T46). „Conférencee de Mets entre un
Jnil, un Pioteatant et denz doctenit de Sorbon-
IX.
ne" (1750) en ij^ belangrj^ete HBiUia tiebralea
enm notie eritiaa et veiaione latina" (1758, 4
dim.) met „Veteris teatamenti veiaio nova" (6
dln.). jU fing de metttode, waarnaar hn weriit
nifi iuist ign geweeat, ign «ibeid heelt de nood-
ukdyUi^d van Ood-Tettameiitiadie teketeritiek
dnidelgk aangetoond. Houbigimt ia in 178S over-
HoobrakMi, AmoU, een Nederlattdaf^
eehiidei en eehrgvei, den 25>ten Haact 1660 te
Dordrecht geboren en den liden October ITIB te
iimaterdam overleden. Hg waa een leerling Tin
8inRii«J «on floojulrotM en lehilderde portret-
ten, bübekcbe lofeieden eo voora tellingen uit het
dagel^aeb leven, waarvan hei R^muaenm te
Amaterdam a een faeait. Ho«i5niieN ii het meeat
m" (ITIS en 1721, S dln.).
iehe R^nbU^, in 1740 te Foit
gen grtMwea, diende in den Zevanjariges Oorlog
ata goneen soldaat bij de Fraaattie eavaUeriè,
weifl venoigena naar Comica verplaatat en atond
hg het niUmraten der Rerolntie ala kuitein b^
een icgiment dragocKkra. Reeds in '1792 waa hg
belaat met het bevel over een regiment ruiten
bjj bet legMkoipa t»n Cuêtine, en hg onderteheid-
de lidi aan den Btnedan-Rgn loo, dat hem wel-
dra het opperbevel over het nooiderleger weid
toevertiaawd. Nadat hg dit' koma, hetwelk meer-
malen door de Geilliteiden gealageu wat ea aieh
in een tienrigen toeatand bevond, gereoiganl-
aeerd had, trok h)} den «den September 1798 uit
ign poaitie van Steenvorde en Baillenl en nood-
laakte het obaerratiAoTpa van veldmaareetutt
Frtftag, onder bloedige gevedtten naar Hond-
aeboote terug te trekken, dat hij, 2 dagen later
bemachtigde. £enige dagen daarna behaalde
Bowkofd wederom een overwinning op de Ne-
derlandera in een bloedig gwecht hg Meenen,
do^ den 15den September werd hg bg Kortrgk
den Ooatenrgkacben generaal Beatttie* vei-
loodat de Franaehen in de giootate wan-
wgk namen onder de wallen van Rgaael.
Howhard moge niet geaAitteid hebben door
groote veldbeeratrienlen, hg waa een dapper ge-
neraal en tmiabnldig aan die nederlaas. Door
Barrire ea Jemi-BoH Smnt Andri beteouldiffd
van verstandhouding met den vüand, werd hg
den 17den November 1798 geguillotineerd. Zj^
iDon reeb t vaardigde hem in een „Notiee hiatoii-
qoe ot iuatificatiTe eur k vie imlitaire da gtaé-
1 Hooehard" (1809).
HoDokreut, Oerard, een NederUndaeb
sebilder en eteer, die <»aatce«ka 1600 geboren
werd, waarM^iJnlgk te 'a^ravenéiage, en na 1658
te Delft overleed. In 1625 vrardt ög in Den Haag
vermeid, ainda 1680 te Delft. Hg aehiMeide voor.
al de Delltache kerken, vooral de Nieuwe
Eerii van binnen. Hen vindt hier te knde o. a.
werken van ign hand in het Hanritriiuia en het
Kgkamnseuan.
BonokcSMt, ioeque» Pierre van Braam, een
Nederlandüb geneeakundige, den 19den Novem-
ber 1838 te Amalerdam geboren, alodeeide te
Utredtf aan de lehool voor mHitaiie artaeo, be-
loeht de leaaen van Flea en van de hoogleeraren
rlij^ »
>rde de '
DigilizedbyGoOglC
BOÜCKGEffiar— HOUSSAYE.
Harting m Donden en «eid in 1859 tot officier
van gMondheid benMtnd. In 1665 werd fag leer-
Mi in de ODtleedkunde un boTenffenoeiDÖe
•ohool en in 1877 èoogleerur in dat vak un de
nniveniteït te Groningen. Hij overleed den ISden
Uurt 1889, Beh^ve Jiüdnwen in bet „Ardiiv"
T»n Pfiüger en ia het „Tjidsehrift voor Genee»-
kuDde" leverde by een nieuwe bewerlcin^ vu het
„J. A. Fle«' HawHMek van de elel»rinwtig be-
sebrgveode ontteedkande v&n den menidi" (Sde
nitg., gelieel opnienw hnrerict, 3 dln.. 1881-1886),
„P&i«nolog)« en loealiutie" (Bectorale rede, 1886),
Boodwic-QCMVnlsBi een gemeente in de
BelgiMbe provioeie Benegovwen, liet aan de
Bpooriüiien Hal — Ergnelinnee ea Camières—
BrtequegDie», teil 8000 inwonen en heeft iteen-
groeven, üierindiistne en 4oawB]weroen.
Bondon, ^«m Antoime, een Frueoh beekl-
faonirer, in 1741 te Tersullef grfioien en den
16den Joli 1828 te Pnrjia overleden, wm een leer-
ling van JeoH BapHite Pig<dU en studeerde ook
in Itaüe. HondoH ia vooral vemurd <hmr >^n
portretten, «wak dat van VoUaire tn het Thél-
tre Francais te Parijs, en die van Btiffon, Frank-
H* en Mirabeau in het Lonvre aldaar. Deielfde
feiHineling beiit van hem: Diana, Amor en
Psycfae, Psjehe met de lamp, een borstbeeld van
JeoH Joogwe* Rovaeov en een van den abt Au-
berl. OiA de iwroemde „Eeorehé", een stadie
der menaebeiyke spieren, ia van Boitdon.
Honsliton, Ibehard Monekltm Milna, lord,
een Engeladi stMttman en Mbrj^ver. den lOdeu
Jnni 1809 te Fryrton Hall Rehoren, stndeerde te
Cambridge en werd lid van bet Uget- en in 1863
van bet Hoogerhnia. AanvankelgE was hg een
aanhan^r van Ptel, doch voegde licb later ti|j
de partg van ^okn SutwU, mi&r weigerde deel
oit te maken van het kaiiinet PtdmêrêUm. Hjj
bM)aBlde lidi vooral bg bniteidaDdsehs vken en
bg de hervorming der gevangenÏBBen, Ook wss bn
ëesident van hot gioote vei4>eterbiii< Ie Red
ill. Hg leverde eenige dichtbuodelB, ïooala:
.^emoriaU of a toar in Qreeee, ehteflj poëtica!"
(1S34], ,/Hemorials of a leaidence on the conti-
nent and biatorieal poema" (1838), „Foems of
manT vears" (1838), ,, Foems, legendarr and his-
toricaV' (1842) en „Fabn leaver <1844). Verder
schreef höt ,Xite, letters and literarv remaina
of Jobn Seata" (1848), ,3e*l nnion ol Ei^laad
and Iieland" U94S) en „Honogra^du, peraonal
and critieal" (1878), Hg overdeed den Uden Ao-
gustns 1885 te Tichj.
Zie: Sir Wemyu Beid, The life, letUn and
triend^ipi of Riobard Honekton, Milncs, finat
Lord HoQghton (Londen 1890).
Hmiiaf nlffi een rivier in Noord -Amerika,
onlaprlngt in de Green Hannts (HasudiuBetts),
stroomt tuescben de Taghonie- en Hoosachen-
vels door een vmeblhaar dal en mondt, na den
Nauntuek opgenomen te hebben, na een loop
van 210 km. bn Strattord in den I«ng lelandiost
nit. De 18 m. hoogs vratervailen leveren de drgf-
kracht voor talr^e fabrieken. De rivier ia tot
Derbj bevaarbaar,
Honsa of Oommoiui, Eois der Gemeenten
(I«geihnls) en ffoiue ot Lord» (Hoogerbnis) lijn
de beide Kamers van het Britaehe Parlement.
Zie Öroot-Brittotinië et» Ierland, But»ur.
ot IfOldS. Zie floHje ol Commoiu.
BotiiMaye, ATtène, een FraiMch schrgver,
den 28steo Haan l&IS te Bnijire bg Laan ge-
boren, kwam reeds vroeg te Fatqa, studeerde at
daar en schreef reeds in 1836 den rooian ,X^
péeheresse", in 1840 door „La couronoe de bhi-
elo" gevild. Daar hjj steon en belangstelling
vond bg Julet Jatiiit Th. Oaulier en Jultt Sow-
deait, kreeg hg weiara al« sdirijver een goeden
naam. Het de stasitluiiuKge wodiogen van 1848
bemoeide bg xicb eledits weinig en in 1849 wend
hg op aanbeveling van SocAef belaat mot het
bestuur der Coméaie Franfaise. Hg bleef in die
betrekking werkiaam tot 1S£6 en werd toen se-
cretaris-ge o eraai der sohoone kunelen. In I8SI
aanvaardde hybet lidmaatschap der redactie van
de „Presse". Hg overleed den ÏOatan Februari
1806 te Fargs. Van ign roamoa noemen vrg aogi
„La vertn de Rosine" (1844)^ ,Jje viokn de Pran-
jolé" (1856), ,^ad<«noiselle Hariani" (1850),
„Uademoiselle CUopltre" (1864), „Hm grande*
dames" (1868), „Lnc?" (1373), .Jlietoire étrangt
d'une Ijlle dn monde" (1876), ,J.'éventail bri^é"
(1879). „Contes pooi les femmes" (1885—1886,
5 dia.), „Rodolfihe et Cjntiiiee" (1886). .Jnlia"
(1891), „Les femmes comme eiles sont" (1802),
„Les larmes de Hathilde" (1894), „L'amoar com-
me il eet" (1895) en „Lee femmes Mmaequéee".
Van ign deels leer ioteresaante en kritische wer-
ken noemen wg: ,/}alerie de portraits du XVIIIe
siècle" (2de druk 1858, 5 dln.), „Histoire de la
peintuie flaraande et bollandaise" (1846), waar-
over A. MiehieU hem van plagiaat aanklaagde,
waartegen bg zich in „Un martjre Httirairc"
verdedigde , .Histoire dó 41e taatenil de 1'Aca-
dioiie franfaJse" (1855). .,Le roi Voltaire" (1868),
„Histoire de i'art franje du XVIUe siMe"
(1860), ..Lee Charmeittes: J. J, Roussean et Mme
de Warens" (1863), „Eietoire de Léonard de Vin-
ci" (1868), ,.UDlièie, «a femme et sa fille" (1880).
Zgn levensberinneringen gaf h^ in „Les contea-
siODS, souvenirs d'an demi-siècle, 1830—1880"
(1885~r891) en ,3ouvenir« de ieuneeae" (2 dln.,
1B96).
Bouuage, Htnry, een Franech lettsrknndige,
een looa van den toomande, den 24aten F^ma-
ri 1848 te Parijs gtforen, wgdde lich aan de
studie der geiBobiedettis en der knnsteeschiedeitia
en schreef: ,3istoire d'Apellei" (1867), ,3i«toi-
re d'Akibiade et de la t^Uiqne athinienne de-
puit la mort de 'Péridès msqn' li Vavénemenl
dee trente tyiaDs" (5* ttruk 1882, 2 dln,) door
de Académie liekroond, ,Jie premier siège de Pa-
ris, en 52 avant l'Are ehrètienne" (1876). ,4thè-
nes. Rome et Paria, lliiBtoiie et les raoeun"
(1S78), „L'art francais depnis dix ans" (1382),
„1B14 Histoire de la campagne de Franco at de
la cbnte de 1'Empire" (9de diuk ISdl). .,1815.
La première Restanration. Le retour de 1'tle d'£3-
be. Les cent jours" (1893). „1815, Waterloo" 18de
dmk 1905), „NapoUon,bommedeguerre"(1904)
en „léna et la campagne de 1606". Verder was hg
medewerker van deo „Joamal des IMiate", de
„Revue des Deni Handes". den „Artiste" en de
„Gazelte des beaui arts". Tn den FranschJ)niT-
schen Oorlog heeft b» deelgenomen aan de verdedl-
S'ng van ParjJB.In IS94 werd hg lid der Académie.
g overleedden23BtenSept»iiber 1911 te Pargs.
DigilizedbyGoOglC
UITHEEMSCHE TIMMERHOUTSOORTEN
1
2
s
S
S
k
9
10
Amerika)
2. HoodhQutfCawo^inJa^Afrl
B). 3. Eikeoho
ul(t
atrcua:
lUliei, 4. MahoDihout {Su^ielenia
mahagon
ogarus).
Amarik
). 1. Ab
hout (Acer; Z
Liid-
msrika,
Juglan-;
Bruine, Afrika, Indië). 10. IJwr-
ot Koniogïhoui (Fragraea pertgrina; lodlë. 11.
Uacaranda \
brntili
na; Brailllë).
,
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
DOORSNEDEN VAN HOUTSOORTEN
1. biifrtcdMimwde door hst bont na AiUnthai. gg ntea, t trmclwlde, If IlbrlfoniiTenIs, p hoatpuudixm,
■t dwan ioorgamtdaa mcrgatnlen. — 2. Onderala Muk r*a md gtlMlwrd tM ima Pterli. — 4. LengMiliMniMda
door bM boiit TID PIdui >ltTaitrLa. t de hafrtlppaU der tncMIdeiu bU tt Eewon» «tippeU, welke ud marg-
~. Oclaaleerde Bl«mentoD van bat bout -no Rhododendron, t tnowde, l llbrtfonncallan,
mwgilna]aA
R lierfliboDt, J Jurgreniea-, de In da afbaaldlng 8 Lu bat Terloop dar margMnleo getaekende bolle rulnteii ilJn
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
HOUSTON— HOUT.
Booaton, de ia I8S8 g«sUelit« boofdiUA *u
tiet Noord- AmerikuDMhe erutiehu Bftnig (Te-
ub), ligt un den 4)«*MiMr«n Batfaki — Ba,j<m,
is een kmi^Mot tan elf tgooTmtgea en telt
(1910) 78 800 iBwonera. Ifeo Tiadt » een gioot
Btadhnis, een katoeiAeiira, mooie geredittgcbon-
wen en een TTvmeteelMisloge. Z$ tonnt de groot-
ste trinnenlandMbB katoenaurkt dei Vere«ngd<
9Uten. De induRtrie omnt Tooraamelijk katoen
■oiuton, SoTttHltl, piesident der RepnbHA
TexBi, den 2den Nuit 1798 <te Boekbiidge in
Viiginia geboren, wu de loon na behoeftige
oBden en leelde 5 jui bq de Creek Inlanen.
Dsuna tiad bjj in 1813 in het Ieg« T«n gme-
nai Jaektm, en etjeed dapper tegen de Engel-
sdien, Toorsl in den üm un de Hone-8hoe. Op
bnel Tan dien generMl sloot hq >n 1S17 een
Terdrag met de Cieek-IndiaDea Na den vrede
stodMnJe bji te NaebviUe is de rechten en weid
weldia een ïmoemd pleitbezorger. In 1821 werd
hg beno«Did tot generaal-duajoor der militie in
Tenessee, in 1823 en 1826 tot algeraanK^ naai
bet Gongres en io 1827 tot gooTerneni Tan Te-
nessee. Toen JD 1836 Tmub ia t^stand kwam te-
gen de MnieaaMAe Regeeri'ng, werd hjj met bet
oppertsevel beUsL H^ versloeg de HexieuieD bq
San Jaeiolo (AprH 1^), werd na de «naSiuike-
Ijftrerklanv -ma Texas den Isten S^tenber
1886 fOM 2 jaar en vsd 1841 tot 1844 nogmaaTs
tot piesident gekoien. Sedert 1845 was hï Toort-
daiend Kd van den Senaat te Washin^n. Ia
1859 werd hn gooremeni .Tan Texas. Hg overleed
den 26sten Jnli 18ft3 te HantoTiHe.
BoiUtonlA L. ie de naam Tan een planteH'
geslacht nit de familie der öenHat^ettlt, uit 20
soorten beatMDde en baUitmikige {danten om-
vattend. Het ondersdieidt lieb door een 4-epleti-
geo, oveibl^TOnden kek, door een tTeebterror-
mige bloeoikroon met een verlengde bois en door
een koiten alql met een ^ritsen, 2-«4etigai
stempet. Het omvat oveiUijveDde Nooro-Amni-
kaansebe krniden, Tan welke «onmige in Ifid-
den-Ëaropa sis eierpla&ten woideo gekweekt,
vooRÜ H. eoendea h., met btaswe bloemen ia de
moerassen van Virginia en Caiohna groeiende,
en B. mtffHTM h., wier paaiie bloemen aan het
aiteinde van den stengel tot bgseiiennen veiee-
itigd xQn. Hen pta&tst deie piraten des tomen
in de open loeht, diMh beveiligt se des winters
t^en de vorst. De vermeerdering heeft door
stneorcn plaats.
Ront (sie de platei»). Onder bont verstsat
men het bg de QymntMpermen en Dieotgle» voor-
komende boatlichaam, dat ontstaat door de wei-
king van het eambinm (teeltweefeel). Het be-
staat in hootduak nit hontveiels, hontvsten en
hontparendiTmeellaa '(lie plaat I, f ig. 1,2, 4, 5),
alle drie nit cBmbiomeellen ratstaan: de houtvt-
iels nit eenige boveo ettaai gelmn cellen, waar-
van de tosscbenwaoden geiesoifeeeid i^n en de
inhood bestaat vit loelit of watei, waarin loaten
opgelost zgn; ig qjn ^melvoimi^, hebben een
verdikten wand met stippeh, tiofstij^els, of deie
is wand-, spleet-, net- ol apiraalvormig verdikt.
— De houlvaten igo giooter, loowel in lengte
als in doornede; de wandveidikking en inhond
zgn als die dei veaels. Ds naaltHwnt soort en misMU
vaten, maar beaitten tnuAaden, sie pi. I, fig. 8,
die lieii dooi geiinge lengte ondeiaelHiden, maai
wel te ondersefieiden ign fan de barsgangen, die
aQe met elkandef in Teiitinding staan sn ham,
d. i. een seeietieprodnct, bevatten. Het houlfa-
fBHcAym ia dnnwandig en meestsl vedboekig, en
vvlt in boofdiaak de mimte tnssdien vaten en
Besiet men een stam op (tnttise doorsnede
(pL I, fig. 6, 7, B), dan onderscheidt men meer
erf minder dnideltjk coDcenlriKhe kringen, ieder
naar buta a^esloten dooi een dijtere Isjig; in
normale gevallen bevat iedere kring het bont in
den ïovp van één vegetatietgdpeii gevormd en
beet daarom jaarring. Bg somnüge Itonteoorten
komen de vsten voornMnelnk fn bet bont voor,
dat in bet voorjaar geronnd is;.men qiieefet dan
van hontsoorten met ringvonnig gelegen porifln.
DsArtoe bebooien o, a. ei£, iep, aeaeia, eteti, tam-
me kastanje; bq de ovenee hontsoorten komeo
de vaten gdgkmatig in den jaariiog verdeeld
In bet algemeen hebben dus, met oitsoaderiag
van beuk en baagbenk, alle inlandscbe tiarde hont-
soorten ringTomi^ gelegoa pmrlta.
In radiale riditing loepen in den stsan meei
of tnindei dnid^Ee liaMeit, merg$^al«* ge-
naamd, die tiestaan nit bontpaKnehTm, dat in
iwlEale riditing de grootate lengte beeft. Zg
vsibiidon do jaairingen ondorling en dienen tot
bet bewaim van leserveroedsd. Oewoanlgk ign
iq sleebta een of twee celhgen breed, msv ban
ho<^te is veelal aeei belangi^fc, oa. bg eik en
els; ook hnn lengte is versehillend {Uof bi| elk
en bonk), naar de bniteugde v«n den stam neorol
hnn aantal toe, soodat de onderlinge afstand on-
gsveer gdqk bljjft Zg lot^wn door tot in de
selioR, vandaar het kaappoDde gcMd bqbet
aftreUcen van de «choia, a.a. bq eil.
De breedte van den jaaning is afluukdjik
van: 1*. de Uggmg «m «m groid: op inidelgie
belliagn «onMB bteedere jaatriBgen gevonud;
2*. dê grtMdgKÖekUteii: op frissehen grond is de
jaarring-breedte grooter dan op dn^n en op te
natten grond; 9. den ouderdom: hg ondere
boouMD i« de jaarring-breedte kleiner dan b^
boomen van jongeren leeftfid, omdat, niettmn-
stasnde de vaak grootere Uathnasa», het bont
om een grooteren omtrd afaeset wordt; 4^.
deit vrifen ot gesloten stand: «g vrgen stand
faeelt de kroon grooter osnvang, dna meer btad-
massa en wordt er dm meer innt gevormd. 5*.
beeekadiging door insecten, vorst eni.; alk
invloeden, dBe de blsdmassa veiminderen, bebben
een veriileiaing van de jaairing-ibreedte ten ge-
volge; e*, hêt klimaat: in een kmd Uimaat is
het vegetatie- tgdpert korter, de jaanii^-bTeedt«
dns klein ei dan onder oveiigena gel^e ometan-
ii^.^~ ■■ — -. »--.-- •
I lengte toenefsnt en ia gerioten stand alsat,
M de jaarring-breedte bom in den stam ge-
woont^k grooter dan beneden, vandaar de gun-
stige invloed van gesloten stand op de voUieid
van den stam.
De (diaikmdige samensteHing van het hout
is van geringe beieekeius voor de technische
braikbaaniad. Alleen het watei^ebalte is ver-
schillend: bü de harde looflioatsooiten 40— 55K,
DigilizedbyGoOglC
b^ de nMldbontaoortuk 45—69%. T^tn dra
tj|d, d*t de bUdeieu v«i Ueat TemwJeieii, iihet
waterj^eh<« het gennRst, om dan TOortdaitnd
te stjiKen, tohkt de Uftdeien lidi beginnen te
ontwilaelen.
Bü velebcutsoocteD i)«t men opdedwRttedoot-
eii«de meei of mindei duidelök ondaiaebeid tu>-
eehen het biniwMte (kenüuml) en het bniluttte
(ipüUKotit). Het eerste w iwMnter, tiudei, duar-
umei, donkeider geblenid <lan het lutste; de
«engug «UI apint in keu heelt met altgd toI-
nni een jaairing pluti (leeï daïdeljft hq iop);
Wnbout U da)de^|k wui te nemen bg eu, iep,
■CMia. eaeh, wilg, luikt, acate d^a, en pok-
bont. HoutaoDDten, «Mrbij bet mdeiteöeid niet
duidelök i*. noemt ma r^Aotrièoomcii.
De meeate houtwoitM digren in het wtAeD, of-
Mboon het lOOTtelük ^tmitbi iu don hontTetel
Cter dui 1 il. Bg ntaidhontnorten ia de
dte van bet t.g. hirtilhimt, dat in de tweede
hellt T*a 4en «etnar gemnnd wordt, bj) alle jaar-
ringen eveD groot, terwjjl die Tan bet voorjaar»-
lumt Tetechilt; augeaien bet iMtate Teel lieht«
en lotwi Tan bouw it, lal Bt«Ufa<ntt met bnede
maat^ dna met laat aanrandend an kort legeta-
tie-tqdpeik segroead, tedimaeh b*t«i bninaar
en waudeToUer, Vurwmkaut ie het hout Tan den
ffjnen ^i, die hier te lande weinig foiuikbaar
hónt lerert; grenenluMt ia bet Iwat Tan éen gn-
Ten den, waanan het inlandaehe hout Teel ge^
rJnger wsanle heeft dan het boïtenlandHtie. Bg
hontioorien met ringroimig gelegen poriln heeft
bet omgekeeede PlaatBi boe brewhr de jaarrine
hoe iwaaidei en aBanumer hoot, omdat de breed-
te lan het Tttarjaanhoiit steetk gelqk ie. Daai-
om ia rikedboat, nf troehtbaren gtond in een
uideljjk klimaat gegroeid, meet wa«Fd dan het
bont. Hit* het Wee) _ , . .
nwer landkümaat gegroci^ ia reedi teduriadi
meer waard. Daarom Ttikrggt men êikenteagen-
tchat Tsn boomeD, die in een kod kümast regel-
matig en leer langiaam gegroeid tgn en knntt-
matig iQn gedood (o.a. Pranktnrter StadtwaM).
Bq hontsoorten met Toiqtreid gelegen poriln
beeft de jaaningbreedte geen inrioed op de dmir-
MamheU eu.
Oleoboon de kardMd Tan hst hout in bet al-
gemeen in reehtatroelMehc Teebonding itaat tot
Eet loortdök gewleW, ie ook he4 É»elaop der boot-
vezel van gvooten invloed; dooreenloopende Te-
teli Terbooeen de bardheid (hout uit den wortel-
hala). Ook «et «atergehahe ie van Iftrloed; groen
eiken- en GeukeDbont ie gemakJMlijker te bewer-
ken dan droog.
Hont kan ign veerkrachtig ot taai buigzaam.
De VMTknekt wordt veiboogd door reibtt hont-
Teiela en droogte en Teiminderd door hange-
halte en Tortt; — taaiAeid wordt T«Éioagd óoot
rechte hoDtvetela, voebti^eid en bang(luU^
verminderd door ront. SjAütbaarKeid ii alleen
mogelqk bq rechte boatrezcde en wonk Terhoofd
door iterk ootwêkkride mergetralen. 0(ntr«iit de
mêtteid zqn eeen lügecneen geldige regele te
Kveni wel hebben de «waardere houteoorten in
t B%Nneen een grooter draagrenoogen dan de
liditere, maar daarentegen hadt benkenlbaut wei-
nig, fijne den ved draagwnnogen. Door opname
van vocht iweit het hont, door verlies krimpt
bet („trekt'); bet laatste kan reel vermindeKi
worden door het hout te wateren of uit te Moo-
men: hoe laiigumer bet toebt uit het hont gaal,
dee te geringer it het gevaar Toor aebenien.
Dtarom wordt bet boot na bet TcUen niet of
ileebta pMugowïpe tan de sehora ontdaan en de
eindrlakken van den Btsm worden met verf ge-
atrekeo ol met papier beplakt. De dw/naiBiUieid
van bet hont wordt verhoogd door middelen,
waardoor het tegen de inwerking van dierlijke
(iiMoeten) ol plaiit«ardiee (xwamiDen, baeteriln)
organismen beeobat ia, b^r. verkolen vaa de op-
pervlakte, impregneeren met vergiftige itolfen
Koala kopervjtriool (volgena metbMe Boooherie),
linktdiloried (Ba rnetti weren), met kwikeUoried
(aid)limaat), kjaniaearen, sware steenkolen-
teemlie (eteoeoleèren), beetrQk«i met ioebtal-
alnitende atofisn, wwala vcri, kool- ol bontteer,
earbolioeom. Tegen pulworm wordt het beat
met grontto^ge ipijken beslagen.
Het vantUffePtitd vtrmogm staat niet altqd
in veubBod met bet soortelgk gewicht, daar ber-
brau&tont gevraagd, heeft «en wet gering wann-
tegeptond vermogen. De tamme kaatanje, Isriks,
tpu en Mk kdietteren hg het branden ten gemri-
ge Tan de met lucht gevulde holten, andere ge-
ven veel roet looili de DsaldhonUoorten (gro-
ve den meer dan spar en beok).
Maxelkoul ontitaat door woekerioR van knop-
pen, heelt een fraai genrlarod aiterlgk «o m seer
geioebt voor kleinere gedraaide voorwerpen (ta<
oakspotten, geweerladcn en paneelen Tow meu-
bela)-
De ■veriohillende boutaoor.ten hdbben nit den
aard der Mak Teraehilleode gebniikiweaede, hoe-
wel voor éénseiMe doel in verscÉiillende ntieken
aan vereohillende bontaoorten de voorkenr geee-
ven wordt; loo gobruikt men in Bohemen og
Tioorkeot berkakdieselboomen, tenrgl die tiiec te
lande van eik. eeeh of iep gmaakt worden; ia
Rusland gebruikt men linde^nnt tot doeleinde»
(nsj^MD, vB»twGrk), waartoe m«(i in Noorwegen
voren, in Zweden eédidootn, in B<]iMmen bettken-
faont besigt. In Tbnrin^n prefereert men het
fijne denneiAont voor het hoawen, in het
Söhwarcwald het liWerdennen. Hieronder n^t
echter een opgsaf Tan de doeleinden, waartoe de
meest voorkomende hoatsoorten gebrnikt wor-
Eik Toor wagenm akers wert medbelen, bei-
ningposten, bergtoeden, iieMtioeiingen, s«üieepG-
bout. be^E, vaten, parketvloeren, waterwerk en
m^nliDut. Beuk: boter-, krentenvateo, molemna-
kersweit, besla, kegrfs, beitrating, btiogdek, doo.
meUtgereedsfloap, meid>elen ^eener), wha<
Ten, Bohaataen, nappen, ^eoeta: palen, wBnbeiv-
palen. wielepaken- Èêeh: waffenmakeiwwerv, seel-
randen, roeirianen, hamentden, fuikstoUken ge.
palen, wielepaken- Ètak:
randen, roeirianen, hameiituïu, lunnw^AEu g
reedsdispsstelen. Berk: meubelen, wagenmaker
hout. Linde: smfwerk, garenkloejei, etois. Eb:
snijwerk, sinrenkistjee, aehuieiboat, garenUoa-
je«, voor bekleedins Tan onderaardeche werden.
PojniJter-' klompen, loei f eis, kindenpeelgoed, tim-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOÜT-
medioat, meii4)den, wiuiiMimit, pakkiatan, Tut-
weik, krniplai&en, gtreAdsetuptstelen. Wilg:
klompcD, maodenweii, faoepda. lep: wagenma-
kemrark, kenkenattMlen, kaaaTonneo, beatntmg,
MturivrboQl. Haagbeuk: kesten, iwmen. EdtikM-
Umie: wQDÉwtgpatsn, timnMahoat. Etekdoom:
■nhwerk. nameo. mmickinttnnneDim. Kertt*:
_ meabelen ^et AmarikaKiscbe
ïtaiÜaaMdiej. Awel ta fser: meubelai),
ot, het daaael der
in land en toiiibDtiir, bai-, telemaf-, bomn-, hei-
niD(n>^n, mgnbonw, beaU, blMbonl. fifne tpar,
mmihovt: timmeThont, ruananzhoat, roaleaux-
■IruMi, BpaneodoDKii, noordactw aappen, boatatof.
harikê: grol timmeAont, hciiuiigpUïn. Zilwrdm
{»fm-), denttenkiml; timmerhouten veel doel«in-
doi, waaFToOTOok fgn-deDsenhoDt gebiaikt wordt.
Otdêr: ni«Dbel«D, Ngaraokirtja^ mUoodbost.
Pofc/koHf; kflffeHnUea, ntmAmm. Sbbtn: dtt-
hfl Tan mniiakinatnuiientui. PaUmmdtr: ali ti-
naeibont toot iDoidMla. Z«. PtimluMi: hedilen,
doiaiabUen. PaardmUuuttmje: ragweik. Ttak:
beab, TOOT denm, bMitnanring Tan «agona en
aobcfWD. Mahag<mit: meri»rien. Eitior;: land-
btnwwBcktni^eo, gereedechapaatelen. Een taslal
van de mooiate wtfieemBciie boiitKiarten Tiadt
men op de plaat afgisbeakl.
Zie: Sj^tha, Dae Hc^, deenn Seneontiagen,
EI«eaaehafteI^ Kianktieiten ood Fehl»r (Pnae
1883); Print», Die Ban- nnd Nq»M1mt (Wet-
mai I8M).
Hont, Jon vm, «en inwoner vaa Leiden, ge-
boren in 1542, werd in 1505 wcieUriB van Lei-
den, een betrekking, ook door inn ladei bekle«d.
Boam ODtiloeg bom in 1569; lig nam de w|jk
n«ar Bmdei>, waar bn ak notana werkiaam waa.
In 1572 lanTaaidde nij weder i^ anitt te Lei-
den. Gedurende bet beteg atond hg Van der Werf
ter söde en na de atiebting der Imogeechool weid
hj) terena aeeretarii Ttn eniatoren, welk aadtthg
waaraan tot in 1596. Vooral oA bebartüde hq
de bdangen der boeker^, terwj^ hg bet coQegiam
theologienm met een Tederoering pleebtig inw^-
de. Met Van der Werf ging bg naar Utredit, om
LegeetUr te orertnigon Tan bet onreebt, dat Lei-
den zou worden aangedaan, ia<yen de academie
naar Dtieebt Terplaftttt weiid. Ook btttikl fcg de
palieren der etad in o^d^ Tepnardigde bet
.4)tenatboek" en Tenamride de kenr»! en de be-
richten omtrent de gilden. Ond» de baadacArif-
ten vaa Vtm Hout op het raadhnii te Leiden be-
rntt xj}o beaetiniTlDg Tan het tideg en ontaet,
waarran ayn neef Ortsr* waandiüugk gebruik
gemaakt beeft. Verder letenie iig het reMi ver-
meUe: ,J)icnittWDA der Stadt Lerden, innebou-
dende Terelarinee Tan 't weaen eiode gtielegen-
heyt eni. Tan deaelve stadt en van d« geetitten
tot geeateljeke otte godWniefatige werken" (1602),
„R^tonatraneie ol vertoog hj die Tan Lejden
den Staten 'e I^mk Tan Hollandt in Febrnarr
1582 hare roedeüdmaten gbedaen nopende 't Ter-
handMde der Predieanten ena." (in de werken
Bor en CoornAeft en ataonderlijk in 1697). Z^n
gedichten Tindt men in onderêoheidene werken
Ter^ireid. In 1506 legde hn ign ambt ala teere-
taria Tan enratoren neder; bq overleed ia 1600.
Zie: J. Prineen J. L%n., Be Nederlandeebe re-
naiasanee-diebter Jan van Host <Amelerdam
1907).
HontaiUn it de acgn, die door droge destil-
latie Tan bont, ale neTenprodnet Tan de melhvl-
alcufaolbereiding veikre^n wordt (lie JfetAyJól.
eohol).
Rontoawla. Zie Coano.
Boiitooiu«Tve«rliir. De daarzaamlieid
Tan Tenebillende hontaoorten loopt eterk uiteen.
Het Tereaan Tas bont in den lo^ der t^den te
in het algemeen te Terklaren uit een rottingapro-
cel^ dat leroonaakt wordt door de aantaating
van bet bout door baeteriSn en owammen. De
hoateoDeeneering heelt nu teo doel dit rottinM-
proeea tegen te gaan. De aanwezigheid van vodit
in het hont onder toetreding Tan kicht ffeeft
aanleidUng tot dit rottingqiroeea. Vottomen <>»■<>(?
bont in droee tnefat ie Toor onbeperklen tgd
houdbaar. Ook onder water, doe b|) buitenalui-
ting Tan lucht, ia hont eeowea lang in goeden
staat te eonierreeien.
Het watergebalte Tan hout loofit eterk uiteen
en bangt at Tan de aoort bout en Tan de wgze.
waarop bet bont sa bet «elleit der boomstam-
men befaanddd ia. Behatre bet Batnurlgke droog-
5n>ees in de buUenlMht, wendt «en tegieowoor-
ig Toelal kvnitmatige droogproeeaaen aan, door
bet hont te terhftten in gróete raimten. Deae
wgw van drogen gaat ineller dan de oude me-
thode.
Van belang Toor het eonserreeren van hont
il o«A bet mtloogeo der sappen, aanmien bacte-
riën en iwanmen daarin e«o goeden Toediigs-
iMdeai Tinden. Dit gew^iedde tmU door Set
hont in atroomeiHl water te laten uittrekken', «f
ook door het bout uit te atoomea.
Het eomerreeren van hout geaidiiedt Toorna-
melgk op twee principieel Teniétüllende manie-
ren: a. door bet santirengen van een beaehermend
opperrlak; b. dooi impregneering i(doordEinging)
Tan bet bout.
a. Betehermend opftrvlak. Het te oonserTee-
ren hout moet droog ign, of, indien dU niet het
K»Taj ie, moet de bedelücende laag loodantg ign,
dat bet hout lerder kan uitwasemen, aadeis
wordt bet „Mraltftt". Teneinde het bont te bedek-
ken. Terft men het of het wordt geleerd. Voor
het teren Tan hout ie bruine teer ol hoatteer
te Terkieaen boven «warte kootteer. Een uitste-
kend dekmiddel ia horendien earbolineun, een
uit koolleer bereide dunne olie, die gretig In het
bont trttt en kraciitag bederfwerend werkt. Ook
wordt Tan karvuiê (^e aWaar) Mbruik gemaakt
Het oppervlakkig Teitolen Tan tiet te eoneervee-
len bout. dat Troeger Teel in gebruik wae, ii ae-
ker te ontraden.
SoDM wordt bet bout ook met metaal bekleed,
looals in den sebeepsbouw en TOOr eommige wa-
ter^uwkundire doeleinden bet gebruik is. Ten-
slotte wordt bet 'bout oc^ bestreken met bars,
was. parafine, talie en andere vette zeUatandig-
heden, doch wegeiH de dunrte komen voor deae
beweiting aHeen fgne bonteeorten (meiAeli) ia
aanmerking.
b. Im^egneering. De atott«i, welke toot de im-
pregaatie van bont in aanmerking komen, laten
zifii in twee groepen verdeelea: 1. oplesaingen
van metaal lottten, looals kvikehloriMl. koper-
D,o,l,zedb,GoOgle
BOUTOONSËiBVBiEKINO.
lulftat, iJDkchloiied en andere ; 2. antiBeptisch
WerkfiDde, (»li«aahtige «toffen, naaionder creoaoot-
DÜe een voorname plaaU inneemt.
1. D» imprtgneêmig mei oplotÊinam nm me-
tooJMuleit. Dew dateert reeds v»a 1332, toen in
ËDgelaod Kjfan bout met een oplossing Tsn kwik-
(Ailoried (oablimMit) iinpregD eerde, welk proces
lindsdieo kf/mtyteeren geDo«iiMl wordt. Dgaitoe
wordt Kitiniikt een oploesiag, welke 0;3 — 0,1 %
HgClt oerftt. Het houi wordt in die oplouinf; in
' houten bakken te weeken geleed en blgtt durin
12 — 14 dïf^ii. De ikfiie tsh indringing v&nhet
kwikdüoried bediMKt gewwnlök niet meer dan
eenige milKmetere. Ia 1841 atelde Pa]pu voor,
twee lODten te gebruiken umi !bet imptegneersn
na bont, <lie in M inwendige fan het liont lidi
kenden verbiiMien tot een oooploibaar oeerdw.
Voor dit proces werden optoesingen vsn yaenm-
faat en iwiToUisriinn gebruikt, <loeh (Ut proeea
is slecjits 'braikfcaar voor Meine atidken bouL
Van bekag is de methode van Bomditrie, welke
odk nit ImI dateert en Ttdgena welke bet bout
met «ea oplowiig van' kopersu) Iaat wordt ge«>n-
serreerd. Daarbf wordt een kopersnlfaatoplossing
onder bydranHsoien druk in de hellend liggeode,
pas gerelde boonatainineD g^nt, loodat oe ou-
der dmk Tetkewende cfhwiuiig de in bet bost
aanwerige sappek voor %ub nitdrgit «n tenslotte
aan de andere töde tmi den stam oilpertt. Deie
wgip Tan impregoeeren moet bg tooik nu binnen
bwee dtgan na bet ^eMen der atanamen pUate
hebben; tiet edioraeit der stamiDni gteêbiedt
eerst na jh impiegneeriBg, welke bcBindigd ia,
wanneer men «wn de andere x||de Tan den etam
de blanwe k^temUBaloploBiing liet uittreden.
Men beiigt een oploning *an 1— S pereent Ik^mt-
■nllaat en dn dnnr deier bewerking hangt af Tan
de lengte dei te impregoeeren stammen en de
Hwrt Tan het bont, Deie methode T«n impregnee-
ren vindt vooral toepassing bg bet oonserveereB
Tan telegraaf- en teleiooapalen, welke on deze wg-
ae genuodeld gedurende 18 jaar bminiaar ign.
De meeate beteekenis onder de metiioden vttn
impMgneering met metaakovtofkMaiBgen bexit
echter die van Bunutt, welke «a 1888 *oorttiide
het bont te iinpregneeim met «eo oplosaing van
aiikehloiied fZnCb), vandaar den naam Burnel-
tttrtn, Daiibg wordt de bederfwerande oploMÏi^
onder boogen dnk ïn bet bost g^rtt in eeo
^oote imfiiiegBeereyliader. Het boot «ordt ofge.
■t^ld Of em wagen, welke in den impregneer-
cjluwier wordt gereden en doM wordt gesloten.
De stadia der bewerking igu de volgende:
a. iMen la*t eerst stoom in den eylinder en gedn-
reode ongeveer 3 aur wordt bet hout ba een dink
van ]'/■ atmosfeer uitgestoomd. Deie i>ew«iking
beeft ten dori bet bont aibwending te reinigen.
6. Nadat de stoom is afgekten, wortH de ketel
door middel van hebtnompen geèvacneerd, totdat
de dmk ongereer 6u cm. kwik bedraagt. Dit
heeft ten doel de Incht nit het hottt weg te
pompoB, aangtuen anden de in bet bont aan-
weiigie Incbt de daar^ volgende smpregneering
onder dmk ion tegenwerken en de kwregnee-
rlngiTloeiatof weer ion nibpersen nat^hefiing van
den dnik. e, Nn wordt de bederf «ei«nde rioeistof
in des Q'linder gepompt en de drnk laagiaam m-
gevoerd tot 8 — 10 atmoeteren. Nadat een vol-
doende bosveelbeid vloeistat door bet bont ïa
i>pgenomen, — hetgeen men op «en peilsobaal
kan waarnemen — , woidt de ornk Tcimii>der4
de Tloeistof afgelaten en het bont oit den eytinder
gfAiaald.
Een voordeel Tan het t)nm«tteeren ia, dat het
bont na dirogii^ geschikt is om geverfd te wor-
den en deie wjjze van oonserveerinK goedkoop^ ia.
Een nadeel ie daarentegen, dat bet gebraikte
ziDkchloried in water tamdf^ <^4o8baar is en <^
den dunr door regen wordt uitgeloogd, ev«n^
kopersnlfaat. Oebnrnetteerd bont is dtis niet
bruikbaar Toor wateiboawknndige doeleindes. De
gebeoigde linkdüoriedopknaing is ongeveer S %
sterk en wordt voor hel gebrsik tot 60* C. ver-
warmd. Soms voegt men er S X eieoaootolie aan
toe.
2. ImfregmtHMg met antMptUeh wtrke»^
olitaehHffe êtollen. Zeer belangrgk op het gAied
der boQteonicrveerIng ia bet g^niik vkn er«o-
MofoUe, dat in 1840 door BMel werd uabovo-
len en oeer veel toepassing vindt. Creoaootolie,
een product van de iteenkolenteerdestillatie (lie
OreoÊOot) ontleent baar marde aan de aterk
antis^tiscbe werking en aan bet fedt, dat q
ziidi met water niet meer laat uitloogui. Het im-
pregneeren met creosootolie, atotoiaere» ge-
naüid, geschiedt ook onder drvk in <7linder%
nadat bet bont ia nitgesloomd «n geèracneerd,. De
creoêootoUe wordt vooraf «p 10C*C. verwarsd,
de denk bedraagt 6 — 8 atmmfeer. De hoeveelheid
creoaootolie, die in bet bout n^etet wordt, is al-
haok^k van de boutsoort. Man rdent eldiaal
voor naaldhont 200 L., voor loolbont 100 X. per
kob. m. £eD naded van dese metbode ia, dat
ie leer kostbaar is. Een groote verbetering werd
dan ook door Rv^ng aan^^raeht, die waaruaa,
dat men na imprègneerine ongeveer de helfi der
creosootolie weer nit bet bout afioigui kan, ion-
der dat dit aebade doet aan de eonserveering.
Een naded van met creoaootolie geoonaerveeid
'Hout bestemd Toor den mÜDbonw wordt wemia
den be^rkten levenidaur niet ^eereosteerd, doeh
gewoonigk met metaalioaten gmmpr^neerd. Ook
worden biervoor somi kieielflnoomalrinm en
andere fluoorhondende loeten sJe imfn^natie-
middelen gebruikt.
Ted beW*teUii« w«kt ook de door Po»tU
uitgeTonden wg» Tan bontemieFveeriag met
melaMe uit de «nik«rfiJ>raekea. Men Iaat bet
bont ongmeei 15 uur Uggan in een op 100* C.
Teriiitte nwlassestroop, welke van arMnignre
lonten Toonien is, teneinde inseetenvraat t
te nan. De«e metbode wordt in Iitdil e:
stralil met enccee aangenvend.
In Amerika ia ook een methode van bonleon-
serveering in zwang, welke daarin beataat, dat
bont gedrenkt wordt in parafine, dat met nafta-
Kiie en i^asoriB naarde is vermengd. Door dit
mengsel WD^den de hoot^rifn gesloten, waardoor
het water niet meer in tiet bont ksn -aringen en
tevens wordt door de antiseptische werking rotting
voorkomen.
Tennlotte ig ook vem^ dat pogii^ea in
'i.'r
D,o,l,zedb,GoOgle
HOUTCONSBRVKESmO-^OUTBN.
003
bet weik ij)n geiteld om bont Uiigi eleetriBafieii
weg tegen roltiog te woKirKren. Nordm, «en
Ainetikikn, ion ei iit eealiagd inn een metbode
uit te weiken om op ine wgie Doitt te «onwt-
Behaln tegen rotting k&n men bet boai ook
eonierrèéien tegen brudgerui. Deie wlpe tib
coneepreeien werd leede ti^ de Bomeinen ge-
bnikt. In 1821 beraj Oog Liutoe unmoninm-
pfaoifut TOOI dat doel un, en êinda Aen tqn
UI dit gebied meet dna 6O0 pttnitea TeiteeiM.
Dew wgie Ten boateonaeireeiing bennt ook
weer. betig op iiet unbrengen t&q een besehei-
aAeet, of ook werkume trifmeogMli Miitteo,
welke meerendeek 04A toot de hnpregnntie wol-
den gobroikt. Van de veradtillende lontea, welke
in opk)uing tooi in^iegn&tie van bet faont in
aanmerkiDfc komeiv ign oe TOonMaimte: ammo-
nmmooatei», boonnni en bonten, anlfaten, ear-
bonateo, phogfaten en lonten Tan titaan en
EenftdMb onUedeft deae lOoteB 'bg hooge tem-
pemtnren en lereien 'daai4>g luet-brandbare gaa-
ten, looali koobuai ea ammoniak, die de TUm
daoreo, anderdeela anwlten ig tot glauehtige
nMin'a, die bet bont tegen de Tlanmea beeefaer-
men (boonnni en boiatna). Ditroetige ptoefen in
deM iL^ting werden genomen dooi bet rqkda-
Iwratoiinm vooi bontondenoek te Hadiion in
Noord-Anerika, waaAS bleek, dat ammoniam-
ehloiied, -anlfaat en -paoiFaat fa«t beat eoneer-
Teerend in deae liebting weiken. Temlotte ig
opgemerkt, dat IFoJnum getiadit beeft een im-
SKgneeiingvrloeistoI te Tinden, wdke ^etijktg-
ig het bout l«gen biaadgeraar en rotting bë-
i^ennt.
lAttmltmr: J. A. vm dar Kloe», On» bonw-
materialen, dl. IT (3de dnik Maaufaia 1&I2); S.
TroaeAel, Handbneh dei HoIikooMiriernng (Ber-
Ifin 1916) en voorU artikelen in bet tQdMbritt:
„KnaataloHe", jig. 19I& (UDnehen).
HoaMnU. ZTe Dmmt.
Hontem, een gemeente in de piorineie Lim-
bnig, 869 a.K. groot met (1915) 1S8I inwonen,
wordt begienad door de gemeenten Meersan,
Schimmert, Hnlsberg, ValkenSnrg en Berg-en-Ter.
Ugt. Tot de gemeente bebooren de dorpen Hon-
tem en St. Geilaeh, de bnorten Stnbeek en
Broekom en de gehalten Bontemeièerg en Hda-
wqk. De bodwi, <Ue nit Limbmigselie klei en beek-
beiinking beitaal; wondt «oor landbonw ge-
binikt.
Het dorp Hontem ligt «an den qworwcK Tan
Haaetriebt nur Aken en aan bet riviertje de
Oed. Er ia een fraaie Room«ob-Eatli(4ieke keik,
die beeehilderd ii met voontelHnmn «it het to-
ten Tan den heiligen Qtrlaau. In den onttiek
Tindt men Ttle TiUa'B, en bel dmk Treemdelin-
genterkeer ii oonaak, dat men ei Tele hoteli en
penRione aantreft.
Hontm, ConuU» vm, een Nederlandacb wii-
en natunik nodige, in 1662 te Zwammerdatn ge-
boren, Terseielde al« knaap lün Tader naar Ken-
len, waai oeie piedikant wai bji de Staataebe ^-
geunten tot de vredeMitdeihaitdeling, beioeht bet
gymnaaiom te Qonda, de boogeaehaol te Utrecht,
waar bg 4 jaar in de theologie en teTena in de
wis- en natunrknnde atodeerde, en promoveerde
in 1686 op een diaeertatie: ,J>e bodo et de audi-
tn". VeiTolgena bracht hii itog 5 studieiarea te
Leiden door, werd in 1690 conrector te Haariem,
aaOTaardde in 1701 het ambt van boogleeraar in
de wgabegeerte aan de boogeaebool te Haider-
wgk. Hg weid er tot ë-maal toe bekleed met bet
reetoraat, qtrak ondeTtebsiden rederoeringen uit,
eohreel Termoedelgk: „Gion^egelen der dooi-
liftknnde en petneetief" fl7M) en orerleed den
Sliten Ai^natns 17U.
Hontan, ViUem wm, den 24aten September
1778 te Rotterdam geboren, ferseidde ala knaap
Taak ign Tadep, die als binneuooda Toei. Hier-
door ontTing hg een nifgebreide praetÏHbe ken-
nis der xeeraart. Weldra werd bg als leerling ge-
S laatst in een aaniienl^ Botteidamtcb han-
elBbnig, waairaD bg later ei^naar werd. Hg
weid makelaar en vestigde dauna met 2 tgner
ionen een nitgebreiden handel in sehee^iamate-
rialen te Rotteidam. Zjpt Tr^en tgd wgdde bg
aan de studie dei belaögen van handd en aee-
vaait. In 1824 atiehtte hg, door eesige woMmH-
ge iiw«aeteneB van ign woonplans «ndeialeund,
de „Zakd^Hallandsehe HaatseAappy lot leddinf^
van schipbienkellngen" en geraunen tgd waa hg
haar voonitter, waarom hMi in 18M nit naam
ignei stadgenooten dooi prins Bendrik dv Ne-
derlanden «en fraai voorwepp in rihei aangebo-
den werd. „The Kt^al Inatitation for the preser-
vation of life from abi»wi«<fcs" te Londen sehonk
hem de gooden medaille vooi bet onbweip eener
doelmatige reddingaboot. Hg overleed den 2deB
Juni 1857. Van ign geeehriften noeoMn wg: „Het
stoonKwerktaig, dêsaelts oor^iong, voortganK en
umenctelling, bMcbreven «1 toegepast op tsbrie.
keu, iloombooten en stoomrütnigea" (1830), ,J)e
balans, of dnidel^e voorsleilinr vsn de wgte
Tan aafmnateUiog, de werking, it lolTeibeid ea
de oorzaken van onsorveibekl van dit in soo T«le
opaigten alleibelangrgkat ea onmiriianr weik-
tnig^ f2de <lnik 1^1), „De tebeqiTurt of eene
dviddgke voorsteUing van laken, die daarop be-
trekking hebben ol ei mede in velband ataan"
(18SS), ,3eaehiÜTiHg van den gieren moorweg
Inaaehei Liveipoolen VausfaetUi" 0834), „Wis-
kundige aardnjksknnde" <18S3), wMathematical
geogTwhj" (lm4X „Oedacbten over bet ontwerp
tot opngtinR van een entiepOtddi te Rotterdam"
U885), ,JteiB van Rotterdam naar Londen, beae-
ge beéeÜrvviag der veraehillende laken, welke
^lop betrekfing beUieil'' (1886), ,4)e Neder-
laodsate Handelmaatacbmü, haar bestaan en
werking, in veitwnd met oen algemeenen handel
beaehonwid" (I8S8), ,A»okkelen, het oomiriMU
gevolg van booge en veibodsrigten" (1S41), „Blik
op de handeiskriüs in 1887" (1BS7), ,Jteai naat
Londen eni." (18SI) en ,,Ifedwands koopvaardg-
vloot" (1853).
Konten, Ooenraad Jolumm Mn, de atiehter
dei beFoëênde fabriek van de firmn O. 3. van Ho»-
feu «M Zoon te Wee^i, werd in Haart 1801 ge-
boren te Amateidam. Zgn vadei bieU daar een
tbeewiskel en verkocht tevens d»eolade. Daar
DigilizedbyGoOglC
HouTEaï-^ounaN.
ÓT«t de hoedanigheid tsd deie tekens geklaagd!
werd, besloot de zoon naar eeo minldel te loeken
om deze te ierbeter«n. Na iele Tnieiitelooie po-
gin^n gekikte bet faem in de eerste helft oer
vorige eeinv de caMoboooen, londec bjjmengiiw
Tan vreffode etcflei^ niet alleen van bet OTertol-
-Uge vet te bevrijden, maai de OTeiMifvendi
standdeden in zoodanigen vorm te brengen, dal
de cacao haar voedende waarde bcJiield en tct een
aangmaam utmkenden drank kon «orden bereid.
De neer Van Houten Doetode zgo product, dat
den vorm van een zeer lün verdeeld poedei had,
„(Aaeoia(k.poeder", een naam, die in latere jaren
dooT dien van „Van Houten's cacao" werd '
vangen. By kemofclijk <bestait van 4 April 1:
verwiert hg Toor dea> tijd van tien jaren octi
vooi atjit vitvinding, die bg reeds dadelgk tot
mik een volkomenheid had weten te brengen,
dat siitdi dien tijd niet eenige noeroeoswaaFdige
veibelering ia aansebracbt Sedert dien tqA heeft
de tinna haar lelatiea voortdarend uitgebreid.
yam Houten overleed in Hei 1887 ie Weeep.
Hontan, SamuSl van, een Nederlandecb
staataman en Hhrjjver, den ITden Februari
te Groningen geboren, ctudeerde t« Oroningen
in de rechten en pramoveeide aMaar in 1869 ov
een dissertatie: „Over de waarde". Nadat bij
zich te Qronin^n als adivocaat gevestigd liad,
blo^f faq zich v^den aan de Btudie der ataatbaii-
hondknnde en leverde, als vrachten van zyn ar-
beid, belangrijke opstellut in t^fdaebriften. Hjj
werd in 1869 gekozen tot Vid van de Tweede Ka-
mer der State n-Generaal, waar bg lieh onder-
sAeidde door zijn .vooruitfitrevenae gewoel en s.
Van Houten wend in 1875, 187Q, 1888 eo 1884
heriiazeii, wa« vaa 1894 tot -1807 minister van
Biiinenlandsehe Z^en en van 1904 tot 1907 lid
der Eerste Kamer. Met Kerd^k en anderen redi-
geerde hij het tgdecbrift: ,!Vragen des Tüds"
en streef bovendien: ,J)e staatsleer van Mr.
Tlioibecke" ('1872), „Staatkondige Briwea" (se-
dert 1883 versebiHende reedisen) en „Büdragen
tot den strijd over God, eigendom en tamirie"
(1888), „Ontwerp van wet tct berzienin^ der
grondwet bij de Staten -Oeneraal aanhangig ge-
maakt" (1S84), ,jD»» CaasaliUte-Oeaetiz in der
Soiial-WisaenaiAaft" (1888),, ,J)e sUatsteer van
Mr. J. K. Tborbeeke" (2de drnk 1888), „Weta-
voorttel t«t nitlweidin^ en nadere regeling van
het recht van onteigening ten algemeeiten nntta
door gemeen tebestu ren" (1890), , Staats- en atraf-
reehtelüke uistrilen" (1897). ,J.iberaal ot vrj-
zinnie-aoeiaal-democraat" (1S99), „Nieuwe staat-
kuDdige btierven" (1899—1901), .^eboett onie
onteigeningswet bertienii^ met het oog op de
bevordering van het klein KronfiMtit en*.¥"
(Vereeniging voor de etatlfanieboudicniHie en de
statistiek, PraeadmeuD, 1901), „Heidnikken be-
treffende Deo-maltfansianisme en vron wen recht"
(1903). „OnberadtiijdaaDen" (1908). „VHI en
twintig jaar in de Kuiter" (Iste periode, 1903),
„De wet der eanariiteit in de sociale wetenschap"
(1905) ,J>e Staal-erisie" (1907) en „Vijt en twin-
tig jat«n jo de Kamer" (dl. II, late Mdeelte,
1908). Aan zijn initiatiet was bet te dai&en, éa»
in ons land de eerste wet op den kinderarijeKl tot
etaw) kwam. nA. de „wet nondende maatregden
tot bet tegengaan va» ovennatigen aiMa en
verwaarlooiing van kinderen" ffitbl. 1874. n*.
139).
Hontatt aoUP- ^'^ Belup.
HotltrMitrSe MMfUüooM.
Hontcruilct noemt men een tnateriaai, dat
voor vloeibekleeding wokH ^ebmiht en van
eeoigGzins steena<^igen aard u. Het wordt als
een natte sti^e zeUatandigfaeid «aiig«bi«afat en
versteent vtg spoedig, in verband met de beatand-
deelen, w^e het bontgianiet voimeii. Een deser
beBtaaddeelen is laagael, waaraan bet matariaal
den naam ontleent en waarvan men de korrels in
een afgeweiiten vloer kan zien. Zie ook Doloment,
HoatCTftvnr*. Zie HoutmgkuneL
Hontln, Alberl Jule» Henri, een Franseh R.-
Kairaliak godgeleenk, werd in 1867 te Ia Fli-
ehe geboren, atndeerde aan de seminaria te An-
gers en w«rd «bar in 1891 priester en leeraar in
de geschiedenis. Bij de bestndeering van d« voor-
geschiedenis van de kerk te Allgen („Lee originee
de l'égliH d'Angers" 1901 en „La ligende de
Saint Kené" 1901), kwscn hg met den bissebop
van Angere in conflict, was eenigen tfjd bnlppre-
lUter te Pargs, waar bn in '1 902 publiceerde , JiB
qnestion biblique cbez lea Catbtbques de Fraaee
au XIX siècle . Dit was een reden om hem af
te setten. Eet weikje werd in 1903 op den lodei
van verboden boeken gezet. UouUn leeft sedert
dien ah schrijver te Parijs. Hjj is eea der belang-
rijkste verte^enwocnligeis van bet modemisme
in de Eatbolnke kerk. Verder schreef bn: ,4)am
Coutnrier, abbé de Solesmes" (1899), ,!Un der-
nier Oalliean, Beuri Bernier" (2de dnik 1904)^
,^ea difficnllés avec mon övéqne" (1903), .J^
oontroveree de l'AfiofitDlicité des égliaee d« Fraa-
oe au XIX aiècle" (3de druk 1903), ,J,'América-
nianke" (1904), „I« qnestion biUiqne an XX
siècle" (2de drnk 1906), ,M crise dn deigi"
[2ile druk 1908), ,J}veqnM et dioe«aes" (I eo II
1907—190»), „Un pr«tre marie, Charlea Per-
raud" (1908) en „Autour d'nn arétre marie"
(1910).
Hontlny (Coregonut oxurkynehiu) ia «en be-
kende rivierviseh, bebooretkde tot de lunilie der
Zalmvtsaehen (zie akjaar),
Hontmscl noemt men een uit la^te boot-
soort verkregen prodnct, dat voornamelijk ge-
bmikt woidt om er bebangadpapier en, vermengd
met magnesiet, bontgranict van te maken.
Hoailiilswi (Pioeideii) 4s de naam van een
.naectealamilie, die tot d« orde der knaaginaectcn
{OonodenUeni beboort, w«fte een onvolkomea
geiSaanteTerwltaeling lubben. Sommige aoortMi
lÜB oagenieugeM andere babben 4 glasachtige
'leugeis, van wdke de voorvte 2 grooter zijn dan
Ie Bcbterate. Men vindt er op oe ttammen es
onder den loelatenden bsct van boomen, in oode
boekei^ meiriwien, balken eu. Eenige ziJB fraai
geteekend en ondeacbeiden zich door lange, hor-
stehormige, fijubebaarde sprieten. Tot de onre-
vlengelde soorten behoort: Clolüla fmlaalorw, die
door kloppen met den kop tegen bet bout, een tik-
kend gelald geeft en daarom ook wel doodMop-
pertje ts geooeiad, alboewet okdei dien naam ge-
woonlijk het kh^ceMrtjê (Anobium ttriahtm)
wordt bedoeld. Zie voort* DoodtldoppeHie.
Hsntnuui, Corndi», een NederiandKb reiri-
ger, omstieek* bet middm der 16de eeuw te
D,o,l,zedb,GoOglc
BOUTUAN— HOmeEOOL.
SOS
Oondi geboren, deed, toen hjj in 1598 met liJD
biowler Fredtrik otn handel uan gelegen heden te
Liuabon Tertoefde, onderzoek nur de faftodeU-
betrrickingm der PortngeefeD in Ooel-IndiS. Zoo-
dn ^n toeleg Ueek, werden de beide broedere
MVMgen gtotHotn en lot een aftmienlgke geld-
boete Tetoordeeld. Niet te vergeetg e«hter ver-
wobten iq, bij het eewen der door faen veikie-
gan inliehtiogen, oDderstsnd van fann vmnden
te AjDilcidam. wurna xg in 1^94 in het Tader-
land terugkeerden en de loogenaamde Comragaïe
VM Verre stiehtten. Den li(en -A^l 1595 rer-
tiokken ijj met vier echten van Tesiel. Cortie-
tit Houtman, aan bet boofd deiei expeditia g«-
plaftUt, Tolbraeht een toch rondom de Kaap de
Goede Hoop en door Stra»t Soenda en landde den
24atea Jnm 1596 te Bantam op Jarra. De Nedei-
landen «epden in den beginne door de ialftndeTB
vriendelijk onttacgen,' doch weldra door de Pot-
tdgeewn Tardsobt gemaalct, zoodat Houtman ge-
Tkngen innomen en eleebte tegen een «rooten los-
iwjfc TiqgelateD werd. Desrop beioeot hÜ nog
BawMD en Bali en keerde in 1591 naar Neder-
land tenig. Houtman, die d« rei« als kommies-
Ud had med^fmaakt, waa geenmiiK de ziel der
onderneming, droeg zelte icor een goed deel de
lehirid, dat de toent gedeeltelijk op een miïluk-
king nitliep. Haar hoewel dese reit niet véél
voordeel opleverde, werd aiq gevolgd door ïele
andere, die groote rijkdomïnen aanbrachten en
den grondaUg k^en voor de etitAting der Oost-
Indisehe Compagnie. Het letbaal van deae reis
is in 1611 bi) MiehUl Colyn te AcoeUrdam in
bet licht gegeven en opnieuw door Houffaer en
IJtermaa als dl. VII der werken van de Linaeho-
ekêTo», een Zeenwaeh koofiman, een tweeden loeht
met 2 (cii^eD. Oeze wu leer ran^t^toe^g, daar
de Miltsn Tan Atieb, door de Portngeeien opge-
bitat, den laten S^tanber 1699 liet aebip van
ffoutmoM deed overromftden, aoodat bg en on-
deracJKideo andere Nederlawlera verraderlijk ver-
moord werden. In 1880 werd rt Oooda voor hem
en liJn èroeder Frederik (lie aldaar) een monu-
ment opgeiiiAI.
HoHMttm, Frederik, een broeder van den voor-
gaande, werd in 1599 ook dooi óta sultan van
Atjeh gevangen genome^ slaagde «r in op de
scbepeo van PouAm «m Oaardtn te komen (1600)
om deien voor de Atjehen te waanebawen en
keerde daarna YrtJwdH^ dut Atjeb terug, werd
echter opnieuw ^vasgen genomen «n eerst in
December ISOl bj het verröhgnea ^an een niea-
we vloot door den sultan, die met de Portagee-
zan in onmin wat geraakt, Yi^elateB. Oedmende
zgn gevangenadiap bad bq uah otet taal- en
sterrenknade beiig g«b<mdeB en de plaats vaa
een groot aantel stenen van bet saidenhalfrand
bef)aa)d. In 160& naar Nederland beroggekeerd,
vertrok hg in Oecemèer 1608 opnienw naar Oost-
In(Ki, werd ia 1605 door Van der B.a^ett auig«-
iteld tot eersten landvoogd van AndtoiM, keenle
na zee jaren naar bet vaderland terng met eeni-
ge inboorlingen, die tot sdioohneesters zonden
worden opgeMid, was )ni3609 commandant eener
vtoot van 23 eefamen in Ooat-Indü en wsrd in
16IS gonvernenr der Mohkken en Saad van Iiv
die. Toen hjj in 1625 dia betrekking nederlegde,
werd hem een gooden medaille vereerd. Nu keer-
de ht) naar bet vaderland lenig en overleed te
Alkmaar ia 1621. Hü schroef een „Spraeek ende
woordboeck in de Uakvsehe en Madagaakan^e
talen met vele Acabiswe ende Turcksche woor-
den em." (Amsterdam 1603), in 1680 hevdnikt
onder den titel ,J)aetJonarium olte woord- en
spraeekboek in de Dujteche en Malejsdie tale
Roatmpa. Onder de rupsen, die in het bont
leven, is vooral de wif^enAotifnips (Comu' eot-
nu) zeer bekend. Dit insect behoort tot de orde
der vlinders. Deze rups grult inde ftammen van
populieren, «Inn en wilgen en ia gemrtkelijk ken-
baar aan een eigenaardigMi, bot^t onaangena-
men reuk. Voorts ijn de kop en 2 platen Vf den
hris glimmend zwart, — de mg la rood mi bij
bet Tolwaseen dier bruin, terwgl de ii)dea, ds
buik, de midden- en de aditerpooten vleesahklen-
rig zijn. De pc^ in bet mofan der boomen g^e-
gen. is donkerbruin, aan het achterlqf 'van rijen
tandjes voonien. Be vlinder is grqs met doake-
re dwarsatreepjea of netwerk, zeer dik en log, sit
meestal rustig twen den «tam en beboott tot de
grootste inlandsene vlinders. De boutrnpa berok'-
kent groote schade, omdat 4ij niet alleen wilgen,
maar ook eiken en oottiMMMnen aantast, — voor-
al daar zij vaak in vrij K^'X^ aantal in denseirdra
boom aanwezig ia.
Rontsobrottt i» ee>^ ÖMren of messing
adiroef met driekanton diaad, waarbij ^^ gan^n
zeer dun^ zeer diep en eeberp gerand tnoeton zgn,
maar ver van elkander Uggen, opdat zij in bet
bont, waarin een ^ad rond gat is vAórgeboord,
xit bü bet insehroerea de gangen in de moer
anqden. doch tenna zooveel bont laten staan,
dat men ze er niet uit ksn trekken.
Houtskool weidt verkregen deer droge
destillatie van bout, dal is verhitting zonder toe-
treding van ioefat, of dow onvolkosnen verbran-
ding. Vroeger en togenwoordig nog in bosahrgke
landen, geschiedt bet in zoogenaamde met-
iers, die in het boseh gebouwd wondeD. Om eoi
of meer houten palen, & kwandel, wordt bet
gekapte bont, waarvoor dleen de takken en de
dunne stammen gebraikt worden, zorgvuldig in
den vorm van een stompen kegel gestapeld en bet
gefae|I met plaggen en «arde bedekt. Middenin
beeft men een ruimte opêngeboodcn, wdkc als
sefaoorsteen djeaat doet en vandaar loOfMn kua-
len naar den omtrek van den «neiter. Dne dienen
ervoor om de gassen, die bg de ve^oling van het
bont ontstaan, weg te leiden. Het geheel wordt
aangestoken met droog harnacbti^ bout, dat
meestal ia den sdKwisteen gesdiiedt. De op-
brengst bedraagt ongerreer 20 % van bet ge-
bruikte bout. Andere primitieve wgxen ter berei-
ding van faontskwl iqn bet verkolen in boopen en
in Kuilen. Deze melAiodeB worden aUeen nog ge-
vcted in streken waar bet vervoer van het nont
to kostbaar ion ttja. T^enwoordig veibit men
ifet bont veelal in gasretorton, waarbij nien be-
halve hontskood ook nog hoatgeeat (methjlaleo-
hol), Bzijnzonr, aoeton en houtteer verkrijgt. De
samenstelling van de Itontakoot bangt af van de
tom|>eratitur, wsaibg sij onletaan is; naarmato
deae tempertrtmir at^gt, neemt bet koolstolgriial-
DigilizedbyGoOglC
HOUTSKOOL-aOUraNUEUNST.
Ten^ifttmii th
het ressort.
hoDükool.
200-280«C.
«8X
280-880* C.
78»
380— 500* C.
8i%
500— 700» C.
S»%
700-900» C.
91 X
Het raxleaient mb bonlAool u turtanrlgk klei-
ner l>jj hooger tsmperatm. Qoede iionteknitaoor.
t«D ^B op de èi«Qk Klinttoreiid svart. Zjj ler-
brandes loiKler nxA m Thm. Bet roortelQk ge-
wittt Tuieert tDisdien 0,100 ea 0,208. Dit hangt
af van de bonUoortot, die men h^ de bereiding
gabrvikt. De g^ien getalles heUwn betrekking
op de etokken faoatakool, waoMei de porita met
Inoht geruid inn. Verder heeft de bont^ool de
eigenMOap lied gemiJifceUik gueen en dampen
te aiMoriweien, Tooril ammaniaÉ. £én Tolnme
hoottkool absortieert ongereer 90 TolomiDa am-
moniak. HoDtakool wordt gritroikt als brandatof
en *enler Tjndt liet toepaaaiog in de metaalMoel-
tergen om me taaloi leden te redueeeren, In
Amerika en Zweden wordt bet leer veel in de
gierlndiiBtrie gebmikt. Hel teekeDboutikool ii
vu lindeniiont, dat loor boakmltfabiinge bq
Tooikenr laa elienhont aftomstig.
Zie: Klar, Teohnolwie der HolvTeit<^iiBg nnd
der Fabrikation von Gtaiganre, Aeelon ete. (2de
druk Berlgn 1910).
HontaUp. Zi« RonUM.
Hontnia, Mvtüuu TJUtdoni*, in 1851
ta Iminm geboren itadeeróe aan de noogeMhooI
te Lnden en protnoTeerde aUaar In 1875 tot
doctor in de godgeleerdbeid, op een proefeehrift,
getiteld: „De atmd onr bet dogma in den IiUm
tot op el Aifa-ari . Hij was aan genoemde nnirer-
■iteit leetor in het Peniaeb en bet Torfcieb en
sedert 1B74 Mijnloi legati Wameriaiu. Sedert
tsl, EneomMD) Omj^dantm" (187S), ,4ii>-W«d-
httt qni diritor Al-Ja'qnbï historiae" (1888, 2
dln.], „Uit de Ooatereebe correspondentie y«a Ei-
pebioB, Jae. OoHns en Lev. Warner" (1887). „Re-
eneit de textei relatift k lïistoire dee Seidioaei-
dei" (1887—1902, 4 <&a.), „Bin tOtkiwb-aratH-
lehe* OloMac" (1894). Verder geelt hg (met A.
Sehaadë) uit „Eitt7kl(»>aedre dee lalam. — Qeo-
gra[:èitebei, elhnograptiiïobn und biograf^iKfaes
WSrteDbDch des MiriiamDieilanis^n VoHtet"
(1906 T. T.).
BontniBda. Zie BonUnihaut.
Hontmtlkiinst of lioulgrave«rhin»l «telt
lich ten doel, een plank iM nit te snijden, dat
daarop eea veifaDcode teekeniiw onlBtaat, die,
na met inkt tiestieken te ign, «mr een pers op
papier kan worden overgebraébt. Palmhout ter
difte van 25 ram., dwar« op de TMeU uit den
stam geiasffd — »togena«md,Jiope(ibhoat" — , is
r deie bewerking het m«mt g«sidiikt. Nadat
gereed toot het aanbrengen der tekening. Dï»
teekeniog werd voorheen door den knnstenaar
met een gauunpea in inkt op de ^tat nilge-
Toerd. In de lEne eenw, toen de bonlsngknnst
weder herleefde, werd otk van potlood, bouta-
teekeoing op bet bont worden OTeigebrseht. De
taak van den hontsngder is, alle deel«n der plank,
waar de IgmTerf liditöaar bleef, tot een leiere
diepte te Teiwgdereo, wat hg doet door beitels,
gnTeerstiftei^ messen en boren te gebmiken.
Deie wgie Tan werken ÏB de eigenlgk« bontgra-
TQpe; in de 19de eenw weid ook Tan andere ge-
reedéebappen gebruik remaakt, waardoor mta
de effecten, die gtmtsaaiea teekeningen oplmt-
ren, kon reprodnceeren. Daar bet pakcÉiont niet
in gfoote stukken kan worden Terkreffen. motA
men, Toor giaTvree tbd aamienlgke annetingen,
vele «tokken i^ een pkok lao bard bont t^jeoi-
Toegen. Oorqtroakelgk weed *an de bonten plaat
lelt Kedrukt; in de 1 9de eeuw maakte meoeébter
metalen reproducties der plaat, die voor bet druk-
ken gebeiigd konden woiden.
Rmds leer vroag hebben de Chineeien tooi
bun lettersduitt en ook TOor «fteeMingen de
hontangkunst toegepast. Bet duurde tol de 14de
eeuw, eer in Europa dit TOorbeelA gerolgd werd.
De eerste boeken ireiden eedrukt van booten pla-
ten, waarin loowel de tekst als de albeeUingeft
warea gesneden. Later, toen ia bet midden der
15de eenw de kase letten in nbmik kwünen,
werden de verluehtingen, in afionderlqke blok-
ken dunt geMieden, tuMhen den tekst geplaatst.
De hontsDMen werdea net dediti tot Terlnditinr
Tan boeken gebrnikt, doeb dieodeit o<A tot hel
Terraaidigen fan pr«it«B, die op jaannaiitMi
Ted aftrek ronden, Qodadienstige wHTstellingen
werden bet meest getrtagd en OM»m veHoonai
de oodtte hoatsitepientendanoekdikwglB Ckrtt-
tua, Maria of heiligen. Docb oiA TOor de eeicbie-
deoia Tan den dM was veel belansstelling en
daarom werd otik die spoedig als ouérwerp toot
bouttnAeprenten ^«len,
Deie prenten ign meest in enkele Ijjnen be-
handeld, met slefbia teer weioiig aehaduw, waa^
door ie iets leer karakteriatteks hebben. De oad-
Bte houtsnêeprent, die bewaard bleef, draagt het
jaartal 1423. Tjj stelt den H. €kri»tolttt tooi.
die het kóndeke Jmu door bet water diaagt.
Links is «en wateitnolen afgebeeld, waaibeen een
boer xgn eiel, met laUen beladen, leidt Een an-
dere boer dnagt een uk ikaar ign huia. Rechts
knielt een kloiienaar toor sjjn ktnia. De terte-
"II wilde Tooral duideligk ign. Daarom hebbn
boomen slecbtB een paar ^oote bladen, opdat
de betebouwer lou kunnen iien, welk« aoort be-
doeld was. In het water cwemt een baan, een
kon^n krn^t vóór den klniieoaar nit ign hol.
Later gaan de graTcnis lioh op het weergeren
van Bt^aduwea toeleggen, dodi steeds blgtt de
bebsndeling breed. Door, met bdinlp Tan een
tweede plaat, hier en daar «en vlakke tint op de
prent aan te brengmi, werd een nc^ ij^er eHeet
reiknsen.
De bloeitnd Tan de boutsnqkuntt valt in bet
laatat der 15de eeuw «n bet begin der 16de eeow.
Omsüeekt 1475 iwas ig tot haar Tolle ontwikke-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOUTSNUKUNer— HOTJTSTOT'.
liog ^eknmeo. V«or*l te ATigAnig ugeo toen
Erubtigc boeken, door boDiMiMpTeDten vailnebt,
at liefat by JoAoMi SekOntferger; hq Het ét l«e-
keDÏD^a makea dow Lwmiugd B«ek en Daidtl
Ilopltr en sebraAte Jotl Diemedttr om ie in
iwat te uöden. Tekst es Terioetitiu duer boe-
ken Tonnan een onoteitnlfeB ^becL
Ook Httnê Bmkmair faeelt Teel loor hontsny-
Aen «eteekand. Sonu maakte hg ontweqwn tooi
beginlettera, titels «n oml^tingen, do^ ook leek-
aen Tupienten zjjn door btta Mmuudigd, loo-
ali de „weisikfinir' en een deel vui den „tciomE-
todit TtB keiier Maximiliaait". De eertte teeke-
aiam, die AB>Ttekt Dfirer toot faontiBfderi
iiUHt«, tqn die toot vgltien prenten, in 1498
vendunen, welke d« Openbaring na Joktpne*
TeiIndilBi. VooT bet eerat «en wS bier de bont-
•a^ninat sicii bmighooden met net wecigeTen
Tan eonqiMitiea, die een leeka Tonuea. Boeveel
MTS de bontnöders aan Ait «erk ook lidiben
beiltnd, Uer eft daar liet men torii, dat hu
knuAt te kort lehoot. Doch al mo^ dese prea-
ten dan ook niet o*eral de nitroeiasbeid Tan Dft-
rer*! teekenatift nabgkoniea, to«h ooen iQ daide-
1^ de ^Toote Tertweldinnktaeiit tau «i meei-
ter lien. De scdierpe, hoekige teekening Jurianert,
Tooral in de gewaden, nog aan de middeleen-
wen. Men moet dit wd in bet oog hooden bn bet
beÏMPdedeB van deie reeks, vaarran m 1511 een
nieswe dtok Teisdieen. Kort daarna gU IMrer
de reeksen Tas hontmê^renten, als „de eroote
Paaiie" en ,Jiet hrreD vaa Alaria" bekend, ait.
De „groote Pasiie", dt» graoend naar bet for-
maat der prenten, beataat ait twaalf aeer dtama-
titobe «HKMMitiea. De twiatiff prenten Taa „het
I van Maria" getea bet Nenreaberg nit ^—
l Taa IMrer te lien. k l&IS «eracMen
IMrer een bootenleprent, die keiler MatimSiaa»
Toontdt. Ook ia Dürtr de ontwerper van de 98
hootanêeprenten, ah de „groote eerepoort" Tan
w : -tL l-J I i..u_:_ J.. 1QA
nrenten, die .,
den. Bmu SelunJttnn en Leimkard Btdt maak-
ten de teekeniogeB toot den „Teneidank", Hom
Burgkmair di«, welke de Toorraderen Tan Man-
mibom Toorstrilen.
Ook Htm» Holbew lieeft T«el Toor bontBnj^en
severkt, waaronder ffam LtUaeOniTger de meeit
Mktttde ia. Beroemd ign de reeksen Tan prenten,
ala Tertnehtingen Tan oen b^bü gemaakt, en die,
welke den „DiwdendaDt" (iie aldaar) TOoiatelt.
Hier te lande heeft Jaeob CornelUx in bet be-
gin der 16de eeuw fraaie teekeningen Toor hont-
•nydera gemaakt. Van 1544 daffteekent een bont.
snede, die Amsterdam in TogeiTlneht doet lien,
en Tan OonuUë Anthomn aftooatig ii. Jan
Swirf teekende Toor hoatsnede «en r«eks Tan
Terlnebtingen Tan den b^tel, die in 1628 Ter
eefaeneB.
Ib de tweede Aelft der I6de eenw begon het
graTeeren in koper de boatan^kasst te veidrin-
gen, die ia de zeTentiende en scbttieiide eeuw al-
leen nog maar toot Underproiten «& leer goed-
koope Tolkabodcn in gebniik bleet.
De faontanükanst werd tot «ieaw leren gewekt
door den EngelsehmaB Thoma» 0enfük (i75S —
1^8), die TerselieideDe boeken rerlachtte. In
FranuQk *fflg4e Thompmm ign Tooibeeld, toen
bij in 1620 Terlaehting«i toot Rabelaii en in
1b2S Toor fa Fonbrine in bont sneed. Andere
Frantehe boutanjiders der 19de eenw iqn: La-
itoigmal, Lebtir, Btvtièrt, Bnignol, Ohevmtekél,
LeüMlt, Ponêt en Smuk. Hnn weik is Tolgens
het in de lastieade eeuw gebraikelnke atelsel
TerTaardigA Omstre^s 1860 ontwikkelde riek
de nienwe ieehiüek, die niet alleen Ignei^ doeh
ook tinten weergeeft. Zq werd beoefend door
Borbtnl, Batide, florian, Frommt, Huyot, LtveU-
lé, Méaille, Pannem4iktr en Ptttm.
Door de sJtTinding der antotTpie is de hont-
sngkuDst in onbrnik geraakt. SlMtita enkele knn-
stenaaii beoefeaea bur nog; bier te lande moe-
tui K.P.O.deBaxel, O. A. Liom Cachet eaJ.Q.
VeldlueT all bedendaagtefae hontangdere genoemd
Hontste*!! il in booruteen veranderd bont,
dat Tooral is de landateenTomiing wordt aaage-
troffen, welke mest met dM naisn Tan Bot- <rf
Totliegendes besteo^lt. Daarin TJadt men wel
eena boomitammeB — aoBtjfda oreieind staande
— ter lengte Tan 10 m. Het Tan kieidnni door-
drongen,bont is meestal bmin, grgi of rood Tan
klenr, itiklen rwart ol groen, doch ook wel eens
bewcAt en geTlamd. Uen TÏndt itilk bont tooisI
in den EyUiinter in llinringan, bp Obemniti
in Saksen en op Antigita, eveneena in de aaad-
woeatqnen ran Afrika en AiÜ eo op bet Taate-
land Tan Amerika. Algemeen bekend ia bet ,, Ver.
steende boteli" niet Ter van den Njjl bq Kalro.
Ook de kautomaal behoort tot deae soort van ver-
Bteeningen. Van anlk Tenteend bont worden al-
lerlei sterlgke TOorwerpen verTaanüni
Hontstot of htmMm is bet prodóet dat men
Terkrggt, wanneer men hout lai^ mirer meoha-
nisc6en weg tot kleine veiela TerweAt. Daar de-
le honttlgp de iMraiteerotde beatanddeelen van
bet bont nog OBVMandcrd berat (ongereer 50 %)
wordt deie boatdjip aBéén ^ebrniki toot de fa-
brikatie Tan goeAoone papieraoertNi ala kran-
ten- en pakpapier. Oe herei^ng der bontd^
kan ia drie booUbewerkingen veideeld worden:
1". het sigpen van iiet bont, 2*. bet aortaeran en
8*. bet iniTeren en waterrrS maken Tan veaela.
Meestal gebruikt men naaldlioat, dat tUt mM
bet gaat sigpen, Tan de sehois oatdaan most
wonden, (erwgl alle knoesten en bmin geworden
ukken aorgriildig Terwgdeid dienen te worden.
Het boot wordt dan in stakken Tan ^i m. ge-
laagd sn deae Terder verwerkt ia de algpmaabine
(lie fig. 1). Dete beataat uit een grooten dgp-
steen Tan landsteen gemaakt, die een omtrei-
sneBieid beeft tss 7W m. in de mivonl. Tegen
doMn steen wordwi de atnkken boot met betaal-
de kradkt gedmkt, waardoor bet hont in read*
oiteenTalt. De steen wordt tegelgk mst water be-
sproeid. Het aandrnkken van het bont gesthied-
de TToegeT door miwiebten of kettingoi doeh in
dê nienw«Te maaWnes nitshiitend door middel
Tan hTdranliseben dmk, wdke 8 — 3 atmosfeer
bedras^. De met water Termengde tckIs tÜ-
len in een Qteren trog, die nit «enige metalan
platen, ran conische gaten voonien, beetaat. Door
een excentriek wordea die platea ia «en schnd-
deade bew^ng gebiadit. De gaten agn loo gmot,
dat alleen de ttnUten op de f^ten Ugvan
liggm. TMtdsar wordan de TOMb naar eui aor-
DigilizedbyGoOglC
SOS
HOUTSTOP-^HOÜTTEEIT.
! (Fig. 2] geblikt. Deae bestMt uit
tww boven elkAitder ^eplutste M>eii, die «Ten-
ttas dooi een eioentiiel een s^uddende bewe-
ging aitioeren (ongcTeer 500 maal in de minuut).
De faontreule wwlen m de fcoTenite zed ge-
braeht eo worden met Winip tbd een waler-
Fig. I. HjrdianliMhe lioiitslqpDiMiiii
etraal door de f^oe apeningeD getpoten. De tb-
lela wolden das in drie aoorlen tad "veraehillende
STOotte g«Miietd«tt. De grootate atukken worden
ooT den rftttinenr wederom gegleoen. Deie be-
et«at nit twee feoriionUal bmm elkander liggen-
de iteenen, waartniB^n de veids kleaner ge-
maakt worden, waarna lij noffmaala geieefd
den. M«t zulk c
i U 1
Fig. 2. Soutatofmaefaine.
1000 kg. hontatof verkrggen. 'Dese hontalgp wordt
van tiet otertoUige water ontdaan en m pap-
Torm ^oor de p^tieilabrikatie gebraikt. Voor oe
berging Tan loogenaamd bntxMlijf wordt de
Tcrkreeen hostalöp gedeeltelijk »an de inoruatee-
mtde WtMddfelen cwrröd ooor faaar gednrende
B — 12 uur b|i een drnk van 4 — 5 atmoafeieo watt
watet te koken. Deie brninslüp hondt bet mid-
den toBBchen de boolelijp en de bontcellnloae (sie
CMtilwe), De berüding van houtalgp werd in
1856 door KeUer nitgevoaden.
Hoiitt*«lt omvat het deel van de boadiweten-
«cbap, dat lich beiigboadl
met beC aanleggen en onder-
houden van bocacben. De
gronden, die voor de bont-
teelt bestemd worden, ign
door hun ligging en geit«ld-
heid voor inteneievere cnl-
tnnt ongeschikt; bet kapi-
taal, dat met bosch bedek-
ten grond vertegenwoordigt.
geeft slechta een maUge ren-
te, maar e«n lekera besit-
ling, die na verloop van een
retta van Ju«ii ient«
geeft; bg doelmatige be-
handeling van het boecb
wordt bovendien de grond
veiieterd. Voor kleine
grondbeiitt«rB^is boutteelt
geen nanbevelingBwaardïge
exploitatie, omdat de met
bosch bedAte grond geen
courant artikel is, dat dade.
lijk reAliseerbaai ia; boven-
dien nemen de wegen en
randboomen een te groot
percentage van den grond
lu beilig, dan dat bet ge-
heel rendabel lou kunnen
zgn. Aangezien bet klimaat
een leer grooten invloed op
den groei der boomen heeft,
zal de l«ei der houtt«elt slechts binnen bepeiite
grenien eenzelfde toepassing kunnen vind«n. wel-
ke nog kleiner wordt door verechil in grondioort.
ligging van den grond, economische toeatanden
By den aanleg van bosschen moet onder-
Boheid gemaakt worden toaaciwn de bdiandeUnz
van woeeten grcmd en dien, welke reeda in eol-
Inur is, betiq voor landiKmw- of bosciiniltaur.
In hel Mivte geval zai de i^^siaobe toeatand van
den grond vaak verbeterd dienen te worden, hei-
ig er een ondooilatende laag van landoer, leem.
grint, dargveen, of e«n atariele laag van lood-
land ia voorkocnt, of dat de konelgrootie te ge-
ring is, om de Indit en het water toegang te ver-
leenen, ol dat de grondwater^rie^l te hoog ttaal
eni. De bewerking vandengrondkangesdïieden
door handenarbeid, dooi gcreededwppen vooTtl>e>
wogen door trtivee, ot door stoomkracht. De eei-
ete bewerking kan tot op onbepeAte diepte ge-
scèieden, maar io in de meeste gevallen de koat-
baarate; met door trrtveo 43eipanBen ploegen kan
men in den regel niet dieper dan tot 50 cm. den
grond bewerken, terwijl «toooqilowen tot I m.
djmte gaan, maar in den regej slemta lendeepen
bg bewerking van gioole eomidexen van aaoeen-
getloten gronden.
De baweiking kan zga Tolledig of strooksge-
wgze. De eerste is meeetal onnoodig, ofaeboon ie
hier te lande nog vaak toegepaat woidt, de Inree-
DigilizedbyGoOglC
dt il Mwooolnk TokloeDde, ooxht de giond tu-
•dten de itiookui door «quiame md hiciit nif de
bewericte fttiooken kAn venreren. Ë«d specikle be-
werking Tereisehen ie da j oen en undTentQifm-
gen, w4aTTMi 4iet Mod aan de oppenrlakte tteeds
door den «iod iMwoKen «ordt; dooi beleggen
met wiardelooien thii na bocMben of faeide, ol
benaien met lapinen. >«rdt de groitd tot mit
eebncbt, waan» ig kan worden oftgebouht om
daa, Toonl op de opgettoten hoogten, «itsleken-
de boiKben roort te brengen; de aitgvitoven
laagten lijB én in natuaikawMgen, én in eehei-
De aanbouw der boisdien kan ign een natnni-
l|)ke ol kuDitoiatige. Vooi de eerste w|fie ia bet
Toorhanden tyn van een beitaaad boaoh. betig op
dien grand ol aan den rand er Tan, een vereiidite;
natmrlqke aanbouw Ïb rationeel b(j booge «i-
beidalooBen en tevens lage bontpröien fbgT. ia
berntrek«n), b|) aasixtuw tan houtsoorten, die in
de jengd beaefaeuning Terlangen, bg een 'iggij^
Tan d«n grond, die e«o kaalfaakken onwenidelgk
maakt (ateite helliiwea). Enufteatige aanbonw
dMrentegen ia op lilB plaati bg boatmorten, die
lieh niet door laM laten TermeiMgvuMigen in
bet groot, bg aanleg Tan gemengde iMMsehen, bg
bet opboaidien van dainen en undïentai Tingen
I itaitreen, t>g bq>lanting van wegbennen.
^nd YeiTDogen af. Z^ een fcoich natmrlgk TOr-
jongd worden, dan wordt allereerst een dnnning
toegepast, wuuiig de gnind vatbaarder wordt otn
het zaad een gD«d kiembed te teretrekken, m. a.
w. de booroen komen loorer uiteen te etaan, dat
de grond aan de werking van ion, vorst en re-
gen bloot staftl; de gioodbeddcking, 4iit moi be-
staande, verdwijnt en wordt vervangen door olan-
ten, dit een hdite «cbaduw geven. Vervolgene
heeft na «enige jaren een bezaaiiogBhai plaats,
waarbg alleen de moederiMomen, die bet zaad
inllen teveren, t>l|rven staan; ie de laaüng gelukt
(hetgeen moh eerst na ettdgke jaren het geval
kan ign), dan beeft de ontruuniDgehak pUats,
waarbg de moederboomen verwgdeid worden,
wftnneei de jonge ^nten de beMierming knn-
nen ontberen. ^ Wanneer bet laaddragen der
moederboomen langer ait bigft dan waarop ^
rekend ii, kan een stoomia in het geiegeide
boedtbedrgt vooiioQKo.
Bg den kunstmatigen aanbonw kannen 2 wg-
Hn ondersebeiden worden, n.1. aanbonw door
uaiiug en door pottng. De voordeelen voor de
ecnte wgw ini de qetaige kosten, tanniinete ale
het stad goedkoop is; de voor-ofitirengBten door
danning verkrogen, ign bg genaaide boseebeo
grooter, maar NnaneiM geven de eente donnin-
i^n, haar door taaiing aan te bouwen, bgv. hont-
■oorten met een penworlel op miiider frieeehen
groad.
Bg poting heeft uMn de vetboBdin| der hont-
soorten in gemengde boisehen geheel in de hand;
wik ii de kaïu van oitvriCMn veel kleiner dan
bjj laaiing, vooral bg honUoorteit. waarvan bet
wortrinet lich in de eerste jaren weinig ontwik-
kelt, Sunmige hontioorten laten iieh door
zaai ing zeer noeilnk vermenigraldigen, looali
iep, populier, wilg; Dg deze en op pla^tceD, waar
bet plantsoen aan beïohndtging Uootstaat (w^-
beranenl. n poten de eenig mogelijke wijze van
aanbouw.
Voor de bewaring vtm het laad is een koele,
droge, goed eeventileerde rnimie noodzakelijk.
Van Boniiiiige hontsoorten hljjft bet zaad tieebtg
zeer kort ki«ntbaar, o. a. van oliebondende za-
den fbenk); van andere kiemt het zaad eeret
in het 2de jaar (eMbdoora, linde, meidoorn, eseh.
haagbenk. Finne Cemibra). De vermenigvuldiging
door stekken kan pUats hebben bg die hontioor-
ten, die een ttak ontwikkeld metv bezitten, zoo-
als wilg. populier, vlier; door afËggni, hg die
hootsooften, die gemakkel^ worteU ontrwikke-
len nit wondrar»deik, looah iep, eik en wilg.
By de hontteelt ign in hoofdsaak 3 bedrgfs-
metboden te ondersdielden: a. opgaandhont
(HoehmM), b. hakhoat (NüderwM}, e. hakhont
onder opgaandhont (MUttimdd). Zn ign gden-
merkt door de volgende eigenaardighedeo: 1*. bg
opgaandhont krggen de stammen hnn natonrlÜke
ontwikkeling en vaak aaniienlqke afmetingen;
bg hakhout wordt die ontwikkeling regehnatig na
een bepaald aantal jaren vewrofcen, tervrgi
bg hakhout onder opgaandfaout de omloop van
bet opmawttwot tteedi een veeWond van dien
van faaUwnt il. 2*. Wanneer legdmatig een ge-
Igke bontmassa ^hakt wordt, ie het grootite
boutvoorraad kapitaal bg opgaandhont aanwezig.
8*. Opgaandhont brengt in denieUdea t^d en op
duelrae oppervlakte grooter hontmassa Toort
dan hakhonl. HakbostDoueben brengen daaren-
tegen sorteeringen voort, die sleehti b@ korten
omloop verkregen kvooen worden. 4*. De voort-
brengende kraebt van den grond wordt in op-
KBiHle boncben beier bewaard dan in hakbont-
•Btdien. vooral bg natnnrlghe besaaiii^ of on-
derplanting. S*. De vertiondiag 4«n de opbreagit
tot de oogstkoelen is hg atwaandhont gnnetiger
dan bg b^bout. O*. OpgaaixHunit beeft meer van
ineeeleo, storm, brand en «neeowbesehadiging te
Igden. maar hakbont in sommige gwvallen meer
van vorst. 7". Veneweg de meeste hootaoorten
kunnen als oogaandbont hebaodeU worden, be-
trekkelijk eleiAt* weinige da hakhont. 8*. Kleine
grondstnkken kunnen met meer voordeel met
hakhont dan met opgaandhont aangebouwd wm-
den. Bouwland ondervindt van aangrensend hak-
hont minder nadeel dan van opgaandhont. B*.
AaOgeaien baMiont onder opgaaodhout in zidi
vereenigt de voor. en ladeelen van de tieide an-
dere hMlrfifsmelhoden, ii deie voor kMngrond-
beiitters de meest geadtikte.
Aangezien niet alle houtsoorten dezelMe eieehen
aan haar standplaats stellen, is het ooodig den
grond te onderzoeken, aWorens faetn op te bos-
seheo. VAtt men eebter tot bewerking overgaat
dient l« worden overwogen, ot de rente op rente
van de daartoe bestede koeten in gonstige ver-
bonding staat lot de vermoedelgke eindt^-
bcengst, venneerderd met de som der geprolon-
geerde vooropbrengsten.
Bg de keoie van de bontsoorten lehatte men
bet voortbrengend vermogen vaa den grond voor-
D,o,l,zedb,GoOgle
610
BOUmmSUF—BCfUTWOL.
tl nitt tt boog en htmAe men in bet oog, dat bot-
■chen T«D nuUhotitaooTten en looffaoatioorten
geUMDgd, niet •lleea óe piodnctiTiteit tad den
grond betei bewaren, mui ook "vmIiI W4ftrde-
voll«r atMumen lereren eo meet boutmuM pee
ikkle-eeDbeMl, hoewel de behandeling dier boi-
Mben meer kennis en lorg Tereiiehen dan «M
boBscfaen Tan Mn boutwort.
Veidet dient in unoierkiog genomen te wor-
den de mate T>n bcMbttdawtne, dia de TeTtehil-
lende boatsoorten Terdr^en, de gesteldheid tui
haar w«rtelnet (tUi ctrnkend of iM^iguDd), de
kans op beeebadiging door insecten of lagere
planten.
Literatmur; O. E. H. TiifeM NoUkenbu Hand-
leiding TOOT bet unleggen en behandelen Tan
«Kne deanesbo«eebea (Ainfaem J891); O. O.
Sftngler, Handleiding Toor botehenltunr (Zwol-
le I^); A. Rïek«90r»el, De hontteelt iAnhem
ISQJi); A. 1. «m SeftermWIt, Het boeeb (Breda
1898); H. Semier, Tropieehe nnd NordameNkani-
adM Waldwirtwhaft und Hcdzkniide (Berljin
1888)-, Carl Heyer, Der Waldb&n (Leipilg 1006
—1909, 2 dln.)i Albtrt Fron, SylTiegltare
f1909); M. du Patquier, VmUitmta en Dr G»n-
dre, Uannel d'éeonomie toreBtièie (1909);
ScWieA'» Maouel of Foregtry (Londen I906t.t.);
P. Tratthawi Mme, The praetvce of loresti; (Ltm-
den 1909).
Bonttnrn. Adrioon, een Nederlandse leehta-
fieleerde, te Amsterdam geboren, was WMraehgn-
ijk a(hocaat te 'a-OraireiÉiage en leelde in de
2de heltt der I7de eenw. Van ign gesehiitten
noemen wq: ,J*a]itiea eootraeta generalis, notia
illoatrata etc." (1681), .jfonaidiia HebraiEonini
etc" (I68fi) en .Jleijmblieae Bstavae Hber pri-
,_, MarUmu, een 'Nederiandeah na-
tuorkondige, ia 1720 geboren, studeerde te Lei-
den, waar AÜ een ,J}isBeTtatio spaamoloeica" ver-
d«dig<de, vestigde aieb als geneetJteer to Hoorn en
IfTTerae er een Tertaliq^ Tan bet „STstema natu-
rae", Tan Lintuieiu, Hq wa« lid Tan de HoUand-
adie MHtsehappg T«a Wetens^ppen en lan
het Zeenwsch QenootMbaf). BebalTe reeds ge-
noemde: „Natnarljjke bistoiie ot QttToerige be-
adir^ing der dieren, planten en mineralen, Tof-
gens het aamenstei Tan den beer LinnaeoB, roet
nanwkearige afbeeldingen, 37 slakken" (1701).
leverde hg; „Handleiiding tot de cbirarRie of heel-
konet. Tcigena het HoogdaitttA van Platnenu"
(1764). „Het raieroseot^ jemakkelSk gentukt
door H. Baker" (1778), „De echte benioTnboom
en kamterboom Tan Samatra" (1784) in de wer-
ken der Hollandacbe Maatacbappq. waarin ook
vele andere veibamlel logen T«n ign band wer-
den g^Iaatst, een TerTolg (net Sefp) op het
werfc Tan Jfoxeman: .Jfederlands vogelen". „Fan-
jaa de Saint Fond, beaehr|JTing der proefnemin-
gen met konatige Incbtbollen" (3 dl.. 1734).
„Bedenkingen oter ót eterflükheit en bet getal
dea Tolki in Amaterdun" (1783). „Afbeeldingen
Tan in- en aif]and»abe bonten" (1791) en „Ani-
malinm moaaei Houtthojniani indei" (1787). Hg
overleed in Januari 1794.
■ontverblndliifsiii Hieronder Terataat
men de verbioding van twee atokkeo bout door
middel van een bepaalden Torm der aanrakiogi-
opperrlakken, met of londer gebraikmakiing Tan
epykers, sehroeTen, banden eiti. Bjj het veihin-
iea van 2 ot meer atnkken hovt worden drie ver-
scbillende gevallen ODder^eheiden: 1* verbinding
van imee «takken hoat in de lengte ri ebt ing, 2*
verbinding van twee stokken bont naast of legen
elkaar voor versterking, 8*. Terbïndiag van twee
■tukken onder een beduiden boek, betiq redit,
scherp otstomfi.Bg deeerateeooit Tan verbindin-
gen moet er op gelet worden of er krachten in
de balken werken; werken er geen krachten, dan
kan men hnT. de schaine laseh toepassen, wer-
ken er knuiten in de lengtecichting, dan patt
men veelal de adimDe haakliitb toe, bg kneb-
ten loodrecht op de balken moet men er TOOr
. _ _ ten aan
Om bet doorbnigen tegen
te gaan, worden er dtkwgla wiggen tuuehen ge-
slagen. Bg verbindingen onder een bepaatoea
hodt maakt men gtiiraik Tan pen en gat, swa-
la w staart, vitobb^ ena.
RoatTsrkaoUnv- ^^ Boulikool.
Hotttraatar is een ambtenaar, die in een
bepaald district belast is met de adminietratje
lan het boscbbedijif.
BontwMMD fSiriBMM) w een familie nit
de inseetenorde der VlienUugeUge*. Het achter-
Ijjf is met een breede basis san het boritttnk
verbonden, de voorTleo{[els besitten een Uneet-
oe4. de aehtervlengels drie wortdeeUen. De Toor-
Hoatweep.
s<Aeoen ign vut een doorn Toonien. de onder-
kaken kort en sterk, terwgl de wgfjet een l<g-
booT beiitten, die bviten de pont Tan bet at^ter-
Igt oitBteekt (sie de atb.). Zg gelgken veel op blad^
wekten. Van deie familie konten twee ge«laehte]i
{Xipkydria en Strex) in ons land Toor.
Bontwol is de naam, dien men geeft aan de
donne gekroeade bontspaandera, weUie bet eerst
in Amerika Tervaardigd werden en tooral als
verpakkingamateriaaJ dienst doen, boewei ijj ook
gebmikt worden ala vnlling bjj ruggen en sittin-
gen Tan meabelstnkken en tot het nltreeren van
vIoeistotleiL Ook als veibaBdmiddel in hoapita-
len TÏndt de hontwol toepaaaing, en, g«Terfd, tot
bet vervaardigen van alterlti vlecbtwetk. Even-
eens wordt bet ale alalstiMnsel gebruikt
DigilizedbyGoOglC
HOÜVB— HOUWW.AFBHEH.
Sll
HoQT*, /mfcar MattkSt txni dar, tchild-
ku^ en Iteei lot Oompeii, in 1577 Ie 't-Onvan-
hage geboren, is de tcorgTer tid da ,3&n(heit
of riiarterdiTODyk tmi de landeD t«d oad-B»tft-
Tüa, ond-VrHtlaad, oud-FmicenliiHl na Hol-
Iftttd, Zeeland, Weat- Vriesland en de andere
VriaalNidea Qelderluid, Utiedit ende Orerguel,
maeefcende net vire, heemdiende lereougde Ne-
deilutd" ^ dlD., 1636 en klet). D» lolgende drie
deelen, door den sehrgT» tot de nit^aTo in ge-
reedheid gtbitebt, be«ta«ninlian<hehnft: „flaod-
fvaten, priTikgiêó, ende eoetnjmen der itede en
lande van Toole", TSimeerdenl door Alkemade
nm der Sekelling.
HoaTan, Hendrik Chriitiam vom der, een
NedeilandHli koopman, den 26sten Novembei
1773 te Nien v-Beierland gebwen en den 9den
DeoenÉKr 1852 te 's-Oravenhage orerledeo, be-
gaf lieb reeds vroQg naar Rotterdam, om licfa
aldaar aan den koo^nandd te iirjjden. Niet alleen
slaagde hjj nitmnntend in ijjs oOdemcmungen.
maar hfl werd ook weldra preaideDt Tan de reeht-
banÉ Tan koopbandel en, sjj de opriohting der
NederlsDdMAe HandelaoiaatMiiappö, direeteur
Tan deie Toor Rotterdam. Achtereen Tolgena weid
hg benomid tot staatsraad in bnitengvwooen
dienst, lid Tan de Eerste Kamer der Staten-Oe-
nenwl en conmsTHteni dei oide Tan den Neder-
land seben Leenw.
HonvlU*. QtTord if, ia de •Ghnilnsam van
de Fransche diohteres en sdtr^hter Jfone Lohïm
AnUmtetU de Beredia, eefatffenoote Tan den dich-
ter Hemi de SignieT, den aOsten Deeembei 1875
te Paiqa gAoreni. Zn sebreet de lomana „L'In-
eonitante" (1903), „ËaelaTe" (1905), „Le Twips
d'aimei" «lOOSJen „Jeans Fille" <iai5), aismede
venen in de ,4ieTne des Denx-Mondes".
Honiv. Zie Hakken.
■onwftcrt, ^o<t Boflitta, een Nedeilandsdi
dieiifer, weA in 1538 te Binwel cetiOKai en nam
daai ld spoedig onder de rederijkeiB een eerste
plaaU il. Aaffrankfelqk aloot lig tidi bq de par-
tij van den Ofxtaod aan; ög was bekend mot Mar-
ttix en WilliM vm Oranje. In 166& weid hg met
vele anderen of Trearenboioh eeTBngen geiet. Uit
deien tjjd dagteekent iqn «Sditwerk „Miteno*
claabte, waeiinne de groote tirannie dei Romej-
nen verhaell ende (fen haE>del van desen tegen-
'rdigen töt elaerlTck ontdeckt woidt". om
- n aui deo prins van Oranje «n in bódekf
Uagesde tirer de Spaanaebe onderdinkking.
Later kgde hg rieh by den beetaanden toestand
neei, verwieil de betrekking Tan laad en meea-
tei der nkeningen en betrok tiet buiten „Cle^n-
Venegien" in bet SoniSafaoadi. Bq da intochten
yan Don Jvan, MaUhim, Anjon, Parma en Smtt
van Ooitenr^k Teileende fag ign medewerking,
niet Hindei Taak tot gn»e vleieij te Terrallen.
Hmnoaerl, die bjj xno leven en n<^ een tfid daai-
na een leei genierd diehtei waa, beeft Teel ge-
sdireven, doc£ zQn weik bestaat bgoa eebeel uit
igmdaig, oretladen met achöngeleerdfaeid. Den
meestea roem oogstte bj) in met „Pegssydei
Plejn ende den LnsHiof der Maeebden" (^583. 4
dln.], een soort leefregel tooi meisjes en tiod-
wen. Terdei noemen wjf-irag: ,J>en generalen
loop der weielt" (.1582). Jh wer ütente^' (1583),
bet liuMepel „Van Jupiter ende To" (1583),
„Een Tragedie Tan dei Oorloghen" (1S99) ea
..Een Cotnedte van d«n Pe;*" (159S). Hg over-
leed in 1599. Zgn boistbedd ia geolaatat «p een
fontein op het Hoawaertplein in de Biosselsche
voorstad 8t. Jossa ten Oode.
HonwBld. Ckrittoltel Bnit Trgbeer von,
een Dnitseh toon eelscèrg Ter, den 29sten Novem-
ber 1778 te Stavpitz ia de Nedei-I^nsiti gebo-
len, bekleedde ooMleiBeheiden adauniatratieTo be-
tr^kingea en leverde aanrankelgk onder den
naam van Waluhdo verseheidene stnkjes in tpd-
sehiiftsn. Verder scbieel bg: .Jtomantitcbe U-
konJe" (1817) en een ,3a<^ Hr Einder geAlMe-
ter Sttode" (3 dln., 1819), waar<9 hg een aantal
tooneelslnkken Uet volgen, van welke ondeisdiei-
den met grooten bgval werden ontvangen, tooals;
„Das Bild" (1321). J>ie Heimkehr" <l821],.JIei
Leoobtloira" (1821), .iFiaA ond S««en" (1821),
.J)ie Feinde" (1825) en „lUe Seerittbei" (1880).
ZiJD „Veimiscbte Schriften" inn in 1825 in 2
deelen uitgegeven. Hg overleed den 28steB Ja-
nuari 1845 te NeahMis. Zgn venamelde werhan
YeFsebenea in 1868—1860 (5 dln.).
Honwenlnjran. Eitje van, de dienstmaagd
van Uugo de Öroot (sie aldaar), is Ibekend ge-
worden, doordat lö diene ontvtochfing uit
Loeveslein bevorderd beeft. Zg volgde hem
naar Fargs^ waar Maria van Rngermirgen, de
etiitgenoote van De Groo^ haar meer als vrien-
din dan alg diens&ode benandelde. I«tei bowde
ig te 's-Gravenbage met WÜIetn van de Velde.
Honwenlnnn. SraaniMs van. een Neder-
landseh peupingtaadiee, omstreeks het jaar 1540
geboren, waa tt Dordreebt werkiaam als liher-
smid en gravear. Eg verumekk gedurende een
halve eeuw een gioole menigte munten en pen-
ningen en adireef: „Pennindcboek, inliotideade
alle figuren fan lilvere en goode p«iningen ^t-
slaegen tir de Oraeven van HcJlaodt. van Die-
rick de 7de van dien oaem tot Pbilif^os Tan
Bourgondien toe, met bet leven in 't eort van
desehe Oraeven" (2de dmk 1S27).
■oawltMr ia een geaebataoort, die in het
gebmik staat tussoben unon en nartiei en ia-
Eevolge xgn constructie tot d« korte kanonnen
ehoort. Bet gewone lading gei>raikt men bem
als vlakbaan. met veitidode Isïding als aleiibaan-
gMchot. Onderacbeidde men vroeger gladde, lan-
ge en korte houwitsers, na de iuroering van bet
oetrokken g«8cbut spreekt men alken van korte
Mnwitsera (kaliber van IS en 21 va.). Een soel-
vunrbouwitsei van 12 em. (Onuon) wordt dooi
Fiaokrgk te 'velde medegevoeid, waai tegentrrei'
Daitsehland zgn 15 cm. stelt. Ook Nederland
beeft TeldbovwitMia ingevoeld. Zg hebben ten
doel bet Tiiandel^ Testinegesdint te bestrgken.
Honwitsei komt Tan het slvvisdie ,^aawita" wat
wil leggen „slieenbus". frederik Oelkanl, hoofd-
ingenieni -van Wladiebu VU, koning van Folen,
w«rdt als de uitviDder beschouwd, terwijl Johan
Mauriti, giaal «on NaetaaSiegen, bet in 1668
v«rbeteide nMt behulp van dni meestei vnat-
weiiei AdtM Sleevooekt. !□ 1668 wtiden ei in
Holland 12 gegoten en in gebiuik genomen.
Zie verder onder Oemskitt.
Bonwwapsnm (anbels) noemt men die
blanke wapenen, welke beatund ign om den vg-
and door middel Tan een bonw te treffen. Zg bê-
D,o,l,zedb,GoOgle
BOUWWAiPEHEN-^aOVEA,
die T
«en sUleo, van Toren gebogen kling,
D tot 100 «□. 'tang en ongeveer 1 kg.
met de huid «niat en diA greep genoemd woidi,
en voor een ander deel de faand tegen slageo ba-
adiennt en daarna handbedekking woidt gehee-
teo. De indringing woidt begnnetigd iknr een
wigTonnige Bnede en door bet &waart«viint aan
den Toork&nt van de greep te brengen. De ecfaee-
de is genroonlök van Etaal en >van binnen met
bont geboerd, om de kling vaat te letten en den
aelieipen kant te bercdllgen.
Hoiu*ui da XtélMyu, Jtan CkarUa, een
B^tMh atericnknw^. den 7dea Oetober 1S20
te Bewen fHons) geboren, etndeeide aldaar, te
BwBsef en Ie ParQS en werd in R43 twistent
en in )B46 aid^^atroninDe aan de aterremradit te
BiitG«el. Ej) werd wegene ign demoeratiMhe ge-
voelens vervolgd en ging in 1S48 eerst naar
DaitBchland eo Tervoigene nav EïnKeland en
Noord- Amerika, waar bg gverde saar de aftohal-
(ing der davemg en drie jaar hoofdredacteur van
de „TribuDe" wai. In >1876 keerde fag ab direc-
teur der eterrenwacÉit terug nau Brnuel, nadat
bg iu 1856 reedi lid geworden wat tan de Bel-
giiebe Academie. De Belgieche Venoeexpeditie
naar Tvtu in 1882 stond ondei iqn leiding. Dij
nam ign ontelag in 188S en overleed den ISden
Joli 18S8. Hg eebreef: ,J)ei tuibinea, de leur
eonetruction et dn ealenl de leur poinanoe"
(1889), „Eeaai d'noe géograpbie pbriique de la
Belgiqne" (1864), .^letoine da lol «TEnrope"
(I8l7), ,Ja terreur tijaoehe et man «vati "
(1862), „Etndei sur les faenltte mentalen des
maai comparéea i, eetles de rhomme" (1872, 2
dln.), ,Jje eiel mia & fortée d« tont Ie moDde".
„Etnde de la natnre, sei eharmei et aes dangers"
(1876), „Uranoméirie" (1878) en met Lmeatler
„BiUiogr^ihie générale de l'aatroiMïMe" (1861
eni.).
Hova IHovoa), een volk o^ Uada^aekar, be-
woont de Wrgaentige proriiteie Imenna in het
binnenlaod. Bet is van Haleisehe aftomst en
vormt een sterk contrast met de Negers, boven
wie het ook in i&telleetneel Maiefat uitmunt. De
Hova'a ign Iga «boawd, twboea een bruinachti-
ge of oljilgeie bnidkletir en dnn, gelokt baar. Dat
tjj tot iden Hakffcben «tam behooren. bew^Ko
de verwantseb^ van hun taal met de Maleieebe,
de ook bg de Polypesilra gewone taboegebmiken,
bet smelten van ip«r met bafflboeien blaasbal-
gen es het Mken van bnlfels. Bg hnn komst
op Madagaskar vonden i^ er een Afrikaanscbe
b«*o1kigg, waarmede ig iieh alecbts gedeeltelgk
vennenMen. of die ig onderwierpen, «wals de
doDkerlcleang«, door ben naar bet W. verdromgen
Sakalaven. In de bloedige oorlogen «n d« opper-
beertchupg (1810— '1B28) ontwikkdde licb het
Hovavolk tot een kraebtigen «taat. die door
Frankrijk in 1893 vernietigd werd (lie Jfi '
ikorj. Sedert 1861 beeft bet Chriatendom
Knropeesdie besebaTing groote vorderingen on-
der hen gemaakt, waarmede vele oude gMrniken
Terdwcnen «n de leden laehter werden.
HoTftsna, Jnfottni*, ook van Hote of nm
den Roel gelweten, waarKhgulük alsw genoemd
naar lijn geboorteplaats Egmond op den Hoef, in
hel laatst der ISiie of het begin der 16de eenw
BorUaabu,
Ïeboren, werd monnik in de abdf van Epnond.
1 1560 wilde men faem tot «bt verfci«ieii, wat
eehter niet gesehiedde, daar de abdg, tencërolge
van de nieirwe kerkelöke indeding van 1559, met
het nieowe bisdom ^arkm vereenigd werd. Tol
eehadeiooastelling sflbonk Philipi II bem de
abdö van Eebtemaeb in Luiemfaurg, waar bg
den 8«ten Oetober 1568 overleed. Uen beeft vaa
bem: „Zaennondiui tel de temporis nottii atatn
ae conditiona dialogns, tortasee ob amabilem re-
rum varietatam noo injueondut" (1564), J>e si-
te amandi Deom etc", (1566) en „Historie val
de edele welgAoren beeren ende graven vai Eg-
mond, uyt de oude boeken bjjeeitvergadetd ea%/'
(1664). Ook bedt men nog *aa hem in hand-
eehrjft ,J>)e ohiOD^rdce ofte historTut der edele
welgeboren faeeren ende baronnen «an Egmond
Hovs, een stad in het Elngelsebe graafsdiu
Ooit-Smsei, ia een voontad van Brighton, beeft
verschillende nieuwe kerken, een Gotisch stad-
huis, een openbare leeitai^ «n (1911) 41 -I7S in-
HoTS, Antoiniu «o». Zie Bi»amtt,Ai
Hov«, Martmuë mm dsM, Zie flor
Martintu,
Hov«, Bartholomeut Jokamut mm, ea Ne-
derlandteh schilder, den SStten Oetober 1790 te
's-Oravenbage geboren en aldaar den SatsH No-
vember 1880 «verleden, was een leeriiag -na J.
K. A. A. Brtekanktuner en laann tgd direeteu
der HaaMche Taekenaeadcmie. Botboom, S. Ver-
veer, J. M. Weieeeitbnieh, Bmbert wm flOM e. a.
waren ign leerlingen. Van njn aebilderqett ign er
hier te lande o. a. ia bet B^smnseDm t« Anrter-
dam, het Oemeentemuwuin te 'a-Oraveduge en
het Museum Boymana te RirtlerdaaL
Hote, Buberhu vm, een NederlandMb Mfail-
der en Kthograal, den 3den Uet 1814 te 'a-Grv
venhage geboren en den 14den Novonber 1865 te
Aotweifien overleden, waa een looit en leerling
van Bartholomeui mn Hok en ^ng daarita in
de leer i^ H. van de Samk Baeampe». Hg
seiulderde landsdi^tpen «n interieort im dei
trant van Pisler ds Booek, Sinds 1854 woonile
hji te Antwerpen. Het OemeenteoiDBeuni ie 's-
Qravenbage en het Mnseom Bojrmans te Botter-
dam beaittRU werken van bem.
Hots, Bart van, een Nederlandufa beddhoB-
wer. den 17den Maart 1850 te 's-GraveBhage ^
boren, was een leerling van Jtnef Qed*. Tot ign
werken behooren bet standbeeld van ion wt
SeMfdaat te Barnevedd en van WOUm AdaU
vaa Natiau te Leeuwarden en de boratiwelden
van Roekvêten en Boeboom (in bet Stedelgk Mi-
seiun te Amiterdam). Hü overteed den 27ttcn
Fd>rDari 1914 te Amiterdam.
Hovea, R- Browx is de naam van een plan-
tengetlaeht nit de familie der JfiMoaaeesAi, nil
11 soorten bestaande, meest overblö*»de planlen
omvattende. Het ondeneheidt lich door een 2-lip-
pigen kelk met een ii^e^kte bonrenlip en door
een onnsteelde, buikige peul. Het omvat «en
aantal Nienw-fiollandsebe sierjdanteK. Tan de
soorten noemen wg: H. purpurea Lodd. met
blaowaebljg-paarse geelgeviekte Uoemen; — en
H. raeemidaea Bentfa, met vnil-blanwe bloe-
men. Zg vereischteu des wintert een temperatnot
DigilizedbyGoOglC
HOTBA—^OWB.
613
T&D S* lot 8<> C. De TermeenleriiiR ^ctehiedt
door zaden en sUkken van kotte igtwggjeB JQ
het Tooijur of den heifst.
Hovélaoaoa, Akxmdre Abel, een PitDBch
BDthiopoIoog en taalroiscèer, den ]4den NoTein-
ber 1843 te Psrö* geboren, studeerde in de redi-
ten, Teigel^eode taahretenBchaip en v«rg«!öl<B>i~
de Bn&tomie. Ns het eimk ignei etudiSn tr&d hu
in «Itdel^ken dienst en werd in 1886 en 1838
bnwemeeBter tui Pftiifg. Tevens doceerde bij de
tatmetenKhap un de „Ëeole de 1'anthn^olo-
gie". AIb kuDerlid befaoorde Bowetaeme tot d«
nltente retnAlikeinen. Hg oretleed den 23il«n
FebiDui 1896. Hg sehreel: „GiMnouiiTe de la
Ungne lende" (2de dntk 1878), „L'Avesta, Zo-
roulre et Ie Maidiisme" (1880). ,Xa lingnisti-
!ine" (4de drak 1888). .JtAOgaw, rseee, nttiona-
liéa" (2de dnik 1874), „Notre ftneétre. ReriieT-
ebes d'anatomie et d'ethntdogïe sai Ie préeorsent
de lliomme" (2de drak 1878], ,Jf«Ungea de lio-
gnftUque et d'anthrDpoIogie" (1860), ,Jj'l]oinine
primiMf MDtemponir' <r382), „PrAèii d'anthro-
pologie" (1886). „Lee nteres de 1'Afriqoe eoasé-
qoatoriile" (1880) en „Reefaerehee ethnologiqaei
>nr 1« Momn" (1894). Met Ckatie e. a. eticlittc
hg in 1866 d« „Beine de lingniitiqne et d« phi-
lologie eetnparée", liter den ,4}ictionnaipe de
1'utbTOpoIogie", de .^ibliotbèqM anthtopologi-
qie" en de „Btïdiothèqne dei acieneei eontea^M-
, Aê^iu* tan den, een Nederiandudi
diehter, leeïde in den aaDranr dei 18de eenw en
•efareel: „SsbiiMi, tieurspel''^ (1702), „De vet-
warmde minnaan, b]nq>el" (1704), „De etndent
italkDMlit, klncfateper <I700), ,J>e gdnkle fti-
mofmniDg, kln^tapel" (1701) en ,Jiof der mn-
siek, kamerapel" <16d9).
HoTan, Joh van, nu omitreeks 1720 (M-
reetear van een troep tooneelipelen te 'a^ra-
Teirii^e en tarens toonaeldtAter. Hg lemde:
,J««diee nrea" (1730), ,J)e tienrende llieeiDS
hersteld, treni^id" (1714), ,Jh grinktc Het op
Dtiekoningena'niad, khiohtspel" (1715), ,&liil-
derï van de HaogsAe lennii" {1716), „Voor-
spel op AfamemDOn, koning; Tan Uyeene" É1711),
,J)on Quiehote Terlosgin^ «it Sierra Horena. blg-
inel" (1721), ,J)e helleTaert van doetor Joan
Faneloa^ trenrepel" (1721), „Kriepgn soldaat.
koopman en aéroeaat", ,Jjóf der takak" (1783),
,.Zes lienaogen van Horatins Flaeens" en .J)ielif-
(chets Tan den hnjae des faeeien Fagels en."
(1744).
BOTWI, Therète StüiAeth, een Nederiandseb
romansditgtsteT, den 2den A^ttil 1860 te 'a-Qra-
veniiage gebeten, werd opgeleid toot het onder-
wg* en was als pTiTaatléerares werkuam eerst
hier te lande, daarna te Londen en eindelök van
1890 tot 1891 in Ned.-IndiB. Sedert baar terog-
keer in het Tsderland wgdde ig lieb aitslmtend
aan de beoefening det letteren. Zg was eenigen
tgd redactrice van ,J)e HoUandscbe Lelie", „Voor
«me Meisjes" en „St, Nicotaas". Zij heeft een
groot aantal mdsjea- en kinderboeken, noTcUen
«n romans gesebreven en is medewerkster Tan
Ter«e))>Ilende Nederlaodsobe tgdsebritten en eor-
reipondente tan Indtacbe bladen.
Bovsrbeok, LetrpM, Triiheer von, een
Duitieh staathnan, den 26iten Juli 1822 te Eo-
ningsbeiven geboren, studeerde te Koningsber-
gen en Berlgn in de redhten. Hg heeft lieh je-
gens den landboDW xeer Terdienatelgk getnaakt
en werd in 1862 «recteur Tan het Oost-Pmisi-
«cbe landschap. Van 1858 tot 1870 waa bg lid
Tan 4tet Fruieisrii Hnis Tan Afvaardigden en
stiefater Tan de fractie „Jnng-Litaaen", waaruit
later de „Fortscfarittspsrtei" is ontstaan. Sedert
1B67 behoorde hg tol den Noord 'Dnitseben en
sedert 1871 (ot den Duitsdien R^ksdag. Hg
overleed den 12den Anguitue 1875 te Oeceao in
Zwitserland.
Howa. Zie Hovo. ■
Howard, John, een Engelscfa philanthroop,
den 2den September 1726 te Haeknef, niet Tsr
Tan Londen, geboren, werd eerst Toor den handel
opgeleid en deed na den dood sgna Tadera een
1 geneeaknnde. Zoodia iig bericht ontTÏng van
de aardbering te Lissabon, ar^eepte hg lieh in
naar Portueal, maai jgn schip werd dooi een
Frana^en kaper genomen en Howard te fireet
den kerker geworpen. Hier leerde hg door oa-
deiTinding bet tnarig lot der JHggagerangenen
kennen en toodia hg, op ign woord Tan eer ont-
slagen, Engeland bereikt Jtad, deed hg i*a de
Regeering voorstellen tot veAetering Tan den
toestand der gevangenen, voorstellen, die in faet
Parlement byval vonden. In 1765 veitlgde hjj
lieh op ign vadeilök laiwleoed Cardington nabg
Bedford en werd in 1773 tot «herif van het
graafseh^) Bedford gekosen. Nadat hg ia deie
Betrekking adh Stekend gecoasAt had met de ge-
stelAeid der gevangenissen, bracht bg daaioi<<er
een verslag uit, dat aanleiding gat tot het ont-
werpen van 2 wetten ten behoeve der gevange-
nen. Daarna lette hij ign ondenoek omtr«nt de
gevangeoiasen fan Engeland Tooit en sehieet:
„State of the prisons in Eneland and Wries (Sde
druk 1784). Met betielfde doel rdide hij 4-maal
naar Dnitaebland, 5-maal naar Nederland, S-maal
naar Frankii}k, 2-msail aaai ItaliB, Spanje, Por-
tugal, Nootd-Amerika en Tnrkge. Ook deed b^
ondenoek naar de peatbniien en lauiets, be-
sodit in 1785 nogmaals ItaliS en Tnrkge en {^
toen ign „Account of t^ prindpal kiaiettoa in
Europe" (1789) in het licht. Om lieh in AtiB
met de peet bekend te maken, reisde liq in 1789
wederom daarheen, doch werd te Oberson in faet
luiden Tan Rusland dooi een besmettelgke liek-
te aancetaat en oTeileed aldaar den 20eten Ja-
nnari 1790. Te Oberaon en in de St. Pieterakerk
te Londen verrees een gedenkteeken te zijnei eei.
Howud, Cathariita. Zie Bendrik Vlll, ko-
ning van Etweland.
Howa, Riehard graaf, een Britsch vloot-
Toogd, den 8sten Haart 1726 geboren, trad in
1739 in zeedienst en weid in 1749 kapitein. Jn
den ooiioK tegen Frankriik nam bg onder sir
Edvard Hawke in 1756 deel aan de TeioTering
van het eiland Aix en Temielde de haven van
Cliertwaig. Ia 1770 werd bg bevorderd tot eohoat-
bg-na(dit en opperbevrih<4)ber van het eekader in
de Hiddeltandeebe Zee, terwgl hg litb in 1776
ondersdieidde in den Amerikaanecben oorlog. In
1782 Toonag hg bet belegerde Qibraitar Tan le-
vensniiddelen en na bet elniten van den vrede
D,o,l,zedb,GoOgle
werd hj} benoemd tot eeraten lord d«t Adminli-
teit, een betrekking, dn hg in 1788 nederle^e
en Itter weder aanTaardde, terwjjl hij toen in
d«D graTenatand opgenomeD werd. Al( admiraal
der witte ritg ontTïng hg in 1798 bet be?el over
de Tloot in het Kanaal, blokkeerde de ha«en van
Bteit, Teraloeg de Fianscheo bg Oneuant (I Jo-
ni 17M) en werd in 1796 generaal dei maniH-
■oMaten. OfBotioon bg leedt alitand had gedaan
van het commando, wist hg deur ign geug orei
de matrozen, die hem nwoonlijk Zmrle Dwk
noemden, een oproer op oe Tloot Toor Portmonth
te deoipen. Hn overleed den Sden AnguatuB
1799.
ffowa, (CtUtoM, loid, een BritMb ecneiaal en
jongere broeder vao Riekard, den lOden Aognt-
tn» 1729 grtwreiK trad in 1746 in dienst, werd
spoedig gcDcraal en voerde gedurende den Ame-
rikaaMehen vröheidioorlog bet opperbevel in den
dag bg Bnnkerriiill. Hg werd in Botton belegerd
en door gebrek tot de oreigave gedwongen. Hq
trok tenig naar het Stateneiland bg New-York,
«loot met WaihingtoH een oveieenkomit tot tüt-
wisaeling van gttvangenen, Miaalde in 1774 n>et
hand en nam Ffailadelpliia in beiit. Niettemin
mM«t Ilij bet opperiievel aan Ctinlon alstaan,
omdat hg naar bet gevoelen der BrJticbe rsgee-
ring, geen voldoend gebruik gemaakt had van de
behaaMe voordeelen. Na keerde bg naar Enge-
land terug en werd gonvernear van Fljmoath,
waar hg den 12den Juli 1814 overleed.
Howe, Sliat, de Ditvinder der Amerikaan-
Bebe naaimadiine, den 9den Jnli 1819 te Spenoer
in Uassachoeette geboren, wai van 1BS5 tot 1836
in een katoenfabriek te Lowell werkiaam. Daar-
na be^ hg lieh naar CaoibridKe, waar hg werk
vond in leen niaefainefabriek. Hier (telde hg in
1845 de eente naaima^ine «amen, waarop hg
patent nam. Het piAliek stelde ^ter geen ver-
tnnwen in de uitvinding, loodat hjj lich in 1847
naar Engeland begal, waar bg ign patent aan
WUliam TkomoM verkocht. Hier vernMD hn, dat
redorende ign afweaigbeid andere Ameriianen
nun voordeel hadden ^aan met ign nitvindiog.
Hg verkreeg vrienden en beaebermert. die b«m
■ijn rechten bielpen handhaven, loodat bg in
1854 octrooi ontving voor de door hem aitge-
vooden niaimacbine. Toen de tijd van dit octrooi
in 1867 eindigde, beist b|j een vennogen ran 2
milüoen dollars. Bg het uitbarsten van den Bnr-
S er-oorlog trad hg onder de vnjwilligert als sol-
i»t in dienst, terwj^ hg aan de regeering der
Vereenigde Staten ba herhaling aaniieiill^e lom-
men voonebool. Hg overleed te BrooklTn d«n
Sden Oetobtr 1867.
Howltt, WiUiam en iftuy, ia een £i«el«di
diohterpaar. WUliam, den 18den December 1792
te Heanor in Derbvshire geboren en in de leer-
«telKngea der Kwakers opgevoed, hawde in 1823
met een gelootsgenoole, Jfory Botkam, gebo-
ren den 12den Maart 1799 t« Coleford in Qlon-
cestershire. In 1823 pkten tg samen een dieht-
bundel nit, getiteld „I%e foreat minstrel", welke
met grooten hgval antvangen en door „The deso-
lation ol Ejam" (1827) gevolgd werd. In 1831
gat WüUam ign „B<nk of tbe seaMHi" in het
licht, dat bg bertudine gedrukt werd. Op iga
„Hiïtory ol priesters f t'^ 'f Sele dnik 1392), volgde
.Jfairal life in England" (1836, 2 dln.) en „VisiU
to remarkable plaeea. old halls, battlefields and
seenes illustrstive of Engligh bistorv and poe-
tr7" (2de dmk 1856, 2 dln.). Vervolgeus bega-
ven lieh de e<Atgenooten naar Dnitsehland. waar
ig tot 184S te EeideUwrg woonden. De vrodit
van WiUiam'» veihlnl aldaar was: „Tbe atndast
lile «f Oermanj" (1S4I), ^ural aod domestie
life of Oermanj" (1842) en „Oerman «iperien-
oes" (IB44). Na sgn terugkeer schreef hg: „HaU
and hamlet, or seenes and ebaracters ol conntr;
life" (1847, 2 dln.), ,^omes snd hannU of the
British poeta" (1847 2 din.) en „Hie yeaibook
ot the eountrj'' (1956). Zgn roman „Madam
Dorrincton of tbe Bene" (1S51, S dln.) geeft een
treffeadB voorstelling van bet leven eener ood-
adellgke dame. Nog meer belangstelling wekte
een werk van beide eehtgenooten, getilud: „U-
terature andromanee ot Northern En rope" (1S51
—1852. 2 dln.). In het voorjaar van 16S2 vertrok
WiUiam naar Australië, om goud te toeken, doeb
keerde in het laatst van 1854 telenrgetteld in
Engeland terug, waar bg cent „Land, labonr and
gold, or two ;eart in Victoria" (1355, 2 dln.) en
daarna het lAoetraliseb verhaal „Tallangetta"
(T857), „Tbe historr ot discover; in Australia,
Taamania and New-Zealand" (1865) en den rn-
tfian: „The man of the peo^e" (1860, 3 dln.)
in het lieèt deed verscbgnen. Na dien tjjd sohreef
hg: „HïRtOTY ol the aDpetnataral in all ages and
nattons" (1863, 2 dln.) en „Woodboin Qranee
A story of English coantry life" (1867. 3 dlni),
terwgl tgn ecntgenoote den roman „l^e ooatt
ot Caergwjn" (1884, 3 dln.) in het ÜAt gal.
H'illüm overleed den Sden Maart 1679, Mary
den 30sten Jannart 1B88.
Howraii, de hoottbtad van het gelijknamige
district (850514 inwoners op 1233 v.km.) in de
Britse^-Indiwbe provineie Bengalen, ligt aan den
Hoegli tegenover Caicntta, waamede bet door
een tebipbmg veibonden is. Tot bier kunnen aee-
eehepe'n komen; verder stroomopwaarts b^inl
een levendige rivieracfaeepvaart. De plaats telt
(1911) 179000 inwoners, besit 4 scholen voor
Enn^eanen, groote jul«- en katoenlabrieken <a
vormt de indasIriSele voorstad van Calcntts.
HBxtar, een stad in het Pmiaisehe distriet
Minden en de vroegere hoofdttad van het vor-
stendom Korvei, ligt aan den linkeroever van de
Weier. aan de «poorlgnen Soest — Boeismm en
Sebertede—Westminden «n telt (1910) 7891 in-
woners. Men vindt er 4 kerken, interessante hou-
ten gebouwen nit de 15de en 16de eeuw; een
gedenkteeken voor ffo/miniR vo» FaUertMten,
een gjminasinm, eenige vakscholen, cement-, pa-
Eier-, gnmsni fabrieken, gzcrgietergen, pottenbak-
erijes en scheepvaart.
Hora R. Brown is de naam van een planten-
geslacht met ongeveer 50 toarten*irit de familie
der Aidepiadaeuen in Azië en Australië thnis
befaoorend en gebeeten naar Tkomitf Hou, een
Engelsdi tuinbouwer. Het onderscheidt tieh door
10 stuitmeelklompjes, welke op eigenaardige wg.
ie lich aan de insecten vasthechten en door
een stervormïge bloemkroon met een 5-bla-
digen krans van honignapjes. Het omvat neder-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOYA— HHABAHUe HAÜRDS.
liggende of slingerende tieetten, die in h«t lu-
den Tin Axii en in Nieaw-Hollnnd gioeten. Tot
de BierplRDten t^oort de waibloem (R. ear*o»a
K. Br., Schollvi erauUolia, Jftcq.), in OostJn-
diS en Oiina te TÏnden. U. eonmana BI ai
«en glingerpUnt, 4ie op Java en d« UolnUen
groeit en een scherpe melk oplevert, welke mt
&ls geneesmiddel WiKt- H. Rumpkü B 1 n i
vindt men in de Holnkkea th woekerplant vp
boomen en g«ell een detgelyke melk. H. viridiflo-
raR.Br. groeit op Ceylon is kreapelhont en ha-
gen, en men gebruikt den wortel oeier plant als
tegengif bij oen beet dei alangen. Tot de lier-
S lasten betioort ook nog B. tralema 6 1 n n., een
avaaneche slingerplant met xeer groote. el-
liptische, dikke, leaeraditige bladeren en fraaie,
geelaohtig-roienroode bloemen. Verder iqn nog
vermeldenswaard B. glohmlom «n H. imftriaiii.
De Tenaeerdering geaebiedt dooi atekken en
•lukken Tan de wortels.
Har», WQ Toonnalig giaafiefaap in HunoreT,
tOMchen de Weier en de Hnnte, grenat in het
N. aan Bremen en Oldenbnig, in het O. fan
Venkn en Calenberg. in bet Z. aan Mindea en
in het W. aan Dtepfaolz en OMenbnig en bestaat
gedeeltelijk nit veen, heide en land, gedeeltdgk
ait marsdilaDdeii, die lijke oogiten geren en
mtmnntend geschikt ign voor veeteelt. De of-
bet eerst in ót I3de eenw veimeld worden,
grootten bun gebied in de 14de eenw met de
fiaafsehappen Alt- en Ncn-BraohhanHD. Toen
eiier Jfoxtmtltaon in 1502, na het nititerren
van den mannelgken tak, het giaafsc^ap aan
Bt^drik MM BntnMtUk aehonk, ontitoMMn ei
oorlotfen en eerit in 1519 kwamen de ^aven
mm Zfoyo langsameihand weer in bet beiit tu
hnn gebied. Toen bet geaUefat in 1582 nitstierf,
kwun bet giaatsdiap aan Brnnawgk.
Hojm*, lokaiM Qoltfried mm. «en Dnitaeii
beoefenaar 'der krügawetenscbap, 4en 9den Mei
1767 te Dreaden geboren, tr«d in dienat b^ bet
Saksiaebe legei en werd wegen* de verdediging
van Wittenber^ tegen majoor Sehüt weldra be-
Torderd tot nutjooi en niet lang daamA tot Inite-
nant-kolonel. In 1818 weid hjj alt kolonel gfr-
pl»atst btj het PiDiaiaehe korps ingenienrs, nam
deel aan den teldtoeht van 1S15 en werd in
1S18 gen eiR«I -majoor en in«])eeleui der vestin-
gen in Pommeien. lJ»dat bij in 1825 gepeneion-
neerd wai, woonde hn te Halle, waar hg voor-
lexingen hi^ over de krijgsweteuehappen en
den 7den Maait 134S oirerleêd. Van igo getebiif-
ten veraielden wq: „Handbneh dei Pontenier-
wiaaeneehaft" (2de dtnk 1830. 3 dln.), „Ge-
adiichte öer Kriegakonat aeit der eisten Anwen-
dnng des SchiesapnlTeii tiis aam Ende des IS
Jahihnnderta" (1797—1800, 2 dln.). ,j^llgetDei-
nei Wöiterbnch dei Artillerie" (180*— 1812, 2
dln.), „Allgemeines Waiterbneh der Erimbaa-
knnet" (1815—1817, S dln.), „Allgemeines W6i-
teibntb det Kriegabaokonit" (1817—1818, 2
dln.). ,^featigniigaknnst nnd Fionierdienat"
(1882), ,Jjitentnr der Kriegewisaenaehalteii nnd
Eii^agesehrebte" (1831—1840, S dln.). Boven-
Hoynok van Pap«iidr*olit, OornsJif Pait-
lut, een Nédeiiandseli geeebiedkandige, den laten
Januaij>l686 nit een «aniienlgk getuoht te Doi-
drecht geboren, ttndeeide te M«ehelen, Paderborn,
Antweipen en Leuven in de letteien, wgabegeei-
te en godgeleerdheid, werd licentiaat in bet ker-
kelijk recht, ontving de priesteiwjjding en werd
vicarii van Jm Bi/Uvett te 'e-Giavenliage. Op
aanbeveling ■van den BoUandial Jaa BafHit ini
Sollier werd hö gwlaatst als tecietaiis og Tho-
mot Phüirpttt irAuaee, eu in 17U door keiMi
Karel VI aan den paaa vooigediagen alt urta-
biesflhop van Meefaelen. Hg vergeidde den aartt-
bissebop naai R(«k, om voonGhiiflen lan Oh-
mens XI te ontvangen ter beatnring van de Kerk
in België (bnt „Dnigenitoa"). Hoyiuk oefende
lioh in de Italiaansebe taal, kieeg oB ign teing-
keer in BdgiS een piaebende in bet kapittd vu
SL Rombout en weid vicai ia-generaal van den
aartabiiseliop.
Zgn gver legen de Jansenisten werd beloond
dooi a«rtaberlogin iforia ïlianfrelJk, gonvemante
van BelgiR, met een gouden medaille en door deo
urtsbisMbi^ van Mediden met een fiiaebende
vao gegradueerd kanunnik en met een beaoeiDiBg
tot aart q>ii etter. Eg overleed te MedMlen den
ISden December 1756. Hg schreef: „Honitnm
eompleetens sjuopsin histoiiae eeriesiae Ultra-
jectinae moi t<n>ii vnLgandwe" (1724), „Hittoria
eceleaiM Ultiajeetinae etc." (1725, ook in het
NedeiUndaeh), een aantal „E^i8t<Jae" (1728),
„Hiitoiia Janaenismi in Bevio, docnmentia
autfaentieia eomprobata" f2 dh.^ „An^eeta Bel-
giea" (1743, 8 dln.). In deae .^nalecU" bebin-
den lieb onder aitdeien bet kven van ftaJiiw,
blieven van deien aan Hopperwen aan anoeien,
een geMbrift van Bopfenu ovei den «pttand in
de Nedeilanden, enz.
Homok van Fapendrcoht, Jan, een Ne-
deilandich aehildei, den ISden ^tembei 1858
te Amsteidam geboren, wna leerling der aeade-
miefin te Antwerpen en te Mtinebra. Bj heeft
vooral ala veilnditer naam gmaakt; illnstntiee
van bem, <Ke meest aan het kijJgBmtBsleven, doeh
ook wel aan Zwitseriand ign ontleend, vindt mes
in „Eigen Eaaid", „Elaerien Maaadadirift",
„Ifce Giaphie" en „The Daily Qiaphic". <M
..Onie Schntteisvendele en Schntteiöen van vroe-
Kei en latei tgd" ('s-GraTenliage 1908] werd dooi
nem verlucht. Znn tcbildeigen, vooral gesehied-
kundige krggst'"''^^^''' konten in veneheidene
venamelingen bier te lande voor. E«n der meett-
bekende is een drielnik io het Stodelgk Mvtenm
to Amsterdam, dat aan de Amtterdamwiie Sdint-
teig ia gewgd. Daaiop is vooigesteld bet deelne-
men dier sdintlern aan bet beleg van Naarden
(1814), aan den Tiendaagtefaen Veldtocht (1831)
en bet laotate aittrekken viör baai ontbinding in
het begin dei 20tte eenw.
Hoi«a. Zie Heaea.
Brftbanna Muinu, een beroemd geleerde
nit den tjjd van forel den OrooU, omttieeka
776 te Marni geboieo, ontving inn opleiding in
het kloostei dei Benedietgnen te Fulda en begaf
lieh vervolgeni Da»r Toars, <nn onder de lening
van Alevïnu» ign atodien te voleindigen. Na ijjn
terugkeer in 803 stiditte hg een kloosteiboekerg
de eeiate openbare kloosteiaeboo? in Dnitsdi-
DigilizedbyGoOglC
516
HRABANUS UAURQS—HUBAY.
land, vaar ooderwbeideD aita tekende minneD,
«»bU Walafriedj Slri^, OUried eni. bon •lei-
ding oDtTJngen. Na vele wed e rwaardi gebeden werd
hü in 322 tot abt Tin Fulda g«wi^ en bekleedde
g«dnrei>de 20 jaKn «teie waardi^eid, In 842
Mgde hij lijn ambt neder, ooi ijjn overige lereni'
daven ia kahnte door te brengen. Eoniog Lode-
Vr^k de DitilaeheT benoemde hem editer in S47
tol asrtsbiucAop T«n Haïni, naar hü lU looda-
nie den 4den FWtrnari B56 te Winkel in de
Rneingan OTerleed. Hy wordt met redit de leer-
meester van bet Dmts^e volk genoemd, (tei
Bjjbelkennii te Termeerderen, spoorie hg lijn
hndB|eDM>t«n krachtig aan tot i>eoefeniag der
OrjeKKhe taal. ImondeHieid echter trachtte hy
bet Dnitseh te besoharen en TerUsg<{e, dat de
kerkelgke leerredenen in tiet Dnitaeh londen ge-
bavden worden. Toorts TerTaardisde 4i|j een La-
tgnKfa-Dnltaeh woordenboek met aet oog i^ den
Bgbel. Dit werk, voor de beoefening Tan bet
ond-Dnitseh booffit belangrqk, ü meeimalen ge-
drnkt. Zijn oreri^ ffesehrilten, meerendeeU van
godgeleerden iirfiond, syn door Calvoneriia (6
din., I62T) in bet licht gegeren. Daaronder be-
vindt lich bet Ung ffebmAte „Tret Itbri de in-
atitutione elericonmi beneTena een eoort eney-
elopaedie ,J>e nniiem libri XII life opus etj-
mologiamni'',
Hndajlli. Zie ProB^.
HrMwltlia of Rottnlka, een geHÜedsehrjlf-
iter en di<Ateres nit de 10de eenw en de telg
Tan een adellgken SakRisohen itam, nntt reeks
935 geboren, nam den alnier aan in het klooster
der Benedietyner nonnen te Qandereheim en
oT«rleed aldaar in 1002. Zg eebreef ondeMohei-
den elegiefn, 6 tooneelspelen, beetemd om bg het
leiend {mbliek die fan Terentivt te TerTansen,
„De gestie imperatorie Ottonis I", door OnnMatsk
in 1894 in het Dnitseh OTcrgebradit en „De pri-
moidiis eoenohii Oandersbeinienei«" in 1691 op-
genomen in de „Q^eehichtsehreiber der d«nt-
seben Toraeit". ^ar weiken tgn bQ herhiding
uitgegeven, het lulete door P. «m WtnterteM
(iml en Slreeker (1906); de tooneeUt ukken af-
zonderlgk door Bendiren (1867).
Kttg. ot Htc- achter plantennamen is de
afkorlinff voor Tk. Harfing (lie aldaar).
Bsl bg Ohineeiebe nunen. Zie Si.
H. Sn. achter de namen van gewerrelde die-
ren is de afkorting voor den Britsohen dierkun-
dige BamahM Smilk 026 DeMmber 1776—21
Sf^tetnber 1859).
Bat. adhter wetenKharoelgke namen is de
afkorting Toor Joh. Friedrtok Herbtt.
HsÜMt-tauiC, «en Cbineesch Boeddha-mon-
nik, reisde Tan6T9— 625 van Peking uit door de
landen ten W. Tan China, ToornMn^jik in IndJB,
om het Boeddhiame in bet land van xgn ontglaan
idf te beatudeeren. Op die reis bezocht hij ook
het Hot van den Ohan der Honcolen. Na lijo
terugkeer beschreef bg tSjn tocht «oor 186 kleine
rijken en liet 657 godsdienstige werken, die h^
RKdegebracht tod, in bet Ohinewch vertalen. De
toenmaale vervsacd^de „Gest^iedeais der Wes-
telijke landen", is nit lijn dagboek (^gesteld en
ii leei belaogr^ voor de kenni« der toenmalige
toestanden in ladiS.
Ha, met den bgiiMiii Ht/gadran (de krachtige
Hu), ia de hooldgodheid der oude Britlea, de be-
tdiermer van lamlbaiiw, beschaving en póiiie.
Hiuüiln», een der aan Fiankigk belioorende
O ezel Hebapsej landen in den Orooten Oceaan, tot
de Eilanden beneden den Wind befaoorende, ligt
ongeveer 172 km. ten noord-westen van Tahiti.
Eet telt op 73 t, km. 1400 inwoners, is door
koraalriflen omringd en draagt hooge beigen.
Het eiland ia verdeeld in twee gewesten, name-
Igk Bnahine-Nui (ten noorden) en Hnibine<Iti
(ten tuiden). Zg zgn aan de oostiifde door d«
haven Ëffari-Roa van elkander gesoheiden.
HnallavA is een lijrivier van den Marallon
en stroomt in het oosten Tan Peru naar den rech-
ter oever van deie. Zg ontspringt in den Cerro
de Pssoo. loopt, evenwijdig aan den bovanloop
der Uaraiton, door een lengtedal der Andes van
bet loiden naar het noorden, breekt bü den Cer-
ros de Otanahni dooi de Cordillera'a en mondt
Of 5*6' Z. Br., 1500 m. breed, in den Haralion
uit. De rivier ii 1010 km. lang en voor vaartui-
gen Tan l'/i m. diepgang tot Ynrimagnaa be-
vaarbaar. Beneden deie plaats ii de scheepvaart
we^ns ttFoomveivDellingeu OTer 40 km. onmo-
gdgk, daarna is de rivier nog tot Tingo Maria
voor booten bevaarbaar. De Toornaanste igrivté^
ren liJn de Huajabaioba, de Majo en de Parana-
BunoavsUo*, een departement der Zuid-
Afoerikaansebe repiriili^ Per-u, ligt in bet ge-
bied der Cordillera'a en omvat de bronrivieren
van den Uca;ali. Het klimaat is •») de bergwei-
den, waar talrijke kudden van aehapen, runde-
ren en iHua's Rraien^ guur, terwgl in de wanne,
diepe dalen lelli suikerriet groeit. De rijkdom
des laods ia vooral gelegen tn lijn dellitoflen;
men wint er lilTer, kwikiiher, coper, Termil-
joen. iJHr en lood. Het departNueat telt 0^23 967
V. km. ongeTeer 250000 inwonen. De gelgknami-
ge boofdatad verheft tieh S798 m. boven de «p-
perriakte der lee en telt omatreeka 8000 inwo-
nen, die liefa hootdukdgk beii^ hosden met de
ontginning der nabggelegen kwikiilveimgnen.
HnanohaAft, een stad in bet P " ' ~
de ^worlijn Orura — >Antofagaata. In de nabghetd
Tjndt men borai- en zilvenngnen.
Hnannoo, een departement in Pem, telt op
36331 v.km. ongeveer 150000 inwoners, omvat
het brongfbied vin den Harafion en den Hoalla-
I, de boofdatad ^an het Peroaanadie
departement Aneichs, ligt aan den Bio Santo,
heelt druk beioehie baden, een nnrveraiteit, een
homitul en (1908) 7646 inwoners, die Tooma-
elgk land- en tuinbouw uitoefenen.
HoatImi te de vroegere naam van het Peru-
.nsehe departement Aneubs (zie aldaar).
Hnbay, JenB, een Hongaarsch vioolvictuoos,
den ISden Septeunber 1858 te Boedapest geboren.
~s een leerling Tan Joaehim, trad het eerst of
xgn vaderland en daarna, o^ aanbeveling van
Liexl, te Parjja, waar bg t^rqke vtiendtehafie-
DigilizedbyGoOglC
HDBAY-aVBEK.
517
iMtrtkkii^n tanknoopte o. i. met Vieuxtemp»,
Id 1S82 werd 4iq Tioollecra«r jmb bet eonterva-
toin Ie Bnii»e], in 1S8Ö kwem bij in dezelfde
betiekkine ft&o de nraïiekaeademie te Pest. Uet
von H«nfeU, Waidbum en Pofftr vormde fag
een itrjjkkwftrtet. Hij eehreef eenige opera'i «b:
..Alienor" (1801), „Der Gei«ewo»eher tob Cre-
mank" (18S5V „Der Dorfkmip" (1896), „HowrOs-
cben" (IQOS) en ,J>ie erate lUebe L&yothaR"
(1906), vier iMMleoneerten, tal tsd kleinere etak.
ktn Toor tIooI met b««eleidiDg tad orkMt of
Siano, liederen, een sjnuonie, eni. Ook redigeer-
e hq nitgRTen tsd etadiewetken van KreuUtr,
Rode, Mofmder en SaitU iMbin.
Bnbbard, Nteoloi OwtoM, een Fruisdi gt-
Bchied- en alaathaiihODdkaodi^, in 1828 teFoor-
qneni (Seine-et-Oiae), ^boren, uhreet bg de op-
nefring der Eoole d'adroinistration al$ haar k««e-
kcling de broebnre .JMfenn de l'Ectrie d'admi-
niitrstion" (1349), irerd verrolg^ne adtotaat en
in 1851 »eerelaris van het eomiU voor de pt»
pRganda der Sociétés de prévoyanee. Hji eetireet:
„De l'oiganiiatiDu de« toeiéiét de privoyanee et
dei seeonrB mntnels" (1852, bekroond). „Saint-
Sinton, ea vie et aet travani" (1857), .^iRtalte
conteo^wraine d'Espagne" (1869—1883, 6 dln.),
ea ,3)>toire de la littératnre contemporaine en
EMMfne" (1875). Later «ae lijj één van it hoold-
reaaetenreii tan de „Indaitrie" en de „Ripabli-
qne franfaise", medewerk«r aan de „Preise" en
•an bet „Journal des éeoDOiniBtes". Hg overleed
den 21aten Fefatnaii 18S8 te Parge.
Bob*, RomutM, «en Poolwii TecJit^[eleerde,
den 7den F^ruari 1808 te Wateehan geboren,
stnd eerde «Maar en te Ber4ijn in de reohten,
keerde in 1825 naar znn Keboorteftad terne en
werd et eerrt lector in de Mgemeene geeehiecfenia
van het recht en in 1829 gvwoon hoogleeraar
in het «tra^eefat. De g(^>earteniMen vaa 1831
beroofden hem van iqn boaeleeraartambt en hf)
ontving in 1832 een ret^terljjke betrekkin?.
Reodt in kei voleende jaar «efater werd hü ali
Itd der wetgevende eommiseie voor Polen na
St. Peteniborg geroepen, waar hq verBcfaiïleDde
wetborten voor Polen ontwierp. Daarna werd
hg op de Eeisert^ke kaneelarg geplaatit, tot
staatsraad id werkelnken dienat benoetnd en bad
frooten inrioed op it wetgeving in Rmlaitd. In
848 veif^eielde njj graaf Bltidav naar Some;
in 1877 werd bg lid van den Rijkerawi te St. Pe-
terebnrg. Hg overleed te Warsehaa den 6den Au-
gnetns 1890. Bube sebreel, meestal in de Pool-
Bcbe taal, verscheidene werken. In de hier vol-
gende opsooMning ign de titels der in die taal
gesebreven werken in bet HoHHideeh vertaald:
„Over itratiedittbeotieën" (1628), „PooIsAe cri-
minaliaten" (1880), „Beginselen van bet straf-
redit" (1830). „Antiqnisiimae eonstitntiones tj-
nodales provineiae Qnetneaais" (1856), „Loi Sali-
goe" (1867), „Histoire de la formation de la loi
Boargnignonne" (1867), „Droit romain et gréeo-
Pooliebe recht in de 14de eenw" (1881) en „Ver-
zameling van de oudste gerecbtelijke eedeformn-
lieren"Tl888).
Haber. Sanntël, een Frotestantseh godgeleer-
de, in 1547 te Bern geboren, werd in 1570 be-
recfatei 1
hg braoend tot hoM^raar
na bij Hg 8 maaMen te S
vervolgens ijjn èetrekking e
noemd tot god sdieaaU eeraar te Saanen en in 1581
te Bargdorf. W^ns de hartstochtelgkheid, waar-
mede bj in 1586 den deken Mutailus te Bern
aanviel ter lake van diens atwgfcins van de Cal-
Tinietisdie uitverkieiingsleer, wenTbiJ in 1588
ontwt. Hg ging naar Tvhiogeo, waar bji even-
eens in twist geraakte met de godgeleerden, en
werd daarna twnoemd tot hoogleeiaar te Witten-
berg. Doch ranieaw waren toeologiaAa twiaten
oorzaak, dat ng in 1594 tjja bo^leeraarsaoiit
moest needeseen. Daarna iwjerf bj) rond ea
overleed den 25iten Haart 1624 te Osterwick.
Hnbsr, Ulriau, een Nederlandsoh reohtige-
leerde, werd den ISden Haart 1636 te DoÉkom
geboren, ontving lijn opleiding te Leeawarden
en «todeerde daarna te Franeker en te Utrecht
in de rekten. In 1655 verdedigde bg te Frane-
ker in het opoibaar een ,4)isputatio d« actioni-
bue bonae tidei «t stiieU juris", beiocht vervol-
^UB Mariisrg en Heidetbeig en werd in 1657
— laatatoenoemde stad tot doctor in de beide
btei bevorderd. Ongeveer tnseHdenjjd werd
iraar te Praneker, waai-
Straatsbnrg bleef en
-„..-. . „ aanvaardde met esn
., Oratio de bona menie aen uneero genainae
emditioBia amore". Tot tweemaal toe ontving
fajj een beio^ naar iLeiden, en toen hg dit voor
de tweede maal van de band geweien bad, ver-
hoogden de Staten liJn jaarwedde, terwijl pnn-
K» AlbarH»e lorgde, dat bij tevens tot raads-
heer in het Provineiaal Qerecfatsbof benoemd
werd. Nb moest hg lijn veibigt bonden te Leea-
warden, doch na verlon^ van 8 jaar keerde faü
naar Pianeker temg met den titel van ond-raads-
heer en met vrjiateiling van de openbare, lesaen.
Hjj overleed *)èur den 8Bten Iwember 1894.
Hg bekleedt een eersten raag onder de reehts-
geleerden der HoUaadaehe aohool, daar hg ticfa
onderscheidde door een veeligdige kennis en lieta
vootal verdienstelijk maakte dooi de atvdie van
bet staalerecht. Zgn hoofdwerk ««er dit onder-
werp (, J>e jnre dviUtia libii tres") maakte groo-
ten opgang. Tan t|jn (^eehritten noem» wn: ,J)e
geiKiina aetate AssjTioiam et regno Ifedoinm
diasertatioDea VU" (1662), „Diq^nUtiooee jnrie
fandamentalis" (1668), .Jligreaaiones Jnstinianeae
in homaniora jnris" (2de dnA 1696), .Jh jare
te^emwooedi^ toestaat des vadeiUnds" (1672),
„Leetiones jnria eontiactae ad institationes Jas-
tinianeas" (1678), „Poaitiooes jnria" (1083 oi
later), „An^ida domettiea, exendtationnm etc"
(1682), „Gevoelen van eenige beroemde Gere-
formeerde UKologsnten ende andere wgie man-
nen ntmens de dansoefeningen", een atrgdeehtitt
tegen Tkeodonta PohtdoMiu, ,J)e ratione diseendi
atqne doeendi jnris diatribe in modnm dialogi"
(1SS4), „HedcDdaegm reehtsgeleerthejt, «oo el-
ders ala in Friesliodt gebmikelijk" (2 din., 1686
en later bij herhaling), ,3pocimen pbikwopdiae
civjlis et etndendi bonos libros etc." (1S86),
„Positiones jnridico the<riogieae de avetodtate
Saerae Setiptnrae etc." (1686), ,J>e concnnu ra-
tionis et Saerae Scriptvrae libet" 0667), ,Jle
foedeiitms, testamentis, liherationibns, eatistac-
tionibos etc," (1688), „TVaeleetionnm jariB Bo-
DigilizedbyGoOglC
mani pin Mcniid»" {\98i) eo „Pan UrtU'
(1690), „Ba>ÓBiia RomiiM etc." (1700) <n „Ope-
ra minan et pr»ati" (2 dln., 1746). De laatste
2 inn na ijja dood aitgegoea.
HNfcer i* tweemaal eebawd geweeit, eerst met
Agiula AUlmixe* en daaina met Jiidith va» der
téf «n beeft nit beide buweljjken elf kioderea
genad. Z&d loon Hermonitiu (nic iqn eerste ha-
irelnk geboien in 1663 en oierleden in 1730)
weid Mcretarit der 3taten Tan. Prieriand. bncge-
meester Tan Sn eek en lid van Qedepateetde Sta-
ten Ttn dat gewest; een dochter Tan deien, Ju-
ilitk A*tia genaamd, werd de editgeuMtc Tas
Hifforngmiu van Alphen, predikant te Aouter-
Bubw, Zaekaria», ee& zoon uit het tweede ba-
welvk 'Tan OMek en rechtsgeleerde, den 29sten
Angutns 1669 te Frsneker «eboreo, studeerde
te Traneker, Utrecht en Leiden, Terwierf aan
eerst^noemde seademie in 1690 het doetoiast in
de faeida rechtenen Testigde sich te Leeuwarden ale
adracaat. Vier jaar later werd hg gewoon hoog-
leeraar aan de academie in ijjn geboorteplaat*.
Hg wees in 1707 een beroep naar Oroningen
Tan de faaod, wad in 1716 rasdslieer in bet Hof
Tan PrieeUwl en óTerleed den Uden October
1732. Hjf gaf eeU aantal geschrilten van iga
vader in liet Keht en scfarüf telt, behalve een
aantal werken Tan kleinereo omTans: „Disser-
tatioae* jnridieae et {^ilotogieae" <1702, en la-
ter t>g berhaling), „De casibus enacleatis qnaesti-
onum foreosinm ei jnre Romano et taodierno li-
bet singularis" (1712) en „Obserratiooes rerom
forensium ae notabilinm in saprema Frisionim
enria jndieatBnlm" (2de dmk 1727. 2 din.),
HnlMT. Marit, een Fransoh-Zwiteersch sebrgt-
ster, in 16(^ te Oenère geboren, opeitbaaide
reeds Troeg 4en onweerstaanbare neiging tot
l)eqiiM|elingen ^an het boTennstnarlgke, soodat
ijj lion in 1712 in de eeniaamheid ationderde.
Zij Volde met haar besehonwiDgen versciieidene
gesebritten en verliet eindelgk de Protestantsebe
Kerk, om tot de R.-Katholieke oTer te gaan. Later
vestigde sjj lieli weder te QeniTe; ig overleed in
17&8 te hjon. Zjj verwierp de leer Tan de eenwie.
beid der straffen en «n aet >vs^aat en voerde
faieroTer een hardnekkigen strgd. Zg schreef:
„I^ttrea «nr la religion essen tieüe i l'homme"
baar dood Teieeheen een „Recueil de diverses
piiees, «ervan t de BWplAmeDt aui lettres snr la
religion eeaentielle & Ihomme" (1754).
Hnbar, fnmfoit, een Zwitserscfa natuuiken-
ner, den 2den Juli 1750 Ie Genive geboren, was
al vroeg asaiitent ia het laboratorimn van een
ijjner oIoedTcrwanten, die li^ met alchemie «p-
bield, en werd reeds op 15-jari^en leeFtïd blind.
Niettemin wgdde hg lich met nTer aan ae beoefe-
ning der natnurkennis. later bbgeataan door irjn
echtgenoot» Aimée Lullin^ en door ign bMieniK.
ifet hnn hnJip M^reéf hg: „Howellea observi-
tiona sur k* abeillei" (1796) en vervolmns met
hnlp van SeMtebisr; ,Jf4moire snr 1'inftaenee de
l'air et de diverees sabstanees gatenses dans la
geimination de différentes plantea" (1801), Ook
stichtte h3 te flentve een genooteehap voor na-
tnnrknnde en natnnrlgke historie. Hjj overleed te
Prcgn; den 21steB DeeeoAer 1831. Van ign
overige geschriften noemen wg nog bei uit bet
Eneelseb vertaalde werk: ,j:i<sai sar l'histoire
et les moeors des fonrmts indigènes" (1806).
Hnbar, Lttdmg Fenünamt, een Duitecb s^rg-
ver, den 14den September 1764 te Parga gebo-
ren, ontving eoD half-Duitadie, halt-Franscfae op-
voeding. Nadat hg pruimen tgd te Dresden oe-
woond had, «enl hg jn 1788 secretaris bg het
Saksisch geiantschap te Maini en bleet er ook na
het vertrek van den Ssksischen geiant (1791) tot
de komst der FransriMo in de ooedanigheid van
Keur-Saksisch resident. Te Haini had hg vriend-
sehap gesloten met Foriter en diens eehtgeooote
Therite en trad, na den dood van eerstsenoemde.
1 kttorkandige beiigheden. totdat bg in 1
naar Stottgart vertn», waar h^ lioh met de
redactie vsn de „AUeóneine Zeitnng" belastte.
Een verbod van de WflrttemliergBclM regeering
DOodtaakte bem, het dagblad naar Ulm te ver-
plaatsen, waar hg den S4sten December 1804
oTerleed. Hg wa« op bet gebied der letteren een
nitstekend beoordeelaar, smals bl|^t nit de„V«r-
misehle Schriften von den Veiiasser des beim-
lidien Qeriehts" (1793, 2 dIn.). Zgn tooneelar-
beid is Tergeten; merkwaardiger trouwens qjn 4e
staatknndige gesehrittsn van ign band in de
„FriedensprkliminariSn" ( 1793—1796, tO dlo.)
en in „Klio" (2de drnk 1819, 3 <Un.).
Bubir, Thmte, een Dnitadi sebröfster en de
eebtgenoote van den woorgaaode, nadat sg eerst
?ehnwd wss geweest met Oeorg Fonter, werd den
den Kei 1764 geboren ^i dochter vas deii
eloloog Beyu te Oöttingen, Tlurite vol^
r eersten ecblgeooot naar Wilna en 3 vaar
later naat Mainx. Toen in 1782 de FiansUen
een inval deden in Dnitscbland en Fonter sich
tot de republiek voelde aangetrokken, aond hg
vrouw en kinderen naatStraatsbnrgen toennaar
NenfebiteL Na den dood van Forattr gaf sg agn
„Brietweehsd" benevens ign levensgetdüedenis
in het Udit (1829, 2 dln.). Oednren(& baar vei-
hlgf te NentchJLtel sag sg lieb genoodtaakt de
toevluAt te nemen tot haar pen en sehpeef: „Die
Familie SeldorT' (1795. 2 ^n.), „Loise" (1796)
en „Eialhlungen" <1S00~1802), die, op naam
van haar echtgenoot in bet lidit ^even, tot de
beste vooitbiengMlen op dit gebied der letter-
kunde behooren. Na den 4k»d van Uitber tnoest
ig wederom door bet eehrjjven tbd romans in
haar behoeften voorzien, Zelfs nam sg in 1819
te Stottgart de redactie tsq het ,JloTgeablatt"
op ztdi. In 1824 ging sg naar Augebaig, WMt
sg den 15den Juni 1829 overleed. Haar latere
geüchriften, zooaU: .3annah" (1821). „Ellen
PereV' (1822. 2 dln.). ,Jngeudmnt" (1828, 2
dln.), ,J>ie Eheloaen" {1829, 2 «n.) en „ErOb-
Inneen" (1820, 2 dln.) dragen haar eigen naua.
Zg oevatten een groot«n rgkdom van mensdien-
kennis. Een venameling barer „Verhalen" is na
baar dood nitgegeven door haar loon (1830 —
1833. 6 dln.).
Uuber, Vietor Aimi, een Duitsch letteikondige
en toon van de voorgaande, den lOden Haart
1800 U Stuttgart gdMren, vrgdde sidi te Würs-
DigilizedbyGoOglC
bnig «n te QBttiDgen aao d« «tadi« dn genees-
kQMe en nienwe Uien, be^ lich in 1B21 aux
Pargs en leisde tot 182S ia Spanje, Foctagal,
SdiotUnd ea Engeland. In 1828 werd by leenwr
UB de baBdelii^ool, in 1S29 aan het gjrmna-
siam te Br«meB en in 1833 hoogleeiaar in de
g«achiedenis en letterkande tt Rostoc^, in 1S36
te Ifarbnrg, en ma van 1843 tot 1850 piofeasot
t« Berlgn. In 1861 TUtiode b^ tieh te weTDife-
lodfl in den Ham, «aai hg den 19den Jnli 1368
«Krleed. Hq wai Tooral grondig bekend met de
Spaanselie taal en letterkunde, looale blgkt nit
,/Qetehieht< dee Cid" (1829), „Cioniea de Cid"
(1344) en ,J>e primitita eantilenaram popnla-
linm epiearnis (vnlgo lomancee) apud Hiepanot
forma" (1844). Zgn „Skjuen aoe Spamen" 11S28
— 18S5, 4 dln.) behooren tot de beele, die men
over Spanje ^oTeid heeft. Verd«r noemen wg
van hem; ,.Die nenromantiwhe Poeaie in Fiank-
leieh" (1833), ,J>ie englischen UniveMiUten"
(1839—1840, 2 dln.), ,^kiiieQ ane ItUnd!' (18S0)
en pBeiiebriefe ane Belxien, Frankreieb nnd Eng-
Isnd" (1855, 2 dln.). OcA «ai hq «eikuam op
■oeiaa] gebied, ido^ blgkt nil iqn bToehoret,
„Biuefa mit der Refolntion and Ritteiaohaft"
„Ueber die Atfaeiteiliage'
des tiühtta te venpieiden.
HnlMr, Johmn Ntf/fmuk, een DnitMti «ga-
«ei, den 18den AagoBtni 1880 ta MOndMi ge-
boren, wetd beetemd tot 4ien piieateilgken atand
«B atndeeide aan de nnivenitait ia iQn geboorte.
Slssta in de «gabtgeerte ta godgeleeidbeid. Na-
at bü in 1S58 den theolo^MlieB enrrai Tolein-
digd bad, proinoveeide hfi In Juli 1854 «b rea-
tifde aieh te HOneheo ala priTaaldoeent in de
wnabegeeite, bij «elk« gdegei^eid ign geaehrift:
„Ueber Platon f Lehie Ton einem penOnlieben
Ootte" (1855) in het licht Teiaebeni. Bq het jn-
bilenm van Thiarteh leverde hg ign verhande-
ling ..Uebei die Willenalreibeit" (1858), en nadat
lig een jaar later tot buitengewoon boogleeiaai
in de «gabegeette te IfQnenen benoemd wac,
•ehreef hg ign: „niiioaophie der Kiicbenv&ter",
een boek, dat in 1S60 op den iidei geplaatct
ve«l. Toen Htibtr aioh niet wilde voegen naar
den «il dei geeatelökbeid, trachtte men de stn-
denten in de godgeleeidbeid tan xgn less'
veiwüdereD. Ib 1861 vera^een aiin: ,J«bt
Scotni Eiigena. ein Beitrag ini Oesebichte dei
,J«bannea
I%iloaoptiie md Tbeolwe im Mittdaltei". en
ofi de vergadering vaB R.-Katholieke geleeidea
te Uündien in I86S waa bü de eenige, die in
veraet kwam, daar hq het (tandpnnt van vrg on
denoek terenover bet aatoiiteitweioot wilde
fiaiuUiftven. In 1364 gal hg ign; „laee der. Un-
aterblichkeit" in bet licht en werd in datieltde
jaai gewoon boogleeiaar in de wijsbegeerte en
optoedknnde. Daar hg aan de bewerking van
.4>er Papst and das SoniiL von Janna" (1869)
en aan oe „BCmiBcbe Biiete" in de „Allgemeine
Zeitnng" een Iwlangrj^ aandeel bad, gold hg
ledert ala een leider der Ond-Eatholieken, in wier
geest hg streef: ,J)ai Papattnm and der Staat"
(1870) en „Die Frttheiten der trauiliiicfaen Kir-
ohe" (1671). Ook xgn ,J)er Jeanit«norden oaeh
aeiaer Verfassang nod Doktiin, WïMeniebaft
und Qesehiehte" (1873) werd op den index ge-
plaatst Tegenover de natnurwetenscha^ielgke
wereld veAlaring k«am iuj op in „Die Lebie mt-
wins kritisoh betraohtet" (1871), „Dei alte ond
der neae Olanben kritieeb betiaditet" (1871),
„Die religiOw Fiagc" en „Znr Kritik moderner
Sehöpfongslehre" (1875). Verder achteel hij ,J)ei
Piolelarier, lar Orientieiung in der soiialen Fra-
ge" (1865). „Kleine Sdiiitten" (1871), „Die Foi-
aehnng nach der Materie" (1877) en ,J)m Ge-
dScbtnii" (1878). Hq' oveileed den 20sten Haart
1879 te MQnehen.
Hnberi S%aen. een Zwitieiach reebtigeleei-
de deo 13den Juli 1849 te Stantmfaeim (Znrieb)
gelwren, vestigde lich ala piivaatdoeent ie Bein,
weid in 1830 buitengewoon en in 1381 gewoon
hoogleeiaai te Basel. In 1888 ging hg u> loo-
danig naar Balie en in 1892 naat Bein. Toen
het voor geheel ZwJtierlaBd geldende verbiale-
nisseniedit in de praetgk goed bleek te vtddoen
werd uit den aard der laak de drang om na ook
de andere deden van het piivaatieebt — het pei-
toneo-, laken- en eifieèfat — te eoditieeeien
grooter. Aan Huber werd opgedragen een ontwerp
te vervaanligen, waarin ook deie oo<)erdeelen van
bet privaatredit werden geeodifieeecd. Hq kweet
lich van dese niterst moeilüke taak op buitenge-
woon verdienstelijke wgze en het ii aan de vooi-
treftelgkfaeid van het ontwerp te danken, dat de
Bonderaad ei in ia geslaagd dit — hoewel na-
tuuilgk niet lortdei eenige wgsigingen — dooi
de wetgevende madit te doen aannemen. De
Zwitseraehe codificatie ie nitatekendgeslaagd en,
otachoon de invloed van het Doitscbe Bniser^jk
Wïtboek tl te beapeonn, werd het een lelfauadig
nationaal werk. Hg schreef: „SjBtem nnd Oeacbich.
t« des sehweixeriicbBnPrwatreehta" (1886— 1893,
4 dln.), ,4)ie schweiierisehen Erbreehte in ihrer
Entwicklnng aeit der Abl6«nng de« alten Bundes
vom dentaehen Beiehe" (1872), ,J)ie hiatoriaebe
Grundlage des eèelichen OOteneëhts der Beroer
Handleste" (1884), ,J)aa Friedeniiehtersambt
nnd die gewerblichen Sehiedsgeiiebte im sehwei-
aetiïehen Rerfit" (1886), „Die Bedeutnng der Ge-
«erbe im deuttdien Sacheniecht" (1mI5), „Be-
tiaehtnngen ttbei die Vereinbeitliehang dea
sehweiieriscdien Ërbiecbts" (1395). „Betiaehtun-
SB Ober die Vereiobritliehang dea Bch«eiterischen
FundpfandrecbU" (1893) en ,JNe Eigentümei-
dienstharkeit" (1902). Hg behoort tot de ndac-
tenren van de ,^itsehiitt ffii sehweiieriadiea
Beeht".
Hnbar, Bmu, «en Zwitaeraeh componiit, den
288t«n Jnni 1852 te SchOnewen} geoortn, «m
van 1870 tot 1374 leerling van Riekler, Reineekt
en Ifeiuel aan het eontervatorium te Leipiig,
vestigde lich daarna ala nmiiekonderwgier te
Wesaerling en was teveni leeraai aan de muiiek-
school te Thann. Later kwam hg aan de mn-
lieksefaool te Baiel, waarvan hj} in 1896 direc-
teur werd. In 1892 verleende de nniveniteit van
die stad hem het eepedoetoraat. Buber is een
vruchtbaar en vedzgdtg cotnponiil; bet aaBtal
zgner «erken bedraiêt ver over de honderd en
op elk gebied beeft hg lich bewogen. Wg noemen
hiei: 7 sjmfonielD, een serenade en een bljjq»el-
oovertnre voor oAeet, vier piano-co neerten, een
vioo]-eoneart, kameimaiiek-ensemblewerkeB, 9
D,o,l,zedb,GoOgle
HUBER-^HÜBNER
TkralBonalw, 4 ^ioloneelscDatei, tal Tan kleinere
wetken voor veiMhillende iaBtrnnienteD, liederen,
öe noen's „Weltfrttiilinfr" <1S94), „Kadrnn"
(1896), „SimpücinB" (19121 en .Jrolta di mare"
(1914), liet OTstoriDDi „WeiBBaguog und 'ËrfSl-
lang" (19IS), werken toot mannenkoor en or-
kest, vronwei^oren, eni.
Hnbertibars of HiAerlvibiirg. Tooiheen
een kearrorsteJiJk jaehtslot by het vlek Werma-
ilort in het dielriet Leioïif van het koninkrijk
Saksen, weid in 1721 Joor den latercn koning
en kenrverst Augiut lU giebouwd, in 1746 ver-
groot en verfraaid, doch ia 1760 door de Piniien
nagenoeg geheel verwoest. Nadat het gedeelte-
igk hersteld was, diende het gedareniJe de oor-
logen, door Napc^eon gevoerd, tot laiatet, terwnl
faet legen wooritig tot verbeterbuls, bo^itaal,
krankiinnige^eeti^t, pleeginsterecbool eni. in-
serieht is. Eet is algemeen bekend door den
Vrede van HabertriHtrg, die er den 5den Februa-
ri 1763 door Pruieen, Oostenrijk en Saksen ge-
sloten werd, waardoor de Zevettjarige Oorlog een
einde nam en Prnisen een plaats verwierf onder
de groote MogeiuHieden Tan Earopa.
Habertns, Oe heilige, bisschop van Lnik,
wae de afetammding van een aaniienlük ge-
slaoht, diende unvankelgk als Hofmeester (fen
Frankisehen koning Theodorik lil en tiawde met
de sehoooe Flortbtme, welke h«n een zoon
sehonk, die na hem den tuucbopsietel bekleedde.
Trenrende over den dood van zijn eohtgenoote,
begaf hij zich op raad van Lampreekl, bisei^M^
van Maastricht, in bet klooster Stabloo. Toen
«chler Lampreekl te Lnik den marteldood gele-
den bad, koos men Hubertun tot tgn opvolger,
waarna deie ter eere van den martelaar de hoofd-
keti aldaar deed verripen. Hij overleed in 728.
Vele jaren daarna vond men zijn l^k in een on-
veranderden staat, en bet werd, nadat hQ heilig
verklaard wig, in &2i b^zet in bet Benedietg-
ner klooster Ardenne. Zijn naamdag valt op den
3den Nbvonber. Volgens de legende was hij te
voren een haiUtoahtdiJk liefhebber van bet
jaditvermaak, dodi de verB^jjntng van «en bert
met gooden horens, tn»dien welke lieh een
kmis bevond, leidde hem tot een be^iiegelend
leven. Niettemio ie faü nog altgd de patroon der
jagers.
Hnlmrtiisbnrv. 2ie Bu6er(«bury.
HnlMrtnBBlaatel, een retiqnte-drasi
alentel, if de slenlel, die St. Hubertvê (t 728), de
«chntpa troon, tegen de hondsdolheid, ten ge-
sdienke beeft gekregen van den paoc; vandaar '
de heelknnde de naam voor den üzeien horen „
het taorentje, dat hij bondadi^beid gebruikt
wordt, om de wond uit te branden.
Hntwrt van BlflanbaTvh, Witltm PeUr,
den llden Jali I8B1 te Zwolle geboren, de eerste
Nederlander, die een offieieelen graad behasMe
in de lidiamelijke opvoeding, w«Pd in 1902 artil-
lerie-of f iei er bb bet Nederiandsch leger, etndeer-
de gednrende S jaar aan de Uarveraiteit te Oent,
waar bg in Jnlj 19IS piomoveeide tot „Lieen-
eié en Edncation Physiqne". VMr dien tgdmnnt-
te hij vooral op aebernige'bi«d nit. Hij twam drie-
maal voor Nederland in de Olympische 9pelen
nit. was in 1910 tweede in den personeelen wed-
strijd op d« wereldtentoonetelling te Bniaael om
1914 twee kampioeniehappeii v
Amerika. Q«dniende bet eurMisiaar I91S— 1914
volgde hü aan de hDogesehool te Spriiwfïeld
(MaasaiAasetts, U. S. A.) nl. het „Young Heu's
Chriitian Aaaoeiation Training College" eoliegec
oit de drie verechillende Mndiejaraa, en pro-
moveerde in Jnli 1914 tot „Master ol Pfayticsl
BklucaUon" op het proefschrift „A critical stodj
of Swedkh OTmnaatiet" met den graad „Worthy
ol very high pri<e". H^ is thans bü de Marine aan-
^steM als aoviaeni voor de liefaamelgke opvoe-
ding. Van zqn hand Tersehenen de navolgende
werken; „Een poging tot betordering «mi de
S^ermkunst in Nedailand", „Bet Zweedacbe
stelsel van Qfmnastiek". „Beschouwingen
gymnaetiek, naar aanleiding van het Rapport der
SÓboommiesie voor de gjmnaatiek, ingesteld dooi
de StaatseommiMie tot reorganisatie van bet
Onderwijs" (brocbure). „Snr Ie rAle dn Pied dut
l'éMvation sni les pointes des piodt" (broehnre)
en verder publiceerde hjj tal van bgarageit in
buitenlandsche Ijjdsdiriften.
Hnbtn, Jeon Hubert, een Belgiadi ietterkui-
dige, den I6den Jnli 1764 te Hoei geboren en den
2dea Fri>rnari I8S8 t« Brnasal overledea, sebraef
eeni^ Fransebe romans, gedichten en too&ed-
atvkies. £en bloemleiing nit lijn «erken, door
A'. Loumyer, met een levensbericht van den
BchrifveT, verscheen te Binssel is 1852.
Habmaler, Batlhatar, een Wedeidoi^ter nit
de dagen der Hervorming, omstreeks bet ja«r
1480 te Freiberg b|j AngsBarg geboren, atodeer-
de te Freibarg in de Breiagan, volgde in 1512
lijn leermeester Sek naar T^olstadt en werd al-
daar god»dieoetleenaT eo proleosor in d« theolo-
|ne. In 1516 was bij pastoor in de Dunkert te
Regensburg, moest, ale verdacfit van hciror-
mingagezinde gevoelens, de etad v«rlaten en werd
in 1522 ^tMr te Waldahat aan den B^o. Hier
schreef hij „Aebtzehn Scfaloasreden, aie betreffen
ein gani ebristljcb L^Den, woran ea gelegen iat"
(1624), bracht de burgers van WaldalMt tot het
aannemen der Hervonning, maar ring idf ver-
der door den kinderdo(^ te bestrijden, Üet over-
heidaambt te verwerpen «nz. Tegen bet einde
van 15^ nam bij de vlucht naar Znridi, toen
naar Moravil, kwam er in 1527 in de macht van
koning fsrdinand, werd met zijn edit^noote m-
vankelQk naar Weenen gebraebt en stierf op M
HUbnsT, Ji^unn, een Dnitsdi paedagoog ea
sehTqver, den ISden April 1668 te TBrehan in het
district Bantien geboren, werd in ISM benoemd
tot rector aan een echo<^ te Mersebnig en later
te Hamburg, Van ijJD band bestaan „Zweimal 52
Buserleeene biblitcbe Historiën", het eerst nil-
gegeven in 1714, maar wel lOO-maal herdrukt of
«ngewerkt, alemede „Kone Frigen aus der alten
und neoen Qeograi^ie" (1693), welke nog voor
lijn dood 36-maal taerdmkt werden. Daarenboven
beeft bij een aantal andere geschied- en aaidrgks-
kuDdige geschriften in het licht gegeven. Hg
overleed den 21sten Mei 1731. Zgo methode, om
landkaarten slelseknatig te klenren. ia bet eerst
in 1702 door Homanii te NetirenlMig in toepas-
sing gebrast
DigilizedbyGoOglC
HÜBNëK-^ÜBRËCBT.
Zijn lOOD, JoAimn Hübner, oTerled«D ali «d-
THflat te HiuubDTK den 26fiten Haart 1753, heeft
onderKbeiden weneo vaa zgn vader vervolgd of
opnieuw aitgegeven, zooaU het „UneewD geogra-
phicam" (1726), en schreef lelt „BiUioUieca ^
nealogica" (1728), benevens een „Vollat*ndige
Q«ogra{Aie" (1780, 3 dln.).
HttbDST, AlesmideT, graaf vM, een Ooiteo-
rijbscfa lüuttBinan, den 2e«ten Noveoibei ISll te
Weeaen geboren, studeerde «Maar en trad in
1833 in den diplomatieken dienst. In 1849 wetd
bjj gevoliuaejitisd minieter b|| de 2d« FraoBche
Bepubliek, een oetrekkiog, welke hij ook na de
stichting van het Tweede Keiieirijk behield. 'Hg
vertegeowoordigde Oostenrijk op het Congres te
Parijs in 1856. De woorden die tIapoUon lil op
de nieDWJaarsreecfjtie van 1859 tot hMn qirak,
werden algemeen opge>vat aU een aanwjjiLDg op
den naderenden oorlog tnaedieD Prsokrqk en Ita-
lil. Bij bet nitbarsleo van dien ooriog keerde vrm
Hübner naar Weenen terue, mur werd weldra
met een bnitengewone lending naar Napels be-
last. Nadat hg eecige maatMJen ali OoatenrijkKb
Ïtzsnt te Rome vertoefd had, werd hij den ^sten
iU*istuB 1859 belast met de portefeaille van
Politie in bet kabinel-RMAberj, doeh tegde h
reeds na 2 maanden neder, en werd* tegen het
laatst Tan 1865 geunt bij den paos. Hier maakte
hg overig gebrnik van belangrijke gesefaiedknn
dige bronnen, «Male bigkt ait iqn voortreffelöki
biografie, getiteld: „SiituB der FDnfte" (2 dln..
1871). In 1867 nam hü zija ontslag ait den
staatsdienst, werd in 1879 lot levenslang MA van
het Heerenhuis benoemd en in 1888 in den gra-
venstand opgenomen. iHg setireet nog: „Ein 6pa-
lieigang om die Welt" (7de dmk 1891), „Dnrch
das Britieebe Reicè" (ade dmk 1891) en „Ein
Jahr meines Lebens, 1848—1849" (1891) en
„NeanJahre Grinnerungen; 1851—1859" (2 dln.
1904). Hij overleed den SOsten Jnli 1892 te Wee-
nen.
HttbiMT, Ewwt, een iDnitiefa philoloog, den
7den Jnli 1834 te DQBieklorl geboren, stadeerde
te Berlgn en te Bonn, reisde van 1855 tot 1857
in Italit, vestigde lich ala privaatdoeent te Ber-
lgn. beioeht in 1860 en 1861 S^nje en Fortngal
en werd te Beiign in ISflS buitengewoon en in
1870 gewoon boogleeraar in de oow letteren en
tevens secretaris van het ontttieidknndig ^noot-
schap. Hiibner overleed den 2lEten F«braan 1901.
Hij sdireef: „Eptgra^iacbe 'Reiseberiohte aas
Spanien nnd Portal" (1861), ,J)ie antiken
Bildwerke in Madrid'' (1362). „Inseriptiones Hia-
paniae latinae" (1869), „Inseriptiones Bispaniae
chriatianae" (1871), „Inseriptiones BriUnmae la-
tinae" (1878). .jDscriptionee Britanniae diristia-
nae" (1875), „Qrnndriss ïh Vorleeungen tlber die
lateiniaehe Orammatik" (2de druk 1881), „Omnè-
rise in Torleanngen fiber die Qetchiehte nnd En-
ijklopidie der klassisehen Philologie" (2de druk
1889), „Grnndiiss in Vorlesangen Ober die rS-
misobe Literatargesehiebte" (4de drnk 1878),
..OrnndriM in Vorlesnngen Itber die Orieehisehe
Sfntax" (1882), „Eiempla seriptarae epigr^^i-
eae latinae" (1885), „Argneologia de Espsna"
(1888). , J)ie lömiecbe Herrsehalt in .West-Earo-
fia (1890) en ,Jionumenta lingnae ibericM"
1898). nahner redigeerde Tan 1866 tot 1881
„Hennes" en van 1868 tot 1873 de „ArobAologi-
scfae Zeitnog".
Hnbraolit, Ptml FranfoU, in 1829 te Leiden
getwren. atodeerde aan de LeidBche hoogesdiool
en promoveerde aldaar in 1860 tot doctor in de
tieide reditcn op een proefsdirilt, getiteld: ,J)e
ë.re qaod dicitnr eonunentatio apud Romanos".
Ü vestigde jieh in iietxelMe ja«r als advocaat
te Rotterdam en was daar »n 1859 M 1869
r«(Ater-pla*t8verTaDger. In laatstgenoemd jaar
werd hg benoemd tot secretaris-generaal van bet
departement van binnenlandsdie zaken. Van 1891
tot aan zijn dood was hii lid van den Raad van
State. Htj overleed den 7den Juli 1902. Zjjn voor.
naamste gf«eiiriften ign: ,J>e kloosters in Ne-
derland en de Tr|jheid van belijdenis" (1861), ,J>e
grondwet met aanteekeniogen der gelijksoortige
Nederland en hare nitvwring" (1879—1884, 15
dln.), „Draper'e geschiedenis van <fe worsteling
tnaadien gwlsdienet en wetenschap" (ait hst En-
geUeh voor Nederland Iwwerkt, 1877. 2de dmk
1887), ,4)e wet op het la^er onderwjis en de daar.
bij beboorende verordeningen" (1838, Isle ver-
volg, 1889), „Ons eomeentei«ebt in gevaar. De
toepassing van art. 144. 4de alinea, van degrood-
«et op de gemeenten Weststellingwerf en Opstei-
land" (onder den sehnilnaam Jfeneiinit Agrippa,
18M), „Kiesrecht en onderwija" (OvetdrnJi nit
,J)o(n) Oidg", Uei 1899), „Het laalige pont"
(1901). Hq was mederedaetear van de „B^ngea
tot de kennis van het «taats-, provindaal- en ge-
meen tebestnnr in N«der]aiMl" on rodaetenr van
het , jaarboek van bet onderwgs in Nederland".
BnbrMdit, Bemi FrmfoU RwMphe, in 1344
t« Vlaardingen geboren, was van 1868 tot 1880
direetenr der openbare haDdelsscbool te Amster-
dam, richtte in 1881 de Nedeilandaehe Bell Te-
lefoon MaAtschapDg op, waarvan hij no^ steeds
directeur is. is séaert 1875 lid der Ciuumissie be.
last ntet bet afnemen d«r eiamens voor de be-
tiekking van teerling-eonsal, sedert 1889 lid der
Kamer van Koo^andel en Fabrieken te Amster-
dam, sedert 1893 lid der Provinciale Staten vas
Noord-Holland en sedert 1901 lid der Tweede Ka-
voor Amsterdani I. ffii aiAreef: ,3<t Neder-
landsch cosanlaat wezen. Beseheiden betreffende
ijjne organisatie" (1890). Hg is medeoprichter
en was eenige jaren mederedaetenr van het tijd-
schrift „Eigen Haard".
Hnbrsoht, Andiromu AnuM Wültm, een
Nederland ecb dierkandigc, den 2den Haart
1358 te Rotterdam geboren, werd in 1869 student
aan de Polyteefanisohe school te Delft, ging ia
1870 over naar de aniversiteit te Utreeht, was
gedurende den cursoa 1878 — 1874 leerling Tan
-rof. Saknka te Leiden en daarna assistent van
eze te Erlangen en voltooide in 1876 iga st«-
dien te HeidetSerg. Den 22Bten Oetober 1874 pro.
moveerde hg te Utrecht in de plant- en dier-
kunde op het proer«(Arift: „Aanteekeningen over
de anatomie, histologie en ontwik kei ia g^esclile-
denis van eenige Nemertinen". In 187S werd hg
conservator voor vissehen aan 's RHks Hosenm
voor natnorlgke historie te Leiden. In 1882 aan-
vaardde bg het ambt van hoogleeraar in de loO-
logie, ^eigelijkende anatomie en phTsialogie aan
D,o,l,zedb,GoÓgle
HTJBSBOffr— HUCH
At nniTcniteit te Utrecht met de rede: ,J)e
sDeld« ODtwikkeliog door «eistgebooite". In 1910
TerwJMehle h^ dit unbt toot het bniteD^twoon
lioogiMnanMnbt urn dezelfde luiTereiteit, om
liefa geheel te kannen i*)jden aan het embr;ol(
gisch ondenoek. Al( loodanig bleef hij weTkisMD
tot iqn overiqden, den 2lBten Uurt 1915. Vol-
gena lün «enidi werd ign (toffelgk oTeibljjftel
ter bcBChikking Ttn de weteDecbap gesteld. I/h-
breeht wu een OTettnigd Danriniet, ale hoedanig
hg groot beline atelde in de Tiug na&r den «or-
■prong «D de afitunming der gewervelde dieren.
Eerst bad hg dcK vraag traohUn op te helderen
door agn ttndiin omtrent Nemertiaen, later door
een ondersoek der embryo's Tan loogdieien. In
1»U uur Zuid-Afrika. Verder werkte .
1874, 1878 en 1906 aan bet ZoSlogiMh station
te Napels. Hubrtekt was doctor Aonoru eauta
Tan Ttraehillende Engelsohe, lerBche en Sehot-
•ebe boogCKhokn. M» aeeretarii Tan de „Maat-
•ebappg ter bcTordaring Tan natunrkaodlg on-
denoek der Nederland seoe koloniin", welk ambt
hg bqna 20 jaren TeiTulde, maakte hg liefa leer
Teidiensteltfk. In -1911 richtte hg het „Institut
international d'Smbryologie" op, dat te Utrecht
werd gevestigd en waarran Dg lelt aeeretaria
w<rd. Sji wae lid Tan tairgke cooiiniisita, o. a.
Tan de staatscommissie tooi het lalmrraagitik,
vao de eommlute Toor de invoering Tan den Mid-
den-ËBropeeMben tgd hier t« buide, em. Van aün
tairgke geaehriften noemen wij: „Dai Roobkelet
der Huloc^balen" (1S76)), „Itis genera oi Earo-
pean NemerteaD* etitieallj reTiaed" (1679), Ter-
aebiliead* Terbandelingen, aan de anatomie der
Nemertinen gewijd, „Report «n the Neniertea, col-
leet«d br a M. S. Oh^lenger" (1881), „Proneo-
menia Kuiten with remarkt on the aaalomj of
tbe Ampbinenra" (1881), „Tbe aneestral froms
of the ChordaU" (IB8S). ,j'roeTe eenei ontwik-
kel! BoageaehiedeniB van Linena obscorns" (1385)
en ,.Dond«rsia Eestiva. genos «t species nova"
(1888). Hg was mederedactenr Tan het „lijd-
•ebrilt der Noderlandsche dierkandige vereeni-
ging" en Tan „De(n) Oidi", terwijl fa^ngrüke
studies Tan ii|o hand in de „Verband el i ogen oer
Soninklüke Academie Tan Wetenschappen", bet
„Qnarteny ionrnal of mieroieopial seienee" eni.
Teiaeben en. Verder vallen te noemen: ,J)ie Kmoi-
blaae von Tarains" (OTerdmk ntt .^eatsehiitt für
Carl Gegenbaner" 1896). „Tbe deseent of the
primates. Leetnres" (1897), ,J)e eTolutie in nieu-
we basen" (Reetoiale redevoering, 1902), „De
plaats der TergelükeDde embrjotape in bet hoo-
ger oDdetwgt" (Rede. 1910).
Tflllwfilimtiiii. Johaitn Htiarieh, eenDnitsch
taalkundige, den Isten Juli 1848 te Erfnrt ge-
boren, stadeerde te Jena. Tnbingen, Leipiig en
Haoclien, teatigde tieb in 1875 te Leipiig als
frivaatdoeent in de Arische talen, werd udaar in
876 baitengewoon en in 1877 te Straatibnrg
gewoon boogleeraar in de Teigetgkeade taalkun-
de. Hij OTerleed den 21sten Januari 1908.
Hij (chreet: „Ein Zoroastrtaehes Lied" (1872^,
^nr Kaanstebre" (1875). „Zur Oesehichte Arme-
aiens nad der ersten Eri«ge der Araber" (1S75),
,J)ifl Umacbiettinng der iianischen Spraehen and
des Armeniscben" (18S2), „Armenische Stndien"
(1 883), .J>aB in do-ge rmani«ehe Vokalsystem"
(1885), „Et;inoloeie nnd Laatlehre der oaaeti-
fichenSpracbe"(1887), „Peiüieebe Siudien" (1695)
en „Armeniscbe Orammatik" (1897).
Hdo, EvaruU Regii, een Franuh KndeÜng,
' Isten An^nstos 1813 te Toaloase geboren.
trad in de Orde der Lazaristen en begat licfa in
naar C^ina waar hjj als lendeling werk-
bleef. Vandaar deed bodeen tocht naar Ti-
1 keerde in 1B5S naar Frankrijk terug. Hve
oTerleed te Psiijs den 26sten Maart 13S0. Hij be-
schreef de door bem beiocht« landen in onder-
scbeiden belangrijke werken, xooals: „Souvenir
d'an vojage dan« la Taitarie, Ie Thibet et la Cbi-
ne" (1850. 2 dlo.) en .Jj'empire cbinois" (185S,
2 dln.). (Xik aehreef hü: ,jJe Christianlsme en
Chine" (1858, 4 dln.).
HoobaUiU (Üekubatdw of übddut), een
mnziekgcleerde en monnik in bet klooster 8t.
Amand in Vlaanderen, omstreeks S40 geboren,
werd in 880 tot priester gewgd en overleed den
25iten Jani of den 21sten October 9S0, of dea
aOsten Jani 932 te St. Amand. Zün naam
speelt een rol in de geechiedeni< Tan bet Orga-
num (zie Orpel), daar hg den Ttgeren vorm van
deie orimiticTe Teelstemmigbeid. te oordeeten
naar de bem toegetdi reven werken .Jlarmonica
iuBtitotio", „Musiea enebiriadis" en „Scbolia ma-
sica enohiriadis", lan^iacnerhand meer tot roort-
geiette parallelbéweging in qninten en octaTen
sebematiseerde. Werielgke Terdtensten beeft bg
als Tooriooper der hervorming van het noten-
schrift door Quido tan Arttto. Borendien liet
bü gedichten en leveaabetebni vingen van Heili-
gen na. bgv. „Vita S. Lebnini , dat belaagrgk is
weRens de daarin med^edeelde ond-Sakaiscbe in-
steTüDgen.
Bnoh, Riearia, een Dnitsoh tebirijfster, den
18den Juli 1867 t< Brunawgk Beboren, studeerde
te Znriefa, promoveerde er in de philosofie. werd
in 189] seeretaresw aan de etedeQ|ke bibliotheek
en was tot 1896 ook aan een meisjesschool werk-
taam. In 1898 huwde zg den arts If. Ceeoid en
woonde tot 1900 te TriEst. Tervolgens te Vfln-
ehen en vestigde lieb, nadat haar howdgk in
1906 weder ontbonden was, te Brunswijk. Haat
eerste werken: bet falgspel ,J}er Bandesi^wnt"
(1891), bet drama ,^041" (1892), baar „Gedich-
te" (1694). onder d«n s^DilnaUD Tan Rvshard
Hugo, „ËnMilnngen" (1897) en „Fra Celeete
und andre NoTellen" (1899) trokken niet bijzon-
der de aandacht. Andera was het met den leei
levendig gesebieTen fataliBtiseben roman „Erin-
nemngen tod Ladolf Ursteu dem JOngeren"
(1892), waarop Tolgde het stemniagrgke. in de
oude volkawgaen van Tritst spelende „Aas der
Triumptigaase" (I90I). Haar beste werk is „ViU
Bomninm breve" (1902), eveneens een fafalisti-
scbe roman, ongemeen rijk aan geest en innig-
heid en van een levendige maar niet buitenspo-
rige vertieelding. Hinder bevredigde het faoUs-
liscbe ,.Von den Königen imd der Krone" (1904).
Een leer fgne, weemoedige bomor kenmerkt den
bandd ..SeitenblaBen" (1905), die soms aan Holf-
numn doet denken. Sedert heeft de sehrijfster
lioh op het gebied van den bistoriwben roman
begeven en wdiswaar zeer persoonlgke en fris-
D,o,l,zedb,GoOgle
HOCH— HDDSON.
afbreuk deed. Deie weiken lün: ,J)ie Verteidi
gaag Roms" (1906), ,;Det KMnpt nm Itom"
(1907), ,J>»8 L^n des Qnfen Federigo Conf&-
looieri" (1910) en ,J)er groue Kiice in DeatBch-
laod" (1912). Botendiea sdiieef ih: „None Qe-
dicbtc" (1907), „Der ktite Sommee', een Tertel-
ling in brieTen (1910), benevens de etudiSn, „Die
Biateteit det Romnntik" (1899). „AusbieitnnK
nnd Verfall der Boinsntik" (1902), tiree fanndelt
schitterende, vooral pnohologiBebe literaii-hiB-
toriidie eisftji „Ootttned Keiler" (1904) en „Aut
dem ZeiUlter de» lUsoigimuto" (1908).
Hnohtonbnrsli, Jtm *<ni, een NederUadieh
aehilder, in 1646 Ie Hurlem geboren en in 1733
te Amiteidam overleden, wu een leeiling Tan
TAoMM tffofc. Hü schilderde portretten en mi-
teigeveohtan, waarvan het figkamnsenm te Ani'
sterdam er eenige beait.
Hndda, JoMN, lieer wm WenteraH, een Ne-
derlandMii wiakaMige, in 16SS (vtdiMiB anderea
in 1640) te Aauteidión geboren, stndeerde in jgn
Cortettad in de rediten en in dn wiaknnde en
F licb in 1659 ter voltooiing iqner stodiln
naar Sanmnr in Frankrijk. Te Amsterdam tenig-
gekeerd werd hq eerst tot sefa^en en in 167^
tot burgemeester gekoien, welke waardigheid hq
daarna nog 19 maal b«Ueedde. Wegens ign be-
kwavDheta in de wiiknnde werd nem meniee
belangrnke taak opgedragen, looala bet toeiient
op het lemen der Amstelslnia, in 1672 bn den
inval der Fransehen iiet «tellen der inandatiên
ter beveiliging der stad, het heramen van een
ontwerp tot een nieawe waterkeerin^ aan het
V eni. Hg deed belangrijke ontdekkingen, die
hq in memoriaal opteekende, dat «ehter is ver-
loren gegaan. Hen oeeft oog van hen: ,J)e de-
dnetioM aeqoatloanin" en ,J>e maiimia et mini-
mie epistolae II" welke laatste verhamleliag ver-
taald en onder d«i titel .Jlethode des tangen-
tcs" in het ,4oamal littéraire" van 1713 opge-
nomen is. Zqn „Aanmerkingen over het bewnien
der eigenaehtppen van den drkel" werden 40or
Vm Sekooleu nitgegeven, terwöl hg in 1S89 een
werktuig uitvond oen bet water van de Amster-
damsebe grachten te intveren. Leilmtt beaocht
bem te AÜMterdam en getni^, dat hg de eerste
was, die een volledige oploaemg gaf van de qua-
dratnnr van den hn)erb<>ol, alsook van het vrug-
Btnk om de lergell^ing eener kromme te vinden,
die door een onbepaald aantd pnnt^n kan getrok-
ken worden. Hg overleed den ISden April
1704.
Hnddaistleld, een stad in bet Engelsshe
eraafBchap York ligt op een henvel op den lin-
keroever der Colne, aan den spoorweg van Man-
chester naar Leeds en aan het Hanchester'Hud-
derstieldkanaal en tdt (1911) 107 S21 inwoners.
Zg beiit vele aaniienlqke g^onwen, kerken, een
koepelvoimige lakenhal, 3 colleges, een band-
werlcBsehool, een groote tornhal, een stekenhniB
en een atandbeeld van Soberi f eeJ. Zg is een
hoofdsetel der vervaard! giv van wollen atoflen,
vooral van lakens en fgne damtskleedereB, katoe-
nen stolfen en tapgten. Ook worden er linnen
es igden stoffen geweven.
Hndlc, ferrand IFioIey, den 26sten Decem-
ber 184S te Botterdam geboren, beiodit van 1858
tot 1361 het EoDinklgk Institnut voor de Uari-
ne te Willemsoord, mukle daarna, op versohil-
lende oorlogsBchepen, reiien aaai West- en Oost-
lodie, Anetralia en Japan als luitenant ter lee
2de en 1ste klasse, en had een werkzaam aandeel
aan de expeditïea naar Simonoeeki en naar de
kust van Oninea waarvoor hg. door zgn dapper
gedrag, benoemd werd tot ridder ia de Militaire
WillemBorde 4de klasse «n later het eereteeken
voor belangrüke krngBbedrüven ontving. In 187S
werd hg aangesteld als coef van de afdeeling
Uateried aan bet departement van Marine te
Batavia, daarna te 'B-(}tavenhage toegevoegd aan
den Inspecteur van 'e Ilgks Stoomvaartdienst en
Tn I88I werd hg benoemd tot Inepectenr van de-
zen dienst. In M«i 1S&4 werd hg benoemd tot
Directeur der Koninklijke fabriek van Btooin- en
andere werktuigen te Amiterdam, welke betrek-
king hg 6 jaar bekleedde, om daarna als Direc-
teur der Bell-Teletoon Maatschafwg weder in sün
geboorteplaats leing te komen. Daar genoNnde
Haatsehappg in 1896 door de gemeente Rotter-
dam wera overgenomen, fing ook hg in gemeen-
tedienst over. Hji beeft dit ambt vervuld tot een
ongeneeslijke ziekte hem dwong in 1904 ontriag
aan te vragen, Btidig overleed den Sisten De-
cember 1904. Hö was in 1889 medeopriehter der
Nederlandacbe Vereeniging van Werktuig- en
Scbeepsbouwknudigen en vanaf 1692 met ueehts
korte onderbrekingen haaj voonitter; ook maak-
te hg den overgang deier vereenigang tot Vakaf-
deeling van bet Koninklijk Instituut van Inge-
nieurs mwelgk. Verder wa» hij o. a. Directeur
van hel „Bataafscb Oeuootsehqi der Proetonder-
vindelijke Wgebweerte".
Zie ann levennesdirDving in: „De Ingenieur"
(I9M, Wi. 74 V.V.).
HndSi achter natnurwetenBc^ppelgke namen
is de afkorting voor WilUmn Hudmm, een En-
gelseh nlantkundige (1730—1798), den sehrgver
van „Flora auliea" (2 dln„ 3de druk 1798).
HUdson, de voornaamste rivier in den Noord-
Amerikaansdien staat New-Tork, ontspringt In
bet Adirondae gebergte ter hoogte van ongeveer
1200 m. boven de oppervlakte der lee uit 3
takken, welke xieh 65 km, beneden hun oorspi«nff
vereenicen. Na een luidwaartscben loop wendt
ig lieh b|j de JewiHtswatervallen oosiwaarta,
beschrglt bg de Hadlejwatervallen een grooten
boog en neemt bij de (ilenswatervalten weer een
luidelgke riditing aan, totdat ig in de Baai van
New-York uitmondt. Z^ is slechts 521 km. Unc,
doch een der gewichtigste waterwegen van Noorc-
Amerika. Van de Q lens watervallen tot aan Ttot
beeft lij onderscheiden stroom versnellingen, docD
na dat punt vertoont a lieh als een aaniienlgke
rivier ter breedte van 500 tot 700 m. Haar verval
is Eoo gering, dat ebbe en vloed lot boven Alba-
ag bemerkbaar xgn. Tot aan de stad Eudsou is
zg voor zeeschepen bevaarbaar, en groote atoom-
booten bereiken Alban; (240 km.), tetwgl kleine
vaartuigen tot Waterford (268 km.) kunnen ko-
men. De Mobawk Teibindt den Budson door mid-
del van het Er ie- en Onondagakanaal mei
bet Erie- en Ontariomeer, terwijl een an-
der kanaa] hem in verband brengt met het
Chan^lainmeer in Canada, en bet Delaware- en
DigilizedbyGoOglC
HUDSON— HÜE.
Hudsonkanul met de itMnkdea^«t)i«dca vaD
Peaneylvanie en DeUwkre. Hjj Tonnt voor ign
moDdiDg de Bui van NewTork, wucdiwr den
sUd tot een der beste hiTeas tad de wereld be-
hoort.
Hodsoii, Renry, «en Enzelich leeman, deed
in 1607 met «en ktein sobip, bemand met 10
matToten, een ontdekkingstocht otn een noord-
oostelijke dooivsAtt naar Ohin* te Hteken, drong
Toi in de Pooliee door, doeb moest in September
niBT Engel md teiugkeeren. Op een tiweeden
tocht in 1608 bereikte hg Nora-Zembla. Era
derde leii TOJToerde bij in 1609 op kosten der
Nederlandsch Oost-JndJsdie Compagnie. De faoop,
om etn noordoostelüke doorvaart te vinden, li^'
b'i varen, stevende naar Straat Davis en bereikti
op U* N. Br. den mond der naar hem genoemde
Hadtonriiier in Amerika. Zgn laatste reis deed
hjj met een Engetseh vaartaig; in April 1610
uitieilend, bereikte hg in Jnni Groenland, vond,
westwaarts koershondend, de straat, die eveneeni
IQU naam draagt, kwam aan de kast van Labra-
dor, en ontdekte daarna de groote baai. thans de
Hndsonbaai geheeten. Hoewel ijjn voorraad van
levensmiddelen niet groot was, nam fag bet be-
slait, hier te overwinteren en in het voorjaar ign
ontdekkingen voort te Ktten. Het harde leven
bracht zün manschappen echter aan het muiten
en toen eg dreigde, sommigen aan land te ml-
len letten, maakten de matroten lieh van hem
meeatir en gaven hem met ign loon en eenige
aanhangers in een boot aan <k woede der golven
frgt. Wel werd die euveldaad door Priekef, den
s^ecfwklerk, bekend gemaakt, d««h alle pc^n-
gen, om hem oo te sporen, bleven vmehteroos.
Zie: H. C. Mur^jf, Henry Hndson ' " "
HoHand
.__ .__.„ ___ ^.^, Den
Haag
Hndaonbaal is een groote binneniee in
Noord-Amerika. Zj} heelt een oppervlakte van
± 1 220 000 T, km. en ligt tasedten Ubrador,
Keewatin en de Fooigewesten. Zq is löOO kfn.
lang, 960 hreed en gemiddeld 130 m. iliep. en
door de Hudsonetraat met den AtUnliseben Oce-
aan, door bet Foikaoaal met de Foolzee verbon-
den. Er ign onderscheiden kleinere baaien, too-
sIb de Jamesboai in het zniden en de Fort-Nel-
aon-, Button- en Cbesterfieldbaaj in bet westen;
iji is vol zandbanken, klippen «n eilanden, van
«elke laatste Sonthampton bet voornaamste i«.
Ondeiscbeiden rivieren monden er in uit, looals
de Churchill. Nelson, Severn, Albany, Uoose, Bu-
pert, East-Main en Oreat-Wbale. Oednrende 4
maanden is zg bevaarbaar en den overigen tgd
van hel jaar met d rij f öe gevuld. Toch wordt voor
den korenuitvoer nit de Prairieetaten van Canada
een spoorweg aangelegd van Wïnmpeg naar York
Factorj. De Hndsonstraat, wellicht ook de Baai,
werd reeds in 1517 ontdekt door Cabol, doch be-
varen en van een naam voorzien door Ifenry Hud-
MM in 1610. Andere leevaaidert, die deie baai
bezochten, waren Button en fn^om (1612), Bylot
en Baftin (1615) Jfunft ait Denemarken (1619),
Fox en Jamei (1631) en later Pany e. a.
HndaonbaallMideii noemde men vroeger
het by den vrede van Utrecht (1713) aan Enge-
land toegewezen gebied rondom de Hndaonbaai,
dat behalve de guoloniseerde provinci» {tettted
Cvineeti in het Z. O. (Canada, Xieuw 8^ot-
d ent.) en de eilanden der Poolwereld, grteel
Britech-Noord-Amerika (lie aldaar) omrvatte. Na-
dat reeds in 185S het N.W.-nltietl of Nieow-
Caledonil onder den naam Britsdi Columbia
(ue aldaar) met bet eiland VaDConver afgeadiei-
den waa, «telde, na de overnenine (1860) Tan ^
Hvdsonbaaicompagnie, de EneeUne regeering ia
187U de provincie Mautoba ^ie aldaarj, in 16^
de distrieten Aasiniboia, Alberta, Sauatebewan
en Athatiaska (lie de alionderlgke artikelen) «■
later Eeewatin (zie aldaar) ia, hoewel ook de
oude naam toor de jachtgebieden der voormalige
Hudsonbaai landen in ffebrnik Jbleel. Het geogia-
fiseh onderaoek dier landen werd eenigen tgd
belemmerd door de gverzncht, waarmede de Had.
■onbaaicompagnie haar rechten bewaakte. Eerit
na <ie boven vermelde bestunraindecjiitgen ea i>et
aanlegen van de Canadeesriie Paeifieipoorwegen
is onie kennis omtrent deze laiulen grooter ge-
HiidM>n-Fiilt«zi-t««(t is een in New-
York in September en Oetobet 1900 te laad en
te water gevierd feest, ten eerste ter eere van de
ontdekking van de Hndtoorivier door den Engel-
sehen zeevaarder Henry Budion op een zgner ont-
dekkingsreizen (1609), wat van beteekenis waa
voor de stichting van het latere New-Yoil:, aan
die rivier gelegen, en aan de uitbreiding der ko-
lonisatie in iet binnenland voornamelgk richting
beeft gegeven, en ten tweede ter eere van den eer-
sten tocht van bet door Soberl Falton gaboawde
stoomschip „Claremont" op den Hndson in An-
gnitue 1307, waardoor de stoomaebepen onder 4e
verkeMHüiddelen werden opgennnen. New.Toik
hield zidi voor de viering van dit dubbele feect
niet aan de historische oata, maar ccMobineeide
beide gebeurtenissen en verlegde ze naar den
mooisten tgd vaa het jaar aldaar de weken vMr
en na 4en Isten Oetober 1909. Het indmkwA-
kende feest werd georganiseerd onder leidintf van
Herman fiüMer, de uit^ver van de New-York-
B^e Staataeonrant. 'Door verschillende mogend-
heden werden oorlogwebepen en vert^enwoordi-
Grg ter gelegenheid van dit feest geionden. Er
jen in de New-Yorksehe haven geurende deze
feestelijkheden 54 Amerikaaugehe, 5 Eagelidie,
4 Dnitsebe, 3 Pranscbe, 3 Oostenrgkache en 2
Italiaaneehe oorlogssebepen en van Nederlaad.
Argentinië en Cuba ieder een. De water-
optocht, die, behalve uit de oorlogsschepen, alt
hottdetden koopvaardgsdiepen bestond, werd voor-
atg^Mn door twee aehepen, die getrouwe ' na^
boÓtsingen waren van Hudttm'a „Halve Haan"
en FulUm'» „Claremont".
Hodaon SsOW», Zie Lom.
HndaenstraAti Zie Btidtonbaai.
HnA of Hoei, ook Tkoea-Thien genaamd, de
hoofdstad van Ansm in Aohter-Indii en teveas
de voornaamste handelsplaats van Coebinebina.
ligt aan de rivier van dJen naam. 15 km. van
de kust, en telt (1914) 60611 inwoners. De itad
Fiansehe ingenieurs leer versterkt. Zg
heeft voortreffelgke buiten- en biDueawerken,
een citadel, een muur ter hoogte van 20 m., bree-
de gratAten, een getehulgieterq en groote ma-
gazijnen, arsenalen en seheepstimmerwerven, aan
een door de etad gelegd kanaal gelegen. Op de
DigilizedbyGoOglC
weneo boowt men oorloguehefwn in Europee-
Mben trant. De koning bowoont een rnim en ver-
atetkt pdeis, terwijl it meeste woningen tu
Iwmboe verTaardigd ign. Door liet trutait Tan
Mei 1884, tuwdien Frankrijk en China te Tien-
tin gesloten, waardoor Frankigk faet protecto-
raat lerkreeg orer Anam eu Tonkin, fieeft dexe
ttad TOOT Frankrgk een gioote bet«ek«iiis gekre-
gen. Het protectoraat «erd door een opatand be-
twist, waarna de oorlog in Anam uitbarvtte, die
echter in 1885 door «en vredearerdrag met (%ina
«en einde nam.
Hnsbnatonuiffo, een depaTtemenl der re-
publiek Guatamala, telt 125 000 inwanera. De
seljjkaamige hDofdïtad, op een hoogvlakte gt-
^en in bet brong^ied tu den itio Chizor,
telt ongeveer 10000 inwoners. In de nabglieid
vindt men loodgioeven en mlnen van een onde
IndianeHtad.
Hmlvai een Spaaneehe provincie, ligt tn>-
eeben de provineiea Cadii, Sevilla, fiajadoi, Por-
tngal CD den Atlantisehen Oceaan en telt op
1013S T.km. (1910) 309 627 inwoners.
HnalTK, de hoofdstad van het gelijknamige
district (lie aldaar), ligt op den linkeroever van
den Odiel, die li^ iets verder benedenwaarts
met den Bio Tinto vereenigt en alt iRio de Hael-
va in den Atlantiaehen OcMan uilmondt, aan de
^oorljjnen SevHla— Sneiva en Huelva — Zafra en
telt (1910) 28 392 inwoners. Hen viadt er een
kerk (vroeger modiee met een minaret), over-
bljjtwlen van een onde Romeinsche waterleiding,
een middeUtBre sdiool, een edioowtiarg, maehine-
labrieken, maimetalijpenjen. e^Mitortechterijen,
TiK^vangat en een levendigen bandel. De ge-
middeld */« km, breede haven ie niet tegenstaan-
de de landige monding voor Mb^>en van 7 m.
diepgang te Mreiken. In 1911 liepen 1435 sche-
pen oinnen. Uitgevoerd worden koperkies, gier-
pjriet, eementkoper, mannaoerts, kopervitriool
en wnn. Znidelijk van Bnelva ligt aan den mond
VBQ oea Bio Tinto bet klooster Sta. Maria de la
Babida, waarin Coiumbnt eenmaal een toevlucht
gezocht beeft, thani eigendom ivan den Jiertog
wm Momlfenaier, met een gedenkteeken ivoor Oo-
Amibw an een prachtig mtiiebt.
Bnraa, Kor), Trgheer von Hoimngea, een
Dnittdi staatsman, den 24sten Oetober 18S1 te
Keulen geboren, studeerde te Berlgn in de redi-
tea en koos vervolgens de militaire k>0f4>aan. Hg
maakte develdtoehtenvan 1364. 1366 en 1870—
1871 mede en nam in 1873 al» majoor ign ont-
slag, om lieh aan hel tiebeer van z|ja landgoed
Groei Hahlendorf in Cki>per-Sileiie te wgden. Se-
dert 1S77 bdworde hij bgna onafgebroken tot het
Hnia van a^vaaidigden im Prniaen en van 1884
tot 1896 was hg lid fan den Bgksdag. In beide
Iteliamen voegde hij zich hg het centrum en toon-
de lieb bevriend tegenover de regeeiing. Hij
heeft «eh bekend gemaakt door de naar hem ge-
noemde „Lei Huene", vin 14 Mei 1885, waarttg
de verdeeling van de inkomende rechten op graan
en vee tmaetien den Pruisiseben staat en de ge-
meenten geregeld werd. Door de belastinghenio-
ning van 1S93 werd deie wet weder afgeschaft.
Sedert 1890 was bü lid van den Pruisischen
Staatsraad. Hü overleed te Oossensass in Tire)
den ISden Haart 1900. Hg «bTeeti „Beitrige lur
lESCtA. 52S
Qesehichte des OardegrenatUeisregiments KOnigin
Eliaabeth",
Hneppe, Feniimmd een Duilech hygiënist,
den Sisten Angnstns 1852 te Heddesdorl in de
R^iu)roTincie g^ren, studeerde te Berlün eo
werd ia 1890 hooeleeraar in de hygifine te Praag.
Hij ondeiioofat ue veranderingen in de melk,
werkte oy het gebied van waterverzorgiog, eport;
desinleetie, maar vooral op dat dei bacteriologie.
Eg toonde aan, dat bepaalde liektekiemen para-
sitaire aai^ussingavomen ign van microben, die
allerlei vannen kanoen aannamen, en dat hnn inlec-
teercnd TemMtfennithnnBaprophytiaine.d.i. Ihun
ontwikkeling boiten levende organismen, af te
leiden is. Hg trachtte immuniteit te verkrngen
door inenting met soortgelgke, onsehntdige oac-
teriSn. Hg schreef o. a.: „Die Methoden der
Bakterienloreehung" (WJeabaden, 5de dnik 18911;
,.Ue^ Beiiebangen der FSnlnis ia den InleK-
tionskrukheiten" (Berlgn 1887)i „Handfaneh
der ^ffiene" (Berlgn 1899); „U«ber die moder-
nen Sdonisationibeetrebuagen nnd die Anpas-
snngmOgliehkeit der <Ëuropfter in den TroMn"
(Berlijn 1901); „AlkoholmiMbraneh nnd ^sti-
neni''^ (Berlvn 1904).
HnaTOAl-OT*r%, eeü stad in de Spaansehe
Eiovincie Ahneira, Ugt in een dal aan de inid-
elling van den Sierra de la Jara, aan de qwor-
Iqa Lorea — Baga en beeft een nieuwe Bomaan-
sdie kerk «a ongeT«er 16 000 inwoners.
Hnarte (SpaaDseh = Ut. kortuÊ = tain)
noemt men in het Z. van Spanje een besproeid en
beboawd stuk land, in bet bqxonder de naaste
tninrük« omgeving der steden.
Hnarts, Vineente Qareta de la, een Spaanseb
dichter en letterkundige, den 9den Maart 1734 te
Zafra geboren, «tndeerde te Satamanca, werd be-
ambte aan de koninklöke bibliotheek, aan het
staaUsecretariaat, lid der Xoninklijke S^aanecbe
Acadernie, der Academie vMr Oeschieaenis en
der Academie lan San Fernando. Hjj was een
verdediger der oud-Spaaosche letterkunde teg«i
de toenemende Franseh-ktaaBteke richting. Hq
overleed te Madrid den 12den Maart 1787. Hg
schreef: „Biblioteea militai eapahola" (1760).
..Obras poeÖeas" (1778—1786, 2 dln.) en „Tea-
tro espaflol" (1785—1796. 17 dln.). Taal an Tcrs-
boaw geven getuigenis van lijn talenten. ''^~
hoort nog altijd tot de beste ^>aaDaebe stukken.
Ha«>ca, een Spaansebe provincie in Aragon,
grenst in het N. aan Frankrgk, in het O. aan
de provincie lierida. in het Z. en W, aan San-
gossa, in bet N.W. aan Navarre en telt op 15 144
v.km. (1910) 248'^7 ini
den Isnela -(een zijrivier Tan den Aleanadre) be-
sproeid <hl. aan die apoorlijn Tardienta-Huesca-
Jaca en telt (1910) 12 329 inwoners. De stad,
die door muren omgeven is. bezit een Ootiscben
dom ait de 15de (met een albasten hoogaltaar van
Damiatnu Forment), een RtHnaansche kerk nit
de ISde eeuw, een voormalig paleis der koningen
va» Aragon, een priestei«aminariDm. twee eole-
gio's, een st^onwbnrg en een circus voot stieren-
gerechten. Hoesea ie bet Otea der Romeinen,
DigilizedbyGoOglC
S26
HÜESCA-^BÜBT.
wur ia 72 t. Chr. Sertornu Termctord werd. Se-
dert 713 in het liexit der Aiabiereo, kwuD de
Gtad in 1098 veder onder Oiristeljjk beitnnT en
werd de residentie tu hau bevrgder Pedro 1.
De in 1354 door Pedn IV gestichte aniTereiteit
werd in 1645 met die te Sanooiu vereenigd.
. Hnet, Pierre Danitl, een FraDM^ geteerde,
den Seten Fefiniari 1630 te Cmd geboren, ont-
ving ijin (^leiding aan een Jeinletentehool
verf^ielde in 1652 Bccliart naar het Hof '
CkTutitta, koningin van Zweden. Later werd
met BoMuef aan het Hot ran Lodeiejk XIV
deiwgzer Tan den Danphgn, te wiens behoeve
h|j met deien de nitgiTen der ovde Kbrnvers tn
tinim Dttrhaii beiorgde. Nadat hij in I67S de
wgding ontTangen bad, verkreeg hg in 1678 3t
ftbdjj Anaij en In 1685 het bisdom Soiuoni, faet-
w«lk hg later met dat tiq Avranehes Terwiiiel-
de. Evenwel deed li|j in 1699 afatand vaa ign
fandom en werd abt van Fontanj bij Ciwn. Om
zieh geheel un de studie te kunoeo wqden. be-
gaf hjj lieh Tervolgens in het gestiobt der Je-
loleten te FarQs en overleed aklaAr den 26«ten
Jannari 1721. Sedert 1674 was by lid der Acadé-
mie. Sn Ecbreef: „De Ofitimo genere interpretan-
di et de claris interpret ibns''^ (1661), en „Sur
l'origine dei lomaas" (1670, 2de druli I7&9). In
IDD „Demonstratio evangelica" {Ï619), „Censiira
ptiloeopbiae cartMiaDoe (1689J en .jfémoires
ponr servir k I'hietoire da cutéiiaDiime (1693 en
Uter) bestreed hg de wijsbegeerte van Daearteê,
waarvan bg vroeger een aanhanger geweest waa.
Tot igo tegenetüideTfl behoorden vooral Regie en
Uuratari. I^arenboven eehreel hg: ..Canmna la-
tina et graeca" (TTtre<At 1664). „Hiatoire da
eommeree et de la navigation des aneieiM" (2ds
dmk 1763) en ,J>i«sertitioni inr divervei matiè-
re( de religion et de philosophie" (2 dln., 1714).
Daarenboven Tersehenen na ign dood de „Hnetia-
na" (1722). Zgn leveiuloop heeft bg zelf beeehre-
ven in den „Commentarias de rêbai ad enm
pertiaentibns" (Amaterdam 1718).
Huel, Qidéoa, een FruBch godgeleerde, in
1622 geboren, was Hervormd predikant te Biet in
Booroonnais en verkreeg in 1685, eenige maan-
den vA6r de opheffing van het Edict van Nantea,
verlof om ign goederen te verkoopen en met
vronw en kinderen Prankrgk te verlaten. Hg b»-
gaf lidi naar Zwitserland en was vervolgen! eerst
te HaAarg en toen te Saint-Lambeit in de Paltc
als predikant werkiaain. De inval der Fnniehen
aldaar in 1668 nooduakte hem tot een overhaaste
vlnebt. loodat hg beroofd van zgn beiittingen
naar Marburc temgkeerde. Nu begaf hg iich
naar Dordreoat en weid aldaar minislre anffra-
getnt. In antwoord op een ituk van Pitünm te-
gen het ProfeBtantisme schreef hg „Lettre terïte
■at Saiaee en Hollaade ponr suppleer aa défant de
Ia réponse. que l'on svait promis de donner i un
eertain onvrage, qne M. PéKsMn a pablié etc"
(1690). ..Aatte lettre, «erite de Snieae es Hollande
etc." <1690), „Analogie potir les vraie tolerante
ete." (1690) en ,.AnaWie pont l'apologjtte
des toléranta" (1690); doch die geeehriflen
waren oorzaak dat lün ambtgenoot Jtirieu bem
Tan onrechtzinnigheid beschuldigde en de B7no-
de te Leiden in 1691 hem achorate, waarna h|i
zi^ met letteitandigen aièeid bezig hield
en in 1698 beroepen werd tot paitenr adioint f«
's-Oravenhage. Verdei lehreef hg: L aniqne
mojen d« parvenir au ciel etc." (1695). In 1698
was bg weder te Dordrecht, vroeg er wegens II-
ohaamuwakte oBtbeffiiw van zgn ambt en over-
leed den 15den November van dat jaar.
Hiiet, TUodore FnmfoU, een zoon van dea
voorgaande, den 2>den Maart 1698 te 'a-Oravenha-
gt overleden, werd er in 1728 predikant bü de
Waalacbe gemeente, ging in 1781 als zoodanig
naat Amsterdam en overleed aldaar den 2lBteD
October 1733. Hg heeft zieh vooral bekend ge-
maakt door een twist met tna Haagichen ambt-
genoot Sourin over de noodtengen en aehre^:
.fSemoQs snr divers textes de l'Ëcritnre Saiote"
(1727—1728, 8 dln.) en „Sermuni mr let mc-
tions dn ealéchieme de Calvin" (4 dln., 1762).
door zgn ondeten zoon uitgegeven.
Hvet, Daniël Théodore, een zoon van den voor.
gaande, den Isten October 1724 te VQraveabag»
geboren, studeerde in de godgeleerdbetd, wwd
in 1748 benoemd tot predikant bg de Waaladie
Semeente te Tliaaingen, vertrok in 1763 naar
ie te Utreebt, en orerleed aldaar den 12den Hei
1795. Hg sehreet; „Lamentationnm Jeremiae pa-
raphraeia poëtica" (1770), „Inbnidiging van Z.
D. H. Wiflem Karel Hendrik Frizo ^s erHieer
van Vliesioffen, op den 5den Juni 1751" (1754),
waarvoor de Btaïil Vtitsingeo hem 50 dncaten
■chonk, ,J)e goddelgkbetd dea Evangelies, afse-
letd van detielte vertMngeDfaeden" (1772). .jU-
fleiions snr la nouvelle apologie pont Soerate de
Mr. J. A. Eberfaard" (1774, ook in bet Nedet-
landseh) en „Bermont anr diven textes de l'Eeri-
ture Sainte" (1797) na zgn dood ia het licht ver-
schenen.
Buel, Dmiit TUodore, een Meiniooa van den
voorgaande, ^n ISden Augustus 1790 te VliasiB-
gen geuren, beiodit aldaar de Fransehe lehool,
ontving onderwga in de oude talen van zjin va-
der, studeetde te Leiden, werd pniponent bü de
Waaladie sjnode, in 1814 door zgn vader beves-
tigd als predikant te Breda, in 1820 naar Mid-
delburg beroepen, in 1822 naar Rotterdam en
bleef er 84 jaar werkzaam, waarna bg emeritaat
kreeg en den ISden Januari 1874 te 's-Oravenha-
ge overleed. Van zgn geschriften noemen wfj d«
bundels leerredenen; ,Sermons" (1841) en „Ser-
mons de circonstanee" (184S), „Verhandeling over
de d«irzaambeid van het Protestantisme" (1883),
door bet Haagseh Oenootsehap met goud be-
kroond, „Overlevering aangaande den Rok zonder
naad in de domkerk t« Trier enz." (1844), ,J)e
stem van Maria, dienstmaagd des Heeren, tot
Fios, bisBcfaop te Kome" (1353). „Wenken op-
liehtelgk moderne theologie" (1855) en een aan- -
tal opstellen in „De Protestant", „De Fakkel",
de „Qadgeleeide Bgdragen", de „Vaderlandsehe
Letteroefeningen", ^fk Recensent ook det Recen-
senten", ,J)e Morganater", en de „Keitelgke
Courant".
Buet Pierre Jotui Louis, Waalaeh predikant t«
Amsterdam, een bloedverwant van /'terra DaniBl,
den 26sten Novefuber 1799 te Amitetdam gebo-
ren, studeerde aan bet atbenaenm iJdaar, bdaal-
de te Utrecht een gouden medaille en werd ia
1824 te Leiden bevorderd tot-doctor in de godge-
I. Hü werd in 1825 predikant te Doi-
DigilizedbyGoOglC
drecbt, in 1S26 U Amaterdam, «n «verleed aldau
d«n 12deii Mo*«mb«r 1846. Hij Mhrecl: ,4>«
verwelkte bloem, een kort beiiaht omtrent Clo-
mentift CiiTier eni." lïB4S, na«i het En^elseh
Tan itann) en „Het leren Tan Jc^annet CuT^n"
(1847, 2 dln., ntu bet Hoogdaitseh van Bmry).
Htiftt, CoKTod Basken, een NederlandKti
KhiMTGT en criticns, een neet Tan den voOTgaao-
de, den 28sten Deeemier 1826 te VOraTenba^c
geboren, veid in 1844 fltndeot in de theologe
te Leiden, welke atodieii hn, met bet oos q> inn
aanstaande irerkuamheid in de Waalsdie ketk.
te LaauuiDe, Toltooide. Reeda alt alndent bad h3
it belangateUine Toor de literatnai, tooibJ
r de Franube, dan Toor de theologie ud
dag gelegd en onik teede eenigê aeeetaen ge-
scbreTen, die later ondei den titel „Rgp en
Qroen" en oadei den Behnilaaam TAran&uIua het
licht ugen (18S8). Zjjn godadieneti^e denkbeel-
den baddeo tich inmidüela sterk in moderne
richting ontwikkeld, en toen b^ in ISEl WaaUeh
predikant te Haarlem wat geworden, voelde hg
lieb daar al spoedig niet op ijin plaatt; tig nam
in 1862 iqn ontslag, waarna ng nog gednrende
een tweetal jaren bet meest nwderne deel van
ijj^n gemeente tileet toespreken. Inmiddels waa
hg redactenr van de „Opregte Haatlemnet Con-
rant" gewordea, doeh ^noot in dien irerUiring
weinig onaf baak elgfcheid. Daarentegen kon igo
. ia
enlgke tuent lieb gelnkkig ontwikke-
in hg de aehgn grootheden Tan den dag ge-
ducht onderhanden nam en belangwekkende itn-
difin leTerde over schrgvers nit d« 17^e en 18de
eeuw. Id 1803 werd HA in de ledactie opgeno-
men, doeh reeds in 186a moeat hg die weer ver-
laten, omdat een paai artikelen in invloedrgke
kringen aanstoot badden gegeven. Dit gat Pol-
gieter aanleiding eveneens nit te treden, loodat
„De Gids" haar belangrnkheid voor een groot
deel inboette. Ruet'9 eiiiieken versebeoHi in da
eerstvolgende jaren vooraamelgk jn ttet tqd-
schrift „Nederland". Behalve van Potgteter ge-
noot bg ook de vriendschap van het echtpaar Bot-
boom, van Van Vloten en aitdere tiekende per-
soonlgkheden. In 1868 versebeoen een aantal ig-
ner opstellen in twee deelen onder den titel ,J^t-
terarische Phantasiefin" en de roman „Lidewjide"
die, door een vrgere behandeling van het sezneele
teven dan men destgds g«wooD wb«, veel atutstoot'
f af. Oftofaoon licb kenmerkend door een rnimeren
lik en meer begr^ van karakterleekening dan
de meeste romans van ijjn tgd, iriiiet het boek in
compositie aanmerkelijk tekort en i« tket in liin
romantische ricmenten al leer onwaarsebgnlgk.
In iietKlfde jaar aanvaardde Bitet ds redactie
van .J)e Javaoode", hetgeen om de conaerratieve
lichting Tsn dit 4)lad nogal optien baarde; vier
jaar later ttiehtte bg het „Algoneen Dagblad
van Nederlandtch IndiS". Ook in deze bladen
f laatste hg ign stndifin en critieken, waarvan in
874 wederom twee deelen ida „Nieuwe litterari-
sebe phatatietn" het licht la^n. In 1876 verliet
hg Indifl. vestigde tidi te F&rgs en wijdde tidi
verder geheel aan letterkundigen ariwid. Zgn ver-
blijf in 4iet bnitenland be^nttigde de verrniming
doorloopen, verschenen aanvankelijk nog onder
TersebiDende titels, do<ji werden berdrnkt ala
ééne reeks „Litterariscbe tantasieSn en kritieken"
in 26 deelen. Bebalre de Nedetlandsche literatnnr
Tan den dag, waarover zgn oordeel zeer acheip
bleef, beGandelde hg ook enkele ondere en een
aantal buitenlandsebe. vooral Fcansche schrgvers.
Door zijn breeden kgk en scherpen blik, door agn
rijkdom van gedachten en fnwien stql, beeft hü
voor de znivering en verdieping van het lelter-
knndig inzicfat in Nederland meer gedaan dan
iemand anders, althans vMr Van Deyisel en
Kiooê, maar toch kleefde znn critiek wat te veel
intelleetnalisme en rationMieoie aan. om baat
ook Toor bet nageslacht geheel beTiedigend t»
doen zgn en hem toot vergissingen te beooeden.
Het name de veiiionding tossdien inhoud en
vorm liet Huet niet zM, als de tegenwoordig gel-
dende opvatting is: bq Iet te veel o^ den eerst*
en zgn gevoel voor den laatste is niet volledig.
In bet geheel is bg tionwens meer een fgne geest
dan een eigenlgk artist. Op ander gebied aureef .
h^: „Van Napels naar Amsterdam (1877), „Pv
rgt en omttrnen" (1878), een degrigke hiitori-
s^e en knnsthiitorisdie atndie, eveaala Jüti
tand van Bvbens, Belgisebe reiaherinneiiogVD"
(ISTS) «n vooral „Het land van Kembrandt"
(1383), een ffieesterlgke betehavingsgesehi edealt
Tan de Nederlandscbe Middeleeuwen en de 17de
eeuw, een boek dat in historisch opiicbt bier en
daar verouderd is, maar door den uitstekenden
kijk op menscben en toestanden en de schitteren-
de Toorstelling een eenige plaats inneemt in on-
ze historische literatnnr. Voorts op tbeologiaeh
gebied: „Jaqnes Sanrin et lleodore Hnet" (1855),
..BricTea over den Bifbel" (1858, 2de dnik 1868),
„Kanselredenen" (1861), „Toespraken" (1863) «
„Polemisefae fragmenten" (1864). Verder: „Over-
dmkjes, sdietsen en verWen" (1858), .jfovel-
len" (1875) en „Po^eter. Persoonlijke berinne-
rii^n" (1877). Zijn van 1875 tol 1877 getchte-
ven romans ,fh familie Bruee", ,J)e Brnee't. Jo-
eefine" en „Bobert Bmce's leeraren" zijn eerst
in 1898 ah boek verschenen. Hoe verdienstelijk
ook in menig opiieht, toonen ig opnieuw dat
Hnet ^n romansehrgver was. Hwl overleed den
Isten Uei 1886 te Pargs. Na zgn dood yerache-
nen nog: „Brieven van Busken Hnet" (1890) eo
„Brieven aan Busken Hoet (1901—1902 2 dln.),
terwijl een aantal zijner werken onder den titel
„Hiitorisebe en romantitebe werken en rcitherii-
neringen" opnieuw werd uitgegeven (1899 — 190Ü,
18 dln.).
Zie: Qvadi in ,J)e Gidt" 1886, dl. H, A. Pür-
son in „De Qids" 1890, dl. H; A. O. van Hamtl
in „Mannen van Beleekenii", dl. 18; JVa6er,
Vier tijdgenooten en Klooê in ,rNieuwere Litera-
tanrgeB<£iedeni«", dl. I, II en III en Van Dey*-
tel in „Ven. Opstellen", dl. I.
HtMt, Dopuiet Pierre Maria, een Nederlandtdi
eehrijver, den 7deD December 1827 te Amsterdam
geboren, studeerde te Leiden in de godgeleerd-
heid, werd ia 1858 predikant te LadVsmith en
te Pietermaritiburg in Nata] (Znid-Afrika), in
1870 te Veenendaal, in 1671 te Dirksland, daar-
na te Nunspeet in 1875 en U Ooea in 1878, waar
bij dea Men April 1895 oTerleed. Hg aehreet:
„Paarlsebe gedioitjeiis" (oud en nieuw, 1868),
D,o,l,zedb,GoOgle
HUET-aUFELAND.
,^ofan BnDjan's sMstelijke liDnebeelden" (1868),
.^tichtelgke v«raj«i naar O. Tenteagen" (1S69),
„Het lot d«r iwarten in TiBUTMa" (I&69),
„Ptentl)ift)el Toor kiaderen" (1870), „Twulftsl
■liehtelqke g«dieht«n" (1870), „Nieuw banthltje
•tiehtelqice gediditcii" (1871), „AfrikuDsche
Kedicbten" (H»de diuk, 1891), „Na Tjjf jaren"
(1891), ,J. A. James^ Bestaui en sanmoedicmg;
«OOI ieder, die ernstig de zalig'beid loekt" (4d«
druk 1894). Hy waa redacteur van „Het eeuwige
loTen. TüdKhritt gmiii aan 4iet chriateiök spiii-
tisme" Jat in 1887 gestaakt werd ea gaf ook
«en aantal TlogaeliiilteD, kioderweilljeg, opstellen
io tg(bebrift«D eoi. uit.
Htwt, Quülatimê Dmiël Lokü, een Neder-
landseh geaeeskandige. den 29sten AaguatuB 1831
ta AfURterdam geboren, beiocht bet gymnasiam
in ign geboortestad, studeerde aan bet at^enaeum
aldaar, ptomoTeerde in 1856 te Leiden op een
diaaeTtatie: „Varia de cdoHm «jphilitieo", vesti^-
de lieh als geneesheer Ie Amsteidam, werd er in
1862 eerate geneeeheer aan bet Buttengastbnia
en in 1872 coagleeraar in de geneeiknnde ta
Laidan Hq aanvaardde ign betrAking met een
ledevoeiing „Over de noodaakelgkbeid om de ge-
Deeskande als natnniweteiwchap op te vatten".
Zjin w«tenKhappelöke Teièandenngen ign in vet-
scDilleade geneeskundige tgdsehriiten verspreid.
W<«ent ten «nstige ongetteMbeid ug bg licb
in Jnli 1890 genoodaaakt ign eervol ontslag als
hoogleeraar aan te vragen. In Uaart 1891 ves-
tigde bg lieh te 's-Giavenhage, waar bg den
20sten Angostus overleed. Beieit 1862 was bü
mederedacteur van bet „Nederlandsefa tgdsdjritt
Toor geneeskunde". In 18S5 verscheen van hem:
„Verdeeling van den arbeid in betrekking tot
wetenschap en onderwgs" (Beetorale rede).
Host, Adrien, den 15den April 1S3Ö te Am-
sterdam geboren, bexooht de militaire Academie
te Delft, waar bg i|in stndie ia 1859 voltooide.
In 1864 werd bg oenoemd tot leeraar in de
Werk toicbonwku ode san de Polrteehnisebe «obool
en in 1896 bevorderd tot hooKleeraar. Huel kan
beschouwd worden als de sticntei van de sfdee-
ling Werktuigbouwkunde aan de Polrteehnisebe
fitbool. Zooala oit ign gest^riften blgkt, verloor
hjf de belangen van ign geboorteplaats nimmer
uit het oog: met gver pleitte bg o. a. ivoor de
open vei4)inding van Amsterdam met de Noord-
■ee. Hvet overleed den 5den J^ili 1899; in 1901
werd te igoer gedaebtenis een gedenk teeken,
door A. Le ComU vervaardigd, te Delft «{we-
ridit. Hn schreef o. a.: .Rolland op ign smafsl,
«en mededeeliog betreffende de vorming van
Megsten aan de Nederlandsche kust" (1874);
..Amsterdam een leestad" (18S0); „De Delftsobe
Academie en de Polyteehniiehe School" (1880);
.vStoombemaling Tan polders en boeiems" (1885);
„Het nationale vraa^tuk. 'De wedstrgd tnasehen
Amsterdam en Antwerpen" (1888); „Amsterdam
en het Zn ideriee vraagstuk" (1898).
Hnatsr, Karl, een Duitseb heelkundige, den
27sten November 1838 te Marburg geboren, sta-
deerde in ign geboortestad, deed een weteosehap-
pelgke reis in Duitsehland, Eogelsnd en Fraak-
rgk, werd in 1863 assistent aan het pathologis<4i
iutiiuot te Berlgn, in 1864 aan de kliniek van
LamgÊnbeek, vestigde lieb in 1865 aldaar als pri-
leeraar in de heelkunde e
heelkundige kliniek naar Bostoek en vras sedert
1869 in dergelijke betrekking werkzaam te Oreifa-
wald. Sedert 1881 was hg lid van den I^jksdag.
Hg beeft lich jegens de chimrgie hoogst ««r-
dienstelnk getaaakt. Behalve vele o^tellea in
tgdschriften schreef hij: „Ueber die Formereni-
wicklung am Skelett des meoscblidiien "niorax"
(1865), „Die aeptich&mische und pjimisdie
Fieber" (1889), ..Tradieotomie und Larrnealo-
mie" (1875), „Klinik der Oelenkktankheiten"
(2de druk 1878), „Allgemeine (Airurgie" (1873).
,J)«r Ant in seiaeo Beiietiungtn iQi Natorfor
sehung und der Natu rwissenicoaf ten" (1878) ea
„QrundrieG der Chirurgie" (2 dln„ 6de dnik
1889—1892). Hij overleed te Berlgn den 12dei
Mei 1B82.
Hafalaodi Ooltiieb, een Duitsch reefatgeteei-
de, den 19den Oetober 1760 (e Daniig Keborea.
etodeerde te Leipiig en te Ofittingen in de rtxh-
ten vestigde lieh te Jena ds {trivaatdoeent eo
werd in 1788 tot buitengewoon en in 1793 tol
gewoon hoc^leeraar benoemd. Zgn eoll^es over
natuurrecht, rechtsgesohiedenis en Doitseh redii
vonden groeten bgvil en- Ktmt was bguader in-
genomen met ign „Veisnch Ober den Qmndsati
des Naturiechts" (1785). Toen Lodtr, Poidma,
SeKütt, Eriek en». Jena verlieten, vertrok Hm/c
lowf in 1803 als boogleersar naar WSrAnrg.giag
vanhier ah loodaoig naar Landdint en liet lin
in 1808 ovei^alen, om de betr^king van presi-
dent en eersten bnwemeester in ign geboorte-
stad te aanvaarden. In 1812 echter l^de hg ie
neder en keerde hg terug naar LaBdshiit, waar
Fritdtvih Karl w» Satimi/ ign opvolger «as
geweest. Eindelgk ging hg in 1816 als hoogleer.
aar in de reobten naar Halle en overleed sHaar
reeds den 25iten Febrnari I8I7. Tot xgn'belang-
rgkste getdiriften behooien: ,Jjehtbneb des Na-
tutrecbts" (1790; 2de druk 17«). .Jnititelio-
nen des gesammten positiven Seehts" (1898; 2de
dmk 181»). „Abrisa der Wissenecbaftskoade and
Methodologie der Reahlagdebriamkeit" (1797).
.Jithrbuoh der (3eschieh(« der Ëneykli^Adie aller
in DeutBchland geitenden positiven Iteehie" (Ute
stuk, 1796), „Ldirbach des in deutseben Lin-
de m geitenden vemeinen und subsi diarischen
Recht/' (1806—1814. 2 dl n,), '„Ueber den eigen-
Ihamlii^en Oeist des rSmisdten Hechts" (1815—
1817, 2 dln.), „Einleitong in die Wiasensehift
des dentschen Privatreehts" (1796). „Die Lebre
vom Qelde und Oeldumlaufe" (1798; 2de dmk
1820) en ,.Handbacb der Staatswirthschaftkanst"
(1807—1813, 2 dln.; 2de dmk 1820). Met Snek
was hg werkzaam aan de uitgave der „Allgemei-
ne Encyktopidie".
HuCsluid, Cktialoph Wilhelm, een Daitsdi
geneeskundige, den 12den Augustus 1762 te Un-
Snsalia in Thuringen geboren, studeerde te
na en te QBttingen ia de genetskaode en ver-
kre» io 1783 de doctorale waardi^id. Daarna
begaf hn lich naar Weimar, om lun vader, die
inmiddels blind was geworden, te helpen. In 1793
scheides aanbiedingen uit Leipiig, Kiel, Pavia
DigilizedbyGoOglC
EDFSiAND-nHUa.
S29
«D Si. PeUrriiniv 7sn de bud geweien had, ging
bg in 1798 ali dÏMctear tan bet Collegium im-
dieam, sla voonittei dei eiamencommiuie, ala
Iqtarta dea koning, ala eerate geneeebeer un
het hoepitaal en ^a lid ran de AeuUnie van
WeteDsehappen met den titel <raa geheimraad
naai Beilün, waap.lig bü ,de atiehting dei nni-
nniteit in 1809 lieb beUalte met bet ondeiwija
in da patbtdogie «b tbeiuic. In 1810 weid bo
•tutaraad ¥oor geneeakonaice laken en overleed
den 25ateD AngnatH 18S6. Zjjn weten achappelü-
ke weikiaamheid omMtte nagenoeg alle deelen
dei geneeaknnde en hij genoot aoowel ala piactiecb
aria ala dooi ijjn omlerwija en ijjn geBchriltea
de hoogate aehtmg. Hg onderocbeidde lich dooi
oDgemeene bMchaTing, nitgebreide kennia, e«n
diepen Uik in bet leven dei natnni, een geeat-
liekbed, oa den leeratoel en bg bet beweiken
igner geaduilten, iu< welke TCiachillende ook
dooi n^t-gen«e«k«Ddigen met belangatelling wei-
den geleien. Daartoe beboonn Tooral iga „Ha-
kiobiotik, odei die Kunst daa menaeUiehe Leben
10 veilin^rn" (1796; nienwate diuk 1896], een
boek, dat ia bgna alle Earopeescbe takn, ja telfa
in bet (ïineeacb Ie oTeigewt. Verdei eebieel bg;
„Ueber die Uiwewiuheit des Todea (2(le druk
1824), „Uebei £e)Iatui,EAenntDia nnd Heilait
d« SkropbelkianUMit" (3de druk 1819), „Qatei
Bat an Mfittei Mier die widitifftlen Pankte der
phniacben E^iiehnng der Sindei in den enten
Jahren" (12de dmk I87S), „Oeaehiefate der Oe-
anndheit" (&de dnk 1816), „Praktiicbe Uebei-
«icbt der ToriQgli ebaten Hei Iq nellen Deatach-
dion medicum, oder Anlsitung tnr mediiiniaehen
I^«iia, Vermiehtnia einei 60-jUiiigen Erfab-
lung" (10de drak 1857). Zgn opalejlen van min-
deren omvang werden Teiiamera in ign „Kleine-
re meditiniaehe Sehrilten" (1822—1828, 4 dln.);
ook gat hij bet .Jonnal der praktiseben Arinei-
nnd Wundanneikonde" (1796—1835, 88 dln.)
en de „Bibliotbek der praktiadien Heilkunde
0799— 18S5, 88 dln.) nit. Oveng beeft hg me-
degewerkt tot bet boawen van Igkenbniien en lot
den invoer dei koepokinenting.
Hflffar. 1/ersunM, een Dnitecb rechtageleei-
de en geaebiedaebigTer, den 24iteQ Mairt 1830
te MuBiter in Westfalen geboren, atudeeide te
Bonn en Ie Berlgn in d« reenten, deed een «eten-
«ebappelgke reia in Italië en Franktgk en veatig-
de iieh in I8S5 ala docent ia de reofatigeleeid-
beid te Bonn. In 1860 werd hg er tot buitenge-
woon, in 1S73 lot gewoon hoogleeraar, in 1SË4
._. __,:..___. u . ^., , ... . .y jn
1 Af-
gevaardigden in Pruisen en vsn 1867 tot 1870
tot die vsn den Rgksdag van den Nooid-Duit-
schen Bond, Hg stdiieef: liBeitiSge lur Oegehichte
der Quellen des Ki reben rechts und des römi-
•ehen Rechts im Mittelalter" (1862), „Forsehun-
gen anf dem Qebiel dea Iraniöaischen und rheini-
•efaen EErehenrecbta" 0^^)' „Oesterreicb und
Prenasen gegenllber der Frsni&siscben Revolution
bi« inm Abseblosa des Piiedens van Campo For-
mio" (1808), „Rbeinitdi-Weatriliiebe Zoetlode
IX.
lur Zeit dei FramOaiariien Bevolntion" (1873),
,J)er Baslster Sowreaa and die iweite Soaü-
tion" (1878, 2 dln.). ,^us dem Leben Heinrich
Heine'a" (1878)). „Zo Goethe's Campagne in
Frankieirii" (1888), „Die neutalitaoische Repn-
blik 1799" (1884). „Annette voo Droste-HOlsboff
uod ibre Werke" (1887), „A. L. Meneken, der
QroMvater des FUraten von Biamarck" (1890),
„Die Kaki nets regieiung in PieoBsen" (1891), „Der
Rastalter Oeaandtenmord" (1896), „Quellen lur
Qeacbiohte des ZeitaJtera der FraniOeiMben Re-
voluüon" (1900 T.T.). ,J)ei Krieg des Jahiea 1799
nnd die zweite Koaliton" (190{. 2 dlo.) en „Al-
ferd von Beumont" (1904). Hg overleed den ISden
Maart. 1905 te Bonn.
Hof vao Bnrsn is de sebnlloaani van /o-
hanneg Adriamu Hmift Ax., den Sden Haart
1843 in hel Nedei-Betnwaeb dorp Aveiaatb ge-
boren. H9 beioebt de deat^t aldaai bestaaode
koïticbool en vervolgens een de^elgke «ehool te
Delft. Tan 1861 tot 1866 was hg student aan de
Eoninkiqke Academie en aan de polytedmiiehe
school te Delft en woonde later doorgaana in i^n
geboorteplaats, waai bü liob toelegde op letter-
kandige atodjfin. Eerst werkte bn voor bet too-
neel en aebreef. bebalvf eenire Ueineie atnkjea,
het drama: „Bnat", dat in 1870, en bet blgapel
,4>e speculanten", dat in 1874 door bet geiel-
•ebap ran den atadaKhouwbnis te Amsterdam
voor bet eerst ingevoerd werd. Hg overleed plot-
seling in 1910. In bet tijdwhrift van het Too-
neelverbond en elders zgn ondeiadieiden opstel-
len van ign band over het tooneel ten onaent en
in den vreemde oprenomea. Verder leverde bjj
inige romans en venialen. «waU: „Ia 't u
tot een bnndel vereenigd onder den titel: „Groot-
heid en val" (1881). Utei beeft bg lieb het meest
toegelegd ^p den btatoriaehen roman; van bem
veraebenen: ,.De Kroon van GeMMlasd" (1877),
reeda in Delft begonnen, ,^ mannen van Sint-
Maarten" (1882), „De Laatste der Arkels" (1885).
„Hertog Adolt. Historiaebe roman" (18S7), „Oom
Frederu" (blg^iel, tooneelbibliotbedi.
„Gekroonde hoofden. Historiespel" (1897), „Oran-
je en Nederland. Leven en daden van vorsten en
volk" (1897-1898).
Hnv, Johmn Ltonkard, een K-Ka (bol ïek
godgeleerde, den laten Jnni 1765 teConatani ge-
boren, stodeerde te Fieibuie, en ontving in 1789
de prieaterwgding. Nadat og eenigen tgd bet
berderj^k anibt had waargenomen, werd hij in
1791 tot hoogleeraar in de Ibeologie te Fieiburg
benoemd en overleed aldaar den Uden Maait
1846. Hg schreef: „Einleitung in die Scbriflen
des Neuen Testaments" (2 dln.. 4de druk 1847),
een werk dat in faet Engelaeb en Franaeh vertaald
en ook dooi Protestantsebe godgeleerden hoog
gewaardeerd werd. „Das Hobe Lied in einer noen
nnveisnchten Dentung" (1814) en „Outaehten
Übei das Leben Jesn, kritisch beaibeitet von dr. '
Fr. Slraaaa" (2de druk 1854, 2 dln.]. Met Werk,
Hineher en anderen redigeerde hü de „Zeitsebrift
»i Theologie" (1S39— 1S48), Jleen, de ,>it.
34
DigilizedbyGoOglC
HDG-^HDGENOTEN.
Mlirift fflr ille Geistlidikcit <■«) EnbiatoaiB Fiei-
burg" (1828—1835).
kkDion Zurich seboren, (tndeerde te Zurieb ea te
Bonn en werd in tSSS )inlpl«etur te Stettin, in
1856 learur ud htt ^TtDDMiDoi, Uter pioree-
tot te WinterthoT, in 1867 te»en» priTutdoeeot
t« Zurieb en in 1869 zewoon hoogletmi in da
ODde letteren atduT. Hug overleed den ITden
Jnoi 1895 te Zurieb. Hn mukte lich Tooral itt-
dlensteltjk door Toortienelijke nitgiven T>n de
werken van Aetieag Taelieut (1871) T*n het
„SvmpMion" Ysn Plalo (1876), ffto de „Anaba-
aii''' Tan Xenofkon (1378), van diens „CyrapM'
dia" (1888) en „Stadiën ani dem klaaiischen Al-
teitnm" (I8B1).
Htlcwl. Karl Alexander Anttlm, vrntieer «on.
een Dnitaeh natnnrkDDdigie, denQSgten ^tII 1796
te Regensbo^ geboren, atvdeerde te Heidelberg
in d« Kcbteo en werd daarna officier in Ooatea-
rjjkMben dienit. In 1814 trok bjj ala kapitein
binnen Panja en werd toen bria«t met een xen-
ding naar Sktodioarit. I^ter ^g een regiment
hniaren geplaatst, biaefat de oorlog Tan 1815 hem
eeret in bet tuiden *An ItaliS en Tcrrolgena in
het iniden Tan Frankrijk, waar hg commandant
WB» Tan Arlet en Tarueoa. In 1621 nam hn deel
aan de eipediUe naar Napeli en bleef er aU at-
taché bg het Ooitennjkêcb geaantiefaap tot in
1824. Daarna nam hg ign ontelag met den rang
Tan majoor, om lidi te Weenen en te Hietiing
door de itndie der natunrlgke hittorie ov een we-
tenaehappelgke reii Toor te bereiden. Nadat hg^
in 1880 cerit Engeland en daarna Frankrijk be'
locbt bad, Terliet hg in Vei 1831 Toulon en ver-
trok OTer Griekenland en Kreta nur BgTple.
Van Anttoehii trok hg door Syrifl en Paleitina
en reiade TerToIgens van Snei oTer Aden naai
Ooat-IndiH. Vgf maanden beateedde hg aan Gej-
lon, en in Oetober 1833 trok hg door den Indi-
«ehen Ar^tpel naar AnitraliC en Nieuw-Zeeland,
Ttuwur hg over Manila, MacM en Canton naar
Calentta terugkeerde. Daarna bezoebl hH den Hi-
malaTa en Kasjmir, drong door tot in Tibet, en
Pendijaab en eing van Attok orer L&hore en
Lndiana naar Delbi, vanwaar hg lieh door wei-
nig bekende itreken naar BooAa; begat. Ns een
kort veiblgt aan d« Kaap de Goede Ho<^ en o^
St. Helena etapte 'hg na een S-jarige afweiig-
faeid te Portamonth aan land. Zgn vertamelingeD
TOOI natuarlgke hittorie, Tolkeren- en penning-
kande schonk hij aan bet Keizerlgk Eaiilaet en
de Hofbibliotbeek te Weenen. Een gedeelte Tan
ign reis beachreel fen in: „Saaebmïi ond dai
Reieh der Sikhs" (1340—1848, 4 dln.). Zgn na-
aporingen <Sp bet gebied der natumlgke historie
werden, dooh slechts gedeeltel^, door Sndlieher,
Heekel en anderen bewerkt. Later gat hjj nog in
het licht: „Das Beeken von Kabnl" (1S51— 1852,
2 dln.). Na ign teragkeer wijdde bij zich hoofd-
zakelgk aan tuinbouw en bloenikw«eker|j. In 1850
f ing hy als Oostenrgkach gesant naar Florence en
leef er totin 1859.Daanubekleedde4iij een der-
gelijke betrekking te Brasael. die hg echter in 1869
nederlegde. Na dien tgd woonde ^ bg alwiaaeling
in het iniden van Engeland en te BnitM] en over-
leed den 3den Jniu 1870 in laatst^noemde atad.
Hanntaolti, PMip Reiakant, «en Neder-
landse godgeleerde, werd den Ssten November
1821 te Woudenbetg geboren, ontving ign op-
leiding aan bet rannasium te Rotterdam en be-
loeht daarna de Aoogesobool te Uttcebt. In 1847
werd fag predikant te Cillaarshoek, later aehter-
eenvolffens te Geervliet en te Haarlem;
derlandsehe Kerk verliet en licb metterwoon te
VOraTenhage Testigde. In 1875 verleende de Se-
naat te Leiden bem «ershalve het doetonat in
de theologie. Van zün geichrilten vermeldei wn,
behalve eenige opatellen in het „Theologisch T^d-
schritt" en een Terbandeling OTer „Godsdienst en
Wetenschap" in de „Vaderlandsctie Letteroefe-
ningen", „Het geweten" (1861), „Zekerheid"
(twee bricTen, 18$4] en „De londe" (1871). Hg
KI ign Tenamelde tbeologisehc geechriften i
t licht onder deir titel: „Stn<H§n of
dienstig en t» '
3 dln!). Van
der deiF titel: „Stn<H§n op goda-
ledeknndig gebied" (1884— T889,
n bem Terseheen nog; „Geloof t-
2 dln.). Hg overleed den ISden
RugtnMlt Jr^ PeUu» HviMiuua, een broe-
der Tan den voormnde den 3tsten Juli 1834
beid. In 1857 tot proponent heToiderd, werd hg
aêbtereen volgens predikant te Hoenderloo 0858),
te RenBwonde (1861), te Leeuwarden (1862) en
eindejgk te Amsterdam (1866), waar hg tege-
lijk met ziJD broeder in dexelfde betrekking werk-
zaam was tot 1878, toen ook hg bet leeraarsutibt
in de Nederlandeebe Hervormde Kerk nederlegde
en ,,De Vrge Gemeente" stichtte, alt Toorganger
waarvan hg tot 1909 optrad. H^ overleed in 1911
te Seem slede. Hg schreef: „Vertaalde leer-
redenen van Colani" (1858), „Ter gedaehtenia.
toespraken tot de Hervonnde Gemeente t«
Leeuwarden" (1666), „Schetsen en Tafereelen"
(1872), .LeTenslicht. etiehtcliike bloemleiing"
(1882, 4de druk 1901), „Earkkterbeelden t
BciieUt" (1886), ,J.icht en sehadow" (1888), ,
delgke religie. Bewerkt naar W, M. Salter'a
ligion der Horar'(1688), en met anderen: „Het
Ttaagslnk T»n de Tenorging der verwaarkioide
kinderen" (1896), „üit natnnr en leven" (1900).
„Godsdiensten leven" (I90I), ,^thi«fa pantheïs-
me. Een studie" (1903), „Indrukken en herinne-
ringen" (1904), „LeTenslicbt nit den bgbel"
(1904), „Religion and lifaertr" (1904) en Ter-
Bcheidene opstellen en Terbandelingen in de „Va-
derlaDdBche Letteroefeningen", „De Tjjdspiegel",
„Ons Onderwijs" „Het Morgenlicht", bet Theo-
logisch Tijdsdjrih". het „Christelgk en Qoda-
dienstig Album", de „Taal des geloofs", „Man-
nen Tan beteekenia", alsmede in de „Volksbiblio-
Iheek", uitgegeven van wege de Vereeniging tot
handhaving en voortplanting van het liberaal
beginsel eni. Sedert 1878 trad hij op als redac-
teur van het tijdschrift „Steomien uit de vrge
Gemeente" en later *an „Zieleleven".
Hnvcnoton (Franseb Hugumtolg) was Troe-
ger in Fraakrgk een «dwldnaani van de aanhan-
gers der HeiTonning. Volgens de vottsoverleTC-
den ge-
8). ,&■
DigilizedbyGoOglC
rioK ontfingen ijj <lf«ii, omdat liJ aaBTiokelnlt
eoOMienEtige Teifaderingen hieldeo op een heide
Dg Toun. wur volgeng Ae legende augo Capet
«pookte. Watrsefagolqk ia hei echter een verbu-
terioK Tin IgnoU, ImenoU (eedgenootep), xwHi
de HerTonnden te Genèïe genoemd werden, om-
dat zü in den strjjd tegen SsToje itenn loehtea
t>jj de Zwitsers en daarom ab de {lartg der Eed-
getiooUn (in bet Franseh veriiaaterd lot Hugue-
nole) werden aaogednid.
Reeda dadelnk bü het opkomen der Heivormicg
in DnitGehland Tond deze Toorstandera in Fiank-
riik. Onder de bescherming Tao Margarelha van
Navane verkondigde sedert 1523 Melehior Wol-
mar, een Zwitser Tan geboorte, de leer yan Lu-
ther, ea Qtrirrd R<nt»»el en Jaeqaei Lefivre deden
er LntlHrBcbe gemeenten yerrnien. Toen later
Calv^ optrad, natn de atvalli^id van de B.-
Kst^olieke Kerk onder den adel en den buraer-
Btand aanmerkel^k toe. Doch reeds Ftom Ivx-
Ietl« de Terbreiding d«r Hervormde leer en deed
Tele kettera naar den brandstapel TOeren. Eet
verbond van Hendrik 11 met de Duitsdie Protes-
tanten schonk eenige lerademing. Doeta dit ver-
anderde, toen bet gedacht der Ouüc's aan het
Hof de overhand verkreeg op de Bourbont. Se-
dert I5S5 bedreigde een edict de ketterg met den
tiTBndsta.pet en ten tgde van Front II waren te-
reeb tatem ogen, verben ld verklaringen en verban-
nin^n aan de orde van den dag. Dit deed ein-
delgk de Protestanten tot verzet bealaiten, en zg
koien print Lodevyk l Condé tot fann aanvoer-
der. Den leten F«èrnari 1560 werd te Nantea be-
sloten den koning te viagen om godadienstvrg-
hek! en verwgdering der Öutae's, teiwgl men in-
geval van weigering den koning nvangen nemen
en ComU tot «tadiMiider-eeDeiaal benoemen zon.
Het Hof echter, van die plannen onderricht, nam
de vlucht van Bois naar Amboiae en benoemde
hertog fnmfOM de öuiu tol e tadbo ader-generaal.
Toen eenige benden gewapende ProteaUnten naar
Amboiae opmkten, werden ig veialagen en ge-
deeltelgk geTaogeo genomen, waarna 1200 van
dezen door beolBhanden omkwamen. De Ouiw'a
traefatten na de wederinvoer! ng der Inqnialtie te
bewerken, doeb konden slechte geduin krijgen,
dat door het edict van Romorantin (1560) de be-
voegdheid tot kettervervolging van het Parle-
ment op de hissedi^pen overging. Iiuniddelt be-
klom de minderjarige Korel IX den troon, en de
koningin -moeder, Calharina dé. Media, onthield
aan de heersehinditige Ovite'i haar gunat, loo-
dat deze het Hof verlieten en de zwakke Antoine
de Bourbon tot si ndh onder-generaal werd be-
noemd. Ook de Ouiee's aloten nn een verfiond,
het Triumviraat, zoodat Catlumna zich genood-
zaakt zag stenn te zoeken bn de Protestanten. In
Jnli 1561 verscheen een edict, waarbg het ter
dood brengen van ketters en het gebrnik van den
scheldnaam Hugenoten afgeschaft werd, terwijl
bet Hof, om den godsdienststrüd geheel te doen
eindigen, den Sden September te Foiaa; de ge-
legenheid opende voor een twistgesprek over den
godsdienst. Daar waren de kardinaal van Lotha-
' ringen en Theodoor Bèta de voornaamste kan^-
veebtera. Het gevolg daarvan wa«, dat de Fran-
sche Protestanten zteh onder den naam van Cal-
vinisten vereenigden en sUenga stoutmoediger wer-
den. Verder werd Calharina gedioiwan om meer
dan ooit gemeene uak te maken met de Protestan-
ten, en <len ITden Januari 1562 verscheen bet Ediet
van St. Qermaia, waarbq èun geweteDivrgh^
en aan den adel vrijheid van godsdienstoefening
op de kasteelen werden toegestaan.
Het misnoegen van de Ouite's en van bun aan-
hangers nam daardoor toe en deien, gesteund door
Spanje, besloten ^t verder veldwinnen der Her-
vorming te beletten. Den Ssten Maart 1562 ont-
stond te Vass; tussehen bet gevolg van den her-
tw van Quite en de Protestanten, die in een
schuur godedieoaloefening hielden, een bloe-
dig geveent, wal de Protestanten als een stennis
van het Edict besehouwdeQ. Dit was het aein tot
den «etsten Hngenot«iioorlog. Condi begaf zich
naar Orleans en riep zijn geloofsgenooten te wa-.
pen, terwql de Outse's zieh meester maften van
den koning en xgn moeder en de Protestanten
voor opioerlingen verklaarden. Nadat de troepen
van het Hof den Uden September 1562 na een
vreeset^ bloedbad Roaaan veroverd hadden,
werd den 19den December bg Dr<eni een veldslag
geleverd, waar de Protestanten na hevigen tegen-
stand de nederlaag leden. De hertog van Oufte
eloeg nn het beleg voor Orleana, om door iet
veroveren van deze vesting aan de Protestanten
den genadeslag toe te brengen, doch verloor er
het leven den 24sten Februari 1568. De koningin.
moeder aloot nu snel den vrede van Amboise (19
Haart), waarbQ aan de Protestanten in bepaalde
districten en steden vrijfaeid van godsdienatleer
werd toegestaan. Catharina zelf echter haatte het
nieuwe geloof; zq had zich van de Protestanten
enkel als werktuigen bediend, om de Oidae's, wier
madit zg vreesde, te verzwakken, llians aloot ig
een verbond met Spanje, beperkte de nauwelüki
verleende vrgbeid in Au^stus 1564 door oet
Edict van Roaasillon en Dedreigde gestadig da
vrgbeid der Hervormden. Deze, bevreesd voor éea
ernstigen aanslag, namen eindelü'k het besluit
zidi den 29sten September 1567 te Honeeaui
van den persoon des konings meeeter te maken.
Het Hof vluchtte echter naar Paige, en deze stad
werd gedurende een maand door Condé belegerd.
Den lOden November bad tussehen laatstgenoem-
de en den connétable de Montmoreney bg St. De-
nis een gevecht plaats (tweede Bugenolenoorlog)
waarin 2700 Protestanten zieh tegen een 7-maal
sterkeren vijand met den grootsten heldenmoed
verdedigden. Oondi trok daarna naar Lotharin-
gen, vereenigde er zieh met hu^troepen, ten be-
drage vaa 10 000 man door Johm Cagimir, keur-
vorst van de Palts gezonden, en bedreigde weder-
om Pargs. Daarop sloot Calharina den vrede van
Longjumean (27 Haart 1568), waarbij bet Ver-
drag van Antboise hersteld werd. Niettemin ver-
volgde zn bij voortduring de Protestanten, ter-
wgl Condi en Coligny lieh nauwelijks tegen de
aanslagen Tan sluipmoordenaars konden beveili-
gen. Beiden namen de wgk naai La Rochelle,
waar ook koningin Johanna non Navane met
haar IS-jarigen zoon, later Hendrik IV van
Frankrijk, een schuilplaats vond. Nadat de Pro-
testanten soldaten uit Duilschland, geld en ge-
schut uit Engeland hadden hekomen, maakten ifj
zich gereed tot den derden Hugenolenoorlog. Den
ISden Haart 1589 verloren zg ecfater tegen den
DigilizedbyGoOglC
hertog MR Anjou, later koniDg Bendrik III, bj}
Jarnte eea beUagrjjkeo veldilag, wui4)ü Gondé
door tlnipnioonl om Jiet levea kwam. Hierdoor
loak de moed dei Pioteatanteo. De koDJDgiii van
Navarre evenwel poogde op een veigtdering te
Cognsc h««r gelootcgenooten door een Torige toe-
■pruk op te beuren en plutste hur loan un
het boola der Piotestaatuhe laak, teiwöl Co-
Ügity het beiel over bet leg«T op lich nun. Nad&t
hg lich den ISdeo Jauï 1S69 met een hulpkorpi
van 11 000 man Duitscbers onder saavoeriae •
•on Matufeld lereenigd bad, tloeg bg bet bel _
TOOI Poitiert, doeb de hertog Mn Anjou bradit
bem den Sden Octobei bg MoBOontoor een ge-
dachte nederlaag toe. Bet Hof maakte echter
geen geèruik van deie OTerwinning, en Colia-
wyontTiDg uit Engeland, ^iteerland en Duiticb-
land aaoiienlijk« versterk iogm, Teroveide in
156S NImea en ontiette La Rochelle. Bji dien
tooitpoed der Proteitant^n verlangden Calkarina
an baar loon naar den vrede; het 'verdrag, den
Btteo Anggstus 1570 te St. Germain-en-Laje ^
■loten, verleende «an de Protestanten amne«lM,
vrübeid van ftodidienitoafeniiw, b^alve te Pargi,
en onderieheiden veatin^ (veiligheiduledcn).
Nn Tolgde een korte tgd van rust, waarin Co-
■^fm groeten invloed op den jongen Kartl IX
aitoetende en tot een buweljik tUNCben Karelt
luater «n Uemdrik van Napam beiloten werd.
Oatharina eebtei lag met miinoegM haar invloed
«eer en meer op Colignjf overgaan en bedoot
diATom de Hervormden, die ijj in het open veld
aiet bad kanoen ovcrwinoeo, door mooid en ver-
laad te vernietigen. Xadat de aaniieulükate Pro-
tettaalen ter gelegenheid van bet huwelyk van
Hendrik mm tfavoTTe met 'i konin^i zoiter naar
Parga gelokt en door gewaande vriendiehapsblg-
kftD zorgeloos cemaakt waren, volgde in den Bai-
tholomaeoa-nadit (24 Augaitnï 1572) de alge-
meeie k«ttermoora, waartoe de iwakke koning,
«nder den iavkied van Calkarina ea Anjou ign
toeatenxniDg gaf. Omitreeki 2000 Protestanten.
«a onder deMO Cotigny, werden te Parij* omge-
bracht en binnen de daartHtvolKende 2 maanoen
noe mineteDG 20 000 in Bn<kie deeleo van Frank-
rgk. Wd waren de Proteitanten door die gruwel-
daad tan hun aanvoerden beroofd, maar ijj gre-
pen noehtana naar de wapenen, (vierde Hogeno-
tenoorlt^) sloten de poorten van bon belangrgk-
ite veitiugeo ea veriledigden deie tegen de tioe-
Esn van net Hot met groote bardneikigheid. De
ertog van Anjou latf voor La Bochelie inn le-
ger wegsmelten en daar bg tot den Poobeben
troon geroepen werd. sloot bg den 24sten Jani
1573 vrede, waaibg aan de Frotestanten vrije
S)dsdienstoefeniDg in de vestingen Montauban,
Imea en La Roebelle en volkomen gewetens-
vrgheid werd toegekend. Een R. -Katholieke Êdt-
partg met den bertog van Alenfon den jongsten
looi van Catkarina, aan btt boofd, verbond lich
DU met de Protestanteo tegen de heeraehappg
Tan de koningin-moeder en van de Outse's, uw-
dat Catharina terstond na des> dood van Karel
IX baar looi Hendrik lil aauspoorde om den
Btrgd te^en de Protestanten te hernieuwen (vgfde
Hugenotenaorlog). Deie nam een tooi de Huge-
Doten gnnstige wending; in den loop van 1S75
verloren de koninklijke troepen oitdenoheiden
vestingen, werden bg Oordea door Monlbmn th-
■lagen «n vroegen vmchteloot Trede. Print Hn-
dnk I Condi bracht met Johan Catimir van de
Palli een machtig leger ait DuitseUand naar
Fraokigk en vereenigde lioh in Maart 157S met
den ontevreden hertw van Aleneon, soodat het
Protestantscbe leger ojjna dobbel loo sterk wat
als dat van bet Bof. Daarenboven maakte Uet^
drik van Savarre belawri^e vorderingen ïn
QuTenne. Om die reden sloot het Hof den 6den
Mei 1570 te Beanlien een verdrag, dat eindelgk
aan de Protestanten een onbeperkte vigbeid van
godidienttoefening en een groot aantal vestin-
gen verleende. Tevens betaalde de koning de tol-
dg der Duittche bulptroepen. Hertog Hendrik l
van Quut, hierdoor m het voivneren igner staat-
kundige plannen belemmerd, bracht Dn editer
een verbond van R. -Katholieken, de Heilise Li-
gue, tot ttandj en ook de koning moest tpt lund-
bavinK van ijjn geiag daaraan deebemen, waar-
door ae Hide E^genoteDOorlof nitharttte. Docb
reeds in September 1577 werd de vrede oj> dan
grondslag der vroegere voorwaarden bernienwd,
waarna Oalkarina, om den bertog «m Okise te-
gen te werken, te Nerae gelieime onderhandelin-
gen met Hendrik eon Savarre aanknoopte en
hierdoor aan de Proteslantea nog eeni^ vettin-
Etn bezorgde. Daar echter de Hotparlg ileb om
et gesloten verdrag weinig bekommerde, opende
CotiM in 1578 den levenden Hugenotenoorlog
met de verovering van Lafére en Hendrik va» Sa-
varre in April 1^ met de inneming van Cabori.
Door bemiddeling van den bertog mm Anjou
[Alen(on) aloteu «diter de Protestanten, die de-
len strgd overbodig oordeelden, opnienw vrede
te Flei den 12den September 1580 en bedengen
daaibg de vroegere rechten.
De langgewentcbte wapeDstilstand dnurde tot
1534, toen door bet overlgden van den hertog
van Aletifon het «itii^t op den troon geopead
werd 'voor Hendrik van Kavarre. Aanstonds be-
ijverden lich de Ouiêe't, om ofinieuw een Ligne te
stiobten, en sg verbonden iich met Spanje en
met den pans om de ketterij uit te roeien, waar-
na in den kardinuJ van Bourbon tot troonopvol-
eer benoemden en in venet kwamen tegen den
koning en tegen de Protestanten. Op aandring
ignsr moeder moest Hendrik lil, na het sluiten
van een overeenkomst te Némonre (7 Jali 1585).
de Protestanten vervallen verklaren van bon red-
ten. De Protestanten, die weder geld nit Enge-
land en soldaten uit Duitsehland gekregen had-
den, begonnen daarop den achtsten Hagenoten-
oorlog. Van de drie legerkorpsen van het Hal
werd den Seten October 1587 bg Coutras door
Hendrik van Savarre geheel en al verslagen, doch
de veldheer verzuimde ign voordeel te doen met
deze overwinning, zoodat bet Hof gelegenheid
kreeg bet Dnitaehe leger nit Frankrgk te ver-
jagen. De hertog van Outse, die gedurende den
oorlog lid) in net beiit bad gesteld van het
slaatsgeisg, noodiaakte nu den koning den ISden
Juli 1588 tot de onderteelening van het Réo-
nioosedict van Rouaan, waarin Oe uitroeiing der
ketters door het iwaard en de uitsluiting van
Hendrik van Savarre van den troop was vastge-
steld. Inlnsseben kwamen de eeiiucbtige bedoe-
lingen van den hertc^ ixm Quiie loo duidelgk
D,o,l,zedb,GoOgle
asn den (Lig, <iftt de kaning faem en ign bTOeder,
dim Itirdinaal, in 8ept«mMT 1588 op den I^jks-
dig te Blois d«ed veriuoordeD. Dut de koning
nn geheel en al verlaten werd door de R.-Ea-
tholieken, moest iig zich in de armen werpen Tan
de Protestant«ehe pnrtij. Hendrik Ilt trok met
de PioteiUntiehe troepen naar het opioerige Fa-
rijs, maar werd ffednrende de belegerins den
Iflien Angaetns 1589 door Clement, een aireeii-
lieken monnik, om het leven gebraent, loodat ae
kroon Tan Frankrgk nn ten aeel liel aan Hen-
drik van Navone, het hooH der Hervormden.
Toen Hendrik, tot bet verkrngen der kroon, tot
de IC.-KatboIieke Kerk overging (Jnli IS93). be-
icfaoDwden de Protestanten dien atap aU een ge-
wetentooa verraad, loodat in de zijde dea konings
verlieten en plannen maakten, om een ander
hoofd te kiezen. Eindelgk onderteekende Hendrik
IV, nadat h^ alle gemeenschap met de Ligne af-
gebroken had, gedarende de vredeaonderhandelin-
gen met Spanje, den 13den Afiü 1598 het Edict
van Nanteg, oat in 91 open^re en 51 gebeime
artikelen de reebten der Pioleetanten waafbors-
de. Het nitiondering van enkele iteden, looala
Rheims en Soisaons, ontvingen zg vrijheid van
Kdedienatoefening, terwgl het hun tevens geoor-
ifd waa, Ejnoden samen te roepen. De Staat
verleende hun jurlffka een aanzienl^'ke som tot
onderhoud der geestelgkheid en hnn kinderen
konden alle seholen hezoeken. Ook «aien z^ be-
noembaar voor alle ambten en vraardigheden en
londen zn voor de helft zitting hebben in som-
mige reefatbanken (ehambret mi-fortiet}, tenrgl
ig de vestingen nog 8 jaar zonden bezitien. Het
Fïrlement beveatigoe ilit Edict den 25aten Fe-
brnari 1599.
Onder de legeering Tan Hendrik TF, iviena
minister Sutty zelf tot de aanhangers der Her-
vorming behoorde, bleven de Protestanten onge-
deerd. Toen echter Maria de" Medici, de gemalin
van Hendrik 1V^_ lioh gedurende de minderjaiig-
heid van Lodevi^k Xltï met het bewind belastte,
wekte onafbankelgkbeid der Protestanten den
Edict van Nantes, maar znn hnwelgk met een
Spaansefae prineea deed de bezor^beid der Pro-
testanten dermate kliromen, dat ig gemeene lask
maakten met den oproerigen prins Hendrik U
vtm Condi, Otaofaoon door bet verdrag Tan Lon-
den (4 Hei 1616) hnn godidienstvrnheid nog-
maals bevestigd werd, wachtte het Hof gleehta op
een gnnslige gelegenheid om ben van bnn rech-
ten te berooven. Reeds in Juni 1617 gaf de zwak-
ke koning door een Edict bevel tot vernietiging
der Protestantsehe kerk en der haar verleende
voorrechten in zijn erfland Béarn. De kaneelarg
te Pan weigerde het Edict als wettig te erkennen
en de z
( bleef rnaten. Op a
w^onng ei
van de JeinTeten en van ÏMyne», s koning gun-
steling, die langs dezen weg de waardigheid van
eonnifable wensebte te verwerven, gat de vorst
in 1620 in persoon door geweld van wapenen uit.
voering aan zgn Edict. De Protestan taaie kerken
werden omvergehaald, de geestelöke goederen
verbeurd verklaard, de R.-Katholieie godsdienst
ingevoerd en dit gewest ingelgfd h^ de goederen
der frantehe Kroon, De Protestanten verklaar-
den die daad een etdienrtls van het Edict Tan
Nantes en bielden te La Roebelle een veigade-
ring, welke door het Hof ala een poging tot op-
roer verboden werd. Toch gaven de Protestanten
niet toe. Zjj handhaafden hun rechten onder aan--
voering van den hertog van Rohtm en den prins
de SoubuB, twee broeders, en het Hof maakte
in Mei 1621 een aanvang met den oorlog. Roka»
vond editer geen groote geestdrift hn ign ge-
loofsgenoot en, en aTlengs viekn alle Protestant-
Hontpellier ^I Octobec 1322] volgde
algemeene vrede, waarbg het Edict "van Nantes
betrachttgd, maar h«I recht tot het houden van
vergaderingen aan de Protestanten ontnomea
werd. Het Hof bekonunerde zich evenwel zoo wei-
nig om de bepalingen van dit verdrag, dat de
Proteetanten gebmi< maakten van de verwikke-
lingen der r^eering in Ttalifl, «Ai inhet begin
van 1625 de wapens weder op te vatten. Soubite
overwon met een sebee^smaeht, door de alad
La Roebelle nitgeniBl bn herhaling de zwakke
koninklpe vloot. De kardinaal de Riekelien, dis'
aan het hoofd der laken stond, zag zich zelfs ge-
noodzaakt, den vrede aan te bieden, die van de
hand gewezen werd. Daarom nam htj het be-
sluit, iieh van La Roebelle, het helangrgkste bol-
werk der Protestanten, meester te maken. Nadat
bn van gebnnrde Engetsefae en Nederlandsehe
seoqwn een eskader gvormd had, iebaalde Jfont-
moreney in September 1625 een besliaaende over.
winning op de van bondgenooten verstoken ver-
dedigers van La Roebelle, waarna door tnseefaen-
komet van Engeland den 5den Febmari 1626 de
vrede gesloten werd. Weldra echter was men er te
La Roebelle van onderricht, dat de kardinaal aan-
stalten maakte, om de stad in zijn macht te bren-
gen. De daar aanwezige Protestanten zochten be-
seberming en ondersteuning bij Karel I. koning
van Engeland, en deze zond hnn in Juli (627 een
vloot van 40 Bthepea met 10000 man, onder aan.
voering van den hertog van Buekingkam. Doeh
de geringe bekwaaodieicl van dezen, het ontbreken
van ervaren bevelhebbers en de vrees der overige
Protestanten voor een algemet^n ooiiog verlam-
den de kracht' dezer onderneming. Den lOden
AugDstus nam de belegering van La Roebelle, in
tegenwoordigheid van den koning en van den
kardinaal, een aanvang. Nadat de Engelsehen
den 8Eten November van het eiland Ké verjaagd
waten, deed Biehelieu de stad ook van de zeezg-
de insluiten door een dam, met verbaiend groote
moeite en kosten in zee opgeworpen. De beleger-
den verdedigden zich met dapperheid maar
waren aan groot gebrek ten prooi. In Mei 1628
vertoonde zich, onder het bevel van graaf Den-
bigh, een Engelsebe vloot, die evenwel na verloop
van weinige dagen moest aftrekken. Een andere
van 140 schepen, in September te hulp geiondea,
kon ook niets uitrichten. De bitterste nood dwong
eindelgk den 28sten October 1628 La Roehelle
tot de overgave. Van de 24 000 inwoners wartn
slechts 4000 in een uitgehongerden toestand over-
gebleven; deze ontvingen volledige amnestie,
doch de stad verloor haar voorrechten en vea-
tingwerken. Nog alt^d was De Bahan meest«T
van een aantal versterkte plaateen, tooalc Ntmes,
DigilizedbyGoOglC
HÜOENOTËN— HDGHES.
MoDtanban «a Castrci, doch ook hg moeit <!«&
27stca Jani 1629 te AlaU een f«rd»g sluiten en
lioh op dergelijke roorwiaiden OTergeveD. Na
mren de Proteitanleo ^ebeel en si «eerloos cd
uo de willekear Tan RxehdUu ondeiworpen, die
eTeavel hun KcweteniTigtieid weinig beperkte,
Eetit twtetnf* ïïï' liet ïict door M"'» da
MainUnoH en ign biechtiadcT Lae/iaüe oierhs-
lea, om de Protest&ntea te Teitolzen (lie Drago-
nadat), Lannuneihknd ontnam aq bnu gelgk-
feeid voor de wet, en nftdeo dood van Colbert,
(1634) beraamde bjj, met den kuiseliei Letellier,
plannen om ben uittetoeieii. Erggtbeuden, dooi
monniken Tergeield, trokken nu door de zuidelij-
ke geweiten, noodiukten de inwoners hun ge-
loof af te averen, bsAldea de kerken omver en
doodden de predikanten. Honderdduiienden Pro-
testanten namen de Tlueht naar Zwitteiknd, d«
Nederlanden, Engeland en Duitaehland, waar
men bea taet opea amen ODtving. Vmohteloos
poogde Loutoii door bevaking der grensen ds
«migratie te beletten. Telen ook omoeliden in
lohgn den R.-Katholieken godadienit maar sjj
«erden bg bet geringste bewgs van tentgkeei tot
bet Protettantiame londei varsefaooning terecht
Kteld. Toen Lodnifk eindeluk meende, dat de
ten verdelgd waren, biet oq ^'l ediet ran
Nantes op (23 Detobei 168S). Dit was de aanvang
van een nieuwe vluebt ea van dor vreeselgker
veivolKing der Pioteatanten. Uit de omstreken
van Ntmes namen duiienden de w^ naar bet
Cevennesgebergte, om er de godsdienstoefening
voort te seCten, en in 1702 nam de oorlog der
Cifnisards (lie aldaar) een aanvang, die onoer de
vreeseljikal« gruwelen tot 1705 voortduurde. Het
Hof, door den ^taaneehen Sueoessie-Oorlog be-
dreigd, maakte ten «lotte een einde aan des
(tqja, aehonk amnestie, en bemoeilnkte de Pro-
testanten niet langer ia het heimelijk voortietten
der godsdienitoefenlngen. Fiankr^k bad meer
dan een- millioen van lön vlijtigste, welvarend-
ste en bekwaamste borgeis verloren, en omstreeks
2 millioeo waren, in «püt der vervolgingen, ge-
iTOQw gebleven san bnn geloot,
Be inst, die de Piotestanten in bet daarop
volgende tiental jaren eenoten, deed vooral in
Provenea en Danphin^ Inn aantal aanmerkelijk
toenemen. Dientengevolge eebter liet Lodtwjik
XV, op aandrang der Jcinleten, in 1724 «en
gestreng Edict te^n hen uitvaardigen, doch de-
ie aiaatregri was in strgd met den geest des tijds.
Ben Ediet van 1752 verklaarde bet huwelijk
en den doop der Protestanten onwettig en veror-
dende, dat deie plechtigheden door een R.-Eatho-
lieken geestelüke moesten geschieden.. De emi-
gratie, welke hierdoor qinienw ontitond, wekte
echter zelfs bij de R,-Kathalieken zooveel weer-
lin, dst genoemd Ediet ingetrokken werd en de
vervolging ophield. Beschaving en verlichting
traden voor hen in bet str^'dperk; mannen als
Montêtifaieu en VótUnre rieden tot verdraag-
saamheid, en Lodtw^li XVI erkende door een
Ediet van 1TS7, dat echter eerst in 1789 uitge-
vaardigd werd, de rechtsgeldigheid Tan het du-
weiijk en den doop der Protestanten en hersielde
hen in hnn burgerlijke reehten, hoewel ig nog
altijd van bet bekleeden van openbare ambten en
bedieningeD bleven uitgesloten. Doch hoewel in
1789 een voorstel tot volkomen emancipatie der
Protestanten in de Nationale Vergadering ver-
würpeD werd, namen er Piotestanten, zelfs Pro-
testantsche godadienstleeraars, zitting, terwijl do
Vergadering in 1790 de teruggave beval van alle
sedert Lodtteyk XIV verbeurd verklsarde goede-
ren der Diet-R.-Satha1ieken. De „Code Napo-
léon" B^onk aan de Pioteatanten in Frankrnk
dezelfde bnrgerlüke en «taalkundige lecbtea UB
aan de B.-KathoIieken. Ofaeboon later de grond-
wet, door de Bourbons uitgevaardigd, de vrijheid
van den Protestantsefaen eeredienst waarborgde
en den Staat zelfs verplichtte tot bezoldiging det
leeraars, werden de Protestanten gedureBoe de
Restauratie meermalen verdrukt en vervolgd. In
de inideiijke provinciSn, bepaaldelijk in het de-
partement dn Oard, veroorloolde zich het ge-
meen, aangriiitst door nltra-koningsgeiinden ea
dweepiieke priesters, 'bloedige uitspattingen ten
opziMite der Protestanten. E^rat ie Jnli. omwente-
ling van 18S0 bracht hnn volkomen vrgbetd ea
deze bleet er tot heden gehandhaafd.
Litarotuur.- Meaui, Les lattes religieoeea <n
France au XVIe siècle (Parijs 1882, 4dln.); Piunw
en Sabatier, Etudes sur la révoeation de l'édit de
Nantes (Pargs 1886); Sander, Die Hogenotlen
and daa Edikt von Nantes [Breslan 1885); O. W.
Baird, Histor; of the liie of ihe Hngnenota
(Londen 1880, 2 dln.); dexelfde, The HngnenoU
and the révoeation of the Edict of Nantes (Lon-
den 1895, 2 dln.); /. W. TAompao», The wars of
leligion in France, 1559—1576 (Londen 1909).
Hocenotenoorloran- ^'* Hitgenolett.
Knacginm, Wüliam, een Engelsch sterre- es
natuurkundige den 7den F«^raari 1824 te Lon-
den geboren, stichtte in 1855 een actronomisdi
observatorium tn Tulae Hill, hield sieh heiig met
bet waarnemen van dubbelsterren en planeten en
bepaalde zich aedert 1S62 bij een onderzoek der
hemellichamen met bebalp aer speet raalanalyse.
Op dit gebied beeft bjj veel belangrgka geleverd.
Nadat hg de spectra van 26 aeheikandige elemen.
ten bestudeerd en in teekening gebraeht had,
nam hij met JffUsr de ^teetra waar van meer dan
50 sterren en ve^eleek die met de spectra van
aardsebe zelf stand igheden. Vooral stelde hü den
gasvormiren toestand vaat van ondersdieiden
nevelvlekken en merkte op, dat zij hootdiakelgk
bestaan uit stikstof en waterstof. I«ter onder-
soebt hü de apectra van kometen, maakte ge-
bruik van de spectraalanaljae tot bepaling van
de eigen beweging det sterren, vestigde igne
aandacht op de protuberaneen en poogde de
hoeveelheid wannte vaste te stellen, die van de
vaste sterren onze aarde bereikt. Huggitu over-
leed den 12den Met 1910 te Londen. Hij schreef
„^ectmm anal;iis, applied to the heavenlv ho-
diee" (1866), „On tbe spectra of some oi the
fixed stare and nebnlae'' (1863—1868), .JSir-
tber observations on tbe spectra of some of tbe
stars and n^ulae" (1868). „Atlas of represen-
tative stellar spectra" (1900), „The Rojal Soeie-
tj, or eeience in the «tate and in tbe schools (Lon-
den 1906). De „Scientific papers of 8ir William
and Ladv Huggina" verschenen in 2 deelen (Lon-
den 1399— IW»).
Bnrlisii Thomat, een Engelsch schrijver, den
20Bten October 182S te Dtflngton (Berksbire) ge-
DigilizedbyGoOglC
boren, itndMrde t« Ozfard en wgdd» lieh te Ids-
eoln 't-Inn us de itadie d«T rechtigeleeiiHieid.
Sednt 1S48 wu hq aU pleitbeiorgtr weikiuun
en in tan vrve uren hi«la hü lieh oeiig iD«t let-
terkandigen irbeid, lehreet ttrtikelt voor ,Jfags-
line'e" «n ..Review'a" «n mukts xieh bekend
door „Tdid BrDwn'i c^ooldt^s" {1856, S din.),
een leTendige es in ukeren iin kluskke schilde-
tiog van het leren op de groote koitteholen in
EngeUnd. Zy wenlen zevolgd door: „Tom
Brown at Oiford" (1861). Ook Deubreel by iga
to«iit«n door bet weaten tui Eneeknd in „Scoa-
ling ot the ifhite boise" (ISSS). Ns de ontbin-
ding TiD het Perlenent in 1865 «erd hg lid
van het Uffeibni*, wat b^ tot 1874 bleef. Hjj
uhreef in dien tqd: „Alfred the Greot" (1869)
..The old Chnrch, irhatt «iall we do wi* it?''
(1878) an „The muliDeea of Chmt" (1879). In
1880 «lichtte hg in den Noord-Amerikaanaehan
ataat Tenneaaee de kolonie Bngby, die eebter
wegens financieele moeiljjkhedeo weer «^griieTen
werd. Later verieheen van hem „A memoir of
Danill He Hillan" (1882), .J^ile of Bishop Fra-
•et" (1887), ,^Tingitone" ^1889), .JiOvola and
the «dneationsJ ejetem ot the Jesnita" (1892) en
„Vaeation rambles" (1895). Hg oveileed den
28sten Maart 1696 te Brighton.
Hoffhas, fia*üt Sdmn, de nitTÏnder van den
letterdrnktelegraaf en Tan de mikroFoon, weid
den ISdea Hei 1831 te Londen eeboren. In 18S8
Teitrok hg met ign onders naai Viiginia en weid
leeds in 1850 pioteMoi in de mnxicE aan de boo-
gesebool te Barnditown (Sentneky). Tevens legde
g lieh toe op de natunikunde, legde in 1853 lijn
betrekking neer en begaf lieb naai Bowlinggreen
om ign tgd te besteden aan het TeiTtardigen
Tan een nieaw tekyiaattoeatel, waardoor men
met «en «nkelTondigen atroon de depêches in de-
selfde lAtqneehe ediiiftteekeu ion Kannen ovei-
' ig waren opgetteld. BQ de oploa-
d« (oeate) in een Toltomen oyereen «temmen de,
gelgkmatig snelle beweging té biengen, bet tooi-
naanute betwaai. Het gelnkte hem ecètei in
1654 dit te boven te komen, In dat jaar deed hg
te LonisTÏlle ign eersten typend rok telegraaf ver-
vaatdiffdeD en in 1S55 ontving hij daarvan oc-
trooi. Weldra ontstond te New-Yoik een maat-
aduwy. die dit toestel in gebmik bracht. Na
1657 was hg een jiaar jaai in Engeland om ook
relem^l
dat alle intiéinationale telMiammen tleelit< door
middel der toettellen van Bugkêt en van Jforee
londen verzonden worden. Later vestigde lich
Hughe» te Londen en hield er lieh heiig met
de verbetering van de telefoon. Het ondenoek
van WiUiam Thonuon over de verschillende om-
standigheden, die tnvlbed hebben op de ver-
meerdering van den weerstand der geleiding,
«pooide HwheM aan tot proefnemingen, om dien
weerstand door middel van klank trillingen te
verfterkea en deie op den telefoon over te bren-
gra. De nitkomtt dóer proeren wat de nftrin-
ding van den mikrofoon, die door middel van
een galvanische batterg en van een telefoon het
zwakste gelnid waarneembaar maakt voor 'a
mensehen oor. Hugket overleed den 22slen Janna-
ti 1900 te Londen.
HnrhM, Charha Evatu, een Ameiikaansch
reohtsgeleerde, den llden April 1862 te Glen
Fallg (New-York) geboren, ale zoon van een on-
bemiddeld predikant, bezocht de Btown-n Diversi-
teit te New-York en onderscheidde zich door aan-
leg en ^ver. Om de middelen vooi z^n reehta^-
leerde studiSn te vinden, beeteedde hg zgn vigen
tgd deels aan bet geven van piivaaCIessea in wis-
kunde en Qrieksch, deels aan kanlooiwerkiaara-
heden bg den rechter Qleaton. Vervolgens be-
zocht hg de Colombia Law School en verkreeg er
een lectoraat in de rechten, werd compagnoB der
advoeatenfirma WaUer S. OarUr, doch aanvaaid-
de, nadat hg in 1888 gehnwd waa, in 1891 een
l«ei»toel in de rechten aan de Cornell Universi-
teit, doch spoedig keerde hg weer naar de firma
leiden van een oodeiioek naai gioote schandalen
in de xakenwereld van New-York De seherpsin-
nigbeid, onveieehrokkenheid en eerlgkbeid, waar-
van hg bq dit onderzoek blgk gaf, had in 1906
zgn verkiezing tot gonveineui 'van 'New-York ten
gevolge. In 1908 herkozen, werd hg in 1910 be-
noemd tot rechter in bet hoogste gerechtshof der
Unie. Hg trok ziob thans geheel nit^het openbare
leven temg, en trad daarin eerst in 1916 weer
op den vooiffTond, toen de Rennblikeinsehe nar-
tg hem eandidaat stelde voor net presideatsniap
der Unie. Onmiddell^k nadat de parlüda{| te
Chieago hem als eandidaat der Republikeinen
had benoemd, nam hg sgn ontslag ala rechter. BQ
de verkiezing in NovenAer 1916 leed hg wel de
nedetlaag tegenover WÜKm, maar het stemmen-
verschil waa zdd gering, dat aanvankelgk Hugku
de meerderheid «ebeen behaald t« hebben.
HncbM-talsfraaftowtal. Zie TeltgtatU.
Bnd, frma JoMfk, een Zwitaeisch natnnr-
knndige, den 23«(en Jannari 1796 te Orendien
in het kanton Solothnrn geboien, ontving aldatir
zgn opleiding en atndeerde 4 jaar te Landahnt,
waarna hjj eanigen tjjd te Weenen doorbraoht.
Van een reis dooi het anid-oosten van Duitseh-
l&nd en door Hongarge in zgn geboorteplaats te-
roggekeeid, stichtte hg het kantonnaal Oenoot-
Be£^) voor Natnnrlgke Historie en legde er den
grondslag voor een mneenm, hetwelk hg in 1830
afstond aan de stad Solothnrn. Daarenboven deed
h^ er in 1836 een plantentnin aanleggen. Nadat
hg eenigen tgd de betrekking bad bekleed van
direeteor van het weeshuis en leeiaar aan de
noimaalsebool te Solotbam, werd fajj er benoemd
tot leeraar aan het Ijcenm, doet zgn overiranr
tot bet Proteatantisme bezorgde hem i
nam, begterde hg zich, waarnemingen te doen
omtrent de gletachers, terwgl bij teven* het
Cgnoatisdi en palaeontologiach kabinet te So-
lura verrgkte. In het bnitenland maakte hg
ecber nnd itie erratischen BlScke" (164S). In II
DigilizedbyGoOglC
deed hg een weteiiMh&roelgke i
aDsiefat" (T841), „NatarbiiUiTiKtie Alpen:
(1830) en een groot unt»l v«rhaiid<liiigen in de
,J)enkKbrift«n tu het Zwitieneb NatnHiknn-
dig QeiMotMhBp. Hij «tetteed te Solothiun den
aSïten Hei 18».
Hnvo, de QrooU af de Abt — , grut mh Po-
rf( en bertt^ tan Fmteia, een loon Tan graal
Roberl van rarijt, wat eedeit 928 de machtigste
beersefaer in Noord-Franirgk. Na d«D dood vaa
ign zwager, koniiw SuiMt, stelde hg {936) den
Karoling Lodewijt IV d'Oulrewier aU koning
Mn en verkreeg toot zich BoargoodiS. Toen Lo-
deink lieh Ugtn z|jn toogdgietu^) verzette
hg hem in MS getangen; keiler Olto I, b. .
zwager, legde in M6 den twiit bg. Ook na Lorfe-
tTfirt dood (B54) maakte hg geen aanipriak op
den troOQ, die nu aan Lodat^'t zoon toikariut
kwam. Ungo overleed in Jnni 956.
Üugo Coftl, de itiehter van het Ga'pelingteke
Haia, gr>ai nn Par^t en hertog rnn froneia
{95&-— 996). wai een zoon van d«n voorgaandi
Toen Lolharitu in 986 door den kinderlooien Lo-
dewi}k V opgevolgd werd, en iete oog in hetzelf-
de jaar overleed, liet Hugo zich te 8enli« door de
i^kagrooten tot koning uitroepen en den 3den
Jali 987 te Reima kronen. Wel waa er nog een
broeder van Lotkariti», Karel, over; deze waa ech-
ter een Dnitioh vaaal, daar OUo II hem met Ne-
der-Lotharingen beleend bad. Kard viroveide
Iiton éa Retma, werd hier echter door f/Kjro be-
legerd, tot ovei^ve gedwong» en overleed in
gevangeniehap in 991. JTorefi »nen maakten
geen aanspraak op den Franaeben troon. Hugo,
die AqniianiS verloor, overleed den 24iten Oeto-
bei 996.
Bnso, koning van lUÜB (926—947), wat van
RaioJingKhe afkomst, drong lieh all koning op
van Ned er-Bon rgond tl, in de plsftta van zgn neef
Lodev^k lil, en nam in 925 ook diena aanspra-
ken over Dp lulil tegen Rudott II van Opper-
BourgondiS. Tot koning gekroowl (926). verzoen-
de hg lieh met RudoU, wten hg in 929 Neder-
BonrgondiB, in rail voor Italil, afstond, fig
trachtte nu (932) door een bnwelgk met Jforonia,
dochter van Tkeodora, Rome en de keiieiakroon
te verkrijgen, maar hg werd door iforona's loon
Alberiek 11 verjaagd. Te^en zgn be^tanr verhief
zich in 945 de L«nbardiatA« adel onder Berm-
^oHuf fl van Ivrea en riep Otlo l te halp,
voor wien H«« vlnehtte. Hg overleed te Arles
!n 947.
Haro, Hermataiue, «en Znid-Nederlandaeh let-
lerknndige, den 9den Hei 1586 te Brussel ge-
boren, atadeerde te Lenren en verwierf er den
graad van meester in de vrije kantten, bepaalde
zich vervolgen* bjj d« go^leerdheid, begaf lieb
in 1605 in de Orde der JezuTeten en onderwee*
gedurende 5 jaar de taal, diebtknnat en weispre-
kendbeid te Antwerpen. Nadat bg in 1613 de
priesterwgding ontvangen had, was hg 6 of 7
Ciar prefect der klasten te Brussel, werd toen
iechtvader van Pküife «on Aremberg, beer oom
Aeriekot, vergezelde Oeien naar Spanje en werd
na zgn terugkeer benoemd tot biecntvader en aal-
moeienier van AnArotio Spwofo. fig stond dezen
ter igde is vendiillende Moedige gev«efataB en
legde daarbg een be wosderens waard igen moed
aan den dag. Toen de pest in bet leger uitbrak,
lorgda hg voor de zieke soldaten, tengevolge
waarvan hg zelf den Uden S^t«ml>er 1629 ua
deie ziekt« bezweek. Van iga werken vermelden
wg: „De prima acrihendi origine «t noiveraa lei
literariae BDtiqnitate" (1617), ook ia bet Franieh
vertaald. „D« vera tide eapesaenda contra Baltba-
sarum HeiiDemiD InUtenumm et Henrienm Bian-
dinm calviniitam etc." (1620), „Pia desideiïa"
(1624 en later bg herhaliiur), ook in het Praaaeb.
NederUndseh, Spaan acb, Eneelsdi, Ho(^Ditsefa
en llaliaansoh, „Obsidio Bcedana" (1626), even-
eens in veFGchilIende talen over«iet, ,J>e nilitia
equeatri antiqua et nova" (1630), „Viu P. Caroli
^nolae" (1630) en ,,Vita Joanaii Berehmanni
etc." (1630). Ooit heelt hg eenige handiehrifteD,
waaronder „Hiitoria Rraiellae" In 8 dceleo sa-
ge laten .
Huo, Qiulat, een Duitteh jnriat, den 23«ten
November 1764 te Llnaeh in Bad«n geboren,
ontving lijn opleiding te Hontbéliard en te Karla-
rnbe, stadeerde te Gfittingeu in de rechten, de
wgtbegeerte en de gesebiedenis en werd in 1786
de leermeester van den eifprina LeofM Fried-
riek froBi voH Deutm. Èa verwierf gtooten
roem door de uitgave der „riagmenta" van ül-
vianta in 1788, werd in dat jaar bnittng«woon.
in 1792 gewoon boogleeraar in de rechten aan
de hmgesehool te OSttingen, verkreeg daarna
den titel van „Geheimer Jnstisrsth" en overleed
dea ISden September 1844. De beoefenaars van
het RomeinadU recht ibn aan hem, Haihold en
Savigng veel verschuldigd. ZJ^ hoofdwerk Jt
„Lebrbueb einet eiviliatiKhen Sniins" (1792 —
1821, 7 iHn.). Verder lehreet hg: „Civilistisehes
Magazin" (1814—1887, 6 dln.), en „Beitrige zor
eivilietiie&en Bfleberkenntnis der l«tzt«o 40
Jahre" (1828—1845, 3 dln.).
Hnro, Vielor Mant, een Franicb dichter en
iroiatehrgver, werd te Beaaofon geboren, waar
lijn vader, toen kolonel, later generaal, in gat-
mioen lag, den 26«ten Febnari 1802 en bracht
zgn kindsheid gedeeltelgk door bü ign moeder
Sovkie Tribueket in een nonnenklooiter te Parijs,
gedeeltelgk in ItaliB en Spanje bg zgn vader,
die hem voor den militairen «tand b«Bt«mde. Ter-
wgl d« knaap zich toelegde q> de wiskunde, ont-
waakte tgo aichterlgke geest. Reeds in 1817 dong
bg naar den AeademiscEen nriis met het gedicht
,Xes avantagn de rttnde' , arew een oervolle
vermelding en ontving van zgn vader de veina-
ning om de militaire loopbaan nut de letterkoB-
dige t« verwiaaelen. In de jaren 1819 tot 1821
verwierf hg bg de Aeadtoiie des jeni floranz te
Toulonw telkens den prgs met de oden: ,Jjes
viergea de Verdaa". ,Jje rétabliasement de la
ilstue de Beuri IV", en „MoTse *nr Ie Ni]".
Spoedig daarop zagen tgo „Odes" (1821), het
licht, die, klaaaiek van vorm, romantitdi vaa
richting, godsdienstig; en koningtgezind van
kleur, door bnn welluidebden toon een diepen in-
druk maakten. Hg verwierf daardoor de gnntt
koniogsgetinde partij, en Lodev^k XVllI
schonk hem een jaargeld. Onwil lek eoring echter
gerukte hü ia den liberalen stroom; zgn „Odei
et ballades" (1826) gaven daarvan getuigenis.
DigilizedbyGoOglC
Ook nam hg «tulKid van de klanieke totiimd
ea lietd de romanB „Han d'IiUnde" (4 dln., 1823)
en „Bus Jsigal" {182fl) in het liebt Tcwrfi^neii.
rliJkT
n de kluiieke rientini
Ü de QJtKBTe T«n ign dmu „Cromweü" (1&27]
lerwgl by ia de voorrede tid dit «tok de Msthe-
tÏKbe theorie dei nieuwe richting ontwikkelde.
Nui i|jn inzteB moest het drftina geboren war-
den nit een Tereeniging tan het Terberene met
het groteske en den stempel dragen van ooien
t^d. „Cromwell" wm niet ïoor het tooneel be-
Btcrod, doch oodervond als letterkundig Toort-
hieugael Teler afkeuring.
In 1828 gaf Vielor Hugo een nieawen bundel
oden, .,L«B Orientolee", in bet lieht en bewees
daardoor zgn meeBtersehap OTer taal «n maat. Zg
werden doot «Momigen hemelhoog verhefen, ter-
wnl anderen betnigden, dat de opgesdiroelde
khnkklank skchts diende om de armoede aan
denkbeelden en bet gemis van alle geToel te be-
dekken. De bewondeiaari des diefat«ri terlang-
den iets deigetQki Toor het tooneel, en deie
scbreet bet dtama .Jlarion Delorme", dat door
de eensnnr verboden werd, terwgl de Acadtaiie
selfe den bgatand dee koninss inriqi, om de op-
voering van „Hernani" Ie beletten. Dit laatste
w«rd niettemin den 26sUn Februari 1830 in het
Théitie Franfais ten tooneele gefaraeht, en de
tooi- en tegenstanden der nienwe riofating wer-
den handgemeen bö die gelegenheid. De eersten
behaalden echter de overwinning en „Hernani"
handhaafde ffednrende 10 jaar een «eievlaata in
den Fianschen sehoawbnrg. „Harion Deloime"
modit eindelgk in 1861 woiden opgeroeid, doeh
beantwooidde niet aan de overspannen verwach-
tingen. Daarentegen weid het drama: „Le roi
s'amase" (1832) na de eerste opvoeriog van Re-
geeringswege verboden. Daarop volgden; „Ln-
crèce Borgia" en „Marie TndoP' (1^). „Ange-
lo" (1835), „Rny Bias" (1838), „Lea Burgraves"
(1843), de gesebiedknudige roman ,J4otre-Dame
de Paris" (1331) de dichtbundels: . jenilles d'an-
tomne" (I8SI), ,Xei cbants du erépaeeDle" (1885),
„Tois intfnenret" (IS3T) en „L^ rayons et les
ombres" (1840). Onder de proiaechriften bekleedt
.Jïotre-Darae de Pari»", onder iga dichtbundels
de „Feuilles d'antomne" met de „Voix inttrieu-
i«e" de eereplaats. Z|jn populariteit beioigde hem
ia 1841 een setel in de Académie Francaise en
Lodewik Pküifi verleende b«m in 1645 de waar-
digheid van paii. Na d« Febiuari-iHDwniteling
(1848) werd tig te PaiQe algevaaidigd naat d«
CoDsütneerende Teigadeiing en behoorde er eer
tot de monarchale rechter-, dan tot de demoerati-
sebe linkenljde. Toen hg vervolgeoB lid werd van
bet Wetgevend Lidiaam, veranderde h^ ptotseling
van ririitinK en schaarde sich weldra onder de
vurigste redenaars van de aiterite tinkeragde. B3
den staatsgreep van d«a 2den December ISS)
weid hji oj de proteiiptielqat geplaatst, loodat
hg met ^n geiia eeret naar Belgit, v«rvol-
geiM naar Jersey en eindelgk naarOnerneseT trok
en aldaar bleef, hoewel de amnestie van 1859 hem
veroorloofde naat Frank rqk temg te keeren.
Znn „Napoléon le jwtil" en ign dichtbundel
„Let ebltiments", die in 18BS te Bmsiel uit-
kwamen en van ataatskundigen hartstocht getui-
gen, weiden in FrankiQk verboden. Daarna ver-
seheneni „OenvKs oratoires" (1852), „Lei eon-
tempjalions" (2 dln., 1856), „La legende des
sièeles", een ignei voornaamste werken (1859 —
1888, 4 dln.), het zeer popnlaiie „Les mi«érables"
(40 dln., 1862), „William Shak^eare" (1864),
„Lee cbanaons des rues et des bois (1865), „Les
travailknis de la mer" {3 dln., 1866) en „L'hom-
me qui rit" (4 dln., 1869).
Oedutende de gioote tentoon stelling te Pargi
in 1867 werd ign drama „Hernani", dat velen
reeds vergeten waanden, gedurende 4 maanden
eiken avond in bet Théttie Fiaufais ingevoeld.
To«n ten gevolge der gebenrtenisten bq Sedan
in Septemoer 1870 het tweede Keizerigk in
FrankrÖk bezweken was, becaf PieJor Huffo zich
nsar het bedreigde Pargs. Ook hg was met vele
kortzi^tigen dwaas genoeg om te denken, dat
Pruisen «nkel streed legen Napr^éon UI en na
den val van dezen aanstonds zon teingtrdkeB.
Hg deed dan ook in „Le Raf^wl" van 12 Septem-
ber een krachtige proclamatie versehgnen, waarin
hg de Duitsebers opriep om af te zien van een
belegering van Pargt. dat hg de stad der steden
noemde; iH had ewtei geen gevolg.. Geduienda
bet beleg der stad behoorde hg, loodcr evenwel
lechtetreeks aan de commaaistiache beweging
deel te nemen, tot de tegenstanders van het Voor-
loopig Bewind. Na de veroveriog der stad werd
zgn mandaat neder gedorende een onitnimiga
vergadering, waarin de wettigheid der benoeming
van Otiribiddi betwist werd. Daarna vestigde hg
zich te Arcachon, waar hij zgn oudsten zoon Okar.
Ui VietoT Hugo door den dood verloor. Niet lang
daarna, bij liet nilbarstee van den mitand te
Parns, vertrok hj] naar Brussel, waai ng fn een
brie! aan den redaeteni der „Ind^iendanee beige"
van den 26gten Hei 1871 zich tot verdediger op-
wierp van de Commune te Paigs en een faevigen
aanval deed op het Belgisch ministerie wegens
zgn weigering om aan de voortvlnchtige opatan-
delingen een schuilplaats te verleenen. Tot in
NoTMitber van dat jaar toefde hg voorts op Jer-
sey, doch verliet toen dit eiland, om in per-
soon bjj Thiert genade te vragen voor de veroor-
deelde Communisten. Tevena plaatete hf in „La
Raffel" een republikeinsch manifest, waarin hff
op «en wedergeboorte van Frankrgk aandrong,
nog minder, looale. hg betuigde, om Fraakru
leli dan om de wereld, iaaondeihekl om Doitadi-
land, daar Frankrijk het lieht der wereld is het-
welk dooi Dnitschland nitgeblazen werd. Bg de
veikieringen van 1S72 waa njj eandidaat voor Pa-
a's, doch kon de meerderheid niet verkritoen.
lar al was ook ign itaatknndige rol nitge-
apeeld, hij liet niet na bg voorkomende gelegen-
heid over den polJtieken toestand van Frankrgk
te spreken, zooals bgv. in April 1875 fajj de be-
grafenis van BdgarQuingt. Den ZOsten Februari
1876 werd hg benoemd tot Senator der Republiek
en sprak als zoodanig den Iftden Mei 1^7 een
krachtige redevoering nit tot beitrgding van den
ultramontaanscben staatsgreep. Het groots eer-
bewgzen vterd hH overladen, toen den 25iten Fe-
brnari 1880 in het ThéAtie Franpiia het halve
eeuwfeest werd gevierd dei eeiste opvoering van
„Heiuant", akmed» den 26sten Febmari 1882,
DigilizedbyGoOglC
S38
HUQO— HDOO VON TRIHBEBO.
toen een ^roote Tolktdemonitiatie bHn inUds
brubt (^ iqn tftehtigBten Tcrjunlag.
Nft inn terugkeet t« Fsryg vetuheDen faa
Item: .Ji'uDëe terrible" (1872), ..QuiterTiDgt-
tieiie" (3 dln., 1S74), ,Jf«t fiU'' (1874), „Ael«(
et paroles aTint 1'ezil, 1841—1651" (1875), „Ac-
U( «t parolM pendant I'ciit, 1852— 1870" (3 óln.'
1875—1876), bet beroemde ,Jj'art d'êtte gnnd-
pète" (1877), .Jj'biïtoiie d'on erine, d^positions
D Umoin" (1877), die in één jur 65-inul se-
orakt werd, „Le fwps" (1878), „Actes et patotes
depnii 1'eiil, 1870^1876" (1877) en „La piti«
■aprème" (1879). Hjj overleed te Parus den 22ateD
Vei 1885, en ijjn atoffelp overichot werd met
groote plechtigheid in het PiDthëan bggeiet. Na
tqn dood Teracfaenen nog, onder toelicht Ttn
Paul Mturiee, „Oenvrei iniditea" (1886), „ThU-
in en liberté" {1886), „Toote la Ijre" (2 din.,
1889), „Dien" (gedicht, 1891). ,^lpei e( Pjré-
néei; Fraaca et Belgiqoe" (reiien, 1890—1892),
,JiM anntea iDDMtei" te>ïdichten, 1898), „Cor-
rewondanee" (18&S— 1S98, 2 dln.), „ChoMi
Toet" {1897—1900, 3 dln.), ,J«ttre k ta lias-
eée" (1901), „Poat^Seiiptom de ma Tic" (1901),
en „Deniitre gerbe" (f^idit, 1902). Den 2eiteD
Febinari 1902 werd ign honderdate ceboortedag
van tegeeringaw^e op leer laiaterrjjae wgw t«
Parjji gevierd. Ëen voUedise Tenameling Tas
■nn werken TcTieheen ia 1^0—1889 (48 dln.),
en 1889 eni. <70 dln.).
Fiefor ü%go bekleedde ala bet hoofd der to-
mantiicbe icnoal een bqiondHe plaata op het
gebied der Fraiache letteiknnde. Hg heeft toot
goed gebioken met de letterkundiae traditie, die
tan de klaHieke Toorbeelden nog ueefata de niter-
Ijjka Tonnen bcMt, en daarTOor de Trge keu»
der atol en de ongehinderde beweging Tan den
geeit in de plaata geitald, wawdoor Sjj aan de
frantehe dichtkunst nienwe kra^t en ni«nw
leTen «chonk. Daarbn wai hg een meeiter OTer
de taal, «wals Bleehtt wainigen. De bierdoor
verkreMn Tröbeid werd intosicEen door qjn min-
der talentTolle naToleen niet itlden miabruikt
Ook Talt niet te ontkennen, dat men, Tooral fa
ign 'proiaaehriften. Taak holle klankao Tindt, die
lugenoeg niet* beteekenen, terwgl men den Tin-
dingrgken aatenr bewondert, di« in loo vele woor-
den MO weinig weet te i^gen. Van den anderen
kant trett men onder lun g»
die wel ateedi tot de jnweeW loUen behooren
van de Fraatdw poBxie.
Zie Toorta: P. Bmtdoit, Vidoi Hago; » >ni
see oennM (1886, Ode druk 1907); E. Diifm, Vis-
tor Hnso. rhomme et le poète (1886); J. ClaretU,
Victor Hugo, «onTenira intimea (1902); F. Bru-
Mlière, Victor Hngo (1908).
Twee broeders Tsn Viclor Hngo hebben lich
«Teneena ala letterkundigen bekend gemaakt.
Hnoo, Eugène, in 1800 geboren, en overleden
in 1887, Terroardigde een aantal gedichten; en
Jule* Abel H*go, overleden in 1855, schreef:
„Hieloire de la eampagne d'Bapagne en 1823" (2
dia.. 1824), en „Hiatoire de r«nperenr Napoléon"
(1833).
Hnpo, CharUt Vielor, een loon Tan Vielor,
den 2den Noven^er 1826 te Pargs jieboren, ont-
ving met ign broeder ton opleiding aan bet
Ljeée Charlemagne en beiden treden na de Fe-
bmari-omwenteling op als daghUdscbi^vcra.
Charlet was gedurende korten tga secretaris van
de Lamartine en tot 1851 medewerker aan het
dagblad ,Jj'ËTén«ment", dat door ign vader ge-
redigeerd werd. Wegens artikelen, waarin bg de
doodstraf beatreed, werd hjj tot een gevangenia-
strat Tan 2 maanden veroordeeld. Na den staats-
greep Tan 1852, werd hg loowel als sgn broeder,
Terbannen. Ckarieê schreef: „Le cochon de Saint-
Antoine (3 dia., 1857), „La B<^ème dorée" [2
dln., 1859), „La chaise de païlle" (1859) en „Doe
familie tiagioue" (1860) terwjjl hg bet drama
,rLei miaérablea", aan den roman igna Tsdera
ontleend, en bet blgniel „Je tous aime" (1861)
te Brnaael ten tooncele braehL In 1869 slichtte
hg met iqn broeder bet ui tra-democratisch das-
bUd „Le Rappel", dat in 1871 geschorst werd.
Toen hg den 16den Maart van laatstvermeld jaar
een beioek wilde brengen aan ijjn vader te Area-
chon, werd h^ door een beroerte getroffen en
dood in bet rgtaig gevonden, dat hem van het
spoorwegstation naar de plütt xijner beatwa-
ming lov brengen.
augo, Franfou Vielor, een broeder van den
Toorgauide, den 22aten Octttber 1828 geboren,
schreef: ,JLlle de Jersej" (1857) en ,!SoaneU
de Shakspeare" en een vertaling van al de wer-
ken TSB dien Engelscben dichter (1860—1864,
13 dln.) Het Hetme* deed bg het geachonte dag-
blad „Le Üappel" weder in liet licht 'versehg-
nen. Hit overleed den SSaten December 1873.
Bnso vao Ut. Vlotor, een mjsticoe en
seholaatiseh wnsgeer, werd is bet laatst van de
11de eenw geboren en trad in II IS in hetklooeter
St. Victor bg Parga, werd daar leeraar aan de
beroemde klooaterMhool en overleed in 1141.
Zjin mjatieke geachriltan ijin ,J)e arca Not mo-
raii", „De arca NoC mjstie»'', ,J>« vaniUte mnn-
di" en ,^1iloquiiHn de arrha animae"; meer
scholastiek getint ia sgn geschrift „De aaera-
mentia ehriatianae fidei". Z^n theologische opvat-
tingen i|jn neerselegd in iqn „Summa aententia-
mm", indien althaaa sgn auteurschap biervan
vasletaat, waaraan getwgleld wordt. Verder
schreef hg: „De eraditione didaacalica", waarin
hg een overiicht geeft van alles wat in lön tgd
all wetenstvaardig gold, benevens een inleiding
op den Bgbel. Zgn werken ign nitKegeven in
1648 (3 dlo.) en vormoD deel 175—177 van de
Pstrologia latina van Migne.
Hnro Ton TrlmlMrjri '^ Dnitach dich-
ter, in de eerste helft der iSde eeuw in het dorp
Trimberg, niet ver van Wfiriburg, geboren, werd
in 1260 benoemd tot magiat«r en rector eener
aehool in een voorstad van Bamberg. Hg heeft
lieh vooral bekend gemaakt door het vervaardi-
gen van den „Kenner", een leerdicht, hetwelk hg
13O0 voltooide. H«t bevat een aebets der ie-
_ j van die degen en vooral een beriaping van de
toen hecTsehende gebreken. Dit gedicht onder-
sebeidt lich door vele voorbeelden, ^Igkeniases,
fabels en verhalen en geeft getnigenia, dat Bug»
groole belezenheid^ en toen reeds faeencba^
pii over de Dnitaehe taal beiat. De „Renner" ia
in bet licht gegeven door bet Hiatoristb Qenoot-
Bohap te Bamberg in 3 stukken (18S9 — 18S6.
nienwe druk 1901). Ook is dit leerdicht in 1649
(maat niet door StboMtian Bromt) in Protectuit-
DigilizedbyGoOglC
HDOO TON TRDIBERO— HmD.
eeban gecat omeewtrkt. Andere werken Ttn Hu-
go, wokls de i^mnei" (Simmki), ign Terlorea
gCgUQ.
'trieht geboren, werd leedi i^ ijjn 17de iau tot
tweeden luiteiwDt der «rtiUerie benoemt^ wur-
na hg lieb op de krjjgBweteiiKb^) toelegde. Is
1782 tiracbt hij d« TestiDgen VlUiiogen en Veere
onder gen e rul -majoor Do// in etaat van Teidedï-
ring, in 1787 werd hü OTergeplutst ale adja-
4ant en controleur vao den tekltrein in bet kamp
van Zeilt, ooder de berelen Tan laitenant-koIoDel
Oerhad», ontfing in hetielfde jaar dea rang Tan
kapitein en wat in 1739 belast met de opricliting
eener artillerie- en genieichool te Breda. In
1708 kwam hg aan liet hoofd e«ner eolI^)agnie
Tin bet korpa radende artillerie en in 17M wii
bg te Amertfoort onder generaal Parmiieini di
Capelli werkzaam aan de Teraterking der Greb-
belinie. Verder voerde 4ig liet bevel over de
artillerie in de veiting Naarden, welke hij eerat
na berhaalde iwveleo van iiet nienwe Bewind
aan de Franichen overnl. Ale aanhanger Tan
bet Huil Oranje nam bg in 1795 ign ootilag en
y«aligde lieh met ig» echtgenoot en 5 kinderen
te Brnniwgk. Nadat bjj een aanbod Tan Rniland
fa^ad algewcwD. kwam h|j na een examen, door
R«neraai TemfieihtiN afgenomen, als kapitein in
Pniiaiiehen dienst; in 1797 werd hij benoemd tot
eommandant eener compwnie rgdsade artillerie
te KeniDgabergen, waar Eem tevens liet onder-
was der otlicieren van ign regiment opgedragan
werd. Id weerwil van ign Ulr|jke beiigfieden
bleef bij lieb aan de wieknnde wgden, zoodat in
i°<^*) ign ,JlathematiKbe BeitrftÈe mr weitern
KiMnKff ■na>*)wi(r]i>r (ïpririuihir'' in li>t Il^ht
dedïging te brengen. Ook werd hg naar Qran-
deni geionden om de artillerie mobiel te msJten
«D het bevel OTer een divisie van dat wapen op
aieh te nemen, waarmede fag in 1806 bg liet korps
van den Rnsiisehen generaal Btmnigttn gevoegd
werd en de veldilaj^en van Pnltuek, Altenstein en
Prnisiicb Ejlan bywoonde. Na liet sloiten van
den Trede van Tïliit vroeg hg om redenen Tan
geioodheid onUlag en in Sefttember 1807 keerde
ng met ijjn gezin naar bet Taderland terug. Daar
werd hg aangecteM tot chef Tin de 4de divisie
van bet departement van Oorlog, weid üd Tin
het eentraal comité der artillerie en genie en na
d« {olgving Tan ons land in FraBkrgk laïtenant-
koland. Bg den ommekeer Tan saken in 1813
bevond hü lieh te St. Omer, doch Troeg aan-
stonds tgn ontslag en keerde naar Nec^ilaod-
teraff, waai hg geplaatst werd als luit«nant-ko-
loncd en kort daarna opklom tot kolonel en in-
rtenr der Belgische artillerie en directenr Tan
3de divisie van het ministerie Tan Oorlog.
Gedurende den veldtocht van 181G vooriag hg
bet Iwer van materieel en bg do vereenigins Tan
Noaro- en Zuid -Nederland organiseerde hg* de
stapel, en construetiemagaiyMn te Antwerpen,
waarna hem in 1816 het beatnnr van de getenat-
gietern te Lnik werd toevertrouwd. Toen hg in
l8S0 deze itad moeat T«rlat«n, werd hg directeur
der militaire magugnen te Delft ea ook daar
zorgde by voor de oprichting eener nMTgieterö
om in de eente beboetten der artillerie te Toor-
lien. In 1833 werd bg gepensionneerd als geoe-
raal-majoor en vestigde hg zich te Ngmegen,
waar hn den 7den Naven>ber van dat jaar over-
leed. Van ign geschriften vermelden wg nog:
„Eiamen de la wlntion da prohlème de la pres-
lion d'un corps eiereée sur trois ou plusieurt ap-
puis" (1811), „Verhaodeling over de rieoehet-
echoten" (1818), „VerbaDdeling over bel gebruik
van gloeiende kogels" (1816), „Verhandeling over
de ontwikkeling van eenige trigunometriaefae
reeksen" (1823), „Verhandeling over bet Neder-
landedie gzer" (1823), ,3et gïetweun in 'sRgki
geschntgieter^ te Luik" {1326) en „Bi^dTagen tot
het gietweua in 'i B^ka gurgesebatgielerg te
Luik,
HnyvM, CUmi, een Pranarit itaatiman, en
dichter, den Sden November 13S1 te Méaerbet
(Taudnse) geboren, wu sedert 1B69 werkzaam
aan radinle bladen en werd is 1870 door den
Krggsraad tot 3 jaar gevangenisstrsf en 2000
Irs. boete veroordeeld wegens een artikel in ,Ja
Fraternitd", Vrggelaten verbond hii lich aan
„La Jenne Bépubliqpe". Sedert 1881 was by,
uitgezonderd van lSS9 tot 1893, steede lid der
Kamer, waar hg tot de niterste linkenijde be-
hoorde. In ISSSwaahgBonlangwt In de UaUta
tgden had hg als staatsmaa weinig ineeea «D
stelde iL<A daarom bg de laatste verkiezingen niet
meer candidaat. Hooger dan als etaatunan stond
bg ale diehter, vooral in bet tueoliicfa genre.
Hugutt overleed den Uden Juni 1 907. H^
schreef: ,J^ petite mute" (1877), „Poèmei dé
prison", „Les soirs de bataille'' (1882). „Let
joars de eombat" (1883), „Les «voeations" (1885),
"-' Phaeton" (1888), ,Jja ehanaon do Je-
faiae 4)ekroond, het drama „Le aommeil de Dan-
ton" (1839) en de novelle ,3onsi«nr le gendar-
me" (1891). Zgn Provenfaalsebe Redicbtea stem-
pelden hem tot een der eerste „Péltbres".
HnU vormt bg meaichen en dieren een sa-
menhangende lichaamsbekleeding, die bij de ope-
ningen van het lichaam in een slgmvlies over-
gaat, hetwelk alle aan de oppervlakte uitkomende
holten bedekt.
De huid vertoont in doorsnede (zie de afb.) 3
lagen, nj. de opptrhmid (epidermis), de Uderkuid
(corium) en bet oitderkutdêek eelweelttl (lela cel-
iuloaa subeutanea). De belansrgktte van de» ïi
de lederbuid. Zg bestaat uit doortlkandei go-
Tlochten bandela blnlweeftel en daartniMheii
netten van elastische vezels. Naar de boTeninde
is het vlechtwerk dichter, doch naar de beneoen-
zgde vormt het ruimer maien. Ven vindt deie
evenzeer in het onderhaidseh eelweefael. ook esB
los vlechtwerk van bundels bindweefsel, welka
ruimten met groepen veteellen aangevuld igo.
Dat vetgehalte wieielt sterk bg verichillende men-
sehen. Bg vette menaeheD zet licb vooral In dU
laag bet vet af, onder de huid van den buik méér
dan eldera. In het ondetbuidicbe weefsel vindt
men de OMtUdUrtje», elk bestaande uit een een-
Toudige buis, lot een kluwen opgewonden en
welker nitToerbuis door het eorinm heen spiraal-
Tonnig naar en door de epidermis trekt. De dik-
te der lederbuid it seer TenehiUend, doch die
DigilizedbyGoOglC
TM <le Tellaag dok veel atti. Op alk olutten,
«aar de haia ii«i di^l tin de beenderen ol
kruk been deren berindt, tooal» aan den lebedel,
op bet borstbeen «ni., ii die dikte leei gering,
Sdwmatiiehe Tertinle doonaede door
de inensebelQke hnid.
tenrgl ig elderi, nhu tanmerkelyke vetToiming
plaatt beeti, leer ^oot kan zgn. De gevulde vet-
eellen in het ondeHiuidseh celwcefiel Teroonaken
de beTallise ronding der lichaameTormen. die
mes ToonT bjj het Tronwdük geilaebt opmerkt.
De andertt« laag van dit oelweefael ia gewoon-
Igk «at Taster en met de daaronder liggende dee-
len Tertionden.
In de boTenste laag der lederhaid wotden de
veieli Tan het bindweelsel allene» onduidelijker
en eindelyk liet men aldaar enkel een geljjkgoor-
tige, hal f doorzichtige massa, waarin keeelformi-
^ TerheTenheden — gevoehUpeh (papilUe) —
m de onderste lagen der opptrfanid opruiende.
Deu tepelg z|ja bet talrijkst en bet meest ontwik-
keld op die plaatsen, «aar het geToel het fQDSt
it, zooaU aan de Tingertoppen en aan de lippen.
Zg xgn afzonderlgk, in inen ol groepsgewgs ge-
plaatet, zoodat oaderseheidene deielMe tiatii heb-
ben. Elk lepeltje heeft een baarrat, hetwelk naar
zgn top opklimt en dan weder afdaalt of ook een
geToeleorgaan, z-g. tastlichaampjes, waarin Mn
of meer zenuwTetels eindigen. I>e ta^gtliehaampjes
bestaan nil Terseh il lende, elkander bedekkende
ichalen, welker lagen gescheiden ijjn door een
Tloeistof. Bjj drnk op een tastliehaampje dmkt
waarMbgnl\jk die Tloeistof op de zenuw en wekt
ook zeer vertehiltend tan dikte, doorgaan* bet
dikst onder de Toetzolen. Zü bestaat uit een lelf-
slandigheid zonder hloedTaten en zenawen, dns
zonder geToel, en dient tot bekleediel Toor de
gevoelige lederhnid. Van bniten is zjj Tast, droog
en zelfs hoornaehttg, doeh naar beneden wordt
zg Toefatiger en lirt eindelgk als een algmerige
massa op de ledemnid. Hen ondersebeidt in de
opperhnid Tier lagen: de buitenste J
(«tratnm eorneam), uit Tlakke, Terboomdè^
kernlooze cellen, du To)gt een dan stratnm Ind-
dum Tan dichte lagen Terboomde plaatjes n dan
Tersebeiden lagen Tan keinboudende cellen, de
tf^mlaag geheeten (reU Malpighi). Tosa^ea de-
ze epidermis en het eoriam ligt een bataalmera-
braan. De kleine achnbbetjes, welke men Tan d«
bnid Tetwgderea kan, inn brokjes tsb droge
eetlengroepen. waaruit de nooralaag bestaat. Lest
men znlke «ehubbetjei in natronloog, dan >wri-
len hunne afuDderluke cellen op en Tertoonen
lieb als bolTOrmige blaasjes. Het Terlies Tan deze
cellen aan de oppervlakte der hnid wordt aange-
Told door de vorming Tan nienwe eellen in bet
onderste gedeelte der slgmlaag, welke alleoga
meer naar de oppervlakte komen en daarbg Ter-
hoornen, haar ronden vorm Tcrtiezen en meer en
meer afgeplat worden. Na bnidziekten als bgT.
roodvonk is de nieuwe Tonnin^ dier eellen leer
sterk, zDodat er dan ook een sterke afichabbing
of TerTelling plaats heeft.
De huid dient lot orgaan van bet geToel, toorts
om Tloeistoffen nit bet bloed te Terwgderen door
middel van het zweet, dat in de cirea 2 nillioeo
zweetklieren afgesebeiden wordt en eindelgk tot
bekleedsei t«d de dieper gdegen deelen, terwgl
sg tevens gelegenheid geelt tot vorming en op-
hooping Tan Tet. Ook gesebiedt de opneming Tan
zuurstof, TOor gezond bloed onmisbaar, gedeelte-
lijk door de huid. Door bare talrijke bloedvaten
met wisselende vnlling en de door hen bewerkte
iweetafseheiding is de hnid tevens een onmisbare
régulateur voor de lidiaamstemperatuDr. Door
haar hnidsmeer, dat uit Tetten, vetzuren, «holes-
terine, siwlt sn zouten bestaat, hoodt zij de op-
pervlakte vet. De reinbeid en de doelmatige be-
handeling van dit belangrijk orgaan staat der-
halve in bet nauwste veroand met onze gezond-
heid, daar verwaarlooiing der huid velerlei ziek-
ten ten gevolge beeft en een Tolkomeo werkcloo-
ze huid zelft den dood veioonaakt.
de huid moet de strekking beb-
bing. 'Mm dient die onreinheid door middel Tan
water en zeep of nog liever door baden (minstent
elke week één bad) te verw^deren en levens ge-
durig van onderkleederen te verwisselen.
Ztekten van de huid. Ofschoon in Tele
algemeen bekende infectieziekten als mazelen.
' ibns. pokken, sjphilis enz. de aandoening van
de hl
todi tegenoTcr de alpettwena versebijns
den achtergrond en daarom worden die ziekten,
al «orden ijj «ok wel acute etantkeme» ge-
noemd, niet tot de eigenlijke huidziekten gere-
kend. Ein infectieziekte ecbter, de Root (eryrift-
hf), rekent men er wèl toe, ondanks de zware, al-
gemeene Teracb^iwelen, die niet lelden met de-
ze fanidontiteking gepaard gaan {zie Roem).
De kennis Tan ds huidziekten in engcren rin
ia vooral door Bebra leer toegenomen. .Hg on-
derscheidt in de huiduitstagen bwee soorten, n.1.
de primaire, door de ziekte telt verooraaakt.
en 4e s e e u n d a i r e, uit de eerste ontstaan, Wg
zullen Sebra'B indeeliDg volgen en daar%g enkele
minder vaak voorkomende ot minder gewiehtige
D,o,l,zedb,GoOgle
'hoidtiékten soemen, Toor de udsrc hmt de tiq-
xondere artikelen Terwüiend (lie Eeteesi, Erg-
tkêtm, Luftu, MeUnUekheid}. Onder de primaire
'Oadersebeidt Btbn:
I. De ritk (maoÊia). De» kan ODlttsao dooi
.ovetTDlliBg det blMdiaten, heUü Ten tijdeljjken,
hetxil tan bliJTeadeD urd. Tot de eeiste «oort
behoort het Erytkiêm (ii« aUur), en de Roitola
(lie KÜaai), die met den vinger voot een oogen-
blJk ig weg Ce drukken en bö mazelen, roodionk,
(Tphilis eni. optreedt. Tot de blnT«ide behooren
de moedereleiJuH, die «efatei ook vaak door op-
höoping TUI kleontof ootttaan. Ook bloednitalor-
tingen geven vlekken, looala de beet van de vloo.
Giootere blMduitetortiogen vindt men bg de
Puffura rktHmatiea, die vooroamelgk ean de
onderbeenen voorkomt en meestal met rhenmati-
'lehe gewriehtiptjnen gepaard gaat. Die vlekken
veidvgnen langumeraand na allerlei klenreiei-
aaderingen; een zwaardere vorm, de
hmmoirhagiea gaat met J)loedingen
vlieien gepaard.
it de uijm
2. De pmel (pavnia}, die lich door locale cel-
ophooping Doven net nivcan der haid veibeft.
lleettal ie de omgeving van de nitvoerbnie der
baamkken de letel der euadatie. Komt het tot
ontiteking van de haar- en imeerlollikele en bun
MOgevi^, dan apre^ men van piUitje (aaie),
die vau door Oomedonm wordt veroorsaakt.
Zoo noemt men het Xï. geworden afeefaeidingspro-
d«et ,der smeeiklieren, dat in de nitlooiiagebni-
aen vaatiit en er ali wonnpjee nitgedrakt kan
worden. De eoaMdonen ontwikkelen licb vaak in
de fmberteitsjarea en knnen dikwgis de omlig-
(endo bnid prikkelen tot de genoemde kleine
Sniatjee. Behalve door vetatopping van de uilmon-
ingebnisja kannen de eomedonen ook door «b-
Bornte velieeietie «ntetaan, zoools die vaA bQ
•cropbaloee en bleekioeht voorkomt. Deie moet
dan met flink waacchen met leep en peneeelen
met alkoliedie middelen beperkt worden. Met de
nagwla der bwee duimen ot met een instrumentje,
bj|v. een horlogeelenteltje. kan men de e(»nedooeii
uitdrukken. Q[o<^ie papeU beeten htobMt (lu-
bereiAim}. Door nitlreaing van sema nit bet
Uoed in de fanidweefiela oatilaat:
6. De urUoa, alt een roode of bleeke. min ot
meer doorsehgnende verbevenbeid op de baid. De
meert bekende vorm ervan ie de iieMroM, welks
Tlekkeo een paar on. groot kunnen ijjo en wuna
lamsnvloeien (lie luUttueht).
4. Bg het Maatje (tetievlaj worden de boven-
ite epidermiilagen door een aitstorting van voefat
fettvdaati qwelidit in den vonn van blaaajee,
welker inbond eeret dooraehqoend is, maar later
cttnig wordt. Zqn die blaaajei tot beulde groe-
pen gerangsdiikt, dan spreekt men van g^4»l-
root (btrpeë toiter}. Hier baraten ijj spoedig en
laten een korstje achter, maar het eigenaardige
il. dat lö licb altgd honden aan bet gebied van
«en bepaalde huidtenuw, of. bg verdere verbrei-
ding, ovenpringen op hei bnidgebied van de vol-
gHide lennw es dat ig altgd ééaigdig tgn. Zoo
omgeven zg de borst van ro^ewervels af tot
boratbeen toe als een halve ffordel mnneer ijj
op het gebied der tnaeehenrOwzennw opkomen,
dok volgen ïg vaak een tak van den nervna tri-
geminnt in bet geticht of bepalen lich tot een
H>. S41
ander lenuws^ied, en ign, bdalve bg kinderen,
altgd gepaara met bevige lenuwpgnen op dat ter-
rein. Qewoonlgk is de aandoening na eenige we-
ken over, maar die pgnen kunnen nog veel lan-
ger duren.
EiAele vormen vaa furpa, zooals de herpei
taeiaUt aan mond en neut eni., en de Kerpea gt-
Mtaiit op de gealachtsorganen, hebben niett met
de uitbreiding eeoer mdqw te maken, evenmin
ale de herpe» hhriiit bij koortaen. Gebeel alion-
derljjk staat de n'n^onn (karpet totuurata). die
ontstaat door de woekering van een schimmel, de
triehopkslon lanturan», in de bnïd ol haren. Door
de woekering in de bovenste lagen der epidermie
worden die in acbilfers afgestooten onder matige
inelling. terwgl getroffen haren broos worden,
en getroffen nagels brt^kelig. Op onb^aaide
buia vormt de herpes tonaurans ronde ieh|jven,
bet oentrnm met senilters bedekt, welke scbgven
door sameavloeiiog kringen knnnen vormen, van-
daar d« naam van riogworm. Woekert de schim-
mel «p bet behaarde tioofd, dan breken de ha-
ren op de üeke plaataen dicht bg de bnid at, loo-
dat ig als «toppelB tnsscben de konten staan. Ook
de baim in de omgeving verliewn bon glans en
lien et stoffig nit. Hier ontstaan geen kringen.
De herpe» toneuraiu van dea Daard (baard-
wonn), levert w^l vaak kringen en gaat boven-
dien gepaard met ontstekingsverschgnscls, hetig.
als aene-pnistjes, bettg ala aamenvloeiing van
dexe tot groote etterige infiltraten. die den ge-
beelen baard ot eea groot deel ervaa kunnen in-
nemenj de bnid, die de infiltraten bedekt, ie
daarb|] meesta] rood en beiet met puiatjes. Ook
vertoont ig tonde opiwelüogen met roode, voch-
tige oppervlakte, die lieb door den gemakkelijk
ondei net mifcroecoop te herkennen seaimmel. üi
herpea totuuroMi (ook we) ifcoiit parasifana ^■
notimi) onderscbeiden van de nut parasitaire
ejeosis. De laatale ia een in etlering overgaande
ontsteking van d« baarfollikels, vooral van de be-
baarde deelen van het geiieh't. De paoels, en la*
ter de puistjes, xgn dan ook allen in net midden
doortword door een baar. Ook deie niet parasitai-
re puiatjes knnnen tot infiltraten aamenvloeien,
bedekt met etteiiilaasjes, koraten en tobilfere. De
baren gaan in het verloop deier ehroniicbe aiekle
meest verloten, terwnl ig na een parasitaire sj-
cosis allen ot bgna allen weer aangroeien. De her-
pes toninrans wordt van menseb op meoseb, maar
ook niet lelden van de huisdieren op den mentcb
overgebracht en dikwgls door het seheermea van
den l»rbi«r, vandaar dat zij zoo vaak op kin ol
wan^ begint. Somg komen er lelts bepaalde epi-
demiefio voor. Qrooter dan de veaicula is.
5. De blaar (buUa), die den omvang van een
ei kan bereiken en later vaak etterig van inbond
wordt. Men vindt lolke groole blaren, die spoedig
bataten en erosies acbteilaten, bg Pemfkigtt», die
ook wet bg paageborenen o^tteedt. Bij v^wasse-
nen ia de acute voim, waarbg onder booge koorla
■teeds weer nieuwe blaren ontstaan, zeldiaam,
maar ^enail^k. Meer komt voor de pemphigv»
vulgant op bnid en itgmvlieien, die vaak ge-
neest, maar eoms na langen tijd nog lecidiveert.
Somtgds verloopt ook dezcaletuit ot beeft de hnid
op de plaats der gebarsten blaren geen neiging
tot vernienwing, loodat d« bnid van den patiSnt
DigilizedbyGoOglC
IiD^uineriMnd itgesdiilIeTd woidt (femfhi^
fotvKeUÊ) en te gronde giftt. Tot deie nibnek
behoort ook d« imfeti^, een beimett«Iqke hnid-
liekte, «urbg op seiicfat en briiuTde boofd eent
waterige, dkn ettengv bluwjei onttUait met wei-
nig of geen ontttekiDgiYeridinQHli. Zg groeien
tot de grootte tm een kwirtje un en drogen
in enkele dagen uit. Teel enHtiger U de impeH-
go Aarpeltfonni*, die onder iiooge koorti In d«
fies b^Dt en wucbg de poiBten Mmenvloeien en
tol groene korst indrogen, aan welker randen
weer nieuwe pnieten geTiirmd worden, loodat
spoedig groote deelen der huid liek ign. Zq komt
b^na alleen bjj iwangere Tronwen voor en wordt
byns altijd doodelgk door de ai^ntting.
9. De pm»t (jnatiOa} heeft ?an het be^n af
etterigen inbond. De aetu (ïie deie), den xlein-
tten vorm, hebben wij bg de pafela uitmoet, all
infiltratie Tan de folltkeU, die meeit in eltering
oieigaat. Het Teelvuldigil komen de'pniitjes In
het gezielit Toor, n.1. met de paberteittperiode,
nooit TÓ6r deie en dnren dan meeital Jaren.
Ifeeital gian ig met eomedonen gepaard, en t«-
*eng is de atKheiding door «meerklieren oiervloe-
dig (teborrhoe), waardoor de ïieke huid «r »et
Ëen aeoe-poiet in bet groot k de funmkel, die
Tooral in den nek Toorkomt, leker tengevolge
Tan de prikkeling der hard door den boordrand
(lie Bloèdviti). Tan coeer belang ia de Karbunket,
als het waie een gtoote tnmnkel. waarbH het
onderhnidtehe biodweeftel afsterft en ook de
haid in grootere of kleineren omTang gangrae-
neateli woidt. Hg kan lelfe het leven in geTaar
brengen.
Tot de eeenndaire hnldnitslagen rekent Rebra
. „ , Jie, de
rha^adt en de nveer. Al die Tormen nn, de pri-
maire en de aeeondaire, In allerlei groepeerin^,
overgangen en loealieatiei, t>OQwen de hnidiiek-
ten os waaitg nog komen de -woekeringen, de
geiwellen, de afw^ELngen in de klenritof, de pa-
raiieten en>.
(iiAthyoMs) kent men, waart^ nieuwe itakken
vnn epidermiiweefiel gevormd worden, welke ala
witte en dnane of donkere, rnw aanvoelende
tehnbben vaet op de hnid litten, loodat deie op
een viaeh- of tlsngenhnid gelgken ku. Het mecH
en het vroegst toont lieh de iiJithToiïi aan de
■trekiij der leden en der gewrichten. Tooral van
knie en elleboog, aan hala en rag, terwgl gelicht,
handpalm en voetzool gewoonigk vrg bleven. De
liekte it meestal erfelijk en kan zelfs de vrneht
in de baarmoeder treffen, zood»t het kind met
idinbben bedekt geboren wordt en na eenige da-
gen «teift. De erfelgkheid treft soms alleen de
manlijke nakomelinj^ en springt wel eent een
gedacht over, de nekte begmt gewoonl^k reedi
in de eerite levensjaren, dnnrt levendang en la
opgeneeslgk. Een verharding van de huid telf
vindt men b\i Kleroderma, waarbjj winder eenige
ontsteking de huid geheel of gedeeltelp hard
wordt en daarmee baar elasticiteit Terliest, loo-
dat bgv. bet neiicbt stgf en onbeweeglgk ii, de
mond nauwelijks geopend kan worden of de lede-
maten onbrnikbaar inn. Later gtst de lieke hnïd
in atropiiie oirer, tonder daamee haar eUilIdteit
teing te krggen. Tot de meer eenvondige woeke-
ringen van de huid beboort de hvidhooni feorm
aibmevtf de eell (eallug), die een woekering van
de hoomtaag alléén is, en de likdonm femitaL
nit betielfde weefsel gcToimd en ook doot dnu
ontstaan, maar in welks midden lieh een hoorn-
ke^el beTindl, die in een iniinking van de leder-
haid indringt (lie SM). De toral [«emtenl be-
staat nit een hTpertrophie van de nnidpapillen,
met een verdikt ^idennnaweMiel bedekt (lia
Wrallm). Tot de leldiamer hnidiiekten behoo-
ren nog:
iMhen ruher, een cbroniKbe nekte, die de ge-
heek bnid kan aantasten en gekarakteriseerd
wordt door roode, wasaehtig glaniende, min of
meer jeukende papeli, konisrii gevormd ea san
de pnnt door epidermisidillters mw aaiTOelend,
of glad en rond en van een kleine Iniinking voor-
zien. De lidie* »erophv1o»onnH beeft in groepen
geordende, njet Jeukende papels en verdwöot hg
genezing van de scri^hnlose, de IfeAe* mbêr aat-
minalvt beeft u«r spitse papeltjes, zoodat de
bnid raw aanvoelt; hier kan de hevige jenk tot
sl^>eloosheid en uitputting leiden, maar inwen-
dig^ gebruik van arsenicum geneert dezen vorm.
De Pntnjpo levert op de strekigden der lede-
maten talnjke kleine, donkere, hevig jeukende
papeltjee, dia spoedig exeoriêeien,, terw^I de Pra-
HfiM eenvondig een heftige jeuk beteekent. die
bt hg andere hnidiiekten bf op liohielf voorkomt
bjj verscbillende inwendige nekten en bQ oode
mensehen ook londet deM. De Pioriafi» levert
aan de «trekiyden der gewriohten en op bel be-
haarde boofd witte, on elkander geho<^te sdiob-
Jes on roode, licht bloedenden tiodem. De bnid
scÉiiltert op die plekken voortdurend at. Da
zieke plekken worden grooter, maar in hrt een-
tmm worden de korsten dunner en vallen af en
ook de roodheid verdwgnt daar. Door verweeking
met olie verwgdert men de lebubben en gebmin
daarna xalven met chiTsarobine of pyrogaHol. Het
eerste wordt echter soms door de huid sleeit ver-
dragen. Oct op de tong komt zQ voor, bier vaak
als teeien van sTpbilie, wat zg alttjd is, wanneer
sg op handpalm of voetzool lelelt.
Onder de afwijkingen in de kleurstof van da
huid behoort bet Albinitme {ii« Albino). T^en-
over die pigmentatrophiein staat d« plgmenthj-
pertrophie. looals in de moedwhk faaemiij,
die soms niet vlak, maar vrratvormig en dan met
haren is begroeid (zie MoadenUkken). Ook de
tomertproetea (epkdiden) bebooren ertoe, die
haast alleen op d« onbedekte huiddeelen voorko-
men en lieh eerst tegen bet 8de — 8ste leveu-
jaar ontwikkelen, vooral bij roodharige personen
met teere huid. Meestal kan men erfelgkheid eon-
stateeren. Bg bepaalde toestanden, als iwanger-
scbap of ziekten der geslachtsorganen, treden bQ
vrouwen tijdelijke opeenboopingen van pigment
op, vooral op vooiboofd en slagen (ekhatma ule-
nnam); ook bfj nitpottende siekle, bg verschil-
lende huidziekten, nij prikkeling dooi versdiil-
lende stoffen of inwendig gebruik ervan (looali
van arsenicum en van lilverpraeparalen) vindt
men dergelgke vlekken.
Liieraluur: Bebra, Atlas der HantkraoUieiteB
DigilizedbyGoOglC
(WecDsn 1876); Leawr, Lcètbnch der Haat- nnd
QetleehtikiBDkheittn (19de dnik Leipiis 1914);
Banier, Bneq «n iaequet, I« pntiqne wmito-
lagiqne (Piriji 1900—1902. 8 dln.); JaoobL At-
\n der HtntkniiUieiteii (Sde drak 1913); Bloek,
Die Pmiii dei Hantkrinkbeiten (1908); ^nriadk,
Die Hintkrukbeiten <2de itvk tid het 24ite
deel *an NoUinagdt, „Spmidle Pathologie nitd
Thenpie").
HnUan noemt men in den bftndel de li-
riiumabekleediog: tan grootere dieren (randeFen,
paaiden enz.), die later tot leder verwerkt «or-
den. Zn wolden Tooral uit Znid-Amerika en
Britaob-IndiB na&r Eniora ffCToeni.
Bnldklleran. Zie Bm»d.
Hnldtnoiidjes noemt men in de plantknode
de spleetTOTmige openingen in de opperhuid der
planten, waardoor de bnitenlneht met de lacht der
inteieellultire raimten In «emeenMhap staat.
Bnldtapel of QevoeMefd. Zte Hml,
Holdwomt (FHaria JfMtttmni h.) ii d(
naam tan een dunnen, tot een batten meter lan-
Een worm, die in de keerkringelanden lijn ter-
lijf hondt onder de opperhuid der menscben. Hü
beboort tot de klaiBe der Boitdvoniten (NenU'
thelmintet), tot de orde der ^MliMN-mefi (Nema-
todea) en wordt in ateenMbiig AribiB, hg den
Qangu en aan de Eaapiiebe 2ee, in AbeaiiniC,
aan de knit tan Oninea en aan die tan Qayana
E avonden. Zulke woimen knnncn jaren onder de
aid aanwezig i^n, tonder dat men er eenig na-
deelig getolg tan ondertiodt. Wanaeec i^ ech-
ter met gctoelige deelen in aanraking komen,
kunnen zq betige pQnen, iwelliugen en ttnïp-
trekkingen teroorzaken. Vertoonen zg zidh aan
de oppervlakte, dan kan men hen tooniehtig alt
het lirfiaam trekken. De hnidworm brengt leven-
de jonnn ter wereld, die io gedaante van bet
moederdier tereehitlen.
Hnldstaktan. Zie Huid.
Hnlr (Lstnn umia = druifje) ia een 4iegel-
tormig nitsteeiRel van het weeke gehemelte. Zjj
beiit voor haar bewegingen een eigen uier fmua-
eulw» axygot uvuloe^ en i« zeer gevoelig, zoodat
m aanraking met een vreemd voorwerp dikwijle
braking onlitHt. Zg ii met een iiymvliea be-
kleed en belpt aan heide ijlden de gehemelteho-
gen vormen.
Hnlk was een lange mantel, zoowel voor
mannen als trouwen, die tot de voeten reikte eu
waaraan een kap toor bet hooM tieteitigd waa,
die den torm had tan een hootn.
In de plantkunde is huik een kap)e of mntaje
over de vrucht of bet aporedooeje.
Hntlabalk wm iemand, die hS een begiafe-
nii B^uurd werd om te huilen; ook wel ean van
de dienaren des huize*, die het overlnden tan
een aaniienlgk persoon •Mizegde. Verder noem-
de men aldui een vilten ronwhoed met ronden
bol en zeer bteeden, stappen rand, die van toren
met een koordje, weartan de drager het einde in
de hand hield, omlaae getrokken, werd, zoadat
hg het aangezicht teihorg.
Bullla, een atad in het diitriet Moziam-
medee der Portugeetehe kolonie Angelo in
West -Afrika, is boog en gezond gelegen en
kan zeer goed door EnKipeanen bewoond wor-
den. Zjj Is door een straatweg, die door Hnm-
pata (zie aldaar) loopt met de kust verbonden.
HnUlArd-SrAholifl*, Jtat Lottii Alfhtm-
te, een Franseh gesehiedsehrgter, den 8tten Fe-
bruari 1817 te Vïiiit geboren, was van 1838 tof
1842 boogleeraar in de geschiedenis aan het lyeée
Charlemaine aldaar, hield zich vervolgens bezig
met oodïeld kundige ttudiSn, werd chef eener
afdeeline hg het staat aarcfaief, in 1869 lid Tan
de Académie des Inscriptions en overleed den
28sten Haart 1871. HH schreef: „Reeberdies snr
tea monuments et 1 histoire des Normanda"
(1844), „Ld fondation de k maiion d« Souito
dans l'It*lie meridionale" (1844), „TIe et correa-
pondanee de Pierre de la Vigne" (1864) en Ti-
tres de la maiioQ dneale de Bonrt)on" (1896).
Ook leverde fig een Franaelie vertaling van Mat-
Uteaeue Parii onder den titel „Grande ehroni^tue
de Matthien Paris" (1840—1841, 9 dln.), alsme-
de ,,Historia diplomatica Frederiei aeenndi"
(1852—1861, 12 dln.) en eindelgk „Cbronieon
Placeatinnm et cbronieon de rebua in Itatia ges-
tie" (1867).
Hnlfl is in de ruimste tteteekenii tan het
woord éen gebouw, dat tot woonplauts bestemd
is voor den mensdi. Het is aan alle it|d«n op
duurzame wnze van de buitenwereld afgeiloten
(wanden en dak) en ondericheidt zich tan de hut
(of tent) daardoor dat het inniger met den t>odem
is vertwnden, dus niet zoo licht afgebroken ea
verplaatst kan worden. Het buis, moet niet al-
leen dienen om de bewoners tegen weer en wind,
maar tevens tegen de aantalten tan dieren of de
lagen tan ign uatnu^nooten te tteschermen.
Zulk een wgqilaata, woning of tinis beantwoordt
alzoo aan een bepaalde behoefte en kan naar ge-
lang van het klimaat, van de tjjdea en zeden zeer
verschillend z^n.
Oorspronketuh weiden de huizen zeer waar-
«chgnlgk uit hout opgetrokken (bbAhititf, daar
h^v. de oud-Orietisehfl steen aiehiteelnur in vele
punten een navd^ng der houtconstructie te zien
geeft. Overigens is tan de buizen der oude vol-
ken, bgv. der Grieken en Romeinen, zeer weinig
bekend. Hen meent, dat die der Grieken hoogst
eenvoudig waren, teiwgl dit volk zgn bonwknn-
etig genie hoofdzakeink san openbare gebouwen,
zooaJs tcmpets. enz. besteedde. De Romeinache
woningen, die wg uit de bescbrqving van Fttm-
viu», maar tobnü uit de opgravingen te Pom
peji en Herenlanum kennen, waren praditig en
weelderig ingericht. Door een hoofdpoort kwam
men in een voorportaal, dat naar net afn'uin,
een gedeeltelük overdekt binnenplein, toerde.
Rondom dit binnenplein bevonden zich de woon-
vertrekken. T^enover den in^ng had men het
voornaam vl e tertrek, bet tAliiutm. Tan het
atrium ging men in aanzienlijke huizen door een
smalle gang in een zuilengalerg ot {lerulyjum,
die den tuin omsloot. Hier Ëad men dikwgls ook
nog tertrekken, looals de eetzaal, de gezelschaps-
zau, de keuken enz. Oeljjktloers woonden de eige-
naars, terwgl de dienstknecht en en dienstmaag-
den op de terdieping bun verblijf hielden.
De huizen der eerste Oiiigtenen kwamen met
die der Romeinen overeen met dit onderscheid,
dat de kamers der trouw er niet afgetooderd
waren van die van den man. Gedurende de mid-
deleeuwen begon de gedaante der huizen aaamer.
D,o,l,zedb,GoOgle
HUIS— HUI«)IBREaf.
kclgk tt TerandereD. Eigenaardig il in dien tgii
hanne RomaanHèc boaworde net erooto Toothai-
sen, waar lich aan wwrngden de wooukamen
IwTinden, Uiwql de trappen, veelal in den lonn
«an niltrappen ia öepaaUe gedeelten van het
baii, bgT. in tonu ign gepuuttit, op Tenehil-
lenden, hetiu orenietiteljjke of onoTeniehtelüke
wnieni, met bet TUrfaais in terbinding gefarainL
AÜengi etelde men b'oogeie eiseheD aan «erlieh-
ting et ODderlinge ligging der Tertrriiken en mo-
nninentalen boon du trappen en kwam Tooral
door den invloed der Ilaliaaniohe bouwtn eetten
dn ISde en 17de eenw een geheele wniiging in
btt grondplan der woonlmizen tot itand, door de
waderimoering Tan bet i.g. klaftieke grond-
JUn, d. w. I. de woning, geboawd is den tnnt
er Romeinen, waarbn de vertrekken ijjn gele-
gen rondooi een reg^matige fcinnenpltatn mat
galerö.
Vraagt men. in ons klimaat naar de eiMhen
Ttn een gotó hnit, dan ditnt in de eente plaati
gelet te worden op de eiicben. die tot behoud
«uei geiondbeid mogen getteM warden. Bet
bnii moet alioo dicht iqn en ontoegankelijk voor
M^, «Beeow en tocht. Verder moet bet droog
ign, in den lomer koel en in den winter warm.
De vertrekken moet men onder ho^ lolden
tirongen, en bet mag in de kamen niet ontbreken
tan licht, noch aan gvleffinheid om ie van frii-
acÉie Inebt te Toonien. Voegt men daubg een
■maakrol front, een fraaie deur. een gMnakkelqke
trap en een aantal vertrekfkeD, d«t met de groole
van bet geiin overeeutemt, dan ml men kan-
nen beweren een goed hnit te beiitten, Toorai
wanneer ook de inwendige inriebting en terdee-
ling BÏett te weaiehen overlataD.
Hes kan bel boii beicbonwen aU beitaande
■it bet fondameMl, de muren en bet dak. Bet
fondMMnt moet aterk genoeg iqn «d den laet
van bet geheele gebonw te dragen en teteni
bestand (wen de rnadit van water en vanr, van
koude en nilte. De muren of wanden moeten een
voldoende dikte hebben en nit hechte bonwttol-
fen worden opgetrokken, terwgi vooral ook bet
dak de nauwlettende lorg van den bonwmeeeter
In het uitwendige voorkomen vau een bnii
vordert men eenvondiglieid, evenredigheid en
hannonie. Zie venier BoertmerI, KatUel, Pidm»
en Wo»im$.
ni in de wapenkunde
•pleten of omgektulde
«teinden (lie de fig.).
In bet Iiatite geval
wordt bet dubbel ge-
bogen genoemd. Qe-
woonlijk is bet email
ubel.
HniMrbdd, kviain.
tbalrie, \» een vorm van
ala de fabriek. Worden
in de fabriek alle werk.
lieden feiimen gebracht
in enkele lokalen van den fabrikant, zoo doet de
hniiinduitrieel daarentegen ijjn goederen ver-
vaardigen in de fauiien igner min of meer tslrg-
Buiianker.
ke arbeiden. De lantete ii meer faaadelHoan dtta
fabrikant, want ign leiding ii niet van tcehni-
Kben aard. Hoe ijjn werkBeden willen werken,
met welke werktuigen, boe lang. waar en met
welke hulpkrachten, last.bem geheel onvenefail-
lig. Waarop hg toeiiet, ia alleen daarop, dat bet
■beleverde werk aan mintmnm-eiaeben voldoet.
Zgn werklieden i^n als bet ware kleine onderne-
meri, die werk voor hun patroon aaonemfl). Deie
laatite koopt in den regel de groodatotfen. die
hi) aan ign werklieden t«r bewerking geelt. Diar-
om moet hg evenali elke goede haadeliman de
kunit vaiitaan om de büte en voordeeligate
adreiaen te vinden, w«ar hg ann ^ondatoffen aan
koopen en terena voortdorena nienwe débonefaéi
Hnisindutrie ia in Nederland reeda lang be-
oefend. Onie beroemde draperie van Leid^ «n
Ütreriit wa* bniaindnatrie. In den uwvasg der
19de eenw werd ome linnen-, katoen, en wol-
weverij voor rtiening van fabrikanten door thoii-
werkrade arbeiden uitgeoefend. In Hei 1891
bedroeg bet untal op sandweefge touwen tbnii
werkende wollenweveri te TIHiarg nog I8S5.
Onie uitgebreide beeien-wntedie te Amaterdam,
Rotterdam en Qroningen. en een ^oot deel on-
lei meubeliDdnitrie ia haiaindnatrie. Toeb laat
het liefa aawien, dat langaamerhaad de moderne
huiaiodaitriè het veM moet mimen voor de fa-
brickang verbeid door den drang -vu de arbeiden
lelven of door de boogera eiitnen, die door den
wetgever aan de woning worden geitekj. En dit
lal voor de fauitaibeiden in den regel vooruit-
gang beteekeoen. Want do hniiarbeider we^t
thani bgna altgd in kleine, bedompte vertrekken,
welke tevena aU woon- en ilaapkamer dienen, te-
gen lage loonra gedoiende overmatige aiteidstg-
im. met bebtilp van alle banden, die het geiin
beEchikbaar beeft. De bni&arbeid onttrekt de
hoiavrouw aan baai {dichten tegenover haar ge-
lin. HuJMrbeid ia onvereenigbaar met een ^ciond
en alerk vereen igin(|s)even, waaraan jmal de
werkman van de MineksiDdutrie w die van bet
ambaebt verbetering in ijjn toeitand te danken
beeft.
HidsdUrMi ign dieren, welke tot nut of ge-
Boe^ien der mentdien worden getoeU of altbana
gehouden. Daartoe behwren vooreerst de dieren
van den veeitapel, looali bg om mad. paard,
varken, lebaap en geit. in andere landen ook
kameel, muildier, eiel, buffel, olifant, jak, lama.
zebra en rendier, verder het pluimvee, looali
kippen, eenden, ganiea, dniven, kalkoenen, pau-
wen en zwanen, dan kooQnen en vooral bonden
en katten, maar ook lang- en aiervogeli en vii-
aehen. In aommige landen moeten door bgion-
dere omstandighedeQ dieren daartoe gerekend
worden, welke bet volgeni de gewone opvatting
niet lün. wo bgv. (^ Java een tweetal nagcdia-
aen. nl de tokkè of gekko, welke jacht maakt op
muilen, en de tiitjA, welke de inaecten in de
woningen looveel mogelijk opruimt. Tot bettrg-
ding der muizenplaag wordt bg ona de egel in de
woningen gedola, in Egjpte de ichnenmon. In
liidiB en PeriiB wordt voor de jacht op gazellen
het luipaard gebruikt, looali bij om het fret voor
de jiebl op wilde kongnen. Ook inaecten. looali
bgen en igdempien, moeten tot de faniidier«i
DigilizedbyGoOglC
HUU^IEBEN— BDüaDIHItSNTUIN.
645
rkeod woiden «d feitelijk geldt hetiellde tib
eidereend en tot iek«re «oogte i&n wilde
iwgiieii en herten. Ben «lierpe greiw Tklt dan
ook niet au te eeren.
De teelt Tan «Te tegeawoordig het meelt voor-
komende iaiMiiereD is reeds teer oud, nn enkele
zU ood, dat de afstunmiog niet meer met u-
kerbeid kan worden aangetocnd, on>dat de oar-
Torm nilgestorieii ia en de soort aUeen nog all
baiidier Eebondeu ii gebkren. Zoo treft men bet
wilde paard alleen no^ in enkele itreken Tan
Centraal-AiiS md, terwsl bet in de dilnviale po-
riode Ter Teibreid was. Reedi zeer yroeg komt de
hond in tunmen loestutd voor, niet Teel -Uier
rand, ichiften, geit, terwyl paard en Tarken eerit
later getemd weMlen. Soiomige dieren daarente-
gen werden Troegei ab faaiidieren gebonden,
maar tbani niet meer bgT. antilopen (in bet
Onde Egypte) en Terechillende togeli, looali da
ooievaar (bü de Romeinen]. *
W«t de Tert>reiding der faniedieren betreft,
komt de ^ond OTsral Toor, waai mensdien wonen
en Tormt naaat bet rendier bet eenige huiiilier
Tan de Pooholken. Bijna eTen ver ii de kat Ter-
breid; alleen in konde ttreken komt ig niet Toor.
Hetidfde geldt Tan het varken en vooral het
Iidiiebe iwg" '■ 'o ^^ beete Inchtstreek Ter ver-
breid; verwilderd komt het varken op de eilan-
den van OeeaniS voor, terwijl op soounige eilan-
deA. evenals in menige etreeV van Inaalinde big-
getjes tot de lievelingsdieren der vionwen briioo-
ren en door haar geioogd worden. Niet minder
oitgeitrekt ie het verbreidïngieebicd van bet
raiia in ign vele loorten en van bet schaap; het
laatste wordt te^nwoordig vooral op gioote
êditti in Anitralil gelokt. Van de geiten, die
even ver vertireid lijn. cïn sommige loortMi,' loo.
all de Angora- en Kaïjmie^reit wegens hun lang.
S"deaeiitig haar beroeiDd. De olifant epeelt voor-
in Voor- en Aebler-IndiS als huisdier een rol,
wordt echter in de laatste jaren ook in Atjeh ge-
temd en als lastdier gebmikt. Kameelen toa be-
peitt tot Noord-AIrika, West. en Centraal-Azii,
waar lü als last. en rijdieren bjj woeitönreiten
onmisbaar ign. In Australil werd het in de laat-
ste jaren ingevoerd. Zeer aitgestr^ il het (er.
lein van het paard, dat tot dusver alleen in Afri-
ka weinig talrijk is. Daarentegen kMnt bet ren-
dier illeeB in de poolitceken van Ënropa en
Axie voor, waar het voor de bewoners van het
grootste bela^ ia.
Bet gH>mik der huisdieren stemt lang niet
overal overeen. Terwgl in Europa het rmd als
slacht- en melkvee gc^mikt wordt, dient het in
Oost-Aïi8 alleen ala slacht- en trekvee. in Weit-
Afrika daaientexen vooral als melkvee, daarnaaal
ook all rij- en Jaeldier. Het paard, bij ons alleen
all rij- en trekd^er in gebruik, levert in Centraal
AilB melk en vieeicb. Ook de bond wordt door
sommige volken vetgemeet en gegeten. Daaren-
tegen worden door unwnige onbestdiaafde volken
kippen alleen Toor de gezelligheid gebonden, zon-
der dat bon vleesch of eieren genuttigd worden.
Ook andere dieren worden door vele natourvol.
ken hoofdzakelijk of nitslnitend ter wille van hun
geselschap gehouden, zonder dat op practische
Toordeelen gelet wordt en de tegenwoordige we-
tensebappelgke opvatting is dan ook, dat in den
IX.
oertijd bg bet temmen van hnisdieien de znciit
naar gezeliefa^ een der drüfveeres was en men
eerst langtamerhand bg de getemde dieren eigen-
schappen ontdekte, waarvan «oen besloot prac-
tiich voordeel te trekken. Later iverd di teelt van
huisdieren een bedrijt en tegenwoordig geschiedt
tg volgens wctewtdiappe^ké regels, vooral van
die dieren, welke b^ beicbaatde vohen den eigen-
lijken veestapel vormen <Eie verder hg VeeUelt).
Lileraluur: Jlakn, Die Hanitiere nnd ihre Be-
liehungen sur WirtMhaFt dei Meniehen (Leipaig
1896); Ktiler, Die Abitammung der ftkestiE
Baustiere {Znricb 1902); JfWer, Studiën nnd
Beitrige tnr Qeognmiiit der WirtschalUtiere
(Leipiig 1903 v. v.); Vtetor Bek», Knlturpflauen
nnd HauBtiere etc (8«te drnk Berlün 1911); Kei-
ler, Utninuig der enroplisefaen Hamtiere (Ver-
handl. des VIII Intern. Zot^ogen Kosgte«ies n
Qnz in 1910. Jena 1912).
BnlHllamittiiii >s de naam van een hulp-
middel tot Terbetering Tan het fokken van vee.
Zn)k een inrichting werd in 1668 gesticht doot
JuHiu Kühn aan het landbouwinatitnut, ver>
bonden aan de uniTeraiteit te Halle. Daar braclit
hü allerlei raiien van tiniidieten bgeen, om het
ovenieht van die raisen gemakkelgk te maken
en vooral ook om e«i doelmatig fdtken van vee
be bevorderen, terwijl ^ tvvena gelegenèeid nn
zijn de ziekten van het vee naawkenrig waar te
nemen. In den dierentuin 4e Halle, die een voor*
tieltelijk hulpmiddel voimt bij bet onderwijl, <!*(
nergens elders wordt aangetroffen, vindt men
± 600 dieren, welke de voornaamste rassen van
het rand, het schaap, het paard, den eiel eni. in
KirgTuldig QitgezocAte exemplaren ivert^enwoor-
digen. De tuin is tevens bet eente proefstation
voor itelsehnalig onderzoek der veeiokiierö en
wordt loowel aan praetisdie ala aan gestreng
wetenschappelijke doeleinden dienstbaar gemaakt.
De skeletten, de bnid en andere deelen der die-
ren worden na hnn dood bcnraard en «Ter ban
boDw en hnn ontwikheüng nauwkeurige berich-
ten verzameld en bij hnn ^lotogr^ihisaie afbeel-
dingen gevoed. loodat hier voor em ondenoek
omtrent de Teetokkerj) bouwstoffen voorhanden
zijn, welke men nergens eidere aantreft.
EteUngrük is voonl het oDdenoek, dat men al-
daar heeft iiweetetd omtrent de bastaarden.
Het nauwgezetneid heeft men er de eigensebap-
pen gadegeslagen van den bastaard, afkomstig
Tan den paart&ei^il en de eiehnerrie. Beeds de
BomeinBene schrüvera OTer den laixttionw maken
gewag van den maileiel (Equut hinnwi) en ge-
ven aan den bietaatd tsd den ezelhengsf en de
S aardmerrie den naam van muildier (Equiu mK~
u). Schrgvers van lateren tgd vemelden even-
eens die beide hastaarden en geven zelfs afbeel-
dingen van den tnailezel en toch werd geen on-
betwistbaar bewijs geleverd, dat zoodanig dier
weikelgk van den paardehengst en de ezelmerrie
afkomstig was. Er dienden dus paringsproeven
te worden genomen en als gerolg daarTan werd
in de huiadierehtoin te Eallc in 1879 een Tioaw«-
Igke mnilezel geboren, die allen twijfel omtrent
dit dier ophief.
Een ander vraagitnk was de betrekkin van
den jack (Bot grumnau) tot het Enropeeiehe
rund fBoi taunu). Tot aan het tijdstip, waarop
DigilizedbyGoOglC
M«
HUISEtEEBENTUIN— BüiraOUDeCOOOL.
de „Vorttlgc tttwr Viehnieht nnd BuscDkannt-
Bi»" v>D ff. NM Natkuiim in bet lieht tsnehe-
nen (1812), wuren de OAtuaioiidenoekaia een-
gtammig tu ^groelea, dftt de Tsck, die in de
hoogluiden tbh Tibet in het wild, mur ook in
een taaxnen itut Tooikomt, een sbonderlijke
Booit Tonnt. Alleen met beti^king tot de -plakti
in het stelsel waren de meeninsen Tetsebillend.
Terwijl Bommigen den jack tot de batlcU reken-
den, Toegnlen raderen hem ba de bieoni. Hienwer
echter w&s men bet eens, dat de jacfc in geen
nanwe betrekking stut tot ons rund {Bot launuf.
Groot opiien baarde alioo de verklaring van Sa-
lAtutiM, dat bg den jadk bettboowde ali beboo-
i«nde tot het mnd, omdat bet tot nn toe niet
gelnkt WM, kenmerken aan te wQien, waardoor
men dat dier van het rund oDdereeheiden kon.
Het veiediil van baar toch lou men kunnen be-
sobonwen als een oodersdieid van raa. Om over
de joietheid <K«r verklaring nit^nak te knnnen
doen, moeït men cndenoeken «f de afstammelin-
gtü van den wk en het mnd onderling vrnebt-
baar waren. Dit gesdiiedde in den baisdier«n-
toin. iUen verkreeg fan een paar volbloed yaek-
■tieren en eenige koeien van verscbillende rossen
Mn groot aantal bastaarden, namelQk 9 van het
mannelijk en 8 van het vronweljjk geslacht. De
draefat duurde gcaniddeld 249 dagen en de bat-
taatden ontwikkelden lich voorepoedig. Het bleek
echter, dat lij «aderling oonDehUiaw bleven, ter-
wijl 'de TTOuwd^ baataaiden lieb vrnchtbaar
toonden bg paring mrt Aortfaornitieren. Die
proeven heroën alioo beweien, dat de yadc en bet
Europeeeche rnnd verscbillende soorten ign. De-
ie inaniei om ait te maken, of dieren en planten
tot Wn aoort bebooren, is in den laatiten tjld
meer en meer verlaten. Men ^baseert lieh tbani
meer op de ertelgkheid der eïgenuJiappeo.
Ook neeft men ten beboeve van latere proe!-
aemiagen bastaarden gefokt van den Indiaehen
garal (Bot frbntolttj met bet Earopeesobe mnd.
MerkwaardtK lÖn verder de proeven, die men
genomen heeft ooor jwring van den fnoeHlon
fOti* mwimoii} met bet Ëaropeesehe «ebaap
(Ovi* arie$). De bastaarden, hierdoor verkregen,
droegen reeds hij de onde Bomeiaen den natun
van Min6n. Sootmjgeii hebben dan «fc ivmiwed,
dal de moefUon de itamvader is Tan faet gewo-
ne eebaap, wat dom anderen, Tooral ook door Ha-
thutim wordt ontkend. Man heeft ia dea bnia-
dierentain de paring bevorderd >van den moeHlon
met «en gioot aantal sebapenraHen, loodat men
145 baataarden verkreeg. De haUbloed rammen
waren vruchtbaar bq pnring met gewone slapen
en ook met halfbloedooien; Daaruit leidt men
al, dat de moefflan en faet Emopeei^e stbaap tot
dexelMe eooit bebooren en dat men den moeiflon
voor den etamvader der scÉiapen rassen loo mogen
honden.
Hoogst belangrgk t^ eindelgk de waarnemin-
gen, welke men gedaan heeft bg het stepfwn-
ichaap van midoottelljk Europa (óvit aria ttea-
lopfifa Pallas. By dit dier ontbreekt de staart
nagenoeg en op de plaste van dezen bevindt licb
een van bo^en met vo\ bedekt en van onder on-
' bebaard vetkussen. Dit eigenaardige kenmerk
ontstaat volgenihet gevoelen lan PaUai door het
gebruik van lontpknten en bittere kruiden in de
steppe, en Dorwm leidt daarnit de gtToigtrA-
king af, dat de aard van het voedael oonaai ksn
ign van de ontwikkeling vau lolke «ig«iu>iidig'-
heden. Het vet in deie knsaena <^>gdioapt, dïenl
evenals het vet in de (taarten van iodhdi^ «eha-
psnraaien [breed staarten) ak reserve-voedael ia
tgden, dat er in de steppe weinig voedsel ■«&-
weiig ia. IntnBBcheD hmben in des huUdienn-
tniu steppeeefawen deie eigenaardigheid lot in
bet derde gealaeht blonden ifl weerwil *mu een
geheel ander voedie] dan de planten der ateppe.
Toch i« de lidtaamtbouw deier dieren geenniu
acbtemitgegaan.
Hnlsen. een gemeente in de «roTineie Gel-
derland, 1969 H.1, groot met {1916) 4610 in-
wonen, ligt, daar ijj door den Rgn en den Utel
doorsneden wordt, gedeeltelijk in de Betnwe, cv-
deeUelnk in de Teluwe eo gedeeltelgk in de £^
mere. Zg wordt ingesloten door de gemeenten
Ambed, Weitervoort, Duiven, Bunmet cb Elat
De bodcót, die uit vrucfatbare klei beetaat, wordt
voor den veibonw van landboawprodvcten, vaa
tabak en voor de veeteelt gebmikt.
De atad Hniaen een der aodate beiittingen
van Kleef, behoorae afwissend aan Pmiaeo en
aan Nederland (van 1795 tot 1800 behoorde if
aan Frankrnk), tobdat ijj, tengevolge Tan het
beeinit van net Weener Congres van den I6den
Haart 1815 den 12dett Juni 1816 irooigoed aan
Nederland kwam. De attd, die vroeger onmiddel-
Igk aan den Rgn lag, ie nu doot een ettook wei-
land vau de rivier geaeheidm. Zn beiit een Her-
vormde en een It-KatholielK kerk. Op de plaat«
van het voormalig kasteel ataat thana eeo Domi-
nieaner kioosler.
Hnlsfodan. Zie Lara en PenatM.
BttlahoodonderwVl. Zie HuühaitUekooL
Hnlahondflohool. Onder een haEifaood-
sobool verataat men een school, waar onderridit
gegeven wondt in alle vakken, die voor een aan-
staande buis vrouw of dienstbode van belang
knnaen lifn. Zij stelt liefa ten doel hniarronwaï
en dienatboden te vormen, met gtJtotgumt be-
kwaamheid en liefde voot haar werk om een hiis-
hooding te kannen beitam M daarin bebs^naan
te tjjn. Hiertoe lal aan de meeste ■cfaoten onder-
wjje gegeven worden in: koken, voedingsleer, wa-
rükenBis in veibaad met one voadineamid delen
en on> hnii en hnisraad, geiondbeiasleer. ver-
bandleer. behandeling van het jonge kind, onder-
houd van huis enbniaraad, waaehbrfianddiig,
naaien en veratellen en boekhouden; terwül aan
dit programma aomc wordt to^emgd oproed-
konde, plant- en djeikaode en nataor- en sciiei-
knndc. Het onderwqs wordt meettal gegeven in
volledige curinsaen, die, als bet tndemdit net
vrucht is genoten, of na een voldoende eianea
reebt geven op een diploma als; bnirfioiidittr
(hDishoadkun<)ige). hulp in de hni^ooding of
dienstbode (keukenmeid, tweede meid. werkmeid.
linneomeid, of kamenier-linnenmetd). Denclnke
(^leidingen dnren alt^d 2. aoma 8 jaar. veider
wopdt aan een buiriioudaehool ook gelegenheid
gegeven om in korten tQd in een ol aader onder-
deel eenige vakkennia op te doen.
De eerate 8i±ool, die of bovenbeeehreven rich-
ting gine «erken, was de Haagaebe Koekaehool,
die in 1887 wend opgeridit; de eerste tehool, die
DigilizedbyGoOglC
HUISHOTIDSCDOOL— fiinSHIIH>EIiEN.
den nauD tui HnMioadKiKK)! dioeg, ww de
Jüi)>t«rduaidie huishondiehool (Zux^d), di« in
September 1891, med« op ioitiitiet Tan JonlcTi./.
de Boteh Kemper, w«id geopend. Kort durop
Tolcdan Rotteidam (tfaina cogciteiTen), AinlMm
(1894), N^megen (ISU), Att^r (1896), Den
Hug [HnidwudsAool „Liftn 7an MeeideiTooit"
189^, terwijl nien Uuni in 1916 ook tdbolen,
waai HDÏAomJoDdeTwjja woidt geeraren, heeft te
Amerefoort (1905), Amiterdam (Nieawe Haii-
hondMiKiol 1904, 2 Openfaaie Weifc- en Leen^o-
len 1905 en 1915), Breda (1899), Cakn^ig
0905), DeimteT (190G), Donlreeht (1901), Den
Haag (TaksdiDol tooi meisjes (19(Ki), GioDingen
(1898), Haarlem (1910), Harderwök (1810), Leer.
dun (1914), Leenwavden (1906). Middelburt;,
Schiedam (1900), Utiecfat. Zntfen (1900), Zwolle
(1899). Enkele deiet «holen ign met eea Indn-
strieMhooI Terboinden en dragen daoidooF den
naam van IndQ»trie- «n Hniaboodtefaool. Al deie
fcholen bestaan door bet aeiioolgdd dei leertin-
gen en door partlenliete londeen of door lobd-
d!es nn igk, gemeente en pTorineie. Nog iledris
een enkele tehool (de Openbare Weik- en Leei-
seholen te Anuterdam) wordt door de gemeente
geAxpkiiteen].
. Haiehondonderwni wordt teg«nwootdtg ook ge-
geven meer meciaal toot TTonw«n en meisjei op
het platteland (lie daarroor lanAoawhniihoQd-
knwie) en aan kinderen op Berhaliwscholen.
Door het Imiibondcwlerwgs op de Herhating-
echool te bren^n, ig voorzeker een groote stoot
gegeten aan de meerdere 4>ekendlieid met de
ejsohen aao een goede fdksToeding (e stellen.
Dit onderwjjs werd Tolgene «en opgaaf T«n 1916
gegeven in Amersfoort (aan 9 leerlingen), Am-
sterdam (± 500), Delft (ISS), 'Doidredtt (8), Qon-
da (52). Den Eaég (± 350), Qroningen (82), Lei-
den, Njjnxeen (22), Sditedam (24), SefaereDiD-
gen (± 80) en Zntfen {± 45).
Om het HniehODfcnderw^'e te brengen on
S laateen n dotpen, waar geen Eoiehondsehool oi
sarmee gelükstaande school ia gevestigd, heeft
de HaatMappö tot Not Tan het Algemeen ge-
zorgd TÓor i«. reilende kenkens, die earsnssen
geren «en 6 ol 8 weken.
Het hnishond onderwijs wordt gegeven door
gediplomeerde krachten, die opgeleid kun-
nen worden san de Hoi ihood scholen te
Amsterdam [de Nienwe Hoiehondaehoiri), Ameis-
loort, 's-Oravenhage {de Hu ishood school L.
T. M.) en Nijmegen. Het eiamen wordt stge-
Domen door een ezarmencoDunissie, benoemd dooi
den Bond van Leeraressen bij het Hnishoodondei-
wiji. Het Rjjk steunt deze Boadsexsimene door ie
te snbsidieeTen. De eischen van bekwaamheid tot
hel veririjgen van een diploma als leerares of on-
derwijieres bn het Hnishond Onderwijs ign aan
boTenceoioHnde oirieiding««obo1en te k rijgen.
Aan <(e HnishoodsdiDten te Ameterdam (Zand-
pad) en Utrecht worden schooldiploma's voor leer-
ares in een der huiehoadelijke vakken uitgereikt.
HnlBlndDBtrla. Zie Bm»arböd.
BntBlook (5»nipemeum L.) is de naam van
een plantengeslaoht alt de familie der Oramta-
eeUn, meerendeels op Hadera en de Canarieriie
Eilanden ÜiaiAehoorend en in ongereer 40 soor-
ten voorkoÏDend. Het groeit bg Tooiienr op lie-
ten daken, onde muren en dergeli^e plaateen' en
onderscheidt lieh door sün Tleexige bladrötttleii,
«aamit stengels opschieten, die een groot aan-
tal tot bjjseheiinen vereenigde Uoonen dragen.
De kelk Tan dexe is 2-tot 20^ee]ig. Ei ign even-
moreel bloembladeren, welke aan den Toet onder-
liog en met 2 maal looTeel meeldraden samen-
gegroeid liJn.'De Simfernvum» worden in twee
frocfien verdeeM, n.1. die met roodachtige en
ie met geelachtige bloemen.
Tot de eerste behooren: S. Uelonm, S. eol-
Mreum, 5. ^meam, S. aOanlieum, 8. tnoalo-
niim, S. flagUlUorme, 8. fumilum, S. ariuhnoi-
demm; tot de tweede: 5. Rtilhemieum, 8. grandi-
flontn, S. Heulttlii, 8: gUMterum en aratanutn.
De plaat heeft meer sierwaarde dan de bloe-
men, die over het algemeen kkin ijjn en voor
bloemisten weinig wauds hebben. Voor rotebe-
planting, het atietten van randen op bloemperken,
het beplanten van ternria sijn de Semperrirams
«er gewild. Zij groeien op eiken grond, teriai^en
En iware besenadnwing en ijjn niet alle winter-
d.
Bnlmurkm komen bii alle Oermaanscfae
cnltnnrvolken sedert de ondste tgden voor. Zg
ontleenen bnn ooiepiong waarschijnlijk aan de
ti^a, Tan de 5de tot de Ode eenw in gebmik, en
lijn, op de wüze als de adellgke wapens, familie-
teekens, of staan in Terband met een bepaald vak
of beroep, dat zij, die >e voerden, uitoefenden, of
ook ontleenen sg — en dit bepaaldelijk op hei
land — hun oorsprong aan bet Dexit van een le-
ker grondstnk, voornamelgk in Terband met eeni,
hetzelfde teeken dn^ende, buis. Bet hnismeik
bestaat nit eenvondige, ong^lenrde lijnen en
werd en wordt nog wel gebrnikt met de bedoe-
ling, om aan te gCTen, dat hn, die dat teeken ge-
bruikt beeft, een bepaalde wilsdaad heelt Toltiok.
ken, de vervaardiger is van een bepaald werk of
lieh besehoawt ali heer van een eoed, levend
(runderen) of dood, hetzQ roerend ^creedschap-
Sn) of onroerend (een hms, een stuk land, op
grenspalen waarvan het teeken dan is aange-
bradit).
De f&milieteekeuj gaan meestal over naar. bet
recht van eerstgeboorte; de overige leden dei fa-
milie Toegen aan het merk een teeken toe. De
tami lieteekens worden dikwijls verfraaid, in ieget
ringen aangebracht en evenalt de adellijke wa>
pens gevoerd, doch ig 'Ö" Reen bewijs Tan adel-
dom en slechts leer betrdkelgk van voofname
geboorte, vooral niet in den tegen woord igen tijd,
na velen tidb dergel^e „familie wapent", die
vaak een fictief karakter dragen en kunstmatig
met den familienaam in vert)aad gebracht wor-
den, doen vervaardigen. Duidelgke voorbeelden
van met-adellgke familiewapens vindt men in de
aithangende legeU vnn niet-adellüke schepenen
aan charters betreflende koop ot huur van vaste
goederen, schenking enz. uit vroegere eeawen en
aanwezig in verschillende archieven. Verder zie
men het ,.StMn- en Wapenboek van aanzienlijke Ne-
derlandsiehe geslachten" van yorsterman van Ogen.
HalsmlddeleD zijn loodaniKe, welke men
bjj ongesteldhedeo in bnis o! onder lifn bereHi
heeft, om se aan te wenden zonder een acts te
raadpleeen, hoewel het ook wel gebeurt, dat de
arts leït loodanig middel oai^veelt. Ten ogi-
D,o,l,zedb,GoOgle
548
HUI^dDDELEN— HUI8VBBDE, Hni8rBra)GBREUE.
rechte cTenwel worden tie loogeiUMnde nbeim-
middelen onder de haijmkldelen geiekeDO. Jniit
omdat men ban bestawMeelen niet kent, il het
getiniik booget geTiarljjk. Oeheel anders ie bet
met de eigenlijke linisniiddelen. Deie (och ijjn
betendte «tolfem. van welke de wetensebap Mm-
tqde erkend beeft, dat aq in be{)aalde liekt^e^
vallen goede dieneteii kunnen faewijteD.
Men aan de faniamtddeteo Terdaelen in i(
Et, die invetidig en in lolke, die uüteendig
ruikt worden. Tot de eerete afdeeltng be-
ren: tloelgangbevorderendé, looals honig, ala-
en ricinuaolie, stroop en aodawater; itopuendt,
■oobI* afkooksels Tan sertt, aakb, rjjfrt of tiarrer,
eiwit, eikelkoltie, eikeleauo en thee; nfeeUry-
M»dt, looals warm water, wamne melk, warme
rgewgn, Hier- en kamilléntbee en koffie met
rnm; oploMende b^ hoeit, wxttii afkooksel van
iltheewortel en loettiont. tbee van IJslandseh
en Carragheenmos water met aniker, eidooier
met iniker, amandelmeHc en drop; tnaagvergUr-
lumte, looals tbetnur van oranjes^iUen en gem-
ber; verikoéJsNde, looals kond water, limonade,
eremor tartari met water, tiiee van kamillen- en
van Tateriaao; aputkkende, looris wqn, Hoft-
ïerfpa _ ._ ., _ _
genuU; bUtediUlpetide, looals >wam, f^ne «pons,
alniipoader, compressen met koiid water en «net
Bi; ontiUkingwerende, sooals water en aiQo,
leodwater, wanne nappen van tiavergort, kamil-
len, Ijjameel, lemelen, wittebrood en melk, en
flindelgk vtmdhetUnde, looali pluksel, linnen
eompreemi •■ feitandeD, heehtpleiiter, Engelieh
pleiater, eollodiam. watten «n lacÉrte lalien.
Het cflbrnik van hoismiddden rereiscbt eAtei
de Doodige oimiditifbeid, vooreerst omdat som-
mige niet too oneanldig ign als ig schijnen,
dan ook omdat lomtyds ongeaoh^te of aelts
schadeli^e middeten worden aangewend, einde-
l^k oot omdat daardoor wel eens Tcnnimd wordt
tgdig geneeskundige huip in te roepen in ^val-
len, waar luhs beslist noodig ia.
■alsenlB vaa Oruile is in 190S inge-
steld door de koningin der Nederlanden ah hoofd
van het Hnis van Oranie-NaBsaa. Qrootmeeiteies
der Huisorde is Hare Majesteit de Koningin. De
orde is verdeeld in vijt klasseo : Grootkruis,
Grootolliciei, Commandeur. Officier en Ridder.
Qelük in rang met de b«<eede klasse, die der
Groototlieieien, «taan diegenen, wien is toege-
kend de goudm eeremedaille vooi kunst en we-
tenschap; gelvk in ran^ met de vierde klasse, die
der officieren, staan diegdnen wien ie toegekend
deie medaille in lilver. Het versiersel dei Orde
bestaat in een glinunend gooden kruis, gebiesd
met rood émail; in het midden van het kruis een
mat-^uden hartscbild, vertoonende aan de voor-
lede het wapen van Oranje in imail, aan de keer-
ii)de, en relief, een gekroonde W; tnssebea de
armen, in een doorloopenden dubbelen gouden
ring, op wit émail, in gonden letters de ken-
spreuk: „Je Maintiendrir'.
De eeremedaHIe voor Kunst en Wetenschap,
ter middeflijn van 50 millimeter, is van goud of
silver, vertoonende smi de voongde den beelde-
naar, uar links gekeerd, fan de konio^n, aaa
de keercijde het wapenschiM van Or«nje, waar-
boven <Je kenipreuk; „Je Mainttendïai", en
waaronder de woorden: „Voor Knnst en Weten-
schap." De versierselen der orde, alsmede de
eeremedailJe voor Kunst en Wetenschap, wonden
gedragen aan een aranjelint.
Aan dames kan de orde worden verleend^ doch
sonder aanduiding van kUtse; baar titel w als-
dan: Oredame in de Huisorde van Oranje. Het
versiersri is voor haar het kmii der orde, gelijk
aan, doch een weinig kleiner dan dat der ridden,
gedragen aan een strik van bet orddint, op den
linkeTKhonder.
Bovendien bevat de orde nog diegenen, die doei
lo. het gouden of lilveren 1
1 met:
1 Verdiei
metul, tonder émail, met de kenspren
grond van betieltde metaal, gedragen aan een
lint als dat dei redders;
2o. de eeremedaille, ter msddellgn van 80 mil-
limeter, in glimsneod ^ud, iHver of brona, ver-
tooaende aan de tooiiöde een hartachild met het
wapen van Oranje, waai^veo de kenspreuk: „Je
Haintiendrai" en waaronder twee gekroiste oran.
jetakken, aan de keengde een gd^roonde W.,
waarboven de woorden: „Voor Verdienste" en
waaronder ter weersijjden een kleine oranjetak,
gedragen aan een lint als dftt der ridders.
Het het gouden of tilveren Kruis van Ver-
dienste, alsmede met de eeremedailles, kunnen
ook damei' begiftigd wonden; bet kruis is voor
baar bet bovenomsdirevene, doch een weinig
kleiner, d« medailles iqn déietfde als de boven
omtehieTene. Kinie of medaille worden door haar
ffediagen op desdfde wü>e als de eeredamei in
dk Huisorde van Oranje dit doen.
HnlBspln. Zie Smmen.
HnlBTllav- Zie Kfie^eii.
HnlaTrada, hnlawrAdabrMik. Under
bnisvrede verstaat men de oneehendbaarheid van
de woirinK die onie wetten aU een der grondrech-
ten *aii ie burgers toekennen. Het hinnentreden
in een woning legen den wil van den bewoner —
legl art. 158 der Grondwet -- ii alleen geoor-
loofd in de gwallen hg de wet bepaald, kraefatena
een bijtonderen of algemeenen last van een macht
door de wet aangeweien, terwgl verdei de wet ook
de vormen moet regelen, waaraan de uitoefening
van deu bevo^dbeid gebonden is. Versobillende
wetten kennen aan daarin genoemde ambtenaren
ol eollegca het recèt toe om woningen binnen te
treden, meestal om etiifbare feiten op te sporen
of om te onderzoeken of de wet l>ehoo[1ijk wordt
nageleefd. Vooral de laatste tgd, die in bet tee-
ken etaat der sociale wet^ving [Arbeidswet,
Stoomwet, Ongevallenwet, Steenbouwerswet e. a.)
levert hiervan tal van voorbeelden op. Het lidh
onbevoegd bevindeo in eens anders woning, lo-
kaal of erf stek in bepaalde geval)» den dader
bloot aan een itrafvervol^ng wegens mitdrüf-
dat gewoonlijk kuitvredebretUt wordt genoemd.
Art. 138 Wetboek van Strafreeht legt dienaan-
fiaande: „Hij, die in de woning of het besloten
ok*al of erf, bij een ander in gebruik, weder-
leebtelQk binnendringt of, wederrechtelijk aUaar
vertoevende, lieh niet op de vordering van «I
DigilizedbyGoOglC
HUISVBEDE, mnSVDBOÜBRfiüE-aUIZINOA.
Ttnwtge «kn ledtllMbbeiiide tustoDds *erw|jd0rt,
wDidt gerti«It met ^«mDgcoKit»! van ten «oog-
tte 6 nuADden of geldboete v«i ten boogite- 800
fid. Hij, die zich den to^tng beeft feriehatt
door middel'TiD bnak of inUtmmiog. tsd t«1-
■che slcnteU, vkn «en Tal«ehe ordei of een Talseb
koitnnm of die, xondet Tooikmnie van den recht
ia den loor de nachtniBt bestemden tjjd, «oidt
geacht te ign binnengedrongen". De straf kan tot
een jaar worden Teraoogd. indien de doder be-
dreisingen alt of lioh bedient van middelen m-
MhiEt WQ «rees am te jagen, terwijl bij het ple-
een Tan het miadiijf door twee of meer vereeBig-
de penenen de straf met '/i kan worden ret-
hoogd. G«<ranffeniistra( vaa 3 maanden of gdd-
boete Tan ten hoogste 800 gld. is bedreigd t«g«n
het wederrechtelijk bionendriiigeD in of lieh niet
Terwijderen nit een Toor den t^nbaren dtentt
besteind lokaal.
Onder binnendringen Terstaat onze Reebl-
sptaA zoowel bet bmnenkonken langs een onge-
brnikelljken wef (bgT. door een openstaand raam)
alt het binnenktmen, nadftt dit door den leeht-
hebbende ia Tcibodea — ■fbg'. iemand is nit een
eaf< Terwijdeid ta gaat di4 daarna londer vertot
Ie heUKQ bekomen w«er binnen). Tolgent een
Ditepras4 Tan het Oeredit^of te Amsterdam
maakt ook hij. die tegen het TCibod van bel be-
T0eg4e kericbeituur een begraatplaata betreedt,
licb adinldig aan haisTredMrenk.
BnllTiat. Zt« SUjd.'
Hnluofllrttir i> bet doonoeken tbb een w«-
ning of ander gëlMUw ten eiode na Ie gaaa, of
er ook sporen te linden liJn Tan een gepleegd
mi«drqf. Qdïjk reeds onder „hnisTrede is Ter-
meld, il Tolgens de Grondwet het binnentreden
van een woning tegen, den. «il u*
aHdr giiwiliwnr is de geraHen bg de wet be-
rld en kraehtens een tart van een nwdit door
wet aaogeweien. In OTereen stemming nut dit
laatste bepaalt art. 110 Tan ons WettMek Tan
Strafvordering, dat botten bet geral van betrap-
ping op beeterdaad geen hniBMeking zal mogen
plaats hebben zonder Yerlof Tan de anondisse-
ments-Reehtbank, In geral Tan dringende nood-
lakelgkheid mag eTenwel zonder dit Terlof
door den Reehtei-Commissapia ter tequisitie
Tan den Ottleier Tan Justitie, hniszoeking
feschieden: 1*. in de woning Tan den bè-
ta aede, te^n wien rechtsingang is Ter-
leend; 2*. tn de woning waann het misdrijf
gepleegd is; 8*. in herberzen, kolflehnizen en
andere openbare plaatsen. De huiBioekingen ge-
schieden door den Reehter-Commieearis in tegen,
woordiffheid Tan den Officier Tin Justitie; bg
terhindering kan de eerste lïch door den Kan-
tonrechter, de laatste door den Burgemeester la-
ten TerTsngen. Oeedtriften, boeken en andere pa-
pieren mogen bg een hniszoeking niet onder-
locht of in beslw genomeD worden, tenzg oiA
daartoe sitdrakk^k door de Reeb^Mnk maehti-
ging is verleend. Qeldt het de boeken ot de pa-
pieren Tan den beklaagde, soo heeft deze net
tecbt daaibg in persoon of bq gemacbtigde te-
genwoordig te zijn. Indien het gelift een misdi^f,
waartegen een geTaagenisatraf Tan Tier jaar of
&19
meer ia Iwdreigd en hetwelk op beeterdaad is ont:
dekt, loo ie de beToegdheid tot iiaiaaoeking lui-
mw en kan ig behalTe door den leebter-eomiDit-
saris, zoolaiig deze niet 'ter plantte it, ook wor-
den uitgeoefend door den Officier Tan Jnatitie,
in het bgcijn Tan den Kantonrechter ot don Bnr-
gemeetrter.
Dit hnisondenoek laj zich ook mogen Dititrek-
ken tot de papieren Tan den beklaMJde, ook lelfs
wanneer hel onderzode niet in dieni woning
plaats vindt.
Nog een bi>iondere wqie van bniszoekisg is
mogergk Toor alle gev^leu van ontdekking op
heel^idaad. AJBdan mogen alle tot aanhouding
boTOegde ambtenaren weggenomen goederen na-
apenren en in beslag nemen. Zij mogen echter
famzen, w«rkplaatsen, getimmeiten en de daar-
aan belendende oms^ntte en omiieLude plaatsen
niet binnentreden dan in tegenwoordigheid Tan
den kantonrechter, den Cimtnittaria tm politi«
of den Bingemeeeter.
Bnlaxwaoi (MerMlitu laen/matu 8 c h n m.)
i« een Ewamsoort nit de orde der jEfyiamOMyecfm.
Zjj is toeatkleorig, langs 4le randen wH en doet
bi) weligen groei waterdroppela ontitaaa. Toorts
is baar boed .ileeaig, met ^le rvginde TMlge-
groeid en met bet netiormix-gegnefde tporen-
Tlies bekUad. Zij heeft een dompigen, onaanM-
namen renk en groeit bg yoorkenr op TOehtige
plaatsen onder bonten Tloeien, waaraan ig sleh
TAStheeht, loodat m, allengs zieè nitbreidend,
deie aU met een Tiliig kleed bedekt on het hout
Terwoest. Niet alleen ie zij oorzaak, tiat zoodani-
ge 'Tioereo gedurig vernieuwd moeten worden,
maar lij ii ook door baar nitwaaeming hoogrt na-
deelig voor de geioniSieid Tan hen, die het door
haar aaogetaite buis bewonen. Als middel tegen
deze iwam. wor^ aatibeTolen. ea& nnnrli laehiasi
-wM«la^-jKkr it Tfoemt en het ifienksa Tas
bet hout met petiolenm of oaibol.
Hnltfeld, Htnrik JOrgen, een Noorach ge-
sefaiedkondige, den 2den Februari 18ö4 te Chtis-
tiaoia g^wren. werd in 1868 assistent aan bet
Noorseh Rükssrehief en in 1896 arcbirBris daar-
van. Sinds 1880 noemt bü zich HuiUiU-Kaai.
Hg sdbreet: „Christiania lËeaterhiatorie" {1877).
„Biskop Ejsteins JordebCg^r In del 16de Aar-
huodrede" (1885—1903, 4 dln.) ,^orske aigitlw
fra Middelaldereo" (IS9&— 1902) en ,J)iplomata.
rinm norïegienm" (met Uager en StoriH, 17 dln.,
1861—1908). Hg OTerleed den 20aten Mei 190$.
HnltzUopoobtli of WihUopoekai, de stam-
god der onde Heiicanen of Axteken, sou deien
uit bun land Aztian naar hnn latere woonplaatsen
io Mexieo KOToeid faetAMo. Oorspronkelijk was 1^
waarsehgn^k een wolkeodaemon of «en modifi-
catie van dea oorloge- en Tunrgod, want aii wa-
pen en BTmbool draagt bjj een Tunrelag, de tink-
eoatl. Tolgena de sage zou bij op gebeimtimige
wgze door een Tan den benied komenden hu,
dien ign moeder in baar boezem droeg, onmn-
gen en gewapend geixHen zijn.
Holxlnra, Dirk, een Nederlandsefa pb;sio-
loog, den t6dèn October 1840 te Hom geboren,
werd in 1857 ingeschreven als atndeiit aan het
seminarium der Doopsgezinden te Amsterdafn.
Toen hij zijn studita in de godgeleerdheid bijna
Toletndigd had, bigaf bg zith et^ter naai de
DigilizedbyGoOglC
BSO
HUI2INGA— HULL.
boogeaeboal te Groata^n, wur hq ÜA, rctoral
ondei Mdinf! wa prolMtoi Van Deêa, un da ge-
BMiknnde wqdde. X^Ut h^j ^vmunttti wa-
op «en diMertklie „OadenoekiüeD otsi mod'
(1867), biMf hg wetkuHu b|j luUtgeDMiiitleB
hooglMrur ala uaUttnt in ^üeni pdiTatologisdi
laboHtoriam en weid is Dteenbti 1869 ais op-
volgei Tan deieo boogleeiur te Oraoinren be-
noemd. Hg ma bdut met de kwen in f njsiolo-
gie, hiatdoffie en pfaunucodjaMaiek. "" -»• '>■'
Tolkins howH lieti met landbonw en vieieheqj
bMÏa. Ten b^wenre »i "
Hl uiTeB tuwelegd.
1 b^wenre T*n de viMclieni ii i:
18M
Het dorp tfóiien ^Miit twee kelken en het
OentaimeMde Oranje-weedimi. Dooi itnstwe-
g«n ia het met Nurden, Blaiikam en de hum
Terbondeo. Het ligt aan de ttoomtiuiljjn Tan
Anuterdam naai Ëilreniun.
HtllaKil of Hoelagoe. bügeDaamd Ilekmt, we~
gent ign alkomit uit ae dyr""'"" '" "-'—-"
OM, wu een toon
tent ign alkomit uit ae dynaatis dei tMwtiii-
IM, wu een toon «an Toelóti en een klnnioon
Tan Dii«ngu-Klum «n Teikreee bjj de tioooabe-
klnnming lan iqd bioeder, Mongoe-Khim, het
hAeer (ner de weatelgke proTineiin Tan het igk
der Mongolen (1251). Hq vernietigde dooi een
Tetdtodit (1256) de aeete der Aaaaaagnen. Ter-
ovaide en plunderde B^dad (1258) en maakte
ijeh meestei >«n liet latdweatelgk gedeelte Tan
Intn. Bg orerieed in 1265.
Hnlda. Zie Holle.
Bolde «aa in deo tgd van bet Leenatelsel
de eed, waaifig, ter gdegenbetd tiq de inTes-
tituQT [lie LtetuUliel), de leemnsn zgn leeoheei
trouw swoei. Een andere hulde wsa die, welke
leeda bg de Flanken Toorkwam en waarbg de
onderdanen hun TOiet trouw iwoeien, xoowel bg
de troon tbettggdog ala na het onderdroUen Tan
een opstand eni. Na de TeitigiiK der ertelffke
monaicbie kreeg vi een etaatknadtee beteekenia,
onder aaderen door de in Tsle landen ol gewea-
ten beataande bepaling, dat een nieuwe voiat geen
iee«eTiiig*dad«D mo<£t uitoefenen, liroreDB igo
oi^aidanen den hakÜgrogaeed hadden algelagd.
In den modernmi itaat heett de hnlde haar be-
teekenia Terloien, én waai ig nog, looals in torn-
TeiBChSlende geteerde nnootwh^pen. We-
?ena Toortdarende ongeeteldheid moeet ''" '~
H)l ign «nieiitaat nemen; hg orerieed
190S. UutMuga lererde tal Tan hgdiagen OTer
phyaiologiaebe ai ehemÏBche onderweipen, tooi-
namel^ aan het „ArdiiT lür Phyiiologie", een
rMka ondenoekingen ovei abiogenecia, alsmede
osdertdieidcn popnkire i^teUen in „De Gïda",
in bet dooi bem geiedigêeide tgdeehtift „laia",
ena. Verdei adireefhg: „Een en ander orer me-
dii^' (1877, 2de druk 1882), „Stiietaen nit het
leTon" (1876, 8de drok, heiiiea dooi dr. O. J.
PeJuikatiM, 1906), „Uneeie Enilhitug. Oemein-
Tentindliefae Vortrige" (1878).
Holisii, een gemeente in de prarinde Nooid-
HoUand, 1610 KA. graot, met (1915) 5780 in-
wonen, wordt dooi de Znidenee en dooc de ge-
meenten Naarden. Hilveieum en Haiiknm be-
gienad. Behaère het dorp HaiMn tiefat de ge-
meente de lanitevedeien Oad-Bnsanm, Nooid-
Ciailo eo Znid-Ciailo. De hooggelwsn bodem,
die hootdaakelgk uit klei bestaat, Beiit kieine
heuTclen en' gèaeelteigk een hooge kn«t. De be-
mige Dailaehe itaten, Tvorkomt, U bet een ui-
Tere lormaliteit geworden.
Hnlln, Pürr» AugiutiH, giui, een Piaueb
Kneiad, den Uen Septead»ei 1758 te Qeafere ge-
ren, kwam ala Dnrwcrkmakeiagull naai Paiga,
nam deel aan de beatonning der BattiUe, tiad is
17M in krggadianst, wa« in 1796 adjndaat ge-
neraal TBu Nafolttm, Tan 1797 — 1798 comman-
dant Tan Milaan ea nam deel aan dei itaati-
gre^ Tan 18 BramaiM. In 1800 bielï» ba Um-
Béna fag de heldhaftige reidediging lan Genna,
in 1804 weid hg biigade-genenial. HuU» pies!-
deeide den krjj^aad, die den ongriokUgen her-
tog «OH Enffkun tei dood moest Terooideelen.
Hg oodereeheidde lich in dn slag bg Jena en
werd kt 1807 dtvisie^enerMl, in 1608 giaal Tan
het kMieiigk, in 18M acbl«i«ean>kMM plaata-
eommaadaiit Tan Weenen, Berign en PaiSa. Toen
hg in den nacht Tan 20 09 21 Oetobei 1812 wei-
Ïirde lidi aan te ilniten bg den opstand Tan
oUet, TerbrgieUe deie bem dooi een piatool-
tehot de ondëikaak. Hg bkel oommaadant Tan
Farga tot Maart 1814 en Teogeielde toen de kei-
leiin naar Blois. Na den t«1 Tan ffoyoleon tsi-
loot hg ijjn amiit, maar bg den teingkeer des
keizers trad hg aangtonda weder in dienst Bjj de
tweede Bestanistie werd hM utt Pxankigk ver-
bannen. Bg ging eeret naai Bioesri en toen naar
Hankbnrg, waar een kieine handel temaaweinood
in ign onderbond voonag. Zgn editgenoote wiat
te bewerken, dat bjj in 1319 TeigiHeaie kreeg;
halfblind keerde hg naar Frankrj^ ten^. Ce
stiöd over de Teroordeeling tui Bngkiat, aood-
aaakte hem in 1828 lii^ in een gesduilt: „E^i-
cationi offertes anz hammet impaitiani an snjet
de la commisaion militaire en I'aa XU poni ji^ei
Ie dne d'SiwIiien" te leditTaaidigen oi Satièiry
ala den sidinldige aan te wgien. Hf oterleed den
9dea Januari 1811.
Hulk, Tioeger een groot en log knjpTaaidg-
atiup, il thans nog decbta in ti^arlgke betea-
kenja in gebioik, sooals ataatihnïk, loTenriiidk.
Hnll (Kingtion upon HuU), een atad en
giaalsctiap in het O. van Engeland, ligt op den
UakeroeTei van den Humber, die hiei 3 km.
breed ia en den Huil opneemt, 32 km. van de
en telt (1811) 277991 inwonen. De atad
laag gelegen, gedeeltelük lelfa onder den
waterapiegel (tgdena den Tloed), loodat aluiien
haar tooi overstroom ingen moéten beschermen.
Het oudate deel der atad, met kromme, nauwe
straten, woidt door de dokken en. den Hnll
ingealoten. Beneden dit gedeelte ligt de citadd
vooral naar het O. en N. atiekken lieh de
)i gebouwde voorsteden met prachtige tuinen
Van de vele kerken ia de Diieëenneidskerk
(1492) de merkwaardigste. Haar dwersschip moet
de oudste bakateenbouw van Engeland ign. De
Gotische Mariakerk ia ook nit de Middeleeuwen
afkomatig, de overigen alle uit den pieuweren
tgd. Verder vindt men er een statig atadhuia
{1860), een Beurs en een Korenbeurs, een aie-
kenhuis, het Trinity Hospital voor leeliedcn,
eenige weeshuizen, een doofstommen instituut,
een zeevaartschool, een museum met bibliotheek.
botanteche en loOlogisebe tuinen, S groote par-
ken, twee ecbouwburgen en standbeelden van
Witietn lil, koningin Fielorta, den prins-ge-
D,o,l,zedb,GoOgle
HULL—HmiVANKEN.
mul Albert ta Wübertoree. Huil ia de toot-
ükainite tuTcn tui NA.-JBi^aUiid, wiu bet
Teikeai met bet N. vu Eniopa aleli eoneen-
tnert. OtA met Nederiud, bepMMelqk met Rot-
terdam en Harliogen, djiöft xg *eel buidel.
Naast de O leede txataande dokken weid in
' 1B14 het Joint Boek geopend om in het toene-
mend KbeepTnutTerkeeT te voldoen. De totale
scbeepnuutbeweging bedroeg in 1913 6 691 818
ton, wauTui NedeiUnd na Roeland het groot-
ste aandeel had, nJ. 348 etootneehepen, meten-
de 730215 H*. en 9 leilMh^en, metende 259S
kab. m., die binnenvielen en 363 stoom- en leil-
Bchepen met resf. 7S5 939 knb. m. en 259S
knb. m,, die vertiokken. Uitoevoerd woidt Toor-
oamelqk steenkool (in 1913 4519289 ton), ver-
dei Engelaebe indnefarieprodneten. Uit Nederland
vorden hooldi^eljpc ingevoeld: kaaa, margaii-
oe, Rtiooeaiton, buit, grooiten, aardappelen,
nien en geslachte varkeng.
Het i« de deide vitaehenbiiven van Ebgeknd;
men visdit hier vooinamrijik in de Witte Zee
en bq Usland. Bovendien beeft Hall «en bdang-
rgke nijveifaeid. Vaa betekenis iqn de maefaine-
ubriekea, tdieepeboinr, alieelageij^, katoenfa-
brisken, ^leEgieter^jen en verder nac^vannt.
Vroeger heette de etad Wqke npoo HnH; haar
tegvnvoardigen naam daakt ajj aan Séwi I,
die haar in 1296 itwkredrten Ycrleende. Ia de
14de eeaw wu ig met Londm en bittol de
dmkit booehte terren van Engeland. £arèl l
belegerde in 1642 de dtadel tever^eeli. De bowr
der doUoB b^on «ent in 177S. Tot 1888 be-
hoorde HnH tot het gnaïmibêf YoiUiire.
Hall, een etad in de Gaaadeeiclie provincie
Qnriwe, ligt tegenover Ottawa, alt wier voot-
Mad het beadtoawd kan worden, aan de Otta-
waiivier, waaiover hier twee èncRen nl
en telt (1911) 18 222 mwoners. Hes
groote, dooc den waterval vui de Qnmde Cbau'
dtère gedreven hontiaagmoleni, hont-, papier- en
wolfabrieken en ecA ImeDdigen hoatliandel. lo
de Mböbekl wordt phoabmnre kalk gewonnen.
HnliMDMi, J<«t &fTÜ, een Néderlaadieh
letteikoBdige, 4e Utrecht galxiren, betodit aMaai
de Jioogeiclioid, waar hij mder leiding van Fan
Bmüde en fiowloMer luè toelegde op de lette-
ren en in 1886 zm antwoord op een aeademiKfae
prgiTiug ut bekrooDd. Den 20sten Jnni 1838
ptomoveerde ng in de letteren op een ,A>trlbe
ïelegdï
1 vindt
in T, Fomponlom Attienm" en kort ittxat werd
hg góplaatat aan liet atttenaeom te Uaaitrieht
aU bnMeo^wooi leeiaai -in het Qriekufa, wtu
hö lieh wgdde aan het «ndeno^ der geiohied-
■enrgven uit het tgdperk van AktatuUr 4em
Qrooh. In 1841 vmébeen v«i hem een uilvave
van de weikeo van Durii Sonuuf. Deie werd in
1344 gevolgd dooi agn .J^lemaei Eoidaei, Aria-
tobuji CamndrenHs et Cliuetit Mytelenaei rell-
qDiae". Hg (>bat*te in de „Sjnibolae littérariae''
igo ,4)iipDntio de vita et senptia Jnbae Itaara-
■ii" (1845) en bewerkte een ,J)iqiDtatio eriloea
de Alciandiida Ddpho". In 1846 werd hg con-
rector aan het gTmnasiom te imitepdam, wauna
hg lieh Iwlavtte met de redactie van het tiende
deel der „STnAioIae", tMw|^ hg in 1851 met Ek-
ker en Boot de .JGscellBnea ntilolagiea et Pae-
daliogica" nitg^ Bjj bet Jaarrenlag van 1855
omtrent bet nmauNioin voegde hg een „Ditpn-
tatio eritica de aunalihus m«zimii", welïe veel
uitlokte en aanleldii^ gaf tot het
lebieef hg lecensiee en witteHea Ïb tjjdiêbriften,
werd Üd van de Koninklgke Atademie van We-
tenMba{i{>ea en aanvaardde 4iea 30Bten Haart
1858 4iet hoogleeraaraaBobt te Leiden met een
„Oratio de literamm piaesertim latinarom apnd
Romanna stadiis, Nena Trajano imperatore".
Daar eehreel hg nog: „Bedenkingen tegen de echt-
heid van dea M^naamden riwMt van Ariatote-
lee". Hg overleed den SOiten Hei 1862 U Utrecht.
Hnlpbuikra ign pbilaathmpiiche of coBpe-
rMieve inttelliagon tot het vedeenen van kleine
eredieten aan pgiwaeii, lÜe <kMr eiedietbaaken
niet worden genolpen. Tot de hnliAwikea moeten
ode de boerenleeabaakes gerAend ««tden (lie
onder 6oer«ile«Nbaiikeii). Dit de eegnena van
de SUtiettek der ^mt- en Leenbaofen over 1918
bigkt, dat er toenmaak in N«deriand 189 na de-
le banken baiteo de boeieuleMabuiken bwtondu,
die aan aanriagera tegen penooalöke of nkell^e
zekerheid (borgtocht of paad} kiene voorwliol-
ten verleenea, waarvan net maiimam bediow
van 50 tot 4000 gld., tegen een renU van 2'/*. 3,
i. 4Vi, 5 en 7 X.
Niet al dew baakea verttrakten aaa het Cen-
traal Bnreaa voor de Statiitiek de aoodige gege-
vens. Aan de bovengenoemde pnhliealie en aan
de Jaarqjferi onileenen wg het volgende:
Aantal
bekende
Hulp-
Kapitaal 0. h.
eind V. h. jaar
banken, die
gegevens
Aantal
Totaal
Gemid-
deld
Verschuldigd
aan aandee -
houders en
geldschieters
Aan de
banken
verschaften
bedrag
bedrag
Banken
1870
4*
4a
8041
f 638000
f 79
f 267000
f 106000
i87S
46
46
8017
„ 714000
„ 276000
,, 134000
So
SO
9700
„ 902000
;:,'i
,. 333 ooo
„ 156000
,. 183000
1885
8zo8
„ 868000
„ 388000
iSqo
SI
51
7873
„ 883000
„ 112
„ 391 «»
„ 109000
iSgs
67
11517
„ 1 S94000
,. 138
„ 254000
1900
94
76
'O 738
„ 1404000
., 333 000
1905
100
7a
10448
„ 3370000
., aa?
„ 2600000
„ 330 a»
1910
"3
7'
118.7
„ 3 S70000
.. 302
,. 4310000
1913
139
II 790
„ 4247000
„360
.. 4933 «»
D,o,l,zedb,GoOgle
HULPOAT-flOiaHOFF.
Hnlprat noemt mtn de (^oiiw, die in Mn
dgk woMt gMDMkt in gml T«n dooitnak en
OTeratrooming der landen binn«idqk«, om het in-
gtÊtnoaide water op bet bniteiimter te Isten ■!-
itroomen. Ook vorden «el in ^ev»l van ofer-
rtrooming ia it boeucnkadeii, diebt bq ^ nit-
vateriugKBlniMD hnlpgaten gestoken, om het in-
seetroocnde water Bpoedigcr dooi die alniMQ te
kaniten laten afloopen. Verial ii vooral -wtge-
■teld, waar die holpeaten, loo noodig, lallen
worden geiloken. AU de dgk ait moeilgk te
werken grond bestaat, vervangt men deien ter
plutte der iMiIpgaten dikwijlB roorat door und
met een dnnne kleilaag bedekt.
Hnlpleon ia, evenals bergUton (lie aldaai),
een belosaing voor weAuambeden van een bg-
londere Mort, ten faefaoeie tu Mhiv en Iftdin;
verricht. Zq. die aaupraak op die belooHng km-
atn maken, hebben een frwilege, een bevoorreefc-
te sdinld op het Mhip. ten behoeve waarvan ijj
den dienit beweieii nebben. Halploon kemt te
DU, wanneer schip en ladiiw. in gevaar igndi
tietiy te umeg, hettg af«Miderlgk na louitü i
Iiehterach((ien, weder in volle lee in veili^etd
of in tMÖooden haven worden gebracht. Het be-
drag van het loon ui worden ibepaaM met het
oog op den spoed, «aumede ig de eerste ontdrii-
king van het gevaar de holp ii «angebitteht, den
tüd, die daaraan ia l)eate«d, faet aantal penones,
dia daarbg noodiaketqk hebben moeten werk-
laam znn, den aard der daubg verriehte diensten
en eiaoelJTk het gevaar, waaraan men lidb heeft
moeten btootstellen. In geval van nnehil' tna-
«ehen de betrokken partijen over de hoegrootheid
van het hnlploon, moet de rechter, lettende op
al de genoemde omstandigheden, deiooode na
voorKditing v«n deekandtgen, het bedrag be-
grooten en vBetstellen. Halploon ODderseheidt
lich dns hierdoor van bergloon, dat van hnln-
loon wrake is, loolang de hnlp geatrekt beeft.
om vAói het ivoorvallen van de leeran^ het goed
ot het Kfaip aan het drinsend en dreigend gevaar
te «nttr^ten, terwgl oergloon betaald wordt
«OOT werkzaMoheden, die Mdit de ramp beelt
plaata gevonden, dienen, om looveri mogelijk de
oveittljjiselen van schip en lading te redaen. Teel
van het hg btrghon vermeMe geldt ook voor
halploon.
HnlpphftB*. Een hidpphHe wondt o. a. aan-
gebracht hg eenphase asynchrone wisselstroom-
motoren. Om deze motoren in gang te brennn,
wordt door een daarvoor speciaal aangebracète
wikkdtng, de wikkeling dei halpphaae. een
eelrtroom geetnurd die 90* [Hiuenrenctiai ._„
(zie aldaar) beelt tegen den hoofdstroom. Zoodra
de mofoi inn normale snelheid beeft bereikt,
wordt deze ADlppbase weer baiteo werking ge-
■tekl.
Bnlppool dient ter <^w(4king van een
hnlpvela t)Q electriaehe toestellen en werfctnigen
(zie Hootdveld). Zoo worden bg^v. hg gdgkstroom-
machine« hulppolen aangewend om de eommata-
tie te verbeteren, d. w. i. het ontstaan van von-
ken duT, wsai de boietels op den eommniatoc
sleepen, legen te gaan.
Hnlpspoel. Zie Hoofdvikktling.
Hnlpveld. Zie HootdvOd.
Hulpwlkkallnr. Zie Hootdmldcüing.
Httlsen, Haletw rok een DnitKh sohintstw,
den ]6den Febniari 1829 te filankenlelde gAoren
aU de dochter van graaf km HOuUt, huwde in
]Ft49 roet Bolko «m Hai»tn, en trad onder den
tehuilnaam Helene als sehigister mi. Zg overleed
te Berlgn den 8sten Mei 1892. Van iiaai band
verschenen: „Aus Herz oud Letten. Gedichte"
|1B«7), „Novellen und Skiiaen" (1809), „Aas
alter and neuer Zeit" (1872). „Ungeso<iit-gef lin-
den. NovellBn" (1874), en onder haar ogen naam
„Truun und Wahrtiett" (roman, 1874), de novel-
lenbundeli ,.Obne Flitter" (1877), ..In Licht und
Sehatten" (1878), de romans ,£lintar" (2de
drok 1880). „Neweeia" (1883). „Bilder ana der
modernen Welt" (verlelingen, 183S) en ,J>rei
Lebeosepisoden" (1892). Verder sehieet ^: „Un-
ter zwei KSaigen" (1888), herinneringen aan
haar eebtgenoot, en „Ünter Friedrieh dem Gros-
sen. Aas den Memoiren des Aeltervaters 1752 —
1773" (1890)-
RaUhon, AUard, een NedcrlaDdscA godge
leerde, in Febroari 1734 te Groningen geboren.
atndeerde aldaar in de genees-, wie- en nataur-
knnde en werd in 1755 «evoideid tot doctor in
de wnsbeffeerte. Daarna oefende hg xieb in de
godgeleerdheid aan de kweekaebool dei Doopa.
getinden te Amsterdam, werd in 1758 tot pro-
Snent bevorderd en beioepen tol predikant te
akknm. Vanbier vertrok hjj in 1760 als looda-
nig naar Amsterdam, waar hg gednreode 45 jaar
werkiaam «h en den SOaten Juli 179& overleed.
Zgn richting was een Chrittei^k-wiisgeerige. loo-
als blglit uit zgn „Kerkel^ke redevoeringen", in
4 dealen een jaar na zgn dood uitgeven. Ge-
durende zgn leven gaf hg in hel licht: ,.Be-
sehouwing der beste wereld" (1758), ,.Verhande-
liutf over de zede^gke opvoeding", bekroond doof
de Haatscbappg van Weteneehappen te Haarlem.
..De fnodamento potestatii Da tegiilatoriae"
(ITG6), cD een drietal andere lAtgnsebe verhan-
ddingen, verder veibnn delingen in het Hol-
iandseh door Tejlers QeMOlsehap bekroond.
VoorU viadt men van hem gesdiriflcn ü de
„Verhandelingen" van het HatgMh Qefiooltchap.
in de „H4moirn de l'Académie Royale des
seienees et bdlee lettres" ma. EÜndelgk noemra
wg nctg: „Zeno wei oogrioof en teden", „Hii-
loKocMsehe ge^irekken oiver de voldoening"
(1791), „De beelMnbare Pfolestant r«gtiinnig"
en „Lgkrede 09 Klaas de Vries".
HuUhoff, Maria AUtta, een dochter van den
voorgaande, den SOaten Juli 1781 te Amsterdam
geboren, liet zidi in een veelbewogen tgd veriei-
oen tot stsatknodtge dweperg, zood*t sg in 180S
een „Oproeping aan het BatAatscbe volk" in hel
licht gaf, weHc groot ornien baarde, als gericht
tegen de FraoBote overaeersehing. Zg zelf werd
dooi de Jastitie bedreigd, loodal haar moeder,
om vervolgingen te voorkomen, tot de Amster-
damsche regeering het verzoek riditte, baar doA-
ler in een krank linaigengesti ebt te plaateen.
Hierop echter wen! geen beslait genomen, en de
Jastitie. onderriebt dat zg zich in een keider 00
de Bcouweiegradit verborgen hield, trachtte zich
van haar meester te maken. Den nacht te voren
evenwel was zg reeds naar elders gebradit. Niet-
temin geraakte ig in de omstreken ^an Bentheim
in hechtenis en werd over Deventer en Harder-
D,o,l,zedb,GoOgle
HULSBOPF— aULOT.
. - ™ j het T
ItooT aehttt ig lich niet lerplicht (>p alle ongeil te
«Dtwoorden. eD de rudpeMionaris oordeelde het
TCD beUng, het daaibeeffl te leiden, dftt des
ouders of nu8tl)est»aiiden fan het meisje een-
voodig gdut werd hur te doen bewaken t«gen
de nadedige nvolgen, die een xoodanige gelul-
tecpde ferMeFdiiieWNeht kon te weeg breng«n.
'NiettemlD rooeat ig geraimen t^d in d« gono-
genii dDoibrengeD. Zjj «rerleed te Anteteidam
'onutieeke het jaar 1840.
Hnlsliu, Loemntia, t« Gent geboren, voerde
den titel Tan keirerlgk notaris en heeft lidi
bekend geamakt ala een beoefenou der aardrijka-,
wie-, gebied- en letterkande. Hij deed in }602
een ren naai ons land en Engeland en vestJKde
rieh Tervolgena te Frankfort aan den Hein. Hij
eeiireef: „Deseriplio tHne *iatorii et horologii
■olarit", „De tien quadrati et qnadrantis geome-
tiiei ae dhroni^ogici", „InstnUDeoita meehaniea",
„Erster Traktat der meehaniaehen bistrumenteii"
fl6(M), „Drei Traktaten der roetiianNdieB In-
strumenten" {1604), „Vitae impentoiDm roma-
normn" (1507), „XH primonnn Caeeatnm et
LXIV ipsomm nionun et ^rentum ei sntiquis
nnmismitibat in aere ineteis elfigies ete."
(1596), „Sertei namieinstiKn iraperatoram Roma.
nbnnn etc." (1603). „Tfaa«rïlTCiiiae, MoMavise,
Vnalaehiae deseriptio etc." (1595) en „Chranolo-
giae rernm memorabiHum in Hnngaria, TraoMil-
tani» etc. geBlarwn ete." (1597).
BdI^Iiu, Anlmiiit, een NederkodM^ godge-
leerde en oriintalist, in 1615 te HHden in hel
berto^om Berg geboren, ontfri-ng lijn opleiding
te Weiel, studeerde te Derentet, deed een reie
door Engelaitd, FraiAig^ en Zwitserland en werd
in 1644 predikant bj] de Waaledie gemeente en
hoogleersar in d« H«breeiiwe^e taal aan de
doorlnditige school te Breda, in 1661 regent tsu
bet Sta ten- College te Leiden, kort daarna bol-
tengewoon boogleeraar in de Eebrecnwsche taal
en in 1676 gewoon booc^eenar in de godgeleerd-
heid. Hfl overleed in Febraari 1685. Van ign
geediriflen yennelden wgr „PsaJlerimn BebHIce
et Latioe eum annotationibue" (1650). „Noaien-
elaloT Biblieua H^raeo-Latinns" <16S0), „An-
thentia abeoluta teitne Hebraei vindieata oontra
Is. VoBaimn" (1669), „Theologia Judaica A
Uessia" (1655). „EiameD oatechetienm didactico-
poletmctun ete." (2 «Ihi., 1676), „Speciinina tJie-
ologia& bypotihetieae" (2 dln.), „Systema eontro-
TeraiamiD tiieoloeieBrnoi vte.", „Non ens praea-
damiticum" (1656), „Nucleos propbetiae Veteris
Testamenti etc", ,J)isBerta(io de eaitu Dei" en
.,Ani<DadTer«ioneg in tustoriam Coneilii Triden-
tini ete." (1686).
ffulnua. BeitTieus, een broeder ran den Toor-
Kaande, den lOden Oetoler 1654 gt^rcn, etn-
deerde te Duirtrarg, Marbare, Leiden en Earder-
wgk, verkreeg in 1679 te Hacderwp den grasd
Tan dvctor in de godgeleerdheid en werd in 16Sr
hoogIee»ar te Duisbarg, waar hg den 4den April
1723 overleed. Hg schreef: ,Jnta QnMelmi 111 in
regnum Angliae" (1697).
BultiuM, Paulut, een loon van bmenvennel-
den Antoniui, den 25Rten December 1653 te Bre-
da geboren, studeerde te Leiden en wetd in 1672
proponent, waarna hij achtereenvolgens bet leer-
aarsambt bekleedde te Aardenbuig en te Uiddel-
bnrg, waar bg teveoa tector waa, waarna hn in 1691
de betrekkin;; van hoogleeraar in de godgeleerd-
heid te Oronmgen aanvaardde met eva oratie „I)e
modeetia tfaeol^". Hg o^rerleed aldaar den Uden
Oetober 1712. Hg schreef o.a.: „De ^oneatate Ie-
gom ele." (1702), „Traetatw de Spinoxiamo", ,i)e
corpore bominis in qno v^vit et resuigit nnieo",
delingen over 1 Cor XV" (1714), „Jeaus het
ware brood deB Hemels" (1717), „Over de heUt-
ge liederen fan het O. en N. Teatament" (1726),
„Uitleming van de brieven aan Timotheua" (2
dio., 1727), „Uitlegging nran den iiriet aan de
Oaiaten", „Over 18 ailgelexne psalmen" (1727),
..Heilige menedsehiilten of verzameliDg van pie.
(Kcatian" (17^), .Over de AittinonriaDeif " (17S9)
en „Een Christelgk gebed tot." (1747).
Hnlat, een getneente in de provinae Zeeland,
1S2 HX ^oot, met (1915) 3546 inwoner*, m>rdt
ingesloten door de getneenten Stoppeldgk, Bpn-
tenisse, Oranw c. a., Elinge en 8t. Janeteen. Zg
bevat aHeen bet stadje Hnlat.
De oude stad Hulst was sedert 1618 een ster-
ke vesting, na de omwenteling van 1785 editer
werden de verdedigingswerken niet meer ooder-
hooden. Het midde^tunt der stad ii de Oroote
Markt. De voornatunite gebmiwen igo de Oroote
Kerk, een kmi^ebouw, waarvan het scbip door
de Herromden en de kruMfunden door de
Rooaiaeh-KatiMlieken gebmikt wordt, het Stad-
huis en het Landahuis. Er ie een kaittODgere^t
en een maiediantseekMeTne. De bevolking houdt
lieh bezig met lanttwnw en nvverheid. Op de
weekmarkten worden meest boter en eieren ver-
haodiM. De plaats ligt aan den spoorweg van
Temeuien naar Mechelen. Zg werd in verschil-
lende oorlogen faerhaaldeiö'k belegerd.
Hnlct, Abraham inm der, een Nedeilandacb
zeeheld, den llden April 1619 te Amtterdam
geboren, klom op tot den raag van vice-admiraal
HoUaod. Hg vetgesdde Da Ruiter ala ki^i-
van een achip van 50 stokhan. uaM 4» knt
Portaal en wenl in 1665 in plaats van O.
Trom^ vice-admiraal onder het oolWe der admi-
raliteit te Amsterdam. In ihet wlevnde jaar voer-
de hg bevel over bet eohip „De Spiegel", b^oo-
rende tot het eAaider van Initeuant-admiraal
Tromp. In den leeslag, die op den llden Joni van
dat jaar plaate greep en den volgenden dag werd
hervB-t, verdedigde Fm dtr Hvhl lieh tegen 3
groote Engelaefae eehepeo en sneuvekJe, door een
musketkogel in de borst getroffen. Hq werd
op 'e Unds koaten ia de Onde Kerk te Amaterdam
begraven, waar een praciitig maimeren praalgraf
te igner eer verrees.
HoIM, Pieter Ttfler van der. Zie 7«yler's
Hiehting.
Hnlst, Mmuio» Letage d^Hautwoekt <f, «en
Pransch Bomnieh-KatMieik godgeleerde, werd in
1841 te Pargs geboren, in 1865 tot prieeter ^
wijd, beklee<Üe veisdiilIeDde keitelgke waardig-
heden en was eenige jaren loyaliatisch afgevaar-
digde. In 1875 was hg medeopriehter van het
Imtitul catkolique te Parijs. In aanalaiting aan
pogingen van paos Leo XllI t^t verdringing
de heidensdie wetenadu^ en wijitiegeerte.
DigilizedbyGoOglC
HDI£T— flüKAÏTA.
hldp hq made tot den torngkeei sur de rtndie nn
Thomat Aqwniu, waamtn de ki^idieke tröe nni-
Tenitoit vu Fkrö* btt middelpunt weiA. Hij
wu tet die d«K oniventtftit kneiitig wiit dooi
te Ktten, oiut faiNdooi ook met een deel der
Praniehe geeatelQkheid in eonfliet kmm, wMifaj)
hem de lialp vu Lm XUl leer te itade kwun.
Ook fooc at omsiatie d«i katbdieke wetan-
sdup faeek tÜMat weel gedus dooi de „eoogrte
leientifiqnei intenutioiuiii ntholiqset" in 1888,
1891, 1894 en 1897 gehooden. ffHtiM ii in 1896
Ie divit ntodecae" (1886), ,^'Mneatioii ■opiriea-
le" <1888), ,4>n pmgrti en fAüoMfiliie" (18ST),
„L'ornnifstioD de lü eodété ehrétienne" (1887),
„ConHrenee* d« fMtttüttat" <3de drnk 1900),
„)Mai«et phileuniiiqaM'' (3de -dn* 1908), .Jfé-
Uwea oratoiiei" <2de4nik 1901, 2 dia.) en „Non-
telua milangea ontoiiei" (5 dh. 1900).
Hnlit fffe* L.) il de num van een pUnten-
gedadit nit de IimiHe dei AqmIMaeetiiii. Het
onderacheidt licfa door een meeatal 4-tuidigen
kelk, een eterraimiffe, 4- ol S-alippige Uoem-
kiooD, 4 of 6 meeMnden, met de kroondippen
afwiigetend, 4 ot 5 tittende etempeli op «en »-
Tenetaodig vmchttMeinid en een 4- of 5-atee-
nige itee&Tracht. ^n de toorten noemen wQ
haUMo un de buitengewone aaanaTeiwani^
der Ilei. var. een einde gemaakt dooi mtema
te pdbliceeien, die beden nog dooi dendiokgen
wolden gevolgd. In de kwceieigen ondett^H-
den de lóweekeia «Ue JMhten in moMa- tgêt-,
kuntr-, karlihoont-, hoUtladige m thtekuhten.
In den laataten töd tiekl een Tariitut >taik de
Hsdaebt dooi haai kraditigei gioei en tteik bee-
len Toortbrengend vennogea,
lium tanigala folyearta. Ee
igioei
nlde
lltt.i
iien «wmM
T of DOtH» mf
■ knUt (1. tiqititoUttm L.), een tieet-
_ net altftd cióene, glauige, eironde,
doorgaan* etekelige UadeTea, wUte bloemen en
Toode benen. H^ groeit in ons land in
vele tainen; ook in bet wild en rooral
-ook ia hagen; eveneena in geheel Nooid-
DoittehlaDd, alemede in Japan en Viigioia. Au
het bont, dat leei bard en mor de draaibank
ieer geccfailit ii, kan men door bqtniiddelen de
klenr van ebbetutont geren. Andere loorten. loo-
ale f. ofoea A i t.. groeien in Nootd-Amerika; I.
Paragvaymtit 8 1. H i 1., lereit in igo Uadeien
de in Amerika loo hoog geaehatte Paiagnaythee,
dooi de Spanjiaiden mati, dooi de inbooilingen
eaengt ffentamd; de /. tomUona A i t., voimt een
p^ramidalen heester ter hoogte van 4 tot 6 m.
wieai bladeren braking *eroonak«i.
IDe holet wordt Tenneerdeid door: taden, dit
een jaar of langer gntratifieeerd moeten tgni
lUkken, die in ooi land niet, in Noord- Amerika
enting onder glaa of door «{deetenten *a» ondere
rtammen in het voorjaar.
Engeland en Amerika tragen veel holit met
t«nen tmetreeke Eeritaria voor verrierings- en
in het voorjaar voor beplaotingedoeteiqden. Het
gelukt, planten met uaa te verkrQgen. wejineer
men ze om de 2 }area verpiant of ie tgdd^ in
f[>tten kweekt, OéwenecÉit ^)n de groene, gioot-
ladige, zaadvormende, tterkgroeiende, winter-
harde varitttsten, looali; I. A. OoMeUiattolia, I.
A. UtHtoiia, 1. A. nigrioaiu; of giUenid falaiÉge
varitteiten. ate: I. A. lati/oKa okt, mur^'tuila, I.
A. mgtutUoUa arg. mar., l. A. terox arg. marg.,
I. A. rotandifotia albo wurg., I. A. éUgant aut.
marg., Oolden Queen en Perarda. Soorten met Af-
vijlend bUd liJD: Ite* deadua, l. montieolor, l.
kmtgata, l. 9»rtiettMa, I. tübMi en I. Pemit.
Proteeior Qoefpert, in 1K2, en JToore, in 1874.
^ ... -B goede
handelavanSteitea ijjn: vt^oende taidheid, mel-
is groei, HMoie vom, groot blad, goede beevor-
ming, «teA ign tegen ■onnobiaaf «eiplanting
goed konnend Terdngen.
Boltaiaii, Carl Otnad, «en Nededandaeh
reditigeleerde, den lOden Juli 1752 te Zotfen ge-
boren, etndeerde te Leiden «n werd i^daar in 1772
bevorderd tot doetor in de rechten. In 1779 weid
Iq tweede en daarna eerate gritfiei bg bet Pro-
vificiaai Hof van Qdderland te Arnhem, bekleed-
de die betrekking Xot. 1796, weid toen lid van de
Nationale Vengadering, en bebooide tot hea, die
bjj den ataatagieep van den 22Bten Januari ITSë
in heditenie genomen en «f het Haii ten Boidi
rrioten wenlea. Na den Sdea Btaatureep, van
I2den Jani 1798, <weid bii teerctanageneraal
vaa het Ditvoetend Bswind. Ten töde van koning
ladtw^k werd ii|j diieetenr van aóhoone kouten
en wetenKfaappeu ot etaataiMd ia buitengewo-
nen, vepvolgena in gewonen dienat en lanttdrott
van Maadend, onder ffopoIeoH pieteet van Tan-
ekiae en latei van bet deMttement van de Ibnden
van den Uiri en eiadelgk onder koning WiOem l
Ïonvernenr van Noord-fiimbaot. Dit ambt be-
leedde hg tot aan uin dood, den 6den Haart
denoek over den ^öd, wanneer lÜiilipi U. o^
hield hen der Vereenigde Nederlanden te ign"
(1781]. — Zjjn Mon wa* vde jaten president van
het HoomieTeditifaof van Neirlandaeh JndiB, ea
ook ign kleinioon werd veivolgena lid vaa dat
Hnttsoh, Fnedneh Otto, een Ouitsoh liiilo-
loog, den 22iten Juli 1838 te Dietden geboren.
ttndeerde te Leipiig in de letteren, weia leenar
aan bet gTmnaeinm aMaar, vervolgeu te 2wic-
" en toen te Dreaden. Hier waa hg van 1898 tot
) rector. Hü overleed te Dreeden.8tneien den
6den April 1906. Hij acbreef; „Oiiecbiadie nnd
rSmisehe Ifetrologie'^ (1B62), bewerkte een alt-
Ïave van de „Sëriptoree metrologiei" ^864 —
B66, 2 dln.), een kiitieehe bewerking van de
„Qeometrici et steieometrici" (1864) van Hero,
van ,.De iït natali" (1867) tao Ctn»orinu», van
de .^ietoriae" (1867^1872, 4 dln.) ven Poly-
hiui, van PapfM (1876—1878, 3 dki.), van ^ir-
tolyetu' .J}e aphaera onae movetni Hber" (<I88S)
der „Scholien mr Sphirik de« Theodotios"
(1887), „Die eizBhiendèn Zeitformen bel Poly-
bloï" (1891—1893), ,J>ie Elemaitig der IgTpU-
KhMi Teilnngarrebnnng" (1895) en ,^ie Gewieb-
te dee Altertumt" (1898).
Bmiuilta, een vetting in de Zutd-Ameii-
tanicbe repoblirt Pangnaj, liet aan den Rio
Parageay, 42 km. boven de monding in den Pa-
a, werd in 1855 aangelegd en later versterkt
speelde in dea ooilog vaa 1886 tot 1870 een
DigilizedbyGoOglC
HmiArrA—ffnuBEiRr.
BNiiUuiiadie mooitoN iea dooDgug en bewdio-
ten AtnetoD, in Juli 1868 riel ig iea ferbon-
d«nea in hud«ii.
BnmuilmM noemt men die vettudiftppe-
l^ke riehting der RenfttssMtee, i»elk« ntt de «en-
smKgheid en beperktheid mn het Midddeenw-
sdie dnkeD tot ««n atgeowen meBtdieliJke, ,^n-
BMne" betehftTing en faoofjsdMtting tu de vur-
de dei peraoonlgUieid tndttte te komen. Het
r>te g««itdrift wiei9 hot licli op de itndie van
letteifcniMie der Oiieken en Romeioen, ideali-
■eerde het lefen der klMci^e idkeren tot een
Toorbceld van menioheli^t Tolma^Uieid en volg-
de dat op ietteifcDitdig, itastkond^ en êoaul
pebied na. Surdoor maakte het bnmaniame de
naaeieke Ovdheid weei levend voor de kanit en
de wetaniehappgn der Enrapeescbe volken, en al
moge het ia enkele opiiclHen iot een^digheid
vervallen qn, te orrtkeonen ia niet, dat het den
gtondelag «eeft gelegd vooi onu modsme be-
Ktuving. Het hnmaniame becon in de 14de
tenw in Italifi en breidde lien in de 15de en
16de eeaw — meeatal gericht tegen d« Uiddel-
«cnwaehe lehokatiek en den beeeoavingttoeetand
van dien tgd — nit ovei eehetl Bnnqta, Ook in
om laad vond het, dank ig Oeert QrooU en itjn
•ebool, reel ingang; de groote homaimt vaa dan
wA de Kederlander ErotMiie. In 'de OermjuuiHtie
bnden kwam bet hnnMnieme ook in «trgd met de
theologe en wiit het de wetenschappen van de
voogdgediap dei Seik te bevröden. Daaidoor
baande bet den weg voor de bervorming, boewri
latei de wegen der Hewoitnen eo hamaDirten
meei uiteen liepen. Een andere gioote veidienate
van het humaDime ia de beFToimiiig vui optoo'
di^ en ondeiwgi Mireeet, waarbq hetdeUaMi^
ke atndÜD tot niddelpnnt maakte. De beteekenrt
van bet baawniBme valt vooi een goed deel met
die dei Renaiaaaaee samen. Wetken ovei de Rc-
naistasee brengen dan ook nadere kennis van dei
inbond d^r hnmanietïMlie denkbe^en.
HnBUalflton. Zie Bimmnitme.
Htunuiitalt, alkonutig van bet lAtgnsebe
wwid kummtitoÊ (roeneebelgkheid), betedieat het
edele, hetwelk den menseb kenmerkt, in ondei-
B^eiding van de dieren. De htimani<teit ie d&a
een lamenvatting van 'e mensehen ledclpe, wt>
etandel^ke en aoöiale eigeudhufKn, waardoor Ig
nadert tot de vwiitelling, welke wg Tormen van
den vofanaakten meneeb. Imonderlieid noemen wg
JeouDd Immaan, die bigken geelt van aelRtebeer-
lehing en beoadigdbeid en van belangitelliDg in
bet lot van iQn natanrg«nooteo. Vol|ena de op-
vatting van de Ouden, vooral van Cicero, open-
baart lich de bomaniteit in weldadigheid, vnen-
delgkhMl, beleeldbeid en hoHelf^beid.
Htunanii, Jeom Qtorget, een Fnneeb staatt-
man, weid den Bden Aognatn* 1780 te Sttaate-
boig ceboren. Aan hem vooial dankt de Bhaa het
Rga-SiOnekHiaal. In 1320 algevaardi^ naai de
Kamer van Oedepoteerden, beweide bg lirfi vooi-
al met aangelegenbeden nn ünaneieelen aaid.
Toen in 1^2 SouK aan bet hooM der laken
kwam, weid Bumann miniitei van Pinaneiln. Z^n
{^an van eonvenie der staatere irteD fcottte bem
lijn portefeuille. In 1837 nam hg aÜting in de
Eatnei der Pai». Na het aftieden van Tkür» in
1S40 wenl bg in bet minitteiie Ouixot qniieaw
met de poitrfenille van Finaneifln tielaat; bg
overleed reedi den 2£sten April 1342. De
Frangehe ngveiheid beeft lig kiaefltig bevor-
Hnnb. aehtei plantennamen ie de (Korting
VOOI Aittmdtr va» BumboUt,
BnmlMr i* een uei hieede livteiarm aan
En^laad's ooeUnet Hg ontetaat door de ver-
teniging 4an de Onae «n de Trant en ttioomt,
taaaèiwD de giaaf>eba|iiien Yoik en Lineoln, eeitt
loidwaaita, daarna loidooatwaarta en mondt u
een loop van SQ km. bg Spnin-iHead in de Nooid-
lee nit. De Hnmbei ontvangt op den liidLeioever
den Hall en op den rechter de Amholme en de
Skillei, tfliwgl K^ door middel van kanalen met
de voornaamite iwieien van Engeland verboDden
is.
Bninbert, ^em £mtZ(L eenNederiandaoh and.
beidkaodige, iax 28aten Jnli 1771 te 'a-Graven-
hage grtioren, was in 1795 Initenant der genie
in dienst der Staten-Qeneiaal en ivertrok toen, op
venoek van den bey, naat Tante, om aldaar de
veraterking van bet lort la Oodette te leiden.
deiland bet Fraoaehe Jok bad a%eaehiid. HS weid
toen bq one leger seplaatat ala kapitein oer ge-
nie, later bevopdenf tot des rang van loiteuDt-
koloDel en ontving de orde van den Nederland-
«cbeo Leeuw. Toen ia 1820 te Leiden een ataon-
derlijk kabinet van oudheden geopend werd, be-
lorgde ha daaraan 4 belangrgke Fnniiche mona-
menten, aoor hem 19 de pl(É wan bet oude Cai-
(bago (niet ver van Tnniij ontdekt, waarover hg
leedi in 1812 getdireven had ,Jfotiee sur qnatie
cippee a&iulcbranx, décoaveite eni Ie lol de I'an-
eianne Cartbage". Ook weiden ag afgebeeld ea
dooi HamaktT en ReHvvfu besefareven. Vervolgeoi
weid Bitmbat naar Italië geionden om ondhoden
te vetumelei, en hg biacbt veel merkwaardig!
bgeen. Zgn antieke en iUddeleenwsche medaille*
vonden een plaats in bet koninklgk penningkabi-
net te 'a^ravenhage, latei door hem M^cspooide
«tokken in de verrameling van dea hoogMeraai
V<m dtt Chat te Leiden. lïambert weid door HU-
buhr geraadpleegd ovei de ligging van bet onde
Caithago. Ook was de boogleeiaar Reurens van
plan om, gAiApea dooi beUngigke bouwstoffen,
uit de papieren, van Hwnbert aftometig, een
noot werk over Cartbago te schriJTen, toen h9
door den dood werd weggeiokl. Bumbert lelf,
aan het laehte klimaat van bet «uden gewend,
keerde telkens niar Italia teing, vertoefde veeld
te Pisa. en overleed den aOsten Fefcrnatt 1839 te
Hnmbart, Reinier Karet BnvanOt Johan
Maria Ferdiitaiid Svgeiutu (eigenli^ [fmbertoj,
koning van ItaliS, een iood van Vietor Bnumnll
en van aaitahertogin Adetkeid, deo Uden Maart
1844 geboren, toonde reeds vroeg gioote belanp-
iteHing in krggsaaneelegerkbeden. ifadat bg^ in
1856 deelgenomen had aan den oorlog tegen Oos-
tenrük, werkte bjj met gver aan de bevordering
dei Italiaaniche eenheid en verwierf hierdoor al
lig een groote populariteit. In den stag van
OHa (24 Juli IB66) voerde h^ als luitenant-
generssl bet bevel over een divisie onder CtoUi-
DigilizedbyGoOglC
HUUBËnr— HUUBOLOT.
D dekte hy dra aftoebt Tan Durmido. Na di
vcroTetin^ van Rome (September m70) aanvaard,
de by het of^i^iel orer de beaeKing aldaar.
Verder wqdde hq lieh eedert 1866 booMiakriijk
aan de beTHdeiing Tan den vrede, Tin weWaait
eu beBcfaaTing, daar ba wer goed inug, dat' lU-
Itt JD d« eerite piaati behoefte had aan deopben-
ring Tan laodbonw, haodel en nöreTbeid. Na dea
dood van ign vader deo 9deD Annari 187S, be-
klom hg den trocD. Den ITden NovenAwr van dat
jaai werd hq in Napeli dooc den kok PatmoKmte,
die hem wilde dooden, aan den arm gewond. In
Ootofcer 18S1 dc«d hg met de mintcten Defrrelii
en Ifaniniit een reis naar Weenen, ontrlng in 1883
te Rome een beioek van den kroonprini van
DnitwèUad en verwierf froote poftuianteit, toen
hg in 1884, bg bet woeden der cholera te NafeU,
dele Btad beioriit. Meermalen werden tuMchen
hem eo den Duitscben keiier beioelien gewisseld.
Hg werd den 29aten Jnli 1900 te Honia door
Braaa vermoord. Sodeit 22 April 1888 wai h^
geAiiwd net agn nicht Margareta Maria Thtretia,
HD dochter van ign oom rerdinaiul, hertog nm
Oenka, en ipriimm Eli»ab€lk vm SakteH. Zgn loon
Vietor Emamiël III volgde hem ali koning van
lUlii op.
Hmmbart, Oiulaw Amidie, een Franach
teehtigel eerde en stutam^, den 28iten Jnni
1822 te Heti geboren, waa repetitor in dé rechten
te Parga, toen hg in 1B4S tot onderprefect 4e Die-
denfaofen benoenid werd. In 1851 algeiet, hervat-
te ha zgn .voorlezingen te Pariji eo werd in 1861
hoagleeraar t« TodIoum, waar men liem in 1871
vaar de Nationale Vergadering afvaardigde aan
welker ÜiAerigde fag lieh plaatate. In 1875 werd
hg tot levenslang senator, in 1877 tot proeurenr-
xeneraal bg het Bol van Canatie öenoemd. In
bet ministerle-PreyetHef i&i Januari 1882) aan-
vaardde hg de portetentlle van Jnstitie, doeh tiad
eea halt ^ tetat «1 es ««4 aalui iwiiilllu taa
des Senaat, in 1890 president van de Rahenka-
mer. Hg overleed te fieaniHle Ofante-Ctaronne)
den 24Bten Sep(«nber 18M. Behalve een reeks
tjjdscbnltartikelen sdireet hg: „Eaiai snr let ti-
nances et la Domptabili>UpuhlJ(}ue ehei lei Ro-
nuna" (2 dln.. 1887) en „Organisation de I'eropi-
Te romain" (1892). Hg heeft medegewerkt aan de
,j)ietionnaire des antiqnitéa romainea" van Da-
Temberg en Sa^io.
HnmbeUt, Wilhein. vrgheer ron, een Unitseh
geleerde en staatsman, den 22sten Jnni 1767 te
Potsdam geboren, «tndeeróe te Frankfort aan de
Oder en daarna ie OSttingen in de rechten, terwgl
hg ileh tevens toelegde op de archaeologie, de aes-
thetiea en de Xantiaansae wgsbt^eerte. Deja-
i«n 1789 en 1790 bracht hij te Erfurt en Wei-
mar door en kwam daar in vriendeefawppelgke be-
trekking met Balberg, SehilUr en Óoetke. Hg
bnwde in 1791 mei de fgnbeschaalde KoroitMeon
Daeheröden. In 1794 trok hij naar Jena, wn in
Schiller'e nabijheid te zgn. Een kostelijk gedenk-
teeken van de vriendschap dier beide mannen
vormt de later uitgegeven: „BriefweAael awi-
sdien Si^iller und WiUielm von Humboldt" (Sde
drnk 1900). Na ondersoheiden reizen woonde von
Humboldl van 1797 tot 1799 te Pargs; hg begal
sieh vervolg«si naar Spanje voor wetenseb^pe-
Igke nasporingen. In 1801 werd hg Praiuaeb
miniiter-reiident te Rome, waar hg van 1806 tot
1808 gevolmachtigd otinister wat. Hg hield lich
daar oootdiakel^i beiig met weteniehap en knnsl.
tecwgl hij jeii^ig« geleerden en knnstenaara op
edelinoedige wgie ondersten ndC. Met den titel van
gdieim «taatiivad naar Berlgn geroepen, werd
nn in het miaiaterie van Binnenbadaoie Zaken
bMast met Eeredienst en Onderwga; voor dit
tiAtate heeft hg ved gvidaan en d< tnüveniteit te
Berlgn m aan hem baar atitditing verschnldigd. In
1610 echter legde bg ign ambt neder en werd rc>
volmaehti^ miniater te Weenen. Van dien tgdaf
had hg grooten invloed op de getehiedenit van
l>ottaefalukd. In 1812 was hy op het Vredeteon-
gres te Praag, in 1814 op dat te Cfattillon, alsme-
de bg hel sluiten tan den Eeraten Vrede van
Parga, in 1815 op het Congres te Weenen en in
1816 en Uter te Frankfort aan den Hain bjj bet
regelen der Dnitaehe aangetefenheden en bj de
sijcliting van den Bondsdag. Daarna werd bi| lid
van den itaaUraad, toen geiant .te Londen, ea in
1818 nam hg deel aan bet Congres te Aken. Ovei.
al was hg werknuHD als onbevooroordeeld, ver-
licht en vnjiinnig staataman. la 1819 waiiig lid
van het Kabinet doch reeds in hettcllde jwr
nam hg i^n ontalag daai hg ia meer eoaatitnüa-
neelen lin regeeren wilde dan aijn eoMcga «oft
Hardenberg wenaehte. Eerat in, 1830 krow hg
weder zitting in den staatsraad. Sedert 1819 bad
hg schier onatgehrolien gewoond op het landgoed
Tegel, dat hg door een uitgezochte verzamding
beeldhouwwerken verfraaide. Hg overleed den
Saten April IBSfi.
Zgn eerate letterkundige geschriften heeft hg
verzameld in de; „A esthetische Vemehen
(1799); hierin vindt men o. a. een opstet over den
„Spaziergang" van Sekiiler, over „Bermann vnd
Dorothea^' van Qixthe, over ,Reineke Fncha" an&
Z^n. „OMaMMsM» miW ftiavwr vHg**« Axir
de Beilönadie AeadcaaieYan Wetenseha^ien. 1003
vlg.), bevatten ook een gededta van ann talr^ke
gediebten. Zgn „SprachrniiloBofiaehe Werka" >gn
in 1884 door Sleinthai uitgegeven. Zgn hoofdwerk
op dit gebied ii: „üeber die E«mspraehe aaf der
Insel Java" (1886 — 1840, 3 dln.). Zgn vevMme-
ling handschriften en zgn werken over bniteo-
landsehe letterkande -veitnaakle hg aan de Ko-
hiiAliike bibliotheek te Berlijn. Zgn edel karak-
ter bljikt vooral uit „WiUielm von HumfaoMt's
Briefe'an eine Freundin" [14de drnk 1905; Lteaa-
mann 2 dln. 1909). Dele brieven zgn gericht aan
Charhtte DUde, welke hg in 1738 te ^apont had
leeren kennen en met wie hjj tot aan ino dood
een ona^br<Aen briefwisseling onderhield. Ook
van hem zgi) md groot aantal brieven vetMbe-
nen; te Berljjn is «en standbeeld voot hein opge-
richt.
LiUfaltMr: QAhardt, WiUiebn vm Homboldt
als Staatsman (Stuttgart 1896—1899; 2 «Ho.);
Sprang^, Wilhelm von Hnsuboldt and die Hn-
mani-titsidee (Berlgn 1909); Wim, Caroline von
Hamboldt (Bielefeld 1912); Hamaeit, Wilhelm
von Humboldt (Berlgn 1913).
Humboldl, Prifdrieh Heinriek Attxmider, vrü-
heer von, een broeder van den vorige, een Doitaco
natnntonderzoeker, den 14idBn S^taoaber 17Q9 te
DigilizedbyGoOglC
B«tljJD gtbonn, TerlooT te«ds op lO-jatigen leef-
t^ ign T»der, doeb genoot met ><jn ondereB
broeder e«n i>tt*tekend«. weteDsdiappeljjk oproe-
dins t*D Terscbillende Dnitscbe boogetehalea en
deed daftTUa reiieii ^oor veHchitleDde kaden tab
Enropa. Ten slotte viel lün kena i>p dea ni\jn4>onw
«n ontrJDg bg Terlof ia 1791 de mjjnuadeaiie te
Ffeibertr te Vioeken. AIb Tracht T«n ign lerbigf
in het Ertsgebergte versdiewi ign „Flor« subter-
nnea FribergensiB et aphorismi ei phyiioloffiR
dieimiea phntanim" (17£»3). Reeds io 1192 werdfag
benoemd tot isseasor in bet mgndeparteaieDt, en
wddn ging fag kIs Mpenagndirettear naar Ba^
rcnth, waarhjj tot 1797 bleet. Hier venamelde bij
boairstoffen voor bet nitff^Tewle werk: „Deber
die sereiite IfnAel- nnd NerTenlaser, nebel Ver-
mntnaogen ttber den chemiMben Prozets des Le-
bemin der Tier- nnd Pflanienwelt" (1797—1799,
2 dlQ.).
Ni het orerlgden Tan sgn moeder in Novem-
ber 1796 Tatte hg bet plan o^ om een weten-
■ehappelghe wii naar de keorknngBlaoden te on-
dernemen. Nadat lig in 1797 ig» ontdiag oit den
' ataatAdienat genomen bad, om lieh onverdeeld
aan de studie der natnar te kauiea wgden, bracfat
fag 8 maanden ia gezelschap vaa Ooellu en
SeftiUer te Jena lioor, waar bg onder leiding van
Lorfer de ontleedkunde beoeleode; daarna begaf
hg xiflh naar ItaliS, om ÜA hier bekend (e ma-
ken met de Tunrepawende benden. De oorlog be-
lette een verdere reis door ItaliH en daarom nam
hg bet fceelnit, om, bgi;eetaan door Leopald t<m
Buek, te Salsbnrg en Cergteezaden meteorologi-
sche waarnemingen te doen. liim>dde]s ontving
hf) Tan lord Britlol een nitnoodiging om deel te
nemen aan een ei^itie naar f^Tple. welke 8
maanden ion doren. Reeds wsb hg te Pargs, om
met bet «og o^ lijn deelneming instromenten te
koopen, toen Bonaparte in Mei 1798 naar Egypte
vertrok en lord BrUM te ÏÜlaaa in hechtenis ge-
nomen werd. In FranVr^ks booldstad ondervond
Von Hwmboldt van de igde der g«leei<dete man-
nen de meest voorkomende bejegenlog en sloot er
vründsehap met den Fransehen plantkandig]e Aimi
BoHflmd \t\t aldaar). Van bier reisde bg naar
Spanje en ontving er van de regeer ing toestem-
ming om een reis door de SpaansiAe kolooiSn ia
Amerika te doen. Den 5den Juni 1799 scheepte
hg tieh met Bonpkmd aan ttoord van den .J'iiar-
ro^' in. stapte den 19den Jun! te Sta Cma op Te-
nerilfe aan wal. waar iq den Pic testben, en be-
traden den 16den Jnli 1799 bg Comana het vas-
teland van Zuid-Amerika. Zg doorkraieten Vene-
.xuela, en kwamen door d«a Caseiqaiate in den
Orinooo, ukten de ririer af tot Angostura en
kwamen weder te Cnmaoa na een tocfat, die voor
bet eerst een op astrcnomiedie bepalingen ge-
gTMde kennis van de biForeatie van den Orinoco
<^IeT«rde. Nd scheepten sg sieh in naar HAvanna,
waar ig eenige maanden bleTcn. leilden in
Maart 1801 naar Cartagena en voeren geduren-
de 54 dagen de Magdalena-rivier op tot aan
Honda, om Tandaar de boc^lakte van Sogota te
bereikn. In September reisden lij verder; iQ
trokken over Ibague. de Cordillera de Quindiu,
Cartago, Popayan. den Paramo de Ahnaf^aer en
de nitgebreKle hoogvlakte Tan Los PasCos en be-
reikten na Terloop Tan 4 maanden de stad Quito
(6 Januari' 1S02), 5 maaoden wgdden de reiiigerf
aan bet doorkmisen van bet fraaie hoogtedal van
Quito en aan het oodenoek der nal^jgelegen vul-
kanen, beklommen onderscheiden van d^, o.a.
den dhimboraio, tot de vroeger oid)d(ende hoog-
te van 5810 m. Over den Andeapaa van Paramo
de Aesua; over Cuenea en door de kinawouden
van Loja kwamen ig in bet dal van den boven-
loop der Amaion en rivier ba Jean de Bracamoroi
an begaven zidt over de hoogvlakte van Casa-
marea oaar de bergitad Micuipampa en naar de
westelijie helling der Cordillera van Peru. Hier
zagen zq van den Alto de Ouangamarca, ter hoog-
te van 3000 m., voor het eerst de Zuidzee, bereik-
ten hij Trujillo de kost en trokken door de
schrale woestenij van Loae-Peru naar Lima. Xa-
dat zg den ovei^ng "au Sferenrius over de ion-
nesehgf hadden waargenomeo, steivMiden ag in bet
laatst van December 1802 Tan Callao naar Ouaya-
qaii en stapten den 23iten Haut 1803 te Acapul-
co aan Jana. ÜTer Taeco en Cnernavaea berefliten
lij in Apiil de hoofdstad van Meiieo, «aar ig
eenige maanden Tertoefd«i, waarna zij Ooana-
luato en Valladolid bezoeiiteii, de prOTineie He-
choaean doorkruisten, nogmaali tot de Zuidzee
naderden, de lioogte van den Jorullo bepaalden
en over Toluea naar Mexico terugkeerden. Hiai
rangschikten zg ban verzamelingen en waarne-
mingen, bekipmmen vervolgens den ^vulkaan van
Tolaciï (470O m. hoog) en den Colre de Perote
(4000 m. boog) en trokÉen door de eikenwonden
van Xiriapa naar Veraornz. Vanhier zeilde V<m
Humbotdl den 7deD Maart 1804 naar Havana,
waar hg een paar maanden bleel. om de bouw-
stoffen voor zgn: „Essai folitiqoe «ut 111e de
Cuba" (1836). te Tetroeerderen, waarop hg lieh
naar Philadelpbia begaf, waar hg eenige weken
de ^astvrl^ekd genoot van JeftertoH. Eiadelgk
verliet bij den 9den Jali den mond der Delaware
en den Sden Ai^stus 1804 landde hij le Bor-
deaux met een aantal kostbare verzamelingen en
niet minder kostbare waarnemiDgen op het ge-
bied der nataurlijke historie, aardrijks- en volke-
lenkunde.
Von ÜumbobU vestigde zich na it« Pargi, wau
hg zgn verzamelingen en handeehritten ordende,
aan het aeheikandig onderzoek van Ooff-Luëiae
omtrent de be«tanddeelen der dampkringsluebt
deel nam en tot Haart 1805 Tertoetde. Toen ging
hij met laalttgenoemde naar ItaliE; zg bleTen er
tot den 17den Deeen^r 1805 en gingen met
Leopold vtm Bueh naar Berlijn, Hiar ontving Von
HuMboUf de of)dradit prins Wühtlm van Pnti-
ten in bet najaar van 1807 bg een belangrgke
zending naar Frankrgk te vergezellen. De prins
bleef er tot in 1808, doch daar de aitgave der
gesohriflen Tan Von Eumboldt op Duitsdi grond-
ge4)ied beawaarlgk kon ge«aiieden, ontving
laatstgenoemde verlot in Frankrgk te blijven. Hg
maakte hiervan gebruik tot in 1827. Te Pargs
verscheen nu zjjn reisbeeebrgving in 29 deelen
met 1425 kopergravure*. Het eerste gedeelte
daarvan, getiteld: „Vojage aui rteions éqaino-
lialea do nouveau continent" (1809—1825), be-
vat bet gesril iedkoodig overzicht. Hoewel hem
in 1810 te Bertgn een boogst gewichtige betrek-
king aangeboden werd, gaf bjj de voorkeur aan
een volkomen onafhankelijkheid, vooral daar hjj
DigilizedbyGoOglC
wiehtJM atutknndigfl gflbaniteniiHii taHc£«n
den ESraten en Tweed» Tiede tui ^ijji Ter-
teinlten un Von Bmnbotdt de «eltgertieid bq
herbklinf nur Engelutd te reilen. De «renttli van
den koBiig fn AniieD Hwh&oUI uo iQb Hot
te TBTÜnden, bleef Tooieent nog anvemld. Eent
in 1S27 pog bö nur Berl^n, wmt hjj T0orlexi~
gen hield tner den Eomoe.
In 1820 ondeniam Fon ffMNboUt in opdrulit
Tan nut JITüoIaaf ean eipedltie duu liet noor-
den TH AM, dot Oerd, den AlUI, CbineeMh
Dijoengarve en de Ka^iisehe lee. Een ondeno^
nur cand- en pUtisa-ertKn wm het hoofddoel
der reis, die diuenboTen in de ontdekking
diamaoten, in iterretAnndige plaatabepalingen,
magnetieebe waaratmingen m het Tenamelen
Tan Toorwarpen uit liet r^ der planten «n dat
der delhtoffen de belasgn)kite nitkomiten oirie-
Terde. Fm HumboMt reiade toen in het gnél-
Mbap Tan 2 igner .TriendMi, EhrtHberg en Out-
tm Ros*. Deie reta gednrende wetke in 9 maan-
den meei dan 11 OOO Inn. weideo atgele;^, ia be-
aehreren in de .,Hinerakwiaeh«eognoatiscbe Rei-
le na^ dem ïïral, Altai nnd dsoi Kaïfiitehen
Heere" (1887—1842, 2 din.) en door Vtm Hom-
boldt in iqn: ,.Aiie centrale, redKrehea snr lei
mingen opgeleTerd ootiMit het aaivniagnetiMne,
die dooi de oprichting Tan talrijke mignetiiehe
itatione werden ofgeydgi.
De Tolkibewegingen Tan bet jaar 1830 gaTen
aan de werkxaamheden tan Vo» HumboUl een
ataatkaodige riehtiog, lioewel hg lidi niet liet
aftrekken Tan èet beoefenen der wetanHhappen.
Na de troMfbetlimming ran Lode%pfk Phtlipt
werd hQ naar Parjja afgeTaardigd, ten einde lan-
daar ataatkondige faericbten nur Berlgn te len-
den. Dit geadiiedde jaren lan^ en telkent moeit
hy 4 of G maanden in FTBnkqjka hootditad «er-
toeiren. In dien t^d beior^e bjj de tweede nitra-
Te Tan ign: „Examen entiqae de Ia géograpAie
dn noDTean continent" (tSSS— 1838, 5 din.]. Hij
Tergeaelde den koning Tsn Proiien in 1841 naar
Engeland en in 184S naar Denemaiken. Voor het
orerige Teatigde hjj zjjn TeiblSt te Berljfn of
op het Taderlgk landgoed Tega. waar bj| lieh
gteed* met ijver aan de etodie w^de en sijn we-
reldberoMDden „Koacooi" echreef. Hq oterleed
te Berlijn den Sden Uei 1859. Ofecboon op het
nanwet met het Bof Tan den letlerli arenden
Friedrieh WilMm W Teitmnden, bleef hij ijjn
EiladienAtige en etaatkandige onathankelifthetd
odbaTen en gcbraikte liJn iiiTloed om ac we-
teniehap te betoideren én Jonge mannen Tan
TeeH>eloTenden aanleg te onderatennen. Daar hQ
ijjn aantienliik Tetmogen aan ijjn wetenHhappe-
li)ke Rtndiea had ten offer gebracht, liet h^ geen
stoffelijke bezittingen tan waarde aohter. Znn
kostbare boekerjj en lijn Terunnelin^n Termaak-
te hij aan liJn tronwen dienaar en reiamakker io-
hannti Sedert, die de geheele bibliothe^ met de
kaarten aan den boekhandelaar Aihtr te Berljjn
Terkoeht, terwijl de oTcrige Tertamelingen open-
lijk onder den (lamer gebraefat weiden. lien 28ttea
Juni 1859 ontitMid te BwlgD een BitmMdt-
eftehfma, aan de boTordering der aatnurknadige
weten Kbappan gewjjd.
FoM Bumbotdt Tenamelde een onmetelijkea
rgkdom Tan bonwatotfen; met {daatabepalingen
én hoogtemetingen Teibood h9 het oödenoek
naar de getteUheid Tan dea bodem, en bet ver-
lamelen Tan planten eo dieren giw TcrgeieM Tan
meleorolttnaae waamemingra. Hg en Kart Ril-
Ur (lie aldaar) iBn de gn»dlMigert der moderne
aardrökakniide. wat bg op phüitknndig gdMed
böeeriiradit, leidde bMi tot het lehej^ien Tan
een nienwe wetenechap, die der jrianteDgwgrafie.
Vooral ook heeft bij d«t ÜTloed Tan het pknten-
r^ op den bodem en op de ontwikkeling Tan bet
meneéheli^ geilaeht dniddf^ aangeveien.
Tot de b^n«|jke Tmehten van löa wetcn-
aehappelijken amid behoorea meer daa 700
«laatWMMingen in de Spaanadic koleniSn der
lienwe Wereld. Zy lün door Vm ff)m6oMI Ter-
rieht en berekend, later door OUmoimi naguiea
en Tormen onder den titel: „Obaerrationi aitrb-
nomiqnei. oftérationt trigométriqnei et meearet
barométtiqnet, redigteg et calenléei par Jabbo
Ottmanne'' (1808—1810, 2 dIn.) de 4de afdeelin^
T>n ign reiebeaArgTtng. De kaarten Tan den On-
nieo, Tan de Atnawnen-riTier, het grootale gedeel-
te Tan den Atlae Tan Ueiieo eni. ign door Fow
HumMdt leltgeteekend. De meteorologie ie door
hem leer Terr$fet, terwi^ hg de gronditasen legde
Toor de wetenaehap der ireegeljikende klkulolo-
gie. Ben deiselQke atodie dw dclfitofkande atelde
hem in ataai, een Toonlriling te geren Tan dea
boden Tan Amerika in ign „Phy8l(|tie générale et
geologie" (1807), met zijn „Suai géognoatiqae
aoi Ie giaement dei rodiee dana lei denx btaia-
phtrei" (I82&— 1826) en .J'r^ments de géolo-
gte et de dimatologie aaiatiqne" (8 dln.. 1831)
de 6de afdeeüng Tan lijn reiabeadiryTing nitma-
kend. B^ weikte daardoor niet alleen mede tot
een meer nauwkeurige kennia der Nienwe Wereld,
maar inionderheid ook tot de ontwikkeling Tan
de nog jeugdige weteaaebap der geologie. Cbder-
itennd door Sonplmd, die aiofa met Mt bgeen-
Ineneen der Tonamelingen had belast, deed Vo»
Bumboldt in Amerika belangrijke waarnemingen
omtrent de Tenpreiding, het nnt en den bonw
der planten, wetke hq ^errolgena in Teibaad
bracbt met de Teraohiliende meoaelienTaaaen. Tot
xijn geadiriften op dit gebied briKioren: „Esaat
anr la géograptiie dea ptantet" (1805) en vooral
„De diatrnntiODe geographiea plantanun aeeon-
dnm eoell temperiem et altitndinem montinm''
(1817). Het beibarinm. door bon en Bon^htid
Topaaneld, beTatte 5000 aoorten Ten bloeiMide
planten, waaronder lieh 8500 nieotN beronden.
Zij ign beiebreTen in de 6de afdeeling der reie-
beaehr^Ting, namel^ in de praditwetken: „Flan-
tea fqninoxialea, reeaeilliee an Ifexiqne, dana l'tle
de Cnba ete." (1809, 2 dln., met 144 platen). ,Jlo-
nogr^>hie dea tnélMKUnaeéea et antrea genrea dn
mème otdre" (1306^1828, 2 dln., met 120 gM.
platen), „Nore genera et ^eciee plantamm, qnai
in peregrinatione ad pla^am aeqninoetialem or-
bia noTi oolligerunt, deacnpaernnt et «dombraTer-
ont A, Bonmand et Alei. de Hnmbold, in ordi-
nem d^maait C. C. Knnth" (1815— 182S, 7 (Dn.,
met 700 platen), .Jlimooea et antiea plantw Ugu-
mincoaea dn NonToan Continent rédigie* par C.
DigilizedbyGoOglC
HOHBOLDT— aüHE.
8. EnnA" (1810—1824), nut 90 nUanrds pU-
ten), „SjDopiii |daKtaiiini, qua In itinera ad
plagtm MqDiDoetialem oitU novi eoUtgarxiDt
HuDÉwldt et Boivlud" (1822—1826, 4 din., en
„BéTidMi An ntmiDéet «te., préeédée <1'od tra-
vail inr eette famms par C. S. Knnth" (1829—
1334, 8 dln^ net 220 {Haten). Ocdc de dieiknnde
U hem Teel Tenchnldi^, ioobIb bl^kt nit de 2de
atdeeling der reilbeMhivTiiw, ign! .^Reetieil
d'obMTTationi de loologie et 4'anatomie Boona-
lée" berattende. Een ander boo^i belangrgk
werk fan Von HuimbobU Tcimen igni „Voei dêa
Cotdillère* et monumenta deijMDpei indirimt
de TAndriqne" (1810, 69 platen). Volkenkunde en
statistiek verden niet Tergeten, maar in liet:
„Ewai politiqnê mi Ie rt^nme de la NooTelle-
Eapagne" (18il, 2 dIn., met atla») op e^naavdi-
ge en aantrekkelijke WVK behandeld. Uurenbo-
Tan leTerde hg de nitkomiten Tan gewiehtise m-
sporingen omtrent de plaatewaarde der Indieeiie
setalteekenB, omtrent oe nantitcèe geogtalie in
de Middeleeuwen, deed Mimknndi^ proeren met
Oojr-LüMoe, bqtaalde de lieeing t«d den ma^ne-
tisehen erenaar. en deelde CQionderliedea mede
omtrent de eleeiriidie vleeehen, oTer de adeoibt-
linK der Tiseehen en der jonge krokodillen.
At ^>oedig na i^n lerogkeer nit Amerika liad
hq in popnlairen trant de indnÉÉen en erTSrin-
gen van lön reis traefaten neder te ieraen in iQn
TDorlreffelgke: „Aniiditen der NAtat*'^ (1808 en
later bg heibaliu). VerrolgeH èield hy te Pa-
{riii en daamc oA te Berign Tootleiingen over
n}wiedie aard rfikibMohr^ ing. fiieibg eefater
leet h^ niet, mur bg itwatn op het denkbeeld,
een veMldbeiiehrjJTing te leveren, die bet geheel
iti tdiepping omratten zon, van de neTelilciken
af tot het geringste mosje toe. Zg vereebeen on-
der deo titel tan „Kosoiob" (1845—1862, 5 dln.),
en otsobooD 4iu die voltooide, moeht b^ de Ter-
Ecdiijning tan het laatste deel niet beleTen. Een
omvangrijke briefwisseliiig ie na ign dood ter-
Kcheoen. Standbeelden werden o. a. Toor hem
opgericht te Philadel[AiiB, fit. Looii en Berlgo.
liiUTatmir: Bruhna, Alexander Ton Hnmboldt,
eine wieiensohaftliebe Biogr^ifaie (teiuunen met
Avé-LMemenl, Oanu, A. Dove ca., L«piig 1872,
S dln.]; Klnekt, A. von HwAkiUU Reisen, Le-
ben nnd Wissen (7de dmk Leipzig 1882); JtdwtU
Bauer, Lives ol tbe biolbera fiumboldt (Londen
1B52); Lowemberg, A. Ton iHnmboldti Beieen in
Amerika oad iUien (2de dmk, Berlgn 1843, 8
dln.) en„WliseQBcbartliebeBeitri^inmOedlebt-
nis der lOO-jlhtigen Wiederkehr des Antritti von
A. Ton BumboldtB Keiae nadi Amerika (niteeR-
door de „Oeulleehatt Ittr Erdknnde in BerUn",
Beilgn 1899). Een biografie van A. ton Bum-
botdt Tereebeen van de band Tan S. Oüntker in
de .Xïeiitesheklen" (dl. 39, Bedgn 1900).
BTunboldt-Aoadeaüe ie een in 1868 te
BerljjD, op aanaporing van Mm Bindt, ^ettieb-
te wetentebappelj^e wereeniging, die ueh ten
dorf stelt aan oei, die niet in etaat lijn de hoog»-
school te besoeken, alsook aan anderen, een bree-
de weteiuebappel^ opvoeding te geven. Onge-
veer V» der toenoordera sijn vronwen.
HomboldtlMUU i> «en baai op de ooord-
knst Tan het eiland Nieaw Gnine», aan de niter-
■te grens van het Nederlandaefae g*bied. Een
kampongB. De haisen lün «11e vg palen in
boowd. de mannen lijn flink geapierd i
kraebtigen Uohaaaubonw, gaan geheel naakt,
eirenals de mei^JM, terwip de vioawen «en
eehaamgordel dra^n. DaArastegen dragen beide
gealaditen allerlei tieraden. Hun voomaamite
weiituig is een steenen fcnl, waarmede ig allen
■waren arbeid -veiiiditen. Uier ia vM goed alt
onbekend en in bet algemeen ie bet peil hunner
ontwikkelins aeer laag. iDe baai wqidt geregeld
(I keer ie de 8 weken) beioeht doer de eebepen
der Koninklijke Paketvurtmaataohappi}, terwfil
er in de laatste Jaren onderscheiden weteneebap-
peltjke expeditie» nmai deie etrAen bebben
plaats gdiad, e. a. door proleuot WUkmetM te
utrecht tot bet inetellen ivan een onderxodc naar
de langt de baai gevonden eteeakooL
HiilDb«Utc«lwnt« il Ben booge, met eeu-
wige cneenw bedekte bergketen in CentracIiAiiS,
bet N.W. deel van den Naseehan aan de N. gieu
van Tibet en de Doct«lgke Tooitiettin^ der water-
scheiding tneeehen de Wdcttgii en het Tibe-
taanecfa üoogland. ZÜ werd aldns in 1880 dooi
pTfcAetniUfcy genoemd.
■mDboUit Banre ogn twee ber^etencn
van bet Oroote Bekken in den AmerikaMiChen
«taat Navada, n.1. de Baat Bange fUonnt Bon-
pland 8452 ta.) «an den bovenloop der Humboldt-
tiviei en de Weit Range (Star Peak 8026 m.) aan
den benedénloep. Beide bebben een kern Tan
Saniet en wovden door takgke eaSons doonne-
n; de eerate ie verder uit kolenkalksteen, de
tweede uit triaslagen o^geboowd. Slechts de hoo-
gere deelen zgn eenigxsin* bemoeid.
HnmboMtrlTler, een nvier in den Noord-
Amerikaanaehen staat Nevada, ootniriiwt aan de
oostelijke lielling van het HonriboMtgeMcgte, en
mondt na een loop van 460 km. nit ii bet hel-
dere Hnmboldtmeer. Langs haar oevers loopt de
Cential-Faeitie «poorweg.
Hniuhny. een woord, hetwelk nit de plat-
Engeleche voIk>taal (tUmg) in de tdirnttaAl is
overgenomen, betekent loowel swendelarij en
blnffeiij all een wendelaar of een blaffer. Om-
trent den oorsprong thi het woord bestaat geen
enkde aanwgiing. De ondete bekende plaatsen
van het gebinik ign nit 1751, bet waa toen
blijkbaar al een leac veifcieid woord, dat ook als
werkwoord gebmikt werd, in den lin van beet-
nemen, bednegen.
Hmna, Dmwf, een Engeleeh wgageer an gê-
lehiMlkandige, den 26sten April 1711 te Edïn-
bni^ gtAxiien, waa eerst koopman en giog Tervol-
gene naar Frankigk, om znn intelleelncele opToa-
ding te voltooien. In 1745 werd hg gonvemeui
Tan den «wakhooldigen maikies Tan Anmaidale,
later eeeretaris van generaal Saint4Jlair op diana
tatbten langs de Fransebe knst en lijn diploma-
tieke reilen naar Weenen en Turijn, nadat aijn
poging om te Edinbnrgb den Icerctod in de ethi-
ca te verkrijgen, op den tegenstand der geeotalSk.
beid s^ipwenk geleden had. In 1749 keerde Ag
naar Schotland temg an werd in 1752 oplichter
dei adTocaten4)iblioUieek te Bdinbnrf^. In 1769
b«^Iei3de bü gtaaf Hertford, den En^plaeben
getant aan het Pransehe Hof, naai Fat^t, was
DigilizedbyGoOglC
560
Tin 1707 tot 1768 ondentutsuoreUris en keerde
iaknp nur EdinbaT^ '^'%' **"' ^^ *'"' ^^t^"
Angutna 1776 oterleed. Z^d eeiite werk, „A
trettiK on hDmin nature" (1739—1740, S. dln.),
een pBjoholosHMh-kiitisetie itndie, maakte liueo.
Eent tiJD „Eaeays,' moral and poUtieal" (1741)
naaklen hem beroemd. Later werkte hg het eei-
ite deet «an ign ^Treatiw on haman natare" om
en liet het ali „Pbilosopbiul tiuja ooDcerning
liiitiiaii nndewtaitdii»" (1743), in 1758 ais „Au
enqurr; coneerning awnan anderitanding" Ter-
'" . Verder Khreef hy: „An enaoiry eofwer-
reli^ion" (1754). Sedert 1752 «ijdde hjj liefa
ook mb geeehiedk nodige ttitdiei. Eerat beiebreet
hg de geMdiiedeoia Tan Engeland aedert de tioons-
beitwina Tan het Huit Sttart (1754—1756).
daariw die van het HnU TMdor (1759). Zgn hoofd-
werk op dit g^ied ii „Hiatoi; ol EDglud trom
the inmion of JnKni Caesar to the reTolution
of 1688 '(1763, 8 dln.j. Na iqn dood Tcrachenen
ii}B autohioKrafie (1779), ,J)ialDgue« cone
natura] religton" (177&) en .,0n raieide ai
mortalitr ol wol" (1783). De beate nit«ai
aijn wÜBgeerige weiten i« die Tan Qrtai en Orom
(1875, 4 dln.).
ffkma aluit in Engeland liet tgdpeiï der t
lidiling af. In de Aeoretitofae wqrtKgeette
■gil leer de meeit Tolkomen uitdrukking der door
Baron en Loek» ingeilagen enwiriwhe richting;
hq tenreipt. op grond der onderaoek-in^n Tan
Loeke en BtrtxUf iedere OTereenitemming der
menaehelgke Tooratellinsen met een Tooropce-
ateide abaolnte werkeluiiheid en tracht het «e-
wge te leveren, dat alle ToaritelliageB ileebt*
Terbindingen zjjn der oorapronhdijke tndn^ken
(imwruioiuf, der lintnigljjke waarnemingen.
De Mtrekkin^n der subataDtialiteit en der ean-
aaliteil, folgene welke wq onxe TooratellinReo
£ legen te onlenen, iQn Toor htm derhalve tlecbtB
et gevolg van een lich altijd gelijk blijvende
werkiumhaid van het bewwtign. (Ut de xieis-
indrukken deeU gelijktijdig tot de Tooratelling
Tan bet ding (luïstaatie), deeli ia vMte regel-
matigheid ten opticbte Tan faun tijdelijke op-
•envotging tot de categorie van ooriaak en ge-
buiten DDB waarnetnend en oordeelend be«aibi|jn
om, geen tprake kan zijn. Alle wetenachappen
hebben due elefiitB ïn loovei een zekeren grond-
slag, als ig öf de verbonding der begrippen de-
monifratiet ontwikkelden, waartoe alleen de wie-
kaode in itaat is, öt indien ig aan de feitelijke
betrekkingen van niterlgke ea innerlijke waar-
nemingen vasthouden (empirische wetenschap-
pen). De overtuiging van een baiten ons te-
■taaude werkelijkheid is niet te bewijies, maar
ten laak Tan het geloot. Daar Hume de wavr-
de Tan iedere builen de erTaring gaande meta-
phjslea beetrgdt, Keett men hem een scepticns
genoemd, ook omdat hij op godsdienstig-wgsgee-
rig gehied alleen aan het psychologiaeb gezidhts-
pnnt waande toekent, den godvdaenet uit de in-
nerlgke bdioeften en het voorstelllngsmeehanisme
der menschen afleidt en de zoo behandelde leer-
stukken Tan alle godsdienstige stelsels aan een
meedoogenlooie eriliA omtrent han zedeljjke ge-
volgen onderwierp. De moreele nitiek uU grond-
Tesi bij ten slotte op de weriuaamheid Tan bet
moreele gevoel van welbehagen ol atsehaw bg de
beoordeeling van karakters en bsndelingen en
ontTrikkelt daaruit een re^ deDsden, die bü io
naluuTiifke, bet weliijn van ieder aftonderlijk
individu he*ordersnde, en toeiale, de nnscne
mentefabeid ten goede kamende, verdeelt. Hn legt
iterk den nadrnk op het nuttig effect dat ledelgk-
good handelen heeft voor het indiTtdu en de maaV
schappij beide. Langen tijd door de kerkelyke
vooroordeelen zijner isodKenooten acètemit geaet,
beeft HniHt eerst in de iSde eenw de waardeering
gevonden, die bj) veHKende.
Zie o. al: Stirfey, Hnme (Londen 1885), Cot-
der^eood, Dwrid HiMne ^nden 1898), Mmumg,
Hnme-Stndien (Weenen 1377—1882, 2 &a\
Sekatx, L'oeurre éeonomiqne de Davtd Hnme
(Parijs 1902). Orr, Dairtd Home and his inDoen-
ee on pbilosopii; and theolog; fLonden 1903),
alsook nog bet oudwe w<erk: Jaeobi, David Hnme
Ober den GUobei). oder Idealiamna nnd Bealis-
mos (Breslan 1787).
Htunsi Jottfh, een Engelseh berToimer, werd
in 1777 te Montroee in Sebotland geboren, ver.
loor reeds Troeg zijn vader, waarna zijn moeder
in bekrompen omitandighéden adhteAleef. Ei
deed in 1796 zijn examen ale ohiratggD en trad
in 1799 in dienst van de Ooit-Indiaehe Compag-
nie, welke liem naat Bengalen sond. Hier l^e
hij zidi met looreelijvet toe op de Indische talen,
dat hij na het oitbaisten van den ooilc^ tegen
de Hahiatten (1803) tot tolk hiJ de divisie van
generaal Povtll benoemd werd. Hg bleef tevens
ah officier van gezondheid in dienst en werd
weldra bevorderd tot betaalmeester der troepen.
In 1808 keerde hg als een vetmogend man naar
ign vadertand temg. In 1812 werd hg lid van het
Parlement, doch lag licb na de kort daarop vol-
gende ontbinding niet herkozen. No 'wjjdde hg
zich hoofdiakelgk aaa de bevopdering van het
Laneaatersehe stdeel van onderwgs, alimede aan
de bezigheden van ijjn aofct als direetear der
Oost-Indische Compagnie, waartoe hü io 1813 be-
noemd was. In 181S weder afgevaaidigd naar het
Parlement, maakte bij zldi door sgn nanwgeiette
beoordeeling der etaalenilgaTen gevreesd bij de
Tories, die geen middelen onbeproefd lieten, ora
zidi -van hem te ontslMn. RHnw bleef echter on-
wrikbaar en verloor telFs den moed niet. toen Jokn
Ru$ieU en andere vrgzinnige Parlementsleden au
de gewensehte gevolgen hunner bemoeiingen be-
gonnen te twijfelen. In 1830 werden de vooruil-
ïiehten heter. Hume waa «pnienw tot afcevaardig-
de gekozen, werd jn het Lagerhuis de lei4er der
radicale partij en vernietigde in 1835 door xg»
invloed den Oranjebond, die de -vrgzinnige prin-
ses Vielort'a van de troonwpvolging wilde nitslui-
ten, OTQ den hert<^ van Cumberland de kroon te
bezorgen. Deswege vervolgiden hem de Tories met
onrenoenl ijken haat en het gelukte hnn hem hü
de Terkieiingen van 1337 te doen Tallen. Door
den invloed vau CyConnell werd hg nu io de ler-
sAt stad Kilkenny gekoien. doeb faij verwijderde
zich weldra van den lerscben agitator en werd in
1841 niet herkozen. Het volgende jaar nam hg
weder zitting voor het district Montrose, en dit
D,o,l,zedb,GoOgle
BmiE-AnUOR.
beihMJde in 1847 «n 1853 d«w keni. Ifet onbe-
■wcken iJTer «tieed Hume na tegen den aUceii-
èandel en in het algemeen tegen &lle moDopoliee
en HKht de staatkandige Trglieden uit te bieideD.
Ah betTomer der fiundSn heelt hg led ge-
daan; aan hem ii hel te danken, dat de itaatsrMce-
ning en ferantwoordlng thaneindnidelqkeiToim
wordt eveigelegd en dat het Mnortieatietoada
werd op^dieven. EB overked te BnrDley-Hall in
Nortolk den 20iten ÏArnari IB65.
■ome, flamiftoM, een Anttralieeh reiiigei,
den ISden Jnni 1797 te Paramatta in Nieuw Zoid
Walet geboren, trok in ^1824 met HoveU *an
Sjdnej nit over de Blauwe Beigen naar de Znid-
knat, wuibtj hg het «eret den IwtenlDep der Hnr-
la; en de Anitraliicfae Alpen lag, en i>eKeleidde
'April 186S. Het BoreU Mèreet hg: „Joome; of
diseorerj to Port Philip" (1887), alleen „A brief
«tatement ot fade in eonneetion witti an «rerland
expedition fiom Lake Qeorge to Port Philipp"
me dink 1B74).
HmiMk Smilk ia de naam Tan een, uit Au-
atralie afltooiBt^i, plantengedaekt ait dio tamilie
der BaAmgegUldiilotmigen (Oompoêiten). Het en-
derKheidt lieh door em naakten bloembodem,
een rolrond, S ef 4 baisrotmige bloempiet om-
ilnitend omwindid met dakpani«wqK blaadjes
en on^eHiaielde, oobehaarde vnictiteD. De eenige
MOrt ie: H. elegatu 3m. fCalonuHa amaranlhoi-
du Ve&t.), een Iraaie immortelle nit Znid-
Walei met een opgaanden, ronden, vertakten, tot
2 m. boogen (ten^, atwisielende, ileiwekmTat-
tende, lancetrormige, gaafrandJge bladeren en
•eei yele glaoiige, rood- en bminatlhtig geklem-
de blo^neii die sroote, eindetin^eehe aren net
néeihanfeiMe taksen TOimen. Zn woidt als 2-
jarige plant gekweekt, dui in Aogoitai, maar
dan in potten gtsaaid. De Jonae, meermalen
TeipUnte Hnmea^ worden in hddere kondc kaa-
een oyerwinteid en in het voorjaar in een gewo-
nen bloonpot met undi^ bladgiond gekwe^.
Hnmcnüs. Zie Amtet.
HnmlllatMi (I«tgn = deemoedigen) noemt
men de leden eenei veieeniging, die oe Lombar-
disebe adel na ign terngke^ nit de gevangen-
sehap in DvileeUand, in de llde eeirw, deels tot
boetedoeningen, deels tot gemeeneehappelj^eD
bandenarbeid «onnde. In de 12de eeaw gcheidde
lich em kleine kring Tan eoelibatairen, naar de
regelen der Benedietgnen leiende af. Daarbg
kwam later een congregaUe, waartoe sleebta «ea-
telBken bdioorden. Smnmige 'Hnmiliaten iloten
sich aan bg de WaMemen en werden dooi pana
LtietiM in Terootdeeld. In de I6de eeuw ontiton-
dea tlleriei miibmiken in de oude; toen kardi-
naal Borronuo ie wilde berroimen, ple«gde de
e'ietCer La Faritui een moopdaanalag op hem,
ieDtengerolge hiel Tiv» V in 1S71 de congre-
gatie op.
Beeds dadelgk in het begin faaddes de ttod-
wen der Humiliaten lieb ereneena tot boetedoe-
ningen Tereenigd; ijj noemden lieh Sumiliahn-
«im, of, naar haar stiebteter, Olora Bttutom, Blo*-
vmueht nonnen; in Italifl bestaan vijf Tan elkan-
der onatbankelgke klootten.
, Zie BvmiüideK.
Humniet, Jokann NepoMuk, een Hongaaradi
pianiit en componist, den 14den NovendKr 1776
te Pieuiintg geboren, ontving aanvankelük Tan
tiin T»der «Dderwgs in de maiiak. Toen deie ala
direetenr van een mmiridcorpe te Weenen yer-
trok. wekte bet talent van den knaap de belang-
stelling van MotarL loodat de groote componist
hem als leerling in huie nam. Reeds io 1788 deed
hg roet qjn Tsder knnstreisen in Duitschland,
Engeland en Nederland. In 1795 keerde b|j ech-
ter naar Weenen temg, waar fag onder leiding
van AlbrediUbergêr en van Salieri lieh of da
compositie toelegde en ondersebetdene sonaten,
rondo's en trio's in het liebt deed versdignm.
Hg kwam in 1803 als kapelmeester in dienst bü
Prins SiUrhaxjf en beproefde agn kraeht aan
dramatisdie en kerkelijke mniidc. In 1811 ech-
ter legde hB die betrcsking neder, om aidi aan
het onderwm in de compositie te wgden. TocA
werd hg in ml6 weder kapdoMHter te Stnttgait,
all hoedanig hg in 181S naar Waiatai ternok,
waar hjj, sis men iga reilen naar Rnaland en
Engeland niet medei^ent, liJB overige leTeoida-
gen doörbraeht. Hg OTerleed den 17den Oetober
1837 en beeft een nitroerige „Pianöfortetehnle"
alamede een groot aantal eompoaitica nagelaten.
Hititun«lM»-€D-K«HWl, een gemeente ia
de prorineie OeMerland; 4601 BA. groot, met
(1915) 309S inwoners, ligt tneedien Doeri)Qrg,
Angerloo, Weel, AmbtJDoetinebem, Zelbem,
Steenderen en Rbeden. Zg wordt door den Uael
beapoeld en door den Onden Uael deomneden.
Tot baar gcftned behooren bet vlek of dorp I^ag-
Eeppel, de dorpen Hnmmehw, Drempt en Hom-
Eeppel en de bnnrt EUerik. De boiem, die mt
klei en geuMngdea grond, in het ZX). nit diln-
Tiaal laad beataat, wordt booldtakelgk toot lasd-
bonw gabmikt.
■nmor ia feitelnk iietidfde woord als ku-
mtuT en beteekent aat eigenlök: een bepaalde
mengi]^ van da Toehten in bet mensefaNgk li-
diaam, die Tolgens de oude geneeAondigea
iemands temperament en stemmingen beheerteh-
ten, verrolgena etenming, bamear en bepaaldelgk
opgewekte stemming. In de bgaondere beteeke-
mi, die sedert algemeen gangiMUtr is gewordut,
is het in Engeland in de 18de eeuw en ia
den aanvang der 19de eenw ook bier te lande
in ffebmik gdomsn. Het dinkt mt een be-
paaue soort lan geeetigheid, namelgk oog en
gevoel Toor atillen laehinst i^wdtkende tegen-
slrgdigbeden tnasefaen voorkomen en btdoeUnK
of beteekènis -van een uak of gebenrteitia, of
ttuscben de onderdeelen daarvan. Het behoort
tot het weiai van de hnmoristiBdie niting, dat
men bg anderen een lelfde etemsniag opwekt v>£-
der agn indruk lechtetreeka mede te aeelen. Van
de ironie onderscheidt de humor lieh, doordat
onTrienddyke bedoelingen et Treemd aan qjn.
HumMistiflobe uitingen vindt men bg lebrlivert
van alle tgden, bgv. bij Ariilopliaitet, OfvUtit,
Boeeateio, OervatUu, SkalMfart eni, Als be-
Ssald genre ii de bnmoi echter nanwelgks ooder
BQ de 18de eenw, als een van de grondlegers
kan men Slerne beaehouwen. De bDmorietieche
roman bloeide vooral in Ettgelaod [Thaekerag,
Diekmê) en nog steeds bevatten de meeste Gn-
gelscbe romans een knehttg bnmoristisdi ele-
DigilizedbyGoOglC
S62
HUUOB— HUlfUSOBONDEN.
mut. Onder de Fiuiiche «dunreii moeUii Toor-
al Oug tU Mmpamant ra AwitoU Franee gt-
«oemd wordcD, oadet de Dnitscbe Jem Pmd,
Hoffmarttr en ff«tne. In ome lettenn beeft de
tiuDMr nooit bijiondet gri^loeid, de beaU Toor-
beelden TÏndt men bïj WMf en Deken, BUde-
bratut, Mvtlaluli en Von Looy, toot Belgil bg
Tony en H. Tewlindc. Ook in de moiiek en 4e
■ehildn- tn lieeldhomknntt Itent men des fau-
«or. Vooral in de tetJienkanst treedt ig op den
Tooigiond (CmiktltaiJt, Caldeeott BuêiA). Tan
de DDmorialiBdhe bladen itoan .^vadt" (Eoge-
laod) en de meet satirieke ',^ Riie" (Frank-
rijk) en ,,8iiiq)lieiraiinnB" (Duitediland) boven-
Homorssks noemt men, iniondetheid in
Dnitochland, een met tinmor ontwoipeb Tettelling
of gdtüderin^. In de tniuiA is bet een pbantaaie-
•lak, dat nit Teraohillende ^ToeieoB ii lamen-
geiteld, luimig en melanch<riiel[.
kolonie Angola, ligt op etn hoogvlakte tuuehen
den Serra da Mnnda in bet N. en den Seira da
Sehilla in het Z., aan den linkeroEvet van den
Kahoelovar en is door een atraalwe^ met Mos-
samedes verixmden. Hier Kitigden- xidt in.lSSO
270 Tranavaalsehe Boeren, die tbana «en aan-
lieotöke femeenle vennen en lawUmow
■atDMrdlnok, Engelberl, een DDit«ch mm-
ponlst. den Islen September 1354 te Sie^urg
seboren, oDtvJng lijn optekliag te Eeaieo «i
Hflneiien, behaalde de Houit- (1S19), MendeU-
eobn- (187S) en Me^erbeer- .(1881) prjJMn en
werd, na afloi^ van vjo «tudieieiien, leetaar aan
het congervatoriom te Barcelona en in 1890 aan
dat te Frankfort a. H, Als componist vestigde hü
lijn naam met de in 1898 voor bet eerst te Wei-
mar opgevoerde sprookjesopera „HSnsel nnd Qre-
tel", dat een fwereld-snecee behaalde. Daarop
volgden ,JDie si«ben Qeielein" (1697) en ,J)ie
KSnigsklóder" (1S9T; eerat ali melodrama, later
als opera oragemerkt). Andere eompoHtiei van
hem t^a: „Dag QHek van Edenhall". ,J)ie Wall.
fahrt naeh Kevelaar", „Die Heiiat wjder Willen"
(1906) en ,J>ie Marketen der in" (1914). Ook
schreef hg moaiek bg veridiillende tooneetstck-
kea van Shaketptare en Maeltrlinek. In 1900
werd hg direCttnr van e«n mviekschool te Bn-
rlog van QkmettUr, vierde
loon van nenanit iV, m 1391 geboren, werd in
1414 hert«|^ van Oloncester. W^ nam deel aan
den alw' bg Azineoart in 1415, vaar hg gewond
werd. Van 1413 tot 1420 leidde hij den veSdtooht
t«gen de Ftansehén ; Cherbonrg werd door hem
ingenomen. Meermalen verving hij BaOord als
regent, tijdens de minderjarigbetd van HeHdrik
VY. Het Parlement en de Xoninklijke Baad wa-
ren hem vijandig gezind en stonden hem slechte
den titel van protector toe met beperkte maehl.
Ondanks het vertet van Bedford, die Boorson-
diB'a bnlp tegen Frankrgk niet wilde verspelen,
hnwde Hum^krey in 1422 met Jaooba tan Beie-
ren, die deetqds aan het Engelsche hof Tertoefde.
Het een legeraCdeeling viel Humfkrey in 1424
in Henegoawen om JaeoMi rechten te handha-
ven. Veel richtte hg niet nit. In 1425 verliet bp
lün gemalin en keerde met een ^rer hotdamea,
Bleonora Cobham, (lie aldaar] naar 'Engeland te-
rng. Daar geraakte hjj weldra in twist met ijjii
oom Hetuy Beaufort en met den Koniidclgken
Raad. BeaiUort't wg« beleid en BedforiT* temg-
kornet nit Frankrgk voorkwamen een burgeroor-
log. Toen BetUord in 1427 vertrok, bernieowde
Humphrey zjjn intrige*. Daardoor ra door ijja
huwelgk met Eleonora Cobkam vetminderde lijn
popolariteit. De Raad liet in 1429 den jeugdigen
loning kroneai met Humpkrey'e protectoraat was
het nn gedaan. Hoewei HumpArfv na BedtonT»
dood in 1435 het hoofd der ooriogapartg werd,
was ign Dolitic&e invloed niet groot. Deie ver-
dween geneel toen Eleonora Gobham in 1441
w^ene toorenarg veroordeeld werd. Beaulort't
opvolger, de hertog.vaii Sul/olk, braebt Bumphreg
ten val. In de parlementsiitting te Dnrj 8^ Ed-
munds, in 1447, werd Humpkrey van hoogverraad
besohuldigd. Drie dagen na zijn artestatie, den
2Ssten Februari 1447 overleed bg. Ot hg een ge-
welddadigen dood of tengevolge van iüb^ nitapat-
tingen is gestorven, bleef oooitgranaaki Hg werd
io St. Albane Aifce; begraven.
Humphreif wm een voorstander van de Re-
na LBsance4>ewegrng. Hg was bevriend met Engel-
Bche en vreemde geleerden. Het leven van Hen-
drik V beeft hij laten te boek «tellen. Zijn biblio-
theek was vermaard. Om lijn gulheid noemde bet
votk hem „den goeden hertog Humphre/'.
Zie: Von Löker, Jaeoba von Bavern und ibre
Zeit (1869); Vitkere, Hnmpbrey Dnke of Qlon-
eesler (1907).
Biimiihr«TSi Heitry Noel, een En«elwli
schrijver en teekenaat, den 4den Januari 1S10 te
Binningbam geboren, studeerde aldaar en op bet
vasteland en leverde na een lang verblijf t« ttome
als eerste werk de hesohrgvingen bg de „Viewa
of Rome and ita lurroundin^ Bcenerj"' (1840) van
Oookt. Bierop vcdgde; ,3titiah hntterflies and
their transIormatioiK" (met Weelnood, 3de dmk
1360), .^ritish moths aod their trantteimatiaDs"
(met WuttDood, 2 dln, 2de dmk 1860). „The
ninminated illnrtratione of Froiasart'i Qirani-
cles" (IS44), „T^e illumiDated bo:4:e ot the
middle agee" (1344—1849), „Aneient c
(1850), „The coin ooiled^r's manual" (3
dln., 1858), „The coinage of the Britkh cmpin"
(1854), „Storiee bj an archaeolo^ist and h
frienda" (1856), „Oeean gardeos" 0857), „The
butterfly vivarium or insecthome" (1358), „Ooe-
the in Sttasbourg" (1860), „Hiatory of the art of
printing" (1867) „fiolbein and the Danee ot
death" (1868), „Masterpieees of the earlj pMn-
ters and engravera" (1869) en ,3emftiranidt and
bis etcbii^s'' (1871). Eg overleed den lOden Jn-
ni 1879.
HtuotU. Zie Qrond.
Bomiurroiideti worden die gronden ge-
noemd, waarvan het s«halte aan nnmns (lie
Orond) hooger is dan 20 X. Onder de faomns-
ffronden bebooren de veen* en de darggrondra.
Zg hebben hun eigenaebappen te danken aan
faun hoog gehalte aan hmnna. Goed geenlttveetde
hnmusgrondeD beiitten een goede Iruiraelatme-
tunr. De loehtvooniening ia 'in onwandetden
DigilizedbyGoOglC
HülfUSQBOimBH— HUNIBBElEHffiJH.
»63
bmnna- dI TeengioDd ileeht; door twhaorlijkc
drowIeKgiog wo^t deie beToixkrd. E«t water-
houdeDa Termogen ie tteeda «d bet waterg^alti
dikwijls tioog. Id met wttei Terudigden toeetAnd
k>D het wateis^di<e het veelToiidige fin het ge-
wicht uiD Tute beetaBddeelen bedragen. Desniet-
tegenstaaode kan de iKvenlaag deier gronden in
het drc^e jaaigetyde «omB te sterk aildiogen.
t)oor een beündtng — bedËkkiog of menging
met uod — kan dit bezwaar worden lermin-
deid; aUmede — in het byxonder op graaland —
dooi een heihaalde bewerkias met zeer iware
rollen. De sponuohtige iiovenUag der Teengron-
den ÏB ia den regel eoed doorlatend voor water;
in de dienere lagen innnen echter zeer moeilüli
doovlateDiie la^n van zwartveen ol van ipaller
voorkomen. Deze moeten ten behone van de eni-
tour worden verwijderd, en ala dit niet loonend
is, worden gebroken. Ten gevolj[e van de donke-
re klenr der o^^tervlakte nemen de finmnsgroa-
iea de warmte wel h waar gemaUcelijk op, maar
ig stralen deie ook licht wed«r nit. Dientenge-
volge kannen ze in erge mate aan opvriezen en
aan nachtvorsten lijden. Ook dit bezwaar kan
door een bezanding worden veiininderd. De
'leid dezer gronden it overtgens gering
halte en de hooge soorlelgke warmte der
miistlot zelf. In geen grond heeft de verwanuing
der diepere Iwen zoo moeilqk pIsAte ali in den
bmnns^nd. De voor ale ontwikkeling der plan-
ten geqrengebte ten^eratnnr wordt lelfs op ma-
tigt diepte eerst laat in het voorjaar bereikt.
Vandaar ook het laat ontwaken der vegetatie op
dCM gronden. De behoefte aan plintenvoeileade
stotten: kali, phostarzunr en stikstof, is op deze
Snden in den regel groot, ia bet b^zooder op
. welke In «unenildling het boogieen na-
clei«B. Zie ook FeM^oniJen.
Hnmtumren zgn in de Kheiknnde die zu-
ren, welke zich achtereenvolgens ontwikkelen it
humns. die in een vooitgaandeu itaat van ontbin-
ding verkeert.
■midMhafan, Karl Bemhard, een Dnitsoh
godeeleerde, den SOsten Jaonaii ISIO te Friede-
waM bjj Herafeld geboren, bezodit ide gjrmnasia
te Tiftiingen, Fulda en Oieseen en studeerde aan
de universiteit in laatstgenoemde stad in de
letteren en in de godgeleerdheid. Hg zette sijo
stndiEn voort te Balie, promoveen]e daarna te
QieaseB en vestigde zich daar als privaatdoeent
in de kerkgeichiedenie en nitlegknnde. In 1834
werd hg baite&gewoon faoogleeraar te Bern. in
1847 te Heidelbeiff, in 1867 te Bonn en overleed
aldaar den 2den Jnni 1ST2. Van zijn geschriften
noemen wij: „Die Eontlikte des ZwinglianiBmus,
Lnlbertnms nnd Calvintemns in der berniscben
Undeskirehe 1532—1558" (18*2), „Der d«at«che
Frotestantierous, seine Vergangenheit and seine
hentigen Lebenefragen" (3de dnA 1850), „Die
BekenDtnitgrundlacen der vereinigten evange-
lisdian Kirriie im OroesherM^tam Baden" (1851),
„Dai Princip der freien Schriftfors^nng in sei-
nem Verbaitnis zn den fiTTobolen uud der Eir-
ehe" 1(852). ,.Ueber die Natur nnd die ge-
sehiebtlic^e Entwickelnng der HomanitSteideen"
(1852), „Der Weg m Cftrirto" (1853) en „BeitrfU
Se ïtu EirehenverfaMnng^eeebiebté nod Êir-
ebeapolitik, ind»sODdere des ProteitantiMnns"
(1864). In 186S belastte hg zich met de redactie
van de „Theologische Studiën and Kritiken".
Uit zgn nalatenschap verscheen „Ausgewïiilte
kleineie Sciiriften and JU>handlDngen" (1874 —
1875, 2 dln.).
Knndrsd of honderdiehap, tig de Angelsak-
sen een oaderatdeeUng van een streek ol giut-
schap (shire), kwam overeen met bet Fiankitche
baoderdsehap; verder doi^e tbet (Bundrelum,
hundreta) de vergadering der vrije mannen nit
zuU een district aao, die tot uitoefening van de
rechtspraak iedere maand plaats vond; ten slotte
was Hundred een oorspronkelijk nit 100 leden
'bestaande af deel ing vrede -Jbatgerechap {Fridk-
borg), welke de verplichting op litit genomen
luMl, diegenen harer medeleden, die zich aan een
misdaad hadden schuldig gemaaikt, voor het ge-
recht te brengen en eventaeel voor de schade is
te staan, voor zoover deze niet nit de goedeiea
van den dader geddt kon worden. Aan het hootd
van elke hundred stond een hvdreder {Hundr»-
darüu).
BnndrMlwali'lit. Zie Maten en Qeviehlen.
Tabel VH.
Bnndarllok (beter Huntrü^ — booge im)
is een gebergte, gelegen tnssebea den Rgn, M
Hoexel, Saar en Nahe in de Kijnprorincie en in
het Oldenbatgsehe Torstendom Birkenfeld. Het
wordt door ieo Sijn van den Taunos, door de
Moezel van de Eilel, door de .Nahe van het Palt-
eer bergland geaohekiea en vormt een breed tot
600 m. hoog platean van leisteen, waarin zich
begroeide kwartsiet ruggen 'verheffen, die alle van
het Z.W. naar het N.0. lo<q)en. De hoogste top
ia de Erbeskopt (816 m.). Al deze raggen zjjn met
nrachtige boaschen bedekt, voornsfnewk nit loot-
Qout bestaande. De dalranden san de Nahe, Moe-
zel en Rgo lijn steil, die aan de Saar zaditer af-
bellend. Up de »teile dalhoogten, vooral aan den
Rgn, vindt men talrgke kasteelea (liheinstein,
Stolzenfels) en barchtrulnen. De lagere gedeelten
van den HanerilcA ign meesial zeer -vruchtbaar,
en in beschutte streken gedijen ooit en wijn. Het
gebergte levert ^ererlsea, agaten (Oberelein) en
steenkolen, vooral tnssehen Ottweiler en Saar-
brflcten. Ten tgde der Romeinen leidde een
straatw^ over bet gebergte van den I^a naar
Trier. 'Fegenwoordig wordt het aan alle zijden
door epoorwc^n ingesloten.
Bnaabsdden of Hunnebeddtn ie de naam
door bet volk gegeven aan groote begraafplaat-
wn nit voorhistorische tijden. Men owierseneidt
onderscheiden soorten; vooreerst groote, nit ru-
we, onbehonwen, op elkander gettwelde eleenea
opgetrokken boawwepken, van een deksteen voor-
zien (dofmenj; vervolgens bmaalplutsen, welke
sleehla door geweldige steenoltdiken worden in-
gesloten (eigenl^ke kanebedden); dan de kring-
vonnige sleenriJeD (cromieeAJ; vervolgens fle
gaoffgraven en eindelijk de beovelgraven (zie het
artikel Graten, praekitloriKhe).
De eigenlgke hanebedden bestaan uit regd-
matig geniDgsehi'kte, ruwe eteenklampen, die In
oas land, bebalve een bij Noordwolde, in de pro-
vincie Qroningen, en een bg Boam in de pro^
vincie Utrecht, uitsluitend in de provincie Dren.
te Ie vinden ^n. Qroote brokken van ^andinn-
DigilizedbyGoOglC
HDNBBEU»»f-^n7N09tFOitI).
Ttieh graoitt Bqo '" '^^D "Tonn Tan md Mtr Une-
wespig TJeikant naut «Uindai eepluUt en de
beide Ungste tjj<l«B van boTen dooi d^ste«iien
verbonden. £00 beeft men ei o. a. f« Tinaarloo,
waar het beet bewurde woidt aangetiotten, Oie-
tea, Rolde, Boigei, waai men bet grooUte bune-
bed Tjnilt, eni., in bet ^ebeel niim 50, en wiet
nootste ateenen somtgda 50000 kg. wegen.
Volledic behouden ii geen enkel gebleTen, en
reedi Pieordl wgat ei <l690) op, dat de kleineie
■teeneQ wef^ehaald werden en men alleen de
grooteie liet li^en. Daaiaan ïb eent een einde
fekomen, toen iq tot eigendom Tan het rqk wei-
en veiklasid. Bg het ondenoeken diei hnaebed-
dee beeft men nnen, wapens ent. ungetroffen,
loodat'men met lekerheid mag aannemen, dat lö
in het steentgdpeik tot begnaEpla«t«en hefaben
Mdiend. Men beeft gorraAgd, hoe het mogel^k
iit in een t|^, waaiin de werktnigknnde lieb tn
baai kindsheid benend, inlke iware dciiteenen
op de wanden t« btengen? fiieiop ia evenwel ^e-
intwooid, dftt lolks dooi middel ran eenTondige
hefboomen wel gesehieckn kon, nadat men eent
den bodem tot aan de kiaiB dw wandtteenen
had opgehoopt, xoodat men ds ddttteenen tegen
een tlanwe helling omhoog kon nMen of met m-
bnU) Tan tonwen trekken.
' De hunebedden Tjndt men bet talrgkit in Skan-
dinaviS, verder in PMnmeien, op het eiland RU-
gen, in de Proiiiicfae niovineiee Bekeen en Hanno-
vei, alemede in lEngeland en Fiankigk, aleook in
bet iniden Van Beland en in den Eiim. Be
ïaameoonpiong ii Het volkomen leker; volgen*
'•ommigen beteekent het wooid hunebedden een-
Tondig jniMR der Hunen, volgene anderen reu-
iengrmen. WellieJit ware er verhaod te vioden
tneëdien den naam Aimefred en de wooiden hene-
kleed (dooddileed) en fceaeraj <doodkiit), in Dren-
ie gebmikelqk. Veimoedeli^ weiden ijj, in ona
land. alUisna de oodate, opgerieht door de vMi-
Oennaanadie bewoneia van oni land, de latere
wellicht nog in den ondtten Oennaanaehen tnd.
Zie: J. H. Hoheerda, Oqm hunnetiedden (in
Dientecha ToUculmanak", 1914, bli.
19 T
'■)■
HtmfftlvTt ''"■''i een Hongaaiaeh taalknndl-
gt en etfanograaf, den ]2den Maart IBIO te QroM-
Bchlagendoil geboien, w^dde ii«h op h«t Ijeenm
te KIsmark en daarna aan de antveniteit te Peet
aan de Bfndie dei leehtegeleetdheid. In 183S
werd hfj adtoeaat en in 1842 boogleeiMi in de
rechten aan bet college te Ktamaik. Ala atge-
vaardigde naai den HongBareoiien Landdag van
1848 bleet hg lid van de Nationale Veigadeiing
tot aan de cataatiopbe van Vilagoe en vestigde
lidi veiToIgene te Peet, waar hg werkuam waa
ale hibliotbeearii der HongaaiBche Academie van
wetenat^mwD. In 1856 stiebtte hjj het taalknn-
dig tüdiebrift .Jlagrar N;elv4net" („Hon-
faandie taalweteDitliap" 6 dln., 1856—1861),
at in I86Q voorlgeiet werd «Ia , JlyelvtiidomiDTi
KOiIemények" (,7I^Iknndi(^ Uededeelli^en").
Teider vennelden wg van hem: „Chieatomatia
Fennica" (1861), „Keie door de Baltiedie landen"
(1671), „Reit door de OoetzeepiovineiBn van Rna-
land" (18''3), ,£e taal dei Eonda-Wogoelen"
(1872), „De taal dei NoordeiykeeUetjrten"lI875),
„Etbnogiapbie van Hongaige" (1817), , J>ie Un-
5f"??""S]ï'S
n „Die Bamimn tind
Thre Anwrflëhe" (1883). In 1859 werd hjj gvwoon
lid dei fiongaaieetie Academie. Hg overleed den
SOaten Nvrembei 1B91.
ffun/olvy, Johmn, een aardig aknndige en
broeder van den vooffiUDde, den 8éten Jnni 1830
te Oioet-Schlagendorf in BcHwaige geboien werd
in 1846 boogleeiaai in de etaTiitiek en geiatiede-
nii aan bet Ijteeom te Klamaik en nam Üveri^
ded aan de vt^ibvweging van 1848. Nwut h^
eenÏMn ttid in de gevangenis had dooigebiaebt,
keerde bg in 1850 naai £i«nark teing, maar
itrekkingen in
omdat b^ vooi de lelt-
leid dei Piotéatantsehe Miiolen gegierd
had. ^ii vestigde lieb in I8SS te Boedapeit, wau
hg in 1866 hocwleeiaai in de aandigkakniHle en
statistiek «an de poljteefanisdie hnogeidiool, in
1870 aan de nniveiriteit weid. BQ «veileed den
6den Deeembet 1888. Van iQn gêsebriltan noe-
men wg: „AI^DMoe geadiiedenia" (2de drek
1862, 8 dln.), ^ongaifie en ZevMbnigen, ia 001-
epronkelijke sdietaeo" (1856) en Toenl „Natani-
knndige besehigving van het 'HengaarMhe BSk"
(1868—1866, 3 dln.). Ook leveide hg in 1880
atodien over de atkomit dei imronen vu Boe-
meniB en over de Sxtlera. In 1884 veisdieen van
hem tiet eente deel eenei „Algemeene urdrgka-
beeebrgving" die „Znid^Sirooa" behandelt, in
1886 het tweede deel ovei „Hongarge en aao-
gieniende landen", nit ign nalateniehaD in 1890
het «kt ovei „Weit. en Nooid-BnTopa". '
Himv«r. Óunganu of Bungartuê, eenPriei
van geboorte en de oprolgei van Lwtger Of den -
Utiecbtacben biMehopeietel, unvaasdde i|jn
waaidigheid in S54. Kort daarna weid d« stad
door de Noonnannen ingenomen ea verwoest,
doob Bungtr bad de vlneht genomen naai Ln-
i«mbuig, waai Lolhariui U hem in ÜS aan bet
hoofd pUatste van de St. Pieter te Boennond.
Het vo^nde jau' bevond hg lidi op een Teiga-
deiing van «aniienlöke praelaten te Toni en in
363 werd bg naar een veisadeiing te Ueti geroe-
pen, om ovei de howelgksaasgdegenbeden van
hotkariuê II te laadplegen, doen doei ongeiteld-
beid veihindeid daaiun gevolg te geven. Het
aehgnt intneiAen, dat hn in vieednmei t^den
naar ütieeht temggrteerd en in 886 overleden
ie.
Hnnverford, Margaret WoUê, een lersdi
tehtqfeter, ali doébtei van Bamüton, in Septem-
ber 1855 te Milleen geboien, wa« eerst gt^nnrd
met den advocaat ^^gle» te Doblin, latei met
TkomoÊ Hungerford. Zij overleed des 24aten Ja-
nOBil 1897 te Bandon. Zü schreef de romans:
..Phjlliï" {1876), .Jïolty Bawn" (1878), „Ain
faiiy Lilian" (1879), „A kom eoqnette'* (1890).
,.An aniioQs moment" (1880), „'tht eoming of
Chtoe" (1897), „Heioine" (1892), ,^e Honora-
ble Hrs. Terecker" (1888), „Lady BimntemMre"
,A lile's reoioise" (1890), „Loye" (1B8S),
„A modem
„A tiODblesome gitl'
„Tle dnoheet'
,üader ennentg"
„The hoyden"
18B3); „Lady Vemer'g flight""{1893), „A ïonelv
■iri" (1896), „Loviee" (1897), „A mad prsaik''
1898), „Nor» Creinst" (1892), „PeUr"! wife"
DigilizedbyGoOglC
<18M), „Porti»" (1«6), „Th« profewoï'a «roe-
TinMat" (1895), „'Tbt net bonie lOTalerr" (IS^),
.Jtonmi^e" (1888), „Tbe Aitt graeet" (1895),
„Au niiMtittaetoiT loT«r" (1894) es ,4 ti« of
wm" (1896).
BniiliiM, /oAattNM Eramut een Ned«t-
UadfehKètatM;«leeFd«, in 1583 pefcoten, onUing
op de lAtÜHebe school te Oittunsen bet onder-
wgi nn Emmüw, studeerde in de rechten en
weid ia 1614 benoemd tot hoogleerau te Oronio-
fCen, bg de inwgdiag der Rideaije optredende
met ten roderoeiina ,J}e Pritioram omninm, im-
priioii Tero de dntatia hvini sgri Tieini Inndi-
bnt". Vtrder beeft hjj lökiedenen in het licht g«-
{^en, gebonden bq bet nfiterren Tan Pkebiiu
•n TM Frtderik Cot»dtn «m Bilpen. In 1620
werd hg lid tu den itedelöken lud. «una hg
bot faoogleeraariambt en de waanügbeid tu ik-
toi nuttnifleni nederkede. OtA mt hg %9 ker-
baling lid Tan de Hootdmsnnenkamer en nniffe-
meeatet tu Qioningen. Hg oveileed den 90»
Jnli 16S9.
Haulnnn, m hat Frantch BuMKgue, een
stadje in ^ën Éliaa, op den linkei oevei Tsn den
Bqn es aan de qmoilgn SI. Lndwif— Lftrraeh,
telt (1910) 8588 inwi>ne». Orer den iMJn ia een
aebipbnig en een gieien qiooiwtiri)nig geelagen,
8 km. van Hfiningöi li^ de geLgknamige visch-
teeltiDriehting. Wenna ign ligging op «en plek,
wa«r 4e Bgn oematkeljk <ner te trekken ia, wai
HOningea reedt vroeg Tan belang. Eerst beboo-
lende aan de bisselHq^n tmi Baiel, kwam bet
l»t«r aan de Habrixugcre en in 1680 aan Frank-
rijk. Lodffik ZIV liet bet door Vanban Teritei-
ken. Ha den tetogtoebt -van Mortau, die hier den
26at«s Oetober 1796 otoi den Bjjn trek, namen
de Oostenrgken de «hans in beiit, maai werden
weldra door generaal Abatutd Tcrdrercn. Intni-
seben werd i^ den 2d«a Febmari 1309 bü e«
tnlatfe fa banden Tan de keiieilgke troepen gel
Terd. Den ITden December 1813 trcdrkeo er de
Ootteuüken en Beieridien otoi den Bgn, bele-
feniei de Teating Hniungen en bemachtigdeii
aar den 14dên Ipril 1814 door de upitiuatié
Tan Barbou. Later werd ig nogmaals door de
Ooitenrgkers ingcaloten ondei «anToering ran
jUrtabortog /oAm, en boewei generaal Barbmi^
gn haar duper verdedigde, mèett lö den 26sten
Awuatns loiS eapitnleeren, wiuna baar vesting-
w«ften TOOI goed wenden gesloopt. In 1871 kwam
Haningen weer aan DnitaehlaDd.
Htuuwcns, AHgiutm of Ahmj, o^ Magde-
kmut genaamd, naai ^ «eboort^laats Heche-
len, waar hfi den S7steii Jnli 1522 geboren werd,
waa een R.ïatboUek- godgeleerde. Hg studeerde
in de abdn BMtessa en latei te LeoTen en werd
bier TerTojgeiia boogleeiaar. Daarna bekleedde
iüj ondeiaeneklen kendöke waaidigfaeden, tci-
Tiog in 1567 /o&onnas fleisebs als Eoninkigk
hoogleeRMi in de leholaatiek en ovetleed in 1577.
Van >i|n gesduiften nocaoen wjj: „Dialectica een
generalia logiees piaeeepta omnia etc," (2de diok
1608), ,JjOgiees inndamentom etc" (6de drok
ma totins tbeok«l»e ete." (1569, 3 din.), later
bg herhaling nilgegeren en in 1580 tot 7 dln.
S6S
tgvbisid en „De saetamentis eeelesiae <%iisti
axinnata ete." (1570),
■muwlMddea. Zie Hunebtddtn.
Hnnnemuuabi Sveet ia de nasjo Tsn een
Êlantengeslaebt oit de familie dei Papaperaeteën.
[et oBdarscheidt lieb dooi een 4-blailige blaean*
kroon en een lÜnTOimige, rolionde, aan beide
einden dnnnei nitloopende, onfaebaarde, 2-klep-
lige doosTm^t met vele gladde, bohormige ta-
len. De eenige soort is H. hanariatiolia 6 w e e t,
een 2-jarige nallbeestei in lleiiso, met «en sten-
§el ter hoogte -ran I tn., ^rijsaebtig-gioene, leer
iep T indeel [ge, reel^iletwe bladeren en gele
bloemen, ationderlgk op reehUtandige stelen g^
De TeraMerdeiing heeft plaats door laden.
Hunan een Aiiatisêh, nomadiseeiend rui-
terTotk, dat leeda 1800 t. Chi. aan de gienien
Tsn China leefde en omstieeki 1200 een tgk
Tormds, dat in da 3de eenw seer bloeide. Om-
atredi 50 t. Chr. werd bet in een N. en een
Z. deel gcaplitst, waarran het laatste onder CSii-
neeaohe neórtehamy kwam te (taan, lerwjit be^
eerste tot 84 na Chi. i^jn onafhankelükheid wist
te benraien. Dooi de Chineeoen en Sibeiischa
ToHcen in bet nanw gebneht, trokken de noor-
' 'nke Hunnen westwaaits en TesCigden lich tea
. sle aan het Animeer, ten deele, d» eignUpk»
HiMNM, ten N. der Kaspische Zee. Door andere
Totken Tsn het O. nit aangevallen, Terhnisdea
ig omstreeks 350 na Chr. Terder westwaarts,
trokken, onder aanvoering van Boiomü, na df
Alanen OTerwonnen te hebben, met deien ver-
eenigd, in 376 over den Don, onderwierpen de
Oost-Ooten, en waren daarna bgna 80 jaai lang
het beeracbende volk ten N. van den Donan. Dé
jaren 433 — 454, d« regeering van AUila (lie
aldaar), vormden de glüsperiode hnnnec maeht.
Oad«i hem waren, behalve de Oegilsebe atan;-
men, ook de Akatiieren of de voorvaderen der
Chaxaren, een groot deel der Slavischs en der
Germaansche volken vereen igd. Na ign dood
(454) brak er twist nit tnssehen zijn sonen, waar-
van de onderworpen volken, met name de Ge-
pideo en Oost-Qolen, gebmik maakten; de Bun-
nen werden verslagen en tot achter Pioetb en
Dniepr teioggedrangen. fliei stonden lij weder
onoer aliondeiigke voraten; een van dese, Dint-
no ol Dengmeh, JUtln'a loon, snenvelde ± 488
tegen de Oost-Ooten en dunnede verdwijnt het
Hnnnenrgk in Eonqta. In Romeinaehen dienst
waren er nog Hunnen In bet leger, waarmede JVor-
SM tegen de Ooat-Qoten optrok. Het volk lell
komt nu onder den naam Koetoergoeren of £oe-
trigoeren voor ten W. en onder dien van Oeloer-
goeren of Oeti^oeren ten oosten van den Don. 2g
sehgnen dezelfden te igi *^ ^' Bulgaren, die
ach na den aftodit dei Ooat-Ooten, in het Bo-
ffleinsdie Bgk Testigdcn en in den loop der tgdea
geslaviseerd werden.
Omtrent de nationaliteit der 'Hnnnen lün de
meeningen der geleerden verdeeld. Terwgl De-
mt^rxw ™ JVaMfMMN ie voor de fiioeng-noe der
Cbtneesdie aehrgveia houden en das als van Ifoa-
godsebe afktnost beaehonwen, meenen anderen,
ioskIb Kb^roth en Emiaivg, hen als Finnen in
bst algemeeh en al* de ToorTadeiwi dei Ma-
D,o,l,zedb,GoOgle
566
SOStfEN—^JSTR.
^»ea in het bjjiOQder Ie moeten opTatt«
lAUratmr: Cvnningham, EfthllMlitet or White
finne (1893); Partur, A thoitind ytiit of thi
TatUrt (1905).
■mmitw, fidUtmtiw, een Nederlaiidsch god-
geleerde, den ISden Februari 1654 te StuTeniete
geboren, beweht de iiooseediool te Ooetfcurg ir
StwitsVisandereB en te St. Liucen» by Middel
burg, wur h|j den leten October 1719 OTsrleed.
Van i^n talru^e geschrittea vermelden wg: „De
wagen dei Gherubim o( 't gelichte tsd 'faeol '"'
eni." (1707), „Ziow lolgejnich eni." (1709)
,J)e weegKhale dea heiligdöme eni." (17H). Ook
heeft hg een asntiJ hiodechTiftea nagelaten van
welke Bommige door Oerard van Uemerl, boog-
ieeraar en predikant te Miildeltinrg, lyn aitgege-
ven.
HoDilnKoo of Hmutgoo ii de num voor
het noordiweetelgk deel van de provincie Gronin-
gen. Id de 10de eenw wm het «en grufecbap,
waanwer de keiler Undvoogden of grareii aan-
■t«Ide. In de 13de eeuw behoorde Middacht, dat
later tot het Weeterkwarlier gerekend werd, bg
het landiehap. Na de afs^eiding van dit gedeel-
te bestond HaneiDgoo uit TÏjt diitrieten n. I. Ub-
bega, De Marne, 't Halfannt 't Ootterambt en
Innersdök. Deie indeeliog, die in 162S vervie],
werd in 1749 hersteld.
HnnBrtlok. Zie Biuutirüek.
Wnnt, Jamet Hemy Lti^ een BBgeltcfa
KbrqveT. den 19den Oetobei 1784 te Sonthnte
bn Londen eeborea, deed ak eehooljoogen oMer-
•eheiden „EaeajK" en .^uvenile poema" in den
„Jovenile Preceptoi" opnemen. Nadat bg gerai-
nen tgd bg «en attoraey gewerkt hsd, vettreeg
hg een staatsambt, docb le^de bet weldra neder.
om lieb aan de journalistidi te wjjden. Zonder
veischooniag nrsK hij over kerketgke en itaat-
kondige aangelegenheden en personen; „Od the
hïlj aitd danger ot methodism" (1809) en „Titt
retormiit'e replv to an artiele on the state of
parties in the Ëdii^aigb Review", (1809) ei
was een geestig vertegenwoordiier dw radicaii
?ers. vooral in den ,iEiamiDer , door hem ir
803 met iga broeder John gesticht. In 1812
werd h^ w^ens een brochure over den prins-re-
gent, later Qeorge IV, tot een 2-JBrige gevange-
nisstraf veiooideeld. Op vrjje voeten gesteld, be-
paalde hg zich bu de diehtÉnnst en verwierf door
ajjn: „Slorjf of Rimini" (1818), welke prarfitige
fedeelten bevat, groeten roem alt dichter. Zgn
wartaalsehrift „The Befleetor" en een ander
„The Libera!" maakten geen opgang; daarente-
gen viel zgn boek: „Lord Bjran and eome of his
contemporariei, with lecolleetiooe of the author's
life and hie visit to Ital;" (1828) leer in den
•maak. Nadat hg een vertaling van Tium's
..Aininta" uitgegeven en vereoheiden opstellen in
t^Kfariften tot een bundel van 2 deelen veree-
Digd had, ecbreef hg het drama: „A Wend of
Florence" (1840) en verder: ,Jfotices on Uoion'a
edition of the dramatic works o! Wycherly,
Congiaïe, Vanbrugh and Faranhar" (1840), als-
mede het diehterlgt verhaal „The pallre;" (1842),
waarin hg loowel schitterde door xjin rgke ver-
b««lding als door ign macht over de taal. Van
ign latere werken noemen wg; „One hundred
I of reat life" (1843), „Imagination and
faDCT" (1844), „Wit and homonr, selected from
the Engliah poete" (1846), „Stories from the Ita-
lian poete" (l84S), „A jsr of honey from mouDt
Hyhia" (1848), „A boak for a corner" (2 dln..
1848) en „Readingg for raUways" (1849). In iqq
boek „ReligioD of the haart" (1848) deelde hg
zijn gevoelens mede over den natnnrigken gvde-
dienat, en in „The old eonrt sobnrb" (2 dln.,
1855) gaf hg een beeeiir^ving van de Londeniehe
voorstad Kensington. 0«k gaf hij werken van
ondere aehrgvers in het licht en leverde in ign
„A'ntobiogrM>hy aiul reminiseences" (3 dlB„
1860), een weiend tafereel van den etr^d ignc
levens. Hg overleed te Pulaey den 28ften Aogni-
tna 1859. Na ijn dood gaf ^jn zoon, Thonton
Hunl, de gedenk sehritlen en het dagboti: van
liin vader in hét lieht. ^n venamelde „Poëtica!
Works" verschenen in 1875,
Hont, Wiüiam Botman, een £ngel«è aehil-
der, in 1827 te Loikden grtMren, itndeerde aan
de Academie aldaar en eteldf in 1849 „Christe-
nen, een zendeling tegen de vervolgingen der
Druïden beaehenneDd" ten toon, een der eercte
werkm van d« praerafaClititebe richting. Het
RosutÜ en MUimt stichtte hg de school der
PraerataBlieten (lie aldaar). Na het Oosten be-
loebt te hebben, achilderde hg in 1854 „Het liriit
der wereld", waarvoor te Oriord een afionderlnke
kapel gebouwd werd, in 1860 „Ohiistns in den
tempel '. Door leer persoonlijke stokken, meest
van religiensen, dikwgla lalta mystieken, hoewel
ook van gesehiedkuDdigen «ard, bestreed bg
krachtig de academische richting en oefende een
grooten invloed Dit oj) de verandering van den
Ëngelscben smaak. Hg overlead den 7den Sep-
tember I9I0 te Londen, Van xgn werken moeten
nog vermeld worden: ,JIa lonsondergang in
Egypte" (1867), ,JDe sehaduw dee dowle'^ (1872),
„De htturling", „Vlucht naar Egypte" en „Won-
der van het Heilige Vnnr in de (irtlkerk te Je-
ruzalem.
Zie: „Leaders of the Sngliah Pr^^phaelites:
Holman Hnnt, ^toesettr Jfillais (Londen 1 909) en
fViUiatrucm, Holman Hnnt (Londen 1910).
Hnnt, itAn, een Engelseh godgeleerde eb
sehrgver, in 1827 te Perth geboren, werd na het
voleindigen igner stndiBn geplaatst als god ■-
dienatleeraar te Otford b^ Seven-Oaks. ^ le-
verde vertalingen van de „Oeestel^ke liederen"
Luther (1847), van gedichten vstn Ooetke,
SekülsT en Burger {1861) en aehreel .JEssay oa
panlheism" (1866), ,Jieligious tbought in Ëng-
land from the Refonnstion till tèe close of the
laat centary" (1871—1878, 8 din.), ,floaiaopty-
raiT essaye" (I87S), „PanÜieiam and ehriatianj-
ty''^ (1884) en „Retigions thought in Ei^fkitd
in the nineteenth centurV' (1893), Ook nam hg
gverig deel aan de Ond-Xatliolieke fcewegine en
vertAAlde de geschriften van DöUinger^ ReöiSma,
Sehulle en anderen in het Sngelecb. ^n eehtge-
Doote Elim Meadowi Shepjtard heeft aieh bekend
gemaakt door den hisioriseben roman „Tbt
wards of Plotinus" (1881, 3 dln.).
Hnnte, een linkerzgrivïer van de Weier, «nl-
ipringt in fiannover, 5 km. ten W. van Bner,
stroomt in een noordelijke richting door het
DSmmetnieer, votmt daarna de grenzen tnasekra
Oldenbnrg en de Prnisiaehe provincie Bannorer,
D,o,l,zedb,GoOgle
BDMK-HDMTNCnON.
667
vloeit verro^eDt nooiidwHtwiartfl «loor fHdeo-
bnrg vooibg 4e sUd trd dien nsom en mondt,
na ecD loop vhn 18S km., bü Elsfleth uit in de
YTeier. Van liet DOmineniieeT af i« de Hunte be-
Tuitaar. Door «en kanul itaat ijj met de Leda,
een ignrier der Eems, in TerbinJing.
Himter tjag*') >« de naam toot het Bngel-
Bcbe jsehtpaard. Het vordt verkreKen door krai-
•in« Tan TolUoedbenMton met landiDenieB; tooi-
al Ierland ia b^end wegetu bet UAkea dcMr
Hnntar, WiUiam, een firitsch oatleedknndi-
m den 2SBten Uei 171S te Loiw-Caldarwood in
Set 8choi«4ie graalichap Lanark grtwren, be-
loebt de acfaool te OlaMfo^ en itnde«rde aldaar
vervolgent in de godMleeidheid. Op «anqtoring
<ran CuUên TerwisBeldt hg deze met de geoMt-
kande en begaf itdi ten behoeve <Tan ign rerdere
opleiding in 1740 naai Bdinbaigh en in 1741
naai Londen, waai bÜ «eldia tweede geneee-
heer weid aan bet 8t. Oeorge'e hoipitaal en in
1744 geneeakundige TOOileaingen hield In IT4T
deed hq een wetenuhuipelijke reis door Neder-
land en Frankigk en (Kpülde lïch vervolgenB
bootdi^elQk bji de ontleM- en verloakunde. Na-
dat hij de koningin bü haar beTalling had bgge-
ataan, werd hg in I7&4 tot Igfarta en bg de
atiehtiug dei AeademJe lan 3cboone Ennsten in
1768 tot hoogleeiaar in de ontleedkunde benoemd.
Nu besteedde h|f ign aaoiienlgk vermogen un
het bonwen Tao een theatmm anatcunienm (ont-
leedknndige gehoonsal) TOor sgn leesen, waar
tevens plaata wa> voor ign anatomigehe praepa-
laten, tooi ign boeken, dellstoflen en mnnteo,
die na znn dood, den SOiten Haart 1783, eerst
bet eigendom weiden ivan zijn neef en TeiTolgens
Tan de nnirersiteit te Qliegow, Zgn hootdwcik
ia: „Anatomia hnmani giavuli nteii" (1774).
Daarenboven aehreef hg tele ferhandelingen in
de „Philosophical Traneaetiona" en in zijn „Me-
dieal eommentariea" <17e2, anppluaent 1764).
UunUr, John, «en anatoom en broeder van den
voorgaande, d«it Uden Janaari I72B geboren, wae
«nst timfnermansleerliog, maar ging in 1748
naar Londen, waai hg tot ign broeder het ver-
toek lichtte om hem als asti^tent hg lieh te ne-
men. Hg l^de lioh nn toe op de ontleedkunde,
etndeewJe vervolgens te Oilord en weid in
1756 chiiuig^n aan het 9t. OeorgeVboBfütaal. In
1760 nam hg als officier van gezondheid dienst
hg het leger en woonde bij de expeditie bü naai
Belle-Isle en de Tetdtochten der 'Engehieben in
Poitngal. Bg lijn temgkeei te (Londen w^dde lig
lieh aan de heelkandige piaetök, alsmede aan de
stadie dei Teigelgkenoe anatomie en physiologie.
In 1768 werd ng ehinnön-drieetenr Tan bet 8t.
<jieoige's4ioipitaal, in 1776 hedmeestet dos ko-
ninga, in 1786 tweede en in 1790 eeiite chiini-
£"n-genenwl van het legei en inspeeteni^geneiaal
r militaire hospitalen en In 1792 vice-pieaident
Tan bet genootaenap voor veeait«enij te Landen.
Hg overleed den Ifiden October 1798. Zgn groote
veriameling ontleedkundige praeparaten weid na
ign dood door oankoc^ eigendom der r^eering.
Een uigave zgnei geiaffleDt^ke geschriften weid
in 1888 doot Palmêr bezorgd en hevat 4 dealen.
Tot lifn betangrgkete werken b^ooten; „Na-
tnial bittor; of hnman teeth" <1771— 1778, 2
dis.). „On the venereal ditease" (1786) en „On
the natnie of the hlood, inflammation of gnnahot
wonods" (1794). Van ign nagelaten gescbriflen
werden nc^ „£su]ra and dbsenationi on natu-
lal hictoi7, anatomj etc (2 dln. I86I) door Owen
—Innter, Wüliam Witton, eea.£ngdBebe(w>ts-
man en sehrgver, den ISden Juli 1840 geboren,
studeerde te Glaagow, Fargs en Bonn, begaf zich
ala ambtenaar naar IndiB en waa tgdens den
hongersnood van 1866 heiast met liet.tOKJcht op
het openbaar onderwga in Orissa. D« Vmcht zg-
ncr ervaringen deelde hn mede in i^n „Annals of
rursl Beng^" (1868—1872, 8 dln.) en in ign
„Compantive dietionaiy of the nonarvan lan-
goagee of India and Hi^^la" (1868). Nadat hg
ondecseheiden ambten aad bekleed, weed hg in
1871 directenr-generaal van het t)uieau voor sla-
tietiek in Indit en bezoigde de ni^ave van een
daarop betrekkeliik weck in 20 deelen: „Statitti-
Cftl ïcceunt on Bengal" (1875—1877). In 1888
werd hO lid vsn den Geheimen Raad van den on-
derkoning; hij nam in 1887 onUlag «n betrok zijn
bnitenverblijl Daken iHolt ibrj Oitoid, waar nij
den oden Fdbruari 1900 onrerleed. Verder aehreet
hjj o. a.; „Orista: the vicissitadea of an Indian
frovince ander native and Biitish mie" (2 dln.,
B72), ,4mperial gaaetteer ol Jndia" (9 dln.. 1881 ;
14 dln., 1885—1887), „Famine aspeeta ot Ban-
Ïsl distrieU" &óf drnk 1874), „The Indian
[nanlmans (3de drnk 187S), .J^nglanda -work in
• '■ " (10de druk 1890), „Btief historj of the
Indian people" (20tte drnk 1902) es „Histoiy of
Britieb India" (1899— I90O, 2 dlni Ook gat hg
bet biogratiBcbe versamelweik „The luun oi
India" nit.
Hnntlncdon, een dar oostelijke en na Bot-
telt op 929 T.km. <t911) 48105 inwonera.Het
bestaat in het midelgk en westelgk gedeelte uit
een golvende, vruehtbaie vlakte, terwgl men in
het nooidoostelgk gedeelte vele meien, looala
Whittlesea en het Rsraeeymeei, benevens een
aantal poelen en moeiaasen aantieft, die echtei
door dio<^1eggjng in goede weilanden liJn her-
schapen. De bevaavbare Ouse sttoomt dooi het
znidóostel^ gedeelte; de Neo vormt de noonl-
weatelgke giens. De inwoners honden zich bgna
nitslaitend met den landbonw beilg. De fgnate
Engetsebe kaas, de StiltonksM, wordt hier ge-
maakt. Het giaafstdiap vaardigt 2 vertegenwooi-
digers af nua het Pailement.
Himtbirdea, de hooEdetad van het gelgk-
namige graafsohap, op den liidter oever van den
Oase gel^n, waarover 8 bruggen ijjn gebouwd,
die Hnntingdon met de voorstad Oodmanchester
verbinden, heeft een onderwetseh voorkomen, een
Latgnscbe schoot, een letteiliandig genootsebw
met een mnsenm en een iioekerg es telt (1911)
400S1 inwoners, die een levendigen wol- en
graaithandel drgven, ^ iraa te voren veel gcoo-
tei, loodat er lieb 15 keiken, een kasteel en
onderscheiden kloosters verhieven. De plaats ii
bekend ala de geboorteplaats van OromwaU.
Ww n t<«y**wi , een stad in den Noord-Amen-
kaanscAen ataat Weit-Vitginia, ligt aan de mon-
ding van den OuTandotte in dm Obio, ie een
DigilizedbyGoOglC
66S
BdmNOiiON— anFCGLD.
irniipQDt THD «poorw^en telt (1910) 81 161 in-
. wonen. Zg b«iit md eoU«^, ooimulKholen,
^HMnrflgrjjtaigsn. m mMhinefabriiieD.
Hnntlnrton, «en itad in deft AmerkMn-
•eben itut Connertknt, faeelt paoietlibrjefcen en
ülTemnedecqen en tdt (WO) 6545 inwonen.
Htmtturtviit, **» *^ '" ^^ AmeiHwas
«hen «tütSalfolk, op (Long Jtknd, ii met New
lork door een epoorweg veiixHiden, telt mim
10000 inwonen es heeft graot« eteenbakkergen.
BnntltiStOii ie verder de nasm Tkn een itkd
!n Conneetiept, (1910) 6545 inwonen, v&n
in IndiuR (1910) 10 272 inwonen, en tui ee
Feon^liraiüB, (1910) 6861 inwonere.
Hnnyad, e«n HoDgaarsch eomitut, in Ze-
venborgen gelegen, gtenit ten N. aan Torda-An-
njos, ten O. aan UnterweJMeiÉiarg en Hermans-
aUdt eni. ton Z. aan Walachöe en ten W. aan
And en KniaofitStéDj. Hel ie het grootite
eomitaat van Zevenbnigen, telt op 3698 t. km.
(1910) 840132 imoners «n omtat 4 maifctvlift-
keo en 10 distrieten. Hoofdstad is Deva. Het land
ia betgaehtigi voonl in bet midelQk en nidflree.
teigk gedeefis heeft men boose, bosetugke, nage-
noeg onbewoonde betgen, welke men in de Hq-
njsder Alpen es in de Pareng-, Vulkaan- en
Betjeiatgroepen verdeelt. Tot de hoogste t<uipeii
Miooren de Jfandn <aG20 m.]. de Pelega (&506
m.) en den Betjeiat <2490 m.). De westelijke
beigen *an het eomitaat Iwboonn tot de Rnska-
en Ceniagtoep, de noordelitte tot bet Zevenboiy-
Bcbe Ert^gebeigte. De Vulkaanpaa leidt van Hu-
nvad naar Walaehge en die van de Usenn Poort
uhnnoen), bekend wt de oorlogen t^en de
Tntken, naar fiangarge. De Uaros stroomt door
bet noordelijk gedeelte van bet eomitaat van het
oosten naw bet w«slen. Het tweede hoofddal
il bet HitiMger Bekken, bekend wegens ign over.
blgtsden nit d«i tnd der Romeinen; bet woidt
bestrooid door den Ëtieioe en lyii tgrivieren; het
Cernadal, daaraan evenwijdig loopende, tev&t een
onoitpnttelgke maaea gienteen. In bet luiden
vindt men het Oioelo^»ekken met uitgestrekte
goad- en lüveimqnea met tellorinmertsen, vooral
te NagYte. In laser gelegen dalen groeit de wgn-
■tok. Verder is de bergstiedc voonien van goede
alpenweiden, loodat een gedeelte der inwonen
lieh nitalnitend met de veeteelt beiig bondt.
HtmTMIv, Johamet Corvimu, een Hon-
gaaraah kiQgmsn, de lOon van den Walach
Woffk, die van koning Bigümitd in 1400 den
bnrebt Hnnyad geregen had, werd in 1488 dooi
keiier Albriehl Mnoemd tot banns van Seveiin,
waar hji in den oorlog legen de Tarken dapper
streed. Na JlbredAI's dood koos Btmyady de in-
de van WladUUnc l en in 1442 behaalde hq een
schitterende overwinning op de Tarken, die hff
in 1443 over den Balkan joeg. Nu meendo de
pans, dat men de UiueknaiLnen nit eeheel En-
ropa UQ kannen verdrijven, doch Wtaditlaia
Bloot met hen een 10-jsrigen wapenitihtaDd, die
ook door Bunifadjf irêti goedgekeord. Door ve^
raad leed fiw^wly den lOden Noveodier 1444 bg
Vama aan de Zwarte Zee een jp9w«Idige neder-
laag. IFIadttfawIeneaveMeenStNiytM^briaettK
lich met het rgkabestunr ten twboeve van Wta-
Hongarne tegen d« herbaude aawvaUt
ken. W<i leed bg den lOden Oetober 1448 in Ser-
vil weder een sedachte nederlaag en werd hg
lelts door den Serriichen deepoot Qeorge Bron-
kotmtsj gevangen genenen, maar door tneaeben-
komst der HDogaandte fitenden herkreeg hg de
'rgheid en kon hg ign toom aan den descwot
koelen, fin handhaafde ign roem tegen de Tor-
ken door de beldbaltige verdedieing van Bdgra-
do in 1454 en door een vemetue ovenompeTing
van bet Torksehe leger, waardoor hji snltan Mo-
kammei II noodsakkte temg to trekken. flim«a-
dy overleed te 3«nlin den Ilden Annitni 1456.
Zun ondste soon Wladiila» HMafaig werd den
I6den Haart 1457 te Ofen teteebtgerteJd, oiudat
ign dienaren den vgind igns vaders, graat CO-
ün, gedood hadden, en ign tweede loon beklom
in 1458 als MaUkioê l Oonmui den Hongaar-
fchen troon.
■niu*, Oosf<nnoerseA« «oorl of DrtnUeht
Dief ia een riviertje in de provincie Drate, dat
gevonnd wordt door de vereeni^^ng van het Voor.
ste- of Bor^euliep en bet Qroote- al Aehtorite-
diep, geecheiden door bet inideljjk gedeelte van
benedenloop gekanaliseerd, . _ .
maakt van het Sehnitendiep, dat naar Groningen
Hmulksr, Otto, een Switeerseb g«sdiiedlinn-
dige en paedagoog, den ISdes Angnstns 1841 te
Bottingen gAoren, «tndeerde in de godgeleerd-
heid, wae van 1867—1871 pastoor te Untorstraat,
daarna in versefaeiden betrekkingen bjj het on-
denrgi werkieam en werd in 1890 bo^Ieeraai
te Znrich, waar bg den 24sten 'Hei 1M9 over-
leed. Hg sdreet: „Zur iRe^ierong nnd Cbiieten-
veifolgnng dee Eaisen Dioeletianns nnd aeiner
Nachr<^er" (1S68), „PestaloHi nnd FeUenbeng"
(1879), „Oeeehichte der sebweiMrisdien Volb-
•ehole" (8 db-, 2da dmk 1387], ,41ons*eau nnd
Peetaloiii" (1885), „Bilder mr nenem Oesdiieh-
te der ichweiieriseben VolksKhole" (1389). „H.
Pestaloui, hiognphiaehe Ekisie" (1896) en „Z^t-
genoasioche Dantellungen der Unrahen in der
Lsjidsehaft Zflrid 1794— 1798" (1897). Hg redi-
geerde van 1880 tot 1890 bet .^chweiierisehes
eebularchiv" en de „PestaloiiibUtter".
HnpfeU, flermmm, «en Dnitsch godgeleerde
en oriëntalist, den Sisten Muii 1706 U Haitmw
geboren, studeerde aldaar in de letteren en goiT
geleerdheid en werd in 1S19 prol«s»or aan hel
rnaainm te fianan. In 1622 echter legde hg
betreding neder en vestigde lieh in 1824 Xe
Halle als privaatdocent. In 1335 keerde hg ech-
ter naar Marburg temg en werd er weldra bui-
tengewoon en in I82T gcnvoon hoogleen«r in de
Ooitencbe fslen, in I^ m^ in de nidgeleerd-
beid. In 1848 werd hg opvolger van OeaMtNS te
Halle en overleed aldaar den 24sten April 1866.
Van ign geschriften noemen wg, behalve een on-
voltootde „AnsIQhrliehe bcfcrUaehe Onmmatik"
(Iste dl. 1841), tjjn: „Ezereitatlones Aetbiopicae"
(1325), „De emendanda ratiooe lezieognpbieae
«omiticae commentatio" (1827), „Uebeitetiong
D,o,l,zedb,GoOgle
OBd Analtflnng <I«r PMUmen" (1865—1861, 4
dln.) ,J>i« QaelleD iet Oeneaii aafi nene nnter
■ncht" (1863), „U«b« B^H vai Methode der
■ogenuinteii biblitebeB Binleilonj;" (1S44], ,J)ie
feentim tbeoMpbiwhe and mjUioliigiMbe Tbw-
Iwie DDd SehnttefU&nui^" 0661) en „Gommen-
Uüo qiu lestornm meoKinae tfvA lennn tiebrki-
eanun MriptoreMtm legibni moiaieit «uminan-
tnr» (186Ï-186S).
Hnr» L. (toHdktAwboom) is de nMU vu een
pUnteMtulteht ait de funilie der Supkorbia-
eeein. Het lijn eenliuiiige plutea met oloenun,
die ileb oodcneheiden door een kmikTMmigen
kelk, tot een inil SMnengroeiende meeldrtden, een
rolronden etgl met een eehiidformwen iteiiipcl
en een boatige, TeeHioUi^ Tmeht Van de «oor-
ten Tennelden wq: B. erepitaiu h., een boom,
die in West-lndiE en op de AmerikMnsehe keer-
tri ngeei Uu den groeit. Sg ie ongei««r 30 m. hoog
en beeft bj} een reehten etMn ni^eapreide tak-
ken. De groote bladeren ign liartToraiig eirond
en eel^matig gelaagd, de mannelnke katjee
neêrnangead en langgeatéeld, met een Dloedroode
meeldradeninil de Tionwelpe <Uoemen geateeld,
opataand en blanwaebtigdonkerrood ol f«ara. De
Tnieht i« voonien Tan 12 tot 18 groote hokkeoi
loodra ig '^ id ^^^^ '9 ™*t groot (^draiwb lot
en clingert oe platronde uden oa aicb been. Al
de Boorten beratten een leer «dicrp melkup. Olie,
waarin bladeren van deien boom gckoofct ign, ge.
brnikt men t^^ tlieniutisclie aandoeniasen,
terw^l de aangenaam «makende taden bnikloop
en fcraking lervekken.
BttMirftT, Hanhpor, eigenljik Baridwa
(Poort Tan Hari ol VUjMe) en <m« QaitgadiBara
(Oanmpoort) gebeeteo, ia een onde en Inaie
•tad in net diatrict Saharaiqtoer in de Nooidnree-
telgke PrOTineMn ito Britiefa-laidie. Zg ligt aan
den inidelöken Toet der Sewalüchoogten en op
den rechtetoefer Tan den flangee, welke hier een
bergüool Terlaat. Jaatlgka komen et meer dan
2 miUioen pelgrima uit alle ooiden van Indifi.
wel eens 300000 te geWt, «n lïA te baden bjj
de heilice riTlertrao brika.'Fsjaia. Alleen de
aaniienlgkcten Tinden een ondeiiamen in de
itad, tepwnl de oterige pelgrima lieb onder ten-
ten behelpen. Bg Telen is de bederaart teTeni
aan faandeMwlangen gpwQd. Jaarlj^a wordt er
in Aoril een gioole markt gebonden en om de
twaalf jaar een leer groote. Men Tindt er dan
Toonl Tde paarden, mt Saboel, FenÜ, Arabll,
Boekhara en Toerkeatan aftometig. Het tegen-
woordige Hntdwar omvat, behalve de oode stad;
de dorpen Dajawalapoer en Kutkbal en telt od-
gsToer 20 000 inwoners.
■orfTOida. Okrigtiaan Snowt, den Ssten
Febman 185? te Ooataitiont geboren, atndeerde
te Leiden in de theologie en de wmitiiebe tul-
en ktterknnde. HQ pramoT«erde aldaar den 34«ten
NoTimlier 1880 op het proefaehrift: .JSet Mek-
kaanaehe fectt". Reeda ^wedtg na iQn prmnotie
werd hg belast met lief gsvea van ondenwgi in
het z^. HoBlimade tedit aan de inRlelling tot
opleiding Tan ambtenaren voor den Indieehen ad-
ministruisTen dienst te Leiden, later ook aan die
te Delft; hetieUde tié doceerde ^ü in een utder
tgdpeA als leetor aan de I^tnnivereiteit te
Ltiden. Daar bet hem waa gebleken, dat hj)
den Itl&m eerit recht kon doorgronden, door
dien te beitndeeren in aqn geb<xirteland, ver-
trok hg in 1884 daarheen, ile reenltaat van
üu Terbliif ridaar vetMbeen o. a.: .Jkfekka"
(1888—1889, 2 dn.]. Na een Terblgt van en-
kele jaren in Europa vertrok t^j in 1889
met een 'bnaondere regeeringtopdraelit naar Ne-
derlandeeh-lndie, waar hg vele jaren vertoefde.
De benoeming tot hoogleeraar te Cambridge ale
opvolger van Robvtmm Smuk werd door hem
van de hand geweien; aan een loepttem uit
DuitMhland gaf hjj evenmin gehoor, terwigl hg
odk bedankte toot den ham aangeboden leerstoel
Toor de Haleisehe taal- en letterknnde te Leiden.
In Maart 189] werd hg definitief aan den Indi-
•ehen dienst Terbonden als adviaenr voor Ootter-
sehe talen en AfohamniedaMiMh recbt, ^ opvol-
ger van mr. L. W. O. vm d«n Berg. Tan Jnli
1891 tot Februari 1892 dnurde zgn verblgf in
Atjeh, waar het hem eelnkte een grondig iniiebt
te vwkrflgen in de Deteekenia van den Iilam
voor de Atjehere op al*attnndig, maatschappelgk
en godedienatig gdbied, looala binken kan nit
ign werk: „De Atjebera" <1803— 1894, 2 dln.;
in 1906 in het BngêlHh). In April 1898 werd hjj
benoemd tot adviseur voor inlandsehe en Arabl-
lehe laken. Zgn ferblqf in Atjeh werd in 1901
atgewiaseid met tochten in DjaoÉii en kortston-
dige verblgven te Batavia. Toen hg in 1006 werd
aangeioeht om prof. fis Qoej* te Leiden op te
volgen, liet bg lioh hiertoe overhalen; hg aan-
vaardde ign ambt met een rede, getiteld: „Arabiè
en Oott-Indil". In Jannari 1907 werd hg daar-
enboven benoemd tot advieenr der Nederlandsehe
regeering in Indische en Arabische aangelegen-
heden. Behalve de genoemde werken verschenen
jj^ ^._ _„_ ,.. :, ™ u.. «_ _ ._ ._
t ijjn baud: ,J^ele ngawDien 4
' " " eten" (in des Feeatl
I aan^boden
B9I}, „flet Gajoland «n agne be-
Feeatbnndel,
' t.«Miige
ra&dsel der Hadhrsfnieten" (in
Prof. U. J. de Go«y« i
ond-leerlingen, 1891), ,,£ . ,
woDers" (1903), „Nederland en de Isltai. Vier
voordrachten"*^ 911), benevens een groot aantal
tijdaehriftattlketen, bioehniee eni.
BnreiMD i> de naam van een Indianenstam
in Noord-Ameiika, tol den hooldstam der bo-
keeien beboorende en oortpronkel^ Wyandots
gebeeten. Zg ontvingen dien van finronen (wilde
iwgnikoppen) van de franecben wegens hun
eigenaaraige haardraoht. In den aanvang der
. j was deie stam in ondenoheiden afdee-
lingea gesplitst, die op den oostd^oi oever v
het naai ben genoeiöde Hnronmeer 81 doipen
bewoonden. In net midden dier eenw werden ig
en leedi vioag door Fraaeehe tendelingen lot
het C3irltl«ndom bekeerd, woonden nog lang in
Ohio, Miehigan en Canada. Thans echter bevin-
den xieh no^ «leebta enkele hniageiinnen van
deien stam in het dorp Jenne-Loretta aan de
St. Chaileerivier, niet ver -van Quebee in Canada,
in het graafschap Eesei en in de Quapaw-reter-
vation van het Indisnenterritorinm. De Tionon-
Ute, een ded der Hniostn oït Obio. inn in 1832
lm getale van 687 mta Kansas vertrokkni, van-
waar ig in 1^55 naar bet loiËan ent erri tori nm
overgqilaatst ign.
il het derde van de fi groote
DigilizedbyGoOglC
I het N. de
meren tsd Canada en behoort half tot Canad»,
half tot d« V«raeaigde Staten. Bet gteatt tea
ooaten aan den staat Hiehigan en heeft een om-
trek Tan 1375 km. en «en o^^crrlakte van ±
62 000 v.km. Het ligt 177 m. boven de oppeT'
rlakte der lee en is gemiddeld 230 m. diea Ten
DOordweBten itaat het doot de Straat lan Maoki-
nae met het Uichiganmeer en door de tmalle,
75 km. lange en wegeni haar «troomTeTinellin-
Ken leer eeTaarlijke Straat Tan St. Marie met
Bet BoTen-Meer (Lakê Saperiot] in Terband. Ten
luiden is bet door de 52 km. lange, bevaarbare
rivier St. Clair «et bet St. Clairmeet vereenigd.
Uit dit kleine meer leidt bg de stad Detroit een
waterweg met de Dilmnnlende baven Amhent-
bargh aan de Canadeeidie igde naar het Erie-
meer. Op de Oostknat Tindt men de volkrükete
deelen van Canada, terwyl de noordknat met xgn
■teile granietrotnn tot de onheibengzaamate stre-
ken van Amerika behoort. Het ruwe klimaat en
de talrgke stormen hebben de ontwikkeling der
seheepTaart belemmerd; A^eiangiük is de vissehe-
ig en de hontrgkdom op het schiereiland Hiehi-
gan. Van de talrnkc nTieren, di" '- '"'
nitstroomen ign de Toornaamste:
FrenchriTiei, in hel O. de Sevem.
Hnronsobe tomuiUs ia de, naar tiet Hu-
ron-neer geDoemde, bovenste afdéeling der Ar-
ehaelaebe formatie. Zji vormt een eirea 8000 m.
dikke laag van kriitallijne lei en wel voorn ame-
Ink van ^limmerleien eb phyllieten met inge-
sloten gneiB, kalksteen, kwaitssteen, hoornblende,
gierertsen eni. Vaadt is deie formatie rgk aan
tethniseh belangrgke ertsen, looals ijserglani,
roodgtertteen, magneetgier eni. Wat de geogra-
fische verbreiding betreft, komt zq voornameliik
voor in de Alpen, het Fichtelgebeigte, Skandi-
naviB, de Sierra Nevada en het Andesgeber^te.
BnirloaA* (van bet Indische woord Huirrni-
nicani noemt men de wervelstormen, die va» de
Antülen nit over de Z.0. etaten van Noord-
Amnika waaien. Zij ontstaan 5 — 15* ten N. van
den eqnator, volgen eeret een IN.W. richting en
maken bH het Dveieehrijden der pastaalgrens (25*
— 80* N^r.) bgna een rechten boek, toodat iji in
N.0. richting gun en over den Atlantiecben Oce-
aan trekken. De hnrricanes komen in alle jaarge-
tijden, het meest in Juli — Oetober, voor en rich-
ten aomtöds verschrikkelSke verwoeBtiagen aan.
Hartado de Tolsdo, LaU, een Spaansch
dichter en Bcbryver der lOde eeow, omelreekE het
jaar 1530 te Toled o geboren, was er werkiaam
aU pastoor der kerk Mn Vicente en oferleed na
(1557), „Cortes da la nnerte" (1557), ,3iBtoria
de C. Joseph" (1589) en „Palmeirim de Ingla-
terra" (1547), (dit laatste werli is niet wker van
Burlado, miuehien van den PortngeeB Moraea).
Hart6ri früdrieh Smanuü von, een Duitsen
geschiedschrijver, den 19den Maart 1787 te
Sebaffhaosen geboren, stadeerde te OOttingen in
de theologie, werd in I80B predikant te Beggin-
gen. in 1810 te LOhningen en in 1825 deken te
SdiaffhanBen. Men beschuldigde bom van Jexnle-
tisme en Papisme, daar hij in stjn „Oeschichte
Papst lonocenz' III und seiner Zeitgenossen" [4
din., 1884— 1S42) de hitrarchie en den Hiddel-
eenwBchen toestand verdedigde. Ook hield hg toi-
tronweijjk omgane met Qörreg en Jareke. ver-
tegennrooTdlgera der ultramontKansche ricnting.
Daar hq meer en meer verdacht vrerd van kryp-
to-kat^olieiBme. •ehreet hn ter verantwoording
,4)er Antistes Hnrter von SehaffhauBen nnd «eine
Bogenaonte AmtabrQder" (1840). Dit baatte hem
erater weinig, loodat hg licb gedwongen gevoel-
de in 1841 ign beb'ekkiog neder te lemen, waar-
na hg in 1844 te Rome den R.-Eatholieun gods-
dienst omhelsde. Hg trachtte deira stap te ver-
khireo in het geaehrift ,^flbDrt nod Wiederge-
bart. Erionervngen aas metnem Leben" (184^—
1846, 2 dln,), In 1846 benoemd tot keiierljft ge-
schied schrijver te Weenen, werd hg. in 1848 kor-
ten tijd geschont, doch kwam in 1852 weder in
dienst. Hg overleed te Orati den 27sten Angn*-
tni 1S65. ZBo belangrijkste weA is: „Oeschichte
Ferdinands II nnd »einer EUUrn" (1850—1864,
(1S40), „Znr Oeechi(4)te Waliensteina" (1855) ea
„Wallensteins vier lelite Lehensjabre" (1862).
Htu. Zie Bitu, Jokonnit.
Hasohke, Oeorg PkiUfp Eduard, «en
Dnitscb jurist, den 2«sten Jnni 1801 te Mandan
^(^Mren, itodeerde ett promoveerde te QSttingen
in de rechten, Nadat bij hier bet onderwga van
Hugo, te Berign dal «an Savignjf genoten had,
werd hjj in 1^1 privaatdoeent te OSItingen, in
1824 gewoon bo(«leei«ai te Roitock en in 1827
Ie Breelau, waar hij eervolle academische ambt«n
bekleedde en den titei van „Oebeimer Justiirat"
kreeg. Een crimineel proces, in 1836 wegens ker-
kelgie twisten tegen hem ingesteld, eindigde met
ign vrgapiaak. In 1841 trad hg op all (fireetenr
van bet hoog«te collie der in 1845 ook door den
Staat erkende Evan^telisoh Lnthersehe Kerk in
Pruisen en ontving in 18S2 eerahalve den graad
van doctor. Hg overleed den Baten Februari 1886
Ie Breriau. Behalve een groot aantal opateUen
in tgdsehrilten leverde hg „Stodien des rOmï-
sehen Rechts" (1830), .JMe Verfaignng dei KS-
niCB ServjUB Tnllins. als GmndUge einer Qt-
•eniehte der rftmisriien Slaataverfatinng" (1838),
een uitgave van het ,Jnetrumentnm donationis"
van Flaviut Syxfrophus (1838), „Ueber den snr
Zeit der Oebnrt Jesu gehaltenen Censua" (1840),
„Uaber das Reefat des Neiam nnd daa alte rOmi-
sche Sdinldrecht" (1846), „Ueber den Census nnd
die Stenerverfaesong der frübern rSmiieheo Eai-
seneit" (1847) „Omub. SeitrSge zur Kritik nnd
Verstlndnis seiner Insütntiooen" (I8&5), „Jvria-*
frudentiae antejuatinianeae quae supennnt"
IS6I, 5d'e druk 18S6), „Jnetiniani inititntianniB
libri IV" (1868). „Die Dekischen and aaibelliselien
Sprachdenkmiler" ^1856), ,J)ie Ignviachen Ta-
feln nebat den kleinern miibrischen Insehritten"
(1859), „Zu den altiUliaehen DUIekten" (1872),
„Die nene eskisehe Bleitafel" (1880), ,J)as alte
rOmisebe Jabr and seine Tage" (1869), „Die
Mutta und dat Sacramentum" (1874), „Daa Recht
der Pnblieianischen 'Klage" (1874). „Zur Pan-
dektenkritik" (1875), .,>Ihe jflngtt anfgefBndenen
BmehatOcke aua Schriften rOm. Juristen" (1880)
en „Die Lehie dee rfim. Rechts vom Darletin"
(1882), Ook heeft hij vele bndragen geleverd in
onderieheiden kerkelgke blatKa en tgdMèrittcn,
DigilizedbyGoOglC
ïoobIb: „Was lebr«t flottes Woft über die Bhe-
wheidan^?" (1860), „Dm Bnch mit den sieben
Siegeln in der Ofteóbaniuff 8t. Johannis V"
(1860£ en ,.Die atreitigen 'Lehren von der Eirche,
dem Kirchenamt, dem Kiicbsn regiment nnd der
Eirehenregiernag" (1863).
Htuemaim, Theodor,. een DnitBch phaima-
coIoQg, <ien ISden Januari 1333 te DettDold ge-
boren, Btndeecde te QBttingen, WOnbnrg, Ber-
1^ en Praag, vestigde zicti in 1855 ak arts te
Lippe, in 1865 als priïaatdocent in de pharma-
colM[ie en toiolagie te GSttingen en werd in
1873 hoogleeieBT alda&r. Hn schreef: „Handbueh
der gccMoteu ATineimittellnire" (3de drok 1392),
, jtandbneh der Toiikologie" (met tqn neet Av-
rut, 1862—1867), „THe PHanzen stoffen" (kten
din., Sde diuk 1883— I8M} en „Die EslDiachen
Phannak(»een aai Jhre VertaEser" (1899). Hij
«Terleed den ISden ï'ebrnari 1901 te OOttingeD.
Hnxklsaeii, Wüliam. een Ëngelseli ataata-
man, den Uden Maart 1770 in bet graateebap
Worceater geboren, kwam op jengdigen leeftijd te
Paqis. Voorstander Tan de Franactie Revolutie,
werd faji lid van de conBtitntioncele-monarehale
„clnti van 1789" en waa hy een tegenstander van
de twgiDEelen der Jacobijnen. H^ maakte naam
door een „DiscDuTB" in 1790 gehouden naar aan-
leidina; van de nitgifte der assignaten. In 1792
abjj all aecretaris van den Eogelaeben gezant,
Oower, naar Londen temg en werd ^^piaatst
bf bet emigrant eikbureau. Hier weid hg bekend
met Camiing en Vitt. In 1795 werd hij eerste se-
cretarÏB van den miniater van oorlog ïhmdm en
in 1798 door den invloed van Pitl lid van het
^rlement. Daarna verbiet Pilt bem tol onder-
misBaris van bel hsndel^nr«BU. Bij het aftreden
van PttI legde hg die betrekkiogen neder (1801)
en verloor in 1802, bg de ontbinding van bet
Farleanent, xgn zetel in bet Li^erbnis, dien hg
echter heraam, toen Piti in 1804 opnieuw de teu-
gela van bewind in handen kreeg, terwql bij be-
noemd wetd tot BeeretarLs der sMatkamer. Onder
bet ministerie QrenvüU moeet hg alstand doen
n dat ambt (1806), doch bij herkreeg het c
den hertog van Portland (1807). Na die
tgd
bleef hij steeds lid van het Parlement, maar
Canning in 1809 de portefeuille nederlegde, nam
ook HutkUtoH lijn ontslag. Zoodra erhiet eerst-
K noemde in 1814 met een gezantaebap naar
>rtnga] belast werd, liet HuScUton zicD^ ot«t-
hakn om direetenc-generaaj der bossehen *en lid
van den Privy Couneil te worden. Na den dood
van Catllereagh (1822) w«rd hg voorzitter van
den Boaid of Trade en na dien van Canning
(1827) ataatsseereCaris voor KoloniBn, doch in
ÏUi 1823 zeide hg het opeiAiaar leven vaarwel.
Hg is de grondlegger van een meer vrgiinnige
handelsstaatkuDde. Hfj kwam den I5den Septem-
ber 18S0 bj) de opening van den ^Kwrweg tus-
flchen Liverpool en Uancbeeter om het leven. Ben
bloemleiing uil zgn „Speecbea" is in 1881 in 3
deelen in bet licht veraohenen.
■tulT, Jaeob Otten, een Jfederiandaeh bouw-
meester en teekenaar. omstreeks 1730 te Amster-
dam geboren, werd in 176E lid van het college
Tan MttDarders dei teekenaeademie aldaar. Hij
»7i
is ontwerper van het gebonw „Felii Meritis" te
Amsterdam en heeft stadhnizengebonwd leOn>-
ningen. Leeuwarden en Weesp, en werd bekroond
voor zijn antwoord op een prgsvraae omtrent de
verandering der vaarwaters biJTessel, nitgMchre-
ven door de Hollandsehe Maatschappij van Weten-
achappen. Butly overleed in 1795. Hij schreef:
„Lotgevallen van de Academie der teetenkunst te
Amsterdam" (1768) en „Bedevoering over de
tempelen der Grieken en Romeinen" (1770).
Hvaly, Hans Jaoob, een Nedeilandsdi bouw-
meester, die met zijn zoon Hendrik Huilfi tua-
schen 1130 en 1770 vele prachtige buizen te
terwerken, in die buisen aanwezig. Het voormalig
Logement der Amaterdamsche af re vaardigden, nn
het Ministerie van Bnitenlandsdie Zaken te 's-
Oravenhage, ia eveneens «en werk dezer kunste-
naars. Hendrik Riuly was de vader van Jaeob
OlUn Hutljf.
Husly Viervant, Leend«rl, een Nederlandseh
bouwmeester, omitre^a 1740 te Arnhem geboren
en in 1790 te Amsterdam overleden, ontwierp
TcTlers Hofje te iHaarlem, in 1785 voltooid, en
de kerk te Onderkak aan den Amatel, die van
1774 dagteekent.
■hm, juister Hhi fCzMhiseh =^ gans], Jo-
AonnM, de Hervoitner van Bohemen, den Sden
Juli >1369 te Huainetz geboren, als looji van een
arme boerenfamilie alodeerde sedert I38S ie
Praag, werd tot priester gewgd, in 1393 bacca-
laureus in de vrije kunaten, in 1894 in de theolo.
gie en in 1396 magister in de vrge kunaten. In
1398 begon hij voorlezingen te bonden aan 'de
universiteit en was gedurende S maaivden reetor
daarvan. Reeds bg een twistgesprek in 1399
bleek, dat Russ het in versehillende opzichten
met WieleTa leer (zie Wielef) eens was. Na zgn
benoeming tot pastoor der Bethlehemskerk te
Praag (1402) trad hü steeds kraebti^t tegen de
verwereldlijking dar Eeii i^. Toch ging bg in
den beginne niet buiten de perken der Kerk en
verlan^e slechts, dat door een hervonning der
Kerk in hoofd en leden de misstanden zouden
worden weggenomen. Dasmit is te verklaren dat
bjj niet alleen de gunst van het volk, maai ook
dje van den koning en den aartAissabop genoot.
Eonin|^ Wentel benoemde hem tot biechtvader
van Tgn gemalin en aartri)iasebop Sbynke dioeg
hem het onderzoek op naar het wonderbloed van
Wilmack en verbood op zgn aanraden de bede-
vaarten naar die p1aal«. Tot een conflict kwam
het eerst aan de universiteit. Hier weiden in
1403 45 stellingen uit de geaehiitten van Widef
voor ketterst^ verklaard. Tevergeefs hield Hut»
To), dat die stellingen door Wieleff niet geschre-
ven waren in de beteekenis, die men eraan gat.
Slechts de Bohomers kmen zgn zijde, terwijl de
drie overige naties het over de veroordeeling eena
waren, die in 1403 opnienw uitgespriAen werd.
Tegelijkertijd besliste koning Weniel, ten einde
van de Praa^sche universiteit steun te kr^en
voor zgn politiek jn i^e het pauselijk schiama,
dat de Boheemsche natie in alle aangelegenbeden
der univertitèit drie, d« overige drie naties (Beie-
ren, Saksen «n Polen) samen slechts Mn stem
zouden bebben. Het gevolg was, dat duizenden
DigilizedbyGoOglC
S72
Hues-^soesEiN iivm-MSXA.
■tadeatcD mtt hnn hoc^leerareD Priug TCTli«t«ii
en U Leipijg <«d hoogeHliDoI stichtUa. Welk
tandeel Huti md dit beiluit heelt g(h»d, ii niet
nit te luken, docb bg heelt liter lell TeikUud
het oitgclokt t< bebbên, en de nninriiteit kooi
hem teiitond oa d«» gebeorknii tot reetw. Ook
de adel leluude lieh ffrooteDdMlc Mn ign Üde,
terwijl d« geutelgUHto, die lieh in bui beuin-
een bedreigd ng, iteedi meer Ugm hem «ptiad.
TengevolM nn tbMr klachten ontiette de urts-
biuchi^ nem nit tl ign geeitel^e bedieningen
en wist ptni AUxmder V «ver te tnleo, io den
bul tan den SOeten Decenlbei 1409 de Teripni-
ding Tin de leer van WieUf en bet prediken op
andere dan de gewone plaateen op itralle van ex-
eommnnieatie te Teibieden. Dien tenge* alge liei
de aartibiiKhop den ISden Juli 1410 meer dan
200 deelen Tan Widefe werken «eDbrandea, en
toen hq daarop docr bet ToIk gefaoond werd,
daagde Jokaiuu* XXllI Btut naar Rome, om
lieh te verdedigen. Niettegenitaande alk voor-
Snak Tas koning, adel en nniTeniteit werd
Mt, omdat bj niet veradienen waa, Teroordeeld,
en Sbj/nko qtrak den I8den Juli den tuLOTlod
over hem oit. Hum kwam «chter tteeda met meer
kracht voor een herToimins der Kerk op. De
dood Tan den aartrtiiaidiop [28 8«ptemi>er 1411)
Terooriaakte n<^ een kleinen itilatand in den
ttnjd.
Toen echter pani Joltauu* XXIIl in dm
herfet T«n 1411 Toor «en Smiitodit tegen koning
Laiitlau van N^ieli een aflaat aitaenreef, trad
BiMë met alle kracht daartegen i^. Er ontiton-
den Tolkiophnpen, waarig de paoaelüke bollen
Teitnand werdui, loodat de nienwe «artibiiscfaop
Aünk, in opdracht van den pau, fiwi mA nog
met DaUinnebap, de atad met bet interdict he-
dtdgde. iHentengcTolge verliet flua* IVaag en
■am ign iBtrdc op bnrditen Tan bevriende edel-
lieden. Dnea roittgd gebmikte hg, om ign deok-
beeldcB in «en reekt geKhriften, waarvan „De
eecleaia" het meert beiende ia, te Terepreiden.
Hg toonde lieh daarin «en leerlii^ Taa Wiehf.
De wet Tan CArutui d. i. de Opmbaiing Ooda in
de Heilige Schrift, it de ODToorwaardelgke Tono
en bron Toor ome godedienitige kennia en beeft
een veel grootere autoriteit dan de traditie der
Kerk of ae uitspraken Tan den pau. De Kerk Ia
het eoo^tlei der uitverkorenen en niet de niter-
Igke gemeenaebap van hen, die den pau ali bon
oppeAooId, de Boomaeh-Eatboli^e hiSr*icbie
alB het ware priaaterdom te beadunweD. In tegen-
•telling lot WieUf hield Huai aan de tranastib-
atantiatie vaat.
Toen het Condlie van Conttani naderde, moeat
ook de oploiaiiw der kerkelgke veiwariing in
Bobemen MproeM worden. Butt wai bereid lich
te verantwoorden. Koning Sigitmmnd gal hem
een vrggeleide en drow drie BobeemicDe groo-
ten op "voor ign veiligneid aorg te dingen. Den
Sden NoTomber 1414 cwam hg te Coniunx aaa.
Daar hjj hier de mie laa en in «ledieatiSn inn
meening vrg nitaprak, werd hg den 38it«n No-
vember 1414, op Uit Tan den paoi. geran^n
genomen en den 6den Deeember m het Domini-
canerklooeter ofwealoten. De voorspraak van den
Bobeemachen «Ml en de toorn van Sigttmund
hielpen nieti. In den nacht van Palmionaag 1416
_. in '._
naar ign bnroht OotUiaben brengen, (Aama''(31
Hei) naar het Fnmciscanenklooiter te Conttani.
Op de t^ding van ign gevangenneming aneld*
uiat' ivnend fltiroi^iiiia vam Praag naar Con-
ttani, om hem bg te etaan. uU« aanklagen vaa
Hiut waren t^ bitterste Tganden, waarMder
ün Troegere Tiienif Sl^kóuu Poten, naar
Citnatani gekomen. Baedi den 4den Hei had bet
Coneilio den peraoon, de getehrilten en de leer-
stellingen van WieM vervlookt. Den 5den, 7dea
en Balen Hei werd over Buaë beiaadilugd. Ben
reekt atellingeu nit ign geaehriften weroen als
ponten Tan aanklacht voorgelegd. Tan sommige
verklaarde Biui, dat lij in ign getehrilten met
TooAwamen, andere eike&de iuj ala de igne en
hg verkltude lieh bereid deie te herroepen, in-
dien men hem uit den B^bel bewees, dat ^
dwalingen bevatten. Zich onvoorwaardolgk aan
het Concilie te onderweipen, looalt aommige le-
den van het Condlie, die roimere opvattinges
hadden, maai voor ign ladiealÏHna terngtcbrik-
ten, bem aanraadden, weigerda fiiiBi bedist.
Daarop werd hg, ook door den keiier, om poli-
oordeeld. Het Tonnia werd nc^ denieltden dag
voltrokken, en fiiui onderging met groote itano-
TMtigheid den dood in do vlaümen. Zgn sterfdag
werd in Bohemen lan^n tgd ala ren nationaal
en kerkeljik leett gevierd en eeist door de faei-
ligTeiklaring van Johmtne» mx Nepomuk Ter-
diongan.
Ook all bevorderaar der Cieehtacbe taal neemt
Ïms een eerste plaata in. H|| gat haar een
nieawe ortbognfie, die met weinig veranderin-
gen tbani nog in gebroik ii. Door den meetter-
uiken ttgl van ign pieeken, traetaten en brieven
(Uittra Jaoa Hnsé Sdbrani cpisy oeaki, 3 din..
Praag 186S— 1888, wenwe drok 1903 v.v.) be-
hoort hg tot da beite Ciechiscbe MhrgveTs,ZgB
en anderer geaohrilten ign t« vinden ia de „Qs-
toiia et monnmenta Joannis Huii et Hieronjmi
Pragensit" (2 dln„ Nearenberg 1558; nienwe
vermeerderde druk 1715). In IHS ii begonnen
aan een nieuwe nitgave der weiien van Hust
door FUujhaai.
Baas, Jfoonw «on, een Zweedseh genees-
kandige, den 25iten Oetober 1807 U Toip in He-
delpad gebortn, ttodeeide te Upula, werd leer-
aar aan het Carolinitcfa Iwtitant te StocUiokn,
in 1840 eertte geneadieer aan bet laiareth al-
daar.'in 1846 hoogleeraar, io 1860 ebel <vaii de
ceneeikundige eonxniMie en was van 1860 tot
1876 directeni-geneiial der Zwesdacfae ktaoikxin-
nigengeitichten. In 1857 vas hij in den adelstand
opgenomen. Hg overleed den ZSsten ^ril 1890
te Stoekholm. Tan qjn geaehriften Tormelden
wg: „Alecboliimus ebronicu" (1849— 18S1, 2
dln.), „Om Sverigei endemi^ sjnkdomar"
(1851), „Om Typbna och Trpoidfebenit tUtistie-
ka fOibUIanden och beban<ning" (ISSS) „SiU-
irntara ejnkdomt fall" (1856) en „Om Lnngin-
flammatiüiens itatistiika lorhiHanden odi bt-
handling" (1860).
BüMtalo Awni-Pula, een Tnrkteh gene-
raal en ttaatnnan, in 1619 in het dorp JDost-ESi
bg Isbarta (KIein-Ati>) geboren, beiocbt de mi-
DigilizedbyGoOglC
HUSSEIH AVHI-iPASJA-^HDSUH.
S78
1858 ik luiteitant-kolonel .. _
yaateAiDg van de BftlkaaptsEen en vtn EaUftt.
weid in 1854 eh«f tsd 4ea f[«i)«r&lea «taf
Ferik Aehmed-Patja, wu brigAde^neroal oadei
Omar-Piuja io AimeniB en werd m 1856 dir"
tenr der militaire achool te Konetantinopel
chef TsD den generalen etal tan het leger.
1859 Toerde hg het bevel over een tMTisie ia den
oorl» t^en de Montenegijnen; in 1664 — 1866
mu hg eommaodant der Igfwadit en plaatareT-
Tangend miaiater. In 1867—1869 dempte hg den
«pBtand op Kreta en werd daarop miniatec Tan
(A)tIog. Na den di>od ran zgn b^nnatiger, Ali-
Patja (^ptember IBTI) tnoett hg Aftreden, werd
nur IiUrta Teittunen, tnutr reeds in 1878 be-
noemd tot gonTeraenr tui Sm;nia. In dat Jaar
ootfing hfj de portefenille Tan iHarine, dawna die
Tan Oorltw, werd in 1874 grootTiiier, maar onl-
TJDg den 25iten April 1875 ign ontslag. Ala gon-
vernenr Tan Broeasa knowte hij betrekkingen aan
met Midhat-Paija, nam in 1876 deal aan de aa-
menzweriiw t<f;en Abd-oel^rix en TerTnlde
daarbij «n M '^^ TOriKffing Tan Moerad een wetk-
same lol. 1^ werd gednieode een ministerraad
ten linïie Tan MidMt-fmja door een ottieiei,
Howon-Bei, in den naeht van den 15den vf den
Iffden Jnni 1876 om het leTen gebracht.
Hiualateit, dikwqla ook BelhUkemietm [lie
aldaai) genoemd, ie de naam der aanhangers Tan
/oAonnM Bun ^xie aldaar) in £ohemen, wiena
iHdoodbienging ben leer Terbitfetde, In Septem-
ber 1415 londen 452 Boheemsohe edellieden een
proteat naar het Concilie Tan 0>natanz en iloten
onderling een Tert)ond, om de tt^c prediking van
fiet woord Qode op bnn besittingen te beaehei-
men en Terordêningen van de l)isschoroen en den
pana aleehte in lomerre te erkennen, alR zij orer-
eeukwaoten met de Bohrift. Pan» Jforfintis F
wiet koning Wetnel te bewegen handelend tegen
ben Op te treden; deze OTerleed eehter den I6aen
Augnstne 1419, .en ign broeder Sigismund wil-
lien de Hnuieten niet ala koning ereennen, daar
fiq het aan Hittg Terleende vrggeleide geschon-
den bad. Een re^a tiloedige oonogen (Hanieten-
oorlogen] was het geTolg. De Tan godadienatige
en nationale geeetdrift teiielde Hanieten sloe-
gen van 1420—1427 alle aanTallen der Dniteehera
al; nadat ig hg den Zïskaberg (1420), Pankrati
il420), Deoteeh-Srod (1422), AnsBig (1426) en
fiets (1427) oTenronnen hadden, gingen ig hon.
netz^'ds tot den aanval cTei en richtten in de na-
bnrige Dnitsehe landen geduchte verwoestingen
aan. Hnn Teldheeien Ziika en Prokopiui waren
flinke legeraanvoerder», bedienden lieh met groo-
te bekwaamheid iran geschat en arganieeerden een
Toortretlelgk Toetvolk. Met snccea g<A)rnikten de
legert der Hnesielen tot verdediging gesdiikte
wagens tot dekking van de Icgerftlaatt tqdent
dan tlag en op marseh.
Toen o<A de Krnittoeht tegen de Hassieten,
door kardinaal Oeêoritii geleid, met de nederlaag
bg Taos eindigde (14 Angnetns 1481), begon faet
Concilie Tan fiaael te onderhandelen, hetgeen
leidde tot onderlinge twieten bij de Hatsieten.
Van den b^inne af had onder hen een gematigde
en een strenge richting bettaan; terwgl de ]aat-
tte elechts wilde laten geUea, wnt de Sebrift
nitdnikkelnk TooiRcbieef, lieten de gematigden
ook Tele dingen toe, die niet in de Schrift ston-
den, doch daarmede niet in ttrgd waren. Zg fie-
ferkten hon ei»clien tot de erkenning der Tier
raagsehe artikelen (Jali 1420): vrge prediking
van Qoda woord in de Undttaal, het AvondmaJ
beide gestalten, het ontnemen van 'wereldlijke
aardtehe goederen «an de geestelijk-
amhten e
beid, bettraffing Tan gceatelgken door wereldlgke
rechters wegeni doooiMiden en handelingen in
Btrgd met Cloda ToarecAriften. W^ent hnn «iadi
Tan den kelk (ealix) ook voor leeken bg het
Avondmaal heetten ig CaUxtünen, wegens hnn
eiach ^et Avondmaal dns in beide gestalten te
ontvangen {sub utraque specü) ütraquitteo. De
etrengeren verwierpen ook de leer van het Ta-
gevnnr, de aairiiidding der Heiligen, den beelden-
dienet eni. Zg hadden bnn stennpnnt in de ves-
ting Tabor en heetten daarom Taherieten. Hon
eerste laider wae Nikolaia wm Btuüiebi, de
tweede Ziska. Na dien» dood <11 Oetober 1424)
kooB de meerderheid Pro/eopwt den önoU tot
leider, terwgl een klein aantal, de loogenaamde
Weeien (Orphaniet«i) londer «anTOeraar bleef.
Teen no het Ooncitie van Bsöel tot OBderbande-
len genoodudt weed, gelokte bet door de I^aag-
tebe CMDMetatH de gunatigden tevreden M
stellen (80 Noremba llS3). & leekenkelk werd
toegestaan en ook omtrent de Trge prediking Tan
Qooa woord, bet gedrag der geeetelfjkbeia eni.
werden beloften gMaan.
Baanaede wat de eenheid der Hntaieten ver-
dwenen, want de Taborieten en Weeoen weiger-
den op deie Toonraarden vrede te ilniten. In de
nen ale afaonderli^e partij, doch doken later
ah Bobeemsriie Broedere (zie aldaar) weer op.
De Caliitgnen behielden de oTcthand en de Com.
paetaten werden door den Landdag Tan Iglan
plerfitJg bcTettigd en door Sitfitmund beiworen,
die nu ala koning Tan Bobemen erkend werd (5
Juli 1436). Weldra eefcter trachtte hg de ^
dane concessies weder op te beffen, evenals ign
opvolger AU>reehf 71 (1437-1439). Na dient
dood ontstond in Bobemen inlk een groote Ter-
warring, dat de Hnstieten ia 1458 de kenze van
Qeorge Podtebrmi tot koning van Bobemen wis-
ten door te zettcD. Wel i» wsat Tcrklaarde Piut
U den Slaten iHaart 1462 de Compactaten voor
opgebeven en wilde hö Qeorge PodAebrad alecht»
dan erkennen, indien ng lim verplichtte de ket-
terg in Bobemen nit te roeien, doch de tegen
Bohemen ondernomen ^Kruistocht werd volkomen
atgeilagen. (kk de <Eatbolieke opvolger van
Qeorge. de Poolaohe prina WladiOaw U (1471
-^1516), moest op den Landdag te Kattenberg
(1485) de Compactaten heaweren, en de Rgksdag
Tan 1512 atond aan de Bnstieten en R.-Katholie-
ken gelijke reehten toe. Toen de Hervorming veld
won, kwam er onder de Hnaaieten een ecfaeiding;
Booimigen keerden lot de Hoederierk terug, an-
deten sloten zich bg de Protestanten aan.
Zie: /. Loëerth, BeitrBge lur Qeachichte der
Hnswtenkri^e (1877—1885, 5 dln.).
Htutnin, een atad in Sleeewgk, ligt aan de
Hoeumer Aa, 4 km. van de Noordzee, aan de -
^«orlgnen JOfcek— TOnmng en Ehnthom— 'Hvid-
DigilizedbyGoOglC
BÏ4
HUSUM— HÜTIEN.
ding en telt (1910) M35 inwoarri. Men Yindt
gedenk te ebenen tooi Storm en Woldiert, een
gymnBsinin, het d«p4t toot d« op ttutsdomeinen
geT&ngen oeiteis, groote wee^arkten, Teeuitroer
en ö<^K'Bterüen.
Hnssar, Adolt, een Hongaarsdi beeMhoawer,
in 1843 te Neusobl g^ren, m» leerling vtn
Femkont en Qauer. BehklTe t«lT|)ke porbetten
T«rvs&idigde hg de gedenk twkenen Toor ElitvOi,
Petm en Deak U Boed^est. H|) etieif in 1885.
Hnt, Bons, een Weiierdooper, werd te Hain
in FrajikenUnd gefcoren. Ala Terspreider «n hro-
^urea met de Doc^rBche denkbeelden bekend
gewowfen, wetd hij nit lijn voonplutt Yerdre-
Ten wegens ijjn weigeiing ign kind te laten
doopen. Op ziJD iwerftochteo Inram hg in utn-
rakiog met DsneJL «n Thomm MUnxm; later veid
hjj een der Tori^Bte TerkoodigerB tui de meeit
fantastieebe etüisatieche deoKbeeldeD, wat hem
in elrüd biacbt met de meet voorzichtigen onder
de wederdoopers. In 1527 werd hg te Augsbarg
g«TaBgen gsDomeni hg kwam in ign gevange-
nis om het leren.
Hatohsson, Franeit, de etiehter van de
whool dei z.g. ScbotBChe moraalphilosolen. den
Saten Angnatna 1694 in bet noorden -ran letUnd
gdboieo, Btadeenie te fllas^vw, keerde TerroleüiB
naar Ierland terug, waar hg «enigen tqd sIb ïeer-
aar t>g een gemeente van dissenteia werkiaam
waa, en begaf lieh Toivolgeni naar Doblin, om er
een Bchool te atiebten. In 1720 werd hg piofeaear
te Olaagow, waar hg in 1747 OTerleed. Hg
trachtte aan te toonen. dat terwgl «fj in de on-
zen wil bepalende motieven twee groote groepen
osderHAeiflen, die der leJfiQchtige en Hie der
onbaatiachtige, wg Btechta de laatste en d« daar-
uit Toortapruitende handelingen mogen goedkea-
ren en dat zulki aleehta op een ona dooi de na-
tunr ingegeTen zedelijk gevoel, „moial aenee"
kan l>erDaten. Zgn gevoelens zgn vervat in zijn:
„EsBa; OD the Datnie and conduet of paationa
aod affeetionB" (1738). Zg agn oiWoeriger onl-
wiUceld in ign door Leeekman nitgegeven: „Sva-
tem of morai pbilosophy" {1755, 2 db.). Be-
langrgk ia 04A igoi „Ew^nirj jnto the original
of oor ideaa of beauty and virtne" <1725). Zijn
gezamenl^e werken ign in 1772 in 5 deeleo uit-
gegeven.
Zie: W, B. &oU, FraneiB Hatdieaon (1900).
■ntoblnson, /oAn, een EnBelaeh godgeleer-
de, in 1674 te Spenmthorne (Yorkahire) gobo-
len, aanvaardde de betitdiking ivan hnishofmeea-
(er hg den hertog nm Somentt, dien ba op lijn
reizen door Gnropa vergezelde. Om zich op de
theologie toe te leggen, verliet hg den dienst van
den hertog, en deze bezorgde hem bg Öearge l
een jaargeld van 200 pond aterlii^. In 1724 gaf
hg het eerste deel van „Uoees' pnneipia" in net
lieht, waarin hg het sdieppinga verhaal ran ifo-
*e* Terdedigde en bet stelsel van ifeuhni be-
streod; het 2de deel verscheen in 1727. Verder
aehreet hg nog een aantal andere werken, welke
van 174S tot 1765 in 13 deelen verzameld lijn.
Hg overleed den 28Bten Angoatus 1737. Zijn
godadienstig stelsel, dat vele aanbangera {Hut-
ehiiuoaianÊ} vond, ia het daidelgkst -ootwiMceld
in de: „liioagfits coneeming religioa" (174S).
Daarin ligt de bewering tot gioadslag, dat de
Bgbel da beginselen bevat van de ledelgke wg»-
b^eerte en van den warengodsdienat.
■ntBobanraTter, WouUr, een Neder-
landacb toonkunstenaar, werd den 15den Aa^ns-
tna 1859 te Rotterdam geboren, waar bg ign tq»-
leiding genoot en onderwgs ontving van €. voit
der Smdt, F. Qenuhnm, Th. Verhiy e.a. Op
twintigjarigen leeftgdwerd hg i>enoemd tot 2den
kapelmeester van de Rotteiaams<die schntterg.
waarvan iga vader 1^ kapekneeater waa, ter-
wgl hg tevena directeur werd der langrereeiu-
ging Ëunhonia en iets later leeiaar aan de Rot-
terdamaene muiidiaehool. In 1890 ontving bg
zgn benoeming tot 2den kapelmeester aan bet
Coneeitgebonw te Amsterdam onder Willem KeM.
Hier bleef bg tot October 1892, toen lig ala dj-
leetear van het „Stedelgk Orkest" naar utrecht
over^ng, welk« functie hg in 1007 beeft
veiwiaaud met die van direetenr der Toon-
kunstinniieksehool te Botterdoen. Huttdunnt^
ter maakt zieb vooral ook zeer verdienatelgk
door bet nitvoeren van weiken van t«)ent-
vollc jonge NedeilanderB. Van liin eompo-
sitiea veimelden wg; Opna I en 2 „Vierhandige
KlavieiBt ukken". 3 en 4 „Sonaten voor viool en
piano", E „Pianoconcert", 6 „Feestmarich", 7
„Cone, oavertnre", 6 „Saite voor Orkest". Hg
onderscheidde zieb ook als scbigvcr over mniiec
en leverde vele bgdragen voor 'verschillende tgd-
aehriften. Voor „Mannen en Vrouwen van betee-
kenia" bewerkte bg de biogratieön van Riehard
Slraiu en Felix Weingartner. Afionderlgk ver-
sebenen van hern „Orkest en Oikestapel" en oen
J/onir(.biogratie.
Hntton, Übieh ton, een moedig strgder voor
de vrgbeid des geestes in den tgd der Herrar-
ming, waa afkomstig van een and geslacht welks
stambnrcht, Steckelberg genaamd, in Kear-Hcf-
sen. 3 uur gaans ten laiden van Fnlda lieh vrr-
hiet. Daar weid hg den 21sten April 1488 ge-
boren en genoot een weteDselufipeliike opleiding
in bet klooetei te Fulda. fig bad editer lalk een
afteer van dra stand der monniken, dat hg in
1504 de vlueht nam naar Senlen; in 1506 ging
bq naar Erfort, Tanwaar hem Rkaginë volgde naar
de nieuwe aniversiteit te Fiankfoit aan de Oder
en naar Leipzig. In 1511 bezocht hg Wtteuberg,
waar hg een werk over de dichtkunst nitgaf. en
vertrok toen naar Pavia tMn in de leehten te atn-
deeren. Juist in dien t^d weid Pavia veroverd
door de Zwitsers, bezoldigd door keizer Manwti-
liaan I, en daar hij bg die gelegenheid van al het
igne beroofd werd^ vertrdk hg naar Bologna. Ge-
brek aan middelen om te leven dwong bem ia
1513 dienst te nsnen in het keizerlgk leger, doch
hg bleef er eleohta é&n jaar. In Doitschland maak-
te hg zioh nu bekend, doordien hg in gedichten,
blieven en redevoeringen ■onderveischooningber.
tog Ulriek von WUrllemberg Ban:viel, omdat de-
ze een zgnei neven had <Httg^raeht. Z^n roem
klom door zgn tnasdienkomBt in de verwikkdii^
tan Reuehlin met den Dominicaner monnik Biio§-
êtmlen te Keulen; hg sprong namelgk voor den
vervolgden lUuehlin ooor sgn hekelschriften
krachtig in de bres. Om ign vader genoegen te
doen, ging bg in 1512 oogmaalt naar ItaliC, «ra
in de reenten te piomoveeren. Hg bezocht ceist
Rome en daarna Bologna, dodi reeds in 1SI7
DigilizedbyGoOglC
HDTPm— HüUBCHRTOB.
S7S
kMrde hj OTer Tenetii niu lön nderland terii^,
wiar CtHUfonlü, de sehooDe doehter tad Pnitin-
p«r, hm te Aoffsbnre uit oaam tsd keiz«T Maxi-
miliam tot dieoter lauwerde. In It&liS had bg
de Teneguflde Terdorveotieid der moDniken lec-
na keDBen, en dtn toestand dei geeBtelgkheid
had bem met afEchuw Tennld. Nadat hü bet ^e-
sehrift tan LaUTtnliut Valla: ,iDt talsa eredita
ementita donatione CoDstantini" in het licht ge-
landen had. dat hij, rermoedel^k uit apotteruü,
aan pan Leo X opdroeg, trad hg in 1518 in
dieatt van den OBrt^iBBebop Albreeht van Uainx.
Id 1519 voegde hg ziehh|j net Swabieeb Veibo&d
en trok daarmede ten itrgde tegen i|ja ouden
igand, hertog Ulfieh von Württemherg, bn wel-
ke gelegenbeid hjj Frma «o« Siekingen leerde
keanen. Na iiet eindigen van dien oorlog ging hg
weder naar Maini es Terrolgens siar ijjn barcht
9teek«lberg, waar bg met Mbulp van een haod-
dmkperï het eene geiehiift na het andere in bet
licht -zond, om <len hoogmoed en 4t ongebonden-
heid der priesteit te geeselen. Toen men hem nn
nit Bome i)ij aartabissehop Albredtt aanklaagde,
Terbond hS tieh openlgJt met Lulher, terwgl hg
lich in ign geaeb riften Tan de valkataal („Oe-
BpT&ehbflehlein", „EUg nnd Vennshnnng") be-
gon te 'bedienen en niet langer iu 4iet Latgn.
achreef. Toen hg neigeas meer veilig wai voor
ign vijanden, verleende Front tron Siekingen
hem een wijfcplaats <^ inn bnreht, doch het voor
von Siekingen ruapspoedig einde van ign etrjjd
teg«n aart^tBKhop Hiehard van Trier, noodzaak-
te Von Hutten een ander toevlocbtsootd Ie zoe-
ken. Hij hoopte dit te vinden in Zwitierland,
maar Eratmtu, die tevoren lot ign vrienden
behoord had, liet hem nergens met raat, loodat
hg. van plaats tot plaats gedreven, den 2SstMi
Angnstns 1523 op bet eiland Utnan inhet Meer
van Zarich overleed. Hg was «en der vrgmoedig-
ste en stoutste manoea van zgn tgd, een voorloo-
per der Hervorming en een steun voor Lulker,
wien hg de grootste aehting toedroeg. Wg bezit-
ten van hem 45 geechriften. Ben volledige vei-
umelin^ igner werken, Toerafgegaan door een
„Index bibliographicns Hntteniaaus" (1S58), is
door Boeking uitgegeven <I869— 1870, 7 dln.).
Htttlen'a leven is bMehrerea door D. F.
Slraau (6de drnk 1895).
Bnttsntnt. Zie Dedsnaad. ■
Hntt^T, Ltonhard, een Protestantseh godge-
leerde, in Januari 1563 te NelHn*en hjj Ulm g»-
boren, stndeerde te Sti«atahnig, Leipztg, Heidel-
berg en Jena en verwierf op laatstgenoemde plaats
in 1594 den rang van doctor. Twee jaar later
weid hij booglee^aar te Witfenberg en verdedigde
de „Formnla Concordiae" tegen de Calvinisten.
Hg sebi«ef t^n de „Concordia diseors" van
ffoapmvMtis ign „Coneordia codcots"' (1614), en
toen keurvorst /oAonn Sigirmvnd eon Branifen-
burg in 1604 zich aansloot aan de Hervormde
Kerk. deed hij inn „Calvinista anlieo-poIitienB
alter" in het li^t veraehijnen. Groolen bgval
vonden isionderbeid ign: „Oompendium loeormn
theologicornm ei «cripturis saeris et iibto Concor-
diae colleetam" (1610), dat later hg herhaling
gedrukt werd, en „Lod eommunes theologie!"
(1619). Hjj overleed den 23steD Oetobet 1616. Hg
«ai een gverig Tooritander van de govoelens van
LufAer, waarom Baie aan zgn vowitelling der
oud-Luthersche kerkleer den titel heeft geqena
ran ,^attenis redivivns".
Button, Jame», een Ëngelsch geoloog, den
Sden Jani 1726 te Edinbnrgh gehoren, studeer-
de aldaar en te Leiden in de geneeskunde en
vestigde zich in 1749 op zgn huitenverblijt in
Berwiekshire en later te Ëdinbnrgh, waar hg
den 26Bten Mtert 1797 overleed, fig ia de grood-
le^ier der i.g. PlDtonisebe «diwl, welke aan de
Neptunische school van A, Q. Werner een einde
maakte (zie Nepttmitme). Rulion wees aan hoe
de oorspronkeLjJKe gesteenten, die aanvankelijk in
een gloei end -nloeibaren toestand hadden verkeerd,
door de nit het wafet bezonken la^en waren
heengedron^n, vooral op grond der waainemin-
Èen, die hg met betrekking tot het graniet in
et Onunpiangebergte in 1785 had volbraeht.
Zija „Theor; of the earth" <2 dln., 1796] maakte
weinig oj^ng, maar ign leerling Plagfair, wiene
„ninstrations of the Hntlonian tbeor;" in 1802
verschenen, en Hall waren «eitzaam in denzelf-
dcn geest, waarna vooral LtofoU von Baek in-
Sing wiat te versdiaffen aan het Flntonisme.
utlon schreef daarenlboven „Consideratie ds ob
the nature, qualit; and distïnetions ef coal and
enim" (1777) en „On the phllosorii;' of light,
heat and fite" {IIH).
Hntton, CharUt, een Engelsch wiAundige,
den Uden Aogustua 1737 te New-Castle npoB
Tjne geboren, verwierf dooi eigen oefening een
gTOote mate van wieknndiee kennie, maakte zich
bekend door zijn geschrift over den bouw van
bruten en wend vervolgens l>d van het Konink-
lijk Qenooieehafi te Londen en hoogleeraar in de
wisknnde aan de Ktminklj^e Academie te Wwd-
wich, welke betrekking hj) tot 1807 bekleedde,
waarna hg examinator dei OosUIndische Com-
pagnie wehl. Eg overleed den 278ten Januari
1823 te Londen, fiij heeft zich verdienttelgk ge-
maakt door verbeteringen, bg de genie an artil-
lerie aangebracht en bepaalde met Maikelyne het
eerst (1774—1776) de gemiddelde diehtbeid der
aarde door meting der afwijking van den slinger.
Hnnroertcr. Hieronder verstond men In
vroegeren tgd het geschrift, wanrbg bet sluiten
van een hunrorereenkomst werd geconstateerd.
Tegenwoordig ie in de Groninger VeenkoloniBn
de benaming „recht van hnnrcertei" nog in
zwang om aan te duiden een rectit tot geomik
van gronden, in eigeDdom toebehoorende aan de
gemeente Groningen. Drae gemeente heeft n. I.
sinds de 17de eeuw groote hoeveelheden aan haar
toebehoorenden veengrond te Boogeund. Sappe-
meer, Fekela, Stadskanaal enz. aan fiartieulieren
uitgegeven om te vervenen en veivolgens eifelgk
te gèbrniken tegen betaling van een jaailijktehe
bani, terwgl ingeval van overdracht van het
recht een zeker petcentsjge van de waarde (twin-
tigste of dertigste penning] aan de stad Gronin-
gen moest worden iKtaald. Dit leeht bestaat be-
den ten dage nog voort en is veiwant aan eif-
paeht en betleaiming. Over bet karakter van dit
lecht. ook wel Stademeieiiecht genoenwl, be-
staat veel verschil van gevoelen en de leehtmn-
id^eitteid, die daarnit vooitvloeit. heeft er toe ge-
leid, dat velschillende geieehtigden met de ge-
meente Groningen overeenkomsten hébben aange-
DigilizedbyGoOglC
HUUBCSEHTER-«ÜUB BN VBBHUUB.
giu, wikAg het leeht van haareerter «oidt om.
gciet in een rtéht tu eifpuht.
Hnnr «n varfaanr u — in rnimcD lio ge-
nomeii — een OTereeitkoBut, wuutiji mkuiuI liet-
x|j eenig roereDi] cl onroereiul goed, betig ijjn
ufceidekrieht tqdelgk t^en betJiDg ter beeehik-
king TkD Mn ftodei gteU. Beeda ip bet Bomein-
i^ recht oodersdieidde oen hmur Mm ^oedersm
en kuur van dieniten, welke lutite weer onder-
(eheiden weid in die weubg bepuüde dieail-
Terriciitingen het onderwerp der OTereenkomit
nitmmkkten en 4ie wiwbn het aanltwkni op het
rentUoat tm den te verriotten ftrbeid (aanneminff
Yftn werk). One m 1838 ingeroerd BnsgerlSli
Wetboek hoUigde detetlde indeeliog en «telde
■•n hst booU Tanden titd i.Vui hnnr en iw-
haar" de Iwpaling: „Er beetMu tweederlei ioot-
ten Ten oTereenkomrien tid haar en Tertmnr:
tiaor Ten roederen en haar «u dieniten, weik en
nörnheid". Na over de hnnr T&n goederen ge-
handeld te hebben, besprak de wet den eehtei-
eenTolgens de hunr vtn dJenetboden en werklie-
den en de Msnemlng tmi weA. In den loop der
tgden heelt men meer en meer ingeiien, d*t dete
Teiiehillende a^ereenkomiteu aeer weinig ge-
meen heUien en dat bet geen unbereling ver-
diend M onder één hoofd uaea te brengeo. Bij
de wgiiging, die het fiurgerlnk Wetboek in 1907
beeft ondngun, beeft men de benaming „hnui
en Terfaonr" dan ook beperkt tot hnnr van goeda-
ren, en aandoTro^ere „hnnr Tan dieniten, werk
en ngierbeid" deo aatm gegeren Tan „ofereen-
kmiitea tot liet Terriehten Tan aiiieid", waarran
de wiA dan twee hootdtonnen oodereeheidt: de
artieidaOTereenkomit en de aanneming van work.
Hen lie -rerder over die OTKeenkomiten Arbtid»-
Hnnr en teihnur wordt lliane door de wet om-
■ehrcTen ali een orereenkomst, wiarbt de eene
partg lieh Terbindt om de aodere bet genot eener
laak te doen hebben gedurende een b^»aalden
tgd en tegen een bepuMen prge, welken da taatgt-
'gemeMe aanneemt te betatra. De overeenkomst ii
gesloten loodra partgen bet' otbi d« Toorwaar-
dén eens ign, ook xonder dal een getehrift cp-
gimaakt of de haardei In bet genot gesteld is.
et opmaken Tan een BcbTifteil^ bnniconlTaet
Tetdient alteen Mnbereling nH een oogpnnt Tan
bew^. Men kan allerlei «ooit Tan goederen, loo-
wel onioerende ali roerende. Terbnren. De wet
Reeft evenwel alleen nadere tjepsliogen over Tet-
ominf Tan onioerende goederen. Versehlllende
Torpliehtingen tegf zij aan den verbnoider en
(fen hnnnier <9, doeb de wettelijke bepalingen
gelden alleen, voor soover partgen lelf niet an-
ders «gn OTeieengekomen. Op den verhaurder
rust de veiplitliting om bet verhaarde goed aan
den bnurder te leveren in alle opiiehten in goe-
den staat van onderhond en verder om godoren-
de den bnortjid alle reparatién te laten doen,
noodig om het te does dienen tot bet g^ruik
waartoe hst verhanrd ie. Bg vexhaiing van hnl-
len ijjn e^tei geringe en dacel^ksdie iMiaretitn
voor rekening Tan ilen bnnidei, ala hMdanig de
wet o. a. beeehouwt reparatiSn aan winkelkaeten,
de «Initing der Injken ol Uiitden, de bmnenalo-
ten, de venatergluen. Het eefaoonbonden van put-
ten, regenbakken en sekreten komt ten laste Tan
den Teibauxder, tenrgl het sehoonhonden tui
sdiooisteasien ten laste Tan den baaidei komt.
Een verpliehtÏDg van den verbnnrdei is ook om
den hnncder bet nstig genot van het grimnide
te doen hebben, zoolang de tmnr dnnit. Hq moet
iaataan voor gebrAen van het goed, wette bet
Kebmik veriiinderen, vA al waren die gebreken
hem bij het sluiten dei fannr onbekend, en moet
den hnarder schadeloos stellen voor alle nadeelen,
door dia gebieken veroorta^t. Maken desden in-
bienk op bet genot van den haaidei, sonder eenig
recht te beweren, dan moet d« hnudet lelf tegen
die derden optreden; doch beweert degene, die de
stoornis heelt teweeiradiraAt, teven* eenig reefat
op het verhoovde goed, dan kan de linnrder den
verhnnidar in vrijwaring roepen en moet de ver-
van den huurder rïn in hoofdiaak tweeérlei: 1*.
om bet gehnnnJe als «en goed hoivrader en over-
eenkomstig tjjn besteoMning te gebiniken; 2*. om
den hnnipqjs op de bepaalde teimqnen te beta-
len. De bestemmiig van bet gAemde bl|^ nit
de hunroreieenkomat of nit de omstandigheden.
De hnnrdei is aanspnÉelgk ifooi alle schade, ge-
durende den hanitód aan het verimande toege-
bradit, teniij hjj bewfjet, dat dit sehade niet aan
1^ adintd te wgtea is. SehnU van de bnia|e-
nooten of van personen, aan «ie de fenutder agn
hnui beeft ovengedMU, wordt als achnld Tan den
hnnrder beediouwd. Voor brand is de hnnrder
niet aaDq)nAelgk, teug de Teihnnider bmgst,
dat de brand door de •ehaU Tan dea buorder is
Teroonwakt. Qaat het goed door eenig tooral
geheel te niet, dan Tenalt de iDoroTereenkomst
en betast de hunider tlechte over den ^d ge-
dniende welken bg genot gdiad heeft. Qaat het
goed ten deete te met, dan beeft de hantder de
leni «ra Teimindeiing van den hnuprüs of ver-
nietiging der buDTOverBeiikomat te vorderen.
'Uwlnkt bij hoai van landergen de oogst, dan
is, toolang niet de bahe oogst Terlorm is, de
bnurder tot betaling van den Tollen bnnnirns
gehouden; is de oo^t geheel of Toor de hellt
verloren, dan geeft de wtt onder be{>aalde om-
standigheden een leclit op korting. Bg de hnnr-
oveieendiMnst kan evenwel de hnurdü van dit
ledit op korting afstand doen en alle tooTallea
vooi ign rekening nemen, hetgeen inderdaad bq
de meeste hnmovereenkMoeten gesebiedt. Dooi
e hnnrder Tan bet recht op korting at-
._it. nl verbieden. De hnnider mis, in-
dien tiem de bevoegdheid niet door den veAnnr-
der is toegekend, net goed niet weder aan em
derde verfanten; 'alleen mag hü, als bet ^huurde
in een huis of woning bestaat, welke bj| sdf be-
woont, een gedeelte daarvan onder ign verant-
woordelijkheid aan een ander in hnnr afstaan.
Wat het eindigen der bunr betreft, oDderacheidt
de wet toisehen idiriftalijke en mondelinge hvw.
Is de hnni mondeling aangegaan, dan eindigt
t|j, ook al is er een tgd bepaald, eent wanneer
de eene partg aan de andere de hnnr beeft op-
'•exegd, met inachtsMning der termiinen, welke
jet plaateelgk gebruik meebrengt. Sehriftclüke
bnar eindigt daarentegen op den bepaalden dag,
DigilizedbyGoOglC
HUUR EN TOIRHUUR-hHÜWEUJK.
fi77
sfok ioDd«r dat w een opxegRÏiiK Doodig is. Blglt
DB het eindden «ener eehiiitel)^ ungeeaoe
huur Je Jiauijei in bet beait, dan autstafit our-
3 huur, waarvan de gevolg* „
regeld wordaa dooi <k artikelen, tot uMndelinge
TerburiuKen betreklielijt. iDooi den dood van den
TeriiuuideT of t&d den huoider eindift de hnor
niet. Ook veiioop van bet verliuarae doet de
huniovereen][amst niet Tervallen, maar de koo-
pei tieedt in de leehten en TeipliohtiDgen Tan
den Teihuurdei; onse ivet ^nMtgt in dit opiiebt
den ouden tegel: „koop bleekt geen baat'.
De vret^ever g«ett denieabunriei totwneke-
ling van tqn Totderingen op den bnardei een
voorrecht i>p de viachten, die zioh op het ver-
huurde bevinden en op hetgeen dient tot Btol-
feeiing van het gehuurde huJe ol de landhoere
en tot beboawins en gebruik vui het land, lells
kl bdiooit het aen huurder niet toe. In veittand
hiermede verplicht de wet den hnuider van een
huis <dit te voorzien van voldoend tmieraftd, bg
gebreke waarvan hy tot ontiniraii^ kan worden
genoodzaakt, tenijj tg voldoende lAeiheid stelt
voor de betaling der hnarpenuiugen. Oveiigena
tgn beide partQen bevond om, iodieD de twen-
paitg hue verplichtingen niet nakomt, ontSin-
oii^ der haniovereeidoaiat te Tordeien.
HnwsUlk it de volgens wettelgke vootschrif-
ten MDgegWH Tereeni^ng tui man en Trouw
tot een levenslange en ongedeelde gemeeoidiap
Tan alle leTeMonutsDdigheden. Da ^ondalagen
Tao het hmreljjk moeten UeMe, aehting en we-
deiieerige oreigaTe 2Ön. In dazen eisrfi iigt op-
gesloten, dat het huwelf^ ign 4>estemmbing elechts
all) ntoDOguute ^uwel^k vmi één man met één
TioDw) ToUcMDen bereiken kan, dur op deie wijie
^een een door wedetiödwdie sanTulliiig Tetkre-
gen eenheid denUiaar is.
Het hnwelgk beeft niet alt^d in de tegeawoor.
dig heenchende, gn^eUe Tormen bestaan; loo
wordt Tan de Scythen, Aethiopiérs, Babyloniérg
en ook Tan sommige in Oriecenlsnd wonende
atammen, benebt, det zg geheel andere huwelijke
begrippen hadden dan wij, faj^T. Tan een algemeen
prgegefren der vrouwen bg godsdienstig feeaten
te Babyion. Ook in den uieuweren ti^ bestaat
hg vele natuurvolken een vig geslichtelök ver-
keer, dat men hetaeritme, vrouugngenteeiueluip
ot gemêenêduroêkuwelifk noont.
^paalde leaen en gewoonten, reehtsbegrippen
en denkbeelden «Hntrent Uoedverwantsabap trelt
men niet alleen bg de tegeMrooHÜM natuurvol-
ken Tan Atnerika, Afrika en AustraUl aan, maar
ook bjj de bewoners van Ond-Eumpa en AziB, loo-
■Is birv. (xntrent het geven twi den naam en bet
erlredit (Tan beiit, etand eni.) naar de moeder
al den oom van móederBigde in plaats van naar
den TSidei, loodat de waardigheid ran opperhoofd
niet op den eigen loon, moAi op den neet OTor-
. nat. biX 4>raeht Boehottn e. a. tot de meeniog,
dat Vlieger de moeder vrgwel alganeen Mn het
hoofd der familie iieeft gestaan, dat doe bet ma-
triarehaal of moederreekt aan bet patrvrrehaat
of vaderreeht i« ToorsEgegsan. Ook de oode ^
woonte der adoptie en eitenning der eigen km-
deren door den Tader -wyst erop, dat vroeger de
kinderen eweodom det moeder waren, wier naam
ig eriden. Tot hetaelfde resultaat leidden de taal-
kundige studÜD omtrent de beRrwpen van de
verwantsohapsgraden der familieleden, mo bgv.
de zeer TerHireide meeuing, 'dat de vader -vol-
strift zeen oloedverwuit ie van ign kinderen,
xoodat oe kinderen bg Aziatische en Amerikaan-
sebe volken wel met de verwanten van hun vader,
de wtfze Tan toespnieii der nataarvolken,
aonen en 'dochters dikwijls in bet geheel niet
van neren en nichten, zem oiet ram vroemde kin-
deren onderscheiden worden, dat zg, evenals de
vaders en moeders, de gFOotvaders en grootmoe-
ders, veel meer aan het griieele geslaehtegenoot-
sch^i gemeen zgn geweest. Volgens sommigen
hebben lich eerst lai^amerhand uit de gemeen-
sohap groepen en paren algescheMlen, die in po-
lygfnische, polyaaarische ol monogamische nn-
wefgken begonnen te leven, wat echter elecfcta
kon geschieden, wanneer de mannen lieh door
root, gewoonlgk uit vrennde stammen (lie exoga-
mie) van Trouwen mee«tu maaUen, waardoor de
gewoonte Tan alen braidiool iveifclaard zon ign.
Tegenover deae opTatting hAben echter ande-
ren, ojfv. Wettermarek, erop geweien, dat de
monogamie een xeede hg vele dieren vooitomen-
de verhonding is, die ook aan den mensch door
natuorlgke oon^en, looals bet gelgk aantal der
bekle geslachten, moeilöUtetd Tan huishoiiding
en eigukdomsverhoudingen en torene door het se-
delgk gevoel iooig««(lireven wae en <van oods-
her bestaan beeft, dat aan het nroortduiend over-
wicht van den man in het huwelgk niet te twgfe-
len valt en dat de «tfelnUheid van namen en
waai<digbedeai in Tronwelgke l^n, de latere adop-
tie der kinderen door den eigen vader en meer
dergelgke gewoonten, alleen voortgekomen ign
uit bet wantrouwen, dat tnen in de tronw der
vrouwen stelde. Welliebt kunnen den beide te-
genstrjidige meeningen met dkaoder in verband
worden gebracht door aan te Manen, dat bg la-
gere tKechaviDgstoeatanden de monogamie uit
gebrek aan Taèïbeid van den hnweljjkrfHuid ge-
makkdgk in toestanden oveigaat, du de Tron-
wenguneenschap nabnkomen. "Dii geldt in het
hg««der van de gesbeht8gesootieli*{if)en, fami-
lie- of greepenhnwelgken, looals die onder den
naam Poetudtea o$ 4e Hsnrai-EUanden heeraehen,
en waarbjj de broedera hna Tioawen, de insters
haar mannen geoMen hebben. In den weetelgken
Himalaja, op Ceylon en eldei« vindt men dik-
wijle 4---6 bToaders met één >vronw tot één familie
Teteenig;d, waarraa de oodfte broeder bet hooM
is; de kinderen onderMiwiden dan oudere en jon-
gere vadere. Êen dergelj^e vedmenner^ (polyoK-
meer znn. _
Toda, Kong-Nsni en andere stammen in het Nil-
gitigebergte, in Ttbet, aan de knat van Ifalabar,
bg de Eskimo's, Eoljoeschen, Anstralisebe en
Amerikaaneebe lódianenstunmen, bg de Herero's
eni. (^ Tahiti bestaan geheime genootschappen
(Arrtou), wier leden hnn vrouwen gemeenechap-
peUik hebben.
Bg de Oostereehe volken vjnden wg bgna ener-
al polygamie en wel in den Tonn van polygynie
(Teelwijverji), doeh meestal alleen bg welgeetel--
den; want sleets in enkele gorallen is de man
DigilizedbyGoOglC
878 HDTO!
ia «tut raecT dkD Mn TroDW te ondertiotidtD.
Zoo i« ijj tiq d« CluD«eaen geoorlootd; ereneeoB
il in ȟe BoeddhistiBofae ctaUn het iiooden v>a
bvrronweo toegMtau. By de Penen wm lelfi
*oor <1« TorBt«n, «Tenftli in Egypte, een iinwelöh
met hun iiutei geoorloofd, ieU, «at men ook bg
de Qiieken (Cimon) en oude Slann vindt. De
toestanden onder de IndiBrt zgs urgirel gelijk
Mn die der Chineeien, pt^gamie is toegestaan,
maar komt weinig toot. Hier bestaat bet one-
delnke kinderbawelgk d. i. een huweijjk»-
verbinlenig in de prilete jeu|rd. Ib Ggnte was
de poIjgamJe beperkt en men behiiMielde daar
de Trouwen met meer eerbied. Aan de prieitcTs
wa* polygamie veiboden.
Bq de Joden werd de TeelwnTerjj ook door
JfoiM niet atgeccbaft; g«woonlgk had de man
vier TTonwen, twee weikelgke en twee slavinnen.
Zonder eenigen vorm van proeea kon hg Tan
ign Trouw «beiden en hjj was niet Terplicht de
reralMileae te ondeifioaden. De «eisjei werden
Teiloeht, lome tegen xeer wcHtderlgke koopprg-
len (lie 1 Samnel I8 : 21—27). Eerst na de Ba-
bjlonisebe goTangenwtiap Tmdween de poljga-
mie. Door den ooogeren ttap tan besMiaiJDg
waarop d« Oriekkn en Romeinen stonden, was
bg hes 4e Trouw in twoger aansien en ook het
hnwelgk beter geragek]. Van een «igenluk fami-
lieloreD wat ooi e^ter bq ben geen sprake. Door
den hnn aangeboren politieken gteat werden de
Grieken tot mosogamie gebracht. Bg de Bomei-
" ' 'lande de pogingen Tan som.
te voeren, het ha-
n bleef, niett^enstaand
mige keiaers, de foljvamie
well^ mono^amiseh. Op liet coelibaat werd,
als op het kinderloos huweljjk, tj^dens ktiMi*Au-
SuliM, e«i boete gesteld ipoenae eoelibatvt el or-
latii}, vrnehtbare hnwelgken daarentegen wa-
ren ooraMk, dat aan den man. en in «ommige
gevallen ook aan de Tronw, bepaalde Toorredrten
werden «Mleeod {jui liberorum).
Het strenge fiomeineehe rmAt erkent Tan oade-
her aleehts Mn soort van huwelijk, de juMlae ntip-
Hae of malrimomhtm jtulum, bet wettige bowe-
Ijjk, bg het alaiten waarvan aan alle door de wet
gestelde eiaehen waa ToUaaa. Dit hnwel^ was
badden, en taaaeben leiden onderling. Dit leebt
misten de patriejBia en plebejers atuiTankelgk on-
derling, ioA de les Vattult^ <44S t. Chr.) «tond
h«t biMTelük ook taneben deten toe. Ook vreem-
dell^eo 01 RomeiiMdta 1>nigers «n Treemdelin-
pn konden aasTaokelgk ^een matrimonium
jtulurn alniten. Een oonelitntie van keiMr Oaro-
oaUo, welke bepaalde, d*t alle innronen van bet
Bomeinacfae r^ het bnigerreeht aotidMi hebben,
maakte echter dat het eonnobinm grootendeela
(iJD kraebt verloor. Verdere veieisehten war«ii:
meerdeijarigbetd (eonoebeD mochten niet trou-
wen); toestemming van de partgen es dengene
in wiena maeht deien stonden, weüte toestemming
later niet willekenrig modht worden osttioadeD,
en het beait van de ^oUe veietandeljike vermo-
gens. Dwang tot huwelijk waa Terboden, terwijl
verder als beletsel gold te nanwe bloedverwant-
sebap en g«weien swagerachap. In het wettige
Riniieinariie buweljjk waren ten opzichte Tan de
verhouding der Tionw tot den man tweeflrlei
toestaoden mogelgk, n. 1. dat ig en haar Ternio-
gen met het buwelgk geraakte in de maebt Tan
Oen man fin monum eonventio), waarToor een af-
londerlgke handeling noodig wat en waardoor lü
ten opiichte van bet erfrecht tnet een doefater
werd gelgkgeBteid, of dat tjj bleef Jn de maebt
van baar Tader of grootvader ftii palria fotalo'
U). In het eerste gvnl bad er o^rvolging onder
algemeenen titel plaats, d..w. i. al haar goederen
gingen over aan den man — met nitaondering
echter Tan baar schulden. Bij een bnwelük met
tn nMmm eonventio heette oe vrouw mater fa-
müiiu, terwjjl ly in het andere geval, in tegen-
stelling niet het malrwwnium jtutum genoemd
fna'n'mont'utn jarit genlium, uxor weid genoemd.
Later, met het verdrwijnen van den mattut, kreeg
baar echtgenoot elecbts die refhten van beheer en
bewaring, welke hem door liJn vroaw waren
toegestaan, beUü dadel^k bg bel eluiten van het
hDwelgk, hetij) later.
Een gebeele ot gedecllelökt gemeeoichap Tan
goederen kent bet Romeineehe leeht niet, maar
van oadsfaer werd vanwege de vroow aan den
man een hmTelöksgeaebenk {dot) gegeven, ter te-
gemoetkoming aan de kosten der baishoodinff, OB
later ook vanwege den man aan de vrouw (dona-
tio propUr nupltai ol do» lütera^^ wuraAü°lÜk
met dit doel gegeTen, dat er ^It^fd iets voor de
Tiouw aou ovei£ljjven. Door een ediet van den
praetor rerknven d< eeblgenooten het later door
net ju» eivile Sevestigde recht, om elkaar bg ont-
Btentenis van erfgenamen, met uit«lniting Tan
den staat, als erfgenaam op te volgen.
Tödene keizer AaguttiU ontitond nog, ter be-
Tordeiiog van het aanital geboorten, het i. g.
eoneuMnoai. een verhintenis, die, hoewel feitelqt
een fanwelija, in zooverre daarTan TersehiMe, dat
de eoneubina geen uror was en ten alen tgde
kon worden TSrlaten; de kinderen nit lulk een
gemeenschap geboren misten in enkele gevallen
voorrechten in bet erfTccht. Hot kon door een
wettig huwelijk gevolgd worden, waardoor tevens
de kinderen, nit die verbintenie gesproten, gewet-
tigd werden. Dit concubinaat, dsrt m vderlei op-
lioht verschilt van wat wg heden ten dage onder
dit woord verstaan, werd echter door de christe-
lijke keiiera met minder gnnitige oogen aange-
tien; door keiaer CofwtorUimu tegengewern,
werd bet nog door Jurijnioiuu als een geoor-
loofde gemoeniehap boitcn bet huwelijk (Ueila
eonmtetudo) beschouwd, om tenslotte in de 9de
eeuw door keiaer L»o PhÜoaopkut te worden Ter-
bemium en had geenerlei reebt^effolgeo dan al-
leen, dat het Toor de kinderen, nit lulk een hn-
welj^ ffcaproten, na Trglating ala een bnwelgka-
beletsef goild.
Bg de C>«].Oerm«antcbe "rolken was de pol^-
gume geoorloofd, doeh kwam alet^la weinig
voor. I^ Germanen stonden bekend «n bun
hiiweli|k8traaw en om de «ware ttraffen, die <^
het schenden daarvan gesteld waren. Bg aom-
mige etaminen bestond de gewoonte, dat allem
maagden, ceen weduwen mocbten tioawen.
Steunende op Teraebillende uitspraken Taa
Ohrittiu en de Apostelen, erkende de Chiistelgke
DigilizedbyGoOglC
Kerk tkh clou beginiu «I slecht) i)e monogamie,
ia lelfB werd of gioai Tsn Bpbeu 5 ; 82, wmu
bet liDwelvk m» fturyii^fw genoemd wordt —
iit de Volf ata met «aerammtwn Tertaald — aan
bet hairel^k bet praedieaat Êoeramentum ver-
leend, en nog hedeD erkentdeR-EathoUeke Kerk
bel JiDwelgk als één der teren «aeramenten. Van
itiet bljjrende beteekenis wae in de eerste t^den
Tan bet ChiiRtendom bet oTeidreren paiisme, dal
alle linneli^beid en doB ook het geilaehfelök
Terkeer ate iets zondig fjeEchonwde, en bet ha-
welök eigelijk ele<Ata als een noodzakel^k kwaad
duldde. Eerel in de Middeleeuwen Toiröde lieb
in bet htrwedi^ «en Iamili«leie]]. Het conenbinaat
werd dooi een rgk^verordening in 1517 voor on-
ledelgk en geraatlgk TSiklaanl.
NaMt bet gewone bnwelnk k^mt bij de Oei-
maanselie volkeren do^ bet bawelijk met de lin-
kerbADd (morganalnièn hawel^k, fnalnsHmium
ad morgwtaUèom, mafrMHMmiffi ad Ugem tali-
eam) toot, waarbü d« Tioaw niet den lana en
den stand van den man ideell en de kinderen
geen Tolle rechten fbijr. erfredhf) hebben. Oor
spronkelük lot het baweljjk Tan een Trije met
een onTröe beperkt, komt bet morMsatiiKb bu-
welnk Ibane nog bü den boagen adel Toot. Bij
de Mohemmedanen beereeitt poljernie, dodh al-
leen onder de rgke klassen. De rqKe Tnrk heefi
volgcM de nitnira«k van de Tierde soere tsd den
Koran, gewoonlqk Tier Trouwen en t>OTendien oog
slavinnen, die terens eoncubinen ign. Da Monno-
Den besohonwen de polygamie als een Qoddelgkc
inslellin^.
Het hawelgk ij juridiaeh «en trargeiiqhe han-
deling — geen gewoon contmet, waarTan bet in
aapd en geToInn Teraehilt — die op foimeele
wtjae tot «laiid komt o«n haar Tèralrekkenijen
inrloed op den bniig«rlgken «(ut der eebtgenoo-
ten, op boD familie- en Termogen sieehlen, too-
mede op de rechten van de kinderen die uit dat
hnwelgc geboren worden. Wg laten bier de voor-
naamete beginselen ^an het Noderlandsehe bn-
_ .„u._ .... jj^j^ Qjj^ wet et ■■
,k alleen beeebonwt _
itsndpnnt, als bnrgerl^ke inatelliag, onsfhan«e-
Ijjk van de beeclüu wingen van een of ander
kerkgenootschap. Zg belet niet, dat de aanetaan-
de -eehtgenooten bet als sacrament laten (leilageD
door keikelnke plechti^ieden, alleen TeAiedt ig,
dat dergdiJRe ^ecbtiglieden plaats bobben tMf
de Toltt^klng Tan bet bnngerl^k buwel^, en
aan dit Terboa set ij) kradil bg door de bedrei-
ging Tan «Irat tegen geectelüken, die tol bet elni-
teo Tan het zoogenaamd keikel^ bnwel^ o*er-
saan, voordat hnn Tan de voltrekking Tan het
bDweljjk dooi de bnrgerlike oTeibeid geblden
is. De wet liet in bet howelSk een Tei«ani^i^
Tan één man «□ één Troaw, Tot het weien dier
Tereeniging behoort de Tolkomen Trije toestem-
ming der partüen. Dit beginsel worm ook con-
seqnent gAandhaafd in de bepaliiK, dat — ma
afwgking Tan het bier rroeger geldend ood-Hol-
lanikch i«eht — tionwbelolten geen reohtflTorde-
ring goTen, nodi tot het aangaan Tan het hnwe-
Igk, nodi tol sehadarergoeding wegens het T«r-
breken dier belotten. JJleen tan beritel Tan bet
wetkelgk geleden Teilies gsTraagd worden, loo na
de eerste afkondi^Dg van bet bnwelijk de «ene
partg lid zonder aannemelgOce reden terugtrekt.
Zeer nanwkenrig worden de Tereiscbten tot bet
aangaan Tan een taaweli^ door de wet omsohre-
TCD. Volitrekte beletselen tegen bet aangaan Tan
een hnweliik in bet algemeen, althans tgdel^,
ign: 1*. Het nog tiestaand bawelyk Tan één der
aanstaande eehtgenooten, omdat bigamie (lie al-
daar] hier Terboden en zelfs strafbaar is. 79. Hel
gemis Tan den Tereisohten ouderdom, tooi een
man IS, toot een Trouw 16 jaren "- teug de
Koning bierman rfupenealte (aie aldaar) Terleent.
3". De Tronw moet SOO dagen na de ontbinding
Tan een vorig howel^ waditen, Toordal zij een
Tolgend kan aangaan, omdat bestasode zwanger-
sehap andere aanleiding zou kunnen goTen tot de
zoogenaanfde bloedvermenging, eonfuiio êongui-
nii. 4*. De niet'^errnlling der miUtiepliehten. —
Betrekkelgke beletselen ten opzichte tan bepaal-
de penonen zijn: I*. Te nanwe bloed rerwairt-
scha» of zwslgerschap. Volstrekt en onTooiwaai-
deliiHt is tot bnwelijk veAoden loss^en allen,
die elkajadei in de ^gaande en nederdalende li-
nie, ten geTolge van wettige of onwettige ge-
boorte door bloed veFwant«ebap. of aanhnweïjjking
bestaan, tnseeben broeder en zoster. wettig oT
onwettig, hahe ot volle; 'Toorwaaidelgk bestaat
bet Toitod Toor «ehoonfcroeder en scboounster,
wettig ol onwettig, tnascben oom, oodoom en
niobt of aebtemiwt, en tueschen moei of ond-
moei en neef of aehterneet. De koning kan toot
de laatete kla«se om gewichtige redenen dispan-
salie Tan hel Tcrbod Terleeneo. 2*. Het bg vonnis
geconstaleerd oTern>el bc^t bet sluiten van een
later hnwelgk tasaeben de overspeligen. 8*. EtoiI-
leer ie een vroeger door echtadieiding ontbonden
bawel^ een beletsel tegen een later huwelqk
tnmehen dezelfde partgen (niet de ontbinding na
sebriding Tan tafel en bed).
De wet vordert tot bet beelaan Tan het hnwe-
Igk, bebalTe de volkomen rr^e toestonming der
aanstaande ecbigenooten, vrg Tan alle dwaling
en dwang, «oom ook de toeetemmiiig Tan ande- .
ren. Minderjarige wettige kinderen odoenen in
bet algemeen de toesteoHning hunner beide
oDders. Is een Tan beiden overleden o( in de on-
mogelgklienl ign wil te Terklaren dan kan T<d-
staan worden met de toestemming Tan den an-
deren onder. Gemis van loestesneunr als hieilw-
ven omschreTon vetbindert bet bowdgli zelfa alt
een van beido of beide ouders Tan de onderl^e
madil ontboTen zgn.
Z|}n de ondere beide ot een van beide van de
onderllike macbt onthoTen of daamit ontzet, daii
is boTendien, indien een Toogd benoemd ie, diens
toeeteomiiog noodig. Indien echter de Toogd of
toeziende Toogd of de van de ooderlgke maebt of
Tan de Toogdg ontzette vader of moeder de in
het algemeen Tereischte toestemming weigeil of
zich niet ToAlaart, kan de kantonvecbtei,
binnen wiens urortdissement de woonplaats van
den minderjarige is gelegen de veraeebte toe-
ilemming geven, mits de onders, voor zoover zn
iriet Tan de oaderlgke macht of Tan de voogdg
ontzet zgn toeiteBuning belri>en Terleend.
Zgn beido onders overleden of op andere wjpe
rerbinderd hun wil te verklaren dan is de toe-
stemming van alle in leven zgnde grootonderA en
ien vereitehl. Teniü deze dien eenparig
DigilizedbyGoOglC
wsigeien, il er du «ehter bn weigering btto«p
op den ktntoDreehW. Zgn ula grootooden en
ouden TeihiDdeid faan wil te -rerkUren ita is
alleen ie toeitemmiog der roogden Tereisetit doch
de iniDderjuiee k*n steeds in beroep gun hg
den kanton reen ter. ïeeider juinen benoeTen tot
30 jaren do toeeteinming geJQkelgk tui beide
ouders; wordt de» gerweifferd, <Un kan deiniet-
tesHu het howelgk TottraAen worden na imk-
roepen tnasebeakutMt van <len kantonrechter. De
beulingen betreffende toeetemming Toor natuur.
l|)ke kinderen Ternieht, lyn eenigBiiiM afwgkend,
men zie hieromtrent de artt. 97 en 98 Tan bet
Burgertak Wetboek.
De aaoetaaode edrtgenooten noeten Tan hun
rooritemen aamgitte doen Vq den Hibtenaar Tan
den Burgerl^eo Stand ter woonpUatt Tan een
hunner. Op die aangifte yoImb twee openbare
afcoDdigingen Tan het buwdgk ter woonplaat-
■en T>n de aaottaande eeht^eiwoten, en hUi op
hun vroegere, wo ig d« laatete nog geen lei
maanden gehad hebben. Van de tweede atkoodi-
cing kan diepeiwatie verleend worden door den
Koning of den Officier van Jntitie. Verloopt
een jaar na de eerite afkondiging, under dat
het Ëuwelgk voltiokken ii, dan ign de afkondi-
gingen TerTallen. Ter tooikofning Tan een hawe-
^k, «aarteseD eenig iwletael beetaat, geeft de
wet gelagenneid, om dautegen beiwaren in te
breqgaa, nel t« ituiten. De radenen van ituiting
•n « personen, bsroagd om die te doen gelden,
narden naawkedric Ïd de wet opgeBOmd. Ook het
Openbaar Miniiterie ie aomi tot itniting van een
hnwelSk Terpüdit en iMToegd. Ovei de reehtm»
tigïeid der itniting oordeelt de reeb ter; de
ambtenaar mag bet huwelijk niet voltrekken,
voordat de atuitinff vigwillig of bjj vonnia ie op-
gefacrren. VMr de voltrekking moeten de noodige
(tukken den aidbtenaat worden overgelegd, waar-
nit blijkt, dat «an de vereiachten nieti ontbreekt;
weigert de ambtenaar op grond van het omol-
doende dier «tvUien tot de voltrekking over te
gaan, dan moet vooraf een gen oe^aam verklaring
van den rechter worden uiteelokt. De voltieUing
van het huwel^ moet Menieden voor den amb-
tenaar van den Bawertöten Stand ter plaatK
waar de aan^fte geaohiedde, in het openbaar ten
gemeentehniie — bebonden* in enkele gmaUea,
dat IQ in een byiondei huis kan plaats hebben
— en in tegenwoordigheid Tan minitena twee en
hoogstens vier getuigen.
De aanstaande echtgenooten moeten in persoon
Ters^ijnen om hnn toeetemming te geven; met
veigunninc dea Eoningi kan men zich laten ver-
tegen wootoigen door een bg authentieke acte
durtoe aangestekkn epecialeo kathebber (kutee-
tak met den hmiUeluttH). De eigenigke voltiek-
king beetaat in de vwiklaring van den amUe-
naar, dat de aanatunde etbteenooten man en
vrouw tgn, wdke nitspiwtk vMgt op de toeittn-
mende beantwoording door biudegom eo bruid
gegeven op ign vraag of ig elkander aannemen
als man en vromr. TerttoM na die verklaring
wordt van ds pleehtigheid de kmeelykaakle op-
g:maakt en ingeechraven in de AtiweJvit«re^(«ra.
et huwelgk, voltrokken in strgd met verHieh-
ten, door de wet ^teh), Itfdt veetal aan een oor-
nak van nietigheid; maar dat hnwelgk ia tocb
niet T«n leU nietig — alt^d moet de nteli^ver-
klarinff er van dMr des rechter «otdei uitge-
spnAen. Bn ook hier ign bepa^ de redenen,
waarom, en de personen, door wie die nietigheid ge-
vraagd kan worden, engeaomd. Een nietig ver-
klaanl hnwelgk beboodt ign gewolgea tot 0{i bet
oogenUik der ontbinding, altbant ten opiiehte
van ben, die volkomen te goeder tronw oeU)en
griiandeld, en ook ten ofaivite van hnn afstam-
melingen.
Het huwelijk beeft svwiehüge gevolgen. De
ecfatgenooten ijjn elkander wedmeerig getrou
hun msDderjarige kinderen. Maar de man wordt
het hoofd (Mr Mhtvereeniging, behat met en al-
leen gereehtifd'tot bet bebeer der MDeeniebap-
pelgke goederen en de nitoeteniig att ooderlgke
mauat; ijjn wooaplaala wordt in den lin der wet
die der vronw. De man verleent beaehermingeo on-
derhond naar stand an vermogen aan de vronw; de-
ze il hem gehoonaamheid veraeholdigd. Zg oKtet
hem volgen, hg haar overal ontvangen. Over en
wéér kunnen man en vrouw elkaadeta erfge-
naam worden volgene testament of volgena de
wet; het doen van schenkingen, de een aan den
ander, cedvrende het hmrelm ia verboden.
Het nnwdgk maakt de eebtgenooten, voor loo-
Ter ig het nog niet waien, meerderjarig. Oveii-
gene Tarmeenlert bet de faandelingwevoegdbeid
van den mu en vermindert die van de meerder-
jarige Trouw. DtK ketnt onder de madit Tan baar
man, de mariUde maekt. Zjj wordt onbevoegd om
in en hniten rechten ter sake van burgerlijke ban-
delinf^n op te treden aonder lijn machtiging —
of, bn gebrdce daarvan, maehtigng van den redi-
ter. De man heeft bet bebeer der goederea van de
gemeeniebap, ook dat vm de goeiteren, der vrauw
persoonlijk toebehoorende: ig mag londer hem
nieti vervreemden, verpaadea, vermilen of «dten-
die ig doet als openbare koopvronw, «i voor de
Sewone uitgaven, die de huiehonding betreffen;
e man ^ "^ '■ •■ ^ "- " — --'- ''■- -'-•
(reuen. Voor het maken van^oitentê wilsbe-
schikkingen heeft de vrouw geen maditiging noo-
Niet alleen op het bebeer en de bandellBga-
boToegdheid. maar ook op den eigendom van de .
goederen der eebtgenooten heeft net hnwelgk in-
vloed. Voonoover n. I. de eebtgenooten vUr bet
hnwelgk geen andere bepalingen by huwriüksehe
Toorwaaiden gemaakt bebben, woidt ten gevolge
van bet hnwelök alles tusscben de eehlgniooteu
gemeen. Deze teeUelfiAe g«metiaekap m *
goederen; het actief, loowel ala het passief; de
KdiuMen zoowel van voor all die na het hnwelgk
i; alle TOOideelen «i latten, aUe winsten
TerliewD. AJlea blijft geme» gedurende
de gemeenichap; paa na bür ODtbiadiag — niet
te Terwarren mot de ontbinding Tan bet buwelgk
— komt ei een aeheiding en verdeeling te pat.
De man heeft het b^eer der gemeenediap ah
hoofd der echtvereeniging; lelfi nandelt kj) met
D,o,l,zedb,GoOgle
de gemeen Mfa&pigosdereii meesUl ale eenig cife-
nur. By ontstenteniB tib den Dun kaa de Trom
met maehtiging vtn dta rechter Toor bet beheer
d« gemeeiud^ optreden. De Imwel^wemecD-
sAap wordt ontWideiL: 1. door de ontbinding
TRn oet hnwelnk; 2. door «^iding ya.ii tafel en
bad; 8. door eMeiding vu goederen. De gemeen-
t^ftp is nn loigemukt en hur «erfcing hondt
op; Daide partgui kannen nn hur scheÜing en
verdeeling vngen. Om de vrontr te wutborgen
tegen naoselwe ge*«Igen, die Toor èaar nit riecM
beneer of wiMekenrige handelingen «ao den man
ontttatn knnnen, heeft d« wetMrer liaar da be-
toegdbeid to^^end, om ataaode de gemeeneehap
b^ den reeiiter teheiding tan goederen t« tra-
gen, en om na ontbinding der gemeensetiap dur-
lan aftbmd U doen. Die afetand, nsti tffdig in
bciioorlüken vorm g«dMB, ontheft haar Tan de
Terplitbting om mede Ie dragen fn de f^een-
KhapuchaTden, maar doet haar terens afnen Tia
alle baten der gemeeniehap, behoadem bur lin-
nengoed en kle«deren.
De vettügke gemtauehap van goeiertn be-
ittat «leehts, TooriooTCr de e<Mgenoateo niet
vUr het hawelgk bii ftiiwelybeAe vooneaarden
daarvan qn afgenreken. IKe trowemkadie voor-
waarden moeten door de eefatgenooten sdf vMr
het hnwelgk bg notariêele akte 'vantgettekl i^n.
De werking dier Toorwaarden ia van de voltrek-
kiw
valfeL . .
bon inbond gedniende het hnwelt^ ia onmoge-
1^.
Het bfiwelökacontraGt werkt tegenover derden
niet eerder dan van den dag dat de inbond ter
kennia van het pirbliek ii gflbraeht door Insehrti-
ving in een daartoe beatemd regieter, beniiteiMie
ter griffie van de reehlbank. Zoolang en
Mowdvtnho^ mMiagei '"
genover derden, ook bQ Mt
welqkwontraet, de regelen van de welM^kt al-
geheeie gemeenschap van goederen. De beper-
kingen dezer gemeenaehap knnnen loo al^eaieen
en Boovele gemaakt worden, alt Aan fcmidegom
en bmid goeddunkt. Z^ kannen ook zelfa alle ge-
meenKbap nitainiten of een gewijzigde gemeen-
iehap invoeren, mite ijj maar nanwkanrig om.
■dirgren, boe q hun hDweli^egemeenntiap wil-
len inriefaten; tg knnnen niet vohtaan met daar-
<ünirent eenroadig te verwöaen naar een vtoeger
beataan hebbend of nog elden geUeod vader-
landseh ot bnitenlandKh teebt. Om het den a«n-
ataanden editgenooten gemakkelijk te maken, be-
handelt de wet twee dei nieeat voorkomende be-
perkte gemeeitedi^tpen: die ivan witut en verliet
en die van vrue&fén en inkovuleii. Men behoeft
nn sledite êtn dier twee bn hmDelfkgvooneaar-
den te bedingen, «n de gevolgen dan verder doot
de wet lelf te laten regelen. De ecfatKcnooten
knnnen elkander of de een den ander bg de bn-
welijkaeÉie voorwaarden begiftigen, Kbênkingen
doen ter uke des hnwelQkB ftiMMlikigiften ma-
ken), die xoMvel tegenrwoordig», reede beataande,
of toekonntige laten — bet ^eel of een deel
hnnner nalatenaebap — knnnen (HDvatten. In bet
laatate geval etaat zoo'n twaebiJ^ing geink met
een niterate wilaheBcbikking, testttment, behalve
dat iQ niet benoepen ban worden. Ook derdes,
oudere, bloedverwanten ot vreemden, kunnen dei.-
gelgke tauwetijkegiften doen.
De wet behelit veider nog bepalingen omtrent
de huwelijk «gemeenMÈap en de bnwel^flnciie voor-
waarden bg tweede en -verder burwelgk. Het hoofd-
doel dier bepalingen ia de torg van den weieever,
om de belangen der kinderen uit vroeger ouwe-
lök te bescèermen tegen nwgelgke benadeeling.
Daaiom etel{ hg een maiimnm vaat, tot betweHc
de nieuwe echtgenoot uit den toedel van den
hertrouwde, hetig door, betin bnlten de gemeen-
aehap mag bevoordeeld wornen.
Het hnwelgk wovdt ontbonden — wel te on*
deraehaiden van de nietigverklaring — : I. door
den dood van een der ecAtgenooten; 2. door het
aangaan tan een nieuw huwelgk met verlof van
den rechter, verkregen op grond van langdurige
of KWH TI» korte afweiigheid «n daaruit atoe>
leid varmoedelgk oTerlöden van den anderen edt-
genoot. Deie w^ie van ontbinden komt bier te
lande voomantelgk in toepaeiing, om aan aebter-
gebleven vrouwen van viaacbere «i leelieden iiet
aangaan van een ander buwel^jk mogdgk te ma-
ken. De deide wgie van ontbinding ia de eaAt-
lekeiding (lie aldaar); de vierde door reehterlgke
nitqiraak, die door een der partyen kan nitge-
lokt worden, nadat leker tgdaverloop na de nit-
■praak van «eAeicfno rm tafet en bed U verko-
pen (lie EehUeheidmg).
Het buweli^ van pemonan uit bet Voretclgk
Stanhuia, die aan bon daaruit geboren afstamme-
lingen bnn aanranken op de Kroon, voor loover
ig die te paa nülen tnuMn brengen, willen ver-
zekeren, beeft de 'voorafgaande goetteoriDg der
Ststen-Generaal noodig. Het Imweljik gedt in
ocM recht overige» geen v<oorr«ehten b^en den
oDgehuirden itaat. Ook (xetaan geen bendere
premiSn op het beat van wettige kinderen. De
UtuUnmtet irta KivAae «
Xm, biet te Unde ezeeutoir verklaard, ia, na
eenmaal door den Hoogen Raad tegen de meeninx
der regeMiag toegepast te ign, in bet jaar 1847
eenmaal door den Hoogen Raad tegen de meeni;
der regew' ~
afschaft.
Ook in de B.-Ka1liolieke Kerk, die ten allen
tgde een groolen invloed heeft gebad op het fa-
mrlieweien en op het bmdgk leven, ia bet bu-
welqk ateede door canonida (keitelnke) inrieb-
tingen befaeeriebt geworden. Aan de Kerk ia het
voorrecbt voorbehouden, om de {iteditiKheid van
het aluiten van een huwelijk te Tieren; net hoold
der Kerk met xgn ondedioorigen waa de eenige
bevoegde rechter in alle kweatieo omtrent hu-
«elgkazaken, looals de wettigheid of nietigheid
van bet huwrigk, de gevol^eu van lief huwel^
voor de ecbtgenooten, de kinderen, de goederen,
de funilie eni. Het Kerkelgk recbt befadade een
menigte bepalingen, die betrekking hebben op
het «uiten, de gevolgen en de ontbinding v«n
het huwelf^. Een uitgebreid, zeer naawkenrig
gefonnnleerd huwelgkaieeht ontwikkeMe lieh in
de Htddeleenwen onder bet gezag van de kerke-
Igke macfat en in den str^^, dien deoe met de we-
reldlgke overbeid had nit te 'vechten, trecbtte de
Eerkeinke macht met alle inspanning Tan krach-
ten hef terrein van bet huwaHkarent voor lioh
te bebonden, boewei de wereldlgke madit even
kraeiitig begeerde om het uit de banden der Kerk
loeie naken. Nog ie die atrjfd niet volatredan, voor-
DigilizedbyGoOglC
HUWUELUK— SUYBBBT.
kl in de R.-Ettholi«k« liadeD. Al moge in de
ligt eeuw de imloed der Eark op liettiiiwelök
het bDwelijl[(Teeht gBToelie ijJD ing^ort, kl Aeelt
ook Jwel 11 in Ooitenn|k h»t bnigerlnk hnwe-
)gk en een bargerigk JmwdgkBiMlit in oei leieo
geroepen, Btap tooi ttap heeft de Kerk ook <})t
teirein heioieid, en bet in 1855 door Oostenivk
met den paus geeloten eoDOOidut faeelt bet ker-
kdijk bDwelök en het kerkdijk huwelijkireehf
in Ihun volle trurde beistsU. De Kerk beaofaonwi
foleeDB haar recht bet hawelijk als reHgieue han-
deling, aie svr*ment, dat de tuMohenkomst der
Kerk aoodig beelt, om ala zoodanig te best&an
en iüs loodaodg de daaraan ook door de hurgerlij-
ke wet lerboDden gevolgen te kannen faeUwn.
Het burgerlgk ihawelnk brengt mede de vo4tid-
king fan het huwelvk door de werdiflgke. bar-
SerUjke autoriteit tvp de «Öie en naar de vannen,
oor de bnrgerlJiHie wet vooigeechfeven.
HmreUlk, Qeneedamdig onderxoek vóór hel.
Zie QeiUMhmdig otuUnoek vóór hel huvelgk,
Comitee Ur btvordering van, en Eugeniea.
HnwvlUlulniraain >• de naam voor een in-
riehtii^, welke lidi bezie houdt met het tot
staixHTrengea itn hnwelgïen toeaehen eHrander
onbekende peisoDen tegen beUling van een be-
paalde «om ot een lekw paicentage dei hnwel^s-
gift. Door het pkateen vaD advertentiee, het ver-
apreiden van proapeetoeaen, bet ait^even van hn-
wdj^iBouranten en vooral door reizende of vas-
te agenten tracbten dergelgks huweltfkabareau'e
een groote elientéle te verlirögen.
HüWftUlksoba Toorwaardan. Zie Ruwe-
m.
Htlxl«Tt Thomae Benni, een Engekeb ybj-
■ioloog, den Iden Mei 1626 te Ealing in Hidd-
letax geboren, ontving onderwö* aan de acholen
aldaar en itadeerde m de geneeskunde mi een
hoBpitaal te Londen. Hü werd als aaeiatent-arts
gsplaatrt op bet oorlogaeehip .^altleanake" en
nam van 1g46 tot 1850 deel aan een expeditie
naar AMtralK en.de Torreeetraat, By lyn terug-
keer in Engeland werd bü in 1S54 de opvolger
tan Edvard Forbee ole ieoiaar ia de natnurlmie
hiatorie aan de koninklijke müosohool Ie Londen
en in 1855 hoogleeraai io de physiologie en ver-
seljjkeDde ontleedkunde aan de univerwteil; te
Londen. Van 1863 tot 1869 wan hij hoogleeraar
in de vergelijkende anatomie aan het „College of
Snrffeone , sedert 1870 lid der oommissie tot be-
vordering van wetencchappelijk onderwiJB en se-
dert 1892 lid van den Qeheuiien Raad. Eü over-
leed den 2SiteD Juni 1895. Van Ejjn geecuriften
noemen wij: ,3iitorj ot the oeeanLe hydroMa"
(1358), ,Xaa's place in nature" (1863), „On onr
knowledge of Ihe caueeo of the phenomena of or-
ganie nature" (1863), „£3emente of comparatiTe
anatomv" (1S64), .JJéssone in elementarv iifavsio-
logy" (1886), „The phyweal bwis of liV' 0868),
waarin bg agn protoplaBma-theorie ontwikkelde,
.iaj eermone" (1870), „Critjqaes and addresaeg"
(1873), „Home" (1879), ,£eienee Fruners: Iniro-
ductory" (1380), „Scienee and euiture" (1880),
„Ënayi on eontroverled qaeatione" (1892), „Evo-
luljon and etliiaa" (I8S8), „A manual of the uw-
tom; of vertebrated animals" (1871). „Practical
instmetion in elementarj biology" (1875), „Jüne-
riean adr«sBeB" (1877), „Anatom; of invertebra-
ted animals" (1877), „Plijaiograph;" (1877).
„The uavfisb" (1877), ixnevena een ^oot aaafail
eaeajs. Na lün dood Teisebenen nog „Selentïfie
papers" (A dW, 1897) en .^enUfic meatoirs"
(1898—1902, 4 dln.).
Bnr ot Hoet, een «
viocie Luik aan de beide c . .
aan den mond der fioyoux en aan de spoorlunen
Luik — Namen en Landen — Cine; gelegen, telt
(1912) M474 iswonen. Hen vindt er een keifc
in apitBÖoogatüI nit het begio der 14de eeuw, een
aüiecaenm, een indnstrieschool, een tnsBdiop'pe-
li^ college, een Mmioariiun voor onderwgieKs en
middelbare scholen voor jongens en meisjes. By
de plaats verrast de ecbilderaditig geiteen cita-
del. Op de promenade staat een standbeeld van
Lebeau (door Oeeli). De stad heeft belangrijke
papierfabridcen, ö^rgieterüen, (ink- en I00O&-
brieken, giaan- en veehandel. In de nabqheid
vindt men minerale bronnen, jaer-, link- en
■teenkolenmijneu. De stad werd in 1595 door Bi-
laugüree in naam der Generale Staten, in 1675
door de Pransehen onder maarschalk Crequi, in
I6{>3 nogmaals doUr deiMi onder ViüenA «a
eindelijk d«n 22sten Aagtufne 1703 door Mati-
borough en CoeAoorn iveroverd. Id een dei voor-
steden verhief licb vro^r de abdg Neumonstier
of NieawmuDster, door Pefer dan Ëiuüeiuuir ge-
sticht, die er vervolgeiu b^raven iFerd. In 1858
heeft men te lijner gedaohtmis in den tnin dei
oade obdq een standbeeld q)gerid>t.
Hnybert is de naam van een miaiwii^
Zeenwseh geslaefat.
Huybert, Jan, Jaeob en Herman, 3 tiioeders,
die in de ISde eeuw te Zierikiee de «BDiienll^-
ste wurdigfaeden bekleedden, braehten in 1506
aartshertog Philipt den Sehoone met agn gema-
lin op een door lien gebouwde vloot van 50 ccbe-
1 aartthertogin Margareta belangigke eeibewg-
len, o. a. vergunning tot het voeren eener vlag
met de leus: „Waak HuylKrl".
Httvberl, Lieven de, een loon van Jaeob, be-
kleedde bü heibaling de betidiking van bane-
meester van Zierikiee, en loen Kta-ei F in 1540
deoe fltod beiocht, genoot t^j de eer, dien Tont
te huisvesten. Ook was hjj opfieod^jkgnaaf van
het land van Sohoawen.
Buybert, Antotüuê de, te Zierikiee gebotaa.
stodeerde in 1607 aldaar in de rediten en legde
i'uAx tevens met öjti toe op de Hebieeowwie
taal. Omstreefcs 1620 veiieeide lig te AmslerdaB
in den Muiderbriiif;, doch vertrok later «eder
naar Leiden, om hier toeiidit te houden op de
uitgave van lüa geschrift: „De Psalmen des pro
pheten Davide, in 't Hdtreaws genaamd bet Bof-
bouok enz." (1624).
Huyberl, Juetui de, een stMtamon, is 1610 t*
Zierikiee geboren, stadeerde en promoveerde Ie
Leiden in de rechten en vertrok in 1660 met De
Merode, Van Rhede van Ameronge», BumiMa,
Van Oendt en Firn Beuningen naar Franbtjjk,
om onde Terbintenissen te hernieuwen. Hg wód
secretaris van de Staten en van gecommitteerde
raden van Zeeland en oTerleed den 4den8ept^
Bugbert, Anthoiat de, heet hm
DigilizedbyGoOglC
HUTBEBT— ;
omBtreelti bet jui 1S40 geboren, studeerde te
Leiden in de lechten en werd durna baljuw yaa
Veere en ruMkheer in den iHoogen Rüd. Hg
iciireeE een: .J^ednotie" orer bet recht dei am-
baohtsheeren yu Zeeknd en OTeileed in 1703.
Huybert, Petnu AnthtmiuÊ de, een zoon Tan
den Tooigaande, den 25aten Jancaci 1693 te 's-
Gravenhftge gooien, wm iieet van Kiuininffen
en Billand, diotsaart en kastelein ran Uai<ien,
baljuw eo dijkgiaal Tan Gooiland enz. en acbieel;
„Athenals, trenrntl" (1711), „'t BoeieobedroB,
Uucbtspel", „De dubbele «dtaking, bl»^el", ,iDe
TetmiBte raolenaftr, Iduchtqtel" (t713), ,J)e ge-
waande aatroltwUt, kkohtqiel" (I71S), „Zalde,
treuiepel" (1718), ,J>e dwue strijkster, Huchtiff
blijepd" (3de druk 1746) an „Per giadua ad
Mientiam; brief tegen 4e Ungwqligheid in bet
pre«lieD" (1714).
Havdsoopar >■ de naun Tan een aannenli^
Neder Jandteb geslacht.
Bavdeeoper Johan, ridder vaü St. Hiehiel, beer
«m Tftomen en Btokland van Uaaraeveea en
Heerdgk, werd in J644 eonepen, in 1651 bnrge-
meeffter yan Anutardamt, beuaette lidi met een
KüAiag naai ledaad en nau bet Bot van den
keurTOirst van Brandenburg, in 1660 met ande-
ren na&r '«-OraTenhage, om Rarel 11 geluk te
wenschen met zgn heiatelling op den EngeUchen
troon, werd dooi Chriêtitia Tan Zweden tot rid-
der geslagen en was bewimihébbet dei Oo«t-In-
disebe Compagjue.
Buydeeoper, Baltha»ar, een Nederlandsdi dich-
ter en letleiliundige, in 1695 te Amsterdam ge-
boren, studeenfe Mm in de rechten, werd in
1740 ecbepcn der atad en yerTolgene baljuw Tan
Teasel ea dökeheemrMd. Hü OTeileed den 248ten
September 1778. Van liJn gedichten y e melden
wg: „Aiaaeea of 't edelmoedig verraad, treur-
spel" (1715 en later], „Be triompberende staod-
Tastigheid, ot yergdelde wiaakzndht" (1717),
„Aohillee, treurspel" (1719 en later) en — „Edi-
Ci, treor^el naar Oomeille" (1730), terwijl ook
tünec^e gedichten Tan zgn band in de „Deli-
ciae poetieae" yan Van Santen zjjo opK^nomen.
V«rder gaf hö een proza en een inetriscne yertd-
ling in net h<iit Tan de ,rEekeldiditen. biieTen
en de DichtRun«t tau Q. Horalius PlaccW {1?37).
Na zijn dood Terzchenen zqn ,,QedLchten" (1788).
Hoogst belsjigrnk is zjin „Ptoere yan taal- en
dichtkunde op Vondels Hersi^eppiogen van OtI-
dins" (2de druk, bezorgd door Fratu van Lely-
■ vüd en Hin\op^ 4 dln., 1782—1788), waarop
Bilderdgk in 1828 „Korte aanmerkingen" ge-
■chreren beeft. Ook leyerde hn eeti ,, Brief i*egene
den ablatiyns abeolntni" (1772), beneyenz een
nieuwe uitgave met aanteekeninzen Tan de „Rijm-
krongk yan Melis Stoke" (3 dln., 1773). Deze
wecken kannen beschouwd worden als het begin
Tan het wetenwiiappelük taalonderzoek hier te
lande. Eindelijk lererde bü nog: ,J)e brieven yan
P, C. Hooft" (1738), „PriTÜegiSn en handyeaten
yan Teszel" (1745), en „Hengebchriltea". Hg
was een van de eerste leden ran de Maatcchap-
pg yan Letterkunde te Leiden.
Huydeeoper, Theodoor Conteli» Beinier, een
NederlandÓA godgeleerde, den ISden Febra~~'
1805 te Hoorn geboren, stndeenle te ntre<dit
de Uieologie, promoveerde op een dissertatie „De
Woud«nfaei^, daarna te Zutfen <18S4) en eiode-
Ivk te 's-Giaiyenhage (1833), waar hjj in 1865
emeritaat ontying en den ]6den Januari 1866
OTerleed. Hji ^yerds t^en bert misbruik Tan
sterken draoc en sclhreei; „Woord van ernet en
liefde" (1854), „Opmerking" (1844), .^ej koran
en de jeneyei" (1847), „QeKiiekbn Toor mili-
tairen OTer den sterken drank", „Het huisgezin
Tan vader Reinbard", «enige ,4jeerredenen" enz.
Hnyreiu, Chrittiaim, een Nederlandsch
zUatMian, ODHtreeks bet jaar 1555 te Ter Hei-
den bg Breda geboren, stodeerde te Dousj, be-
wees aan zijn yaderland en aan ihet Huis Oranje
belangrijke diensten en werd op zgn 27ste jaar
secretaris. Tan prin« Willem l en venvolgene van
den Raad van State. H^ boTordeide de ontsnap-
ping van bet kind van Wülem Jantt. van Hoorn,
dat zich bü den S|iaanseben gezant te Landen in
gijzeling bevond, waarom de Prins hem een gon-
den gedenkpenning scbonk. Hg' overleed den
TdeiL Februari 1624.
Hnrsfliuii ContUmt^j ibeer van Zvyliefiem
(zie het portret bij het artikel Nederlandeehe Ut-
terhinde), een Nederlandsch dichter, de tweede
zoon van den voorgaande, werd den 4den Septem-
ber 15S6 te 'fl-Oravenb^ geboren. Hij ontving
een voortreffelijke, veelzijdige opvoediitt. waaAg
zgn vader een deel van bet onderwijs zelf in han-
den nam en die zich, in weerwil van den Calvi-
nistiscdien geest van het gezin, zelfs tot dansen
uitstrekte. Toen bij dui oo^ in 161S met ilJn
bloeder Maurila naar Leiden ging, kon hü reeds
na een jaar zijn rechtsgeleerde etudiBn met een
openbara disputatie voltooien. Tot de recbtsprae-
tgk voelde ng zicb weinig aangetn^en, doch
Ïaarne greep bü in 1618 de gelegenheid aan, met
en BoKelscbea gezant Carltton itaai Londen te
reizen. Nog viermaal bezocht hü in de eerstvol-
gende jaren Engeland als lid van gezantschap-
pen en verkeerde te Londen veel bjj. de lamibe
Killigrew, waai hü tnet veisohiUende van de
grootste mannen, o. a. met Bacon en Donne in
aaniaiing kwam. In 1619 bezocht bij VenelJS, sis
secretaris van Aeruen van SommeMgk. Oen vat-
ten werkkring kreeg hg in 1625 ala secretaris vsn
Frederik HendriJt, met wien hg op vertronwel^-
ken voet stond. In latei jaren beeft hg bet in tgn
tadbt^ dat bij tot onder Willem Hl met groote
toewifdinf en werkkracht bleef bskleeden, niet
gemAkelgk gehad. Inmiddels had hg reeds naam
femaakt als diditei. Eerst bad hg IdtünBCbe en
lansche verzen geschreven, ma&r van 1618 da-
teert ,4)oits oft Serder-sUobte", dat men 4d
Têtband brengt met ign liefde voor Dorothea
tan Dorp. In 1621 volgde de zedeschets ,.BataTa
Tentpe" of „'t Voorbout", in het TolgMid jaar
het hekeldicht „Costelick Mal"; vsji I6^en 1634
dateeien de „ZedeprioteD" en ,,Stedeetein]iien".
Met eenige andere zacen deze gedichten, zeker
niet de minste van Huygent^ in I62S het licht
onder den titel ,^ia of Ledifhe Uren". In bet-
zelfde jaai tiad hij in bet ouwelgk met zgn
nichtje Siaanna van Baerh, door hem berhaal-
delgk ais zjjn „sterre" bezongen, die reeds tien
jaar latei overleed, hem vijf eindezen nalatend,
aan wier opvoeding hg groote aorg besteedde. At-
DigilizedbyGoOglC
leiding es ttnot raat d& iqn ambuiijke bcilom-
merii^en loctit hü in het ttaileDlereii : in de eerat.
ToWende jar«n legde hfj het tiaitsn „HoFwjck"
onaei VooAui^ aan. Zjjn eigen leren uit den en
de 'TolgeDdt ju«D behaodelt faq in ,J)&gh'Werek"
(1827—1886) en „Holwrek" <1651), un ifo wel-
Kealugde bemoeiingen Toor de beetntiaf T&n
den weg Tin Den Haag naar Sefae*«DiDeen her
innert „Zeeetraet" (1666—1667). Van ïifn o»eri-
ge cediehten moeten noff atioodeilök genoemd
mMen: bet ïoortretfelpe, terneAtige allezo-
riache gediehtM ,SeheepnTaet" ()62S) het ht-
apiegelende „Ëntraaia" ot „Oogetrooit (1651),
het nagdaten, eerit in de 19de eeawnitsegeTen
„Cfoyj^erek*' (168S), de leer geslaagde, een
nit nemende keniM Tan het AntwerpKhe dialeet
Terradende klncht „Tritntje Carnelii" en de 15
boeken „Sneldiebt", cantdirfitBn en sehertaen
van verschilleDden aard. Hg OTerleed den 2Beten
Haart 1687. In 1896 is aan den Scheien ingechen
Weg een 4>or(tbeeld Toor bem opgeriebt. Een
groot dit^tei wa» Buggetu niet, daarroor waa hg
te practiiA en Teietandelgk aangelegd, betehikle
hg oter te weinig Tlneht van leibeelding. Haar
wel laat bg lieh in i^n weifc kennen al* een Toor-
treffelijk opmerkei es een man ^an fgnen geeit
en ook Tan maak. De Torm Tan iqn gedietiten
ia teer Tenorgd, hg atreeft eebtei me«r naar
tehitdeTaebtige, geeitdrittige en kernaebtige ait-
drottingen dan naar «eboaDfaetd Tan klank en
ibjtbme. Zgn kernacbtigheid ontaardt wel eena
in gewrongenheid en ign geestigheid in geioeht-
heid; doch vooral in de gedichten nit iga eerste
periode tilgft hij dooigaam leirendig en friseh.
Zö« latere werken ign dikwgls wat hng mtgt-
iponnen. In sgn bee{)ie^elingen toont Buygeiu
iiiii een oprecht CalTiniit en een wel eens wat
erof Tjjana Tan Rome. Qroote Termaardbeid hrf>-
Den ign puntdicèten «erworren, toch iQn er niet
Ted weikeli^ geestige onder, niet lelden zjn de
woordspelingen al te gemaUcelyk en een Trg
groot aantal tijo plat en grol, Tgdene ign leven
werden ign gedi(*ten in 1656 en Termeerderd in
1672 onder den titei „Korenbloemen" uitgegeven.
Een volledige nitgavs beiorgde Iforp (1892—
1899, 9 dln.), die tnane ook Huyoent^ orïefwiase-
lii« in bet licht geeft («edeit 1911, 4 d]n. ign
Teisehenen}. Z^ „Hémoires" ign in 1878 door
Jorissen, i^n ,4)asboek" ia in 1885 door Vnger
nitffegvven (in „Ond-Holland"). Van Huygeny
veideie seHJirilten moet nog genoemd worden
bet Rtrgas^rift „Ohebmjd of ongebrnyek Tan
't orgel m de fcercken der Vereenigde Nederi*n-
den" (1660), waarin bg voor bet o^el ipartij kiest.
Zie verder: Th. Jonnen, Constantin Hajgen».
StndiBn (1871)) H. J. Eymael, HnjgensvtndiCn
(1886); H. /. Poldt, CoMtantin flnjgeni J„Öid<"
1889, dl. I en Q); Q. KaUf, Conatantgn S(];geiM
(1901).
wat eerst all atnibtgeoot, later als oprolger
zijn Tader. in dienst bn^ den stMthonder Willem
lil. Ook bg beoefende dé diditknnst, maar heeft
lieb vooral bekend gemaaikt als metgeiel van zgn
broeder Ckrütiaan ie Parge. Hier bielp hjj de-
len bg het elgpen vin vergrootgUien en «enreel
reisaan teekeniióen, waaraan bg UO lehetsteeke-
ningen toevowde, meerendeels verviardigd gedu-
rende den tjd, toen bjj ViUem 171 op ign veld-
tochten in Brabant en Vlaanderen vergeieMe. Be-
halve handig teekenaar, wis hg ook een verdien-
itelgk portretschilder. Hg overleed in 1697.
HujrtaBUl, Chrtriiaan, (ne het portret bg het
arl. Haiuurkutide), een Nederlandscb na-
tanrknndige en broeder vas den ToorgaaiMle,
werd den llden Atiril 1629 te 's-OraventiBge ge-
boren, toonde reeds ah knaaf) veel aanlee Toor
de werktnigkunde. In 1645 werd hg te Leiden
stndent in de rediten aan de Leidtene onwerti-
leit, terwgl hg tevens de lessen in de wisknode
van den hoo^leeraar Van 8du>U* irolgde. In 1647
letle bg zijn Rtndifn Toort aan het „CoUege
Araasiaenm" te Breda en in 1648 maakte Vj d^
nit Tan een gezanleehap naar Denemaiten. In
1655 ffing hij naar Fiaiftrgk om ain de protea-
tsntsche academie te Angers den graad van doc-
tor in de beide rechten te verwerven. Te Pargi
knoopte hg betrekking aan cnet de meest beken-
de wisknadigen van dien tgd. Na een betoA aao
Engeland gebracht te helA>en, keerde hg ia 1665
op uitnoodjging van Cotberl terng naar Par»,
waar bg lid werd Tan de pas opgerichte „Acadé-
mie de* Scieneei", terwnl hem tevens een woaing
in de XoninElgke Bibliotheek werd afgestaan.
Na de herroeping van het Edict <van Naates keer-
de hg, in 16&1, naar 'e-Oravenhage terug, wau
hg den Ssten Juni 1696 arverlaed.
De voornaamate ontdAkingen van Hitfgent
li^en op het gebied der weiktaigknnde en dat
der optica. De theoretische meehaniea heeft hq
aaniienigk nitsebreid door ign besebonwtnxen
over de mi dddpnnt zoekende kracht, ^n ondei-
zoekii^en over den phyaisehen ilioger en de al-
leiding dei wetten voor de elastische botsing.
Voor de piaetische werktnigkunde waren de door
hem aangegeven veAetenogen der norwerkei
van groot belang. L«ngs winondigeD weg toon-
de bg aan, dat de «lingertgd van een fingerend
punt slechts dan onafbsnkelgk is van den hoek
van aitwgking. als het punt gedwongen wordt
«en cycloïde te doorkopen. Zjin in 1078 venehe-
nen „Traite de la Inmière" Mvatte een geheel
nieuwe lichttbeorie. In tegenstelling met de
emiitülheorie rvsn Nevton, die aannam, dat de
iichtversdii(nselen veroonaakt woeden door zieh
snel bewegende kleine deeltjes, ging de undula-
tUtheorie wm Bvygmt uit van de >eronderstet
ling, dat het liAt ion qjn een trillingsversdiün-
se! in een de geheele ruimte opvullende stof, de
aether. Terwgl voor nadere b^ndarheden ver-
weien wordt naar het artikel LtdiL zij bier sUeea
vermeld, dat gednrende langen tga de undnlatie-
theorie weinig aanhangers ivond; eerst in de 19de
w werd de groole waarde e
'SS
;eiien. Alt
iterreiAundi^ verwierf Hvj/geHt zich groeten
naam door ign waarnemingen der planeet 3atnr-
nn«. Hg hield üeh ijverig bezig met de verbete-
ring der toenmalige kQkert en het gelifte bon
een instromeot van 13 voet lenMe te eonatmee-
ren, dat aUe andere van dien tgd verre overtrof.
Den 5den Haart 1655 nam h^ voor bet eeist een
satelliet van Sataniui waar; een jaar later deelde
hg in een klein geschrift „De Satoroi ana obser-
Tstio nova" de ontdeUtiiw Tan den Satnmusring
mede. In bet drie jaren later nitgegeven ,3jete.
DigilizedbyGoOglC
ma SatDmi" gaf fluygviu de «erklaring d«c
(^jjngMtalUo en de TannTeranderin^ via den
ring; wA beistte dit nreik een sfbeeldmf tkd de
nereWlek van Orion, met de lekeiteid, dat dew
lichtvlek «eb niet in kteiae Bteiren liet ontbin-
den. Van de talri^e wiekondige bijdiigen ter-
dient hel reede op 28-jangen leeftjja gndireTen
„Traetaet Tan rekening in melen v&n g/heind"
ahonderlgke vermeldinf. In oit wenk legde Huv-
r* den grondalag toot een geheel nienwe lak
viakuDde, n. 1. de kanerekeDing. Al zgn hand-
•ehriften had Huygem venna^t aan de aeademj-
Khe bibliotheek te Leiden, terwq] hg aan Sur-
eher de Volder en Bemard FuUeniu», ho<^leeraren
te Leiden en ie Fran^er, had opvediagen daar-
Tan het licht te doen lien, wat ig hieiroor ee-
«ehikt oordeelden. Zg hebben in 1700 aan die
opdracht voldaan, doch 24 jaar later werd door
't'QrareiamU een voUedige nilgBve der werken
van Hitfgetu beiorgd. Twee bo^deelen ander
den titel „Opera iraria" bevatten in i afdeelingen
de meefaaniuhe, geometritahe, aatronnmiaehe en
mragelaobriften van dien eehrirver, lerwfjl in
1728 nog 8 deelen onder den titel „Opera reli-
![ua" gevolgd liJn, die hoofdzakelgk over het
icht en de iffaartekraeht handelen. De HollBad-
Bcbe HaatKhappü van Wetensohappen deed een
nieuwe nitgave van ïgn weien tetïehjjnen
(„Oenvree eon^lètea", 188S_1905). Ook voerde
BvygeHg een O) (gebreide brietwisBeling. Die van
hem met Leibnü en FHójrital ie in 18S4 in 2
deelen dooi dea boogleeraar Uylenbroek in bet
lieht gezonden. In 1S£7 it op ign graf en dat
van ign vader een vierkante iwarte gedenkateen
geftlaatat, waarop met gouden letters te leun
staat; „Gralplaate van (fonetantjjn en (%ri«tiaan
BuTgens". Hg scbreet: „1%eorema de qoadrstu-
ra by.perbotei, ellipaie et cirenli etc." (1S47), ,.De
eireah magnitndine invênta etc." (1664), ,J}e
Satnrni luna obaervatio nova" (1656), „De ratio-
ciniiB in Indo aleae" (1657), ,3revis institatio de
nen horolt^iornm ad inveniendaa longitndineg",
„Horologium" (1658), „S^ema aaturojnam
etc" (1659), „Lettre de Flvrier 16% enr lee
horloges i (wndole" (in het Jonmal dea Scien-
eei), „Relartion d'nne obmrvation, faite daoie Ia
ffibliothèqne da Sm A Paria Ie 12 Hai 1664
d'nn balo etc." (1867), ,Jiettre «ur Ie monvement
qoi est prodnit par la reneontie dee corps" (1669),
„Lettre tonehant la figare de la planète Sainr-
ne" (in bet ,.Jonma1 dèe Savanfs" van 1672), „Let-
tre tonchani me nonvelle maniere de barotnètre
S'il s inventée" (in gemeld Journal van 1072),
.. ortdoginm oaejUalorJiun" (1678), ,JLettre ton-
ehant nne noovelle invention d'horlogee trèa
jnstes et trAa portativei" (in genoemd Jonmal
van 1675), „Lettre tonehant nne nonveUe maniere
de mieroseope" (in dat Jonrnal van 1678), „Nou-
velle invention d'nn niveau K Innette ete." (in
dat Jonniai van 1680), „Solution du problème
Sroposé par mr. de Leit)n{x, trouver une ligno
e deseente, dans laqueUe Ie coipa pesant dee-
cend nnifoimément et auiroehe égalHOent de
rhorison en tempa égaoi" (in de Nouvelle» de la
Bépuèliqne des lettree van 1687), „Astroeeopia
eoiwenaiaria, tnbi oiptid molimine Ilberata"
(1684), „Traite de la lamière od soni eipIiqoéeB
lea eanaes de ee qni anivc dans la léfleelion et
ËH8. ssa
dana Ia réfraetion, et partienlièrement dans
1'étrange létraction dn eriatal d'Ialande, aiee nn
diaeonra anr la peeantenr" (16&1), „Sotntio pro-
blematia de linea catenaria" (in de Acta Erudito-
rnm van 1691), „Conatmetion d'un pri*lème d<
Séométrie: tronver nne ligne é^ale A nne partie
onnée de la Vigne logariflimétjque" (1698), „Do
problemate BernouUiano" (16^). „CouBtrnetio
unirvetsaliB problematia a Joanne Bemonltio pro-
poeita" (in de Acta Emditomin van 1694), „Coa-
motheoros. «ive de terrïa eoelesfibua eainmque
omatn eoniectutae, ad Constant inum fratiem,
Guilielmo III Magpae Btitaoniae r^is a seere-
tis" (1698), ook in het Franach, Ëngelsdi, Dnitseh
en Nederlandaeh vertaak^ „Qpascula posthoma"
(17031, „Opera varia" (1724), „Ofera reliqna"
(1728) en de „Eieereitationes", uitgegeven door
Uylenbroek. Verder iieeft men een menigte hand-
senriften van hem <ci de Aeademiscbe boekeiq te
Leiden, waaronder Sdeelen brieven, door koning
WiUem I in 1822 aan die 4)ibliotheek gSMboD-
ken.
Hayrens, OomÜu LydU, den ISden Juni
1848 te Haarlenmerliede gciwren, bracht bet
grootste gedeelt« tmi haar jengd door te Brossel, .
waar ie werd opgeleid foot piano en lang. Later
vestigde iq lieh te Breda, waar lü met ket ge-
ven van pianoles in haai onderbond voorsag en
vervolgens te Amstendam. Ben tgdlang nam iq
Ijverig deel aan de aodaaUomoeratisme bewe-
ging, doch in haar laatste levensjaren bleet ^
meer co den achtergrond. Zjj oveifeed in Novem-
ber 1908. Haar naam ala sehrüfster werd geves-
tigd door den met veel overtUj^ng in socialisti-
KiKO geest geselirsvenj maai in meer dan éen
optieht seer onwaarach^nlijken roinui „Barthold
Herjan" ^897, 4de dnd 1908). Verder achreel
zij nog: ,3eltae van Bentinok. Boman" (2 dln.,
1877; 2de drnk 1889), „üit den strgd des le-
vens" (1878. 2de dmk 1887). „AraibericRi" (1SS4,
2de drnk 1885], „Regina" (1884, Sde drnk 1895),
„Een huwelgk" (1892), „Hoogenoord" (2 dln.,
1B92), „Zomer" (1895), ,/Éen woord aan da Ne-
derlandsohe vrouwen. 'Bede" (1886), .Socialisme
en teminisDK" (1898), „De liefde in bet
vrouwenleven voorheen en tbana." Naar aMilei-
ding van .J)e liefde in de vronwenkweatie" van
Anna de Savomin Lohman" (late en 2de drnk
1899), „Darwin~<Han. Bemslein ah een bestrS-
dei van eene natnur-philosopiiiaehe leer" (1901).
Bovendien schreef ijj bjjdiagen in „De Oids" en
„Eigen Haard" en vertaalde verschillende romaDs,
~ iiui. Btgifutl wm. PMat sieh in san
trillende
foltoppervlak elk
eeltje, dat in tril-
ling geraakt is, te
beschoDwen als een
nieuwe trillings-
bron, dat is een
middelpunt, waar-
van nieuwe tril-
lingen urtgaan. De-
ze voorstelling van
de voortplanting
van trilhng^iolren
DigilizedbyGoOglC
HUT0EN8— HOZABEN.
de Toortplutiag tm golIopfierTlakkeo in de
[niinte. Waaneer rut uit O (iie de tig.) een tril-
lende bew^ing iii^aAt, d&n zullen de deeltjes
a, b, e, d ea e ge^^ktqdig den inTloed d«aiTaii
aitdeninden en nn ieder een nieuw middeipnnt
Tonnen, lanwAar trillingen nitgun. Deie loUeu
d>n skmen het goltoppecTlak mnopq termen.
Dit beginiel, dat het eeiit dooi Bitvgóu it nit-
gecproken, ^^'t '» ^* theorie tsd het licht een
groote rol. Zie verder de utikelen Buigingm
wAvnwIen en LieU.
HarclienB, Ruiger, heer van Clarênbeek en
burgemeeeter van Ainfaem. in 1592 geboren, wm
reede in 1630 lid der SUten-Gener&al en gedn-
rig met beUngrqfce conminién belait, 100*11 in
1683 «Is geitot Dur de Dnittdie HoTen, in den
Tweeden Engelaeben Oorlog tl* gecjimmitteerde
tot de uken tu de Me en in 166S met De Witt
en Boreel &ls geTolnuetitigde op de vloot. H^ wu
de itichter ven dsrenbeek en overleed den 2leten
AngnatuB 1666.
Harrli*iUi Oomanu, een Rooimch-Eatlioliek
godgeleerde, in 1631 te Lier eehoren^ atadeerde
te Léaven, werd er in 1652 uoogleeiear ia de
wg^Mgeerte.e^i verwierf in 1668 den rang van
doctor in de god^eerdfaetd. Nadat bq te Rome
de rechten en vrgheden der nnivertiteit te Léa-
ven verdedigd bad, oelende hu veb verder in de
godgeleerdheid en werd ia ]67? teeter van bet
college van paaa Adriaan, in 16S2 kanunnik der
3t. Pieterskerk en in 1687 lid der bbeologisehe
laenlteit. Hg overleed te Lenven den 27sten Oc-
tobet 1702. Van ïnn geschriften noemen wji:
,JIetbodi]B Temittendi et reti^endi peecata" (2ae
druk 1686). ..Brevee observationea oe actibiu hu-
maois etc." (1694), „Conlerentiae tbeologieae"
(3 din.) en „Cuitns theologiae".
HnrlMibnraok, Alphoiue, een Znid-Jfeder-
land^ godgeleerde, den 2den Angnatua 1667 te
Brussel geboren, tnd in 1684 in da orde der Je-
inleten, werd leeraai aan bet seminarium te Oent
en daarna bieebtvadei vao urt^ieeefaop Thomai
Philipt van Alialie te Medielen, alimede biblio-
thecaris Tan het museum Bellarmini. Na den
dood van Qlemena XI vergezelde hg den aarte-
bistchop, teven* kardinaal, naar LEi«me, doch over-
leed op de terngreii den Sisten Hei 1723, Van
ign geuèrilten vermelden wg; „Mémoire tou-
ehant Ie dessein qu'on a d'introdnire Ie foimnUi-
re d'Alexandre Vil dans l'églÏH des Pajs-Bas",
„Vindicationee adversus tamaeoi libellos sub ti-
tulo Artea Jesuiticae", „Vindicationes alterae ad.
veraQG famoBOi' libellos et novam eomm collec-
tionem sub titulo: Tuba magna, novum elangens
aonum" (1715), „Brrores et synopste vitae Pa-
scboeü Qaesnel" (1717). „Qaaestionee de eonsti-
Intione nnigenitus" (1719), „Haeresie Jansenia-
nae praecluea eflngia" (1708—1709, 2 dIn.), en
„Imago primi eaeculi JssBenistarum" (in hand-
■chrift op de bibliotheek te Meehelen).
RiiTB«ii, Oomelit van, leeraar bg de Doops-
geiinde gemeente te Emden, schreef: „Korte in-
boud VBD de leere des geloots, geschikt naar de
olgetDeeiie belijdenissen van de Doopageiinde
Christenen" (1705), .^i'torisetie verhandeling
rau de ofAomst en voortgang, mitsgaders de goiT
geleeT<Hieid der Doopsgesinde Christenen enz."
(2de druk 1784), „L^dias lapis doctrinaa Men-
nooitarnm" [1718], ook in het Nederlandach,
,J)e grondslag van de leer der Soopsgeuide
Christenen verdedigd en bevestigd lagen de ver-
dioajjingen van Haunen B;nskê« van Overwgk
en zgn aiscipd Douwe Donwes Mnji eoi." (1715)
en een paar leenedenen. Hg overleed den 25sten
Januari 1721.
Butmduu, genaamd flvyfaunufu* Medte-
len, Gomelit, een Vlaamach «diilder, werd den
2den April 1648 te Antwerpen geboren en over-
legd ta Uechelen den laten Jani 1727. In ign
tgd wat hg zeer in oansieu. Laads^appen van
zqn band vindt nten te Antwerpen en Bruaiel,
in het Lonvre te Porgt, in de musea te Berlyn,
HQnchen, Weenen eni.
Hamnaiui, Joris Karel, een Frauch sehrn-
ver den 3den Februari 1848 nit een Vlaamadi
geslacht te Farqs gebofen, werd na afloop i^nei
ru^tagel eerde «todiin aitd)tenau in het ministe-
rie van Binnenlandsebe Zaken en w^de treh in
ign vrgen tqd aan den ultra-ieolistiscben, later
aan den mvstii^-eaotberücben r(»nan. In beide
genrea heeft hg meesterwerken geleverd. Zjja
naam werd tegelgk met dien van. De MmipaittnU
bekend door de ,^iréN de UMan", waarvoor hg
de novelle „Soc an dos" <18S8) adireef. Toen
een vnri^ vereerder van ZoU, werd by van 1887
af zgn bittere vgand. Naturalistisch ign „Le dra.
geoir au épieei" (1874), .Jfarthe" (1876). „Lei
soeura VaUrd" (1879) „En ménage" (1881) en
„A rebours" (1884). Nadat hjj een tg'^ iang ge-
zwegen had, trad h^ in 1891 in ign „LUiat" te-
gen de Bwarte magie op, wier tegenwoordig we-
zen met al haar godriasterlgke orgiSn hg, naar
zegt, natnnrgetroow schildert. Daarop werd
„L' Obli.i" C1903). Over lehildeiinnst
handeh hg in „Troi* primitiFs" (1904). Sedert
1908 was hü het oudste lid van de Académie dea
QoneoarU. H^ overleed den ]2den Mei 1907 te
Pargi.
HDrsnin, Jan van, een Nederlandseh tehil-
der, den 15den April 16S2 te Amsterdam gebo-
ren en aldaar den 7den Februari 1749 overle-
den. Hij was een kerling van agn vader, den
bloea»iAilder Jvittu van fluyntm. Jan't iHoeder,
Jaeob van ffuymm, «diüdeide gdieel in ign
trant. Hg b(^n bet eerst met het schilderen van
blounen tegen een lichten in plaats van een don-
keren aditergrond. Het iRgksmn.se«n te Amster-
dam en bet Manritshuia te 's-Oravenhige beut-
ten o. a. weiixn van zgn hand.
Hqkuvii ia de benMniog van een bepaalde
eoort ruiterg. Het woord ie afkomaUg van liet
Hongaarache woord huas of twintig, omdat ieder
20-tal huizen in 1458 op laat van Malllüat Oorvi-
ntM één ruiter voor den tgd van S maasden aan
bet leger leveren moeat. Oorspronkelök gehar-
nast en zwaar bewapend, werden ig latet, at oa-
tianale dracht — bewapend met hst zwaard „Ara-
bella" — gekleed, in lidite ruitKÜ veranderd en
in 1688 en 1696 door Oostenrgk tot regimenten
vereenigd. Sinds 1721 bezat PmUen 2 ait Hon-
garije gerecruteerde en daar bereden gemaakte re.
gimenten huzaren, door frederik II tot 10 re-
gimenten van 100 eskadrons uitgebreid. Zn wa-
faekend om hnn geweldig langt knevelt en
DigilizedbyGoOglC
HUZAREN— HYALIBT.
hnn booggc^nitde liaren. Toen men ecfatei
elk aoort caf&ieria ia tgd vu ooilog het»
verlangde, iiielden de hnnien op een ipeeiaal
mpen te iqd. De NederUndselie eiTalerie be-
etaet gciieel nit hazaien {i regimenten), Duitseh'
lud teh no^ 20, Baaluid 2, Roemenie 6 regi-
menten (Hosioii). iDe overige 'EaK>peeg(die mo-
gendheden g«Ten hnn eafaterie uideie èeounin-
gen. Ale groote bnzuen^uiToeiden lijn betend
gBwwBt ZUlktH, SefdlUx, Kküt en BÜleher.
Zie voDtta: Nederland (leger}.
BnmlMi. een BtdieenBche ToIkeatHD, be-
woont de N.0. hellingen der Etupaten in O. Oa-
lieie en de BoAewina en èeoefent Toornamelgk
*«eteeh. De HunlenpHurden zqn <bekend. Hnn
uotal bediugt ongeTeei 200000.
HtWD, een Zweedsdi dl&nd in den Oreiont,
fen N.W. van lAadArona, telt op 7,5 y.kat.
tnim 1000 inwoners en werd bij den vrede na
Boeekilde (1658) door Denemaiken abeetaan. In
1576 liet Tt/eho BnAe er het kasteel Uranienborg
met de sterrenwacht te Stjern^org bauwen,
«aarv&n de oveililijfBelen in 1901 door opgra-
ringen blooteelegd qjo. E^n boate van 'OraAe
werd er in 1901 «nthnld.
Bwuifym, een stad in de Chïneeeche pro-
ineie Taje! ' " """' " •■■■•!
n de Bui i
inwoners.
Hraolnt (ByaeinthiuTo
n.) ie de naam
„ i met Jijn-
Tormige, gegroefde faladeren en een naakten
bloem iteotfd met een tros, klok-lreohterTormig,
B-epletig bloemdek en 6 in de bloembnis beves-
tigde meel draden. De vracht ie een 3-haekige, S-
bokkÏKe, meeetal 6-zadige doMTmeht. Al^èvaeen
TBrspreid is de Oofteraeke kyaeinl (H. orienlih
Ue L.) met welriekende, blaawe, pearse, witte,
node en gele bloemen ie vele hteuTschakeeringen.
^ groeit in Elein-Aiïfi. Syrii en PeniS en Hiuis
ook in bet zniden van Frankrijk. De caHunr van
Hyaeinten is echt NederUndseh. Zy wordt al-
leen in ons land nangetroHen, hoe vaak ig ook
in bet bmtenUnd ia oeproetd. Zd komt voor in
de etreek tnssdien Beverwijk en Leiden. Vroeger
WM Haarlem om lijn teelt van dit bkiengewaï
door beel de werdd o^nd; mi dauentegen heeft
de enltunr zic^ verplastet, zoodat de gemeenten
Lisse en Hiilegom meer als 'bet eentrom van de
ByaeinteHleeU te beschouwen zijn.
Se teelt slaagt alléén ap liiAte, maar
bemeate UDdgronden, 50 cm. boven bet water
lifKtnd. In den r-egel worden date gronden «ven
vMr of na den winter 3 ik 4 «teek diep omge-
werkt, waarbij de veracbiHende lagen gemengd
worden. Op deze wqze veitr^gt meu een b^zon-
dere düke laag teelaarde. Nu volgt een zeer zwa-
re bemesting met «talmeet ter waarde van 1000
5 ld. per SA. of 400000 kg., welke wordt on-
eigew«rkt. In October, November, Decemlber
wordt galant en, «oodra vortt te vreezen is, de
grond met los, nienw bladriet bedekt. In het
voorjasi heeft bet ontdekken plaate. Zoodra het
looi rijp is, haalt men de bollen uit deo grond,
oogst ze en brengt ze in Boburen van bijzondere
ooDstrnctie, om te drogen. De Hvacinten ver-
meerdert men door tinpee kleine (wlletjes, die
lieh ten gevolge van diet z^. „holien" en „tng-
den" vormen {zie BhembciUnUelt).
fiyorinten, die in enkel- en dubbelbloemige
worden onderscheiden, dienen voor veraiering van
tuin en kamer, veneteAanken, «az. In de tuinen
versieren zy ^^ voorjaarsperken. In de kamer
komen zij meestal in getrokken toestand. Daar-
toe is het noodig, dat ze met weinig bind, maar
flinken bloemtros prjjken. Zij worden in den herfst
bï op glftMn met water èf In bloempotten met
grond eeplaatst, ± 6 w^en lang in bet donker
en koel weggezet, zoodat de ontwikkeling der
wortels die der bladeren ver vooruit is, en dan
in een booge temperatuur, ± 15-~20o C, ge-
bradht. Zie verder BloenAoüenteell.
Braolnt is de naam van een edelgesteente,
en' wél van byacïntroode of gele verscbeiden-
beid van den lirkoon. Het ja oooizicbtig. beeft
dubbele straall) reking, wordt 4)ij wrijving positief
electrisch en voor de blaafipijp rooder, zonder te
smelten. Zjjn aoorteli^ gewicht la 4.4 en bjj be-
Btaat uit ziikoniumsilieant, Zr Si Oi. Reeds bQ de
Ouden was hij bekend, en voorheen bezigde men
hem tot versiering van uurwerken, dMizen ringen
enz. Ook komt bj wegens zyn Jiardbeid (7*/i) te
paa aU steunpunt voor fijne baUnsen en voor de
Kptllen van uurwerken. Ijikwijls worden aan on-
kundigen bessoniet (kaneeljleen) en andere roode
Bteenen, zelfs rood glas, voor hyacinth vetkoeht.
HTftolntlift, Pére. Zie iLoyson, OharUt.
Hyaolnthiuii de zoon van den Spartoanacben
koning Amyebu en van Diomede, bezat als jon-
geling een bgzondere schoonheid en was de gun-
steling van ^potfo en Ze^hyrut (of Boreai) boe-
wel hij de to^enegenheid Tan lantstgenoemde
niet beatwoordde. Toen nu ApoUo zijn lieveling
onderwees in de behandeling 'van den diBcua
(wen) schijf), be^tnurde Zephyme nit wraakzucht
den lo<9 der dooi ApoUo geworpene achnf zooda-
nig, dat zg b^t hoofa van Hyaeinlhu» trof en deze
dood ter aarde stortte. Daar ApoUo hem het le-
ven niet kon teruggeven, vereeuwigde hjj de na-
gedaobtenia van den jongeling door uit lyn Uoed
een bloem te doen ontluiken, die zijn naam zon
dragen. Dexe bloem ia eebtei niet die, welke
wq^vaeintli noemen, maar de blauwe zwaardle-
lie. Te zijner eer werden in Sparta diiedoagedie
feesten. Hyacint Ata, gevierd.
HTftden zijn in de Oii^ehe mjUiologie
njn:q)hen, wier aantal en afkomet zeer verschil-
lend opgegeven wordt. Beeiodui spreekt van vijf,
met de Onarieien overeenKomende hjaden, Tha-
let van twee, Pherekydei van aes of zeven, die
Diottynu op Iaat van Zeiu moesten verplegen en
later door hem aan den sterien^emel geplaatst
werden. Volgens Eurijiideé waren liet drie doch-
ters van Ereehtheua, voJgena anderen moet de
OeetMtde Aethra ol PkUme aan Atlas twaalf
dochteis en een zoon, Bya», geechoiAen hebben.
Toen deze op jacht door een leeuw of een slang
gedood was, weiden uit medelijden door Zeui
vijf ïUBtera, die zieb dood geweend hadden on-
der de sterren opgeoomen. Zooals baar naam
reeds aanduidt, zgn de hyaden (Oriekscb ino
— regenen] regen schenkende, wollcengodinnen
en als zoodanig de zoogsters van Dionygut, den
god van den plantengroei.
Hïallat of glaa^aal noemt men een opaal-
DigilizedbyGoOglC
HYALIET— HYDRA.
soort. Zg ia gluglaniig, waterheldcr, dooniehtig
of hilfdooniefati;, irii, gteï of gr^a en wptdi iir
votEohilleDde Tonnen in Disalt- of trufiietk loten
gGTonden. Hjftliet besUtt nit watettaondend,
uooit fciezeUttur en ii een leer jonge ToimiDs.
Het gehalte mu wftter bedrugt SS%, de
hardheid is 6 en het eoortelp gewidit 2.1. H«n
geeft dien naam ook aan een leei harde, ondoor-
lichtige glassoort, dooi giaaf Buquon nitgefon-
den.
Br»10jrratla (OUudmkj ii de Tdgens Km-
mig«n in 1829 teeda door Bann in Wanehaa toe.
gepaste, volgens andeieo door Bsllgtr en Bro-
meiê eerst in 1844 nitgeronden kunst, om op
glasplaten toot den dmk getehikte ti^nten te et-
sen. Op het glas wordt, evenals bjj het etten
in metul, een laafje etagroDd aangebrMlit, waar-
in de gewenschte nguren ward«n gegraTeerd, die
Terrol^s doot middel Tan een Dgrtende Tkwi-
stof in bet glas «Mden gelttt. Daarna wordt
de etsgrood met terpen t^n-ol ie afgewatsefaen en
de glasplaat, om het springen daarTan tegen te
Kan, met gips «p een yiereo ^laatlKteïtigd. T
n daardoor het «prin^n niet geheel Tooitoi
«oideii, waarom ia de Weener etaattd nikker^,
waar o&dei leiding vao Auer Tooral de hnlogra-
fle in toqxMÜDg werd giebraefat, door nri4fM der
MlTanoplasfiek Tan deie glaien elidit'a lepro-
aoetiM werden gemaakt, waarmede dan gedrnkt
werd. Hen drnkt met deie byalografisehe ellehé'i
op koperdmkjpenen met iniier geslepen marme-
ren i^aen. Daai bet glat leer gd^Tormig is,
ign de ge>t(t« flgnren «er regehnatig en wor-
den sg m den dntk inirer weeigegeTen; de al-
dmkken ijjn oebter leei eentonig en nul. De
bjalosralie wordt ieg«iiwoordig weinig meer
don omk toegCMtt, eentdeele omdat het etien,
door gebraiknwking daaibg Tan Tengiftige tIocï-
Hyatt, John Walty, de aitrinder th het
thana tooi talrijke doeleinden toegepaste eellu-
lold (lie aldaa^, werd in 1837 te Staikej in
den staat New-Toifc geboren en ontTÏn^ in 1914
wegena sgn groote T^dienaten de Perlbut-medail-
1e. AanTuikeInk boekdrukker Tan i^n amèaefat,
bield hg lieh Msig met het zoeken naar een sar-
rosaat Tan ÏToor Toor de lAricatie Tan biljart-
ballen. Hg TOnd in 1869 dat door menging Tsn
nitroeellaViie en kunfer in half opgelotten toe-
stand DR drogen «n Terwarmen onder hoogen
druk een uitstekend bruikSwre «tot ontstaat, die
Ifttet algvmeen onder den naam Tan celldoTd be-
kend werd. Talrijk waren de technisebe moeitf^-
heden, die Hyatl moest orerwinnen lootdat de fa-
bricatie Tan eeUnloM in bet groot in 1673 een
aanTang kon nemen.
Hybrldlwdi noemt men datgene, wat van
indriidneo atetamt, die in ertelJKe eigentchap-
pen TericbiUen. Zie: SrM^khHd.
HrtfaaMS ia de Oricksebe naam TOor den
Dsjelam, de meest wMteljjke der Tgf rÏTieren
Tan Pendijaab (lie aldaar).
Brd«, een stad in het Engelsehe giaafsdiap
Cfaester, Il km. ten Z.0. Tan Manchester, li^
aan den Tame, telt (ISll) S34S7 inwoners en
heeft katoenindnetrie en steeokole&mjjnui.
HTd» de Vsnvlll*, Jmm GmUbhbh, graal
MDi, ook graaf van Btmmotta genaamd, een aaa-
hsnger dn oodere ffoMrooM, den 24at«i Januari
1776 te Ia Charit^sur-Loire geboren, onder-
sdieidde liefe reeds in ^n jeugd ala Tnrig ko-
ningigetindt. In 17ft8 gterde bg TOor de emigra-
tie Dit iiet republikeinedie Fraakrgk. Na den
ISden Brumaire etelde h$, faoowel teteiwH&t
den Eiersten Consul het herstel Tan het Hnia
Soxrbon Toor. fieedinldigd Tan medqtlidtticbeid
aan den aanslag op BotutforU met ,,de huwb*
maehine", moeat bg naar de Vereenigde Staten
uitwijken. In 1814 keerde hg naar Frankrgk te-
rug, werd in 1615 lid Tan de „ehambro f
<ran de Kamer tan atgtTaandigdon, nadat hg
een korten tgd geiant te Liaaabon wu geweeat,
waar hü de partg Tan JoAm VI t^n Jon Mi-
gwl stennde. In bet kabinet-JfortiffMe was kf
minister tan -Marine. Na 1830 nam hg gan
deel meer aan de politie. H^ otetleed don 38<tea
Mei 1857 te Fargs .Jlémoires «t SouTenira" na-
latende, die in 188»— 1890 nitg^eTen aijn.
BvdspMk, een S8 HJk, groot park in bet
W. deel tan Londen, onder koningin Blaabttk
nog een jaehtakmein, ia tbaoi de Terumelplaats
der toomame wereld. Jn 18S1 had er do eerate
wereldtentoonstelling plaati.
HrtfanbAd. T\t Baidenbad.
Hyd«r AU. Zie flmfar AU.
Hydra is de naam tan een klein, langwer-
pig eiland met een «fiperrlakte tan 56 t. km.
en ongeTeer 7100 inwoners, aan de Z.0. kost van
Argolis gelegen. Het heette in ouden tijd Hydrea,
heeft een somber en woelt Toorkomen, steil»
oete» co e«B nasMaw oiiHiAlbswkiiLM mm^
der boomen of bronnen. In de 15de en lUo
eeuw bevolkten de Atbaneeien, de wijk neiMnde
Toor de Turken, de eilanden H^ra, Speuia tm
Poros, bencTena de daar t^enovw gelegen kua-
" >an Horea. De KOTaart, waardoor de Hydrio-
n hun onderhoud toonagen, teranderde wd-
D knstbandri, en deae breidde lieh Toor dm
RnsBiseh-Tnrkaehen oorlog (1769) nit tot den At-
ehipel, de Zwarte Zee en Bgrple. Toen na het
eindigen Tan dien strfid do Ruisen het (ohior-
eiland Morea Torlaten badden, loodat de TnikoB
er lieb wederom Testigden, terlieten tele inwo-
ners Tan Morea dat ongelukkige land en een
groot aantal tan hen begu lidi naar Hydra. Hior-
op breidden handel, s^eepibonw on aebeepraart
iitb nit en de Hjdrioten stonden w^ra bekmd
ds de beete matroxen tan de Middellandeebt
Zee. Daari>g waren ig eerlqk en tronw in haa-
delnaken, loodat ig weldra betrekkugen aan-
knocvten met Italil en Frankrj^, met de etedoi
der Oootiee en Amerika. Ten tgde der FraDsehe
Omwenteling braditen ig koren uit de Zwarte
Zee naar de getilokkeerde haTsni tan Frankr^
en Spanje en Terdienden Teel geld- Bg het nitbü-
slen Tan den Tr$)ieidsoorii% in Gri^enland rorai-
de de handdemarine Tan Hjdra, Spenia en
Fsars de Gridiiehe oorlonThmt. en tooral de
Hfdrioten waren met opofferende geectdrift bo-
zield toor d« onaDunkdi^heid dea mderlandi.
DigilizedbyGoOglC
HYDRA— HYDRANT.
5S9
— Be gdvknamige en eenige plaats op het
dluid Terhelt zich uiiphitfa«ateiE^aiTÖ« ba*eD de
'hiKD en onderidieidt lieh door n&uive msAr
delgke straten en gedeeltel^k met aiRrmer
■Mide huiien. Ven heelt er ondeiac^eiden ker-
k«i en BCÉiolen eo «iweveer 7000 inwoneis, die
in veisebillende taibrieken, alsmede in handel en
adieepTaaft beziefaeid vitiden.
HTdr&. Zie Watenbing.
Hydra woidt in de wapenkunde Toorgesteld
dooi een slang met 7 keepen, terwg] de staart
in een «eeiAasÉ eindigt. Oevoonlök ia het email
tinopel.
Hydra ie een koenwoolitieche loatwateiipoljp
nit de orde der Bydrmden, Zq planten lieh het
grootete gedeelte tah heit jaar voort door knop-
TOrming; slechts op bepaalde tq den vetktggen ig
geilMhttOTganen. Zie Terder KwalU».
^^draat noemt mén een s^eiknndige
binding van water met een bMis (kalUi^draat),
met een innr (nraveliDurhjdraat) of met een
element (diloorh^iaat). Thans eenter wordt <b-
se benaming niet veel meer gebruikt.
HydraoaUiM of mrodine ie een der nieu-
were kooctsDiiddelen. hetwelk eelrier niet nwer
gebfralkt woidt naiw<ege de g«iaarlöke b$T«ir-
sehgnselen als braken, diarrtiee, geeliucht, eol-
J^M e. a. Het ie aeetTlptienjthjdraiine en wordt
verkregen oit phenrlhjdiaiine en jjsazgn. Eet
Tonnt witte knstallstjes >onder ama^ ol reuk.
Hydraetnls noemt men üi de geneeskunde
een ^normaal groot water^ebalte van het bloed.
Rrdrainlnsii iqn aaieobasee, die aan bet
aleoholradieaal no^ fa jdroijlg roepen bevatten en
ndi dos gclQktödig als bases en atcobol gedra-
fen. Phjsiohigiseh belangröke stotlen behcoren
iertoe o. a. het cholien uit de gal (CiHiO).
N<C(B.)..(OH).
Hydranvea L. (Borletitiaj is de naam van
een plantengeslaett nit de tamiJie der Satifraga-
eeeSn. Zijn soorten ign beeaters en halflieestera,
welke in Noord-Amerika, Ooat-IndiB, China en
J^pin groeien en «ch ondendieiden door t^en-
oveigeBtelde, enkel tod dige bladeren zonder
steiuRtlaMijee en tot sehermvormige tuilen Teree-
nigde Uoemen, vau welke de buitenste geslacht-
loos en met een grooteren, bloemkroonaehtigen
kelkrsnd voonien xgn. De ved kleinere twee-
dacbtige faebbeu een halbolvoTmigen, 5-tandi-
Sn, 10-iibbigen kelk, 5 bloeEOUaderen en meel-
aden en % gescJiBiden etglen op een door den
kelk omgeven vniehtbeginael, waaruit een 2^k-
kige dooaviueht ontstaat, waarin lich vlïeaige za-
den bevinden. Van de voornaaaute soorten: H.
hortenti», E. mmdtekarica, H. panieulaia, H.
qtttreitolia, E. arboreieent, E. cmtemeM, B. ra-
tvUa, E. teriata, E. pubeieen», E. hirta E. vu-
Hta, H. involueraia, B. alttMima, E. arboreteeM
aiba gratidiflora en H. fetiolarU bestaan ver-
■tliillende variGteiten en vormen, die voor den
tninèonw van groot belang zjju. Als voornaam-
ste knnnen beü^owd worden: Bydrangea hor-
Unrii, Otakta en ThomoM Bogg, en Bydrangea
fonieidata gnmdUlora.
De variGteiten vau horleiuia worden veel iu de
bloemiaterji voor pot- of kaqienltnnr en snybloe-
men en laatstgenoemde jpanieulala bovendien nog
loor den aanleg van tuinen gebruikt. Beide knn-
nen door stek <vermeerdeid worden, boewei eerst-
genoeinde lieh daartoe beter leent dan de foni-
tiilata. Het afleggen ot enten wordt bjj den vorm,
geecJiikt vooi tuinaanleg, het meest toegepast. In
den laatateu tgd zgn belangrgike variSteiten in
den handel g^radit, die voor de Moemieterg
groote waarde bezitten en daarom zeer gezocbt
zqn, z«odat in ons land, met name in Bodot^ en
Aalameer, leer veel aan de tedt gedaan wordt.
Het züo: La Fraieheur, met wit rosé bloemen;
Denteüt, wit roon^leurig; Ornement, rosé; 'Bou-
quet Tote, donkerroie bloemen; La Lorramef le-
vendig rosé; Moveseltne, malva rosé; Radtant,
wgnrood; Li7i JfoutZCére,haa^oodebk)emen;HD"
Emüe MouiÜire, laobt èrainrood; H"" A. Bi-
veraitt, blauw; M"c Mtmriee Hamar, blauw.
Hydrant, ook wel brandkraan gcbeeten, is
een waterleidingkraan, met een monding vao 5
tot 1 cm. w^dte, waaraan geJegeobeid bestaat tot
het aankt^elen van brandslangen. Hjj kan ge-
heel bovei^^nds
ign geplaatst tegen
een maur of in een
vrijstaande kolom
of in bet voetstuk
van een lantaarn-
paal, zoodat de
slangen direct ign
aan te schroeven,
docb meestal be-
vindt zg zich in
den grond, waarbg
door een afneem-
baar tussehenstuk
de ttandpgp —
de verbinding van
hydrant en elang
plaatst vindt (lie
lignur).
De standpijp
tvDidt geplaatst
tusschen de klan-
wen K van de hy-
drant en daarna
aan de armen A
rondgedraaid,
waorby de moer L
omhooggaat en de
zittingen Z en Z'
vaat op elkander
worden gedrukt. In
dezen stand ligt
het staatje e, van
de sleutefatang tns-
scheo de groeven
e van de dubbele
moer M van den
hydrant, zooüat
door draaiing van
den sleutel S deze Hydrant.
wordt bewo-
gen. Bij het draaien der moer gaat tij lelf om-
boog en wordt tegelöikertöd de buis P van baar
zitting <^)gebeven en de leiding geopend, loodat
het water volgene de riohting der pijltjes uit-
vloeien kan; het draaien der bnia P woidt door
de nokken n belet, die in «en paar groeven slechts
op ot neer knnnen bewegen.
DigilizedbyGoOglC
HYDBANT— HYDRAUUSCHE RAM.
De meeatt itan^öpen i^n tct hel uutkoppe-
j._ — _ jiang jngerittt; de niet ge-
len
bnikte opening wordt dia met een do _,
wel door een bgwndere krun in ds standpnp >l-
geeloten. Aan enkelTondige itkodp^n pU*t«t
men een broeit- ol tpruiUhtk wanneer met twee
■hogen moet worden ^werkt. Het feoveafte ^e-
dëelte van een itandp;» kui niM alle richtin-
gen wolden gedraud. Nk het gebraik na den
bnndkn&n ilnit men de lekiiitf en ne«int de
■tandpgp weg, doch dan blgfen de bniien P en
ook de kolk toI witei stuu, dat In den winter
beTriest, loodat de h^drant onbraikbaar wordt.
Om dit water ai te tippen i« in boii Peen af-
sluiteitje a geplaatet waardoor bet adtteigeble-
Ten watei nur o en Terrolgens in den grosd
wegult,
Hydrarohoi beeft men een £« genoemd,
waarvan bat groote, Toorwereldlgke f^eraande af-
komstig is, dit dr. Koek ia de tertiaire lagen Tan
Alabami gtToaden heeft. Aanrankelök me«nd«
men, dat bet aan een hagedis ol aan een ilang
hid tocbahoord, doA b^ nader onderioek bleek,
dit bet een OTeiganRsaebakel vormde taiaeben
de robben en de walrnsaen. Oemeld geraamte
wordt thani bewuid in het maaenm te Berlijn.
Zie: Zeuglodon.
HrdrartTiiTCrbliidlnraii. )Zi« Bydrar-
HydrarcTrewarblndliivan. * wwn. ,
BvdrargTniiD ^ ^^ Lat^niehe MDuning '
voor kwikzilver; vandaar ook h?t ehemi-
Hcbc aymbool Hg voor kwik. De kwiktil-
veroiyduulverbindiiipïB worden kydrof'
gyra-, de oxiedverbin dingen kydTargyri-
verbindingen genoemd.
HydraJrtU oanadKiuls of Cma-
dee$ek watcrkruid is de naam van een
Noord-AnierikaanBche plant uit de familie
der Ranunculaceein. De wortelstok, be-
kend onder den naanl van Rhixama Uy-
drattii, wordt in de g-eneeskonde gebmikt.
Hrdranllo» of kj/drodynamica ia de
mechanica der vloeistoflcn, In ruime be-
teekenJB omvat de hydraulica de weten-
acliappel^ke beschoawing van alles, wat
betrekking heeft op de beweging van vloei-
stoffen; in engercn zin houdt zy zich beiig
met de piBctiacbe toepassingen, die van de
beweging van het water gemaakt worden,
en omvat dus d« waterbouwkunde, het on-
derzoek van bronnen enz.
HïdranllMdia oonpnuor. Zie Oom-
pfutieinaekinê,
Hrdraollsolis dmk ii de iiak dooi een
vloeistof uitgeoefend.
BydranllBohe kalk ia een kalkïoort, wel-
ke het vermogen beeft onder water te Tersteenen.
Voor nitvoering van metaalwerken, welke ni de
vertaardiging aan-water inwerk ing worden blootge.
steld, loader dat men er de eigenadiap van wa-
lerdtditfaeid van eischt, kas een mortel worden
gebeiiffd, waarvan hydraulische kalk een der bind-
middeTen is. Zie oofc Oement.
Bydr«QllMho mortal of WtOermortel. Zie
Bydraulüehe kalk.
BTdraoUsolia pan, ook wel sert Mn
Brakma gebeeten, bestaat (lie de afb.) in booU-
ziak dit een kleinen saiger, of dompelaar a, die
als perspomp weifct. Hii wonit loodreeht op eR
neer bewogen door den netwom O. Bg bet naar
beneden gaan, wordt het water Dit den eylinder
door de sjjdelingsebe bni« weggepent, liAt d«
klep nn op en net water komt ooor de bnii d
in net reservoir B, wiardoor de ffrootere iniger
O naar boven bewogen wordt. ^ net naar boren
gaan van a wordt de klep nn weei gesloten,
daartegen t geopend, door de drukking der Inebt.
Het water nit net reservoir A st^gt dan in de
poanpbnis eni, iDe schroef z dient ervoor om bet
water uit de droktniis d weg te Laten loopen,
waardooi de groote iniger kan dalen. Volgens de
wet van Piueal is de kracht, wiarmede de iiüer
t naar iMven bewogen wordt, evenTed malen
grooter dan de kracht, die door den luiger a uit-
geoefend wordt, als de doorenede Tan n op die
van O begrepen is. Wordt na bgv. de heftwom
met een kracht van 25 kg. bewogen, en ii de
hefboomsarm nan de macht tienmaal aoo groot
lis die van den latt, dan oefent de kleine miger
een dmkkinfr nit van 250 kg. Is de oppervlakte
vin den kleinen aniger bgv. 1 v.cm. en die ^an
den grooten 1 r.dm., dan wordt de laatste met
een kracht vu 250 X 100 ^ 25 000 kg. naar
tieweof bewogen. iBjdraalisehe persen worden
veel gebmikt voor het uitpersen van oliin ea
sappen uit planten, voor het In elkaar persen
van katoen, booi enz., voor het beproeven vin de
sterkte van kabels en voor het optieffen van
Hydranliscbe pers.
i metalen,
iware lasten, voor het bewerken '
bgv. bevestigen van kinkbonten eni.
BTdranllsolia run is een werktuig door
Monlgolfifr uitgevonden, waarmede men water nit
een reservoir aatomatiseh kan persen naar plaat-
sen, gelegen bovenden waterg^egel in het remr-
voir. Fig. I stelt een doorsnede, lig. 2 het geheeie
toestel voor. Vanaf het reservoir a (zie fig.
1) lo<^t een bnis b naar bet eigenlgke toestu.
De baifl is Tooriien van twee kl^)peD e en tt. Da
laatste, die toegang geeft tot den windketel /,
gaat naar boven open. terwjjl e naar benedea
opent, waardoor dm de buis b met de buitenjnefat
in gemeenschap staat. Door het eigen gewidit
lal Uep d den toegang tot den windketerafdm-
ten, terw$ e geopend zal ij>n. Het water stroomt
' n door bnis b, en vloeit door kl^ e
DigilizedbyGoOglC
HÏDRAULISCHE EAM— HYDROCHraON.
S91
>f; Ijj een bepuld« Buelheid lal klep e plotse-
lin; VDrden gealoteii, en ui bet «troomende wa-
Fig. 1. HydnuüKhe ram.
lei io tmia b een stoot krggen, waardoor het in
atut il, klep d te liditen en in windketel f te
vloeien; de lueht
in dezen ketel
wordt gecompri-
meerd, terwgl
het water door
o kan afvloeien.
Wanneer de snel-
heid vm het wa'
ter in bnis 6 is
uitgeput, lal klep
d vanzelf sluiten,
en kiep e door
zijn eigen zwaar-
te openen, waar-
door het water
Fig. 2. Hjdranliaebe pen weer kan w^-
stroomen en te-
vens snelheid verkregen. Door den luclitdmk in
den ketel zal het water door buis g worden om-
hooggedmkt, wanneer klep d gesloten ia.
BTdrftnllsoha ren ii een inrichting, die
dient tot het opvangen van ttooten. ^ beitaat
ait een met gl;eerine govnlden jjieren cilinder,
waarin, ten gevolge van een stoot, een drijfstang
nordt gedreven; door een naawe opening kan
de gljeerine iangiaam ontwaken, lOOdra de drijf-
stang in den cilinder binnendringt. Deie rem
il bat eerst gebmikt door W. Siemeiu om het
terngia<^)eD van gesrimt te beletten.
Bydranllsolis Teortatnwlng. Hoewel
de voortstuwing van een vaartuig door middel
van een roeiriem, van een schroei, van raderen
en van een pomp op hetzelfde b«^nse1 berusten,
D.1. het opweUen eener reactie (door bet achter-
uit werpen van een boeveelieid waler], die het
schip voorn itdnwl, wordt onder hjdnnliaehe
voorlstawing meer in hel bgionder die door mid-
del eener eentrifogaalpomp ventaan, welke het
water aan de voonijde aanzuigt en aan ds ach-
terzijde nitwerpl ol, bg a^teruit varen, on^
keerd. Be economie van een de^elgke inriehling
ten opzichte van andere wgzen van voortstuwing
il slMhls gering; de tonwssing wordt dan OOJC
beperkt tot enkde gevallen, waarb^ het uitste-
llen van de ariiroef of van raderen ibuiten het
schip niet kan toe|eataBn worden. O.a. is een
van onie stoomreddiitfboatan voor ds Noordzee-
knsl van een dergelijke inriehting voorzien.
BrdiwitMi (diamied}, HtN-N9>, veikrngt
men dooi nit «jn foltaat, ïliHtStBOi, door be-
haodeUng met kaliloog, eerst het bjdraat NsHt
HiO te winnen en dit te behandelen met batiom-
aiied. Eet vormt aan de Incht rookcnde kristal-
len, die bn — 1°C. smelten. De geimollen massa
kookt bg 114°. Hjdrazien is iwaarder dan water
en laat zich daamee mengen, terwg! de tempe-
rttonr daarbg venhoogd wordt. Zwavel wordt er
in opgelost met bruinroode kleur. Da zonten van
hjdrazien zQn zeer giftig "«oor lagere organia-
men. Bg hoogere dieren storen ze het bewostzgn,
verlagen de lichaamstemperatunr en breogen
zelfs stilstand van bet hart en de ademhalingi-
werktnigen teweeg.
Bydr&zloen liJn organische bases, die zicfa
van hjdrszien (zie aldaar] laten afleiden. Zg be-
vatten twee fltftstof atomen in hun moleenle, tün
f;emakkelük oiydeerbaar en rednceeren dva Fen-
ing's koperoplossing. Men kent primaire, secon-
daire, aliphatisehe en Bromatisehe hvdrazinen. Zq
zjjn vloerbaar of gemakke^flc smeltbaar, t^loa-
baar in alcohol -en aether. De aromatische zgn
moeilijk oplosbaar in water, de o^rige beter. Ver-
vangt men in beide amtdogroepen van hjdn-
zien een atoom waterstof door een aromatisni ra-
dicaal dan ontstaan hjdraioveitindingen,
C«H..HHJfH.C«Ht, die met de secundaire h;dTa.
zineD isonteer liJB.
BTdrazobenzol, €«Es.NE.NiH.C»HB, oat^
etaat nit azobentol en iwavelammonioni of nit
nitrabeoiol en ainkstof. In vasten toestand ijJB
het klenilooze blaad(e« met kamfeiaehtigen teok.
Het is gemskkeljjV oploriiaar in alcohol en
aether, smelt bij 131* C, oijdeert nel tot aio-
benzol en geeft met natrium amalgama anilien.
Met zoutzuur behandeld, geeft het een isomeei
benzidien NiHt— EtC*— ÓAtNHt. (beniidienom-
zetting). Het is een der hydiazoverbindingen (zie
Bydraxintit).
HydroDftla. Zie Waterbreuk.
BydroohartsweflCn ii de naam eener ta*
oiüie van ovevbl^vende wateif lanten met de vol-
gende kenmeiien: worteMandige, nn eens zit-
tende, breed -lintvomiige en vieml gerande, dan
weer gesteeMe; kromnervige blader»), eensladiti-
ge bloemen, vöór het ontkiken in vliezig bloem-
scbeeden besloten, een 3-bladigen, kruidschtigeai
kelk en een 8-bladige bioemkroon met S (ol een
veelvoud van S) meeldraden, voorts met een I- tot
6-hokkig vruchtbeginiel, hetwelk ondentandig
en met een groot aantsl eitjes gevuld ii. Dd za-
den heiiben een reciite kiem en veen kiemwït.
Tot dpze familie behooren onder anderen het duit-
blad (HydTochariê Morsiu ranae L.), de merkwaar-
dige VatliÊneria tpiridig L,, voorte de geslachten
Elodea fWaierpeti) en Sira(io(e« (ScAeeren).
Bydroobaiis L. Zie Duilblad.
HTdrooUnoa of paradioxybenxol, CtBt
(0H>), wordt het gemakkelgkit verkregen dooi
rednetie van ehinon, CaHtOt, met zwavddioiied,
dat zelf nit anilien, C«Ht.NHt, door oi;datie be-
reid wordt. Het is een vaste stof, die nit weinig
warm water in beit^onale prisma's kriatallieeert.
Het smelt bj 169° C. In wann water, alcohol en
aether ie het goed oplosbaar. Door ijzerchloried
en andere oiydeerende stoffen gaat bet in «hin-
hjdron, daarna in ehinon over. Eet is das een
rédueeerende stof en wordt daarom in de pboto-
grafia als ontwikkelaar getiniikt.
D,o,l,zedb,GoOgle
HYDROCOTÏLE— HTfOROSTATISCHE DRUK.
BydrooTon tonfcaJUl, de tideiid« „EeU>-
el-4)«fir" of „K^lul-iMyeh", een nwhieeh uit den
Njl, bebooreiid« tot dehmilkder Ch^aeinideti.
BrdrodTiumtoa. Zia B^timüita.
Hrdrofoon ie de num nn een teJefoontoe-
atel, dat dient om de nadering van seh^en
een qMKn, UiAformig omfanleel,
plaat aanveiig ia, die trillingen, door de Mhroet
TM een tehip veroonaakt, ttf SOO m. atettnd,
kan opvangen en «e uut een telefoontoestel mee-
deden. Het toeitel wetdt bg iet gHiniik tot
«en diepte Tan 9 — 80 m. ondei water gebnebt
Hrdrofenlnm. Zie Wattrtlof,
Hydrorratle of beêehrüving va* het waUr
il dat deel der alKemeene a&rdtgkaknDde, het-
welk lieh net de oeadtröring der wateien op
utde beiig bondt, bepMldelgk inet die der bron-
nen, riTMien en meien. Zö woidt ook vd ali Jiy-
drologit aangednid. De Mi^rqfing der laels
draagt Meer bepaald den naam tbb oeeaHograH».
iDtnasdien wordt deie oA wel onder de ejdro-
Eafie begrepen, inooDdetfaeid wanneer er apra-
ia na betgeen m«i belangi^ adit toot de
MbeepTaart. In «ndei« buiden noont men lee-
Taartseholen ook wel lijdragrafiKhe Mbolen. By-
dngn^iêehg luurUn f^ futte, waarop de ele-
menten der fajdrogiafle kartograliidi worden
BFdrslorls. Zie Eydrogn^ie.
ByArolTB«> 'Hieronder veietaftt men ii
eerste plaata de ipltiaing ran aooteo in ba»
■aren onder inrloed van water. iHet gemakkeljjkat
hydroljieeren de latiten van awiile luien «n
•beTke uaei, die in opksBing adkalieA reageeren,
bjJT. de alkaJiiooten ^an Koolnnt, cTunwater-
atofiaar, boononr en de meeite lonten .lan oiga-
niache laren. AlnoiininialonaiMt «alt by «o-
king geheel niteon in aiumininmhjdioxied en
miereainur. Onder bydrolyie wordt ook getdcend
de splitaing van orgaDiBcoe stoffen, woala kool-
lijdraten, glneoiieden ens., door inwerking *an
Tflnlond« luren of fermeoien, door opname Tan
water. Het ^Ineoeled nit de bittere amandelen,
het amygdalieu, wordt door hydrolyse geaplitst
in glncose, benialdehyd en biauwxnur, saeeluuose
in glaeoM en finetoee.
HTdromACiiMilet is een mineraal, dat ait
waterhonden d baeiech migneBiumeatiboaaat be-
staat volgens de formule 8MgCOt.Mg(OH),.3HiO.
Hen vindt bet o.a. in het Zwarce Woud en in
Stiunnarken in kloven van serpentijn. Het treedt
op in den Tonn van ileino, rbombisehe kriital-
len, meeital in witte, dichte masia'i met icbelp-
•ehtige breuk. De hardheid bedraagt 1,5—2, bet
aoortelijk gewicht 2,14—2,20.
HrttraniMdi&iiloa it de weten sehap, die
den inrloed van ktaohten op vloeiatoften onder-
soekt. Zü omvat twee hoofdafdeeltngen; de even-
widitaleer der vloeistoffen of de h^roafofteo. en
de leer van de beweging der vloeiatotfen of de
hféradytiamiea.
Bvdrotn«t«oraii noemt men den voditigen
oecrtlag, die door veidiehting van den in de
Incht aanwezigen watetdamp ontataat, looali
dauw, nevel, wolken, legea, ineenw, hagel eni.
■VdrOBUtar is een inatmmsnt toi fact me-
ten van da snelheid; waarmede het water stroomt.
Ook noemt men aldus toestellen tot het bepalen
Tan het loortelök gewicht van Woetstetfen.
BydropK. iieWatenueht.
EydroifsAr is de naam, dien men peeft aan
het eleebU op sommige plaatsen aanweiige vloei-
bare omhulsel dei aardkoret, in teg»utelung met
atmosfeer en lithoafeer. Sointöda dnidt men er
ook de gebeele hoeveelheid waterdamp mede aan,
die i\A in den dan^ring bevindt.
BïdrostetlOA ie ée teer van bet eraiwidrt
der vloeistoffen. Den leer beniat op de Wat «on
Paieal en op de Wet wm AreUmedet. De eerste
aegt, dat een druk, op een vloeistof niitgeoelend,
licn in aHe richtingen ooveianderd voortplant;
de tweede, dat een Uthaam, in een vloeiatof on-
dergedompeld, een wvrearttehen itak onderrindt,
die gelyk ia aan net gewii^t der verplaatste
i^oeUtot.
Bytfrostatlsoli bsd ia een holle matiaa van
eaontehonc in den vorm van een badkuip, gevuld
met water, dienwnde om bet doorliggen van lie-
ken te voorkomen. Deie inridting u uitgevon-
den door een Engelsdi goBeeaheei.
HTdrostatbolie b«lMis. Deie baUni
dient Toor bet bepalen vut het K>ort<ljjk gewidit
van een vaat lichaam. Het ia een gewone weeg-
schaal, waaraan aan een der aebalen onderaan een
van ecQ draadje opge-
hangen worden. Door nn
ip de andere schaal
looveel gewicht te
plaatsen, dat de balans
■" evenwicht is, kan
L liet gewicht bepa-
Vervol^ene wordt
onder het lichaam een
glas water geplaatst,
waarin men zooveel wa-
ter giet, dat het li-
chaam jniRt eeheel on-
der gedompeld is. Door
den opwaartBcben druk
dien het lichaam onder-
vindt, wordt het even-
wicht verl»Dkeo, wat
men kan brrsteUen,
door op de schaal ge-
wichten Ie plaatsen. De-
ze geven de grootte van
iwaartechen drok,
Iet quotÜDt van
het gewicht van het li-
chaam en den frevonden
het lichaam. Is dit in water oplosbaar, dan neemt
men een vloeistof, waarin het niet t^loet. Het
soortel^k gewicht vu deu moet natnarlgk be-
kend lyo. Het aoorteiyk gewicht van een efon-
ttof bepaalt men door den opwaartschen druk,
dien een glazen voorwerp in deze vloeistof onder-
vindt te deelen door die, welke hetzelfde voor-
werp ondervindt in zuiver water.
HrdroatatlBOlu dmk is de dmk door
Hydrottatitdie balans.
DigilizedbyGoOglC
H YEN A'S
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
HYDROSTATISCHE DRUK— HYEBISCHE E1I.ANDEN.
S93
een kolom water nitceoefend. Ia het beidiouiriie
Tiafcjfl boriioDtul, 4>ii ii deie dmk gelgfc aan
het gewidit tsd een TloeÏBtofkoIom, die dit ilA-
je tot baiis en den verticalen als tand hiemn tot
den YltwiBtobpiegel tot hoogte heeft. Ooic t^ een
willekeDiigtD etand van het flalcje gekit deie te-
gel, mits men ais hoogte neemt den afstand ran
bet iwaaitepottt lan het T^akje tot den Tloeialot-
^iegel.
BrdrotlierApla. Zie Koudteatergtneukun-
de.
Brdr«xl«d«ii. Zie Btati.
Hydroxyl i* in de aeheiknnde de Mnwaar-
dige atoomgioep OU, die als een éénwaardig atoom
optreedt en b^T. diti^ih in Mheilcnndige vei-
bindingen ebloor ol andere Mnwaardige atomen
en stoomgioepen Torangt ol daardoor vetvan-
gen woidt.
Hjdroxylamleii ïb een base, die slechts in
waterige oplosiing «t in TsTbindiog met laien
bekeod is. De focmnle ia NHi.OH. Het wordt ge-
vormd door inwerking van waterstot in wotdings-
toestand op ttikitofoiied volgen* de Tergeli^ing
aNO=8HX2NH,.OH. Het stiketofoiied bereidt
men het best nit zuur gzervitriooi en salpeterzunr
en leidt dit gas in flessehen, waarin nit ge^rsnn-
leerd tin en loatianr de waterstof ontwikkeld
wordt. Het gevormde hjrdroijlamien bindt liefa
aan het lontinnr. De Terkregen Oflomag borat
ook nog tineblornnr, dal door iwarelwateritol
als tin tol lied, 8d8, wordt neergealagen. Dit
wordt atgeliltieeid en ^et liltroat oroag gedampt.
Het residn woidt met aAsolnten alconol behan-
deld, waardoor hat loutaure hjidrosjlauten op-
gelost en het gevormde chlooiammonium onop-
gelost achtertilglt. Om Ueinit de Terbinding
lell te maken, wordt de lonlxnre oploEsing eersi
met iwaYelinnr Iwhandeld en bet daardoor ont-
stane iwaTelioar hjdToxjIaniien met barftwatei.
ordt TDoral in de organische sctbeiknnde
terstol tot water, teiwqi de groep N.OH de plaaU
Tan bet laaratotatoom inneeail. De gcpromde
Tsrbiadütfen lieeten oximen. De inwerking op al-
diiijden bgv. wordt vooigeEletd door de vergelij-
king RC=2-|-Nflrffl=H.0-l-iW:^^0H.
Hyenft (Syaena L., «ie de plaat) ib de naam
van een geslacht van dieren, die tot de orde der
floofdteren (Carnivoren} behoor«n. HH ii tJiani
alleen in Azii en Afrika te "rinden, hoewel hg
in Tioeoere geologische tüi^eiken geheel Europa
bewoonde. Zjjn kop ii aan de acaCeriijde dik,
zgn snnit Toornitstekend en s^n gebit vherp en
sleik; hg beeft groote, scherpe sngtanden, groo-
te hoektanden en scherpe kiezen, wdke werken
als de bladen eeoer echaai, kleine otwen, groote,
opstaande ooren, lange voorpooten, kortere aeh-
terpooten met klauwen, die niet opgetrokken
knnnen worden, een sehnin» afloopenden rug met
een borstelige maan en een gluiperig voorkomen.
Drie toorten ^an due dieren ijin takend, name-
lijk: de gatreeptt kyena (H. tiriata Zlm-
m e r m.), die vooral in Abessinii voorkomt, de
gtphkU (B. eroeuta Z i m m e r m.) of tgger-
woll, die over geheel Afrika Tertpreid is, en de
bnim ffl. brmuua Tbnuti.), ook de itrtnd-
wolf genaamd, die in de Kvaplanden te hais be-
hoort. Deie S soorten volgen dezelfde leTenswjjs.
Bg dag 'verbergen zg lich in holen en rotaklonn,
en des nachts vwarven sg hg troepen rood om
bnit te veroveren. Behalve levende dieren sporen
zg de Iqken van begraven meouben op, dodh
doen miet tonder noodzakelijkheid een aanval op
levende mensdien. Wanneer zg bg <tag in bun
sdinilplaataen overvallen worden, ign zg verba-
zend vreesachtig. De Arabieren kruipen met een
knuppel en een touw in bna holen, waar ig hen
knevelen, naar buiten sleuren en doodslaan, Bü
nacbt ign deze dieren minder gedwee en weten
IQ licb van hun tanden en klauwen uitmuntend
te bedienen, Zg geven een blatend-lachend ge-
luid. In de dierentuinen heeft men meestal de ge-
vlekte soort, wette men gemakkelgk kan tün-
men. Gedurende bet diluviale tgdpe» woonde in
Europa een groote soort van hyena, wier over-
blgtaelen in heandennholen gevonden worden,
WHLrom men baar met den naam van AotenJbjwna
(H. ipeUtM) bestempeld heeft.
Byemülotid (Lfeatm pietua Desm.) of
ttepfenhond is de eenige vert^enwoordiger v«n
een geslacht >van dieren, dat den overgang vormt
van den hjena tot den hond. Hjj beeft een slank
en krachtig liehaam, voorste en achterste ledema-
ten, welke even lang en van 4 teenen voorzien
zgn, een dikken kop, «en stompen anuit, breede,
opstaande ooren, groote oogen, een staart van
middelmatige lengte. Van den snnit tot aan de
oogen is de k<^ iwart; ook loeien er zwarte
strepen tusBcben de oogen en ooren, laDes den
tebedel en langs den nek, bet overix gedeelte van
bet Keboam kan awart, wit of gori^t ign. iBg be-
woont een groot gedaelte van Afrika, zwerft
rond in troepen van 30 tot 40 stnks en iteiit
groote verwoestingen aan onder Se antilopen en
onder de schapen der boeren, daar hg meer
doodt dan hg opeten hait. Bg voorkeur verslindt
hjj de inKewawleD. AUe pt^ngen om hem te
temmen bleven vruchteloos.
Byèm, een stad in het Franadn departe-
ment Var {1 rovence), aan de spoorlünen Hyères—
La-Pauline— Lea-Sslins d' njrères en St. Raphael
— ^Hjères en 4 km. van d« zee gelecren, is ampbi-
theateiagewga sAoowd aan de helling van een
kcgclvormigen oeie, welke aioh ter hoogte van
298 m. veiheft. Zg telt als gemeente (1911)
21 339 inwoners, tieeft een ond slot, een biblio-
theek en museum, een eedenkteeken van Matiit-
lon en een dierentnin. iDe stad ia bekend wegens
haar taebt klinmat en haar praditige ligging,
waarom vooral vek borstlgders nit bet noorden
zich daubeen begeven. Znidvrachten, zooals
oraojeappela, citroenen, granaatappela en olgvea,
groeien er in de open tocht, en men beeft er oit-
mantendfl ooft- en wijngaarden. De bewoners
houden zich vooral bezig met tuin- en ooftbonw,
zyderupsen teelt en zijdespinnerg, benevens met
de DOtKinning der oude en nieuwe zoutbronnen.
Bg de kust heeft men de overblgfaelen opgedolvcn
van een Romeinaehe stad. De reede van H;ères,
tuaaehen het schiereiland Giens, Kaap Benat en
de Hjerische Eilanden gelegen, is de plaats,
wa«r de Franache Ifidd^hudsdie-Zecrvlooit >ieb
gewoonlgk oefent.
Hycrlsolw EUaudcUi door de Goden
D,o,l,zedb,GoOgle
S94
HYERISCHE EILANDEN— HYGBOMETER.
1 gei
(kngrMp un de ni«Dtt vu FiRDkrnk. DuitM
behooren S ^oote «n ondeisehewlen kLeioe eilan-
den, lle de Levant of du
Titan, h«t ooftUlütote,
ia 129 m. how, met dich-
te bowdaen wgroeid en
IflTCDt kristal, granaaAt
toennilgn aabéetena. Ook
ia ei een Tuartonii en een
en wild, 207 m.hoog en
tdt 120 iDrWonen. Porque-
TvlUê, bet frestelj^ate en
KTootaU, h«eft >Mn«nlq-
im vstingweiÉen, een
wortoreit «o SOO i«i*<o-
n óe Griek-
■efae fabetteev de go-
din der geaondheid. Hen
hield haar voor een doch-
ter van Atdepikt en
bracht na den tjjd van Pia-
Hjgiea. dantt aan beiden godde-
lijke hnlde. Doorgaans wa-
ren luni tenqtelt en atandbeeldui met die vu
haar vader TereNiigd. Zij wordt voorgeateMI (aie
de atb.) aJi een nonende jonkvrotn*, die een
alang, het linnebeehl der geoondbeitl laat drinken
Brclniu, CaJMt Juinu, een geleerd Bo-
meinioi taalkandtge uit de eenir Tan AngtuUu,
leerling van Ahxmider PoljfHufor en vriend Tan
Owidiuê, wu een irQg^ten slaaf van den keiier,
di« hem wer hoog schatte en tat bednnrder
der Palatjjnsche boekerij benoemde. Hg Tervaar-
digde een reetg geleerde werfcen, waarran slechts
overgebleven ign „Fabnlarum liber" (oorspronke-
lijke „Oenealogifte" geheeten], een venamelinf*
van mjUiDlogitehe mededeelingen. aan Qriekaefae
tohrijveiB ontleend en merkvaaiaig door aaotiB-
lingen uit dramatische geaehrillen ea „Poetieon
astronomiewn" of ,J}e ostronomia" de beginse-
len bcTattende eener besehrgTinj des nitapan-
sels, Tolffens Qrieksehe leerboeken. Beide wer-
ken weldeQ in de Middeleeuwen veel gelezen, en
men vindt daarvan goede nitgaven in de „Hy-
thographi Istiai" van Muneker fAmsterdam, 3
din. 1681) en van Vait Staveren (Uiden. 2 dln.
1742). Id 1S57 zün de ,.Fst>aUe". in 1875 de
„Afitroaomia" uitgegeven door Btinte.
HT^lnna WO rot nsar Roomseh-Katholieke
opvatting d« 9de paus ffenoemd. die van 136 tot
140 den Bomeinscfaen uiisBebopsietel beiette en
als martelaar stierf. Van andere ijjde wordt be-
treffende Hyginvt niet meer ^b vaststaande aan-
genomen dan dat hiJ in het midden van de 2de
ecDW behoorde tot net college van ondsten te
Rome.
Bmomatar ol Hygroaeoop is een toestel,
waarmede men den vochtigheid stoestand van
Pig. 1. Hygrometer van Bronnen.
ait een wfaaal, welke zg in haar linkediaDdhondt. 1 de lucht kan bepalen. Hieronder retstaat men de
HtcUds. Zie Qmmdheiditetr. 1 verhoDding Tan oet gewicht van den in de lucht
DigilizedbyGoOglC
HTGiElOICEniR.
aonwczigen wat«tdamp tot het gewicht van den
damp, men de lucht bü de gegeven temperataur
ion kunnen beTfttt«n. in plwta Tan de Terhou-
ding der gewichten l»n men ook de Terhoa-
ding Donen ran de werkel^e dampiipanDiDg tot
de rouimiMDipknmng
bq de heetachendc
tMnperatum. Men
kftD doe den Tocbtóg-
heMhtoeatand befia-
len dooi het gwwiciit
na den aanweaigea
wat^rduDf) 1« meten
of ziJA Eftttming. Het
gewidit Tan den
aaatp yeikrggt men
döOT een ÉHi«ïeelhe«t
lucht te voeren door
baisjee, die met hy-
gioKopieefae stoffen
gevuld zqn; de ge-
Fig. 2. Hmxemeter wiehWenoeerdeiing
TMi D(ud^ dei boiejes g«eft het
gewidit Tan den
aanwezigen damp. 6g den hTgiometec van Brun-
tier (fig. 1) wordt met fadinlp Tut een aapirator
O O een bekend volumen lacht door de [/-vormi-
ge bnizen gesogen.
Om de Bpanning van den aanwezigen watei-
damp te bmalen
maakt men georaik
van eondentalieiij-
giometert. Deze be-
rusten op het begin-
ael, dat door ta^e-
r&tuanveTÏaging een
onv^radigde damp
ten dotlc TiODzadiglt
wordt. Aleet men
de taasetataui,
waarbij de veraadi-
giDKsta>eetuMl i&-
tieedt, dan ia de hier-
bij buioonnde mazi-
nraraspanniiig de ge-
lochte ^kanning van
I den onvenaiËgden
vait^idamp.
De ecaraeneatie-tiy-
grometac van Daniëtt
(zie fig. 2) beetaat
alt 2 boUen. die door
een rechtÉtoekig om
gebogen buie met elk-
aar ia gemeenBrinp
Btun. De bol B M
van buiten vergold
eo ie gevuld met
■ether. Hierin it
een UMfmome^er O
mria^et De gebee-
ie toeetd is g«-
vnld met aeth er-
damp. Drucpelt men na op deo iral D, die
met gaaa bedekt ia, aetibei, dan lad de aéffiei-
dainp in D condenseeien, in A isl aether verdam-
pen, waardoor deie ruimte wordt afeekoeld, Uen
bepaalt nu de temperatnni, waaibq op den bol
Fig. 3. Condeneatiie-
Hygrometer Begnaall.
de waterdamp uit de lucht zich afzet. Bq die tem-
peiatnni — het dautepuat — ie de waterdanqt
nit de lacht vcriadigd. Meestal 4>espeait men het
doE worden van den bol ieta te laat, daarom
neemt men de temperatunr waar, waarbij de wa-
teidamp weer van den bol verdwenen ie en neemt
het gemiddelde van de twee. Uit t&bellen kan
men de maiimamspiinning bü deze temperatuur en
die, behoorende bq de temperatuur van Det vertrek
aflezen; het quotiënt van beide waarden geeft
Fig.' 4. Psychrometer vui Fig. 5. Volumen-
Angust. hygrometer van
Tsjaplowitz.
den gevraagden vochtigbei ds toestand. Nauwkea-
rigei weikt de hygrometer van Regnaatt (fig, 8).
aén gbien baia, geplaatit in een dunwandigói
zilveren dop met goed gepolijaten wand is geslo-
ten door een kuiÉ met drie doorboringen. Dooi
de middelste opening is een thermometei gesto-
ken, door de tweede een glazen bats B, die tot
onder in het met aether gevulde buisde leikt,
door de derde een bnisje, dat onder de kark ein-
digt. Dit laatste is door een eaoatchoaealang A
met een aspirator verbonden ,die op grooten af-
stand van den hygrometer geplaatst is. Opent
men de kraan vsn den aspiiatoi, dan wordt de
lacht door den aether gezogen, waardoor iq gaat
verdampen. Men neemt de temperataur waar,
waarbij de dop beslaat. Elvenals bg dien vsn Do-
ttiëil bepaalt men ook de temperatnor, wa8ri)ij
de waterdamp weer verdwijnt. Het gemiddelde
van de twee is de ware temperataar. Het tweede
gelijksoortige baisje F dient voor vergeli^ing,
om beter bet oogenblik te kannen bepalen, waar-
bij de vingeriioed dof wordt Fig. i stelt den
DigilizedbyGoOglC
S96
HYGnOMETBR-iHYaBOaOOPracaE STOFFEN.
Fsyehromtter van Augutt voor. Deze bestAAt uit
fw«e goed OTeieenstemmende UienDometera. Eet
leierToir trd den eeii« is met eeo tlanelleu doek
omeeren, die met twee
w<iflen drftden in >reriNi>-
ding stut met bet door
w»t«t gendde Tst A.
De Ikuwilea doet lal
dos To«dLti£ volden. Hoe
kleÜKo: de todiUgJieidB-
toest&Dd T«n de ktmoaleer
na ia, boe meer het wi.teT
B&o de (^ervljAte isa
4iet Feserrau ui T«rdAm-
pen. Dsu tooi hot Tet-
dunpen wumte noodig
is, iil het bvik in den
tbemNcnetei dklen. Uit
het v«r6dii] in stautd
fui de tieMe thennatne-
-tert w de nxbtigtbeide-
toestaod t« bepilea De
volumenky^rometer van
TfcAapfowits, Üf . 5, be-
«tut nit «en giueu bol
a, die dooi een glasen
etofi, wurun ee& tber-
mometei bsrwtiKd i^ ge-
sk>ten ku iroiden. Aaa
den onderbnt is een bn-
tiet bereflti^. hieiaui een
cmgèbogen gieaea buis.
Fig. 6. Hurhygro- De bol a wonft gonild
metM fin ^obbuk. met d« lucht, dËe men wil
ondeiaoekeni Icruo e
Is dan guloten. VecToleens wonft de buret met
watei geTold, de toestel omgekeerd en kraan O
gmpvoi, vurdoot het wa-
ter in den ballon komt. Hen
schudt «wlang, tot de hidit
in den bol venadigd ia met
wdlepdomp. Daarna breogt
men den toestel in d«n oor-
ronketjjkan st«nd, neemt
oiDgwoffen buis onder
water er sJ, en leeot het
Tohime vaa de lodit al,
wanneer het water in de
bnret en daarbnitM ewen
hoog etaan. De tohmienffer-
meeideriqg i« de Teedamp-
te bo«(veelteid water. Kent
men nn de spaninng vu
den waterdMop lig de t«Dq>e-
ratnur, die de thermomeUs
aangeeft, dan ia daaruit de
hoereellreid wateidamfi te
berdieDen, die de Incht be-
■nX. Tidct men daarran de
hoerreelieM af dóe et dooi
■ehndUen met water bg ge-
komen in, dsB weet men de
boereelbeid, die de Indit
oonfironliBlijk beaat Teel
gemakkel^er, hoewel min-
der naawkenriff bcf>üh men de-rochtagbeidstoe-
atand met behulp (KT haarkygrometerÊ. Deze be-
initen op de eig«nseliap,dateeftliMrlangii wordt,
wnukeer de tvditigheid dei omgaring toeneent.
De barea moeten Toonnt eerst graoATerd woiétm
Tan de vette atollen, die het opnemen rran w«ter-
damp verhinderen. Dit geschiedt het beste door
de haren eenige nren in aether te laten liggn-
Een der meest gebruikte haaih;eiometera ia dii
Tan Sauteure (zie tig. 6). Het naar wordt tnci
een zijner uiteinden in t faatgeklemd en ia on
een katrol c gewonden. Door een klein gewiebtje
P, ongeveer 0,2 gr., wordt het geBpannen. (^ ar
as tan de katrol is een wgiei bevestird, waanaa
een uiteinde zich langa een verdeelden graden-
boog beweegt. Door deze inriehtii^ m1 de wg-
zei naar boven gun, wanneer het luar langer
wordt, nur beneden, wanneer het inkrinopt. De
wyzer moet in onveTscbillis evenwicht squ, na-
den zon het hur bg verscnilleDde (tanden vaa
den wgiei min of meer gerekt worden. Het zwaar.
tepant moet in de a> gelegen ijjn. De graadver-
deeling van den hygrometer geschiedt proefon-
dervindelqk Aior hem in mimten te plaatsen.
wur de spanning van den waterdamp bekend
is. Aan den bjgrometer is een thermometer be-
vestigd, die in de ligunr niet geteekend ia. Op
Fig. 8. Hygrometer van LSwe.
hetieltde beginsel berust de tfiraalhggromeUr
(fig. 7). Een koperen spirul is bedekt met een
stof, die b^ toenemende voehtigbeid uitiet, waar-
door de wqzer verplaatst wordt. De LOweki/gni-
tntter (fig. 8] is een gewniigde psjchrometer van
Augutt, waaitiij de Toehtigheiastoestand diied
wordt afgelezen op de tnsacnen beide thermome-
terg aan^ebraobCe schaalverdeeling.
Byrroom. Zie ffeura.
nvjrraaooop (Otiekaeh = vo<iitigheidime-
ter). Zie Hygroneltr.
BvrroMiopUoIi» stofffln iqn f<iXk.t. wel.
ke min of meer gretig water nit den dampkring
opiDÏgen. zonder er zich mede te verbinden. Aan
de Incht blootgesteld, v^ dergelijke stoffen nooit
geheel droog. Tot idtera hoogte zjjn alle stottes
hjgroteopisch, lelfa glu en metalen, maar toni-
D,o,l,zedb,GoOgle
HYGfiOSCOPISCSB SrOPPBN— CïaiiAÏIS.
mige zouten, looalB ehloormlciuirt) nemen zoo-
veel veter nit den danwkring op, dat ijj durin
geheel oplouen, Teriloeien. Andere lieh*-
men, tqJT, bet meniehelöi iiaar, kiggen door op-
name Tiui water een grooter volnme. Sommige
Tan dergelnke hjgroscopiiobe sloffen, xooalt Ke-
eoneentreerd ivafeliunr en ong^lnsehte kalk,
«ordeD gebruikt om in een bepaalde raimta de
Ineht ónog te honden.
BTkaos of Berderskomngen noemt men in
de geBcbiedenis >aD Ond-^Egrpte een Bedoelnen-
Tolk, dat omrttwkg 1700 t. Chr. E^pte verover-
de en na een legeeriog fan 200 jaar weer Ter-
Jaigd werd. Volgens MoMlha Tormem fann konin-
gen de l&de en 16de djnaitie. Hdq heersehappQ
■tr^te lidi niet baiten Boven-Egypte nit. Zie
Biflaea ^Griekscb = Wondland) noemt men
in de slaotengeogralie bet groote woodgebied
Tan de Xndes tot den Atlantigènen Oceaan en van
de bronnen van den Orinoco tot dan rand Tan bet
Braiiliaana^ Tatelland; het ie de grootste en
best samenhaBgende wondetreek in de Tropen,
die aleetite dooi rivieien doorsneden «oidt. De
bootdnuMsa bestaat nit een bnitengewoon rjjke
Tersebeidenbeid Tan dikotyle loofboomen, waarbg
licb, hoe meer men den aeqnator nadert, des té
meer palmen aaaalnitea. De etammen lü" 'o' ^
m. boog, voordat bet loofde begint, loodat plan.
ten, die tehadnw beboeven, Tan 10 — 15 m. be-
rei4[en, velke op baar beurt kleine palmen en va-
rens van 2 — S m. betehatt«n. Karakteristieke
planten ign volgens MarHu» de Tiuobroma Ca-
eao, esontelioucbooineii, de BerlAo/Iefui axeelaa,
die de Paranoten levert, en palmen, in de eerste
plaats de MmriHa.
H7laa, de uboooe aooa vat) Thtodamai, wm
een lieveling van Beraetei, dien bg op den ArgO'
santentotbt vergeielde. Toen bij aan den Piopoa-
tos aan land was gestapt, om water te balen,
troUcen de Najaden, door ijjn eehoanbeid ver-
rokt, hem in baar «aterpaleizen. Lnid jamme-
rend zoebt Heraelee hem overaJ en zoolang, dat
bet schip „Argo" xonder den held vertrok. I^ter
wetd op die plaatB ter gedachtenis van HyUa
feest geTierd.
Hyla is volgens de Oriekeche wnsgeeren de
ëfot, de vonnlooie materie, die eerst door de we-
reldziel (hybmhot ^ stofbeheersoher) tot alion-
Tan Heraeles en Deianira. Op beid sgns vaders
huwde hy na diens dxiod met lole, die hem
Bvaeehne Kbonk, later de gem^n van PoIvBoon
en ülendaeut. Wegens de vganddgke gezindheid
Tan Svrjftthau vlood M met ijiQ Uoedvwwan-
ien naar Athene, wtn hg door Theteui of Demo-
{hon gactwrq opgenomen werd. Toen BurytiliJsut
an verwiidering nit Athene traditte te bewer-
ken, offerde Maearia, Reraek^ doehter, lieh op
Toor de baren, die nn met behuUi htinner gast-
heeren Bvryttheiu en lijn zonen doodden. Hyüiu
wat TerTolgena aanvoerder bg den tocht der Be-
raeUden naar de PeloponnesDs en snenveUe in
een tweegeveobt met Sehemu», koning van Te-
meening, dat de materie zelf en ook elk stoftelgk
objeet bezield is. Het hjloxolsme neemt dus een
plaats in tusschen het materialisme, dftt
mnerlgke gemoede- of zielsaandoeningen loo-
chent of toewdirijft aan. iwerkin^en van stoffelgke
ooneken. en het dttaliatiecbe ipiritnalitme,
dat tegenover do ipaterie den bezielenden geest
stelt. In lekeren lin kan men reeds de ruwe mj-
tbologisebe natnnropTatting, die aan de lioba-
men gevoel en wil toekent (aie Anthrofontor-
fkime) als ftyfoiolnne besebonwen; in weten-
■ebai^ljjken vorm is het het eerst ali tegenstel-
ling tegen meohaniMh-materialiatiiehe natanrop-
Tatting «^getreden. Zoo schreef EmptdoeUi te-
genover Demoeritoi, die alles door toevallige be-
wegingen van levemoou atomen wilde veiflaren,
aan die laatste „bart" en „liefde" toe, als oor-
zaak van afstootin^ en aantrekkinf. In lateren
tgd nep de dnalittiiehe natnnrphilosotie van
Deêeartet bet bylozoTsdie eteltel van Cudtaortk
in het leven, terwijl bet in onzen tjjd hernieuwd
is door ZOllntT, Baeékel ens., die de bewogingen
der atomen laten overeenkomen met gewaarwor-
dingen en gevoelens.
Hymam, Lonv, een Belgisch sdirg'Ver, des
3den Maart 1829 (e <Rot(erdam geboren, vertr(*
reeds vro^ met zjjn familie naar Antwerpen, waa
van 1S53 tot 1861 hoogleemar in de geschiede-
nis te Bmssel, van 1S57 tot 1861 redaetent van
de liberale „Etoile beige", van 1866 tot 1878 van
den „Echo dn Parlement beige" van 1869 tot
1870 lid der Kamer, werd in 1880 tot lid der Eo.
nitftlgke Belgische Academie gekozen en ove^
leed den 22sten Hei 1884 te Brussel. Behalve
Tertalineen en romans, looals ,J« tamiUe Bn-
Tard" (f858, 2 dln.), „La eoorte Echelle" (1869),
„And»4 Bailly" (2de druk 1862, 2 din.), ,3irta''
(1878) en „Sii nouvellee" (1882) schreef hg;
„Histoire du marqoieat d'Anvers" <1848), , Jj'EWi-
se et les libertés belges" (3de drnk 1868), iXe
Bhin monoaieBtal" (1857—1861, 2 dki.), „Hi*-
toire popniaire de la Belgiqne" (20a Ie druk
1880), „Hiatoire piwalaire da règne de Léopold
1" (6de druk 1882], ,3fannel de Tbiatoire de
Belgiqae" (1868), „Histoire politiqne et parle-
mentaire de la Belgique, 1814—1830" (1869, 1
dl., onvoltooid], „Notes et eouvenira" (2de drnk
1877), „Types et silbonettea" (1677), „Hiitoire
parlementaire de la Belgiqne 1831—1883" (1877
—1888, 8 dln. voortgwet door zgn zoon Pmd
en Delerou), „La Belgique contemporaine" (2de
drnk 1884), „Le congTès national de 1830 et la
constitntion de ISSf' (1882), „Brnielles 4 tra-
ven les Iges" (6 dln., 1883 en 1389 met i^n
broeder flettH en sijn zoon PokI), „Jonmal d'oa
TOTtge en Basale" (1884) en „8ain>»iira de vova-
ge*'ll 884— 1885).
Bymant, Benri, een Betgisoh acdirjiver en
broeder van den voorgaande, den Ssten Angustus
1836 te Antwerpen geboren, studeerde te Brnssel,
werd in 1867 bg net etsenksbinet aldaar ge-
S laatst, in 1876 hoogleeraar in de aestiietlea aan
e Kunstacademie en in 1886 aan bet „Institict
sapérlenr des beaox arts". In 1896 werd fafl di-
recteur van de Koninklijke bibliotheek te Bma-
sel, waar hg den 28sten Januari 1912 overleed.
Hg heeft bijgedra^n aan vele gtoote nationale
nitgaven van België, met name twee grootere ar-
D,o,l,zedb,GoOgle
HYMAN6— HYMETTDS.
ebaeoIoeUehe IcoDstwerkeD nitgepTen: „Doen-
nsDta de U Bibilothèqae royale de BelKiqne"
(1864) GD „CompoBitions déeoiativei et ftllAgoTi-
OUM d«a gTMidB maltr«8 de tootw In écMea"
0870— IBM). Boiendien sehteef hjj: ,JIiatoir«
de Ift gtiTure dans l'éeole de RubeDa" (1ST9),
die hem het üdmaataehap der EoDinkLijke Bel^i-
■che Audemie b«iorg«le, „Le réalUnK, gaa m-
flaeoce eni U ï.eiirtnre'; (1834), ,3ubeiii" (1886),
„Lueu VorsteiBUn. Catalogue raüonné de eon
oeitne" (1893). ,3nKeE et Ypre« (1904), 0«nd
et TouiDfti" (1902). ,3i«toiie de l'ut beige an
XlXe lièele" (1906). Ook vertaalde hg Itmder'B
„SAMtT^xtA" (1884—1885, 2 d!n.), sohreef hq
het derde deel vaa het werk lao ijjn broedei
. „Broielles k tnTeis lei kgta" {1889) en leverde
vele l^jdragen in tödsehiifteii em.
Hnwn o' AymmoiM fkj/mttaeu*) noemde
menbü de Qrieken bet brniJottslied, dat de apeel.
nooten der braid wogen, wanneer ig nÜ het nuii
van liaat vader naat dat van den bruidegom ee-
bneht werd. Later werd Bymt» de naam van den
god van het hnrwelgk. Zoo krant hy het eerst
voor b|j Sappho en wordt dan een loon der Ma-
len genoeód. Volgene anderen wat hq een
aehocn jongeling, die vroegtijdig stierf, of hg het
hnwelgkifeett van BaeekoÊ en Anadne na bet
iiDgoi van bet bmiloftalied de atem en bet le-
ven verloor. VoImqb de Attiiche sa^ wu hg een
•dioon, maar behoeltig AtheeniA jongeling, die
eeo hopeloDie liefde koeiterde voor een aaniien-
Igke jonkvrouw. Om in haar nabijheid te iqn,
volgde hij baar, aU meisje verkleed naar de
feeaten van Dtmeter te Ëleusie, waar bg met de
daar aanwezige maagden door zeetooveta werd
weggevoerd. Toen deie echter op een eiland aan
wal itapten en zidi aan den slaap aveigaven,
werden zif door Bymen gedood. Dece begaf lioli
nn aanitondz naar Athene en beloofde, dat fag de
geroofdan ion teragbrengen, indien hem toestem-
ming werd gegeven tot een htnvelgkivei^intenit
met xgn geliefde. Dit geschiedde, en nn verheer-
3kte men bem in brnilofteliedeien, totdat hq
len«a als een godheid beschonwd werd. Men
■trit nem voor als een gevleogelden, met kransm
versierden knaap, ala een emetigen Eroê, met
een brnidsfakkel en een krani in de band.
Bymsn m de Qiiefcaabe naam van bet mnag-
devlies, een halve-maanvormig vlies aan den in-
gang der sebeedevanmenBcnendier. Bgde eer-
■te getlaehtelgke gemeenschap wordt bet g^
woon^k ingescbeord, zoodat de intactheid ervan
een bewgg ie van maagdom, zij het dan geen abeo-
Inat. Want het kan «el eena bgionder elaatiech
■ijn en due niet scbenren, terwgl bovendien een
poging tot gemeenschap ook bg miilokling toch
iwangerschap ten gevolge kan hebben. De bloe-
ding Mi het inschenreuuunéérgeriitgiga, mo-
dat net bewgs van maagdom, dat-volgens Jifoiee'
wetgeving aan de schoonoaders moet getoond
warden, ondengdelgk i*- ^Ü kinderen blgft bet
hymen trots geslachtel^ verkeer vaak onge-
iéhonden, daar de engte van alle deelen van den
ingang een doorboring van het er achter verseho-
lan vliei bemoeilqkt, terwiji het door ontnebti-
ge handelingen of onanie ook zonder geslacbta-
gemeenschap kan acheuren. Wel verschaft het hy-
men een deugdelijk bewgs van voorafgegane be-
valUng, want .daarbij wordt het dooi de kinde-
deelen op enkele teaten na vernietigd. Bier ia
men echter niet meer ^leen op den toestand van
bet hymeo aangeweian, want ook de mond van
Je baarmoeder vertooi' i-..."^-- -i.--j
kleine inschenringen i
beele leven blijven.
HTmenaea ^. is <)e naam van een planten-
geslacht uit de familie der CaettUpiniaeeèSn. Het
omvat boomen, die in Zuid-Amerika en o^ de
Antillen groeien en rnim 20 m. boog worden.
Van de soorten noemen wö: den ffewonea tprinlt-
AombooM (H. CoUTbarü L.) met een donkengrg-
zen stam. welke een omvang beeft van 3 m., met
een zeer vertakte kioin, atianune, dikke Itinine
Eymenaea ConibariL
takken en langwerpig-epitae, lederaehtig, van
onder bruine, kortgeateelde bladeren. De bontigs
penl wordt !'/■ dm. lang, is donkerbruin, met
korte atdtels gewapend en met een bminaehtig
blauw, meelacntig merg gevuld. Hel getal taden
is niet groeier dan 8. I>eie boom levert het Ame-
rikaanacne kop^ {Ruina eofol), bekend all gowt
amine, een harseoort die oit d«i baet te voor-
schijn treedt en door de inboorlingen bü droppelt
venaneld wordt. De grootste stokken vitkdt men
onder de wortels van oude boomen; zn zqn wel
eens 3 ol 4 kg. jnraar en hebben een barnateen-
acbtigea teuk. Uen gebmikt het tot het berei-
den van kopalveinis. In de afbeelding atelt a
een tak voor, 6 een peul, e een dooigesneden penl,
d een zaadkorrel, e een doorgesneden zaadkorrel,
alles op '/i der natunrlgke grootte.
Bynunoptara. Zie Vlieiwleugdig» intte-
Bymettoi, een berg in Attica, was in ouden
tijd beroemd wegem zöd genrigen honig en lün
Toortreffelgk marmer. Thans draagt bg den naam
van Trelovoeni. Hg ligt ten znidootten van Athe-
ne, heeft een Z Jf. richting «o ia 1087 m. boog.
Ook nn nog wordt er uitmuntende honig ge-
DigilizedbyGoOglC
HTlfNË— ATPïSAEffiB.
S99
_, I ol kyaunu noemdeii de onde Grie-
ken een loQied, <Ut tei eere tm goden of hel-
den Cg leeatel^e ottarandeQ, ondei beRvieidiog
Vin moiici en dtu, weod unxebeven. Zg droe^
nuT de fenehillende godhedu en niu hau
uid Tenchillende nunen, «loali dithyramfaai,'
paean etn. De Qiiekiehe bymneD h&dden un-
Tankeljj^ een epiieb karrtter, looals die van flo-
«wnu; ijj Tenoddden de mjtlien der godeo en
gwren van desen on vao de daden dei mentdien
een sanBchooirelgkc vooTatelling. De Ijitere, zooals
die van Pindoru* en Calümaehui, zijn meer ly-
liaeh, ja dtdaktlBeh. Het woord komt in het
Nienwe Teitameat op twee ploatien voor {Bpb.
5 : 19 en Col. 3 : 16), beteeient daar loflied tot
Qod, In de ou^^AtiietelJjke liteiataur woiden in
dien lin ook d« Psalmen ligr. tmnnen genoemd.
Langaunerband kre^ het woord een engere be-
tekenis, n. 1. vaa een godedienetig Ijriacii ge-
dicht. Nog b^rktei beteekent hymne: de geee-
telijke btzangen in bet bierier. De geaehiedenia
van de hynxieD in de Ooeteiedie Kerk ia nog
100 goed ala oc^bekend. Over die der Weitenebe
Eeik beataat een afzondeii^ke wetenschap, de
hfmnologit, beginnend in de 12de eenw, todii]
in de laatste vqttig jaar gverig beoefend. Een
viMrname bronnenpublicatie is de ^italeela kifm-
niaf', in 1886 begwnnen, waarvan reeds meer dan
50 deelen rerscbenen.
Er ign meer dan 80 daixend Latgnsche hym-
nen bewaard gebleven. Hen onderaeheidt: de
êettle periode, D^isnend by HilariuB van Poi-
tiert en loopend tot den tgd dei Sarolingen; be-
kend is o. a.: Ambforitu, Prndenliat, Fortunatus;
de ttetede feriode tot de kruistochten, waarin o. a.
optreden Paulus Diaeontu en vele lereche monni-
ken; de derde periode tot bet Humanisme, waar-
in o. a. Thomas van Aquino en BonaventuTu voor-
komen. Het Evangelisch kerkgezang liet met de
LatiJDSclie taal ook 'de hymnen vsren, hoewel
LullUT en Qerhardt eenige oude hymnen in ko-
lalen benehiepen. De diditers van den nienwe-
reo tijd Iiebben ileehts selden met geliAkig ge-
Tolg non fcraditen aan de hymne beproefd.
Brocolamlan is een aualoid, waarvan de
formule is: CitHuHOi. Het eerst is bet in de
laden VMt iiet hilientinid (fffoaqmnu* niger)
gevonden, terwg! het ook in Airopa Belladma en
in Datum ttrammiuni voorkomt. Het ii iiomeer
met atropien, dat bet byoeeyamien altgd in de
ÏÏ' nten vergeielt. Door inwerking no aleohoUache
li woidt het ook in atropien omgeiet. Uit cfalo.
reform kristalUaeert bet in ^degjanaende naald-
S, die bq mim 108* C smelten. De oplossing
«it het polarisatievlak links. De vr^e oase en
baai lontNi ign iwaar vetgiftig.
B^oaoTunoB- ^* Bthttiknud.
HnMtlA TM AlexandriC, de dochter van den
wisknndige TAeon en de «chtgeooole van den
wgageei Iiodorui, was evenieer beroemd wegens
haar sehoonheid en wegens de leinbeid harer m-
den, ala w^ens haar geleerdheid. Zy wgdde lidi
te Athene aan de 4>eoe[eniug dei w^jiÉwgeerte en
trad na haar temmeer in haar vaderstad op als
leeraies in deie wetenschap, fiierhjj traefatte lü
vooral de Mw^atonisebe wQtbegeerte is overeen-
stemming te brengen met de leer van AjiMtoMet,
Haar woning was de venamelplaate der geleerd-
ste en uDiienlöktte mannen. Onder beaebnldi-
ging, dat ig van haar goede verhoading tot den
Sraefect Oreeta gebmifc maakte om dewn tegen
e Christenen te stemmen, weid zjj door de
Christenen fel gehakt en ia 415 na Ctu. op straat
aai^eiand en op eruwelgke wg» vermoord. In
hoeverre bissdiop Oyrülu» aan deze daad schuld
heeft pefaad, is niet uit te maken. In een coltnnr-
histoTisehen roman, die haar naam draagt, heeft
KingsUy haar lotgevaUen beschreven.
Hrpcrswmia noemt men een overvloedige
vnlling der vaten met bloed. Zgn al de vat«i
van bet lichaam overvloedig met bloed voonien,
dan spre^t nten van een algemeene hyperaemie
(plelhora, votbloedigheid), maar heeft er hyper-
aemie pUats in slechte enkde deelen van hef
lichaam, dan noemt men haar een plaateelqke.
Bq deie laatste bevinden sieh alleen de haarva-
ten en de nabggelegen kleine alagadercn en ade-
ren in een. oDgewonen toestand, lun onderscheidt
een actieve hyperaemie (eongeitie) door bloeda-
aandrang en een pasaieve door stuwing van ader-
iQk bloed. De hyperaemie kan kort of lang dn>
ren, een liekelgke en ook een gezonde toestand
weien. Het slqmvlies van de maag bgv. verkeert
gedurende de spijsvertering in een staat van hy-
peraemie. De verschgoeelen van actieve (arteriïe-
le) en paisieve (veneine) hyperaemie sgn ver-
schillend. Bg de eerste worden de betrokken dee-
len rood, warm, swellea op en kloppen, terwql
de pgn doorgaans gering ie. Aderinke hyperaemie
daarentegen maakt het lichaamadeel Vlanw en
koud, doch ook hier ontataat iwelling. Deie pas-
aieve, de veneuie stuwing, wordt in de laatite
jaren veel toegepast tegen ontsteking. Uen wekt
haar kunstmatig op door de ouderwetsche kop-
pen of door venanden, centraal gelegen van ae
plaats der ontsteking en liet dan door dei groo-
teren toevoer van Bderijjk bloed leer raaik ees
gustigen invloed op het ontstekingsproees <iBter'j
stnwincsmethode). Het centraal gelegde verband
moet dagelijks minstens 10 nur, in zware ge-
vallen aelfs meer dan 20 nor sitten blgven, de
ktuipen Mn of tweemaal digel^s, telkens een
half unr tot drie fawartier, maar het opiuigen
self mag maar 5 — 10 minuten duren, telkens ge-
volgd door een panie van vqf minntm. Zells de
hevigste pqnen verdwKnen onder de Bier'sche
methode haast plotseling en aan een verder
voorteehrgden van het ontsta ingsproees wordt
reeds na de eerste behandelingen ean eiad ge-
maakt. Was er nog ^n ettering opgetreden, im
komt bet er ook cgiia nooit meer toe maar ge-
neest de ontsteking londer deoe; ttestond er reeds
ettering dan houdt die veel sneller op. Maar voor-
al van gewicht is het, dat bü deze behandeling
de functie van de zieke organen lieb lurstelt op
een wgie, die men nanwelgks had durven bopen.
Behalve voor ontstoken weelael, beenderen en
gewrichten is de hyperaemie n. 1. de actieve, oiA
toegepast op de longen, bet eerst door KUkn, te-
gen tuberculose en katarrhale pnennomie. Hq
gebruikt een masker, dat mond en neus Incht-
dieht afsluit en de inademlialing alleen moge-
Igk raaiJit door een in de neos gestoken, van
buiten rnimer of nauwer te maken spleet, maai
de nitademing door ventielen geheel vr^Iaat.
Daardoor wordt de dmk in de borsthcJte leer
DigilizedbyGoOglC
HTPERAEAOE— HTPBBBOREEEBS.
veiUkgd en vindt er een vennMrderde toestroo-
mins VU) bloed in de longen plaats. AIb lulk een
masker weken lanx gedureooe eenige uien pei
d*g gedrigen wöïdt, óna itet men weikeljjk eeo
SiMtigen iOTloed op de mnoemde jiioeeaMn lon-
r B»ni« schadelgk g«TO^, lelli met tig neiging
t bloedipuwing. H«t ktaJéhtiger vorden tm M
licb iaipannende ademtultngMpierei) werkt gim-
tig op aeo ademnood en maakt den ilaap ru«ti-
ger, terwyl de Terdaaning van de kdemlucht de-
ulida gevolgen heett ali het T«ri>l^l in hoogge-
kgen strekea al( DaTot, n. 1. eea flinke venneet-
daring Tan de roode bloedeellen en vergroot liae-
ffioglobine-gebtlte. Vandaai, dat de itnwing ook
met succes l)jj anaemiein weid toegepast. Ook de
werking van tnbennliiK Khgnt hoaldukelgk te
bernttea op een groat«n faloedtoevoer juiit naai
de tnbeiGQlenu weetieli, looala het duidelükit
bg InberculoH tan de baid liehtbaai wordt. Die
veiraeeidering tan den toevMi van ilagadeilgk
bloed woidt ook bij ebronisch gewielittrtkeuma
toegepast, door faet sicke deel in een kaït te leg-
gen, welker opening eromheen algesloten kan
wolden en dan heete Ineht te laten toestroomen
in het kastje; maar ook Bier'i powieve hypeiae-
mie wordt <bg itötheid jn de ^wriehten ontste-
kiDj,'cn of taberculose ervan met succes toegepast,
evenall hg sweren aan bet ondeitteen, eewmen
eni. Het lieke lid kan ook in een sterk glaien
kaatje (^bracht worden, dat ei Inehtdieht on-
tleen i&it en waainit dan lacht weggepompt
wordt, de veiminderde lachtdnik bewcikt dao
sterker bloedtoevoei en heeft dus deiellde wer-
king als de heete lacht
Literatuur: Bier, Die EvperamiS als Heilmit-
tel (6de druk Ltifiia 1907); iouph, L^bneh
der H^MiimiebebandlnDg (Leipiig 1911).
BTpara«sth«al« noemt men in de geneea-
, . Atheensch Tolkimmner,
was van geringe afkomst, verwierf ali lampenfa-
brikant ^otu rgkdom en bemoeide lich, hoe-
— ' nog jong, met staatkundige aangelegenhedf~
I Kfoón' ' '^" ' '- --■ ■'-'■
ten bq hf , __
lieh aan tiet hoofd Ie plaatsen der menigte, ter-
wiH hjj de achteoiwaardigste mannen met laster-
Igte 'besehnldigiiigen vervolgde. Toen h|j echter
het volk wederom wilde cveriialen om op som-
mige aansienlgken het ostiacisme toe te passen,
wMrbg hji bet insondeiheid gemout had op Ni-
eia» en AÏeüiiadei, vereenigden lieh de aanliui-
geri van dcie beiden om BjfjwMiu lelven te
veibanoen [417 v. Cbr.). Zes jaar later weid fan
door Ssmiaehe en Attische oligarchen vermoord
en tgn Igk in »ee geworpen.
BnMrbool (lie de tg.) is een kromme Ign,
die de eigeniehap. beiit, dat bet verschil dei af-
standen van elk punt van de kiomme tot 2 be-
paoJde pnnten een constante is. Deie pnnten F
en Fi heeten de biandpnnteD van de bj'perbool.
De kromme is een kegelsnede, die men veikiügt,
wanneer een kegel door een vlak aan weeisigoen
van den top gesneden woidt. Zg bestaat nit twee
geaeheiden, zich in het oneindigde uitstrekkende
takken. De veibinding tnssehen de beide brand-
punten is de hoofdal, het midden bierrao bet
middelpnnt van de hypeibooL De Ign, die in bet
middelpont loodieeht op de boofdae staat, is de
bjjas. De twee takken loi^ten i;nunetiiacb ten <o-
lichle van deic, teiwgl iedeie tak door de hoofd-
as in twee ssmiMtriKbe deeleo verdeeld wordt.
de hoofdas, dat tnsseben d . „
legen is. Een favperbod is dus bepaald doei e«
reehls Ijjn =: 2a en 2 punten, de brandponten.
De vergelgking vau de hyperbool is; ~- _ ^-
= 1, waarin s en fi de afstanden van een punt
van de kromme tot de beide auen vooratellen (de
hoofdas is de t as], b is een bepaalde constante
en gelijk V^e* — o*, terwql e de aistand is van het
middelpnnt tot een der btandpuntcD. De lonen
a en O] lijn la^dgnen uit het midddpont getrok-
ken aan de beide takken, die deie m het onein-
dige raken. Men noemt se de asjmptoten.
Hyperbool noemt men in de de stglleer een,
in den legei opiettelijk, sterk overdrijvende term
of beeldspraak, bgv.; „Zgn roem reikt tct aaa
de sterren" of: „Een Wg drukte op mjjn borst".
HTParboraeSra was volgens de tyvatting
dei Onden de naam van «en mytiscben volks-
stam. Hnn sage sluit lieh oven] aan bjj de plaat,
■en, waar iltioUo vereerd werd, voornamelgk bg
Delphi en Delos. Sedert Henodui nam men meest-
al aan, dat Apoüo gedurende den winter in het
land dei HjperboreeCn, dat ign eigenlgk vader-
land was, verblijf hield en daatnit in de lente
terugkeerde, alsook dat Hjpeiboieescbe geianten
mei oFFeraiideii niai Qriekenland kwamen. Daar-
bg werd bet land in het uiterste W. of O., latei
tengevolge van een afleiding mn den nsam van
Boreiu (= Noordenwind) in het N. gedacht. Hel
volk weid als een volk van gelakialtgen geseliil-
derd, dat in eeuwigen vrede bg vioolgke oiferma-
len, ter eere van Apoüo. tgn leven doorbrengt en
liekte noeh onderdom bende.
üfet den naam Hjpeiboieetis duidt men tegen-
D,o,l,zedb,GoOgle
womdig JD <k foHceokimde da ToAastumnos io
bet aitertle N.0. Tan AiiB aan.
HrpariOAOMSn, Herlihooiaehtigtit, h de
naam eeaei pUntenlamilie, die kiutden, haUhae»-
ten, beeateia en boomen omTat, welke dikwjjU
een geel, baraaehtig aap hebben. Zq onderacheidt
tich door de Tolgende kenmerken: de atengel en
takken iqn geleed, dtkwijU knoopig geleed, de
bladeren tegen oTergestelo, enkelvondig, meestal
nalisndig of door langs den land geplaataU
■liei«n fun gekarteld, t<rwgl de Etennbladen ont-
breken; de Dlotmen iQn regelmatig, meeatal in
eind- of okielatandige toilen geplaatst en gewoon-
IHk geel; de 6 (lelden 4) kelkbladeien ign Trjj
01 aan den Toet aamengegroeid, crertiliJTend,
meeatal gdjik, gevoonlgk geatippeld ot met kliei-
aebtige tandjes buet; de 5 (leklen 4) bloembla-
deien «iiielen al met de kelkbladen, ijjii i° <^^
knw aehoelTomig (geplooid, leiwelken en vallen
at, de meeldradei ign talrgk, li;pog;niaeh, aan
dan Toet tot S ol meer bundelt tsmeng^roeid,
Hlden tiq ol éénbroederig; de helraknoppeo itjn
klein en 2-hokkig, liefa OTerlangi openend; het
traehtbeginael bestaat uit 8 et 5 Tmeh (bladeren;
de stengel ia enkelTondtg, lelden knotïiMimg;
de doostioeht ol bes io B- of 5-, somtgda ook 1-
bokkig, terwijl de binnenwaaits gebogen Tanden
dei TtQchtbladen, die tnatchensdotten vormen,
niet altqd het midden der vrucht bereiken en de
bokken stslnlten; de laden inn talrijk, zeer klein
en aan den jnÜTOimigen «aadarager en aan de ran-
den der kleppen TMloehecht; de kiem is recht
met naar den navel gMeeid worteltje en de laad-
lofcben zijn Uadvormitf. De HnKrieaeeefin bevat-
ten een roode of gele, alömeiige barssoort en
Toorts ftetbensohe olie en wat looi- en bittere
eztraetiefatof.
HTparicnm, behoort tot de familie der fljr-
pertaioieSN en wordt gekenmerkt door r^elmaU-
ge bloemen, S tot 5 bnndeli lan meeldiaden,
tegenover elkaar slaande bladeren, die etherische
olie bevatten. In Noord-Amerika, West-Aiifl en
Zuid-Europa komen meer dan 200 soorten voor.
In de tuinen komen ± 25 soorten voor, waar-
van echter de meeste waarde hebben: H. moserio-
num, B. ekmenaii, H. tlarilnmduM es U- mvUt-
tturmm, H. Hookerimtuvi ook wel H. Itiflorum ge-
beeten, IL androtaeanum, H. ealyeinwm, H. da-
tum, If. aareum, H. audifhram en H. virginieam.
De laatste afwijkeDd van de andere door rosé bloe-
men, terwijl &lle andere gele bloernen bezitten- De
jilanten ijju vrijwel alle overblijvend. Een lonnige
stendplaata en een zaïudige of veenaehtige bodem
zijn zeer gewenpcht voor het slagen der cultuur.
Vooral //. moseriativm, met de boute en driekleu-
rige vormen, heeft veel waarde, hoofdzakelijk
voor de bloemisten. De Hyperieutn wordt verme-
nigroldigd door scheuren, afleggen of stekken.
HTP>rid«s, een Oridseh redenaar en een
zoon van Olatikippvs, omstreeks 890 v. Chr. in
den Attisehen demog KoUt/tog geboren, weid een
leerling van laoerate». Hij voegde zich bij de
partü der pslriotten en bleef aan deze getrouw
te midden der veelvuldige stormen, welie Phi-
Ufg van Macedonië, Alexand» en AtUipater aeh-
tereenvolgens over Athene deden losbarsten.
Na den dood van PhiUffu» verbond hü zieh met
hen, die ter veibtdcing *tn bet Ifacedoniscbe juk
601
o ndeihan delingen met 7%ebe aanknoopten waar-
om Alesattder ign uitlevering voideide. Niette-
min waagde fajj het, toeu dit gevsu geweken
was, sicb te verzetten te^n den euch van Alexan-
der, dat de Atheners hg den toebt naar PerziS
hem met bun schepen zonden büstaan. De zaak
van Hartalu» verstoorde de goede verstandboa-
diiig, welke te voren tussi^en Hyperida en De-
mottheneê had bestaan, ia, eeistgenoemde tiad
als beschuldiger tegen dezen op. Latei echter
verzoende hg zieb weder met den giooten rede-
naar. Na den dood van Alexandervtiiooide b^
tot de voorstanders tan den oorlog eu na den
dood van Leotlhettet hield hjj een l^rede tei
eere der gesneavelden. Eerst na den slag bjj
£iannon (322), toen de laatste hoop op de trii-
beid van Atfaene verdwenen was, nam hij de
vlucht naar Aegina, maar werd dooi de handlan-
gers van AtUipaler gegrepen en ter dood 2e-
braeht. Hen had 77 <52 sJs edtt erkende) rede-
voeringen van hem, van welke slecbta één in
baar geheel is overgebleven. Drie fragmenten,
vooral een groot deel van bovengenoemde lijkre-
de, dat Of een Esyptisehe fwjmsiol gevonden
en o. a. door den noogléeraar Oobet te Leiden in
1858 nit^egeven is, zjjn in 1847 gevonden; een
5de redevoering werd in 1888 eveneens in Egypte
gevonden. De geaamenlgke fiasmenteo vindt
men in de „Oratores Attici" (184^1852, 2 dlo.)
van Uülkr en in de uitgave van fifosz (8de druk
1894).
Hneiiiu, Andrttu Qtrardi of Andriaa Ofiee-
raerm van Yperen, een Proteatantsch godge-
leerde, in 1511 te Yperen geboren, ontving on-
derwijs in de oude talen, was werkzaam op het
kantoor van zqn vader (een advocaat), bleet nn
het overlijden van dezen nog drie jaar bij ijjn
moeder en begaf zich vervolgens naar Parijs, waar
hg zich eerst op de natuurkunde en daarna op
de godgeleerdheid todegde, terwgl hg met Fian-
sebe en Spaansefae jongelieden, aan wie h|i lei
fat, velschillende boogeacbolen in Fiankrijx en
taliB bezocht. Nadat bg zich geoefend bad in
de geneeskunde en in bet kerkelijk redit, ging
hij in 1536 weder naar Yperen, leen naar Leu-
ven, vervolgens naar Dnitschland, kwam in 1537
m zgn geboo^pUats tern^, bezocht in 1540 de
univeruteit te Canduidge m Engeland, wilde in
1541 ook die van Oitord beioeken, maai keerde
terne, om naar fitiaatsbnig terug te gaan, doch
bleef tiier en werd tot opvoWer van dezen be-
noemd. Hy bekleedde die oetrwking tol aan zijn
dood, den laten Februari 1564. Van zjjn talrnka
geschriften noemen wq: ,J>b cosmographia"
(1532), „Aritbmetica qnaedam", „Geometriea",
„Optica", ^stronomiea", „Abetorica" <1S66],
,J)ialeetica" (1566), ,4'hTsiea", „Compendium
phvsicea Aritotelieae" (1574), „Ad decem libroa
Ëthieorum Aristotelis scholia" <(Bde druk 1600),
„De formandis concionibus saeris etc." (1553), de
beste homiletiek der 16de eeuw ,J>e theologe sea
de ratione etndü tbeologid libri IV" (1556), de
eerste wetensch^peli^e enejelopaedie en metbo-
logte der theologie, „Topica theologica", ,J>e
studioeorom vita «t moribnt", „De Saera Seriji-
tun e leclione et meditatioae quotidïana, ebns-
D,o,l,zedb,GoOgle
602
HTPBRIUS— HTFNOnSlCE.
tiuit omnibng neeesaaria lïbri II" {1S64), „He-
thodi tbeolo^JM libri ill" (I5M), .J'erionim
(colaBticoinm lïbri" en „Opusenla tbeologiea"
(157(>— 1571, 2 diD.]. De Teninielde gesciiriften
TftD Hyfmju lija in 1582—1584 in 3 deelen ait-
g^eT«n door i^n looa Lauretu.
Hrr»nnanymfiT""''fc*^t"™- Zie Kalitan-
fwmangaiiaat,
HTPartaatropls iver-nendkeid), ia de n»»m
v«D «en door Dondert nanwkcarig ond«noebt
gebiek in b«t TefractieTenn<^D Tan het oog,
waarbij liebtstialeo, die eTemrQdig op b«t hoorn-
vlieg T^len, zich eent aekter bet netvliea ver-
eeoigen. loódftt op dit lutate geen aeherp tie-
f'reiud bedd wordt geyotntd. Wk aan dat gebrek
gdt, kan niet dnidelqk lien, ten^ hö door een
actieve inspanning van het aeeoaunodatievermo-
gen. overeenkomend met den graad der byperme.
tropie (ol passief door een eonvexen tiil) de lont
vetnetert. Vandaar, dat de benraren van de ver-
liendheid lieh vooral doen voelen als tiet ae-
commodatieTermDgen vermindett, dus na de 45
jaar (zie Aeeomoaali»). De hvpermetTopie ii
aangeboren afwij^ng en ii bet gevolg vat
te kort lijn van d« lengteaa van bet oo^, wat
in erge graden vaak reeds uitwendig te iien ii,
daar het oog Ie klein Igkt. Tcor»] wanneer de
oogen door den aard van het èeroep veel voor
diehtbg moeten worden gebmikt, l^jv. bjj aehrgf-
werk. «tndie eoi. wordt er ie veel van de ac-
eommodatie gerargid en wotdt geklaagd over ver-
moeidheid van de oogen voor«l OÜ kaostlieht, loo-
AaX de patiint tdkena een poos moet ophouden.
Is dit onmog^k, dan worden de oogen pgnlqk,
rood en beginnen te tranen. Behalve van net
werk en van den l^Itqd hangen de klaehten odk
■f fan den graad der verziendheid en van den al-
gemeenea toestand, want bg spierzwakte wordt
oA de aceommodatiemier spoedig vermoeid. De
hjrpermetropie «tut due tegenover de mjopie,
de bgiLendtieid, waar de lengte-as van hef ooe te
lang is, maar de eerste biytt constant, teFwgl de
mjopie vaak verergert. Veelal eaat de hTperme-
tropie van de ouders o(i de kinderen over en
slechts zelden ontstaat zij door ziekten van het
<NW. Het gebrek ii alleen te verhelpen door het
gebruik van convexe brilleglazen. ,
HypsroxlMl. Zie Osiedtn.
Hrmrst*an of foiUiet ii de naam van een
delfatoT Eet kristalliaeert in rhombisehe zuilen,
komt echter doorgaanB ongekristalliBeerd in kor-
relige aggregaten of ingesprenkeld in andere ge-
steenten voor. Het is braehjdiigonaal ^lytboar
en vertoont op het gladde iplijtvlak een schit-
terenden meiaalglans, op de overige vlakken een
vet- of glasglans. Het is iwart tot ^roenachtig
iwart en in xleine schilfers dooraehgnend. Zgn
hardheid is, 8, jyn aoottelffk gewicht 3,3 — 3,4,
Het smelt voor de blaaspijp tot een gtoenachtig
iwart glas en vordt door zuren niet aangetast.
Het ia magneiiasilieaat en gzeioxyduulBilicMt.
Stukken met een fraaien weerschijn irorden tot
sieraad gealepCD. Hjpereteen wordt gevonden in
Auvergne (Mont Doré), bg het Loacher meer
(Eifel), in Penië en in fraaie stukken aan de
kust van labrador en op bet eiland 8t. Paul
(vandaar fouliet). Ooi '- " '
bet aangetroffen.
Hyparstsnlat is een geateente, groote&dedi
uit plagioklaas en hypenteen (zie aldaar) samen-
gesteld, waamaaat ook jjierverbiBdingeu en sama
augiet, olivgn enz. optieden. Het is nauw vn-
want met gabbro (lie aldur) en kont niet veel
op aarde voor.
HTpertrofla (overmatige voeding) noemt
men den overniBtigen groei van een lichaómEded,
welke ontstaat door een vermeerdering der ele-
menten van bet ooppronkelgk weefsel, ol ver-
grooting ervan, ol door beide tegelgk. Zg kan het
Sebeele lichaam treffen by reaiengroei, enkele le-
ematen of slechts bepaalde weefsels looaU bijr.
overmatige haargroei. I%;siologiseh en dos nat-
tig werkt de hypertrofie van weefsels, die ver-
meerderden arbeid moeten leveren waarvan bgv.
de bjpertrophie van den wand der linkerkanur
bg vernauwing van de opening dei aorta een
sprekend voorbeeld is. Zoo ook, wanneer bn ver-
lies van een nier, de overgeblevene het wen van
beiden moet doen. Onechte hjrpertrafie van een
oïgaan bestaat, als hel wel vergroot is, maat niet
door vergrooting van zgn pareneliymj loo kan ds
lever grootei worden door toename van het bind-
weetsd erin, ten koste van de eigenlöke levei-
eellen, of doordat tolrjjke kleine rondoellen lich
bji sypbilis tnssehen bet weefsel nestelen. Bg
dese onechte hypertrofie wordt dan ook de func-
tie van een orgaan verzwakt in plaats van v«r-
steifct.
HTphomyoaton. Zie Draadxwamuun,
Htpüim ^atgn — Sommu) is in de Qriek-
scba mythologie ds
fod van den
la^, de H)OD
van den Nacht
(Nyi). een twee-
lingbroeder van
den Dood rTAana-
lot). Hg wonit
meestal voorge-
steld als een mooie
jongeling (zie de
afb^ met vl engel»
aan Bcfaonders of
slapen, een tsk en
een slnimerhoren,
wanmil hg den
slaap doet drup-
pelen. Andereu
stellen hem voor
als een gev4«ugel-
den grÜBHird met
baard, die over de i
pers den slaap uitgiet
Hypnotlim* noemt men de wetenschap dia
zich bezig houdt met de studie van aan den uaap
verwante (oeotanden, waaibjj asai de wHsnSttngni
belMnmeringen worden in den weg gdeg' ~~
■ bewn
Hypnos (Bronzen beeld
gevonden te Etajdes).
1 ïiJQ seboot liggende do-
dikwgle een duidelgke storing i:
valt
iwnatsSo
nemen. Dat deze wetensehnp leeds
ld is, blgkt uit het feit, dat de onde Indische
fakirs door concentratie van bun blik of ge-
dachten een bypnotisehen toestand wisten op te
wekken. Verwant met het hypnotisme ign d«
DigilizedbyGoOglC
HTraomsMB.
Zgn iriarneiiiiDgen genakten eehtei geheel
TNgBte>hei4, hoewel iomoiigs ftrtSBn <1« iijpDo
bg ouiitiu toepiBten. £ent in lateien t^a heb-
ban ae Mntationcek openbue TertooniBgea «au
floMM d« aaodaeht w gdeaden weder op het
hjpDOtiime gevestigd (WmMM, Heidenkmn,
Éérger, Preyer, Bitunfonger). Onafhankelijk Tsn
deieB maikten Okareol Ie Patjjï en SemAetm te
Nanc; het hjpnotisme tot onderwerp Tan .
studie. De sehool te Nancy toonde met Dsme
gTOOten inTloed der suggestie op de hypnose
en leert, dat alle bypnotieehe lertehgiiBeleD dooc
■aggettie tot itasd Kamen.
Tot het Tsiwekken der hjpnoBe gefarnikt men
tairjjke, Khgobaar verKhillead wenende midde-
len, die men ia eomatiiehe (liehamdQke) eo pi;-
diiaebe kan lerdeelen. Aan de laatste kent men,
In t^geMlelling met vroeger, thans de grootste
werking to& Brmd bijv. paste in ijjn tijd bg
Tootkent het lange staren op één schitterend too>
werp toe, terwül tegenwoordig de hnnoge opge-
wekt wordt, doordat men de voorstelling daar-
van WO levendig mogelyk aan het medimn in-
prent door woorden als: „Tracht te slapenl"
,J>eiik aan den «laaol" [voonUnggMtie). Het
wikker maken geseniedt Af dooc lintnigelijke
SrikkeU (blaxen, electrieiteit) ét door een eeuvon-
ie bevel. Tot het verwekken van een hjftnoti-
MBen toestand en het doon ophonden daarvan tl
niet altijd een hypnotiseai noodïg, daar eommige
personen liehielf in bTpnoie brewen {autokgp-
se) en nit liehzelf ontween. In de séances van
en de omgeving veelvuldig voor, londer eenige
tnsBchenkomst van anderen. Wat de ontvanke-
lijkheid aangaat, wordt tiet verhoodiagwetal
leer venchillend gegeven (80 tot 100 %). Qees-
teljjk Ewakken en hrankiinnigen iqn moeili^ te
hypnotiseeien. Dat lennwaehtise en hyateriaehe
personen bqionder oBtvaDkelijk souden lijn, is
•on dwaling. Zq, die de vaste overtuiging hebben,
dat tg niet ontvankelijk ijin, en lij, die niet in
daap gebracht tnlleii worduL lijn in den regel
niet te hypnotiseeren. Hoeili^er is het iemand
wakend in hypnose te bnngen (wieluuggalion)
alléén door fiieeren en hem met open oogen tot
«en willoos werktuig te m^en. De veiandarin-
gen, die de lielstoestand van den menseh door
ojpnoee ondergaat, liJn leer Tersehillend. Men
heeft de diepte van den hypaotiseheo slaap ver-
deeld in 1. somnolentie, den liehtsten
f;aad van slechts even netkbare fajpoOEe, 2.
jpotaiis, d. w. z. de gehypnotiseerde ge-
hooruuunt aan alle snegesties. maar herinnert
tich na het ontwaken al het gebeurde, S. som.
uambnlisme, diepe hypnose met amnesie
(geen berinnering) na net wuker worden en na-
hypnotische verschijn eelen.
Tot de versehgnsekn der oonnale hypnose be-
hoort een sterke beperkinf^ der associatieve faer-
senwerking. Wel worden indmUen opgenomen,
maar niet verwerkt, sooals in wakenden toestand.
De ontvinketök^eid vooi hypnotische invloeden
heet snggeitibiltteit. De allereerste voor-
waarde luervooT is, dat de te hypnotïseeren per-
soon met den hypnotiseur in rapport blgft,
d. w. c. hem hoort en verstaat.
De willekenrige bew^ngen ondergaan in den *
toestand van hypnose steeds verandering. Op
bevel voert de g^ypnotiseerde t^en lifn wU a
bewegingen uit. Eveneens kan men bewegingen
verhinderen, dus den gdiypnotiseerde verbieden
qjn arm of been te bewegen, waarop onmiddeUiik
het bedoelde lichaamsdeel verlamd eehqnt. Ook
is bet niet moeilgk een bepaalde ftmetie van som-
mige spieren te beletten, terwijl aij verder nonnaol
zijn; wanneer het faem verboden wordt, kan de
gehypnotiseerde niet sehrgven, hoewel fa^ ign
hand verder vrp bewegen kan. Hoe de hypnoti-
seur de suggestie nitdrokt, is onversehilligj noo-
dig is alleen, dat het medium hem verstaat. Al-
geiien van de suggestieve veranderingen der wil-
lAeurige bewegingen, heelt de hypnose nog een
tweede eigenaardigheid, liedere spierbeweging
heeft n.1. de neiging eenigen tjjd aan te houden,
soodst een wiflekenrige of suggestieve onder-
breking dikwijls op moeili^heden stait. Die nei-
ging openbaart iieh daarin, dat de ledematen
van het medium de hun gegeven houding lange-
len tüd blijven blonden ffcotofapsie), en <aat
bepaalde bewegingen langeien tqd aüriianden,
waardooi de lOOgenaMnde antofflstisebe bewegin-
gen ontstaan,
Naast de will^eurige spierbeweging onder-
gaat ook de gewaarwording dikwijls veranderin-
gen. De zintnigeljjke gewaaiwoiding (gelicht,
gehoor, reuk enz.) kan beperkt, maar ook tot
bel OBgeloofelijke veischerpt worden. Ot^ kan
de hnid bÜ diepe hypnose geheel gevo^oos ge-
maakt worden, v«rdei kan in zulk een toestand
linsbedrog ontstaan. Hen laat den gehypnoti-
seerde dooi suggestie gelooven, dat hjj menschen
of dingen liet, die niet voorhanden lijn; hij hoort
melodiein ot schoten; een onaangenamen reuk
of xoeten sfnaak wekt men gemakkelijk op. Som-
tgds treedt het liasbedrog als halluei natie op,
d. w. I. het heelt plaats londer dat een werkelgk
aanweii^ object waaisenomen wordt; de ^eb^
notiseerde gelooft een fiond te lien, waar mets is.
Veel meer echter komen illusies voor: er worden
vDorweq>en wuisenooien maar verkeerd weerge-
Mien; een stok hout wordt voor een ^pel, een
hond voor een bo^ aangezien. Is het linsbedrog
volkomen, dan ondergaat bet doen en laten, de
gelaatsuitdrukking een geheele verandering. Ben
Treeselijken angst ziet men op het gelaat van
hem, die meent, dat een leeuw op hem afkomt.
Dergelgke weikingen vsn het linebedrog komen
zelfs voor in veranderingen, die van den wil on-
afhankelijk i^n. Suggereert men bijv. iemand,
dat hg een ni mikt, dan krijgt hij tranen in de
oogen, dat hij een seer onaaD^namen smaak
heett, dan begint hg te braken. Kan men de tot
dusver besproken versriignselen positieve
noemen, de volgende bebooren tot de negatie-
ve, d w. 1. tot de categorie, waaibg voonianden
lijne voorwerpen niet waargenomen worden. Zoo
worden door suggestie personen en taken oniicht.
baar, een muii^tuk onhoorbaar gemaakt. Even-
als de gewaarwordingen staan ook gevoelMis als
honger, dorst, wdbenagen, smart, vreugde ena.
onder invloed van suggestie. Ot de ademhaling
en de polsslag gedurende de hypnose spontane
veranderingen onderaan, is nog niet uitgemaakt.
Verschillende afvrijkingen worden door de psy-
DigilizedbyGoOglC
ehiseh* prikkeling verklaard en iqn das niet Tai
de faypDOBe arhai^elgk. De invloed der inggHti
18 nog nirt voldoende o&denocht. Daarenteeci
kan men door Boggestie meermalen het «demtuuei
eenigen tijd doen ophouden. Ook is ii«t magelgk
anggeetiet brakiogm <n stoelgang te veiwekkui.
Het te Toorgeli^n roepes van roode plAken op
de hvii ia aan meer dan Mn bTOnotiMiiT gelukt.
Het aoggeitief venehgnen van brandblaren moet
met het noodige Toorbehood aaoTaatd worden.
De hTpnoM vormt ean loeitand van verteheipt
herinnenngivwmogen. Qet gdiAit n. 1. in dien
toestand berinneringen wakker te roepen, die aan
het geheagen in wakenden toestand reeds lang
onlinapt waren of by normaal bewQitifin nooit
sonden ign opgekomen {hjpn oti sen e hj-
Sermnesie). Terwql men vroeger MUrnam,
at na faet eindigen dei hninoae de herinnering
tan het gebeurde ontbrd, heelt men later ini
lieo, dat in de meeste gevallen geen amneaie I
itaat; van volkomen herinnering tot amneaie ign
«T tronweot veel tnuchentrappen. Hoge ook al in
wakenden toestand amneaie Mstaan, dan herin-
nert lieb toeh het medium in een latere hjpnose
bgna altgd dat, wat in een vroegere faj^noee
geiehied Is. In deie beitaat editer ook de herin-
nering aan datoene, wat ÏD wakenden toectand
Chiedde, looaat de hjpnotiaebe en de niet-
., lotitehe toestand een versehillenden inhoud'
van bewnetign beiit. Men noemt dit verschgnael
dubbMemutvn (lie aldaar). Hen kan een ge-
hypnotiseerde nepaalde feiten doen vergeten en
daarvoor andere in de plaats stellen, waardoor
herinneringibedrog, de retroactieve sng-
g eet ie, ontstaat.
De poithvpno tisehe toestand bestaat
hierin, dat geanrende de hypnose ieti geanne-
reerd wordt, dat eerat na het wakker worden
nit^voerd moet worden: een g^ypootiseerde
kr^ hgv. bevel na drie dagen naar een biblio-
theek te gaan en daar een l>emald boek te vra-
gen. Een dergelijk bevel wordt stipt opgevolgd,
ofschoon de oerinnering aan de opdiacht ont-
breekt. De posthypnotisehe sn^geities worden
lelfi na een jur aitwijls nog ui^voerd. Even-
als handelingen kan men ook posthypnotiaeh lina-
bedrog Rugg:ereeren, en ook n^^tief suggereeren,
bgv. dat bg het ontwaken een der aanwezenden
TOOT den patlSnt niet lal beslaan. Deie aangewe-
len peraoon wordt dan door de lintnigen volal»-
g«Q genegeerd, lelfs b|j rnwe aanraking.
Nam men vroeger aan, dat het bewattign tg-
dent de hypnose verdwenen was, later moest men
die meening opgeves. toen men ia wakenden toe-
stand of in een tw«ede hypnose liet gehengan
weer lae optreden. Evenmin als de hypnoae een
toestaod van bewosteloosheid is, erenmin i« iq
er een van volkomen wiUoosheid, al ign de irils-
nitingen dan ook leer iwlemmerd. Vele anggea-
ties gelnkkm eerst dan wanneer tairgke proeven
gedaan ign en de gehypnatiseerde aan de drei-
snur onderworpen is. Haar lelfs na vele pogin-
gen koDoen tenminite handeb'n^n, die In «tr^d
met het karakter van het individu ign, niet ge-
■oggereerd wotdei.
De theoietisehe verklaring van het hypnotisme
is nog teer verschillend en iiangt gedeeltelgk na-
men met de physiologische opvatting vui den
sUap. Bndenhaui mende, dat de n
van den gr|fien beraenfaaat gectooid wordt;
WumiL dat de werkuamheid van sommige het-
sendeelen vannioderd, die van andere versteiit
wordt en dat de bloedaomloc^ veranderingen on-
dergaat. Qvmef vatte de hypnow als een toe-
stand van psychische reflex weik saam heid op. Ter-
wgl sommigen in de hypnoae een liekelgken toe-
stand lien, beschoawen anderen haar als een met
den gi
atand.
In nieuvreren tgd is een streven merkbaar om
van het hypn<iti«me praetiMh nnt te trekfcen in
de geneeskunde. In den beginne sefae^i het ge-
vaar de toepaiting der hypnose te vertreden; doeb
later erkende men, dat gevarm slechts dan te
vreeien itJB, vranneer de proefnemingen onhan-
dig geaehieden en dat het hvpnotisme in de hand
van psychologisch soed onderlegde doctoren een
waardevol bDlpmidael is. Tot de liektea, die door
hypnotisme geneian worden, behaoren talijïkv
lennwiiekten, waarbjj geen oiganiKbe ttoringea
optreden, loóab hyateritebe veilammingHi, s«-
nnwbootdpgnen. neoralgie, rhenmatiieiM pgnen.
Hiertoe kan men vnder bet stotteren, het mor-
phinisme, bet alcoholisme eni. takenen, di« dlk-
wgls door hypnotiidie suggestie geneien kunnen
worden. In verband met de benandeling door
hypnotische suggestie staat de raggestie londw
hypnoM.
In den all«riaalKt«i tfjd heeft men bet hyfno-
tisme wA voor piyehologisehe ttodiln van het
tiekel^e en normale lielslevan gebruikt en t^
deel zeer belangrijke resnltaten ten opsichte der
natuur van lekere liekelgke toestanden (hyst»-
rie) verkregen. De Italiaan Bnttivegni he«It op
de civiel-rediterlgke beteekenis van net hypnotis-
me geweien, terw|)l ook d« strafrechterlgke inde
niet vergeten mag vrorden. Qehypnotiseerden
kunnen het slaehtofKr of wetktaig van misdaden
sgo. Practiaehe beteekenis hebben tot nog toe de
^vallen van de eerste soort gehad. De vrug erf
iemand door suf^^Ue een ander een misdaad tan
laten begaan, wordt verschillend beantwoord.
Door sommigen wordt de mogelükheid bestreden,
omdat niemand door soggestie gedwongen kan
worden tot een handeling, die met sign Karakter
in stigd is, maar de onmoreljjkbeid van inlke
crimineele snggesties kan toen niet bewemi wor-
den. Het gevaar van retro-actieve snggestiea (lie
boven) tot bet afle^^n van valsehe verklaringen
wordt door verechillende antoriteiten voor wer
groot gebonden.
Evenals bg alle physioloj^aeh ondenoek beeft
men de hypnotische versebnnselen ook op dierea
ondenoeht en werkelgk is door allen het bestaan
van dierl^ hypnotisme aangenomen. Reeda ia
1686 bescnreef SekumHdltr een experiment om
kippen geheel onbeweeglijk te macen door ie
plotseling te grmwn, op een tafel Ie leggen, den
snavel neer te drukken en beginnende bg den
snavel een krntstreep over de tafel te trMkon,
Na die manipnlalies bleven de kippen in de meert
onnatnnrigke houdingen liggen. Deie pro^ in
1S4B door Kirektr herhaald en sedert «jpwiwii-
(tiin Mirobik van Kireli^ genoemd, genakto in
vergetelheid, tot Cxermak er is 1872 desandadt
weet op vestigde. Nieuwe proeven wetden g«o-
DigilizedbyGoOglC
HtPN0TBMB--HTPO8lIU?IEfrEN.
men en het bleek, dat talrjike andeM dieren in
snik een toestand gebracht knnnen worden. Preger
teikUftrde de beweginglooibeid toot kataple-
z i e (Terlamming door nhril), Heubd foor slutp.
Om i/tX TerectijJDsel te Toondign te to^mk, han-
delt men looala StAuendter deed; de dieien blg-
len dan in die honding liegen, welke zg aanna-
men, om hnn gewone hondiw weer tem^ te krq-
gen, d. w. I. de spieren zqn plotaeling bij die po-
ging in een MOit van atqCbeid {tontu) tneigt-
gaan. Uet menacike^^ hjpnoae heeft dat ^er
dieren editer niets gemMn, want kikvoreeheQ en
hoenders, die men de sroote Itersena had afgeno-
men, toonden de vers^neela mg beter dan de
normale.
IdUrattatr: Forel, Der fijpnotiemna (öde drnk
Stnttgart lÖll); Wvndl, Hypnotiuuue nnd Sng-
Bcstion" (8d« drnk Leipiig 1911); LOwtnfeld,
Der Hjrpnotfsmni (Wieebaden 1901), J. Lappemi,
L'hjpnotisme et Ie epiritisine (IÜ07); J. Orattel,
L'hypBotisnie et la su^eation (dde drak 1900).
HTpnon, aeetophman, C*HsO00Ei, is het
eeoTondifiste aTomatisohe keton en kan verkregen
worden door destiHatie tan een men^Hl van t^n-
loêinre- en aigninre kalk of gem&kKel^er door
3< benioi aeetjrlehloried te laten inwerken met
nmininmebloried als kalaljaator. Het ii' een
gekriitalli Beerde stof T»n aangenamen reuk wei-
nig In water opkwbMr. flet smeltpant li^ bj
90* C. In de geneesknnde wordt het als slaapmid-
del toegepa«t.
Btpqdiii. Zie Dtkmot.
Hypo, Zie BypondlteUn.
BypooalTPtBB Thvnb. is de Duun van
«en plantengeslaefat nit de familie der flinder-
bloemigea (/'spüfoiweeiAiJ. Het onderscheidt licb
door een korten, S-slippigea kelk, door 2'4)roed«-
rige meeldrtden en door een sa^ngedmkte, lan-
cetTormige penl. De eenige eoott H. obeorda-
tuêThnob. groeit uo de Kaap en is een fraaie
tierplant met paarsporperroode in eindstand ige
tuilen gepiMtite bloemen. De plant it half atmtk-
Mfatig. Dé Jonge icheaten kunnen in het Toorjaar
gemakkelijk wortels slaan. Datielfde geldt tan de
bqna hont^ geworden deelen in den nazomer. De
«verwinlering heeft plaatst in konde kM«en on-
der toevoer vu steeds friaaehe Ineht.
RnNMhloiiatra. Zie OMoomtreR.
■TPOOboeriS. Zie Biggenkruid,
Bypochonder. Zie lii/poehondrie.
HTpoohondrla, afkomstig Tan een Qrieksch
woord, dat de on(far(>H«l»tr«eik bettA«nt, is een
sielsziekte, die zich openbaart in een weinig Re-
fiTonde lorg, dat men ziek ie of ziek z^ worden.
Wie aan deie kwaal lijden, hebben een algemeen
gevoel van ongesteldheid, ontstaSA door te groote
oplettendheid op de fanetie hunner organen, en
■odten dan ds oorzaak van die i. g. ongesteldheid
op te sporen en vervallen daarbjj tot de somber-
■te voorstelling. Z^ mieren over hartii^te,
tering, sTphilis, mggemeifs- en henenziekten
enz,, waartoe vaak een ons(£nldige hartklopping,
hoesthni of neuralgie de directe aanleiding geeft.
Hoe langer zg daarover peinzen, des te Moevel-
der wordt bao oordeel, des te minder gevoelen
sjl zich gesdiikt tot geregelde werkzaamheid. Z^
loopen van den eenen dokter naar den andere,
daar geen hnn voldoende kan geratt steUeo of
van populair-medische geschriften. Deze ziekte
ontstaat vooral hg mannen tassehen het 20ste en
40sle levensjaar. Dikwgls is de di^ositie aaoge-
boren, ook is zij wel eeiui een. gevolg van ver-
iw^ckin^ en vaak zyn de hypochondrische waan-
foorsteUingen slechts een der versehjjnsels van
een geeateeiiekte (zie aldaar en by dem«nlia pa-
Ttdytiea}, waaitin het dolzinnige van de klachten
(afgesloten fundament, elazsn beenen, vervloel-
ing van de hersens enz.) bet karakter ervan reeds
aantoonen. Zoo komen er ook voor bg melancho-
lie en paranoia. Gebrek aan voeding, gemis aan
vrm Ineht, zittende levenswijs, onmatigheid, ver-
veling en teleurstelling, chronische maag- en
darmontsteking, geelaehtszi^len en vooral het le-
zen van populair^eneesknndige werken daarover
knnnen de aanleiding tot hTpoebondrie worden
bg daartoe gedi^neerde personen. Ook kan hier
ala bjj hvslerïe en melancholie de „erfeljjke be-
lasting" den doorslag geven. Zn «laort gewoonlj^
het geneele leven en neemt vaak alle intellectoSe.
Ie krachten in beslag, de patiSnt verwaarloost om-
gevioff en beroep en broedt slechts over znn'kwa-
leo. Sö kan dan ook ia werbelöke krankzinnig-
heid of geesteszw^te vervallen, waarbg vooral
neiging tot zelfmoord de opname in een gesticht
noodi^ maken kan.' De lienandeling kan alleen
psychisch zgn: den patiënt trachten in te lich-
ten, hem vooral nauwkeurig onderzoeken, werke-
1^ bestaande afwijkingen nauwgezet behandelen,
afleidingverschaffcn enz.
Zie: WoUeaberg, Die iHjpoehondrie <fWeenea
1904).
HTpoffSMamiar, CidHaA, komt ala glyee-
ried voor in de olie van araehü kj/pogaea en ont-
staat door amelten van stearolzuur met kali. Het
vonnt kleorlooze, reoLlooze kristallen, is onop-
losbaar in water, doch oplosbaar in alcohol en
oether, smelt bü SS' en kookt bij 2S6° C.
Hrpovnüsoh. Zie Bloem.
HTPODltiisten. Zie Satpalerturen.
Hrponomanta. Zie Stimeimotjei,
HypopliOBtletsD. 2ie Fhottonurên.
HTPOBpadto is een aangeboren gebrek der
manne^jke pisbuis, waardoor de Mwning lieh niet
aan het einde, maar in het midtMu of zelfs aan
den wartel der roede bevindt en de urine doet
wegvloeien.
HirpostaMH noont men personifieatiee van
bovennatunrl^e tiegrippen, van goddel^ke eigen-
schnppen en weikzaainbeden, die hierdosr als
lelfstandige wezens gedacht worden. Zjj danken
hun bestaan aan de pofitische en theologiseeren-
de veiiieeldjng en komen in bet Oade Testament
en in het Jodiendom voor onder invloed van het
polytheleme op het monotheïsme. Het monotheïs-
me iileeF hien>ij gehandhaafd, doordat men zich
bewust bleef van net poltisiii karakter der voor-
stellijigen en deie penonifieaties aan den hoog-
sten <Tod ondergeaobikt maakte. Zie verder het
artikel OhrüMogie.
Hyvomlfleten zjin feitelijk de zouten van
het onderzwav^gzonr H>S«0«. Oewoonlijk echter
worden door deze benaming de zouten van het
thiozwavelsnur HtStOi aangeduid, hoewel ten
onrechte. Het natrium thioanlfaat, Na«8*0i, het
DigilizedbyGoOglC
«06
HTPOSUUIErrEN— HYPOnBEmS.
utnnmioiit Tftn tbioiwavelaiiBi noemt
meesUl oatciambypoatiltMt of kortweg veelal
„hjpo". Het il MD bekend liieenniddd in de
phmapmTie. De lonten van onderMlpetengnar,
omleid lonpanr en onderloelorigin» worden
TespectieTelgk, hjponitrieten, hjpoehlorieten en
hypopboBtieten genaemd.
HTpotbsek. Het leebt Tan hjpotbeek ot
imdenelUng ii een ukelqk recht op eeu andeii
bepaalde en daartoe nitdrnkkelgk verbondeo on-
roerende nak, strekkende om oaarop de voldoe-
ning e«n« idiald bjj Toorrang te verhalen. De
hjpotbeek wordt doa verleesd tot lekerbeid lan
de TeTTnlIing eener verbinteois en geett «an den
■cbuldeiieher, die haar bedongen heeft, een voor-
rang boven andere Mholdeiteiien, om de ichnld
te verbalen op de opbrengit van het goed dat bet
voorwerp van bet reeht nitmaakt. Hypotheek kan
■leebti op onroerende laken gevcat^d wordai en
het reeht van den aehaldeiaclwr wordt door ver-
vreemding van de uak door dea aehnldeaaar niet
verkort. Zjj kan elechtt bcctaaa in verband met een
verbintenw, die er door gewHuteugd worH; niet
ala zelfstandig bestaand recht, maar als een aoces-
Boir ieti, afhankelgk vaa het beetau eener var-
bintenie, waarmede bet verbonden bljjlt en waar-
mede het t« niet gaat. De hypotfaedi geeft g«en
reeht, on lieh den eigendom der taak toe Ie
eigenen, te naaalen, en ilnil t^ lieh lelf —
der bBkomend beÉng — geen reeht van
vreemding in >ich: het gteü geen reeht van be-
, lit. noch van genot. Zg wordt geveetigd op het
goed van den ïchnldenaar of van een derde, die
ten behoeve van den eeboldenaar tgn goed Ier
beiwaring atitaat, ronder daaiom perBoonlök voor
de nakoming der verbinteoii, lelfa niet aU borg,
e honden te ijjn. üit haren aard it tg ondeel-
ar toodal lelh gedeeltelijke voldoening der
lehnld de hypotheek niel van lelt voor dat deel
opheft. Zij wordt eleehU verleend op btfoaU
aangewezen goederen en voor een btpaald aan-
Sïweien aam, die door haar gewaarborgd nl wor-
eni eenmaal vtrUmd, wo»t ig paa gtvetHgd
door iiudtrjMiig in openbare, daarvoor beatamde
restera. (Voor bel i. g. bnotheeair erediet ver-
wgien wg naar bet artikel Bonifceit, 9de afdeeliiiK,
BnpotluMxnJeen^ In deu vooradiriflen lön oe
boofdvereiMhlen voor een goed hTpotheekatelnl
neeigdegd, namelQk de epieialUeit en de pubU-
dlril; een ieder moet ten allen tgde konnen na-
«aan öf en tot welk bodrag eenig goed met hypo-
theek il beiwaard. Toor de vetli^ng en hand-
having van een goed georguiieerd grondeiediel
il dit van het hoogate bdang. Het Fruuehe reeht
in den Code Napolfon Itende beide bengelen
evMiieer, maar handhaafde H niet eosieqae&t
door er alleen aan vast te houden voor de eon-
ventioneele de nit eontraet gesproten hypothe-
ken, terwgl het voor de daaroeTene erkende uel-
tel^ke en gereehMgke hypotheken die vereiaeh-
teo liet varen. De gereekui^ke wu een gevolg
van een voDnit ot van een in rechten erkende
acte; haar rang hing wel af van de inaehrgving,
maat xi matte op alle onroerende goederen van
den ichnldenaar, ook die hg liter verkreeg. De
leellelike bestond ten behoeve van getroowde
vroDWen, minderjarigen en onder earateele ge-
itelden. van den Staat, da gemeente «i andere
openbare insteUingen op alli, ook later verkre-
Sn goederen in het algeneen, tonder bepoiüig
t een bepaald bedrag — ten deele lelti londer
iniebrgviDg. Bg ons Deitun geen ^eredUeiate
hypotheken, en wtUeljikê alleen in deun lin, ut
de wet wel aonunige petionen tot hypotbeiAitdr
ling verplicht — tot zekerheid voor het voena
van een beheer, looata bgv. vaa den voogd — »
doch ook deie hj^thekeo moeten tot een bepaald
bedrag worden verleemt en worden door iniehrg-
vtng oaa gevaHtfd. De pmbUeiUU ii venek«td
door de inacbrgving in bepaalde opeolMre rerö-
tere; een ieder kan, ook zonder dat hg een oe-
paald belang behoeft aan te toonen, iniage of
aisebiih too de r^iitera nemen of een verkla-
ring eiaehen, dat er geen hypothecaire iasebig-
vingen op tekere goederen beitaan. H^otheèk
wotdt bedongeD, toegesUan, verleend hg Bota-
rieele acte; ooor ini^njving dier acte wordt i|
wei, ogv. voor oen vooga en oen cniauir, ai voor
een rekenplichtig ambtenaar. Hj, die aan igs ver-
pliehting om nrpotheek te atëUen niet voldoet,
aan hg vonnit (uartoe genoodzaakt worden; het
vonOii treedt dan in pliata van de acte. De
schnldeiBcher kan nit kracht der acte ot van bet
vonnis voor de intehigvin^ der hypotheek mt-
gen, ook londer medewerking van den ichnlda-
noai. De iDBchrgving geschiedt in regiiUr*. Des»
aiitera der hypotheken qjn te vinden in ver-
illende hool^l^atn en worden beheerd en
bewaard door eeo rgkaambteaaat, dea bmMorder
der kfpotkeken, die teveni belast ii laet de b»-
wating en de aaaliotMlingTaiilietiadasler. T»-
einde de iniehrgviag Ie beweiicitelligen, wordai
door of nameni den crediteur aan den bewaarder
lesnd, hoegeoMffid geen kradit, maat de eau
gedane insehrJiTing aoet haar ook atand bonden,
totdat -z^ te niet gaat, en geen vemieuwing der
inaehrgving na leker tgdiverloop ii daarroor
loodig. fiet Franiche le^t in den Code Hap»-
lAon eiechte tot initand bonding vernienwiu d
' '■ ■ ' ■ 'mi Tl
de goederen gemakkelgker en naowkenriger «j
inichrüving om de tien jaar; het voordeal van
dit stelsel it, dal de staat der insehrÜTingw tr
te Maden is, zoodat de veiklaringea der bewaar-
den omtrent de beawaMd- oj oid>«>waanlheid vaa
zeker vast goed beter te vertronwen zgn. Tenein-
de een iniveren toestand te verkiggsn bg de vde
insdirg vingen, die eigenlgk reeds lang vervallen
waren, omdat de verbintenisien, waarvoor ae daa-
la^w!
ven, onderwierp de wet van 5 Jnni 1878 (
90) alle beitMnde hypothecaire inschrjJTiiQUi
aan venienwing binnen 2 yaren na bet in war-
kiog treden di« wet op 1 Januari 1879.
De datam vaa imehrgving, niet die der acte,
bepaalt in daa regel — bahondana een paar ait-
DigilizedbyGoOglC
HYFOTQE&IK— STFOlBBfiB.
607
sonderiBgen — den nog dei hypotheken oodflr-
. liag; dB inichigviag geeft een Toon&ng niet
ftUaui hmea hen, die een hypotheek hebben, nuui
ook boven hen, die een latere insehrijiing heb-
ben geDomen. Dft&rdoor wordt dan imaafd, wie
e«a eente, een tweede en volgende nypotbeek
beeft. Da teholdeiseher kan de gewaaièotgde in-
■chnld op de «qtbrengBt Tan het Teibondün goed
«erhalen beien alle andeie, odt latere bTjwthe-
eaiie creditenMn, behalve waar de wet, bg ait-
loadering, aan een piivilegie een hoogeien rang
heeft to^ekend. Door eieentie kan de eteditear
iqn recht op goed Tervolgen, ook waar het ii
overgegaan ia banden tan een d«Tde. De derde
beiittei kan de nitwinsing Tooikomen al itniten
door betaling en treedt dan van rechtswege door
tubrogalü in de rechten *an den ereditear.
Het beding, waait)ij de hypotheeure ereditear
lieh het recht Tootbehoodt, om, iageval van wan-
betaliiw of om welke andere reden ook, bet goed
tot lieE ia eigendom over te nemen, te naaiten,
Is nietig. Overigeni mogen de partqen ter lake
dei hypotheek wodanige bedingen maken, ab ijj
goedrinden, maar sleeDtB «an drie lolke bedin-
gea kent de wet. voor zoorer iq mede gepahli-
eeeid ign, werking toe t^enorer derden. De eer-
ite (maar ook alleen deze) creditenr kan bedin-
Sn bg bet Terlecnen lan de hTOotheri^ — niet
Ier — , dat, bg gefcrde der beboorlgke voldoe-
ning der hootdiom of van de betaling der rer-
Mholdigde renten, hg owAcrroepe^i ui ijtn ge-
machtigd, om het verbonden personeel ia net
openbaar te doen verkoopen. Dit beding leidt tot
■poedigei en gemakkelqker executie, dan de ge-
woae; liet brengt besparing van kosten mede en
it dni in het belang van alle partgen, omdat het
d» belegging van gelden op hypotheek, vooral
ook op kleine pereeekn, bevordert De sdinlde-
naar veriieat daardoor de bevoegdheid tot ver-
koop niet, evenmin ala andere ereditenren daar-
door belemmerd worden in bnn reebt van eieentie
op dat goed; maar toch moet, in geval van eie-
entie, de eertte hypotheeaire eieditenr, die zoo-
danig beding beeft ingeschreven, gewaarsdiawd
worden ten einde, deaverkieiende, van ign recht
Sehmik te kontwn maken. — Een tweede beding,
it ingeeehrevenen ook tegm derden werkt, is
hel beding, waatiifl de sehnldenaar beperkt wordt
in de bevoc^beid om bet verbonden goed te ver-
haren, betig hg het londer toestemming van den
BehnMeischer in liet geheel niet mag verhoren,
«f slecht* voor enkele nepaalde doeleinden of w^.
Mn, heti3 er beperkende bepalingen gemaakt iga
omtrent den tgd van verhuring of de wgze van
telling der hnnrpenaingen. iDergelgke bedingen
zijn na ook voor den hnnider verbindend. —
Het derde beding kan wederom sleehts door den
eersten ereditenr b^ het verleeoen der hypotheek
gemaakt worden en ibestaat hierin, dat bg vrg-
willige verkooping geen nivering van het per-
eeet van de daarap rustende hypotheken kan ge-
vraagd «orden. Bg gebreke van dat beding heeft
de kooper van het bezwaarde perceel het recht te
vorderen, dat het gAoehte perceel worde ontlast
van alle hypothecaire vorderingen, voor zoover
die den in geld bepaalden koopprgs te boven
gaan. Nog is een zeer gewoon door de wet erkend
beding — dat evenweiniet ingeschreven behoeft
te worden, — dat in geval van brand de eiedi*
tenr tot het beloqi sgner vordering en renten da
asenrantiepenoingen zal ontvangen, — welk be-
ding ook voor den verzekeraar vn^indend it, mits
het hem vMr den brand behoorlgk it beteekend.
Is de Echnld, waarvoor de hypotheek verleend
il, afgelost of ïs de hypothese door een andere
oorzaak (bgv. tnivering) te niet gegaan, dan moet
de inschrgving in de registers van den hypotheek-
bewaarder worden doorgehaald. Blijft evenwel de
daothaling aehterw^e, dan is desniettegenstaan-
de de hypotheek te niet gedaan. De doorhaling be-
staat in een op den kant der inschrgving gestel-
de, gtdagteekende en ondergeteekende veiklariag
van den bewaarder, waarin melding wordt ^
maakt vsn de daartoe overgelegde stukken. De
doorhaling geschiedt slechts op verzoek van be-
langhebbenden, in den regel den schuldenaar, en
ten zgnen koete, uit kracnt eener toeetemming,
atgegeven door de bevoegde belanghebbenden, of
van een vonnis.
Het boven uiteengezette systeem, dat het be-
staan der inschrgving van een hypotheek geenet-
lei bewgs geeft voor bet bestaan der schuld noemt
men het neoaiievi stebd. Bg het poritiave tUl-
lel, dat de Dnitaehe wet kent, geeft het feit van
de inschrijving een irennoeden vmi waarbdd.
Meer nitvoedge bebandeling van (fit onder-
weip en opgave van literatnar hieromtrent is te
vinden in Mr. C. Auer'a „Handleiding tot de be-
oefening van het Nederlandsch Bot^rljjlr Recht",
Tweede Deel, 5de drnk, bewerkt door Mr. Fmt .
Scholttm, 1913.
Met pandrecht heeft het recht van hypotheek
gemeen, dat het slechts een aoeessoir lurakler
beeft en te niet gaat dooi het tenietnan der
vordering tot zekerheid van welker voldoening
het is verleend. Ben naar voren tredend onder-
scheid is, dat hypotheek alleen op onroerende ta-
ken wordt verleend terwgl alleen roerende zaken
in pand worden gegeven en dat het in pand ge-
geven voorwerp niet in handen van den schulde-
naar kan blijven terwgl degeen, die hvpotbeek
op zgn goed verleent, in het algemeen de bes^k-
king daarover behoudt.
HjpoUtMkbankui. Zi« BmikM (9de at-
HntOtlw«klMWaRnl6T is een rnksambte-
naar, die de hypotheken van z^n arrondissement
bewaart en tevens belast is met de bewaring en
aanhouding van bet kadaster.
Hnottaentwa is in den re^tbodtigen drie-
hoek de tegenover den rechten hoek gel^n en
dus de langste zgde. De overige 2 beeten neht-
AoeJcKifdeis. Voor de hypothennsa geldt de eigen-
schap, dat het kwadraat, beschreven op de i^öo-
thennsa, gelgk ia aan de «om der kwadraten, be-
acbreven op de rechthoekszgden (Stelling van Pf-
thagoroê).
Hrpoth»** of ondêrtMüng noemt men in
de logica een stelling, welke aangenomen wordt,
om d&aruit verschillende verschijnselen te verida-
ren. De hypothese kan betrckkiw hebben op ver-
hondingen. die men ni^ niet ooor waarneming
als wenelqk bestaande vastgesteld beefi (proti-
soriadU hTfpothen}, of ook op verscbtjnselen,
waarvan men de oorzaken niet kan nagaan (tkeo-
reiuelu kyfothete). De eemte geeft aanleiding
DigilizedbyGoOglC
606
STPOTSËSEhSYWIL.
tot ODderioekIngen, «urdoor ig weerlegd ot be-
Teiligd eo wurdoor ig in het laatste geral tot
een waatheid verbeten wordt. De laatite kan uit
den aard der zaak nimmer direet en volledig be-
weien worden, wel nhter een meerdere ol min-
dere waaisehjjnlükheid Terkrggen.
Hrvoxlx L. in de naam van een plantenge-
•ladit nft de familie der AmarfUidaeêeSit nif on-
geveer 50 Booiten bestaande, Het ondereeheidt
neh door een 6-deelig, vretbljrTeiMl Uoem-
dek, aan den voet imallei wordende dooïrnieht
tn Mn Q-kleppige bloemaeheede. Het omTst bol-
Ïnraseen, die aan de EaaD, in Noord- en Znid-
merika en in Nienw-Solund groeien. B. slef-
lata h.. aan de £aap groeiende, draagt fraaie,
■terrormige, witte, maar aan den roet iwarte of
donkerbrnine, blanwe ol gröaceTtekte bloemen en
il een seboone gierplant. Alie Hyponnoorten
Tereiaehen des winters een temperatanr van 4
tot 6* C. Zg kunnen TOontl dienen bg de beplan-
ting Tan TotBwerken. De Termeerdering geaebiedt
door uden. Zandige en steenachtige gtond geven
bij de eoltnnr goede reanltaten.
HtpbIPtU '** volgens de Qrïeksche fabel-
leer een doènter van Tkoai, koning van Lemnoe.
Toen de vronwen aldaar weigerden offeranden te
brengen «an Apkrodih, beioebt deie haar met
een kwalgkri eken den adem, waarom ijj door
baar mannen verlaten werden, die ïieb vaa Thra-
eiache slavinnen voonagen. Hierdoor verwoed,
vermoordden zü alle mannen, en bet gelukte al-
leen aan Hymipyte haar vader Ie redden door
hem naar Chios te brengen. Toen de Ar^naoten
op LemnoB aan land «tapten, werden an met de
meeste voorkomendheid «eJEgend, en HfpMpyU
êcbonk un Jamm twee ionen, Euneug en Thöiu.
Na het vertrek der Aigonanten ontdekten de ove-
rige vronwen van Lemnos, dat Hmipyle haar
misleid en haar vader aan den doc<r ontrokt had,
toodat zj haar van het eiland verbanden. Op lee
vtel ig in handen van leeroovers en werd aan Ly-
eurguê^ koning van Nemea, als slavin verkocht.
Aan diens loon Ojihettet strekte ly tot min. Toen
het leger der Zeven Helden naar IWx trok, ont-
moette het Ryptipyle in een wond op het grond-
Mbied van liyiewgHa. Zg legde het kind ter aar-
de, om de dorstigen te verkwikken, en het 'werd
door een slang gedood. Hypnfgle werd wegene
dit ongeval in den kerker gewor^n, waarait zg
vervolgens door haar zonen bevrgd werd.
BTPSomster noemt men een door Regnaull
aangegeven toestel, dat dient voor hoogtebepa-
lingen. Zie verder Hyptomttrie,
melijï . „
vlrtte der zee. Men beaigt daartoe veelal den byp-
someter, fijpsothervnometer of een aeer gevoeli-
gen thermometer. Men weet, dat deze voteena de
Bchaal van Ctlwi* l^j normalen Inchtdmk in
damp van kokend water aan de oppervlakte der
lee 100* aanwgst. Op grootere hoogte zal de
kwikiilverinil van den thermometer in den damp
van kokend water minder hoog staan, omdat het
water aldaar wegens de gerin^re Inehtdrukking
by lagere temperatnnr kookt. Uit de bg het ko-
ken van water waargenomen temperatunr op een
bergtop kan men alzoo de boogie van deien be-
palen, indien men nit tabellen de met die tem-
petsti
oen 1
itstanr overeenkomende spanning van Terttdig-
_» waterdamp of met andex woordea den lodit-
dnrit kent. Zie verder Batamgier»
ge*.
Hn>»othermoiiwtaT.
HrrcMUili, een aloud gerwest van Irmo. oat-
vatte de landen tnssehen het Elboorageber^te ea
de Eaepliche Zee, alioo de zuidkust van deie, het
hedendaagaehe Masenderan, en lag tnasehcn het
voormalige Hedii ten inidwesten en ParthÜ ten
oosten. Befa^ve de lage kuststreek was het laad
vrjj woest, doch door vele kleine rivieren mild
beaproeid, zoodat de dalen er veel graan, ooft ea
wgn opleverden. De bewonera behoorden in den
onden tgd tot de Parthen en wam wegens taen
rnwëeid bemdit. Dit Und werd reed* vroeg door
de lieden en Penen onderworpen en deelde ab
Perzische provincie in de lo^vallen van dit
ri^, met nitsonderins van een klein tgd^eik,
waarin bet onder de neerscfaappii van ewen ko-
ningen ign onafiiankelükheid nandhaaide ta
meermalen die der Parthra bedreigde.
Hyre&niu. Zie Jfuacufceefa.
Bttü, Joieph een Ooitenmkieh ontleedkno-
di^, den 7den ot dan lOden Deeembcr 1811 te
Eisenstadt in Hongarge geboren, studeerde te
Weenen en l^de sich vooral toe «p tBalmnie.
Ia 1383 werd hQ benoemd tot nroaeetor au de
universiteit. Gedurende 4 jaar wtleedde hn dio
betreUiii^ ea verrokte bet moMom met bui^-
rgke praeparaten. Kadat hg inmiddela in 1.835
gepromoveerd -was, ontving hi In 1887 eea aan-
itellii^ tot hooffleeraar in de Mtfeedkude te
Praag, waarna M in 1645 als ■oodanie u
Wesien terugkeerde en twee jaar lafer Ha wi
de Keiierlgke Academie van Wet«iMha{^ea.
In 1874 ontviog hg een eervol emetitnt (n vet-
tigde zich te Perehtoldsdorf bji Weeken, waar
bg den 17den Juli 1894 overleed, vlel meitt-
waardigt heeft hg gdeverd met betrekking tot
de OBtleedkande van het oor, tot de leer der va-
ten en tot de vernlnkende anatomie, inxindn-
beid der vissehen. Behalve een aaatal vwhande-
jbSrorgan des Üensehen uiid der Singethïe-
(1S45), „L^idotiren paradoza" (1845). .in-
trige mr vetgleichenden Angjolagie" (I^^)-
" ■ - ■** "' l«ie der ürc^enitrf
.Beitrfige
Horphdogie dërUrogenitaloigaae
der Fisébe" (1850), ,J>aa nropoBtiiehe Sjttem
der Knoehenfische" (ISSS), ,fLehrboefa der Ana-
tomie des Menaehen" (SOtte druk 188S>. ,
bnch der topoKnohiseben Anatomie" (2 dln., 7de
dmk 1882), .,7Deber die aeeenoriseben Kiemea-
organe der Clapeaceen" 08fi6), „Anatomisch
Hitteilungen über Moimjnu nnd Oymnaidraa"
(1B56), .jHandbneh der praktiaehen ZetgUede-
rnngsknnst" <(I830), „CrTptobnuioiiDs Japoniew"
(1865), „Die Kotgefiaae der meaadiliebea Maek-
gehnrt" (1870), „Craniom crvptae Hetdieenaia"
(1877). „Daa Arabitdie nnd Habiliacbe in der
Anatomie" (1879), .^Onomatoloflda aaatomÏEa"
(1830) en „Die alten dentadieQ Ennatworte d«
Anatomie" (1884). Het mnienm voor vergclök»
de ontleedkunde te Weenen, door fffrtl eeatidtt
en beMbreven, is wegens de door hem geleverde
praeparaten werddbwoemd, evenals ign micro»-
eopiaehe injeeti^raepaiaten. Nog i^j i^ leven
DigilizedbyGoOglC
HYItlli— fiYSTBRIE.
609
ir«rd te Weenoi «en meer óma Ivrenggioot etaad-
beeld Toor bem opgeheht <!884).
ByMOpa* L. ia ie d«ud van een plmntM-
KuUeht uil de f&milie d«T Upbtotmigem (La-
hiaten). Het onderaeheidt itehdbca' een boisTor-
migeo, Tan benen iele irgderen kelk loet 6 drie-
hoeiif" '^"~~ — ' '--•— — n,.-__j__
bige öoven- en e«n nitMpnide, S-^ippige a>dei>
lip, wier middemte illj) veel grooter ' ' ~ '
andere 2 en nit een nuddeaatn net
Mt«r U dai it
bestaat, 4 ver honn de UoemkroOn mitAekMide
meeldndeD. Een inlandKbe toort ii kj/uof (H.
oltiempliÊ L.). een heeiteracfatise plant tMt lui-
eettomige bladeren en henMlwlaDwe, in idqjn-
kiiDssn gerangiehikt» bloemen. Hen TÏndt baar
op onde mnrea.
HjltaBpCB, de vader van den Peruieben ko-
aing Dariut, di«ng, Tolgena het reihaal, door is
ooMkende geweibm van Opper-Indit weid ~~
■ogewjid in de weteniehappen der Brahmanen ._
deelde dïe bq ojn temgVeer mede um de Ha-
gi*n.
Hyatorla >> •>■> xielnidite, een mjcIioh, _ _
■ieh editer niet alleeo op bet gebiea dn p^cke
■fipeelt, maar ook den ibvIocqtu de lielspro-
cesaen op Tersehitlende, niTer liebamelgke foae-
liec aan lieb onderwerpt. Vudaar, dat p^ebi-
•dw proeetaes tm» bat ontdus en bet venoop
der brtterie van groot gewicht ign. Zel(i kaa
bet b^n der liekte lieh aanilniten aaa eei he-
vige emotie of t^ ontttaat langiameihand doot
Ungdtiriffan kommer of overapanniDg, maar dan
moeten deie inwerken op een bepaalde diapoil-
tie, op een Koawffettel van >wA weeretandi-
vermogen. en die diipodtie ia in leer veel ge-
vallen geCrtd. Bet ign dan 04^ de door leaaw-
üeke ondera „erfelgk betaaten", die het grootite
getal ve'n hviterieae leveren, ofaebooo ocA een
oorspronkelük gezond leouwgeitel bedorven kan
woiaen door eea verkeerde opvoeding, waarbg
elke laim bevredigd iwordt, de wilifcradit en het
lelfbedwaog venlapt ot de kiaderlgke pjiantaaie
overprikkeid en op vei4:eerde padea wordt ge-
braent. Heeital treft de hjeterie de vroowen en
treedt gewoonlijk op jon^diKen ol Bemiddelden
leettöd op, maar onjaiet is de meenmg, dat al-
. T wel eens bjj voor.
Daai het gtbied van elke itonw bTiteriaehe
vtriehljnseli tan opleveren, ijjn de BjrmptooMn
der bjBterie verwarrend in ban verieheideoheid,
det te meer, daar bon voornaamste eigenschap
Jnist hnn veranderigkhaid ii en de invloed van
Toorttellingen, gedaehlea en andere onbereken-
bare invloeden lich op de symptomen doet gel-
den. Enkele bepaalde veraebgntels komen echter
iM veelvaldig voor, dat iQ voor de diagnose van
gewicht ign va door Olutreot byiteritche itigma-
ta werden genoemd, vooral omdat ijj niet als
loovele der andere symptomen lich tgdeljjk ver-
toonen, maar voortdurend. Daar wg hier met een
pqrebose te doen hebben, is ook bet weien en
net gedrag van den patiint vaak genoeg karak-
teristiek en dragen de prikkelbaarheid, 4e snelle
wisseling in stemming, de sterke neimiw liebiell
interessant voor te ooen, bet oppervlaUige van
alle indrukken, de avsrdrgving, kaaiaan i^ sïeb
bg elk verhaal aehnldig maken, het renommee-
ren met hon liektevarsagBseh t«t de diagnose
bg. De ineht om iwlangstelling op te wekken
wordt soms wM krachtig, <iat d« patiSnten voor-
geven bgv. iets t« hebben ingeslikt ol op andere
wüie traebtea interessant ta worden. De vei-
sehgnaeli van meei blgvendu aard, de stigmati,
beetaehaB v«oral ia de gevoelsaleer en op het ge-
bied der sintu^n. Tot de Mrate leeka behoort
de gevoelloMbeid tegenover f^n foHolgtne), die
op enkele liebaamsoéelen optteodt, wodat men
et een naald kan ^looralAeD loadeF dat de pa-
tiSnt ^ö» ••Bgeett; bepaald kaïaktertitiek is de
kfUnteht kaMtaiMMtM«Ht, waarbg de eene helft
van het lichaam, precies tot de middeflgn toe,
Kcen prik voelt, de «ene nensholte geen reok, die
oelft der toss goen smaak heeft, bet oor aan
dien kant sleèbt hoort, bet oog weiirig of niets
liet en ook de apienin verloren gaat, soodat de
patiint als hg ign oogen alnit, dui ongevoeligen
arm niet bewegen kan. Verandert men passi«f
dea «tand van den Mm, dan blgft hg in dien
staod slaan (bOakpm). Ook afgeiien van de he-
mianaeitkeaie koméi er in de b]rsterie lintnig-
•tooiUBsen voor: atnsBe vai het getiehtaveimo-
gea, spoedige vennoeidbeid bg ket lien, verlies
van taaik, reuk eu. Tegenover die afstomping
van gevoel staat de overgevoeUgbeid van aiMeie
plaatMn (k|rp«r»MU««M^, soms gelegen midden
tassehen oigevoelige dwea in. Vooral kenmer-
kend ie d« ovoEgevocligbeid van eenige ol alle
niggewervels bg dmk en bg vronwen, van den
DU«rbDik. Over het algemeen bestaat er een
overgevoeligheid bg de hyMericae, waardoor bgv,
rike bloem hnn te iteil mikt, bet daglicht ta
steik voor hnn oogen, een Inide toon bun onaan-
genaam is; vandaar ook de neiging tol lenuwpg-
Mn (migraine, itcbias tat.) en vooral, ids min
of meer typisch, bet gevoel alsof hun om ipgker
in bet botdd gedreven wordt {dawvë kuÊUnau
= bysteriscbo spqker). Treft de gevoel igneid een
gewricht, dan kan dit iM pjUnlfk bg aanraking
worden, dat bet oppervlakkig een enstige ge-
wrichtsontsteking Inkt. In de iwaardere vonnen
van hysterie komt Set tot vwlaamiBgen en ver
stgvingen vsn spiereiu De verlammingen fMra-
{ysenAoonen baar hTtteriseb karakter door baar
plotselinge venebnn ing en bet plotseling verdwjj-
Ben, vaak onmiddellijk tieb aaneen hevige omotie
aanslnitend. Bet nweat komt toot een onmacht
om te lo^wn, torwgl is bed de patiSnten de beenen
leer goed bewegen kunnen, maar ook d« verlam-
ming der stembanden met plotselinge stomheid
is leei gewoon. De verstgvingen der spieren foon-
tracluren) tiieeren meestal hand en voet ia bnig.
stand, de ^roote gewrichten in slrekstand, en
Terdwqnen in diepe narcow, om onmiddellük bg
bet ontweken uit deie weer op te treden. Ook de
inwcodige organen, vooral de maag- en darm-
functies lijden aan „nerveuie" stoornissen en
itaaa niet leiden op den voorgrond in bet tiA-
tebeeld.
Tot de symptomen van meer tüdelgken aard
bebooren de kyittriteKe oanvaUeti. In ijin lich-
ten vorm is iDo'n aanval een tjjdelgk verlies vsn
do heerschappij over het lichaam en linkt de pa-
tiSnt met gealoten oogen op lÜQ stoel; in de
DigilizedbyGoOglC
HTSmRIE— HTTQB.
iwaie Tonnen lijkt de bbotaI leel oj) T&llende
liekte mtir de ttoiptiBkkin^n lijn niet löö z«-
beel aoclloos sU hg deze, want vük ign liet be-
puUe {wweginj^en, ali alaan. lieh Tastgrnpen,
ToUen eni., en gaaa lö gebaard met taiwIeiuDu-
■en, hik, kreanen el &lletlei andere gelukkig, wat
bq epikpgie niet Toorkomt. Ook is er geen ge-
^eele bewuBtel ooiheid, maar ie de patiBnt onder
den ïnvloed Tan waanToorstellingaii, en etrifdt
hq met woede, wihrik of bedreigingen tegen iete.
Jaiat bi} deze aanTallen, waarin men nog eenigs-
liM met den paliSnt 'kan praten, ia hq leet ^e-
m»kk«1ük t< BBggeieeren en kan men bem in ign
YerbeeldiDg brengen, waar, of doen doorleven, wat
man wil. Elke iteiinnering duraan ia na den aas-
va] Toorbg, maar in den volgenden komt die weer
te Toanehjjn, waarom men dan ook van „doublé
eotudene^' preekt {lie Dubbel Bemulxyn}. Ook
meer geloealiseerde kramptoeRtandea komen bjj
bvaterie voor, bgv. van bepaalde «pieren aan halt
01 nek en Tan adembalingupiei«n, waardoor
faoeatkrampen ontalaan of dagen en weken aan-
bondende bik. Ook de ,*rop in de keel", waar-
aan de patiBnloi vaak lijden, bernet op kramp
in de ipieren van bet glakduinhoofd en van den
■lokdwm (gUibu» hvtterieut).
De behandeliBg der bjtterie moet in de eeiete
Ïilaati pBjchiMh zqn en er op gericbt, de ver-
eren gegsne wilakracbt es de heerechappq over
het lichaam te hentellen, door bgv. bg verlam-
mingen der beenen den patitnt te dwin^ tot
oefeningen in bet loopen, tot spraak oefen ing bg
verlamming der stembanden eni. Eleetriseeren,
masaage en kondwaterknni kannen hier, evenali
bij de eontraetnren, de kanr ondenteunen. Het
moeilgkst ie de behandeling van de meer alge-
mecne hjaterie, die tot allerlei licbte nervenie
ctoornieeen en etemmingen aanleiding geett; al-
Ceent taradiaatie en metbodiaebe kondwatei^
tn zijn ook hier vaak van nnt. FranEebe ps^-
ehiaters, de adiool van Nanejf vormend, hebben iD
de bebandelin? der bjeterie de bjpooie ingevoerd.
Zie: LOaenlêld Pathologie nnd Therapie der
Neurasthenie nnd Hysterie <Wieri)Bden 1893—
1B94, 2 d]n.)i „Seznalleben nnd Nervenleiden"
(«de dmk Berlgn 1906); SollUr, Genese et na-
tnre de ItiTetérie (Farqa 1807, 2 dln.); „L'HjBti-
rie et son traitement" {Parqs 1901).
HTBtar«Bla noemA men het vereehqDsel, dftt;
toodra in een mimte, waardoor een eleetriKheB
ttroom voerende geleider gikt, jjtennaasa'i un-
«eiig iqn, bet door rieetriscbe atroMnen opge-
wekte veld niet meer evenredig it met dien
stTOom. doch een geheel andere wet volgt. Naar-
mate de stroom sterker wordt, wordt da ver-
bonding van veld tot stroom kleiner, mes legt,
dat 'het gier verzadigd wordt. De kromme, me
aangeeft op welke wqie het veld met den stroom
verandert, noemt men byetereairtromme (lie ook
Sketrotnagnetüme).
Hystereslsooiutents. Zie flireterentiei^
BYmtmnmUkromiam- Zie Bytiereri*.
Hr»tflrMd*vm-ll*SMi ^jn energieverliem,
die in gtermatta't optreden. loodn deie lieh ii
een wisselend magnetisch vdd bevinden: Zg i$n
aehe machines een groote rol, daar ig het nnttig
efteet van Avto madiines ongunstig beïnvloeden.
Zq snn evenredig met hel volnme van bet gier,
met de frequentie van den eleetriaehen elroam,
die het veld opwekt, en ongeveer met de 1,6 de
macht van de veldsterkte. De constante ttctor,
waarmede het product van deze etootbedes ver-
menigvnldigd moet worden, om bet bedrag der
veilieien te ktqgen, noemt men hjstereaiseon-
stante. Samen met de foncanltverliezen (zie Firn-
eaidlsehe Stroomen) vormen deie hysteresisver-
lieien de z. g. gierverliezen.
HTBteron protsron. Deie twee Griektebc
woorden, die hetiellde beteekenen wat wq met
achterêtevoreti te kennen geven, dniden een taal-
knndige figunr aan, volgens welke men de na-
tnnrlqte orde verAireekt en datgene, wat eigenlgk
aebteraan moeat kmnen, voorop plaatst. Bg mo-
derne aehrqvers komt deze ügnnr weinig voor,
bij sommige Qriekaehe klassieken, vooral ojj Ho-
menu i» ig zeer gewoon, doeb dan eigenlgk meer
een eigenaardigheid van den stql dan een bewast
gebraikte lignur. In de logiea ie bet zooveel all
pelitio priMoipii.
Histerotomi* ia de naam van een ehi^l^
giscbe kunst bewerking, waardoor de geheele baar-
graafschap
Portt (si«
moedw wordt weMei.. ._
BTtlis, em stad in bet Engelsebe
Kent, was vroeger een der Cin^ue
aldaar), doch ia thans door een kieietttrand van
de zee gescheiden. Zq beiil een onde kerk, eoi
militaire sehietschool, teebaden en telt (1911}
6387 inwoners. Oostelgk van Hjtbe ligt Shom-
eliffe Camp met een staand leger (5000 man),
meer noordelgk vindt men de rnlnen van 8alt-
wood Cast Ie.
DigilizedbyGoOglC
I il 9de leller van ooi alfabet, alssMde Tan het
LtttqoMli, «n de 10de na het Otitkteh en He-
breenwieh alfabet, teiwjjl ig de Me plsala be-
kleedt in de IQ der UiniEeti. De i wordt, by e«n
nau het phemelte geboecn tongrng, TMr in
den mond geTonnd. Zg beooort tot de i. ;. pala-
t&le kliakers, d. w. t. ig heeft d« neigintf een
foonlgaanden keelklank tn een gehemeltMlank
<pslaUal) (e Teranderen, gelgk doidelök nilkoml
in de nittpraak Tan 0 en g toot t ia de Sonuan-
aebe talen. In het Oriekaeh en Latqn gaf de i
ook den haltklinker op palatale uchte epiiant ;
weer, waanan later een ahonderlgk teeèen in
februik kwam. Ali qjlei beteekent < b^ de Qrie-
en bet getal 9 en bg de Romeinen I het getal 1.
De I viór het telken X (tien) wg*t un, dat tan
bet bedrag tén moet worden afgetrokken, een of
meer I'i achter het teeken X geten te kennen, dat
er evenwoTele eenheden bgferoe^ moeten wor-
den. All maotteeken op da onde Fransehe mnn-
ten beduidt een I Linioge». op nieawe Daittehe
Bamfasr^.
^fcortM^m.-
I. = fmperaior (keiier).
Ib., lUd., IMdMB = op deidide ylatti,
Z, 0> = /mIïim Cattar.
Z. O. V. = l* Ohriëti NomtM (In OhrMu^
naam).
U. = Idtm (hetielfde).
I. D. A. = Immorlalit Dti auapien of mtxili
(= onder beKbeiming of met beholj) lan den
oniterfelgken Qod).
l.». = idMt (dat il).
1. f. = ifM feeit (hg uil beeft het gednan).
Z. H. S. = (voor het Ori^whe I. B. £.)
de drie eerste lettere vao Jexu/ naam, Tooral
Teel TOoHtomende op de ppofeshniien der Jeiole-
ten, mat Terechillende beteeteniisen, xooali Je-
«M ffomtfiKm Sahator (Jeat», de redder der
menaehen), /erna EortaUtr SoMtorum (Jen* de
Termaner der Heiligen) en In Boe 8abu Pierin
il heil).
I. M. D. fO.) = In mmine Dei (OhrUUi
(in naam Qod* of dea Heeran Ohriatiui.
int. = In/ra (beneden, lerder ia bet boek).
. I. M. J. = Iw Komitu Jou (= in Jêxut'
Z. M. M. Z. = Jttiu Naiaraeuë Rex Jwdae-
orum .{= Jeatt uit Naiareth, de koning der
Joden) of Tolgeni de Carbonati luihim netar»
regel Italiae (Eet ii reehtyaardig de koningen tu
ItaliS te dooden).
Z. >. B. T. = In ROMtttc Bmetae Trimtatü
(in u*m der H. Driefeobeid).
Z. O. O. T. = iMiepenifent order ofOddfii-
l. ^. = id gmd (dat wat) t. o. t. d. = td
qnod erat demonetrandom (wat te MWÜkd waa).
Z. B. = Imferator Rex (keiier en koning).
It. — Item («Teneene).
I. V. D. — Jitrit )7(rtii«9iie doelor (doetor ii
de beide rediten).
Za. ia de afkorting toot den ataat lowa (lie
sldw).
Zombllohiu, een Nieaw-PUtonÏKh wgageer
nit Chalcii in Coelet^riB, waa een leerling ran
PorpAyriw, woonde in Sriil en OTerleed om>
itreeki bet jaar S30 na Ghr. Hg heeft grooten
invloed geoefend op keiier Jtdianut den afTallJ-
ge. Ala wgageer atond hg bij ign tgdgenooten in
ooog aaaiien, hoewel ign leer Tolatrekt niet op
die Tan Plato gelgkt, maar een mengael beval
Tan Ooitenefae Tooratellingen en ran de ge-
Toelena van eenige Helleentene lehden, intonder-
beid Tan die ran Pftkagom. Door ign Tolgelin-
gea werd hg ala wonderdoener vereerd en „de
goddelijke" tqj^enaamd. Het e«iige. wat ran ign
talrgke geaehnften bewaard bleet, behoort tot
een groot werk, dat nit 10 boeken bestaat en over
de wgcbegeerte van Fylhagonu handelt. Wg \»
litten daarTan nog 5 boeken. Het Ede ran deie
befielat een nitToerige leienabeaebrgTing Tan
Pfthagorat. bet 3de een inleiding tot de Plato-
niiche wjjiMgeerte, het 8de fragmenten Tan onde
Pjthagoriiten, ioionderheid Tan PAyloIoiii «b
Arehibu. De 6 bo^Mi liin door Teraehillende
ktterknndigen en op terMiiillende tgden in het
licht gegeTen. Ook wordt aan lambUeluu nag
toegekend een d« Emtitehen prieiter Abtan-
mom in den mond gelegd antwoora op een brief
tan PorpAyrnu aan lün leerling AneooH, waarin
tw^felingen omtrent <N tEgYptisebe godenleer en
omtmt den ecredienat weoerl^d worden.
ZajMtiu, in de Griekiehe tabelleer de loon
van Ürmuu en Qaea, een der Titanen, een faro»-
der van Okeanu», hnwde met een dochter vu
laatatgenoemde. Agia genaamd, wette hem 4 io-
nen, Atbu, Promttheu*, SfimeOieHë en Mem»
tiai aehonk. Ala vader van PrometheUÊ ia hg de
stamvader der Hellenen, en ign nakomelingen
dragen den naam vati Japetidtn.
Zason, een ond-tiriekache beid, waa de toon
Tan AüoH, koning Tan Jolcna in TheaaaliS, en
Tan Poljpnede. Zi|n leermecBler waa de eentMr
Ohinit, en reeda in ign jengd nam hg deel aan
de jacht op de Ealydoniaehe iwgnm. Nog vMr
den tgd igner meerderjarigheid I^de ign vader
de regeering neder, en deie werd aanvaard doot
Ptliai, den oom en voogd van loroa. Pelia» no»
digde op lekeren tgd al ign bloed vanran ten,
dna ook fa«on, nit tot een plechtige offerande
aan Poteidon. Toen de jongeling op ign weg
nau Jolea» de ririer Anaoma bereikte, ontmoette
hg er Bem in de gedaante vu een onde vronw^
DigilizedbyGoOglC
612
lASON— lATBOUA'mïUATICL
die hem «enocht, bui otgt de livier te dragen.
leton Toldeed un dien wenseh, doeb liet duibü
een ijjoei Bchoenen in het «Itti achter. Zoo ver-
scheen hü root Peliat di« door uhrik bevanmn
werd, daar het orakel hem verkondigd bad, dat
hjj »an troon en leïen zou worden berootd door
dengene, die ongeschoeid tot de otlennde kwam.
PeJio* lichtte na tot Ituon ie Traaff, wit hn
met dengene zon doen, die volgens Det orakel
ign mooriJenBBi zou lüa? Hierop antwoordde de
jongeling op ingeving van Hera, dat hq hMn
oaar KoTchis moeit lenden om bet "Gulden Vlies
te bemaebtigen. Na ontving laton dien lut van
i*eJM«. — Volgeos anderen bad Pelitu iqn broe-
der Aetott vBD den troon geetooten en gedood.
Toen loMOn meerderjarig geworden waa, raad-
pleegde hn bet orakel, hos nq zich weder in bet
bezit ion lunnen stellen van ign rechtmatig erf-
deel. Hjj ontving ten antwoord, dat hjj in bet ge-
waad van een Hignesitr, met een pantervel over
den schouder en met 2 lansen gewapend, licb
oMr het Hot van PeUag te Joleai moest begeven.
Dit geschiedde, doch hg verscheen er met één
aehoen, daai hg den anderen op boten vermelde
w|)M verloren bad. Toen Peliat, die bem niet
kende, vroeg naar ign geslacht, antwoordde hg
stoutmoedig, dat bg d« loon van AeaoH was, liet
ateh bet bais van lün vader aanwüien en vierde
«r met een aantal bloedverwanten gedurende 5
ilagen bet leest des wedeniens. Daarna begaven
ig lich naar pgüag en verlangden, dat hg a&tand
>ou doen van het rgk, waart^ déie antwoordde,
dat bij biertoe bereid waa, zoodra loaon het Gol-
den Viies naar Thessalif had temggebraehL 1^
den tocht daarheen <iie ArgimmUen) schonk
Btfptifgle op LemnoR hem 2 ionen. iDoor Medea
geholpen, bereikte hg het doel van ign tocht en
teerde met haar, als gemalin, na lange omiwer-
.viogen in zgn vaderland temg. ffier nam hg
wraak over het vermooTdeo igner ouders en van
Hg moest dien alstaan aan Aeatlut, den loon van
Ptliaa en met ign echtgenoote de wgk nemen
naar Korintbe. Hier leeFden ig gedurende 10 ja-
ren zeer gelukkig, totdAt laton, verliefd Op Qlmi-
ke, volgens anderen op Creuta, de dochter van
Oreon, koning van Korintbe, met den in bet fau-
welgk trad en Medta met haar kinderen verstiet.
Mtdea nam een gedochte wraak op haar mede-
minnares, en toen Jaaon haar hiervoor wilde straf-
fen, vlacbtte ig op een wagen, door draken ge-
trokken, naat koning Aêgeu» te Athene, nadat sq
vooraf MerrMTV» en Pkwe», kinderen van haar en
loMfi, had gedood, Volsens sommigen bracht
jwon lich daarna uit wannoop om het leven, vol-
gens anderen doolde b(j aanhoudend rond en werd
aan het strand in de schaduw van het schip,
waarmede hg vioc^r oMr Colchis was geste-
Tend, gednrende den slaap door een nedervallen-
den ban verpletterd. Nog anderen vertekeren, dat
hü sieh later met Medea verzoend heeft en met
haar naar Colchis is temggekeerd om er, na den
dood van sgn sehoonTader, den troon van dezen
te beklimmen.
loNM (het woord beteekent kólMd) is de red-
der, die aan bet dorre land r^en brengt; de
jongere verban hebbeo bem tot heroi verlaagd;
SwrindM laat hem tells een onwaardige rot spe-
len. Dit schgnt de r«den te zgn, waarom foson,
al werd hg dan in eenige, faavenateden ti* een
beros vereerd, door de OMldeode kunst veron-
achtzaamd.is geworden.
Xatroobamla noemt men het ebemisch stel-
sel, dat zich in de I6de en 17de eeuw voorname-
lijk roet de verklaring der ph^iologiBAe en pa-
thologische versebgnselen van het menschelgk
lichaam door chemiicbe processen bezighield en
lif^leD door chemische praeparaten trachtte te
genezen. De :voor4oopen van dit itebd waren
de alchimisten (lie aldaar), terwgl BwifiKs 7o-
tatlmu* den overgang vormt vao de alchimie tot
de ialrochenie. De ekealjjke iti<iit«t dn iatro-
diemie is ParauUia. lo aanslniüng aan de tbeo-
rieln omtrent de latnenstelling der metalen uit
kvikiilver en zwavel, beschouwde bn deie met
bet lont als de voornaamste bestanodeden van
aUe organismen. Een joiste vermennng van die
drte grondstoffen vormt den normalen obysiolo-
giteben toestand, waarvan de versebgnselen, met
name despgavertering, dooreen vanden mensehe-
Igken wil onafhankSgk wesen, den oreAens, ge-
regeld worden. ledere verandering in deaMngver-
bondingen veroorzaakt ziekten. De taak van den
geneesbeei is het die lerhoudingen te leeren ken-
nen en met goed gekosen ehemliehe geneesmid-
delen de abnormale vermengingen door verwgde-
rjng van bet overvloedige ol toevoeging van bet
ontbrdande te henldlen. De vowaaamste verte-
genwoordigers van dit stelsel waren L, TAwnqw-
sen, TKTqutt de Moyeme, Ubariuê, F. de la Boi,
ToMmiu en met name *m BelmoHl (lie aldaar),
vroeger
logie beoefenden en deze laatste wetenacbappen,
hetzü uit bggeloof, hetig om zieb meer muuiea
te veTMhaffen, met de geseeAunde verbonden.
In Interen tgd werden met dézen naam of met
dien van lalrowtedumiei zij aangednid, die uit-
gingen van de stelling, dat de verriebtiiwen van
bet getande en zieke Itebaam hootdzakeljife sfhan.
kelgk zgn van natanikandige wetten. Voor ben
was de ontdekking van den btoedsomloop door
Banm/ een aegema^. Beeds Sontorio &mtort
(t IÖ3<S) deed ondertoek naar de pbjaiscbe wet-
ten in 'b mensehen lichaam, en later verklaarde
BorMi (t 1S79) in iqn wetk .jDe motn anima-
limn" de versebgnselen van bet levend oi^nia-
me door de wetten der statica en dei bvdranlica,
loodat hg het lichaam bg een eenvoadig weA-
tuig vergeleek. Hg vond de meeste auihangera
in Italia, en tot ben behoorden Betlini tt 1104)
ea Baglivf (t 1707); verder waren er ook in
Engeland (Jomet Keüi, Jurin en Oeorge CItesne),
Frankrijk en Duitiehland. Intnssc&en «as de na-
tunrkunde van die dagen nog te weinig entwik-
ktid, om tot hechten grondslag voor oe geneee-
knnde te strekken. In omen ^d ii ^ daarvoor
meer geschikt. Trouwens geen weteDBCb^)petgk
geneesheer zal loochenen, dat vele belangrgke
verrichtingen en vsrsehgnsden in gezonde en
zieke organismen in natonr- en eateikandige
werkinffen bnn verklaring vinden. Mea zou aan
die richting in de geneeiknade den naam kun-
nen geven van nieawe iatromalbematische, doch
DigilizedbyGoOglC
men Tetli«ie niet nit b«t oog, dtt lig eienieer d«
schtiknndiffe wetten toeput en dat ag ook de
OTerige deelen der nktmtAondige wetenaelup uu
ndi Bienstbür tnukt
XlMtoh, Johaim»t Adolt, een piuiofftbnkuit,
den SOtten Oetobet 1766 ^eboKD, richtte in 1794
Oetober 1S8S) mie deelMman tnden. De lutfte
nun in 1869 de oldeding ck^b Toor eigen leke-
ning, in Ritdoff, de onda^ xoon tui eerri^enoem-
de, Btond un bat toolA dei ptsnofsfanek, die
ondei iQn Wding een der vaornsamite vn
Tsn Johmnet AdoU (f U Beptember 1848), Ottc-
fa», itichtte in 1862 een eigen fabriek. Sinds Ru-
doWt dood (81 Jnli 1692) voidt de ende fabriek
door ign wednwe eo ign ionen RudiM, Max en
Htmê ondei den num fimu Rud. Ibaek 8ohn
Tooitgeiet
ZlMftdUstMi is Mn Uk tui de Chtridejitie-
■die (eete der Mobunmeduien, tlda» nooemd
Dinr Abdaliak ibn Ibadh, die onder den luUten
OmdjsditehBn iSiüit, Jfennm II leefde. De Chft-
ridsjietea in Onutn, ZuiiibM en het Usabltod
behooien tot da Kcte der SMdhieten.
Ibagni, de loofdttad T&n het deputenHnt
Tidinu der lepnbliA Colnmbi», dicht bg den
Kio CombeinM, liM un den ««g nur den Qt '
dinpu, 1280 m. hoog, en telt 12 000 inwom
die een levendigen hutdet in Tee, eaeaa, suiker en
koffie drgTen. Men vindt er een hooffeiehool,
iiraTel-, xilver- en kwikiilTetgroeveD. In 1660
geiticht, werd Itugni in 1864 de hoofditid der
repnblidc.
IlHuiex, Oorloe, mnrkiee MuUiaetn, een
Sptuiteh geodeet, in 182G te Banelona geboren,
beioebt <M genie-*eademie te Gnaladajara en
kwun danme in dienit hij het corps iDgenienre.
Sedert I8Ö2 leidde bQ de geodetieehe werkium-
heden in Spuije en stond aan bet hoofd Tan bet
geodetisch -«tatittiBeb institant t« Madrid. In
1879 Tolbrariit hg met Perrier de beroemde Ter-
len^ing van ds «pote Fnnaehe giaadmeting tot
Algiera. Hg werd in 1886 Toonitter der interna-
tionsia RTaatmetlng^, nwtat hg in 1872 reedi pr»
eidevt der inteioationBle maat- va mnnteommia-
aie geworden wal. Hg orerlMd te Niiia den
29sten Jannarl 1891. Behaln tgdaehriftartikelen
gat hij een „Tableaa géographiqae et itatiitiqne
de l'Ëipagne" (l«S&).
HmtI. Zie Kauai.
Ibam of ImbahtÊTO, de hoofdstad van de pro-
vincie Imbabnra in d« Zuid^AmerikaaDKhe r^u-
bliek Beaador, ligt 100 km. ten N,0. van Qnita,
ten N. van den vnlkaui Tbarra (4682 m.) en telt
10 000 inwoners. Men vindt er een hoogeacfaoot,
landbonw, veeteelt, wol' en katoeneoinneigen.
Ibarta werd in 1606 gesticht en den 6den An^t-
tni 186S door een aardbeving verwoest.
Ibamt, /mnwm, in 1725 te Ssrwosta ge-
boren en te Madrid overleden alt Hofboekdrak-
ker den 23aten November 1785, bracht ii Spanje
de boekdmkkitut tot een te voren ongekende vd-
maakUieid. Bg leverde praehtaitgaven van den
Bgbel, van net HogariAiielM iWsetal, van de
lTIOI— IBEIRIË. 618
„Qeaehiedenis van Spanje" van Mariana (2 dln.,
1780) van ,J}on Qniehote" (4 dln., 1780) en van
een vertaling van SotlnsftiM (1772) door den in-
fant don OobniU.
Ibu, bisMhop van £dens in d« 5de eeaw,
ofs^oon verdacht van Neetoriaantehe ketterg,
werd in 448 i^ een concilie t« l^s reAtxinnjg
bevonden. Hg werd echter door de ijnode te
Epheiae in 449 veroordeeld en in den kerker ge-
worpen. Het eoneihe t« Cbaleodon bwsMdehem
in 461 in i^n waardigheid, doch reeds in 458
werd hg met Theodonu van MopttutUa en TAeo-
dorfhu van Oyntê op last van den fcisaehop van
Gaeaarea opnienw ale ketter veroordeeld, loodat
tu«rdoor een schenring in d« EeA ontatoiid. Ibat
is in 467 overleden.
IlMrU is bij de Onden de naam voor de bqna
geheel doot büven ingesloten, door den Cynu
(Koif} beaproeiae, leei vmehttwT« vlakte van
den Kankarischen iithmni, die in bot N. door den
Kankasni, in 4iet W. door Sol^ii, in het Z. door
Arroenil, in het O. door AlbanJI b^iensd werd,
en die wdert de 11de eenw den naam Geoigii
(lie aldaar) draagt Be inwoner*, van niet-Ariauie
aikorott, dreven voomamelift landbonw en wa-
ren in den BomeinGcheD lijd in vier kasten ver-
deeld: edelen, priesters, vrjjen en igfeigenen. &e>
kend werd hnn land door een veldtocht van Pom-
jeJMi in 66 v. Chr. Van TrajeKHs tot den dood
van Jvliatuu (863) stond het land onder ïto-
meinscbe heerschwig, daarna werd het doot
den P«nj*eb«D koning Sapor II in beiit geno-
men. Onder erkenning der Pertisefae opperhoog-
heid 'behield IberiS ign nationale vonten, die in
de 5de eeaw de nienwe hoofdstad Tbilisi (thaai
TifUs) bonwden.
IlMrlM, bet land, dat door den Ibenu (Ebro)
besproeid wordt, werd bewoond door de Iberiirs,
Zg strekten lioh nit over geheel Spanje en Lnsi'
tanii, lelfs orer bet niden van Óallië (Aqnitf-
niS) en de noordwestelijke kusten en eilanden
van de Middellandwhe Zee tot aan den beneden-
loop der Bhdne toe. Zij vormden eenielfden volke-
sCam, die in vele afdéelïngen was gesplitst; de
hedendaagsche Badien stammen van ben af. Uit
de nasporingen van W. von Hvmboldt en latet
nit die van Kitpert ie gebkien, dat men de tot
ons gekoroen Iberische namen van {daatsen en
personen doorgaans leer goed nit het Baskiseh
verklaren kan. Op het Pjreneesclie Schiereiland,
door de Onden ook /beria genoemd, bestonden
OQdersch«dan staten vui IbeiiBrs, uowel met
een monarchalen ali met een repnblikeinaeben r»-
eeeringsvorm. Bg velen van deze bloeiden land^
bonw en veeteelt. Ook werden mgaen ontgonnen
en vormde de knnstmaitige bewerking van meta-
len een belangrgken tak van nijveAetd. De fte-
riSrs hadden een eigen letterschrift en we! 2
hoofdsoorten. Tot de meest besiAaafden onder
hen behooTden de Tardetaners, die htatorisehe
aanteekeningen, on de liederen en geschreven wet.
ten bezaten. Ook de Tnrdnlets, in gedeelten van
AndalnsiS enLnsitanil gevestigd, Blonden op een
vrg faoogen trap van ontwikkeling. De krggsbaf-
tigste stam waa die der Cantabriln in het noor-
delgk gedeelte van Ond^astilii; ig hebben
lieh iberoemd gemaakt in den oorI<% tegen de
Romeinen (24 — 18 v. Chr.). De voorvaderen der
DigilizedbyGoOglC
bedenducKlw fiaekeD ign de Vwcoaeo, Tudn-
teheiden muBten over^leTeo. betcbit
Hein in lifn ,J)MeTiption sénfoale de«
ftntiqoM 4e I'ËnMgne" (1870) «n Dtlgado ._
„Ndcto metodo <I« clMcilitadoB de 1m medalU»
Mtosomu d« ËnkfiA" (1871—1679).
2m'. Phütipt, Die EiDwudenuff der Iberer
in die p7i»n. Balbiawl -(Wevnen iSTO).
nwrl«r«. Zie Ibarië.
ÜMiia L. (Seke^Uoemi ii een plurtenge-
lUcht nit d« tireeiud lobbige tHuUie der Cruei-
fertn. De bloemkroon is wit, de blMiwQW een
tros. de blftderen lijn luigweipig wigTwinig, de
liBawtjei lond en un dü top iets inseMeden.
Op undig boawlasd «iDdt men ia bet Z. vsb oh
laod /. omare, terwj}! I. iimbdMa, met een meet
•ebMin*otittig«D tros een welbek«ide aierplsnt is.
IbMlMth iMnlMid noemt men het noord-
WMtelgke en ooit^lJike rsndgebeigte tso bet een-
tnk tatelUnd tm Spugen Het loopt, io tegui-
sl«lUng nMt de andere bra^elseli vu bet sehier-
eiUnd in de liditing N.W. — Z.0. en gut nksi
bet Z. en ZX). orei in bet beigbitd, d«t dsn
benedenloop Tan den Ëbio in bet Z. intlnit an ali
MMritcb bionaeolud wordt ungednid. Het noor-
ddökste gedeelte wordt geyormd door da oH
kslk bestunde, Itge, maar op een hoog «lateu
galdgen fiiem de Boreba ia de proviacfe Bvr-
«os. T<n Z. daarvan Terheffen licb de uit Jnn-
ialk en Silnriaebe geeteenten saDMBgettelde Sier-
ras de Oea N) de la Demanda (2306 m.). Zn vor-
msa bet be^n van den beegmnor, die de noog-
vl^te Tan Caitilii van den Eawo icbeidL maar
dowr ririeidalen en depressies in ationaerlfike
deekn Terdedd «ehgnt. De Toonuunste deel«Q
Rvan lön: de Sierra de Urbion (2252 m.}, de
Sierra CHwUera (2176 m.) en de hoogste verhef-
Uog fso bet ateltel de Sierra de Uoneayo (2340
m.). De keni van dese keten bestaat uit silnriaebe
Enawakka, aan de bellingen bedekt dooi Jam-
alk. Aan gene inde vaa den Jalon bwint de nit
Jnnttalk bestsaode Faramera van IfoTina. Daar-
aan sluiten ii<di inidvsarts aan de Sierra d« Al-
bartaein en de Sierra de Cveuea, die lieh tne-
eehen het Nieaw-CastiliaanKh tatdland en het Z.
deel van bet EbrobeJcken uitstrekken. De kern
tan dit bergland is de nit Jur^alk gevormde
Unala de San Jnan. Het dal Tan den Qnadalavisr
en bet bekken van Terael scheiden bet berg-
land van Atbarraein nn het Noord- Valenei«an-
scbe lense. Dit bergland wordt naar het Efcro-
beJiken toe trapsgewijie lager, terwijl het naar
de kast Isagxaam afhelt. Dauop verbelfen lieh
bergkcrtenen, die in de PeDagoiosa een hoogte van
1818, in de Sierra de Qudar 1770 ta. bereiken.
Het Zuidelijkste deel van het stelsel bestaat nit
i geïsoleerde ber^etenen, die (en deele tot de knst
oopen en sJs steile kapen eindigen. De hoogste
toppen lijn de Mooeabrer (1366 m.) en Ëi Car-
die (1371 m.).
IbarlBOh broiUlMdAlid is de' naam, dien
men aan bet nKMijk gedeelte van het Iberiech
gebergte -(lie aldaar) geett, wegens de vele ri-
Tieren, «dke «i onttpnngen.
IbMlaolM Ie* is het weGtelgk deel der Mid-
dellandsebe Zee Tan de Balearan tot de Stnat
Tan Gibraltar.
Ibvriaoh KohlardUiid. ^e Sfmje.
Ibbi ilin» C.) il de naam van een Togelge-
slacht uit de familio dar ïhitaMi^en (IMen),
die tot de ooieTaarvTogiia behooren. Het onder-
sebeidt lich door een ronden, oiechoon naai iKt
aiteinde meer hoogen dan ireeden, steii naar
beneden g^jomden snavel met twee groeven, die
Tas den neoswortel tot aan de waTelpnnt Toort-
loopeo. Het omvat een autal moerairogels uit
de wanne gewesten van AiiB, Alrika en AiDerika.
De meestberoemde aooit is de hüUge üfi$ (I
attkiopiea LathJ, die in ügTpte dea naui
draagt vatn Aboe-Humes ^ader Johannes). Men
Terpleegde deu vogels ia dm tempel met een
au aanbidding graniendeB eerbied ea balaemdc
ie na den dood, volgena sommigen omdat deae
TOgel de slangen verde^de, voteeiis anderen Mndat
iqn Tedwen op de sebgngest^ten Tan d« maan
geleken, en vdgens nog andere, omdat uia
komst <het wassen van den Ngl aankondigde- Og
it wit met nitiondering van iqo kalen kop, ijio
hals, den top van ign staart, de pooten en dêa
snavri, welke een iwarte kleut hebben. De vles-
geitoppen en de staart qjn Tersierd met luute,
iwarte dekveeren met een paarsen weerachSa. fijj
is ruim 40 cm. boog en OTer geheel Alrika rer-
spMtd. De roods ibu (1 ntbra V i e i 1 1.), nit de
keerkringagewesteit van. Zoid-Amerika, is ge-
kroond doot fraaie, rooda vederen met iwarte vles-
gelbmpen. Zqn iongen, umvaiikdi^ met een
lichtbruin' dons Md«1, worden sJtengs asefa-
granw en eerst in bet 2de jaar vertoont lieh bet
rood, dat langiamerhand Turiger wordt. Doe
soort veriiuist niet, maar leeft in troepen in moe-
rassige streken en aan de monden van rivienn.
Men kan ie gemakkelijk tam maken. De ge-
wORs ibis (I. /aldneUu), is rnim een iial-
Ten meter lang. Zgn onderl^f it bminaditig,
ign vleugels, rog en lün staart ign groen nwt
metaalglans. De snavel is groenachtig-grgs en
de pooten hebben deoeUde kWr. Deie v<^ be-
woont in den Eomer d« kuiten van de Eaapioehe
en Zwarte Zee. wnar hg in bet liet nesten ooawt
en broedt, mi trekt in Augastus met ign jongen
naar Egrpte. Ea voedt licti met insecten en wor-
men, trect van net eene moeras naar het andere,
waadt gaarne door bet riik. maar iwemt tdden
en vli^ langiaam met aehterwiarta gestrekte
pooten en voorwaarts ^rd^ten hals. De van riet
vervaardigde nesten ójo dikwgis dicht op elkan-
der geplaatst, en elk Tan deie bevst 3 donker-
blauwgroene «eren. Zgn vleeseh is eetbaar, doch
de jager krjjgt bem niet gemakAdDk onder schot.
Tot de Ainerikaansebe soorten benooren I. aOH-
ootlu Uareq. met een achittetend witten kt^
en hals en voor hE4 OTerige asehgranw met een
weenehgn, /. jilumbea Temm. met een lood-
klenrigen hak, een onderiijf tbd dezelfde kien.
een iwaiten snavel eo oranjegele pooten, en /-
eayennentU C n v. met iwarte vleogels met pvr-
pergroenen weerschijn, een donkergroenen kop en
grasgroene pooten.
Iblza, het Ebtuuê der Ooden en bet grootste
eiland der Pitynaen, in de Hiddellandadie Zee
plegen, telt met FormeDteia op 610 t. km. U 000
inwoners. De hoogten ign er mMital met boo-
DigilizedbyGoOglC
IBIZl-lBN TIBBQH.
man en itniikBn iMgroeid; « OBttpringm vek
kteioe beken, en de voonuanute lö^dom d«r in-
woMCB i« gelden in hon MUtmoemaan. Het Ui-
ma*t is er ueht en trewiid en er worden gramn,
hsTei, oUe, vqgen, sinMUopelen geweekt, ook
■oat en viach nM^eroetd. De gd^knualga boold-
«Ud, de letel tan een bieMbop, list uo de nld-
Mttiifde, un de liuie Bmu tu Ibizm; man tteett
er een dtidel met hechte maren, een hoofdkeik
eK S Midere karken, ondetacheiden kueniee eit
UOO ïnwoDeTR.
Ibn al AtUr, In at^füt Mi ü»t Mokamw^^d
tU DajuMari, een Aiabiidt neehiedaciuÖTei, in
1160 n» Cbi. W Di)eaiMt Ibn Omu in Meiopo-
tunie geboien, Tettiëde lidi Utei te UoAoel, wwf
h|i ia 1280 OTecleea. Bn ii de vervurdiger vu
drie belinprgke ge«ehi«dweiken. Een vtn deie i>
<ndei den titd „lim-el^tiüii ehronioon qnod
rien. Andere werken lö»: .iUsd al-ghabe" (S
1286 der Hedsjfft) en hel woordenlioA „Ki-
ttb-kl-HMnua".
Dm Al«lM}ata, Akmed ibn Mokammad, een
Ankieeh s^Tyrei, in 1888 te Duubcw gebo-
ren, wHd M de TeioTeiing tui SyiÜ dom rutoef-
Sfufcelgh oui 8uiukuid oeToerd, wur hy
Ifohuuitediuuebe weteaecowpen bettndeet-
de eo tgn tulkranii met het Taikadi en P«-
siteh Terrfkte. Qroote leiHn braehtea hem nau
MengaÜI en Aatnfaa; «rer den Stim leUde hf)
naar Adriaoopel, waar hj) dooi den enltao tot vet-
teer van Anhiiehe w«ien in het Tnikaeh —
drnk 1^8), in het Latgn door Mmg» (Leeawai-
den 1767—1772) tertaald. Ëm ander, door fr^
lag nitg«K?en werk, getiteld „Fraetni imperato-
rnm el joeatio ingentowran" <183a— 1852, 2
"i.) twbandelt ethiiehe itaagetnkker
- - -* iSWJoA
bniui 1804 te Tesirer in UaioÜo geboren, we^
OMerreehter te Deuii, ging al3 geunt tu den
UKKit Jlogol naar China, iwede in Bvelaod, P«r-
^, den Tndiuhen Archipel en het binnenlaDd Ttn
Afrika, WHUT hö lijn tocht tot Timboektoe nit-
■trekte, en keerde na een alweiidMÏd van 80 jaar
naar lijn vaderlaod terng waar hj) een belangrg-
ke FeiaMsehrgTuig verTaardigde, nitgcgevcn door
Dtfrém»y en Scnguimetti in 18S3— 1858 in 4
doelen. Hij oTerleed te Fei in 1377.
Ibn OhnUona, WaU al-din Abü Zeid Abd
dl-ohnum al-Hadiirimi, een nitetekend Arabiecb
geschied^chriJTer, in 13S2 na Chr. te Tunis gebo-
ren, genoot een voortreffelijke opvaediDg en trad
in dveost bij den Boltan <ran Fei. In 1362 wu hjj
faq den enltan van Oranada, Toor wien hg vredee-
onderhaDd«lingen voerde met don Ptdro van
Castilii. Twee jaar later nam bji deel aan de
BtaaritDDdige woelingen in Noord-Alrika en werd
gevangen gencmeD. In 1S82 deed hji een pel-
^im^ocht naar Mdika, doeti bleet ODdeTwqgdrie
jaar ïn Egypte, werd aldaar hoogleeraar en la-
t«r opperkui der Halakieten. Na i^n pelgrfme-
tocht leefde bj) ia Egypte en SjrriB en kwam daar
in het l^er van rimoer. Hg orerieed t« Kalro in
1408. Zjia belugijjkite werk \i een getehiedeaii
van het eerde ontataan der volkeren, inionder-
heid van de Arabieren en Barben. Hooget merk-
waardig ie vooral ign inleiding, en deze ie bg
herhaling uitgegeven met een vertaling Tan
Qvdmt dê Statu (Parge, 1862 en Beiroet, 1882),
aliook het geheele g«Mtiedwerk met een verla-
ting van laatstgenoraMle ^arÜB en AJgiers, 1847
—1851, en Al^, 4 dlo., 1^2—18»).
Ibn OhalUUn, Sjiam* ol^mAboePAbbm
Ahm«d, een ArabUch getchiedMhtfjver, werd in
12)1 t« Arbela geboren, beUeedde aaniienlgke
rechterlijke bettekkingen te Ealro ea te Damat-
ea« en OT«r)eed in 1^. Van i^n g«idiriflen ia
bet biogiafiich woordenboek „Sterfjaren van de
meest beroemde ^personen <n geiehiedenii der to-
nen Tan dMen Iqd" een bela^röke bron tow do
Anbiiefae literatnaigeeehiedenui van de 2de tot
de 7de eenw der Hedtjtab. Het werd heriiaalda-
iven o.a. dow Wüiteiatld (OUtiogen
tÏÏTu'
II
1838—1843), tevens door den laatste vertai
(Pargs 1842 t.v.).
Ibn Dnnd, Abraiom, ol JbroAoM 6eii Da»id,
een Joodaoh geleerde Dit Toledo, leefde tan ma-
rtr»efci IHO tot 1180. Volgens de oferlevering ia
hü iJb martelaar gestorven. H| ntnntte ait all
:niÜTer en stenenknndige. Be-
ls hjj Tooral om ij)n in bet Arabiaeh g«-
seni«T«n werk oter de wytlMeeerte van den gods.
diraat (,3ot Teibeven ^om").
Ibn DonU, Abo» Btkr Molummed ibn al-
Hatêm, een Arabisch diefater, werd in 887 te
Basra geboren en overleed in 984, schreef bebal-
Te vek andere dichterlöke vrerken: „AU Makat-
ra", nitgegeven in 1828 door Boysni, alsmede
een „OenoilogiKb otymoliwiKh huidboek". nit-
gegeven door WfUlmaM ^GSttingen 1658— 1864,
2 dln.). Van ijjn gedicht „All UdciOra" werd een
Nederlandtebe vertaling geleverd door Biiderd%k
(1798).
nm Bnrft. Zie Abtn Etra.
Ibn Fnrldh of Ib» et-Faridk Omar, een be-
roemd Arabisch dichter, in 1181 te Ealio gebo-
ren en in 12S5 overleden, ie de vervaardi^r van
een groot aantal gnkehten. Van deie is inn nit-
gd>nid „TaTlet" (het Arabisch Hooglied) door
floMmer-Pw^ataf in 1834, een kleiner gediefat
door IFaUen in 1850 en qjn .JHvan" door sjeik
ÜMJMMJMiah in 1858 te Muveille nitgege-
Ibn KMtnlb», Abo» Mohaaiwitd AbdaUak
ibn Momtim, een Arafciseh taalfaindige <
. . rechter en overl«ed te Bagdad in 883 of 889.
Zgn meest beroemde werken lijn het taalknndig
vrerk „Adab al Eatib" (nitg^eren door Orllnert,
1900], het gesebiedwerk „Eilab al<ma 'trir' (=
het boek der kennis, uitgegeven door WUiten/eld,
1850) en biografieSn van oud-Arabieebe dichters.
Ibn Uu*. Zie Avieaum.
Ibn TlbbMi (afslammeUag van Tibbon) is
de familienaam Tan eenige Joodedte sditgT«n
ait ZnidJ^Mikigk, die in de lade en ISide eeuw
de watensehappelijike werken der Arabiena en
der Arabisch eehrijvende Joden voor de christen-
heid toega^^'k maften doM ban vertaling
DigilizedbyGoOglC
«16
IBN TIBBON—IBSSN.
{mMBt in bet H«brc«Dwt«h). Hen noemt voonl
Jvda Ibn TibboH (omrtrMki 1150—1200 te Ln-
Del) lün (oon Somiwf, dient loan M<nei an dient
schoon won Jaeob.
Xbo Totail, iboe BdtT Mokammtd, een Acl-
biach diebtM en wntgeer ook Abubaeer genoemd,
in het begin der 12de een« te Qudix in' Onna-
da geboren, oTerleed te Uarokko in 1185. Zgn
wötgeerige Tonut ,,Haij ibn Jakdhan" nitgege-
ven door Poeoek (1671), wordt ie«r geroemd en
ia dcor J. Q. Eiehkorn in iiet D&iteeh Tcrtaald all
„Der Natnrmenaeh" (1781).
IbrslilinBwar, nocffei Choj/a- ol Kodja-
metr (Oita Süm) gcbeeten, » t««enwoar-
Hg de naam van het meet op het Oo■^AI^ikaan■
aAt hoogland, dat lieh ten N. tm het Vicloria-
meer beviDdt. De Babr el Dejebel (Borenloap van
Ata Njjl} valt aan de nidigde in het meer en
vetlaat het «eer aan den weitelüken oerei.
Xbrahbn Pft^a, een «aDsenomen loon lan
Mektmed AH (lie aldaarV in T789 te Kavala in
Macedonië geboren, gal falgken ran ign Teldbeeri-
talent in den oorlog tegen óe oproerige Wahabie-
ten, die hq in 1819 tot ooderwerpiBg- bracht, en
verTdgeni is Semuar en Daifoer, wMr hg cven-
eent de overhand behield. AXn het hoofd ran een
Enrptitcb leger de*d bq in Febnurl 1824 een in-
val in Uorea, om Griekenland voor Mehenud-Ali
te veroreren, docb het tractaat der Groote Mo-
gendheden, in 1828 gesloten, noodsaakte bon dit
plan op te gefen. Toen at, den vrede van Adria-
Bopel <1829) Mehenud-Ali het T«»nenMn opvat-
te SttÜ tot een voorminir te maken voor bet
Ni en we EgTptiecb-Eretentiielie Rök, ontving
Ibrehim den laat om die laak met bet nraard tot
«ea goed etode te breogen. Den 29eten Oetober
1B31 overeehreed hg met een leger de grenien
van BgTpte, beiette In korten tjjd PaleithM, nam
den 27tten Hei 1832 Akka stonnenderhaiul in,
maakte lieh vervolgens nMctter van geheel SyriB
en verslof de Tarken achlereenTalgenB hg Homg,
Beilan en Eonia, totdat de landing der Bnaaen in
gewetten beilg hield, bMttte er wenme de
ring van de eontctiptie, een opriand nit, die met
hulp van Jfeitemed AU gedenkt werd. De span-
ning tnaiehen Mehemed AU en aoHan Makmoed
Il bleel voortduren, en in April I8S9 verscheen
een Tnikach leger, onder aanvoering van Hafix,
op 8;rin;h-Egyptitch gebied. Ibrakim versloeg
de Tarken den 24sten Juni bjj Nisib voUiomen.
Nogmaak echter verhinderde de tusscbenkomtt
der Ëuropee«che Mogendheden Ibrahim Ptuja
gebrnik te mt^en van xgn overwmning. Toen
eindelijk in den zomer van 1840 een Engelscb-
Ooitenigktch-Tuiksche vloot nsèij de Syrische
kast verscheen, de havensteden veroverde,
bergrolken tot opstand aanapoorde en de Eg
naren nit alle vaste plaatsen aan zee verdreej.
raakte Ibrakim in een benarden toestand en werd
hg genoodzaakt tet den terogtocht naar Egypte.
Van Damaaens trok hjj door de woestgo en ot^
daarbij "^ ongdootlg<e bcBwaren te worstelen.
« ^pte-
rdreef, ge-
Na dien töd hield lieh IbraAtm, althans in tchjJB,
op den aaitarCTond en bcmoeióe lich alleen met
bet lüdbonwbediüf op xgn goederen. JfeAemerf
AU had door geheime overeenkomst«n met de
Porte ^lorgd, dat Ibrahim erfgenaam ion «eien
van igo troon. Toen Mekewud AU oud werd en
óngetdiikt voor de legeeriiw, tead Ibrakim meer
en meer ap den vooigrona als bestuurder des
Isnds, en toen AU in l»i8 krankiinnig-werd, reis-
de Ibnhim naar Eoottastinopel en werd er in
Jnli van dat ^ - "* --'-'--■--
overleed tel
daaraanvolgende, en werd opgevolgd, met vooibv-
gsan «an s^a naJumeHngen, door Abba» Patja,
een kleinioon van Meitmtd AU.
Zit: E. OowH, L'Egypte au XIXme aitele (Pa-
Ti)s 1841).
Tltnii. Benrik, de meest beroemde acbrgver
van Noorwegen en een der grootste achrsvera na
oaien tgd, den 20sten Maait 1828 te Skiën ge-
boren, was de oudste aoon van een vermogoid
koopman. Na diens faillisteaient bracht hg ign
jengd in moeüöke omstandigheden door, ontving
te Skiën een gebrekkige epvoedixg enkwam, l5
{'sar oud, als apothscergleerling te tirimstad.
iier ontetonden ijjn eerate dichtwerken, spotver-
len, die den sehriK der inwoners waren, lyrieehe
gediehten, «Ke door de dames der plaate veel ge-
MKn en vigtig ventmeld werden, en bovenal
„Catilina" (ISw), een dnma, waarin tieb de be-
wogen tgdsomstandjglieden en de bmiaende
kracht van den dl^ter openbaai^n. In 1850 ver-
trok hg naar Chriatiania, kreeg een betrekking
bg BMbtrg't „Pen" en deed reedt na vgf maan-
den ijjn propaiédeuttach eiamen in de -^neeAnn-
de. Dtaitig vond hö nog tod het kleine drama
iKjoempehoien" (Hnnengiu) te achrgven. Bo-
vendien gaf hn met BotUn-Hanten en Viltje een
pol Itiek-sati riek wedd>lad „Manden", gewoonlük
„Andkrimer" genaamd, nit, dat evenwel reeds na
negen maanden ophield te bestaan. Deie tqd wat
echter voldoeade geiweest, om de aandacht op den
jongen J6«en te vestigen. In 1851 riep Ok BuU
haa oaar den NatsouJa Sebonwbn^ te Bergen,
stiehtingsdag van den schouwburg, leverde h^
een nienw itvk. Zoo ontstonden ,j>e Jobannea-
nacht" (ongedrukt 1858), „Fm Inger til Öetraat"
(De heera-^res vonOstraM, 18M), „Oildet paa
SoRiaug" (Het feest op Solbaug, 1855) en „Olaf
Liljekrsju" (1856). In I85T vertrok bü, al> artie-
tiek leider, naar den Noorschen Schouwburg te
Chriatisnia en in 1858 trad hg in het hnwelglc
met Siaann» Daar Tkorae uit Beigen. Zgn ver-
bluf te Chriatiania duurd>e tot 1864 en in dien
tgd schreef hg: „HtermsendcDe paa Eelgoland"
(De helden op Helgoland, 1358), onder d«n in-
vloed van IJflandsche familiegescbiedeaissen, met
name de „VSlBUngaaaga", een meeaterweit van
dramatische techniek, „Ejaerligbedens Somedie"
(De comodie der liefde, 1882), een scherpe satire
tegen de nationale opvattingen omtrent liefde en
hnwelgk, die een storm van verontwaardiging
verwekte, en .^ongsaemneme" (De kroonpreten-
denten", 186S], Ibien't eerste gioote dichtwerk,
waarin hg, socaIs Woenar segt, veriiondigt, dat
DigilizedbyGoOglC
IBSBN— BYiCDS.
„de k«nhigigedMht« van een nieniran töd ftHijd
oi«rwint, en dat er gwa hoap ie Toor ban, di«
Blechts het verledeoe, bet leeds bHtau bebbeo-
da kans«a beifialeii". QekreiAt doot de iqiikeD-
ning Tan het publiek en de eritiek en leer ver-
bittepd a>T«r de ibonAng na Nooiwegeii in
bet Deenïch-Ptiiiswcbe eonfiiet, Terliet hq io
April 1864 Christisnia tti gniff uar Kome. BQ
werd los »nsjjnUnd;dewereldgMehi«deni> ontr
roerde hem. In bem weiden thu« (te kiemen n-
l«gd voor een druna over den ondfrmng Tan net
Bomeineehe keiiernjk. In de eerste plaats maakte
hg zich kra thi de l«TenebeechoawHigen, die
nit ScaadinaTiD bad meikgt^aebt, door twee dra-
ma's in Tenen „Braad" (1866) en ..Peer Gynt"
(1867). In beid« werken woidt het NixirKhe t(^
gegeeeeld; sleehla wordt in „Brand" de NMrtebe
slapheid tenminste door een ideale Nooraebe fi-
gaur leroordeeld, terwjjt in „Peer Gynt" de held
als de ^isebe rertegenwoordiger Tan Nooreebe
wilskracht en grillighetd getehwen is; ook e
onaitffeqtroken protest t%en de idealiseerins
Tan NooTsehe boerMtigareii, looali in dien tjja
BiOnuon gaf. sebemert in bdde stokken door. In
1863 verliet Ibsm Bccoe en vertrok nur Drea-
den, waar bq bet blqspel „De Unges Porbnnd"
(De bond der jeugd, 1869) scbreet. Eerst on-
dar den inrloed van de groote g<l>earteniMen,
die het ontstaan Tan bet Dnitsehe Aijk tengeToI-
ge badden, kon hg het gesehi«dkaDdige tooneel-
■pel in twee deelen „Keiser og Oaliloeer" (Keixer
en Galilaetr, 1878) Toltooien; het schildert den
strjjd tuBBcben de antieke denkbeelden met bet
Christendom, den ond<Brgang van Juliatau den
Aftaltige, en is Tolgena iSdUentAer, „het fonda-
mant Tan het^n 76fen Uter gesehapea heeft,
waardoor hg eigenlgk eerst liehidt geworden ia",
een werk, waarin veel te ïiildeo ie, dat ïijn la-
tere stukken rerklaart en aanTnlt, en dat baan-
brekend is geworden «oor ean nieowe dramatieche
koDst. 8«dert 1S75 woonde Ibun atwisKlend te
Rome en t« München, besoebt echter ook Scaadi-
naTJB, waar men bem als een triomfator onlTins;
sedert ISdl woonde hg te Cbristiuiia. Hn schreef:
„Samfnndets Stotter" (De steunpilaren oer maat
Bchappö, 1ST7), „Et Dukkeshjeoi" (Een Pt^pen-
huL«, Terk'e«rdelipf ten onzent „Nora" geheeten,
187fl). „Gjingangere" (Spoken. 1881), „Een Fol-
ketiende" (Ben Tolkergand, 1882), „Viktanden"
(De wild« eend, 18S4), „Bosmersholm" .(1886),
„Fnien tra Hafet" (De vrouw van de >ee, 1888),
,3«ddB GaUet" (1890), .^rcmeater Solnese"
(Bonwmeeiler Solness, 1862), „LilleËToir (Klei-
ne Ejolf 1894). „John Qabriel Borkmano" (1896)
en den dramatigohen ^ilooe „N&r vi Dode vlg-
ner" (Als wg dooden ontwaken, 1698). In al de-
ze weiken worden sociale en menscbelgke veriiou-
dingen van oneen tgd b^andeld maar piobleem-
ot tendenistnkken ^jn het niet Het nitgangspunt
ligt steeds in de bescbonwing van meuscnelijke
karakters, van belangigke lötgeTalien. Danrbg
geven de liefde en de haat, die den dichter ver-
Tullen, aanleiding tot uiteenzet tingen, eritiA
Tan oude. onderziwk van nieuwe denkbeelden. De
grondtoon van al ign werken is intnsachen een
groot optimisme, een onwankellnar geloof aan
„bet derde rj^". waarin „de geest der waarheid
«1 die der vrgbeid luUen beeisehen". De techniek
1 liin
1.201
drama's Blnit zich aan li
IHn laatste bedrgven ontsluie:
vergelgkelgke logica lange leven sgeschiedeniesen
en lossen die op. Te noemen vallen nog ign „Dig-
te" (Gedichten, 1871), waarnaast v^ afzondei-
Igke gediofalen in tjjdsehiitten Tersehenen. In
1900 werd j& ign tegenwoordigheid een bii»uen
standbeeld van nem voor den nationalen schouw-
bn^ onthold. Hg orerleed in 190Ö te Cbrietia-
nia.
Ibie» ia d« stichtw der oataralistiscbe school,
niet slechts in ScandinaTÏB, maar ook in Duitech-
land. waar men o. a. te Beiign een ,Jtisenge-
meente" aantreft. Sij heeft met zeldzame scherp.
zinnigheid vele fouten der mensehelgi^ samen-
leving bloot gelegd en londer varschooning aan
de kaak gesteld, daarttg hon verderfelgke gevol-
Kn onw«deilegbaar aantoonend. 'Alleen wordt
m door velen rerweten, dat zgn „waarh^ds-
drang" niet zelden oveielut l«t „vraarbeidama-
nie". Naast he4 naturalisme mat door sommi^
van liin werken een m;etiMe strooming, die
somtq<b als symbolisme te voorschnn treedt en
met de teekening der werkelgkbeid een schel
contrast vormt.
Zgn ,3am!ede Vaeiker" verseheneD in 10 dln.
(Eoperiiagen 1898 — 1902), ign brieven onder
toelicht van iqn soon in 2 dln. in 1904; een eri-
tisebe Dnitsehe uitgave van ^ werken met goe-
de inleidiDcen van Brandet, SlioM en Sekknlher
<9 dln., 1898—1908), waarna in 1904 een 10de
deel verscheen met een bloemlezing nit Ibteit'a
iirieven. Een Nederlantkehe VMtaLns v- -"-
afmnderlgke stukken vindt men oo^ in
„Wereldbibliotbeek.
Zie: Ö. B. Show, The Qninteseence ot Ibsen
(Londen 1SS>2) en R. Lothar, Henrik Ibeen (Dich-
ter n. Darsteller. VUl, 2de dr. Leipaig 1902),
Ibteii, Sigurd, een Nooredi staatsman en
schrqvei, zoon van d«n voorgaande, weid den
SSsten Deeesnber 1859 ta (Aristianis g^ren, en
verliet in 1864 met zgn ouders Noorwegen,
woonde tot 1884 in Italië en Dnitschland en stu-
deerde te Rome en te Hitaichen in de rechten.
In 1385 werd hy aan het ministerie van Buiten-
landsche Zaken te StO(ibolai geoUatst, werd
daarna geiantschapaattaché te Washington en te
Weenen, doch nam in 1889 sgn ontslw. Van
1896 tot 1897 hield hg aan de hoogescËool te
Christiania voorleiin^ over sociale cnidetw«r-
Gn. In 1899 kieeg hg weer een betrekking aan
t ministerie Tan Binnenlsndecbe Zaken, werd
in 1902 lid van den Noorechen slaataiaad te
StoAholm en verving den Sisten October 1908
Blehre in het KaJiinet Hagerup als minister; ech-
ter trad hg met het Kabinet in' Maart 1905 af.
Aan de liew^ng, die den 7den Juni 1905 leidde
tot Noorwegen's aticbeiding van Zweden, nam
hg geen deel, Sedert 1906 is hq lid van bet Hzn-
sehfl Hol tbh Arbitrage. Van 1892 tot 1895 was
hg mederedacteur der „N;t tidsskrift" en van 1398
tot 1899 van de „Ringeren". Hg Echreef: „ünio-
m" (1891) en „Hoendog magter" (1894).
Xbyoiu (ltnil">*}, een Griekeeh lierdichter,
geboortig nit Rb^nm in Beneden-ItaliB, was
tijdgenoot van Anakrton en besoebt in het
DigilizedbyGoOglC
IBTCÜS— KBTHTOtjOGIE.
Biddes der Me ««air *. Cbr. ti«t Boï tu Polf-
enUi be Suuoa. Nulst hg venolgeiu vrie reïMn
gedun hMl, keerde hq têng auw iqn gciMtort»-
plaftte. Tolmna e«a m«, door 6«UU«r ia ijJQ
tallftde ,.Die Erui«be det Ib;kaa" behutdeld,
werd hSjW r«i» 4oor hmtc» oïemllon en wr-
moord. Hg evnk duri[>ü de bedrngi^ uit, dftt
de kiMDVOgeM, wette 1^ <ii« gele^éit&eid voor-
bÜTlosen, bon wraak loiideii Tersduitlen. Dit ge-
Khiedde te EorinAe. Toen de moordeitMrï aldui
een troep knuiTo^ls ugea, letde een tui ben
spottend; ,^iedMT de wiekere vtn ïhyeutl" Het
noemen tko deo n&am dee vermoorden gaf «an-
leiding, dit die mannen in beebtenit genomen
BD nft bet belijden tm hnn misdud gedood wer-
den. Volgens de bericbten der Oudheid heelt iby-
au 7 boeken lierdi<faten geaehMten, T&n welke
ileehts eenige fregmenten tot oo* ly^ gekomen.
Men Tindt ie in de ,J>oet«« Ijriei gneei" {4de
dmk I8S2) T» Bergk.
Im, ook PuimNo^ eenwund, een liJTitier fftn
de Ani*u>Den rivier m Zuid-Ameiikt, ontipringt
(B) de O. helliw dbr Ooat-Cordillen's Tkn Colum-
bie, itroomt Z^. wearte m nuwdt o* een loop
TUI 1580 km. uit bq Sfto .Antonlo do left in de
BruiliuuKhe ptotiaete Amatonu. De Ifa Toert
fond mede, loopt meestal door oerwouden en Ii
400 km. ter bevMrbur.
19a, een departemcnto der repabliek P«m,
Jvnit un Lim». HoanekTeliea, Ajseneho en
requipa, omTit de helling der Andea tul Aja-
enebo en de kuitvUkten ea tdt op 2! 5B6 t. km.
90 000 iDw<mer«. De gelgknamige hoofdstad liot
in bet dal der Ica, beeft ± 801X1 inwoDets en it
door een spoorweg met de haven Piseo verbonden.
lomrlMU noemden lieh de Tolgelincva t*b
den Pranschen commnniet Cabel (lie aldaar).
Xoftrlni {Ikarv}*), een der Atbeensehe heroin,
bereidde tgdeni de regeering Tan PandUm san
Dwmytm een gsitTtye ontvangst, waarom deie
hem bekend maakte met den "wynbaDW. Toen hg
bet aitgeperete en in ukken bewaarde dniiveonat
aan lyn atadgenooten liet proeren, smaakte dit
100 soed, dat ig te t««1 aetimikteD. Na meenden
^, dat feoritia hen Tergittigd bad, loodat iq in
bon dronkenschap bem doowlen door hem in de
bron AnjrgToe te wer^n, waarna ig hem onder
een boom begroeren. Zqu dochter Srigone, bgai
fciankiinnig ran ifroefb^d, hing zich op aan dien
boom. ZcM* of Dtonynu plaataCe na Sngone aU
„De Haagd" onder de sterren, alsook haar ge-
troawen hond Hadta, door «is „Siriaa" Konasmd,
en haar Tadet ale „BoOtee" of „Areturna". De on-
dankbare Atheners werden gestraft met de pest
of, Toigens anderen, door een razernij onder de
jonge dochters, loodat deze, eyenala Srigone, zicb
door ophanging van het (even berooiden.
loanu (Imot), een aoon Tan Daeikdui (ue
aldaar), werd met zgn Tader in den doolhof op
Ereta gevaageQ gehouden. DattUUui echter ver-
Taaxdiede kunatige vlengeda, die met was aao
bet lichaam vastgehecht of lelfe van waa bereid
waren en waarmede zg zicfa boven de aarde kon-
den Terheffen. Toen Eg in de Incht zweefden,
naderde leamt, ofschoon Tooraf door Daedalut
gewaarachnwd, te dicht bq de zoa, zoodat bet
wal Won te smelten en hg niet ver van het
eiland Samos in lee TieL Dne droeg later den
naam van learUoke Zee. Daeialiu begroef i^u
loon op bet kleine etlaod Jearia, Uiaoe Nikaria,
ten wetten van Samot.
XohnmiBsn IHerpeite» III.) ia de naam Tan
een roofdieren^eslacbt, tot de familie der Givet-
kalltn (Vitemde») bebooreode. Het wdecsebeidt
lieh door een ipittea cnnit ewt een voomitate-
kenden, ronden nens tegen den k<m aangednAte
ooren, een rawe t<»g, een alank liefasMD, korte
poolen en swarte n witte, bontelige haren, eea
mj den romp (fikken, maar altenfs donna' nit-
loopeoden, langen staart en d«or Aieren aan den
aam. De dieven Tan dit gealaeht leTen in het zui-
den va» AirC en in Ooit-Afrika ia o«deraaidaefae
holen eo Toedeo lieh met kleine loc^dieien, vo-
gels, eieren, inaeetes eni. Van de soorten noe-
men wn den Sgyptüehea ieftiietnaoii |£f. ieluum-
tmm Wagn.) of de Pharaorst. Deie is geeladi-
tig-^T^ met zwarte «kkken; het onderbaar
brnmaebtig-geel en de stskelbarén ign awsit en
geel gerii^, en wel zoo, dat lieh op deo kop
meer de zwüte en onder dan bnik meer de gele
klenr vertoont. Z^n poolen en staart ign nnn-
neeg (wart en ign klauwen donkeibmin. Het
dier beeft een lei^te Tan 65 CB. net een 45 cm.
langen staart. Hggelght wel wnt «9 den baniing
en dringt ook even vermetel als dete door in de
hokken es stallen van bet plaimgedierte om iqn
vraatineht te bevredigHi. Verder verdelgt hg vde
ratten en maiMD. Vro^r^r geloofde meit, dat ïjj
krokodilleneieren opzocht en opvrat en dat hg ia
den muil kroop van (Ëe slapeode diemn, om te
zoo te dooden. Om die reden werd de idinen-
mon door de oade EgyptenaFoi als een heilig
dier gehuldigd, lerwgr^le bedendaagscbe itevo-
nem vui dat land hem vaak lanmen, Mn lieb
van ratten en mnifen te bern^dbn.
XoluMimisiildMi ia de naam van em fami-
lie, van vKesTleugeligen, waartoe veiwhillende
gesUdbten van tbajntenem behooren (lie aldaar).
lotatbrodoDMn (Grieksch) zgn foadele na-
aebentanden; de van haaien afkomstige noemde
men vroeger (JliMsopefra {tongeteenen) et ook
wel slangen tangen, omdat meo ze beeefaouwde als
ait den oemel gevallen tongen van slagen. ^
wefden als amnwtten tegen epilepsie gedragen.
XohtliTol (viaeholie) vindt ah geneesmiddel
toepassing. Bet wordt Tei4[t^{en nit de droge
destillatieprodncten van een bItraniMns, aaphaft-
aehtig gesteente, dat in groote hoeveeibedeB i
Tirid eevonden wordt. De rnwe olie bevat klnne
hoeveelheden stikstofhoDdeDde basen en «igani-
Bche zuren. Chemisch zgn de vwsehillende stof-
fen vaa deze olie nog niet bepaald, wel ^a eeni-
ge iwaTelboadende stoffen afgeachelden, maar
de natuar van deze heeft men nog niet kannen
Tastalellen. Voor bet bei«iden van bet genees-
middel wordt de dn met steik zwavekunr be-
handeld, waardoor bet zoogenaamde iehlyi^gul-
foinur gevermd wordt. Dit de waterige opuwsing
wordt mt door kenkeniont «(geseheiaen. Hetam-
is een roodbrniiie, heldere, atrocmerige vloeistoi.
Het wordt veelvnldig gebruikt bg baanuoeder-
katarrh en andere Tronweniiekben, ook bg brand-
wonden, hnidiiekten, gewricbteontsttkiogen enz.
XobUirolovl* ** ^ kemiH der visaehen.
DigilizedbyGoOglC
KeUHYOffiAOSN-JDl^
619
Xchthrsphkr»it «Jn^Kh = Viaehetere)
bedendugnbe BeloedvJMtu, tan A» Aiftbiwh-
Ftniaebe Zee. een ander in Aethiopit aan de
Anbieebe Qolt. Nau w«l beweerd «ciil, boaw-
4ai 1% tinn woningen van ïiBchgraten en moisel-
«eüelpen.
XolitllTOnilfl 'B <^ naam ran een fowiele
TogelgToep uit de Noord-Amerikianwbe knjtloT-
inatie. Deze dieren badden de grootte van een
dnif CD waren goede vliegers, wat nit de lenste
van het oppetarmbeen «n de sterk mtwikkelde
kam op het borBttieeD ii at te leiden. Hnn weiv«li
«aien dobbel-hol, dus kwamen in dit «piiebt
«etrigszinB met di« d«r viMcben overeen. De naam
beteek«nt dan ook: Tisehvogel.
lobUiTOS&nnu of viichtiagediê noemt men
«en nitgeatorTNi ord« der Reptielen, waarrao
oierblglwlen vooral m de tiaa in DaitKhland en
E^igelau] voorhanAen ign. De ieblhyosacrai (lie
de afb.) beelt een leer grootm kop, en zijn lawe
kaken ign gewapend met bonderden gt^looide,
kegelvormige tandMi, die in een tandgroeve ge-
Ctdt i^n. Beo beenijie ring omgeeft de ontzet-
groote oogen. Zi)n hals ia leer kort, ign
XolUtu of Qetu leüia, ie de naam van een
ond-Bomeiaaeh plebejiaeh getUcht, dat lich door
een gverife veraediging van de reebten dee vtdks
verdienstelgk beeft gemaiit.
Efuriiu leUiu» irard met U. Deeiui en L.
Juniut Brulut dooi de plebejers, die de wgk had-
du genomen naar den Heiligen B«tg, ala tS-
Ïevaardigde naar den Senaat gezondcai. In
92 dro^ hg een wet voor, voldoe welke de
Iribtuuu flebu fvolkitribunn) ieder, die hem ge-
durende i^n boetpraak tot bet voik in de rede
viel, voor het gerecht kon dagen. AIb aiedilis (49S)
ontving hg met ivo HnbtKenoot, L. Juniui Bnt-
bti, van de tribunen bevel zish van Uareiu Co-
rioianuê meester te maken, hem naar biet C^ti-
tooi (e brengen en van de Taiffejiscbe Bott te
werpen. Dit werd echter met gew«d door de pa-
trieilrs belet
Lueiu» ItUiu» Ruga wu in 456 v. Obi. valk«-
tribaon en maakte met ijjn eollega voor de eerate
maal gebrnik van bun reebt, tyta den Senaat aa-
men te roepen. Verder lette h^j door, dat bg
de wet de Avent^^be henvel aan de Plebejen
werd toegeweien. In 449 trad hg op als de ver-
loofde der door den tienman Ajifüu i>edreigde
Vw-ginia. Bjj haar Igk spoorde hg het volk naa
lehthyot
buik dik en ign «taart leet laiyg. In plaats van
rten had het dier vinnen. Dit dier bewoonde
lee, voedde liefa met vieeh en wetd wel eens
10 en lelfs meer meters lang. Het bracbt waar-
eehgnlgk levende jongen ter weield.'Uen vindt in
bet lias gebeele lagen van vcnteesde uitwerpse-
len (k oprol tetben) van deie dieren, en daarin
ontdekt iben de overblgtselen der dieren, welke
ig gennttigd hebben.
XohtliTOlifl. Zie HuidtiekUn.
Xoloa Aubl. is de naam van een plantenge-
■lacht nit de familie der BuTteraeeeén. Het om-
vat hars-leverende, Amerikaansche boomen met
onevengevinde bladeren en witte, aarvonnig ver-
eenigde bloemen. Van de soorten noemen wg: L.
Araeoveliini A a b 1., die >n de bossehen van
Qujana 5 m. hoog wordt, met een gladden, gtij-
len be£t, waaruit een térpen tjjnachtige, welde-
kende, maar bitter smakende balsem vloeit, die
onder den naam van araeonebinebalsem als ge-
neesmiddel gebezigd wordt; I. Caraniut H n m b.
et Bonp., een boom aao den Orinoeo, die den
carannahars oplevert, /. guianeiuit Anbl.. een
middelmatig noogen boom in Znid-Amerika en
Weet-Indii en den Amerikaanecben wierook (Oti-
banum trmenmntnn} opleverend; I. leieariba
De e. of den elemiboom, van welken wg een soort
van elemihars verdrogen, en /. Taeamahaea
X n n t b, die in Colnnriiia tehuis behoort en
ons voorziet van een leer welriekende barssoort,
in Zotd-Amsrika tacamahac genaamd.
lieh tegen de tirannen t« verzetten, wist het le-
ger afvallig te maken, dat teesn de Sabgnen wa#
opgetrokken, en ondoThaodelde daarna met Va-
lertHj en Horatiui, algeianten van den Senaat,
over de voorwaarden Mr verwening.
XoolmkUl is de lersche naam vooi lona [lie
aldaar).
Iconlnm. Zie £01110.
loosuidrlA of Tvintighelmige» is de naam
van de planten der I2de klasse van het stelsel
van Linnaetu. Daartoe behooren de planten, wier
tweesladitige bloemen 20 of meer, onderling vrge,
niet met ^ën stamper vargoetde en ,iOp den kelk
ingeplante" meeldfaden boEitten-
lotenu. Zie Qeeltuehl.
'Xd (Arabisch = feestdag) noemen de Arabiseh
sprekende Mohammedanen oe door de Turken met
den naam Bairam aai^eduide feestdagen.
Ida is de naam vsjt een houg gebergte, dat
licb van Phrjoii over H;sie en dus 0^ ovei
bet landschap Troas oitetiéjct. Aan igo voet lag
de stad Troj« en sgn helling vormde tot aan de
lee een vlakte, waarop d« belegeraars lieh ves-
tigden. Dit g^ergte is bet tooneel vss vele ver-
hMen nit de Oii^sehe mytholegk. Op den boog.
sten top, Qsrnnoa genaamd, lag een heiligdcm
van Kfbele. Hier besliste Parii den strgd tae-
ecben Apkrodite, Hera en Paüa» door aan eerst-
genoemde den goaden tip^ toe te wgien, en hier
werd ook aanymede» geechaakt.
Emi ander gebergte van dien naam, liians Pst-
D,o,l,zedb,GoOgle
kuilit gefaeeten. loopt door bet eiland Kreta Tan
het Weïlen naar bet Oosten. De bcH^te top van
dit geberete ia 3456 m. Volsena de «age werd
Zma in dit f[ebergte opgevoed, dat men daarom
als de Teiblylplaata besehouwde — — '
daemooen, Idaei Daetyli genaamd.
. wordt ineealoten door de gemeenti
Leeuwarderadeel, 'mtjerkjteradeel, Smallinger-
land, Utingeradeel, Bauwerderbem en Baardera-
deel. Tot de gemeente hehooren bet hoofddorp
Qronw en de dorpen Warga, Waitena, Roordahui.
MD. Friene, Idaaid, Egam en Warstiens. Het
weelelifk deel van den bodem, een gedmlte «an
de onde Hiddetiee, faeataat uit kki, het midden
nit klei met sand vermengd, bet Z. O. nit
en meien, in bet N.0. treft men dilnviaal land
aan. Laodbouw wordt er iweiiüg nitg«oeteaid, vee-
teelt en laivelbereidiDg ign de hoofdmidddea
van beataan. De «poorweg van fieerenveen naar
leeawardM en de kanalen van Sneek en Leenwar-
des naar Oruiingen doorsngden de gemeente.
Uftka, een der Vereenigde Stalen van Noord.
Amerika en als loodanig opgenomea den 3d«n
JnU 1890, ligt tnaeeben llf» en 117" 10' Wi.
T. Gr. en 42* en 49» N. Br. Het wordt in het O.
door Montana en Wvomtog, in het Z. door Utah
en Nevada. in bet W. door Wasfatagton en in bet
N. door Britech Cohimbia begrensd. Idabo telt
op219ö20 v.km. (ISIO) S25 594 inwonen, waar-
onder sleebtt 651 neceis, S4S3 Indiuien en 2334
Aiiatan. Het land ia Dergaebtis en in het N. vrQ
dicht met boseh bedekt. De ^lake-Rifer, bij d«
Indianen Etttoshone genaamd, vormt de grens in
bet W. en neemt Teehts den Boiee, den SalntoD'
River en den -Clearwater op. De geologiaebe ge-
sleldiieid is nos slechte zeer OMnuwkenrig on-
denoeht. Bet klimaat is leer geiond, de gemid-
delde jaartemperatnnr 18*; tempeiatnren van
42" en — 2fio C. werifcn als aitersten waaigeno-
men. londer dat echter de hittie en koude, wegens
de dioge en luiveie laeht, leei ateifc sevoeld
worden. In de boogirelegeii iKatrieten lijn de iwin-
teri streng. In het Z. moet de bodem konttmatig
besproeid worden en brengt aledsn tarwe, aard-
api^len, haver ea gerst voort. Ooit, met name
pmimeft, wonit veel uitgevoerd. Veeteelt, vooral
schapenteelt, wordt ook op groote aehaal gedre-
ven. Een hooldiiron van inkomsten is de mjjn-
bonw, die in 1914 voor 25 millioen dollar <m-
brseht, waaronder voor 7 mill. zilver, en 1 miO.
Cid, 18,5 m^l. lood, en 3 mill. link. De itaat
it 19 mill. aciea wond en beeft daardoor be-
langrgke bontindustrie. Ben drietal apoorwegen
doorsnijdt den staat. Idabo is verdeeld in 23
conntiee. Een ttaatinniversiteit bestaat in Mos-
eow. De etaat kiest 21 aenatoren en 49 afgevaar-
digden, die, evenals de goavemenr, voor twee
jaar benoemd worden; hg lendt één lid naar het
eongres. De hoofdstad is Boise Cit^. Idabo waa
oorspronkelök een deel van het in 1B0S va
Pfankrgk g^ochte Lonisiana. Den Sden Maart
1868 werd bet als territorioin georganiseerd en
den 8den Joli 1890 als staat o
koD lien, deel aan de Caledoniacbe jacht en deo
Argonan ten tocht, ontvoerde llarpetm, de doch-
ter van den riviergod Euentu, op welke ApoÜo
verliefd was en richtte, dooi dezen achterhaald,
den boog op den god. Zeu» laat de kenie sas
MarpeÊta over, die, bang voor ApoUa't ontrouw,
Idai 4[iesl. Sedert baat Apollo luar; ig, loowel
als baar dochter Alegtme, sterven vroeg. In een
Btrijd met de Dïoeknren wordt Ida» door een blik-
semetnal v«ji Zeiu, Lj/neeiu door Polydeuee» ge-
dood.
Zdd*klnvha, Pieter Rembt van, een looa
van Rembi van Iddekinghe, burgemeester vaa
Oroniogen. in 1683 gebaren, werd m 1719 Keko-
len tot lid van den raad ijjoer geboortestad, in
1736 tot burgemeester en was in 6elangrqk« eom-
miseiBn te 'e-Oiaveohage werkwam. Oednraida
de onlnstea van 1747 ea 170 .ondervond h^, ab
aanbaoger vn d«n prins va» Orante, ia mime
mat« de toegenegenheid van bet volk. Door qn
staoivaetigbeid «d onverKbreUenheid rwiat n|
het oproer tot bedaren te brengen, en toon de
volmaehten, in 1749 aanjpesteld, de afiettiog det
meeste regenten in fironisgen verlangden, deed
hg in de etaats vergadering bet voorstel aUe amb-
ten neder te leggen en ter beaebikking van den
rtaidboader te stellen. Qü werd ecbbei lal«r ber-
koien en b^eedde ign ambt tot aan ign dood,
den 6d«n Jali 1758. Tevens waa hg loitenaot-
bontvester en cnrator dei hoogeaehool.
Iddekinghe, Anlou Adriaan van, een looa m
den voorgaande, in 1711 geboren, werd na bet
békteeden van oaderscbeiden behtngTJjke waardig-
heden ook tot buKemeester vu ign «eboorte-
plaata aai^esteld. Verder bdaatte men bem net
gewiehtige lendingen naar prins WHUm IV, ta-
wijl later de prinaes-gonvemaate hem en ando'^
de loti^ opdroeg voor de opvoeding van baar min-
derjangen w»n Wütem V. In 1755 algevai
naar de Staten-Generaal, bekleedde bq ait
bet voorïitterachaj). Hü overleed den 28*t..
bmari 1789. Ook bg was curator der boogeadioeL
Xdd«kliiv*i J"» Srnst Henrie Hooft vtn,
UI Nederlandaeh munt- en penmnxknndiga, du
den Joli 1842 te Maaatrieht geborei^ beioèht
het gymnasinm t« Oroningen, legde iieh vooral
toe op de mant- en peuaingkaade, werd in 1871
diiecbsDr van fa«t mant- en MDniogkabinet dn
Leidsche hoogescbool en in 1873 secretaris va»
Apkareu» van Ueeseiufl en Arele^ nam DMt inn
broeder Lyneeiu, ^ tot in bet diepste der aaide
bet college vao SjiiMdviteur*. Uet dr.
beiocht A^ de faanebedden en vetkwi in 1878,
bq ostbioding van bovengenoemd college, qa
betrdlisg. Hq overleed te 'a-Oravenbage dea
21sten December 1881. Van xön geacfariftea ver-
melden wjj: ,J^eeland en de Fiieien in de Mid-
deleeuwen. BHdragen tot de geechiedenis, recfata-
keniue, muntxanoe en geographie der I^Vieaebe
fewesben inoonderheid gednreude de etide eenw"
1881). Verder leverde hij een groot aantal op-
stellen in de „Revoe de la namieinati()ae be<o*
den „Nederlandschea Spectator", in de
dragen voor Vaderlandsche geechiedenis Ok
heichunde", in de „AmbemBcbe Courant" en ia
de „Handelingen en mededeelingen der Haat-
echappg van NederlandEebs Letterkande", tot
wier leden hij behoorde. Ook wat faü lid van de
„Société rojale de namismatiqpe" in BelrÜ.
UdMUUft, Sii Sta/ford Hmm NortknlÊ,
l
D,o,l,zedb,GoOgle
btmI van, een Britseh etaaUmfto, den 27Bton Oe-
ïober I81S geboren, etudeerde te Oifoiil, wm tih
1841 tot 18Ï5 partieulier secreUris van óen tóen-
ima]s 110^ «AwerTatieTsn OladêUme in het mi-
nüterie van Hamiel ea Teeti«d« lieh ia 1847 te
Iioikden als adrocut. In 1851 eitde hg d« «ur-
^beid TUI iwronet en i*m Beeretaris vao de eer.
■tfl «erddtentooiiBtelling. In 1856 wend hjj 3><1
Tin bet 'Lagerhaft ea irae van Januari tot Jani
1869, onder loid Derby, secretaris Tan de Sebat'
Uat. Id liet derde. minMterie van deten vtxé hij
in Jan! 1866 president Tan het ministBrie Tan
Sandel, in I887 miDisteT vin Todie; in Febroiri
1874 werd hq, eoder DtBraeli, kaneeliêr der Sehat-
kiat en nam in 1876, toen DisraeU lid tu het
Hoo^etlinie wrad, in bet L^ertitiia 4e teiding
cp iich. Ia April 1860 trad hq met het conseirv
iiere ministerie at en leidde de <^p<Hitie in het
Iiageihnis; daai hg eehte^ t^n die taak niet
'opgewuien bleek, werd liii bq de Tomtin^ na
een oienw i>ehoadend Kabmet ia 1885 met den
titel Tftn naaf tot peer en tot eersten lord der
Sehalkist benoemd. In Febrnari 1886 tiad hq
met SaliihuTy al, doch tmd in den zomet tu
dat Jaar met deun «eei op, nn all minister van
BnileDlandMhe IZaken. Hg oTerleed den I2den
Jsnnari 1889. Hij «hreet: „Tmnty jears of tl-
saneiil poUct" pNiden 1868).
Zie: tmig, Iele, letters and dian ol Eatl ld-
ikalei^ (ëde dn*, Londen 1809, 2 dln.) en
Bryee, Stodiee in eaatempororr bioeraphT, 10de
Mr&jaaiai IWB).
XdMUtl {atg:d«d Tan bet Orieksdie idea) be-
toekent eigwilqk aU b^voegl^ naamwoord: oter-
«enkomstig de idee; als Wiitandig naamwoord
wordt het wooTd dikirgU «ttruikt in den lin van
de Platonische idee (lie Idee), d. w 1. het meer
volkomen oei4)eeld, dat w^, betig bij bet schep-
pen tan knnitwerken, betig hg ledelgk hanM-
len, hetifj bg ons denken in de ^eduhte hebben
Ml nastreren, dodi dat wg nooit Tolkomeo be-
reiken knnnen wegens de materie, waaraan w^
gc^nden ign. Deie tegenstelling i« in de nhile-
■ofie Tan Plato en Kant zeer ver ontwikkeld en
beeft in de wgs^eerise gedichten Tan Sehiller
haar hoogste nitdrakking geTonden. Het ia eTcn-
«M een Mdaelite van SdtÜier, die echter reedi
ia EdHfs leei wortelt dat tenminate in de knnat
de te^Dstelling tasKtien het ideaal en de weike-
l^kbeid in zweien lin vrenwoDnen is.
IdMdlums is een leer niim begrip dat in
uer verwante en toch soms Ter nitéenloopende
beteekenissen wordt gebraikt. In bet algemeen
TCTstaat men «sder idealiame die denkwgH,
waarbij nien hel ffedaehte en het geestel^. onsen
bewnitigneinboaa, tu groote waarde en befeeke-
mie ariit tegenoTer bet liehbbare en materieele.
Te ondertebeiden is er tnsschen bet metsphj-
■ i e e b of ontologieeh idedisne en bet idMlitme
vp bet gebied tan de theorie van oni k en t er-
mogen. Osder mefapbytieeh ideaüeme Twatast
mMi die wereld besebon wli^, Tolgene welke hst
gedachte of geesteljike (de berrii^n] het be-
E'nsel en den grond Tan alle dingen ailmaken.
it in leei TereebilleDde TOimen, zooala bij Plato,
TOOï wien de ideein begrippen waren, waaraan
een hoogere werkelgkbeid toekwam dan- aan de
üehtbare wereld en die toot de Behtfaare din-
sen tot model dienden, lóoala bjj Eêgel, bg wien
bet wereldgebear«a licG «qibit in een logisch pro-
ces en bg Sehopenlutuef, Toor wien de wil bet
eenig werkelijke was, waartegen de wereld der
Terechgnselen slechte een looretelling ia. Volgens
het idealione op bet gebied der theorie van het
kenveimtwen bestaat er buiten het bewnstzgn
geen kenbare buitenwereld. One kennen beslaat
slechte nit den iabond Tan ons bewnstign en
nit kennis gew^ door de werkingen Tan dit
bewnstigo. verder kan odk wetenschappdljke
kennis niet gaan. De juietbeid — bier denke
men bgT, aan de logica — deier werkingen be-
slist OTer de betronwbaarbeid der keonii. Hier
gaan dan wederom de aanbanxers van deien ge-
dachteugang niteen. Zoo bgT. als snbjeetieTe idea-
listen, wanneer men bet iodïTidneel bewaitijjo
onderwerp Tan betdiouwing maakt, en als objectief
Idealisme wanneer de gedaehte gerieht is op bet
bewMttgn in bet algemeen, waardoor men we-
derom terecht komt bg bet met^ysiieh idealia-
me. Eén Torm bierrao noemt men tmUI bet
Dnitsche idealisme, begonnen meAfntl'a
denkbeelden, Tolgen* weRe.allea, waarTan wg om
bewust warden, door mw bewnst^n ^n «om
beeft geprikkeM, J. O. fitkU bonwde hiercni ign
denkbeeklen: de menscbelgke geest schept de wo-
retd Tan ign bewDstqjn, maat ode: de geest dea
menseben is ledelgk handelen. De wereld' vaa
het bewnstcgo ia de plaats Toor bet xedeljk han-
delen; de geest en ign inbond is het eisenlgke
weien der wereld. SêhtUittg gin^ Tan deie ([e-
daebte nit, SehleürmaiAer wilt q)n godsdienstige
denkbeelden hierop te bonwen en ook Hegtl gaat
verder op dezen m*g, bet „denken" all handelen
verklarend.
Ook in de sedeknnde anreekt men van
idealisme, wanneer men meent, aat iemand han-
delt gedreven door ign geloof in ledelgke idea>
In de kit nat stelt men tegenoTer lealisnie
idealisme ter aandviding, dat iemand, meer dan
door ZDCht tot het weeigeTen der werkelgkheid,
woiih bezield door den wenseb aan ideeBn uiting
of gedaante te geren.
Idsa (Oriekieh = etdo» of idta) is een aan
Plaio'ê wysbegeerte ontleende uitdrukking, d^
het wezen van een ding of Tan een soort van
dingen beteekent; 100 is bgT. de idee van een
ImIb = bet samenvattende begrip Tan alte we-
senlgke kenmerken van een hiue. De ideefin be-
staan echter Tolgena Plato niet alleen in het
denken als abstracties van de concrete ationder-
lijke dingen, maar ia beirtteo een xeltitaudige
realiteit buiten 't snojeetieTe denkon en ouder
dan de dingen lelf; de IdeeSn worden niet Eoozeer
bepaald door de dingen, ala deze door de ideeta,
die in hen op min of meer volmaakte wjjte b»-
Jiehasmd zijn (ideeinleeT), In de Ëngeleche en
Fransche filosofie beeft intnseehwi het woord
deze beleekenti geheel en al Terloren en duidt
(ledert Lodce en DetearUt) eenTondig bet beeld
san, dat de geest licb van een Toorwerp maakt,
dus de voonteUtBg in tegenstelling tot net ding
D,o,l,zedb,GoOgle
n>BB— KtBHTITErrSKAAItTSN.
■elf. In de Dnitaebe philoMfie nadert echter ee-
dert Eanl het «oord weet meer tot igit oortpioo-
kelijke betefienu. Kant komt hierin met Plalo
overceB, det ook hq bem de idee en de ideeSo-
ker een boogeten rang bekleeden dto it wereld
der TerKhfneelen. Terwgl echter Tolxene Plalo
de idee ■)■ de eenheid in de Teelheid, mla bet bln.
vende in d« Teruideilvkbeid der (Knffen tegelgk
het iWMrtehtig xgndeis, enltet liDnert^-ecnerete
durentesen aleeht8Khiji>,dieft]3eendurdoDr un
het innde deel beeft, doordat de idee liehdurin
heeft Mliehumd, elniten Tolgeoa Kant eerder
de ideeln het iqd nii. in looverre all een voor-
werp, dat daaraan Ksbeel beantwoordt, tolatrekt
niet Toortgebraefat kan warden; het i^n eleehtt
Toorlfcrengeelen van onie denktnnctiei, die bui-
ten en boren de liimelqke wereld (die ^lees rea-
liteit beiit), werken, het iQn aleehts de nomum
van ban werkuambeid, de doeleinden, waarnaar
ijj etreren. Zoo wordt bet theoTetiiehe terband
bebeereeht door de weield-idee. het praetisehe
door die der ledelgke vrijbeid, d« oordeelskracht
door die der doelmatigheid. De Ihiiliebe wjjagee-
ren na Kant sloten fieh, behalve Herbart, n<H
nauwer bji de Platonische tenninologie aan. Vol
^ene Jaeobi tonden de ideeEn haar wortel hébben
10 d« ervaring en derhalve ale ideeSn van het va-
re, Mhoone en goede onmiddellvk op bet bestaan
van die laatste wgien. Zie verder Schelling, Seho-
mhauer, Hegel, wm Harltnann, Ideaal en Ideo'
mmAoi
Ittme.
IdsMn, Aeaodotie mm. Zie AimxiaHe van
ideein.
Idtltr^ Chrittian Ludmg, een iDnitieh ster-
ren- en tQdnkenknndi^, den 21tteD September
1766 te QrosS'BreM bij Perleberg gcfeorMv werd
in 1704 door de Prnisiecbe regeering betast met
de berekening van den kalender. In 1321 werd hij
hoogleeraar aan de nniversiteit te Berljjn. nadat
hg reeds vroeger benoemd was tol lid der Aca-
demie van Wetenschappen te Berlijn, en in 1839
werd hg opgenomen onder de buitenUndeehe le-
den van bet Fransebe dnstttnut. Hg schreef:
.^ietorisebe TTntermchoagen Ober die astcpno-
miachen Beobaebtnngen der AHen" (1S06), „Un-
tar<nehnng fiber den Ursprang nnd die Bedetf-
tnng der Stemnamen" (1809). „Handbneh der
mathematiacben nnd techniechen Ohronologie"
(1825—1828, 2 dln,). „Lehtöneh der Chronolo-
gie" (1881) an „Die Zeitrechnnng der Chineten"
(1839). Hg overleed te Berlnn den lOden Angn»-
tna 1346.
Ideler, IvUui Luiwg, een zoon tan den voor-
saande, den 8den September 1809 geboren, stn-
deerde aldaar, eent tn de geneeskunde, verrol-
gena in de natnniknnde en daarna te Koniogaber-
gen in de wiskunde. Nadat hg lïch te Berlijn
der SvTptisebe oudheidkunde, dótji overleed
reeda den ITden Jnli 1342. Van ign geschriften
vermelden vrg: .^eteorologia vetenHn Qraeco-
nun et Romanorum" (18S2), benevtne nüfaven.
van de „Heteoralogia" van AriMlolelet (1834—
1836. 2 db.) en van de ,J^7tiei et medid grae-
ei miDores" (1841—1842. 2 dln.), „Hermapion"
(2 dln.. 1841) en de uitgave van een Koptisch
psalmboek (1887) en van „Leben nnd Wandel
Kari'a des Grotten" (2 dln^ 1839) Tan r^M-
Aard.
Id«ler, Karl WiiMm, een Dnitsch pnehia-
ter, den SSsten October 1795 te BendwMeh ge-
boren, was „geheim Medieinalrat" en ftrofeaaot ïb
de geneeAonde to Berlgn, tevens direetenr der
atdeeling voor krankiinnigai in Ia Cbaritfi <■
overleed den 39ttei) Jnli 1860 te Samloaen. Tot
lijn belangrnkate geschriften èehooren; MGrand-
rias d^^Mlenhei&node" 088^-1838, 2 ÜmX
„BiograiAien G ei ttesh ranker" (1841), ..Vennek
eioer Theorie det religiOsen Wahnaïnni" (1848 —
1850, 3 dln.) en .Jjefarbnch der gerictatlidtaa
Psjchologie" (1857).
Idanborr. ^- ^- f; >» 1S6I te Botterdan
geboren, werd in 1881 benoemif t«t 2den Inite-
nant der genie hg bet Nederlandseh-Indiadi le-
ger, in 1883 bevopderd tot Isten laitenant en in
1892 tot kapitein; hg was aehtereenvolgena ad-
jndani van de l^reommandantan Vetter, Swn I
en De BrKyn. In 1901 werd hg lid det Tweede
Kamer voor Ooada, en in 1902 opvolger van dn
overleden minister Tan koloniSn mr. T. A, J.
van Aeek van W^ek. Na het aftreden van het mi-
nisterie-KnHMT in 1905 werd hjj gonvemeni vaa
Saiinome. Toen in 1908 het miniiterie-De Jfeea-
Ur plaats maakte voor het miniaterie-ffentakert,
kwam hg weder aan het hoofd van het departe-
ment van Kolonito. In 1909 werd hg benoeiód tot
sonvemenr-generaal van Nederiandaeh Ooal-Ia-
diB, in welk ambt hg maatregelen nam on de
kerstening van Nederündaeh IndiS te bevordeiek
Hg werd in 1916 opgevolgd door mr. J.P. giMif
«m Lmburg Stirtan en keerde naar het xtóer-
land tenig. Km Idenburg is een der meest geite-
ne leden der anti-revobtionaire staatapart^.
Idflstlek. Zie Identiteit.
ïdantlUlt ie een wjjegeerige nitdrakking
vooT de gelgMieideverboodin^. In uitgebreide!
lin bestaat ig tnsschen begnppMi, waaneer deu
met elkander verwisseld kannen worden (wiatdr
begrippen), in meer beiterkten lia. wasMN qj
een en iietielfde begrip ijjn. De eerste aoort vixH
men bji begrippen, die bg «en veraehilleodea ia-
bond denaeltden omvang beiitten, de laatite bf
die, welke denielfden ioboDd en omvang bebbM.
De denkwet der identiteit (priHetfimm idemti-
tatie), gewDontgk door de tormale A =^ A aaa-
gedoid, eiecht, dat slechts bet in begrip overeen*
stemmende tot een eenbeid eamragtvoegd woi4t.
Aan de vrösbegeerte van SekiCui^ w ffcfti geeft
men den naam van identiteit^hilasofïe, omdat
lij het absolute weun, het beginsel van al hel
beslaande, beschoowen als de identiteit van oatc
grondbegrippen, n.1. van de begrippen van irit-
|eet en object, van het ideale en reiele, van im
geert en van de natnur, v«i bet draken ea vaa
IdantltaltakAkrtMt dienen Ux vaalatelUag
in de identiteit van degenen, 4e wier nane m
Ïesteld ign. Voornamelijk daar, waar gddswaai-
en aan een uMt name aangeduid putoon me-
ten uitbetaald irorden, lal men bjj voorkeur «aa
Idratiteitakaarten laten gebruik maken, opdat er
Hkerheid in, dat inderdaad betaling aaa da
rechtbebbenae getehiedl. Bg de Poltergen fcier te
lande kannen bij alle kantoren identiteitakaar-
ten, waarvoor een recht van 50 sent versefaaldigd
DigilizedbyGoOglC
IDENTITBnBKAAirraN— IDIOOT.
it, aaagvrrugd worden; doe sgo geldig gvdareii-
de esD JMr, unvftDgemle iset dea d«g vu tt-
giïtit. H«t Bnk <tdt ndi niet MHuprakelgk tooi
■elude dooT Det nitgevoi vut «en imtI ot door
het gdnvik lan miibnik daamn ontstun. De
NederUndiebe identkeitakuuleti knnneo mede
dienen in EMgÜ, BoiDifrflenegowiiw, Denemu-
kes, Dnitsehlau, Daitseli Oost-Afrik» en Dniteeti
Znid-Wett AIrfta, Hoiiguü«, Noorwegep, Oostea-
rqk, Puuwj, RoemeniJ.fierTie, Spanje, Zweden
«n ZwHieiIaiid.
IdsntltaltBphUMofU. Zie UmU«(,
Zdaolorcn noemt men die FtiMci» wgwe»-
len, die ilTe mctaphysic» Terwierpen en de plij-
Biolofrliebe leer der idee4n, d. «. i. d«T gadaehte
ToorateUingen en bewoitijJBrrenebHMeien t
lioofdiniMod hanner wji^erarte maakten en i
aalhropologie, phjnologie.'kennitleer en psjtho-
logie tot ondsrwerp bamar atodiea Teikoian. Tot
de ideoloffen r^enl »en gewoonlijk DettiUt dt
Troef, OoMMtt en Ctmdontt.
UlOMBtoriMtha twwerliWMi noemt
men 4ie apieibew^ngen, welke m«n onbewaet
uitvoert, t«rwgl man ie neh ierandig nwratelt.
Zij spelen een groote rol hli bet gedaehtenkoen,
den tafeldans en deml^'kB dingen,
Idloeu (Qriekaen = eigenaan
men een taal, dia Tan de a%emeene taal alwqkt,
niaardigbeid), noemt
Het woord ^Mteekent dM Tr^wel betzelfde aU
dialect. Daamaaat wordt wüoom ook j^ebniikt
Toor bel gebeel der legawjien, aitdmkkingen en
Terbindingen, die een bepaalde taai in oDde^
•eheiding van andere eigen agn.
Idioot, afgeleid van bet Qrieksehe woord
*/>Mt (eigen), noemen wn den ooodanige, die ran
■iJB kindKieid af aehterlgk bleef in de ontwikke-
ling van ign lielarermo^ena, *an verstand, wil
en gemoed, loodat faö met in staat ia, om iqn
ledelöke handelingen te regelen. De liehtü« gra-
den worden meer onder imbtaHttil aaamgeTM.
De eigenl^ke idioten worden in 3 klaiaen Ter-
deeld. De eerste is geheel stompiinnig en onge-
voelig TOOT de indrucken tan baiten, de tweede
toont sieefats dierlQk instinct londei verstaade-
^ke icnnogena. terwgl d« linlaigelijke waame-
mingen teer gebrekkig ijjn, de «ide ope&baart
b^ zwakke en beperkte lerstandsni tingen faeiige
dierlgke driften.
In alle (Tniden lan idiotiame Tlndt men zoowel
de Tentandelgke vennogens als het gemoedsleren
en den wil Terminderd en afgestompt. Daar de
ontrankeiykheid en bet verwerken van indruk-
ken onvoldoende is, komt bet bg hen niet tot
heldere voontellingeo' en ti«^ppen; de ind
Toorbggaande en twakke indrnkken bektten de
ontwfttding tan opmeibauDbeid, gclieaBcn «i
taalronnlng. In den eissten graad m ei volsla-
gen apathie en brengen de lintaigen de tlanw op-
gevangen indrukken lelti niet over, en ia hnn
gemoedsleven al even weinig ontwikkeld ah bat
verstand; tegenover slechte nelgii^en alt lengen,
aehtigbeid, diever^ en drankzucht zjjn ig zonder
•enig weeretandevermogisn, ook bepaalde, gewilde
" ' ' g of lelft ontfoelmstlg
bewegingen geacbieden traag
en Butomatiseh. In den laagstt
onversehtllie voor "
D den laagsteu graad agn zQ
ehtllie voor allee, wat om hen heen ge-
icbfedt, rewk noch amaiJc hebben beteekenii voor
hen, de gealaehtidrift ia meestal geheel w^.
Tegenover deien „toraiden" vorm, die men vooral
hg groote scbedel* {makroeephalenj vindt, staat
bet leveodige, „veEsame"-tjpe, die in den ergateo
graad wel even weinig vatbaar ign voor nitarenr
diffe indrnkken, maar daarbq een groote beweeg-
Igkbeid beiitlen en even groote spraakMUunbeia;
de indrnkken komen en gaan hier te enél en igB
te oppeiTlakkig ou werkelj^ in de boten* dooi
t« dnagen en Unvende heinneringen achter te
laten. Hen vindt dit Qrpe iDeer t^ de mtenweyka-
len, de kleine sebedels. Tan Abm laatste vormcti
tot de lichtste loopt een onalgebrokoi •ebakea-
Fing; lelfs teebniaefee bandigneid kan er bf
voorkomen ol iteigdige' begaafiHieid in schilde-
ren, musieeeren of rekenen, evenale bet eemoeda-
kven kan stggen tot aaahankelgkbeid. Om in bet
oiterljjk kan men die twee t}^n ondemcfaeiden;
d« stompe idioot lit in ign boA, kwglt en be-
vuilt zich, kauwt op ign nagels en pinkt aan
iQn kleeren, terwQl de geagiteerde voortdwend
of moedwillig omver werpen.
De toettaod waarin de idioten veikeeren,
draagt des naam van idtoliMiM. De oorzaak is in
het algemeen gelegen in een gebrekkige ontwik-
keling der beraenen, ontstaawle door ziekelijke
aandoeningen van den acbedel, van de bemen-
vlieien of van de heiMnen zelf. Bü nonnale 0»>
steldbeid van die doelen is er doorgaans erfelgk-
tieid in helspel, sooals vallende siekte der ouders
enz. Die ziekelijke aandoeningen knmien het gerolg
■gn van schokken en verwondingen bq ot na de ge-
bootte, van plaatselgke ongesteldbeden in bet
foetus of gedurende de aanvankelijke ontwikke-
ling des liehaams of w^ van aangeboren gebre-
ken tn bot eeotraatorgaan en sgn bekleeastUn.
De gedaante en de omvang van dan schedel ign
b|j de idieten teet TetaehilleBd, doch in den re-
Stl is Iwt hoofd eer te klein dan te groot. In
et eerste geral g«eft men d« lehoU aan een
men er bmaalA <dtedelt;pen als bet Eskimo-
tjpe, iiet AMeken-tjpe enz. onder. Het Azt^n-
tjpe heeft een niteist Jaag aehedeïdak, aehfenitt-
wjjkend voorhoofd, voomitspringende oog^, spit-
ee nens kleine, aehtemitwukende kin en doet ia
zgn geheel aan een vogelkt^ denken. Met den
stilstand van de geestelijke ontwikkeling nat
meestal een aehterblgven in groei gepaara. Ook
de ontwikkeling der tanden is vertraagd, teiwgl
andere aangeboren misvormingen, zooals gesple-
ten gehemelte, b(| hm meer voorkomen dan b^
normale kindmen. Zg zgn niterst gevoelig vóór
den invloed van alnAol.
Tot de idioten bAooren de cretins (lie aldaar).
Toi do ongeateldbeden, die men met idiotime
verbonden vindt, behooren vooral vallende ziekte,
8t. Titosdana, contractie of verlamming van som-
mige liehaamsdttelen en hysterische krampen.
Sleehts zelden kan men bg tdiotiame volkomen
herstel verwachten. De toestand der idioten ia
intaaseben voor aaomeikolgke verbetering vat-
baar, vooral wanneer ig in dwrtoe bestemde in-
richting worden of^^ënomev. waar verpleging,
opvoeding, onderwjjs en leiding op de meett
doelmatige wQie aan dat oogmerk worden dienst
DigilizedbyGoOglC
n>ioar— iD6iN(u.
•^MiMilwid vui hoIparidddeD toe, om dien ta
TetbtteieiL
Ooder de «tMtttestidileft tgo ei twee laei be-
kende, ^utelgk BuberMnirg in bet koniDknJk
Saknn en Saoueidttrgh^ Swerin.
Ltieratavr; SoUter, Psjcbologie de Tidiot et de
l'iinb«dle (Parjji 1890); Wtfgendt, Die Behud-
lD>g IdiotMcbei nnd imbeziUer Einder (WQn-
.barg 1900); StrüUr, Die Heilenwhnng»- nnd
PD^reoMtaltai fQr Mhwaebbefihiffte Kindei
Idioten nnd E^ileptikei in^ DentMhiutd (Hun-
bnrg 1901, Terrclg'lBtH); Wtggmdt, I£otie aai
Immiltitit (in het „Handbnch det Pijcbifttrie"
vu AtekaflêHbitTg, 191S),
XdlepKtUsoh noemt men loodaoige üekt»-
TCnehguelen, «rrike onmidödlük uit ie ooiuak
dei liekta ToortTkwien; lij atMn das t^nover
de raUexvéTÊtili^iuel»». WuriMei «*eri*dutf dei
mug lieh dooi bnkhiK vm booldpjfa openbuit,
du 1* het eente een ioiowUuaeh en bet tweede
een tenezTeiiehvnMl. Hét omg^eerd» bedt
plute bg lieiMiMdiDddtnK. Bet ie tooi den êit*
*Mi bet hoogite belug, Düde eaoiten T4n ver-
■eh^uMten Mawkearig te ondovdieidev.
Ulosmenud* Uttterlgk Teituldt eicen-
untige meng^) WM»t men een eigenurdige
gflTOUigtteid «ru tiet geiteL De teim wjjit op
een tjfdpei^ wMuin men tu 'Ie jniete mêngii^
ia nppei de geiondbeid wilde ■tieiden. Wie
duitu lüdt, ondeTTindt bqiMlde prikkelt op
en ladeie wgu du de gewone meneeli. Men
nkt ^T. *an «en idioiynenne twenoTer een
tdei medieunent, »ia het dboi den patiënt
niet Tet^egen wordt, 8«mnige maneehen beUieD
eek idioiTnciMie ten optidite van aaidbeien en
1 andeie
„roelighe
gebrniüt •
nitalag'
e TiMhl
Üjke on-
itek. Ook tooi pettoonlijke on
—'-'-' -- "^ -mMs tn6iM«n
Ie peitonea lede*
o koDckn Ooeenr en WalUiuMn net t«.
Êen bet miaowaD laa een k*t, Motarl niet tegen
at geluid van een lromp«t.
UUotoB, Öetliekten voor. Zie Aekttrlfke kin-
deren en Idtool,
Mlotlcon noemt men een «ooidenboek, dat
de woordenichat van een dialect tleeiite briian-
4telt ToonooTci die van de ligemeene taal af-
wükt.
-- ■■ . Zie Idioo*.
IdlotUni* noemt men in de taalweteDtcbap
tedflien eigenaardigen, van bet algemeene gebniK
alwnkenden TOrm, beteekenia of uitdrukking, het-
^j die eigen ia aan een bepaalde atieek, aan een
loeiale gioep of aan een kwft^d.
Ufm il oon Tnlkuiaeh gebergte op Jan en
wel in de aldeehng Banjoewangi der reiidentie
Beaodu plegen. Het omtat een aantal werku-
me en nitgeoootde Tnikanen en Terbindingenig-
gra, waaivtn de wetktuie Herapl (2799 m.) en
widodaren (3109 m.) den Idjen in anderen tin
nitm&en. De raggen, bergen en TnlkaautMMen
dnilttt aamen een halfmaanrormige faoogTukte
in, het Ujen-plaUau, dat tooi bel groolaie deel
met lang giaa ie bódtkt, afsewiaKld ^ooi kale
5 lekken vu wit land. Osdanu de hooge ligiging
■nim 1800 m.) it het klimaat tu bet pbJean
Toor den aanplant
van koffie, hetgeen dan ook r«edi Mubiedt.
Idjoak ie de naam loor de baatautige nrarte
veuletor tuMeben des itaa ei de bladcMen van
den arenpalm, die in Inanlinde Teel gebeiiffd
•roidt tot dekking vas faoiien W tot Terraardi-
ging Tan dnnnaam tonw. dat doi» leewatei niet
woidt aaagetatt. De haide neireB worden alge-
meen grinnikt ala pennen <tooi het leliigTsn van
Haleiich met AiablMbe Mt«r.
UooTMM. Zie Kmmmom.
Idololktrl*. Zie Beeldeiuiieiut ta- BmUten-
IdomcDMUi koning nu Gnte, de aoon Tan
DeiteoluM aa de U«n«ion tan JfiMW II, biaeht
met JfarioMM, 4«a loon tmi agii haUbroeda, in
80 adiepen de OnUiuer» tmu Ttoje, om a
belegenng deel ta nemea. P- *^ — '
de wpcnte belden. Na dei
den de b«d« aanvoMden naar hnn Taderland
tem. Volgeaa de lerhalen na KiOBaig«n werd
hü «Jtrtin op Me doot een etoim oTeirallen en
deed bq de gelofte au Ptaridon, dat bj) bg be-
honden OTeiiomat aas deiait góddeneBno ion
otteren, dien hg op i^ gebonrumnd Mt «ent
ion ontmoeten. Dia eente waa <$> mo». Toen
eehter na bet Tolbneirai Tam het oUer de peat
b^on te woeden, w<öd Idomtnn» door de Cre-
tenaen TcidMTsn. Hg begaf lieh ewtt naar Ita-
IH, TerTolgent naar Ooto^um es weid op den
beig Cerea^boa begraTas. Volgeni Diodonit waa
ign graf te Cnoeana op Creta en werd hg al-
daar all een beiot gehnldigd.
Idrui, Jmn iTane Jntoime, een Franaeh
bealiHionwer, in 1849 te Totdooaa geboren, atn-
deerde onder leiding tu <htiUamn^ OomÜ» en
f^giÊitn. Zgn meect beende werken agn een
„Oewoide Amoi" en een „Salammbo". Idroe
overleed te Par^ dei 28etM December 1884.
IdrU, aen atad in bet Ooitenr^kaebe hertog-
dom Krain, telt (1910) 6090 inwoners en ia be-
lugrgk weguu de rijke kwikiilrermnnen, aldor
in 1497 ontdekt. Zjj ligt in een djep, keidTormig
dal, dooi de Idii<a beaproeid, en haar hniien iqn
oTet eenige benTels TentiooJd. Gr is een acbonw-
bnig «n een gebouw Toor het miinbeetnar (het
• ■ " ■ • "i^g Tiodt - -
Tioegete abt 3eweikeDegK)- Hieitig
de Tooraaamite opening, <ne leidt naa
1497 ontgOBnea kwikiHTermgaen. wdke Jaarlgk*
bgna 100000 ton kwiktilTei leToen, Onder de
deltalolfen, die et Tooikomen, befindt ilcfa het
tdriolMf, waarin men een nieuwe aoortvu kool-
watentof, tdrinliu genaaiBd, ofttdekt beeft.
Hlriny. Saao Sanun wm, een Nederlandseh
neblagrieeide, dm lOden Pebmari 1714 te Har-
lingen gebOTcn afndeerde te Fianeker in de
rechten en Terdedigde is 17S6 aldaar een dianr-
tatie oTfli bet panoreebt, londur eTenwel te pio-
moveeren. fig Mleedde een betr^king bg bat
TOidahiiia te Harlingen en schreef: „Kort ver-
toog OTcr de FrieMhe haven pachten, waarin
wordt aangetoond, dat een gednste negotie moet
Bfnemen en dat intMndeel de tangweaiging Tan
deie «en land doet bloeiu" (17U>. In 1748 be-
hoorde hg tot de gecommitteerden, te Harlingen
ikoten, on'te Leenwarden bet erlelgk atadfaon-
I, de afschaffing der pachten en bet bcr-
DigilizedbyGoOglC
mSDIQA— HffiAEBIU.
625
eUl dei oude wetten te Tngen. Hg »ard in het
daarop Tolgcnde jaar beiweiiHl tot rudsheer id
het pioTJiicual gBiMhtshof t« Groningen. We-
send igti hettigbeid kwam hjj in onmin met de
Staten Tan FriealaiKl. fig overleed in ]67fi. Van
ign geschriften vennelden wü: „VBrJorum jaris
eiTilU liber Ringolarie «te." (1738), ,^et staaU-
reeht der Vereenigde >I«deilu>den eni." (1758 —
1765, S dln.). „Bedenkingen over de leiine, bet
ferstand en den lin tu t Selweider Lant&eeht.
Ubo^, art. 20 eni." (1778) en „Zedig en vrg-
inoedig onderioek of de volmaditen t«n Landa-
dage in Friesland Tojgene de fnadameDteek wet-
ten van die proiiDcie en de pToenrattên, welke
jaarlök» aan de votmaditen ge^Ten worden, tot
tigd en bevoegd lön enz." (1777).
Idslnn, Balauuer DmtUl wm, een lOon van
Meintrl Johim vmt Idtinga, gonTemenr Tan Am-
boina, den SSaten Aogutu 1745 te Batavia ge-
boren, bekleedde van 1767 tot 17» in de ütad
Groningen vele gewichtige twtrek kingen, werd
door die itad en provincie algevaardigd naai de
vergadering der Staten-OeDmuJ, waa lid van
liet provinciaal bestaur, in 1803 van bet depar-
tementaal bectnar van St»d en L«nde en -werd in
1815 borgemeetter van Oioningen. Zgn wontog
is nog bekend onder den natim van Jdsinga'a
Hof'. HS overleed te Gronii^n den litea I)e-
eembei 1818.
Xdstadt, een dorp in de Pmi«sehe provincie
SleeswgknHolitein, telt (1910) 441 inwoners en
i* bekend door den slag van 24 en 2S Jnli 1350.
Toen Pruisen na den vrede van Berlgn de fileei-
wÖk-Holsteinera «an hun lot overliet en generaal
BoHxn terugliep, belastte het bewind der hertog-
dommen generaal WiUiten met het opperbevel
over de troepen. Na den aftocht der Proieen vie-
len de Denen in Sleeswnk en kwamen Inueben
Flensbuig ea Sleeswgk. oQ Idstedt in aanraking
met de troepen van Willuen. Na een toorposten-
gevecht op den 24slen Joli nam de veldslag den
volgenden dag een aanvang. De Denen ondei ge-
neraal «DU Krogk telden 88 000 en de Sleeswgk-
Holileiners 27 000 man. Toch behielden deie laat.
•ten tof op het middagnnr de overhand, doch op
het beslissend ocmnblik ontbrak bet WiUiten
Mm beleid en volbarding, loodat de Denen de
overwinning briiaalden en bet land veioveiden
tot «an de Bider.
IdnnuMln ol EdomieUn. Zie Edtym.
Xdnua of Idkmt, een godin nit de Nooredie
fabelleer, een dochter van den dwerg IvaUi en
de echtffenoote van Bnii^ den god d«i diditknM:t,
was de bewa«i«t«r der gooden appelen, aan wier
beiit de goden bon eeuwige jeogd ontleenden. De
rena Thiaxi dwong bg lekere gelegenheid den
door hem gevan^n gnomen Loki, om Iduna
met baar appels in i^n handen te leveren. LoJN
zorgde evenwel, dat ig weldra naar de goden kon
terngkeeren.
Unfl heette bg de Romeinen de 15de dag der
maanden Maart, Mei, Jnli en October, en in de
overige maanden de ISdfl. Hifj was «an Jupiter
gewpd.
Idrllc, afkomstig van het Orickadie woord
ilii^^m (een klein beeld), noemt men een di<li-
termk tafereel, aan den> eenvoadigen, aartsvadet-
Igken t(|d ontleend. iHoe meer de menadien liflh
van de natnurlgke levenawgie en Tan de een-
vondige leden der vroegste dagen verwgderen en
boe meer ig de on^mAken Mr toenemende be-
ecbaving met de hieraan verbonden vormen on-
dervonden, det te grooter moeet hnn verlangen
worden naar den ioéalen natnniitaat, als een le-
ven van onaebnld ea oprechtheid, als een toe-
stand, waarin men lich in de bevrediging der
eenvoudigste beboetten gelnkÜK gevoelde. Uit
dat verlangen ontstond de id^e, welke men
ilechta aantreft in tjjden, waarin inlk een aaila-
aderlgke levenswgae reed« Ung tot de idealen
den «enw. Zulke gedichten weiden dooi i
ken ook wel met den naam van „bnkoliaebe poS-
lie" bestempeld. De eei8t« eporen daarvan vindt
men in het Oosten, nu eens in den vorm van een
epos, looaU ia bet boek ,JUitii", dan weder in
dien VMi een drama, looals in Kalidata'ti „8a-
knntala". OtA bjj de Orieken had de idylle aan-
vankelijk een epiaehes vorm, doch later werden
er Ijriscbe elementen aan toegevoegd, looals door
Sltiiehonit, die het Igden van Doplnu tot onder,
weip koos. Ala zelfstaniUge dicbtsoort vertoont de
idylle lich eerst bg het tiegin van bet Akzan-
drgnsehe tödperk, en wel in ThttAnlo», die keu-
rige tafereelen van het berderaleven aebetate.
Naaet hem verdienen Bion en JfoacAo* een plaats.
Onder de Romeinscbe ïdyllendicbter* belcleedt
yirgiliu» den hoogsten rang, en na hem vermel-
den wg Calpmiut ea JientnatM», daar de loo-
genaaiöde idyllen van jlutonint tot de beKfaijj-
vende poiiie befaooren. De beste Italiaanaebe
tdyllen, aooata die van Tosao en Ovdriit^ betabeQ
een dramatieehen vorm, hoewel ook epische en
lyrieche geschreven werden door Santuaato en
AUtmanni. De Fransehe idylle maakte te veel
Jacht op sierlgkbekl. om natunrl^k te Ujjven,
en de Engelsche idylle ndieh tere, met nitsondering
van Sfeneer, waren navolgen dei Onden. De
Spaaneche idylle veitooM tieb het liefst in het
kleed van den roman, en in Dnitsebland Blond
gernimen tgd Salontem Oettner aan bet boofd der
idylltudiehtera, totdat Maller, VotM, Qottht en
anderen lyn roem deden tanen. In one vaderland
draagt de idylle veelal een karakter van navol-
ging, vooral Broekhiaptn, WeUektm», Sehermer
en Poot hebben lieh op dit terrein bewogen, docb
ook MooH, Vondtl «n anderen hebben idyllen ge-
dicht.
Iduerda, Baertt van, een Nederland scb
staatsman, in I52S vennoedeli^ te Ter Tdierd in
Friesland geboren itndeerde in da rechten, on-
derteekende bet Verbond der Edeten eo werd in
1572 lid van bet College van IMeputoeide Sta-
ten, later van het Hof van Friealaoft. Hj} behoor-
de tot de seheidslioden in den twiat tnsscbeu
Jooat van Sehometnbwg en Dirk voti BronkkorH,
terwQl bg in 1578 met Doutet Sixtna door Fries-
land afgevaaidigd werd naar de Unie van
Utrecht. In 1580 kreeg hg de opdracht bet kas-
teel te Stavoren te elecbteo, en moedig venette
hü lidi tegea de venadcrlgke plannen van den
40
DigilizedbyGoOglC
IDKAEKDA— OatSEXE.
gnal WIN ÜMmmbcTji. Het umenatelleii tku de
eerste LuMlMidoimuilie werd in 1602 aan hem
en QtUiiu van ffiUema i^eihagen. Hq «Terleed
den ISden Uei 1603.
IdMttrda, Memtje van^ een taoa vu dea Toor-
nande, stiMkerde te ti&mbridge, was reede in
1S92 Tolmacht ten Landidage, werd in 1600
grietroan tm Weststeiliagwerf, wa« tgdena de
onderhu delingen over het Bentand met Spanje
(1607) lid der Stat«n-QeDeraal en weid in 1615
benoemd tot lid der Qedeputeerde Staten Tan
Frieelaod. Te Ter Idieri woneode, werd hg alge-
vaardied naar de Sjnode te DordMeht en ovei-
leed udaar in 161S. l^a «»d flomme Tolgde
bem op all grietman.
X«p ol XJp. Zie Olm.
X«riMid. ^« Qroot-Brittannie m lerlmd.
I«rsoh« taian. Zie Ketliteiie lalen.
X«rsoh* Xaa «tr^t lich m een bgoa oiaal-
ronden Torm uit taaecben Engeland en Ierland
en staat in bet Z. door bet St. Qeorgekanaal, in
bet N. dooi bet fit. FatiidU- en bet Noordkanaai
met den Atlantiscben Oceaan in Terbinding. Zq
ODtTnngt bjjna geen watei van riTierao en i«
een kaun watetbekken. De lencbe Zee ia tot 152
m. diep; in het NooTÓkanaal komen echter diep-
ten van 263 m. tooi. De giootete eilanden lijn
Hao en Angleaej.
Xaraoli kmla of Kniit von Palriek. Zie Kruit.
Xcrsob niM. Hieronder Teistast meo d« wie-
ren Chttndnu erwBu» en Oigarlina mamiÜoK nit
de groep der Rkoaopkyeeeën ol Florideeün (Rood-
mieren), «elke planten veel aan de leteehe kast
veriameld woiden. Het in verBchen toestand rood-
achtig loof JB Tiak, berhaalde malen gaffelvormig
Teitait, oniegëlmatig ingesneden en ^ekroeed, in
gedroogd en toestand is het geelachtig en broi.
Hot wordt bij het koken g<ehe«1 lot een gdei en
TÏndt toepassing in dé arlsenübereidkonoe.
lerBota-BomcliiBoh bad noemt men een
iweetbad in waime, droge Incht. Zulke baden
waren reeds bij overoude volken, looala de Eeyp-
tenaien, CharaaeCrB en Pboentciira bekend. Door
de Romeinen werden in vandaar oTergebraeht
naai Spanje, Fraofcrök, Oioot-Brittannifl, Daitsdi-
land eni. Te Rome werden ten tijde van Anloni-
laii, CaraoaUa, DioeUtvmu» en andeieo Teibaien-
de sommen aan bet bouwen Tan luHie „Theimae"
beatee*!. en selfs de aimete Romein kon lich da-
EJjjka bet genot van tnlk een had verschaffen,
et gebmik werd ten laatste haast een mitbini^.
Ook in Oriekenland hadden de Romeinen inlke
baden gebonwd, en de Tnrken, die ae te Eoa-
stantinoDel TODOen, brachten se in veihand met
han goasdienrtige gebruiken. Daarna werden i^
oikdei den naam van „Tarkiebe baden" algemeen
in het Ooeten vertiieid. Znlk een zweetbad <Kent
den Tnrken tot geneesmiddel en tevens tot bevor-
dering der zindelgkheid. Nadat -de Engelaebe
staatsman Urqukart deze baden in Frankrqlt had
keren kennen, spoord« hjj ign landgenooten ain
d«ie o(A in Engeland op te lichten. Zyn denk-
beelden vonden OQval bg dr. Rtehmd Baxter in
Ierland, en deze opende eeret te St. Ann'a HiU
bjj Coik en vervolgens ook eLdera loodanige baden,
wier inrichting hij aamnerkelgk verbeterd had.
H^ verbond daarmede een aitmiint«nd ventilatie-
stels^, en zoo kwam het lersoh-Jtomeineefae bad
gens ook in Dnitsehlai
Het lersch'Romeinsch bad i_ „ ..
eenTondig bad, maar omTat een leeka baden, die
met warme en koode Incht, warm en kond water
worden toebereid en veigeteld gaan Tan het mas.
seeren of kneden. Men heeft aithane drie vertrek-
ken noodig voor deze versebïllende Teirich tingen.
Doch ook de Romeinen badden reeds een fri^
dtmum (een vertrek mei konde Incht om iieh
te onikleeden), een tefidarium (een vertrek met
lauwwarme Incht), een sndatortum (zw«etkamer)
en een lavaerum (een vertrek voor atwasseben
en voor het nemen van koade baden).
Bg inlke badiniich tinoen is d« jaiate tempe-
ratnur der Incht een hooMzaak. Veiwairode loèbt
woidt door buiten Mtdei den Tloer en langi de
wanden van het badTeitrek geleid. In bet t^ida-
rinm Jtlimt de hitte der lucht tot U* C. en de
badgast, die er lieh ontkleed nedenet, is in 25
tol 40 minuten in 't zweet. Nu begeeft hg lieh
naar bet aadatorinm, waar een hitte heeisdil van
56o, en hlgtt er, totdat het zweet hem langa het
lichaam stroomt, wat in 12 tot 18 minuten ge-
schiedt. Voor trisBche heht is door ventilatie ge-
zorgd, Zoodm nn de badgast in het cndatoiinm
voldoende uitgewasemd is, wrijlt een haAne^
hem mei een oikken wollen baitdschoen het iweet
van de huid en dinkt daarna gedurende 4 tol 6
minolen alle epieren des Uchaams. Daarna ver-
laat d« badgast het sudatorium en begeeft sïch
3>aar het aaDgieuiende, niet verwarmde lavaerum,
waar de badknecht eenige emmers lauw water
boven i|jn hoofd uitatort, daarna het lichaam met
zeep afwascbt en dit vervoIgeiLS met lauw wat«
of met een koud stortbad abpoelt. Ook kan men
zich ten slotte ia een kom met koud water af-
wasschen. Op dew w^e «fgekoeld en gereinigd
keert men naai het fngidarium {een kleedkamer)
terug, waar men zich eenigen tgd op een matras
in de gemak kei glu te houding néderlegt. Hierdoor
Tsrho^ men een herhaling der uitwaseming eo
de huid hnkrggt haar natnarlgke kracht, die ig
door bet sterke zweeten verloren bad.
De werking van bet lerseb-Romeinseh bad <^
het gezonde en lieke lichaam is leer krachtig,
daar het de nitwaseming nog veel sterker bevor-
dert dan het Russisch stoombad- Hoe droger de
lucht is, des te gretiger doet ig bet water, waar-
™=j» .!; ;_. Miraiing komt, tot waterdamp
overgaan. Daarom onttrekt het dioge, warme bad
met groote snelheid het water aan het lichaam.
Als een krachtig zweetdnjvend middel ie bet dus
bgzonder gesc^kt om de stolwisseling te be-
vorderen. Vooral dient bet lerteh-Romeinech bad
om de doode deelen der opperhuid weg te nemen,
de werkzaamheden der huid te vechoogen en deae
Ie harden. Het ver^^entaanbevelingfiij ondersdiei-
den soorten van chronische buiduitelag an tooi-
al bg jicht en rbeumatiek. Maakt men van zulke
baden een aanhoudend gebruik, dan wordt de
huid ongevoelig tooi afkoeling. In bet algemeen
bevorderen ig de gezondheid, vooral van beo, die
een litteitde levens wga leiden.
Zeraoh stoUel. Zie Qevangenü.
ZenMke, een gemeente op bet eiland Zuid-
BeTclMid in de provinde Zeeland, 1357 H. A.
groot, met (1915) 4113 inwoners, wordt in het
DigilizedbyGoOglC
lE9t8ES3Ei — MWi*'!!»'-
627
O. door de Ooataisebekh ïeapoeld en mar óe
hndinde begruud <h)Or d« ^mMnten Wtmeldin-
ge, Eapelie. Sehore «n Krniaigea. B«halve fa«t
ooni lera^e bevat lij de banrt lera^eiidam. De
iwdem beatut uit klei, die in bet N. min of meei
iBTelig ia, en wordt toot den Isndbonw gri)niikt.
Van aas DMcr beteekenia ia «ehter de oealerieelt.
'Het oom larrnkt, dat tio^f een leer aan-
lieniökv phata trai, ia later acDternitgcgaan. Het
beiit «en HerTormde en een G«KforiiieeTd« keik.
If, een eiland ia d« Bau van Haneille, is 2
km. Tan de tnat Terwuderd en heeft een door
fVtnu I g«baiiwd kasteel, dat Uter ak «taatage-
vangenia dienst deed en waarin o. a. Mirabeau,
hertog Phüippa BgaliU en maanchaft Boniine
Ke?nsen geieten hebbMi. Tooral ia h«t bekend
door Dkhuu' ,Jt3nMÏ fan Uonte-Christo".
Ifflaad, Augiut WühelM, *m Dnitseh kon-
atenaai, tooneeldithter «n beoetenaar der tragi-
sebe konst, den ISden April 1759 t
geboren, was aanTant^ijk y
'. Uit a
i HaiMOTer
„ , ir de itodie der god-
Crdheid bettemd. Uit afkeer van deM en uit
tot bet tooneel, begaf bij lich oii IS-j&rigen
leett^ heimelijk naar Ootha, waar big oiüierw^
kreeg nn Ekhof, en werd in 1779 lid Tan het
tooneelgeielMhap te Ifannheim. Hier behaalde
bij grooten bijval en vermeerderde dien door het
geven van gastrollen in de v<H>maamite ateden
van Dnitaehlaod. Outaogeiuamheden met den in-
tendant en vooral de «oricvdwwegingen- war«i
oonaak, dat hg lieb in 1796 als direetenr van
den nationalen aaboDwbnrg naar BeHgn begaJ.
Hg werd er in 1811 benoemd tot directeur-ge-
neraal der Eoninklgke Mhoawbnigen en over-
leed den 22«t«a September 1614. JÜ» Looneelspe-
ler bekleedde hij een beogen Tang door de dieb-
teilöke opvatting van ign rol, door zjjn geniale»
gloed en door het eritiseb overleg, waarmede hg
tgn apel beheertehte. Hjj was vooral een meeatet
in komiaehe tollen, alnnede in roerend eenvoadi-
K, welke lieb ia den kring van bet burgerlgk
<tB bewegen. Miitder ^oed, ook w^ens tgn
voorkomen, ebtagde hg in heldenrollen. Öoetk»
beaebrgtt hem als een man ran middelmatige
lengte, evesredüea liebaamaboaw en eea rond
en tol gekat. De door bem getehreveo tooneel-
alnkken bebbeii meestal een ledriijkB sti^king;
iq ijJD tweiend, vol gevoel en bqtalen lieh tot
den hoiielgten kri&g. Hjj ondenebeidde lieh
Toomi door meDecbenceniHt. Vele van die stuk-
ken cgn lang op bet repertoire geUeven, looala:
.4>ie Jager", „DieMtpflieht", „Der Spieier", „Die
MQndel'' en „Die Hagestolien". Al« bevorde-
raar der tooneelknnat beeft hjj veel goeda ge-
leverd in zjjn „Almameh fOr dü Theater" 0807
—1809 en 1311— 1812). Op de geiamenlgke nit-
gave lijner ,J)nimatreehe Wn-ke" (met een
,£(ttiBtbiagrt^ie. 16 din., 1798—1802), volgden
qin „Nene dramatitehe Werke" <180T— 1809, 2
dln.). Ook is daarvan een bkiemleiing in bet
licht venehenen.
ZvlAOi'een ttad in Moravil. ligt aan de Bo-
faeemMbe greni, aan de Iglawa, waarover een
brng is geslagen, aan de spoorlgnen Weenen —
Kolia— Tetteben en Iglas— Tabor en telt (1910)
25 914 inwontre. Men vindt er mooie plantaoenen
op den Frau-Earla-Bergj een groots markt
(87 892 T. m.), een gTnuuwium, een hoogere bor-
gersdiotd «b euüge vakacbolen. Van de i^miba-
re gebonwen ign te noemen ; de 6t. Jacobskeik,
de Hinorieteokeik met een oude kmiwang, de
St. Janskerk, de kleine kerk aan den Jofaannes-
benvel nit 799, bet stadfanis, de groote kaïeme
(vroeger klooster) en bet lakeDwevershais. In
plaats van den aédeit den Dertigjarigen Oorlog
verdwenen mjji^oDW ontwikkelde lieb de laken-
indtistne tot boogen bloei; verder xgn er *pin-
neigeo, ververüen, wolwevergen, broawergen, ri-
garenfabfieken, glasslgpergen, gtoommolens en
pottenbakkergan. De handel in graan, laken en
wollen goederen, vUs en haat ie vrg beluigt^.
De etad hondt vier jaarmarkten.
Iglan moet reeds in 799 mgnbonw gehad heb-
ben. Zeer oud ia öet stade- en münreebC <l>t reedt
in 1250 door koning Wensel I nemieawd en be-
vestigd werd. Den 5den Juli 1436 werd de
„Iglainr Veigleieh" geeloteo, .waarbij keizer 5t-
ruind de Praagiehe Eompaktaten beiwoer.
1470 werd de stad door koning Oeoree Po-
dUbrad van Bohemen beland, in 1G23 door
brand verwoest en gedureniie den Dertigjartgen
Oorlog tweemaal belegerd. Den 4den Deeemner
1805 veraloeg hier sartebertog FerdinoHd iEtU
een Beieraeh eorps onder Wrede.
IfTlMUMi een stad in de Italiaansehe pre-
vinete Cagliari (Santimfl), ligt aas de ipoor)^
Oa^iari— ïglesias — Fortovesme it de letel van
een blt*eb<v en telt {1911) 21 iu inwonen. Men
vindt er een kathedraal (ISde eenw], een kasteel
(14de eenw), overbigfaeten van den onden riog-
mnnr, twee technische scholen, lood- en linkgroe-
ven en handel in wgn en olie.
Tfimltt. Migvel, president van Pem, den
18den Aognstas 1822 [e Cajamarea geiMrea, stn-
deerde in de rechten en beheerde de groote fami.
liebeiittingen, tot hn in 1861 lid van het Con-
gres, later van d«n Senaat werd. In den oorlog
met Chili (1879) ondersebeidde hij lich als leider
en als mimster van Oorlog. In 18SS koos de Con-
«titueerende Vergadering hem tot president der
republiek. Hg miakte een einde aan den oorlog
en trachtte door strenge maatregelen en door een
eerlgk en spaarraam beetanr de orde in het land
te beratellen. Een revolntie dwon^ hem echter
in Smtember 1885 at Ie treden. Hn ging daarop
naar Spanje en overleed te Madrid in 1901.
XrlMlAB d« la Oasa, Joii, een Spaaneeh
dichter, den Sisten October 1743 te Salamanea
geboren^ sticht to gedurende zjjn «tndieind aan de
universiteit aldaar met ign vriend Jfelmdsi en
anderen den diehterkring, die tater onder den
naam van „School van Sauuuanea" beroemd werd.
Hg vormde lieh vooral naar de klassieke diebtera
van ijjn vaderland, inionderheid' naar Balbuena
en Qvevtdo. Na het volbrengen van ign studie
werd hg priester te Laradtiga, later te Ckrbajo-
sa, in het bisdom van Salamanca, doch overleed
reede den 26atea Augnstna 1791. Eerat 7 jaar
aa ign dood werden zgn gediditen verumeld (2
dIn.. 1798), maar later hg herhaling gedrukt.
Hg behoort tot de geliefkoosde v<^sdieb(era;
vooral ign luimige gediditen, waarin hg ia uit-
muntende taal rde gebreken igner laadgenoo-
ten san de kaak stelt, leven in den mond
des Tolks.
Xcnune noemt men onderscheiden sooiten
D,o,l,zedb,GoOgle
62S
lONAUE— lONATJBW.
T«ii het MiUeht Dioteorta, »o*li D. mitiva L.,
D. idata L. en D. bulbUera L. Zie Dioaeorao.
Irnatliu, D« üeUige, biseehop tui AntiocbiS,
wu. nair men meMt, een leerling vui den ^mm-
tel Johannei ea wordt om die leJen tot de Apos-
tolisdie Vaderen getekend. Ook ontTing hg den
bgoMun t*» Tktöphorui (Ood in bet nart dra-
gende), omdat hg gtÉMadea weid Toor bet kind,
door Jeatë aan ign Jon^ren ten Tooibeeld ge-
■teld. De oTerleverin^ deelt mede, dat faö in den
tvd, toen Trajmiu oorlog voerde tegen de Par-
then, in tegen woord igbeid van den keiiet in den
eifCDE te Antiocbifi door leenwen veiKbenrd ia
(20 December IIS). Valgeaa een ander bericht ia
ntki geaehied te Bome in 104 onder het eon-
anlaat fan Stdmnaut «o MantUtu. Deie Mge
ia gegrond op iirieTen, welke ijjn naam dragen.
Ifen ontmoet deM in drievondigen vorm; de
grootste bundel bevat 13 briefen, die Tolganabet
■Jgemeen gevoelen f;edeeHeljjk oneebt, gedeelte-
lijk leiralseht ign. Dat geToekn ia Tooral be-
veatigd door het teingvinden nu een kleineren
bundel vaa 7 brieven (aan de Epbeüëra, Magne-
eiira, PhiladelphiatB, TnJiiaoen, Smjrnalia en
Romeinen en aan Polyearpus), een bundel, die
teedB aan Eutebiiu bekend was, doch ook de eeht-
iieid lan deie brieven ia reeida door Dtüiatui,
voorta Kloot Sernhr, Btmmatm ea ErnetH en
in den laatiten tjjd door Bour bestreden. Een
kleinere handel van eleehta drie ttrieven {aan de
Romeinen, Bpheien en aan PtAyearpa) werd in
1845 door Cunton met Sjriaebeir tekst nitgege-
ven. Tegenwoordig it men het er vtgwel ovet
eene, det de 7 bneven de ondete dei drie veru'
melingen iqn, waarvui de andere afhankelqk ign.
Orer de ecËtbeid van de 7 brieven — d. w. i. of
deie werkelgk van Ignatiiu ign — loopt de mee-
nipg no^ oiteen. Het sterk-persoonlgke element
erin pleit «(eik hietvooi.
Ziei f. X. Funk, Die Eebtbeit der ignatiani-
sehen Briele (IB83).
XfiiKtlas, patriarch van Konstantint^l, een
lOon van keiier Miehad I, omstreeks 790 gebo-
ren, wend dooi Leo den Armenitr ontmand, om-
helode den geestelgken stand en werd in 847 be
noemd tot patriarch. Hg itreed teffoi de gewei-
denarjj eo de udeloosheid van JfieAoel UI en
van ign oom. keiiei Bardai, die de gewade ge-
hmiken der kerk bH drinJigelagen bespotte. Dien-
tengevolge verloor hg ign waardigheid, en Pho-
Hiu wera patriaicb in lijn plaats (857). De ver-
deeldheid, nierdooi ontetaan, trachtte men door
bemiddeling van paas tfieolatu I nit den weg te
rnimen. Daar deie evenwel de igde van Ignatiiu
kooi, werd die verdeeldheid bet begin van de
gioote scheuring dei Keik. Keiier Batiliut ber-
(telde Igmtliiu weder in inn bediening (867). De-
ie overleed in 878.
IrnAtltU d« Lorola, eigenlgk Imgo Lo-
pe> de Reecdde, de atiehtei van de Orde der Je-
nieten (zie aldeai), in 1491 op bet kasteel Loto-
la in de Spunsebe provincie Ouipuicoa geboren,
biacbt ijjn jengd door als page aan het iBof van
Ferdiiumd oen EolftoJteAe. Duma diende bg tot
iqn SOate ja«r als soldaat. Bg de belegering van
PamploDa door de Fiansehen (1521) aan beide
beenen 'iwaar gewond, liet hg nadat hg leeds
genezen was, den eenen voet, ftie niet volfcoaien
recht geworden wae, nogmaals breken. Qedorende
ign herstel had dooi het leien van een levenri>e-
sehigving van Chrietni en van de leveu van Hei-
ligen een ommekeer in bem plaats. Zoodra hg ge-
neien was, verdeelde bg sgn goederen onder de m-
men en deed een badevsKt nasi Hontf eit«t, waat
hf aan het wonderdadig Uariabeetd van wapen«
wgdde, lich een ridder dei heilige Maagd ver-
klaarde en ia bet hospitaal te Uutresa idd in-
tr^ nam. Hier en in een nabarige grot leidde hg
gedtuende eenigen tgd een aseetiscb leven en
vertrok in 1523, tot Mt doen van een bedevaart,
ntu Palestina. Intasscheo werd znn plan, om
lieh aldaar aan de bekeering dei Hooammedanen
te wgden, door den bewuer van bet Heilige
Oisi, den prorinciaal der Franciscanen, afge-
kenid, loodat bg in 1524 over Venetit naai Bar-
edona tetaj^eerae. Hiet begm hg lidi te oefe-
nen in de L*tgnBcbe tul. }Is veiteop van 2 jaren
begaf hy lieh naar de hoogesebool (e Aleale (Oom-
plntnm), waar hg anderen tot geestelijke oefenin-
gen opwekte en ^(odedieiistonderwgs gaf aan het
volk. De Inauisitie liet bem echter onder veideD-
king van lid te tgn vui de geheimiinnige aeete
der Atnmbrados meermalen in hechtenis nemen.
In 1528 vertrok hü naar Psiös, waar hg in 1534
met eenige landgenooten en E'ranBcbni, looals
f riMs Hmer, Launex, BobadiUa, Rodriguex, Pier-
r» Lefeere ens., net plan ontwiero, om in Pales-
tin» vDor de ongelooTigeo te ptedaken. Daar even-
wet «onnnigen van ben Iran etndiSn nog niet vol-
tooid haddes, begaf LoyoJa lich zoo lang naar
Spanje. In 1537 kwamen zg te Venetii weder bg-
een, waar bg in de overtaiging versterkt werd,
dat de inwendige lending in de ketk belangrq-
kei was daa de uitwendige. Te Rome, waailwen
Lojfola ticb in 15^ begaf, werd aanvankelijk de
iniveibeid van ign leer en ign plannen in twg-
fel getrokken, en eerst den 27sten September
1540 verkregen ig van paus Pauliu lil een voor-
looplge en in I54S een volkomen bevestiging der
Oioe, Loyola werd in 1541 tot eersten generaal
der Oide benoemd. Ook als generaal volbtaefat
Lojfola io de kerk va» ijjn Oioe te Rome de ge-
ringste diensten, bemodde tich met bet ondeiw^
van kteine kindeien en verzamelde aatmoeien ten
behoeve van Israëlieten en pnbtieke deernen, in
wiei bskeering hjj het grootste beluig' steUe. Bïi
oveileed den Bisten Jnli 1&56. en werd in 1609
door Pduliis V lali^, in 1628 door Ore^orïits XV
heilig verklaard. Zyn gedenkdag valt samen met
ign sterfdag. Men neeft van bem 2 werken in de
Spaansebe taal: „De eonatitntie der Orde" en
„Oeeetelpe oefeningen" (1544).
Xvnatliuboonan {Fahae Seli Ignatü, Fit-
bae ftbritugaei noemt men de laden van een hees-
ter of boom, aie te huis behoort op de Philippgn-
sehe 'Eilanden en tot de familie oe Lo^antaeeeiii
behoort, namelgk StryeAnos I^nofïi Bev {Igna-
Ha amara L. F i 1.) m«t t^euwwgeetehfe, spite-
eivormige bladeren, 3- tot 4-bloemige, okselstaD-
dige bloem tuilen en oeervormige onbehaarde
vrnchten. De laden. in die peren aanwezig, ign
leer vergifUg en bezitten deielfde ^ensefiappen
als de kraanoogen of bnaknoten, aftomstig van
SlryektuM niui «omiM,
Xviia.tJ*w, JVteofous Paidomtii, een Roe-
giecfa lUplomaat, den 29sten Junari 1832 te 8t.
DigilizedbyGoOglC
IGNiATJEW— IGÜANOnON.
Feteisbarg geboTen, trtd op 17-JMigeii leeftQd in
di«ut bq het regiment hDiftren der garde, werd
in 1852 gepÜAtst l^j den geiwraleD atef en wu
sedert 1^ adjaduit hn grut Berg, gouvernenr
der OoBtz«e'pr«ïiiiciiD. Na den Krimixtrlog werd
hii kolonel «n militair attaeU te liooden. Eg
nam deel aftn het vndeseongree Ie Paiija en ont-
wikkelde hier op diplomitiek gebied lolke uit-
stekende talenten, dat hïj op loorstel Tan prine
Oorttjakow in 1857 als eliet ' ran een seiant-
Bchap naai Ehiwa en Boekhara afgevsArdigd en
in 1S5B als generaal-majoor aan den goDTerneu
Tan Oort-S^iiE, generaal Uoermejev, toege-
voegd werd. Het Kniws en Boekhara sloot hg
Toordeelige handelsMPdragen en van China Ter-
kreeg hg door het verdrag T»n Aïgoen (28 Uei
18S8), den atetand van het Amoergebied. Daarop
werd hg in 1859 geiant te Peking waar hü wi«t
te bewerken dat China de geheele Kuet tsd Hand-
■joerge aan Kueland afstond en den landhandel
vrg verklaarde (14 November 1860). Na zgn te*
rngkeer werd bij adjadant-generasl van den czaar
en den 26Bl«n Jnli 1864 benoemd tot geiant bg
de Forte. In 1365 werd hg loitenan I-generaal en
ÏD Haait 1867 buitengewoon gevolmacbtigde te
KonstaotiDopel. Hier maakte bg alle be«uiikba-
re DÜddelen dienstbaar aan Mn deel, n. 1. de
vernietiging van Tackge, en kreeg den bgoaam
Jfmteur Paija.
Hg bad de band in den opstand van de fiene-
gowjna (1875), en na den dood van Abdoel Am
in 1876 in dien der Bulgaren. In 1877 tiwshtte
hg de mogendheden tot neutraliteit in den Rns-
siseh-Tnikschen oorlog over te halen. De vrede
van San Stetano was grooteudeeU liJn werk. En-
gelands nrotest tegen dien vrede en de voor Rns-
tend naJeelige bepalingen van bet Congres Ie
Berlijn brachten Imaljew weer op den achter-
grond; bjj leefde &uop op ign goederen in het
goavemement Eiew. In den laateten tgd der le-
geering van AUxander II was Ignaljea gonver-
nenr-generaal van Nisjint-Nowgorod. Onder
Alttmdrr UI werd bij minietCT der Domeinen
en den Isten Mei 1881 van Binnenlandsebe Za-
ken. Hg eon^ioraitteerde sieb «ehter door pan-
slavistiiche knoeiergeo en bet toelaten van Jo-
denvervolgingen, loödat bg in Jnni 1882 moest
aftreden. Hg overleed den Sden Jali 1908 te St.
Petersfanrg.
Imlfl «t aqiiM Intardletlo flatgn =
ontzegging van waler «n «uvr). Zie Verbanning.
XCnoTMitflB of Ignorant^nen (Frirtt igito-
roMttiu, Broeders voor onwetenden) noemt men
•oma de leden van een oongregatie, die tot doel-
baeft godsdieDetoDderridtt te ^en; ook ge-
noemd Padri della dottrina enatiaiui of Pèreg
doetrinairee of Doetnnariërg. Soms wordt de
Mam ook gebmikt voor de trère* des ieoUê ekré-
(iMnet, gesticht dooi Jeatt Baptiit de la SoUe.
Zie hierover Sehoolbroedert.
XcnoraaUs beteekent woorMqki: Mieetend-
haid, onkimde. Hen spreekt in de taal der jaria-
ten wel eens van igaormtia faeti, onbekendheid
m«t M feit, en van t^noranfta jtirie, onbekend-
heid met kei reehl. De ignoranHa juriê ie in bet
atrafreehl geen reden tot vrgati^ing van straf,
want daar, evenais io bet btcrgeiigk recbt, geldt
de regcj, datiedargeaofatworotdewettelceiuien.
IIST geboren en overleed in liÖ2. Hö was een
zoon vso voist StBJattmla» II vsd Teiemigow
en vervnlt in de geeehiedenis der RosciecDe volke-
poiiie een merkwaardig rol als boof<%)ersoon van
net ,Jjied van den krggstocht van Igor", waarin
zïpi ongelokijge veliHocht tegen & Polowcers
(1185) bezongen wordt. Daaruit ademt ons de-
zelfde heidenseh-Noorscbe ^eest tegeirwet, dien
wg in de liederen 'van Oenan ofmteAva, zoodat
bet door Eommigen als een stnk van leei ooden
tgd beschouwd wordt, terwgt anderen zgn eoht-
beid i^ twijfel trekken. iHet weid' in 1795 ortt-
d«At, in een nit ide 14de i(volgens soamieen 16de)
eeuw dagteekeaend hondsebrift, in bet eeiit van
een klooster te Jaro«law, en ie in 1800 te Hos-
kon uitgegeven, later beriiaaldelgk opnieuw, ook
in anJeie talen, en ibaarde veel opiten. Het hand<-
schrift is in 1812 bg den brand van Ifoekos ver-
loren gegaan.
IjTotToton, een Haliiscbe Tolksstun in \iii
N.W. van bet «land Lnioa (FlüKmQDeii), wordt
op S5 i 40 000 eielen geschat. Zij hebben een
ineengedioogen gestalte, een kastanjebmine hnid-
kleui, snn op handen, armen en borst getatoneerd
en trutten bet zwarte haar (behalve van bet
hoofd) uit. Hon kleeding bestaat uit een schort
om de benpeo, een mantel en een sooit tutband.
Als wapenen gebruiken ag eigen gesmede gieren
messen, speren, bogen en oóuten echihten. Zg
wonen in groote püddorpen en verttonwen door
middel van kunatinatige besproeiing rgst, mals,
bataten, tabak, op eammige plaatsen ook eoiker-
riet, mango en oranjeappelen. Hnn huisdieren
zgn marden, varkens, rundeten, bonden en kip-
pen. Zont wordt oit bronnen, tilcohollsche dran-
ken uit rgst en suikerriet gewonnen, huisraad nit
n»et, kopet, leem en hout vervaardigd. Zg sprei-
den een ^oote knus (vaardigheid ten toon in
sngden, epmnen, weven en vlechten. In mgnbonw
overtreffen zg alle andere Haleiache volken. Ds
Igerroten leven in moDogaioie. De ziel wordt een
anilo, een spook in menscbelgke of dierlijke ge-
stalte; dat van den ondete der familie wo^t leer
gevreesd. Zg vereeren een op de ion, maan en
sterren wenenden god, doch zonder eeredienst.
Ala sjamanen fungeeren mannen en oude vrou-
wen, die elkander nun kennis mededeelen en met
de rgksten het doi^ beeturen. Bg rechtsvragen
beslissen godsoordeel en. In de oneer afgelegen
streken vimK men nog koppen snellerü. Het Chris-
tendosn ka^gt meer en meer aaiAangere. De Span-
jaarden kwamen met de Igorroteo het eei«t in
1660 in aanraiing, doch kregen pas in 1S29 vas-
ten voet.
Inalada, «en stad in de Spaan sche provin-
cie Barcelona, 70 km. ten WJI.W.. van Bareelo-
na, ligt aan den voet van den Hontferrat, aan
den No;a en aan de spoorlgn Hartorell — IgaaJa-
da en telt oi«eteer 10 000 inwonere. Men vinill
er katoenspinnergen, Unnen-, finweel- en wolfo-
bridnn en ijzergielergen.
XCHuiodoii (lie de atb.) is de naam van een
reusachtige fossiele hagedis, wsarvan ovei4)lgf»e-
len ontdekt zgn in bet Hastingsiand en de weal-
denvoTmlDg in bet inidoosten van Engeland, in
BelgiS en in Hannover, Afgaande op de lengte
der dgbeenderen, meende men de lengte van fet
D,o,l,zedb,GoOgle
630
IQUAMODON— IKBAL.
gebeelt diec t« mogen Kh&tt«n (^ meer <i«ii SOI apreirit; ,.I)nreh
m., doch Owen heelt die Khitting op 9 m. terog- R5roi6ehe Recht
gebncbt. Te oordeelen uai lön teaden en hg heeft nog
waa de ignanodoo (l. angliaim) een piaoteiieteDd |
dier, dat liob ondeiKheidde dooi plomp
Bteike pooteD en door een knchtigeo 6'
lang au de geheele lomp. De bonw vai
laamte heelt groole o*eteenkomat met
het geraamte der rogela. Het blqkt ni
dat de ignanodon licn op lön lang*, d:
aefaterfwoten tiewoog. maar
Struekmann iiettt ook Toetsportn
ns dit dier in de weaMeniaiming
in HannoTsr ontdekt, welke Tolko-
men op die Tan Togela gelden.
Zgn hand wm, ir
pUata nn m«t «ei
ditim, met een stet
kt, dolkTormige spooi
gvirapend en ^ Mnl
Ignanodon.
92 tanden, die niet reikt«n tot aao het tiiteindc
Tan den snuit. Vennoedelgk wu de ignanodon
een Treeduam r^tiel, dat Q^ tDatkeni in de moe-
rauen londiwom, maar ook op den oever kwam,
om xiéb met groen looi te roeden.
iKnvUnaoha taiaU {tabulae iguwittae) zgn
teven groote koperen tatele met Umbrisohe op-
schrilten, in d« UmbriBcbe stad QuUjïo (het ouae
Iguvium) in 1444 in een gew«l{ gcTonden, die
tbaoa in het atadhuia worden be^raard. Behahe
de b«ide kleinite, zjin iq op beide ijjdeD beachre-
Ten. terwgl het aehritt «eer goed te leien ie. De
optehriften ign de oudste OTerblüfaelen Tan het
Umbiisch en Toor de liturgie van Mlang, daar de
inhoud betrekking beeft op den godidienit.
Xhartns, Riidolt tos, een Duitscb rechtoge-
leerik, den 22cten Aaguatoa 1318 te Auricb ge-
boren, Tsstigde lich in 1843 te Berlu'n als prt-
vaatdocent inliet Bomeinsehe recht, ging in 1845
ala proleacor naar Baiel, in 1846 naar Rostoek.
in 1849 naar Kiel, in 1352 naar Oietsen, in 1868
naar W«enen en in ISTSmetdentitel Tangeèeim
justitieraad naar Oöllinmn, waarfanden ITden
Sa)tem4)er 1892 oTeileed In 1872 werd hg in dra
eifelijken ridderstand opgenomen. Hg werd Toorts
lid van de Ragsisehe Academitn Kasan, St. Fe-
terabarg en Moskou en co rrea pon de erend lid vso
die t« Weeoen en te Amsterdam. Ihering wm een
teer impulüeve natuur en, oFscJioon geenszins
blind voor de' eiaeben der practijk, toch voorna-
melijk dogmaticus. In den eersten tgd van zgn
optreden, toen de historische school nog heersch-
te, eo men — vol ijver om het zuivere Bomein-
sehe recht terng te vinden — te zeer vergat, dat
de wijzigingen, die dit ia den loop der eeuwen
had ODOergaan. to^ ook vruchten der historie
waren, had hg het Mmtgde moeilük. Op den duur
T«rkreeg hij echter meer en meer invloed. De ja-
ren, die hg in Weenen hoogleeraar was, vormden
het glanspDut van ign loopbaan. De beende
das BOmische Recht fiber daa
hinans" is van bem afkomatig
beleetd, dat de waarheid daarvan
werd tngnien. Van ign
geaehrilten Tcrmelden
wg: „AUiandlungen
aas dem rtaiiscbeo
Recht" (1844), „Civil-
rechtsfalle ohne Ent-
echeidungen" (9de
driA 1900, „Qeist des
rOmisches Redits au f
den verschiedenen 9ta-
fen seiner Entwicklung"
(3 dln., 5de drok 1899),
in het Italiaansoh, £n-
gelsch, Fransril en Rus-
si sdh Tertaald, „Der
Ktmpl ums Recht"
(4de druk 1900), „Ue-
ber den Oniad det Be-
si tischutzes" (2de diid:
1809), ,4>ie Jurispru-
<len« im tftgl. Lebeo"
»12de drnk I903,,J)ei
aw«ekimRe<*t"(edln.,
9de drnk 1893, ,.Ver-
miscbte Schriften iniiatischen Inhalts" (1879).
,4)aa Trinkgeld" (5de drak 1902), ;,Schen nnd
Ernst in der Jurisprndenz" (8ste druk 1900).
.lOesammdte AnfgStte ani den JahitiflcheiD ffir die
Dogmatik des heutigen römischen und deutschcD
Beehls" (1881— 18^. 3 din.), ,^er Beaitiwille.
Zugleieh eine Kritik der henichenden juristi-
«eben Methode" (1889). „Vorgesehiehte der In-
do-ËaropSer" (1394) en „Entwiddungsgesehiriite
de* rOniscben Rechts. Ëinleitnng" (1894).
Xtana, Wilkdm, een Duitaeh geschied schrg ver,
den 2den Februari 1821 U PQrlh geboren, was
van 1843 tot 1847 onderwgier in Engeland, van
1847 tot 1849 leeraar te Ëlberfeld^ van 1849 tot
1863 dir«etenr van een school te Liverpool, leefde
daarna te Heidelberg en werd er in 1873 boog-
leeiaar en tevens lector in het EngeUeh. Ikne,
die den 22stea Mei 1902 te HeideLberg OTcrleed.
schreef o. a.r „Poriehungen aof dem Oebiet der
rOmischen VerlsMungsgeschiehte" (1S47), ,.Rö-
mische Qeschichte" (8 dln., 2de druk 1893—
1896 dl. I— II), een critische geschiedenis der Ro-
meinsche Republiek, en „Earlejr Rom, to his
destructionc b|j the Gauls" (1876).
Ik, in de wgsgeerige termintJogie dikw^la als
sübstantivam gebruikt, ia de nitdinkking TOor
het zelfbewustzijn (lie Bevnutt^f. Kant maakt
onderscheid tuaaehen een empjrisea en een taat-
eentaai Ik. H«t eerste, het aan iedereen eigen, in-
dividueele iDenustagn, ie eigenlgk alechta een
sooit terugwerking der persoonlöke ervaring, een
zeker complex van herinneringen uit het eigen
leven, wsardoor de samenhang ons Toor oni ogen
bewuïtsijn bewaard blgft. Uume noccode dit em-
piriBche Ik een ,A>undd van voorstellingen". In
teeens teil ing daarmede beteekent bet traneenden-
tan Ik niet zoo lOei een individueel bewuatiijn
als wel de Torm der bewustheid (Ikbeid).
Ikbal noemt men in Mohammedaan tch e lan-
den een der meest geziene Trouwen in den harem.
DigilizedbyGoOglC
mecmuA— IU3EN.
631
tfcJMiiiTna., een Uein. nuu Her dicht bo-
Tolkt Jipanseb eiland ten N.W. tu KiiMsioe, telt
op 138 T. km. 86 000 inwonen (276 per v. km.).
Ikonoirane of ikonologie noemt men de
wetenecbiip, die litè beiig bondt m«t fMt bestn-
deeien der afbeeldingen Tan penonen ait vroegt-
na tijd. Haar doel it, vut te stellen, welke per-
ionen door de kuaatenaars weiden afnbeeld. Be-
oefenaan deier weteniebap wuen Miehdatigelo,
fuhiiu Oriintu, Otmtnt, ViaeoHU en Btnunnüy.
Hier te landa heeft £. W. Moet (t 1S12) lich be-
kend ftemaakt door ign .Jnsonographia BKtftra".
Ondei ikomologie ittelAtA men ook de kennii dei
iinnebe«lden van de li^oien dei godenleei ol T«n
de Cbiiatelijke heiligen.
IkonoUafltaii of beeUenbretten noemt men
dj« kden dei oude Oiiekscbe Kerk. welke loo-
leer tegen de beelden io de kerkgebouwen gwi-
den, dat ijj die met geweld TemieMeD. Van bun
lyde was dat bedrnt hootdiakelgk een venet
te«en de beeieehincnt *an het opperhoofd der
W«itei'sebe Eetk. Hun tegenstanaere droegen
den naam van ikonodoelen ut beeldenaanbidders.
Zie ook BeeUktidieiut en BeeldBnvereering.
IkonolAttl«< Zie Beetdendientt e» Beelden-
wreeeriMg,
Ikonologie. Zie Ikonogratie.
XkosaMer (Itenttigtlak] ie de naam Tan een
der TÏif legelnutiKe TeelTlacken in de Etereome-
trie. Het wordt o^^iensd dooi 20 geljjkindige
driehoeken, beiit 30 ribben, waarin de iqfMken
onder een iioek ytta ISS* 11' 88" eamenkomen en
12 TijfTlakehoeken. Ale krirtalToim komt de re-
gelmatige ikosaeder niet loor, tooh gebruikt men
in de kriataJlogralie den naam, en wel tooi d«
coDtbinatk van pentagoondod^iaider en oetaBdei,
die Teel ofeieenkomat heeft met de meetkandige
tigDor. Voor de theorie van de Tetgelgkingen van
den 5den graad ia de ikoaaBder Tin groot be-
lang.
IkOBlt6traMer of nerentunntigttak ie in
de kiietallogratie de algemeene naam «oor de
Terschillende kristal Tonnen Tan bet regnlaire
(leUel. die 24 vlakken hebben. Daartoe behoort in
meer beperkten lin de ikoeitetraëder, ook wel
leaeiloeder, trapexoüdef «n lietfoled toontetriiï-
der geheeten, begrensd door 24 geljjke deltoleden
of vierhoeken, waarvan de u)d«n twee aan twee
geip i|ji). Het beelt twee soorten Tan ribben,
naari^ 24 langere en even uwveel kortere, ver-
der drie scorien van hoeken, namel^k 6 vier-
vlakkiae, 8 drlevltdckige en 12 ongelijk ri bh ige
TierTJaliklge.
Iktluos, een QriekMh boowmeester nit den
tgd van Perieke, bouwde met Callierates het Par-
tbenon op de Atropolis en den tempel van ApoUo
KpikourioM te Bassae bg PbigaHa in Arkadii.
Ook het ontweip van den tempel tsu Demeler en
Pertephone te EleuBis wordt hem toegeschreven.
Met Gorpioa heeft hg een verhandeling over het
Farthenon gesebreven, die echter Terloren gegaan
UdefoMO, San, een kleine atad in de Spaan-
■cbe provincie Segovia. ligt aan de eooarlün naar
Madrid, telt 8500 iowonere en is bekend dooi
de prachtige Ildetoneokerk met praalgraven van
Pkuipe V en inn gemalin, alsmede door liet
paleis, aldaar gebouwd door koning Philifi V.
Men vindt daarin een ko«tbai« verumeling van
schilderden, alsmede een Tan oodbeden, afkom-
stig van Okrulma, koningin van Zweden.
Xlfl da Bonrbon. Zie Réunion.
n* da Frajtoe. Zie Iele de frimee en Mau-
Ile de Fr&noe, het noordelijkete grootere
eiland aan de oostkust Tan Groenland, werd in
1905 door de expeditie *an den hertog Phüifë
van Orleatu ontdekt en vertoont vele Terschynae-
len, looal» motee'nenuin, welke er op wijzen, dat
het eenmaal met gletEcberija bedekt ia geweest.
Het oostelijkste punt, kaap Philip, ligt op 71» 38'
N.Br. en 17»36' W.L.T.Gr.
Uerd» (thans Lerida} was een «ode, versterk-
te stad der Heimeten in Hispania TariaeoneiMis;
daar belegerde in 49 v. Chr. Oaeaar de legaten
Afrimitu en Petrejui en dwong faentti cqtito-
latie.
Tiaiiiti- Zie Dom.
Zleni. Zie ZieklêH van den darm onder Darm.
Zl«x. Zie HuUl.
Hg, Albert, een OosteiHqkech beoefenaar der
knnstgescbiedenia, den Hden Oetobei 1847 te
Weenen geboren en aldur den 29iten November
1896 overleden. Hn schreef; „Ueber den' kunst-
hlstorisriien Weit der HTpnerotomachia Poliphi<
li" (1872), ,J>ie Glasindoetrie" <fnet Lobmeytr
en BoeAeim, 1374), ,J)ie kunstgewerblichen Faeh-
«ehulen dés k.k. fiandeUministerium" (1876),
„Geschiohte und Terminologie der alten &>itMn"
(1876), „OruMnente fflr Aiehit«ktui und Eanstin-
dnatrie" (1876), .,Wiener Scbmiedeweik dn 18
Jafailiunderts" (met Kdbdebo, .1B7S), „Zeitstlmaien
flibei Kunst nhd KOnstlei der Veigana^beil"
(1881), „■MeseersehmithB Leben und Werke"
(1885), „Kanathistorische Charaktertnlder atu
Oeeterreich— Ungarn" (1898) en „Die Fischer von
Eriaeh" (1895)rSedert 1888 gaf hg de „Queilen-
schriften fQr Kanstgesehicbte , waarvoor hg veel
artikelen schreef, sedert 1892 de „OesterreicAi-
acfae Bibliotbejc" uit.
Hk, AVred, een Abeaiinisch etaatsman, om-
streeks 1855 in Zwitserland geboren, beiocht het
polyteehnienm te Zntieh, werd ingHweur te Bern,
ging in Mei 1873 als ingenieur naar Abetainie,
legde daar bmggen. kaneen, wegen, telegiaal,
telefoon, vestingen, IcrnitmolenB en w^enfabrie-
ken aan en was spoedig een der Tertrouwdete
raadgeTvrs tbu itendik.yhv. 1896 tot 1908 was
hg als ataatsraad belast met de leiding der le-
geering.
nren, Sail David, een Duit«ch godgeleerde
en opToed kundige, den 26st<n Februari 1768 te
S^na in Thuiingen geboren, studeerde te Lew-
lig in de theologie en philolo^e, werd in 1789
rector aan de stadssehool te Nanmbnrg en in
1794 hoogleeraar in de Oostersehe talen aan de
oniverwteit te Jena. In 1802 vertrok hg als rec-
tor naar de I^ksschool te Pforta. Hier trad hg
op als een tnnirti^ hervormet der verslapte
Bchooltlicht en bracht in dit optieht veel goeds tot
stand, fn 1830 nam hg Eijn ontslag, begaf lieh
het volgende jaar naar Berlgn, werd blicid en
oTerleed den 17den September 1884. Van rijn ge-
achiiften noemen wg de philologisehe: „Hjmni
Homeriei" (1796) en ,£cholia, sive earmina eon-
Twalia GiaeeonHn" (1798) en de theologische:
DigilizedbyGoOglC
ILOjSK—OJLBCESRUU.
„Naton ktqoe viitates Jobi" (1789), „Uikniiden
dca erEten Boclw Moti» in ihTer UrgecUlt"
(1798) en „OpnscaU Taria philcl(«in" (2 dtn.
1797).
Hl, «en rivier io Hiddel-Aiifi, ontstaftt op 43*
23' N. Br. in het Chineesche Uadschsp Eoeldsja
uit de samen T loei lag ran den Emuk en den Te-
kee, atToomt door het Chineeecbe, dan <looi het
Ruasiiehe Koeldsjasebied en de provincie Semi-
reUjiiMk, komt bg Iliidt in een iteppengebied en
loondt met een 13 000 t. km. gioou delU in
het Balkasjmeer. Alleen de xnidelijkate boold-
itroom ia angd met water ecTuld, terwijl de ove-
rige armen meestal droog iWen. De lengte van
den Ili bedraagt 1500 km.; bg Eoeidcja ii hy
160, ferder itroomafwaarts 1000 m. breed; de
helft van den hwp ie voor kleine aebepen bevaar-
baar. Van belang ii hg voor de knnatmatigc be-
sproeiing der heete, regenarme landstreken aan
lyn oevere, die rijkelgk graan, tabak, katoen en
vruchten Toort4)rengen,
Tii, een Chijieee^ grensgebied tegen Rnaaisch
TuikesUn, omvatte v66r I86S bet gebied van
den Issjk-Eoel en wenl daarna, i^ ± 80* OX.,
door den Boroeboedsir begrensd, teiwgl sedert
1881 de grenj in bootdi^ door den Chorvoe,
tiHscben 80> en SI'.OX., wordt aangeduid. Het
aantal inwoners bedrasdrt op een oppervlakte van
70 000 T. km. 70000. Het vormt thana een deel
der 'Chioeeeehe ptovineie Sin-kiang.
ZUjuk Zie Bomenu.
nirui «n BanJoMsln is een aMeeliog van
de residentie Palemoang op bet eiland Somatra.
De aldeeKne omvat bebatve de delta der Moesi-
mondingen Oi^na bet geheele stroomgebied der
Banjoeasin. Zq bestaat in bef N. en O. nit een
moerasland met oerwoud bedekt, loodat de door
voetjMden verbonden kampongs alleen in het Z.
en W. worden aangetroffen, terwgl bet verkeer
overigeoi alleen te water geeehiedt. Hoofdplaata
ie Talang Betoetoe, door een goeden rgweg ver-
bonden met de stad Falembang, IS km. luid-
ooetwaarls gelegen. Lantft de Ldang, die d«
Djambi met de Banjoeann veiiindt. wonen de
nog heidensohe, leer onbesebsafde Eoeboes (lie
al^r). Het land is rjjk aan nitstekeöde hout-
soorten en beiit sedert 18S0 eeoige partieuliare
onderneiiiiDgeo t«t het bewerken van tabak en
klappers.
lUsoli* tef*l (Tabula lliaaai ie de ~ naam
van een merkwaardig baerelief van marmer, d<U
men in de I7de eeuw ia de btmwvallen van een
ouden tempel aan de Tia Appia bg Rome aan-
trof. Men noemde het alioo, omdat daarop de
Toomaainete gebeurtenissen van den Trojaanachen
oorlog waren voorgesteld. Het geheel is volgena
de zangen van de „IliaB" in vaikkcu verdeeld en
wordt daarenboven in 3 deeiea gescheiden door
2 initen, waarop men in klein schrift een ver-
klaring der afbeeldiiigen aantreft. E^n derde deel
ecbtn bij de zuil aan de linkerhand ie verloren
gegaan. Waaisehgnlök werd het gebrnikt Üi bet
ooderwgi in de scholen, waar men de „nias"
ken" (1875).
niMos, een kleine rivier, door de vlakte van
Atbene atioomend; ontspringt op den Hjowttiis,
loopt lugs de niuren van Athene, vereenigt lieh
met den Kephiesoa e " ' '"■■■■
mondt in de Phaleriscbe
OöH uit.
ZUtliTla, beter güeUkyi
lUhTiA, beter StleUhma, w in de Uriekaehe
Romeinacne fabelleer de godin der geboorte,
welke somtgdi helpend en somtijds ook vijandig
optreedt, terwqL ly nu «ene ala een lellstandige
gódio béachonird, dan weder met Hera ot ArU-
mts veieenielvigd wordt,
XUniB ia de Latgnaebe naam v>m>t Trote (ii«
aldaar).
111, eea reehteiig rivier van den Bön in Vor-
arlbeig, ontepringt uit de gleticbers op den
Pil Biiin en den Solviettaborn, elroomt m een
noordweatelgke richting lange die noordelijke bel'
lii^ van den Pbaetieon door bet ICoatainnerdal
en mondt, na een loop van 75 km., beneden Feld-
kireh in de hoofdrivier urt.
ni, een linkengrivier van den Bgn in den
EUiae, (Hitspriagt in bet Jnngebeiigte ten inid-
westen van Basel. strotMnt met talrgke kronke-
Ui^D evenwndic aan den Rga noordwaarts, ont-
vangt lelf talrqle riviertjes nit de Togenn en
veieeni^t lich, 15 km. b«nd«n Straateburg. nwt
den Rjjn. Zy is 205 km. lang en over 99 km.
bevaarbaar en bespoelt de grootste steden, die
lieh op den linkeroever van den Rqn verheffen,
«Male MOhlbauwn, Colmar en Stiaateburg.
m. ia de afkorting voor den ataal Illinoia (lie
aldaar).
XUftwarra, een stad in den Britaeh-^natra-
lisehen lUat Nieuw-Zuid-Wales, ligt ten Z. van
Sydnev. aan de spoorlijn daarheen en telt (1911)
ruim 8500 inwoners. Hen vindt er iteei^Foeven,
rgke Bteen4iolen- en ü^rmgnen en handel in
steenkolen, boter, kaas, ham en viach. Het gelgk-
namige diatrict, zeer vraiAtbaar en dieht bevolkt.
lange, 5 km. breede Illawarrameer, dat door een
kanaal met den Oceaan in verbinding staat.
Zlle, Eduard, een Duitaob teekenaar, den
I7den Hei 1823 te Mflncben geboren, beaocht al-
daar de Academie van Sehöone Kunsten, ie voor-
al bekend door ign illutratiln voor de ,J^iegen-
de Blfttter", de „HQnebener Blltierbo^n", den
„Hfinchener Puiuch" eni. AU dichter leverde hg
de diama's ,JCaiser Joseph II" (1850) en „Eunat
und Leben "(1862), alsmede „Unverboftt kotnmt
oft" (1878), een bundel „Oedicbte" [1S55) en den
teket voor de opera NagUler: „lEenog ^iediieh
mit der teeian Tascbe". Sedert 1864 was h\i me-
deredacteur van de „Fliegende Blitter". Hg over-
leed den ISden December 1900 te llODchen.
nieoflbnun is de naam van een plantenge-
slacht uit de familie der GaryoBhyUaeteën. Het
ondereebeidt lieh door een 5-deeligen, blgvenden
kelk met vleeiige, aan de binneugde gealenfdc,
boven kapvormige, met een naald gekroonde slip-
pen, ^5 draadvormice bloenAladeren, 10 meeldra-
oen, 2 byna iHtende stempels «n een Mnbokkige,
ééozadige, 5- tot 1041e[^ige dooavrneht. In ona
land groeit I. verUeitlattim L. (gromUler) met
liggei^n stengel, kleine, tegeneveiir'*^^, f"^-
Seïeerd eironde of bgna cirkelvonnige, onbehaar-
e blaadjes en litverwitte, in de (Aaela opeen-
gehoopte, in kluwens geplaatste bloemen, waar-
van elk aan den voet voonien ii van 2 vlieitge
DigilizedbyGoOglC
IU.ECSBBUM— lUJENOIS.
633
Khntblaadjet. De» plut vindt men op loebti^
Hod- en heidegronden.
Ille-et-Vllalne, een departement van Fiank-
rnb, DUT 2 riTicKii genoemd en het noordooste-
li)k gedeelte ailm^eDde Tut Opper-fretagne,
grenrt ten N. au het Kanaal en aan bet depar-
tement la Manche, tea O. aan Ua^enne, ten Z.
aan Lciie-Inléiieure en ten W. aan Morbihas en
CAtei du Noid en tdt op een opperrlakte tan
e»92 T.km. (1911) 608098 inwoner». De lUe
stroomt ei laidnails in de Vilaine. Het depar-
tement is een nog al.eenvonnig gnuiiet plateau;
in bet nooTden loopt er een bergreAe OTei heen,
die etenwel neixeBS hoogei woidt dao 250 m.
OnseTeer de helft dei oppervlakte ia bedekt met
heideTelden, weiden en wouden; ooh xgn «r on-
deneheiden kleïjie raeren, moeraawn en aan de
kust «nite pltMcn, De livieioeTen en de vrucht-
bare Tlakte van Doi kveren een ijjken oogit.
IJierMaelteiuen, linDenweieTjjen en landboow
brengen Teel welTaart. Daarenboven heelt men er
vekilei andere ngverheid, «raale Mbeepabouw,
viiehvangsl, oeeterTiMcberi) bg Cancale, en in de
Bteden veel handel. Het departement is verdeeld
in 6 arrondiBsementen (Remteg, St. Halo, Monl-
fort, Redon, Vitré en Faugèree] en heeft Rennes
tot hoofdstad.
niafi een rivier in het luidweBten van Beie-
ren, ont<taat nit 8 bronnen, de Braitag, de Stil-
lach en de Trettaeh, die door nauwe, woeste dalen
stroonten en lich bg Obberstorf vereenigen. De
rivier stroomt nu noordwaarts, veriaat bg Im-
menstadt het gebergte, wordt bij Eempten be-
vaarbaar, vormt de graas tusBchen Beieren en
Warttembeig en mondt, na een loop van 165 km,
boven Ulm uit in den Donan. Het dal der lUei
heelt d&wgle veel te Igden van orerstiooniiagen.
Zllloliim L. is de naam van een plantenge-
slacht nit de familie der Jfo^noitoeeeAi. Het on-
dewebeidt iteb door een 3- tot S-bladigen kelk.
9 tot 27 UoembladereD en 6 tot 8 Btervormig in
een kring eeplaatate, vleeiige ktAervruehten. Het
omvat onbebaarde heesters ntet kerachtige, glan-
Kige, altgd groene bladerai. Van de soorten noe-
men wg de gewone «leronyj (L oitisaliifn h.),
een tteester, die in Japan en China groeit, 2 of
3 m. hoog wordt, omgekeenteironde, wigvormige.
welriekende bladeren draagt en met gele bloemen
pr^kt. De vruchten, onder den naam van «ter-
angsiaad bekend, bevatten een atomatisehe, aethe-
lisëbe, vette olie, een eitraetiefstot en een looi-
stof, alsmede hars, g<»n «n appeliunr ealeinm.
De renk en emaak i^ leer speoergaehti^ en aan-
genaam. Den gArnikt se tot het bereiden van
likeuren. De aetherieebe olie komt onder den
naam van Ofeitm mm tUUati ook in den han-
del voor en iKelti|rt wel wU op kaneelolie. — I.
tUtridanum Ëllis of onechte eterangs ia een
heester, die aan den Mississippi in het W, van
Elotida groeit. Hü draagt breede, lanoetvormi^
toegespitste bladeren en fraaie, brainroode, Uog-
gesteeld« bloemen. De vruchten heU>en een ang»
achtigen reuk, welke tevens naar dien van korian-
der Eweemt, en men gebrnikt in Amerika den
bast in plaats van dien van caBCarilla,
mirar, JolumM Karl Wilketm, een Dnitwih
dicitnndige, den I9den November 1775 teBmns-
wgk geboren, wa* aMaar gemimen tö<l privaat-
docent overleed den lOden Mei 1SI8 als boogleer-
aar en directeur van bet saOloKisch museum te
Berlgn. Hj) schreef; „VerMiehnisa det KIfet
Preoseene" (1798), „Entomologie, (12 dln,
1800), „Hagazin fOi Ins^tenkon^:" (1800— 1806,
5 iHn.) en „Prodiomus systematis mammalium
et avinm" [1811).
^Hlttftnl, een berg in de Cordilleni'a van
Bolivia, ligt 20 km. ten iniden van La Psi en
il ± 6400 m. boog. Hg werd in 1893 door Con-
iray beitsen en op 6405 m. hoogte berekend.
Aan den voeit breekt de Bio de la Paz door de
Andes heen.
XlUaotS) een rivier in het noordwesten dei
Vereeaigde Staten van Noord-Amerika en de
hoofdrivier van den gelgknami(|en staat, ontstaat
en loondt na een loop vsji 800 km. in den Uissii-
slppi uit. !^ is een diepe en breede rivier, die
weioig verval heeft en 890 km. ver voor stoom-
booten lievaarbaar is. Boven den mond der Ver-
million wordt echter de «ebeepvaart door etroom-
verenellingen verhinderd, waarom het 150 km,
lange lUinois-Micbigankaoaal naar Chicago aan-
geksd is. Zijrivieren ignreehts: Fou,Spoon en
Crooked-Creek, links: Vermillion, Uaokinaw en
Sangamonp
ZlUnol*^ eea der Vereenigde Staten vaa
Noord<-Amerika, ligt tneachen Mtanasippi, Ohïo
en Wabasb. grenst ten Z. aan Eentuckv, ten O.
aan Indiaaa, ten N. aan Hiebigan en wisooomn
en ten W. aan lowa en Ifissouri en omvat een
gedeelte van het voormalig Ohiolükd, «aar »e-
oert den aanvang der I8de eeuw Franache kolo-
nisten uit Canaaa zich vestigden, benevuis de
landen, door hen van 1708 tot 1716 van de In-
dianen gekocht. Deze staat, die zgn naam ont-
leent aan de rivier, welke hem besproeit, werd
in 1809 tot een territorium verbeven en in 1818
als staat in de Unie uigenomeo. Hg telt op
146 720 v.km. (1910) ^591 inwoners. Deie
lijn, op 109 000 UeniliB^ na, allen bfauken,
die lioi boofdzakel^k benghondói met landbouw
en veeteelt, gzergieterg en woUpinneig. De bo-
dem il grootüideela vlak, in het niMPden heuvel-
achtig, maar zeer vruchtbaar, en in tiet midea
ni]^ van bosschen voorzien. In bet noorden vindt
men er droge en vochtige prairiin «u vette klei-
veider allerlei penlvinchten, benevens tabak, vlai
en hennep, hooi en aboinsniker, terwgl het kli-
maat, otaêhoon streng, nkt ongunstig ia voor den
wijnbouw. De ptairiSn zgn bedekt met hiddeB
tunderan, iwgnen en schapen, en men wint er
veel wol, boter «i kaas. Het noordweefen bezit
loodmjjnen, terwgl de itaat tewMii behoort tot hert
groote steenkolengebied, dat zich van Eentoek;
noord westwaarts tot aan den Uiisissippi uit-
strekt. Een atuital bevaarbare rivieren, zooals de
Mississippi, Ohio, Wabaah, Dlüois, enz., bene-
veiH bet meer Hichi^n begunstigen er bet ver-
keer te water, terwgl een aantal apoorw^en,
«aaronder de bekende niinois-centraalspoorweg,
het land doorsnijdt. De gezamenlnke lengte det
■poorwegen was in 1914: 19820 km. IlltDois
zendt ^ vertegenwoordigers naar bet Coitgn».
DigilizedbyGoOglC
nj.renm— njf.
De gOOTeiDenr en de 54 •enttoien worden toot
4, de 153 vertegen woordi^rs voor 2 j*ar geko-
g«wel(i TADdiAr T«Mlr«Ten. Hod tempel kwftm
TeTTolgena in hel beiit Tan F^aoKhe eonuDnais-
ten (Ic&riens), maar ook deie kotoDÓe ia er vei-
dvenen. De letel der regeeiing ia Springfield,
maar de TDomaamrte stad Chingo,
XUlnols-MloUran-kAii&ml Teibindt Cbi-
eago aan liet Miebigao-meer met Peru aan den
niiDoifl, die hier bevaarbaai wordt, beeft aan de
<9perTlakte eeo èreedte Tan 18,8 m. en i» 164
km. lang. V6ót Ohieago bereikt het door 16 riui-
len lijn hoogste pont (44 m.) en Tol^t dan den
Detplanee Rivet en den Illinois. OoTspronkelqk
1,83 m. diep, it bet kt«r tot 2,18 m. nilgegra-
Ten. De aanleg (18S6— 184B) kmtte 15 millioen
gulden.
ZUmnlnaton (Latyn ^ Terliehten) noemden
lieh de leden Tan Tier Terrebillende genootsebap-
nen:' U^o het eiode det 16de eenw de Alom-
bradoi in Spai^e, in 1623 de Ouerienlê, een aoort
dweepiieke geesten li enen, in FraDkryk, in de
2de helft der 18de eenw de Myêtieken in BelgiS
en wdert den laten Mei 1776 de leden van de
Oitie dei lüumituUn, welke in Ingolstadt ont-
stond en ïich over geheel Dnitsebland Tcrgpreid-
de. IiHondeibeid aan iMtstfenoemden geeft men
dien naam. hoewel de «tient«T dner orde haar
aanvankelök dien Tan ParteetibüitUn sat. Adam
WtUhaupt (zie aldaar), ^roteuor in de rechten
te Ingoktadt, een scberpiinnig denker, doeh mot
weinig mensclienkennis, Tatte het denkbeeld op,
een Terbond te stichten, dat de beersehappg der
rede, alsmede de godsdienstige en staatkundige
Terlicb-ting moest tievorderen door bet kerkge-
loof en den eeredieost te Ternietigen en een na-
tunrlijken Gvdsdienat in te voeren en door le-
pnblikeiDsche denkbeelden te beTeetigen en Ie
verspreiden. Deze Orde vond, vooral toen Knigge
toetnd en het vertwitd der vrijmetselaars haai
bedoelingen onderstennde, looveel bgval, dat in
liaren bfoeitijd meer dan 2000 ontwikkelde Ihiit-
sebere tot hssr leden behoorden. De orde vreid
den 2den Maart 1TS5 opgeheven. Weuliaupt werd
afgesvt en verbannen en onderBcheidea leden
streng gestraft, hoewel het niet bleek, dat ijj zich
aan eeni^ miedrijt hadden schuldig gemaakt. Na
veracbillende ver^Ische pogingen ie de Orde in
1B80 weer opgericht; zij zebélt te Diesden ea tw-
tit lecht^KrsoonlIJfcheia.
lUnmliieereii. Zie Verluehlen.
Illiula is op het gebied der schoone kunat
een mieleidiog der zintuigen, welke ons er toe
brengt, den sangenamen schjjn voor waaibeid
te bouden. Zy is dsn alleen aealhetisch, wanneer
tij als middel wordt aangewend om het schoon-
heidsgevoel te streelen. Wanneei men op het too-
neel water, boomen eni. door fiaai geaehilderde
sehermeD voorstelt, ontstaat hierdooi bg den toe-
achouwer een aestbetiaebe illusie. De grondslag
van het aaivename der illnaie is daarin gelegen,
dat men nén met zgn Teibeeldin^ in een Teel
aehooner wereld Tenlastat dftn die der werke-
lijkheid.
In de psfefaiatrie is de illusie een soort zelt-
misleiding en wel de valscbe (illosorisebe) waar-
neming van werkelgk voorbanden sgnde TOOtwer-
pen en feiten tengevolge Tan de samenkoppeling
van de daardoor opgewekte liatniglüke indruk-
ken roet levendige phantwieToorsi«tlingen, zoo-
dat beide Één geheel vormen (zie Ballueiitalie).
nitutrated Zaondon Vewa is het ondste
eelllDstieeid weekblad, dat in 1842 door Her-
hert Ingram gesticht werd. Na sgn dood ging
hst in 1860 over aan lifa ionen Wülimm en Ohtr-
lea, waarvan de eerste en diens loon Bmee nog
leven. Tot de medewerkers behoorden o. a. Joktt
Gilbert, Birket Foriler, Mülmi, Berkomer, Itike
Fildet enz.
niTTti, een koninkrijk, tot de Oostenrgkseh-
Hongaarsche monarchie beboorend, grenst ten
nooraen aan Salzbuig en Stiennarken, ten oosUn
aan KroatiB en de Adriatische Zee, ten aaiden
aan laatatgenoemde lee en ter westen aan Ita-
lië en Tiiol. en telt op 28 251 v.km. 1815 092
inwoners (1910). Men verdeelt het in 2 bestnnrs-
sfdeelingen, welke 5 Kroonlaoden omvatten, na-
melijk: het hertogdom Earinthifi, het hertogdom
Kraln en bet Kuatland {zie de ationderiöke ar-
tikelen).
Eet land is genoemd naar de oode UlTiitrs,
wier hoofdstad Seodra (Skoetari) was. Het zni-
deljjke deel, tot de riTier den Drilon (Drin). het
lllyru groeea der RMDeioea, was eedert Pküipt
U en Alemnder den Qroole tijdelgk met Mace-
donië veieenigd; noordelgk daarvan la^ lUyii
barbara, weet gesplitst in IstriS, JapjdjE, Liba-
reia en Dalmatii. Reeds in de Sde eeow v. Chi.
kwamen de lootincbtige lUjriers in botsing met
de Bomeinen en in 299 werd kontnein Teubi
dooi Rome overwonnen; in 188 v. Ohr. werd
Zuid-lIl;iiS een Romeinsehe provincie. De ytAiy
men onderwerping dei IIIjtlSib had echter eeist
oiNler Auguitvt plaats (35 — 83). Onder hem om-
vatte TUyrii niet aHeen Moesji, Dalmatii en Pan-
nocii, maar ook Noricum en Rhaetium. Consbnt-
iinui maakte vsd Illyrieum één der vier groots
praefecluren, en het omvatte toen alle Oost-Ea-
ropeesche provineiin, behalve Thraeit en het
eigenlijke Uljricum, sinds dten tikl lUyrievm oe-
eidentaie gelweten, dat aan bet Weatlfomeinsdae
keizerrijk bleef, bn welks vsl (476) bet uu Odoa-
eei en Theodmk kwam, na den v^ vui het OoeC
Gotische ryk echter weer san bet Oost-Bamein-
Bche. In de 7de eeuw werd het land door Kroaten
en Servitia beiet, wien het spoedig gelokte zich
van het Bjuotynsehe rgk onafhankelijk te ma-
ken en zelfstandige rt^en te vormen. Zit verder
Dalmatië, KroatiM en Servië.
Toen Napoleon I, na den vrede van W«enen
(14 Octobei 1809), de door Oostenrijk aan Frank-
rijk afgestane 'landen als een afzonderl^ regM-
ringsg^ied or^iseeide, noentde h^ dese de
Illyriscbe provincies. Deze bleven onder Frsn-
Rche heeisehsppü tot den val van Napolem,
waarna Oostenrgk nit dit gebied (Dalmatii nit-
gezoodêrd) het koninkrijk iflyrie Tormde. In 1822
werd de Hongursche kust met Fianie en bet bg
IlIjriS ingeluide deel van EroatiB aan Hongu^
toegewezen, daarentegen in 1825 Slagenfnrt asn
IlIyiiB toegevoegd.
nm een livier in Tbnringen. ont«l«Bt san de
noordelijke heliing Tan het T%nriagervrond bij het
dorp StOtseitMch, ter faoogte Tsn nrim 500 n.
DigilizedbyGoOglC
bofui de opperrlAkte der «e, uit de MmenTlaei-
■ng TiD S wondbekeo, n.l. den Freibaeb, <l«n Taa-
bach en den L«ngwiti. De Tereanigde wateren
■troomen Tenolgena op het gebied tab bet groot-
hertogdom W«imM: dooi den mooieii Ibneoacher
Ornnd, verlaten bg Qmenu het ^abeigte en mon-
den, na wn loop van 180 km., m de Saaie oiL
Het dal Ilm Ügt bgna eeberi tuBsehen boiehrgke
ho(^D en is rjjk aan bekoorlnks landaehappeo,
vooral in den omtrek Tan Berta. De paiken te
Weimai en t« Tteturt njp bon bekoorlqkfaeid
grootendeels aan dew lÏTiei TeiBcboh^d.
nmatiaii Mn «tad en badplaate ia Sakten-
'Weimai-Eiaenaeh, ligt aan den wwidvoet vaa
het Thnringer Wond, san de «pootlgnen Nendie-
tendotf — Ilmesan, Hinenaii — Seiileuinxen en D-
menan— OioHbieitenbKh en telt (1910) 12 302
iowoneri. Men vindt er 8 kerken, een kaeteel,
■tandbeelden van wn Seheffel «n Fr. Bofmam,
een twhniicbe lebool, een boogeN bnigeiMhool,
eenige Tak«cboien, ten komhrateriniichtiDg, een
unatoiium voor lennwwekeii, fabrieken van per-
•elein, glas, glaien werktnigen, tenalith waren,
spedgoèd, poraen, faandedioenen, idioenen, eai-
ton, etnii en ledei; verder elqpeigen, laagmol
en ontginning van vloeiapaat. Het aaittal Dad{
tm bediaigt jaarlgki ±
Unwnliuii ia een mengiel van niobiDm en
tuttalinm, dat vioeger voor een bgionder ele-
r i< een xieeT in bet RaesJEoh gon-
venkement Nowgorod met een oppertlakte tan
918 V. km. De grootste lengte bedraagt 48, de
grootite breedte 39,5, de omtrek 198 ka. Eei
Umenmeer is nergens diep en heeft troebel vra-
ter, doeb bevat veel viseh. Drie belaogrjke rivie-
ren monden er in uit. namelgk de Suta, de Lo-
wat, an de Sj^n. Iht meer met ign kanalen be-
hoort tot de belangrgkete waterwegen van Rne-
land, doordien bet W^sjsjL-Wolotejock-Eanaal de
Hflta met de Twena (een igrivier van de Wol-
ga) en alsoo St. PeterÉiarg met Aetiafcan ver-
bindt, lerwi^ het Wetikie-Lo«ti-lianaal bet door
middel van de Duna en de Lawti Riga in veitand
brengt met St. Peterebnrg.
Dorin, een sUd in N.W.-Afrika. in de En-
geleche kroonkolonie Koord tNigeria, ligt aan den
Aea en telt volgent Rohlfi 70000, volgene an-
deren GO 000 inwonera. De omvuig der atademn-
ren hedrtairt 20 km. De tneecte inwonen ign Jo;
roeba en Tappa; verder vindt men er Noepe, Fel-
Ista. HaoBBa en Eaniki. Zg vormden vroeger een
republiek, die onder leiding der Fellata baar lelf-
standigheid tegenover de omringende staten wilt
te bewaren, tot t(j in 1897 door de Engdicben
veroverd werd.
npendam, een gemeente in de provincie
Noord^oUand, 2B98 Ë.A. poot met (1915) 2164
inwoners, wordt begrenu door de gemeenten
Formerend, Monnikendam, landsmeer en Wgde-
Wonner. Zij bevat de dorpen Ilpendam, Pnrmer-
land, de lip en bet Z.W. deel van den Parmer.
Het oude tand bestaat oit tendeele nitgebaggen}
laagveen, de Pnrmer, met nitiondering van de
Nes, lüt klei. Veeteelt en «niveBwreidiDg ign de
hoofdmtddelen van beitaan.
Het dorp Ilpendara, aan den- loom van den
Pnimei en aan het Nooid-SoUasdseh kanaal ge-
legen, beiit een fiervonnde en een Roomsefa-
Katbolieka kerk.
Usa, «en riviertje in den Opper^HaiH, ont-
■pringt op de noordsgde van oen Broden «n
mondt in bet diatriet Hildedieim uit in den Oo-
ker. lEet lltedtd neemt een aanvang op de oos-
telHke helling van den Broeken, ter hoogte van
1000 m. bg de Baube Sehloi^ van bet Bdinee-
loeh, waarin het water van den Hezenborn, op
den top van den Broeken, valt. Het beeft over
een horiiontalen alstand van 2000 m. een ver-
val van 8S0 m-, loodat bet ImiiMild ea tehoi-
mend over n>tsbloki«n snelt en met ign water-
vallen hier en daai alleitMAoorlHkete laadoefaw-
pen Toimt in het bowhrvke du, waaiknga de
reiiiger den Broekentf^ beklimt. Het mooiets
punt ie lUautem een met tHeht geboomte be-
Sroeid granietgevaarte, dat lich hxMueebt nit het
al verheft en gekroond ia met een groot gieren
krnia, aldaar den 19den Oetober ISft opgericht
door graal Anbm voh WenUgerode, ter gedadi-
tenia van ign in den vryheidöooikg geinenveldo
vrienden.
nsatiuuuilet is e» mineiaal, dat ala een
verweeringiprodQet van molybdeenertien voor-
komt en ontstaan is door de redneeerende inwer-
king van ^servitriool op geeltoodetta en moljb-
deenglanz. De samenitelling wordt aangegeven
door de formule: 2HoO> JfoOt of ook HoaOa+za^.
Het iLaemonniet geldt voor een hTdioaol, het eeni-
5e tot doBvei in bet mineraalrgk bekende hj-
roBol. Het beeft een donkerblanwe tot twarte
kleur en komt voor in nqngangen in KarintbiC
en S^sen.
Zmarlnalr* vetallwi. Zie Oompltte gê-
UOien.
ImadllM noemde men bq de oude Bometnen
de koppen of boralbeelden van meosehen. Men
vond ie b^, de Grieken reeds ten tgde van Jiezim-
lier (ten Oroofe en bg de Bometnen vooral in den
tgd der keiiera. Z^ ign baar ontstaan venchnl-
digd aan een tweetal gebrniken. Het eerste, loo-
wel bg de Grieken als ^ de Romeinen in iwang,
was dat men de portretten van uüatekende man-
nen en leliel of geiehilderd op schilden plaatste
en deze In de tempels ophing. 1^ droegen den
naam van imaginei tiipeatae o! eJtpei en werden
van gond, lilver, marmer, leem enz. vervaardigd.
Het andere gebruik, alleen by de Romeinen beer-
«ebende, was de gewoonte der edelen «n volgens
hnn recht (jw imaginumj de beelden van nna
voorvaderen in het atrium in nissen (armaria) te
plaatsen. Onder die niseen las men de namen der
voorgestelde personen en een kort bericht van
de feiten, waardoor ig lieb veidieoslelgk hadden
gemaakt jegens den staat. On baar tegen stof
en beschadiging te beveiligen, waren deze nissen
doten en werden alleen bg plechtige gelegen-
en geopend. Bg begrafenissen droeg men
lulk een beeld naast den doode oi hnlde bet in
koatbare parperen kleedei«n. Het sebgnt dat men
aanvankelgk inlke boiatbeelden van was {eeraj
boeleeerde; later evenwel werden iq ook vervaar,
digd van marmer, sUver, goud en brons. Befaalve
in het aJriuffi plaatste men ie ook wel in bet
woonvertrek., in den tempel of op de begra^-
plaats.
Tmam (Arabiecb =^ voorganger, hoofd) is een
D,o,l,zedb,GoOgle
636
IMAH— UBRIANI.
ÏD bet HoluiimMduuMe)» rechts- cd Mdadieiut-
weien gebraikelijk woord tui TerwhiUeade be-
teek«nig. In ik eertte plaita noemt men aldoa
alle Mnbtenaiea, in de moskee met <ka «eiedienit
beliit. StMtn«éhterli^ ii imun de perioon, die
het opperste wereldlóke en tbeocratiKhe geug
bekleedt, decbaNe 4e khakf; de eultan T«n Tor-
kije Toert dan ook dien titel. De Tcaag omtTent
de wurdigheid raa imam U een dei meest be-
streden ptiDten d«T MobuDinedaanache seeten en
paiijjen. Imam beet«n ook beroemde antoiiteiten'
op weteasehsj)pfl^k-theolo«sdi gebied, DMt name
de Bliebters «r Tier orthoaoie rechtsscholen.
I (Aiabiscb, verwant met ons am«n) is
den
het geloof un Ood, Zqb engcleB, Zjin geunt<
(proulen), Zgn (gcmenbaarde) boeki- — '
Jongsten Dag. Zie IfoAammedoMfaM.
Imandim is de naam van een gnwt meei in
het Enropeeeeb-Rnisisch Mn«eroement Arcban-
gei op het sebjereiland Kola. Het is 80 km. lang,
gemiddeld 10 kn. breed en 853 t. km. groot,
böu gedvi«Bde bet gtheele jaar met ö« bedekt
eo staat door een reeke liTieren en meren in *er-
baad met de Eandalakajabaai, het noordwestelök
niteinde Tan de Witte Zet. Zwervende LapUn-
ders beuwkea des lomers daien waterplas oni
TJtd) te Taneen, en op ^n oitireatrekten oever
TÏMlt men «leclits een 5^ doi^n.
Imatm, een wsterral in het grootforstendom
Finland^ in het Un Wiboig bg 9t. Peters, door
de Wnoien, nit het Ssimameer komende. geTormd,
ia TemMedelDk de prachtigste etroomTeisnelling
in Europa, De ririerbedding Temaawt lieh van
405 tot 4S m., en het water neelt 0T«r een lengte
van 850 at. een verval Tan 19 m., wurbg uefa
een loodrechte Tai beTindt van 10 m. De gol-
ven braiten er eehirimend «n rasend langs gra-
nietgeTaarten, dennen en berken unlijalen dit
iixkakwekkend natnnrtooneel. Aan de oevers tsq
den waterTal TÏndt men een menigte, door den
golfslag alnronde ateenen, waaraan men den
naasD van tmatragUtittn gegeven beeft.
Tiaiw is de Qrieksuie en Latgnsebe naam
voer den Himakja (lie aldaar).
ïüifri huilt, de noordelgkfte provincie van
Eenador, telt op 10 700 v.km. 68000 inwoners,
die voonuuselgk van landbouw «i veeteelt (ran-
deren, schapen en muildieren) leven. Haar naam
omlecDt de provincie aan den slgk en heet wa-
ter nitweip«nden valkaan Imbabnra (4582 m.),
die licb iD haar rakMen Terbeft. Ook Tindt men
er d« Catoeacfai<4M6m.)endenOaïsmbe (5B50
m.). De boofdatad k Ibarra.
ImbaolUUlt. Zie Idioot.
XmlMrt. Bartkihmeji, een Franseh fabeldich-
ter, is 1747 te NImes ^boien, wjjdde lieh nit-
slnitend aan de )>eoefetiiDg da fraaie lettervn en
maakte lieh weldra bekend door ign „Jngement
de Paria" (Amsterdam sn Pargs 1772). Vooral
inn fabels beurgden bem grooten roem. Een
bloemleiing nit deie vindt men in vn „Oeuvres
poétiqoes" (2 dln.. 's-Gra»enha«« 1777). ^n bljj.
spel ,Jie jaionz aans amonr" bleef geruünen t|)d
op bet repertoire. Hg slaagde minder ^ed in het
iéhröven van romans en overleed te rarg* den
23sten Aognstne 1790.
Zmbert, Baguet, een Franseh mtMÏeoIoog,
den Uden Jannari 1842 t« Monlins Eagilbert
(NièTre) geboren, is «e» oi
liekcritici en sedert 1900 hootdredactenr tod den
te Bnissel veisehgnenden „Gnide mnaieal", Hq
ontving bet eerate mDtiekooderwgi van agn va-
der en stadeerde later te Paigs bg FaaekeHg en Bi-
ehard Uammer. Op ign initiatief werd in 1875 in
de bibliotbeek 'te OrenoUe een Berlioi-bDste ge-
E laatst co in 1897 een tnsehrijving geopend voor
st Braihau-gedcnkteeken te Weenen. Behalve re-
dactcDT van den „Ouide OHisicsl" was hg mede-
werker aan een groot aantal tgdteluilteK (,JI«i-
que popttlaiie", ,3«vne tllostrée", „L'artiate",
„Revne d'art ancien et moderne", „La Ldbeité".
„La Qrande Revue", eni.). Zgn voornaamste wer-
ken ign: .J'rolili de musieiens" (drie reckian: I
Ttiaiioltki, Brakmi, ChAritr, tPlmdy, Fmri,
SamtSaüiu [1888]; 11 „Nonveaa prafib de mnti-
eteoa": Boitdtftre, Duboit, Oounod, Augiuta Bei-
mi», Lalo, Rtgtr [18921; UI'' ..Piofils d'attietM
contemporains": A. <U CattiUoti, P. Laeombe, CA.
Lelebvre, 3. Uauaut, A. Rubinitrin, Bd. Sekwé
[1897]; .J'DrIraiü et Mndes"(I8M), stodieawn
Bnkma^ Bittt, BeMArowM en Wagntr, JjMnn-
phouie après Beetbovn (Rfconie k Ifr. F. Wein-
gartner)'' (1900), „lUikitloM «ontemporaiM"
(1902), Imbtrt «verleed den ISda Jannri 190B
te Pargs.
ImiMrt d* ■ftlnl-Anuuidi Arlkur Liom- ■
baron, een Franach lettcrknitdige en diplomaat,
den 22BleD November 1834 te Pugs geboren, atn-
deerdc in de rechten en lettoten en kwam ia
1855 aan bet ministerie van Buitenland sehe Za-
ken, waar hg in 1882 tot gevolmachtigd minis-
ter Iste klasse opklom. Hg overleed t« Pargi in
1900. Van lijn werken iwemen wg: „Portraits de
femmes fraufaises dn XVIQ et XIX siècle"
(1869), ,J}eu Tictimes de la Cktmmone" (1871).
„SouTeniis" (2de dmk 18S6). .Jbdame de Girar-
din" (1874). „Les femmes de Versailles" (1875—
1379, 5 dln.), „PoitrwM de gTaodes dames" (3de
druk 1886) en ,Jies femmes des Tnileries" (1880
—1899, 16 dln.).
laiUbItU (lAtgn: tmidging, bnoeXHghig)
is het Teimogen Tan lieoamen, om vloeistoffen
tnssehen de ruimten hunner kleinste deeltje* (po-
riën, kanaaltjes eni.) op te neoten, waarbg de li-
chamen omwellen <lym. stijtiel, hout) of bnn
Tolnme behouden (c^illaire imbibitie). De kracht,
waarmee de opgenomen vloeistof wordt vaatge-
booden, kan leer groot ign en is atbankelgk van
den aard van de stof en van dien der vloeistof.
De imbibitie speelt \m b«t openspringen van
vruehteo «en groote rol, oaar in de wanden tn bg
bet opnemen van water, èn bQ bet opdrogen van
het opgenomen vocht sterke spanningen ontstaan,
waardoor ig lieb Menoi,
Imbrluil. FifMrto, em Italiaanteh dichter
en schrgver, den 27>ten October 1840 te Napels
geboren, studeerde aldaar, te Znrich en BerlöB,
nam in I8G9 en 1866 ah vrijwilliger deel aan de
veldtochten tegen Ooatenrgk en werd in 1884
protesBOr in de Italiaanaehe letterkunde aan de
universiteit te N^>ela, waat bg lich reeds in
1862 ala srivaatdocent had ^vestigd. Hg was
echter reeds soo liek, dat hb den leerstoel niet
meer kon innemen en oTerleed den Islen Jannart
1886. Van ign geschriften Bonncn wg: „Caati
popolari ddle firovinne meridionali" (2 dln.
D,o,l,zedb,GoOgle
IHBnUM— IHHOPF.
637
1871—1872), .Podiei «mti j»>migli«n«ai" (1876),
„Ia DOTellï floTeiitin&" (1877), ,iFuD« nsaipate"
0877). „U DovelUia milawse" (1878), „QoHido
Mcque Dante" (1879), ,JjS petresa Beatrice fi-
gliool» di D«nte" (1882), „Powleeheata d\ Pom-
peo Saroelli" (1885), ^mede den dichtbniHlel
„E^ectiij di progodia" (18741. Zgn atrydscAtif-
ten en boekbeoordeeliogen b«Dben Ikhi meerma-
len tot een IweegeTecht ^dwongen.
Imbrioni, Matteo Renato, een ItAÜaanech
Btutsmin en broeder vfn den voorgaande, den
38aten Nevember 1848 te Nttpela geboren, wm
in 1861 luitenant in het Sar<ldiuBeh« leger, «treed
onder OortboUt ïn SidlH, nam in 1870 «otalag
«n wijdde lich grfieel aan de ruditaal-democra-
tiMhe beweging. In 1878 richtte hij met Bovio
ta aiKieren de Irredenta (ne atdasr) op, gaf
„L'Italia dezli Italiani" uit, schreef tegen de
Hitaiieae rei ' van Haumerh met Bovio en Met-
taeapo „Pro Patria" <2de drnk 1879) en leidde
*an I83I— 1884 te Nt^eh een dagtilad. Sedert
1889 Hd der £amer brariit bjj door sgn heftige
unvallen op Ooateniigl: de reëeetting meermalen
in moeilijk neden. iHü overleed den 18den Sep-
tember 1WI.
Xmbrioaria Lam. ie de naam Tan een pUn-
tengealaeht Dit de familie der Sapotaetetn en
wordt vooral vertegen wooidigd door f. eoriaeea
A. D. C. die hier en dur ia O.-IndiB gekwedt
wordt en eetbare vmehten draagt.
ImbrlOAtiu of dakpantgew^g is een plant-
knndice «tdrakking, wette aanduidt, dat ptan-
tendeelen elkander op dergelijke wijie bedeliken
all de dakpannen, namelii« dat tij met de ran-
den over elkander lim pelegen.
Imbri», bij de Tnrkea Imro», een TarkuA
eMand in de E^elsSbe Zee, ten aoordweaten van
den mond der Dardanellen, heeft een oppervlakte
van 256 v.k.m. ntet 9500 inwonera. Het i« berg-
Kchtig en in het binnenlind een weinig boscn-
igk. De inwonera houden zich met gei ten fokkerij
en büenteelt bezig. Aan de oostzijde lag de onde
■ttd, eveneeni Imoro geoaamd, en op haar pnin-
hoopen verheft lieh Kasttvn. de tegenwoordie«
hoofdstad van het eiland. In 1913, gedurende
den eeraten Balkanoorlog, werd bet door de Qtie-
ken beiet, maar bü den vrede weer aan Torkije
afgeataan.
Im*r, EdoHord, een Franach schilder, den
SSsten December 1820 te Avignon geboren, sloot
sich e«r«t bü Dupri, later bij Belly aan en stelde
fn 1850 zgo «erste stukken in den Salon ten
toon. Hij beeft Undachappen in Frankr^k en
EgTpAe jreachilderd. fmer overleed oo een slodie-
— s te Haarlem den IBden Jnni 1881.
'. Zie Qtorgü.
Mraal, den 24sten September 1827 ale de telg
wa een vorstelijken stam geboren, die vroeger
1b ImeretiB (gonvemement Koetals) heerschappij
loerde, werd, Mulat hü deel frenomeu had aan
den strijd tegen Polen, in 1869 generaal-majoor
en chef van den etaf in het militair diatriot
Warsehan. In 1877 werd hü als Ini tenant-gene-
raal, commandant der 8ste divisie infanterie, die
in den oorloc tegen Turkije Plerna bed^erde, ,eQ
nam den Saen September deel tan de twstór-
ming van Lovee, aan de ver«vertn£ van Plewna
en aan den overtocht «ver den Buban. iN* den
vrede van San Stefano werd hg adjudant-gene-
raal en was hy eenigen tijd weilzaam als chef
van den g«nera]en staf; in 1881 werd hij be-
noemd tot procureur-generaal bg het militaire
gerechtshof en in 1897 tot gouverneur-generaal
van Warschau, als hoedanig lijj gematigd tegen
de Polen optrad. Hp overleed te Warseban den
l7den November 1900.
Imenm is de naam van bet geestel^k hoofd
van een moekim in Atjeh.
Imtaoff is de naam van een aanzienlijk Ooet-
Frieseh geslaebt.
Imhon, Outtaaf Willem, baron em, den 8sten
AUgostus 1705 te Leer aan de Eema geboren,
zoon van WiUem Hendrik, baron van Imholf, ,
geheimraad van den vorst van Oost-Friesland en
droeeaart ivan Leer en Leeroort, en ^an Itabella
Sopkia Boreel, vertrok op 20-jarigen leeftijd als
2de kommies der Ooat-Indisebe Compagnie naar
Batavia en werd in 17S0 waterltscaal, in 1732
buitengewoon Raad van 'IitdiB en in 1736 gou-
verneur van Cejlon. Sier deed h^ een boekdrnkke-
rg crprichten en Vet faij denBöbel in het Cinga-
leest» vertalen, knoopte betrekkingen san met
den koizer van Candj en llot in ITS8 inj lijn
vertrek naar Nederlüd de zaken in gnnstigen
toestand achter. Bij zijn kornet in bet Vaderland
stelde hij aan de Compagnie onderscheiden plaa-
reldia met den r
n Raad
Java, waar fag eAter in
eonfliet geraakte met den goavemeur-generaal
Valkenier. ï)ete beschuldigde Van ImAotf ter
gelegenheid van den moord op de weerlooie Cbi-
neeien gepleegd, (1740) van misbruik van macht.
Hij werd in nechtenis genomen en naar Neder-
land geionden. Daar echter waa men van een
snder sevoelen en na een onderzoek, waaruit zijn
ontchnU bleek, ontving Valkenier lijn ontslag
en ging Van Imhotf ala gouverneor-generaal naar
BaUvia. Met bet nieuwe oorlogasehip.Jïe Heratd-
der" vertn^ hg in 1742 daarheen en nam et
verschilleode betangr^e maatregelen, T«r«gl
hij de vrijheid van handel Koveel mogelijk be-
vorderde, wiet hij agn gezag hij de inUndeebe
vorsten zeer goed te bandnaven. Ook werd tijdens
zgn bestnnr de invloed der Compagnie aantnw-
këlgk veieroot door het sluiten van een ver-
drag met net gTOot« r^k van Mataram. Verder
is de Hervormde Kerk in IndiB veel aan hem
verplicht, terw^l hij tevens bot prachtige Bojten-
zorg deed verrgzen. Hij werd door prins Willem
IV in zgn w«ardigheid bevestigd, in 1748 be-
noemd tot generaal der infanterie; bij overleed
te Batavia den Isten November 1750.
Jmhott, Qtiriaat Willem, baron san, een klein-
zoon van den voorbande en zoon van kolonel
Jan Willem, baron Van Imhotf, en van Chriêlina
Emerenee Lewe, werd den 20Bten November 1767
te QrDoingen geboren, iVoor de staatkundige
loopbaan bestemd, studeerde hij in zijn geboorte-
fUats ia de reikten en promoveerde in Jnni
738. Bij de komst der Franeebea (1795) be-
kleedde bjj de betrekking van gedeputeerde naar
de Staten -Generaal van wege Stad en Lande.
Daar bg zich echter met de nieuwe orde van sa-
ken uet vereMügen kon, leefde hg uobteloo*
DigilizedbyGoOglC
ÜUBOIPF— lUUBItittANN.
Tu 1795 tol 1803, w«T^ toen McieUrii vin nlea
Rud *ui FiDanden in de prOTiMic Qroniiwen,
bleet all Modani^ weifcium tol 1807, werd ooor
koDins* Lodemmk tot lid t«ii dea Stutsrud be-
Doema cd ns de inlifviag tui om land in Frank-
rijk lid Tan bet WetgnTend Lichaam te Paiga.
De koning Tcnierde hem mat de orde dei Unie
en de k«iHi met die yan de Réanie. Na de om-
wenteling TRo 1813 behoorde hq tot de oommia-
aie, aan wie het ontwerpen ecnei groodwet wai
opgedragen, .en in 1814 werd hij aangesteld tot
êoavernenr Tan de prorineie Qroningen. In deie
strekking heett hy eedarende de IS jaren vaa
lyn beatnnr Teel ^oeds tof itand gebracht. Hjj
wai bovendien directeur Tan de Haatachappg
Tan Landeigenaren en beklemde Meiers, voonit-
ter Tan bet College Tan enratoien der hooge-
achool, Tan het Bgbelgenooteehap, T«o het Colle-
ge Tan toeiicbt op de kêdelgke administratie
dei Eerrormden, Tan de Commiewe van onder-
wga. adminietratear Twr de (humeiaitder kaa,
h(^ehermbeer van het Oroninger Qenootscbap tei
bcTordeiing tbd uhilder-, graTeer- en beeld-
bonwknnst, ridder, daarna oommandeur der or-
de Tan den Nederlindeeben Leenw en Stiali-
raad. Hij overleed den 13den Februari 1830.
Zmtaoot-BliuiMr, frvdriek, een Dnitseb
munt- en penningknnoige, den Uden H«i 1888
te Wintertnnr geboren, waa bestemd Toor een
Craktiach beroep, maar w^dde lich weldra aan
lauieke «tudJBn. Ficn van tija jeugd af veria-
melde eolleetie Zwitiersche munten en medaille*
(± 11 000 >taki] «ehonk hg in 1871 aan het mn-
ieum Tan ijjn geboortestad, waarna hij lieh voor-
namelijk op de «tadie van Qriekache munten toe-
legde. Op ign uitgestrekte reiien bracht hij f^roo-
te verianieUDgen oud-Qtiefctcbe munten bgeen
(meer dan 20 000 stuks), die in 1900 voor bet
koninklijk MuntkabJnet te Berlijn werden aange-
kocht. Zij zijn door hem beschreven in „Honnaiea
nuea" (1883) en „OriecbiicheUan^ien" (1890).
>r levarde hjj nog: „Zur Hünikunde nnd Pa-
lio^aphie Böotiens" (1871), ,J)ie ÏIBnien Akar-
nanione" (1878), „PortrttkOpfe anf rOmischen
HOnien" (2de druk 1898). ,,Portritk5pte auf an-
tiken HOnien helleniacbei nnd helleHawter VOl-
ker" (1885), ^ur MSniknnde QroRR-Grieohsn-
iMda, SUikeoa, Kretas n.sw." (.1886>, „Tier-
und Pflanienbilder auf UOnien und Getnmen
d» klataiiehen Altertams" (met KtUer, 1889),
„Lydisebe StadtmOnien" <1897) en „Kleinaaia-
titehe Kansen" (1901 v.v.), terwgl hg de nit-
gaTe leidde Tan ,4}ie antiken iMflnien Nordgrie-
(AenUnda" (1899 v.v.) en JAt antiken HOnien
Hjaiena (Berlijn 1913 t. t.), beide oitgegeren
doot de „kgl. Akadanie id>er Wissenschaften .
Inüiotap (Imuiket) ii een oud Egjptisch
wg^«eI, die onder de regeering van koning
Zo«er {TotorlhTOa, 3de dynastie) geleefd heeft.
Na liJn dood werd hg als een heilige veieerd en
later voor een zoon .van Plak gehouden, naast
wien hg te üempbJe een tempel had. De Qiie-
ken identificeerden hem met Atklejnoi. Hij gold
alt de beschermgod der ichrgvera.
Tvlailim- Zie Stiktiof.
Ztnltatle in de muiiek ii het herhalen Tan
e^ motiet ol motieldeel in een andere «tem. of
de nsboolnng ervan op een andervn toontt^
of in anderen vorm (het motief of motictded
omgekeerd, in grootere of kleinere notenwaarden).
Een voorbeeld van imitalit op verspillende
toontrappoi vijtdl men in het voorapol tot bel
derde bedrüt van Riehard Wagiur'» „Die Heis-
tersinger von Nfirnberg".
In de canon en de fnga apeelt de imilati» een
voorname rol.
iBimutMit noemt men datgene, wat in een
laak ia en blgft, in tegenetelltog van Ironaeen-
tUnt ol datnöe, wat buiten en ooven een laak
bestaat. In de wgalKMerte heeft het woord im-
maumt meer dan Mn betortenis. Men oftdci-
ceheidt bgv. nttweadi{|e (tmsoendente) oona-
ken Tan inwendige ot immanente, nanulük loo-
danige, welke in net TOranderende voorwerp lelf
gelegen ijjn. Spinota noemde -Qod den immanen-
ten schaper der wereld, om aan te duid«i, dat
Ood in SQR weien niet van de wereld Tcraehill.
Kaïtt tpreekt van een immanent gebruik der
rede, nametgk van «en eebrnik, dat de grensen
der ervaring niet OTersenTJjdt, in tegenoveratel-
ling van een transcendent gebruik, dat lich in
het borennatiwrljike verliest. Op dengeljjke wqm
spreeki men over «en immanente metËode, na-
melijk zoodanige, die de eigenschappen en V-
trekVingen van een voorwerp ntt ign eigen be-
grip tracht te ontwikkelen; van een immanente
kritiek, die een gedachte van haar eigen bedoe-
lingen ait beoordeelt, eni.
Wanneer men 4iet «oord immanent gebruikt
ten opiicbte van Ood, dan verHeze men niet Dit
bet oog dat dit onderBchetdenlqlt bedoetd fcan
tijn van bet wx»tt van Oiod en van het verken
Tin Ood.
ImnujitiU of Ood-met-om ie een naam van
oen geheimiioiug kind, Tan welks geboorte ea
lotgevallen de profeet Jeiaja (7 ven 14) epreekf
en over de l>eteekenis waarran onder nitle^era
Seen eenstemmigheid bestaat. V«eUl denkt men
ier aan het MtMiaêkiitd in aansloiting met
MatthaeoB 1 vers 23.
IflunaniMl b«i Soloiaotl is de oaam van
een Hebi«enwseh dichter, die tn Roow woonde
ongeveer van 1265 — 1330. Hij waa tgdgenoot
Tan en bevriend met Dtmtt, en lelireef wtMhil-
tende commentaren op faqoelboeken (Sprenken,
Psalmen, Job e. a.), op dezelfde wijie opgerat en
Toorzien Tan STmhoLscbe verklaringen aU mt
Dofite's geeebriften bekend z^n. Eet mee»t be-
kend aijn liJn gocdmoedig.«atirieke gediefates
op het leven der Joden geworden fUehabbendk
gebeeten).
Xmmwiitult, een (tad in het Beiersche dis-
trict Zwabeu. ligt op de plaaU, waar de liter de
AlgSner Alpen
eben — Lindau e
(1910) 5
in richt ing, bïndnren
te veemarkten. De i
Men
vindt er een Eneipp-
laafabriekea en gno-
bekend wegens naai
bcTallin ligging en als uitgangspunt voor Al-
pentochten, looaat lij door pleiz ierrei zigers dmk
wordt bezocht. In haar nabgbeid bevinden xieh
de ruïne Rothentels en de Alpsee en men ge-
niet er van den OrOnten en den Stuihen nit een
prachtig panorama.
Xmmermum, Karl Lebtnekt, een Dnitaeh
tooneeldietiter en romanachr^vw, duL 24atea
D,o,l,zedb,GoOgle
IMIKfBRM AWW— FHWTggPFÏÏ g .WW
639
April 1796 te Uaagdenbiug geboiwi, btnt lieh,
Dft het KTBUMBiiun aldur t« hebbeo Mioeht,
naar de haagMchool te Hklk. docb voegde lich
in 1813 bij de TetdedigeiB des TuterUnda. Na
lün teiugkéei te HaUe weid hij gewikkeld in
de oneenigbeden onder de itodenten met betiek-
kJDg tot de BurtcbeDictisft, uo&Ib blgkt ut ijjn
geBchritt „Ueber die Stieitigkeiten der Slodie-
renden in Hiile" (1817). dat ap het Wartbo^-
feest Teibnnd werd, Weldn trad hy als Tel»
rendarie i» itaattdienat te Haagdenbarg, werd
in 1819 ftDditenr te MOoster, in 1823 leehter te
Maagdenbarg en in 1827 ,4«ni)e(genciitsiat" te
DQsBeldorf. Hiei nam bg op bdangelooze wijte
het bestunr T«n den «dwuwba^ op lieh. H«t ^-
lakte bem, ait ttrtike doelen «eo goed geheel
te Tormen; doch dit lt»t(te voldeed nog luet aan
de eischen van het pub^^, loodat hij met groot
Eeldelnk verlies afiag van lijn plaMMD. Terwjjl
ü zich bezigr hield loet het MiiiiJTen van lifn
.Jiemorabilien" (3 dln., 1840—1843) overleed
faO onverwacht den SSeten Avastua 1840. Hg
had doot liJn dramBtiaehe atatken een goeden
naam verworven. Zijn treni^wlen liragen de
blyken, dat hjj met vracht de werken vui Shakt-
neare geleien en beileien beeft. Zü onderaehei-
oen licfi door juistheid van karakterteekening,
door diepte van gedachten, doch tevens door een
lekere niwheid. In het algemeen liJn lü beter
Seschtkt om -te leien dan voor de opvoering.
[ij Khreet; „Die Piinxeo van Syrakug" (een
blvBpel, I8ei), de 3 trenrepelen ,.DaB Thai von
Ronceval", „E^in" en „Petnrca" (1832), „Eö-
ni^ Feriander" (een treurspel, 1823), „Ëin gani
friseh tehSn Trauerapiel von Pater Brej dem
talschen Piopbelen <-18t^), bet blijmel ,4)a«
Auge der Li'ebe" (1824), „bet trenrepel „Carde-
nio UDd Celinde" (1826), het dramati ach ge-
dicht „Traner^iel ia Tirol", het treotepel „Km-
ter Friedrieh Tl", de blijapelen „Die Verklejdnn-
gen" (1828) en „Die Sehule der Frommen"
(IS29), de trilogie „Aleua" (1832), de diepzin-
nige mythe „Merljn" (18S2) en bet trearspel
„Ohiimonda oder die Opler dea Sehweigena"
(1839). Ook tehreef hij „Das PapierfensleT einet
Eiemilen" (1822), „Miacellen" (1830). „Raiie-
jonrnai" (il833— 1835), „Gediehte" (.1825) met
een vervolg (1S30), het spimokje „TulitGnteiien''
(1830), „Der im Irrgarten der Hetrik umherUn-
roelnde Cavalier" (1829), „Epigonen" (3 dln.,
2de dmk 185^ en „HUnchhaaBen" (4 dln., 2de
druk 1841). Zgn ,.Qe«unmelle S<diriFten" (20
dln., 2de drok 1883) werden door Boxberger
ni (gegeven.
ImmeralMtyatveiii. Zie Mieroteoop.
Xmmerxeel Jr., Johannet, een Nederlandeeh
letterkundige, den 2den Juli 1776 te Dordrecht
geboren, genoot een uitmuntende e^voe(UDg eo
aanvaardde in 1805 een betreltkii^ bji het mi-
nisterie van Binnenlandeche Zaken t« VQ raven-
hage. Vervolgens wgdde hij aeh aan den boek-
en kunathandel, eeret te Rotterdam, daarna te
'«-GravechEKe en eindelijk te Amaterdam, wasj-
hü den 19deD Jnni 1841 overleed. Eü bewoog
li^ op velerlei gebied, iDzonderheid echter op
dat der po4iie en der beeldende kunst. Van liJn
geschriften vermelden wij: „De KOedertierenbeui
van Titoe" (tMneelspel, i301), „Bonajiarte en de
algemeene vrede" (1602), „De i»sterfeljjkbeid der
tiel, naar Delille" ent. (1303), „Het mededoogen,
naar Delille" (1304), „Soeratea in den tempel van
Aglaara, naar Benouard" <1304) „Hotlands wa^
tersDood in den jare 1809" (1309), ,J)e Uinde-
man" (2de druk 181S), „Eoenraad Rozendal ot de
gewaande geestenverschijnine" (1810), „Baltba-
ui Knopias, een romao'*^ (2de dmk 1842), „Voor
□pgeruintden vhi geest" (1818), ,3ugo van 't
Wond, in 4 langen'' (2de iruk 1833), „De inoe-
derliefde, in 4 wngen" (1819), „Gedichten" (2
dln., 1824), „Hollaodi Leeuw ontwaakt. Taferee-
len en heriDnerinKen uit den Belgiichen opstand"
(1830), .J)e lof der Belgiacbe vrijheid, aan hau
toegeiongen" (1331), „Oesehiedenie der bel^e-
ring en espitolatie van bet kaeteel te Antwer-
pen^' (18S3), „Oediebten van Matthias Clandioa"
(1836), „Giediehten bgionder voor declamatie"
(1838), „Lofrede on Remfeandt" (1841) en „De
kvena en werken dei Uollandsche en Vlaamsehe
buDBtschildeia, beeldhouwers, «ravenrs en bouw-
meesters van het begin dei iMe eeuw tot op de
helft dei I9d« eenw'^ (3 dio.. 1822, 1343), uitge-
geven door lijn ionen. Tot ign nitgaven behoor-
de de „Huien almanak".
XmmlvTfttle, Zie LmuivtTkuinng.
iDunobUlA. Zie Onrotrtnde gotdtrtn.
XmmortaUan (^ rmtlerfelfkin) noemt men
loodanige bloemen, die dooi de dioiwvlieiige, ge-
kleurde omwindselbladen ook in getuvogden toe-
stand haar fiiech voorkomen behouden en om die
reden tot bloeminikem «q knuiNn in den winter
fiongaaraehe bmMitelle.
en vooral tot versiering van graven gebengd
worden. De meeste immortellen behooren tot de
familie der Saamgeateldbloemigen (OomponUn),
inaonöerbeid totbetgethdtt HétwArysKm Dee.,
D,o,l,zedb,GoOgle
TMMnTtTTRTJ.TBW — OEUCNflOHT.
<l«t lieti onders^idt door ign omwindedMMdjei,
w^k« in teraehndni knnBeo dakpuugewüs ovei
«Ikandet Belgen, dtoog en gcÜenrd lijn. In ons
IsDd beeft m«D dt goudgele fl.nreiuTtiim Dec,
ook w«l ilrooUoem gebeeten, Toorts in Zaid~
Europa B. angutUfoSium en un de Kup de
welriekende H. odoratunmum. Voorts worden
LninoiUilen geleverd door het g«<lacht Xtrm-
themum T., Mnj&riBe planten met rooskieurige
of witte onwindselbkadjeB. Van d« soorten vu
dat geslaefat vennelden wn de Bongaarteke im-
KOrteiUn of tevenjaanbJoemen (H. Todiatum
Lam.), die in Uoravil, Bobemen, OosUnrifk en
Hongarfie te hais behooren. In de afbeelding is
o de plant in aatnurlijke grootte, b een twee-
alaehtig bloempje, e een vrouwelA bloempje,
beide S-Toodig veigioot, d een belmdraad, 10-
Tondig vergroot, en t een strooachnb, 8-Toadig
Teigroot. Zeer fraaie immortellen leveien de soor-
ten TMi de geilaebten Aerodiitium «n RhodanU.
Ook MEomige soorten ran de geslaebten Ovapha-
liuM en QoMphretia worden ala immortellen ge-
bntikt.
Immmiltoit beteekent omehendbaarkeid of
vrtjdom. In de eerste beteekenie spreekt men
van de immnniteït van het grondgebied Tan den
Staat, of ook wel ran een persoon. In d« tweede
beleekenis is i^ Tr^dom of beTrgding Tan lekere
psbliek-recbtelgke lasten, diensten of belastingen.
Knlke Trgdommen Tan lasten en belastingen
w«rden in de onde reciiten d^r Middeleenwen
toegeataan aan de goederen van den Koning en
Tan andere gioote fieeren, terwyl daarmede vaak
Terbonden vrag het voorrecbt, om lelt de recht-
Bpraak alt te oefenen over fann geheel gebied,
dat alioo aan de juriadlctie van den gewonen
rechter onttrokken was. Het recht van as;! ver-
schafte aan T/Aert 'plaatsen imniDniteit voor bat
opsporen en vervolgen Tan misdadigers.
Ut Toor de immaniteiten van bet Volken-
recht: J. dê LouUt, Het stellig Volkenncht (2de
dl.. 1910. Ml. 88V.V.1.
laUDnnltelt. De mhandeling en Tooral het
ondenoek der infectie-nekten (iie aldaar) staat
in den laatsten t^d geheel onder dea invloed vid
de Traag der immuniUil, d. i. de ouvathaarheid
van het lichaam voor het gift eener bepaalde
besmettelijke liekte. In ruimeren lin verataat
men tegenwoordig oitder immuniteit de oovat-
baarheia tegenover eea vreemde «tof. hetig <He
stol een liekte-wekkende bacterie, een aan het
lichaam vreemd eiwitUchaam, of een toiine ia.
Wg znlIeD ons bier met de itnmnniteit tegenover
infectie-iiekten bezighouden. Voot eike infectie-
liekte neemt men het bestaan van een specifieke
bacterie als oorzaak aan, ook waar die, loo als
bÜT. bü pokken en roodvonk, nog niet gevonden
is, llen Doderschoidt een aangeboren immoniteit
van die, welke verkre^n wordt door het door-
staan van de inlectiezi^te ol door de inenting
ertegen. Een voorbeeld van (tgdeljjke) aangebo-
ren immuniteit is die tegen mazelen en rood-
vonk gedurende de eerste Isrensmaanden, Naast
de aangeborene staat de kunilmaHge, looals die
het eerat tegen pokken door Jenner in gebr ''
ia gekomen. Door een detgelüke kunstmatige
fectie ontstaan koortaen, dse aomc aan de aieife
Kif herinneren, maar vaker geen bgionder karak-
ter heUxn. UetwknikoK gaf het eerst een aan-
nemel^e verklaring van de immuniteit, toen hg
aanto<H>de, datmiltvnaibacillen na inenting terog
te vinden waren in de witte bloedlichaampjes,
die hg als de vernielers van de bacteriBo be-
schouwde (vhagoq/lme is de naam igner leer).
Haar die leer was niet houdbaar, toen blèrt,
dat ook het bloedseram, oelvrg gemaakt, de bae-
teriln doodde. Bovendien kon ook aerum van
dJeren, die wèl voor nultvnnr vatbaai waren,
toch miltTunrbacillen dooden, evengoed als het
sernm van voor mittvuur onvatbare dieren. Te-
genover die ieer der phagocjteQ «taat de i^kelen-
tkeorie van Ekrliek, die in elke molekuni een
eigenlgke kern en liiketeos aanneemt, te lerge-
Iglcen met een henaolkern en ^n lijketens. Het
die igketens xonden lich de toiinen der bacteriBn
Tertnndeii; de cel gaat ten gronde als er te veel
toiloan ijjn, loo niet, dan komt er een nienw-
Tornhng van igketeos, maar nu in vergroot ge-
tal, o vereenk ODM tig de wet, dat bg lager dieren
verloren gegane lidiaamadeelen door grootere ver-
vangen worden, een principe, dat men bg de
wondgeneiing bg den menach terug vindt. Die
overbodige reactjeproducten Tan bet orgaoisme
worden nu door de oei afgeetooten en circuleeren
als antjtoiinen in het bloed, waar zg bun bin-
din^vermogen legen een nietnren toevoer Tan
toxiDen behooden en het lichaam dus immuan
maken. De vreemde stoffen, die bet lichaam
aanvallen, heeten anttgeneH, de verdedigers iga
anlüiekamttt van verschillende sooK. De eerste
groep ign antiiotinen, optredend tegen de gif-
tige atol wisseiingsprod neten van sommige bae-
teriln, «Jb van drptitJMrie, tetanus «n «taphWoeoe-
eui, loowel tegen dierlgke toiineo van slangen
en wespen als tegen plantengiften, als rieine en
abrine ot fermenten. Die antitotinen (ün eiwit-
aehtige lichamen, die evenals de meeste eivrit-
stoffen bg 70* smelten en dan onwerkwam wor-
den. Het de toiinen verbinden i\j sich tot on-
schadelgke stoffen. De tweede groep vonnen de
agglutininsH en de proeetpilineN. De eerate iqn
die sobstantiea van net immuunsernm, die bae-
teriEn hun beweeg! gfc beid ontnemen en aan
elkaar doen kleven (agglulinaUe), de laatsten, die
bgv. in cholera- en tjpbuseerum voorkomen, ver-
oorasken een neerslag (prateijiitatie) van bet ei-
wit, ala men ie in kiemvrije tiltratén van chole-
ra- lesp. tvpbnsbacilleneultnur brengt. Ook d»e
groep verliest haar werkkracht bg 70*. Een 9de
groep is samenge«leldeT en bestaat uit een spe-
cifi«[en amboeeptor, die tegen hitte bestand is
en uit een niet specifiek eompIemeiU, dat l^ 56*
in een half nnr, bg kamertempetataur in 24 nnr
te gronde gaat en na agn verwijderiDg uit het
immuunsernm door elk frisch dierlgk of men-
achelgk serum kan worden vervangen. De ambo-
eeplor bindt tieh dus loowel aan het comple-
ment ala aan de bacterie, die vernietigd moet
worden, en aan die dnUtele functie mtleent bg
ign naam; door die vernietiging gaat ign ver-
mogen niet verloren, wat wel het geval ia met het
eomplemenL Die complementen komen soowel in
normaal serum ala in bacterie- vernietigend im-
muuoserum voor en kunnen door b^iaalde be-
handelingen door de vorming Tan asti-corople-
menten in hun weiiing gestoord worden. Deie
DigilizedbyGoOglC
derde ^0^ *tui anti-liduuMn, «{e baeterieiêtUn,
Ten]e<bg«ii om argftmsine Ugeo eellea lietiu tu
bacteritn, tbd vreemd Uoed of endeie licbuma-
celieu, die opgelogt wonkn door «.g. baeterioly-
ftne lesp. Memoiyritx ol gedood, Een Mukn
groep Tormen oog de opsottmen ot baeteriotropi-
nt*, dje de phagoejtose door de lenkaeTten be-
Toidereo, in tiet Donnale Mniiii leer labiel v^a,
en by bewuen nui bet Benim «f fenruming rei-
nietigd worden; maai ia bet immaiineeiiun tre-
den opaooJnen w, die tegen veiwanning bestand
lÖ»- Bq stapbjloeoeeen en tubeikelbMilleo «pe-
len de opBooinen een gioote lol. Veiediillende
Tan deze grotfwn van anti-H efaunen sollen «ü
in de eenuDdiagnoitMi (tie deie) weer ontmoe-
ten. Nb worden bg de ptuftem immnniteit de
tegengiften in bet liehaam cretineht, looaU bg
de Beram-iaspnitinff tegen ttphtberitïs, bjj de
aetisot, tooalB ds de ioenting te^en de pokken,
«oiden die antitoiinen doot en id bet ticbaun
lelf gïTonod. In het taatite geval ootetaMi ijj
langiaam, maai bleven lang in bet lidiaam, too-
dat men lee tot tien jaai ODTatbaai bljjft tooi
pokken, terwjjl de paeaiel vaikr^^ immaDateit
maar koit dnnrt, oau die antitoiinen spoedig
weei mt bet Ucbaam Verdwgnen. — Vooi^
faitettf heef-t de kennis dei Terki^en immuniteit
Terrqkt dooi proeTeo tegen miKvani en bonda-
d(dhetd (tguaj. Hg droogde en Teihitte bet log-
«meig fHD doUe braden en Tenwakte bet gut
daannee loodaoig, dat bet bgv. nog wel kongnen,
maar geen bonden meei kon dooden {lie Hond»-
dolheid). Het de^elgk venwakt gift weidut de
door dolle bonden gebeten men«eben ingespoten,
maar daat men de doeeering niet Taat in de
band had, is die methode niet gebeel geTau-looB.
Veiliger ia in dat opzicht ienmUlierapie,. w&ar-
bq dieren onratbaar worden gemaakt tooi de
door d« baeteriBn geTormde atofwiMaliogspro-
dacten. Behring tom, dat het bloed Tan een
knnatmatig geTmmoniaeud ^r (tetia anti-
tozisehe, beeebermende eigSDichi^pen IimI en dat
bet in itaat was bg inspniting die eigenaehappen
op een «fider (K«r over te bretwen. Bhrliek ge-
bruikte voor ign pioeTen giftige plantaai^ge
eiwititotfen laoala rieine en afrnne, en maakte
witte mniien ei ooTatbaar todi door ben er mee
in Btijgende doüe te Toederen. Het bloed nin die
muilen, met abriiM ot ricine geToed, maekte die
stollen onachadelgk Yoor gewone dieren, ww wik
de injectie «an dat bloed in bet cog niet iounnne
dier. Er werden epeeifieke avtitoiioen geTormd,
wsnt het bloed van bet tegen riekte inunnun ge-
maakte diei heBchermde allééa tegen lieine. tjal-
melU kreeg deielfde resultaten met inepniting
Tan slugengift hg kongnen en eieU, en niet
alteen immaniteeiend, ook genexand kon bet
bloed nog weiken, b^T. nog een unr na den beet.
Dergelgke antitoiinen werden ook na bet door-
staan van een infeeti e-ziekte geTODden, en ook bö
geiowlen werden zg wel eeni berkend, waaibg
tg een bewgt van natanrlf^e ïmmaniteit zonden
zijn. Door vereiTing kanneo ig op het volgend
geslacht oveigaan, d. w. i. niet dooi den Tider,
maar door de moieder, want de gelmiiiDniBeerde
moeder geelt antitoiinen mee aan baar kindaren,
die ze weer enel aleeheiden. SMUh toonde anti-
toiinen in de moedermelk aan, vandaar mis-
IX.
«ehien, dat zuigelingen zoo uiterst zelden infec-
tie-ziekten kigsen. Te^ diphtberitiB, tetanus
en peit weid de blaedeemmtnerapie reedt met
BDceea toegepast.
Voor het bereiden vam zalï serum worden
TTMral paarden gebroikt. Deze dieren knnnen
zöó onvatbaar gemaakt worden, dat ig een doi-
lendvoDdige hoeveelheid vaa de andeia doode-
Igke dosie kunnen veidiafien, ja, de „immnni-
teitswaoide" van bun bloed kan tot 1 :10 tnillioen
gebracht wolden, d. w, z. dat een muis, die 20
fiam weegt, bet doodelgke gift van den tetani»
an verdragen ale men haat 24 noi te voren het
10 milüoe'nite van haar sewJcbt, dus 2 miUiocn-
«te knb.em., serum ine^itl Tegenover dergelgka
antitoiliebe Idoedaera etaat b^ badtrieud» se-
rum, dat de bacillen zelf doodt door de reeds ge-
noemde baelericbden. Pfrilfer verkre^ bet, door
dieren levende culturen van choleia-baeillen toe
te voeren in etögende dosis. Spoot hg later zulk
een di«r levende ebolera-badllen in de boikholte,
dan werden de bewecglgke kommabadllea direct
oobewaeglgk en waren na een half unr uit de
hnikbcdte veidwenen. Een op deze wöze veikra-
gra eholera-aemm bezit die dooden» weriiin^
alléén tegen eehte eholera-baeiUen. De baeteii-
dede aera bebboi no^ weinig praktische toepas-
ting gevonden, ^antitoiiiche, waaAg niet de ver-
swakie edtoten, «Mar de gesteriliseerde griiinU
worden (waarbij men dos alleen met de oh«ma<lte
prodneten bnnner atotwisseling werkt), veet roeer.
Ook bet lemm van JToeA t«en tnberenloee ia
een •DtitoiisDhserum; tegendaveat endeeholera
warden baeterineden aan^ewena De heschreven
geneesmethode, die men in 't algemeen *enim-
Ikerapie kan noemen, woidit luet alt^ oive-
strvft totg^ast, want niet zelden reageert bet
lichaam hevig op elke ruenwe doais, dooidat zich
na de eeiste Hnuntoedtening een overgevoelig-
heid ertegen ontwikkelde, die men amiphylatte
noemt. Ook de baeteriSn zelf of bun stofwitse-
liogeproi^eteD (vooral bet ond-tnberkuline) kun-
nen die anapbylaiie verooizaken, die lich oitalui-
tend richt tegen de atof, waardoor m^ ontstond
en dni van zeer specifieken aard ia. Ëvanals de
immuiutnt ontstaat zü eerst eeoi^e dogen na 't
inbrengen van de vreemde atof, stggt daarna nog
eenigen tgd om dan langzaun te Tarmioderen
en eerst na Tcle vdcen te verdwgnen. Ook op ab-
dere dieren kan zij door bet bloedsemm overge-
bneht wonlen, vooral de •ernm-anapbjlaiie, waar-
bij die dieren dan dezelfde OTergevoeligbeid t.0.
van betieltde serum vertoonen als de eerste. De
anapbjlaiie wordt het gemakkelgkst door intra-
Ternenze inbrengin^ van bet serum veroorzaakt
en openbaart zich in lokale prikkelingsvetzehgn-
se!s of in koortsen, zelfs kan in eenige minuten
de dood ondei krompen' intreden. Vooral bj de
Eaasieve imnmnioeermf; treedt lü op, daat men
ierbg altgd een dierl^ serum, meestal paarde-
aerom gebruikt en ook de tnberenliiK-reaetiet
[zie longzi^ten) zjjn niete ander dan veisehön-
zeis van anaphylazie. Die „semmtiekte", zooals
de anaphjlaiw dooi Pirquel en ScAie^ werd ge-
Doenyl, treedt eehter ook vaak reeds bg de eerata
seinm- injectie op, na 1 — 2 weken ontetaan klier-
en ge wticbtsi wellingen, oedemen, matige kootte
en albnminotie. De ^emeeoe toestand kan zelti
DigilizedbyGoOglC
642
TllilHTiK'm<rr— imPTfRT-Afi FI9DIE8U.'IÏ0N lëaoug.
ernatig woiden, ai wetd nog nooit een doodelgk
geval Tilt teromiiekte met lekerbeid TMtgeitelil
Liltraltiitr: KolU vad WaMiermann, Büdbaeh
der pfttbogeBen Uikrooiguismea (Jcna 1902 —
1004, verrotg 1906), MelMshnüum, yinuannité
dkns 1m nMOadiei infoetneate* (FArQi 1001);
„G«umtnelte Aibeit«B mr ImmnniUtiIoiMbatif '
nitgegcren door EhrlüA {Berl^a 1904); Wol
Biiner, Klinische Immmiititriehie nod Serodiw-
noitiek (MaDcfasn 1910); „ImmiinotbeT^iiff'
(1916).
Zmola, de bootdttkd fan bet gelgkimiiwe
urondUiement in d« lUliuneehe proiinde Bo-
logiu, ligt tan de spoorlöit Bologna — Bimini, Of
een klein eiland in den Sankrao ia wn pnehti-
re laoditreek. Het i« het onde Fornm Coraelü,
door den dielatot SuJtageitieht. Ook (hantnog U
ijj door TMiren, toceni en giachten omgeien. Zij
il de letel vaa een biaiehop, telt (1911) S490S
inwonen en beiit een gTinnatiam, een teehni-
Bche aehool, een and kaïteel on ondeciebeiden
aaniienlqke keilen. Men bondt er lieh vooral
bezig met den «ijnboaw; de luer bereide wnn-
iteen wordt onder den naam van tartaro di Bo-
logna IA den liandel gebracht. Yerder beeft
■ ' * ' jdeindoatm.
matiS. 62 km. ten
I telt 1500 inwonen.
ri
1 de Henegowi
a van groote beteekenii;
jBBftttfliui l/- >■ de naam van een planten-
geslacht nit de familie der Baltmninaee^. Het
onderacheidt iteh door een lanawerpige, open-
■pringende dooivnicbt met veerkrachtig inkrul-
lende kleppen. Het omvat aappige, eeniarige krni-
den met enkelvoudige bladeren. lm Middel-Enro-
pa en ook in ona land, groeit alecfata één soort,
namdjjk bet tpringtaad (I. noliUmgert L.) mei
dnnne, nitttaande bloematelen, waaraan 3 of 4
gele bloemen bangen; ^ middelste 'van.deae zjjn
groot en beUien een aan den top gekromde
«poor, de xödelingaehe ajjit klein met «en onvol-
komen tiUemdek, maar vriiebtbaat; de bladeren
■ija gotteeld. eivormig en gekarteld. Deie plant
draagt haar aaam, omdat d« rgpe dootvrnebt
bg een geringe drokking lieb veerkrachtig went
en haar laad naar alleliantea -wepslingert. Ver-
•eb 11 lende soorten worden ali sierplanten ge-
kweekt. Vooral de mort 1. Btdiamina, nit 0<wt-
Indii afkomstig, is bjj ont bekend. Deze wordt
tn 't voorjaar in wunwn bak geiaaid, als kleine
laailin^ eenige koeren gepikeerd en daarna aan
do baitenlucht gewend, wanaeer sjj voor de
bloemperken bestemd is. Anders gewent men ae
aan «en kamertemperatnnr. Een anders wort I.
JtrdoHiae, eveneens nit Oost-Jndif aftomatig, is
een lage warme-kasplant die een vrq eiKistante
temperatonr van 16 — ^20* C. verlangt, d&aAj)
een vochtboudende lacht en leer veel tiebt. Bei-
de gewassen, vier enltanr overigens, alleen met
nitiondering van de temperatnur. vrgwel gelü*
is, knvneD echter ook door atekken vermeerderd
worden, waartoe men bet best Jonge, onder vrq
hoog» temperatnnr gegroeide acbenteti gebruikt,
welEe met 4>odemwarmle aan den woitel worden
gebracht. Andere bekende aocKten ign: I. HoUtU,
. /. (Xweri r. ptatmida^ I. viola-
eea, I. Ha»km, L SuUami, I. Uooktnana en I.
RoyM.
ImMdantI*. Zie Zt^ndttOi» b^ het art.
WitÉOitToönun.
Imp«ratlviu of ^ebiedeiuJe wgs van een
werkwoord is die, waardoor een bevel nitgespro-
ken wordt. Zg beeft ïa bet Sanrikiit drie peno-
nen, in het Grieksoh een iweeden en derden per-
soon, in het Latgn alleen oen tweeden peiaoon
en in het Nederlandeeh eveneens. Deie ia in bet
enkelvond gelgk aan den stam van het weAwoord,
welke in bet meervond een ( tmtvaogt
ImiNBmtmr noemden de Bometnen in het al-
genweft ieder overbeidsperaoon, die het tnperüm
(oppecMieer) voerde, vooral den opperbevelheb-
ber van bet leger. In meer beperkte beteekenia
gebroikte men het woord van hem, die als over-
winnaar op bet alagveld door de aoldaten tot
imperator verheven werd. Deie «eretitel werd
dan, toodn de Senaat er iQn legel aan gehecht
bad, achter den naam van den veldbeer gevoegd,
doeh verdween na den daaropvolgenden trinmf.
Op «en anden wrae «ehtcr verkroctf JmUuê
Caemr na ign tangkeer nit Spanje ^46 v. (%r.)
den titel va» imperator voor levenslang. Oeie
word voor ign naam geplaatat en dnidde aan,
dat hein gedurende ^n l«T«n het boogtte geng
Itgtt waa toegekend. Ook OetoMMW ont-
a den slag bg Actinm dien titel van óa
Seüat (29 v. Chr.). terwfl de volgende keiaen
ving I
hem all titel vóör bon naam voegden.
XiBperfMjtnm of OKPclmaakl tertede* Ifd
noemt men den tgd vao het weijcwoord, die een
handeling oitdrakt, welke in bet verleden on-
voleindigd il. In het Noderlandscb wordt het im-
perfectum der aterke werkwoorden gevDitttd door
veianderiDg van den «tammedeklinker, dat der
zwakte werkwoorden door aehlervoeging van de
otU.
ImpAiial, een Rasaiscbe gouden mnnt, wordt
sedert 1897 in stukken vak 15, 7Vi en 5 roebd
gioalagen, waaAg de ia dat jaar in BnslaDd inge.
voerde gonden «tandaaril ten giondalag jRlogd
iB, dua meteen waarde van 19,44,9,73 en «,w gfd.
IlBp«riala ia bet boveastd van een rgtnig of
diligenee, dat van litplaataen voonien ia; ook
het hekwerk, dat dient om de bagage tegen te
bonden, draagt <dien naam. Ook een bedbnoel
noemt men wel eest imperiale.
Xmpeiial Pedcntlon I.«Mme heette een
in t8o4 opgerichte veieeiuging, wier doel het
wss een nanweren band tnssdieD Oroot-Btittan-
nie en de kolonlSn, die lalfbestHnr beiittsn, te
leggen. In 1B91 werd een eommisKe met de nit-
weri^ing van een (pedaal programma voor de ver-
eeniging belast. Dit programma stelde de oprich-
ting van een Rgkaraad in bet voorn itiiebt, wau-
in Oioot-BrittanniS en de athankelgke kolonitn
door leden van het BngeUobe ministerie, de au-
tonome koloniln door ledea harèr regeeringen
vertegenwoordigd londen worden; <Be Raad
moest met name maatregelen nemen voor de ver-
dediging van het rijk, de venterking der vloM
en bet verschitfen der dautoe aoodigi geldmid-
delen. Nadat dit programma aangenomen was,
werd den Sleten December 1883 faedoten de
League te o'ntbinden, waarvoor nienwe veieeni-
D,o,l,zedb,GoOgle
mPBRIAL FEIMBRATION LEAGDE-IMPBIMATÜIt.
Kingen in 4e pluts tonden komen, om prtktiKh
i« igiteereo *oor <!« in het frognmmi oDlwik-
kelde gezichtspnoten. Het plin nn een „tolmie"
tnsKhen moederUwi en fc<rf<niea wuitoot Jo-
lepk Ohamberlain (ii« ajilaar) qrerde, vae een
aitrloeUel t&h de ImperUl Federation League.
ImpertallMnie noant men dien ptditieken
toettaod der ataten, waarin, eTenale onder de
Romeinaehe keixere, niet dé «et, maar de op
militure macht bernatende irlliekeiiT trd den bê-
■tnnrder heerseht. Tegenwoordtg bent bot wooid
echter een andere beteekenia en rerttut men
daaronder het stieTen trd eommige ataten, v<i
nnnelgk van Eïngeland, om door nitbreidinc' ^
hnn eebied, Tooral tioiten Enropa, een wereldrijk
te stichten.
Imperlal fteirloe Order, ia een ridder-
orde van Britaefa IndiS, den 8«ten An^stne <I90S
geitieht door koiÜBC Bdmrd VU Tan Oroot-Brit-
tannie en Ierland. DeordelMGtaat uitéén klaaae,
mag ten boogtte 425 leden i>«TatteD en wordt nH-
Eereikt aan Den, die ridi ten ofnidrte iran tiet
eiterrqk IndJI bgiondet ^rdienatel^ Vbbco
gemaakt.
Imparlnm wie bg de Romeinen het hoogste
geiaff. Het onderecheidde lich vtn ooUêUii, om-
dat oow dat woord de beps&lde taacbt werd aan-
gedaid, aan ieder OTerbeidssmbt Tertmnden. Hel
werd gevoerd door «onmle en praetoren, door op-
5erbevdh(d>bere van het leger, verbolgens dooi
e keilers, alsmede door de stadhoDder« der win-
fewesten. Oewoonjgk werd het imperimn owr
et leger door een Ux mrtafa voor den töd van
Mn jaar aan een bepaald pectoon opeedrasen en
daarna dikwijls verlengd. Het gaf deniMiveMiebber
recht over het leven en den dood i^ner onder-
hoorieen. In Rome lelf werd dit reefat aUcen aan
eOQ dictator toegekend. ï)e Hetoren of bnÜtnndel-
dragers vormden het ondeiKfaeidingiteeken van
het imperinm.
Xmpetlvo- Zie BwdjKktm.
XmMtnono (ItBliaooech) of «m i'mpeto is een
maiiekterm, waarmede te kennen gegeven wordt,
dat de voordracht krachtig en onstnimig moet ign.
Xmplorajit is een verooderde uitdrukking
voor hem, die in rechten een venoek doet, in
tegenitelling van tmpefrmtt voor hHn, die een
orits instelt, een «üeA doet.
Xmponderabilla (I«tgn: otiWÈtghart $tot-
fen) noemde meo vroeger de hypothetisch aan-
fenomen stoffen londer gewiekt tot verklarioe
er verschÖDselen van licht, warmte, cleetriei-
teit en magnetisme.
bnpest, aricomslig van bet Latnosche woord
impotitus (opgelegd), is hetielfde ab aeey na (ïie
aldaar).
XmiH>tentl*. Zie Onmaeht.
XmprerneeraD {Latjjn: drenken, hexwange-
ren) ta het drenken van otoften mobIs wol, hont,
eni. met vloeistoffen «f oplossingen, teneinde
deze stoffen tegen bedervende invloeden ot brand
te vrgwaren. of in 4iet algemeen om eisenschsp-
pen aan een bepaalde stof te geven of te ont-
netnen. Zoo worden bnv. klederen geïmpreg-
neerd, teneinde ie waterdicht te maken; het weei-
<el, dat voor de fabricatie van anto- en rü'wiel-
biritenbanden dienaf doet, wordt geïmpregneerd
met een aploiiing van mbber ia henio^ en hont
wordt met veraehiUende stoffen geïmpregneerd,
teneinde het tegen bederf te vröwaren. ^ie Hout-
etmteTveering).
Impreaarto noemt men in Itolii den diree-
lenr van een tooneelgeielachap, die op eigen
kosten, alioo op eigen risico, ondenemer is vtui
het geven van tooneel voorstellingen, waartoe hg
een gebouw bonrt en het perwmeel byeenbrengC
In ons land noemt men aidns een ondernemer
van pnblieke vermakelgkheden.
Imprentonnlama noemt men een richting
in de ech i klerk on st, die er naar «treefde de ver-
•chgning der dingen in de raimte weder te ge-
ven, en daarom den ïndrak van één oosenblik
vast te bonden. Het imprettionnitme is m Frank-
rijk omstreeks 1S70 ontstaan onder den invloed
van Uonet, Courbel en FaitHn Latottt. De eerste
tmpressMmnial was Cimde Monet, (gek. 1840),
die in 1874 ondw den titel iJmpresMon" een
zonsondergang op lee ten toon stelde. Aan dit
stuk ontleent de rlditing haar naam. Vonet tracht
in lijn werk de etemmii^ van één oogenblïk
weder te geven, waarom hq aan de details mio-
der waaroe becht, dan aiui het geheel. In dien-
lelfden geest welkte CamiUe Piatarro (1829—
1908), die lich vooral op het schilderen van boom.
gaarden in bloei, en moestuinen, door een helder
lidit hesdienen, io^egde. In 1890 ging Pissarro
tot het nMgenoemde „pointilleeren over, waar-
bij hg, door de ongebroken kleuren ala stippels
naast elkander op het doek te brengen, een nieaw
effect wiet te «ereiken. Hij geMt als de vader
van bet „seo-impressionniBme . Renotr 4ieeft op
impressioonittiscDe wjpe tafereden uit het da-
gelgkseh leven te Pargs geschilderd, Dc^os (goh.
I8S4), nM^te vioawea en baUeldansereBseo. Potil
Cévimw (geb. 1841), ia bekend door zija impres-
aionnistiecM landeehappen en stillevens, Sisley
(1840 — 1899), door «iin riviergeiichten. Andere
impresaioniristen waren QMlaumin, CaiUebolte,
Lehourg, Vignon en •Bazüle. AU impressionnis-
tisehe teekenaam hebben IMtatlU en Forain naam
Semaakt. Tot de volgers van bet reeda genoem-
e „neo-imfirtssionhisme'' briiooren Seunt, 8if-
tiae, Angratd, Liictsn Pinano. Ook Paul Qaugutn
(1848—1908) wordt er toe gerekend, ofschoon hq
een ei^en manier heeft. Ook op andere dan
Fransehe sctiildert heeft ftet impressionRisme in-
vloed gehad. Wü noemen slecbte den Belg Theo
van Reyfselber^ en den Nederlander Ftneent
«on Gogk, Sommigen reenen eveneens de mees-
ters der Haafsche scbool, looale J. Mari», W.
MarU en vele booner tgdgenooten tot de im-
presnonnisfni.
ZmprlniBtnr (Latgn = worde gedrukt)
noemt men daar, waar de eensnnr op t uitge-
ven van tioeken en andere gedrnkte werken be-
staat, d« vergunning van den censor tot het druk-
ken van een boek of diens hand teeken ing, als
hlqk van die toestemming; loo ook bijv. tn de
Room ech -Katholieke Kerk, waar een benaal de
geeslelijbe met de eensaur is betast. Het impri-
matur zegt niet meer dan negatief, dat in oet
boek niete staat, wat in strijd ia met bet katho-
liek geloof, de wetten der kerk of de goede leden.
Alle boeken van heel de geestelijkheid hebben
deze goedkenring notxUg, van leeken alle wer-
ken, me handelen over den Bijbel, theologie, kerk-
D,o,l,zedb,GoOgle
DCPBIMATUB— INAMA-ffTERNEOO.
leeht en Mdeiecr, ot die, «Miia ieti ait «en deier
gebicdtn wordt buptoken. Venter ii het, op een
ornkDcoet geicbreTea, de toeitemniiiig tot bet at-
drokkeo vao een geoorrigeerde drukproef.
Zmpromptn i* de duhd tui «en snedig ge-
legde of TBD een geeatig iiitwooiid, dat onvoor-
bereid oitge^rokeQ woidl. Het heeft rooral <9
hel tooneel en in de pieitiasl een treffende wer-
king.
Id de iniNiek noemt men aldna een ilidi in
liadfonn, meealal alleen Toor «piano tieateoHi.
ImpropaiiSn {nienw Utijn = Terwijlingen,
begriümpingen imaadiedenen) noemt men in de
fi.-Satbolieke kerk de klushten dei leende liet-
de aan het KiuU, die ia den mrd tbd antipho-
sen en leiponooriSn b|) de plechtige EiaÏBver-
eering op Qoeden Vrgd^ geiongen wuden.
XmprOTlBatle noemt men net voor da vuiël
rekêm of bet ooToorbernd behandelen lan een
ander onderwerp in proM of poliit, in de
mniiek het epelen van invallende, matikale ge-
daehten. De g»af der inqrroTiutie tindt men
Toorai bg Tolkeren, die met «en levendige ver-
beelding ign toegeroet en teveng beechikken kan-
aen over ees wellaidende taal. Zg bestaat bjj
MDimige Negeretammen en bg d« Arabieren, doeh
fooral in lUlil heeradite van onda een groote
belangitelliag in gelmprori «eerde LatiJDBcbe ge-
dichten, inioiKletheid Mn de Hoven van Urbino,
Ferrara, Mantua, Milaan ao Napelt. Tot de vroeg-
ste betende improviutoren r«ent men Fetrarea
(geboren in 1S04) en Loremio ó^ Utdid. Toen
oe Orieksebe geleerden in de I5de eenw ait Kon-
ttutinopel naar ItalÜ de wSk uunen, voerden
iji er de ijmpotia in, waarbg net tafelgenot door
5 eeltige improviiatie verhoogd werd. Voou] on-
er da geleerden, die liefa aan da tafel van pan*
Leo X venamelden, ondeiecbeidde >icti Andrio
JfaroRS (geboren in 1474, overleden in 1527) ali
improviutor. Na den dood van genoemden Kerk-
vorst traden ei improviutoien op, die de volke-
tftal (lingtta volgare) beaigden. Hwrdoor verwierf
Sürio Ambmitmi (geboren te Rome in 1540)
grooten roem en den bgniKn U Pocfino. Een der
vennaardtl* improTiiatoren waa de ridder Pcr-
MH (geboren te Siina in 1680, overleden te
Rome in 1747). wieni voor de vnist nitgeiproken
gedichten in 1748 in 2 deelea in bet lieht ver-
teheoen. Ook Jfetotfiuto beiat in ign jengd Ïd
groot mate de g«*t der improviaatie. Btrtuuaxi
w%e een iM handig tooneeHmproviaator, dal hg
(tokken in vgf bedrgven achter elkander voor de
vuist ipeelde. Andere uitetekende Italiunwhe
improTiMtoren waren Zueeo (t 1764), de abt
Lorenti (een leerling van den voorgaande), de
advoeaat fiemordt te ICome, Ludovieo Seno en
Ludovieo Botti, beide in 1799 t« Napels terecht-
gesteld, Franix$eo <?uiRn> (geboren in 1760), Tom-
puuo Sgrieee {goboren te Aresio in 1798, over-
leden Ie Florence den 23«ten Aiw»tuB 1836),
wiens gelmijroviwerd tren repel „Heetor" door
den snelachriiver Delpino (IS23] is uit^geven,
Cieemi en Bindoeei. Onder de impro visa tri eet
bekleedde Maddatena UoratU Femand^i (t ISOO)
de eenta plaata; ig droeg in de Academie dei
AmdiCn den aaam van Corilla Olimpiea. Ver-
der behoorden tot de improvieeerende vrouwen
Tereia BandetlM (1768—1837), Forliuuita Sut-
ghtr-FantiuUei alt Livorno, Rota Taddei uit
Rome en vooral Matui, geboren Lanti, die lieh
wowel door den rjjkdom van gedachten all door
de ■niverbeid «n welloidendbeidbaiei venen on-
deisdieidde, Beatnee di Pion degli Ontatii en
OiOMawiiia MillL Van de Doitselie improviinto-
ren noemen wg O. L. B. WoUf, D. SABwmaun,
M. Lmtgentehwarx, K. Richter, Karoline Leom-
kardt-Lfttr, Eduard BeermoH nit Oinabrfld, die
ook ons vadeiUod foeioeht, profeswr Wilhelm
HerMomi nit Bmniw^ en Rieik. Netbtmr, van
de frauche Bugène de Pradet, die inionderheid
de komt veritoód om op eindrijmen te improvi-
eeeren, en in ooe land Willem de OUrtq v«n Am-
Bteidam, den proeureor ifodderaum van Gronin-
gen, De Breuk en den dichter /. /. L. te» Kale,
tarwgl onder de inwrovieatoien in prou de
naam van wglen den noogleeraai 7. J. wan Oot-
terue niet onvermeld mae blgven.
ZtiAolttiJi, een held cm Grieksehe fabelleer
en e«D riviergod, waa de loon van Omomh en
Telh]/e, de vi^er van Phoroneue «n lo (volgent
sommigen ook van Argia Paiuipleê) en de atam-
v&dei van het oudste vorstelijk geelacht van Ar-
got, dat gedntende 382 jaren (tot 1511 of 1474
vUr Chr!) reeeerde. Hg ion na den vioed van
DeueaUon de Mwoneri vmi bot kod weer vu
bet g«bergte naar de vlakte gebracht hebban.
TiiKIWK Bt*rn>|'l'i Ü^ort Theodor eon, een
Dnitaeh ataatbaiafaondinndige en atatistieus, den
20sten Januari 184S te j^netburg gaboreo, atn-
deerde te MOneben in de rechten, geichiedenia en
■taattweteDsebappen, bekleedde daain» betrekkin-
gen bg de magiatrktnnr, veatigde lich in 1867
ala privaatdoeent aan de universiteit te Müneben,
en werd in 1368 bnitengewoon hoogleeraar ia de
a taats weteniebappeu te Inntbnck en in 1871
SewooQ boo^heraar aldaar. In 1880 vertrok hg in
ie belrekking nuti Praag en in ISSl werd hg
benoemd totHofrudendirecteurderMkninittTa-
tteve «tatietiel te Weenan an tevens tol faono-
rair profeMor aan de univeraiteit, in 1884 lot
praiident van de ttniiatieche eantr»le commisMe,
in 1890 afdeeliogtehaf en in 1891 levanilug üd
van het Heerenhnia. BS aehieef: „Verwaltmgs-
lehre in Umriaaen" (1870), „Uoterauchung Uber
du Hofsyitam im Mittelaller" (1872), „Die Ent-
wickluog der denttchen A^endBifer" (1874),
„Ueber die Quellen der deDtseben Wirthschaftt-
geecihiohte" (il877), „Die AuAnldung der grossei
Q rund her [schaften in DeuUchland wihiend der
Karolingeneit" (1878), „Deutsche Wirthtchartt-
geeehichU" (3 d)n., 1879— lÖOl), „Zur Verfaa-
SDDgsgesehichle der deutsehen Salinen im Mit-
telJtar" (1886), ^aHandKisdien" (1889), .^briit
dei dentschen WirtbaehaftsgeschichU'' (1889),
„Die peraCnlichen VeihftUiritie der Wiener Ar-
nen" (1889) en „StaatswiBsenachaltliche Aibhand-
Inngen" (1903). Mei Zingerle gaf bg de „TiroU-
icbe WeiBtQmer" {3 dlo., 1875—1880). Verder gal
bjj artikelen in de door hem geredi^rde „Sta-
tittitebe Honattaebtift". Üe ambtelgke pabHea-
lies der atatietiaehe centrale oommiatie: ,^)ester-
reichiache Statistik", „Statiatischea Handbuch"
en „Oeaterreichiachea Stftdlebncfa" sgn door hem
in het leven geroepen; ook it hü de uitgever der
„Zerteebrift fUr Volks wirtsohaft, Soualpiditik
nnd VerwaHnng" <1892 eni.). Sedert 1900 waa
DigilizedbyGoOglC
INAMA-STBBNBGO— INOA.
hjj DKflident T&n het Intd'tuf inlemaliimal de
Stattêtique en Iqj b1«ef dit 'tot un 3$n ilood,
den 28ïten NoTembet 1908. Zie avei zqn Gta^t-
hniahoudkundi^n en «tstJstiBchen ubeid het ax-
Ukel T>D F. von Juriuehek in het „Bulletin d«
rinslitut inteinfttian&l d« «tstistiqoe", deel
XVHI, iBte »fl. (PaiiJB. 1909), bli. «39—659,
wasihij ook een iQst Ib opgenomen van Inama'»
geachniten.
Inambarl, een riTier op den gr«ne van Boli-
via en Peni, werd Ttoeger als een ïnriTier van
de Madte ét Dioa, thant als de hootdoroo daar-
vaa betehouwd. De oDToIdoende keiuiis lan baai
loop heeft grensiiii>eitjikh«deii tusechen Pern en
BoMTia veroorza^t, die rolgent de oTeieentiomat
van den 25ïten April 1901 Bcfaeid«reehtel|jk uit
den weg londen gernimd worden. iHet gebied van
den Inambari ii behngrijk door het vootkomen
van caonlchone.
Inanltls (van bet LatÖDWhe inanis = ledig]
noemt men in de geoeeskiiiid« iritpntting, vern-
gaande verzwakking, krach telooBheid, hongerdood;
'.D de theologie den toeitand van vernedering van
Chrittut.
Inbrenr o' collatie. Wanneer iemand nwei
dan één erfgenaam lal hebben, dan belet dat hem
niet, om reeds bq ijja leven één of meer hunner
te bevoordwlen, — en zoo dit geschied is, dan
is de omstandigheid, dat de bevoordeelde later
met anderen ala erfgenaam tot de nalatenaebap
wordt geroepen,' op lich zei! geen grond, oen bem
het (re noten voordeel temg Ie doen geven of het
op TJa «rtded te korten. Maar de mogelökbeid
tKitaat ook, dat bevoordeelii^ van den één boven
den ander niet in de bedoeling van den erflater
beeft gelden, maar dat hn de schenkingen, een
één of sommige zijner erfgenapien gedaan, be-
schouwde aU een vooncbot op hnn erfdeel. Dan
wordt de ongelökheid hereteifl door den inbreng,
waardoor bet vroeger ontvangene wordt terw-
gebraeht in den boedel, die i>n tusschen alle eii-
genamen zal verdeeld worden. De inbreng is
geheel iets andere dan de vermindering der git-
ten, waardoor het teeltel^k erfdeel verkort it gti-
worden (zie Erfdeel). Eveneens verschilt by van
de voldoeoinfT of verrekening van hetgeen een
erfgenaam aan den erflater schuldig was en thana
aan den boedel moet betalen. Beide uken lijn
onafhaoielijk van den inbreng. Deze komt eleehta
te paB van hetgeen de erflater bii n^ leven aan
een erfgenaam beeft gegeven. De verpliebting
tot inbreng is afhankelijk van den wii de« schen-
kers en erflater*; alleen als die wil niet nitge-
drnkt ii, gelden de bepalingen der wet. Onze ivet
bepaalt: „de erfgenamen in de nederdalende li-
nie ign tot inbreng verplicht, loo zg niet nit-
drnkkell^ tgn vrijgesteld; alle andere erfgena-
men lijn er niet toe verplicht, tenzn het aitdruk-
kelp door den erflater is befiaald." De wet on'
dersteit dos, dat door het feit eeoer ^benkiog
aan erfgenamen in de nederdalende linie de erf-
later en lehenker lijn wiJ, om d« hegUti
boven anderen te bevoordeeleu, niet beefl „
openbaard; ten aanzien van andere erfgenamen
«preekt ig h^' tegenovergestelde vermoeden nit.
De verpliehtine tot inbreng «nvat: a. al wat de
erfgenaam heeft gekregen door schenking, hoe en
wanneer ook gedaan; b. andere vootdeelen, die,
loereer in vorm geen schenking, in weien en
itrfkking daarmecte geheel overeenkomen. Dit
laatste geldt van hetgeen is verstrekt aan deS
erfgenaam lot betaling van ijjn schulden, van
hetgeen hem ten hnweMJk ia gegeven of verstrekt
tot nét bekomen van een stai^, een hedrgf of be.
roep. De verpliehting tot inbreng met alecbts op
hem, die èn erfgenaam én twgiftigde, of verte-
genwoordiger van den bigifti^de is. De erfge-
naam moet zelf de begiftigde i^n of door pUiat$-
vervulling dezen vertegenwoordigen; evenmin ala
men verplicht is, meer intebrengen dan men er-
ven kan, evenmin is middellijke bevoordeeliog
door een aan een ander gedane aebenking vol-
doende om iemand tot inbreng te noodzaken. Zoo
behoeft bet kleinkind,'welks ouders erven, in de
nalalensehap der grootouders niet intebrengen,
wat het van deze heeft gekregen, omdat het nun
erfgenaam niet il, en de ouders zijn niet tot in-
breng gehouden, omdat ijj njet begiftigd ign.
Zoo zijn ook de e^tgenoolen, zelfa in de nalaten-
schap hunner ouden, niet tot inbreng gebonden,
zoo de één hunner erfgenaam, de ander begiftig-
de is, al deelt ook de eerate door de huweljiki-
gemeenschap in bet aan de andere betpririiea
voordeel. De verpliehting bestaat ook alleen te-
genover mede- erfgenamen, niet tegenover legata-
rissen en sehuldeitebere. De inbreng heeft plaatt
U door bet ontvangene tn natttra of de waaide
er van in den boedel terog te brengen, öf fictief
door looveel minder te ontvangen dan de waar-
de der intebrengen zaak bedraagt. De keuze be-
hoort aan hem, die tot den inbreng verplicht is.
De wet verklaart niet aan inbreng onderworpen:
de kosten van onderbond en opvoeding; de uit-
keeringen tot noodzakelijk levensonderhood; de
kosten tot het aanleeren van eenig handwerk of
bedrijf aangewend; de kosten van stadie; de
bmUoftfikoBten en de hleeren en kleinoodita, tof
bnweljjksuitzet gegeven.
Xnca is de naam der heerachende kaste in
Peru, vóór de veroveiine van het land door de
Spanjaarden. Votgens de legende stammen de
fnea's van den Zon-
negod zelf af door
bun stamvader Man-
co Oapae, die aan
den berg Qnaoaeau-
re bjj Cuczo den
grondslag legde van
het Incar^k. Capdt
beteekent in de Qae-
chna-taal, het offi-
cieel idioom van den
Inca-ataat, „de itjke"
of „ma^tige". Van
Maiteo Capak ver-
haalt de legende, dat
bjj den zonnedienst
invoerde en \itagi
vreedzamen ^eg lyn
rgk nil breidde; zelfa
zou de geheele staats- Fïg. l,Inca{Hdeeenw).
inrichting van hem
aftomatig zi^. Hg leefdo in faetbegindei 13de
eeuw. In werkelijkheid schijnen de Inca s «en kleine
stam der Aymara te liJn geweeet, die in het hoog-
land van Peru de naburige Eeshoeastammen aan
D,o,l,zedb,GoOgle
INGA— mCABVIIIJlA.
lich oDtkrwierp en lugumeiiuuid ign heerwbap-
£g uiU)r£idd«, iooda.t bgdekonutiieTSptuijaudeD
et geheele Uod tuiicben den Oceaan ea ik oo»-
lelüke Coidille»'!, tan (Jnito tot Chiti. aao ben
?elu>oriaamde. De oieiIeTeiiiig maakt van 10 —
S iDca-koDiagen melding; biiCoriich iek«r ataaa
«lechtt de laatste Tjjf iaat, n.1. Buiraeoeha, Yu-
pmki, Tmae Yapaüki, Huasaiui Capae en Ata-
hvallpa. Ztei merkwaaidÏK wai de inwendige in-
richting Tan ti«t rjjk. H«t il eresvel Tolko-
men onjniit daarin een Terweienljiking yan bet
«oeialittiiebe staatsid«aal Ie willen nen; het waa
Mn theoeratiecbe monarchie, iraaiia, aU bvrooz-
nehl« kaata, alle leden Tan hot Inoagulaebt een
«tionderlüke plaata inaamen. Onder hen echter
bettond Toor de matta lan het *olk inderdaad
een voor allen gelgke verplicbtinff tot weiken,
waailegenoTer bet recht op ondeAond en Tcr-
Fig. S. locapaleia.
nleglog itond. De ataatagodsdienit vat de lODiie-
dlenit; de Inca, ala afitammeliog en hooge-
prietter van den lonnegod, itond aan het haold
Tan de bierarriiie en Tan den staat; eTenwel wer-
den daarnaast onder de laattle loeaTorstea ook
andere godtdieniten gednld. De Staat bernitle
Toornamelijk op den Undboow, die seer hoog
ontwikkeld was en ala een heilige plicht gold;
lellt de heeiiehende Jaea nam daaraan deel.
Daarnaast bloeiden edHer ook veeteelt (lama's
en TÏcDnna'i) en mSidwuw, In de ooren droe-
gen de Inea'a iware hangen (tie lig. I), waar-
om >|j door de Spanjaarden Onjcma iLw.i.
„Orootooren" genoemd werden. Tan een hooge
beschaving getuigen de paioboopea van ontiag-
l|jke opslagplaatsen en tempela (lie fig. 2 en 3)
en de groote Incaweg, die over den kam der An-
det dooi bjjna 20 breedtegraden liep en nog he-
den ten dage gebruikt wordt. Ondei Hvojfatui
Capae (147^1525) bereikte de ataat bet top-
pnat Tan bloei; ign opvolger echter, Atahtiaüjia,
Terloor in 1533 liin rgk aan de Spanjaarden
onder Pixarro. De Inca'e lell etierTen ni(; eeni-
ge PeruaansciM tamüiei To«rea thans nog
baar stamboom tot faea terug. De uitTOe-
ligste, boewei niet de meeat betromrhaie be-
riditMi, ijjn wy TersebuldiKd aan OareUiuo
de la Vewi, Tan moederaüjde een afstamme-
ling der Inea's, in iQn „Commentarioi Bea-
lei de lot Ineas" [Lissen 1609, Coidora
1617, in bet Eiwelsctie veriaald door OU-
menU Markhaai, Londen 1869).
LUerattatr: llarkhoM, Bitei and iawi ot
the Incas fflaklnyt Soeiet;, Londen 1873);
R. Brekm, Das IiAareicfa (Jena 1835); Jem
da Neltrm [O. de TrayneU/, Fouilles an
paTi des Incat {1886); Cvnou, Die soitale
Verfassnng des Inkareicbes (Stdtlgart 1896);
Oroetheek, The Incat, the children of the
•nn (Londen 1887); ffoetler in dl. I van fleJ-
moUa* „WeltgeKhiehte" _A«ipiig 1899) en
CiemtnU B. Mvkham, The Incat of Peia
(2de druk Londen 1911).
InoKTdlntitl», beteekende Tioeger de
Taste aanstelling van eengeettelökeaaneen
keik, wordt na in het kerkelijk redit ^raikt om
aan Ie geren de on voor waardel ük e, blgrende c^oa-
me Tan een geestelijke in een oïocesaan rerband.
Treedt hj) uit dat verband op wettige wgie. dan
wordt hq door den biatchop ge-eicardineerd.
ïnfrnKKtUwvwr Zie iiaver.
Inoarocrfttla (Inklvinmmig), Zie BrtMk,
InoaniAtla ot tlteackvording
noMut HMD de Tert^ninr Tan een
booger weien in een ttolfelgk li-
chaam. In diMt lin wordt gespro-
een in het vUetek wr-
ran Jeiu CArttJvt, alt-
de opTolgende menteh-
wordingen van BoeaUio.
ItMMUTÜl*», gebeeten naai F.
d'IiioarBÜte, een Jetnietiteb mit-
tionails, die China in 1757 bereit
de, behoort tot de familie dei Btjr-
ntmuueeSn, waartoe Terschillende
sienilantea alt: Bignonia, CoUa
en Teaima l^ehooren. Het geelaefat
IntarvüUa omvat 10 tooiteo, die alle
uit Centraal Aiil komen. Het lyo meeatal oreTbijj-
Tende planten, die in ona klimaat bedekking
tegen de vorst eiscben, om na den winter eerst
na de noodjge ontwikkeling btar bloemen voort
te brengen. De Termeeidering gcKhiedt door
uden ot deeling der planten. De belangr|jkcle
soorten zjjn: l. Detevayt met prachtige, gloxinia-
achtige roie tot karmönklearige bloemen; /. «o-
riabilit met bleekrote bloemen; en /. granditlora
met donkerioode bloemen. Nog Terdient vermel-
ding I. tttieatu uit China, een tweejarige plant
met lilageklenide bloemen.
«eAvKM '
DigilizedbyGoOglC
mCE IN MAKERFIHL»— HTOORPOTATIE.
647
Xn«e lu IbkMtlald, ««n fnbriekuUd io
IdQcaBhire, dicht bg Wtgan, telt (19)1) 22 0S4
inwonen. Hen vindt ei twee moderne kerjien in
OotïBcheu tt^, kitoenapinneiöcn. tjiertabrieken,
fabrieken tui ipoorweginggoni en u de lubg-
heid iteenkolenmönea.
Xnotabald, EÏitabelk, een EngelMhe tooneel-
speeMsT en ficUeiM. den ISdea Oetobei 1753
te StanningÜeld gaboien, TeiLiet ieed« vrotg het
huie Tan Hur Tadei, d«n pftchtei Simpton, in
het grulKlup Suffolk, om la Londen in den
aehoQwbnifi op te treden. Dui hawde zg met
den tooDadepeler Inekbald, dien ij) echter op
een reia dooi het iniden tu Frutkrgk door den
dood Teiloor. Duma keeide ig nau Londen (e-
ng «D (peelde tot in 1789 loowel dUr alt te
EdinbniKii en te Dnblin, waai tg dooi htu talen-
ten en ioot haki achoonheid giooten toem ver-
wierf. Nadat lü het tooneel hmd vaarwel eeiegd,
ichreet iji ODderaebeiden big- en tooneelipelen,
vaa welke aommige, looals „The Hogal tale"
(]T84) en „I'Il teil 70a whAt" <1735}, nog niet
Tergeten lijn. DaarenboTen leverde ig een vent-
roeling Tan de fceete tooneelstukken met geechied-
en oordeeiknndige aanmerkinf^ onder den titel
„The Britieh Hieatre, «ith bi(»rapbieal and eri-
Ijeal rematka" (35 dln.. 1806— 18OS], alsmede
een „Ccdleetioa of faree*" (7 dki., 1802) en „The
modem the^e" (10 dln., 1811). Verder leverde
ig de romaD* ,Ji aimple itotr" (4 dln., 1791]
en „Nktnre and art" (2 dln., 1797). Zg OTcrleed
te Kenaington dan laten An^itua 1811; haar
..Memoiri''^ (2 dln., 188S) werden Uter door
Boadtn in het licht gegeien.
XnoMmt ü een tnaicheuproeea in een pro-
ee*. Bet onderwerp Taa eeo incident, hoewel met
het booldondeiwerp ran het geding in veibud
ataande, ia meestal lan iDodan«en aard, dait het
Tóór het verdere ondenoek der Boolduak kan en
lelta moet afgedaan woiden. £Uc der procedee-
rende partgen kan lolk «en incident opwerpen
door het inatellen eener ineidenteele Tordenng,
die dao aaoleidinr geeft tot een ineidenteele
procedure en beëindigd woidt bg een incidenteel
Tonnii, 100 althaiM <ie «amanhang met de hoofd-
taak niet loodanig Ib, dat deM tegelgk met bet
incidenrt bg eindTonnit afgedaan kan worden. De
■tiekking van zulk een ineidenteele Toidering
kan leei Tersohillend ign. Zoo kan loowel de
etadier all de gedaagde incidenteel vorderen,
dat de laak, waaroTer in het hoofdgeding ge-
Iwiit woidt, geaeqneatteeid — d. i. in gerech-
telöke bewaring gesteld — worde, of di( door
den rechter aMere maatregelen bevolen worden,
waardoor gedurende de procedure de rechten en
belangen ran hen, die het aaiwaat, ongeechonden
bewaard bleven. Zoo kan een & partgen inciden-
teel vordei«n, dat iq bg vonnie van den rechter
worde toegelaten tot het bezigen van leker be-
wQsniiddel tot «taTing van de grondslagen van
hür beweringen, wat Tooral te pas komt, waar
twijfel bettaat, of leker bewgemiddel in 't ^ege-
Ten geval toelaatbaar ii of niet. In eehttcheidinga-
procMnrea worden dikwijle iDcidenteele vorae-
rinpn ingeateld ten einde een beslLsting te vei-
krwen om de nltkeeringen door den man gedu-
rende het geding aan de tiodw te doen, over de
Terblijfplaati der tioqw en orer de vraag, aan
wie hangende het geding de kinderen lullen wor-
den toevertrouwd.
Xnolliuitle. Zie Magmlime.
InoUtUitorltuii. Zie Magnetinu.
iiminpan of recJuMH, een Griekach woon),
waarnaar oni woord klaizenaai ia gevormd, noemt
mea de vromeiL die lidi levenilatw deden op-
sluiten (inmetselen), om loo in v^riledige alion-
dering lieh te wgden aan beepiegeliag, gebed en
handenarbeid. Het de bnitenweield stonden ig
in vertiinding dooi een laampje of luikje, In de
3d«, 4d< en 5de eeuw Tond deie opeliiiling voor-
de Middeleeawen weiden de cellen der inclunn
wel aan de muren der kerken «eboowd. Het ver-
blgf in hun cel maakten de incluien lich dikwiili
Dog harder door gordel* met prikkela eu. Tot
in de 17de eeuw waren ei nog enkele incluwn.
Zn ooena dvmlill ol avoidmaalibiU, is een
verzuDeling van eieommQnicatieui'ispiaken, die
lai^en tj^d jaailjjka door de pausen op Witten
Donderdag (vaiHMar de naam: in coeno domi'ni
^ bg den maaltjjd de* Heeren) werden afgekon-
digd. Zg ii oDtalaan in de Middeleeawen. Hel
eerate exemplaar ii a&omctig van Urbanaê V
en lUteert nit 1364. DH bevatte leven vecooi-
deeUngen. Herbaaldelgk werden wijzigingen aan
febracnt, de katele redaotié is van Urbanut VIII .
1627). De bepalineen der bol hebben in vele lan-
den venet geTon^n. Sedert 1770 wordt zg niet
meer atgAondigd. Eenige Tan haar straibepa-
lingen ign oTeivenomen in de latere bul Avotto-
Iteae Seaiê (]8o9), andere ign reiTallea. De re-
dactie van Urbanuê VUI bevatte 20 etralbepa-
Itngen, o.a. tegen kett«rg Terraliching Tan pan-
tel uke brieTen, miahanoeling van kardinalen,
heffing Tan onwettiffe beliatii^ Tan kerken, aan-
vallen op den kerkelgken staat enz.
XnoroTable fFiantdt = ongek»ofelgk) is de
naam Tan de tweepuntige
hoeden, met groote,
ten en naar aehte ~
gen randen, die i
onder het Directoire
mode waren; verder ii bet ook
de naam voor de Dionkers all
dien tgd met broeken, die tot
over de knie reikten, rokken
met enorme panden en hooge
kragen en Tersotiillende witte
baltdoden, in de boTentte
waarvan de kin stak, lange
pmiken en den „ongeloofeljj-
ken" hoed (lie de afb.). Het
vroawelgk pendHil ia de mer-
veiUeuse.
InoorporatU ia in fae> Ineni7abl«.
keiielgk recht het veit in-
den Tan een beneficiom met een keifceljjk
institnirt, ala kapittel, klooiler, anÏTereiteit ena.
Sanu genoot het inatitUDt het inkomen, terwijl
het anderen 'benoecMle tol het wbvoeren der plich-
ten, loma Toeule bet lelf de ««tbaamhaden uit.
Üit de incorporatie, vooral in den eersten vorm,
dreigen vele miabruikeii en »m>w«1 bet deide L4te-
DigilizedbyGoOglC
IKC(»lPORATI&-INI»:X.
nUDiehg eonciïe (1179) al* dkt taa Trente traden
legen deienüsbrniken op. M«t de iMolftrUitie dra
kerl(elijk« goeder«i ii (rak in de meetts Uodeii
d« beiitBTorm der ineorporfttie Terdweiwt). Al-
leen Id OMtcnnJk heeiioit deu nog hed«n ten
.dage.
Inonutetle. Zie Omkonting.
Inonbatle Do«nde men in de dazen der Ond-
beid liet alapen ip tempek op de Tellen trp pat-
ffeofferde dieren, om alwo met Toonpellende
dioomen tt woiden beganatigd. IMt geKhieilde
bq de Grieken en Romeinen Tooral in den tem-
Gl TiD AieUpnii, om in den droom te weten te
men, «elke middelen men ter geaeiiiig moest
aanwenden. Somtqda rxA waren ot prieatera be-
reid, lich met de ineriiatie te belasten. Tegen-
woordig verstaat men onder een ineubalielgdperk,
den Iqa, welke Tcrloopt toMchen het ootiangen
der emetatol en ttet nitbarelen van een hierdoor
Teroonaakte ttekte. Zie Terder Ittlettit en in-
leeHtxitkte%.
Xnomiftbalwi. Zie WUgtdnkk»».
Indamlnan iqn groene tot bUawe Tcrtitof-
len, welke ontstaan mot inwerking Tan ehi'non-
lamin moet «pTaltes, worden in alkaliiehe op-
loaiing reedt door de innrstof uit de lucht ge-
oxTdeerd tot de geweneehte hlenratof. Hi
wondt gebruik gemaakt b^ het TerTen Tan
len, door deie met genoemde oploaaingan fan de
lenkobaMit (« briiandeleo, w«arna men deie door
de iDchtiaaritoI ot met b^nlp vaa kaliumbicfaro.
maat iMt oiydeeren. Het «enroDdigite inda-
min, het diinoa-aniliitdiimied «t pbenyieenblanw,
ontstaat door oxjdatie Tan een inengvel Tan Dara-
phenjleeodiamin en aniline. Het ttttramethj^lderi-
Taat bierTan ia het loogenaamde dimeth^lphen;-
leengroen Cl (CH.), N = CH. = N ~- Cfl. —
N (CHi)t. Het onUtaat dooi cxjdatte Tan paraa-
m ld odi methyl aniline en dimethylaDiline. Een an-
dere bekende kleurstof Tan deie groei ie bet to-
lujIeenbUaw HN:C7H.(NH,):N.C.H..(0H,)..
Indwnnltolt of ttratftloothad TerTolt in de
Brittehe conatitotie een belangrüke xA. Wamieet
de Regeering ie^s gedaan heeft londeryerlol der
Vertegenwoordiging, terwjji deie daartoe Terlot
had moeten geven, en wanneer zulks in het belans
dee Janda gesebied ie, dan kan het mtmaterie b^
het Parlement een indemnity-hill indienen, bg
welker aanoeming de Vertegenwoordig ne Tan
een beMhaldïging wegene on geoori oorden naitdel
Indépsuilajio* Belre, vroeger een der
Tooraaamate coaranten tbo Europa, werd in 1881
onder den titel „L'indépeDdant opgericht. Zjj
vereehijnt te Brnteel driemaal daagt, nam onder
Berardi, die Tan 1366—1884 eigenaar en lei-
der Tan het bUd wtti, een gtoote tlueht en wm
een der meest geTreeade oppoaiti«4>laden tegen
VapoUon 1U, Z|j beeft ooit thana nog een zekere
in Ier nationale beteekenia. Voor het buitenland
Xnflepsndenteii >s de nsMn eener herkelg-
ke lekte, die Mdert 1610, bepaaMeltjk door de be-
moeiangen Tan Jok» Robinion, uit de Browiut-
ten ontatond en TOoral in Eogelaad Tele aanhan- _
gers verkreeg. Z^ Terhief lieh het eerst in de *
Nederlanden, bepaaldelqk in Leiden, Rotterdam,
Arnhem en QelMr en teibreidde lieh over Eaee-
land, waar i{) met geatrenge TerTolgingen be-
dreigd werd, waaroen Telen tieh naar Amenlia
verbonden heeft. Zij bonden vaft aan de letter
des Rebels en dragen iImi naam t» Intependen-
len (Onaf ban kei ijken) omdat naar bnn meeniog
elke gemeente een lelutaidig lichaam ia, dat on-
der leiding *an Chrütuë itaat en voor het oTerige
lelf lijn lakan bestnren moet (TUkdaar hun en-
dere naam eongreyolioiuditleii, die later meer in
gebruik ia gckonMu). Zq verweioen ook aUe b»-
Ijjdenjeaen en formulieren, oordeelende, dat de
H. Schrift Toldoende ie, om de geloovigen in alle
waarheid te leiden. Hun ing«wm«i(ieid met den
Böbel bracht ben er toe, om, even ala de We-
derdoopere, pogingen aan te madeo, «a bet le-
ven van den tegenwoon^en MM naar de «oor-
alellingen dier aloude ooKonden te .vormen. In
lateren tjjd echter lyn velen Tan ben door den
etroom der moderne gevoelens medweahept. Zg
koien sielenTeraornra, leeraan, oaderlingen en
diakenea en hanabaafden de kerkelake tucht,
doch ertenden geen geeateljjken «taod. Mra Tindt
bun gevoelens uiteengeiet in de „Apologia jntia
et neeeiaatia" (1619) van Robinon en in de ,3a-
voT Confession" O^^- Zie «ok OromwtU.
Tegenwoordig worden ook wel alle niet tot de
Staalakerk bebooreode geundten met het woord
Indcpeitdeitleit aangednfd.
iDdetormlnlMBe beet ia tegenttelling tot
bot delerminiame de meti^hTaitefae theorie, toI-
ceni weüe de wil dea tneuflien door geen uiter-
lijke of innerlijke oonaken dwjnrend braaald kan
woideo, loodot de menedi (e allen tijd ook bet
tegendeel mq knnnen willen van dat, wat hjj
werkelijk wil. Het ind e termini eme kent dus den
meneeh als wtllend weien een ahonderlgke plaats
in de natuur toe, daar bet diene baodeliagen bui-
len den algemeenen aamenliang yta oonaak en
gevolg slnit en hem het Termo^n. geelt ala
amia frima (scheppende oonaak] in den wereld-
loon in te griJiKn. la dit reeds een bedenkelijlie
lyde Tan bet indeletminieme, een ander iwak
Eanl bestaat daarin, dat, wanneer de mensch iQn
andelingen naar willekeur bepalen kan, daar-
mede een elememt vao bet toeval in de wereld
gebracht wordt.
Zndax; (Latqa: mmwvier) ie in het dage-
I^sefa leven de naam Toor de infaondcaanwiliia^
Tsn een boek, om bet naslaan te Tergemanelii-
ken. Het ^brek vaa Tele indioee ia, dat lij niet
volledig tgn en daardoor den loeker vaak telear-
iteHen. In de natuurkunde duodt men er alle in-
alrumenten mede aan, die een bepaalden stand
aannven, b^. een nontui; in de teiihinde ge-
bruikt men ali indices cgfere (en lettert), om aan
den voet van letters te plaatsen, teneinde daar-
mee een beter OTeriieht te geven, of bet gebrek
aan letters op ie beffen; in de krütaUogrme be-
palen de indices den stNid vaa een kristalvlak
en ijjn lit omgekeerd evenredig met de etukken,
die het vlak van bet aang«iomen aeaenkrnis af-
en^dt. Tm ristte gebrnikt men in de onMropolo-
DigilizedbyGoOglC
INDEX— INDfiX NtnCBERS.
git ««n iDd«i in den tonn tftn «en trenk, dl« <h
TeriioudiDg TBn twee schedelm&ten iHtdiukt.
Indmc, CDngrtgatie voor den. Zie Jndtt li-
bromm prohibilonim.
een eatilacDi T«n weiken, wainan de Itiing
door kericelljke ol bnrgeilöke overbeid Teiboden
i«, 100 biJT. de iodez Tftn Hendrik Vilt ia Eiigi
land, van TertehilleDiïe prateeUntsdie Tonten i
DuitKhlitnd. Heer in hot byzonder «diler wordt
deie nwun eebrottt toot de l^at Tufao^en.die
de R.-Katholieke keik aakii haar oeloorigen
biedt te leien. Reedi in de audete t^en der
Kerk vindt men een optreden der oTeiteid tegen
geeckrilten, die ijj gevaarlijk achtte, maar meet
uitgebreide en syvteaiatiKhe inaatiegelen werden
eerit getroffen na de aittindiofr der twekdrok-
konat, met aame toen de Kerk in de irnehriften
van de Hervorming gevaar Mg dretgen. Een
eerate iMtex werd in 1S59 door paai Paulut IV
gepubliceerd, die echter weinig beteekenii heeft,
daar bet Concilie van Trente lieh met hetielfde
vnagitnk beiighield. In 1564 werd door pant
Piu» IV de Trentaehe lindei goedgckeord. Deie
ir toeteneenBunr «d vei-
. .ken in drie klassen ge-
rangeehikt. Door pani Oregoriu» XllI werd ean
„eongregatie van den iiulex" ingesteld, die tot
taak had de t^st der verboden boeken bg te hon-
den. Er ign nMeu nog ongeveer veertig nienwe
uitgaven verBchenen. De JMtgite regelhOg kwam
tot ftand in 1900 door pani Leo XIII, die atenn-
d« op de „MHtafittilM offt«ianifli et mimertiffl" in
1897 gepiUieeerd. De Index vao Leo XIII bevat
in het eerste deel de algemeene regelen over de
keikeljjke boekeneenranr; het tweede deel bevat
ongeveer 8000 boektitdi. Werken vMr 1600 ign
wenelalen. Na het verseh^en van dezen index
geeft de iDdeieangregMie geroeide aanTultiD-
gen. Dat ign werken, die derhalve „nominalim",
met name op den index -worden geplasM. Van
meer belanr echter zqn de bovengenoemde alge-
meene bepalingen, kraebtMU welke de leiii^ van
een boek voor katholieken kan verboden (^n,
ook tonder dat het door de congregailie te Rome
il veroordeeld. De katholiek, dte hei lezen tan
boeken doiH' den index verboden, nuttig of noo-
dig arirt, vraagt daarvoor verlof aan de ïerkeljike
overheid, die voor wetensehi^ipelijk onderlegaen
teer rnim i« met dat verlof. Alleen de leiiog van
onxedelilke werken wordt niet dan by abaohile
noodiakelgkheid toegettun.
Zie: F. H. Rtuuh, Der Index der verlratenen
BOcher (1888— 18S6, 2 dln.) en 4. Slamw,
Veneieh'nii eSmtlieher auf dsm rSmïMhen Index
■tehenden Bftcfaer (4d« drak 190&).
Indsx nninlMn ijin getallen, die de ve^
houding aangeven van den pr^ eener koopwaar
op een bepaald oo^enldlk lot den prSi van die
waar op sbq tgdatip of in een IgdpeA, dat ait-
gekoten ii als grondalig of «tantaard. Nemen
wjj b|}v. het tijdvak 1781—50 als atandaatd aan
en weten wg, dat de gemiddelde tarweprg* op
een bepaalde markt ^Mdroeg ƒ89,50 per toit en
daarenooven. dat de marKprös voor diezelfde
een^Kid in 1896—1000 bedroeg ƒ 9S, dan is het
veiiwn^ngagetal of index numhtr van dit laatits
^vak 240, indien d« prg* in het atandaardlgd-
perk op 100 gesteld wordt. Op deze wjjze kan
goederen. Door samenvoeging en optelling i
een groot aant^ index nnmbera v«n zeer in aard
venoiillende goederen beeft men een middel mee.
nen te zien om de koof^raeht van bet geld te me-
ten. Immers, zoo redeneerde man, ia net total
index number van 20, 60 ot meer soonten
goederen bijv. sedert 1860 gedaald van 100 tot
75, d«a kan men diane voor eenzelfde som geld
*/i maal zooveel goederen koopen ala in 1860 en
ae koopkracht van het geld is dui evenzooveel
geiCegen. Reedt hier moet worden gezegd, dat
dtoe redeneerin^ <^ dwaling beruit, daar hierbj)
geen rekening ii gehouden met de gewgzigde
VDortbreBgingamoeite en voortbrengiogA oston.
De geldprj^n toch ign niet alleen atbankelgk
van de waarde van het geld als ruilmiddel, maar
ook van de produetiemoeite, welke vsn Krooten
invloed is op de aanbiedingen der fKbrikajiten.
Dat een nienw proeéd^^ tigv. lm de VHvaardiging
van gier, eene wijtigiiifr 'U «e prodnetiemoeite
kan brengen, behoeft geen betoog.
Toch )« het eoastateeren -van prjjisebommelin-
^n van groot belang voor handel, landbouw en
industrie. Taodaar M van index nnmbera
tegenwoordig een dmk j^bmik wordt gemaakt.
Index-n umbers ztpt reeds in IriS doot
Sir Qéorge SkueUturgk gebruikt in zgne; „En-
deavonrs to aseertain a atandaid of weights and
measuret." De regebnMJge tierekening en pitbli-
ceering van lulke egfen dateert echter eerst nit
de laatste 80 jaren van de 19de eeuw. De meest
bekende notewingen ign van Sautrhtck (sedert
Januari 1013, toen SoverAsefc zjjne pnUieaties in
de „Timet" ataakle, voortgezet door het Engel-
•ehe WeekbM ,^k« 8ta^), van den Engel-
■eben „Economist", van Pattüer, Sotlbtw, PA-
grote en van frol. Alleen over de beide eeratge-
ooemde een enkel woord.
Soverbeefc gaat uit van middelpTgien in het
tüdvak 1807—1877. Znn Ijist omvat 46 aoortsn.
Hg eonalaUeert de volgsnje beweging van bet
lolal imdet number:
1878—1887 = 70 1910= 78
1888—1897 = 87 1911= 80
1808—1906 = 70 1912= 8S
1907 = 80 1018= 8d
1908 = 78 1914= 86
1909=c74 1915=108
81 Dec 31 Dee.
1914 1915
Plantaardig voedsel (koren, aard-
anpeleo, rgat ena.) 9S,2 117,6
DieHgk voedsel (vleeteh en boter) 104,8 128.1
Sniker, koffie, thee 68.0 693
Deltstotlei) 99,8 180,0
Producten textiel ntiverheid 7?3 111,7
Bniden, Jeet, <^b, soda, iadi-
go ent. 97,7 138,9
Totaal 46 artikelen 9I,« 118,4
DigilizedbyGoOglC
IKDGX mJUBEB5-IM»AfiEN.
D« „EcoDomist" urn TA6r het Jut 1911 ali
■Undurtltvdpcii de jftren 1845—1850 «o no-
teerde 22 waienaoorten, wurvui de middelprg-
nii in dKt tijiitk = 100 geMeld «aieo. Sedert
1911 Dolaert de „EeoDcmMt" 44 «aiuuoorten,
wiarTRD tiet gemiddelde Tan elic attüel OTer bet
tjfdnk 1901—1905 «p 100 geiteld ii. Om teige-
Ijgkiog met het T6di net jku 1911 berekend getal
ecnigtains mogeiijfc to nuikea, deelt de „Ewhm-
miit bet uit de 44 uUkelen Tukiegan indei-
cght dcFor twee.
Ondentunde «tut ttevat d« middeleüten oter
de lutUe II juan op cii>de Deeembei:
gemiddelde 1901—1905 3200
einde Dwembn 1906 2499
1907 2310
„ „ 190S 2197
1900 2300
1910 2513
1911 2586
1012 2747
1013 2623
1914 2800
1915 8034
„ „ 1916 4908
oorlog,
flet Kgt Toor de band, dat e
! eeoTOBdi^i
wikei, gier, tIÜ, italbak, indigo, wol, thee ra nog
een uotal andere goederen een totaaleglei geett,
dat geen nkening boadt met bet iMtitUieljjka
■tot, dat «Ike waai afwerpt toot de meniehelike
•anienleTing. Be atöging «t daling r&n den p^i
?an diamant ii Tan minder belang dan de prïa-
eehommelinx van de tarwe. Om on met die be-
trekkel$ke belaiigTQkiieid der Tersehilleitde «aten
td:eninff te hoiMra, beeft Pal^rmt de methode
aan de oand gedaan om elk cgfer te TetmdHg-
Tnldigen mat «en belaagrjjkbafiIeeoiftieieBt, die
afgeleid wordt nit de geCMunmeeide boefeel be-
den nu ^e waai. PatifctMr bepaalt dien eolt-
ficiênt naar de nitgaTen, die in «en gemiddeld
welgeateld geiin in de Tereeoigde Staten aan de
aanMbaffing Tan verMblllende waren werden be-
•tead. De waarde Tan lulke berekeningen i« niet
gering <te «ebatten. Toch mag men aannemen dat
een Jnlite belangigkbeidwotltieiBiU nog niet ia
SBTODden en wel nooit geTondra lal worden. By
e berekrainno van Ptdgrave en falkner bleek,
dat ban TMoltaal niet in die mate alweek Tan
bet rekenkanatig gemiddelde Tan Smerbeek en
Tan den „Economiêt", dat aan de indtt «umber»
Tan de laataten alle waardo moet worden ontie^d.
Intnneben ligt in de kenie Tan de warenlijat,
waajTao men ile TerbondingntBira Taatatelt, de
loOTnaamate maatatat Toor m Iwoopdeeling van
de waarde tan bet tofot ütdes nwnber.
Indluut. een der Tereeoigde Staten «an
Noord-AjneriVa. tnsaehen Uichigan, Ohio, Ken-
taekey, IllinoiB en bat Uiofaiganmeei gelegen,
atelde aicb reeds in 17S8 oader besebermiog der
Unie en werd, nadat de kolonialen in 1706 bet
land aan den Wabaab Tan de inboorlingen ge-
kocht hadden, in IBll 4ot een tenitoriam Ter-
men. De «taat telt op 94 140 t. km. (1010)
2 700 876 inwfmerB. Altera de ocTeis Tan den
Ohio ign beQTeluhtig, toor 't OTerise bestaat de
bodem er grootendeela nii prairieUnd. Qeologiaeh
behoort Indiana 'tot de gilnni-, devoo- en iteen-
kolenformatie. In 1900 lererdra de ateeokolen-
mijDan 6,45 miilioen ton ter waarde Tan 6,65
miUoen dollara, in 1SI4: 16,6 milliora t<m tet
waarde Tan 18,3 miUioen dollars. De prodoetie
Tan aardgas en petroleum neemt af en had io
1914 een waarde Tan respeotierelyk 0,7 en 1,5
milliocn doliara. De •teengroeTen leT«rra Toor
4 millioen dollars land- en kalksteen en Toor
8 aiiiliaen dollars portland ennent. Wegene iqb
ligging tusacban 3'
porU
1^47'
en 41* 46' N.Br. U bal
klimaat er gematigd; Terdet is de grond er
Tracfitbaar en Toor alle gewaaaen Tan Uiddel-
Amerika geaohikt. Verbouwd worden male, tar-
we, haiTer, hooi, aardappelen, roggv en tabak.
Bq de laatate telling (1916) werden 854 000
paardra, 672 000 melJLkoeien, 1059600 schapen
en 4167 000 xarkeng afgegeTen. De nyTerheid
neemt steeds toe. Te noemen lön koren- en
laagmolraa, enwrtalagenjan, fabricage ran wag-
gons, wagens, landbonwgereedseh^^n, glaa, va-
ten, tneoMla en «piritualiln. De ataat, die te
Bloomingtoa een oniTeieiteit beiiit, is Terdeeld
in 92 eoantiei. By een «et Tan dan 9dcn Haart
1907 werd Tastgcateld, dat op krank linnigen,
twakiinnigen en misdadigen, van wiet nako-
melingen tevoren vaat loa staan, datt ig geraar
of last «oor -de maataehapptj aonden (^leTeren,
een loodaoige opetatie loa wordra toegepast,
dat sü niet in ataat aonden iqo nakroost tt Ter-
Da hoofdatad i> Indianapolis. 'Indiana lendt
13 Teitegenwoordigera en 2 senatoren naar bet
Congres. De gooTeineur en de 50 senatoren wor-
den Toor den tgd Tan 4, de 100 Teitegenwoor-
digers voor den tjid Tan 2 jaar gekoien. De Irag.
te Tan bet spoorwegnet bedta^t (I9U) 12400
km., die der eleettisehe banan 3540 km.
TmllBimgfflli. de hoofdstad Tan den Noord-
Aneriksanscheo staat Indiana, ligt in een Ttaebt-
baar daJ aan d« aamenvloeiing Tan den Pall
Creek en den White BiTei, ia het kruispunt Tan
18 «poorlijaen en telt (1915) 265 578 inwoDers.
Hen Tindt er een groot hoofdstation (Union Dt-
fot), een mooi staatseapitool, een monument Toor
de gevallen strijders in het Cirele Park, een
krank^onigen- en blindengectiebt en een doof-
stommen! nstitnut, een taigonis, een propjlseom,
era klassieke sebool voor meisJM, een atedelgke
bibliotheek, een mniiek-academie rai. De in-
dustrie, door de nabqheid van toke ateenkolen-
veideu boTOtderd, bondt (1009) 32 000 arbeiders
beiig en leTent voor 126,5 miUioen dollars waren,
Tooral Tieeachwaren <i& 1909 Toor 39 millioen
dollara). In 1912 weiden er l,6iiiiilioen Tvkens
aangeToetd. Terdeiiijn belangrgk de meel- en
de machineindustrie. In 18IS gesticht, werd In-
dianapolis, in 1825 de hoofdstad, had «ehter in
1840 sleehta 2700 inwonera ra kwam eerat na den
aanleg Tan apoorwegen tot ign legrawoordige
beteek en is.
IndlAnen (u« de nUtra ra de plaat
FoUbityfwii bg Amerika} Is at naam der ooupron-
DigilizedbyGoOglC
AEIZONAINDIANEN
K^^--^--
■—tfiK""'' i
Een groep Indiaaen te Arizoua.
D,o,l,zedb,GoOglc
D,o,l,zedb,GoOgle
ISTDIAANSCHE BESCHAVING I
» alt 9iuüun>. 3. OortogibUI der GaTeTO-Indluwn
n BrulUë. S. OMMdea drinknt
1 BnuUluswhe lodlanea. 1. Vlechtmrk t*d ïndiuiea la Guyana. 5. Uieran dolk Dit MoordwaitelUk
LinsrlkL e. Tstakiptjp uit lal gMoadea tu da KanlnglD ChvIotta-eltBDdim. 1—9. BeeaSD geraedMhap en
«peni uit Vunrl&Dd. 10. TsakeDlDg op bean (Dagboek) der Tijoekajen. il. Oereedachap tot bet vemwdlgea
an ptJIpaDtan nlt kwarts bij de Esklmo'a. 13— IL BaanEn bijl en bonireel dar Eakimo'a
D,o,l,zedb,GoOgle
INDIAANSCHE BESCHAVING II
IB. lodiumcba kootMD nit Daminn. 1& PronkbjJI dar OaTers-IndlueB In'BraiUll. f). G
urdan vutwcrk uit BruUifi. IB. Vlschtverk T>n Indiusn In Onyut. IS. HouUd paotaa dar
Tbliflklal^Iadlaaen. 20>3I. Julaïatliunar m krabber [dar Rakltno's. ü—O. Baaoea btjl en hoowwil
DigilizedbyGoOglC
kelgke beTolking Tin Amnikft, die gegtna werd
door de Spanjiarden, ireU< de Nicu«« Wereld
«Il e«n deel trd lodie 'beKbouwden. Niettegen-
abuuide gioote Ters^illeii in lichamelijke en ia-
teÜeetneele ontwikkelii^, worden ijj, roet inbe-
grip TBa de Eskimo't, tot iéa nt, beit AtnerikuD-
flche KBiekend. Blgkeni ikeletieBten in de ioter-
glaeiue pnin- en lOiBlasen in tiet N. Tan Nooid-
Amerika en palMolitiaue gereedaebappen aan de
Delaware geTiwden, leefden «t in het diluTinm
hier, leedi menschên, die li^ in niets onder-
scheidden Tan d« tegenwoordige Indianen. 01 de
CalaTeraucbedel en de ttaenen gereedseh^pen,
die onder tertisiie bialagen in Caltiomil ge-
vonden ijjn, weikelqk Tan den tertiaiien measdi
alkomitig ign, wordt door Erdiieka betwjfeld.
OfKboon de Indianen eoma eakeU kenmerkea
Tertoonen, die aan d« Uoagolen daeo denken,
dooa de ^it«bUg TooraituitingeDde adelaanneus,
de grootere oogen, de sefdea «beelstaaiKte oog-
qrfeten, de langere lederaaten en andere kenmer-
ken ÏAmiraidk tol bet bealnit komen, dat ie na-
der aan bet Kankadwhe dan aan het Uongwl-
aebe ra* lerwant san. Het Indiaansebe trpe heeft
veb du in Aneriu aclf oatwiUield. Alleen de
Sakimo'fl en de ïnttstammen in h«t noordwes-
ten achjjnen meer ondei UongoolMhen ioTloed
gMtiwn te heUten.
Hdq haidktear Tarieert Tan liefart tot donker-
broin; de naam roodbniden beriDDert aan de
klear, waarmee enkele stammen lieh heiehilderen.
De kaken steken Toorurt, d« oogen ign ^lein en
■dieel geplaatst, de neaa dikwgli krom, bet «oor-
hoold las^, de adiedri meestal mesoe^haal. Over
het algemeen iqn ajj van gemiddelde grootte en
beiittan een ineengedrongen gestalte. Hno gees-
telijke begaafdbeden süb niet gering, docb qj
schikken lich niet .gemakkelijk in een vreemde
beiehafii^. Hun karakter toont deugden (moed,
standTastigbeid, eergevoel) en gebre^n (laiheid,
wreedheid en Tdsenheid). Zie T«rdet AmerHui,
BevoUcütg.
Het beeld Tan den LÜaan, sooals wü dat nJt
do romans van Oooptr «.«. kennen, heelt betrek-
king op de Noord-Ameiikaansahe jaffervoUien,
do^ is m«t de werkelykheid in strijd, In het al-
r~ emeen is geslotenheid de griHidtrek van ban
srsktei. De Indianen spreiden oiterlqke osver-
sebHligheid ten toon, maar geven lieh geheel
aan hun hartetoehl«n, als liefde <n spel. Leed
dracen liJ met bewonderenswaardige geestkraebt;
in den onlang ijjo rï afgemeten en boltel|^,
doch spoediK beleedinl en wraakznchtïg, tooi
weidsden zelden dankbaar. Zij beiUten een aan-
feboren rodenaarstalent met dichterl^e nitdrok-
iogen. Eon zin voor phastaiie tomen lij in de
beechilderiog tbq fann gelaat met «ebieeowende
kleuren, boa baardraebl en de versiering van
hun Ueeding. De voornaamste eieradilo ign de
wampoemt, arm- en halsbanden van gekleurde
parels, die oorspronkelijk ntt schalen tm mos-
sels en slakken vervaardigd werden. Dit sieraad
dient ook sis belaalmiddel; in den oorlog stond
het sanbieden daarvan geljjk met een verioek
om viedei onderworpen volken betaalden daar-
mede hun schatting. De vroegere pelsen ign door
wollen kleederen vetdroBgen. Hno woningen lijn
deels van hout, deels lichte, van boomschors of
samengenaaide bnllelboiden vervssidigde, kegel-.
Tormige tenten (wigwatu) met een stookplaats
in bet midden en ean <^n!ii« tot doorlsting van
den rook in het dak. Naast jacht en visehTangst
beoefenen büna alle Indianen den Isndbonw; io
bet O. Toorsl de AWonkins en Irokeexen, in bet
Z. de Yoema, PaBbU en Pims. Verbouwd wer-
hond b^end. De besebsvin^ bevond sieb ten
tgde der urtdekking in het tgdTsk der geslepen
steenen Toorwerpen. hoewel ook koper, brom en
edele metalen voor verschillende doeleinden, voor-
namelgk ueraden, gebesigd werden. Ds wapenen
(^eei, knots, bijl en boos) werden nit nont,
beenderen en steen veivaaraigd. ntus i|jn daar-
voor gieren bglen CtomotowC), messen en geiro-
ren in de idaats gMomen. De meeste stammen
waren met tiet pottenbskken vertronwd; geweven
en gevloebten stoffen werden met eenvoudige
ho^middelen meestal door rroowm Torvsardigd.
Uit uitgeholde boomstammen, boomschors ol hol-
den maakten tjj ruime kano's, doeh ig kenden
^een leUen ol roeren, maar msakten tot voortbe-
Hegiag van een soort riemen, foiuie», gébmik.
Zjj badden TerKhillende mniiek-, maar geen soa-
reniaitrumenten. £en auital voorwerpen, die van
hnn kanstiin getuigen, vindt men op plaat I en
II afgebeeld. De grondslag van bet masticbappe-
lijk leven der Noord-Amerikaanfche Indianen i
\) gesvml
wordt. Een aantal van ïnlke gedsuiten vormt
dsn stsm. Ieder geslacht ie tot op lekere booste
onsthankelnk en kiest zün eigen hoofd, dat ul«
aangelegenbeden van sjjn geslacht regelt. De
stsm wordt bestunrd door een raad, waarvan de
leden door de afsonderlijke geslatfaten gekoien
worden. Deie raad benoemt ook het boofd van
drai stam, meestal nit een bepaaJd geslacht, ter-
wgl voor dan oorlog een desknndige leider wordt
aangewezen. Hnwelgken binnen de getlaefaten i^n
verboden. De erfopvolging geschiedt meestal in
vroDwelgke Ign; op hetjEestoiven hoofd Tolgt de
zoon van lijn zuster. Dese instelling Teihoo^
de positie der vronw, die volstrekt niet de slavin
Tsn den man is. Haar stem il lelts in den raad
niet looder invloed; in sommigs gevsllen hebben
ztj zelfs wel de waardigheid van stamhoofd be-
kleed. Het bnwelijk wordt door koop gesloten;
slechts rijken hebbeoi meer dan Mn vroow. De
reeds geslaehurijpe meisjes huwen ongeveer met
haar elfde tot twaalfde jaar, doch worden spoe-
dig daarna leelnk. Eet aantal kindeten ie gering.
Bij bijna alle lodisnen werden slaven, meestal
krggBgevBnKenen gehouden. Hun godsdienst open-
baart lich in een aantal mythen, waarvan de
vfwniaamrie spreken van een goed weten, dat
als schepper vso het heelal en ui stamvader van
tiet volk geprezen en dikwqli in de gedaante van
een dier (r»af, haai, wolf) voorgesteld wordt.
Bij de meeste stammen vindt men in den een of
snderen vorm ook den zonnedisnst; zeer ver-
ureid is de mjthe van een dondervogel. Boven-
dien gelooven ig aan een aantal hoogere en la-
gere geesten, die den mensefa deels goed, deels
DigilizedbyGoOglC
mDIAMEN— nnHOATBÜR.
dcdit geiind liJD. Ds benreiing der booK gcM-
ten en de uilochnlng fan den Kredientt benitt
bjj de geneetkDDdigui (tjamotien), di« all MO-
danig «n al> mot^eUe» d«r loekomct, rtgea-
maken, leiden lan geheime senootichappeD eni.
rrooten iDfloed hebben. T«t de godedienitiee ge-
raikea bebooren cok de oproeiing tbd oanieii
«n dikwjili Treeielqke lelkir^Dgeo, (lieh op-
hangen aan toawen, die door de doorboorde aptc-
loi Tan ledemilen, borat en nig getrokken luu).
Het kven biersamiala werd ali een ToortieUIng
Tan het aardeehe beeehoDvd, waarotn men den
doH>den bon lieielingetocinrerpen en apgten mee-
Van de vroegere eigeiiuidigheden ii iirtai-
Kheo doot de onofriwudelgke aanraking met de
blanken Teel Terloren gqgaan; tegenwoordig ii
het grootate deel der Indianen tot bet Cbritten-
dom bekeerd, alleen in de meut afvegen stre-
ken Ttn Noord- en Zoid-Amerika ign itamneD
orergebleTen, die nog niet onder den ÏUTloed der
Earopeeaebe betefaiTiog gekomen tjjn. De be-
bandeling, die de Indianen, met name in Noord-
Amerika, tan de blanken ondeTTonden hebben,
il aehandelök geweeit. In de oorlogen tnttchea
beide ratten bleita >Q natnorlf^ in de minder-
heid en werden tot afmaaide gebioden (rfo-
tetioiu} bMWiU; dikw^Ia eehter werden vj ook
weH nit de bns toegeweien woonpUalten Te^
jaagd. De don het Coigrei ten gQitte der In-
dianen nitgcTaardigde wetten kwamen leld» tot
litToering, en in 1825 werd ondet preiident
Jfowroa biuloten de ten O. Tan den Uittiitippl
wonende Indianen naar het W. te Teiplaatten; de
Seminolen in Florida gaTan eertt n barden ittji)
toe en de Tajerokeeien, die in Qeorgit weltaren-
d« dorpen beiaten, wektn eent na lange miahan-
deling in 1S38. De kotten Tan alle door de Ver-
éenigde Staten tegen de Indianen KCToerde oor-
logen beeft men op een milliard doTlan eeiebat.
In meer dan 40 oorlogen Tieten 14 000 Slanken
en 80000 klearlingen. Het spreekt »antdf, dat
hun aantal ledert de komit der blanken ainilen-
1^ afgenomen ie; TersehiHende atammen lijn
nitgettorTen, andere lamengetmolten. Een groot
aantal it ook door Termenging mei blanken en
Negen Terloren gegaan, f^rentegen ia de In-
diaantebe beTolkina Tan Zoid-Amerika Trijwel
eonitant gebltfen. Het nheele aanl*l Indianen
Khtt men op 9 — 10 milDoen.
De nitgaTen der Ter. Staten iten behocTe Tan
.de Indiaaniehe bcTolking bedroegen in 1901:
10 905 073 dollar. De 58 atmwiet t«ilaan een
opperTlakte Ttn 24 millkien H.A., waarTan eebler
ileehte ± 160 000 bebouwd tqn. Het land ligt
in kleine pereeelep ten O. Tan den Uieiitaippi
in New- York, Noord -Carolina, Michigao en Wit-
eoniin. in grooteren lamenbang ten W. tan ge-
noemde riiier <iie Indkmmlemlorium). Bgna
oTeral ii een toeneming Tan de bebouwde opper-
Tlakte, opbnnget Tan den «ogat en den vee-
itapel merkbaar; het besehaTingeproeei ion nog
eneller in ina werk gaan, indien xieh niet onder
de betere elementen der blanke bevolking leer
Teel ileebte bevonden, loodat eenïge etammen
aan den welïtwaar door atrenge wetten Terboden,
maar toeh tiinnengeeraokkelden brandewgn en de
eveneeni isgeroerde getlaefatniekten te gronde
C. Dodi terwj^ het aantal Indianen in de
enigde SUten van 1860 tot 1900 aehterait-
gipg Tan 339 421 tot 237 196, waren er Tolgau
den eenini Tan 1910 weer 265 683. Het aantal
Indianen in Canada wat op den Sisten Haart
1S12: 104 956.
lAttratuHT: O. B. ÖrinneÜ, North Ameiiean
Indiana ot to daj (Ghicago 1900); deKlfde, Tbe
■ ■ of toda7(New^rkl9Il):JV.P«rro(,In.
nerleben. Gl Qrtn Cbaco (Lei^ig 1912); S. Cklin,
Otmea ot the North American Indians (Accom-
pan;ing paper to the 24tfa Beport ot tbe Borean
ot American Bthnologr, 1907); F. flooj^ Hand-
boek of American Indian langnagee (Waahing-
(on 1911 T.T.}.
IiuUuisntaiTltoriam wia de naam tooi
16den Jnli 190S mat OkLahoma Toreenigd veid
tot een nieowen itaat onder den naam (Mabo-
ma. In deien itaat woonden in 1910 w» 74825
Indianen. De «ooteodeeli tot d« ateenkolantor-
matie b^ooieiMe bodem U golTesd; het kKmaat
geMmd en aangenaam; het land Tmchtbaai en
Toor landbonw en neeteek getehikt, die aaut de
Jaebt de hoofdbeiigbedeD der Indianen totdmb.
Verbonwd worden male, katow, tuwe, haT«i en
aardanielan. SteeBkolenmifiieo Tindt men in bet
Z. en O. Otik wordt er aaphalt gewonnen.
IndlA Bnbber in de Engeliehe naam voor
eaontehone (lie aldaar).
ZndlOMn ie bet glncoiied, dat in de blade-
ren der indigf^lanten (indigofen tinetoria en
leploetyeha) Toorkomt en waainit het indigotioi,
de eigenigke blanwe kleantof Tan de indigo Ter-
bij ainweiighrid van water. De tormnie it Cu
HiTNOfSHtO. iDoor inwerking van water oader
ioTloed Tan indimaleien, een easyim, dat teveni
stof <ran de IneM oxtder ataeheiding Tan water
overgaat in indigo (Ct^uNfO*).
Zndloa>t«ar ie een initmment, dat dimtToor
het opnemen van di^rammeu (tie aldaar) Tan
itoommaehinei, raamotoren, oliemotoren, pom-
pen, eni. Een indieateur van nienwe eoattmotit
II die Tan Z)reyer, Roeenitrafii en Droop te
Haanover {lïe de tig. 1, 2, S en 4). Het toot-
naamate deel hierTan ii de ejlinder a (fig. 1),
die op den atoomcründer beTittigd ii en door
een kraan h {tig. 2) met deien in geraeeniehap
gebncht kan worden. Hierin kta een iniger b
met geringe wryTing op en neer bewegen. Di
iniger moet eehter den itoom Tolkomen afilni-
ten. Om te Toorkomen, dat bq ongelijke nittetling
van den ïndieatenreylinder en den iniget de
laatste aieh niet meer Trq loa kunnen bewegen,
il de inietejlinder a, aangebracht. De BuiigeT
wordt door «en Teer t omlaag gedmkt, terwfl de
atoomdrak hem omhoop wil bewegen. De ttand
—"■ den iniger geeft od« de ipanning Tan den
n :n den stoom^linder aan. De verplaatsiB-
gen Tan den iniger tgn leer klein en moeten dat
door een hetboomenitelael Tergroot worden. Zy
D,o,l,zedb,GoOgle
worden op een bhd papier, det op een ejïioitz
TUk metBioe h {tig. 1) geBpennen ib, aatomatiieh
opgeteekend. De q'Iindei wordt door een koord
heen «n weer gedraaid. Dit geBohiedtmeldeioo-
genaamde reduotieiol. Het koord 8, dat om de rol
kleine lol r, die op de as Tan R benetigd ie.
Wordt door de machine het koord 8 naar IJnkB
getrokken, dan wordt de rol gedraaid en liet
Fig. 8. Isdicateur.
koord i wordt op de rol r gewikkeld. De papier-
trommel krjj^t dan een beweging, die kleiner,
maar evenredig ie met die ran den etooroiuiger.
De teruggaande beweging wordt verooriaakt door
een spiraalTeer, die in de trommel it aange-
bracht. In plaats Tan een reduotierol wordt ook
aeer veel een betboometeleel toegepast,
om de kruiek<q)beweging Teiileind «vei
■te brengen oó de papiertrommel. In
iig. 1 iB duidelijk te zien, boe de bewe-
ging tan den xaiger b (^ bet papier
op <
einde g door middel tap twee heftwomi.
armen recbtlönig bewogen wordt. Zoo-
doende krggt g een beweging gelf^-
Tormig met die Tan den iniger b, maar
eenige malen grooter. Bg g is een
«eb roei met meiaingen etilt aange-
bracdit, die een lijn op bet papier be-
echigtt. Fig. 3 alelt een indieatenr van
Drejw, RoMtiironi ^ Droop Toor, die
gebrnikt wordt by liooge dninlogen en
OTerrerhittea etoom. De Teer / ia hier bni-
4en den c;linder aangebracht en door
il Tan een bengel b aan de ini-
ag k TeifaindeD. Voor aitelloopen-
iMinea wordt de lichtatraalindiea-
teai of monograaf ran HotpiMUr en
CarpmtUr (^g. 4) gebruikt. Ben tp»-
' op drie ponten a, b en e; a ia
irbonden met een diafragma,
waarop de drnkking Tan den atoom
Iieu den
middel t
«■I
B {tig. 2) gealagen ia, wordt aan den krniakop | ataat, o krqgt een beweging gelnkTormig met
Tan de machine vaitgamaakt. Het koord t loopt lan de ma(£ine. De atand Tan den api^el ia c
«Ter een fchgt Tan de papiertronimel en oTer de | albankelgk Tan de beweging rss de maebine
die
DigilizedbyGoOglC
miDICATBÜR— DnaOATIEIJltDIAORAM.
Tta de ip&nnin^ tid den «toom in den ejlinder,
eveniiKi de riehtkig tui den ternggekutsten
Fig, 4. IikdieAteni.
l'tchtitTtal, dien men op pfaotogntfMli papier kto
op Tingen. .
Indloatanrdlarnun " ^^ diagram, dat
met behulp tan. eeo indieatenr genomen wordt
Tan kracht- en arbeidawerktDigen met inigerbe-
we^ing. Het «eeft een beeld Tan de dinkveran-
deringsn in oen «ylinder, in ttiband met den
weg, dien de zuiger heeft alcelegd. ot, wat op
hetieltde neerkomt, in verband met het Tolnmen
Tan bet gaa {de iloeiitof), dat (die) de dmtrer-
anderingen ondergaM. Fig. 1 itelt een dingram
Toor Tan een ééDcylinder ttoomwerktnig, werken-
de xonder condeniatie. Twee, loodrecht op elkan-
der Btaande aiaen, angden elkaar in O. In de rich-
ting der horizontale as zgn de TOlnmina nitge-
»et tan den etoom in dien eyünder, en In de rich-
ting der Tertikale aa de arukklngen. Onder de
honiontale ae is nog «en lijn geteekend, die de
inigerweg s Tooretelt; « ia ae cchadelijke rnimte,
die eteedi met etoom gerold is. Staat de zniger
in 1, dan is de atoomdrnk aa'. De stoom treedt
att de sehailkast door de atoompoort in den
itoomeylinder, totdat de naar ükb bewegende
iniger in 2 gekomen ia; de toelaat eindigt en de
expansie begint Oedorende den toelaat ii de
dmk Trgwel conatant geblcTen, en on^oTeer ge-
Igk aan die in de aehnifkut; bg de ezpaniie
daalt hq atuk van 6(' tot m*. Ala de niger in S
Pig. 1. Indiealeordiagram.
il, bwint de uitlaat en daalt de drak (nel tot
eTen SoTen de atmesfeiisdie Iqn; doch de ini^r
bedt dan bet eiode Tan den dag (4) al bereikt
en is reeds op den tenuweg. oli dit geTal ia. De
dmk werkt nn tegen de beweging Tan den zni-
ger in; men preekt dan ook Tan tegendnA. De
l^endrnklnn bl^ft eTenw^dig loopen aan de
atmosferiaebe Ijjn, tot e (xniger in 5). Be nM-
laat eindigt hier en de nog aanwezige atoom
wordt gecomprimeerd tot t ^miger in 6). Hoewel
de laiger den terugweg nog niet geheel beelt al-
gelt^d, wordt toob al Tersehe «toom toegelaten
om te zotgen, dat de druk weer oa* is by net be-
gin Tan tal TOlgenden sUg. Vaak wyken de ge-
nomen diagrammen af van het in tig. 1 getee-
kende; men kan dan nit de afwijkingen nagaan,
welke fonten de machine beelt. Zoo knnnen de
sloomTerdeelingiorganen ol de zni^r lek ign,
de tloonpoorten te nsnw zgn, de In1a»t of de
nitlaat t« vroeg of t« laat beginnen of eindigen,
eni. Uit het diagram ii verder de gemiddelde
drnk te bepalen; eene grootheid, die noodig js
bji de beiekenii^ Tan het indicateurreimogen
^i
4^
"<! «^
i ^.A
f?
Fig. 2. Indieateuidiigiam.
tan de machine. Fig. 2 geeft het diagram lan
een lucbteon^reaaor. By het begin Tan den «lag
staat de iniger in 1, en beweegt dan naar linki;
de loriit, die nog in de schadeljjke ruimte Is, en
een drak oa' beeft, expandeert tot 66', waarna
buitenbcht wordt aangetogen. Bn den lernggau-
dcn slag Tan den iniger wordt de Jneht gecom'
D,o,l,zedb,GoOgle
INDICA'raxntDUORAM— INDIË.
priineeid totdkt d« diot dS is, wurna i^ in de
perileiding wordt geperst. In Rg. 1 ii de infaoad
van abedef de arbeid, welke de (toom tct-
rieht op den tuiser. In lig. 2 is de inbood tkd
abed de trbeid, door Ma niger op de lucht
Terricht.
XndlMtcnrvsanlekraeht is de «enbeid,
wMUin het -rermogen tu een stoommaehtDe, gu-,
beniioe-, pefrolenmmotor, eni. wordt nUgedrnkt,
looalt die Tolgt ait het disgnm, genomen met
een indiettenr.
Zndloktle. Indicatie beteekent „isnwgiing'
en il een term, die in de geneeekunde Teel ge-
bruikt wordt, alt men loekt naar d« w^ie, w
op een liekte bestreden moet worden. Hen
defBcheidt een ïndieatio emualit, sU aanwgiiog
Tsn de bestTJjding van d« ooruak ran de siekte,
nssst een huUeatio «ym^toiMittBa, ale er reden
voor il een det Tereéhgnsels na de liekte te
beitrjden, bjJT. boest of pgn. Verder kan er een
ittdieatio vitalit lün, alt het leren van den pa-
tiiot iKdreigd wordt. Men ii niet altjjd in staat
aan een bepaalde indicatie te Toldoen door bel
dsarroor paiaend medicament to( te dienen, want
loma is er een tieletsel tegen, een i.g. eonlra-in-
IndloatlwHB of aanloottendt tirgj tsd een
iweiiwoord drukt uit, dat de handeling zonder eani-
fe nwrwa*rde plaata beeft. Hg ondertebeidt lieh
ierdoor Tan de aanvotgende wiji, die een Toor-
wssrdelgke hsDdeling aaodaidl.
Indloator. Hieronder rerstaat men in de
scheikunde een etot, die door klearMiaiIag of
door bet doen ontstaan Tan karakteristieke neer-
slaan het einde van een reactie u,ngr«U. Ue
veraer Analyte, ehemiÊcht: Titreemuthode.
iBdlolnm of aameymg it een bewgsmiddel
in etrafiaken; de wet Teistaat daaronder daad-
laken. gebenrtenissen of omstandighedep, wel-
ker bet^Q en orereenstemming, loo onderling,
sis met bel ten Isste gelegde feit lelt, klaarblgke-
Ijfk aantoonen, dat er een etrafbaar feit gepleegd
is en wie bet hedreren heeft. De Banwgiingen
tqn te Tergelgken met d« rermoedens tbd de cl-
TÏeie bew^oering waarbij echter Tooral dit P'in-
cipieele Teriehil Ïd bet oog moet worden gebou-
d«D, dat tegen aanwijzingen altijd tegenbewqs
\i toegelaten. Het bestaan der saDwöiingen lelt
moet ook beweien worden door de middelen, die
de wet daaTTOor saneeeft. Deze middelen 1^"=
1*. getaigeo; 2*. achrittelgke bescheiden; S*. jwr-
soonlijk ondenoek of beiiebtising door den rech-
ter; i*. eigen erkentenis Tsn den beklaagde, lelti
buiten bet reebt gedaan. Een aanwgiing taag dm
niet worden bewezen door een andere aanwqiin^
of met aodere woorden, de reebter mag niet ntt
bet bestaan Tsn een »ker feit het beslaan tsu
een ander feit afleiden op grond ran welk laat-
ste dan geeonclndeerd wordt tot het beweien iqd
Tan het ten laste gelegde. De beoordeeling der
kracht Tan bewgi eener aanwijiing ligt in elk
geral aan den peehter. Zgn geweten, legt onie
wet, wordt op bet eraetigste belast met de inadit-
nemiog van de slleraflente lorgTnldightrd en
nauwkeurigbeid in dat ondenoek. Zie Bewtft en
Aanwinng.
iHdlotl*, RomeinseAe, ft d« ammggmg Tan
het bedrag der te betalen belasting, welke de
Romeinen onder Conttmtpi den Oroote moet-
ten opbrengen en die op een OTer 15 jaren loo-
peode ^ndbelastine gebsseerd was. 'Dsarns werd
die periode lelf ittdietie genoemd. De indietiBn
Tsngsjsar onier jaartelling terngkeert, Tjadtmèn
dat dit OTereenkoml met liet 4de eener indictie.
Om nu de indictie tsu het loopende jssr te be-
rekenen, moet men et S bg voegen en de som door
15 deelen, wsama de reet bet getal der indictie
aanwQst. Is er geen rest, dan is de indictie =
15. De indictie werd gedurende de Middeleeu-
wen steeds in de openbare stukken rermeld. Het
indietiejaar nam een samang met den 24sten,
later met den Islen September en eindelijk, toI-
geoe een verordening tan den paus, met den
Is ten Januari.
XndlV (tie de kaarten) it in de ruimste be-
teekenit de algemeene naam Toor het deel Tan
Aiifl van den luidoosthoek tsb Fenit tot aan de
luidwettproTinciBn Tan China, wsarran iu het
noordm de grens MTonnd wordt door de geber^*
ten, dte met den Elboers hennen, oTor de sw-
delgke keten Tan den Hindoe-Koh en den Hinw-
laia loopt en met de Alpen in Tnnnan eindigen.
Eierbg lomen nog «en aantel eilanden en eilan-
den^oepen. In de Oudheid weiden deie landen
IndiB genoemd, later kregen sq, in tegenatelling
met West-IndiS, den naam Oott-IndÜ. Bjj ons
wordt onder laatalgen
' " ' " t-inJa
rndiS
reeds Troeg handelsbetrekkingen hadden, waren de
Grieken in oudere tödeo roet IndiS sleebts be-
kend door berichten, die sij «rei Penit (i»}i. door
Clesios) kregen, flerodofus kende Tan Indifi tleehlt
de itreken Isngt den Indns; bij de betcbrqTing
Tan Zersea' leger maakt hq melding Tsn „don*
kergeklenrde" Indisdie hnlptioe^ en noemt ben
de Jsmana (Dtjamns) doordrong, en door Mega»-
Ihetus, die als geiaitt Tan Sehiau gentinen tijd
te Patalipoetra vertoefde. Erabutkewet (f 198
T. Cbr.) kende reeds de laidpunt Tan VoorJndÜ
en Taprcbane (Cejion), maar gat den Oangei,
als de ooatel^ste grensrivier op in de nabSheid
Tan Thinai (China). Onder keiier Obmdivg (f 54)
kwsjnen geisnten vsn koning SocAtnt vsn Cej-
lon naar Rome. De beroemde aardrijk tknnd (ge
Ptokmaau (2de eenw na Cbr.), die leedt Voor-
en Achter-lndii ondertebeidt. maakt melding Tan
den „Gooden Chersonesos" (Halska) en Tan JaTa
en andere eilanden. Natnnr- en kanatproducten
waren reedt onder de Seleokiden in groeten ge-
tale naar Europa gekcsnen; in de MiodeleenweB
kwamen er deels langs karavaanwegen door de
woestijnen Tan Hiddei-AiiE naar de kuttlanden
der Ksspische en Zwsrte Zee. deels door de Ara-
bieren naar Egypte en vandaar door de Vene-
tiiuien, Genaeeien en Fioientonen naar West-
ËoFt^a. De belangetellinp in indii werd weer
opgewekt door de reisbenebt^ Tsn ifareo Polo,
D,o,l,zedb,GoOglc
INDIE, I. VOOfUNDlIE.
(kbtriek mm PorinoM en Sieota iff Ooidi. V«ot-
■1 OhiDft «D Japu, die moi. ueh dtebt «b tot
Aehter-JnÜt benooreuik, lüa gandUaden, wekten
gnote belangtteUing. Het Tinden tu dan *m-
weg door Fok» da Omm (1498) wu het lein
TOOT de veroTering en koloniiatie «u Indit door
I «niTH
Z. Voor-IlldU (i>e de ktut) Tormt een on-
TegdiintigeD TteAoek, die door het Htnktlftj»-
Eibergte, dea Indni, wuuMht» lieh het Bo<w-
nd Tin Inu Terheft, de Artbieehe Zee en de
Qolf TU Beogtleii begieasd wordt. De oppei-
Tlftkte bediwvt ongeveer 3 57SO0O T.km.
OntdtkkxttgtgtÊeki»-'---'- -" <
onl^eikktling. Zie Ani.
Bodtmgett^liktid. Het noorden tbd
Toor-lndiB lonnt het TOoiknd tm het Himilftja-
gebeigte, U leer TiQcfatbui en heelt wn gnn-
■lig kllmict; diAii^ Toigt Hindoeettn, oogt-
*eer 1,9 mïllioen T.km. groot, een eindelooie
lugrUUe, welke de ooithellt Tan het Indaege-
bied en het etroomgebied Tan de Ga&gee omvat.
DcM ^liJrte bestaat in het wsaten uit een gioo-
tendeeli landiK deppen- en woeetjgngebied; al-
leen de N. helft enu, Pendijajè, ii vtuehtbaai.
In het N.W. Ttodt men een uttgeitiekt geher^te.
Ten O. Taa den Indu breidt lieh de woeotyn,
Thai of Uur, welke in het mtden een groot
lootmoeiaa, Ban «f Saa geheeten, ronnt, nit-
Het ootten «ao deie vlakte wordt door een moe-
raeaig wowHaadadiap yaa den fiimalaja geeehei-
den, daaraan «eiut de Tlakte van den Ganget
of het «genldie iHmdocta% die leer vinehtbaar,
doeb ongewnd ii. Aan den rand Tan de Qangte-
delta Toman de SoBderbvadi een aantal moerat-
•ige, met dieiite ocnroaden bedekte eilanden.
Het hoogland van VoorJadiS, dat bet grootete
deel van het «ehiereiland iuieemt, bettaat nit
on gefioleetd plateaa, nJ. dat van Dekan of
Dekhan, met Cejlon aamen ongcTeer 1,7 millioea
T. km. groot Het wordt in het O. door de Ooat-
QhatL in het W. door de Weit-Ohati begrened,
terwgl het in bet N. door het W.0. gerichte
Satpoera- en Vindhyagebeigte geeehnden wordt
van een noordelgker gelegen plataan. Waar de
bttde Ghati in het Z. eamen komen, rljit sit de
laagte, Gap geheeten, het Nilgirigebergte op,
dat lieh door middel Tan de rotsen der Adami-
brug Toortiet tol op CeWon. fiet Deksnplatean
ligt iD het W. lOOO— 1300 m.. in het midden
500 — 800 m. hoog. Alle rivieren ontspringen in
bet W. en monden uit in de Golf van Bengalen.
De bodem ïi vmefatbiar, doch moet knnitmatig
besproeid worden. Langs de kasten van Toor-In-
di< TÏndt man ilakten, waarvsn dis lann de
DOstknit Teel breeder is dan langs de westkust;
beide worden rijkelgk besproeid en ign hg uit-
stek T ruchtbaar.
Oeologii. Zie AxU.
R t « j e r e K. De voomaamtte wateren Tan het
land, de Gsnges, de Brahmapoetra en de Indaa
met sijn lijrivier de Satledej, ontspringen aan
den noordelgken voet van den Bkntlaja en stroo-
men, nadat lü door dit gebergte heen gebroken
lün, door de groote laagvldtte van het noorden.
Alle andere rivieren oatsprineen in het land
lelt. In de Arabische Zee monden de Sabarmati,
de Hafci, de Narbada, de Tapti en enkele korte,
woeslo, uit de Weat-Gbats komende rivieren nit,
op de ooitiyde van Voor-IndiS 4reft men de Ha-
hanadi, de Godavaii, de Kistna, de Pennar en
de Kaweri aan. Alleen de Oanges, de Brahau-
poetra en de Indu* lön voor de scheepvaart van
groot belang. Het land is arm aan meren.
KlimaaL Voor-IndiS ie een van de warm-
ste landen van de aarde; de hotste temperatu-
ren komen in het droge N.W. Toor, de gemid-
delde temperatuir is ia het Z. het hoogste. Te
Hadras ii ds gemiddelde jaartemperatuar 27,9*
C, de temperatnnTsi Ie raten, die er wi
men werden, bediocgeo 43,7* en 16,1*; i
bore lijn deie egkrs i«sp. M,9*, 47,9* en —0,1* C.
Het kHmaat wordt beheeradit door de moesoos.
Ifen onderscheidt 3 jaargetijden een koele ft-
riode, ongcTeer Tan Oetober tot Haart, «en wu-
me, Tan Afril tot aan den regont|jd, en den re-
Entgd, waarTan duur, begin en einde Teisehil-
id ign. De meeste r^en valt in de dalen, die
Toor den tnidwestmoeaon toegankelnk sjjn, voor-
al ran d« Weal-Ohate en Tan den Himahtja. Te
Tsjerrapoendji, de i^eniükste plaala Tas de
aarde, bedrawt de gemiddelde regenhoeveelhud
jaarl^B 12 530 mm., en werd wri eens op ééa
dag een regenval Tan 1036 mm. gemeten, ia féu
maand van bgna 10 000 mm. Het nitblijvai van
den regen heeft, vooral op bet hoogland Tan
Dekan, somtnda verseh rik telg ken hongersnood
ten gevolge. Tgdens de kenteringen richten cj-
elonen vaiik groote verwoestingen t*a. Pest en
cholera komen dikwqls voor.
Plamt*Hri k. In den Himalaja kan men
verschillende plantengordels onderscheiden. De
laidvoet ia met ondoordringbaar atruikgewas be-
groeid, varder naar ïoven treft men aebtereenvol-
gans een tiopisebe, een sohtropischa an een ge-
matigde flora aan. De boomgrens li^t er op on-
geveer 8600 m. hoogte, waarboven xieb tot 4500
■n. de btoemenrgke Alpenweiden aitstrdken. In
de vUten langs den Indos en ign igrivieren
komen nsast uitgestrekte woeitgnen, tamarisken-
wonden en seaeia'! voor. In Bengalen en ia de
Truehtbare vlakten «n kuetitreien Tan bel schier-
eiland beeraebt daarentegen een weelderige ptso-
tengroei. Daar groeiden aurantiaeeeSn, citroenen,
orsnjeappels, Tggen, gommiboomen, snikerriel,
ksneelboomen, bananen, peper, rgst, palmen, ssn-
dethout, tei^hant «ni..
Dierenwereld. Tot de Toorstamate roof-
dieren, waaraan Vooi-Indil leer r{jk ia, bebooren
de tgger, de panter, de hyena, de wolt, de wilde
hond. de olitaot, de neuihoorn; verder ign er
lalrük ipen en wilde iwgoen, op Goedsjerat komt
ook de leeuw voor. Voor-India heiit yle vogels
en rentiliCn. vooral slangen. In de livierca leven
talrgka krokodillen.
Dêllitoftt». De rijkdom aan mineralen is
leer croot, eerst in ita Isataan tQd eehler trekt
men daarvan meer voordeel. In de rivieren wordt
op sommige plaatsta good gevonden; koper wordt
tagenwooraig alleon nog in Badsjpoelana ei
Tsjoetia Jfagpoer gedolven; verder vindt men
lilver, lood, anIinwMiun-, nikkel- en kobatlert-
aen. Uier- en mangaaaerta en steenkool bevat
de bodem op leer vele plaatsen, evenala petro-
leum. Indit )• van endahai beroemd wegens lijn
diamanten. Tegenwoor^ vindt men er nog sma-
DigilizedbyGoOglC
D,o,l,zedb,GoOgle
a
z
a:
o
o
>
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
a
z
I
O
O
>
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
INDIE, I VOOBhENDIË.
ngi, ti^ut, robjJD, utfier, JMpia, igut, gn-
Dut «ni. Ode Inert de bodem lont, mica, »I-
Bevolking. Het untal inwone» »n Voor-
lodifl il niet itioiHletlük opgegeTen. Vrii Rriticti-
ladiS of Britseh-Ooit-IiHl», wutfu Voor-IndiB
bet grootste deel aitniMkt, bednuwt dit met ii
IwKiip yen. Me leenitaten (1911) SIS 084 000,
d. 1. oogeveer >/s Tan de beTolkiog der gebeele
uide, wurvaa 244 267 000 m de osder recbt-
streekteb beituar geplutete en 70 888000 in de
laulitatao wonen. In eeritgenoemd gebied telde
de beToIkin^ 124 873 000 mennen en 110303 OOD
vconwen. Boewei sedert 1601 jeren leng in tele
■treken de beTolking door peit en hanaerinaod
eteik i> scbleroitj^enen, looale ook uit de Tolke-
telÜDg TUI 1905 geleken is, nam de bevolking
fan het geheele gebied geitadig toe, want i^ be-
drog in 1901 oog «lechts 294,86 millioen. In
eigenlijk iHindoetan Tormen de Aiisefae IndiBti
of eigenlüke Hindoe'e bet boofdbeetanddeel van
de befotting, (in 1901: 219,8 millioen), in Dekan
de Dravida^e <in 1901: 56,5 millioen). Verwant
met deien lijn de Eolarifitt {in lOOI: 8,2 mil-
lioen) in Bengalen. Nust deie, tot ót oadite
beTolkiw behoorende ttammen, b ebben lich in
VoorJndii latei een aantal andere itanunen ge-
veetigd, looali de nakomelingen Tan de Ifokem-
meduniebe TerOTerura, &it 4tels van Mongool-
echen, deeli Tan PeiiiKb-Turkidien oorsprong
iQn, de Afghanen. de Arabieren eni Het aantal
TieemdelinKen bedraagt (1011) 650 502, waaron-
der 122 919 Britten en 8076 andere Europeanen,
Amerikanen ot blaid:en uit AD»tralil. De iterfe-
lijkheid il leei ^oot; in 1004 kwamen 24 037
menieben door tggers, slangen enz. om het leTen.
Voor de alionderl^ke gewesten, bnn opperylakte
«n beTolking, lie bet utikri BriU^Indill.
Haar den godicKenet onderscheidde men (1011)
217,6 mill. Hindoei, 66,6 miU. Uobammedaneit,
10,7 mill. Boeddbieten, 10,8 milL natunraanbid-
ders, 8,9 mill. Christenen, 8 mill. Siktii. 1,2 mill.
fiijaina, btina 100000 Pu«i, 16183 Joden, eni.
Er lÖB 80 lendlngigenootschappen werkzaam.
Naar de talen bestaat er nog Teel grooter on-
deiBcbeid dan naar den godsdienst, daar er 83 ta-
len door meer individnen gesproken worden dan
Eïngelech. daarran bet Hindi door 62, het Ben-
Sli door 48,87, bet Telngn door 23,54, bet
srathi 'door 10,81 millioen menseben.
Slaalkmdig behoort geheel Voor-IndiS aan En-
geland, met nitioDdering Tan enkele, weinig be-
langrijke beiittingen «an Frankrijk en Portugal
(lie die artikelen Franielte en Porhi^eeseke iold-
Beiehatingttoeiland. Oer bet alge-
meen itaat dé beTolking op een laeen trap Tan
beMfaating, wat een gerolg ia Tan ik onderdruk-
king door Treemde stammen, Tan de Terwarde
BiDnenlindsehe toestanden, Tan de heeriehende
dsdientten en tan het door den godsdienst ge-
igde kastenweien. In 1911 konden ileebli
18,5 millioen bewonen, waaronder 1,6 millioen
vronwen, leien en sehr^Ten, en Terstonden
slechts 1,7 mill. pereonen ieti Tsn de Engelsehe
taal. Het land Deiit Tgf hooee lebDlen en
185 584 andere onderwgiinatellingen (18870
IX.
Toor meiijes), aamen met 7,5 mill. leerlingen
(6,4 milL mannelüke, 1,1 mill. TTonwelijke). On-
der deze onderwQsin stellingen waren 1S1444 la-
fere scholen met 5 522 043 leerlingen, daarbij
4 731 Toor meiijes met 909 657 leerlingen. De
nitgaTCD Toor onderwijs bedroegen in het jaar
1913—1914 £ 6,7 millioen. Van de leerplichtige
kinderen bezochten slechts 82,8 % tsd de jongens
en 5,9 % der meiijes een school. Met de volks-
ontwikkeling is het dan ook trearig gesteld. Toch
Tcriaont bet Toik in zijn yoortbrengselen tan
poizie, beeldhouwkunst en sichitectnar nog spo-
ren Tan zijn Troegere, hoogstaande beschaving.
In bet BritKh-Indisebe r^ik rerschijnen 1447
conranten en tijdschriften.
Middeltn van bet laan. Tengevolge van
de vrnebtbaarheid van den bodem is de Umd-
bouw het voornaamste middel van bestaan, Tan-
daar dat 224-7 nuU. menschen Tan landbouw en
Teeteelt leTen. Deze staat eebler nog op een la-
gen trap Tan ontwïkeHng; eerst sedert 1891
trscbt de regeeriog door het oprichten ran land-
bcawcoUegei, proelitationi enz. alsook door een
betere beiproeiing bierin Terlutering te bren-
^n. De voornaamste prodneten zijn rgit, tarwe,
katoen, oliezaden, jnte, lardnoten, suikerriet, in-
digo en thee.
De oppervlakte, door de Toomaamita landbonw-
gewauen ingenomen, en de opbrengct bedroeg
in het Jaar 1918— 1914:
I_
tal
GcwassCD.
in tonnen
gi.ax
X 1000
o
Ril«
7S42S
M47S
38790
Tarwe
8358
iCatoen
25033
5066 (balen)
Lijniaad, zuiver
3664
3Ï7
„ , gemengd
367
59
Papaper en mosterd-
zaad, zuiver . .
4II3
760
dera, gemengd . .
3IS4
3Ï7
4234
361
„ , gemengd
850
4a
Aardnoten. . . .
3106
749
[ate
3911
8894 (balen)
indigo
173
37
Suikerriet ....
3S4S
3391
Thee
6io
307 249 (ponden)
De gebeele blowde «^perrlakte bedroeg
246 989228 acres, de bcTloeide landerijen be-
sloegen meer dan 45 mill. aeret, waarran l^ina
20,5 mill. bevloeid werden door middel Tan Ka-
nalen, 6,3 door middel ran stowbekkens, 13,7
door patten en 6,2 nnll. eeres op andere wijie.
Tan regeeringiwege werden ongeTeer 25 milL
acres bevloeïd. De vëeUeil ii van Teel mindn
bete^enii. Rnnderen, paarden en schiqwn wor-
den geteeld, doch leTeren ^n fraaie rassen. De
zjjdenqtienteelt U aebtemitgqaan. De boeiebea
worden sedert 1877 door een ijk^MNehdeparte-
DigilizedbyGoOglC
INDIË. I VOaR-WMË.
ment Toor uitroriiig bcMbenad. In 1914 waren
246 612 vierkuile EngiÜKbe mqlen met boKh
t«dekt en bedroegen ae legMTingainkomiten nit
de boMhcnltmiT ruim £ 1 jnillioen.
De avveriUid hftogt luow met den kndbonw
•unen. De ïolandK&e bevolking hondt lidi dr
den bndbouw bet meeit beiig met bet wwan
TU kitoenen stoffen; TeideT w«rdt door bui
inde responnen en feweven, weeft ijj shcwls en
Tloerkleeden, verrurdigt ig bontsnüweifc en be-
werkt meUlen. Velen nnden een betttu bjj de
theebereiding, in 1»14— 1»16: 676000 pereoneo.
Ei werd thee gn>lnkt Tan 566 «eres, de op-
brengst bedroeg 313 nrill. ponnds, de nitioer
802^ mill. Verder rindt men in BritMh-IndÜ:
fabrieken voor katoen, jute (64), wol, papier (8),
indigo, sniker, rnit, machines, petroleum, gier,
eni., in 1014 in het geheel 2S2u met meer dan
50 arbeiders, waarran alleen de katoen fabrieken
350000, de jutefabrieken 216000 arbeiders tel-
den. De Indiaehe nüveriieid is reeds leer oud.
haar katoenen weefsel» waren Tan oadJier we-
r« fgnheid, Ueui en teekening beroemd. Door
Ennipeesehe eoncnrrentie ie ib echter leer «eb-
teruitgegaan, sleeitts enkele lakken, «raals de
shawls en tapgten Tan Kasjmier, de t^öten en
zgden ttoflen van Hoeltan en Benares, Teischil-
lende soorten mouseline, hebben hnn onden roem
gehandhaafd.
De mnbfNiw gaat in den laatsten t^ flink
Tooniit. In 1918 werd gedohen toot een waard*
Steenkool £ 3798137
Goud , 2291916
Hangaanertten „ 1211034
Petroleum „ 1034 586
Zont 541 447
Mica
Balpeter
Lood en loodertsea .
lEdelgesteenten
Tin en tinertsen ...
347 451
200 596
71597
66 542
46 401
HÖDbouwprodoeten £101tó597
Oe hanM ia in de laatste jaren sterk Tooruit-
gegaan. Ingeroerd worden io de eetite plaalt
katoenen goederei^ metalen en metaalwaren, Toe-
dtngamiddelen, oliln, sniker, macbinea, i^miea-
IMa, zode, kleederen en wollen goederen. De Toor-
naamete nitToeiartikelen ign graan, penWrueh-
ten, rnwe katoen, laden, Jute, opinm eni. Tot
1894 weiden bj^a Keen inTOerrediten geheren,
tegenwoordig ign alleen »% katoenen goedeiea
Tig. De omraag van den oteneesdien handd
met het baitenland bednxg in toepfen (X 100(^ï
1913
1913
1914
191 S
I 601 747
I 734416
1975361
3384614
1317476
1667390
Uitvoer.
1943673
3 170885
3 383 637
3 568500
1560903
1874654
Set aandeel dw verMhiUende Undeit aan den
baitdel bednwg in 1918 — 1914 in ro^en
(X 1000);
Groot BritUnnie
Frankrijk . . . .
Duitse hland . . •
Oost Honearlje . .
luliE
België
NeoerUuid . . .
Spanje
China
Japan
Ceylon
Strait ScttlemcnU ■
Java
Verecnigde Staten .
Australië . . . .
Mauritius ....
175 8"
36916
116657
43904
11954
42578
»531
1880
16876
47801
8085
34.aa6
107 45*
47903
9165
15170
939385
17 617
46495
128^
932
35 149
44419
7915
33750
81103
4*799
8506
17365
en uitvociartikelen bedroeg (in roefriten x lOOO) in
Waarde.
Katoenen slolTen en garens. . . 489989
Metalen en ertsen 137694
Suiker 105 114
Speorwegmaterieel 100835
Machines 60404
OliCn 46773
Zijde 3090S
Uierwaren 35600
Levensmiddelen 31 073
Wollen atolTen 18 847
Alcoholische dranken 18368
Specerijen 17 186
Instmmenten 13360
Ruwe katoen
Katoenen stoffen en garens
Kuwe jute
Juten stoffen
Rijst
Tarwe en tarwemeel. . .
Andere granen en meel . .
Thee
Oliezaden
Huiden en vellen
Ruwe wol
Wollen stoffen
Opium
334854
80105
1J9103
358101
>7i 595
9238a
16511
155284
146539
' as 559
33690
1697
17634
DigilizedbyGoOglC
mom, I TOOB-raciEË.
Invoer.
Wurde.
Uitvoer.
Waarde.
Papier en cuton
Vmchten en groenten
13 189
11433
10736
10170
10243
10340
Koffie .
«995
16037
8 59S
Indigo
ÏCleedingitukken
Automobielen en motorrijwielen .
Chemicdi«a
Veekoeken
Olifin
&". ::::::::
9934
9S79
938S
9330
7S30
De waarde van
Jaren.
Invoer.
Uitvoer.
Totaal.
I9>3
1914
191 s
ioo7"S
8s.8a
198754
19a 475
185 «97
Voor de -ontwikkeling van het verkeersweien heeft de Britsche regeering veel gedaan,
loovel door verbetering van havens als van apoor- en andere verkeerswegen. De omvang
van het oveneesch scheepvaartverkeer bedroeg:
Aangekon.
en.
)913
1914
1915
Naüonaliteit
Aantal
Inhond
in tonnen
Aantal
Inhoud
in tonnen
Aantal
Inhoud
in tonnen
BriöKhe
Britsch Indische
Vreemde
3554
6SÏ1537
188977
1953047
«5 076
•SS
in
6198848
153678
3309491
63063
3368
SI
793
4903067
"49 333
1 304 945
56310
Totaal . . .
4408
8 717 627
4394
8634079
3937
6313545
1913
1914
191»
Nationaliteit.
Aanta,
Inhoud
in tonnen
Aantal
Inhoud
in tonnen
Aantal
Inhoud ,
in tonnen
Britsche
Britsch Indiache
Vreemde
Inlandiche
'02
703
765
'S
6486283
145316
3066960
63871
11
5 '76751
117058
Totaal . . .
434'
8757764
4333
8 763 339
4033
6S4S340
Bst ipoorweaiMt had in 190S een lengic van
26 958, in 1915 nn 35 285 Eng. mj^en. In
loatitgienoemd jaar werden 451 milKocn reiii-
fiers Terroerd «n 80 972 000 ton goederen en
s<reiid vee. De brnio ant<rangslen der spoorwegen
bedroegen £ 40,28 millioen, de mtgaTen£2I,82
Diillioen, de netto winst £ 3,21'] mjlliwn. In
1915 beut het land 68448 postkantoren xa wer-
den ruim 940 millioen poitstakken TttMuden,
beneveni 68,9 millioen dtffbUden en mim 60
miltioen postpakketten. Het aantal telegiufkaa-
toceo bedrog 10 661, de tel^raaldradea hadden
DigilizedbyGoOglC
660
INDIE, I VOO&INDIE.
een lengte tah 880 033 mijIeD, d« Ignen;
tan Bi l2i mglen, de inkomsten bedioegen
£ 1 187 297, de uitg«Ten £ 928 388, hel auUl
verionden tele^vnmeo ruim IB miilioen. Er be-
atonden 11 pirticuliere en 175 opeubftre -teleloon-
kantoren met retp. 9710 en 5766 unilnitingen.
BettuuT. Tot 1B58 wu Ooat-Indil een be-
litling Tan de Ooat-Inditehe Compagnie, vervol-
gena weid het een BritBcbe proTincie, in 1876
oam koningin Vieloria den titel keiieiin tèd In-
die aAn. Aan het hoold vao het beatnnr ttaat
e«D gouTeinenr-g«neraal ot onderkoning, die dooT
een Uitvoerenden Raad (Sxeeutite Couneil) en
een Wetgevenden Baad (Legiilalive Ooutteitj ter
ijjde gestaan wordt. DegoiiTernear-g«Deraalfieefl
het recht oorlog te verklaren, doch ia verplicht
binnen een bepaalden t^d daarvan aan het Ed-
gtlfcfae Parlement kennis te geven, ook kan hq
vrede alnitcn. De etaalesecietaria voor IndiB te
Londen heeft het recht alle in Isdit genomen b«-
alniten weder op tt beflen. De «onvemeura van
Bombaj en Hadraa, die onmiddelljik met den
alaattaeetetaris in verbinding «taan worden even-
•eni door een Wetgevenden Raad terzijde ge-
■taan, de goa ver ncui -generaal moet echter de
door ben «angesamen wetten goedtenien. Na&al
de wertten van li«t EngeUche Parlement en van
de Wetgevende Rad«n ilJn ook iHindoeacbe en
Ifohammedaanicbe wetten van kracht. De hoog-
ste reehtera worden in Engeland Iwnoeand, de
overige ambtenaren door de Indiaehe regeering.
Het aantal Indische vorsten bedraagt 601, de
voornaamste ijjn: de nitam van Haiderabid, de
m aha radja's van Sin dia, D^aipoer, Travankor,
Kasjmier. Dsjodhpoer, Patiali. Oedepoer, Bhart-
poer, de holkar van Indor, de gaikwar van Baroda
en de begum van Bhopal. Tot 1912 was Cslcutla
de lioolditad, van genoemd jaar al is het Delhi.
Volgens de begrooting voor 1915 bedroe-
gen de inkomsten £30158 000. At oitgaven
£ 82 943 000. De ctutsaebold bedroeg in 1916
£ mo 729 028.
Legtr. Het Engelseh Ooat-Indiache leger be-
staat ail: het gewone leger, dat uit 52 batail-
lona, 9 cavalerieregimenten, 45 veld-, II rijden-
de, 8 bergbMttwj^n en 6 bespannen voetartill«-
ije-batailloos nationale Engelsêhe troepen en nit
140 bataillons, 89 eavaleri e-regimenten, 10 benr-
batleröen, <«n Toetar^illeriecompaguie en 20
frionierft-compaenieCn aangeworven inbooilingen
iB'iamen^teld, uit de reserve van de inboorlin-
gen, uit oe rgkatroepeD (Imperial terviee troopii
ot tro^n van ialandMhe voreten, die in geval
van oorlog ter beaehikking van de regeering gC'
steld worden, en uil de vrjiwilligeri, dia nit
Earopeaoen en kleurlingen bestaan en bestemd
i^n de spoorwegen en Europeescbe koloniln bg
opstanden ie beschermen. Sedert 1907 beataat
faet leger uü een luidelijke en een ooordeljike al-
deelLog. De e«rst« telt 41 466 Britsche en 87 316
inlandaehe troepen, met inbegrqi van de officie-
ren, 180 426 manschappen, de laatste 88 S02
Britache en 70 788 inlandaehe troepen, teiamen
105 946 manaehappen. Het geheele Indische le-
ger is dna 230 372 man sterk.
De vli^ van den onderkoning is de Britache;
daarop liet men een blauw lint in een gouden
veld met de woorden „Heaven'a llght our guide".
Er beataan 6 ridderorden, a.1. de orde van de
Ster van IndiB, de Eeiierlgke orde Tan bet Indi-
sche rgk, de Eeiurlgke orde van de kroon van
Indiê, de Orde van Britaeh-Jndit, de Orde vso
verdienste voor inlandiche soldaten en de Mili-
taire orde voor de inboorlingen van Brilaeh-
Indil.
De vloot beataat uil een aantal veronderde
schepen ,ionder gev echts waard e, loodat het rgk
door de Britsche «loot ter lee becehermd moet
«orden,
Q eickiedenii. De oudste geschiedenis van
Voor-IndiS ia leer onieker. Omstreeks 3000 t.
Chr. veroverde een tak van den Indo-Germaan-
schen stam, die uit het N. W. kwam, faet gebied
van den Indna en ontleende daaraan den naam
IndWrs. Deien trokken in de 14de e«nw v. Cbi.
naar bat O. en veroverdMi het Oaage^bied, met
weJka inwquers ig ook later veel atrnd moeaten
voeren. Langiamerhand kreeg de atand der pries-
ters of Brahmanen grooten invloed op het volk,
waardoor de krögahaftige geest verloren ging en
bet land in een aantal ataten uiteenviel. In de
6de eeuw veroonaakte het BoedMisme een le-
vendige beweging. Wel moeat deie leer ten slot-
te onder doen voor het Brahmalame, doch niet .
londer op vele vooratellingen en denkbeelden
{rooten invloed uit te oelenen. Aan bet Igdelgk
ar^ter van het vo& veranderde dit etfater niets.
Tn 517 V. Chr. veroverde Dttritu 1 van PeniS een
deel van bet Induag^ied, Aiexander de Oroole
bevoer den ludna tot aan inn monding, verover-
de dit land en liet er Macedonische troepen ach-
ter. Deie werden verdreven door koning Tajan-
dragoepla (31S— 296), die bijna bet geticele noor-
den van IndiB vereenigde. In de laatste eeuw
T. Chr. maakten Skythische volkeren lich van
den Pen'dsjaab meester. Noodlottig voor IndÜ
was bet optreden van den lalam, waardoor van de
lOdê eeuw al een reeks veroveraars het Und
binnen drongvn die de ontwikkeling der eigen-
aardige Indische cultuur belem meroen, de onaf-
hankelijkheid der noordelgke staten vernietigden
en vreemde godsdienstige, staatkundige en so-
ciale elementen invoerden. Alleen io het luidely-
ke Dekan hieldon cieh onaThankeiiJke Indiscbe
dynaatiin staande. Omstreeks 1000 stiehtU Mah-
moed van QKiuni een groot rijk; iqn opvolgers
regeerden tot 1183, daarop volgden eerst de
Ohoridtn, later verschillende Af^hanische ver-
overaars, todat Tfmocr in 139S een groot deel
van Indie bemachtigde. Een van iqn nakome-
lingen, Babar, stichtte in 1526 bet rgk van den
Orootmogol (lie aldaar).
De ontdekking van den leeweg naar ludil door
Fufco da Oama {1493] bracht de Europeanen in
nadere aanraking met dit land. Eerst waren het
de Portugeeien, die den handel met IndiB be-
heersehteni in het be^ia van de 17de eenw tra-
den de Nederlandera in hun plaats. Zg hadden
ten voet kregen. De Engelseh s Ooat-Indiscfae
Compagnie oefende van 1624 af ook staatkundi-
ge madit uit. 0<A de IFraniche Oost-In disefae
Üompagnie ontwiUrelde tidi and en verwierf P<m-
dicherv en Tsjandernagore ia Bengalen en tgde-
Ij^ OM Madras. Het aebean gouverneur Dnfimz
DigilizedbyGoOglC
r
5i
ACHTER-INDIE.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
muBÈ, I vocHi'DiDiË—iKDrË:, II achtbr-indib;
1 U TordriJTen
B iweertDg te-
ruKgeroepen werd. iHet r^ tu den Orootmoffol
wu Bteeai meer ach term tffeguD, ondeiKheioen
•tden hidden lieh onafliAokdqk gemukt. Euee-
land wist door Terwbiliende leroTeriDgen onder
lord Clin ign gebied «teede meei nit t« breiden.
Na de OTerwinoiaK bij Pluae^ (1757) op den
Dibob Soerftdsj ed-d«uUh Terwieif bet de eeigte
territoriale rtebtcn in Bengaten. Durn& dwong
' Clite den Franicben genenwl Lalig ToUendal
terog te tiek-ken «n ontnun fan den Franieben
Terschilluide pluttien. Bij den vrede van Parqt
(1763) ontving Teliivaar Frankrijk Poudicbery
en Tsjindern&gore terug, doch in 1770 werd <fe
Franicbe Oaet-Indische Compagnie ontbonden,
waardoor de Franaehen hnn invloed in Indit ver-
loren. In 1773 werden de lerbondingen van de
Engelaehe Oott-Indtacfae Compagnie door bet Ed-
geltcbe Parlement geregeld en bepaald, dat ver-
dra^n over nitbreidiog van groidgcbied aan de
Engeluhe regeering voorgelegd moeiten worden.
Aan bet hoofd van de regeetiog ion een gou>ei-
neur-ganeraal (taan. In 17&4 werd een Raad van
Toelicht (Board of control) aangeiteld^ waarvan
de preeident een verantwoordelifk minister was.
De eerste gonvernear-generaal «as Warren Hat-
ting» (I77S— 1785), die bet gebied nitbreidde,
het bestnnr organiseerde, dodi de bevolking on-
derdrnkle. Ook ign opvolgers vergrootten Enge-
Linds macht, lord ConiuaUU (ifSS— 1793) be-
dwong Tippoe Sakib van Maitoer, den lOOn van
Haidtr Aii, lord W»iU$Um (1798—1805) en mar-
kies HtuHngi flSlS— 1^) wisten fer»ehillende
inlandsebe vorsten tot onderwerping te brengen.
Onder lord Auekimid (1836—1843) nam de met
afwisaelend geluk gevoerde oorlog met Algha-
nittan (tie wdaar) een aanvang, onder lord El-
Imbormigk (1842—1844) werden Sindb en in
1849 het rijk det 3ikhs veroverd, daarna verschil.
lende andere streken aehtereenvolgent ingelgfd.
Deze veroveringen en de plotselinge hervormin-
gen, die lord DalhouM (1848—1^6) wilde in-
voeren, wekten groots verbittering, die onder ijjn
opvriger viteoont Cmning (1856—1862) tot een
aitbarstine kwam. De aanleiding tot deten looge-
numden ac^y-opttand was het invoeren van pa-
tronen, ilie in^etmeerd wuea m«t randen«t, wat
de godidieDstige oTeitniging der Hindae'a. en met
varkensvet, wat die der Mohammedanen kwetste.
Te Hirat bq Delbi brak den lOden Mei 1857
een oproer nit; d« opstandelingen trokken naar
Delhi, waar 8 inlairasche lagimenten lich bij
ben aansloten. De Enropeanen, die niet gevlucht
wareD, werden vennoord, de grootmowl Moham-
vted Bahadotr tjak werd aan bet hoofd van den
<^»tand geplaatal. Weldra veitiieidde deüe lieh
over geheel Hïndostsn. In de presidentschappen
Madras en Bomba; sloten slechts enkele troepen
lieh bQ de beweging aan, o<A in Pendsjaab kon
men betrouwbare soldattn tegenover de opstan-
delingen plaatsen. De betlisting hing 0 van bet
bezit van Delhi_ Dit werd door de Engelscben
belegerd en na een bloedige beatorminK ingeno-
men. Daarna werd HindostaD lanfiamerband on-
derworpen en aan de Mhijnbare neeraebappg van
den Qrootmogol een einde gemaakt.
Het bestuur van Indil werd nu bg de wst van
den 2den Augnslus 1858 aan de Engelsche kroon
overgedruen, terwgl de Oost-Inditehe Compag-
nie werd opgeheven. De goaverneur-generial
kreeg den titel van onderkoning. De gistine
hield onder de Mohammedanen nog eenigen tJia
aan, doch werd ten slotte ook bedwongen, Bü
nam koningin VieUtria den titel van Smpreu et
ttidia, Kaiter-i-Hind aan, en den Isten Januan
1877 proclameerde lord hutton te Delhi de oprich-
ting van het keiierrqk IndiS. Ten opzichte van
het bioDenlandseh bestuni kreeg het een gtoatt
mate van zelfstand^beid. De onderkoninrai
trachtten de ontwikkeKng van de materiSele hulp-
bronnen te bevorderen, het belastlngiteliel beter
te regelen en bet binnenlandscb bestuur te or-
ganisseren. Steeds treden nog hongerinood en
Krt als gevMrl^e v^anden cp. In 1906 werd
fflgalen in twee provïnciSn verdeeld wit, on-
de Hindoes een hevige verontwaardiging V'
ooruakte en in 1906 en 1907 tot een gevaarljjke
gisting en toen en later tot anarchistische dadea
aanleiding ^f. Steeds meer wordt bet gevoel van
nationale eigenwaarde bq de bevolking wakker,
hetgeen, in verband met de drukkende belastin-
gen en de verarming vao een aanzienigk gedeelte
der ^Mvolking, de jHMitie van de Britstbe t«gee-
ring uiterst moeilgk en gevaarbgk maakt. De ver-
wachting van velen dat bet tgdena den Wereld-
oorlog m Britseh-Indie tot arnitige troebelen
ion komen, werd echter niet vervuld; integen-
deel ontving Oroot-Brittannii van ign Inditeh
rgk kracbtigen aleua in geld en manschappen.
II. AohUr-IndU (zie de kaart) ligt tus-
echen 92»— 109» Oi. en22"— 1»85' N.Br. Het
wordt begrensd dooi China en Assam in hst N.,
de Chineetche Zee met de Öolf van Tonkin en
Siam in bet O. en Z. en door* de Straat van Ma>
laka en de Ooit van Bengalen in bet W. De op-
pervlakte bedraagt 2173 800 v. km.
Ontdtkki»gêge*ekititniÊNiK*it.
ontwikkeling. Zie Aii».
Bodemgeiteldkeid en Rivitrtn.
Aehter-IndiS wordt doorsneden door een aaBlnl
beigketcni, welke hun oorsprong i
Z. O. van het plateau van Tibet eti in bet alge-
meen van het N. naat het Z. loopen. Naar hst
Z. toe verbreeden en verruimen lich de vlakten,
welke igjnsloiten, loodat, meer in het büundet
in het W., ruimte ontstaat voor de breede en
vruchtbare vlakten, looals lengtedalen van de Ira-
wadi en haar zörivieren. De bergketenen iqn
grootendeela met dichte boatehen o.a. van djati-
notit bedekt, waarin vele, ten deele nog weinig
besefaaatde stammen leven. Tnsaehen Neder- en
Opper-Birma verheft tieb het Artkan-Jomage-
beigte.datinkAan Nagnüi eindigt. Ten 0. daar-
van vindt 'oMn het beuen vanden Irawadi, dat
in bet O. en N. begrensd wordt door het Pegoe-
Joma-, het Poeng-Loeng en bet Sjan-Joma-ge-
bergte. Het SalnSnbekken ten O. hiervan wordt
door bet Tanen-Toeng-Ojigebergte met iqn voort-
Mttiagen ingesloten. De rivier heeft e«n too
smal stroomgebied alt geen andere; ig loopt bij-
na geheel door een diepe kloof en ia ondanks haar
groote lengte, loo goed als onbevaarbaar.' Het
bekken van de korte, maar goed bevaarbare Me-
nam, dat Siam omvat, wordt door de West-S!»
DigilizedbyGoOglC
662
INDIÉl II. ACBTBR-IINIMË— INDIFFEELEN'niBFDNT.
mtetebc en dt OiHt-fiiuneeMba benen be^enid.
Deie iMtste Tormen de grens met Eet itrimmge-
• bied »n de hnge Mskong, dftt in het O. door
ile Anamketen begrenid wordt. Ten O. Tan deze
kelen ttrekt licti eea «m&Ue fcustTUkte nooid'
wa&rtï tot bet iMsiaiMl Tan Tonkin nit. M deM
betgketeni t^n lelden hooger dan 250
halve de Inwadi en de Songkoi, de r
Tonkin, lün de TiTieieD toor het verkeer van
weinig belaag.
Qeolvgxe. Zie AnX.
Klimaat. Aehtat-IndiB (taat, wat ijja Ui'
Buutt betreft, ondei den invloed der moesoni. De
droge moeion dnart van November tot April, de
natte van Mei tot Oetober. In Akvab ie de ge-
middelde jaartempentnor 26,1" C., de kendite
maand (Januari) «eett een tcmperatnar van 21,7*,
de warmste (Mei) van 29,S*, voor Bangkok is de
gnniddelde jaartenperatnnr 26,7*, de koadite
maand (December) heeft 28,^, de warmste maand
(April) 28,«*. Mandalai heeft md gemiddelde
jaartemperatnnr van 37,2*, de kondite maand
(Janaari) beeft 21,7*, de wamste maand (April)
82,8*. De «emiddelde regenhoeveelbeid bedraagt
vooi Akyab jaarlijks SOSO, voor Bangkok 14HI,
voor Mandalai 700 mm.
? J a n ( e n r ir fc. In het N.W. 'vindt men vooi-
namelnk akijdgroene boasehen, die uit djatiboo-
meD, oipteroearpeein, eiken, ticnt eni. beitaan.
In Siam en Annam vindt men vele gareinia's en
aonntiaeeeSD. Gekweekt worden moerbeiiln-
boomei, r^tt. wol, Ace, angntlea en fneloe-
oen.
Dierenttereld. In Aehter-IndÜ vindt men,
met aitsoDdering va nda orangoetan, bqna alle
karakteristieke dieren van OMt-Aiië in groot
aantal, looaU bgv. j^ibbonB, olifanten, nnehoorns,
Ualeiscbe beiwi, tygers, panters, wolven, trilde
honden, buffels, herten, Tleermuiien, eekhoorns
enz. Karakteristiek voor Achter-ilndii tgn de bin-
toerang, de scbabraktapii, het kantjil of dwerg-
hert en de ami of renienbuffel. Vogels, reptfliSn,
«B^itueBn en inseetei iüd in groote veracMiden-
heiü aan wei ig.
Dalfttottem. In de eerste plaatt moeten
edelgeateenten, looala emangdeo, saffieren en ro-
bjönen, genoemd wotden. Tetdei vindt mm gond,
«ilver-, lood-, koper-, antimonJQm-, kobaOt- en
Qierertfen, die noi weinig ontgonnen worden, en
tin. In de westeliue bergen treft men lout-, pe-
troleom- en nattafironnen aan.
•Bevolking. Het aantal bewoners bedraagt
(1911) bijna 40 miUioen; bet bert bevolkt is het
aai Frankrjjk hsboorende oosteljike deel van het
•ehiereiland. Op bet sehiereiland Malaka wonen
Malriera, overigens wordt Aehter-IndiS bewoond
door Indo-Cbineeien, die in een aanta! atammen,
looals de Anamieten, Thai, Binnanen, Khamen,
Moeong, Moi, Pocm, Kha, Orang-Binoea, Orang-
Semang ens., verdeeld ign. Daarbg komen nog
oqgeveer 3 miUioen Chineeien en een klein aan-
het grootste deel tot de Boeddiristen, Er iqu on-
geveer 400 000 Katholieke en 90 000 Protestant-
tehe Cbrittenen,
Slaalkundighthoort Achter-lndi» totEa-
gelaad (ti« BriUeh-lnia), tot Frankrqk <ue
Franieh Indo-OUmt) en tot het nog onafhankelg-
ke Siam (lie aldaai).
Oeiekiedenii. In de gesebiedenii heelt
Achter Indil geen belangrijke rol gespeeld. De
bergen waren oonaak, SmA bet idiiersiland ii
verschillende landschappen gesplitst was, die
staatkundig nooit een gHieel vomdeo. In het be.
gin van de ISde eeuw vertdienen er de Portn-
KBHD, doch kregen alleen vaateu voet op Htli-
. In de vdgende eeuwen breidden versenillende
staten, looali Anam, Iao. Birma en Siam hun
macht uit In 1821 veieenigde Engeland üwti-
Astam met ign Indtach njk en gan^te in 1824
in een oorlog met Birma, waardoor dit nik ver-
tebillcode deelen van lijn gebied aaa Enselaad
moest afstaan, welke vereenigd werden tot m pro-
vincie Britieh Birma. ■M»l»^» waa nit de baaden
der FortngeeuQ in die der Nederlanden ovetge-
rn, die het in 1824 aan Engeland afstonden.
1B19 waa lUt laatite dooi aankoop ia bet be-
sit gekomen van Singapore, feitelgk en Neder-
landiche beiitting, die wij na vrnehtelooie - pro-
teitMi in 1824 aai S^eland alstonduL Ii 1S8S
lijfde dit rqk geheel Kima bit itjn Indisdie be-
iittinnn ia en verkeeg in 1909 bg verdrag vsi
Siam de lebatpliehtige ataten KelanUn en Treng-
ganoe.
In 1862 stond Anam de vruchtbare Hekoag-
delta aan Frankrijk at, dat daaruit Pranseh Co-
chioehina vormde. In 1S64 erkende Canbodsjs
het protectoraat van Fraakrijk. Nadat Anam ook
Tonkin aan Frankrijk afgestaan had, kwam het
In 1884 onder de besebarmheergebuipij vaa dil
rgk. In 1893 moett Siam tengevo^ vaa een
eoofliet met Frankrijk den linkeroever van den
Mekong en zijn eilanden abtaan, wat door dt
verdragen van 1896 en 1902 bekrachtigd werd.
In Maart 1907 werden bij verdrag door aiam, in
rail tegen ander groad^ebied, d« pravindes Bit-
tambang, Angkor en Sisophon aan Frankrgk af-
gestaan.
LiteratMur: SIwm, India and the Indiuis (I^-
den 1912); Wêgeiur, Daa bentÏM Indien (Ber-
lijn ISliA; FuUer. Tbe Empire ol ladia fLonden
1913); Meg$af-Tkotnpiim, Indiaof To-<DaT ^n-
den 1913); Batdeka'i Indien. Handbneh fflr Rei-
sende (Leipiig 19ia)i Bamüton, 'Rirongh Won-
derlal India and Bevond (Londen 191S); EMer-
nest, Peoplea and Problems of In<Ëa (Landen
1912); Onm, The Mnties, Asoetiei and Sainti
of'India (Loaden 19(6); Bmnm, lodian nationa-
lim (Londen 1913); Dujt 'Economie bister; ol
British India (Londen 1902); mUot Hietorj of
ladii as told bj hts own historians (1867);
SmilA, The earl; faietory of India from 600 B- C.
to tbe Muhammadan oonqnect (Oiford 1914):
Stanlê^ Lmt Poot, Mediev^ India <19aS); EyoU,
Tbe Rise and Eipaneion ol tlie Britiah dMninion
in India (4de druk Londen 1907); MKtr.'IlK Ha
king of British India, 1756—1858 (afan<die«ler
1915); Reed, Tbe Indian Teai-Book (ILonden,
jaarl^e)f Statietieal abstract for Britiah India
^nden, jaarlijks).
XodU, Nederlandtok Ooit-. Zie limdind».
ZndlS, Nedérlandêek Wut-. Zie Weit-Itidi».
Indlttcrmt. Zie In^/ereMfMtite.
IndUtarMitlapBat <> bet pnnt van een
magaeet, dat gelagen ia in bet middan toaeeben
DigilizedbyGoOglC
INDIFT'ERBNnEPUlJT— INDIGO.
de Bootd- an inidpool «n du gcm Diago«titelM
wtrkiog uilMfeut.
ItlllUf*rmti*m* of oitMTêekülighad ootmt
men de lundelwiJK tu hem, die op itutkon-
dig, «gagearig, godsdienitig ot ledeiök gebied
voor geen enkel etebel p*itg kiest. Zulk een
indi tieren tigme kan oit «ikunde, hoagmoed en
ODKeToeligheid rooit vloeien.
In de «eAnfaHub noemt man inlke stoften
(bgT. parattine) inditteietit, die weinig ot geen
ebemitcbe leaetie *eittionen.
In de mtehmiea ipreekt tam tu iitdHterent
evtnmeht, til een hebum nj. in elkan etand
den eteniriebtiloeftand behondt.
Indifferenta broime» qjn wume bronnen, wiei
«eter géén bepaalde loaten in oplouing bevat.
Zndlcastla. Zie S^tverterMj;.
XndlclAK, een riviei in Ooet-SiberiB, ont-
tpringt op bet Stanowoigebergte nit twee bron-
iiTienn, den Koejdoeioen «n den Omekon,
itTOomt eerst westwaarts, dan nooidwaaits tot
Sasehiwersk, daarna naai het N.0. en mondt met
een gioote delta in de nooidelgke IJsiee nit. De
rivier is 1046 km. lang en ha»t stooomgebied
beslaat een oppervlakte van 8W010 v.km.
IndlfO is een vertstol van plantaardigen oor-
«rong, welke grootendeeli veAregen wordt nit
Indigoferasoorten, beboorsnile 4ot de familie
dei PaviUonaetelln. Op Somatra rwordt ook
indigo Mreid oit Martdenia tbi^oria, in (%r-
na, Japan, den K»afawns ait FolTgonomaoot-
ten. PtoetnMoingen met de aanplanting van
Polygottmm iinotoriNm in 'Eaiopa gnomen, keA)-
ben gem piaktiich resultaat opgeleverd, teiwgl
de „weede {Itati* lineloria), ycoegei in Bnropa
TOOI indigoverven van gioote beteekenii, tegen-
woordig alleen nog dienst doet bg de loo^
naamde „weedeknip on de redaeeeieude gisttng
t« bevordenn.
De indigo leverende IndigoiMOorten. bjjv.
Imdigottra atreela ign heetten, die 2 m. hotste
twreiken met slanke, onbeburde takken, samen-
gestelde, 7 — 10 em. lange, oneven gevinde bla-
deren, spiiaalsgewgie op 2 — 8 em. alitaod om
den steegs] geplaatst en aan ban voet van bor-
■tdvoimige atennblaadjei voonien. De gaafran-
dlge, fgnbebaarde blaadjes ijjD ongeveer 2 em.
lang en «taan in ± 9 paren met een eindblaadje
aai de hoofdspil, Zü ign meestal omgekeerd ei-
vonnig-langweipig en hebben somtfds een fgne
EOBt aan net einde der boofdnerf. De kleine,
ongesteelde, vlinderbloemige, roteroode bloem-
pjea ttaan in trossen in d« oksels der bladereo.
De gele ol donkerbruine pealtjes ign ongeveer 2
cm. ung en 2 mm. dik, redit, bjwa rolrond, on-
behaaid en sprii^n met twee ileppen open. Z^
bevatten ongeveer 8 donker gAIeorde, door schoC
ten geecheiden boduge uden ter grootte van 1
— 2 mm. Als indigo leverende soorten tgD be-
kend: de l. Hnetoria L. en pteudoltneloHa, I.
oHgotperma iD.C. (de op Java aangeplante Qnale-
mala-iadigo), L anata (de op Java aangeplante
„Na tal -indigo") en I. anil L. De meeste detei
aoortsn ign in Oost-IndiS inheemseh en ïn het
algemeen tn de tropische landen leei verspreid.
vt meeste indigo woidt van ondahei dooi
Biiteeh-IndiS geleverd, tn bet bgionder door Ben-
galen, tomtgds in één jaar meer dan 5 mill. kg.
Na de BritKh-Indiaehe ia de Javaanscbe de be-
langrittste, waartoe de tjjnere kwaliteit, hoog ge-
halte Djj laehtheid en Ignheid van deeg, in ver-
gelnking met die ait Beogalen, meer dan de hoe.
veelheia bgdraagt. De prgs is gemiddeld veel
boogei dan die van de Biitscb-Indisehe. De Ja-
va-indtgo voor de Ëuropeesehe maitt komt groo-
tendeele uit de Voritenluiden; voor de inUnd-
sehe markt vindt men overal aanplantingen, de
meeote in Soeeabaja en Eediri. Vrg beUBgrgke
hoeveelheden indigo van mindere kwaliteit wor-
den door OnatemiUR en San Salvador uitgevoeid.
Ook in Franieh Indo-Obina, Japan, China, de
Philippgnen, Egypte. BraiiliC en Mexico is de
indigooeieiding van belang.
Terwgl de Bengaal-indigo, na meestal eerst op
de markt te Calentta in de tweede hand te ign
overgegaan, hootdiakelgk op de Loodeneche markt
veihaMcld woidt, gesëhieoen de verkoopen van
Java-indigo voo^ een gedeelte te S«naiang (meest
voor Dnitichland en Hnslandl en verder Ie Rot-
terdam en Amsterdam ol wel te Maieeille ot te
HAvie.
Het hoold bestanddeel van handdsindigo is in-
digotine of indwoblanw (lie aldaar), dat de sa-
meiuteUing CiA*N>0« beiit. Daarnaast komen
in de baoaelrindigo nog voor indigolqm, indigo-
briun en indigorood, welke stoffen door uittrek-
ken met water, alcohol eo alkaJiln ign te verwg-
deren, daar indi^ohlanw in deie onoplosbaar is.
Het gehalte aan indigoblanw varifart dü verschil,
lende indigoioorlen van 40 tot meer aan 80 X.
De eigensehappen van verschillende soorten lUn
leer ongelgk, netgeen in veiband staat met de
soort en de kwaliteit vu de planten en de berei-
dingswvie.
&p Java ie de indigobereiding reeds leer oad,
en waaischgnlgk door de Hindoes ingevoerd.
'Dooi de Oost-Indiselie Compagnie werd de enl-
tnnr leei aangemoedigd, maat eer»t door bet Cal-
tnnrstelsel tot een der voornaamste van Insulin-
de gemaakt. Voor de iulandsehe bevolking ven
Java WBi de goavemenHntecnltgnr echter een
iware last, en daar de winst voor bet goaveme-
ment niet «oo groot was alj bjj de koffie- en «ni-
kerteelt, werd ig in 1865 opgeheven. Inmiddels
was in de VoTstenUnden door toedoen ven Eqto-
peeaehe landverhnnrders de enltnnr toegenomen
en deie leveren thans de grootste hoeveellieid in-
digo voor de Earapeesehe markt. Terwgl voor-
heen de stek-indigo de hoeldiol speelde werd
dele na 1865 verdrongen door de laad-indi^,
uit Natal en later nit Gnatemala ingevoerd. De m-
laadeebe eoltnii osdersebeidt licb van die op
groote ondernemingen vooral door minder inten-
rieva grondbewerking, weinig vng voor goed
taad, gebreUcig onderaond van den aanplant eni.
Ook worden daarbg vrg veel onbewalerbare gron-
den gebeiigd, terwgl op de Eoiopeesche plantages
de indigo meestal na fiadi op sawah'a wordt gt-
teeld. Daartoe wordt de bodem nadat de paai
geoogst is, behoorlgk gedraineerd, bemest en om-
geploegd, terwgl op versehilleDde plaatsen kweek-
bedden ign ungelegd. Deie worden in de Yor-
stenlanden einde Hei ol Joni l>eiaaid, en een
maand later worden de jrage plantjes op de door
bevloeiing sliühat gemaakte velden overgebracht,
indien men niet de vootkenr er aan btétt gege-
DigilizedbyGoOglC
leu op de velden direct itit ta uuea. D« lelden
mMten goed Tan on^rnid Mhoon gehooden Mi
ook Tcidet bcwarkt wordtn, terwgl TóAr het ba-
gïB T«n den itKNitqd het uiDaardeii dieDt ie ge-
■ehieden. In NoTember hebban d« pluten een
afttand bo^cn den grond afgesneden worden. De
grond woKit daarm tniKben de pUntennien op-
nieuw Bewerkt, en ongaTeet 3 maanden later kan
de 2de, weer 8 maasden Uier de 3d< snit plasti
hebben. Voor de uadbereidine laat men een
voldoend aantal goed ontwikkelde janken atau.
De indigo komt ali loodanig niet in de plaa-
l«D voor, iloch ODtstaat eerst bq de latere be-
werking. In de indi^planten vindt men n.l. het
indicaan, een glneoside dat daarnit door üooge-
wtrfl en Ttr Mtulen in iniveren toeetand ie atee-
acbeiden en ilwt 4le smnenateUing CitHiTNO* be-
lit. O&dei invloed van ten in de planten vooi-
komead eaijm, wordt dit geaplitat in indoiyl en
gineoie. Uit dit eerste ontstaat nn door oxydatie
met bebnlp der Inehtinnrstof het indigotine, de
.:___i«i.. -_ jf-.ti... ... Tt- . j^ritkttAiige
,1 te werk: De
gesneden planten worden in boieen gebondMt
en aimiddeUyk naar de labrick vervoerd en
hier de boasen, van de banden ontdaan, in schnin-
Khe riebting in de f er men teer bakken
geplaatst, waar bet geheel door bamboestokken
of bamboevleehtwerk mat bonten balken laeht
vang neemt. Dit dnnrt met kond water 7 i
unr. Door het wegnemen van bonten stoppen,
Uftt men bet gevormde gele extract in de lager
gele^, tot^enaomde klopbakken vloeien,
terwgl de nitgeloogde indigoplanten, die tot be-
meating dienen, uit de bakken genomen en deie
schoon gemaakt worden. In de klopbakken wor-
den door stoom of een waterwiel een aantal ar-
men met hoDten scheppers in beweging gebrieht,
waardoor bet vocht looiMr aan de inurstot der
lacbt wordt blootgesteld, dat binnen een niet te
lans tijdsverloop (1 — S nnr) aUe indieo lieh
beeft atgeacheiden. Hén laat deie nn töd om te
beiinfcen, tapt er de bovenstaande vloeiatot af en
brengt de tol een dunne pap laowngeloopen in-
digo op een doekfiller, om haar looveel mogelgk
van alM vocht te bevrijden. De dan verkregen
ranwe pap wordt in bet kooUiuis met een 6-
k 7-voDdige Boeteelbeid watei, onder omroeren,
lot het kookpnnt in een Qieren pan verhit, op-
mienw gefiltreerd en in tonnen m emmers naar
de persen gebracht. Daarin wordt sü binnen 1
k 2 etmalen door lachte en vervolgens sterkere,
.t_i. ™.i!iL — t:-» ingiMver van vocht be-
k ontstaat, die 20—25 %
eeds eelijkmatige persing- e
'Öd, dat een platte koek ont
merk voonien en daarna eerst binnenahnis en
verrolgeni in de volle ion of in de met stoom ver-
warmde droogkameri tot «en eonatant gewicht
gedroogd en eindelijk met een laebten Doistel
eepolgtt, Mn vervolgens in bonten kisten voor de
ËDropeesehe markt verpsÉt te wonlen.
Bij een paar nieawere procédé'i, die voond bij
planten der Natal-soart toegepast wonlen, mukt
men van kalk gebmik^ die door wassehing met
snnr weer woriH verwqderd. Ook wordt wel b^
Qoatemala-indigo vUr het kloppen ammoniak
toegevoesd. De bewerking in Britieh-Indil komt
in boomaak met die ov Java, hierboven beschre-
ven, overeen. Alleen wornt er langer gefermenteenl
en in Madras uit gedroogde planten indigo bereid.
Het gebruik van indigo voor het verven, even-
ali de edtnnr van indigo leverende planten, wta
in Znid-Aiil reeds sedert onheuglqke tijden
bekend, dagteekent daarenti^en in Europa eerst
uit den Romeinaeben tgd. De Romeinen noemden
de in<Ëko Pigauntvm indieiim (IndiaAe verf-
stof), waarvan de naam blijkbaar is afgdeid en
waaruit ook de oorsprong der klearslaf Dlqkt. (^
grootere schaal werd ig in Europa het eerst in
oua land gebruikt en wel aedert het midden der
16de eeuw, hoewel de indigo reeds in de I3dt
eeuw uit AxÜ naar Europa werd ingevoerd. Vu
Nederland nit veritreidde siefa het iDdigovervea
over Engeland, Ftankrgk en Dnitaehland. Werd
lÜ aanvankelgk alleen gebruikt om bg de loo-
genaamde pasielververj), d. i. het blauwverven
met het extract uit de bladeren van de weede,
het klenrend vermogen te veiaterken, een betere
en vaatere kleur te verkrggea en ^oedkooper Ie
verven, langsamerhand b^n de indigo-ververg
deie geheel te verdringt, hoewel buiten Neder-
land eerst na het overwinnen van veel en veler-
lei Ugenttand, daar bgv. in 1609 in Frankri^
sells de doodstraf op het gebruik van iodigs
werd gesteld, en in Neurenberg de ververs elk jaar
moesten sweren alleen met waede blauw te ver-
ven. Eerst in 1737 werd bet gebraik van indigo
in Frankrijk vr^geiteld, hetgeen spoedig in an-
dere landen navolging vond, al deed fart Cooti-
nei^taalatdsel van NofoUon I ïn het begin der
vonge eeuw de beteekenis van de weede tijdelijk
tot beden behouden, ondanks de talrgke a
kunstmatig bereide verfatoflu. De prodnetie, ia
looals nit onderstaande twee tabellen te lien la,
sedert de fabrieknutige bereiding van het indigo-
blanw (lie aldaar), sterk afgenomen. Toeh ^etoi
sommige fabrikanten voor speciale doelemden
nog aan natnurlijke indigo de voorkeur, loodat
de indigoeoltnar nog steeds niet tan doode is
opgeeehreveiL Merkwaardig ie la dit verband
ook dat de prijian der Java-indigo geheel alhaa-
kelgk ign van die der kunstmatige indigo.
TABEL I.
Indigo-oogiten in Britseh-Indii (in maonda).
1898 mSM
1699 86800
1900 111700
1901 esioo
1902 43100
1903 68000
1904 89000
1908 26000
1906 28000
1907 28000
1908 27000
1909 16600
1910 20000
DigilizedbyGoOglC
INDIGO— INIDI8CSE AROQOÏIL.
665
1891 ....111000 E.0. 1901 ....498 000 E.G.
1892. ...638 000 „ 1902 .... 484 000 „
1898 .... 632 000 „ 1908 .... 547 000 „
1894. ...496000 „ 1904 .... 488 000 ,,
1895 .... 604 000 „ 1905 ....S56000 „
1896 680 000 „ 1906 192 000 „
1897 ....811000 „ 1907 .... 180 000 „
1898 .... 904 000 „ 1908 .... 141 000 „
1899 660000 „ 1909 92000 „
1900.... 595 000 „ 1910.... 60 000 „
Liieratuur: Felsen, Der Indigo und seinc Eon-
kuirenten (Berlgn 1909); Van Lookeren Campag-
ne in: ,^. W. mm Qorkom'a Oost Indische enl-
(ures", dl. III (Aniiterdkm 1913); lie Terdei een
artikel in bet EnEelsehe (üdschrilt „Nïtare",
1916, M. 96, bil. 545.
Indlfoblanw, of indigotine met Btiuctanr-
formale (\B( i.
W, UI
, CO
c=o
/CO^
CA,
is een boofdbeitanddeel vu de indigo en komt
ook wel eens, «1« liekelüke afscheiding, Toor in
nrine, iweet, etter en koemelk, itita reikiggt het
uit indigo door sublimatie of door alle «ndère
bestanddeelen daaraan te onttiekken. Het bestaat
Dit donkerblauwe kristallen met kopeiiooden me-
taalgiani. In amoifen loeitand is bet een blanw
poMer, dat dooi wiyTing denielMen metaalglani
verkrggt als de kristaSen. Indigoblauw aabli-
meert, bezit renk noch smaak, reageert niet op
lakmoes en lost niet in de gewone oplosaings-
middelen of, «rel in ehloToform, nitioËeniol en
phenol, ook in heete aniline en terpentijnolie ot
IQ kokende paraffine. Met geconoentieerd iwa-
if«liuar Tormt het twee sulfoniuren {tie Indigo-
bUnuD-iviavehuTen). Boor oi^datie wordt indi^
blauw OTergevoeid in isatine, dooi veriiittiiw
met kali op SOO* ontstaat salicjliuur, dooi destit
latie met loog aoiline en door reductie indigowU.
De WO belangiqke kunstmatige bereiding Tan
indigoblauw gelakte het eerst aan Sngler en Em-
merUiig in 1870 uit iaatine met behulp van phoa-
pborchloride. In 1874 verkreeg Neneki bet uit
indol door oxidatie met oion. Baej/er. bereidde
bet in 1880 op veisehillende wgien uit kaneel-
luui, terw^l de praktiiebe bereiding in de Ba-
densebe aniline- en sodafabtiek, volgena d« pro-
cédé'! van BMinumn, na jarenlange onderioetin-
g«n, werd verbeterd. Bg Heummrii eerste me-
thode werd uitgegaan van phenjlglToocol <dat
veiïimn werd door inwerking van iniline op
monochloaraiqniQQr) en dit door imelting met
natrinmamid in indigo omgezet. Bq de andere
voel toe^aate methode wordt antiinDiliuni met
cblooraijjnznnr iupben7lglyeine-o.eaii>onzuuiom.
geut. Door venhitting met kaliamhjrdioxied wordt
bieiuit indoijleavboDzniiT veiiregen, dat in alka-
zaldehyd als aitgangsmateria^ voor de labiiefc-
matige bereiding in aanmerking.
IndlcoblAnwiwavttlmren of Indigotul-
fonxme» noemt men de beide luren, die l^j in-
werking van geconcentreerd iwaveliuui op in-
digo en indigoblanw ontstaan. Door veibitting
van indigo met gewoon zwaveliuui ontstaat een
donkerblauwe oploasing, indigomottomUonmar,
waaruit licb dooi verdunning met water indigo-
furper afscheidt. Weikt rookend zwaveliuur op
indigo in, dan ontstaat indigodiitdloMuur, dat,
evenals het andeie indigoblaowiwavelznnr, voor
het verven van wol en ijjde wordt gebruikt.
Wordt de oplossing van indigo in zwavelzuur
met water verdund, na filtratie met soda geneu-
(raiiaeerd eo met keukenioat vermengd, dan
teheidt sieh tndigodianlloHure natron af, dat als
indigokarmfn io den handel komt en voor bat
verven van hout, leer, enz. gebraikt waidt. Ver-
mengd met itgfsel levert bet een blau weel soort.
Zudlrof •!* L. is de naaan voo een planlen-
geslacbt uit de familie der VUnderbloetnigen (Pa-
pilionaeeeen). Het onderscheidt zich ooor een
roode, uitgeiande vlag, door priemvormige spa-
ren aan beide lüden van de kiel en door een rol-
ronde, platte ot 4-kante, veeliadige, 2-k[epp)ge
pen], met eivormige, aan de uiteinden aigeknotto
zaden. Zg telt ongeveer 280 soorten, die tot d«
Mnjarige of overbluvende kruiden ol tot de hees-
on wegene het gehalte oi" '-^- -
jarige i
t beboo
te achiaal verbouwd. Dit gewas is een halfheet-
ler met oneven-gevinde bladeren. Doordat tegen-
woordig de kunstmatige bereiding der indigo een
Sroote vlucht heelt genomen is de teelt der in-
igotera aebteruitge^n en is zy welHeht haar '
ondergang reeds nabg. Zie ook Indigo.
IiuU(oId«n lijn kDipkleuisloffen evenals in.
digo ea daarmede saombangend. Zij lün door re-
ductie in oplosbare bydroprodueten om te zetten,
die door de plantaardige en dierlijke vezel uit
hanne ofdossiogeit worden aeabsoibeenl en door
oxydatie weer in de onoplosbaie kleurstof worden
oveigevoerd. Het buten der vezelstof is dus ge-
heel overbodig bij het verven met dergelgke
kleurstoffen. Üle indigi^den bevatten de chromo-
gene groep ~-CO.C = C.00— . Zeer bekend ii
het sjmmetiisehe dibroomindigo, het purper dat
vroeger Terki«gen weid uit de puTpentag (nutret
brmdariê),
Xndlyoluziiitlii. 2ie Indigoblaitwaeavelai-
r«R.
Indlroptirpcr. Zie IndigobtamimcasetxuTin.
laóitCoOnm. Zie Indimblamo.
Indlrowlt ontstaat ^loor reductie van indi-
goblauw (lie aldaar) biJv. met natriumhydrosol-
fiet. Hen vetkiggt het oU een wit kiiital^jn poe-
der door het oit de kleurlooie alkalische oplos,
sing door inren neer te slaan, fiet lost met gele
kleur op in alcohol en aether en oijdeert aan de
loeht snel tot indigoblauw. In de anal;iisehe
chemie woidt het daarom meermalen als leagens
op vrije zuurstof gebeiigd,
Indlreote balastliiKan, Zie Btlutingen.
Indlsoha AmbtenstreiiÉ Zie Ambteriann
(Indisekej en Candidaat-Indie^ omblenaarmAap.
IndlBOb* AroUpaL Zie IntulMt.
DigilizedbyGoOglC
INDI80HB BAL8EU— INDISCHE KUNST.
B richt by KoniDklijk Beiluit tan den Uden
uit 1907. Zg il te 'i-OraTeDbage gereitiH en
geeft MO RmbteDaren tsd het bianeDlsadKn be-
1 NedeiUndteh-IiidiS g^legcDheid
Toor hau tuk, inionderbeid in de hoogi
gen, verdei te bekwameD. Jiulgka warden dooT
den gouverneur-^uenal van Indil twaalf amb-
tenaren, looieel mogelgk een relük aantal van
het binaenlandieh beitunr op Java en Madoeia
•n Tan dat in de Bui tenbeiit tingen, Toor de itn-
die aan de beatanraaeademie aangeweun. De
dnnr van den itndietgd is twee jaar. Er wotdt
a.a. onderwijl gegeven in de leriehillende stel-
leli van koloniaal beatnar, in het Nederlandseh-
iDdiieb geeodilieeerd privaat- en tlratreeht, in de
itaatbuiriioudkande en in de statittiek, terwgl er
gelegenheid beitaat tot oefening in het omgang*-
gebruik der Engeleehe, Fianwhe en Dnitaehe taal.
Xndluhs ffodsdlsQBt. De goden der naar
Voor-lndiê geëmigreerde AriSrg, lOOaU de Ve-
da (zie aldaar) hen leert kenoen, zgo overwegend
nataargoden, de krachten der natuur in haar ver-
«ciiillende uitingen: zon, mor, onweer ent., hoe-
wel haar beteekenii reedi toen niet helder meer
voor den geett stond. Zolke goden ign; Agni,
Indra, Varoena, Pardtjtmia, Oetckat, Soerja en
de vroawelyke: Aditja, Maroel en Afvim. Het
naast itut het geloot aan allerlei geesten t
dnivek en d« wreering der algestorvenen, want
bet geloof aan een Jeven na den dood was tiq d«
IndiBrs voorhanden. Aan goden en geesten wo>
den eenEnnda ollers en gebeden gebracht, andeis-
' igds geloofde ttien in sUat l« lijn, in het bgion-
der de minderen onder hen, naar ign eigen wil
te kannen dwingen. Ethische elementen vindt
men in den Vedisehen eeredienst nog niet. Reedv
JD den oudsten Vediseben tyd legden de leden van
sommige families beilag op bet uilslaitend be-
kleeden .van priesterlijke lancties; ig maakten
licb meester ivan d« ■t«eds moeiigker worden-
de taak, om de voor de geeompliceeide offers
noodzakelijke gebeden en ceremoniin te beheer-
•ehen. Uit die families ontaproot de machtige
kaste der Brahmanen, van wier hoogmoed en bni-
tensporige eisehen de jongere teicsten van den
Veda vol ijjn. In dieiellde teksten treedt ook de
aan het onde geloot vreemde leer der lielaver-
huising het eerst op den voorgrond; liJ bevatten
verder pantbeTitiscne besebouwingen over Brah-
ma, de wereldiiel. Tegen overgeetelde riehtinKen
vinden baai nitdrakking in sekten, looals in net
Boeddhisme (lie aldaar) en de gemeente der
Dsjaiaa (lie aldaar); na een strgd van meer dan
1000 jaar moest het Boeddhisme voor het Brah-
maniime wijken. Den uit het Vedageloof ontsta-
nen godsdienst vorm noemt men het Brahmaniame
(lie aldaar). Onder de beersehsppü daarvan loak
het volk steeds meer en meer in rnwen atgoden-
dieoBl. In VoorJndiB tellen de velschillende gods-
diensten de volgende aantallen aanhangers: Hin-
dnes ongeveer 307 millioen, of 72 % der bevol-
king; Mohammedanen 63 millioen, ofsebonn eerst
in de 11de eeuw de IslamitiBCbe zending in tn-
dié binnendrong; geest envereerden nog om-
streeks 9 nillioen; Christenen 3 millioen; de
Sikhs met 2 millioen aanhangers vormen een ge-
mengd Mofaammeda&nseh-Hindoeiitische seeve;
Dsjaina's rnim 1 millioen; de Boeddbiiteu tqik
lot ongeveer 290000 geduld. Bet Chiistelgk ge-
loot il met een kleine uitzondering eerst in het
begin der I6de eeuw naar Voor-IndiB overge-
bracht, toen ia 1542 de Jozalet franetsMU Xate-
^»1
irbeid is begoDL.._. _..
ZUgmbalg en PIüIkIuiu in 1705 en Gkr. Fr.
Sekwarfx van 1750—1798 die van de Ëvangeli-
Eche missie, wier werkxaambeid in IndiS eerst se-
dert I81S door het Parlement toegestaan is en
&iêX nog later door de Engelsche regeering be-
f;iin«tigd ia. In de laatste jaren msg de Christe-
ijke zending op een toenemend succes bogen
looalï het aantal (fristenen aanwijst.
Xndiioba Blroon, Orde tan. Zie Ktoonorde.
Indisoba kanAt (zie de platen). BrmwItMntt,
" idate voorlbtcDgselen oer Indieehe bonw-
' ' ' l Atoka omstreeks
BoetUki te Delhi.
Allahabad, Bakhra, Mslhia, JRadhia en BhiUri
aan de rivici de Ganges liet oprichten. Deze
zuilen hebben kapiteelen, die min of meer aan de
AEsyrische en Perzische doen denken, en worden
door zittende leeuvren bekroond (zie PI. II, tig. 8).
Tegelükertgd met deze zuilen werden ook de z.g.
>l«epa'* of lofe* aangelegd, d. z. grarhenvels,
waarin leliqoieln van BoeMha verborgen werden.
Aioka zou, volgens het veibaal, bet stotfelgk
overschot van Boeddha in meer dui 80000 dee-
len veideeld hebben, welke hg oveial heeniond.
De grafheuvels kregen den vorm van een halven
bol, de gedaante eener waterbel, volgens Botdika
het zinnebeeld van de vergaDkeljjkheid. Meestal
bestaat het hinnenste van znlk een ttoepa uit
aarde, en is alleen de bekleeding van steen. De
beroemde stoepa t* Toeparamaja op Cejlon (PI.
I, lig. 1). omstreeka 250 v. Chr. gebouwd, bevat
volgen I de overlevering de rechte ikaak van
Boeddha. Het gebouw heelt 18 m. middelljjn en
15 m. hoogte; het is zondei aieraad, doch door
znilen omgeven, die, oorspronkelgk meer dan
100 in getal, nu nog slechts gedeeltelgk overeind
staan. Naaat bet Boeddhitme wist het BredmtiU-
me t\A in Indii te handhaven; de Bmbmanen
bonwden tempels, waarvan er verecbeidene. meest
uit de Middeleeuwen afkomatig, bewaard bleven.
De Europeanen noemden deze tempeb wagoden,
een uitdrukking, die een verbaaterj^ aenijnt van
„bazoewati", dat is ,rheilig huis". Deze pagoden
zijn meeatal groote groepen vso gebouwen, die
door pleinen en ringmuren omgeven worden. Be-
halve all tempels en kapellen dienen deze ge-
bouwen ook ala verblgf voor pelgrims. Meestal
vormt een koepel of een piramide de bekroning.
De pagoden hebben vaak teci aanzienlijke atnje-
tingen; die te Tiioevatoer ia 284 m.lang en 210
m. breed. De iteenen lolderingen der zalen wer-
den door talrgke, met velerlei zinnebeelden ver-
sierde inilen gedragen. De bekronende pinumden
lijn soma 60 m. hoog, en prgken met een over-
vloed van beeklhouwwerii. De Brafamaansche tem-
pels van Oriisa in het noorden van IndiB bestaan
slechts uit één hoog gebouw, dat min of meer
den vorm van een n|jeskorf vertooDt DeigeMHce
DigilizedbyGoOglC
D,o,l,zedb,GoOglc
D,o,l,zedb,GoOgle
(E OCEAAN.
*^
Digilizedb, Google
D,o,l,zedb,GoOgle
INDISCHE KUNST I
1. SiMp* (Tope) op OyloD.
& Iii(uic Taa Mn grot ta Sanhtrl.
4. RoUImI ta D*jui
& Routampvl te Ellorm.
D,o,l,zedb,GoOgle
INDISCHE KUNST U
10, IIaU«r na dao temptl ta KatU.
Baaldliouwwecfc nu md roUtenpeL
3l Otilcht In d*D umpel te KftrII. z. BMidboawwerK la Amnvaü.
8. Kapitaal vao aao niil,^
D,o,l,zedb,GoOgle
mI
llf
m
■E-g-85
i'4
lïlt
§5^
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
INDISCHE EUNST— INDISOHE OCEjLAN.
667
tcmpelB bleven vooial t« BobaneBwar bewaaTdi
lÜ aagteekenen vaa ongeveer 600 dr. Chi. (PI.
I, li^ S). De Boeddhigten wsien van onda ge-
woon, banne OTerpeiDiingaB in grotten te hon-
den, zaoals ze io de bergen wenlen aangetrotfen.
LaDgumerband werden die grotten veigroot, en
in Teraebülende lertiekken verdeeld, wa*Tva~ ~'~
tniddenite d« tempel «aa, tecwgl de andert
cellen voor de klujienaara waren ingeriebt. Ia de
lalen worden ie lolderin^n door in de rotaen
uitgMpaarde luilen of pglera gedragen (Pi. I,
tig. 8, 4 en 5). De meeat aanzienlnke Boeddbia-
tiaehe rotatHapel is <£e te Earli, welke ometrerfn
150 V. Chr. werd gemaakt (FI. n, fig. 3). Later
Tolgden ook de Brabmuen dit voorbeeld. Hun
meett beroemde rotalempel ia die te Ellora bjj
BomiMj (PI. I, fig. 6), «nstreeks 1000 n. Chi.
gemaakt. De iDilcn van dezen tempel beiitten
seer eigenaardige kapiteelen (PI. II, lig. 5 en 6).
Big k baar bebben de veivaardigera aan conetruc-
ties in hout uitgevoerd gedacnt. Somi ign ook
herinneringen aan de Griek eeh-Rom ei neebe konat
in deze kapiteelen bewaard [PI. II. fig. 7). In de
vormen der pglers heereebt groote verscheideB'
heid; ijj t^n nn eens Tieriant, dan weder veel-
hoekig; overgangen van vierhoek op achthoek en
cirkel zijn niet zeldzaam. De tempel te Ellora ia
met bgzoDdet rgk beeldhonwwerk veraierd. Blgk-
bsar is deze boQwkuDSt in steen een navolging
vui vroegere constTustiee, die in bout waren tut-
^evoerd. Want de ombeiningea der lopee liJn
IQ steen gemaakte houten bekken, en ook de zol-
deringen dei rotatempela bootsen houtconstiuc-
ties na. Verseheideoe tetn^a zgn uit één rots
gehouwen; dergelijke „monolithische" gebonwen
vindt men te Ellora en bji Madras. Ook Achtei-
lodiS en Java bezitten vele vooitbrenzselen van
boawkuuBt, welke voor die van Voor-ludiS niet
onderdoen. Een der qikate pagoden is die van
Angkor-Vat in Eambodsja, terwjjl de vermaarde
Boro Boedoer o» Java een reusachtige tope is,
die door piramidaal opgestapelde temasen wordt
gedngen. (Zie verder Boeddkiititekt kutul).
Beudhouvkvnst. De beeldbouwkunst heelt in
ladii een belangrijke taak gebad bij het versieren
dei tempels en nunne onderdeelen. Al bet beeld-
houwwerk dei IndiEra heeft een zinnebeeldige
beteekenio, en is dikwijls, geljjk dat der %jpte-
naren, didactiaeh van aard. De Indische oeeld-
houwers zgn steeds meesters geweest in bet stj-
leeren. Reeds de leeuwen, welke de suilen, die
dooi koning Atoka omstieeks 250 v. Chr. werden
opgerieht. bekronen, gsvao daarvan fraaie voor-
bedden [FI. n. fi^. 8). Ook de olifanten,, die aan
vele werken ala ziMebeeldige versieringen voor-
komen, zijn dikwijls prachtig uitgevoerd (PI. II.
lig. 7). Beroemd zrin vooral de olifanten der pa-
5 oden bü^ Madras. Olifanten vormen ook een deel
ei versiering vao de steenen poort te Sanchi,
die blökbaar een nabootsing van een èouten poort
is, en omstreeks 150 v. C%r. werd gemaakt. De
veideie leliêfs, hier aanwezig, geven tateieelen
uit het leven van Boeddha wedei; even als In de
middeneeuwen zgn versehillende gebeuiteniaséa
hiei tot één tafereel samengevoegd. Het beeld-
honwwerk heeft een eigensardig karakter; de na-
lunt is op naïeve wjjze gevolgd. Boeddha zelf is
hier nog niet afgebeeld, inaai slechts doot tinne-
beelden aangeduid. Pas omstreeks ' bet begin der
Christelijke jaartelling kwam te Pesjavrar het
maken van BoeddAa-Seelden in xwang. Bg het
vervaardigen daarvan werden de Griekscfae beeld-
honwwerk en ala voorbeelden genomen, doch
slechts zeer uit de verte gevolgd (PI. II, fig. 4).
Dit type van Boeddha bleef tot de derde eeuw in
zwang. Toen werd het vervangen door een onder,
d'at vastgebonden is tot de dertiende eeuw. De fi-
guur is liiei eenigszins schematisch voorgesteld;
alleen de handen, de voeten en het hoofd zijn
meer uitvoerig bewerkt. In deze beelden is het
Boeddhistisch ideaal van lankmoedigheid en lasl
voortreffelijk wedeigegeven. (Zie BoeddhUtUeke
kunst, PI. I). Onder den invloed van de Eoesja-
no's, die, uit Turketlan afkomstig, omstreeks 200
n. Ohr. IndiS overbeerscblen, weid de beeldhouw-
kunst meer ruw en primitief, waarvan PI. II, fig.
9, een voorbeeld geeft. Ook het leliSt in tig. 2
voorgesteld, behoort tot dit tijdperk. Omstieeks
600 kwam een andere opvatting in zwang; de ti-
guien kregen toen grooter slaiUteid, en weiden
meer naar de natuur gevolgd. E^n zekere zinne-
lijke uitdiukkin^ komt nn vaak voor (PI. H, lig.
10 en 11). In dienzelfden tijd neemt ook het oi-
namenteele beeldhouwwerk in beteekenia toe, en
vertoont een haast ongeloolelnken rnkdom (PI.
II, lig. 1). Den laatstgenoemden stijl ziet m»
aan het beeldboavrwerk ivan den Boro-Boedoer op
Java, die uit de 9de eeuw dagteekent. Hg beeft
zich tot den buidigen dag gehandhaafd op Bali,
waar een gewgzigd Boeddhisme, met elementNi
van den Brabmaansehen godsdienst vermengd, in
zwang is gebleven.
Atrtbaehiikutul. De amboebtskanet, zoools tg
tegenwooidig in IndiS 'beoefend woidt, beett zich
ontwikkeld na de verovering van het land doot
de MoJiammedanen. Er zgn dus, looals van zelf
spreekt, vele Arabische elementen in waar té ne-
men, doch een eigenaardig karaktei wordt toch
niet gemist. Eet zilverwerk, dat gdmaiUeeid of
met andere metalen ingelegd is, vertoont soms
Perzische motieven (PI. III, lig. 1), naturaliitisehe
planten [PI. III, fig. 2), doch ook wel een leer
eenvoudig geometrische opvatting (PI. III, tig. 6).
Deze Perzische motieven vindt men ook bg de vn-
eiering van aardewerk [PL UI, fig. S] en houtwerk
[FI. III, fig. 4). Bij het bordnnrwerk (PI. UI, lig.
5 en 7) wordt in hoofdzaak van geometrisdie
vonnen gebruik gemaakt Daarentegen bebben de
waaiers (PI. III, fig. 8) een Perzisch karakter.
Het bedrukken van katoen, dat leeds vroeg in
Vooi-Indie te Soeiatte werd beoetend, gaf tot het
(PI. lil. tig. 11) woidt aan ^eometiische tigureit
de voorkeai g^ven. Realiatis^ behandelde figu-
ren in gekleurd aaideweik (PI. UI, lig. 12) ^
blijktiBar ood«i Enropeeschen invloed ontstaan. Oe-
stjleerd plan tenorna ment, met geometrische ti-
Kren veroonden, vertoonen bet srtilderweik eenet
MS (PI. QI, tig. 18) en een gelrarduurde schoen-
Ofl. ni, tig. 14). Een eigenaudigbeid dar In-
dische ambaehtskanat ia haar voonear voor le-
vende kleuren, die op smMkvolle wgxe met elk-
ander verbonden zgn.
Indlaoh* Ooaaan (zie de kaart) is bet gioo-
te zeebekken, dat in het W. door Alrika, in het
DigilizedbyGoOglC
M8
INDISCHE OOEAAN.
N. door Aii>, in het O. dtrai de Qtoote Soenda-
eilaDden en AutlnUl en in het 2. dooi een lyn
van il« Zuidpunt van AtTika nutr den Zaidweit-
hoek TBD AnitralJi b^reoad woidt. Deie mid-
greni ii geheel willekeurig; lommige geoRiaten
nemen dun ook «Is loadsaig den Zuidpooleirkel
urn, tenri)! de W. en O. gten« den Terlengd
worden Unn den meriditan T«n kup AgnlbMen
dien Tan (uZ 'kaMrT*nTumaniB.''DeoppeiTlak-
te Tan d» oceaan bedraagt 78S25 872 T.km. ol
2Vi maal die Tan Afrika. -De dieote it door ver-
eebillende weteniehappelqke eipeaitiei (lie DUp-
tuotuünoêk) ondenocbt, loodat men een goede
TOortteHing heeft lan den leebodem. Zoo Tindt
men in het O. Tan dezen Oceaan een 5000— 6000
m. diep bekken, dat lieb uitstrekt taatehen 5' en
40* Z.Br. en Tan 85* OX. tot bü de kuat tbu
Auitiaiie, terwijl bet lieh in den hoek, gevonnd
tuncben N.W. AoBtralil en Ininlinde, Tooiliet,
CTenals in den Z. inham Tao AnatraliS. Het diep-
ste pnot, dat tol 1906 gelood werd, ligt ongeveer
1000 km. ten Z.0. der Kokoe-ei landen, waar in
1900 op 18* 6' Z.Br. en 101' 54' O.L. een diepte
van B4S9 m. geTonden wnd. In AnguatDi 1906
werd, 250 km. ten Z. Tan JaTa, oo 10*1,5' Z.Br.
en lOB* 5' O.L. een diepte Tan 7000 m. gepeild.
Aan dit diepe AaitralÏKbe bekken alail tieh in
het Z. een platean aan met een diepte Tan 3000 —
4000 m., dat in het W. door de eilanden St. Paul.
Nienw-Amaterdam en Kergnelen hegienad wordt
en lich tot in de IJaiee aehqDt TOort te letten.
Het grootate overige gedeelte Tan den Indisehen
Oceaan, Toora] de geheele weatelgke helft, beiit
meestal diepten Tan 4000—5000 m., terwijl ten
Z. Tan de PiinsEdward-eude Croiet-eilaiiden een
leer diep, op OO" Z.Bi. 6000 m. diep bekken ge-
renden werd. Langt d« knit van Afrika loopt
de bodem tamelijk steil omlaag tot op groote
diepte; slechts tusseben Mads«a*ear en het raite-
land Tindt men een plateau. De Arabische Zee is
gelijkmatig diep, ongeveer 3500 m., de Golf lan
Beiigalen eTeneens. loopt echter trap^ewüi naar
het Taateland op. De grootste diepten der Roode
Zee li^gn in het midden eo vinden ban maii-
mnm in een diepte Tan 2190 m. De gebeele aee-
bodem heeft den Torm van een V-vormig kanaaL
De Feniiehe Goll daarentegen ia zeer Tlak, ge-
middeld ileehlt 100 m. diep. Volgens ErüvuHtl
bedraagt de gemiddelde diepte van den Inditehen
Oceaan 3929 ra.
De temperatuur aan de opperTlakte van den
iDdiscben Oceaan is Teel booger dan die Tan den
Atlantisehen. Ben reusachtig gebied aan beide
lÜden Tan don aeqoator heeft een temperatonr
Tan 27* tot 23*. Enkele kleine onregelmatighe-
den ijjn het gevolg Tan den invloed van lee- en
InehlstrooDieD. De afname der temperatuur met
de diepte geschiedt ook hier, evenati bij de an-
dere oceanen. <^ hwe breedte sneller, dan op
hoogere; evenwel it de temperatuur der bovenal*
waterlaag (tot 100 m.) veel hooget dan in den
Atiantiaènen Oceaan. Een vergelijking van de
temperatnnr in de diepte onder den aeqaatoi in
beide leein geeft de volgende tabel:
Diepte in
meter»
0
y>
loo
200
400
tooo
4O00
bodem.
Atlantische Oceaan
^:!
i9*,o
37*.S
'4*.o
"•,9
I4",3
ïo'.3
A'A
6».i
3M
'
De gemiddelde aeqaatoriaie giena van het drql-
Ö* oTcraehrijdt overal den 60tten br«edt«graad;
ten Z. van Afrika den 50aten, en op 45* Tindt
men nog v»^ ijsbergen. Uit de lage temperatnnr
van het water op den bodem laat lieh afleiden,
dat het kond* water van de pool toegang heeft
tot lelb in de Arabiiche Zee, De veronderstel-
liDg, dat licb bier rroeger een vasteland (Lemu-
na) lou bevonden hebben, waarvan Madagasear
aan de eene, Ceylon san de andere igde nog over-
blijfselen loaden lijn, vindt geen steun in oen bo-
dentTorm of de temperatnnr der diepte.
Wat de MMtroemen betreft, vertoont het lul-
deljjk deel tm den Indliehen Oceaan sooilgelu-
ken klingloop als de Atlantische. In het noorde-
lijk deel wisselen de richtingen tengeTolge der
moesons af. In bet gAied van den Z.0. pasiaat
Tindt men een Aeqnatorialen stroom van O. naar
W. tustehen S* en 23* Z.Br., die lich in de buurt
Tan het eiland Rodrignei in twee takken splitst,
waarTan de eene naar het Z.W., langs het O.
van Madagasear omibnigt en verder naar het Z.0.
naar hoogere breedten voert; de andere tak gaat
ten N. van Hadaeatear en splitst lich weer in
IweeBn; een gedeelte gaat naar bet Z. en atcoorot
onder den naam MoumbiaDe-stroom langs Afrika
door de straat van Moiamtique, bereikt als Agol-
haa- of Kaapitioom, met een aneibeid rnn 1 — 4
leemglen per uor, bijna de Kaap de Goede Hoop
' en is all warme stroom van grooten invloed op
het klimaat van Z.0. Afnika. Het andere gedeelte
Tan den tweeden lak Tan den Aequatorialeo
stroom richt aieb Tan 10* ZJBr. af naar het N. en
iet lieb in den tjjd van den Z.W. moeson (April
tot Oototier) Toort tot Kaap Ouardatui, om venler
de kuat der Arabische Zee en der Qolf van Ben-
Jilea te voUen. Gedurende den N.0. moeson
sarentegan beweegt lich in deze beide leebek-
keni een stroom in tegengestelde riehting, dus
van O. naar W. Tusechen den aeqnator en onge-
veer S* Z.Bi. bestaat ean aeqoatoriale tegen-
stroom, evenals de Gnineaitnom in den Atluiti-
icben Oceaan.
Tan groeten invloed op den toestand der win-
den lijn de uitgestrekte landmassa'i, die deX In-
diseben Oceaan in het N. begrenien. Slechts ten
Z. van 10* Z.Br. waait het geheele jaar door een
Z.0. paaiaat; tan N. van den aeqnator wisselen
de winden met de jaargetgden at. In den lomer
waait een Z.W. moeson in de tropische streken
naar het ateiiverhitte AiiatisdM vasteland toe,
in den winter is de wiodriditing juist omgekeerd,
waait de N.0. moeson naar het aterter ver-
warmde xuidelüke halfrond. Op deielfde wijie
waait tusschen den evenaar en Anstralil een
N.W. moeson gedurende den lomer van het Z.
halfrond, die van AustraliC afkomstig is. In bet
algemeen ijjn de winden van den aeqoatorialan
DigilizedbyGoOglC
INDISCaE OOBAAM— INDISOHE WUdBSaBBBTE.
669
iDdiceben Oeeau xtrak en worden door ttmelgk'
lange perioden tbu windvtilten onderbroken. Tocb
iQn OTiïnen niet idduMn, Toonil niet in de wa-
teren len MaaiitioB cedurende den winter tbd
het DDOTdeliJk halfrond. Ten Z. Tkn 35° Z.Br. be-
gint de breede lone van den bestendigen („bnt-
Ten") weatenwind, die licb onafgebroken rondom
dit halfrond voortzet.
In den Indisehen Oceaan tindt men, vooral
tniseben 40* en 50* Z.Br., de zrootere Terkeers-
wegen det loor Indil en AnttraliB beatemde leil
uhEpen, die hier nog met de etoomscbepen kan-
nen cODCurroeren. Sedert de doorgtating der land-
engte Tan Snei wordt eehter bet noordelijk deel
lan den Indisehen Oceam bet dmket beraren,
daar alle itoomeriiepea naar InanlEnde, Ooat-Afri-
ka, Voor- en Achter-Indiê, Ooit-AziS en AnatraliB
bier langs gaan. Het inidelgk gedeelte doorkrui-
Mn ilecbta BtoomKhepen, die naar of Tan Austra-
liS laren. De Toornaunste atoomiaaTtlüDen loopen
door de Roode Zee naar Cejlon en van daar door
de sCrsst van Malaka over Singapore naar Bata-
via, Hongkong en andere CMneeséhe of JapaoBEhe
havens, verder direct van de Roode Zee naar de
Voor-Indieche havena, ol naar de Ooatkuat van
Afrika en Madagaaear. BelangrHke ijjtakken gaan
van Ceylon naar Anatralii en Manritins. van Sin-
g^>ot« naar verspillende piaataen van Inantinde,
Nienw Oninea en Queeosland. Verder ioopt een
belangrüke Ign' van Kaapstad naar Nienw-Zee-
land (van ait Engeland). De belangrijkste havens
i|jn Aden, Karataji, Bomba;. Colombo, Uadraa,
Calcutta, Rangoen, HonlmeJn, Poeloe-web. Pe-
nang, Singapore, Padang {Koningin-Emma'ha-
veo), Freemantle, Albsnj, Adelalde, Melbonrne,
Poif Louis OlanritÏDs), Tunatave, Port Eliia-
beth. Eaat London, Port Natal. Lorenfo-Har-
Siez, Beira, Dai es Salem, Zaniibar, Tanga en
sjiboeti. Twee kabels loopen van Hun naar
Aden, twee van 8aez naar Soeakim (met aan-
sloiting naar Dsjeddah) en Obok, drie van Aden
naar Bomba^. een van Earatsji naar Aboeseh^r
met aansluiting naar Haskate, twee langs 4e O.
kast van Afrika van Aden over Bagamojo naar
Dar es Salem en over Uozambique en Loren^o-
Uarquei naar Natal, verder een kabel van Baga-
mojo over Hahé naar Hanritina, een van Natal
over Afaoritius, Rodri^Hz en KiAoseiland dooi
de Straat Soenda naar Singapore, een van het Ko-
knieiland over Perth (AuatrallE) naar Adelalde,
een van Singapore over Banjoewaogi naar B^o<^
me (Augtralil) en twee van Banjoawangi naar
Port Darwin. Verdei bestaan noc vele plannen
tot aanleg van verschillende kabels, welke plan-
nen echter dooi de nitvinding der draadlooze
telegrafie waiischynlgk gewgiigd sollen worden.
IndlsolM telsn noemt men de talen, welke
in Voor- en Aehter-IndiC gesproken worden en
die met nitsonderiag van het Diavidasch en de
Eolariiebe talen, van Indo-Oermaanscbe aEkoms^
njn. Aan bet hoofd daarvan staat bet onde of
'Vedisehe Sanrtrtl (lie aldaar], waainit door lang-
urne afalijping, gedeeltelijk ook onder den in-
vloed van autochtone elementen, de veisehillende
Jongere volkstalen (voorzoovet ig tot bet Indo-
lermaanseh bebooren) ontstasm syn, teiwül het
eveneens dsaiop belastende Sansknt meer us een
knutToim la besefaoawen is. Wanneer dit iMtste
ophield een volkstaal te ign, is niet roet lekei-
heid uit te maken; doch wg vinden leede in de
rotsin schriften van den Boeddhistiscben koning
Afoka {3de eeuw v. Chr.) een dialect, dat vtg
sterk afwijkt. Ook seer afwijkend van het Sans-
krit en armei is het Pali, de heilige taai van het
Boeddhisme <qj ^^lon en in Achter-Indi§; nog
jonger syn eindelj» de vooral nit de Indische
drama's Dekeode Prakrittalen, waaiin een ooste-
lijke en een weatelgke groep te onderscheiden is,
ieder met atsonderlgke dialecten. Daamit xgn de
volgende moderne talen ontstaan: van de ooste-
lijke gioep: bet Assami in Aaaam, het Bengali in
Bengalen, bet Orija in Orissa, het Maratbi in
Mahratteniand, aan de kast in bet Eookani over-
gaande, het Oost^indi af Bibari in Bibar, ten
W. van Rentalen; van de westelijke groep: het
Wesl-Hindi. in een bgvoim Htadoitani genaamd,
iii hel middelste deel van Noord-Indii (72— 80>
O.L, V. Qi. en 22— S2* N.Br.), tevens de omgaitfs-
taal dei beschaafden in geheel Indii; het Qoeds-
Jarati aan den benedenloop der Nartweda en op
tiet schieteiland Goedajarat; het Katsji op het
schiereiland Eatsj; het Eonkani van Qoa; het
Sindbi aan den benedeDJoop van óea lodiis; tiet
Pandajaabi in Pandsjaab en het Naipali in Nepal.
Meer naar bet N. W. voornitgeachóven qjn bet
Kaejmiri, ten N.0. van het Pandajaabi, het Paseb-
toe in Afghanistan, de taal der Kafir in Hindoe-
koesj, verner het Dardistani, Oilgtti, Astori, Arn-
jia. Ten slotte behoort ook de taal det Zigeuners
tot de Indische taalgroep.
Da leer verschillende en talrgke alpbabets sijn
van Semietischen ooraprong. Het waarschijnlijkst
is. dat de IndiBrs ban schrift ontwikkeld hebben
Dit hel Aiameesche, dat reedt io de Saté eeuw
in PerziB en Babjlonii gebruikt werd. Da ond-
ste overblijfselen van het Indische sehiitt ign
bewaard gebleven in de gesehrillen van koning
Afoka, die deels rechts-, deels linksloopend ge-
schreven zgn. Van de reeb tal nopende stammen
alle latere alpbabets af: bet Devanagari, de al- '
phabets der moderne talen, looals Bengali, Hïndi,
eni., die weer in talrijke onderaf deel ingen g»-
splitst lijn, verder die der Drwvidische talen,
Eooala het Tamil, Teloegoe enz. Het Boeddhisme
heeft reeds spoedig vormen overgebiacbt naai
Aehter-IndiS, Cejlon, delefies, Sumatra en de
Philippijnen. en later naar Trbet, vanwaai de
Mongolen hun eerste schrift (Pannepa) ontleen-
den. Overigena heeft de Islam ook het Peniseh-
Arabische schrift naar Voor- en Acbtei-Indil ge-
bracht, dat met name rooi het Hindoeatanl,
Pandsjaab!,. SIndhi en vooi het eigenlgk Ualeiseh
in gebruik ia.
Zie: Sehlagintweif, Oeograpbisebe Verlireitung
der Spraehen Ostindiens pHneben 1875); Cutt,
The modern langua^ea of the Eaat Indies (Lon-
den 1878); fraxer. Literair taistoiy of India (Lihi-
den 1907).
Xndisoh* vor«ln«BteD. Zie SiAmgam.
Indlsohs w4al>*r«*rt*. De endere Indi-
sche bespiegeling, die het eerst optreedt in de
longere deelen van den Rigveda (lïe Vtda) au
naar hoogtepnnt bereikt in de Oepaoisjada, houdt
sieh voornamelgk beiig met Brahma, het Eenwig-
Eene, de Alsiel. Terwgl de leeiüngm van ds
Oepanisjads atelselloos waren en eliandei dik-
D,o,l,zedb,GoOgle
670
INDISaBE WUSBDQEEernE— INDIVOUAUaUE.
wgla tegenspriken, werden later lei atelieU ge-
■uapea, die, in tegenstelling met bet Boeddhit-
ne, aU orthodoi en net h«t Bnhnuuniebe ge-
lool Tereenjgbur werden TerkJaard. Zg nng-
lehikken lien telkens twee aan tw«e alt Foerra
en OetUra-Vinianca, Sankhja en Joga, Kjaja «n
Vai^eijika. De Poeira-HimanM ixa Dtjaimi»*
be>at faeBcfaoa wingen «ver den Veda, die «Dg«-
■cbapen en Mnwig verklaard wordt, o*er de daar-
in voorgëBchreTen oeremoniin en orer liet loon,
dat daaraan terbonden is. De Oettara-Himanta,
meestal VedanU (= doel ot einde Tan den Veda)
genaamd, is gettiebt dooi Badaajaiia, wiens wtrk
„Brahina en Soetra", door den grooten eievMt
Cankara Tan een commentaar vooriien is. Geheel
digen, ODTeranderljihen Brabma. Bniten died
Genen is er geen Zqn. De Teetbeid dei Tersehg-
ningen is sleebts een waan en werk Tan Terblin-
ding (Ha/a, lie aldaar); de ware kennis Ttrai»-
ligt dien waan. TegenoTtr liet monisme Tsa dw
Vedaota leert de Sankhja-philosofie, die wau-
Khjjnlök at eerder in een Tast stelsel Tsstgele^d
was, het dualisme. Naar men wil, is in afkomstig
Tsn een mjthiichen wgie, Ka^üa. Ondei haar 25
grondstellingen fMfniJ staat eeoengdB de liel
fpoeroetja) ot liefer een oneindige Tcelbeid «an
indiTidaeele tielen, anden|tdi de oermaterie ol
natnur (fratrifi) en de nit baar atgeleido 23 an-
dere principes. Ziel en natnar ign eeuwig, maar
ffene eeuwig onTeranderljjk, deie eeuwig Teran-
derlijk. De liel beeft kennis, doch geen sebeppen.
dn kracht, de natuni juist het t^enoTergestslde.
Het Iqden, dat al, wat leeft. trelC berust op bet
Smis Tan onderscheid iniseben ikl en oatunr;
w)}sbegeerte Terlost Tan deien waan en be-
Trgdt daardoor Tan Igden en lielsTerhuiiin^. Het
Jogastehel, waarTao FabnuUjali ris (k stichter
betehonwd wordt, leert op den metapbyeiscfaen
grondslag der Sankhja-ieer, doch met lovrMgiotf
Tan het denkbeeld Tan een persoonlijken soa
ftftara), de praktgk Tan het ioga, d,i. van nel
streTOn om door Tcrdieping des geestei allerlei
wonderkraehten en *erlo»ing te Teifcrij^n. Voor-
tebriften tot bereiking Tan dat doel ign: onop-
hondelgk inhouden Tan ^ea adem, bgKondere hou-
dingen, hjpootiscbe oefeningen. Daardoor loo de
menieb acht bOTennatnnrtjjke hoedanigheden krg-
gen: lich oneindig licht of iwaar, klein of groot
te maken, TerTnUing Tan alle wenicben, Tolko-
nen beerschappg oTcr het lichaam, etcueens oTsr
den natunrloop. oTeral heen te kunnen gaan. De
aanhangers deier leer, grootendeels TcreerdertTS
f^iwa nilnïaiin lii-liult oa.nu .n .H- fujult^l;;
*a, puugen lichielf gaarne en ign gedeelteigk
tui goochelaara, waarieggers, droomuitleMeri ena.
geduld. De Njaja Tan öotama i* Toor aUcs logi
ea. De leer tan de kentheorie, sjlloglsmen ons.
wordt leer uitToerig behandeld. Het Vaieesjika
Tau Kmada is een atomistiBcbe natnurphilosofie.
Indlaoh wiL Zie BuxanihUntuur.
Indlaoh G«nootaK>liap, den 26sten Hel
1854 opgericht, stelt lieh ten doel de beTonlering
Tan het gemcenschappelgk belang, dat de Neder-
Itudsebe koloniën en oetittingen aan bet moeder-
land Torbindt. Dit gemeensehappdük belang liet
bet Genootschap in de stotfelgie, maatsefaappel^
ke en intellectueele ontwikkeling dier koloniln ea
beiittingen door Nederlandteb kapitaal «i Nedet-
landfcbe krachten, onder beaehermina Tan een
liberaal NederUndseh gonTeraement. Het Oenoot-
•cb^ heelt «en groote koloniale tnfaliothee^ en
TCnhagc.
ladlam. Dit metaal werd in het jaar 186S
door Reiek en Riekler in linkblende uit Fretbsrg
gOTonden. Om het daaruit te bereid^ bchanden
men de linkblende met looreri loutiuur, dat een
klein deel ooopgeloit blglt, waarop na ongeiTeer
30 nur al het iidlum neergealagen is. Hen «libt
het temggebleTea link at, waarna men bet leaidi
met talpeterennr, daarna met swarehuor behan-
delt. Men dampt de Tloeiitof in, tot al het aal-
Eetenuar Terdwenen is, filtreert en Toegt aait
et tiltraat een OTermaat tan ammoniak toe, waar-
door bet indium, liet lood en het gier neergeaU*
gen worden, terwyl link, cadmium en koper in
oplossing bltJTen. Het neerslag wordt opgelost ia
loutinur en bet fütraat met een natriumsulfiet-
oploasing gekookt, waardoor indinminlfiet wordt
neergulagoB. Na getuiTcrd te ign, wordt dit
pegloekj, waardoor net oiied ontstaat, dat Terhit
in een waterstofst room, het metaal geelt. Het is
een wit, niet kriitsllgo metaal, leer rekbaar ea
lichter nog dan lood. Het soortelük gewicht ia
7.42, bel smeltpunt 1 54* C. Aan de lucht oijdeert
het niet. In loutiour en Tcrdund iwaTelsnnr lost
het moeilijk, in talpeteriuDr gemakkelgk op. Het
indium oxwd IniOi is een geel poeder, dat bg Tsr-
warmen broio wordt. In warme luren loet bet ge-
makkelijk op. De Tooroaamste louten sgn ïndinm-
chloriecr(lDCli),iudiumsulIiet (In^SOi)i), indinm-
ammonitmuloin (InJaO)()).(NB«)>S0t.24HiO) ea
iodiumnitraat (Inf(N(^)i). De kleurloote Tlan
wordt door indiumiouten, na bcTochtigd te iga
met loatsnur, hlaaw tot Tiolet gekleurd, waaraaa
indium te herkenoen is. Het ipeetram bestaat nit
een indigo-bUnwe en Tiolette streep. Het atoom
gewicht is 114.9.
IpdlTldti is een voorwerp als ondeelbaar ge-
heel, Moali bet xieb door sgn eigenaanligc eigen-
schappen Tan andere grigksoortige Toorwerpen
onderscbeidt. Het indiTidu wordt alioo Tan d«
soort, het individuetU van bet algemeene onder-
scheiden, lerwgl individtialiteil juist het gebeel
der eigenschappen lanwgit, waardoor een voor-
werp sich als lelfstsndig wesen, als indiTidu on.
dereebeidt. Zie verder IiufiMdiMltsme.
In il JTl dn al lam* is een leer, die ia de psj-
ebologiicbe eigenschappen Tan het indiridu den
noodsakelgken en den eeaigen grondslag liet Taa
de menschelgke samenlering, dte den maatschap-
pelgken Toornilgang tracht te beTorderen door
de Trg'e ontwikkeling der pcreoonlgkbeid. De vol-
making Tan den menscfa, de beriMoing en Ter-
betering door en in hemselt is de eeni^-mogelgke
en de beste waarborg Toor een gelukkige saiiKn-
leTÏng. Het indiTLdualiime is erenieer de tegen-
stelling TBD het eolleetiTisme als Tan het ituts-
Boeialisme. Het is als het ware een protest tegea
de neiging om bet indindn te brengen onder de
Toogdg Tan den Staat. En daarom juist is bet
geeniöodern TeiMhgnael, maar bet tréedtentrad
steedi op als reactie tegen OTcrdreTcn staatain-
menging, telkens als deie bleek een bdemsneriDg
DigilizedbyGoOglC
INDIVIDUiLISUE— INDO-G-BBUANBN.
671
te zfjn TOOT de muUcbappelüke ontwikktlin^.
Toen in it 16de «n 17de eeuw bgna ovenl m
Europa de Staat neb tiad opgeworpen als de rege-
laar der itoftelijke belangen, ging het veiiet uit
van de PkfaiokraUn en Tan Admi Smt'tA en de
op aque denkbeeldeo voortbouwende liberale
teho<4 der eeoDomtsten. Toen in het midden der
]9de eenw het eolleetitisme het hoofd opstak,
werd de etigA daartegen aangebouden door libe-
nden en ananUsten en thans ziet het üidivi-
dtialitme ign Tganden in het ataattgoeiaümie en
. de aociaalderooeratie. Een beliebamin^ Tan het
e^Iame i« bet indirtdualimie allenninst, erven-
min alï liin tegenitaudera lich altratïten mogen
Doemen. Ëen algemeene verbetering van maat-
Khappelgke toeitsnden wenariit het evenieei all
ig, die aan den Staat min of meer het Btoffelöki"
lot der men teben in handen willen geven. Het on
derseheid tnaschen beide ligt in het middel, dat
ig aBnwenden. (Zie ook Anarekietne, OotUtiiviê-
me. Liberaal, PkftioeraleH, SocMimu, Staiüuo-
etalUwte).
iDdo-BrltBoh Kttk. Zie Indie.
iDdO-OltilUU Zie Franteh lndo-Cki»a.
Indo-OUnsawdi* t&lsn noemt men de
met het Chineeieh een geheel vormende talen, die
geaprokeo worden doot een reeka volken in Ooat-
iiifl, waarvan de meerderheid onder den Invloed
der Voor-Indie^e beschaTing «taal. Men vetdeelt
haar in drie groepen: de Tibetaanidi-Binnna)i-
«ehe talen, die der Tai-Tolken (Siomeeioh eni.)
en het Chineenefa. De Uon-Anamische talen, die
er vroeger ook toe eerekend werden, behooreu
waM-Mhgnlgk niet b|j. De keunerken van demn
taaletam lijn; MnlettergTc^ige gtamwoorden, iso-
leerende nnaboitw en (meestal) lingende klem-
Indo-Enrepaanea. Zie Indo-Oehnanen.
Iiulo-Ctonii&iisii noemt men de nitgebreide
Tolkerentamilie, die bjina geheel Europa en een
deel van Voor-Aiiê (PeniB en Voor-lndie) be-
woont en lieh in de laatete 4 eeuwen ook over
Amerika, Australië een deel van Noord- en Ooat-
Ane, Afrika en Pol;nesie verapreid heelt. De
meerdere of mindere verwantsenap der takken
Tan den grooten ttam onderling blgkt zoowel
uit den liehasmBbonw. als uit vele karaktertrek-
ken, tooal* wg die in kunst en wetencchap, in
godsdienst en zeden en in het alecmeen in dé ge-
schiedenis der arionderlgke volkeren opmerken.
Zy berust echter in de eerale en voornaamste
f laats op de taatverwantiehap. EvenMer ale de
nd o-Germaan sehe talen op een oertaal terug te
TOeren ign, zoo ook de Indo-OermaaDHhe vol-
ken op «en oervoft, dat echter in den loop
der eeuwen vele vreemde elementen in zieh heen
opgenomen. Met de studie der Indo-Oermaansehe
taten heeft vooral Sehleget een aanvang gemaakt
en ign werk werd door Front Bopp en inn toI-
gelirtgen voortgezet. Naast den naam Indo^r-
maaniehe volkeren vindi men ook dien van Indo-
^Stirmieeache en van ArUehe, terwgl de namen
Batukriimhe, Japhetiëehe en MiddeUttwitehe,
3oor anderen ingevoerd, weinig ingang beÜen
Êevonden. Volgena de nieuwste onderioekingen
an men de levende en nitgeatorven takken van
den grooten Indo-Qêmuantehtn taristam ver-
deeleo in S groepen of fmnilien, waarbij iedere
taal eener groep meer overeeokomst heeft met
de overige talen dier groep, dan met een taal
van een der overige groepen. 1. De Arüehe fa-
milie omvat de Indische talen, van welke het
Sanekrit de ondate en meA waardige te is, en de
Iranisehe talen, ook wel de Fetzisdie genaamd,
met het ond-Periisch en oud-Baetriseh ^end).
2. De ArmeniBche, vroeger voor een Iranisehe
taal geboudé'j, wordt thans ala een alzonderlgke
gro«fi iKechoDwd. 3. De AlbaneestÉke, vromer ten
onrechte tot de Qrieksche gerekend. 4. De Oridc-
cehe, omtrent wier oodale vormen niets bekend
ia, hoewel ig vermoedrigk reeds vroeg een lell-
standi^n takgbhad faébbeDiabetlUTriseh-Tbra-
ciseh. 5. De Italiaehe talen, met het Latgn aan
het hoofd als de bron der ntenwe Romaansehe
taten. 6. De Keltische talen, welke nagenoeg ver;
dwenen tnn. 7. De Qermaansche talen. 8. D«
Baltiaehe-Slavisehe groep met de fialtisehe ^-
thaulseh, Lettiteh en OtM-Pruisisdb) en Slaviaehe
talen. Van de uitgestorven talen behoorden het
Thraeieeh-PbrjgiMh en Illyriaeb zeker tot den
Indo-Oermaansuten taaistam. Ook in het Lign-
riach, Etrnekiseh en eenige Klein-Aiittisebe taïeii
heeft men, deels ten onreehte, Indo^ermaansdit
idiomen gezien.
Hoewel het boven allen twnfel verheven is,
dat deze S taalgroepen zich in den loop der een*
wen dit een oorsaronkelgke Indo-Oermaansehe
taal ontwikkeld hebben, toch kan men niet aan-
nemen, dat zü gelöktgdig naaat elkander tgn ont-
staan. Volgens net gevoelen van &iU0teAer maak-
te zich van het oervolk bet eerat die hoofdtak los,
welke zich vervolgens weer splitste in Germanen,
lijthaoera en Slaven en langs de Kaspische Zee
langzame rtiand voorwaarts rukte naar Europa.
De tweede hoofdtak, die later nitschoot van aen
stam, bevatte de jongere familiin der Keiten,
Grieken (met de Tb raciacfa dl lyrische atammen) en
Ttslianen. Deze baande zich door KleinAAiii en
over Thraeie een weg naar Europa. De midden-
Iwjig van deie was dis der Kelten, terwgl de
Orieien en Italianen nog.geruimen tgd dezelfde
Seweaten bewoonden voordat zg, hg verdere ver-
eeling, de schiereilanden der Apenngnen en lan
den Balkan ia bezit namen. De katste groep, die
de oorspronkelgke woonplaats verliet, was de
Arische, die der Indilra en Irainlrs. De eerste
trokken over het Himalayagebergte in de Pend^
jaab, waar de oudste hymnen der Veda ontston-
den, en verspreidden zich verder over de gewee-
ten van den Qanges. De Iraniirs daarentegen,
ni^ande van bet oude BaetriC, namen de gebee-
le Hoogvlakte van Iran in beiil.
Sekléieher verdmddgkte die meening door een
atamboom, waarnaar zgn theorie de stam-
boomtheorie geooenód wordt. Eg nam dai
drie gromen, de Noord-Eurofwesohe, de Znid-
Europeesche en de Asiatiaebe aao. Omstreeks
1870 won de meening veld, dat de taalstam zich
eerst in twee groepen, de Aziatiscbe en Europee-
sche, verdeeld oeeft en dat de laatste zich vervol-
gens in onderdeelen splitste. Beide theoricin gaan
van de veronderstelling uit, dat de afzonderlijke
groepen en famililn door vertrek en werkelgke
scheiding van tiet oerrolk ujn cntstaan. Een ge-
heel andere meening, volgens welke tusschen de
afzonderlijke Indo-Germaanscbe families geen
D,o,l,zedb,GoOgle
INDO-aSIOIiANEN— INDONISISCSE TAAL8TAH.
■cherpe Khetding, doch aleehta geleidel^ke over-
gangen liJn aan te Demen, vond «eiug bjJTtl.
llanB heeft de tt>mboomtheori« de meeete aao-
fatogeiB en men kan met lekertieid Iwm eroote
dialecten aannemen, een weiteljjk (Grietsch, Ita-
liteb, Eeltiuh, Oermaanicb en miMehien lllj-
TÏich) en een ooatei^k, waartoe de OTeiige talen
behooicD. BioDen die groepen nienwe anderrer-
deelingen aan U nonen ia nog ni«t gelokt.
Sieehia it het waaraehgnljjk, dat Keltiieh en Ita-
Itaeh nanw aamea hangen.
Door Terc;el^iDg der ia de Indo-Oenoaanaebe
tal«n etjiDologiKb oTereenkomende woorden heelt
men gelraebt den faetcÉiaTiDgitoeetand ran het
lodo-Oeraiaaniehe oenolk r66c idd ubeiding
Taat te atellen. Maar wat d« tad leenle, waa
metital onroldoende «u onbetronwiaar, iood«t
et een groot Tendiil lan meemogen twataat en
men lelia de mogelgkhekl ontkent ooit ieti posi-
tiela op dit gebied te weten Ie komen, Met be-
hulp Tin de ondite beriehlen cmtrent bet leven
der Tolkeien en de praehiatoriache londalen kan
men vaatatellen, dat de Indo- Germanen, ten deele
tenminit«, landAoow ui toelenden «p kleine aehaki
en daarbg eenigv tamme haisdieren (rund, acbaap,
Seit, hond en misicbien varken) beulen. Zg ken-
en ook het paard, maar gebrniklen bet noch tot
trek-, noch tot rijdier. Kat, maileiel en pltrimTee
«ntbiaken. De drank waa d« mede. De rieeht-,
apin- en weefkunit waren reeda uitgevonden. Van
de metalen was alleen het koper bekend. Hen
woonde in eenvondige hutten. UïtdrakkingenTan
den milhandel. voor bet iMgiip maat ea voor de
getallen tot 100 tgn «oorbanden. Hen kende boo-
ten en roeren, de zee en het lont. De op bet
koopen der vronw bernatende familie wat tuiver
agnatiacb. Er waren beaamingen voor vader, moe-
der, lOon, doehter, broeder, initer, oom, ichoon-
doebter, voor de ondert van den man (niet van
de vronw), vooi twager, acbooninater, weduwe
(niet weduwnaar). Men leefde in claat, weer on.
derverdeeld in groepen en familitn. De baaia van
het reebt was de bloedwnak. De godadienat be-
atond nit de aanbidding der natuurkrachten en
de vereerisg der vooroaden op grond van een
*ear aterk geloof aan de liel. Welke de antbro-
pologiiche lenmerken der Indo-Oermanan ge-
weest lijn, ia moeilijk uit te maken, daar lij in
de nieuw bezette landen licb sterk met de oor-
apronkelijke iawonera vermengd hebben. De oude-
re geleerden waren geneigd bet oervaderland der
iBdo-Gormanen in Ceiilraal..AziR, ongeveer in d<
hooglanden langa den bovenloop vau den Oiua
te toeken, wat eebtei abioluut onmogeliik ii;
nienwere geleerden nemen ons werelddeel aan,
docb omtrent de juiste plaats lijn evenveel mee-
niagen, ala er landatieken lijn, hoewel ds thaorti
van bet gebied rondom de Oost -Zee veel aan-
ban^ri telt.
Zie: Joh. Sekmidt, Die Urbeimat der Indoger-
maoen (Berlijn 1910) en Berm. Hirl^ Die IndoKer-
manen. Ibre Verbreitung, ihre Urbeimat nnd inia
Knltor (Sfraattburg 1(^5— 1»07, 2 dln.).
Indol (Cja>N) behoort tot de cTcUscÉit
pjrrolkem. Het ataat in nanw verband met de
indigo, ondat men dete laatate verbinding van
indol afgeleid kan denken. Het eerst is het be-
reid uit oiindol '(dit uit indigo) door genoemde
verbinding met linkstof te destilleeren. Later is
het pok verkregen door reductie van ortbonitro-
kaneehnnr, C.H^NO.)GQCIHGOOH, en nit pbe-
nvlgljeocoU door deatillatie met kaliumformiaat.
Uit ligToIn kriatalliwert indol in glaniende blasd-
jea, die bij S2* C. amelten. B^ den gewonen dink
kookt het onder ontleding bq ongeveer 245*; on-
der verminderden dmk is net met watetdamp
gemakkelijk te vervlucbtigeo. Bti herit een on-
aangenamen reuk. In eigenschappen komt bet
veel overeen met pjrriA. Het i« een Met nraUe
baae, niet in staat om met verdunde nuen touten
te vormen. Zijn dampen klenren met loutiuur
bevoebtigd dennenfaont rood. Verhit men indol
met chloroform en natriumaleoholaat, dan ont-
staan eb i nol ien derivaten, evenab pTnol pyndien-
deri vaten geeft.
XndolMitl* noemt men ongevoeligheid voor
eiken prikkel en een hietnit voortvloeinde on-
verschilligheid, traagheid en lustelooaheidi, «ea
toestand dus, wauin de mensch niet licht door
aangename of onaangename gébeartemaaen tol
handelen opgewekt wordt, maar het liefst In on-
gestoorde rust volhardt. De indolentie kan aan-
seboren i|jn of door afstomping dar gewaarwor-
dingen ten gevolge van inapanning, lorgen of
uitspattingen ontataaa.
IndoiMBUI ia de bet eerat door Baatian ge-
bruikte benaming voor de eilanden van den In-
diadtea ol Maleiactien Archipel.
ladotUMUoh* tutlatam, ook wel JfnJetaeA-
Palynetitehe taaUtam, noemt man de grooie taal.
familie van het Maleitehe raa waartoe ook behoo-
ren de talen der Papoea's, Negrito'a, MelaneaiCrt
en HieroneaiBrs. Dit ras bewoont de eilanden der
Austraal-Aiiatiaehe Middeliee, van de PhiUppü-
neo tot en met Nieuw.<}QiDe&, samen wA wel
/«foneatü geheelen, benevena MelaneaiB, Microne-
si<, Poljneaii, Njenw Zeeland en Madagaskar, ala-
mede het achiereiland Malaka en bet binnenland
van Formosa en omvat bgna SO miilioen men-
aehen, waarvan 3S miilioen onderdanen van Ne-
derland ign. Alleen Java met Madoera telt meer
dan 80 miilioen bewonen, waarvan ongeveer 20
miilioen een en deielfde taal apteken, het Ja-
va a n a e b, terw^l in bet W. van dit eiland de
Soendaneeaebe taal door 6 miilioen, in
het O. en op Madoera betHadoereeaeb door
4 miilioen zielen gesproken wordt (lie Java). Het
Ualeiaeh (xonder het Menangkabanaeh) wordt
door minstens 3 miilioen, bet Balineeach
door l'/i miilioen, het A tj ehsch door */> ">''-
lioen menachen gesproken, terwgl de overige 3
miilioen bewoners van Jntulinde, wier taal tot
deien atam behoort, uit BaUka, Redjangere,
Lampongers, Niaasera, Dajaks. Boegineeien, Hi-
kasaren en Alfoeren op Celebea, de bewoners de
Kleine Soenda-eilandHi, Kieuw Qninea eni. be-
staan. Vooral in O. Insulinde en bniten den Ar-
chipel is bet aantal dialecten en gouwapraken
leer groot, en enkele worden alecbts door eenig*
bonderdea of daiienSen inlanders gebruikt. Hel
Tagalaaaeh wordt door Vt miilioen men-
achen op bet eiland Luion, bet BiBajaascb
door 2'Jt miilioen menaeben op de eilanden tna-
adien Luion en Hiadanao, het B i k o I op het
DigilizedbyGoOglC
INDONESISOHE TAAL8TAM— INDRAOIRI.
673
Z.0. Bchiereiluid Tin Loion door '/« raiUioen, het
Hftlagaiiseh door 6 miOioéii op Hadagukar
gesprokoi.
Bö bet H&leisehe ru hebben de kroeshuise
sttmneD, die hiei ea daar te midden ot in de
nabjibeid der IndonesiSrs woaen, boa ooripn»-
kelgie taal Tenriascld met die «eoei Indonssiicbe
goirwtpnak, loodat hier dnt rufergchïl en taal-
Teracbil niet lameDnan. Daarentegen hebben de
etammen, die ten O. ran Celebee tat md de
gnn»D Tan Oeeanit wonen, tin het Toortwaart«-
treUcn een deel der medeklinkera van den oor-
apronkell^en taaliehat Teiloren, loodat de klin-
ken in de nitloopert *«n den onden taalïtam
OTerheeTtehend ign geworden. Verdei leert de
teiteh» in het W. en de AUotnefm in het O. van
den Archipel, welke tarnen de Indiiehe af-
deelin^ uitmaken, terwgl de Oeeanitek»
aMe«Itnjr e*eaeent twee tamiliSn omrat,
voortgekomen nit'de Alfoeraehe, n. 1. de Mdmui-
tehe en de Polynetiicht.
Geen der pogingen, dooi Senbromur, Van dtr
Tuuk, Dt. Brandt* e. a. gedaan, om een Kheiding
en onderteheiding in den Indoneiisehen taaietam
te maken, beeft algemeene instemming geTonden.
De Maleitehe tsalhnilie kan weer in onderschei-
den groepen geiplitat worden, n.l. I. de Snma-
tiaantehe, omrattende: o. het Haleiich, 6.
bet Menangkahanaeh, e. het Batakieh en d. het
Atjehtcb; 2. de JaTaaniche, beitaanda nit:
a. het Soendaneeseh, 6. het Javumeb, e. bei
Madoeieeseh en d. het Balineeech; 8. het Da-
jakech op Bomeo met iqn tairnke dialecten en
goDWipniken. Bg de Altoersebe familie vallen te
oDdeiuheiden: 1. de Phi 1 i ppq n lehe
gioep, 2. deNoorikAlIaereflbegioep
op de Sangir- en de Talaoelei landen en in de Hi-
nabass. 8. de Z n i d - A 1 f o e r
Z.-Celebet, 4. de O oi t- AH oeiiclie in de
Holnkken, met nitionderiug na fi. de Teina-
taanaehe op en Dabg Temate, en 6. De
Klein-Soendaiehe na Bali lot Timoi.
Tot de AlfoeiMhe familie behooren verdei bet
ïliaêeh en het Matagasifeh. Het HelanesiKbe om-
vat twee gioepen; 1. de Papoea'icbe cp,
om en beoosten Nienw-Ouinea, en 2. de M i e i o-
netieehe in Mieioneaie. Bg de Pol^esiiche
taalfamilie f allen de begiippen groep en
familie eaoten, deze tieboort thuis in Polv-
neeie, op HieQ w-Zeeland en op de Sandwieo-
eilanden.
In-, door- «n nltroerraohtan. Zie Be-
tehtrming en Tariefteelgeving.
Indoplwnelan tjjn evenals indaninen (lie
aldaai) gtoen lot blanw geklemde veifet^ten. Z^
onlriaan evenal» de laatste door inwerking van
ehinonehlooitmied en dergelijke ttottei] on phe-
Doleo. Teehniteh belangrgk Ji het in den handd
Tooikomende indopheiMl het napbtoHtUnw, dat
door ozydatie van dimethvlparapbenjleen'-dia-
mine en «-naftol in alkalieehe oploBiing ver-
kregen woidt. Men beieidt hieroit door verhitting
met dmiveniniker en loog het loogesasmde In-
dophenolwit dat als «en gele pasta veibandeld
wordt. Het vindt alt zoodanig in de verveigen
toepauiog, daai het lieh op de veieU tot ia-
IX.
dopbenol oxydeert. Het wordt dikwgla in de in-
digoknipen toegevoegd.
Indor (Indore, Indaur), een Britsch-Indisehe
vaulstaat in de prorineiei Nimar en Halwa, be-
staat nit viei gebieden, samen 21 755 v. km. croot
met een bevolking van (1911) 979360 iielen,
meest Mahiatten, weinig lEindoe'e, lerdec Oond,
Bhil eni. Het land woidt goed beuiroeid door
den nui den Gangee stroomenden Tsjambal en
den Narbada. In de boBseheti en dsjungela vindt
men koitbtie houtsoorten (teakhoat) en een me.
nigte wilde dieiei (t^xere, Uipaarden, buffels
enz.). De vrnehtbare bodem brengt tarwe, rgst,
olieiaad, tabak, inikerriet, opinm en katoen voort:
dit laatste wordt ïn verschillende fabrieken ver-
werkt. Eea op kosten van den vorst aangel^de
spoorlgn bni^ bg Khandwa van de Bomba; —
AUabadljjn al en gaat over de stad Indor naai
de lijn Baroda — ^Khupoer. De vorst, een Mahrat,
voert den titel koUcar, be«dukt over 8590 man
met 24 itnkken geschut en heeft een jaarljfkteh
inkomen van 70 millioen roepgen; ign betalingen
aan de Brittehe regeering voor een militair con-
tingent heeft hjj afgelost. Br zetelt een politieE
agent, die recbtstreekt verantaoordelgk Js aan
den gouvernenr-generaaJ.
lador, de hoofdstad van den gdgknamigen
staat, is gezond gelegen aan den linkeroever der
Katki en aan de epoorlijn Ehandwa — Baioda —
Kbanpoer. Zg bezit een paleis van den holkar
met een groot park, een mnnt, een hot^sehool,
een groole katoentabriek enz. Op eealgea afstand
ligt op een aan Engeland afgestaan stok grond
het paleis tan den politieken agent, een bazaar,
een groote opium opslagpUatB, een hospitaal, het
Radsjkumar College en Daly College tot opvoe-
ding van voorname jongelingen nit Centraal-In-
diS, en de kazernes tot beteherming van dea
agenl. De stad lelde in 1911, toen er de pest
beeraehte, 44947 inwonert, doch een daarna ge-
houden lelling gaf een totaal van 68733 inwo-
disehen tijd vereerd
werd, was voorn amelgk
eert oorlogsgod, die in
den strgd met den dae-
mon Vilra (oorspronke-
Igk de veipersoonlö-
king der drw^te, zege-
viert, evenals in den
Hanneuslag. Vandaar ii
hg bet ideaal van een
strijdbaren held en de
lieveling van bet om
woonplaatsen itr^ende
volk. In den Brahmaan-
eehen tgd ii hg, even-
als vele andere Tedf-
eebe goden, tot een der . j
acht wereldbewakere ""*"■
verlaagd en wel van
het Oosten. SS heeft een praebtig paleis in den
Svarga (Hemel); zgu gemeliu is Catsji.
D,o,l,zedb,GoOgle
INDBIflABI— INDRE-ET-iiOIIIE.
ot de ri*ie[ tu Indnigiri met haar igtakken «a
Rranit ten O. md d« mc, t«n Z., W. en N. ub
da UadKhappen Reteb, EwaalaD, Mandih en
QMCDg. Het Mitut ait iMglud, dat in de na-
b^heid Ata kaït leti moenni^ ii, tervgl ook
het gebied luss den KwHtan dikwjjle dooi over-
gtroomingen det imn oadet water wordt geiet.
OreriMDt «ertoont de iradem liettellde karakter
all elderi in de laagtlakte lan Ooit-Snmatra (lie
aldaar).
Indragiri ii leer lehraal bewoond, aoodat het
lielental op SO i 40 000 wolUt reKhat. De be-
TolktDg wordt ondeiMbeiden in Ualeiert en Ha-
maq'i; in de hootdplaati en verder langs den be-
nedenloop van den Kwantan woont een klein aan-
tal Chineeien. De Maleiera wonen lang* ol nabjj
de gToote rifieren en lijo Uohammedancn, de Ma-
maq'e daarenl^en lieidenen; faon taal is tetwut
met bet Menangkabaoseh. Zg ign verdeeld in 9
•oekoet. Hootdmiddel Tan beitaan ii landboaw.
TOoral rÖBlbonw, hoewel ook sago beieid en ta-
b^, koffie en katoen aangeplant worden. Verder
TenairaeleD ïjj boschprodaelen en Toeren hout
nit. Op een paar Europeescbe ondernemingen
worden liberiMotfie «n gambir gekweekt.
Eet rokje wordt beaUnid door «en loltan en
gtaat aeoert 1838 onder Nederlandich opperge-
ug. Eent in 1878 werd er een NederkudMli
ambtenaar, n. 1. een eontrolenr, te Bengat geTee-
tigd en Tan toen af nam ome inTloed er meer en
meer toe.
Xiidr*Clii ie de naam eener afdeeling Tan de
residentie Ri 00 w, omiattende het rokte van dien
naam (lie aldaar). beneTeoi de landMtiappen Re-
teh, Quieng, Iga), tUsndah, Eatcman en Danei
op de Oostkust lan bet eiland Sumatra. Zg
wordt bettnnrd door een controleur, die in de
hootdplaati Rengat tetelt en rechtitreeks onder-
geschikt is aan den reeident tan Riouw.
eiland Java. Zn beslaat een opperTJakte Tan 471
T. km, en wordt begrensd io net N. door de Ja-
Ta-Zee, in bet W. door de residentie BataTia,
in bet Z. door de Preanger R^nttehappen, in
bet O. door de afdeelingen Hadjalenka en Che-
riboD der residentte Cheribon en door de JaTa-
Zee. Indiimajoe Tormt één contrSle-atdeeling, Ter-
deeld in S goHTernementediit rieten: Indramajoe,
R»rangampel en Sleman, beneTens 8 districten,
bebootende tot de particuliere landergen, en wel
4 tot Indramajoe West (lie aldaar) en 4 tot Kan.
daKbaoer (lie aldur). De bodem ii Tlak en in
het W. moerasne, De Tji-Hanoek atroomt Tan Z.
naai N. er doorheen. Het land IcTert nitalaitend
rgit en wel Tan een Toortreflelgke hoedanigheid.
Tot deie afdeeling behoort o<A het in de Jata Zee
gelegen Boompjeieiland. Bootdplaate is Indra
majoe (zie aldaar).
Xndramajos ia de hoofdplaali der gelijkna-
mige afdeeling (lie aldaar) Tan de residentie Che.
ribon op het eiland JaTa. Het aantal inwoners
bedraagt (1905) 15 672, waaronder 54 Enropea-
nen. 1972 Chineeien en 733 Arabieren. Thini
een plaatsje Tan weinig>behnc, Tormde bet bg de
komit der Portugeezen en Nederlanders in den
Archipel «en helangrgke handehplaats. Toen lag
bet Termoedelgk dichter bg de kuit, waarvan het
door de aanslibbing der XJi'Manoek steeds teider
Terwgdetd raakte.
XDAramaJo* WHt is de naam Tan een der
grootste pattiCDÜere landergen op Java, 75 000
Douws groot met een bevolking Tan 73 000 zie-
len. Het land is gelegen in & afdeeling Indra-
majoe der residentie Cheribon en Terdeeld in 4
districten, n. 1. Pasekan, Lobenec, Oedjong en Dia-
ti-Toedjoe. Rgstland bg nitnemendheid, prodo-
ceert het een der beite rgetsoorten Tan JaTa, de
bekende Indramajoe-rjiit.
Xndrapoar», Pitk van. Zie KoniUji.
Zndrs, een tg ri vier Tan de Loire, geeft haar
naam aan 2 departementen in Middel-Frankrgk
en oDttpringt in de bergen van 6t. Marien in het
departement Cher. Zg stroomt noord westwaarts
OTer La Cbltre, ChAteanronx, Loches en Uont-
baion door een Troebtbaar en mooi dal en mondt
30 km. beneden Tonrs in de Loire ait. De rivier
is 245 km. lang en niet beTaarbaat.
Indr», een Franseh departement, gevormd
door bet weetelgk gedeelte van de o^ide prorineie
Berrv en kleine gedeelten Tan Oiléannais en Har-
ehe. telt op 6795 T.km. 286 673 (1911). Het land
Il Tlak en verheft lich in het iniden slechts ter
hoogte Tan 459 m. en behoort met de Cher, de
Indre en de Crense tot het stroom^bied van de
Loire. De rechter atyti der Indre is bedekt met
poelen en moerassen, die door ecbadelöke uitwa-
semingen de Ineht ongetond maken. In de OTerige
deelen des lands is bet klimaat laebt en aange-
naam en de bodem, met oitiondering van eenige
landvlakten en bossehen, zeer vrachtbaar. Toeb
staat de landbouw nog op lagen trap. Verbouwd
worden graan, haver, inikeibieten, beroemde ku-
tandes, wrft, hennep en wga. Uen vindt er uit-
gestrekte wei. en hoDilandêa, loodit dé Teeteelt,
inionderheid de schapen fok kerg, bloeit. Het delf-
stDfFmrnk levert gier. steenen en marmer. De
belangrgkBte takken Tan ngverheld tgn gier»mel-
terg en lakenveverg, verder vindt men er papier-,
katoen- en hoe den fa brieken, tp inner jjen, looierg-
en, pottebakkerijen mz. Het verkeer wordt bevor-
derd door de spoorwegen Tonloose — ^Parqs en La.
Cbltre — ^Tonrs. Het departement, dat Chlteau-
roui tot hoofdstad heelt, wordt verdeeld in de 4
arrondissementen Chiteauroni, Le Blanc, La Chl-
tre en Issoudin.
Xndr«-4t-Iiolr«, een Franseh departement,
gevormd nit de voonnalige provincie Touraine
met kleine gedeelten van Orliannaia, Poitou «n
Anjoo. (eit op 6114 v.km. (1911) 341205 inwo-
ners. Hel land is bgna geheel vlak en behoort
tot het stroomgebied der Loire, die het nagenoeg
in 2 helften verdeelt en er den Cher, Indre en
Visnne opneemt, De landen nahn de Loire, be-
dekt met rivierslib, »gn zeer Truehtbaar, waarom
Tonraine den naam ontving van „Tuin Tan Frank-
rgk". Het plateau van Falunières levert een nit-
mnntende soort mest. De hooger gelegen streken
zijn rgk aan wouden en wnngaarden, maar bevat-
ten ook landige heiderelden, die eehler langaa-
merhand worden ontgonnen. Bjjna '/« der opper-
-lakte levert niets op. De belangrijkste voort-
brengselen zgn er graan, hennep, tui, ooft
bovenal wnn. Aan den wgnbouw namelgk - '
DigilizedbyGoOglC
INDiBEiEn'iOIBE— INDtTCTïïBOTROOTfBN.
eia. nsD aeen ei laoiicKea ibd
idea itoffen, looienien, BpJIker-, vn-
1 papieif&bnden. BeUngrók ign a«
[en <a boekdrakkergeD. Oe iikaiü
vMleelt ia er *mi mlnig b«Iuig, ereDal» <k ta-
brieksDgverheid. Hen heeft ei fahriekeo tad
woIlcD an vjioi
fen-, ketel- en p _
gewgerfftbricken <a boekdrakkergeD."!^ üaiü
wordt door Koede watenregen en 75 ipooTlgDen
bevorderd. Het departement, io de 3 anondiase-
menten; Toon, Cfainon en Loch«i verdeeld, beeft
ToQTg tot hoofdatacL
Indriyam >b de ttebeeciching der linnen io
de Yogaibëoetening. ÜÜt ign de tien niterlijke
handelende krachten: de Tïjf linnen, die gebruikt
worden voor WAarDeming beeten, Jndt\a-indriyam,
6» rgf Toor fa^andcling Karma-indriyam.
Indaotlckhw. Zie RHkmkortf.
IndDetlamaolilii» ii in het algemeen elke
machine, welker werkwgie benitt op het Ter-
MbqnMl der eleettomagnetiKhe indncüe. Zie ook
Ehetriteermaekine.
IndDOtlsmoter ii eea andere naam toot
ati/itekrone dTaaütTDommotor (lie Sleelromolo-
Isdnotle-OTan wordt gebrnikt bg de berei-
ding Tan metalen t. n. 1. vas etaal. Het staal
wordt bierbg ten gevolge der door de Epoelen
Tloeiende wiggelitroomen opgewekte Foaeamtgehe
(troomen loo boog verbit, tot het metaal de voor
het proces verelKhtt temperatnnr bereikt (lie
Eleeltitehe Oven en fowouJtaefte Stroomen).
IttdaetleTavelaoT is eeo verktnig, dat
dient om in een electriach wieeeUtroomnet phaae.
vertehniving tnsschen stroom en spaanjng (lie
Induetie) te kunnen regelen, meestal om deie
phaMTerichniTing zoo gering mogelgk te doen
^n. AIb indnetiuegelaar zgn uitstekend te ge-
brniken op het net aangealoten eynebroDe moto-
len (lie Sl«etromoloreH), die, zoo men den t«-
krachtigingsstroom Tan bet veld verhoogt, of,
looaU men dat nitdrukt, het Teld OTerbekraeh-
tigt, een zelfde werking niloefenen ala erai in het
net eeiehakelde condensator <iie Imtaetie), zoa-
dat dns de phaseTeraehaiving, die door de in-
ductieve belMtïDgen (ne tndueUemye veentand)
wordt teweeggebracht door de etpaciteitswerkiné
van den iynenroneD motor weer woidt verminderd
of opgeheTen.
ZndVQtlMtroonwn noemt men de door
Faraday io 1831 ontdekte electrische stroomen,
die ontstaan door de bewef^ing Tan een geleider
in een magnetïMh
veld. Verplaatst men
een koperdraad,
waarvan de uiteinden
met «en gevoel igen
3üE
s
klvanometer T«rbón-
den iqn, door een
masnetiscb veld, dan
wqkt degslvanometeT
at; in d«n draad
wordt dns een elec-
iromotoriache kracht
"•'-l'-^TT™""" opgewekt. De groot-
stroomen. t,^%,„ j^^ |^3^h(
Ugkt evenredig ts
ign met bet aantal krachtlqnen, dat de ge-
leider b^ de beweging doorsngdt; een inule
verplaatsing geeft een kraehligen, maar korten
stroomstoot, terwql een langzame beweging een
Bwakkeren stoot van langeren dnnr geelt. Vooi
d« lichting van deze kracht geldt de regel:
Plaats de linkerhand uto, dat de fcraditlijnea aen
rng binnendringen en de gestrekte dnim de rieb-
ting der beweging
aangeeft, dan geeft ts
de wijïviagec de rich- \
ting der kracht
Yerplaatst nten
geleider A B (fig.
treedt er een indne-
tieatroom op volgen:
de lichting der pgl.
Als de geleider A B
C D (fig. 2) om de
door (k sUi^lga
BS ge-
r. 1) 1;:.^-:|
dt N :J-: Z
ïe?,s I- - ^ - -I
i;r
draaüi wordt, dan inf-
tendeisilBenCi). Fig. 2. Indnetie-
opgeweklfi «loetro- stroomen,
motorische krachten
elkaar versterken, loodal de indnetiestroom
krachtiger wordt. Deie stroom is echter oiet
voortdurend even sterk, want na een draai-
ing van 90» lal de beweging vwi A B en
Ou evenwijdig aan de magnetische krachtinnen
zijn, er worden dan dos geen krachtlijnen door-
sneden, zoodat de stroomsterkte nul is. Bg ver-
dere draaiing neemt dete weer toe; nu is de rich-
ting efbter joist tegengesteld. De maïimnmaterk-
te wordt bereikt na 180» draaiing, om tot 270»
weer at te nemen. In den slnitdraad ontstaat diu
een wisselstroom. Door een Btroomwisselaai (sis
aldaar) aan te brengen kan deie wisselstroom om-
gezet worden in een gelgkstroom. Vervangt men
den magneet door een electiomagneet en den en-
kelen geleider door een drsadktoe, dan is bet mo-
gelijk cp deie wgze krachtige rnducties troomen
te verkrggen. Op dit beginsd berusten de mag-
neto't en dynamt/i (zie deze artikelen). De rich-
ting van dea ind acties troom kan ook gemakkelijk
afgeleid worden mt den door Haswell gegeven
regel. Ziet men in de richüng der kraehtlgneD
naar den geleider, dan ontstaat bg draaiing een
tegenviV'eTÊtToom, als het aantal kracbtlgnen, dat
dooi den geleider omvat wordt, loeneemi, en een
wjiwsfrooin, ais dit aantal afneetnl. Volgens de
*eet van Len% hebben de ^Indnoeerde stroomen
steeds een zoodanige richting, dat de bew^lng,
waardoor ig ontstaan, wordt tegengewerkt. Het
electriseb arbeidevermagen van deie stroomen
wordt dns geleverd door den parsoon of de ma-
chine, die den ffeleidei in draaiing boadt.
Hen ksn wA een isdnctie^room opweUwft
door den geleider in rost te laten en het magne-
tisch veld te bewegen. Wordt bgv, een m^neet
van bniten at gebracht in de holte van een draad-
klos (tig. S), dan loopt er in de windingen hier-
van een stroom, zoolang de beweging van den
magneet danrt. Bg verwüdaring is de indncUe-
Btroom tegengesteld gericht.
Tot dusver werd öt de geleider, èl het magne-
tisch veld verplaatst. Het is echter dnidelgk, dat
ook een indnetiestroom in een ^leider Ül ont-
staan, als in een nabnrigen geleider een stroom
word* gesloten of verbroken. Immers ook hier-
door wordt de eente geleider plotseling geplaatst
DigilizedbyGoOglC
INDUCnËSTBOaUUN— INDDS.
in een Éugnetiieb TeM ot plotteling faiernit *er-
«gderd. Id bet ««nt« ^«nl ia de riehtiog vu
dcD isductiestroom ■!■ b|j Didering vu een mw-
neet, in het tweede gevii lU bg Tenrgdering. Ds
I
Fig. 3. IndnetiMtroomen.
dubbele pjjl in fig. 4 geeft den inductiestroom
UD b|j ilnitine vu den prtmairen atioom, de
diieroadig» pöfdien bg veAreking. Dur de ver-
andeiing van het mi^etiteh veld leer loel ge-
■ebiedl, ttl de indnetiestroom krachtig ign, maar
Bleebte kort duren.
Om op deie wg^ie
leer eterke iodnetie-
stroomen te k^gen,
legt men enkele win-
dingen »«n een dik-
kea primairen diaad
A om een week jjie-
een leer ^root aan-
tal windingen van
een dunnen geeandai-
Fig. 4. Indnetie- ren draad B. Wordt
ttroomen. nu de etroom in A
beurteil nea gesloten
en verbroken, dan ontstaan in B krachtige indnetie-
atroomen. Hiervan wordt rebmik gemaakt bij den
MdueficUot van BHkmkorft (lie Rukmkortt),
Niet alleen echter in den seeandsiren geleider,
maar ook in den primairen draad lelve lal bg
■Initing en verhrekins van den stroom een indne-
tieairaam optreden, daar ook rondom deien ge-
leider het magnetiteb veld verandert. Ale de
'stroom in een geleider gealoten wordt, lal de
eerste hoeveelheid eleetriciteit, die door den draad
gaat, een iwak magnetiseb veld opwekken; dit
veld veroo naakt een induetieatroom, die den
hoofditrocm tegenwerkt. Daar deie echter elechlB
<^tr«edt, loolang het magnetisdi veld verandert,
ui de itroomsterkte voortdurend toenemen tot de
maximumwaarde bereikt is. Is B de electromoto-
risehe kracht vu den hooldstroom, e die van
den isdnctieitroom, en t de ttroomtterkte, du
is j ^ lï — e. Na eenigen tnd — die altp mi
Uein ie — ie e ooi geworden en behondl dt
stroom dus iga maximum sterkte, Bg het vedn-
ken treedt er een indnetieitroom op, 'dit g^
gericht is met den hoofdatroom. Deie ainub»
men luUen aauiienlgk kunnen worden ala rondiw
den geleider een steik magnetiieh ttU ontttu:
(bgv. bg windin^n rondom een gieren ken) h
■b de verandering der stroomsterkte leer ehI
Seiriiiedt. Om laatatgenoemde reden ii ie ii-
uetiestroam bü het verbreken steedi veel krul)-
tiger dan die bg het alniten (ue verdei Z«Ui»
dtictU).
Toor de inductieitroomen, die optreden in aw
«t«H geleiden, verwjjien w« uai bet artitd
FoiteaMt$ehe ttroomn. Omtrut de nhjaiolagiiib
werking der inductiestroomen lie ÉtMttiÜenfii.
IndnotlawTtla w—ratooJ. E» tii^
scfae stroomketen beiit een indnetievrgn ncr-
itand, (Il die ketea geen leUiDdDetic Mt
MeetUI echter noemt men den weerstaid iidv-
tierig, ale deie lellinduetie piaetiseh leei geiif
is; 100 bgv. faeiitten doeilampen een viïwd It-
ductievrgen weeritana. Toor nanwkearip m
tingen worden weerstuden vervtaidi^rd, die ii
nog veel hoogere mate indnetievrg ign, i. g. Ui-
laire weentuden, waarbg de weeittudidiiid ii
bet midden gevou-
wen is, en de tiree
dna ontstane helften
vUk tegen elkander
ign aunlegd, Kodat Indnctievrge i
er touuien die twee
diaadhelften bjjna geen kracbtlgnen unét
ign (lie lig.).
Wiaaelatroomweeritud en Obmiehe ■«'»''
ign bier dna vigwel volkomen gdjk (lie laö»
tie). Il durentegen wel leirindnetie aaieoig, »>
noemt men den weenttuid iadnetiet
IndnotlawMntaiid. Zie l^iKlmr
weertUmd.
Indnllnm vormeB een gro^ vu f*™"!
•toflen, beboorende tot de ebineniniid Ucarw-
len. De stmetaar vu deie itoQei {■■)«{■■
lekerbeid bekend. Men veArggt h tq ^aw-
ming vu pTramidoaMlicbamen met "'^'^
in tegenwoo^igheid van mioerale iiRi- *~.~^
van deie verfstoffen is minder moei dn y* *"
andere teerkleuutoffen; >|j ign eetW *t S°™
beiUnd tegen bet lonlicbt. Men gehrtiU » w
in de inkU en lakfabrieage. De eenveedigite mt
deie groep is bet uodiphenjiblanw (B»^'
dat verkregen wordt door inweAing na W"""^
aniline od amidoaubeniol in een ci|dMn4 ™
aniline. Éen udere klenratot nil d<" r°^.^
het nigrasin, waarvan de itmctuni osbeiud «■
Indnntl» is in de geneeiknmk de m»
vooi een verharding of een geiweL ^^^
Zndnrlst ia de num voor een soort bxw™
kruit, dat bestaat nit een meogiei *" ^
cellnloae en nitroJMOiol. Het ii in Smi-i»
rika in gebruik. . . ,
Zndiu, in het Suikrit SMkot t= "^
de hoofdrivier van weatelgk Toor-IadA "^
een lengte van 8180 km., tarwH »gi •t™»'^
bied 965 000 v. km. bealatt. Hg oetqiriwlj»
N. van het meer Manawarowar op d* ■"'*^
helling vu den berg Garingbot^Je, etn»« ^
DigilizedbyGoOglC
DfDÖS— INDT.
het N.W^ neemt na «en loop nn 252 km. den
Qartok of Okttang-tijoe op, loopt, onder d«Q
OMMM mi Singb-ka-baD (Leeuwenpoort) door een
hoogvlakte, inagt b^ den psi La-6ans-KJel in
een eo^ ^alkloof lauehen den Kwen-Lon en den
Himalaja, neemt achtereenTolgeni des Zaekar en
DUs op en komt in Baltietan, wosi tiQ, na lieh
met den Sebajok Tereenigd te hebben, den naam
Tan Aba-Sin<jh {i. w. i. eigenlijke Indn) au-
neemt; 40 km. Terder, b^ de ttad lekurdo ot
Skardo mondt de Sehigar in den Indna i£t, Tan
Skudo af (tioomt h^ 1S5 km. naar het NJf.W.,
neemt den Gik-bit ep en tiigt om naai bM Z.,
itroomt footbg de Bngeleehe Testing Atak en
wordt Tenterkt door de Kaboelriiiei. flier heeït
da Indni een breedte van 250 m. bji hoogen in-
teistand een diepte tu 20 — 25, bj} lagen van 10
— 12 m. Tot Al«k gaat de Ecbeepvaart itroomop-
«auts. Tan de bron tot biei heeft de rivier een
verval van 6 — 7 m. op 1,5 km., in haar verderm
loop aleebtt vu 0,38 m.
Beneden Atak breekt de Iwlne door het Zoot-
gebergte met een 90 m. breed en 60 m. diep dal
en komt Mj Kala-Bagh, 186 km. beneden Atak,
met een breedte van 450 m. in de ilakte. On-
geveer 6 km. boven Uithan-Eot veifciidt hq lidi
met den Fandsnad, ontitaan mt de eamenvleeUi^
van DijiLam, TsjiuA, Bawi en Satlsadij, die in
hun bovenloop met doen van den Indae het be-
roemde ïnduche Pendijeab (Tqfgtroomenland)
Tomten. De bitedte tan den PandBnul is 1700
m., terwnl die van den Tndn» aleehts BOO m. be-
draagt Boven de stad RoehDi, in het landschap
Sindh, echeidt sich de OoetJ4aia af, die naar bet
ZX>. door de woeetgn stroomt en slechts bq hoog
water de zee bereikt Tervolgene breekt de Indos
door een laag kalkgebergte, waarna lieh, 30 km.
beneden Boenri de West-Nara afiehtidt, die lieh
echter, na bet Jfant^armeer gevormd te bebben,
weer met de kootdrivier vereenigt Beneden Tatta
deelon. In bet geheel beeft men, untder de kana-
len en onbednidende armen, dertien mondingen.
De waterwegen van de delta itjn aan de grootste
veranderingen onderworpen. Tegenwoordig is de
Htdsjamro-arm de voornaamste, aan bet uiteinde
waarvan een liebttoien etaat. Zeeeehepen kannen
er eehter niet binnenkomen. De lengte der delta
langs de kast bedraagt 250 km. Bjj hoogwater
fi oe geheele delta aan oventooomingen hloot-
gesteld. De hoeveelheid vaste stoffen, welke de
lodns Jaarlijks in see voert, is leer aaniienlfik.
Het eerste Brilsehe stoomschip bevoer den laant
in 1835. Sedert 1B43 en 1849 kreeg hg als
grensrivier steeds meer beteekentt in staatknitdig
en strategisch opsieht. Gioote handelsplaatsen
ontbrekui editer. De parallel met de rivier loo-
poide spoorweg beett de sdieepvasit doen ver-
minderen. Tan strateoisehe beteekenis i^n de
■poorweghmmn bil Atak,dieb9Pes}awar,entiq
Sakiar. die den Bolanpat en Cpietta met IndiS
verbinden.
iDtfiiBlStikalk It een kalkrteen der tertiaire
loetwaterformatie in Aovergne, met talrijke korte
kanalen, die van phryganeein-larven stkomBlig
ign- Het gesteente ie opgebouwd nit samenge-
pakte kleine slakken (P<ifanitiia>.
IndutrUelen elcendom, Bureau wor
den. Dit borean, bestemd voor Nederland en ijjo
koloniSn en besittingen, werd ingevolge de «ret
van den 30eteQ September 1898 (SIbl. 146], ge-
wijzigd en aangevuld bg de vretten van den SOsten
December 1904 (Stbl. 284), van den lOden Fe-
brneri 1910 (Stbl. 56), van den 7den Januari
1911 (Stbl. 5] en van den Ssten Februari 1912
(Stbl. 64), wdke wet den naam draagt van „Jfer-
kvnvel", te 's-Oravenhsge ingesteld. Het bnrean
bestaat nit: a. den OeUooiraad en de aan deien
toegevoegde teehnis^e en rechtsgeleerde ambte-
naren; b, een Burta» voor d* hbriekih en handeh-
merkm; e. een AdminittraHeveii düntt, soowd
voor den Oetrooiraad als voor het barean voor de
fsbrieke- en bandelsmerkni dienenden. Het de al-
Cmeeoe leiding van het bareau is. "onder voor-
hond van de ogiondere voorsehntten, geldende
voor den Oetrooiraad en de «an dezen t^^evoeg-
de ambtenaren belast een Directear, die door de
Koningin wordt benoemd en aieh ba bedoelde
leiding gedraagt overeenkomstig de b^alingen
van een reglement en minieterieele voorschriften.
Dit r^lement is vastgestdd bij koninklijk besluit
van den 9den Maart 1912 (Sthl. 102),
Zie veidei voor de octrooien, de Octrooiwet en
den Oetrooiraad onder Oetrooun: en voor de fa-
brieks- en handelsmerken onder nit woord.
IndT, Paul Marie TModare Vinetnl d', een
Fransen eomponist, den 27sten Haart 1851 te
Parus geboren, verloor hij tijn geboorte tijn moe-
der ea werd toen bfj lijn groobnoeder opgevoed.
Tan 1862 tot 1S65 was hq leerling van Diimer
(piano) en daarna van Mannonttl en Latignae
(theorie), terwjjl hg met Dumre speciaal de wer-
ken van Baeh, BerlU» «n Vootier bestudeerde.
Gedurende den oorlog van 1870—1871 maakte
hg deel nit van de „Garde mobile"; na het slui-
ten van den vrede nam bn In Tan Oétar Franek
en faewefat van 1878 tot 1875 ook het eonserva-
torinm. Inmiddels fnu^eerde bq als organist der
8t. Len en als pankeniet rn het oifcest van Co-
lonne; ook kwam hjj (in 1878) te Weimar met
Ltstf in aanraking en woonde in IB76 de eerste
Bayreuther „Festspielo" bq. Zqn eerste succes als
eomponist behaalde hq met de eerste uitvoering
van rijn ouTertnre „Piccolomini" in 1874 door
Patdeioup; dit werk werd later bet tweede deel
der „Wallenstein-trilogie" (op. 12); in 1882 de-
buteerde hjj als operaeompomst met de komieehe
opera „Attendez-moi aons I'orme". Zgn naam
vrerd evenwel in mHneren kring bekend door het
koorwerk „Le ehant de la eJoche" (op. 8), waar-
voor bij zelf den Uksi schreef en waarvoor hij in
1886 bekroond werd met den eersten eompositie-
prqs vso de stad Parjjs, Lamoureux irseht bet
volgend jaar er de eerste uitvoering van. In 1887
vwnf hq koordirigent der Lamoureui-coneerten
en hij leidde de studies der „LohengTio"-op voe-
ring. Na den dood van Gitar Proneft (1390) weni
hq voonitter van de „Sociale nationale de moei-
que", welke hq jn 1671 met Franek, SainlSaent,
Dt CaetUlon, Ftatri, Dapare en Chaufton had op.
geridit. In opdracht van de r^eering werkte hg
een plan uit tot reorganisatie van het conservato-
rinm, doeh de nitvoering stietepdent^enstand
DigilizedbyGoOglC
INDY— ENENTINO.
dcT l«eru«D. Ia 1896<Ui:htteliiimetBordet en
Owimml de ,3c>i<^ Cftntornm", die oodcr ijjn lei-
ding MD beroemde imtelliDg i«a maiiekoiwler-
wge werd.
fflndf ia een der meeit karakteriatieke Terte-
genwoordinTi der FraoKhe mniiek ui Franelc.
Hij ichreei o. m. twee mazjekdmna's op eigea
tekst: „Fetraal" (1897) en .vL'étruiger" (IWH);
oitmlwerken: ,J«kn HnnTwle" («P- ^. ou«rtuw
„Antonins et Cléopatre" [oo. 8), Walleiute is- tri-
logie {op. 12), „Sangefleniie'' (op. 21), twee sym-
phoniHlD [G-dnr op. 25; Bei-dur op. 57), „htar"
(op. 42), ,^ooT i-m 1 k montagne" (op. 61),
„CbanioiM «t dxDMB" toot bluAinatnuiienten
(op. 50), een Suite roor trompet, 2 fluiten en
atrgkkwartet (op. 24), twee strijkkwarletten, een
Sianokwartet, TLOol«>nate, «erken Toor piano, tie-
eten, cantaten, koren. Voorta rerideerae hg een
aantal werken voor de complete Ronieati-nitKaTe
en Iwweikte hy ook opera't van Montnerdi. Ab
theoreticoR Ïb luj bekend door iqD „Coari de k
potition mnsitale" ("' " "' "
' (Dl. I 1902, Dl. n 1900); ook
._ een tiitwrafie van ign leermeester Céw
Fronek (in „Lei maltrei de la mntiqne" 2de druk
1907).
Zie ds artikelen van A. Sérieux (1B14) en O.
SM (in „Mniieient franfaii d'aDJoard'bai",
1911).
Tn wnBflli K k iiH w tWTiit »"»"*»■*» Bjj ko-
mi^lQk beclnit unden 21eteBMaart 1903 werd
iogeiteld een eommiwie tot het voorbereiden ran
Toontellen aan de regeering tot reorganuatie
ran lager-, wüddtlbaar- en Aoojref-oniferwjja, voor
loover deie tot een betere ineenscbakeling lan
de ondeneheiden deelen van het onderwgs noodig
lou blgken, met bepaling, dat het door baar nit
te brengen vetalag iod vergeield gaan tmi een
beredeneerd voorstel, bevattende cle uitwerking
vsn baar denkbeelden in den ronn van ontwer-
pen van wet.
' Zg had vql eobeommissiei ingeiteld om haar
voor te lichten a) omtrent een eteataeele leor-
ganitatie van het M.0. en al» aaulniting daar-
van aan de andere deelen van het onderwgi, b)
omtrent «en eventueele teorganiiatie van het
L. 0. en de aaoainiting daarvan aan het X. en
voorbereidend H. O., e) omtrent een eventneele
rrarganiaatie van hét voorbereidend H. O., d}
omtrent een wettedi^e organisatie tan het tech-
nisch onderwjje, e) omtrent de beste inriditing
van het gymnastiekonderwgt.
Het verslag van haar werkiaamheden ie in
1910 in twee doelen TerwdieDen, dodtia nog niet
gevolgd door een indiening van wetsvoorstellen
omtrent reoiganiMtle.
Zn attide (Latgn = in beeld) gehangen of
verbrand worden, was vroeger een wjjie van t»-
teefatstellen, waarbg de beMtenii van den »fw«-
ligen misdadiger aan de galf gehangen of in
het opei^aar verbrand, ja leliB onthoofd werd.
Inmttnv (Vaeeinatie). Lang vöór de inen-
ting tegen pokken geregeld we^ toegepaat, had
men rrads pogingen gedaan, die liekte, welke
de bevolking somt decimeerde, tegen te gaan door
geionden opiettdjjk te betmetten, omdat men
waaieenomen had, dat een deigelgke infectie ge-
woonlijk gnnitiger Tediep dan de toevallige. Het
was de eerate a^rode op een weg, waarop eent in
de laatste tjjden meer licht geworpen werd door
bet hestüdeeten der immnaitert (xie aldaar), liady
Monlagve, de echt^noole van den Engelschea
Ïeiaot in Konatantinopei, liet in 1718 haar kin-
eren inenten en velen in Frankrgk en Engeland
volgden haar voorbeeld. Men ^ebroikte echter
het gift van menschelüke pokoaisten (variolalie)
en stelde dna niet alleen liclt lelf aan ^vajj
Uoot, maar ieder iogeinte kon een tnfectiebron
worden voor sjjn «mgeving. Die variolatie werd
dan ook door de «et verboden en vervangen door
de vaeeinatie, «aarbg het pi^kengift van koe-
fokken gebniikt wordt aio onschadelijk voor den
lOgeCnte en lijn omgeving en evengoed beveili-
gend tegen menecbenpokken. De koeookkee ko-
men alleen md de niera voor en kunnen op
menschen en verachsllende andere dieren over-
g^raeht vraidML De sdhoofaneeater PUU bg Ski
«as de eereta, die eeaige kinderen inentte en met
sacces (1791), nadat ng bad «aatgeMnnen, dat
melkmeiden, die ptApniiten aan do handen kre-
S, vrg bleven van de echte pokken. Haai eerst
ner opende aan de wereld de oogen voor het
belang en de veiligheid der vaeeinatie, toen hq,
de poistof nemend nit de koepok-puiiten van een
meisjesarm, daarmee een' jongen entte (1796).
Toen de pnieten van dea jongen geneien «aren,
entte Jenner hem met den etter van meiueAely-
Jce pokatof — en hg bleek ei onvatbaar voor!
Reeds in 1799 werd in Londen «en inentingiin-
«tjtaot geopend, «au in datidide jaar roede 6000
menachen werden behandeld. 9et duurde toen
niet lang meer, of de vaeeinatie was door Bnro-
pa verspreid on werd in sommige landen bij de
«et verplicht geateld.
In de inentiDgsbriehtingen gebruikt men ook
wel retroToeeifuifieJympbe, d. w. i. anea ent de
koepokstof nit de puieten van een menaehcaiarm
over op de hnid Tas den haik van kalveren en
grtrnikt de lymphe van de fcalverpniaten. Voorde
tmivtaU lymphe ent mes origineele koepokstnt
op de bnikbnid van kalveren. De pokvloeintol der
bilveren, met een glyeerine-oplotaing gemenTd,
wordt in fijne, toegesmolten glaebaiejea afgele-
veid, een enkel kalf levert een 15 000 inentinga-
Eorties. Hen «rijlt de lymfihe in leer oKtervlu-
kge insnydingen m de huid van den bovenarm
en «acht liefst tot de kinderen minatens een half
jaar ond iqn, of, bjj iwakke of ifaaehitssche kin-
deren tot ig geionder lijn.
Tüdens «en eptdomie behoeft men geen reke-
ning met den leettgd te honden, lieer dan tien
jaar kan men niet op onvatbaarheid rekenen en
IS revaccinatie gewensefat, lOoder dne loopt men
dns opnieuw gevaar voor een pokken-aanval, al
verloopt deze bg eenmaal gevaeeineerden ook veel
lichter, n. 1. in den vorm van variololden (zie
Pokken). Bü de inenting maakt men met een
lancet miiut«na vier, 2 cm. van elkaar verwijderde
en 1 cm. lange leer oppervlakkige in«nijaingen
in de hnid, of steekt het lancet schuin onder dt
oppervlakkige Isgen, zoodat er hoogstens een en-
kel droppeltje bloed te voorsehgn komt en wrgtt
dan de pokstof met hetzelfde lancet in de «onde
al. Bg een geregeld verloop van de inenting ont-
staat op den vierden dag een rood pi^teltje, op
«elke een dag later een UaMJe gevormd -wordt
DigilizedbyGoOglC
INENTDW3— MRANTBRIE.
Den xeeden dog wordt het gmoUi, xgo inhoud
troebel, ign omgeTiog lOod. Den vtAgesden itg
is het blaatje een paiit geworden en ds roode
tand erfHnbMB ii giooter en Ueht geiwoUen. Op
den tienden dag ii de pnist tot Tolle otitirikke-
lii^ gekomen, den twullden dae begint hut
etteiige inhoud te drogen tot een kont, <lie drie
weken ne de inenting atvalt. Een wit litteeken
blijft bet geJieeJe leien «ehter. Durom neemt
men bg mewjet vaak faet boienbeea iffl plaats lan
den bovenarm. Het u gewenieht, de inentingt-
nUats met lairere watten tegen wrörlne dooi
de Ueeien te besehermen en hsvige jenk ie ter-
Hchlen met loodmteromilwen.
Tijdens de etterToifnlng ia de pakt en in de
eerste dagen koroen er lichte stjjgü«en van de
t«n^eratnnc m»r en de locale nMUeveisehiJD-
sels kunnen leer TersebiUend io git*d igo, maai
Tergeleien met de millioenen TMcinaüe* Talt het
aairtal UMer enntige eemplicstiea «eg;. Loeaal
k«n een Taccine-fnrnnkri ot een «aecine-Eweer
ontstaan, of, bg iwakke klnderfn, een ecieein,
niur ernstiger i( de lelduune .«oadroos ieryH-
Ela»), een infectie, die doodclök kan w«den. Zn
n ontstaan dooi Terontrednigin^ der wonde of
der Ijmpbe want de laatele ia niet iM|e«I kiem-
irg te maken, al Terminderen de b^na altgd
onsehnldige kiemen der pokkentymfibe in rnim
een maand ook leer «tem door de toegcToegde
gljeerne. Geheel kiemvrije fx^stot kan men
raak op den lesden dag nit de inentingspnisten
Tan kinderen verirögen en kent men deie als ge-
heel getond, dan ie <Ke pokitof Toor private en-
tingen leker de beste. Ondanks baar zoo geringe
geTaren, die legeniwer een nekte als pokken
Diawelgka meeteUen, bestaat er, om principifiele
Mdenen, wa agitatie tegen de Terp^itdite inen-
tii^, waarbij Klfs de invloed Tan vaccinatie op
het verdwijnen van de pckken-«pidemietn ont-
kend wordt. Het ontbreekt editer niet aan bewij-
len. dat ^demieBn nog altijd knanen nitliFeken
en boe de vaccinatie erop inwerkt: in den ooilog
van 1870—1871 stierven tuim 23 000 Fransdie,
«iet ingeente «oldaten, tegenover 260 Dnitsche,
gevaceineepde en grootendeels gerevaccineetde nti-
utsiren. Van die 260 waren de meesten oit Beie-
ren, waar de vaccinatie niet >oo etreng gehand-
haafd werd. De inpoeitie tegen de inenting had
waéh ndeft vu bestaan, toen nog menechelüke
pokitot werd gebmAt, waMbij altfaao* de kans
op het overbrengen van sjpbslis ol tabercnloee
ntet te ontkennen was; kalveren echter iQn enrat-
baar voor syphilie en de v«or de IjmfAe grtirnik.
ten «orden eerst naowkenrig op tnbercnHse on-
denocht en ni het afnemen hnnner pokatof Re-
slacht en opnienw op tnberenlote nagekeken. Zie
verder PoUcn en Imvamiteit.
Zie: BorntrSgtr Ou Bneh vom Imnfen (Ber-
Inn 1901); AUm, Die Vakrintberapiejbre Ifteo-
Ti« and prafct«i<^ Anwendnng {ia 'tDoitaeh
JTroAti, Berign 1914).
Inerti*. Zie Traaghmd.
InM d« Oactro. Zie Oosfro.
InfUDl* (eeriooehud). Onder het artikel Ser
(lie aldaar) ign op voldoende «gxe bet weien en
ds grondslag van de eer. zoomede de ooisprong,
de werkiiw en de gerolgen van de eerlooiAeid nlt.
eotgeiet. De Fransdw Code Pénal van 1810 deel-
de, looala daar betooffd is, met zeer kwistige
' >nd op onmensebkundige «ijze de dnfamie nit
o allerlei soort van veroordeelden «e^eos mis-
drifven, die met de eer niet in het minete ver-
band staan. Ons tegenwoordig Strafwetboek, dat
in 1886 den Code P<nal beeft vervaitfen, heeft
met de inlamie geheel gebroken en koit geen
ont«ei«nde straffen meer. De rechter is wel be-
voegd om bij lotnmlge miadrijren ais bgkomende
stru de ontzetting ran bepaalde rechten uit te
spreken, t. «. van bet bekleeden van ambten ot
bepaalde ambten, het dienen bn de ge«apeode
macht, bet kieien en de verkieebaarbeid bü
krachtens «ettelijk voorschrift iiitg«scb reven ver-
kieiineen, het ziin van raadsman at gcrechtelgk
bewindvoerder, alsmede ten «lotte de oitoefenlng
van bepaatde beroepen, maar tü is hiertoe nim-
mer venliekt en de ontzetting werkt èlechts tij-
delijk. Aan geen enkde straf is het verlies van
eer of van eenig recht vanzelf verbonden.
Infant, vroDwelgk Iniante, alkomatig van het
I<atgiHche tn/aiu (kind), -aiat reeda vroeg in Por-
tnga] en Spanje de titel der prinaen van het Eo-
ninklgk Hnia en intanU die Oer prinsessen. Daar-
enboTHi ^eet in ^anje sedert ae 14de eeuw de
troonopvolger pnina van Atturii, terwgl die van
Portagal, vóór de aficbeiding van Braiilil, den
naam van prine van Braiiiië droeg. Het domein
van den infant of van de infante noemde men
Inttmtado.
Infantado, PmirodeSüva, ^laanscb staala-
man, hertof; va», in 1768 te Uadrid geboren,
werd door sgn moeder, Maria Victoria van Saltn-
Salpi, in Frankrgk opgevoed. Hg keerde m 17S3
bg het nitbaraten van den oorlog, naar Spanje
terug, bracht o^ etgen kosten een regiment bg-
een, waarover og bevel voerde, en nam ded aan
den vaMtocht in CataktniB. Bevriend met prins
Ferdinatid, don lateren Ferdinand VU, vei^eiel-
de faü dezen in 1807, na het mislukte komplot
van het Bscnrial, naar Bajonite, waar hg de over-
eenkomst met Napoleon onderteekend e. N» de
eapitniatie van Bsjlen (Juli 1808) stlhasrde hö
lieb aan de igde van de nationale partg. In 1609
werd hg ale bevelhebber van een Spaansch le-
gerkorps tweemad bij 6t. Sebastiaan veralagen.
De Cortes benoemden hem in 1811 tot president
ran den Raad tu IndiS. Voorvtander van de ab-
Bolote vorstel^ke macht «end hg in 1813 door
Ferdbtand Vil als voonitter van den Raad van
CastiliR aangeeteU. Ife de revolutie van 1820
werd hij naar Mnjoroa verbannen; de tegen-revo-
Inlne van 1S2S bracht hem naar Madrid terng,
waar bij president van den Saad van regentsch^
«eid. In 1825 beooemdede koning hem tot voor-
zitter van den ministenraad. Door de apoetoliscbe
partij bestreden, le^ Intantado in 1826 inn
waardigheid neer. Hg overleed den 27aten No^
vember I84I te Madrid.
Infantorta ia de oudste van alle «apensoor-
ten en voimt, met het oog op het getal en de
veeliijdige braikbaarbeid, het hoofdbestanddeel
van alle legers. Zg voert het gevecht van verre en
van nabg en kan licb zoowel van de geekiten
als van de venpraide veehtwgK bedieoen. Van
alle «apens ie zij het minst aan bet terrein ge-
bonden, lood&t zg bijna overal, althans in ver-
spreide orde, te gebmiken is. Daaibg kan zg
DigilizedbyGoOglC
lOTANTBEStE— lUrABCT.
k«n vui d« deftjngen, ««Ike bef teireui o^eveit,
tHwql zg Dofc bö het naehtelp ^leeht gocd«
ditnaten ku bewQMD. Bh» werking doet licè
reeds op een eletw) tui 2000 m. geToelen. B^
het Teimhidereii dei afitMtden neemt hue oit-
werUnx toe, zomlst ig op 600 dl reeds bedic-
lend, 4JUI beneden vernielend ktn wonden ge-
noemd, indjen sllbuw de etrüd in bet open iM
wordt ^TOeid. Ofilerie is têgcDoter ongetehok-
te infenterie Tolkomen onmeebtig, mdien 'Jeie
lich niet lüt TernaieD, en (kA de ertUlerie ken
>ieh niet nndei bet weikzaua Tnarbereik der
iofknterie wagen, wil ig niet geheel Ternieligd
worden. Dunntegen i> 4e infintetie t^enoTer
laatitgeDOenkle wapeuoort op ilettiKien boven
2000 n. geheel wwrfeoe. Deie eigeneehappen
■Daken, dat ig de «><ler«teaniiw Tan aadere w«-
peM niet onToonraarddgk aoooig heeft en ge-
heel leUetaDdig kan optreden, teug den tegen-
itftnder tgd werd gelaten ignengik bet terrein
Toor hel gneebt in te riditen. te venterken. Dit
neemt niet weg, dat haar kracht door toevoeging
Tan artiHcrie «n mitraillenn beUnsrjik Ter4ioogd
wordt, Mowel in bet auTallend ala in het ~ ~
dedigend KCTerftt
Verder ii de iolairterie Tan «lle w^waioorleo
het goedkoopst en het anelit te Tormen, uit te
tulten en te oefenen. In vde leg?ri werd ig
ocKlerseheiden in iwMe en liehte infanterie en
jagers, doeb gaandeweg geraakte deie Teideeliag
Tcrloreo, bet eerst in kleinere Staten. Waar men
Tereebillende benamingen ^oor de infanterie be-
houden heeft, il dit een oordeelkundigv huldiging
der traditie.
De infanterie ie tbana OT«ral met repeteerse-
weren bewapend, die T«or bet geteeht Tan nasg
Ttn een bajonet of bartsrannr kunnen worden
Toonien. Öin de bvweegbaarhekl Tan bet Toet-
ToHt op kunttmatige wqm te ferhoogen, verroer-
de men het op kameeleo, olifanten, paarden en
rgwiden; men jftreekt dan Tan bereden infante-
rie. Men raadplege Terder de artikelen gevecht
en kondMmrwapetMM. !De naam is afkomitig lan
het Spaanscbe woord Manie (onnMniUge, knecht
ol knaap); het reg^matig Toetrolk werd in de
15de eeuw in Spanje Maitteria de la onlenaiua
genoentd, welke niuun latet ook bg de overige le-
gen in iwaï^ kwam.
De uitnuting der Mtmterie moet beamteroocden
aan de eiuhen Tan bet oorlogroeren en vediten
n het Toetrolk b enien tüd en daarbij rekening
oden met de Miondfaeidaleer, met bet beipa-
a 4ei licbaamBkiacht en looveel moge^k met
het gemak van den infanteriat. De Tenneerderde
snelheid van bet varen met bet rc^teergeweer
TereiBcht een T«imeerdeniig der meegeottfen
munitie (100 tot 162 patronen). Het hierdoor
verhoogde gewicht moet leigoei weiden door
vermindering van het gewicht der overige laken.
De munitie moet van alle overige dingen ge-
scheiden zgn en vMr de band liggen. Daar de
infanleriet zooveel mog«lgk dekking moet loe-
ken, moeten de draagbare dekkin^middden in
alle lichaamsverboudingen gebraikt kunnen wor-
den. Hg moet op geeneilei wgze door ign nitrat-
ting belemmerd worden in het hasteeren van
ign wapen. Voorta ii het van belai^, dat bjj wd-
nig ^d Boodig heeft om gebed uitgerust te
zgn. Ook moet hg onder bemalde omttandigbe-
den mmakkelgk alle laken, die hg in bet gevecht
oog iraUende deelen te verwgderen, die 4ot mik-
punten zonden kannen dimen voor den vgsnd.
De uitrnating moet tot het boog noodige be-
perkt blgven, zoodat het totaal fewiebt der be-
lasting 2S kg. noode nu^ overs^rgden. Zg be-
itaat, l>ebalve oit de munitie, uit de in een wa-
terdichten nueel of zak leipakte levensmiddelen
voor 1—3 dagen, uit voorwerpen tot enderbond
vso kleedüig en wapeneo, att een verbandpakje
en enkele reserve- of verwisselitakken, aiunedc
ait eetketel, Teldfleach, broodiak, pionie^ereed-
seh^, laodisk en soms tentinaterieel. De lait
moet geciwkkelj^ gedragen en daartoe bet ge-
wicht gelgkmatig over heupen en schoitderi ver-
deeld kunnen worden, wodat de man in geea sg-
ner bewegingen belemmerd wordt. In ^e wa-
penrusting moet hg niet osaanaienlgke fainder-
nitSBu Toetstoole oTerwniDen en ^^roote afstanden
afleggen zonder last Tan drukking of buitenge-
wone vermoeidheid.
Een bgna eren onmisbaar deel der uitrusting
alt de munitie vormen de pioniergcreedechappen
(schoppen, bglen, k^messen) bestemd om de ge-
'itskracbt van den troep, ioowd hg den aanval
sis hg de renledjging, knnstmatig te leiboogen.
De kleeding behoort doelmatig te ign, te *oI-
doen aan de oooi de hwüae gestelde etschcQ en
bovendien sierlijk, goewoop eo nationaal
Het «ehoeiiel moet deugdel)^ en doelmatig ignj
het hoofddeksel licbt en stevig sitteo, niet vaa
blinkend metalen mmitnu; ign voorzien en Toqr-
al niet hinderen bg het vuren in liggende hou-
ding. Schelle kleuren, blinkende monteeiingttift.-
ken, sebitlerende wapenen en ramm^ade voor-
werpen moeten ten strengste vermeden worden.
Zie verder Nederland ^egtr).
InfantlUam». Hieronder verstaat men een
tgdelgk of Toor het geheele loTcn staan blijven
vaa de ontwikkeling vmi lichaam en ^eest, die
niet boven den kinoerlgken toestand nitffroeien.
De Puberteitspenode lirengt slechts weinig taib
krai^t in de «pieren of iteikte in de beenderen,
ook geen veraadering rao «tem, öl die Tcraade-
ringen treden eerat leer langwam op. De gnei
van bet lichaam gaat leer laigiaam, ook de ge-
sladitaorganen ontwikkelen lich onToUromen of
laat. Het karakter toont deseltde neiinng te big-
~ ~ ataan op het kinderlgk niveaa. De oorsaken
het infantilisme kannen erfelgk ut verkregen
zgn, niet zelden is echter vooral het gemis aan
lichaamsgroei te wgten aan onvoldoende werking
van de Bchildklier en kunnen schildklieipraepara-
ten den toeetand verbeteren.
Intmmt. Onder een haemorrfa^iaeh infarct
Tcretaat men de infiltratie van weefsciB dooi
bloed. Het komt Tooral, tot de grootte ran een
Tnisl, in de longen Toor, verder in milt en meren,
maar veel kleiner. Het ontstaat door een plotse-
linge verstopping van do eindtlagader, die dat
weefsel voorzie^ door welke entbone (sie aldaar}
dan gewoonlgk een kielvormig iluk van het ge-
troffen orgaan vaa bloed verstoken raakt. In aat
gebied dnngt laa de fjjnite bloed«aatjee der
DigilizedbyGoOglC
INFARCT— INFBCriEZIEKTEN.
omMTin^ bloed vrsiml dow, Tuiduf het Uo«d-
roode, Toebtig« niMfU van mo'd istiret, dat
Utei, bjj bet atoUen tsd bet bloed, droger
Ttster en op den iwu geel wordt. Het tebiompelt
eindeljft te urnen «i lut een diep Htteekeo m.
Treft de embolie d« leng, dan Jromt eeo deel tad
het bloed in de tAken Tkn d« laeiitpgp en wordt
opgehoett. Vandut bet Uoedipuwen, dat bart-
patilnten kan treffen; vandaar otA bet Toorbg-
gaand Uoedwateien, dat iQde» aan aiei-infant
iomi Teiloonen. Milt- en nier-embtrfiela itaiMDen
uit de linker kaoMr, long-etnbolieëniqQbloedctol-
eels, die nit de reebter kamer dooi den bloed-
ttïoom TOrdea lo^ewoeid en meegeileept (xie
Nari tukte*),- in die gevallen hebben we aHeen
met de béEchieTen gerol^n te doea maar i
embolut een prop, die Qrt een etterhaard it
en dm infeetiekiemen meesleept, dan vetettert
het iufaret en Terergertdmtoeetand. Zoo komen
er vele lafareten tkg pyaemie Toot.
Infsetl*. Het wokh tad iofeetie (beemet-
Ung] it Toomamelgk bekend geworden door den
adieid van Roberl Koek, nit wiena ondenoelüo-
gen beider bleek, dat elke kiteetie Ttii een wonde
ontitoad door bacteriën en hnn «tofwiiieling!-
producten. Hg voerde DUtwkeuiige methoden in
om caltorei aan te l^gen van elbe eooTt buil-
l«i, de aooTt te herkennen aan den vorm btrar
kolonïei, aan de bonding teeeitover venehillende
klearttotten, aan haar onhrftkeling op veiiebil-
lende voedannbodemi ila gdktÏM, ioo«nioa, agai-
agar en*. Kon bjj bewjjien, dat een bepaalde
bacterie alleen bn een bepaalde inleetie-itekle
voorkwam tn waa oii in itaat met de eulturea er-
van deieltde lirtle of gesobde dieren op te wek-
ken, «Jan WM aan den eiadi vtddaan en mocht hy
de bedoelde bacterie ale de oonaak dier liekte
aannemen. Van vele inleotie-iiAten kennen wg
de Bchnldige lagere onganiamen, crooral van de
wond-LDFeetiee |zl« fn/eette-^iieJifeR) eo ook van
andere, die niet met wonden te maken hebben,
of waarvan wg ahliani de ingangipoort der ba-
cillen niet 100 nanwkenriff keaMB, lön ig reedt
gevonden, tooali van tjphni, tt^rciOoK, diole-
ra, malaria ent. Wg mogen dol aiüDemen, dat
(xA de andere nAteo van betmettelgken aaid,
uoali maielen, loodvonk, pokken e. a., welker
or^iame nog niet gevonden ia, toeh op deieltde
witie ale de vorige ontataan en woidea verbreid.
Mkt ioleetie nm het Hebaam openbaart lieh door
kooTta, die ontataat doordat de baeteriin of hnn
itofwiwelingtprodnelen geieaorbeerd wordea in
het bloed, et giitinet- en tottingeproeeeaen In
veroonaken en de witte bloedeellen oploteeu. De
door de bacteriën ontitane etoften werken ila
iware vergiften, als fermenten. De kennii
van de oonaak der wontttirartien gat d»
■toot tot een diq)er doordringen in h^ weiea
van infectieziekten en gaf tevens de richting
aan, waarin ig met enccee konden worden be-
streden, al. het toeken van middelen om öf de
bacteriën te dooden, öf bet liehaam voor ban in-
vloed onvatbaar te maken.
fig de bettrgdiig van ^bni, djpbUieritis,
tnbercnloie en andere meer inwendige inleetie-
lidten moest de laatste, langer en moeil^er
weg worden gevolgd, en werden reeds leer be-
moëdigeade reaaltaten bereikt, vooral door BsA-
rin; tegen di|ibtheriti« (lie ïnummUeit), maar
die beteekenen nog weinig vergeleken bg den
grooten triomf, die de antiaeptiHbe wondbeban-
deling behaalde in den etrgd tegen de wondin-
feclie-iiekte. Later heelt joen ingeiien, dat Liê-
Ur te ver ging en legt men lieh er tegenwoordig
meer op toe, streng tueftitek (lie JeMuic) te
opereereo (lie verder Ittttetiwieklen to Wond).
InfvotlMdaktan. Qewoonl^ «orden hier-
onder betmettdnke tÊuemdige sinten verstaan,
maar ook de infecties, (Ëe van een wonde mt-
gaan, behooten er toe (lie WomUnteeti»}. Ben
overgane tnssehen beide groepen vormen de in-
feetiea, «e soowel van een wonde uit, tl* langs
andere wegen ons lichaam knnnen binnendrin-
gen, bgv. het mtlfmar <ave aldaar), een wond-i«-
leetie, die echter bg lompenaorteevders ak sware
pnetunonie kan optreden ei de mond- en ktauw-
xitkle, die soowel inwendig door de melk kan
wordói overgebracht, als uitwendig do« het mel-
ken. Bjj da inleetieiiekten kan vaak de plaata
van herkomst der bacillen worden opgespoord,
wat voor de propbylaxis, het vooifcomea ervan,
van doordaaode oeteekenis kan weien. Zoo weet
men, dat de ehdera vooral door bel water wordt
verbreid, de tj^rfins-baeil door de melk, andere,
all de tetanas-baeil, kven «p deo bodem,
weer andere worden door den sten van insecten
reete aanraking met den patiënt of ^n tütwerp-
sels besmettena werken (eomtagieHU isfeetieiin-
ten); andere iofeetiAiemen ala van roodvosk, ma-
leien en pcAken kunnen nog langen tgd, soms
jaren, hnn inleetesrend vermogen behouden na
bel verlaten van het lieke lichaam, terwijl er ook
ign, die sieh daarna ook op dood voedrngemate-
liaal knnnen vermeerderen (mihvuarj en das
een Jodireete infectie kannen verooruken. Nog
langer wordt de w^ als een tosscbenwaard noo-
dig is, in wiens liehaam de kiem sieh eerst ver-
der moet ontwikkelen, looab bg malaria, in welke
gevallen men wel van teto- of aogtiu infectie
van alle inleetieiiekten knnnen, d» i^ eenmaal in
OU 8 lidtaam ign doorgedrongen, »ch ontMg-
Igk vermeerderen. Voonl de alsdieidiogsprod ne-
ten der patiënten bergen hst ^aar vu be-
smetting, aoo de hoidaehiUets «y roodnnk, de
faeees bg tTphos en eholera, het spntnm bg tn-
bercnlose en djpbtherie. Wel gaan oaarin teel in-
feetiekiemen spoedig door nitdroging of door
inwerking van bet sonlieht ten gronde, maar .
andere kunnen maanden of jaren lane gevaar.
Igk blgven, sooale bg roodvonk en (tokten. Ver-
der kan dlee wat de patiënt hanteert of aan ign
liehaam heeft, de infectie overbrengen, of de kiem
ervan in ign vertrek verspreid raken; loo vond
Eoen vaak den toberkribaeil in bet stof der wo-
ningen. En nog verder knnnen de kiemen komen,
ab irj b^. met de laeees weggovoerd worden en
dan kanalen of wateileidingen bessMlten; deie
weg is vooral bg cholera de gewone. Een andore,
dis men alUcht ion vermoedeo, de iofeetie van
den bodem door de begraven I^en, vroidt alge-
DigilizedbyGoOglC
INFECTLEKEECTEN— INFUIËNZA.
sneden door dt rotUngrincteritB, die leer mei de
tiektekieroen lerdriAgen. Hen onderecbeidt ge-
woonlijk een ineubaUe-X^ipeA, mui de infeetie-
kiem «el biDnengedtongeD mur nog niet iit wer-
king getreden ie.endftttigde fcraëhiHeDde itek-
tea leer lerechillend na dnnr is; bjj cboleni duart
bet eenige Dien tot «eni^d»gen,bg pokk«D 12 —
14, bgmaielenS — 14,1)0 roodTonk 4~7,bg honde-
dolheid eebteT40 — 60 (Ugen. Durop rolgen ge-
woonlnk de Toorboden, de frodrotnen, waanu
tich de eigeolyke ziekte untlnit, die 4t voor
het geheele lerren iem>nd Toor een nienwen aan-
tal bescbat, 6f slechte tcot ees bepaalden tgd
«I in 't geheel niet. Naast die lasgs deien weg
veAregen immumleil (lie deie) staat de asngebo.
tme. ue broiAME personen onvaVbaai mnriii Toor
een bepaaloe inleetieriekte. Daartegenorer ataat
een praedUporiHe bq tele menacben toor bepaal-
de infeetietiekten lit tnbeienloie, welke gnwte
oniyankdnkbeid ook door eleehte hf^Dtst^e om-
ttandigbedeB oaUtaati kan, waar iq luet aange-
boren il. WUr i^ binnendringen in het liduuui,
i« niet altqd leker bekend; boe hgr. bq de epi-
demische DertenruggenieigstlieKinteteki^g de ba-
etllen bet eentraal lennwejBteem bereiken, ii nog
niet lekei opgelost. Dooi wondjes Tan de nitwendi-
ge hnid o! dömlieien diingen d« woDdinfectie-
liekten binnen, waarondei om ejpbijis, al is het
wondie namreJI^s of niet sebtlbMi, dooi de lon-
gen de bacillen der pnenmonie en meestiü ook die
der tnbeKuloM, door de dannen de typhns- en
de cbderabaeil. Onder de infadieBiekten oaiet-
aeheidt men die, welke met katskteristieken nit-
ilig gepaaid gaan, ak de aeute Mtetuetite extm-
lAemen, n. I. nunelen (morbilli). roodwmk (Seor-
laUnal roode hond fmbecla), vUktgphu (Iffkui
efottlhemalieuêi, root (eryripeliu), «oUen fnzHo-
la) en uindpoÜes (varmÜae), wetker ipecilieke
badllMi onoAend qfn, bdmlve die lao de looa
<de itreptoeoeeiu eryrifdabnua). Shtu onbekend
ii de oonaak Tao het acnte jrewrKrA(srA«iif>Hi dat
ook aU intectieiiekte beschouwd woidt. Bekend
tjjn die Tan mahria, ran ;pes(, ttnKut abdrmina-
lit. dyphtkeriHi, dytentent en eStohra. Ook bet
genetm van de tifphüU is dooi den baeil lan
Lustgarlai ttpgtbtna, terwj^ de gonorrhi (dmi-
per) door den gonoeoceut Tan Neiuer word* orer-
gebraebt, de luberemtoie door den fi>berits{-6aeil,
door R. Koek ontdekt. Zoolang bet iinnDiuaeeien,
d. i. bet ODTstbaat maken Tan het liebaain, oog
dechts ten opiiehte tw enkele ioIeetieri^leD ie
gelukt (lie Immunileit), loo lang bigft er mete
andere ovef, iun hst Toc*4oinen Tan de wtbrei-
ding dooi bet abonderen Tan den patiSnl eo Tan
tqn omgoTing, wanneer de ernst der infectie
1 met besmette «cbepelinKen. In BoslaMt tiok
men bq pest some een cordon Tan aoldstCD om
een besoiet doip. Bq sammige inlectieiiekten is
het mogelqk de oma te ontdnken, loo^ bij cho-
lera het besmette water ot b^ tj^i^iK de ecanldi-
ge melk en kan men eijn maatregelen dumsai
nemen, efenale men zich tegen müaria weert
door den itrJid tt^n insecten, die baai orer-
biengen, en door bet dempen tod poelen en moe-
mssen, waai tq bnn bioadplaateen hebben. Zoo
is bqT. Haianna dooi de Amenk^anache doktoren
Tan de gele koorts berTqd. Bq de pest moeten
de haitntten Teraieligd worden, wiei i&ooten den
peabbaeil OTeibreogen. Veider dienen bq bet beei-
Bchea eenei e^idönie groote büeenkonsten toi-
boden, de setiolen gesloten en, ook in eHi sfion-
derlük goral, de kioeim Tan den Igder ontsmet
of Teibrand, Teiirekken gedennfecteerd te wor-
den. Daar elke infectieiiekte lieb vooral ver-
breidt in Tuile slof^n, stegen en elaapsteeta xljn
speciaal in de groote steden hjgilnïtehe maatre-
gelen noodig <»n alle opboopiogen isn tuH te
Tooikomen. Het snccès Tsn de stsdshTgiine, die
in d« laatste ttive eenw steeds ïerder dooige-
Toerd werd, ie dan ook met oitigebleTen en toont
zich juist in de terminderiag <vaD rnfeetieiiekten
als typtiufl, maar ook de tuberealose Tlndt min-
der alaehtolfert door de grootere zors> tooi de
openbare gewndheéd en door den itrqd tegen de
penoonlifte dispositie eriooi.
Zie: Behrino, EinfQhmng in dei Lehie Ton
der Bekimplnng dei In fektivnsk rank heiten
(Leipsig 1912); (kid/de, Therapie der Inlektions-
krankbeiten (Weenen 1899); Roger, Les raaUdiee
infectieuses \Puw 1902, 3 dln.); Jodtmam,
Lehrtiaeh dei InfektioDBkTaiikheiten (Beriqn
1915).
Tn f In 1 1— 1 Hl > k1 ralrnTl lltr o' de aiuiftt
van Ket oneMiin berat de dSferenliaatrdtenuig
(zie aldaar) en de iitUgraalr«ketiin</ (ko aldaar).
InnnlUviu ot oRMpaaUe wyi noemt men
dien vorm van bet werkwoord, waardoor de han-
deling of bet ondergaan durran in bet algeneeen
wordt aaogednid, zonder Teiband met eenig oo-
detweip. Daar editer de hsndeling of bet iJiden
in een bepaaMen tSd moet filaata bebben, '
men «en tegenwoordige .
onbepaalde wija hebben. De t
tinibTui ia in TersebiUende tdm z^w .»-»—
lend.
Jntlammatla. Zie OnUtdüatg.
Inflatlomlatoii ^tqn = inoIazeTB) noemt
men in Amerika die pMtg, weHM een MO groot
mogdüke vermeerdering ma de op erediet be-
lasteitde omloopemiddeleD veihogt, modat tg
daaiTan een prijaTerboogiog der waren verwiacht.
die de zaken zal <k>en bloeien, de prodnoenten
een TerlidiUng van hm lasten vertehatleB en
ook den belattingsdinfaliffen t>q de lentdwtiliiig
en ddging dei 6tMtueb4d ten gnede komen nl.
De tegenpartq heet die dei cont lae t ioni i-
t e D. Terwjjl de eei«te de «chaldeMkn ten koste
Tan de lehaldeisehers begonatigt, doet de tweede
het oiDgekeeide.
Inflazla, Zie Buiging en Interterentie wam
hel Keht.
ZntliMnHa. Zie EUetriteke M/lMntte.
InflnantlaiiUMililiiai 2te ïleetriseervM-
trede in Europa gedaan, waat m sedert 1857
slechts weinig was opgetreden en oqna Tergeten
was ^laakt. De eerste «lidemie dateert van 1387;
na dien tgd trad ig beiiiaaldelijk in venehillende
landen op in de 19de eeow Tan 1800— 180S, van
1830 tot 1837 en ook Dog in 1857 en 1858. In
1889— 1890 ttof zq ^s een echte psjtdemie de
bevofting ran Europa «n Amerika, nadat ig in
kz. tyd der
raa den in-
DigilizedbyGoOglC
INMiUENZA— IHF1i,AIMP6AItn.
«83
Tamafe <S!berie) nitgabToken wob. Binnen Teertien
da^D bad zq licb «lor g«heel W.-Enropa iet-
bieid, twee weken later waa leeds New-ïoik aan-
^ta«t. Zöd BDel Teri>r«idde lieh de epidemie van
iDtlaeoza en löó leel meniehen weiden er door
aangetut, dat men gedwongen wm «es — nog
onbekend — mikroOiganisme «la oonaak aan te
nemen, dat ikh oneindig vemenigTaMifde. In
1893 Tond Pfeiffer «es nitent kleine, etaafToimi-
ge bacterie in bet opgehoeaU aljtm «üa oonaak
dei liefcte, de bacil gu\ buiten het liAaam inel
ten gronde, de Teitidding geeebaedt dan ook lel-
den andere dan door het verkeer tuciehen de men-
tehen, de eene 4oor den andere infecteereiMl. De
dispoaitie ie algemeen, geen leeft^d beaehermt er-
Tooi; op flommig« püataen weid 75 K tu de
berolknig aangetaat. iHeeatal crrerTalt de giiep
4m meatèb plótieHng met hnWering en kooita,
met herige booldpijnen en pmi in den rug, loo-
d&t de patJInt iien zeer zuA gaat -roeien. Ook
pgnen in de spieren en gewiiuiten van armen
en beenen en VQ bewegingen dei oogen, doen
licb gelden. Ifoeita! etaon naast die Tenehqnae-
len, wetke alle het gevolg tmi de inlectie van het
UchaAm igo, ooJi nog k>eüe symptomen van be-
CUe organen. Het veeividdiget ijjn de ademha-
jsor^nen aaogetoet, hetzij neu» on keel (ver-
koudheid, faeeech^eid), betzn de lijneie laehtjii^*
jei, met hoeaten eitz. Jwst tin den laateten vorm
ontetaat vaak de katarrhale m de cronpenie pnen-
monie, die de influenza tooi Ewakke ol siekelg-
ke pemonen loo leTenKeraartqk kan m^en.
Soms tredeo naaat de a^oneene verMh^neelen
meer die na mMg-dun-etooniisaen op, aoms i|^
de spier- en gewnditq)gnMi iM herig, dat men
van' een rhettiMtiadiNi norm der jnfloenia
spreekt, maar gvwoonl^k ie de mekte een eomfci-
natie van die vorsehtUende ^^ptoomgioepen.
Toch kan men drie groepen ODd«MfaeideD: des
katarrkalen vorm (met verkoudheid, bronohitia
enz.), den goÊtrcitUeitiiiaUn vorm met op den
VDOigrond maag-darm- Btoomiseen en den nerveit-
%en vom, met iware nerveuze itooniiMen. Het
hart woidt niet zelden in de tiekte betrokken,
waardoor de pole VM^ndeil en ikh groote hwt-
zwakte vertoont. De aandoening vaai de baitmier,
die de aaoleidiog daartoe as, daart vaak nog lang
na de ziekte vooil. Bg tabercnioee wordt de gnep
vaak chronisdli en beeft tg een zeer slechten in-
vloed UI de ziekte, en de ziekte treft vaak juiet
deigelgke phutsen Tanminderen weerstand: men-
aehen met gestoorde mgsrertering vertoonen
voornamelqk de gMtrisctie vendignHlen, men-
«ohen met bronchitis en tt^renloae voornamelijk
de longaaudoeomgen. Meestal gaat de griep met
koorts eepaaid, die met de ii«te atggt en daalt
en gelgk deie 'li — l^/i week dnnit. Het dnurt
echter meeet^ nog gernimen .t^d, vMr de patilot
weer c^ krachten komt, en somti^e stort hg weer
in. De ziekte laat geen onvfttbaarheid voor latere
epidemiefD achter, wel verloOTien volgende aanval-
len zachter, en tg kan nag lang hinderlgk zgn
door naziekten en ontstekingen op het oog en in
het oor ol door pnist vorming op verscMllende
Baateen van de huid. Ook de ognen in het ge-
ed van veredrillende ^ennwen Kunnen nog laie
plagen. De bdiandding kent geen specifieke mkT-
oelen; bedrnst en lOigviddige verpleging zgn het
voornaamete. Na een twuen «anval is liet ook in
de periode van herstel noodig zioh zeer in acht te
In folio no«ut men het bodifonna&t, waarhg
de bladen nit een halt vel beetaan, soodat twee
bladra ol vier bladagden een vel vormen.
Informatie behoort tot de eerste periode
van het ond»ioek van stralzaken. Id die nerïode
worden n seringen gedaan, die er toe cnnnen
leiden om uit te maken, of er een misdrnf is
gepleegd — loo ja, welk misdrqf — en wie daar-
van verdacht moet worden. In dit tijdvak wordt
et nog geen geding gevoerd tegen één ol meer
bepaalde pereonen. Eet hier bedoelde onderzoo
ie te onderecbeiden in een politieonderzoek en
een gerechlelgk oaderzoek, wdke laatste bestaat
in het inwinnen van voorloopige inlormatiSn
door den Recbter-Oominisarie op -veraoek van het
Openbaar Minietwie. Het pMitie-onderzoek it
meestal niet -voldoende om de zaak tot klaarheid
te 4)rengen, Immera bet Openbaar Uinisterie
mist de bevoegdheid getmgen voor iJth te dotn
brengen en kan eerder ook niet tot «anbending
van den verdachte overgaan, tenzij b^ betrapping
op heeterdsad. Tqdatë de voorlöaptge informa-
ti&n kunnen tegen onwilHge getnisen dwangmaat-
regelen wonjen genomen en kan de Rechter-Com-
misaarie, op requisitoir vmi het Openbaar Hinia-
terie de aanhouding van den verdachte bevelen
in die gevallen, waarin aanboadiag in het alge-
meen toegelaten te. Dit bevel ie slechts geduren-
de 6 dagen van kracht, doch kan nog ééne voor
eenielfden termgn door de Kechtbank warden
verleend. De Recliter.Ocnimi«Baiiia is een lid van
de Rechtbank, die voor den tijd veji twee jaren
belast k met de instnictie van stratirten. Leve-
ren de voorloopige infonmatifin voUoende beswa-
ren op tegen befMaUe personen, dan volgt de
'eigenlvke instructie of, indien deze onnoodig
wordt geacht, kan ook terstond de bdiandeling
ter terechtzitting 'vol^. De anAtenaar van het
Openbaar Wniaterie is, nadat de voorloopige tit-
formatién zjjn ingewonnen en de Rechtbank dna
nog geen kennis van de zaak gekregen heeft, be-
voegd dezeJve in te trekken. Zie verder Insfrtio-
tie.
InfonnatlobnroanK dienen om »ch te mi-
gtfwiesea lan de omstaiwligheden, waarin deie of
gene persoon, firma - of maataeiiappij i«rkeeii.
Men heelt er, ^ inllehtiiigen eevien omtrent de
sdiditeit van knopüeden, wjnleliers eui., ook
sgo er ten lïeiHte der araienvenoiging, waar
men mededeelingen kan betmien aangaande de
behoeften van hniegezinnen, die onderstand vra-
gen. De meeste groote bankinstellingen hebben
tegenwoordig «en afdeeling, «Iwaai oon cliknten
inlicblingen omtrent fcoo^ieden Terschaft wor-
den; dïrgelgke informaties worden dan veelaJ
aongednid met het woord „baakinfofmatie".
Xnfr&lapMrll ol btnedtMxUdrfnn nosnt
men in de Hervormtfe Kerk die aanhangen tmi
de leer der voorbeschikking, w«lke aannemen,
dat God zgn raadsbeslait omtrent de reikieung
en verwerping der menechen eerst ten gevolge
van den voornitgezienen zondevnl heeft vaitge-
steid, terwijl de ttipralaptarii of bownvaldr^ven
tveweren, dat genoemd rMdsbealnit reeds vöAr den
■ondeval genomen en Adam dne tot dezen val
DigilizedbyGoOglC
IHFBALAP8ARII— INOBBORO.
beatemd wu. De inlnilapMrii tehielden de Mer-
baod op de Sjntodt te Doediecht in 1S18.
Infnla of ^itta iieetle itg it Romeinen «en
iwihooMiMod itn witte wol, «umede de priea-
ten, 4le TeilHUehe mugden en de otferun bq
wgie TM toHMUid bel iioold (imwiUeLden. Au-
Taokdijk WM dex twnd een taeken tui ootmoed,
latei TUI beillgbeKl en ontehendbHfbeid. Oltei-
dieren, keiken en aHaien «n ode imeekeJineui en
Tiedaboden gebnikten bem. In hteren tgd etiHc-
te hg un ketierijjke itadhondeit tot een tecken
hunner wuidigheid. Verdei gina hg Tin de Hei-
dfiBKlM prieeteia of nn de JooOMfae (ih Exodns
28 : U; 29 : 9 en.) OKc op de Chriitelgke bis-
(chonpeD en OBlrinf den num tid bieulioptintiti
ot mMer (mitn). Dck beetuti nit 2 plktt^ booge.
vu boTCn «pitt toeloopende platen lan Uik of
kart«n, bekleed met «e» sjfden «tot nn dergelq-
ke klenr «b bet miigewaad, igk gestikt en dik-
iTJjli met ^nd en edelpitMBten oeiet. De tooi-
ite igde li TeiaiMd met een kraia, eTeoali de
twee naai aehteien neêrbaagende 4«iiden. De
biaaebopsnats ia bg alle «mfclererikiitingen het
eigenaatdig boofdbedekaeliTaaden bitecbop, «nren.
ala Tan den pau, enden beeft liet leoht om
04^ aan aadeie booge geestdgkeii de berroegdbetd
te goren tot bet aSi^en tm de btaBcbopamnta.
Deie pn^ ook in bet iwapes xan ben, «e baar
dnflon.
Infnals. Bg een blo«heiKea, löö groot, d»t
de dood door veibloeding itreigde, t»ehl4e men
Tioeger bet geTUtr at te iweaden door bet in-
tpniten Cmfiute ook trautuiU geDoemd} van
maocebeMjk bkiad. Het bleet echter, dat het in-
brengen na Uoed wei geraailgk wu, want de
iDgeunlen roode Uoedeelleu gaan ipoedig te
gionde en het nn geworden haemoglöbine Ter-
«onaakt nkgelnetae Uoeditolnla in de bfeedu-
ten, terwöl Uoed Tta elke andere dienoart een
direct git bleek te ^jn. OA bleek, dat niet loo-
leei bet diieet T«rli«t aan tAoed de ooruak Tan
den dood door TeAloeding wai, ali wel bet lin-
ken Tan den tdoMldnik, de wavreiboodiiig tna-
icfaen inbond en wödte Tan bet Taate^teem,
«awbjj bet hart, ali een le^e pocnp weitend,
bel bloed niet lóldoeode kan Toottatowen. Het
htten drinken Tan TkwiatAften om bet lerltee ie
henteUen, ii daaAg dooi bownct^ooiheid, braak-
neiging ol aodeie omttandigfaaden ruk ondoen-
Igk. Men gebnikt dan ock tegenwoordig lierei
een alkaliaebe keakenioatc|>loeaing Tan 0,7 %,
met of aooder 3 lot 5 Jï eniker, WMidoor de
bloeddrok «tel etggt en de roode UoedeeUenaiet
aangetait worden. Men ipnit 500 tot 1500 gram
Tan de lontoploeeing in een groote ader en past
de methode, behahe bjj ebitoigiKbe geveilleii
en Tcrloakande ,ook met loeeet toe bü eboler»,
iware maag-danneatarrb. inwendige tuoedisgen
door maagzweer, maar o(A TergiUigingen door
kooloxiedgai, etr^ehnine, inenienm e.a. worden
wel too Mbandeld, eTenali de aoto-intoiieatiei
bg niaemie, inikeniekte, eelampiie en infectie-
liékten. om, dooi Toidonning tu bet bloed ook
het gift te Tetdunnen «a bet te doen aladieiden
dooi Teibetcrde wNfcing Tan nieren en iweet-
klieren. De genoemde gioote boereeHieden Tfaiei-
■tof kannen in een ader ot ondei de hnid inge-
Epoten «orden; de laatate neUiode, waarroor al-
leen holle naald, btiii en trechter noodig ign, kan
ook buiten bet boqtitad gen^kelnk geroigd
leoiden, voor de eerste moet een ader blootgelt^
en geopend «oidM, waarna men een kaanle w
baar bdte iteekt en Tactbindt Het ia doelmatig
om een miine adeiiating te latea voonlgaaa, •!■
tbane bg leiifitti^ngeB. Ook nnietof wordt ixf
bepaalde veigiltigingen «m in de aders gebracht.
InftWorUii. Zie AlgiaUMurtja.
lutiuoilCliAard*, ocA Bergmeel, Diatomt*-
'étiaafdé en fieteijoer gebeeten, ie een geeteea-
te, dat in hootdiau is samengesteld nit de, nit
amori kieulinnr beetaande, pantiei* (in atge-
stonren dktomeeên. Het Tormt, een Uchte, mea-
aebtige maaaa, beUjj wit, grgi, bminadrtig «t
lichtgroen T&n klenr. IntasMifinaasde is onamelt-
baar, aiet TsebraodbaM, bntt «en groot waten^
dorpend Tennogen en biedt bg gewone lempeta-
tnnr weerstand aan de meeate memicaliênk Bet
beetaat nit 75—80 % kieaelnni en 8—18 X wa-
ter en Toimt somtgds nilgestiekte baaien in tor-
tiaiie en qnaitaire loimatiea, dikwgk in de
bnurt Tan brainkocl- of Teenlagen. Het wordt ge-
bndkt tot TeTTaaidigiafr na iljaainiiil, oltrama-
rgn-, aniltne- en aliiannoTerTen, vooral ook Tan
waterghw. In brt laboratOTiom Tindt bet Teelsl
toepassing als adeoibeerend middel voor het ont-
Meuien van qrioaaingen eni, Ofk bg de bei«i-
ding ,Tin steenkü, oemenl knnatateaiea eu.
Tindt bet toepaasing, eveaati bg bet tiltieeren,
het afwateiea van Todrtige terrerneo, bet aan-
biengen van adioibeeieode lagen, bet bereêden
Taa goedfcoope klenitMten, in de paniertabriea-
E, die Tan getab pertja. en eaoatoioncartike-
I. 0(A üt poelsmiddel van metaal en glat^ ab
Miiigingamiddd vao vettige vooiweipea en dee-
len van macbinea, b^ hot Tenaardigen Tan poi-
aeleia, papietmaebi, glaniren, kunatmatige pnim-
iteen en alHprteenen éno. bewgat bet goede dien-
•ten, altmede ia dea landbotiwi
Inva Wüid, il de naam van oen plantenge-
■laebt stt de familie der JftaHwaOeUiMii (Jfimo-
taeeein). De vmAt ie een breedJgavonnige.
saamoediukte peul met in eea brij Mlegen »-
den. Het omvat meaetal ongedooiwM neealeia en
hoornen nat de AmeiikaAadu keeikringslandea
met loode en witte, is aiea geiangiehikte bloe-
men ol bfeemhoofdiea en eetbare peiden. Tan I.
big*mhia W., een fioogen boom in Halabai ea
op Java, sebnikt inen de onrgpe ladw en de-
jonge Underen. t. BowgoHi Dee is een fraaie
boom lei "^^ •"- - =■ '- ™ -"-^'•
en Znid-j
en cetbai
XnVftaTOnmi ign bg Tadhu de oooiddgke
Tdhaetammen der oude Qermaneo^^ die Tan de
mmdcn van den Rgn tot aan de Ooetaee «n op
het Bcbieieiland JoUand wooaden, derhalve de
Frieten. Chanken, AngmTaiilm, AnBivariiia, Aa-
gden, Tentenen eni.
Inv'boiWi koningin van Frankigk, de doeb-
tei Tas konii» WaUtmar I Tan Denemarkea,
werd io 1198 M Amieni de tweede f^alin nn
koning Pkilai Avgutba Tan Fmnkrgk, dia ech-
ter ODmiddwift na den bmUanaeht een oaovei-
winnelgken afteer tegen baar kreeg en baar niet
all gónalin w3d« erkennen; wegens beweerde
bloedverwantiebap ooMwad de auMnnadiop vaa
lei booote van 10 m-, gio^ in Weat-Iadil
'Amenka m bent ia ^n penlea een loet
DigilizedbyGoOglC
Keimi bet hmrriök «n nvrd Ingeborg oa/u bot
kloMtat BeauiepiiH ^tibunen, tenin Pkilipi
itt ]]^ met Agnea «on Maran hnwde. Pau Coe-
lettinuê TtiUurde intDudMii d« eeheiding on-
wettig en toen Pkilipê weigerde Ingeborg weer
fth gccoilio ua te Demsn, «prak Innoemtiut
Itl in 1200 bet intcrdiet orei Frankrijk nit. Ni
Uagen tegenatrad moest PkiUfi in Novenriwr
12W TftD Agne$ tebeideD; eent in )218 weiid In-
geborg na een 17-j«Tige gevuigenschap, te
Btunpes un bet Bot Migtiwmen. Zg »ierlMd
kindeilooi fe Coibeil in 1^.
ItftliauMih «H^Mnist der 16da eeuw,
154S te Terou Mboran, wm tedert 1676 kuMl-
meeiter der Eatnednal te CiemoM en overleed
■Idui den laten Jiü 1592. Hg «omponeenle mi*-
■en, madrigaJen, „eantjonea aaeraa , itsponsaria
en ojnmnen.
Tnyywrt AngMo, een Italiaanteh dichter,
ometreeks bet laai 1550 te VeoetiB gelboren, wa«
jn dienat lan 4e hertogen wr Öwutalbi, Urbino
en Snoye n weid ten «latte aeeretarri Tan kardi-
Bul AtdobroÊdiM te Kame. Hg «cbreet: „Ls
danca di Teneiit'' (1589), ,4>e1 buon lagretkrio"
e del modo di r^ipietentaie la faTole Meniebe"
(ISOS). Hn Tersehalte Torquato Tauo, boen deie
in 1678 all Tlnchlding te Tnrgn kwam, een
wgkriaAta, ea Iwionde de eeiate uitgave der
Tooribran^elen ita atma dichter. Hg oreileed
te Bon» omttntka 101B.
Iltir«ll(Mkt {^ de aft.) noemt oen in de
wapenknnde «en
■ehild, dat door een
tigzaglön in tweetn
it verdeeld en wel
MD, dat de beide dee-
len met leherpe hoe-
ken in etkandeT grj}-
pen; de beide deelen
ign Tan Tenehillend
email.
ZnfclandaB
leekent'. xf die ge-
land (ÏM n, d. w. I.
grondbnit hebben
E
logAoekt.
in een streek, een watereehap eni. Het wootd wat
TToeger Tooial in Holland in gebmik; in Zee-
land, Voome, Putten, QelderlaiM, tJlTeehl foorsl
geBrtden, in Orergael ook dikwgh erfge-
namen.
Invalmfliutor, een tUk « de Belgiaebe
proTinde Weat-Tlaaadeien (arrondiMement Roe-
■daere), ligt aan At ipooriynen IngitJmBnal«t —
Aiiaegnem, Bnine— Korti^k eo IngebnOnster—
Tbieft en tdt f1»10) S962 inwonen. Hen Tiodt
er een kasteel, Unnenwenrï, tspgt- en kantla-
brleken. Oen lOden Hei 17M werd hier een ge-
Teeht gelerent tniadien de Pranedieii en de ver-
bonden Bngelstben en HannoreTanen.
Invalow, Jem. een Engelaeh dichteres, in
1820 te Boeton geboren, trad op met een ban-
iM Tcthalen, f^etHeld: „Tsles ol Orris" (IS60)
en behaalde diie jaar dauna met den didttban-
del „Round of da;«" wo groolen roem, dat die
Tenameline binnen Tgf jaar tot 14-maal toe werd
berdrokt. ^ schreef Tcraer: „Home itbonghti and
luHne «oenet and atoriea UM Xo » eh^" (2de
druk 1892), „A ttetr of doem, and otbet poemi"
(1867), ,JÏM>sa, the Urr" (1867), ,JiitIe won-
derhoni" (1872), „Off tbe Sketliga" <4 dln..
1873), ,J'ated to be fiee" (3 dln., 1875], .Am
John'' (3 dln., 1876} en JSutix de Berenger" (4
dln., 1881). Haar geiamenlgke „Poema" Teraehe-
nen in drie deelen (1885). ^ onrerleed te Londen
den 20sten Joli 1897.
Znvamum, Bemhard Severitt. een Deenteti
dichter, den 28sten Me i1789 te l^rkildstrop op
bet eiland Fabter geboren, beioeht de sebool te
Slagelte en begaf neb in 1808 naai de nnireiii-
teit te Kep«ibag«L Als Btadtot gat hg een bnn-
del gedkhten wt, «n Mdat b^ in 1818 en 1819
e«i gtoole reis door DnitseUan^ Fraoirgh:, Zwit-
serland en Itaül gedaut bad, werd hj in 1822
lector in de Deensehe taal en letterkunde aan
de academie te Soroe. In 1842 werd hjj er met
het bestanr der boogeiehool belast en hg Miield
het tot aan hare ojmefting in 1849. Hg OTerleed
den 24sten Fsbmari 1862. Als dichter beeft hg
op elk géUed der poliie ign krachten
Op inn heUendidit: „WaUemai de
Stoie og hamt Hind" (1824) TcAgde een redct n>-
beprMt
inoeff op el
Mtd. Op :
mant, aan de H«ldeleeiiwsdi'{>eenMhe eescbiede-
nis oBtleend, Daartoe bebooren: „Waldemar
Seier" (1826), „Erik HenTed's Barodom" (1828),
„Kong Brik og de FredlSse" (18S3) en „Priods
Otto at Danmark og hanc Samtid" (1835), In de
Tolgende jaren Teridienen bet dramatisch ge-
dicht „Renegatea" (1838). het dramatisdi ver-
haal „Salomons £ing" (1839). alsmede de 3
roman tiieb-bistoriscbe gednchleo .Jïronning Mai-
grete" (1836) en ,3olger DanAes Sange" ?18S7).
Uitstekend geslai^d ii „Knnnrii og Naja" (1842J,
een Qroenlandsche romati. Verder dicMte b^ Tele
stiehtcinke liederei^ en eehreef den roman
„LandèDybOmene" 0658), alsmede „Coniirma-
lionsgaTc" (1856) en de beide osdichteD „Tanke-
bicTe tra en AldM" (1855) en „Qvktoefclet"
(1856). Zijn terumelde werken sgn in 4 aldee-
lingen (1643—1865) In het Ig<Ért TersebenMi. Na
ign dood werden ihk ign aotoblogr^iie ,3fiB
Lefnetsbog" (1862) en „Tifeweblik paa uit Ut
og min Fortatterriiktendied tra 1811— ISST'
(1863) nitgegeTen.
Jnrsnlioiuii J"*, Mn NederlHidsdi natnnr-
en «eneeeknndige, den Ssten Deeenri>er 1730 te
Breda gtioren, stodeerde te Leiden onder leküng
Tan ömiinut en AlhtMu en b^af >ieh veiwoJgens
nasr Londen, om de wgse Tsn inenting TSn Stt-
(on te bestodeeren. Op asitbeTeling Tsn Pringlt,
Tooriitter van de Konii^lgke Ifaalnehappg te
Londen, weid hg in 1768 naar Weenen geroepen,
om deiiiderenTanlfiviaTksrBsia la te enten,
Tsa welke reeds 2 aan de jtokken wsien faetwe-
ken. HJi daagde hiei naai wensdi en veikreeg
met de titels Tan Eelierlgk Hofraad en Inlaits
d«c keiieilgke familie een jaaigeU, dat hg tot
aan ign dood bchicM. Vele Toernsfne pentmen
lieten lich dooi hem inenten, o.a. in 1772 de erf-
pr«« «oa ToMbme en ann iHter, b^ welke gele-
genheid h^ NapelB en Venetii besocbt Na ign
tero^eer te Weenn hield tq ikb met weten-
eehappclöke natporingen béng. H'g stond in hoo-
gs BohtiDg bg Jouf ZI. Later eing tngenkamti
naat Nederland, doch Teitrok w<Mra naar Frank-
rgk en «kama iméx Dnitsiibland. Ta, 1797 ging hj
DigilizedbyGoOglC
nnïEINaOD&E—INQErVANDSWIOItlUIEH.
MtwL B^ oTeffecd
TBilitgf Tu maikiet
Lmdtdomu, <leD Tden 8epl«mbei 1799. Hg heeft
lich T<idieD>telgk gcmiw <doot de aitnodinK
*aii een oieawen eodiometer en ^wn het beiri-
£a vkD pkite giteait^ea ia p^t« tu ToJtoo-
Toor ae dectiUeeniuKfaiiie. X)oor ud ie too-
■en, dat de groene pUntendeeleD in bei licht
hxdmur opnemen en inniatof atgeren en de
koolstof Tut het koolzuur in ïan orginieme "rer-
werken, ii Ing^H^tmn de grondle^er Tftn de
ehemMEhe pbntei^ib7«k>l<me gawoKtan. De Eo-
oinklüke HutBehqf>g te Landen si andere ge-
leerde mwoteduippett iMBoanden bem tot M,
Haria Theretia nam liem op in den tdeletand
met den titel tui baroD en iiet plaDtengealaeht
IngenkoHiia heeft ijjn naam aan han te danken.
EngelKhe teifaandeÜnc
Trannetiona" ia het N
/. rati Breda (2 dln., 1785), <»iderKheiden ,JH«-
moirea" ia 4iet „Jonrnat de Ph^nqQe" en een
aanlal Nederlanduhe opateHen in de „V»der1and-
Bche Letteroefeningen", de „Seheiknndige biblio-
tieek" en».
Zie: /. Wietner Jan JngeihfiDU». Sein L(fcen
nnd eein Wiiken ala NatnrloiMfaer nnd Aiit (met
anderen, Weenen 1905).
XnVsnliOTan, Jo», een NaderUndaeh eompo-
Kat, werd den IMen Mei 1876 te Breda ^tibo-
ren. In ign jened beoefende hq de mnaitk ge-
heel air antodidaet', op leati en -jarigen leettijd
weid hji leider vaii een harmonie- en langveree-
niging, IMei fsn het maiHienkoer en de oifcett-
Tereeniging te £reda. Eeret in 1902 >rerkreeg hjj
toeitemming, lieh geheel aan de mniidi te wij-
dm; h^l nam iota lee bg L. F. Brandla Bu^t. In
1905 atodeert tin inj Fela MatU te Mftncèen en
wordt spoedig oireetear Tan den ,^ODiert-V«r-
ein" aldaar. In 1908 leidde hjj de «yniffbonieean-
certen Tan bet Mttndiener Philharmoniach Or-
keet; in 1909 wordt hq ditectenr Tan de .M^a-
ehener HadrigalTereinÏBvng". 'RiaiM ie hq ge-
Tertigd te St. aond hn Panja.
IngtithoMn il boTendien etmnpoaiat Tan liede-
ren, werken Toor gemengd koor B capella, een drie-
lal .jSTnphoniicbe TonetOeke" Toor oikeet {ao. 1
„Lyrisdi', do. 2 „Dramatiach", do. 8 „Bnnan-
tiaeh"), twee werken voor zang en oikeat („Sjm-
pboniseÉie Fsntaeöe Ober Zarathnatra'a Nachtlied"
en „Elaoi Hnk"), een itrgkkwaiKet, een kwintet
Toor piaJH eo blaaainstrMoenteQ.
Xnsantenrs. Zie TieAnfKk* Boogegehoot.
Xaranlenra, KoninkJ^k Inetttimt «on, werd
den Slen AujvBlui 1847 opgericht, Toond door
toedAen Tan Fredenk Willem Conrad, in -reree-
niging met Atttonitu van der Kun en dr. Oerrit
Simoni, en onder besohennheeiachsp Tan des
prjne van Oranje. Bet eteltiidi ten doel de kanet
en de weteneehap Tan den ingenienr te beronle-
len. Tot 18S0 was kradtens iki reglement de ie- '
tel Tan het InAtitntrt ter pkatee, wsat de. Eo-
ninklgkie Academie toot eiriele ingenieurs ge-
Teeti^ ion xgn. in genoemd iaar weid de Eet«l
naar 's-OiaTenhage overgebracht, waar ook door-
gaana de Tergnderingen |daata heUben. Aan bet
boofd Btaat een Eaad van Bestuur, bögeetaaii
doet een bnéten dien raad nit de ledeDjgekoien
bezoldig leeretarw. BesdieniiTroDiW is HT H. de
Keoingin, ttetdieimheer Z. E. H. <k print der
Nederlanden. Sedert 1851 beiit het Inelitunt een
op lieb lelf etaande aldeeling in Insolinda, ver-
der ign er vier afdeelingen. Behalre het week-
blad ,j>e Iitfoiienr", geeft het InetituDt (sedert
1852) een Juitioekje nit, terwql in de jarea
1654—1867 tta „Bépertoire de Cartes" teneheen
en de Catalogoe der omfaogröke boekeig eren-
eens gedrnkt werd (bet batet in 1887 met een
inpplemeDt in 1895. een tweede sopfilement in
1905 en een derde in 1914). Het Instituut ataat
met talrgke genootse&^rpen in betrekking, neemt
aan tentoonstellingeo en eraffTvaaen deel, keeit
om de 5 jaren een ftranie ut aan bet lid, dat
gedarende dit tq^ferloop de 4>eate TeibandeUng,
memorie of ander gesdinft in de weiten ran het
Inaütnat lal hebben gclererd «f de nitttigete Tia-
ding in het Tak nwt den ingenienr laf hebben
mcdende^ (ConiBd-^renrie) en doet op ign
TergMeringett beUngiqke onderwerpen bespre
iT ««legenfaei
n ^JTiggedei
lid Tan bet Tqttïgjarig bestaan
bouw («pgerieht den 15dên J^ 1S99); Afdeeüng
T«or Eledrotetdimek <(»gericht den l&den Jwi
1899); Atdeeling Toor Spoorwegboaw en Spoor-
wwexpkitatie {opgerieM den TUen NoTwriber
1899); Atdeelii^ toot Bouw- eo Wstetbomwknnde
(opgericht den lOden Januari 1906); bcestcna
een Afdeeling Nedlerlandaeh IndiS. Op 1 Januaii
1916 bedroeg bet isnial leden im het loititnnt
3137; dat der aUeeLingen B05, 6S0, 731, 717 en
321.
Xnrsrmajtland ie 4e Zweededte naam toot
bet gewest tnaaeben het meer Tas iAdoga, de
Newa, de FinKbe golf, d« Nara>wa en de gouver-
nementen Pskftw en Nowgorod. Het Tormt tegen-
woordig het grootste gedeelte Tan het gouTerne-
ment 9t. Petersburg en ontleent ign naam aan de
Ingriira, tot den Eaielischen tak der Baltische
Kiroen beboorende, die een tongwal Tan bet Kv
leliecb spr^en en- ± 20000 «den tellm. De
naam Ingennadand werd eerst gebeoigd in 1617,
naiht het door Rusland, waaraan het sedert de
13de eenw bebooid hadu san Zwada was atm-
•taan. Door Peler den Oraote werd het in 1702
wiederem Temnerd en in 1788 bq bet gonrent^
ment 3t. Peteiriinrg gevoegni
Xnnwuidfln nooot men alle organea, die
tot befaftod of tot iToor^riantiiig Taa bet liefaaam
dienen, dns wowel sUe epüfffertering»-, alt de
adcmbalin^iganen en gwIaditoweifctnigeiL In
engeren an woiden gawoonl^k de dansen be-
doeld, althans de ingewandeo vao den bnik en
Terstaat men dan onder jugemmdtr^tkln
meeittl de aiekten van den dUm (lie Ziekten mn
den darm «nder bet art. Darm).
larawandswormsn (Enltnoa, Fermea »■
ifsftnales) is de na«m van ondersdieiden wor-
men, die hun TerUqt bonden in andere torende
dieren. Hen ion ce tHweiutige parmiete» knnneB
noemen.
Eet ia moeielgk, bg de khwM der ing«wai>d»
wormen algRoeene kenmerken aan te getven. Som.
mlge heUten geen darmkanaal; bg andere ver-
D,o,l,zedb,GoOgle
iNiOEWAMnwoRUEN— nraeiRAM.
toont bet lich ia de ndunte tui trwee, Martödt
in taUen TeideeUe DuiKen, iterw^ w^ iDdêre
een meer Tolkomen (hrmduuiaal MÓJtten. De «e-
riBohtodeelen lija bj) Htnmige soortea «p hetzelf-
de mdirido rereenigd, bg abdere geacbêiden. Bg
eenige ontwaart men geeoeTlei mtnröiing van
ee&ig lenawatelsel, bg utdeM geringe sporen.
lAnnamu TOt^« bg <!« klane der wonnen 4 ge-
slacMen im iDgewandswonnen, nsmeLij^ Faieiola,
Oordimi, Aaeanë en Taaiia, «n telde in de laat-
Bte door h«m boorgde Ditgwre tbd het „Sj<te-
ma Natarae" [1667) 12 «oorten, doeh Rudotpki
omitre«É« een ikkn eenw later i«ed« 899, tenrgl
na dien tyd ban aantal imw aanmeikfdgk 'ver-
meerderd w. Zg ijja <ioor Zeder in 5 groepen,
eideeld,
Zg «l . .
mei ijk êpoeliBOnneH Inetnatoidea),
I (aeanthoeephala), %uiguiormen (tre-
maloda), linheormen (ixHoidea) en bbKuieorme».
L«tat«lg«ttoeinde gro^ ie eebtér Terrallen, toen
bet bleek (lat ijj sleebti de onTolwasMn Tonnen
Tan de linlwoniien lün.
De neeat ontwikkelde wormen vindt men bg
de bdde eerate groepen; bn deie a^n de ge-
aladten gcMheiden, terwql de laatste 2 henna-
pbrocKote dieren onrratten. De blaMwonnen le-
Ten aile«n in wannbloedige. Tooral phtalenetende
dieren, en de hierut Toon^omende lintwonnen,
tot het placht Ttunia ibefaooiende, in Tleesoh-
etende dieren, vooral ook in <Ien menech. De lint-
worm van de kat (Taenia ermneollit) teWe all
blaaswDTm {Ot/itieeretu fateioiarii) in de maie, de
Imiworm Tan den borMi (Taenia lenata) alablaafl-
woim (CyitioBTciu pitifomtii) öt basen en konn-
nen en de llntwonn Tan den menadi (Taenta
aolium) ala Uaaeworm (Cyilieerut mUuImim) in
het taóime Tvïen.
'De ingewand swormen worden aaneetrotten bg
veTEchilknde dierUaisen. Vele aoorten lomen Toor
bg Togeb en TwaebeD, tooral eoorten Tan de ge-
riaebten Diitoma en Eektnorkj/nehu. Deae twee
met de geelaeht«n TomJa CltnfiMinH) en Atearit
(melvormi omratten de meeat bekende eoorten.
Zg leren in terschilleade liebaiaDadeelen,* bet
Dteeit ewenwel op algnnliaen in het dumianaal
en de longeD. Ook ia de faerseoen, de oogen, bet
bart en de bloedvaten komen ig Toor. Zie: Aard-
worm, Aitkfloitomian» en lAnhporm.
XnÉasstanan. In plaata Taa de «teer alge-
meene en onbepaalde ooderaitwKng toweben
burger (zie aklaar) en «iet-bvrgtr onder de in-
wonen T«n een knd, beett one >leg<ennpoordig
> het gio»dgebi«d tmi den Staat opbonden.
Tweeledig i« thana de enderscheiding: men ia Ne-
derbrnder ol vreemdelmg en tngtieten of nkt-
ingeuUH. Hen kan dn» («gelgk ign Treemdeltng
en toch ingezeten, Nederlander en toch niet-in-
ceieten. f)e dnbbele ondereeheiding ie tm be-
lang, loowel in bet bnigerlgk ab in het «taats-
reebt. De oitoetening Tan oaderacfaeid«i recbten
en de verTnlliiig Tan TerscbiUende püchten is af-
hankelgk Tan bet NederhMker- en bet iDtgeietea-
sdiap, zoowel in bet prirate, alt in het pi^lieke
De Toombriflen Tan bet burgerigk recht en
special Tan het bnigeijdjk proeeareeht leveren
meer dan één veiBcluI op tnasehen Treem deüngen
allee met ii>ge-
zeteneD gelijk. In het politiAe leren — bgT.
Toor bet kiesrecht — ie de dubbele onderschei-
ding nog Tan grooter beiaog. Daarom geeft
de Grondwet in éen van haar eetcte artikelen
deze hepaUn^: „de wet Tei%l&art, wie Nedetiao-
detB en wie ingezetenen sgn". Am dit lODrscfarift
dar Groodwet is gerolg gegeren door de w«t Tan
12 December 1892 (Stbl. no. 268) op het Neder-
landerscfaap en het ingezetensebap. Wat het ince-
leteneeh^i betreft, bqiaak die wat het volgende:
logeeetenen tsa het Kok 9^n ig, die bmuie woon-
plaatB in bet Bgk hebben en baar gedurende de
TOorafgaande 18 munden yn het Rgk of zjjn ko-
loniGo ot beiittingen in andere wereMdeelea ge-
had heM«n. Het RgkeingexeteDecbap houdt a^
door - vesti^io^ der .woonplaats buiten het R|ik.
Een minderjarige, wiens Tader of Toogd Rgkan,
geietene is, woidt ala loodaniff aaagenwrfct; meer-
derjarig; geworden, faeboodt bg de boedaoiffbetd
van Rf^aingeietena, indien bg iljn wooiqüaata
in bet Rgk Tsatigl. In «omanige bóumdere wet-
ten komen andere omscbr^Tingai Tan ingaMten-
schap ivoor, welke «venwet alleen geMen Tvor de
in die wetten bdiandeMe ondepwerpen. Voor da
oitoetening Tan bet kiesrecht en de vetkiedbaar-
beid voor de ProTinciale Staten en den Qeraeen-
teraad wordt gevorderd, dat men ingezeteoe iQ
der proTineie of gemeente, betgeen Tolgens de
Pronnciale en de Oemeentewet wil leggen, d»t
men een jaar in de proTJneie of gemeente ge-
woond heeH. Zie venler NederlanderÊcluip.
XncUrunl ia de naam eene^ funiiie Tan
Toekaanaebe pa4iriciii« nH Voiterra.
Ingkinmi, Tomnoso, in 1470 te VoKerra ge-
b<M«n en den 6den Septéoiber 1516 te Sotne over-
leden, bekenl tïe Latgoeeh diiliter en Phaedra
hggenaamd, omdat li^ lidi bg het Tetvnllen Tan
deoe rol oat den ,3ipf>el}'tDS" van Seneea leei
onderscheiden haaf, werd door Aiextmder VI en
Leo X met eerbewgien OTerladen en ontTing Tan
keiier JfaxtmiJiaan I de dichterkroon met den
titel van eomee polatinos. Zgn tödgenooten Brat-
mui, Eem6o, &üiolet en andsren tanldigdan hcan
in iuin werken. Van ign geachTiften braitten wQ
stecbts 7 redflToeringeD, lerwgl een apologie na
deero, een Bomeinscbe geaehiedeniB en een com-
mentaar op de „Are poëtica" tan fiorajia* iga
Tedcven gegaan.
l*gkirvm*, Franouoo, is 1773 te Vvlteisa ge-
boren, waa eerst UalteKf ridder en onderschMdde
zieh io 1799 in den oorlog tegen de Franaeben.
Later b^)aaUe bg lidi bg de studie der kunst
es oudheden, oefende lieh onder de leiding tan
Haekert in bet aohildeien en werd UbltothwiTis,
eerst te Vokerra ea later te Fkirence. Na 1811
wijdde hij zich aan het onderzoek der EtnuU-
eehe oodbeden; hg atiebtte in de opgebeven tbi^
tan Fiesoia een school toorfainatenletterkande,
die tot vorming van jeugdige konstenaars en (e-
vene tot de uitgave igner werken moeet dienen.
Van deze laatete Tcrmelden wg: „Ifonumenti
eatmsei" 0820—1827, 10 dln.) „OaJteria Ome-
riea" (8 dln-, 18SI— 18S8 met 390 koperen pla-
ten), „rtttnre dei Taai titlali" (4 dln., 1831--
1837, met 400 koperen plateiv). „MoBeo etnwco
ehinüso" (3 dln., 18SS, met 216 koperen platen),
DigilizedbyGoOglC
INOHnUHI— INOMOTADT.
iJjMétt di etniMS emUiioie" f18B3--I889) en
„Storia delli Tokiim" (oavohooi^ 16 dlo.. iS41
—1845, met tilm). Hö b«ft TerbMend Teel
boDwaloffïD Tcrumeld, boewei ^le eritiek en de
Dauwlieurigbeid iti aflweUiDgeti niet bomn illa
bedenking T«faeTea ign. Hq cwerleed den 17den
Hei 1846 te FloreOM.
Imgkiromi, Ototaimi, «en broeder tbd den
vooigunde «n lid na de Orde der SebocibToe-
den (ColUgia dei Seolopjt, den t6den April 1779
te Vokern Mboreik, wu werkuaot Mn het ob-
Mfmtoriwa oer Bren ie Uilaaii «» lattf enndat
te Florence. Zjjn .^femerHÜ ddl" oeeaUMÏOM
deHe piorile itcle aotto Ia Inu" (1809—1880)
Tcnelulten hem era 'Enn^teeedten num en „Et-
temeitdi di Tenere e QioTe ad oeo dei nkvigaoti,
pel meeidiaBa fi Pariei" (1621 — 1624) en ^n
medeweiking mq den wetreekwligen itla> van
BeFlgo Tertiooeden xgn roem. Verder Tenaanli^
d> faf: „Taiole aabraMtmiehe oaiTeieali pottati-
li" (1811) en een TOortretlelijke „Caita topogn-
Hee e geonetiie» delU ToMana" (18S0). Hg ofei-
leed den IMen Angwtni 1851.
UlvtebT, CkwuiU MwuliM, een Engcfach
adiröm den 2Sate> Oetobei 18!» U Edjgbutan
t^ Birmingham grfMien, ttadeerde 4e Cambildge
in de wti- ea nataniÉnnle en wa> tm 1S55 tot
18&B ptoleteor in de togiea en met^himka aan
het IGdUod-IiHtitBte in qjn «ebooiteiitaat*. Hel
beitadeeren fan Shakentan mid sdd hoofdbe
liKbud. Hq eehreef: „OnUiDee of lode" «1856),
.„u introdnetion into jnetaphTaies" (1864 — 1869,
2 din.), „The whtbI of pÉiitoiofifa; at CaoAirid-
Ct" (1878), „Tlie Shjikfiepeare labiieatiMu"
(1860), „A eomplete Tiew ot <he »ukeM>eare eoa-
tTOTen7" (IS6I), „The 8till Lion" (Sde ixA
18741, „Wm TlKanM Lo^ an aotor?" <]8«7),
„Skake^waic'a eentnrr ot pra/ae" <1874), „Sha-
keapeen hwme'nentlei*' iXvlh), „ffliakemeare, the
man a«l bia t>ook" (1877— ISBI^ 2 dln.), ,^Bha-
kenieen'i tionee" (1883) «n .^hikeifwaie «nd the
enelonite of Gcmnum liekb Ht WelenniUe" (1885).
Hö oreileed te Londen den 26atea Sept«nl)er
Sir
. 1 1820 te Che^niiam ge-
boTen, nam in 1834 dienstig de Jfarin^ btaoeht
de wateren Tan Zoid-Amerika en West-IodiB, nean
deei aan de Engeleeh-Praneobe espeditie op 4e
Panna en deed in 1852—1854 drie nooidpooi-
tociil«B. In 1852 beioebt. bq net dt itooniboot
„laabd", door LadT Fnmklin nitgemit, de Wfia-
le-, Jonet- en Laneastersonnd, *n eeretgeooemde
doordrinKende 4ot 1» N.Br. In 185S ateTeade
hg met M Khroetatoomftioat ,J*boenix" naar het
BeeebeTeiland, wabma hjj lai4enaiit Crervett tan
den „Iffrcetigator" van Mae Olure weder oaai
Enfopa bram, en <m sqa derd»i toebt in 1854
■tiehtte hq op het Beeebf-eilanl «en anmment
ter eere van Btüot en braebt een gedeeüe der
bananiMng Tin Btkhir, die fu iqn Tjjf sehepen
Tier ia het qt ferloren had, weder eaar bet va-
detUnd. Hji werd in 1875 4ot TÏce-admiraa] be-
Doemd et eehreef o. a.: ,pA enmmet eearcti ht Sir
John FranUin" (1B58) en „Report on tbe return
of tbe babel from tbe aretie timou" (1S5S). Eg
overleed dea 5den SepteMber 1894 te Londen.
Invlls, Jok» EanUy Wümot, «en Briteeh
14 op Nienw-
lilitaire oplei;
generaal, den ISden Norembei 1814 o
SotMtlaDd gelwren, oatvuig «en milita
dinf en traid jn 1833 ali Taandrig in dienst bq
de Engtlache infanterie. Hg «nderaeheidde ueh
in 1848 in den TeUtoeht in de Pendajaab, vooral
Üj den aaoTij Of de Tgaadelqke verachanaingen
bg Hoellan, alamede ala oonunaBdaat van een ie-
giment infanterie in het gwecbt Iqj Sanbjkocned
en in des «Lag bq Ooeawrate. Toen bet «^roer
dei Sepojt in 1857 oitbvette, wu bQ cnaman-
dant van een regiment te Lncknow. Toen generaal
ÜÉiirji Laiermuê dm Sden Joli doodcigk MWODd
werd, belaatte ii«h ImgUt met het «werVevei over
d« ingesloten finn^ieanen, en TCmedigde de ttmi
87 dagen tegen Mn Teel mden iteifceren vgand.
In Febninri 1858 bncbt InalU bg Kalpi aan d«
opatandeKngen een beriiiMnae aedertaag toe; nog
in hetaelMe jaar enMng hq de IWhonde. Kort
daaiofi werd hq eanmandaBt der Engeltehe troe-
pen op de loniiehe Eilanden. Epj overleed den
27Men September 1862 te fiambnig. In 1899 g»t
t^n weduwe haar danboek ,i,Siege of Lvdoow"
mt.
Xngmuui, SmterL «en Fineeh acèrqver, den
M^lnli 1866 te SÖdaokvU (Upland) g«boren,
atndeeide io de genehieaeiiii, progtoveerde in
1894 ea weid tedutenT vu bet latei veifaodeii
Jong-Pintehe dagblad „PiivMebti" en vooniUciï
dei aibddersddegatie. Zgn noveHen „Ia de adie-
meriog" en „In de renerviitenkaaeme" hebben
hem leer popolair gemaakt «Jnbo Teaalnen"
(1894) en „Anna Itanming" (1900) iqn de eer-
ate hiatoriiehe romaae tn het Finaeb.
Inroda, e^ mier in het Romiadi Ooit-Si-
beriich gebied Tiantbaikalil, ii 000 fan. l«ng,
ontspringt op de anidelqke heUing van bet Ak-
bloDoi gebeigte, attoomt ia een noordoeatd^e
«n vaa de stad Tsjita a! in «ot oaetdtte rieh-
Mng en vonnt aa haai vereenigiag met dea Onon
de SJilka. Z^ be*at niet veel vkcli, auar men
vindt er kteutea, die in alle vMder weetwaarts
gelegen rivierea va» SibenB tot aaa den Oeral
niet iwHkonen.
InvOlatedt, een «tad en fvatiif in het Beie^
•ebe arroDdlascüent Oj^r^eieien, Hgt op den
oevei vaa den Donan bq dm mond der Sclmtler
en aan de «poorlvnen HIlnebeB— flenrenbetg,
Ingoletadt— Neaoffuwen en Uegensbaq' — Aogi-
buig en tdt (1910) W 745 inwoners. Io de Lieve
Vronwenkerk, tn 1425 in Qotisehen etgl opge-
trokkei^ vindt raen fraaie praaigravtfL Tan de
overige sebonwen iqn het onde caateel, het Je-
iDletencdlege, in 1555 gebonwd, het voormalige
nniiwwtvitegéhHMr en net nieawe militaire höi-
pitaal merkwaardig. Ubb heeft er verder een
monniken- en «en nooMnUMüter, bttde <van de
Francieeaner Oide. Ook ia er am Latqnsdbe
•ebool en een indnatrieadiod. Uen vindt er ver-
icbilteade mJlitaire etaUiaMmentm. looala een
bMkrDÜ- en gesebnttahriek, een laboratorinm
eni. Gesticht in 806, kre^ Ivolatadt in 1250
■tadareefaten en wend in 1892 de reaidmtie der
hertogen «on Seieren-fiijolttadl. Na bet nitater
ven "ran dit gedaibt veniel Ingiektadt aan de
hertogen nm Landëkut en Münektn. In 1472
itiebtte /.odewyk de figke van Landehnt er een
booeeschool, waaraan beroemde boogleerarea
wemtaam warm, w in 1S89 werd de atad van
D,o,l,zedb,GoOgle
IN00I5TAOT— WBÜATIE.
T«»tia^w«ken vooraieD. In 1549 belMtten liA
<1« Jezuïeten m«t bet theohwU^ «nderwjje uu
d« uMversiteit. De hoog«Bchod weid in 1 300 nau
Lamkhnt en tkithier in 1828 naai Hfiiwhen «rei-
gebracht. In 1827 liet koning Lodetrgk I ^e Te«-
tingveikeu, fbe alooi de FranadKn verwoest w&-
ïen, henteUeo. De opbouff dannte 21 jaren. Na
1872 bouwde men «r een meer uitgebiwden Yes-
tinggvrdd met gioote torte». '
~ I ^. Keili, een EneelBch ataathr-
houdkandige en philolóoK. den ^en Juli ISSS in
bet lerwdie graafsefaM Itonecal geboien, etndeei-
'de Ie Dufclin, weid u 1862 boogl«eiuff in bet
'Encdech, in 1866 in bet «rkfeHb en ia 1879
UlbUotbeéaii*. Eg sehTeei; „Tbc preaent poaition
knd pKwpeds of iwUticsl eeommij" (1883), „A
lietoiy o! iHjIitical eeonomj" <Ediiitargh 1898),
'„Histonr of riBT«ij and aerklcni" (1395), „Oot-
linee ot bislory «t le^ïon" (1900), „Emian na-
tnie antt maiaW, Moording to A. Comte" (1901),
^n deel „Sonnete and other poeme" (1900) en
Teitiandelii^en over fli^bebe ]ett«rininde en
Orielc«ehe en L»tqDecbe etymologie.
Ingram waa «en man Tan givote «Jgemeene
'en^tiopediaAe kemii. In 1878 waa bg Toornt-
'ter dei statwliscbe aMeelins der BriUêh Auo-
'eialtOB. Uenig avükel in de ËngelMbe „Diotkma-
'ty of poUticM eeooomT" is Tan zgn band. Hq
'aTerieMiiD 1907 ^ onder-ifireoteQi va» bet hTti--
nity Cdlege" te DiibKn.
' Znnwii Jean Augtate Dominime, een Fr&n«li
'EcfaiMer, den 29Bten Af^Mtae 1778 te UonUa-
ivh gabaren en den 3óen Jannari 1867 te Farga
'overleden. Ingres w«rd jn 1796 een leerline van
David, bö wiea hii tot '1801 Ueet. Daana beeta-
'derade hg de aati^en ia bet Lonvre te Parna, tot
bg in 1306 ak winnaar tso den Prix de Kome
Mar de eenwige stad giog, waar hq tot 1820
bleet. Na een rerUgf van Tier jaar te Floreiice
-rcattgde In^ei neh te PargB. Van 1884 tot 1841
Vertoefde hg weder (e Roine, ooi daama zich
Voor goed te Fai^a te vestigen. Odder de wbiUe-
rgen yao Ingre» mnnten voord de Tronwelijke
saakttignien en de ooitiettNt nii. Beroenkd ig*'
„rOdttlioque", „1* Baignenao" en „La 6ouree",
alle in bet Loavre te lÜJB. Ondw de portretten
iqn de meeet belunde: vao H •!>• Zéke, >n bet
mnenm te Booaan. van U"» RivUre in hot
Tjouvre. van M »■ Detxmeay ïd bet musenm te
Chaotill? van den beeUiMitwei BarUAini Jn de
Uftiei te Florence, van H *■* ife Situmne» 'm bet
mneeom te NanteB en ran Berlm omé in bet
Loavre, dat aie iqn me^eretak geldt. De hieto-
riecbe en mjlholoffisebe stokken van Ingrei,
looada „Thetia ea Jnpiter" im bet
-AJI, „FiMi^iee de Runini" in het
Angen, „Aiig^ique" ia hfrt, Loavre, ^La Chapelle
Sjtine" en ,Jie Triomphe d'Homère", berden in
dezelEde Knameling. worden- tegenwooniig min-
der gewaardeerd dan vroeger. Ingres was een nit-
manlend *eAeoaar, vooral van portretten. Hg
wae een groot liefhebber van mnziek en meende,
dat hij au TJoolepelei meer Tendienete bad dan
alB BcbiUer. De bekende nibfrokking ,4e violoD
d'Iogrea" ontstond door dcoe eigenaüdi^eiitTaa
den lansteoaar.
iBCTOHOoren noemt men het knAröv«i> in
het register van bypotbeken.
itoom- of etotvonmge medicamenten. Zg (
EDowel bjj algemeene liekten, aU vooral bjj plaat-
telüke ongesteldbeden "uta de luchtwegen (rtrot-
teahoofd, lachtpüp en hebtpij^akkenX wnnt de
felniialeerde atouen dringen niet tot in de long-
laMJee door. De eerste iohalfttiepioeTen geroai-
ten weldra weer in verget«ihe>d. Wel waren
kamfeidsowen, in den vorm van eigareUefl ^e-
brnibt en door BasfM a&nbavolen, «enigen tgd
in den smaak, en men gebrat&t reede lang den
rook -van belladonna, atramoniwn en opimn tegen
astfama en verkoudheid. Hot meer algemeen se-
bmik der iAbahiie dag>teekent editer vmi 1S66,
FIg. 1. Infaadatie.
toen Solei-Oironi ^n „Thötspeiitiqne reepiratoi-
re" in'voerde. Deze Franecfae geneesheer itiebtte
op ondereebeiden badplaateen m Frankrgk inha-
latiezalen [taÜM iPaipiratifm) voor borstlöden.
Hier was de luoht vermengd met gaeaen nit de
broiuien, en de lieken moeeten er tdkens gedu-
rende eenige uren verboeren. Een indialatieloeetel
in eenvoudigen vonn ie in flg. 1 >voorgeftt«id.
Algemeen ia tbana de atoomi^alatietoegtel van
Leiein te Berlgn in gebraik (Üg. 2). Deoe be-
Fig. 2. Inhalatie.
staat nit een klelaen atoomketel, door een ipi-
ritoelamp verwannd Een geelkoperen bnia, oip
den ketel geechovefd, eiadi^t in een fgne pont.
Een gkien buia, naar boven ia een baaïfciüfl nk-
loapeodi ie roet een kleinen arm Modanig aan de
koperen bain vaelgehedit, dat ifj daarmede een
lecbteo hoek mMkt. terwj^ bet atidere uiteinde
44
DigilizedbyGoOglC
690
INHALATIB— nnriATIEP.
diei gluen biM in «en slu met gaoeettneliügc
lioeiatof ie RedoiDftdd. Biengt mea nn den met
water gertMea keM md het kAta, d«n ont-
wgkt oe «toom door de koperen baie en aleept
de TloeMot, lüt bet aipiUsi-ie oiteinde der gU-
len bnw 'heiend, in [ÜDe etofjee met üeh made.
Op deigelfke 'wdk went ook een leer cbelm»tif
toeitel ras ii. Sie$U te Stnttgart. Tas meer af-
gtneenen invloed op itet lichaam ia de inhdMtie
vao oson, wamm men 4>g faaitswakte gtliTwfc
maakt, terwgl inbalatie van aalmsepente ol Tei'
dande locbt dient i>ij *enehiUeB« bontaandoe-
ningen, ala «mfÉiyaetni, aathma aa.
InhkinlMuiS, «en et*i mm de kntt van Foi-
tneeeaefa Ooat-Afcika, ligt moot, maar ongeaow^
onder 23* 50* Z. Br. aan -de Bad raa Inliambane,
teU ruim 3000 inwoneTS en heeft een goede lia-
*en. E^ woidt faaodel gedreren in eaootdun^ ko-
pal, wae, ki^oe- en aardnolen.
Inlicolitanlmsiiiliir- ^i' ArrMlaUe en
QevmgeHineeten.
InlialdlBlBr* ^^BM Oroadwet bepaalt, dat
de Eoting «a de aanrraardmg tan de Xemeriag,
loodiTa mngelqk (riaebtig wordt lieBadiga en in-
pbuMigd Dtonen de atad Ainatardam, in een
openbare «o 'rereeoigde vet^aderiog der Staten-
Oeneraal. Ia deie verradenne wordt door den
K«iiiu de v«lgeQde «ed «I belofte op de Grond-
wet atgdogd: ^ aweer ^béool) aan bet Netkr-
landMbe volk, dat Ik de Orondiwet steeda uJ
onderbonden en landbaTen. Ik awear >0>eloof),
dat Ik de onalhatAelgkiwid en bet grondgebied
dee Rqka mef al mgn Teimogen zal verdedfaen
en bewaren; dat Ik de algemeene en bijeoDdere
Trijbeird en de reebt«n Tan alle Hj^ oiMier&aen
uu beachenneTi, en tot inataadboiMling en bevor-
dering van de algameene en b^uodere welraart
alle nüddelen lal aanwenden, wette de wetten te
mjjnet beaebiUing »tellea zooïJb een goed ko-
ning aéaUig is te doen, 2oo waarlük helpe Hg
0«d Abaacbtiig" (,J)a,t beloof dk"). >Iadat de Ko-
taing deaen «ea of belofte iweft aletjegd, wordt
bg in dezelfde Teif[w)eTing ^ehnMigd door de
Staten- OsMraal, wier Voorutter de Tolkende
^eehtige veikUdog nitqnvekt, die vervolgena
Boor bem en elk der Men, boold Toor hoold, be-
be<^d of bevestigd woidt: „WG imtvangen en
1inb£g«D, in naam van het NadeiluKbohe TOlk
en krachtene d« Grondwet, TJ ali Soang; vrji
tweren (befeTen)^ dat <wij Uwe <HijdKD(tt>aaiheM
en de recht«n Uwer EÏw>a nUen haDdhwren;
Wg Bweren {beloven) allee te ndlen doen wat
'goode en trouwe Slaten-0«iteraal achaldïg ign
Ie doen. Zoo waari|ft belpe ons God Aimaottig .
(„Dat beloven wg".)
Een eigenlijke kroning heeft biei te lande bq
de inhaldigiog niet plaats. Ook behoeft de Ko-
ning met het nitoefenen van Kegeeiingedaden
niet ite wachten, totdat de tidiiwMgin^ heeft
plaats gehad. Eg aanvaardt de Kegeeiing ter-
stond bij het overlijden van ign voorganger, of,
wanneer hg op dat oo^nblik aiijlderjarig is, <^
den liag igner meerderiarigheidk Onae tegenwoor.
dige Koningin beeft de Regeering aanvaard of)
31 Angnatiu 189S, baar ISdea verjoaid^, «n ie
6 September d. a. v. in^ehnldi^.
Jn mnuniige andere landen u in de eonstitatie
bepaald, dat socdang de Vorst niet ia ingAnldigd
i)f gtèroood, een staatminiaterie bet vorstelgk
geoag ai waanienien.
In Engeland worden den Koning bq de inbtd-
digio^ bepaalde vragen vowgelegd, n.l. of hg
pkcbtig wil b<l(>v«n bet land volgens de Statuten
van bet Parlement en de beataande wetten en
gewoonten te regeeren: of hginalign bealiesin-
gen harmfaartighaul wil toonen » die waatadili-
Kbdgdenis van bet Evangelie wil handhaven.
t berinoeit nog aan bet eontraetueele karakter,
dat de isInUinng noeger in versehèJleDde lau-
den had- Ook hier te luide noeet de Vorat in
vioq^e eeuwen beloven de privikgiBn en rediten
te inlkn ontzien.
Onae Grondwet bepaaU niet meer zooals die
van 1815, dat de inhoMiffuig moet geaehiaden
„onder den bkmterf Ecmel; gewoonte ie, dat ig
plaats vindt in de Nteorwe fiat te AmsteodMO.
Ook k siadi 1848 vermlfen de bepaling, dat na
de inAHédieing door de Staten-Oeneraal nc^ moest
piaata hnben een bnUi^iag door de Staten van
ette prtnincie afsoadeilok.
Initlalmi ^ao bet lAtguAe tittltum = be-
gin) ign de begSnlettere vas de baDdaehrif^en der
HiddeMenwen, die (^ bgoondere w^ werden
versieid. De ondste lüMen nJB niie ivan eeo
i«ra«è handMbrift nit de 6de eenw, dat nn in
Trimt; Cottege te DubCn bemat, en ak „Tbe
Book ol Edw' befceod is. Doe initialen voHen
een gioot gedeelte der Uadzgde, en ign bnioDder
rgk versieid. I«ter weiden de initialen' kkioer,
en dikwnla in rood geteekend, waaromheen daa
fgnbewent omanMDt werd aangebracht. Naar bet
vemtiljoen of miiitHin Ju«geB deie beginletters
den naam van mwüdHrm, die latei op de ver-
luchtingen der bandsAnften overging. De roode
kleur (rubntm) der letten gaf ook asaleiding tot
de rubrieken als oandwüng der boofdriukken
van een bandadirift. De 'vemiebtiiweD co de be-
gioiettcrs vormen dn de faandstii ritten der 144e
en ISde eeow meeet Mo geheel. Toen in de 15de
eenw de boekdriAkmat waa nitgenonden werden
aanffaakei^k de beginletten uit de hand getee-
kend. Later werdea daanvow bontoieden ge-
bruikt (tie ook BoekterbtclUing en Miniatwen).
XnltUtlet. Onder ,4iet ini4tati«f nemen" ver-
staat men in het algemeen het op touw letten,
het geven <van den etoot aan een onderneming of
gebmtenia. In bet Staatsrecht epredct men van
net „redit van ioitiatier', d. 1. da bevoegdheid
tot het indienen van wetaontwerpen. Ke bevond-
hud kamt hier te lande iot aan den Koning en
aan de Tweede £amer. Terreiweg dte meeste wets-
Dotwenpen gaan ait van den KoDiog^ d. w. i. vaa
den Koning en de Umiaten teiamen; dit ia dan
o6k de meeat wenacbe^^ toertasM^ ofodat de Hi-
niaterieele boreaui meer dan de l«d«s der vdke-
vertegenwoordd^ing, de beBcUkkto^ hebben ower
de gegevens die voor de voodwreiding van eea
wetsoBtwerp noodig ign en over personeel dat
voor die voorbereiding geadiikt ie. De Koning,
Mgt art. 110 ouMT Onmdwet, lendt Zijne voor-
stellen, bett^ van wet, batig anderet aan de Twee-
de Kamer bg een acbrillelgke boodschap of door
een ConmiMie. B^ altvd geecbiedt de indie-
nii^ bij schriftelgke bomhiAap, waarvoor een
vaat toioHdier gebruikt wotdt. In de meeste an-
dere lajiden kan bet Hoofd van den Staat de ont-
D,o,l,zedb,GoOgle
INITIATIEF— INJECTEÜB.
veTpeD bg een der bekk B
1, naar «ijn keoic
eerst in de Tteeede Kamer plaats bebi
in DTeTcentt«inmiiig fnet de plaati die de Eerste
Kamer in ons Staataredit rnneerat; een Teiga-
derJQ^, die door d« Tweede Kamer i^aannn
besluiten dokmm apnieaw >t««tst aan bet Landi-
belang. In dit etekel OMt ook de oret-todieimiDg
van het leciit wa initiatief aas de Eerste Kamer.
Wel kunDea andere Toordiacbten dan roorstellen
Tan «et door e&e Kamer ahooderl^ aan den
Koning worden gedaaiL tnav de Toordrarfit lot
Toorstellui Tan uet behoort — ook hier anders
dan in de meMte andere Staten — uitalnitcnd
aan de Tw«ede Kuner. Tolgens het ReKlMnent
Tan Ord« '«oor de Tweede Kmmt kaa «ik lid Tan
die Kamer w«tswont«Um by de Kamer aanhan-
gig maken. TeO' aaniien Tan tommige onderwer-
pen mist de Tweede Kames het re^t Tan ioitia-
ticf, n.1. het btengen tu w^^og in de erfoo-
Tolging, bet benoeiÉMD Tan «en trooiu)()Tolg«r, at
algemeene li^rootfng«al>et Jostellen van ridder.
ordeo. VeomeMea van wetten, di« aan bet ini-
tiati«I van de Tweede Kamer te danÉen 190, ign
de Wet op den Kinderarbeid Tan 1874, Toorge-
Bteld door Hr. S. mm Bouten, en de wet tot wq-
liging TM het Wetboek Tan Boigerlqk BecMi-
Tordering Tan 1996, Tooigestield door Hr. A. F.
K. Bartogh, wsaivan het aoA wat de proeeasen te
verkorten en te Tereennondigen. Ben beroenHle,
r niet geslaafde poging om door middel -"
andere Kameileden in 1844 gedaan (Toorslel der
neren mannen).
In ZwitaerUnd komt ook aan bet Tolk adf een
reebt Tmn initMiet toe, aoowel is den Bood ala
kn de TerMhillende kantooa. In den Bond konnen
bQT. 50 000 ateoigeTeehtiede hnigen md Toorstel
tol gnntwetaberiiening aoto, d«t dan in de wet-
gOTende vergaderingen moet worden behandeld
en vervolgem aan een TcVuttemming worden <m-
derwwpen.
Znjeotmr ia een toeetel, dat mornameljik ten
doefineeft het yoeüaemniei in den atoomketel
te brengen met befai^ nut den stoomdruk. De
eerste ^oede iDjectetiT is die van Oiffani. In bet
inwendige van dtt toeMd tierinden neh twee
ringrormige rnimteD boTeo dender, waarTaa
d« eene in gemeenschap ataat met de stoomlei-
dijig, de andere door een boia met het reservoir,
dat het voedingswater bewat. Bekle roimrien
staan met ekaar on veibindiid; door een bu'u; in
de stoommimrte 'beut d«M kleine opemngen, in
de watermhate euxKgt wj JD deo «Mgenaamden
atoomkoDiK, die door een naald vernawwd kaa
worden. De watemrimte «odigt onder aan in den
mengkonna^ die met de Iwhtkamer on Terbrnding
staat. Wordt na atoom in bet toeatel geblazen,
dan stroomt doK ia de acg met lacht gernUe
w^erraimte, neemt deie mede, waardoor een
iDChtrerdanning ontataat en bet water wordt dan
opgezogen. Dit mengt lieh dan met den etoom en
oondeneeett het grootste gedeelte er van. Door
buiOen iTordt bet dan langs een voadingskjep naar
dén atoonüetel gAmiii. Tegeawoord^ wordt
meer de oniTetsaal iiyeetenr Tan Körling ge-
brtiOft. (Fig. 1 doorsnede, lig. 3 aaaiicht). Hg
be»taat nit tnree naast «ttander liggende injee-
tenra, die ia één omhnleci opgesloten ign. I>e
eerate moet het wat«r opiaigen en n^r den
tweeden brengen, terwül dêoe bet onder Termeer-
deü^ van diak naar den ketel moet persen. De
Fif. 1, höe<rtear.
stoom, die muntene een «pannin^ van !*/« alntot-
pheer moet hebben, stroomt bq H in en k<Hnt,
nadat men bet tentil V met behulp Tan den hef-
boom B heeft geopead in de ruimte F, de meng-
mi ml e. Hierin
komt ook de aan-
voeibnia van bet
Toedinga water nvt
loodat dit door
den atoom wordt
opgei^n. Het wa- j
ter en de gecon* |
deneeerde stoom
komen dan in de
rnimte M en knn-
nen door de kraan
E, die tegelgk door
den hefboom B ge-
tand il, wegvloei-
en. Door v«rdere
diaaiTog van B
wordt net kanaal
M door B gesloten
en bet water komt
dan laogs M in de
ruimte T. Ge-
met het
Inktgdig
glnrten
het atoom ven-
1 V geopend; de
dan nogmaah bet water verder. Door dto li
T«n het water wordt het ventil Q ge(^)end, waar-
door het water dow de traia K io den stoomke-
tel kan vloeien. In lig. 2 kan men de pkataug *
Tsn dezen iqjeeteiu zien. De toevoei^nas J be-
S'nt m een mot gaatjes nooTiienen cjiLnder !f,
t lieh pndet water in reservoir O beTintk. Door
het openen van den etoomafslniter P wordt bet
water opvlogen en doorgeperst naar den stoom-
k^<4. Bn het in werlcing zetten van den injee-
teor 'heeft het water oog geen druk genoeg om
den gdieèlen weg af te l^gen. Daarom is een
boii E aangebracht om dit water, het zooge-
naamde moiBwater, weer in het reserroir te bren-
gen. De waimte van den verbruikten stAom ia
niet verloceo, «adat dne het voedingswater
D,o,l,zedb,GoOglc'
mJECTEÜE— INKT.
m betrekkelqk naideel ia, d&t ie
voor witei met vrjj booge tampeiataai niet ge-
•ehikt «qn. Bg böxcwder in^nditc KOitin^Mbe
injeetenreD loui d« tempecfttoui tot 65* C. atijgeD,
muir bg de gewone caD»tniGti«s ma^ ótK niet
Teel boogei <lau 40* C. ago. De mAzimimi tnig-
hoogte tiedTMKt 7Vt m.
Kojsotla (ifupiiUna). Wü men een der ka-
nalen Tftn bet menBcbelök lichiMn mot «en nM-
dicament beluodden, ^a snatt dat Iuwb den
weg Tan inapnitiiig geBctneden, bjjv. bg
de behandeling Tan aeat, ooi, pisbois,
■DQs eai. M«eat*l TenUat men onder
injectie een ondeiJiDidodie inapnitiog
(lubeulime injêeUe) van «en oploMing
Tan een ol anoer Rterk welkend en anel
gereicnbeerd geneesimddel, looala
moifiae, kamfer, eoealoe eni.,
hetig om een algeme^K wer-
king, iaJ7. b^ moiline, hetsg
TOOT een plaataelf^e werking,
bqv. bet ongeroelig ntaken Tan
de Iniid ttg oneraties. Voordi«
ondeitiuidsche injeetiea ge-
bniikt mui bet ^raitje *an
Pravax (tig. 1), dat één gram
water kan beTatten, TOonien
M Tan een (öne, bolk naald
(lig. 2). en welka etenifMl door
etieepjee inlOdeelen Terdeeld
il, aoodat men nanwkeuii^
kan doseeren. Behalve die klei'
ne hoeT«elhedeti in kanalen en
onder de hnid, gebruikt men
-■{de groote iojeeüw in de
eren of onder de bnid van
Fig.1. een oplouine Tvn keukeniont Fig. 2.
iBJeetie. bq swaar bToed*erlt«8 en b(j Injectie,
CDolen {tK Infutie) en wendt
men infra'iniiMuIaire injeetiea (d. i. in tMt apiei-
Tleeach) aan Tan oplomare kwikcÜTerpraeipara-
ten, om bg «jphiUa een em\ effect te verkive^"'
XnkMMAtt ia een beweiting, wAe ia tiet
metaehMnbodrgf wordt uitgerróenj en wellie
dienaüg ia ter TeAioding Tan muren of monr-
weiken. De oteest gtfcruikelijke en tevens de
meeat soliede wgse via Teitiinding Tan munc-
«erii geactiiedt door «f. intanding, d. w. i. door
het metselTetöandTanceneenenmaur indat ran
den anderen te doen OTergaan. DikwglB is deie wj).
ze Tim Dbtvoeiing ecbter te laaldg cJ onuitraei-
baar, o. a. indien de aan elkaadei te Tertiindeji
nraren niet in materiaal iran deoeUde afoietin-
gen i|jj] gemotseld. Dit laatste kan lïct voordoen
bg gewone woonhiBBen, waarbij de ToorgereJ
. doorgaans tad beter en frater materiaal ie uit-
geroerd, dan de zÜDMiren. In een dergeljic ge-
Tal kan intanding niet mngdgk zgn en worden
de maren in^andergewerktdoaraan deneenei}
maar stukken metsalwerk van lAeie almetiji-
f^n te doen oilsleken, w«Ike dan moeten aluiten
in kasHn, welke daartoe dn den anderen maar
worden aitgeapiard; deze muur ia dan in den
anderen ingekaat.
ZnkBnnui, een oud^ tot pain TemJIon atad
in den Erim, aan de oostzijde der tisai van Se-
baetopol en op beide oeyere ^an de lyjepnajo, ii
bekeuidoor deondehcdenwoningen (± SOO), eta-
gegewgie boT«n elkander en daartaascheD twee
m de rotsen grïioiiwen kerken, die ach Tooroa-
meli^ <^ des reehteroerer bevinden, benevens
door de o^erttlüfaeten van een oode Qnaeeadw
stekte. Op de booglen Uote <TaB den Tneraaja,
waai de Engdaetwn den Men NoTcmftwr 1854 een
nederlaag leden, liggen thant de nerrt voornit ge-
aeboren verdadiguwsweiken imi SebastupoL
InfcliK^n ia de luutdelatenn voor het aangifte
doen T*D de doot een tüoneiAamend MUp aan-
G voerde la<Kng, on de inkMneade reebten, wel-
ervan gdteven worden, uu Miooren te kun-
nen ToUoen.
InkosutsnlMlaatlnv. Zie BdtaUnge».
Inkt i« de naam van vloeiatolfen, waarmede
geadireTen wordt. Zal eon vkieiitof «batvoor ^
schikt ign, dan cooet iq dnn TJoeibaar ijjn, met
uit da pen Ttoeten, geen betkksel aditerlatcn,
een Ternisaehtige kag og Ai [len Toimen, niet
TerbleekeA ot ait te wMMtwn qn met water eo
aleoboi, bet ataal van de pcD eo het papier niet
aantaatca. Oe gewone inkt bestaat Toornamelqk
Dit gaUoBiuni^ioijidaiil, dat veakiegen worat
door metLgtag thl een bepadde honeellieid tan-
nine of een waterig aftreuel tan galaftpela met
een ferroiuIfaafoploBting. Behalve het yienoat
Tan looiiMir Mrfalaat oc£ het fjienoot van gallna-
nur, weli: Uatete een aplitaingiprodnet Tan looi-
innr ia. Beide looten lun oplowaM «n Ueurlooa;
bji het atvan aan de locot vonmit lidi apoetUg een
donketUanwe vioebtof door vorming vml de
jjaironed en üieroiiedoi;dualioirien, welke lieh
langiamerfaaDa ala neert^ afietten. Het aohritt
Tan den verseh bereiden inbt ie in bet b«gi n nau-
welüke zicfatfaaar, de oploesing dringt eoiter good
in het papier en wordt spoedig door oxyoatje
iwart. Ooit en geoxvdeerde inkten vormen ved
beiinkiel. Om de oivdatie te Terlugiamea, wordt
een kleiae hoeveellieid ^wsrelomir of lODtnmr
toegevoegd, om hei neerslaan van boffen teeen
te gaan een weiniff gom ot deitrine. Veraer
wordt om sdiimffleieu te ■roorkMnea kartiol ot
aublimaat gebruikt. Voor 1 L. idct Tuidoet bet
volgende rempt: 23,4 gr. taaaune, 7,7 gr. gaUna-
luur. 30 gr. gzervitriool, 10 gi. arabiedhe gook, 2,5
gr. aoutaaar en 1 gr. kaïfai^ Deie inkten moeten
oafcr ablmting vnt de hieht bnraard worden.
Elen Terbetering werd in 1355 do.oi LeonAordi
aangebracht. Zgn aJixorineinJU tiovat, naact looi-
en gaUiueuur, ook vrg indi^oeuIfoDKUir in «plos-
aing. De paa Jwreide inkt « daardoor blauw ge-
kleurd, eu dooi de aauweiigtieid wi hel inai
kan men biar lang bewaren. Het aebrift ia dns
aanvankdgk met bwidp van een klenralol acht'
baar, terwgl de edvte, niet meer te vepwgdertn
ioitUeui^tof eerat lat«r in het papiw optreedt
tengevolge van de luebloiplatiei tiet toegevoeg-
de imun wordii in het papier door de daarin aan-
wezige kleiaarde geneutraliseerd. (htdanockiBgen
van SehiulHg en Neumaui hebben aangetoond, dat
behalve gaUai- en looimor ocA pjrogallol of ^
bromeerae en gesuifooeerde pyro^lloiveiiiindia-
gen TOOT inIcbbeTeiding geschikt ign. Oallnszuai
geeft over het algemeen swacteren inkt dan looi-
luar. Tegenwoordis worden de eunpfiebeboutink-
ten ook veel gebrdikt Het eitr&ct van eamptohe-
hout geeft het giervitriool een eterk gekleurde o{^
lossing, die door oiydatie nog doiweider wordt.
D,o,l,zedb,GoOgle
INTT— tHLEGWERE.
TosTO^n^ vin tiq mor is hier ook ooodiakel^
om TornuDg Tan bezinksel tegen te gsao. Dut de
inkt oüt moei nrut ie, worat een mengsel tui
dwe en'Ae eeal^eoaaaie soort gemikt. NJgro-
Bin. en indnline-iiikten oqn oplossingen 'nin ck-
M (toffen im «>ter. Voor loode ijikten gebrnikt
men bnuUMiont, «iDin, wQniteen en gom, of
kannva <^ £<^ op^ott.io UDmonnk of een
mttoMing vsn fnehHoe ol eosine in gomnrater.
Violette aoilineinkteo beratten ^iIoabuiT aniline-
TKilet. Blaowe inkten «eikrggt men door oploaKn
I Teiteh beieid en met io(ittQar_ ntgewas-
Bcben Berlqjnedi Ueow an onahnur. Koptwnnlrt
bevat deieltde atoften als g«woD« inkt, ae o|
^'^.
nog te ecbter geconeentieerdei; de hoBTenbeid
gom il ook giootec, terwql nog glycerine toege-
TOegd wonlt.
aUratmr: S. Uhner, Die rinlenlabrikatkm
(Weenen an Lnpng 1909); F. Margital, Lei
encree (Par^i 1912).
Inkthoom kcaot sle «tuk ia de wipenkonde
Toor en herinnert «*n
den als loktkekei ge-
bruikten innderhoorn,
9oob1b die door de kler-
1 de Mddeleenven
aan den koppel wenden
gedragen l/ae de ïig.).
InkWisoIl. Zi« Ce-
fhabtpoden en Se^ia.
Inknllen. Zie Enn-
Inkthoorn. Inkwartlerin» om-
'i«t de hnieTeeting ran
kiqgivoft, met Teiitrekking van nachtligging, van
■mat en licbt of plaate san tko raneenen Mand,
met of tODder TCetUng, het at&Uen Tan dienet-
paarden, bet alleev Terachalten tbo sftje en dnnk
ui betgeen tot bet gereadmaken. van qt^aen tst-
^leht vordt.
mag om inkwartiering toot krögtrolk
Il gceebiedt aan den bDwemeetter, die,
nad&t de verstrekking geiefaied is, Bchadelooa-
Bteüing ndtgekeeid.
De wet r^lt wie tot bet ^en van inkwar-
tiering ver^Mlit of daamn vrggceteM qJD.
InlkatdalkeT ü de naam van een duiltei,
veeUl met een viaUt gesloten, waardoor men
««ter kan, inlalen. Zoo beaitten At meeite pol-
ders inlutdoften, «m 's Moers Iqj wktergrinek
water ait den boesem «f nit aan aangienienden
p^er met booger ped te kannen inkten. Bij
V^ bQ Dnnivtede wordt bör. w&ter uit de Lek
op den Rromown Bqn ngiCMiteD.'
XslandMoha camesiitan noemt men in In-
Boliode Üeioe groepen van onder eigen bo(dden
pkatBelgk samenwonendon. La de goDremomeat»-
landeii op J&Ta en UlMkiera heeten die gemeen-
teD of dorpen dtvfs («e ï)evx), op de bnitenbe-
tittingen gampong, nagari, doeioen om. Terwijl
tot in bet Mgm ijraer eetiw tiet beatnur over aile
andere gebtedsdeelen wn bwoKnde tn («genstal-
Knn met dat orer de gebaedadeelen in bet moe-
demnd (pTcniiiciBii, gemieenten, wnterw^bappen)
aitslnitend werd gevoerd door het centraal-gexag
uogttttAde en durmn afbanfce^e ambtenaien.
(un iMhoirdene goedkeming nn bet geètrtelük be-
llaar haar bo(»den ol bMtnordera te kiesen en
hare binalioDdet^ke beUneen met inachtneming
der van den UoaneiDeD-r- Oeneraal en bet gewea-
' "" geug aitgiwane verordeiüagen te regelen,
bèneer over oe inlandwiie gemeenten op Ja-
Ta an Mttdoera wondt uitgeoeleM <daor bet desa-
of gemeentdbootd (petinggi, loerak, b^el). Hg
«oidt bierin bijgeataan door enk^ daartoe aan-
gewezen peraonen, die met hon bet genieentabè-
ahiUT uitmaken. Het deseboofd beuist in alk
a&ngeiegenbeden van gemeentdwlang, de orerige
laden van bet gemeentebegtwir treden meer ala
raadRerers of baiwUw^te m. Het eenlraal ge-
zag uie Intulütdtj Bettuur) lïfMnt enkel in rewt-
itreeksofae aannlnng met bet de«aboof<l. Het de-
eahoofd bebutigt de <beUjigen van lijn ge-
meente en haar inwoners o.a. door bet bebeer
vaa eagendomaieft m goUoüddekn, bet optreden
voor de gsneante in en bniten reebteQ en net bg-
kggen *Mi geringe gosdaËen tneadMn de dorp»-
hewonera, en verleent moits inadeireiUng aan
bet centraal iMfftnor, soowel op het gAiod van
politie, all op dat van belastingen en petBoonln-
be dienilen. Bet deaabeetnui draagt urg voor de
gemeenteljjlie openbare weiken {w^en, broggeiK
Keboowen, marktterreinen, w«terktdingen enz.^.
Naar beeriebend oebrnik wondt de bentoeienu
met deie taak onder de leden nu het deaabe-
itonr verdeeld. Het desabooU noch de andere le-
den van hel deiebeetcrar, belAiui een vaate beiol-
digjQg. 'De inkonutMi aan deK anAten Tertton-
doi Ml taan voomamdijk nit ambtellik landbezit
en Dit te bnniMn behoene f erriehte dientleo. Ver-
der genieten de deaafaooMen ale loon voor bon
arbeid 8 % tan de door hen geinde beiaetiiigen
en in de deaa's, ingedeAb bij de gonvemefaeiita-
koffieenltnni, cultnarpereenten.
Iiil«KV«ii> Zk djleggen.
Inlevlllxt ia de naam van een bonten lijat-
weik, dat aan dearen, larabriseerlngen ea
andere betJosnerijigen kan worden aangebracht,
tm einde deze een fraater aaiujen te geven. De
inlegljjeten lijn soodonig van proFdeenogen
voorzien, dat deee boiten net vlok der betinme-
ring oiUiAeaó, niet aan bet atjil- en regehvetk
van dit laatste kunneo worden geediaalo, dodi
atimdeTlgke löitfarerk«n moeten vomwn, welke
met groeven in bet regriwerk zgn bevestigd.
bdarnttles ü <^ buid voor ktrine, vaste xil-
verwitte, prikkelend vleeeeh beuttende nitjei, die
in lauTof zout ingelegd,!Bngen tnddeiegewenKti-
te eieenach^ieD behouden. On de allerbeste kld-
gronoen slaagt de teelt. Te Zwgndreeht, Rotter-
dam en Dordrecht vindt men de fabrieken, waar
zij in vaten of in fleeechen worden g«eonserTeerd^
Da in 4 grootten te z^n gesorteerd.
Xnlerwark kan van verechiSende stoffen ge-
maakt w<»den. Inleggen met TerwftnSend ge-
kleurd mansei notaat roes mowAek (xie aUaar).
Dit irtlegweik wordit op vtoecen, mnsen en gewel-
ven in gébovwen aangdbiadtt. Omatreeka 1I0O
kwam te Ratne het inleggen nm wilmanneren
beibnenb^Mi in awang; ieae tedmé^ bLeef tot
ofnstreeka 1300 in gxbnnk en weiid door de le-
den van het geahmt Ooama nltgeoofau). Men
D,o,l,zedb,GoOgle
INL&OWEatS— INNOCENTIDS.
niemierk in bont, dwc lis ÜklUneii in
de 15de en lode «enw gemMkt woidt Dur het
artikel Intorn veiwezen. lik de Fianecfae meabel-
kiiBct werd bet inkgverk ingvraenl door d«n
IMttcher SuU, meut Bouf* genoemd <1642 —
ITSS). Hq mukte niet «lechti ran boot, doch
ook TUI aclnh^d, kop» en tin gebruik. Deoe
«ijie ran Me^vak i« ook Mdorende de 18de
e«uw te^raldig toegtfact. Bntdelqk moet nog
bet I. g. damafeeereH tenotU ivofden, wsauindet
bat itJeggen rnt vur ol hmm met ^nd of lil-
vei TeisUaa irtKdt. Dcoe kont onlitoiid t« D«-
maaeu, «n tawMH door de Uoona nwu het wes-
ten TMi BoTOpa. Toonl de DailMiie wapensae-
den T«n «OBbedn 1500 beUien faur beoefend.
Bösonder ttMi tuiegvtrk weid gMmwIrt door
Dwk nm ÜviKyefc te AmBtudam (1596— 1580).
VoottbreogMlen vm deien kMtstonaor, die door
FomM beioogw weidan, rindt oien in bet Rgka- '
nniMam te Moateidam ca ia bei Neoe Pakb te
Potadam. Van Uvnt^tk miittn b|j Tooitent van
paarlinoer gAnM.
ïii1JiiHt«ii noemt men een bewetkina,
UB timmerwerken attgaroead, welke tot reaid-
taat heeft, dat biwia T«nliept« {«aeelea ontataan,
welke doa niet lijn lefkiegen op de gamxnïSA
gAruike^jka wfie nw peüehreric t« vecraardi-
nn. 1. Tan mi regelweii en paaeelTullingen,
door de paneelen nit de ikkte Tan het te
braigen mateiiaal mU nt te dicpeK. Tengendge
Tan de bepeiUa diktealaMtingan kumen i£e in-
lanieeriDgen daa Dimmei ahaetwgeo tu betee-
kxnii bobeo en liJD 4 ^i> <x^ ^^ bedoeld tooi
bet veiirjjgn nn een wteri|)k aaoiien, behntt
Toar de gawmte eaoatraelie no regriweik oundeT
geëigend ia. Natnar^^ kan men inlinieeiingeo
ook in Hideie materialen doen nibrovnt daa in
hout, mita dcse een detgeljjke baweiking moge-
Igk maken.
XniDlIiMii, iB het inkoopen van zijn eigen
goederen ep een openbare Teifawfiuig, ten «inde
ïe belettM, dat ui te goedkoop Teikocbt wonden.
Inn, dooi de Doden Ontu genoen»^ «en b»-
breede, met eilukdcn beoette bedding, Tedal toa-
urhen liooge, landige oeveu of rotswanden dooi-
been atioomt, terwgl uj de Aki nit bet Cbian-
meer en de Salia of Saliach nit Saldiuig op-
neemt. Bü Passao, waai ijj. na een loop «mi 510
tan., in de faooldriiriet Ttut, ia ig aanmeikeigk
Iwogte Taa 2480 en. aan de tnadtnetel^e h^ïag
*an den Septimei w BaiTen-£ngwfin, atroooit
door «tn leogtodü en door een aantal meien
aoovdooabwaart^ baant neb in een dnrandal een
weg dooi den beigpaa tmi RnatermBni en loopt
ah een woeste beisatiooni oaai 'ÏSaoi, waai ig
het C^ei- en Benedea-Inndti be^iroeit, die ticii
door grootadie en beTallige naton italereelen on-
denckeideD. 22 km. beneoen Fnateimilnz wendt
ig tidi pitotB«Jlng oooidwestwaaita en etiooml
dooi e«n nauwe dwardiloot, iuxDl bü Landeck nÜ
deae in een groot, noordooetwaaits geiicÉLt leng-
tedal met Tiueiittiare landen, steden en doipen
en stroomt .Taobiei kng» looabiDek, Hall, 3«dnna
en Battenfaerg nau Enlatein. Bcoeden de» T«a-
tii^ komt de riniei; in nooiddöke rkbting naat
Beieren loopend is baai oodente dwandal, dal
lidi nitatrai tot aan Raaeaheim. Hier is iq
leeda seet breed en beieiki, met den grooten Bo-
senbeimer Mmvbnidh itiite^^, de golvende
Tlakte aan den Toet der Alpen, waar xq, vreuls
de lïei, Lecdi en Iaat, tn snellen loop en met een
Innooentltu, ie de naam van 13 pauaen.
/anocniftus I (402—117). In den stigd tna-
Boben Augmtiimt en Fêlaaiuê b«rveetigde hq de
bedniten der •rnaden van Milete en CbjUhago en
verwiem) bet PebgiaBiBme. IWeigeefs tiaAlte
hij in 410 den OotenkoiÜDg Alinik II af tebren-
1^ lan tijia Toornemen om Roaie te [dnndeiea.
H^ b^uwct tot de hoUgen der R.-Estjiuieke
Kerk; xyn naamdag Tslt op den 2Seten JidL
Itauxtntiui II (Ï130— lUSk te Toioi Grega-
ruu Papareteki gemoenid, te Bóme g«jboieD. wsa
At dei BenedietÜDen te 8t. Nioolal in Bone,
weid in 1118 linliiMaililiiliiii, moest aaDTsnke-
tjik ativden tegen ign mededinger AnaeUtu* //
en diens beadiermei Boger van SieilS en lelb
naai Fiankrjjk Tinehten, doch werd Tooial door
den JATloed van den heiUgen Btnüiarduë, l^pia
OTeial in ign waaidi^faüd cskend. De Dnüscfae
keiaer Lothóriut onbriog b(j iqn kmnini^ (M33)
de alfodiale eoedeien "ma gnma Malkilde Tan
hem » leen. Mog in hetaelrae jaai Mog hU Tei-
Ü^Midsh^Te naai Pisa, en noomaak Terscheen
LoMwJus om htsn te hd^en in Italil; dtx^ Atui-
oMhs hield stand, en na ma dood (IrlSS) be-
DOcsnde de tegenpsitjj Vielor IV tot psus die edi-
tei na twee nmuidea afetaod dieed. Ijl 1139hietd
Intioeentiu* het fweede Latetaansdie ConeUie,
waarop de besloiton en bepaUogen Titn AnaeU-
tiu ongeldig Tetklaaid, Bomr nni SieUië ia den
ban g«laan en Peter van Bruyt, Abelatd en Ar-
nold ifan Brueia T«ioon}eeM werden. lo dea ooi-
log tegen Bogêr ROnogen gewanen, kon 1^ ai-
teüi tegen TÜaehiUeniK eonaessiet igs rrnneid
koopen. H^j onreileed den 24aten Septemibei 1143.
Imoeentiut UI {1198—1216), te T«ren Lo-
Iharvu, giiêl vtm Stgni, was een teig dit den
stam T«n Cottli in Ana^ en wen) in 1161 gebo-
ren. Opgeiood te Pargs, Bon» «n Bologna, se-
dert lldO kardiiMtl, Tenwiert hg ak tbeoloog «n
als jurist- groolen foem. Hq bra^ hdt pauaKgk
g«sag tot een booce ontwikkeling. Hg maeüe
Tan de zwdibeid éec keiaerlqke maoht gdbiaik
om Aneona, TueeiB en flfxdeto te fceoetlMi; ook
berrgctde iai Italii tsh de beeiscb^^ü ^^ ^^■
sohen. In Benedei^talii bad hg bét 4>swind in
handen als Toogd Tan den kteieo kedser Frederik
II. De (lubb^ keiaerAeuae Tfrn Phüipi t>an ZtM-
ben en Otlo IV (1198) gri Imoemlw» MoMdii^
■idt in de augielegenheden Tan Dnüsdüand te
mengen; eerst eknt èg tkb b^ Otlo aan; liier
kMs hg Toof PAtftps par^, toeni deie meer maeU
kr««. Na diens dood (1208) Tenoende OUo p'dt
met den paos en werd in I2Ó9 1« Rome gekroond.
Doch toen hg aanpraken maakte op ItaUt, deed
fn»oeen(tiM bem in den hta en lond Fredtrik II
ak t^nkoning naar Dojfecbland, die in 1215
te Aken gekroond waid en OUo tot i^ erfknden
DigilizedbyGoOglC
bepeikte. No^ meer mkcm tmd Itmoeeittiitt in
BngeUDd. Toen bniiiig Jan deo door deo pans
benoezudea urtAwAofi van CanterbiiTT, Sfo-
fhan Langton, niet «ttdb eritcniwiij epni li^ den
Marlotk «T«r bon uit, wei Eomuod liet inMr-
diet (1208) en ■dtook het Und un PAtlifM 71
TM Fnmkrqk, totdat i<m EiwelMd nu d«n faoa
ala leen Msnam. In I^uikrifc dwong Ug PkifijH
JiijpMfu igik g«iD»Kn l»gthots, die lijj in 11 Kt
Tentooten lud, in 1201 mva mhi te oemen. Ara-
gon «n Port«nl moetteo hen een jaarijiluche
■ebttting faeMn; den Bnlgnnn en Wakehen
sal bfi een koningi in Polen, Hon^rj}e, Didma'
Ml en Noorwegen trad bq tin Mkeidarediiter op.
Hg gaf den bUmM tot den 4den Kmriatorfit (1202
—19)4), die de etïAtiiv iu het LatgnMfae Eei-
teribfc te Eooatantiimpel tan «erolge had. Ook
roeide hg de kokfceetDreo en het klooeterbeooek
en tiektaêbtigde ondaieebeiden Orden, eo be-
paalde tcmno, d»t mem woitaan geen ntenwe
•tiditen, nuar wA hg een dei beetüuide Toegen
ion, ^ gwide t^fen de jUbkenien, Katharen en
Wetdenxn. Zgn geeduiU» q^ in 155S en 15S7
te Keirien ra het Kebt vennienen, ijjn .brie-
fen" in 18S3 door B<A>tM agn; J>e miterk eon-
ditionis hnmanae" i. i. „Ovei de ellende Tan het
ntensehelök 1ev«n" door HudoU in het Dottedi
(1887) nitge^nen.
ItMMm&t* IF (124S— 1254),
nt d«D etam der
na in de ledtteo, wffd TJeeAaoadier dei KaHw-
lieke Kerk, daarna kaïdinaal eo na CoêUttimi*
IV pani. Hq «tieed met «eertalnlre en wereMij)-
ke wtoene tegw fnderiktt ea dteoa loon Kottt-
raad, dodi a»der hen Ie oneiwuuMn, Jft, hg oMn.
doot de Qemieeaen oadetateaDd, de -rtiMdit naar
Lyon (1344), bidd Uer een elgemeene ketk/rtr-
gHeiing, eprak den ban en bat tmmw der «bet-
Ung nit OMei Fndmk, deed np StdKS een oproer
ontataaii t<gen den kriuii en oitdentMMUe in
DnitMUand de teraikoiiingen Rtitiriek Ratf»
en Wültm vm BoUmd. Daar hg de ffoAenabw-
feti wiMe doen Tallen, streed iq na den dood ~ -
'KoatToai tegen Mmired en f onraifyii, a
Boodef i||d doel te berenkon, en keerde «eK ia
I25I naar Rome temg. Op de KeikTerndering
deed hg Tmthtelooae pogrui^D om de QriekMA
SatbelJeke Keii weder met de R.-KettMUeke
te Tenenigen. West-Pmieen, in >^n löd tot het
Cbnatudan beleerd, Tendeeide hg in de hiadotn-
men Qrim, PomenuuB, EmdMid en Skmlaod en
•ebonk aan de kardinalen, eli onderacfeeidiogstee-
ken, den rooden hoed. Hg was w» dooikoeed in
het*keikelgk reebt, dat men hem PaUr et orga-
mnm vtritöüt no«mde. Odk adueef hg een e
meittMtr op de ,i)eenitalea" «an Oregoriut
(147B). Hg or^eed den 7dBn DecenÉier 1254 te
IHRoeonfüu V {21 Janoari— 22 Jooi 1276),
te TOren Pelnti van TaranUuia, te Honlner gé-
hoien, weid eeiet prorinciaal der Daminieaiien,
toen atatéiiaBttof tta Lyon, kardTnaal-tiieeeboi)
TBD Oitii en grootpooiitentiarie. Ale ^ne vrer-
de hg Toor de faeieeaiging wn de Giieken met
Beme. Hg Mbieet: „Céomentaiia in IT lünoi
•ententiaram" (8 din., '145Q).
/muxmftiu VI (1852— 18S2), Ie mien Sftpia-
lUH Aubtrt, te Umh in LimooMn geboren, be-
kleedde de betrekkingen yu biMdbop mi Nojon,
lafw ma Cleiiaoat en vecrolgenB tbo kardinaal
en grootpoeniUntianB. Hg seteUe te Airignon,
wae eimtien in de reeht^ieleenlieid en gestreng
van leden ei {wogde aan de behoefte aan herror- '
ming tegemoet te kemn door beperking der
weelde aan ign Bof. Veidei hiMbt hg de steden
in den Eeikelgfcen Staat tot OBderwepping, <rf-
•dioon hg er de wuordelgkhedeit niet kon dem-
pen. HH oreileed te Aviirnon den ISden Septem-
ber 1362.
Innoeantiiu VU (1404—1406). te Toren Corimo
det Miglionli, te Sulmona in de Abnixzen gebo-
ren, «a* aehtereeomrigene biacbop Tan Bokign»,
pawelnk tehalmeeatei en kaïdinaal, en werd ge-
darende velerla Terdeeldheden door de Italianen
gek«Mn, (erwgl de Franeben Benedielw XIU
tot paos leihieven. In Aognatni 1405 moeethS we-
gene een opïtaod dm Romeinen nau Vitait» Tlneh- -
ten J[g «verleed te Rome dan 6den NoTembei 1406.
Imutemtiiu Vlll (1484—1492), te voren Oio-
MMw Battüla Ciba, wae bimAt» van Poito,
dawna van Amalfi en levene karftnaal. Terwgl
bg iteed) eeroepin^ deed lot een eoiJog tegen
de Tniken, hield hg den broeder en mededingei
van wiltan Bajmt, welke laatate bem daarvoor
betaalde, in de gevan^eiüé. Ook verniemvde hg
de wetten tegen toovem «n ihekserg en benoemde
de inqnieitoren Beinrieh Kramer en Jaeob Spren-
oer tot rediten over de toonreoaare en bekeen in
DniteeUand.
iMoemJttw IX (29 Oet«bei^-80 Deeenfcei
1501] heette te voren Anhmio PaeekineUo eD
werd te Bologna geboren.
ImumttHtu X [1644 — 1665), te voren Otovmni
Battitta rom/tft, te Rome geboren, werd eerat
DiintiM te Napds, ' daarna faoeeiyk datarioe in
FiaiAqjk, venTolgene patrianb In AnHodnE en
kaïdinaat. Door bet pansdvk graanmonacNrfie
riebtte hg den landboitw in den Serkelgken
Staat te gronde. In 19S1 vendMnde hq in een
bnl eommge bepalingen van den vrede van Hun-
eter en in 166S vgf rtethngen van Jonaentiu.
IimoeenHtu XI (1676—1689), te vvren Sene-
dïeAu OdtteaUhi, U Ocmo geboren, wae eerat
krngeman, davna geeatrigke en werd aAtereeo-
Tc^ne ^MMteÜMhe piotoDOtHw en gdtMoueere-
taua, kardinaallegaat van Fertaia en bieecbop
van Novaia en emdelSk pana. Hg wae «en mau
'vaa geatnnff-aedelgke heguiaden en bestreed bet
lazime In de moiaaltheriogie en bet qnietiffne,
Tervena poogde fag de ftnandln «ran den Eeike-
ll^en Staat dooi epaamamheid te vertteteien,
onderetennde Ooetrai^ tegen de TatHten ea ver-
oordeelde da vier stelling der Oalüeaanadie
Ketk, door eem vergadering vaa BiM<JKippen en
baronnen te Patqe (1682) nitgevaardiëd. Tegen
Lodmnk XtV voeade fag etryd over de koninklg-
ke rechten bU bet beletten fte. ivaeante biadcm-
men ena.
/mtotwKtiit Xll (1691— f1700), te voren Anli>-
nia PignatelU, ta Napele gAona, hÜMbop van
FaSnia, legaat van Bologna en kaïdinaal-aaito-
iHiecbop aehidte bet Hpoliame en de benoeming
van knv^nalen gAeel af en sloot vrede met lo-
dme^k XIV, nadat deae de paoMlpe aampia-
ken in den atrgd «m de TrjjhédeB det Gallicaan-
«die Kei* bevredied bad.
DigilizedbyGoOglC
696
INNOCEMTroS— DJO.
Inmxxmtiui XIIl (1721— ITM), te Toren Mi-
ekatloHgelo Conti, een opmdit, Dkwir^>set en md-
dkdig kertniNt, idht te wwmk tegenover Fnak-
tijlk, beleewk <)eD knoer met N^»eU, maar pro-
twteenle «i Trudit^loos tegen, dit Pann» en
Piaeenu al« rjjbdeen un deo nfent don CnrJoe
eeactionkeD werden. i)en Jeinleten Teiiiood hq
oet opDeraen tid meer oideiedeo.
Xniisbiiick, de booIdiUd-veo Tirol. ligt
dnfat bq den Inn ea den nwad tMi den SiU, in
het midden van een breed dil, dal ten noorden
door iteiJe kalksteen wtodeo in boogde van ±
3000 m., ten inidten door minder hooge, maar
bofebr^e bergen begrensd wordt, veidet aan de
■poorljiDen Koleteta— AU, SaUiiug — Bregeni en
Berg Iiel — Ball, ia door <bie gKien farnggen met
de ToontedcD HariaheU en Si Nikolaits teibon-
den en beeft mooie, Jireede >tr«ten en aaoiien-
Inke «boQwea. De atwi 4elt «ederl de ulQTiflg
Tan WiHeo eo Pi«dl fiaiO) 53 1M Inwonen. De
cjg«nlghe ttad Teiheft xicfa 4^ den teAteroerer
der rrrier. Daaronder berindl tich de Franeiaca-
aer- «f Hotkeik, Tan 1553 tot 1563 in Renawu-
ee^jjl opgetnokkei^ met een freAlgraf Tan Man-
wtiliaan I. Bet bestaat nil een sareuihaag Tan
marmer met het bronoen at&ndbeeld dee keiien,
in 1542 door dd Duea gegoten. onweTen door 28
hooge Btaadberiden, weutiftdef 2 (irtAur en The-
odorik) Tan Petar Viteker te Nenrenfaerg. Cklod-
vig Tan Christopk Amberger te AngAurg <ge-
goïen door Lettler) en de orerige gedeellel^ van
SMtUehreiber, gedeeltelift van de Mbroaden
OodI (1513— tSSS). Tot de 24 mameren Mtiifa
aan de liiden t%d den earecphaag bAooren 20
meeaterlijke kane^eiken Tan Ahtmdtr Ctdin
uit Mechele». b^ welke de 4 orenge ran Ber-
nard ea AmM Abel uit Kaden leer aditeretaan.
Verder heett men in dece keii de «iheikapel,
■hoo genoemd wegena een oiheren atandbetid
wn de Haagd Varia, aUmede het praalgraf Tan
asrtahertog Ferdmtmi, naar men meent aFkom-
stig Tan Oolin, dat Tan PkUipfime Walter, bet
gedenkteeken van AndTtOM Boter, de fraalgraTeo
van Sptekbadter en Baipinger en een gedenktee-
ken Toor de in 1790—1809 gerallen TirolicAe
landtTeidedigere. In dsK kerk oatoétdt Ohriê-
Una TM) Ziwéden den Sden NoTsnber 1654 dni
R.-KaUiolieken godadienit. De UnmreLt«il(- ol
Jeinletenkeii (1627—1640) beiit een 60 m. iwo-
gen koepel, de St. JakoèiÉeric een Manafceeld
Tan OowimA en bet praalgraf -ran aartahertc^
Masiwtiliaaii, Terraaidigd «Mor den beeUtn)>Dwer
Onu en gegoten door RmtAorf. Van de wereld-
lijke g^nwen lön te noemen de Hofbnrcht met
een gToo(e iiiü en poacJitige tieeoo'e, de Fflreten-
bnrg met een mooieu, marmeren eiker en een
verguld koperen, het beroentde „Qondea Dak".
In de Nienwslod Teilirit licti een gedenkinl
(Annaouil) met fignren van Benedefft, in den
lanTnng der 18de eenw «eeticbt ter gedaciiteni*
van de antnümnng door ie Beieren en Pranschen
in 1708, aan het einde ran tie atnat een triomf-
Crt, in 1765 ter geleeenbeid Tan de te bm»-
ek geeloten hunrdqurvenbinteDie van den
grootbertoK Leopold «an Totkane met de infante
Maria Ludovika geetittit. Op bet oude keiUwf
vond men Troeser bet pnal^af van Ooitn, door
hem lell bewenkt, dat naw bet oiienwe kerkhof.
in 1857 aangelegd, aTCi;gid>rarfit ia, Daar Tedief-
fea ii«fa fenens mooiegidenktMèeoen vanEiiaóf,
(ïdMer, MUlier, Oriutmmn nu. In 1908 werd te
InnabrUck een gedenkteeken epgerieht «oor den
dicbter AdoU PteUer. E^ groote aebonwtmig
werd in 1846 voltooid. Verder TÏndt men er mg
bet palda Tui», den Ottoltarrfit, een eroote ka-
lerne, een groot weeshnia (1889) eni. Innebmck
ia de leteï van een otadboader en van bet hoogate
geieebtdiof van bet Kroonland Tirol en Verarl-
beig, en de TirolKhe LatMUag vergadert lOdaar.
De Leopold-FnuA-iuuffenitNt, waaraan in 1869
een geneeakoDdice laeidteit werd toegevoegd, 'a
in 1677 door keiwr UopoU I gesticht, in 1782
door keiier Jou! Il ïh een Ijoeom Teranderd, in
1792 fierateM, in ISIO nagnuab («tehtnien en
eindelvk in 1836 vvnienrwd. Zn telt Tele benr-
aen, bestaat nit een godgeleerde (aan de Jwaleten
toererlFrDQwde). pbiioaopbiactte en reefatageleerde
faculteit en een genee». en heelkundige «bool,
teTeae ak faeuUeit gerekend. HM aaiUal leeraren
bedraagt (1913) 111, dat dei atndenten 1365, ter-
wijl de boekera 258620 deelen en 1150 hand-
•oiriften telt. Verder vindt men n een g;mn*-
«i«n, een hoogore btHgeiwebool, een noimaal-,
fciuwUiÜ verbeid- en eadettensebool en een bandeJs-
leademie. Gonvernenr Karl, graat CkoUk, «ticÉit-
te er in 1842 een laodMnaeeam, betiw^ uar den
toenmiligen kroonprioa, later keiier. het Ferdi-
nukdegm genoemd wordt en merkwaardige -tn-
lanM^ngen beiit, die op Tirol betrekking héb-
beo, bensTeot steenen, brouen, geogiuHiidi-paiae-
ontologiMfae, anhaeelopadie, wa|ien- en kaorten-
veriamelingen. Op den linkeroerw van de Inn
Teibett titn het fraaie eehntterigebonnT.
Icnibmek heette Ad Oenitm, Öeni font of
OenipofiftiM (brag over de Ina) ui werd tu 1234
4ioor OUo I, hertog von Jferan, ini stad vedie-
ven. Toen Tirol aan OoBtenrqk kwwn (1363),
was het geraimen t^d de letel der Ooetenqjk-
(che hertogen. Zij genoot haar lelnttenDdat bgd-
ferk onder de regeedng van den piaebt. «
utatMevendeo aactAertog ferdinaad II. OeAi-
rende den opitand der Tirulere tegen de Beieren
en FranadMn werd de etad meermalen door beide
pari^jen penronnen en wvec verloren. In htAr oa-
DÖheKl ligt de praAti^ efcdq def FnemuiBtr»
tenwTB WüUn of TFeltö», benmeni het beroemde
bnitanverblqt Ambnu, tCTwql een fraaie keUing-
brag beneden de etard orec de rivier naar het
dorp MUUm iB gelegdl
Imu of Oonrt noemt men in Engdand de
asBociatiea Tan reebtigeleerdea en studenten in
de iK^teii, «ooeia men ec te Lnkden vier Tiadt
.(«e Batriiter). Ook Le bet de naam vw>r de gw-
te, praehtige gebouwen af oam^ilexea van gMmn-
wen -KKir ie leden, dei Inue of Conrt.
Ino, de dochtKZ Yf,a Codmuê en Hamonia en
de 2de g<Miiaiui vnn Atlunuu, maakte door hri
ofiToeden ran den jengdig<en Dtottyma ffera ver-
ioomd op haar en haar gwnaal. Nng heriger deed
af de woede der godut onAraadbn, toen^if, em
haar eigen kinderen te boroordeeleiK haar stief-
kinderen PArtzu «« HetU wUde doen ombren-
gen, dSe CTTenwel, door hnn moedw S^AeU in
den droem g«waars(iia«d, kA door de vfochl
radden. Toen Alkotmu, door Bera raaend ge-
maakt, den OBibten zoon Tan bem en Imo, lèar-
DigilizedbyGoOglC
ehua genaamd, tfgen de ntaea veqi)ett«rd«, um
xg met baar jongsten zoon MileeerU» de wgien
stoitte ïiehinHwariaTaneen klip met hem in
Me. Bet Jqk Yéa iea aoon wtxd door een dolpbjjn
DMf dan OOKT gébratdit, watr kooiiiK Sitgphui
bet deed bemTen en te i^ner e«r de IttiMÖMdie
^en instekk^ nad»t cf) voorapruk T«n Aphro-
aite de »iii{Mpi>édige Ino, die er htet ood^ den
num ms £«wdU«ii gvbiidigd weid, en MeUeer-
U» onder de iMgoden ««Rit cogtatmai.
Inoslansanr, CuHuN^,, bmt -roor »
vlceaeliBU). is HDorf «n lort gvaMUe^jfc op m
wftt«r, niet in klotlMl m «etbsi. Bg TCrwumeo
wtudt het ooUeaiL De alkftUioaten iqn in w«ter
ii()lori>ut en innnm kristaUueeren.
Inoslat, beitoiyliexainetlijlean, CA(O0)«,
H ftigclerd nu bet beumettiyleen, C«Hu. Bot
wordt in ket «pieiDat «n Mdn« diei^ke iloei-
BtoHen gerooden, mi*r komt oth in phsten
TOOT, bö*. in ounpe tioonen en erwten. Het
*oratt monotliDe kriitallen, die wftterTrjj bf)
334* C. meiten. Ondei TeimindeTdeB druk kan bet
b^jiM MDdei oalledioK mdeatiHeent woideo. Het
joodweteretofinni geelt liet trjioodptienol «n ben-
id, met Mlpetenaur, tet tetieozTchisoin en het
(fioirdiehiooo. De dimetlijbetlier nn het ktosjet,
bet damboniet, komt ia ewaMwae nn Qabocn
Toor. Er beaiut een reefats- en esD linkvdruieBd
inoeiet en bet rauniKlH nengael (mengeel Tin
geS^ke boereetbeden lechlB- eo iMAs-diMiead),
wet iaertwTen becetirvnn is. Het r«<U«draueiMie
ken ait de pimet Terkreeen warden, dat in een
hemoort gcTooden woim, bet linke diaaieDde
nit qncÉn-ediiet. Beide TerttiwliDgen xnn de ne-
tbjteelfaer len het ÏDMÏel. Met jooowaterstof-
iDUT krqgt men de genoemde 'reibiMfineen.
XnOUTSi Kaoioe, een Jafiaiueh sieattman,
Troe^et ali laotiye Boeitda befceml. in 1885 te
Choriwe grfxireD, giitf iv 1661 met llo (zie al-
<kar) naai Bngriaod. Na bun teiwkeer braehtten
1$ TOOI SAnKMMWeiit ak bcmMdelMri op te tre-
den tTHsdien den Toret van CboAoe en de uit
FiaDM^e, Nederltodeehe, AmerikaaDaebe en Ed-
geledie aelMfKii beataaada vguiM^e «toot, dofli
aonder meoee. In 1806 Teralow bjj faet temo
Choïboe ffeioDden leget iwt den ajoffoen. Hq
werd in 1878 miniater nn (tooibare Weiken, in
1880 Tan BnitenlaiidMlM Zake», is 1886 graaf,
is 1888 ninietef Tan Lawlbonw, in 18SS ren
BinnenlaDdactw Zakien. In 1888 itichtte tq de
eerite eooetètaUooecle partjj, de J^ Vootüi in
finandeele aangelogeiÉtêden was tig een specia-
liteit, tftrem op hk iiMoi nn kiuaL Toen in
1894 de ooilog met China aitbiok, wend Iq tot
gesutt in Korea benoomid, en wae tot Angutui
1885 teitelqk beatnnnlei tu dat Imd Sedait
w^fdde faq liefa aan de botonterinc Tan den w-
eiMen Toonritgang van Japan. In de eerste helft
Tan 1898 wae bq vüinBler tsa Finanoien in het
ksbinet-Ifo. In 1908 hixttt bq jnet markke Mat-
toekala bet minieteiie Saionji ten Tal wiegene
dieiu finandtele politiek. Hg behoorde tot de
meest Tertronwde raadgorcii dea keiaers. Zijn
aangenomen tova Kattoennotoeke waa Tan 1898
tot 1907 Japanaeh geiant te Berlijn, fnoiiye oirer-
leed in Sefytendber 190B.
Inewradaw, atnA 1905 IMieDniba ge-
beefnn, een itad in de Proieisebe pi«Tinde Po-
INO— INQO^nE. 697
een, ligt aan de spoorlijnen Poeen— Tbom en lao-
wraiUw— Bromberg en t<dt (1910) 25 604 inwo-
nen. Ifen Tindt er TÏer kerköi, een gedeiAteekea
Tan den fi. Adalb^l, een eUndbeeld Tan WWtelm
I, een gwinaRam, «en boogere meiejeewlwol, een
kweekaénool toof ooderwÜMra, «en iteik jodiom-
en broomhoudend MDtbaa, gieigieiciqen, mattn-
ne-, «oda- en snik erf abrieken en atoommolena, In
1871 werd bq Inowraclaw op een dimte van 180
m. een leer ryke tontlaag ontdekt. De itaateea-
line leTeit jiarlöke 20 000 ton sont, de ateenaoat-
laag 60 000 ton kenkeuiout.
Zn partllnia Inf IdaUnm ot in de getetilem
der oH^elooMjiien (algikort i. p. i.], ie een titnla-
tutir Toor Ueedioppen in de B.-KaUK>Iieke Kerk,
die Ut 1882 in ^bniik waa. Zg ontTiogen de
biaeebofimivke whding, maat geen gebied> waar-
0T«r >g nan maiBl konAn artoefeneD. Ali eere-
titel werd htm dan een diocees toegewtaen, dat
rroeger bad beataan, maar Terloren was gevaan,
daar die geweeten >n banden der UUiomeoenen
waren genekt (vandaai de naam: ,^t oageloo-
Tigen"). Zolk een qnari-matthlogebïed weid toe-
geweaen higf. aan w^bieadioppe*. apoetoUacbe
Ticariaeen, nnotineaen ent. Ia 1882 neelt Leo
Xm dei^ titel TerTangen door «piteoftu ÜtM'
den« bet leVen Tan Kja vooinanger, lee^ bn^
biitflhofi met den tltd van oisMiop Tan Oaia
(in PileatiDa].
ZnatüsltlA (Latijn = Oodenoek), InqHitüio
haeretieae pravtiatt* (rechtbank *oor ketteie] of
het HeUig offieium noemt men in de Koomteb-
Katholieke Kerk de geioofereehtbank, belast met
bet opsporen «n atr^len Tan ketters. Haai ge-
sdiiedeius neont leede een aaiuaog onder de
keizers TAeoiioetiM de» Oroote en JuêUniaiuu.
Dese benoemden br opepoiing bepaaMe perao- '
oen. die den naam van wquieitores (ondenoêkeca)
droegen. De bisadiflffwn Btiaften de Mtdekle
kottere met den ban, en de wereldje macht
voegde er bnrgetljjke atratlen b^. Tan de Eerk-
vkdeis was Toonl Jn^wUms, met bet oog op
de DmiatieUn (aie aldaar), toot een geweMoadi^
(^treden tegen de ketters. Daar de hieaitHMten
. ,_ -•- -MTBnbet
(1184) naowkeni^r »-
atmetiee ontrent de teffen de ketten te nemen
maaüegideD, en toen onoeraebeiden eeeten, ioobIb
de Eatbateo. Wdtdemen en AUrigenoen, met
groote kracht optmtfcn, lond pena Innoeenttua III
de OiataroitaeeTa Rainer, Qutdo, Petnu van Cae-
tdMM en KoouJ ak legaten naar bet miden Tan
ElraiifaA, on, geateund dboe de weiddlnke
matbt, de bieac^Hniea in bet ofoporen ml etitften
Tan kettert beibnkpaaam te tam. De bediening
Ttn deie legaten weid tot een uör^nde g«maakt
op bet 'VierBe LateiaHoeoncilie (m5>, waai ook
bet ofxporen en beetrdfen Tan ketibén ak een
Toomame ftliofat der biaadti^i^n werdTastgeateld.
Zoo waa en bleet de Inqói^e nog altad em
MsaeAoppeJgke bevoegdheid, en het ooHilie Tan
Toulonee (1229) «tginiteerde deoe itKtdIiTig dooi
D,o,l,zedb,GoOgle
U b«f»ka, dit de biaadiafipei
te gemeentea «en piioBtei en 2 ol S «id^MJi
leeken xoaden unstellen, «m in hnn kang de
ketteM op te apoteD en ite beititffioK orer te
leTerau mb de werehUqke «reAenl. mgeu de
toegerenAeid, w^e de biasduppe» wdKebt
oelendea jegraa luuuw «Bdwbooti^ra, bciuNmd*
echter Or«jfortiM Jl puwe^ke ioquaitoTen, neeat
DominicHtBii, «ent in - DoitMUÜd, Anigon en
OoetcRTÖk (1232), feivolsent in Loml»Tdqe eo
het niden nn Fnoki^ (1238). Dtm Dcrainia-
nen m*»kXe hü «naSiuucelQk tu de bJMdioppen,
plutite dcM luUten mUb ondu bet geMg der
geloofcTeehÜMjik en *eraodepde akoo £ InquiH-
tre in «en fouil^k» iaateVin^ wier bettuar
boofdiikelqk in de handen der DoaaineuieD
Ueef, wdke ia landen, met ketterü beamet, oft
een ongcfcowde w^ hnii faUdei. De ToHtek-
en k<M«r FrKlerA U met graal Ragnmnd
TWoiwe tei hAndÉmring *aa de leditzionidieid
Tan hnn geloof de wetten Yut, TotgenB wefe de
wereMIqke Mditbanken de Tonnissen der Inqni-
■tie moeiten uitmereo. De gewone sUmtlen wa-
' s bednanrien; i-a awaie ge-
„ _. ; kettenA wimd geoordeeld,
dan. To]s<den «erloosTeiUaniw, Teiliea Tan atle
bui^erlqke en keikelökfl remten, Terbeuidrer-
kUnng Tan eoede^BI^ leTeneknge geTugeniain
<ftn kuker M op de galeien <en Ae dood, meeelAl
op den bnndetapel. De pcooednre «efd leei
wieed, toen klteringen weiden ingeroeid om
bdtenteniaaen al te peiaen, wat door ImommIhm
W in 1258 nitdiiUii^ berrardeid werd.
Cta die inpe iogencbt ea bekleed met tolk
een MToegdheid em te atrafteo, woedde de In-
qniaitie net eei«t in fVnnkrijk, toor^ in Z.
Fisnkijjk. Mau ree& in 1234 kwam bet Tott in
NariMnne en in 1242 dn ATdgnon er tegen in <ret-
set, en teedt is de ]4da eemr aan ig «ea «inde,
teiwql flienwe poginren, «m haar te befateM«n,
door MOi PfMiut tv <lfi67) «a de keniogen fnaw
I en atndrik II tot ondeidnAking dei Hngeita-
tca ungeweiid, aondei MTolg btareo. Wel weid
«ea bütaneetwone leebttniA {Ohambre ardenU)
dooi de koningen tot TeirolgiDg en bestralfij^
na betten ingesteld. froM IJ droeg die tuk in
15Sd aao hrt PUlMuent te PÜ^a 09, en in 1772
hield de inquisitie is Fraakiqk «oor goed «f» te
beahau. De> te Uui^ tÉM ta staad in Swnje
en Poitunl. waar iq db TMfoeiE|jhte iwraedfaedêa
bedreef. In Smade waien de iBaBlieten en Hoo-
ien Kdeit 1391 met gwM tot bet CBuiBtendom
bekeeird, docfa veden tmi ben Moren in bet ge-
bedn getrouw awi liet Toonraderl^ gdoM. öm
ben te dwJngen, bndit dweqnieke gelooleörer de
Inqoiutie ia ttwang. Dit geeefaiedde het eerat in
1477 dooi kaïddnasJ Pedro Öoiaalet dt Mendoia,
die vele bewonen Tan SeTtlin Tsa IsraSlietiecbe
afkomst, op bet Temoeden,dntsg nugaltjidTaat-
hieldeD «an de wet na JHoses, beinielqk en
adgk liet elMffen. Db«os legda hg aon c'
[•enag het ontMreqt tooi Tan een Wj/renc
„ _ _. . , ._ _ . _i Wj/rende
felootsreèhöiank en Tan een geestelgke politie.
Kt Tiel in den «maak na ferAmmd en IsobeUn,
sowUt het op den Rqkadag te Toledo In 1480,
in weerwil tsd bet venet nn tele leden, auge-
aoawn werd. De koning en de koninnn waren
te meer ii^eoomen mrt de iaTomag der loqni-
ritie, MOdat sg daarin een nitainnteDd middel
isgen om de mMbt T«n den kenadel en *an de
geesteljJkheid te fnatken en bet koninkljjk geiag
uit te cieidee, daar paoB Sühw ÏY «ergnnning
Terieend had aan bet kouiiUqk eebtpaai, om in-
qoUitoien aan te etdko en al te letlen en de
TesbeordrerUaarde goederen ten b^oere dei
Staslikst 'in bexit te nemen. Zoo wetd de ^P^a-
icbe litqtiitUU dut een koiiiaUijk« üraSettiiig.
ferdinand eD Itabdia benoemden in 1480 twee
iDqoisitoren, die echter in 14S3, in weerwil Tan
han btoedigen gTer, Temugen werden door den
iDqnieiteDT-generiol Tkomoi ife T^ttaumada,
mioi der DominieaiMn te SegoTÏa. BieFdoor
twam DMT eenheid en Tastheid in de ketterTer-
Tolging. Reeda het Tolgeode janr wn4 de Alge-
n>eene Inquisitie te SeriUn geopend, wAe kort
daarna hs«i eerste anlo-ds~fé («ie aldaar) bJeU,
waMhjj 7 peiaonen lenend Terbiawt werden.
Spanje weid van na al aan het Uutieke land der
aato-da-tta. Ben der gnerigste kettcfjsgers, Pe-
ler VOD Arbwa, weid in 1486 dooc het miinov-
de T(A Termooidh Fans Sitbu IV Tenette lidi
wel is waai aanTankeEjk tegen deM Spaanaebe
InqnÏMtie en onttmod TerqiUiaaia naw Rome,
'doeh g^ to^ OiMmkhi TorfnemiiilQ net eens
Tencheen, maar slechte een nnied<g«r aond.
Hji hcHsIsgde laatstsenoeflide ia ign aniit 1
oelaoiHechtei ovei UMtoUit en Leon, Teiieenoe
non de madit, <m de nog weikiame geloof»
rechters al te letten en aaai s^ geedMnken
door andere te Tiemngan en onderwieqi ook
Aiagon, Vflleneia en SkHiS aan wa^ getag. In
aSe hooti^lMtaen wenlea na (^elooMfecelbuken
gesticht, wdke aan den inaDiaiteai-generaal oD-
oenrerpen waren en een «enriktiewiad Toneaden,
dat elke Ti^e gedadita ia Keik en Staat Temie-
li^de. Zelle uniienl^ peiaonra warden Taüig-
hwdshalTe, onder den naam Tan fisniliarea, tot
bandisDgeEs dei inqaisitie benoemd. De geran-
naasten ontringan den naam tsu heiHge nniaen
(éoaos madoM), en in 1492 was de laqueitse ia
geheel Spanje ingwroerd.
VsA ^B^je ait werd de inateDing ook naar
de Amerikaaiwebe koloniln orergehfacht, en hoe-
wel in NedeiluMl de Sfoaiaekt inqnis^e niet
wenl ingoToerd, liritben ook bia tahqke men-
Bihen hnn lewco Twloren en waa de gëloofiTei-
Tolpisg mede éfe der oonaken van den lailatig-
jansen oorlog. Op bet Pjreneescbe schiereiland
eisotte de inquisitie ook in de 17de ea ISdlt
eevw nog offerB, doch toonde baar g«a« meer
door boekancensnni dan door bimndet^Kls. lio-
lenU 'heeft berekeniogen gemaakt oirer bet ee-
M der riaditoffers der ^laanadie inqaisitfie; njj
Sal o. a. man 30 dusent Teroorderiiogen tot
en brandatsfel Tan 1481 tot 1808. üit Uteie
ondenoekingea is gebUken, dat qn f^jien ge-
bed en al faotasUaai qjn^
De rechtspleging dei Spaanadie Inqniatiehad
-' ~~' — ''' yiüaofx een beadmldigde werd tol
gedaaod, bq niet^eiadiöiring ia
reroDioead en bq Terethgning in
„ Mnen. De garanecMienuBg kod
eehtN oiA londet dagraarang geecMedrav Des
DigilizedbyGoOglC
gevftngeiw went bet baar van bet boofd geadio-
ran en hn lelt in den keiker ginrfH^fiNt, terwyl
ineD iqn beiiltingen, imonlarttefd np papieren,
nauwkeurig oD^iioéfat en ikuiM TeitwBPd ver-
een tmntige wi&rëchafflriJM:, meestal nMt Terliee
Tan ^JD Termoffen, in Tiijneid geeitid, maar be-
kende hö, "^t "^ *'<^ "■!> ^ettleqj bad echuhU^
gemaakt, deie eveiwel lEiiiroer, Jan moeet by
een iMpuilliea t^d den eanto beml» drefpen, aa-
tatH^ een boeteiilead) londer mouwen, met een
Andrea^niiï geteekend. B^ eeu temgrallen in
iqa kcMerg ewter werd l^j tet dooi itiotn-
deeld. Wie t^ het eerste Teiiioor geen Mbold
wiMen bekennen, lodkt men daiKtoe te diwiogen.
De getuieen, die te^ ten ontraden, behoeföen
tinn TerkUrJagen met te bewjhen, en getaigen
__ _,_» bevoegd Mtniga MDge-
meiÉL WÜde de aangttlMgide ook na de aan-
t^ingen der getuigen ftieti bekennen, dan werd
lin op de pönbank gelegd, en wai ook dit vruch-
ttdooe, ihn wttA ^ «omtqde todi lerooideeM.
Bekende bjj, dan weid bq torn» opnienw gefü^
nigd, om bem tot bet aaMvvaen itaa mede^itn-
tigen te noodiaken. Zelle 40 jaren na den
dood kon ienMod m^ veiootdiMdii worden; dan
bieren ïqn Uoediverwanten wel is waar in het
brait «an bet g«6rUe goed, maar werden eer-
loos Teiklaard en waren niet beaM«mbaar tot een
^wnbaar ambt. Eet gebeente wn den o^eilede-
ne werd of) last der Iinqn)«tie omegraTCn en
net iqD beiEttenis jloor iW benl veivrand. Ëeref
in de 18de eeow verloor lü aHIengB haar graag,
en een aato-da-té werd gedoiig lekbamer. Ko-
ning Karel III verbood baar een vonnis te vei-
len noder xia mikf. De mnister gnaf Armda
beperkte haai in 1770 dennate, dat ig geen on-
derdaui dea Ikkuiws in bedhteine kon necoea,
voordat de besduiknging ten volle bewesen waa,
en in 1784 volgde de bep&ling, dat iq de aoten
van elk proeea tegen aanueinAe personea aan
dea koiriHg moest -v«oi4egaen. Ëecet dooi koi^og
Joteph Bonaparte weid, door een beelnit van i
DecemiMr 1808, de Inonieitie gdieel en al o^
gebeven. Ferdmand Vli hersteUe haar wd a
waar na zgn terogkeer, doch in de constitntie
der Coitei v&n IëSO nand nj weder afgeaehbH.
Na de reatanratie van 182o trad evenwel de
Junta der IiuDisi-Ue weder op, en in 1826 wenl
de alande recbtlMnk t» Valenóa herstdd. Niet-
tenia weid zij ia 1384 in geheel E^nje opgege-
ven CD werden faaie goedeiu, volgMis een Ko-
iHoklgk beshnt van. lS8fi, tot brialing der
etaatochuU beeteed.
' In FortDC^ weid de ImuiaHie eeivt ia 1557
iDgevoerd. De oppente geioobteditbank, waar-
MD aHe andere reeUbuiKen dea r^ onderwor-
pea wBiei^ bmood lich te Lieeabon. De gnoot-
inqi>nM«ar werd door den koning beooerail en
door den paos in t|)n wuiCiK^ekl beiveetigd,
Koning iohait IV, nit het Hois «on Bragaitvi, waa
wel ia waar na de afweroiog ku het Sfiuaisdie
juk (1^0) voorumena de likqniKiüe op te bel-
len, doch het gelakte hem eleêhts haar te belet-
ten, dat ig KdCL van de beoiUHigen dor veroor-
e
SmE. 699
doffden cueeatM: mukte. Na lija dood werd hq
deew^e in den ban gedaan. De Portiigeeien
biacbtéo de Inqmtitie naar IndJB, waar zy ba-
ten zetcfl had te Qoa. In de 13de «euw weid 'haar
macht door mknatei Pombal in »>»ver bepeiki,
dttt de aanklager den beednili^gde de ponten
der aanklacht en de namen dei getaigen voor^
modedeelde, dat de besdbatiSgde de bevoegdheid
bftd licb door een ledtlfiKeleeide te do«i bq-
ataao en met deaen te spiéteni^ en itet geen vni-
nk Kndei bekracbtigiDg van den Kaad van
State moeht mriitKikken .wwden. De Inouiutie
woid echter door koning Johan TI niet alleen hl
Torlogol, maar ook in BraiiCi en lodiB oipgefae-
In ItaliB bestond iq ook reeds vro<^, hoewel
jö hier, bg den meer ingenrikkalden staatknn-
idigen toeatui4 niet hm versdbrikkel^ werkte
ak in Spanje. Zij werd «r leod* ineealieJd door
'Oregoriiu IX in 1235, A>eh vooraf Paidut IV
gebmAte baar ab wapen tegen bet Ftoteatan-
tivne. Naaet deie ledioiailk iveifaiel lich de kort
He voien omder Pauitu lil ingeatdde ea door
Süliu V nitgebreWle Coogiegaue van het Hei-
Üg OtËeimn, betwelk ook na nog bestaat. Bet
ia saitwneeeield uit 12 k&idtnalen en i»nsaHato-
len (qQBlificatoien) en werd, na in 1808 dnoi
SaptièoH te zon opgeheven, in 1814 door Piut
Vil opiüeuw bckradbtjgd. In de ii«f)abliek Ve-
iKtiB waa de Inqnisitie meer dan «ideia ooaHnn-
keljjk van de hi&rarebiei iq stond er ondei bet
opacbt van 3en Staat De paoaelifte nnnCiua
waa ei wel is waar voorzitter, doeb 8 oiveifaeiids-
peroooen bdtooiden tot de leden van dat la-
ehaam. Te Napels kwam ig wegens de gedurige
voeeaigtiadeD tasMben den Staat en de pausen
met tot vaalheid. In SiciliB werd ig in 1782 op-
Seheven, en in Saidirai, waar Qn^oriui Xtv
aai in 1833 faentelde, vendwaen nj eerst in
1848. Des te fveriger weikte qj na de staat-
kondige leaetie van 1849 m Toakaae, waar bvv-
nog ia 1852 de ecbtgenooten Madim wegene
overgang tot het Fiotestantiamej tot gakistraf
verooideeld werden. Eerrt de inaivine van Toa-
kane in het koninkri^ Italië (1359) beeft daar-
aan een «inde g«naakt.
In Enselaiid kon lü niet ÏQgcnoerd worden,
en in Polen (1327) ban xg g;een langeo duur.
In Baitadiland werd ig ingoTOerd kort na
haar ontstaan in Frankr)^. Daar waren Komad
voH Marburg, in 1238 door het volk omgeibraebti,
en de Straatdiniger dominicata Konrad Dorto
de eerate inqiriutoren «i vofbracliteD hnn bei£s-
wetk met venegaande wreedheid, Eeiatgenoon-
de gebruikte het geoag der laqdiaTtie om een
kiuietocht tegen de Stedingera (in bet heden-
daagscbe OUénbung) te prediken, da<ii wAte te-
vens luk een envtsK verzet, dat de DuitacbeiB
geniimeD töd van de getoofsiedribanken ver-
BBfaDood bleven. Eeret in de 14de eeuw. ii^ het
optreden der Begbarden, wendai ig weder inge-
steld. In 1367 benoemde ürbanut V no^atOs S
dDuiJftieaDen tot inquiallorejt voor Duitacbland,
van wefte iioondeittoid WaUktr Karling he-
rwet werd Keiaer Karel 17 v«i4eende door 3
edicten aan de inquioitoren een kiacfatigen
Ltferotuur: Bem. Qutdonia, FiaoÜea inqrari-
D,o,l,zedb,GoOgle
ÏOO
INQUISITIE— INSECTEN.
tioDJ* bMi. pnT. (mtgegeTen dooi Domit, F»-
i^ 1885); Paramo, D« orif^ Loquintiont (Mx-
AM 1598); J. i4. Uortttte, Hiatoire critigiM de
rinanmtioD d'Ëqwgiie (Pari)» 1817—1818. '
dln.); durtegen lehteef Cnmieero, L» Inqn
eion jiMtMiKDte raUUedd* o' iii]f)iig>tiMUHi de
!■ obn de D. Jnaii Atrtoikio Uoiente^' (Madrid
J816}; Oami, Zaï Oeecfaicfato dei MiusAen
fitutainqauitioD (Bwenriuiff 1878); g. Sekata;
iBeKrlgc ini GnehMbte des ^uuMben Prole»-
tantiMaiQB nnd der InquisitVoa im Ifitan Jita-
hnitdert (3 dlo., 1902); Lm, A hiitor? of tbe
iBcmiiitioit dl the mrddle a^ (N«w-Yoit 1888,
5 d!D.); LangbA*, L'ii^aisHH» d'Hiite du tr»-
TAUi i4eeiit« (Paröa 1908). Voor NederUitd tie
P. fTtderieq, ,fio^MM docDtnentonim inquie^tio-
nis faMKtioe pnnt&lM Neerkodicu", uiteeM-
Ten doof rredêriM ('g^nTenh^ 1889—1908,
6 dln.) oi De Oeeebtedents der inqniritw in da
NederUndes fO«iit 1898—1896, 2 dlnO-
Xiuolil«tm doet aoowel infuiterie ifc u-
AVerie en beeft ten do«l dooi nütid tid pio*f-
«dnten gegvreu te venamefeD, die ooanrtbeer-
' Jqk ijin TOOI «at bdworiiike i«(^Uiik van het
Tnar. Die gegereni belieften den utixoA, At
^anpeerifl^ dü grinMrtkartetBai, de ^deline-
êA» riebtiDg ten ofiiichte Tin eenig (AMdeloB
aicbtbatr puo4 in het teirein en den teireudiDtï.
Al ia de atttand Ttttomeo bekend, dan knnDen
tempeiatnnr, dicbtbeid en l^rgroimpiwhe toe-
»tand T«n de loAt oonaaÉ ign, dat ilechta bq
aitBondering de op dien alitaöd gef)taftbrte doe-
len op de Tooideefigate wgu «et düelfde opost-
jioogte ODdec Tnui genomen iroiden. OedteeiMie
liet ioBobieten M^l inca dao ook den i^. aitU-
leiiitUcbcD afstand ol de gienaen, TraArtrimiNt
die gtlegea ta.
Steeds inukt tnen daaitg gdiinik tan pro-
jeetiden, iraarran de lifging dm toiingpoóUen
ten opzichte van het dMdTgMnaUelqk i« waar te
nemeo. Bjj de xwaardeie TestingkaooDoen Tan
granaten, bq het lichtere moderne Tel<&aDon
s granaattairtetBen in «chokRtelliBg of met la-
«pringpnnten. He' ' ^ .- , . n .
üntf^anaatkaiteta {.
het inscÉiifrten leei.
Bet ïDedtuetM by de infanterie gcwlaadt door
middeJ Tan aahoiTQDD, ,waailbn de oinetboogte
even ab hy de artiHerie, gaeoiat wondt.
lüMriptle. Zie OvKhrHt.
Iiu«oten (lie de pteten) Termen nut aSeen
de taliijkrte klaaae Tan de Qelede dieren fAr-
thropoda}, maar Tan het gebeete «tteieDi^. Zjj
■ooderaehetden zich tbd de SdiaaMiereiv Dni-
aendf)ooten en Spinnen, dje ook tot de Oetede
dieren Ixtwoien, ikordat bna Kcliaam dnidelgk
Keatheiden ia in drie aFdeelinf^n, name^k k^,
boirtsttdc ea a<Mei]ijt Tooiti dooi bat beéit T»a
S paoT gelede pooten, aan de )>aikiü''e **<> ^ ^
boietirngen Tsetgctiediit^ dod een aoiteiljjf aon-
dei gdede aanbaagM^ en door een met twee
spnieleB gewapenden koy, wete daidirfflk ge-
wheiden k Tan hei boTstattft. De meeste nebben
Toorts een of twee paar Tlengcls, aan de ing-
eijde der beide aebteiate boretriogen ing«plaivt.
Öe leede Termelde apiieteo büc gelede aanliaoff-
sela Tan leei Terechil lenden vorm; ly sqn de
'werictnigen van' bet geroet en Tan dea reïA en
mindhien ook tu het grfwoi. Oewooi^ staal
ig op het TooiiiDoid, aaoK^jda ud de ^jde tu
'dea kcp tMc cs bvren de oogen. Hier Tindt ueD
ook de onbeweogiöke Mmamt^de ooga,
'nelke bq eeni^ in bet dnistet meiKk floortut
on1É»f Aen ea uit een groot «antal leifaoekigie ay-
Tamiden (enkelrowlige ooseit) beatuu). Beiulfv
deoe beeft men nog dftw^ op het rooibootd
eiAelTondige, bcdrormige w^n of pontoagen
(tlemmata). De Tlengela ign seer Tendiillead
TM «MBi en alleen Tvoitaóden Iq bet rohra»-
ma inieet. Sommige Kwiten hciiben riaiUa éM
paw, iodev twoe paan, Tao welke dan loma hM
atbtepete tot rliegen, bétiHMNte tot beMèemiing
Tan de aehterTlemla eaTaabetMlkterigfdient;
B^ Bommiee gedaebten brfiwn alleen de manoe-
tjea TleogeM, 4ih andere iqn beide gedaekten er
-THk Teratoken. De aden der Tleogeb, TeitKkte
'g«deelten Tan het Tkng^fliea, aljn Tan belang
TOOT de bq»iing lao famJlÜn en eoortan.
iDe kanwweiktnigen ol mofuUetlen beataMt ait
een ^Tenlip (labrióit), een paaikraehtige, èaak-
TormiK«, liA Tan liuu oaw fedite b«««gM>d»
bOTennkeo ^mandUndaef, een paar andeie van
taatera Tooniese «ndeikakeit (mmiUat), die aieh
op deieWe wöie als de borenkaken wiriigea OB
een onderlip {lamkan), met kwee taatera gnrs-
Send. De meeit Doi«{nonkeiyie monddeeten tj}B
e botende, met goed onbwAkeHe boTenkaken;
dooi TeiToniung kannen ie editei uigend of
etekend wDideo. Hen lie iuetiTooi de TereehiUen-
de oiden.
Zeei «eiMhiSend is ook de gedaante der poo-
ten; ig tgn nmengeateH ait geledingen die met
den naam Tan henp, henpring, dg, «ebeen w
Toet beetempeld wwden. Zfj ign TeraddtleDd
Tan vorm naar g^tag tg beeteaid ign oin te
gnnen, te loopei^ te Klimmen, te soiingen, te
■wemmen of te grepen. Het «piereteieel, vooral
dat Tan de pooten, TJengele en kaowwerktaigen,
it leet eameogesteld en teTene leei eteit ont-
wikkrid.
Bet lenuweteleet der insecten bestaat aH^d
mt een leeka of keten nm lettawknoopen, £e
een aaorang neemt met een ui den kop. boren
den akbdaim g<tegcn bcimiiKTHi*kno(^, die
met twee Tertündingedurden den slokdarm om-
Tat tia I. g. «Mdannienuwring en daaiaa aan
de bnikijjoe benedcc alle andere oiganea sidi
achterwaarts «tr^t ale bnikienawetieng. Dik-
wgls Tereenigen (idi de afioiiderlqke knoopra.
Sonnnge insecten knnaeB oqgeldwgfdd leeigoed
hooien, daai k bqiaaHe gehiden Toorthrenges.
Hnn ep«Teiteiingtkans«r heelt de gedaante
Tan een nnis, doch i« dooignans la Terediilien-
de atdeekngen gespfitst, imdut men een elok-
dann, krop, maag, midden- en einddnim
ondeiseheiden kan. Bg het leer oiteenloopen-
de Toedeel, dat de Jneecten nuttigen, kan mik
een Teiechil Tan msakeel niemand berreetn-
deo. Ëigenaari£g is bg hen de SAOwexig-
beid van bniaTonoige oiganen (Malpighi'Êdu
Vaten), die op de grena tm nkkden- en eind-
darm in het dsimkanaal uitmonden en dienot
doen ab lüteeheidingwugaiien. Speeksel- en
«oaalUieien komen dibwQiB tooi.
De UaedKmloa^ bjj de inseeten wordt gere-
geld door «en baHToanHg hart in faet midden
D,o,l,zedb,GoOgle
INSECTEN I
(Ken ilcrcle vergroot).
Van SumalilaDd en Aden (Een weinig veikleicd;. Van Ceylon (Een wtinig verklciml).
(Een ,Ur<ie v^r^..,»!).
DigilizedbyGoOglC
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
IN SEC
(NBDERI^NM
^,1^^ 3
I. Vierslippelige libel {Libtünla quadrimaatlala L.). 1. GrosDC sa bel sprinkhaan (Ltatilit virii/issima
hvis F.). 6. Kokerjuffer {Phryganta grandii L,). 7. Doodgraver {Ntcrapliorm vtipillB I„). 8. Fro
cintTta L.}. II. Kleine paailemoeirlinder (^rj^wwj- lathonia L}. 11. Aardhommel (^Bembut Itrrtttr
watertor [HydrafMht fiteut L.). 16. Poppenrooiei {CaUioma sytapkamta L.^
D,o,l,zedb,GoOgle
TEN II
HE INSKCTEN)
). 3- Bladluia {Aphii viiurni). 4. Veeomol {Gryllolalpa vulgaris Lalr.). 5. Rundcihoriel {^Hypoderma
■slaan {Lefiimn satikarina L.). 9, Piardehnrzct {Caitrofhilus eaui F,). 10. WatersrliorpiocD {_A't/>a
L. 9). 13. Druiikevettje (Cyriimt nalater L ). 14. Kleine vos (Fantiia urtieai L.). 15. Pjktwtrle
17. Veldkrekel [firylhu camftstrii L.). 18. ReeirupaTlinder {Arctia caja L.).
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
INSECTEN— INSSOTENBLOlBIBBS.
der roezöde, (nxoiitdeU^ omtei ie hud «i
hann all« andere oneBrnwi zeLeg«ii. Uen kan het
door de hnid heea dniddjjk waarntOMa bg ük-
aecten, die een ckooisebqDende botd heUwn^ loo-
•Is qidenqHBD. Id den ^i«and van het hort qn
a^illetó), sewoonlök B o1 9 psv, wiAsdoot het
dikit^ uenrlooie bloSd binneodiiiigt; twi bet
hart gaat naar v«T«neenlA9£ereofkorteie t>ni8,
de Etorla, die het bloed in de ho4ten tuB-
Bchen de TenciHlleode organon nitstoit. Het
bloed is overal in die twlten «anweiig en woidt
doot bet hai<t in onoloc^ gébradtt. Tenrtjl <hi«
de seweiTelde dteren een pdoten bkwdnaiBtel-
Bel bdibeii d. «. i. een, wanfc^ liet bloed tltqd
beakben ie in taten met een eigen wand (aden
riaffadere, ieapillaiie»X met asidere «ooTdeit: ler-
wgl bg dóe doe e«n vaseulotr bloedraaMiekel
wotót aangetroffen, ie dat der gelede dieren en
■doe ook dat der inBeetcm Umtiunr, dat wit leg-
gen, dait bet bloed giedeeLtdqk rrq in de &•
ebauubone stroeiDt.
' De 'Bdcmhalüig geadiiedt door laAUbaioen
(ttadieeCn). weike yxk baitengewoon sterk i«t-
takt ign. Deae IwMbuuii woiden opa«eboa-
den door j^iraalTormig loopende ehitinogsten.
Aan de igden id oaSer liet Ii(iiaam ontwaart
men meeatal ipleetTonnKe openingen, die dik-
wgli door leefTonuige kleppen d platen geslo-
ten ign, terwgl men se li^ kale rupsen herken-
nentan doordegdlenide ringen, waüdoor zeom-
STen lÜD. De» tndttopeningen (tfiffmata) In-
D naar de Inahttmioen, die door bet nvtoetten
en inkiimpeD tm de boret en het achteilgf ge-
▼aM en geledigd w(»den. De bewegingen, weae
Y>^r. de meiketerg maken vooidbl iq TMegen,
lijn ademhalingBbewegingen, dur ijj het bnia-
■telael vn^mfien met faxht.
Bn de mieeten xgn de gedaditen geeoheiden
en de manoetjee verediiHen doorgaai» van de
wgfJBB üt gedaante, grvotte en klenr. De meeste
insecten oatwikkeleiv xi<ii nit bevrndite eie'ren;
j» ie beiroditin^ BteireD gvwoonigk de manne-
tjea, terwnl de wqfjes xoolMg blqven lorco, tot
xg voor net behoud van hnn kroost geiorgd
hebben. Intnsseben ign ei oofc insecten, die lich
oit oObeTTuebte «eren entwftkelan (Parthe-
nogmetU of maagdel^ke voortpltmimg). Boven-
lUen kent men ook een gwal iran paedostnetit
of larve-vooTljilimHng n.L hij edcele gafaiirg^n
▼an het geslüdtt Miiulor. Hi«c ontwittelen wit
de eieren cemk bg de laoTcs lelt en keoien Trij
doordat de hnid Tin de moederlorre openlwret. Na-
dat nn eenige generaties lieh aldoe ^etroimd
hebben, gaan de la&tete larren nA Terpcppen
en leTereo dan nMonelnke en noowelgke dieren.
Bg sleditB weiuge insecten Tertoont het pas
Hit hei ei gekomen dier reedt de gedaante, die
het Joifmmn dier bezit, J)ie weinige sijn niet
jn het beiit tsd een geduuit«iiisse£iig (Amela-
boia). Bg ean andere groep Teisrfiilt bet pas uit
bet ei gnomen diar in gedaaobe, in kieur, door
Sentit Tan gietkébtBweiktnigen en tu fleogels
aamierkeli^ van het T<Aani0n ineect. Bg her-
haalde venraHingen ontwikkelen lidi langzamer-
hand de ontbrekende oignnea. Zulke ineacten
hebben een tra^igewUxe gedaatitemsêeUng
(PmiTomeiabola). Bn an&re Uirtt de laire in
hoofdxaat gedurende bet lanr^areD ign Totm
behouden en heelt er een /rrg ploteeliji^ ener-
'gang plaaU buschen Lacve en inngo {^omuaan
iuBect) (Hemimelabola). De meeete insecten on-
detMheiden zich door een volkomen gedaante-
veneitteling IHolantetabala). üit het ei kruipt
beu meeetE^ wonmoioNg« larve met ol looder
'poëten, zonder eeaig tpooi van vlengele, die
eeni|^ keeren .reptek, T«él loecbel tot ziëh neoDt
en hierdoor i<n Btaat i» een betiekkelgk gioote
hoeveelheid vet in het lidiaam te veTzamelen.
Ten «lotte kotut de ianre in een soort niettoe-
Btaad^ de pop, sebnïl dan geea voeded en is
Tiq oiAwnraegltfc. Gedurende den poptcettand
isikwikl«len lidi de TewAiülenide organen van
het f{^iMen insect. Eiodelgk barst de pophuid
ofwn en bet Tolcomen in«eot ot imago komt te
TooredHJn. Het groeit nn luet meer en leeft ge-
woonlgk korten t^d.
Men TcrdeeH de insecten in 19 orden en wel:
i". de orde der fnmjeëtaarlen (Tkytamitreit},
welke geen Tlengels beiitten en waamftiünli^
ook niet TWt gevleDgclde ioeeeten ahtammen.
Hiertoe behoort de bekende Sutkergagt (Lemt-
ma laeekariita) üWerwit van kleor en op donke-
re plaatsen Inend;
2*. de orde der Springtlaarlen (Colien^oU»},
oolc zonder gedtffiDteverwiaaoliog; een Mgenaar-
dig orgaan ia de ^iringroik, waarmee ie betrek-
kd^ Ter kunnen springen;
3». de orde det OoriMniiw» (Dtrmafteren);
4'. de orde der Batlett of Seitdagivlieg*» (Ag-
nathen);
5". de oide der Obaenmakerê (Odonaten);
6». de orde der Perlanen (Pleeopteretii; ■
7*. de orde der Reekivleugelige* (Ortlu>pte-
ren) waartoe Eakkeclakkeo, SpiiokfaaHn en
Krekels behooren;
S». de orde der Houiluixut (CorrodetitienJi
90. de orde der Blaaepooten (Thfeonopteren),
waartoe de sehadelgke rkri^soorlen behooren;
10°. de orde der Stiavetinieeten (Rhmelioten},
waartoe Bladkiizen, Lnizen, Wantsen behooren;
11°. de orde der Bgenluüen fSlreotipUren) die
ala parasieten lewn hg vUeevkugeUge Ifueeten;
'12*. de orde der Nelvhugeligen fSeuropUren)
waartoe de Hierenleeuw CD de Qaatnlieéen ge-
rekend moeten worden;
13*. de orde der Sehorpioenvliegen (Panotpa-
lett) een vrg Ueine groep met fi^pea«fat^ lar-
14'. de orde der SekietmoUe» (Triekoptefett)
woanan de laineD ah EokerjuHers in het water
15°. de oide der Viinderi (Lepidopleren);
16*. de orde der Tveevleugeligen (Diptere»i
waartoe muggen en vKegen bëbooTen;
17°. de orde der FJoown (SipKonopleren);
■18°. de orde der Kever* (Coleopteren);
19*. de orde der VlietvleugeHgtHfHjfmenop-
Uren), waartoe Böeu^ Hiwen en Wespen ge-
brattit worden.
Uferoiuur; /. TH. Oudeauau, De NederUnd-
eijie Insecten ('s-OraTenhage 1900); L. T. Hetme-
gug, Les 'Insectes (Parijs 1S04); Ckr. SeArAfer,
HuxIbDcb der Entomologie (J«na 1912); D. ter
Haar, Onze VUnders {Zntfen 1904).
Znaeetaiibloalcn noemt men dSe planten,
die door rnaecten beatoren worden. Ze vertoonen
D,o,l,zedb,GoOgle
„ - DM m
of kl«iiT, wwrdoai M de inMCteo weten te i(
k«n; rn buugklicrtn van kUeilu Tonn berriden
K honig dI nectar, die door de bfoctoM g«Boeht
war*.
IttMet«i«t«nde pUat«n (lie de plMt).
Beeda Iuk wu ofigffnerkt, dat kUne inieeten
Of) de bUwMn vmn Mmmigé pUiUen bieren kle-
ven «n langmneriiMidi ferdlweiHn^ doch eerat
Danrim en Cohti hAben die Tencliqnfleka <q)
««D wetoMduppdjjke frjjae «ndenoobt. Het
TleeBcheten der pknten üichiedt bij de ler-
(AilleBAe pltoten g«enaiD> op dewlMe wijae.
De meeat bêkeDde iueeteneteude pknt is de ton-
ntdauw (Drotera ntuwtitolia^ die Toonl in
Teenatrtkao genenden «onlt. D« knggeeteeHe,
dcNUgauH roode en tot een roaet Tefcenigde blft-
deren ign met eigenaudtge klieiliafen baet,
wier leitfte Tan den raird naai het midden Tan
het J)laa allengi afneemt. Aan den knop enai
wordt een dooraiditig, Uorerig Tociit klgeecfaei
den, dat er in den vonn van een dMMtdropfMi
tan bl^lt hugen. Wanneet du een inteet met
de UierhaMn in aanraking komt, wordt het
door bet kleTerig weht Taitgebooden, dat lidB
na in oog grootere hoeraelIndeD alidbeidt, tot-
&t het insect er «beel en «d ootder bedoWen ia.
TcTODt TOroonaait bet inieet door ijjn bewe-
gingan prikfceb, waardoor de overige haren lich
Baar het iiueet «recbaigeo. Het Tocbt mgeerl
nn niet laagei nentiaal, maar hut en bairat «en
eiwit afbrekend «nzjm, waardoor de beslanddee-
len Tan het ineeeteoliebaam, met nitaooderiD^
TBD de harde bnid, <^)gelast, dooi de kKerharen
op^eMgen en verteerd worden. Op deaelUe
wgae woirden ook eiwit en «tukjee Tleemh ooge-
nomen. Is die Tertering Tolbrüht, dan ricDten
de küerharen ii«b weder op; te wonken droog,
wetpea de OTei^lemn hoid U en beginnen
weer opnienw een klereiig Todht al te lAeiden,
Bj} DümoM mtueifitla beataat het blad «t een
breed gicTLengtNeD ateel en bwee hilfeiikelvor-
mige, aao den rand itekdig getande lobben, die
met tele kleine kli«r«n en dne lange baren tgn
beiet. Worctni deie dbor ^le aaarafiis Tan een
inaeet geprikkeld, dan TDowen de beide kbben
zich aamen de tanden van den rand grepen u
ekaat eo het diortje ia geTai^^en. Daarna be-
Kinoeo de klieren eiea«lqmerig Tocht at te seliei-
'den en de Teitering c«Mbi«ih op dergel^e wg-
«e ala bn Dioeera. Zie ook «rtikel Dtonaea. Bij
Pinguicttla vulmrii, een kleine plant der
—onden, ign de tot een roet Teroenigde
B aan de bonoiqde met gioote en rteii
;de blade-
klie-
nen bedAt, die een nentraïe lèatitM
den, welke iQnr wordt, aoodi* een Jnaeel liiA op
het blad plaatat. Tengem)^ Tan den dhardoor
ontstaoen prikkel rollen de rankn Tan het
blad zi<di c^, wurdooi kieine Toonrerpen rnge-
eloten en grootere naar het midd«n gewdawen
worden, hetgeen w met een gnmt aantal kKe-
ren in aanraking brengt. Bij de worten van
bet gesladit Ulncularia beTiriden lioh aan de
hertiaaJdeJijk gatt«lvoinig nerdeelde, ojiderve-
kfctnpeMte bladeren eigenaanïgiB, hlaavroimiee
Tangotganen, die nnn te voren voor swaiidilB-
Mn hield. Deoe ign nameli^ aan de inganga-
opening, eranate acmmige wBaeanliiia, van een
V^ TooTHMi^ welke naar biDneo opengaat, ion-
'dat het diertje, dat na«r (binnen alnipt, iqn ker-
Ver niet wedei verlaten k•I^ maar er Tan hon-
ger itenren mod. De uchte doelen vui m^ h-
chaam loeeen dan op in water, nadat ae ontked
^n en worden door ncrtakkïg* haren, «aame-
'de de biitnensöde dn bbaa boet ia, oftgcalorpt.
"Bq bet tTMitcbe gedacht ffepmUai Ia era deel
Tan bot blad Ofi eigeimanfigB wgae ia «en kmik-
Tonnig ongaan veraoderdv mh wdka benenrand
een loort Tan deksel in Taatgebedrt. Aan dn
toom der knik «wdt een M«t sap afgeackidu,
'waarofi de inaeeten aaan, soodat oeae dan in da
bnik TaHen. De Uierharen oft den bodem der
knük tdmden daama een Mptonmp af, bel-
wek de Tertering bmordert. Op deigelgke wijte
all Nepheates graast lieh ook bet tropiai^
gealaett SaraeeitM. Door pnooren ia aao^
toond dat deie {danten deehta tUnke, knehbgB
uden voortbren^n, indien tg vleMchToedad
hebben ^ebad, Zie Toorts bggannde plaat en de
altandenpke geslachten.
laaMttonstara f/na«eMMr«M, stede plaat)
i^n Udne raoUieien, maestal plomp gebonwd,
met een hogwt, ipitaen kof), kkine, maar Bcbe^
pe hotktajkdea en vete kieien, <Ue met k^cKw-
niinc, ipilae pnnteDJn eftander grgpen. £t ijjt
WMjgH^eB met vgt teenea van klauwen vmr-
lian. Zg onderacheidm ainn van de eigvidfke
roofdieren door het beait van een sleolelbeeo, ck
voimtDg der heraenen, der gealaditsdeelen ca
nog andere bgsondeilMden, irefee hen als de
venttooide ovü^lijfselen van een seer ond tjpe
van soogdieien keocoerkén, ifie lieb door san-
passing aan bqHHulere be«taan«*aor waarden
Btaande geiwoden hebben De ^roep is in Boropa
TertegenMoondigd door de ^iitHnniiea (sie f^.
1 en 6), den «pi (lie fig. 1) en den mol (iie
fig. 8), in AfryÉa door de ^ringspitamnii (na
fig. 4), den ottetegel, den tanrak (ile lis. 2) ea
den goaiknol, in Asii door de spitshorentjea 9>Üi*
de tana, lie fig. 6). Alle iiiieetenetara levai
faoofdaakelök Tan inaectea, hoewel sommige oök
ander dierlqk, en smna ook plantaardig voedsel
niet versmadni. Eossiek voisnen vindt mm o. s.
in het mioeeen van Znid^aDkTgfc. Het meeat
met ds inaecteneterv kranen de pdsvleageKgen
^gv. de vUegende maki, lie lig. 5) onereen.
InMotenpoed«r, sedert jaren eeedi gt-
brnlt als een miüdel tot het verdrgven en doe-
den van vlooien en dergelijk ongMierte, ia af-
komstig van de edtjffbloemen van een tot de fa-
milie der SamenguteUbloemigen fContpoiiUn}
beiioorend plantengesladit, dat den naaoi draagt
Tan PwreUrUM en in Snnkasil tWs behoort,
bepaaldelA ivan de eoorlMi P. eanteuM, P. ra-
seaai en P. einefortasfoliitm. Bet sqb oreittlifven-
de kmiden met gevinde hlndwen en eindstandtge
bloembooldiea. De stranfeloemeii i^ HchtioM
of Toierood, de kleine sohüAdoHHen geel. Het
hierTsn veikregen 'pooder kotnt seMen in solve-
ren stut tot ons; men vervakdit bet nameigk
met de sct^jibloanen van ' samengeetekMocmi-
gen, roet bittertioat, sennebladeren ras- Hoewel
deoe planten ook of onae breedte wel in de open
tocbt willen croeien, h om klómiat wet cvnstig
voor de ontwikkeKng Tan <le inseeteweMr^vm-
DigilizedbyGoOglC
INSECTENETENDE PLANTEN
I. DioDH* muaclpulB L. i. DroHn rDluadiroUa L. (Rondblwlerlg VLIsgaovuigertje of KouiiedBuw). 3. Napenl
Mutaniuia Hort. 4. Plngulculk lulgul* L. (VMblad). b. Draaopfayllum Iiultanlcum Linh. (Portugeewbe vüsk
vanger). 8. DarllogtonlB calirarnlca t>C. 7, Suncsala purpum L. 8. Utrlcularia minor I.. (Klein BtioaleBkru
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
INSECTENETERS
1. Egal <EiiiuuMai curopuo*).
S. Vllageade mikl (GalMpltbecn* toIuw].
^. DweTgiplUmaii (Sorai pjgiBMn*),
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
de stof, waaiaelqnlqk beateuide uit den iiAond
Tan de aan de rÜMbtkirappeit der pkmten litUn'
d« liarAlieiai.
Xnsetoberv JBcentMTgtc^üihet noi»d-w«B-
tel«k «deelte van bat lliQTingei Wootk 919 m.
h(K^, die vegeiM ijjn beedgï utuoitt Teel dooi
toeruteit besooht woidt. Op iöd toip vindt men
«en eroot hotel. Hg Teibat ii<Éi op de Krenoen.
Tan bet Froisiach anowttsBemoit anhmAahten
ea Tan bet herto^om Ootha.
Xnatparablw of owJioheidalfkm ixwnt
men ecDif^ kleine (M|>emieD, ireb tot de groep
" sergpaptgaoun (Agoporui*) met gorederde
wangen offlooren «n lida tooteer oodendmden
der Dteergf
door bun «nJdit tot geeEeUi^ad^ At qj, bg pa-
ren in lni<ri«D jgcphatal, elkaoder niet «Dg' OT«r-
leran, In BraeiM bljjvNi ijj i» ilnehtcoi Taa dnl-
wnden lüjeen «n bmngen «i imik nmte erfiaife
toe aan de malerelden. Zie terdet Papegaaien.
Inslnift of waardigkeidtUetene» noemt
men alle uitwendig &«imie[4un Tan madit en
waardigheid, Tan «tand en befieniog. De jneig-
HM der koningen bg de BomeiMn warei) een
«ouden kroon, een ifforen itid eo een 12-ta1 pijl-
Snndeldragen llietores), die ook in de d^en oef
R^iiiUdi de aooge overheidnieteMien vergeiet-
den. De insigiiia dei BootnB(ai-d>ait8d)e keizeri
waren de t^kikloinoodiin n.1. een Tolledie ornaat
van boten- en onderkleederen, een breecte stola,
«en gordef, kousen, eandalen, hands<AaeaeD^
kroon, oehepter, en rgkaaroel. Ook diie nmanien,
een reliqaiMastje en e«n Bijbel bebooien eitoe.
Tegenwoordig Tonnen aebepter en kroon, eom-
^ios ook r^iappel en vwaand, de ineigraa der
Eartf eeeehe tnoiufoben. Tot <(Ite dei riJderB be-
booien tielm en aebiU en Toorat gooden aporei^
tot die der legen Taaadele en
standaarden. Ode de maaraehalk-
Btaf, de stat lan den loid-oajor
Tan Londen en de paaidestaait
Tan den Turkadien pa^s iqn
inaignia. Die d«i hoogere R.-£a-
tbolMke geeatelgkbeta ign pal-
lium, intola, rtat en img, Toor
den paus boTendien de tiara, de
driedobbele krooo.
Inslnnatte i^ een tekennengering bg denr-
wurdere-eiploit, ooi wel een beteekening (oie
aldaai) lan proeeeatokken. Ook Teretaat men ei
wel onder een telaitel^ging aan iemand Tan een
ongDMtige eigensdiap of bet toedichten Tan on-
edele bedoelingen &t laaktwre handelingen.
Iiulas. Zie Weven.
Xaslnltinv noemt men in de krggdiDnde
een «kere aamBÏBwöie, ten doel hebbend kiing-
veetincien ot iperloiten geheel Tan de bnitenwe-
leld a? te Kaderen, betin om de bezetting of een
tioepenniadit, wefre ilm daarJn heeft terugge-
treden, te 'beletten eicena tundetewï op Ie tre-
den, hetig Mn haar door uithongering tot de
oneigave te dwingen. Om de inehiiting zoo zek«r
mogelijk te doen zijn en met een gering aantal
troeven te knnnen TOletaan, ia het steeds laak
de iDsluitingGlInie zoo éiibt mcg«d^ bg de vee-
ting te brengen. 'De boobfanedit van bet inelni-
tingakorps wordt loorer wn de Test ing werken
opgeeteld, dat zg bniten het weikiame Tuurbe-
retk hieiwan blqft en t^ran^ zoo didit bg, dat zq
bg eTentoeele nüiT^len tijdic genoeg te hulp
kan komw. Het apreekt Tnnsdf, dat de geateld-
fieid Tan het terrein en de mnmit werking van
den Tgand hi^'Ofi ma ^ooten inTloed znllen ign.
De aanrraller bezet; ncht ia en verdadigt een
aterke inslnitingBUiüe, hg irersteifct alïe pnuten
die bem bg het alalouir Tan wtrallea van dienst
kunnen xgn. Verder wtirden de telegraailgnen
Tan den TenMiger Temield en ganeextschapawe-
gen aangelegd. In bet algesHcm wxirdt deoe bao-
TaJowgoe toeeepasta, waoneei bet doel niet loo-
Mer ia bet b^t der et&ikit^ dtin 'wel het on-
adiadelnk makeo van de besetting ot wanneer
een andeie aaDvakirgie wegene tqdeljjk gebrek
aan geadint — dntlen c^oedigate dient te wor-
den aang«)Toerd, wit de ii»Initinff riagen ~ ot
dooi andere oinataiidigltede& niet kan plaata
hebben. Verder wanneer het bekend ia, dat de
lenteTÜng niet Tan bet noodige proTiaod tooi-
zien ie Toor bezetting, berolknig en troepen-
machtei^ die in de Testine zqn ten^gewoipen
(blokkade), alnaede indieit dne aavraïw^ met
gering hiüpmÜielen kan phnte hebben (siék-
ten, in inandatiia en bergpaeeen) en men niet
Toor pogingen tot ontiet beducht behoeft te we-
ien en eindelgk t^na eitgd als inleiifiag tot een
der andere aanralswören {het Troegere beie»-
ningakoipa).
Xnaolatis noemt men de recbtafieeksohe be-
straling Tan een licbaam door de ion. 'De iQ»i^-
tie dei aarde door de zott en de daartegenoTei-
ataande warm teoitetral ing der aarde ign de lae-'
toren, waaiTan de temperatunr aan de oppei-
vlakte der aarde en indireet ook in de locnt in
de eerste TOOiOMnute phwts afhangen. De ken-
nis der insohtle Tan een bqiaakle etieek ia dan
■O^ï — ma
Inaolatie.
ook Tan groot belang bg de etndk van haai kli-
maat. Het meten geachdedt met een actinograaf
(aie aldaai) ol met een mazimumlbeMnometei
met een zwarten hd, waarvan men de aanwjj-
ling Teimindeit met die van een gewonen mazi-
mumthennometei, doa met blanken bol, die on-
der tneiigens dezelfde ooKtaadigheden in de
schaduw ia geptaatst. In den laatsten tgd ge-
biuikt men zonnesehgnautogmten (zie akuMi).
Inaolatie (in de geneesknnde). Zie Zonne-
InaoWentle (S de toestand, waarin bg ver-
keert, die zgn scholden niet betalen kan. Znfc
een persoon ie intolvent. Die toeatand kan ea
zal hiAt leiden tot dien van taiUiBseanent. Saam
geiiakt het den sebaldenaai het laillieeement te
Toorkonten door met ^n adinldeiBeheri een buj-
tenRereohtelijk aeeooid te rinitei^ waarbg hier te
lande erenwel niet, zooals bg het gere<btelgk ac-
eoord (hetiweK aJken bg faiüieeement moge!;^
ia), de meerderheid dei adialdetacberB de minder.
heid bindt. In bet tailliaeement ie de staat van
DigilizedbyGoOglC
INSQLVENim— IN8Ti21TIE.
tüSi ZDQ opedbanineQ in cto fieilin SohiifteB
'edeeMen, voor idLe dmUw h«eft behoed.
ÏMohantie het begin Tan een nienwe periode in
de faebaodeliDg nn ukea (zt« FaUüuemeid).
Insplratto (L»tQn == uwaring, idiiesinc)
beteekent op eo^eleenl g<d)i(ri in vetadulkoae
2odMien«fen <k tmn de «odbeMi nitgegKoe wer-
king, wuidoor hg hen, 4ie soondeKug of Mhril-
cto Hei- " ■ -
, .__ .___ _ tlinc ht._.
Zoo boet de Heiüse Sdiiiit vem faet Oode
TMtunent in 2 TimoUwoe 8 : 16 dooi Qod inf[e-
enten ol logidblMen. Nwbt d« Joden Ima faeilig«
boAen TenMDeU hulden en bet aia een veik
ie«t gebraicetöbe ht^if der incptraUe toe te
pMsen, ja idfs de AMxandiynteh-flTiAnhe Ter-
iëüne &efhiaginta) ia betaeUde licfat to plut-
aen. Juist tte AleuDcbgnaeiie Joden taebben het
begri|i dei iugaring bet etieneFti uitgeweikt, en
]>jj bes ideten ndi de Nienw-Teetunentieebe en
eonte kiitcU|ke tétrjfttn nai^ <He de sdirj/Ten
dei BjjbelMuen SMt een maiiekinelruinent vei-
geleken, dnt de door den eweal^un Ininatcnur,
o«B Heiligea Qeeet, «eitrirde lonen vooTtbiadiL
Sledttn enkrie KeATiden, looah Tkeodonu vm
in^iiitie un, die nn ook tot het Nienwe Tee-
tunent wu nitgtAreiif. Ook Lulher IimI niijere
bceebonwingen omtrent enkele Bqbelboeken, doeb
doot de Lnlbeiicbe en Herroimde orifaodozie
woidt, i» hanr iti^d tt^n de K-Katbt^eke Kerk
en tegen de AiminiAnen en SoeiiDeta, de inaoi-
ratie tl* een onmiddeU|^e „Terliehtiog"
HebiMnweelie pnnetnntie, %k door dei> Heilig«n
Oeeat ingtfeven terklaard wordt, Hoe ni«er èoi-
ter eeo welenBohappelgk ondenoek van den Bg-
bel Teld won, de* Ie minder kon lieh het be-
ghf der inapintie «taande bondeo. en de wooi-
ïel^e iu^iiatie in dan ook dsoa viij algemeen
opgegerren, om plaata te maken yooi het minder
Mnietpe begrip oer peraoonl^e iuipimtie. Eeret
de moderne th«ol<^iMhe wetenediap beett ge-
tracht door stadie der afcondermke boeken raa
den bQbel deze te begrijpen ale producten van
bepaalde tgden, plaatten en penoneo.
Iiuplratl*r8Bie»it*n ie de naim van
eeni^e kerkeipe seeten. Toen kort na ITOO de
Camiearde (lie aldaar) in de Cetenaei onderwor-
pen weidflik gingen ttaigf baiuer leidera en
profeten naar Londen (1706) en Tandaar naar
on« hnd (17M) en EhilteoMand (1713). Hnn aan-
hasgere, die eigen gemeenten Tormden, heetten
inapirationiïten, omdat ig lidi op roort-
dorende ingnTingen (iixfiintlee) •na den Heili-
gen Qeett beriepen. In bun leer stemden i^ thJ-
wel cwereen met de Luthenchei^ óoA verwier-
pen de uiterlöke ioBtellingea fttn deie, met
necoe bet ptedikanfct en de eaerMnenten. Hoof-
den der ioepirationieten waren S. L. Omber
(1«65— I72S), }. f. Roek (1678—1749) en S.C.
Hoekmmn «on HocAewni (1670—1721). In 1716
gaven ig te Bodingen hnn „24 regeU dei
ware godialisbeid en t&d dea beifigen wandel",
en etjAtben daarop in de HnnlendeB TeiecUltn-
de gemeenten. Liter TcrtroUten -reien (± 1725)
naar Oetmantown in Peno^lvaniB, anderen flo-
ten tidi bji de HerafanMers «an, en de tnepiratie-
gvneenten eebenen verdwenen te ign, toen Mi-
ekM Krafert, een Ueeimaker te 6<n«lri)ni»
haaf in IdlS nwtiw toren inbbea, wMrop weer
talrgke gemeenten in den Ebaa, den Fake e& de
WetteiM onteteoden. Wegene onderdmkkiag
Tan Btaatawege vertrobken in 1B41 de mecete
iMfiinitioiMtte& dmt AmerUu^ wmt ig te Ebe-
MMi lm BuHate een Uoeienóe kolonie <ti<Att«n,
die geoeeltctgk ia gemeeuduip van noedcren
leeft. Dit haar kwam de emmHUHetieabe aeete
der Amaateten voort, die in 1856 de kolonie
jUnant ^ie aMur) deden verrgmn. Ook ia Ca-
nada hébbui ijj nederaettingeni
Xnsplrattonlstaii. Zie Itupintiegemeeit-
(e>.
InspnltMi TAU ccDUnt ^ecft ten doel faet
aanruDen met cement i«i galen en edieaien die
in beitaande mmi- oI fondeetij)g«weikea door
nrukkrng tgn ootetaan «a die op geen andere
wgie beruUMar qjn. Het cement ^meeital Pott-
landeemen^ woidt, door middel vm biditdnik,
ah poeder of wel tot mortet «anKenuiil; door
bniaen op de jai«ta {dwie gebtxAt, wiaina de
bniaeik worden teraggetrokhes en de gaten —
hiervoor ^et)oord — weder Mngsnitd worden.
De weAwgn '» eenendig, doob bg de toepas-
iiw ia veel praetteciie enmnig noodig om g«ed
wtA te Terkigoen. Ook bq de» aanleg van Inn-
neU en mgnacnacbteu worden de numlen tnt-
Bcben de wonden en het gcateente, na «>o veel
mogelök opgeatopt te lijn met losse eteeoen, v«l-
Eent deae weiiwgM aangevuld, terwnl meo ook
ü het loDdeercQ op grind- en MDolagefl eom-
tgds op gelgke wgse moet Ie werk gaai^ teneinde
veraakkiogien der kanvtworkea te vomfcomoi.
Voor het aanvuUeD van nitgeiporiden grond,
onder broepglen ol atoioen. wonlt meeatal be-
ton gebruüft, dat men dooi wjjde bniwn ter
plaatëe storl.
luaptllteii won m1«d of domwoMfen ge-
schiedt om bet heiweïk te bespoedi^a of daiar,
waar de srond looveel weerstand biedt, dat de
palen of damwanden londer voonpoiten aouden
worden stukgcsU^n. Er a mceetal een beislel-
ling bg benoMÜed, in d« eerate ^laate cm den
pa<3 op te höeohen en lu de jiutte plaate Ie
stellen en ten anderen om den ingespoten paal te
knnneD naheien en zieb te kunnen overtuigen
nn iqn vasten atsnd. Nadat de paal ie geplaatst
— direct naast de plaats waar hg bcboort —
wordt door middel vao een lauge straalpöp wa-
ter-ond er-druk ia den grond geapoten, aooMt de-
ie losworit. Daarna stelt men den paid op de
juiste plaats en iaat hem met bet beibloi er
bovenop uUen tottlat. op ongerveer I m. u,
de diepte i« b^eikt; faterna ^ordt de paal op
diepte iogeheid. Met boaten dimwand werkt
men op gelijke wgsc, aleook met palen en dam-
wuiddéltn. die ^an gewapend beton vervaardigd
lijn. Bg delaatste wordt vm^ bet water door dies
paal getpoten, terwgi hg lakt, waartoe een ruim-
te bij bet m^en van den paal ie nitgeqiaard.
Xnspnltlnv. Zie Injeeiie.
Xnatuitls ia een periode van een proces.
Hen i^ van een proces, dat voor meet dan éèh
rechter govocHl is, dat bet in veeadullende in-
stantifn ii behandeld, meeidere inetavtitn beelt
D,o,l,zedb,GoOgle
dooTloopen. T<lt de eente — laagste — iMfater
«en yoioM, wurtegen dooi gma ledrtainiddel
ktn wonten opgekomei^ dan n bat gediiif; ter
eerste en tegetgk ter luUte instantie bealist.
Il er «enig beroep door een gewoon — WpU ol
CMutie — (A (foor een haitengawoan n^tvnid-
del en leqnest-ciTtel oj Tenet éooi derden —
mogelq^, dan kan bet TomtJe in e«a lateie of
hoogere inatantie berestiigd of geheel of gedeel-
telij vernietigd wonlen. Ook noemt men een
instantie elke gereditelgke bandeUng Taa een
puty, haai pKKnmu <h gemaehtigde ia den
loop Tan ëen procea, bgT, het doen Tan een Ter
«wk, het nemen «an een eoDclnaie, het toeatem-
men in of bet tegeMfiKien Tan een door de we-
deipartg gedaan Teisod en loo meer.
ItMt««klUMk ia een 30 tot SO on. lang, in
een heiirt b«Teetigd, motaaUiaad met een haak-
je aan het niteinae, waarmede de wever de hem
aaogegeTen draden aavrat en doortrekt,
InsterbnrVi een stad in bet Prmiieehe dla-
trict GnnlHMteiv ligt aan de Angerapp en In-
■ter, die licfa bier tot den Pr^el Tereenigeo, aan
d« epoorlgnen Konongabeigen — Ejdtlcubneii,
Tborn—Innariniis en iMtaibaJK— Ljck en tett
ÖUIO) 81 624 tnwonerB. Hen bedt er een kaateel,
3 Proteetantscbe keiten, een Latqmebe «cbool,
een hoogere bocgereriiool Toor meiajes, een se-
minariiBB, een ^Tangenia, een stosterö, een
lanJboQwpToebtatiOD, een niik«fabriek, wol-,
kaloeo- en linneDaTcnerfien, koaaenmakerqen,
looieröen en «en lercodigea handel in koren en
paarden. De atad ia haar oor^rong TendinMigd
aan een kaateel Tan de Dnitacbe Orde.
IiutlDOt of natuvrdriit noemt men, bqiaal-
delük bü de dieren, een x. g. oeÉMwoate en on-
willekeurige aandrift, om hmaalde weikiaambe-
den te ToBnengen. Het ^»eiil>aart lieh gedeelte-
IQk in hegenen en veimnden, gedeelletqk in
Toortbieagen en TernieleD. Het instinct i« door-
gaans aanReborei^ daar bet ii'ch <fikwgla reeds
aaDctondi Djj het dier openbaart; toefa i« bet aa*^
ker, dat hetgeen w|j lm de dieren inatinet noe-
men, Tow een gioot deel etm geTolg ia Tan waar-
neming, eixaring, nairolging ot gewoonte. Hen
beeft eoMten *an iHtinE:^ weft« men bg alle
weuiM teragrindt, looak bet inatinet om Toed-
eel tot lidi te nemen en de geslMJitadiift An-
dere soorten iqd aan bepaalde dienn eigen^ loo-
als de beeeerte oia te awonmen bu wabérTogeh.
Weer aitckre soorten lijn aAank^gk Tan jaar-
getgden en omstandighedea. lOoak bet Tcrkn-
gen der treknc^els om naai etdeis te Terbni-
MD. In bet inetinet der dieren, dat xidh bg onder-
sAeidra Tan deae aJa fameMrift [>ie aUaar] tot-
toont, looals bg de bwere, mieren en bqen, ligt
Teel onrerklaadÜMra, teiwgl menig diei^ wanneer
ign hoogste bdangen op het q>el staan, edeneer
met overleg en seluaaderbeid handelt ab de
menaeb. Hen beeft otn die reden bet inelLiKt wel
eens een onbewoate en blinde rede genoemd.
Anderen lagen in de tierlljke instineUn nirts
dan FcAeien, het dier waa TolgeEB ben een K-
fleimadune, welka lintnigen sleets dieaden om
bepaalde lefkien op te wekken, aelfe nerde^U-
ging, TlmAt, ToonoTg vaat ót eieren ena. wa-
ren niets dan Uinde refeien. Ook toonde men
«an, dat hif*. bet herkennen tsd elkaar t^j bqen
en mieren ut doHHde kori re^i. hekeltde neat
en de Tgandsehap tegen Tnemden alken op den
bepaalden reuk Tan kor! of nest benutte, dïe
men met alcohol kon ahrsascben en anderen kfm
garen, waadag de TTiendaébap in Tgandecbap en
omgekeerd TerandeMe. Eet is dan ook een feit,
dat de instincten niet onfeilbaar xön en alleen
onder behaalde omfftandigfaedeD scbadeljjk io-
plaate Tan nattig toot bet dier werken^ sooals de
motten toonen, die in de Tlam Tliegen, et de aaa-
Tlinen, He door bloemen aangefiokken worden,
welke naai bedoiwen Tleeech miken. Haai die
TCTgia^ngen der instiaeteD onder minder ge-
regme omstandigbeden btnrysën nog niets te-
gen de Teratandelgke ovevwegii^n nq de i. g.
iDsti neten. Naawkeuii^er waarnemingen toonden
aai\ dat üoowel de iintvigen ah een bepaald
(FTorleg en geheugen hg dergelgke bandebngen
sameimikten, want de Inatineten bleken ndet
ODTvranderl^ maar lidi aan uitwendige om-
standigheden door orerle^ aan te passes, looak
enkele bgen leerden, die, m plaats TanaeU honig
te teruinelen, liA deie door inbraak verschaffen
en deie manier dan sehgi^Mai „instinctmatig"
Tolf^den. Hen kan met Danm het instiiwt us
een oi^wnst gtbeogen van de diersoort be-
seboowen, welke gnuten «ven goed ovengeerfd
wonden als de gcaad van Helutnwlj/kt ontwikke-
ling. Bet aandeel, dat het bewne^n eman beet^
wordt getoond door de Terandefing in leefw^
bg Teianderde omstaDdSf^eden:, bg*. in de wgie
van bet houwen van. bet neel^ w«fte nienwe werk-
wnie eerat door enkelen nilgeoelead, in steeds
talröker kringen o^eisetrtd wordt en eindelqk
alfl „inatinet" antnmatiaA bn^n het bewneto^n
om wordt ai^voerd door de soort in baar ge-
heel. Zoo kannen aangeleerde eigenachappen van
jacfatbonden lieht^bnn jongen door grooteren
aankg tot atrichting voor de ja«ht weer vertoo-
nen, een aanl^, die verder kan worden ontwik-
keld, maar door kruising met rassen weer ver-
dwgnt Eet leTen in kndden ot gioote geoel-
sehamen bevordert de ontwJtteUog der iostane-
ten door de xnefat tot nappen, vandau bnn vol-
making in de maatsdimnjen der mieren, bgen
mke eereten er leifa een geregelde miÜ-
tdienat on na honden. T
n, da^ u gAenren at die gteoo
5iiceeide handefingén ook met bewmtsgn, de
iann sieh tocb luet btfuald bewnat ij}n Tan
bet nnt erTan. Hoe meer orerjgene elementeii
van het bewnctnjn een rol gaan aprien in de
gen van een (Neiooort, boe meer de in-
tige op den acbtergrond worden ge-
drongen, vaodaar, dat bet instinct bg den
menaeb door de bescbaivüig des geestea op den
acfateigiiMd i« geseborei^ maar het knoi <»k bjj
bem in een wilden etaat, en seana h^ aiekte, doi-
delffk aan den dag. Hg ooMbaart 1^ koorts eos
groot Teriangen naar waW, bg nrakbetd naai
wiin, bg bet snor in ide maag naar aanhcbtige
iJfstandighaden (krgt, mwne^a, leem). Zeer
dikwvle Teikondigt akoo net tnstinet eva be-
bg bet snor in ide maag naar aanMitige
andighaden {krg' """ ' — ' """
dikwvle Teikondigt i
borft«, wier beTrecUpog heiloasm ia ivoor hst ge-
stel. Het instinct is oonu^ dat de EAmdo in
de kille poolgeweaten groote hooveelieden Iraan
driiét, ^>m het sterke ademhaling»- en Teibian-
dingsvetkcf in s^ li«luM& door (
45
DigilizedbyGoOglC
706
INSTINCT— INSTmJT DE MUNCE.
toenoer tbu koolstol en «atemtof te «udeitiicru-
den. Zelfs de werkzaamiheden' der lellfbewuttie
rede bmMea dihmjla inetinctm&Uge hiDdeKn-
^lu ImmeTS, wa't wjj in oordeel Tan dadieni ge-
woonlijk talct coedKO, is '6e vrucht iftD een se-
ivK ojvwiUekeuiige Baodrlft, die zeMs éi&i, waal
hei ontwUiikeld TeFeUod te kort acbiet, met nit-
Btdien^f gevolg werkt, T«rwijl de oudere opvat-
ting aan den nwnecb veictaD^, saa de daerea io-
Btinct toelieibde, neemt de niounere oataurbe-
firiiDuwiDe; Klechte kwantitati«v« vensdiillen is
het gelijke zielsleven van meiuebeii eo' <li«ren
aan en veiiikart de instinctieve handeliiigen alm
overgeirfiie gewoonten.
Zie: Ifund^ Vorlesun^en über die Uenadien-
nnd Tbieiseele (3de diuk I>eipiiK 1897); de-
xellde, GTimdtiüge der i:4ivEiokig]fi(£eQ Fsycbolo-
gie (6de druk Leipiig 1902—1903); Forel, Die
pfychiscbea FShig4teit«n der Ameisen und eioiger
anderer InsekteD (München 1901); £raU, Deufcen-
de Thiere (Berlun 1912).
Xnatitnt de Pranoe, bet aansienlpste li-
duaai in Franki^ voor wetensohap en kunst,
is de verzam«lnaajn voor de v^f aeada-
mies; Académie franfoiie (tot suivering
en opbouv der Franaehe taal); Aoadémie
de» \n»erifivm*. et beliet-leltere ^oor ^-
schiedenis, oudheidkunde en taaloMer-
loek); Académie de» tdeneti (academie der
weten Bcha^ipen}; Académie de* beawt-arts
(voor de sehoone kuosten); en Académie
de* teieneei moralea el poliliquei (voor
moreelfl en politidie wetenschappen). Ieder
lid van een dezer academiën irêert Membre
de rinilitut de Franee.
De diie eerste aca.demi£n benevens de
Académie de sculplure el de peintwe en
de Académie d'arehilectuTe werden gedu-
rende de Bevolutie tiy beduit van den
Ssteii Augustus 1793 opgeheven; doch
reeds den 25sten Oot<ybw verordende bet
Directoire de oprichting eener nationale
vereeniging van geleeiden, welke lich
moest belastea met het aaoLwee^en en be-
vorderen van kunsten en wetenschappen.
Deie inelelling ontving den naa.m van /n-
ililut National de» aeieneee el de» otI»
en werd verdeeld in 3 ïla«gen, n. i. een
Toor Seienee» physiques el mathémaliquea,
een voor Seienee» morale» et poliliquei en
een voor Litléralure et beoux-orfs. Zq
lelde 144 leden. Bonaparte, die zelf tot
de leden behoorde en dese eer o>p hoo-
gen prjje st-elde, benoemde in 1802
een OMHiiHuae, op wier voorcliadht het Intlitul
National den 23aten Januari IS03 een nieune
regeling ontving. Dit liohaMU weid du in 4
klassen v«ideeld, ie weten een voor wis- en na-
tuurkunde, een voor Fransdie taal en ktteitun-
(k, een voor geschiedenis en oude letteren eo
een Toor schoone kunsten. In 1806 ontiving bet
den naam vsn Inetilut de France, in 1811 nam
bet de toevoeging aan van Impérial, in 1814 die
van InBlitut Royal. Dooi een besluit van den
2l6beD Maait 1316 werden de 4 klassea in even
zoo vele alzonderlijJ[e academiCn bemdbapen,
die Ie lamen den titel voerden van Imtitul de
Franix. Deae waren de Académie Fnmfoite, de
Académie de» imeriptiona et belle» lelirti. it
Aeadémi» de» teiettee» en de Académie it* beaa I
art*. Door een 'beEluit van den 26aten Octebe I
18a2 werd de in 1803 opgeheven aJdeeling vom 1
moraal- en slaaüiundiee wetenschappen als ödt •
Académie beist'eM, onder deu oaom van Aroit-
mie de* »eience» morale» et poliliqaeM,
Voor de Académie Franfoite, zie Franiehe .1»
De Académie de» inaeription» el bellet leitni
tel-t 40 ledeni, 10 vrije leden {membre* Ubra}, i
buitenlandsche assodés eD 50 eorre^ondentti
en houdt lich vooral bezig met ^sohiedeiiii a
oudbeuftuDde, met de ciitiscbe en pbikiloelsd)'
beoefening der oude, Oostersohe en UiiUe1e«ui'
edie talen, alsmede toet de opfaehtering van iiiir
konden en bronnen, vooral loor de geMdacdcii
van Frankrijk. Tot de door haar nilffegeven im
ken behooien, b^alve „H6m<Mies , vooral ^
„Collection de notices et citrajls des maitDMiiu
de la Jtihüothèque royale et avtres bitliolbèqset
pUbliques", de groote, d«or de Benedictüntii dw
Congregatie van St. Mam aangeiangeo .3ist°i
Inatitut de France.
re Kttéraite de la France" en het „Coipns i>'
icriiptdonnD) seffliiticarum" (aodert 1881). _
Ih Aeadimie de» aewneea ia ge)f)lita| "< "
aectiea (geooietriï, raeobamca, aslMBomia gt^
grafie en scheepvaart, algenuene natujiknnv-
scheftunde, deltstofkonde, plantkaodc, ewi"-
mie, ontleed- en dierkunde, genees- en lieeftm-
(te) met 66 leden. 10 vrije leden, 2 secieUns*"
voor levea&lang (78 Wen), 8 buitenJandahe «■
Bociós eo 100 correspondenten, en leveil pro''*-
collen harer zittingen („Comptee rendus' ). «"
veraameling van ,Mtooires" hater leden «■ «"
verzameling van Jtónoiiee" van andere g'l«'
den: ,JIJémoires d« savants étrangeis".
DigilizedbyGoOglC
raSTTTUT DB PRAÏJCEl— DJOTRÜOriE.
707
iDe Aeadimie de* bttau artt beBtut uit 40
leden, Teideeld ia 5 sectili^ 10 iT^e leden, leeri-
Utire fwrp^fwl (51 leden), 10 UGodés en 61 cor-
reapondenteD. Zjj be«h op tüu beoonüwknd li-
chMin bö^de JMrlgkodie mededineing dut den
Prix de Rome tooi adulder-, beelftkmw-, bouw-
en grEtTecifcunet en voor mutik«l« eetapoaitie.
Durenbaven worden er ^Jmoites" vooTgeleaen,
tenr\)l ig een ,J>ictioaiM)M gtoéiii des beiux
«rtB" (tot 1895, 5 deelea) nitgeeft.
De Aeadimie de* leiêaeet mortües et politi-
qae^' teK "rolfewif deereet vwi 15 April 1865 40
leden, benenns 6 (sedert 1887, 10) baitenlend-
oche Msodéi en 45 eorre^iioDdeirten en i£ Kr-
deeld in 5 MCÜCn (iwqébe^eerl^, Mdeleer, wet^
Ting, stutsredit en rechtsgeleerd hei d, attalliait-
bondkoode, aUthtidE en fin&neilD, dgenMene
geecbiedeiHS en ofaUosopiiie dei geMbisdcnis). Z^j
geoft ,^(!tao\ttK' tn „Sitnees et tiankux" uit.
Het liutUMt de franee telt du 269 PranssiM
en 22 baitenUndtribe laden. I%« «udemie heeft
een VMleo aeeretvii (eeeritmre ferpituel), met
ujtzoodering van de „Audéoii« dei teiencM",
die er twee beiit. BelUlTe de gewone wekelgk-
lobe fc^nkomaten hoadt elke Aeadtoiie een
gTMte jBulüledhe tergadeii^, Imrg) ocfc aUe
AciddDiin te urnen 2ieh éénmaal 'e jaan pleeh'
tig Teieenigen (25 Oetobei). AUe 5 AeaMiniln
kunnen o?er lanzienlüke fondeen beseliikken en
deeleo beltugqjke pnJKn ait, waaronder ei zgn,
door paitknilKre peiwneo geatiebt, aooalt de
Pril MoDtliTon, Gobert. Toine; eni.
Door een bepalins in bet teatemeat Tan den
hertog em Aunude, die tig ibesloit mn den Sisten
Deeembei 1897 aangenomen werd, kwam bet In-
stitut in bet bfait laa bet kaateri Ohantitty met
lijlke knnatKhatten, foonJ labiHergen.
Zie: Emüe Qaetier, Lea oinq eenta immortels.
Hiilarie de l'Acadteie frsnc>iw- 16S4— 1906
(1906); Ooêton Boietier, QoêUm Darbwx e.a.,
L'lDBtitot de Fraoce (2 dln., 1909).
Inatttnten (IneHtuliime*). Zw Corput jurit
en Oajvt.
Iiutltatam Jadalonm noemt men een
veelal aan de UnÏTernteit velbanden inatelling
Tan wetenetdiap ter beatodeeripg van Joohebe
letteAnnde en geeclii«denis, aoma tot bet op-
leiden Tan CbTiiteD-Mndelingea ondar de Joden,
all dat door OaUenberg in Halle geatieht (172S
—1791). (hl 't oogenbk'k bestE&n ei een liweetal,
één in 1880 doot Franx DeHtxiek U Lekaig en
één in 1888 dooi B. L. Slradi aan de BeüünMJie
Uniieniteit geatiebt,
Instltirat Paataar ie een ifiiiebting te
Parija. c^igeriehl voor miiwAiologiwli en hy-
giBniMèi weleDsdiappelijk ondenoH. Op
bTMfat
P<uf«ur (ne al^ai) had men gekl bgeenge-
" ' ' ' " laborator inm.
tenJand wet^n groole Boovnen toot dit doel ge-
adionken. Den fiden Novembet 1388 werd bet
inetitnot geofwnd en den ISden Maart 1889 nam
er bet ondeiwije een aanrang en wél dooi de
meest Tenüeneteljfke mannen ofi dit gebied. Na
Paeleur's dood Tolgde Duelaux en daaina Roux
hem op als direeteor van het inet^nnt, hetwelk
de Toornaamete inricbting is geworden tooi bet
ondenoek tan inleetiexittlen en lenMnAerapie.
Da taliqk« klauieke gevallen, die da&r behan-
deld woiden, wotden getintiljeeenl in bet dooi
Poftaur opgerichte tQdatfirift „Amieles de t'In-
etjtat Pasten r".
InaUtont SoItat bestaat uit een aantal
wetenaefaappelgke onderwijs- en atodie-inriiditin-
^ te Brüul, die door de TiQgeTïgbeid Tan den
induatiieel Soltay (ite aUa&r) znn opgAricbt, Ei
be^Kwren toe het ..Institut de Pbysiolcgie", ,Jn-
stitnt de Sociologie", ..Eoole de« Seienees poli-
tiquee et«oeialeB en „Ëoole de eommeree" waar-
bij bibliotheken, laboratoria, leeaaaten, em. iriet
oatÉirdien. Het Inetitunt SoWay geeft Teie<dial-
lende belangigke wetensebappelüke pnbUeatiCn
nil.
Instmotto, afcomatig Tan bet LatQneehii
woord tnalniolto (ondeiiMht), ia de aanwgiing
dei «erpKditinMD, die men in deoe irf gene be-
trekking Tormllen moet. Zg wordt aan anAte-
naien tsa Tieraehjlleoden ranff van wtge de b»
atnren, waaraan ój oodeigeBchikt ^n, nitigereikt.
De intlrvetie eener nak noemt men in pach-
ten de bdiandeling van een procei, loenrel de
Toorhxnige alt de definilie^e. EK proeea, zoo-
wel in fla^erinke als in atnfiaken, wordt opge-
let en bAandeld volgen em Tooral beraamd
plan. In ctTirie laken éa dit de taak van de
seditageleeide raadslieden der paitüen, d«e aidi
natonnijk eeiat ofi de hoogte moeten at«llen van
de feite», die tot het geachil aanleiding gemn,
om daarnit t« beahiit«n met wette rechtiveriioa-
dingen ig te doen hebben en weke reditmidde-
ten sj moeten giebmiken. De TVÉroeriUg van dat
plan ia de iMtmetie vaa het proeee. In denn
algtoKenen lin genomen, is de geheele behande-
ling van bet etrafprocea ook de inatitKtie van
dat piocei, die ni^aat van den ambtenaar van
bet Openhaal Hinieterie. Haar in strafzaken
beeft Mt woord „inetnietie" een engere en t^^
Igk meer bef)aalde beteekenia. Zg ia daar de
voorloopige periode van bet proeea, dfe aan de
behandeling dei 'uak tei teieefatzitting — bet
eigenlqke stialpioeea (ttituflwfi^en) — voor-
afgaat en voimt met de iefonnatie en het w-
apoiin^aondenoek het i. g. vooniKkersoek. De
eigenltrke inatpuctie volgt o^ de intoimatie (lie
aldaar). Wae jn de intormatie de ambtenaar van
het Openbaar M iniateiie de hoofdleider der laak,
die de politie in i|jn dienst oilundt om naaporln*
gen te doen, teneinde bet miadiqt tot klaarheid
en den eehiddige voor den lediter te brengen, in
de intlntetiei, no de Offi«iei te^n een bejtaaMea
peiBoon, ala veidacht van miadigf handelend gaat
optieden, wordt de retAter-eommieeBria de man,
die het beatier der zaak m banden heeft. De én-
atmctie dient om nit te maken, (rf er, nadat ev
aairvaiJceli^ van faet plegen tan een misdrijj is
gieUeken, Kenoegaame bewaren tegen één of
meer bepaalde {Mnonen bestaan, om hem of ben«
ala verdaotit van dat miadrijf, naar de openbare
lereehtiittdng te vemrgzen.
De inatrnctie ia Tan inquintoiren aand. De
tendaefate, tegen wien zg gericht is, staat volko-
men reehtelooi daar en is elechin middel om tot
een jnist inzidit van de feiten te geraken; h^
kan lieh niet door een raadanan Üen bijsttanl
en verneemt slecbts, wat de Reehter^ConuntBSaria
hem wii mededeelen. Wordt er door de Recht-
DigilizedbyGoOglc
9as
INSTBIXniE— mSTRÜUBHTALB UDZISK.
buk rcditwngaag rerlMnd wo gtadiiedt di^
londcT dftt bg peisoonlj^ guooid irardL In loo-
«ene iteat de natmetie «n tiovweiM bet gefaee-
Ie TooiondeixoA tegenoKr de bcfaiodeling ter
terecbtiitting, welke meer t» MCDntoirea
urd is en weer in boohbuk de beklugde en
het OpeubMi Hiniiterit^ de vertsgenwoonüger
ten den Steat, »it peitqen Ug^ofvi elkeei
ebifD.
Id den Uetsten tqd beeft bet steiker wordend
venet t^en dew reebtetooiiigid er toe geleid,
det de hutnietie tegen jeogdige miwlêdigen
Mtder TDor deKQTin wktpmctigeTomiUiiAghe-
den geeebiedt, terwj^ ook bet ontweip tot wg-
liging Ten bet wetfcoek na itiefrordering (ont-
wcmOrJ) licti in die rwbttng beweegt
Het Toeien Tmn een inetnietie ler^ een diie-
ledig voordeel op. Vooteerft: «en TeidMbte wordt
niet liehtTurdig Toor den itrelreehter gebndit;
kh tot M)o tereditetelliii^ wordt bedotei^ dan
kan de pëohter neh door inuce «en de etukkei
der inatmetie ^wedlg of de boogt* ttdleo nn
dp feiten en omstanAghedeD, die in liet geding
te berde %düm warden gtbraebt, en ten derde
beeft de reeliter Toorat eenige lekeifaeiid; dkt fag
geea aak in bebandetlDg neemt, waarin ten slot-
te nu een Teroordeetiw g«en qireke cal ign.
Niet in aUe atraluken Melt initnietie plaata.
Heeft bet opiporingtoiideiaoek, met ol sonder
iaforroatie, ToUoende bemraren t^gen een be-
paald penoon doen lywo den kaa de OHieier
Tan JuUtie tweelrlei: 6f disn penoMi redit-
Btreekt ter teN^tiittin; dunrMideD^ »>age-
naarade raawdj)kecfae dagraarAng, öt lidi tot
de SediRunk weadeD met ««nod em legen (Tien
peraoon reebtttngaiig te lerleenen. Verleent de
ReelilbaBk ledttringaDC, daa ku ag öf de aaik
teratond naar de terecDtaitüng terwqMi^ At ge-
laeleB, dat er een instmetie lal slaftta bii)ben.
Zooak boven reed* i> OMcmea^ ia bij de in-
atmetie de lading in tiMtden tbs des Rechter-
Commiaearia De verhoorea van de Tenkditeii
der laak, door bem genomen wotilea, loaals
hniiuelilDg, pWttopnaning, iabealtgMaüiig
fan Toorweipen of brieven en ptpieren, bevel tot
meddbrencinig 'Van gertnigeii, beMl tot geean^vn-
MnsBg <M aanbonding Tan d« Terdaoteu, eni.
DeM laatste maatregel eiadit binnen korten t^
de beknaehtiging ran de reAibank eo woiQt
aleehte toegestaan Toor den tgd van 80 dagen,
na afloop waamn ^j de gsrangeiifaoiiding tel-
keiw weer voor een termen Tan SO dagen kan
vartanigen. Nadat de instnwtje ia ToUooid, stiit
do Rèuiter-CommiMaria de stukken in handen
Tan doB Officier Tsn Jnetitae, die w aan de
Becblbank doet toekomen met ann vordering of
nqoicitoir. Daamaaat is de Heebtbank bevoegd
faMBJ) ambtabiive, betan op venoek van den be-
kÏMigde ^toedige betinaignw of ekitiiw der in-
itFDCtie te griaeten. De beklaagde wonU tbo de
daidng der inetmeUe en Tan bet leqniaitoiT,
dat genomen Ut «orden:, in keni^ getteld en
beeft sdegeuheid te igner verdediging een me-
morie (mvnorle van sDMeetJe) in te dienen. Ver-
Tolgena beslist de Be£tbank, ol de ioatnietie
voldoende temen beeft opgeleverd voor Tordere
venvolging: «m ji^ dan verwgst b de Mudc naar
de teredblaittin^. De Rechtbank n ook bevoegd
laaaviAling der msünctie te borelen, «elk Ment
■g verder Kedorende de& eeheelen loop van bef
^ecting beeK. Teg«n de bediming dei Redttbaik
M famger beroe|i mogrigk bQ het Qereebtriiol.
XnstTDottobatslton ia een den ülaten No-
■vember 1860 te Kampen g«veatjgde militaire in-
faaterie th bet l^er, maar maf een sterkte
bereiken van 27 otTideren en fCSl lUDdeMn.
Aan bet bataljoD ia eea etuana vooi de otfieieis-
opteiding mbonden, de i-g. Hooldeoraoa.
XBStniOttabatwiil •* een den 14den Fe-
broari 1881 te Anbn opgeridUe afdeeling be-
raden artillerie, beatemd om jongi^ii^ tot kor-
poraal der Veld- ot Bgdende ArtiHena op te lei-
dan. Zg teH boogatna 2 oHiöeFen ea ISO min-
deie militairen.
IliatrtlOtl«04NBp*clll« 'B ^™ Uden Hei
1862 te SebooidMma is bet leve» gerot^en met
de bedoding jeugdige TröwUHBers bjj de vea-
tingartillerie 4ot lorporaal bg de artillerie de
pontonniera en de torpediaten op te leiden; 6
officieren en 210 mindere m6itaifen mag de in-
atelling iterk aqn.
InstmnmtBl* mnslek ia "™m*\ die
altslnitend voor een of meer inatrameoten ie ge-
aebroTen, ter onderadbeiding van vocale SHuiek,
^e geioagen woidt. Onder vocale mimek rcÉent
men ook die, «dke begeleid wordt door ee* of
meer inatmmenten. E«i bepaalde idfetanitige
nMiieklUeietnnr dateert eerst van de lUde eeuw,
hoewel tMt dien tgd ook reeds inttnimentale
mnaitk ie beoefend; evemrel wat qj tot dïen
tj)d dennate met d« vocale momek veibonden,
dat sij sich niet aterk i^atandig kon ostwikke-
len. Aanvankel^k waa de inatrünMUe mniiek
ees soort arrangement van Tocale weiken, doeb
daardoor kreeg die miBick meer ei» meer een
wecitiek instnunentaal kantktar, aangtaiea men
bn bet arrai^eeven pn^teerde v«a de teeh&j-
soDe eigenaard igbeden der leapectieTo in-
strumenten. En nn bet woord nret meer den mn-
sAalen >Toifn b«(iaalt, ontataan ait bet ïed eo
den dans bepasMe inatmmeotale, of abeohint-
minftale vormen (eoite, sonate oavertare, eot-
eert). üit den stropiwvorm ontat«at de vatiBtie;
de suite ia een reek* korte BbAken van Te^
sehiltend danstjpe in eeoaeltden toossoort
Baeh en fiAidel hieMen nog bba de mdjpboite
(drgfwgie vaat; onder Fiuadien inrnoed ont-
wikkelt licfa later «eer de bomopbone alql. Een
karakteristieke voim i« ook die der B.g. Pran-
lebe Onvertore («en deel in inel tempo tnsseben
twee deelen Tan ttstig karakter). Niaimate de
afioaderlgke deelen nitgrfireider «ttidei^ neemt
het aantal «f; de vormen van sonate en sjmpbo-
nle naderen elkander meer en meer en «^en
tot een drie- k vierdeelig ^pe deela sonaten,
deeh Ued-, deele danaronn of rariatieew De bei-
de Diteiete deeieoi eener ajinphonie of sonate
•t*«n meestal in den i.g. aonate-vom (sie ^■
daar), bet lingaame deel (Ad^o lA Andante) i«
DigilizedbyGoOglC
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
INSTRUMENTALE MUZIBE— INSÜLINDE.
in HeAronn cf bcetMt oU nrJAtiee, bet denk
dml ia eea memiet — Ikter sAerao. Zeer vaak
Hut het laatste deel oei: in rondo-Tona; Braknu
gebruikt lelfe den ehoconDe-Toim (4de ejindbo-
nie); nok Ictopea de Tormm sotae is eftnar [Mo-
xarl'i Jupiter-^wfaome, 2de deel). Ouuxleweg
TerÏDDerltAt sieh eet nitdrukkinssTMmogen dei
oiek «n boogt vTudif {Lml, Hiehard
StTfnua). In d« rnstuHDenttJe iDviiek wek Iitoq-
«ens de vetklMiking van be;»allde stemmingeil
ook door iihutiatiea niet menw; men vindt ie
o. a, leedt bq de TioegeTe Frauecbe kl&viertoin-
poniaten (Oonserm, Ann«<iu). In de oikettTak
mozifÉ be [leent iq weor bgzoMier Steik bg de
jongere Fnuncfae fDefrtiuy^ Rovel, RouueJI. Zie
vofKti ook onder ITttiüi:, Pro^nnHnitnHmeA, So-
nate, Sfntphome, SviU eni.).
Inatmmantetie. Hieronder Tentut men
de WQHV vinr<¥ ^ partgen van een «m{M»itM
Toor een en«emUe VKn iMtnunenten omr d«
veraehilloide mBtmnwoten ign TerdeeU, o{ de
koDst, een deiwcdt'ke comjKwHIe iM te s^tijjien,
dat ie goed klinkt. De inrtnunentatse Tan een
uMuieiaweTt m te Teig^^ea met de khnr «an
een actülderj). De insinifueQtatieiuiwt eïidit
vooieeMt een goede looiitelliiig nn het klant-
effect en TooctB een namvkeDrige kennis lan de
«iwciale {^aaidheid en de tedmiek Tan ek in-
etnunent afzonderlgk en b^endlMAi met bet ef-
fect Tsn de Terachillende ocHsAjinatiee. Die eom-
binaties i^n, lelJs ^j een b«9eA4 aantal ver-
■ehalende instrnmeiiiten (nHiM(Hittet^ om^ de
meeste inatnmenten in de TendnUende regi*-
ten van bon omvang weei ^eisehilloide klaiA-
manees hebben^ en imè doe steeik geraQen
TooAloen, dat een «nilnnatie Tan twee bepaaUe
inKtiaoenten is het eene geval mooi ia, maai in
bet andec genl ni0t dengt.
Naanmte de inebramentale mnüek licli meer
als een letbtan^^ kunst ontwikfaeMe, ia Aa in-
atnMDentatie ook van meet betec^enia gewor-
den. Aanranfeelök staan de TerMfaülende groefwn
(et^kera, bonten btaasinstrnmenten, koperen
blaafiineintmenten) gioepegewgse teffüiom elk-
aar of verateiken Pander; Mdeii Haydn ont-
wikkelen de inatinmenten van een oikeet
itdi mecT tot selfitandige tj^n van bepaalde
klankaebdeerfugen. Tusaohen den oikeehmmpo-
niat en de oikeatbsetting ala wodanig bestaat
natnnrlgk een Mkere wi«ehreiÉing, maai toob
i( *an den eomponiet steede de aümnlaaa nit-
gegcan TOOT ie ontarftkeUng Aei inatinnieDlatie-
koDst.
Xtwtmmentwi ign in het idMmeen werk-
tuigen, faidpmiddelen, waatmede door meehani-
B^e weikiiig andeie voorwerpen venraaidigd of
wiaamaniDgen gedun worden, looak met pb;-
aiadie en aetronomia^e, of opeistiBn veindi^
yjj. met (tünitgieche.
In de ntnziA ign inetromeaten ^tedtm-
gen, waarop of waarmede mniiek wor-dt gemaakt.
Hen kan ie verdeelen in drie gioote hooli)groe-
pen: 'I. Snaaiinstnunienteii, 13. blaaainatramen-
ten, m. BlagiDBtramenten.
I. De inaarinstiomenteD ^n weer onder te
vardeelen in; a. etrjJkinefTnmenten, b. tokkelin-
•tmmenten en e. UaWeiinatmmenten. <hiiier o.
behon«n: de Tiool, de alt-viool, de violoocel, de
contrabaa; onder b. de barp, de gnitaar, de man-
doline, de Inii, de ö^Mt; onder e. de piano.
II. De bkuwinstramenten veideelt men in: a.
net, fagot, eaxofoon eni.; tot 6.-. boom, trom-
pet^ bamin, tnrt». Ala klavierinstranent ran de-
ze groep kan men bet mgel en bet harmoninm
besdionwén.
m. 'De Bh^nstranenten kan men ver-
deelen in: o. melodia^ (iKe bcfiaaMe toom kan-
nen laten booreo) en 6. ihjtbmiaciie. Tot a. re-
kent men pankeo, klekken, xjloloon; tot 6.
trommels, bekbns, triangel, tamtam, castagnet-
ten^ tanboerqn.
Bierondei lijn niet e«toetnd TeracbiUende in-
stmmenteps die in den loop der tj^des verouderd
i(jn, ala viriginaL elaviehord, elaveeinAtel, spinet,
•'■- onder grocf I e. itjn ti ' " '
, !ipent,dae onderll t , _.
»ndetl^k slaat ook een inatriMDent att die ee-
U$h (ue aldaar).
Ommngfjike en kostbare instnHueirteavenn
meUncen, aie een aaaadionweli^ boM geren
van de ontwikkeling en ireiuideriDg der instm-
menten, iqn ojm. dw van bet Sontli-Eenaington,
masenn te Londen, van de eoDMFratora te Pa-
rjja en BnM»eI, «an bet Hejer-moaeon te Een-
len en de verzameling van Dr. D. f. SeAeurleer t«
'a-Qravenhage.
Immbordliuttle is bet opaettelgk aanrui.
den TAn een meerdere; bet lieo met geweld (rf
onder bedreiging met geweld tf^n bem renet-
ten ; bat bem oeiooven van inn >n:^bwd v«n
handelen en bem door gtnreld u bedreigen met
geweU dwingen tot het volvoenen -mn of tot liet
nalaten ecner AienebverriehUw. TervoWens is
nog inanbosdinKtie bet beleed^en, oUadieldeD,
beècfaiatpen van een meerdere door gebaar, dawi
geaehrift of afbedfing.
luaobrUn waa de naam tcd een maebtig
Galliadi rolk van GaKa Tianspa<kna, d»t bel
eerat ran alle QaHiecbe volkeren om de Alpen
getrokken was en na de overwinning der Etnm-
lers in 396 v. Ohr. bet W. van Opper^taW in
bevrt bad genomen. Hun boofdBtail wae Hedvo-
hnnm fUilaan). Zg werden in 333 v. Chr. door
de Romeinen onderworpei^ en door de stiebtang
van de militaire koloniSn Ctemona en Ilacen-
tia (Ftaeenw) in beiiwang gebovden, doeh ittm-
den in 218 bg het beggn ran den Tweeden Pnni-
aAen Oorlog op en werden eeset in l&l voor
goed overwonnen.
Xnanttloientle. Zie Harbciekten.
InanUnde f^e de kaart) diüdt in het alge-
meen de gebeele eilandenweield tnaaehen ZXt.-
AtiS en N.W.-AostraHe aan, eender grootele en
de belangrnkate atch^ van alle eÜandengKN^en
der aarde. Mees kt bet.baaonder TCntaat men er
die eilanden onder, i£e de Nederlandaehe beiit-
tingen in de Anatmal-Aiiatia^ Ifiddebee (ne
aldsai) Tonnen. In laatetgenoemden lin lal de
naam ook hier ter plaatae gdmikt worden.
OnldthkingigeMekiedenii. CkntT«nt
de oudste toobten naar Inanllnde is nieta be-
kendl alteen etakt «onreBl Tast, dat de onblAflrii^
leei waarael^nlgk (unrtre^ het begin onaec
DigilizedbyGoOglC
bij iJftwa dwtp»" (= gierateiUnd; gierst hii
Toor pkdi), 4.i. Jati, werd OMigedMik Hnim een
e«aw bter (± 150 D» Ohi.) wonlt J*m, oodei
den Du4a ^ftbMËoa", VHmeld bq den Aieiia-
drgucheQ gekepde PMeaMwut, die ook nede an-
ders eiUnden der SoeuUgioep gAemd lehqnt t<
htUeB. Eent eenige eesmn latw, n. I. in 4<M,
wordt Jwr« weei g«iio<Dtd eb wel door den Clii-
r hter (51$ Tinden
wji reedk in de Chineeeebe uinilHb een bewiiiTij-
ring TMi Snnutnk'i Noorikurt (At)di), en tal
Taa andere bcriehten ateUen bet boiten twüf '
dat lodert de Ode e«nw altiw» baodebbetnliKi-
gen met Chiia en VoorlndiS beatoiKten. Sedert
M Me eeww kwamea ei oofc Arabüche «n Per-
lii^e koMiKeden of icevaarden, ja. 76ii Chor-
didUuk [W) kas ab de «««cafiadie cmtddler
Tan InanHnde giédea; b^ ia Ae eeistt, die deo
Mheelen ani)4wl lermeldt en taonrigk jaiat ia
hoofdtrekken beeclinfft, Tan Atjeh at tori de Ho-
lukken toe. Of bem folgda (851) de BagdMJadie
koo^an SaUxmim eo TeciDoedelijk meug amder
reiai^T; want ipoedig begonnea de Arabierao
mtb is lanliada te veatigen en er de imoeriDg
laa den. Iitam toot te btreidea. De groote Ara-
" ' : I6n BalMtak betocfat
Ifa Hoeait en (1486) Fei Hiiji, beide
daanaobe Cbiiteeaen, Urwgl reed* Tcoeget (1292)
ab Berate Ëviopeaan Marea Polo Stönatra be-
tocht, na beoa (1482) Nieold éé OoiUi, die leer
waaiKhJinlgk behalve op N.-Snmatra ook op
Jafa i« geweest. Hoewel dua op bet einde der
15de etmw tan «n ander oantinit iMnlinde be
kend waa^ ook in Earopa, werd feitel^k toch
«ent de tinier, weUce deM eikodeD tooi de
WeateiUn^an ala in een gebeimciiinig waas hnt-
d«, opgelicht na 7asoo de Oama'i beroemden
tocht naai Toof-IndiS |14BS)^ waannede de loo
lang gesocbft leoweg naar hel ink der apeeerqen
•n andere koaïbaaifiaden ftwonavn w««.
Da aoo how geiebatte Indiecbe orodneten
kwaun ook wel iceds gKdnrende de HiddelBen-
wen ae&i Eurm», maar slechte in betrekketgk
ftringe hoe^eeflieden «n orer land (Egypte en
lein-Aaifl], en nadat de leuken meester waren
Eiwordea van bet oostelnk bekken der Ittddel-
ndscbe Zee, dreigde de handel in infitdie wa-
ren g'Aeel te niet te gaant DertMlre weid de
weuMi, om leli, «n wd over ae^ Indil te berei-
ken steeds loiondiger bü de toenanalige handel»
volken, en einde^ geldte het den Botti^eMn,
den ieeiw«g te viukn.
Het het optreden der Eatc^Maoen als reni-
geia, ontdekliers en T«roTeraau te Itwnlinde be-
gint een nimwe penode in de ontdikkinirage-
•dttedenii, w«ai4}g de Portngeesen een timaDg
de ledding hadden. !NMlftt duen lieh Tan Malaka,
het toenmalige middelpuot van den handel in In-
dtaebe waren, badden meester gemaak-t, ont-
stond ^oedi? bjf ben de wen«{4i bun invloed
over de eilanaea Tan den Indiecbea AreUpel ttit
te breiden en vooral de Specerg -ei landen of Mo-
hikken in betit te nemen, Reeds yó&r de reroTe-
ring van Ublska (AngnetDa )5]i]) waren ijj lati
het N. vsn Sinnatra in aanraking gekomen
(1509X en emirdddlük na de Tennering lond
AUmquer^mt eenige lebepen onder Jnfamto
d'Abreu naar de Hohikken, de eerste rei* tsji
EnrofMesehe aohepen door den Arcfaipet waarbq
de Baadaetlanden beoodit weiden. In 1512 rer-
Bcbenen ^j Cfi Tenaite, en tien jaar later ler-
kragea tij hét monopolie van den knudsagcj-
taandeL Toen hadden cieb echter ree(b of hat tOt-
Irari^ 'Hdare Btedediofpeia geTeetigd, n. 1. de
Soanjaaiden, die og de reis Tan MagtÜuitnê (aie
aldaar) de PbiÜ|ipi|Den, Broeoei (op Bomeo), de
Soeloe- eilanden, SalmaJiera, Ba^an en andere
eilanden aandeden en siA of Tidue fevtigdeii
(1521), eebter spoedig bnn aaunnken op deHo-
inklen aan de Fortugceien atatonden en alleen
de Fbil^Yiqnen beset hieUen. De Portogeeie»
Tonden in hun monofMliofxditiek, welke veel
T«n>et bg de Tolken nu Insnlinde tütloUc^ een
wrfkonoe ^leiding om bon inrvtoed en maekt
nit te brüdei. Wd bieren de HoUdcen in del
O., Hakka in het W. hna booMreeticingen,
maar ook met de PaMeaehe eüanden en Nienw-
Qninea, Celebet, de Bangernlaoden, Bomao, da
Solor- en Teidere Kleine .Soen^ülanden, aUook
met Jsnt en Snnatra, kwamen ig in aanraking.
1b 1580 geraakte fortnal met iqn kolonWn in
de macht der 3paiüa&raen, en toen bet land in
1640 aqn onafiiankel^Uisid terwkreeg, waren
de koloniBn in Insnliöde grooteadeele verloren
gegaan aao een inraiiddek opgetred«i nieuwen
mededinger, de Nederlanders.
I«ngen tgd hasMen de Nederlanders de In-
dische waren te liwabon; toen nu de Spaansdie
koning, na ign abwMtng Jn 1581 door d« Noofd-
NednrlandacAie gsweatei^ den NederlasdMbett
handel wilde kmd&en door in IS8S MTerwacbts
alle NedeiUndadie «ebepen in de bnTena van
Spanje en PoiüRal in beslag te doen nonen en
wl)mni te v eikWren en een herbaling van dien
maatngd elk ooaeabllk Ie vreeien ttoaii, beslo-
ten de Nederlaaoedie koofriieden gmolc te ge-
ven aan een bü sommigen reeds lang gekoeateid
Toonumen, n.1. cca te traditen leif den weg
naar IndiB te vinden. Reeda hadden enkele Ifc-
deiisndeis, Af Eooak Jan HugtMiu van Liiueko-
ten in Portufeeidien diens^ öi looala de predi-
kant.geograaf Petrus PUmeiui door tntachen-
komat van derden, eendge keonia aangaande In-
difi weten te Teckrggen, Msdaiiks de gdieimboii-
ding TSB Poptngal, dat leHa op bet nitroereo
Tan leekaarten de doodstiml stelde. Ook werd
getracht in Portugal aeU iniiehtingen omtrent
den te volgen zeewes te veikr^gen^ en den 3den
Aoril 1595 leDden 8 schepen onder Conietis ift
Houtman en Ja* UotmoÊT als sdiif^n, van de
Teede van Texel nit en bereikiten den 5den Jnni
1506 het eiland Engano aanSnmatra's westknat,
den 2Q>ten Jnnt Bantam <^ Java's noodknet. Na
nog eenige snkre ponten aangedaan te hdiben.
weid den 26aten Februari 1597 de tenigreis
aanTaaid en den 14den Aogoetas Texel weder
bereikt. Daarmede was de wag geiMand, en wel-
dra volgden nieuw« tochten, too reeds iq 1598
die vaa Jatx^ van Neek, in Ifi99 die Tan Wav-
Kgdc, die de Hobkken beiodit, ens. Hoewel bjj
denoekingen.
D,o,l,zedb,GoOgle
voorgKFtid Btandei^ g»en tij toch aanleiiHng tot
een snelle mtbiuding der iMi()ri^ak:nadige keo-
Dis ran iDSDlLndA, welke tot dd«B t^d in hooM-
Mtk beperirt w« tot taetgeen dtwemtieDt in het
wetk TUI Fan Lituehoten (lie fthlur) weid me-
dwedeeld. Van groote bet«ekeiiia «as in dit op-
rieht de Btiehting (16(6) der Oost-IndSsiïhe Cem-
pognie (sie kldaar), wql tbani ireklrft op oader-
tdiek^a eilkoden vute DedertettiitgeD plaats
hadden en oodanocÉiDntiKhten anJenMmen
«enden. Zoo «erd in 1605 de „IhnAen" onder,
WiUam Jann. tan Bantam nit^eionden naai
Nien«-<3irinea, oo «elke lei» ook de CaTpentaria
Golf aan ATiftiaDCB N.-kiMt bmoeht «erd; «aar.
op lal«r uiemre todtten naai die Oobt en SJideie
'deden van Anatialii Tolg<den. In het W. tan
Inffnlinde TÏel bij de kuiut dei Nedeihudeir»
(Tcen Dienw land Tin beteekeoie neer te ontdek-
ken, ia het O. en Z.0. «eidUi ^loedig de gien-
len Tan Ininiinde bereikt, en daairoede eindtg-
den onmtieeke het midileD der 17de eennr (1644
t«eede leie lan Abel TMtnan) de onderaodtinga-
to^ten der Compacnie. Wel werd nog een en-
kelen keer een oaderioeker, looals Rumphiu»,
door haar ^tenniï. maai OTerig«na bekommer-
de z» lidi niet veel om de bimeManden der
elanden, «ül lulka Toor baar doet, groo4e «ia-
vten door den handel te behalen, niet noodSg
was. ZeUo «end het leiten in die binneahiKlen,
erenala het pniilieeeren van kaarten van de
eilanden of biin ondeideelen, Terhoden. Hierin
k«am eerrt veiaiidetiii^ na den val dei Comf»;-
nre, das sedert hot begin dei 19de eeuw, boen
loawd «etenscha{>pelÜke drang, ak de eiscfaen
<lei piaetgk de noodiakelijkheid leerden ineien,
om Tta tand en volk in lawHnde een grondiger
studie t<B maken, dan tot dosrei het geval waa
Mweeat. In i£t i^ieht maakte lieh tijdene hed
Ensehefa tunolieMieatnai de taitenant-gooTet-
neni ran Jara, air Thomas Slamtard Raflles,
leer Terdienstelnk, en nadat de koloniën in het
beiit mn Nederland «aren t«nigg«keenl, begon
een teeks «eteoeolKipfidqke onaenoekjngitoeh-
ten op de Teridullende eilBDdo4 «aanloor de
gei^rafiaefae kennis ran InMÜnde met renien-
■ehreden is Toomitsegaan, al lalt er nog, moral
in het ooeteTflk deel van Inanlinde, «eer Teet op
dit terrein te doen.
Hi« ter plaatee kunnen alleen d« Toornaamïte
reilen op (k Ikoofdei landen vemieldiiK ^nden.
Een der TioegBt bekende deelen ran Insnlinde
waa ooget«Dfe!d, looals J^ed» werd oppemeikt,
Java. Maai al «aa bet eiland op bet oinde der
18de eeD« in gtoote trekken bekend, tocli
- l>egonneo ook hier het «eikel^ geografisch on-
deraoek en de weteDscha^pelfake waamemingeii
niet vóór de 19de eeD«. Zelle de kennis oer
knaten «as geftirriiki^, en eetat d^ Java-ooilog
deed de behoefte aan goede kaarten gtrroelen;
daartiii vermeerdepde met de toewemendie veitig-
bedd het aantal leiiigen en steeg voortduieni
ocA het «etenBcbaweluk Kc4ialte der «aanKinin.
gen, ïooala uit oe werken da er onderzoekers,
ttaffles^ Junghukn, Bleeker, Selberg, Van Hog-
vetl, Perelaer, OrOTiemon, Verbeek, Fennema,
Van der Slok ena, Mijtat. Terw^l de tnsten dooi
den Hjdrogialiachen dienst nw «keurig opge-
meten «erdeo, «a< de Tqiogr&fisehe dienat bóug
met het inkaartbrengen van den bodem, en wei-
den op ieat «ÖM de boa«stoffen Teraametd
de mooie „lUsideDtiekaarten". Weldra be-
na o<A bet miiteralo^^iaeh^eologiech onder-
u)^ «aaiun de „Qeolo^sehe taart van Java en
Hadoera" met beedtijJTui^, door de mgnin^e-
nienrs Verbeek en Fennema te danken ia. N>et
minder aandadit «erd aan de bevolking, asn
de planten- en dierennereU en de cultnnn^
wassen, alsook aan de meteorologiselie versehqu-
selen en <£e der lee g«wgd. Er verschenen dan
ook aebteieenrrotgens oiver Jan, een drietal stan-
daudwetken (fan Raffies, Junghukn en Veth),
looals ei geen enkel over eea ander eiland nn
den Arriitpel bestaat.
Al ign ook de eerste berichten untnemt Su-
matra Van even oude dngteekening ab die van
J&va, toeh bleeJ o«ae kennia van bet binneiriaud
eenweu lang niterst geringt ja bepaatde licfe on-
ie kennis van bet eila»] feitel^ nog in het be-
gin der vorige eeuw in lioofdiaak tot dte gedeel-
ten der k'OBt, «sar bet Nederlandsch gezag ge-
vestigd «as, tenrijl uHs beden ten dage nog
^een wetensdMjipedüke 'besetirn'ring van bet
eiland in ijjn geheel moge^k Ia. Elchter
hriAwn militaire exiwditóea, wetensehappelifke
reizen, geologösch-minerslogiaiAie nasporiogen, in
Teiitand' met de werkiaainheid van zendelingen
en de veeti^ing van landbouwondenieimingen^ on-
ze kennie met weinig venueerderd, terwijl de h;-
dragrsifisdie en topc^Taiisdie dienst van een aan-
zienlijk gedeelte des eilands goede kaarten bd>-
ben gelaverd, de mijnAngenleuis het eiiand ten
deele geologisch ondenooht hebben. Onoe ken-
nes van Atjeh dvffteekent van het begin van
den Atjeh-ooilog (1^73) en «erdi niet weinig
vennterderd door de onderzoekingen van Snouek
Hurgronje, waaioaaet ook Kniyt, Langen^ Jaeob»
en ViAt genoemd moeten «oiden. De Bataklan-
den weroen bereisd door vele zendelingen der
,Jtheiius(be Hiesions-OeselLs(diaift", alsmede
dooi ondenorikers als F. Junghukn, Henny, Cal*
Banm de Roet, Hagen, Moitigiiimi, Wing Ea*-
ton, Volx e. a. Midden Snmatia «erd bet eerst
beter bekend door de Padri-ooilogen, waarop
weUia d« reilen van leden der „Katour^yndige
Commiaue" (Mütler, Hömer en Korlkali) voeg-
den; Van nog grootet beteekeuH «as de expedi-
tie tot ondenoek van Hidden-Snmatra (1877 —
1879) door het N«i Aaidi.-Genootschui nitge-
Kinden {Sekouw Sanlvoort, Van Hasmil, Veth
en Sneileman), terwijl uit lateren tijd vooral de
rds van IJxerman dwars door Sosnalra, het geo-
logisch ondenoek van Vefbeêk, Fennema e. a. en
de militaire eipsdilliee ia de Qajo- en Alaslan-
den, in Djambi en Korintji veimddiag v«rd>ie-
nen. Dergdqke eipeditlee beUien, in veAand
met het geologisdi ondierzoek dei mqniogonieurB
(Verbeek) o! van bnitenlandiche geologen (Erb)
en reilen vm natanronderzoeker* (Öramberg,
Moknieke) en ambtenaren [De Sturler, Slorm van
's-Qrmejande, De Clerq e.a.) ook ZniiiSunatra
beter leenn kenoen. Aan de bestnuitamibtenaien
betiben «ü ook menige bgdrsge cnrer Ooet^nma-
tra te <^ken (JVebeAer, 8eAo<^ Nenmann, Van
Deldm, fats, Vm Rijn van Aucemade eni.). *
Op fiet eiland Bomeo iliadden «el ia waar reeds
tegen het einde det ISde eenw eenige reizen
DigilizedbyGoOglC
S'uti dcoc f. J. Hartmann tengeaoit dar O. I.
ompagnit, die ». a. in 1790 den Buito tot
Mo«uB Taweh (J* Z. Br.) bevoer eo op een der-
deit tocht bij llonteUt Termoond weid, muc
eeiet ba 1S20 i>«nt bet ood«no<k der biiuteii-
Rmden tan eeni^ beteAnia, Zoo beioer Tobiai
iD 1S2] als eerste Ewopeaau den Espoeai tut
SuUng, ODtdekte Harfmami in 1823 bet Daoan-
f;ebied ea droog Oeorg MiÜler tmi het W. uit
angs den Eapoeat in 1823 tot l<13'/<* O. L. door,
beiver later den Uahakkam ui bereikte daarbg
van bet O. nit byna de fiA, tot waar hg vioe-
ger van nit bet W. wai doorgediongen, doch
werd hier vennoord (1390). Daarofi Toteden de
leizen van Henriei ia W.'Bonieo, van onduachei-
den ambtenaren (Van Lj/ndtn, Wtddink, Van
DeiÊiM) en vooral van leden der .Jlatnnrkandgge
CommiuBe" (S. MüUet, Börner, KortkaU), wier
werk werd n>ort««Mt (1843—1847) doot het lid
Selnpmer, een Daitsehei, die ala de eerste we-
twaehappel^ «ntddüur en beMbrgver van Ne-
derlandflêfa Borneo kan gcMen. Na 1850 hadden
een tödlang geen gtoote aardrükak nodige reiien
plaats, maar begon bet onderaoek der mjjninge-
nienra (Di Qroot, Svenrü», Verbeek, Hooxe, Van
SehetU ea vooral PoietMx en Wing Eatloit}.
Terwgl de regeeiinf in 1886 met een topognlt-
sche <^Nning van Borneo's Westeratdeeling be-
gon, namen mant ook de groote en ditmaal we-
tenecbappelgke reiien weer een aanva^, waar-
Tan de eerate dooT de ,3Iaat»ehBppg tot Natunt-
kundig Ondenoek dei Ned. Kolonitn" op touw
geiel en in 1393—1894 door BüUikofer, Molen-
graoff, HaüitT en Hiemeenlim» uitgevoerd weid.
Wel gelukte het niet dwars door het etland van
W. naar O. te trekkeo, maar Molen^aaff slaag-
de er tod) ÏD, nadat de waterecbeiding tussebBn
den Eapoeas en den Habakkam bereikt waa, van
bier nit langs den Barito de Z.-knal te bereiken.
Ongeveer gelgktudig volbracht de kapitein van
den reneralen stal van het Indiache leger Van
der Willigen^ in opdiseht der regeeri^ een
dieDstreJB dware door het eiland, ita Eaipoeat
stroomcm- en den Mabakkam stroomalwaartc,
loodat hij d« eerste ia, aan wien sdHc een tocht
gelukte. Spoedig daarna volgde lansa deielfds
route een raia van SteuvoAuii (1897-1899),
die onze keonia der bwolktng in booge mate Tér-
meerderde en later, in oodiidit der legeering,
gevolgd werd door een nieuwe reia, waarop hg
(1898-^1899) langt dnneirden wig trok, terwül
bq vervola^t een reii naar Cüitraal-Boineo
(.1899— 19IX)), den Uahskkam stroom opwaaiti.
ondemani en daajb|j de tot duaver geheel onbe-
kendc Keojastammen in bet N. 0. beBoebt. Ook
ambtenaren (Tromp, Spmn e. a.) hebben in de
laatste jaren onae kennla van dit eilaod niet
weinig vermeerderd.
Oelebes was steeds bet minet bekende van de
Qioote Soenda- eiland en, en onie kennis van een
<;roct deet der biniienland«n waa dan ook tot
«oor weinig jaren nitarat gering. Stelselmatige
'ontdekkingsreizen vallen er riechts enkele nit
den joDgsten tijd te vermelden, terwijl wü daar-
entegen juist bij dit uland veel aan de werk-
zaamheid van zendelingen en dienstreizen van
srobtenareD te danken beU>eo. Daarnaast héb-
ben odk hier militaire eipeditiea en ondeiooe-
kingen van ingningenieora vele bjjdngeo gele-
C'ien (1850), welke zich echter tot de knat
erkte. Toor N.-CeMbes waren de ivma der
natnat ondenoek e ra Reinwordt (1831}, Bledcer,
Van Svreeuvenberg, Biekmore en Von Rotenberg
van belang, daarnaast de tochten van aoAitenaren
en zendelingen, looala van Biedel, QraafhndiDe
CUreq, Mutiehenbroek, De Lange^ Sekican, Wit-
ken ea UUere. In nieiiweren t^d reiaden bier
Sekelle, Wiekmann, Sidne^ Hiekitm en vooral de
Zwitserscbe naton ronderaöekeis Fr. en P. Saro'
rin, die van 1893 tot 1896 Celdm in veracbil-
trokken van de OcAl van Bone tot de Ooit van
Tomini. De znidbellt des eüaada werd nteet be-
kend door de reizen en besofarüvingen van Per«-
bur. Van Staden leu Brink. MatllU*, Vm ffoa-
»elt, Liglvoel, Sn^lhatd, Bakktre, Wiggen, Oer'
ten, braam Morrti en de professoren Weber «d
Wicknuma- \a de ooatheUt werden enkele kasf
gedeelten door Van der Uarl, Vatmaer, Miülk^e-
ae« en Boueher, alsmede door de Saromu ond^-
zocht; de vermeerde rjng der kennia van bet bin-
nenJaod ia vooral aan den zendeling Ktnyl, do
natuniondenoekere Jfmrsr en Von Rotenberg, den
ambtenaar Van Uueienenbroek en vooral aan de
Sorojuis te danken, terwijl de ktgcagebeortenis-
sen der laatste twee jaren (zie Cêtebeg, Qetekie-
deniei Centraal- Cel H)es geheel ontsloten hebbeik
Sedert bet begin der 20ste eenw wend onie
kenois door tal van meer oJ minder ofnvangrnk»
ontdekkingsreisen niet weinig vermeerderd. Zoo
bereiede I. PllUjer Java, Somatra, Celebes en
de Holukken, B. V. Pederien Z.-Somatra en
Java, K. Oietenhagen Sumatra; W. Vali beaochk
in de jaren 1899—1901 vow de tweode maal Sn-
matra, in het büionder bet Z. en de Padangscbe
Bovenlanden. De resultaten van dese reii vatte
hg' samen in zyn weik: „Zor Geologie von Sn-
matra". In 1904—1906 beaooht b^ in opdracht
van de Koninklijk Pioiaieche Academie van We-
(«nubappen te Berlijn, Sumatra voor de derde
maai, waarbjj bq dde expeditiea ondernam naar
de Bfttak- en Qajolaoden, ter beetodeefing van
den bouw van het gebergte en van de vulnoeo.
Eij vertoefde een jaar lang onder de Bahane ___
den Ifahaksm voer in '1900 de Boh w en kwam
aati gene iqde van de wateiseheidïng bg de
vroeger zoo bemdite SajanstanMnen, waarover
lijn oordeel evenwel leer gDMtig luidt. De hois-
industrie, vooral de pottenbakkerij, bet smeden
en de ornamentiek staan bq deae stammen 09
een boog peil. De vrucht van zijn reis waren o. k.
„In Centraal'Borneo", (Leiden, 1901) en bet
meer omvangrijke werk „Qoer dureb Bomeo"
(2 dln., Leiden 1904—1907). A. Maaex en Klei-
ueg de Zwaan bereisden in 1906 het binnen-
land van Sumatra. Maait deed een eflinalo-
gjeeh ondenoek \m de stammen van het bin-
nenland, terwgl Kleiweg de Zteaan aaAropo-
logische onderzoekingen deed. lo heltieltdc
jaar vertrok onder leiding van mevnraw Se-
ieiika en van den geoloog Elbart de Trinil-
DigilizedbyGoOglC
expeditie nau IfiddenJaTt. otn den oodu-
dojn te buwlen tu de'beendeieidweii^ wa*ria
Dubou bg het dorpje Tiinil de oveifeïglHlen van
het geramte vao den fitheemUhropiu ereebu
had gmonden. Het leaaltaat waa, ilat 4bm lagen
londen behoorea tot het dilnviale en niet tot
het tertiaire tvdTak. A. R. Spom ondsnodit
0.-£oiaeo, itntiil B. D. Verbetk een seolo-
S' iaehe beéehigving Tan de BandaeilaikkD lerei-
e. De Kwjtaer ff. Hirëchi tiofc tweemaal langi
nog OEÉwkende we^n dooi PoitogeeMh Timai
om een onderioek in te itelko naai petioleinn-
broanen; daaitü k(A) bg bet vooikMnen van Jd-
nlagen vaMteUen. N. O. J. HieuuenJamf be-
klom in NoTembei 1906 tooi bet eent den vul-
kaan Batoer op Bali. J. B. W. van der MUtm
ondeiaoeht het eiland Boeroe, teirwjjl J. W. Tiuot
mn Patot in 1907 bet ZJuktte en gnwtat« d«i
'AiMfiilMtden bereiide, van welk eiland hg een
kaart poblieeeide. B. HtrieAt ondernam in bet
Tooijaai van 1907 een Keoiogiiehen ondeiaoe-
kinplocht jn bet noz odbekende deel van bet
gebied der livieten Moeroenj en Barito in Cen-
traal-Boineo. Kapitein L. S. FiieKer beBindigde
in 1907 een veie door het N. O. van Nederlandbcb
Borneo, waarop liü den bovenloop vbd de Baban
MMm, Jf. Moixkovigki bereisde in 1907 O. en
Centraal-Sumatia. Het landMbu Bad» ten W.
van bet Foio-Meer in Midden-Celebet werd in
sebe expeditie naai de Soenda-eilinden ondei Si-
bert vertoefde 8 maanden ep LonAfok. Hat kiatei-
meer Segaia Anak werd DBvaien en de hoogte
van den aangrenxeiMlen vulkaan Ooenoeng Bind-
iani bepaald op 8600 m. Luitenant H. Qramberg
beiewde in 1908 N.-0.-£ornea. Eg tiok «ver de
waterecbeiding tuitchen den Uahakam en den
Kajan, voer doea at tot de monding van de Me-
iera, \t6k (Hn de etioomveieDellingen van de Ea-
jan en ging daarna over land naar de Bahau,
welke èn «troomafwaarti vol^
Selor. W. wOn Btmmelmt ooAta . _ . _
Eiakataa-Heer ten einde na te gaan of er na de
peiliaffen van Verbtek, kort na de nitbargting
van 188S, bodenneranderiiigeii badden plaata
gevonden. De waBrgenomen veranderingen kan-
nes edUer volgani nem uit mechanische afqtoe-
lingen woiden verklaard. S. O. Abendtmon on-
deiMM^t in 1909 voor bet eerst betW.-ljjk
Ecbiereiland van Celebea met het oog op ontgin-
baie delfsttrften; een inlandsoh tandmetei nam
den weg in de weinif bekende streek op. Daams
vertrok hg van de Golf van Boni, dicht hg Pa-
lopo, trok door Mamara naar Enrekang en be-
reikte te Pare Paie de Stta&t van Makaaar. Daar-
bg bleek, dat de S»deiig de voornaamste rivier
van Celelws is. Ten slotte poogde big om, dwara
d«oi bet Z.O.-lgk sdüereiland, van Maüli aan de
Oolf van Boni naar de OoU van Tomini te trek-
ken. Hg ging lai^ de MaUli-ririeE, tot waar ig
orfiondt Hwiaifaaar Ie ign, trok over de 500 —
600 m. hooge «ateracbeidiiig naar bet Matoena-
Meer, «nderaocht verder bet Toe woeti -Heer, als-
mede twee DOK onbAende bekkene, maar moest
toen vavwege den ragentjfd de verdere reis ofige-
ven. tn 1910 ondernam hg ofinieaw eea tAcbt
dwara door Cel(4iea, en wel In het midden, van
INDE. 713
het O. naar het W. Tan het Z. iiit reisde hg
over het Poao-Meer naar bet landsehu Badi en
langs den Loriang naar de W.-fauL De opvat-
ting, dat Cdebee aou bestaan uit een centraal
bengmassiel, wsfuranuit een beieketen naat ieder
van de vier tdüereikndMi sou bopen, moe( vol-
rAbendation voor goed OMegeven' worden. J.
Ktmng-Knjf en H. OooF trokken ia 1909
dwan door Z.W.lgk CAeitet. R. A. EtMoul be-
ïoebt in <I9ilO de slaat* van de groote nifbar-
stii« van den Krakatan ia 1S8S. Hei Prinsen-
eihwd «n het Khiereiland Djoenkoelan aan de
W4)ant van Java rond hg woest en odbewoond.
C^ 'beide komt veel msgneet-gienand, alacaede
steenkool voor. Kleuaeg de Zwaan deed in 1910
aniiiropfdogiecbe ondersoeking«n en meüngenop
bet eiUnd Niaa. Het N.ljjk gedeelU ie deebti
ipaanaam bevolkt; in het Z. liggen de domen,
bestaande nit paalweningen, op fieiiveli. De klei-
ne, NTvoldoend gevoede lowoneN staan <^ een
lagen trap v»d oatwikkeUng. De geiondheioetoe-
stand laat^ wegens het beeiecben van djeenterie,
pakken en malaria, te wenBchen over. In verttaod
daarmede kon het ondersodc dan ook niet ge-
heel ten eiode gebracht «orden. Toch werden nog
1300 menschen gemeten en konden loClogisobe
eo etfaftogrWitdie venamelingen wonkn BMwe-
legd. J. Wamtr beioebt in 1909 de eilan(Ien
Misol, Halmdiera, Obi en Timor. Op Hisol kon
hg een rqk gelede opeennol^ng vu lagen van
bet trits tot bet joDgere tertiair aantoonen. Ook
op Timor had bg veel snecea. Ben ijstMoatiscfa
weteoeehappelp mtdeno^ van dat «iland werd
verricht door Q, A. F. Moten^raatl. Hierop volg-
de in 1916 ent palaeoniologiaefa ondeno^ door
prof. B. a. Jonker. In 1910 deed A. Beim gtoïo-
gis^e ondeiHekingen (^ de Soenda-eïlanden,
terw^l O. P. Btmffatr en majoor Spruvl, in op-
dracht van de reseering, in 1910 dt Solór- en de
Aloifrroep ten O. van Flofés bereisden. 0. J.
Deninger^ O. D. Tmier» en B. Slretemann ver-
hokken in I9I0 naar de MokUien om op de«
eilanden een aaidTgkaknndis, geologisch, antbro-
pologiecb en dierkundig ondenoek in te stellen.
Zoowel op deie als op een tweede expeditie, Ja-
nnari-Afrd 1912, wera vooral bet eiland Boeroe
dootknust. De eerste planoen om de laeètraart
in dienst van het wetensefawpelgk ondenoek van
Insgiinde te etell», ign anomitig van wglen
den leeottieier Rawdialdo. die dooi ffliMel van
een beBtaarbaren IncbttiaJlon Nieow-Oainea wil-
de ondenoeken, maar btj een vliegoogeh^ om
bet leven kwam. Eenige jaren later werd dooi
den Zweed Eri MjOber^ het denkbeeld getw*'^
Nieuw-Ooi nea met vliegmaebines te ondenoe-
ken, welk [dan eebtei tot dusver niet tot uitvae-
ring kwam en in vakkringen ook weinis bgval
vond. Het plan van den Nooraefaen onldekkings-
reiiigei Oarl Lmnholtx voor een weten scbuipelg-
ke leis door Nienw-Gniikea w<erd vergdda dooi
het uitbreken van den Wereldooriog; daarente-
gen deed hij in 1918 en 1914 belangrqfce ondei-
loekingen op B<wiieo in het stroomgebied der
Barilo. Voor het verdei onderwek vaa Nieow-
Oninea wrw^ien wg naar dit eiland.
Naatn, Ligging, Orenxtn. De tenn-
wooidig veel gd>nukte naam Insulinde (La-
tgn: vuula — eiland) weid door BvUattdi iw
DigilizedbyGoOglC
^n .JHu HftTelaar" het «eist ^raikt va
Toonl door prof. Veth in de aftrdrnkAnnd« in-
CMrd. fii) beteekeirt een uit eiluiaen bestuml
iC, dw hetMlTik >h Indise^« Archi-
pel ot aU de Doitsche beDaming „Inaeliodien"
DunuuMt il in DaitcehliDd, mar hict voorbeeld
Tu Prof. Battiaa, ook de ben«iiiing Tmtone-
sie (Oiieksch netot = eilutd) ^niik^ök, als-
mede d^e ytn .JJaUriedier Archipel", terwijl de
Engdschen tmi „"nie M&l«j arcfaipeligD", de
FranscheD vin „l'Inde malaire" of vui ,j'Ar-
(Aijpel asiatjqpe" cprektn. Bepeikt men den
iRMm tot het Nfiderluideeh gebied, dm heeft bq
dat dweUde beteeluDis ste N ederlaniiaeh-
0 o e t-J D d i K, mtei algemeen genomen ia hü
gel^wttiTdig met Anitiaal-AiiatiMlie-ATciiijKl
of, zooala het bq de SaraMim heel) Iod»-Aa-
etraliiehe-ArciiipeL
InaDÜDde itrckt iMi nit tMadben de werejd-
deelen AiiB en AustraliE aan de eene, den Oroo-
ten en den Indischen Ooeaan ua de nadere ij^le,
tiHBdien )8^ N.Br. en 11* Z.Br. en tosadben
95* 40' en 141* O.L. v. Gi. Het bedMi gebeel nlt
eilaodea, Ae grooteiMl«ela in bet beiit «ia Tan
Nederland. Het NederlandBohe Kebied heeft in
hel W. en O. de ree(k veimeMe grenaen en
Blrekt lidi in N.-2. itehting tuKbeD 6* N. Br.
en II* Z. Bi. ml De bgging toueben twee «e-
tehtdeelen en ïaiee -weiehneeln ia geografiieh
!i merkwaardig, irant datnkior miat de Arehi
pel een leltataixnge ontnrttteUng, vormt daaien
tegen in telerlei opeieht (bodeniReateldheid^ kli-
mut, orpaniBeh leven, gesehiftdéws) een ovet-
nagt^ied, waarnaael evenwel individnee-
igentardifihedeD niet ontbc^bn. Daardoor
il dit g(fci«d in liooge mate een zeer geecbikt
teriein tot beitodeeriog en ofiloeaiDg vao' weten-
sehappalgke Tiaagetnkken on veleriei tenein. Bet
NedemndMfae gAied beeft overal natuDrlqke
[water] grenaen, bebalve op die eilanden, waar
tereoB oen andere mogendtieid gevestigd is. Hiet
^jn de grenzen dooi traetaten met de betreffen-
de mogendheden geregeld.
ÖTOndpebied tan N ederlandieh-
tndië il net complex der landstreken, vroeger
docr de OostJndiecbe^omipBgnie, daaniB aoot
den NedeHandidien Staat v^nltregetk, door vei-
ovedog, door occopatie of dooi bet aangaan van
overeeniomiten, hrtaö mot andere Eur<q>ee«*ie
mogendheden (tiaetaten), hetzS met inlandeebe
vorsten of vcdheren (meeataf contraeten ge-
noemd).
All men van alleen nit een hietoiiach oogpunt
belang rük e ovei eenkom el en afliet, zyn Qroot-
Brittanni§ en Portugal die eenóg« rpen, waar-
mede Nederland tractaten ten «^idïte van het
grondgebied in Inanlinde heeft aanvegaan. Het
eerste verdiag met Engeland waa &t van den
ISden Augnstiis 1314 te Londen. De eesdiillen,
iraartoe het wéldra aat^iding eat, leidden tot
het tnactaat van 17 Maart lgtï4 te Londen.
Nieuwe geiehillea bieiait voortwloeiende, wer-
den opgelost door net traetaat van 's-Orarenbage
van 2 JftrvODber '1871, waarbQ mi de vrije band
werd gelaten op Sumatra. OvA orver Borneo kwam
bet meer dan eens tot giMhillen met Engeland,
100 bfl de vestiging van Brooke te Serawak en
l»ter toen de Britidi North Borneo Compan;
nitgestrektie landotreken in het N. des eilaodi
had verworven. Het tiaetaat van 20 Juni 1B91
slelde «ndetiï de grens tosecben Britscli en
NedeitandBch Borneo gifmaal vast Ook op Nieniw-
Goinea ii nilkB géb«DTd bn traetaat van deo
ISden Mei 1895.
Heilhai^de twisten tueeeben igkjea op Timor,
die 6f onder N«derlanAdi, Af onder Portngeeteh
oppeigeaag stonden, leidden tot het traetaat van
Liflsahoo van SC April 1869 en hter lot dat van
den lOden Juni ïmS, waaifcö faeparid werd, dat
een Comöriewe «on worden ingeiteM, om d«
gnn» Daawkenrigier te iQg^n «n vooral om de
enclaves looveel mogeUjk te doen venvaJlen. Bq
het verdrag van .1904 is inIkt e«heard. De grens-
Kwerd iMi 100 geregdd, dat het landsdiui
acatar mergegaaD is in Portogeeaab bestt, de
landBcbapgen Noimoeti, Pahaka; en Tamim Ai-
Ifda un Nederland kwamen. Den leten No'fem-
ber 1916 heeft de oveidraebt phats gehadl
Door de genoemde tractaten is dns sledtts ofi
eiÉele eilanden van den Indiuben Alvbipel «en
min of meer voldoende n^nuctaeMKng *Mt|^
steld of aMians voorbereid. Zq geldt satoni^
absolunt voor de eontraeteereitde partyen; te-
genover andere mogendheden ikdrts in aoovene,
ais zij een reditvrermoeden geefU dat het ildM
oniohreven g^ied tot Nederlandech-IndiB be^
Hoewel bet om veuefailkode redenen >e«r mtn-
Bshelük lou <gn, dat eea volkomen juiste en
nauwkearijce omechrgving van het NedeiianilMè
^ . . . in Ineulinïde van regeeiingswoge
worden ^geven; is iS nooit beproefd gewor-
den. Het R«geerJn^e'RegMment hoodt mik een
omBdiryvin^ niet in een zulki in sooverre te-
recht, all ig d( te gtotiaal son vki en dos taista
«eggend, Of in een niïvoerigen eatafogns van landen
zon moeten vervallen en dan givaai ton opleve-
ren, dat een «f ander gededte son worden over-
gelagen. Van den anderen kaort blgft Mbter het
gevaar bestaan, dat een of andere landetneek
ons door een vreemde ffiogeniBieid beliwiit kan
wonden, of dat liA feiten herhalen als hg het
eiland Galam, dat door Engelicbe schefwn ge-
tnchtigid werd. In de riAting reeds door Boiid
aangegeven, om onie titels, waar die tw^feta^-
lig waren, te beveitjgen, is in de laatelê hoAfe
eetrw ve«l gedaan; oo de groo^ eilioden vooral
is, waar dit mogdyk woa, gestreefd naar het
breqgen der knsletr^en onder ons oroergeiag.
Binnen bet grondgebied van NedeiiaiHwéh-
Indië bestaat groot verscKi! van re<ditstoeetaiid.
tengevolgie van het recht van lelfbeituor, aantal
van fttaatjei en volkwen gelaten. Ook daartig
doet ïidi mi en dan het g«nia eener jniste
grenischeidjng ^efvoelen.
Het grondgeb>ed is veidedd in gewesten; de
indeelisg daarvan gesctüedt door oé Eoningin.
Voor bgaonderhedea dier indeeling lie Bestuur.
Vetten rechtelijk beboort tot bet gebiod van
Nederlandedt-JjidiS ot^ nog een strook lee langs
de koit, lieh uitstrekkende tot 8 Sngelscbe mg-
len buiten de laagitc eUielinie. Dasrooder v^en
ook nemtraten tuiidhen landen van Neder-
land sch-Iadi E, die een veibindJng vormen tos-
scfaen Ti^e leeGn en dns een intern ationalen sse-
w^ uitmaken. Zoo ii naar bet oordeel d^i N«-
DigilizedbyGoOglC
dwi&ndsclie Tegeering atioat Bali geheel N«d«r-
Undseb territoir.
Qroatte tn verdeeling. D« oog&Ten
omtieirt de groote wijken dok kItaii elkaoaeT al,
doordat ds ilcaatt«n tui itik eUandm Uog niet
voldoende betromiMar zgn, om eie gronthUg
Toor iuHi«%<arige ofiinetio^ t« knmen dienen.
ToImu de joncBte i^eennm>oblic&tf~ ■-..i...
het N«darIaadMne ffebicd in iMolinde
vldte nn 1 915 Sf7 t. km. ot oi
lablic&tieB beelaat
een opper-
ongeTf
de t^penitdite nn NederiMid. Hel niet-NedeT-
lutdKafl ^eeÜB van Borneo ie 197 694 v. km.,
pMta^eesdh Tïidot 16 248 T.km. groot, temöJ
de MA de Vereen^de State» van N.-Amerika
tortiebooreiMle g^o^ der Ftulippqnen 296 IBQ
T. km, beelMt. De Duitsebe en Ëngdecbe èeitt-
tingen op Nieaw-Gniaea worden tot .^MtraliB
Sekend, betren met bet Neder Unfa<Ae ^-
Ue aMeen vp Mstorisebe gronden niet ge-
benrt.
Naar twn natnurlpe gesteldheid iteminen de
meute eilanden met AziB overeen; alleen Ni«DW-
Otunea met de omringende eilandeni en de Aroe
gro^ beiifrten een dnidelijk AoatraliBdi karak-
ter. De pogingen door Watkue e. a. gedSsn,
om een aeberpe grene^n te tiekten tmBMAeOi
een A«ia.li«eli weetelök en een AnstTsJisch ooete-
luk gedeelte, ata onhoudbaar g(A>l(ien en tiébben
alken nog faietoriBcfae waaide <zie Wallair,
Omwftin «om). Wet vertcKnt bei weet^|^ deel in
dk ofHÏdit meer overeenstemming met Azil en
bet «oetel^ met AnstnliS, en treedt, althans op
loOlogiedi gebied, ten O. van Oelebes en Flores
een i>vergaDgRg<4>ied of), dooh arfieppe giencen
vïllen nergens waar te nemen. StaatKnodig be-
iKort >/i aan 'Nedeo'land en het overige aan Foi-
tagal (de N. O. helft van Timor en het nKbnrige
eilandje Eam^ing) QFOot<Brittanni6 (N. Bor&eo
met ibét eÜKnd Laooean) en de Tereeoigde Sta-
ten van N, Amerils (ide PtiiliWQnen met dta
Boel oe-Arehi pel). Oewoon^k wordt InanUnde in
5 grii^WD van eïknden rerdeeh^ een verdeeling
die echter een weteneehHpe^jkeOr gronddeg
miet, terwjjl de greoa ook met overal lAeip te
treken ie. Het tgn: de Qroote-Seenda-eilanden,
de Klrine-SoeDda-eiJiDdtin, de Holohken, Neder-
]and»di-N)eaw.<3«inea met de PapDeedie en de
Aroe-eilanden en de FUlifif^jnea nnt den Boe-
k>e-Atci^pel.
ZeeSn «on Iii«ultnd«. Q«wi(»Dlök wordt
aan de wateten twsehen Z. O. AiiS en Anstra-
Ki de naiun Anatraal-Asiatisehe Middeliee ge-
geven en daaraan in den meeet uitgebreiden zin
een o^^perrhkte van S*!» mill. v.km. toe^Aend,
WBflri>i| wel ie waar als gremen 24* N, tm IS"
Z.Br. en lOO» en ,140» O.L.r.Ör. worden aange-
nomen. Deie Hiddeliee bestaat oit onderschei-
den ooderdeelen, eoobIs de Ziüd-Cbinee«ri>e-, de
J&TB-, de Cekfcee-, de Soeloe- of Miadoro-, de
MolDkedie-, de Fteres-, de Timor-, de Bands- eo
de Harafoera Zee, die met 1«1 van gohen in de
eiknden doordringen en door vele leestraien
vertionden lyn. Naar de dimte en het boderare-
liSt kannen twee deelen dnidelp onderstftieiiden
worden: «en wefltelijite hdtt taueehen Aohter-
In<XB, Sutoatra, Borneo en Java getegen, en een
oo«telvk« helft, ten O. tan Straat Lomb^ en
Straat MtAassr. In bet eerste deel bedraagt de
lUepte nergene meer dan SOO m, en ^n de bo-
demteminen overal met zachte helhngen in elii:-
ander over, zoodai bet falqUMar ees tranegies-
sifraee vormt, d. w. i. een lee, die ontstaan is,
oostelifk deel daarentegen i« overal veel die-
per, vertoont in z|ja bodemvnnnen etóle heUin-
«en en miit groote eilanden. In de Banda Zee
komen diepten vaj» meer dan 5000, ja op een en-
kei punt van 65M m. rvoor, d<e Cawnaee beeft er
van meer dan 4000 m., elders bedraagt ijj 2000
tot 3000 m. Al deae insinicingen ligigen door een
wercdd van eilanden ingesloten en iqn met den
open oceaan veitwnden door stralen, welke ech-
ter nergens dieper xgn dan 1600 m. Het ooateJ^ _
gedeelte der utddeliee heetaat dan ook feitelf^
Dit een aantal min of meer zeltstandige, door
raggen en diemftela van elkander en van de
open oeeanen gescheiden diepe kommen, nn een*
ketehormi^, dan langweipig gerekt, leer waat-
schjjnljjk inzinkingen dei aaidkors^ wier oo^
eproag met vtthinisehe weikingen en het ont-
staan van dielocatie spleten suneidiangt.
De temperatnur der Anrtiraal-AtiatiBehe Mid-
deliee t>edreagt aan de oMtervlakte gemiddeld
27«— 39* C, hier meer, elders miodet. Op 1000
m. diepte bedraagt ijj 4,6 — 5<>, o^ 2000 m. 83—
3,7* C, en deie temperatnnr blqft conetant ook
op groote dieipten, zeifa beneden 4000 m. Hieruit
Ltgeha1t« d«i Hiddeliee ten Z. mn i
enoTnar {3;I — 3,3 %), waarsohijnlijlc onder den
inffloed van den aanaienïljken regenval, tarwyi
het ten N. .van den ervenaar stfigt tot 8,3 K ü>
10° N. Br., ten Z. van Fonnosa, op 8^6 X. Ook
in het O. van InsnJinde, waar de ragntval gerin-
ger ia, is het zoutgehalte hooget. De Mestaoomes
in den IndiMhen Atehipel staan ^deeltet^k on-
der den invloed van den Zaüdel^jken Aeqnato-
riaaUtroom (zie Groote Oeeaan) en den Aeonato-
rialen tegeostioom, vooral in het N. W. deel; ge-
deeheltjk iqn bet geltstatfiKge stroonwo, die door
de regefanatig afwiseelende iDoes(»vw inden in bet
leven worden geioepeD. Ook de get^den en ds
getijden stroomen b&ngen grooteomels van locale
invloeden aE, zooale vooral de onderzoekingen van
dr. Van det Stok bebben aangetoond, en dmgen
op onderscbeiden plaatsen een teei verschillend
karakter. Het zeewater heeft over het a^emeen
een blauwe kleoF, hier en daar, twnXi in de
Java Zee en de ondiepe gedeelten der Znid-(%i-
aeescbe Zee, is deze ecbter groen, en plaatselijk
ken zij geel, bmin of rood lijn, onder den in-
v4oed van ootelbaie in see dr^vvade algen. Deoe
en de ko ma Ivo mingen op den bodem in ondi^
bekkens kiunnen in veroand met het op vele
(daateen heldere water, de 'looffenaamde leetui-
nen doen ontstaaik, waandoor oe OoM van Am-
bon van ouds beroemd ie.
Boiemgeeleldkeid. InenUnde bestsït
overwegend oit hoogland en wel bergland; al-
leen de kleinere koiaaleUanden veriieffen lioh
sleohts w«na«g boiven den lee^iegd. Ook de hoo-
g« eilanden beslaan ten deele een geringe oppci-
vlakte, bestaan eomtqds nLt een van ^e zijden
DigilizedbyGoOglC
tteï Dit we oprjJHiMleii rulkunkegel. . . .
grootcN ejknden tieedt het butgknif i3a ■uU*
ot btMdeM Wikt«it langa de knaten af, uitge-
londen) op Boruo, wur htt toasehen d«beis-
kstsMD tot diep in b«t 'binnenlmBd dooidringi
Het beiglud Tertooat o*etW4[«id des k«teii-
naa, im «oor eea Met geiins gedeelte nit «raii-
tiere geeteeoten ofgebaami en wordt op tao
pkaltut door werkende of nilsedoolde nJki.
geknwDd De lioosate bekende >r«(tae[IiDK iu
gehed latvlinde ligt i» Britteh Naoid-Boineos
a.l. de KiiuiUloagio«> (4170 m.). In NederUodicfa-
IndiB knnaeii de piek Ttn Lonkbok (3600 m.), de
Qoenoei^ Eonatji op Smnatn (3600 m.) ei *
SmenM op J«n (3670 m.) ili hoogite bei
C"tB. Nederlaodtdi Nieuw-Qnineft heeft
de OBdenoekingstocfaten der Iutit« jaren
toppen Tan meei dan 4500 in.,wMroidet de Jn-
li«D»top (4720 m.), en da CkntoDstoppen (4780
tn.) eeniee Telden na eennrige KBetmi dregen.
OpviJlend is bet TeMcUllend moiphokwiKli fca-
iikter iu de O. en de W. bellt de« AtOü^d».
In èrt O. ligrt een menigte kleine eHuxlen, bf
mn Tulksoiechen oorsprong, 61 «oogniMmdi
bonten, AI koTMhranningen. De omriogemte
leeBn qn diqt en de kniten rö^en oreral «teil-
omhoog. Hier ie oB^twqtcÉd een eenniul m-
maÉOBgeDd luidg<rt>ied door inMortioMn der
uvdkorst tennipperd gaworden, terwql oe
gd>leTen «tukken Terder Terronnd werden,
op de «ene pUM had fardei tanlrerhei pUate
door jndfdag, eldere werd bet land Teigroot door
MMlnbing, door de werking der korMldiertjea
en door het materiul der mfcanen. Ten W. van
Straat Lombok en tu Straat MaJaka is de toe-
stand gefaeet anders. Hier is ds lee onAep en
liggen groole eilanden met ladit glooiende knn-
, tenifil nergens steile breiAraodeD of diepe
.__^.__ _.__. «._ jjjj _^,_j _.
. sqn
len «an het Tatteland lan AaiB te beaeboDwen,
>wdke door een betreUelqk geringe niveatneran-
deriog alleen opfWFTtakÉig daarvan geeebeiden
wvrdui. Eerst aan den bnitenrand ten W. en Z.
dei «landen «n i» ètk X.0. iv den Qiooten
Oceaan is de eisenlgke brenkrand te zoeken. Voor
de bQwndedieaett van de bodemgtatddheid lie
men de afaonderljjks ailaikden.
O « o I o jT i e. Zoowel de aard en de ligffing der
geatcenlei^ ate de dSefrte der omrinnnde leeSn
ftie de kaart) en de orgaaiaehe wereld «rji*en er
op, dat bet eilandengebkod tsb Inaoliiide in
nanw verband staat en te aUen tMe geshHui
beelt met Aait. Zoowel de ovdste, ua Teel jon-
aanlkgen van dH werelddeel werden
g«dedtel^ in W.-^, lit^tiofin IsM^nMe
Mop der MDwei tot' aanaenlqke beffiki
-gplooid:, die mA gedeellelqk in N.W.-
Toortaetten^ daaibq eebter in sentereilanden en
eilanden werden opgelost. Zoo loo^t een keten
Tsn Atl)t«r-IndiB OTor da Natoena-ailanden naar
N.W. Borneo en verTolgena noopdwaarts orer
de FbKwiJHn; een tweede keten loopt Tan wea-
telt^ Uandaaiao (FfaUippgnen) orcr de Soeloe-
«ilanden naar Bocneo, een derde van liindanao
over de Baogireilanden naar Celebea, een rieide
Tan bet sohiereiland Valaka ener den Bioaw-
Lingga-AitM|Hi, Bangka en fiilHton hii de Ka-
ramonI)}awa eihadeo {ten N. Tan JaTa), «en
vijfde Tan Aehter-Indil over de Andamanen «n
NikdMMik naar Snmatra «n TePdet otoe Java, de
Klune Soeida-eUandei^ de Znidweeter en Zuid-
ooater eilanden en nndom de Buda Zee. Al
dcR ketesea worden gcienmerkt dooi de aamre-
ligbeid Tan onde ol Jongere Tnlkanea. ""
Dtet h«t gOTsl met desi Mfstandigen, met den
lantdgtnoentd orenw^digcffl lerlidfiittiboog, wel-
ke oner l^mor, Seimata ta de Teninfer eiknden
n«M Ceiam kopt. Door dUe oadcre plooiingen,
waanan de i|K)ren in den faooldbonw ima den
Areh^ nog ten deele ijjn aditeigebleten, wwd
de grond gelegd tot het Taste geraamte dea
laoOB, wanrcniheea lidi later de eilanden op-
boowAn. In de latere geolagisdic perioden wer-
den deM onde fdooüngen eenter tOMtdnrend s«-
wöii{|d, bier TereAenrd en Terbroksn door be-
wegingen der aardkorst, «kleta doorfweèen door
eraptietfresteeolBn, of weer andne plaataen be-
dekt met jongere lorauties ol tot DiÉterkenèaar
wordeni toe Teranderd door d« weiting ma
erosie en Tiepweeiiag. HeibaaUe niTeanremnde-
ringen braebten tdkena walgingen in de tst-
èonding tnatdiea IsikI en water tenrMg, aooala
door de SorosHia en Abtiidaitoii ta bgaoaderhe-
dea toot het eiland Cdebea werd aangetocmd. hi
da masoioMie psnOde bjff. wsa geheel InstdJD-
d« Ledekt door «en aee^ die sidi van AiBtraliB tot
bet W. rran Enropa uitatrekte en waamit lai^sa-
marhaad door sedimentatie ui- opbefling de
eilanden Tan den Aiehipd opdoken.
IDe ondate bekende lormatte in Inanlidde is
die der anftaelsdM iMen, iwelk« op Snoiab^ Ja-
va, Boraeo, Oalebea, Tlnm, de }ldokken en
Nietm-ODioea Toeikomen in den tdhd nn doa-
keiUanwe kleileien en kwartsietea, waarnaast
ode ^uwaeke, graniet en sanilrtaen optreden.
Weinig ontwikkeld adujaen de fomatiea derp»-
laeaoMbe fwriode te sfn; ag treden dp Ssmauai
Timor «n ui de Holnkkcn op en beboorai tot hot
Perm, doi kotenkalkateen of tot jongere aedi-
menteo, doorbraken lan araptien ^t«antMi en
wel diabsaa. Uit het mesaaofsdi tgdrak Tallen
tiiaa^ }ara- en krötg^naten t« TenneÜèn.
Trias wwd op Samat», Botneo, Tinwr, Roti tn
elders gemMMMn Jota op Bomet^ Celebe^ BÜli-
ton en in de Moliddwn en komt waarawgnlqk
op vele aodwB plaatsen Toor, krijtgesteentü ne-
ep Tele «ilsDden did san de aaanenatelling
den bodni^ looals W Borneo, Cdebea^ Jam
ons. DaareolwveD was da krntporiode oen tnd
Tan loTeodige «rnptioTe «eicuaiiilieid, noala
nü de Tsle etoptidgestaenten (gaMm, diabaa*,
mrfafier, poifieriet, serpenten eno.) valt af te
leiden. Tertiaiie geiteentei bealaaa tn den Ar-
chipel de grootste cpMiTlskte, toowd and- als
Jongepterttairei of vele plaatsen echter bedcU
dcnr dikke lagen dilnfinm «n recente (allmiftle)
voimiDgen, welk» laatste aan d« kosten van rele
»ds in omraag toenemen, in bet
aandibbing Tan de lee en de
rÏTieren, in bet O. meer door koraalTormin^n.
Ook ontbreekt het niet aan Teisahijnselen, die
Of niTcanreranderiogen in den tegünroordigen
<aa|gehrtdMii
„ 1 ook de
weiking. Tan eraptieTe krachten
DigilizedbyGoOglC
HOR' tot menwe *
bodem Mnkiaiag
I hat reliei tui den
In den IadiB(£en Arehicel fadiben doe biud-
ti»re kTtriites in lenehiieoie geulogiMln tgd-
peiken een froote rol gtapeüi, het Tiomt w«ar-
Mbgn^jk tra tgde d«i iijjtfonnttie [Simutift,
Veat-Boineik, Noord-C elfl)ee, Udukkeft); miiideT
(ntedcNHe beiittat ijj in den tgd nn bat «oeeen
en atoKeen, om bij het begin Tan bet mioeeen
veei ace te liTMbtJKef te woTd«L, loodat bjJT.
de grootendeelB uit h«t tpnóa dcT «nifilUenre ina«-
»'• Mmenf^stelde middel- en ^ng-Oeitiure la-
g«Q ittt Jam folgena Verbedi oó Mmmige plsat-
tm «tn diUa *aii 3000 en ajls Tan SOW m.
beiitteD. LangzamerbaDd aam de nükaniKhe
iKifciiiiiiiiiirid al, om op het einde nn den t«r-
tiaiien tgd nogmaftla te atjjgen eo ia bet quar-
taire ^Tak luai mazimam te ber«k«n, lOMnt
toen de tdii^ tegenwoordige Tulkanen geronDd
wetden, die ofi wie plaateen de ondere geateen-
ten met een ifiUen mantel van jong-en^ieTe
^eeteenten bedddien. Deze idkaDen ijja de
a;ate en teneni de boogete beigea lan Inen-
e, bnitten tommd» mtf den oorapronkeègken
kegdToim fFjMJmai, Slamat, Sindon, Semeiae
«oc), igit ecfater op vele plaa4>en door insIcirtlBg
dei kiateiB, Tenreering en eione tot Tulkaan-
nilDM abcaleten. De groolete der inMtorte
baten, de Ringgit in O. Jira, beiit 31 km.
middelen. AUeea op Java TÏndt men 121 vdka-
nen fVerbttk), in hoofdbaak uk andeeiet en ba-
■alt i^tgeboawd, waarraa 14 in hietoriecbe tq-
den «nigtiea hebben gehad, meestal vn aseh en
ateenei^ ileohte 1^ nitaonderiiig tad lava. 14
TiÉkaDw op J&w >ijn boogei da» 3000 m.. Bo-
matra telt 67, Ftorei .17 Toarapowende beigen
MM. Een doorloepende Tiilkaanieeke begint «p
bet Bamneiland ,Mk O. dei Audamanen en loopt
in de lengteii<ditiDe orer SoniNtra, Jwra en de
Ueine Soendaeilanden tot Andonora, irelliiAt
tot PanUr. Hier eindigt de reeke. Wel komen
«idei ootteiqk op Aloi, Poeloe, Kamting en Ro-
me ondeie Tqlkaöieehe geiteenten, maat geen
■MlkaDen toot, loodat de reeke tiet Mmüttanct
met £e der BuMferZee. Hier ligt, ah een i^-
«taikdig geheel een in van mlkaoen in een boo^
vomrise mm Ttn Cl. Api (ten N. lan Weta^
OTM Dimmer Teon, NiIb, Seroea, Ifanoek tot
die der Banda-«ilntd«D. Verdei noordel^k be-
gint een. derde folkaotsdi B«lned op Haknaheiia,
omrat .veidei hit N. van CelAee en de Sangir-
eUandoi en i«t lich nwit op de Pbdïippqaen.
Ook op Boneo ign in den jongeten tQd oitg«-
■tiekte mlkainMhe teneioen outdiU ^awoimi.
In DMMT leibBDd met het nttaninw m de
bodflUbewegingMi Tan Inmlinde iliaaD <le ttet
iali^ke aaidberingeii ^ie bet tiiikA Aantbetin-
gtit) en de nu en dan optndende leeboriogen.
Riititren. De «ilandeiiDataai en het ont-
bi«fan tan gletadnra ign niet gnnatif tooi de
ontwikMing Tan groole rtioomen. Het aantal
, jlTieieo en rlTieitriea is^ duk ^| den aansienlq-
km cegeDTal en de beigaditige natddheid daa
bodems, daarentegen leei groot. De aauienljik-
■t« moet men op de giootete eiludtn, Nieow-
Gainea, Borneo en Somatia uekeo. Hier Kggen
ook tiiigke meiM en plaaaen, wier ontataan
giDotended* met de OTentroomingen Tan de ri-
JNDE. 717
Tierni eu Tan ik lee mnenhangt. De groote ri-
Tieren ^n Tan Ted bete^kenia voor net Ter-
keer, want i^ voimen op genoemdie drie eolan-
den de eenige bmiktiaie w^n, waaflancB men
in bet binnenland kan doordingen. Ook de klei-
nere ttroompjet spelen, Toocal op Java, een ge-
wiobtjge md; ijj inn n.l. onmiAaar bg den i^st-
bcnw of> eawahs. In bet droge jaange^e Teelal
(n)d>ednidende riTieitjea, kannen iq in tiet i^!«n-
sedooen tot woest* stioonwn aanvwdleit, wier
OTeratroomiDgen (bandjiie) dikwgle iKel on-
heil aanrichtn. Zie verder Toor tiTieien en me-
ren de abondei^e eUuiden.
Klimaat. Dooi de ligging tm Inanlimk
diAt Vf des (nonaai ie de t«mpei»tnnr er boog
en de lecenral aanuenlgk, dooi de tilaodenna-
tonr wwdeik de utt«raten in wamte getenweid,
door de nabgfaüd T«n AxiC en A«st(alil neer-
sahHi ei moesMwiiklen. De "^ ~~'~~ '~~ — ' —
wdke KKnrd noordd^kei a
optrede^ konten bset soo goed als i
het algéiaeeii Tertoont bet uunaat gtoote legri'
maat, plaatselnk fanwn dsaientccan dooi de sl-
wisMliog Tan luLd en watei en door de hoogte-
Teiflchil^ T«iL d«i bodem Teel afwgkingen voof.
in bet bgoonder wat irindiiahtiog en regeisral
betirft.
De
L De heri^ kiiogitotaMn,
kei als nidelqker dikwnle
100 goed als nlM tow. In
ia boor en Teitoont op de>
«Hde jpluta in den loop «s jsais sleehti weinig
rendiM; daanntMsn kannen de TenehÜlen tn*-
sebe» dag- en naeMteD^ieratDnt aansianlgk ign
en bestaat er o(* een groot ondeiMbeid in tem-
peratnni in Teiband met de boogteliggJDg bo-
Ten den ieeqri«gel. Veidei ^n aHe dagen onge-
Tser «ren lang, daat de ion iteoda tegoD 6 mn
op en tegen 6 aar ondernam de dnnr dei tefae-
mering i% in Teiband met de ligging didat Inj of
leHs onder dcsi eienaai, steeds zeer kort. Hen
kan aamMmoDt dat geheel InaoKiule ongeToer in
alle maanden tnsadien de ieoftevmen Tan 26* C.
ligt. Te Batavia badiaast de gemiddelde {s*r-
temperatonr 26* C„ de bokste giemiddelde
maand-tempeiatnai fOetoiwi) 26,4e>, de laitfste
(Janaarl) 25,40* C. De dagelgkeehe sebommelin-
C bedragen te BstaTia gemiddeld 6,58* C. en
ikm ban nuiimnm in Awistna (7,70* C).
bun mininmm in Januari (5,19* C). De laagste
tHoperatonr tsK te 6 nu 'e oebtands (2S,22*t:.),
de hoogste te 1 mr 'a namiddsge (29,33* C).
Als tempera tovr-ni torsten werden Tan 1S66 tot
1013 te BatarJa waargenomen: abwlnat mazi-
mvm 35,6* (6 NoTcmbei 1877), abaolnnt mini-
mwn 18i,9* CB AngnatiH 1877). C^ het Jangpla-
teaa, 2QI8 m. boog gelegen, bedru^ de gemid-
deUe jaartempen&xir U*, de boogate weke er
werd maigenomen in 1397 23,3*, de laagste 3,3*
de gemiddelde daeelpsehe sdiommeling 8,8* bet
geimddeMe maandmazknum 21,2*, maandmini-
mom 6,2* C.
De btehldmk bedraagt te Batavia gemiddetd
758^75 mm., brt siwalnle mazinnm (22 Jamiari
1885) 764,41 bet miumim (19 ï^ebcnari 1870)
mm. Het Teiloop is «ia uiterst regelma-
tig en de dafleieksehe schommeling (3.06 nm.)
soo geiykmattg In baar afwiasding, dat de ba-
romote* cükeD das l^na op hetaeHde nnr begtat
te ivaen of te dalen.
ZÖmU OTonl in het moesoi^ebied, irordt ook
DigilizedbyGoOglC
718 msui
in IimliDde bet klknut io bootdaatk bckeeradit
door <le ttimdriehting. De knehUgst« moesoii is
ongfAwjjteld die, wefce tui AsiE afbmtftig k,
ó« WeetmmtoQ, den bmccUh inTload oefent
eeliteT de Oostanoeion ut, ilkomitig tmi Anstra-
lii, welks oaimioo^ ditihler lig d« «uaienlökite
eilanden van InsuliDde is geleKeD, dan Üe tu
den AriktÏBCbeD moewn, wuke lutale duranbo-
ren groatevdeel» baiteB dan Aiebipel t«U. Zeei
in heit a^«meen kan men HBEn, dat ttn N.
van den evenatc *«■ April tot OelolMt de West-,
ten Z. mn den «renaftr de Oostmoeaon waait,
tcFwnl TH Oat<]b«r tot Afiril de toestand omge-
keerii ii. De nuandni Tan OTergang (kentering)
iqn April en Ootober, waAiin bét weéi leer on-
gestadig ia en plotioUnee itonatn, windstilten
en onnreden TSM optieden. Oruigens ia in het
algemeen d« W«(t«aoe«(ici de natte of kwade
(met het oog op de gesondbwd), de Ooetmoeton
de goede ol itttgt wind. hoewel plMteeUikv io-
T^oeden daarin «ren loo vele locale ahrgciBMQ
(« weeg biengen, als in de wiaidriehtite. Ook
waaU de moeaon in het droge jawgelqM uet
bÜsoodei kraebtig ea w«rdt op ife mecvte plast-
sen aan de knatcn der groote eilanden niiton-
f^en door land- en seewinden, wette alleen ten
tyde Tin den drogen moeion tegchnatic <^i«-
den. Met de hoogte neemt de tegeniteUng der
tnoesoM stecdc meer af en TolguM toUbtvggt
Nnutüt op het 2000 m. hrmge Jangplktmm, alwok
.te Touri (1777 m.) gedurende het gAeele jaar
de Z. O. wind.
De *oekligkeid Tan de kidit, ia in Terbaad met
de booge t«Biperatuar en het vele wnter, aan-
lieri^ en bereikt dik.wqlR haar maiimnm t^g
25* C. 22,8 gr. per kub. metei); de relatieve
"Toditigheid sctnniinelt te BataTÏa tnssehen ^jj^
• <Angustai] en y^,^ (Febniari), is dna hoog en
gclgkm&ti^. Met de boogie dikalt de teratperatnut
en rijst büg<eT«]g tot de looe der woHteaTorining
de mtrAkel^kï ToehtigbNd J)aaidoor wordt <9
een bepaalde hoogte, op Java gemiddeld tussctien
<1500— 2500 m.. een ti^na permanente woken-
goidal aangettoffeik
De regettval is in het algemeen untienlgk te
noemen, Tertooat echter aomt^. onder den in-
Tloed Tan locale factoren, mi dïiM bü elkander
gelegen plaatsen grooteafwijkingea; lOO bedraagt
de eemidilelde jwr^sche legenTsJ t« BataTii
'ITSS, to het nMwrjge, doch aan den Toet Tan
bet gtiergle geleeen Bniteooorg 4S84 nim„ te
mm., d« grootste Siboga (W.-kust Sumstra) 4720
de ITock 2446 nnn. In het algemeen ralt in de
W. helft lan Ineuünde m«ei neerslag dku in de
O. hellt en aan tIbUc kaaten mimdet dan in bet
gebergte, althijw tot lekere boos^te boTen den
leeipiegél. De geringste gemidöAie tegcnTsi
heeft Selon (O. kvst Tan Lombofc), n.l. 1040
nun,, de giootete Siboga CW. kust Sumatra) 4T20
mm.; op de meeste d«i ongeveer 300 tegensta-
ti«D( ligt bet gemiddelde tnesehea 1500 en 4000
mm., daalt op geen der waarnemingstationa Tan
JaTa beneden I'IOO nm. De grodtate ab»o>lQte
boereelheid weid te Priagkoering (Samarsng)
gemeten, n. 1. 7266 mm. (te Utrexht bedrag het
gemiddelde 745 mni.). De maanden met den ge-
ringsten legeniTal ign in het algemeen Hei —
Aiigoatna, de meeete regen Talt in November —
Febiuari. In BaitaTia heeft Januari 333^ Angns-
tuB 52 mm., tooi Buiteniois vjn deee egfera 449
en 229, toot Padang 542 ^Mober) en 259 (Fe-
brnarij. Het aantal iq^ndagen is geringer dm
bg ene, wisselt ep JaT« al taweben 99 fTenQ
en 216 (Bnitenioiig), ia vf den Qedeh nog lett
boogei (221,2). Kenmerkend is dan ook Toor d*
tropiwhe legeui de sroote watennasaa, weike in
korten tqd kan neeMoonn.
la bet dio^ jaatgetöde treden Tooral in W.
Inanlinde talrgke onwedeie on, die liA kenmer-
ken door ban borigbeid en aooi de regetauljg-
heic^ waumede in in lomaüge streken, In*, ta
Buitemorg, tem^eereik Te BattTia bmOMfft
het aaniJ 122, te Bnitenaorg 167; gemiddJd
'allen 50 % tnasclien 12 nui * itamiMaes e_ _
uai, 26 K Tra 6 uur tot midd«rnaobt Ook bat
Terschgnael Tan den dauw ie in bet dioge aeiaoat
sterk ontwikk^ hi^ valt daatentegen ilecèts
boogat leldw.
Oéioad kan men het kUmaat Taa lanlinde ie
het algemeen nivt noemen, althans tooi Tieem-
deiiogen, en loowel iwaie Kehamelgto, als in-
s^snneade ^eettetariieid vallen et dukEoropean
uiteist moeilgk, ign tooi velen lelfa geTaarlnk.
ia het natte bet meest «diadeïgk tooi de gesond-
hdd, en de Toditig vwode atmotleer neAA
dan bdeoimerend op de tian^iratie, loodat de
warmte sidi leei dinttend doet geToden. Naast
koortaen treden Tooial anaemie en bnikloop op.
Wiai xeenrindeD da Intüt lumien en de nitte
tempeiei^ is de toestand gniutiger. De hoogere
bergilteken tan het biiioeabnd beiittcn veelal
een aangenaam en eesond klimaait, loodat ^-
daai op Java en el£r« heittelliiiSBOOfiden wor-
den aangetroffen. Wat de vraag ikaar de rao^
Ivkbeid Tsn kolonisatie t<ooi Europetmen betreft,
mag als vaetatauiaJe woiden aangenomen, dat
dese in de lageie streken niet mogrijjk ia, in de
berglanden daarentegen, mite de ikoo^ge voor-
xofgsmaatiegelen in acht worden geDomen, kana
Tun slagen aanbiedt. T^del^k kaooMa de mewtc
ËDr[q>eanen ooli in het laagland wonen, boewd
daartoe een moniehtigf, met het klimiat over<
eene temmende leefw^ Tcteischt wordt. Dat
Toor de.Cbineeaen het klimaat geen beswaar op-
levert, beeft de ervaring voldoende beweoen.
Plantenvereld. InmUnde behoort to*
het gebied der altgdgioene legeonronden, die de
meeste eilanden bedekkeik teiwgl dedits eed
klein gAied, vooral in liet Z.0. vsb den Afttri|i«I,
door moesoowooden met atvaDend looi wordt in-
genomen en hier en daar ook plekken aanweiig
ign met enkel plantengroei in den regentgd. De
vTDcbtbare -bodeoi, de booge geljjbnatwe tcro-
peratnor, een «rervioed van lidit eo de rgke
neeislag werken asraen om een weelderigen pUn-
teogioei in het leTen te loepem Vele eilanden,
looali Bomeo i^n wo goed als getieei met oe^
wonden bedekt, wier boomeik, straikei^ beeeteift
klim- en slingerolanten een levendbn planten-
maur Tormen. Bloemen^ door kleorenpraebt en
sfmstiiwen uitmnntend, ign er niet minder tal-
rgk, dow vallen minder in het oog doot de ge-
DigilizedbyGoOglC
wetdige ttUdoabwMeldng itn bet etbwxaU, ten
deel« ooTt iwxiti ig alwhU boog ivnn den be-
nnen grond bloeien. Zoo geloken deie trt^iMJie
boEMben op eeu zet tui ^roeot wwrin de rtiii-
gei lich ttoetAe met moeite een weg k&n banen
en bg langei leibl^ den indrot -van ««ntoing-
beid ontrugit. Di^ gwMrd un de in zulke
wouden faeerKbande itiit«t bet Bcbgnbue gemis
aan dierlj^ laren, de hooge mate van ramig-
beid «n de M»iklqd> onaSgebroken tduaneiing
brengt dilciFgiW bq leiiigera een gednikte ^e-
moedHlHDUüng teweeg, Dat in oostel^k InsDbn-
de de boaaeben minder ditüA ^jn, leUe door gias-
ilakten worden afgvwitteld, bangt boofdnikelgk
«amsD met het draeew klimaat. 0<A T< een
vcrniin deling lan oen plaatenTgkdoan waai te
nemen, naatmate men liofa in de bergitreken
boogei boven den tee^iiegel Teibelt. OA op bst-
aelfde eiland Tuloont de flora wxnt^ aaniea-
Igke leradiilien. DeM draagt OTerigenB in bgoa
g«beel Insnlinde een besliet Aïiatiadi karakter,
en «leebta een gwing «uXaI Anrtmtiecbe plan-
ten^riaehten, looala euealjntna, die een semak-
kclgike lerbreiding hebben, komen ty de Holnk-
ken en dan ook gewoondJik napier weetwaaiti
voor. Alteen op de Kleine so end a-£i landen neemt
wlgena Etbert de Aiiatiaebe flora eneJ af, aoodat
beooeten Soembawa ot F^orea de Aoatraliaehe
typen overheerschen. De verbrektine der planten
4D veiiticale riditing ii alleen op Java voldoen-
de ondenoeht en xal bq dit eiland ter sprake
De meeat kenmerkeDde boom van Iniulinde il
de pahn en onderde vele .paIn»9orten Jcomt aan
den koko^ialm de «ereplaats toe we^ena ijjn
veeligdig nut. H^ groeit bg vootkeor m de la-
ffere «treken en wordt in «en groot gedeelte Tan
oen Ardiipel bg de woningen of in groepen bg
de dorpen aangetroffeD. De aagopalm ia van niet
minder beteekcnia, want Vfa merg levert de sa-
go, bet buofdvoedael op véle eilanden van oos-
telijk Inealinde. Laogs moerassige stranden
groeien de rhiio[Aioren in veraebillende aoorten,
wier netwerk van woiieiatoelen de aanslibbing
tterk bevordert. Aefater deie tiert de nipahpa^
met korten stam en Teinaohtlge bladeren, welke
veelvuldig ala dakbedekking (atop) gebraikt
worden. Hoog vecb^t licb daarentegen de atam
van den lanlarpalm, oït wetks bloei^ol-ven door
inangiKog palmwijn veritregen trordt, terwül de
bladeren in sommige etreken, bgv. «9 Bab, ala
BchrühnLteriaa>l dienen. Alt wgn levereode palm
ia de areng bdingrvker, wiem eap aU tagoewur
gedronken tri tot aaiker ingedampt wordt. De
Betel-, areka- <A pinangpahn ieveit de betelno-
ten, het boofdbeatanddeel bg bet betel- of sirih-
kwwen. Tot de nalmen bdioort ook de rot«n of
rottinf, welke bcmderden meters lengte berei-
ken kan en lieh in de oenroaden van den eenen
boom tot den ajideten aliirgert. De waiingin met
zijn lochtwartels versiert vele dorpspleinen, de
piaang of banaan geeft «en belangrgk voedeel in
lÖn vruofaten, de kanariboom is wegena i^n olie
leverende vmehten van belang voor de inUnd-
timmei- en MheepaboDubont boog aaDgest^r»-
ven. De eaanartnen ol tjemoroboeae&en WL.0.-Ja.
va herinneren eenigniDs aan ons naaldhoat. De
kamferboom b^oort a^ Snmatra 'itot de wond-
reozen, de kemiribonn levert olie en vmehten,
de kajo^oetiUboom in het O. van Insolinde be-
vat in ign bladeren de kajoq>oetibolie. Andere
boomen en beeaten leireren goouien, baieen^
verfeloften, plantaardig vet enz. Zoo byv, de al-
gemeen verpreide mengkoedoe, wiens wortels
een roode iw bevatten, de caroomAheester, wien*
wovteU tot geeWerven dienen, evenals de indigo
tot het faLauwverv^i de ridnoibeester levert de
eaator- of rieinusolie, de damaraoorten bet da-
mar, arwJere gewaesen esouttbone, getab-pertja,
benioS, et^»!, drakenbloed enz. Versehülende
harde houtsoorten leveren de jjaerfaontboomen;
bet bout van den temboeeoeboom op Sumatta
wordt, wat deugd elythMd betreft, boren djati
gesteld. Onder de bosel^oducten etaftt owut ro-
tan bet bamboe bovennan; het wordt ock om vele
erven en dorpen aangepUnt en is tot allerlei
doeleinden voor den iiüander onmiabaAT. Ali de
meeet getiraikte vruobten iKenen genoemd te
worden: manggis, djtrvdk, maog^a, djamboes,
mangka wolanda (zunnak], doerian en bltem-
bing, Toeapgzeo bg de rgst levei^n o. a. peté,
tjatié en vele peukruehten. Peulvruebten en cnoil-
gewassen worden, evenale male, sJom als voedBdl
gekweekt, ai staan ze, viooral in W.jneuüode,
verre achter bg de rgat. Ten deele io het wüd
voorkomend, maar vooral all eultuargew assem,
spelen suikerriet, koffie, tabak, tbee, indiga^ pe-
per, kruidnagelens moskaatnoten, kina, katoen
eno. een rol. Van de versebillerkde grassoorten,
welke bier en daar de bergfaetlingen bedekken,
moet vooral bet alang-alsng vermeld wordeik
Daantueichen komen boeebjea eener oog grovere
grassoort, het glagah, voor, welks liabvotniige
stengels 8 ik 4 m. noogte knnnen bereiken.
Dierenuerefd. Het de boitengenTOoo goed
ontwikkelde plantenwereM gaat een niet minder
rgke fauna gepaard, rj|k Mowil aan soonten als
aan individuen. Ook in de dierveifareiding be-
staail een kennKi4iend verscbil taiaoben bet W.
en bet O. van Insulinde. Op de westelgke «lan-
den ign bgM alle orden van ooogdieren veite-
^nwoordtgd, op de oostelgke niet. Bat jan
IS het ooetelgkste pnnt, waar apen gevon-
den worden, die verder ooatelgk nergens
voorkomen; op de Molukken komen aan in-
beemsefae loogdieren cleefats enkele kleine ^tits-
mnizen en twee koeskoes-soorten, ala venteéen-
woordigere der voor Anstialifi kenmeAende wti-
deldieren, voor, welke orde in het W. gtbeel ont-
braAI. De kniEbbviaan van Baijan, de babiroea-
81 van Boeroe, bet wiMe iwgD^ de ci'vetlat eni.
lijn er ingevoerd. Celebes bezit twee hoogst
merkwaardige zoogdieren: de babiroeasa (beit-
swijn) en de lapi-oetan^, anoa of wilde koe. Op
Niemw-tiuinea vertoont de favna in bgna alle
opzichten een Aoelraliedi karakter, en van de
7^ bekende loogdieTBOorten b^ooren er 40 tot
de baideldieten. Daarentegen is dit eiland tijk
igels, looals de easnorissen en podargiden.
De OTcreenatemming toascben Nieaw-Oninea en
bet overige O. van Imolinde ten opziefate van
de flora, beitaat niet op lanniatiMh gOHed, en de
DigilizedbyGoOglC
atdoende w«Td ungtiixyai.
Wit het Tooifcomen der ■honderlöke dienooi-
ten betieft, ign geen zw talrgk Tertegeowoot-
woodtD de* Boropeus btfna tot wuboop bren-
gen. UnAieten oi bloednigen kwellen mensoh
kniakkei) bindnl^jk Arar hun groot unttl, wmt-
in in tettti oratroften «orden door de mieren
f1800 ■oonteni); de witte mieren beibciRen al
wit Tan boot il met Teinietiging; ipriiAAnen,
wintMn, de wiling ungit en de rgitctinMin-
dera lÖB eteneeni oukageMme gaiteu; de wm-
deknde blideren en wuiddeDde takkea TiUen
Banwelijke Jt het vog; 4e wiMe bQeo i^d noUi-
ge dieren, daur sg iwitiff en wm leTereo. De
*KDden oranten wM>wet vit door nootte, ibdoor
kleDrenpneht, het meeat in de MotiAken.
91ingen ittn gerreead wegens bna afmetingen
(Pjflkon TtttaMm bereikt 10 en meer meter
lenste) of biar yergittigen beet. De roltlang (Ct/-
lindnpkü rufa) is oter geheel Inanliufe ver-
breid, de brilslang Tertooii ridb lUeen det och-
tends en dei «TODda, de hoedsUng (OMo^giu
9lap»} seldt Toor de gmaarivfctte en flngate Tan
alle giftalangen Tan Snmatra en Bonieo, wondt
tot 4 m. lang «n beweegt «teh buteuMwoon snel;
de oeUrtaoan Tan Jan ia een der Tcle wUersoor-
ten, de leeBliog ii leer al^eraeen Teibreid en
leeft somM^i in (efaolen t>q elkander. Het aao-
tat hagedissoorten ie ereneeM talrjjk; bekend
■ga Tooral de kleine Tlieeeode draak, de nnttige
ptAo, de kameleon, de beawak (Vamms aoJvó-
hr) m^ minjawak {Fanmuê MvMfodw), die 2
' — 3 in. tan^ kvïwen worden en wier ileeMi C9ii-
neeun en inlanders gurne eten. Tan <fe kroko-
dillen leeft in den Arebi|>el Tooral de Ijjstkroko-
dil (Croeodüuë forotui).
De iTogelwereld ii leer r^ munt echter, an-
ders dan bg onst meer uit door klenreDpiaeht
dan door gesang, al oolfcrekei) sangen niet.
Als de mooiste Togel geldt ontegenaeggriök de
paiadqnogel, waarTsn «et 100 eoorten worden
aangstroffen, Tin Nienw-Quinei, ign Tideilaiwl,
tot ten O. viD CelcAwM un de eene en AvetraliS
en de Aioe-groep aan de andere sijde. Ook de lo-
ri's en kakatoe's behooren iücr thuis. De wcrer-
Togeltjet i$n bekend om bnn mome nesten, de
r^Bbrogels Toimen een ware plaag tmv den laod-
boower. Kraaien, widewaten, koekoeken ann tal-
r^ in de bosscben, wsar ook bet genrone ooeeb-
boen en de psiiw leeft. De eaaoaria is tot het O.
be^rkt. AlsmittigeTogetoTeidieneitdeboendws,
dnvTen, patröaen, eenden en ganien TcunehHng,
terwgl de «aliDgsan of klifmralDW, een soort
*an gierawalaw, de bekende etAue netjes le-
Tert.
Tan de «oogdieren kontt de oUfant alleen in
bet 'N. TM Snmatia alsmede in bet N.0, tsd
Bomeo voor; de ibinoeeios of neoaboorn leeft
alleen op de 'drie Oroote Soenda-eilanden; tu
de tjjgersoorten wordt de grootate soort, de ko-
ningstgger, Toora] ef Snmati*. JaTa en W.-fiali
aangetroffen, de tqgerkat op Js^ra, Svnatra en
Borneo. De eiretkat, oMer^ weid, das en marter
tijn meer algemeen Terfaierd. De inpit komt vit'
ilaitend ofi Sooiatra, Tolgeni araMDlgen wjk cf
Borneo tomi, de Haleiaite beei op beide eilan-
den. Qroot ia faet aantal herteDSOorteia die al-
om in den Ardtioel worden aangetronen, óivp
in het binaeolaita wri eens in knmen Taa hon-
derden dieren; bel dweiebert fkantjü) Tan JaTa
Tormt bet Uektsle faerksnweMe aooedier; de
babiroeesa (hertiwgn) wordt op N.-Oeenea, den
8oeloe-Arehip«l en op Boeioe gerenden. Sren
talr^ en reibreid ign de wiUe nrgnen, met da
belten de Toomaamete JacbtdienB; bet looge-
naaavde witte awifn ii in het bmoader aan Bor-
neo eigen. Bnideldieren leren ulean of) de oos-
td^e eilanden, sooala buidelratten, bnideluuen,
de koetkoes, waaronder ds 'rliwende koeAoes,
en kangeroe't (Nieow-Oninea). MKentegen inn
de uen tot de westel^ deelea van Inenlinde
bepeAt, waai bet aantal soorten en indiTidnen
leer groot il; de grootste soort ia de orang-
oetan t>f Borneo en Somntra; de «amang Tan
Snnatra en de woaw-woow Tan JaTa ign Tin
de lingirmige bet heat bekend. Tan antilopen-
soorten leek in InniUade sUeen de fae^utilope
of JMid^it (SnmatTa). Bebapen en geiten wer-
den ingeToerd, soo ook bet nndTee en de bonel;
de banteng of bet wihle innd, leelt op de Groote
Soenda-eilanden. Zeer talrgk ign de paarden, die
in Terwilderden toesUnd op Z.-Criebea, Timor
ena. worden aasretroflen, elders alleen alt hnii-
dierea en wiareengnigk door de Hindoei werden
ingeroerd; Ook katten en honden worden all
hniidieren Teel gebonden, de eerete eebter in Ter-
wilderden toestand.
De •eefln, meren, en riTieien Tan Inanlinde ign
rgk aan Tïaelwoortsn, waaronder de troeboek aan
SumMtra's Oosttnal, «iene kaii een bandelaarti-
kel Tonnt; ook kteelten, schildpadden en «dielp-
dieren worden gerangen, Toonl in de wateren
tnssAen Celebee en Nlegsr-Oninea, wau ook de
piarl. M oaarlemoer-oester Toorkonit en waldie-
ren, Toorsl de eaehdot, gejsagd word». Tan
de btriottwriln wordt in groote menigte de tri-
paag (BoMhtma edwlü L.) gsTisdit en naar
nrini iiitgeToerd.
DeI/«tof/sn. Minder . belangrök dan de
rol der piinten en aeUe der dieren is die der delf-
stoffen in Inanlinde. Wel komen >g in groote
TeracheidenÉieid en ten deele teer Terbreid Toor,
de meeste echter in te geringe boereelheid, om
de kosten der exploitatie te loonen, te minder
daar de transportwegen en middelen baiten JaTa
leer gArekkig sfjn. wel il waw dient hierop i^
reikt te worden, dat InsnlJnde mgidwiHmoB-
nog slechts gebrekkig btfcend is en de in-
lander weinig behoefte geroelt tan ddfatoften,
Hcb derbalre ook liet Teel moeite geeft, om u
(tp te sporen.
Wat de Teitreiding Tan nuttige detfstolfeB
betreft, lehgnt Java bet minit beroorreeht te igi.
Hen Tindt er Toornamelgk petrtdevm, Jodinm,
mangaanerte, marmer, bonwateen, pottetatteia-
aarde en iwiTel, terwöl nit seenrater soot wordt
bereid. Snmatra en Borneo lereren steenkolen,
petroleum, gond, gier, ki^>«, knrikiitTer en aa-
D,o,l,zedb,GoOgle
timoDinoi, Boraeo boveodieii in geringe boereel-
lieid eddgeiteenten en ptitiu, Sombb* lilfsi,
tin- en looderUeo. D« TooruMMnete Tint^Mtsen
lan tin ign Biiwki, BLllitoD en Sin^ep. CcMwB
bvTftt gtmd, «ok tt«eiLkolen, ytn, niUd en
kofier. Oond «n fc<^c werden ocfc asngetrafleD
op Timor en Bttjtn, pstroleom i» MMfóeTa, Ti-
Of Ceiua «V Niauw-^ninea. *Zia Teidei Jffit-
Btitolking. Oom kennii der tiinitanUnilen
TU Tele eilindan h noe te gering, «m bet bft-
Tolkingimler Tan Inntinde m«t jnistlieid te
kunnen b^Mlen; nn eigenl^ke ToUuteUingen
kan nog geen tfttke vjit, alleen taadden tot 1905
om de 5 Juen loogeDaMDde „oyoMningea"
plaato; na dat jaai nllen ie om de il O jaai
[daata lieU)»; op Teiieheiden eilasdes moet mtD
Dirai. 721
lieh met sduttiingen teïteden stdlen, ja l^
Kounige eiUnden, d^t. Soembawa, Roiei, Bal-
nuiten, Nienw-Oninea en«. miaBOD hUi Aeae el-
ken poMlieten grondriag. Volgens de jongste ie-
geenngtopgaTe iMdioeg op SI Decemèet 1905 de
Wofting van geheel Inndinde (aooder het pet-
«onert Tan legei en vloot) 87 717 877 ti^n,
waarvan (^ Java alleen 80 098008, do de Bai-
tenboittii^ 7&J0 860 lielen. Van het totale
bevolk! ngBcnfer vaUen ± 98 X (^ de inlandera
en el«ti(s 3 X op vreemdelingen, Terwgl Java
mat Madoeia dna leer didit bevolkt xnn (opper-
vlakte 4 X NedKlaDd, bmolking G'/i X Neder-
land), ja is aonmige gewesten hier overbevol-
kiog beeieeht, ii de bevolk ingidiehtbetd dei Bni-
tenbeiittittnn (ojmervlakte 56 X Nederland, be-
volking l'/t X Nederland) leer gering. De ver-
deeling der bovolkins naar woonplaats en nalio-
nalitüt (in 1905) bfijkt oit onderataande Ubel.
Nationaliteit
Padangache BenedenUndcn .
Fadangsche Bovenlanden . .
Tapanoeli
Benkoelen
Lampongache diatrikten . .
Palerobang (met Djvnbi) . .
Oostkust van Sumatra . - . .
Atjeh en onderfaoorigheden .
Rioaw en onderhoorigheden
Bangica
Billiton
Westerafdeeling van Bomeo
Znider* en Oosterafdeding
van Bomeo
Celebes en ondcrhoori^ beden
Henado
Amboina
Temate en onderhoorigheden
Zuid Nienw-Guinea (alleen
de hoofdplaats Herauke) .
Timor en onderhoorigheden
Bali en lombok
Totaal Bnitenbesittingen . ,
Totaal Insulinde
ion
«f
146
678
3667
9348
99236
8S7S
163
2 9S3
15484.
I 261
29715908
393488
903093
410939
30151S
1SS080
783 259
450941
571 477
93 3>S
70853
34181
400333
772 533
407762
428063
294466
106632
30098008
40343'
905040
4 '3 301
204269
156518
796354
568417
582 175
112 216
115189
36858
450929
783736
415499
430405
299004
■08 41$
306469
530762
308600
5*3 535
80 9 IC
39588
22970
37030460
37 7>7 377
VT*»md*li*g»n. Hoor de regeering wor-
den du vier groepen vas niet-inlanders onder-
sebeiden: Eniopeanen «u met deien gelokgeslel-
den, Chineeaen, Arabieren ea andere vreemde
OoiterliDgea. Terwql wg voor de drie laatste rn-
brisken naar de betrallende artikelen verwgnn,
lal hier een en ander worden medegededd om-
trent de Europeanen en met deseo gelgkgestelden.
Volgens art. 109 van bet Regeeringsregicsnent
tiet laatst gewilligd in 1899] wor^ met de
nropeanen geLjkgesteld alle meUnlandsehe
Christenen, alle Jiiiannera en alle personen, niet
vallende onder een der drie andere robrieken.
De Enri^wasen ign wel ia waai numeriek niet
de talrgkate groep der Tteemdeliugen, dodi spe-
len de grootste rol, omdat ijj giootendeek in
bnrgeilj|ben dienst en verder alt grootbandela-
reo, labrikanten en pkmtsgebeiitteia weifcasm
ign. De woning, kleeding en leefwgBe versdiilt
met die in bet moederland. Orei het algemeen
i« de ieehrqte. Jn tegeostelliiw met vroeeer, seUs
een 25 — 80 jaren geleden, sobei en matig; rein-
heid en voeding worden beier venorgd dan in
ïïniopa, en gewerkt wordt ei in IndiS veel, in
IX.
DigilizedbyGoOglC
ïnuid. Nut het gaboortdand ondcrtebaid-
« mm by At opDcmisg tm 190S (Mnder legei
«n Tloot):
NedeiiaiKlen .
Engelschen. .
BelKca
Fruuchen . ,
Doitachen . .
Zwitsers ....
Oostenr^kcrs (en
Hongaren)
Java met
Bnitenbe-
littingen
7049
lil
IJO
41
146
3>
790
laj
74
49
8«
131
benneni mb MtiB^r aantal SpafijMrden, Poi-
tngecMD, 2wed«n, Ncno, Dbimil Rauen, lU-
lia&cs tm. Htt aantal Japaaneri bedroag op Ja-
va «1 ïadoet* 220, op de BniUidMuttingen 777,
■uaen dos W7. In NederlMnheb-Indil geboi«B
£iw(^»eaBen «n met deten geliikgetteldea tehte
msD op Jaia ntt Madoere 6S466, op de Bniten-
braiMJwen 1084», totMl M8U.
/kJonmt*, De inlamkAe bevolking bohoott tot
het MaMtefa-PolTDCBiirfM na dat uit AcÜor-
lodiB aftoDMtig, than* tiq MsdagHkar tot het
Puteh-eiUnd en fan Fcimoea tot Hienw-Zeeland
veittreid ii. In Insolinde treedt bet in twee
faooMgroepen op: de Haleiadie ot Ii>don«u«die-,
in W.-faMulvnde tot en met flom, en de Pa-
rieke ot Ifetenetia^e gTMp, «p Nieuw -On inea,
Papoeiehe eilanden en in den A roe- Archipel.
terwQl in de IfolnUten een vennenging van beide
groepen heeft pUali gehad. Volgen* «en udeTO
indeelinff itaan Maleien en Papoea's ali twee
gesebeiden raweo tegenovei rikand«r. en worden
met den naam Indonesilr* de oorepronkri^e ot
slCtuDS fioegere twwonen aangethud, T«n wie
nog Dveibltjbelen in de feinnenianden of nit-
hotken worden aangetrirffen, looali de Badoei'*
(en wellioht de Tenggeieeaen) op Java, de Ba-
taht, EodboM en Loèboei op Snmatra, de Dajaki
op Borneo, de Toala op Z.-Cekbes en de woge-
naamde Alfoeren op Cêlebes, de Ueine 8oenda-
eilanden en de HoJukken. Tot bet Malei Mbe rai
behooren dan de Haleiera in engeren lin, de
AtieWs en Pediieeien. de PalMdiangers en
Lan^ioDgera, de Javanen, Soendaneeien on H>-
doeteeien, de BalineeienL Hakaiaren en Boegi-
neeoen en de Moinkeche MaJciers. Üa kennmien
det Indonetiên gelden: iloik- ot lichtgi^end
haar, tidttbinine ot gele hnid, kleine gestalte,
pktten, eoma conesvon neoc, raitronnig gesiefat,
meto- of dolicboeephalen schedel, Qroot is bet
verschil tuiiehen hen en d« Haleiers niet, welke
laatete zich wU in bet oog loopend onderKbeiden
van de Pspoea'e. De Makier toch heeft een licht-
bmine bnidklear, iwart «n stjjt hoofdhaar, wei-
nig baardgroei, 'is klein van gestalte mei bpeede
en korte Meten «n Ueine handen; de «Aedel is
bMehycephaa], de nens kort, plat. aan de spits
dan toeloopend met wgde neoM^eningen, de
JukibeenderGD ign nitstdieDd, de oogen swait en
•en weinig uhuin geplaatat. De Papoea heeft eea
roeshaar, l^ina iwsrt «ao klenr; het geiieht it
lanr, van onder en van boven eenigMlnt spiti
toefoopeDd, de neoi voottiitstekeDd, de wenk-
brauwen nitpnilend, bet liebasm n goed be-
baard, de bsAKteioei flink ontwikkeld; de sche-
del is dolichoetfAaal en betrekkelijk klein, de <m-
deikaak sterk voorn ittpiingead. Ook p^etiiseh
v«Ttoonca beids iM*n> gtoote venehiUen: de Ha-
leist il in lich idï gekeerd, weinig vslbssr voor
levendige indnUen, last tcMen bl^n wat in
hen omgaat, q>reekt in teeenwoordigbeid van
vtccmden niet meer dan noodig it, i« niet alkee-
rig VBD vlnerg, weinig danktisar, seer gesteld
op vonnea en geneigd tot niterlqk vertoon. Dsa^
bq 11 de Halewr «igekxu th aard weikt niet
gaarae, 1io«dt des te meer van spel, oiHom en
vrouwen. De I^wea daarentegen is Isvendig en
ptikkdbaar van aard, geeft terstond ni«iii« «an
ign gowaarwordingen, beeft een onteraimde na-
tmr, een steHc «otirikkeUen fiinili
vsnsoprattisg vertoont weinig ernst, h^
niet san ingespannen arbeid en ii weinig t« ver-
tionwea in den omgang met vreemdetingen. Zie
verder de art. Jfoisteri «o Papoeifi.
Zoowel de Haleieri aii de Papoea's, nuar
vooral de eerste, bobben 'iwt javloêd i» aanra-
king met vreemdelingen ondervonden, minder
van ChinecMD en Eori^peaneD dan van de Hin-
does, die een eeawenlange heerschappij in bet W.
v«n den Archipel nilgeoeteiiit en oen b«wanen
hnn taal godsdienst en verdere fceeehaviog me-
degedeeld facbben. Buiten Java sal ikh de vreem-
de invloed vooral in de koBlstreken bdbbeo doen
gevoelen, en dK verklaart hoe in bescfasvingstoe-
standeo niet slechts tosseben de ondersdieideD
eiiaaden, masr sdfs op een en betsdfde eiland
tutsefaen de kuitfceivoneTS en die der binDenlsB-
dm aannenljike intelleetneele verschillen vaHen
waar te nemen. Hiert^ beiuit de verdeelingin
Zün le-
j bondt
iJde
leien; de eerBtgenoeatden hebben (
aldeT*»-
heidenen, de
laatste wel en Tiebben den hei3i
dienst (gegeven; eerstgeiMflinden' snn bet ge'
ringst rn aantal en leven faoofdHk«lök in dé
binnenlanden, laatstgenoemden w Java, eengroot
deel van SiKuatra en in de kuststreken dor mees-
te overige eilanden.
Een ovenicht van deo beKhaviogstoestand in
een kort bestek t» geven, valt daarom 100 tnod-
Ip, wgl het hniBerok en maatsdiappeUfk leven
der iniandeohe bevolking niet sleobts te eenen-
inüe veiscbili van dat der Veit«rsebe masitw4up-
pjj, maar ook op de verschillende «(landen en btj
ondencèeEden stammen van betseltde eiland de
grootste afwQktBgeD vertoont. Woningen, hnis-
raad. kleeding, sieraden, ws^ieno, toedinge- en
genotmiddelen, seden on gewoonten ena. vrf-
BchÜlen even sterk van elkander ala de talen ot
dialecten der afaonderlDke stammen.
Taal m Lettertekntl. Oe rgkdom aan talen
il «en gevolg van de versnippering nn Ineolin-
de in een menijrte eüanden en de weinige aaoia-
kingqjQDten tnsidien de vele stsüHDHi, die lom-
tqds een en hatzelfde eiland bewooso. Hoe groot
de verirfieidenheid ecbler «* ia, toA sprikea
tooali de ondenoekingen tis Prof. Ktrn e.s.
DigilizedbyGoOglC
hflUteit «Mgetoow^ >I doe ttutuiHn Ulen« wel-
ke ondeTlrng «n met die der PoljnenaGlM eilsii-
den Tonruit ifja, aood»t uj tén gioote taaUunl-
Ih, de ll&l«ieeli«f oljneaieehe, -tot-
men. Het ooiapioiikeljjke Tadettend dier Tolken
«f etamineii ii Tolaeni Prol. K«ni te Meken in
bet O. nu Aehter-iod», inAnuwn.Kantbodijsot
Cotliht-Cliina, Tunrau uit q tiA, eenige een-
wen TÖöi het begin onaer Jurtrilingv orei de
«ilHden mn Iumlinde en PdjMiil venpnid
hebben. De belangTJ^ite rtn deu IftleD ^ni
1. Maleioch.
2. MenanfckibKiuch.
3. B&uksch.
4. Atjchsch.
ö. Gajo's.
6. Redjanich.
7. Lampongsch.
8. Korintjiach.
9. Ntasch.
I 10. Mentawéisch.
1. Socndanecach.
2. JkTUiuch.
3. Medoereesch.
Balineesch.
Dkjsksch.
1. Boegineeech.
2. Makuaarscb.
3. Baree.
4. Handareesch.
8. ToradjaUlcn.
6. Sanginch.
Bimaneesch.
1. Ternataansch.
2. Tidoreesch.
3. Tobello'sch.
4. Galelareesch.
5. Hoamehehch.
6. Hatoehaha'sch.
7. Rottineesch.
8. Sawoeneesch.
Nocfoorach of Ua-
KI. Soenda eil.
Nieuw- Guinea.
Het tetter8ebrif<t, dat in Inaoliwle ge-
braikt wordt, te Tan drieêrla fionptiag. Sooomi-
ge Ti^en bMÏtten of bezaten «en tetterechrift
Tan lodiKhen ooraftrong en Toor de b^efl«n
Tsn fann tadeigen paeklaar genaakt, anderen be-
dienen lieè Tan bet AiabiMbe ajfatwt met eemge
vUiigingen (in bet Ternataaneefa biff. weiden de
klmkeie regelmatig bQgeseb reren), nog anderen
Tan liet 4oot de Europeanen ingeroerae La^n-
■dw sefarift. Omtrent de biponderiieden der toot-
naamete talen, dei volken, door welke tg ge-
qtroken werden, en dei Mteitnoda laa^dege
men de abondeil^e art&eien.
QodtdieHtt. De OTtivrooite meerdetheid der be-
wonen belqdt den Imm, o. a. bgna de gebeele
berolkiiig Tan Jara; de oTeiisen qjn nos heide-
nen, wier natnargodidienet ooorgaane au ani-
misme (ii« aldaar) wordt aangediiid. Hoenrd
daartiq oog gtoote Teri^Uen <ralkn waar te i»-
men, atemmen de godedlenatige Tooratdlingen
Ï23
daaiin oreieen, dat allee in de natODi (dicceo,
planten en ook Wenloooe Tooiwerpen) boreld
woidt gedacht en aan de sielen of geesten bet
Tenoogen wordt to»ekend, om hun iti^el^
omènliwi te Tetlaten. I)e Tereering Tan die geea-
tetk, en wel ia de «eiate plaaita Tan die der ^e-
etopren familiededen, vormt m leitelgk den in-
bond Tan alle natnargodedienaten in den Arelii>
fel eB ipeelt ook nog in het leTen der tot des
riam of bet Cbiiitendom bekeeide intandeia een
Soote rol. Bg iedere handeling wordt de bolp
r geeaten geweht, en Tieee Toor de liekten
oï onheilen, die in kvnnen Temon^Mn, be-
faeemeht het ^riieeu leren iftn den inlander.
Ten^lt ign si«t bekend, wel afgoMMelden In
menigte, aan wie bg elke griegennnd otfera ge-
bracht worden dooi piieitert of priesteieaeen,
Zq treden ook op ala wneeibeeren of licTei geet-
tenlMBweetders en oefenen ïg «nenigen «tam een
Terderlelgken inrloed, ook m MifelDk sebied,
uit. Het dogma van het Tiq en enMinaamd
Toortloren der liel na den dood ia al^meen ver-
breid, bet denkbeeld Tan een Teigriding daarea>
(«gen böna «et bekend.
DeHindoeaodidienat, eenmaal lOO Ter-
breid in den Arenipel, wordt t^nwoordig alleoi
nog op Bali beleden (lïe Soit en Hitido^mu).
De hwMlel bm^t de ffindoet aaAr InaaJinde,
waarop kolonieatie en itaatfcnndiM o«erhee^
(diiog, alimede ratTermenging ToIffdeB aedeil
het b^n onzer jaartelling. Vooral Java hebben
^j bebeeroeht, waar betrok Tan Ifodjcnalt in het
madden der 14de eenw wjb hoogtten Moef bereik-
te en gezag nitoefen de oTer onderaAeiden kleine
rqken y) snmatra, Ualaka, Borneo, de Kleine
Soenda-Éi landen en de Holnkken.
De invloed der Hindoei ia leer groot geweeit,
vootal op Java (rie aMaai), en toen hg oier en
eMers moeat w^en to<v den Uam, vond de Hin-
doeleer een MhnilplBat* op het nsbniige Bali.
De Mohammedaantelu godtdieiut wordt dooi
bSna 95 % det bewonen Tan InMtlinde bdeden.
Hg werd in het begin der ISde eenw in N.-Sn-
matra bet eeral veniondtgd en breidde lieh eeiat
lan^ de knateo, vervolgens ook in bet bniten-
l&iid nit. Op Java begon de lelain sedert de '16de
eeuw meer aanhangers ite tellen, en na een lang-
durige, Moedige worsteling werd hg er meester
van oen toeeland (erwgl de Hindoeleer er op het
einde der 15de of in het begin det 16de eenw op-
hield ^e bestaan. In korten t|jd werd de leer van
JfoAamtned oTer d« meeste eilanden Teibreid en
neemt no^ heden ten dsge steeds toe. Omtrent
de Tiaag in hoe vet en hoe diep de lelam bg de
Inboorlingen is dooigedronzen, ijjn de meenin-
gen verdeeld. Zie om ArcAierm in Itintlinde,
oadi en Pon-ZtlonuMne.
Het Christendom wordt reeds ecuwen
lang dooi de lendelingen' van onderscfaeiden ge-
nootschappen in iDsulinde verkondigd, ii ei ech-
ter tot heden niet in geslaagd veel aanhangers t*
Terwerven. Het eerst werd het er bekend go-
naaU doot de Fortngeezen, na bun vestiging <^
Temate en elders in de Molnkken, en tegen het
midden det 16de eenw bestond hier reeds een
D,o,l,zedb,GoOgle
op 70000 g«d»t. In de 19dc eenw werd de nit-
biekUng en befcttiging tu liet Outeteadom
door «Bderaclmden aendinmereoDigincen iei
hand ffenom», wuib^ de B^«eriiig Mier toe-
aidrt «Igft nitoelenen en Teiguning moet vn-
leeneB, om bet lendiwiweit nit te oefenuL
Beliihe de Nedenfiiittdie en R.-Katbdi«ke
Eed (EMt een biHebop in putibna inndelinm,
toTeiM pHtoor te Batavia, un het hoofi^, vindt
nen tegenwoordig in IneoliBde de Ohnatel^
Gereformeeide Eeiken te Batavia en Soerabaja,
de Etangelitdi Chiaenehe gemeente te Batavia,
de Anneniaebe gemeente 0(i J«f« «d de BrUaeb-
FroteitanlMbe gemeente te Batavia. Niet minder
et —"*-"— vtarran <__ .
dincnereenigiBg te Rotterdam, het Nederlandetfa
ZudeliBg-genootiehqi aldaar de Utredtadie
Zeadingeverwnigiiig en de Bheioieebe Miniona-
gMellaehatt teBanneaaladetiriaiigTJikatelcnBBen
gelden. Ia het geheel iqi er Sw leDdelingeB
Bet totaal aantal Chiial«naa bednwgt
riuMii gemaakt onder de inlanden op Timor e:
on^ifaoorigbeden, de Protestanten in de Visa-
haua, op Amboioa, in Tapano^ en io de Batak-
landen. Tol^a de iqtDMning v»n 1005 bedroeg
bet aantal inlandadie Chiiatenen of
Proteatanten.
Gerefor-
meerden.
R. Katho-
lieken.
Andere
ttrkga.
Totaal.
Java
406673
3309
«73
.;?n
•^
24663
433 '3'
Totaal
435 535
6783
13JS3
3304
457 794
Daarentegen telt de Idara op Java 29 605 653,
op de Baitenbeiittingen 5428372 belyderB^ ter-
wg] het aaoUi BindoeB in deie laatete 163 547
bedrawt.
Bnèluivingaloettand. Bjj een nadere bescboa-
winr van den heuhatingttoettand verdient het
in oe eeiite slaate opmerking, dat, met nttion'
dering vao eiftele nog iwervende atammen is de
binnenlanden van de grootere eilanden, alle vd-
ken vaite woonpUatuu lubben. D> «ooingbonw
vertoont wel vercchillende trappen van ontwik-
keling, bereikt editer aeigeni een aanaienlqke
hoogte. Kenmerkend ie dat oe w o n i n g e n over-
al gebed nit plantaardig materiaal ign opge-
trokaeu en dat «q op vele plMtten op min of
meer hooge palen staan, somtiidi (N.^net van
Nieuw-Ouinca. N.W.Jiait fan Borneo) in lee of
in de rrvieren, eUem op het land of ook w^ op
vlotten. De hoogte, waarop de woningen boven
den grond itaan, vericbilt van 6 voet (Java) tot
80 voet (eommige Dajakitammen). Alleen in eom-
mige gewetten ^Ooat^ava, Ainlwn eni.) ataan de
bniien op den «eganen grond. In het aleemeen
ign de woningen Unn, ilecbti voor één lamilie
faeelemd; sUeen enkele Dajakatammen boawen
hoiaen van 100, lelft 200 m. lengte, waarin me-
nigmaal een giAieel dorp lamen woont, tciw|jl
ook in de PaaangKhe Bovenlanden groote bni-
len voorkomeiL, al bereiken ly "'^^ <^i omvang
der -Dftjaksehe, Opvallend ia bg dau Fadang-
tebe huiwn vooral de vorm van het dak. De in-
landaehe woningen mieeen lamen, toodat licht en
Incht door de deni Unoen moeten dringen. Hoog-
atene heU>eD de igroote huiien een a[ enliele lui-
ken in bet dak. De meeste gewone woningen ign
in twee ol meet vertrekken verdeeld. De groote
haimn bevatten één groot gemeen tdi^^elgfc
vertrek en verder voor elke familie een afion-
derlijk elaapvei trekje. De meiijeg en kinderen
dapen eamen in het genMenadi^ipttljjke vertrek,
de jongdingen en ongcAinwde maniten baiteni-
buit in een groot gebonw, dat teven* tot vwrga-
denaal, oaWanget van vreemde gaaten, «na.
dient. Het menbilaiT ii gering en beataat hoofd-
lakelgk nit een aantal matjea, om iqi te litten en
te ahuMa. e«n aantal potten en pannen, aarden
adtotau, Wje* en baQÉwekok«rB, alamede een
of enkele kielen iot bet opbergen van Ueeding-
itnUen, lüftieradea «n koatfaaaihedeB. Aan de
wanden hangen dikwgla gereedadtanpen en wa-
C Da, aan het dak viechtnig. Een nonten mat-
DÉ (balé^ialé) komt niet oveial toot evenmin
een primitieve lamp. Wel bevindt lieb dikwgla
in het woonvertrek een atookplaata, tovena kow-
plaats, voor loover de toeberriding der aMMn
niet buiten de woning, h|)T. onder een afdakje.
geiehiedt.
Alleenitasnde woningen treft men in Intolin-
de ileciita leer lelden aan; minatens ajjn de hni-
Mn tol «roepen, doorgaan* tot dorpen vereeni^,
iteden daaienlegeii, welke ook maar eenigaaina
g) de onae gelden, komen nagenoeg niet voor.
g voorkeur liggen de dorpen lange de koa-
ten en de rivieren en ttickken lidi dan in de
lengte nit (atreek. of rgendorpen); in het binnen-
land lagen en liggen op vrie plaateen de dorpen,
all iq niet luiga een rivier gebouwd na, of
ateile hoogten, waaiby de hniien min of «neer
in eu kring rondmn een open mïmte ataan
(komdorpen). Ook ign aö daar, waar het Heder-
landedi geiag lieh nog weinig of met doet gel-
den, meestal versterkt met ateenen maren, aarden
wallen met doarabim3>oe beplant, bonten palisaa-
den en vooral met leTonde oamboe. Deae laatste
ombeinig ti«ft men ook alcMneen op Java eoa.
aan, niet looieer als strategische veiateckïng, dan
wel om Treerod* indringers te weren. Wat den in-
wendigen toestand der dorpen betreft vallen
vooral twee typen te ondenèheiden: bt de hai-
Mu iga op erv«n gebonwd, doorgaans met vrucht-
boomen bemant en door een levende haag van
elkander en van den weg geseheiden, aoodat men
van de woningen op «eringen afstand nieta be-
qwort (Java, Midden Sumatia, tfinabaaia), dt de
DigilizedbyGoOglC
hntwn ituii dicht bjj cUindtr op een geheel
Qf9a ruimte in twee «f meer nj^, aoodat er
gMn géboomten, behalve eenife k<Aoii)tlmea,
mTden uwettoffen fBalcke, PidkUgMbe Boren-
Uoden, Dftjaki em.)- In het Rlgemeeii «jo d«
dorpen Ueis; in weinw woDÏDgen hoitt editer
•omtgdt «en Iwtrdkelj^ uuienlqb beTolkiag.
De kleediDK vertooDt groote renAeiden-
beid. Op Nieow-^inea gun de mannen un de
Hnmlioldllutai gebed auki, elden worden ü-
thane de ed»u>deden bedekt door het dragen
Tan een lendendoek nit Innwakd of geklapte
boomeehort. De beschaafde Maleiert gaan rerder
met de kleeding «n dngen dooigaaoB de urong
of Jttin, een ttnk Ignwwad Tan i — S m., om bet
henedenlgf, soowd mannen ala Tionwen; bq («m-
mige itaötmen dricen de mannen onder de aa-
roBg of kun eea orocÉ; het boTenlqt wordt M
bloot gedragen, Af door de manneo oedek) met
een boia of baadje, bq de Traawen door de aleu-
dang, «u doA lan 3 m. lenRte, ooè wti door é»
kateai. een lan^ TroowenJMC met nauwe moa-
wen. Étgenaardig ia het oortogikleed, dat Tele
atamman, vooral de voorTeebterr in den krj}g
dragen. Het hooU wordt 61 niet W^ Af, *oo-
ala m JaTa, met een hoofddoek getooid, . ook
wel door een hoed van pahnUaderen ena. tegen
de ion beaümt. De kindeien ioopen meeat orenl
tot 6 ft 7 jur, iomtöds ook hngcr, geheel aaakt.
All grondstof voor de kleeding dient Tootal ka-
toen, bij leestelgke gdegenbedeD ook ^ide, hg
eommige stammen op Bomeo en nog meer op
Celebea en Terder oostwaarts de toeja (beweAte
Al> Ri«raden i^n Toorsl pinnen, nngui
•n aebffren in ooren ra neai en ringen om ar-
nwi en beenen in swang; ook tanden van wilde
iwjjnens baren en bloeoMD dienen tot aierud,
Tooral Tan bet haar. In bet algemeen i(|n Tele
weinig ontwikkelde etammen hó«mdet op sie-
raden gesteld, de mannen eremeer ris de vroo-
wen. 06k. bet tatoeSetea, bet aanbrengen Tan
brandwondm op armen «n bont, het TerTormen,
ah^^ea of dtslaui der tanden kan tot letere
bo(^fte bieitoe gerekertd worden, al bemeten de-
le ^^bmiken doorgaant oort^ronkelök op andere
motieren.
Het Toomaamste TOedeel ii, althana in <te
W. helft, de rqet. In de O. helft meer sago en
mals; daarnaast worden ook ondersdieideD aard-
Tmebten (Toorsl Jams en bataten) en Terachil-
lende penlTmcbteo genuttigd. Zwervende stam-
men nuttigen tehiei allee, wat iQ op hnn pad
Tinden, loowel van plantaardigen als dierlijken
aard. Overigens k plantaanHg voedael boofsaak,
terwql daarnaast nogal viecn, verieh, gedroogd
of göonten gegeten wordt, ukFot ilierlqk Toed-
eel meestal eleehti bg feestelijke gelegenbeden.
Melk wordt loo goed ilt niet gebmikt, boter en
kaas i^n oiAekend. Daarentegen komt het nut-
tigen Tan aarde [lie Aarde, eetbare) nog at voor.
De gewone drank is water, waar de loftietMlt
bestaat, ook een aftreksel van gebranite koftiè-
boonen ot van de bladeren. Eet water van de
halfrgpe kokosnoten ia leer in trek, nog meer
palmwgn en ook wel arak. Doeh in bet alge-
meen k de inlander leer matig in bet gebruik
van ^liJB en drank. Oewooid^ worden de maal-
tijden des morgeni, middaga en avonds genut-
tigd. Onder de ganotmiddelen itaat bet
betel- of eirihkanwen bovenaan; ook wordt er
wel suikerriet gekanwd. Het roeken van tabak is
ook algemeen Torbreid, meeetti eebter deehte si-
garetten (strooitjes). Als bedwelmend middel
speelt de opiam een groote rol en geeft wel eens
(utnleidiog tot am<Amaken ^e Amok).
Spelen en veroiaken besit de inlander
in groote -versebei denheid. Bü d« kinderen lÜD
knikkers, tollen, vliegers en Mispelen algemeen;
de Tolwaesenen zijn harte tocht elijke nwlers, Toor-
al editer ter wille van de wedoeasebaivie^
waartoe ig aanleidiDg g«ien en dieboo^ nadee-
lig op de welvaart werken, looals oöv. door
Prof. Sieuaenlmit TOor de Dajaks etp Bomeo
vrerd aangetoond. Tooral <^ banengeneehten ijjn
de inlanderB verwrt, ook kwartel.^ krekel- en mie-
rengeveehten bebooren hiertoe; tügergeveehten
iqn tegenwoordig leldiaam geworden. Hooier
staan die vernmken, waaibü bet om koaetnitift-
gen te doen is, n.i muiek (gamelan, lang (loo-
aU de {lantoeni op Snniatra) en dana (aie Done-
hinit). Ook tooneeboorstelliB^ valten bjj da
Javanen, Balineeten en Ifaleieia xeer in den
strekt niet üti}d op een laag staande beschaving
wgien, behoort het kannibalisme, dat nog
voorkomt bn de Bataks, ala straf voor bepaalde
misdrören, bg sommige Dajakttanunon, q> Cele-
bea, Flores, de Solör-eilanden en Tooral op
Nienw-Ouioea, -waar eommice etammen ook g«-
Aoode Tienden opeten, lelis Inken van men-
«rtten, die een natuurlijken dood geetorten ign
Terslinden, t«twg1 het i.ieh elderi beperkt tot het
nuttigen Tan bqMaldeliriiaamideelen, bgv. (^ de
Soloi-eilaDden van bet bart vaa getneaveldè lï-
anden, op Celebes Tooral van ds nersens en bet
bloed, «It een middel om dapper 4e worden. Heer
algemeen Terfareid is het koppensnellen,
dat Toor een gedeelte samenhangt met de octte-
delvereering, een voim van animlasne, waaibjj de
trttedeli van menscben ale fetis;
I worden be=
seboowd, voor een gedeelte lijn ooriprong in an-
■ idt. H ■ ■
, _ i-eiknden, in de L«n»ong»«_.
dittrieten, b^vele Dajakstamnea, in Centraal-
de laatste jaren stvrk vermiBdeid to qjn. Zeer
'VeBeebillend en 4en deele hoogst eigenaardig iQn
de gebraiken der ondersebeiden heidentehe •tam-
men bij de diie Toorosacnste gebeurtenissen van
het mensefaejijk leven: eeboorte, bn we lijk
en dood. De kuisebbeid der meisjes laat over
het grfieel veel te wensten over, met de lede-
lijkheid in bel huwelijk ie het, althans wat d«
betreft, over net algemeen beter geatcld.
wegene de daarmede verbonden kotten, wei-
nig in iwang. PolvaDdrie moet enkel Toorkomen
hj) de Dajsks in ^trahas. Daarentegen komt sla-
Temn en pandeliogsehap (schnldffavernij) bni-
ten Java in ^beel Insalinde voor.
Onderwnt wordt gedeeltelijk gegeven door
de Hohammedaamebe prieelera aan d« kinderen
DigilizedbyGoOglC
TUI UohNDBiediuKii, beeft echter ireiMg te be-
teekeiien en beperkt licli in hoofdsui tot bet
metlMniKh leeien leiaa van den Kons; gedeel-
telgk door d« Christen-ieinleliiigeii op lendiogi-
•ebolgn, wMur het met bet gewoon lager ondef
wqi crreTeenttemt, en in <le derde plaati th Qod-
TemementaiMge. Dit iMttte valt nog te onder-
■eheiden in ond«rwni tan ionen tui inJandtdw
boorden en aamienlükea ^«cboleD ecTtte kluie)
en ondenröa aan kinderen van gmrone inlanderB
(«holen tweede klaaee). Voor de EuroDwacbe
kinderen bettMn er gcnrone lagere eeholen ett
■cbolen Toor meei aitgebreid OBdervjJB ten dee-
le openbare (toor rttening Tan het Goinerae-
ment), ten dèele bgioBdere, «elke lobsidie ok
'« lands kaï kanatn genioten. Ook Fffibelicbolen
(gebeel Tan paitiealKrea aard) lindt men in
haalinde, alimede ambaefetMeholen te Batavw,
Semarang en Soerabaj», op «elke glaatMn vitai-
eene hoogere bnrgenëbolen met igt^igen enr
■m ijjo, terwql te BMafia teTcoi «en hoogen
irmrwfaool met driejarigen enrsu voor meis-
jes beataat en een «dwcd (&Id. D. tan bet gjm-
naiinm Willem UI) tot beoeiening det iaial-,
laad- «n volkonkaDM thi Incolinde. Op de hoo-
cera bnrgeracliolen gingen in 1915 behaWe de
Eniopeeaebe leerlingen 62 inlandicfae joiuena, 4
inlaikdiehe meiije« en M treemde Oaaleniiigen.
(^ 1 Janaari 1914 waren er op Jara en Hadoera
145 openbare sefaolea «oor Eïaropeeteiie kinde-
ren met 18 SS8 leerlingen en 3t bgiondere met
5444 leetlingas, waaronder 956 aiet-Earopea-
De onmi» *an het la^et oaderwg* on 1 J«r
nnari 1914 ican nit bet Tidgrade oreniNit blq-
Ocwoon isccr ondcrwUs
Aantal scholen.
Aantal leerliiigen.
Daairan meisjes.
GouTcra.
acholen.
Particui.
scholen.
Gouveni.
acholen.
Particui.
scholen.
Gouvera.
scholen.
Particui.
scholen.
834
459
1874
175 «6 50531
89960 130273
II 768
17580
8511
36814
Tan d« 1110 leholen tan partienKeren (1 J^
nuari 1914) waren 635 wQ^ngaehoIeiL OonTW-
nementskwecÉMbolan voor inlandsel» onderwjj-
len beitaan ar 7 in Insnliikde met UftU) «76
kweekelingen. Verder heelt me» ei 16 nonnad-
cnriDiaan tot opleiding tri inlandaciw ha^ft-
derwvHn met (1914) 519 leerlingen. Zoogenaam-
de TolkMcbolen, frocmr deM-»^akn wuen er
in 1914 op Java en Hadoera 3521 nwt 239415
leerlingen; in de BnitenbeiittingM 631 met
41 2il leerlingen^
Landbouu. Het hoofdmkldel ftn beMaan
der bewoners T*n Inenknde ii de landbonw. Hier.
bn moet «en onderacheid gemaakt worden tn*-
■cban den landbonw dooi de intandera Tolgeni
eigen initiatief, geheel in hun belaag aitgeoe-
fmd, en dien in dienst van ËotopMaow onder-
nemeu of ran de Regeeriog Teiiitat. Bg de laat-
ste beitond Troeger een yerarinl tasMhen d< ge-
dwongen cultuur «n de TTJje cnltnur. Be gedwon-
gen ealtuur i« Teidnrenen; de Tijje euttunr kan
weet Teidedd woiden in de kina- en de boM^-
enttnar ()i« SoaeAbotwJ waarbg de ailwid der
' i rebeel TriJwiHig is " '
taald wordt. Door "
JsUnderi rebeel TrirwiHig is en behoorlgk be-
taald wordt. Door Europeeiebe ondernemen
wordt de landbouw uit^^eoefend: t«n decie op
gronden aan partieoUeren in Troeg«r tgden in
eigendom afgestaan, len deele op gronden door
het OouverMOient in er^acbt a»estaan, dan
wel dooi het Oooyernemenl, inlandtdie vonten
en grooten of gewone iidanden Teitmard^ tel
dede door opkot^ Tan prodaeten. door de inlan-
ders geteehl, om die in «tgen etablissementen te
verwerk en.
De inlandsche landbonw staat over
bet geheel nog u) een lagen trap Tsn ontwikke-
ling; het ia TMlal landboQw met brankligging,
dds extensief gedreven wordt. Btcu gebrekkig en
Ttiooderd als de methoden, ign de laodbouw-
werktnigeo. Op vele plaatsen vooral buiten Ja-
TS, is Mt noK looRwuw.
Daai tost net boofdvoedtei vormt, is het ook
het Toonaamste landbouwproduet en wordt als
êtnU gMtoê tegenovM üït andere aamen als
ItfMda gemu geplaatst. De igstbonw in sgn pii-
mitiefiten vonn is de gtgHMVw, waart^ een
stnk woeste grond, doorgaans oerwoud, van boo-
men en andere gewanen geaatverd, weinig ot
niet bewerkt en dan beplant wordt, door met een
puntigen ilok gaten in den bodem te maken,
daarin de rgttkorreli te leggen en de gaten ver-
Tolgene met de liaad dicht te t^ken. Deie me-
thode, die een geringen oogst van slechte hoe-
daaigiMld levert, wordt alleen bg de laagst staan-
de Tolken tocg^>aat. Betere resultaten geeft de
tegalbonw, wautif men op deself<ie wjnete werk
gaat, doch den boden Toomf beter bewerkt en
aan het gews« meer loig besteedt, o. a. door het
wieden van onkruid. De beste oMtbode is eebter
d« tawabiboaw of de rqatteelt op natte velden,
die op Java veneweg de overhuid beeft, IcrwiK
in de Bniteiri>esittJiigen de tegal- ol ladangbonw
overweegt. De sawMbouv vereisdit veel meer
torg en arbeid, voorü wegene de noodsakelij^heid
om waterleidingen, slnnen en damnten sAn te
leggen. Tevens nweten de rijstvelden bebootlgk
bquowd en geêgd worden, waarna de vooraf op
kweekbedden getrdrkeD laailingen daarop over-
gci)Mcbt en de akkers onder watw g<iet worden,
totdat de riJithaUDen beginnen te bloeien. Voor-
dat de ploimen geel wordon, bet teeken, dat de
rijst rijp is, heeft men bet water doen afioopen,
tevens tal vaa maatregelen moeten nemen, om
het gewas tegen ign vele vganden nit bet die-
renrgk te beMbeimen. Bg het oogsten worden
op Java de halmen een voor een met bet ijjstates-
D,o,l,zedb,GoOgle
je sfg«H)wiBiH in boMan lumn g«boiulen en te
drogen gnet, <lM.nia in de iqatidiiwr opgèbot-
Esn, om fenolgeiu t^ gedeelUn, ti nuimete de
^efte lich Tcoidoet, dooi de Trouwen oatbol-
ftlerd te worden. In \9H «reren op Jan
8 S17 774 bwws met rjjit beplant en werd de
S reductie op 931U970 pikoli padi geadiat.
:ochtani ia die iioetedheid nkt ToIdo^d« om
in de behoelten der teiolbing te toorsien en
tracbt d« Begeerinff dooi iiiigatie werken de be-
boDwiiaH opperflatte te TBigrooten, Ook op de
gronden, die eigendom tan particulieren ign, ii
rqat een hoofd g« wat.
AI* tweede gewaaaen, nadat de rüttvedden op-
nieuw beweHct tgOi knreekt de mlander, grooten-
deelt «oor eigen gebruk, mali of djagoeng, rei-
acbillende knolgewateen, jteahmchten en gewaa-
Celcfcei ea ondeibooiigheden levetde 27 000 ft-
kok. Tooral de prodnetie na Bobnata-koftie ie
in de laatate jaren afeik toegenomen. Ze wordt
vooral gekwekt aJi Catdi'«iop itp de jongs rnb-
berplaotagea.
De ttieiéprodDetie op Java ia toegenomen van
11 milL kg. in 1905 tot 80 miU. \g. in 1914.
Daarran ]«Teien de Pieanger Beg«ntsenappen inim
■en, welke alt toeq>Ö8 ba de rgst dienen, aooali
lon^ok (Spaanadie wpet), terong (Milanam «oor-
t^), ketimo«n IkomkomnMT), oien, pni, kool, ael-
den), aalada ajei (watetfcen) ena.; gedeeltelnk
Teitonwt bg ook handelggewauen, Moali tabak,
«aikeniet, indigo, 'djarak, gember eu.
Onder de eultaniff ewasa en, datign de
Srodacten, welke voor tten bnitenlandieben ben-
ei gekweekt worden, is tabak wel bet meest
Teiiieid. Wel ii waar wordt er dooi de Inlan-
deii ook Ted tabak voor de inlandacbe markt
Terlwnwd en ei is bïJDa ^d bewoonde streek,
belm in de laaglanden of In de tiooglaiMlen (tot
± 1500 m.), waar door de iolaDders niet meei
of minder tabak voor eigen gebruik of voor de
inlandeche markt geteeld en toebereid wordt. De
meest schitterende reioltaten beeft deie cnltaui
in Dell ojigelevetd, ten deele ook in de naburige
Kreken. In 1869 iMgon de Deli-JKaatschappg de
enltaur aldaar op een terrein van ±10 000
boQwa, tbans beeenikt aij ovet meer dan '100 000
bouws; de productie van de Maateehai^pü bedroeg
in 1370 l»t5 pakken, elk van 1S8>/i kg. gewidit,
ter waarde van 270 000, in ISM reeds 56 656
pakken ter waarde van dl mill. gli., terwgl de
gld. bedroeg. In 1905 vond men er S26&1 ta-
Baksveldcn met een prodactie van 820 474 vi-
kola. Ook Java, en in mindere mate fiorneo, le-
veren veel tabak. Op Java waren in 1914
224 902 boawt met tabak beplant en bedroeg de
prodnetie 34000000 kg.; in Nederlandaeh Boi-
neo gaat de enHnar acbtemit.
Een tweede belangrgk CDltanrgewas is de sni-
ket, dis «ve&eeu teer «IgetneMi m InMÜnde
irordt aangetroffeni, doeb als bandelaaitikel alleen
(^ Java groote beteekenia beeft, dnainaatt ook
in Atjeb, PalenAang, het Z. van Celebea en de
Weeterafdeeliag van Boraeo voor den uitroer
Eekweekt wordt. In i]ffl4 waren op Java 236 268
Duwt mot tuikerriet beplant met een ^rengit
van 22 mill. oikola «niker.
De koffieeultanr van partieolieren is ti„
woordig veel bdangigker dan die van gonveine-
tnentswege. De vrge gonvernemeatseiiltniii lever-
de in 19U op Java 57 000 pikols; de partienlie-
re ondernemingen 400 OOO pikola; van de Bni-
tenbeiittingvo leverden de lAOfongubt distric-
ten 30000 pikols, Sumatra's westkust 60 000 «i-
kots en de ooatkast van Somatia 50 000 pikola.
24 mill. kg., BtUvia 8,6 mill. ks. Ter Swnatra'a
west- en oostkost wordt de» cmtunr s(eedl be>
langrijkeri de ooeftoet leverde in 1914 leedi bg-
na 400 000 kg. In de Preanger ÏUttentsobappen
kweekeo de iuandecs steeds meer tbee op verla-
ten koffieplantages.
De kioaeoltunr wordt uitgeoefeod f>p gonrer-
nement^Iantaoenen (in 1914: 898 836 Ing.), op
— ooden door het goavernement in erlpawt af-
istaaa (in 1914: 6 864 411 kg.) en op particu-
__ Undergen (in 1814: 789532 kg.).
De iadigooultnui is aterk achleruilfiegaan; Ja-
I leverde in 1914: 1 186 282 kg. cacao. Peper
leveren vooral de IjMDPODgsche Diitrielen (ia
1918: 12 mill. kg.>, At^eh en onderlwoririiedea
en Banka en onderhoorigheden (elk 3 miU. kg.),
en Palembang (2 mill. kg.). De gebeele pTo<^c-
li« bedrog ± 26 000 OOO kg., d. i. ongeveer V>
van de wereldproductie. Terwgl de krnidnacel-
enltvar, die sgn booldselel nog steedi op Amioon
en de Oeliassers heeft, van weinig betekenis is,
levert Insnliitde nog 80 % van de weteldptodaetie
aan mDskaatnotei mi foelie: in 1914: 50000 pï-
kols noten en mim 10000 pikola foelie. De pro-
ductie der Banda Eilanden neemt tJ: veel per-
ken worden daar tot klwperaanplan tingen ge-
maakt; in AtjA, Snmatrrt wettkoat en Tapa-
noeli neunt de prodncüe in öe kattte jaren
iets toe.
Van groote beteekenis iqn in dé laatste jaren
r'orden de eopra- en de robbereoltiior. TcRwgl
uitvoer van eopra in 1870 nog onbeteekenend
was, bedroegdeie in 1907 reeds 25miU. gfaL, in
1912 reeds 54 mill. Java beelt naar adiatting
210 000 H.A. k(Aosplantagei^ de Baitenbeiittia-
gen 150 000 H.A. Van de Buitenbeiit tingen le-
verden Celflbes in 1913 ± 70 mifl. kg., ie wes-
terafdeeling van Bomeo 28 miH. kg., Sumatra's
westkust ± 15 miU, kg. Balt en Lombok even-
veel
De TobberciiltuDr is eerst na 1900 and van
groote beteekenis geworden. Begin 1914 gebmik-
te deie eultnnr op Java een oppervlakte van
875 000 H.A., in de Bnitenbeaittingen (vooral
op Snmatra en in de Zuider- en Ooster-afdeeling
Tan Bomeo) 880 OOO Hjï. In Djambi en Palem-
bang neemt de rabbercdtnor door de Inlanders
snel tos. De cuAtrengst van robber in Innlinde
bedroeg in 1915 tjgna 19 mill. kg., loodat Inwi-
linde reedt 12 % van de wereld^iodvetie lewr-
de, en dit percentage lal «olgeita deAnndigm in
de toekomst nog aaniienlj^ atg^en. De plantam*
werken meest met vreemd kapitaal, vooral En-
gelsdi. Tan Teel geringer beteekenis ann de enl-
tnres van katoen, kapM, ramA «n anasre tsmI-
Ce e teelt. Daar de inlander in bet dage-
Ijjksch teven bqna geen vleeteb eet en anivdpro-
duetsn voor hem loo goed als onbekend ann,
moet da veeteelt »«1 vene aehtciataan bg den
DigilizedbyGoOglC
landbouw. Tid d« rnnderen ii de tftmme bnOel
ot kariianw Tsa bet meeste bebng, fooraent «Ie
trekdier, dan bg het btploegeo en emn der nat-
te igit'reldeD en eiodelqk ale BkoDiTee. Het
eiceirigke mnd (tapi) komt trreial voor, doeb ii
alTeeD talrijk op O.-Java eo Hadoeia. Bali en Z.-
Celebei; het dient alt trekdier op liehtare gron-
den en all ilaebtTee. Paarden kooien efeneeni
teer algffucen voor en dienen alt rg-, ütk- en
laildiaTen. De meeite paaiden vindt men <^ Ja-
va, Somatra (A'jeh, de Bataklaoden en de Pa-
daigtdie BoTCD- ea Beaedenlanden) Bali, Lom-
bok, Soembam, Soonba, Savtw, Rotti, l^or en
(Xébea. Vooral Soembawa, Soemba en Z.-Ctitbet
bebbeo «en niet onaaniienlijken nitfoer. In bel
alffemeen ign de paatden klein, doehtteii
volhardend. Tan nalnre goed. ffiat bet rai over
bet algemeen aehterait, daar de inlander nieta
doet om het te verbeteren en er veel te booge
«aehen aan BteH. De regeerii^ moedigt de paai-
dent«t]t aan door bet veitigen van tangttende-
pótï op Java en te Pajakcönbo (Somatra), ter-
wgl op Java, Somatia'a Weitkutt en in de Hi-
nahaiia partieolieie «toetergen beitaaa.
Varkenivleeaefa wordi door de (Aineesen en de
niet-Mobammedaaotehe inlanderi, veel geiten,
toodat men dan ook in de Bnitenbesittioffitn
overal vaitena alt (laitdieren aantreft, deze lella
l^j enkele itammen in Nieiiw-43iiinea de lieve-
lingadieren ign en door de vroawen vertroeteld
worden. 0«iten en adiapen oiitt»«k«D bgoa in
geen dorp, evenmin kippen, tervgl ander plmm-
vee, looaji eenden, ganien, k^oenen ena. even-
een talrgk ii.
'E!etbare vogelneitjet, een lekkenq voor de
Cbineeien, werden in 1902 voor een iraarde vai
324 000 gld. uitgevoerd, meest naar Singapore
verder naar Penang en Cbina; de meeete igi
afkomttig van Java, Celebei en Falembang. Vo
gdhaiden werden in 1913 voor mim 500 D0(
g^d. nilgevoerd, vooral van Teinate, in de eente
plaata holden van den parad givaB«l.
Volgeni de <^iMmingen van 1(K)5 omvatte di
veeatapel:
Java metbU-
Bnitenbeiit-
tmgen . .
Paarden. Rnnderen. BufTela.
363 974
118 64$
1654461
449268
3186993
446540
Botehbome en Boêekprodueten.
Hoewel de boiaeben in Inanlinde een leuaaditige
Sipervlakte bealaan. vooral of Snmatra, Bomeo,
ieaw-Gnine*, CelriKi, Halanhera en Boroe,
en een noote veradieidènbeid van kovtiare hoat
loorten Detatten, wordt daarvan tot beden ateehta
weinig partn getrokken en ttaan i|j alleen op
Java en Maaoera onder deakondig toeiioht. Hier
maakt men nog «en vertdiü ttnaehen d« djati-
en de wildbontboaaehen. De djatiboBtehen ttaan
onder sereg^d bebeer en worden afgebakend,
opgmieten en in kaart gebiaetit. Met de wijd-
hiMit-, dat iQn alle overige boueben, ia itüki
nog aleehte voor eon klein gedeelt« bet geval.
Voor den uitvoer aÖQ alleen van belang bet
dijatibont (lie aldaar), het wortelbont (8ono ot
Linggoa) biet ebben- en bet ««ndelhoat. De waar-
de van den totalen nitvoer bedraagt echter nog
minder dan 1 miU. gtd. JMrtgki.
All boaekprod neten, die voor den handel van
belang sgn, vallen te noemen: getirii-pertjs.
caootcoooc, bamboe, rotan, waa^ gommen ^om-
benaoC, gnn-topal en fforo-damai) ^ lunes. Zg
komen alleen van de Bnitenbeiittingen. De uit-
voer bedroeg in 190G:
Gom-boiuofl. . . .
Gom-damar ....
Caoutchouc ....
Gom copal ....
Getah pertja . . .
And. Kctahsoorten
Rotan
Was
1669916
7794 öoi
4S890
6 976 ao7
810685
31 059 860
60458 186
70316
3671866
31S1489
137670
1744051
I 783 507
3918675
7354983
70116
ITjfnAoiiv «N Jftiierote Bronnen.
Daar, loodt bg de betpieking der delfstoüén |«-
bldien il, mineralen wel algemeen vert>veid ign,
maar riechia op enkele plaatien in aaniienlj^e
hoeveeUieid voork<»neB, ia de mqnbonw tot en-
kele itreken beperkt, daar de pmnitieve wgie,
waanq» door inlanden op sommige eilanden me-
talen gedolven worden (door middel van ondiepe
knilen) niet ali mgnboow kan gelden. De gioot-
ate be teeken is beiit de ttnontginningt^ Bangka,
BilUton en Singkep (lie de betretfnide artikelen
en Tin), die overal in apea groeven geaehiedt.
Pelrolenm li vooral «p Snmatra HLiïgkat en
Palembing), Java en Z.-O. Borneo aanweiig, (lie
PelTohum), steenkolen levert in d« eeiste en
voornaamtte plaatt bet OmbillBnkolenveld (Sn-
matra), terwgl ig ook in den bodem gevonden
werden in Z.- en O.-Snmatra; verder amgnt Bor-
neo leer rgk aan iteeokden die lioh kenmeitei
door een groot hangehalte (104 2%) en op vele
plaatoen ni«l geiehiki ign voor het ge-
snik. Alleen in Eoeleï (O.-lnut) en op Poe-
)oe Laoet heeft tegenwoordig in NederUndsefa
Borneo de ontgisiung eenige beteek«ni<. Good,
in den vorm van etolgond, wordt gevonden
op Bofneo ïo Sambaa (W.-faiit), wxai voor-
al Chkeewn het wassdien, '
delloop van den Kasoeai, laim den Eriujaa
koit) en in het gebied van Hartaooera. Op
mitra wordt bet geSxploiteerd in Midden Sonut-
. Op 8n-
tra en BenkoeleL op Celebea in bet N. aebjer^
eiland. De getieele bekende gondopbiengit raa
Inialinde bedroeg in 1911: 4236 «48 gram ter
waaide van 7 5ISSS] gld. Diamanten, meestal
oncniver en «teeds leer klein, worden door inlan-
deri geiocbl op Borneo in Landak (W.-faiat), in
Hart^oera en in de vaUeten, die nitiDonilen op
de kost tnssehen den Baiito en PoeJoe-LaoeL
Aan de W.-kntt bedroeg de opbraigat in 1912:
DigilizedbyGoOglC
JkTk an Hado«n «en TegecriKimcHiopolie en
KMclMedt op 8 pluttMD «p HiMKft (Sunptiw,
FkmeksMO en Socnuntf)]. In 1908 vond men il-
dur 8581 lOBtounen, die 48469 kojuga lout
(1 kojane = W pttds) kretvkn.
Mmtrate bnmneH. Au gerolg Tftn de lalkuii-
•che gectdditeid fu Tde eiluden is h«t untal
mineralv bronnen is lualiDde •aniienlQk; 7el>
duTTKn worden, toot*] «fi Jita, tot geneet-
knehti^ doeleinden ungewend. Zie rerdei Bmt-
fffxrAeid. Dettbriekt&4f«)th
il in Insnlinde nog Tan ondeiffeiehikl bdang en
geheel in handen tm Tieemdelingen; Toor de
inlanden heeft ig alleea in soofw beteekenis,
dat ijj op Java met i^n oTerbeTolking gelegui-
heid geeft aU loooarbeideT den kost te Teraia-
ne». Het aantal inlandiehe loontrbeidefi ii eeh-
Ier nt^ Rerinff, even Rering het gebnik, dat in
de inlaniiH^ tmirtiaDdiiw lan de fabriek (artike-
len wordt gemaakt. In 19H vond men bq d« in-
dattrielle oBdernemiBgni op Java 3050 itoomte-
teti met 304 SSO t. m. TerwarmingKAperrlak; op
de Bnitenbeiittingen 1054 ketelg met SS 404 t. m.
rerwanningtoppervlak. Daarvan «aren aUeen b^
de snikeTlabrieken op Java 1321 ketels met
234 598 T.m. Terwarmiogm^peTrlak in g«bniik,
waaruit duidelnk het OTemricht van doen tak
van nnverheid blgkt. DaatnaaRt q)e)en op Java
de k o Ifieon dernemingen een rol, benevene de
tga^hnolenK petioleamrattinadergeD, öb- «d
mtneraalwateilabrieken, leepf abriaken, drakke-
ijien, Bigarenfabrieken en rftnirtabridcen. In de
Baitenbeiiltint>en ïb het aantal fabrieken veel
geringer en vindt men de meeate nog op Sama-
tra, looalB ^ontuagmcdenfl, qs- en ninerulwater-
faèrieken, petrolevmraf tinaiternen en drakkergen.
De JnlandBchc ngverheid dagtekent
reed» nit ïeer oude tnden, voonlel echter sleehfs
in eigen beboetten. Bovenaan ataat de teitiel-
en meer bepaald de katoennq verbeid, die eebtet
op Java in de iaatate kwarteeuw aterk adtter-
uit il gWtan door invoer vaD katoeMtolfen van
buiten. Terwgl de inlandadie weefnnverheid
nooit boog beeft geataan, op Bomeo lelia ^oo-
tendeela v«rdroaffeti weid door die der Maleiera,
op Java giootendeelB geweven wordt van frarenB,
dte van de (Aineeien gekocht worden, ii het
gnnatiger geateld met de batikknnit c^ Java
[lie Batikken). In bet O. van losalinde, vooral
in Middd-Celebes, ia de bermding van boom-
•chon tot Ueeding (foeja) leer algemeen. Qon-
fltig ia het geateld, loowel <^ Java ali daaibni-
ten, met de vleehtknnat, wasrbg allerlei mate-
riaal (bamboe, rotan, palm- en andere bladeren,
bieien. Kraaien, eni.) verwerkt worden en de in-
lander aikwnli h\yk geeft van veel amaiÉ. en
kleDieniin. Ook de vervaardiging van aardewerk
'a alffemeen vettreid, «laat op vele plaatf- "■ ■'
en Java hot"" """" "~ ''' --'--' — *-
geldt van
(en Java hoocer dan op dit eiland, en betielfde
geldt van den hniienbonw, dea «AeepBhonw
(Vooral bjj de BoegineeKn] en de faontengkanit.
Zeer verbreid ii eveneens de uneedkaait,
vooral het bewerken van iJier ia in sommige dee.
len van Bomeo en Centraal Celefaea goed ontwik-
keld. Ook koper-, liher- en goudsmeden leveren
op Java. Snmatra'i Westkast, BtAi, Lombok, eni.
lomtjjds mooi weik. Het angden in hoorn, tctiild-
pad en ir
bet vervi
729
, het bondiaiBn in gond en rilvei, en
iet vervaardigeo van twmboewaren is grooten-
deeli bepeikt tot de Toornaamite plaatsen op en
hoiten Java, nog meer faet diamantalgpen en
de laeibeweAing. Al deie tKdrqven worden
meestal, aU hoiiTljjt, door de mannen ottseoe-
fend, en zg houden lieh ook aitilnitend beiig
met tiet bereiden van kokoiolie, het koken van
iniker en het aftappen van palmwgn.
Vischvangit en Jaeht. Vk
wordt in den gehelen Archipel met i
Mhillende hnlpmiddeten nitgeoefend ea vormt
voor vele inlaoderg een bron van bestaan. De
vele viacbrgke wateren en de omatandigbeid. dat
viaeh het voornaamite dterlgke voediel voimt,
werken daartoe lamen.
De tottmtterviueheri komt op tüa eiknden
voor, lella de aawalii worden wel tot viiehteelt
Sbmikt, looals die van goodviaiehen op Java.
en vajtgt den viaeh met tien^s sn netten van
allerlei vorm, brengt veiipernDgen in de rivie-
KD aan van takkebosan, bouwt sero'* (faik-
aditige ilakelfeb), damt rivieien en meren af
ol bedwelmt den viaeh door plantaardig vergif in
hel water te werpen. De leevisscnerg kan
weer in atrand- en diepieevineherij ondeitdiei-
den wotdeo. De eerste bloeit langs de N.-knst vaa
Java en Madoera, terwgl men vooral in Soeraba-
ja veei leeviaeli in lontwatervqvers krweekt. De
diepieeviMcherï wordt het meeit door Javanen,
Madoereeien, BoegineetCD en Hakaaaren nitge-
oefend; in het bgionder verdient de troeboek-
viiEcherg aan de O.-kvit van Snmatra vermel-
ding, daar de knit van den troeboek een belang-
vormt. C^ Bangka, Bil-
Boraeo wonen itimmoD,
die hoofdtakelQk van de via^vangat en ala lee-
nomaden leven. Een groote rol ape«t ook de tri-
pangvannt, vooi«l in de O. helft van Innlin-
de; de Hakaaaren varen reedi sedert eeuwen
jaarlgks naar de kniten van Nienw-Oniuea en
Anatraliê om er tripang t« viaachsn. Minder bv
teekent de walviaAvaagit en die van paarle-
moeroesters en paarlen.
De jaeht beeft ali middel van beataan min-
der te bedaiden in de W. helft van Iniatinde en
Btaat ook in de O. beltt verre aefiter bg de
vitekvangat; het meest wordt nog op herten ge-
laagd, daarnaaat of wilde awjnen.
Handel en tekeef vaart. Reeds door
t^a bevolkingicgter speelt Java, loowri hjj des
binnen- als og den bajtenlandaeben, bg den
groot-, aoowel «Is fag den klunbandd de hoofd-
rol. De inlander bedt Tan natnie wchrig laat tot
den handel, die dan ook loo go«d ato
eeheel in handen van vreemdelingen ia. De
kleinhaiiM ia. vooral op Java, overwegend in
hsnden van Cnineeien Mamaaat van Arabieren
Rlingaleeien, die ais marskramers rondreiien
in de grootere plaateen toko's bonden. De in-
lander drgft bijna alleen handel ofi den pasar
of passer, d. i. de markt, welke in bgna elke
desa op een bepalen dag in de week gebonden
wordt en op sommige pnnten koffers en ver-
koopera ven heinde en ver aantrekt. Hier worden
alie mogelijke artikelen te koop aangeboden door
Chineeten, Arabieren es inlanders Meestal vren-
.n).
DigilizedbyGoOglC
730 IN6U1
De groothinidal ii in het J>e»t' mn Earo{>M-
un en Ötineezen en beeft liah Toonl itect
oirtwikkeld M4«rt loitüinde ia de tweede helft
der 18d« eeDW bsBdeUTigh«id heeft Terkregen.
Ook lijn sedert 1855 eon»^B 7&n vele itatBn •!-
daar gevestigd en worden et (eed«it 1865) de
iliggen van alle bevriende oktiêa bn d« groote
Ttart met de NedeiUndi^e vl&g geljfk geeteld.
De havens worden onderedwidên in haieni TOor
de knttTatrt, waarin alleen tot die Taart, ee-
reehtigde d. z. inlandtrite, in Iniulinde tbais «e-
hoarende en Nederland aeli e stAiepeo, worden toe-
gelaten, en haTen* voor den algemeenoD handel
geopend, trellie toegankalgk ign toot de Bcbe|>en
"e bcTiiende DatiBn. £eu hi|tond«re plaata
n. 1. Rionw, Uaka-
baT«o( K.
min ol meer tegen den wind beeahntte ree-
den, waar bet Teiteer der groote Khepen met
den Talten wal door praawen (pranwenvee-
ren] onderbonden wordt, Weicelqk goede, mo-
dem ingerichte haven* i^a alleen Taitdjong
Friok, de BmmdiaTen, Sabang en Soerahaja. De
([rootite bavena voor bet verkeer met het bniten-
and i}ja Batavia, Soerabaja, Samarang. Padang,
BeUwan Deli Tandjong Poera, OeleB Uteni,
Bangkalii. Makasai, Edi, Rionw, PontiaoKk, i;)!-
latjap, CberÜM», PalMniang Earinwn en Hon-
tok. De belangrnkste haniMlrfMtrek kingen, wat
den invoer hetreit, belAMn plaata met Singapore,
nit voerartikelen ijjn en voor welke bednget
Nederland en andeFe ataten 't»»™»" deelnemen.
aUook welken omvang de lobeepvaart in, naar en
uit IniDlinde beut.
Ëen groote rol op handelagebied heeft de N«-
derlandaehe Handelemaktaehappjj {sie aldaar] ge-
apeeld. Al e voornaam »te haodelaiaatellingeL
werkiaam in InaoHnde, vallen te noemen: de
Javatf^e Bank, de Factorji der Nederiuidathe
HandeUmaatadiappif, de Nedetl. Ooat-Iiidiiebt
Bandelabank, de Koloniale Bank, de NederL Ii-
diache Eaeompto Maatsdumq, de Chuteied
Bank of India, AaMralta and China, de Hoat-
kon^ aid Sbtagai haiking Coivoration, de Ned.
Indiacbe Hnwtheekbank, de NederL Indiadit
Crediet- en Bankveieeniging, de Ned. lodiaehe
EfteeteObu^ en Moige andere.
IfaféN, OewteUm en MiMUa. Wat Matat m
QemehUn betreft, bestaat bg da ondeneheïdefi
inlandiche stammen de giootate vetaebttdenhnd,
en lelts waar van standaard-tnaten en -gewiA-
ten kan getproken worden, varaehUlwt aew ii
verariieiden etrden Tan betaelfde eiland niet
Mlden weder onderling en dnÜen niet akhd eta
vaat begrip nit. De Toornaaoute door de Begee-
ring Ttitgeatelde mnten en gewiditeii qn de
volgende:
PmI op Java . .
Paal op Snmatra .
Roede
Lengtematen.
^ 400 roede
= Va «"w i»""
:=; 13 voet
-. 1,506^3 n
= i^S 1,863
3,767
Djoeng op Weat-Java of v.k. roede .
Pantjar op Oost-Java
Vierkante Paal of 330 bouw . . .
: 500 V.k. roede =
7,096/> V. 1
14,193.0 ,.
3,370,710,0 „
Pikor of eroote Bahar ....
Kati . . . .
Thail (opinni)
„ (edele metalen) ....
Koyang voor R^st fBatavia) .
•1 tl » (Samarang)
» „ „ (Soerabaja)
„ „ Zout
; 100 Kati =
: 16 Thail =
: 10 Tji =
30
•1=7 1618
= 1719 Jl
= i8$3,8o
= '8S3
Kim werd g
i geregeld bn de wet fan
1 Hei '1864, waardoor Insnlinde in boofdiaak
hetaelfde mnntetelsd veikreeg ala het moedei-
land. Erenals Nedeijaod beait ook Inanlin-
de een tdnkenden etondaaid (sie aldMi).
Wettige betaalmiddolen ign er de Neder-
laadsoie mnnten, de vreemde gouden mun-
ten, welke gangbaar sjjn veiilaArd t^en vast-
Eeatelde koersen, en voorta de voor de ko-
loDiln op 'a BjjkBmnnt geslagen mnntatnk-
ken, n. 1. aan atandpenningen in gondstnttea
van 10 gid. ejt in silver van 1, 2Vi en ■ƒ■ gld- *"
jMsmont (deie hebben een aïtonderlök type) ii
zilvet itoUeB van 2t^ 10 en 5 eent, in koper vu
1 en Vil cent, waainakst echter ixA de onde ko-
peren duiten nog lang niet verdwenen i^n. Au
papjerm geld geeft « Javaache Baak bilieltei
van \fm, SOO, SOO, 200, 100, 50, 25 en 10 gld.
uit, terwgl de uilóifte van 6 gU. biljetten ii
ISSa gestat war£
DigilizedbyGoOglC
Overzicht van de waarde van den algemeenen in- en uitvoer in de jaren
1909— 1913 (in 1000 gid.).
Invoer.
Voor fiartieulUre rtkening.
A. Java en Hadoera
aan goederen
„ speciCn
B. Op de Buitenbeiittingen.
aan goederen
„ apeden
Totaal. .
Voor Cotfoonumtnttrtktnmg.
A. Java en Madoera
aan ([oederen
speciCn
B. Op de Bnitenbetittingen
TotaaL
Totaal generaal.
Uitvoer
Voor partiailUre reienmg.
A. Java en Hadoero.
aan goederen
speciën
B. Op de Bnitenbeiittingen
aan goederen
specifin ,
Totaal.
Voor GoMvtnumeatsreiemHg.
A. ,Java en Hadoera
aan goederen
„ ^leciSn
B. Op de Buiteabeiitting
aan goederen
„ speciën
363 7S1
3SW4
3798
95839
3 0S«
109 Sis
S6>3
5S66
SSoo
18319
S170
163075
609
399800
63
176 8so
637
117 883
544^
167SS 99461
DigilizedbyGoOglC
In- CD Uitvoer der Buitenbeiittingea ia 1913.
fin 1 000 gid.).
9454
1078
1417
Ss68
3834
3163
441
1.56
31364
1641
3690
36077
Atieh en Onderhoorig-
neden
Sunuua's Oostkust . .
TkpkDoeli
Sumstra's Westkust. .
Benkoelen
Lam ponfrKhcDiitricten
Palembaog
Djarobi ......
Indragiri
Vr^ gebied Riouw . .
Banka
BillitOD
Westcrvfdecling nn
Borneo
Zuider> eo Ooster«fdee-
ling van Bomeo . .
Bali eo Lombok . . .
Celebes en Onderboo-
righeden
MeiMdo
Ternate
Amboina
Timor en Ondcrhoorig-
Vrfhaven Mentnké ■ .
Totaal. . .
Waarde van den In- en IHtvoer door particu-
tieren ia 1913 (in ■ 000 gtd).
_!2i.
Invoer.
Uitvoer.
Nederland
Duitschland ....
I4S 3S9
76571
38776
173 616
33934
14307
Frankrnk
België
Italië
Oostenrqk
Zwitserland. ...
Spanje
Portugal
Denemarken . . . .
Noorwegen
Zweden
Rusland
Turldje
Overig Europa . . .
^ana^a ......
Vereenigde Staten v.
N..A.*
Egypte (ook v.o.) . .
Arabië
Periië
Britsch-Indie . . . .
Penang
Malakka
Singapore
Saigon ......
Hongkong
China
Dalny
Jip"
Philippgacn . . . .
Serawak en Britach
Noord-Bomeo . . .
Ponngeeach Timor. .
Cocos- en ChristntMeil.
Australië
Alle overige landen. .
6198
1063
33746
>345S
67847
4184
7 451
9331
307
6769
3671S
3>o3
3 5*3
4361
647S
308
166
88 9H
19034
3097
109671
3384
I 115
13847
1587
TotaaL
436683 614305
Voornaamste artikelen van den Algemeenen In- en Uitvoer uit en naar
1913 (in I 000 gtd.}.
Nederland in
Invoer.
Artikelen.
Uitvoer.
Aardewerk
'774
;;§
;s
i«,7
IS83
■S«*
4S39
,11!?
>94S
Aardolie, bennne, gasoline . .
3683
1330
Blikwcrk
Cement.
Drogerijen, medicgnen ....
Copra
Huiden
Kapok
Kinabart
17766
B
9619
1381
6138
Koffie
Garens
Peper
Rnsl
D,o,l,zedb,GoOgle
Glas en glaswerk
Kleederen
Knunerg
Lucifers
Katoenen stoffen
Wollen stoffen
Meststoffen (iwaTelniar-wnmo-
niak)
Andere meststoffen
P«picr
Rgwielen
Sigaren
Spoorwegmateriaal, roUend . .
T^bnk
Verfivaren
IJter en staal: staven en platen.
I03t
1879
3172
1406
40044
I 166
Deti-tabak. .
Andere tabak
Thee . . .
Muskaatnoten
Rotting . . . '
Ta[»oca . .
Hout . .
Damar . . . '
Coca. . . .
Copal . . .
Voornaamste artikelen van den algemeenen In- en Uitvoer in 1913.
Uitvoer
in millioen
Aardewerk
Bier
Eetwaren
Fabrieks- en stoomwerktuigen.
Gcdestoieüd. ......
Hier en staal
Leder en lederwaren ....
Steenkolen
Kramerijen
Manufacturen: katoenen. . .
„ wollen. . . .
„ iHden. . . .
Meel
Petroleum
■Waa .'.'.'.'.'.'.'.'. '.
Wgn
Benzine en gaioline .
Cacao . . .
Copal . . .
Gambir . . .
Getah-pertja .
Getah, andere
Gomelasdek .
Indigo . . .
Kapok . . .
Katoen, ruwe.
Kinabast . .
Kinine . . .
Koffie . . .
Muskaatnoten.
Petroleum . .
Peper, witte .
Peper, twarte.
Pinangnoten .
R^st ....
Suiker ...
Tabak . . .
Tapiocameel .
Thee. . . .
Tin
3S4406H.L.
1 670000 Kg.
3391000 „
339339000 „
9994«» »
8973000 „
933000 „
31080000 „
10 145000 »
10170000 „
901 1000 „
73 «» ..
28939000 „
3118000 u
466S39H.L.
4483 000 Kg.
14483000 „
36005000 „
63731000 „
471 435000 „
864>Sooo „
54167000 „
36 548<xw „
37645000 „
M. inhoud) op i Januari 1915; de booten der Kon. Paketvaart-Hq. niet mee
dan 30 kub.
gerekend.
S.^.p„.
Zeilschepen op
Europeesche wgie
getuigd.
Zeilschepen op In-
landsche w$ze
getuigd.
'waarvan thuis
behooren :
Aantal.
Kub. M.
Aantal.
Kub. M.
Aantal.
Kub. H.
Vsz:-
In de Buiten-
b,d,U.ge..
1905
1915
3
'94 SOS
389009
"37
S"
36623
23.6
3780
144654
111497
>sss 345938
3658459176
IO8I 136 419
1369 6795»
DigilizedbyGoOgle
1 hM totale ■cheepvMutrerkcer, loo bbneo als buiten NederluMlach-Indië.
Nederland . .
Ned.-lndie . .
En^land . .
Dnittcbluid .
F»nki^k . .
België . . .
Noorwegen. .
Zweden . . .
DcncDurkeD .
Japan. . . .
3306
89338
8399
44 7S4
'6337
6074,
'Ï5
1748
2331
«9 «39
97Ö8
819
33 875
47380
■ 5883
4636
iitoomfchepen
leüichepen .
totaal . . .
DutrenboTCn lichten
31936
70887
103817
S9066
39»
9>0S4
1037
34084
7013S
104313
336
90353
3063
98315
Nederiand . .
Ned,-Indie. .
En^Und . .
Duitscbtand .
Frankr^k . .
België . . .
Noorwegen. .
Zweden . . .
Denemarken .
Japan. . . .
3303
8913»
8 399
t 143
33043
44,670
16338
6066
3 335
89701
9679
783
33803
47 344
15*79
4338
iitooBischepen
leiUcbepen .
totaal . . .
Daarenboven lichten
319"
70803
IOÏ71S
316
3979
91 916
IQ31
34013
70058
104070
89788
3049
93837
DigilizedbyGoOglC
XNSÜUNDK.
SCHEEPVAART.
Aandeel der voomaftmste landen in het scheepvaartverkeer t
t Nederlandsch Oost-Indië.
Inklaring.
Vhgg«t.
Soort
«:hepen.
J9I3-
1914.
Aantal.
lub. 1000
kub. M.
Aantal.
lnh.1000
kub. H.
Stoomsch.
Zeitsch.
Totaal
Stoomsch.
ZeilsGh.
Totaal
Stoonuch.
Zeibcb.
Totaal
Stoonuch.
Zeilsch.
Totaal
StoomHïh.
Zeilsch.
Totaal
aS3
.i
ai7
3IOS
3 47«
1999
^S
77
77
a43a
"438
3 14!
31
3166
5 731
6ti5
■799
'1
SS8
»43
|6<
1931
36,4
3893
6586
383
i
S6
1570
Ned. 0.-Indië 1
Enrlaad {
Duitschland
2S76
30.8
■ 3036
5190
S33
S7>3
1031
•3
I3U
417
417
J»P" 1
Totaal van alle landen ....
Zeilsch.
Totwd.
SS
8939
14280
1489a
6 1+7
3S3«
9 7»
13 031
631
13753
Uitklaring.
Vlaggen.
Soort
schepen.
1913.
1914-
Aantal.
Inh. I 000
kub. M.
Aantal.
Inh. lOoo
kub. M.
Stoomsch.
Zeilsch.
Totaal.
Stoomsch.
Zeilsch.
Totaal.
Stoomsch.
Zeilsch.
TotaaL
Stoomsch.
Zeilsch.
Totaal.
Stoomsch.
Zeilsch.
Totaal.
aS4
ÏS4
3 19S
319
3414,
5 «13
423
69
69
3417
3417
3430
38
3458
6103
,434
6S37
17IS
S06
»44
344
1033
3358
3916
3770
6686
340
341
5»
S*
3SS7
Ned. 0.-Indic
Engeland
VS
li
S976
1004
■ 0!?
39S
395
J«pan
Totaal van alle landen ....
Stoomsch.
Zeilsch.
Totaal.
6983
14794
.sis
6591
"IS:
1390*
D,o,l,zedb,GoOgle
F<rA««f (w«
II -middel»» naat
K d». 8«dett i» <9eiiiiig nm het
Saetkuul werd d« leÜTurt dut en tu Idmi-
Ünda bgnt geheel TerdrooMU dooi d« «toom-
TUtt, lootls nM TomutuBM Ubel blgkL
Wij laten hiei een onnieht volgen T*n de
TeradiiUeitde itoomrurlmuUeiMfipgHi an -loa-
tei (ue de kaait).
A. L^ien ran Eniopa naai
Inaalinde.
1*. De StoomTautJiMrfaehappij .^Edeiland"
öndcriMndt met haai maUaBk^fim, in betMlieel
0 BMt «en geuBMliikw iabwid vut 6B OW btn-
to legiitei ton, een 14-daaeMlien dieait fan Am-
■terdain na Soalhamptos, LiiwlMn, Oenoa, Snei-
kanaal, Colombo, wtang, Singapore, Bataria,
Jara-Nooidkott naai Soerabaja;
met haie wraeklteliepe», in het gebed S2 met
ees getamenIgkeD inhoad van IWOOO btnto le-
giftei ton, een veelfnldigen dienet, lOOTeel mo-
Ïeiyk om de 14 dagen, tan Asoaterdam, waubg
t Tolgutde haTena naai betioefte wonjen aan-
gedaan:
Hamtnig, Antweqteo, Ia Palliee, Catania, Sa-
bang, Padan^, Singapoie, Jara's Nooidkaat, lla-
kaïai, Tjilatjap.
2*. De Stoomtaait-Uaataehwg „Botleidam-
aehe Uord" onderiiondt met Iiaie mailteJi«fm,
ten MtalevanlO, inhondSlOOObi. legjitei ton,
een li-daagtchen dienit van Sotteidam na:
Sootbampton, Liiaabon, Haiaeille, Soea-kanaal,
Colombo, Padang, Batati», Jara-Jiooidkoat oaai
Soerabaja.
(Voor den dientt met baie iraAtaehepen, in
bet g ■ ■ ~- *^
„Oeeaan" ondeihondt een ongeteei maandé-
Igkaefaan dienst met TiacètKhqien tbd Amater-
dam naar NedeilaadtefaJitdil via Livetpool, Snet-
hanaal, Padang, Java'i Noordknat naai Tjilatjap.
4*. De J>eut«di-Aaatiali*ehe DanpfKhiffa.
Geaelladutt" ondeihondt een dienct met naeht-
«eh^D, die da gotderan fit de Kaap en Aui-
tialil naai NedeiIandaeh-lDdiB TeiToeien. Deia
aebepen btfaien 2 TierwekelQkiehe diensten,
waanan de roiKei i|jn ali volgt:
a. Haodiarg — Antwerpen — Linaiban — ^Eaat-
Londen — Fieemantle — Port Adekide — Batavia —
knatplaatMB.
b, Bambnig — ^Antverpen— Liiubon — Kaap-
«tftd — Algoa-Baai ^Addalde— Ifetbonine— 8yd-
■ey — TowniTÜle — Uakaaar — Soeiabaja— Ja*a-
Koordknit — Padang,
S*. Veiidiillende andere lyoeit, looali de Noid-
deutKbe Llo;d te Biemen en de Compagnie dei
Ueaaageriea Maiitimet te Hareeille, Terroeien
goedelen naai Nedeilandaeb-JndiS ria Singapoie,
vanwaar deae per Koninklgke PakketTaart-lIaat-
aebawilj of met Chineeaehe bootjea worden over-
geicueept.
De .Jfetaageiiei Ifarittmea" hebben een eigen
idieepje varen tataehen Singapoie en Batavia,
dat ook vooi paBMgiei* >• ingericht.
B. Lgnen van Ininlinde naai
Europa.
I*. D« Stoom vaart'lfaatiehaniq „Hedeiland"
onderhfiudt «en 14-daagaehen dienat van Soera-
bang — Colombo — 3iMa4»naal ta Oenua ni
■teidam. Boveadien beeft deie atoomvaartmaat-
Khappg met haai vraehtadieMn een veel-
vnldigen dienat vaa Makaaar— Tfilatlap— en de
havena op Java'a Noordknat via wies-kutaal naar
Amateidam en Hamboig. Deae aehepen doen
naar txAoefte de volgende hBT«nt aan: Padang,
Sabang, Qenna, Haraeille, Bivie en Dninkoken.
2*. De Stoomvaftrt-Uaatidiappg „Bottardam-
lebe Llovd" ondeiliondt met narö mailaebepen
een 14 daagadien disiat van Soeiabaja, Sama-
lang, en Batavia via Padang, C<dnmbo, Snei^a-
naal en Maiaeille naai Botteidam.
Bovendien met hare vracbtaebuen een veel-
voldigen dienat ala die van de 8. IL „Nedariaad"
doch naar Botttrdam «n Hambnrg.
8*. De Kedeiludaebe Stoomvaart-Haataeiiap-
pQ „Oeeaan" ondertioodt met hare naditadiifien
e«a veelvuldigan dioiat van llaiaaai Tjilatjap,
de havena op Java'a Koordkoat en Faiung via
het Saei-kanaal naar Amiterdam en LiveipooL
Deae aehepen doen naar behoefte de volgende ha-
vNii aan: Genaa, MarteiUa, Hivie, Don^eiken.
4*. De D. A. D. O. onderbondt met baie beide
onder A. 4*. genoemde dieniten een veelvnldig
verkeer vu Makaaar, TJüatiap, de havena op
Java'i Noordknat en Padang met Amateidam cm
Hambnig. Deae lehepen doen naar behoefte de
navolgende havent aan: Genaa-Haraeille, Hivre,
DoiDkeiken.
G*. De Meaiageriet Uaritimea onderbondt met
hare van Ooit-Aail thaiAeerenda viaelitidiepeB
een ongeveei S-wekelgkaehan dienat vu Java'a
Noordknit nui Ifaiaeill; en Antwerpen, naai
behoefte ook udete havent ondciwog undoende.
6*. De NoiddtDttehe Llovd undt aoo du en
dan haie nit AnitralÜ thoiikeeiende acbe^ via
Makaiar en Java, teneinde lading naar Bnn^
in te nttnan. Benige regelmaat ia in deieii dienat
niet, aangeiien Nederland idiJDdil ^een wordt
aangedaan, indien in Anitralil niet gcno^ la-
ding ia te kiggen.
V. De Danak Baat Aiiatie Cj. aendt haie
van Bangkok thniivarende aehepen loo na en
dan naar Java, teneinde lading in te nemen.
Êanige tegelmaat it In deien dienat niet, Mmge-
lien d« tuiepen alleen mui <^ Java kMoen hg
gebrek un lading in Bangkok.
C. Tan Inaulinde naai Ooat-AiiB,
T i c e-v e r t a.
De eenige geregtlde Ignen agn; 1. De Java —
China — Japanlgn, voomamdjft v«r het Terroer
van lading beitemd. Haar tdiepen varen om de
2 t 5 weken luga twee rontea, n. 1.:
o. Batavia — Cheribon — Samarang — Soeiabaj» —
Hakaiai — Honkong— lAmoT^-Shuupü— AinoT^
Hongkong— Sugon — (BillitOB,Bangl[a) — Batatvia.
b. Batavia — (^eifbon — Samarang — Soeiabaj»—
(inel. Ooitboek-havent) — lUaaai — ^Hongkong —
(EobfrWoji) — JekohMna-^obaJIo^— Hongfa>ng
— (Billiton. Bangka)— Batavia.
2. De Oaaka Oioaen Kaiiba (toomvaartmaat-
•ehappii, die in IBIS «an geregeMen dienat heeft
ingeatJd op CelriMa, Borneo en Java.
D. Tan Inanllnde naai Brltaeh-
Isdii, vlee-veiaa.
I*. De Java-Besgalanlgn ondeihondt gengd-
Digilizedby Google
de iDa&Dd«1ük8ebc Turten T«n Jsra'B Noordknst
via Sïbang naai RaagooD, Cftlentta en i^ngt deo-
lelfdea ve^ tenu.
2». De Asiatic Steain Navi^ation Company oD-
derhondt een i«elTnldigen doeh niet regelmati-
gen dienst tusachen Javas Noordknst en Ran-
D Caloiïtta, aomtqds dooTgaande naar Bwn-
bay en Ksradiee.
«ifl») .
I Belawan Deli naar Bangoon en teing, op
bay en 1 .
S". De Koninklijke Paket«aart-Uaalaehan)$ on-
defhondt geiwelde vMiii«ndaagscbe oMnaian
Tan Belawan Deli naar Bang"" " '
heen- oï terugreis via Saliang.
E. Van InanlindenaardeStraitH
Settlement, TJee-ieiia.
Vanal Singapare en Pinang varen bebalie de
Koainklnke PakketTasTt-Maatsehappg ontelbaie
OhineeBCne en andere bootjes op TeTSchlllende
harens lan Nederlandsch-Indii.
F. VanlnBuIindenaaiAnatialie,
1". De Eoninkl^e PakketTaart-Maatschap{i|i
ondelbond t een geregelden 4-weke!ijk8CDea
dienst op Jaia via Makasac, Dobo, Port Darwin,
"niarsda; Itland, Fort Koieaby, Cooktown,
Catma, TowinriUe, KoekhMtrpton, Briabane,
New-&itle en Sjdney naar UeiDonrK, vioe-ver-
aa.
2*. De Koninkigke Fakketraart-HaatBriiappij
onderhondt een geregelden 4-irekelijkMlien dienst
tan Soerabaja via de Kleine Soenda Eilanden
naar Pairoeraton (Port Darwin), Tice-rerea.
3». De Burna Phüp Line ondeihoodt een ge-
regelden maandrelgfcBenen dienst tnsschen Sjdney,
Briabane, Tharaday Island, Fort 'Darwin, JkTa,
Singapore, viee-reraa.
4". Arehibald Currie ft O*, onderhouden een
geregelden S-wekelijkscben dienst van Melboncne
TÏa Java naar Singapore, viee- versa.
- So. De Oceaan Steamship C*. Ltd. onderhondt,
nenlük met de Weet Aastralian Steam Na-
Weatkiul Tan AustraliS (Qeraldton — Oamarron
— Onriow — Cosaaek — Port Hedland — Broom-Der.
bv) en Soerabaja naar Singapore, Tiee-Teraa.
G. VaDlnBulindenaar Amerika,
1». De Jata— N«w-Yorklün (aedert 1914) door
het Panamaka&aal.
2*. De JaTa-Paciticlgn (sedert 1916], tan Java
over Singapore, Hongkong, Nagasaki, Tokohama
en BoDolóeloe naar San Franciuo.
Naaat deze laate rootes ign nog e«n groot aan-
tal viUU booten in de <vaart, weke niet toot Tas-
te vaarten wsr<leng«bniikt, maar «aarvoor tel-
kensvM^TooideeligmogelqkTracbt wordt geaoebt.
De aoheepvaait m Inmlinde tasaehen de eilan-
den onderling is. wat aloomv aart dien at betreft,
bgna gebeet in handen van de Koninklijke Pa-
ketvaaTt-Uaatechappg (zt« aldaar en de kaart),
wier aehepen alle eenigaiina beiansr^e havens
van Inaahnde aandoen, tenrjjl in Juli 1908 ook
een «regelde dienst tnsaehen Batavia— Sydner
— ^«Iboame (lie F. 1 hierboven) weid ingesteld.
Er worden SI geteelde Ignen door haat bevaren.
waatop 296 havena woiden aangedaan. De t^df
dnnt oer veiaehilleode rontes kan moeil^k opge-
geven worden, want deie ia hg ds onderödieiden
reizea opdeaeddde ronteaoimtydsseer versdülkni],
in veri>and met den tgd benoodigd om te Lossen
en te laden. De alatand (in zeem^len) der vet-
aehillende trajecten laten wy hier volgen: Singa-
pore—Batavia (582), Singapore— Tandjong Pa-
daag (348) —Batavia (568), Sahang- Pinang
(808), Sabang— Fadang (6Ö4), Belawan Deli— Sa-
bang (264), — Rangoon (8il6), — Ohitlagong
(1185), Pinang— Singapore (388) Singapore—
Singkawang ^12), Singapore— Bawean (712)
— SoeraliBJa (^60^ Singapoie — Bandjermaaïn
(800), Bandjeimaain— Soeiabaja (288). Soeiaba-
ia— Batavia (576), Soerabajt— Makaaar (452),
Uakasai— Batik Papan (S08), Balik Papan—
Donggala (188), Donggala— Tarakau (2S0). Ma-
katar — ^Tifoe (Boeroe 504), Makasai — Anünina
{600), Amhoina — Laiwoei (Obi eilanden 192),
— Batjan (248) — Temate (392) — Galela (iBal-
mahera 532), Ternate— Menado (192), Ternate—
Amoeiang (213), Ternate— Totok (460) ^Kota
Boena (176) — Gorontalo (304). Gorontalo— Pa-
rigi (196), Amboina— BandaNeiia(132) — Toeal
(340), —Oóbo (452) — Meranke (952), Qalela—
Tobelo (Balmahera 16), Ake Selaka (Boni 64),
— Boeli (192), — Patani (268), — Sotong (452),
— Manokwaii (Dore 656) — RoOn (752), — Djam-
na (1064) — Humboldtabaai (1168) Si. David
(Hapia 1620), BaUvia— Fort Darwin (4552)
—Briabane (3524) — Sydney (3940) ^Melboni-
ne (4516). De maateehappg beaebikt over 63 [«■-
aagiers- en 24 viadhtsMiepen benevens 3 rivier-
booten met een totalen inhoad van 166 000 bnito
rBg!at«r ton.
iDaariiaaat bestaan bovendien nog een aantal
kleine Indische leederfa'en. eigendom van Eoro-
peanen, Arabieren en Cnineeien. Zeilschepen, ook
van Haleiers, Boegineeien en HadoereeMQ. ko-
men in allsilei voimen ovet den geheelen Archi-
pel voor en dienen ook nog wel tot peraonenvet-
Toor het reilen te land wordt op Java nog
veel gebroik gemaakt van paard en wagen. Vroe-
ger bestond er op de groote wegen een Ooavei-
nementa paardenpoat (tnisohen Batavia en Soe-
rabaja), waarmede van legeeiingewege reltigen
vervoerd werden, tegen een bepaald tarief, langs
den op bevel Tan den gonvemeni-generaal Doen-
delt aan?elegden Orooten Weg, waarlangs lich
Dp bepaalde aftlanden herbergen (pasangrahans),
„tot gerief «n nachtverblijf' dw reitigers, be-
vonden, Deie dienst werd met den aanleg van
spooTwegen steeds meer ingekrompen en leitelgk
in 1S87 (officieel in 1898) opgeheven. Daarnaast
bestond en tieetaat op enkele trajecten nog it
btnnenlande^e paardenpost. waarvan de paarden
door de inlandache bevolking geleverd en onder-
bonden moesten «orden. Ook het reizen te paoid
kwam «n komt nog voor, maai bet algemeen ver-
Toenniddel voor personen, bniten de spoorwegen,
is tegenwoordig de doa-ft-dos (lie aldaar), Ala
vrachtkar ia hier en daar nog de pedati of battet-
kar (met achgfwielen) in gebmiV. Draagatoelen
in allerlei tord en met zeer rersehillende namen
werden vroeger evene«n« veel gemikt, thans
hoofdzakelijk slechts tot het bestggen van beiges
door dames.
Door het aantogen van spcor- en tramwegen
ia het reilen veel gemakkelgker geworden, maai
♦7
DigilizedbyGoOglC
ia bet ftlffemwn m het nog tcitb tbd comforUbel.
De (LeHieid dei peraanentieineD bedtufft 60 km.,
die dei ueltieiseD 75, dl< der gemeagde trainen
45 km., Toor tnmi bedraagt de nuximnm-inel-
heid 25 km. Neehttninen beitULii er eedert kor-
ten tgd elleen buBchen Betene en Soerabejk. De
eente epooii^nen fferdea gebouwd door de Ne-
derliDdteh-Indiidie Spoorwegmutedi^ipg, 1.1.
SunaTkng — VontwluMen (coDceeiie Tin IS62)
en BeteTÏe— BniteniOTg (eoneeuie tu 18UJ, ter-
wyl de eerste ite&tupoorweg [Soeribeji — Paio«-
roe&n — Maleng) gebouird werd kr«ehtent de wet
T«D 6 Apiil 1875. Dun» volgden TenehilIeDde
andere ïgnen door paiticnfieren ol tan tegeeringe-
wege op JaTa en samatra, de eenige eilanden in
Neaerlandadi-Indil, waar apoorwegen Toorkomen.
In 1914 bedroeg de totale lengte der tpoorlgnen:
K.M. in
exploitatie
31 Dtc. 1913.
Locomo-
tieven per
K.M.
Goederen-
per K.M.
Ooaterlgnen . . .
Westerlgnen . . .
Lqd ter Sum. W. .
Staalsspoorwegen .
Ned. Ind. Spw. M^.
Deli Spw. Mg. . .
4.85
3.50
3,a3
26,15
33.98
>7>53
4^1
6.3'
3.66
Totaal. .
De eenige particnliere ^Hwrwegen (Neder].-
Isdiiebe Spooiwegmaataehappg) lön die Tan 8a-
marang— Vontenlanden^Willem I (305 km.) eo
die van BataTïa — Baileuoig (56 kmj.
Aan tramwegen Tond men in 1914 op JaTa:
partieoliere itoomtramweaen 1791 fan., eleetri-
■ehe tram in Bat»» 18 un^ Solotehe saarden.
tram 27 küL On Bnmatn; atoomtram der Deli-
^Kwr wegmaatu n lapg 170 km., AtjeluelH itoom-
tmmng 471 km. la 1912 ia begonnen met den
aanleg Tan een apoorw^;net in Znkl-Stunatra, ter
lengte Tan ruin 400 km.,waaTTootraim35 mill.
gidr geTOteerd werd. De IBnen lullen lo(X|en Tan
PalenlwDg naar Moeua Enim en Tan TehAbe-
toeng naar Praboemoelili aan eeretgenoeoide Inn.
Uedio 1914 i( het oenta tiental km. 1001 bet
Teikeer openpeteld, in I61I6 waren reed* 117
km. in exploitatie.
Waar ge«i ipooi- oï tramwegen beataan, moet
het reilen in de Boitenbeiittingen bgna geheel
te water of langa Toetpaidon geiehieden, daar al-
leen in bet ^UTemnnent Snmatn'a W.kuet, in
Atjeb en op Bangka en Biiloeng, benerena hiei
en daar op Bali en Lombok ii Centtaal-Celebei
en in de Minahaea tooi kar en fiaard geacbikte
wega bealMW, wier toeatuid ten deele nog teer
Teel te wenacben oTerlaat. Het de nilbieiding Tan
het Hederlandicbe gciag gedorende de laatite
Jaten in Celebes, op de EMine 8oenda-«landeQ
en sommige der Holnkken, ia bet aantal goede
wwea o^ de BniteObeiitUnMn eteik toegenomen.
Een nienw Teiroermiddel tooc peiaonen, goe-
deren en poet le<eien in den joogaten tgd de an-
temobielen. Zoo bestaat op Samatia een geroei-
de Antom<j)ieldlenit tniaehen Foit de Koek en
Hedan, waai de le^eiing thane diie maal pet
week viachtauto's lo- beide lichtingen laat loo-
pan, welke ook pasugtert meeoMnen en die bet
3S0 km. lange traieet in S dagen afleggen. Ge-
wone auto's doen ae leii in I'/t dag londei oTer-
matig anel t« rgdcD.
Vooi den pMUtaMl bestaan op JaTa poet- en
hnlppoatkantoreo «1 loogenaamde beatelbDisen,
weke dooi poatbodenloopen eens ut meemalen
pet week met elkander en met bet naaetbgignde
pmL ol hnlppoiUantoor in Tefbindiiu itaü, tei-
wgl verder iMt Terroet det partieofiere eorraa-
poodentie.alamededer diensteorretpondentie tn»-
sehen de beatnutsambteaaren (distriet^M»t) pei
spoorweg gesebiedt Op de BoiteDbeiittingen ge-
schiedde Toorbeen het orerbrengen der pott —
hoofdiakelijk dienslcorreBpondentie — dooi bee-
iMidienstpUchtigen. tegenwoordig door poel^
den. De postkantoren ign tevens belast met den
Tsritoofi tan geiegeld papier en plakz^els at
met den dienst der poatmaarbank. Voor bet Tcr-
Toer det post tnsseoen Nederiand en Inanlinde
heeft de Kederlandaehe regeeiing eontracten ge-
sloten met de stoomT«(Miiuwt*enaii«pgen Neder-
land en Rotteidamiehe liojd, terwgl Terdei de
Teraending geschieden kan mt Fransehe en En-
K^ls^e mail en teTms te Singapora en Penang
edeilandsehe postagenten tgn geplaatst, die te
lorgen bebben. dat de fenending met de tne-
aetaen BataTla en Singapora Tarende stoombooten
FakketTaartmaataehajntg.
De Ulegraafditiut büebikt op JaTa en 8nma-
tra OTer een nitgeatrakt net Tan Ignen Jaags
de ^loorlgnen, teivgl ook een ToAinding tne-
scbsn W.- en O.-Somatia (Padang Sidanmean-
Medan) en met, bet oog op de iDtemaUanaU tot-
binding, met Pinsng bestaat, taTens als tebakel
in de veibinding tnsieben de Strait Settlements
en AnstraUB een speciale diaad (1165 km.) tns-
•ehen BataTia en Banjoewangi ^enanoea werd.
ILatei kwam tm Boiaeo de landlga Bandjermaein
— Amoentai— Balik Papas— Samaiinda tot stand.
ZeekabeU liggen tuaeben Batavia en Singapora,
Bodjong (Java's 4de pnnt) en Eatianda (Z.-Snma-
tra), Java— Bali— Celebea, JaTa— Uadoeta, Be-
DigilizedbyGoOglC
Bftli — LooAkA, LuidBiigan (J&tft) — Butdjei
(Boraeoji en Suauiada (Boneo) — IIcbmIo (Ce-
übnï. v«der niUsdn tanamMtdiff Menuf-
Ubek laHliKd» mrt alk «mUdMles.
T»letoemMTbhtdi»tfm wwdei wdart 1S84 «p-
gjiasIkaD toren twitondeo; '
ign met bet niwtbjjz^nde telegnafkuitoor vei-
bondeiL DiMintut werden «edeit 1882 T«le par*
tieoliere teleloonliJDen gelegpd.
('9isy
BUdte^
Snma-
Bor-
neo.
Cele-
bes.
Overige
eiUnden.
Totaal.
i8
S7
37
337
1
49
■4
6
4S
30
'5
7
16
3
3
4
'9
ie
13
3
3
4
3
5
172
8
Overig; hulppostkantoren
Met benelhuiien
Zonder bestelhaizen ....'...•
Overige bulptelegnuifluntoten ....'•
S
155
=67
4
4»
Totaal. . .
Pwtlcnltere kantoren.
Spoorwegtelegraafkantoren
4ii
5J
161
>4
31
sa
69
7«S
68
36
Algemeen totaal. . .
S43
I7S
31
53
69
869
Id 19M verden Tw»nden 18061 09S biieTBS
benefeni 5 252 806 diBtuBbrieten, 19 888 609
dnikireikan, 29064] mouleri as 988 837 doeo-
inenten (fujnerf ^altmra) in het btUDenlandMli
verkeer, en in bet bnitenkndMh TCtkeer (onttan.
gen en venoi>den noMn) in 1918: 8 018358 brie-
ven, 6603264 briefkaarten, 8294260 dtnkwer
ken, 820281 monitHi en 118818 doenmenten.
TerdeT in öet binnenlandadi verkeer 1027 381
SoitwiBseli (tMdiag mim 42,2 mill. gü.) en
B7 710 poitpaketten; in het bnitenltndKb ver-
keer ltl&9fl2 poitwitwU (bedïag mim 4,6
miH. gld.) en 169686 poitpakettea. Het aantal
binaeniandacbe telemmmen bedroeg 1 220 776
dat der bnitenlandMie telegniHnen (Tcnoitden,
ontvangen en doorgeionden lamen) 461 S12. Het
aantal tdefoon-aanslnüingNi bedroeg op Java in
1906: 4863, In de Bdtenboittingen 196, bene-
vene 290 bjj de Deli Spoorwegmaataebappij.
B»$tuur. Het opperfwitnnr ovei Iniidinde
bemet bg de Eonin^n, terajjde geitaan door den
mfnieter tan KoloniBn. Ais naar plaatsvervanger
treedt de door Haar benoemde &OBT«neu-Ue-
.neraal op, die te Boiteoioig retideert, iQn ambt
doorgaast vgt jaren bekleedt en een groote naeht
beiit (lie Oimvtnitiir-Oenemd). Jtia raadgevend
liehaam itaat bem ter ijjde de Raad van IndÜ,
waarvan hg Toonittei ii «n die verder nit een
Tie»f rMid«nt en 4 leden bestaat, die door de Ko-
ningin benoemd worden (iie Ibud «m Nedtr-
loHoaek-ltidiè}. Ala Kabinet ii hem toegevoegd
de Algetneane Seeretarie met den Al^oneeoen
Seervtaria aan bet boold (lie Betnlane, Alg»-
meene). Het toeiieht op de geldmiddelen tterürt
bij de Al^emeene Bekenkamar. Aan bet hoofd
der verschillende takken van baigerlgk beatnar
staan de Direetenren van Algemeen Beatnnr, ni.
1. van Jnatitte, 2. van Binnenlawdtdi beatonr,
8. na OnderwjJB, £eredienat en Ngveriieid, 4.
van Bnigerigke «menbare «erken, 5. Tan Finan-
eita, 6. visn LsMbonw, 7. van Oonvemementa-
bediipea. Dew diieetewen gdda als de ceiite
ambtenares van den QanTemenr«eaeraal. Het
HüitÜT depaAement en dat van Marine etuii
reip. onder de CommuidaBten van het leger en
van de seemaeht. E>e direetearen vereenigen aidi
met de hooiden der departementen van Oorlog
en Tan Ifarine tot een rsad van departements-
hoolden, t^ens wanneer de OonverneDi-Qene-
rsal bnn Bimemrerking bevedt. De hoogste wet-
Jaren alle selfbeatnnr, en 'lün ingeietenen. Ne-
derlanders loowel als iofanders en vteemdelin-
gen, waren van alle staatkondige reehten ve>
stoken. De Staten-Oeneraat hebMn bet .Jtegle-
,yGooglc
740 INSUI
ment op het twleid dei R«geeriiig" tftgtgeateld,
dftt >lt de grondwet van Ingaiinde ii te MBchon-
wen; zij fceriiBHn jaarlijks omtient de begroo-
ting, regelen bet mantstelsel ena. en ontTangen
ieder jaar vanwege de KoningiD een aitroerig
Terslag (Koloniaal Verslag) omtrent bet beheer
en den toestand der beziltingeD en kolaniBn.
Bü de wet van l<i December 1&16 (Staaiafclad
DO. 535) is het Reglement op liet beleid der Re-
eeering gewijzigd, bDofd^akelgk ten «iode door
de insteilLng vin een vertegeawoardigend liefaaam
aan de Nederlandacbe. onderdaDen, ingeieteneii
van Nederlandsch-Indie gelegenheid te geven tot
medewerking aan de beèartiglns der centrale be-
langen van dal gebied. Dit lictmam draagt den
naun van „Volksraad" en heeft alleen adviBee-
lende bevoegdheid. De Qouverneui-QeDeiaal
raadpleegt óen Volkgraad ovei alle onderwerpen,
waarover hg het oordeel van dat lichaam wenieht
te irememen. Hq U tot die raadplegii^ o. a. rer-
8 licht ten aanzien van de begrooinng en het alot
er rekening van Nederland ach -Ind il. de best«m-
miog van het voordeeJi^ en de dekking van bet
nadeelig slot der rekening, bet aangaan van geld-
leeningen len Uate van en het waarborgen daar-
van door Nederlaadtcfa-Indif kracfatens bealuit
fan den G ouvern en i- Generaal, alsmede ten aan-
■ien van algemeene verordeningen, welke den in-
êeielenen pergDonlülie militaire lasten opleggen.
« VoHtaraad kan de belangen van Nederlandach)
lndi4 en zgn ingezetenen voorstaan bg den Eo-
ning, by den Gou-verneur-Generaa] en bij de Sta-
ten-Óeneraal. De Volksraad bestaat uit ten min-
ste 89 leden. De Koning benoemt het lid leren*
voorzitter. Van de overige leden wordt hoogatens
4e helft benoemd door den Oonvernear-Oeneiaal
na raadpleging ran <len Baad van IndiB, die aan-
bevelingen doet van ten minste tvree penonen
voor elie te vervullen plaata. De door den Gou-
verneur-O eneraal te benoemen leden be^ooren
■voor ten minste een vierde tot de Tnlanders. De
Teat der leden wordt verkozen door de leden van
de raden ingesteld voor gewesten of gedeelten
van gewesten (lie over deze raden het artikel De-
eentraliMie in Nederlambeh-lndÜ). De aldai ver-
k<Hen )«den behooren voor ten minste de helft
töt de Inlanders. De Volksraad bondt lijn verga-
deringen te Batavia, in den regel in het openbaar.
Jaarl^s worden twee gewone zittingen gehou-
den.
Bn de regeling van het gewestelük en plutse-
lijk bestunr geldt nog et«edi het beginsel, dat
reeds door de O.'Indisrjie Compagnie wefd toe-
gepast en door alle eenwen heen proefhondend
IS gebleken, n.l- om de inlandscbe bevolking xoo-
ve« mogelijk onder de onmiddell^ke leiding van
haar eigen hoofden te iaten, die door de Neder-
land leb^ndische legeering worden aangesteld of
erkend. Het gevolg is, dat er een tweeledig bur-
Serlijk bestuur bestaat: een Enropeeseh,
erUnds^e ambtenaren opgedragen __
hoogst geplaatst, en een ïnlafidseh, uit aaaiienlg-
faet
ke inlanders samengesteld en aan het eerste
dergeaehikt. De hoogsje EnropeesiAe ambtenaren
lijn de hoofden van gewestelijk bestunr. Zü voeren
meeetal den titel van reeident en staan recht-
streeks onder den Gonv«rneur-QeneTaal. fn 8U'
matra's WesUcnet, Atjeh en OnderhoDii^sden en
Celebes en Onderhoorigheden voeren lü den titel
Siuvecneni, lervrijl op BiUiton en Zuid-NieDW-
uinea lelfatandige assistent-residenten ign. El-
ders, in het tözondei op Javm, inn de MsiBtent'
residenten, onder den reeident, belast met bet be-
heer over de afdeelingen, waarin de leaidenties
verdeeld zgn. Op de Buitenbesittingen worden
de afdeelingen behalve door assistent-residenten
ook wbI bestuurd door controleurs bg het binnen-
landsch bestuur, civiele gezaghehbere, postbou-
ders en soms door adspdrant-eontroleurs.
Op de BnitenbesiltinrBn wo»ien de afdeelin-
gen verdeeld in onderafdeelingen, aan het hoofd
waarvan de sooeven geneesMle Mitbtenuen kun-
nen staan met uitzondering van de assistent-re-
sidenten, In de gouveinementslanden op Java en
Madoera komen geen onderafdedingen voor. Wd
worden daar contrUe^deelingen aangetrtrffen,
waarin eontioleurs werkzaam iga, doch dezen
iQD geen gezagvoerende ambtenaren en nemen
alleen verschillende tuxofiei waar voor den as-
sistent-resident.
Voor het inlandseh bestaut lijn de genpesten
op Java en Madoera verdeeld in legentscÈappen,
bestuurd doot regenten, meestal inlanders van
vorstelijke of althans hoog adellüke afkomst en
met zeer versohillende titeu (laden, maa, adipati,
pangeran enz.), leder regentschap (mrvat een
aantal districten, bestuurd door diBtrictghoafden
(wedono, demang eikz.), en is weei geaplt>tst in
onderdistiicten met assistent-d iatTictshoof den aan
de spits. Nog lager ia rang staan de bootden
dor aesa'a of dorpen, die door de bevolkiiw zelf
gekozen en door de Regeering in han ambt be-
■veatigd worden (zie Itdandsehe gemeenUn).
Waar een plaats uit onderscheiden wjjken be-
stMt, kJesen de bewoners van iedere wyk hun
kamponghbotd. De Chineezen en andere vreemde
Oosterlingen moeten zooneel doenlgk in afun-
derlljke wijken vereenigd worden en staan onder
door de Reg«ering benoemde hoofden. Het ken-
merk van het burgerlijk bealunr in Insnlinde is
een «tren| doorgevoerde, bnitengewoon groote
centralisatie. De nadeelen daarvan werden in den
laataten tgd meer en meer ingezien en in 1908
werd een ontweip van deeentrUisatie door de
8 1 aten-Oen erad aangenomen, dat het mo^dgk
maakt gewesteLqke en plaatselöke autonomie en
»elfbe»tnur te vestigen.
Bij het Koninkli^ besluit van 1905 —het aoo-
Senaamde ..Decent ra]i»atie.besluit" — en de or-
onnantie van' 1905 — de aoi^enatnnde „Locale
raden-ordonnantie" — werden bepalingen vast-
gesteld betreffende de voor gewesien en gedeel-
ten van gewesten in te stellen raden en betref-
fende het begeer en de verantwoording vsa de
eigen geldmiddelen (zie over de werking der de-
centralisatie-wetgeving bet artikel Z>ew«fraJisotic
van NederUmdêeKJtidie).
Staalkutidigt verdetting. Insnliade
vormt staatkundig geen geheel, maar een cchb-
p!ez van landstreken, staten en staatjes, die elk-
ander geheel of bijna gdteel vreemd zgn en in
zeer verschillende vei4iOQding staan tot het Ne-
derlandsehe getag. Het he<t ooff daarop kan men
onderscheiden die «treken, welke wel onder Ne-
dertan dsebe inzereiniteit staan, doeh waar deu
door de bevolking niet ultdrakèelgt wordt er-
DigilizedbyGoOglC
k«iMi, lootls in het l)!iineBUnd tui yde «iUiMleii
der Üoltikken en Nieuw Ouinea M reral is eo
lot voor torten tijd in Centrul-^^elelKS en bjj
«en gedeelte der Bfttaks bet getal me; en die
ïtreken, vaar de Ijfederluideehe aoaveieiniieit
DÜdrakkeljik wordt erkend. Eierbü kan men nog
onderadietden de laitden, «elke onder reobt-
fltveekBch JHttanr staan (gonTeinementagébied),
saaale geheel Java, uitgezonderd d« Votstenlan-
den, een Kroot «leel van Samatta. Z.-Cdebes, een
klein deel van Timor eni., en de landes, waar io-
landgche vorsten en volken nog een -min of meer
uitgebreid techt Tan zelfltestoni bezitten do<di
contracten ntet de Bcgeeting geeloten en dsarbg
bwtuJde veniHebtrngeD «angegBSn beUwn.
De Terdeeling van Insolinde in Java en de
BaiteiAxaittingen iiedt meer een bistoriiche dan
«en adminifltiatieve beteekenia. Volgens het Re-
geeriDffsreglemenf bestaat alleen een adminiatra-
tieve indeeling in ge«e«ten, Deie «ja <sie de
kaart):
Bantam.
Batavia.
Cheribon.
Preanger Regentschappen.
Pekalongan.
Samarang.
Banjoemas.
Kedoe.
Djokjokarta.
Soerakarta.
Rembang.
Socrabaja.
Madioen.
Kediri.
Pasoeroean.
Madoera.
' Sumatra'a Westkiut.
Tapanoeli.
Atjeh en Onderhoorig-
I beden. '
Oostkust van Sumatra.
Djambi.
I Paletnbang.
I l^mpongscbe districten.
Beokoelen.
' RÏDuw en Onderboorig-
Bangk& en Onderhoorig-
b«den.
Billiton
Westerafdeeling Bomeo.
I Zuider- en Oosterardeeling
Bornco.
CeIet>eB en Onderhoorig-
! Menado.
Nieuvï-Guinea. * Ambon.
Kleine Soenda- i Bali en Lombok,
eilanden. t Timor.
Beekttpraak. Overal, waai de inlandseh»
bevoÜing baar eisen, op den adat bemetendt
reiiitqtraak niet Munden heeft, woidt recht ge-
IKOE. 741
sproken in naam der £oningiQ. De reehtspraak
ge»faiedt door reebters op ^ond van „Aigcmeene
verordeningen", die voor de Europeanen en groo-
tendeels ook VDOi de vreemde Oo8t«rliDgei) op
dezelfde beginseleo Qieruaten alB de leobtspraak
in het moeoérland. Betzelfde geldt voor de recht-
spraak over Irdanders in «tiofzaken; bü de in-
landecfae rechtspraak in burgerlijke en faandelS'
laken daarentegen looeten de godsdienstige wel-
ten, instellingen en gebraiken dei Inlanders wor-
den toegepast, voor zoover deze niet . in Btrnd
i^a met algemeen erkende begiDselen van bil-
Igkfaeid en reeht vaardigheid. Bi bestaan, in ver-
band met bet bovenstaande, een Kchtspraak vooi
Europeanen en een vooi iniandera. Beide worden
uitgeoefend door alleen leehtspiAenda letditeK
(gerechten! en eollegiEn (rechtfünken). Voor Eu-
ropeanen herast de rechtairaak: 1. b|j dé ReRi-
dentiegereohten, 2. de Kaden van Justitie te Ba-
tavia, Samarang, Soerabaja, Padang. <UakaBar en
Medan en 3. het Hoog Qereebtshof van Nede^
landseh-IndiS te Batavia, evenals de Raden ■vas
Jastitie geheel nit Europeesebe rechtageleerden
aamengesteJd. De inlBodscbe reeht^ra^ ie op-
gedragen: ]. aan de Distiietsger echten, 2. de S«- •
gentachapsgerecbten, S. de Residenten of b^n
wettelijke vervangers (de z. g. ^litierol), 4. de
Landraden, de gewone dsfeljpuche lecètera voor
inlanders en op alle hoofdplaatsen van gewesten
en afdeelingen gevestigd. Bg EoninU^k besluit
van 27 Janaari ltlI4 is een reoigaoisatie der
potitieieehts^raak op Java en Madoera af^kon-
digd, waarby vaomaineli>k ter vervanging van
de twttunde politieroi en bet residentiegeredit,
lechtsprekaiHie in etrafzaken, een niemr gen^t,
bet laadgerecdit, ia ingeeleld. Dit land««Ktht
Sreekt derhalve recht zoowel over fluiopeanen,
I over inlanders.
De militaire leditspraak benut voor het kgei
bg het Hoo^ Militair Oerechtdiot te Batairia
en de Erwsraden. Vermelding verdienen
ook nog de Priesterraden, die vooral kennis
nemen van gesohiJlen over bnwel^kt- en erl-
teeht luascfaen htlandere. Hunne vonntsaen mis-
sen echter reebt«dwan^. Ie de part^, die tot
iet) verplidtt is, onwillig dtanan gevolg te g«-
ven, dan moet de hulp van den lAndrsad inge-
romen worden.
Leger. Aan het bo<rfd van bet kger staat,
rechtstreeks onder den Gonvemenr-Geaeraal, die
oppeFbevelfaebber is, een luitenant-generaal, U-
vens chef van bet d^ar-tement van Oorlog ea
verbint bondende in bet hoofdkwartier Ie Wel-
demie te Breda t>enevens bS de boofdcnieossen
der verschillende wapens in Nederland. Daar op
deze wijoe niet volaoende in de beboette kan
worden vooralen, wordt bet te kort aangevuh)
door detaebeering of overplaatsing "ran bet Ne-
detlandscbe bn bet Indieebe leger. Sinds 1910
lyn oA iidanaers tot ottieier opgeleid. De min-
deren worden vettregen door aanwerving in Ne-
derland en IndiB van vrijw.ilUgera en door uit-
seikding van onderottieieren en soldaten, die op
hun verzoek rao het N«derlandsche bjj bet In-
dische leger gedetacheerd worden.
De nit Neoerland te zenden troqien worden
DigilizedbyGoOglC
gekleed en tot hun vertik getinirrett Ui ie bier'
te Iftnde gefntïgde Efflofliafe Re»etT«. Dne werd
in 1890 getormd unf&nkelük slecbts nit recon- j
tRleieenteo, di« nuir NederUnd waren teiagge-
keerd. In Insalinde getehiedt een kieia gedeelte
dei «snTalling door het pupillenco^s t« Qom-
bong en varder door iNiving tui Ëmopeanen,
kleniÜDgen en Tijje iaUndere. Het grwitïte deel
der inUndtebe nilitaiien wordt gnormd door de
JïTanen en SoeD<ihiDeet«n, het beate deel dooi de
Ambo nee Mn en Menadoneeien, Boegïneeien,
NUuen en Tainktunsehe Alfoei«n. Ook beeft
Bien nog Batiuoi op Muloeia en op TerBohiHen-
de plutien in on baiten Jat» uhntten). Fbnnen
tot inTOeting ten weerplieht en oignniMtie T«n
een militiel^ei qjn in TOOitMieidipg.
H«t leger omTat de volgende Staren, Wapena,
Dieuitmkea, Eoipaen en IniteUingeo. De itaf
Tan den OonTerneui-Qeneraal; het Departement
van Ootlcn; de Qeoerak Staf; de Oeweetelnke
Staf; de PUataelgke Staf; de Infanterie; de Ca-
valerie; de Artilterie; de Oenie; da Dienat der
Militaire Adminiatratie; de Qeneeaknndige
Dienit; bet Koipi Bnrgerlöke Ambtenaren; het
Koipa Hilitaire Schrörera; het Eorpa Statiaaii-
kanleo; de Militaire School; bet Eoipa Papillen
en de Dienat der Militaiie arrest- en proTooet-
Voor hel militair beheer ii Java Terdeeld
vier mtilaire aldttlingtn. De commandanten de-
ler aldeelingen ayB reapeetievelgk eeTeitigd te
Batavia, Samarang, Soerabaja en Tjimatie.
De Bnitanbetittingen sqn verdedd in verachil-
lende commaadementra, welker cMnanandanten,
eveoali die der drie militaire afdeeliogen op Ja-
va, reebtitreeka ondargeaehikt iqn aan dan Com-
mandant van bet Legei.
Deie commandaBten iqn geveatigd te: Atjeh
» ODdeifaooriKhedaa, Snmatia'a Wettkuit, Ta-
panoeli, PalMWang en Djambi, Rionw, Weatei-
aldeding vaa Bomeo, Znidei- en Ooit eraldeel ing
van Borneo, C«lebei en Heaado. Timor en On-
derhoorigbeden en Amboina en Temate.
Het i«ei beataat viU de /nfonterw 21 veldba-
taljona, 10 garniioenibataljona, 3 depAtbataljona,
4 mitrMlIenMoaipagnieên, 8 gamiioeDaeomjtag-
niela, 4 anbaiatententadeTi, kaderadwlea en 1
atraf detachement; de Cavalerie 4 veldeieadrons
en bet eieadroa Igfwoeht te Soeiakarta en D}o&
Jakarta; de ArKllêrie 4 veld- en 4 bergbattergen,
10 ccoifiagDieSn vestinfrartillerie, depóta en artil-
larie-inriehtingen; de Genie bet koq>i genietroe-
pen, w^^q de spoorweg- en telegiaafoompag^
niein en de geweateigke en fdaataelgke geoie-
VtooL De leemacfat riaat, onder het <^er-
beatunr van den don veine nr-Oeneiaal, onder be-
vel van een vlag-officier der Koninklqke Neder-
landacbe Marine. Die vlag-offieier ia tevena ver-
antwoordelijk hoofd van bri depaitement van
Harine en voeit den titel van Commandant der
Zeemacht en Chef van bet Departement der Ma-
rine. De vloot ia tamengeiteld vooteeret nit de
oorlogaaebepen, afgeionaeid van 'a Rgki aee-
macbt, om t^delnk in Inanlinde te worden gebe-
zigd, het NederlandMli eskader, verder uit
de icbepen, g^owd ten laste der Koloniale geld-
midd^en en meer algetneen de vaartaigeu, be-
stemd om in Inanlinde teUgven, delnditefae
militaire marine, en in de derde plaata
DJt de Oonveinementa marine. Deie
laatste dient tot het overbrengen van tioepea en
benoodigdbeden^ voor het blaken der knaten
t^n leeiooverq en voor het verrichten van po-
litiedienst op de reeden en kan in bnHengewone
omstandigheden ^delgk ala ooilogavlool dienat
doen.
In 1896 werd bg fconinklök betloM vaetgestdd,
dat de leemaeht in Nederlandaoh-IndiB ion be-
ataan nit:
o. oorlogabodana, geichikt om met klem Ne-
deilandi reebten es belangen te beacbermeii en
het aonverein geiag ia den Aicbipel te handha-
ven, ook t^enover Inlandadie volkastammea.
b. oorlogabodema, geaebiU om bet geiag in
den Archipel door InlaMfadie volkastammea tt
doen «eibiedigen,
e. oortogabodems, faeatond ter veidediging van
havens of toegangen na«r havens en rMden.
d. waebtsdiepeD en «pnenungevaaTtuigen.
Na wgaiffinc van genoemd E! B. in IBOI en
190S, weriT bg K. B. van 15 SepUinber 1909,
no. 809, Indisch Staatsblad 1910 no. TT, bepaald.
dat het gedeelte sob a ion bettaan nit:
Voortoarend in dienat te boDden oorlogaacbe-
fen van minónom 8900 ton, te samen minimum
B 000 en maximnm 26000 ton vraterveiplaat-
sing en een nader te bepalen aantal torpedoboot-
jagert van mituteDa 4üO ton.
Het gedeelte anti b nit: Oorkgsvaartnigen van
hooeateni 850 ton.
Het gedeelte anh e nit: 8 torpedobooten en een
nader te b^^akn aantal onderieebooten en mgn-
lereera.
Het gedeelte sob d nit: I waebtsehis en hoog-
stens 4 opnemingavaartuigen. In het Iitiata ge-
deelte van 1916 waien in lodii aaawcoiff: 4
pantaersehepen, S torpedobootjaKera, 5 flottTelje-
vaaituigen, waarvan 2 verbouwd tot mgnenleg-
get, 9 toipedobooten, 4 opnemingsvaartnigen^ I
onderaeeboot benevens «en dertigtal aelMfien der
Qonvememen ts-Maiine.
Algemeen wordt door desknmügea on» see-
macht in Nederlandach Indiê voor bet in het
l, B. van 1896 onder a omstbreven doel te ge-
ing geacht. Een ontweiv-vlootwet, dat in dit
ipiieht veibetering beoogae, antw<»pei] nadat in
1912 door een Staataeommitsie omtrent deae
aangdegenheid een nitvoeitg Taf)|tort was nitge-
brawt, was bg het nitbrelien van den Enr<4iee-
ecben oorlog gereed, doch werd, met het oog op
de tgdBomstMdigbeden niet ingediend. To%ene
mededeeling van den Minister van Harine in
de Ststen-Oeneraal Ja echtei de indiening van
het beriiene ontwerp binnen korten tiid tegemoet
■ ■ (Januari 1917).
aoo boog mogelgk ia op te voeren, beataat weinig
eenheid Tan gevoelen. In booldnak i^n twee
strocmingen waar te nemen; de eene groep «At
ten kein van ffroote modwne elafsehepeB nood-
lakeljjk, met oaamaast een aantal onderieeboo-
ten met toebebooren, w. o. enkele aeer laelle
verkenningskraiaeis; de andere groep meent dat
het geld voor de groote alagvebepen, geuen hri
DigilizedbyGoOglC
klaine unUl, nnttigcr k>a wotdu beiteed un
uitbreiding tsd fc«t untal ondsnccbooten. In
unbouw vja thini, aitslurtcnd voor da HciUMht
iD NtderlaBdMb-IndiB: 6 ondeneefaootea tu on-
ge?eer 650 ton wtterrerplMttiiig un de oppei-
flikte en 2 iflelle kraiieii Tan rnim 7000 ton,
terwnl op de begiooting Toor het dienitjuT 1917
een derde kmiaet es drie onderseebooten Toor
Indië worden UBgenaud.
Finaneitn. Bet beheer der geldmiddelen
leturteert onder het depirtemant Tan Finaneiln
(lie BeiJvw), terwnl de begrooting door de Sta-
ten-Qenertal Jaarlöu wofdt Taitgeiteld. Voor de
unwnttellin^ en da Indeeling der begtootlng tl<
men het artikel BtgrooUng, *oor de wtg toot
de nitfoeri^ der bëgioeiinr en iwt toeijcfat eo
het beheer der koloniale geluDiddelen het arlikri
OomplabaiUiUm^t. Een OTCniiht Tan de ont-
van^ten ei iltgiTeB «er de Jaren 1000 — 1014
almede Tan da tamÏBg 1916 en 1010 geeft de
trtwl Uermdn.
De laften, welke de inlandere moeten dragen,
bettaan ten daele fn belaetlDgen ten deela js
peraoonlijka dienitca. Zia Bttoêtingên en midd»-
Urn w Stdtrimuttek Oott-liMt en ffi«wiMlwN-
Oïenicht van ootvangaien
en luivcrc gewone uitgaven in duiiendtallen guldens.
Uitkomsten.
Ramingen..
1909.
1910.
19H.
1911.
1913-
1914.
1915-
1916.
Ontvangsten.
Belastingen
Overschot monopolies,
„ producten .
„ bedreven .
AUerlei middelen . .
77Ö66
30730
14133
8607
4 593
83 485
2983S
30 n6
8709
417a
87053
28629
3'S43
13153
4S7I
93734
33872
3S340
II 047
6306
103912
35 686
33938
Veil
99?"
14708
7071
108720
38706
31600
17981
8133
112517
41369
19938
8 377
Te lamen. . .
Uitgaven.
Alle gewone uitgaven,
uitgeiondetd die voor
en bedrgvcn en na af-
trek van het bedrag
der rechtstreeks tegen-
over uitgaven staande
inkomsten
i3S 730
■ 19S44
146439
138 S8ï
163951
148715
179 30I
156446
190406
165669
17SIO9
189981
195 '30
189938
203901
303497
VerschU voordeelig . .
«deelig . .
6186
7846
15335
22754
34737
14773
S20I
403
Overschot monopolies.
Opium
Pandhnizen
Zout
19050
2149
9 53"
17950
3290
9 59S
17963
3ir6
8550
24068
3 «7
7356
24784
3988
6913
28 803
S330
7355
35663
3836
9Ï07
1U1
9434
Koffie
Kina
Tin
Steenkolen
Boschweren ....
Getah-pertja ....
Caoutcbouc
Coca
'733
94
1031a
76
81
9
i-M
- 7S
40
886
106
37741
— 14
II
733
3.3S
7S3
3 174
— 114
389
5S
2027
67
-"34
39
587
143
•"Z
1394
— 50
— 430
14
1356
331
16325
336
1202
199
i6S79
25
Landsdrukkerij . . .
Post-, telegraaf- en te-
lefoondienst ....
Spoor- en tramwegen .
•44
nihil
846a
14
-337
9031
121
7
-267
11307
-i«74
1317a
9'
108
I4S08
64
695
17221
74
139
19734
D,o,l,zedb,GoOgle
INSULINIDE-XNTEORAALBEKEININO.
Qtiehitdeni». Vkn de lotgevalIeD Tin Id-
lulinde lóür de komit der ËUTopeRnei] k ni«t
teel bekend (izie OnldekkingigtKiiéettenuii tooi-
■1 niet «Ib men Jaia aitiondert. De KCMbiedenii
vsn lasulinde nï dien tijd is in boctduak de ge-
scfaiedenit dei Ooit-IadiBche CompagDie (lie al-
daar). Na haar «ndeieane k vamen de kolonlBn
in ttet beiit ran Nedenand en de«Men de iot^wti-
)eD Tan itt, luid. Daai het ktdoniaie ri^ ecfater
nooit (taatkundig één geheel heelt gerormd, kan
er Taoeenffeschie^ntB.TanlMQliDde in i^n ge-
heel moeiluk aprake ign, maar beaiait deu uit
de gesohiedenis dei alzonderlijke eilanden, land-
idiappen en njkjeB, waarheen wjj dan ook moe-
teo veiwjjien.
Lileratuur; P. A. van der lAlh, Naderlandtch
Oost-lDdie (2de drnk Leiden <1S95. 2 dln.); H.
Blink, Nederlandeeti Oo«t- en West-IndiB (Leiden
1907. 2 dia.); D. tm Hirdoopen Labhttton, Oe-
illnatieerd handboek ran Inanlinde (Amaterdam
1910); H. Üofyn, NecrUndi Indie (2de dtak Am-
sterdam I91S, 2 dln.); A. Cabaton, Jaia, Suma-
tia and the otbei islands ol the Duteh Eait Tb-
diea (Londen 0811); E. EUetidl, Drei and iwan-
lig Jahie PHanier und Kaulmann in NledeiUn-
diuh-Indien (Berlgn 1913); J. MmmtUm Broom,
The Dntch Ekit; ^ketebet and pictures (Londen
1014); L. de Bree, Nedeilandsch-Indil in d« Twin-
tiKite Eeow (Batavia— Amsteidam 1916); K.
Martin en A. Wiehmann, Beitiige lar Geologie
Oet^Aaieu imd Auatraliene (1838<v.t.); A. D.M.
Verbeek, MoluUen-VcrelaK {Jaattwek Tan het
MÜn«ezen in NedeitandM^Jndia, 1908, Weten-
wht^pelijk gededte); W. Volt, Dei HakiiKhe
Aichipel, aein Ban, «ein Zueammenhaof^ cdit
Asien (in .^iizaoffsbenebte der jAjsikalieeben
upd oediziniscben SozifiUt in Eilangen", dl- 44,
1912); J. Elbert, Dei Sanda^ipedilian (Fraok-
tort a.d. M. 1912, 2 dln.); R. D. M. VerUA,
Oeolwiaebe en möotMawknikdigt bil>Uo^u)hie
Tan Nederlandech'Indie (Verhandel, t. h. Oeol.
Mynb. Oen., Oeol. aerie, dl. I v. t.); E.C.Aben-
daivm, GeologiBcbe echatskaait Tan iNeder-
landBeh Ooat-fodia ('a-Oia-Tenhage 1S|15); Km
der Stok, Wind and ««athera, earrenta, 4idee and
tidal streani in the £aBt Indian Arehipelago
(BataTia 1897); 1. O. Beringt Handleiding tot
de kconia dei flora Tan NedeiUndseh-lDdil (iLei-
, den 1900); Q. Habêrland, Eine botaniaehe Tio-
Kiieise. Indo-^Malajisehe Vegetationabilder nnd
iaeiknten (Leinig 1893); M. Qrethoff, Sehet-
•en Tan nuttiee Indische planten (1895^1900);
A. H. SlautD, 'De tii^isebe nstnor in schetsen en
kleuren (Amsterdam 1913); Max Weber Dei
. Indo-australisebe Archipel nod die Geseaieht*
•einer TieiweK (1902); J. B. van Balen De die-
renwereld van Inealinde ('Dorenter 1914 t. t.);
CA. S. Lugt, De bossehen yan Nederlandsoh-In-
diS eni. („Oom Ec^nien". Ser. I no. 9, Baarn
1914); K. W. van Oorkom, Oost-litdiacbe Cultn-
res (3de druk Amaterdam 1917 t. v., 3 dln.);
M, Blink, De ngTeiheidsondememingen in Me-
derlandaiui-iIadJG (in „Tjjdsdir. t. ëcod. Qmr.",
Angustaa 1916); J. Dekker, Onze koloniale Mqn-
bouw (Baarlsn 1916 t. t.); E. P. WellentUm,
Het ^Moi- en tiamwe^eien in N«derUiKLKh-
IndiS (in „Ome Koloniën", Ser. II, no. 3, Baarn
mi); Tb. J. A. Hügert, Het laTen in N«der-
laitdw:fa-Indi< a>en Ssag 1914); J. W. OuMtng,
De inTJoed der lendii^ <sp maatacbappelüke toe-
atanden (in ,J>e Pioteetantsche Zending' , I, no-
9, fiaam 1912); D. Br^cet, Het administratief-,
bet geldelijk- en bet matecifiel beheer in Nedei-
Undaeb-lndtB (Bando«i« 1913, 8 dln); E. B.
Kielttra, Indisch Kedeiland, Geaehi»d kundige
schetsen ^aarl«m 1»10); B. Alkema, Ons Insu-
linde. Hoe we het verkregen en wat het door onc
werd (DeTeotei 1916); J. F. H. A. Later, De in-
landsehe bewering (Indisehe Oti», Jnni- en Juli-
afl. 1916); .Jteeeerin^AknaDak toot Neder-
laDdMh-lDdH": „K«tomaal Versfaw"! ,Jaaiqjfen
van het Koninkrijk der Nederlanden, EclonÜn'';
„Statistiek Tan den Handel en de In- en UitToei-
lechten in Nederland ach JndiE"; ,Jaartioek van
het Depwienieni van Laodbonw, Ngvetfieid en
Handei Tan Nedeilandscb-Indie"; „Verslag om-
trent Handel, Nmeiheid en Laniflxiuw Tan Ne-
derlandseh^iodir'; ,4>e Buitenbesit tingen 19(M
—1914" (Batavia 1915).
Zntenl noemen de Italianen inlegwerk in
bont, waaraan de Duitsehen, veikeerdelgk, den
naam van intartia plegen te geven. Sedeiï het
begin der 15de «euiw werd deiie techniek in Ila-
lii beoelend; eikenèout ireid met dunne stukjei
veiaehiUend geHeurd hoat, ivoor of metaal be-
l^md, aoodat bepaalde figuren ontstonden. Deit
figuren aja soms laiver deooialief docti atee^al
voorstellingen nit de gewade geschiedenie. Be-
roemde intarti bezitten: de kerk der Certosa tig
Pavia, door Barlolommeo PoUi, Fantaleone dei
Marehi en Ptetro da VaOate van 1487 tot 4498
vervaardigd, naar teekeniagen Tan Ambrogia Foê-
lano; Santa Haria in Organo te Veion&, 'door
Fra Oiovanni da Verona gemaakt, en de kathe-
draal te Siena, welke in 1508 door denseUden
meester werden voltooid. De imlarti in San Fe-
ttonio te Bologna kIjd fiet weiii van Fm RatfvU
da Breieia, terwbl die in San Donaenieo te Bo<
' "iD Pietio te Perupia van 1528 tot
. dooi Fra DamUmo da Ser
. -mmo vervaar-
digd werden, Einddgk noeoMD wq nog de tnlor-
ti in het Cotlegio del Cambio Ie Perugia. om-
alreek's 1500 dooi Domenieo d*l Ta—a en Antamio
di Mereatello gemaakt. Zie ook Movüek).
Interraaliwkmiiir is de omgekeerde be-
werking der differentiaalrekening, Terwjjl deae
laatate de verandering beiekeni, welke e«n fnne-
tie van z vertoont, als se
bedrag toeneemt, moet A
B se met een oneinUg Uein
:t de integraalrekening nit
ntiaaivergelgkins de oor-
X iz, waarin X een of aMere functie van *
voorstelt, dan loekt de integraalrekening naar
de betrekking tniseben jr en z lelve. Toot Iwl
integreeren gebruikt men het teeken ƒ air af-
korting van Som. iïlen «ohrqft dus y = ) Xd*.
De meetkundige beteekenii van een intttfraal
wordt duidelijk, als men in elk pnnt der nori-
zontale c as voor de lengte der loodlyn, in dal
punt opgericht, de waaide neemt, die X beeft
voor die bepaalde t. De eindpunten der loodlij'
nen liggen op «en kromme Ign AaA' (lie de fi-
gUDi). Is nu 'L U de aangroeiing vaa z in hel
punt L dan stelt X dt den inbond tooi van den
retbthoek ALV M. Bjj ateeds kleinei woidende
DigilizedbyGoOglC
INTEGBAALBSKBNINe— DJTENSIE.
dt n&deTt d« Bom van de iithoDdeB van tJle Of
deie wijie verliregen reehthoetjes tot den inbond
van de strook, begrensd door de kromme lün. Te-
¥6119 blnkt, dat de waar-dc T»n den integiwl pae
geheel aepa&td ia, als aangegeven is tussehen
welke grenswaarden van x hei integreeren ge-
schieden moet. Men diudt dit aan door ƒ, X
dx, waarin z = a de Ueinvte en s = 6 de
nootaie grenswaarde aangeeft. Daar bg bet dif-
ferentieeten elke eonatante term wegvalt, lal om-
gdceeid bü het inhgreeren een eonstairte mogen
worden toegevoegd; dag y ■:= ƒ X dx, maar ook
$ = ƒ X dz + C De waarde van deze constan-
te is dikwnla uit den
aard van net vraag-
stuk af te leiden.
Men ondeiaobeidt
erd^r enkele, duh-
>udi-
^ nle^ralen, want
iedere integioa!
een functie, die
verder geintegreerH
kan worden, ''
:, M Q
Integraalrekening. een andere vaiia-
In de geometrie vindt de iDtegiaalrekening
toe^ssing bQ het bmalen tod lengten van krom-
me Ijinen, oppervlaklien van figuren, inhouden
van lichamen enz., omdat deze grootheden uit i*
dmkken liJn door befiaalde integralen. Verdere
toBpassin^n vindt oien in de getallenleer, in de
mechanica (^paling van traagheid smomen ten),
in de natuurkunde %gv. b|j de potentiaaltheorie)
enz. SindB IHrwklet is oten l)ezig te ondenoeien,
wanneer tunctieB te integr«eren zgn, verder de
eigenschappen ie vinden van fancties, die '
integralen oepaald zjjn, voor bet geval, dat
Sen eenvonaige Toorsteliing ivan den integraal
n geven. Voor de practjjlk is van belang de be-
rekening van de integralen <vaD emTjirisen gege-
ven tnnetiea. Dit geschiedt met henulp van re-
kenmethoden (Simpeonsche lesel enz.) of dooi
grafische voorstellingen en g^ruikmaking van
bepaalde inetrumeiiten, wanneer de funeties als
krommen gegaven zgn. Van deze instrumenten,
welke den naam van iniegratoreK drogen, worden
dé zoogenaamde inUgraien tiet meest gebruikt.
V«or het bepalen van hot oppenvUk vui vlakke
K sloten figuren vindt de pknimeter toepassing.
ibfüx en Newton zqn de oitvindeis van de in-
tegraalrekening. Latere beoetenaar<i lyn Tooral
Btmovüi, Euler, Lagnmge, Oaun, Cmteky en
DirieUet. Arehiaudet beeft reeds voor het be-
rekenen van oppervlakten van de int^raakeke-
ning g«d)rBik gemaakt.
InteCTal«n noemt men de 2'/i procent Ne-
derlandMh WericeUike Sehnld; deie werd name-
lijk in de wet ivan 11 Mei 1814 aangeduid met
deA naam van integrale weikelifke schuld.
Intecrator. Zie Inlegraalrekening.
Inttcrltelt (Latijn — volkomeniieid) daidt
in het orthodoi-theoloeiech spraakgebruik eei
eigenschap van den B3t>el en de atzonderlüki
Bóbelboriian aan, krachtens weUce ig doot Utere
745
handen noch veianderd, nodi vervalseht, noch
door het toeval verkort zjjn.
InteUeotaallsnifl beteekeut in het algo
een alleiLei overschAtting van de beteekenis van
het menschelnk verstaiid in verhouding tot an-
dere mensdtelöke kwaliteiten. Zoo spr«ekt men
van intellectualisme op zielkundig gebied,
in in de werking van de veretandsele-
menten in het bewustzijn liet <ig«nl|jke funda-
ment -van hc4 'zieleleven ziet. Op godsdien-
stig terrein spreekt «nen van intellectualisme,
wanneer aan de verftanddijke voorstdling in de
religie de eerste plaats wordt toegewezen. De
goiudieast wordt (un in de eerste plaads een hoe-
veelheid waarheden, een schat van kennis. Beide
opvattingen leiden tot het intellectualisme als
theorie aangaande het verkrijgen van onxe ken-
nis. Vorens dese theorie xfn de voorwerpen der
weienlijCe kennis niet binnen het bereik der tin-
toigl^ke waunemiugeu gelegea, d«u men de
bion van bet weteo in oet Terstand en in de
red» moet zoeken. Dautegonover staat het êen-
lualümt en emfiritwte (gevoelt- en envaringi-
leer). Een nog meer bepeAte heteekenis verkreeg
het woord in de stelsels van FiehU en Seheüing,
namelijk die van praedicaat der intelleetueele
aanschouwing (bet hoogste b^nsel van het we-
ten). Dit is bn FichU de afasolnte spontanelteit
van het ik en ojj Sehelliag de identiteit van alle
tegenstellingen ia het aMoInte.
Intelleotnaol (van het Latjjnsebe mteUeetui
= verstand) bet«ekent in tnimen zin: wat of
het verstand betrekking herit, ol volgens bet
verstand. Zoo spreekt men van inteUeetneele
ontwikkeling, t^eitover moreele en aesthetitehe
ontwikkeling. Sedert Katt ia de «itdnikking
inleUeaiueeie aoMehtmmna ia gebruik. Hen Te^
staal daaronder een beoonfeeling der dingen, die
staat boven bet waamemeD met de anttugeo ^
boven de intuïtie.
Intenduio* ia het milrtaii pereoieei, belast
met de leiding van den dieoet der vei^leging en
met het toetidit op de nrtvoering daarvan mat
behulp van administratie en verplegingrtroepen,
fiet wordt daartoe in tgd van >rrede reeds geor-
finiieerd en geoefend en ingedeeld bij het Hoofd-
wartiw willet veMIeger en van de staven der
divisiln. Het peTsoneel heelt bovendien toexicbt
op het voeren der »dmini«trati« over de korpsen,
op de adnunistiadave Inrichtingen en of de ma-
gazQD
Iwr.
ertandae
let koipe NedertandKhe intendamteiL is sterk
23 officieren en wordt foor inn taak opge-
leid aan den Intendauea-enteus bg de Hoosere
Krggaaehool te 's^nwenltage. In DnitBchland
staan alle militaire bomrwerten in de gamiue-
nen onder han toezicht.
Int*iiduit il hetzelfde als opnekfer of be-
stuarder. In Pruisen is de intendant een Hofbe-
unbte en opziehter van Hofsabouwborgen, voi-
stelqke ininen en kaeteelen. In Frankrijk voecden
de t^enwoordige prefecten vMr de Onwente-
ling den titel 'van intendanten.
Xnteiule is de versterking der inwendige
kradit en itaat tegenover extensie of uitbreiding
(dns algemeene verswrtking) der kracht. De nit-
dmkking wordt zoowel, in dien zin. in d« etaaf-
hnishoiidknnde, «U in den landbouw (zie Intaitiete
DigilizedbyGoOglC
INTËÏJSIB— INTERIU.
Intenslel boOKl*n>P DMint men na open
eleetiiKht boogUmp, met uiat ettindei gele-
gen «IfectVolen. Deie botvlan^ieD beiitteu de
Eoonte liehtsterkte, nl. 1000 i 4000 H. K., en
het geringtte verbruik. nA. 0.25 4 0.17 Watt
nfi. K. Zu worden gebnikt toot teneinTei-
iting, effeetieriiehting eUliges en dei^l^e,
OTeikl, iTi«r een iterke eeODomiicbe leriiehting
gevrugd wordt, en abiolant nitUg bnnden
geen Tereieehte i«.
IntsiwlaTS luidbonw noemt men dien
TVnu T»a Imdfaoowbediijt, wurbg de koelen
UB «beid en un tuitte {toax neit «di.) ii
verhoodiDg tot de te ibmoDwen oppeeilektebetM-
kelqk gioot ijJD, Oader mlke omiUDdigheden
«ontt een groote oogst met groote kotten tct-
kregen, en aet ui Tan de prövrcThoodingen at-
btneen, ot bg inteniieren landbouw bet g<sa-
nenlöke grond- en bedrgMapitul grootere of
kleinMe winsten afwerpt dan bg exleneieren
UndboQw <iie Btfeiuief).
IntsTOsllDlAlrs ralntui noemt men op
bet gebied der plan ten anatomie de laimteo, die
men jn vele planten tneseben de cellen aantreft.
Zjj tSn met lucht gvruld en itaan in verbindnig
met de hnidmondjce in de ofiperhnid der blade-
ren en itengeli, hetgeen van belang ii toot de
adeniialing ol de gunitwiiteling der gewaseen.
In de jongste plantendeelen ign ig gewoonlgk
niet aaaweiig, maar ag ontstaan later, all de
cellen lidi van elkander Terwgderen. Zeer groote
treft «len in waMi- en moeraaplanten, en ig wol-
den hkr om haar grootte dikwgU kanalen ge-
noemd. Ook via de intererilnlaire mimten wel
eena gevuld met eigenaardige tHV*"' mmU ban,
gom, olie en melk.
Interdict betertent eigenlqk ontieff^j
Iemand vuur en water te ontieggen (aUerateen^
wu betselfde tl» bem in tialllngRdiap te lenden.
In de BoomiA-Katholieke Eetk i« bet interddet
een door UeMboHien ol pausen uitgeTurdigdt
onta^ging Tan het nitoefeneu van fcerkelgkt
luneties ol bet toedienen Tan ucramenten. Of
een pluts (inleniietum heaie) of een persoon
(intardiettm perêoitale) wordt er door getroffen..
Bet eerste Toorbeeld Tan lutt een inteidiet gaf
AUvïniu, biaeebop van Liiooges. Lat«r werd
uitgesproken door Oregoriui V OT«r koning Ro-
bert Tan Frankrgk om dezen te dwingen iot een
eebeiding Tan ign gemalin Beriha, w«ke bem in
den Tierden graad Tan bloediverwantatdiap be-
stond. Het werd echter eent in 1(^1 op de sy-
node te Limogee, op uniaden Tan OUoriau,
abt Tan St MarlialiB, dtei de Kerk gewettigd tot
straf TOOT Tiedebrekeia. De faiBrarehie gebruikte
het nn als middeJ. om Toreteo of landen lot ge-
hooruamheid te- dwingen, litnoeeniiiu U tank
ïet in lUO uit OTcr gebeel Frankrgk, OoeietÜ-
nui UI in 1191 OTer Oostenigk, hnoeentiM UI
is M9g OTer Frankrgk en in 1203 OTer Enge-
land, Marliiuu V in 1288 ot» Sieilie. Bme£o-
tui XU in 1338 orer Doitscbland. Intnswsfaen
wu de Trees voor het panaelgk geug en toer bet
interdict in katttgenoeoid rgk toen reeds loo
fesehdit, dat de Rqktstanden bet nietig Ttr-
laarden en ér tegen -in Tenet kwamen. Het
plaatselgk interdict is feitelijk niet meer in ge-
Dmik. In 1730 werd bet laatste uitgesprcien OTcr
Siciiii. Er beetaan nog Tqf gtnaUen Tan inter-
dieten in het thans bestaande kerkeJgk leeht.
Interent. 2ie Rente.
Interferentie ia het «unenwecken Tan
twee of meer trillende bewegingen. Wanneer ver-
aefaillende water-, gelnid-, of licÉittrilUn^n in
Mn {tant «amen komen, dan is de nitwgking g^
Igk aan de reanltante Tan de Tersehiliende tril-
lingen. 8g de interferentie knnsen licfa versefail-
lende ^erailen Toordoen. wanrdoor een groots
Terscbeidenbeid in de beweging Tsn bet trillen-
de deeltje teweeg eebracht woidt. De Teiplant-
aiwen, die de Tersuiillende trillingen ieder toot
lieb bewerken, konnen TerediilleDde boeken met
elkander maken, ig knniken Terder TersebiHen
in an^litnde en trülingsdnnr. Verder kan een
deeltje onder den invloed Tan de eene trilling
komen, wanneer de andeie reeds eenigen tifd ge-
duurd beeft. Men legt dan, dal beide trillingen
in Tersehiliende phasen Terkaeren. Een Tooibedd
bierTan il de trilling van de Jnofat in een aange-
blaien orgelpgp, waarin de oortpronkelgke tril-
ling en <h teruggekaatste «net elkander jnterfe-
reeren (atunde golTen). Sommige InAtdeelüei
big Ten dan in inst, andere hebben een bepaudè
regelmatige trilling.
Van groote twteekenii is de interferentie tu
bet llcbt. Het eenTondigtte
interferentieTeraeb^nse! Ter- tr %
krggt men, ala men twee 1 I
kleine, didit tqj elkander li^- i i
gende openingen o ent (iie tl n
de fig.) door een Ter Ter- -l H
wgderde Uchttiron Terlitbt. j l/f
De liehtitraleo, welke door ; ff
deie iqteningen heeneaan, i/l/
worden op een eehenn j i' f -
M opgevangen. In het Wi*
pnnt Jf., dat symme- Interterantie.
trifch ligt ten OMidite
Tan a en b, lellen de beide Hdrtitrakn in de-
leltde pbase Terkeeren, wurdoor ig elkander
versterken. Wanneer daarentegen bet Tersefail Ttn
Hb «n Sa een oncvBn untalbalTe golflengten
bedraagt, den lullen de trillingen in a elkander
opheffen, loodat bet licht daar Terdwnot (>ie ook
het artikel RiamngtvtTiekiiKulKn). Voor liet in-
terfereeren Tan liehtitralen kan men gebruik ma-
ken Tan ds ipiegeli van Fremet, van de glaspla-
ten Tan Fixem, Tan het interMientieprtaniA en
van de balflenien van BUlet. Het behnlp Tan de
interferentie kan men de kleuren Tan dnnae
plutjes Terktaren, bgr. van wepbellen, olielaag
op water enx.
Interim (inmiddels, Tooriot^ig) noelht men
een in den tgd der Hervorming door den kciiei
uitgeTaardigde bepaling, boe men lich bg de Ter-
deeldbeden omtrent den godsdieut voorloopig te
gedragen bad, totdat duroTer doot een alge-
meen condtie beriiat ion i^n. Reeds in 1541 had
QroHveüe un een eoauniine tot vereenigii^ der
strijdende partgen, een ontwerp unreboden, b«-
bdiende de gróndabuwn ttm Toonoopige fer
eeniging. Dit gescbrift noesnde men tater liet
D,o,l,zedb,GoOgle
IN131RIM— INTIEiHNATIONAAL PBSVMTBiBOm!.
«enBgeiinJdeid ointreait <1« volnutattiieid Aer
mentehelQke n&tDDr tMi den zond«mal, otcf '
TiniMid TOD den wil, over de eitzonide en otct
leditiaaniigmBking, mft&i de yerd«[a poging
tot Teieeniging leden ediipbreuk ap het T«ieo
TMi geiwien omtrent de tBcnuDenten en liet ge-
BÊ^ dei kerk. De keizer Terklurde bg het slui-
ten vftD den Bijkodag -(I^l)) d^t de a&DgoTutgen
ondertuuidelingen op een eoneilie zouden worden
Toortgeiet, do<h dat de PToteatanten üeh dui
zouden onderveipen a&n de Ttitseetelde artike-
len wnder tegen deie in teraet -te komen. Op den
iH«Dwen RjjkBdsg ie Aogsbarg {ÏUSi weid 0(>
het det keiieu een nieuw Interim opgetteU, Ijt-
tei bet AugtfMÊrger Interim genatmd. Dauu wei.
du uo de PtoteitMiten bet toeetAsn tm dea
Mk un de lecfon, bet hnwieij^ der piiesten en
«enige andeife utken iran ondeigeeehikt Maag in-
gewilligd. Bet weid echter a^ooeeD sfgekeont
In Zaïd-DalticUand alleen dooi d« kelMili^e
mufat gehudbuM, dodi in NooDdJ}nitii3hlBad
bepaald Teiworpea of veioariit. Dooi de bemoeiin-
gen van keniToist Mmtrilt van Sakte» ontstond
op den Landdag te Leipiig in )S48, bet gtnnj-
iiKde Leipxigtr Interim, dat bet PioteBtantBcbe
S-loof handhaafde, het eeremonieel der Roomseb-
atholieke Kerk als iets onierKhiilige yeroor-
lootde en ook het gezag TSn den paus en Tsn de
bisschoppen, tooi zoover het niet misbruikt werd,
wilde erkennen. Het wekte echter den toom dei
ling der Protestantscbe K«ik lerootxaakte. Na
het Terdiag lan Passau (IS52) werd het Interim
opgehereD.
UTer bet den SOsten Septembei 1B4D tussehen
Ooitenrgk en Ptnisen geiloten Interim, dat tot
den Islen NoTetniber >1SS0 lan kracht wai, we
DuiUche Rfl, OaehüdenU.
Intsrlm-dlwiaana. Zia Ditidmd.
IntaiJaetlMi o' tuuehenwerpielt sjjn klan-
ken, die de gewaarwoidiagen <Tan het oogenUik
te kennen geren, sooali „01", „achl", eni. Eigen-
Igk worden ig ten onrechte oitder de soorten Tan
woorden gerekend, omdat ig geenerlei begrip
nitdiukken.
Zntsrlaken, een dorp in bet Kwitsaraehe
kunton Bern. lift 563 m. hoog aan de spoorlgnen
Bttningen — Diriingen, Jnra— -Simpjoo en Inlei-
Uken — Tbnn en op den link«roe*er van de Aar.
Het telt na~ 3e iDlÖTing Tan AarmWile als ge-
meente (laiO) 3739 inwoners. In nilgebieidM
beteekenii Terstaat men ondei Interlaken den ge-
heelen oevei der Aar in BOdeli met inbegrip T«n
bet dorp Matten en het oodeiwetaebe stadje Ua-
terseen. De lielelgUieid en itmbttoMAM Tan
BOdelL de nMb^^ieid Tan meien en Twn bet booff-
sebeigte, het laebte klimaat (jaaigemiddeldf
8,80* C.) en de geionde Ineht ign evenveel facto-
ren om Tnteriaken tot een der drakit beioehte
bad{daa1sen en oitgangspnnt lav beigbestögingen
te maken. Het seiaoen dnurt sleclita drie maan-
den. H«t aantal TreemdeliDgen bedraagt in den
lomer 80 000—100 000. De HUheweg, een mooie
laan van noteboconen, Tointt een geheele ttiaat
van hotels en foet bet Knrhftos li«t eentnim Tan
het Terkeer, De meest 'bnoetituHinten V.H de om-
streken ign de Eteinei Eugen, de Seknwelfluh,
met prsditig oitaicbt over de meren en de Al-
pen, d« reine ünapuonen, de Sob;nige Platte,
bet Itiienzei fiotbhom, de Wenaernalp^cbei-
degg, MUrien, Sanfct Beatenberg en het Panlhoin,
Benaive van bet Treemdelingen verkeer leven 4ê
iowooers ook van de TerraardigÏDK Tan >paiket-
Tloeren en van likearlabricage en aoutnigderg.
Interlooatoir vonnU is zoodanig lonnU
ot beveliebiilt, waaitjj de leofater, alraiienB ledU
Ie doen teu principale — hetwelk geschiedt bg
eimtvotmit — , een bewjjs, een ondenoek ot een
iastiuetie beveelt, wbarran de besiissing der
hoofdeaak aeU kan aHhankelgk agn. Tot de intar-
loentiHie vonnissen behooren dni die, marbg een
setnigeuveiboor wordt gdaat ol een ondenoA
door deeknndigen ot een «erediteljjke plaatst^
nenung woidt bevolen. Zoodanig inteiloentoir
kao -worden uitgelokt door het Tetiodc Tan een
ot van bdde partüen, ol het wordt dooi den reeb-
tei uit ei^en beweoing, aaAtsbalTe gegeren,
waai bÜ ^^- vooilieoting door deskundigea el
opneming eenei plaafa toot de beslissing noodig
ooideeh. De iMiiising, bg een inteilocatoli ge-
geven, kan op die, welke op de hoofdzaak zal
Talkn, Taak van groeten iimoed zjjn; daarom
kan er ook appèl van worden ingeitêld, 'vAóidat
het eindvonnii geweien is.
aaneengeweveo vertooning, welke dienen meeet
om tusschen 2 stukken te worden gespeeld, ten
einde die met elkander te Tetbinden. Later gat
men den naam intermexa aan kleine, k«niaaie
opera's, waarin één ot twee petsooen optieden,
doch die met het voorafgaande of Tolgende itnk
in geeneilei verband ïtaan. Als een der oudste en
sehoonste roemt men bet inteimeiio van BanU:
„Il eombattimente d'Apolline col serpenle". Ook
in de oude Fransdie opera's kwamen JDtenneBi
TOOI onder den naam Tsn „rondeani" ot „aark-
bandes", welke dienden om ean de operazangen
eenÏM reipooiing te beioigeu. Langumemand
maakte bet intermeuo aieh gebeel Tsn de om-
n eeiia los {PerooInTs ,Ja eeiva padtona"). La-
tei tiad hst z.g. ïiaUet-idiTeitissement in de flaati
Ttn het vUermeno; tegenwoordig Tindt men het
in den vonn Tan mniiokstnkken £g open doek (in
Maaoami'é ,,CaTalleria BoatieaDa", Jfassemft
„Ia Navaiiaite", Pvoeinf» „Hadame Bntterfl;'',
enz.). Ook is tnlenKstso de naam tooi een sooit
pi anoeom posities (Sehnmmn, Brahm*).
Inttnuuit noemt men die scholen, waaibg
de leeiliugen in de iniieliting zeil veipleegd ai
opgevoed worden.
latoniatlonMU Blbllorratlsoh Iiurtl-
tuut •« in. 1895 te Biuesel OMTerieht door een
internationaal eooRres voor bibhoKrafie en stelt
>icb ten dod de buNiotfaeken Tan alle landen nni-
torm in te riobten en een gemakkelijke methode
van catalogi seeren algemeen te maken (decimaal-
methode Tsn den Aineiikaan Melvü Dtvey).
Intamatlonaal prlvMttreaht omvat de
regelen en beginselen, Tolgens welke, b^ bet vei-
keei tmseheD de burgers van veixdiillende lan-
den, bg bet veniebten Tan lechtAandelingen in
een neemd ]and en voorts in aHe andere geral-
len, waai twgfel bestaat omtrent de Tiaag, wel-
D,o,l,zedb,GoOgle
748
INTERNATIONAAL PBIVAATRBClBr-JNTBKNA'nONAI^.
ke wet toepasBel^k is, ie ftuwgiiog dei toepu-
«eliH<e «et behoort te gescfaiedeQ. Ile iadeetiag
TiD dit reoht ia d«z«Ildc sla tsd het gewone bur-
gerlijke reeht, n.1. in materieel en (ormetj (pro
ees)ieeht, terwül bei materieele recht wederom in
burgerlek recbt en bandelsrecht kan -worden ge-
spütat.
Het interna tioDBsl priTutt reefat als trifetandi-
ge wetengdiap is nieuw. Het beelt zijn ontetun
te danken aan de reobtsgeleerden in de lepttbliek
der Vereenigde Nederlanden, wur de autonomie
der steden, zeker in grooter mate dan ddeia, de
worpen poortere tiad beweieu. „Les jurisoonsul-
tes des Pajs-BaB ont frayé la route", zegt Foelir
in lijn „Tiaiié de droit internaticnal privé". Na
1840 beginnen Faelix en Von WüekUr opnieuw
dit terrein 'te betreden, waarop de Nederland-
aebe rechtsgeleerden niet waren TOoitgeMfaceden.
ËD sedert dien werden zq gevolgd aooi We»l-
hke (1S58), Mawi (1874). Shrg (1872), laurren-
ee (1873), PkOlimore (1874), PatqwHe Fiore
(1874) Rolin-iaememyM (IS«9) en op het eind
der 19de eeuw dooi Rtmnill en VMnampi. In
1869 werd door drie rechtsgeleerden het aan het
intemationaU priTaatreebt g^wöde tijdBehrift
„Revue de droit international et de l^islation
comparée" tqigertciLt, dat aa enkele jaren lich
ook ep bet terrein ran Ihet internationale publie-
ke reeht zou gaan twwegen. Die mannen «aren
Rcii» Jaequemyns, Wetthke en onze landgenoot
Ur. r. M. C. Aiier. Tan dat oogeoblik af had
ODS land wederom een waardigen vertegenwoor-
diger in de wetenschap, waarvoor het <M grond-
■lagen bad gelegd. Aiier werkte in 1873 mede
aan de stichtiDg van faet „Institvt de drmt in-
ternational", een vereenigjog, welke alte geleeir-
den op dit g«bied samenbraoht. In 1910 had bet
reeds 24 zittingen gebonden in verschillende ete-
den tan Europa en 02 jasiboeken het lieht doen
lien. De verdiensten van faet Inslituoi in het be-
lang -van den vrede werden in 1905 erkend door
de toekenning van den Nobelpiije, Inmiddels had
Aster in 18»} «en handboek uitgegeven onder
den titel van „Sdiets van bet inteiuationaaJ pri-
yaatreeht", waardoor de etoF van dat re(4it meer
dan Tioeger onder het berei-k kwam van >de etn-
denten der Nederlandscfae anivereKeilen en van
den practisehen jurist. Atter was bet, die het
initiatief nam tot de .vier Baagsche conferenties,
waarheen een aantal itaten hnn afgevaardigden
mnden teneinde een legeling van üikele omdet-
weipen van dien aard voor te bereideD. Aan die
conferentiee is faet gelukt een aanrienlgk ded
van bet internationaal privaatrecht te códiCieee-
ren en in den voira van een aantal tractaten un
de vaststelling door de medoweiiende staten te
onderwemen. De eerste conferentie had piaatt
12—27 September 1898, de tweede 25 Juni—
18 Juli 1884. In deie werden 5 regelingen om-
trent havreljjk, voogdjj, erfredit, bnrgerfgik tito-
eesreeht en faHlitwment ontworpen. Op aeze
Srondalagen werd nog in 1894 een ontwerp-ver-
rag door de Nederlandsdte regeeiing aan de
overige deelnemende staten aang(4)oden. hetwelk
leidde tot de eerste Conventie van 14 November
1896, die met eene kleine aanvulling op 22 Uei
1897 door allen gcrfttitieeetd weid, d«cli niet
TMr 15 Uei 1899 in werking tiad. Zq faad zicfa
b^a*ld tot bei burgerlijk proeesreebt, bL. weder-
keerige naededeeling van gerechtelijke en foailen-
Serenitelüke' aeien, de rogatoiie conuniBBies. dr
oor vreemdelingen in faet prooes te stellen eas-
tie, den kcstelooien leebtsbijstand en den Igti-
dwang. De wederkeeiige leebtebüatand vord:
sooveel mogelijk bevorderd.
De derde diplomatieke eanferenUe, welke tha«
door bijsondere staatscomiiHSBien wbs Too(4>ere>d
vergaderde te 's-Qraveohage tan 28 Hei tot \i
Juni 1900. Deze ontwierp roeien tea opaiehu
van de veieischten en de geioigen van het fanw^
lijk, de eehlscfaeiding en de seoeidiag van t«M
en bed, over de vuogdij van mindeijarieen ta
van faet wettelijk en testamentair erfreèiit. Z*
leidde tot de Conventiln van 12 Jdih 1902 |ii
ons laad goedffdcetud by de wet van dMi 24Eki
Juli 1908. S&l. 231— 238).
Een vierde conferentie werd gebonden van 1$
Mei tot 7 Jnni 1904. Deie faenag de conveniW
over bet pioeesiecht en ontwierp regelingen bt-
treffende eontlieten aangaande erfrecht en lei-
tament, verder in zake de gevolgen van iiel ba-
welyk en over de onrateele en (»ntieat bet faü-
lieaement. Van elke eonlerentie ziJn door de Ne-
derlandsobe regeering „Aetes et docDmenAs" mt-
gegeiven.
Zie: D. Joiephva Jüta, De invloed vai
Znld- en Noord-Nederland scne ïecfategeleeiden op
de ontwikkeling van het Internationaal Privaal-
leeht (Amsterdam 1913) en dettUde, laternati»-
naal Privaatrecht (Haarlem 1915 v.v.); zie verder.
„Oavrages prineipaui de droit internationW pri-
vé. Catalogue systématique" ('n flrnii nliiii
1916).
Zatamatlonaal rsoht is de door BbnUm*
ingevoerde benaming voor voHuniecht, dïe in
Engeland (inltrnational law) overwegHMi. u Ita-
lië (dtTitlo intematioaidei en ^anje alleen heci-
schend geworden is. Zie verder Votk«mr«eU.
iDtematloiutal r*oht, Instituttt mmt,
(Inililut de droit intemaliotial) ie een op aai-
^ring van Ueber, Mfwnier, BUauekli en Ito-
Im-Jaequemyna in 1872 geétidite vereeniginf
voor de beoefening en ontwikkeling ima iwt in-
ternationaal leebt. De leden worden veideel^ ia
gewone (m»mbret etfMfHi), bnitengewoae fnav-
et^) en eereleden (membret himondrea). Bel
aantal leden der beide eerste categoiiefin na;
voor ieder 60 bedragen, doch nooit meer daa ','t
van faet aantal nit één staat; het aantal eerefe-
den tt onbeperkt. De büeenkomiten xgn oiwei»'
geld en hadden o. a. in 1875, 1698, 4904 enlSM
Ie 's-Giavenbage plaats.
Intsmatioiiale, eignil|ik
arbetderwereenigiitg (IntmütiOMt
in«y« (lasotftattonj, wae «en eoamoftolitiaclke
beidersvereenigjng, die haai ontataan dankt «aa
de Londenache wereld tenttMMtdlisg «sd ISfil
waarop Ëngelsche en FiaBsclie arimderB liek
verbroederden, üit deie eerate toenaderiag ont-
wikkelde ziefa een vaste bond, die dea SSalea
Septemiber 1864 in de 9t. Uartindiall te Londen
opgericht werd. Beedg sadert 1896 beatond «
een „Bond van Comtnanisten", die ila iateina'
tion^ nTbeideiaTereeoiging in faet gefaeim w<nk-
DigilizedbyGoOglC
INTERNATKHUIf— INTERPAiaJIKBNTAIRE UMK
749
Ham wts ta Man bad aügenoodigd lid te wor-
den, onder nKdedeeliiig, dat het nntTiIe bMtani
een eongieE te Londen «ikle samenroepen. Op
dit Gongrei (in Noremiier 1847) werd *ta Man
en Engels opredri^n bet ptrtöprogramma op
te Btellen. Aldae ontstond set „CoaunuHitwcn
maDifeat", dat k Jannari 1848 0T«r gebeel En-
i(^a Teitreid weid. Deze tiond w«b de eente,
die een internatiooMd kanktei aan de artMjders-
beweging gaf. Spoedig na de opTiciittng der In-
ternationale kreeg Mors zMttng in het centra^-
eomtté te Londen. Set doed der vereeniging wai
voond, te trachten de Tolledige entaseipatie der
artwiden in alle besehaalde landen te Terkrijgen,
Versdtillende eongreBien wenden gebonden te Oe-
nète, Lansanne. Brnud en Baaé], Dit Baieler
«ongree betoc^de o.a. de noodxakdü''^^' ^'■^
het priTaat-frrondbnit afmefaaft en in algemeen
bezit omgeiet moest woraen.
Op het «ongres in Den Haag na 1^2 ont-
atond een leheiding in de vereenigjng tassehen
centraJiBten en leaeraligten. De reeds 4sng b«'
■taande verbittering oier den ahnaehtjgen Lu'
iloed Tan Jfori: oilite zicb hier «p hevige wijw.
De eeDtraligtiidte meerderheid, uit aanhaneen
van Man bestaande, verplaalste het ceotraaïbn'
re*D Tan Londen naar New-York, terwpl de
nMnderheid een nieuwe Internatiotiale oniiohtte.
fn 1S78 bielden de beide, elkander Tjjanoige par-
HiemiM wat bet doödronnB der international*
arbeidersTeFeeniging geteekend. In 1677 had
het laatste oonffreB der onde Internationale plaats.
De maobtsmiddelen en de kradit der rereeniging
s^n troawens war diiwgU eig ovenebat gewor-
flen; vooral had ig b^na onafgebroken met geld-
gebrek te kaï^pen. Zie Terder de artiblen Man
en BtAomiine.
LilerahtHT: J. Sae, Contemporary soeialim;
De Lavd«ye, Le )ocialieme eontanporain (Brae-
eei— 'e-Or»Tenbage 1881): H. P. Ó. Quaek, De
Soeielislen (4de deel. 1895, bU. 206 i. t. en 878
T. T.]; W. Eiekhaff, Die internationale Aitieiter-
aawiiatioo (Leipiig )86B); E. Vilieiard, Hirtoi-
ie de llsternationale {Pargi 1872) en B. MaUm,
Llntemationale, soa hietoire et sei prineineB
(Paigs 1895).
lotanuitloiMle ««rdmMliv o( rr&a'-
inetlnv. Zie ^orde, Oniadntetin^.
Istonuttloiuls bnr«a.iiK XQn eentraje bn-
reani, die door intematiooale vereenigingen op-
gericht igii o"^ ^ gemeen si^appelgke aangele-
geebedA» te regelen, apeeiaal tot bet verasmeien
en uitgeven van mededeelineen. De meeBte vindt
men te Bern. bi^v. die Tan de iDternationale tele-
graatvereeniging, die van de wereldpoBtiTereeni-
ging. die van de Tereenj^ng tot beBenenning der
eigerKknasreiAben en letterknDdige en kunstwer-
ken; verder te Parös het iotematioBale bnrean
voor muoten en gewichten «n bet centraaMiarean
der internat ion ale vereeniging voot geodesie te
Bmsiel.
Intenuitlonale Oredlst- «n Handsl*-
w«T»flid«iiiv Xotterdjun. Zie Crediet- e»
HandeUuereeniging Rolterdam, IntenwtMnafe.
Intamatloniaa Kaïid voor hot on-
danD*k dar ma, Permanenlt, w«rd in 1902
ingesteld, voorlopig voor den tgd van S jaren,
door 8 Blaten: Denemarken, Doitsohland, Fin-
land, Oroot-Brittanniê en Ierland, NedeilaDd,
Noorwegen, Rtuland en Zwslea, waarl^ ïich het
volgend ja«r noK 3elgiS voegde. Het doel van
Jeien raad is bet wetenscbapp^ük ondenoek
lan de leeln van bet N. W. deel van Europa,
loowel in hydrografiich als in biologtscb opricht,
benevens een bestudeering van het hedrijt eo
de (^rengaten der viaacherüen, teneinde de voor-
waarden eener rationeele bevisMhlDg deter tetia
te loeren kennen.
De Baad werd aHnengetteld nit gedelegeerden
der medeweriiende staten, 2 van elk, met dr.
W. Betvrig, „wirkliebei geheimer Ober-Regie-
mngoat" te Hoonover, alt voonrttei en prof.
O. Petlerton (e Stoekholm als ïice-voor«tter. AI-
gemeen eeeretarie van den Raad, die te Kopen-
hagen i« geveartigd, wat dr, P. P. C. Hoek, weten-
sehappelgke advisenr der Nederland sefae regee-
ring voor Tit»ehervuk«n. die met den voonitter
ett den viee-voonitter bet bnrean van den Baad
vormde.
De Raad beelt een centraal laboratorium te
Cbristiania, staande onder de directie vao prof.
FridIjtJ Saiutn, en stennt in de nitvoering van
zijn programma op de medewerking van lalrüke
nationale, bioIoeiKhe, oeeanografisMie en meteo-
rolorische InBlellingen. io ons land b^v. og dis
van oet, tol dat doel in bel leven geroepen rijkt.
instituut voor het ondenoek der tee te Huder
(dlreeteordr. H. C. Redeke) tu van het Koninklijk
Nederlandteh neteorolo^iaeh inttitnot.
De eerste en vierde titting van den raad wer-
den te Kopenhagen gebonden, de dude te Him-
bnrg en de vijlde te Amsteidam, nadat reedt
voorbereidende eonlereaties in 1899 te BXotk-
hoim, in 1900 le Cbristiania waren voorafge-
gaan.
Hoe groot de belangen tijn, welker bevorde-
ring als de meer nractitehe ijfde der taak van
den Raad ian woraeii betofaouwd. kan bijden nit
dn volgende getallen, aangevende de opotengtt
der Mcvisscherljen in 7 der medewetkende sta-
ten gednrande Cén jaar (leOS): Belgia 2,3 miU.
gid., 'Deneotarken 6,5 mill. gld^ Duitiriiland 10.9
mill, gM.. Qroot-Britlannii en Ierland 120 mill.
gId., NederlaDd 13 mUt. gld,, Noorwegen 21 mill.
gld.. Zweden 3,3 mill. gld.
Intenwttonalo atgiuud- en rMderil-
wlajTKMi. Zie Vlaggtn.
Intomatloiial MaioMitU* Harino-
OompanT. Zie lUd Star Line.
XntortmiitliM ia de naam van een gevol-
machtigde van den tweeden rang. door den paus
naar de stalen geiondeo, welke te weinig betee-
kenen voor een nunUaa. Ook de Go aten rijk scbe
gezant hij de Porte droeg voorheen dien tilel,
omdat vroe^f wegens den aanboadenden oorlog
tossehen die beide mtwendheden geen vrede,
maar slechts een wapent! jl stand bettend. Tegen-
woordig is die naam eehter niet meer in gebruik.
Intorparlanwatelra Vnle ia een vereent-
f ing, opgeridit naar aanleiding van een bgeeo-
omst van een dertigtri Franache dépntés met
tien Brilsehe pariementsleden, den ftlaten Oeto-
ber 1888 te Parjjs, teneinde de mogelökfaeid van
een Franseh-Engelseb aAitrageverdrag te bespre-
D,9,1,zedbyGcX>glc"
TtTFEKPABUESaESTAISE tmiB— INTBRTliL.
k«n. iMen stdde dcb toot, dat ook paikmeiitEle-
den nn Andere s&tiBn tot dit yeidu^ wxiden
toetredsD. De vereeoigiDK bestaat thua uit leden
van de Teraehilleade parlementen, dje lieb ieder
in tinn eigen land tot geoTganisetrde groept
hebben Teceenigid, en fieeft ten doel de beBliHinp
T&n g^Bchillen tusechen mogendheden door uh'
trage te tieTorderen. In alle Undea >mb EsnqM
— Rnelniid, Tarkge «n Bfnjt intgeniidenl —
en in de Vereamsde Statói bestun cnlke croe-
pen, terwijl ook leden Tan den Orooten B^i-
laad lan Cbioa ign loe^tT«den. De eerete intec-
Srlementure eonferentn meti in I8S8, tödeoB
groole Par^Eche werel d ten toon«telling, gebon-
den. Het eentraaibarean leteH te Bein. Bet lot
deier Tereeniging na ijen Wereldcarlog il leer
twgfelaohtig.
Xnterpsllatle. In coDabitiitioBeele staten
deelt de Tolkavertëgen woord iging niet alleen de
weigerende maeht met de reseenng, maar oefent
ly wik een leeht van eontrak oret de daden van
de T^eedng nit. Ook tn| ooi inn de minirters
rerplicbt aan de beide Kamers der Staten-Oene-
raai, lietig mondeling, betij} icfaritt«mk, »1 de
inlidtÜiweD te geven, die geraagd wotden. Die
rerpliefating boDdt ileehta dUr op, waar het be-
hng des lande lieh tegen de openbaring van het
Reriaa^de Tenet. De ministère konsen aieh aan
dien plicht niet «nttiekken; tg kunnen nitgenoo-
digd worden, de Bttingen der Kamers ba te wo-
Den, om de gevraagde mededeelingen te doen. De
regeering bednit ielf, ol de openbaring van het-
geen de £aiDer weDsebt 't hiMs fadangen ion be-
nadeelen; maar ook in dit getal knanen de Ea-
meri lieti bereid verklaren, om de inlichtingen hi
eomiU^nerael te ontvangen en het daar ge-
sprokene als gdieim te bewaren. Het retbt Tan
inüAtin^en te vragen gesdiiedt M door een in-
terpellatie. Af ten gev^e van een beslait der
Kamer, bgv. wanneer het een at ander venoek-
schrift aanleiding beeft gegeven, om den miaii-
ter tut te noodigen tot het geTen Tan inliditin-
gen. iEen ioterpeUatie is een mondding verioek
om inlichtingen omtrent leker pont Ie geveo. De
beide Kamers bebben bü ons ^t reeht. Ieder
lid op lieb aelf kan bet nitoefenen, maar beelt
bet verlof der Kamer ei Toor noodig. De anter-
pellant atelt gewoonlQk de vragen, wier beant-
woording bij wenseht; deie worden den betrok-
ken minister medegedeeld, di« teven* venoeht
wordt, om <^ den dag, voor de interpellatie be-
CaaM, in de Kamer t« Teraehjjn», ten einde over
et onderwen) tnliditingeD te geven. Het detel
idf, dat deh daarbij ODl^nt, ^t ook wel dein-
temtktïe. Het slot «ener interpellatie ie eom-
tjjds, dat de JnterpeUaat namens de Kamer de re-
geeting dank legt Toor de gegeven inlichtingen,
maar ook kan ÏMer lid, na«r aanleiding van bet
«lioorde, een motie vooreteJlen, ten eande van
de Kamer een votum nil te lokken tot goed- of
atkenriitf van het'gedi^ der lef^ring in d«
behandering der nok, of "waaibij ig althans baar
oordeel zegt, of een wenteh nitspreekt
XntsrpoUttlfl of tuuehÊnvoeging aaemt men
op bel gebied der letterkunde bet inlaesehen
van woorden, volzinnen ol hooldstultlMn in bet
eett of ander gesdirift. Op dat der wiekande ver-
staat men er onder het plaatsen van iiienwe ter-
men tasseben die van een aan een bepaalde wet
gebonden reeks, loodat die nienwe tDasefaeDge-
Toegde termen met de ooiepronkdüke ttnnaa we-
tnterrolatie.
TbI»iÏibiiiiI1> nomt men bet gebnik tu
bepaalde leestee^ens, waardoor men Toliionen.ea
ook wel den aard der ifobinnen aanvrgst. Z|
komt reeds v<Ar in bet oudste bekende *lfab^
titeh schrift n.1. op de Ueaainil, waar de woor-
den door pnnten. de cinedeelea door rertiealt
stre^jes ^sebeidui worden. De oodere Griek-
se opeehrilten faebben eomi ais interpvaetit
een loodieebte streep «f een pnnt, ook wel twee
en drie pnnten boTen eftander, öt achter ieder
zelfstandig woord (ond-0]^risehe). &f na woord-
groepen, tot iverdeeling van bet doorloooend
sebntt (teripUo eonliitua) ia kleiner gemauelg-
ker te oveniene afdeelingen (ond-Lobia^). C^
de Bomeinaehe opschriften komt de interpanelie
meer voor, d. w. t. ponten tot afsetaeiding vaa
woorden; aan bet slot der regelt oitbreken iq. h
onde of onieiaal-bandKiiriftea, die tot «oorlëiea.
b^v. voor bet altaar, tjeslemd wai«a, ia de ïa-
terpnnetie daardoor verrangen, dat na een sin ot
tasiohensin de rest van den regd opengcdaten is,
evendi bgv. na het ilot tan een vera in anie
Bgbelt. Bofendten badden de grammatiei «ea
' iteipnnetie uitgevonden, om bet verstaan
smuk*™ ^ ■ ' - -
te TergemtlikelSken, i
einde
[ of
n het begfn e
te ,
maar die teekena werden ook i
einden gebrnikt. In d« 7de eevw >a Christas
vindt men andere, maar todi gelgksoort^ge itd-
aels. Oeie bleven gednreiMie de Middeleeowea be-
1 werden «onder vaste regels gcdmkt. De
bele pnnt of eolon <:). punt (.), vraag- (T) r*
nitro^ingsteeken (I), parenthese ol haakjea ({ |
( ) ), gedaeht en streep ( — ) en aanhaliaóteekea
(„ "). Andere leeitMkeni c^n het Teitanaingtlee-
ken (=] en de ^Mstropbe O- Ontrekt bon W-
teekenii lie LteHetkau.
tqd tvnAen den dood ef
oen iroonsaistana Tan een monan^ en bet oogea-
blik, waarop ign wettige ^Toteer de tei^di
van bet bewind aanvaardt. Zu «en iatoreg-
nnm, bestond vooral dikwjla in nileB. oaadal
de koaiogen aldaar gtkvum weidea. Het t$^
Grk der Dnitsche eesauedeais van den doodvaa
tier JTommHl IF tot aan de verkieniiK Taa
ketoer RwMt l t12&4— 1278) wordt met dea
naam van „Oroot Ictenegnom" of ,3h Inler-
regnnm" bestempeld.
Intanrtato Ooiiimefe* is in de T«rc«nig-
de Staten van Noord-Amerika de naam voor bet
verkeer tnisehen de ajionderlglcp Bondaalata
in tegenit^ng tot deo Interail Commeree {ver-
keer in de Staten lelf) en tot den Poreïga
Commeree [verkeer met het bnitealand).
Zntarval '> ■>< de Mandt de tnesebenrafaale
of de afstand van den eenen toon tot dea aade-
ren. Ieder interval be^ iQd aign beaanüag. Zoe
is de interval van e tot d een ■ecoade, « tot ■
een groote terta, vaa e tot f een kwart «az., door
ebromatiiebe vergiooting of vokleint^ kiqgt
DigilizedbyGoOglC
nnnHVAL— nmoBiu.
mBD «Mt Tcruhillende tooiten tsd hetielfde
tervtl; e — e Unit altgd ««n terts, hum U all ■
danig groot, d««b worat Uein, iU de c tot «tt
Tcrhoo^ ol de e tol M verlugd wonlt; e — f ie
reine kwtrt, eit—t ol e—fu Teiminderde, *— /ti
of et» — / oTernwti^ kwart, eni.
In de artüUrUweteiuehap noemt meD inlerviü
den boiiiontalen «fataad nn af tiet pnot, «aar
giag Tan een itiftt ra de tiinnu- of bnitenlasd-
tehe aanf^legenbeden Tan een andenn staat. ^
kan lieh baaien tot pogingen on eu Tonoening
tot itand te brengen, maar ook OTOigaan tot be-
dreigingen, febeime of i^>eiibaie ondentQuning
der ataatknndige partijen door laadgeringen, in-
lichtingen, geld eni. en eindel^k tot gebrnik der
wapeni. De vraag, in faooTer mat interventie ge-
oonoofd kan noemen, ie leer nMeilqk te beant-
woorden, Toorat daar bet Tolkenreebl de idfatan-
digbeid der bestaande staten erkent, londer toot
alle verbindende Tooisehriften te gevon omtrent
de wfJK, waart^ elke staat die onafiiankcjgkheid
tegenover ^ndere kan bandbaTen. Samenwerking
met beetaahde magendbeden, om deM t« Terdedi-
gen tegen tich opwerpende trooDpnte&denten,
looats de onderatenning door FrankrQk, Eng»-
land en Portogml aan ItabeUa van ^anje tegen
don Oorloe of met «en tODTerein in etryd tegen
een Taaal, iooiIb de bdp door Roaland, Oosten-
rqk en BogeUnd in 1840 aan Tnrkjje tegen den
onderkcning Tan Egypte verMdiaft, alemede de
Sardinië aan Turkije, tegraKniland, ot in 1858
door Frankrijk aan Italië <tegen Ooatenrnk, wordt
Toelal voor geoorloofd gebonden, hoewel die ge-
beurleniiten eigenljfk benitw op «en bondge-
noot Kbappel^en grandelag. En andere aoort in-
terventie IS «de tnSBObenkomit, die wel eens ge-
ichiedt ten behoeT« Tan redrt «n biHnkheld, loo-
ali die der groote mogendbeden in 1380. bjj den
moord der Christenen te Damasens. Weer Tsn
anderen aatd i» de ondentecning Tan staalknn-
dige partgen. Qedarende den Amerikaanseben
bnrger<mrlog was bel Engeleebe Kabinet blijk-
baar In^entMoott met de Zuidelijken, betseen een
noodlottige apanninff Teroorvaakte met de unie.
Gewapende tosscttenkomit is dikw^U slecèts een
voorwendsel tot aitbreiding der nmdit. Zoo wat
bet reeds bjj de Bomeinen, en met dergel^e be-
doelingen mengden >i«ti Zweden en Fnuüimk in
de 17de eenw in de godsdienstoorlogen in Dnitaeb-
land, Rnsland in de Podsehe woriingen. Som-
tijds gaat men over tot een gemeensAappdi^
interventie, om een nienwe oiiae van laken om-
ver te werpen, nwale FrankrP in 1820 in Span-
je, of omgekeerd om deoe t« helpen invoeren, loo-
als de Enropeeache mogendheden, na bet verdrag
van Algeeirai (>1906), in Karokko. Intosiehen
InUt het oorded der gesehiedenis aftenreod ovei
elke interrentie, die Mlemmerend ingr^t in bat
staatkundig leven dei Tolkeron. Nochtans meende
de Buiige Alliantie hiertoe bet rsebt te bebben
en wei tot bandhaTtiuF Tan bet abiointisme (lie
AUiatUit).
Toen in 1880 de Fianadie JnlireTolntie ook
elders dergelöke bewegingen veroonaakte, toi-
kondigde men in Fruikrak het beginsel Ar won-
tafSTvmite, nolgeni weue iedere leUstaiMlige
natie de beToeg<mei4 bad, haar eigen aangel^en-
heden te regelen, terwi;^ geen Treemde mogend-
heid bet reent beiat, om haar in de oefening de-
ur Trijheid te belemmeren. Aan dit beginsel,
door Engeland uit eigen beweging en door d«
overise groote mogenahedeo vao Ënropa onder
den drui der omstandigheden aangenomen, is
Belgii lijn onsJbankc^f vdkabestaan versebnt-
digd. Er had ecbter een diptomatiAe interven-
tie pbuita op de conlerentiin te Londen en een
gewapende interventie na bet erkennen van Bel-
gifi, om Nederland tot de OTcrgave der oitadd
van Antwetoen te noodzaken. Intnssf^en Teroor-
lootde Frsnirijk de tnsBcfaenkomst van Oosten-
r^ in den Kerkel^ken staaf, in Ifodena en Far-
ms ten behoeve van het abaolntisme. Om een te-
genwiubt te beiorgen aan den invloed vao Ooi-
tenri^, nam Frankrijk deel aan de interventia in
den Kerkelijken staat door het beietten van An-
eona. Ook de tweede Fransdie iRefmbliek inter-
venieerde in 1849 ten behoeve van de wereldlij-
ke ma^t Tan den «as. De gewapende hukt. door
Bailand in 1350 tgdens den opstand in Honga-
r^ aan Ooitenri^ veiieeod. braefat bet bMinsel
van non-interventie op nienw tei sprake. Hoewel
Engeland lieh leer ten gunste van dat beginsel
Teitlaard«, ontngen E^kigk, ËngeUnd en
Spanje zich niet, tot een gawapeode interventie
in Heiieo over te gaan, welke door Frankrijk
werd doorgeiet op een wgse, die baar gelijkTor-
mig maakte aan een veroveringsoorlog. Het Tist-
honden aan bet beginsel Tan non-inteïTenlie door
Engeland en Oostenrijk bad At Tniksofae gruwe-
len in Bulgarqe (<1876) ten gevolge. Door sün
tussebenkomst in Egypte beeft ecbter ook Enge-
land bet beginsel van son-intevTenlie laten Ta-
ren. 01 EagdaDds ïigigpen in den Wereldoor-
log van 1914 een intervaitie ' '
e geseiwnden Selgisdi
• ' gevdg 1
ten behoeve
neutraliteit, of dat
i|fn optreden een gevolg wu van bondgenoot-
schappelijke vtrbintenieaen, moet nog uitge-
msMt worden.
Intlilama, frmltrA mk, een letterkundige,
in het miidden der 16de eeuw te Eoudnm geoo-
ren, was aanvank^k voor den lanAonw be-
stemd, maar begaf sieh latn naar Leuven, waar
hü den graad Tsn doetot tn de leebtsgeleerdbeid
Terwierf. Hg Teitigde Mcb daarna als advocaat
Ie Worknm en weid er faiuaieeiteT, daarna ala
advocaat te Leettwarden. Hg werd ivtnssehen
door Alva Terbanncn met verbeurd Terklaring ^-
ner goederen en nam de wgk naar Holland, wftai
hg graat Luaisy ter ^e stond. In 1572 werd
hg benoemd tot fiteaal van den ProTincialeB
Raad, door Fm Sekouttemburg te Franeker op-
gerieht, en vertrok vervolgKas naar Leer u
Ooat-Fiiesland, wasa hg tot aan 1692 raad vras
van JtAoH graat vam Emdtn. H^ woonde in 1906
weder te Leenwatden, waar b% njn veibeurdver-
klaarde goederen terugTordefde. Zijn sterfjaar is
onbdiend. Van de door bem ni^êgeven Latgn-
sche gedichten vermelden wg: „Qneiela Hotlan-
diae ad illustrem et tortissimnm beroem Oniliel-
mnm, eomitem de Marca, baronem de Lnmey
etc" (1576), „Carmen de nativitate, lepottura et
retuireetione Cbriiti" en ,J}e arcis Linganae d»-
DigilizedbyGoOglC
702
INTHIEJU— INUNDATIE.
ditionit cauM «Ic" (1610). Ook beatMn vid taem
tD bindschrift: „De malomm Tcgum gnberoktio-
ne libri tres".
InikUma, Hero wm, een echiiJTer en diofater
en Mon tau den Tooarg'Unde, omtlreeke het jtti
1576 in 0(wl-Fri«dand geboren, stade«rde te
Fiineker in de rechten en begaf liefa na ijjn
promotie n&ar i^ geboorteluid, det hg weldra
Terliet, om ala lid T«n den irjjgsnad te dienen
by de troepen van den gnwl va» Naum, titA-
hondcT Tftn Frieriand. In 1618 weid hy bLbko-
thecarjs en secretarie der }KKig«Hliixil te Fr<a«-
ker, welke betrekkingen hg waarnam tot aan
16ill. Hg leetde oog in 1623 «n lehreet: „ReapOD-
<DBi juridinun eecundom pto maturaodB Fhnaio-
Tvm supremu cnriae senten tiae eieentoine adrer-
wu triTolas CanuleriDorani exctfitioDes'' (I6J8),
„Respaniom breTC lertinm et poitrMnnm in eie-
entjonai caasa LJaeamana" (ISlS), met een „Car-
men" en „Epigrammata", „Cirta gentüitiaa Ia-
miliarnm domoi earomooe appendentes praeinga.
tÏTat mMcnlts etc" (1619), ,J)isaertatia jari-
diea snper lite inter eomilem Ftiaiae Orientalit
Ënnooem et Friderionm liibenM) baron em in
Sofawartoenborgb" (1619), ..Censnra, jndieinm
tiTe opinio snper eomitem Frisiae Ënnonem etc"
i 1621) en „Engia, in qna regni Hinauiei peiio-
ni praedicitnr'' {iX^TA).
Itttenatla ia in de ntnoiek Tooieent bet in-
Mtlen Tan Tersehillende misdeelen door den be-
(UeneDdeD geestelijke; bvr. bet „Gloria in exeelsii
Mrtgewt met „Patrem onuii potenltm". E«n
iwTere intotutit is toot het koor in die gcTalIen
natanrliik van het hoogste gewicht. QuAl verstaal
men onder intonatie iiet luiter inzetten tan een
Toeate of inatrnmentale phrase in Éiet algemeen.
Ten alotte noemt men intonatie de laatste afwer-
king van een Toltooid instriHoenl ten opaichte
tan klank en «teminin|f; bQ bet orgel de goede
afwerking der pnpen. hg d« piano het mi^er stel-
len der bameri, net beproeren der bevilting, enz.
ZntOxloatU. Zie Vtraitt.
Zntra, een stad in de Jtsliaansehe nrOTineie
Norara, aan den oever van bet I^o Maggiore
tnsechen de monden vso den San Oiovanni en
San Bernsnilo gelegen, telt oDMTcer 7000 inwo-
ners. Zg heeft een mooie koepelkepk met klokken,
toren, gedenktekenen van Vielor Emanitet, Qa-
ribaidi, Simonelta eo RtiMlini, Csn haven, eeni-
Ïe vakscholen, katoen-, hoeden- en maehinefabrie-
eo, leeTiooieTÜen en hoothandel. In de omgeving
liggen mooie viHa's.
Intrula, enlrade ot entree is de DMm voor
een kort mneieketuk, gewoonl^k voor trompetten
en pauken, oorspronkelglc em eenvoudig trom-
petsignaal, »aannee men de komst van vonten
en andere aanzieniüke peiBoonlijkheden op een
tonrnoai, een holbal en dergelijke teeetelijkbeden
begroette. Aangezien de trompetten uit vroeger
tj;^ slechts een beperkt aantal (i. g. natanr-) to-
nen ter beschikking hadden. Igken de intrtida's
veel op elkander. Uit een dergel^e intrada is
ook de onde WilheJmtiB-nKlodie ootatBan.
Xntruutcvntra (Pransch = oaverioenlg-
ken) is de naam voor de aiterete staatkandige
partgen, looals voor de revolotionuure eoouuD-
nisten in 1878 in Spanje, voor de naar bet
communisme neigende radicalen in FtaiÉrljk
Zntrlvs, afkomstig van het Lalgnu^ woord
tHtriecre ('verwikkelend noemt men eoi kunstige,
listige veAiading of verwikkeling van daden en
personen tot een bejoald doel. In bet drama ver-
staat meo daardoor de min of meer toevallige
of opiettelgk bggebraebte omstandigheden, waar-
door de hoofdpersonen belemmerd, op het dwaal-.
spoor geleid en in verlegenherd gebral worden.
In ^ drama, insonderbéid in Mt blg^, he^
men lulk «en intrige, en als deie laatste of
den voorgrond staat, loodat de karakters aan
haar ontknaopisg diengtlbaar gemaakt ign, dan
geeft men aan inlke drama'a den naam van in-
trigettuldem. OewoonJük «ndwsebeiden deie
liOD van de karakterstiüken door de komjsebe
kracht, wette daarin aitgwt van de laefawdtken-
de omBtaDdighedeo, waarin de personen akh be-
vinden. Toch is karakteitedtening bjerbg geens-
tins nilg«sloten. Tot de beate van die soort be-
hooren de Spaaasehe mantel- en degenstukken
feomedtoi di eofa y êapada) eo „Le mariage de
Figaro" van BrawnarcAai*.
ïntnTti* noemt men, in tegenstriiing tot de
nfleetU, de gave, om de meest ingewikkelde be-
gfippen met ün slag goed le begrgpen, het bo-
veniinlgke met bet geeatelgk oog onmiddeUgk X
lien.
lonlA L. A 1 a n t is een plantengeslaebt nit de
tweeiaadlotpbige familie der Cmpoeteffli. flel
ign ovetblövende planten loet verspreide, niet in-
gesneden bladeren net gde straal- en scbgfUoe-
men. In ons land komen voor I. vttlfarU (Do»-
dtrkmid), waarvan de straalbloemen biina buis-
voimig ign, met dnnvidtigen stengel; I. bri-
tmaiea met vrg^ groote bloembootdjea ert hoog-
geel gekleefd. Een gekweekte plant is l. Hele-
Hinm met ko(Jvormlgen wort^stok en de hoold-
jes In echermvormtge pluimen.
Innllm. CmHJDo+HjO, is een veiiiindiig.
die tot de koolhydraten bflbooit. Het wordt voor-
laten bevriezen, waardoor bet inulien atgesuMi-
den wordt. Het is een bygroscoptsche stf^, in
warm water gemakkelgk, io k«nd water moeilgk
Mtlotbaar. Het draait het {xdarisatievlak ünkt.
Itoor koking met verdunde men (inveraie) gaat
het over in Iruetose, vruchteninikeT.
Znnnd&tla noemt men op het gebied der
krügekunst een middel tot veidedtging d4Mr hel
onder water Mtten van lage landen en de daar-
uit voortvloeiende dekking door onb^aanbaar-
heid. Zg is iiuanderheid in ons land van groot
belang, omdat het voor een groot deel beneden
het waterpeil dei rivieren gelegen is, soodat men
door middel van innndatieslniKn groote stre-
ken voor den vgand ontoegankdgk kan maken.
De geïmproviseerde inundatie aan de Yserboor-
den heelt in 19U een grooten invloed op den
sirgd gehad. Hier te lande ign de ionndatiee of
ooderwateriettingen voor onw linien eo etellin-
gen tot in details voorbereid, loodat een tijdig
tot stand tomen vrgtwel als vermketd mag wor-
den beschouwd. Zie verder Sederlimdf Venttdi-
gingiêUlMl.
DigilizedbyGoOglC
mVAGINATIE— INVENTAJRIS.
Invarlnatle cl Dannmtlulping. Zie Ziek-
ten van den Darm onder het art. Darm.
'iDvaUde noemt mtn een «oldsat, die wegene
wooden en doorgerisDe venooeienisBeo of ook
wegens ouderdom niet langer geschikt is ïoor
des wnlcelüken dienst. Men onderseb^t hall en
Ïeestelö^e ridderorden. LodeteökXtV stichtte Id
670—1674 het EUel des Invdidea te Puqs (fig.
1), wMiiiD thans, eTenals in bet InraJideiuiais te
AvigDon, de geheel-inTsliden opgenomen worden
en waarin lieh t>et graf van Napoleon 1 {Cie. 2).
bevindt. In En^land werd onder Karet 11 te
Chelsea een ^eboaw voor invaliden van het leger
te Uude geBtieht en door Willem III een msrine-
hospitaal te Greenwieh. Frederik 11 deed er een
verr^ien te Berlijn, in Ooslenrnk hoawde m«n er
te Peat (1727), Praag (1751) en Weenen (1783).
In ons land worden de inva^den van het Ooit-
Indisehe leger op het landgoed Bronbeek t)Q Arn-
hem verpleegd, die van het leger hier te land«
in bel militair Invalidenhnis ta Lei,den.
IllTaUlIenhnls. Zie Bronbeek en Imrolide.
Invaliditeit. Zie Arbeidertvtrxtktring.
lDWt^UÜ^««lk. Zie Brekimg van liet lidil en
Sekot.
XnT*rl«tlfe«ntbeorl« h een d«ei van de
widiQDde (hoogere iJgebra), dat tich beiighondt
m»t d« ógenienq^n van algebraïsche vonaen,
die bg lineure trantfoimatie van de veraoderlg-
ken onvemvlerd blgven. Een algebraïsche vorm
beslaat nit eenopbwaalde wgie gerormde reeks
van Teranderlöken. Zoo ia de vorm F (x ir=o»
X* + a, «• — ' y + o, an — ' y» ■+ a, x* — ' y' + ent
■4-a»— i«sf« — ' + fl.sf' een Unair« toito wan
Fig. 1. HAtel d«e Invalides.
staat lün eenigen g»uUelgken gamiioeoedjenst
te verriehteo. Reeds t« Athene en i« RiHDe urg-
de neB voor krügslieden, die h-m geaoDdheid aao
Fig. 2. Graf van Napoleon L
het vaderiand hadden ten offer gebracht. In de
Middeleeuwen vonden mlke itrgders een toe^
vlaehttoord ia burchten, kloosters en ledert de
Kniiatoditen werden ig vooral verpleegd door de
cÏBnten van den vorm. Een vorra met drie ver-
anderleken noemt men een tertiairen ens. Een
lineaire transformatie in de binaire veranderlij-
ken X en y komt daarop sieer, dat men z en y
door sz' + ^1 ea y*' + 'f' vervangt, waArin
s*, y* de nteirwe veranderlijfcen en >, |9. r an J
de co4irici8nten van de transformatie ign, wa&r-
van de deteiminante «1 — $y niet verdwnnen
mag omgekeerd ode t^. y^ door x, y nit te dmk-
keD. Bq deae tranalormatie krögt de vonn F de
volgende gedunte: F = <i,'a:'» + o[ *'--'y' +
i»j«''-'yï + -... + o^ji'", waaria a<i, al op
eenvoudige wjjze van m— <■■ en «, ^, y an f
afhangen. Men noemt een vorm samengeeleld lüt
O), Oi. — . 01 een imariMile van F, waaneer deze
roet aeo vorm uit o'^. o', «<■ bestaande,
slechts in graad van determinanten a l~fi y
venchill. De covaiianten versehillen wan de in-
vat ian (en alleen daarin, dat zg behalve w,
a,...a. ook no^ de veianderljfken z, y bevatten.
Van groot gewicht is de invariant en toeori e voor
de leer van de algebraïsche verhel ükingen. In toe-
passing gebradit is de<ie theorie ort eerst door
de Engcischen BooU (1841) en (7ayley (1845) en
den DuiUcber ArmhAd (1849).
tiD een boedel. Hg kan loowel het actief als het
foitief bevatten; aan bet slot wordt het pAteiet
vaak fran bet actie) — of omgekeerd — afgetrok-
ken, ten einde het vooi- of nadeelig saldo te con-
sCateeien. Het ofMnaken van een iaventarii is vaak
aanbevelenswaardig en noodstkelgk (mu den toe-
stand van een boedel op een bepaald tgdstip te
leeien kennen.
Hen kan de beschrnving <^maken met of zon-
der taxatie dei waarde van de goederen; faet
DigilizedbyGoOglC
INT'ENTARIS-^NyEEiBIE.
Bpieakt Yin wit <l*t d« wtardeering een nog
me«r oogenïljkkelgk vooideri oplevert, dan de
opaime »dl dei goedereo. De opgftTe der pKde-
rat in den inTenUiii ii meei «peeifidt, b«Tst
meer bgioDderhedeii dan de buans. De inren-
fariMtie i( öf vrijwillij óf TerjJiAt. Vrftwillig
kan iedereen hur beweikstelligen, loo vaak hg
dat gewenM^t of noodig oordeelt. Verplicht is
in, 100 vaak de wet faur gobiedt. Vooreerst mort
el\ koopman j&arlijki ~ ea wel votgeni ons recht
hinneD de eeitte zes ntasoden des jaari — een
ftaat van zjjii hoedel en een balans opinakea en die
stukken inidiTtjven in eeo daartoe bestecod re-
gister. De earatoi in een faiUiBsement ii v«t-
plieht 100 spoedig mogelyk na ijjn ib«noemin^
over te gaan tot net opmaken 'Van een beKchri]-
vin^ Tan den laHlieten boedel. De» boeddbe-
«ehnrring kan ondeihands worden opgemaakt en
de taxatie kan door den curatur iel' f^sehieden.
De inventaris wordt met een onmiddelTök daarna
opgemaaktcn itaat van tiaten en sebiAdeii dea
boedeU in aUefaritt nederceltsd ter griftie van
de Rechtbank en nnu ook van het Santonge-
reeht ter koiteloa« inzage van een i«der.
Voogden, eDratotg over onder cnrateele e^M-
den, iMwlndvoerders van san aoderen toeoehoo-
reode boedels ijjn eveneeos tot inventariiatic
van de aan tiiin >b«faeer teevertronwRle goederen
veiplieht. Be ttickkisg der faesehtnviDg is hier,
om <e conatateeren, wat aan hnn beheer ia toe-
vertmnwd, terwgl, in veiiMnd hiermede, uit hnn
boekbonding van latere veranderioKeD in de be-
itanddeelen det boedel* gemaUreljjk kan bl|)ken.
Soms moet de investanf een authentiek stak
^D en dot <loot een notari« worden opgemaakt,
maar meestal kan hij ook onderhands worden
opgemaakt. Haakt de voogd ol eniotor hq de
aanvaarding van sqn beheer een onitertiandseiieii
inventaris op. dan moet faij dnen nee'rlenen ter
griffie ran bet Kantongerecht na hem te oebben
beledigd. Ook in verwÜ^nde andere gevallen
is heSedigiog en irederlegging van een onoerhands
opffemaaklen inventaris voorgescb reven.
De langstterende echtgenoot is verplicht om,
iodien et minderjarige kinderen lün, Innnen drie
maanden na ontbinding der bDweJiffsgcmeeaMhtp
SeHuivelük} een inventaris op te tufcen van
tot die gemeensdiap behoorende goederen; bg
gebrefce hiervan Ujjft die gemeeosdt^ dooiioo-
pen ten voordeele van de minderjarige kinderen.
terwijl de nadeden ten laste blijven nilelnitenj
van den nalatigen echtgenoot, teswgl de langst-
levende ouder teven» het wettelijk vmohtgeaot
van het vermogen der minderjarige kinderen ver-
liest. Erfgenamen knnnen eeo beschrijving opma-
ken van de bun teo deel gevaJlen nólateniniap;
in deo regel zullen zij dat ook doen, omdat deze
ten grondslag moet liKen san de scheidjag en
deeling van den bo«de1, Ie de beBchri^ing niet
kort na bet openvallen van de erfienie gesebied,
dan moet nj loeh aan de scheiding voorafgaan.
De besehrijving is voor de erfgenamen verplich-
tend, warneer sij Ae erfenis aanvaarden onder het
voorrecht van boedelbetehrming. Zö i« dan oood-
lakelijk, omdat kraditeoa dit voorrecht de erfge-
namen voor de B<Aulden vin den erflater met
verder oanaprakelijk zyn, dan de baten des boe-
dds reiken. Zoo er oneenigÉieid bestaat lamoheo
de rechtbebbendan op een boedel, of ««nn«er bij
lekeren boedel rechten lijn betrcUen van der-
den, die niet self voor de bebaitiging van hun
bdawen kunnen optreden en sorgen, dan ui
veelal de boedel verzegeld worden en ui bij de
ontiegeltng «en inventariG worden opgemaakt.
XüTvnisas, het grootste graatscióp in Sehot.
laad, gdegen tueschen Rosa, Cromartj, Nairn,
Ëlgin, Banft, Aberdeen, Petrh, Argyle en den
Atlantisdien Oceaan, die in het noordoosten de
Hurray-Baai (Korav-Firth) vormt, beeft een op-
pervlakte van 11021 v.km., waaien ai4S ko-
men Of de daartoe behoorende eilanden. Het aan-
tal der meest Eeltiscbe inwoners bedra««:t (1911)
B7 270. Het vastvland van dit graafu^p is leer
woest en bergaehtigi het bereikt in den Ben-Ne-
wis een hoogte van 1M3 m. Uen beeft er t^rijke
meren en bergstroomen, diepe kloven, aitgettriA-
te wouden, moerassen en heidevelden, terwijl de
bebouwde landen langs de oevers van den Moraj-
Firth, van de meren en rivieren te vinden zipi.
De weiden der beigbellïngen bevordeten de vee-
teelt, vooral de sAapenfokkern. De aaoiJenlijke
rivieren, zooala de Spey, de Neae. de Findhorn.
de Nairn en de (Beaüly, zijn goed voonien van
lalra en loopen naar het noordooitcn. Het eraaf-
(chaf wordt door een dtepe kloof, de Olen-Horr-
nan-Alfain, die van den Horav-Firth naar het
Loch Lini^ aan de Westkust loaot, in 2 deelen
verdeeld. Als de belangrijkste eilaDdeo, tot de
Midden, en Noord -Hebri den behoorende, vermel-
den wg: Skye. Harrii (het luideljjk gedeelte van
Lewis), Noorduist. ZoidDist. BeunBecnla, Bam
es het door talrijke vogels bewoonde 6t. Ktlda.
E^n groot gedeelte van de bewoners der weste- .
Igke streken verstaat geen Engelsch, deie tul
is er'alleen bg de tno^ie standen in gebruik.
Verder apreekt men er Seltisoh. Inverness zendt
tén vertegenwooidiger naar bet Parlement.
ZnTmnasa, de faooidatad van het gelükna-
mige graafacbss {ait aldaar), op den adiWrgroad
van den Uoraj-Firtb, aan de rivier de Neas, waar-
over een nieuwe ijzeren brug gelegen ia. en aan
den spoorweg «el<«eD, telt (ISM) 22 216 inwo-
ners. Men heeft er een goede haven, een iversterkt
kasteel, een St. Andreae Kathedraal, een Goti-
Bcbe atadehaJ (waarvoor een fontein met het pal-
ladium der stad], den rhotobotdiaehen steen
Clachno-Codden, een academie, ten hoogesebool,
een school voor baitdwerktlieden. een gevangenis.
een verbeterhuis enz. De iogetetenen honden udt
be^ig met looierij, bet vervaardigen van laken.
zsfanvangst, brouwerö. zagen en sene^Mbrow. Het
ia de boaf<&uarkt voor de Beiv-SöbotteD. In de
nabijheid dezer stad hadden de oode Oaledwni-
scbe Koningen hun zetel. Inverness is in d« ge-
acMedenis bekend door een voor^wedig g«vedit
van den pretendent Karel Eduani tegen gene-
raal Loudon (174€) waarna hij eefatet een paar
maanden hiter op ^het CuHoden-Moor, een ubr
Eiane van Inverness, een bedissertde nederlaag
ed.
Invarsle (Latijn — omkeoring) noemt men in
de grammatica en rhetoriea de verplaatsing van
een woord of zinsdeel van de plaats, waar het
streng grammatisch behoort te staan, naar een
andere miondeihud de plaatsing van het vr«rk-
woord voor het onderwerp, in unnen die met een
D,o,l,zedb,GoOgle
bfwoord «f bet auimrooidalök d«el tmi bet ge-
zegde begdnoen.
In d« tekeikmuU nntuA men «rader in-
vertie de Bpliteing tu biowQ en po^jseD in
monciaen dooi apii&m« lan water odwt infiocd
TtD Tefdmide laren. Doot iDTeisi« gaat lietaai-
kei [>T«i in ««n men^Bel na de hvS» dranende
frnctoM en de reehtB draaiende ^nkoie. Daar de
linksdMaiinig van tnicto»e grooter ii dan de
reditadnaijng Tan glnkose ie bet mengsel linki'
draaiend. Rtetaniler zdt ü lecbtvdiaaiend. Door
de omaetting is bet draaiend Tennogen «nge-
keerd gtinverleerd, vudMi de naam ia*eriir
In de maxitk beet innrtie het pJaaUen
twee itemmen in dubbel oontiapnnt en wel
dat de boTenatem onderttem woidt en ooige-
keerd. Ook noemt men aldoi het baibiden Tan een
moxikile gedacbt« met omgekeerde interTiUeo,
alsmede de wnJlekeorige herhaling ol verplaat-
sing Tan eenige tekstwoorden.
InT«rt«brat*n (f*i^n = oogewerTeMe die-
ren) il een groote ^deeling^Tan bet dicceu^
wette Ltmarek tegeiwrer ae VerUbralen (ge-
werTelde dierei) stelde, nadat reedi Baltek de
laalite ak dieren met beenderen tot een ataondei-
Igke groep bad gemaakt.
InT«rtaiilk*r ie een mengael t«o gel^e
hoereelheden glucose en fraelose, verkregen b{j
invenie Tan rjeliaikei. BH de qoaatitttieTe be-
paling Tan rietsuiker, waaifeij men gebruik maakt
Tsn de eigenschap dezer etof om in oplMsingen
het polariaatierltk te draaien, wordt de smiker,
wanneer dei« Terontreinigd is met andere op-
tiich actieve etoffen omgeaet in intertui ik er. lm
de retittadraaiing van de ooripronk«löke oplot-
aing kan men de boeT««th<id rietntiker beroke-
Den. Honig beslMt toot een groot ded vt in-
Terlraiker. Ook in het up van vele aoete Tnch-
ten komt inTeitaoiker tooi.
iDTcatltnar (Latön, inkleeding) noen^ men
in de RooiDKb-EalhiMke Kerk Aet Terleoien
van Btaf eo liag aan de biisehq^fwn, ali teeke-
nen bnuier Waaidigbeid, Zolka gei^edde ge-
woonlUk door den paoc, maar ook wel door ««■
reldiyke Tonlen, totdat Qrtgoriiu Vil dcM laat-
eten met den ban bedreigde, iodien »} aieh niet
Tan bet reebt van inveititanr ontbielden. Hierop
ontstond de InvetlituuratT^. Keiicr Brnidrik IV
(lie aldaar) liet den paus, als een dwingeland,
die ridi aan den gezalfde des Beeren dnrfde
vererjjpen, op een ajoode te Worma (24 Jannari
107S) afietten, masi werd door den ban getrof-
fen en tot Terootmoediging gedwongen {lie Bgn-
drik IVf. Daarna werd de ertrjjd met d« wapent
TOorlgeiet. Oregoriiu overleed in 1085 en Htu-
drik IV nog nMt den ban beiwaard, in 1106.
Keizer Hendrik V wilde niet aUeo van bet recht
van inveititanr, en toen htf in 1110 met een le-
ger orei de Alpen lr<^, nam pani Ptuekali* U
bet bealnit, hem t«gen de Tr$e bisaehopskcnie
de biaeebt^elijke rgkrieenen lerng te geven. De
Lateraansjnode Tan 1112 beacbovwde «ilki tAi-
ter all een hoogrerMad jegens de kerk gepleegd
en spoorde den pans aan om allea terog te ne-
rnen. EindB4jjk kwam te WonoM (M22} Ineiehen
Calixtut II en Seitdrik V eeo coneordaat tot
stand, Tolgena betwelk Ia«tstgeBoemde de invei-
titanr met ring ea stal, benevena de vrjje bii-
isbop^enM, onder toeriebt der weieldlöke over-
heid, aan den paus toekende, terwql daarentegen
Patehalit U aan den keizer T«roorloofdfi de rjjki-
l«enen nit te deelen en vóór d« wijdiog den
leeneed te ontvangen (lie Qregoriiu VU en flm-
driJt IVj. Ook Franlirök en Engeland sloten een
dergdijke overeenkootet met den Heiligen «tod.
XnTsatltniiratTlkl* ^^ Hendrik IV en In-
vettiiuur.
InvltAtorliim (= nitnoodigend n. 1. «ébed)
noemt men in de ^ioomeoh-Eatoolieke keik een
T«rB, dat bü den aanvang der metten, telkens at-
gewiaaeld dooi twee Tenen nit den Miten psalm,
wordt gewngen o( g**wden en -waarin wordt op-
gewekt tot gebed. Sinds de 6de eeuw is dit in
gebrnik.
iDToeiTMJ&tm. Zie Begrooting, iSdostin-
gen, Betekemiing en Tariefiselgenng.
biTOlntle. Z^jn op een rechte Ign twee pon-
ten P en Q Rweven, dan liggen twee andere
punten A en A' karmoniieh met f en Q, ali tui-
Ktien de afstanden de beireiking beataai. A P :
AQ ~ A' P-.A'Q. De meetknoaige plaats van
alle punten, die hanDoirieeh liggen ten opoidite
Tan F en Ó nouot meo een involntle van deoe
punten. Valt A met P sanmn, dan tj^t ook J*
Oiet Q sameni daAioci noeunt men de ponten P
en Q de dUUielpunten ^an de inTolntie. Zijn ntt
2 pareopunten A,A' en 6, B* van de rechte lijn
gegeven dan ia daardoor altijd een invoüntie van
punten () paren bepaald, iMioorende bg de ge-
geven pnnten. Alk andere ^aren ponten ver-
krggt «oen, wtMMer men buitm de leehte lyn
een punt C aanne«Dt, het tweede inypuirt Z> van
de ctrkeU C, A, A' en C, B, K ofiaaeht en dan
alle paren pnnten eonatnieeit, waarin de rechte
IJin gesneden wordt door de dikeb, gaande dooi
C en D. Zgn er eirkela. die 4e Teefate Ign lakea,
dan zqn de bjj eJkander beboorende rauponten
de dobbelAOiFten van de involgtie ea deie beet
dan h^ppenxdiieb; ii er geen rakeode eiikel, dan
heeft de isvolatie geen werkelijke dnbbelpanten,
ig beet dan elliptiich.
ZnwatuUra «fwihaMltiK. Zie Alteheiding
en Bormoné*.
ZnwMidlva midliv. Zie Zending,
!•, it de-afkorting van den etaat Iowa-(iie
aldbar).
Zo, volgens de Orieksehe Tabelleer een doch-
ter van Inaekv», ol van fonu en Pilho, wekte de
begeeiijjkbeid van Zeiu. Om ign liefde te verber-
KD, Teiaoderde bjj baar in een soboooe witte
e. Bera bleef daarmede evenwel niet onbekend
en Tenoebt van haar «Noaal die koe ten ga-
ecbeniK, waarna zg haar door den akienden jirma
(Panoptei) deed bewaken. Om haar te bevrgden,
gaf Ztuë aan Hermet be^el den bewaker te doo-
den. Zoodra dit gesehied was, zond ecbtet Bera
een groote honol oip haai at, die baar rueteloot
voortjoeg, t<rtdat ig een rustplaats vond aan den
Ngl. Het vaderland der u«e van 7o is Argot,
waar de dienst Tan Zeu* eo Bera met die van lo
veibondea waa. Aeaehylut beeft haar tot^ten in
den „PiometJieua", den terngkeei haier nakome-
"~~:eii, de Danaïden, in de „Smeekelingen" vei-
Id. Haar voorstelling in de gedaante eene^
koe gaf aanleidiitg, Aut ijj wel eene met Iti* ver
eenzdvigd werd.
DigilizedbyGoOglc
I00A9ra:-^I0NIBNn'fiE»Rm.
itiD Tftn Looi», koning van Thebe,
an Otdiput (zie aldatr).
Xolaiu, Yolgcnt de Qri«k(che Mwlleei ceo
«WD Tan IphteUM en Automtduta, was d« hall-
broeder tsd HeraeU» en Aivat metsviel en «k-
^nmennei. Hg nam deel un de Cal^oiiiiche
lacfat en aan den Aigonautentocbt, hie^» tiMD
in den etrvd Kegen de slang van Lama, *irf^e
bem odk op <l«n tocU naar de milderen lan Qt-
ryoii en verwierf met de paarden Tan ijjn meei-
ter den pigs in de (NnopUehe apelen. Na den
<tDod Tan Htraeleê beseoenode hjj diens kinderen
en snenTetde bij bun Terdedigisjf UgMi Bvrgë-
Tolgena de lering dei aam ttg ITtt-
1 Tan Apoüo en tui Kt«
Ion wa
rifidei de loon Tan Apoiio en tui Kmua. een
dokter Tan Sreektkêiu, koning van AtAene.
Omua Irad in het fanwélj^ met XuthoK, doeh
braebt te Toren /on ter wereld, die door »ön
moeder na ign getwotte iv db grol, waar in te
voren Apollo bad ontmoet, te Tondeling gelegd
werd. Op last Tan dexen Terroerde Hermt» Iwt
. kind naar Delpbi, waar het werd ofigeToed. Daai
bet huwelijk Tan Creuta ïetTolgena kinderlcoe
bleef, besloot Apollo, óbA Xutkia den inmiddeU
groot geworden Ion als io<ni loa ontrangen. Dit
geschiedde met bebnlp Tan een orakel, en Xutkuë
ontfermde nch met raderlgke liefde OTer den
knaap. Oreuta eehter deed pc^ngen om den haar
ODbekenden jongeling dooi Tergif om liet leTen
te biengen. Toen baar misdaad bekend werd,
nam ig de Tladrt naar bet altaar, waar een prie<-
teiea haar verkondigde, dat Ion haar eigen lOon
was, en TooraneMe, dat ig ook van Xutktu nog
kinderen *mi srggen, Aehaeoê en Donu, dat e^-
tai de ionen Tan Ion aan de Tter etannnen van
het land bun iiauii londen geTen en dat Ioh'b
nakomelingen, d« loniSrs, de eilanden en kosten
van Gnropa en AiiB londen berolken.
Ion nit OhioB, een Qridcsah «hr^oer, kw»in
in 478 T. Chr. als jongeling naar Atbene, waai
hg koFt TÖór 422 oreneden is. Bij werd opge-
nomen ia den kring van Cimtm en Perieltt en
was met AüeMut en SofkoeUi bcTrlend. In Io-
nisch proia senieef hij gtwiiiitlm" (Reisherin-
neringen], waarin hü voornamelijk de plaatsen
beschreef, die hg beiodit bad. Zg TontMlen «en
bclaof rgke bron TOor latere higtortei. Als dichter
betrad hg alle gebieden der Ijrisi^ pofaie, Tooral
dii4itte ng elegieSn en dvthyramben. Een Teria>
roeHng der orergeèleren fragmenten bestaat niet;
liJD proza Ttndt men in bet 2d« deel der .,Fi*g-
menta historieorinn graecornm" Tan MülUr, die
Dit i^n trsgediSn in de „Tragieorun graecorum
Iragroenta" Tan Nauek, de lyrische in het twee-
de deel der „Poetae lyrjei graeei" van Bergk.
Ion noemt men in de «cfceiknnde een elee-
triidi geladen atoom of atnomgioep alleen voor-
komende in oploeeing. De poeitief geladen ionen
noemt men hilionen, de negatief geladen nnto-
nen. De positieve Ud>iDg der katiouen is even-
groot als de negatieve der '
kei Eleetrolj/tiêeke diMtoeialie.
lona (ook gabeeten leotmkiU, ondt^da Hi
of Eie) i* een klein granieteUasd, van bet Z.W.
naai het N.0. 5 km. kng, ruim 2 km. breed, ge-
legen voor de westkust van SeboUand, in bet Ter-
lengde van Mali. Vereefall lende megalitblsohe
monninenten b.wgien, dat tiet reeds sinds on-
heaglgke tödeo als beilme plaats besehoowd
weid. Hier stiebtrte in de 6de eeow CoUmbmiu
een klooster, dat weldra het beroemdste Tan
Gioot-Biittannifi was, tot bet in de I3de eenw
(^gdieven werd. iDaai Tolgena «eo voorspelling
bg een komenden londvloed alléén dit eiland niet
overstroomd soa worden, werden bier in de Mid-
deleeuwen meet dan 60 Schotsdte en leisebe ko-
ningen begraven, bet laatst Maebatk. Diehliq
de ■Ewuwvalleii der kerken en kqiellen, die aan
dien tgd herinneren, liggen de >warte steenen,
waarop vroeger de eeden afgelegd werden; aan
het «tiand nggen «teenboopen, naai men Mtft,
door boetende monniken opgeworpen, en die «e
steentjes leverden waarvan de loNo'sebe amulet-
ten geslepen werden.
lonentlieoTls. Vroeger nam men aan, dat
bg electroljse (sie aldaar) de molecolen door 4e
eleetrisebe kracht in bon tegengesteld gdaden
deelen (door Forodoy ionen genoenid) niteen Tie-
ien. Hiermede wae ecblei niet in oniteDstem-
ming te bieogen, dat reedb de Ueinite ebetrieche
kraeht voldoende ie, om dectroljse tewe^te bren-
gen; daarom moeit men aannemen, dat steeds
een deel der molecden in ionen ie gesplitst. De-
len toestand noemt men eleetrolytisebe dissocia-
tie. De electrisehe geleidiiDg tn de eJeetrolTtea
bestaat daarin, dat de positief geladen ionen
naai de kathode, de negatief geladen naar de ano-
de ^aan. Hen ie in etukt geweest de snelbeid de-
ler lonenbew^ng te beftalen. en in Terband met
moleknlair gewicht, oamotisofaen dink, vriespunt
TerlagÏDg eni. is bet mog«lök seei gewichtige
eonet^nten voor electrol^n vast te stellen. Ook
voor de electroneatbeone (sie Sleotrrme») is de
lonentheorie vaa belang. De ionen dragen de dec-
tronen. Ook het overbrengen van electridteit in
de Ineht kan men besrfiotiwen als door (gas) ionen
te gescbieden. De loniseeiing det Inebt g^ebiedt
door iangdnrige werking van eleetiiseermadiiiiee
door gloeiende voorwerpen en vUaiffien, door nl-
tra violette stralen. Verder door BOntgen- en ka-
tbodeetralen. Hoe overigens de ionieeeriog der
lucht np gioote schaal plaate beeft, ia aog niet
bevredigend opgelost. In verband met de ver-
schgnsMen bg radium waaTgenonKn en het feit,
dat in den bodem teer vde radioactieve stoffen
aanweitg ign, stelt men lirii voor. dat de iontsa-
tie der lacht in de fgne poritn der aarde plaats
beeft. Daar de negatieve electioaen een ved gno-
ter «netheid b«4iben dan d« positieve, staan de-
le bnn lading door de herhaalde botsingen eer-
der af dan oe positiere. Vandaar dan ook een
verklaring voor het feit, dat de bovenlncbt ^-
sitief electrisch is. Door Terscbii in barometer-
stand, dns veradiM in Inditdrak, wordt de lacht
atwiatelend (geladen) ait den bodMn en (ongela-
den) in den bodem gebradit. Hierop bemst weei
een theorie omtrent het ontstaan van «nweders
en omtrent andere vereohqnselen in den damp-
kring.
Zie ook StocMad^ venekSiuelen in den Damp-
kring, ondei bet art. Dampkring.
D,o,l,zedb,GoOgle
lONIGUS— lONISOHE EILANDEN.
Ï57
lonlotu noemt men in den QntkKben «n Bo-
DHiDwhen <eiri«iiw een ii«rl«ttetgiepigen >oet,
Ttn welken ie beide ectate of lairtste ïettecgre-
pen l*iw en de oTsr^e kort ^d. Uen iieett dne
een lonunu a minor» (w-- ) en o majore
looUra, een afdeeling Tan het Qri«k8ehe
rolk, wooöden in de ondste igd!en in het IK. W.
Tftn Oiiekenl&nd en bttHien licÉi i&n daar ait
over lietN. enO. TandenPeloponneSDB, over Ue-
gaiia, Attika en Eoboea. In het midden der Ilde
eeuw v. Ckt. begonnen vele loniSn nrt Attïka
en den FeloponnetuB, door é« Achaeflrs nit hon
woonplanteen reidieren, naar de eUuidea dei
, Egelsdie Zee en de kuit«n van Elein-Axit te
trekken, waar lü Uoeiende Bieden Bticbtten. Na
dien tjjd droeg de inststreek van iKlein-A«e Tan
de ririeT Heimos tot on den miöelgken oever
van den Maiander, met de elanden Chioe en Sa-
moi, den ne*Di van lome. De ïteden, aanvanke-
Ip dooi koningen beelinird, tereenüden zirii k-
ter tot een veriwDd. de lonüehe tMcdp(Uit gt-
heeten. Het godsdienstig en etaatknndig middel-
pont van dit Tertwnd wae bet PanioniDD, een
lon^ van PoteidoH Btlüumiu» bg Kaap Hjka-
le nabil Prime, waar jaaidqk* het leest der P&-
Dioois gerierJ en oiver de aanadegeokedm van
den Boikd l>eTa4Mlsha9l werd.. Ook hadden fees-
telijke Tetgaderingen plaats in den temnd van
ApoUo op Delos. -De q^dom, dtfoc de bnieeie
dier steden nit de vroehtttaarhéid van den booem
en 'rootil nit den nitcebmden «eebandeil verkre-
gen, giikkelde de hébmelFt der nuMbtige n»bn-
ren, wier plannen werdien begnnfrtigd door de
tweedraeht ooder de leden van den Bond. Daar-
door Blaagd« Kroeio», koning 'van Ljdifi, er in
(560 T. UhT.), al de Ionische steden van het vas-
telsnd aan lich te onderwerjMn. Toen C^yrv« de-
len koning overwonnen en lun igk veroverd had
(549 V. Cht.), bogen ook de Ionische steden en de
kvsteilanden, betialve Smdos, voor zijn geiag. De
pogingen der loniSri in EOO v. Chr., om onder
aanvosring van Arittagora» van Hilete, gehi^Mn
dooT de Itbeners, ErHiiBrs en de Griekiehe in-
woners der «teden aan den Heileipont, in KaïiS
en op Cypms, bet Pereiwhe jnk af te werp-n,
misinkte. De steden werden achtereen volgens
lüoOT de vddheeren vao koning DoHtii ingeno-
men, bet laaUt Milete (495) dtA een harde be-
handeling ondecTond, maar tegen betaline ef ner
schatting ijja leltstan dikheid herkreeg. De ne-
derlagen van Xeruê bevrijdden de Qrieksehe ste-
den in KieÏD-AiiB van de Penen, waarna ie een
verbond sloten met de Atiienere. Toen dit ver-
broken werd, kwamen in onder de beersdiappij
der &>artanen, die hen Juor den Vrede van An-
talkidu (3S6 v. Ohi.) weder overleverden aan
de Ferien. Toen het Ferzisdie Rg^ door Altxan-
der lUa QrooU v«mJetigd werd, deelden iq on-
der bet beheer van Diaaoeben in de lotgevaUen
der overige dèelen van het Hieedosisebe Kijk.
Toen Anltoehus de Oroole, koning van Sjrü, door
de Romeinen owerwonnwi werd, i^[en ig lich
Ïrootendeels vrij verklaard (1B9 v. Chr.) en toen
ompejut een nederlaag bad toegehracbt aan
Mithridales, werden in bij de Romeinsehe pro-
vincie A«ia gevoegd (129 v. Chr.). Heden ten
dage iqn onder den dr^ dei Ttu^sehe heerscbap-
Sij de bloeiende steden der oudheid, met uition-
ering van &nyiDa, Cbioe en Samos tot pnin ver-
vallen ol tot den rai^ van dorpen genaaid.
lonii beïtt niet aoéen een gewichtige «taal-
kundige rol vemild, maar it ook van «root be-
lang geweest voor de onlwikkeling der Qridische
beschaving. Daar is de wi^ der Grioksehe dicht-
kunst, ^sehiedenie, wijsbegeerte en geneeskun-
de, terwijl er een eigenaardige bouwst^l bestond,
onder den naam van lonüehe bekend (lie Bouw-
kuntt). Ook de lonitehe tehüdertekool, beroemd
door mannen als Zeuxia, Parrhatiut, Apelle* eni.
speelt «en groote rol op bet gebied der kunst.
Xoulaoh dialect. Zie Önektche taal en let-
ImhtiuU.
Xonlsolia Bond. Zie loniëre.
lonUKib* bonwctUl. Zie Bouwkunet en
Griekêehe kumt.
Zonlaobe EUandsn ie d« naam van een
f roep eilanden, in de Ionische Zee aan de west-
nat van bet BaUuuisdiieieilaiwi gelegen en se-
dert 1864 b^ Gridenland ingelöfd. Daartoe be-
hooren Corln, Poxos, Sta ÜMra ol Leukas, Ke-
phalkmia, Zanfa, Itfaaka, alsmede het eiland Ey-
thira aan dezuida^iitB Tan denPeloponnesns, met
nog een aantal Ueinoie eilanden. Zg bebiwn we-
gens bnn ligging veel belang voor den handd en
vormden tot aan J864 een afsonderlgke Oriek-
scbe RepuUi^, onder de besc9iermiteerBeha(i(>q
van Gioot-BrittanniS. Zij tieslaan geHuneDlgk «en
oppervlakte van 3844 v. km., ijjn leer bergadilig
en halben vmcbtbaie kusten en diJen en dorre
hoogten, die lieb op EephaUonia in den Elatori-
ni tot een bocvte van Am m. verbeffen. Het klj.
maat is heerlgk, hoewel in den aomer leer warm;
ook ibeerK^en er stormen en aardbevingen, ter-
w^I in onderscheiden streken gebrci ia aan wa-
ter. Met beli^ikiiDg tot de natnnr en haar voort-
brengselen komen zg sterk overeen met de an-
dere QriekBcbe gewesten. Uen beeft er geen boa-
idvruditen, olnfolie, katoen en vlas. De vee-
teeH ie er onvoldaende en bepaalt sicb tot edia-
pen en geiten. Industrie vindt men er eoo goed
als niet. Qauentegen bloeien handel, sobeepvaart
en viacbvangvt. Dank sg de rnst onder de Vene-
tiaantche beersnhappjj «n bet aotgvuldig bestuur
der ËngelsdKD overtreffen de loniaehe ellaaden
in welvaart en dichtheid van bevolking de overt;
ge deelen van Oriekenland. Met bet Tasteland,
het buitenland en onderling staan ^n dooi
sehe«pvaartlnnen in verbindi^. Zn vormen do
vier itomoi Kerkjra, Leukaa, E«ihalkiai« en ^
kynthos met (1907) 26680" "
wsren de Ionische Eilanden bewoond door Grie-
ken, die aan vorsten gehoorzaaioden. later even-
wel vormden ig repnbTirten. Ithaka is vooral be-
kend als het vaderland van Odyuetu, Leukas
uit de geschiedeniB van Sappko. iKa den bloei-
tgd van Griekenland kwamen zg eerst onder Ua-
cedonisdie, later onder Romeuisdw heerschappn,
en bg de verdeeling Tan het Bomeinsebe itgSt
weiden zg bg het Byzantgnaehe Eeiierrgk ge-
voegd. Gedurende de oorlogen der Napolitaan-
sche Noormannen en der Venetlanen tegen dat
Rgk werden de Ionische Eilanden door eertt^e-
DigilizedbyGoOglC
IONISCHE ËILAHDEN— lONOPOUS.
noHnden TeroTerd ftM86) doch tfMn door
luUtgenMlden tieiuomeD (1205). Id 1215 kw>-
OKD iji un bet (kepotast Bpirnï, later un hft
Huil AnjoH -te Napels. In de 15de «Aiw gerwik-
t«D lü sehMl CD r1 in hel fafxit der Venetitneii,
di« te loor p[oi«ditoreD deden Tegeeten cd m
ttgea aUe unTallen der Turken bcKilieden. Ni
den Tal der Venetia*o»eiie Repirbliek <1757) kreeg
Prankrök de eilanden; doeb tij werdcin reeds in
1799 door d« Rassen en ISitken TerOTerd, «aar-
na In 1309 en ISIO de eiUndm docr de Ëngel-
■ehen wstden èeid, behalve Cotfu, dat lidi eerst
in '1814 MD hun gezag ondervieni.
Volgens een veidrag. den 5den NoTember ISIS
te Pargs doot Kogeland, OMtenrjik, PrniMU en
Rusland ge&loten, TonndeD die eManden, al* lo-
niaelie StfMkk onder faesefaenning det Brit-
iche Kroon, een ^underlglien staat. Volgens
deie CTereenkamit had deie het recfat tui be-
letling bepevena het opperWel OT«r de troepen
iM> den staat. Het handhaafde ign besdiennen'
de rediten door mktdel van een lord-^iperooiD-
miMari*, De grondwet Tan 1817 nrleende u»
de beKfiermende mogendheid een •ehiei onbe-
perkte beersehappjj, coodat ig dikw£l"i Tooral
gedurende den Gn^tehen VrnbeidsoorloK, met
wederapannighetd en Tenet te «ainiien haa, daar
in die dagen de oppeibestonrdef at atriktéte on-
iijdig>beid wilde bewaKO. Toen io de jaren 1839,
1641 en 1842 door den lord-oppertommissaris
Bovard-DougUu gestrenge cnaatregelen geno-
men werden, verlangde de bevolkinff meer en
meer naar Tereenigiog met Oriekenlandj en daar
Engeland jegens dit laatste vy^ndig gesud blee4
te iga, i«rmeerderd« &e wrevel der ingeietenen.
QedarsDde de algemeene beweging van 1M8 ble-
ven ook de loniêrs niet werkriooa. Zq verlangden
vrijheid van dinkoera, rechtetreektebe vertieiing
van vertegen woord [ge rt door geheime steoHniDg,
de organisatie van een looiecti leger eni. Daar
d« r^teerJDg niet aan hun wenacfaen voldeed,
baratle den 27aten September een opstand nit op
KephaHowa, die lidi weldra, onder de leca -van
vrmieid en vereeniffing met Griekenland, over de
andere eilanden iutt)reidde. Nadat dit oproer met
geweM gedempt was, verleende de lord-t^pei-
eommissarte Sir Afiiry Oeorge Word een am-
nettie, van welke de vloebtelingen oitgeskiten
waren. Doch reeds den SOsten en dieten ^agat-
tu 1849 ontstond op Eephaaifliua een nieuw
oproer, nitgaande van een rmiAükeinsdie partg,
die iteh „bel jonge loniS noemde. Britsclve
troepen maakten daaraan een einde en «r volgden
(e reebi e tellingen en proeeasen, altmede een nien-
we amnestie met talrijke nitooDderingen. Het
Parlement, waarvan tnen een herziening der
grondwet verwachtte, schonk niet Teel meer dan
een nitlmidjng van bet kieerecht. Gen Parle-
ment, in 1850 nieuw gekozen, werd den SOsten
Haart geopend doch wegens ign Tgandige hou-
ding den I7den Juni Terdaagd. Ook daarop vol-
gende samenkomsten <Tan bet Parlement badden
ecD dergd^ken aHoop, en toen in 1857 de lord-
(mperconmioiariB een petitie wilde geteekend
iien, waarin de wensoh werd l« kennen gegeven,
dat de lonjtebe Eilanden in een Briteche kolonie
mochten hersciiu»en worden, kwam het Farie-
ment den 2den Jnli 1857 eonstemmig daartegen
in Terzet en oitte teveM bet verlangen om met
Griekenland te worden vercenigd. Een paar ant-
wenien, in 1858 o[ienbaar gafflaiJct, waarin d«
lord-oppercommissaiii het voorstel deed, om de
zuidelqae 5 eilanden aan Oriekenlsnd af te
staan, doch Corfu en Paxos in-een Britssbe kolo-
nie t* veranderen, verwierpen de lonilrs eTcn-
eens. Daar de nationale beweging redorig drei-
Ïender aanzien verkreeg, werd de Qri^enTtieDd
'ladttoHÉ naar de loniaciie Eilanden gezonden.
Hf) deed aan hel aldaar in 1859 vergaderde Par-
Iwient vooriteilen tot belangröke faerronniDgen,
doch de vertegenwoordigers «iaditeD nieta an-
dera dan inIgvinK bg QriokenJand. Die eiad) werd
in handen gesteld van de koningin van Engeland
met bet veraoek, dien ook un de overige be-
langbebbende mogendheden mede te de«éen. Dit
werd door de Brittehe regeering geweigerd, en
toen bet Parlement in I86I die aanvrage ver-
nieuwde, werd het door dea lord-oppereootniaBa-
ric ontitoDden. De ntenwe veikieiiiigen seltoBken
de meerderheid aan de radicalen. D«ien kwMnen
in vertet teeeo d« Britsebe beacbemheerachi^»-
S", docb al hun poringen waien Traebtelooa.
nt 1^ de troonreT^ntie in Griekenland (Oe-
tcfber i1862) veraiMlenie de staatkunde der Brit-
sebe regeerJng. Zg verklaarde, loodra door het
verdrag van Londen (18 Juni '1863) de Deensdte
prins Öaorjoe, broeder der prinses «<m Waleê^ ko-
ning van Griekenland was geworden, dal ijp af-
stand deed van het protectoraat der loviaebe
Eilanden en deM OTerdroeg aan Griekenland.
Den Men October 1868 bad de ploeUtffe afkon-
Xonlaoha atyi* ^'^ Boitwinmat en Oritkieke
Kuiul.
lonlflclie Wt|ar««riv» aobool vertegra-
woordigt de oudste richting der Griekaebe vga-
begeerte, n. 1. die der «ahntrpfciJoao/eH in de
loniedie krionJen op de W.-kntt Taa Kleia-AiiC
Haar hooFdverteffenwooedigers ign: ThaUê, Ana-
ximander, Ananitunt* en Herakitut; ook wor-
den er nog wel Atuxagoriu van Klazomenae en
Diogenei van Apoltonia toe gerekend. Kj b^tben
opgemerkt, dat aUe* ontstaat, verandert en ver-
gaat, terwgl todi in dat voortdurend worden en
vergaan iets bl^veuds «leekt. Zoo vertlaarde Tia-
Ut, het water {of het vochtige] voor den oergrond
der dingen, AnarimaniUr bet onbegrenade, bet
leindige en Anarimenu de lucht.
loDtsohs Xs* noemt men hot gedeelte van
de Uiddellandsche Zee tussdien de vreatkast van
irus en van het koninkrök OriekenlaiMi en de
itknst van CalabriB en Sieilii gelnren. Zg
vormt de Golf van Tarente, tussofaen Calabrie,
llasilicata ea Terra d'Otranto, die van Patrai
{Korintiscbe Golf) tussehen den Peloponnetna en
h«t vaateland van Griekenland, die van Arkadil,
an Koroni ten W. en Z,W. van den Pelopo«-
) en die van Aria tasseheo Griekenland en
bet Tuiksebe vilajet Jannina.
lonUeerlnr Aar luobt. Zie 7oii«tUeorü.
Zonopolla, tfasjia Jtwboli gtbeeten, een (tod
het onde laodadiap I^pUagonie, aan de Z.-
DigilizedbyGoOglC
lONOPOUS— IPEK
kuBt der Swarte Zee, droeg unvankelijk den
ntam A^wnoeteiciiiM en betewende weinig, tot-
dat lij ten tijde Tan den RMneiDariim keizer ^n-
luniui Piut de leM werd Tsn een beroemd ora-
kel. Dit wftB d^enlök bet verk van een zwende-
laar, zek«ren AletantUr. Het orakel bestond ait
een elang met een mengehenhootd. Keiier Varut
gat aan d« plaats d«n naun lonopolii, wntvrrnn
baar tegenwoordige naam ifl &]gel«d.
Xo«. Zie ItiM.
lowa, een der Tereenigde Staten tan Noord-
Amerika, gelegei» tuaadien den Hiauuifipi en
Mtaaonri, grenst ten oosten aan Wiseonsin «n
lULnois, ten znideo aan Hiasonri, ten westen aan
Nebraaka en Dakota en len noorden aan Uinne-
aota en telt op 145 JOO <.km. {1916) 2220821
jnwonert. Sedert 18S6 beiioaide lowa als diitnet
tot het terrrtorinm Wisconsin, werd in 1638 zelf
een leiritoiinm en in 1846 ala ntaat in de Uaie
zit ze)? 50 senatoren en lOS lertegenwoordi^n
en is in 99 oonntiee leideeJd. Het land beeft een
folTenden bodem, terw^ een gnmt gedeelte een
enrelachtige hoogflakte votmt. In den Missis-
stppi monden de lowariTJer en de meer dan ïiO
km. bevaarbare Desmoioes uit. Langt de oeTers
dier stroomen vindt men uitgestrekte 'wouden en
daar^^ volgen de boomloooe pniriBn. welke 'ft
der oppernakte be»laan. De bodem is rrucbtbaar
en mistekend geschil voor gtaadhouw en vee-
teelt. Mals, haïer, tarwe, gerst, aardappelen, ta-
tiak, boter, kaae. wol en talk zqn er de toot-
naamste voortbrengselen, terw^^ lood- en arteen-
kolenmijaen in bet N.W. gevonden worden. De
induBtne neemt toe; te noemen ijjn graan- en
taagmolens, slager üen, Tervaardi^ng van wa-
gens en landbonwgereedschuipen. Tslröke ipoor-
wegeo (ter lengte Tan (I9U) 16 000 km.) door-
kruisen den ataat in verscbiUende ilditingen.
Hen beeft een nniveniteit te lowa-Citj met
(1914) 2669 studenten, benevens een bloeiende,
nagenoeg gebeel Nederlandsehe kolonie te Siooi-
City. De hootdjilaaits van deoen «taat was tot in
1854 lowa-Citj, thaoB Des Moiues.
loir» RlTsr, een westelyke zöri^ier Tan den
Mi«siBBippj, is 480 km. lang en werd vroeger
door kleine stoombooten tot kwa bevaitm. Tegen-
woordig erditer ia zy alleen nottig door naar
si room versnellingen en watervallen, evenals haar
waterrijke zijrivier Bed Cedat, die ïieh 48 km.
boven haar moitding met haar vereenigt.
IpsOBonanlift of bToakworUl ji een genees-
middel, afkomstig van de wortel van verKhil-
lende vreemde gowsBsen. irtionderbeid evenwel
van Cephaelis Zoeeaeumfta W i 1 1 d. (lie de
atb.) Deze plant behoort tot de fMnilie der Rit-
biaeetën, groeit in bet wild in de wanden van
BrazilaC en wordt in Fem aangekweekt. Zij Ja
een kleine krnidaebtige, oveifclvveode plant met
een kaoopigigeleden. geriogden, krnipenden wor-
telstok. of)gerichten stengel, tegenover^slelde,
eirond-laocetvonmige bladeren en kleine tot
einditandige bootdjes Tereenigde bloemen met
een bais-seaotelvoriiMge, witte bloemkroon en een
5-tandigeD, liovenataniKgen kett. Uit het onder-
■tanitig Trachtbeginsel onvrlkkelt lieb een aanvail-
kelyk roode, later donkotlanwe steenvrucht. Zg is
reeds in >1S18 bekend geworden door de beschrij-
ving van PUo en MaregroB, dodi eerst in 1797
door den Pottogeeschen geneesheer Bernardino
Antonio Oomêt teruggeronden. In de wonden
van Braiilii is zg nagenoeg uitgeroeid. Haar
wortelstokken komen onder den naam van Jladu;
Ipeeaeuatihae ^riteae ü den haadel en bei>ben
een gryie, binine of swarte schors. — Een ande-
re soort Badü I^MoaiatAae nigrae (Êtriatae of
perumanae), is afkomstig van Ftveholria emeti-
ea L., ook tot de familie der Rvbiaeeeën behoo-
rende. Deze plant behoort te bais tn Pem en
Nieunr- Grenada en ondersebeidt zich o. a. van de
voorgaande door okselstan dige Uoemtroasen;
haar gedroogde wortels zijn voorts veel dikker
en dragen strepen Cf» een awarten grond. — Een
derde soort, Roda Ipteaeumhm undulatae (fa-
Tvnosae), is de wontel van eenMnjarige plant, die
Ipecaooanèia.
a twee planten, b een bloem, e een stunper,
b«de drievoudig vergroot, d een vracht,
tweemaal vergroot.
tot de Rvfttaowün beboort, namdijk
Riehardaoma teabn St. HU. Deie in Braiilii
en Mexico groeiende, heeft een behaarden sten-
gel en bladeren en een 3 ot 44iokkige, niet onen-
springende doowruclit met *ehi!dvormige laden,
en haar wortels ign onduideljik geringd en worm-
vomtig been en weei giibogen. — Ook andere
gewassen zooals Viola IpteakuiBÜui L, en Eupkor.
bia Ipetaeuanha L., leveren braabwortels. Dtm
bevatten nUe «en braakw<kk«]d alealoTod, hel eme-
line, dat in scheikundig zuiveren toestand lidi
voordoet ajs een wit, reukloos, bitter amakeiMi
poader met zeer ve^ftige eigenschawen.
Xpak, een stad in liet EDropeeMh-Torksehe
vilajet Kossowo, ligt aan den Z.0. voet van de
Noord^iAlbaansehe Mpa\ <n aan de Bistritza en
telt 10 000 inwoners. Hen Teriwmrt er tabak en
vruchten en teelt agden^Mn. Het klooeter al-
DigilizedbyGoOglC
360
IPfiK—IPOMOBA.
dMT w»» tot 1690 de i«iideDti« vu den Serri.
tehën p&tritreh.
Ip«rui, Joma van, «en N«dHl&iM}*ali geleer-
de, den 28Bten FAruri 1723 t« MidiMbuiK ge-
tmren, beioeht aldau de Lfttnn*ehe Bchool en
«tadeeide te Oroningen en te Leiden in de let-
teren en godgeleeidbeid. In 1748 iMid hg V'i'Po-
nent, kort durna predikant te LiUo en in lT&2
31 een dÏMertatio ,fk mondi meebuiuno" te
Hiningen m«e«ler in de irge kuisten en doctor
JD de wgrixgeerte. lo '1766 uDvurdde hg het
beroep (e V«ere. Toen liq t< Harderwgk in un-
mei4iDg bram voor liet professoiut, wndei ge-
kmen te worden, en hg op ign «ttndpliats on-
ungenMmheden onderToad, vertrtA hn in I77€
all predikant naar Bawia. Hier deed hjj den
7den Maait 1779 ign intrede, docfa overleed r«edi
den Uden Februari 1780. Van ign werken noe-
men wg: ,J)orii TisscherHang" 0747), .JProere
van laaUvnde all een wetenuh^i behandeld"
(Sde drak 17S6], „lotroductio in oommenUtto-
aem luam de OUdjae viaione" (1759) „Rede-
koDdige bedenkingen over de eomeien" (I75S),
„Nauwkeang en beknopt «ndenoek van het leer-
Bluk der H. DiieSenheid" (1762), „E. Yonng,
- klaagiangea of nachtgedachten, in het Nedcr-
duitKh aageaoogen" (1767), „Eiitoria critica
fidomaeoritm et AmalekiUiam" (J763). „IVee-
honderdjarig jubelfeeit dei Nederlandaclie vrjj-
heid eni." (1772), „Obadja, dieb^UMÜK opgehel
derd" (1776), „Blieven over het Sooglied eni."
(2 din., 1776), ..Kerteiiike hiit^rie van bet P«alm-
geiang ent." (2 dIn., 1772), benevana een unUl
verhandelingen in de werken van bet Zcenwsdi
OenootKhap van Wetenuhappen en in die van
het Bataviaaach Oenootsehajt van Kunsten en
Weten scha^^n.
Zpblora.tsfl, een Atheentch veldheer, onder-
icheidde neh eerst in den Boeotiw^n of Eorin-
thJichen (39&— 387), veryo;genB in den Tbebaan-
■ehen oorlog (378-— 362). H|i oiganiseerde o. a.
de peltaeten (zie aMaai). Hg toonde zgn gioote
vetdbeerstalenten in de sluren bg Iforiatbe (392)
en hji Abjdos (388). In 377 benoemde de Peni-
eebe Koning Artaxertt* bg het bestrgden van den
oproeiigen Hthtabanit in Egjrpte hem tot aan-
voerder dei QriekBCbe soldaten. Iphitrate», door
den nagierigen utraap PAornabonv in zijn
handriingen belemmeid, keerde heimelgk naat
Athene teiug (874) en itond in 872 de Eork;-
raetra bg, %e door de ^nrtanen werdaa be-
dreigd. In den Boadgenootenoortog weigerde bjj
(366) gevolg Ie geven aan het verlangen van zgn
medeveldheer CnaTe», om bg een bevigen etonn
niet ver van Chioi «en zeeslag te waj^en. Daarom
van verrisd aangeUaagd. ontkwam hg met moei-
te aan den dood! doch werd tot een hooge grid-
boete veroordeeld. Bg verliet nu Athene en ging
naar Thraeii, waar hg ia 352 «verleed. Zgn le-
ven agesefaiedenis is door Conuliiu Nepo» te boek
gesteld.
Iptalranlai m° dochter van Ammemtion
ea ,Clylemneitra, vo^ds anderen van rAcwtu en
Helena, maar door Clytsmnettra aUkind aange-
nomen, zou vorens den raad van den ziener Oai-
ekat aan Arlemü geofferd woiden, om deze go-
din te verzoenen, o^e, op Agtmumnon vertoornd,
door windititte bet oilzeileo der tot verovering
van Troje beitemde vjoot uit Atitii belette. On-
der voorwendsel, dat vj met AekiÜe» ia het hu-
welijk zoa treden, wend zg door baar moeder
naar het altaar geleid. Dodi op het oogenblik,
dat de opperpriester baar den doodelgkeo stoot
toebracht, wai a verdwenen en vervangen door
een biade, wier bloed ovei het altaar stroomde.
Artemia namelj^ had lieb over haar ontfermd en
haar in een wolik naar Taurii gefaiacbt, waar ay
de geredde tot baar priesteres veiliiet. Volgens
de afeehawelgfce gewoonte des landt moest zjj
ieder vieemdeling, die bier aajilandde, aan de
godin ten oller brengen. Toen nu haar broeder
Orttlet, wegene broedermoord in vertwgteling
rondzwervend, daar aan wal staftte, om ei volgena
de uitspraak van bet orakel het standbeeld van
Arlêmit te rooven, en aJB oflei der godin soa
vallen, herkende Ipkigetaa in den tempel liaar
broeder. Deze ontvoerde haai zalf en bet atand-
beeld en bracht beide in de Attische gemeente
Halae of Biauran bg Uaratbon, waai zg aU piiee-
teies overleed en aU dochter van Thttau in bet
stamboek der Oriekscbe haJtgoden werd vermeld.
Volgens PaammioM bevond zich haar graf te Me-
gara. Een andere gage venneldt, dat Arlemi»
baar met onitertelÜkheid en eeuwige jeogd be-
giftigde, waarna zü onder den naam van Orilo-
ehia op bet eiland Leuke met AekÜtt» in bet hu-
weigk trad. Ooderscbeiden volkeren bewezen ver-
der dat bg ben de dienat der Tauriiche Arlemtf
door tpkigatui is ingevoerd. Haar gesdiiedenia
heeft 'Vooral aan dramatische sohrgvers van onden
en nieuweren tgd een geliefkooede stof opgele-
verd. Zg ia behandeld door Aitekybu, Somhoelea
en Svripida in verband met de sage van Oreite*,
door Oottkê in zjjn „Ifdiigenia aul Tauris", als-
mede door Raein». Voor (
3.
beiwd
„Iphi.
door Oluek in zgn ,Jpbigenia in Aulis'
genia in Tsorii .
Ipolrl (eigenlgk, Slvmmer), Arnobt, een
Hongaaneh kustkenner, den ISden Oetaber']S23
te Ipolji-Eeazi geboren. Hg lefareel: .J^even en
weiken van Miehad Vereimaty" (1879), „Be-
ichrgving der heilige Hon^aaiiehe kroon en van
de Bon^aarscbe krooninsigniln" (1885), „Ge-
sriiiedenii der Middeleenwidie moonaientale
kanst in Bongarüe" (J863) enz. Bn overleed ale
biiscbop van GroHwaidein den 2den DeeenAer
lOog klimmende, deels eenjarig, deds
overblijvende, meeital kniidadttigc, sliD^erplaD-
, eldea struiken en boomen, met i^wiiaelea-
de, versohilleDid gevormde Uaderen en geiteeldc
okselstandige, vaak tot bijsehermen of aren ge-
lai^schikte bloemen met een 5-deeligen ot S4)la-
digen keJkeneenUok-of treeiitervormige, meest-
al leei groote. fraai -gekleurd e bloemkroon. Uit
het viudtbegioMl, waarop een draadvormige slgl
met een knotsvormigen stempel aiefa verheft,
ontslaat een 2-bokkige, 2-iadige dooivrncht. Ve-
le soorten beUien een knolvgrmigen wortelstok.
Daailoe behoort ook de balati. Onderscheiden
soorten ia de keeikringslanden. o. a. l.jmrga uit
Mexico, leveren den geDeeskracbtigeu jalApawoitel.
In den tuinbouw wordt de Ifomoea gdiruikt
ter bekleeding van firiielcn, hekwerk, mnren.
D,o,l,zedb,GoOgle
IPOMOBA— IRAN.
Mhattiii^en, «palieKD en palen. Veel soorten lijn
eenjaile en worden ia «urne hakken njfgeiaaid,
ïooab 7. Nil en I. vulgarii. Andere kunnen «p
een twtchut plaatije aan den open grond vorden
toamrtrouwd, tia l. purperen, I. eoednea, l. bi(-
eola en l. kederaeea. Andere worteD knnnen wei
goed Tan atekken yermeetdtid worden, zooali I.
pandvriOa, I. ternala en f. Leari. W«er andere ten
ikrtte laten lich ali vaate planten hel beit door
deeling TernienigTuldigen. De bdangnjktte aooi-
ten, waaronder met tajrijke Toot den m in-
bouw waardeTolle variiteiten ijjn: 1. «erneolor,
I. purpurea, l. kederaoea, I. mexicana, I. on-
gusHtotia, I. ooeemto, l. LmdAeimeri, l. digitaU^
I. Borttalliae, I. temula, I. Bonariauii, l. fUtu-
lota, l. leptopKj/lla, l. Learii, I. jnlappa, 1. gran-
dUlom, L Wolcotliaiui, I. H<mtingii, I. paniötlata
en /. pentaphylla.
I»olltof-Iivuiot, Miehaet MtehaUowilaj,
een l&iBBiaeli eamponiit, werd den 19den Novem-
ber 1869 te Oatijina geboren, stndeerde aan liet
eonseiTatorinm Ie St. Peterabong werd Id ISS'J
directenr van de maziekflchoo! te Tiflia en teffens
dirigent ran de eymphonie-coo neerten van het
kejierlök Rnssieeh Mmiek^ezele^a^ aldaar. Se-
dert 1898 ia hg leeiaar in de compositie aan bet
eonserTatoiinm te Mogkon en Tan 1899 af ook
opera-dirigent. HH «)hr«ef; een ^jnphonte,
DDvertores, fcixjrwenen, een fiiano- en een atrök-
kwartet en de t^era's „Ratti" (>18»7), ,Mit-"
(1900) en „Het Verraad" {1911); verder «en theo-
retisNi werk over de aeeoordenleer en een stadie
i.Ueiber das gmainiaehe Volkslied",
Xpsumboul of Ibtambtml. Zie J bit-Sim bel.
Ip«»ra of Psara, door de Ooden Psyra ge-
noemd, is een klein, rotsachtig eiland in de
E^Isdie Zee, 18 km. ten westen van Cbiot en
beslaat 90, met Antipsara 97 v.km. Eet Ulde
T*Jr den Wrieksehen Trifheidsoorlog SOOOO wel-
varende inwoners, die lidi vooral foet de seevaart
besig bielden, doch werd den 8den JnJi 1824, in
weerwil Tan een dappere verdediging, door de
Tnrken TeroTecd, Terwoest en aitgemoord. De
evenioo genoemde hoofdstad telt thans nog wei-
Big meer dan GOO inwoners, dte door de vJMche-
rïj in bun onderhoDd voorzien.
Imiu, een stad in Elein-AiiB en wel in het
landschap Groot-Fhrygil, is bistorisdi merk-
waardig wegens den slag T«n 801 v. Cbt., waarin
AnUgomu en iqn loon Demetriut PoUoreeUt
door Selewiu Sieator, Plolemaeo», OanatuUr en
l/yimaeiult overwonnen werden en loowel rjt
als leven verloren.
Ipswloh, een conntyborough (vroeger tot bet
Engdsebe graafediap Snftolk hejioorend), aan
dMi spoorweg en aan den bev»ai4>aren Orwell ge-
legen, die in bare nabijheid iji de Noorihee uit-
mondt, telt (191 1) 7S932 inwoners. Men vindt
er talrgke- oode gebouwen, sooals de 8t. Harga-
retbakerk. Sparrowes Hoase, een mooi stadfanii,
hel postkantoor, de St. MarTfceA, het gjinna-
sium (1565 gestieht). tiet masenm. de biblidtheek.
drie groote parken en een krai^innigengestioht.
De Blad werd in 9dl en dOOO door d_e Benen ver-
woest. De indastrie is er levendig ói bondt lieh
Toora] beiig met sdieqisbonw eo de tafcrieage
Tan machines en laiHlbonwgei'eedsebi^ipen, bier,
twp, papier- en kunstmest.
Xpnrioli, een stad in de Britseh-AustraUtehe
kolonie Queensland, ligt aan de riTJer Bremer, is
een kruispunt van spoorwegen en lelt (.1914) met
de Toorateden 25 000 inwoners. Bet district heeft
uitgestrekte steenkoI«ilagen, die vrg aan de 4^
pervkkte liggen.
Xqalqas, de hoofdstad der provincie Tara-
(laea en Tan het departement Iquiqne in Chüi,
igt op 20> 13' Z. Br. aan een ruime en veilige
baai Tan den Orooten Oceaan, maat ia wegens de
rotsachtige kust en de sieike branding moeiljik
te beretten; een golfhr^er en esu üienwe mole
ign in de laatste jaren geiwuwd. De stad telt
(1907) 40171 inwoners en werd den ISden Ao-
Ïnatus 1868 bqna «dieel, den 9den Dei 1877 ge-
eellelgk door aardbevingen verwoest. Spoorwe-
gen verbinden haar met Piaagua en met de sal-
peter^/)even in bet bEnnanlaad. De uitvoer tie-
staat bgna geheel nit chili salpeter, verderuitjo-
dium, lilver en borai. In de nabnbeid had in
1879 tussehen Feta en ObUi een veldslag plaats.
XqtiltoB, de hoofdstad van het Petnaanaeha
depBT(«nent Loreto, werd eerst in 1862 gesticht,
ligt aan de Atnazonenrivier en telt (1915) 10 000
inwoners. Men vindt er «en leviandig scheepvaart
verkeer en Uitvoer van viaeh, hoeden, tabak,
koffie, eaootehoac «ni.
Xra, een hergvesting is bet N. van MessiniB
bü iiet tegenwoordige Kakaletii, is' beroemd
(± 670 T. Ohr.) i
oorlog (lie aldaar).
Irade (Turkse^ ^ wil) noemt men In Turfcne
een kabinetsorder van den enltan, die uit de
ksnsdaru van bet palsis direct tot den groot'Vi-
sier gericht wordt. De veidere bekendmaking ge-
schiedt door den groot-Timer.
Irak-Ad«Jml is de naam Tan een vroegere
Persiscbe provincie. Zg omvalle tiet grootste ge-
deelte van het oode Hedifl en grensde tan noor-
den aan de provineiSn Aserbeidsjan, Qilan es
Masenderan. ten oosten aan Oborasan, ten suiden
aan Eirman, Farsistan en Choesistao en ten wes-
ten aan Ardilan en Loeristan. Thans is tS in on-
geveer 20 afzonderlüke districten Terdeela.
Irak AraM, een landschsm in het «idoos-
tel||k gedeelte van Asiatisch Tttrkjie, omvat bet
Z. Tan bet tegenwoordige vilajet Bagdad en het
N. Tan Basra en Tonnt een nilgeatrekte visite
aan den benedenloc^ Tan den Tigris en Bofraat,
die «r lieh tot de Sjat-el-Arab Tereeoigen. Het
land ia ten westen van den Bofraat een land-
woesttjn, maar voor bet OTcrige, TOoral aan de
oevers der rivieren, vruefatbaar, maar weinig be-
bouwd. Dit was anders in de dagen der Ontflteid,
toen er aicb de booldsteden van aansienlöke rg-
ksn veihieTen en de lanittMuw Uoeide. Thans h-
Tcn de inwoners in ellendige dorpen of leiden «en
iwervend leven. De belsnzr^kste steden zgn Bag-
dad. Basra en Hesjbed Aii, het voomaamste bei-
ligdfHn der Sebiietisehe Penen.
Iran, finm, ^tron of Arytm beteekent oor-
spronkelgk Ariflrs en land der Aritrs, in tegen-
stelÜDg tot Anertm,^ Anaami, Aaarj/tm (= Niet-
Arilrs, Isnd der Niet-AriEri). De officiBele titel
der Sassanieden was; koning der koningen van
Bran en Aneran. In de plaats van Aneran kwam
sedert Firdoesi de naam Toeran. Bg Strabo wotdt
DigilizedbyGoOglC
IBAN —IRENE.
de aatin Ariaiia lot de piOTiDcilD Qcifa'Mifl,
DraDgina, Aiaehosii, Paii^iiiiiiu, Aril, PaithiC
en KarmaniB beperkt. De qigk«rftehTiIteo li«bb«ii
geea lerumriiuam voor de ArJKbe Undeo; fact
Zend-AT«at«, dat Arisebs «a niet-Ariacbc landen
□Bd«FEeheidt, noefo-t bet «p Un plaate «ry-osoy-
am ~ Ktel dei Ariërs. Huub ü Iian in eu^ien
lÏD de officiMe naam voor bet Nieaw-PeniKbe
Rijk (lie -rerder de aitikelen Axië en Penië).
Iruilirs noemt men een groep Tolken, dj<
de iTauieehe talen spieken. In de Oialheid be
hoorden daar o. a. de Peiien en Meden toe; te-
genwiKiTdig de Panen, de in FeniS en Vooi-In-
dij Teispreide Panen eo Tadajik, de Peniicb
■prekende bwolking Tan Algtuniatan, Beloedsjii-
tan en Taikistan, de Eoerdes tn Loeren, de
Alghuen, de Omten (Kankaant), de Tat (Bi
ken Teiichitlen seet in liduNtmibaaw en fteeciia-
Tïng, een gevolg' Tan jtnaeagiag met andere
volken. Terwijl de Iraniln over het algemeen
dolieboc^barf en donkeiUenrig igu, tgn de Ob-
(eten en Galtsja brabyc^haal «n blank.
UtterkuiuU.
IrawMU of Irawaddy, een der aaniienl^ate
ritieren «an Aebtier4ndlS en de hoofdrivier Tan
Birma, ontspringt nit twee fcionoen, de Mallkha
(groole rivier) en de Hekba {kleine rivier) lyf
de Z.0. hriling van den Namkioe op de Z.0.
Srens vm Tibet. 'Deze vereenigan «ch op 26* N.
r. en 97« O.L.v.Or. tot den Irawadi. Deie
(troomt eerst niidwaarts en kiijgt als voornu
■te iniivieren den Mogdung (boren Bhamo)
den Moe (beneden Handale) van redts, den Ho-
le en den Taping van links. Ten Z. van Bhamo
ina nog aU linkengti vieren da 8ebweli (Locng-
kianff) en de Hjitige te noemen. Van Bahma af
wendt de rivier lidi dut bet N.W., maar fa
neemt apoedig ign znidelgke licfatine tot A'..-.
waar ijj een boog -vormt, tot tij van het westen
haar voornaamste inrivier, den Kwia-diiD, op-
neemt. VMr dien t^a beell ig aich in drie di^e
Moven «en weg door bet gebergte gebaand, waar-
van de bovenste het Terdere sloombootvericeer
betet. Beneden Awa stroomt de rivier in leer
t^rqke bochten laidwest-, van Paean tJ ta\A-
«sarts. De 'breedte bedraagt aleehtE iOO m.. daar-
enttven bg Thajet^njo (18 km. midelijker) 4800
m. Bij Prane begint de nitgeitrekte delta. 145
km. van de lee leikdt de Irawadi iqn eersten
(westelijken) arm nit, die al« BuieinrlTier dicht t>g
Kaap Negraia in lee stroomt. Ten zniden vos
Hensada Tolgt een smaUeie arm oostwaoirti en
Tsreenist xien ttjj lUngoen met de Hlaingiivier;
de bootdstroom mondt, lieh steeda splitsend, met
9 armen in de lee uit. De Baenein en Rangoen-
arm zjjn de «enige, die van lee ait bevaren «nn-
nen word«). De Irawadi, de levenaoder van Bir-
ma, 'ie TOOT de scheepvaart leer «maktelülk en t«t
Bbatno voor etoomsche^n. tot de gienc Ata Chi-
neetche prorineie Jannan ook voor grootere pra-
men bevaaiiiaaF. In den laataten tga ign groote
indykisgen aangelegd en worden vooitgeiet, om
de overstroomingen te h^ieiken, 'Langs de riviet
loopt een qtoorweg.
IrUt, een arTondiasementsbooIdplaatB in bel
Buasiiebe gouveiDeoient Penn, un een gelgk-
namige lürtvier der Nitea, en aan de apooFlyn
Jekaterinenbarg— TJoemen, tdt (IBIO) 20 700
inwoners, Hen Tindt er 3 kerken, 3 acholea, een
sebouwbarg, «en beurs en een groote mis, die
r rende de maand Februari gebonden wordt eai
lot 80 000 menschen vereenigt. De belang-
rqkale bandekartikelen zü» thee, manufacturen
en pelteqien. De stad neemt ccbter in beteek^i
af. Zg Btaot in geregalde veifcinding met de ste-
den aan den Tobd, Irtjich en Ofa. Z^j werd Ju
1633 door de TaUren gesticht, die luMr Irte^j
noemden. Later kiwamen er, na de ontdiUing tmi
ÜieimJiDen, Anasiacbe kolonisten.
Irdbls (Sanskriet) is de eamenratting vu de
tien bovennatunrlöke occulte krachten in het
Boeddhieme en Brahmanieme.
Ir«lutd, ioiut, een Roomscb-Kalbolici eees-
telüke weid in -1838 te Burncbnrdi jn Ierland
gelMrea, verhuisde met iqn ouderg naar de V«r-
eenigde Staten Tan Amerika etndieerde in Prattk-
rgti in de ^odgeJeerdbeid. In 1861 werd hij ie St.
Paul in Minnesota tot prieeter gew^d, bekleedde
TersdiiVende keikdifke ainbten en werd in 1888
oattibiHChop Tan St. Paul. Hij was ees der voor-
bet moderne AmerikoanMhe katho-
lieisDie, waacvan hq blük gaf
Pariis g^ouden Toordramten _ . .
,7rbe Ohureb and modem eooet;" (1897).
Van hem ver-
Xranasm, een Griekaeh kerkvader der 2de
eenw, in Klein-AsiJI geboren en een loerling i
van L;on. waar hö in 202, bg een iverrolgiiiK
der Christenen door keiier Seesrus. den mortel-
dood gestorven moet xjjn, wat echter niet ge-
■ebiedknndig vaststaat. Hn werd heilig ver-
klaard, en iga gedachtenisieest wordt op den
28sten Juni gevierd. Zgn liehting zoo men een
keikeli^-realiBtiEche knnnen noemen, daar bg
met eauwgeietbeid vasthield aan de OTergelc-
verde leer en, afkeeiïg van aVe Jiespie^ling, lich
bepaald venette t^en een reeatélgke beraion-
wiog of uitlegging der ^escaiedk'andi^e feiten
Tan het CbfisteDdom. Bg het bestrgden van
gnoetieieme legde hg veel scherjninnigheid en
geleerdheid aan den dag. Niettemin tr^htte hq
zooveel mogetgk den Tiede te bewaren en in den
strijd van Vietar, hÏM&eba^ te Rome, t^ien de
Kerk in Kleiti-Aiil aU bemiddelaar op te treden.
Zijn voornaamste geschrift, omstreeki het jaar
180 oMeiteld, èevat «en weikrlwBiag ■na de
verschiHende partgen der ^nostiü. Bet is in een
slechte LatgDi<^ vertaling onder den ti-tel:
„Contra ^aereticoE" bewaard gebleven. DaairHi
is een uitgave bezorgd doot Harreu ('Cambridge,
1857) en Stieren (2 dln., 1851—1853).
Emi andere Imaeai, 'bisschop in SjrÜ, atierf
den marteldood in de Sde eeuw. onder, de regee-
ring van keiier Diocleliowu. Zgn .gedenkdag is
de 25ste Maart.
Itvna of Sirene, de godin dea Vredee, een
dochter van Zetu en Thenit en de jongste der
Horen, komt in de oudere tabelleer niet voor. Vol-
Eeni Pautaniai stonden 2 beelden van haar in
et Pijtanénin te Athene en VeMpatiamu wgdde
haar een prachtign len^>èL.
Xrens, een tirieksolu fcslHria, loowel ver-
D,o,l,zedb,GoOgle
IRENE— miAIlTE.
DMArd om hui geeatigbtói ta BchDoaheid kis be-
rnefat wegens haat ondaagdw. weid omttKeki
752 te Athene geboren en trad in 769 in het
howelnk met denUteienkeimrI«oIF. Nadieng
dood i7S0) plutate iq lirii, gegtennd dooi d«
Krtn dei atiDzienlijken, op den keiieilöken tioon.
787 bdegde ig te Nieaea bet ie?ende oeemoe-
niaebe concilie, waaidooi de beelden T«i«eiiiig we-
dei ingevoerd werd. In 790 gelokte bet haar
soon Koiutanign iiaai van den tioon te verdrin-
gen en >ieh k« te nUen van baar Tetderletg-
ken inwjoed. In 797 liet zg baai loon in de ge-
langenii werpep en van het liebt der oogen M-
looven; koit daarna overleed hij. Z\j was de eer-
tte vrouw, die heeT»rfiW[MJ voerde over het Oos-
tenehe Eeiierrijk, Zg nad ondeiKhekJene aan-
sienlqken tei dood doen -veioordeelen en, i«c be-
Tettiging van taaai troon, bet öerioit genCHnen
om met Karei den Öroote in het hawelp te
den, toen ia 802 Nikephore» tot keiser ait^roe-
pen weid. Deze venbMide haai naat bet eiland
Leri>ai, waar iq den 9den AagDstu 808 in e<
klooster oveileed.
Irsiie, een doetatct van den ByiantjjnsdK
keiwr lüiak IJ Angeloi, weid eeist met Rog»
lil, den lOOn vin Tanered van Sieilii, verloofd
en naar Paleimo gezonden, kiwam in MM na
ïtogtra dood en de veiovering van het rijk dwr
ifendrüb VI in diens macht, die haar, nadat vq
tot de R.-Eatiiolieke K«^ was oveigegun en
den naam Maria bad aamgen«men. in lil97 met
zgn jonfferen broeder Phüifi van Zwaben deed
ImweD. Irene, die „een rooi zonder doorn en een
duif londei gai" genoöud werd, overleed dan
2TBten Angnstns 1208 op den bnieht Stauleo.
Ir»B« H de gemaHn vu pnu Hendr^ van
Fruiten (lie ald&ar),
Ironlaoh noemt men op kerkel^k gebied te
richting, die, afkeerig van thetriogisehe oneenig-
heden, itieett naar Teisoening tusschen de ver-
sehillende chriiteli^e leer ricfa tingen.
Ir«ton, Henry, een Brit«eh generaal en in-
Tloedrgk <taal«man gedatende de omwenleling
onder KoreJ I, w«id in I&ll in bet eiaatsch^i
Nottio^am geboren en bestndeeide de leehts-
jeleerdheid. B|) het uitbarsten van den baiger-
eorlog stelde ihg zieh ter beBchikking van de Par-
lemen te pa rtjj, trad in het ^owelj^ met «en doch-
ter van Cromaell ea beUeedde weklra den rang
van commissads-geueraal. In den sl^ van Naie-
by ('15 Joni 1645) voerde bü bevel over den Jin-
kervleWei van het Parlemental«g«r, streed tegen
prÏDB Ruyreeht xan de Polls, leed de nederlaag
en werd gevangen genomen, maar dcMi bemidde-
ling van Cromweil spoedig weder op vrye voe-
ten gest«ld. Door lüi-^^'i maar dweetrziek ka-
rakter, ign moed en overleg verwierf hij, na
CromwsU, den groot«ten invloed op den loop
der omweiïtelirg. Beiden poi^den het Parlement
san het lecei te onderwerpen en den konine, na-
dat deze door de Schotten was uitgeleverd, ten
val te brensen, Als een der ijverigsle Indepen-
denten werd hn lid van de Imitengewone recht-
bank, die bet doodvonnis aiteprak over Karel I,
en toen üromvetl met de nitvoering daarvan
talmde, droit? Ireton er met kracht op aan. In
1649 vergvielde hij ign schoonvader om Ierland
tot onderwetping te brengen. Toen Oromwell in
' 1650 naar Schotland vertrok, blaatte Irelon
zich met bet oppeilbe>vel in Ierland, waar bn in
1651 de laatste vettiiie, Limerick, die nog altijd
weerstand geboden bad, veroverde. Eenige dagen
daarna (26 Novend>er 1651) werd hij door de
koorts weggerukt, nadat bjj een groot gedeelte
der liezetting had doen ambrengen. CromaeU
deed hem in de Weatmiofiterabdij bijzetten;
doch na de reitanratie weid zgn gebeente of^e-
graven en (menljjk verbrand.
ItgiM ie de naam van onderBcIwiden rivier^
ia Rusiaiwi. De QrooU Irgii, in het gouverne-
ment Samara, aatBOriagt op de imdwesteli^e nit-
loopers van den (Aajtsjii Syrt, vcdgt een weste-
Igke lichting en mondt tegenwer de stad Wolsi
met drie armen uit in de Wciga. Bnar kronke-
lende krop beeft een lengte vba ongeveer 1000
km., ofsmoon baar oorsprong en ha^r m<Hid in
rechte Ign slechte 5S7 km. van ekaoder verwg-
denl lijn. Zij is van den mond der Koeejoem at
bevaaibaai.
Ten nooiden van deie riivier en in hetaelfde
Soureiuement monden twee andere zijrivieren in
e Wolga uit, n,i. de KletM Irgu (<160 km.
lang) en de 3eUm Irgie «f Tijagra <1S0 km.
Uog).
Een andeie /rots, in bet Bussiacti Centraal-
Aziatisch gebied Toergai, stroomt loidoostwauts,
heeft een lengte van 480 km. en vereenigt lich
met de Toergaj, waarmede i|) nibmoDdit in bet
Tsjalksimeer.
IrhoTen, Willem van, een Nederlandsdi god-
geleerde, den 2den November 1698 te Eessel in
Nooid-Biabant gebbren, bexodA de Letgnsche
school te 'g-Hertogenbosch en vervolgens de aca-
demie te Leiden, waai hjj zicb toelegde op de
theologie eu de Oosteisehe talen, alsmede op de
wijsbegeerte en de scheikunde. In 1720 verdedig-
de h|j een veiha-ndeling „De inteUeetn, faeultate
BctWa", en een jaar later werd bjj op een disaer-
tstie, „De spatio", bevorderd tot meester in de
vrjje kunsten en doctor in de wijslwgeerte. Nadat
hü in 172S tot ^itoponent benoemd was, ontving
hij een beroep naar Ede bjj Ambem. en nadat
hn bedankt had voor een betoep naar Sluis in
Vlaanderen en voor den leerstoel der wijsbegeer-
te !e LincH), aanvaaidde 4iij den IBden S^tem-
ber 1737 net professoraat in de theologie aan de
hot^Bschool te Ulrecbt met een redevoering ,4)e
s^ientiae christianae impediraentis", wa&nna
hem in 1740 ook het onderwije in de keilteeschie-
denis epgediagen werd. Hij overleed te tltreeht
den ISden Nóven^r 1760. S^ bebooide tot de
Voetisansche BjjPMlverklaaiders en schreef; „Con-
jectanea philolwico-eritieo-theoiogica in Paalmo-
lum tilnloa" (1728). „Oronden van liet verzekenl
^ristendom" (172Ö), „De poliDgeneei Teterum
etc." (1733) en „Canones Syoodi Nationalis Dor-
draeenae etc." (2de druk 1787).
IilATto, Juon de, een Spaanacfa letterknudige,
den ISden December 1702 te Oiotaiva <n^Tenv-
lif Fe geboren, studeerde te Parija en te Rouaan
in de oude letteren en in 1724 te Hedrid in <fc
reebten. Hier verwierf hü de ivrieodsehap vao
Juan Ferrera en ontving door bemiddeling van
dezen een betrekking hg de koninklgke biblio-
theek. In 1732 weid hij bibliotliecaris, in J742
toUt 'bij bet toinialierie van iBaitenlandsche Zaken
D,o,l,zedb,GoOgle
en in 174S ]mI der SoainUqlce Aextemii
ov«rlr«d den 23«ien Angustni 1771. Tot iqn tw-
Un^rt)kste werken betKwren een ettriivaa tui
it QütkMbt faandBchriften der kooiid^jke bi-
bliothMk, wurvui ileclrts bet eerste d«el in bef
licht TerBobeea (1769), «en Latgneebe spraak-
kunst, waanan bij geduKDile ^neel zfn leren
gewerkt bad, doch welke eerat na lön dood dooi
lijn neef Toma» dt IriatU nHg^ven w«fd
(1771) en eiodelük liin Lat^uMhe «s SpauMhe
pnntdiehten en ^leeEwoordeo (Ttlrantt), welke
IrioTh, Tomat de, een Spianidi diditer en
een neef tmi den Toorgvanae, den 18den Scp-
teffltwr 1750 te Orotara op Teneiifte geboren,
stndeerde eerst in ign ^«booiteBtad en later on-
der leiding Tan ign oom te Madrid, waar hjj lieh
toelegde op onde «o nieuwe talen, dicbtfcaiiEt en
ttinüA. Op zgn onder het anagtam T»to Imireta
nitgegevea eomedie „Hi^^r que baeemos" (1770)
volgden ODdergebeiden Tertalinven Tan FranKhe
drama't en eenise oortpionkelgke sttMcen, waar-
onder de blijspelen „La seSorita nial eriada" en
„El Kltorito mim«do" (1788). Na bet orerlöden
Tan lün oom werd hg als diens fSfnolBei be-
noemd tot tolfc tq het ministerie van Bnïten-
landaelie Zaken en in 1776 tot aniiiTBiia b» het
Hoog Ifilitair Gereehtïbof. Toora] ajn leerdicht
„L* musiea" (1780) en „Fabulss literaiias"
(1782) beiorg^en hem grooten roem; ig werden
bg hertaling gedroÉt en in onderseheideD EnrO'
peesetie talen 0Terg«zet. Ook TertaaUe hij d<
eerrte 4 boeken der „Aeneis" van FiV^'Iiim en
TCrTa4n]i^e fn opdiadit tn graat Flonda-Bian-
ea onderMieiden sdmolboeken. Verder bezorgide
hg in 1787 eene TeraameÜDg van ign weiten in
6 'deelen, van weHce na >gn dood een nitgaire in
8 dealen reraeheen. H^ oveiieed den 17den 8ep'
tember 1791.
IiiArtea R- «t Pap. ia de vaam tbs een plan-
tengeslacht uit de familie der Palmen (Palma-
eetën), thuJebebooieUde in Pen en Brasiüf en
Toorrien Tan InohtworteU, die den stam dragm.
Tot de meert bekende soorten beboojen: de ge-
wone wospoJm (l. mdieola S p r e n g.), die 60 m.
boog wordl, met Tindtelige, met een itlTeraehlig
dons orerdekte bladeren ter lengte Tan 6 tot 8
m. en een wasaf schei denden stam, op de Andei
ter hoogte Tsn 2000 m 8500 m. te Tinden.
Irtdxwpin of lüehaekügett is de naam eener
eeniaadlobbin plan ten familie met de volgende
kenmerken: Iret bloemdek is kroonaebtig, Mven-
atandig, bnisrormig, 6-deeIig of O-spletig met
geiyte of ongedijke in 2 fcranMn geplaatste slip-
pen. De 3 meeMraden staan tegenoiei de bni-
tenate «lippen van het bloemdtk, agn daamede
gewoonlj^ aan den voet saAmg«groeid of staan
ook wel vrij, ign somtgda min oi meer tol een
bais vereenigd en diagen IsngwenHge, aan de
binnenz^ OTerlanga openapringenoe helmknop-
Cen. De atgl loopt uit in 3 takken, die w4 eens
lad- of trompetTormig nilgebreid ign en teeen-
over de meeldraden staan oi hiermede afwiwelen.
Het onderstandig Tmchtbeginsel ia S-hokkig, 3-
kleppig en gewoonlijk Teeliadig. De 8-kanti-
ge ot 3-lobbige dooavrndit springt met klep-
pen iKwn, en d« uden ign gewoonlük hoekig
of «edmkt, beUMO een fierkament-ledcraehiige
hnid, hoornaehtig of vfeeiig kiemmt en een rechte
of flauw gekromde kiem. Deie familie omnt
kruiden, sclden halfbeeaters, met een bol- of kool-
TOimigen wortelstok, iwaard- of Ignvormige en
reebtnerri^e bladeren. De bloemen zgn tMt het
ontluiken in TÜetioe bloemaeheeden teriKirgen.
De 30 tot 40 geslachten deier tamiliie teHen om-
streeks 600 lOoHen; zij behooren TooraJ te buis
in de keerkiJDgsgewesten. In ons land rindt men
slerfits de geMaebten Croeuï en Irit. VeJe soor-
ten behooren tot de sierplanten. Zie Toorti Oroetu
Irldlne (CtaHf^n) ia een glncoeied, dat ia
den wortel Tan bet viooltj» Toorfcomt. Hel smelt
bg 208*. Door Teidasd nvTelinnr wtirH b«t ont-
iMd in dmirrensuiker en ingenien (CuHuOa),
dat bg verdere ^Htsing, onder inrioed faa ka-
linmlijdToxied, mieFanmur, tri (Ben mar (GiaHu
0<). een aromaliteh oirinnr en irelol iC^Xt
H,(OH).) geeft.
Iridium, atoomteeken Ir. Dit metajJ komt
allnd in bet platinaerta Toor; in grootere faoe-
veelbeden Tindt men het in het {latiniridinan en
oemiridium. ertsen, die bet boTengenoemde al-
tijd lergeiellen en die voomamelgk uit iridinm,
osmiixn en platina bettaeD. Eet loivere iridimt
beeft een groote rol gespedd bg het verTaardigen
Tan de noimaaJ maten en gewiditen, omdat een
alliage Tan 9 deelen platina en 1 deel iridium
aan alle eiadien Tokloêt, die men aan het te ge-
bruiken materiaal stelde. Aan Devilie en Debram
werd owediagen oit een 95 piooentig alKa^ xm-
ver iridinm te maken. Dit Mliage werd met faa-
rinnmitraat gegloeid en de inaata met water be-
handeld. Het reaidn, dat uit iridinmozied en ba-
riitfflotmaat bestond, weid met aalpetersoDr ge-
kookt, waardoor bel oiminm als tetraoiied ver-
vluehtigde. Uit de Terkiegen oplossing werd bet
'" al« iridinmoiied met barjtwater neer-
du opgelost in koniogawater en 4iier-
iridjomammoniiimdiloried neergcslsgeo.
g gtoeiing Tan dit reaidn bleef iridiom acbter,
dat eebter nog kleine hoeTeelheden platina, ni-
thenium en rhodiam beTstte. De foasaa weed met
uJpeter ^loeid, nitgebiokken met water, waat-
door fcaliumrnllienBBt in oplosiing ging, en bet
residu met lood geamoKen. De Teftr^en legnlna
gat, na ^bebandcling met «alpetenunr en konings-
w^ter, luiver iridium. Het it een moeilök amelt-
haar metaal, iniT«r wit en bg lage temperatnnr
zeer bns. Bet aoortelgk gewicbt ii 22,42. Het
fgne poederTormige metaal, dat zidi uit een ü-
cobolisohe oplossing Tan bet sulfaat in bet aon-
lieht afset, is een «terke kataljsstor. Van bet iri-
dium ign 2 oijden bekend, het iiidinmsesvoi-
oiied (InOi) eo bet iridiomdioiied (IrOi). Van
bel eerate zgn de irido-, van bet tweede de iri-
dizouten afgeleid. Van belang zgn verder de iii-
dammoniDmiouten. Het atoMngewiebt 193.1 ia
het eerst dooi Benelnii bepaald, later naawken-
igw door Seuborl. Het emellpnot ligl bg 2300*
Iris of de Regenboog, de dochter tru Tiunt-
lai en Kleetra (een dochter Tan Oeermo* en T#-
thys), de suster der Harpyen, een maagddfke
godin, ia tc^ds de Gneksdie tabeUeer, met
irfagen,
t ds i
DigilizedbyGoOglC
Hennei lia iiuiinelökcn bode, de bodm fan de
ren, inionderheid van Zeu* en Hera. Zjj K^eidt
lielen der atgvstorreB Tronwen nui de On-
dnweield. Zy mrdt Tooifcstdd als e*n Ecboone,
geTlengelde roeagd met een faentut«nstftf en e«n
bloem. Eerri later gold ig aU penoBÏËcatie Tan
den regenboog.
Iris i« de DMHD van «en plantenceRla^t —
meer dan -170 soorten omvattende — dat befaoort
tot de [imilie der IridaeeeB», welke lich ken-
merkt door 6 bloemdekbladen, 8 meddraden, «en
3-èokÜKeD eiM&per, dooreen ondeTBUDdisvioebt.
beginBeï eo door kntdien of wortelatokken. De
irie beeft borizontaie, knolvoimige worteletci-
ken met korte leden, en stengels, die lange,
amalle, afwissdend genUatste bladeren dragen.
!> bloemen litten in de oksele Tan edieedeioi-
niige schutbladeren. Voor den tniDbonw ign
Tan belang: ^aanidie iris. Irit küponiea; E^-
gdtehe irii. Irit angliea; iDnitsebe iiie, Iri* gtr-
mamea; Siberiaehe iris, Iris tUtiriea; J^anèAa
iris. Iri* Kiumpteri. Van elke groep komen reel
tniuTOrmeo yoor. Zoowel toot beplanting Tan
perken, waterkanton, groepen fnsaahen heeaters,
1^ TOor het lorceeren in het TOOrjaar en bet ge-
brnik daarna Tan de Uoemeit \% Uoennreftén
ign de irissen in den laatsten (Ad bnzonder ge-
sódit. Borendien worden nog tcm gebrast: Iri»
mimtfo, Irit florentina, Iris retieulata en Irii
Vooral de Tormen Tan de Japansehe iris ign
in den laataten tgd zeer geioebt. Ze enderscbei-
den lieh door groote, fraai gekleurde bloemen,
die, mita ie in knoptoestand algesneden en on-
middellgk in frisch water worden geplsatet, lan^
saam openkomen en dan rrg iang in denzelfden t^-
stand MiJTen. De TermeerderiDg ^aofaiedt dow
laaien en deelen, In de eerste wgie TÏndi men
een middel om nieuwe Tormen te Terkrggen. De
laatste patt men uitalaiteod toot den handel toe.
Alle iriasen verlangen een matig voehtigen, goed
doorlateoden grond. Om de 3 i 4 jaren bebooren
de oode planten opgenomen, Tan oude deden Mt-
daan en daarna lo goed toebereiden, Teneben,
matig iteik bemesten grond geplant te worden.
Enkele der meest -belangrqke soorten oga: l. hv-
mdit, /. Hartwagii, I. ruthenica, 1. Delavagi, I.
loitgtpetahi, 1. anguieularit, l. braettata, 1. mis-
•oMrieiint, /. eerMüotor /. earoliana en /. hen-
gafa onder de aeer Tek andere.
Irlfl is de Latgnscbe naam tooi bet regen-
boogrliei in bet oog (lie aldaar), frttie de vaan
Tan de ontateking Tan het regeuboogrlie* (lie
OogtiekteM bg bet art. Oog).
Xiia««ren. Hen uot, dat een liduam iri-
«eert, wanneer bet de klenren Tan den regenboog
Tertoonl. Dit TeisebQniel neemt men wur, wan-
neer bet liebt door uitent dunne laagjes stof Talt
(sie Interierentie). Hen kan dos metalen ol glas
laten iriseeren, door er een oitertt dnn laagje
kunstmatig of te bren^, wat meestal langs
^Taniseben weg geaebiedt. Het loogenaamde
itiiglas wordt Tenregen door bet nog wanne
glas bloot te stellen aan de dampen, die men
Terkrijgt door verbittiag Tan een mennel Tan ba-
tiumnltrsal, strontinmnitraat en tin^omur. De
JDwerking mag <ledbte korten tgd daren. OA nr-
fci^gt meo Iraaie iriaeffeeten, wanneer men bel
765
warme glas blootstelt aan de dan^n Tan een
mengsel bestBande uit loutzoor, tineblorunr en
lihemitraat.
Irko«tsk, een Rassiecti goaTemement-gene-
TBal Tan Oost-Siberii, bestaat uit de gouTeme-
menten likoetsk en Jeoieseisk en het gebied
Jakoetrii en telt m 6 354 653 t. km. (ISIO)
1 849 600 inwoners. Het gouTernement IHioetA
grenst ten westen «an ^t gooTetnement Jenis-
eeislc, ten noorden aan Jakoetsk, ten oosten aan
Jakoetsk en Trans-Ba ikalii en ten zuiden aan
China en telt (^ 65K 1 Öl t. km. 674 900 inwonen.
In het Z.W. rormt het Sajaniscbe gebergte de
Ïrens legen Cbina eu loopt in Tele takken naar
• Angara af. In het O. Tindt men de door den
Irkoet gesebeiden Qoeiti-daban en de Toenkin-
eehe Alpen; aan den eerste eivit lieh de Chan-
sar-daban aan. In het midden Terheffen üch
het Baikalgebergte en de bergen toaecben den
Angara on de Lena. Dese rivieren met de Toen-
goeska EÖn de Toomaamste Tan bet gouTeme-
ment. De bergen bestaan uit kiiaitallgDe gesteen-
ten, waaronder reel tulkaniicbe Tonningen, zoo-
all batalt, doleriet, tufsteen, ohiidiaan en puim-
steen. Hen Tindt or Teel gier, eteenkool. grafiet,
zont ea good. Het klimaat is mw; in de ho<M-
stad is de gemiddelde temperatuur 'e loiners
16,8», '» winters — ]8,5» de jaartemperatnor
— 0,9* C. Bnna de gebeele opperrlaite is met
bottcben bedekt BehalTe Siterische Tcdkerea
wonen ia Irkoelik Boetjaten. Toengaraen en Rus-
ten. Het gouTemement Tormt op kerkelgk gebied
de epardile IrkoetA en telteen 500 onderwgsin-
riofatingen. De inwoners bonden zich beïig met
landbouw, Teeteelt, jaebt, TisebTangtl, Doeeb-
boaw, mgnbouw en tontvinning. De trantito-
iiandel is zeer belangrgk. Het gODTernement is
Teidceld in TÖf districten: Irkoetek. Balagantk,
Werebolenrfc, fiirenki en Nisjni-OediDsk.
Irkoatsk. de bootdstad van het gelgknamige
gonvernemeat-generaal, lift aan den Angara en
aan den mond Tan den Irkoet, 60 km. Tan het
Baikalmeer ter hoogte Tan 454 m. boren de op-
perTlsite der zee, en is de aanzienlgkete en
Trikrgkate stad Tan geheel SibeiiS, de zetd Tan
den gonternear-geDetaal en Tan een aaittbii-
setH^. Zg telt (1910) S5 869 inwoners, onder wel-
ke zjeb Tele Svuiecbe anblenareo, kooplieden,
loldaten en slaalknndige ballingen berinden. De
sted bezit breede, goed-gCfdaTeide ttraten en on-
derscheiden aanzienlijke gebonwen. Hen beeft
er, bcèalfe een fraaie booldkeik, keiien en ka-
pellen, onderadieiden klooafcM en iniiehtingoi
Tan liefdadigbeid, twee gymnasia, waar ook net
Japan*
g sohool
geneesknndige sohool, een geestelijk seminarium,
een Icweekceltool toor ondetwgun, een obeerra-
torinm, een aardrjjkA nodig genootschap, een
boekerij, een Bcboni^mtf en twee triomfbogen. De
niJTeibeid 'heeft er lieh Krachtig ontwftkefd. Hen
Tindt er 60 fabri^en, o. a. een groote keiierlgfce
Ukenfobriek *oor de troepen in SiberiB. Iikoettk
ia bet middelpunt Tan een aanzienlölE handelsTer-
keer tassehenChina, de oostknet Tan Aait en St.
Petersburg en de hoofd it^telplMils Toor Htu-
■iscbe en Wneesehe waren, Tooral voor uit Siaeb-
ta aangebrachte tbee en Toar peltergen; ean deie
laatste heeft de Rnssiscfa-Amerikaansebe Com-
D,o,l,zedb,GoOgle
ntK(ffifrsE— inoNsiDB.
pagnis hier «eo groot deptt. In Juni ii er een
druk beioebte mii. Nftdat «ehter hi 1881 de in-
voer T&n Aet in de èivena en oki 4e wetteljfke
Srenien dee r^s wefd toesect«tn, ia de theelun-
^ te Idtoctsk unmeikdnk Terminderd. IrkoeUk
werd in 1652 door EostUten gettidbt,
1661 en 1669 veriteitt en in 16B6 tot itad
Terberen.
Xtmln i> de nuun tu den lUmTtdet van
een der Tooinaaorte Daitsebe sUingien, die der
Henninonen (Irml nonen). Waarichgn^jk wu
/rmtn de bJintuD Tan een eod, die door de Zwk-
ben Ztu, door de Beieren En, door de Sakien
Tt» fTj) en door de Noren Tyr genaamd werd.
De naam i» atgeleM «aa den «ort«l ra = »eh
yertieffen en beteekent dns ooiqironkel^ de
„Verhevene". In alle QenaMnMhe dinketen i<
de nauD ala eerste deel lan oomposita bewaard
fieUeiven en gtttt aan 'bel begrip, wMntan het
II loegeTo^d. i^ meest uitg^reide beteekenii,
1^ in imindiot bet gefaeele Tott, iminaol <ie
boDgate god, imiiiuül de al^etneeo vereerae nil,
eni. Deie laatste, tot den eeredientt der Ger-
manen behooiende, wa« een hooge stam, die licb
boven }iet heÜ'ig woud Teibiel ale het voornaam-
ste heili^om ie» volka, dat aMaar «IfeiE braobt
aan Irwtm. De verwoesting eener Irminuail was
het lihnAeeld der vemietigiag van den itMn,
waaraan in toebehoorde. De meest vermaarde Ir-
minsfl] verhief liefa bq den Eieeburjr in Weitta-
len en wni in 772 door Kanl de QrcoU ia een
«orlog tegen de Sa kien omvei^ wonen.
Xnalseh, iohmm Fnedrieh fküo een
Dnitadi planikandtge, den i14den Januari 1816 te
Sondersbaueen gebnien, atudeerde te Halle in de
godgeleerdheid en wijsbegeerte en legde lieh te-
vent toe op de natnnilöke bietetie, vooral op de
plantfainde, werd leeraar aan het gTinnasitiai te
Sondeiahausen en b«Éleedde dete hetrricking tot
aan ijjn overlödbn, den 28et« AprJl 1879. Hg
aohreei: „Zsr UoiiAtologie der nonoèol^ledoDi-
Mshen KnoHeo- and KwiefaelgewMiie" (.1S50>,
..Beitrige ini veraleidieadeD Horpbologie dei
PDanten" (1864—1863, 4 din.) en „Ueber eini-
ira Botanikerdea toten Jahihnndertt, weldie die
Flora TbQringeni nnd ilei Hanei erfoisehten"
(1862).
Xnierliu, ook FnwHiM, Oiiarnmiu en*, ge-
heet«n, een reofatigeleetde nit de 11de en 12de
eeuw, in 1050 te Bdogna gduwen, itodeerde
aldaar in de wgibegeerle en de vrge knosten. Op
aandriogeD van de bekende maikgravin Ualhü-
i» vm Tnaeil wqdde bQ tidt vervol^s aan de
reebtweleerdheid en schreef: „Qnaestionea de ju-
ris eobtilitatibus". Later wu hn leeraar aan de
reehtssehool te Botogoa, die hg gesticht hoeft.
Bebalre leer vele, meestal ongedrukte gjoisen,
hAben wij Fragmenten en een „Formi;diiinm ta-
beUionum', een haaiUeiding voor notariHen, in
een latere omwerking. De vroeger aan Piaeentitu
toegeschreven „Summa Codicis" besehonwt fit-
ting ala een werk van Jmerius en indien deie
rienaw^JM jniat i«, was Immue wker een dei be-
kendste glossatoren. Hij overleed te Bologna
vMr 1IS0.
Irokaeien of ÏToqaoU ja de naam eener groep
— vromer taJrgfce en machtige Indiianaefae
' Mstvd^ Nooid-^menka. Men iplitat
hen in een grootere noordelijke en in een klei-
nere zaiddöfee atdeeling. De eente wordt we-
derom BcsjJitat in een oorteljjke en westelijke
ooderaldeetiag. Tot de ooatetqfce IxtumieB de
TiU NatiSn of de eigenljjke Irokeewn, tot de wes-
telijke de W;*Ddal CHnionen) eo de Attiwanda-
ron of de iNeatiale Natie, de Andaaten en Eiisa.
De eigelijke Irokeeieo. beetasnde uit de Htf-
bavA, OaeHta, Ooondaga, Carnga en Seneea, had-
den bun voonjdaatsen ten auiden van de SL L«a-
renarivier en van bet Ontatiomeer en breidden
lich nit van den Hndson tot aan de bcrvcnite tak-
ken der Ail^han; en tot aan bet Eriemeer. Het
ataatkandig verbond, door ben gevoratd, wa*
reeds vMr de komst der Enrc^anen aeer maditig
en leefde steeds in bloedigen omlog met nabarige
stammen. De Irokoeaen waren in den atr^fd veel
meer bedreven dan de AlgonÉin-JLenipen. aUme-
de in bet vervaardigen van wiftens, in den land-
Imow ent. Na de komst der Ënropeanen vermeer-
derde bnn geiag, daar ig de vomwapenen leer-
den gebmiken en tPerig deeloitnen aan de oor-
logen tnsseben de Franaehen en Ëogdseben daar
te lande. Nadat bon ndiDOkelingen nit het ge-
bied der Vereenigde Staten naar het westen wa-
ren' overgebracbt, bleven sleohts weinige Irokee-
len in Canada aehtei; ijj wonen er aan de oevera
der groote meren. In het begin der Tooigvaank
eeuw werden de Toaearora als lesde stam bjj
de vooreaande h gevoegd. Zq waren na ramp^oo-
dige oorlogen tegen de oewonen van Carolina uit
dat land vertrouen. waa'r sjj te voren met andere
itMomen de maebtige groep der inideJöke Iro-
keeien vormden. Hun aantal wordt toaia op
16 000 geschat.
Iromsar, het eerst door CkeMlter (in IHO^
navwkenriger oaderioebt, is een meer in het Alri-
kaanacAe landadiap Wadaj (Hidden-Soedan), dat
lich in de richting Z.W._NX). «itstrekt over eea
lengte ivan 16 km., terw^ de breedte. 9 km. be-
draagt. Hel staat in verbinding met den Bahi e*
Salamat.
Iron il de naar viooltjes mikeade reiAitot ii
den wortel, vao den iris fUndtJ. Verder treft men
bet ook in den wortel van het viooltje aan, waar-
nit bet door uittrekken met veilen woiidt ge-
wonnen. Het t>efaoort tot de 9t^*9 der keton^
en tteeft tot lamenetelling CkHhO. Iiomeer met
iron il het knnstButige viool IjesarNna mnmb
[lie aldaar).
Ironie noraat men «en ndewending, die
ipottend het tegendeel a^ van wat men eigen-
Igk meent, prqet, wal ij) bkea, laakt, wat sv
prjjien wil. Men ion SoéraU* haar vader kan-
nen noemen. Inmeri wanneer deie iemaad ont-
moette, die trolsch was op lijn kennis en wjja-
heid, knoopte hy met bem een geaprek aan over
een bepaald onderwerp. Als deM na iqn «Qs-
heid ten beate gaf, maakte Socrnte» bed<öking«n
en tegenireipinfen, «ehjjnbaar om hierdoor wq-
ler te worden, dooh eigenlijk om den «preker of)
het gebrtUige in ijjn gewaande wqsbeid op-
merkiaam te maken en aMoo door een eenvonu-
ge kritiek ijjn toehoorders tot het beoetenea der
ware wetensêbap aan te aporen. Odóm den acbgn
van otftnnde was derhalve Soeraiet de man, die
bet wist.
Xroiuid* ia de hqnaam van den EogelidieB
DigilizedbyGoOglC
I ie geharnaate ruiten
koning Edmund
Tan Oromteell.
Ironton, de hoofdstad Tan list graafsdiap
Lanrencc tn den Noord-AmerilaaaBehea «taat
Ohio. ligt aan den Ohio. 227 km. bo'
nati eo telt (1910) 13 147 inironera. Ironton is tet
middelpiint Tan de Hanging RoA genoeinil« ijzei-
streek eo heett boogoTens. iabricatie Tan spg-
kers, TuurTaste steenea, loagffloJenB, ijzer- en
4ioutJiande1.
IrOB is ia <le „Odjisee" ran Homeru» ie be-
delaar op IthtJca (ign eigeolijke naam is AmaiOB),
die den als bedelaar verkkeden Odyumit belee-
digt en doot dewn in het tweegeirecht OTorwoc-
neo woidt. Z^n naam weid door cEe Grieken
spreAwoordeli^ toof een bedelaar gebruikt.
XrradlAtle. Dezen naam heeft men gegMen
aan het Terschgnsel, dat een licht wit Tooiwerp
tegen een donkeren acbtergrond grooter, een <ton-
ker voorwerp tegen een lichten achtergrond klei-
ner Ijikt. Wanneer men Tig. 1 op grooten afstand
bekijkt, dan lijkt bel witte vieriant grootei dan
het zwarte. EÏTenzoo schünen de witte Tierkanten
in fig. 2 grooter te zijn dan de zwarte, loodat
Irrtdiatie.
het midden de bekle witte ineen schgnen te
t^ien. De lidite maaneikkel Bi4ijjnt een deel
Tan een grooteren cirkel te zijn dan het donkere
gedeelte. Het yerachijnsel sehrgft men toe aan
een zijdellngBcbe ait^reiding Tan den oittTanfi
liehtindjok o^p bet netrliea, omdat de aandoenii
der netTJieselementen zich aan de nabnrige otc
plant. Volgene UelmhaUx kan de irradiatie ie
■laard wordeD nit het tek, dat bet oog nooit ei
Tolkomen zuirer werkende lens is, maar altgd
een liebtend pant atbeeMt ah een klein Khglje.
Irratlonacl noecnt men in de wiekonde een
Stal, iranneer men bet niet door gebeele een-
den of deelen van de eenberd naawkeorig kan
uitdrukken. Tot de iriattoneele getatlen behoo-
len duB de Tjerkant wortels uit gebeele getallen,
wanaeer de wortels zel{ geen gebeele getaUen
iqn, de logarithmen van de meeste getallen, bet
getal e (het grondgetal van de natuuriijke Joga-
rit^imen) en t (de Terhoudine Tan den omtrek
Tan een cirkel en dieni middetlön) enz, tfen Ter-
deelt de irrationeele getallen in algebralsdie en
transcendente. In de Tocctieleer noemt men een
functie Irrationeel, wanneer men baar niet door
een eindig aantal Tan deelingen, TenneoigTaldi-
cingen, opteiHingen en aftrekftin^n kan Tooratel-
len. De naam irrationeel is teitelgk Terkeerd. Eet
ia een tontioTe Tertaling Tan het GriekB<Ae woord
oJo^ot, dat onuil»|kKei£aar beteekent.
Irredenta. Zie Italia irredenUi..
IrrsanVi Kemriek Bemhard, een Duitieb
organist, den 23aten JuH IS69 te ZdoenT gebo-
ren, kreeg ^ muiikale opleiding aan oet ko-
767
ninklgk inetitant voor keiimuiiek te Berlgn.
In 1890 werd hg organist Tan de Oarnizoenriceik
te Spandan. daarna Temilde bj dezelfde fanctïe
achtereenvolgens aan de „Eirehe zum heiligen
Kreuz", de Haria-kerk en de Donkeik te Berign;
boTendleD waa hg Tan 1897 af organist Tan de
PhiUarmonie, sedert 1905 leeraar aan Steni'i
eooaenvatoiiinn en eedert 1912 leeraar aan de
koninklijke Oioogesotioot ■voor inusiek. VooraJ
door zijn orgel coneeiteu genoot hü een uitne-
mende reputatie; ook componeeide h^ hederen en
werken Toor orgel. Hö overleed den 12iieo Maart
1916.
Xj-tlra.tle of Bevloeiina ia een methode Tan
grondTertetering, waarbij de grond tijdelijk met
water wordt OTervfoeid. Heeft dit plaats uitalui-
tend ten geTolge Tan natunrlgke ooriaken, dan
wordt ze viide bevlaeiing genoemd. Deze wordt
geTonden op verschillende aiierwaarden langi de
froote Tïiieren en taogs tal van Ueine stroomen.
T is het bezwaar aan Terbonden, dat de hevloei-
ioK meest ongel ijkmatig en dikwijls op ongelegen
tijden plaats heeft en de afwatering dikwgls te
wenschen overtaat. Waar de menach ingrijpt door
r^nleeriog van de oppervlakte Tan het terrein
en van de verdeejing van het water, wordt ge-
sproken van kuTutmalige bevloeiittg.
Bet Dudet schijnt de kunst der ibevtoeiing te
lün in Egypte, waar de bemestende werking dei
^ijloverstroomingeu daartoe aanspoorde. Kun-
stiger bevloeiingeweiken schijnen te hebhen be-
staan in Mesopolamifi, dat om haar kanaliutie
ten Tooiibeeld werd geatehl. ArabiB en SyiJB wa-
ren vroeger eveneens rjjk aan bevloeiingen en nog
heden ten dage is het berloeide AtafaiB „het ge-
Inkkige Anèii". Ook in de Aziatische landen
met sterken regenval — IndlS, CSiina en Japan
— gaf de uilg«breide cultuur van rget tot kunst-
matige be vloei ing aanleiding. In Japan leten
de nameD der voraten, die voor vede eenwen groo-
Ie kanaalwerken deóèa aanleggen, nog lieden in
den geest van het dankiiare 'ToHc voort. In het
nieawe werelddeel is de berloeüng eveneens ae-
dert onde tfjden bekend; in Mexico, Pera en
Chili werden door de Spanjaarden wateileidin-
«n ontdekt, die de laaglaoiden in alle richtingen
doorsneden, vrnobtibaarheid en schoonheid bcTor-
derende. Hans worden oitgestrekle bevloeiinsa-
werken gevonden in enkde rwenarme, westelij-
ke staten Tan Amerika, namriqk Texas, Utidi en
CaJiforniB. Zeei oud liJn de bev loeit n^n richtin-
gen in Spanje, waar ze reeds ten tgde Tan de
Ksrthsgers en Romeinen werden gemaakt. De
Golhen onderhielden ze aan beide lijden der Pj-
reneefin. De Mooren l^ikn later in Spanje nog
grootere waterwerken aan, die ten deete nog be-
den bestaan. In ItaliB was debevloeiiug van gras-
land leeds ten tijde Tan Cato hoog geschat; de
Romeinen hebben orerigens weinig tot berorde-
ling van d« bodemcaltuur door bevloeüng bij-
seinagen; hun dikwijls grootsdie waterwerken
aienden hoofdzakelijk tooi Toeding Tan bronnen
en baden. De kunstmatige bevloeüDg van Bonen-
Italie is veeleer eerst in de 5de eeuw onder TAeo-
dofiA: I begonnen. Eerst in het midden der 18de
eeuw 'begon de bevloeiing zich in Engeland, Bd-
gie, Frankrijk en Dnitsdiland techniaeh te ont-
wikkelen. In NederUnd Mèqnt eerst in den aan-
DigilizedbyGoOglC
IRRIOATIB-JRKUUTaR.
iegi in 1817. Ook ap til *u plutMD cU«ra in
Nfiderlud ign in den loop der l&de eeuw ytt-
Khillende grootere en kleinere faerloeiingtirerkeB
tot ituHl gebiicbt. Een gioot« itoot Jt durun
fregCTen door (1« Stutseommiuie tot bet instel-
len Tan een ondenoek omtrent beiloeiingen ia
Nederland, tienoemd bn EoDinklgk beilnit tui 6
Hei 1SS3, No. 16 en door de piMtiicbe nfedse-
TÏngen en werkiaui^eden van d* N«d«rland>ene
Hei d e-muttetiaTOÜ.
Het nat der DeTloeiiog ligt is de eente pU«ti
in den aiDToer vin faet toot den pl&nten^ioei
]MMdi«Mgke water. In dit opucbt wordt ie
Tooral nntti^ in de atrdLen met iteike verdam^
ping en genngen regeirral in de xomermMnden
geweatso, en foar die gewuaen, welke voor ban
ontwikkeling Teel water nooiËg bAben loo^
tüst en gnikerriet. In de op grootere eeogralisdie
br«edl« selegen landen treedt eebtei dit Toordeel
der Wueilng op den «ditergMod, maar moet
haar snnitige nitamking meer worden gesodit
JQ de MinetteBde weiking Tun bet wAter. Wi,ter
kan bemeitend weiken door i|jn gdulte aan slik,
die daarait kan beiiid^en en aan owMosle Toe-
dende «toflen, die daarnit reehtglróaki dooi de
Slanten knnnen worden opgenomen ol daarait
oor deo gwod kunnen worden geabsorbeerd.
Verder kan Toortdarende aanToei ran Tench wa-
ter oxjdeerend werken door iqn g«hiJt« aan
snnntM «n oploawnd op Teraehilende schadeljiki
verbindiBgen in den grond, o. a. op lann jjier-
en Imnnsocr, welke oolossing ien deele g
oiydeereade werking bemit. Jn faet najae
4nt «Jster kan biet water den grond besriier-
men tegen te sterke oitstraliag van waimta «n
Torat, in bet voorjsAr tegen de nadeelige wer-
king TM nschtTorsteo.
dm goode retnltaten te feikrj|gen, moet bet
water Toor berloeiing geschikt An. Goed water
mag geen vrije laren of tr^e alkaliën, noch re-
dneeerende eloflen, looals sniltedea of groote
boeTetUieden oh! oorrerb in dingen beratten; daar-
om il bet uit faoagreen fkliaUieDd water minder
EBCfaikt, in bet bgionder ook dat nit T«le fabri»-
Q. Ooed water wordt «angedoid door de a«n-
weiigbeid Tin Tiaiehen, klÉTorseben en groene
wieren alimede door het voorkomen Tan water-
kers l'ffostwrfittm olHeitud», brongras (CabAroMt
aqwttiea) en watereei«prüe (Venniea AnagaUU),
terwql uoeiobieaen, c^pergraaeen en waterscbeer-
ling op minder goed water wgten. Voor beTloei-
iog komcQ bet meeit in aanmerking lichte land-
gronden. Naar den aard der nitfoering worden
de Tolgende bevloeiingsstelMla onderMheidea:
stnwtieTkteiing, faelling- of bsng^uw en mg- ot
dakbonw. Bij de slnwibeTloeiing noidt het Tand,
hetili door natuurlijke boogten of door knnatwet-
ken in den Torm Tsn kaden ot slniwn omringd,
onder water geiet. Dikw^ wordt bet terrein
daarbg in T«tMbil1ende kommen lerdeeM, waar-
in bet water Tan de boo^r liggende naar de la-
ger gelegene wordt geleid en door bet openen
fan slninn kan worden algekten. fig dit atehel
is geen in?Twende bodemrerwerking noodig.
Bij den befliogbonw wordt bet water in grt^
pels geleid, vloeit het oTer den benedeniandTan
deie en aöpelt het in danne lagen OTer de oNwr-
TljÉte Tan den grond om in en lager gett^en
greppel te worden opgevangen en daarlangs tt
«orden afffeToerd. uit snteem ie slechts nit-
Toeitwar sïe een f|«middekl verTil Tan ten min-
ttti% aan««aig ii en komt dientengerolge tooi
Nederluid weinig in aUMoerking. Op mindei
betlende terreinen ii hierToor te reel gioDdrei-
^aataing noodig.
Bg den rog- of dakbonw wordt bet terrein in
dakvormige Aken gelegd, «an de kmin Toor-
lien. Tan een toeToeigreppel en aan do zgden Tas
alroergref^ls.
Van de grondsoorten komen bet meeat in Mn-
nniking de lichte landgronden. In de tropiaebe
en sOMropiicfae gewesten wordt de berloeiiiw
Teelal toegepatt (^ rüt en toikerriiet, in Hid-
dea-Earopa aooCdtüelgk op gradaiMl. Bij lom-
mige gMwte steden o. a. Berliin wordt de beTloei-
ing dienstbaar geoiaekt san bet gebraik raa ste-
delnken afral TOor bemesting,
Ben eoodiinatie Tan berloeiing es drainage is
bet systeem van Peterêe» te WittÉiel in Bol-
Btein. Daartiij is bet beTkniingaleireio gedru-
neerd en ign de diainleidtngm aan baar oitmoo-
dingen rac Tentielen Toorxten. Door slaiting Tan
deie stuwt bet algeiskte vloeiwater in de drain-
Icidingen op en komt het bq Totdoende boereet-
Leid nit daamMr «angelagide venttelkoken aan
de ^tperrlskte om het grariand opnienw te be-
landbouw in InsnliiMle, met nsaM o
lumlimdM en Jam.
LiltratHwr: Verslag der Stiataeommiaaie, be-
noemd bq Koninklijk besluit Tan 6 Hei 1893, no.
16, tot hét instdien ran een ondertoek omtrent
beTloeiingen ('i-O raven hage 1897), J. Z. ttti Ro-
ihMgaU VartssM, hettbotk der grondTeibetc-
ring, 1ste dl. {3de dn*, bewerkt door J. Elema,
Groningen 1»14). F. W. Danktlbtrg, Der Wieeen-
bau (4de drnk Brunswijk 1907), Ck. A. VogI»,
Qrundlèhren der Kulturteehnik, Band 1, Deel 11
(4de drakBerlgDl9W);L^FMeeiü,BewiBaeraDg
und Entw&ssemng der Aeeker nnd Wiesen (B«r-
lÜn 1899); Q. Scheteior, Die Bodenmdioration,
Deel UI (Leipiig 1911); E. Aider en G. Wety,
Inigationa et drainages (Parjjs 1909); A. Roiina,
Les itrigations <3 ^n., Pargs 1889—1890); J.
Seotl, Irrigation <nd wateranppl; (Londen 1914).
XrrlCKtor of tpoelkan is de naam Tan een
chirurgisch instrument, dat tot bet iniveien Tan-
wonden en Weiiei andere geneesknulige doel-
einden gebruikt wordt. looals Toor neuidondte.
maag- of blaaupoeliu, reiniging der a^eede,
voor laTtmenten eni. Hü bestak in ign eenvoo-
digtten vorm nit een ejlindrisch blikken Tat, dat
meestal een inbond van */■ — 1 L. baiit en waar-
aan nabg den bodem een Trq lanse bais Tsn gut-
ta-pereha beTesligd kan woiden, die a&n het vqje
uiteinde «en mondstuk Tan been ol baidgummi
beilt. Ala dit uiteinde der boii tigei ligt dan de
opperTlakte van het water in bet reeeiToir, geeft
ig een aanhouden den waterstraal, die te ster-
DigilizedbyGoOglC
IBfilOATCat— ISVING.
769
ka ÏB, naamnaU men dat uiteinde beii0d«i»r»ut<
venlei tu die ome^Ukte Tenf^dert.
Irtn), SrxU of Iny>, een uniteni^e liTier
Tan WMt-Si)>erie, ootapringt in d« WneeidH
{ntTineie Kobdo, un oet oMtd^k mtdnde <rin
at AHkl^berffte, atiooott in «en aootdMcsto-
lijke riehtiBg aoor het fiftituiiiieer, bunt (ieh
anga tm W4»it« kkwf wn mg door bet Altalge-
betffle, beieikt bji OtMtauatogwA de nitge-
■trekte iteppen vu ffibaril (tinki di« der KiMi-
len, rechts die -na BatMb») en mmdt beneden
ToboM bg Samorowak met een breedte tui 1890
m. ait in den Ob. Zg ïe met baai kionkdinBen
S700 km. Ihv en <»aTat vele eilanden; net
atroomgebied beslaat een toperTlafete
1674 WO T.tan. Bq Semipalatinak ia ijj Tan
midden NoTember tot midden AoiU, bö Tobtriek
van November tot Uei met qa bedekt; dan
TOTTMigt de sledevttit de uhee^aart. Zq bevat
veel riwh. Haar Toornaamste agriTieien iqn aan
den reehteioerei: de Boeehtarma, de Om en de
Tan», aan den Hnkeroever de lajim, de Tobol en
de EoDda.
Iran, een etad in de 8manaeh-<BaAiBetK pio-
vineie Onipnieoa, akehta I km. tmi de lïaneebe
gieuen, vertielt sicfa op eon btarti aan de Bidaa-
•oa, ie het «indpnnt van den Spaanscben Noor-
de^oorw^, waarbjt ucb bg BendaTO de Fian-
edie ZniderspooTweg aana)nit, en telt 10000 in-
wanen, die le*en van ftottenbakken en leetlooien.
In NoreiBbei 1314 wtïd de etad door de Cailis-
ten belegerd en van den 4den tot de> Aden on den
Aden November geboanbardeerd; dofhtiet beleg
moeat den Uden November iropden opgebroken.
IrrlnTi ^oaJUnoton een AmerikaanaGhsclirö-
vei, denSden April 1788 te New-Toric eeboren,
studeerde ridaai aan bet Colombia-cotliege en
deed in 1804 — 1805 een tweejaiige leis door En-
i(^a. In de lettetkandige weield maakte hg lich
faet eerst bekend door inn: .Jjetters ot Jonathan
OldsMe", in den ,^oming Cbronide'' 'van
New-ioik g^liatst en later 'tot een tmndel vei-
eenigd, alsmede door de ailgaive van bet hntnoris-
tiseb t^duèritt „Salmagnndi" (1807— 180S).
Daarna Mhseef hij een Inimige „Hi'torr oE N«w-
York bj Diedrieb SnickeiJMeker" (1309). Tevens
Btndeerde hg in de rechten, dooh trad niet op als
advootat. dsar hg met lijpi broeders een faandels'
vereeniging stichtte. Op een reis wegens lakea in
Engeland (18IS) venaioelde bq de stof voor
scbetsen nit bet maatechappdgk leven der Engel-
aehen, welke bg, tom ign iiand«1sloa|4)>Bs met
bet verlies van lijn vennogen eindigde, onder
den titd van: .fiketehlbook of GooHrey Cri
(2 dJn., 1320) is bet liebt gat. Daanm
bij .Jraoebridge-fiall, or the bvmoriate
faii.^raoebridge-fi^, or the bvnoriate ' ^ dln.,
]eS2). In den lomer van '1802 beioefat hg de
Rgnstreken, woonde daarna te Parqs en in 1824
weder te Londen, waar ign „Talea ot a traveUer"
(2 dln., 1824] veraefaenen. Na een reia door het
ntden van Frankiift, ^ng hg in 1896 naar
^anje. waar hg Hen sednreikde 4 jaar met het
laad en de bewoners bekend maakte en in bel
Ëaenriaal allee opspoorde, wat in veitand staat
met de ontduiking xan Ainerika. Daarna aebreef
hg „History ot the life and voyagea ot Chiisto-
Ehei Oolnmbna" <18e8— 1830, 4 dln.), waarty
g in I88I de „Vojages and dieeoveriea of tÏM
' oompanions ot CaJDmbns" liet volgen, ^aaiedie
krani(k«n «n dto handaehriltcn van Antoaio Aga-
fida garren bem stol tot de „Chronide of Ibe
eonQQest ot Granada" (2 dln., 1829). Na zgn te-
iDgkeer uit Spanje werd hg secretaris bg het
. Amerikaanseh geiantaehap te Londen, waar hjj
lijn: „Alhambra" (2 dln., 1882) sefaieet. In Uel
1832 vertrok hg weder naar Amerika, deed «en
reit door de westelqke staten vandenHisaissippi
en vesti^e üeh vervolgens 1« Washington, tot-
dat bij va. 1S41 de betMiking op lieh nam van
geunt aan bet ^wansohe &>t. Intassdien ver-
eehenen sgn ,;Mi«eella]iiet" ('1835— 1S86, 8 dln.),
bevattend „A tour in tbe prairies" en „Ab-
botatord and Nowstead-Aibbe;", verder „Aatoria"
(1886) en ,4dT«ntDres ot captain BonneviUe" (8
dln., 1837). Daarenboven leverde hg in 1839 en
1B40 in het ,^icl»iboi^is-lbgaainie". een
reeks artikelen in den trant van het „Sketdt-
book"; qj weiden in 18£6 onder den titd van
„Woltsrt's Rooat" venameU. Te Madrid, waar
bg tot 1846 vertoefde, lette hq ^ geaehiedknn-
dige na^N»ingen voort en eehreel „History of
Utbonet aadliia snceettora" (3 dln., 1860), Nog
meer lewra vond kö voor ign ,,01iver Qcddsmitb,
a fci^Tapb;*' {IMv), en eindel^k besloot hg tgn
sdtrnvenlooptMan met sgn v^fe of George
Wa^ington'^ ^1855—1359, 6 dln.). Hï overleed
den 2Mml November 1S59 op ign buitenvert^
Snnnyside bq Tarrirtown aan du Hndaon. D«
beste uitgave van iqn werken ia die in 37 dea-
len (New-Tork. 1884—1886).
Irvlni:, Edteard, een van de voornaamste
stichters van de Daar. bem genoemde eecte der
IrriDgianes (sie aldaar), den 17dan Augnstoe
1792 te Annan in bet S<d)otiche graatsehap Dom-
fiiesgiéborea, werdia1619benoemd totataittent
vandenpredikanttTkoJmertteOlaagow anin1882
tot leeraar in de Nationale Sebotsdw Kerk te
Londen, waar >ga leerredenen de strekking had-
den, om den toestand van bet .ApostoliscD tgd-
perk te berstellea. Toea hjj in leZl andere ge-
voelens dan die van ign Rrkgenootecfaap be^n
te fanbaren en niet slcehta bjj de boiad^e
godsdienstoefeBingen. maar sedert 1881 oek in
de kerk een nienw Pinksterwonder en bet einde
der wereld aankondigde, gevoelde bet keikbestnnr
licb geroepen, tassèbeóbeide te treden eo hem
in 1882 «an sgn ambt t« ontietten. Toen hg enen-
wel voortging met het prediken in denielfden
geënt. ii«i4bg in 1838 door de jUgemeene Sobot-
sehe Synode uitgesloten. IDe door hem TerwAte
beweging groeide hem over bet hootd, naat geest
en lieiiaam vemvetigd, omrieed hjj te Okugow
den 7deii Deeendwr 1S34, H|j was e«D vroom,
maar dweqniek man met gioote gaven. Zgn' leei-
ledenen werden uitgegeven onder de tit^: „Ora-
ele ot God" (1922) en „Sermona, leetnies and
speeches" (8 dln., 1828).
Irrlnir, Sir Bmtt/, een (ËAgetscb tooneelspe-
ler. düMen Febmari 1888 te Keinton bjj Glaa-
toiibary geboren, werd ie Londen lyigevoed, be-
trad bet tooneri bet ««nt in 1866 en wat daarna
te Edinbnisb, Olaagow, Manchester en Londes
weikuam. In 1866 ^MMde faü bet eent de nd
van den speler Baièdim Saidamore in Bout-
müCt TjHanted down" en kwam daandoor ov sgn
eigenlqk gebied, bet weengeven van misdadigere
DigilizedbyGoOglC
770
IBTINO— ffiVINOIAMEN.
en dacütoBiiehe «n turtitoditeljikc kurtten.
Aiilitet«eBvrig«D> wm lig uu T«r(elull«nde
KhonwlHirgai te Londen ««ttwDden, in 1870 o. ».
Mn de TRuileTiUe, w«u hj 300 mul >ehtereen
in ót „Two tote»" «ptnd, en een landen tgd «ui
bet lijeevm, dtt daardoor <ie «erste Mbouniiaig
Tu Londen werd. Dtax speelde Iq «ent senige
honderden malen den mooTdensu in bet Tolki-
■Mt „He BelU", ereAerde venolgens Hamltt,
Madtelk, Olküto en Rükari UI en Tnwierf door
tgn tertolkingen Tan Shtikttpear»-kvkltn den
Amerika. In 189S nam koningin Vütoria bem in
d«n ridderctand op. Met MarêhaU gi( hS «en to»-
neelnitnre van Shalteiweare. iHg OTetteed öen
ISd«n October 1905.
ïrrlnrlaniMi i> d« naam eener godtdieniti-
ge KCte, die in 1826 in Schotland en Engeland
ontstond en tieh weldra oiAteidde oter Daitach-
Isnd en Zwitaeiland. Zq koesterden bet Toone-
men de Tenehillende kerkgenoolieliupen tot
" ' , beiliee, algemene, AfottMitebe Ke
e «moten. Hnn naam ontleenden iq aan
iinn booidleider Sdtford Ining. Hen Tindt in bet
Irtingianitme een eigenaardig mengari van B.-
lLatbo)i<É« en ProtettantMhe grondstellingen.
AtD bet R-Eatbolieisme ontleende bet ign denk-
beeld nn E«rk, alt een door Öod o^ wonderda-
dipe wgie te TOOTBciujn geroepen inrichting, door
Zgn hand en naar iöa Terordeningen geetieht,
waarom de Chrieten haar met ootmoed als zoo-
danig dient Ie «rkeniwn. Van Protettanttehen
oorspronc «JaareategeD is tqn Tenet tegen d« R.-
Katbolieke Kerk en t^en haar gewaande gel|jk-
Tormi^heid aan de Apoitolisehe gemeente, waar-
van IQ reeds vroeg ii afgeweken. Uit die Termen-
ging vatt beboette aan ketkelqk geiag met inlk
een toetsing der beitunde kerkgenooticbapfwn
aan bet AfMstotiseh ideaal, «ntleeDde bet Ir-
Tingianisme ijju leer omtrent de Ternienwing
Tan bet apostelambt door nieuwe gaven dei geet-
tes en omtrent het qioedig aaobi^en Tan bet
einde der wereld. Hoewel ook andere aeeten dat-
■elMe verkondigd hdiben, onderieheidde neb
bet IrTingianieme daarvan, inionderheid 'van de
M«ntanisten der 2de eeaw, door lieh 4e boeden
tegen alle groE-iinnelöke Toortlellingen. Zqn
bootdleeretot it dat der aanstaande terngkomtt
van Chrütut; de Teidorveoheid der Keik vloeit
volgens deie lecte voort ni4 de geringaebattiBg
van dat leerstuk. Imfnen Ohritfiu ion reed* in
bet tndpeifc der Apostelen teragg^nerd ij}n,
doeb daar de geloovigen vemimden dien oegen
at te Kneekea, udegMehiedkandigeoatnrikkdHig
der Kerk in de plaate getreden Tan de bovenaa-
tnnrijjke. Eet apostdanibt en de gwen des gees-
tes xgn verloren gegun «n op gebr«kkige WQTe
door de opvolging der biwcboppen en door de
fcerkelnke overleTCring vervangen. De afiiinke-
I^beid der Kerk van den Staat in het Oosben
en het Pansdom in bet Westen iqn, volgens het
Irvingianisme, nieuwe «tawen geweest i^ den
weg dei v<erderts. en ^Its de Hervomiine beeft
dit laatste niet kunnen weerstaan. De Hervoi-
mers bebben gehandeld tonder v^^adit Tan bo-
ven, daar ai in ]daatt van het „liebaam van
CArütve", ali een objeetiet organisme, «en ge-
_ )jeêtieve gejoof der afiosderlgke per<
De bestaande kerkgenoottebafipen konden
dns weliswaar de ahondeilöke oereonen tot la-
ligbeid brengen, maar de „Bniid van Cbrietm",
namelgk .,de Kerk", loebt men te vergeeft, loo-
dat de Cbristeliilce mensehbeid er niet op vooi-
bereid ie den ,,BmklegMn" te WtvangeH. Hoe-
wel voor 't overige beaielAreed Tencbillende van
de Baptisten, bomen de Ipviagianao «net deaen
daarin overeen, dat >t) de gevestigde Kerk Bsiwl
noemden, dat in den stnja met bet ,«beest" der
Openbaring becwnken moet. Nu reeds, zeiden ig,
wordt aUet vooibereid op de beenchappn vsn
den Antichrist, daar de ProtestantselM theorie
van een almmeen piiesteidom nitloopt op een
keifcelgke democratie. Het kenmerk dier beer-
■Aappn ia bet strenen, om aHes van nien groMl
op te bouwen in plaat* van bet van boven te
verwaehten, loodat Gods boTennatnorlgke tas-
sebenkomet vervangen wordt door een natunrlgke,
gesehi«dknndig« ontwikkvliog. Zal de £erk nn
voorbereid worden op d« komst van CAnstMS,
dan ign er andere goddelgke wonderen neodie,
bepaaldelijk een vernieuwing van bet apostel-
Moap en van de geestelgke giren. Die vemien-
wing beeft vtri^eoB ben plaats gehad in het Ir-
vingianisme, waarin de ware, npostolitcb-alge-
meene Kerk liebtbsar geworden t«. Ook dm
evenwel nl niet beatand ign in d«a atrgd tegen
den Antichrist. Vóór de versebijning van deiCB
lal de ware Kerk van ChrülMt in de Inefat wor-
de IsneiieteB als eetoifen Oode mllen «verbe-
ven. Deie loHen lièh in Palestina vereenigei. tot-
dat CAmtiuinüchaaKlpogedMuiteioeMrd met
tga vecrewn als met tqn pu weggMoerde volge-
lingen teingkeert, om den troon van DmM en
de 12 letris der «postekn te beratdien « alle
voorspellingen van liet Oode Testament te ver^
vallen. Du neemt het DuHeDdjarig B^ een
aanvang, waarop een tweede opstanoiiig «i de
groote oordceledag volgen. Sg deie AjMcdmti-
lebe lientirgie had aliM> de Irvingiunaehe Keric
de tuk om de volmaking van bet Uchaam van
Chriilut te bevorderen eo te voleindigen. Tot dat
doel beeft het nieuwe Ptnksterwonder plaats ge-
had, als «trekkende om de bedieningen e
telnke gwren van den tgd der Apostelen wederwa
D «et leven tfe roepen. In tegenstelling van bet
.Bkbel" il de „Eine, li^tbue, apoitoliMfae, al-
Eeik" gegrondvest op algemeen gelden-
letgk« verordeningen, die men lot aekere
hoogte aantreft in de K.-£atboIieke Kerk. 2^
beiit als grioofsregel een objectieve leer, in de
ApoibeJen en Profeten «en levend geiag, dat de
Qewgde Schrift naar eiscfa veiUaart, terwgl bet
nergens toe dient de doode letter dier Scbrilt te
verspreiden. Eveneens bebben baar eaeraawnten
een objectieve Hgenende kraeht, onathankelgk
van het gdoot der afionderlgke personen, waar-
op men lich trouwene niet kan verlaten. Er sqn
4 kerkelijke bedieningen, n. 1. die der apostelen,
profeten, evangelisten en herders. De apostelen
worden rechtstreeks door God ungeweien door
den mond der profeten; i^ qjn in bet beait van
volkomen bcitigheid en bnn untal is 12, evenals
DigilizedbyGoOglC
iBVTNGIANSN— BAiAX I.
in d« ooropFaak«Igk« <%iittelijfce EeA. De gare
d«i profetn openbaut lioh vooiri dooi liet apM-
ken Ttui vreemde taka; iatassoben zga niet Allen,
die iet» gare beiitkn, tot de fiFofetieche bedie-
Ding besUrad. De faeidera tgn de leerovi dei
KlooTÏgen en de eTang«twtea belasten lioh met
t leiKieliDgKhap teroibbrekliDgilei AleHDeeoe
E«Tk; op de kenelpe bedjeoingen volgen de
gemeentelijke, namel^ die dei engelen ,
tchoppen), oadaten, piiesteie en diakenen. De
dienaren der Ketk en der gemeente ontvangen
naai ood-Jsrailiebisdie gewoonte de tienden. De
eeiedienst onderscheidt lieh door nitwandigeo
loieter en stemt oveieen met dien der B.-KathMie.
ke EtA.
De oorsprong dewi aecte ie te loeben in de
Engel «obe en Seboteiiw bidveieenigineen, die
naar profetitebe vooiliohting en naar net reebt
verstand der Bübelsehe voorepelUngen, inzond«i-
beid dei Openbaiing van Johaimeê, atieelden en
de apoodige teingiomat van Christuê afsmeekten
van God. Een der jfreiigite dfer veteeniaingen
bad eedeit 1827 btnr vecgadenplsats te ^bnrj-
Faik in Sncui w bet buitenveitlvf van den
bankier Drumitumd. Te Port-Olaegov gea^edde
in 1880 de eerste ailstorting van deo fieiligen
Geest. Irving, in dien t^ predikant in de SelMt-
*ebe Kerk te Londen, was de eentA 'Ue bet
rrooTTedit genoot,dat ign leemde weid ai^ebro-
k«n dooi een taleniprAende dame (16 Oetober
1880), en dit veisehjjnael berbaaJde liob iM dik-
wgls, dat bg in elke pieek opiettel^ «en panie
hield, om aan de talensp rekenden gelegenbeid te
geven, hun ^av«n te «wenbaren. Reeds in 1832
bad de Heilage Oeest oe eente 2 apostelen be-
noemd. Irving, den 3deo Kaart 1888 in ign
ambt geaeboisl, biaebt bet niet veider dan tot
de waaidigbffld van engei Eeiat na ign dood
werd bet twaalft^ apostelen voltallig, loodat de
nieuwe Eetk lieh met Kerstmis I%5 op een
Concilie te Landen vestigen kon. 0}> een tweede
Concilie )n Jnni 1836 werd t«sloten, dat men in
naam van God een toe»piaak soa riekten lot de
geheele Eeik oo aarde, en de apoetelen, nadat
ig den aardbodem onderling verdeeld hadden,
vertrokken naar alle kanten. Na verloof) van 2
jaar kwamen ig telenigesteld weder büeen. Ook
de aangekondigde wonderen waren uitgebleven
en de t«rmga voor bet veigaan der wereld (14
Juii 1635) was verstreèen. Daardoor liet men
lirii ecAtar niet afsehriUien. Men veiscAiooI. dooi
een betere uitlegging van de Heilige Sehrilt, den
jongaten dag, noemde de wondt^n overtolUg,
daar o(^ de daivel wonderen ion kunnen doen,
en veibeogde lïeh des (e meer, in bet spieken
vu talen een krachtig bvwgs te beiitten vooi
de weiking van den Heiligen Oeeat. (Dit vet-
sebgneel, hoewel niet nieuw, was trouwens oc^
bet meeat geaehiht, om de rigemeene aandacht
te boeien. Qetnigen beKhrfjven l»t als een qire-
ken met vieemde, krgsdiende, sebeip-geaeeeo-
toeeide gelniden, welke doot mannen en vroa-
wen in een staat van groote op^wondenheid op
krampachtige wgie werden oitgestooten. De
nieuwe secte vond vootal aaidiangers bg de hoo-
gete «tanden.
In Duitseèland vond bet Irvingianisme eerst
ingang omtrent bet jaar 1848. Het werd bevor-
derd door da staatkundige en ietlidgke reactie,
en ign nitwendise glans waa veiloklEend vooi de
aristoeiatie. Te miJgn plaatste xieh de boold-
ledaeteni der „Ereuizeitonc", de iustitieiaad
Wagner, als een engel aan i>et hoo(d eenei ge-
meente, welke grootendeels nit g^wnsionn eerde
officieren bestoiid. Te Marlnie- werd Thierfeh,
hoogleeiaai in de godgeleeidbeid, een bekeeiling
van den apostel Carlyle. Te Koningsbergen was
de orangeUst Mai van Poehtutmmer, naar men
seide ,/)p hoogei geisg", «iet vig goed gevolg
weibaam, daar hg een «nnstig oor vond bg vde
aanliangera van de Ona-Lutheisehe predikanten
Sbd «n DieifoJ, die in 1842 waren afgeiet. An-
dere gemeenten ontstonden doöi den invloed van '
Thienek, Poekhaatmer en den profeet ÜAorJee
Bökm in Ëifuit, Maagdenbuig. Posen, Neustet-
tin, HenMl, QOrliti en Liegnitz. In Zuid-Duitseb-
land veiiiieidde de Schot Cnird uil iMontrose de
Irviagjaanscbe leer vooral in bet bisdom Anga-
bnrg, ook onder de B.-£»tholi<ken. Te MOncben
was Tki»TKk jaien lang werkuam, en te Weencn
deed Caini een poging om een gemeente te atieb-
ten. In Zwitserland vindt men aitsloitend te
Baid Iivingianea. Bnites EneeiaiM] blnven de
Iivingianen g«woonlJik leden ia Slaatsteik oi
kiezen «t sMchts bepaalde personen, aan wie
de keikelgke en gemeentelnke bedieningen «or-
den opgedragen, wat reeds meeimnlen asolei-
ding oeeft gegeven tot moeiljjkbeden.
Van de 12 in 1835 aanwesige spostelen is de
laatrte, Woodkame, in IWl gestorven. Het ont-
breken dei spostelen beeft c^ de uitbreiding dei
Irvirtgianm een ongnnsti^en invloed geoMeodi
daar nu de inwgdiiu der nienwe leden <dooi hand.
oplegging „veri^wng" niet kan plaats vinden.
Het aantal Irvingiaoen is op ongeveer 25 000 t*
st^en. Uit de Irringianen agn de Nieow-IrTi*-
gianen of Nieuw-Apostoliedien vooitgekomen, all
aaniiangeit eeist van H. Oever ea „bisschop"
Sekviartt sedeit 1860, na 1878 als amduuwetB
van „biesebop" Sekwtx alleen. Zg onderscnei-
den licb door bun apostelkeuie en hun sneer Pro-
testaotsobe richting.
Zie: J. M. Valeltm, Het Irvingieme (1BI2).
IntT>- Zie Irfysj.
iMusk, een der aartsvaders, was, volgens den
Bijbel, de lOon van Abraham en Sara. Ea »a
door jgn vader, gehoonamend aan een Ibevd van
God, m den berg Moria geoffeid wolden, maar
weid <b>ar een wonder geied. Evenals Abrakam
wordt hg als een nomadenvoist voorgesteld. Ver-
der weet de overlevering, die hen met Abrakam,
en Jaeob tot de drie aartavaders rekent, ntetawa
bem, dan ign ihaweliik met Rtbtkka, die hem 2
■onen, Eku, den stamvader der Edomieten, «■
Jaeob, dien der IsiaSlieten, schonk. ItatA is een
bgpersoon in de verhalen betreffende Abrakam
en Jaecb. Van bem lell wordt süeen in Oen. 26 :
6 — 3S ign aanisking met den koung van Gerar
laa&k I Comneniu, keiaet van het Byian-
tgnsebe igk, de telg van een aanzienlök Bo-
meinseh geslaefat, klom op tot den aag vanteld-
heei, hawde met een gevangen Bnlgaacsdie
vffietin en weid ia 1057 door heller uitgeroepen
tot keiier van bet Byiantgnsebe K^k, waarna bi|
Miekatl VI SiratioUau van den troon sUert. Hg
D,o,l,zedb,GoOgle
ISAAK l—miSBUJi I.
««rvteilite d« TiHiieii teseo de Anbieien en P«t-
■jcnegeii. In 1059 werd hy uiwetMt door eeo
ongcaeetlökc liekte; faq trak liob terug ia «en
klooatei, na vrnehtelooie pO(rinnD om de kiwtn
te hewigtn Mo xgn titoMur /o«<mn««. Hq OTer
hed is 1061.
ImuÜI n Angeltu, werd BjuQtö'i''' keiier
in 1185, n*dat IkndroHieiM Conutemu thi den
tnwn céalooten «M. Tien JMi tater, na een
•lecbt Mttnnr, «crd bjj «cfatei door ifjn eigen
broeder AUmu na ign wurdi^id ^roold,
op de Wncht genepen, van bet licht ia oogen
berootd en in den «rkcr gcwoifiea. Tenrql nu
netfaaen Zuna l)el«fferde. Dat leger Terorerde in
1204 EonatantiBwel m bracht Itaak ipedetora
op den troon. De cehrftea, die AUtüu den Kruia-
Turdert toot hos hulp gedt«a had, lokten ml-
dra «en opttaid nit. Al^hu Dueoe Mtiraiphtiku
maakle diUrtan gebmik, om Itaak en ign lOon
ÉUniu tan Tal te brengeo. LaaMgenoemde «erd
fo dei kerker Temuwrd, en Termoedelijk onder-
ging afjn -nder hetieUde l<rt.
laaak, bÖK^naund tb UotUmder, wat een
aeheiknndige ait de eerste bdtt dei 16de eeaw,
in iiet do^ Stolkwg* geboren, en deed met iqn
loon Joitan een aantal meitwaardige ontdekkin*
gen. uien «cbnitt bem d« DitTinding toe van me-
uten btandferren ten beboen der glaasohilder-
knnat, Tan den TCTeibeerOTen en tsd veriebillea-
de wbeiknBdige praniaraten. Van beidei lotffe-
Tallen ia nieti bekend. Afkomstig Tan den rader
lijn de weiken: „De tripliei ordine elexiris et la-
pidia Ibeoria" (1608), „Opera regetabilia, ad ejns
alia opera intelligenda neceuaiia, «bi de qnlntis
euentiis vinoqne agitar nt de elixiie TÏtae, mrilii
«Hcntia, rore lolis etc", „O^ra mineralia et ve-
getabilia, iiTe de lapide phjlosopbomm qnae re-
periri potnemnl omnia" (1800), en „Libei rarie-
■imni, dietus eecieta reTeJatio T«iae operationii
DMnualii pro oniTersaii opere et Itpide wpfea-
tiom etc". Tan den loon neeft men iJ'raginenta
<taaedam cfaemiea. a Gombachio edlta" (1M7).
Ttialf* I PieleTj een Nedetiandadi schilder,
die te Klienenr omstreeks 1569 nit Holluidscbe
ooders gebaren werd en aldaar den 14den B^-
tember 1625 OT«rIeed. Na onderwjjg te hebben
genoten Tan Comelit Ketel te Amsterdam en Tan
Jtaiu nm Aken te Ifünehen. ging hn naar Am-
«terdam waar hq Tan 159S tot 1607 Termeld
wordt. Ook in 1610 Tinden wü hem in Ameter-
dam. Tntnhen 1607 en 1610 en tu 1614 tot
sgn dood werkte bg Toomamelgk in Deitemar-
ken aU hotsehitder.
Itaak», Itaae, «en Nederlandieh sehilder, Mon
Tan den vorige, in 1599 te Amsterdam geboren
en na 1648 aldaar OTerleden. E« werkte te Ant-
werpen, in Denemaiken en te Amgterdam. Hen
liet een stuk Tan bem in bet BqksnKueiun te
Amiteidaia.
>' IsalMaa of IjobeUe, koningin van Frankrgk,
ometreeki 1370 gieren als een dochter van
Shphamu, bert<^ «on Beiereit'InfoUladt. trad
in 1385 in bet bnwelgk met óea 17-juigen koning
Kartl VI en werd, toen deie in 1392 tot kiuk-
linniirheid Terviel. met haar iw^er, den hertog
san Orteant, en met den bertog wm Botugimdii
regentes raa Frankrük. Het eerstgenoemde, haar
ffnaiteling, <mderdnKte ig ds ingeKtenen, en
dwong ben tot bet opbrengen van auuienlgke
belastingen tot be-
vrediging van baar
praahiidrt en Ter-
kwiiting. Ook leidde
ig een losbandig le-
ven. Na den moord
op Ortem» n407)
kooi ig de igde van
Jan van Bourgondië
en werd, toen de
Annagnaca de ovec-
wtnniu beliaalden
op de Bourgnig-
DODi, in 1417 Mvan-
kelgk naar Toora
gAracht. Toen koos ijj gdiert fiartg voor Booi-
gondil en sloot nit haat tegen den dtopbin Kard,
die haar met Terwjjtiagen wegene haar ledelooc
KIrag oveiiaden bad, met Hmdrik V keaiiig van
geland, den 2lBten Mei 1420 het verdrag van
Trojea, waardoor deie na iQn verloving met Ca-
ilutrtna, de dochter van Itabiau, als erfgenaam en
regent van Fraakrük w«rd erkend. Na bet «ver-
Igdea van Httubik V en van Karel VI (1432)
verloor i|j echter allen Inrloed en overleed ver-
at^t es vergeten, den 34sten Septonber 1435 te
Pargs.
ZTe: Ifiireef Thiboidl leabean de Bavièn^ rei-
ne de Franse fPartts 1903).
ZSAballft M" Portepofj de eefalgcnoote van
Phiiip» dm Ootde, hertog «on Bowr^md*^ gnaf
van HoOaitd «u Zetttmd, in 1S95 gdMiu, wat
Mdntende de afwwigheid fan baar gemaal be-
last met de algemeene laodvoogdq in de Neder-
landen. In 144S sloot ig, nit naam van baar
echtgenoot, een verdrag ntet Bendrik VI, koning
van Engeland. By het nitbariten van nieuwe
verdeeldheden tassehen de Hoekschen en Eabel-
jatHTBchen in 1444 te Haarlem, begaf sq lich
daarheen. Zg oveileed in 1471 te Brarae.
ISKbella I pan Oattüii, A XatkoMct, een
dochter van Jan 11. koning van CaatiliB en Leon.
den 22rien April 1451 geboren, trad in 1469 in
bet hnwelQk met Ferdinand U bggenaamd den
Katholieke, den lateren koning van Aragon, en
«rtde BB den dood van haar stiefbroeder Hendrik
ÏV, met uitsluiting van baar ondeie inster lo-
kanna, in 1474 d«n troon Tan GattiUX. Reed* by
het leven van haar broeder genoot zg looaeer de
gunst der Röksstenden, dat een groot gedeelte
van deien lich. na bet overljfden van Bvndnk TV,
Voor baar verklaarden. Nadat Castilii en Aiagon
vereenigd waren, noemden ferdinand en Imbdia
lieb koning «n koningin van ^Mnje. Zg beaehonw-
de bet verdreven vandeHooren nitSfünjeala d«
gewichtigste taak barer regeering; ig waa overi-
Ïïns een ttinke voittLn en versdiafte Oobunbm*
t gewenscbte onderslfiuning voor lijn reis, die
tot de ontdekking van Amerika leidde. Zg ver-
nietigde bet Tuistrecht door bet tiandhaven vu
een algetneeneo vrede en door een bdioorlnke
T«ebt^ilegiiig. Paos Alnmder schonk aan het
DigilizedbyGoOglC
ISABHLLA I— ISABET.
773
fccninkli^ «eïtpsoi den titel Yan KathoUeke Ma-
jeiteüeti. Om stutknnilig» Terrolgingen te kan-
tten inBtellen, beTordeide iq de iotoering der In-
qiii«itie in Spanje; op raad T&n d^ ^root-inqui-
■itenr Thomat de Torauemada veitunde m in
1492 de IsraNiettn nit Spanje. De dood van imsi
loon dsn Juan, prina van AtturiS, en lan haai
doehtei, koningin tod Forlngal, verbitterde de
laAiate jaren van haaiiegeeiïnK.Zg overleed te Me-
dina del Cao^ den 2«ten Novemibet 1504.
Zie: Preteotl, HiBtoTy of the reign «f Ferdi-
nand and Isabeila <DiieQ«e drnk New- York
1902);Xem>,lBatieBekCat>hoMqne(Pariis 1874).
Isabellm, Olara Sugenia^ een doditer van
Pküip» U, koning van Spanje, den 12den Sa>-
teniwT 1556 te Seg'ovia g^ren, trad in <1598
in bet hmrelijk met Aloertiu, aartsbertog lan
Oottenrvk, en werd met haar e«maal in 1&99 te
Bnitael ti« tomereine Tonten der Nederlanden
aehnldi^d. Na den 'dood Tan baar gemaal (1621)
bleet Eg nog 12 jaien Spaanse landToogdee der
Z. Ned«i4anden en CTcrleed te Bmuel den leten
Deoember 1633. Zg trachtte zooveel mogelQk den
bloei der aan haar lorg toevertrouwde gewesten
te 4)evarderen, liet o. a. een ibegiii maken met het
graven van een veitnndingskanaal t^iBchen Ant-
weroen en den R^n en stiohtte de kantngveibeid
in èelgii.
Isabella H Karia Louiaa, koningin van
Spanje, ilen lOden October 1830 geboren, waa de
doditer vui koning fardinand Vil en van xjn
4de gemalin Maria Ghrittxna van Napek. DaM
Ferdmand geen zoon had en kracbtene de vast-
gestelde troonopvo^ng d« kroon na ijjn over^-
den ten deel zon vaSen aan igi broeder don Oor-
hu, biet hg den 29eten Maart 1880 de Saliaehe
wet op, Hiodat i^n doditer den troon kon tan-
•vaarden. Het legantubap werd 'waargenomen
door jforta Ohrittina, die, met t>ehirip der libe-
ralen, den pretendent don OotUm. het hoofd der
conierratiGven, beitreed. In 18S7 waren de ear-
liaton door generaaj Stparfero overwonnen. De-
ze nam de pMata van de regentea in en regeerde
Spanje in 1341—1848. Toen verklaKde de Cortes
de koningin meerder^ric. Deze, goedhartig maar
weinig geeitelök ontwikkeld, liet lieb nithnwe-
lijken aan den onbeteeienenden prina Front mm
AmH. Tot haar vertionwelingen kooe zg den
mysticus Olmet «n de intrigreerende Sor Fatro-
rinia. De regeertng werd voor baar gevoerd door
Sartaex of door (yDotmell. Deze laatste, bocrfd
der liberalen, TaariKgde in 1854 het pronnncia-
mento van Vieale&io nit. Van 1358 tot 1 868 was
iiQ met de leiding der zaken belaet. De oorlog
met Marokko waa zqn vrerk, Itabeila'^ Toorteur
^noot de meer reaetionnair gezinde Narvmi.
Het hartstochtelp karakter der koningin was
oorzaak dat zg de achting van bet voHc verloor.
In September 1863 brak de omweuteling oit, die
ImAeüa naar Frankijjk deed vlncbten. Ma ver.
geelscbe pogingen om Napcteon UI tot tusscben-
konut over te hajen, droeg zg den 25Bten Jnni 1870
baar reebten op den Spaeïuehen troon over op
baar zoon Alfontnu, die in 1874 ale koning ge-
kroond werd.
In 1876 keerde Itabeüa naar Spanje terug,
waar zg bg afwiteelin^ te Sevilla en in bet ae-
enriaal haar vettilgf hield. Zg had door baar --
triges een noodlottigen invloed op bet gedrag
van baar zoon. Vooral poogde zg zjjn venoving
met een doobtei van den hertog van Monlfeniier
te beletten. Toen baar dit niet gelukte en haar
nieuwe minnaar (Marfori waa in 1875 ia onge-
nade gevallen) door de regeering nit Spanje ver-
bannen werd, verliet zn in bet najaar van 1877
baar vaderland en keerde terug naar Farija, waar
ig lelfs betrekkingen aantnooote met den pre-
tendent don Oarht. Bet bnwelgk van Alfiauut
U woonde zg niet bg, en eerst het overlnden der
jengdige koningin Mareedet gaf aanleiding tot
een venoening van moeder en zoon. Imbtlla
overleed den 9den April 1904 te Parije.
IsabellaUmr is een bruinaebtig-wi tachtig-
gele kleur, die lüar oaam zou ontleend b^iben
aan de Spaansebe prinsea IsaMla {zie aldaar),
de dochter van Phitipa 11. Zij had namelgk de
gelofte gedaan niet van hemd te zoUen verwis-
selan, voordat baar gemaal, aartshertog Alberlut,
Oatende ingenomen bad, dat fag in 1601 be^n-
hst verbaal niet in twqfel te trekken qin.
Iskbdla-ords is een Portngeeseiie vrouwen^
orde, den 4den Novend>er 1601 gesticht «n telt,
afgezien van de kden van bet Eoninklnk Hnis,
26 door de konk^en te benoemen ad^gke da-
roes boven óe 26 jaar. De orde bestaat uit een
gonden. door gonden rozen en banden omgeven
medalje mei een kroon daarboven; de medalje
heelt op de voorzgde het beeld van de H. Itabeila
van Portugal en het devies .rPanpemm eolatio"
(der armen troost) aan den voet, op de achter-
igde de naamegfers der prinaes en bet rand-
schrift ,3eal Ordem de Santa leabel 1801".
Iu.baUa-ord6 is een Spaansebe orde, den
24sten Maart 1815 gutida. Sedert 1347 bestaat
zjj uit vier graden: grootkrnisen, eommandenrs
1ste en 2de klsaee en ridders. De orde verleent
den persoonlijken adel en den grootkruisen den
titel ËxceUentie. Zq bestaat nit een rood ge-
ëmailleerd kruii met stralen in de boeken, dat
aan «en groenen lauwertak bangt en aan een wit
lint met oranje randen gedragen wordt. Het
gooden midden schild der voorzgde draagt da
twee inilen van Hercolea, omgeven door innden
met bet insebrift „Plus ultra" fDaar boven uit)
en twee wereldgli^s, bet gebeel omgeren door
het devies „A la kaKad aerisolada" (voor be-
proefde trouw). Het blauwe middenechild der
achterzijde met de g^roonde initialen van den
stichter (Ferdiitmd VU), is door een witten, met
zond gebordnurden ling met de woorden „Por
Isabel la Oatolica" omgeven.
Xsabey, Jetm Baptiite, «en Fransch schilder,
den Uden April 1767 te Naej geboren, orverle-
den den ISden April 1855 te Pargs. was een
leerling van David en is vooral be&end door ig'n
miniatuur-portretten «s teekenrngeo. ^n meest
vermaarde portretten zijn die van Barrire, Saint-'
iml, Oarrier, Oottot iFBerboii, Napoleon, Kartt
X en Lodew^k PkUipt.
Itabeji, Engiiu Louii Qabriel, een Franteh
schilder, xoon van den vorige, den 22Eten Jnli
1604 Ie Pargs geboren en den 27eten April 1886
te Lagny overleden. Hg beeft zeegeii<Aten en ta-
tereelen uit de zestiende eeuw gecdtilderd. Een
D,o,l,zedb,GoOgle
774
ISABKT— ISATIBN.
igneT beate slnkken ii „Li riaite 40 cbitean'
bet Lont re t« Pargs.
XMMthlonmnr «f ox;deth;latilfMi»inr
(C;&OH.OH(S0»H) ku veikregtti wordtn door
imniilag Ttn iwATeHrioiied t90i) op atiMlateii
aleifaad, wuRÏoct etotiykaUMa ODtatut, dat
DH-t wat«r ««111101110117 (SO.HjOBi.aHtO.SOiH)
ge«tt. Dit TRlt faq langdarig koken met wxter
uiteen in iskethionianr «n iwaTeliunr. Op itit
muótt beieid, ii bet een etTot^rij^e nuéi», die
bjp itMn boTen iwaTelinnr kriitalign wordt. De
TborDiuntte loitten ign di« van ktJinm ej
riam. Beide Tomen riHHnbisclie krietiJlwi.
iMmU llêoiot}, een Orieksch redenasT nit
Chalkii op Eoboea, tcrigens anderen uil Athene,
waarheen hg in e^ gwal vettrok en «aar bjj
■gn opleiding ontring in de Khool van Lyndj en
Itoenuet, veatigde er tieh th pleïtbeiorgct en
leetMf in de welBprefcendlieid. Ook Demoêtlune»
eeooot. naar men meldt, ijjn ondeniaht. Hg
leefde waarecfaünlgk tnucben 430 en S48 t. Ohr.
Vroeger tiad men lan hem 64 ledeioeringen,
doch ■kchta 50 Tan deie werden als «ebt erkend,
ea tan de» ign niet meei dftn II lot ons gno-
men. iDe fexamenliike redetoeriiigen van Zfoeiu
aia nwenaaleD getttvtt, o. a. doOr Seheibe (1874)
en AttriMM (1»^).
iMffOt* en itagogiek werden dikw^s ge-
brnikt tot aanduidins van een iuksding tot een
weteu^s|i. In iiet ogionder weiden déie «
dan Toor „inleiding tot de alodie Tan den
bel" gebruikt.
De, ^rdreet in 508 met Spartaanedie nnlp OKt-
tktne*. bet boofd der deioocraten, en wai op bet
plint de remeriog in banden te f^ven tan een
Raad, uit 800 partggen ooien bestaande, toen tg
op den AkropcJia werd ingeslaten ea na een be-
1^ Tan drie dagen met de Spartanen Atbene
moegt Terlaten. Hij overleed in Qwlltngeehu).
iMiI, in de Vulgata en bet endere hieder-
taüdeoh Jtue. ia de naam van den vader van Da-
wid; hg bad behalve David voigene de «enetover-
letering nog 2. volgens een andere overlevering
Hg 7 ionen. De familie van ImiI wai een aaa-
tieulök geiladit te Bethlehem. Zjjn naam is
Toorai bekend ^«bleven door d« HeasiaanKbe
Cletie van Jesaja II, «aar een nienwe twg^ uit
algeèonwea tronk van Zaal wordt voorapeld.
laaltM. Zie Itoeua.
Isambart, FrmfoU Andri een Franteh
reebtureleerde. den 28sten November 1702 te An-
na; (Ënre-et-Loire) geboren, werd in 1818 ad-
vocaat bii bet Hof van Oaesatie en den Baad van
State. Hg maakte lioh zeer Terdienatel^ door
de nit^ave van ign „Reeueil g^néral dee ancien-
nes Ion fiasfaisea depuds l'an 420 iuaqn'ft la
rfvolDtioD de 1780" (1821— 1883, Q9dla.),vrur-
bg bg onderatennd werd dooi Craty, Jovrdan,
'Armet en Taiüandier. Verder leverde hg „Anna-
lea politiqoei on mannel ptritlieiete, pr4cédéea
d'noe diBsertatioa sor Ie d/oit public et Ie droit
dei gena" (S dki. 1828), „Traite «ur la voirie" (3
dln., 1825—1880). eo „Code éleetoral et mnniei-
pal" (8 dln., 2de dntk 1891). Gedurende de Rea-
tanratie behoorde hg tot de eppoaitie en tot de
-vgaDden dei Jemleten, terwijl ign naun ■verbon-
den werd met teer briangrqke staatkondige
reefatsgedin^o, waaromtrent men bgiooderbedeo
vindt ia zgo „Plaidojers, dtiaertatiena et me-
moires dans lee caDaeteéljiircsdelaieBtanration"
(1S24— 1828, 9 dln.). Toen de beruidite Ordon-
naneiin van 18W veraebenen, proteateeide /acm-
berl in naam van den adToeatenataud en nam
gverig deel aan de Juli-onmeD teling: Den 27steii
Angnstnt van dat jaar werd bg benoemd tot Ud
Ttui bel Hof van Caaaatie, nam de redactie der
constitutie itf >ieh en werd kort daarna lid van
de Kamer van Gedeputeerden, waar hg bet mi-
Diaterie LatilU ateaDde. Tgdens bet bvwind vaa
Périer nt hg weder op de baiÉien der oppositie.
Htt de Febmari-omwentitJing van 1848 lond bet
dcfiartement Ënre-et-Lolre hem naar de Conatï-
tuante; bg nam zitting in bet centrum der lepo-
blikeineu, doch werd bg bet kiezen van afj^vaar-
digden naar bet Wetgevend Lichaam niet faerko-
len. Hg overleed den ISden Jupril 1857. Hg
ichre«J nogt „Redierebee bittoriquee sur Ie sjeti-
me électoiEil (lanfaia" f1830) en „Etat fdigienz
da U Franee et de rËurQ|)e" (1843—1844). Zgn
„Fandeetea franfaiaea" ign onvoltooid gebleven.
lM»nomal»n noemde B. W. Dowe de ver-
bindingalgnen Tan die plaateen der aardopper-
vlakte, waarvu de teo^ratnar een g^k aan-
tal graden afirgkt van de gemiddelde tempeta-
tuur van den breed teeiikel, waarop de plaata ligt.
De fiharMucAe anom^i, é. i. dna bet bedrag der
afw^ing, ie faoofdukelik van de tegenstelliiig
Tan land en water afbancelgk. It cü poeitiet, dan
geldt de plaata Toor te warm, in bet (^raorer-
geatelde geval voor te koud, 0^ bet «iidelgke,
waterrnke halfrond ign de alwgkiogan van de
gemiddelde temperaturen van de breedtecirkel*
niet groot, op het noordelgk baUrond igu ag dea
wintera leer aaniienlgk. In Januari il Centraal-
Azië ongeveer 20* C., Noord-Ameiika oivereer
10* C. te koud, terw^ de lucht boven den Atlao-
tieehen Decaan tntadien Utland en Jloorwegen
ongeveer 20* O. t« waim is.
Immt, door de Ouden Imnu genaaiod, een
inidelijke lurivier vanden Donau, ontaprimól op
bet Earwendelgebergte ten noordoosten Tan Inna.
brflek, atroorat eerat 22 km. weatwaarts door bet
Hinterandal, wendt lieh bii Scharniti plotaeling
naar bet noorden over Mittenwald tot Krün-
nen, vormt daarna in N.0. ricbting een lengte-
dal tot beneden den waterval, waarna bet twee-
de, tot Tolt loopende diwaradal begint. Dan be-
reikt bn, ter hoogte van 600 m., d« fieicracbe
boogvlaite, loopt evenwgdig aan den Inn noord-
waarts langs Woifrataba^sen en Uf nchen tot aan
Freieing, dan noordoottwaartE lan^ Uooaburg,
Landshut, Dingolfing, Landan «n Plattliiv, en
mondt nt een Icop van 295 km. nit bg ftarg-
mund, iets beneden Deggendoti. De rivier kros-
keVt door d« hoogHakte over «en breede, ktesel-
den eilanden, docb ia «r meer geeehikt voor vlot-
ten dan voor sriiepen.
I>iitl*ii is «en indolderivaat en beeft tot for-
mule C.H.N:C(OH).00 of CA4.NIH.CO.CO, den
atabielen en labielen Torm van intien. B«t eent
werd bet veïkregen door oxrdatie van indigo met
aa^tennur; het wordt ook gevormd bg oxjit-
D,o,l,zedb,GoOgle
ISATIEN— ISCHUe.
tie T(D oiindoL Het intiensniu gaat bjj teihif-
ting ia VAterige «plowing, onder afaptitaing Tsn
water, om in id&tien. Het vormt Kselioode kris-
tallen, die fin 200* C. amelteo. In load water en
ÏD aether is fiet moeilijk, in wannen alcohol g«-
makkel)^ oplorfMar. Is»tieniBte hnkenaen un
de donkerbUnwe klenr, die antgtaat bij eebudden
Tin kkiH boereeUiedeD iMtien m«t iwarcknor
en thioleenhoideiid JmuoI. Zie ook Indol.
XsatlnURltir <^ orthoamidobtnwylmieren-
xuvT fC^JJHi.O0.000H) ku verkregen wor-
den Dit orthonitrobeniojlcTanied door dit eent
DMt rookend Matznor en daarna met kaliloog te
bcÉraJMlelea en het ón geToimde nitronnr ntet
terrosolfaat en natronloog t« Ndnceeren. Bij Ter-
damping is bet Taennm van de Dj>loiBing tilgft
bet all een wit poeder adlter; bg gewone ver-
wanünf raa de i^douing gaat bét echter over
in ieatien (lie aldaar).
laatU L. (Weedei ia de naam Tan een plan-
tengeglaeiit alt de familie der £n«w&IoeimMii
(CneUertH). Het onderscheidt lieh door een plat,
iQdriingi umei^edrakt, eenzadig banntje, dat
door bet ferdwqnen van bet tnaBcbenKbot mh-
itokfcig wordt, en door op «Ikair liggende, eenigi-
lÏDB g^roetde laadloblMD. Het omvat boofdiake-
1^ 2-jarige krniden, die in int luiden nn fin-
rt^a en in bet weBten van AaiE Roeien. De
mèeet bekende loort ie de tweede (l. Uuetoria L.),
een S-jariee plant
Min weerskanten
lant met wigrormi e-lang weipigc,
a afgeronde of aan den top ailge-
Toet pglTormige bovenste bladeren, voorta met
talrgke opstaande troeten van kleine, gele bloe-
men en bangende vrnchten. Oeie plant beboort
te hoii in Midden -EnrofM en levert een liaaJe
blauwe kleurstof. Zie voorts onder Indi^.
XsanrU, een laDdscfaap in bet «uden van
Elein-Aiil tnasi^n JPbrygiB, PMDohyHB, Ljrka-
onil en CilieiE gelegen, etond in de dagen der
Oodbeid in kwaden reak wegene de roofsncht in-
ner bewoners. De leauriif», die reeda vroeg ali
leeroovera de gebeele Middellandsebe Zee onvei-
lig maa^n, vormden hier en in bet aangren-
lende Cilicii een eigen vrijitaat en deden li^
vooral gelden sedert den eeraten oorlog twen
MithridaUi 486—84 r. Cbr.), die lich met ben
tegen de Romeinen veiiwnd. ZeUs nadat men te
Rome tot den oorlog tegen ben beaioten bad en
de proeoninl Publiu» Serrilüu Vatia, die daAr-
om den bqnaam vao Itavnau vettreeg, geduren-
de een 3-jaiigen strijd onderscheiden vaste {tfaat-
aen benevene de boófditad veroverd en bet land
in een Romeinseb wingeweat bersebapen bad (78
—74 V. Chr.) en Pompepu deie van »eetoov«rs
geiaivepd bad (67), bleven sjj bnn rooversbedr^f
voortietteB. IndeSdeeenwn. Chr., ten tijde van
OiülienUÊ, plaatsten in Cajut Anniu» TrebelUa-
«Ui aan hnn boofd, doch werden door Probvê
overwonnen. Later evenwel veroverden ig de
meeste BomeiMcbe steden «ao de fcnit van Cilf-
eie, en lelfa nog in de 5de eenw na Ohr. plunder-
den zg Seleueia in SyriJI. Een vaa bnn leiders
droeg telf onder den naam Zeno (474 — 491) de
Byiantnniebe kroon. Gun kracht werd echter
een les— ' — — ^•~ "™ '"°' -* — ' — ^■
I gobro
Iibarte (ambtelijk Hamidabad), de hoofdstad
vin een sandsjak in den liva Eonia, ligt 920 m.
boog, 43 km. ten Z. W. van Diner en telt 35 000
inwoneie. Men vindt er Turksche en Gri^sche
scholen. iDe voortbren^seleD van het sandsjak inn
tarwe, gerst, vlas. t^ium, baiden, bout, amaniH-
len en «atoen. De tróotd industrie is de tapijtwe-
'verjj in 130 werkplaatsen, die voomamelgL voor
LoMen werken, verder leerlooierij *" vervaardi-
5 ing van roieni^e. De baaaar is vrjj groot ea
ryit een levendigen handel, fabarta is bet oude
fiaria, een beroemde Bjuntijnecbe bitatbopiie-
tel
Xsb<HHtli in het boek der Kronieken StbaSl,
een toon van den IiraSlietisehen koiing SmU,
werd oa den dood zjjne vaders door den veld-
heer Abner aitgeroepen tot koning over IsraSI en
o<A door alle stammen, met aittondering van Ja-
da, als zoodanig erkend, ^n poging, om Juda
te onderwerpen^ mislukte, en daar Abner hem
verliet, legde bu reeds na S jaar de regeering ne-
der. Niet lang daarna werd toj door 2 iqaai voor-
nialige krögsoversten vermoord. Deien braebtea
ign hoofd aan David, doeb moeeten bnn troawe-
loosheid met bun leven boeten.
Iflohla, door de Grieken PithikaÊa, door de
Romeinen Anaria genaamd, een klein eiland vao
vnlkaniseben oor^rong in den mond der Qolf
van Napels, ten zuidwesten van Kaap Miaeno, ie
zoowel beroemd wegens zön bekoorlijke ligging
en vruchtbaarheid, als wegens zjjn wjjn en ïjjn
warme baden. Het bcboort tot bet arrondisse-
ment Poiinoli van de ItaliaanaiAe provincie Na-
pels en telt op 46 <v. km. 28000 inwoners. De
hoogste berg van bet eHand, 750 m. boog, i* de
vulkaan Epomeo. De voomaamate plaatsen van
het eiland ijfn Ischia aan de oostkust met ruim
7200 inwoners, beveiligd door een kasteel, dat
zieh op een basaltrote verheft, Forio aan de west-
kust en Barano d'Ischia met <1911) 7430 iawo-
nera. De meest beroemde baden van bet eiland
z^n die van Casamïcciola, die van Castigljone,
die van San Lorenzo en die van Sta Reatitoa.
De eerste bewoner! van bet eiland waren En-
boeCrs en werden, evenals bon (^volgers, uit
Syraenae afkomstig, door hevige uitbarstingen
van den E^meo verdreven. Qeruimen tQd ble^
het eiland nu onbewoond, totdat de nabarige Na-
poli tanen nieuwe vi^splan tingen daarheen zon-
den, welke lieh echter weldra moesten onderwer-
pen aan de Romeinen. Evenals onderscheiden aan.
lienli^e Koineinen, had ook keizer Auguêtut al-
daar em paleis, waarvan de bouwvallen nog voor-
handen iö°- I^ ^Seiea Juli 1881 werd bet
eiland door een aardbeving op vreeaeli^e wjjie
geteisterd. Casamiceiola, Forio en Laeeo Ameno
werden toen j^ebeel verwoest en 2318 inwoaeri
hebben daarbj] het leven verloren.
IsoUaa behoort tot de neuratgieliTt, waaron-
der men ventastaanvakgewüg optredende pgnen
in bet gebied van een bepaalde zenuw (iie <m-
der Zenvueti — ZteJcfen «on de xeint%fen). De
iaehiaa leteit in liel gebied van den nereue üefcra-
NetM, die, uit bet bekken bomend, aditer het
dgbeen in de djj naar de kniekuil loopt en dan
in twee takken lan^ het onderbeen gaat, die
zich in den voet verder in lennwtikjea apliteen.
Vandaar, dat de pön^ achter op de dij bannen
D,o,l,zedb,GoOglc
776
en HUI tteiwilcii whiet«D, meeiUl IsDgt den fani-
teokant i*.a ooderbeen en T«et. Somi lit de pgn
ia de ToetHMl. Wel treden de pönen in aumllen
M>, nur dsMtDMclien in is d« patiënt ei totb
niet nheel vrij vin. DikirqlB is een onToonitA-
tigc BewBgiog met bet been, hoeiten ol nieiau
Toldoende om een aanval (^ t« wekken. Twfe
rindt men ha ücfatu ala bg andere neunlgieBr
gevoelig drnkpnnlen, d. 1. achter de enkeU, ii
de knieknil en Inaiehen littMenknobbE] ea tro-
«bantor maior Tan bet 4|}been.
In erg« gcTallen maken de pgnen het gaaa
mogeli^ en ijjn ig Taak verDonden met tiillen
en trunpen in liet bem. 'De ooraaak ligt vaak
het vatten Tan kon of in OTeimatige inapanning
der beenen, maar aomi in TeritoppiDg, wanneer
de OTertnlde darmen op het bekkengedeelte der
lenuw drukken. Zoo £an wA lang litten op
harde «loeien de oonaak «orden, maar men
moet niet vergcteii, dat niet im> lelden rof^c-
mergeiiekten ala tabes met iaehiaa bannen en
ook Btofwiiselinguiekten ale anikeriieète lieh
ermee kunnen aankondigen. Al naar de Ootiaak
regelt men de behandeling, waarfag dikwjjls de
aanwending Tan den laraJiMfaen itroom en Tan
maaiage nitatekrade dieniten bewqien. Bedrust
•lu getehiktc ligging met warm bonden Tan bet
lieke been ii wel ie geiehiktate behandeling te-
gen den aanval lelf, met lorg Toor geregelden
afgang. In iware gefallen heeft men narcotica
noodig e& i« niet Miden da nitrdfcitig Tan de
lenuw met eneees toegepatt; die kan bg deie
lennw oek oobloedig geiobieden, door het ge-
■trekte been in narceae op te heFlen en loo dicht
mogcigk bg den romp (e brengen. Herhaaldelijk
kreeg men too onmiadellgk een prachtig succes,
maar niet Tan langen duoi. In chroniiOM geral-
len geTen otA «arme baden Taak verliditing.
Iflotalm (bg d« Ei^iexen I§el, Stel), een lin-
kerigrÏTier Tan deii IrtiaJ, ontapringt indeRoa-
■iaeh-Aiiatiache prOTineie Akmolinak en mondt
nit na een loop van 1675 km. bg Oost-lMbimak.
Zq ia ileehti in de lente bcTaarhaar.
laohlin, de booJdatad van het gelijknamige
di at F iet in net Siberiiehe gouvernement Tobolak,
werd in 1680 door de Ruaeen geatiebt, li^ aan
de riTiar lachim en telt 8
) inwonen, die Tan
en roggemeel IcTen. De groote mii in
wordt door 20 000 Treemdelingen beioeht
Isolil, een vlek in bet diatriot Qmnnden in
Opper-0aatenrj}k, 474 m. boTen de opperTlakle
der lee aan de ^toorlgnen Atlmang — Irdaing en
lachl— Salibn^ en op een door den Traan en den
Iichl geiormd «chiereiland gelegen, is door hoo-
ge, adiiiderachtige kalk-Alpen om ge ven, telt
tlOlO) 10 188 LDwonera en jb beroemd als bad-
plaati, Hen vindt er een teekenacademie, Kot-
en «waTelbronDen, dennen-, twiTel- en aont-
atoombaden, inbdatie- nMlkkuur- en kondwater-
inrichtingen enz. Otder de Sfi 000 badgaaten, die
er gemiodeld jaarli^s komen, behooren, behal-
ve de keiier, die er een fruue TÏlli en een nieuw
fialeis bexit, en de keiierlyke familie, de aajiiien-
ijkste personen nit Weenen. Hen heelt er een
Echouwbarg, «en caiino, de mooie Ffarrkerk met
Eraohtige fresco's, een nieuw poilfaintoor, talrg-
e Tilla's eni.
helm) is in de Hidddeenwsdie <Uerlabel de waar-
«ahgnlök nit VlaaitdeKn afkomstige naam Tas
den woll. Hg komt leeda tooi in 1100 eo is tct-
moedelgk Teel onder.
Iidlii, /aoofcf een Dnitaeh aebtgTer OTer on-
derwerpen Tan wqigeerigen aard, werd den ITdea
Haart 1728 geboren, stndeerde in de reebten te
GCttinoen, promoTeerde daar tei plaatse en be-
gaf liui TeiTolgena op reis. Na i^ti tenigfceer
in lün geboortestad weid hij in 1754 lid van
den Qrooten Raad en in 1756 secretarie T&n de-
len. Hg OTcrleed te Bairi deo 15den Juni 1782.
Zgn Toomaamtte geaehiift is: „Qeschichte der
HenseUieit" (2 dln., 5de dnik 1766). Verder heb-
ben wg Tan bem: „Vermitehte philoBophisebe
Sehrtlten" (2 dln., 1770) en „Epbemeriden der
Hensehbeit" (7 din, 1776—1782), Tooitgeiet
door R. Z. BeduT tot 1786. ^n ,JaedagagiKbe
Sebiiften" (I8S8) gaf Qöhrwg nit.
iBMibruit. Zie IJaÊnbnmdL
IsuttowVi MD Dnitaeh Toriten- en graTen-
getladbt, dat nit de 10de eeuw dwteekent en
5"[n naam ontleent aan den bnrcbt Isenbar^ bg
euwied. Het beataat nog nit twee hoohHinies.
Ie. Ittnbwg-OtteidKteKSvtttiK, dat, in 1744 in
den RjjksTontenstaod opgenomen, in 1S15 ge-
mediatieeerd werd en ttiani onder Proiaieebe «n
Heasischs aouTereiniteit staat, ffiertoe b^oort
de grafelöke igtak Ytettlmfo-Philivpttiek.
' 1, gesplilit m de tuiïen i
imiurg-Büdinge», \
burihBadtngen %u Büdmgen, in 1840 tot vonte-
Igke waardigheid TcrbeTOn, lieitburff-WSekttr»-
bixh, sedert 1865 tot den Toratenstand behooien-
de, en het giifelgk huia iMntmrg ni Mttthoit.
ISMibniT, ^eiKl of AmM wat, waa in
1106 ptooit te Deventer en weid door den in-
vloed Tan graaf OtU> tvN OeUei' tot liitsehaB van
Utrecht gekoien. Dirk Vil, gnal «cm BoUmd,
§ oogde «Tenwel die waaidigbeid te beioigen aan
en bioeder van den Toorgaaaden bissdiop. Eei-
xer lltndrik beTal echter, dat de beide bissehop-
pelgke mededingen lieb oaai Rome tonden be-
geven, om tieb aan de nitspraA Tan den pani
te ondervreipen. Daar overleed Artnd van iant-
6iirg fn 1198, nadat bg de wqdii^ leeda ont-
Tangen had.
XsAiideeni, Oüibert «m, een Nedeilandiefa
beoefenaar der wijsbegeerte, den 8den December
1601 te Ëde in iQeldetland geboren, studeerde te
flarderwgk, Franeker en Leiden, beaooht de
Toomaamatfl Franaebe boogeieholen, altmede de
Tooreaamate steden in Italil, werd te Parqs U-
eenciaat in de geneeskunde en keerde in 1S29
naar de Nederlanden terug. In 1634 werd hg
hoozleeraar aan het atbenaewn te DeTenter, ia
1947 aan de boogeKheol te Hatderwgk en OTei-
leed aldaar den SOtten AprU 1657. ^ behoorde
tot de Tooratandeis der wijsbegeerte Tan Aritlo-
telea. Van ign geaebriften Termetden wij; „Effa-
'liorura {4uk»i>p)ueon>iii eentutiae duae" 4,id«
druk 1642), „CoHegü philosophid DaTentrieniit
Kre prima" (1686—1638. 2 dln.), ,A>mpeodinm
;icae peripatetieae" (1647). „Fhyaiolociea peii-
paletiea'' (1642 en latei), „Etfatorum phUoiophi-
eorum, qaibna praeaerttm eiplicantar praedieabi-
lia et praedieamenta, centoriae quinque" (1643
en later), „Logica peripatetiea" (1645 en later),
DigilizedbyGoOglC
.Jjogiü petip>teti«s per ttieor«ai*ta «t qawtio>
Dei MDtroTerMB Molutiee tnct&tu" OMS]i ,iSer.
mo aademicM de noetii, «moriiet vioi dbd at-
qoe abniu" (1652), „lUdalla phyeicM genenlii
et tpeeialit" (1658) en „Ethica peiipatetica etc."
(l6o9, na znn dood nit^egeTen).
Imo et Sebmo is de naam van een m«ei op
d« grens d«i Italiauiaehe provincies Bretei& en
Bergamo in 'I/)inliaidöe, aan den inidelijken voet
der Aipen. Het i« 25 km. lang, 5 km. iieei, tut
251 m. diep en 61 t. km. gnwt. De Oglio «troomt
er doorbeen en iHt wordt door Btoombooten be>
Taren. Zeer bekoorlijk ijjn de oeieiB van dit nieer.
In het midden verheft lich het rotieiland Hen'
Iwla met 2 TiMchersdorpen en aan znn inidelgk
uiteinde ligt het vlek l»eo oMt 3000 inwonen.
Andere plaatsen aan bet m«er iqn LoTere en Pi-
■ogne in het N. en Sarnieo in het Z.
Xser, een rechteriijrÏTier Tan de EStbe, onl-
a^iingt in SileiiB o» een moerauige boogrlakle
nit <M Oroote en Klein« Iser, loopt door Bohe-
men en mondt nit bg Tanschim jboven Brandeii
na een loop van 182 km. De voomaanMte K^ri-
vier is de Eamniti, die zg boven ËJBenbrod op-
neemt. De leer i< sledite voor vlotien bcTaar-
baar.
Xcèra, door de Ouden Itara genoemd, de «an-
lienlijkste linkenn rivier d«i Knfine, ontspringt
Ier hoogte van 3300 m. in de gletsebera van den
Mont-Jsenn in het Fransehe d^artement Savoie,
stroomt met groote kronkelingen westwaarts
langs Houti«i«-en-Tarantaise, Atbertrille en
Hontmélion, bereikt tg Fort-Barraui het depar-
tement Isère, loopt vanhier inidwe«twaartfl naar
QreDo1)Ie, daarna met «en boog naar het wetten
langa Romans in het departement DrAme en
mondt nit Ie CoafonHn niet ver van Talenee na een
loop van tiQna 290 km., waarvan er 160 bevaar-
baar tjjn. Boven Qrenofcle stroomt ig 48 km.
lang door een der fraaiste en vruchtbaarste da-
len. QraisiTaaditi genaamd, tntsehen sneeawkmi-
nen, wier lagere hellingen met wonden en wei-
deo, wiJD- en oottgaarden tiedekt zgn. Zg neemt
links onderscheiden rivieren, zooals den Atc, den
Biéda en den Drac. op.
Isère, een departement in het Z.0. van Frank-
rgk, wordt gevormd door de noordelijke deelen
van Daophiné met de landschappen Oraiaivan-
dan en Viennsit, wordt door de departementen
Ain. Savoie, Haotea-Alpes, Drflme, Ardèehe, Loiie
en RhOne begrensd en telt op 8284 v.km. (19H)
555911 inwoners. De faooldstad is Q[«noble en
bet is in 4 arrondissementen verdeeld: Orenoble.
St. Marcelin, I« Tonr-dn-Pin en Tienne. In
bet stroomgebied der RhOne en op den linker-
oever van deie geleden, wordt het departement
door onderscheiden rivieren begroeid; in bet O.
Tindt men vele kleine meren, poelen en moeras-
sen. 'De helft van den bodem is bergachtig; in
het iDidooBten verheften %\A de Boosie (S476
m. hoog), de TaiUefer (2864 m.). de Pic de Bel-
ledonne (2981 m.), de Aignille dnlfidi(3987 m.)
en de Kont d'OlIan (S883 m.). De bodem levert
graan, rogge, boAweit, haver, hennep, boom-
vrnchten. snikeihieten en wgn. Ook de veeteelt.
de kaasmtkery en de igdecultunr liJn er van veel
belang. Tot <m voortbrengselen nit bet deljstol-
fenrijlc behooreo jjier, brandbare mineralen, kie-
zel, marmer en Itouwtteenen, terwül er onder-
s^iden minerale bronnen ontqtringen. Behalve
veel giersmeltergen heeft men er fabrieken van
stalen en koperen Toorwerpen, garenspinnerijen,
katoen- en linnenwev eigen, handschoenen, en
papierfabrieken enz. JBet veiieer wordt er door
de JlhAne en door oaderscbeiden spoorwegen be-
vorderd.
laarreberrt», een ^Aeiate in het Pmisi-
scbe district Liegnitz en m Boliemen, ia een deel
der Sadelen, insvsloten tnsschen het Senxenge-
bergte en den drosser Zacken eener- en het Lan-
sitvergebergte en de Lansitier NeisM andeizgds.
Het is een voornamelgb nit gneis en gJimmerlei
opgebouwd g^rgte, dat lieh in vier lielens tan
bet Z.0. naar tiet N.W. nildti^t. De hoofdketen
ia de Hoher IseAamm, die %g een gemiddelde
hoogte van lOOO m. ign hoogste punt beeft io
den Hinterheig (1126 m.).
Xserlohn, een arronditsementihootdstad in
het district Arnri>eig der provincie Weatfalen,
ligt aan het riviertje de Baar in een bergstreek,
aan de spoorlnnen Lemathe — FrBndenberg en Le-
matbe— Iterlobn en telt (1910) 31 274 inwonen.
Men vindt er een Booma^-Eatholieke en 8 Pro-
testantsche keiien'en onderacheiden scholen, een
„Kriegerdenional" en een kolossaal staadÜieeld
van Withetm l. Deze stad behoort tot de aaniien-
Igke fabriek- en handcJaatedEn van Wetttalen.
rdigt er o. a. gKrwaien, geel-kope-
ders). Meer dan 60 aanzienl^ke handelshuizen
staan er in betFetking met ItaliC, Frankrijk,
^anie, Amerika, Nederland, Engeland, Belgit
en StaodinaviB. De omtrek der stad is als be-
dekt met werkplaatsen. Reedt van ouds, zooall
de naam aanduidt, bloeit er de gzerindnitrie en
in de Middeleeuwen werden er bamaseen enz.
vervaardigd. In de nabijheid ligt DeehaDhOble
(zie aldaar).
ISArnla, een stad en arrondissementthoofd-
plaats in de Italiaansehe provincie Campobasae
(in de Abrnzien), op een heuvel tnssehen de Tal*
Ie Caprina «n detle Precie en aan de spoorlgnen
Cajanello — Isernia en Solmona — laernia, beiit la-
kenfabrieken, po ttebakke rijen en een levendigen
handel en lelt (1911) 9284 inwoners. AU over-
blijfselen der versterking van de oude Samniti-
Bcbe stad Aeiernia, die in den Bondgenootenoor-
log vervroest werd, vindt men er e^clopisehe blok-
ken als grondslagen van den legen wootdigen
mnur. Ook de waterleiding, door een roU van
kalksteen geboord, ii nit d« Oudheid aftomilig.
De stad is meermalen (847, 1S49, 1426 en 180S)
door aardbevingen geteisterd.
lafalUlti. Zie ttfahm.
Isberwood-syateam. Zie Stkip.
lataairsk ^/«Aêwtjh OroeaAmiy Satood), een
fabriektplaats in bet Russische gODveroement
WJatka, ligt aan den Ish, een zijrivier van den
Kama, en lelt 40 000 inwonen. Men vindt te
Ishewok, dal in 1760 door SehoeiBdow gestieht
werd, een groole geweren- en wapentabiM van
den staat.
Istdonu Pebuiota, omstreeks S70 te Alexan-
drifi geboren, een monnik te Pelniinm in Bene-
den-^7pte, die een leer geitrengen leefitgel
D,o,l,zedb,GoOgle
ISIDORU^-ISLA.
riapU, o'KTleed omstreeks het jur 44Ö. £!en
groot Miital brieTen, van hem bfkoiDstig «d in
1638 uitgegeren ia voor nitlegkande ea keifcge-
sefaiedenis Mei Ml&ngr^.
Isldorua, bisschop t&n SevilU in Spanje,
dl« lich jegens de Kerk in Spanje wer Terdien-
Sleljk gemaakt beeft, te CarUgena in Murcia ge-
boren, werd in 600 biseehop tul Se?iUa «n over-
leed den 4dea April 636. Voor^ ok ecbinver op
nieilei gebied heeft hü eea welverdiende ver-
nMUkrdheid, In ign „Senten tianun «inre die anmnü
boDO libri UI" leveide hij een sooit van gelools-
belQdcnis, en in xgn „Orifinom sea etytöologia-
rnm libri XX" een eacjciopaedk, verdei onaer-
«eheiden g«whril(en van taal-, gesehiedknodi^n
en godgeleeiden inliaad, looals ,4)e ecclesiasticie
oflici is libri II", „Libei de scriptorifcua ecelesiafr
tieit" en „Hiïtoiia Gotoium, VandaLoinm et Sue-
. latora" welke histoTUeh van veel waarde blfft.
De naar hem genoemde verzameling canoaes is
niet vna hem afkom ati^, evenmin de too-
genaamde psendo-isidoiiBAe decretalen -(zie De-
eretalen). De beste uitgave van zijn geiamenlüte
werken is die van Fauttüuu Arevalo (1797 —
1808, 7 dln.).
l^nc, Amold Leopold Hendrik, een Neder-
iMidseh letterkundige, werd den 24gten Septem-
ber 1824 te Heanlen bij Oent geboien, was aan-
vaokelgk voornemens de militaire «eademie U
bezoeken, maar daarin veifaindeid door bgiieod-
beid, werd hg in 1344 earnomeiair bÜ ie re-
gistratie en io 1848 Blenon^al by de beide Ka-
mers der Staten-Oeneraal. Het W. J. van Zegge-
len schreef bij; „Het eroot" en ,3Bt oieawNC'
derlandseh Prentenboek" (1847), ,Jd de tpeel-
oten" (1860), „Maiiette" (1850) en „Vliegende
bladen vol pooten" (18S1), verder leveide hjj
o. ft.: ,J)e markieiin de SoUiue, historische no-
velle nit de jaren 1642 en 16^" (1854), „Oorlog
en Trede, en Zephir de vondeling" (1857), „Onze
Vader, die in de bemelen igt" (1858); „Uit den
■ehooltüd" (1861), „Uit bet jonge leven" (1862),
„Uit de jongensweidd" (1868), „Het tooncol in
buie, looneelstukjes voor de jeugd" (1864—1865,
2 dln.). „NWludiah prentenboek" <1865);
„Verhalen en schetsen" (2dku, 1870), „De Oraaf
de 8t.TbM"(18«7).„FreoleMaiie"(187«), „Ko-
ning WiB«m van ^^land en znn page" (1878),
.Stt Binnenhof" (1879—1884, 2 dlnO een 4iiito-
riccbe stndie van bl^ende waaide, „Jan Klaas-
zen en andere klnchtepelen aan de hand van
Troost gesebetBt" (1879), „In eer hersteld"
(ISaO). „Haagsehe echeteen" (1877—1888, 3
dJn.], „Beboaden", een toonedipel, abmede tal-
njke vertalingen en bgdragen in tndsehiilten.
Ook redigeerde hg van 1854 tot 1868 den „Al-
manak voor de jengd". Verdei was hjj mediéop-
richter van den „Nedeilandecbe ^lectator" en
redaetenr van het „Nederland edi Magazijn". Hg
overleed in Juni 1904.
Iilfl, een 'Ëgjptiscibe godin, werd door de
Qri^en met Demetm- veigt^e^en. Haai naam
laidt in de taal der hiSroglyphen Etet, later £*«.
Zq behoort met haar broeder en gemaal Oxiru
(zie aldaai) tot de oodste p>dbed«n van f^rpte,
en Berodotui vermeldt, dat juist de genoemde
2 goden algemeen in Me deelen des lands wer-
den gehuldin]. Han ondste tempel veihiel lid:
te TEie in Oppei-Egjmt«, den akaden koning»
zetel. Andere vermaarde beiligdommen van lat
vindt men te Philae, Memphis en BnsitiG. Hui
dienst verspreidde zich later over GriekenlaM
en Borae, en meermalen moesten er maAtregelui
genomen worden oin de miabraikan bg het vines
der geheimzinnige Isisfeesten teg«n te gu*a, Gt-
woooljjk wordt lü afgebeeld met eett zonnesch^'
tusschen 2 koeiiorens, ol ook met den troon (ïsar
bierogljphis^ nuiDteeken) op het hoofd. Zï
komt ook veel voor in veceeniging met baic
zoon, den kieinen Bonu.
Xsfosin, «en airondiBsemenlshoofdatad in htt
RnssiBche gouvernement Oiaikow, ligt «ui dea
Donei en telt 13 108 inwoners. E^ wordt «ca
aanzienlijke baodel gedieven in wol, ttmma-
hoot, honig en was. Ook heeft men «r een groot*
wolwa£seberq, tolkBineltenjen, waakoker^en ta
onderscheiden potten bakkergen.
XikaudenMii is de Aiaïusdie nuun voor
Aiexandrette (zie aldaar).
Xskaiiotta. Zie Judtu.
Zik«r of Iikra, de Osfcios der Grieken en it
OescDS der Romeinen, is een zgriviei Tan den
Donau. Zy ontspringt ter hoogte van 960 m. be-
ven de owervlakte der zee nabij Somnkow op
den KkMiagh en tiaant licb door een. nanwc
JclooE een weg door den BUkan, traama lij in vüe
kronkelingen ea zonder voor schepen of vlotte*
bevoAilMar te zijn door Bulg&r^ sttOH^at ai na
een loop van 240 km. bc^en den mond der
Aloeta uitmondt in den Donan.
Xsksr (Siber), een oude stad aan den Iitisj,
werd ± 1500 dooi den Tartwenvorrt vui T^oe-
men gesticht en tot residentie bestemd, naar in
1563 door den Oeggebe Komm ingenoiDen. Den
23steu Oetober 15^ door den XoziJÉ Jm^tak ver-
overd, dodi spoedig daarna weer verlaten, werd
leker ib| 1588 opnieuw bezet in 1590 door de
Ruseen verwoest. In 1623 bestonden er aog twee
Russisdie dorpen, in 1675 nog- een bonten mos-
kee, doch reeds in 1745 was bqna niets meer th
leker te zien.
lala, Joii Frvieiêoo ds, een Spaansch bd«I-
sebiijvei, den 24sten Uaart 1703 te Vidane*
(Leon) geboren, behoorde tot de Orde der Jexole-
ten en onderscheidde zich in versdiillende kloos-
ters als leeiaor en prediker. Na bet verdrüven
zijner Orde uit Spanje b^;ii hg licb naar Bolog-
na, waar fajj den 2den November 1781 overleed.
Reeds in zflo „La iuventad triunlonte" (1727)
en,J)ia grande de Navarra" (1746) toonde hjj
lich een fnn satirieus. Een Europeeedw naan
kreeg hjj door zün, onder den naam van don
Franeiaeo Lobtm dê SoJtnor uitgegeven .^iatorii
del famosd piedieador Fray Oenudio de Codmu-
las, alias Zotes" (1753), waarin hjj, na«i bet
voorbeeld van Cenmtte», in den ironisch verhaal-
den levenskx^ van zgn held de predikende mon-
niken in Snanje zoodanig doorhaalt, d»t hu
boek doei oe Inquisitie veiiioden werd en het
2de deel eerst in 1770 met een *ei4iloeindcn
I van de plaats der nitcave (GaJDpSLzu, eigea-
lijk Madrid) „a eosta de los heiederos die Frav
GeruiMlio" in het iicht kon vendiönen. Set is ii
ondOTBcheiden talen overgezet en later bq herba
ling, en wel met nog een derde ded, „CoDMcioa
DigilizedbyGoOglC
^« *»riai pi«MS rel*ti*aB la obn de Firaj OeniD-
dio" gedrakt. hla beeft ook den „Oil BIm" tru
LeM« in bet Spaansefa TeitMtM en 4aatlig be-
WMid, d&t deie romui mg«nmk reedi in 163S
door een Spanjurd geKhreTen ii, di« durvooi
Ttrvalgd werd ea naar Fnnkr^k week, waat hg
in 1640 OTerleed. waarna Luagt K«bniik maakte
*aa >gn handsefarift. Na d«n dooo Tan lila wi-
sdienen ign: „Cartai lamiliaKi" (6 dhi^ 1790],
<)e briefwiBMliug bevattende met ijjn lulei en
igo iwager, almede een bDDdel nagelaten ge-
«briften onder den titel: „Rebnaca de ena obcaa
lileiariae" (2 dln.. 1197). De besU uitgave van
den „Fray Oemndio" i« die van lAdtonx {2 dln.
1885).
Ttlfcwi ■ Zie MolunuMdanünu.
Xllamletlsolit konat. Zie JfoAammedaan-
adiê kvnit.
lalfl da Fnuios, een TOwmalige Piaiieeiie
pTOTincie, omvatte tot 1790 de teg^nwooHlige de-
partementen Seine, Oise, Seine«t-OL«e, «eine-
et-Harne, Eoie^t-Loir en Aime, waarin lieb de
landBCÉu^fMn Hnrepoiz, >Biie Franfaise, Qfttinoii
Fran^ia, Hantaie, Vexia Franeaii, Beauvaiaei,
Valoii, SoiMonnaii, No;onnaU, Laouiais en Tar-
denois en Tbimeiaie berinden. Zg wa(, als bet
erfdeel van het CapetingiMhe Hnie, de kern tbq
FrankrQk.
De FraoMhen hebben ook aan bet eüand Maa-
litine, dat ig van 1715 tot 1810 in brait badden,
den nauD g^even van Me de Franee.
IslsirerUi. een plaatije in bet Ei^leehe
fraafadiap Uiddlesei, ligt aan de Theems, 23
m. boven de Londonbrioge en vonnt een ilada-
distriet van Losden. Uen vindt er groote tainen
(vmehten en groenten) en talr^e villa's. In de
DatHgheid liggen de beroemde leeplabrieken
Pean.
ra'i (en O. i
chutapaa.
1 Pieagua. Aan den voet ligt de Pi-
■ Alj^ei^sebe greae. Bij Dajarf-d-Akdar
aan aeie rivier vieJ Bugtaud den 14d«D AagDs-
tDS 1»44 met 10000 Franeehen en 400 man Ara-
bi»^e hulptroepen een Mat^^aanwh kamp aan
en vernietigde Aet gebeele vnaadelijke leger. Ter
belooning w«rd Bugeavd tot hertog van hlj/ ver-
ZsmaU (EebreenwBch — Qodverboort), eeo
looD van Abralun en van Bagar, een ilavio VMi
Sara, werd, volgena bet Bgbelseh verbaal, met
zijn moeder door Abraham verstooten, loodra
Itaak geboren wsb. Toen veatigde bjj lich in de
woestgn Fliaran, waar hg met een Egvptieebe
vrouw bnwde en in den onderdom van 137 jaren
overleed. Zgn 12 uneti werden de atamvaden
van even loovele Arabiiehe volkeren, looaW van
de NitethaeSrt, Sedarenen eni-, die getamen-
tqk naar bem ItmaUieten ijjn genoemd,
Imuill, een ttad in het RoBBisohe gooveme-
ment Besarabii gelegen, telt 81 293 inwoners en
beeft twee pro-gymnasift, bandel «n scheepvaart-
veitiinding met Odesea, I«mal! was vioeffer een
«terke Turksehe vesting. In 1812 kwam het aan
Bnaland en werd tevens hoofdstation der Batat-
icbe Donaovloot. In 1810 ontcload daunaait de
bandeleatad Tntajkow. Beide steden kregen in
1SS0 een gemeeoecbaiioel^ bestnur. In 1850
werd het oe hoofdstad van bet doot Rusland
afgestane Besarabieehe grensgebied van Roeme-
187S) kwam het v
Inni
en^le v
San Slefano (3 Maart
eer aan Rusland.
ËgTptiecbe stad op de land-
Saèi en aan de spoorlyn Segaaig-SuBi,
1861 Igdena bet graven van bet KaïuMl al-
daar gesticht en ligt ten noordoosten van bet
Timeahmeer, aan bet Zoetwateikaaaal, dat, uit
den N^l daarbeen gekid, zich ten westen van de
atad in twee armen verdeelt en driiAwster le-
vert aan Suea, aan lemallia en Fort SaU. terwiH
bet tevens twvaaibaar is voor vrg groote schepen.
De stad is leer regelmatig Hangelegd en getgkt
op een Enropeeaehe badplaats met viUa^s en
lanen, lelt (1907) 11448 inwoners en beeft be-
lang als hoofdtetel der Suëimaalaebappg.
Ealio geboren als de 2de der 3 ionen van Ibra-
Aim-Posja (zie aldaar). H«t xÖi> onderen broeder
Ahnwd ontving hij ina c^leidin^ in Frankryk,
en na ign terngiceer kwam hg in venet tegen
de rveering van Abbat-Patja. \Emt toen ign
oom Said-Ptuja aan de regeeriog kwam, nam Ia-
miÜl-Piuja deel aan het bestuur. Belast met een
,■ ,. .■ ,. . . ...._ . . .,., i" . unste
1861.
bet booti van een leger, de orde aan de Soe-
daneesebe grens. Hq vtrigde ign otym als onder-
koning op ia 1863 en toonde zioh aanstonds een
tegenstander van de doorgraving der landengte
van Suez. De tuatehenkomst van Nofoletm III
was noodig om fnnaiTs tegenstand te btekës.
In 1867 nam hij den titel van khedive aan. Aan*
«tonds begon hg lijn legermacht zoo oit te brei-
den, dat de Eg^tisehe finantÜD er door in de
war kwamen, fiu deed een veldtocht tegen Abe»-
aynie in 1872, Igfde Darfoer in 1874 in, maar
leed in hetzelfde jaar een nederlaag tegen de
Abes^nJirs. Zgn geldmiddelen waren in mlken
elecblen toealaiHl, dat hg in 1876 verplicht waa
het beheer der Egyptische finaotiBn aan een En-
ropeescbe eommi^aie toe te vertrouwen. Ook ver-
kocht hn tqn reeh.ten op bet Snti-kanaal aai
Engeland. Toen twee Europeanen, Wüson en Dt
Bligniiret, in bet EgrptiBche ministerie waren
opgenomen, beproefde Innaïl-Pana ia 1879 een
staatsgreep, die echter mislukte. iDen 24Bten Juni
van dat jaar moest fag afstand van de regeerinf
doen ten behoeve van ign Mon Tewtik-Piaja. Hg
begaf lieh naar N^s; van dau in 1886 naar
Eonetan tin Opel, waar hg den 2den Haart 1895
overleed.
of lakimid, het oude Nicomedia in Bi-
thjniS, een havenplaafs en tevene de hoofdstad
van een zelfstandig liwa, is in bet noordwesten
~~~ Elein-AziK, op den achtergrond van de Oolf
Ismid ISmu» Ailaeeniu} in de Zee van Mar-
s en op hooge beovels gelegen en door apoor-
wegen met Skoetari en An^ra verbMiden. Het is
de zetel van een pasja, van «en Qriekichen m»-
tropolitaui en van een Armenisoben aartebïsaehop
en telt 25 000 inwoneia. Hoot eo zout ^jn de
voomaamite artikeloi van uitvoer. De inwendige
D,o,l,zedb,GoOgle
780
ISHID— ISOBTA'
tUiI aet haat nauwe atnlen en TerraUen buiun
faëantwoordt weinig md 4iut bcTalli^ Toortomea
ÏD de T«Ft«. Tan bet praditi^ Nioomedia d«r
ondheid iqn elechti gvringe oteiblglMlen aan-
weng, looali 4t mnran Tan den Akropolii, e«a
mooi RoüKHiKh bouwwerk en een cisterne.
Iraartfla ia de naam Tan een ^ntenge-
■laefat uit de t&mjlie der Onagraeteën. Het ondei-
Bcheidt lieh door een blgTenden vienlii^igen
kelk, 4 ot geen bloembladeren, 4 meehlraden, een
draadTormigen stgl met knopTOtmigen «tempel
en een 4-nokkig«, bokTerbrekende, 4-kleppige.
Teeludise doosTmcht. In ene land groeit 1. pa-
(■ftrie L., een moerasplant, art «en fcorteren of
langeren kruipenden wortelatok oprtQgende mrt
een kalen sten^l, tegenoTetgestelde, eivoimige,
epitge, naar onder tot een bladateel Ter«mald« Ma-
deren en ftfiondulgk in de bladtAielt geplaatste
Uoemen londer bloembladeren.
IboImfad {lie de kaart) zjjn lünen, die de
plaateen op aarde met denieltden liMhIdruk (bs-
rometerstand) met elkander lerbinden. Teneinde
de waargenomen tarometerstandeu met elkander
te kunnen Ter^eljjken, moeten iQ geredneaerd
worden tot leeniTcan, tot de ten^ratanr Tan O*
C, alsook tot een en denseUden farallel (door-
gnani dien van 45*), aangeMen bet eewiehl *an
alle lichamen, dns ook dat Tan de Ineht, vin <Ien
etenaar naar de piJen toeneemt. De eenie iso-
barenkaaiten werden door BueAoN ontworpen, en
tepwql «Den later berbaaldel^ dergelQfce kaar-
ten geteekend beeft voor bet jiugemiddelde en
dat der nitente maanden (Januari en Jidi), is
Bitekan de eenige, die ie Toor elke maand ai-
londerL^k beeft ontworpen. Vooral door Bmm
werd er op geweien, dat de waaide van isobaren-
kaarten TOor betrekkelijk kleine deelen der aard-
q)peTTlakte liebt oTanèbat wordt. Ook ia bet een
fout, dat men den omüddtlden Inebtdrak ver^
Igkt met de keervAnut» windriebting; de pogin-
gen to^, om de gemiddelde windtiebting Tan
een plaat* te berekenen, bebben tot dnsTer wei-
nig iDceei sebad. Noebtana lijn de iwbatenkaar-
ten gMchikt om de iioofdwindgebieden in de
niterite maanden Tast te stellen. Ook kannen
ait de Tergelqking der is<ïbaren met de winden
de twee groote wetten (die van Bm-Ballot, lie
aldcar, en die Tan StevMMOW, lie WM) algeleid
worden.
IsobftSUi, ook wel Itanabaitn g^eeten,
noemt men &t Iqnen, wefte de pnnten ran gelgke
BtruidÉMOgte of b^ onde kustlêmesen de pun-
ten met oetelfde r^iïng verbinden. Zooals in bet
artikel Niveauweranderingen {im aldaar) is aan-
getoond, kinnen aan Tele kuiten rersdi^nselen
Toor, welke er op wijlen, dat de koat in den
loop der eeuwen ten opiiehte tid den leespiegel
is gereien. Verbindt men nu de punten, waar-
TBD men kan aantoonen, dat lij even sterk gere-
len lijn, dan Terkrijgt men de i8<d}«sen. Vorens
De Oeer vormen aj in Scandinavië tamelyk re-
gelmatige ellipsen, wB&rvan de gioote assen on-
geveer samenvallen met de waterscheiding tui-
echen Zweden en Noorwegen.
bobrontca. Zie iMehnmea.
Ziootalmonan liJn de verbind in^^slquen van
{daatien op aarde, wuu detelMe gemiddelde win-
terlemperatnar beemeht (zie laothermtn).
iMMbrODsn (IxIbTtmten) ign jy'^^n, die
plaatwn verbinden, waar men tegelgkertöd den
eersten donder Tan een onweer hoort. Ook ver-
staat men onder iiodironen de verbimkneilqnen
van plaateen, die meD vanuit een bepaaSi punt
op denielfden t^d kan bereiken.
laoohronluBS noemt men de volkomen gt-
Igkbeid van danr Tan alie Mbommelingen Tan
een ilinger, indien de amplitnde klein is.
iBOobroamTSznls. Zie Vemi*.
boomtas, (ItiAratei) een beroemd Oriekseh
redenaar, in 436 v. Cht. te Athene geboien, ge-
noot het onderwas Tan Qëorgia», Prodieut eu
Tkeramenei, maar dnrfde wegeni iqn iwakke
stem en i(|n aangeboren angstvalligheid niet
opcnlgk optreden, terw^l fay «eb beiig hidd met
het geven van onderwqs in de welaprekendbeid
en met bet leTeren Tan redevoeringen aan ande-
ren, zaken, die bem vecJ geld opbrachten. Uet
Plalo, den ipeelmakket igner jengd, bleef bg tot
in boo^ ondeid(»n bevriend. Ook beboordié hg
tot de gverigste vereerders van Soemte» en tot de
bevigite bestTgden der 3ophisten. Bjj den dood
Tan eerit^noemde was bu in Athene de eenise,
die lieh in rouwgewaad bnUe. Voond beeft ^
zich Terdienitilgk gemaakt door de weleprekend-
heid aan te wenden tot practisctie oogmerken,
inioDderheid tot bcTor-
dering van ledelükheid
en deugd, terwgl hg te-
vens groote loüg be-
fteedde aan de lieediB-
ving van den etSI en
aan een wellnidende
ronding der vohinneo.
Zgn redevoeringen
ebcbten dientengevol-
ge veel tgd, en men
legt, dat hq aan den
„FiiMLtbenalcui" tien.
Jaar rewerkl beeft.
Gloeiende van vrq-
hekl«niii, bracht iij in
338 V. Cbr. na den Iiocntei.
nmp^Mwdigm dig vu
Cbaeronéa lieh telf om bat levoi in den
oaderdom van 98 Jaar. Tan de 60 redevoeringen
vRb Itoeraltt, ten tqde van Plufarekiu nog aan-
weiig, iqn 21 tot op omen ^jd bewaard geble-
ven. Daartoe behooren de ,J'aneg7ril:oi", waarin
hij de Qri^en tot eendracÉit vermaant in den
strqd tegen de Penen, de .^natbmalkoa'',
een lofrede op Athene en de i^epagitikoe",
waarin hg de Athenera aanraadt tot de wetge-
ving van Sofon terog te keeien. AI inn rederoe-
ringen vindt men in de venameling dei ,,Otato-
rei attici". Ook heeft men vele afionderlgke uit-
gaven der rederoerin^n na ImxnUt.
laodUnorCls. Zie Itomodiiaie.
IvodTiuunra, Isoronm eo IsokUnwi
zna Iqnen van gelJTke maeneeüuaebt, van geljjke
afwgking en gelgle helLng van den raagoett
Zie Magiuliamt,
iBoëtaoMin is de naam van een familie van
Sporeplattlen. Tan bet geslacht Itoëtm L., dat
een korten, knolaefatigen stengel, biesaebtige bla-
deren en aan den verbieeden voet der bladeren een
l&ngwerpige, vleeiige sporevmcht beeft, kent
D,o,l,zedb,GoOgle
ISOBAREN EN LÜCHTCIRCUIATE IN JANUARI, JÏÏU EN IN HET JAAR.
D,o,l,zedb,GoOgIé'
D,o,l,zedb,GoOgle
ISOETAOBBEW— IS0iIiATIEWEiBB8T.AHï).
781
men in ons land tw«e soorten, namolgk L laeut-
tri» O o V. met ttSre, donkergroene bladeren met
a&aweljjks Tersmalden top, en I. eehinotpora met
fgn toegespitste fihdet«n. Zg groeien op den
nDdt)odem van meien en moec&ssen. De eerstge-
iM»ea)de soort is hij Weert en in de Oudegaster
Zanding itg Dnebten, de tweede bg Weert aange-
ttolten.
IiobyetMl lün «Ie Teibindingsljjnen Tan
plaatieD met gelgken jaulökeehen regenral.
IsobTPBUi (BoritontaU- of Hvogtet^neit)
iqn de !|jnen op tetrainkaarten, die plaatsen met
gelgke Jioögte boTen de tee TeibindeD. Zq kun-
nen in hooge mate ei toe büdrageo, om een betei
tDüdit t« TeiBdiaffen in dea Tertiealen bouw
van de beigaetitige gedeelten der aardkorst en
iqn onmisbaar bg het maken «an ontwerpen tot
aanles van straat- en spoorwegen, kanalen en
' tunnels in bergstreken. Zie ook Landkaarten.
Isola, een stad in bet OostenriikEebe district
Capodistria (IstriB), ligt aan een kleine baai
'd« QfAl Tan TriSat en aan de spoorlgo Tri6._
at. Anirae— Bnje ep telt -flSlO) 98ftl inwoners.
Men riodt er een Takscliool Toor kantweiksters
en een warme iwaTelbion, die sedert 1823 voor
baden gebruikt wordt. De bier Terbonwide toete
«wsrte wijn -(Befosco tfliolo) ie tieroemd.
Isolajil, Jolumn Ludwig Beetor, giaaf mr,
keiierlqk seneraal in den Dertigjarigen Oorlog,
weid in 1586 te Qttn geboren, was de telg Tan
«en adellgk geslacht uit Cjpms. In 1002 weid
bjj door de Turken geTsngen genomen, doch ont-
•napte en itoad weldra aan tiet hoofd Tan een
tegiment Kroaten. Jn de eerste jaren Tut den
Dertigjarigen Oorlog «treed hg tegen graaf Peter
Srrul van Mantteüi, daarna «moei Smeiii 'm
-Pommeren. Iit 16S2 tot generaal benoemd, kiee^
1^ bet berel o>Tei alle EroatMi en streed dapper
fan LUtzen, Als Teldtuigmeestei Terkre^ bn in
1634 de goederen van ICaUensMR, de beerlnk-
heden Aièha en Friedenstein. In 1635 wenl hg
tot loon Tan ign verraad, Wen TFoUmstein ge-
pleegd, met den ^raTentitel begiftigd. Vervol-
r streed hg fcg NOnUingen, mde Nederlan-
in Pieardii, in BonigondiS, in flessen (1687),
in Pommeren (I63S), aan 4en Boren-Jlgn tegen
lierteg Bemhard mm Weimar en Ov^nant
^16S9) en overleed te Weenen in 1640.
Isolatie van een electiiseli geladen liehum
lioemt men het verliinderen, dat er lading van
dat llebaam afvloeit, door het door een iaolator
te omgeven (zie Iiolalor).
IiolatlsbnlB. t 2ie /sototor.
Isolattsfonten in eleetrische geleidingen
geven vaak aanleiding tot bedrglsstoorniasen en
moeten dertialve worden vooikomen. Teneinde
een iBolatiefoat ving te kannen oosporen, heeft
men bgiondeie toesteUen, waarmede men dooi
meting direct de plaats van de fout met gioote
nanwkenii^id kan bepalen {aie Wheatttone,
Brug van,).
Is(datiMii«t*r is een toestel, dat dient om
den isolatieweerstand van een eleetrische geleiding
te meten {at lêolatieteterttcoid).
. laolatteatoffen. Zie holalor,
Isolatlewssratand noemt men den weer-
stand, dien de iaoleerende etof aan den doorgang
van een electijscben «troom biedt. Deie isolatie-
weerstand is een gewone eleclrisohe weerstand,
die dus lecdi (evenredig ie met de lengte der door
den stroom te dooiloopen weg, en omgekeerd
evenredig met de dooretroomde doorsnede. H^-
ben wg een geleiding, die over baar gebeele
lengte met een isoleerende stof bedekt is, looalfl
bgv. bg een kabel bet geval ie, dan neemt de
isolatie weer stand evenredig met de lengte van
die geleiding af, daar het totale inppervlak der
Ïeleidiog hier de doorstroomde doorsnede is Tan
en lekstroom. Hoe langer das «en geleiding, hoe
slechter de isoltttie wordt. De i.g. soorlelgke
stroomde lengte ] cm. en de dooretroomde door-
snede 1 T. em. is. Het eenige Terschii met den
weerstand van een geleider tiestaat hieria, é»i de
«aottelqke weerstand van ieolatoieu veel ^ooter
is. Absolute niet geleiders beslaan niet (iie Iso-
lator).
De meting van den laolatieweerttand tui een
electrisebe geleidii^ kan geschieden met de volt-
metermethode «t met de brogmethode. Een korte
besehrgving van de voltmetermetbode volgt hier-
(Mider;
Uta legt een voltmeter V {lie tig.) met zgn
eene pool aan een pnnt A van 4« geleidiDg, met
Iw^tieweerstand.
de andere klem aan de eene pool van de battery
B, die met haar andere <pool aan de aarde ligt —
vooropgesteld altdions, dat men den isolatieweer-
stand tegen de aarde wenseht te kennen. De bat-
terg loI do een stroom zenden door den Voltme-
ter en door de isolatie heen naar de aarde en
van dsar naar de andere pool van de batterg.
Daar in bet algemeen oe eigen weerstand van
de geleiding tegenover die van den voltmeter en
van de isolatie te verwaarloozen is, ondervindt
de stroom praetisch een weerstand gelgk aan de
som Tan den ieolalieweerstand n en van de
voltmeterweergtand r,. Nn is de aanwgzing van
den voltmeter evenredig met den Btrocm, die ei
door gaat. Is de spanning der batterij gelgk aan
E en legt men den voltmeter eerst direct aan de
polen van de batterij dan tal de voltmeter K
volt aanwgzen bg een stroom {,==—. Haakt
mendaarnadegeteekendeedukEÜDg, du woidt
de stroom ti = . üit fcw twee Ter-
gelqkingen volgt dat -^=
-=i+-
.AU
Bi de nienwe voltmeter aanwgsing m, •
DigilizedbyGoOglC
782
laOLATIEWEEBSTAND— I80U.1OB.
=-r:-i.**' = '
(g- — ij. Alg de eigen weeiiUnd tm den Tolt-
meter bekend ii, kumen hieruit n bepaJeo. In
den handel ^jn bepulde toeitellen vurbn ralt-
meter en iMtterjj in een toeitel ign ingebouwd
en wwubjj' de battqrg iteik ftli coutut w«rdt
bcHhoDwd en dn* de ff mn te voren Tutligt.
iWrdooT il het mozelgk, dooi den Voltmetei
TAD een bijioodere «enaAlverdeeling t« voonien,
ineeni den itolfttieweentand kl te \aini.
De i)TBgmeUiode Mdiiedl Tolnni 4e gewone
methode tui 4le orog tui Whêottbme (>ie
tnieoMoM, Brug mn,), WMibq de Molalteweer-
atand een tui de tiei hm^weerituiden TOimt.
laolator, Xkdrüdu, noemt men elke «tot,
die dan electmdien Etioom teer dteht geleidt,
bgT. dieilj^e en Tdantaudtge Teieliloffen, olie,
poteelein, glas. harsen en droge Indit. Abiolnte
niet Mi«i<l«M) *|ji'' bestaan niet, etke ilof beiit
een b^Mald geletdingsTermo^n; men qireckt
eektei Tan iwiataien als het gelei dingsTetmogMi
... ,_. ..._ -[letJen.
r kkin ie ten o^ichte
Hen maakt Ttn Moktorea gebruik dakr, waar
nuin het ontstaan Tan eteetrit^ stroomen wil
Toorkomen ot deie in bepaalde banen wil leiden,
looals dit ^sdiiedt bg eleetmtcÉie kraditeovei-
bresging (ue E(eeinwh« kraeUtOfVtrbrMging en
EleeMaekÉ leiding). Vooral bö etectrijcbe atroo-
men tui boogepanning, doch ook bü die Tan la-
gere spanningen is bet viaAgstuk der i«oleering
Tan bet ailerete gtwieht en wordt daanuui dta
ook de meeat nanwgeiette lorg besteed.
Vui de isolatoren lija de belangr^kate: de
poneieimwolator, Trqwel OTeral in gebmik, wau
een blanke, niet door iaaleereod (hulsel etnge-
Tec geleider, geiaoleerd moet warden. AU mate-
riaal Toor poreeleiuiMlatoren fcaa alleeu h«rd
poreelein met geglaiaord opperTlak gebruikt
worden. De isolatoren, die bg boTengrondsebe
builenleidingen in gebruik tgn, lijn reeds beuiro-
ken in bet art. Eleelritehe leiding. Buiten oeie
kent own nog Ttrsobeidene andere Tormen Tin
poreelein isola tor, looala de dooiToerlngS'
1 1 o 1 a ( o r, die gebruikt wordt f oor isolatie van
een blanke leiding in een gesloten wand. Ter
iilaatie ia de leiding dan geheel door een porce-
eineo dooTTOeritoIator omgeTeo, die meestal den
TOTiD beeft Tan twee kegelt, die met bet grond-
Tlak tegen ellunder ign geplaalal. Verder rofiso-
latoren. die gebruikt worden bjj het leg^n
eener oUnke leiding langs een muur. Deie iso-
latorcD worden alleen Toor lase spaoniDgen ge-
bruikt. Voor hooge eoanning gebruikt men afeun-
ifoloforen, d»t qjn cegelronnige iaolatoren, die
met bet grondvisie tegen den wand beTegti^d
warden, de geleider wordt daji aan, in de ^its
T«ii den kegel ingokitte, Uonmen berestigd. Bg
lagere qtanningeu Toorsl komt poreelein Èds ieo-
lator in de meest Teraebillende Tonnen en Toor
de meest uiteenloopeude doeleinden Toor.
De glatitolator wordt e«lbmikt ter verraDging
Tan den dourderen porcMeinisolator en komt in
dezelfde «mstruetieTormen Toor. Het glas beeft
het nadeel, da\ bet tengerolge Tan ebemiicbe en
«tnoeferisdM inTloeden spoedig un de opper-
Tlakte Terweert, waardoor de isoktor knga de
opperrMte ign itoleeiwd Termogen Teilieet.
Ctak is glas sle«it tegen temperatnnrswisaelingw
bestsji'd. Voor boonpanningadoeieinden i* nit-
elniUnd glas Tan de allerlate kwaliteit bruik-
bau, waardoor echter het Toordeel Tan de goed-
koopte Terloien gaat, terwgl bet tooh nooit bet
poreelein kan eTenaren. Voor boog«Mimii% wordt
glas dsn ook weinig gebruikt. Voor Uig«p«n>
ningAuitenleidingen treft men aomtvda dek
glaiitoUtor Mn.
De oMbrolMnsoIator wordt TOor hoogspanmnga.
buitenlei dingen weinig toegepast. AmbtolDe w
een nit fotsiela banen eameagesl^e stof, die
«Tenals poreelein, nagenoeg geen water opneemt
en TOor temperatnarswiisëlingei on«T«elijg it.
Een Towdeel boren den ponéleiatsaUlor it d«
onbreekbMurheid van het materiaal, loodat Ter-
iplintering niet TOor kan komen. Nadeelen daar-
entegen igu in de eerste plaats, dkt evenals bjj
giss de opperrlakteiaolatie metterUjd minder
wordt, en dat bet niatoriaal feeds bg ongeTen-
120* C. week wordt. Deie temper*tnai kan op-
treden bö kortalnitingen mi o*ei4>elaatiDg der
leidingen tengevolge Tan storingen in bet net. Dit
week worden kan tengeTolge van wiitd en de bö-
rolg verhoogde treupanning in de leidingen
ivende Tormrerandering tengevolge bebben.
oen bekagrjjke toepaaiing van ambrolne wordt
daarent^en gemaakt bg de rgdraden van eleetri-
sebe trams en spoorwegen voor de ïMdntie tm
rgdraadboadeis, af^waisiriatoTen en dergelj^an.
Voor iaoktie van eleetritche kaliek wwdt te-
genwoordig büna nitsloitend pspiei gebruikt
Voor iwakstroom (d. i. telegraaf- en tuefoMk*-
bels) wordt meestal droog angedrenkt pa(»er ge-
bmikt, voor hoog- ea laa(|ipanningssterkstrM>B-
kabek daaientei^ ge)>raikt men in olie ge-
drenkt p^ierband. dat de aders ia veracfaeidene
lagen ^liraali^ewqte omgeeft. Het Mital va*
geroli
blijve
deie l^en wisselt met de epauBing, waartegen
Ssiw^rd moet worden. Voor kabels verdring
e napieiisolatie de vroeger gebrDihelöke gnmmi.
iktie meer en meer. Het papier beeft als groot-
ste nadeel, dat bet gretig water opnetatt, vaa-
daar. dat het met alle gedrenkt wordt. Verder
wordt de kabel absoluut tegoi van builen indriD-
gend vodit door em nsMioot ongepente lood-
mantel besebermd (sie Sleetritehe leidittg). Als
bekngrgk isolatiemateriaal kan nog worden ge-
noemd de gumsni. Dit materiaal wordt in d« eer-
tte plaats gebruikt voor de iaoktie Taot geleid-
draden Toor eleetrisdie licht- en kraehtinstalla-
tiei in den roim Tan gnmmiMieFdiaad eo gwn-
mibanddraad (lie aldaar). Voor iaoktie van on-
dergrond aebe sterkstroomkabels daamt^n
wordt bet Trgwel niet meer gebeii^d. Voorts
wordt gummi voor alle mogdgke kkineie ieok-
tiedoeleinden gebeiigd, TStf ook in den vom
Tan bard gnmmi (tSoaiêt) Toor isoleerende hals-
jes, onderlegachgtjes, kleine bordjes, waarca
electrisehe apparaten sli schakelaars bevestigd
worden en dergelgken. Voor iioUtiemateriaal hÜ
telegraafkabek maakt men gebruik Tan gntla
perèna.
Isolenwiassa of eomvctntd is een awarte, pek-
aehtige stof, waarmeoe o. a. kabelverbindiaga-
DigilizedbyGoOglC
laOLATOBr-WOXmiE.
?S3
ton, tonMode Ae ki^kders oeiiaide^fk
aar te isokeren, ie toot onderling «ontnct te
Tröwaren, «n het binnendringeD van voeht in den
kaM la TeThinderen. De massa ia Mn mengwl
Tan hart, aslalt, gnmmi en dergelgke stoffen.
Voor bet gebruik irordt <k mssBB in een pot ge-
amo(t«D en gekookt tot ze daitTloeibaar is, en ook
de laatste Toehtdeeitjes, dre ondanks de grootste
ïorg toeh nog altijd UDwezi^ knnnen znn, rei-
wgoerd ign. 'D« aanwezigheid Tan Toeht Ter-
raadt lieh direot<Joor een ffterkopeobiönien der ko-
kende Tloeistof. In dezen don rloeibaran toestand
«ordt de 'massa in de mol groten. Deze nwet
daarna nog «enige malen nagegoten worden,
daar de massa bg het stollen sterk krimpt. Qe-
ZDigd dient ook te worden, dat de massa geheel
vril blglt van vreemde bestanddeel en, die Tan
buiten af in kannen waaien, waartoe de maeupot
ook tig dioo^ weer telkens direct weer gestolen
moet worden.
Itolalübimd is in een klevende isoleerende stof
gedrenkt hnnenbaiid. fiet wordt gebnvkt «m
korte slakken electiiKhe leiding, oie hgv. bq
het Ia«aehen blank gekomen ijjn, te isokeren,
waartoe bet band in spïraal^ewh'ze lagen rond
den geleider wordt gewHikeld. Onder isolatie.
b Q i B Terstaat men een Tan binnen met icolatie
(geïmpregneerd piqiiei] tidcleed« metalen bnia,
waar de eleetiiscbe gelei ddraden Toor binnen i
stallatiee in worden gelegd. Marmer en lei w(
den iSs iaolatie Toomamel^ TOor sehakeHiorden
en alB montagepUten Toor electrische instrumen-
ten gebeiigd. Zg zgn althans in droge mimten
nitetekende isolatoren en worden dan ook voor
sehakelborden bgna aitelnitend gebezigd.
Bont ie wegent zgn brandbaarheid en wegens
het feit, iaA bet eterk aan bederf (rotting) onder-
heTig is, bgna aitsloilend voor tf^delgke Toonie-
ningen gebrnikeiijk (hopten schakelborden).
Sledits daar, waar bet bed^fTTn is, zooala onder
olie, kan bet voor blgTende doeleinden gebruikt
Isold* is de gemalin van Marke «n de ge-
liefde Tan Triitan (zie aldaar).
Zcolserbanil. ^é liolator.
XM>l0«nn noemt men in de eleetrieiteitsleei
bet eleetriseh afzonderen van een liebaam of mim-
te Tan een gekider (zie luiUtlor). 6^ marines
Terhindeil men door isolatie (met ariieet, lie al-
daar) de warmtenitfltraling. omgekeerd belet men
door deodfde middelen, MC een rnimle van lage
temperatnnr door de omgeving Terwarmd son
worden. In de getweikande isokeit men patiSn-
ten met besmettelgke ziekten eni.
I«ols«r«nde stolfwi. Zie Iiolalor.
ZMolaarende talen no<tnt enen talen, die
de grammsiieak betrekkingen tnsseben de woor-
den boofdzakelp dooi de woordpUatsicg nit-
drnkken. Het znn in den regel teTens wA een-
lettergrepige (monoiiyllafcieSie) talen, d. w. «.
haar stamwoordea beetaan sleehts oit één letter-
greep, en dikwgls bebben ig ook zoogenaamde
mnzikale accenten, d. w. i. z(j onderscheiden ge-
Igkloideade woorden Tan Tereehillende beteekenis
door zekere onafsdieidelgk met haar Terbonden
stembni^ngen. De Toomaamate isokerende talen
zgn de udo-ChiDeesche en IfonUnami^be talen.
ZBol««nnaMa. Zie Itolalor.
Xsolapls b^ocrt tot de lamilk der Cwera-
eeeën en is gekenmerkt door weinig ontwiUel-
de of ontbrelÉende tiloembekkedsels en meeldrs-
den, een eenhoUkJg nit 8 Tmebtbladon bestMml
TTnehtbe^inse! en een stijl met 3 stempels. De
planten bezitten worteUtokken.
Itolepis pygmaea komt in Znid-'Enropa, Chili
en Pern in het wÜi voor en vormt een alleiÜefst
plantje, dat langen tgd in de kamer goed blgft,
mits maar TOor voldoende Toebt gezoi^ wordt.
De vermeerdering geschiedt door deelmg. Voor
ampek, vensterTersiering en Tnlkn van kkine
'bloemenmand jes wordt de /aolejns veel gebruikt.
Zoodra de groei Termindert, klopt men de oada
plant uit den pot, waardoor de aVewerkte grond
weggesehnd kan worden. Daarna Brengt men Ter-
eehen, nwnwen, zandigen, van onden mest Toor-
zienen grond rondom de wortels. Ean men na
deze bewerking wat bodemwarmte tgdel^k aan-
brengen, dan herstellen de planten zich snel en
Seren ze opnieuw een kra^tigen groei. Ean an-
ere eoorf : I. proHfera, kontt minder T«el voor en
ie ook minder srerlgk.
IsonuütoM (Ci^hOiO behoort lot de kool-
hydraten en wel tot de heiobiosen. fiet ontstaat
naast maHose nit letmeel door inwerking van
diastaee. Kanstmatig kan bet nit d. glncose ge-
maakt worden door dit met sterk loatsnnr t«
behandelen. Het scheidt zich das als een etroo-
1 af. Het i» niet voor gieting vat-
perige
baar.
Xsomerla. Hieronder verstaat men bet ler-
sehgiwel, dat stoffen met gelgke moleculair for-
male, verschillende eigen Behappen hebben. De
verklaring Tan dit TersMgnael moet gezocht wor-
den in versebillende rai^ichikking van de ato-
men in het mokennl. iH«t verschgntel telf is B<^
niet 100 heel lang bekend; vroeeer was men van
meening, dat bg gelgke chemiaehe samenstelling
de eigensebappen nkt konden Terschillen, Eerst
toen men zwavel, koolzure kalk en andere stof-
fen in verscbillende kristalvormen aantrof, moest
men Set versohgnBel ak Taslstaand aannemen.
Liebig Tond in 1823 voor eyaaninnr en knalznnt
dezelfde «amen stelling, Faróday in 1S25 voor bn-
tjleen en aeth^ken, Bemtiui m 1889 voor drai-
Tenznur en wqnsleeninnr. In bet volgende jaar
werd door dezen onderzoeker Tereebil gemaakt
tiUBchen tsomerie en polymerie. Polymeer noemt
men lichamen, die bii dezelfde proeentiBche m>
menstelling niet dezelfde moleenlairformdle heib-
ben, bü». aeetyleen (C*H.) en benzol (CHt). Bg
de ware isomere lichamen moet men in de eerste
plaats oDderaebeid maken taeseheu physisdie en.
ehemieche isomerie. Wanneer bet verschil in
eigenechappen alleen Tan pb^siscben aard ie, dan
spreekt men van pbjsiaehe isomerie. Meestal be-
staat dit verschil in kiistalTOrm en draaiing van
het polarisatkvlak van een gefHtlariaeerden lieht-
straal (opHteke itomerie). Een vooibeetd biervan
vindt men bg twee Tersehillende wgnateenznren,
een kristal Tan bet eene is bet qiiegelbeeld van
dat van het andere, terwgl het eene bet polftrisa.
tkvlak rechts, bet andere links draait. Meestal
kan men dit terscbgnael niet verklaren door Ter-
sehillende rangscbikking Tan de atomen in bet
moleennl, maar door de Terscbillende plaats, die
DigilizedbyGoOglC
984
laOimilE— laOPKfiEN.
>Ó in de nomte imuinen. Hen niMmt dit tieitoi-
•omerie. De verklafiiig ii In 1877 sneven dooi
Van 't Hdf en Lt BA, ODifhinkeli^ tu «Ikan-
dei. Deu Tondes d. 1. lUt een «tol, die het poU-
liutierlak dmit, iltijd een of hkh C-itomei
twvtt, wuTïkik de vier ftffiaiteiten door Tenehil-
lende elementen of itoomgioepen nrudigd tgn.
Zulk ecD C-atoom ii door Fm 'IHoH aiyniine-
triMb, d. w. 1. niet lymmetriieh gvnoemd. Hq
neemt nu Mn, dit een aijmmetriseh C-atoom
bet middelpant vormt van een tetnUei, wunan
de TÏei Terachilleitde ttoomgroefwn of ktMnen d«
itoekpiinteD tjjs. Door ondeilmge TerplMtiing
TUI die BtooBwroepen Terkrqgt inen dan de ite-
leo-iiODMie liehamen. Er bMtaan verKbillende
toorten tmi chemische laomeriBD. 1*. de itme-
tnoT-ieomerllD. EieraitdeT veritaat men inike
jiomere li^amen, die veiaehillende itrnetaurtor-
mnlei, maar gelige ndicaalformnlei beiitten.
Hiertoe behooren cqT. d« i««e firopjlakabi^en,
de pricuÜTe en de seeniidaiie pnpjÜodio]. De
eerste i« OHi.CeiCiEbOQ, oe tweede CBi.
OSOB.CHi. Beide bevatten de radicalen CHt
en OH. 2*. de metamere lichamen. Deie iiomeren
behooren nog wel tot deieUde Uaaae *an veibiii-
dingen, maar hebben Teracbilknde radicaalformn-
let, biJT. de diaetb^aetber C.H..OC.H. en de
aethjlprapjlaetber OH>X).C*Br. 8*. de tooTallige
iiomeriBn. Het komt meennalen tooi, dat twee
itoffen, met geheel Teischillende eigenschappen
deieltde empiriaehe foimnle brf>ben, b^T. de
Hthrlalkobol CiHtQH en de demtthylaetber GH*.
OCH». Tan beteekeiü* i* deie iioroerie natnnr-
lük niet, vandaai ook de naam to«*alli««. Bg <h
poljmer» Itebaines oodencbetdt men ook de «are
•n toeTallige. Tooibeelden van de eents soort
aüa de MtschiHeiide <7aaninT«n CM.<ffl. {<JS)%
^0B)>(C:N))(0H).. Voorbeelden van de laatste:
lormaUebjd, CHsO, aiqnsnni, C^«Oi. melksnni,
CAOa. Zie Terdei At^wtmébveh kooUlotatooiÊL.
laomatrepe brUl«vlkZMt iqn aoodani-
ee. die nit een glastoort met hiMgen brekingsin-
oez verrsardigd iqn. Hen bereikt diaidoor bet
Toordeel, dat de kromtestralen iete grootér kun-
nen worden genomen, waardoor minder last Tan
spherisebe abenatie ontstaat.' Zie Aberratie.
bomoiflsme of IttmorfU (Qiieksi^: üo«
1= gelijk, morpAe = Toim) is het Teischgnasl,
dat ehemisd analoog taam^telde itotteD il
OTeieenslemnMnde Tonnen knstalleeien. Zoo sgn
d< kristallen der koolinie lonten Tan ealeinm
<CaCX)iV magneainm {UeOO>). link (ZnCOi),
Qmi (FeCOi) en mangaan (HnOOi) isomorf, dast
■e allen in rhonftKiMers Tooikomen met seei ge-
rins Terschil in ribbenboeken. Andeie isomorfe
reeksen Tormen tinsteen (SnOi), mtiel (Ti Oi) en
■iikoon (Zr(S + SEOt), rerder de swaTelinre
lonten Tan batinm {ïwaarspaat BaSOt). stron-
tinm (Coelestien, 8c900 en lood (witkwderte,
PbSOt), de alninen, de iwaTelTeiiind ineen (K
fit) Tan yier, kobalt, nikkel en mangwn. Ode bg
meer «ameogestelde stoften komt isomorfisme
Toor, biJT. anorthiet (CaAliSiaO.) en albiet (Nii
AltSi«Oii). Daar echter ook stoffen een groote
otereenkomet in kriitaWorm Tertoonen, die geen
analoge samensteiüng hebben (bgr. angiet en
boiax, kaUiput en ToodgeldiMits), kan men de-
ie Mfagnbaie isomoifie van de ware ondertehei-
den, doordat t^ dese laatste de mogelgkheid be-
staat, dat een kiiital, in de oplossing Tan een an-
dere iwmoriAe stof gebnent, dauin kristallo-
giafiseh dooigioett. Ook kiuiDen nit willekeniige
nHiigin^tT«thoadi04^ Tan icomorle stoffes
meKgknddUen kiietalliseerea in het tjniKhe
stelsel der betreffende leeks. Zoo ii olivien (XUg*
8iO( + 7 PeiSiOt) een ittmorf wi»ngael tkh
HgiSiOi (toateriot) en FeiSiOt. Zeer belang-
rijk TOOT aefaeikondlg ondenoek i^ dat men tot
analoge samenstelling mag besloitsn, wanneer
men mengkiietallen lun veikrögOQ {Wet Tan
MitteMtrlieki. Zoo qtieekt men Tan üodimarf,
wanneer ebemiseh analoog saamgeslelde veibin-
dtngen in twee kristaJTOimen van Tersehillende
ktistalstelseU kriitaUiaeeien. bgT. CaCOi en
Mg 00) in bet rhombiêdie en triffonaU etfilsel.
Verdei kan men op deielfde wnie Uotrimortie,
in 't algemeen itopoljfmortit ondciaebeiden.
Isoiuo, een liviei in bet graafteht^) OOn en
Oradisea ont^iingt aan den inidroat *aa de Jo-
lisebe Alpen in b«t Tientadal ei «troomt net
talrijke kronkelingen doot <«n eng dil, langt de
stad Qftn, dan dooi de 'riakte van Frianl, waar
a' den naam oDt«an^ Tao Sdobba, en bereikt bg
onfalcone de Adnatisehe Zee. Zjj beeft «en
lengte Tsn )2& km. en ia alleen nabg haar mond
beTaarbaar, Zji ontTangt op den linkeroever de
Idria en de Wippacb, op den reObter de Tom
met de Natiaone. De Isonio is bekend door de
Teianderingen in tün loop sedert den tgd der
Romeinen. Toen wat de Natiaone een afsonder-
tgke livier, wiei boTenloop die van den tegen-
woordigen Isonto vras en bg Aqnilea uitmondde.
Dexe Terlooi in de Middeleeuwen door een beig-
storting (535) ijjn borenloop, wdke nu die Tan
den Isonio werd. De gioote steenmassa's, die de
Isonto toortaaa met lieh loeeToerde, versbotten
ign ondeiaaidsche atTloeiing en verooiuaktea de
Tereeniging met de Natieone. Sedert verlegde de
Isonio tSn mond steeds meer naai bet O. en ge-
bniikt thans de bedding van de Sdobba, terwnl
de vroegere monding, de Natisso, thans een lell-
■landig knitriviertje geworden ii.
Aan den Isonio ina in den Wereldoorlog sedert
den 26Bten Jani 1915 tal van bloedige alteen ge-
leverd tnssehen de Oosteni^kseba en Italiaansche
troepen. Aamankelgk braenten doe geen wgii-
fling van beteekenii in den toestand of dil oor-
Dgsterreiu. In Hei 191S traden de Oostenri^eis,
die lieh tot dusver tot bet defensief bepaald bad-
den, offensief op en veioveiden in korten tyd een
beUngrgk gedeelte dei Italiaansche stellingai ia
Z.-Tirol. Toen de RaiBen echter in Jani een
uieuw hevig ottenaief aan het Earpatenfront be-
gonnen, waren de Oostenrijken spoedig geuood-
ssakt dit ofteneief te staken en moesten ijj hou
stellingen taasefaen Brenta en Etseh Ugen bet
einde van Juni ontruimen. Na langdurige, heri-
ge aanvallen eelnkte het den Italianen GOra in
te nemen en de hoogrlakte van Doberdo te be-
letten. Daarna gelukte bet tot durver (Juli
1917) aan geen van beide partgen eenig veidet
belangrijk asceet te behalen (lie verder Werdd-
Xaopraan is een leer belangiüfce ko<i]walei-
«tof, daar het in nauw Teiband staat met eaoat-
chone. Het behoort tot de onvenadigde koolva-
DigilizedbyGoOglC
ISOFIBEEN— ISOÏÏABD.
ferstoffeo met twee dabbeJe biDdingen en qj
fonnole is HiC = C — C = CHi. iH^ieenSeb
CH, fl
gewone tempentnur een Tlcreittol met een oi
o&ngenunen, doontrineenden rent, kookt bg 37*
C. en (heelt een eooctd^'k gewiebt van 0,68. Door
eondeaaatie Tan iiopieen verkrijgt men een stof,
die in eieenKiisppen met eaootebotic overeeo-
komt. In M Ualet« jftien lyD <^'' °°^ '^^ po-
ginsen aan^wend om ieopieen tedmiscb te oe-
reiden. Dit is echter tot dotver nog niet met ge-
bed bevredtgenden mtelag bekioond. In twt
chemiech hborfttoiinm Terkiijgt men bet dom de
dunpen vmc limoDeen GiaHÏ*, een atol met ei-
troenadttigen leak, Yoorkomende m iakökt
■eUieiigehe oliBn en terpentqnaooitco, loocü in
bet eanten, te laten etrjjken l&ngs eea iwak-
51oei«nilen platinadnad. Simoneen apliUt sidi
an in twee moleeolen iaopreen CiEs.
Isoparpantiiir is in vrqen toestand niet
te Terkmgen, lanten ervan ign wel bekend. Hen
geoH bet de tarmnle C«Et.(NOi)t.N (€N)i.OE. Het
14 van belang voor bet aantaonen van kleine hoe-
veelheden pilrienzDDr in bier, dat wel gebinikt
wordt als surrogaat voor bop. Men voegt aan het
bier een weinig iwavelinor toe, om bet pikrien-
iQDr in vigen toestand te krggen, waarna man
met aethei uitsehndl, waarin bet oplost. Dexe op-
louiag wordt met ammoniak b^andekl, in At
waterige oplosaing bevindt zicb dan ammoniam-
pi>kraat. Hieraan voegt men een oplosaing van
cyoankalinm toe. Sen coodkleuung, tengevolge
van de vorming van isoparpeiianr, wgst op pi-
ktieninur.
IsoraohlSn. Zie Oetüden.
botkohan atjn Iqnen, die de pnnten van ge-
Igke atioomsnelheid in de dwaiidoorsnede van
een rivier verbinden.
laetaiantoswi xqn Iqnen, die de «treken
IsotbWMi ign de Ignen, die plaatsen ver-
binden met gelijke gemiddelde lomerwannte (lie
Itotkermai).
bottaarmen noemt men Ignea, die het ver-
band aangeven tutsoben de Epanning en bet vo-
lomen van een gas bji gelökblgvende tempera-
toor (lie Dampen en Warmlt).
Isotlwmwn tjjo d« lyneD, die de plaateen
op aaide met gelgke gemiddelde temperatuur,
mits herleid tot leenivean, met elkander veiliin-
deo. In het algemeen vertoonen deie lijnen in
veigelgking met de breedtecirkels vele bochten,
vooral door den invloed van de zee. In de banrt
van den aeqnator en der polen omsluiten de ieo-
theimen k^ioe gebieden waarbinnen de i. g.
warmte- en kondepolen der aarde liggen. B^zon-
dere ÏBOthermen ma de itoefiimenett, de Ignen
van gelijke genuddelde wintert«mperatnuF, de
imlherm, de Ignen van gel^e gemiddelde lo-
mertemperatuar, de ehrono-uotkermen ^aie Al-
daar) eni.. Jsothermenkoarten lïorden löódooig
5 steekend, dat men duroo de ponten, die deielf-
e temperatnor, mits berleid tot de hoogte fan
den zeespiegel, betitten, door l^nen vertiindt. A.
eon Uumboldf was de eerste, die dewelgke kaar-
ten ontworpen faeett ^sie de kaart IVrnperattiur-
n.
verdeefing of aarde bq bet artikel Temperatuur).
Behalve de jaarieothermen, spelen vooral dïe der
uiterste maanden (Januari en Jnli) in de klimato-
logie een groote rol. Oe isotbermen geven dna
geen voorstelling van de werkelijk op aarde heer-
sehende temperatuur, maar dniden aan hoe de
temperatuorverdeeling op aarde son liJn als deze
overal opgelgkoiveanmet denuesfuegel waa ge-
In den jongiten tüd is men bronnen, aan de
hand van -wetene^appelijke Inehtreïien, ook iso-
tbermen in veitieate richting te conatrueeren,
waarbij dus ponten op Tersehillende hoogte bo-
ven zeonivefMi, die deoeUde temfieratnai nebben,
door een Ijjn (feitelijk door een vlak] worden ver-
bonden. Zoo bedraagt de guniddelde temperatuur
boven Europa:
— lo»,? „
— "5»,9 ,>
— 33*.7 »
-30*,8,.
-38»,o.,
— 44M,i
— 52*,8 ..
Zsetonle. Oplosiingen van v«rschilleDde
stoffen, die gelijken osmotiscben dri^ bobben bfj
deieUde temperatuoi, noemt men leotonlseli igt-
Igk van spaaning). Het veracbgnad idf noemt
men üotonis. Zie verder Otmoae,
Zsonaid, Nieolo, ook Nteoh de Malta en
kortw^ Nieolo of Nieeolo geheeten, een Ita-
liaanieb operacompooiel, den 6den December
1775 op het eiland HaJta geboren, werd door
liJn vBOer reeds vroeg naar Pargs geiODden, om
er lieb voor den dienst bij de marine voor te
bereiden. Ten gevolge der Omwenteling keerde
m echter reeds in 1790 naar UalU terug, waar
bg lieb te lAvalette aan den bandel wgdde. Te-
ven* legde hij licb met grooten ijver toe op de
muziek. ZjJD vader, hiennede weinig ingenomen,
plaatste hem in een bandelsbois te Palenno. Ook
hier echter vond b^, te midden van drukke be-
ligbeden, nog tijd genoeg om les te nemen in
de comoositie, en toen hg lijn betrekking met
een te Napels verwiseelde, verkreeg hg een uit-
muntende gelegenheid om zgn mnzikalên aanleg
onder leiding van Sata en Quglielmi te ontwik-
kelen. In 1795 zeide bg bet koopman sbedrHI
vaarwel, giw n«u Fltvenee, en debuteerde
daar onder den naam Nieeolo met ifn c^ra
.Ji'aTTÏao ai omritatA". Daarop beioebtbg Livor-
no, «aar bg in 1795 zgn tmede opera, „Artaser-
•e", ten to<mee}e braebt. Dientengevolge ontving
h^ een beroep naar tg o geboorte-eÜand, waar bg
eeret als organist aan de kerk van 8t. Jan van
Jeruzalem te Lavoiette, Ikter ala kapelmeester
der Halteeer Orde irerkzaMn wat. Na de verove-
ring van het eilud door de Franschen keerde bij
DigilizedbyGoOglC
ISOUARD— JSRAÉil£.
tot b«t «nbtelooi leT«ii tonig en eonqwneeide
onderK^eidsD open'*. «Kialt: „Rinftldo d'Asti",
,J1 baitüei« di SeviglU", ,Jj'impioviMU in cun-
fwgnft" eni. In li«t iur 1799 ging hg nur P«-
rge. Boew«l Uer al apoodig stokken van iqn
hand in de Opér» comiqae w«iden opgeroera,
Tooden de eeiste, tooêlv. ^ tonneliei" en .^^a
■tatae on la femme aTare", weinig t^nl. Eent
oa Tcifeop van jaran Terwi«rt hjj ie gomt Tan
het OBbUêk, Tooral door , tichel Ai^e" (18l>2)
<n „IntTigoe anx fenêtrea" <I805). Tan dien ijjd
af tot SMi den tenigkMr van Boieidieu att Rui-
iMid 0811} bebcHMbte ftotMnf de Opira comi-
qne. Voonl ma: „CendriUon" <lë10) en ,jLe
biUet de krtwie^' (1810), ataAUa ook in bet bni-
teiriand grooten ofigMig, bomnl aqn wera:
.rJeannot et Collin"en vooral: .Joeonde", beide
yan 1814 en de Truobten Tan mwr «wwgeiette
studie, daar de mededinging tbd Boietdieu hem
prikkelde, Teel hooger waarde hebben. Daarna
ieeft hn weiniy geleveid. Hg overleed d«n 23sten
Maart 1818. Het aantal iQner opera'* bedraagt
± 50; ook schreef bij misaen, motetten, psalmen,
CBDtatea en liederen.
Ispfthan ol Isf(Mn, een stad in de Perdsebe
Eincie Iiak-Adsjmi, ligt in een fraaie, mild-
roeide en goed-bebonwde dalkom der hoog-
te van Iran aan d« itepperiTiei Sajendé-
Boed en aan den bootdkaraTaanmg Tan Teheran
naar de inidkast. Hoewel deie stad al* middel-
pant der Peniaehe n^Terheid, als stapel^daati
TBü Tele voortbrengselen en wegeni haar sdiolen
nog altüd ïeer belan^rök is, isg zy haar voor-
malige grootheid bgna geheel verdwgnen. In
haar bloeitöd (ITde e«Dw) had se met haar tooi-
steden een omVang van 90 km. en beul 162 mot-
keeün, 137 vorsbelijke fwleiien, 48 faoogosoholen
CD 600000 (volgens anderen een millioen) inwo-
ners. Tegenwoordig telt tg ongeveet 80 000 sie-
len. Nog altijd heeft sg nit de Tetle een prachtig
Toorkomen. Men Tindter 12 grooU «n 40 klane
moskselB, 13 hoogescholen, iS groote en 60 klei-
ne openbare baden en een menigte overdekte
en tot «sn 5 km. lange nj veieeni^ tüsars. I>s
straten sgn naow en kronL sleeht of in het ge-
heel niet geplsTeid en vail. Ten zuiden tbu la-
pahao ligt de Toorstaat DsjoeUa, door «jah Abboê
den GrooU in 1603 lot woonpIaaU aaogeweien
aan 84 000 (tbans 2000) Aimenilrt, die er tbaas
6 kerken en een nonnenklooster besitten. De R.-
Katholieken hebben er een kerk met een klein
klooster van de Orde d«i Dominicanen. Het ge-
deelte tassehen Dsjoelfa en de eigenlgke stad is
met bouwvallen bedekt. Hier ligt een prachtige
bnig over de rivier en tosseben deie en de stad
vindt men oveiblijfselen van de paleisen, dis er
lieh v'roeger veriiieven. Hier sist men ook ds
groote moskee Loetf-Ollah met een koepel van
Ter^laaede pannen en de hoofdmortee (Meidsjid-
i-^h), de prachtigste van gehed het Oosten,
met een college van vele leeraren, zoodat het als
een Mohammed aan Bche aniTersiteit kan worden
beschouwd. De ngverheid levert er Tooral igden
en katoenen stoffen, alleriel wapeoi, buikrait,
bijonterieSn. fluweel, goudbrokaat, wit monsse-
line, schoenen, sadels en paarden tuigen, pgpen-
roeren, lakwerk, papier, glae eni. De itid is bet
iniddelpuDt van oen binnenlandicben handel en
de baiais ijjn er ?oed Toonien van «Uerlei wa-
ren. In den omtrek Tan Ispahan groeien katoen,
rgst, taJiak, meekrap, allerlei groenten en ooft-
eoorten, alsmede heerlgke meloenen. Zg is het
Aivadma (in liediB) dei Onden en bloeide reeds
sedert de 10de eeuw, boewel ig veel te lijden had
Tan oorlogen en veroveringen. In de lode eenw
werd sü als lesidentie van den sjah een van de
aanzienlijk Bte steden der wereld. De Atghanen,
aangevoerd door Mir-Makmotd, veroverden en
verwoeatten de stad TSn den 12den tot den 28eten
October 1782 cd maakten daardoor een einde
aan haar bloei. Hadir-Sjah verjoeg in 1729 de
AfghaneD, maar de stao kwam met feder tot
haar ToormaHeen luister, daar de vorstelijke resi-
dentie in 1749 naar Sjiras en in J796 naar Te-
heran verplaat tt werd.
braJU (Hebreenwscfa — etrgder Gods) is de
theoeratisehe bgnaam van Jokob, verder de' ver-
lamelnaam van ign nakomelingen (kinderen Is-
raiU, Israëlieten) en later in het igiondei di«
Tan het Hoorde! ijke rgk, dat door den stam
EpHriüm bewoond werd, in tegenstelling tol Ja-
da. Zie verder Joden.
laraal, Maumtek ben. ^e JVeMsseA.
laraSUetan. Zie Joden en Pokttüia, Oe-
sehiedenit.
Ne-
laod KCTcitSgde Iiratlietieehe gemeenten, met
nitzondering van de Portugeesche (sie iJdaar).
Eet bestuur van het kerkre nootschep ia opge-
dragen aan een Centrale Commissie, safneng«-
stela uit 21 afgevaardigden, die in den regel Mus
in bet jaar vergadert. Voor de dagelj^sche lei-
ding en uitvoering van zaken benoemt ig een
Fermaitente Commissie, samengesteld uit drie le-
den en drie plaatsverTangende leden. Beide colle-
gee zgn te Amsterdam gevestigd. ledere gemeen-
te regelt haar huishond^ke belaagen naar goed-
vinden. Het beheer is ongedragen aan een kerk-
beatuur.
Het ke^genootsdiap omvat 176 gemtsaten,
Terdeeld in 18 nstorten, waanran elke provincie
er één uitmaakt, behaJTe Znid-HoHand, betirelk
in twee ressorten 'verdeeld is.
IsmSUetlaoli K«rkntioot*obap, Por-
tmgeeteh, «mvat de Joodsêiie goneenten ii ona
Und, wier leden nakomelingen zijn van de Iar*S-
Iteten, die, na ban verdrgvin^ nit Spaiqe en
Portugal, zich in ona land vestigden, vooiname-
!gk te Amsterdam, waar in 1597 de eerste Portn-
geesche synagtwe werd gestidit, later gevolgd
door die te 'e-Oravenbage. In 1S70 bebben lich
dé beide Portngeeseh-Israilietiecbe gemeenten
te Amsterdam en te 'a-Oravenbage tot een afaon-
derlgk kerkgenootechsp gevorn^. Volgens «in
reglement worden de algemeene belangen gtn-
gad door een Booldeommissie Tan drie leden,
wier zetel is geveeligd te Amsterdam.
ZsraUs, Jotef, een Nederlandsch schilder,
den 27st^ Janoari 1827 te Groningen geboren
en den 12den Aagustoa 1911 te 's-Oravenhage
overleden. Hg kwam in 1840 bij Joh Knueman
te Amsterdiim in de leer en vertrok in 1346 naar
Parijt, waar hg van Pieot ondeiwga ontving. In
1848 kwam Itraült te Amsterdam terug en schil-
derde historiestukken, sooals: „Uargaretha van
D,o,l,zedb,GoOgle
JOZEF ISRAËLS
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
lSRA^l£~ia8YK-YiOmj.
Porma" en „Willem vu Oranje", no in het Ste-
delql UnMtun Ie Amaterdam. In 1656, ^deni
Mn verblgl te ZftndToort, begon IiraëU zijn on-
demerpen aan het kven dei Tusebeis te ontlee-
neo. 'Vooral ijjn ,,Qniig langs bet Kerkhof', nu
in het Stedelgk Maleiim te Anuteidam, vond
eroolen bnval. In 1869 naar 's-Qravenhage T«r-
€ai«d, ontleende laraSl* Toortaan xgn «tof aan
het leTen d«r Tisicheie te ScheTenin^n. iHg
Khilderde hen in hnn aimelgke «Bgeving. ol '-
de lichte atmoifeer van h«t strand, en wist,
e«Q gdeel penooniöke teebnicÉ,
Btnkken te tehi
werden „peinte . _ . _ . .
der Iraaiste geldt „Alleen op de wereld"
het Rihamuseitm te Ameierd«fu, dat vaL
dagteetent. OcA het etnk in bet lluteum Meidag
te 'B-Oravenhage „Niete meer", in dienielfden
tgd Tervaardigid, ii beroemd. ItraSlt heeft nit-
monteade portretten geMbiideid, looale dat Tan
Thorhttka in de senaatakamer der Leidsehe Boo-
feiAool en dat tan den tooneelapeler YeUman in
et R^kamDeenm te Amiterdam. Een bniondere
^aata in zqn weik heeft het groote stnk ,4aDl
en Darid", nn in bet Stedelqk Mnsenm te Am-
sterdam, dat in 1898 voltooid werd. DeieUde Ter-
lameling beiit het niet minder Termaarde „Een
zoon van bet Oude Volk". lgr<Mê he«4t ofik ftA
g«etat «ffl ht waterverf geteekend. Hen vindt wei-
Ken van hem in het KyismuHam en het Stedelqk
Unaeam te Aoutetdam, in liet Mnwum Mesdag
en bet GemeentemMenm te 'a-Qravenhage, in bet
Mneenm te Dordrecht en in het Mweun Boj-
mane te Rotterdam.
Zie: Eitler, Ton jfldiaeber Enntt: Jozef I(-
raele (Eenien 1910); S. J. Hubert, The etebed
work of Joief InaBIa (Londen 1910); W. SUen-
hoff, Joset leraeli ^ndeitieft van ,:Ennat nntrer
Zeit'', Mfln<AeQ 1911).
ItralU, Itaae, een Nederlandaeh «ebilder, een
zoon van den voorgaande, den Sden Fennari
1865 te Amsterdam geboren. H|j is een leerling
van 1^ vader en van de Academie te 's^raven-
bage. Itaae liraëU i« een imfireesionBist, die zoo-
wel in (Hieverf als in waterverf voortreftelfk
werk heeft gemaakt. Eerst gaf hq de voorkeur
aan onderwerpen nït het leven der soldaten, daar-
na acbilderde bg kinderen aan het strand. Ver-
«ebeidene jaren woonde Itaae Itnalt te Farns,
waar hg vooral in de werkplaatsen der mode-
maakiters zgn modellen lo^t. later leverde Lon-
den, dat hü als woonplaats koos, hem dankbare
onderwerpen. In 1914 verbleef hg tj)delgk in
Zwitserland, waai hq veel schilderde en teeken-
de. Itaae Itroëlt \i een jeer veelzgdig meeeter,
die tot de beste der Uians lerende Nederlandiehe
schilders wordt gerekend.
Inaaoh&r, een loon van JalaA en Lea, wat
de etannader van den naar hem genoemden stam,
wiena gebied zich van het meer Tiberias en den
berg 'Abor tot het dal Jesreel uitstrekte en in
het O. aan den Jordaan grenade. Zgn vaderlanda-
lievendea geeet toonde de stam in den vrühdds-
oorlog onder DeboraK, die voomamdgi zgn ge-
bied gold. Overigens treedt deze stam nergens op
den voorgrond en wordt fa^ gewoonlijk samen ge-
noemd met Zebubm. Het vmehtbare gebied van
Ittatehar b^aan den kaïsvaanweg van Egypte
naar Bab;Ion. Dit bracht gtooter welvaart mede
zoodat in Oen. 49, 19 zgn rost wordt geroemd.
IsB«lt, Mieha&l van, een Nederkndseh ge-
sduedichnjver, volgens sommigen te i}okktim,
volgene andeien te Amersfoort in de late helft
der 16de eeuw geboren, ontving te Amerafoort
z^Q opleiding, studeerde te Utrecht in de lette-
ren, te ■Leoveo in de wgsbegeerte en godgeleerd-
heid en keerde toen naar Ametafoort terng, waar
hij e^ter in 1579. als R.-Eatholiek geestelgke
verbannen wei4. Dit lot trof hem ook te Zwolle,
alsmede te N^megen, waar hjj in 1590 pastoor
geworden was. Toen deze stad in banden viel van
den prins van Oranje, l)egaf hg zich' naar Een-
ien, waar hg eenigen tijd woonde en gesehriften
nitgaf, en werd toen pastoor te Hamburg, waar
hg den ITden October 1597 overleed. Hg schieel:
Bittoria belli Colónienais ete." (2de ilmk 1620),
„Hiatoria ani temporis" (1602), de eerste 3 deé-
len van den „Herenrios Qallo-fielgiens" (1588—
1599), „CoDciones Evangeüornm Dominiealinm
et featorum" (1594).
iKBondim, een arroadissementabootdetad in
bet Fransche departement Indie, 27 km. t^
noordoosten van UhAteaarani, ligt aan de ThétJa,
aan de spoorlijnen Urleane— Limogea en Issoo-
dnn—St. Florent en telt ala gemeente 14 000
inwoDiert. Men h'eeft er een raneentdg^ ooA^^
een bibliotheek, een schouwburg, een bospitaa],
weeshnia; verder wgnbonw, brouwerijen,
graan- en laagmolena, wol- en }>erkamentfasri-
caee en honthandel. In de nabgheid bevinden
zien groeven van litbografiaeben ateen.
IflS^, ook Itss-Ut-JtryuUtteauz gebeeten, een
dorp in bet arrondieaement Seeanz van het
Fransche département Seine, verheft zich onmid-
deil^k voor den nidwestelvken bootdwal van
Pargs op den linkeroever van de Seine en telt
(1911) 23175 inwoners. Het beiit «en semina-
riam, een ziekenhuis en een kasteel. De bevol-
king leeft van de fabricage van zijden stoffen,
linnen, verfitotten, olie en alaghoedjet. Het fort
laay, liet znidweatelgkete fort der onde verdedi-
gingsUnie van Paiüs, op een beavel, 1 km. ten
oosten "van de Seine g«]egeo, werd in den
Franseh-Dnitecben Oorlog den 16den Januari
1871 tot zwngen gebracht, volgens de capitulatie
van Pargs door de Duitsebers bezet, maar den
7den Maart tegelijk met de overige forten der
miderlijn weder ontruimd. Nadat Pargs in de
macht der Commune waa gevallen, deed Thien
de luidélijke torten ontruimen, waarna zjj bezet
werden door de Commune. Het leeer vim Ver-
tailles beitormde den 29sten April bet park van
IsE^ en had tegen het fort reeds de tweede pa-
rallel geopend, toen de opstandelin^n bet in
den nacht van den 9den Mei beimelgk verlieten.
De Frawche trogpen nanKD toen liet lort in be-
1 richtten vandaar bet ^esehut op den hoofd-
ran Pariia. Het fort had door de beide bele-
geringen veel geJeden, maar werd na hel alaiten
van den vrede weder in goeden staat gebracht,
loodat bet tbans een stenapont it van bet ver-
aterkte kamp aldaar.
iMrk-kofll (warm meer), is de naam van
n Kroot meer in het dielriet Pra^wolsk van het
Russisch -Centraal-A zia tl a^ gebied Semirjets-
jen^ 161G m. hoog, tnatehen den Terskei-AUtau
DigilizedbyGoOglC
issTE-EOBL— larnuË.
en it«n Koengi-AUtAo gelegen. Het ÏB 176 km.
Ikng, 69,8 km. bieed ea beiUat «en opparrUkte
Tan 6ÖS6 t. km. Blijkeat onde itnndignen heeft
bet water Tioeger 20 i 30 m. hooger gMtun.
Sinds 1900 stggt bet weer. Het ii een loat,
liehtbhnv meer met vlakke, gruige Mven.
Langg de kosten Ton dit meet wonen ïwaita Kir-
giien ot Boeroeten. Wegens den Tmehtbaien bo-
dem lestigen er lieb jaulüke meei Rnaaitebe
landboDweis.
Istambo*! is de Tnikeehe naam toot Eod-
■taatinopel; lÊlamboel Boghmvi toor den Boipo-
TBI.
latJir, juister Ujtar, is deoaitn na «en Bafc^-
loDwehe Mdin, die ondn den naam AtfarU m
Sjrii en Ktei^^Aiii vereeTd weid. Zq dioeg ook
den naam Btiit, mecBteres ot beeixaieTeB naast
den m&nndüken Baül ot iBeJ. Als godÏD der mor-
genBter Terschgot /(ter al> een d^tpere godheid,
als godin der aTondstei is lilar-BelHt ie linl^ke
godin dei rut in de armen der liefde. Of de
dSenet der foddn Bellit (Berodottt» I : IBO) de-
lelfde ontnoDtige was ids die van de West^lia-
tisdbe AitarU ol de CwtiMbe Aphrodite, ia m«t
met lekeiheid nit te maken. Erech, d« „Btad Tan
Aooe en Iitai" waa de Tooisaamite heilige
plaats Tan Bellii in Babjloniè. 'De dappere Ithr
werd Toontamelgk te A^ana {Baltjloniê) en te
Aibela (AasTiil) vereeid.
iBtkSvenaa (Utvaeonen of hkvaeoMn}, een
dei drie hooMstammen der Qennanen, bewoon-
den N.-W.-Dnitsebland en de beide I^^noeTert en
leidden ban naam at Tan lata of IsJk, dm loon
Tan JfofMoe. Tot hen behoorden de volken, die
aieh latei tof den bond dei Franken Tereenigden,
looals de SieambriBrs, Ubilrs, Bataven, Chama'
Istal, Bdgar, een Dnils^ componiat en nn-
eicoloog. den Sftsten Februari 18Su te Vaini ^■
boren, werd aaoTaiikel)^ opgdetd Toor de tid-
liitenloopbaan, doch ging latei bg Fritx Vot-
boek compositie stndeeien. Na bet (^natinm te
bdbben awelooiNai, artte hjj in I8W ondei lei-
ding van Zudtrif TAhiUé te Uflneben ign ma-
liekstodiea Toort en beiocht leTens de nniTcrti-
(eit aldaai; in 1900 piomoTeerde hg op een dis-
sertatie oTei „J. J. RoDsieaa als EompoiuBt eei-
nec l3>iiKben Siene Fygmalion". Sedert 1918 is
hq doeent ia de musi^-aeithetika aaa de Hm-
boldt-akademie te Beilgn. Van ign geeehriftes
noêmec wii; „Das dentë^e Weihnaebtspiel und
seine Wiedergeburt aae dem Geiste dei Mnsik"
(1901), „Riehard Wagner im Lichte eines leitge-
uBssiBchen Brielwechsels" 0902] „Die ËntBte-
hnng det denteeheo M«lodramas'' (1906), „Die
komiedie Opei" (1906), ,J)ie Blflleieit der mn-
tikalischen Romantik" (1909), „Dm Ennatwerk
Riehard Wagnere" <I910), „Dbb Libretto"
(1914) en „Die moderne Oper seït Rjchatd Wag-
ner" (1914). Vooita beio^e bi} een nitgaTe Tan
de Tcrzamehle geschriften T«n Peler ComelUu.
Als componist is hg bekend door een aantal lie-
deren met piano- en met oikestbegeleiding, ko-
len, en de imeta'fl „Dar fabtende ScMler" (1906)
en „Dei Tifl>nnals Gebot" (1916).
latlunlBolia Mpmlm. Zie Utknuê.
iBthino. Zie Panama.
Zsthmiu, eigeolgk elke smaUe to^ang, be-
toekent dooigaans een landtong of landengte, en
bg de Ooden bepsaldelgk de landengte bjj Ko-
rintbe, tnsseben de EorinthiMhe en de Saroni-
lehe Golf. Hiei stond in de nabgbeid Tsn een
pgnboomwond een tempel, aan PosetdoH gewgd,
wsaiId lioh 4 vergulde paarden, aan weCiao^den
daarvan een THtott en daarachter een wagen met
de standbeelden Tan PossidoM en AmphUrite be-
vonden, vM gond en ivoor vervaardigd. Niet vei
van deien tempel beTimd lidi een theatei met
een lenpeik, afgebakend dooi witte steenen, waai
iedere 2 jaar, waanehgnlf^ in de lente en in
den oomei, de fsUmtjdia ip«le* (Itlhmia) met
groeten luister werden geTJeid. Volgens de sage
waren deie dooi Sitgpluu tei gec^chtenis van
den zeegod MüOeerU* iitte«t«^ en dooi Th^ieut
ter eere van den hthmisenen Poeetdon veinteowd.
Men hield ei weditijjdui met paard en wa^n,
verdei weiden ei liederen gesongen, door dther-
en flnitspel Teigeield, en men gal er latei ook
dnunatisohe voorstellingen. Geheel Oriekenlaod.
met nilnndering van 8e Slefirs, nam daaraan
deel, en de oveiwinnaais, met wier stiadbeeldea
men den tempel tu Powtdon versieide, weiden
ei met een kiane van eppe-, later van pgnboom-
takken gekroond. Sedert 1698 wordt dg landeng-
te door net kanaal van Eorinthe doorsneden (iie
KoriiUke).
ZstTUidaJa DmIi (Oost-Tbraciseh randge-
bcrgte) is een breed, vlak ^rg- en heavelluid
van gneis en graniet, in het Tnrkeehe vilajet
Adiianopel tnsschen den Uaiitsa en de Zwarte
Zee, en Mreikt in den Bojnk Magiada een hoogte
van I0S5 m. Het ontleent ign naam san Bet
stadje en riviertje Ittiand^
Xstrll, maMgisalBobap en kioooland der
Ooatenigkach-'Hongaanehe Monarchie, dat met de
graaftchappen GBiz en Qfadisca an met de itad
TriBst bet Tioeeer tot het koninkigk Dl^ê be-
hooiende Enstund vormt, grenst ten nooiden
aan Tritst, GJIri en Erain, ten oosten aan Pinme.
Eroatil, DalmatiC en de 0<jf van Qnamen) en
ten ittiden en tan westen aan de Adriatisdie Zee,
en beslaat oMt de Qaaraerisabe eilandn een cft-
KiTlakte van 4956 v.km. (1910) 408666 lielen.
!ze behooren Ijgna allen tot de R.-Eatfaolieke
Eerk; ■/■ ign Slaven CEioaten, 6eiTiBis en Slo-
wenen), het andere deide woont aan de kost en
spreekt Italiaanxdi. IstiiS beiit vele baaien en
faavena ea heeft, met inbegrip van Triist, een
kustlengte van 430 km. De bodem is giooten-
deele kalkachti^. Aan den benedenloop van den
IsoDio, ten iDidén van OOn, neemt de Earst
(Cario) een aanvang, een boogrlakte van naak-
ten kalksteen met vde kloven, die licb laidoost-
waaits uitstrekt naar Finme en l^ de Qoll van
Triist een steilen knstwand vormt. Die karstvor-
raing vindt men ook op bet schiereiland Iitiii,
dat aan de Qolf van Qaameio een hooge beigke-
ten draagt, welke in den Uonte Maggioie een
hoogte bereikt Tan 1896 m. en overal steile kat-
ten doet ontstaan. De belangrijkste rivieibjes iöd
ei de Quieto aan de west- en de Aisa aan de
oostknst. De inidpnnt Tan IstiiB Toimt de Panta
de SalToie. Het klimaat is warm eTCnals in Ita-
liS (Pola beeK een genüddelde jaaitemperatan
van 150 C) en tevens wei dioog, vooral in den
lomei, daar er gewoonlgk in Jnli en Angnstos
DigilizedbyGoOglC
ISTBIE^ITACiaUE.
789
ge^ regen valt puilJilBche neerelag ± SOO
mm.). Se knst«n zgn asd heiige alonDen blootje
Bt«ld, namelijk aan den ciroeeo nit ïet luidiuid-
ODSten en aan d«n treeselgken boia nit bst noor^l-
oosten. Het land leveTt koetelijke ol|jfoli«, vggen,
eenige aoorten tan ZnMvrnditen en vooral wqd,
waarvan de beete «oorten verboQwd worden k de
omstreken van Capo-d'i atria, Mnggia, laoia, Pa-
nnzo «D 'Dignano; aomnige 80OTt«n, xooalt de
toode RetoBco en Tenano tjjn ook tmitenslandt
b^end. Verder levert liet land suiker- en water-
meloenen, lODt, DJtmantend Bckeepet immerbout,
C 'noten, ran, hontekool en kurkeiken. De be-
grgkste middelen tmi bestaan zgn sefaeeps-
bonw, «ebeeptaart, viicebenj, het
bruinkool, lout,
teelt. Fabrieken
Aan de kasten en op de eilanden zön 80 havens
en 30 reeden. Pola ib, als de centrale oorlogsha-
ven der monarchie, de beUngi^ste zeeplaats van
bet land. In de geumenlyke bavena werden
(.1899) «1914 MÏwpen met 8352548 ton ia-
41 857 schepen met 3851 514 tra inbond nitge-
klaard.
Hoewel IbItÜ, wat de administratie betreft,
tot de kaateilanden b^oort, beiit het een afion-
derlQken LuddaK, die te Parenzo verffadert. Hjj
bestaat nit S3 leden, namei^ nit 3 bisschoppen,
5 afgevaardigden dei groote groadbezitteri, 11
det steden ea markten, 12 der overige gemeen-
ten en 2 der Kamer van koophandel te Bovigno.
Eet land is ia 6 distrieten verdeeld.
Istria of Histria, door den Illjnisehen stam der
latri ol Hlatri bewoond, welke reeds b|j de Ro-
meinen als vermetele zeeroovers bekend ston-
den, werd door laatstgeDoemdeD in 177 v. Cbr.
ondelworpen en <kior Augtulut b^ ItaliB gevoegd
tot aan de oostelijke ^nerivier, de Arsia, thans
Ar«a, terwül bet ovenge tot Blyrienm gerekend
werd. In de 7de eeuw na <%r. werd bet land be-
machtig door de Slowenen, Kroaten en Ser-
vijrs, m afbaiik«lgkbe*d van de Syiantnnacbe
keilen, die bet later moesten afstaan aan oe Ka-
Toliiwen. Sedert bet iniiMen der lOde eeuw vorm-
de btril een alsondeiljjk maikgiaalBchap, dat
vervolgens tot bet hertogdom 'EarintbïR behoor-
de, totdat het in 1173 ten deel viel aan de gra-
ven «on AmUdM. Toen Betutrik, graaJ van Jm-
daek», in 1204 door koning Olto TV in den ban
Ïidaan vretd, verviel Istiit aan den patriarch van
qnileja, die later nagenoeg alles aan TmetiB
moest afstaan. Zoo bied tot in '1797 het grootate
gedeelte van bet schiereiland ondenromn uo
de TenetiwneD. Alleen bet noordooitel^ke ge-
deelte, Oosteoi^kseh Iitril, nit de gebieden Hit-
terbnrg, Pedena-£ellai en Castehinova bestaan-
de, was na den dood van den laatBten beiitter,
den graaf «m QSn. bet eigendom van OoBtenrijk
geworden en aan net hertoffdom Erain toege-
voegd. Het werd eebter tn 1805, bg den vrede
VKi PreAnrg, met de Venetiaansohe Ibeiittingen
aan Pnnkrifk afgestaan. In 1808 benoemde JVo-
poletm den maarsehaft Bunèret tot bertog ^an
Istrii. Later werd dit land met de Illjriaebe ge-
westen vereenigd, docb in 1814 door Oostenrók
heroverd.
IstUTls, J)os) Fraiieeieo Xovier <U, een
Spaanecb ataatsman, in 1790 t« Cadii geboren.
was lid van de' Cortes te Cadiz, waar hg tot de
liberalen behoorde. Aan egn bi^iiMelen bleef
bg trouw oA na bet hmstel van bet hnia Bour-
bon. Hij waa een dei voorbereiders van den op-
stand van 1820, onder Riego en Quiroga; oA
presideerde hji de Cortes in 1828. Na de Sde res-
tauratie van Ferdiwmd VU werd fefuru ter dood
veroordeeld. Hg vloehtte naar Londen, waar hg
bleef tot de amnestie van 18S4. Tot lid v
Una droeg hem in Mei 18S6 de poitetenille van
Buitenlandsche Zaken op; in Angustos werd hq
door den opstand te la Óranja genoodzaakt naai
Portugal de wijk te nemen. Het jaar daarop kreeg
hg verlof om terug te keeren; de r^entes Maria
Ohfiatina bleet hem haar vertrouwen eohenken.
liiwix was bet die de onderhandelingen leidde
voor de buwelijken tuEBchen de jeugdige ko-
ningin laabeUa II met den infant fratu twt Aê-
gixi en van de infante Maria Louite met den her-
tog Mtt MontpamtT. Ia 1848 was hij geiant te
Londen, in 1866 te St- 'Feteraburg; in 1862 werd
hg voorzitter van den Staatsraad. Van Maart 1863
tot Octobcr 1864 vertegenwoordigde hg Spuje
aan het Fiusehe bof. Nanaet riep hem nn daar
terug. Hü overleed te Madrid den i6den April
1871.
lawolsktl, AUxander PtttomUi, een Rns-
siseh staatsman, in 1856 nit een ona adellijk ge-
slacht geboren, wwd opgevoed in bet Alexande
Ijeeum. Alt diplomaat was hij wetkaaam te Ro-
me, in Oost-Boemelifi en Boekarest. Als Rassieeh
gevolmachtigde leidde hij de onderhandelingen
met bet Vatieaan, die tot de bemienwinff der af-
gebroken betrekkingen voerden. In 18M werd
nij geiant van Rnsland bg den paoe, in 1897 te
Belgrado, in 1900 in Japan en in 1902 aan bet
Deenaebe bof. In 1906 volgde bg graaf Ittmt-
dorff op als Ilinister van Buitenlandwhe Zaken,
in welke hoedanigheid bg vele landen beioeht,
o.a. Ftankrök, waar bij gelegenheid had het
Bussiscb-Fraiweh verbtmd te versterken. Met
Duitiehland onderhandelde bg over een ceiatnen-
If^ opitieden tesen het Poolsche nationalisme en
in October 1908 beaocht hij de ioven der verschil-
lende Oroote Mogendheden tot voorbereiding
eener conferentie ■*- ~ "■-' "-" "■'-
.?"«
de op het Balkanschier-
y 1 kwestie*. In 1910 werd bjj geiant
te Parijs.
Iteolams noemt men de tegenwoordige,
nienw-Orieksehe uitspraak van het oud-Grieksu;
de nasm is al^leid van den naam van de letter
n (ita) volffeos die niispraak en drokt uit dat
de Nieaw-(Meken de in onde tgden vericUllend
nitgesproken klinkers i, y, f, «j oi (i, v, h, », «i)
ais xegel al* i uitbreken. De Nieow-Grieken lön
bijna allen voorstanders van de meening, dat de-
14 coowel als andere eigen aaidigbeden der te-
genwoordige uitspiaak, reeds in de bloeiperiode
van bet Ond-Oneksch Maden bestaan hebben,
hoewd reeds lang bewezen is, dat zg in de Oud-
heid niet gangbaar was, ook al ign er reeds be-
ginselen van waar te nemen in den voor-Christe-
Igken tijd. De niet-itiwistische uitspraak noemt
men ètaeieme naar de letter S (k), die als
een gesloten lange e uit te spreken is. De ïtaeia-
tische uitspraak is in ons land en Dnitsebland in-
DigilizedbyGoOglC
ITACiaUE— nULIA.
geroerd dooi ïrofmtu «n beet dan ook vel £iu-
miuDMbe nitapruk, tetwgl het door BeuMin
Terdedigde itkeisme ook wd ReDehliniMhe nit-
■piMk geioemd wordt.
XtoOOlailil*t ie een lei-uhtiR geeteeate, be-
ttunde nit kwirlakorreltjee, die aoor maeeoTiet,
een weinig cMoon«t en Teld^wat au elkander
TerttoDden iftn. De wgie tui de omhoUiDg der
koTTeltjet door de muoonetbludiea is Tuk
ooruak Tan de bninaambeid Tan dnnne platen
Tan het getteente (buigvime kiBorit), dat «Tel-
gangen Tertoont naar leiaditig kwartiiek Het
komt Toor all gedeelte der bnronseiM (lei) loi-
matie in W.- en Z.-Carolin&, Oeorgift. Britub-
IndiB en Tooral in Braiilii, waar bet hooge bet-
gen, D.i. den Itaeolomi, TOrmt. BehalTe de ge-
wone mengieU faeral hier het geateente gond,
Öiei- en araenikkiei, jjierglane, nutgneetiJMrerta
en diamanten.
ItftOOimniT ÏB een onTeriadigd, tweebaiiadi
organiaeh innr Tkn de lamenatdlii^ C«H^,
dat ontatut door verhitting thi aODnietianr dat
weer ontataat door Terhittine Tan dttoeninnr oU'
der alnlitiing Tsn water (lie aldaar). Aooniet-
■nor splitit bjj Terhitting kootiuni al. Het ii
iiomeer met citracoainar en meMconinnr.
Ital& noemt men m naio^iig van Augmti-
mu <1« ondate Latncecèe Bij£elT«rta1ing, .waar-
aan Toor bet Ovde Teatament ^ie SeAtuaéint ten
grondriag lag. De Ltala genoot vto de vele artde-
re Bj^iehertMiii^D de Toorfcew bg Augutlitnu.
Pane Domauu liet haai door HtBnnqnnui Teit»-
teien. Daamit ontalond de Tnlgata, die epoedig
de liala Terdrong. Van de Hala iqd skehtB
fragmenten ot4I, die onderling leer TeraehilleD
maar alle liet dnidelgk kenmerk drt|^n, dat sü
naar de Tertaling der Stotnaginta iB bewerkt.
XtaUa, ia het OseiMh VtleUiuM^ waa oor-
ipronkelgk de naam Tan bet nilddi)k gedeelte
van bet Apraagnaehe eddereiland. .Volgena An-
tioeluu voN Sjpaaut, een tijdgenoot Tan Berodo-
hu en TkneydiiU*, stichtte bier een inboorling
Tan Oenoirii, Ilatut genaamd, in de 18de eenw
T. Ohr. een kldn r^, diat hg Italia noemde. H«t
werd grooter door reroTering, en toen de Oiiek-
•che -TolbipIaotiiKen in die «treek te lande door
de Lneaniêra en lürnttiSie en ter lee dow Diony-
fitw nm SfToetut Terontrnet werden en dienten-
nii en Paeetnm ten westen -tot aan Taraa of Ta-
mttam ten coaten. Latere dïcbtora noemden de-
le landitieek we^eni haar weetelgke ligging
Bêêperia of naar de vawOJKte Autonia, terwql ig
ook nog door de namen Oenolria, Satumia, Opiea
en Argeeta werd aangeduid. Nadat de Romeinen
Tarentnm TeroTerd hadden, gaven zij den naam
van Italia aan het geheele «cfaiereiUitd, dat nn
Tin den Bubioon en den Amna tot aan de gienien
van 8ieilii 4 proTincien omratte. Eet land ten
noorden Tan den Rnbieon, door Oallisehe etam-
men bewoond, bleet tot aan bet einde Tan de
Bepnbliek den naam dragen van QaUta Oiaolpi-
HO. Nadat editer reede Polybiug het gebeele
■ehiernland ten zolden der Alpen Italia genoemd
bad, Toegde keiter Augiutut dal laad Tan de
Zee-Alpen tot aan letrii itaatsreditelgk bg ItAlia
on verdeelde het in 11 rtgionei (gewesten) en de
stad Rome. Sedert dien tgd rekende men niet
alleen de kldne knateilandMi, maai ook Sicilië,
Sardtnil en Coieien tot Itilia. Hadriama i^lcte
het met die eilanden in 1? prorineiSs. Onder
Koiultmtfii den OfooU irormde Ita^a een Tm de
4 boolddeeI«i Tan bet Romeineebe Rgk en was
verdeeld in 3 biedommen, namelgk UlyriB, Africa
en bet eigenlgke lUlia. Tot dit laatste behoor-
den de oroTineilD Venetia en Eiatria, Aemilia,
Lignria, Flaminia en Picennm annonarinm, Tas-
cia en Umbria, Pieennm snharbiearinm, ^eilia,
Apnlia en Calttbria, Lueania en Brattinm, Alpes
Cotüeae, Rhaetia prima Rbaetia secnnda, Sam-
Dtom, Valeriana, Sardinië en Coraica. Het ge-
heele sehieieiland werd Tordeeld in Opper-,
Midden- en Beneden-Ibdia. De bovenate deelen
waren door de Uacra en den RiA>ieon, de onder-
ste door den SUarss, den Aeaia en den Aternna
geaeheiden. In Ofifier-llalia onderaefaeidde men
weder Liguria (bet land taateben de Lignriaebe
Zee Hl de Apei»iin«n), Venetia nwt ZiHit, QaUia
Ciêpadma en Oollta TroHtpadima. Jliddói-Italia
wai door de Apennnnen in 2 doelen setptHat. Ia
het wéeten hgen d« landeefaajiqwn StnÊtia tot
aan den Tibcris, LaHum (Rome) tot aan dei^
Liris en Campfotia tot aan den Silaraa, in het
oosten Umbria tot aan den Nar en den Aeiia, Pi-
eenum ta>i aan den Atemns en Smniitiim tot
de omstreken van Teannm. Beneden-Italia om-
vatte 4 gewesten, namelgk in het wetten Luea-
nia, tot aan den Laos en Bradanne, en Bmttitim,
in net oosten Amdia en Odfutrta.
Wat de beTolking dier gewesien betrelt, de
vlakte van den Padoe toeeuien de Alpen en de
Apenngnen werd in de Trotste tgden bewoond
door de Tutken of Etnaken, die lieb lelven Ba-
tme» noemden. Alleen bg de monden van den
Padni SA hier en daar aan den voet der Alpen
bevonden lieh volkeren van anderen dan Btrns-
kiaeben oorsprong, looals de Venelen nit niyril.
de EuganeUr» en Le^ottttSr*. Aan de tnidagde
van den Pados waren ook de UmbriSrt gemimen
tgd gevestigd. Ometreeka 600 t. Cbr. bronnen
de QaüiëTi ot Kelten, met Lignrisebe volkeren
vermengd, in de vlakte Tan den Padns af te da-
len, en omstredts dO ja«r later OTereelireden de
Bajeri en LtM^otieii deie riTier. Het verst naar
het iniden frouen de Senonen; deien lieten lelts
de Apenngnen aebter neb, sonder evenwd aan
de andere agde dnnisame TeroTaiingen te ma-
ken. In LigoriB woonden de LigurÜri^ waaiom
het knd den naam van lignatiea ontvng «n de
aancrenoenife »e Ham Lignitietnn senoemd
wem. In Hidden-ItatiB ww fwt nowdrigkete der
3 ten weeten van de Apennj^ien gelegen lasd-
aohappen, Etrnria of Tnacia genaamd en door de
Qrieaen T^nhenia gefaeeten, bewoond door de
Etnuken of Tueken, een volk van oniekeren oor-
sprong, dat lidi door taal, leden en gewoonten
van de overige Ond-Italiaansche volkeran ondu-
aebeidde. In net oottelgk gedeelte bevond xieh
Umfbiia, wau de (7m6riërs gevestigd waien, even-
eens een ootapronkelgken «tan vonnende. Nadat
het reeds de kust aui de SeMmeti bad moeten af-
staan, verloor het omstreeks 300 v. Cbr. in den
oorlog tegen de Romeinen ign onafhankelgkbnd.
Ook in de landschappen Picennm en SÜtnium
woonden aan de ktwt waarsehgnlgk Ümbriêrt en
DigilizedbyGoOglC
HULU— ITALIAANSOHE Küüffl.
in het meei ««ttdgk gelea«ii gAergto de Sabf-
HM in de omstTcken lan Amltönnun, meer laid-
wuits in het ikl TU den Ttlinns, tnuehen Rm-
Ie, CaiHoli ea het Laena FneinnB de Aborigeiut
o! Cameit, in SMnniam tntechen Benemntnm en
Cftln de Jiuomirf ol Otil:«it. Op bet orerblgTend
g«)ii«d, tomIs Lfttinm, Canqwni» en gebeu Be-
ledeii'ItiliC, woonden Tolk«ren T&n Oiiekiriie
Afkomit iDO«I« de SiettU, de 0«no(rtJlrs en de
PeueetOr».
De eerate Tenndering in den Teifiooding der
hewonen biachten de Sab^nen. Zq Teidrongen
da Aborigenei en InAken ' ToormtutB toncGen
den "Mier es den Anio tot Dftbg Rome. De Abo-
rigmet Tetmengden lich dtentengerolge met de
Stmlt in Latium. en deien T«reenigden lich met
de TeioTenars ol Terhniides naar elders. Wel-
licht door hen Terdrooges, TeispTeidden de 0»-
iteii mefa OTcr Sanmram, CwnpaniB «n Afvnlia,
xoodit ig een groot gedeelte Tan Italia bewoon-
den en hnn tul ei lang bewurd bleef. Eindelijk
gaf de Terhniiing van Dakomelingen der Sabqueo
aanleiding tot nieuwe Teranderingcn. Zv mui-
len tieh alleoge meester van Pieennm, Bamniom,
Can^iama en Lacania, en ait laatstgeaoemd ge-
west veroverden de BrutliitTt het zuidwettelQk
g^eelte dea lende, terwjjl zii allen lieh ten slotte
moesten onderwerpen aan de Romeinen. Aan de
Qolf van Tarentnm hadden de Örielueh-Helltf*-
teke ToIkapUn tingen 3e tieerMltappg in handen,
terwQl alleen aan de ooatknat Tan Beneden-Ita-
lia eenige QriÊka^PeUugieehe atammen bun od-
afhaiikelqkheid wi^n te bewaren. Nadat boren -
genoemde beweging d«r volkeren tot nut geko-
men wae, vond men in de TerBchillende gewesten
deie volkeren: in PieeDum de Piemten van 6a-
bellischen oorsprong, in fiamninm de SamnUten,
Manen, Marrveinen, Pelignen, VeHinen, Bemi-
dor Biculi
der
Termen^ng van Osken en Samnielen geiioren.
In iBeoeden-IlaliS woonden de Lueanert in Ln-
eanil, de BrwtMr» in Bruttinin, aedert 856 t.
Chr. alioo naar ben genoemd, de Pelasffische
Jkmniir» en PetieetiëTt en na ben de met Oaken
Tcimaa^ehaiite ApuUert in Apolie, en de Pelag-
gische Meitapüira en Balenl^ne» in Cakbrie, Te
Toren bad men in het itüden van Italia bloeiende
BeUeensefae volksplantingen, wette in de tweede
helh der 8ste en in de Tde eenw i. Ohi. waren
gesticht, looals Enmae, RbeginnL Lokri, Eroton,
Sybarie, Hoiii en Tarentnm, Zg werden ecditer
vervolgens door de Lacaners en tooi»! door de
BmttiBrs gedwongen, sieti binnen de mnren van
haar steden te Mpalen, met mtionderin^ van
Tarentnm. Omtrent den toestand van Italia on-
der de Romeinsehe beenehapptj zie Romeinteht
Ryk.
Zie: Rotenberg, Der Staat der alten Itahker.
Uotersnehnngen ttbet die ai^rODglieben Verfas-
snngen der Latinei, Osk«r nnd BtmAer 0jrin-
zig 1918).
ItallMULMb* kniut. BouvkviuL lo Ita-
lil bleet de bonwknnst lieh tot de 12de «enw
aan de overleveringen der ood-ehii stelde knnst
(zie aldaar) bonden. De weinige kerken, gedaien-
de de vroege Middeleenwen te Rome gesticht,
looais Santa Maria in Trasterere en SsAta Haria
in Araeeli ign goeddeels nit orerbiirteelen van
antieke gebouwen opg«tr<Aken. Te Venetië volg-
de ds boowknnst in ncMfdiaak de BTiant^nsdw
voorbeelden. De boofdkeA, aan den H. Maren
grond den vorm van een kmis met gelqks
men; boven het midden van bet keoii en boren
ieder xqner armen bevinden lieti koepels. ledere
arm van liet kmia bestaat nit een middenbeak,
door lage tj^uken, met galenjen dtariwven,
geHaokeerd. Forsehe pijle» dragen de koquls,
terwijl da galenjen op inilen rosten. De drie qj-
den van den wsstelqkea ana van bet kmia wor-
den door een jiang omgeven, welke aan den gevel
een dgenaardig aanzien verleent, daar bjj met
inilen en koepels vervierd is. Slechts vensters in
de koepels verliehten het inwendige, dat daar-
door een j^beimoinnig balfdoiAei vertoont. Het
is ten rnkite met nonDeien platen «nmoialeÉen
versierd. Ook de gedenkteekeneo van SidliS wq-
len op den invloed det BTiantnnen. Ibar bier
drnktên ook de Arabieren en de Noormannen,
d^ achtereenvo],gens het eiland beheeraehteo, bnn
stempel vf de bouwkunst. Als Bjnantynsttie ele-
menten ign te beschouwen de koepels en de ga-
lergen boven de zybenken; van de Noormannen
afkomstig is de gewoonte, om kmisbenken en to-
rene aan de kerken toe te voegen. De Arabische
knnst nit zieh vooral in de versiering. Vooilieel-
den van dezen trant geven San Oiovanni degli
Eiennti te Paleimo, van 1182 tot 1149 gebonwd,
de Cappella Pklatin* aldUT, te lelfder ^d ver-
reten, en de katliedraal t« Monreale, in 1189 vol-
tooid. Ook het iDiden van Italië bevat dercelöke
kerken, looals de katbedralen te Trani, te Saler'
no en te AmalË.
In het noorden van Italil hebben de Longobar-
den sjeb reeds vroeg 'b^wama boawmeesters ge-
toond. Hnn gedenkteekeHn bevctten de elemen-
ten der latere Rmnaansehe knHt, die door de
steenhonwers aan de Italiaansche meren, vooral
door die te Cento, 4ot een bepakid «teM wer-
den samengevat en naar bet ovwige Europa wer-
den overgiebraeht. Van Lonmbardisdien ooi-
ej>rong inn de teeriin^apiteelen, de booEgal»-
rgen en de knüegvwelven, die later in de bonv-
kantt znik een gioote tol zouden kqjgan. De ker-
ken met veeHioekigen plattegrond, waarvoor die
van den H. VitaRs te Ravenna het Toorbeeld
bad gegeven, bleven in het noorden van Italii
tot de zestiende eenw in gebinik. Een der best
bewaarde is die te Ariago. Onder de kerken van
Lombardge was al van ond« de ba»iliek van den
H. Ambrosins Ie Milaan de meest beroemde. Het
tegenwoordig gebonw sdiQnt wel groolendeels
nit de elfde eeuw afktHostig, doch zgn aanl^
met tSbeoken, galerijen en kinisgewelven, m
ongetwgfeld veel oader. Pavia beiit vele praéhti-
Re kerken nit de tiende en elfde eenw, zooale
San Miebele, San Pietro in Ciel d'oro; te Como
mnnten Sant'^bondto en San Fedele nit. San
Zeno te Verona onderscheidt lieb dooi de r^ke
behandeling der .versieringen. Te Pisa, dat in de
elfde eenw tot grooten bloei kwam, ontwikkelde
lieh een eigenaardige boowkanat. De kathedraal,
D,o,l,zedb,GoOgle
ITALIAANSOHE KUNST.
met buT Tgf benken, in 1118 Toltooid, m«t de
durbg geplutste dooplutpel en den jn 1174 be-
gonaea Deroemden eeneeTtn toren, bebooren tot
bMAi meeit bekende fooitbreomden. DenieUden
■tijl Tertoonen de keiken tu Lncea, Fietoja en
Akuo. De krthedrultaPiMenu heetteen ietwat
bfwjjkenden stgl. Den «otwikkriden BamMiiMheii
iii. De «trjjd weid hier echter gewqzigd. De pij-
len dei kerfcen pliatite men wgd uit elkander,
de Teneteis kiegen ele«bt« kleine ^metingen en
boTen Jiet kroit der kerken werd Bome een coepel
eeplutet. De oonetnictieTe elementen vkn het
OothiKhe etelael traden op den aefater^iond; het
g^binikeu van steanbeeren, loehtbogen, gewell-
ribben en schalken werd ia Italit eleehta lelden
noodig geacht, de klokksntoiene werden meestal
naast de kerken opgericht en de geveli raak hoo-
tfet dan de beuken opgetrokken. Aan de paita-
Ten en de fensters werden hü voorkeur iBomaan-
«che motieren gebe*tgd. Toen de nieuwe etgl
in Italië lyn intrede deed, deden de £»a geetiehte
«rdeo dei Dominicanen en dei FrancitcanHi
OTeial kerken bonwen, en lieten de «teden tal
van openbare geboawen stichten. De eerste kerk
d«T Franciicanen Teireea te Awivi en weid in
1253 ingewgd. Uen tiet faiei twee kerken boTen
«Ikander; de onderste, waarin de H. Fnmeiieta
begmTen ligt,' heeft nog «enecnigaBina RomaUBch
karakter, maar de boTenite toont al de eigen-
aanligbeden der KaliaasMiie OoÜiiek. Andere
klooe berk erken der Franciscanen, in Ootbiscben
stql geboawd, iqn Sant* Crooe te Floienee in
1294 door Amolfa di Cambio begonnen San
Fraooeaco te Bologna en Santa Chiaia te iaaiai.
Onder de klootteiierken der Dominicanen mnn-
ten «rit Santa Uaria Sopra Minerva te Rome,
Santa Ifaria Novelia te Florence en Ban Dofneni-
eo te Siena. De kloosterfeioedeis, die vooral door
hun prediking invloed op het volk wilden nitoe-
fenen, verlamden kerken met breede beuken,
waar de pijlera den g«lQovig«n niet beletten, den
redenaar te lien. Voor het eigenlijke koor hadden
ig aan een nia genoeg, doch ig lieten uaaat de
beuken kapellen maken, om de aaniienljjken tot
vrome stichtingen op t« wekken. De inrichting
deier Uooaterkerken werd ook bq de kathedralen
gevolgd, ïooala die te Florence, in i29i dooi Ar-
noito di Cambio begonneiL, en sedeit 13S4 door
Oiotlo met een klokkentoren veiaierd. Een van
de schoonste Ootiscbe geboawen in IMiê ie de
kathedraal Ie Siena in de dertiende eeuw begon-
nen en in de veertiende voltooid. Het beetaat uit
afwiflselende lagen van swart en wit maimer.
?Iiet miiudei fraai ji ie kathedraal te Orvieto,
uit de veertiende eeuw,. Indien de kerk van San
Petronio te Bologna, in 1388 bec^onnen, vol-
tooid was, lOD tg de grootste van Jtalifi gewor-
den ign. Jfaar de kruisbenk en het koor bleven
a^terwege. De meest beroemde Gothische kerk
van ItaliS is de kathedraal te Milaan, die Oakax-
%o Ftaeonti in 1386 liet beginnen. Zg heelt leer
aafliieadüke afmetingen en is ten i^ate ^versierd',
pas in 15^ weid de koepel 4x)veD bet kiuis vol-
tooid, de voorgevel beeft ign versiering in de
negentiende eenw gekregen.
Halifi beiit tal van Ootiscbe gebouwen, voor
wereldlgle doeleinden bestemd. Het Palaazo Vee-
chio en het Falaszo did Baigello te Floreoee béb.
ben een ernstig, weerbaar niterlgk, daar ig ver-
dedigd moeeten worden. Soortgelijke gehonwen
vindt men ook eldersi bet stadhuis te Siena, ve-
le padeózen aMau en te Lueea, en vooral die te
San Oimignano verdienen vermelding. In Lom-
bardge werd meestal gebakken steen voor derge-
lijke gebouwen eebruikt; dit leidde tot eeo rjjke-
re behandelJDg tier gevels, waarvan bet stai^ulE
te Cremona een voorbeeld geeft. Dooi het toepas-
«en van terracotta werd aoms bet effect nog ver-
boogd, gelijk men aan bet Spedale Grande te Mi-
laan, in 1456 begonnen, net. Een eigenaardig
karakter hebben de Qotiiische paleiieo van Vene-
lit, die in bun open galerüen, aan bet water uit-
komend, iets feeetelüks verloionen, dat elders in
Italië ontbreekt.
De bouwkunst van ItaliE na 1420 woidt meest-
al ik Benaiseance genoemd. Die naam is van Fras-
«ebeu ooispiOQg en men is gewoon, daaraan de
beteekenis van een wedergeboorte der Romein-
sebe kunet te hechten. Daaruit ontstond de mee-
ning, dat d« Italiaanscbe meesters zub reedc in
de vöftiende eeuw een getrouwe navolging van
de eetieppingen der ou<Hteid ten doel zouden ge-
steld bebben. Deie meening is echter onjaist-, de
Itaüanen verstonden a*nvaiikelii)c onder „rinasei-
menlo" niets anders daü de herleving der antieke
beMhaving, in b^eneteUing met die der Ui<hlel-
, welke li] als barbaarsch beschouwden.
... oudheid was hun niets anders bekend dan
bet üomeinsche tijdperk, en bun kennis tiad nog
niet veel te beteekenen. Het verdient opmerking;
dat de Renaifsanee niet is ontstaan te Rome, of-
schoon daar de overblgfselen der oudheid het
talig kat waien. Florenee ts de geboorteplaats
der Kenaiasance. De bouwmeester Füippo Bm-
nelUKo ^377— 1446) is de baanbreker 4er He-
naissance geweest. In 1420 begon hü met -den
'" :pel der kathedraal te Florenee, het voorbeeld
ir aUe latere koepêla in Italii. Die koefid is
wel geïnspireerd oo de koepels der Romeinen;
oorspronkeljik is echter bet denkbeeld, om onder
den eigenlijken koepel een leebtopgaand gedeel-
e, de «wgenaamde trommel, te plaatsen, en als
besdiTÜvende Ign niet den halven arkel der
Rommnen, doch den apitsboog der tiotiek te kie-
1. BntneUeteo beeft ook aan de Cappella da
zii en aan de kerk van San Loren» te Floren-
ce de Renaissance t«^epaet. Ben ijjner meest
berottnde weifcen is be4 Falaszo Fitti te Floren-
ce, geheel van ruwe stokken steen opgetrokken.
Het maakt den indruk van een kaateel, en was
dan ook bedoeld om bjj burgeroorlogen, zooals
e in de vifftiende eenw te Florence veel voorkws-
aen, verdedigd te kunnen worden. In denzeifden
Ïeest zijn het Palaito Aicardi, door MieheUrao
'tehelotxi (1899—1472) en bet Palaazo Strozii.
door Benedelto da Majana <1442— 1497). beiden
te Floreoee,
Met piiaetera en kroonlijsten is de gevel van
bet Palano Kucellai te Florence, die door Leone
Baili*la Alberti (1404—1472) ontmorven werd,
veraierd. Onder de bouwmeestere, dïe de vgttïeD-
de eeeaw beeft o^^leven^ bebouea ook 4e ge-
Ibroedera OiKJümo (I44S— 1S16) en .iiifonio
DigilizedbyGoOglC
irALUANBCBE KDN8T.
793
(14S5— 1534) da San OMo. De e«rst« ontwieip
de kerk der Uadonua ddle Careeri te Piato, de
tweede die dei Madttnua di San Binfrio te llonte-
oulciaDO, beide van een koepel voonien. Een d«r
ira>i«te gebouwen der Tgttieade eenir is het pa-
leis te Urbino, door Lueiano da Laitrana.
In het noorden van Italië onhrikkelde tieh de
B«iwiaeuee itot«eDM«rn|k«i><t^l. Vooiöedden
daarisn geien de Cappelh Colleoni te Bermmo
«n rooial de gevel der SaitliwtenfceA bjj FaTia,
in 1491 door Ourvanm AnUmw Amadat beeon-
oea door Gtoeomo Jnionto DofaefrtfOiio en Ckrit-
Moro Solari voortgezet. Deie laatste meefter ont-
wierp ook het koor Tan de kathedraal te Como,
dat ait het hi^in dei I6de eeuw dagteekent. Het
Palaixo del Coneiglio te Verons ie een eehei^ng
Tan Fra Oioeondo; te Breseia iwriienen het Pa-
latio Mnnie^tale en de keik Santa Maria dei Hi-
raeoli om ban rgke voimen de aandacht. Ëinde-
lÖk moeten ix^ de Renaiaunee-paleiien te Vene-
til genoemd worden ,wa«rvan Mt IFaUazo Ven-
dramin-^ïale^, in 1481 door IHeIra Lombardo
TOltooid, het teheonite ie.
Sedert het berin der 16de eeaw krijgt de
bonwknnst der SenaiHanee in ItaliB een itren-
ger karakter. De boawmeeatei», dt« tot dusver
ook aan de QttToering hnnner ontwerpen badden
medegewerkt en veelal de rqke versieringen als
beeldhonweis met eigen hand hadden Terrav-
digd, bepaalden lich voortaan tot het maken van
ontweipen. D« meestar, die dcoe verandering lot
stand bradil is Domlo BrarumU >(1444— 1514).
Sn had te Uitino, waar hq geboren waa. i^n
opleiding gekrec-en en wat in 1478 te Milaan ge-
komen; daar bleef hq tot 1499 en vertrok toen
naar RtHne, waar h^ stierf. De werken, die Bro-
mant» te Milaan uitvoerde, looah de kerk Santa
Maria delle Qnai» en de eaeriatic van Santa Ma-
ria pretao San Satiro, ijjn ni^ in den tot dosver
gebniikelQken trant. Te Rome «ehter verkreeg
ign atjil een strenger karakter. Dit bewijzen de
Tempietto bü San Fietro tn MontorJo en d« Can-
eelleria, benevens een gedeelte van het Vaticaan,
door hem gebonwd. BramanU begon ook met het
bouwen der 8t. FieterAerk, waarvan bq eebter
maar een klein deel o-itvoerde. In zgn geest werk-
ten Anhmio da San Otdio d» jonge, de ontwerper
Tan het Pala«io Farnese en Baldótmvv Peruza,
die de Villa FarDeslna en iiet Palano JHassimi te
Kome bonwde. lliekelangeki Btumarrvti (1475 —
1564) moht al» bouwmeester niet, gelgk tjjn voor-
Sangeri, da schoonheid der antieken te bereiken.
[^ ging inn eigen weg, en bekommerde zidi niet
om de ondheid; alleen grootsehhmd en oortpron-
kelökbeid stroetde hjj na. Naar lijn ontwerp wei-
den de grafkapel der Media te Florence, bét E»-
pitooi te üojne en de kerk Santa Maria degli An-
gel! aldaar gfbonwd. Zijn meesteretok ds bonw-
meester is de Sint Pieterskerk te Home, die hQ
in 1546 ibeeon, en die, wat de oostelijke deeien en
den tro1«eben Irawel betreft, naair ijJD ontwerp
voltooid werd. Odwrera AktH (1512^1672) is
de ontwerper van het PalaiEO 'Marino te Milaan
en van de kerk Santa Maria de Ckrignano te Qe-
nna. Dit laatste gebonw toont den invloed van
Mwhelmgelo. Ook verscheidene beroemde palei-
oen te denua >werden door AUêti gebonwd. Oio-
eomo Baroud, naar iqn géboort^aata F^nolo
genoemd <1507-~157S), die „regelen voor de vijf
orden der boowkiutet" nilBnf, heeft de 'Tilla ai
'Ptft, Oialio, de Jexnietenkeik te Rome en het
kasteel Caprarola bü Viterbo gebouwd. Vonetifl
heiit in de Bibliotheek di San Mareo. bet Palauo
Corner ea de Loggetta onder den klokkentoren
fraaie werken van Jaeopo Sanaonno {1477 —
1570).Degroot«ebeid>eppingenvan AndreaPaila-
dto <1508— 1580) twTinden tieh te Vicensa. Daar
siet men d« Basilica, liet Teatro Olimpioo^ het
Falaizo Thiene, de Lo^a Bernarda en het FaUs-
10 Vaknarana, door hem gebonwd. Zijn leerling
Vineetuo Seamoai <1552— 1616) ontwiem bet
Palaiio Pieani te VenetiB en het Palasso Forto
te Vieenca.
Te Rome begint omstreeks 1570 het karakter
der bonwknnst té veraiKtnen. No wonten giootache
paleiien en kerken gestidit, waar, onder den in-
vloed van Miehelmigelo. nieuwe motieven toepas-
sing vinden, ffieitoe oebooien de Sapieua «n
San Lni«i dei Fiaoceii, door Oiaeimo dtUa Por-
to (1541— 1S04), het Palano Qnirinale, door
Domenko Fonlatta (1548 — 1607), de Qiieaa Nova
en het Palai» Borghese, door Uartino Ltmgki
(1560—1618). Carh Jfodenu (1656—1629), die
Santa SatUDaa boawdt, heoft ook bet schip en
de voorbal der St. Pieterskerk mtwoipen, idieniet
in de bedoeling van Mieheitm^eto h^n. Te Ve-
netiB aiet men in Santa Mana della Sahite es
het Palazio Petaro gebonwen van Baldauarê
Longkma <1604 — 1682), die in denieltden geest
In het middea d«t ITde eenw werd de bonw-
kunst ffrilliger, ofsehoon ig baar grootacbheid be-
hield. Dit bewijien de kolonnaden van het St.
Pietersplein te Rome, door Lorenm Bernini (15it9
—1680), Sant' Andiea delie Pratte en Sant' Ivo
te Rome, door Fnmeeaoo Borrommi (1599—1667)
en den gevel van Santa Maria della Paee te Ro-
me, door Piefro Bereltim da Cortona <15M —
San tiragorio te Measina en het Palaiza Carigrva-
no te Torgn bouwde.
De 18de eenw keert iot de meet strenge vor-
men van vroeger terog. Er worden dan leer mo-
Domentale werken ondemomen, zooala de be-
roemde Spaansdie trap bg Santa T^initJi dei
Monti te Bome, van 1721 tot 1725 door AUttait-
dro SpeeekieaFrtmeeteodaSanetivaXgnvoeii, en
de FoDtana di Trevi aldaar, in 1735 door Nieeoto
Satvi ontwonien. Nabij Tuti^ bonwde füippo
Jvvara (168^1785) de baroemde UooeterkeA
della Snperga; ook de koepel der kathedraal ta
Oomo is door deieu meester ontworpen. Eind«-
Ijik moeten n<w genoemd worden Ftrdiaando
Fuga (1699—1^), die Santa MaiJa Maggioie
te Rome van baar fraaie gevels voonag, Jie««an-
dro OatOei <]691— 1787) de bouwmeester tan
den ind nik wakenden gevel, die San Oiovanni in
Idterano te Bome versiert, en Luigi Vanvitelli
(1700—1773) een bouwmeester van Nederland-
Ecben oorsprong, de ontwerper *sn het beroemde
paleia Caserta t^ Na(»ds.
In de negentiende eenw heeft de It^iaanieha
bonwknnst zich niet op haar vroenre boogie g»-
handbaafd. Streng klassiek is de Porta del S«d-
pione te Mifaan in 1604 door Oaldara begonnen.
DigilizedbyGoOglC
ITALIAAN90HE EUNeT.
doeh.p» T«el liter Toltooid. Ouüeppe Mtngoni
(t 1377) boDwde de OftUeni Vittono Eknaoaelc
te Milun en de Caua di Rispsrmio te Bo1<^b.
Ltit^ PoUtti reatMireerde Sul Paohi fnori 1«
miira en Sin Laren») te Rome, Antonio d* Fabrit
Toonftg Snnta Maria dei Fiore te Florenee v>d
«en gerei in tiotiaehen stgl, Lum BeUnimi
ma&kte lich bekend door een ontirerp Toor den
^erel der luthedrul Ie Milun, dit echter niet
werd nitgevoeid. Ëiadelqk noemen w^ nog Cal-
óêriiü, den ontwetper vaa het onUngi voltooide
Pftleic van Jnatitia te Rome.
Beiidhouvkuntt. Iteeda in de 11de eenv
kerk vin Sul Zeno te Veiona, die talereelen
bet Onde en Nieawe Teatsroent wedeigeTen. Ook
de retifita Tanbet doopTootderkett yuiSas Gio-
Tuni te Verona behooren tot dien tqd. Benedel-
ta Antdami Teirekudigde in 1178 een «iiêf tn
de kathedraal te Farma, dat voorstelt, hoe Chriê-
hu van het kniia iroidt genomen. In Tosksne
werkte Ouido Bigaretii, nit Como atkorngtiE-, die
in de eerste helft der I3de eenw een prediiatoel
Toor San Bartolommeo in Pentana te Piitoja,
een doopvont in de katliednal te Pin en het
portaal dei kathedraal te Lnces vervaardigde.
Een gedeelte van het beeldhouwwerk van dit
poTtaal ia gemaakt door Niceoió di Pitro, ineeat
«ieeoló Pitano genaamd <120ft— I2S0). Deie
meealer begon de antieke overblgfarfen te bestv-
deeies en na te v^^n. Hij v«rraardigde in 1360
i^rca" in San Domenico te Bokgna. Verder i^n
van hem «Ikometig de predikstoel in de kathe-
draal te Siena en de relifih van een fontein te
Perngia. Tn tan goeet weifcte Fra Oitglielvio delT
Agneilo (1238 — I31S), van wien een predikttoel
ia San Qiovanai fnoreivitaa te PJstoia aftmnvtig
ia. Amolfo di Cambio (123S— 1802), die voor^
ala bouwmeeeter werkzaam was, heeft als beeld
houwer in 8an Domenico te Orvieto een grattee-
ken voor den kardinaal De Sroye gemaakt. Doe
be^hoawere overtreft Qiovowa Piêono (1260 —
1328) een loón Tan den reeds genoemden Nkcold.
Zijn meesleretok is de prediketoel in Sant' An-
drea te Hstoia, die in 1301 werd voltomd. Een
leerling vso iiem, Andrea Pitauo (1273 — 1348),
nit Pontedera afkomstig, weitte te Florenee,
waar iijj bet fraaie beeldhouwwerk van den klok-
kentoren der iathedraal in 18S4 begon, en van
1330 tot 1836 een der beroemde bronsen deuren
van bet Baptiaterinm vervaardigde. Niet minder
vermaard aan hij ie Andrea Oreagna (1329 —
1368), die, ook eehilder en boowmeester, ais
beeldhouwer in 1S59 het hoofdaltaar der kerk Or
San UidieU te Florence voltooide, dat ign mees-
teiBtuk ie. Te VÜMn beeft Owvatmi di Balduo-
eto in 1339 de sarcofaag van den iH. Pelme
Marlj/T in Sant' Ewtorgio gemaakt; aan dit
kvnatwerk herinnert de sarcofaag van den H.
jJUjTusftnus tn de kathedraal te Favia. in 1962
door Boaino da Campion» bu^onoen, die ook in
1374 het gedenkteeken voor Oan Siffnorio te Te-
lona, «aar de oveiledene te paard is voo^iteld,
beeft eemaakt.
In de 15de «enw kont de ItaUaanscbe beeld-
boDwfaiibet tot i
berH (1378—1456) geldt tereobt als een der
grootste kunstenaars van alle tgden. Zjin werk
lyn drie groote bronsen beelden van hNUgen in
den gevel der kerk van Or San Miehele te Flo-
rence, tasMheo 1414 en 1428 uitgevoerd, een
broüien deur van het Baptisteiinm aldMB, vraaime-
de hü van 1403 tot 1424 beiig wat. en een ande-
re deigelyke deur, «ier Tervaardiging van 1424
tot 1452 daorde.Deie laatste «erff door JfteAeJ-
OHgelo 000 bewonderd, dat fa^ haar waard oor-
deelde, den ingang van bet jMradga te versieren.
Ook «en doopvont in San Giovannije Siena eii
beeldhouwers van aHe tijden wat DoHaUüa ('.
— 1496); hq inspireerde tich op de antieken, doch
wist. door bet Pestudeeres iht natoar aam vp^
werk een leer bQHnder karakter te geren. Tde
«iner werken bevinden zidi in iqn geboortettad
Florenee, looals de H. Joris der keA Or San
SIgalerj in de kathedraal en de pradifcrioriMi ii
a Lorenoo. Ook te Psrdna heeft DomdeUo ver-
loofd, waar hq, beÉialve het inilentandbeeld van
öatlamelata, ook vencbekleM beelden en re-
liSfe van bet hoofdaltaar in Sut' Antonio al-
daar getnaakt heeft. Siena beiK van Donateüo
den beroemden JottoHneê den Dooper in San Gio-
vanni; in deieltd« kerk «et men bet reKit, dat
Herodioê voorstelt. Ook de portretten, door Do-
naUUo gemaakt, tpi oitmnnteDd getroffen. Lu-
ea delta Robbia (1400—1432) is bekend door
lijn frwne reÜSfs in gebakken klei, die van ge-
kleurd glainnr zqn vooiaien en meestal de H.
Ifaagd met haar kind voorstellen. £en leerling
van DomtUUo was Deetderio da SttÜgmMo
(1428—1464), wiens twee beste werken, bet mar-
meren grafteeken voor Martuffmi tn Santa Cro-
ce en het altaar in San Lorenio, te Florenee be-
waard bleven. Beniardo SoêêeUino (140&— 1464)
is de schmper van het praehtige grafteeken voor
Brant in Santa Croce te Florence, la qju geest
werkte ook AtOtmio RoMeOino <14S7— 1478), de
vervaardiffer van een gedenkteken in San Mi-
niato t« Florence. Batedetto da MajoHO iH4S —
1497J beeft lïch beroemd gemaakt door den
predikatoe} in Santa Croce te Florenee. De wer-
van Mi»o da Fiatole <1431— 148Q> vindt
men loowel in de kerken van Rome als in die
van Florenee en tgn omgeving. Vooral iqo por-
tretten inn voortreffelqk. Van ^^lUoaio del Pol-
lajuoh (1429—1498), een Florentijn, beiit de
Pieterskerk Ie Rome de bronien graftaeke-
Toor Sixtut IV en voor Iiumeentiui Vlll.
Andrea del Venoeeltio (1436—1488), die ook
aebilder was, heeft als fceeldboawer de beroemde
> van <7Aruitaa en TK(tmat 'm den gevel van
an Uichele te Florenee vervaardiga. en bet
niet minder vennaairde raitetstandbeeld voor
OoUeoni te VenetiB.
Al de tot dusver genoemde beeldhoaweia wa-
en Floientgnen; Rorenee heeft in de knact der
'tjftiende eenw de grootste beteekenii. Haar
ode elders waren groote meeatert weibaan.
' — m dOla QumSa (1S74— 1438) xAi Si«a
:t« in sjjn geboortettad de relïHi der Foate
DigilizedbyGoOglC
ITALUANSCBB EUNST.
795
Qaja, en de doopvont in San Ojorumi. Da k»-
tiiMiul te Lneea beiit tu hem de echoooe
«aitombe toot llaria del Oarettc «d Bolosna
de beeldhoawweriten s&n den fevel tmi San
PetioDio. Nieeoló d<dr Area (1440— <14M), die
te Bui geboren WM, ontieuit ign num en lijn
loem ■«■ de „un", ol sanolaag in 6» Dodh-
nico te Bolcwu. Onder de beeldbouweie van
Lombtrdne liAben h«t mteBte nitgennint Chrit-
toloro MmtUgaaa, Oiovomn A»tmtio Amadêo
en Bnudelto BHoteo, die sedert 1478 de rgke
venieringen tui den gevel der Certoia-kerk bq
Pftvia mMkUn. Ttmato en Jaeopo Rodiri maak-
ten in het begin 'dtr zeatiende eeuw bet beeld-
honwweik van de kathedraal te Como. Te V«-
DetiB waren Anttmio Ritxo, Pietro Lombardo,
Tnüio Lombardc en Ahnandro LwpiBii werk-
■aun; vootal grafteekenen getnigen van bon be-
kwaamheid. ËLndelqk moet nog Andrea Bngno
(1421 — 1506), wiens scheppingen men te B«ne
in vele kerken vindt, vermeld worden.
De Italiaanache beeldhouwkunst der 16de
MQw wordt heheerscht door Miehtlongelo Buo-
tuuroti (1475 — 1564), den schepper van meester-
rtnkken looale „Maria met het Igk van (3irit-
tns" in de St. Pieterskerk te Bome, den „David"
te Florence, den „Moies" in San Pietro in Vin-
eoü tt Kotne, de grafteekenen der Medici in San
Lortowfi te Florence. Hier liet men een ^ootseh-
haid, dóe allee, wat vroegere of latere llaliaao-
Mhe beeldhoQwers voortbracitleD, ovwtreft. An-
drea Stmaavino <1460— 1529), Andrea Feiraeet
(1465—1536), BeuedeUo da Roveaano (1476—
1556), Giovmni Frmuxieo Bvlki (1474—1554),
Baeeio da tfmteluM <146»— 15S5), AnUmio Be-
ganiU <149&~1566], AUonto Lombardi (1497—
1587), Nieeoló Triboto (1485—1550) en Baeeio
BaHdineÜi (1493—1560) waren ongetwijfeld
beeldhonwers van betekenis, doch hnn werk
won^ geheel door dat van MieheUmgelo in de
■ehadnw gesteld. Als fervaaBdiKer van den tiroo-
•en .J'ersens" te Florence ia Benvmuto CeUitii
i 150(^1572) vermaard. De decoratieve beeld-
oavweilMn van QioBonni da Bologna (1529 —
1608) versieren de plunen van verscheidene Ita-
haansebe steden. In de 17de eeaw was Lor^ixo
Bemini (1598 — 1680) de meest bekende beeld-
lionwer van Italifi. Zqn werk ie zeer deccratief,
gel# txA dat van Aleitandro Algarii (1598—
1654) en SUtmto Maderna (1571—1686). Anto-
nia Canova <]757— 1822) trachtte de antieken
in sijn werk na te volgen; ijjn roem was hg ign
leven grooter dan tegenwoordig. Znn leerling
was Maroehetii (1805—1867), die bet roiter-
Btandheeld voor ^mimuei Phüibert te Torgn
maakte. Andere èeelittioDwera der ISde eeuw zgn
Monleverdê, Oallori, OiviUtH, Fra»eeêehi, Amen-
doia, BeUiaxii, BarbeUa, d'Orti, Öemito, Bana-
8fU, Borghi, Ouamerio, Broga, TaboeekL Biottdi,
'ugatti, BittMi, Oalaiidn^ femni en (kmonioa.
BehUderhintt. De Italiaanache sdHlderknnst
begint in de 13de eeuw. Zg stond aanvankel^
onder ByuDtgnKhen invloed, gelgk het ver-
maaide altaarvtok door OtovamU Oitnabtu {1240
—1300), in Santa Maria Novella te ]>^orence be-
wnit. Z^n leerling Owllo (1266—1887) wist de
sehilderknnst op nieuwe paden te leiden. De
fresco'ê, door besn vervaardigd mi die In San
Franceeeo te Aaaiui, in de Cimpella dell'^tena
te Padna en in Santa -Croce te Florence bewaasd
bleven, onderscheiden tieh door een edele op-
vattinx en een strengen <tql. Onder den invloed
van Öiotlo «ntwikkeUe sieb Andrea Oreagna
(1S29— ISOS), dien wij vroeger reads als teeld-
honwei vermeldden. Fieseo's van hem bevat de
Caf^ella Stioui van San^a Haria Noiella te
Florence. Spineüo Arelino, dus genoemd naar
lijn geboorteplaats Atexzo, schilderde omstreeka
1350 een reeks van fresco's ter Terheerlgking
van den B. Bmedietui in de sacristie van San
Mlniato bg IHoience. Hij volgde hierbg de weike-
Igkheid, gel^ ook in de iTeBco's, waarmede hg
bet Balano Pnbblico te Siena versierde. Tot de
beki^Ö^trte It^iuMdha ïchilderwerken der
14de eeaw behooren de Iiesco's in de galergen
om bet Csmpo Santo te Pisa. Zg wolden toüe-
schreven aan Buonamieo Buflaltrtaoeo, Pietro Lo-
remelli, Andrea da Firenxe, Antonio Venexiano,
Franeeaeo da Votterra, Pietro di Ptteeio en Ber-
narda Daddi. De meest beroemde deser taferee-
len, die tasseben 1370 en 1886 werden verraar-
digd, ign bet .^Laatste Oordeel" en de ,/>er-
wïnning van den Dood". Te Siena wei^te Dme-
ew di Buoninaegrm <12a5— 1389). Zön voor-
naamste altaarstuk, dat van 1311 d^teekent, be-
last in de kathedraal der stad. Stmom Martini
(1284—1844), Ambrogio Lorenxetti en Taddeo
di Bariolo hebben fresco's in bot IVlaiso Pifc-
büco te Siena geschilderd, die onder den invloed
van Giotlo zgn ontstaan. Niet slecht* daar, ook
te Fadus werd QioUo als vooibeeld genomen.
Men 2iet dit aan de fresoo's, vraaimede AUi-
ehiero da Zevio en Jaeopo tPAvanto sedert
1376 twee kapdlen van de keA Sant' Antonio
versierden.
Oiolto hea in de 14de eeuw de Italiaansd»
seÉrilderknnst beheerseht. In de 15de eenw ver-
anderde dit; de natnnr werd m beetodeeid, de
wetten der jwrapeetief werden ontdAt. aan het
teekenen naar het naakt werd begonnen. De adi-
tu^onden der fresco's, tot dn^eire slei^ts <m
eoAventioneek wgw hAandeld, werden im lan»
sehappen of perspeetieviseh geteekende geboa-
opvatting toont lich aet eerst in de fresco's wel-
ke Tonuuo Maeaeeio (1401— 14S9) in de Cappel-
la Braneacci der Xumelieteikerk te Florence
sehihkrde. H«h Fm AngeUoo da Fiewk ^887
— 1455) bleef nog aan de vroegere opvatting
vasthouden. Eg vereierde het klooster San Hareo
te Florence mat fresco's, dte door groote liefe-
Igkheid uitmunten en in 1436 hegonnen werden.
Beroemd is lüo Iresco van bet ,^Llutite Oordeel"
in de kathedraal te Orvieto; bier ign vooral de
engelen, beiUgeu en profeten bgionder sdboon.
In 1447 begon Fra AngeUeo met de fresoo's der
ka^l van Fans NieobMU V in het Vatacaan, waar
hg Jfosaeeio tracht te volgen. De «chitder i< voiir-
al vermaard door ign altaarstukken, die meestal
Jfona met engelen toorstdlen. Fn Filivpo Lipfi
(1406 — 1409) werkte aanvankel^ in den gecM
van den vortgen meester, doch ging later tot bet
wedergeven der weikelgkheid over. Hen aiet dit
DigilizedbyGoOglC
796
ITAUAAN8CBE KUNST.
un ^ Irweo'a in 4e kkthediul te F»tc «n
die te Spoleto. Ook friMe jUturatnkken ijjii door
Fra FittpfO Lippi gtatukt. Door een bgKHtder
DitToerige bdwndeling der uhtergioDden oodei-
Kheiden lidi de Ireteo's ma Betiotto Qoxxoli
<1424 — 1496), tmatit Fra Füippo een Florentjjn.
Hen Met m io de knk te UootefRlco bü Folig-
no, in de kerk Sant' Afoitino 4« Su Oimienaiko,
in het ^laiio Ri«rdi, Ie Florence en in de gi-
lepteD om het Ctaofo Sut« te Piu. Een leei-
Hng Tan Fra FUippo Lippi ma Sandra
Boltie«ai (1446—1510), een seer leehüd"
meegtvT, die, obetKHui hq ook in de Si
tjjntciie ktf-ei Ie Rome drie freieo'c ^«amkt
heelt, toch in het l^nndei om lijn lehildergen
op pineel f ermurd u. «Hiertoe behooren de ..ge-
boorte Tftn VeDas", „de Laster", en ,vde Lente",
beneTCDB lencheidene Toorstellingen T*a de H.
Mangd met enzilen. Zqn leerling m* Filifpino
Lippi (1458—1504), de loon van Fm Füippino
Lijm. Eö Toltooide de heteo'% van Mataeeio in
de Cappelln Braneicet te Florence, en MÉiildeide
frewo e in Ssnta Mari« Noielln te Florence en
in Santa Maiia sopra Minerra te Rome. A]« iqn
meetterstok geldt bet ahaaratak in de kerk der
Badia te Florence. Door giootaehbeid van opvat^
ting en meeateiljjke nitToeriar ondeneheiden
neb de treeeo'i van Domenioo QkiThmdajo <]449
— 1494), die men in de SiAgneehe kapel te Ro-
me in Santa Trinita en in Santa Hana NoTetla
te Flmrenee liet. De lebilderweTken van Andrea
Verroeehio (1485—1488), dien wq nedsalibeeld-
honwei noemden, iöd grootendeele Terloren ve-
gaan: Alleen „de ioof Tan Chri^tne" bleef be-
waard, dat ndh <ioor een itrengen etijl kenmerkt,
Zgn leerling lorenio tU Credi (1459— <I5S7) be-
diende lieh TOOT bet eerat nran oUeverf roor iqn
MhilderQen; xai innti èadden de Italianen Kan
lerf met eiwit en Ijjm aangemaakt De nienwe
manier veroorloofde een uitvoeriger behandeling,
gelgk op lijn attftken, die in vele maiea voorko-
men, ie Hen ia. De fresco's Tan Gotimo 7Iou«Ui
(14B9— 1507) in de Six^nee^e kapel te Romn
iqn weinig belangrjjk. fiët werk van lyn leer-
ling Pmto di Conmo <14d2— 1521) ondeiechudt
licn door de nitmnntende behandeling ran het
naakt. Van gtoote kennia der anatomie en der
Krqwetief ^tnigen de treteo'a, dje Piero dei
tmeeaeki in San Franceeeo t« Aremo maakte.
Een geeetterwant tsd deien meester was Melox-
10 da Forli (1488—1494), die in het Tatieaan
als fieteo Paai Sixtut IV schilderde, maar van
wiens meesteritnk, Chriatni' bemeWurt, slechts
fragmenten te Rome bewaard Ubthi, Lwm Sig-
norelU (1441 — 1523) is benoemd door rgn fres-
oo'e jn de Siztqnsche kapel te Rome, te Monte
OliTeto bij Siena en vooral door die in de katlie-
diaal te Onrieto, welke van een groote kennis der
ontleedkunde getntgen.
.Alle tot dniTer oesproken schildere der 15de
eeu» behooren tot de »eh4(ol Tan Florence. In
bet noord«n yan ItaliS welkte Andrea MmUgna
(1431-1506), die lidi in bet bQionder tot de
ood^ieid «ungetrokken Toelde, 'Qg scUlderde fres-
co's in de kerk der Ercmitani te Padna, in het
Csstello di Corte te Mantna en is ook om ijjn
aitaarstnkken bekend. In Manlegiuft g«est sdiil-
derden ook de meesters tmi Milaan, Booals Ftn-
e«wo Fopjpa (1480—1492),
(1460—1523), en Ambrogio da Foêêomo (11455—
1524), en die Tan Ferrara, looals FraueMO <7m-
M (1430— 1480), CostMo Ttm (1432—1495) en
Lorenio Costo (1460—1535). De meett beroemde
schilder van Bologna, Franeeieo Franeia (1450—
1518) was een leerling Tan Ooêta; t^a werk, dat
wel den iniloed Tan MamUma vertoont, doeh te-
Tsns iets tiqionder liefelifKs beeft, Tonnt dan
orerMng der Noord-Italiaanaehe >d>ool naar die
Tan ümlml, welke in de eerste plaats naat stille
sdioonbeid streefde. De eerste meester, die den
richting Tolgde, is QentiU da Fabriaito (f 14'^8).
wiens voornaam ate werk men te Florenee Tindt,
Piefro Pem^ao (1446—1523) stond aanvankelijk
onder den invloed der Floreótj)nen, doch in iqn
later weik vindt men de kenmerken d«r Umtiri-
lAe school. Pentgiiio «diilderde treeeo's in de
Siitqnsche kapel te Rome, in Santa iHaria Had-
dalena dei Pa»i te Florence en in den CanAio
bekend .__
heelt lich Toomamelqk alt fretOMehilder bekend
gemaakt. Beroemde fresco's Tan dcien Uinbri-
schen meester buitten Santa Maria in Anedi
(e Rome, bet Appartamento Borgia in bet Vs-
licau aldaar en de bibliotbeek van de kathe-
draal te Siena.
In bet begin der I6de eeirw sien wq de eebil-
ders van Florence nieuwe wegen bew&adeleiL
Fra Bortolommeo (1475— 1517) legde licb meer
dan ijpi voorgangers toe op bet koloriet, Ma-
riotto AtbertinêUi (1474—1515) Tolgde bem
daarin na; hebben deie beide meetteri vooial al-
taarstukken vervaardigd. Aitdrea da Sarto (1486
— 1531)heeftoot infreeco'agleMbiMerd.die door
hnn klenr üitinnDten. Ook OianamUmio Bam,
grae^d Sodoma (1477—1549) behoort tot deie
rit^tmg. Zgn fresco's vindt men te Siena in bet
klooster Monte Oliveto. in San Domenioo aldaar
en in de Villa Farnesina te Rome. De IMe eeuw
is het t^perk, waarin de Italiaansdte scMlder-
k'Unst tniar grootste boogie bereikte door Uoaor-
do da Vind (14S2— 1519), MieMangdo Butmar-
Toti (1475—1563) en Sataa Bmti <1483— 1620).
LtoMTtJo da Vinet was een leerlinx van Vemc-
ehio. Van sgn werk is veel venoren gegaan.
Maar ijjn portretten, soosls de ,/3iooonde'^ in bet
Lonvre te Pargs, bdiooreu tot de schoonste, die
ooit werden geschilderd. Bet beroemde freaeo in
het refectorinm bij Santa Maria delle Onuis te
Milaan, dat faet laatste Avondmaal Toor^ll,
heelt door den tgd veel geleden. Maar onde
copieCn en teekeningen knniten one «enig denk-
beeld vao de oor^ironkelgke scliooidieid ^even.
Vele teekeningen van Lionordo da Vind, dte be-
waard blenen, «preken van iqn groot talent.
Leerlingen van oem waren Bemardino Luim
(1475— 153S), vermaard door ign tresao'i in San
Manriuo te Milaan, in Santa Maria degU Angeli
Ie Lngano en te Saronno; Andraa Solario (1460
— 1515), die goede portretten maakte; en Qia-
nanttmia BottrafHo (1467—1516), de achilder
van echoono vroawetignren. Oaudetuio Farrwi
(1484—1547) is wel geen leerling Tan LiotMnfo
da Vind geweest, doch ign freeoo s te Tarallo oi
te Vereelfi spreken toeb van den invloed, door
dien meester uitgeoefend. MieMangebi beeft sli
D,o,l,zedb,GoOgle
rrAiiAAiiisciHE vmes!.
797
(diildeT VAD 1508 tot 1612 het gewell der 3ix-
tijnaehe kapel te Rom« met tresco'B reisierd, die
af Tan oadi door de grootsohtaeid der opvatting
bewonderd werden. Van I5S4 tot 1541 scliilderde
kerliiw van Perugino en tifa eerste •Atld«rüen
ign gflieel in den trant ^an dien meester, Latet
kwam lig onder den in?1oed vao fn Bartolom-
Meo en Tan Lionardo da Finoi. In 1508, toeo bij
te RcMoe met het becehilderen desei i. ^. StanH
io het Vatieaan begon, had hg echter zgn eigen
itfjl garonden. De tremo'i in deoe Tertrekken,
looala de ,4)i>pnta", de „School na Athene", de
„FamaMUi", behooren tot RafaeTa heete werk.
Zü dagteAenea v&n tó6i 1512; de Irewo't, die
kter worden gemaakt, ign goeddeels door leer-
lingen nilgeroerd. Bafael heeft fraaie madonna'i
op paneel geiehilderd; ook eenige nitmnnieade
irartretten ign tan hem bekend. Onder de leer-
lingen T«n Ratael waren Oiopanni da Vdiiu
(1467— 1S64) en Oiulio Homauo <I492~1546) de
Toomaamiten; tot lijn navol^^a Jekent men
Batvmuto Oarofalo (1481— :I559) en Douo
Dom,' (UT9— 1542). Een ted giooter meeste
waa Anbmio da Correggio (1494 — 15S4), die met
het lidit wist te tooTeren, en het „elatr-obieiii"
Toor het eent in fa>«passing bracht. Zgn fresco's
*0T8ieKn d« koiken «d het klooster San Paok te
Paana; iHoMhilderöen, welker onderwerpt aam
de MWHe ^««diIedenU of de rojtbologie werden
ontnend, nDdtmeninTe1emaaea.Doorde fraaie
klenr ODdsnebMden lieh de werken der Vene-
tiaansehe schilders, looalï Oiowmni BeUinf
(1426—1518), OentiU BelUm (1427—1507), Vit-
tore Caryaeao (t 1519). Otormone <1477—
ISII). Patina Veeekio (14S0—1528), SeboÈfimo
iêl PUmbo (HBS— 1547). Lomuo LotU, (f
1556), en Ttltom <1477~1576). Ben met minder
Toortreffelgk sehiUer was Alestandro Moretto
(1498—1556) wiens werken men te Bres^ rindt.
In de tweede helft der 16de eeaw waren t« Te-
netii twee schilders van groote Tennaardbcid
w«rkiaani. Damrigk Tintorelto (1519—1594) en
Paoto Verrmete (1528— I5SS). Ztf hebben meeat
groote deooratteTe doeken gemaft. Te Florence
Tetdient Angelo Brmiiim (1502 — 1572) ala een
goed portreteehilder Termeldin^, Te Bdogna
etidttte Lodovioo Oaraoei nS55 — 1619) eenaehool,
die Tsrscheiden beroemde lehildera heeft g«Toimd,
looals Agoétino Oaraeei (1667-1608), Omdo Re-
tti (1575—1642) en Domemtehino (1581-1641).
Als «ehilders van tafereelen. waarin het „dair-
obaenr" de hoofdrol beeft ign OarMoggio (156V
— 1609) en (ïwMppa Riben. gmegd ÉjiagnoUtio
(1588—1656) bekend. Tot de sdiod tsd Bolog-
na behooren Terder Fnaeaeo Albani (1578--
1660) en Ouereino (1691—1666). Onder de ITde
eenwsche «ehildera Tan Florence Terdienen ge-
noerod te worden Ohnêtofano AUori (1577 —
1621), Valteo Roeseöi (1578—1650) en Oorlo
Dole* -(1610— re86). Etndelgk Termekkn w^ nog,
alt sAilders die té Rome werkten jlBffreaSaeeAt
(1698— IBSl), SauotemOo (1605—1685) en Car-
h Maralta (1936—1713). Uit Napels afkomstig
waren Salvaim Row (1615 — 1673) en Eww Gior-
dano (1682—1705).
Onder de meetteri der 18de eenw is Ofovmni
BaUiita riepolo (1692—1769), die te Veneti*
werkte, de grootste. Aadei«Venetiaaeii,zooaU An-
Umio CmaU <.1697— 1768), Berwrdo BetoUo
(1720-1780) en Franesseo Ouordt (1712— 179S)
hebben fraaie stadsgeiichten ^sriiilderd. Verge-
leken met die der vroegere tqdperken Ineft de
Italiaansehe MhildeAonst Tan de 19de eenw niet
veel te heteekeneo. DtmteiMO MoreOi (1826—
1901) heelt t^Jbelsehe tafereden gemaakt, Otv-
aepve de Siltü (1846—1884) schilderde stadsge-
zichten, Franeeteo Paoh Miehetti <geboren 1851)
TeiTaardigde hiatori es tukken, Anlonio Maneini
(geboren 1852) portretten. Vermelding Terdienen
Terder Ellore Tilo, Öiaeomo Farrvtto, Bartolom-
meo Beui, Öiutef^e Ctardi, Emma Ciardi, Oio-
vanni Boldini, Filtppo Oaraimi} «n Angalo iMor-
boili. Al deie meeatera warden orertroCfen door
Ototanm SeganUni (1858—1899), die Tooia) be-
kend il door lyn tafereelen uit de hoogrlakten
der Alpen.
AmbaehUkuntt. De Italiaansehe ambaehtAanit
beeft, sedert de Troege iMiddeleenwrai, aïlman-
tende heoefenaars gehad. De grens tosschsn kunst
en ambacht is beiwaatl^k Ie trekken, daai ieder
konatenaar teTens een Tooili«ffeljik andtaahtg.
man wae. Ah geelgieters wann in het laatat im
12de eenw OberUi en Pielro da Piaeeiua irer-
maard. Zg maakten in 1198 een b.A Toor de
„Conietsio" der St. Pieterskerk te Rome, en de
denren Tan San Giovaniü in I«terano aldaar.
De hronien deoren in de Teertienda eenw door
Andrea Pitaito en in de 15de eeuw door Lorenxo
Qhib«Tti TOOT bet BaptiBteiiam te Florsnee Ter-
Taaidigd, hebben w^ reeÖBTroegetTenneld. Onder
de latere bronswerken Tecdient vermelding de groo.
te kawlelaber, ts Sant' Antonio te Fadna, waaraan
Andrea Srioam, geiegd Rtoeto, ran 1507 tot 1515
weikte. 'De drie bionien deuren der kathedraal
te Pisa ign in 1602 door Domtnieo Partigiani
en Angelo Serrano Wtooid. Aan Tele gebouwen
ziet men ïn de bronien deuiiloppers, de fakkel-
booders en de laataams prachtige Toorbeelden
van giet-, di^f- of smeedkanst. Een lantaarn,
omstieedcs 1500 voor bet Palauo Strozii te Flo-
reoee door Nüeold Öroeto gesmeed, geldt als
een dei fraaiste in haar soort. VH>ortreffel»ke
hekken van qaer en brons beiit de kerk der Cer-
tosa bg Pavia. Zg ign omstreeks 1660 door
FraneeMo Villa, Piefro Poolo Rifa en Av^ogio
Seagno veivaar^gd.
üt knnat van net bronsgtelsn waa gedurende
de 16de en 16de eenw nanw met de goud- en
lilTersmidsknnat Terbonden. Deielfde persoon
werkte dïkwgla loowel in gond en Eilrer als in
brons. De goudsmeden bepaalden zieh niet tot
drüfweck, maar madcten ook van gietweife ge-
brnik, teiwnl ig tevona bet i. g. nieUo (lie aldaar)
toepaken. Ook email «eed «oom gebeiigd. AI« de
meeat vennaarde goadmeden der 16de eenw noe-
men irg Bentenuto (7«Uhu en Bernardo da dn-
telbologneie.
De meubeknakers bobben vooral in de 15de,
16de en 17de eenw gelegenheid gcTonden, om
bun bekwaamheid te toonen bg het maken van
altaren, koortianken, kooihekken en voorwerpen
van huiaelnk gebruik. Bduilve met nraditi^ snlj-
weik ^fD deee meubelen dikwgls oa< met inleg-
werk Teraierd. Een d« frauste werken ia het u-
D,o,l,zedb,GoOgle
ITiMjUlISa^ XUn?r-frAUAAH9CH!E TML- W liEITEEifDNI»:.
Uar irui Sant' Abondia ïn ie Intbediul t« Co-
mo, ia 1514 doOT Andrta PaaMri th Tonut toI-
tooid. Vooral Ltsubudüe hMtt bckvame mece-
t«ta of^IiTcrd, di« in hetmtken tm Mani of
inl^weik nitmtmlteB, lowdf Fn OiotaMti dt
Verona, Fra Ralla^ da Bmoh, Fra DamiaM ia
Bergamo Barlobmêo PoOi, PnUolmM dei Maf
eki, Dommüoo d«t Tom» en AiUimio di Merealel-
Vele beeldhonwen bobben bon talenten êan
het mAben tan voorwerpen van marmer, voor
kerkel^k gebmik besletnd, dienitba*r ganaakt.
Ia de twaalfde eenw findeo wq de leden Tan
bet PMladit Ootma te Booie beii^ iMt het rer-
Taard^en daarran. Ben «genaardiAeid -ran tinn
werk ign de TerBJeringon metingelefd nkleard
maTiner. De dertiende een» tiet predtcitaeleB
Tan marmer ootataaii, tooala Nieeotd en Oionmm
Pimmo se TorTaardigdan, in de ISdo eenw bé>-
ben Denrferto da SKftignamo, Mina da Ftatoh en
BenadMo da Majano iMi Tan fraaie kerkmenbe-
leo nit marmer gehonwen.
De potteabakterg kvitn reedi Troeg tn Katil
tol Uooi. AanTanielük bediende iq licfa nittlni-
ring fan geboawen werd gebruikt. Vooral de ter-
ra-cotta's. die Rinaldo dt Stanrii in den fclooi-
terhot der Ccrtoia bq Pavia io 146S aanibradit,
ijn terecht twronnd. Uaar meD TÏndt er ook aan
andere gebouwen ïn Lombard^. Lwa deüa Rob-
bia b^on dit aardewerk Tao glasanr te Toor-
lien. Zqn werk, dat door groote «ehoonheid uit-
munt, Teisiert talrgke rebonwen te Florence en
te Piitoja. De pottenbaMwrj^n Tin Umbriè leg-
den lirii toe op het Terraardigen «an TergtaoM
en geklenrd aaideweit; de naam, dien men daar-
aan geeft, faytmee, heriosert nog alt^d aan
Faenia, waar bet gemaiÉt werd. Dergelijk aarde-
werk leverden ook Qobbio, Feaaro en Uniino; in
Toteane werd het te Cahggiok irerraardigd, ter-
wijl ook Ferrara er tow vermaard wal. Onde« de
pottaabakkeri van het begin der IBde eenw beeft
Tooral Oiorgio Atidreoli te Oobbio nitgemoDL
Venetië had een goeden naam om ign glaewert
en ijJD tplegeU. De Italianen wuen ook meeiten
in bet beweiden van .jtneoo", waaronder >Q een
oHtlelTMrgipaeninanneifioeder ventonden, I>e
eeiate. dl« dêie techniek beoefende, was Oumnni'
da üdine; hjj leeUe in liet beno der IMe eenw. De
Italiaanme ,,itneeat«rf" bM)ben TOoral in de
17d« eenw geiegenheiii settad:, bg bet Tenteren
nn keiken en paloiien bnn innat te toonen.
In de 17de eenw hebben de Italiaaniehe men-
belmakeie han werk mot metaal, schildpad, kost-
bare steensoorten en dergelgke ingelegd. In bot
bgsonder Füippo (7<ifNerf<l684~1716) wsa bier-
in een meester. Toen was ook bet kant Tan Ve-
netlt, Ifilsan en Genna Twmiaard, terwgl teiTens
de knnst tbb bet inleggen Tan marmer in Jaeopo
Antelli te Florence «en beknraam iwoefenaar
De ambsehlaknnat geraakte in de 18de eenw
in verral; men bepaalde er tieh toe, de pratÉttige
werken Tan vroeger te oopileren. Ook g«dvrende
de 19do eenw hebben de Italianen niets anders
gedaan. In den laatsten ^ tradit men «en ber-
leTin^ te vettoijgen; als oo^erpers Tao medM-
pottenbsUerakanst te doen belleren, Mirmda
te Napels legt ndi op de gondmid^nnst toc^
TM dnsTer heeft dit itooi4>eeId echter wdnïg sa-
*oWig gerenden.
LUerattmr: E. SMmmimi, Som in der Re-
nsiasance T2de dmk, Bedön 1902); ilnfcm da
Waü, Bosna Saera (Uflnehen 1905); Jaeob Burek-
hard, Der Cieeitme fLeqwig 1«I0); ITiUsliis
Bocts, Die ItaUeoMcbe Flaatik (4de divk, Berlia
1905); J. A. Cfoue en Q. B. CatateaadU, Hm-
tor? otpaintingin ItaliyOdedmk, Londen lg7ft).
XtallMuisolw tAAl- «D totUrknude. Ds
Itatiaantekt taal beboort tot des Romaanarhen
taalitam ta ia roortgekomen dU het I^tgn, dat
de andere talen, die ia Itslil gesproken werden,
Teidrongen heeft. Bet sfweuit Tanielf, dat
bet I^tgn in TersdtiHende streken door de daar
beataaiuie talen belavloed werd, «rndat er een
leeka Latgnscbe dialecten ontstond, wier ontwik-
keling door den ondergaag Tag bét Romeintdie
Rqk, den invloed der Germanen ens. leer beror-
derd wesd. Uit die Latgnscbe toDgrallen ontatoa-
den de ItaliaMis<Ae diaieeten, waarran bet Toe-
kaanseh ale sArgftad bet Toomaaraste ia. Bes
gemeen lehappelgie schrijftaal begon ïieh eerrt
het begin der 13de eenw es Sicilii te ootwik-
en (linma «tU^oris of volgare, in te^enstcl-
iing tot net I«tgn ^ tingua fframmattea) ca
werd in Hiddel-ltalM, mot name te Florene», ge-
lUiverd. Dmfe ondersebeidt reede 14 diaieetei.
De «attonale taal, het tolgare iUiuirt, attlkatm,
airiaU, eardiwie weid eebtei door aHe bescfaaaf-
den gesproken en was met sMn emkel diaket
identiek. De tegenwoordige aialeeten TemUen
in drie groepen: het Znid-, Middel- en Noord-
Italiaansch. Tot bet ZmdJtaliaaasdi briwoTm
bet Sidliaanseh en NapoCitaansdi-Calabrisch; tot
het Hiddel-ltaliaanseh het Romeinseh, DdÉiriaeb
en Toskssoscb; tol het Noord-I tsüaanech bet
GaUo-I'taliseh en bet VeoetJaaDsdi. Als afwnder-
Igk dialect komt daar bot 8an}iniadi bg. Hel Plo-
rentgnacb weid de grondslag der nationale taal,
wat te Tcrklaren is dooi de poeitie die florence,
in de 12de en 13de eenw innim alt middelpoat
dn beicbftTing, door ^jn limiag, door de om-
standigheid, (&t dit dialeet bet di<ditat bg het
Latgn staat, en Tooral door het teit, dat DomU,
Patrana en Boeaeeio er steb tm bedienden. In
de ISde eenw werd de limgita mlgariê door bet
Lstga Terdrongen, doeli teede omstreeks 1450
kwam ig, tooisI te Florence, door Poliiiano es
LoTtnta ds' Mediei weer tol frieawen gisds. In da
IMt eenw treedtbetFlorentgnwik, daar Toikaiie
politiek minder giog beteeienen, op den aehter-
Sond en kr^en de andere groote eentra. sooalt
ilaan, VenetiE en Napels, meer ioTloed. Tn de
I'Me éeaw treedt bet Fraurch aU invloedr^e fao-
tor op, waartegen Oom en Altüri eener-, de pD>
risten met Oeaort aas bet hoofd anderJüda in
Tenet kwamen. Tegenetanden der parliten wa-
ren de romaniici (Mmsoai vooral), die bet Fl»-
rent^jnech weer ale sobr^illbal begoimen te ge-
bruiken, terwql daarentegen weer anderea, aoo-
ala Ateoti, het goed reebt vaa andere dialecten,
waai het Fiolen Igiw^ tekort scbiet, Teide^g^
den. Deie taalkwestie is ttog steeds niet bedkt.
DigilizedbyGoOglC
ITALIAANSCHE LETTERKUNDIGEN
J.ndoTieo Arlorto.
FranrMCo Pelian
Vittoria Ainarl.
Giosae Cuduccl.
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
rTALLAANSdBE TAAL- HH UTITEHEÜÏ1DE.
Bdi&lve in Itriie zelf wendt Italiumïch gespro-
ken ap Oowiea, in hei ZwitacrMhe ï&ntoD Teui-
DO, in Zaid-Tirol, OOn, IstriS en an de kot-
ten Tan 'DtfamtiS.
De /faltaotMüAe l<(f«rl»n(fe heelt ai«b betni-
kdi^ iMt ontwMek]'. In Frankrgk varen de
Provenga&laehe en E^uteche letten ande leedi
lang onkwiUdd, toen KaliS nog aWjd geeit eigen
literatonT beiat. Dur nn de ataatknodige en hu-
delrt>etiekkinetn dei beide landen den toegang
Toor de letteilnmd^e Toortbrengselen Tan -bet
Westen in ItaliB Tewemakkelqkten, ii bet niet
te Tcrwooderen, dat bet eerste tqdTak der IbK
liauuAe Mtcrknnde met navolgiJigen begint.
Eerite period» (ISde eenw). Vu af het
einde der 12de eeow en miMehien reede ftttegfx
kwamen ditwqle ProrrenfaeladK tronbadonra aan
de kleine 'Hoven Tan Opfwr-Italii, waar iinn taal
gemakkel^k begrepen werd, eo weldra bmonnen
ook Italianen in bat FrovenfaalBch te diehtea,
o. a. de door Dmlè bekende Sord«L DaMenttgeii
bestonden in llidden-ItaliS geen Horen, wmailieen
zich de tronbadonn konden begeren, terwql men
in Znid-Jtalie geen FrotenfaamiL Terstond. Daar
werd doe bet eerst de nationale taal gcteaikt:
op SieiUB aan bet Sof xsn ieiier Frederik II
nam de Italiaansdie dichtkunst baar oorsprong.
Frederik t^, z^ secrtaris Pier della Vigna,
koning fnito, Ötaamo da Lmtino bebooren tot
de Sieiliaaiwdbe dtcbterschool. Bun dicbtweAen
waren editer n>eeet>t matte navolgingen der Pro-
veofaalscbe en misten tndiTidaa&eit. Hon taal
wu een door bet Proven^aalseti en Latgn geani-
verd dialeet, dat diebt iöj bet Togkaanseh stond.
Met den rrBJ der ffoA«Mtau/en ging die Tan d«
SieiliBMisclie sohool gepaard. Nieuwen Uoei kie.
gen de minneaangen rn ToAane, waar Quiltotu
ieAretw (1216— fSM), die door «m «tndiSn no^
nteer MtderPniireiifaalecheninTload stond, de lei-
der der dïebtsebeol was, die zieh bdiahe op min-
neliederen, ook op ledéfcnndige en pcditine ge-
dichten toelegde. Hier ontstond tevens een lea-
lietiseiie «troomin^, die me4 name door Chiare
Dawnuati en RvtUeo di FiUppo Tertegenwootdigd
werd. Van Toskane kwam de Siriliuüsebe sebool
naar Bologm en bier ontstomd een ni«nwe dieht-
Roort, dooi Donls „dake sHl tiuovtf' genaamd,
die onder den invloed vsn de steeds meer en
meer beoefend wordende wöebegeerte een «jmbo-
lisflii-Allegorisrti kaïakier kreeg, Aan haar hoofd
stond Owmesüi (t 12?d). Deae richting v«nd te
Florence in CaPalamti en DanU haar hoogte-
punt. Daaroaast bloeide een bnrleSke, triviale ly-
riek, Tertegenwooidigd door Folgore de San fle-
mi^iwio, Oens deüa Ghitarra, Ceeeo AngtoUeri
en zelfs in sonsnige sonnetten door CavaUtnti
en DanU. OcA de Fransche taal kreeg in ItaÜS een
OTeiweffenden invloed. Vele Italianen sdireven
in het Frspsdi, looals Brunefto LatiHO, Ruêtiea-
no da Pita, Mareo Polo tat.; in Oppei-JtaliS ont-
stond lelfs een Fiansch-^ÜaanscLe letterkunde,
die aieb vooral met riddwromans bezig bicJd.
Daarnaast bestand «en populaire, didaktische, re-
ligieose en zedetnndige dialect-dichftnnet, voor-
oamelök door geeatelqkeD beoefend. In ÜmbnS
kreeg dde dichtiunst een Ijiisdi karakter (d a a-
d e n), tent^I Brunetbt Latiao en Frawxteo da
Barberino och op aHegoriseh gebied bewogen.
' Ook bet proza nam in deia eewr oijn aanvang.
Wg fa^)ben brieven van Ouido F(Aa, norsUen^
bnndels, encyelc^iaediein, Tsrtslingen uit het
Fiansob en Latqn.
Tweede période (11de eeuw). In dit tgd-
vak wat li^lotenee het etaatkundig middBlpant
Tan Toekane en doe ock de Italisansche lettei-
kunde tnna oitshütend Totftaansdi: het Tos-
kaanaoh diateet b«Aieeieebte gdieel Itstie. In bat
begin dier eenw ontmoeten wü een der K^votste
geeeten van alle ivden, Dftnte. De ^eiseniilendê
pcétisdK elementen der eerste periode ivat bj] tot
ten barmoniseb g^eel samen; op vobnaakte «ij-
se verbindt hn wetenschap, aUegorie en (tiobt-
kuDBt. Dante (12ÖS— 1S21) etiditte tevens dooi
zijn ontzaglijke „Conasnadia", diMr tif\a Ijrische
gedichten en door zifn pioiawerken .Ja Vita
NtMTa" en ,J1 Convivo" de eigenlijke Italiaan-
sche schrnftaal. Naast fiem sta»t de jongere Pe-
trarea flSM— ilST^), die de ItsÜaanscfae Ijriek
in zgn jjime" toihaar hoogtepunt brengt. Te-
vens beoefende bg de Latjjiudie ttud met ^ed
seTolg en Terejjkbe de Vetto^Ditde met talq^e
Latünsobe weAen. Tea alaÏHe bracht Boeeaeeio
(1313—1375) de novelle tot de hoogste ontiwik-
keling in inn „Decamerone". Nsast deze béAen
zijn andere ftsliaansche en lAtijngcbe werken niet
loo gioote heteekenis. De ov«i^ Mterkuude i«,
in Tergeli^ng tot de sebe^m^n deur dris
meeeteid arm. Deels sluit zq zid) aan hq de
voortbrengselen der 13de eeorw, deels rvolgt zg
deze na. De godsdienstige herieving riep een rij-
ke pioxaHtMstunr in het leven. Tot het begin
der eeuw befaooren de leerredenen van Oiordmo
da Rivallo (1260—1311). Fra Dommieo Cneatra
(t 1342) gaf onder den titel „Vite de' Santi Pa-
dri" een vtge vertaling dei „Vitae Patmm", be-
nevens een reeks sscetisdie geschriften. Fra Ja-
eofo PaiÊOvanti (1300— 1857) «cbreet een ,.8pee-
tbta della vera penitenaa"en vsndeH, Catkari-
na vm Siena {1S47— 1B80) besitten wg 373 brie-
TCD. Teielfdertgd mtetood de temnteling dei
„Fioretti di San Franeeeoo". Daarnaast bwben
wg talrgle vertalingen ait bet Latön. De eiotiek
is deels een voonteetting Tan den dolee ilil tmovo,
zooale bg Cino da Piêtoja (1274—1337), deelt
navolging van Petrarea. De ledekundige lyriek
slnit lich met Bindo Boniehi (t )33S) onmiddel-
Igk bq Ouitlone aan. Staatkundige gedicbten
schreTen Faxio degU Uberti, Banoxto, Pueei e. a.
Laatstgenoemde en de heroande arehileet Axdrea
Orgama beoefenden ook de bnrieske volkspotaie.
Tot het heldendioht beboeten een «root aantal
uit bet Franseb verta^e en nageTolgde nddei*
nvuauB, o. a. de ^^eaii di Fianda" t» Andrea
dei MagnaboUi (1872—1431). In de eerate helft
der eeuw ontstond de, iten oareobte aan Botottt
da Oubbia toegeschreven, lontelooie roman
nL'avventuiosa Ciciliano". Andere romans tgn
in aets^ven gesebroven; Pweei vewMidigde de
,Jstoria ddla iReina diOriente", de „Istoria di
Apollonio di Ttro" en historische beldendichten.
Ook is een „Poema dela Fatgione" Toorhaadm.
De ^oveUeiufichtkunst is gehee! een nsiTolginff
van Boeeaeeio, Booals Ser Oiovitnni'e „Pecoiwie
eo de bundel van Sereambi (1847—1424). De
meest bekende ntivolger it Franeo Saedtelti, die
ook lyrifidie gediditra ichieet. Tot de navolg»-
D,o,l,zedb,GoOgle
ITMIAANSOHiE TAAL- SSf UHTERKUM)E.
lingen van Boeraeeio behoord ook de didaktUclM
roman „Il Paradiw degli AHmtU". 'De didakti^
beweegt aieh g^eel in beit Toetapoor T&n Dantf,
umder deKn ook OM&r oeiiii te komeo. Fono
deglt Uberti «ehieef een ^ttaiooiKio", «en uxd-
i^^and^e beschiv^DE <l^i^ "oreld en brokstuk-
ken eeD«t werridgeechiedenis. Federigo Frem,
bkaehop van Foligno <t U16}, begehr«ef in den
„QiwdTiTegto" «en phantuticohe reis door de
vier lijben Tan Amor, S»taio, G«dtrek en Densd.
De ,^eert»" ïmi Ceeeo iFAteoli (1327) is een dor
leerdicht, evenala de ,J>ottriiieie" vui DanU*
loon Jrtoopo, Pnod bnebt de kroniek Tan Oio-
tanni Vülani m Tecoen in ^jn „Centiloqaio". De
literbtnnr der vertalingen nit het Fnnecti en
Latjin nun in deoe «eni* ten «lotte nog aanme^-
kelük toe.
Derde periode (ISde en I6de eeaw). F«i-
tel^ beeft in lt»liS de klasei Ae 'beaehairing nooit
c^ehoaden ^aar invloed vit te oefenen, om de
Lelvnsebe Massifken tot nieuw leren te wekken.
in welke liehAii^ vooral MuMoto (1002—182^
en Ferreto da ViMenia <]2d5— 1337) werkuam
wsren. In de 14de eenrw stelden Petrarea en Boo-
eaoeio lieh aan bet booM der iieweging. In bun
riebting iwerkten verder voort Luigi Mariili
(1330— 1S94), Ooluedo Salvtati <1S30— 1406) en
Qiovmni di Ravenna (t 1420). In d« 15de eeuw
ontstond «r een wedgver tasechen voraten ea ^
I«eiden in het opsporen van Orieksehe en LatqO'
tebe handeebritten. Niet 1« verwonderen ie bet
dus, dat de geleerden, die na de verovering van
Eonetantinopel nit Oridceniand verdieivea wer-
d«i, in ItaliS geeatdriftitf werden onbvangen. Be
oitnnding der boekdrokkanat en de vele kleine
Voretenhoven becnnetigden de Tcrbreiding der
nieaw-verworveo cennie ten «eercte. De beroemd-
■te geleerden nn dit bloeitijdvak dec klaesieke
BtndiBn waren Leonardo Brtmi 0969—1444),
Poggia Bnudoltnt (13S0-^1459), Carlo Marntp-
pini (1399—1451) en Oimnoixo Maiutti {1896—
1459). Velen ènnaer sebraven ook Latönsdie en
Qricnohe gedichten.
Dese geleerde beweging «nderdmlcte de Hngua
mt^arü bijna geheel, men bescboaw-de haar fda
ordinaii; eergt Tongzamerband vond zij iweer ver-
dedigere. De It^aaneche letteiknnde uit de eer-
ste heih der. 15dï eeuw ie dan ook xeer otfbedui-
dend. Oiutlo de Conti (1400—1449) echreef een
„Belta Hano" getitelde cainoiriere en Domenteo
di Qiovanni, genaamd BureMeUo, (t 1448) diefat-
te lijn burleske sonnetten. Z^n methode vond ve-
le nsrvolgeie en werd „alla burcAwJIeseo" ge-
naamd. Te Venetii volgde de patriciKbe boma-
niat lAonardo Oiiutiniani (IS93 — 1446) in ^
befcoorliike cansonetten en «trambotti de volks-
erotid na en diebtt« in z^d laatste levensjaar
vek landen. Ometieeks 1414 schreef Oenltle Ser-
mine 40 tamelgk platte sovdlen, met soniretten,
canionen en andere gedichten vermengd. De reü-
giense diohtknnet der landen Ibreidde licb in dete
eeuw in VnibriB nit tot bet dramatisebe werk
,J>evozioine", te Florence „Saera Rappreeenta-
ïione" genoemd. 'Ditwijis werdoi er burleske too-
neelen tnsseheD geschoiTen.
Ton het middoi der 15de eenw af wordit de
Itsüaansehe dichtfcnnrt weei door de rooraame
weieU en aan de Hovea beoafeitd. Br vormden
dch drie letteikondige middelpnnteo: Hapeli,
Ferrara en Florence. Sier beteheimde Loreato
de' Medici (144»-a492) de Italiaaneebe lettM-
tnnde, terwgl bq lelf een goed <vooil>eeld nf.
Zeer bevriend met bem waren Ltdgi Putei (1432
— 1484) en Agtwto AtfArogini, bfgenaamd Poli-
tiano (1454—1494). IDe e«i«te st^ep in bet hel-
dendidii „Hoigtuite" den overgang ivan bet n>-
mactisebe epoe van den popnlairen tot den lai-
vereo kmetvonn; de tweeaeb^uaddtindedta-
mabieabe fabel „Oileo" het eent een wereUlgke
stof in bet Ütlataiaeib. Bqnt teg(^ met Puki
schreef te Ferran Malteo Maria Bojardo^ giuf
van Seandiono 0494—1494) ^ onvoltooid «px
„Orkndo rnnamorato", het eerate knoatepos v -
" ■■" " " " Hnd üOieeo, eebr<
dicht „Uaidbnaao".
unaer üe ivnscne oienuni idn te noeiDen OariUe
(t 1515), SerafMO fAquOa {1466—1500), fier-
nardo AeeolH (t na 1584), PaitfUo SoMt (t 1527)
en Antonio TebMêo (14»— 15SS). SndeAe Ij-
tiik •nait men bq Jnfemo OammiOU (1440-
1502). De drama^oiiie ia een nwffiigxitg det
Ouden. Van ide proiasclir|jiV«n qjn de vooinaam-
sten Leon Batlitta AiberH (1406—1472) en Mal-
teo PolmieH (1406—1478). De bekende boetpre-
diker Savonaroia scbreet vele leerredenen, tnéta-
ten en 1aad«n. Van Qiovami Sabadino degli
AriêKli hebben wg een veisHDeUng van 70 no-
ïellen 4* porretane" (1478) en tnaadien 1460
en 1470 verraaidigde Mataedo da Salento 50 no-
veUen, alle navolgingen van Boeraacto'e .4^ea-
merone". Tegen bet einde der eeuw «ehiep Joeo-
po Sannaiaro <U58— 15S0) een nieuw aoort let-
terkunde met den phantaétiecben berdenroman
„Arcadia", die in byiM alle Soropeeaehe talen
gm vttlgari» lot een bamooiedi geheet «amen en
doen een tweede bloeitïjdperk in de Italiaaneebe
letterknnde ontstaan. Het begiot met de volma-
king Tan bet romantisch heldendicht dow Lodo-
vieo iirtoetö (1474— 1533). Zgn „Orisodo ftwioso"
ie een voortnettiiig van den „Oriando iinaaiora<
to". Daarnaast vallen de beweAiogm van Bojv-
do'e gedicht door Lodovieo DomeMtcii (1541) en
Franeeeo Berm te noemen. Dsdelgk na het een»
verefdiifneQ van den „Orbndo ranoeo" (1506)
ontstond er een reaotie, die tegenorei de fgiK
voorsteUhig der lemantisdie wenU ees ntwco,
komischen geest lette. Hmt ktder w«t Tealüo
Folmgo (1492—1544), die in ^jn ,JtaUu" en
„Drlandino" het heldendicht bespotte. Bpna le^
gelijkertüd gaf een andere achrqvengToep au df
Italiaaascbe letteikaDde een nieuwe riebtiv: ^
eiccbte een f^jnJöke navolging der Oodei «■> '"■
vaardigde lange veibalende heMendiekfei "*''
* TOOTSeimften van Ariatolelêt. ZÏJ™'*'
den Earolingeeben sagenkiing en koet A Bcewn-
SFbe en Spaansebe beldensage (of hmt <"^''
werp. Haar leider was Qimgiorgia Trit^ n".S
—1550). d&e in ign ,JUIm aêiata dai^Goti
een slaafsche navoigiog ivan des !■»'", 8^.-
verder briiooFden biertoe £iWo> JJ»p»«>8 „Qi-
Tone « cortese" <1548) en ,.Ava«*ide" OS'ïO),
Bemonlo Towo's „AmHÜee" (1560) eu. Torqua-
fo Ta««) (1544—1595) ediiep bet la»teta mees-
teiweik der klassi^e periode, „OeraEaüooaiK li-
DigilizedbyGoOglC
TTAUkAHeCBE TAAL- BH liBTIXIffilWDE.
bcmte", wutin eenheid Tan hutdeling m«t md
oa^mifteide, edele Ual Terboaden ie. In <le
eenw Tin bet cUsaieisme mrd oek het leerdicht
{)« Ouden veel nagevolgd, waarbij de ..Oeoigir»"
van TirsTÜas meestal tat TOorbeeld dienden. Qio-
xmni Ruetallai (1475-^1525) beweitte bet Tier-
de boek der „Oeorgica" tot a« „Api"; bet geheel
Litigi Atamani tot de „CoitiTazione" (1546).
Hiertoe behooren Terder de „Caecia" {1591) van
ffroemo da Vtnahont, de „Nantiea" (l^S) vah
Bemardino BaUi, „Podere" en ,3«lio" Tan Liii-
gi TaiitiUo, de ,^rte poetiea" (1551) lan Oirola-
mo Jfvrio en de „Sereide" (1585) taq Alettandro
Tumro. In bet ÏAtijn sehreel Oirolamo Fraeatto-
ro (1483—1558) ,jSe moibo ffallieo". Qirokmo
Vida (1490— 1&66) ,Jle BonAyce" en .Aiaechia".
De lyriek sloot lich weer direct tiq Pelrarea aan,
niet hg dieoB naTolgers nit de ISde eeuw. In
d«ie riebting waren weikiaaiii Pietro Bembo
(1470—1547), rraneetto Umin MiAm (1489—
1544), Oiovmni Qmditeumi (]500-~1541), Oia-
romii deUa Gaia (1503—1556) en drie dtebte-
reMen: de vrome Vittoria Coltmna (1490 — 1547)
Vt-ritnieu Cambara (1485 — 1550) en de ongslnk-
kige Qaipara Stampa, die in natnorlüi gevoel
haat hartito<^t.elglie lietde voor graaf OoUalUno
Pan Cullallo bezingt en eerst dertig janr oud san
een gebroken liart sterlt. Verder lun te noemen
de t>eroeaide beeldhouwer en schilder Michelan-
geto fluflnorroii (1475 — 1564), Luigi Alamanni,
Lodovieo ilarUlti Bemardo Vapielh (1500-
1565). U-Jemw d\ Togia (1476—1558), Beraor-
rjtno Riila (1509^—1575). Torgualo Tano, Ber-
ttardii Baldi, Anaibale Caro, Lui^ TaniiUa «na.
Een groep diebiera, ntet Claudw Tohmei aan
het hoofd, Terzelte cicb tegen de navolging Tan
Pelrarea en «ebreef gediebi«D in Latfjnaohe me-
tra. De Latüoedie Ijriek wedj^vert met de Ita-
liaaQHbe en beeft i«ts tooolere gedichtsn Toort>
Mbraebt. Wji noemen Saimaxaro, Bembo, Mdta,
Caatiglione, Vida en Marombmiti Flamiitio. Ook
de Khertwnde lyriek werd beoefend. Z^ werd
naar haar Toornaanate Tertegenwoordiget, Fran-
teteo Berm, de „poena bemewa" genaamd, Hü
schreef „Ctpitoli" in terzinen en soniKtlen. Znn
naTDlgere waren Oiovaurti Umro (1490—1536).
Anfon Fraiiceum (Iraxüni, (1.W3— 158a), Vesare
Caporali (1481-1601) en Franeaoo Coppetta.
De Mtiren waren öt persoonlek, loo^s bg Bemi,
Oraxiini en Pilro ArFlitio (1493—1556) of na-
Tülgingen van Horatiii» met tondenz, Ile eerste
dpïcr Boort satiren sclireef Antimü) Vineigiterra
(1495). de beate Arioêto.
De dramatiMbe letterkunde it in de iöde eeow
in ItaliS nog weinig ontwikkeld en bracht geen
beUDgnjfce werken voort. !n bet b«^ det eenw
deed men pogingen met LatqnKbe drama's. De
eerste Itahaaneetie tragedie ia de „Sotoniabe"
(151S) Tan Qiangiorgio Trwtino (1478 — 1550).
Vei<d«r moeten genoemd worden : RneoeUaCs
„Roamonda" en „Oreale". Sperone Speronf»
..Caoare". QiambatHela QiraUta't „ÜDbeodie".
Pietro Arelina't „Araiia" en Taem'a „Totcia-
mondo", Zü zijn alle weinw oorspronkelijk en toI
van de bolste rbelorica. ^oecr staan de blüspe-
len. Zij ataan alkffl onder LatgnKben inmloed,
dikwqla ign bet slechts weinig veranderde verta-
lingen van Plautiu en TerenfttM; andere geven
moderne leden iibplaote van de oude, nas andere
smelten een of meer itnkken asiDen. Bnna een
mecEterwerk ie ifaocAioeeUi's .^andiagoia". Ver.
der zün te noemen de „Calanoria" van Beraardo
Dovixt, nnaomd Bibbiena (1470—1520), „Luei-
di" en ,7rrinniia" van Agnoio Fireitxuoia (14ftS
—1545), „Aridoeia" van LarewitRO d^ Mediei,
„Sporta" en ,^rrore" Tan OioMbiiKitla OeUl
(1498—1564), „Geloai*", „SpJritata" en „Stre.
ga" van AntoH Frmteeteo örmnni, „fiappoaiti"
T&n Arvato, „Marito" van Dolee en ,>«tindo"
van Oiamaria Ceeeht (UÏS—lhSl). Ev«nais bet
laatste stuk mdeiBcheiden ook de kMoediec vaa
Pietro Aretino (1492—1556) lieh d"Dr een groo-
ter le^isme en een grootere originaliteit, bjjv, de
„Oortigiana", de „Maresealco" enz. en Oiordano
Briino's ,,Cand«laki". Naaat de klaaaieke kmnedie
ontwikkelde lieb W volksdrama. Te Napek beb-
beit wg in Je „Farae eavajole" de satiriete kome-
die-, in Toskane ontetond, met name te Sieua,
onder invloed van het in 1531 gestichte gezel-
Echap „Congrega dé" Roxxi", de ooerenkomedie.
Ue didakticebe komedie werd vooial te VenetiS
beoefend door Angeh Beoteo, genaamd Ruxutnt»,
(1502—1542), en ^«rfreaCoJnwflSIO— 1571), bei-
de beroemde too nee lepel era. Einded^k hebben wg
de Commedia dell' arte of a eoggello, die op
openbare pJeinen of in bonten tenten opgevoMd
werd, en waarbg het niet aan komische werking
ontbrak. Zq breidde zich over gebeel ItaliB en
daarbuiten ook naar Fraukrgk uit en verdroog
de klassieke komedie. Tevens ontetooden n(^ uit
gedialogiseerde edoge's de herderdrama's. Het
eerste U de „Sacriheio" van Agottino Beeeari
(1510—1590). Zgn hoogtepunt bereikte d«M
kunstsoort in Tatto'e „Ajninta" en den „Pa«t4»
fido" van Battitta Ouariiii (1538—1612). Op het
einde dei löde eeuw omlGtoad ook de opera. Aan-
leiding dsArtoe gaf de bg de geleerden heer.
scbende meeoing, dal de Ouden hnn tragedies ge-
heel geiongen xouden beM>en. Otlmio Rinveam
nAoiti lieh net den masieas Pari, om zijk e«a
klassiek stuk te scfaeppen en mo ontstond dl
„Dafne", in 1594 voor bet eerst ten hniae van
Jaeopa Gorti Ie Florenee opgevoerd. In 1600
voljde „Enrydice". in 1608 „Arianna",
Van de prozawerken «ehilderen de novellen en
bricTen ons het openbare en particuliere levei
uit die dagen. Ook nu strekte Boeeaeeio't „De-
cameron«'' tot voorbeeld, Matleo Bandello (1490
—1560) verzameMe x^n novelkn ten de^ ait
den mond van adellijke en beroemde tijdgenoo-
ten. Van FireHxnola b«bben wQ tien platte no-
vellen. Ormxini schreef ign „Cene", Oirvidi zgB
„Ecatommite" of „Cento novelle'*, Sebaêliaw
Erixxo ign .^eigüomate" met moreele strel^iig.
Verder vallen te iwemeD de „Oiornale e notti d«i
novizi" Tan Pietro Fortino (1500—1562), de..Di-
porti" van Oirobmo Paraboêeo (1500—1560).
„Belfegor" van JfoccAiaeetli, „Piacevo^i s»lti^'
van Straparola (f 1557). „Romeo en Julia" vai
Luigi da Porto. Brieven werden gesehrersn in
den geest der Ouden en vaji Petrarea. Zg aga
nog al gekunsteld en rbetoriseb, maai benratten
een rgken bronnenBcbsft voor de gesebiedenie dar
beschaving. Vermelding verdienen de brieven van
7'asso, Annibaie Caro (1507—1566), Bembo^ deUa
Gtua, Jaeopo Btmfadio (1500—1550), Lmgi da
SI
DigilizedbyGoOglC
802
ITAUAANSCBE TAAL- BN LHITERKXJNIffi.
Porio (1485—1529), FiUpjio SoMetti (1540-
1688). Doni Berni, Sieeoló franco (150»— 1569)
en Pielro Aretino. Ook dislogen en TBrlundeliii
gen weidea in dien tü<^ tmI geschteren. BaUoê
•ore CatHgliotu ichikkrt ïd den „Corte^isDo'
bet ideW van het booladie leven; lieUa Com in
„Oilfttea" de fqoe omKan^Tormen. Qiambatiit-
la QtUi (1498—1563) ontwikkelt m de „Cftprieci
dei bottijo" en in ,.Ciice" ledelmndige, coDt«m-
gebleken; DoHi bestTyd-, '» de ,MorU tilMoIU'
en de ,4lami" de TOoiooideeleD en bei bgge-
loof TBQ lün tijd. Bembo aelii«et lÖn tieroemde
i^Mdini'', getpttikta met de Tersehillendc aooi-
ten TRn lieMe, en de „Prote delU toI^ liu^a"
Ui verdediging van de lingtia trulgarw. Met bel-
lelfde doel ecbreef Barehi lün „Sieol«iN>". Van
Taua bebtien ng tdtijke di&iogen in Plato't
tnnt. In 1582 werd de beroemde Aeotdemitt delU
Cnac» opgeriebt, «urTkn LeoHordo Salvati de
lied wu, die in 1S12 het esvte Italiunehe
woordenlMd ni4|^.
De eente be^iaadeo eener liteTatnnT^eeeiiw-
denit hebben wg in Barbürf» „Dell' «ligine del-
Ie poeiia rknati". Verder werden in óae eeuw
taltyke Teitalingeü gvleienl der klauieken, be-
Mvene vrüe beiretkinctm lan de .^entlt" dooi
Ooro, dei „Metunoipnosen" dooi AnguiUara «n
van den „Güwden Eiel" <ioor FiretuuoUt.
Vierdt periode (ITde en begin 18de
eanw). IlaJil Lonrt aa ongeveei 150 Ja«r kng on-
du Spinniche benseèappj^ en inet bet daaruit
vMttvloeiende ataatkondise en lociile Terv*!
n»t het letteiknHÜge band aaji hand, wat dui-
aeljjk een t«ee votmen, het Meeotiime en de u-
eadia, meikltaar ia. Onder eecenttame veretaat
men het kindeilgk woordenspel bij een Tt^komen
leegheid *an gedachten, het geèrnik der meeet
biuire nitdrnuingen. der meest oopsasenda tgt-
gelgkin^en en dei meest getochte tegenatellin-
gsn. EMt begin Tan deie lichting lindt men
reeds in de SieüiaaoMhe dif^teiiSiool, b|j Pe-
tnrea, bij een aaalal ijjner n&Tojgers in de 15de
eeuw {CariUo, TabaUUo, Strafino) en by Toato.
De blJMndeie kenmerken der arcMiia, een reactie
tegen het ■ecentiaue^ i|)0 gedaehtenarmoede, ge-
btA un phantmsie, bet onmmogeB om aieh tot
het TerhsTcne Ie héiietei en een contentiMieele
Torm. Hel heldendicht ging tea derie door een
alaaJi^ n&iolgia^ van 3^uo, ten deele dooi
Terandeiing iran ign inhoud t« gronde; de idjlle
nam lijn Tono uu, j« werd lelfi een mytholo-
E'hA ^dicht in de „Adonia" Tan OtambtdHita
arini (1569— <1625). Duientc^a beteikte het
koniiKbe epos eeoi tot dnaiei niet gekende hoog-
te in Alauandro ToMoni* (15^6—1935), „8ee-
ehia lapita", dat door rekn Dagertlgd. doA door
liemaad gieëvenaard werd. Wii noemen ,,Croce
racqaiitala" en „Scbeno degii Dei" van fToneeë-
ea Braeciolini (1566—1645), den „MsJmantile
racquistato" van Lorettio Lippi (1606—1664) en
den „TorracehioDc deeolito van Bartolommeo
Coriini (1600—1673). E^n aliondeii^e plaats
neemt Nieooh ForUmern (1674—1736) in met
ign „Ricciardetto", dat. vry van het aecentiame,
>ich b|j .irtoelo aanilait. Ook in de Ijriek volg-
den de meeaten bet Toorbeeld, dat Marini gal,
zooala OUntdio AeheUmi (1574—1640), Otrolomo
Preti (1590— lOiM) en Giomnuii Ciampoli (1589
—1643). Sle(4Us weinigen letten de doon Toh-
mei gestichte schooi der elassieielen voort. Zoo
traehtle ÖabrieUo Chiabrera (1552—1637) Pin-
daroi en Anakreon na te folgen en dichtte Fulro
Tuli (1593—1646) in den geest van Horatius.
Langzamerhand begon men echter de behoefte
te gevoelen, om tot eenvoud en nataorlgkheid
terug te keeien. Aan bet boold dei bewe^ng
stond de te Rome veiblijveude koningin Chri»^
na tan Zweden, die een aantoj dichters om lioh
veiiamelde. Te noemen vallen Vtnceaao da ftl»
caja (1642—1707), Benedetto Menxini (1646—
1704], Frmuueo Redt (1626—1698) en de üene-
ling en vertrouwde der koningin, Akttandro Gtii-
di (1650—1712). Uit deien dMteitring oitetond
in 1690 de Aecademia degli Arcadi, bq veikmting
de „Aicadia" genaamd, wier doel bet waa OKer
eentoad en naluoilijkbeid te veibieiden, die eeh-
tei slechte de eene emakelooaheid door eenandere
verdrong. Weldra zon zij baai invloed over ge-
heel ItauA doen gelden. Sonnetten en ma^tiigaMn
sriireven Carlo Maria Maggi (1630—1699). hm-
OMH) dl UtMHê (1634—1704), Oün/atni BatÜtla
Feliee Zappi (1667—1719), cansan«tten (navol-
Ïingen van Chtabrerai Tommam Cruddi <1703-^
745). Pooto Roüi (1687—1765) ett Pirfm Tra-
vatri IMeioêlatio). Carlo Innonento Fnigom
(1692 — 176S) tiachue bet verhevene der klaMÏe-
ke dicètknnst met de woordeospeleiji der Aradia
te verbinden. Een slaalaeb navolgei van Petmrea
wa« in deze peiiodc slechts Eutlaekio MaulTtdi
(1674—1739). De aatirendidUers volgden in den
beginne hun vooigangers nit de I6ae eeaw, na,
doch kwamen later tegen «de veid<»Teaheid van
hiu tgd op. Reeds Jaeopa Soldani (1579—1641)
riehtte liJn satiren tegen de Hoven, de hoichela-
tor Rota (1615— 16S7). Menxini e
gardi (1660—1726). Bwleske gedichten gaven
Anlonio MeialetH (f 1672), Fnuteetso IjutarèlU
(t 1694) en frmeeA» Boidonni (1684—1716).
De dramatiaehe kunst wae geheel in verval, of-
schoon de belangstelling in bet tooneel in alle
kringen toegenomen wbb en op vele plaatsen vaa-
te sobonwhargen waren opgericht. Zq weid ge-
heel door de Commedia deU' arte verdrongen,
van de toooeelspelei Flaminio Scala, die te-
een aantal scenario's oitgat, de meest be-
loemde veit^en woord iget ia. Afleen het herdeia-
drama (navolgingen van Tosao en Qwirini) bloei-
de. Te noemen ijjn de ,FiUi di Seiro'' van Ouido-
baido BonareUi (1563— !603), Giovamballiêta
deüa PoTta (153S— 1615). Jaeoso Cieognim, de
jongere MicheUntgtio BvonarMi (I56S — 1646)
naet zijn beide boerenJ[omediea „Tancia" en „La
Fiwa" CD Qiovambaltisla Fagiwü (1660-1742),
twintig comedies ni mooi Florentynseb
sebieet. Het melodrama, doot Chiabrera, Tetti
Quidi (..Endtmione") voortgezet en door Apodo-
h Zeno (1669—1750) hervorokd, bereikte liJn
hoogtepnnt in Metaatasio. Van de tragedies moet
de door MilUm gcbruiktte „Adarao" van Oiowm-
battitla Andreini genoemd worden. Verder eehiC'
ven Oravina - ■■ ■ ■
Ouden. Een u
DigilizedbyGoOglC
ITALIAANSCHE TAAL- EN LBTTESIKÜNDE.
n bet
FranKbe.>i(rr Jatxfpo MarUüi (1MS^r727) nam
ook den Rlnandr^n vkt, naar bem verao marM-
liano gCTiaBmc!. Stipvme MatM (1675 — 1755),
de ijverigste berTormer tsh het looneel,
scbrcet i)« b«roeiiHlGte tn£e<ü« ait di« eeuw,
,.M«rope". AnloHto Conti (1677—1749) keaie
Shakeipeare, inuii berei^t« daaidoor slechts htl-
Te reBtütfttén. Eet proz& in de ronnns, norri-
len, brioren en Terbanddin^n uit di4 tüdvak
ia leer geknnslieti) en oni>edaideQd. In het lüitori-
sobe en inirer wetentchawelqke proza valt eeb-
ler reeds van het bogio af «en TeAoteting waar
te n«men. Op taaikandi^ en liteTaiT-hiatorisdi
gebied waren reien met goed g>eT0lg werïuAm;
zoo maakte Carlo Dali (1619—1715) zich eeei
Terdienstelijk ten opziebte Tsn de Jtsliaaawhe
taaJ door den derden druk Tan iKt Crnaea-woor-
deabaek. De gratneiBiicale reneten van bet Ita-
Uaan«eh eteddeo Mareanttmio Mambelli ^1582—
1644) in igs „Osaervazioni deèla Jtngna italania"
en BeHedelto BuommatUi (1581—1647) in iSn
.J)eUa iingua tosoana" vast DanitUo Bortolt
Bchreet het „Torto e dritto del non Bi puÖ". CeUo
Oiiladini (1533—1627) en Oiglx (1630—1722)
bestreden de FlorentijnetJie school. Travmo Boe-
ealim (1566—1613) in i^n „Raggeragli di Par-
nasso" en „Pieira del paragone politico" de lite-
raire en staatfcandige vooroordeelen van zgn tyd.
De aeethetieehe kritiek werd door Ovtnvitteenio
ÖTOvina (1664—1718) in t^ „Della ragion poë-
tica" behandeM, door Sforxa Paliavieino (16()7—
1667) in „Dello stik e del djalogo" en door Lo-
doniea Anbmio Maraton (1672—1750) in ,jDe!ia
Krfe^ta poeeia". De eeecbiedenis der letterkoiMle
sionnen Qirolamo Ohiiiiei ia ign „Teatro d'uo-
mini letterati" (1647) en Lorento ÖTOtto in de
„Elogi d'nomini letterati" (1656) te behandelen.
Öiotwn Maria Oreêeimbeni (J 663— 1780) gaf een
„Istoria della voWsr poeeia" nit, die liai door
een groote geleerdheid, doeh niet door crrtiei on-
dersHteidt, en tuide die aan door lyQ „Comen-
tarj" (1702—1711, 6 din.). Frmeeteo Saverio
Qwidrio (1695—1756) sehree! twee deelen .JM-
1a poesia itaiiana" (17841 onder den etdtailnaain
O. M. ATidrueai en „Della etoria a della ragion
d'^^i poeaia" (1739 — 1756, 7 dlo.). een geectHe-
deitis der geheele dichtkonet. 'Een btograpbisebe
behandeline voligeo weer Qimnmaria Maxtuehelli
(1707—1765) in „Oli scrittor! d'Itrfna" floepen-
de tot B) en TiriAoKhi (lïSl— 1794) in „Storia
della litteralura italiant", die echter reeds tot
het Tolgend \ijiyaic behoort.
V^fde periodt (meuwere tnd). iDe jong-
ste periode der Ttaliatuiecbe letteiinode omvat
den tnd der Btaatknndige wedergeboorte van
Italil. De literstaor gut roet deze beweging sa-
Dien en bereidt baar ten deele voor. Tan het mid-
den der 18de eeuw al onlftaat een diep ingrfj-
pende verandering. De oorzaken, waartn) deze ver-
andering bemst, i^n Tenaehillend: de invloed der
wyageArige richting in FranirSk, die tot een re-
ïolntje van de bestiuiDde sociale en «taatknndige
orde leidde, en de daarmede hand aan band gaan-
de joridisdM en oeoonomiedie bervoncing in
Opper-ItalJS en bet op den voorgrond treden der
bourgeoisie n&aat den troon tegen add en cees-
telökbeid; de door Oalttti en Netelon ingeleide
oniwenteKng op natunrweten«ha(tp«igk gebied;
ten (lotte bet vertrouwd g«raken roet de Engd-
sche en Dnitaohe letterkande. Dit nienwe leven
ontwikkeMe zich het eerst op bet tooneel. Carlo
OoldoHx (1707-1793), die eerst de onde Comme-
dia ddU' arte navolgde, schiep daarna in tegen-
stelliEg tot -deie en in navotoii^ van MotUr»
door een reeks biumelen de Italiaansche k a r a k.
t e r-k o m e d i e. Hem bestreden de oppervlakki-
ge Piiro CMari (1700—1785) met naar eHect
strevende drama's en Carlo Qotxi (1720—1806)
met phantaatische laAtels (,J<'amoT delle meleran-
ce", „L'aogellin Belvarde", „Turaodot" enz.).
Ooldoni bad vele nAvolgere. Ftttorto AUiart
(1749_18I3) Bofaiep tegeltjkwtüd de eeht-Ita-
liaaoMhe tr^edje naar bet voonbeeld der Ouden
en vol van bartstochtelgke vaderlandsliefde. Een
zelfden geest ademen de Ijriiebe en satirieke
gedichten van Omeppe Parim (1729— 1799). Hü
begon als Areadiftr, maar slo^ spoedig qjn eigen
weg in in t^ 21 oden en was geheel ooreprooke-
lijk in lijn satire op het frivole en liebtainnlBe
leven der Lotubardiicbe aristocratie Jl OiofW'.
Van de Ijriscbe diditers, die zieh van de Arca-
dia afwendden, noetnen wn nog Lodovieo SavioH
(1729—1804), Agoalino Paradwi (1786—1788),
Luigi Cerretti (1738—1808). Angeh ¥o»w(174l
—1817), Oarloüoiloru Reamieo (1742—1796),
Oiovanni Fantoni (1755—1807), Amelio BerUita
(1753—1798), /awjw Vittoreüi (1749—1835) ui
Oiovaimi Moeli (1740 — 1815), die vebbvl o diende
gedichten in Siciliaaneeh djaieet sdireel. Op an-
der gebied moeten vermeld worden AUonso F»
roBo (1705—1788) met de godedienstig-aedeknn-
dige „Vwiom", Gioti Garhi Paateroni (1718 —
]S)3) met liJn labels en de aatire ,.Ciceron«",
Oiambattitla Ctuti (1721—1808), die platte no-
vellen in venen en de satire „Oli anknali parlan-
ti" schreef, Lorenio PignotU (1739—1812) en
Luigi Fiaeehi, Clario genaamd (1754—1825) met
hun fftbeU, Loreruo Maseheroni (1750—1800)
met zün leerdicht „Invito a Leelua Cidonia" en
Melókiore Oesorotfi (1730—1808) met ign verta-
ling 'Van Otnan. Van de prozaeefaivvera dient In
de eerste piaats Gai^e Qmxi (1713—1786) ge-
noenul te worden, die in den ..OsEervatore" bün
brak voor de nienwe denÉbeeI4en en in de „Dite-
sa di Dante" tegen BeltineUi op de bestudeering
van Dante aandrong; verder de criticne Qiutepv*
BarttH (1719—1789) met ïijn „Lettere fanriliari"
en de „Prusta letteraria".
De volgende onderafdeelii^ van dit tödvak
weerspiegelt de gebeurteniesen der Revolaüe, de
daden van NapoTeoti en de opkomende gedachte
aan een ItaÜaaoeche eenhwd, Lieidiehten hebtien
wij van fineenio MonH (1754—1828), die achter-
eenvolgens den paus, de republiek, Napoleon en
den keiMf van Ooatennik diende, en in een reeks,
meest onvoltooide werken in prachtige venen
de gfAieurteniasen van zijn Igd veibeerli^te, te-
vens klassieke, mjthdogisebe onderwerpen be-
handelde, alsmede van Ugo Fotooio (1778—
1827), den «chrvver van bet 'beroemd gedirfit
,J)ei sepolcd" (1806) en den etaatkan^gen ro-
man „tjltime lettere dl Jaeopo Ortis". Beide
schreven ook tragedies en waren etaesieieten,
evenals hun navolgers, van wie wü Ippolito Pin-
demonh noemen (1753—1828), Van de komedie-
DigilizedbyGoOglC
ITALIAAN3CHB TAAL- EN IfflTBRKOll&E.
Oo,
t moeten Otoranm Qirmid (1776— 1S34)
dfoe dagen een taslBtiüd dooi de cebooi <!l«i
pwiaten, die lot de studie dei tneentiBten te-
iDgbeerden en lieh t«gen de inoonectheden trd
han tchi^eode ti^enooteo, looirel ti» tegen
den Fiaiwehen iuvloed keerden.
Intuueben was Nofoieon govtdlen en daar-
nMde een volkooien «Uatkundige leactie ont-
itaui. De g«dacht« aan een Itakaansdbe eenheid
won veld én by de lomaotici én bij de claasicis-
ten, die dkander oTeiigens fel Mitreden. De
eeraten stonden ondei ËDgelschen en Duitaehen
invloed, in tegeosteUinr tot Jfonft en Foaeoio.
Hnn orgaan wu bet tödacbrift „Il Condliatoie",
bnn l«der Aleuandro jVmnmt (1785— IS37). De
elassieiaten hadden in graaf Qtaoomo Leoftardi
(1798 — 1837) htm TOornasmsten 'ïertegeü woord i-
gei. J/ontont'B hJstoriBche loman ia een dei besbe
Toortbieo^ïlen der riunantUche liteiatnui. Om
hem sohaarden lioh ?ele dicbteiB; Oiovanni -Torti
(1774—1858); de lieidichtei Oiovmmi Berchét
(1783—1851); TwnmiMO Orom (■1791— 1853), die
Dotelkn in Terzen, bet «poe „I ilxnUbaidi alla
prima ciociata" en den lomftn „Harco Vieo<uiti"
•ehieef; SilvUt POlieo (1789—1859), Tooial door
„Le mie prigione", een ibeBdiijjving ignei gevan-
ineehap, beJrend; Luigi Carter (1801— .1860);
'offredo Mameli [1827—1849} met xijn radei-
landalieTande liederen; Aletsandro Pofrio (1302
—1849); Güueppe Giuatt (1809—1850), een on-
ovortroffen aatirendichtei; de buileake Antonio
Ovodagnoli (1708—1868); Mwnmo tPAxeglio
0793—1866). de GcbrqTer iran de romana „Ëtloie
Fierimoaca" en „Niccolö de' I«.pi"; de romin-
acbrljïer FranetKO Domettico Qatrratxi (1804 —
1873); de viuehttiare geBobiedscbrüver Caare
Canlü (1807— 1895) met den roman ,^a[^oii-
U Paaterla"; Oiulio Careano (181S— 1884); Oio-
«onnt Rotini (1776 — 1855); de hAtoAe samen-
iweeider Oiuteppe Jfaiitni' (1808 — 1872), de eii-
tieiu der romantische tthooi Ltopardi woedt met
lijn canzoneQ in de modeine lialiaansehe letter-
kunde niet otertroffen nat ToimM hoon beid en
diepte van geda^ten belieft. Bet ia de dic4iter
can bet pesskniame. In zün „Operette motaü" en
„Pensieri" Ïb -dexe wereUbeaehouwinff in een
klaaeiek kleed gehuXd. Tot zün schoof befaooren
o. a. de uitstekende prozaachrifvera Pieiro Gtor-
dani (1774—1848), Terentio Mamiani (1799—
1885} en OiamhalHtla Niecoliai, die vde trage-
dies schreef, bgv. „Amaldo da Breseïa" {18&).
Met name na de total andkooiing van ttaliB a
eenheid ia de letteifcnnde w«ei een nienwe pe-
riode van bloei ingetreden. De dramatische kunst,
die na de genoemde scheppingen »an Mmxoni
en Wiceritni weer in Terval geraait was, begon
lidi opnieuw te ontwikkelen. Paolo Otaeometli
(1817—1882) schreef een a&ntal met bjJTd be-
groete tragedies en bomediea; LeopfMo Mareneo
tragedies, faoülie- an ndderstukken en ledenko-
meoiee, die liet tooneel een tiidlan^ betieerschteD
en Teel na^iarolgd werden. Tü<'^'V^ sneeea had-
den Torder Domenieo Bolognete, Battagiia, Zon-
botti, Salmini, d'AgnUlo, Morelti, Montanelli,
Chioutme, OioUi, Braeei, Barallani, Qanolelti.
De eerste plaats in de tragedie neemt Piefro Cot-
ta (1330—1881} in met „Nerone", „I Boigia"
eni. OoMlIoltfa „Alribi«le" rond grooteo bg-
Tal. Op het. gebied der komedie hetoen wg liet
komisdie blgepel en de sociale komodie. De
eerste had naar beaten t ertegen woordiger in
Tommoao Ghermii del Tetta 0815—1881). de
laats» in Poolo Ferrati (182Q— 1839) die. HM»-
iang b^ leelde. het tooneel beheerschte. H«catei-
werken zijn .,Qoldoiii e le sue sediei conunedie"
en ,J>arini e la satira". Au deoe beiden sloten
zich talrijke jongere sdnyveia aan, zooals Albtr-
H, Ltone di Cattelnvovo, Rioeardo Corielveeckio
(t 1394), OioTdano, Patterdi, CoJoMHofa, Sumtr,
Bertetio, Carrera, Martini, MonUeorboii, CoaleJ-
ti, Mareo Praga, Oamüh en Oiannitto Amlimo-
TTmerti, Broeeo en Tooral Oiiueppti Oiaeota en
Qerotamo Rovetta. V&n de nieuwere l^iiKhe dich-
ters noemen wq Franeueo dalP Ongaro (1806—
1878) met „Stoinelli politici", Owmmiu Pnto
(1315— 1884) met „BdiDenegarda'', „Caati liii-
si", „Iside" en ,JPsiabe", Akardo Akardi (1812
1867), die mooie idj'llea acnreel, lAiigi Mereaa-
tini (1821—1872}, een patriottieob dicbter, wieoc
„Inno di GaribaÜi" een Tolkslied werd, Ippolüo
Nevo (1332—1860), Aiuirea Mdfei (1798—1885),
Qiu»efV« Revere, Amaldo Fumafak Cetar» Bel-
Itlotti, Fabio Xannarelli, Ferdmdda Btmio, OÜKf-
pe de Svueheë (1819— '1884), de te rro^ ^eM«r-
ven EmtUa Praga (f 1875) en de Teelzffdige ge-
leerde priester Qiaeomo Zanella <t 1888). Vaa de
Ijriache diditera van den jongeren tfld is Oiimiê
Cardueei (1836—1907) een dei voomaunsle. In
zün eerste werken 'Tertnnd tijj Ijriek en satire op
meesterlijke wgie; later is bü tot een gematigd
verime overgegaan. Qesebiedknadige «■ Batnut-
beacbouwingen gelukken faem het be*t Het «e-
riame is cynisme geworden bq Lomaa SUeehefli
(Olinda Ouerrini) en Tooiaj faq den grooten «t;#st
Oabriele d'Annunxio. PeMimiatitdi lün de ge
dachtenrgke gedichten van Arliaio Ond (geboren
1848}. Andere bektoAt ijrici liia Oirido Matimri,
Severino Ferrari, SUore Sovelli, Oiowammi Pa»-
eoli, Maria Rapiaardi, Mare' Anlomo Cataiiti, Oiit-
êep^ Ohiarini, OioHmni Miwrnii Ugo OjMi
Qutdo Notelli enz. Tan de dachtereesen moeien
Laura Maitdni Rota Taddei, Oiaoomima Milii
Franceêca LuUi, Ermina Fué-FuiiHalo^ OiitMf-
pina Ouaggi-NobiU, Oiutefpina Tvrrin-Cofooaa,
Maria Alinda Bonaem BannamoiiU, Ada NtgritB
Villoria Ammtor genoond worden. Onder de jon-
geren treedt als proiaedirJiTei en diebtet fagioa-
der op den Toocgiond de pessimittiMh augeli^-
de Ötotataii Papini, die een tJHNang met de be-
weging der fntupislen medeleade, londer dat dii
zijn werk zeer belmloedde, dat een ateit per-
soonlijk karakter draagt. Ais roman- en Dorellei-
schrirrers vermelden wij: fiaiio>i, Foraia, M-
eonetti, Lanxetti, SaeekL^ Mmocm ^^'V*'!!^
ui, HiecoU) Tommateo en Ippoiilo Kitai kAV
bekende ,JfemoTie d'nn ottuunnwio",- nnM
Berseiio, Donnh ia Amiei» ^ 190S), M»d
door zjin Cnore en lÖn re)fA>eMhiÏTiag ■''. *J*-
derland, Barrüi, Verga, scbrqv
dorpevertedingeQ, rarma, Cc^- ,
RomUo, MatOd* Strao, Marvhtm CaïaaiM,
(TimoU,
»bi,éAn.
DigilizedbyGoOglC
ITAUiANSCBE TAAXr HN LEnTERKUNDG.
miiHM, den mjetisah-pbiÏMirfiaebïn Antoai'/ Pc-
gaaaro (f 1911), die m «eheel Ea»p« jfraolsn
opgipg maftkle, Onif, Girnoo AnntbaU ButH,
tehrj^Tcr T&n ps;cfaologuehe roDuni ea Ünaia
W^abêgeerte. Op pküouifiseh ^ied
heeft ItaliS niet io(vr«d invloed gehad op utdere
luiden &1« op het OTerise beKhsYingsteiieiD; bet
stMt Tei achter l)|j DDitsoUuid, Snml&nd en
FrftDkrgk. Een over^ng tui het aotidie tot het
Middeleeni*»che denken ffta Boethüu (t S2S),
«kn wiens oorspronkelijke werken en Tectalin-
gen toegeufwevea moet worden, dat de kiffics Tan
Ariitotele» de formeek groDdelw 'm cle Hbo-
Iwtiek geworden u. Door de Katiwlieke Kerk
weiden eleanntcn der crode wgAegeette opgno-
men, en zoo ontstond de BctulMtiek, wier toot-
numete lertegen woord iger Thomai vcm Aquino
(f 1274), een ItaÜMn, wu. Zgn stelMl, dat ^
heel op AriêtoUUa ateant. ii in den laataten ti/i,
Tooral door paus Leo XllI, weer met nienw leven
hezield. Met bet onlatMn van bet bamaiiiRae be-
gon er in ttaliB een heftige str^, die lieb
hier nit naar West-^Eaiopa voortpUntte, tegen
den echolaatiech d. w. z. verkeerd oeerepen Arit-
ioUlet, waait^eDovei een groote üelde
lo ontatond, af werd dew dan ook in nienw-Fla-
toDiMÉien geMt uitgelegd. In dien tijd hlonkea
vooral GtmUloi Plêtkon (t 1464) en Martüiv*
Fiewui (t 1449), de vertaler van Plofo en Ploti-
niu, nit. Vooral aan bet Hot der Medici te
opgerielit. Tnsseben AriêloleUt en Plato atond
Beuiffion (f 1472), terwijl and«ien AntloUle»
lelteteodig tracbUen te veiataan ol in twewtel-
ling tot ide aanhanger 9 van den Araeisehen
Averrlioë op AUzmder Ajihrodiaiaa, den Ortek-
schen exegeet van AritloteUt, ternggiogen. Zoo
e[ditst«n lich d« Aanhangers van AriiloUUê in
twee partijen: de Aleiandristen en de AverrboU-
ten, ttuichen welke voomaJiielök bet vrugitiA
over de onaterfelvkheid der liel eeD etrgdpnnt
vormde. Tot de eersten behoorden Betrmoldia
Barbarui (f 1498) en PonjxmaHii» (t 1525), die
tot bet naturalisiDe overtielde en de tbeoJogiBché
Tan de philosofigche waaiè«>d afsebeidde; tot de
Averrbolsten VerntM, Niphuê (t 1546) en Oae-
tmlfiHut (t 1603). Id de )6de eeunr oefende ook
de oude Datuurphilo«aphie haar invloed uit, met
name op Teletiu» (t 15S8}, die echter iKik nieuwe
eleoienlen eraan toevoegde, als lelfataiidig na-
tnnronderaoek, empiiM, eni. en tevene de stich-
ter was der natnarwetensebappclgke Aesdemia
Consentina in xijn geboortestM Cosenia. Daar-
door kwam er neaw loven in de Italiaanscbe phi-
- losolie. wier voornaainsts vertegen wooidiöers
öiontono Bfvno (t 1800), Campanella (t 1«3B)
en Oolilel {IS41) waren. De eerste, beiield met
een hartstochtelijke Uetde voor de oneindige na-
innr, bestudeerde in navolging van SieóUnu Cv-
«anus ook de Onden, net name de Slolci. en ont-
wikkelde daarna een [riuinta«tisefa nataralistixè
C theïsme, w«tta éUmentHt niet tot mdIi^
eilt ^n, maar latM rele andera sUlwls in
hst kven ImUwü «eroepen. Terwjjl de kerkdijk
gniode OamfoiuUa «en kenlfaeone trachtte m
te «tellen ea daaibji naast de waarneming ook
het geloot aan God als «sa bron van keuuB be-
•choawde, was Oahléi, als grondig natamoadei-
loeker, een vooretandsr van naawkewig oBder-
loek en kwam tol een mechanische natnoitie-
sehouwing.
Het nationale elenent, dat nu bg de ItaÜaan-
tebe WQSgeeren een rol begint te spelen, vinden
wü reeds in leer duiid«tj}keii vors bij JfaecAw-
relli (t 1527), die ziJD bocÉ over de vonten
slechts met de gedachte aan de eenheid en natio-
nale zelfstandigheid van ItaliB, met name tegen-
over de KtA, schreef. In de wq^eerige ontwik-
keling van Itali« kwam in bet Ëegin der 17dé
een» een lange stagnatie, slechts onderbroken
door Vteo (t 1744), cQe tegenover de Cartesianen
den nadruk legde op de geeehiedenis en ak de
stichter van de gesdiiedenisf btloBofie in de vol-
kenpsjebiylogLe besdtoawd kan wordes, terwijl
hij tot Of heden toe in Italil ivrioed nitoetenf.
Verder sgn tot in den nienwsten tijd de meest
veisohillMide en oiteenloopuMle richt i ogen in
ItaliS vertegenwoor^gd, aoikler dat oors^nke-
Igke gedachten invloed hdAen gehad. Terwnl
het Oartesianiame nog tot in het begin der Iftde
eeaw aanhangers vond (kardinarf Qerdü t 1S02),
huldigen anderen het empiriane van Zioefce en
CoiMUIae, looah Qenovai (t 1769) en Rmtuig-
tton (t 1o35). OtA bij Kant «loten soamigen zich
aan. bffv. GanUmi, eveneens bij Rerbart, loosls
Labriaia, die later bet historisch materialinne
verdetKgde, en net mme bg üegel, o. a. Ven,
Uarixmo, Ragniteo, Spaventa eat. Aanhan^we
van bet positivisme zijn ViUari, Ardi^, SidiUani
en Vorseili; van Thomat tan Aquvto, ma de
heide uitersten te noemen, Libemtore, Soiuven-
no en Oornoldi.
Ma zeltstantÜge denkers, maar sonder invloed
op andere landen nit te oefenen, traden op den
vooiwrond Roêmini-Serbati (t 1855), die in aan-
sluiting bij Plalo en Dailache wö«gccren tot een
ideologisch psjchnlogieme kwam, dat van inner-
lijke waarneming uitgaat; Oioberti (t 1852), die
de staatkundige en nationsje gedschte «> den
TaOTgiond plaatete en een ontológisme biuiJK[de,
voIgeiH hetwelk men het absdute lijn ontniddel-
^ moet aanschouwen. Beider pc^Dg, om de
Katholieke leersteAingen in overeenstemming te
brengen met hel verstand, voimI heftigen tegen-
stand bij Ftrrari en Fronn. Op dezellde wijze als
Qioberti dacht Uamiimi (f 1885), die lichielt
een Ptatoniens noemde en tot lijn dood het door
hem gestiiAte tijdschritt ,Ja tilosoKa delle seuo-
le ituiene", dat door Ftrri als „Rivista deMa
philoBophia italiana" voortgezet wordt. Litera-
toni vindt men in fsirfa „Ëseai sur l'histoire de
la phUosophie en ItiAie" (t 1869), Pomw^a
„L'Italia tifoMlica eontcmporanea" (2 dlu., 1819)
an K. Wemir't ,J)ie italienische Philosophie des
19-JahrhundertB" (1884—1886, 5 dJn.).
Van een Itüiaanscbe {Aeolo^tskan eigeD'
lijk geen spreke ign. 'De dt^matiscbe en etfaisebe
onderwerpen ijin hier, evenals elders, in orei^e-
leverden vorm bewerkt, aonder dat in ItalïB niet-
geesteiijken daar belangstelling voor getoond
hfftAen, of in de Katiholieke Keik vao Europa niet-
Italianen er zich voor intereeseerden. Hoogstens
hebben de etbitJ^ van Limiori (f 1787) en de
dogmatiek vu PerroHe (1794—1876) grootai io-
DigilizedbyGoOglC
806
ITAiUAANSCSE TAAL- EK UgWEItKUÜPB.
;bX^
i3oed nitgeoefend. Durentogen heeft het niet
ontbroèen uu op deo ToowTond tredende gees-
Mijkea, die, «mU Angeh Mai (1782— ISM)
en &ua Mereali, de patrktMche itnditn beiror-
deid )id>beD. Andereo. lootle Carh) Maria Our-
ei riBlO— 1S91) en Oarto PanagUa (IS14— 1887)
bcibben al e echriJTers gtRChittërd. Eeni^ oot-
«pronk^ijbheii op doffmatieeh en kerkdQk-w^*-
^rig gebied beeft Blecfati de re«dt Kcaa«mde
Roêmint-SerbaU ft&n den dw ^legd, maar
■lechtfi, om door de Ourie a^Aenrd te «orden.
De ibeeehaafde kringen, voor loorer ijj nog kei-
kel^ gciind iija, wviikn meei beheeneht door
de pofltiaohe, wgflgeerige ea gcaehiedkandige
Toortbcengselen Tsn Mantoni, Otoberti en Conti
dan door apecia^ theologiaehe werken, In zoo-
verre de iuteiaafioniile tbeologiacbe beweging
ode door ItaJiB belnTloed iroidt, gaat inlke nit
T&n niet 'Tak theologen, 40o»ie AltaandTO Chia-
pabli, Rallaeto Manmo en Oaetano Negri, die op
bet gebied der Bijbelfritiek, onde kerkgeéehi ede-
nis, wjjriwgeerte ran den godsdienst en kerketq-
ke tinebHTinffsgeediiedenifl een grooten num
Terwoiten heMen.
Otêehiedtehr^ting. Voor de geachied-
echr^ing begon men in Italië het eerst in de
14de eeaw de landstoid te gebrniken want de ge-
schrifteD, die men lajwen töd alt de oudste
voortbrengselen der ItaTiaanache gf8ebi«dachrg-
ving beaehoawd heeft, n. 1. de duiweken van
Mattheo di Oiovitiauo {124d— 1S6^ en de g»-
schiedenig van Florence door Ri^ardano Mahi '
nt en diens neef Qiaeollo (t 1S86), njn gét
ken verval ach in gen te löo. Daarentegen noudt
men de kroniek (tot 1812) van Dino Compa^i,
(xie aldaar) vioeger ook ale onedit aangenen,
tbani voor echt, AU bronnen hriiben meer waar-
de de 'kronieken van Oiottmni en Matleo Viibmi,
bjj wie eveneena de g«ediiedenie van Florence op
den voorgrond treedt (tot 1364), maar die tevens
de sébenrteniaaen in bet overige Itaüi en andere
landen behandelen; bn deze dnidelijke en met
oordeel ge«ehreven werken staan de droge anna-
len van Paolino Pietro (tot 1305) ver ten achter.
De eerste elf boeken van ViUanCt kronieken
braebt Antonio Pueei (t na 1373) in ivenen ovei;
tevena hebben wjj van hem de gesehiedenie nit
lün tijd. bijv. den oorli^ tegen Piea (1362—1365)
in diohbmsal. De talryke, helangr^e ffeaehied-
werken, die wn aan de haaanieten der 15de
eeow, «oobJe L. Bruni, Bneo Piocotimini, Pogmo,
Atêlino enz. te danken hebben, Uijven aia in het
Latnn geschreven, hier buiten bewhonwing. Van
de Italiaansche kronieken nit dezen tijd verdient
de „Historia di Uilano" van Bsmardino Gorio
(t 1519) vermelding; belangrijk ia zH voor^ we-
gen» de oorkonden, door Sforxa aan den schr^ver
verschaft. Van veel minder betedtcnis ie de
„Storia di Napoli" van Paitdolfo CoUemteio (t
1504), evenmin sla de werken van BuatuMOfso
Pilli, Piero Bnniniegni en Oregorio Dali op de
hoogte van Diito en Villaui abun.
Be hloeitüd der liatliaansehe gesehiedBehrHving
vaU in de 16de eeuw. Aan het hoofd der intd-
leetneele beweging stond Florence; daar bebooide
de grootste politieke geaehiedaehrgveT van den
Cinqaecento, Nieeold MaeehimitUi (1469—1527),
thuis. In de ,J>icorBi eopra la prima decade di
Tito Lolo" ontwikkelt bü ua de band tu de
ondate Ketehiedenia van Rome ign repoblikeinsdi
slaatGidMUtl, ii des „Prindpe" ontwierp hg een
mMsteri^ lieeld van de moderne voratenheei-
wbi^Ü, die de gedachte aan de eenheid vaa
Itabi vetweRnlgken moeat; in de „Istorie Fto-
renline" sdnldert hij niet altgd even betionw-
baar, maar steede aantrekkdijk, de geBehied«iia
van Ego geboortestad. Franeeato Omeaardini
(148^—1540) maakte in tijn „latoria d'Italia"
(1492—1534) de geachiedenie van gelieel Italië
tot het onderwecp van inn-«tndie, ixk. i^ „Sto-
ria floientina" (tot 1878) beiit hooge waarde.
Donato Oiannotü (1492 — 1573) gaf in iqn hoofd-
werken ,J)el]a repobKea de VenexiaDi" en
„Della repabliea Oorentina", een >eer dirf-
delgke beecbrgviog van het bestnor en de
ataatainiiefatingen 'van beide steden. Naaet hem
moeten vermeld worden Jaeopo Hardi (f 1555).
FÜippo Narti <t 1556), Beniardo Segni (t 1556),
Bentdello Varehi (f IS65), Vineento Borgkini
(1570). OiambattUla Adrimi (t 1579), die in de
..IstorJa de' sni tempi" (tot 1579) een voortset-
ting van Quieeiardini gaf, de eonecientiense ver-
zamelaar Seipione Ammiralo (t 1601), Oim en
Nero Capponi, Oiovarmi Cindkmtti e. a., ailên
nit Pioreuee. De voornaamste Venetiaansebe
Bohnivei nit dien tgd is PUtro Bembo (1470—
1547), wieni oor^tninkelgk in het L^tgn beschre-
ven 12 boeken over de geschiedenis van VenetiS
(1487—1513) hooge waaide bestten. In Pienont
behoort de staathoiefaoDdknndige OtoeamR Bot-
lero it 1617) thnis, te Oenna de amukDKèrq-
ver ÖhitiinvMi. Te Ferrara schreef Otomhattiela
Pigmt een „letoria de' principe d'E^le". Be ge-
schiedenis van NkjsIs oehanoelden QiamdmM
SummonU (t 1601) en CamiUo Porno (t 1603).
Patrina de' ftotêi vervaardigde „Uemorie Slori-
cbe" over de geeehiedenis van ItatiB onder (71e-
mens Vil Franew» OiamlmtlaH (t 1558) ,^to-
Tia deH Éaiopa 887— 91S", Lodoneo GMtenarrfi-
m, die langen tgd in de NederUndea leefde,
„Cosnmentan deÜe cose d'Enroiw, nedalmente
de' Paesi Basei" (1529-1560). Ook de geidiie-
denia der letteiknnde en beschaving vond beoefe-
naars, met name in OiorgUt Vamri. Bg het ver-
val van bet staatknodig leven onder de heer-
schappn van Spanje (I7de eenw) nam de be-
langstdling in de geschiedenis van het txfo-
Uik af; de gesciitetWiiiiTing beeg en gmerd
karakter. De herkel^ke gMdiiedeni* van ftdiï
werd bewerkt door Paoio Sarpi (1552— 163^,
wiens meesterlüke beMbrgving van het eoDdtie
van Trente tevens een heftig beet rgding der Je-
mleten is. AJs de beüangrQkete gtsdiiedwaka
nit dien tgd moeten daarnaast ffefwemd worde*
^rrtjo Catwino Domfcr'» (t 1681) .^loria deUe
gnerre eiviü di' Francia" (1547—1598). ftn*
fienftvoolto's (t 1644) geeehiedenis nm i^ "^
stand atr Nederlanden. Froaeeteo Omw*^*
geschiedenis van Napels van Rogir l M du
dood van Frtdêrik II, Battiibt Ifmi '*JP^
^schiedenis van Veneti* van 1613 m '«! "•
Owvaani Aatomo Cojtftflta's (t ItSS) geschiede-
In de 18de eenw, het tgivak vai het gdeerde
onder»Mi en der eritiek, moet veer aatn Ltido-
(I87a-lïS0)
DigilizedbyGoOglC
ITALIjUNSC^; taal- es LBITEB£UHDG.
«ordea, uui wien iqn Tad«r«Ud teer belangrgkf
veTiamelingen T&n bnmneD Teraohuldigd ii; nuat
bem Setptone Mof/ei (t 1750). Ooder de locale
gescbiedcciirüvera staat boveiuuui de Ni^wJitaui
Pielro Qiannone (1676—1748).
In den tijd der BeTo[uti« werd teKd|jli met
het politieke iKwustxvQ ook de eeschieaKhryving
weei met aieuw leTen ibeüeld. De TiuehtibMrBte
^sdii«dsd]rüver thd het nieuwe It^ii ia Caare
Ganlü (1807—1895), wieue orarai^it^ „Storia
nniveiuk" ook ia het holtenland zeei gewaar-
deeni werd. Aan hem ging vooral Oarlo Bolta
(1766—1837), wiena ,^U>ria d'Italia del 1490 al
1814" tot 1534 een herhaling van Otitedardini
ia waaraan liob een vervolg tot aan dan val *an
Naptdeoa aanalnit. Een Toortzettiog ran ign
welk gwren L. Farini (iot 1850) en C. Ttirotfi {tot
1854), vfiTToIgens AnUnüo Ooppi (1782— 1870),
wteiH „Continoaiione d«gli AjinBli d'Italia del
Mnratori" (1750—1361) wederom dooi /. Qhi-
roa tot Of) hedok T^rro^d wordt. Andare alge-
meene geBchiedeniaaen van ItaliS gaven gcaaf L.
BoMt (t 1335), Oiutepve La Farina (1815—
1863), N. Nüeo, Oetore BMo (178ft-1863), P.
Bolan e. a. De geedüedenia wn UaM is de Oai-
heid werd behanddd door O. Hiadi (t 1844),
Giambattula Allo Vtmnueei, F. Berlolini en voor-
al d«or £. Pm». De gemiiiedeniR van geheel Ita-
LiB in de iTiddeleenwen bcBchreef Oarlo Trot/a
(1784—1858) in ifln „Storia d'Italia dd medio
evo" (17 din.), die tot Karal den QtooU loopt,
evenals Ctiare Balbo'a „Storia d'Italia <Q dln.).
GvBchisdeaieaen van hat lt«liaanadte atadswesea
■obpovea Morbio Loiuani. Fmnea»co Berlolini
uiiriie
I Ita!
genooten bekend met d« reanltaten d«t Dnitaehe
gesahiedvorachiDgi Uatlatli behandelde eritJKh
de b«tt«kkingeii tutaohea de panaen en kaiieis in
bet Fiankiaeh tödpeii. Een duidelijke en bmik-
baie beschrjjviag der Uiddeleeuwen sal O. Oipol-
la. Ook de lecntt- en ataathuiabou&andi^ ge-
schiedeoia van de Middeleeuwen werd Vverig M-
atudeerd; van de nieuwere aditiJTefe daarover
moeten A. Pertiie^ F. Sehupfer, F. PattUa, Ö.
TamaÈÜa, C. Cal\ne en O. SnZnoIi genoemd
worden.
Den I
VM de Middeleenwen tot d«
de 19de «euwecbe geeehiedaehrgvera ven ItaliB,
Patq. Vülari, wiens werken over de tgden van
Savonarola ea MaehiaveUi aitmanten door een
grondige bronnenstudie en een duidelijke wgze
van ToorsteHing. Diezelfde eigen adiapp en keu-
merken Oitueppe di Leva't „Stoiia doeumentata
di Carlo V in eorrelazione all' Italia". Ook de
„Stoiia della litonna in lUlia". Ook de „Storia
delila liforma in Itaiia" van den Woldenzitehen
Elgeleeide E. Oomba moet genoemd worden.
n kerkelijk standpunt neemt T. DandoUi in.
EeiBt de t^d van ItaüE's veihefling deed op het
gebied der nienweie nationale gesoniedeiLiB
ken van giootei beteekenis ontataan, looaig
C. Tivaroni („Storia critica del lito^'iimento ita-
liano"). F. Berlotini, MonlaneUi, La Farinn, Anti-
li, Belvigtieri, La Paria, Sirao, A. Oualliero, O.
Mariaaa, V, Beneno enz., vooi&l echtei S. Bton-
ehCe „Storia doeunentata d«lla d^kanai
pea in ItaÜa 1S14— 1861". Daarbij komt een
groot untal memoiiea {Q. PaUavieini, Mattimo
d'Axeglio enz.), veider UanarV» biografieën van
CvKur, Oioberti, Viotor 'Emanuel, Lamormora,
"auemmi'e leven abeachrnT ing van Correnli en».
Aan bet Jioofd der tairüke geschtedschrüveia.
die voornamelijk het Terieden van steden oi pni-
bebandden, stAat bav«naaA MieheU Ama-
5 — 1888), wiene hoofdwerken ,iLi goena
del Veapro Sicidiano" en „Storia dei Mneelmanni
/^ SidUa" door bet giondig bronnenondenoek
de wgie van voorstelling tot de be«te voort-
bren<^ielen der nieuwere Italiaanscbe geschied-
sehryving behooren. Over Napels en SiniUB aebre-
ven verder V. Ouooo (1770—1823), P. OoUelta
(1775—1831) en in 'Uteren tgd La Farina, Ca-
paito. De Bhtiit, SeAt^, Aleiti, Laiua en La
Ltunia. Voor dk gc«ohiedeni« van Rome, du
" m Staat en de pausen bd>ben de bni-
> zich verdienstelijker gemaakt dan de
Italianen, van wie wij slechts Bosio en Farini
noMuen. De geaehiedeniB van ToAane behandel-
' ' ] de 18de eeuw OaUwai, in de 19de Pignot-
Zobi; in het bijaonder die van Florence O.
Paoii, Qino Oapponi en P. Vülari; Oenna Foreae
Vantüe, Celeiia ea Serra: Veuetii liomatiin en
Mallenti in vroeger, CipoUa en Manlicola in la-
ter tnd; MHaan Pielro Verri, Bianehi-Owvini,
Brambilla, Oanlü, Cu»ati, Ouilodi, Ferrai, Ma-
Östo. Vooral de geechiedenis van bet
jSa«oye en de door die vorsten bestunr-
de landen is door talrgke schrijveis beschreven,
van wie wg noemen Bianehi, Carulti, Gibrario,
Claretli, (Jerbats-SomHR, Manno, Parri, Perrmo,
Hieotlo en Üabotlo.
Tegenover de steeds toenemende belangstelling
in de vaderlandidie gesehiedenia ia onder de mo-
derne Italiaanadie histoiiografan die voor de ge-
sdiiedeois van bet boitenland op den achter-
grond getreden; werken als „Vita di Federieo il
Gronde m ,J1 le^ di FeAertoo II" van B.
Borglio vormen tutzon deringen. Daarentegen
wordt de nationale literatunr en ibesehaviDg in
den laateten tijd zeer gverig bestudeerd; op bet
gebied van knnstgesi^iedenis en arehaeologie
hebbeu vooral Bor^Aeii, Camdeatelle, Cieognara,
FioreUi, Milaneii en da Roui zich verdienstetgk
gemaakt. Op het gebied der staatkimdige ge-
sehiedenie benrogen sich in het eerste deeemrinm
der 2Qate eeaw Qhetti, Lemmi, Comandini, Vigo,
Viüari, Canano.
Literatuur. Van de tairSke epraakkun-
Bten ie Blone Orammatik der itafiêniscnen Spra-
ehe (Halle 1844) nog steeds van belang. Dsar-
naaBt verdienen o. a. vermelding Fomaeiari,
Qrafomatiea deU' «se italiano moderno (Florence
1386) en „Sintawi dell' uso italiano moderno
(Elorenee 1387), Vorandi, Orammatica ilaliana
(Florence 1894), benevens die van Boekeradt
(Berlgn 1878), Webtr en Muiiafia (Weenen
1904). Onder de woordenboeken ia dat van Pelroe-
ehi (Milaan 1887- 1891) een der beste; daarnaast
moeten genoemd worden dat van RiguHni en
Fanfani (3de drak 1898) en het nit-voerige „V«-
eabolario universaje della iingua itallana" (2de
dmk Milaan 1878 v.v., 7 dln.).
Voor de letteAande ie Maxxoni, Arviamento
allo etndie critico deUe lettere italiane (Veiona-
DigilizedbyGoOglC
ITALIAANSCHE TAAL- EN IJETTERKUNDE-iTrALIA mBEaHaiTA.
pMhw 1892), «tn Toortiellelgke ^dj, auat da
algemeene bU>li«mfie tm OUuto en FumagaUi
(ItoHH 1889—1885. 2 dln.). Van de talrqke lit«-
ntnnr^ïsehi«deDitMii nit nieaneren tjid vcimeJ-
den wn. De Sanetii, Stom delU lettentun iU-
lisna (öde druk Napeb 1S98, 2 dln.}, Storik let-
tenria d'IUlta Gcritta da ana soeietft di profcsio.
ri (1898—1904. 9 dln.), Rtrnt, Eistoire de U lit-
téiature «ontHÓponune en Italië (Parüa 1810—
1896, 4 dlD.), Wieêt eo Péreopo, Q«Mludi;e dei
r; «f Italiui Litenlnre.
ItftUaaiisobe wflneii >Ün grootendeeli oor-
aproDkeljjk afkomitig Tan d« QriekMhe eilanden,
maar Tormen «edert ouden tjjd bnoenide Tooit-
brencteU Tan het land. De bêBte Koiten worden
op £ eJlandeD, met name of SicilïB, de Li{Mri-
sdie ËilaadeQ, Eltb« en Sairdiaii Kek««ekt. In
het boitenUad waren tot nog toe ueehtc enkele
kostbare dessert wgnen, zooala de Mnekateller ea
Laerimae OhrüH, lw4eDd, aan de geleerden bo-
Tendien d« historiscbe merken Tan Latinm en
CampMiia (FaUrnei, Hawiker, Ca«knbe[ to 8e.
tiner). Na d« opening ran den Ootthardwoorweg
worden ook <le fWMJe ItaJiaansobe tat«]rwqnen,
vooral de To^aansehe, naar bet buitenland nit-
gevoerd. De gebeele opdirengst van wgn bedraagt
oneeTeer 80 mill. 31,., waarrao ten naaste bg 2
tnill. HX. wordt nitRCToerd. ïen ondersdieidt in
ItaüB UindwqneG «n Mtei« wgnen, de loo^naam-
(te «int leelli oF prelibati, die men in kleine fles-
schen (tinaükelti) pleegt te bottelen; de eerste
soort iqn tafel-, de tweede dessertwijnen. De
voornaamste soorten zy-n de volgende: in VênetM
de PadoaanMlie .wgn en een nitstekend klein
merk, Valpolieells; in LotDbardne de voortrette-
Ijjke roode wijn van den Veltiin, die U ChiaTenna
veithanddd woidt met Sasaella Tan een kerk bg
Sondrto als bïste meik; in Toskaite de wgnen
van Cbiaati ea Pomino (proTincies Siena en Flo-
reiKe); in Rcnedei. g. vini dei txuteüi nmani.
vooral de wÜnen Tan Oenuoo, Marino, VeUetci,
fraaeati, Albaoo en Grotta Feirata; in Apnliê de
wijnen van Bari en Barletta; in CalabriS-de Tiao
greeo Tsn Ii«gg)o di Calafciia. In het ^gemeen
sljjgt bet aleoDoige halte en de vettigheid van die
wgnea, waaiondei tleebts >iT«inig droge «oorten
lijn, van bH N. naai bet Z. Van de lixenrwijnen
hehooren «omini^ tot de bette soorten, Moals d«
moAaatwgn, Hoteado ol Uoaeadello; de meest
bekende merken Est Est Est van Hontefiateone
m van Orvteto ijJD kleine en lidite wgnen. Veel
fjjner is d< donkeiroode loete Aleatieo van Flo-
rence, de Btroogele vorige wino sowlo van Pama
en de peperroode Uontapideiano nit Sieaa. EWen
boog gesebat worden M Laerimae CkriHi tsu
Napds. de muskaatwijn van Tiani en de ZagarH-
lo VBB Bitonto, terwi^ de roode Cajiri- en de
Sorrentewijn weer mindere merken iqn. De ver-
month van Turgn is een Middeleen waohe krni-
denwijn. Piemont levert goede meiken tweede
qnaliteit, bip. Baiolo eo NeUiolo. Uitgeleien
doorten lijn de witte moaaaeerende wgn van Aeti,
de Pignooio van Milaan, de LambinBeo van Mo-
dena en Paima en de ietwat inre Aqirino d'Aver-
Italluuisota Oost-Afrlka is de naaoi.
waarmede nu eens de kolonie Erythraea (lie al-
daar), dan weer Er;tb»ea en Itabaanseh Somali-
Isnd (lie aldaar) samen wordt aangednid.
XtAU&aiuoh-Oost«iut|k*olie Oorlo-
gen. Zie llalii, Qeêehiedenü.
ItBllMUlMb SomaUlMid. Zie Somolilimd
Italla Irroduitft (het nog niet verloste Ita-
til) is de nasHi eener vereeniffing in ItatiB, die
alle landen, waar het meerendeel der bevolking
de Italiaansebe taal besigt, aan het koninkrijk
Italië toegevoegd wil lien. Zj) Nitetmid in 1878
na het Congres van Berlgn, en na een in dat
jaar te Rome gdvmden vergaderinp onder
leiding van Meiwtti QarÜMÜdi, verlangde iS Zaiê-
Tiivl, OOis, Triist, latriS, D^natiE, het kanton
Tutisino, Nizxa, Corsica en Malta. De vereeniging
richtte het eerst haar oog op de bevrnding van
Zuid-Tirol en TriEst van de zoogenaamde Oosten-
rijkscbe gewelddadige heerschappij, maar lü vond
bg het volk weinig aanhang, hoewel de toenmali-
fi misister Cairoli haar niets in den ww legd».
Rrst toen de beietting van Tnnis door rankriik
Italifi nader bracht tot Duit^chlajid en Oostenrqk.
trad minister Deprelii met kracht tegen haar op.
Een aanslag op tiet leven van ketter Franx Jo-
tepk {At^astne 1883) té Tritst aniilnkte. Na bet
riniteo van bet Drieroadig Verbond bebben de
TepvUikeinen en Franeeh-feiiitde agitatoren tidi
van de beweging der Irredettta meecter gemaakt.
doch èn in bet land, èn in het Parlemrat be-
schikte ig tot vMr den Wereldoorlog (^ aldaar)
deehts (mr een leer kleine miadunrid.
DigilizedbyGoOglC
NEGENDE DEEL
Lijst der Kaarten, Platen en Afbeeldingen
VooT-IndiS 656 InBulinde
Aehter-Indie 660 Isobaren e
lDdiscb« OccMn 666 I Jnli en ii
i luchteiiculatk
het jaai . .
PLATEN BUITEN DEN TEKST
Haringvissehen
Hart (ehromo)
Heilg]riimMti^ I en II
Heitoeatellen
Helder
Henenen I «i II (chiDmo't)
DamheTtco (chromo)
Herten
's-Heitogenbosch. D« NooideTkruiabenk det
St. Janikerk
Nuthoendera 1 en H
Holbein da Jonge, Hana. De H. Haagd,
door BoTgemeeïter Megei en ign gexin
vereerd
Huiahonden I en II
Wilde honden
Uitheemwhe Timmeihootsoorten (chromo)
Doorsneden van houtsoorten
Arizona-Indianen
Indiaanache Beaehaviog I en II
Indische Kunst I «n II
Indische Kunst UI (ehromo)
Insecten t (chiomo)
Insecten II
Ineectenetende planten (ehromo)
Inaeeteneteie
laiallB, Joief. „Ala men ood wordt".
Italuutehe letterkandigen
AFBEELDINGEN IN DEN TEKST
Hanekam, Gewone
Hangwei'
Harder .
Haren det planten (10 lig.) . .
HatingfiaMnen, Sprot en Haring
HaringriBteheti, Chanos aalmoneus
Hark (w>peiik<ui*Ie)
HanooniM. Fig. 1. HoDdhannonica.
Hanoonka. FIg. 2. Glariumuoniea .
bU.
Harmonica. Plg. S. ElaTiertuurmonlca . . 4S
Harmonica, Chemiaebe 44
Harmotoom 45
Harnaa 47
Harp (w&penkande) 48
Harpoen 50
Harpy 50
Harpj (wapenkoode) 50
Hort 57
DigilizedbyGoOglC
AFBBELOINQEN IN DBH TBK8T
blï.
Hutaehild (vftpenkiuule) 69
HaÖior 85
Huelworm 111
Haienlip. Fig. 1 Enkele haienlip .. .. 111
HazenUp. Fig. 2. Dubbele hfOMilip . . .. 111
Heden fielu 122
Hefboom (6 lig.) 143—144
Helner-Kaara 146
Hetnetk. SeheepeeleTatoi te Fontiuettes ■ ■ 146
Heinieraiik 149
Heiite "4
Hdiometer 189
Helios 190
Heliostiut 190
Heliotroop 191
Heliotropiom supinam 191
HellebMKl (2 lig.) 192
Hellend vlak 193
Helmen (15 fig.) 196
HelinkTaan 199
Helmstok (wMtenknnde) 200
Helmteekeos. Kon. Ned. helmteeken . . 201
HelobiSn (5 lig.) 202
Hennep 232
Hennin (2 %.) 234
HephaestnB 238
Hera Farnese (Napels) 239
Ilera. Fig, 1 240
Hera. Fig. 2. BarberiniBche JoDo (Rome,
Vatieaan) 240
HeradeB Fainese (Napels) 242
Herkruist (wapenkonde) 25Ï
Hermelijn (wapenkande) 262
HemelijiieiL kruis (napenkunde) .... 263
Herodes den Graote, Mant Tftn 266
HeiodotuB 267
Heronibal 268
HereeDzeuDweD 273
Hertketet 281
Hesperiden 298
Hessen^ Wapen Tan 802
Hestia (Vesta Oinstiani, Bome) ., .. 307
HoTcl (2 fig.) 315
Himation 340
Hippogrief S48
Hipposandalen 349
Hippuiites 350
Hittedraadinstrnmeateii (2 fig.).. .. S5S — 356
Hoetblad fTaMilago Farfaia) 366
HohenzoUern, Wapen van 399
Holenvisch 404
Hondoraa, Wapen van 434
Honigmier 451
Hoofd (wapenknnde), (2 fig.) 455
Hoofdajomng (8 fig.) 457
Hoogtemeting 467
HooiWk 469
Hooischadder 470
Hoorn (wapenknnde) 473
Hoornbleode 475
HooroblikBemafleidet 475
Hoornvisfiehen (3 fig.) 477
Hop (6 tig.) 478—479
bis.
Hopliel uit den Heiointgd 461
Horizon (2 fig.) 485
HoriiontaalBlinger (3 fig.) 485 — 4S6
Hoius (2 fig.) 493
Hontstof. Fig. ). Hfdnuilisebe honttUjp-
maehine 508
Houtstol. Fig. 2. Hontstofmaebine . . . . 508
Hontwesp 510
Huid. bcbematiscbe vertieale dooianeda
door de menscbelqke hnid 540
Hnjgens, B^insel van 585
Hjdraut 58»
HydraoliBche pen (2 fig.) 590 — 591
Hjdianlische lam 591
Hjrgiea 594
Hvgiometer. Fig. 1. HygrDmet«r van
Bronnen 594
fiwiometer; Fig. 2. Hygrometei van
DanieU 595
Hygrometer. Fig. 3. Condenaatieb^R»-
metei Regnaut 595
Hygiometei. Fig. 4. Payehrometet tbd
August 595
Hygrometer. Fig. 5. Volumen-hygrome-
ter van Tajapkwiti 595
Hygtometei. Fig. 6. Baarhygrometer
van Saussure 596
Hygrometer. Fig. 7. Spiiaalhygrometei 596
Hygrometer. Fig. 8. Hygrometer van
Uwe 596
Hymenea ConrbtrÜ 598
Hyperbool «00
Hvpnos [Bronzen beeld gevonden te Et^Aea) &&
IditbyoaauruB 619
Igiiaodon 630
Immortelle, Eongaaraebe 639
IncB. Fig. 1. Inca (14de eenw) 645
Inca. Fig. 2. Tempelralne op een eiland ta
het Titicacameer &46
Inca. Fis. 3. Ineapaleis . . .... . . 646
Ineroyable 647
Indieateur (4 (ig.) 668—654
Indicateuidiagram (2 fig.) 654
Indr» 678
Indnctiestroomen (4 fig.) 675 — 676
Indactievrye weerstand 676
Tngehoekt (wapenkande) 685
Inhalatie (2 lig.) 689
Iniectenr (2 fig.) 691
Injectie (2 fig.) 692
Inkthoorn (wapenkande) 693
Insolatie 703
Institut de Franco 706
Int^raalrekening 745
Interferentie 746
Invalide. Fig. I. Hotel dea Invalides .. 7St
Invalide. Fig. 2. Qraf van Napoleon I . . '^
Ipecacuanha <^
Irridiatie (2 fig.) 7S7
Xsabeau van Beieien, Zegel van 773
iBocratee J^
Isolatie weerstand 781
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle
D,o,l,zedb,GoOgle