Skip to main content

Full text of "Winkler Prins' geïllustreerde encyclopaedie"

See other formats


Google 


This  is  a  digital  copy  of  a  book  that  was  prcscrvod  for  gcncrations  on  library  shclvcs  bcforc  it  was  carcfully  scannod  by  Google  as  part  of  a  project 

to  make  the  world's  books  discoverablc  onlinc. 

It  has  survived  long  enough  for  the  copyright  to  cxpirc  and  the  book  to  enter  the  public  domain.  A  public  domain  book  is  one  that  was  never  subject 

to  copyright  or  whose  legal  copyright  term  has  expired.  Whether  a  book  is  in  the  public  domain  may  vary  country  to  country.  Public  domain  books 

are  our  gateways  to  the  past,  representing  a  wealth  of  history,  culture  and  knowledge  that's  often  difficult  to  discover. 

Marks,  notations  and  other  marginalia  present  in  the  original  volume  will  appear  in  this  file  -  a  reminder  of  this  book's  long  journey  from  the 

publisher  to  a  library  and  fmally  to  you. 

Usage  guidelines 

Google  is  proud  to  partner  with  libraries  to  digitize  public  domain  materials  and  make  them  widely  accessible.  Public  domain  books  belong  to  the 
public  and  we  are  merely  their  custodians.  Nevertheless,  this  work  is  expensive,  so  in  order  to  keep  providing  this  resource,  we  have  taken  steps  to 
prevent  abuse  by  commercial  parties,  including  placing  lechnical  restrictions  on  automated  querying. 
We  also  ask  that  you: 

+  Make  non-commercial  use  of  the  files  We  designed  Google  Book  Search  for  use  by  individuals,  and  we  request  that  you  use  these  files  for 
personal,  non-commercial  purposes. 

+  Refrainfivm  automated  querying  Do  nol  send  aulomated  queries  of  any  sort  to  Google's  system:  If  you  are  conducting  research  on  machine 
translation,  optical  character  recognition  or  other  areas  where  access  to  a  laige  amount  of  text  is  helpful,  please  contact  us.  We  encourage  the 
use  of  public  domain  materials  for  these  purposes  and  may  be  able  to  help. 

+  Maintain  attributionTht  GoogXt  "watermark"  you  see  on  each  file  is essential  for  informingpeopleabout  this  project  and  helping  them  find 
additional  materials  through  Google  Book  Search.  Please  do  not  remove  it. 

+  Keep  it  legal  Whatever  your  use,  remember  that  you  are  responsible  for  ensuring  that  what  you  are  doing  is  legal.  Do  not  assume  that  just 
because  we  believe  a  book  is  in  the  public  domain  for  users  in  the  United  States,  that  the  work  is  also  in  the  public  domain  for  users  in  other 
countiies.  Whether  a  book  is  still  in  copyright  varies  from  country  to  country,  and  we  can'l  offer  guidance  on  whether  any  specific  use  of 
any  specific  book  is  allowed.  Please  do  not  assume  that  a  book's  appearance  in  Google  Book  Search  means  it  can  be  used  in  any  manner 
anywhere  in  the  world.  Copyright  infringement  liabili^  can  be  quite  severe. 

About  Google  Book  Search 

Google's  mission  is  to  organize  the  world's  information  and  to  make  it  universally  accessible  and  useful.   Google  Book  Search  helps  readers 
discover  the  world's  books  while  helping  authors  and  publishers  reach  new  audiences.  You  can  search  through  the  full  icxi  of  this  book  on  the  web 

at|http: //books.  google  .com/l 


Google 


Dit  is  ccn  digitale  kopie  van  een  boek  dat  al  generaties  lang  op  bibliothcckpl anken  heeft  gestaan,  maar  nu  zorgvuldig  is  gescand  door  Google.  Dat 

doen  we  omdat  we  alle  boeken  ter  wereld  online  beschikbaar  willen  maken. 

Dit  boek  is  na  oud  dat  het  auteursrecht  erop  is  verlopen,  zodat  het  boek  nu  deel  uitmaakt  van  het  publieke  domein.  Een  boek  dat  tot  het  publieke 

domein  behoort,  is  een  boek  dat  nooit  onder  het  auteursrecht  is  gevallen,  of  waarvan  de  wettelijke  auteursrecht  termijn  is  verlopen.  Het  kan  per  land 

verschillen  of  een  boek  tot  het  publieke  domein  behoort.  Boeken  in  het  publieke  domein  zijn  een  stem  uit  het  verleden.  Ze  vormen  een  bron  van 

geschiedenis,  cultuur  en  kennis  die  anders  moeilijk  te  verkrijgen  zou  zijn. 

Aantekeningen,  opmerkingen  en  andere  kanttekeningen  die  in  het  origineel  stonden,  worden  weergegeven  in  dit  bestand,  als  herinnering  aan  de 

lange  reis  die  het  boek  heeft  gemaakt  van  uitgever  naar  bibliotheek,  en  uiteindelijk  naar  u. 

Richtlijnen  voor  gebruik 

Google  werkt  samen  met  bibliotheken  om  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  digitaliseren,  zodat  het  voor  iedereen  beschikbaar  wordt.  Boeken 
uit  het  publieke  domein  behoren  toe  aan  het  publiek;  wij  bewaren  ze  alleen.  Dit  is  echter  een  kostbaar  proces.  Om  deze  dienst  te  kunnen  blijven 
leveren,  hebben  we  maatregelen  genomen  om  misbruik  door  commerciële  partijen  te  voorkomen,  zoals  het  plaatsen  van  technische  beperkingen  op 
automaüsch  zoeken. 
Verder  vragen  we  u  het  volgende: 

+  Gebruik  de  bestanden  alleen  voor  niet-commerciële  doeleinden  We  hebben  Zoeken  naar  boeken  met  Google  ontworpen  voor  gebruik  door 
individuen.  We  vragen  u  deze  bestanden  alleen  te  gebruiken  voor  persoonlijke  en  niet -commerciële  doeleinden. 

+  Voer  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  uit  Stuur  geen  geautomatiseerde  zoekopdrachten  naar  het  systeem  van  Google.  Als  u  onderzoek 
doet  naar  computervertalingen,  optische  tekenherkenning  of  andere  wetenschapsgebieden  waarbij  u  toegang  nodig  heeft  tot  grote  hoeveelhe- 
den tekst,  kunt  u  contact  met  ons  opnemen.  We  raden  u  aan  hiervoor  materiaal  uit  het  publieke  domein  te  gebruiken,  en  kunnen  u  misschien 
hiermee  van  dienst  zijn. 

+  Laat  de  eigendomsverklaring  staan  Het  "watermerk"  van  Google  dat  u  onder  aan  elk  bestand  ziet,  dient  om  mensen  informatie  over  het 
project  te  geven,  en  ze  te  helpen  extra  materiaal  te  vinden  met  Zoeken  naar  boeken  met  Google.  Verwijder  dit  watermerk  niet. 

+  Houd  u  aan  de  wet  Wat  u  ook  doet,  houd  er  rekening  mee  dat  u  er  zelf  verantwoordelijk  voor  bent  dat  alles  wat  u  doet  legaal  is.  U  kunt  er 
niet  van  uitgaan  dat  wanneer  een  werk  beschikbaar  lijkt  te  zijn  voor  het  publieke  domein  in  de  Verenigde  Staten,  het  ook  publiek  domein  is 
voor  gebniikers  in  andere  landen.  Of  er  nog  auteursrecht  op  een  boek  mst,  verschilt  per  land.  We  kunnen  u  niet  vertellen  wat  u  in  uw  geval 
met  een  bepaald  boek  mag  doen.  Neem  niet  zomaar  aan  dat  u  een  boek  overal  ter  wereld  op  allerlei  manieren  kunt  gebruiken,  wanneer  het 
eenmaal  in  Zoeken  naar  boeken  met  Google  staat.  De  wettelijke  aansprakelijkheid  voor  auteursrechten  is  behoorlijk  streng. 

Informatie  over  Zoeken  naar  boeken  met  Google 

Het  doel  van  Google  is  om  alle  informaüe  wereldwijd  toegankelijk  en  bruikbaar  te  maken.  Zoeken  naar  boeken  met  Google  helpt  lezers  boeken  uit 
allerlei  landen  te  ontdekken,  en  helpt  auteurs  en  uitgevers  om  een  nieuw  leespubliek  te  bereiken.  U  kunt  de  volledige  tekst  van  dit  boek  doorzoeken 

op  het  web  via|http:  //books  .google  .coml 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ppwiiimwiuivi   .ƒ-■ 


i 


'j'"' 


s>^^- 


95N 


Digilizedb,  Google 


ig^m^^mr^^  ~:  t— -  ^  - 


i 


^\ 


s'^^' 


o^ 


Dpiizedb,  Google 


'.At' 
/f 


'     "" "        "      ""'  """  n,3,;„o",GdÖ^tc 


D,o,l,zedb,GoOgle 


WINKLER  PRINS' 

geïllustreerde  encyclopaedie 

TIBHDB,   HERZIBNX   EN  BIJQBWXRETB  DBDK 


I-I 

^  D,o,l,zedb,GoOgle 


N.V.  Boekdi.  T/h  L.  van  Nïtterik  Hm.,  Leiden. 


DigilizedbyGoOglC 


,.n,.„^WINKLER  PRINS' 

GEILLUSTREEEDE 
ENCYCLOPAEDIE 

YISRDE,  HERZIERE  EN  BUOEWERKIB  DRUK 

OHDXB  BOOrDBIDAOnX  VAH 

HENRI  ZONDERVAN 

HST  IRDEWEREINa  YAH   DE  YOLQBNDK  BITBBISKSSEDACTFl  DBIH 

H.  B.  BuuTOBT  -  Dr.  J.  W,  Bkzkhan  -  Dr.  J.  Botkb  -  C.  H.  Claabbmh 

Mr.  P&.  Falekkbdbo  •  L.  tut  Ghbsbkbgkh  -  J.  Hbideiu  -  B.  Hslwki 

E.  HnoasHRiM  •  Cr.  't  Hooft   -   J.  J.  Hcmiuii   -   U.  D.  KnsiB 

Dr.  E.  B.  KnuBTRA  •  F.  K.  van  Ohmkh  Elokek  -  Dr.  A.  tan  Rossn 

Dr.  J.  A.  N.  Khotixi.  ■  H.  A.  Kboes  -  Leo  Lauxb  -  Dr.  W.  J. 

LsTss  ■  Dr.  I.  MmiDCLS  -   W.  G.  A.  Ukucb  -"Ur.  E.  P. 

DB     HOHCHT       •        J..  H.     MÜLLZB  HlBlUN     RuiTXBS 

Dr.  T.  P.  Sktensxa    -    G.  C.  Spknqleb     -     J.   Ikibh 

STBnuwwn    -    P.  G.  VuBTAirr  Tuckeb  •   Hr.  A.  J. 

VLneniTBABT  -  W.  di  Vbhiii  -  A,  W.  WEissiiAir 

en  vele  andere  geleerden  en  Bpecialiteiteo 


NEGENDE  DEEL 
Handwerk-ltalla  Irredenta 

Met  6  kaarten,  8  gekleurde  en  24  zwarte  buitontokst-platen, 
en  191  afbeeldingen  in  den  tekst 


AllSTERDAM 

UITQE VEES-MAATSCHAPPIJ   .ELSEVIEB" 

1918 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


E 


■audwerk    en    bMBdwerkan^ToiMM 
wocdam  rnktmttmoMmAiktUgeoMikaB  met  d« 

to  afe  MD  omk  oog  boot^i^cJök  met  de  land 
vk  met  «unMKKgs  irarfctuigea  wondt  bednvt^ 
Itt  xomi  fltaalbaMtioacftniKBmi  im  ie  4e  b»- 
\aAaÊ»  4n  wmmte  tMOthratk  an  ieioiiMki^ 
vMbttd  «en  MtdeK,  ie  lMtoi.deprodMUeT<»m, 

«n  wt*B«im&tinMr'--'— "-'  -^  ^- 


ntout 
InÖlTan 


Hat  iMMhnil  «f  bat  anbadtt  ia  hetbedng) 
iita,  £e  al  of  niet  geholpen  dooi  üqu  kiiedit«i, 
-TOOI  agea  riateo«B<mlwateUia«nadeBafaMaw 
adtoailtaMrtilwhn  miAt  en  — i  daten  aflerert  net 
bjjlemrisg  Tan  de  giondatof.  Het  MnbMU  ol 
haadwefk  ia  dM  en  ilMée^f.  In  étaa»  na 
iga  4e  nMftUrïeedennalMt  of  ■Meedannaafcalar,  d« 
hmo&a^ikee,  ^  faiteritiltfer,  4a  tMnmennMi, 
metadaar  ot  atneadoor,  d»  maatiehoenmalner  en 
soarék  andarg  jjaj^noone  haodwetba-  of  (nd^chto- 

Z^'  bloeitöd  faeefl  bet  «mbaobt  of  bandweik 
ook  in  NedeiluKl  «Aad  in  d»  gJUetJid.  De 
nitoet«>iitf  duFraa  wae  téh  gedniende  «evwaa 
aan  bet  Bcbiartwt^  van  bet  gttde  gthiMiea, 
dat  de  faeoef  enaan  no  «enieUde  ö«k|t  «f  mo 
verwante  fceikn*eQ  samenvoe^iie  lot  gcnte^- 
«qhaf|»i^fcg  bebaittgiiiig  itaaaet  beUoMn  t«gNi- 
orer  allei^  <li«  aan  hun  lieddifMDMHoolie  wJMen 
tonwn,  tegcMrer  de  «wertMM  an  lells  ieeenOTM 
nnfatie  ooDOHmntie  in  «ig«n  kniag.  JinK  bet 
gilde  OHUikte  het  mogdi^,  dat  aJle  ikandwerka- 
of  amliacbtapatoioow  «en  faot  en  aekei  teatiM 
aan  bonaen  beroefMaifceid  oDtlfenden,  m.  a.  w. 
dat  het  «aotel  patroou  «elj^ea  tred  hi<M  net 
de  baiioefteQ  der  aJaemtfa,  en  dat  veider  Keriuu- 
derd  nvci,  dat  eooimwe  patfoona  >idi  yafij^ten 
ten  kioate  na  andeve  oeroeftAroedera.  Deoe  om- 
atandigliedNi  doen  d«  giUeonfeo^  oog  m  den 
tegenwoocdigon  tj^  zoo  Muriokkd^  achgnen 
TOOr  -T«fe  lUne  pA^vone,  die  löclen  andeT  de  coo- 
«unentle  met  de  grootiodnatfie. 

Uet  de  ofibatGiig  Tan  den  gUdadvMig  ten  on- 
aeot  in  17{l8  «laat  oog  w«l  nM  liat  doodaaw 
TOOT  bfOt  bandwei^  of  ambadit,  maai  wordt  de 
mogs^jUieid  «eapemr,  dat  de  badiiJTen,  die  tkw- 
flet  üeA  wtrtiMMkd  gebied  daarvan  Toimilan, 
noBaaineifaHMl  in  hiafai  Tan  de  tabriefaoörer- 
-  heid  oTergaas.  Ia  weAeiiiUieid  werd  ie»  «n- 
lent  ia  deo  aaonrang  der  Ifide  «enw  van  daae 
dooi  de  wet  gebohn  gtfagenbaid  geen  gebn^ 
gcmaaisL  Het  mstmAt  Ueef  tot  ki  bet  midden 
diei  eeoir  ttfoa  faot  gaheeie  gebied  beitrjiken,  dat 
iHt  TiMget  fMbtenahad  beietea.  BinM^  eA- 
ter  ToaA  ook  de  atoooÉndrt  t     ' 


n  ieA  van  ^n  afiet  daar- 
ma  moeat  afataan.  Broodfabriebn  weidBB  ofige- 


kleedioRoo&Ieotiie 
i«  WMd  een  gax 


ftoedoamaterii  ai 


kaebeb  m^t,  gean  pottehaUDei  meer 
pottea  <i  pÖpeB,  ge«i  mnm  meer  laken  «<  atol, 

^^---  ------- 

ij]'n  FTOorweqMn  m 
f  ie  ffowoiden  of  woaden  in 
miMei  van  thnisweifceiLde 
ari)eadwa  gamaakt. 

En  *oA  il  bet  gebied  van  het  {haadwerk  aaa 
den  andeien  kant  wedneoa  aan  bet  gmeien.  Da 
aoMomalie  mat  da  gnmtioduMtine,  «oer  aoover 
het  gawooe  goedüMi  T«a  dagelgkadi  gebruik  be- 
treft, ia  Toor  bet  «anbadtt  doodend  gewseat;  naai 
de  artia<ick«  piodnetia,  bet  kvoatAmbaeht,  ia  lün 
uitahuimd  twrèin  gewtuden.  Dit  TeraebvDMl 
doet  liib  vooT  in  leer  T«k  lakke«  laA  bedrat, 
in  de  manbdfÉbriealae  wo««i  ala  in  de  aarde- 
«eik-nÖTobeid,  in  de  kofterindoatrie  swwel  aJa 
in  bet  naken  van  vloeiUeedMi,  in  de  boebbiBde- 
rf  soowd  ^  (D  bet  T«nai  en  batiUen  van  qj- 
de,  fkweii  en  k»toen.  In  al  doe  takken  vao  be- 
dt^ en  in  vele  aodem  lal  de  tabiwitt-  lA  de 
grootioduettie  in  bet  algemeen  niet  knona  y<A- 
doen  aan  den  «naak,  aaa  bet  kunatgevoci  vm 
hen,  dh  de  middekn  btoJtten  om  neb  met  de  ga- 
wone  dagdjitadie  Teibmikaartj keten  niet  twre- 
den  te  atelïaa.  Voeg  daadny  het  oode  temin, 
waafop  bet  ambaAt  cm  deaellde  redeBea  otm- 
wnnaar  ia  gebbrea  (heem-  en  dameMuaat-klee* 
demoabeiq,  ^neie  bioodbaUerÜ,  aaikenbakkerjj. 
bet  tak  van  modbte,  enx.^  en  men  kan  begröpM. 
dat  «:  nog  de  nden  ia  om  aan  te  nemeo,  dat  d« 
toekomat  tOor  bet  ambacht  oiet  dnieter  ie.  Voor- 
al «Ut  dit  Toet  Nederiand,  waar  in  den  kateten 
tgade  bew|Ko  qfn  ederefd  *iii  een  hcrieTiag 
van  het  ambaebl^  en  ont  üeb  ia  dit  opndit  met 
de  andere  beaebaafde  natiee  geroet  mag  meten. 

HMidwwkaB,  ia  dan  meert  nitgehreiden  «n 
TMi  bet  woord^  emvaUen  al  die  weikmeenbedea, 
die  tot  bet  TemanÜgan,  bemteUen  oi  verMeren 
van  nattjge  ot  hnoroorweipaD  <Ke«an,  lootb 
naaam,  bi^area,  bleien,  maaen,  atoype»,  hiÉen, 
knoofWD,  hrt  laivaai'^gen  van  genaaide  en  ge- 
Uoate  bant.  haodmeMa  ens.  Tot  da  i«.  nwtti' 
ge  haadiKiken  bdioort  bat  vervaajdigen,  ook  vet- 
steUte,  v«B  Ueedingitiéiben,  tafd-  en  bedhnen. 
tot  da  fraaie  de  veteiering  daMvan,  met  inacbt- 
neming  van  bet  dnl  en  itet  maken  van  taxe- 
voonrenien.  De  nnttige  bandwerken  woeden  ia 
booUnak  onderwesen  op  de  lagere  scbolea,  de 
Toortiettiiig  daarvan  en  de  fnuie  ofi  de  mid- 
dslbare  en  vi^ediolen.  HndireTken  baa  man 
Teoravdigea  van   aan  beataaode   »(ol   met   eea 


DigilizedbyGoOglC 


I  l)estunden  ditad,  •ooah  bid-, 
kuik-  «n  kaaoptmk.  TcgeBwooidlff  woedt  op 
taoMagt  Mdulv  ook  •■■  jtngeiM  naodirriffli' 
dunrjfs  gfetHUL  ^MktSjt»  bonknuMb  irovdM 
beel  TW  oooT  suub»  gmwiH.  Vow  <to  «pki- 
db^  tet  óe  aatnens  «oor  «Ie  «etn  inKifK  ea 

nfadriden,  «tco^  Iqi  pulindieMii, 

KfttM.   Lmtretu  vom  dar,   em  N( 

MdM^(ÏMl4^  dm  lOdni  JaooMi  K17  te  Oent 
Mbcu«o  en  aUMT  den  fideo  Atigaitaa  16B$  omt- 
Men,  admel  «VImmdmIi  Reebt  d«t  ie  eoetaatMi 
«B  de  iiinHii»,  sedeeneteenl  iöj  de  OnTni  es  Oi»- 
liMten  f«a  V)MM»l«nm  ent."  (IM4),  ia  bet 
bxff  Legrand  «n  te  Kanerak 
I.  iHjj  ^  b^nren  i«  dt  St. 
Dt,  iwini  THieffei  een  Tianege. 
]ag  i^  op  xj)n  serk  wu  gArikM. 

■MlclMlk  BOMttt  men  dim  balk  in  dan  dek- 
iteel,  wette,  emeli  de  tModfaelk,  btmnotMl 
kemt  to  Üggi»  en  tasedica  dnni  heMta 
"i  tot  TeieteiUng  der  «pniiten  wofdt 


niteMwaï  in  17D9.  i 
USmïnMQ  te  Oent,  n 


t  woord  hMtebeHMD  «wnrkeini. 
KMisbarc,  iJmttft  BomAuMu  vm,  iMnebop 
Tan  Stoien,  «en  B.-KaOolieke  ««MeMda,  dea 
J7deD  Jani  18»  te  Thm  «o  AHtfn  «boieiit 
etadeetds  te  11  Oaiiieii,  TCrioeag  ia  1889  de  pciee- 
terwöding  en  «n  fcetscma  ja»  de  doetenle  wear- 
digfaeid,  waan»  taj  ia  1640  aan  de  mifMMiteit 
te  MSnéhen  «9"  «en  ofwade  «ver  eieMee  dat 
OudM  TeetaoMBto  en  OoateMdn  tebn.  In  1941 
werd  h^  baitengewooii,  in  1M4  gewoon  hoog- 

1___.  —  j.  u 1 — ;.  ^u  yf^  t L 

1666  wei 


I  Room 


den  atnM  «nrde  OBfeiOaadwid  aetiMudt  hq  ikk 
■anTaakelqk  aan  ds  >jide  dw  tegenttandHs  tba 
bet  nieowe  leetetnk,  doA  onderwierp  litfa  daei> 
■aa  ■•  de  afkondiging,  in  1672  werd  hii  Mfftuy 
•MO  Spiera.  Hn  o«ei£>ed  «Umt  dan  8l«lan  Htï 
1«7«.  Tot  s9n  bdHigi^kate  geaArilten  beboo- 
nn:  „ReUgJAi»  AMratOoMt  dar  Hebrier"  (3de 
ink.  166S^  „GeaehMite  d«r  bikÜMben  Offenba- 
mng"  (4de  Aak,  1876,  uügnj'""'  ^oof  Wtm- 
kart),  „Znr  EAemttaiiMue  ve»  Ibn  Siu  nnd 
.Ubertvt  Uagnii^'  (1666),  „Oimoet  S.  Hippoly- 
ti  nriMee  e  eodieibiM  Romania»  (1870)  en  „Dea 
moiUfiHaciw  Xriegacedit"  (1671). 

WtlflIOM.  LoweNc,  een  NederiaodaA  aahil- 
det,  den  I4d»  J^  18»!  te  WondridMni  gebo- 
m  en  lUaar  den  9den  FebmMi  1905  omledea. 
WW  «en  leetüog  ven  O.  Enuttitait  en  B.  O.  Eotk- 
koefc.  Ben  laodhdiap  Tao  fa«ai  bevindt  aieh  ia 
Dordrecbte  moeenm,  en  «tders  in  bet  gcowen- 
tcawBeaD  te  '«-OmreDiuige  en  bet  B^kmneeam 

■«LiMltotmi  noemt  nwn  de  aaiiiÉiangen  vu 
de  door  Aboe  HanUa  (f  722)  te  Bagdad  gaetidOe 
MBhteHiM»!,  die  ia  Teikve,  lUddet-AaW  en  Voor- 
ladiS  de  beeiMbende  «•  <o  naar  liet  gebied  waar 


Haiaia   weAiaam    waa,  de   I , _ 

wordt  iB  tegnetalüis  M  de  lledineiMèe  vm 
Ualik.  Bauta  fanhtigt  bet  txgïneel  tan  den  Mj, 
d  i.  Tan  de  rrqe  TwetMwMüke  meeninmToiaüBg' 
ala  maddd  kmh  de  reditaontwikkeling.  Bet  meeit 
geraadnieegde  banAoek  irao  dit   recfat  ia    bet 

Bnnnkuit  -- 

planteagèeleeht    i 


nü  de  fMniUa  dn  Awtanmta- 


ia  tr^iedi  AoalnliS.  De  Tnwfat  l 
TOnnige  Ndea;  t^  ^xiogt  met  «en  dekeel  OpM. 
De  etMq>w  ie  koit  en  Teareen  2-  of  84ablwMi' 
eteofMl  Tonnen.  De  mecMraden  ion  aan  dea 
befcer  aainengerao«4  ^  bdmdr 
.  Het  UoenMÉ  ia  dnvrlieMg  e 
ren  nUewde  edndilaM]]- 
AoMMM  (c  erüfate  11)  a 


Japan  en  ChkH,  faeelt  node  of  g^  Uomm& 
en  woedt  bg  cna  eia  aietptaat  aan^week^  om- 
dat cön  faloëiwfM  den  aanleg  be^C  o*»  ^  ^- 


Modat  vi  ah 

nekMn  geloken. 
DeOelMM-' 


In  de  mode  gekMmen.  Oe  ploinmoniüge  tnoaan 
T«n  deM  kooMa  tój  perimaaten  nog  mooier  vt 
dan  de  min<anaA^  nMnauncbtige  pkiimea  Tan 


0M,  <9  ±  1  m.  bo- 
ven de  fdifttMi  aaa- 

denaidlBteBL  De  TM- 

awerdeiiiig       denr  Oewone  hanAam, 

knndMfatigie,    Mn-ja- 

rige  pUnAcn  geocbiedt  tatdottend  don  aadBO. 

Bianl,  (hutm  frimineh,  een  Dütadi  lecbte- 
ffdeerde,  den  Men  Oetobcr  1793  te  Lei^  ge- 
boren, beioebt  de  boogeaduian  te  Upag  en  t» 
OHtii«en  «n  imtigde  üch  ia  ijio  geboorteplaale 
ala  prrvaaAdoeent  en  weid  aUanr  in  1881  boitea- 
gewwm  hoosleeinac,  JniondMbrid  beeft  h|  ücb- 
btoDoid  M  de  opeporing  en  wMideeiiDg  der 
bronnen  nn  bet  Homeenadi  iték.  Oedocend»  7 
jaar  doonnoneUe  bji  de  wxunMmtte  boAo^ 
in  ItaÜê,  ZwitMriand,  l^aafavk.  Spa^  Porto- 


DigilizedbyGoOglC 


aWBL— <HAiNOfiK. 


btonta 


gal,  T^i^iml  «n  da  NednlaoifccK  en  tla  Tiaebt 
"         '        '  '  iSn:  „Oabtlogi  ti- 

n  bibUfttbeüs  Oal- 

(1^),  JMmmmom»  *>• 

mÏDonMn  mto  «ontliaTCimu  i>etenim  jnrit  RooiHii 
intwpnitaim,  qoi  gkNMtoiea  Tocutnr"  (IS84t, 
,M^fta^  «KWDMH  ew&ós  'RtemloöHii"  (1634), 
„bMectt  MKtona  «nlo  JDdwicsoin"  (18S6)  en 
„GmÉMi  OiegOTtMii  et  «odiaü  Heimogenüiki 
fngOMate"  (1695;  hmt  36  huNMuUten,  1987). 
ffiècw  Toleée  esn  T<dle<yg«  kntuebe  nUmTa  nu 
dN>  „Codex  lluodQnHHw"   (1639—1642)   uu 


M 


mi,  lUjociuii,  Stnd,  AuttMoii  (1U4, 
hisdNiuilleft)  en  de  „XVXn  MutibiÜDDw,  <)au 
SiimoadM  edidit''.  V«idar  knwde  bg  een  nitga- 
TC  der  yiLa  Bomen»  Vïeieotbaiam"  (1649,  oue 
7(t  liAiMkcliriften),  ■lane£  een  „C<h^  kgum 
all  impenrtwitnH  ran«tie  ai^  JnaÜniaawm  k- 
teran**  (1857—1660)  «t  ,^aUaai  «itome  ktüw 
NoTeHanm  JgetHMui"  (1873).  la  1636  wen)  hij 
met  in  UtA  tmi  Qcrbaad  Itenaemd  tot  gewoon 
hooi^eataar  te  htifme,  «aai  bg  dea  16iieii  Oe- 
tobei  1678  orcdeed.  Na  igo  dood  Ued,  dat  hq 
ign  titiiaSbeA,  «aado  haodcahrifteo  tmi  betee- 
kenia,  aao  de  imiveuiMte^iiUkxtbecè  had  m- 


ereneeoB  era  PMbtagefeende, 

te  Leipiig  geboren,  stndeade  te  Weenen,  Leip- 
■ig  en  HeMHbew,  piMmweMde  io  tgo  g^raorte- 
pUate  en  natiffte  aiA  in  1658  aldaar  «b  pri- 
futdoeent.  In  1I66O  ««id  h^  boitengewooa  üi 
1682  gewoon  faoogleenaT  in  de  ncbten  te  Eo- 
nHWneiKeD  en  Teiink  in  1663  in  taaMHenoem- 
de  MnUwg  naar  Ski.  Eerat  wu  hij  lid  van 
de  Nationale  VeneoÏBiw  io  Sleeawgk-BoUtein 
».    .,.    .__._  .._^__. ^  ,jj^ 


Fraiaen,  medeofviditer  lati  de  Ubërale  partjj,  die 
in  1867  bem  wowd  tot  £d  mn  het  Bnia  van  Af- 
gevaaidigdan  ah  tot  Ud  tm  den  Rökadag  he- 
Doenuh^  waar  hg  aiiAi  -RNgde  hj)  de  F«rtaeuitU- 
mrtg.  bt  1674  wesd  hg  ne^pceatdent  van  den 
Bglüdwea  in  1676  Tan  bet  Sm  ran  Afgoiaai- 
dïMea.  Bji  den  aanvang  der  B^edagiitting  na 
19?6  wwd  eerat  niet  bg,  maar  LMw  tot  TÜe- 
pteaideiiit  gekaank  «k  teen  hj)  na  bet  bedank«D 
na  IAm  tod)  gckosen  laeid,  weeë  iq  deae  waw- 
digheid  van  de  hand.  Bij  de  beiaadiihgiag  orei 
bet  eoiiipraniie  tnaaehen  4e  legeenng  en  de  oalio- 
naaflibenlan  orer  de  wetten  op  de  redttabedee- 
Ung,  beaebnUigde  hg  (20  Deoanber  1676)  kaUt- 
flenoemde  ^nn  ootaonw  aan  de  libeiale  tweinae- 
fen,  wat  bjj  op  den  Bgkadsg  (10  Januari  1677) 
heibaaUe.  Om  di«  reden  werd  hij  ook  niet  ber- 
kra»  tot  viefrfM«adant  tn  bet  Huis  van  A^ 
vaardigdni.  Na  dien  tgd  wae  ijjn  boodioff  meer 
fliemati^  Bq  de  TenUnisgen  in  Jnli  1878  werd 
njj  in  ds  districten  Kiel  en  Berign  gikoaen  en 
amtaarifclB  het  mtadaat  voor  eerstgraoeud  dia- 
triet.  ia  J6M  di^de  hö  er  in  de  ForterfKiUa- 
pa<tg  met  de  MOgnaaoue  Seeeaaianaeteo  aamea 
te  emdton  tot  de  Dwtadwrrgzinoige  partg.  De 
iwen  1668—1696  had  'h^  eeen  littinff  in  den 
Rgkadhg.  Van  ign  «eethriKen  T«int«Sden  wn: 
J)aa  Bmrtiaawteai  <£a  SarihaenepieBek"  (1858), 
"    ■  ■  ■  " (16Ö2), 


„Die  Garantie  der  OrosMnlcbte  in  8<hkawig" 
0804),  „Da«  Retbt  der  Enrtgebort  in  Sebtemrig- 
BokbeiB."  (1864),  „Znr  Frage  der  etebenden  0«- 
blèëww-'HaUeiD"  (1670-1878,  9  dln.), 
■mn  dentMiMn  StaataDeidrt"  (1673— 
----„  tfim  Xaiaertom"  (1692)  en  ,JDealaehM 
StaatraeAt"  (169^  Met  £«ue  adueal  hQ:  ,J)ie 


UUeiD 


OesetageboDR 

krwieWD  VM 


a  fiber  I 


(1672). 
MUMVOOt  el  Zcamblod   (Aagopodmm  Pod^ 


tmoown  wefig  tiert  en 
mode  mntcMokkea  tot  de  batige  cnkwiiden 
beboori  Zjj  behoort  tot  de  fanüiie  dv  Sckerm- 
bloÊMigen  (UmbaiHertn}  en  haar  Uoem  beelt 
Ksel  yta  die  van  wUde  cenTei  Toette  drawt  ig 
dobbel  34aUig>e  wortelUademt  n>et  breedajMg- 
werpige-  «keode  Uaa4}ea  en  Stiflig»  ateogdUa- 
deren.  —  Baufoot  ia  ocA  de  n  ~    ' 


__  aangetn^len  en  tot  de  bnilie 

dw  GrotaeN  (Orombuetm)  bebooitt  —  Terdw  en 
Tolfcanaam  Tin  de  Ztknal  (SaUwvwio  htrbaeta) 
van  de  WattrbexU  (Ctmmmm  fiUmtn)  en  nn  de 
Boto-Uoeai  (BamttMubu  aeer). 

BMMveot  btataat  nit  een  te  kmd  atannde 
paal  en  twee  srfMocpalen,  die  door  middrf  nn 


(tegen  aanTann)  Tan  bmggen  en  ahiMD.  ! 


WnnWftnnrtr    froi 


«en    Dnitadi  lètiM- 


craal,  den  24aten  lla^]604  te  Bawniain  in 
BeiMen  ceboran.  ^  heeH  TeraamAngen  Taa 
^togiaSadie  aAeeUIngen  gelevai^  ontkend 
aan  de  OljptoUieek  en  <k  PiaakotheA  te  Hfln- 
«bea.  Hg  orerieed  ahkax  dn  16den  ApiU  1677. 

BMifatftBtl,  ITorie^  een  Doitsehe  cpei»-ian- 
gerea,  dra  8(Men  April  1646  te  Breakn  gnbiuen. 
waa  leeittoee  laa  Andina  Fiordoi-Oarei^  debn- 
teerde  in  ifitt  aas  bet  „TbéUre  IjriqM"  te  Pa- 
rga,  ging  met  bet  oltbieben  lan  im  YtoêA- 
Daileehen  oodog  naar  DttJtictiland  ea  wetd  in 
1871  aan  de  boiopeia  te  Stntlgwt  Tobonden.  In 
'1676  meakte  «g  Mg  uuntaoiea  1»j  FatHHMtaj 
te  FlweBea^  hmua  in  1683  aan  de  «pem  te 
Pmaikfort  en  weid  in  1605  iMgletrarta  aan  bet 
eooaHTvatOfinm  'ran  Boek  tUmi.  Sedert  1887 
woont  tg  te  UOMbea.  Zjj  acfavetf:  „V«ne  Letv- 
weise  dw  OeaMw^met"  (1902). 

Mnnvbrnc.  Zie  Bmg. 

■navMI  *"  opAoii^ni  oocnU  loen  een  haode- 
ÜDg,  wanrt^  de  dood  Tereonaekt  wordt  ioor  bet 
dittitenocna  twi  «en  strik  of  itrop,  om  den  hak 
mi  dengene,  4&e  gehangen  moet  worden,  aan- 
geiuadit  en  niet  bet  wtónde  Taetranaakt  aan 
«en  galg.  Wannen  on  alle  ateoneek  onder  ign 
Toetak  worden  we^eimDei^  geediiedt  bet  ditbt- 
inoeren  door  de  awaarte  van  bet  bangende  li- 
dtaam.  Bet  hangen  ataat  doe  oelj^  nel  net  wor- 
gen, In  beide  geraUen  w«adt  de  afvocs  Tan  bked 
Tan  bet  bofrfd  taara  de  aderen  Tan  deo  bak  be- 
iMomerd,  terwgt  de  ebgadeicn  ateeda  Uoed  der- 
wanrte  ToenD.   Bet  gmolg  dsArran  ia  al  aeer 


DigilizedbyGoOglC 


SANOES—aaSJA. 


qmwU^  bemwtielootiMid  en  Mbennw  d«t  btoad- 
TCton  u  da  faeManni.  fficnfeoE,  Teel  iDeer  dn 
dmv  bet  bdettMder  ademludiiig^  wonUdedmd 
TCooonMU.  I>e  dood  iriHdt  bg  tendMateHuwen 
door  dm  berf  ia  aocniDiee  lenden  beapoedwd 
door  «ea  pVriaeUnge  «Mmattog  t«o  Iwt  booid 
dn  gAÊo^atBik,  weart^j  de  2de  faaleveTTci  mt- 
««i(£t  en  het  nmtmng  b«deedigd  «ofdt.  Er 
■gil  geen  lii  jiimMiii  i  iiiiimI  iiii.  die  aeorw^n  i>t 
ieoMnd  ekh  hV  opgeliMweB  beeft  ot  door  «en 
ender  owdongen  m.  Vindt  mm  «en  gehangene, 
dA  ie  bet  nik  in  de  eeiste  f^Mite  den  atrop 
door  t«  «&i)den  en  toe  te  aühoimn,  aUe  eng  ahu- 
tende  kleedenn  te  yerwjjdeTea  en  lOO  qioedig 
iDoeetgk  da  «deodi^iog  te  faetaMfen.  A)  gdnU 
dat,  itóib  lijsi:  difcwgb  '  ' 
nd^iieid  de  gmctgtt 


Hanir-laolator  w  eea 

aohe  gdeidiagMi,  die  oiet  op  iqd  bercetigiDgs- 
nnt  steunt,  ocMfc  er  aan  onehutfen  ie.  De  (Me- 
ilied gMi^Bg  4mb^  «p  lOM  Mvrt  wew  on- 
der aan  dto  ieolatOT.  «ewtai  bestaat  de  ïsolaA)» 
uit  iiiiiilsitiiifi  deelen,  almadeilfbe  toohtoren, 
die  onder  elkaar  ign  opgehHigen,  sootbt  ae  een 
betting  'Toimen  met  de  ieolatoren  «ie  edudielat 
aan  de  «ndente  ecbikel  bangt  dan  de  geleidine- 
HeD  epwikt  ook  wel  tw  keltiHQ-uolatoren.  Ia 
h^Awn  t>et  groote  voordeel,  dat  mwt  een  leliakel 
Ma  de  ketting  toe  te  voegen  de  eleetrisdie  mn- 
_,__    ._^__    ^_  ^^.^^^^^^  beetawf  is, 

'  Zie  ook  Sta)<rüe**  M^a 


iiHW,   wantegen  de  éaolBtoibettiiig  ) 
venoogd  "mvSL  Zjj  wordeo  l^  aeer  boege  s 
i^Dgen  toeg«Mst.     Zie  ook  SieeMieA*  Md 
wearbg  aAeMdfa^n  i«i  afzonderlgbe   adiakeM 
van  bettjng-iaoteown. 

MaDSmat  noemt  men  op  eebepen  een  stak 
i^doek  ter  ten^  van  2  en  ter  breedte  tan  1 
m.  en  aair  de  uiteinden  tmi  seheenliJDen  zooda- 
nog  opgéhMgen,  dat  het  aan  booad  dK  BAet>en 
een  gfaehifcte  elaaj^ilaats  Tomtt.  Z<dk  «en  hü^- 
mat  UMt  b^  bet  «dhonnMiea  van  bat  raartiug 
in  een  Mboorlökiea  stand.  In  de  tropieohe  laodeu 
gebniifct  aten  de  hanfFmftt  ook  (>p  net  Und.  Zg 
wondt  tiHiMnahvia  of  ut  de  open  kicM  mlgeepaa- 
oen  en  TeveAaft  een  hiebtlg«  Toaipbatt.  De  open- 
gemnen  luutgaMttea  dooi  Iw^ïdcd  wi  On^ana 
TMiWMdigd,  ^  meeateratakïen  van  kunet.  In 
bet  wond  hangt  men  »  op  tiia««heti  2  boomen 
en  doet  dMtooder  «en  nrar  sneulea,  *oodM  de 
of>etü|"Bde  nuk  den  roateitden  letaiger  tegen 
mnekieteD  faescfiennt. 

■anirtt  (Finecb  =  ffonifcMieinif,  een  stad  in 
het  FÜMtdie  l&n  NTlaiM^  ügt  on  bet  Z.-einde 
VBU  een  achieieiland  aan  de  epotnatlD  Hrrtuge — 
HangS  en  telt  (1909)  6866  imroneTs.  Hen  nwU 
er  een  haiT«o,  een  seebad,  knendigen  handri  en 
stommaptTeririndin^  met  BelKOgfora,  A^  en 
StmÉ^xAm.  Jaarlqke  loooen  meer  dan  1000  B<^ie- 
pen  in  en  uit  In  de  nw^^beid  Teceloeg  Vtia  de 
OtooU  m  1714  dfe  Ztreedaobe  vknt  ooder  Bh- 
retukjeld.  Op  de  ziude^ke  eiUadea  staat  een 
Itehttóren  n>et  iwsterkingen,  die  in  1854 
woeat  werden. 

Muicvluiten  noemt  men  planten  met  han- 
gende  t^<  '   "     "  '  "  "     '  "   " 


1  ranken,  die  frttr  den  nai  r 


n  Uoempot  beeiriiaogen,  welke  leatate  aan  koor- 
iit  ia  «Dcehangen  of  op  eec  stander  ia  gcfitaaist. 
|oa,  de  faooi^dants  der  CfaiMesclM 
'  'm^,  ^  <ip  80*20'  N.Br.  «n 
'.  Q.,    op    dn    InkmaeNr    mi 
den  TdentMMfciang  inde  Baai 


pni 

ïao" 


van  Qaiigl^kio  «n  aan  bot 
KeiaenkawMU,  didit  ^  de  «sa  drie  ^dent 
donr  beqgen  omringde  Slboe  (WestMe).  Het  is 
dooi  «en  boogen  mnnr  omgerea  en  lelt  (1911) 
850000  ianreiwn.  De  stad  beeft  naowe,  doch 
geplaveide  atraten  met  kWne  taiisen,  tele  mooie 
wükeh^  tsktgke  moekeeSn,  «en  Tioegere  Eatbo- 
lidDe  keik,  ttHuw  tem^  der  asegedia.  De  i^/it- 
en  gobdbsofawtiUiri^n  met  mat»  wFotnreqke 
arbeidateis,  q^  de  grootste  tmb  CliiMk  Kurael 
wordt  gednrcn  in  zgde  en  pdaweok.  F-*'**-**" 
was  tot  1276  de  leeidentie  der  Boengihn 
der  deo  naam  Lbi^c|Mt  ot  Eiogsie  C 
ooidegehaTien  tw»  tSm».  BtA  »n  -" 
'  |a|MibBatd<nig«TCeT  2  000000  ■ 
ten.  De  bamn  werd  m  1696  ti 
hutdaebeo  hand^  «pengesteU. 

Hauwcrk  tM>emt  men  io  de  bonwtamde  de 
bootreifibding,  'die  dae&t  om  w^  ciriinton  mot 
één  spanning  te  bed^ken,  Tooral  in  gebnrik  tqj 
bnugen  en  voor  Icappen  cp  manegee.  Het  een- 
Toao^  baa^nreik  is  samengeet^  «t  twee  hoot- 


Kogwerk. 

ediomn,  wdke  van  onderen  aan  een  horiaantalBn 
bdk  bereatigd  igi^  y*n  bo>fen  een  boek  met  dl:- 
mder  iMken  en  een  hanger  dragen,  die  aan  den 
boriaontslen  balk  bereeti^  ia,  KMtkoag,  dat  deae 

oMt  door  kan  tnioen  en  a-   *—  "■ ' ' 

Han-a-'    '^ ^ 

xicb  tnaachen  dm  Tien  'Sjan  en  den  Êwaghin  en 
Tepder  neair  het  O.  tnsedMn  lagere  beigfcrtene 
Qitstrekit.  bij  bet  hoocAMMl  Tan  Pianir  bcgiit  me* 
«en  lireedte  Tsn  g«niKkfeld  700  km.  en  in  O.N.0. 
ricbtü^  -rooTlJoapt  «ver  een  afstand  Tan  4000 
km.  In  bet  middea  lendt  bert  bddken  tnree  tak- 
ken wt,  een  naar  'bet  N.W.  tosMben  den  Tien 
Sjan  en  den  AM«i,  Dsioeogarve  geheetea,  en  een 
in  Z.0,  ri*tii^.  het  bekken  van  den  boteiJoop 
Tso  éèa  Bcengho.  iDe  Han-bai  vonnt  grooten- 
deeh  den  bodem  tmè  een  Tiroegwe  bimenMe  en 
omrat  Ditge«ti«kte  zand-  en  steen woeet^mni  Mi 
Iqdt  ean  groote  droogte  en  heftige  zanMonnen. 
Lag«  bodemTerbeffineen  eebeiden  het  b^kes  in 
twee  deelen.  het  Tanmfcekken  in  bet  W.  «i  de 
woestgn  Gobi  jo  het  O. 

Baïila  ie  de  vmma  van  een  ond  aanaied^ 
Frieeeli  gesleoht.  QaU  Hania,  een  aanhsDger  dei 
Sdiierii^ere,  leelde  stegen  het  eiad«  der  14de 
eenw.  £^  atTeed  in  DaitseUand  en  U&H  en  werd 
in  1398,  bfl  den  rnTsl  Tam  hertog  Albreehi  mm 
Beieren  in  Frieahod,  aMaar  tot  potestaat  geko- 
zen, doch  wees  die  waanUgbeid  tmi  de  band. 
Terwji  bij  itótenetaadB  yertootde,  werd  i^n  s*»*» 


DigilizedbyGoOglC 


HANU-fiAMN. 


1  dooc  de  TetfenpcM 
kemde  irerroleeiw  in  Ftieskaó  terug  en  oraiiMJ 
•Uur  m  14%  of  1414.  —  Jorrit,  Leo  en  Otto 
Hatia  b«luovden  tot  de  ondartegtoww  nu  het 
TeilHCMl  der  üddea.  —  jS/oerd  fimid  iren)  in 
Ud7  nwUteer  in  jwt  Hof  via  Fneskiid.  Hg 
orerieed  den  Tden  ^iril  1580.  —  ZBn  klekaooa 
.ilbcr<  ChrUMM  Himia  vm  k»piMa  in  Staat- 
adien^&nst  en  nuabte  üdi  bekend  doM  ijia 
de  Homtanflben  en  doot  de  inoe- 
binl«72. 


beemödte  dWiïet  ÊSniggcita  gcboieu,  ebttdeerde 
eent  te  Pem^  in  de  ^oógtiaetditad  en  tcitoI- 
Bena  Ie  Weown  in  de  racutenb  Weiifc»  bepaalde 
bg  lidi  tü  de  ^mÏBdte  tel  en  letteAuode  en 
gesdiMeiuiL  Zj^t  „PiMiê"  (Uednen,  2dft  di^ 
1661)  l)e«xgden  faóia  «edi  eeo  goeden  uhbi  en 
werden  Mrakd  door  Tertalbweu  tmi  Serfi- 
adM  -TOlfcdkdereo  <161lj  en  van  de  „Idolen" 
TW  Ommkt  {181S).  Zvt  „FTempis  oeakj"  of 
,3obe(mBche  ontlu^iphée"  'vierw<kte  mei  «psien 
en  oiooten  teoenetaat^  ^o^  de  stiöd  wen)  t«  q- 

^ '    ""Sineibü  betKMiDd 

aaIBtïwenMfa 
etuthen  beh 


nen  Tooedeele  betütL  bi  1816  n 


wn.  T«t  npt  wnTinaainiifiT  gi 
£^<Sde  dn^   181<  de  ^ 


der  CMdBadKO 
Toortsettan^  wt 


Spracbe' 


WarferiBKi''  {2  dfeu,  1821), 
Iraluift  bobeaMt,"  (1688X  een  uxovk  aet  „e»n- 
idbjlé  SIdidMue"  (S  dtak>,  Tsa  &a,  btUenuuig 
•nu  ,;Igor"  fieai),  na  de  kronicfc  -na  Do^ 
(2de  AA  I6S8X  <vui  bet  „finaHpeUnm  Bcmen- 
ae"  (1846),  een  Foobdb^  OriekKfae  en  Oeriedte 
eprmkkoMi^  akmedB  ^nlanriefihc  Wiannrwlhflit" 
(ÏS5ft-<18S2).  In  1616  fotigde  Inj  sioh  aU  dooeot 
in  de  SlaiTiadM  talen  te  Fnug;  werd  er  'ta  1816 
'    wleeimc  en  oratleBd  aldeu  den  ISden  Jamua- 


tM»ffl 

liTe 


661. 

Bankax,  Pmd,  «en 
ow^tieediflider,  weid  in  I< 
ieed  in  ISOl  te  BnuBeik  Bn  naa  een  letnlij^  van 
Bqnarf .  «i  tiacfatte,  ereuw  deoe,  te  iu^en  stel 
den  OMen  Eieni  en  liq  oieowe  gébaawen  nwder- 

öe  conatraetiee  toe  te  paaa»   '-  ' '- - 

met  de  eiaeben  dee  imb  «d 

ken  Tan  de  modenie  ibonwi 

en  cement.  Si  becM  iel  kbb  partiBoËera  woain- 

geo  en  winkeflwMep  gsbonwd. 

BftnkA  tqj  fjfantfflMiMwrei  ie  de  Modnidiog 
nn  ThaUaau  BMts,  die  in  1761  te  Eieitnti  in 
Boliamen  geboren  wvd,  CUii,  Tm,  Ifeiieo  ene. 
beiMbt  en  ia  1817  te  Goelabaiidu  in  BoUtia 


HankaL  WiOulm  OoUfteb,  een  Dniledi  na- 
tiratfauHlige,  den  lldeo  Hei  1614  te  E^maleben 
Mboreo,  etodeetde  «e  Helle  aaDTMielgk  in  de 
letteraD,  maar  bepaalde  Mii  mrrobrau  tot  de 
wie-,  Mtour-  en  aehtiknndii.    In  l^S  weid  bjj 


»*''**i"ff  jta  Franke.  Ifadat  h^  in 

mofeen  waa,  reatigde  b! 

waatdoBwt  in  da  naitgnr- 


i  WM,  Teatigde  14  lidi  ia  1640 


J  g«pro- 
a£  pri- 


nnifeniteit  «n  wod  in  1617  baitengeweon  boog- 
Ueraar.  Ia  1619  weid  bq  gwwoon  boogleemu  aan 


beiig  bteM  n 

taaoiteit   Voond  Iwett  Iqj   mtl  iKdkt  Ttn^raU 

<mc  de  UnMMMJeuUiaehe  twacfcör"' ~ 


t  Ttnpraid 
in  der  tns- 


',^, 


Leicug.  Tot  19a  wetenadMmelgke  geaebriften, 
booMiafcdi*  «fi^snaaMn  in  Pogauidortf*  „Aar 
Balen"  en  Ater  m  da  ,3ori<liit«n''  an  „iÜbaité- 
knffen"  na  het  SakiiMfa  tieaudaelMfi  TW  Wfiten- 
bebooven  voonii  lin  uEüeetriaeha  Oo- 
^r,  1656—1699).  QQ 


bexande  wi  een  Doitaebe  uÜgaTe  dec  weilen 
Taa  iroM  (16»— 1660,  16  dk). 
HmJM,  Bermatt,  «en  Kon  Tao  den  i 


de,  een  wöÉnodig^  dan  14de&  Februari  !«_    . 
"  "  'e  aldur  w  te  OMtu^ea 

::_Jki  aUMmeinai  Hu»- 
FMangkiMteD"  Biet  «en 
wal  Nadat  U^  1668  g^Huno- 
__  Mh  eentgen  t«d  te  BeilBu  bad  eo- 
geboodeo,  Teatjgde  bq  ai^  «1 1603  ta  Leiprig  ua 
ariwatdoeaat  en  wavd  er  bnUenKewoon  boog- 
leeraai  in  1667.  Sta.  ben^  naat  Erlangen  «eee 
hg  raa  de  baaid  maai  Mdvok  n  1869  ato  boog- 
leifaar  naac  TWringaaL  Hii  «*eileed  op  een  rem 
in  bet  ZwBEto  Wood  te  S^inndwag  den  28eten 
Beptendier  1676.  Van  qJD  gaa«bnIteD  aranMa 
«9:  „nteene  dw  eempleien  ZaUenajatema" 
(1667).  Na  aga  daod  raactMan  «a  bem:  „Zor 
GcMbicbte  der  UattiemaUk  tm  ikeittua  lud 
UWiaUtw"  (1674)  en  „Ebmeate  der  {ing^tiTi. 
aeben  OeooMtaró  ia  8;ntiwtaaebM  fiehaóimu:" 
(1875). 

een  ÜBkiertfiiTber  van  dea 


BAe  pro- 
eenfoop 


Hanlav.  een  «IimI  ea  afaoaderÜik  gnaiaebao 
I  StaffudAira  (&igela&d)v  berft  (1911)00360 
iawoaenL  mome  «MObaiie  geboni  ■  ■  -  ■ 
VietodaAa^  maaicttial),  een  bmh 
buflg,  koDatachod^  brianp^ 
ataie,  pottidiakkeiven,  faMekon 
ataelwenn  en  kolenmnnen.  15  fan.  ten  W.  ligt 
bet  doip  Etnria  met  de  iwx  Wtdgwod  geaticb- 
te  èuioêmde  poradeiafiabritfc. 

■ann,  Juüu,  ean  Ooatenigkadt  aatowtaon- 
dige  en  meteoroioog,  den  23nteD  Jlaait  1889  cf 
bot  kwbed  Hau  t^  tiu  gebomo,  atadesde  te 
Weenen  en  werd  -Mrwdgena  «fdaatat  ala  leer- 
au  aan  de  hoogei  baagntotttaim  eiint  ta  W«e- 
nen  en  dnaoM  te  laao.  Wegene  «enige  nMteoro- 
kgiatdM  opeteHen  nep  Jeluuk  ibem  temg  naai 
Weenen,  «m  ar  wtrkxaam  te  lijn  aan  bet  Jletm- 
roisgiadt  Oeati^^natitvnL  In  1868  y^atiaè» 
ikb  floM  ala  pinatdDoent  aidaar,  werd  an  1669 
adjnnet  aan  geDoen>d  iaatatont,  in  167S  bvtten- 
gewooB  boogMaaM»  en  in  1677  ^reeteuv  omA- 
ger  Tan  Jtbitek,  en  gnrooa  boogieenar.  bt  1672 
wenl  hn  eorrei(iondetLt,  in  1677  gewooo  Ud  van 
de  ieademie  no  WvteDacfaapnen,  ia  1897  traog- 
learaar  4e  Gme  en  in  1900  te  Weenan  in  da  koa- 
miadie  pbjaiea.  ^  phatrte  «an  leeka  wbaa- 
deliooen  mi  de  door  bem  gemdieeeade  „Zaat- 
adKjft  dar  Oeatwmi«Uaeben  OeadUAalt  tftr  Ue- 
teoralogié''.  Ook  ktreade  <bjj  m  da  „AHmneiBe 
finfcade"  -na  ■Bmm,  BoahiUtUr  en  PtJcorny 


DigilizedbyGoOglc 


HANN— aUWEQUIN. 


fljskiiig  1873;  Uft  <hdt,  ODdar  dn  tiM  „UtMnr 
Wtem  TOD  dei  Bide",  8  dtn.,  iee&-1S90),  de 
faoo&MuUceB  4yTCr  MtwwwwMwJw  gBogwiw  en 
■noteonikgie  «i  «eiii«t  TCtdn:  ,3*iMbiHii  des 

ram^Dtogio"  <8  dK,  sd«  Aok.  Sbittgut,  i«oe— 

1011),  ,^  'DHnpentanoliUtBiw  der  «sUr- 
RiduMiKa  Alp^^dw"  (1664-1885,  8  dtn.), 
„AtlM  dsr  MatwnilcKia''  <«  n  tu  Btr^teiu' 
FhTMtaËMlier  AÜm,  OMm.  1887),  .JXe  wW- 
tang  dM  Ii«Mdn<to  (Ibw  illittd-  and  SfldAuo- 
mT  (1887),  a^ehrimdt  dn  IMeomlogitf '  (Me 
dnik,  Ldpsig  1906).  Tom  ATmnMMri  „Ankltow 


aau"  (3de  dn*:,  190S]  farwfe  }q  bet  nMtoorok»- 


1  «B  de  moeder  wo  So- 

Mw^  w(K  eMcÜedeoi»  o»  in  bet  eente  hcNiid- 
etok  nu  bet  Me  boek  -na  Bamtid  mtdt  ver- 
bieU.  In  lateven  tQd  ie  iieu  een  Ued 
A$^  vit  dw  kf' 


M  'muMhfi^k  vit 

(1  8md.  8).  ^Mndq 

roBf  "na  dit  Ked  tia 

il  gtÊfnksa  tmi  een  tioeMrr- 
r,  dM  7  yadsren  ter  «odd  ' 


mmb 


HoMna  ie  ook  de  _  _  _  _  , 
wie  ia  Ldo.  S:36— 88  irtriMeii»  «oid^  boe  q 
■hA  eetoofctaitHWMien  gefeeM  beeA  om  nog  den 
ceMude  dee  Benen  *e  HoeebiMiiKn.  Velen  liea 
bior  ia  de  fjgmr  na  ff  omia  de  penaaHkÊttie  na 
het  geknrig  des  UeniM  venrodttoide  Tclk  la- 
nel. 

yff^imf^  Mama  A,  een  Ameritataaech  «tute- 
HMB,  «wd  den  SMm  6ep4emb«r  1687  te  Nienw- 
UmJóoa  (OUo)  «bofen.  Als  kw«ran  lieel  klein 
begoanen,  uUi  nq  Mi  op  te  w<«n  tot  i#Aaoi 
en  Muien.  Btnt  amrtMMke  1680  beemt  b^  nA 
■      -        -         ■       -      -«(Seekhü    ■ 


Mogen 


cirabet 
keiiMbe  piit^  orar  oen  g 
te  beeeUUan.  ffii  wM  de 
deetBde  aw  taoMlgk  oiibek< 
OUo,  JrcEJafay,  tot  preeideiit  der  üoie  door  te 
lettcn.  Kt  eooeea  uieekla  Banna  tot  den  muii- 
iigetam  iomi  der  Unie.  Me  X'infay'e  Tetkieiing 
il  den  T«een!gden  Statoi  tot  eegen  geweeet,  nt 
betrett  de  mimjbpolitiek  dec  Uüe;  nnu  tw  den 
ukdenn  kent  ign  hS  n>  floimo  ook  veiMtwoof- 
ddgk  TDor  de  kmm^  dec  eteede  eterker  toege- 
perte  beecbetniegipoHMk. 

Een  niet  gering  deel  vaa  ffomia'e  madrt  be- 
melte  af  de  teoewfttige  eooMiMi^  weHce  hem 
ttigjng  der  p4rt4-^M'>n8™  werdtn 


„  >ote  Indoetneele 
nemêoeen  en  mMbtige  tFVta  wiMea  dat  faeu  le- 
venabeUngea  vdUg  wuen,  loolMig  Banna  en  Jfe 
Kinteg  de  meeta  ü  faeoden  baddea.  N*  Jfe.  f  in- 
ley'e  dood  kmm  BooaewM  ma.  bet  bewind.  Min- 
der jdooibaai  in  de  benden  naden  alm«btigeii 
•urtn.  Immi"     dÉii     sttn  imniMmvfe  iDOKramvr. 


P*rtO'..                            ,  „     -    - 

treebtte  deie  üch  nM  eUeen  tu  ffan«ia'a  Toog- 
dq  in  regeerïngmken  k»  te  maken^  maai  begon 
hg  tdli  een  «mptgne  tegen  de  teveti.  Dit  nl 
Middding  tot  «en  neede  -mnter  ga&nde  verwtjoe- 
ring  tnaaiten  de  beide  maonen,  modat  Room- 
mIF«  '>"*'«''^  door  ff  «MUI  met  aBe  middden 
foeatredra  wont.  Te  midden  der  Teikieiti^recam- 
pagne  oredeed  Banna,  den  nden  Fri>nMn  1904, 
~         '    't  ie  de  i 1  tbo  een  SkTietben 


rolkaattm  in  lionnS,  ge*eetigd  ia  de  Otana, 
—  "^ — """  ~ — "itbur  scrweat  mot  een  opper- 
.km.  ^  hebben  een  kraditi- 
BD  «en  «igenMudicen  tongnl; 

rï  tiéi  door  leden  en  Uee- 

diag,  dooc  gasbngbM^  iQt  en  veivnart,  tcrw^ 
ij  neb  «oor  de  oon^nmke^^  kewooM*  van  Ho- 
aniê  hoodbn.  Zg  Bga  baiMoehtd^ke  paaiden- 
Uefhebbtca,  boodn  md  Tan  nuniidE  en  dans  en 
beattMt  weUoideade  ToSumdodieBii. 


te  Haiber  gebónen,  «tndeerde  te  GBttingen^  Halte 
en  Beri^  en  ■Matigde  lidi  ek  priTaatdooeat  te 
W^rilenUMM,  in  1640  te  Brauirp,  waar  bq  i^ 
--—'^ — ^  ,^^  4^  <iM>denw  N^üKuma  imd 


me  Straneeeahe  OlatriieiuMm  im  Teiiilltnie  nt 
laee  der  flhriattkbm  ReKgion"  (ld42)  aehnd. 
Ja.  1661  wNd  bg  pradikant  t«  ffiMeébMca,  io 
1861  boogkenuu'  in  de  praeUadK  tlMoIogie  te 
QnÜiw^  ^orcrteed  «e  Hamburg  den  Sleten 
NoTCCOber  1880.  Tan  i^  waken  ooemak  wn: 
4)w  èdeale  Piotortantianrae"  (1845),  „Toibste 
>am  Oiaoben"  UdSO— I6S1,  8  OaX  „Bekenot- 
Dtase  odec  dni  nkber  vom  Ohiidten^  (2de  <knk, 
1665),  ,J)èe  Idee  der  aba-dnten  PercMMikeit'' 
(2  dk^,  Sde  didc,  1665),  J)et  Qaat  dee  Chi^ 
tentame"  (1867),  J>U,  cfarWUcbe  Kktfae"  (1668) 
en  „Die  Einbe  im  nenen  Reicfae"  (1871). 

Hannaman,  Adriaan,  een  Nedeikndaefa 
aohfUer,  werd  omatoeeke  1601  te  VGri.Teiiiuge 
gebonn  en  «irerleed  aldaar  ia  JoU  167il.  Hjj  waa 
een  hwIJng  t«o  ^  eduxnmMter  Antan  van  So- 
fotmi  ta  na  DanÜl  Mylent  den  Oude.  Om- 
«tntk»  1624  of  1625  ging  hg  naar  EneeUnd, 
waH  bq  steik  onder  des  invloed  ran  VanDyek'* 
ecfaUderwgae  gcoa^te.  De  beraSige  poftmtten 
Tan  deaen  meeater  Tcdgde  hjj  na,  en  M  kwam 
daardoor  io  Den  Beag,  waar  ^  vMr  1640  ten«- 
keerd^  neer  in  tmk.  ^^  waa  een  der  oprichten 
dn  Heagadte  SAikdemeonlMvie,  wuxtcd  hg  ver- 
sdieidene  malen  bootdman  «f  deken  waa.  Bekend 
xffD  Ttumi  tsjn  portretten,  van  ComtanlyH  Buj/- 
gent  en  diene  ktadeici^  en  het  Uaoribnoia  te 
VGmTeobeM,  t«wgt  men  verder  hier  fa  lande 
OJL  Dog  wetten  van  ign  haad  vkidt  in  bet  Bqki- 
moaeom  te  Amsterdam,  het  Unaemn  Bojmana  te 
Rotterdam  en  liet  GtmeentetiKieeam  te  's^ia- 
veahege. 

BÜiM4tüii ,  Arthttr  Sdouard,  een  I^aaadi 
wjjageer;  in  1856  te  PaiRnj^ar^atdx  (Harae) 
gaOMen  went  io  168B  tmgé  in  de  wgabegeerte, 


verrolgene 
ac  io  1896 


teLvoo  ÏD  de  kMer»  en 
weod  aUeac  io  1896  doeent  in  de  geeditedeirfa 
der  w^ebegeerte  en  der  wetenaehippen,  nadat  bj 
het  ywïga  jiai  tot  doetof  in  de  letlaren  wti  ge- 
propwveerd;  Tan  v^  hand  wiecbeoen  een  vU- 
gwTC  der  „BtUque  fc  Nieomaqoe"  (1886)  en  „b- 
bodnetion  k  l'ttnde  de  b  psytboiogie''  (ISEH^. 
HQ  waa  roedeweifcw  aan  de  „Bene  pUlooophi- 
qne"  en  de  „Beroe  de  métinhjmtpie  ^  de  mon- 
k"  waarin  bq,  naar  ""'■"'"g  ■na  bet  «enw- 
feeat  van  Detoarfe»,  s^  ,J^«av«  «ntalogiqne  ear- 
tMenoe  eontre  la  eriÜqoe  de  Lribdi"  deed  ver- 
sebgMn  (1^6).  In  tpn  piocfecfarift;  „Eeaal  tM- 
qne  eor  l'b;poUiéie  dee  atomee  dans  Ia  edenee 
eoatetuporune"  (1695,  2de  drok  1699)  toonde  bfj 
aan,  boe  de  wetnaehap  sedert  de  Otidfaeid  be- 


DigilizedbyGoOglC 


«ML  BoKMqm»  onriMd  in  1906  to  Higaj-WK' 
SmIx.  at  «bMBf  Mg:  BtodM  dln^ïSn  ik» 


anai,  ügit  op  dm  woitri^fcaa  ootw  na  öe  Miwii 
mi,  WMnmt  mb  Ivug  w  pls^  taH  (1910) 
18  UI  inwoMn  «u  k  «eit  -«encBKnigKMnt  iwi 


flpootv^CMi,  die  den  hmcM  n  bont,  t 

«n  wköurleMdi  bM  weinig  iMrordBren.  Ven  « 

«penibMe  geboaweB  te  HeülbeJ  ««lOMiden  « 


in  846  T.  Cbr.  Mboieii,  vei  9  Jme  <ni4  ton  tÖn 
tnder  lun,  TtHbene  de  lageMa,  «awigen  but 
jtgMM  da  KMD&en  Uet 


mS)  èet  oppéitwfvt  fa  Sp^j»  miMde,  v«id  1^ 
■B  223  eiuToeideT  der  «iit«ni,  «n  toen  BmUnbal 
<a31)  wmoonl  wae,  werd  de  aS-jerige  Hmnibtd 
tot  «pperiMvdbeUwr  nétgsvoepeit.  Hjj  coder 
«tep  net  ooitdqk  gadseMe  ven  Snnje  tot  ean 
den  Ëbro  watoqthetb^irmifiegiinlnm,  ds 
bondgHwote  der  ItemeiMn,  liMBdoor  eÉiifeiaiBg 
nodende  tot  «n  oodog  tegen  Kome.  Tom  Htaut- 
teCe  nlUewing  gewdgetd  werd,  wlgde  da  Twee- 
de Pnmerite  Oorfég.  Bmmbal  bmh  bet  beebüt 
da  Bomeinen  in  ütilil  een  te  nlten.  Nedet  hq 
-«MC  de  iidligbeid  Tan  iMk»  gwegd  b«l,  üet 
Ui  tiin  broedH  Hatirubel  ntat  een  leger  in  Bpan- 
je  ecfater  «n  verliet  Nieaw-Cwtbego  w  Ud  318 


door  OieetoÖMdie  OaUiSn  eb  gMaen  gMA,  in 
16  <^eB  1^  beroemden  tot&t  vnt  de  A^ 
Deae  geediiMde  rolgene  itane*— etotw  «wer  dn 
Uont-OenAne,  velgene  enderen  «ver  den  Ueinen 
St.  Benliud  «f  otrai  dm  llaat-<]enie.  In  fi  meen- 


AkifaMuetie  en  6000  ^MWtbe  Toetkneefatan, 
ImMvene  6000  niètm.  Het  deM  tooien  wekieg 
bq  nen  den  TUnoe  dn  Donanl  PKUiw  Oonultw 
Seipio  «n  bdweldt  !■  218  «en  üde  OMOwioniBg 
^  de  TMüe  op  den  eonevl  TSmiiu  Smfnn^ 


ben  de  wiatafcwMtienB  kw  betnUen.  In  SIT 
dron^  hjj  door  ecbïer  ontoegnnkelgke  etMben  du 
Apeogoen  ea  door  de  Bweteeaen  tco  den  Anw 
in  EtrnriB.  DeM  moeielqke  toehten  deden  Teieo 
beewqkea,  en  BomnbaJ  vülooi  dewtig  een  i^atK 
oogen.  De  Rwneinerfie  eoneol  Oojw  FhminiÊu 
Uet  sieh  door  fiannibal,  die  licb  Tooideed  efa 
wilde  bjj  reebtetreek»  ntwr  Boow  tteUteit,  in  de 
engte  tokken  tuadieB  bet  Tieejoeenadw  Heer 
{Lego  di  Pemgin)  en  de  bragen  vu  Oortona, 
weer  hg  gedood  en  bet  gco^ete  deel  nu  tjin  le- 
ger >««nietigd  weid.  Bannibal  heMtle  ÜA  de 
geren^  genooten  BomeiDecbe  boodKenooteD  in 
VTqbeid  te  atefloi  en  taok  ant  SpoietKun  neei 


XUNNO)UIN— HA!NNIBiL. 

L  niB  dt  ntonenktt,   n 

bmMm»  bM  er  in  geJwyi  ie  bet  weAelgk 

etann  der  «tomen  een  te  £mwi  of  de  tegwi 

tig  Aden  «n 
iwd  MMMaifeM 


1.  De 
Km 
we»  doM  ^n 


irod  eenonibiiH  »■     

itodeltt  door  fobw*  fa  Cbtmmê  bS  du  CU- 
(Cepne)  eraii«eld.  H^  beloog  echte  ' 
MB  door  nMeoen  met  breodende  4 


bnndda  tueiehin  de  iunne  op  bon  Icpr  nf  te 
■enden,  leodnthon  eeidetht  «laeieid  weid  en  h| 
gBduvBde  den  aadit  n^  ijpA  kon  rfti^ken. 
Den  ad(B  AvgnetDC  (Kofaene  den  vecbeterdea  kn- 
lender  fa  Jon^  214  bnAt  bq  dan  eeneoi  Claimt 
TanmOu  Vam>  iA  Omiia  «en  geweldige  neder- 
bM«  toe,  WMinn  tSfM  «bed  BeMdn-IWiB  neb 
eaa  b«m  «Bdtrwktp.  Beewat  i|JB  oodeibefdr 


tieUei^  WM  Uautibal  Uartoe  ^et  te  bewigen, 
weeaeabgntj^  oandM  ^n  legar  to  iwnk  wee  ge- 


Ceme  io  de  whiterkwaitienn, 
MaroKi  CJMdwt  JTwoalfac  Hein 

■ M 


torwiil  de  metor 
In  gdokkfa  tMen 
hem  iwdedigda.  Io  21«  betrolt  b|  een  eïëSw  wU- 
ling  4^  dan  bcBg  l^etn,  manr  poogde  nwirtdooe 
i9n  muht  nat  te  breiden.  Ben  laenwe  oferwin- 
ung  mn  irareellne  bj}  Noin  ntoedigde  de  Be- 
meiann  «in,  die  in  Oen^ienit  bem  met  6  legioe- 
nen Wttven  tagWMMt  getoUen.  Het  leen  tnn 
floNttifral  veuwabte  meer  en  moei,  en  oie  hMlp- 
traepen,  dk  men  bon  eaodeijik  vit  CMthego  Im- 
■oigen  wBda,  gingen  naionn  bij  een  TCrgeel- 
ecben  MmaA  «p  Saafnal.  Z^  nAoai  net  PU- 
lipfiu  van  JfoBedoml  braebt  bem  geen  bnlp,  en 
STneoM,  wner  de  CectfnagaAa  put^  de  «mr- 
hawl  befaWd,  wwd  docrifaroelIiM  Teroreid.  De 
oodog  weid  met  nhrieeclanda»  Toemoed  en  >on- 
do^dë^ijihe  TebWicen  in  fiene£n-IUU6  ge- 
*oetd  BommM  TCaemide  fa  213  Twente  ntet 
nitaouleriog  nea  den  btn^bt,  vn^oeg  den  pne- 
tw  Omjm*  FtdHi»  FloBiaH  b^  Iletoonee,  meni 
deed  in  211  vmcblelDoie  moeite,  om  do«t  «en 
totbt  nar  de  igde  leai  Roane  (wam  de  etbrik 
eflen  om  bet  baü  afaas  ha  iran  wclbe  gebeute- 
iria  bet  qweckwoonM^i  gewoede»  BtmiaM  ad 
forUu  efkeanetig  ia)  bet  belegeida  Came  te  eait- 
letten.  BS  moeet  lamglidAaat,  ^  de  Wdeifanf, 
door  de  Bomeimn  een  bet  beewcben  Oenutoe- 
boMgenoot- 


A^it»  etaandai  Toen  «ehtcc  Tueate  in  909  door 
/o6tKt  boDvetd  wa(4  ootrial  bem  het  giootat* 
gedeaMe  der  foMgar  met  faam  <miooden  ItaÜn- 
nen.  Toen  de  pogag  i*aa  t^  bniedet  UMirmbal, 
om  bem  TeraceniaK  fa  'venehaflen,  door  diene 
nederlMV  bg  de  Hetnerae  (207)  wrödald  wee, 
Ink  flanniböl  neer  Dnittinm  wew  lü  ÜA  eeni- 
ge  jsnn  wiet  etaMide  te  bonden  In  203  weid  hg 
nur  Alriks  teraggerocpen,  daai  PnMjm  Oorne- 
Itua  Seifio  er  geuctd  wee  en  tegen  Oeitbego  op- 
trok. Den  19den  Oetober  303  lercoda  hg  den  ifaf^ 
bg  Zemn,  weerin  bj]  orenKMnen  weid.  Naikt  hg 
de  OTCrblgteelen  Tnn  x9n  leger  bg  Adnm«him 
veranMM  Imd  keerde  hg  uenr  Cvthago  tMng, 
weer  hjj  betoigde,  dat  hg  eUeen  io  b^  alirit«n 
Tan  dan  node  redding  tag  voor  ^jn  vaderland, 
ïbn  beUeedde  hem  met  de  hoogate  wnardi^iiüd 
i^a  den  etnat;  doch  toen  b^  Tobeteiing  ^ntiMo 


DigilizedbyGoOglC 


HAJnnHAL— HANNOVEK 


étm  hooguMd  mt  <*ek  MuïMdökcit, 
lOMdn  neb  aa  4>|  ^jb  leraBtMiin  llii 
de ItaKinen  ««vd  Ui  vw&iri  moImU, 
hji  da  StomImb  bniM  ^««kwItM  tet  .._ 
log  MMpona.  Tm»  b^  nah  in  l&G  door  de 
vhicfat  aan  «n  oMevtriDg  «tooUo  tud^  w- 
bandoi  de  Cutfaescn  Imb.  Na  giiif  lijf  0«n 
IVniB  Bwr  fipbeeiM,  «n  Anüadut»  te  beioeken. 
Het  «lonkte  Imdi  «OMer  mt  d*  {Mbageri  tot  «en 
i«i*md  met  den  kmiap  «f  deaen  tot  foet  *«Mt- 
mHcb  *ui  den  «cuiog  ta  Italii  te  bewegeiL  Hq 
ontnng  iwt  bffMl  «var  4e  Sjrisebe  vfaot  «n  be- 
hetldo  Ueimede  op  de  Bbaóün  een  «T«nriii- 
niflg.  AugeMB  Reiae  hen  ba  bet  doken  nu 
den  irnte  (169)  ook  ven  JiiMoeJkM  apewchte, 
nam  hf  de  wök  dmit  <PnwuH  iZ,  koM&g  wn  Bi- 
tbjatB.  Oak  dêwa  apeorde  bq  uu  tot  een  ooriog 
te^  de  ReoMüMB.  Itea  RoaMÜuebe  gennten 
1^  /Vueioa  kwemen  on  m  lüttOTwiag  te  eiecfaen, 
mukte  Hmuiibot  te  IW  door  T«rif  eeneind  len 
iqn  leTCD.  ^  iKtd  faegnven  te  Udjeea  m  Bi- 
thynit,  didtt  tü  bet  «(««woordice  Dil-EUrieHi 
m  km.  TCB  fiiite  Pm}. 

tüeraiMn':  JnwU,  '&e  Seeood  Ptmie  Wei 
Oxioden  1886);  Bmnebert,  Hktowe  d'Hugabal 
(Pmtjb  167fr-iae9);  iïorfpe,  Hanübd  (Boetott 
18»]};  flow,  fiuMÜtiet  «ad  tbe  «eftt  me  betmen 
Rmdc  Htd  CartiiK*  (L<»dBn  IMO}  ffeeestaeyer, 
HiLMUh«w  JUMofloerMiig  tel  Utfate  der  neoeieo 
Knegegeadudtte  <TdUBeeB  1006);  £«e,  ÖofdH- 
niefaa  or  EamÜmi'*  OrcaaifDW  {ato'.  BoUAotMen, 
Kiel  1913). 


«nstieeks  iSO  t.  Otw.  en 
de  weatkwt  -m  jUrifc».  Na  ign  tewgfcee»  plaat- 
■te  bg  een  bind,  twenhiïiTon  met  ijjn  lotgsTaUMi 
«P  dien  toebt,  to  den  tsrapei  vaa  Mttkart.  Een 
(fiiekadM  Terlaliag  tbo  de  deawp  gefJaat^  be- 
mhtea,  bekend  tMar  den  wwin  nm  .JeRplow" 
(Omseiting)  ie  tot  «p  coMn  tnd  bewaard  geUe- 
*en.  Vc^en»  deze  wiMe  !i^  <Mn  CarAeegMien 
'  hamM  utbieidetH  waartoe  aq  onÓHadinden  ko- 
lomSn  aas  de  koat  mn  bet  heden  Aaagwhe  Ifa- 
fokix)  atieblte  en  «üa  reia  Tooitsettie  tot  aa»  Kaap 
PefaiM. 

Haimo,  oen  Oamtbaagaeh  ««Idlieet,  weid  in 
den  Eeioten  Ptutaebeo  Oorlog  bg  de  Aegatiaefae 
Gttandea  nnhgen  (364)  en  stierf  tot  atraf  den 
hongeidiood. 

Baone,  aartsbiaaebop  vaa  Keeüee.  Zie  Atunt. 

H«niio  d«  Groeta  waa  teg«n  bet  eieide  van 
des  Be»t«B  Piutaehea  Ooriog  atadbondei  van 
Carlhaagaeh  Lébn  en  *oeide  een  ooeriokkigen 
«oriog  tegen  de  faaariiDgan,  aootht  bg  bet  opper- 
bcrrcl  aan  Homflear  Bonoe  OMeeit  autMa.  ffier- 
door  mtstoetd  «en  ^T^andedwp.  die  den  gebeden 
«laat  ia  2  partjfNi  Terdedde.  Na  den  dood  Ten 
Samilaar  en  Baadmbal  wee  bq  d*  TÖand  van 
Hannibal  en  ehmd  aui  bet  bo<dd  Tan  beo,  dio 
Trede  root  Bome  Toikngden.  Op  «eigerordeiden 
leeftijd  bebooad*  hs  nog  tot  bet  geaaiktaahap,  derf 
na  de  nederlaag  m  !»»»  (303)  den  Trede  tot 
atand  bnebt 

BanaoTer  <ae  de  kaarten  büDokacbie  B^), 
tot  leae  een  ielWan<ïg  koBinkrïk,  tiiaos  «en  Prni- 
eieohe  pnmneie,^natiafaetN.aaodeNoord>ee, 
in  bet  N.0.  aan  SoMm,  Hambmg  en  MeeUen- 


bet  O.  aan  de  pmTiiMie8akaeneBaaa 
anëetZ.  en  K.W.  eafidepmteeêeaiA- 
aea,  fieaae^^llHMn  en  WeatMen,  ia  bet  W.aa» 
OBB  bod.  ZjibeataatênbeotdaaknitAw  deeln: 
bat  bocAUeel  aaa  da  tibi,  Weiet  en  ABei^  het 
W.  deel  aan  de  Bema,  «kt  laa  faet  boofdded  door 
Braonrqk  geaekeideB  ia.  £nw«  kMne  deelea 
fagea  aog  Taialnotd  aaa  de  WaiK  en  m  den 
Hhb.  Oe  ooden  beatenddeetoa  der  proTiode  i^n: 
bat  hertogdMB  Bnmeo,  bet  laadMbap  Hadetn. 
het  toretendoen  Luebnffc  een  deel  Tan  het  faer- 
togdvQ  Laoenbaiv,  het  neitogdoni  Vorden,  bet 
Toratoodofn  Xafcabeig;  bet  Toratenktn  HïMee- 
bean,  de  giaalMbapaeB  Bitj*  en  IHei^wii,  bet 
Tontendoro  OanabrM,  de  giaafeduopêa  Lingen 
en  Beadmm,  een  deel  Tan  bet  atih  Jbmatar,  bet 
ToiateodDffi  OoetJ'riealead  en  bet  Hailkgwbuid 
met  de  Nootdaee-eilandeni  iBoikum,  Joiat,  Nor- 
ÓÊTOBj,  Baltnua,  Laageoeg  en  ^iekeroog;  eiade- 
Mic  nog  de  TOMtendommea  Gmmnbagen  en  OOt- 
^agm  en  M  ambt  Wehk  Ih  de  ^i^riag  bj; 


van  den  £ 

iiiaiilailiii  det  iHoirinae  bediaagt  88 5M  t.  kan.; 
iKt  aantai  inwoMM  (1910)  2M2  436,  i.  i. 
168  181  meer  dan  in  1905. 

Bet  gnwtate  deel  Tan  flaemover  ie  een  «lakte 
met  faniTela,  bride  en  moeraeeen,  terwgl  men 
kMga  de  knaten  en  aae  de  nrieren  uutgéatnktB 
Üei  <enare(li)  gronden  aairfroK.  Bet  Z.  gedeelte 
b  «ebtw  bemdtttg.  Bet  baofdBri>eegte  ia  bet 
raootate  gedaghe  vam  den  Of^tet-fian  (lie  Hart). 
Hier  benndt  ïieh  ook  het  hoogste  pant  der  pro- 
Tioeie,  de  BmeUieig  (926  «.).  TasMAien  den 
Han  en  de  Weser  eti^  aieb  Tan  bet  ËidieFakt 
nocndwaarte  een  beiglaiid  vat,  dat  oit  Tsnebü- 
lende  keteoe  beataat,  waarraD  de  vDonuMinete 
agn:  het  O0ttii«ei  Wond,  het  SoUioger  Wond, 
de  Hik,  bet  SMkwood^  de  ZoTen  Bergen,  het 
Ooeter  Wood,  de  IMater,  bet  SOntdc^Wte, 
de  liwtener  en  de  Lokkwoer  Bereen.  Ten  W, 
der  Weoei  hopen  de  beide  weatel^ke  ketenen 
mn  bet  Weiergebeigte  met  den  Derenbeig  (356 
m.)  als  boognte  piül  De  hoèeta  in  de  )ag«re 
dealen  Tan  het  bergland  i^a  ten  Tmebtbaai  en 
fonnen  met  de  kleigiwiden  den  hootdoebd  van 
den  taatdboiuw.  De  rkkle  wordt  in  geeet-  en 
BiaiaehgTODden  Terdeeld.  IDe  maireobgroDden  rd- 
ken  lange  de  iiTieren  «sentgk  el«ttite  tot  het 
eÏAdpont  der  gel^|denwerking.  Zg  worden  door 
dijken  tegen  oireratroomiiigen  beecbemMi.  Door 
bet  Tette  elib  der  we  wanden  nog  Toortdwend 
ohgnaMkn  geronnd.   De   geeatg«»d 


beataat  weer  nit  Teen-  en  heoreUand.  Het  t 
fldDted  TÜwlt  mea  vooraani^k  aan  de  Jandzgde 
der  maraoben  en  aan  b^de  oevets  der  Eems:  cp 
den  W.  oeTei  tiet  Boentemcer  moeras  (bjj  oiwe 
grenien)  nog  hmia  gebeel  bnok  Hggeodt  en 
0^  den  O.  oever  de  Tenen  Tan  den  EthiHnlÓ4ig  en 
d*e  ten  Z.0.  vao  AurLch;  Terder  tuseehen  bet 
Dflmmermeer  en  de  Weaer,  aan  bet  Steinbnder 
meei  eni.  Het  ToormaUge  atroodfaeement  lilien- 


ntginnkiff  det  woeste  gronden  T«e]  gedaao.  Het 
ODTeUaiM  beataat  grootendeele  ait  twüet,  on- 


Hrnl*  flOohu  UecfatiB,  IW  m.).  De  beboawiog 
wonk  daof  «en  ooAn  da  «foviUte  liggswlc, 
TVonHsdik  <nt  türiiitMinil  beatuDde  Mg  tw- 
let  Zalka  Ta  ook  UMt  <ks  HttmMÜig  bet  g«T^. 
De  érie  booUrivMMD  {BUm,  Wocr  m  Eena) 


■  «n  kledgranden   vooitig. 
}«uteawieratoar  Iwdcaaet  in  de  t 


-■  itat  N.0.  ^rootcmdeela  __  „ 

becét  tSa  battaitwi»  rJi»TieKO  de  Jeetié,  Oma- 
OH,  Sev«,  Eete.  LqIia,  SeliiriivG,  Oat«  en  U»- 
dem.  De  Wou  beeft  im  ife  pnniiMie  een  les^ 
TUI  220  im.  'Hftar  beluigri^«te  i^nTrioren  igo 
de  Alfer,  die  ireer  de  Ok«t,  FtÉiee  en  I«iiw  op- 
■eeoat,  da  L««ain,  ÖeMte  en  Hiiaite.  De  Eenw 
deAHitnMaBt  de  immneie  vter  een  lengte  tan 
150  km.  en  ia  <c  gcfaeeli  benuitÊu;  ijj  neemt  de 
"  "  Meran  beait  Hünover  niat 

!  ia  bet  SteinlMkr  Heer 
(ptM  fw^  flehwimbttig— 

....      _      .ntegen  qjn  er  in  giooten 

geUe,  >aaBlB  het  Hamm^-OatekaiMa^  bet  Ea- 
■aal  TMt  BrenHTvtTda,  het  Hadabaebe  Kanaal, 
het  Dortnumdh-EenMfaknaal,  bet  Bems— V«ebt«- 
kuMal,  het  Notnd— ZoidbMa^,  hot  WtteButd- 
kuiaal  en  de  Trekvaait  tnasdien  Aaridi  en  En- 
den. 

Het  Hitfnant  ia  leer  TaraduHend:  in  den  Ban 
ruw  en  aan  gmote  edMNuneJinMn  «Bd«iwnB, 
w  de  daten  tauelgk  aa«bt,  aaa  m  knatan,  m  de 
De  MmlckMde 
e  borfoatad  mim 
«T.  De  oeenkK  ia 
bet  grwtat  te  Klauetli^  in  den  OmecBaa  (ifiOO 
mm.),  la  den  berfat  beeft  meit  ifikwqla  iMt  Tan 
atoimeo,  m  bet  W.  naa  heidebmtdeiL 

De  booitkmddeka  ma  twtian  vm  lutdboow, 
T«ete«lt,  miJDbonw  en  «ebeepmat.  Vooi  taod-  en 
tninbaaw  kcnwo  in  de  «eiate  idaata  de  Uejanui- 
den  in  «aUDeriiiiig,  dewn*  aet  nmMgk  berg- 
land. Hiei  Tindt  men  aUe  Nooid-Daitaebe  gnao- 
aovrten,  onder  de  hnp'iiiitywaaoi'iii  koobaad  en  in 
bet  Z,  aojkertweten,  Tenlei  «dleiiei  groenten  en 
Tmcbten.  Boekweit  ie  bet  TOomaamate  {Kodnet 
in  de  beideatwken.  la  óea  kateten  tlJd  wordt  ved 
la|»e  ^Mtboawd  Boode  boMUMdSn  en  Uaawe 
beieon  "Kumen  «eo  bdangri^  handataaatikel.  Boa- 
adkHi  lindt  mea  TOontMM^  in  bet  Mideo.  Een 
rtoeterö  beett  CeUe.  Bet  me  ut  Autieh  beeft  een 
■eer  goeden  aaaan.  De  aciiapcmfokkoi^  ia,  «rcn- 
ala  in  gctteei  Dnitaehluxl,  a«bteratt«aaade. 
FbÜBnee  Tindt  men  ormi,  op  de  klrigninden 
ie  de  ganseoteelt  bebtogrj^.  v/M  kont  Tootid 
T<mc  inden  Ban,  mar  m«n  ook  -nti  Mogrogda 
TUtgt  (kaoMienteeH  te  AUM  en  St.  Andnaa- 
beiK).  De  Tiadbvu^  ia  belawrök. 

Bét  deUaMIennik  Wrert  amor,  lood-,  geer- 
en  kofieveitanL  aleen-  en  braiokool,  t«v^  men 

r  y^rótt  BoanmoDen  en  mtraloQDi  rmdt.  'hirt 


komt  in  groote  boerecfiieid   nh  bet  boogbod. 
Vea  de  leebaden  ijpi  Nwdeniey  en  Borkom  de 


n  booldmak  tot  de  steden  be- 
perbt  en  onttmdrt  in  «amodge  atteken  g^wel; 
bet  meest  ortirikkeU  ta  ijj  in  bet  Z.  des  lande. 
Toont  bekngrflk  iqa  de  Qmgiaterjjea,  nia«lii- 
ne-  en  wagoniatiriiAea,  edM«f>Bbou«,  ateenbakke- 
iqeii,  glas-,  ehemiaeiM-  en  enikerfabtieken,  bier- 
notnrer^n   en   braade«ö*>tcikief4en; 


orenche  nedarii  telde  in  ] 

met  45892  tok  iiÉtood:  <knrond«r  IS2  i 

aebepan  nkrt  '13086  ta»  jaibaud.  De  vooniaamate 


en,  Pipen- 
OHMBeMm 


borg.  Leer,  Weenw,  EaioUaenaiel, 
en  BaifaoB^i  bat  middalpont  tab  da 
dei  fmmnoe  ia  editet  Bramen  met  ftiemerbaren. 
Handaib  en  Toikeei  wooden  borMderd  door  de 
Etbe,  Eema  en  Weier  en  door  een  groot  aantal 
Berijjn — Aawtoidam  en  Venlo — 


De  {HOTinde  wordt  T«rdedd  in  6  ngeeringi- 
diatrioten,  itk  iBaanorcr,  fUderiMim,  Lanebarg. 
StMK  OvrfcOck  en  Awid),  en  wordt  beatunrd 
dooi  ProTineiale  Staten.  JNani  den  Rnkidlg  Tanr- 
(Kgt  HaoBoiTCr  19,  mw  het  PraiaiBebe  Hina  tan 


Het  vapeA  ia  «en 
loopend  vln«tea  paard  op  een  rood  toU;  de  Uea- 


De  k«m  v 

Mo4Me  heaütMigen  m  Keder-SiAaen,  welke  in 
I2S6  nk  faerto^loin  BiVMw^-lABebvig  aan 
OHo  ket  Kimt,  een  kl^oMon  tbd  jfandnk  dn 
heatw,  kwamen.  OUo  ia  de  tttaxrtóti  der  Mipke 
Bmninrakecbe  NoÜn,  mo  wdka  afeebu  de  oud- 
ste, BmnmiJk-WoUmbDttel  (tot  1684)  «n  de  jon- 
gere, BnunrittJjanebttig  —  Mer  HaBaOTCi  — 
bog  beatMD  bkmn.  Ifat  de  atadriing  deaw  Uat- 
ot^  die  ««  aWJd  ir  ■■-'  — ■* •— =— ^- 


Wiüem  de  Jongere,  geboren  in  ISSfi  en  een 
■000  na  Bmat  den  Beider,  dedde  namatqk  in 
156D  met  soa  onderen  broecbr  Hmdfil^  den 
ttioUer  der  nertogoJglDe  1q&  ron  BnMawyli,  de 
mded^fta  goedemt  en  Teifcreeg  ILanebaiK  en 
OaOe.  OdkW  liq  iMtstgeDoemde  aM  tot  tw^  re- 
atdentie  Tertiid,  beet  fa$  ook  wel  bertog  vm  CeUe. 
Hq  owked  in  1592,  nadat  hjf  OMt  ann  broeder 
in  1&82  Ho]«  en  in  1665  bet  gmüsAap  mep- 
bok  TOEworren  hMl,  en  Kei  7  aonen  na.  Deien 
befiaaldco,  om  aUe  ^verbroUeUng  dee  iMtda  te 
«enaöden,  dM  eteedt  de  oodate  Tan  bea  legeeien 
en  eledita  een  na  ben  Smwen  en  tooi  wettige 
nakomelingadMf»  aofges  aoa.  ItientengOTalge 
w<enl  Enut  II,  gebMen  in  ISM,  bewiDdroenkr, 
terwijl  bet  lot  dra  aeoduk,  Qtorge  gtauati,  aao- 
weee  om  in  bet  bnwelök  te  treden.  Op  Kntet  T<rig- 
de  n  leil  de  tweede  Imedei  OAriatuMm,  in  1£6« 
geboren,  die  neda  bet  boog^Ut  Hinden  beiat 
en  Mor  OrobeiAagen  ontving.  iNa  faem  nun  k> 
1633  de  derde  'broeder  Auguttus,  io  1568  gebo- 
ren, de  tenfiela  Tsn  bet  beetwir  b  handen,  aan 
wien  Kalenberg  «n  OflUin^n  t«a  ck«l  VMien, 
welke  bg  eobter  abtood  aui  z^o  broeder  Qeorge. 
Wi  oveileed  in  1636  en  werd  oraeirolgd  dooi  ita 
Tieiden  broeder  Frederik,  io  tëH  geboren,  die 


in  1642  Hfuborg  gehid  bad  en  iQn  eenwen  n.„ 
amigeUeron  broeder  Qeorg»  oTeileefde.  Hg  oirer- 
ked  in  1648.  Oeor^,  reedi  in  1441  gMtovren, 
had  een  teatament  na^lfttao,  T<jgen0  hetwelk 
het  land  onder  ijjn  tode  aooen  UArüd'aan  Lo 


D,o,l,zedb,GoOgle 


étwv^  ^  Qtorgt  FiBmi  -nrètéi  waA,  natóoot 
ü  1648  de  ajaea  Odie  en  Bmmomt  oateloadn. 
B«Me  vonten  ontringeo  bg  dn  Vmde  thi  Hon- 
stn  iMt  geOMeiMchaMtd^k  beiit  van  Ou«brtd, 
«ader  «oonraacde,  «n  iQ  b^  «hrienliag  «en  R.- 
KatboËek  «n  een  Pnteatut  Mn  bet  faoold  wt 
bet  biwkHn  Maden  {tlMteeik  Van  da  8  jvogere 
iHtMden  WH  JoAm  frederik  omigegaui  tot  de 
K.-Kaib<lieke  Kerk  en  Knul  jlunnhi  u  1662 
in  iiet  bent  gitÉomen  ren  faet  UBOom  Oeiufcrflck. 
OhriitiaaK  Lodew^k  «Tcateed  is  W65  Nader  men- 


_f.  Doot  liet  traetut 

went  de  dwigende  ootiog  ilge- 

•  "heilig  wpwt. 

.  .     __.     _    _..        ,  1  de  StUen- 

OencEMl  der  Nederlmden  iemn  den  bieeeiiop 
vao  Uoneter  IBtmkani  vat  QtOem),  eood  ma  T«- 
«tie  MptiMpea  tegen  de  Tvkta  en  hielp  ij^ 
neef  RuMf  Augnitm*  van  BniMwyifc  bf)  bet  on- 
derwerpen der  «(mI  BnuMwqk.  In  1978  veriHad 
hq  lich  met  dsn  keuer  tegen  Fnnkrjjk  en  Zwe- 
den en  verkreeg  thwroor  de  voistandMnmen 
Bramen  en  Veiden,  die  hg  i»  187$  wedei  un 
Zweden  nraeet  «fstun.  Verder  lond  hy  m  1685 
'a  het  tcM  twen  de  Tniken  in  Hongs- 
'    'n  1^  WiUem  mm  Ormje  te- 


gen Jaeotni*  Il  van  En„ 
Sikaen-Laaenbaig  en  overleed  ia  I70S 
*  ^'  naMende,  de  no^woedige  f 
Inwd  met  0tor^  Lodewfk, 
Tont  na  Hannorer,  wmhia  eón  kaden  lei 
vielen  mb  de  1^  Banttotrer.  —  Ook  Jolum  Wre- 
derik  had  croote»  kvrioed  <xp  de  gdMortenieeen 
van  i$n  m.  Hg  ODdnateoode  Ja  1686  VenetM 
tegen  de  "rniken,  eteUe  een  groot  aaatit  •oMn- 
ten  ter  beadüUio^  -vui  FreiAii^,  hieJp  den  vre- 
de tot  ataad  Ixengen  taaechen  de  8tateo-43«te- 
raal  en  den  hleaciMp  vftn  Hnnarter,  den  Icenpvorat 
«m  Brandenburg  om  Biemen  aam  de  Zweden  te 
«nlnikken  en  atreed  van  1678  tot  167B  met  de 
¥^«4WclKn  tegen  ktiav  taopoM  L  die  nch  tn^  liJD 
bfoedw  viertnoden  had.  £Qj  ovedeed  tn  1679  -- 
der  mauMijjke  oakomeUngen  da  te  Men, 

«flVOlgN  W^  VfT    ' ""   *""" 

tut,  buBchep  voB 
stmiider  van  Baonairw  faet  leobt  van  eeietoe- 
boorte  in,  «edersteDode  kmaer  Leopotd  l  ia  1686 
ia  den  ooilog  tegen  EVankiök  en  verrolgene  te- 
een  de  Twnn  en  wad  in  1602  vetbeven  tot 
keoTKUst  van  Haaaorer  of  vaa  BnuKwak-Lone- 
borg.  Hoewel  bn  bet  bad  met  aanmeifafijke  lae- 
ten  beawaanfe,  M  h^  de  tjgenl^e  etiditer  vaa 
HanDover  th  ulirtüdigen  «iaat  terw^  hjj  te- 
vena  in  1658  dooi  jgn  bowe^  met  ponaea 
Sophia,  een  dochter  <vaa  fcenmnt  Predèrik  V 
van  de  PtdU  en  van  piiiMea  EKxabetk  van 
Engeland,  aaMpraak  veifaeeg  c(>  den  £hi^- 
sohen  troon. 

Ernst  AuffuiHu,  «verleden  in  1698,  weid  i^)ge- 
voled  door  ign  «»»  Qeorge  Lodenijk,  Ha  in 
1705,  «s  bet  ove^jden  iven  ign  oom  en  eohoor»- 
vadM  Otorgg  Willem,  in  het  beert  kwam  van 
Cdie,  in  1708  zittkig  nam  in  den  raad  der  Kenr- 
voieteDs  in  1710  bet  ambt  veMvierf  vaa  Rgke- 
achatméeeter  en  in  1714  ale  aobterUeinaoon  van 
koning  Jaeobut  1  eo,  fcnebteni  óe  aet  of  MfUe- 


tMHl,  tl»  naaate  Fioteetaaticlit  bloedverwaat  van 
baüagio  .inna  eia  Oeorge  l  den  Britaeb«i  tioott 
b^hn.  Ia  faet  kearroieteadam  werd  teen  «en 
afwnderijik  beatnnr  bet  adedMJk  gebenniMifeol- 
legie,  ingvsteU,  en  de  aaken  aaaoai  in  BauMver 
eei  gnnatige  wnding,  Aae  de  epbrengat  der  do- 
meioen  gaooteodeela  tea  behoeve  dea  volka  kon 
beateed  warden.  Niettcmm  weolen  er  iware  be- 


wng^odit. 


I  Venkn 


•T^i 


'IS  door  iBannover 


Otorge  l  overleed  ia  1727  en  werd  op^vdgid 
door  ign  mm»  Qtorgê  II,  die  de  norveraiteit  te 
GSItiiwen  etiefatte  ^797).  Hg  cadentooDde  ge- 
dnnDdé  den  OoBbenrgksetKn  SucoBaufrooitag 
(1740—1748),  keiKriu  Mma  Thmaia,  maar 
aloot  ia  il  756  een  veilioDdmet /rederifcMiiOroo- 
U,  waardoor  faet  iaad  in  den  Zevenjarigen  Ooi- 
kg  gewikkeld  werd,  On  Qeorge  II  vobde  iga 
Ueimoon  Qeorge  UI.  Sene  geiroeMe  lich  gdiael 


Britwdw  Kabinet  1 
nweateo  HaanoveraDen  aJa  aoldatca  dieiHt  doen 
in  Britseh-InM.  Zq  vonnden  io  de  jaren  1768 
tot  17M  ten  getale  van  16  000  man  een  Engriadi 
halpkoipa  tegen  de  FraoMbeo  in  Nederland.  Toen 
Engeland  lioh  nU  de  eer^  ooalitie  temstaA; 
had  FMiieea  in  1796  bg  den  Viode  van  Bajcl  van 
Fnntigk  de  geheinte  vergunnMig  verkregen 
^onover  te  bewKeu,  óodx  bet  nu^te  daairan 
eerat  gei»nik  in  1801.  Toen  echter  na  veitoofi 
van  een  half  jaai  de  Vrede  -na  Anuene  geitoten 
w«i4  *rok  het  i|in  tfMfea  temg.  DaAnntegoi 
nam  in  1803  een  FrMMeh  leger  oader  Mortier 
Haooover  in  herit,  dat  gedweoMO  werd  aan  de- 
le  aoMaten  «ideifatnd  te  voiadbafteoK  terwnl  de 


groot  gedeelte  « 

sebe  Legioen  te  vormen. 

Sannover  bleef  iot  aan  het  ^itde  ven  1806  in 
de  macht  der  Fraoaeben,  maar  werd  na  den  alag 
l^i  AoeterUti  in  tvü  tegen  andere  laodeo  eaii 
PraifiMi  afgeataani  Na  de  T^driet^n  bq  Jena  en 
Aoeretldt  rrirten  de  Fiaoacfaeii  «ader  Mortier 
wedwom  Haoitover  bjnneu,  en  Napalm»  voegde 
ia  1807  een  gedeelte  en  in  I8I0  bet  gebeel,  met 
nitionderine  van  Lanenbarg.  bdj  ^'^  koniBkrnk 
WeaUalen.  Doch  netk  tegen  het  einde  vaa  ISlO 
haaide  Nap(4eon  een  etreM  tui  de  Elbe  in  inid- 
weatelgke  riefatiiig  door  bet  koninkrgk  Weetta- 
len,  om  aUea  wat  ton  ooordeo  van  die  atreep  ge- 
legea  wat,  beneveoa  de  Henaaatedea  en  CHdenbüg 
«ader  deo  naam  van  HaBaadcfMrtemeat  bjj  bet 
E^nnache  Eeioen^  in  te  Igven.  Hoewel  de  boe- 
lenataod  hierdoor  veel  grooter  vrgbeid  veikreeg 
en  er  veel  hetere  weËgeving  ingevoerd  wwd, 
bleef  bet  volk  gebedA  aan  dra  vooimaiigeQ  toe- 
atand.  De  oftwfoia  vaa  Frederik  WiUem  vm 
Praiaen  „An  mesn  Volk"  vond  in  181S  ook  weer- 
klank in  Haooover,  en  soodra  de  Bubbcq  tot 
Hamburg  waren  voMigervkt,  beTrijdde  faet  iloh 
mn  het  Franadie  jok.  Toen  de  Franeehen  met 
grooter  tioepenmaebt  tonigfceerden  en  in  weerwil 
van  hun  nederia^  bjj  Lnn^ig  (2  April  1813) 
lieh  er  nogmaale  veeAigdeit,  moesten  de  ongeluk- 
kige iowonen  h<m  wraak  oDderrinden,  totdat 
de  d^  aan  de  OHhrde  (6  SeDtemfcei)  bet  noor- 
delgk  ea  de  Volbrendag  tqj  Leipiig  het  «ride- 


DigilizedbyGoOglC 


a  de  TToeiiMle  TCnkqk- 

c  1918  DHD  «n  mi- 
Bklnie,  doonde  BritMfae  ngMóog  beoMoiA,  de 
^Bigdi  iw>  bet  bewjokl  ü  StaiMT»  is  faaodeo. 
De  nwtMHmtie  «eraieHgde  «Hm  wit  ten  ffnoMe 


I  MüiwUr  op  het  W«e- 

;  na  bet  kmrroniten- 

~ ,   wettTOp  faet 

(MeMetTMi  (HO  üMtaB  Aonwu  TT'-*- ^"^ 

de  iHiiH  mm  WiOt*  Ó»  Stenden  « 

desng  «priep.  HmtimI  deoe  ieti  derael^  loa 

mwn  da  faet  BnnMw  FMenieiit,  beiiind  iQ 

faootibaclj^  trit  ^(crvMucdigden  aau  4e 

Uge  StendenTeigaderiog  en  wea  ^  ter 
nood  te  bewegen  d»  ecfatMeD  der  ven 
gewMteu  M  «en  gsbeci  ie  TCcaeoigen  en  dn- 
)  bdMtiiigtiiMtmgtleo  in  4e  iMKa.     Het 


den  A^  Mi  Watwtoor  ïfa  den'  Tweeden  V»dë 
1*10  Ptnrqe  werd  het  grov^inied  dM  konNikt^e 
door  toeraegkig  nut  «en  gedeeMe  vin  iMweimig, 
OeetAieihiui  Xinoea,  Iómd  en  tiet  nooi^ 
del^  9edeeH«  van  WebóM  aberaod;  aumt  vrj)- 
Mnge  niie1iMg(fcw  toot  M  tv^  weiden  vneltte- 
Kms  Tennclit.  Wd  m»  dm  24aten  Octcèer  de 
herio^  MN  OtmAndge,  «en  jcoginv  broeder  wd 
den  |nja*«ag«iit.  tot  govTieinear-gaiMad  i«n 
AwnoTCr  benoemd,  roMr  faet  aw«MtMHint  tm 
faet  Iweluur  twrond  ueh  oog  elitvd  m  de  eonaar- 
i»ttef«  'Dttïtatbe  kaaeeUrg  ie  Londen.  De  opp»- 
•ttie  Tan  den  mU  cnder  de  Mding  van  w» 
Sehtel»  weid  tot  «wiJBien  gAra^  dDoi  henM 
~e  I«ndMbiippen.  Tecen  dvo  wenedi 
'   '  k  Tden  Deeember  1619 


der  proniKaale  I 


bet  «Mad  nn  twee  Ktawn  ingeiroerd.  De  Eer- 
ale  Kamer  weid  eoroimd  door  de  ataodibeereB, 
de  prelaten  en  de  liddeiaehMi,  en  in  de  Tweede 
bMMen  de  etedel^  fceatoiuden  de  oreibeod.  Bi 


te  n»ea  de  Pratioeiale  Vet- 
dvt  ^  teraadrfagen  soodtn 


«onatibitie  werd  den  7den  Deomtber 
kondtod  en  de  eente  Landdag  den  SSaten  dau- 
•aora^ende  geopend.  N»  dien  t||d  wenkn  dete 
veigaatdngen  regidmatig  gcfaoaden. 

^waWmmJV  den  «eten  Joai  1630  dm 
troon  fa^km,  ■nmd  de  beataiod»  orde  nm  mfcm 
aleehle  l^^val  b^  dm  add  en  de  ambtenuen.  De 
Fnuecbe  JnHnetrahitie  rweikte  ook  in  Hannorer. 
Den  6den  Jamari  '1601  antatcfkdn  er  eniaaten 
te  OetMode,  den  Beten  4e  OUÜngeo,  die  eeatreng 
wwden  gertraft.  Om  de  opgwiuiniuufaeid  te  ma- 
tigen, w«rd  graal  MünêUr  oatriagen  al«  miaia- 
ter  en  de  faertor  mim  Oanbndgt  met  nitgebnide 
volmacfat  tot  onderkomatr  nm  ataaant  benoemd. 
De  Landikg>,  den  7deD  Uanpt  1681  geopend,  on- 
dèovcbeidde  ii«fa  door  vaatberadenheid.  De  on- 
deikooing  faad  ie  kennen  gercren,  dat  de  weK 
•eiwr  giNodeinke  'hanvnning  de  joiate  waa,  doeb 
wei^  bleek  de  beboeAe  aan  «en  nieawe  grond- 
wet. Deae  werd  ontworpen  en  den  ISdea  Uaait 


18SS  aaagnMmen,  te  LonAn  gvwQaigd  ea  daac- 
aa,  lond»  UMorer  de  toftaiwteRenwooTdigien 
te  faoDKA,  door  WiOem  W  den  2Man  S«tem- 
bec  1688  ttdincfalkid.  Zfj  eodentfaadde  kA  ran 
de  voMKunde  booM>rirai|jfc  daardoor,  dat  ^  de 
beide  Kamen  M^k  atdd^  de  mHuatwa  vannt- 
wooidellik  nuMtrte,  aan  de  Staodm  intgebimder 
mchten  met  betnU:^  tot  de  wetgeving  Ter- 
leesde  «n  de  domainei^  tegwi  een  veigoeduig  aan 
den  Slaat  toeweea.  Opnotatfaeid  van  de  bande- 
liagw  der  Kmnen  en  ^vrqfaeid  Tan  dmkpeia  aoa- 
den  later  Tolgtn.  {ntaaeefaea  nam  '•  kenings  lM«e- 
üa  en  fumoadcl^  «praigei,  Snuf  A^gtubu, 
bertc^  MH  (hmibtriami,  bet  aees  knraiqk,  dat  de 


aan  de  beacukking  der  kroon  waMO 
u  Zoote  fatj  doa  den  SOaten  Jimi  1687 
den  troon  aaivraatd  mi,  ontbood  hg  de  Steodm, 
beaoemde  den  gabnmnMi  aon  Sehem  tot  minia. 
ter  en  umMt  den  6den  JnH  1637  een  bedirit  be- 
kend^ iwMwfcü  bg  fwUaarde,  dat  bq  de  grondwet, 
ala  niet  beantwooriende  aan  de  bebodten  dea 
landa,  aia  tcot  faem  niet  bindend  beaeitoufFde, 
waum  iq  de  gnmdwet  tm  1S19  faeratcUe,  en 
de  anAteniMn  rnn  bm  eed  «p  de  gnmdwet  van 
1888  ontdoeg.  Zeven  boogkoaten  der  onivsrair 
teit  te  QMtmgeo  proteateenfan  tegen  die  mant- 
legeien  ale  «ogeo^oold;  iS  ^  ' 
tnkkii«  ontset  en  t    ' 


ring,  dM 

vergadenng  der  Stendi 
■on  ]H«ngen  ala  h^  w 


gacbtte.  Dot»  bet 


Moameo,  knefatana  de  ixpabagen  fan  1819  i 
de  vwgade  ■  "  ^  "  "■  -'  -  --•-—■—  — ^-;-^- 
gen  ion  Ih    „ 

lagedtiende  «ntweip  werd  de  aehier  «nbefiMkte 
waUunr  dei  mgeering  gehnkügd  en  terwql  de 
TooTctaodera  dei  grODdmt  van  1683  ym  aUe 
xÜden  «teon  en  qnopathte  ontnogen,  hadden  de 


verwerpen.  Doch  ook  de  Mgeerüig  b 
fcig  en  Tonkagde  de  Tergadering  i 
Toen  deae  den  lUen  Ifaait  1840  i 
kwamen,  wwd  Mndalgk  de  nienwe  grondwet  toidi 
imii  noiniia  Om  den  knoqitina,  me  bHad  waa, 
'~  alaat  te  atdka  tot  bet  volbrengen  der  regee- 
igatMen,  werd  hem  euk  eomnuMe  ter  iftde 


geAM,  om  de  jtrialliüd  ijpei  handtedceniog  te 
waaibongen.  Verder  bemoeide  de  regeerüv  ueh 
mrt  de  TeiUeMigeiL  loodat  iQ  tich  op  deo  land- 
dag van  den  aden  Deecmber  1641  van  faaai  eig- 
ate  tegenatanden  ontalagen  mg.  Nu  deden  de 
Kamen  wat  de  cegeenng  vedangde,  en  tegen  bet 
taade  van  IM  v^mtfat  de  komng  een  lae  naar 
Bi^eland  om  den  eed  nn  bnUe  al  te  leggen 
aan  de  koningin  en  ala  pa^  in  bet  Hoog«Huiie 
■ittiag  te  nemen.  Daaidoor  bebieM  bg  lön  inko- 
men aJe  Bngeled  |«Nia.  Gvoote  opechodding 
baarde  in  BannOTer  de  tagenat«nd  dot  neeeiug 
tegen  een  aanahiitii^  aan  bet  Tt^Teiboad;  deae 
ging  looveT,  dat  sg  in  Febmari  .1644  tiet  verkeer 
met  de  Staten  van  faet  Ttdrerimod  ophief,  teiw^i 
terene  Bmden  tot  vr^ven  werd  verklaaid.  Na- 
dat «on  SektOe,  de  hoof  daaadeggei  der  giondmt- 
vemndering,  in  Joni  1844  door  Fakke  Tervaogen 
wx,    werden  «r   haadelsref^ — -i-»—    — 


^woiwegen  aangelegd.  Vi 


eebtei  vroe- 


DigilizedbyGoOglC 


^, 


ds  Kameia  «{MobMiiMid  voor  Imu  hande- 
de  kimiw  rarklMrde  dit  BMnsef  te  wi- 
jw  «ooMguL  B^  de  ««rkiniag«D  «ui  1MT 
den  ectittt  de  meeete  atanfneo  vUeebiMbt  op 
Mohuvera  dec  pioodwat  w  '1683.  I>e  regmruig 
haadfaMtdh  iDtüadhea  bMr  etaadimDit,  «&  lelfc 
aas  ifi  JMtuad'  1948  weiden  Kwniige  gyiDaH- 
tkÜTereeupngeii  «atbondaa  en  wtdcK  mtMnge- 
len  van  dwMW  gefuuMii. 

De  F«faraui-om wenteling  tim  1S48  roMi  weer- 
klank in  fiMmmr.  TOTeiveele  4nebUe  de  ko- 
nüig  door  «en  èasdsTMleilnke  rawdamatèe 
atorm  te  bwwaren;  den  17den  llaMt  moest  hq 
lÖn  ioetteaoming  geren  tot  nijbeid  vao  drak- 
peie,  openbuihnd  tu»  de  bowwdglagingen  der 
Stendot,  bet  reefat  ma  veieenging  en  eedwrstel 
der  •tBa4iciiiMfiK-TMooideddeii.  Een  pioekunatk 
Tan  den  20aten  Haart  bdoolde  betetel  der  ^nd- 
wet  na  1SS8;  Ut/rem  ootring  bef  mdnietene  iqD 
ootalagi,  en  Betmigttn  en  8Hh>e  werden  briaet  met 
de  natenatetling  vu  «en  meuw  Kabinet.  DU 
bfttate  eteldie  ep  den  Tooigroitd,  d»f  bet  maa^ 
vegekn  aon  nemen  ten  beiueK  der  eeodieid  vut 
DaêtMUaad,  tot  Terbeterme  der  reditapleguig, 
M  bet  inivenn  tt»  recfatMnfcen  t«d  itawnn- 
■en,  tot  baodtwvka  i«o  de  afMatandigneid'  der 
gvmieenten  eu.,  terwq!  men  Olueawjik-Bweteia 
ondereteaMB.  In  An  geeat  was  eelt  de  apeninge- 
r«de  ia  de  SteadeiiTMBadefiaeTM  den  2r  ' 
Ifanrt.  Het  bet  Puknoent  toTnohtart  wa 
ngeenoff  Jatnawhen  weiaif  ingeDOmen  en  ijj 
KertJnaide,  dat  de  koning  eHie  aMaai  aaiueno- 
■nen  eon«titotie  Krweroen  aoQ,  die  de  Eeltétaii- 
digfaeid  der  af»»deri^K«  trtftteti  Biet  zou  t 


9  werd  de  tHamnoveradie  cfoiMiwet  in 
Trqainnieen  geest  gewjjiigd.  <De  nieawgairoceD 
Kamera  twamcn  den  letea  Febnuui  1649  büee», 
om  een  aamtait  onanieke  wetten  1«  bèhaadelen. 
Tevene  wam  te  InnkfciTt  bet  RToote  Daóteebe 
Traageb^  op  bet  tapijt  g^racot,  en  toen  de 
Timede  Eainer  ateb  voor  de  aaoneming  der  B^lb- 
grondwet  TCiUaaide,  werd  ijj  ootboaden.  Dit 
Uatste  wae  reoda  «en  gevolg  Tim  orTereenk<Hnsten 
met  Pniiaen'  en  werd  gert^  (26  Hei  1649)  door 
het  rioitea  yva  den  Drie-KMÜngeniboDd  (Fniieen, 
Hanfiover  en  Saksen),  waaibg  eehter  Eamnover 
&  ?oonraarde  ateUe  van  Mnenweikiog  met  Oob- 
tearök.  Teen  de  oaderiiattdeduigen  met  dezen 
staat  tot  geen  nLtkomet  leiddBn,  ontlrok  Haooo- 
ver  licb  in  Febroari  1850  aui  dien  bond. 

Had  het  minieterie  luete  gedeac  rotn-  de  I>iit- 
ube  eenbeid  'bet  bleek  «renseer  macblelooe  te. 
tqn  tegeooter  de  sterk  toffaemeade  tiaiMMiJand- 
ictie  reactie.  'Het  moest  in  Oot«ber  18S0  aftre- 
den, daar  de  koarug  weigerde  i^jn  goedketmngj 
te  acheokeD  aan. de  door  de  Veitégeirwoordi^ ' 
aaDgenctuen   wetten.   Het   weid  opgevoted  < 


tftdek  na  bet  footeMade 
meer  imloed'  op  den  koning  had  en  steon  loctit 
bg  PraiceD.  Het  kon  ecbter,  door  den  adel  in  de 
Bemte  Eamec  belemmeid,  weinig  aan  de  ver- 
wachtÏBgHi  beaotwoMiden.  Den  'ISden  Ntnvcnber 
1651  oveiieed  de  koning;  lija  «mui  en  ofvelger 
Oeorge  V  deed  wcMra  ^oot  von  fidkesle  Junior 
een  nienw  k^net  eememitellea,  waarin  ook  iton 
Borriai  en.  von  der  Dêdeen  werden  opgenomoi. 


In  bet  algemeen  nam  de  regeeriog  een  sroote 
gonatigdheid  ia  at^t.  Het  mimsterie,  dftt  in  den 
aaUTaog  laa  ISA2  de  toeetefnming  d«r  beide  Ka- 
men — rlrnTrnhiii-rtTttni  HrrtmiingTnnnMiin 
ver  tot  bet  Tolvtobood,  kgde  den  14ilen  Ued  aaa 
de  Veri«eenwoordigiag  een  ontwerp  «oor  tot  w^j- 
ligmg  der  gniadwet,  waaibj)  de  rediten  der 
kiooB  nitgeteeid  en  bet  eetal  adeUüke  verlegen- 
woordigeM  migroot  louden  woid^k  Toen  dit 
oobwecf  nti,  ontTtag  vom  Seheele  net  bet  gebee- 
te  minMteiM  ijjn  ooMa^;  mm  Lütken  wnd  be- 
laat  met  de  tsM,  een  bmdw  kabinet  te  Toimen. 
De  koning  was  niet  laagec  «Ekeerig  vu  «en  toa- 
acbeukeowt  ma  den  Bmd,  en  in 


den  ISden  November  1954  te  ] 
déend;  vmUaaide  bg  de  beiwaren  der  lidder- 
eebap  gegraid  en  de  eonaljtutie  vut  1&48  on- 
weUig.  Toen  de  BondsTeigadering  liob  den  ISden 
en  ISden  Aprü  1855  nwt  <be  lienswyie  vereenioj 
bad,  vordode  de  Hannoveiadte  regeering  dea 
ISdeu  Jiini  yt^f  de  Mitegeftwoordi^ng,  dit  xj 
de  grondwet  io  oTereenetemmicg  wa  bien^ 
met  de  "mwi"'^  van  de  Bondnengadermg.  De 
Eamn  «eij^eidedit  echter  en  bMiODeide  döi  ko- 
ning aan  ^  bciofte,  de  grondwet  ix  soUen  baod^ 
haven.  Aaastoiak  wecden  de  Kimeia  onlboBdeo 
en  de  aiiwiatera  varraageu  door  aader«n  v«n  ees 
geetFengJMbaDdende  rtèbliBg,  Booade  von  Borriet, 


«OM  der  Deekem,  von  Bothmer  en  de  gntven  Pla- 
ten «a  KtelmoMniegge.  Den  Tdeenden  das  rer- 
klMÉdft  de  Regeermg  anderscbeidien  aJdee£ncen 
—  'wtaJingen  der  grondwet  vervallen,  oodiar- 
idè  den  mM  en  beerde  tnutf  tot  dé  oonati- 
tutte  vaa  1640.  Vmcbtekna  tracbtteD  invloedin- 
ke  liobeonen  en  pereoaen  auik  «en  verregaande 
BroadwetedLeomis  te  Teiboedui.  De  veddröii^en 
MMCgden  de  neerderbeed  aan  de  oj^Kwitiie,  waar- 
op de  Kamer  den  Saten  NoranAiei  ISSÖ  werd 
oatbooden.  Nn  wiat  l>et  Eabiaet  de  Terkieiiingen 
HM  te  leidMi,  dat  bet  in  Febnud  imi  over  een 
Tol^tame  meMderbeid  beschikken  kon.  Het  gel- 
delgk  bebeer  weid  weder  in  bnnden  der  regee- 
ring  gebncbt.  In  d»  littiog  th  1658  w«rd  d« 
eed  op  de  gmtwlwet  algeeahsilt;  men  veranderde 
ec  de  etnatediaLar«n  in  iEenaren  dea  koni'Dga,  be- 
peTkl«  de  onafbankeli^beid  vaa  den  etand  der 
Miivooatea  en  bntcbt  een  Jterziening  der  jaaAtwet 
tot  stand. 

rHet  «tAatkuDc&g  lenen  werd  wdiker  Keoohud 
door  de  gebeart^Hjeen  van  1S59.  De  LWuan- 
eche  ooiHg  en  de  bondiiiig  van  den  Fianaehen 
keiier  ««Mn  op  de  noodzakelqkheid  eener  nauwe 
vereeniging  der  DDiitaobe  Staton.  Die  gedacbbe, 
loorul  door  von  Bennigtm  ïoOTgeetwm,  ïond 
groeten  bg'V«J;  docb  de  rogeeric^  bejegende  dew 
partjj  met  wantronwen.  J>e  verzekering  van  von 
Borriet,  dat  kleine  Too«t«n  een  wa&rboig  voor  bon 
idlBtandagheid  moesten  loeken  ia  venbiatame- 
•en  met  bet  bndteidaDd,  besugde  bun  vele  Tram- 
den, mMW  tMcna  den  gnfal^ea  titti.  Doch  de 
dagen  vaa  z^n  Kabiaet  waren  geteld.  Het  mi«te 
de  aoodige  eoukaeht,  en  deie  werd  vooral  ver- 
bniken  du»  de  wiUeJwnrige  maalieffelen,  onder 
dea  iavloed  wn  bet  Hol  genomen.  Wèl  bleef  de 
landdag  in  de  oHtiiig  van  1662  bq  lyn  vol^- 
laambeid  volhafden,  £eb  eeo  Eoninklgk  Bednit 
TUI  14  ijprA  1662,  waaiby  de  CA.tecbi«tan8  van 


D,o,l,zedb,GoOgle 


WtUer,  «en  tmfr  tiK  de   !7<le  ««ow,  w«4«t 
l««t<>Mt  mfd  iogvnmti,  tokte  tt^anstHid  uit  in 
hat  gdwek  IMjk.  Dm  pmdkut  BaurÊtshmidt  i» 
hat&m,  wegene  «en  «eaArift  t^en  (üen  Ckte- 
^témm  door  bet  omaetwie  (er  twuitwootdiiig 
gero^wit,  werd  na  im  Mm  M  dan  Seten  An- 
gnstns  iD  de  bwrfMid  door  een  VMrewondui  me- 
Digte  hüdrocètig  «iraUwd,  mo  icfie  d4t  de 
Kture  maeM  taHMMDbetde  moeet  kernen.  In 
ad»s  vH  de  bootdetod  wend  aioi  den  koning  de 
MDwnoqHii^  mt  «en  Sywxf  "  ' 

lEonkiUqk  e«iia  woonde  te  < 


I  IiMMfianJ 


(■enonei^  waMm  een  meow  KoninUök  Baahiit 
TMi  den  Sleten  Angoetaa  de  ivimrlng  no  ees 
y  vepeivte  itot  die  ^cmeeBtef^ 


het  Kabtoet,  wmt  ekefate  giMt  PMm  en  dt 
naioMer  tcs  oeriog  «om  BramHt  in  bet  beiit  bim- 
Ber  porteieiiUeB  MMemn  wven,  werd  aasge- 
y^M  o»i  mn  MtiorUt,  Bnkben,  von  Sammêr- 
alein,  TTmtMoraf  en  iMhtenberg.  De  koning  nep 
wni^em  mn  Vow-SjDodË  bQeea,  mwio  een 
gematigdo  ngtëae  dn  kieikel$ke  anken  goedbn- 
dng  ^mh).  Door  de  Tediieangen  van  186B  TW- 
krag  de  party  vaa  den  Toonü^siang  de  ontbtni, 
iiawi  ^  waAvdeeide  ook  den  goedeit  wï  nu  bet 
inlikistorje  en  THgenoegde  siA  met  een  Tert>e{e- 
ling  der  kieswet,  ten^  '^  «f»  bMTomring  mi 
andere  aaogriegenlteden  tiW  aMtdriogeD. 

In  bet  najur  van  1665  veraonmütte  de  tnobt 
dea  konKige^  vat  in  (lemMMt  sHea  te  besiowir,  al 
veedei  een  ■rcfandetiog  1d  het  Kabinet  Otaaf  «on 
Sorrfae  wad  Ttrnnttter  van  dnï  StMtaiaad,  tok 
&(nnmer»(ein,  Srzfebeii,  Windhortt  en  Ltektra- 
berj;  ootriof^n  bnn  oiriélag  en  werden  door  Boe- 
mettier,  Dietrieha,  ton  HoHênbtrg  "•  '-•— i-— ' 
vervangen.  Zy  waren.  4ieh^é  ei 
nnefien  sonder  potttiekc  bete^enie  en  nepen  <n 
v«H«genwoonKgiiig  eemt  den  ISden  April  Ï8M 
ti^een,  toen  ar  mat  naeda  woHcm  aan  Dnitaeh- 
Midt  otutlniDdiKeii  geiidirteioder  begomwft  te 
TCTtoooen.  Men  nad  «en  aantak  weteonïmrpni 
in  gereedheid  g«biMht,  om  daannede  Int  geinit 
van  meer  gemnaehte  te  bedekken.  Hen  meeat 
de  wflilffing  der  kieawet  op  bevel  dei  bmion 
(11  ApM  1666)  verwei^Q,  en  vrgbeid  v»  <Mi. 
pen  kon  niet  worden  i«iléeiMl.  De  Inter  garecikt- 
VMtidigde  vetadceiliw  van  den  offi<>et  Namu 
ungannde  de  «tAmlacige  Mding  vu  ttet  teser 
doet  den  addl^en  »d}iidMit^^MiM»tl  voh  Tiehir- 
tdinilt  werd  op  vemneMe  w^k  gcanMMrd  dooi 
bet  gencbt,  dat  de  ta  beebtenfa  genouwD  jfann« 
aduot  om  bet  leven  badgebfMJM.  De  mioiatet 
TM  BaHenbDdaehe  ZAea.  ciMf  Phtm-HaUer- 
mund,  begaald  met  een  KWtiim  taknt  om  in- 
trigea  te  ipiaiMn  en  den  koning  te  vMen,  ver- 
trouwde Ofi  d»  maeht  vna  Ooatevyk  en  verteer- 
de in  den  waan,  dat  liQ  de  diplomatie  vaa  Prni- 
aen  gcmaUiet^  om  den  Mn  ion  kannen  Mden. 
HQ  9>f  voor,  dat  b^  voor  PMiaeo  voMnkt  geen 
vraea  koeetnde  «n  iiiM  voor  het  overigo  19»  be- 
docUanea  verinmen  jDe  cenehten  editer  — '~ 
tes  mSSi"  — 1-^-  — -      -  - 


Ang  van  «en  gebeim  veibond  met  Ooeten- 
T^k  en  •ma  het  phn  om,  na  eon  Tonadsring  vn 
Pmleen,   Weatlilen  by   Heonover  in  te   ^veo. 


iig  deuÜMolé  op^Mde,  weid  bet  met  hoog  ge- 
wg  door  den  kunaK  varwonieD,  die  eokd  naaa 


pait^^iig«  an'<mBBi»ioe{de 
lerwól  nienuon  dm  moed  had,  bem  met  den 
wcMU^en  ataat  van  nkan  ia  kennia  te  al«üen. 
VnehtekKM  arife  deed  de  leider  der  meerdeilMMl 
in  de  Tweede  Kamer,  wa  BmuttgatN,  den  2(Men 
Mei  bet  vootatel  dut  koning  ah  den  ntmtb  dea 
T<aa  mede  te  oeekn,  dat  DnitaehbtBd  voor  een 
boigwooriog  mmdit  bewaard  blvnn,  dM  eeo  ng 
gekoaen  Pariement  nMMbt  byeen  geroepen  wor- 
den, dvt  men  «dl  niet  tem  atr^  mocDt  gereed 
maliën  en  dnt  een  ander  mimAerie,  meer  be- 
kwaam «ni  de  helangTykate  amBehguhaden  dea 
lyka  te  behartig^  bet  heateande  moebt  irarva» 
gen.  De  adeHyke  Barste  Kamer  hint  in  haar  vtr- 


ndiw  vaOaidcn,  in  de  boop^  dat  de  koning 

&  otric  te  meer  gcoieigd  >on  dja,  om  da  voor- 

nadeWMtdti  '  '       ■ 


Fethten  van  des  » 


antwwxd 
tot  de'hondiii^  vh  ^aaaover  in 
1  ooiiog,  daar  nen  een  wwUend 
knd  naet  in  deo  rag  van  hat  Pniuacbe  leger  kon 
diriden,  tenr^l  men  «r  van  «vertmigd  waa,  At 
Hannover  btj  de  oedniaag  van  Pnuaen  ten  na- 
deele  vm  dit  laadata  een  einde  aan  maken  aaa 


lyn  onaytüe^teid.  Den  Iddan  Jnoi  1866  v 
de  'Hannovier  jUk  tegen  Prma»,  mau  tradvtta 
im  deowave^ner  bewMgi«deDeR  de  meeat  vw- 
d^evemk  guiodhedea  aan  den  dag  te  hggan. 


den  doeMooe  mat  de  noodtraoen  her-  en  der- 
waaitfl,  totdat  ig  litb  emdalgk  tt  OOUkigan  on- 
der genenal  «on  ^reatneJUMi  vereeoigden.  Den 
15den  Joni  vertn^ken  de  Praiaan  van  Minden 
naar   de_  Kutaotwraehe  gremen.    IJënge   pakte 


iiêtuAe 


idfaet 


eCnkken   n»   1 

LoiMlen  gebracht,  de  adiaMea  der 
K>etkaineT  in  des  kelder  van  het 
.  .  een  moor  gemelaeld,  en  op  bet 
alot  SerrenhMiaeD  mMfcte  men  «eb 
riedit  geoigiMaende  leger  anar  GM- 
Ai^ien  te  vtrinik.  De  mStlaire  «niéhteai  werden 
ingeiiokken;  Det  ooriog«nat«iifel  Ueel  «dbe- 
«raakt  adtter  en  werd  loomet  mogdyk  op  wa- 
ettu  «Men  en  nau  den  noorweg  gebradri. 
Ia  de  iKKrfdatad  verwekte  het  berkht,  dat  de  ko- 
Tiing  met  den  kiooi^nioe  vm  veTta<ekkea  eea 
levendige  oonet,  wmt  men  vireeade,  d»it  deie 
stap  b«n  Eun  Kroon  soa  koeten.  Het  steddqk 
beetuor  traefatte  den  vorst  tot  de  benoeming  van 
een  ander  kabinet  te  bertragen,  dodi  te  vergeeta; 
hat  deed  daarna  pocringen  Imid  üi  de  hooldatad 
te  bdioodei^  dodi  tuj  antwoordde  met  tön  gewo- 
ne uiting  nopena  pltohtvevraHiog.  De  koofnv  en 
de  kioonfffioa  veitnAken  daa  oditends  aaar  OSt. 
tingen,  tervrf^  koningin  MariM  met  baar  3  dodi* 
tM(  ondw  dé  hoede  der  hnigery  op  Henenhan- 
sen  aohtnUeef,  Tamwaar  ig  «eb  vervolgena  naar 
het  n^Kirige  fcaited  JHarMbbarg  bagaiven.  Den 
17den  Jonf  kwamen  de  Pnneen  te  ^mmver, 
terwi^  een  andere  ootanne,  over  Haihng  vw»- 


DigilizedbyGoOglC 


.  to  MMi  MaUeutM  StMfe  io- 
Bam  en  «Imhiw  da  StKf»'ni9d»  ^roqieii  vtrrole. 
da,  «bs  OW  HfUigmntwH  smi  EiiwMch  trok- 
kan,  om  mb  met  M  Ieg«c  der  woJdsiMla  IMei- 
mIm  ngeenng  t«  mectdaaL  Da  Icgenwoordie- 
Md  TMi  den  kttiiéng  vn  bomner,  w>«iii  bliao- 


gie^  TabödördB  «en  omI  «d  fantUw  Miid 
«n  vwoociMkte  «uM^  dao  27stea  Jni  bet  ge- 
iMbtVi  LuHen^».  BüerbehMtdende  F 
vcnnan  dooi  limi  oitT«ma(iedbaid  de  o«erwi 
Ml  den  ftniMnJimi  geDcaMl-aMJoar  mm  Ftiet, 
Aa  ig  rantea  geen  «OMdeci  TUt  Imn  x«ge.  Id- 
^  ig  mcwten,  door  de  oieniMeht  inae- 
._,^> ._    i. ^  yj  pefcHiéB 


t«riri|l  de  knung  met  ««n 
•r  Iniiriiigeii  bqnf ,  alte  ti 
m    Tcnrietis   stfis  gn«f  J 


■toet  mdi  üÉtr  „  . 

deriuMtdelioesn  Tcnriens  mAs  gn«f  Jfiiut«r, 
die  bem  ««  dnidelgke  ToonteUing  nu  den  etMt 
van  iafc«n  indMte  te  gmem  iregMDd  «n  vwrcd- 
gewnBK  ffietuog  bg  W«einii  T«rtnik.  In  tnt^- 


boBdgnootMi  bteef  bet  tot  vas  HHmOTer  nog 
eemge  OMOtdeD  «nbediat.  Van  de  ^de  der  be- 
ToHang  wanten  atafipen  gedMUt  on  de  anoeiati» 
al  te  wenden,  dodi  booeng  Oeorge  Ueef  oorer- 
aetteiljfc.  Ifien  venocfat  bon  alstand  t«  doeo  Tan 
da  vogeeriag  tm  «ODste  van  im  zoon,  doch  faq 
gal  iMt  iMMgrot^g  beadtüil  ont  de  «enoelcMe 
gwM  bvroagdbcod  naddm  lieb  tnot  ataaitknD^ 
nkoB  te  bciBoden.  Immddrfc  dednt  KOHDwe 
acfacaTew,  aooala  O.  Klopf  en  aiHkRn,  beibaalde 
pogingen,  cm  de  kgesêtaBn  tm»  HoniMTec  tot 
tcgeoaiaiid  of  te  nuem.  AddMike  ofHteMncn  be- 
QTCrdoB  nA  «n  legioen  «oMaten  b^  dkandar 
te  biragan,  totdat  Trmm  bet  fanönkf^  Xhon- 
«*M  oh  «an  pionDw  in  sjJB  gtoodgabwd  Mgf- 
de,  wanrtngan  da  OBttKxodB  Toiat  den  2&Bt«n 
B^Aeaabar  1866  toaditig  {iroteetearde  V«ider  ble- 
Ten  TCOial  de  add  on  gaeate^beid  m  HanaaiTeT 


laatote  ercnwd  beeft  et,  wat  aeila  dooi  ign  taan- 
den niet  galooiiMDd  kan  wondut,  da  welnart 
BedBeB 


d  Ook  bedt  de  oodog  van 
en  hnioed  g«bad  «p   vete 


1870  aan   „. 

iBwonaca  too  Hannom,  aooala  doide^  C^tMg 
vt  de  MtUetimn  'na  dan  IMtadag  k  gcbl»- 
kan.  Da  konioUfM  hmtte  daaroBtegaa  bteef  ia 
boofdaaak  ia  baar  booding  -nJhaiden.  He  weia: 
Oumberbmd,  Smtt  Augiubu  en  Qeoraa  F. 

Ulemteur.-  OppemmH,  Zw  Oeaohklite  dea 
KSaitpraiEfaa  Baowiw  (flde  dinki,  B«lSn  1868^  2 
dh.);  FoH  Meier,  Hauwreiadbe  V«itaamagB-  nod 
TeiwaMBBgMoaehkhte  ^LaipHg  1668—1999,  2 
dbL);  7m  ffowd^  OoMUchta  dea  'Etaigieuba 
^j^nig  189B— 1901,  2  4bi.);Boaeri. 

i     EOsigMiefa    HauioTec,    1814—1866 

:  1913). 

irmr,  < 

sroriiM^  ügt  aan  da  cDondiaig  dn 
LeJne,  ia  «en  knünrant  Tait  apooriünen  en  tett 
(1910)  802375  üwMMn.  Zfj  beataat  oit  de  Ood- 
atad,  de  in  1746  aanedegda  AmdJen-Nieawatad 
oo  den  reditw  Lemeoever,  de  Cablenbeiiger- 
NteawaUd  (aadei*  IS24  otet  de  Ondrtad  veiae- 
ligd),  de  TiiMMre  Toontad  OhKkea,  de  sedert 
'1645  ontatane  Eniat-AiignatBaatad  nt  de  Tnwgera 
kwlgeMiDton  liet,  BalmmraU,  BMsbola  en  Bei- 


renbaaaen.  ^  1907  werdn  aan  da  atad  de  ^aat- 
■an  StOekau,  Oroaa-Boehbaln,  Eleia-BiHUu^ 
BottiMd,    EÏKhradi^  ROlma  en  WWd  toega- 


ta  bdKNBen,  het  «komiiiHake  i 

fiannom"  en  bet  knchoad  „B 

nienwa  w#m>  ^  rageSantig  geboowd  met  bie»' 

de  atiatan  en  praAtif -  -^ "-  " - 

tibt  een  dat  mooiate  s 
ken,_De  i 

ibei%   de   Qeoig; 

„ ,  __jnig«en-  en  "ner- 

Vbk  nut  modeaaie  alntnt  ttaiB 
m  de  Oodatad  Middeleaniradia  boiMn  mat  boom 
mrd»  an  aikan  Taa  de  fMaeo  Doenaan  wjj  o» 
Eraat-AagnatDB-ISBta  atet  een  ataadbeeid  Tan  ko- 
ning Snut  Attffiabu,  de  Tbaateiylata  met  dia 
Tao  ifaraekwr,  Slromqiar  «n  KanaaraeA,  da  Oa- 
ongiiMa  met  «kt  mn  Sdüüer,  de  Aegtfientoc- 
fUa,  At  EOnieawortbw  iPlata,  da  Watedaoptott 
met  een  WatwHMnoil  an  aedenfateekenen  ran  ge- 
nnaal  aon  AUt»  en  na  Leabiiti,  de  Wettanplats 
en  de  FradarikoD^ati.  Ook  heelt  de  atad  een 
ataDdbeeM  f«i  iMÜter,  monnmenttle  fontnnen, 
gadanktaokanea  vow  fconingin  Louue  van  PraieM 
en  baai  laatar  Friedtrikt  «on  Bmawver,  en  een 
voor  RtRlotf  «m  Bmnigte». 

Da  BaMolwuiaanta  Jfaikikaik  beelt  iaateieeauite 
gedenueekeoan,  gJaeethikfariMgany  aUaieaen  «tm 
91  o.  boogen  tono;  da  HenatSdtn  keifc  bat 
giafaM»QiBeBt  T»  Let^NM,  de  EnüAoik  (± 
Ï300X  eao  bafoemda  toteilminr,  onde  onhdiril- 
tan  «&  gedanktaekenen.  Van  de  weI«£l^jk«  g»- 
bonwen  vaUoD  te  noemen:  bet  konóoU^  om 
(1680— IMOX  een  gioot,  oradktig  jngwddrt  bowv- 
■    ^  het  w 


TCnamding   VMt    gnaf 
kl^  arAÏëf  mat  een  bt- 


OemkaKMfl,  bet  koniokl^  ai 
Uiothatk  Tan  200  000  denim  en  S500  haotebdf- 
ten,  bet  oode  atadfavia  (15de  eaow)  met  ood» 
beeUbmwweikeD  en  mDOtacbHderiMen  mi 
10^11.  maifc 


gvkoat  fae«lt  en  waaraan  18  }ann  ia  geweriit^  bet 
weid  in  Jnsi  1918  door  dea  koaai  geopend;  Tei> 
der  da  k«innklnke  aefaoawboig,  «en  dai  gióotat» 
m  DnitaeUani  bet  «ode  ts^  '    "'        '     " 


«),  bet  mneemik,  hrt  PaWe  tui  Jnatf- 
«e,  oat  aiaiMfie  pmviaMMe  mnawm  mat  tak^* 
Tfaiamiilinciin  en  een  manwe  tfitÊMmêe"  in  Aan 
nxm  van  ean  Pantfaeon  geboawd,  waaraan  ook 
een  teDtoanriefiimageboow  vaibaida»  ■.  Ook 
nnUmn  nog  mimdding  bet  otatfam  (1676— 
1680),  «m  TCoibeeld  «raor  aHe  roodenM  ataUona- 
gtbonw«i%  en  bet  tot  Tedkoiaebe  Soogearfmof  om- 
geboBwde  WelfanaM.  Tm»  de  lliJUeleeawacfa* 
partieDÜeM  bonwwcibn  ^  de  Toranaamate:  d» 
oode  kanaelar^,  bet  Ldboiifaaaa,  bet  Eèeflen- 
beraeehe  Baoi  en  bet  Hmh  dn  VAter. 

Tan  de  onderw^idnetelliogca  ataat  de  TeA- 
nieebe  Boogeaëbool  (1913  :  76  leeraien  ea  1234 
atodantan)  lm>raiaan.  Twdei  nodt  moi  ei  een 
veeartseo^adMol,  een  krügaadtoot,  een  milttak* 
rgadioali,  een  eonsemtonan,  nmiwiia,  hoogere 
bn^eracbolat,  noraiaal-  <a  Takaeboten  ens.,  een 
UiodeninatitaDt,  eao  diaeonetaeninriebting,  tbi- 


DigilizedbyGoOglC 


»'a,  «ft  «enflbaidan  adtonwboi- 

°  W*t  4s  növcriwid  betnf^  DMOtt  Hmmwtw 
ohW  4la  Doatedx  ateden  ««n  boogta  auf  in. 
Wg  BO«men:  öt«igl«terjjen  en  mMUDeMiridnii, 


halen,  « 


itUtk,  «ik«a,  iMDfMB,  Itkwerk,  boedo^ 


,  fwrdsr  gier,  gvrnmi^ 
«iker,    «yn,    koffie,    i^jsl,    hmdan,   «teenketa, 


In  da  omgewjc  laa  HumoTai  ^et  bet  thaaa 
■igelgfdB  doip  iHnmofiMiMi^  ir— mnnn  eaa  ba- 
laatidB  }ind«alaaa  leidt,  ffiar  iteviiidt  aefa  bet 
iomR|nlaa  der  Toonnalige  kaauneen  tod  Baoa- 
o*ff  met  een  wlüldenienTeruaaMng,  een  goto- 
ten  toia,  een  onngene,  mrteniwlran  tca.  Tegen- 
mee  bet  kaeteel  Ü^  de  SefgoHteB,  een  bcÉenda 
botuiadie  tnjo  met  ttHK^kebaKa  en  de  gioot- 
fte  {HÜmenPieiuiBeling  tbd  iDoÊtmttad,  en  bet 
koltkiUp  nMOMlaan.  Tutaches  den  tak  en  da 
sl*d  >tnU  ÖA  bet  Oeoegapui  en  ten  O.  dMi< 
Tsn  da  Siknriede  nit,  een  mooi  boadi,  dai  de 
atad  gvdeeUelgk  omgeeft  ita  den  htgug  staat 
bat  |ii«ebtie«  &ke<ndBiAmal  nn  VeJ^  Ten  O. 
der  etHl  Tiodt  men  den  dMnntaa.  jUa  voonte- 
den  kamen  beeefaonwd  woidm  de  itad  Liadan 
en  de  hntnoMenten  iiaHDer,  Rieklinsen,  DBi^ 
na,  WUfe(  Kkduode,  Omn.  en  Skn-BiMdi- 
brit  «B  3t«eken. 

Hannnvr  wordt  toot  liet  eeiat  ia  1168  ver- 
mdd,  ometReka  1199  woedt  bat  ale  atvl  gt- 
oomA.  Zg  wm  toen  in  bet  baiü  -na  Hendrik 
dgn  Caeaw,  wieoi  aoon,  (uttagiMf  JfenAii,  baar 
in  1328  «an  tjjn  nerf  Oito  hei  Kmd,  dan  aticb- 
tar  der  aadene  &vnawj}kaebe  ^n,  ov«riieL  In 
1327  onderwieif»  Samovei  «idt  aan  giaaf  Koen- 
raad  van  Latunrode,  die  bat  eebter  ia  1241  aan 
Otto  tm^pJ,  BH  de  nerdedk^  der  WeUiaebe 
landen  te  QnedHtibHrff  (1267)  twam  bet  aan  her- 
tog Johan.  In  '1S6&  kwam  da  atad  aan  hertog 
MagnuM  vom  BrvnMpy^-  Nadat  xQ  aas  de  pogü- 
geu  Tan  bertog  Bvidfik  den  Ondt,  om  baar  te 
Teroreren,  weeKtaod  geboden  bad,  kwam  ig  bq 
de  dedÜK  Taa  MBS  aut  Brik  den  Ond»  vm  Oa- 
lenberg.  bt  1688  werd  de  Hwranniiiff  met  g«- 
wcM  jBfnroen).  Hertog  Qtorge  van  CeUt  amg 
er  in  1666  zjjn  leeidbntie  ofi.  Toen  kenmtst 
Qeorge  Lodtm/k  ia  17U  den  Engdaeban  tioaa 
ttaateiag,  veriiet  bet  Hof  de  i*$A,  boewei  een 
Hotetoat  baalaao  bleef.  In  1746  werd  bet  T«r- 
dng  na  HamioTer  vealoten  toaaeben  EngdaDd 
~  Pniaan,  «aait^  Engeknd  Moeide  vooi  Pnii- 


ki^igen;  oek  werd  bier  in  1614  da  vrede 

Denemarken  en  Roaiand  gegoten.  Van  1810  M 
1SI8  b^NHuda  Hanow  tot  bet  koninfcrgk  Weet- 
falen.  Vao  1615  faniiddabe  midentM  in  naam, 
waa  bet  lofte  iDdbrdaaJ  aadart  1867.  In  den 
oorlog  ma  1906  betetten  de  Pntiaen  den  I7dan 
Jvni  d«  «ta4  die  daarop  da  boofdetad  dar  Pim- 
iiBebe  pnnioeie  HumoTer  werd. 

—       -    Q  da  boofdatad  Tao  PnuMfa 

I  linkeioafer  ran  den 
ï  in  de  GoU 


Uot  aan  dao 
\  km.  van  iQn 


TM  Tonkin  en  telt  (töll)  186676  ii 
ia  tenaavonnig  aangdegd  met  20  m.  breade  i> 
bet  niiddeo  ntet  nntrte  maananpfatten  geplareide 
stiat»  en  mooie  bonleranh^  fi^Kol  ia  GhiiMe- 
admt  *tj}^  maat  met  ateenen  büaen.  De  etad  ia 
rt  Anemitiesb 
gedmfct  wor- 

,  __  de  ommonrda  „Legw- 

l4aatB  der  Wetenediaimn"  ±  8000  adef)iniiteB 
Toor  letterinmdige  graden  «t  de  meeat  Tsnrndei^ 
de  «HHtDciea  aamenkomen.  Er  ün  (1912)  38 
aebolen  met  7601  leertingen.  In  1002  werd  er 
een  eebool  toot  übodMite  dokten  ofi(^»idiL  De 
inwoaere  TCmudieen  katoenen  en  igden  etof- 
len,  HügiainwHk  nit  nlier  en  oond  en  lakwerk. 
De  basM  ia  beiaogigk.  De  leebaTan  van  Haaoê 
ia  bet  93  km.  etrooomlwaaiita  gekgen  Haafibong; 
Mbepen  nn  1,8  m.  diepgaaig  famaen  fiaiioi  nog 
bereiken.  Ta  1918  ba>odtt«n  756  eebcpen  met 
978  876  ton  iaboad  deae  faaivtn.  Ditgeroerd  wor- 
den iMMHai  fg*t  tn  igde.  Smorwegrobioding  be- 
staat met  lAokai,  Namdiow  en  Loengtajen.  Bai- 
i«a da  etMt  Ugt  de onde  citadel  meteen  teopei 
— ' der J --=-  -   • ■- — 


ga^ne 
76rn. 


f67  n.  Ou.  door  Otuweien  «M*>Mit  i^  en  lag 
toen  leer  didit  bq  de  lee,  wanrvan  id  door  dë 
voMtdorende  nWtnédhig  Taademievdutkatoeda 
Tenfar  af  kwam  te  Mma.  In  1427  werd  Hanoi 
door  de  nttliMiale  Le-maatie  tot  bo^datad  vm 
Anam  en  Tonkin  veaiena.  Knebtaoa  bet  an 
1874  gcaktoi  TerAag  van  Saigon  weid  de  be- 
ven voor  den  wegüridhanM  getcNnd  en  «aa 
f^ansch  «uwdI  met  malitaiM  bedsking  in  de 
■tad  toegcMen,  welke  aa  den  oorlog  ita  1882 
beiet,  beadHta»  en  met  Tonkin  in  1883  onder 
Franacb  pN>t«etor**t  goplaatat  WMd. 

Bwiotnax,  OobrW,  een  Piaaaoh  «taatamuit 
den  I9den  N^vendter  1963  te  Beaarewir  (Aienef 
geboren,  ehtdeerde  In  de  reebten  en  geacMede- 
nia,  waa  leeraar  aan  de  feole  der  hanits  itndea 
en  wmd  in  1879  ardwaariB  aan  het  miaisterM 
Tan  Bmtealaodsebe  Zaben  In  188S  werd  hH  alt 
geiant  naar  Eooatantinapel  geaonden.  Van  1669 
tot  1808  waa  bö  Md  der  Xamer  en  w  1894  tot 
1898  nümalar  van  Boitenbndaebe  Zaken.  Ia  1697 
werd  bf  Sd  der  Amdbnie.  ^  aehreef:  ,Jie» 
nllaa  ratimvéea"  (1880),  „Origièee  de  1'iDstitQ- 
■■  -  ' '^(1884),." 


,Btudea  bietoru 

n  Fnoee"  (1883),  „Hietoire  du  MnBnal  de  Bi- 
ehelien"  (dl.  1  en  2,  1603—1903),  .X'affaire  d» 
Madi«Mear"  (189^  .Ji'éneigie  tiMifaiee"  (1902), 
„ffistoire  da  la  Fniitee  eootemBoiaine,  IS'I'I — 
1900"  (dl.  m  1906),  OMt  m3  <tHawonwüU 
„Sonteaiire  de  Mme  de  Maintenoa"  (1902)  en 
met  O.  rteoire  ,JU  jeonesee  de  Baluc:  Bakae 

de  eanwtèN*"  (1904),  ,3a- 

B  RéMèliqne"   (1904);  ,J* 

lUpiibiiqse  pariemMttaiM*'  (IM»;  ,JlMbo<k'' 
(1900);  „U  dftnomüe  el  k  tiavaif"  (1910);  ,J* 
fleur  dea  biat^tea  fraaMMHa"  (1911);  „Jeaön» 
d'Are"  (1911);  „Oe  qne  diaent  laa  aTeu"  (1012); 
,4a  MiitimM  de  l'4qiiiUbre"  (1912);  „Rome" 
(DL  nl  1918). 


Ugt  q)  da  Eanoorlakte  en  lelt  op  S 


DigilizedbyGoOglC 


nnm  6000  kurounL  De  gelgkoKDU*  h 

au  de  EeckoeriTÏer  en  aiB  de  epoMiBB  Kjabec- 

lej— Port  EÜMbeth  Iwft  oogevMC   1000  imri»- 

san. 

Bmnilot  ot  Hcnriot,  f  nmpoü,  bekend  net  dra 
tod  der  FïmncIm  OmwtBlaUcH,  nwd  ia  IWl  te 
MMtam  bg  Faro*  geixmn.  Uit  iqh  betrekUag 
1>4  4ki  bekiiiwen  wöd  lig  oaleligui  en  «>nu>gaB 
MHt  oomM  ffij  io  dtn  udtt  na  den  Ï2dui  w 
dan  ISdra  MÏ  1789  de  opeteadriiomn  bjj  de 
venfoeatiog  der  MhiriMn  «cmptn  hed.  Of»  toot- 
qtiaak  TCD  Marot  ia  1790  in  m^beid  gerteU, 
werd  liq  «en  dbi  beftigate  revohitHannkeni  hg 
b«d  «wten  iw^aed  —  -  '"  '  *-  "-— --^- 
bewUwig.  In  1798  et 
ama.  ale  Tqorioooig  «ommukdut  ven  de  gewtpen* 
de  mMbt  Tio  Parjtt.  De  gvraneeMHBiv  mn  de 
GiioodgnBcbe  ilgieTeanUeden,  den  2dui  Jani 
179Q,  mw  tqit  «eik.  Mamt  noemde  hem  detw*- 
ge  dan  „raddn  Tan  bet  mdeikndr'.  EanntA 
iretd  nn  oweibev«ttMM>ec  nn  de  mioneit 
gude.  A«n  twt  lot  dar  SAartMten  ontkwim  hg 
«nM  dboT  toedDeo  nn  BiobtfUm,  die*  hQ  seei 
Temenk.  Tom  BobtÊpiem  ia  de  TÜlMien  geran- 
gen  Mt,  bwirf  ffoarM  nrfi  daaibeen,  doch  wwd 
«mmaddaUöK  geenerteeidL  De  toMdMnfeomat  van 
Oottinhti  redtk  bon  bet  lama.  Nn  beutte  hg 
mat  da  INHlianik  gnde  bet  atwlbint.  Nsdrt  de 
troqpender  CoorvDtie  licli  <haii*Mi  teddm  meee- 
4er  MDMakt  wetd  flonno^  dia  bnUan  de  irat  ««■ 
nlaaiet  ima,  nit  i$n  «iHilplMte  geaUaFd  e>  <kia 
lOden  Tbefmidof  1794  met  Bobetfiem  en  qjn 
friendm  «atlKwfd 

H^niK I  Zie  flan». 

BuuMT  of  dr^tendt  «mdt  ia  da  naam  van 
«m  nitgabveid  rooena  ia  Booganja.  Het  ligt  op 
dan  ooatd^^en  oarcr  na  bet  Nenstadkr  Haai 
«B  Ja  aSS  T.  km.  gnot  Sinda  1730  dmr  een  dKn 
TMt  bat  DMer  gaaebndan,  nmnt  hat  een  aaneen- 
•obaUfng  na  met  net  bedAite  meertj«s,  nwe- 
iMBM^  <w(èilen,  boawlMid  en  boaaeben.  Etn  ka- 
ttui  «o  de  Rabniti  «Mvan  *oor  da  alwateriog. 
In  de  fantete  Jann  lieeK  nren  Toel  gedMu.  om 
bet  bnd  rvnohttMac  ta  maken,  fiat  grootata  der 


H«iu  der  Bllhelert  <en  IDnitaeh  dielitec 
ndt  bet  begin  der  IMe  «mw,  «aaraddBUik  te 
Bdl  in  óm  Bhaa  gieboren,  woMide  te  Pt^ip^ 
dorf  bg  Bonn  en  wm  én  litaaat  van  dan  aartabia- 
•rfiop  vaa  Eadan.  ffii  tenide  tw«e  dicUaertia- 
kiK  bbomJ^:  „Die  K«ninMto(btar  tob  Fnik- 
reieh"  nn  15000  varwn  (nilgegenn  in  1«00  en 
IMS,  alamede  door  Mendort  ia  1876)  «n  J)io- 
klatiana  hiA>n/'  na  9  500  nneD  (nitgagenn 
door  iTcIler  in  1S4I). 

|faill*nmnil.  David  Juthu  Lvdmg, 
Prniaiaili  rteatwnan  ra  dagbbdaAi^JTCr, 
laden  Juli  1790  te  Finkwiwder  bglEMi 
gAoran,  natieda  ^A  fai  1817  ^  woUtMMMaar 
te  Aken  en  aficMe  «r  la  1824  aan  brandwaar- 
bofgnuMtacteppQ'  Daan»  wead  iai  acbtoreenmA- 
gana  lU  nn  de  liamlwbiiiiiililÉwiÉ  nn  de  Kamer 
na  EoophMMM  «a  iSgmumgd»  nanr  das 
Laaddig;  doeh  deae  laatita  benoemieg  werd  door 


b  ngoeiing  lAet  beknubtlgd,  (nadat  Ui  io 

M  dm  kooJDg  aan  ma '"  ' "■" 

i  hii  aaDorong  op 


mnatatutéoaeelen  Mgeanngaroim. 


aan  nMnwrie  Lngvioaden  bad, 
in  18 


het  geackift:  „Pnowen  and  FrMkrMi, 
irtarJiaWkft  tind  fnUlaed"  een  beaehaah 
«tag  na  den  finMiMeaian  taaataad  inPnlaen. 
la  1864  sti<fatta  )q)  aen  Teveeirigi^  tct  bencda- 
iDing  nn  ariHateanbaM  ander  de  ketn  wdka- 
UMtea  Mt  in  de  jaran  1S36  tot  1M6  maakU  faü 
Bah  'TCcdMaaMI^  door  da  Maleg  tan  apoorwe- 
m  aan  den  B^n  an  in  WaatMta  ta  benonieieK. 
Onr  dit  oadenrem  ubmet  bn  eemge  belaagij)- 
ka  brodtavaa.  In  1888  ««id  u  Toorsttar  na 
da  Kamer  nn  Kocybandd  la  Aken,  en  ia  1844 
gal  Iq  aö»  hipdJariak  op,  om  rieb  oaieideiU 
atn  de  ataatknndb  to  wödên.  hi  1645  nai^gda 
men  ben  «f  naar  den  aematdjjken  T*~t^  dar 
üqi^KairiaM^  an  ap  «■  mMai^~  *  -i* 


nMeaigdea  1 
,  .  kider  dir  eonatMntii^ 
naak  pact».  In  UaMt  1848  «Minaid^  <Mi  da 
poitafenilk  n»  Finanata  ia  brt  n^tteiM 
Oamfhmum;  im  Jooi  mnnde  bjj  mat  AuenmiU, 
EflMwaKe  «.  a.  aan  nimw  kabinet.  floMsmoMt 
wiet  orde  ta  adicK^n  in  da  KntneMn  aa  het  ba- 
dreigde  otaaiicwidkt  ta  bMndfawren.  Het  niaaeta- 
na  moeat  seeik  dbo  lOden  SwtentMt  1648  altoa. 
den.  Bij  tga  bermnningaa  beoogde  fa^  de  ver- 
binding nn  Fniaan  mat  de  orenga  atataa  nn 
DnitBcUHM)  tot  een  ooMemmerd  feikeer,  loa- 
dei  bwefkk«  na  de  ariiataadigbeid  dier  ata 
dHM  de  aotwikkiïiv  tm  het  Tolnrboad  tot 
staatknodige  h«i«hfanweaign^.  Om  daaa 
atand  te  bmngen, 


rs." 


baaimnliage''  (1M8>,  ,J>ie 

Ton  28  USn  IMO  «lit  Amnakoogm"  (1840) 


,Jh»  pMoaaiadM  and  dentaebe  V 

(1860).  Bg  bet  naderieRgen  der  } 

hg  htutMmó  tat  Att  iu  FminadM  E 
da  reaetaa  dwong  faem,  im  Uaart  1851,  ook  na 
dk  bel«kkM«  •laUod  te  dMO.  Daaran  aUditta 
~       '  .  .       .-     ich^tooMfwedig 


i»  and  dentaebe  VarlaaaanMirark'' 
t  naderieRgen  der  portolaniU»  wari 
bot  Ant  &  FminadM  Baak,  maar 


hS  «en  dMoantoTweeaiKing,  ■ 
ootwikfceMe.  Hg  Of^k^  k 


Toor  hem  ontbidd. 

l,    MimriU   CkrUtopktr,   een  Nooracb 

dMibev,  den  Bden  JiiK  17»4  ta  Hodum  eaboran, 
beioeU  aedaii  1809  de  aeholcm  te  Chriatwma  en 
wgdde  er  «eb  €|»  de  uni'nTeitei't  Tooial  ain  de 
irgebegaarte  en  (etteren.  In  1816  werd  hg  keraar 
aan  een  boigendhoot,  nrnlgene  «an  die  na  bat 
mdetteneocpa  te  ChristiaaiN,  in  1820  aan  de  hoo- 
gere bniBereebota  te  Diontheim  en  in  I8S7  ree- 
tor te  Kaninbafe,  waar  bg  den  16dan  Uaart 
1M2  oTMked.  Zón  aewte  Tenen  Teftebenea  w 
1815  k  dea  „Nor",  io  181i6  door  de  „Digtniager" 
g«*«lg<d.  Tan  inn  overige  gadieblen  aoemen  wq: 
„llieodors  DMbc«"  (IS»).  Jmko",  „Bjew- 
maaden"  en  „Dea  g^  GbiéalMB",  Zgn  .vSankde 
Digti^egar"  bonttra  behalrc  de  aomlk  „Kaa- 
dw  der  Ekakpraiame"  ook  de  daanw'e  „Nor 
og  Oor"  «n  „Btki»  AtbcMto".  Na  ign  dood 
maobraen  da  narcUe  „Ton^  en  de  romia  3io- 
dama".  Ook  Mbreaf  bg  era  aantat  net  ^ahnrikto 
grammatioa'a  E»  msameüng  nn  m  .J4o- 
nllN-  ag  fovtodUagar"  k  ïd  1855—1668  ia  8 
deekn  in  bet  Kefat  nracbeaen. 

Banaan,  PeUr  Andrtat,  een  Dnitwk  ttac- 
reoknndige,  den  Satan  Deeeokber  1795  te  Tondem 
ia  Skaawnk  gabomt,  beoefende,  aonder  ara  gjn- 
naaium  «f  een  onimniWt  te  beaoaken.  de  wk- 
ei  rtenenknnde  en  wad  in  1931  gepltatat  ak 


DigilizedbyGoOglC 


HANSEN— ffiU4SJA£0B. 


•dJuMt  bq  de  mmmlwin  Tan  gnuMknetiog  in 
BMcUin  «n  «veneeiM  m«  de  atamnwadtt  te  Ur 
toiw,  fai  1825  ging  fajj  «Is  diFeeteoi  vmn  bet  ob- 
aeemtotêatu  SedMig  out  Gotha,  mwi  hjj  in 
1659  de  BtüMiiig  eaoer  ni«nwe  itetieDiraciit  be- 
vorderde, fljj  hieM  neb  Toond  besig  met  hst 
oploeMtt  van  etMntafamdige  waagrtnkkem  be- 
panMelqk  met  liet  bentonen  Ttn  de  sbNvunn  m 
den  kü  dei  {teneten.  Hjj  ««erleed  dm  28«ten 
Uurt  1874.  BdiWre  een  groot  Mutn)  veibaiide- 
Intgen  in  SeAümaefter's  „AstraMmiiehe  Naoh- 
de&ten",  in  de  ,3fcanin"  fwi  bet  ■terrwAim- 
dig  Qenaotaebtp  t«  Loitdea,  in  de  weifcen  der 
AcMémie  des  oeieneea  t«  Fujfs  eni.,  edsed  l^j 
o.».:  „AwfObrlkbe  Hetbode,  mit  dem  Fmnnbo- 
fHBcfaen  HeUometer  Beoi»ahtaiii0en  enaiut^cii" 
(1827),  „Uatnmadnngen  Uur  «e  gegeoMitiKen 
StOnmgen  des  Jnpiter  nnd  Satnra"  (fS31),  ..Er- 
mttteltng  der  kkioan  Fkneten"  (late  tot  3de 
g«d.  185»-'ia59),  „Fmktaoentft  non  «DfeetiM- 
Hm^  oifcrtu  Terae,qaMDl(UMpa(taat»t"{1^). 
it  Wj    "      "      ■  •  ■  -  '      ■      ■ 


i"  0857)  berdEende, 
n  BcawhnoDg    der 

Hl  JWtnm»n'^ftAKI 


„Dftrienng  dm   tfaeoratiadiw  J 
ia  den  JïooiUilela  aogeirandten  Stltooogen'.'  i 
— leei  2  ^n.),  J^M  da  eoMl"  0654'  i 
wfc    1 ^.      ~      ■     .      .        . 


iieiDnnKen"  (1€S8],  Nk  lijs  oth- 
Ddg  „StArangen  dor  gronen  Pb- 
I  de»  Ji^ter"  {1675). 

HaiUMn,  ThtoMbiê,  een  Deensch  arcUteet^ 
den  I8den  Jidt  161S  te  Eopenba««n  geberak  <mt- 
vüg  i^p  ophidiii^  aaa  de  Aawienue  nn  Scftoo- 
oe  Knnsten  in  iQn  gebooiiestRd,  deed  in  18S8 
een  nns  door  DaitaaMod  en  ging  ovei  TcnetiS 
en  Tritst  nur  OiM«nbnd.  S^  natanreeide  tm 
Athene  «idemeiMiden  <niegêiattwai.  lAtec  ves- 
tigde ttq  ^di  te  Weenen.  Zgn  -ToomMmete  ver- 
ken tön:  bet  Petkotentegebonw  te  Weenen,  bet 
hMtnrl  HOraotem  co  de  MkoduiiMa  te  Lem- 
httg  en  te  Kflnn.  Den  ITden  Febiwri  1801 
oneileed  hj)  te  Weenen, 

BuiseD,  EmU  Chritiimt,  een  Deeoed)  filijH- 
«loog,  den  Seten  Hef  1642  te  Rabe  geboren,  be- 
meht  ki  ISftl  de  kmMtadwcd  te  Eomnhwen  doA 
wSdde  Mtik  «dte  OM  de  weteneotienMËke  etn- 
di«n.  Van  1666  tot  1666  beooebt  Iq^  bet  Polj- 
tèehirienu  en  tan  1671  tot  1876  de  «amniteit 
te  Kemnbagen  en  beeg  voor  ijjn  antvoOTd  op 
de  Drqsmng  ,JSngi  tinuooü  dwida"  (1876)  de 
gouden  me&itte.  Vait  1877  tot  1S79  turid  iig 
n<h  beiig  met  pbjeèokgoMÉK  atodiei  onr  de 
fpeting  «  bet  aienw  «abclite  Inatitmt  wt  Oia- 
tingatoebniek  «n  weid  voodift  daatop  dinctear 
Tan  de  ^bywU^oqfMbe  Mdeohng  vin  dit  ioeti- 
tont.  ffonaen,  die  in  I8&1  lioogieenaT  weid,  orer- 
leed  dm  28aten  Angnstoe  1906  t«  HSmbaek.  Hy 
eehreel:  ,^  «bampianoM  BtereoTUKi  dn  Da- 
amuA"  {IffKi,  ^ecMMbea  «ar  lea  mierooign- 
nioMS  qi^  k  diUénotea  «poqoea  de  I'aotée,  •» 
tn»TCDt  duw  ysEz  fc  OuMnw  et  am  alentoaTs" 
(1679— laaSi),  JtedMNbea  «r  la  ph}wMagia  et 
k  mofpbologie  dca  fannenti  alMMéqnea"  (IS&l 
—1801),  „RecberAee  ma  lea  htcténei  aeéltfiixn- 


Wa"  (3de 
meDtal  atndiei  «o  tbe  Tuiationa  of 
0865). 


Himnnii  Qerhard  Jrmauer,  een  NotcveegBoh 
ffeneeatondige,  dHi2g>tenJoË  1641  te  Bergen  ee- 
Donn,  stndèaida  te  <^iri«tenk  en  went  in  1869 
arte  en  ia  1676  dkeeteoi  aan  de  InriditiDg  -root 
de  veifdmiig  no  metaateclMn  te  Beigen.  Ia  I6S1 
ontdekte  1^  dn  ImnbacU  en  tnd  loo  eDeigNk 
t^n  de  mehata^bead  ef>,  dat  in  1893  twee 
biJgpitafen  (4e  Beigen  en  te  MoMe)  geebten  kon- 
den fftoden.  liet  Etriere,  Koeh  en  Lai*ar  bewerk- 
te bjj  in  1897  de  bqeenreeiMag  ^inn  een  eonlereit- 
tie  vnr  de  melaatêchbeid  dcwc  de  Doitaebe  le- 
geenng,  Hj  sebieef  «ra 
'      wb  orer  4 


(SpedBhUted),  UhmIc  <«  {Mtbolwiak-aiiatoo^A 
fTMnetdilet  (met  Looêt,  Besen  16»?;  in  bet  En- 
getali  Tortadd  door  Walker).  Rowfa  in  1901 
werd  te  BeiRen,  wsar  bu  den  \2ota  Febnnri 
1012  overieeo,  «en  standbeeld  Toor  b«m  opge- 
tieht. 

BAnuiirVi  ^'"'^  Vielor,  ridder  eon,  een 
Ooeteni^Mb  ^ter,  den  3den  Angoet»  1823 
te  P^en  gdioTen,  ebadeenle  te  Praag  oi  te  Wee- 
nen ïa  de  Mcbtens  bwl  in  etaatadienMt^  wwd 
diatrictabei -  .    -  . 


orerleed  alckat  den  23sl«n  tauiari  1877.  Hj} 
MdMreef  o-ai:  ,;H(am«aislgBiMnen"  (1644),  „LoAeer- 
und  E&fadUUter"  (3de  drok  1659),  ,JiMkr- 
boeh  fflr  Deutadw  in  BlAaDen"  (1662  —  1865), 
„Kaiawtrcnnn  nnd  SchweHüUen"  (4de  Aam. 
ISeOX  Jiebe  and  Leben"  (1873)  en  „Oriënt  nol 
OeeidMit"  (ade  dnA  1876). 

Zqn  «ditgenbDt  TAereae  /o6iMA,  dan  28«ten 
Ifoart  183S  te  BodwuB  geboren,  sebreel  onder 
den  acboitnaam  TAeotfor  RemtBald:  „Dimkle  FQ- 
gttHMn"  (2  dfat.,  1862)  en  rfOesacnnielte  Novel- 
kn^^2  dbt.,  1674). 

HMUjnkeb,  HeinHeh,  een  E*tboli<k  adirjj- 
TCT,  den  ISdan  Angustaa  1837  te  Haaktdi  [Ba- 
den) gebonn,  atudeerde  te  Sastndt  en  EMbuig, 
wierd,  in  186S  tot  piieeler  gvwüd,  ieHUf  te  Do- 
naneecbingen  en  in  1865  d£eet«tr  eenei  boogen 
boigeraeboot  te  WakUmt.  Wegene  politieke  orcr- 
tre&igen  moest  bji  twee  keei  veatiiwslTal  onder- 
gaan, «MTOifef  bq  sebmef:  „Anf  M  Feetone" 
(4de  ink  lOOQ)  en  „bn  OeJiagnisee"  (1874).  U 


mog  bn  een  aanstelling  ala 
sefert  1884  it  fa^  nlis  te 
wg  L  Br.  Ato  Mtedmndii 
histofisote  gesdimFteBii  loo^: 


^reibwg 


or  te  H^nan;  se£rt  '1884  it  fa^  i 

Br.  Als  Mtedmndiga  begon  hq  nui 
MadimFteaii  loo^:  „Die  Grafen  *on 
Fteibiug  MD  Eanqife  mit  ibrer  Stndt"  (1867), 
„Die  Sdpeterer,  ein  ooUtiseb-religitee  Sdite  aal 
dem  «klIMIieben  SdiwanwaU"  (Sde  Arak  1896), 
,J)er  WabUmter  Erieg  vom  Jahr  I4Ö8"  (2de 
<kvk  -lOOl),  ,3aimeon  der  LaiMae  tok  der 
Rei«beoan"  (1875),  waanw  later  ,J>er  tebwane 
3«i4oUl  der  EriJndec  des  Sehiëamalwra"  (1891) 
Tdgde.  BoTeDdLea  «efamet  bq:  „In  Fi«akr«eb'* 
(1»4),  ,Jn  IteN»"  (2  dbi.,  1877).  „In  den 
Niederkad»"  (2  din.,  2de  dnk  1001),  „In  der 


twealveonfaMten"  (1878)  en  „Aas  muner  Jn- 
gendimt"  (6de  iknk  1008),  „Ana  mainer  Btndien- 
■eU"  (5de  dnik  1B02),  „&^  krenken  Tagen" 
"^"  beoeTeiM  dagboekfcbden:  ,Jm 
.Abemflaoten^'  (1889),  „In  dar 

,     „Letata    Falurten"    (1902), 

W«e"  (1002)  en  „Stilla  Standen^ 

(1004).  Ata  ««IkaadMvrar  Iweft  b^wb  in  I>aitadi- 


1004),  be 

1897),  .A 

(iooo). 


DigilizedbyGoOglC 


HAiNSJAEOB-HANOTEIN. 


laad  ze«r  popnWx  gwntrirt.  Wq  noemen:  „Wilde 
KiMdie"  (1*6),  .JNlire  BUttar"  (2  ibi.  "" 
—1090),  „SdiDeéWlen"   ^    "       


„ËidiMieni"  (ISW),  .Jlos 
ijeDen  einee  JsciIOakliRcii"  (1900),  „Ana  <i«m 
Leben  eines  Glfld'UtW-  (1901),  „IMm  Ibdou. 
Mt"  (1902),  „Aw  dem  Leb«n  «ineB  VielRepriÜten'' 
(1903)  en  „Ane  dem  Leben  einea  VHJg«toebten" 
(1909).  Veed  (^^«d  maaJctfl  b^  mat  zijn  werkje: 
„Uoare  Volkstracb'tHi;  «Ln  Wort  m  iiirei  EilwI- 
taw"  (4de  druk  1896).  Ook  gftf  hq  „Kan2eili«- 
den^  <ie90— 1900]  en  ^UwewiUte  S<lirif'U" 
(1695—3896,  8  dift.)  uit 

Banillok,  Eduard,  e 

TOT  «iTOt  ii«aie&;  den  I'14en  _     .. 

Pnog  gdboren,  kreeg  iiniH«koDd»wöa  te  Pnag 
nu  Tonuujek,  atndeeide  alckni  «n  te  Weenen  in 
de  ncbten,  prootoTeeKk  io  1649  en  trad  Ketrtl- 
gena  ia  stMtedéenst  R«e(b  ia  ld48  tnd  feg  «o 
■h  mnMekreeenMnt  i«t  de  „Wienei  Zütnn^* 
en  «Is  medsnriMT  aan  vctaeUHende  nraüefctóA- 
Mb^ten;  meer  txkend  mti  liii  door  ma  verian- 
dea^og  „Tom  Mva^attacli-SaliOnen"  (1654,  10de 
druk  1902;  ook  vertaald  io  bet  FraaMb, 
Spaansdi,  Itaildaaoach,  Ekwthoh,  BowiaBhe  en  Ne- 
dethndteh).  In  185S  weié  hü  laanAaiiieaB  ^»n 
de  „Freeae",  in  1S56  ^vaatdoentt  vooi  Aeebbetir 

" n  de  UniTeteitett  te 

b  1870  ge- 
im*  ging  nu  ais  msaek- 
„N«ie  (fTeie  Pre««",  Aan 
Bgn  iredcmraUende  keniilB  en  aön  Mthitterenden 
Mpl  heeft  hij^  «oofannMmitedtnken;  boren- 
lUen  ia  hjj  bekend  door  i^  M  ofrti«den  tegen 
ITa^er  en  <tegen  de  moderne  mnud  ia  faet  al- 
gemeen. Bji  acbreef  TOOiti:  ,/3«se)nebte  des  Koo- 
tertveMDe  io  Wien"  (1060—1870,  2  dtn.);  z$n 
biUeken  en  teeaja  lija  vwiaoxM  Tenébefflen 
ifa:  ,^«s  dem  ^luertaiat  184fr-IS68"  (1870^ 
2de  drak  1697),  J)»  moderne  Oper.  Edtiken 
nnd  StmUen-  (1875— IBOO.  9  dbk.).  Ook  oimet 
i^  nog:  „Sinte"  (1884),  „KtoKrte,  Vartnoaen 
ond  Somponiaten  der  Maten  Jaèie,  '1670—1865'' 
(3de  Avk  1896]  en  «en  witobJografie  ,.An«  mei- 
nem  Leben"  (4de  drak  IMI].  E^  overleed  den 
eden  Ai^wtas  1904  te  Weenen, 

Buuom  ot  BantonuxA.  Zie  Üa6. 

Vananea,  Oeorg,  een  Doitaeb  ataatlntiliond^ 
biodige,  den  Sisten  Ifei  1809  te  Hamfaoig  eebo- 
reu  atudeerde  te  Heidelbenff,  pimnoyeenfe  te 
SM,  TCmilde  sedert  1888  de  betnkkktgen  Tan 
prifaatdoeent  en  hoogteeiattT  in  de  atoatboM- 
fiondknrade  asn  de  Terwtiittende  Dnitocbe  imiTer- 
eitej.ten,  t«n  abtle  te  OOttkigen',  waar  hn  den 
20eten  December  1894  orerteed.  Bdnh«  vde  vp. 
eteUen  m  bet  „Aidav  dar  nobtiaA»  Mono- 
mie"  en  Jn  de  „Tobïnger  Zeitadiiift  fOi  lAe  ge- 
mmnte  8taat0me«eiMabaft"  sehrael  by  o.  a.; 
„Stetistiscbe  Foiaebnngen  floer  daa  Henogtom 
Sebleowig"   (1682—18^)    ,JHe   AoAelW  dei 


«itriMrrllGhbbwHfaibeD  VeifaftltDiaae  ObedMwl 
io  den  HenoRtflmem  SeUeswig^iHolstan"  ClSttl), 
een  bekroonde  pi^faTeibuKMing,  „lÜe  OcAMei- 
sdHften  im  Regienuigébenik  lUei"   (1863)  «n 


.rAmriiistonaebe  AUiaadlangen".  (1880— 188^ 
2  JBn.).  Uet  Rm  red&geeide  og  de  lüenwe  re^ 
van  bat  „Ardüir  dei  palitia(lie&  Oekonaiitf'. 

HnnMon,  Ola,  eot  Zweedaeh  sebcÖTer,  dsn 
12den  Norcmbei  1860  te  HSniüige  (Scbonen)  ee- 
boren,  atedeatde  te  Lnsii  benésde  sedert  1862 


__   ,     _     tm 

is  «en  dei  biaabi«kei«  van  de  letfstinciM  ridi- 
ting.  Ven  lijn  wnken  noemoi  wü:  „Notftaiao" 
(1^).  .JSenwbn  amoroaa"  (1687),  „Pacia'a'' 
(1690),  ^om  Ofeg's  liederen"  (1682),  „Uelde- 
imvten"  (1^),  „Een  reis  naai  bu*"  (1694), 
„Ester  Bivce"  (1893),  J>  beadienneDgel"  (1896), 
„V66f  bet  hnweHJk"  (18Ö5),  „Gedlditen  in  pol- 
lie  en  proia"  (1901).  Als  critiODB  «dreef  aq: 
„litennacfae  e^Hioaetten"  (I68£),  „Friedridi 
Nietasdn"  (1600),  „Eet  jonge  ^Sndünane" 
(1891),  „abeiMiB  en  pFoJeten"  (1895],  „Het  nm- 
teiialisme  in  de  lilenrtani"  (1892]  en  pi^obolo- 
giMbe  stadie  ,4Mi«sIiwian"  (2de  drak  189S). 
Bamtott,  Laura,  gt/tioKa  Mohr,  sedMt   T°°" 


te  Riga  geitweo,  i 
BoluüInBam  Louro  Markolm  naam  gemaakt  door 
haai  „EntstUeaerangen"  van  de  Tionwenpmfao- 
kgie  met  beMtUng  tot  Vefds  en  geslacbtsHTeB. 
Teidei  adweet  ig  a  s.;  „Ww  Fnnen  nnd  nnam 
Diditu"  (18%),  ,4>>s  BoA  der  Fianen.  Zcit- 
pi7cb(dc«iacbe  Pütrita"  (5de  ónk  1899)  en 
„Zv  Fsrobokgie  dw  Fna"  (2  d3n.,  2de  dnik 
1903). 

Hanst.  aditei  {dmtennsmsn  ds  de  aftorting 
TOOI  /.  «on  Hantteüt  (lie  aUaar). 

BanBt«eOj  Chrittopher,  een  Nooisdi  starnn- 
kiHidige,  den  aSeten  Swtember  1704  te  CbrisUa- 
nia  g«DOTeo,  atodeerdle  ie  iEtif>eiilui(?en  eerat  in  da 
rechten  en  iroPTolgens  io  de  wi»-  en  oatovknn- 


de  en  werd  leeiaat  te  FrediAsboig  op  Seebad, 
waai  bij  Mob  inaoodeib^  met  bet  aawmaguatii 
me  beug  hieSd.  Een  veibandeling  omi  dit  ondec* 
nem  weid  4«  E^^enhagen  btfaöom^  waarna  tai 
in  1616  benoemd'  ynnè  tot  hoof^eeiaai  (e  Cbris- 
tiania.  iHJer  Tarwterf  im  giooten  loem  door  ün 
„Unteraocbingen  Bbei  den  jUagnetiMiMis  der  ui- 
de"  <1819).  Ten  ganlgti  no  m  boA  werd  een 
uienm  metbode  van  magnetisdie  waarnemingen 
ingeroerd.  B^  deed  weteoaebanpel^ke  idMn  naaf 
Finland^  Dnitadkhod,  Fnnkiyt  en  Bngidand,  ala- 
mede  met  Ermaii  naai  bet  laeatelnk  gedectte  mt 
Siberii  <16a8— 1660), 
ing  iBt  Siberil"  io  Ik 

„Reéndtate  raagnetMdber,  i 

teorotogiMtei  Beofaaelitangen  anl  doei  Heisa 
nacb  iibiri«a"  <1868).  Na  ^  ten^aar  stdd» 
de  T<dksTeTtegenwoor^ging  de  itoodige  gddn 
.    _..ii..     i..  1 ___    gg^  nioawe 


obserTatoriam  gevoegd  weid.  Sedert  1 
staarde  Iq  de  trigonooietriaclis  opmetniKen  iit 
Noorwegen.  Hn  oirerked  den  ]5den  April  1878. 
Hg  eebnet,  beliaI>T«  „Yoorkangen  ow  de  ater- 
lenlrande",  «en  „Leeibockder  geometrie"  en  eoa 
„Leeibock  dei  meehaniea",  terwnl  bq  in  1623 
met  JfaaeAffloira  en  Lundh  het  , JlagKin  for  Na- 
tar*ldenakrfwne"  stkbtte. 

Buutoln,  Jokmuut  «oh,  een  Daitsdi  }dast- 
famdige,  den  ISden  Hei  1622  te  Potsdam  gebo- 
ren, stodeeida  te  Berign,  weid  in   1861   oastoa 


DigilizedbyGoOglC 


HANSTKIN-^EAiraE. 


mh  bet  beaWiDm  «n  is  J865  boogkerur  ia  de 
nkmünaide  te  Bonn,  4l«iMde  dkeetear  van  den 
tinhfiMwhfw  liiki  oi  ran  bet  botuiiMb  ÏMÜtant 
■Mur.  HS  «rerieed  te  Bomt  dm  27<ten  Ao^db- 
iua  1880.  Bq  odHvrf:  „VDfanndtimMn  ftto  den 
Baa  Hod  dü  EDtmddnng  dar  BanmüBdt"  (1653), 
„Uebei  den  ZuMmoMDbaog  der  N«4itaMiW  mit 
don  Ban  dea  dÜDtjleii  B^fttringea"  (1S58).  „T»- 
andte  fiber  die  LatnnR  dee  Sanea  ddrch  cS*  lUn- 
de"  <ie60),  „Ztu  ^ktnriokilnogagewèiehte  dar 
OattDOg  UaiaÜia"  (1662— 1864,  2  dln.),  ,J>ie 
HÜdMtfgtiBaze  nod  die  TerwandteD  Orgme  der 
Itiode"  (1664),  „BeMdrtagMr  ond  Entwócktong 
der  ÜMwf  Umilia."  {mb],  „Pitnlariae  ^ 
b*ditaae  seneratio  eom  Uaialia  oompanUa" 
(1666),  „UetMneht  des  natttttieben  FflMizeiwjB- 
lems"  (1867),  „üeb«  dïe  OiBwe  dei  Han-  imd 
SeUemiBbBondeniiigdiLdeBLanbkiMcpen"  (1868), 
,j:He  Sdwiteisiel^gTOmeai  im  Vegetatkm^mit 
dei  Bmtmogmam"  {1869),  ,JDi«  Entwidhiw 
dee  Kon»  dei  Moaokoi)4en  fmd  Dfto^n" 
(1870),  ,J>ie  FaitbeBogeoeaia  dn  OoOeügjui 
^iti^io^'~(lS7l),  „CHl  o.  £hi«ibeiK,  em  IWe- 
k  a«rf  dem  lUde  der  NatarfatsebiniR"  (1677), 

.  „'Emaga  ZOm  «w  dei  Bk^ogu  des  Broto- 
plaama^  (1680)  en  ./Beitnse  sm  aBcandnen 
UwpfaoJccie  der  FfiMtteti"  (1862). 

BanswMrt  m  een  betf^ketgk 
in  de  Zoeiwaube  fluneente  Eiainanf, 
KÜdeinde  van  bet  Zvid-BevekodMtu  kaïMM],  met 
een  mer  owr  de  WeateieebaUe  vp  Wdaooide. 
t  op  den  IricD  Jnni 


werk 


Het  i 

een  aaimuwr  —, — -  „ _ 

t  ealand,  tencdnde  <le  Ooater- 
met  de  WeateisciKlcIe  te  Teidundcm.  Door  de  me- 
ning ytok  dat  bnMMl  en  het  stiditeD  ma  een  R.- 
EaittM«eke  ikeik  kt  1867,  kreeg  bet  een  Uovend 
WHUZMO,  Kotet  twt  iwi  OS  imwooecB  in  1840  tot 
1200  in  1915  _:.__. 

Hamworst    een  groto^-kasnieeh  kaïakter 
Tan  bet  oode  DoitMbe  toooeeL  komt  tba»  ook 
D  bet  ipiaakj^niik  vooi.  Men  TiwH 


Ne- 

derdoitadie  t>effeik«g  mn  Bmt'a  .JfMren- 
eobip",  en  Lulkir  grinnikte  bet  in  iQn  tegen  dan 
bering  nm  Bnauwih-WolttMMtM  geriifttt 
MliriJT«oi  „Widec  Baasa  Wout".  Ala  i>o«t>»iHH(n 
komt  ff  «MI  Wortt  voor 
t«n  Pnbri.  Bq  fioiu  Saeki  ia  Wont  Bant  de 
eefioffewde  naam  Toor  veetetera.  Ale  nar  in  de 
lÉonudie  iieedt  de  naam  bet  eerat  op  in  167S. 
ToomI  te  Weenen  mm  de  buewwet  gdMd;  be- 
kotde  vertottere  muen  Stnmtfuty  en  Prefcnuer. 
Hantwell,  I^mn  io&ORii,  een  DoMecb-Cae- 
diisdi  aebrjive^  den  2Ssten  Nowmber  1612  te 
Pnaff  g(AN»en,  etodeerde  in  bet  klooatw  Stn- 
ham  der  IVaemonelratenaen  in  de  wgsbegeeite  en 
^odeeleenlieid,  te  Fraejg  ia  de  Mchten  en  werd 
m  1885  te  Weenen  •dronet  bö*  den  boo^eeraar 
LwkUnleU  en  in  1838  gewoon  boogleeiaar  in  de 
w^jAegeerte  be  Lernberg.  'Hy  eehiMr:  ,JHft  Wie- 
-— ^  ttdeaelMnflcbenl^^bo*"  (1842),  ,3Mid. 
ibikwopiiiMbcD  Elfaik"  (1846),  „Onind- 
I  HawKnetu  der  HetaottTaü"  (1646), 
ErUniKMeeleiMire'^  (3de  dmk 
iMü)  en  „uaodboeb  der  Lo^"  (2de  <f  ' 
Op  1^  iTOiteigen  weid  ia^  ventlaatsl 
mOti  en  gaf  fier  een  „€«acU«6te  di 


K^HmgeaehMfate  der  UenecJ^Kat" 
(I649>.  N»  de  PebTnaci-omwenteUng  beteatte  hjj 
adi  met  de  Mdaetie  ram  de  „Olmfttier  Zeitnng". 
Nadat  bjj  in  1649  ala  boogleeraai  raax  Praag 
benxoen  waa,  waar  inn  leasen  giooUo  opgaiig 
naakten,  wesd  bq  in  1652  met  «ebood  van  tqn 
traeteoMnt  ootalagen.  Hea  kooa  bem  eehtMr  tot 
gewoon  lad  na  bet  BoheeuMdi  Oenootsehw  Tan 
Wetenacliappen,  waardn»  tiq  bel  redit  verkieeg 
aao  alle  OoetenTJikeahe  'aniveraiteiteii  Toorieuo- 
gen  t>e  bond«a.  Éérst  tn  1660  werd  hij  tot  bi- 
bMotfie«arie  te  Praeg  4>enoBiQd.  Qq  orei^eed  al- 
4kar  den  19den  ÏUi  1869.  Van  lijn  geaehrifteD 
T<enMlden  wij  nog:  ,J^  MisiaiiBdi-BObmiechen 
CWenmide  dea  14  imd  16  Msbimdedi^  (1863), 
„Dsfl  S^niftweeen  and  Scfatitttnn  dei  bOhniecb- 
sknreniMlieft  TSttentiniine  in  der  Zeét  dea  Ue- 
bersMwa  «na  dem  Beidentiun  in  dae  Cbriatea- 
tom"  TI867),  ,J)iB  gefltschtMt  WHimiadMtt  Oe- 
dS<Me  «na  den  itiatva  1816—1849"  (1868)  en 
_  ,  dei  bCbmiMh- 
^weniacben  lóteratoi 


tegUMner  Hankon  en  telt  oagercer  lOOOOO  in- 
wonera.    Ifen    Tmdt    «ff  eoDtge  e''       " 
wwren  (ook  Ennopeeeebe]  en  een  E 
«Ie. 
Hanse  of  fiofua.  Kit  woord  Tmdt  men  leeda 


de  Ckrtiadw  Bg1>elv«taiiDg  t«i  Vttüa»  i 

likt,  waar  bet  een  amootsdnfi  Tan  krggriieaett 

beteeient.  ^  de  Hiddeleenwen  w«Td  bet  gebe- 


ngdinden  rinTMt  bai 


e  efcindor  wederketrig 
1  BMwneiJyk  haocM  dKMik  Zoo 
_  rtbet  ondedar  IQdeeeDW  banea- 
TeTbanden  vmhA  ia  Dnite(fakii<t  ah  in  Enge- 
kad  snNooid-Kmkr^^.  fimdelök  gebraakte  men 
den  aanm  «talnatand  <md  «en  De|nald  Terbood 
vao  Dutocbe  atedea  (Boaaa  AUmamtiae  <iS  Teu- 
Umiea),  da*  widle  16de  tot  de  17de  eenw  bied 
bestaaoen  niet  minder  dMi  90  atedtn,  na  Re«al 
en  Mum  tot  Ainstsidam  en  UUdeibwg,  thb 
E«ntro  tot  finaUn  «n  Sxdan,  tgd^  <k  vaat 
onder  i^n  leden  Mde.  Laogiaacn  wne  dit  Tei- 
bond  tei  stand  ^oineo  Ax»  eameawnwHéng  der 
vereenigingen  tnn  Doitarfte  koelieden  in  het 
Utenlana  en  der  wrtwoden  nu  Dmteehe  sleden 
io  het  Tadeihod.  De  DwtsdM  bande)  te  land  en 
ter  aee  bad  neb  welifaa  «ui  de  eene  BJie  tot  in 
BoMlaDd,  aaD  de  endere  tot  in  Bnelütd  uHge- 
■tren.  Hén  tad  Tmeenigangen  tsu  Dnitadu  koop- 
lieden t«  Londen,  &v^  Wiabr  (eo  bet  eiland 
Ootland)  en  Oroot-Nowéaiod  (Rodand)  w«1k« 
reedt  in  de  12de  «eow,  in  Engidaikl  mK  aedeit 
bet  ttagin  der  IWe  eenw  beetonden.  Zq  poogden 
ia  die  genarliijke  tj^den  T«a  de  Toraten  vowredi- 
ten  te  ireifcnKen  die  baar  Trögeleide  en  T«iig- 
faeid  Tan  baatdel  waaihorgden.-  Veider  sotgden 
de  DnMeebe  etedenTerbonden  uw  Ted  ntogdqk 
TOOI  de  TfiiBghnvIt  der  wegen  te  hnd  en  te  wa- 
ter, fwaaiiiaast  rï  dooigaana  ook  staatkundige 
doeldaden  beoogden.  Daai  nu  de  Duitache  koop- 
'  den  Tieemde  nit  alle  roogetj^e  eteden 
wwen,  aoditen  en  Tcnden  iq  stmn  in 


D,o,l,zedb,GoOgle 


▼«ibooden.  Beeck  h 


hflt  ^Twfeilaad  «d.  gftraD  ihmïftinr  «MiMdmg  tot 
e  Moshittioe  ^  ateika  en  Btodeu- 
wck  w  1241  aa  1255  imdea  o<«t> 

„«Joten  tDHchen  HiiidNiiK  en  La> 

beek  met  bet  óoti,  om  den  haoddaiMe  «toot  &>1- 

steiii  tbh  alle  liiiiit  iiiiniiiii  te  beneden,  temijl 

in  d280  Lolieclc,  fiostoA  en  — 

nigden,  «m  de  xecmoKn  te 

dienzelfdein  tij<' 
^  dooi 


imiK,  uwbmum  eui  niBuar  skd  >viae 
de  xecmoTCBS  te  kMtnden.  Omatreeka 
tjjd  mid  een  deuMipe  ffKMenfaHnct 
01  de  W«eUtaMbe  etodea  Uvoster. 


wk  liet 


i  Lobe^  d^  editer 


ODB  bedw  beag  toen  fconoig  TToItisfiiar 
ir  TW  iDenemHfeen  in  1361  Wisbj  Teroreide  en 
op  g«wcUiladagie  >wjjie  den  hutdu  bekmmerdb. 
need»  tMt  <lï«n  tgd  mren  Hanofrooilwen  ge- 
Tosid  tegen  de  SkaoHouriaibe  B^en.  Zoo  vei- 
wioTTen  ui  13S4  en  1265  de  ^t  Wendieebe  ete- 
deit  nut  fii^  en  Waaby  «en  vooideeligen  Tr«de 
en  fadaoeiqke  bamdeUToociwliteii  van  koning 
Erik  .*ut  MMwegMi.  Mindes  iwntfMedJg  ms  ds 
atand  dec  «ledto  WionM,  Boetodc,  OreiMwaUen 
legen  EnJt  Menoed,  konang  ■na  Dene- 
1911.  Na  een  fangdnrige  nwt,  deed 
borengenoonde  kominff  TTaUetruir  een  ounwen 
oieiloc  tuËbieken,  De  WeiMfiaahe  obadea,  olsioech 
EtaAara     en  Brouw,  DDMtten  siob  aaastondi 


Autvaatedök    inet    WaUemar    den    atorm    te 


en  den  lOden  Ne>T«mbec  1367  doten  te  Keotea 
12  «tedan  ces  «oskgabood  te^en  WaUenur  ta 
ün  bowtgeooot  H^üum,  konvig  TUk  Noonragen. 
V«Ie  omdüe  atedw  Toegdea  er  lich  bjj,  lOMat 
WoUtemar  77  «tedelük«  oorkgsraiUaidogen  ont- 
inig.  De  rtt^d  w«9d  door  de  iBbnae  met  soeoea 


liag,  ben 


catfing  der  baoMlalapnrikgifiii 


den  inrloed  op  db  kotüogeteuse  in  Deneaniken. 
Tsreu  T«ckn^  Albreeht  van  Meeklenburg  door 
'kt  'HaoM  dea  ZiraedeciieD  Inwn 


it  Blanat^i%mk  dn  Dnit- 
S,  daac  ^j  nn  heeracbaii- 
pg  Toeide  op  de  Ooetiee  en  den  gdteeten  toa- 
•aoiMiihutdel  taaaeben  int  oosten  «n  westen  mn 
NoonKEnropa  In  benden  tiad.  'Bmt  eenie  dod 
Ueef  Toortaan  dsM  pontie  «o  bandalegdried  te 
hsndbamn,  tefwnl  ig  na  dce  deefaeming  aan 
bet  staatkiuMUg  leren  •na  bst  DoitwAe  qjk  of 
^  ondndeelen  «Iiag.  Bmt  belangi^^wte  kut- 
tonn  beroDden  ach  te  Now^orod  (Torwoeet  in 
1494  dDor  caaar  Iwan  WatUjemtêj),  te  Bereen 
ia  Noonregen,  Ie  Bragge  eo  te  Londen.  2g 
Toimde  bjj  de  kwöoing  T&n  bet  keiser^  g'ezag 
een  macbtig  hoad^OKntmiiaa  ter  beTonJeikg  en 
besebernnÓM  van  dut  baoAi,  boewel  ec  geen 
eigenlijke  boodeorcceenkomst  tofledben  de  vei- 
Bi&tteDde  steden  ireid  nart^esldd.  De  bloei  tmi 
dMi  handel  w«id  «en  kncbtig  hnipmiddei  tot  op- 
bevriog  T>n  den  baigeratnna,  en  oni  die  reden 
'HMen  de  Kuoeeteden  ircohl  dcrreni  ia  het  oog 
'e  Tonten.  Een  muolg  faienarO  me, 
)  nuenoeg  «ile  Itaitache  steden 
>d;  Se  geen  cecbtetreeksA  voor- 


deel yua  dm  bütenlaadsafaeii  Iiamdel  trokken, 
'      hnddan  leden  der  finnze  te  qpL 
il  noe^  «M  ook  tosMben  de  les- 


geiiB  de  bMtoacbtig«  handetepdiliefc  der  ated  La- 
beek,  wtü»  sedert  ds  YeDwoeeting  mn  Wiaby 
de  ToonMamste  8tapd|^utB  twi  du  Oostaeehm 
del  ms  f^miden.  Hoe  meer  oHQdqk  ds  landel 
tkb  Mttmfcfcieide,  des  te  meer  wwdem  de  toawfaen- 
BtatHns  TNineden.  De  atfaepen  der  NedetkuMMis 
steden  Toeren  door  de  Soat  tsdttateeeks  naar  Zwa- 
den enIi«MitUid,terw^diedierI4^aDdB(iie  steden 
ucb  daarentegen  leehtsLfwfcs  naas  lEngelutdea 
de  NedBiboden  begaven.  Lnbeek  Tsnetto  sich 
duitfleeDen  beüof  Bob  «^  bet  stapekvobt  dnax 


digde,  de  NederiaadKbs  steden  e._ 
meer  nn  DnitadiluMl  t^rreeoMUe.  Ten  aktts 
fatsTon  de  Nedeihaden  o>ranninaan  in  den  sbijd 
en  verkiegeo  eg  de  vine  le&il  oo  ds  OoetseeL  Ein- 
ddp  tobowlen  to4  de  weik<l$ke  leden  dec  Han- 
n  alleen  de  etedm,  die  in  de  o>l^)h«d  mn  Ln- 
be^  gelegen  waren,  bensTN»  Lnbeek  aelf,  &un- 
burg  eo  umebais.  Deoe  Toehteo  in  de  l<5de  en 
10de  «amr  t^en  de  StondinaiTiBebe  kutingen,  om 
de  beeiadMivq  op  de  Oostoee  gknsrjjk  te  band- 
Iwrent  n  door  bet  Tstbond  viaa  Lubeck  «n  Dba- 
lig  verMoi  OhriatiaaK  II  de  kroon  en  rweid  da 
SkMuKnnviflcbe  ïïnie  Teometigd  (1523).  Litiia- 
ecben  TcnpUen  de  steden  baai  kncbtentn  steat- 
kmMige  en  godsdienstige  geMfaiUen,  modat  de 
beenehappg  op  ds  Oostaee  baai  <»iteó)^  en  q 
lidi  met  een  gedeelte  der  voonoBJige  Toorreeh- 
ten  moesten  teneden  ateUen.  Ook  de  katete  oor- 
log, <Üe  de  stad  LtAeok  als  bondgenoot  nn 
DeBeroaifcen  im  ISflS— 1670  te^en  Zweden  wer- 
9e,  Imaoht  daniBn  geen  Tenutdenng,  loodnt  einde- 
lijk de  JSanee  «iet  langw  als  ataal^iHtdige  moebt 
beetood,  meai  als  ihuidelffTereei^nig  een  kwq- 
nend  fawtaan  Toorteleepte.  Deopkomet der  Noord- 
ecbe  qjkeo,  omuu  nog  meer  de  ontdekking  *•& 
Auerfta  en  van  den  leeweg  naar  Indii.  waren 
oven  noodMüg  Toor  de  Beüie,  als  de  yerfiatA' 
eing  der  banDgrangst  mai  de  Nooidsee  (sedert 
het  midden  der  16de  eenw).  De  Bossiscfae  boa- 
del  weed  óoot  de  oorkffen  om  bet  beüt  nn  Lü'- 
land  veraêetafrd,  en  oe  Dnilscbe  BanzestedeB 
kregen  in  de  IfedeilMidscbe  en  Engelsebe  koo^ 
steden  maobtjge  mededSiogaters,  loodat  bet  wei- 
nig baatte,  dat  ia  1546  baar  kantoor  nvt  het  aeh- 
ternitgaande  Brngge  naar  de  bloedende  etad  Ant- 
werpen «ei^oatot  w«hI.  In  Ëogeland  gingen  ten 
töde  na  ntningin  EU«Aelh  ck  Toormológe  pn- 
TjlegiBn  Terknen,  omdat  de  Hame  geen  ToMoen- 
de  leóproeitott  walde  teeetean.  In  1612  waren 
er  nog  14  stembeYoegde  en  eooinbalaebetaleode 
HancMteden,  osmd^k  Lnbeek,  IHsmaT,  Bostoek, 
Stnuüsnnd.  Qieilswald,  Stettin,  Danag,  Uaag- 
denboiK,  Branswgk,  Hildedieim,  Innebnrg,  Htun- 
biug,  firemen  en  Keulen.  De  Dertigjarige  oi»- 
log  gaf  aan  de  Eaooe  den  genaderiag.  Wel  deed 
S^^e  (1627— 1S2S],  in  oTereen8tennnii«    met 


DigilizedbyGoOglC 


HANZE— HAIBALD, 


dm  kidaar,  op  de  TcugidGnDg  na  geroknaA- 
Hgita  der  Home  tiet  Tooiatel  t«t  «picbtiiig  j*a 
eea  QmiMtitdi-apMNMdt*  tiMiiMwiiaetedmipfl 
dm  bnM  W  «bvren  met  ds  aptiwabe  kolaHSn, 


b^  uodMiig  TeitNutd  te  aülen  met  de  iö"i> 
doi  ^an  hnr  gdoof.  Op  ds  tergsdenoe  dei  il- 
MraenügdKi  tui  1829  iwetd  faetbelnrtaeen  tw 
de  l>dueeii  <fet  Hanse  «wedngen  Mn  de  rteden 
Ldwi^  Branen  en  H«nnug,  die  »  1M1  m- 
aienwd  iraad.  Na  deD  nede  tu  IbnieleT  deed 
men  («gingen  om  de  akmde  Hime  opnieov  in 
bet  lêreo  te  UMpei^  doeii  in  1669  meid  de  lut- 
ote  TCSgadedn^  im  mrókoMUigdta  gcJioaden. 
Dmz  mnn  Ldwek,  Bveniei^  Itenbnie,  Bnme- 
wyk,  DmiK  *"*  Keolen  TWtégiraiKnniigd,  dacb 
1  kmm  er  M  geen  iwRMige&de  nitkonst. 

'—■-f  WW  de  (ntnort  der  Hmne,  en 

a  tiet  met  hiu  in4Mn  ten  deel 


I,  Het  keMtoM'  te  Laaden  wd. 
dnt  4«  .Antweipen  «nat  in  1608  Teii«eht. 

Ds  Buu^  ontitMn  dooi  beboette  aao  ondei- 
ÏDM  beediónmB^  en  aan  onhduDmenl  Teiki 


d  door  Imw  streven  om  vrtt- 

.. jRecblen  te hedngeii,  dta  ig 

aan  andsKn  met  wUde  «uginuien.  Znik  eea  ego- 
HtiMbe  buaM^wütielc  heeft  hiac  aaovMik<m 
gnwto  tjjkdnmmen  beagagd;  dodb  toen  z^  lig  de 

' -——^-  i^  hechten, 


tBcoaia,  gedeMbd^  door  aigei 

1^  door  den  loop  der  dingen. 

LOentwr:  .Jjhmaiaehea  Di 


gmg  q  te 

4g«dedto- 


1976  T.1 


aeaMondi 
■14S0"  TKt  Kofp- 


.  nSdaferiU.. 
I  aeadadMaawtten" 
wOoMUdMiKtter'' 


BaUbawM 

Jkt«ndei  ^ 

mam  nS70— 1897^  8  dfa.): 

1431— 1476"  -ma,  Bont   (ie7ft-ie»2,   7   On. 

3HW»eMaae  na  1477—1680" 

— ISfifl,  6  dfci.):  ,  ~         ' 

^aliel889T.T.)ei„ 

£671  em.),  taHatéma  door  den  „VcmAd  tflr 

Hnwanrhn  Oesduehte".  Tender  noonen  «q  nog 

rieebts:  L^Kler,  Si»  deotadw  Hanaa,  (4de  <fa*, 

iMome  191 1).  i).  &iWer,  Die  iBum  (Sde  diakt 

Bklrfid  1914)  en  DOneU,  Die  Bltlteieit  der  deat- 

acben  Hmne  (Beil%  1905—1906,  2  dbt,). 

H»iua*tMlan  noonde  men  oteden,  üe  tot 
de  &CHe  (lie  aldaax)  bcfaoorden.  De  laiam  » 
)>»waMd  gebkroi  Tom  de  Tqje  Steden  HaminHg, 
BiKBDen  ^  iMueA. 

BaoeMft.  Zie  floiwio. 

Bavanuida,  «sn  «tad  in  de  ZiraedMlie  Toog- 
dq  Toradk  Ugt  aan  des  Tomet-Etf,  tiegeno 
de  Rominfai  giwawtod  Hornet  en  *dt  (1810)  I' 
iowoneni  Zf  beeft  «en  hmndiMB  haoHiBl 
aebeepabonw.  Ak  seetwuen  dient  oet  7  km.  v_ 
i^dMde  Solmie.  Qapanaah  beiit  een  det  Koor- 


lelogMcbe 


smtoria.   De  etsd 


1  lèK  eeÊÜebi. 

Haphtlutra  (meerTOnd  Hofktluirofh)  noemt 
men  «deëtten  nit  de  Iraeken  der  IVof  eten,  die  bg 
den  Joodaebeo  eeredieDat  op  Sabbatti-,  feeet>  en 
VMtendagen  na  het  faoolifatidc  uit  dm  PenMeiKh 
irarden  Toorgtiewn. 

Hamtoaraias  oi  Jrafoeraxee  noemt   nwu 


het  gedeeite  der    *'—'"-'-  *  fffitrr^ 
celegen  taaMben  Ana 

TknÓi  fiie  de  knaiFten  tsu  den  Orooten  Oeeaaa 
en  mn  OeennH). 

BarafoiM  «f  BalfoereH.  Zie  Alloere». 

RaraUrt  (opoq^eanedeD  bmk),  ia  de  naam 


itunik  Mcakotde 
h  den  Miik  «pen 


gewooDde  der  Japamxce^  om  meb  den  bnik  «pen 
te  anoden,  nwmeer  sg  M  ooteeiende  atcallen  Tsr. 
ooodeeM  waran.  De  wU  kreeg  dikwgk  berel 
na  ds  legMiing  latakaii  ala  «en  eerrotte  dtMMt 
atnrf  toe  te  pameo.  Het  mad  in  tegenwoosdig- 
beid  nn  getmgen  TndtuUkeiL  AanoieDlgke  peno- 


li  op  idt  begate 
ite  doodikleed  m 


bg  'Toorgeadueren  witte  d 

Haxald,  is  de  naam  nn  eeoige  koningen  na 
Koorwegen. 

Hanld  l  Hartagr  (86&-930),  een  >0oa  na 
Hol/dm  den  ZtoarU  att  bet  geeMit  der  Ynglm- 
ger,  nreeoigdB  de  landen  nn  Noorwegen  tot  Ma 
lök,  vojoens  de  aage  tavtoe  Mogeapooid  door 
iQD  KeUe  iegena  ds  acbMoe  koningadocbt«r,  wel- 
be  bem  sMeen  ondeir  die  Toonraaide  baai  baad 


wilde  aebenken.  HK  deed  «en  «e4  dat  bq 


eerolse  nn  «en  opataod  a.    .  

bg  döeo  de  beeraéharog  om  de  {ironneita  «n 
iwgenoegde  deb  met  bet  hoosste  geaag.  Bii  le- 
teJde  te  Dnaiibeim,  deed  in  980  ^Wnnd  nu  bet 


Horald  ir  QnateU.  (Qnaiwbiüd;  950—888), 
een  afahinawlMg  nn  den  Toeegaande  en  een  aoon 
nu  Vm  Stodot.  Hjj  weod  b^  den  Innrfkid  nr- 
moord  door  OiiOharM,  «aazDa  Banld  Blaatand, 
kcnang  nn  Denemaikei^  sicb  nor  koelen  t^ 


itige;  1046 

-    fatam. 

inde 


nn  Noórwtam. 
irdraaifo  <de  Afdnebl 


HanM  lU  Sardraad»  <de 
—1066),  «en  aooo  na  SfS^  Sgrmvm 

mebv  yeoÈ  BanUd  I,  «fiende  aedert  1061 

Maerl^  l^waAt  in  finanlMan^  nam  ded  aan 
een  onriog  tegen  ds  AbOannacbe  aeeiooTM^  be- 
«wit  Jn  1 W6  Jwnaiem  en  abreed  segeiienoo  to- 
gen de  Suaeeoen.  Na&t  bö  tot  ovscate  der  kei- 
aedgke  Ëjhmdrt  benrdMuf  was^  veronrde  hii 
onderaeheaden  eteden  op  fibeUil,  ncfat  »  Mitfm 
en  OTerwen  de  Sanwenen  in  16  TeUatagen.  TVwn 
bg  in  1042  omr  B^aantiuui  temgkende  en  be- 
liebt  ontving,  da*  zqn  neef  Magnuê  Noorwegen  en 
Denuuaiken  geErfd  bai  woeg  1^  agn  oot^g. 
Men  deed  bem  de  adiitterenMe  auAiedingeu, 
om  bem  aUaai  te  bebonden^  en  toen  bij  w^eide, 
werd  bq  in  dm  kerker  mwntpen.  S^  ontowpte 
editei  naar  den  Rnsstseben  nootnovt  Jaroehv, 
met  wiens  docbtei  Blü^ethbS  te  Nowgomd  ta 
bet  bnad^  tatO,  at  gdng  iwnlgene  (14h5)  naai 
den  kooinë^nn  Zweden,  een  htoedrerwaait  ijin«r 
gemalin.  Weldta  waa  bQ  meeetet  Tan  een  ge- 
deelt«  no  .Noorwegen  «n  beUom  er  ala  alleot- 
beeracber  den  troon.  H^  aneaTelde  in  1066  in 
een  nldehg  an  Bngwhnd. 

Harald  ia  da  naam  r&a  eenige  koi^ogen  tbo 
Denmaiken. 

Handd  BUdetmd  (OotJogetand),  een  kküioon 
Tan  IwarTFtii*«na,iadelM4d'not*rbqkeaTairtn- 
len  en  iietdtotbten.  Hjj  moet  geaneoTcid  tqn  in 


DigilizedbyGoOglc 


IHARALD— aMilBUBlO. 


den  Oag  op  de  Prl-riMriiitr  ia  SmUawI  tegen 
Rmg,  koDiBg  der  Qobta,  die  lieh  dauw  no  ijjn 
tj^  meeri«i  kmIiU»  («K). 

Barald  Klak  word  door  Oottlned's  Moen  nit 
Jutland  iMnfeomib  En  826  te  Isgelhaim  g«- 
ikMpIt  boerdb  liq  met  den  H.  Antgariv»  te- 
nw  mui  moeit  we«  Ttncbtcn.  Hg  vreileed  in 

floroU  Kudtoul  (KMiwtand),  e«L  anm  faa 
Oonti  den  Oudt,  «AananUe  bet  bewiad  in  S35, 
wu  een  ckmer  kiqgHDaiL  en  erende  ia  M7  ijja 
lieeniRMngfaeM)  ioa  Mt  Dniteebe  B^,  waani&  isit 
nen  <da  f^KOXiea  nat  ign  gebied  biedommen  weir- 
des  oȑradrt,  In  NoMwegen  faielp  fajj  eeiat  Ho- 
rald  Gnia/eH  md  het  tiemikd  bteoffsn;  tator  nr- 
joeg  bjt  iwni,  om  daan»  Etümn  «moer  «oiiTeieiDi- 
teit  TBo  DeneaHiken  met  de  heeraelt^ij  te  be- 
Ueedbn.  Toen  Otto  l  ovnleed,  deed  fioroU  een 
iami  m  Sktmn^t,  mav  moest  atddnien  en  me- 
de aluten.  Ak  «mataodei  vaa  het  ChrM«itdam 
werd  1^  ceeda  "noeg  gedocot.  ^n  sood  Stwt 
TvMtoy,  een  -niend  der  oods  a^ódea,  kwamte- 
gen  bem  ia  coataod  en  HoroU,  bn  «en  nedeiba^ 
^wond,  TlMutts  naar  d»  JohuIjdik,  waai  hn 
iD  S66,  oaac  men  oegl^  door  Polnofoftt  vermooid 
werd. 

Haraid,  «en  «wn  iraa  Bven  Qabelbarl,  aan- 
iMiidlde  ree(fe  tqj  bet  teren  vaa  igit  Tader  Itet 
t^ewimd  otêt  Deneanairïen  ^ta  GO^Qsi^elJjk  ko- 
nioiiöb,  maar  oveiked  neda  ia  101& 

BaraUt  Hein,  een  uun  vaoi  Sve»  Ettriliön, 
beUom  den  itiooa  ia  1076  en  ofeileed  m  lOBO. 

Barald  *a  de  neem  van  itwee  koniiigen  van 
Eneeland. 

\HaraId  I  Bardot  {iHaoeTOet),  ean  «mn  Tan 
Knoet  den  Qroole  en  fvaiD  AeUgiva,  wnd  ia  1085 
te  Oifotd  tot  konÓDg  eeb»en,  maar  ovedeed  reeds 
ia  104a 

Barald  II,  een  aooa  no  Oodwin,  graaf  «m 
ITmmx  en  een  iwaeec  Yaa  Sduard  den  Belgder, 
weid  in  1006  tot  fanujng  gekozen,  verakieg  d« 
Noien  bg  StamtocdbcldgiB,  maai  BoeiiTBlde  m  den 
sbg  bjj  Biastdaga  tegen  Willem  den  Veroveraar 
(M  Oelnber  1066).  Het  beoi  ie  de  djnaobie  dex 
Angdaaktdeehe  taniagea  op  den  ËDgeleoheiii  troon 
mtgeetoTTCnk 

HftTiiin  (Aiabiacb  =  bet  jsiewnde)  ie  ixdgeos 
^  oonpMog  betieUde  begrip  aJa  dBit  rao  bet 
Petnolt  «D  het  Tofroe  (lie  dese  aitikrien).  In  plaat- 
aeïjk  opiidit  noemen  de  (Mebemmeduwn  dé  ge- 
wDoe,  heilige  plaataeu  Baiam,  io  de  eezate  idaate 
bat  bólJm  gcU«d  no  lUia,  dut  o(A  ikt  wt 
Uediaa;  beade  voegt  moi  nmen  tot  Alkaramejn 
(=  beide  Huam).  Het  ia  «en  dec  bako^iDkate 
attritwten  -na  den  aoltaa  «la  kbalit,  dat  tiv  de 
Ixaciwnuer  det  beide  Banm  ia.  Ook  de  tempel- 
plaats  in  Jeniaalem  wondt  door  de  Hobunmeda- 
nen  AJ-Haiam  d-aeberif  {=  bet  voonwme  Ha- 
laim)  gtamemi, 

Barar  of  Bvrar,  een  «tad  in  AbeeeLiie,  870 
km.  leo  Z.W.  'nn  Zeik,  ligt  op  «n  1666 
booge  gnoiatrota  te  midden  lan  jnadit'  ' 
nen.  en  kcrffieplBatagiea.  Zg  ia  omgeren 
5  m.  boegen^  met  4  rnime  forten  en  8  kleine  to- 
rene veratnkten  mour,  wMudoor  5  poorten  tot 
het  booidfdein,  mat  kaïemea,  mo^eein  en  het 
paleia  Tan  den  emir,  en  tot  bet  maAtpIeia  leiden. 
Harac  telt  ongeTeer  60000  iawoiten,  waorondcc 


ooeereei  800  Evopeenen,  6000  Qalk,  5000  So- 
maii  en  SOOO  JibeiainiSEa^  iKe  Ardnseb  c|u«k^i, 
welke  taal  het  i«h— m»»^  iHMari,  een  Semitiacdte 
taal)  geheel  en  al  Todiongen  beeft.  EofSe,  bui- 
den, -na  «a  wa»  (een  Tet^bnt)  wMÖen  ia  groo- 
te  hoercelfaeid  iter  maoit  gebracht;  Tordei  gaat 
de  bandci  naar  AbeesioiS  over  lEarar.  De  «tad  ia 
door  teAeeraaf  en  telrioon  met  Adie  Abeba  ver- 
beodeu.  VToegei  waa  iHaiar  de  hoofdstad  na  een 
kleiaeo  OaUaetaat  'Tsq  Sdiüeten,  die  op  een  ta-' 


n  heacbairiiie  atMUHi;  «n- 
t  door  den  JMiacunedMn 


etieeka  1500  i 

Imam  Akmed  tuit  Adait  moTMd.  De  Bgypten»- 
zen  bezett»  het  in  1875,  dooh  eteldctt'  rieh  te- 
Tiêdrai  met  het  aanstelkoi  na  den  oacktMt  looa 
vao  den  luidaten  emir  AbdotUahx.  Deae  liet  in 
«en    ItutJianaAn    haad^e^editie  onder 


gdaod  sedert  1 


I  Tao  Aden  nit  de 


bekagrüke 
■g  het  den 


Jttni  1807  ten  gvnate  van  AbeÜéiiut  van 

Ham  al.  Ia  betsdfde  jau  begon  man  met  den 
aonieg  der  epouiqa  Dqiboeti— iKhbi— AdiUs 
Abeba. 

Boran  of  Arau  ïb  de  naam  eener  gewddi- 
ee  notendeet  op  het  ejlawl  Sumatra  en  wd  ia 
de  reeddentje  Padangaebe  BotentatMlen:.  Zg  be- 
TÏodt  ÖA  ton  N.  Tam  ^jakoaubo  in  het  nnd- 
eteengebergte  en  heelt  l^j  een  breedte  van  600  tot 
1000  m.  nacenoeg  Joodtrecbte  rotswanden  tcu  100 
tot  600  m.  Bg  den  ingaag  deaar  kloof  «taan  eenL- 
ge  kofBMridtniten  vtui  bét  Ghmtetnement  en  en- 
E^  nmlórfabraekjee  Tan  lUóeia;  een  w«inig 
mid^^iBr  liegen  mg  eenige  oveihl^seien  nut 
bet  gedurende  da  iMiioorlogen  aSjcawóa  Fort 
VeïdniBn.  I>oor  de  üoot  atrwiat  de  Bataw  Ha. 
raov  een  tk^er  qdTÏer  Tam  den  Sinunar.  Vaa  de 
bU^  ntawandeo  tbart  adeb  tmiti  het  water,  dat 


gekg4  naar  den  fiatagig  Huan  t«  vloeieik. 

Barbonr  Qraoe,  md  etad  op  het  eiland 
New-Fonndknd,  ligt  aan  de  Weatzgde  Tan  de 
CoDCwfóonabaai  en  aam  den  oraorweg  en  telt  nïm 
5000  iDwooere.  De  etad  ie  de  aetd  ■na  een  R.- 
Eatholiekea  bisaebeo,  baaft  een  dooi  het  Qiaoe- 
"l—w*  bcedmmdle  haren  en  een  in^  handed^ 
vericeer. 

Harliimri  «^  stad  in  de  Pvnisieeh»  proTin- 
de  fiamroTei,  Ugt  op  den  liiikeaoc>v«r  der  EShe, 
wauoTCT  twee  enigen  geslagen  ^n,  aan  ds 
^NNxUinen  Hamibug— iÊ«i&en,  Bandnug— Ui- 
ten— ^Lebte  en  ^mba:» — OnxhaTen  en  teU 
(1610)  «7  875  imwoners.  Hen  vindt  «  «en  «id 
slot,  Ttm  IS24  tot  1642  de  setd  dur  Hartwiger 
Iga  Tan  bet  H«ia  Lünebwg.  Tot  de  jnrithtiitgen 
Tto  «ndaiwfa  bebooren  een  hoogere  bmgerachoal. 


heidMiébo^  De  bekof^^jjkate  biomen  Tan  beetaan 
x|}n  handel,  eebeepraart  en  Toenl  niJTedieid.  Deie 
Ihatate  lerert  «oondeihtid  jute,  rtet,  TiM>erwa> 
len,  ledM,  ah^  aoda,  eement,  glas,  «(dteikiimdige 
pntepaiaten,  at^iset,  tabalc,  eigann,  enfter,  garen, 
"""*■"",  iJKTen  ketels,  gegoten  ïierwea,  bi^ 
eiu.  Ook  Tuidt  men  er  aebe^istómmerwecTen.  De 
haodel  Taa  Hatboig  omvat  Tooial  koloniBèe  wa- 
ren, tnring,  wjn,  die,  traaai,  titnmeibont,  steen- 
ktika,  loopen,  butetiaest,  petro3«um  ens.     De 


DigilizedbyGoOglC 


Mbeepnart  is  dmk:  fat  1018  Vepen  er  btnaen 
17H  iBMelMvea,  («MFims  904  piÊtiea  «d  800 
is  iMkUMt)  mat  «n  tonKUiiMt  na  506670  re- 
giitwtoM.  DmtodAbt  mMS  11S  Nadeskadacbe 
«bffitm.  Ei  -rartnUea  1TS8  aolMpeiL  (i 
1€M  iMt  b£w),  meteade  567  87tf  ngk 
Da  a<iietpti*i  tt nweging  naomt  toe,  tooihI  dooi 
gnooto  «aaifoai  na  ■taeiiko)e&  au  «lootdtt  door 
ngnleCBDg  na  ds  EOUbraitd  gnotet  seeadMpan 
de  ated  oa  knonen  teraken.  HariMug  ia  tnet 
Hmboi!;  «D  Alten»  TeriMmdeit  dooi  een  geiegel- 
den  steonmootdnostL 

Baroonrt.  Sir  WtUiam  Qeorge  ötohvUU 
Vernon,  <en  EWdKh  racittageleaiie  en  etaftto- 
mnn,  dsn  14den  OcbitMr  1827  geboiea,  itDdeeide 
ta  OMnbiidge  in  ds  ledUeo  ea  «eid  «hoeaat  te 
Londen.  In  1668  <iKeDd  hg  iid  tio  bet  LageitMiii 
&  kècorde  tot  da  Tooitrêflelökete  ledcoM»  no 
de  pHtij  dn  wèig*.  In  1669  wod  Iq  hoQgleec- 
MK  io  net  T^dkenie^t  te  CHobddge,  welke  be- 
tedibKC  hij  tot  1867  Mdeedde.  In  het  kalnaet 
OfadffoM  beUwdAe  hf  na  IdW  tot  1874  bet 
ambt  TUI  B(d!dtoi-«eneTi4  en  toen  kt  April 
1860  GhdtUme  weder  au  bet  bewind  kwam, 
iren)  hq  miniitec  t^a  RïniMmt»,TMtBJiii  Zaken.  In 
den  MDKC  na  18S6  tiad  bjj  met  bet  kabinat 
eiadiUmt  af,  doeli  waa  'no  Jemari  tot  Mi  1S6fl 
weer  kuaeKer  dei  6ebatkiBt,  we^  tuibt  iü  ook 
wuniMn  k  Qladiton^ë  lierde  misisteBe  (18fö— 
1806)  en  na  dieu  aftiedut  onder  Roteberry.  Vas 
1804  tot  1898  WW  tq  de  lodor  dei  Kbenla  par- 
tg,  trad  eclitei  ali  modenig  al,  omdit  bQ  ddi 
met  da  inyefiaBetiefhe  DeiKHieen  der  parlq  in 
da  bnitenlaiMkehe  ataatfainde  met  kom  Tereeoi- 
gen,  maar  Ueef  in  itet  Pailement  gmoten  inTioed 
orfeaeik  Hjj  OTorieed  <den  laten  OoUibw  1904  op 
ign  bniten  Nnn«lHiii.  Li  Jnsi  1906  wwd  toor  bam 
te  Lond»,  itok  tooi  het  FoilemeDtaeeboow,  een 
atukdbedd  ontbiM  H^  knoide  mg^éieu  in  de 
,Siixada,j  BcTHw"  en  onder  bet  peeodomem 
Hittorietu  in  de  „Ttmee". 

HardniiKaiiloid  i<  een  Jjaoi  tra  i«icte  na 
175  km.  a>D  de  faut  nn  het  Nooreeh  annt  SSn- 
dM-BmeDhoa  Zjj  heeft  ondeischmden  sglakken, 
looale  oe  Aab«  en  St^fjord  en  mooie,  biei  en 
daai  trotecbe  oereis.  Het  gebengte  Tcrbett  er  aeh 
aan  de  lee  op  aammiee  irtaataen  tot  een  hoogte 
■na  1993  m.  en  ia  hier  «n  duir  met  ^Mecbeia 


Odtk,  E&de  en  Tik. 

Hardbloam  {Seleraithiu  L.)  ia  de  naam  van 
een  pknteneedBcht  wt  de  omderhnwHe  dei  Sela- 
ranAtttn,  Mtooiende  tot  de  faoiiMe  dei  mmu- 
achtisen  (Carvofk^UaeMin).  Het  ODderacbeidt 
lich  doOT  ««1  dtiaionniffen,  na  boren  5-«t4e4agen 
Mk  met  «en  Tarmawdén  hak^  door  de  ^weag- 
heid  dn  bloemkioon,  dooi  5  tot  10  meeUraden 
en  dooi  een  itoadige  dooarraebL  In  ons  land 
TÏndt  men  de  eenjangt  hardbloem  (8.  annuuê  L.) 
met  ^itae,  sen  imaf  «nitReraDde  lelk8lDi^)en,  — 
«n  de  oeerUjieenife  ham&loem  (S.  perennit  L.) 
met  atooqw,  breediüeiig«enade  kdkiüfneD. 

Hardemrtlp  is  een  doip  in  Fiieahnd,  aan 
den  straartweff  en  epoocweg  Tan  Oroniiigen  naai 
Leeawaiden.  De  ïai^  doFHbonit  «tit&t  lidi  nit 
kags  den  ataatweg,  mar  de  Fraaie  buitens  T<iHa 
"■  ■    ïftn  gelegen.  Er  ie  een 


23 
HePTonnda  keifc  en  bet  4Kp  beait  oogaraei  1200 

Bartan,  iuUu*  frietbisA  Korl  «on,  een 
Dutaoh  «cËgTei  op  fast  gtiaei  der  iijjgakaade, 
den  Uden  ^«il  1610  te  Iindwigitnig  gabaren, 
want  »  I6S8  Imteaut  Jn  WUrttendyagadwn 
4Ëenat,  vae  n^  1838  tot  184S  gon*enM«c  nu. 
den  ktoonprina  <den  kt^na  koning  Eorel  I)  <na 
WOrttembeig  en  deed  dienat  aU  koiooel  m  flfaef 
m  dbn  geneialen  «taf,  toen  hg  in  1850  ign  ba- 
aoeming  ootrin^  tot  aiHadmt-gaBenai  des  ko- 
oinga,  waarna  hg  io  18»  opkwm  tot  generaal- 
majiiói  en  in  1859  tot  oonmaadaot  eeon  <Kraia 
infautede.  Wegena  nAte  moeat  bfj  den  wnkeU. 
ken  dienat  nmtta,  weid  <ka«ip  ta  1864  ^e<r<u- 
niaditigd»  tq  de  nalitafea  BondKommia«e  ta 
Fraokfoii  aan  dsn  Han,  nam  üt  1665  im  antalag 
en  orerieed  te  Stottmit  den  ]6den  Bepteanbei 
1975.  mi  eobraef:  „QranWIg*  einn  Ankitong 
nm  Stoittnm  dn  KriMKOMludite"  (1861),  „Tm- 
lN(ii«en  flbn  Kri^wesdddite"  (1851—1662,  8 
dki.),  „Sknee  ünea  vórtnn  flbei  QenaiaWaba- 
wiaeenaefaaftNi"  (Sde  dnik,  I66T)  en  „Die  B^aga- 
iniig  TOD  Srtartopd  auh  dem  W«ike  dea  Qtne- 
laU  Kei"  (1658). 

Bardan.  MaxtmUuKt,  een  Doitaeb  seiirÖTer, 
den  aOaten  Oetobn  1861  te  fierlöa  ffebonn,  heet. 
to  ooiBpnnikelgk  Witkotetki,  doen  Toiandeide 
met  ogn  lamïie  t^  naam  in  18BS  wegena  een 
famUIegeedii],  tarwnl  ^n  broeder,  bnigemeealei 
"^  Ltónfeabe- 


nm  Poaei^  die  v 


lodtt  bet  FreoaeÉte  grmiiaaitm  to  Beidgn  en  t*^- 
h  ^n  «tadifln  Na  «otodêdakt  Op  Mttiemjari- 
iuiSii  ging  bg  t»b  den  Joooeehen  gode- 
aienit  orei  tot  bet  CbriateodMn.  Ala  iomüüflt 
TMt  baitengewom  begaatdhrid  wekte  f 
dooi  i^n  ondn  den  adudtaaam  Awêlal 
oeren  cdtieebe  eaaaja  «<rai  bet  pditide  < 
leotDeele  Imen  nu  iSn  tQ^  Tenameld  ondn 
den  litol  „■       '  "  "  ''""'  '      ■* 


1  nitge- 


k  liin  1 
•■  (1802 


.  ),  waarop  « 
,Jitecatitr  and  Tbeatw"  volgde.  later  aUehtta 
hÜ  bet  w»eU]hd  ,Dw  Zoknidt",  dat  wddM  wer 
populair  en  tnena  lear  geneeed  weid.  Ala  een 
peiaoonlök  Tnend  en  nirig  nnerdn  na  Bit- 
marek  mmrigde  fajj  na  daena  lal  Oapriti  met  iga 
iiooie  en  eattre.  Odt  oter  andoM  booggef^Mtrte 
of  twkende  pnaooolttbeden  (aooak  Sudtnumf 
fipnk  hg  in  de  „ZiAimft"  met  giooto  openhai- 
tlgbeMen  len  ecberpe  aatfee  s^n  oordeel  vit  en 
Tonde  aedert  1898  «en  Teibtfteiden  abfid  tegen 
de  aed^Bten  en  bm  Mdera  (bftr.  Btbeli.  ÏHt 
allea  wikkelde  bon  fat  tattent  bemleowd  Mtn- 


h^  In  1900  weid  b^ 


kondig  en  ataatknnÜg  twietgeaehigf  en  haalde 
ben  menig  proees  op  den  h  '  '  '"" 
wegMM  nttjeeteatabefeediain^ 
tingstral  Teiooideeld.  In  1 906  Teetigde  hg  de  aan- 
dadrt  <n>  neb  door  ^n  ontboUingen  otoi  tegen- 
natoDilgke  ledelooibeid  «a  eomnuge  hofkringen, 
waanan  de  Joistbod  dooi  tegen  hem  inceatdda 
piooedvren  bleek,  lodens  dan  wereMoorlog  gaf 
hg  aonia  leer  Tigmoenge  erittek  op  Dintachjaod'a 
hondiiig. 

Bardenbars  (Ambt)  ia  een  mmeente  in 
de  piomiae  Oveigèad,  roodom  8tadr-Haidanib«g, 
omgeven  door  de  gemeenten  Oiamebergen,  stad- 
Haraenheig,  VrioMnTeen,  Den  Hem,  Atnht-Om- 
men  en  ATereeit  (Orsi^sel),  Znidw<4de  en  Hoo- 
gereen  (Drente).  Zy  heatMt  oit  de  doipeo  H«em- 


DigilizedbyGoOglC 


QAItDENBEitg. 


N,  Lfltten  «IL  SUghtna  en  Moigc  baorten 
boehtcu,  beat  «en  <ipperTiiUe  *ao  16  547  fi^. 
«iil^l>e*olfciDg  ^u  14  211  Beien  (1915).  Het 
bedt  een  sowtMliikui  bodem  ik  Stad^Mrdeo- 
beiK  (bb  tUiua)  en  wtudt  daonnedeii  door  de 
V«(Dt.  De  eemeéate  faeeit  bmu  imiwh  voontt- 
m^lgk  te  £iiken  mo  de  «knkke  Teenentgmaii^ 
gen  taogs  de  lüeaw  ge^nrea  nulen. 

BuduilMrK  (SUd)  w  een  geoteente  in  de 
proTHMte  OT«rÖML  gtoot  I«S8  H.A.  met  (I9U) 
2109  JDWMKn,  gelogen  Mn  den  Unk«ioeT>er  dei 
V«iit,  oTei  wette  fciei  een  tinig  Ugt,  tuseciien  de 
Mtueenten  Antt-Budenbeig  en  QrumAieigen. 
utoga  de  miei  Itxelt  menklei  i&n.  de  r«et  ii 
dUunaeh  amd.  De  boofdbioztuen  tul  bestaan  lün 
laodboaw  en  Teesdeq},  ooi  is  er  een  caÜeot-fBènek. 
'»diiniB,e( 
e  ijnigqgc. 
wmtnm  Heemee — QMufcnbeiR — ^De- 
al TUL  dea  iioaeiCoit^-'LiktÉMpooi. 

De  oonprong  ■na  dej^Mte  me  het  bwtoel^ 
dooi  den  BisBmop  -kb  Utreebt,  VtUefrrand,  in 
1227  of  1228  gckidrt.  b  1S«2  werd  bet  dooi 
Ueedut)  Jm  wn  Arkel  met  eteddgke  rechten  be- 
giftngd,  dwA  ïd  1516  door  Filipt  —  " - 


ia  Oi«rjjaal  g&ona,  bezocht  de  unireieitMt  te 
Leaven  ut  Teraette  »<b  tegea  de  odMtariici, 
•mextaa  bjj  in  IfiSS  Ijeuno  moest  wikten.  Hg 
ging  DUT  Ifat»,  ÏD  1613  aeu  Wittenbeig  en 
werd  ü  1544  o{i  Mmberebig  nn  JfefaneAfton 
door  deobervonmngBRexinden  aartebiaeEb"  "~ 
ffionn  (KM  TTüd  te  lEeiden 


mato 

bgel 


In  1 


be  geatnage  wdBcdiiigen  nn  LttUer 
ettemin  bad  b)}  te  Braaen  vele 
Uk  sga  meei  n^doiidge  geToelena, 
loodrt  nwn  «r  de  wwmwniing  iva  de  .J^onntila 
eoDKHdia"  w«geid&  ^  oreileed  döt  18den 
Mei  1574  ab  godwüwiMÜleerur  te  Ëmden. 


BardanbeUT,  iCwi  ^uoutf,  *orat  wm,  een 
PrasMdi  BtMtann,  dm  eisten  ÜMit  1750  te 
EaaeDiodB  iit  HiMmoTW  gdKuen,  stndeeide  te 
Lei|iiig  «n  te  Ootüngen  en  trad  tMldn  ia  staat»- 
d^enat.  In  177Ö  iwrd  lig  benoamd  tot  geheim 
„Eaminaimtb"  en  in  den  «delttaiul  opgenomen. 
Ongenoegen  met  daapiiDs  «m  Ifolee  noodnakte 
bem  in  1792  den  HuMMTCoaanscbeii  dóenat  4« 
verlaten,  waai«q>  de  JSottog  mr  BrtmnvyA  bem 
tot  TOtnuttei  Tan  bet  ,/QéitinmAÊk<MmMa"  ix- 
EMtemde.  Op  AudMnUiig  ma  Frederik  Willem  II 
vtat  Pintaen  stdde  de  mukgiaaf  «on  Aiubaeh  en 
BaiireuUi  bem  ia  1790  «Ia  mioiatec  ttia.  Na  da 
inlqTiiw  dei»  taodSea  (1791)  werd  bjj  in  bet 
Piuieüche  mimeteiie  ofigeoomeiL  Bardmberg 
vertcgenwoocAgde  Pniêen  bg  ds  Trodesondes- 
buKMingen  to  Bnel  <5  April  1795).  Na  ^n  te- 
nekeer  te  Anabeeb  en  Beijnvtb  mgvUe  bg  de 
■aEen  deiec  TontendonifneiL  Toen  w  IT97  fr^ 
detik  WüUm  UI  den  troon  btftlom,  dm  <3eze 
bem  naai  Berl$n,  nam  hem  op  in  bet  Kabinet 
en  belaatte  bem  met  onderadt^dene  bekmcrtjke 
nken.  DaaienboTen  verd  bg  in  1800  dM  tsh 

'  d^Mrtement  Uoagdenbuq 
i  van*  bet  departeoient  1 


weid  bg  ala  mioBster  de  opvolger  vu  «on  Haui 
wilx,  en  faoewd  b^  xicb  auiekxit  " 


poopfa 
Het 
Om  dit  te  TeTkrggen,  «loot  bn  lich  nanwei  bg 
NopoleoK  aan  en  Ëet  im  den  deiden  eoalitieooc- 


hq  de  otugdigheid  te  haodibRven. 
:t  doel  van  iqd  •wenedieii  was  HuHWvei. 


fcg  het  I   ^__ 

■eecen,  boewei  de  komng  tidi  langen  tgd  bq  de 
cotiUim  «iUe  aanahiiten,  betoeen  fiardeuWjr 
wiet  teeen  t«  bowlen.  Ia  1805  liep  de  koniii^, 
Bariteiiberg'*  faaMheLd  moede,  Haugvitx  wen  ut 
bet  miniateiie  ttrng,  dat  im  door  ben  beiden  ge- 
Md  Mfl  worden.  'Tóeii  I^vi«ea  ««b  na  den  aiag 
bg  AnetnUti  dDOC  de  mntngen  van  den  15den 
Deoembei  1805  en  den  15den  Febnu»  1806  ge- 
beel  en  «1  bg  FiaDkrfik  aaoaktot,  kreeg  Harde»- 
berg  qjn  ontdag.  Na  den  dag  bg-Jeua  volgde  bji 
den  Iroiüig  naar  Koningebengen,  wu  van  MiA 
tot  Jtdi  1807  vredttt  miniater,  dócb  mocBt  aitie- 
<len,  daar  Nopoho»  mka  tl»  een  vooiwaafde  vo» 
den  vrede  van  Tilait  eiadite.  Bg  woonde  daanM 
op  sgn  landgoed  Tempalbof  bg  Seilgn  en  wesd 
na  AlUiulew'9  a&niea  den  Sden  Jvni  ISIO  tot 
etattakanodici  beooeiw^  waaimede  bg  bet  sdbit. 
toiendMe  gedeelte  igner  podiiti^  lo^aan  be- 
gon. Qednwigen  doot  bii  sicb  io  inn  tMtiteobod- 
eche  Btaatkonde  leer  aavw  aan  bg  Fiankigk, 
sette  in  Egn  binnenlawbeh  bestmu,  tzo(» 
venkantïngen  den  JoflJcieipartJÏ,  de  bwor- 
mingen  doorTae  sulk  een  poolen  invloed  hdi- 
ben  gebad  op  de  iMere  i«oigwu«aÜe  der  Pntiti- 
acbe  moaafdHe.  In  1812  dnmg  fajj  op  onnoorwaai- 
delgke  «aiMiuitiog  Uj  ftoEdaaaS  mo,  docb  veiraim- 
de  de  Toorwaaiden  voor  Fnueen'e  bentid  nonw- 
fceorig  te  omsebrnven.  Oedmende  den  oorlog  van 
leiS  en  1614  Mdde  hg  de  Praideebe  poStiek, 
oodeiteekende  den  eesten  vpede  ■vu  I^u^  werd 
den'Sdbn  Jiui  1814  in  den  vontenatand  opgeno- 
kree^  de  hewigkbeid  NeobardMJbeig. 
egeladde  bg  d»  dde  v«it>onden  voiaten 
dien,  veidedigde  op  bet  Congiee  te  Wee- 
nen  Pmiieen'e  belaugen  teKenovei  Ooetenigk,  Bnr 
^«land  en  Fnokii^  en  bad  een  groot  eaódeei 
tn  den  tweedat  viede  ■van  Par^  Io  1SI7  oc^ 
niseetde  bg  den  Staatsraad,  waarvan  bg  voonit- 
tei  weid,  woomde  acbtereearolg^ns  de  Ooogree- 
aen  te  Aken,  Easdebad.  Weenen,  Tioppan,  Lu- 
btch  «n  Veiooa  bg.  Hij  orcrieed  t«  Oéma  den 
2SBten  Novembei  1622.  Zgn  JïeiikwanËgkeiten" 
qjn,  met  een  btogiafie,  dwi  voti  Rmke  uitgege- 
ven (1877,  5  dbg. 
Hardenbarc,  (Qeorg)  friedrick  (Pküipp), 
ijbeat  voa,  een  Dnilacb  odrter  en  ecbrgvei,  meer 
ftend  oodét  ^  ariraihwwni  Sopidu,  w«id  den 
2den  Mei  1772  op  bet  kleine  landgoed  Obei-Wie- 
deietedt  in  bet  giaatochaa  UaaefeHl  geboron.  Zgn 
ouders,  beiden  van  piBtiatiacbe  nedgiiigen,  kid- 
den  een  leer  teragKtitiokkeii  levem,  ocA  toen  ^ 
vadei  in  1797  «Ie  difeoteitt  der  «mtgroeven  naar 
WeéoenfelB  tiok.  Ia  1790  werd  frtMfrteA,  nneeret 
een  jaar  het  gymnaaium  te  Eieleben  beiodtt  t« 
hebben,  etodent  in  de  lecbten  te  Jena,  waar  de 
id««fin  van  SehiUer  giooten  tiovjoeil  «p  bem  bad- 
den. Reeda  vroeger  bad  hg  gediditen  geeebieven, 
doob  thana  werd  bet  eenrte  werk  v«ii  zgn  hand 
gedrott  ea  wel  in  WUlaruT^  „Tentache  Meitui". 
Daar  hg  echter  weinig  werk  maakte  van  ^'n  vaJi. 
stadSe,  BOnd  ign  vadei  bem  suu  Letpzig,    waar 


hq  nicnAdMp  doot  met  FriedriA  SMeyü,  aieii 
ml  i<Mdar  vooDdeeii  oniinkktlde,  mMi  «Tengent 
MD  TiDoiqk  IcNo  ióMe  eo  nog  'miikkr  dut  te 
Jon*  M  Étodeeren  kwam.  2oo  TertMiade  tig  ia 


neodeed. 


V*r- 


I  gNK'1^  UMI  teioiatwtt  io  Tfaoiiiweii, 
4  nea  ü  de  pne^jk  na  den  iMhteriqken 


17SS  OMW  Wittenbeig, 

peUe  es  tm  jftv  ktei  «n 

vdgeu  giag  1^  umi  Ten 

mtjc  hg  _       _    .  . 

dknst  «Ml  twkiraiDen.  Siat  leerde  hg  da  toen 

eerst  18-jaci«e  Sofhie  ton  Kvh»  k«DMfi,  uk*  wie 

öjj  acb  nedé  bet  Yolgeut  loomAc  im  itiMe  rei- 

hwlde,  óoétt  die  bem  ceede  in  1797  ontTtd.  Har- 

deiAtrg  iud  vdi  inmiddete  ook  <$  d»  iMtDorwe- 

teDaduifiMn  toegAegi  en  ia  17&S  «en  betidbuig 

bg  de  aaatmj^Hn  to  W«uenfeU  gekregen.    De 

dood  -na  qin  Terloofde  btd  bem  gewoMig  ge- 

eibofct,  de  èehoeJte  taa  «en  beme- 

djgende  ivraddreiliHiag  xteinMiuI 

gUDMkt  «t  dm  dicbter   ia  bon 


25 

BardsnbnMk.  Zie  IFitiven. 

HardervlMotaaii  (Mugiüden}  m  een  fMuHie 
TUI  ho(rfd>ak«lök  HeTiaedten,  iralke  in  giootea 
getale  dikw^  op  de  koeten  nn  gematigde  en 
wmum  leeti^  vxa»  ook  in  loatmtenDwen  ot 
in  de  mratden  vaa  ri?ieren  Toodionen.  In  Tele 
opiidttcn  abuit  drae  ItinUie  i>p  tkit  >elf  en  tot- 
men  de  Men  ewenlgk  rieehte  één  groot  gedudit. 
Bom  een  TO-tiiKMiten  s^  hekend;  gemeenlgk 
worden  ig  üet  givoter  dra  0,50  tot  0.60  m.,  de 
meeate  eooilen  beiedken  een  gewiefat  nn  ouereer 
2  kg.,  maar  vete  ook  tba  5  tot  6  kg.  Hot  U- 
tibaèia  is  met  gniotie  e(:bnU>ea  bedekt,  de  kop 
klein  en  TUt  boven  aiCgoplai,  <keientegen  zgn  de 
oogen  gioot;  de  smit  ie  koit  met  een  kkiiM 
'      en  de  ondeitip  heeft  een  TeifaeTen- 


eeiat  teebt  wakker  geroepen: 
xgn  belugiSt  weik  dateert  ym 
u  dexen  *&.  E&Mte  1797  gwg 
hg  naar  Fiobeng,  on  lidi  Teider 
ifi  dea  mgnbonw  te  bekwamen,  de 
geotogaMlie  «tndiéo,  idie  bg  hier 
ond»  Wemer  maakite,  betAwn  op 
qn  irniiikTaninhfiit  tk  vittyfia 
gnotea  inrload  gebad.  la  het  toI- 
gend  j««T  Terloofde  hg  neb  ar 
«fMÖnrw  met  Jvlie  roti  Char- 
jtetUier.  Ia  J800  kiwam  lig  op- 
BieDw  bg  de  loutgioeven  te  W( 
betoekUag  «n  nog  im  betoettde  Jaur  dong 
b^  nou  een  plakte  tia  iaotAaapUauin.  In  dm 
snoer  nam  eemer  de  boattwaal,  die  hem  Medi 
lang  beAcégde,  een  eniBtógei  wending  «o  hg  orer- 
leed  den  ÖEoten  HMit  1801.  Reeda  ïd  PreibHg 
waa  hij  begomen  met  x<pi:  ,^7innen  ao  die 
Naobt",  bet  hoogtepimt  von  ign  iTriek,  die  in 
1799  loltooid  weiden.  Ook  het  min  of  meei  di- 
daoüadie  ,  j)ie  Lebriinge  n  6aia"  ia  in  desen 
tgd  ontstuo.  Het  TCiblgf  io  de  nfttoni,  aan  den 
■roet  TBo  den  EvflhSaBei  ia  bet  a&jtmi  no  1799 
deed  bem  ^  ttoofdrwerti,  den  oumltooiden  lo- 
maa  „iHeiorieh  -ren  OBeidiiigen"  beginnen.  Ifoed 
daartoe  «Ten  hem  de  «pweUiosen  tui  Tteek, 
dfen  hg  n  den  vmtr  io  Jeu  had  lewen  keoowi 
en  mat  wien  hi)  imiyge  TnendMba^  twd  geA>- 
ten.  De  ^loote  bekoring  Taa  Novidvf  w«ik  Ugt 
in  SQB  'bgaoodeï*  Temumgimg  * 

brenslost,  in  agn  wdige  umti 


itaaie,  in  sgn  Urfde 


(MBthetiaA:  de  aohoonheid  bèfnalt  de 
dingen,  de  diditerlgfce  iotaTtie  ie  de  bico  der 
ifiepete  keuoM.  Uau  bet  twakke,  «uekere  tso 
de  meeate  z^r  tgd^enootoi  kent  Iq  niet  en 
■n  leggiDgaknwht  en  inmgbeid  overtMft  hjj  bg- 
k*i»  allen. 

Zgn  «éiate  bngia^ie  óa  die  Tan  Tieek  tooi  de 
eente  nitgtm  T«n  ffovolts'  werken,  bezoi^  door 
Tteck  en  Sdtlegel,  óex  ie  oolitet  meei  dichter- 
Iqk  dan  betnmwbau.  Ai  te  aaatrtia  ie  Heilbom, 
die  uit  het  htmilie.«Tchiet  veel  meowe  gegereni 
MD  den  dag  biMbt.  Een  «amenratting  gëdt  «.  ft. 
BöUehe  m  >ga  ni^Te  Tan  Novalit  (Max  Bette'a 
ElMttkei-AtiBgaèen). 


Budei  (Mugü  elulo). 

beul,  die  in  een  bdte  der  borenKp  paat,  de  tao- 
den  ign  Ueio  of  «vlbi^en,  de  tamelgk  ^toott 
■turtTin  ••  geffod^  tttm&li  de  o<T«Bge  Tumen 
tacMlök  kleio  lön.  vaa  de  beide  rngTinoen  beeft 
de  eeiste  twee  haide  atmlen.  De  meeate  aomten 


beütten  onnukdgke  >i<eiteaiingMnguwn;  de  «tr 
omtwikkcide  keefteeodeien  hebben  een  hoekigen 
T«Mm  erui  ala  de  moodofnoing,  waudooi  de  uok- 
dann  T«mHiwd  word^  ieni^  de  kienwbogen 
looduug  gegroeid  zgn,  d»t  qj  een  seefafiiianat 
TOimen,  dM  oitatekend  gieedikt  ie,  om  water  door 
te  itAea  «n  gelgktgdig  atte  aoden  atoftem  tegen 
te  bonden.  Dooi  een  en  aoder  kmmui  de  Biw- 
den  dedbte  kleine  nwdsddeelen  *eiw«k«D.  Dit 
ItnirtMit  iMmt^akeigk  uit  oiganiailie  met  mmd  es 
algk  TenoMigde  etóOen^  ifie'een  Igdluig  tnaachen 
dte  kodbeendeKOL  bawaikt  woides,  wauna  ig  da 

g'OTe  en  «merteedme  atoifen  weei  «tweipeiL 
et  dewiJfMMwl  ia  aaet  miodet  meikwaacdu  oat- 
aap  die  Tan  de  to- 


tige  i^er»  gonHmd.  Vsidei  bedt  da  dann  ook 
een  gioot  aaatal  wiodinBen,  en  ia  bg  een  Tieeh 
nm  85  on.  nïrt  söodM  ata  2  m.  Uog. 

Van  de  op  de  EaKtpeevix  kosten  voorkomende 
•oortas  ia  «en  bg  oou  inbeemadi,  nl.  de  gewooe 
Harder  (Mugil  ehelo},  die  bieiboTen  ie  afgebeeld. 
Zjj  stemt  io  haai  keniaeik«o  OTeieen  met  de 
hiérboTeD  beaebeTes  algemeene  famdUekenmei- 
ken;  in  booldmak  oodenebeidt  ^j  licih  taq  u- 
deie  eoorten  dooi  ban  Tleeiige  üppen,  en  dooi- 
iHeo  de  «erete  rngTin  met  boogei  is  dan  de  twee- 
de. In  lerenden  etaat  iqn  i>ug  «n  kop  gpoeoaob- 
ÜB-,  na  den  nkod  blMiwaebUg-  en  Terder  lÜTei- 
ftoitig,  met  een  sestal  gioeDaebtoge  OTeilaageche 
BtK^ten.  Zg  woidt  gewoonl^'k  ODgeveer  30  cm 
lang,  en  (ot  4  kg.  zwaM. 


DigilizedbyGoOglC 


HAlROEBViaSCHEIf— HABDERWUE. 


3  linenuHidsn  wordt  gwtagen, 
zg  alleea  ia  Z«eknd  bet  doel  nu  een  bepaalde 
msdierg.  Qewooiü&  in  het  begiii  tui  Hei  iroidt 
tmet  drae  lïnoahtqj  unscwwen  en  wordt  ijj 
Toortgeiet  tot  omatoeeks  itU  Septetmber  nMt  «en 
3  tot  S  taJ  nartoigen,  nweat  uit  Tbolea.  Voor  de 


Tianget  «Sent  een  iutg  oet,  «kt  «n  de  p lüu, 
«en  acbool  ^ien  &  c(  «eimoed  woidt,  been 
w<wdt  geioeH).  Niet  aUgd  worden  de  viMcben, 
die  bimMn  Jwt  nat  zj)a,  genogen,  daar  ^j  dik- 
wnb  OT«r  bet  net  heen  apiüigen.  Qehkt  het  en- 
Icden  eierapUieo  ei  orer  baea  te  nriogen,  dan 
Tolgt  Taak  de  gehe^  aehool  en  heeft  de  nsMber 
een  keg  net 

BarSarwflk  ia  een  gemeenle  in  de  pioTiin- 
eie  OeldeiJaitd,  aaa  de  Zouteisee  en  aaa  de  Und- 
^de  ingMleteii  doot  de  g«meente  Eiiiido.  Zg 
Ügt  V>  oi"  ^^&»  den  Centraaiipoorweg,  aaa  den 
•tnfttweg  «ma  NqkMk  vaar  flmcff,  is  3284  H.A. 
groot  met  (1916)  7759  inwonen.  !^  beataat  met 
uitioodeiiDg  vaa  een  kieiiHtd  lange  de  lee,  nït 
diluTiseh  wnd.  Aan  den  leebuit  wordt  de  atad 
door  twee  ateenen  Jberen  besehennd,  maajr  de  be- 
ven is  onbednideDd.  Zij  bezH  een  straiuUrasmc^t, 
dat  itot  op  5  Dien  atatand  in  see  kaa  worden  ge- 
zien. De  gemeente  omrat  Se  stad  fiarderwgl,  bet 
doip  HiernJen  en  de  buurt  Toneel. 

De  etad  HejidonnjlE  was  tot  1229  een  open 
plaats,  eraal  Otlo  fl  liet  heer  toen  ommuren  en 
ecbook  iiaar  eeoi^  Toorrediten.  Van  dat  oogen- 
bUk  af,  breidde  de  hacdel  lioh  i6ó  uÜ,  dat  de 
Harderwijikers  tot  dn.  de  Ooatsee  stevenden  en 
ü  Toor  lum-faMideS  voorrechten  verwierven  in 
Holstein,  EoüèiA,  iBaaJbaig,  Frieslatod,  Ktwe- 
land,  Denemaiken  en  Zweden.  De  btutdel,  die 
haar  «enetotttddnHanzadeedTerhefren,  en  de 

- oznn  Ml  land- 
bouw, viescbeijj,  'bokking-  ea  palmgrookerü. 
naehio<Dten,  beneröns  eenöge  njjveilkeid.  Zg  bezit 
twee  pkinen  een  stadÉiats  met  antieke  veigsdei- 
laal  en  berken  vota  den  Hervoimden-,  Qeiefor- 
meerdeu',  R.iEathroliieken-  en  Joodscbon  eere- 
ddenst.  Er  ie  een  kantooeeiecht  geveetigd  b«w- 
vene  bet  Koloniaal  werMepAt.  Den  leten  Hsi 
.1907  ging  de  dienst  van  het  Wertdepfit  op  de 
Eoloniale  Reserve  over,  tot  vé&  einde  een  uien- 
we  onderafdeelii]g  van  dit  koips  te  Hsrdenvi^ 
werd'  geformeerd. 

HarderwUk,  IJtbrand  ron,  een  Neder- 
landsoh  ^odgeleeide,  omatreeïfi  bet  jaar  151S  te 
Harderw^  geboren,  «nbviog  z^n  opieküng  van 
Johanne»  Kepvel,  abt  van  bet  UooBter  Iddlom 
ia  BftTTsdeel.  Nadttit  bg  de  prieaterwö<Ënff  Mit- 


LiHlliain  verkoaan  werd.  Eif  ootvio) 

vut  Niooloa»  vmi  Nieuvtmd,  fciw 

oaiie  te  ütaedit.  t™Ti«tr|(^i>  t>eatndeerdê  bn  me 

tfver  dea  ^}bel  en  de  geachiiften  vaa  iMther  « 


bq  in  1589  ijjo  oatabg  v 
xocU  en  ««rkieeg  met  een  toelage  van  5W  gul- 
den. Toen  de  mmme  biseelMp  v»n  LeenwaideB; 
Ounenu  Petri,  te  Lidiom  kwam,  om  rekensdiap 
te  Vlagen  na  bet  btAteer;  nam  van  Bardencfk 
gllnge  de  vhubt  tts&i  Emdes,  waar  bjj  in  bet 
nowëlgk  tni  met  een  Froteetafltaofae  vrouw,  dïe 
hq  kort  daarna  te  FnukloTt  aan  de  peet  Terlocv. 
Hij  zeif  beietelde  aamvank^q^  vao  die  sekte 
en  trok  naar  Keulen,  waar  ecfater  eau  nieuwe  aan- 
val bent  n  1571  ten  giam  ateepte.  Het  Fiieache 
Oenootacbap  beat  van  bem  een  op  parkameut  ge- 
sehiemn:  ,^HIaaale  Sooiaiwni,  qaoi  seribi  eaia- 
vit  D.  Yflbnuadoe  Bafderwöck,  abbat  mooasterü 
Lidhim,  aiMM  1563." 

Harderw^,  Iiak  van,  een  Nedeilukbdi 
lett«rlniadSge,  den  Iftien  Janwui  1781  te  HoiwNn 
bn  Leeuwaiden  geboren,  bezoebt  de  Latqneehe 
scbool  (e  Leenwaiden  en  te  Rotterdam  eo  eia- 
deerde  m  die  godgeleendbeid  te  Utieeht  en  te 
Leiden.  Aditeieeovolgena  was  bij  predikant  te 
AU>eiibio^,  Vinkeveeih,  Warga  en  Katw^k  aan 
Zee,  waar  hij  den  31eten  Deeomber  IS47  over- 
leed Hjj  beest  zich  vooral'  toegelegd  op  de  oud- 
Nederkindeobe  ieitt«rkaDde,  keitgwchiedenis  en 
Penningknnde  en  beaat  een  kostbare  boeieq.  Van 
^n  geMfariften  noemen  m}:  „Veirisg  van  een 
^fl£(brvft,  bevattende  Jacób  van  MaerdantB  Ne- 
derduitscbe  prozatacbe  BQbelvertaüng,  met  aan- 
teekeningen  en  bqlagen"  (1^1),  ,.<^aoÉiied-  en 
letterknndige  t^diragen"  <18e7),  „Fraoment  wi 
den  nmian  van  Paitbenffeua  en  iMeiiore;  met 
een  inleidÏDg  en  aanteekeuogen"  (1841),  ,3iidn>- 
ge  tot  de  gesohiedenis  der  Hüdene  of  EgTptieia 
in  de  Noordeljjke  Nederlanden"  (1847)  en  „Bjj- 
dragen  tot  de  kennje  der  sohiiiftea  van  David 

Harderwijk,  Jan  van,  een  Nederlandboh  let- 
terinituVgie,  een  tooeder  viu>  den  vowgaaiDde,  den 
4d«n  Ootober  1790  te  Hui-imm  gfdwKB,  ontving 
zifD  opieidóog  te  Rotiterdami,  wei^  er  op  een  ban- 
deUksntoor  genkatet,  aamvaanïde  vervolgene  een 
koffie-  en  IbeeDandell  en  deed  dtaarvut  afstand  in 
1833  ten  behoeve  van  d^en  JNunten  loon  vso  ign 
oadeten  broeder.  Qg  overleöd  defa  STsten  Decem- 
ber 1658.  Van  zijn  ^sebrdlten  veimeklËn  wü: 
„Gediicbten"  (183&),  3«t  menecbelgk  leven,  is 
vier  xangen"  (1837),  „Leerrqike  ket»  ndit  Benjamin 
FiaiAilin'e  zedekundige  adüiiften",  in  1843  door 
de  Ha«(eebappü  tot  Nvt  van  't  Algoneen  met 


DigilizedbyGoOglC 


BASDOhiS~SAia>ISXVEll>. 


■ardclM  >>  een  ^amoorb,  lUe  In  1974  é»t 
De  la  Battie  te  JBiobotoad  m  vatmmaOaa.  Bttt 
wordt  nrfcngm  door  «en  büniMËro  brnr^dcliig 
n  J.  dooi  flli^  nadM  (nt  tcolik  te  tot  mh  teo»»- 
wwAJi  het  bt^at 


t«D,  dat  tot  esit  boogt  tampenttuu  ii  rafak,  en 
het  óamait  iwi  kngMMB  «e  doeit  <Jfcoelwi>  I«ter 
betiffdto  SümMt  mèwen  Tocmen,  naiifthet  me- 
ke  ^M  gnieiMl  weid  en  die  dUj  doonkt  bet  me- 
teJ^een  goed»  *  "  "      "     ' 


!i  ia,  noediff  ilbiel- 
den.  Den  glueocrtm  ij^  >eet  Wddoa  tnkat 
tiq  faet  miürrtfi  kfMMO  m  gnÜMkaoeitteii.  Sekolt 
kwmk  ap  btt  denkbedd  gehird  glM  te  maken 
door  me  nn  beide  qd™  **  «renldrkan  met 
een  gheeoort  -na  JMtMM  «tMttiognoaffUtet. 


»  dMritjj  dweHde  wpnniaeitMfImndtn 
»  bet  glM  <kt  Ti^eoB  De  jó  üoefte  ge- 

iHEd  ie,  iDÉU  het  piodnet  ie  reel  beetendifper 

tegen  kamea. 
Hftrdhsld  noemt  mm  die  eigenBehip  «ter  H- 

dumen,  kaMtfot  wdke  sö  weteitaaa  lieden 


Een  ToMnkte  lianlMid  kea  men  uo  geen  enkel 
ItfiiiMm  toekeonen.  Om  te  lien  of  een  liehoui 
hefdei  ie  «ko  «en  eoder,  beproeft  men,  weÜc  nj) 
de  twee  men  bn  bet  etijtten  orsr  elkeiriw  kne- 
een  ku.  MiA»  hmtt  op  dtan  snwiilag  «en  hud- 
1  TMtgeeteld  met  dé  vdgeod 


:  1  4 


TfdgenÜie  10  gn- 
2  ^  of  «teensMit.  8  k^kefwaf,  i 
epeïiet,  6  >f«kfapeftt,  7  kwiito,  8 
topeu,  9  konifld  en  10  dauwnt.  De  «toflen,  tot 
de  b«ide  eei^  groepen  lxfaooKD4  W^  *""  mcbt, 
dat  M  door  den  vtigel:  gdcmet  worden  bij  d« 
«dgende  twee  gioefMn  «ucbiedt  dit  dwr  een 
apqWi  de  butete  rier  kimen  ^ae  «n  gereo 
met  staal  aaDgeehaen  een  Tonk.  Uea  beMK  in- 
tnaedten  de  apmenuog  gemaakt,  dat  de  mieMte 
tciistaUen,  niet  aUeea  «f»  TenoUlfende  klakken, 
maar  oA  op  hetMttle  lUc  bq  het  batmo  in 
rvemdriümde  liefateigen,  een  TMacbifiende  hard- 
beid  bemtten. 
Hanltaeld  wui  iratar  dnidt  i$n  gefaaUa 
n  balken 


bon  geiMig  ten  opsebte  na  leep.  Waaeht  mes 
n.'L  M  bioden  met  taea  in  rairer  (t#T.  nges-) 
w^er,  &IL  woidt  de  botd  gM  «rf  week  door  bat 
Trfi  wowtende  alkeU;  bij  gebnük  van  watn',  dit 
i«el  kak  <rf  maffMtfaoooten  bevat,  Uj^  iSdMC- 
«ntegen  nw  o(  baal,  iteuji  men  leer  veel  secp 
gronflrt.  ^a»  Zeep}.  Door  kt&en  wordt  kooboie 
kalk  bevaUmd  wiuer  weck,  Tandmr  ikt  mut 
eeatfjd«lgke  (lemfondre)  en  een  (bg  keken) 
blqveade  (femaamte)  bantteid  onder- 
acbeidt.  €oed  dmkwaler  nMg  met  meer  dan  IS 
4  30  deden  kalk  op  100000  deefen  water  bevat- 
ten. 

Bardle,  Jmut  KeU,  een  Engdscfa  volkslei- 
der, den  I5den  Angnotna  IBH^n  Schotland  ge- 
bral, was  -na  ma  7de  tot  ign  24Bte  jaar  werk- 
laam  in  de  ateewiIaunQDeik  Tan  Ayishke,  oM- 
wikk«lde  lieh  door  aeUtHMlmadit  en  betrad  ia 
ISSe  de  ^o«iiaalitti^«  lora^baan.  Tot  1686  redi- 
geerde bn  een  phatad^  blad  te  Comnodc,  dear- 
na  van  iSS?  tot  1800  den  .J^boor  Leader",  werd 
president  van  de  mQiin*erheTSY«reeoiging  in  A^r- 


■hiie  en  kwam  «m  faet  Ihoold  te  «taan  der  im 
1698  geridtte  ,JiMlependBDt  l«b«ir  Par^',  die 
met  de  ,3ocüi  demoóatie  Poderatdcn"  de  eociaal- 
demoeratiaehe  beginaalea  oader  de  Eagdsebe  ar- 
beide»  tcaebt  t«  v«imeaten.  Sedert  1900  wae 
bn  Ud  vaa  bet  LwerboU.  Hij  overleed  dut  25Btat 
September  1916  te  Glawow. 

Hardlnc,  Karl  Luimg,  een  Dnitaeh  eter- 
lenknndige,  den  20slmi  S^tcmber  17S5  te 
lAoentMg  geboren,  atndeerde  Js  de  theologie, 
Wisrd  bDiaooderwöAt  bg  dm  aatronoom  SehrSUr 
te  l-iJMn^M  èg  Bnmei^  legde  lieb  toe  op  de 
itenankoade  eu  was  van  1600  tot  1605  waifc- 
laam  op  bet  obaamimram  vaftSeftr0(er.  Bivoot- 
debta  hg  is  160*  de  aataiolda  Jddd,  werd  fei 
1805  benoemd  M  boitengewooD^  in  1612  tot  g 


benoemd  M  boitengewooiL  in  1612  tot  ge- 
boogieewar  in  de  atamokvnde  te  Qsttn- 
gen  en  orcrleed  ali^r  de»  Sleten  Ai^natni  1834. 
Z$n  hoofdwerk  <te:  „AiUas  oonis  eoelwtU"  (1808 
— 16t!3;  aievwe  tuteaTo  vam  Jokti,  1856)  met 
laOOOO  etttren  op  26  bUden.  Die  attai  ia  echter 
'de  ecbadow  geatdd  door  de  kautea 


Wawitwy  Henff,  Tieeonnt,  een  Britaeb 
v^(hnMiadia&  en  etialMnam  den  80eten  Oetober 
17S5  te  Staobope  geborco^  «treed  in  Spanje  eodar 
WiUingtoit,  werd  in  1814  gonvemew-geDeraal 
vMk  IncU,  rioot  den  vrede  van  Labon,  waamoor 
hg  benoemd  werd  tot  neetwnf  ol  Lahort,  keerde 
in  '1648  naar  Ei«elaad  terug,  wtar  hg  littiog 
nam  in  het  Hoogeifaüe.  Na  TCelItn^fon'*  dood 
werd  bq  oppei4«velbebber  van  bet  finteohe  lagv. 
Hq  ovierleed  ^  v«kkMarKiha&  den  24aten  Sep- 


Bardinge,  Sir  Charle»,  ■ 
man,  den  20aten  Jnm  1856  geboren,  wae  van 
lOM  tot  1006  geaant  te  8t.  Peteiriwnr,  van  1906 
toit  1910  eoderotaataeeeretaiia  xan  Binnenlaod- 
«lAe  Zaken.  In  1610  werd  hij  tot  tmómkotaag  van 
Britoeh-Indie  beaoemd  »t  aniit  beUeedfe  h» 
tot  eiode  Uaact  1916,  toen  hg  werd  opgevolgd 
door  lood  Okelwu/ord. 

BanHmge,  Sir  Artkur,  aed  van  den  vooigaao- 
de  en  klamaoon  van  vieeoimt  Henry,  gabown  den 
12den  Oetober  1850,  trad  ia  1880  in  dienat  t^ 
het  departoneDt  van  fiaitenia»bebe  Zak»,  vor- 
geaeUe  den  oareintai,  den  latenn  cmar  Ni- 
lalau  U,  ia  1690—1891  op  iqn  reia  naar 
Indi«.    VaaiaOl    lot    1604    was   bq    omwoI- 


het  Perais 


aebe  bol.  Den  29aten  hia  1910  vdgde  bij  Si 
"' '  Öont  op  ala  d^omatiek  agent  van  Orooi- 
mis  ia  Ëgïpte. 
■ardlnzwald  ■•  een  gnmaente  in  de  provin- 
tü  ZutdOtHaod^  groot  1162  H.A.  met  (1915) 
6021  ivwoiera,  aan  de  Herwede,  over  welke  hier 
een  Teerbootop  Werkendam  vaart.  Zg  wordt  inge- 
alot«i  dooideraDeentenOocindi«n,8<dMihimen:, 
Oieaen — Nïenwfceik,  Qieeendam  en  SlêedncU  in 
Znid-HoUaDd  en  WeAendam  en  de  Weiken  ca. 
in  Noord-Brab&nt  Zg  «trekt  meh  hnga  de  Ifei- 
wede  nit  ter  lengte  van  omtrent  I'/i  nar;  de 
bodem  beetaat  «U  óvjeAM.  De  voonaamate  mid- 
deèen  van  bestaan  ign  de  teak  en  faet  verwerken 
van  gTd«ndhoat,  faet  mak«n  van  hotels,  vieedie- 
iq,  mimrookerg,  toowalageffq  en  vooral  ook  het 
aannemen  van  openbare  werken. 


DigilizedbyGoOglC 


De  gHDeeote  is  k«rkcitjik  verdeeld  in  Boven- 
en  Baoeden-HMdioxvdd,  iaie  ieder  «en  keifc  beb- 
ben,  oJ.  «en  Hemimde  «n  een  QmtaaOiexdB. 
&  it  «en  flUtion  "r«ft  den  nowweg  Donlnefat — 
OoriMbem,  gemwmdunuwly  met  GiesendMU. 

HftTllhiilh  of  Orond«far  (lUeeebrumi,  een 
plaatenggetoebt  uit  de  familie  derUnanaitigcn 
fCarmpkyllaeeti»),  ondcssdwidtüeiLdoMten  5- 
uadigen  kettiiMt«kTonniee,tiöiw  kiaMMeaigt, 
wit-geUetude  Uaadjee,  door  5  meeUrsiden,  even- 


1873— 


Ecfadb^ee,  een  ot  twee  st^Üjee 
Idqipige  dooarmeht.  De  gekramU  hardkèik  of 
grondiUr  (I.  vertütüalum)  met  nederiigffende, 
araadronnige,  onhehaarde  stengèle,  roode  of  ora- 
le MadeKQ  en  wibte,  ko(tgeat«elde  bloemen,  in 
gToefwn  in  de  bladokeeJs  geplaatst,  is  een  plant 
onsei  beide. 

HardlIfTlrbeld,  eonttipaüe  of  obstnutit. 
Zie  Verstopfing. 

HardMibii /««m,  «en  IWifieli  g«)eade,  is  1644 
te  <tDiiii^  in  firetaene  geboi^  trad  roeds 
TTOeg  in  de  Oide  dei  Jezuïeten  en  oeieode  zi^ 
in  <M  godg^eerdbeid,  de  «ode  taleiK  d    — *' 

denÏB  00   de   peiminéïDDde.   Vooi  de 

ireiken  „m  nsam  De^jhira"  tereide  Iqj  een  oiit- 
aave  der  ,Jfi8toria  naitanMa"  vm  Ptiniia  {&  dhi'., 
I6S5).  In  zmi  „ChronologiA  ex  onmmie  antiqi ' 
reatitata"  (2  db^,  1«97),  en  in  de  „PmleRomena 
ad  eenesiam  Teteróm  aeiifttoium"  {1698),  beweei- 
de  bq,  dat  de  meeate  'vooi  «od  Kebooden  munten 
Talsdie  «tnfckea  van  lateKQ  t§d  lifo,  alemede, 
dat  de  moi  Uaaaiei  gebonden  weiten  y«m  ge- 
wade en  oogewöde  aeo^jmB,  met  aituntAena^ 
dw  „SifltoiM  nattmüs"  vam  Plinitu,  dln  „Oeoi- 
gwa"  Tan  VirgiUut  «q  dtei  „Satyiae"  en  „Bpie- 
tolae"  TaA  Soraliut.  mets  andeis  zijn  daii  ge- 
«Jbriften  Tan  monniken  uit  de  I3de  eainr.  Ott 
Tmnta  wilde  br  tii«t  benoepen.  Weldia  maakte 
l^i  bet  naar  \Aex  meoadiig  nog  eiger,  dau  hij 
in  ajia  „'CoDdUammi  ooUeoao  lecia  msojma,"  (IS 
dbi.,  171&)  ToUseld  dat  oei  de  bandelingen  tui 
aUe  iKiiveigaderingen  töót  «Ue  -ran  Trente  kn- 
ter  xeidiebbMe  wam.  Het  waa  niet  niweijijf 
bma  tot  aiDdne  geda(±ten  te  biengen.  vétdei 
edtieel  fa^  nog  „(£ioiK4ogw  Vetmia  Teatamevfci" 
(1677)  en  „OÓtnmeDtaina  in  Norom  Teetamen- 
twn"  (1743).  fig  oTeileed  te  ï^tqs  den  Sdea 
Septendiei  1720;  i^n  „Opem  yarW  i^  in  I7S3 
te  Amgteidam  in  bet  lint  TewAenen. 

Haxdataon.  ^  Arduin. 

Bardtvsberrte*  Zie  BaardgdftTgU. 

Hardwar.  Zie  Bwdvar. 

HanlT,  8k  Thoma»  Duffiu,  een  i^igeilBoh  ge- 
Mia«dMhr$T«r,  den  32aten  Ma  1804  Ie  Port 
Royal  w  Jamalea  geborai,  weid  in  1819  ge- 
pkwM  ég  bet  StMtcaidiMf  (Bewid  Office)  in 
den  Tower  te  Londen,  waar  bjj  weikzaam  Ueef 
tot  aan  qn  dood  op  den  15den  Juni  1878.  De 
BegeraiBg  bebvtte  ban  met  de  nitmie  dei  „Ho- 
wunenta  oiatoiica  britanoi«a"  (1648).  Een  gioc* 
aantal  HiddeleeDwaebe  ooikandai  zgn  doen  beia 
in  bet  iUbt  meeren,  Moale:  „Rotoli  üteranua 
eianaanui  12&f-1^7"  (leSS— 1844),  .JtotnU 
Kteramm  patentinn  1301— 1216"  (1635),  „Ro- 
tidi  NoimuHiiM  1200—1209"  (ISSS),  ,3Iodaf> 
tonendi  PaiUamentmn"  (1840),  ,J>eaóifitVTe  cO' 
takgoe  of  ntarteiiailG  lelating  to  ttu  bwt«iy  of 


Ozeotfiituo" 
FUatinon  OX. 
1878,  4  dln.). 

Bardr,  Oathome.  Zie  Craiibrook. 

BardT.  Thomas,  «en  Etneekdi  nmuiwciiTv- 
vea  en  dicfatw,  den  2den  Jnm  IMO  iu  een  doip 
viin  brt  gnafadiap  Itoiset  g«boKi^  was  eerat 
werkiaaat  bfj  een  aialüted  en  kgde  mch  Terrol- 
gen«  toe  op  de  beoefening  der  letteren.  Vaa  sjp 
geaduiften  noemat  w^:  „Uoder  tbe  greenwood 
tree"  (1872),  „A  pair  of  bine  eree"  (1878),  ,JW 
irom  tbe  mad&ig  oiowd"  (1874),  „Tbe  baad  oT 
EMwibert»"  (1876),  „Eetniin  o!  tbe  natiïe" 
(1978)  „The  tnm^  manor"  (1680),  „The  ma- 
jor cl  CaaterbïicÉe"  (1886),  „Weeaei  t»lee" 
(1886),  „Teaa  of  4e  d^ibenOe"  (1691),  „Tbe 
wdl-bdond"  (1662),  ,^Qde  tbe  obacnie"  (1895), 
„Weeaex  poema"  {189»  „Fbems  ol  tbe  past  Mkd 
present"  (IWl),  „Tbe  Dnastt:  an  Ëpic  Dnma" 
(1903— 1908,  3  db.),  „Time's  La«u)nnff-Stock> 
and  Otber  Teisee"  (1810). 

HardT.  Sdmuttd,  «en  Doite«^  «üêattËtt, 
den  Tden  Jnli  1852  te  Uaani  geboren^  Btodaeide 
in  de  thedcigie,  wgdtegeeite  en  Ooetereehe  talen 
en  bieU  xidi  later  «penaal  bow  met  bet  Boadd- 
biame  en  de  lUi-KteratoDr.  Hq  scbreel:  „Bndd- 
biemoa  nanh  Utem  Pa£w«Aen"  (1690),  „Indi- 
aobe  BeHgion«eadiichte"  (1888),  „EOmg  Otafca" 
(1602)  en  „fioSdba"  (I903].-HÖ  oreiteed  te  Bom 
den  lOden  Oot(A)eT  1904. 

Hare,  Augustus  John  Guthbert,  een  Engdadi 
achii}Tw,  den  ISden  lUaait  1884  te  Rome  g^ 
lea,  wotmrde  te  Hdmbniat  bjj  HMtings  en  vm- 
loed  den  23Bten  Jawuiri  1903  te  St.  Leonanb 
(Saeiei).  Hq  sebreef:  „WeJks  in  Rome"  (2  din., 
16de  <faqk  1003),  „Wandeiii^  in  apain"  (1872) 
,JifemotialB  of  a  quóet  Uk"  (I8de  dn^  1884), 
JJaya  neaf  Rome'*  <I874),  „CStiea  of  Nortbero 
and  Central  Ilal;"  (ISiTd),  „Yft&s  in  Loodtm" 
(7de  druk  1901),  Jimm  of  ScinÜieBn  ItaJr  and 
SicUy"  (1883),  „Studiee  in  BoMia"  (1835),  ,J)an 
neat  Paris"  -(2  dfii.,  .I887X  ,J'Ari8",  (2de  dt«k 
IdOO,  2  dbk),  „Vemoe"  <4de  drak  1897),  „flo- 
renoe"  (4de  <buk  1897),  „Fwmee"  (4  din.,  1890), 
„lile  and  letten  of  £«nmae  Btraeen"  (Sde  drak 
1882,  2  dkk.)  en  ,,The  «torr  of  tnj  life"  (1696— 
1900,  «  dln;). 

Harem,  een  Anbiscb  wooid,  dat  htt  heilige, 
olueheniUxiTe  beteekents  ia  de  naam  Tan  bet  ttoq- 
woDwoAifll  Tan  den  UcbanHnedaan,  waar  geen 
andei  cnaB  dan  de  ecbtgenoot  mag  bimientiedsn. 
De  Mnekoau  nog  irdgens  ign  godsdienetise 
instdHogen^  4  wettige  Tionren  en  een  onbepiwii 
aantal  i^iwgTen  bonden.  Zulk  een  stoet  bvwoont 
bet  aebtmte  gedtodto  Taa  ogn  woniog,  waarnan 
een  tnia  met  boegen  mani  .Teiboaden  ia,  en  ataat 
onder  bet  opiicbt  vut  «nnneben  en  bejaarde  op- 
licbtoroaBUi.  IntaMaehen  nodt  men  mt  den  aaM 
da  zaak  vSt  een  baiem  alleen  bQ  aanüenljjken 
en  ijjken.  De  beboeftige  en  lelta  de  bargw^o- 
bammedaan  veieenoegt  ddi  met  één  vrouw,  die 
tich  wd  de^edf^  met  buisweik  bonoeit  en  oiA 
wel  geeltneid  orer  de  etraat  wandelt,  va  bloed- 
veiwanlen  en  TrienduHien  te  bezoeken.  Bet  ond- 
file  liind  in  den  b&rem  Tan  dm  soÜan  ia  de 
troon<^Tolgei. 

Hareo  ie  een  gemeente  inde  pioTÜideOFonjn- 
gen,  5410 H.A.  «lootmet  (1915)  4359ini 


DigilizedbyGoOglC 


gen  UI6  n  1914.  DtaormaiaABwgynBttaiee- 
wig  na<)eiid|nno;TaDi«eikdeel4«cgcaiMitte  bQ 
óe  gHMente  QnnHigen.  Ze  ïet  ügedotea  door 
,  'Noiwagk  en  Hoogeuad 


(Onainmi}  w  Ztw 
te).  Z|il>«nt  d«  d 
«n  de  biniitca  Hwn 


»  dMfien  Haren  en  Nooni-Ï 
a  HoOTBÉcfae  Dgk,  Onoen,  £nv%an- 
I,  Easen,  SaMndermoteD,  ÜiiiiA- 
boat,  benerens  de  geboehten  Dlgt  ai  OroDJDger- 
pmtt.  Hflt  midden  'tcs  de  gemeente  bestMt  nït 
ikn  faoo0»k,  undiffen  Handüiv,  urn  menqiden 
begntMd  doDc  UraluMleii  en  Tenkiep  dow  Teen- 

EnieA,  Op  den  HoodBnig  Uggm  T<èe  fraaie 
lens.  De  boot&osoaaea  nm  beéUaai  qp*  laad- 
tioow,  t«etoelt  «n  waimoeiMiJ. 
Bet  dotp  Hanen  ligt  awi  den  apmrww  en  den 


een  Senonnde  «a  een  GvFefoimeeFde  keik 
een  twi>(Bcboat. 

HarcOi  von,  is  de  naam  Tim  een  Fneatli  ge- 
ilaeht.  Het  ia  eigenlök  no  OnitodH  afkomat; 
Ogier  em  floran,  die  ab  atatnTadar  dezer  lenuUe 
wordt  tieaebotrfpd,  imUe  ia  1240  te  Aken.  Bent 
Adam  of  Daam  mm  fforei^  een  Mon  rao  ffveroni 

I  Haren,  eohepea  te  Aken,  Teatigde  uch 


uorei^ 
«,  eohemn  te  Aki 
ati«d»  bet  nadden  der  Iftle'eenw  In  de  Neder- 
ludtii.  B^  nam  dad  aaa  het  Veitond  der  Ede- 
len, muHom  li9  ««der  naar  Aken  de  w^  moest 
nemeD  mar  faq  dra  8den  Hei  1560  «verieed. 

BartH,  Adam  wm,  tiAeDd  onder  dem  naam 
Tan  iHfóiaa.  Daam,  behoorde  tot  de  Watergeuzen 
en  OMU  óod  aan  de  «iw»^!-^  Tan  Den  Briol, 
leaai  èg  in  1578  nog  met  lun  vionw  en  5  kinde- 
nn  wu.  Om  egn  dt/pfvbtaA  atekte  grioe  TrObm 
I  bem  aaa  ato  oad  en  hofmeester.  Na  'a  prinaen 
d(md  ging  hg  in  <£enet  lan  den  stadhouder  jva 
FrinMinif  oi  onerleed  te  LeenwHrden  in  1590. 


hitden  tot  aait  de  énnanin 
het  ia  bg  den  ■famid,  die 
de  WMriog  itok  Willem  w 
BaraeUe  «oedde,  verloren 


i  de  Neitet- 
;  twa  'Den  Bnel,  doeh 
in  'Deoeadier  17S2  in 
I  Haren  ta  St.  Auut- 


M«eue  «oedde,  verloren  geguo.^ 

Bare»,  Wiliem  mr,  «en  «roedet  vaA  dm  toot- 
oModev  den  IMen  Aüoaoi  l&Etl  ie  Arnhem  ge- 
nxen,  ma  ntnueeater  en  afiperatalmeeeter  van 
graat  Lodewf  k  ma  Sattau  en  imi,  ai»  gedepa- 
teeide  dei  edelen  vaa  Frieoknd.  attiag  ia  de 
Tondeimg  der  8taten^3eneiaal.  Bü  ovadead  te 
'MMvenhage  den  Men  Deeonber  l«49. 

Barem,  Bnut  van,  derde  Joon  vnai  dan  voor^ 
eaaade,  den  ISden  OeoenÉter  1623  te  Leojnraiden 
gdbonn,  lit*  leeda  in  1645  likneeater,  m  1669 
majoor  en  in  1608  fceioDd  Tan'een  regiment  io- 
lanterie.  In  1673  «aa  hg  in  «en  geteeht  bjj 
ZwaaMoit  aanwierdv  der  ntiterq  en  kort  daar- 
aa  weid  tA  tMnoemd  tot  grietman  no  Weat- 
ateUwwarf.  Bit  beklaadde  lU  aaAt  tot  1666, 
wevd  toen  Kd  van  Gednoteerds  Staten,  woonde 
to  W<dvega  en  «xrealeed  den  IJiden  Angoataa  1701 


Eartm,  ITiOem  mh,  een  tnoodw  Tan  den  tow- 
gWMide,  den  ITden  Ootofcer  1626  te  Leeowarden 
MbMen,  amdeeode  te  fianekier,  Ulnebt  «n  Lei- 
den, wóoode  2  Jaar  to  ^iga,  toen  hS  weeë» 
~  Me  Aa  vadcn  naai  bna  wód  ontboden.  Eüi 
I  hj  bi  1650  benoemd  tot  geTokaaebtigde 


word  1 


!/HK.  29 

ten  Landadage  en  rentmeeetoi-generaal  der  <lo- 
maLnen,  in  1652  tot  g^ietinain  iran  bet  Büdt  en 
kort  daarna  tot  lid  tu>  den  RiMd  vafi  State.  In 
1S59  wae  h$  g«?idinMbtigde  op  de  Tloot  Tan 
Ds  Ruyter,  adgeaonden  naar  de  Ooabeo  (xo.  don 
Tiede  toaamen  Draumaxken  en  Zwe«ien  tot  atand 
te  brengen.  In  1663  otood  ibg  aan  bet  hoofd  vao 
een  Mmatachap  naar  Ooat-Prieeland,  om  een  ooc- 
log  Tnaeehan  at  gnniachap  en  den  bjesebofi  Tan 
MoDeter  to  Tooitemen.  In  1665  waa  bq  met  Jan 
de  WÜt  atoaraardigde  op  de  itoot,  TOlUxscbX 
daaon  KncEÓgea  imu  Lnuc,  Betlgn  en  Eleol  en 
herstelde  als  Sd  Tan  het  ooU^e  Tan  Oedepnieer- 
da  Staten  Tan  Ftkelaod  de  met  aan  de  academie 
if  Fnneker,  In,  1671  werd  bjj  naar  Zweden  af- 
eenaKCed;  na  iqn  tomgkeer  woonde  h^  de  Tre- 
deaondwuadeUneen  to  Aken  en  to  E«<wn  bg  en 
troa  TMTotgene  kd  Tan  het  gemntochap,  dat  in 
Hei  '1674  naat  Engdamil  geaooden  werd,  on 
de  onde  TiieDibiftaiwfeadngen  to  Temienweo. 
Voonl  «diitterde  ^n  ibrkwaüimhrnl  in  1678  ^ 
de  Tnedeaoodeiheaddiogen  to  Nönegen.  In  1S8Ö 
en  1690  weid  hiï  «pniMiw  ajgermidigd  oaai 
Zweden  en  in  1697  was  hg  ala  geralmaehtigde 
hg  de  TwrieaonderfiaiiileHiieiin  to  Rgain^.  "reD. 
elötte  nam  hïj  deel  aan  een  geMotsebop  naar 
Engdand  in  1702,  om  konin^Ln  Anna  met  haai 
troondKetnRÏng  gekk  to  wenadien.  Z^  griet- 
mauAMtreStiiig  Md  hg  T«eib  tn  1701  ten  beboo- 
Te  T&n  een  igner  nereD  nedeigelegd.  In  1707 
werd  hij  opmenw  g^zen  tot  fid  Tan  Oedemi- 
teerde  Staten  Tan  Friodond.  Bij  «verleed  den 
ISden  Apd)  1708  to  Leeni^aden.  Zgn  aanteeke- 
omtrant  sja  Tencbüande  zendjngen  enz.. 


DHigen  o 


('17SQ)  Terknen  gegaan. 

Saren,  Willem  van,  een  lOon  t&h  Smet,  den 
Sdeo  Jamnui  IBIS  to  HieoienTeen  geboren,  was 
atfatepeenTolgene  grietman  nn  DoniaweMlall, 
WestStelUiKiratf  en  bet  Bildt,  iMd  vMing  in  bet 
coIleKe  TMi  Oedepotaerdo  Staten,  waa  gecommit- 
teenk  in  veto  pronni^ate  at  ffenetaütokseonimia- 
eiin  en  ovwtoM  te  St.  Anna-Puodbie  dea  ISden 
September  1728. 

Haren,  Willem  van,  werd  den  2Isten  F^Rnari 
1710  to  Leeowaiden  giboKn,  en  dtw  hg  op  7- 
Jtiigen  tee^ifd  i^  Toder  TerkKM;  betoetto  i^n 
moeder  lich  met  ago  ofetoedang.  Hij  beooeht  toen 
de  LatqDa^  aAóoi  to  iLeenwarden,  waar  hg 
onder  leiding  >f«n  leaae  Vakkenaer,  mderwgi 
kreeg,  en  vratKA  Tem^gena  op  14'jarigen  feef- 
tgd  naai  de  aeademte  te  ï^Bneker,  waai  hf)  da 
lesaen  f«a  Hemilerhmi,  Weeieling  en  Heinnee- 
eiai  t^jwoonde.  Dtena  Mgaf  hg  neb  anar  Gio- 
lüngen,  waar  hQ  io  bet  hida  Tan  den  hoo^leeTaai 
Jaan  Barbeyroe  en  ooder  diens  kidtog  ign  stn- 
diSn  Toortaett&  Oi4kc>tehj}iiiAtoeop  de  toon-, 
dubt-  en  toebenfamst.  w«Mta  weid  hg  grietman 
TML  Het  BÜdt  en  in  1738,  na  het  oTedqdeo  «aa 
ign  grootvader,  betrok  hjj  bet  ka«teel  te  St.  Art- 
na-Paroebto  en  weid  ei  t«Tana  benoemd  tot  ont- 
Tanger-genemaL  In  korten  tgd  ontn^to  de  kin- 
derttekw  bem  an  nwedei  en  matei  en  deed 
bemarif  tot  aan  qn  dood  toe  Igden  aan  een  iwak 
geiieht.  Yeider  Teibrandde  in  Deoembei  1732 
ij)a  kaateei  met  een  aaotai  handsibiften  en  leld- 
uamheden^  Toen  in  1734  sgn  kaated  weder  op- 


gebomid  w«rd,  deed  hq  een  rei«  sau  SugelaDd 
en  tTM)  iatx  in  bet  lniird#  met  «es  kameniei- 
■tei  -na  prdnMC  Anna.  Ja  1747  «i  I74S  wu  hg 


DedefHtteerde  te  TeUe  en  fag  bew«u  bekitfni''' 
diensten  b^  de  Ibek^nioR  -na  Bergen  op  Smiii. 
l^jdene  ivn  ^wblyf  ü  Noord-BntarDt  kocht  bjj 
bet  kMtMl  te  St  Oedemxfc  in  de  lf«ei4  ^^n 
'«iHertogenboMih  en  werd  kmutwaebont  en  dük- 
giaai  Tut  Peduid.  In  ijia  giieteng  iMdden  k- 
middels  (ugrauügie  g<4)eart«pimn  phats.  Som- 
inige  bwiwn  waMn  met  Ueine  g^dboeten  g«- 
■Inlt,  muna  qj  bet  ïuteel  mi  mr  Baren  mts- 
iumfwMen  en  leogiphind^den.  Bierdoor  wu  hg 
hl  gtoaté  geldelgke  oDgekgedheid  gebivcht,  loo- 
dat  hq  ia  176S  zon  gitetenn  moest  vetkoopen. 

Sedêit  den  Ti«de  n»  I74S  vas  hg  algézant 
aan  het  Hd  Tom  dm  faeiit«g  wm  Lotharingen, 
eonwmein-geDeraBil  dter  OMtenrijkadie  Nederïa»- 
oen  t«  Bnueel,  «d  genoot  hg  fajj  loortdiiring  de 
toegenegeniheid  van  Wülem  IV  en  inn  geuMJin. 
Toen  de  piaiB  overleden  wm,  befai«]d  bjj  oet  ver- 
tPOViMn  WL  priaees  jlmta.  loodat  hq  in  1752  tot 
imir  nrtMniniMiTiii  benoema  wepd  b^  de  oadetbao- 
deUomn  tDesdwn  omen  Staat  en  de  OoaUn- 
iSkstibe  iNederkodea.  In  nsS  veriow  bn  zqd  eebt* 
g^ioote  «n  toco  bg  dn  bet  linwel'gk  wAde  treden 
■net  ^b>  mattwww,  Jnna  Catharina  Louiaa  de  Na- 
Uditr  door  awWen  ook  iïolalu  Pfilfer  genaamd, 
weid  hq  Terrtdgid  doof  den  laster,  w«ï«  bem  nU 
de  snöst  rvan  prioeee  Jnna  wilde  Tetdrin^n. 
HioMiMW  kwacQ  bjj  tot  bet  beahrit  i^  veilonng 
te  Terbr^n,  ten  einde  de  toegenegenheid  der 
Tontin  te  bebmêoL.  Toen  deie  eebtw  in  1759 
VTCileei^  weid  de  ecfat  gerioten.  Zgn  benöden 
Ueten  met»  onbeproefd;  bem  ten  nl  te  biengen^ 

fnstasdi^ieden  levende,  be- 

"  *  ^  eteeda  aan  bet  Hirf 
«f  hg  d«  belangen 
igner  hndgaMoten  n«t  ötm  behartigen.  Hg 
maakte  dan  4den  Jnli  1768  te  SmMel  een  einde 
•an  sgn  Unva. 

Van  Baren  wae  tercne  «en  vooitietfelfjk  dbb- 
tev,  btmfd  awt  een  nitgebmde  kenn»,  een 
•gbnuMlv  oordeel  en  een  Imendage  Teibeeldioga- 
kndit.  Setoeoid  iqd  van  bem:  „OefAlIen  van 
■     ■        *      "  'den    en  EhramtM*', 

l  werd  uiftge^eren  en 
UI  iiv8  omgeiTffilrt  en  beidrakt,  „LeonidM",  en 
„Lienangen  ,  ereneena  in  1742  ia  het  liobt  vei- 
«beDen  en  in  IS24  door  de  mtg  'van  M.  Wetler- 
man  ia  Uern  {onnaat  ongmaAls  tritgeg«Ten,  en 
,«Het  meiiMbetj4[  leren"  (1700),  J>6  ¥öm" 
(1786).  Ben  Tormnteliing  handMtfin^n,  brieven 
aan  en  van  de  Van  Horen's,  door  Jaeob  mm  Leeu- 
«WK  te  Leeuwarden  vemnKdd^  ia  na  den  dood 
van  deien  gepiaatst  in  de  Provinciale  BiblJoUieck 
Tan  IViesIsOrd.  Omtrent  t^  onwettige  dochter 
Henriette  AmaJie  raadplege  men  bet  artü«ll  Ne- 
rah,  Ifadame  de. 

Baren,  Onno  Zteier  van,  een  IxoedeT  van  den 
Toomande  en  eveneens  ataetsnuia  en  <Kehtei, 
werd  den  3den  April  1711  te  Leeuwarden  g«bo- 
ren,  en  na  den  dood  ^na  vaderB  door  ign  oom 
Dueo  van  Haren  toevertrouwd  aan  den  Zwol«ehen 
notoT  O^sberl  Wuiel  Duker.  Reedi  in  1727  v«r. 
trek  hg  oa&r  de  boogeedioo]  te  Ereneker,  waar 
bn  de  leeeen  volgde  van  Jaeobut  Voordo,  met 
■wlen  hQ  in  1780  fiaar  ütmcdit  ging.  Bjj  ign  te- 


doeb,  io  Ixkrimipen  otnatasdigbedf 
bien  bg  de  wiitmg,  welke  hn  eteei 
4»  BnMMl  genoten  bod  eo  lueet  h 


toneer  in  Fiiedand  wend  b^  de  veitnrawde  vu 
W*llem  TV  en  acbtHeenvcdmna  benoemd  tot  Ut- 
torieeahrjJTei  -ran  Pneilaind  (1734),  tot 


van  Wwt^telUn^warf  <1742),  tot  ( 
genera^  der  Zwilaeisctie  tooépen  im  «Uenat  nn 
den  Staat,  tot  üd  der  Staten  «an  FrieelaDd,  van 
den  Raad  van  Staten,  der  AdUirtaiteit  vm  Am- 
etenlun,  der  Staten^^kaxraal,  tot  Oedepoteode 
te  veUe,  tot  genst  ba  de  PKrieetaotaelie  &wit- 
■ersdie  kanteoi;  bq  de  TtedeeondeitMndeliaffen 
te  Aiien  ent.  Btoeft  ondMuiieidde  hg  nA  dow 
ffnH>t«  i)ekw<MMnhei(i  die  fajj  eehter,  gedmven 
dooi  zgn  alkcei  van  den  Heriog  van  BTWumjk, 
■net  altgd  ten  voordeele  van  one  knd  aanrwesd- 
de,  daar  hg  Mlfé  mat  den  Franacben  geautt 
jyAHry  in  bet  gebcnm  aeaeaigaisA,  om  ata  ge- 
hftten  Aertog  ^^n  te  w«iken.  Aie  een  troDW 
vriend  van  het  iHnis  van  Oranje  vond  bij  in  Wü- 
lem  IV  en  ign  ganaün  bescberm«e.  Na  den  dood 
van  den  prime  eobtei  werd  een  treurige  lamiliege- 
aeUedenifl  bet  middel  om  b«m  nit  Den  Ha«g  ,en 
(dt  de  Mmeriogaodlegee  te  ferwgdeien.  Hg  wü<d 
beseboU^d  van  bet  plegen  ven  UoedMbaode 
mat  zm  eigen  docihten,  mende  aóU  ecbriflelgk 
lijn  «ebiild  en  moect  n»  een  gemebtmatend  pro- 
eea,  om  verrolsiiig  door  den  veebtec  te  voorko- 
men, sich  op  i$i  Prieedie  goederen  lenigtrckken. 
lAter  beeft  men  getmdbt  ^  oneebidd  te  bewjj- 
zen;  terwgl  t^  VOTdetfigeie  beeft  geronden  fa 
Büderd^k  en  Fm  Vloten  —  „Een  edelmtn  onder 
de  pkerten"  —  houdt  Suilen  Huet  htta  voor 
niet  geberi  vrg  van  ecboM. 

Van  Haren  v«8ti^  »6h  te  Wolvega,  wa« 
hg  de  betrekUnff  bekfleedde  'nn  grietman  van 
w«et-Stdiingw«ri.  Ook  liier  werd  bg  dooi  den 
haat  igner  Tnandeo  Tervtdgd.  In  1769  trachtten 
deren  door  middri  vnn  JobnMk  belan^ke  Mine- 
ren io  handen  te  krjjgen.  Verder  ontotona  den 


aOeten  October  1776  in  qjn  woning  plotadteg  ei 
'  rand,  die  (bebahe  andere  goedaren)  i^ 
boeker^  yemietiede.  Sommigen  meeoen 


hevige  b 
koetbiuv 


fijjn 


dat  bem  dit  onbeU  « 
rekkend  ia,  totmti  ei  meer  % 

etaat  Toor  d 1_„,  I 

bediende  ^  nmp  veioanaakt  lieeft  Ton  Bare» 
locbt  trooet  jn  de  dJchtknoGt,  al  E<A  bg  niet  na, 
Branemfc  «teede  Moveel  ntogelök  tegen  te  wer- 
ken. Hjj  overleed  nog,  voordat  fajj  het  beibonvd» 
kaeteiïkoo  betrekheo,  den  Men  September  1779. 
Als  Aehter  betdt  Van  Haren  giooten  naam  ge- 
maakt met  tija  g«di«bt;  ,J>e  wmen"  (eec»t  ver- 
eobenen  onilw  den  tatd  van  „Aan  bet  Vader- 
buid",  176»;  5de  dndc,  door  BtMerdnk  beKirgd 
en  omgftwe^  17%;  7de  drak  1880);  waaiin  Eü 
de  heidenikdHi  der  Taderen  io  den  eiiQd  tegen 
^Mu»e  iverbeerljjitt.  Teider  eohreef  hji:  ,^ui- 
qtraak,  gedun  als  prendent  va»  den  Baad  van 
State  cp  den  29sten  Deeembei  1746",  „Tui  Ja. 
pan,  met  betoekbiiig  tot  de  Hollandsdie  natie  «n 
den  Clirietelfiken  god»fienet"  (1775),  „Lnkredeii 
op  «i^  Zjfne  floc«beid  Wittem  IT"  <ade  drtk 
1831],  „Zedwe  aanmerkingen  over  de  veengrarve- 
rgen  in  VtïèSkadl'  (1766),  JDt  kooirfModd*^(li«i- 
nxe,  1760),  „A^wi,  soltan  van  Bantam"  (ireor- 

-         °"*     '^oeve  op  de  ' ^--^"-^ 

doorlwbU^ 
het  leven  Taa  Johannaa  Xannhma"  (1772),  „    _ 
hm  de  Eerste"  (trennpti,  1778  en  1770),  „Fn>o- 


de  levenriwaebrgviK  vao 
lUee  mannen,  bdtebend* 
Ënnboia''  (1772),  „Wil- 


DigilizedbyGoOglC 


Te  i«a  ormsettinff  oit  bet  Eaig«lsdi  vm  Fope'« 
EguT  cm  Man"  (1776),  ^  ïatust  *an  den  lies- 
Biu''^  <Iobu«,  1776),  ,4>e  HerMhiJDHi^',  (Uer- 
m^,  1776),  „V«rtiao<kËiig  OT«r  óe  mtioiMie  of 
Taderiudsobe  g«diehteu"  (1778,  in  de  werlcen 
*»ii  bet  ZiMDwsefa  Qenootocbui),  ,J)e  laodbonw" 
(KeTHv,  1777),  „De  inenljng^'  (üenuur,  1777), 
„NèenwwArabriei  mo  mqa  ioÈ^en  zoon '  (1778), 
Jh  yrjibaA"  pjereang,  1778),  „Vwwwd  van  een 
ouden  Tsder  aan  öja  loon,  TMende  op  's  L&adc 
Nb»  Tan  ooilog  de  An^"  enz.  (berzaoR,  1778), 
,J)e  ioönitta"  (1776),  „.De  StMlAmoa'''^  (1778), 
,J>e  fMumnen"  (Üenua^,  1778),  „Proere  Tan 
een  DationaU  MÓdj^  Jeerrede"  (I77fi),  ,J^etje 
en  Agirietje  of  de  Dot»  Tan  Ptstiaa,"  (toooeel- 
epel,  1778),  „De  offerande  -ran  TframisUiclM,  Her- 
tang  Tan  FiDdarDS",  „OnbtJrond  eecKeht  mt  een 
bd^enden  di«fat«r"  (1835).  Iga  £eblei^ke  w«r- 
ken  zqn  o.  a.  in  1864  tegieüjlc  met  die  tao  inn 
broedn  uiteegeven  onder  den  tUel  Tan:  „Dicn- 
teT^jke  WM^en  tui  WiUeni  en  Omra  Zwier  Tan 
Hbiwd",  tenrijl  ^ffof..  ^on  Floten 
beeft  mtgegere»:  „Leven  en  wer- 
ken Taffl  W.  en  02.  wn  H«tt!n" 
(Derenter  1872—1874). 

Haren,  Ihieo  wm,  ooMe  looii 
Tan  deo  .Tootguade^  werd  deu  6den 
Nw*wi*«  1747  te'  'a^hwenhage 
geboren,  bAkeUe  teraeUHende 
eerrvdk  betrefcbngeo  m  Pneshaid, 
redde  tq  den  BctmuwlMKglmuid  te 
Amstendam  (1772)  de  eenige  dotli- 
ter  Tso  een  aaaatenlDfc  koaffaaa, 
tnd  met  bau  in  bet  buweiqk  en 
veatigAe  ndi  t«  Jbnrienkm,  waar 
ojj  QpTolgier  werd  Tan  zïpb  seiioon- 
Twier  in  de  hnuJiiuwiA.  BjJ  ten 
ÏBTa)  der  Fniiaen  in  178?  bmS 
bji  ihIi  nat  Bet  ffiUt,  watu  tój 
het  'mdgende  janr  tot  giiettnan  ge- 
koien  mtA,  dtMfb  m  1795  moeat 
6^  de  w^  DCtnen  naar  Dniteeb- 
laód.  Door  lün  tolpvMrdi^iMd  en 
dooi. bet  beopiv  ma  aodnen  vut 
iQD  TemM^n  Mroold,  moeat  hü 
de  beti^üng  aaaraankii  fao  goo- 
Teneor  tmi  Abd  jeocdigea  [^tea 
WN  SoJtfeit-TTetnur.  Bq  het  etn- 
Talba  wa  ecu  poetwwen  Tiei'  een 
■wfl»  kofier  <fi  sj^  boiat,  aood»t 
li^  na  Terdne  leTenodagen  Heke- 
lt dooifaiacht  en  m  1801  to  Wei- 


HAREN— HAREN  DER  PLANTEN. 
Haren,  Jan  Pop 


t  Andrte  van,  deide  una  t 


gvboien,  ■ 
1  bet  Hof  Tl 


■todearde  (e  Ubwcbt,  wa< 
Hof  Tan  Friedand,  deed  afetand 
v&n  Oeie  bettckkiog  in  1795,  xeitiet  In  1802  b«t 
land  en  orerleed  t«  DOsaddorf  den  14den  Haart 
1818. 

Si»m,  Carel  WiUetn  van,  lietóé  xoon  Tan 
Ontu)  Zmer,  wm  den  17den  Febniaii  1758  te 
'e-GraTMilMge  geboren,  werd  ribneestei  bg  de 
eardedragoodere  en  fioeoTelde  den  ISden  Septem- 
ber 1793  bgdenafto^TandenErfpriinaiiit  Me- 
nen. —  Zqu  loon  Gharlei  frederik  Sxgitmund  wae 
kaoMTbeer  1)(j  prineee  Wilhelmina  van  Fruiten 
en  aDcnTclde  den  18den  Juni  1815  bq  Waterloo 
tle  lnU«naat  en  tMÜtengewoon  adijodant  tod  graaf 
van  ByUmdt. 

HaJen  der  plasten.  1^  Tïndt  1:^  de 
plaaten  en  vri  op  de  nteeet  TereduUeade  dêeéen 
naren.  Z^  ontetaaa  aiUeen  uiit  de  epidennia  (<^ 
perboid)  en  niet  nvt  de  daaronder  gelegen  deeioi. 


Pieler  WtOem,  üd  der  nddend 
THr  Friedaixl  en  later  nunooT 
finB^MbcD  dienat  ia  in  1850  b«t 
«cwMfat  der   Van   Hnren'e   in   de 
mauKl^e  Üp  uWgeatotnen. 

Haren,  Wulem  Aime  van,  tweede  toon  van 
Omo  Zwier,  den  24aten  Aiwwt»  1749  te  'a^m- 
ToUiaee  goboien,  dknde  16  Jaar  ter  lee  en  werd 
fs  17W  RietDMO  Tan  WertJtelfiivwerf.  In  1795 
Terlooi  tq  die  tntreklüig  «i  nam  de  w^  naai 
bet  boitetuaod,  doA  keenkic  1818  terög,  werdtid 
d«t  FnufjaeLaJe  StatM)  TanFikdaaden  maakte 
tUb  i-wdaenateti^  door  ettP  'Bótg^nüe  kennia  yan 
«■tentaatMakeik.  B^orerieedopdoilniiaeVogel- 
MQg  DodBr  TecnUoostea'  den  22tten  ApdM83S. 


Hu<en  der  pkurien. 


Hnn  Tonn  ia  aeer  versefaülend  en  naar  bet  aantal 
eelen,  waaruit  iq  bestaan,  «tdeimtmdt  men  één 
en  tnééroettige  htran.  De  éénoeUige  (fig.  1—4) 
kmuwD  t>i  gewone  recUe  tmiien  Tonnen  (tig.  1), 
ttf  nrin  of  OKW  ia  eDoar  Bekionkeld  ign  (tig.  2), 
tooala  ha  T«fe  TÏftige  bhdereo,  61  atvnaaüg 
TCitaU  qjn  (fig.  8).lDe  tauidtMnn  (%.  4)  dar 
branktatda  ivp  ^nii  toeloofMode  eeUeo,  d»e  op 
een  Terberenheid  ataan  en  aio  de  punt  een  baak- 
ie  beiitten,  dat  jhS  «  


de  acftieipe  bicni,  rqk  aan  mi 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BAiEtBN  DER  PLA^TTBN— HABDIGORAiAflSIUAL. 


iiiMiiiii,  niMont  «o  ep  ome  bvü  de  beende 
Umi^m  te  Tooraot^rn  nept  Dit  mintuniii 
«favot  «cUn  ^  ooDMk  liMnHi  niet  to  ^ik  B^  de 
mm ifKiBicn  Iwna  oodxndiMdnw^ de Modaoige, 
««•iliij  de  télm  «  4iu  n,  en  die,  1rual^j  lij^ 
■&  mMidei«  Tgen  i^  gii^JieÉrt.  De  io  een  ig 


g«irfa«tete  eeUcn  TertcKoen  _    

wn  Uwje.  dit  mU  AAtüt,  ta  beete  dn 
kUeriunn  (Ito.  5).  De  nMeneUig*  huw  faumoi 
oA  «b  adraoben  ot  celBiMten  eptaredem,  (&.  ?a 
ven  ter  sgde  en  fig.  7b  tku  boTCD  ^erien)  of, 
vftatiM  bij  de  ééneuKm,  «en  tmndedtje  Toimen 
{UK.  8). 

ülen  epveeU  mt  bontelt,  iodwn  de  bem  «en 
•eken  e^iSMid  beoittea,  doonlit  tam  wutdeD 
Ukumten  of  UeMfenrar  b«Uien  opeeooOat;  q) 
fannen  uowtl  éto-,  •!§  meereeUig  ^n  (fig.  S). 

Bji  de  ImnJMU  «n  eentoe  «nden  kUanbuiten 
konun  nog  aoogeneemde  kWhaien  (lig.  9)  toot, 
die  de  pwit  bebolpaMin  iq^  i^j  tiet  lieh  nst- 


I  Ma  ó»  «Herjongete  w<»1de  woiko- 
I  dienen  om  water  en  deuin  <^)gel(Nte 
j(Ktt«a  uit  den  bodem  «o  ie  «OMn.  Doe  wor- 
teUtuea  totfeen  niterat  gemekhOÖk  el  <n  iQn 
dhevdoor  ooraek,  dat  vde  (dutten  moeHqk  hü- 
■MU  vonkn  «reBnplaot. 

£j  Bomnige  jMDteit  -mm  de  uden  leer  eteric 
ImIuÓvI  en  nen  ipieeU  dut  ook  Tta  leM^tliiia. 
Zie  T«idv  Kapok  «n  Eotoeii. 

B$  eoiamige  «anengeiteMbleenitoen  bü*.  de 
FaaideUoan.  ie  de  kelk  Tavnn^en  dooc  een  boo- 
del  benn,  dw  dMt  -ma  mt  nn  bg  de  wapm- 
diog  n»  TTnebtea,  u  dU  geru  epneb  man  rao 
TFudihilnia.  Streng  genaaien  ifpi  dit  eebter  geen 
fauen  in  de  engem  wteekenie. 

HarankATBPsl  of  Han»gear»pel  ia  een  ge- 
BMente  in  de  proriocie  Noonl-HoUMid,  groot 
13386  H.A.  met  lft16)  2814  imroiHM,  emmgd 
door  de  gtuteentmt  Sdugen,  BueiageAafD,^!- 
de-lftednp,   Ewc-B^omMÓ,  J>Bd)Dén(>el,  Wk- 


Toot  bet  gniotBte  «deelte  <nit  Uei  en  veider  nit 
Hud  en  Teeo.  De  ooofdbromten  Tan  beeUan  ijjn 
landboow,  veetedt  en  nmlberadiag.  De  gi»- 
mecute  bevat  de  dorpeQ  Knokame^  Dirkehoin 
«Q  Toatjebom,  de  bmirton  Eelrerdp  eo  TeUbnl- 
aen,  een  ded  'na  de  £eer-Hagomaid  en  rele 


giMtn,  ateenkciea  en  meetetotfeD.  De  hmroi  ia 
rtmaê.  De  atad  ma  onder  den  naam  HaraBot 
kt  de  Uiddelaeawen 

-  "  ruis 

ie  «r  tot 


wn  N.W.  Fiu^ac  en  coed  wnteifct.  In 
werd  bet  doof  de  Bngelaèhen  Yeioren^  die  4 


Oonort 
««Da  ka 


gAona,  giog  (oedi  i 


■  Tioeg  oaar  lae  en 

,  In  1849  ittldB  hq 
Tan  Fort  Jadeon  naar  San  PraDcieeo,  om  ala 
gooddaher  werfcintn  te  zqo.  De  geokgiaehe  orer- 


eentamat  i«n  dit  laad  met  het  Anetrüiacbe  gal 
aanleidüig,  dat  bg  na  sq»  tengkeec  bet  laatat- 
g«iK>emde  naowkenrig  oodegnocfat  en  op  die  wüm 
Ie  AnatidiMte  gooMdea  ontdebte.^  óteUa 


rSa  det  kolo- 


nie te  Sjdner  ot  weid  tot 
Orown  LuMla  Mnoemii  I^tet  wMd  bera  door  bet 
btitont  *an  Nietnr-Zntd-Waiea  een  belooBing 
towAeodTan  10  000  pond  eterüu.  b»  18S4  keer- 
de nj  naat  Engeland  teng  «i  aehreet:  .^oatn- 
lia  and  üa  goidfielde"  (1655).  Hjj  oveileed  dm 
laten  NoraEdwr  1801. 

,   Haxlliv   (Ohipea  harengut}.   Zie   Barimgfi»- 
leken. 

WBMnt,  Wilhehn,  een  Doitadi  TonaiiadtTg* 
?er,  bekenl  oodei  den  naam  van  WüibaU  Alait, 
«end  den  SAaten  Jont  ITBS  te  Bieelav  gebcnen, 
nam  deel  aan  den  veidtodit  mn  1815  en  itoden- 
de  te  BeilqD  en  U  Bnétn  in  de  letbtoo.  01- 
leboon  hi|  aaai«iik«lqk  een  atuteaoAt  b(A:Ieedde, 
bet  bg  bet  wddm  wen,  <aa  ach  nitokuteiid 
aan  de  MteAonde  te  w^den.  Via  1827  tot  1835 
redigeerde  hg  bet  „Berfmei  EovTeruüoiieblatt". 
Ia  1817  verttok  b^j  met  «Sn  ecbtgenoote  naai  Ita- 
m,  waai  hq  geduende  bet  iaar  1646  te  Floren- 
ce, Bome  en  Napeh  fMioedde.  Li  Ualolgenoemd 
jaai  keerde  Iqj  4erog  naar  BerilJB,  maar  io  1ffê2 
natigde  hü  kmA  te  Ametadt  üi  Tbnriogen,  waar 
hj}  dBD  lOden  Deoember  1671  o*edeed.  Orooten 
roem  bebaaUe  hS  door  den  lomao  „WaUadmot" 
(8  dkL,  2de  Ank  1828—1024),  dien  hq  ik  een 
werk  Tan  IFoUer  Seott  in  bet  Ucht  tond.  DU  boek 
werd  in  onderadwiden  teien,  ook  in  bet  En- 
gciech,  TKtaald  <«  TFoUer  SeoU  kU  iiOMnde  bet 


,4e  gnwtate  mTstüi 
deiMifte  Teretuecn 


tüie» 


.  Ak  teto 

_  __    .___  sün  mmao:   „Sdiloei   A»»- 

har  (s  db.,  IflBT).  Intoiaeben  aohiaef  hq  <»- 
dar  den  r*^tH^'"'  ITifibald  Aleitii  ia  tödecbrif- 
ten  «n  jaarimtjeo  bebeiie  lyrioehe  gedidrten  en 
teeneektnkjea  een  Mital  noTeOen.  dié  Uec  onder 
da  titda:  „GeaMnmeKe  NcrreSea"  (1660-1831, 
4  dbk.)  en  ,J4«ie  NoKUfuT*  (2  Al,  1866),  vei^ 
lamela  werden,  Twder:  .^^bebttüt  daidt  Skan- 
dinavien"  (3  dln.,  1826),  „Wanderongen  im  Sfl- 
den"  <iaa«,  „Wiener  Bitder"  (1833),  „Sthattmt- 
riaae  >n>  SUdentaiUuid"  (ie&4),  ,J)aa  Haoa 
(2  dfaL,  1865)  en  „Zwfilf  Niehte"  (2 
.«,  .««V,.  Inamdérbeid  eAter  werd  ^jn  nder- 
kndedie  leman  „Cabania''  {6  db.,  1632).  met 
groeten  3wd  gdeKn.  Hierop  mkdeD;  ,]ber  Ro- 
had  ^mt  Beria"  (8  dk.,  1840),  „Dw  fakdie 
Woldemar"  (8  Al,  1642).  ,yHanB  JOrgen  nnd 
Hmia  Joeban"  (2  dfau,  1846),  J>er  Wirw<^'  (3 
dia.,  1648),  „Rnbe  kt  dk  ente  BfliscivfKcbt"  (S 
dlD.,  ISm,  „bwikmn"  <8  dfc.,  <f854),  „Doco- 
tbea"  (8  dk.,  I«6>,  „üibao  Oiawfiei''  (2  db., 
18fS),  en  „Dv  neoe  FitnTaJ",  Tooitgeaet  door 
FoUert  <ld42~ie65,  36  dfa.),  nienwe  oAm 
(1866-I8»1,  34  dfai.).  Tan  dit  aUgebreid  ineik 
ion  de  ecnte  28  deden  Tan  EUring  en  Hitxig  at- 
De  •■"  


Hnrf  iggrn  ntwtn  nl  k  de  naam  mn  een 
BOort  üiiMgaaa,  dat  dou  perforatn  in  lignnn  k 
Teideeïd,  wdka  den  i 
faq  komen.  Dit  n        ' 


HARINGVISSCHEN 


Ausicaltiche  SuoekhuiDg. 


Australiache  PsUer. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


aABINOORAATerrAAL— HABINOVÏsaCSEN. 


deigKad  toot  ■tnatdoomrcck,  voor  dUoihU  «n 
wHÜka,  tec  TnrugJBg  na  bet  ■MNt  Movea 
gelwnkte  liet  Ak  nordtd  tioren  dk  lutate  m» 
gdttm  ds  odmodiMulKid.  Dt  eigeiMardigo 
wtn,  wMrwm  bat  SMteiual  xgn  bmoi  rat- 
kent,  dieot  toot  en  goede  beveeti^ig 
moctel. 
Haiiiirlift&ten.f'^ffOMc)-  Zie  Haaien. 


MartwrtMWi 


Kel«Mbt.  Tegenwoordig  wudeii 


deo  Mnog  i 


1^  ie  «en  daime  itok,  wMtMa 
Tijgt,  ombem  te  raokui. 


ii«»4iiyw4— «ii*ii  f(7It>pe»(Je)^  iJe  de  pUat) 
ie  een  nmilie  vea 
hoofdaakélök  oiet  leet 
ffrooU  leerieaebeii,  be- 
boMvode  tot  de  oide 
der  deemnneJieii.  Zg 
tonnt  een  iMecbraivIe- 
nilie,  die  wdUcht  rij- 
ker MO  infinifaien  it 
(ku  «enige  uaiere,  en 


■ieb   otet 


li»  eHtroÊÜholiu  (»e  tooi  bj)ioikdeTbeden  ook 
oentrent  oom  mtjonvrimebtti  1m1  uiikel  Aiuio- 
n$),  ^  TOiml  in  de  IftddeUMideobe  Me  leer  UJ- 
rifk  TOOifcocnt  en  in  de  Iwtste  jaren  dan  ook  door 
NederhiMiMdie  Müters  eldMr  gefcoeht  en  bewerkt 
woidt,  om  ata  NederiuwMie  anajovie  bier  te 
knde  Tericoebt  c4  tu  hier  uit  eeSiportaerd  te 
worden.  DneUde  aoort  komt  ook  ü  TumaniB 
voor,  terwgl  in  CbtM,  China,  Japan.  CalifonM  en 
Bnenoa  Attm  anaktTieeoortea  ToorkomeB,  wette ' 
Biet  minder  Tan  kw&lit«it  uin  dan  die  nit  de 
UiddfeUaodaebe  Me. 

2.  CUfta  of  eigenigke  Baringen.  Dit  geekeht 
omrat  een  60-Ib1  aooiten,  wém:  TeiiipreidiQ^  orar- 
eenkomt  met  die  van  de  familie.  ^  4u  gcaUeht 
il  <k  Niderkaak  langer  dan  de  t-nirnkailf,   in 


poot  mas  ig  wel 
meeat  bdMigTÜke 
wMMt  wor'"-    "' 

door 
Ipe 


detinoa  «mengedrak- 
te  liabaam,  dat  eeberp 
op  den  inak  ia  en  bê- 
set  met  dnnna  eemak- 
keljft  mtrtJIende 
aebnbben;  teidM  be- 
iitt«n  ig  een  meeital 
in  bet  midden  Tan 
den     mg 


MbMtete 


g«l  Ueioe  buikTMMien,  welke  oodez  de  mgvto 
ign  gcfilaatat  maar  aomtjjdt  ook  ontbreken,  en 
Toorta  wgd«  kJevwopeaêi^CeB,  «roote  oogen  en  een 
meeetal  tci  vmw  aebter  ^MpHten  mond,  terwgl 


%rot  (Olupea  tpralhu).  '  Eanog  fCbifea  Itanngnt). 

tegenatelliiig  net  4e  AnejorjeMn,  de  mond  ia 


familie  knatTwaoben  of  Terwgdëma  lidi  iii«t 
Tan  de  fcoat;  «een  enkele  aoort  fceboort  tot  de 
echte  diepMe-nuiM,   nMU  erenoiin   bebbea    ^| 
«en  DÜTeK  peligiaahe  kiHMwgse.  Vele  eoorten 
trekken  pMiodiek  Jn  bnkke  of  loeU,  met  de  Me 
in  ToibiMing  «taaode  wMoMit  of  liTJeren  om  te 
faaMD,  loma  o^  leren  ig  dwr  steeds.  Zg  komen 
n  «He  gematigde  en  tiopierfte  ctrdcea  toot.  Fos- 
•Me  tiariag«oort«B  agn  talrïk,  maar  eUmmen  ge- 
heel oreieen  met  4e  tbane  ïerende  eoorten. 
De  Totmaamate  geakebten  ijin  de  Tolgende: 
1.  Sngnulit,  Tooial  gekenmeikt  door  bet  beiit 
TM  «en  meer  of  minder  kegdrormieen   «Hut, 
weéke  orer  de  owhrkaak  heen^r^.  Nwt  minder 
dan  ruim  een  itMaJ  eoorten  thi  bet  geeiaeht 
•AnsjoriMen"  nit  gMtetigde  en  tn^mhe  w 
lÖn  tekend..  De  meest  bekende  aoort    ^  de  b^ 
o3<  tnbeeouebe  en  wetbckmde  Antjotii,  Engran- 

IX. 


buik*iiutea  oodei  de  ragr» 

meeste  soorten  ign  Toor  den  n 

minder   groot   bctong,    eteAts   enkele   tropieebe 

•oorten    maken   ^karof»  «en  nitioadering,   dooc 

hun,   waancfagnli^  tengvrolge  Tan  iiet  Toedeel, 

T«rg'iitige  eigeutdtappen,  loaala  Clupea  thritêa 

(tie  de  plaat)  en  Clwa  «enenota  ait  Weat-IadiB. 

Onder  de  meeet  odiende  soorten  valt  ia  de 
eemte  plaats  te  noemen: 

o.  De  Haring,  Clupta  kanngu»  {me  borenstaait- 
de  lAeridènfi:),  wette  in  ontawglQko  edwien  bet 
noordelgk  deel  nn  den  Atkntieehen  Oeeean, 
■oowel  aan  de  Bwopeeeebe,  «k  aan  de  Ameri- 
kaaneehe  iQde,  de  Noord-  en  OostMe,  looaiede 
de  Mcén  benoorden  AiiG  berrolkt.  7^  beiit  da  ge- 
wone geeladriekenmetken;  te  wrmehlen  Tak  no^. 
dat  de  MMtokaak  met  4— j  tandjes  aan  weerug- 
den  k  bnat,  terwgl  bet  pkMMohaaibeen,  de  tong 
en  bet  gettónelitebeen  met  ^ae  of  minder  füno 
tanden  u  boMt;  de  staartvta  ie  dim  gevorkt;  d« 
kleuren  ivn  op  én  tng  kTondig  irMÜ  Megroen 
of  groenaciitjg  bkaw,  op  de  xgoen  en  den  buik 


DigilizedbyGoOglC 


smeer 

SUbe 


DÉM  eefang  TCo  Iwt  dMMo  v 
n  TenoEilknde  tiuten  ^MiniM.  i 
te,  die  twniU  woidt,  betf 
30  cm.  H«t  Toedael  bestut  o 


imdbea;  mU  w<mk  de  t>vinc  eAtei  ateilc  oft* 
g^Mgd  door  w^nMcbeii,<toJroiMii,«nTCleTifldi- 
KMiteu,  TQ(wal  tMÉtB,  wauonoer  in  het  bjjiOB- 
d(E  de  DooinlMMt,  die  de  «obotoit  ralpt  co  ter- 
mede  üi  de  netten  genokt,  wuiaui  bq  dakifqb 
gvoote  ediwk  toebresgt 
Omtmot  de  iMtaBtl|jfce  Idstoaie  wt  den  tauing 
'  hddwn  kugen  tjid  Mtjniste  deokbecidea  g«- 
faeeTK^t;  de  onatAndigbeid  dat  de  fauiog  ia 
BTOote  aeholen  trekt  en  eecat  in  het  lioage  nooc- 
den  op  de  fcaaten  wonU  gevangen,  Wer  in  het 
jtMii  ateedi  xoideljjfeBi  komt,  bedt  den  Huühu- 
get  Bugemeeato-  Andernm,  die  in  de  gclegen- 
DMd  WM  Tde  geg«T«nB  betneffande  de  faanngrie- 
•aheqj  te  venamelen,  er  toe  gebneiit,  ia  qjn  ia 
1746  mtgtgerai  boek  „N«rigten  <nn  Yalaod", 
de  tiwoiie  op  te  ateUen  en  te  vienledigei^  dat  de 
liaring  0911  «ngenlfke  ivrUM^Mta  in  de  U«Me 


b«^,  «D  in  bet  bigin  t 


it  jaar  in  renaacbti- 


rs^eD,  1J9BC  ununE,  uiv  ud«  tf™ 

del^  vetscl^iMn  laa  den  banuig 
het  jaac  ooêenachöidqk  goed  t 
hatg,  en  «tt  VÊOgja  de  oagenti 


ge  BCfaoleD  TMidaai  wegtrekt  —  <]P  ^  *Ü*^ 
de  tMt.Toeela  —  lieb  ie  ytndéMtadt  aeharen 
veideekn£,  wêmma  «en  ia  UbmI  de  Uflandsche 
kut  bereik^  «es  andeie  laaga  d»  Nooracbe  koat 
de  Noonhee  «o  de  Ooatoee  binneDtnkt,  om  op 
bet  einde  mi  bet  jaar  de  iPianacbe  koat  ie  w- 
rókeD.  Deie  theorie,  dia  bet  ^deideljft  meer  lui- 
lianuig  io  den  Im^  TM) 
„..  ,  .  jood  'TeAfarude,  beeft 
lang,  en  vA  nog  Jn  de  oagentitiicle  eenw,  Tole 
aantukogera  gehad,  maar  de  MgniaUwid  daarvan 
werd  rëeda  in  de  acfattiende  eenw  door  veraohil- 
lende  goede  waanwaters  aaneefaKMt  die  tot  de 
door  betnU«lijk  nog  jonge  mdenwkingen  ia 
hooIdcMk  joiat  geUektu  gertdRtrekküw  kwa- 
men, dat  de  banog  'botten  dan  paail^jd  ia  de  diev- 
te  der  zee  leeft,  maat  2doh  in  den  «toilqd,  ereneJa 
aoovrie  andere  vuehaoortei^  tot  aoialeD  veneuigt 
en  naair  de  kust  trtbt,  tennjil  de  paaitSd  kt«r 
in  bet  jaar  vaM,  naai  geiaog  men  antdelf^er 
komt  ToornaiMl^k  door  de  belangrnki 


^okmd,  lidi  «en  groeten  naam  lieeft  verwonen, 
lageUéiKn,  dwt  de  haiiog  TeradriUeDde  to- 
ealé  raaaen  sottui,  dae  zi«h  door  befiaaUe  kcnnuir- 
ken  Tsn  «ikaoder  ondemeheiden.  Zoo  toooao  bqr. 
de  Noonhee-baxii^en,  lidialre  wat  de  kenmerken 
Tan  den  liefaHmaToim  betteit,  oolc  groote  ter- 
adiileo  ia  den  maUöi^  *«>  oanaien  Tan  de  Schel- 
d»-  en  de  ZmdereeNiaiiogen  (biakwatenaaaen); 
deie  laataton  paaien  o  J.  io  het  KMKJaMV  de  eet- 
eten  in  den  lomar  en  bet  najaar.  Ue^waaidig  ia 
1^  den  haraig  itog  ^a  pariodiA  wt^tif^mi  m 
TeTBeb^nen  ia  ««Dmage  wateren.  Zoo  op  lommi- 
m  (daataen  0^  de  ZweedactM  koat,  waar  ^  weg- 
U^ren  TCmdnlfcndB  dofpen  tot  annoede  beeft  go- 
bnebt,  en  in  de  DottaAe  boebt;  merkwaardig  ia, 
dMt  de  pedoden  rao  veidwjiiien  en  weer  Toraoh^ 
aen  vele  tieotslten  Tan  jaien  (anratlen. 

In  afw^king  van  de  meeste  aodeia  weviaaAen, 
beelt  de  haring  geen  i«.  pdagioohe  neren,  welke 
gfawbelder,  aan   de  ojifperriaUe   vaa  bet  water 


qjiL   eusen   tm   1 
diefAa  in  Uomj 


t  Tooriaar  te 
I  sg  aao  al» 


de,  dM  tnj  geniige  diepte,  leeda  Tan  vene  nt 
te  onderaebeadeo.  Een  barwg  legt  Tan  10000 
tot  30000  mmn;  iiiatt«Bi»tMMfe  de  tittta  da 
beaetMnxung  iniaeen,  die  pehigwclK'  eioea,  door 
bon  dooniintigheid  genJaten,  ia  de  baskg  toeb 
oog«T«er  de  OMiige  bebagijke  Toaeiwoort,  waai- 
vao  nog  geen  kiaëbtea  van  omnjaacdiiiig  gehooid 
worden.  Tooc  een  deel  m  dat  wdbebt  toe  te 
aebivTen  aan  den  au  alten  groei  Taa  den  haring; 
h^ikene  de  orkdenoAingeo  Tan  Soek  en  Rtdeke, 
i|pL  in  de  Znidenee  geraogen  banogen  hoo^ 
lalMliJk  in  bet  derde  en  het  'rieide  lenMiajaar. 
VolgMia  fiaileka  gnwioi  de  paa  nit  bat  «i  gekèiaen 
larrtn  leer  hmI  en  bwnken  na  8  tot  4  maanden, 
bq  een  lengte  Tan  S5  tot  40  mm.,  den  dcfioiti»- 
Ten  Torm;  de  jonge  TiMiltJea  woiden  du  met  dm 
■Mam  Tan  „bSeP  faeatempeld.  Doe  trekt  mor 
een  Ueio  doet,  naar  het  ach«iit,i«edB  op  het  einde 
Tan  den  WM&er  nat  bet  bakb  w  ' 
boofdiBak  aetunt  dït  «cUei  in 
geediiedien;  t&i  jaar  Mm  4itdd»n  sg  <  _ 
wtwaaaen  baring  weer  het  brakke  water  binnen. 
WeÜidit  dat  de  vromer  weggetroUEen  bUekje» 
baziiigen  wurden,  welke  in  Itet  najinz  in  afwine- 
lende  maar  nooU  xer  groote  boereelbeden  d» 
Züderiee  en  andeve  bukke  wateren  inteekken. 
Set  ia  iKwMnMik  de  bb&,  die  in  maan'a  door 
defanlen  op  de  Zoaderwe  wordt  gevangen  en  ab 
ig.  jaost"  •nor  eendenvoer  wordt  vwtodit,  wat 
tot  den  belfertden  atrgd  tegen  den  knil  beeft  ge- 
leid. In  de  monden  Tan  de  Theeme  wordt  d» 
Uiek,  eemeDgd'met  jonge  tpMi,  in  groote  boe- 
govaogeo,  «n  Ttunt  daar  de  bekende 
IdckeiDJj  „irUlebait". 
de  in  de  NeovdMe  eeraagen  baring- 
wordt  gezouten  ta4  den  bekenden  pekeltariiig; 
die,  in  de  Zudenee  en  on  de  ScbdiH  gevangen, 
wordt  in  boofdiaak  verach,  ala  i^.  ,«paidt>cing" 
of  wel  gerookt  tot  «eiMbiUende  aoorten 
(>ie  omtrent  de  TMaebUleode  bokkiog- 
aoomen  en  de  berriding  daarTao  itet  artikel  fioJt- 
kutg}.  Omtrent  de  oecenomieebe  betoekenia  tbib 
den  baring  v^or  ooa  iand  en  de  Tiaaeitet^j  adt 
rie  verder  b^  Bar^gviudtei^.  De  Teiapreiding 
Tan  dan  banng  ia  een  leer  nitgchiMde;  behat*» 
op  de  bovengenoemde  knaten,  komt  hj  o.  a.  enk 
in  gioote  boeredlteden  op  de  Japanacdie    Inmt 

6.'De  Smot,  CUpea  tpratlu»  (BngeMi  ,.i^|at", 
DnJtadi  ,3r^Hing")  kan  m«o  aia  een  verkMnd» 
editie  van  den  hanag  beadnowen  (lie  4e  afb.), 
ifj  bereikt  skcbta  ongeveer  de  hdft  van  da  leng- 
te  -fan  «en  baiing  en  ondereebMdt  lieh  nage- 
noeg aBeen  Tan  deaen  door  bet  beitt  vsn  eea 
langen  aaravü  en  van  een  aeheip  getaoden  bnik, 
(erwjjl  de  Uear  boivawp  iete  drafcaider  en  meer 
Uanwaebtfg  ia;  ook  de  ^daattfng  Tan  de  viiaen 
Tenebüt,  maar  dit  ia  (v  bet  e«r  niet  mw  ge- 
makkelp  te  lien;  jonge  Itacing  fUick)  en  tprat 
worden  dan  ook  <£kw^  OKt  eikander  Terwia- 
eeld.  Ook  in  levenawgie  toont  de  qtiot  teel  over- 
eenktxnat  met  den  hwriog;  ia  groote  aeholen  be- 
zoekt ig  de  koat,  vooral  ia  de  laa.tete  maanden 
Tan  bet  jaar.  De  paajégd  toept,  naar  gelang  van 
de  plnate,  mteen  vMk  Aogoatna  tot  NoTccnber;  ia 


EogdNfaeï 
Alleen  d< 


•fwQUnff  TKi  den  baring  beeft  da  aptot  edriei 
pfhgJiBBtf  «ieres.  Otbièn  op  «oie  knat  «n  in  de 
»nn^iiii>.  bmt  d>  qxot  ook  op  iMe  «««rige 
HoofdM^naten  ■fooi,  tot  te  bet  Eaowl,  en  foorti 
op  de  Koondw  en  ZweeAdte  knaten  en  io  de 
OoetBee.  Hier  te  hoAe  vontt  aüeen  in  de  MkI- 
~  t  tUdendw  Megkt  öog 


tober  af  DeMmibei.  De  TMigaten  ijJD  eeUer  dik- 
wnb  aeor  niteeoloouDd,  «n  rïn  meenneleft  loc 
odtediMdend,  «kt  de  Tianbon  geateikt  wwdt. 
De  «mtróeebem  Uet  te  luufe  m  dn  ook  een 


e  aadeeien  van  de  iriasebiBglwid  tbd  de 
ywiviieectwü  io  den  bataten  tgd  «teric  «mder- 
Tondas;  in  de  ElbenMNidüig  werd  neda  bogie  ja- 
nn  g«n^«U  io  bet  mjeu  een  hmteode  ^nrotrie- 
aobeia  utgeoelend  door  de  aaümmAtn  ne  de 
NoMoee,  die  toot  den  winter  min ' 


ve^géUeT«tt,  en  (mdütfe.de  Yendi^ende 
onderaoAncarautmeei^  dooc  de  Dakadte  te- 
gieeiing  nMneMadtn,  niet  ternggeTiMtden.  wat 
aan  de  vieaehen  sroote  «chade  iteeft  beroUend; 
in  de  Ooetiee  ie  de  nrotnaadierij  nander  ooge- 
KBgdd.  In  Ehigekad  neeft  men  aoortgelgke  w- 
TAnogen  ^a  aan  de  £■»  opgeduo,  terwöl  tik 


aader  niterate  de  laogalen  daar  Bi»ut  loo  ceus- 
atftitig  groot  en  «nerrMeiHg  i^Os  ^l<tt  if|  Dist  meer 
TOOT  voedsel  gdtroikt  knnoeii  worden,  maar  bg 
booderddBHenden  atbepele  als  mest  over  het 
land  gébntebt  worden. 

Hier  te  lacule  wordt  de  «prat  meeet  aUeen  in 
den  emtieic  nu  de  iMwplaMaen  veiMh  gegeten 
en  cv«rigena  op  de  BDgNedw  wü>e  ban)  gerookt, 
terw^  £  Dnatoehe.  o.  a.  de  ItrteDd»  K4«Aer  qnot, 
meeat  Héitt  gerookt  en  de  yweb  daarb^  eaar  ge- 
maakt woiidt.  YooT  «en  deel  wordt  ijj  eobtei  ge- 
lonteo  om  aie  BM  toot  ooae  faeogriaeeheiB  te 
(Honen;  ixk  aü  Belgifi  en  Noorwecen  wwden 
niot  onlxiangT^ke  hoeveelheden  loor  oat  doel  tuer 
ingeroeid,  indien  de  vangst  heer  te  lande  eo?o]' 
doeode  M.  In  Noorwegen  en  Zweden  hebben  da 
föke  ipTotraagaten  een  groote  eoDserrenlndnstna 
in  bet  leren  geroepen;  de  «Hot  wordt  ^ar  ge- 
knad,  geMoten,  in  MMrrii  ugelegd  ene,  en  on- 
der vwehWende  beiiMniBgen  ah  deVeateeae  ü 
den  handel  gebnebt;  bekend  ia  o.  a.  de  i^.  Noor- 
Mbe  aiN>}0T^  appatk  iUt  eni.  ^ 

Sier  te  iMde  woedt  de  aprot  meeat  eaid^  ot 
•dMidljn  genoemd,  «iet  te  verwanen  tnet  de  ech- 
te Spr^»e  i(Mf«a  fikhardtu},  die  Mer  eleebto 
seer  Mldnam  -«ooiioml.  Velgena  de  viaaeheriJTer. 
dagen  barft  de  vangat  aaa  vrot  over  de  jaren 
19f«— 1814  b^dr^n: 


JAAR 

Den  Helder 

Zoutkamp 

Zeeland 

Hoeveelheid 

Opbrengst 

Hoeveelheid 

Opbrengst 

Hoeveelheid!   Opbrengst 

1910  .  .  . 

1911  ■  .  . 
191a  ■  ■  ■ 

1913  -  .  . 

1914  .  .  . 

16  100  kg. 

38  n: :; 

31400   „ 
I608S    „ 

f  ai37 

.,    ago 

„  i6i|i 
„  3070 
.,  193a 

40  000  kg. 
76680     „ 
69460     „ 

l?S  ;; 

f  3300 

859138  kg.        f  14386 
"76  aso    »         -,    S90S 
146037    „         ,.    49'5 
72000    „    j      „3300 
S¥>    »    \     "         3S 

De  gehcete  hoeveelheid  bedroeg  in  1913;  153239  kg.,  met  een  opbrengst  van  6908  gid, 
terwijl  de  hoeveelheid  in  1914  bedroeg  76317  kg,  met  een  opbrengst  van  7781  gld. 
Het   bijzonder   wisselvallige  van  de  sprotvisscherij  hier  te  lande  blijkt  duidelijk  uit  deie 
rctjfers. 

1^  vet,  amakelqk  vleeach  leer  geooefat  ia,  en 
met  aUeen  v«tacii,  maar  ook  gerookt  veel  gegeten 
wordt.  Het  ia  eehter  ümmer,  dat  fag  100  wwgla 
bedorven  wndt  door  net  sn^fden  m  motoi,  waar- 
door de  vTJi  tdi^k*  graten  »  venehiUendie  atok- 
ken  worden  gesneden  en  de  gekookte  viaA  bijna 
dt.  Daar  &4i,  boewel  aleebta  konten 


e.  Da  BUI  (CUpaa  <domi),  in  bet  Duitaeb:  Mai- 
fUeh  en  «it  bet  Êngdagfa:  iHad  genaami^  ia  de 
grootste  van  onae  Jnheemadie  harii^aooiten.  Zn 
w  gemaUeUk  kenbaar  aan  S  tot  10  iwarie  vlek- 
kea,  ta  oodendwMt  lidi  van  den  btrieg  door 

-  *- im  lidiaaaMvonn  en  de  meer  naa 

itate  rt^-  en  bnikviaiMn.  Bjj  de  o 

1  ttbliet  vevdwünen  de  iwarla  vMtkan 
gwwooeqK,  iterwj^  alleen  de  «arste  oveiUiift 
en  tMk  deae  «Efawöh  niet  meer  keVfaaar  iet  De 
lengte  ia  00  tot  90  on.  bö  een  gewfdkt  van  8  tot 
4  pood.  De  eJf  t  bmooot  me  leeBn  om  Ëwopn  mi 
leeft  op  tamelgk  gnoote  diepte,  maar  tnkt  in 
bet  vowjaar  de  rivieren  soo  boog  mogd^  op 
om  te  paaien.  Ueeetal  geschiedt  dtt  in  April  en 
Ifei,  vandaar  de  volkannam  „meiviach",  in  ovu;- 
eensteDMung  met  de  Dnitaobe  bcnaooing.  De 
«ieien  liggen  loa  en  enkel  00  den  bodem  der  ri- 
vieoen,  waar  zg  wlfcomen;  de  jongen  bebben  in 
Angnvtos  roetfa  «en  fcogte  van  ongcmw  50  tot 
60  mm.  en  tmkken  dan  naar  de  beoeden-ijvieren, 
waar  ^  even  boven  de  grana  van  het  brakke  wa- 
ter vefmoeddqk  tot  bet  volgende  jaar  blgiven,  tot 
KJ  Dau  lee  trekken. 

De  elft  ia  een  nitatekende  taldviaeh,  die  om 


tjjd  van  bat  jaar,  ia  gröóte  aeltolen  oplrdt,  ia 
hg  «eeonomiaeh  belaog^  en  een  van  d»  koat* 
baarate  iMerviaaehan.  Tt  twinnren  k  het,  dat 
aedot  o^vner  een  90  jaar  de  boevedbeod  eUt, 
(tte  elk  jaar  bq  one  opMct,  leer  steik  vennin- 
dent  ia;  de  jniata  oonadi  daajKvan  is  oog  niet 
vastgeat^  maar  is  veimoedeHk  gdegen  in  de 
vele  DOrmaüaeeringeD,  op  boven-  en  beDedenri- 
vieren  tHtgeroerd,  en  de  toenemeiule  vervnvüng 
van  het  water.  In  oaderetBSDd  staatje  ia  «en  ovor- 
lidrl  gegeven  van  dm  aanvoer  van  elft  on  de  Ne- 
derhodaebe  markten,  dat  «drter  niet  gemel  fiA- 
ledig  ii,  daar  de  hoeveelbedea,  wette  op  bet  bd- 
vengedeelte  van  on^e  rivieren  worden  gevangen, 
niet  brtesd  worden.  Daartegenover  komen  eeMer 
een  aantd  dobbel  getekle  viaaehen  <»der  de  op- 
gegeven boerveeKedeo  voor. 


DigilizedbyGoOglC 


Elftvangst  In  Nederland. 


Jaren. 

Vangst.      - 

Opbrengst 
in  piWens. 

Jaren. 

Vangst. 

Opbrwgst 
UI  guldens. 

■fs 

24S  283  stuks 

f        i 

1909 

49819  stuks 

f    67»5S 

1895 

50971      .. 

,.       i 

1910 

3S"o      .. 

,,    60561 

1900 

136087      „ 

„  140  169 

191 1 

548.      „ 

.,     "507a 

1905 

76044      .. 

..    96195 

1912 

1 257      „ 

„        2317 

1906 

90024      „ 

..  112530 

1913 

1 374      .. 

„      1677 

1907 

5a  730      .. 

„    880S9 

1914 

1678      „ 

,.      3169 

1908 

39  562      » 

„    69629 

De  «Ht  wokH  gerugen  TDonumeiyJc  in  ik 
«Toote  nknacgeitE,  die  op  <te  nvieroi  woiden  ge- 
Bniilt,  en  fwder  met  oe  gewone  Mgens  en  de 
diyfiuitten. 

d.  De  Fint  (Olupea  füita)  «eid  on  ign  met- 
eenkomst  nwt  ia  mi  vroeger  toot  een 
JM^en  nxm  daarmi  gefaondem,  voimt 
eeuta  een  alioiide^ike  toott  De  jon- 
gea  yooai  geigfcen  soorrcat  ep  dkwler, 
w  eerat  n  een  arawteang  tHidec- 
soek  de  soort  kan  wosdeB  —-'--'-" 
Oet  Hl  lerenewq'M  komen 


Indie,  baiMae  aan  den  tot  een  inmi  nrtoig- 
den  iaatet»  FOgrinstna^   beüt  giftige   «gen- 


de  fmt  wat  bfiei  de  ivTieMn  op,  en 

waaradtyn^  ook  met  100  boog.  De 

{int  is  ecfat^  mónderwaardiger  <Hia  de 

Mt,  het  Tieeedi  is  grateofijkei  en  niet 

100  ODak^fk,  ]^j  bt  ook  uooei.  Door  de  groote 

hoeveelheden,      wwiio    üj    dikwi^    oevMi^n 

woirdt,  is  bjj  todi  Tsn  veel  belaag  yoot  de  rivier. 

viea^era. 

e.  De  Sordtne  (Clupea  füekarebu);  ia  het  £n- 
gelaofa:  pilehard  en  kt  bet  Fnmarfi:  êardine  ge- 
Aoemd,  gelokt  seer  veel  op  don  baring^  maar  ie 
kleiner  en  dikker;  de  lengte  4>edni^  gewoooljjk 
niet  meer  dan  18  &  20  on.,  soms  2£  cm.  Zij  komt 
iMofdoake^ik  aan  de  «ealkust  tso  Europa,  op 
de  FiiMMBbe  en  NooPctSptMiBabe  k«Bt  tooc  tot  de 
straat  Tan  GUbfaHsr  m  de  MiddeUaodaebe  Zee, 
evenals  op  de  Zaid-6ng«lMbe  koat.  Brenale  de 
oveuge  baringsoorten  komt  iq  in  enoime  scho- 
len voor,  maar  ook  eleefata  Mdoieaula  «en  bepaal, 
den  tjjd  ran  bet  jaar,  ^ooni  io  den  somer  eo  m 
het  oi^iaar,  moneer  de  Toomaainsle  visadiern  op 
saidtne  plaata  iieeft.  Oaaribij  woideii  groote  iiee- 
vetJbeden  geionten  Tiaehknit,  meest  van  kabel- 
janws  gebmftt,  die  ak  aas  in  see  «tgeatrooid 
wontt,  om  de  aebtden  te  lokken.  Oeoonmniaeh  is 
de  sardine  na  den  haaog  wel  de  meest  Maogrüke 
banngaooDt;  erbeeltB«iidHkOok«ennitgtbTeide 
eoDeerrcoindDatiie  vooral  tn  FVaokrqk  mor  tijn 
verdnnnamiiw  «ntwikkeU.  Evenaib  vMncfailteitde 
andere  van  ign  famUieledea  is  de  aanweiigbeid 
vut  de  aamSDe  op  de  vangplaataao  «ehter  se« 
wiaadvallig,  en  heeft  o.e^  ijin  «rtUjJTeii  toot 
eenige  noen  op  de  liVaoadie  knat  een  oeeoBomi- 
aebe  eiMts  veioonaakt  C|>  de  Spaansehe  en  Por- 
tageeaeiM  koet,  wau  de  aa«Une  wet  venebeen, 
been  «tb  d&enteogiemilge  de  cooaerveiundiMtrie 
sUok  <»tnrikk«lit. 

ia  ome  knetwataien  Terscbgnt  dit  viacjije  bq 
niboodering  in  «en  <Bk<2  «Mnplaar. 

/.  Clupea  thritta  (ne  de  phat),  een  van  de 
meest  algemeen  voorkomende  viascfaen  in  West- 


Cbaooe  salmoneve. 

naamt  im  groote  adiolen  <^  de  AtlantÏBobe  kvs- 
(en  der  Vemeoigde  Staten  voorkomeitde,  n  een 
van  de  meest  bdéiigiqke  viecbsoorten;  ig  kunnen 
echter  dooir  hiu  binlengewooa  groot  vetnebaUe 

'  ak  meoeelM^  voedsel  worden  oMnnkt, 
:  «Kenen,  behalve  als  aas  voor  anoere  n»- 
scboi,  bootdnkelqk  ak  grondstof  voor  vele  viadi- 
olie-  en  gnanofabrieken.  De  bo0TeeHieidti«an,dM 
jaarlilks  door  ben  geoioduoeeid  wordt,  ovwtteft 
vene  &e,  welbe  jaai^ka  uit  dra  walviach  door 
de  AmerikaaiMcbe  vloot  wordt  gewonnen. 

h.  Clupea  aa^imma,  de  AmerfiDaamsabe  eUt, 
die  ÏD  vele  rWieren  aan  de  Atlaotioabe  kust  in 
mama  voorkomt  en  «en  beJangröken  voadinga- 
Tiscb  vormt 

i.  Obtfta  mMmtoeea,  de  befaende  OtHpereaa 
of  Alt-mte,  algemeen  cp  de  AMantisehe  kast  van 
de  Vweei^gde  Stalen  vooikomende;  iq  trekt 
evenah  de  vorige  soont  da  bet  Tioorjaai  in  het 
loete  water  en  paait  in  toeren  en>  v^era. 

k.  Clupea  aagaa,  de  aardSoe  tsd  den  Stillen 
Oeeaan  en  in  even  gioote  seboten  als  de  gewone 
eatdioe  vooilcamende  <^  de  kvsten  van  CaUomiC, 
ObÜi,  Nienw-Zeelaitd  en  Japan. 

I.  Clufea  Mi,  «en  hariogsoort  vsa  de  kust  va» 
Somalm,  wefte  bet  doel  is  van  een  seer  aitge- 
iMieide  visseberq  om  de  knit,  die  gewnten  m 
naar  China  wordt  geezpMtoeid,  terw^  de  ge- 
droogde visschea  seQ  in  het  tonenlaad  wwdén 
getHrmot.  De  vjscfa  wordt  door  de  inlanden  Troe- 
boek  genoemd  ra  is  ongereer  45  cm.  laitf.  De 
jaailqkidM  vangat  zon  ongeveer  14  tot  16  mil- 


tiooisdhe  en 
half  tropuebe  seeCn  «n  op  venebHteme  knsten 
idts  seer  takqk  voorkomen.  De  kngte  bedraagt 


DigilizedbyGoOglC 


tal  w»dt  ig  wemiK  oebraiEt. 
.  ÜAowM,  bMMiggwtMht  uk  den  ladiadwo 
«n  <lw  Gnwten  Ommu,  met  tw«e  motten,  wmt- 
THi  de  «ene  Ohtmo»  $etmoiiw»  {w  de  «fbeet- 
dinfr)  taitengviroMi  tekjik  te  ei  iJ«  ^oodael  mm 
geMMfdeerd  woidt  Hg  btaoAt  ook  bet  wMto 
w«tM,  ds  fengte  bedrag  mim  1,30  n. 

«.  Jfajoloyt,  bot  gnoMe  huioaesUiAt;  de 
beide  durtoe  bcAooreiide  «oorteD  Mreikcn  «en 
lengte  -na  meer  du  li,50  m.  De  eeiM  aoort.  Me- 
gahf  efwrmiMUê,  letJt  in  den  liMttsdnn  en  den 
Qiootea  Ueeun,  de  ukden,  Jl.  tkrinoidet,  in 
den  AtluUMèe  Cktma.  De  j«nge  exempkfien 
beuden  gMHH  bet  icnte  water.  Doe  Hntste 
«Mit  te  Dok  een  «eiriUe  •portfMeli,  waMSMr 
op  de  Am«rikMOMËe  faut  nel  geben^ieU  wordt. 

■aiinCrlMOlwrtl  vccnt  toot  Nedertand 
—  tmiwent  ook  "roor  «odHe  landen  —  reeil* 
rindt  «enw«B  ds  belMwrgkvte  tek  wn  viMthnn, 
de  „Oiooto  VteKhetJie''  of  .'s  lands  prioopale 
«mdD^ÏDe",  ioo»la  oade  «bgrera  bwir  bg  voor- 
keoi  aoemden.  Hmt  oonfroog  te  ntet  bekend, 
-  ■ ' a  leeds  »  1168  toot 


of  twee  dwen  o»  de  mwet,  praotökeo,  »r«lk« 


het  eent  Holkudedn  iuiing  «efaogen  en  oege- 
.  Een  bewQi  Mfatec.  dat  het  bedgr^jf  io 


__)  doot  WMemar,  KoDiog  van  Deoemai'ken 
aan  ,/die  Tan  Huidet«|k"  ««rteend  voor  de  ba- 
tütgraiigat  is  Seaaaa  (Seboooen). 

Een  daofnam  bindclaHiÜktl  te  de  haring 
eent  geworden  u  de  «Mnding  Tan  het  kak«i, 
en  «emt  daudoor  te  de  groot«  ontwikkdkig,  dw 
bet  bedtjjf  aktdi  *eifcn«     '    " 

den.  Dit  k«k«n  bepaalt _.    , 

van  de  ingwianden,  befaahe  kuit  en  hun,  itede- 
Igk  w  bet  opbalen  dei  otBtiiBa,  en  bet  daarna  met 
Mat  ia  lagen  ü  toum  leggen  van  den  baring. 
Zg  «atkent  baai  beottmog  TeimoedeJök  aatt  de 
vroegen  Jwnaming  vsn  de  tooneit,  die  „Ea«d[- 
jene"  guoemd  ««den.  Ontnnt  den  bekcDden 
oitTiiKHt  raa  bet  banngkaken,  Wülem  Btukeltt. 
Biervliet  en  de  ometeodêgbeden,  die  tot  de 
Dding  hebben  gehid,  ie  wönig  bekend:  iiA- 


1  de  TCnehttlende 


tjn  gMmm.  De  inawighig  Tan:  des  n    , 
gHW  m  den  iDop  der  tenn  eteede  TMdK  «n « 
te  ^teaabttoa^  ait  tot  den  brade),  d 
peltte  van  den  bwi^  en  jk  jige4-  M 
daarbij  oteedi  wa  de  geduhte  mt,mii 

Igke  moomdio  ven  dèo  hiTinglwiidd  vt 

lüd  tot  Atn  piiJB  ÉteboodeD  noest  btgven.  Hen 
begreep  daaabg  nnt^  ^  met  bet  vwkmpefl  vvn 
bet  grtq  de  bakene  venet  moeatoi  woraen:  de- 

Ii^en,  welke  welMM  bet  monopdie 

wghimdel  im  Boltend  emagen  ^ 
voiJengd  hebben,  s^n  dan  ook  «Mt  groote  briem- 
meriag  gtweeet  ia  d*  Men  «enwen  voor  den 
— ' — '^--'  —  |)q  iitewlnig,  toen  tengdorige 
dril  geknakt  hadden  en  andere 
-«ton  in  he«  baitenUnd  had- 
den Tenveiiil  Om  dne  te  hnwiimen,  ton  bet 
noodig  gwuwt  i^  door  lage  prgien  mei  het 
bvUenteBd  te  eoneomere».  Doeh  (karrOOT  OMect 
men  goedkoop  tinnen  o^oiteeren,  en  dU  keteto 
WW  nq  de  vue  fateUeode  bepaUaeen,  dte  bet  be- 
*  'if  ale  bet  «nn  in  een  bméifi  eloten,  onmo- 
Het  hedr^  kwgnde  en  Ueef  kwenen.  Zoo 
kkig  bad  de  dnUng  teoh  in  de  gedHdilMi 
vaatgeset,  dat  mi  e»  tfidnk  dat  bet  bedtöl  ge- 
heel atitetond;  ni.  io  lIM-ieoC^  men  nieta  be- 
ten wtet  te  doeih  du  een  nsenwe  wet  ter  regle- 
van  de  bioingTinebeni  tot  stand  te 


„  1  stierf  hg  in  1847,  volgeDs  andt- 
les  in  13E)7,  v^teene  nog  weer  aadenB  in  1401. 
Bdangrgk  vooi  de  oatrakeliag  van  bet  bedrgf 
WM  vooita  de  invoering  van  groote  netteo,  waar- 
van te  Hoom  bet  «aate  in  1416  gebreid  werd. 
TenDoedettk  i^n  de  tbana  gebrokte,  behalve 
wat  afantugen  en  ondadeeka  betratt,  nog  de- 
xeUde:  bet  te  ecfater  ntet  bekewl  met  welke  net- 
ten vMt  1416  wend  gevtedit.  Htet  alleen  io  Zee- 
teod,  maai  ook  in  de  Noocdeljjke  prontugCn  oivt- 
wikkdde  neb  daanui  meer  en  meer  een  omvug- 
inke  baongvaoBst:  woedig  oveiTkiigelde  H<^ 
hod  «n  IVeBt-FSe^d  Zedu4  Modat  de  boofd- 
Mtd  van  bet  beik|^  ndb  naar  de  eerete  ptovinr 
oién  wi^Mrteteen  dK  in  Zeebnd  meei  en  meer 
terugging.  Al  epoedl^  begm  ook  het  reeiemm- 
leeren  van  bet  beikqf,  dat  iot  otAerdÉenban 
d  ateeik  verder  te  gegaan  en 
lu  ftet  midden  der  r — •'  —  '- 
eteigwaaakt  Beede  In 
digde  graaf  Jm  mt  bet  fieaareohe  Qnte  veiboda- 
bepalmgen  iMt  iwan  bet  kuipen  van  te  kleine 
baiingtonnm  en  Mi  kaken  van  den  haaiog  een 


nering  geweest  k 
vedcmiwloei  van 


>ied  nitgmaidigd  werd  ] 
vele  b^MÏjagen  ait  vi«egere  wetten,  wtoden  daar- 
te  ook  bepalingen  opgeoomen,  wefte  bljikbaar 
io  den  kop  der  t^den  verleende  monopoliee  lesel- 
den,  ni;  het  .jDaakmoBopetie"  aan  de  kteleehe- 
peo,  wette  van  uit  de  Maaeh avena  eni.  vtediten, 
en  bet  „eteormonopcdie"  aan  de  homroeo,  welke 
van  nit  de  kos^ikataen  visebten,  Daai  van  een 
berieviog  van  het  bedr^  echter  geen  epiake  was, 
ging  men  vervol^ne  van  de  indireete  betcbei- 
ming  door  bekstm^vi^dom  over  M  directe  door 

bet  (oekennen  v '" 

beek  verbod  vi 
waardow  deie  tetnaeeben  met  Mtbelsngrgk  ge- 
worden tak  van  baodri  geboet  vernietigd  werd. 


premiin,  genoodoaatt  waren  toe  te  treden.  Eerst 
een  hahe  «enw  Istor,  toen  meer  gesimde  eeoua- 
miecbe  begti{^n  doordrongen  en  net  vTghaodol-  ■ 
ateleel  tot  haan  ouer  haodelspobUek  werd  aan- 
genomen,  gdukte  het  na  iurden  str^d  sedert  een 
40-tal  jaien,  aan  de  brinogbebbenden  bg  de  kust- 
viadieiq,  aao  wie  bet  kaken  was  verbodea,  een 
Midceei  in  de  denkbeelden  en  eiodelgk  io  de 
haringw^tsevteig  te  weeg  te  brengen.  Door  Thor- 
beekt  woid  op  de  be^rooting  voor  1851  voorge- 
st^  de  preanSn  geletd«lgk  to  varminderaik,  welk 
vooistd  na  hevig  venet  werd  goedgekemd  en 
waarmeda  het  hA  van  de  bariigwetlen  was  be- 
slist In  18SS  werden  de  premiln  gebed  alge- 
eebaft,  terwiyi  in  1867  de  gdieele  wegving  w«id 
tngatrokkMi. 
Over  den  eigenleken  «nvang  van  bet  bedrijf. 


DigilizedbyGoOglC 


HARINGVTSSCHERU. 


de  grootte  tsd  de  vloot  enz.  k  iii«t  beol  veel 
beièiNi  Ia  dea  bloeatijij^  omotreekfl  1600,  eob^- 
nen  oneereei  2000  bnuen  ts  sgit  uitaieweD,  die 
Iqj  em  KoatpiJi«  laa  8150  gU.  ^  aohiD  deetödc 
«en  inpituT  tso  bgca  fi'/i  mittioea  gnuok  leite- 
genwooidigden.  lo  dea  ngtl  -wtriea  óae  itiata 
pw  i»ax  gemaaki,  die  w»r  '  "  ' 


DT}ottnkdka{»tul'V«noii^ 

Teer  tO  mtllu>«n  gld.  Tereiubt  werd.  De  gemtd- 
delde  Taogst  bediöeg  560  ton  per  bnia,  en  de  ge- 
beele  opbrengst  tmi  de  tIooI  werd  op  oogevieer 
21  miiËotm  gld.  'b  )ean  geschat.  De  bouw-  en 
bedTQldostea  qjn  in  den  ioo^  dei  jaien  echiter 
BAuóeTkelIjk  geateffen,  wat  met  uawoitend  een 
gevolg  van  de  dohng  t&d  den  geldpriis  ia:  in 
1669  koette  een  bnk  ongeveer  4650  ^Id.,  de  vot- 
ieiËge  uLtnutüig  5500  ^^  ia  1768  koelde  bet 
CMOO  9000  gÜ.,  de  oïtiPDetaiig  tul  de  TeiwM- 
lende  mzen  bijDA  8000  gM.  In  1329  vorderde 
een  nieuwe  boeker  16  000  gU.,  de  uittneting  voer 
de  eerste  reie  5000  gld.,  voor  de  veagende  reizen 
2000  i  3000  g4d.  In  169S  kosUe  een  nieuw  oil- 
geiLHte  logger  v»n  het  fawtet«  type,  met  lengte 
vui  (mgeveer  23  lo.  en  met  een  bnito-inbew)  'vau 
200  k  250  kitb.  m.,  25500  gld.,  de  <aploit«tue- 
koeten  voor  een  gebed  jtmi  faecboegen  1 7  500 
gld^  woarbq  edUxr,  in  tegenateUing  jnet  «loe- 
ger,  ook  de  faxiten  nm  de  «icttTVBut  op  vei- 
Miien  viaeb  vja  begTepen;  de  tunngvaut  adleen 
koaHe  oweveec  lOOOO  i  11  000  gild. 

In  het  btgiit  no  1700  wu  de  vkwt  ing^om- 
pen  tot  219  fauÏD^ibaiaen  en  31  jagencbqten,  en 
sedert  wieeelde  sj  taeecben  135  en  249  icbepen, 
wuuTMi  <9  het  «inde  der  '18de  eeaw  eebtet 
aleoha  nim  100  «diepen  oitxöklen.  In  1814  telde 
de  -vloot  S6  üeMtmeo,  om  in  den  eeraten  tijd 
van  bet  oienwe  koiuakrök  en  onder  den  invloed 
der  gioote  {wcmien  t»  stjjgen  tot  I6S  eebepen  in 
1821,  tmax  daan»  wediet  gcleddelük  te  delen  tot 
79  ecfaepen  ia  1859.  De  boramen  dB^rentegen, 
die  wel  in  bim  bedi^I  door  bet  keakmonopolie 
waien  bepeikt,  maai  wier  bedrijf  overigens  niet 
geieglemeateeid  was  ea  die  doe  èn  betere  conditie 
waien,  nemen  van  85  schepen  ia  1823  geleidetgk 
toe  tot  178  in  1859. 

Vit  den  aud'  der  zadc  verUepen  een^  jbjeu 
na  het  vi^maken  van  de  viesmerg,  voor  dat 
nieaw  leven  in  bet  bedr^f  was  gekomen:  een  ovei- 
ziobt  van  de  ontnrikkduig  geeft  volgend  ataatje; 


' 

i 

m 

■s^ 

is 

& 

a  u 

«■" 

Jaren 

Ui 

Totaal 

>6 

P 

1870  ■  ■ 

■     309 

390 

_ 

1880  .  . 

.      4>7 

417 

1890.  . 

.      462 

461 

1900  .■- 

610 

3 

613 

1910  .  . 

.      673 

47 

720 

97,7 

.I,6S4 

1911  -  . 

■      709 

SI 

761 

8S,S 

11,026 

1912  .  . 

.      698 

Sï 

7SO 

6S.9 

10,69+ 

1913  ■  . 

.      699 

S9 

758 

99-3 

■S,"S 

1914  .  . 

■      674 

63 

737 

6S.0 

"459 

Ia  1814  (het  laatste  jaar,  waarvao  t«t  beden 
een  'venlag  venebenen  is]  was  de  aanvoel  seer 
kleio,  rtegOiAta  met  de  vootgaande  jaren,  voonl 
met  1918,  dat  eebtei  ook  byMHkder  gunstig  vooi 
de  vangst  waa.  floofdiaak  van  den  acbtenulgaing 
der  vangst  vwren  de  abnonnale  omstaoidigheden. 
waaiond^  zg  door  den  ootftog  weid  inlgM>eI«Kl. 
De  pijjien  daarontegen  waien  ia  1914  boog, 
wuidooi  de  f^ibraagst  grooter  wae  dhn  in  eenig 
ander  jaar,  afgezioD  vu  bet  bqionder  goMtigie 
jaai  1918.  De  pi^estöging  ü  1914  bedrog  ni. 
ruim  14'/t  %  voigeleken  met  den  gemiddelden 
prqe  van  de  voorafgaande  12  jaren.  Van  aUe 
vieeb«ooFt«n,  die  gevangen  weiden  bestond  in 
1913  74V>  %em.m  1914  63Vi  %  van  de  boeveel- 
heid ea  reep.  69'/f  en  63*/t  %  van  de  opbrengst 
nit  baring. 

Belangrqk  voor  de  ontwikkeling  der  indaabrie 
is  voorts  de  ünvoeiing  vam  de  lichte  katoenen, 
itt  pkat«  na  de  zware  bennepoetten  geweest, 
omebreeks  1860;  voor  de  kieladiepen  kvwde  de 
'toepaenj^  echter  benraar  op,  omdat  deie  te 
zwaar  vmren  en  door  den  wAdvang  te  etork  aao 
de  netten  (ileet)  trokken.  Ia  166^  werd  editer 


gen  vok^oawden  boeker,  een  edtmp  geboQwd 
ving  ecbip  was  en  «bentianeevolge  grootet  ge- 
mukt  kos  wMdra;  terw^l  bij  met  een  veel  groo- 
tje vleet  vao  de  Jidite  kaïnenen  net:ten  kon  ris- 
aobea  dan  de  eente.  De  vanMpaciteit  werd  dien- 
teiiAeivolge  a«Mnei1iet|jk  v«3  gioot«r  en  bet  be- 
dr^  voordeeliger.  Ak  gevolg  van  bet  n«oters 
aautai  netten,  dut  in  i^orten  t^  ingehaald  moest 
kunnen  wotdén,  wen)  mechamecbe  beweecAradit 
daarbjj  nood2akefi)k  en  werden  stoomtpiDen  al' 
gemeen  ap  de  logere  en  bonsnen  ingevowd. 

De  uitbreiding  van  de  vloot  Biode  1870  is  door 
de  endle  vervanging  ven  de  ouderwetsdte  hoe- 
keiB  doOT  ndeowe  to^eie  belangr^er  den  oogen- 
Gcbqi^k  bet  geval  ie;  in  1879  waren  nog  maar 
eiAele  hoekwe  meer  da  dienst,  en  de  seheeie 
vloot  in  18  jaar  tgds  geheel  vernieuwd.  In  na- 
volging vam  de  toc^Hweiog  van  de  meehaniMbe 
beweegkra^t  op  de  trawlviaediei^  met  leored 
snooee  ia  het  baiteiJaDd,  werden  sedert  1697  ook 
stoomeoheMO'  voor  de  haringviasdiera  geboawd. 
Deze  wenien  tevens  ingericht  om  gednrende  bet 
winter  heifjaar,  eJe  vnumeer  de  badngvJMcherjj 
rust^  de  venebvisscheTq,  meest  met  de  beug,  dm 
te  odsnen.  Het  is  editer  gfAileken,  dat  de  vnog- 
capsdteit  eleebt»  ongeveer  bet  dnbbeie  bedroeg 
van  de  leitsidwpen,  terwjjl  de  kostNt  ongeveer  in 
deodlde  verhooding  stegen,  figwnder  veri  voor- 
deel woidit  daarom  aan  de  meohaoiseh  voortbewo- 
gen faarinesoEepen  boven  de  zeifadMoen  vomr  bet 
tegenwooidSge  niet  tmgcfeeod  en  dit  deel  dei 
vloot  U^t  Kdidw  ook  el«ebta  langzaam  nitbrei- 
deo.  De  onde  bommen  genkea  echter  boe  tutger 
boe  meer  io  ottoufc  en  maken  pkaia  voor 
nooteoe  en  meer  modern  ingeriehte  vaartoigen. 
In  het  biütenèaod  Mb^ot  mea  ia  de  laatate  ja- 
ren aan  een  type  met  bulpstoomvenDOgea  de 
voorkom  ie  getven.  Bij  den  <  ■-■■--    -- 

bndetQd  echt«r  ia  motarei»d 
riDgviöseheiij  aangewezen;  oe  iuToerlng  is  e 
tot  dasver  op  de  booge  bedrqfefcoeteoi     ' 
Welke  >Tlacbt  de  badngviascbeTg  nog  v 


DigilizedbyGoOglC 


HAItlNO't^SaCHEBU-aAItlüS. 


nemu),  zal  dan  ook  mnMMddök  in  boofduafc 
dMiraD  «Eliuigen,  of  bet  'aM^tü^  Uij^t  bet  no- 
tercmtTpe  met  leer  lm«  bMkghkMteB,  «MNÜi  ei 
MuuB  Medi  «eidee  beBtum,  tooc  MheepagabTnik 
g«Mhi][t  -te  maken. 

Da  lioofikanTO«i;ibatB  'nn  den  turioK  )•  Vlui- 
dingm,  en  venki  MatnJni*,  SdtereiünRen  (bet 
grootste  deel  no  de  vanest  nn  baar  noot  gaiA 
«ehtoc  iKw  eteeifa  omc  TfaanttogeD),  Eotwijk  md 
Zee  ea  Umatdeik 

Zoottle  bekend  is,  wi(pt  de  faaaogri 
Jnni  asn,  en  woidt  iQ  »  Norenriier 
Ka  afloop  woeden  de  mecete  «AepoL  .„  „  , 
«ea  ded  echter  gaat  dan  ter  bew-  of  ter  tawl- 
TiMcberniut  De  btmaooinR 'na  de  gebeele  i4oot 
.  .„..  .  '  ^tvm  lOCOO  fcoppen.  Het  k  de 
15  nüUioeo 
B  Roetèld  Toor  de  "bewdirjjttng  Tsa  de 
op  de  Noontaee  ^dbrmkd^t  banngBrtten  lie 
venter  t^  VüMmgeit. 

Ook  TOOT  udere  landm  ü  de  bauDgriaaeberq 
een  geincfatige  tak  tan  andnatrie;  aoo  ii  baai 
oj^rcnget  in  Zweden  <n  DenenMiken  ieder  od- 
ffereer  1  miUioen,  m  Noorweg«a  S  A  6  mHlioen, 
in  IhütMManl  2  i  8  nüBioeu,  ia  Engeland  en 
Sebotkod  25  i  30  niUoen  ^  's  jaan. 

BtAahe  on  de  Noofdsee,  faeeh  in  oos  land  tx^ 
«en  brieneryke  bariogriiaabein  plaats  op  de  Zna- 
denee  en  «en  veel  misder  beiang^jke  op  de 
Zeeawaebe  «troomen.  Op  de  Znidenee  worM  de 
haring  met  knües,  deqnetten,  staande  nattm, 
fnikan  at  Mgcea  <sie  dMrnwr  <mdar  VtÊehluijM) 
door  kleine  met  2  Jt  S  mirn  bemaode  raartaigen 
Tin  15  tot  80  knb.  n.  laitmd  gerao^;  m  hoofd- 
zaak beeft  de  viaaeberq  in  de  Toorjaaismsaoden 
pWt»,  o<A  TS  hrt  najaar  wordt  faariDg  genngen 
maar  riechts  in  kleine  boereAeid. 

In  Zerisad  beett  eUeen  baungriaeeheTÜ  pkats 
in  de  ^.  „weeren"  (lie  daardoor  onder  Viaeklui- 

C),  mik*  TOonHiml^k  ü>  de  Ooeterstbelde  iJi 
TOOf  jaat  womlen  g^laeM,  en  ook  Toor  de 
anajowsriaotberi  dtenen. 

&e:  /.  B.  THima,  OnbwikktX^  vu  de  Kedn- 
foadMbe  harWrisMberq  in  den  loop  der  eeo- 
■wen  <in  „Bet  iNederL  Zeewoen",  16de  jrg-,  1916, 
Vlx.  880  y.T.) 

Barlnrvlcst.  Zie  FfseAtin^tR. 

Harlnznia  ie  de  naam  van  oen  ood  en  aao- 
9ienl^  Frieeeh  gwhtht. 

AortiumM,  Baring,  werd  in  den  tMtnag  der 
15de  eeuw  tot  potèaUat  in  Weataigoo  gctoaen, 
teiw9I  S;oenl  Wiarda  die  aMtr^ing  in  Ooater- 
goo  fiekfaedde.  Onder  bet  bewHMl  Tin  deie  man- 
nen «Dtdoegen  zich  de  Fiieiea  ^na  de  beertchap- 
m  dw  gmren  wm  BoUtmd,  Te  4i«aiiger  waa  bet 
OHBoni,  dat  de  MUj^ertwisc  tossisien  ds  Scui^ 
lingem  en  Tetkot^ien  opnoenw  m  Friealaod  oot- 

BornwiRO,  Tjerib,  bmq  den  oaan  aan  Tan  Do- 
nut. Zjfn  S  looen  btUen  do  de  3de  beUt  der  ISda 
eeow  deel  gemmien  aan  dn  Dmia-ooiikig  (se 
Doma). 

Barmxma,  Boeko,  «en  «xoi  Tan  Teilte^  1492 
bordv  te  Saeek  en  giMmas  'na  W^ndirii- 
«enadeef  tneUto  ata  boofd  der  ScUeringen  in 
149Ü  Lieenwasdeo  te  omnompelan.  Kt  miJAto 
en  hq  moest  op  bande  TOOfwaatden  vrede  magen. 
Hg  TCrbisk  dmt  wciika  en  daad  Terachaiden  roof- 


■alenden  vota-  n 


«I  Iq)  gerangen  genomeo  ooor  Ntt- 
terl  foz  en  door  draeit  mmt  Oionfaigeii  Mtnacbt 
Daar  de  fan^  'nm  «kfmi  3m  Kmnücm  ont- 
snapte bg  mt  d»n  fctsfcer  m  keerde  naar  Sneek 
terqg.  Uit  wmakawdit  wm  bq  een  der  eeraten, 
die  dn  betteg  m»  SdbsR  ab  beadwni^ner  >n]t 
EViealand  bdS^den.  fiq  orarleed  ia  149». 

Barvixma  thot  SSottn,  Pieter,  een  aoeo  tsb 
Wattê,  was  on  1470  bofeUog  te  Soeek  en  in 
1471  gnetoSB  m  W;mbiataHadBeL  Ook  bg 
aan  ü*ons  <l>d  ma  dn  bugesmwlog,  Terorerde 
en  phmderde  de  kaatesln  mn  de'  Skurdefni/*, 
BotHnpJt,  n  HesKnga'^  weri  dbor  den  abt  lan 
HnMlnm  iegeo  de'  v«tiMopen.te  bdtegeraqm. 


ten.  2£  Toerden  berel  OTcr  eenig  kiwerolk, 

jn  1572  KMI  Enkfairizn  naar  Fnednd  oTer- 

atak,  om  dit  gewast  aan  den  prina  «ini  Oranjt 

wdden  sg  Mb  meeater 

^j  wardea  dom  de  troa- 

DoiHse  den  S7afaB  AogiMtna  lAt4  geboren,  tnd 
ia  krógsdienat,  blom  <m  tot  kspitmn  n  werd 
etakneeeter  vao  oaaf  witUm  Fredmk,  sladbon- 
der  Tan  Friedaskd.  Ook  was  bq  betdiiébber  tsb 
bet  ksügerolk,  dat  nvtgeionden  werd  om  de  rtad 
Botdn  tegen  Bmu,  graaf  mn  Oott-Frietbmd, 
bij  te  Btean.  Bet  leh&it,  dst  bq  in  1651  den 
dienst  Toriaton  beeft.  Bq  onrleed  den  I4den  Oe- 
tober  1669,  eeuige  Nedeilaodsebe  ndiehten  na- 
lateiMk  stenede  bet  door  bem  Tsrtaaide  boek  „Se- 
TOD  wonderl7<ie  ObeaicblMt  Tas  Dom  Piaaöaeo 
de  OpevadD  ViMegas,  nddn  Tan  9t.  Jaqoe*  Or- 
dre.  In  welke  alle  de  gebnken  deaer  Eenwe,  on- 
der tik  atetn  van  menaeben,  TeimaeeklgA  en  ook 
aticbtelTflk,  werdn  bestraft,  ende  üt  in  een  etbil- 
denie  aaeckt^  Tertoont"  (1641). 

JJonasiMi  tkoe  Sloten,  Pteter  Sdtard,  een 
«mn  van  Bnat  Modtema  aan  ffarincNu,  dn 
SCMen  NoT«mber  16S2  «bomi,  atadende  te  Pia- 
neher,  wetd  in  1701  gneteua  th  Baaidetadeel 
bekleedde  TeraehifieDde  ambtn.  Hu  was  Kd 
_^  de  Stntn  Tan  Friealaad  en  Tan  de  Statan- 
Oenerasl,  beoefende  de  Latqnaebe  dicbtknnst  n 
OTwleed  te  '•-Giatenbage  den  Uden  Pebraari 
170S. 

■arini,  ffsarteat  of  Bendnk  Ur  Baar,  de 
xoon  Tm  «en  weigesteklan  boer  te  Rowlio  en  al- 
daar omstreeks  bet  jaar  1550  geboren,  beaocfat  de 
Latnoaebe  adboti  te  Locbem,  de  hoogeeebool  te 
Leidn  n  £«  te  Doornik,  waar  faq  den  graad 
TMi  doetor  Terwicrf,  waana  hS  lich  ate  «dTo- 
eaat  te  Andiem  TC^igde.  In  1570  werd  bq  ge- 
recbtechniTeir  te  Zatin,  n  toen  Mva  deie  stad 
behgwde,  wtet  bq  te  ontanappn.  Latw  werd  hö 
er  aangesMd  tot  Nctot  der  latSDsebe  ediool 
(1578),  dotdi  bq  beett  Tcnirfffene  «e  stad  Torla- 
ton,  ma  licb  met  het  oodtrw^  te  bdaeten  te  Pa- 
deibmn.  Hg  «cteeef:  HHenrtei  Harï  Sican^  Jn- 
rieeonanki  Tuatsan  lAri  mne  jMimttni  editi" 
(door  HatritM»  OmtugieUr,  1760)  en  „ESegiae 
Heroaeae,  Ubei  P'  (15SG),  trawtji  men  meent,  dat 
bq  ook  «en  „Deaeraptio  DioeeM  Paderbonwnata" 
«  hsodsdtrift  i»t&  iMgclatn. 


DigilizedbyGoOglC 


HARIRI— HAJILAND. 


■Mirl,  Aboe  Moliamm«d  Kmim  Ibn  Mi,wa 
bwocBtd  AnbtMh  diehtec  en  pfaUolcMC!,  te  1064 
bt  Bun  Mboren,  is  de  didi4«i  n«  de  lieioenHk 


téMma^ea,  WMnw  de  beU  «en  mt  •tod  M 
«tad  tnkkwfe  iaUtvkoi^igt,  Aboe  SM  tu  Se- 
loedej  k.  Deie  T«iMtiJiiit  nt  d«  mcMt  venciiil- 
leode  Tennoninii^en  ea  bnn^  dooi  inn  «««- 
tige,  getfacbteaqjfce  en  k«BSt*oUe  vooidracnt«o 
nja  toobocptden  ifl  ^«mikkiBg.  De  taal  ia  nj- 
mend  fitou  met  takj^  HtgerïtMiitai  gediabten 
en  beeft  in  «i»itanittcdökb«ad  van  oMdndcking 
inrn  en  woonbpdiaffen  bgnft  liaan  velgkc 
t.  De  beste  vilgATCD  kvepden  De  Saeg  (1S22, 


nieuwe  4favk  faa  Aeüunuf  en  Derenbaurg,  2  4fln., 
1847—1653)  en  SlMn^on  (1896),  Een  Ë)«>elM«H 
v«iteling  gaf  CIteitery  {1867),  een  lutmoatend 
Duitocbe  Büekert  „Die  Verwsndti»gen  <ke  Aba 
Seid  yoo  San«",  (1826).  Van  veel  wnarde  lijn 
ook  twee  ])failok)0iaehe  ««lien  tad  Harin,  n.t,,  de 
„Hulbat  «d  iiat)  ,  een  TertHaKMiaig  over  de  Axa- 
bi«cbe  Bfntjuia  in  Ternn,  dte  Teg^adieiden  malen 
nitffegcTen  en  door  Pinto  in  ^t  PraDeeh  tw- 
tuM  ia  (I8d»),  en  de  „Dnrrat  «1  gJuuWaa"  over 
Arriaaeb  Tnlgarüme,  die  door  H.  Thorbeeke 
(1S7I)  en  met  Óm  OMniDentaaf  van  Chafadêji 
(t  1A59)  niteeReTen  is.  Eanri  overleed  te  BasiB 
in  im. 
H&ifc  noenkt  men  in  de  wapentamde  een 
dNruestok,  tneeelal  K»b- 
der  Bteel,  die  faaa^wjjs 
HU)  <]«o  'boren-  en  oo- 
derk&Dt  VHt  taaien  vuur- 
aen  ia  {>ia  de  tig.) 

BarkMiy,  een  bad- 
pkwta  io  bet  floagur- 
aehe    eomitaait  Baraojft, 


Huk. 


telt     700 

heeft     een    ben^rtot 

vÖnboow.      De  ^eoe* 

kitacbtige  brooAeii  wi 
den  VD  1S23  bg  U 
v«l  oottkÉt,  toen  m 
drooglBgde. 


de    iMÜbnRl^ 

ootddrte  men  b^  boriiwen  "een  lütatekende 
imvettinm,  die  da<gelgka  400  000  L.  water  na 
42*  C.  levert  De  bnoMMo  bevatiten  grootendeeilc 
iwavelwateratot,  dilooniakiium,  kotjiwir,  naibri'uni 
eo  koo)i>xt«daaUied  en  wonkn  it^en  «IcrcJulDce, 
jidit.  buid-  en  vtoawenaickten  gebnnkt.  Men 
vindt  ergrootebadlinizentDetealoundMenpark. 
HftTkaTT,  Adam  iakoéfmmUj,  een  Joodat^ 
«e)e«nde,  den  17den  Oetobet  1^69  t«  NowarMlbok 
Bg  Uüidt  geboien,  atodMnde  te  Wjbia  en  SL  Pe- 
tersboig  en  ootwikkcide  ach  aJa  biUiothecuii 
der  k<d»rlöl<e  bibHotbe^  aUaar  tot  een  der  beete 
oiiïnt&liaten  van  tmtat  töd.  Vooral  beeft  lün 
kribJaehe  bewerking  en  uitgaive  van  eenütieeme 
handaelirilten  ooder  den  tit^  „Studdin  en  mede- 
deetxncen  uit  de  St.  I'etcrebnrgsohe  keiserlijke 
biUiotlieeli"  gioote  waairde.  Van  2^  andere  wer- 
ken soetoen  wj):  ,J>e  Joden  en  de  Slavieebe  ta- 
len" (1867),  ,£«ncèten  van  Hohao>medwuiacbe 
aobrijïers  ovet  de  amen  en  Boeeen"  (1870),  „Be- 
richten rao  Hciireeuwecbe  edidiren  over  bet 
ChaMfenröt"   (1S72),  „Over  de  oorepronkd^e 


•ebe  Bjihf Hl indaebnf ten  van  de  ketierl^ke  biblio- 
tbeek  te  St.  Feleiabnrg"  (1874),  „Kataiogua  der 
IMmaawacbe  BübeÜModidinltw"  (1875),  ..Oad. 
Joodadie  mfenktetfaoen  nk  den  Krim"  (1876) 
en  „J«hae3a  faaievi"  (leW). 

Matkort,  AiedruA  WiOt^tn,  een  Duitseh 
itmtimim.  en  adoalnee),  den  22sten  Febraari 
1  TOS  op  een  IvniUekaateel  in  bet  graahcbap  Uark 
g«bo«eQ,  tMd  in  1613  ak  hHteaaiit  io  dienst  bj) 
een  re^ment  foaeKe»  van  d«n  Wcatfaalaobea 
tandMorm,  nam  deel  atB  den  veldlMbt  mn  1814 
en  went  in  1815  bq  Iigi>7  i^wond.  Na  bet  dm- 
ten  van  den  vr«de  richtte  bg  vzerlabrieken  op  te 
WetUr  en  Olpe.  la  lê36  tievordeide  bg  den  eao- 
leg  van  den  Rgn-WeaerHpoorwee;  eventoo  de 
etoomvaaii  op  den  I^o  «n  «o  de  W«mt.  Op  knd- 
bouwkmMÜg  gebied  eal  bg  oe  p(9ulaiie  geaebrif- 
ten;  „Flaetuntaxtha  en  „Gbtoer  iHekirich"  in 
bet  licbl.  Hij  etiebtte  tu  1857  een  jjzeramelterji 
te  Kejtenbaoh.  bevorderde  in  1860  den  uitvoer 
van  steenkolen  uit  WeatMen  na«r  Ferlugal  en 
ontwierp  in  1864  met  soa  Earlnuaut  bet  plan 
tot  een  (utderHiige  verbindiag  der  bootdri^ieren 
van  INoord-Dnitaehlaod.  In  1840  weid  bg  g«li«i«D 
tot  aigevaardigde  itaai  den  WwUaaleehen  Uuid- 
dag.  In  de  NatioiM4e  Vergadering  van  184S 
aohaanle  bg  lioh  aan  de  zjide  dei  koningq^un- 
den,  maar  toen  de  partij  ^  teodalen  oe  over- 
hand fcreeg,  «tood  bg  «f)  tot  verdedi^iog  van  de 
reditea  dea  volks  en  voegde  *ich  b^  de  tiactie- 
Findce,  terwjjl  bij  later  raet  Boekum-DnUU  het 


vao  bet  iHaia  van  Afgevaaidigden,  daarna  vas 
den  Noord-Duitaebea  Sjbadag  en  van  bet  Toloai^ 
lement,  later  van  den  eenten  Doitaeben  lUksdag. 
Hg  oveiieed  den  Oden  Maart  1880  m  ajio  buiten- 
v>üUgI  Homtowh  bü  Dortmand.  Van  igo  ge- 
Kttrilten  noemen  w9:  .^Qng^-  und  BauenibrHJ" 
(1851),  ,4>>eZ«(tendeeeB«teitwestf&Iw(!benLand- 
wdtiregiments.  Edti  Beiitrag  mh  Geadiiohte  der 
Betiwiawslriege  1813—1815"  (1861),  „Uéber 
VolkalM^eD"  (1851),  ,^et  we«tmieebe  Fladu- 
bao"  (1851),  „Uri)er  das  Pioletarial,  Teilbarkeit 
des  Gfundbeaitzea  a^w.*'  (1855),  „Adlere  Q«- 
aehicbte  dm  Stdnkoblienbeigbaues  und  der  Stahl- 
uod  Ëiaenpioduetjon  dei  OraledMlt  Mark" 
(1855),  ./Sescblcbte  dee  Dorfea  W«t4er"  (I856> 
en  „Bdeuchbong  dei  E^naoUfiage"  (1859). 

■U'laiul,  Benry,  een  Amei^kaanacb  nMnMt> 
M^ver,  in  1861  te  SL  Petersburg  geboren,  stu- 
deesde,  eeiet  ie  Rome  tervoigene  te  Pargs  e& 
eoodd^  «ao  de  Harvaid-univertit^it  in  de  Ver- 
eenigide  Katen.  Na  bet  vereehgnen  van  ign  ro- 
man ,3bdemoiadle  Miat"  aaaoeiierde  bq  scb  n 
1604  met  AMbrtf  BeanUejf  en  den  uitgever  Jak* 
Lme,  tot  het  natgeven  va»  een  gellWbeerd  vei- 
volgnveik  „Tbe  Ydlow  fiook",  waaivan  bg  de  M- 
dang  op  lidi  nam  en  vreUn  vUiamodeioe  verha- 
len, en  aove&a  on  oogenèkk  tot  groot  aeban- 
daal  oaoloidiiig  gav«o.  Id  Engeland  deed  hij  een 
beweging  ontstaan  In  den  geeet  ^ran  den  ^eroD- 
lie  de  Fiaooe".  Aj  xgo  T<nMiDe,  vxtia  „Qrey  Ro- 
aea"  (1895),  „Comediea  and  FknH«"  (1888)  en 
vooral  ,Jia  Tabaliière  du  eardinal",  „Tbe  Lady 
Paiamoiiot"  en  „Mj  iFViend  Proapero"  iBn  leer 
ateri  re^ietiadb  gekl«urd.  HarUnd  overleed  in 
1005  te  San  Bemo. 


DigilizedbyGoOglC 


n  AM.ItirTJW— H  ARI  .INfiTlW 


41. 


■«Hakltn  (Arlteehino)  u  óe  smid  tta  een 


B  AeliMMR  (iMHm  'M»  «en  dnnel  in  Ifi^ 
«èa  kgukéu).  Si  im  aii^  in  «en 
ntatd,  TteMenrig  niMa<C  *iigt  kortal- 
~  '"'T,  Mn  met  JóttiiMkfli  en  «en  iton- 


«ptanK  4fl  aodeo  ■«  »  de  «wMicmeiBaetie  get»- 
miapden,  valt  to  betwgMee.  bt  bet  Fnmech 
dreüt  bjf  den  neem  nn  Arkquin  en  te  Pei^ 
«eKTèQ  m  bet  middeD  der  16i)e  «eow  dooc  Car- 
ItNo  met  gr«oten  hij/nl  ^<erh>oiML  bi  Dtuteeblaad 
lieeft  iDen  <dn  «odeo  flonswont  itegea  faet  «ode 
dei  17de  eeaw  id  HarMcfn  bcndupen.  Hg 
•nit  van  oade  <k  nd  ven  bediaide.  Ak  ModBoÓR 
was  Iq  Mfivankelgk  f nw,  «DiMÓid,  eafceaehaamii 
M,  moMig,  maer  vefBodende  in  bet  nkUeit  dei 
16de  «eaw  en  imd  teeD  liMg,  ^eesUe  en  on- 
deogend.  In>  Fnokr^  veibeeg  bit  aog  Deadiaaf- 
der  Tonn,  docè  bepaalde  ïkh  iMwntnNiimDd  bjj 
let  bi^  am  m  de  eetate  beitt  «r  larige  eeuw 
%ébeA  en  al  te  TenlwÖDen.  De  dMperie,  welbe 
op  bet  jtooBMl  de  «e»te  «oulMae  bedelft,  Mcmt 
■Mn  nog  wel  'mmleau  iTArUquiti. 

lÊmtlmM.  Öotttieb  Chrülo^,  «en  Daitadi  iet- 
teibndige,  den  2lBtea  hoi  17&8  te  Ealoriiadi 
geJxnen,  atodeeide  te  Eriangen  t«  Jena  ea  te  QSt- 
■ngen  ok  veati^  rich  léa  piiiaaUoceot  U  Bf- 
laogeB  «aac  hf)  in  1765  tot  bnitengewoon  hoo^- 
leener  beooemd  wcod.  Hg  keerde  dtMrheen  ui 
1770  ali  ge«o<Hi  boogleeraai  terug,  hmW  hjj 
«eret  ecatigen  i^  waa  weikauuD  ^ewéeet  aan  het 
nmutaiian  «e  Cebnag.  Hg  oraleed  den  2deD 
Ifoiember  1916.  'Bfj  eameet  o.a.:  „IntroduclH  in 
hiatonam  ttognae  gnecae"  (2de  dnik  1792— 
1795,  2  dk.),  .Jattwtoctio  ia  ootitjun  EttMatu- 
tM  RooMwe"  (1761)  met  ,^nmi(menta  «1  bi«- 
Tionm  mtitiam  Mteratafae  Bcmanae"  (1799 — 
1817),  tenr^l  èg  een  4de  TCibetecde  nitgane  1«- 
wde  van  ^jMtrióaB'  iBiUiodieea  OiMn"  (12 
dbL,  1790—1609;  met  ioka,  1636). 

Haritu,  Jolmtn  ChrUtiim  Fritdrieli,  een  se- 
neeifaiadige  en  aoou  nu  ilsn  TOCHgnaode,  den 
Ilden  Jsii  1773  te  Brkogen  gebwen,  etodeeide 
aldaar  in  de  geneeetnode  en  legde  ach  tey«ie 
toe  «1»  de  geaAiedeaia  en  wöabweette.  Hg  v«t- 
«Mxf  «I  den  doetonmw  in  da  pQlosoJte  (1798), 
en  in  de  medianen  (1794),  veMeede  «i  itch  ai« 
puTaaMoeent  en  werd  er  ia  1796  bortengewoon 
en  mt  1»14  eewwn  faoMdeeraar.  Ia  1618  ging  hö 
indiebeb^bngnaHBanD,  waai  bn  den  ISden 
Maart  1658  OT«dead.  Van  zjin  igeecinlten  lei- 
melden  w$:  ,fik)  abntëeben  HMiqwBen  mmI 
KoAUer  dea  a&dliefaen  umd  mUttent  Eïmena, 
WeetaaieDe  wd  Noid^niae"  (1646—1848), 
„HMaftMlL  der  irttAkben  Xlkuk"  (1817—1826, 
S  dk.),  en  ,/}e»eb*dite  <kt  Hünyond  Niene&letiie 
im  lAHerttan"  (1601). 

Hofleu,  £iiH^  eea  IMtocb  (A^wokiog  en  neef 
-van  den  TOoignande,  doi  a2eten  Oetebet  1620  te 
Mewenlwcg  eebomn,  'iwetigdc  iMi  ala  Mivaatdt 
«ent  altei,  laend  in  lëw  1)    ' 


mmraatett  te  lïflneben  en  vroieed  dten  16den 
Febraaü  1862.  Hg  wbseef :  ,J>efari)Dcfa  der  plaaM- 
aehen  jlnalomie"  (  ade  dnik  1666—185^.  JAd 
]fuA<^initriiilit&t"    (1861),   „ükxan»   nnd    An- 


„  dee  SeiteiuInbcIwfnromelerB"  (1855). 
iJlolekolire  Toig&nge  in  der  NerrenfitAiBtina"' 
0858—1861),  ,J»e  <lemeitlueD  FunbÜODen  der 
IneatarkebOL  Seefe"  <1S62],  Znr  üment  Heeha- 
luk  der  VnAAwuókrax^'  (1663)  en  „Pcodftre 
V»leaiiDgen  aoa  dem  Gebiete  der  Ffavaiokgde 
and  F^wlegM"  (1851). 

BarlMs,  (haOiob  Chutopk  AdoU,  een  Pro- 
teetanleeli  go4g«leerde,  den  21eten  Norembn- 
1806  te  Neaieobeig  geboren,  etndeerde  t«  Srhui- 
gen  en  te  Hafie  in  de  dwologie,  vestigde  lich 
^  privaaMoeeat  te  Erlai^en,  weid  in  IBSS  bui- 
tengewoon en  in  1666  gewoon  faoogleerur  ia  de 
godedeeidbeid.  H$  «£iwS:  „Eomioentai  Ober 
den  Bri^  an  die  Eptiees"  <2de  druk  1856),  „'ïbt- 
ohgiada»  ËiieTklapidieicwlLUeti!Kxk>k«w''(I837), 
„Obrietliidie  ËtUk"  ^  At^  im}.  „Einsbe 
und  Amt  oadi  inUu  Ldire"  (1653),  „Soiut^a- 
weüie"  (4  din.,  Mé  dmk  1660),  ,J)a«  Veili&ltjiie 
dee  ChiieteDtume  id  Etdtui  oiid  Leben«fngeD 
der  Oegenwart"  (2de  dmk  1832),  „QewdncEli- 
biUei  aue  der  kith.  Kindie  Livdaiuk"  (1869), 
^taal  vnd  Krebe"  <I870)  en  met  Hamuk  ,J)i» 
kirchli<di-ieli^0se  Bedenluug  der  leioea  Labre 
yoa  den  fliukdenmittelnf'  <1866).  Als  afgevaandig. 
de  tDonr  den  ilüwHag  venetteli^zktioietkiacQt 
tegen  de  eieeben  der  A.-£atbolaeien^  wodat  de 
Beiereefae  T«geefüig  iMm  in  1845  ign  leerstoel 
ootoam  en  Sem  alé  coneiBtndMlraad  naar  Baj- 
reuth  veqdaatete.  Ia  dataellde  jaai  ecbter  ging 
bii  ale  boogleeiaai  naai  Leapzig  en  werd  er  in 
1647  {mdUntnt  dn  de  Nieoklke^  In  lËe  betrefc- 
knigen  bleef  hg  weikzaMn  tot  n  1862  en  vertrok 
to«i  ala  (reaêdent  van  Itet  Proteabialaob  Ckiosie- 
toije  naar  MQudwn.  Hg  overlved  aldaar  den  5dea 
September  1679. 

Harlai,  Charlet  d«,  een  Bdgiach  o 
ia  1632  be  Leaien  geboMik,  was  boei- 
de Oostetadie  talea  aldaar,  bd  van  < 
mie  Njale  de  Bdgiqne"  en  van  telijike  faniten- 
laodaebe  geteerde  gcoootech^tpen.  Hij  OT«ileed  te 
Leuven  in  1894.  van  zgn  werken  nocmeo  wn: 
Een  vedalii^  d»  „ZewkveBU"  (1S75— 1878). 
„QnnHnaire  pi&tique  de  la  ko^e  eanaariite'' 
(I37S),  „Dee  ongénes  <fti  ZoroBetdeme"  (1879), 
„Uawwl  du  peWr"  (1880),  „Véiïame,  btehma- 
nieme  et  chnatiuMsme"  (166i),  ,JIanad  de  la 
huigue  mamdebooe"  (1664),  „Hiitoiie  de  l'empi- 
re  de  Kin"  (1887),  „Ia  leligioa  natioDale  des 
Taitane  onentanx,  DMaideiMaB  et  moagols,  oom- 
Itaiöe  i>  la  idjgkia  dea  ndem  iCRonois"  <1^. 

HftrllllflMi  ia  «an  gemeente  in  de  provinde 
Fiiatlan^n  HX  gioot  met  (1S15)  10447  in- 
wuiera,  mgedoten  éoat  de  Znideriee  en  de  ge- 
meente BanadeeL  Tot  de  gemeente  bebooien  d« 
etad  en  baar  naairtr  «mgeving. 

De  etad  Hariiogen  ligt  aan  de  Za>d«rzee,  de 
apooriga  HaiVngen— lïéeiiwardeft,  den  Noord- 
Itieaetien  heaal^OMweg,  de  tranJÖn  Hadingen 
— Bokwacd— Sned  en  £  4i«liv«art  Hadingen — 
Fcaneker — Leeawaiden.  Zg  is  de  belangrjjkete  ba- 
venpibAte  van  iFtiedand,  en  staat  in  ger^^ 
stoomboobverkeer  met  Amaterdam,  BuQ  en  Lom- 
den,  alsook  met  'Ocole  en  Lettlh,  Vlielaiid  en  Ter- 


lont  en  laödervet  do,  uit  de  OostxeedBoi' 
den  veel  hout  en  t«er,  terwgl  oaagekeenl  ved  bo- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HARLINOEN-OAIGUATrAX. 


t«r,  kaae,  Ebchtree  «n  aanfamden  faenerens 
stroocarton  naai  EapiÊati  wotobd  iütgevMa:d. 
In  1913  WBS  de  onmog  dnr  sehM^nart: 

Binnengekomen : 

Stoomschepen  339,  nietende  157600  ton 

Zeilschepen  3,         „  300    „ 

Totaal     342,  metende  iS7  90o  ton 

Uitgegaan : 

Stoomschepen  384,  metende  162  400  ton 

Zeilschepen  2,         „  200    „ 

Totaal    386,  metende  tözóoo  ton 

De  sUd  mU  iutit  ««ioig  Toocded  mt  dien 
oveneeMhen  tiawfel  en  «k  mackiliplaKti  Hgt  zj  te 
zeer  ia  «en  viUtoek.  In  den  omtoek  lim  me- 
enkele  et«eD-  m  pumebaUeröen  «n.boateM^i 
lens,  io  4e  stad  zeH  MutoiwiMijen  en  Utam 
dnetrie.  Eariiffig«n  m  reedmatjg  gct)oainI,  beeft 
twee  binnen-  en  een  ItnutenJn'ven.  De  ptuts  be- 
siit  een  Itaoton^reeht,  een  boogcM  biHeanchooi 
met  3-j&rigen  oarsoB,  een  bmAasTondeoboci  nnr 
aniboditBHeden  en  ha«deMiedien'<l«n  en  een  iw- 
vaart«ehool  en  h  de  setel  Tsn  ooderacbeöden  eon- 
gnbuie  ambtmnren.  Het  aMuaen]yk«te  4ed  der 
pUat«  ü^t  toBsdien  de  NoordatbkTen  en  de  Vooi- 
stroait.  Als  Toomaamste  gebouwen  ToUen  t«  ver- 
meUen  het  sUdhoii  met  toien  en  «en  momiimeat 
Toor  Simon  SlSl  en  de  'HemviDde  Ornote  <rf  Nien- 
we  kerk.  Ook  de  LnUiersdien,  DoMBgezinden,  Qe- 
refonneerden  en  B.'EktfadatfoDfaèUwneTkerlcKe- 
boQwen,  de  Israëlieten  een  êjiu^fKK.  Ten  7.  der 
«tod,  vp  den  leet^,  nqkt  de  ,^teenen  Mmi", 
een  in  1774  hernieniira  monumónt  tas  Catmr 
Robles,  onder  wiene  inrloed  de  djjjcen  in  de  Ittde 
eenw  Terbeterd  warden. 

BvldiDgen  is  oniteta&a  nit  een  geèncht  toBBchen 
de  adeHpe  etsten  Harli^  en  Huns  en  wm  in 
Tioegei  eeowen  Tam  Testmgwerken  Toormen.  Van 
de  eeawenl&oge  itwiElen  tnëaehen  ScbJeriii^rB  en 
Vellfoopeis  oatmie  bet  ook  ign  deel,  hnldigdie 
jn  1496  hertog  Albreehf  em  Sakun  sla  beer  en 
kie^  in  1502  een  nienw  kasteri,  dat  in  1510  in 
bnöa  geatoken  wwd.  In  1572  *erkla*wie  de 
stad  ïièh  voor  den  prins,  in  1748  werd  ^  ge- 
phiodeTd,  in  1776  door  oreretrooining  geteisterdi 
in  1787  door  de  Fatriobten  Tan  Franeker  belb- 
geid.  in  1825  opnieaw  dooi  een  watervloed  be- 
wxjhi  in  de  jaren  1870 — 1877  wi  nieuwe  haven- 
werken voorzien,  die  etditeF  met  san  bun  doel 
beantwoordden.  Daarom  werd  in  191<Q  begoimen 
mei  het  aanbreien  Tan  verbeteringen,  welk 
werk  is  19r4  voltöcnd  wa& 

Harllnverland  {tidw  genaamd  naar  het 
riviertje  de  Haile),  ie  een  landarti^  in  het  N.0. 
van  faêt  PraieiadH  dietrict  Anrich  en  bestaat  mt 
vniditbaaT  U^laod.  0<nqnvnl(et|jk  een  Oeldered 
ken,  weid  heit  in  1745  door  Prmaen  bg  Ooet- 
Frie^&nd  ingel^M  De  bootdatod  ia  Eeene. 

Harmalarood.  ^  Barmiüien. 

HannoUen  (CiiHt«NA)  ia  een  alkaloTd,  dat 
met  Aormten  CmHuN«0)  TDOtkonit  tn  eeik'  ptaot 
der  Erimache  atqipei  Pegmwm  Hmnarla  —  in 
bet  Tateandi  Zyterlik  —  genaamd,  die  tot  de 
famiÜe  der  Rulaeeeën  b^toort  Bet  vrordt  im  het 
Oosten  ale  apecer^  gebnukt  en  verkregen  nit  het 
tot  poeder  gestampte  zaad,  wanneer  men  dit  poe- 


der ia  watec  nwt  een  woiüg  «wsvei.  of  a^ja- 
strai  Ia<(t  nittreU«n,  bet  Utreat  met  kei&«ui»t 
doet  neerakan,  den  oeera^,  ut  de  zontmre  no- 
ten der  alkaloïden  bestaand^  met  kenkMuont  ntt- 
waacht,  daacm  io  mta  ofióat,  d«  <^4aatiag  met 
kool  ontkleort  en  bg  50*  tot  60*  C.  met  bohm- 
nda  neenlMt.  Eent  beqafct  daa  de  baimiea  in 
naalden  en  dMnta  da  bannalien  in  plaaljea^  hm». 
dat  men  bet  oeeniaaa  met  het  mkroMOOp  moet 
waamemen.  De  hanoaUen  kiaatafliMert  in  rhom- 
biiobe  p;raiiMdeB  en  kat  weinig  op  In  water  en 
aetlm,  virg  goed  io  kooden  en  Teer  gematkel^k 
io  iDokenden  aleobol.  Zg  amalt  bq  venranniiig 
en  Tenpi'ridt  daari»  een  wiMen  damp,  terwgl 
oiydeoende  seMitaiidi^beden  baai  ia  een  io  ws- 
ter  ODOfdosbaie,  maor  ut  «leoboi  <»lo*aeiHfe  verf- 
stof T«a  «en  loode  kleni  (kamuSaroodt  onuet- 
ten.  OeooBeentraerd  o^eterzmii  nrrmt  duime- 
de  nitrohKiDen.  De  zaüten  rta  imnemliea  tifa 
geel  en  doorgaaos  granakM;^  q>loebaai  en  kna- 
Ulliseerbaar.  fianuen  kan  meo  vit  bannaüea 

verkrygen,  «aomen '. .'. 

tot  nv  C.  Toibk.  Ook  ootrtaat  v 
haanalieo  kookt  met  een  mracad  man  gejgke  doe- 
len alcohol  en  soatiuni,  waaAq  men  een  weiog 
mlpeterztror  voegt,  waarna  bg  net  aftnden  lois- 
taUen  van  zooteuM  bamnen  ontstaan.  De  bar- 
mien  vom^  prisma's,  die  in  water  wviug  en  in 
^eohoj  en  aetber  zeer  weimg  Of4osten.  ]Ëar  900- 
ten  Bja  kkmloos,  haai  geeoneèntmndeoploino- 
"«nwaefatig.  De  gele 
hare  loaten  hecht 
ndet  op  geweven  stoffen,  maar  uit  harmaÜen  ont- 
staat door  trekking  met  aloobol  een  roode  baaia, 
irier  zouten  Tood  en  tot  verhtof  voor  geweven 
gelederen  zeer  geschilct  1^°'  Daarom  bei^  men 
in  Rusland  bet  harmalazaad  ala  gtondcl^  voor 
het  bereiden  van  verf.  Ami  (  " 
geelt  men  den  naam 

Hen  beeft  dm  naam  vtut  barmaUeD  ook  ge- 
ven aan  een  paaree  verfstof,  door  Koy  uit  ani- 
:n  verimegen.  Hen  bereidt  deze  door  40  deelen 
eaibolzuur  Tan  1,85  «ooi4elök  gewirfit  mot  1400 
deeleu  w&1«t  fe  verdumten.  en  eerst  50  deelen 
aoiUen.  daarna  200  de^n  maingaaoaDpertaied 
(tnninsteen)  bg  te  voegen  en  onder  geatwg  om- 
loeien  dit  mengeel  tot  100»  C.  te  verwannen, 
totdat  ei  geen  neerslag  nteer  ontataat.  Deien  laat- 
oten  iDO«t  aten  voortc  tiltreeren  en  met  Terdand 
zwaveJïwir  digeceeren,  waaidoor  de  veifetot  op- 
geloet  iwordt.  De  fceide  opkienngen  worden  daar- 
na venoengd  en  met  aounonia  verzadigd,  waanta 
de  Tertsioi  neerslaat.  De  neerslag  wordt  geSl- 
tieerd,  gcwaaaehen  en  giMÏroogd.  uk  bet  orerblg- 
Tende  verkrijgt  men  hamMlien  door  ntttrekUng 
met  tioeÜKÜ. 

Baimattan  is  de  naam  van  een  leei  diegen 
en  waanton  wind,  die  Tcerimatig  8-  of  4-oiaaI 
'■  jaan  gedmende  1 — 5  of  ook  wel  14  dagen  nit 
de  binnettlaitdm  Tan  Afnka  osai  de  kust  van 
den  Aitlmüsdien  Ooeaan  waait.  Hg  beeracbt  in- 
zonderbeéd  in  de  maaodeD  Deeember,  JaaoMa  en 
FrftTuaii  en  gaat  vergeseld  van  dampen  en  «tof- 
woften,  die  «oma  dagen  Img  de  n»  Teardniate- 
len.  Hü  wmidt  gekenmerkt  door  t^  bmtengewo- 
— )  hitte  en  dKMte,  soodit  bontwerk  edienit,  en 
I  adnolhaéiag  Memnteid  wmdt.  Dooiguoa 
woidt  hg  dooi  koel  weder  gevolgd. 


DigilizedbyGoOglC 


HABHELBN— HARMONKJA. 


HuVMlMi  of  Bemuleit  v  mh  gcnHents  in 
de  fsOTJoei»  Uhecbt,  «m  den  Oadn-Bj^  hmht- 
<mr  MD  t>n«  1^  1911  fijL  «mrt  met  {1915) 
1 953  wonen,  in^euotCD  door  do  ^emoMiton  Ka- 
merft,  Eodnngen,  Log-Hienwhiop,  Vleaton, 
Vettfimnen,  linachoten  en  Woerden.  De  bodem 
bestawt  gmotende^  mt  rivieiUeL  HooEdbedr^- 
Ten  '^a  tandbonw  en  meteeU. 

Het  dorp  Hmnden  Ugt  in  een  twmilaee 
stred,  heeft  tw«e  kerken  toot  den  HarroHoden- 
en  R.-EaAolM&en  eeiedienat  en  besit  bet  nboooe 
„fiiiü  (e  Barmelen",  reedt  ü  4e  18de  «eaw  be- 
kend. Het  dorp  ligt  mb  dm  Owien  Sm  en  aan 
de  ■toorignen  ^natmlMD— Oonda— Rottenka 
en  ütveebt— RottenUm. 

BunmopoaloS)  KomIorKiwu,  «en  Bjimi- 
t^BMh  webtagétoBrde,  omMreeÉs  bet  jaai  1820 
te  KonstaotHKipei  gObocen,  »a«  nadabeer  bg  de 
kooMB  OoHfoeutentu  en  Jokanneë  Palmolomu. 
yvFhIgam  ledtter  te  Theenlomca  en  oferteed 
in  'IMO.  iHq  sdneef  o.  a.:  een  .,nfix"f<"  tA 
>4fMv"  (^JlMOMte  tegan*^,  At  Uubb  no^  «h 
bnrfferl^  wetboA  in  Onekenkod  bindende 
kntèbt  beeJt.  Het  ie  bet  laatst  atsKseren  te 
AttMK  in  1973. 

Bamileii.  Zie  Banudieti. 

~  ,  «n     ArUtoilton, 


Chr.  met  bvn  dolken,  die  in  onder  myntentakkeo 
TedN»gea  badden,  Bifftnvhui,  den  Kxm  isn  Pi- 
aüfnitti*  en  du  jongeren  broédeir  Tan  den  tiran 
Bippiae  om  bet  kran.  O^wemde  Hipporrhug  had 
de  Tri^ndeelMp  iran  Hannodiu$  traditra  te  vin- 
nen en  nit  wrevel  orar  zgn  teienratellii^  dien« 
sTMter,  een  oDbeepmken  jonkTroaw,  tot  bet  bn- 


t  icUmngta  van  den  nwtwd  dooi 
oe  Igfwaeht  gedood  en  Arülogiltm,  die  nmk  ont- 
snapt WM,  gegtvpm  en  torecnt  geateld.  De  Mhe- 
oere  bebben  de  nagedacbtenia  der  beide  Ttienden 
door  ataodbeelden  en  Uodecen  reibeerlgkt. 

■armonla  *m  de  doebter  van  Am  en 
Apkrodile.  Bjj  haar  bowri^  met  Oodtauê  mna 
eiHe  goden  t^genwoordiK.  Oadmtu  achonk  baar 
als  bnndf^jH  een  gewaad  en  een  DoodMtiff,  door 
Bephaetliu  lerrauifigd  hatatmad,  dat  B^  i«it 
dezen  of  vao  Europa  ontmigen  had.  Barmonia 
oodemmd  daarran  deo  bollooien  -     <     ^    ■ 


iJ  na  een  mupapoedig  tnwdökalmen  met  haar 
gemaal  nwi  Bijni  guw,  «aar  beiden  ift  aknet 
versDderd  werden.  Dat  biimenad  viel  Teirol^i 


ten  dee}  aan  Sriphyk,  <fie  door  hasr  toon  Ale- 
nureoR  Tennoord  wad,  daama  aan  Alphetiboea 
(»rf  Argitua)  en  CaUirrhaê  en  werd  eindeli^  doot 
de  zonen  van  Alemaeon  in  den  tempel  te  DeMii 
nedeiffeiegd  Dodi  otA  toen  maten  de  oidteilen, 
door  dat  tooiael  moonaakt,  nog  g«ui  ^ode.  De 
ffemalin  nc  Aritton,  den  Tddbeer  der  Oetaetre, 
had  dnt  haotstoeht  oegew<^  Tm  dn  tiran  PAoirt- 
hl,  maar  ^  wildt  düo  aUeen  geboor  gvren  aan 
ign  wensdMD,  wanneer  hq  haar  dot  hriarieraad 
bracbL  ^  roofds  het  djentengtrotge  uit  den 
tempel,  doili  Wirfdra  wtod  haar  >oon  in  Taunqj 
ontstoken,  soodftt  hij  braod  atiditte  te  fanar  wo- 
ning, naI4^j  iq  mU  om  ta*  teven  kwam. 
HftnnonU.  •watéüam  ia  de  beweiUiig 


der  vior  vnaa^ia  tot  Mn  aHoeiiAiaDgend  Ter- 
baal,  waaih^  de  tdnt  loo  ml  mogelyk  gertigd 


i»  en  Ktadn  totmNgüwsn  Tan  den  at^gTer.  De 
eerate  went  gebrerd  dKv  Tuitmtu  (ometreefca 
110}  in  zgo  ,<D)ateaM»io",  waaiacbönlgk  in  bet 
"  'act  gesdtreren  en  door  de  STriéra  tot  in  de 
helft  der  4de  eea»  A  bet  eemge  erangette 


STTiaoh 
ad*  hel 


HKmiOiiloa  of  ^atharmoniea  noemt  men 
«en  inMnidaoabwaeat  ntet  een  metaahehtigen 
toon  mt  gboen  klokken  ot  koronen,  die  na^r 
toonhoogte  op  «en  rol  of  ifnl  beTeaUgd  E|fn,  met 
den  'Toet  londgedcBaid  en  met  nagemaakte  Tin- 
geiB  bcBpeeld  worden.  Het  inatnmwnt  is  uiit««- 
Tooden  door  Benjamin  Franklin  ia  1763.  In  (fen 
begüme  bnd  bet  een  toooomTaog  no  decbta 
twee  en  een  haU  oetiftf,  te  weten  tui  kleine  c 
tot  tweeg««tre(^te  g;  door  anderen  went  bet  tot- 


(Kg-.S.)  J 


beterd  es  van  kleine  e  tot  driegeatoecfite  f  ge- 
bradtL  Ock  ijja  Mer  nitgeTootfcn  de  Btrgkhar- 
nn^ra_  in  het  Hoogd(ütK)h  „BogenbanDOoika'' 
met  ato^Btakken,  en  de  kkirieriiar- 

,  ..  ..«tenbannanaka"  in  het  HoogAütaoh, 

die  door  UaTiertangenten  tot  toongeren  gebtadtt 
warden.  Ëindelök  beeft  men  nog  de  glariatten- 
bÊÊmooJa.  {Hg.  2)  nigeUMrmoaiea,  atadbinDOU- 
ea,  „UandhaaBODdk»"  (%.  1)  in  bet  Boogdvitadi. 
De  glariantMi^ea  ia  een  kindertpedtug,  M  oit 
gtoniehgTen  in  een  booten  haÉ  op  een  paar  «tuk 
geqmnnen  toowtjee  bentaat,  waaroft  met  een  kur- 
ken vt  bonten  bamei^  ««bkt  «wdt 

Harmonloa  ia  een  bg  de  lagere  Tolkaklaasen 
nog  iteeda  bemind  minekioetnuDent,  een  mtno- 
óiae  TM  Domwn  (i82S)  te  Weenen,  een  meAa- 
niadK  Toknaking-  Tan  de  mondhanitoaica.  Het 
inetivment  ia  feiteigk  een  >ri»kM>te  Umabdg, 
waajin  een  amtal  metalen  tongen  ign  aaage- 
bracbt,  die  gedeeltelgk  naar  hunen,  gedeelte- 
Igk  naar  bniten  qjn  gebogen,  modat  de  eerste  in 
trüling  komen,  waaneer  de  bak  iaeengeiknkt 
wordt,  en  de  laatate,  wanneer  de  oalg  wordt  nit- 
getrdiken.  Verder  ie  bmten  een  soort  khnier 
autgebraobt,  waarwk  de  toetsen  oorre^modeeren 
met  Tentitlen,  die  den  wiadtovroer  naar  de  ton- 
oen  afikiten  en  openen.  Met  wlnoiiteit  beqteeU, 
kno  het  niatmment  een  goed  effeot  maken. 

Hftnnonloa.  Chemiteke.  ol  tinjieiwle  stom- 
men,  il  een  toeetel,  waarmeoe  men  TeradtiUende 
tonen  kan  Toorbrengen  en  dat  foestaait  ut  een 


DigilizedbyGoOglC 


HÜtUONICA— HARMONIUM. 


Ueine  fratwEtoffjun,  «dke  bnutck  in  een  T«rti- 
«Je,  nu  boten  open  ol  g«ak)iteD  buis.  De  toon 
«ntetaftt  vsmieeT  lieb  oe  vlam  op  een  lekeie 
hoogte  üi  de  tioü  bevindt  ta  kooit  oveieeD  otet 
£e,  «elb  dooF  eeo  deigeljjke  iiKhtfcolom,  lie  in 
de  bui«  aanweiig  is,  wordt  voorigebncbt,  win- 
B£eT  men  die  doet  tritiea.  De  boie  (zie  de  aib.) 
ie  gewoonli;^  van  glee  eo  tkxiirgaaiK  loodiecht  ge- 
pkatet.  Door  bet  ycrieoHii,  dekken  of  ten  biJ<ve 
delckea  der  lnii«  wordt  de  toon  T«niiMl«rd,  en  ale 


Ofaeonecbe  baiiDomc&. 

men  de  bnia  door  een  fluit  vorvangt,  kaD  men  et 
de  viata  melodieën  op  doen  blazen.  De  triUing 
der  loebtk<Aom  ootstaait  doordien  de  ym/Uattèi 
to  de  nrarstnf  ÜA  met  dooigaande  nuur  bg 
odM^ken  Tetbênden,  tawj^l  ósk  ediokJien  of  ont- 
ploflisgen  Met  mé,  doch  zieütbsat  op  ettaMra 
T<dgen.  Ook  knonen  de  tonen  gedeeltelijk  ge- 
vocmd  worden  door  de  vonning  en  verdi^ting 
van  waterd&mp,  (har  een  bode.  aan  bet  iMtdode 
Uit  een  twi  TerwQd,  traariii  zich  eeiüge  'vot^tig- 
heid  iwiiodt,  tonen  Toortbrengt,  «Bjuieer  lü  ver- 
wMnod  wofdt.  Bd>h«  waterstof  tauoen  ook  an- 
dere brMtdende  gaooou  g«brail:t  worden. 

Bannoiiloa.tr«lii.   Zie   D-lreinen. 

Harmonlaliorde  wsc  de  owun  vem  een  mn- 
liekrnetrujnent,  in  1812  dooir  Kautman»  te  Dres- 
den  uiittfovoodeii.  Het  iwd  de  gedaante  vao  een 
pitmo,  doeh  de  «barea  weideo  in  beweging  ge- 
oiaobt  door  de  wrüving  yam  «en  met  ieder  ovei- 
trcMen  en  met  ban  ti<«tr^«i  roi,  «mdat  de  toon 
sanhnh^  lookn^  de  .nm^er  den  toet»  drukte.  Het 
M^uid  Tan  d*t  inelnxneat  wae  Juachüg  en  we!- 
hiideiid  tevens.  TCeber  beek  et  een  groot  concert 
met  nrot  orieat  tooi  geeompaneerd. 

Hftrmonle  (GrMSeh  =  overeen  Btemm  ing] 
duidt  de  Bamenwetking  M  juiste  verbooding  aan 
T«a  vereebiUende  elementen  iat  een  goed  gèbael. 


ethische  en  peyobok^iiMhe  beteek«niB  daidt  )Mt 
de  «vereenetenmuiig  m  (gevoelens,  geziwttieid  en 
denkwyse  aan,  loowel  bq  één  enkel  inUTido,  ak 
bg  een  groef)  mensdieo,  die  ia  een  ol  andet  op- 


licht samen  bdKwren  (vandaar  dal  soovele  veir- 
eenigmgen  den  naam  hatmouie  dragen). 

Ia  de  vytbegeerle  verstaat  men  et  den  «aioeu- 
hang,  de  ionige  v«tbintenie  van  lidtaam  en  ü«I 
ondei,  waardoor  ima  mdetigdedie  verriditiogen 
oTeteenatemmen.  2oo  spreekt  L«t&itH  van  har- 
nttmia  fraettabüila  (votHbescbikte  oveteeoatem- 
miog)  tei  verkkiiing  v«o  de  o<v«reeaetenKDing 
toaedien  de  monaden  zondet  ikt  deae  op  elkan- 
der inwerken. 

Bij  een  kunttwrk  Bfmekt  men  vaa  hannwie, 
wanoeei  de  veracliilknde  ondeideelen  een  indnli 
geven  sonder  «$nJee  t«eeDstqidigbeid.  Zoo  preekt 


1  t^^  een» 


dere^  van  Uenienhaimonie^  t^ï 


ging  van  vetBcbiUende,  op  lich  lelf  ataaode  to- 
nen tot  een  aeeooid  ol  eamenkkjik;  eJs  men  vao 
bermoDJeëa  spreekt,  bedoelt  loen  daarmee  vaak 
niet  alleen  deacoooidbnafzoiiideil^  doch  ook  bun 
onderldog  verband.  Ook  verstaat  men  Midet  har- 
monie ^>eciaal  muziek  voor  hhaBinetrnmenten : 
een  faarnKsiie-orkeBt  of  -eorpe  m  een  orkeat,  al- 
leen uU  bbaeinetmmenten  samengeeteid;  JWr- 
mmiemwxiek,  is  muziek,  aUeen  voor  een  tooótnig 
otkeet  geadiieven.  Zie  ook  Orkut. 

Hannonl»  «Ur  Kfervn  noemt  men  een  et«l- 
Ung  van  Pytkagorag,  volgens  welke  de  wereU- 
licbunen  in  bun  beweging  om  bet  eentraalvunr 
een  bannoiue  vui  lonen  loudeo  voortbrengen,  die 
de  meneeh  edtter  niet  io  etaat  ie  te  hootea,  even- 
man  sIb  hy  bet  eentrs&tvuur  kan  zien,  Deie  tJieo- 
tte  is'  later  door  Cteero  ia  i^jn  „Droom  van  Soi- 
pio"  uit^weikit  en  wae  gdM«eerd  op  de  afstan- 
den der  leven  drkele  van  de  weteldliehunen  tot 
bet  oentiaalvuut,  dJe  voteena  Pvthagortu  over- 
eeokwaroen  raet  de  get^viiKNMÏng  der  zeven 
tonen  vojt  zöd  b«iptai£oidL 

Hajmonlsmnslsk.  Zde   Harmotm  en  Or- 

Harmonlaolia  MialTs*  van  veiaiideilijko 

eleotjiecbe  stroomen  of  sfMnmngen  noemt  men 

iplöteing  vam  dergetgke  stroomen  ol  epaomn- 

in  zuivere  wiesMetroomen  of  wissdspaaiun- 

gen,  dat  wil  dua  zeggen  im  zulke,  waafran  de 
gtcotte  naai  den  tqdvdgena  een  simuawet  v«t- 
wopt.  By  een  deigél^ke  metbxle  woiden  de  be- 
rel^oingen  zeer  Yereeovooügd,  d^  tiie  zuivere 
wiaaeleboomen  en  ^lajmingen  ondet  eenvoudige 
wetten  ^jn  Ie  brangen. 

Harmonlaten  noemt  men  een  duliaertiecfae 
seote,  die  mastceeke  1600  doot  J.  O.  Bapp  is  gc- 
atiobt  en  reeds  e^meiËg  nsw  Amerika  is  overge- 
braobt,  doopdkt  ijj  in  Duiteebtand  onmogeljk  was 
gemaakt.  Hot  bnwelüfaeverbodi,  dat  voor  baar  aan- 
Dsngwe  gektt,  beeft  deze  seote  smd  doen  minde- 

H&nnanlnm  is  een  muziekinetnimeDt,  dat 
veel  op  een  orgel  gelijkt  en  edgenlyk  «en  v«dM- 
terde  voim  van  b^  oudere  legaal  ie.  De  tonen 
K-orden  TOoi4g«biacht  door  meUlen  ton^,  wielke 
bg  bet  re^al  elecbt  <^>doegen,  maar  bg  bot  imt- 
moni'um  dkionlann;  ztj  wwdlen  door  een  locht- 
sbroom  in  teiUing  gci^racbt.  De  uitvinder  van  bet 
s^teeiD  van  on^diegietere  met  dooiBlaande  ton- 
gen ie  «soredQDiï^  de  St.  Peteisbnigeebe  oigel- 
fabtikamt  Kortnüc  (±  1780).  Oreni^  bouwdie  ia 
1810  bet  eerste  haitmoniaan,  dat  bg  ,yOigne  ex- 


DigilizedbyGoOglC 


BAKMOiNTDM— HAiRNiAOK. 


'  Doemde;  TeAetenle  oonstniatiM  kngen 
e  OÊtmta  i«tt  aeoUw,  pkftharmoitioa,  oKrofhwm, 


hïmf,  dkt  de  Inabt  iwA  loeefalueD,  doch  oHgc- 
aogta  wordt  tkat  madSae  ie  te  dMtken  un  «ea 
wolDiHn  wt  de  oigctitbiM  van  Joeob  Almmdre 
te  FatryB,  ^  nuff  Amarik»  emigreeide  «e  dur 
i^  Tioding  in  tTfirarrrnrr  bncht.Door  liet  «ao- 
tncngen  vu  4  Toeta  en  1«  roeta  Mgieten,  oeteaf- 
bofpeUfieeD,  een  eKMendabiestel,  eu.  beeft  men 
ÏB  dm  kop  dw  tgdeD  bet  int)ki^kiu0ivenuc»«n 
TM  iMt  iutnnoDMMn  veel  ontwikketd,  dkt  in  k«i- 
IK  koken  goede  dieneten  bewast  ea  ook  in  tal 
van  genuwn  «en  geUeld  inatnynent  w.  Voorta 
nuMkt  dB  «metüdEgbeid,  dnt  op  een  hanoomm 
boven-  en  eoinliimtistoaen  dtude^  «Mrneem- 
fatM  >jji^  bet  ótatrameivt  onttig  loor  ftkocstieohe 
ODdenoekÏDgea  en  proeven. 

H&nnostati  *es  eeiet  4e  noem  der  voogden 
in  i«konie,  door  middel  tmi  wefte  de  DorUche 
luereebere  «rat  btin  «oderAmen  (pertoiken)  re- 
Meeden.  Heet  bciend  inn  etbter  oe  hftrmoeten, 
die  ten  tjjde  t«d  Lgmmder,  iegen  het  emde  T&n 
d^  Pek^neneehen  Ocnfag,  optraden,  n).  de 
•aoi  beide  iQden  tb  ds  AeceTaebe  Zee  aangeet«1' 
da  SpH4tMMolw  geM^KMdets,  <Ke  aile  wn  de 
Atbeoen  ODbnUe  ateden  besetten  eo  (dakwjjls 
met  belmlp  «Ki  «en  SfMTtauMebe  IwzeMüi^),    - 


keie  jaien. 

Humotoom  ot  Jbnriaifeen  ia  een  wntertioa- 

dend  aüicM<,  <kt  nit  kraiseüiige  doot  elkur  ge- 

Kbot«i)e  tnre^Dgikrietalfen  bestaai  Bet  krieW- 

Useert  io  bogwotpige  mMen  met  «en  op  iQn 

kaotea    gt^têtMe   riiombi- 

«cbe  pymntde,  die  op  een 

BciKipe  IcmdntMefae  pyra- 

nide  gdgU.  Heit  u  Uade- 

p  de  brevk  es  hemt  een 

ilaae,  t^m^  qjn  haid- 

4'/i    (itDSMben   vfoei- 


wit,  <Jo(b  ook    wel 


«MwO  en  apaUet)  t«ifc(u>gt 
VeoieT  ie  hot  doonidit^ 
tot  dooraehgnend,  w»t«iba- 


1  Éüeaeljaaf.    Néai 


aScÉdt 

■  baryOtamotoomtakaüikaliht 


«  faedtMnsmvM^cetiMrii 
e  fchemgp  niet  gemalfteKkl 
Iw  .worato.a0erT«i<lHiiodeii 


motoom.Deew- 


■»2,i 
jkMeMienuattHMig 

Öi  .worato.agerT«i<lHiiodend9menin  Scbot- 
I  eo  bcchil  Tcdgena  Rammthberg  mt  47,1  % 
kKMbDor,  16,7  K  rinniinkitDozied,  23,4  X  ba- 
iTKMHied  en  18^  X  mteiv  aoodat  ij}n  aaanen- 
atdUioK  bm  worden  «itf^ednd^  door  BaAIiSii, 
iS/).  De  tweede,  o«k  pAtKppaüf  genoemd  >>««& 
'  'e  gawidit  van  2,15  M  2.2,  amelt  TOör 


otuntoxied,  6,2  %  kaUommied  en  17,7  %  watet. 
H«t  komt  TOOT  io  DaitaeMaod  bjj  Maibufg  en  bj) 
GieaMD,  in  letland,  op  Sidiifl,  w  Umai  ent. 
BarniB,  Kloot,  «en  Dnitsch  xanedredeoaat 
en  codReketde,  den  2Saten  M«i  1778  te  Fabrated 
in  ZnidernDitniaroi^beii  geboren,  wm  de  aoon  van 
een  molenaar  en  wijdde  im^  aaiavankeJQk  aaa  het 
nuter^k  bedtijf.  Lalet  kveeg  hg  last  om  predi- 
kant t«  wOTdeD,  beweht  bet  grmniMom  te  Mel- 
docf  en  atodeeide  te  Kid  in  de  godgeleerdbeid^ 
Kadat  1^  raa  1803  tot  1806  ais  traiaonderwgKt 
was  wetuaam  geweest,  werd  hg  dSaconuB  te  Lan- 
doi^  ia  1816  Bitcfai^aeiXHii  en  teeraar  io  de  Ni- 
eolaTkeik  te  Kiet,  in  1834  ala  opvolger  nn 
Setünermaeher  predifcaiDt  in  de  Drievvl^hüds- 
kerk  te  Beiii}n  en  in  1635  eerste  predikaat  te 
Kiel.  Sq  moeet  eobter  ijpi  betoekkijig  in  1M9 


Tbeaee 
hg  da 

Proteatantedte  oittbodone  TOdedigde,  groot  om- 
zien, loodat  hjj  mUs  bet  aanbod  (wtiüig  ale  bu- 
Bcbop  derfirugdiaobe'KeifcaBltiialaad'wertnuHn 
t«  iHn,  wat  bjj  ecbtn  van  de  bud  wees.^  Van  ign 


ISII),  , 


itoUe"  (Ode  dnk 
,Nnw  Wintéapostilh"  (1824),  „Neae  Som. 
alle"  (1927),  „OhrieMogücbe  Predigten" 
(18^1)  en  „PaetoiaJiUMoAogK''  11880—1884),  be- 
aeTene  een  groot  aantal  leerredeoen.  Verder 
etineef  hg  bet  vtdksboek:  „Sohteswitf-hotsteiDi- 
acbee  GDOomn"  (3de  dndc  1854),  „Venniechte 
Aofrttae  DDd  kfebe  Sdtrift«a"  (1853)  en  een 
ieTenabeeeh^Ting  van  bcmMdi  (1851). 

Bamis,  Friedrieh,  een  Dratèch  BchrÖTer,  <hn 
24sten  OtAobn  1619  t«  Kiel  geboren,  atodeerde 
in  de  geneeehuide  en  wgabegeerte,  veetMe  ii«h 
ia  1842  ah  fwinatdocent  te  Ei^  weu  er  ia 
1848  bnlto^ewoon  en  in  1858  gewoon  boog- 
leeraar,  reiirak  in  1867  ïn  die  betrekking  naar 
Berlgn  en  oreitoed  riAar  den  5den  April  1880. 
Hij  eriHeef:  „Der  Antbropoloeiemna  in  der  Eot- 
wMdai«derPbilaaopUe«eitKMtt"  (1845).  „Pro- 
l^omcoa  Eor  Pfailoaofihae"  (1862),  ,4>ie  niikMO- 
ptrie  FiebteV'  (1962).  „Abhaodluogen  der  sTste- 
maitiseheD  Plulaaophie"  (1868),  „A.  Sehopen- 
haaer'e  PhüoeooUe"  (1674),  „Uebn  den  Bwrift 
d»  Pembott^^'  (1874),  „üeber  den  B^ffder 
PayohoWie"  (1674),  ,4)le  'Reform  der  Logik" 
(1874),  ,^  Hülomhie  eeU  Kwt"  (1876),  .,Ue- 
ber  den  'Begiaff  der  Wahibeit"  (1876).  „Peycbolo. 
ne.  Logik  and  Bttuk"  (1677).  „Die  Formes  dei 
Etiiik"  (1878).  „Die  FUkwxriiie  ro  ihter  Oe- 
sdMbto"  (1878-1681,  2  «tti.f.  tonr^  Wiete  oit 
im  nlateneelmp  lütgirf:  ,Jfetbaph]^''  (1865), 
.Xogik"  (1686K  „Etfiüt"  (1889),  „Begrift,  Fw- 
men  md  Omndlegnng  der  ReehteptwoBOiAie" 
(1860),  ,^ftt>nTpfailo«Siie"  (1895)  en  „Vmtn- 
hgi«"  (1897). 

Bam&ok.  TAeodoeiai,  een  Lntbersdi  godge- 
leerde, den  3den  Jsmiari  1817  t«  St.  Pet«rreburg 
ge^Mwen',  studeerde  te  Dofpat,  Bonn  en  Bei)j}n, 
pTMDoTeerde  te  Doipat,  vestigde  li*^  aldaar  a)a 
priTaat-dooewt,  werd  er  in  18«  tot  gewoon  boo^- 
leeraar  en  aeademicDretfiker  benoemd,  vertrok  m 


1868    in   dieieifde  betnUcing    naar    Edaogeu, 
maar  keode  in  1666  naar  Doqnt  tervg  en  nam 


DigilizedbyGoOglC 


in  iSf!5  om  Mdenen  ton  gewodbeid  tön  outalag. 
HQ  Mfanef:  ,jD&o  Idea  der  ftedi^"  (1344).  „Di« 
OnmdbcfcBDDluew  der  waneriMch-lotberiadwa 
Kkcfae"  (1645),  ,Jim  cbrivtUebe  Ofimeindegottes- 
dienat  im  apoBtotiMb»  ud  «MatitoIiidMn  Zeit- 
^tei"  <185Ï),  ,^I»e  hith.  Ei«te  LiTUiuk  nnd 
die  bombntüelH  BradNgeinttitde"  (1860),  „U- 
tfaer'c  Tbeologw  nut  JMaooderer  BexUbmw  anl 
Mtae  YenOhDongs.  irad  EriOBongstbewie"  (1862 
—1886,  2  dln.),  ,4>i«  Eiiebe,  ihr  Amt,  ibt  Rtgi- 
nwnt"  (1662),  .JtnUwche  Theoiope"  (1877— 
I8VS,  2  ^o.),  „£at«ctetik  Dnd  Eiy&rui«  des 
kleinen  EMeebMmns  Lntbers"  (2  (Sn.,  1682)  en 
„üefaa  dBD  EMMm  nnd  die  loepöratioii  dec  Hei- 
Utfen  ScfanK"  (1883).  B^  ovarleed  te  Doip&t  den 
23slen  Saptembar  188». 


n  den  Yooagaojide,  den  Tdan 
te  Doi^t  gielMTCii,  etndeeide  «Maw.  weid  in 
1874  priTMtdocent  ie  Ldpzig,  in  1870  boUen- 
geiKion,  in  1879  gewooo  boogleeraai  te  Qie«- 
•en,  in  1886  te  lhibti%  en  n  1686  te  Beriija. 
Zjfp  bentMnnig  aldwi  Tenrekte  groote  < 
beid  )m  de  «ttbodoieih  die  o»  ueh  tt] 
tegen  ^  benoetuin^  imaet  te  bebben, 


sen-fwoéawT"  ta  SeklaUer  beootaxlen.  Hf)  . . 
nader  inn  liie  imdBine  ibeokogat,  die,  steiu 
de  flfi  een  bïtiMbe  studie  cd  bewaking  dar 


net  het  bewnate^  der  ootnriÉMde  tfliiiimi  be- 
oqgl  In  1906  •mai  Haniaek  terans  genenal- 
«Eoeetenr  léa  de  Eoniatiqke  BilliotlMek  te  Ber- 
«pi  en  in  19]]  tbo  de  „Eüe»  WjSMtewOe- 
MUachaft".  6elwb«  igit^n  «petelkm  '  ' 
dDOi  bem  met  Von  Qêbhantt,  hibet  __.  _ 
veD  i/Tezto  iwwt  lUoiteracidwi^ 
isttnbea    iMeaüa",     in     de 

Kï  de  teider  ie,  en  oa^OFa  tQdadHilten, 
beneTCM  talrjike  redeToeringen  en  ToordndiCen, 
TeneoMdd  «b  „Beden  xmii  AnfMtze"  (2  dln., 
1904;  2de  dnik.  dl  1,  1907),  echreef  hjj:  „Zor 
QneBenkiMJk  der  Qeaohidite  des  GaostiaBmnB" 
qem  Jle  inOk  guM  BmmnUt»."  <1874), 
,J>ie  Zcit  dae  Ign«tin«  n»l  i^  dironoloffie  der 
MtlioobeniBebeB  BJacAOÏe"  (1978),  „Dee  MOncb- 
tvn,  eune  (JeecUohte  aod  eekie  Ideale"  {7de  dmk 
1907),  JUevtin  Lntber  ia  «dmer  Bedentung  fik 
die  (3ee^kfate  der  WüaaDKiMlt  oDd  dei  M- 
dmK"  <3de  dn^  1901),  „LebdnKlh  der  Dogmen- 
MM&iefate"  (3  dkk,  4de  dnk  I«09),  „OmiKtdM 
dv  Dogmenmcbidite"  (4de  An*  1905),  „An- 
goetkw  EontesBioiKn^'  (Sde  dnik  1908),  „Oe- 
eiliichte  ^  «tetiiflttithen  Ubenrinr  bie  Eoe»- 
Uw"  (1863—1004,  8  db.),  „Oeediicbte  der  EO- 
mglkh  I^«aBeisdien  Atodemie  der  YfieataaiAat- 
ten  ZQ  BerHo"  (3  din..  1000),  „Dm  Weeën  dea 
CbriatentDDie"  (ölate— «5ste  dukend  1913),  „Die 
Anfgaben  der  'tbeologiBdieiv  FabittSten  ond  die 
«DgcmeiBe  BeUgionegesddcbte"  f1901),  .geuri- 
ge sur  ESnieitmig  «t  du  Meve  Tegtament"  fbot 
liedai  6  ^n.,  1006—1014),  .JXe  Wiaeiaa  nuf 
Andbrdtnng  dee  Chdstentnme  ia  den  «r- 
iteD  dnl  Jxbitomderlien"  43de  dnA)  <1«15), 
„Sprfkbe  trad  Reden  Jen"  (1907),  „Die  Aoostd- 
«etiiirftte"  (1006),  „FtrotectantiBniiis  and  Eetiw)- 
Uemne  in  Denteahland"  (1907).  „Eatstefanng 
mwl  Botwiddong  dec  EüdMDTerfMra^  ia  dra 


den  in  iSonMofc'*  ,4^  Apoeto- 
bekenntnis"  i(37tate  dnA,  1606)  wn- 
.__kbentieiiwden«tijdtegMtaiB  lecr- 
etdüngen,  d&a  doorde<iitgsTO^anb(>t„WMendM 


(1000)  deebte'TiiMHgei  trard. 
Bamaek,  Atü,  «en  wiAimdige  ea  tweeling- 
broeder  vu  dm  voargsHnde,  etodeeide  te  Dot- 
fvt,  imd  in  1976  ak  piivAatdoeent  te  Leifing 
«p,  werd  ia  betiellde  jaeiT  faoo^eerau  te  Dum> 
stadt  en  ging  in  1377  lie  loooanig  aua  Dies- 
den,  waH  hj)  den  3den  Agiü  1888  oTerleed.  1^ 
acbreef:  „EiöneDU  dec  Di&cenlid-  nnd  Integnt 
reebsni^"  (1861),  „OTnodbgen  dei  llieotie  dee 
kguitbönüeeben  Potenmafa  vod  dei  Poteuód- 
InnktioD  in  der  Ebene"  (1877),  „NfttailoiMbiiiig 
and  Natoi^iloaoplne"  (188S)  en  „Leibui'  Be- 
dentang    UI  dar  Ocacfaiebto  der  T 


dentang  _.    _ _.    _._   

(1877).  Ook  gal  by  HonieTs  „Ëiemente  der  pro- 
}«kti>TJedtMi  Oeoinetrie"  (1675)  en  Sartt^ 
„hebAoA  der  UHeieDtU-  nnd  Inteenbecb- 
Dung"  (2ile  dnüc  1887-1004,  3  dh.)  mt 


EiiaiDgeo  geboreo,  deed  n*  ijm  studie  te  Dotpat 
en  OOttangen  Tottooid  te  bMJien  een  leie  dooc 
ItaliS,  Ociekenkod  en  Fiankiük,  wu  vmi  1882 
tot  1866  leeiaai,  daama  diieoteur  te  Wenden 
(LöOao^,  TM  1888  tot  1891  inede-red«:t«ui  dei 
.^utmnëbo  J^ubikdKi",  woonde  T«t  1801  tot 
1896  te  Bome  en  weed  -nndMi  in  1896  tet  boc^- 
leeiaai  te  DannstadA  benoemd.  In  1905  werd  Iq 
boogleenef  atm  de  Teehmeche  boogesebcxd  te 
StoUgut.  Hg  eofai«e(:  „Dw  TaioliBf^aebe  trad 
'  "  Qtifwcbe  Reicfti"  (1880),  „Dae  EhiIOib- 
„Lun  ÜM  mt  MMe  des  I4ten  Jabibtuw 
<186&).  „Goetbe  ind»  %>cbe  eeÓKi  Vol- 
lendui«"  (2de  •bvk1001),,JDieyuBiMfaeAMti)e- 
tik  dei  Deoteeben"  (1S02),  „Deoteebes  EnnoUe- 
ben  io  Bom  im  Zeilidtor.  dei  Ehesk"  (1696), 
„ScbiUêr"  (Sde  4tak  1905),  .,Esea;e  and  Studita 
■ar  UtecAiiHoeecfaicbte''  <ie07)  en  ,3om"  (dL  2, 
1903),  terwqf  bij  bovendien  een  atoM  werkek 
ma  Ooelke  en  den  4<len  druk  vam  ifeftner'fl  „Qe. 
«ohietite  der  denitecbien  Litenrinr  im  18.  Jiia- 
'  mdert"  (1808— 189S,  4  dln.)  uitgaf. 

KanuB  ooemt  men  dht  deel  der  gebede 
irap^niBtiiig,  faetwdk  in  de  Ifideleeuwen  diende 
«m  itet  bo<TÜ^  ie  beveoiUgen.  Het  faeetead  aan- 
lauiEelÖk  wt  dieientuiiden,  beddrt  met  schuÜMo 
WD  fwid  bout,  pMcdenboeven  of  metaal  Taa 
ndk  «en  b^leedse^  dat  kter  dooi  de  gcriomte 
luÖgakaMtlrteD  gedragen  weti,  ia  heb  wooni  «Mwft- 
btjak  aOomflitig.  Veidei  bad  tam  iwateer-  of 
maliebcmden  no  gseien  cingeni  en  eiodd^  go- 
brnkto  aten  dMrtoe  «beele  pUen.  De  koatt, 
MB  en  r^  te  wröwa, 
bevedkte  ia  de  Middeleevweu  «en  boegen  tnp 
vao  TOIkomeidMad.  De  baraasaen  nit  iWiinaw  wer- 
den voor  de  beste  gebonden.  OA  na  de  imoe- 
ring  der  Tnurwapeoeo  hieU  men  bet  baniae  nog 
luig  go  beCgflbrnik  en  «erat  f»  de  abebaUkv  der 
pkfcen  w«id  bet  afcdeed  door  bet  voetnA,  ter- 
wql  het  DOg  bebooden  biecf  bq  de  konasiecs. 

HaxBU  ot  brode  noemen  de  wevers  een  met 


DigilizedbyGoOglC 


HMNiAe— BAAOËN. 


bot  WMlgetMw  TeriwDd«n  toe«t«l  voor  iMt  op- 
iHügeit  dca'  kettingdraden  op  aolk  een  wgae,  (M 
bet  mog^ik  woMt,  eUi  «fwndectl^  of  «»%«  te 
'"  '        'q  giocf»cai  verde^  op  te 


brffen,  ten  einde  eUu*  bet  ItOTeoVdc  te  mtkeo. 
De  niet  opgtüdbte  keUiogdTMlen  blgven  dautg 
in  oeeieDoeg  hoiüonteka  staod  en  rwnwn  '   ' 


ook  GMMRSAste 
CatapkraeH. 

Banwy,  JToriinw,  «en  R.-EaUuilick  e^dge- 
leerde,  den  6dea  Jfed  1634  te  imetenkm  ^«bo- 
ren, etndeerde  to  Leoien  en  tr«d  in  1650  ra  d« 
orde  dn  DooBmonieD. -Nad^t  hö  2  jear  lutfs 
ijjn  eodgdeerde  atwdiea  tohcraéd  hwi  werd  hem 
te  Ijenven  bet  coderwns  ia  de  wüebeg«ert«  op^ 
dnges.  D*MiM  wetd  ojj  boogleerau  in  de  god- 
geleetdbetd  te  Bouee).  verimeg  den  dootontlen 
inad  en  werd  in  1672  dam  den  inatnti  ^joer 
Oide  mar  Boom  geioepeo.  Itt  1675  k««(de  hg 
UMI  Lemea  tomg  en  bekleedde  en  tm  1676  tot 
1679  de  betr^kiiw  -na  „rigent  d'fitode' 

booBMcbotJ:  Ia  1677  irmtKk  Iq  ten  tmt 

Ie  otx  BatM  ole  défimteorfdnfnl  ajuM  oide 
11  wenf  Hl  1678  isipeetetir  der  Domüiieuier 


Comte  boDoemde  bcm  « 


•  MMKhnw  irerd  Ïiq  io  1 

it  kafKttel  te  Lenie 


0  lot  pTOTineiMl  en 
2  iSMVMudigd  oaai 

1  1W4  nur  At  te 

Rome.  Veidei  weid  hij  is  1696  imweatd  tot  re- 
geDt  dei  godgeleaide  laeaUeit  te  LeuTen,  tot 
meerter  der  godgeleerdbrid  bg  qn  orde  en  tot 
eenaoT  det  boeken.  Nsdst  bg  meemuleD  dmt 
Reene  woe  afgeraacifigd  ea  prior  wm  geweest  tm 
het  Uooater  te  Bnaéel,  omfeed  bg  t«  Leuren 
den  22atea  .April  1704.  Hg  Tentood,  bduhe 
vja  noednrtid.  FliaiMCÉi.  lihi«Éem»A  SpMnecfa, 
l^rtnt,  QriekwA  en  EetmeowMb.  Hg  eehreef: 
„E^Mokapo)(«etiM«te."  (I«64),  „Ontio  in  Im- 
dem  doetork  mg^d  S.  "GjHbo»  AaoNiatie" 
(I«88).  JttèOr^t  gOMnmtmiteyi  der  CMbo- 
ijvfee  Nederksdeo  in  bet  feeën  der  H.  wbrifloei 
in  fifaemnne  teek  ten  gioade  onderaoeht  eni." 
(16§6),  ,i>e  leettone  Gettoe  tniwUtiaiue  Noti 
Teetmenti  etc",  (IMO),  J)e  mai 
üngois  TQJtSwünu  legenk"  (1698), 
tAön  nnmmiaüom  med  «vdiak  Pnedieatoran 
ele."  <mi)  en  «en  ,.Onik/'  ter  nitrurt  vm 
jrorKnw  SbiyMri  (1701). 
~        '     '  ,  ChriiliaH  WOheim,  «en  Daitadi 


amoedtm^,  den  2aeten  At^iaetae  I7S7  te 
WüuMk  M  Potatkm  gebaren,  etodeeide  t« 
Hidfa  en  Ie  FxankfiMt  Ma  die  Odei  in  de  lette- 
ren. Nnddt  bg  eeo  jui  «Jn  hmeoDderwgiier  wu 
weikiaem  geweeet,  <nt?»K  bp  iJi  1909  gekgen- 
keid  op  slaatekoeton  te  Berlön  de  metböds  nu 
Ptitakmi  te  beatadeeren.  Hn  kwam  ei  in  kev 
nk  met  Fiehte,  Sehkiermaeher,  Köpke,  Zeune, 
Jahn  en  ■■down,  woonde  er  tooi  lijn  Tenkra 
Tomü^  de  •cMkóaeebe  keaen  bü,  werd  m  1812 
eerate  leenwr  mo  de  nienwe  kweekeclHMri  na  on- 
deiwgwra  Ie  Bieikn,  gat  eeaigen  tqd  ooder- 
ridtt  un  paiiMet  ChartoUe,  ktM  kekeria  Ten 
Bneknij  bkU  teTCu  MMkmkdie  Toorteüngen 
ca  wgdde  ii<b  een  de  opbeaiing  van  het  Tolke- 
oodeiiwgB  in  SikiU.  Is  <iea2  weid  hg  «fireeteur 
nm  de  onkrwgierakweekedioai  rte  Weksentele  en 
in  1842  prediliéat  1«  EKici  bg  WtrfimrBtedt.  Hg 
Mktviog  Ttrrolgena  een  «emA  «meriWwt  en  OT«r- 
ked  te  Berign  den  16dea  Ai^^<w  1864.  Van 
ign  geeebriften  mnneldeit  wg:  ,J)m  dentMhen 
VdkMdxrin"  (1812).  kier  (O^MMdct  en  wlge- 
geiren  onder  den  titel  ,3*adbncb  fOr  dm  dent- 
mIm  VoftMchnlwaaen"  (4de  ^A  1893).  ,J)m 
Toraen"  <1819), ,  J^ikcbee  nod  Finnai  in  iSk  «nd 
1U"  (1886—1839,  8  Al)  en  „Der  jetsige  StMtd- 
pnnkt  des  geeHnton  PienakMbeD  VoftssAahro- 
•en"  (1644rB9nil>dien  gaf  bg  mt  de  t^dMbaf- 
ten  ,jDer  Sfbnhat  aa  der  Oder"  en  J)er  Toftt- 


(1821— lesa,  16  Al.).  Na  ign  dood 
„Uein  Lebenmoigen.  Zvr  Oeerfiidtte 
der  Jtim  1787—1822"  (18&). 

Haroako*  k  «en  der  <kw  eiknden,  welke 
samen  ak  de  Oelweem  'mtrétn  aaogedaid,  gek- 
gen  in  de  BMtda  Zee  ten  O.  na  An^mina,  tus- 
Kben  iae»a*'/f'  «n  lB8i8a'  O.L.Ï.GT.  en  3» 
SO*  en  8*  S5'  Z.  Br,  Het  «üaod  bedMt  een  (m>er- 
TUct«  i»n  nim  1 1  000  yJkm.  en  beatsat  mt  ben- 
t«1Imm1,  dat  litb  tot  boTen  de  400  m.  Tedttlt 
AoD  de  Z.-koet  liggen  wanne  bronnen,  die  giec- 
ozied  boMMen.  StaatfauKÜg  beboort  bet  tot  d« 
aJde^og  Smmtoc*  der  tiesideiatie  Afnbmna.  De 
borclkiog  be^t  ten  de^  bet  <%iistendain,  teo 
deek  den  ÏAaa  en  woont  kan  bet  atraod  in  ent 
wntil  MgorgeiL,  win  win  Beiwto»,  de  «tand- 
pkak  iraii  een  fai^pe"'~''"~ 
HHToekoe  kmt-mlln 
teiwjil  sago  inger 


a  fcraidnaeekn  en  kokonoten. 


jid  <de  ReabtnanUge),  dk  ti 
de  nakanetinga^Mp,  inaKr  deor  ign  «ader  k  toa- 
gekent^  m  Pebraan  766  gebo«B,  attvraudde  de 
legeeü^  in  766.  Zgp  Tkder  was  de  ïMd  Mo»- 
hammtd  al  Mahdi;  tijn  jooedei  heette  ak  aknB 
Zkoitoenm;  de  kajinf  fanwde  baa>  m  775.  Saroan 
Al-Raijid  bad  «ent  itot  giootnaer  Yakja  6mi 
Kkeiii^a»  DMt  SM  beide  «ooeit  Al-Fadl  en  Dja- 
far  leren  jaren  onbepeikt  beencbte.  Na  bon  val 
ia  SOS  oam  Bonwii  mN  de  teagek  ma  bet  be- 
wktd  iD  faaoden.  Genarinke  opstandeo  tso  den 
AU»  Yai^  bm  Abd  AOah  in  792,  w>  de  E^jp- 
ienaien  in  794,  lao  d«  favmmera  van  Eaiiwnm 
in  797,  beMTena  «en  beiigen  «Argd  toaadwn  de 
Noatd%AnliiemD  en  de  Jl«menieten  ia  796,  wis- 
ten Aorom's  rddlMeren'  te  dempen.  Eienak  v«k 
ia  bad  floromi  ook  met  de  Bjmo- 
.;  telken  Jan  baddeo  er  vgande- 


DigilizedbyGoOglC 


e  hMtea.  Tom  Mwr  Swefkonu  4it 


ima^HMt  giBÜ.    Volgein   WMtame   Mbrïtm 
•tolkt  Hanen  n  TriwidrtaH>^<^  betntting 

tot  Kanl  dm  Qroote,  di«,  «veük  lijj,  de  " 

«fae  OiMTadm  bekaa^)te.  DeAnbiaebegi 
InoiHHn  -mhimUbii  wr  «ihter  ateti  «ml 
TBihM  BhbAmI,  door  JfmMtr  gMÜitit,  tot 
dn  «MuimÉbto  atodNi  'VU  ^  tjjd.  TKt 
Q  An  ÊkaktMM  tot  den 


il  en  Ttu  d«it 


9  tot  1 


oagoMv  na  dm 
OeeMn,  «troomden  de  belMtiiinii 
'*M  faet  «itgtfltnUe  i^  óa  x|jo  «AatUat,  lOMt 
faj  ia  de  griegenheid  dm,  }MaUige  geboawot 
ie  doen  Terag*'»-  Tercite  wm  hfj  «m  vrieid  tcd 
vetene(ia^>,  <KoUiuuft  «n  mnnck,  en  üb  Eat 
weid  de  rentmel^ÉAte  der  berocntdato  Hobam* 
meduen.  ffliii  TTseodelgUmd  in  éva 
nn  mildtKéd  m  de  door  bent  op  BtmoiI 


tobden  TcriwerHU  en liBleeniiiaiugdi een  dar 
nreest  beivemde  ceUetea  ra  da  J>iiMd  ea  één 
aaebt".  Tn  809  ink  Banat  nur  KbonaMB  «m 
«r  een  dpstand  to  daofwn,  dM  lieb'  mate  oret  ge- 
bed Tiauonnit  laA  viUgiibMii,  mtmt  Iqj  «erd 
Ak  io  Toei,  en  omh«d  lAtku-  dm  24iten 
Haart  809. 

7m:  Palttwr,  Tbe  calipii  Buonn  Alraahid  (Lon- 
den 1884);  U  Strmm,  Baghdad  doniK  tbe  Ab- 
band  C^pbiti  ^tatA  1900). 

■ftro*  no  mflai  Jotkikito,  den  8lal«a  A«- 
piBtM  '187»  eebonn  ali  sMn  Tan  Umt  Jfoet 
aoêkito  na  J^mh  en  de  Iwftene  7«t(ij 
Sarvarabi,  went  den  Sden  iNoTembet  1"' 
getwortadag  daa  ketwia,  tot  fcHNnprin» 


NCIITMMmi 


KrfÏKIO 


)  met  (tiütaea  Soda  fotdiktwm 
i^imreB  eo  inmi  I88t)  cehnifd,  dïe  faem  drie  zo- 
nen aeboidc:  Himkito  Miohi  w  Miria  (gebaren 
20  April  1001),  Ymoêküo  AUoewm^a  (gebcmn 
25  Jnnt  1902)  en  ffoboefttto  T^oeiumia  (getto- 
len  8  JMMMii  1«06).  In  1912  kwam  tiS  »>  •*» 
dood  M)Ds  Tadere  nn  de  ngeenng. 

Bftronuisak,  een  Booguren  eomta«t  in 
bet  Z.0.  TMt  ZeT«itbemn,  toH  op  S556  T.km. 
(1910)  147  S13  knrown.  De  letel  tm  bet  eomi- 
tMt,  d»t  dom-  Knostadt,  OedvMbeljr,  Eeac  en 
Roeineul  begreDod  wordt,  ia  Smai-Sicnt^ÏTBrgy. 

S«ron  Ubbo  wm  vo^ene  de  booieksn  een 


bAoin)  wu  met  < 
llen  ranxMt,  «kt 


wu  met  «en  Deenedbe  fcoatagMloditts. 


TonxMt,  dat  1)4  de  OT«rwinaing  Miaalde 

op  Diwfera,  loniqg  na  Weet^Friealiiid,  op  iqft 
loaiiiDia  n^S  bet  Itoode  KKf  te  97-Mffen  ooder- 
dom  overieed  en  door  ijfn  loon  OdilMd  werd 
«figmalgd. 

■arp  (IteÜMiiMli  arpojbebooittotde  inaar- 
ÏHliuuenten,  weftvr  inamn  getoU^  worden. 
ÜÊ  waodÊÊaig  i«  id  een  der  owMe  inrtntmeBton 
en  M  de  «ode  eotmtmlkat  ta  bun  btoeipeièo- 
den  D^Mndw  gdield,  loenl  bn  de  GgTpteoann 
«n  ImSUeten,  b^  wefter  gmfadienetMacbtiglie- 
dtan  de  haip  een  gmoto  nl  apeetde.  Set  de  be- 
■dMtmg  dn»g  1^  ook  amt  het  Wetten  door,  en 
WMTMte  de  mnnek  ÜA  ootwJUtdde,  Dam  ook 


bet  «Dtnl  nuen  dei  baip  toe  en  weed  de  bouw 
erran  ook  meei  xriiecte.  Door  bau  eagenanr- 
dig  taimktac  ken  qj  uehieU  hüMliafMi  trata  de 
nitrindiBg  es  rahnaking  der  UiiiiiineliMiiiiii 
ten;  toch  bieel  de  haip  tot  bet  «nd  der  18de 
eeow  «pedui  een  bwieitinment,  «togeiien  de 
klanerHufavmenton  mew  moxiknie  nitdmkkine 
konden  geven;  in  voiaM^e  krioeen  en  b^ 
Toomams  tamiUaa  (foont  ia  f^ankigk  m  Bnge- 
laad)  wee  de  ban  een  mode-kwtnment,  dom 
Toor  de  meer  opemie  mniieUMoeleninff  bleek  se 
kngen  t^d  nrinder  geeefaikt,  ook  daar  net  vier- 
aud  b(Mik>t  aMttel  «oaren  bet  raeken  vao  Mlfs 
eenvondige  modnhtiee  veibmderde.  De  nU.Tin- 
ding  edter  om  doai  bankiee,  die  door  middel 
laa  beflMxnien,  die  met  oen  Toet  «b  weikiag 
wMden  gesteld  (pedalen^  de  nma  een  weinig 
te  T«korten  «n  wnrdoor  bower  te  kansen  etem- 
men.kwam  ^laMmnenaent  bekngr^  tegemoet; 
op  die  wjjie  kon  aien  op  een  Iwrp,  die  gewoon- 
Igk  in  den  tooneoort  tmi  Ba-dar  neteatd  waa, 
ook  èn  C,  O,  D,  A,  F  en  Bee  neten.  Doeb  grard'm 
aitrinduig  ma.  bet  eg.  dwbbelpedMit-eyiteem  hnd 
de  beteekenaa  Tan  een  tmitenBewme  Tertwlériog, 
die  de  baf^  o^  tcot  de  cfieubwe  nnüekbeoefe- 
■üng  illeMwa  pndMtial  vankto  en  haar  ta  ak 
oikeet-,  èn  tlt  MfeenatnHDOkt  een  pkata  in  de 
coneertoalen  deed  morererL  Bedoeld  ^tteem 
beelt  faet  Toordeel,  dtt  een  aeUde  enanr  niet  ééa, 
docih  twee  keet,  toHnna  met  «en  balven  hx»  ler- 
kort  fan  worden.  De  dubbel-pedaaUar)»  ia  ge- 
ntend in  Oee-dor.  EtasSawmn  pedalen,  die  me 
maal  kanoen  aeeigo<fcnkt  worden  en  wtge- 
haakt.  Eft  nn  die  pedet»  eone«Nndeet4  of>  een 
tom  ma  den  Cn4u  tooidaddei  door  aBe  o^Ten 
heen.  Door  een  ttóeei  Tan  betboomen  wordea  bjj 
het  aeenlmliken  der  pedalra  een  umtaü  aebnfjea 
een  wanig  getemd;  op  die  schgfjee  i^  bod- 
reeht    twee    penne^    eaogebrawt,    te    mee- 

'---'—    —    '-  —  — — '--'ioar  loopr^ 

veikati 

boogeieo  toon  geren.  DnAt  men  na  bffr.  de 
Oo-pDdMlneer,dMt.w<»iiftnJ><\;nei>aptni»»  afe 
oetmn  een  batnn  tont  veilimgd  en  künkcn  doe 
ale  O,  ónM  men  de  Dea-ncdaal  neer,  dan  worden 
iHe  D»aiaieD  D-encNtatnoediterelkepadad 
Dog  een  vevdieping  lager  geatcU  worden,  waai- 
do^  op  deielfde  wgie  «en  tweede  reeks  Bcfajjfjea 
mét  pennet|}ee  en  nwnn  weer  met  een  halven  toon 
^erkonten,  aoodhtdMiafletotC-Teikotto  Cea-ena- 
ren  «k  Ciia  Uiaken,  «os.  iHierdoor  ie  neet  allean 
bet  modnlatie-Teiinogen  der  harp  bqna  oob^tarkt, 
doeh  door  Hiiimliillieule  eombinatjee  ken  mm  ck 
tnaien  oudeiüng  t66  etemmen,  dat  men  banno- 
riacb  gdQke  aoMen  krqgt  ^tgr.  Cea  -rerboogd  tot 
"   tBamtX  tg.  V  '--- 

(ffiden  mrt  d__ 

de  «a»n  (gKumm)  een  eileet  vaa  cagraaanUge 
b^oiing  tewengbwBgt.  De  moderne  ecanponiatai 
maken  ym  dit  «tteet «»  teUant  gebndc.. 

Door  de  ddna  «nmn  wtèeterde  eouafiutie 
tan  de  haip  kondn  de  moderne  eemponietea  ook 
proüiteum  mn  hinr  tnedale  klaMwagenethap- 
pan;  in  het  l^sosder  hmen  Berltos  en  tPamer 


tnedale  ) 
heUien  Be 

gebraft  nn  de  baip 
ia  faet  otteat  inge- 


DigilizedbyGoOglC 


het  a 


tefde  oonslnietie  da  hwp  ook  als  «oio  raatmment 
op  den  ToorgKHH*  <boiig,  jieeft  ig  lich  tüa  zowk- 
nag  toeh  niet  katg  kuDnen  haoxlbiiieii,  omd&t  <m- 
dufce  aUes  haai  eiprescie-veniKigen  tooh  ie«i  be- 
pnit  bljft. 

Natmiiiijic  «jwhte  iiet  meer  iiig«ttji[k«J<j  pedul- 
■jsteem  «mc  een  'bqzoDdeK  Toet-lecdimek  tmi  den 
«peler;  om  «He  eigaMuidige  beimien  op  te  hel- 
fen,  l)e(kebt  ik  )wni[ftl»ikaDt  hyon  t«  Pa^ 
een  boaw,  die  de  pedalen  vrv^iaiög  Dvuücle.  '^" 
ie  de  z.%.  ekroTtialitehe  iiuap,  weUce  Toor  i 
toon  «en  ilwDderlvken  eoui  faeett  (^(elük  o 
puM).  diM  12  «»u«n  v<x>r  t&  oota&f.  Hlei 
wordt  de  kf^tKeabrar  wel  moeüyker,  dodi  L^on 
tn^tte  deie  weei  te  Tereemraudig^n,  door  de 
•naren  krnieeliage  te  eoutnen  en  wel  zM.  éeX  de 
■  eoutn  TOOI  de  tonen  des  (ois),  es  (cKe),  i!«  (gee), 
■9  (gie)  en  bee  (aöe)  dfe  toot  de  tonen  o,  d,  e,  f, 
\  en  1)  kruiêen;  eea  denlbeeM,  ODtleend  b«ii 
ayeteem  der  koite  (iwarle)  en  luige  (wötte) 
toeteen  van  een  kkinei.  De  moeUijkbeden  van 
een,  toonl  tig  snette  modnlaties  druk  en  soms 
omutToeibuT  pedHdgebrwi,  worden  hierdoor  o 
gcteren.  Toch  Deelt  deie  vutdiog  weinig  opgang 
geaatkt  voonuet  omd»t  een  fa&np  met  zooTeel 
«nacan  biJM  niet  rinkel  te  etemmen  en  evei 
iwaailgk  op  toon  <te  houden  ie,  TooFte  omdat  bet 
belKDgrök  grooter  tMttti  enaren  ook  meer  apu- 
ning  «HOoiAuikt  en  zwaardeien  bonw  VNi  het 
ioBtnHneat  Teniaofat,  hetgeen  de  kbnkhoedanig- 
beid  ei  alleeb«A«l««  on  veihetert;  rawleiyk  om- 
dat dooi  bet  g«nusa«DWpedulaj«t«eni  het  nU- 
Toeren  Taa  güiauiiï  geheel  vwralt.  Daaidooi 
beeft  de  cbramntiedie  karp  de  ondeie  pedaalhup 
gteimiM  knnDMi   venkingen. 

Bekend»  hMplatnökaotea  tgn  Brard  te  P«rqi. 
Srard  te  Lmtden  en  Lgon  md  Healeg  te  Cbieago; 
Toonl  de  laatste  timu  bent  op  haar  gebied  een 
wereUveimMFdbeid.  Berotfnae  heJiiTvrtuoeen 
waren  Nieolat  Oharle»  Boehta  078»— 1849).  Karl 
OberUür  (l«19— 1898),  Jokn  Tkoma»  (geboren 
1336),  AfUmua,  WilkOn  Poue  (gehoKa  1892), 
Bdmund  Sekvetktr  (griraien  1^),  iohannu 
Snoer  feeboien  1668)  e.a. 

Zie:  7.  Siioer,  Die  Haife  als  OiehesteTinBtin- 
ment  (1698). 

Barp  noemt  men  in  de  wapenknnde  een  »a- 
penstak,  vooirgeetekl 
door  het  ouderwetMhe 
mnuekinotrumeiit  van 
dien  nASon,  met  gebeeid- 
bouwdm  Ixneiasjvt  ïn 
den  Tonn  Tan  een  gerlen- 
«Aden  avékime  de  fig.). 
Oewoonl^  ia  het  email 
goud. 
Harp-  Z>«  Anker. 


HMfl. 


(M) 


gnnateinig  van  oen  H«- 

diseh«i  konio?  Aityaga, 
ODtirine      (jvotgens    lieit 


dien    Torat    bet    hoTel 


Berodo- 
Cwnu  te 
fiq  TcUead  naat  mo  zQn  laat,  en 
tot  (tfal  deed  de  kmiiiig  beoi  het  gebrtMfen  rleeech 
TMI  i^n  loon  Toonetten,  wttayva  Barpam»  at 
aondet  MM>  kt*  te  Teimoeden.  Oit  wnal  tm- 
Jumd  faji  lieh  OMt  C^/rua  om  ÉMtyagea  ten  ral 


49 

te  hrongen.  Ale  «eMbeer  Tan  Cyrue  omdennerp 
hy,  DA  de  Terwoaeting  Tan  bet  Ljdiecfae  Rgk 
(546  T.  G^X  de  Gdekedie  ateden  in  Elein- 
Azie  aam  de  Per»«^  heeiecbappü- 

Harpalnx,  een  Macedoniër,  nae  door  AlÈxan- 
der  den  Qroole  steeds  met  ODderaeheiddng  be- 
jegend. Hg  ontving  zelte  genade  toen  hg  in  333 
V.  Chr.  met  een  groote  eom,  aan  de  koninklijke 
schattJwmer  ontfreefod,  uit  Kieim-Azie  de  w»k 
bad  genomen  naar  Uegaia.  Ook  was  hg  io  330 
beno^nd  tot  befttmmfei  dei  Penisciie  schatten  in 
Ëdwtafia.    Oedoreode    den    Ludieoben    veldtocht 


hji  door  gienzelooze  veikwis- 
„  . .      .1  geU  T«ib(«et,  dat  iq  bg  de  terug- 
komst Tan  JUesander,  uU  vieee   Voor  strai,  met 


ting  »M>Ted  a 


5000  talenten  ttua  Athene  Tluebtte,  waai  hij  t 
gena  iqn  mtldbeid  jegens  het  voU  tot  eerdiarger 
werd  benoond.  Ook  weigerden  de  AlbeneiE  hem 
mt  te  lev«ieu  aan  de  Muedomien.  Harpalu»  be- 
gaf lidi  daaiop  nww  Eiteta  en  werd  er  door  TAtm- 
bron,  een  Laeedennsufli,  gedood.  Van  de  bezittin- 
gen van  den  veHDoorde  waien  700  talenten  in  de 
staatskae  te  Athme  adttMngebkven,  en  toen  men 
we  Mu  de  HaeediMÜSis  wude  teruggeven,  bleeji 
het,  dat  dianan  de  hetft  «mtibrak.  Demottkenei 
en  andere  BMuienlöke  maitnen  weiden  van  ver- 
duiatering  diet  gMea  beeohuUigd  en  o(^  v«kk>i- 
deeld. 

Harpe,  Jean  tranfoii  de  la,  een  Fraoodi 
letteilrood^,  den  20aten  November  1 739  te  Pa- 
rijs geboien,  bezoebt  het  coUege-Earcouit  en 
moest  wegene  een  hefceldDt^  door  hem  op  den 
difeetenr  Teivaai^ügd,  eenige  maainden  iin  oe  ge- 
Tangeiue  dootbrengen.  Latei  beoelende  b^  vooraj 
de  «cbtlnHwt;  evenwel  hebben  zgn  gedichten  wei- 
nig te  be4eekenen.  Dit  geldt  niet  Tan  ign  ,.E^- 
ges",  door  de  Fiaasebe  Academie  bekroond.  In 
1786  werd  h(j  benoemd  tot  boogleeeiaar  aan  bet 
Lycie  te  Paj^ja,  waai  bn  zieb  een  gverig  Toor- 
stander  betoonde  Tan  de  Revolutie.  Het  meest  be- 
kend ie  zjja  i^yoée  ou  coure  de  littératare  an- 

sne  et  modenie"  (1786  eni.,  ook  uitgegeven 
1830  door  Buehon  dn  ÏB  dki.).  Deze  „Oours" 
is  met  smaak  gesobreTen,  maai  lijdt  aan  oppei- 
'lakkigbeid  en  een^jdigbeid.  Zün  „CoiieepoódMi- 
ee  littéraire"  ia  Tam  1801  tot  1807  ia  6  de(den  in 
het  licfat  vnscbenen. 

Harpcr,  Jainte,  den  13den  Aprü  1795  te 
Newton  ia  Loog  Uand  gebonn  en  den  27sten 
Maart  1669  OTmleden,  leeide  met  zgn  bioeder 
John  (den  32eten  Jaooari  1797  te  Newton  gebo- 
ren en  den  33sten  April  1875  overïeden)  te  New- 
Yort  de  boekdniUknnet  en  beiden  Etichttcm  met 
hon  broedera  Joêepk  Wetiejf  (den  25sten  Deoem- 
bei  IdOI  g«èor«n  en  den  Sleten  Ji>li  1696  ovei- 
Jedea)  en  FleMter  fden  Sisten  Januari  1^06  gebo- 
leij  en  èea  SSsten  Maant  I'S??  overleden)  de  gioole 
boekdrakker^  en  boedcbandeleiaak  „Hanper  artd 
Brothers"  te  New  York.  De  volgende  eigenaara 
waren  bus  Moen.  In  1900  ging  de  firma  aan  een 
vennootachap  over.  BcJu^ve  een  groot  aantal 
boekweiten  op  allerlai  ^itaed,  versebenen  er  de  ' 
tödbehrtften;  „Harper'e  New  Momthl;  MagaiijK", 
eedert  1857  „Haqier's  We^ly",  sedert  1868  „Har- 

K's  Baiaic"  en  «edm^   1879  „Hanper'a  Young 
iple". 

Harper,  Wittiam  Bmnai,  een  Amerikaanseh 
geleerde,  werd  in  1856  te  Concord  (Ohio)  gebo- 


DigilizedbyGoOglC 


HAitpm-SABpr. 


i  tM  atodiHB  Mn  óe  Yife-iuH' 
vosHeit,  WM  Tan  1875  tot  1676  Hm  het  mUege 
te  Uaoon  (Teneaaee)  en  MrralgeiM  uui  de  tixw- 
bereideude  satiool  dei  Denstoo-UAiverBLtT  werk- 
nuD.  Vhi  le^TD  tot  1SS6  onderwaw  hg  de  Se- 
mietÏMbe  talen  uu  liet  tbedoglacii  Bennnajium 
Tsa  de  BaptiBteD-uniTerBitMt  en  werd  in 
bmoeiiH)  tot  dii«cteur  fao  de  sdwol  Toor 
betuden  te  (AantMiqiM.  Sedert  1886  doeecrde  hg 
de  SeaiieliBefa«  talen  «aq  de  Y^  ouTendtei^ 
waar  bq  tm  1886  tot  1691  den  iewstod  Toor  Bg- 
bebehe  letterkiHide  bAleedde.  Dasriu  kw^m  hu 
aan  bet  bootd  Tan  de  aldeejang  Semietische  talen 
oi  lelterkuDde  der  unirereiiteit  te  Chice^,  waac- 
vaa  hg  preskleDit  werd  en  waat  hü  de  eiegeae 
Tan  het  Oude  TestanMmt  doceerde.  Hg  ia  in  1906 
OMTledeik.  Behalve  een  groot  aaotaj  entieehe  mt^ 
garen  tm>  Lal^risehe  en  EkigeledM  UanMen, 
Qrieksc^  o«ifei^ngen  op  den  M>t  i»n  bet  Ni«n- 
we  Testament,  Hel»BeQw«^  gnminatiea'a  eni., 
Mbieet  faq:  „Tbe  Prieatk;  efemeDt  m  the  OM 
Teatament",  „ReligiOD  M>d  the  Higber  Ufe", 
„The  Trend  in  higher  ethieatioa"  eni.  Hg  wal 
een  dar  daroeteitien  van  bet  „Ameriean  Jonraal 


Harpcr  and  Brotli«ra.  Zie  Har]Kr,    Jamet. 

Harpars-FanTi  «*"  *"¥  i'»  Jetterwm- 
Conntj  in  den  Noord-AmenkMoagtw  staat  Virgi- 
nia,  tiq  deo  Potomae,  waai  deie  de  Sbenandoaii 
oeoeeiDt,  ia  mooi  gelden  te  midden  der  Blue 
RMge  en  tett  ongeveer  1000  inwonen.  Vroeger 
beiat  het  een  groot  acsenaaj  en  wapenfabriek. 
John  Broum  tiadttte  zich  ia  1659  van  deze  ^riaate 
meester  te  nuüien,  maar  werd  er  gevangen  geno- 
men; gedurende  den  Burgeroorkig  v 
gen<  zün  Ugging  gedorig  «en  paut 
voor  beade  partgen. 

HarpooratcB.  2m  Honu. 

HarpocD  noemt  men  Jtat  wapen,  waannede 
"'  woiivtectavMiger  op  de  jaeht 


1  aanval 


vomug  stok  gvei  m«t  weefl 
ken  vooraien  en  60 — 90  o 
bug,  beveettoi  aan  een  sdha^lit 
y^lfi  m/waanan  (k  wal- 
Vitecfa^  ia  nalgeliedit.  De  ftai- 
poen  ie  dertulm  een  aowt  van 
(fieov  en  de  baipimier,  vooiaui 
in  de  boot  Btaande^  «ei|>t  tfien 
roet  knufat  in  den  oodnifcen- 
duk  waMadk,  waaina  «evenaio 
dé  boot  da  Ijjn  aOoopt,  wcike 
deze  m  met  den  wiinadi  ver- 
tandt.  In  den  katoten  t|rd 
wordl  de  fawpofn  ook  geadio- 
iten  oii  kleine  tot  dH  doel  vef- 
vaanigde  kanonoen.  Kleioa 
faBipoeneD  woniNi  bq  de  jadit 
op  dol^jnen  gAinkt,  Zie  ook 
WalviieKvaart. 
HarpOCD  in  de  w^wn- 
konde  woidt  vootgeebAd  doot  bet  viiolttiii^  Tan 
£en  naam  en  ia  paalswga  geplaatal;  tenwgl  dé 

Cteo  Tan  weeiMken  zgn  vooraen.  De  Kgnor 
it  meeataJ  voor  ak  adi^ibaot  bq  meenatHtnea, 
tevwgl  «de  <fcie  pnateD,  waarran  dëae  liaqkoen  ü 
TOOïiMn,  boven  itaan. 


fiaipoen. 


Harpokratlaii,  VaUmu,  tm  jUon»- 
drgnadi  taalkenmer,  die  matréekc  bat  middsit 
van  de  ade  «eaw  na  Obr.  leelde,  fervMidted» 
een  btdaagrgk  iwooidaDboek  op  de  nsduattoi  dar 
10  Attie<£e  jodenaan,  dat  onder  oen  titel:  Jjb- 
limn  deMo  omtornm  ^aeeonun"  ia  1696  te  Lef- 
den  door  Qrouoviuê,  in  I65S  te  Oxford  door  Dtii- 
dorf  en  in  1833  ite  Berlg»  door  BeMier  ia  uU- 
gegeven. 

Hanwloliord  ia  de  Engelsebe  benatnin^ 
voor  eiaveeimM  (se  aldaar). 

Harpnla  of  geel  pek  wordt  ais  volgt  benetd: 
Earsrvke  stukken  van  naaldboomen  worden  ia 
een  algeek>ten  mimte  veriiit;  Uerbq  lebüdt  aieh 
eerst  bel  teerwaler  af,  wwnof  een  g«le  vioeibar» 
hare  —  de  gele  leer  —  drgft,  welke  tnen  af- 
wbept  vaA  de  ogioBaDg  van  bontas;^  in  water. 
Bevrgdt  men  déie  teer  van  de  vlaebtigc  oU« 
dan  verkrggt  men  batpuia  in  den  vorm  van  een 
droge,  baraiehta^  maaea.  &t  dient  vooi  de  be- 
lerang  van  vernis  (lie  aldaar). 

HarPT  (ThroÊalilut  harpyia  L.),  een  Ziiid- 
iioerikaaaaate,  tot 
de  familie  der  valten 
bcfaooitaide  roofvo- 
gel, woidt  1  m.  lang, 
waarvan  */■  gedek- 
te op  dea  ataart 
komt.  Snavei  en  kiao- 
wen  iv>  knditig 
ontwikkeld;    op    het 


Haipj. 


de  viader«a  een  op- 
rMtitfaar«n  kam.  De 
rag  i«  iwart^  de  boMt 
en  buik  wit-  en 
Ewaotgevhkt.  In  ge- 
vang^ediap  (eeft  oq 
niet  kng. 

Barp7  ia  >n  de 
wapenknnde  een  weie 
laar  (o(  gier)  en  vroow 


I,  samengesteld  uit  ade- 
(lie  de  %). 

Harpm  >gn  fabel- 
achtige wesena  na  een 
huiveringwekkende  d«- 
daaote.  Zg  woRkn  Eat 
«eret  v«meMt  ia  de  „Tb. 
as",  vaai  de  baipy  Po- 
darm  bg  Zephfinu  de 
■Mfle  pMÓd«i  vw  Aehil- 
Ie«  baut  en  ig  de  doodes 
naar  de  EiinnTen  voeren. 
Volgena  Betiodui  beetea 
zij  Aëllo  en  Oeuptte,  ea 
Harp  j.  zg  worden  door  hem  voor- 

rteM  ali  doebtete  van 
instera  van  Irtr,  al» 
van  vleogda  vooraen  en  eneUer  dan  de  wind. 
Eerat  later  hervormde  men  ie  ia  wraakgoiknoen, 
waarna  >e  beaohreven  werden  ah  roofvogels  met 
maogdetg^  aangeB(dkt«D,  meiwcbelgke  armen, 
met  scherpe  klauwen  eni.  Zjj  -vervnlleu  een  rol  In 
de  geecbiedenie  van  PhinMir  (ne  lidaai).  De  dieb- 
t«r  Virgiliut  naeint  een  der  Haipven  Cdamu  en 

Slaatat  haar  woning  oip  de  SttopnadiMfae  Eilaa- 
en,  4(4  waarheen  ig  volgeni  ApoUodonu  door 
de  Eooen  van  Bore«t  verrclgd  warden;  op  eeo 
anden  plaats  aao  den  ingang  der  ooderwerald. 


DigilizedbyGoOglC 


HARPT— HABMS. 


Op  yvnoA  tmi  ItU  «f  Eermes  meden  ig  door 
óe  BoreaiUn  gHpaud.  Bdend  ijjn  de  Mqiyai 
i«A  óa  i^«U  TB*  bot  LniMfae  moMunent  van 
EuttèM  M  het  Bntocfa  Mnsenm. 

Hait.  acfater  dteraMiMi  ia  de  ■ftovtaig  ioot 
MosM  Bania,  mq  OneeMi  «oh^der  en  iiweeteii- 
tamdwe  en  Tom  TAMuaeiu  IFtUfom  Anrm  een 
'ÜQotikaieAtÊÊatA  iamteux^mü^  (t  1656). 

,_  I 1  n«  e«  ood  Bobeeniseh 

den  gnrratitMkd^  in  1627 


geOaéA,  dkt  <n  1616  i 


I  mt  .^itachtig"  (Er- 
rad^  k  toefjctend.  —  Karl  wm  Horrat  (1570 
-1498)  WM  n  Ami  unwi^  der  17^  eenw  de 


1  Srntl  AlbrMkl  mn  Htmaeh  (g^bonu  4  H»- 
TCmbw  1598,  t  !^  October  1«6T)  ms  kardinaal 
en  •irtaUaKbop,  eost  te  Pnoe  en  i«rTC^eiis  te 
Trente  en  ttMcIrte  neh  iM^end  in  de  Bofawm- 
«ebe  «iliMtm.  Zqn  oodato  broeder,  Karl  Leward, 
WM  de  BtMttTader  -iMi  de  Idd  RoAnnt,  en  een  jon- 
CMc,  OUo  fritdrkik,  na  de  Iqn  lu  BneJfc,  («aa 
de  LcMIm).  IVit  iMtatgeiuemde  behoorde  Ferdi- 
ttand  Bmaventura  wm  Harraeh  igfimrea  14  Jaïi 
1687,  t  15  Juni  1706),  geiant  aan  bet  Spaan- 
«cbe  Hof  va  achnrrer  tvd:  ..Ménnina  et  végoa»- 
"    R  mctHm"  {2  <yn.,  's^ravenhaffe  1600).  — 


•nfe  PkUipf  «on  Harraeh  ^elmeii  22  Oetcbei 
1678,  t  S  AvgnatoB  1764),  werd  in  I7S8  gene- 
nal-TekboMMhalk  en  kter  TOonitW  *mi  den 
H^rfLiwuaa^  tnrw^  een  derde  aoon,  Aloj/e  Lud- 
mg  TSmuu  Sagmmmi  ^^ren  7  Haw*  1669, 
t  7  NcmmbcT  1741^,  c^  vader  wndgde  alt  gie- 
xut  te  Ua^id  en  hter  küm  de  lietrAkHig  be- 
kleedde TC«  «oderimniiig  na»  Napela.  —  Een 
aoon  i«D  laatstgenoemde,  Fritdrieh  Aumut  Oer- 
Minw  «OH  Harraeh  (gfèoren  ld  Joii  1696,  f  4 
Joni  1749),  nam  ab  geTohnMhUgde  ia  1746  en 
1747  deel  w&  bet  Tradesanigiea  te  Breda.  — 
Z^  kleinaoMk,  Karl  Borromaevt  «on  Harraeh 
(gebima  11  Ua  I7«l,  t  19  October  1629),  «tn- 
dMcde  io  de  rechten  en  on  de  geneeeknitde,  ver- 
wierf de  giHMt  «ao  Jote/  I/,  ta^  in  '■  E«di«r( 
iHeut,  SMur  kgde  sch  «a  ^oteft  dood  ooTerdeeld 
op  de  geiiMBkiqnda  toe.  N«  bet  Terwerren  tsd 
den  ^ktetenraDg  TCotagde  bQ  lidi  te  Weenen, 
waar  hQ  g«daTeiide  25  jaar  pracUaeewfe  «□'  een 
Tfiend  en  weMoenet  Wtta  der  ttdiodtigen  en  te- 
ve!D«  een  toorrtaodbr  van  kanot  en  wetenaehif). 
KM>dat  ^e  beroemde  rekigeTS  een  gartTrq  Ter- 
Mjjf  Yooden  ia  tija  wooiog.  —  Zijn  ovdera  broe- 
dei  Jokam  ffefomuk  Enut  von  Harraeh  toe- 
ren 17  Mn  17fi6,  t  11  A|ȟ  1629)  b^leedde  ten 
tgde  jao  keirei  Jout  aaozien^ke  staatflunbt«n 
en  beronlHde  niet  aUeen  knnet  en  wetenadiap, 
maar  ook  de  nnverfieid.  —  Een  jontfew  tvoedn, 
Bnut  Ohrielo^  wm  Harraeh  (t  14  Deeember 
1838),  ia  de  vader  vaa  bet  latere  etamhoofd 
Fran  Erwt  mm  Harraeh  geboren  18  December 
1790.  t  as  FfimiMi  1S84),  gebemraa^  kamer- 
beer  en  nfcéök  <Hipcfatalmeeatei  in  Oostenrj^ 
bo*eii  en  bmeden  de  Eune.  Qnat  Ferdinand  «on 


,  jonsite  bmedar  «aa  f  orl 

den  iTden  Uaart  17«3,  u  1795  gtfairwd 


met  Ohriatine,  TT^TTOnwe  Roytfcy  (t  1830),  en 
*«iTotoKiw  met  Marianne  Sauerman,  orerleed  den 
5den  Deeeinbcn'  1841.  Z^  doebtter  uit  bet  eeiBte 
hawetgic,  gnvio  Auguete  «on  Harraeh  (geboren 
30  AngoBttu  1600],  kwam  te  Teplitz  in  kenoia 
met  Fretterik  Willem  UI,  koiüng  vaji  Praieen, 
die  haar  tot  pfimes  cor  lAegnUx  verUef  en  den 
9den  November  1824  te  CbtaVMm^x  een  mor- 

CaaA  Imweliik  met  baar  stoot.  Latei  v«cA 
ocfe  nog  de  wamdigheid  raa  gravin    wm 
Ltegnüt  toegekend. 

Harradwt,  Beatriee,  een  BwEilsch  «cbrgf- 
ater,  den  24sten  jMmari  1664  te  Sunfwtead  ge- 
boren, etodeeixte  te  Cbettenham,  Dieaden  en  aan 
h«t  Qneen'o  en  B^lMd^  CoUege  te  Looden,  deed 
eemge  gvoote  Teiien  door  ESmivpa  en  Cüatonnl 
en  woont  tbone  in  baar  geboortcfthate.  Haar  eer- 
ste w«tk:  „iSiins  ilmt  wm  k>  tiie  nigbt"  (1698) 
had  een  worelosnmee.  Daarop  v<rigden;  „In  vai- 
j>iDg  nwods"  <18&4),  ,JIiUa  Straffbnl"  (1667), 
„ünt«U  talts  ot  tb-  past"  (1897),  „'HM^e  wiS 
take  a  tvni"  (1896),  „'Hk  tnwier"  (1669),  „Ka- 
HuKive  iF^neham"  (190S),  „Tbe  Seboiea'» 
Dawhfer"  (1908),   „Imtenpt  -  - 

ot  the  Wree^  I  Rioe"  <19k 

Hatwx.  Zie  Barar. 

Harrsbommée,  Piefer  Jaeob,  «en  veriame- 
laftr  van  NederlandfidK  «f»ectwooiden,  den 
attaten  Jooi  1609  te  B«em«tede  geboren,  bewebt 
de  YüSkJonAaAaiA  te  Haaiim  en  was  Mihit«r- 
eenmtgene  te  Alkmaar,  Utrecht  en  Orain^wm  lia 
onderwöser  win^zaam,  oatring  den  lefen  6ep- 
lember  1675  een  eervol  «otalag  en  pennoea  en 
ovMiaed  te  Utredit  den  32eten  Deeember  1680. 
Hq  kveide  ale  booldwerk  een  „Spt«ekwoo[den- 
bo^  der  Mederbodecbe  Tsal"  (1658—1670.  8 
ifin.),  dat  'Tsn  w«uiif  eritiedien  ïii>  Mtnigi, 
BMM  «eo  glooien  rgkam  van  materiaal  bevat. 

HarrinKtoD,  ar  John,  eea  diebter  int  den 
tgd  TOD  konangiD  EKxabetk,  werd  in  1501  gebo- 
ren, v«iitaaMe  dm  „Ovkndo  F'Orioee"  ia  bet  Ek- 
griael),  gat  bebalto  de  .^Ketanwifdtoeie  <rf  Aju" 
(nienwe  dsi^  1614),  beroemde  fnmtdiehten  in  bot 
lidit  en  overfeed  den  30sten  November  1612. 

Harrlnrtoii,  Jame»,  een  Engi^Mifa  «chr^vw 
staalknnddge  auigefcgenlkeden,  den  7den  Ja- 


Nopthamp- 


t(Mi  geboren,  fftudeerde  te  Oihnd,  deed  v 
gene  een  reis  door  Franki^k,  Nedeilaod,  Dene- 
marken, Dnitadtland  en  ita^e  en  voegde  mefa 
daarna  bg  de  ToJkefjartJi.  Niettemin  benoemde 
Karel  l  bem  M,  fcameijonker.  Zonder  zün  repu- 
bdikanadie  begioedeiL  té  verzaken,  vergcseUe  hg 
deien  op  bet  schavot  en  te^de  verTolgena  in  af- 
Modeidng,  tsm^  fag  xQn  beroemden  staatkun- 
digen ranao  „.Ooeana"  (1656)  adireef,  dien  hq 
aan  Oromveü  cfdtoeg.  Ten  tjjde  van  Karel  11 
ala  nutveratoordéT  in  bechtemB  genomen  (I06I), 
vond  men  tiem  weüewaor  iu«t  schuldig  aan  boog. 
veimad,  maar  wnd  hem  tocb  in  baJfÏDgwdMip 
naar  een  eiland  bg  nymonth,  totdat  hg  wegens 
oi^eeteUbeid  wcM  neeg  naar  de  ignen  terag 
te  keeiCB.  Kort  daan»  ov«Tked  hij  te  Lenden 
den  llden  SeptcoAer  1677.  HoÜia  berngde  d« 
beste  vt<g»v«  <vMi  i^  geechriften  (I77I). 

HftTils,  Jamt»  een  Engebeh  letterkandiigR, 
den  20Btnn  JoK  1709  te  Ctoee  bg  SaJisburj  ge- 
boren, waa  een  Mei  vn  èord  Shafteibury  en  stn- 


DigilizedbyGoOglC 


deelde  4e  Oatoni  en  ■m^wügam  te  Lowten  ia  «Ie 
mttagtüMtAtUL  H»  d«a  dood  t^o*  nden 
kwam  iiQ  kk  bet  bexit  tmi  «ta  Mei  ■■nitmUtt 

Mtda  lettereiL  Hg  advoaf:  „"Hiree  treatiws,  ec»- 


'  (1751)  en  ,^enae*  oc  & 

Ïitüoal  itujoin  oooeeiuiff  miaveraal  gniumac'' 
5de  'Irnk  ISOS).  Vu  lISl  tot  aan  qj»  <tDod  wtw 
bij  lid  mt  bet  Patkment,  T«idet  w^d  I^  in 
I?62  tind  der  AdDüi^iteit,  in  1763  locd  der 
Sdutkantei  en  ia  1774  «eonteria  der  kooiman; 
bg  aT«rieed  den  22eteD  Deeemtier  1780.  N»  ign 
dood  Tetaoiienen  ^a:  .JUloM^ibinl  in^oiriw" 
(2  dim.,  1761).  Een  nitavM  imer  eeMmen^ke 
^1  JfdlmMiwy  (5  dtn., 


(Oeügm)  gieixneo,  wm  «nrankel^  leeriing 
een  faaekdruUrarq  Tao  «en  prorjaetebiM},  «Moin 


e  iettoiniiMlige  TOutiHKomlM  Teracbe- 
oên,  werd  joonuJiet  en  ma  nn  1890  tot  1901 
boofdmbetcnr  na  de  ;,<OoiatitatMo"  te  iitlanta. 
Horra  OTerieed  den  4den  Juli  1906  te  AÜaata. 
Uet  aö»  folUmMtitdw  «todie*  der  Nogefs,  die 
h|i  in  1880  als  „Uacie  Remoi,  liis  aoogs  and  bie 
wto^"  valmS,  bad  hq  veel  «neeee.  Teider 
echreef  1^:  ,>ii«o  kmJ  otber  «Mebee"  (1864), 
„Fi«e  Joe  esid  oAei  Oeoiaiu  eketriiefl"  (1961), 
.■DMf  Jafee  Un  Budm»?'  (1869},  „Bakam  and 
hM  niMter"  (1891),  ^F^Mioa  pnitei"  (1892), 
„Uttte  tb-,  TMmblenioMT  and  Im  Ooeer  Com- 
trr"  (1804).  ,Jb.  KU>it«tlH>M"  (1895),  „0«ot- 
gia,  Ivom  the  nvraeiffn  of  De  Sotc  to  leoeot  ti- 
mes"  (1896),  „Swtei  Jaae,  lier  frieodè  aod  ac- 
OHintaDoes''  (1696),  .^tor^  <it  Avon"  (1696), 
.TTale "'     "■ 


"tXee  hota  tbe  home  fdke" 


„ObriMUclM 


BsttISé  Oeorg  Frederiek,  «en  Eoffeiaoh  eco- 
loog, den  iSden  Se^itember  1862  te  HampaliMre 
MMien,  atodeeide  aaa  Eiog's  Ooilege  ea  Bubedi 
TnaUttitioDi,  d«ed  MiwhiMende  reiien  door  Baio- 
pa,  Nooid-Afrika  en  de  Vereenigde  SUten.  werd 
docent  aan  Btibedi  CidleM  en  overleed  te  Tborn- 
ton  Healli  den  l&den  Juni  1906.  Hg  ecbreef: 
„Tbe  Oriukdm  Bede"  (18S7).  „OnunteB  aod  gra- 
iwte  induatriee"  (1888),  „On  London  woterwp- 
]>Iy"  (1692).  „Ibe  »riew»  of  briefanttkM«"  (189'^, 
,.A  jouroey  ttiTODgh  Rowia"  (1898)  en  met  Bur- 
Toui»  „T^  eooene  aod  «digooene  bede  of  tbe  Pa- 
ris Basia"  (1691). 

BarrUllMinri  ^  booldatad  T«n  den  Noord^ 
Amenkaanadien  ataat  PenoajlTiiue,  Hgt  op  den 
linkeroenr  Tan  de  Soaqneitanaali  in  een  Trocbt- 
bare  en  mooie  streek  en  4«It  (19)0)  64  186  inwo- 
nen. De  merkwaaidiaato  g^oa««n  ii>a  «r  het 
kafidtod  (in  1897  fertaand),  bet  fMEtkaotoor,  de 
ai^nwWfC  en  het  krankiimiigragwtioht.  Be- 
langrnk  inn  d«  handri  tg  ateeoËoIen  eo  de  (jier- 
en  eoioeniabrieken.  De  gnHidehgea  deier  atad 
wetdes  ia  1738  gelegd  «kr  Jamei  Harrit. 

HsttImuIj  John,  db  nitvmder  der  aeemana- 
horlogee  o(  tydmeters  IHmektepers),  'm  1699  te 
Fmilbv  in  ftet  giaslaohtp  Jtak  geboren,  was  m  ~ 
vankeJük    weiÉasam  in  den   timmerwinkel  i 
zgn  Taoer.  De  oirT«4k<tmenbeid  der  norweiken 


dien  tijd  Idddie  bem  tot  poginsen  een  beterui 
lUiiKer  nk  to  nnden.  Nadat  hg  hieraan  aedert 
1726  ÜB  kmdttok  gew^d  bad,  T«r*aaidigde  fag 
in  1180  een  ieemaiMhoriof|«,  dat  gednr^de  een 
r«ta  naas  liiaabvn  lulke  juMekeaat  <Kenitea  be- 
WMB,  dat  «on  den  verraapdager  de  medaille  Tan 
Copteg  TOOT  de  mttigsto  nitiinding  werd  to«^ 
kend.  Ben  oaeaw  en  vMbeterd  oorwetk  nn  ign 
band  werd  beproefd  gednnnde  Bvrtm'a  reia  roüt 
«n  de  weidd  (1764— 1766),  loodat  bg  igB  aan. 
nraak  op  een  iMtoonang  na  20000  pond  stcr- 
Itng  kon  doen  gdden,  doch  daar  bet  ktei  nrindet 
geregeU  Gep,  oweat  liq  neb  jm*  de  bdft  wenn- 
Doegen.  ^  overleed  den  24aten  Uaart  1776.  Bq 
adtreef:  ,Jïeacnif>tM)&  oonoeraing  aacli  meehmJam 
as  w31  aÜotd  a  oiee  «r  tnw  meBavration  cf  time" 
(1759). 

HnrrlsoD,  WUlimi»  Heitry,  ^nmóatA  der  Vcc- 
eenigde  Staten  Tan  Noord-Acöénka,  den  Bden  Fe- 
braari  1778  in  den  ataat  Tingioda  gAnnat,  waa 
de  lOMv  T«n  BaHJontM  Barrixm^  aan  Tan  da 
onderto^enaaa  der  Auerikaanaabe  oaafbanke- 
InkbridbTMUaring.  en  ontTÓog  iSn  opkadtog  aan 
Hampden-SrdnCT-ooHege.  Ja  1793  werd  bn  ah 
otticHT  bij  bet  Itoei  eefdaaiet,  iMm  in  1797  sjiy 
ontelüg  en  werd  <hama  benound  tot  ne^gooTCT- 
neor  Tan  Indiana.  Door  dnaen  ataat  naai  Iwt  Cod- 
giea  atgenwdied,  ondbreteutde  h^  hert  wetaoBt- 
weip,  «m  ataatuaoden  in  Ueioe  peroeden  te  ver- 
kfN^én,  wat  tot  den  Uoei  Tan  No(H'<kiA(nMik« 
niet  weUg  beelt  bggeikagen.  H^  ooderadwidde 
lieh  in  dui  oorlog  tegen  de  Em^elaehen  in  Ca- 
Dada.  won  dm  betüaaenden  alag  bg  Tiweeanoe 
(5  Norember  1811],  Teroierde  ondMacfaeMko  Tes- 
tngen  en  drang  «ndelqk,  nadat  Porry  de  Brit- 
eobe  aeemaeht  op  bet  Èriemeer  Tennetigd  ba^ 
in  Opper-Cuatfa  door,  waar  b^  den  Sdm  Oetober 
1613  de  oTenriMÜiig  behaüde  op  generaal  JVoo- 
tor.  Daan»  ging  hg  naar  BeDeden-Gaaada,  maar 
moeat  weUia  het  oppeibeT«t  verwiaseleo  met  een 
eonuDandD  in  bet  binoenland  der  Uine.  In  AfwU 
1814  keelde  bg  «rang  tot  b^  ambtolooa  le*«n. 
Ale  lid  T«n  bet  Coogree  grwde  bjiioor  een  bete- 
re innrftting  mn  bet  leger.  In  1^  wetd  bg  be- 
ttoemd  tot  geuni  te  GóliMalM,  docb  een  brief, 
door  bem  «ut  Bothar  geaehraven,  fenwnaakte 
tiJB  tonwToqting.  Daar  bij  ««bemidd^  wm, 
Toonag  hg  in  de  behoeften  van  inn  lalri^  bnia- 
^lin  doot  de  betrekking  van  f^rinier  te  aanTaar- 
den  bg  «en  lecbtbaok  in  Ohio.  Wat  reeds  in 
1836  TTWcbtelooB  beproefd  wae,  gekikte  in  1840: 
JlarriÊOn  werd  Toor  het  t^dperk  1841—1845  tot 
preetdent  der  Unie  benoenKi,  Hij  overteed  eTen- 
wel  reeda  den  4deD  Apdl  1841. 

HftTTlBOil,  fnderiek,  «en  Ëngebch  ata&ts- 
msn  en  Bobrqwr,  dën  16den  Oeteber  1831  te  Len- 
den geboren,  ontTÏng  i$d  «pkjdiag  aan  King'a 
Ooilege,  beiocht  de  hoogemod  te  Oitoid.  de 
rechtagéleerde  acbofd  Tan  lioeobi'i  Ion  te  Lon- 
den en  werd  in  1658  adroeaat  Bg  waa  werk- 
laam  in  TerscbiHende  behngrgke  eommiarien. 
waa  Tan  1877  tot  1889  hooc'leeraar  aao  lineohi'B 
Inn,  T«rtaahte  het  tweede  deel  der  „PoKtkioe  po- 
sitiTe"  Tan  Augutle  ComU  in  bet  Bogtiach  en 
werd  met  Congreve  een  van  de  giondleggere  der 
poiitiTÜÜwbe  school.  Van  1860  tot  1663  waa  bg 
madewericer  aan  den  „Westmineter  Review"  en 
leTeide  toTene  bgdtagen  in  Teieehillende  andere 


DigilizedbyGoOglC 


tiidKluiftoD.  Hg  «Éu«ef  duiesboTen:  „Tbe  nKa- 
uw  «f  têaioTj"  (iaS2>,  „(kder  mmI  progreM" 
(IST4),  ,3odtd  at»tiw,  or  tbe  cbatraet  theoiy  «f 
iii^Mji  onJei"  (1OT5),  „Tbe  ««moX  and  tbe  fn- 
ton;  ft  pomtnwt  «IdrMB"  (1880),  „The  eitaee  af 
booka  M>d  «Mier  «tenrr  pieees"  (1886),  „Okrer 
a«nw<tt"  (IdSe),  „tlie  ktduBtrial  repiiUie" 
(1690),  „Uu«l  ud  leligious  aocialiBm"  {1891), 
,Mjm»  of  Uk  oU  moDOT  faome"  0^93),  „Barij 
MitoiWD  Ktenrfiupe''  (1895),  „WilUun  tlte  Sifent'' 
(1897),  „Bjunttm  bHhuT  iit  eu-l;  mHkUe  a^es" 
(1900),  „Oeovge  Wtahingtai  aai  otiiei  AmericaD 
•dikeBHs"  (1901),  J^  Hm*»"  (1902)  en 
„Twdn  B^lMt  StattnoHi"  (Looden  1S05). 

n»lliiM.  BmuTi,  «en  Fnoech  geeclkedtiui- 
d^  en  UMioffiMf,  ouwtawfa  1S60  ta  Pmvs  S^- 
boien,  stDdeera»  in  de  recbton  en  werdi  adrocmt 
bjj  bet  Hof  te  iNew-Yotk,  mau  woonde  sedwt  ja- 
Kn  te  I^iq*^  mar  fati  lich  voariiacDelfk  met  d« 
DDtdekJuDMaeaeluednM  ba%  iiMd.  Hg 
den  l&fen  S^  1910  te  FaHja.  Bq  edtx 
UiottMOi  amencaca  ^«taatisakaa"  (1866).  „Fer- 
naiid  Ookmb,  w  vie,  eea  oeavie«"  (1872),  ^^ea 
Cokoibo  é»  Tmw  et  ditafie"  (1874),  ,^JX  Cor- 
teJteal  et  leuia  Toyages  an  oonveau  monde" 
(1883),  „Jeu  et  SOaatMn  Cabot,  leui  ne  et  tenra 
T^agee"  (1882),  „Ohriato^  C<4on:tf>,  eon  od^Mh 
ca  TÏe,  eee  TOvasee,  a»  iamiUe  «t  eee  deeoeiHlaiita" 
(ia84— 16%,  2  4lÉL),  „Eneei^  ColomiMiÜBDa" 
(1867),  „Tbe  diae(mr;  of  Noi«i  Ameiica"  (1802), 
„Jeaa  -CaiMrt,  tbe  dtMOTerw  of  North  Ameijca, 
ukI  SetMBÜM,  bic  «■»"  <1896),  „Tbe  dK^matJe 
btstM7  «I  AiMriea,  1462,  1493,  1494"  (1897)  en 
,4)ie»nTerte  et  ÖTiAatiaD  eactogT^hione  de  T«i- 
K-NoBM  et  das  payg  dfeaowNmoa"  (1900);  ler- 
4ec  de  stmdeebriften  „OaMlophe  Ookmb,  lea 
Coieei  et  M  sounraenMnt  fnncaie"  (1890), 
„CtuMcfiti  C^oaiD  denat  nn«t«ire;'  (1892)  ee 


overleed 


BUTWat*  i>f  HanowgaU, 
bet  Engdaebe  gnalHÉiaf)  York.  ligt 
apDorwee,  32  km.  ten  iw>>nlw<et«n  Tam  Yock,  en 
teU  (Iflïl)  38  703  Mnroners.  Men  vradt  ei  vele 
faoUta  en  iMtatek«ide  badiniBdttiageD.  De  bron- 
nan  190  iwaiel-  en  etaaMnoimen. 

H&ROW  on  tll«  HUI,  «en  «tad  ia  het  En- 
gelacbe  graatsdM»  Vaüieaa,  Mgi  op  een  heuTd 
en  ielt  Tl91l)  17074  Jnwonen.  De  stad  »  be- 
roemd door  de  in  1571  door  John  Lyon  geatichte 
Bcbool  voor  arietoentiBebe  kringen,  waax  o.  a.  Bjr- 
nm.  Peel,  PalmÊTilom  en  Sheridait  bon  opToedinp 
g«imt«D  en  wawvaa  o.  a.  Vaughan  en  Butler  <b- 
ractenren  waren. 

H&rry,  Mj/riam,  dgenigk  mMlame  Ferraidl' 
Hmty,  een  Pnnaeb  aArgfater,  in  1875  te  Jei~ 
»Iem  pJMien,  bnebt  Mar  «ecate  jeugd  in  i 
Ooeten  door,  beaoeht  TCirrolgeDa  hoetaebolen  te 
Loödcn  en  Berl^  en  kwam  «muM#  naar  Parga, 
waar  tg  de  odleéee  in  bet  AniiieiÉi  aan  de  aehool 
voor  Ooatendie  talen,  «knwde  TOOfleauMn  aan 
ae  „Eeofe  dea  HMitea  Etodea"  vAgde.  Z9  lerer- 
de  ooder  een  anhnahwam  nmana  in  Bi^ladte 
en  DüUdie  tQdedtrUten  en  ecbreef  sedert  1888 
Toor  de  .J'ronde"  OOTelho,  véik»  later  in  botk- 
Torm,  ala  ,4'aaaBge  de  fiédontne"  (1899),  ver- 
•diesen.  Vernlgena  1>etd»le  ig  OxAiifl-Gbina  en 
Toor-  en  Aditer-btdia,  waaowrec  ijt  besdugiin- 


gen  leverde,  later  teo  deele  TeredHi]>en  in,  bodi> 
TOrm,  ala  ^etiteB  épreafee"  (1902).  In  1904 
wenl  iq  aigiHDetn  becend  door  haar  modenten 
roman  „Conqueta  de  Jiinaiem",  gef^dgd  door 
.JParwUÉ^"  (1905).  „L'De  de  Ttrinfité"  (1906), 
„Madame  Peüt-JMdSn"  (1909)  en  „La  SiTine 
ebauoD"  (1912).  Ia  1906  wMd  baaj  een  leoding 
naar  Tmiis  «(gedragen,  die  aafdeéding  gaf  tot 
bet  wwk  „Td^  k  fibnebe"  (lOlO). 

HandSrtcr,  Oeorg  Pfttlipp,  een  Dnitecfa  ge- 
leerde en  didtter,  die  tot  een  aenzienlqk  rahebt 
Ie  Neurenberg  btibooKte,  werd  den  1  irfen  Novem- 
ber 1607  gdmen,  etndeeirdB  te  AHdorf  en  StraaU- 
bwg,  retMe  gemhnen  1^  ia  «d«  laodi,  Bngdaad, 
Fraokrök  en  ItaliB  en  lenriwf  daardoor  een  nit- 
gebreide  tanlkeiurie.  ZHn  geaahraften,  tan  w^h» 
de  ,JV>efiecber  Tridbler"  (1047—1663,  S  4ia.), 
'a,  berfaan  een  5(Ub1  deekn.  HQ 
geeatig  adtHlTW  d«t  een  grondig 
tfdetode.  Vele  Bederen  van  sj)n  iiand  vindt  nten 
M  inn:  „PiaueBHnaneigeepricbeaiele"  (8  dtn., 
üda  M[  1642— 1649).  «et  lm  didtto'mken 
me&d  Klaj  of  OMiu  etödttU  tq  in  1644  ito 
Heanuberg 'de  PegnitKMde  (rie  ^aai),  werd  Hd 
van  dan  raad  der  stad  en  ov«rleed  aldaar  den 
22sten  8epteiid»er  1658. 

H&rann  (Remae)  »jn  pbni  ten  aappen,  weNre 
in  de  luntgangen  (ne  aManr)  van  zeer  veel  plan- 
ten vooAomen  en  nit  Éoolatof,  watetatol  en  een 
weiiüg  (irantol  boetaan.  Teontt  jn  troiMadte  plan- 
ten en  bg  on*  in  de  eoiuferen  keoit  Wa  in  aUe 
beetaoddeelen  óer  ]dant  voor,  bet  nwest  echter 
in  den  baat  Bg  «ommige  gewaeaea  ikodt  de 
bare,  <tegdgk  met  de  aetheriaèbe  olie,  waarin  ig 
opgi(io«t  ia,  na  KÜ  vit  den  stam.  bg  andere 
eerst  na  bet  maken  van  ioan^iigen,  en  wordt 
na  «enigen  t^  met  de  hMbt  in  usrakin^  t«  ign 
seweeat,  bord;  weeraaidbieaomten  varitrggt  men 
door  de  plaDtewtoelen  met  alctriwl  oit  M  trek- 
ken en  de  vloeisM  verTt^ne  in  te  dampen  «f 
met  water  te  preeiplteeren. 

Hareeo  v^  meegtal  geel  «f  bniin  g^leord, 
amorf  of  kriafaDi^  doorëidktig  <rf  dooiaehgnend, 
hebben  een  glanug-ecbeliHKhtiëe  breukviakte,  een 
aoort^k  gewjfbt  van  0,9 — 1,8,  xijn  onoplosbaar 
in  water,  gedeeltelgk  oploebaair  in  aleobol,  eom- 
t^da  alleen  ia  aethêr,  ehlorotonn,  iwavelk  ooi  stof, 
benzol,  aetberiadie  of  vette  oNSd,  ja  Bommige 
worden  eent  dxxa  HDeUeo  t^iosbear.  Sommige 
worden  reede  bh  100*  C.  weei.  andere  imeltëa 
eerst  bg  300°  of  booget.  Zg  ign  niet  vlachtig, 
verbranden  met  een  roetgevrnds  vlam  en  leveren 
bjj  droge  destill&lM  tmndhue  gaaaen  en  oHIn 
(ae  HartoUe).  Wat  hnn  nataaAimdige  eigen- 
aebappen  betreft,  ataan  ig  didtt  bg  de  vetten, 
beütten  eektier  een  gfttti  andere  cmatitutje. 
SdMikutdig  bestaan  ig  nooit  nit  een  enkele  stof, 
maar  vramen  ateedb  «en  nóii  of  meer  gecompli- 
eeerd  mengeel.  Ebofdbeetamddeelen  vtmnen  de 
eeteraditige,  «plgtbeK  r  e  s  i  n  e  &,  verder  aroma- 
tiadw  ntren,  de  hareinren  (sie  aldaar)  en 
actfMriedw  olifn.  Bon  pfajvKdogifche  beteehenji 
ia  nog  niet  befcendi  Smuniffe  plantèondigen  hon- 
den tien  voor  eiereten,  vrelke  gedurende  het  voe- 
dbigqiTDeeB  afa  ov>ert(d%  vitgMch^den  worden. 
Kenl^  det  vooraaftmate  hamui  t9n  animehars, 
B^ut,  benaoBhan,  damafhara,  kopal.  maatJk  en 


DigilizedbyGoOglC 


S4 


HARSEN— HABT. 


E^.  ining  mengMl  van  hua  met  gran  en 
oetherUehe  oli«  vormen  de  »&  de  planten  ■  voorko- 
mende gomhareen  [zi«  Qom),  dik  vloeiè&re,  iteii 
riekendie  mengeek  v&n  fa&ie  met  veel  aetiheriBcbe 
<^,  de  bftJBems  (zie  iddHoi).  Barnsteeu  (zie 
«Idaar)  en  eeiiig«  BMHleeLnke  Btofleu  {zooaU  ten 
deele  ki^tal)  xya  loeetete  harteD. 

De  iuuwen  mindHi  toepMSuis  Iq  de  bereiding 
vao  Teroia,  xeep,  iót,  pleiBten^TeiIstoHen,  graiec«~ 
middden  enz.  Uit  de  goedlc«o(>ei«  soorten  wordt 
gw  (oie  Oattabriek)  oesbook^  en  huBSHenoe,  bara- 
oUe  eni.  Termaidigd. 

n»TtWilonco  of  hanêfirüiu  ia  bet  vlnch- 
t%  g«deetLe  vam  de  liusoUe  (sie  «Maar),  dort  het 
eent  overgaat,  tin  «oloplmüiKa  kdigs  den  dro- 
gen weg  ^«dMtgHBerd  wcodt.  Het  is  een  belder- 
gek  w«utof  met  een  Bcbeipen  reuk,  welke 
Tooral  gemikt  wordt  tot  het  beneiden  van  ver- 
aïMea,  MMriig  iMit  teipent^JDolie  kan  T«riranr 
gen. 

B&rscaiiK  «oeiDt  men  de  gangen  of  bol'len 
in  de  organen  van  vek  (pknten^  w^ke  mei  'h&rs 
gevnU  z^.  Somtöde  ^  het  «decÈte  bo'lten  ol 
zi^aahtige  verwödüogen,  edo^  in  de  blM^en 
van  ^cie  coniferen  (o.a.  «^mwinee&D)  «d  ia  de 
ediOTB  der  dennen,  waar  q  ecbter  een  aaoüen- 
Ijjkea  omvang  bereiken  knöoeDi  sota^jda  tiedCn 
zjj  io  bet  boubweebel  van  wortel  en  stam  a^ 
iuDge  kanalen  <ft,  dte  <£kwüla  met  elkander  in 
veibiwliiig  atean.  De  favagaitg  wordt  ateeda  om- 
geven door  parendijmatuébe  ocflen,  waarin  de 
bua  gevormd  wordt. 

BaisUfm.  Zm  Hanuepea. 

Ham>Il«  T^rjjgt  m«m  door  drom  deatillatie 
van  gewone  bm  (eolophoniiaa).  Wordt  dit  laatste 
in  een  giet^ierfa  deotiUeerkatel  boven  een  vrg 
vuur  Terwaicn]^  dan  gaat  naast  aodere  [jrodueten 
F«i«t  haneiteneê  (zie  aldaar)  over  en  bg  verwaf' 
ming  tot  een  hoogere  tempemtnar  (200—800»  C.) 
eer«t  dikke  MarKlie  als  een  dik'k«  blauwachtige 
vloeistof  en  vervoIlKenB  dunne  karêolie,  eveneens 
lilauwachtiR  van  kfenr,  maar  don  vloeibaar.  Als 
reaido  bowdt  men  ookea  of  pek  over.  De  ruwe 
olie  wordt  met  kalk  verzeept  en  onder  toevoeging 
van  paraffineoUe  tot  wagenoneer  en  goedko<^ 
machiDeoUe  geiiratkt.  De  gerallijieerde  olie  beeft 
een  gele  kteur  en  «Milten  genr,  flwHeKeert  niet. 
U  g^ieel  Denirad,  beziit  een  soortelijk  cewidit 
van  0,975 — 0.985  en  woidt  als  fuachineolie,  tot 
berei^pg  van  veriHsaen  en  tot  vermenging  met 
andere  oiiSo  (petrolemn,  IqDolie)  gebruikt. 

Barssplrltiui.  ZÜe  Haraeuetice. 

BarsTSnüii.  Zie  Vtmit. 

HsfiTloed  (fiennom)  w  een  zaekelgk  ver- 
Bohjjnsel  bii  CNiileceD,  bettnande  in  een  over- 
matige alMOeüfing  van  bxn.  De  oonaak  kan  ver- 
stMleiMl  qja,  WMb  bekadigiDB  vu  de  aehora, 
(^)Lreden  van  awaanmen,  «ogieamibte  bodem  eox. 

HarsSMVeo  igo  ■eepaSUwe  stoffen,  weJke 
oatetMa  dmv  Inwwking  na  a&akên  op  barsen, 
bjjv.  doac  koken  der  harien  met  een  sodaa^^crng. 
Ifet  zvD  hIb  aJkaUwvteo  vaa  de  barituren.  Zy 
wonden  gebnnkt  vom  bet  luimen  van  pa]rier 
fHartiytn)  en  voor  bereidiiig  van  goedhoope  hois- 
hondxeep,  waarUj  de  ban  een  gedeelte  van  bet 
duHidere  v«t  vervaag 

Harunrai  i9n  een  aatrtel  zeer  samengeetel- 
de  zoren,  welk  een  bestanddeeJ  njJniaken  van  de 


harsen  (zie  aldaar),  xooai£  abiBtien-,  pimaaraunr 
enz.  Door  alkaldSD  worden  ze  oingeiet  in  bara- 
zeep  (lie  Harneepen). 

H&rt.  Zie  Hart  en  Bloedvaten. 

Hart  ia  de  wapenknnde  is  bet  menachelük 
bart,  paalswgs  geirfaatst,  met  de  ptint  onder.  Het 
kan  zun  Uoedeii4  doorboord  door  een  of  meer 
pijten  of  gekroond.  Het  anaal  is  heeJ,  Vervol- 
gens wordt  ia  de  w^wnknnde  met  bet  bart  aan- 
geduid bet  moddeit:  zoo  ie  het  bart  bq  een  knus 
bet  vierkantje  in  bet  midden. 

BMt  ie  de  naam  van  eouge  sterren,  io«ale 
bet  Httrl  van  Karel  11,  een  ster  van  de  Sde  grootte 
ira  het  aterrmbeeld  de  Jaebtbondon,  hel  Hart  der 
Slang,  «en  ster  van  de  2de  grootte  in  Ckphiachue, 
met  AretuTvi  en  Öeimna  een  leohtboekigen  drie- 
boek  vormende  en  tegenover  de  hjipotbemisa 
etaaode,  en  het  Hart  der  WaleriUmg,  een  at«r 
van  du  2de  grootte,  de  vooniaamste  m  de  Waler- 
skog.  Men  vindt  tear  i<n  de  oosl^ke  verleo- 
giog  van  de  ledite  lun,  welke  door  de  3  sterrea 
ma  den  gordel  van  Orkm  iocipt. 

Hart,  Abraham  van  der,  een  NederiaiKlseh 
arcbiteot,  in  1750  te  Ameterdam  geboren  m  ia 
18Q0  aldAar  overleden.  'Bg  werd  in  -1777  etade- 
architect  van  Amaterdam,  welk  ambt  b^  tot  1^0 
dood  bekleedde.  Z»il  voomaam&te  werken  ain 
bet  Weikbuie.  bet  Luthsrache  Weesfauia,  het  R.- 
KwÜuMke  Maagdenhuis  en  de  Kaaeme  OtMge- 
Nasaan  te  Amatentbn. 

Bart,  Sahmm  Alexander,  een  Emgekcli  schH- 
deis  ia  Aftry  1806  te  Plvmoath  gebmeii.  Hg  be- 
hanid^de  meest  historisobe  oiwlerwerpen  eo  over- 
leed den  Uden  Jvm  1661  te  I/wkn. 

Hart.  Alexander  van  der,  een  Nederiandedi 
kri^vuao,  den  IMen  Ax^tuAtu  1806  te  Robtef- 
dam  geboren,  aam  rec<h  vroeg  dienst  bg  de  ma. 
rlne,  werd  kweekdin^  op  de  miJó.taJre  school  te 
Samaran^  en  in  1620  2óe  luitenaat  bg  de  artil. 
lerie.  Hij  nam  deel  aan  den  oorlog  tegen  Dipa- 
Negara  en  werd  in  1690  overgeiplaatst  naar  Sa- 
matra,  waar  b^  Boh  in  talrijkie  geveohten  oivder- 
Mbeidle  enütlSSegerwood wenLZöndaweibeM 
bezorgde  hem  ia  1634  de  Hilitaiie  WvHemsorde 
4de  klaaee  en  een  benooinng  tot  Isten  luatenant, 
boewei  hjj  te  voien  wegens  ongepaste  uitdrukkin- 
gen op  bevel  van  den  gouvarnenr-generaat  voor 
deo  tiid  van  6  maanden  op  non.aoüviteiit  waa 
gesteld.  In  1896  werd  bij  k^itein,  in  1838  ridder 
der  «de  v«a  den  Nedeitendechen  Leenw,  in  1848 
majoor-adjoint  bQ  den  generen  st^  en  in  184S 
kiiten«ot«cioDd.  AchbereenvtJgNia  weid  h^  be- 
tast met  de  betnkkjngea  na  waarnemend  ren- 
dent  en  nuUtair  eommaodant  dei  noordelijke  af- 
de^ng  van  Somatra,  vMi  reMdent  in  Padang- 
sche  KtvenkuMlea  eo  vam  gonvemeDi  van  Odebes 
en  onderboorigbaden.  B^  stit^tte  er  veel  goeds, 
doeh  kwam  ia  den  nadrt  tam  den  25sten  op  den 
26sten  Mei  I8SS  in  zön  rigen  womng  door  de 
baad  van  een  ahtijwnoordKMuu  Mn  het  kven. 

Hart,  IFiUiain,  een  ScbotoA  sehüder,  in  1822 


New-Totk,  ^      ... 

overUed  den  16den  Jimi  lS9t  te  New-Toik. 

Hart,  Sir  Koberi,  clief  <ren  bet  Chioeeeebe  Ui- 
beetnoi.  in  16S6  te  Portaidowit  (leilaad)  geboren, 
kwMD  in  1854  ^  ieerimg-toik  tni  het  Briteebe 
oonsidaat  te  Hongkwig,  was  in  1856  teereUrie  der 


DigilizedbyGoOglC 


HART— HARTE. 


9» 


,  Ae  gedoKode  ds  Fnuteeh-ElngcUobe 
beHtting  bet  gemf  «lodaide,  en  gÊng  tn  1659 
in  ObiiiMMlien  diout  onr.  Ib  1863  werd  hy  aan 
h«t  boold  dn  leeMkn  mdMtet  ca  in  1896  door 
de  C3dae«Mb«  wewring  MDomid  tot  iD^wet«in- 


■euiiMlea  t 


D  tiMk  hq  op  «Ie  bemiddelur 
GMwt  «n  dg  Bowêecact»  moMndbeileo.  In  1898 
wd  Iq  tot  bdreMl  wriwTCD.  ^  de  X!%Hiee9che  i«- 
gtaitg  «trad  t^  hoog  iifinmengnfajdrotg  den 
HMtdki^JDenloKiap  ■nn  dm  «eiaten  ruig.  Noeh- 
toM  bcgoniwn  na  daa  tiotBenifwt&Dd  en  de  ver- 


ds  JMig-diMMSWii  ook  togen  Bart  te  werken  en 

a  dreven  «enige  Jaren  geèeden  -dow,  dat  tw«e 
ioeeaAB  ambteDMan  voofteaa  toeiUbt  Modeo 
hoodnt  op  dn  dHuned&anat,  Daaroi»  ndgde  in 
Jamari  IMS  zgn  benoenaag  tot  Cfaineesah  mi- 
oiater  ns  StMt,  betgeen  g^Qk  atond  met  aün 
ootakg,  dat  dedits  dmv  dien  eereütal  toor  h«in 
nindet  pgnlgk  waid  «maakt.  Hq  werd  opge- 
T(fed  dmr  «ir  R.  Br«dDti. 

OedvTeode  de  M  jaien  las  qn  ainibtdök  weik 

heeft  Hort  Clain  deebto  twee  ke«ren,  iat   1966 

"78,  CM<t  tviot  tifdri^  «wktoD.  Op    " 

'e  tctM,  dart  hg  in  1S07  (mtnii 

■    ;.  flort  hoeft 


tweejadg  tctM  dart 
het  MvenvOTiMMe  o 


I  don 


a.  Op  inn 
ing,  wkde 
t  d«D  UU- 


Mdienat  tot  «en  det  eente  tnatd- 


Kngen  geaiaakt,  die  ees  raate  t»<«  nm  kiknin' 
•ten  (^Mereide.  De  miabniiken  Tan  Troeger  Uel- 


bet  CfaneeMbe  etafttnredM  < 


den  w;  ontMf 
«paard  en  ma 

Taate  «tohUir  geM'ran,  wdbe  het  riaiten  lan 
biMen&iMtMbe  leenngen  «H^ehjk  madte.  Cfaioa 
«ijUQde  dat  en  achot^  Bart  i^b  n^  rentionwen. 
Hfi  bad  giootoD  knkied  «n  werd  ah  een  madtt 
Muer  den  troon  beeehonwd.  In  hadi^ke  ocwen- 
blttken,  wanaeer  China  lieh  te  vMweien  iiad 
tegen  EïuiepeeaAe  jmdoeden,  beeebonwde  hö^uA 
aiet  ala  een  EnrofieeMh  éifkmtaA,  die  oj»  Chhia 
«en  dnik  «Doeat  mtoefenen,  maar  bleef  toHw- 
nten  onpartndig.  Behah«  t^Q^  ofuMkxi, 
ttima  hn:  „Thees  trom  the  laad  of  SÉnim"  (2de 
diok  IM6). 

Hajl,  HriKeieh.  «en  Dnitoeh  aehrqTM,  d«i 
SOeten  December  1»5S  ta  Wexl  gdMmn,  studeer, 
de  te  Iftwatei,  Halle  en  Mbieben,  wu  TCTf^dgena 
te  firemen,  Okgao  en  Bertgur  ala  jouniaNat  werii- 
■aam,  omu  in  1887  met  «ja  ibroeda  de  kttei- 
imÜMge  «n  toooeeleriUek  in  de  „TlglMie  Rnnd- 
aehan'' <fi  üdi  «I  in  1 900  die  in  J>er  Tag".  Dooi 
de  met  im  hiMdar  munAmta  „Kiitiaane  Wal- 
fa«li«e"  US8&— 18H  «  dh.)  w«a  hg  «en  der 
tMBbwkana  tbk  de  aatniatiatiecbe  lichting  in 
ün  land.  Uet  ham  gaf  hij  *«cder  ook  de  „Dent- 
Mhe   HonatAUtter'^  (1879—1879),   „KiitiMdiea 


ntorkalendèr" 


io  liefat"  (1900),  „Die  Moe  <}emeiaadu{t,  on 
Orden  Tom  walmn  Leben"  (1901)  nit  Van  iQ'B 
diefate^ke  weifcen  noeOMD  wfi:  „W«ttirfharat«a. 
Oe«eMe  einea  Idcaüiaten"  fade  drak  I8M).  de 
tragedie  jSe&u"  0868),  „Dm  lied  der  Menaeb- 
heii  EpoB  in  34  Qeeliégen''  waarrao  8  dealen 
veiwAenm  via  «n  verder  de  «OTcHen  „ffindv  dea 
UAW  (leM).  B9«i>erieed  te  TeeUenbmg  den 


Uden  Jnni  1906.  Z^  ./^eMomeite  Wwke"  i^n 
in  1Ö07  Ja  4  deelea  vvradteoen. 

Hart,  Jiiiiuê,  een  eehfjjvet  en  broedei  van  den 
ToorgauHb,  den  Msa  Agril  1659  te  Mmwter  g»- 
boren,  atodeerrde  te  Beilga^  ging  in  1878  ale  too- 
neeh«oen£ent  oaai  Breonen,  was  daama  ale  jour- 
nftUct  (e  Ologau  en  Brom' 
aedert  ISSl  te  Bn^fa.  E 
de,  met  sgo  broeder  geaeloevai  werken,  eehrecf 
liii:  „Sinaara.  Oediehte"  (1879),  ,J>oi)  Joan  Te- 
norio"  (1861),  „Der  SompT'  (draioa,  1685), 
„Fftnt  NoTellen"  (1S88),  ,3omo  Snm.  Bm  neoca 
GediehttMich"  (1890),  ,3ebHucht"  (1893),  ,3tun- 
men  ia  der  Naoht.  Viwonen  et«,"  (18ft8),  „Tri- 
iHDph  dce  Lebene"  (1893),  Tnder  „Geachiehte 
der  WoUitoratui  nnd  dea  Tbeaterre"  (1894— 
1607,  2  •Ün.),  reilrinngei^  J)er  neue  Qott"  (1699), 
JM  neoe  WeUerkenntaia"  (1902)  en   „TtSune 

lf»l  Itiwlrltwaiilliir  ie  aan  cmuldqke,  de 
adembaliog  bekmmnende  ^Moniog  in  ixA  «odK- 
«jf  oahq  bet  hart 

Hartiiaes*iii.  Zie  Batt  *n  SloadwUe». 

Barts,  FraneU  Bnt,  «en  Noofd-Amerifcaanoeh 
BcbTHm  en  dicibtef,  den  aSstaa  Aagnatua  1639 
te  AibanT  (New-Yock)  ^jehoren,  Teotrah  in  18M 
naai  Caiiftnnie,  waar  biQ  fMbteiMorolgena  wwk- 
zaaea  was  ala  gondxoeker,  tatderwijzer  ietteoat- 
<ter,  moderedactenr  van  het  wvehUad  „"Die  góMan 
Era"  te  San  Framoiaeo  en  wtgever  van  het  Uad 
„llie  GaXAiCDian".  In  1864  werd  hij  tevena  ee- 
oretacia  bq  een  aldecJing  *aa  de  munt  der  Vec- 
«enigde  Stateo^  te  San  FWdaoo,  gaf  den  „Oier- 
haiUuOHij"  i»  bet  licht,  w«k«  grooten  bqval 
rond,  en  verwierf  door  het  hnmorialjaefa  gediiebt 
,3eiübea  <%i]»^' gnwten  loean.  In  1871  hwaf 
hjj  ueh  naar  N«w-Tork  en  verTolgena  naar  Boa- 
ton  en  w«d  ia  1876  eooairi  dei  Vereenigde  States 
te  Eiefdd.  Sednt  Uaart  1881  bekleedde  bS  die 
betrekkin  te  OlUgow,  veatigde  aich  in  1665  te 
Londen,  en  ovcdeed  den  6den  H«i  1902  te  Cam- 
heriey  bq  Alderebot^  ^n  fomaoa  heU)en  grooten 
(mgang  gemaakt.  Daatran  noemen  wg:  „iSte  hiek 
«t  lOBjing  camp"  (1868),  „The  outnaate  of  Po- 
ker H^  (ISTO),  „Poeorf'  (1870),  „Poeücal 
worke"  (1673),  „Ure.  Skagg'e  bnebtatd"  (1872), 
„Ecboea  of  Hm  FootUUs"  (1874),  „Taliea  of  tba 
Argooaate"  (1675),  „ThanÉrfnl  Uosaom"  (1876), 
„<Miriel  Ocoao;"  (1876),  „Two  men  of  Sand;" 
(1876),  „Tbe  ator;  ol  a  aax"  (1877),  „DrHt  tiom 
two  ebnea"  (1879),  „Tba  twina  of  tbe  Tabel 
Ifowtain"  (1679),  „f bp,  and  Fomd  at  Biaiing 
Stai"  (16»a),  Jb  the  (Wquiiwr  Wooda"  (1863), 
,fla  tba  froottor"  (1664),  „B7  sbore  and  Bei%e" 
(1865),  „Hanja"  (1886),  „SoowhouiHl  at  Eagle'a" 
(1866),  „A  oüffioMiM  of  Roi^  and  RöwlrT'-' 
(1S87),  „The  qneen  of  tbe  Fimte  Trie"  (1887), 
„Tbe  All         ■      •  "^"   '-^-"   "™i" 

Phviis  t ^,   „ 

„The  heritage  of  Deifiow  Harah"  (1^9). 
waif  of  the  pfaün"  (1890),  „A  vard  of  the  gol- 
dbn  gata"  (1891),  „A  Saprfii  of  Gr«n  Spo'-  " 
(lesf),  „A  fint  famÜT  of  Taaaiara"  (1892),  .._. 
knel  Starborttle's  eigent"  <1S92),  „Snev"  (1893), 
„A  vnUeée  of  Jack  BamVnV'  (]6e4),  „Tbe  h^- 
rkwer  «tf^AnaeTa"  (1894),  „CUienoe"  (1805),  ,Jn 
a  h^w  ol  tbe  iÖU'  (1805),  ,Jlenl'a  ford" 
(186^,  „Hm  «roaada  of  tbe  ExeeWor"  (1897), 


r 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HARTE— HABfT   BN   BLOEDVATEN. 


D  .^tom  sMxlhili  to  pi- 

HftrtelMftat  w  «en  Midere  nftam  tow  oa-Anti- 
lope  (se  Anlitope). 

Bart«l,  Wühelm  Augiut  lidcfer  von,  «en  Ooa- 
tenTJjkMh  fetterlroiKtiee,  den  29«tea  Vta  I8S9  l« 
Hof  in  MoranS  geboien,  stadMKte  te  Weenen, 
vealiffde  üab  dMW  tia  pnrafebfeerat  en  wen)  » 
in  188»  boUeneeiriMm  en  «o  1672  gewoon  booe- 
teerau  jo  ie  klMsieke  MtoThnde.  Ode  wenl  Jig 
in  1671  «onNapondeeteiid  en  in  1S73  gewoon  lid 
VM  óe  K«jieilj}ke  Aeademie  tui  W«teaMiitimen. 
In  1692  w«rd'  bg  4oor  via  beiMeiiriDg  tot  ndder 
ia  ée  Orde  rtn  de  Uieren  Kroon  in  den  «del- 
stand  ofigeaoaMn,  in  1890  lot  dkeetear  det  hof- 
UUiotheek  en  tevenslang  lid  tm»  lut  HeemnbnU 
beooemd,  terwijl  bg  in  dé  kaiüartteo-OIary  (1899) 
en  KM«r  (190())  mtoistec  no  Eeredienit  en  On. 
derwni  wiu.  H^  «retleed  den  13(ten  Jmkimj  1901 
te  m«iwB.  Ui  lererde:  .yHomeriadte  StodieQ" 
(3  dhk.  ade  dnik  ran  iMt  l«te  ded,  1S78),  „De 
moatbeoiaebe  StndMn"  (I8T7— 1«78,  2  dia.), 
„Studiën  Ober  Kttmiittm  StMtsrecbt  and  Uikon- 
dcnwoMD"  (187S),  „Ueber  di«  gtwebMefaeo  Pa- 
pjri  Bnbenw  Baaka"  (]«e«),  „Eritudte  Vet- 
swibe  mr  6.  JMada  öm  liwia"  (1886),  en  „Pa- 
triatiMbe  Stadiën*'  <ie90~18»S),  aknkede  menwe 
Qi^yen  nn  gutropiu»  (1672),  Ggfrimu*  (1868 

1874,  3  Al),  EtMorftiM  (1882)  en  tm>  Oagliari, 


siMtiemmm".  V<erler  beweikte  hq 
ea  patram  Wnanan  HiRMnienMom"  («B.  I,  1987) 
en  den  17den^21at«n  Ank  lan  Ourtitu'  „Grre- 
flhiacbe  Gmmnmtrk"  en  Raf  met  Widchof 
Wiener  0«ne««"  (1695)  wt.  Sedert  1874  was  hg 
-    '      '    '  it  de  „ZwtoebrdFt  Iflr  JMerreidiJ 


/  het  tijdaebrHt  „Wdener  StndieD". 
Hart  M)  BloedvatoD  («e  <k  plaat).  H«t 
mcnsehelgk  Kdiaain  ie  oveni  inet  een  niteist  Ign 
aetwerlc  van  nanwe^ka  voor  het  bloote  oog  zicht, 
bare  boiaJM  doDTweven,  weUrc  den  dmmu  van 
haanaUn  dnwen.  Door  bun  dunne  wanden  bren. 
gen  zg  bestandde^n  van  bet  bloed  aan  bet  weel. 
mJ  en  «ja  ig  toTene  in  staat  daaroiit  vkicübare 
deelm  door  tiMorpti»  og  te  Aemen.  Terwül  bg 
di«  ToediBg  Taa  net  weefsel  het  bloed  de  zunr- 
■tof,  «lo  ign  haenn^lobine  gebooden,  afstaat  en 
daarToor  koolaniH'  mt  het  wwCaol  opae«nit  (tte 
Bloed),  TCBTMidert  bet  in  de  baarratwi  weldra  loo- 
leer,  dat  het  oMt  langer  KeechiJit  ie,  om  tot 
ToodiDg  te  dienen.  Het  ouAniikbaar  geworden 
bloed  maakt  gestndig  pfants  voor  ander  Uoed, 
hetwelk  nit  het  hart  dooi  de  groote  alagaderwi 
gestuwd  wordt.  Die  «hgadeien  vertakken  lidi 
meer  en  meet,  worden  daartig  steeda  nauwer  en 
dunner  Tan  wand,  tot  ig  in  haarraten  (ii«  aidaac) 
ekidigeu.  Dat  gebeede  sïelsd  geeJt  men  den  naam 
Tan  Sa^aiUrtMtel.  Oaaienicgen  stroomt  het  ver- 
ontreinigde Uoed  door  de  aHenga  wjjder  worden- 
'de  takken  van  het  oderiUUd  naar  het  har^t  terug. 
Aan  dese  beweging  van  het  bloed  val  het  hart 
door  de  slagad«üen,  haaj^Mten  en  aderen  naar  bet 
hart  terug,  geelt  men  den  naam  tbh  groolen 
bloedtomloop.  Van  dnen  is  de  kleine  bloedeom- 
loop ooderaebejden.  Het  hart  namelgit  is  dom  een 
wand  in  2  afdeeftngen  verdeeld,  tn  een  reebter- 
en  een  Unkeiheilt,  en  dk  dier  twee  «fdedingen 


in  «en  ondefate  en  bovenate  gedeelte,  kamer  en 
boetsM  genoemd,  Het  bloed,  dart  door  de  elag- 
aderi  d«  kaneia  vedaai,  keert  door  de  aders 
naar  dm  boeaem  tenig.  De  KokerkaiMr  lendt  het 
door  de  aofta  aaar  bet  geheele  üohaam  bebalTe 
naai  de  kogen,  de  reditwkaiDet  door  de  toog- 
dagader  mu  het  haarTateuweeFsri  der  longen, 
Traar  bet  sn  bet  bloed  opgeloete  kooliuur  «laate 
maakt  voor  de  loorstof  der  ingeadeimde  damp- 
kringshiebt,  waarna  het  geinJTerd  en  opnieaw 
tot  voeding  gesehikt  geiMnten  Uoed  door  de 
longaderen  naar  den  «ikerboeseai  en  uit  dezen 
naar  de  lütkerkainei  stiooinit,  om  van  hieruit  op- 
nieuw den  groot«&  odrioap  te  beguraen.  Den 
stroom  Tsn  reehteiiaiikev — loogalsgaderen — lon- 
gen— longwleM  naai  den  Unkerboeaem  ooemt  men 
den  kleinen  UoedsooikKifi;  tn  deien  bergen  de 
slagadRs  «deriyb  bloed  en  de  aders  tIagMeilvk 
bkwd,  maar  de  ridiUog  van  dien  Uoedstroom,  al. 
TOOI  de  ahw»deFS  tni  bet  baii  af  en  vooc  de 
adeie  >aar  bet  hart  toe,  hebben  qj  met  andere 
skgaders  en  aders  gemeen.  Het  begrip  van  den 
bloedsomloop  is  Teel  later  or"— '"-  '^    '- 


r  ontwikkeld,  dan  i 


de  linkerkuner  stroom- 
de. Eamt  Stneto  (1658)  en  Colombo  (1559)  be- 
wasen  het  bestaan  tsh  den  kleinen  bloedsomloop 
en  bet  dotnde  tot  1628^  vMr  Uarvejf  den  grooten 
bioedaomkop  aioktoonde,  olsdiAon  de  baarT»tea 
toen  nog  wet  beltend  w*i«n;  Malpiahi  Tolgde 
den  Uoèntrooin  in  deae  het  eerst  oooer  bet  nü- 

Het  naft  ■•  aboo  het  middenpnot  Tan   den 

E  noten  en  Wdiiwn  omloop,  een  atuwwnk,  dat 
t  Moed  in  bet  d^wIersteJad  drgft.  Het  ie  p- 
iegen  aditer  bet  bontbeen  ieta  meet  oaac  de  kn- 
icer  Tooragde  der  bMstkatt  boven  bet  middel. 
lit.  Zgn  «ngdde  «aoNDtrdikiiigen,  de  baitkk^- 
pingen,  kan  men  onder  den  Rnker  bnatt^iel 
dnideEjk  voelen  en  leèb  den.  De  faartetoot  ol 
harUlag  (de  deae)  ootetaat  door  de  UoketkanNT, 
a  veraadert 


volwassenen  (uigeTieer  72  maal  in  de  miaout,  4 
Udne  kinderen  Teel  vaker.  Toeh  beeft  het  bloes 
ondaaks  die  tjtbniiaehe  werking,  geen  etootsge- 
wgse,  maai  regdmatiige  beweging, 'gestai^  dooi- 
TleeieDd  in  de  Uoednkten,  want  de  nauwe  bear- 
Taten  bondni  de  vvoribeweginff  van  eken  bked- 
golf  tegen,  de  dadiecbe  el^adeie  letten  lioli  uit 
om  dat  gedeeke  vao  het  blo«i,  dat  na  «ften  hart- 
«toet  niet  door  de  hsMvaten  weg  kan,  09  te  ber- 
gen en  die  ehrtieiteit  ie  bet  welke  na  Se  samen- 
trekkjng  no  bot  taart,  ia  >ön  roetperiode,  de  ait- 
gerekte  wanden  der  Ukiedvat«i  weer  doet  somen- 
trrtken,  en  bet  bloed  geregeld  voortatuwt  mi  een 
itjgen  loo^  ervan  mogdigk  maakt;  elke 
we  UoedgoU  n  in  de  pols  Ie  voelen  ak  néen- 
verwgding  van  de  botte  van  het  bloedvnt 
.  _  Pots).  De  piaals,  iraar  bet  bMt  lieh  bevJudit, 
kan  men  bg  pereasue  waartwanen  door  het  doffe 
gekiid,  dat  ammeitdj^  veieebilt  van  den  toon, 
dien  men  boort  4^  de  phalAen,  waarachter  tidt 
de  met  Indtt  gevnlde  longen  bevinden.  Waar  de 
randen  der  long  ovet  het  hart  heenkggen,  is  de 
percnseietoon  niet  „mat",  maar  „gedempt"  en  die 
gedcfupte  looe  moet  men  door  de  9erenene  be- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HET  MBNSCHELIJK  HART  VAN  VOREN 


15 

't  Linker  Hart  ia  meer  naar  voren  gedraaid,  de  kamers  ign  geopend.  De  kleppen  van 
de  longalagader,  behoorende  tot  de  rechter  kamer,  moeten  rechts  van  het  kamerschot 
gedacht  worden.  Zij  lijn  hier  naar  links  geteekend  om  de  aorta-kleppen  te  laten  zien. 

1.  Linker  Halsalagader,  2.  A.  anonyma,  8.  Aorta,  4,  Bovenste  Holle  Ader,  5.  Halve- 
niaanvormige  kleppen  van  de  Aorta:  Hechter  klep,  R.  Linker  klep.  7.  Achterste  klep, 
8.    Rechter  kroonslagader,    9.   Rechter    boezem,    10.    Valv,  tricuspidalis,    middelste   ■""- 


I  Vlies,  12.  Achterste  vli 
15.  Linker  Kroonslagader,  16.  iDcisu 
AcblerBle  papillai rapier,  20.  Achterstt 
Milralie,  Toorsle  vlies,  22.  Kleppen  va 
23.  Jtechter  balvemaanvormige  klep, 
bartoor,  26.  Longslagader,  27.  Ductus  arteriosus  Bolalli 
tel  been  sl^adr- 


IS.  Rechter  Kamer,  14.  Voorste  papiilairspïe  . 
1  cordis,  17.  Linker  Kamer,  18.  Kamerschot,  19, 
vlies  van  de  mitrali?,  21.  VaWula  bicuefjidatis  of 
de  Longslagader:  Linker  halvemsHnvormige  klep, 
24.  Voorste  hnlvemaanvnrmige  klep,  25.  Linker 
-    '  «  -  "■   j^jg  Embryo),    28.  Linker  Bleu- 


DigilizedbyGoOglC 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HART  SN  BLO£X>VATEN. 


pden  om  <fe  grootte  vao  b«t  hort  te  noden.  Die 
eroottft  »  «aügeuDs  vcoreduUeDd,  4otii  komt  in 
nel  dgemeen  oveieen  roet  de  frootte  van  de  Tmat 
TUI  déneUden  penooii.  Ett  heelt  de  godaanto 
na  een  aipfawtt«i  kegel,  welks  top  nou  be- 
neden es  teveni  hb&t  ik  Bttk«i  z^de  h  gaitsbi.  In 
bggMuide  «Jb.  n  b«A  bait  Tooigeateld  in  iga  Dft- 
ttmriöken  attui  en  vao  ioi«n  geaen.  Jf  M  tUU 
TOor  de  kngte-ds  tui  het  Hehaun.  Eeo  grooTO 
wö«t  de  grens  Mo  rao  den  wand,  <fie  bet  bait  in 
2  deelen  «ditst.  De  t«ebt«r  beUt  Kgt  meet  neur 
TOTen  en  de  linker  beUt  meer  dmt  achtereo,- k>o- 
dat  gemelde  groefc  T«n  voren  meer  ne«  de  lin- 


Hwt 

ker-,  mur  «ut  den  aAterkaot  tui  bet  bart  meer 
Mar  de  reetiterzöde  gelegen  ie.  Een  dw&ree 
groeve  *adedt  morle  het  haxt  ra  een  ondente 
en  boveute  gedeelte.  3^  komt  overeen  met  «fe 
peeeaebtige  nngen,  Tan  Uaprüezen  voonien, 
waardow  dk  diw  i^deeVogen  wederom  m  2  dee- 
len  geiplitet  wofdt,  ia  de  boezems  en  kunen.  In 
de  4>oetenu  rtort  het  Uoed  tm>  de  aderen  zidi 
uk,  hetwA  verTotgena  efdaoh  in  de  kamen, 
Tumar  bet  door  MmentitÉkij^  tsd  bet  hart, 
wautq  geouMe  ktafiTÜeien  rich  skLlea  en  den 
tenvweg  na»  de  boeioaa  onnKig^k  maken,  jn 
de  tdagaderen  gestuwd  wordt.  Dne  wcmfan  door 
de  bloedgolt  mtgerekt  en  dringen  die  weer  terog, 
maar  de  weg  naar  de  fcamoTB  wordt  na  veanperd 
door  de  Ue^pen  in  den  mond  Tan  de  aorta  en 
Toö  de  loDgslagader,  welke  kleppen  Mj  de  «a- 
mentpekktog  der  kaoHVB  opeoaloDdMi,  mau  mt 
door  de  terugdringende  Uoedgc^  gesloten  wor- 
den totdat  een  «ienwe  samentrekkHK  een  nieu- 
w«  grif  in  de  dagaden  went.  Terwijl  de  hoit- 
kamera  ach  door  Bamentnduhig  (t^sloh)  van 
haar  bteed  ontihsten,  ToSen  zich  de  boeaems  roet 
OMT  het  hart  temgkeerend  bbed,  en  zoodra  de 
kamers  na  de  aamentrekddi^  Tershippen  en  wn- 
der  «orden  (diattole},  trekken  de  boesents  noh 
«amen  en  storten  hnn  iedHind  in  de  kamere  niL 
De  lecfatM  boesem  doet  dat  door  bet  oêtium  re- 


Romm  destmm  been,  de  Üoker  baei«m  door  de 
opening  tueadien  Itoker  boezem  en  ünkei  kamer, 
het  ottutttt  eenoeum  tinutrun.  Het  eerste  oeUum 
kan  gesloten  wMdev  door  een  kk^ ,  die  nit  drie 
Tlieien  bestaat  en  valvula  Irieurptdalia  beet,  de 
kiep  toesdien  linker  boei«n  en  biJter  kamer  be- 
ataftt  uit  twee  TÏeien  en  heet  valvula  biaupida- 
U»  of  «ülTaii*  (ae  de  pktat).  De  klapTÜezen  wor- 
den ge^anoen  door  peeiige  diaden,  welke  dwars 
door  de  iuctkamer  ioofta  en  aan  ^nertepeltjes 
Tan  de  spierwwden  der  kamen  bevestigd  lyn, 
Zü  veikatten  tieh  Vi  de  eamentrekking  nu  de 
waodeD  dn  kamers  en  geven  den  steun  aan  de 
deeiea  ven  de  klep,  die  utden  door  dco  bloed- 
druk bg  de  sjetole  der  kamere  Mttdeo  omdaui 
Én  de  boemM  en  de  paoeage  tTjH**'»^  ^^  V>^ 
ren  heeten  praUkèi^neren  (lie  de  ^aat).  De 
qtier  TUk  den  Wtwand  xd!  )«  dwars  gestreept 
en  iva  bnodele  ioopen  m  veraehHlende  ricbting. 
De  oppervlakkige  tagen  hxipen  schoHis  over  aa 
twee  kuoeis,  dan  om  de  punt  vaa  bet  hart  been 
en  geoo  «ho  in  de  <k«peie  kagen  over.  Bq  de 
'baue  vaa  het  hart  vindt  men  ook  tunede  ringen 
van  knügvomagloopeitde  faoDdde,  die  sfedtts  één 
kamer  bèUeeden. 
De  waDd  tui  de  liokerkimer  ie  dubbel  aoo  dik 
9  die  van  de  roditerkamer,  die  aUeen  voor  den 
einen  Uoodsomloop  bdweft  te  «wgen.  Zooafe 

00*  de  grootte  van  het  badt  kert 

leert  ons  de  hsridM;  [tie  deie)  en 
de  ansenltatie  lön  aiiheidstoeetsnd.  Waot  door  de 
daitjog  Taa  de  kameiboeKmkkmen  in  de  ka- 
merejstole,  en  de  ehiiting  van  de  «agadeiU^ipen 
in  de  diastole  ontstaan  twee  lonen,  de  eerste  en 
de  tweede  karttwm.  De  kleppen,  die  enat  slap 
hiDgen,  worden  (dotodioe  etiiU  aaD^emaoaen,  en 
dat  TeroorMakt  eeoig  gehiid,  dat  bg  den  eersten 
toon  iMg  verateiit  wordt  door  de  samenkeUciflg 
van  de  bartefwer  en  de  sjstoliedte  ibtieicking  van 
de  k)ng-  en  de  liohaamsakgader.  De  eecste  kaa 
men  het  beat  hooren  op  de  idaate  van  den  hait- 
Btoot,  onder  den  tepd,  waaobeen  bet  geluid  mn 
de  nütfudklep  voorlgeleid  wordt,  terwgl  men 
den  toon  van  de  trimttpiifaolHrr  bet  best  aan 
den  reditenuid  Tan  bet  borstbeen  bq  de  vüfde 
rK  hwMt  Deo  tweeden  harttooo,  si.  <Sen  van  de 
aortakkmn,  Temeemt  men  bet  duideljket  links 
tan  bet  boiatbeen  toasdien  de  2de  en  3de  lib, 
dien  van  de  longriagaderkleppen,  toaacben  2de 
en  3de  tib  rechts  vaa  bet  boiMbeen.  Versteiking 
ol  verawakkdug  van  den  eereten  toon  ikudt  op 
veretëiite  oi  venwakt*  weiinng  vam  de  kamer, 
versterking  bjjT.  van  dm  2d»  toon  vao  de 
longslagaiMir  op  overvuliUne  van  den  kleinen 
Uoedsomkop.  Nog  gewiehttger  is  de  verande- 
ring van  de  tonen  ïn  ^eruisehen.  Waaneer  byv. 
de  mitnUis  udi  niet  goed  ehiit,  dan  dringt  bij  de 

Sitole  van  de  karoer  een  deel  vem  bet  bloed  uit 
Uoker  kamer  er  doorheen  naar  den  linker  . 
boeien)  en  daardoor  verandiert  de  zuiveire  eerate 
Éwrttoon  in  eei  gyilotüch  geruiteh.  (Zie  hieronder 
Ziekten  vm  hel  hart).  Hetxellde  gevolg,  lA.  een 
gyatoMsch  geiuisdi,  heeft  een  veruamwiiog  (steito- 
te)  vau  de  uitmondiug  van  de  aorta,  waaA  dan 
moet  bet  bloed  licb  dwr  een  spleet  wringen  en 
dat  verwekt  geraiecbeo,  terw^l  omgehewd  een 
vernauwing  vaa  het  liniier  osüum  venosum  of  een 
deleet  aam  de  aortakk^  ndi  in  de  diatMe  doet 


DigilizedbyGoOglC 


HAKT  BN  ffiiOBDVATEN. 


nnnie   i^iiiwniiiii      LHi    sauiva    a^ll 

«kitoit,  en  ét  vUeaof^n  benndea 
oste  eedeelte.  Ia  oe  tigmir  h  R  de 
e  ÏHM  butkniMC,  r  de  reebber 


gelden,  waubji  een  düuMueh  Aori^cnriaeh  «ten 

tweeden  harttoDD  vervangt.  Nuat  deic  ~ 

sehe  hfrrtgeroisobeo  stun  mindn  eoed  i 

de  snmganiecbe  g«ndacbes  -zMider  bcfnalde  klep- 
gebreken  in  TmBchilleikde  slgeDMene  shrarnie- 
sen  als  wateaat,  iw^totoeBtMxleii  bg  koortng« 
ziekten  enz.  M«n  noanrt  ze  ook  wd  „loddentM- 
)e''  geraisdnn;  ze  sciiöiien  ep  cianiéofniA  fmbc- 
tioDDeeien  wn  bet  «pdenMMuMt  te  bwnatei^  (kt 
de  duitisg  der  tleppeD  bezo^  en  Terdwönen 
vaoJi  bij  het  tMntoTder  kracMen.  De  gedaante 
det  4  nuntan  ras  het  taart  ia  bmt  veiMMUend. 
I^ai  het  TCiticale  taucbenBolMt  mar  de  ijide 
der  i«cbt«T  afdeeliog  g«w<tfd  ie,  .heelt  dese  op 
dooroMde  een  hatTemaaoTonni^e  en  da  linker 
ardeelanc  een  Tonde  gedwinte.   De  kamers  zjjn 

naar  oadeien  geekitoit,  en  de    " '     '   ^ 

lich  m  het)  bovenste 
redttei  en  I.  de  ÏD 
en  t  de  Unier  boeiem,  a  de  rtagadn  vot»  bet  li- 
chaam en  o'  die  voor  de,  kogen.  Reeds  genoemde 
k«^v«iniiige  nitoteekeete  es  de  voanüteprageo- 
de  «fücrbuDdda  geven  ama  de  kamera  een  onrc' 
gelnntig  'vovrkoBMa.  De  Moneoste  «jipefvkkle 
d«r  tioezeniB  la  efEentx,  maar  deie  ajn  tn  hnn  ge- 
heel T«el  onregelmatiges.  Elk  vu  <ieie  heelt  een 
blinden  tc^,  biet  oor  genaamd,  wa^dotnr  bet  hart 
een  eenigaiüw  afgeronde  gedaante  krqgt.  In  o 
stel  men  bet  oor  van  den  Mwr  boeüacti.  De  4 
ruimten  ign  van  binnen  beUeed  met  een  glad 
weivlies  (endoowditmi).  Een  dergelqk  vkes  om- 
geeft het  hart  van  hnUea  tot  «m  dea  ooraprong 
der  Tailen  en  ie  hier  omgeriagen,  om  het  b«rt 
nogmaals  tot  aan  het  ondetste  aotekule  Ie  be- 
klèeden  en  draagt  den  naaca  van  harteak  fpert- 
cardiwn).  Die  heide  beUeedsele  lifD  echter  nwt 
Bamengegroeid,  maar  door  eeoig  nxirt  geachei- 
den,  zoodat  v^  over  elkander  kmmen  aaraiven. 
Uet  hart  ie  doe  geplaaM  iffl  een  giiU)erigai  lak, 
waArin  Ret  hi{  ^e  hartklopfnag  gemakkuijk  van 
Btmd  veTHtdeten  kan.  NJet  onröia«t  been  men 
het  hart  vecgeMen  bij  een  hoold,  >n  een  dubbele, 
ingestolpte  akapmnta  gedoken. 

De  vaten  tui  den  klenten  Uoedewmloop  staan 
jn  verband  met  dk  longen  en  ver^achen  dw  geen 
uitvoerige  beechonwing.  De  «lagsder,  diie  uM  de 
rediter  h&rtl[aiiier  ontspriingt,  drsa^  den  naam 
V8D  iongslagader  fo*^.  Dese  kan  aan  zjjn  begin 
worden  gesWlen  dóór  dne  hoJvemaajivornuge 
kkpfliezen,  wielke  lidi  openen  naai  de  züde  dor 
longen,  maar  zidi  eloiten  bjj  de  verstafming  der 
kamere.  De  aderen  van  deo  kledoen  btoediwmlw^, 
die  zich  \st  den  Koker  boesem  nitatorteD,  vrorden 
kiDeaderen  (v)  genoemd 

De  dagaden  en  aders  raa  den  groeten  bloede- 
omloop venehiHen  onderling  auunetkdgk.  De 
wand  der  aliiMdera  is  dikkei  en  veerkraditiger, 
om  eaarienl^ier  drakfcjog  Ie  fcuMien  verduren; 
haar  aantal  w  kiriner  en  haar  raimto  ia  het  al- 
gemeen mïnder  groot,  doch  het  hloed  stsDomt  et 
met  ved  nteer  meihetd  domhera.  Yoorts  beeft 
men  in  de  aders  takyke  klapvliezen,  ^  het  te- 
rugstroomen  vaa  het  bloed  veitnaderen.  Wan- 
neer de  mieren,  waartnaaeben  ds  aders  in  de  le- 
dematen loopen,  aA  samentTekken,  drukken  zij 
op  de  adei*  en  bevrndeieB  daarmede  den  bloeds- 
omloaf),  dte  licfa  door  den  vwm  der  klepfien  al- 
ken in  de  riditing  van  bet  irnxi  bewegen  kao. 


Voorts  vormt  het  aderstelsel  een  aiionderigk  net 
van  ader«n  05der  de  boid,  welke  met  de  dieper 
gekegene,  meestal  ton  gettde  nn  twee,  Jwige  de 
alagvdiKS  kNwen.  Bij  «en  VMWODdiog  ziet  men, 
daJi  iket  Uoed  uit  sUgsders  bg  turaefaenpooieQ 
met  een  straal  te  vooraeh^  komt,  terwgl  bet 
bkwd  uit  de  aden  kalm  wegvloeaL  Toeh  soaden 
die  bulMniddelea  bet  adellek  bloed  net  tegen  de 
zwaartekrMfat  n  oit  de  ondente  bolk  ader  mm 
bet  faant  kumen  brengen,  dat  v^  stawkracfai 
dan  reeds  VNbmfkt  heeft  De  krachti^le  faetor 
is  hier  de  adiemhaJing,  want  bg  de  madening 
ontstaat  e«i  negatieve  dnk  in  de  bontholt^ 
waardoor  bet  Moed  m  die  ader  ris  ''t  weie  <^^ 
zogen  wonit;  joist  de  «bi)te  vaa  de  vanden  du 
ude»  en  der  boezems  k  hier  een  voordeel,  want 
zü  knnnen  daardoor  den  negaitóeven  drak  vi^n 
en  vrgder  worden,  ~~  De  snelkeid  van  den  bloed- 
stroom wordt  4tg  faet  voortdurend  nooter  wor- 
dend stroongebiéd  steeds  gtiinger,  dt  gemmmr 
^ke  dwarse  doorsnede  der  hurvaten  k  onge- 
veer eOO  maal  grooter  dan  dfe  <der  aorta  en  toa 
moot  ra  één  sewMide  door  heidlB  deaeèfde  hoeveel- 
hekt  Uoed  stroomen,  dkt  kan  aUeen  als  de  snd- 
heid  in  de  baairvaten  evenveel  maal  geringer  k 
dan  in  de  groote  üchaNDBslagader.  Inltet  zwem- 
vtLes  van  den  kikker  is  onder  het  mievoacoop  de 
anelbeHi  door  de  beweging  van  cCe  Uoedeellen  Ie 
controleeren  en  daaf  vindi  men 0^ mm. inde ae- 
eonde,  in  de  slagader  van  den  kop  van  een  hond  ia 
lija»— SöOmni.  Men  berekent,  dat  ons  bibod  ia 


ia  bet  Üchaun  is  zeer  wieseieod,  daai  de  wijdte 
der  slagaders  zeer  wisselt;  zg  liebben  kringvor- 
mig  kHMKnde  «pieren  in  Inin  wanden,  die  onder 
den  invloed  van  vaatwouwen  etaon,  weUe  hun 
centrum  in  het  veilengde  meig  hébtwn  {vatomo- 
lore  zMiuvr«D)  (ïie  Vaaitenuteen}.  Die  zenuwen 
zjjn  in  ataat  bet  volumen  der  arteries  te  verklei- 
nen (wÈÊoeomtrietoren),  waartegenover  andere 
ataan,  die  het  vergiooten  {muodüalaloren)  eo 
ssmen  regekn  sQ  dm  Uoedtoévoer  en  vergrooten 
dien  voor  de  oiguten,  die  er  het  meest  behoefte 
aan  hri»ben:  soo  verwijden  ^  de  eUgaden  van 
de  huikoigSEien  tgdens  de  qngsvertieriflg,  dêe  der 
«pieren  bg  «pkraiheud  enz. 

Evenak  bet  «In^wleTstelsel  der  longen,  »>o 
neemt  ook  dat  des  Itdiaama  een  aanvang  met  een 
enkelen  stam,  de  aorta  {a)  genaamd.  Dexe  ont- 
gpringt  uit  de  üi^ei  hartkamer  en  ia  daar  door 
een  3-deetig  kkfivÜes  gesloten.  7^  kÜmt  aan- 
Vftnkelqk  omhoog  nadat  zg  onouddellgk  aehter 
de  kleppen  heeft  ge«ngd  voor  de  vo«Ung  van 
de  ha^éfrier,  door  het  aigieTen  van  een  réohtet 
en  een  ünker  krootudagader  (ue  plaal),  en  bnigt 
zieh  dan  ntet  een  boog  adutetrwaarts  naar  de  wer- 
vdkriom,  wnarkngs  ^j  naar  bet  hekken  afdaalt. 
Uit  bet  bdle  gedeelte  des  acotsboogs  ontapiingen 
3  gioote  daalden  (1,  2,  3),  welke  naar  den  hak, 
bet  bo^d  en  de  (urmen  kepen.  De  eerste  (1),  Art. 
anonjmn,  venkeK  zieh  weldra  weder  in  2  tak- 
kiea,  a.L  in  de  (dentdbeenskgadet  en  de  reebter 
bakdi«Hter,  terwQl  de  Mde  andeie  ekgaders  (2 

"'  TOOT  de  Vnkerzgde  dienen.  (Zie  de  ^s*t  bg 


boofd  T  _ 

van  d»  b(ds  voeka  Uo(>pea.  Tot  baar 


r  ujden 
takken 


DigilizedbyGoOglC 


HART  BN  BLOEDVATEN. 


bebooren  de  Inakdogwler  en  de  sUapdagider, 
diebt  TA6r  het  oor  fielëgan.  De  devtdibeeaaUg^der 
▼arrol^  Imu  wee  neiKéea  mim,  iwdat  iq  onder- 
Mheidaa  takten  aeett  «Igegeren  Mkr  het  boven- 
•te  gcJwHg  nn  dm  romp.  ^  ktc^  kk  maslag- 
ÊÓa  1m^  de  U&DensHde  viui  deo  bonns-nn  en 
Todeett  lidi  hS  dra  «Keboog  in  de  «ll«(^jp-  en 
■paaUKenokgÉMr.  De  «oifaj  WwB  de  w«i-ï«)ko- 
nm  afdalen^  levert  ma  bekte  qfcnii  de  elagaden 
der  ribben  en  eenige  taUen  aan  de  ingeWHidn 
der  èomt,  bomt  v«rT<olg«iw  óoot  bet  middeorif 
in  de  botUiolle,  wmi  ig  diMielpaieii  naar  de 
■pieren  vaa  doi  ranp  en  enkele  naai  de  iagew&n- 
den  van  doD  biük  «nendt  en  veideeH  zich  atnde- 
Ink  tqj  bet  bekken  in  de  2  groote  bekkentjeg- 
aden,  die,  na  b«t  nitHndea  tbd  ooderaeheiden 
tiUen,  et*  dQfdagwïeis  lange  de  bkinen^fde  dei 
d^Mi  keoen,  dan  rieh  naar  acbteren  bn-igen  en 
door  de  Wte  vbd  de  kiii«^D  faAren  tocht  mort- 
setten,  cm  mdi  daarna  ia  2  boofdtakken,  de 
■dieeiibeen-  en  de  kmMegwler,  te  tvrdeelen. 

De  BTOote  «dei*  vengeMHen.  looate  wg  reede 
«miacten,  de  dagaden.  De  aden  Tan  de  maagi 
de  dumen  en  de  milt  ««reeugen  üA  ecbter  txA 
«en  grooten  stam,  de  poortader  genaaiii4  — "~~ 


naar  de  tevar  kMpt,  aéh  luet  in  tafa^ke  takken 
«n  einaMök  in  leen  net  -na  baarvaten  ver- 
deelt, die  «dl  daarna  w«der  tot  een  leieredn  Tei- 
eenigen,  om  >ieh  ia  de  oBdenrte  boUe  ader  {H} 
lüi  te  storten,  w>^e  al  het  aderiqk  Uoed  iwi  de 
ond«Trte  be^  ijes  li^taams  terugvoert  mar  den 
reehter  boeoem  fr),  terwnl  de  hovenflt«  bolk  ader 
fff')  denseMden  dnnst  bevQet  aan  d«  bovenste 
Mft  mn  bet  Kehaain. 

2ie  verder:  BloeddnJc 

Ziektenvanhethart.  Deie  behooien  tot 
vJM  gio^wn,  irant  men  rek«nt  er  onder  de  aan- 
doeningen v«n  den  baotxak  fpmeardiitm),  die  van 
bet  «ndoeardiuwi  (bet  wetvhêa,  dat  de  bmneDvUk- 
te  van  bet  hart  beUeedt),  de  gel»«ken  aui  de 
UetipeD,  en  (en  vierde,  de  ziekten  nui  de  hart- 
■ner  vil.  Bind^^  vonnen  de  nerwoM  bartaaa- 
dneningien  een  olioodniqke  groep. 

I.  PerieardiHi.  (Ontatéking  vwi  den  bartiak). 
Deie  ia  eomtödB  primur,  «nuf  meestal  aeenndaiT 
en  tmedt  op  biQ  acnut  gewricfatwhenmatienM; 
met  of  K»dn  aente  ewioeardUH;  veel  idcfaamer 
bg  aodere  stekten  als  roodvrmk.  clironiei^  nier- 
liekte  eoi.  Zeer  raak  ia  de  pnjeaiditia  de  voort- 
Mtting  van  een  nabonge  onteteking  vooral  vui 
den  unt  der  lowen.  Doorgaans  zön  ^  luor  elk- 
ander toeeekeerde  of^wirkkten  van  den  dnbbe- 
leo  hartzak  over  bmr  g«heele  nitg^reidlMid  cmt- 
atoken.  Zg  «afden  rood,  geiwoHm  en  week,  ter- 
wjjt  ifj  «en  watentebUge,  veel  eiirit  bevattende  of 
Moedwige  vJooiatof  m  de  TÜnte  tanehen  deae 

rrvUten  afscheiden,  vnorad  bjj  peidoarditde 
übeoma  i«  bet  exeódMt  meer  vloeüwor  fae- 
reaacAJ  of  eemfilnBenaeb,  maar  bet  k  etteric, 
ak  de  eMeiiog  van  een  mbudg  «(gaan  of  ab 
fifaemie  de  oonaat  ia,  terwnl  men  «en  Hoedeiige 
utotottks  meei  bj  tobeMnloae  vindt.  De  fibrine 
kan  ver^Koeüngen  opwekken  tnasdMn  bart  en 
bart«iakje,  ol,  ala  de  oatateUag  ook  op  de  boi- 
itxftbkte  ina  bet  peiioaiKfinm  aotAlt,  tnneben 
harteiakje  en  boratwM>d.  Deiselqke  vergroMin- 
gen  kannen  de  bewegingen  van  bet  bart  bekm- 
■""■         ■'      .    biA>ben.    FnniMre 


acute  ^mMardiitis  vorooriB^t,  ak  zjj  niet  be- 
paakl  hebt  ia,  at^nde  vija  ia  de  barlstrecl,  be- 
lemniering  óei  adenuüfing,  bsirtklo^niigen, 
koorte  en  algemeene  stektererschünaek.  Duide- 
tj^er  dan  die  «objeetdeve  verafdi^jiiMlB  lyn  de  ob- 
jectieve, wtuit  vnök  boort  men  met  den  etetboe- 
coop  het  wrjjvingegehiid,  dat  de  rauwe  vlakten 
by  de  hartbewegiog  maken  en  aotna  ia  dat  peri- 
eardUUe  mr^ven  ook  te  vo^en.  VerzaineM  lich 
v«el  voriit  m  bet  bartenkje,  dan  wordt  bet  hait 
nn  den  boratwand  algedróngen,  de  boristoot 
daardoor  xwakJcar  en  daü  het  lakje  wordt  uitge- 
lekt, vindt  men  bjj  percoseve  de  hartdeina>in|g 
naar  vetbta  en  Vak*  vergroot.  Eeo'akilenotiek  ia 
daarbg,  dat  men  den  faartstoot  op  de  normale 
pkota  vindt,  dae  bimnm  de  grenrign  vam  de  dem- 
ping, met  wefte  Iga  sg  «uan  unMnvakt.  Daar 
bet  vocfat  «en  Kceia  vi^^id  van  verpkataing 
'■--"^  vtoutdevt  èb  voim  vm  4»  dempiog  bg 
jeveraiidetiag  vao  den  paMnt  en  wordt  de 
demping  uitgebreider  ak  de  patiCnt  lich  «t»*^- 
Het  v«iloop  v«a  |mi«anliitia  kam,  als  ^j  ak  oom- 
pHcatte  van  plewitk  of  gewnehtaiiieBna  op- 
treedt, leer  guMÜg  t^  maac  bQ  sware  nekte- 
toeeianden  nn  het  optredcB  van  peiieatditia  de 
d&Mote  oomak  vao  den  dood  >^  Bemald  on- 
gunstig k  de  toberetdenn  vonn,  nog  okditer  de 
ottetige  bf  pvaemae.  De  dtroniteAa  p«rteardctM 
begint  ak  «wdbnig  of  ontwikkett  neb  wt  de  am- 
te  en  leidt  09  den  dnnr  tot  venwakköng  van  de 
haitepier.  met  de  eevaariqke  gevolgen  voor  dan 
bkedsomloop,  <&  bij  de  andran  bartii^ten  be- 
sproken wi»den. 


al  bot  gerolg  van  andere  (»geet«ldbedea  (oïm- 
nekten,  gtbrekeu  der  MapvËeien  eni.),  welke 
waterzucht  voroonoken.  Zg  «nMaat  mi  bet  eei- 
ate  geval  vecj  kter  dan  de  watem^tboopgng  in 
andere  numtien,  ja,  dikwgk  «ent  bg  bet  nade- 
ren VUL  den  dood.  Waar  tg  neb  vroeger  ve^ 
toont,  veroonaakt  ^  Memmering  in  de  ademba- 
luK  en  den  Moedaoraloiy.  De  objeotieve  ver- 
scbgMria  zgn  die  van  mncaiditiB,  maar  ^  ont- 
gt«kin«ven«Ai|rnad  ontbreekt  ertii}. 

II.  Ëiujoeonfitii.  W^  hebben  ög  endocanïlM 
tneestat  met  baotcriSn  te  doea,  die  «n  het  bked 
diiculeeren,  «db  op  bet  endo«aidtom,  vooral  op 
ds  bartklrópen,  nestekn,  en  daar  ontsteking  ver- 
oorzaken. Vooral  4)q  aennt  gewri^terhenma  treedt 
de  endocanfitiB  op  in  den  vorm  van  kleine,  pa- 
pilWre  knabbeitK*  «P  het  eadoeaiiUDm  (vem- 
eeuie  endocardilia),  tenrjjl  Mpfieaemu  o>t  nyoemta 
nniJriiting  kan  geven  m  ds  veel  iwaardere  ui- 
eeraae  endoeavdWa,  «aari^  door  denecroae  van 
bet  w«el«l  zwMen  ootctaaa.  Bg  dezen  nleercn- 
len  vorm  vindt  men  alt^d  microooeeen  in  btt 
ontatiiken  we^el.  Meeet  taeft  de  endoearditu  de 
kleppen  van  mifrotia  en  oorio,  en  de  fibriM,  die 
op  iM  kleppen  zit,  ban  kagewodd  en  naar  aaMkn 
organen  gevowd  worden,  waai  sq  embeUefln  doet 
ontataoa  ng  de  vaermeenze  endoóiditia,  of  cmbo- 
1m(ém  abaeeoeen  l^j  de  nkerenze.  De  veneiign- 
(ele  van  endoeaidÈüi  boagen  gehed  af  van  hare 
iotensiteat.  Ia  de  ttehte  gevefien  zj^n  de  sobjec- 
tkve  geiing  (bontkloppingen,  ^  in  de  hart- 
^mtk,  ademnood^;  de  objeetiOTe  toonen  verateik- 
■te  hartwwking,  vmanelden  fok,  Inide  eyatolkcbe 


DigilizedbyGoOglC 


HAKT  EK  BLOEDVATEN. 


ganuMben  aaa  de  miti^is  en  vereUik'teii  ^n 
pulmoofMltiOOii.  De  zwwcóok  be«tt  deirifde  mi- 
•ehjineclat  in  (t«i«ien  grud,  de  «]genM«iM  loe- 
■taöd  k  Teet  fMbter  en.  nwlert  meei  iU«d  bü  de 
okereuH  «ndoeuolitM,  tiMMdKa  «elke  beide  tiou- 
wens  OT«iaHw«T(ninen  lyik,  Et  oatsUan  bkiedin- 
g»a  ia  da liQMl,  gewnd)t«iT«Uin^n,  nieiiiloeddi]- 


gen  door  embolieen  in  de ; 
Biid«e  (Mguwn.  Die  iwMtdere  TOnnen  dwen  we- 
k«a  m  koDDcn  dn  dood  moorMken.  14kt  m)- 
dgn  k«it  MM)^  4eiile  «DdoowdiUe  berhMJddük 
Ketdimeren  (aeate  enrfoeQnfilM  reeurren*)   onder 


t  lieh  TMtk  onder  den  iwa* 
len  algemeenen  toestMxt,  die  op  (ypAtu  of  pyoe- 


t  TerecMilende  oig&neD,  JMOge,  som 
tenmliteeT«nb<)«,  koorts  es  zware  bei^nT'erschga- 
■ele  komen  hier  of  den  vootgismd  (sie  Pyaemie) 
en  Men  geen  bw^  op  herstel.  In  de  Jicbt«i« 
bentd  wel  mogelqk,  mut  volkomen  geoezin^ 
leldsn,  diat  Taa  de  «ente  endaeanïtU  meestal 
kkpeetiteken  tMfateiUüv«n. 

UI.  KlepgebrtktH.  Als  gevolg  nu  endcMudi- 
tis  «nWtaa  vHilikÜogen,  aduoaifiriiiigea  en  Ter- 
groeüngen  cfi  de  khwen,  die  «en  uuiwkeiinge 


ning  (ttëiutej  op  <Ieielfde  ot  TewdüÜende  Uêp- 
pen.  B^  deigMJ^e  gebreken  wordt  de  geregdde 
eJienktM  geatoord  en  het  gebeele  huttneebaiii*- 
me  gewqiigd,  »MMfa  wq  met  takeie  vooibeekteD 
loUen  iHgMD.  'EeB  der  meeat  voorkomende  kkn- 
gebRfcen  is  de  intnftieientie  v«n  de  mstnüs,  de 
El«p  toMdteii  Koker  boeiem  en  linka  kamer.  By 
de  MmentMkkkg  van  de  Uoker  kamer  bondt  on 
%e  Uep  bet  Moed  mt  ower  legen,  ouar  «troomt 
bet  gededtdfik  tamg  naai  dm  Hokei  boeiem. 
Hier  «nteioet  bet  tetuogewotpea  4doed  den 
•teoom,  die  door  de  longaden  aatwevoetd  wordt 
en  die  bcMog  Tentcarkt  bet  qtttoMdi  gerodech, 
reedi  «ngewekt  toan  bet  tilo«d  vut  de  Imket  ka- 
mer üA  doM  de  «pengHdeven  <pleet  van  het 
oitiiun  TCOOSom  moest  wiingeD.  De  üoker  boe- 
iem ootvangt  doa  lao  twee  kimten  l^oed, 
wovdt  cteric  «itgenkt.  Zöo  dotiae  waod  wordt 
dikker  om  den  vooten  arbrnd  te  knimeo  vertieh- 
ten,  msM  het  Uqft  OBvoMoende;  de  vrge  alvoer 
mt  de  longttdien  wordt  Mentnerd  en  ^  aUining 
Tan  bet  Uoed  plant  zieh  door  kmgcapéUuren  en 
longelwaden  voort  naar  de  leofcter  kamer.  Deae 
moet  <MD  gestoM<den,  kleiDMi  Uoedeomlot^  ia 
gang  faoadea  en  om  die  etnwing  en  verttaguig  Ie 
overwnmoi,  wordt  ipn  wand  &ter,  tot  Ag  eio- 
d^k  niet  mew  tegen  den  atbetd  op  km,  ign 
quer  veiriapt  en  entaudt;  de  kamer  wordt  wnder 
en  ook  de  rrQe  afvoer  lao  bet  aderi^ke  Uoed  io 
locbtei  boeMU  en  lediler  kamer  wndt  du  be- 
lemmerd; de  stuwing  fdHvt  lieh  na  over  bet  ge- 
betie  ader^ateem  voort,  en  et  ont«taat  bet  beeM 
van  een  bartgebrek,  dat  niet  meer  door  hjrper- 
tmphie  van  os  haita[»er  wordt  eeoompeneeen). 
Tot  dien  toeetand  van  onvoMoeode  aompeaulje 
komen  op  den  dour  «Ue  klepgebrcien,  al  liJn  het 
ook  TeiecfaiUende  aldeeliogen  vam  het  bart,  die 
den  dieDst  elndrijgk  weigeren.  Ie  de  mitnlii  ni«t 


'  naufEMient,  maar  zgn  opening  vernauwd,  dan 
ontvangt  de  lankei  kamer  te  weuüg  bioed;  de  lin- 
ker boezem  moet  bet  Uoed  door  de  eploet  per- 
«en.  waardoor  een  dia«t<diecfa  geruifoh  bui  de  um- 
tnlü  ontstaat,  et  komt  stuwing  in  de  kmmdeM, 
daania  ia  de  longslagaders  en  wiet  komt  de  kst 
terug  49  bet  re<j>ter  fatui,  welke  vergiooting 
door  de  perouseie  aan  te  toonen  ie.  —  Z^  de 
kleppen  van  de  aorta  ioeuXËoient,  dan  moet  4» 
luAa  kamer  harder  weiken,  dnai  bü  ia  de  diasto- 
le niet  alleen  bet  bloed  mt  den  ^kei  boeiem, 
maar  ook  bet  teragstroomoKie  Uoed  nit  de  aorl« 
ontvang.  'ï^  oolataat  een  di««t<^Mh  gemiedi 
aan  de  aonta,  de  linket  kamet  wovdt  w^der,  hau 
wond  dikker  en  de  sterke  hwtatoot  en  Mt  aterke, 
liebtbara  putseereo  van  alle  gioote  bloedraloi 
bewjjet,  dat  de  linker  kamer  aan  de  verzwaasd» 
eiaebeD  v<^da«t,  lot  ook  ijjn  sterke  waii»d  verakpt. 
—  Nog  xwaarder  i«  de  laak  tui  de  ünker  kamer 
tij  Teraanwiag  van  de  ovtmag  van  de  aorta, 
wa&i  men  dan  een  ^atoliiBb  gemisch  hooit,  ter* 
wijl  bier  door  ie  Ueuw  UoedgoU,  die  ia  de  aovta 
kaii  doonkiogei^  de  pcda  Uean  wordt.  —  De  ver- 
nanwiii^  van  bét  oêtium  fulmonale  is  meestal 
oaogebtwen,  de  Undeiea  worden  leMen  ooder 
daa  10  jaar,  bbd  er  blMiwaefat^  lut  door  de  atn- 
wing  in  de  boidadttn  en  Ujjven  aAtaijjk  in  boa 
Müwikketing.  Vaak  gaat  de  vnnanwtng  g 
met  het  opeiddvteti  van  de  opening  i 
boeienu  {forameti  ovak),  met  defecten  m  um  «i- 
merscbot,  of  bet  opeabliiren  v«n  den  duebu  Bo- 
talU  (ne  Enüirpo).  —  Bet  «pte^t  vanaett,  dat 
ook  téedk  Tooroat  bet  bart  zya  dienst  beoiot  te 
wogeten,  voor  er  ernstige  stoomieeen  in  ét  eom- 
penealje  cptredien',  de  obnonnaüteiten  ia  de  Imc- 


<  het  hart  üeh  doen  voelen.  Ocwocoljft 

B^n  bet  de  longen,  die  het  «etst  Igden,  daar  de 

bloedctawing  bet  adembaüiigtfNraoet  beleoumit; 

kortademjgbüd 

n  biODeUtis  beb- 


c  hartkhopdngen  en 
beoMiwdbeid  op  de  b 


kbgen. 

ben.  Ook  Uagen  iq  • 
ben  eonu  aauvaUea  v: 

die  naet  mMu  net  bevige  pöaen  ia  de  hart- 
•treek  gqtaaid  gaat,  nitsbralend  naar  etbooder 
en  aim  (mtgüui  feetoriê).  Ergw  loden  aü  ala  da 
stuwing  in  de  aden  stoker  w««m  en  daardoor 
kj/dropg  (watersudit)  tmtetaat.  Eeret  trodea  Ü* 
tn  ioa  weettd  op  ala  balwk  en  oogledea  al  aan 
ksR  gelden  deelea  als  de  enkele  en  verdwijnen 
^j  e  naetfts,  maar  l^j  sterkei  aloonus  io  de  eau- 
penaatte  w<m><H  de  watenoeht  onder  óe  baU 
ateede  uitgebreider,  aeife  tot  olgemeene  water- 
zueht  toe,  waaitijj  ook  tzADsradaten  «n  d«  buikh(d- 
te  ((ueiltt),  en  in  de  (Aeunbolte  {hydrothorax) 
de  ruimte  vow  de  ademWiog  nog  veikkinen  en 
den  ademnood  verergeteo.  Hand  aan  hoad  met 
de  toenemende  watersuebt  gaat  de  ^obtbare  atn- 
wing  in  de  aders;  de  groote  aan  den  fada  riet 
men  niet  aUeen  geswoUen,  ntaar  tij  vertoonen  la- 
ter mIIb  pokatiee  door  de  nit  bet  rechter  hart 
ternggeworpMi  UoedgoV;  dk>or  de  etuwtiDg  in  ds 
kleiöeTe  en  kleinste  adeie  ki^gt  de  haftpatiBot 
den  blauwaditigen  tint  {eyanoie),  die  bg  be- 
hoorlijke eompeneastje  zwak,  maar  iumwuanhaai 
■^treedt  op  oeusvleugcfe,  Kmwn  en  wangen,  maar 
ig  eonq>eneatiefltooiDissen  diioct  in  het  oog  vak. 
Ook  de  inwendige  oigoneD  «tdeigaam  de  mrolgen 
van   de  stawiog,  loo  iw«^  de  lever  op  vaak  vür  er 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HAKT  BN  BLOEDVATEN. 


nog  anuH  wétanadiiij  (ttweütgüefer)  en  Toegt 
■Kt  ariden,  door  «en  üefate  g«diudtt,  «en  gele 
ttnt  ÉA&  de  cj>utaw  toe.  De  «luirinasnier  ie  tuut 
de  geringe  bÖeTeellwid  anne,  de  wtnkere  Ueur 
«rnw  en  bet  boog  ^>eoii>ek  gewieht  te  berken' 
Den;  maag  en  donnen  ie*g«eien  op  de  «tnwing 
door  bUnrliN  Koomimen  ia  <Ie  BpösT«itte»og.  E«t 
»dt«b«eld  ran  wn  Uepgebrek  Ino  pMadriog  ver- 
«rgeten  dooi  embolieia;  «venah  l^  endoearditie 
MHteD  tuai  bloedMolaels  vf  i»  zieÉe  Ue^pec  ol 
ia  lug  gelegen  «den  ontetMn  en  als  er  sliakjcea 
««n  kngmoeld  worden,  T«FoonalMn  tg  emlMlieBn 
«  TcastOuUeiide  oisukeD.  Klyien  die  stokken  in 
ds  kngen  sMran,  Am  kan  de  dood  volgen  tia  de 
hfpikfufrr  Tersk^t  wotdt;  )^j  vonbmrinff  van 
kleae»  riagador»  volgt  t«ak  benanirdiMad  en 
bel  ophototBO  na  Uoéifig  aputom;  wordt  «en 
didwiiii  dsr  beiwnfl  verauipt.  dan  T<dgt  een  be- 
imrte  en  de  dood  ot  een  halfzvdige  Teriammnig 
UjjH  Mbt«r.  De  ftenoemde  oomftenaatieetooniMMn 
kümen  ttNiteUen  tb»  jaien  op  i6^  laten  waeb- 
ton  «t  and  optiodm,  dïtt  txuiet  af  v&a  den  aard 
i«&  het  faartgefank  óf  getneken,  .(-want  somc  ijjn 
«r  (wee  ktq^pen  luet  in  onle),  van  de  kracbt  van 
de  JtaA^nor  maar  tomsI  ook.  Tan  de  leefwqw 
nu  den  patitnt.  Kas  die  ridi  ram  Udtamel^e  in- 
■fMunteg  oatbovdeD  ca  ook  g«e«telQk  een  matig 
leren  leiden,  daa  hH^  de  eompensatiie  soms  teer 
iMg  in  «tand  en  atooniiaseD  erin  kunnen  weer 
«M  goed  ala  eebee}  TooAg  gaui,  ila  bet  dbn  n«t 
voor  gD«d.  E^  goede  oon^tmaatie  is  das  oclc  de 
mstige  leetwgw,  nutigiMtd  ia  bet  eten,  drinÉen, 
nxÉen  mb.  foMoeande;  tij  atoomieaen  iit  de  orai- 
mnatiie  ••  lUüifalit  bet  wraTeteMM  mkUd,  dun 
set  deb^^enmgTMsterttendepefcnlaDgia- 
■MT,  legdmatiMr  en  ToHtf  onder  «OKlt;  dooi  de 
Teifaoogde  kiaoKTaodeaieulalieTanhröneii  wa- 
tetnubt,  benenirAteid  «d  stswH^Niine  en  het 
«reamebt  bn  wew  epoedig  hetatMd  worden.  Di- 
gUaKa  ie  editei  geen  «nacboldtg  medicament; 
Toortdnteftde  eooMle  wa  den  medicu»  ie  bg  de 
toedieinnc  Boodig  om  «diadelqke  gevolgen  te 
TOoHiomen  en  aoan  moet  bet  door  andere  midde- 
len ala  eolltii»e  nrrsneen  worden.  By  iwaie  bj- 
dnpt  steekt  men  met  ijjne  buisjes  in  bet  oodei- 
favaaelM  biodweefael  om  het  Toeht  neai  buiten 
tl  te  Toeien,  gelgk  men  ook  wel  de  aieite*  of 
Itfdrothorax  cotlaat  om  den  patieDt  verUchtuig 
te  genm  van  i$n  «demDood.  Vaak  ie  eebtei  mor- 
Km  daarvoor  onontiieei'I^;  alleen  in  lichto  ge- 
vallen knnnen  moater^wnpen,  beete  omslagen  op 
de  bont  en  heete  raettiadeQ  iets  belpen.  Ook  bij 
de  aaovaMeo  van  p^  m  de  J>artatTeek  heeft  men 
ntorÜDe  noodig,  teiEwg)  bg  hat  van  hartklop- 
^ogeo  een  gsUua  op  iiet  hwt  goede  dienatcn 

IV.  Ziekteit  van  de  karUpier:  a.  MyooardiHt. 
Bji  onlaajdiogen  in  den  wand  van  bet  bart,  du 
in  de  haitainra,  Qtieekt  men  van  mvoearditii,  het- 
■4  ig  op  nebietf  «taao,  dan  wel  tMtbieJdingen  ij}n 
«H  «en  endoeMdÜBB.  Hen  vÏDdt  kt  beede  geval- 
len gedeeHen  «an  de  hactafMer  tot  bittdweelad 
iWMrd  «D  ala  oonaak  eivan  een  aandoening  van 
de  kmon^waden,  die  de  hartepler  moeten  voe- 
den) M  l^n  dan  aan  aiheroom  (i.  d.),  waar- 
door iq  lÜM  en  daai  veiMept  worden  cA  althans 
veniaaw4  aoodnt  de  voedi'Og  vm  den  wand  van 
bet  faart  «RiTcMDeiide  wordt,  deie  niet  tneei  tegen 


den  UoedduiA  van  binnen  beetand  w  en  ook  tin 
i|}n  «ibeid  te  kort  sebiet.  Aleobolieme,  ejpbitia 
en  eifelgfcbetd  apol«i  ia  bet  ontstaAD  van  myo- 
caidiiis  d^e  hoofdrol,  dosir  z^  de  oonaken  van 
atFheromn  der  dagnders  ign. 

De  vendigoflolen  van  m^oeaiditts  hangen  weer 
ïi  van  de  vnag  <A  de  apiei  -aog  behoorlijk  lijn 
werk  kan  dMn  dan  wel  of  ei  «onpeneatieetoor- 
niesen  of>ti«den,  objectief  vtodt  men,  adtbane  als 
er  niet  tevens  «en  fcleiigdbick  1^  aanwezig  ie, 
Bleehts  een  onnegdmati^,  va^k  zeer  verlng- 
XMunden  fOk  en  nMwttnig  van  bet  giabeete  hart 
of  van  een  deel  ervM.  AmvoHen  'vwi  saigina  pee- 
toris  doen  web  vaak  vooiT,  ook  we!  van  hut- 
MÜmat  «n  van  bennislelooeheid  en  met  aelden  is 
m]roeafditi<  de  oonaek  rta  een  pktaetingen  dood 
van  Heden,  die  voor  dten  tjjd  weiiug  of  «een  las- 
ten hadden,  vaak  idk  röeA  vriaten,  dat  bm  hart 

b,  SypertTMkU  en  Dilofalte.  Atgeiien  van  de 
hmerteopbie  (veidikking)  tso  de  harta^üei  en  de 
«ËUatie  (nitwttüig)  van  ign  bolten  ala  gevolgen 
van  Jdepgebreken  of  spwiaandoeniingen,  komen 
ife  teesnmdMi  ook  voor  eeniondie  aln  gevolg  <ran 
bniteoipoitee  iwwawaiing  vao  hot  bart  t  g.  tan 
te  iwam  hémtamxa  arbeid  of  orcimatig  eten 
of  drinken,  ^r.  bn  anedei^  laatihageiB  en  Utr- 
«bitsen.  Tnlkn  «e  eebadelnkbeden  «en  «tedc 
indhidn,  dan  aal  d«  waad  wk«r  wordei^  b|j 
slappe  peasoawn  «nder  aan  den  drak  toegeven  «n 
<MlaieeKQ,  «oma  idfs  mot  id^  looale  Si  «(Ma- 
ten oa  geftneeeode  maneben  of  bg  awwe  koort«- 
liektten.  Bg  vecbetnde  leefvrHn  ia  biei  de  tooi- 
^dUng  DBJnni^  veel  ematiger  dbn  bg  kiepge- 
brdMn;  daai  men  vaak  bet  weder  opkomen  van 
eompenBatie«toonisaae&  km  venngdsn  of  bfj  •«•'■ 
vomige  dtlalntie  door  faaitiwakte  het  hart  «tw- 
k«r  kan  maken  door  veibetenng  van  den  a^ge- 
meeoen  toeatand,  Kuala  hg  bleekcDobt  of  in  le- 
oonvaieeoentde. 

e.  Vethart  (eor  adiponim).  Bij  aeor  vette  por- 
eonen  ie  eome  het  hart  geheel  in  een  velkepeel 
gehuM,  terwöl  men  ah  gevolg  van  de  gestoorde - 
ToediDg  VBO  de  hairtepier  deie  leH  vettig  ont- 
aard ï*ndt  bg  mjoearditia,  klepgebrelren.  hjper- 
tiophicSn  ens.  De  geroken  vooi  den  hloedaomfoiMi 
igo  dexelfde  ale  bg  anMe  bartapieigebieken,  de 
b^handeJrag  moet,  bg  aJgemeeDe  vt*ïii<bt,  voor- 
al tegen  de  laatete  geridit  zgn. 

V.  ZeauuiftoornisseN  (NeuroKen)  van  het  bart. 
Ook  Kelder  eenïg  gebrek  aan  het  nart  Hiden  «om- 
b«Ttkk>{^ngeD.  die  door  elke 


verootraslen.  Heeelal  ign  de  patiEnfen  ook  oven- 
gens  lemiwa^tig  of  Igden  ig  aan  Ueekiaelit, 
soodat  een  kraebtw  dieet  en  staalmiddelen  goede 
«Hensten  kimnen  bewnien.  Ook  koude  omslagen 
op  bot  hait  en  broomUinm  komen  mottig  iq"' 
Aodereo  Ijjdan  aan  aanvallen  van  steiite  ,veT- 
sneUing  van  de  bortvfeiking  (taekyeardie),  looda* 
de  pds  inpkats  van  70,  wel  800  maal  in  de  mi- 
naat  kan  kloppen  zonder  iwaie  verscbgnsela  te 
geven.  Ook  eoUnoetten  we  reeda  de  angina  feeto- 
rit  of  sfenomrifie  ale  gevolg  van  i^tziekten, 
maar  de  pgolgke  aanva^n  ervan  treden  ook  wd 
ala  luivere  oenroee  van  bet  hart  op,  met  een  ge- 
voel van  zware  bekkaming  op  de  borst  en  bev4- 


DigilizedbyGoOglC 


62 


HAST  EN  BLOEDVA'raiN-^iAIiTIHO. 


{!<  pgnen  in  de  tiurtstireck,  •£«  mm  den  Idoker 
aohowleT  uitstnlea,  en  eomB  «ok  In  den  linlei 
wm  mot  «en  «etod  rac  «töOi^d  en  prikkelen  in 
dèx.  Soms  ooarc  de  aamral  eeaig«  m-innten, 
Mms  meer  tkn  een  htU  nor,  wme  Iroéit  M  «dben 
dif,  du  «eer  eerst  iu  mauKlen  Umig.  Heettal 
ia  moipiHne  -noodig,  «oms  werkt  ntttrMim  njtni- 
aom  goed  en  niet  leÜen  kan  men  de  MHT^len 
tegemgaaB  door  te  eti^n  tegen  de  blednnclit 
of  de  T<4Uoedigbe(<l  der  patiBDten;  ook  nuBbrnilt 
Tan  tabttk  kan  de  oomu  zgn. 

LiteratuMT:  Somberg,  LAAodi  der  Erankbei- 
len  des  Heriena  nud  der  J^t^rftsee  (2de  druk, 
'Httndwn  1909);  Sée,  Traite  des  nwJa(li««da  eöeai 
(Puös  1889—1893,  2  ilh.];  /.  Maekeiuie,  hiia- 
buch  der  HenkranUieiten  (Doitioh  ma  F.  Qrote, 
Berlga  1610). 

Bartenvtsln,  Ouftor,  een  Dintedi  wqBgeer, 
den  ISden  Maart  1808  te  Pkuen  g^ioren.  beioclit 
de  nIkk^  1«  Orimma,  stndeerde  te  Leif>si«  in  de 
{Meeleen&eid  en  «Ü^Meeerte  en  veetigde  ïiob 
aUur  tk  imiMtdoera^  waarna  bii  er  in  1634 
M  iMiiten^wooa  en  In  1636  tot  gewoon  boog- 
leenuw  txooead  werd.  Van  1848  tot  1859  was  hg 
ah  UhSoAeoane  te  Lnpiig  waknwn.  Hg  m  in 
1890  te  Jeoa  oi«rleden.  van  löo  geadiiiften  noe- 
men w^:  „Die  ProUoDe  und  GnnKÜebten  d«r 
«URemeHMu  Metafiiij«k"  (1836),  „Die  Onudbe- 
^fe  der  ethiechen  WiesenMtelten"  (1844)  en 
^^Btoriadi'vlDlosopiiiecbe  Abfaandhingen"  O^TO). 
B^  beeA  üt  w«iken  -na  Berbarl  en  tm  Kont 
uitge^wn. 

Hartford,  de  boofdUad  van  den  Noord-Ame- 
rikauweben  abuJt  Oonoeetiieut,  ïgt  ten  N.N.0. 
nn  N«w  fi<iT«n  «oo  den  tot  hi«r  voor  kMne 
sloombooten  benwbuen  Gonneetient  t>g  den 
mowl  dtt  PwkriTei,  en  telt  (1910)  98  915  inwc- 
Mre.  De  «tMl  ia  mooi  gebouwd;  van  de  openba- 
n  «ebouwen  ia  bet  Kegeeriooepaleie  bei  mooiet; 
Twder  bet  «eminaiinm,  het  TrinitY  CoU^ie,  het 
poatiuwtoar,  bet  etadlwie,  bet  atbeDaenm  met 
UbUotb^ek,  tal^ke  amdeve  bibUotheken,,  de  kerk 


kui-,  een  weeahuie  en  een  kraninonigenfreetjeht. 
Htrt^>rd  ia  de  letd  van  giwote  bnuMt-  en  lereni- 
venek«riiigmiutMba|i()qen  met  een  raneen- 
edMppeiqk  kafHteal  na  150  móUtoen  dcriUr.  De 


levert  t 


,  l^len,  Bobroev 


gen,  tapgten,  ülTonraren  eni.  Beroemd 
panfNhiMk  van  CoU.  De  »twi  werd  in  1635  ge- 
atscbt.  Tot  1875  waa  da  oneven  jaren  zij,  in  even 
jaren  New  Haven  ile  iKtel  vao  bet  bestuur  ven 
CouKetéeut,  na  dat  jaar  ie  ly  de  eenige  hoofd- 
stad. 

Bartlc  Oeorg  Lvdteig,  een  beoefenaar  der 
boedicshnnr.  den  2den  S^tember  1764  te  Ok- 
denbadi  bij  MaibiHg  geboren,  beioeht  vui  1781 
tot  1783  ae  onareir^ett  te  CMeaBen  en  wMd  in 
1786  „Fotvtmeistec"  van  den  voret  «on  Solmi- 
BrauiufeU  ie  Hangen  is  de  Wcttemo,  waar  Jig 
een  aelMMl  voor  boadbenHnar  «iMliUe.  Itv  1797 
werd  faq  „LaodforatmcMtM"  en  , borstrat"  van 
den  piioa  mm  Ontnie-tlatiau  ie  DiHenburg.  In 
1806  ^m  hij  ale  „Oberfontrar  naar  Slirifgart, 
werd  m  1611  „OberkutdIorahDesBter"  in  Pruiaen, 
in  1630  te  Bwlge  htmank  profeemr  en  overleed 
aldaar  den  2den  Febmaii   1887.    Van  lya  ««- 


■cbriften 
Hohme' 
1818), 

buog  d«  ï 

„OraadnUie  dec  FoTvtdiimktkm"  (Badamw  1808. 
2de  dn*  1813),  „Lelabneb  fUr  FOntM"-  (3  din-, 
Stnttgwt  1808, 11de  dntL  Dit«ge?eD  door  Th^d. 


Hartig  1677),  .XdubiKh  fflr  Jïger  (id. 
1810,  ]I<fednAvHiAob.  ffarl«9  1884)  ei     '     ' 


kon  far  J&get  nnd  Jagdb«nnde"  (Berlün  1836, 
2de  druk  1860—1861).  De  Uatate  nUgaven  dier 
werken  ign  beiorgd  floar  iqo  mon  Theodor  Har- 
tig. 

Hartig,  Theodor,  «en  boscfaboawknwtiffe,  een 
Mmn  van  den  voorgMode,  d«n  2den  Febraari 
1805  te  DiUeidraig  g«bo«n,  stodeerde  vttt  1824 
\at  1827  te  Berlün,  werd  ia  1835  hoogleeraar  al- 
daar, ia  1S38  aan  bet  Coltagiwn  CaioKmnn  te 
BcaoBwök  en  tevens  ab  ,J^>nrtntt"  üd  van  het 
boKhbeëtuur  ^dMr.  Hq  overleed  te  Bmnewjjlc 
den  26at«n  Maart  1860.  Bebalve  nieuwe  drukken 
vut  ^M  vaden  werken  edaeef  bjj:  „Dt«  Ader- . 
BQgler  Denteefafcad^'  (oi4  ,4>m>  FaoMJien  éer 
Blatt-  md  fiolivreipen"  getÜeld.  Bertjjn  1887, 
2de  dnik  1860),  „V<dktiAdige  NattBcêeGbiditA 
der  ioistUeben  KnHnrptbnzen  DMrtaciilaoda"  {9 
dt»,  id  1640—1851,  Dwirww  nUgnve  1866),  „Sys- 
tem nnd  Aoleitniig  aam  Stndiom  der  F(H»t«art- 
e^Mltiebre"  ^jeipiig  1856)  en  „Anatomie  nnd 
Ph;BiologM  der  Ébl^naiuen"  (Beiiün  1678). 

Hartig,  Robert,  een  boaeiibouwk'aDdige^  een 
200b  van  den  voriee,  óeo  30eten  Uei  1830  te 
Brunawgb  giebwen,  beioeht  bet  OoUegiom  ^daac, 
rdede  gedwende  twee  jaren  in  de  voornaamste 
boaedten,  «tudeeide  vao  1861  tot  1864  aan  de 
eebool  voor  boadteutoor  io  tijn  geboortettad, 
vervolgens  aan  de  aiüveraiteit  te  Ber)^,  promo- 
veerde te  Hacbnig  en  werd  ia  1667  geplaalst  wn 
de  bosdiboawboogeaobool  te  ES»er8waide.  In  1871 
werd  fa^  K  professor  en  veFdok  in  1878  in  die 
bek^king  naar  Hflndien,  wear  bjj  den  9dNi  Oe- 
tober  1901  ov«4eed.  Hij  eobreef  o.  i,:  „Ver^- 
ofaende  UaC«r«uclninffea  Hber  den  Wacbatumagang 
und  ErtRig  der  RottKidte  nnd  Edehe  in  Spessart, 
die  Eiefei  in  Poranmo,  die  Wwsitanne  im 
Soliwarzwald"  (Stnttgart  1865),  ,J>ie  Rentabüi- 
t&t  der  FkbtemratiMfa-  imd  Bncfaenbrennbob- 
wirtaebart  im  Bui  und  Weeergefünge"  (Stntlgart 
1868),  „Wiehtwe  EiwddieiteD  der  WaUbftamB, 
Beiti4g«  tor  fijkole^  nad  Flijtoptlfadagie'* 
(Berlijn  1874),  „Die  doreh  PÜoe  eraewten  Erank- 
b^ten"  (2de  drak.  Breshm  1875),  ,4Ji«  Zetwts- 
(t  dea  H<dses  der  Naddhcdib&v- 
i"  (Bei4gn  1878),  „Uotersaehtm- 
geu  aoe  dem  foietbotaoiMken  loatitut  m  HQn- 
dien"  (Beriqa  1890),  „L^riweh  der  Bauoikrank- 
bciten"  (Berljin  1682,  3de  dnik  ah  ..LétAxiiii 
der  PfaDienkranUwiten",  1900),  „Die  Zerstörang 
dei  Badrahea  daieh  Püte  I.  Der  eehte  Hans- 
•ehwemm"  (Sde  ifrnk  v«n  Tnbeirf,  id.  1902),  ,J)i« 
anatomaedie  Untemdteidnnffsmerkniale  der  wiéh- 
tigem  in  Dentschland  wocbeeoden  HMser"  (4d» 
dTuI,  MOnebeo  1690),  ,J)w  Holt  der  Rotbndie" 
(met  Rodoir  Waber,  id.  /1688),  ,Jiehrbneh  der 
Anatomie  nnd  Ftirsiolegie  der  FHanzen"  (id. 
1891)  en  ,3<iiinntera«!bTmfi|en"  (id.  1901). 

HartlnVi  PM*r,  een  ïMerkwdseh  natmK- 
kundige,  dsn  27eten  F«bnun   1812  te  Botter- 


DigilizedbyGoOglC 


dun  geboren,  oobno^  iüd  DfiMit^  te  EUmig 
uo  Mt  IiMtitnnt  Tut  Kuubergeit  en  beiotlit  ül 
IftiS  de  aeademie  Ie  Utreciit,  on  ach  op  de  ge- 
DUMfcwnde  toe  te  ttegea.  Nodst  hjj  onder  <le  Try- 
wiUge  jeeera  JeejpéDamii  had  e«a  den  Tien- 
dMgMbói  vehttocbt,  onuiiofeerde  hjj  io  1885  in 
de  geneee-  en  Terioafauode  met  een  «iwiertatie, 
berettende  ,,Ob»erimtioo«e  eboreae  nncti  Viü  et 
t«bm  pnerpenJoe"  en  Teetig>de  zidi  *ia  arte  te 
Ondeirater.  bi  1841  werd  Iq  benoeind  tAt  hoog- 
leerur  MO  bet  AthenaeMQ  te  Fianeker  en  2  JB«i 
dMiaa,  toen  gentMe  eehod  ««rd  <^)geb«v«a, 
Tond  Ü]  een  nienwen  werUriog  tis  boc^^nai 
UQ  de  aeademie  te  Uitiecbt,  waar  hg  aoh  aao- 
Tank^k  belastte  met  het  ooderwijs  «n  de  mdo'o*- 
eafuwbe  (ntleedknnde  enz.,  in  de  [dantenpiijBiD- 
locie  en  de  aatDmlgke  hiatoik  van  bet  ^oaten- 
r^k,  terwijl  hq  in  lfl57  die  ui  de  vergelökende 
ontieed-  en  «Uerkimde  op  lidi  aam  en  neh  van 
na  ^  bq  zgn  ooderwga  tot  deie  vakken  bepaal- 
de. Hö  was  lid  van  de  Koniokl^e  Academie  ran 
Wetenaebappen  en  Tan  Tenebeiden  bianen-  «i 
bnMeDlaodMbe  geleerde  gsnootaeltappen.  I&  IS72 
«eid  bem  door  de  Fiu^ilte  Academie  de  prjja- 
JfoxUyCN  (2000  kfiuea)  toeeekeitd,'  aJ«  «tfarijver 
TCo  het  belaogi^  wwk  ,3eebei<^g  de  mot- 
{rfMdafljw  a^tbëdijne  elc",  en  ter  gelegenlind 
raa  4e  «aenng  van  bet  dorde  eeuwteëtt  vba  bet 
bestaan  der  acadeDwe  t«  Leitjpn  tieBoemde  d«  Se- 
naat aldaar  hem  'm  1ST5  hoDom  eaiufia  tot  doctor 
~a  de  wie-  en  natonrkuDde.  Hq  weid  ennerLtuc 


geeebnltoi  noemen  wjj:  „Bedragen  tot  de  ^ 
BdMdenie  der  lucroecc^n  ra  ons  vaderkiiüt" 
(1846),  „Reebeicbes  micrométriques  mr  Ie  déve- 
loHMiDeDit  dea  tisane  «t  des  oroacwe  du  eoipe  1m- 
üut,  préeédéea  d'DneumeuentiqtHdeadifftreo- 
(ea  mMbodes  «noKamétrMiQeB''  (1615),  ,3et  mi- 
cioseoop,  deeaeUs  gebnuk,  eesclMedeoda  en  tegen- 
woonHg«  taedMi#  (2de  &A  1S66,  S  dlo.)  en 
all  involg  hierop  „Néegwste  veiiwUirkigen  van 
bet  mtemseoefi  en  xja  geteuik"  (1658),  met  een 
Hoogduitaehe  Tertstang  van  het  geütètAe  w«ik 
door  prof.  ThieU  (2die  diuk  1866),  „De  iM«t  vu 
Itet  Ueine,  eni."  (2de  druk  IS66,  Hoegduitecbe 


wrlbiengselen  en 
woaers"  (1853),  „De  nxKwereliUüko  «cbewMigeD, 
KBgelekeD  met  de  t^enwoordige"  (1857;  Boiw- 
dwtaebe  icMattog  doot  /.  E.  A.  Uartin,  1859), 
„Qedaditen  orer  net  hooger  onderwijl  is  om  va. 
derland^'  (1658),  „Le  E4pbali«mpbe.  Noavel  in- 
■Immeait  deetiiri  i  détenmner  la  liguio  et  lec  di- 
meuaioue  da  erAoe  ou  de  te  tAte  bomaine"  (1861), 
wLeaboek  ita  de  grondbegüw^n  der  dJeifcun- 
de,  8  dln-,  in  tw«e  «fdedMigen"  (1862—1874). 
,J>e  boawkiBwt  dw  dieTtmT  (2de  druk  1870), 
jj^MNMMfl  MatMoal  des  atseaux"  (wtetg*- 
ym  door  het  ütncbtaeh  Qenootaohap,  1864),  „An- 
no 2065.  Een  bkk  ui  de  to<iion»t,  dirar  dr.  Dio*- 
eoride^'  (3de  dnik,  onder  den  ühd  Tan  „Anno 
9070,  I870L  „ChfMtüan  Hnwens  in  liin  leven 

Wken  geadMtet"  (1608),  .Jitmain  Bur  k 

t  Pot<Doa"  (tutgegeven  door  bet  Utr.  Oe- 


sUtoiit  en  ^ 


63 


de  Kon.  Aoademie  van  Weten- 
:  ,Jt«cbendieo  aur  h  natnre  et 
Jee  canaea  de  la  maladie  des  pommeE  de  tene" 
(1846),  „-De  bodem  onder  Amsterdaxn  ondonooht 
en  beschreven"  (1652),  „Dceenpt^oa  d'un  dMmant 
lemaiquable"  (185S),  ,J)eeeripti«D  de  qoelquet 
Iragioeats '  de  deni  céphakpodea  gigantesquea" 
(1861),  „Bqdiage  tot  de  kennie  der  nncroscocn- 
8*e  flora  ea  hmm  der  BanAujoe"  (1864),  „No- 
ticea  lofilogiquea,  amatomöquee  et  hktiologii^iies 
aar  rOrthagoriscus  oxodora,  Euivie»  de  conwli- 
ntuuia  sar  l'ostéogénèae  des  TéléoetienB  en  géné- 
raT'  (1868),  „Reeberohea  de  morpb<Jogie  sjntbé- 
töqoe  BUI  ia  prodtaction  srtificteUe  de  quelqoea 
formationB  o^cairee  otganiquea"  (1672),  „Notioe 
sur  itn  cae  de  torjira.ti<ni  de  lulguntei  dans  le  aol 
de  b  N<6erlwide"  (1874),  „Le  plan  médiei  de  la 
téte  Néeriaadawe,  détenmné  d'i^ès  uiie  métliode 
wmwile"  (1874),  „VooriieoD  en  thaue,  borinne- 
rJngen,  ofimeikifigen.  wenl[en  door  een  oud  gtn- 
dent^'  (1878).  „Ëmetige  woorden  tot  üja  huidge- 
nootott"  (1881),  ,vZijn  er  vaate  «aitunrw«ttoft?, 
door  dr.  Dioêeorideê"  (1881),  „rnMMnaa  fienra 
Hu^y"  (in  Kaonen  tm  beteekeois,  18B3).  Ook 
sdtreel  bg  «en  aantal  meer  of  mi<Dder  wtvoerige 
opateUeo,  bevattende  mededaeliflgen  ovei  wetea- 
eui)4i()elgk«  ondersoekingen,  m:  „T^jdsduift  voor 
natonrigke  geaefatedNHe  en  f^^iokieie",  „Bi^e- 
tia  des  aewoeea  ^;«<|uet  et  natore^  en  Neer- 
laiMle",  „Nederiandach  Laneet".  „Aaditeekenineen 
dci  SeotieTergadningen  vao  bet  UUe^tach  w- 
DootaiJiaD",  „V««la^n  en  medodeeUngen  der 
Koninktyke  Academie  van  Wetenschappen",  „Ver< 
haodc^Higen  der  commweie  voor  de  geolagischo 
kaatt  van  Nederland",  „Archives  Neerlandaieea 
des  ecieoèee  emotee  «t  nadirelks",  „Poggeodortf's 
AiuialeQ",  „Aonalea  dea  teieDoea  natnrdlea", 
„Coorptea  imdua  de  1' Académie  des  Scienoee"  en 
eindelqk  v«le  popiüako  opsMteo  ia  bet  door 
tMm  g«ffodige«<de  „Album  der  Natuur". 

Htnlmg,  Difk,  «en  Nederiandeeh  godgeleerde 
en  broeder  van  den  vooigaBnde,  den  Oden  Octo- 
ber  ld17  te  Rotterdam  geboren,  ontvi-og  lyn  op- 
Indifig  aao  Itet  loffbitoot  ven  Kinsbergeji  te  El- 
bnrg,  de  Franoobe  ediool  vam  t>m  Toorentnbergen 
de  lAtgnadie  scfaool  te  Utrecht  en  werd  ia 
•5  iogeodiiieven  als  student  ia  de  lottoren  en 
godgeleerdheid  te  Utredit.  Nadnt  hg  aldaar  den 
rang  vso  oaotfidaat  in  de  letteren  verworven  bad, 
*ett«  tiq  gedurende  3  jaar  lyn  godgrieerde  etn- 
dün  voort  a«n  bet  seminHiom  der  Doopageiinden 
le  AnuteidMn  en  «Mtvaardde  in  1640  de  betrek- 
king Tan  pndjkant  ^  de  Dooragenode  gemeente 
te  Enkhniien.  De  Senaat  der  Utreobteebe  booge- 
adiool  verleeode  hem  in  1649  eerahalve  den  titd 
van  doehw  in  de  ^odE«^idbeid.  VaD  li^ii  ge- 
eefaiülen  noeoMa  wn  een  dom  bet  Haagech  Oe- 
lootaehu)  an  1846  bekroonde  prgsverbondeHng: 
.,OTei  de  etdribetd  van  den  brief  aan  de  £^- 
>iSra",  ,J>e  Ifoivioae  Loeuri  Evangel^i  adoltera- 
tore"  (1840),  „GMekKh-Nederdnitaoh  Baodwoor- 
denboek  ap  bet  Nieuwe  Testantent"  (1861—1863). 
,Eene  mawtd  op  ie»  in  Nooid-It^B,  Savoj«  en 
Zwitaeriandr  (met  dr.  G.  Vwering,  1864),  „Een 
dag  in  den  vreemde"  (1869),  „Ö riek «ch -Neder- 
iaadaeh  bandwooidenboek  op  bet  Nieuwe  Tei- 
tameot"  (2de  uitgave  1686),  „Proeve  van  beriie- 
mng  ODtCT  w«tg«vti^  Of  bet  lager  onderwga" 


DigilizedbyGoOglC 


EAiRTINO-iE&KrUAN. 


S885),  beDenne  een  tamiei   aitik^ii   io    „4e 
ids  ,   de  „Je&iboctea  iwa   w«1«iwdiMpdi|ke 
Ifaetdogie",   de   ,^Daofpegeaaia   Bgdraeeii     eni., 
•lameM  de  ,  JaaTT«nMgeii  na  bet  NeoCTkitdedi 
SdboalmtoMi",  «M  in  1969  dcwr  hem  en  ijin 
broeder  w«Td  opgeridit  ea  waarbij  ^V  '!•  alge- 
meen eeoretuia  nMfkaaam  waa.  Den  laUn  April 
1888  verkreeg  hn  inn  emeritaat  en  «rerleed  den 
23elen  Febmari  1002. 
Bftrtlnrton.  Zie  Dttoiukire. 
Bartjesdar  i*  de  MAin  tm  een  To)ksf«e«t- 
dag  te  AÏiHteraun,  Tolgene  Boounigen  ontataan 
doordat  men  weteer  op  dbMb  dag  vrif  moclit 
gen  (^  de  kongnen  in  de  duJoen  bq  Haarkm. 
valt  op  den  3den  'Haanthg  Tan  Augoataa. 
bniitenepcsiffaeden,  die   de    Hartjesjagi 
Troeger  bedKTen  (want  bet  leest  hérft  »ooral  in 
onie  eenw  zeer  aan  beteekents  Terloien),  bAben 
den  Ear^jeedag  benicht  geraaakt.  Vooral  op  den 
Zeedgk  en  in  omUggende  stegen  werd  l^j  vroeger 
éiiA  gevierd.  Nu  merkt  men  er  weinig  meei 
TMt    De  kiiidei<en  (giootendeek  nk  dn  „Jor- 
daan")  bokken  op  dien  dag  veiUeed  en  nogen- 
de  door  de  etad. 
HartkamsT.  Zie  Hta-L 
BarÜ.    aobtei  vogehnmen   ie  de  aftorting 
voor  O.  HarÜaub  (ae  aldHtr). 

Hartl,  Bebuieh,  een  OoeteDi^eah  geodeet, 
den  23eten  Jannari  1840  4e  BrOoa  gebtmn,  atn- 
deeide  te  Weeoen,  tivd  in  1869  in  dlenat,  nam 
deel  aan  de  veldtochten  vaii  1864  en  1866  en 
werd  in  1869  bQ  bet  m'Mak  geogr^adi  ineti- 

i  udi  au  leider  der 

„  voor»!  v» 
bo»ametaiig  >ew  veidiwtdijk  beeft  gemaakt. 
Van  187S  toi  '1875  was  hg  ^  tonograat  werkzaam 
"     dODofi,  Rnmelie  en   Bnlgar^e  en  Mdde 

9  tot  1896  de  triuigaJatie  en  het  begin 

dn  lanknatiog  lan  Oneke^ant  In  1898  wwd 
h^  boo^leoaar  is  de  geodesie  te  Weenen.  De 
tri—eenng  vaa  den  Aiwerftunnel  voerde  hn  n-it 
DMT  het  plan  van  fToIf.  Van  1868  tot  1896  re- 
^geudb  oq  de  .^tUeAongien  dee  Hihtibgieo- 
OTt^hitdien  Imtiinte".  Hq  overieed  den  8den 
Aprü  190S  4e  'Weenen. 

Bartlanb.  Otutav,  een  Dnftseb  vogelknndi- 
ge,  den  Saten  Nov«mber  1840  te  Breinen  geboren, 
■tndeerde  te  Beiijjn,  Bonn  en  GOttUigen  in  de 
medicijnen,  beioeht  ooderseheiden  wetcnsebappe- 
Joke  inatettinpn  in  bet  hmlenland  en  tettipide 
veb  daarna  iJb  arta  te  Bremen,  waai  hg  den 
20«4en  November  1900  orerteed  Hjj  sehreef:  ,.S;b- 
tem  der  Oiwfbokigie  Westarrika^'  (1857).  „Bei- 
trag  IDT  Faona  Zentrokraljnenena"  (1667),  „Die 
TOge]  Oatafrikaa"  (1870),  ,4>ie  VBgel  Madint- 
kara  md  det  benatlibaFten  IneelgTnpfmi''  (1S76), 
Ook  beweille  )iq  de  aoOloeieebe  venameKng  van 
SfflJR  Ptuja  en  edireef  de  oniithokigiadM  be- 
tiehten  van  TroÊcheFh  „Arehiv  der  Haturge- 
aeUebW  (1846—1871). 

Hartlabm,  Otto  Briek,  een  Duitaeh  acfirg- 
ver,  den  3den  Jnm  I8S4  (e  Ehnatbal  gelKven, 
etndeerde  in  de  redrtea,  verliet  echter  Tcede  In 
1890  den  staatsdienst,  «m  kA  g^teel  aan  de  lel- 
toifcimde  te  wndei».  Hg  oveileed  den  11  den  Pe- 
bniari  1905.  Hi}  befioorde  tot  de  „Freie  BQhae" 
...       ^^^  öf. 

,Zwei    ver- 


— -    (Öde  dnik,  „Die  SWaj»", 

1891),  ,J)ie  Owehidite  wm  abgvrifleeDen  Kd<^" 
(ISSS),  „Vom  gnatbeien  Ftator^  (1895),  „Der  rS- 
miadie  Ualer^  (1898)  en  ,Xöebe  kleine  Hama" 
(1904).  Veei  roem  v«tnri«tf  hij  >k  toooedeciirö- 
v«r.  Hg  Bchnet:  „Angsle"  (1891),  ,J)er  FVoaeb. 
FamiMendmna  mub  Heorik  Ipm"  (mrodie, 
1891),  „Hanaa  Jagwt"  (1998),  „Die  ntUiclw  F9r- 
denmg''  (18fi7),  „Die  fim^Hing  w  Bhe"  (1897), 
„Ein  wafathaft  gnter  Henaoh'^  (1899),  „Die  Be- 
freiten"  (1699),  aUe  iomteehtnkken  en  het  trear- 
spel  „Ein  Elmnwort".  Een  wnddaacoea  bad  h^ 
met  het  net  den  OriUpaner-pi^  bekroonde  Mfi- 
cMM'drama  „Roaenmontsg"  (1900),  een  etnk  van 
aan^jipemde  basiek.  ^d  gadieUiBa  gsj  hg  nit 


'  (18Ö5)  . 


„Von  reHen  FrUdi- 


uit  Qoelhe'«  gediebten  „Ooathe-Bre- 

vier"  (169%)  en  oat  Seheffhr'a  ,/}bernbiiuecber 
WaadMmuftt"  den  tmndel  „Aagtiw  Si'leaiua" 
(1606). 

Hartlepool,  een  leeMad  in  hot  Bngteleehe 
gtttStémp  Donaak,  od  een  Hhiereiland  ten 
noorden  van  deo  oma  der  Tee  aan  de  Nooid- 


mrVtepixA  met  (1918)  639S2  ntwonen^  en 
beett  een  voortnffelqke  en  veilige  haven,  groote 
dokbn  «n  acbeefMtunmerwierven,  omderaineiden 
uuieidqke  gebouwva,  een  dmk  beiocht  leehad, 
stoenkciütmfpwn,  adteepTaait  en  Tiaseberg.  Het 
edte^aeTtv«tkner  bedioeg  <m  1913  1949  000 
ton  aMt  in-  en  nitgaande  adtepen.  In>  de  nabg- 
beid  vindt  men  de  BlaekhaUe,  mei^waardig*  rote- 

Jaeobui  Johwmet,  in     1861   te 


Blankeitera  geboren,  promoTCerde  in  1877  aas 
de  boogeeehou  te  Leiden  tot  doctor  in  de  Uae- 
téeke  letteren  op  een  pioefwhNit,  f;etêteld:  „Stv- 
dia  eritiea  in  LneiasH  Samoeateneia  ofMn".  Hg 
wM  van  1877  tot  1883  pnecefAor  en  van  1888 
tot  1801  «oureetM  aan  het  g^rmnMiom  t«  Leiden. 
In  laatstgenoemd  jaar  aanvaardde  hg  het  hoog- 
leeraMTsambt  aldur  met  een  rede,  g«Ht<M:  „De 


naameto  wetken  ijjn:  De  beimooopidBnNn  m^ate- 
— nqoe  protaoatamm  JnUeüe  «aminto  luato- 
(1880),  „Stadia  AiUitaibontea"  (1832).  „La 
oïanw.  Het  twen  na  Alennder  den  leagen- 
proteef^'  (Qiiekaehe  en  La^neohe  sebr^vera  met 
aaoteekeniiwen  eni.,  I,  18r4].  „Analeeta  Xsno- 
phoiifea"  (1687),  „Xenc^iion.  Oedenkwoatdighe- 
van  Soentee"  (OriekeelM  en  Latgnscbe  anirg- 
met  «anteekeningen  eni..  XII,  1888),  ..kvt- 
keta  Xenopbontea  nova"  (1689),  „De  Fhaedri 
tabolU  eommentatfo"  F1890),  „De  Horatio  poeta" 
(1891).  ,J>e  Mattivia  de  Vries"  (1692},  „De  M. 
ToUio  Cieerane"  (1898).  „De  Terenti«  «t  Donato 
utatao"  (1895),  ,/Epietola  critica  ad  aniicoH 
Leeawen  et  U.  B.  Hendee  de  Ceeta  eoo- 
tinena  aniuitationea  ad  Odrsseam"  (1896),  ,.De 
emblematie  ui  I%toDis  textn  obvüa"  (1KI9),  ,.Qe- 
neetetiana"  (1901),  .Jiévtqne.  UbeHnm  aiii«nm 
de  Flatardw  mentia  medieo  denoo  tdendnm  en- 
ravXt  J.  J.  Haptman"  (1903),  „Analeeto  Tadlea" 
(1906),  ,J>e  Ovidio  poeta  eonmientatio"  (1905), 
„DeeeoDMrm  poetioam"  0907),  „Oratio  de  ék- 
qnentia  phdk4ogo  eolenda"  (190B),  „Na  v^f  ea 


DigilizedbyGoOglC 


HARTMAN— KABT31ANN. 


6» 


twintig  juea.  Redt  tei  faetuuwTuw  uu  Cofaet" 
11909),  „De  ATOndioa  óee  HddendooM.  H«t  1«- 
Tw  en  werkea  Ttw  da  WiJK  raa  ObMionea" 
11910),  „BM(u«iik.  Een  boek  mot  iedereen  over 
Hontlwe"   (ISIS). 

Hartmaiui,  Jaeob  vijjlMeT  von,  een  BeieiB«fa 
miwtmI,  den  4dtD  FebniMi  1195  te  Maitaawaw 
H  de  Patte  geboien,  bexodit  tii  10-jftnge  knaap 
de  irafilMce  BChml,  weté  ui  1811  ondeiolfioier 
in  Bergedten  dieoet,  T«iimerl  neldn  den  lang 
*u)  hKtoiiMtt,  iBin  «Mt  Ft&Decbe  igde  deel  aan 
■de  Teldtoebt»  tod  1814  en  1615  en  reriiFeeg  het 
L^ioen  vaa  Eer.  In  1&16  tiad  by  in  Beidrscèen 
dienat,  kwam  w  1824  bg  den  geneiahei  atai,  in 
1827  bq  bet  minieterie  van  Ooriog  en  weré  n 
1842  tot  «djttdHOt  'vau  krooofiBim  Jfaziniitüim 
«n  k<»rt  oa  4ena  tooonbekUiiHniflg  fld46)  tot  ge- 
neiaal-fn^joor  bnKramd  In  1861  werd  bg  hute- 
Baat^metaal  es  eanmundaot  van  WBnbnig  en 


[  ked.  In  den  oorlog  v 
er  raa  bet  ade  B^enel 
d  den  iden  Anguet»  1^  Weisaenbtug  en  oen 
6den  bq  WCiA.  fin  maakte  TOorail  naam  door  bet 
iiaapaa  van  Mot^nHfeJa-Tow,  door  Ducrot  met 
Soti  dirinto  T«rdedigd  Qü  ovedeed  de  Wün- 
ianK  4ea  SSatnt  FebroME  1873.  Id  IMO  werd  te 
lUkammer  een  f^nktobn  -voor  bem  (fpgt- 
nchl 

WnTtmmr.  Johan»  Peter  fimil,  een  Deenarit 
«OD^wniit,  den  14deii  Hei  1805  te  Eopen- 
ba«B  geiwien,  entrine  ond«rwi)«  in  de  mo- 
ad  mn  z^  'ntdei  ta  Weyte,  atudeerde  ia  de 
neiiten  en  'tnui  m  staatidieDet.  Later  w^dde  by 
aieb  w«der  aan  de  mn^ek,  trad  met  auccea  ak 
^ftM^atafaétt  «p  („tSaTDen",  18S2  en  „E«iea- 
kim",  1^),  deed  een  iNUteDlaDdeebe  atudiereie 
«1  wefd  in  1W7  mede-<UTaetenr  van  bet  Kopen- 
TiMgndic  oeoMTvatorinm.  Kaar  Qade'a  voortKdd 
wödm  hg  ipeeiaal  zqd  «andacbt  aan  oaticoiale 
«tementen.  looaia  in  de  balletten  „ValkTrian", 
JTnmtiüiróte.",  toonedmniiek.  een  mannenkoor, 
«anbten,  Medercvc^,  piaaowei^aii,  eni.  Hg  over- 
leed den  lOden  Wart  1900. 

Zie:  de  UoKralie  van  W.  Bêhrend  (1895). 

BarlmaiÊm,  Emil,  <«n  eotufwaUt  en  «>on  no 
den  ï«oi8«Mtde,  den  Sleten  Februan  1836  te 
Kopenhagen  gehoreD,  beeg  nraiiekondeiwqe  va» 
iga  Tad«r  en  «i*  iwagec  Siel»  Oodt,  was  «i  ver- 
wioUende  idaataan  organist  en  in  1801  de  op- 
volgM  TMi  Qodt  «la  dhedeui  der  Kopenhaagsehe 
VanekTereemgMg.  'Hji  aebieef:  werken  vooi  ot- 
k«at  (oaMrtUTea,  «7mIonie6n,  suitM),  een  koor- 
woi,  «pei«'«,  «en  vjmieaaeert,  een  vloloaoeiooa- 
«ert,  eni.  Bg  «vesleed  den  18den  JuU  ÏS96  te 
ioprabagen. 

Bartnuuut,  RiehanL  «en  Duitatdi  jodDetrieel, 
den  8atwi  Navxrabar  1809  te  Berr  bg  Straata- 
bare  ^ebonn,  kwnm  Ju  de  tew  bg  een  «nid, 
w«£le  ala  leitwid  leerMng  l«  Haaöbeim,  Nen- 
itMk  au  de  Baidt  en  Jena.  en  ging  in  1880 
Diat  GbMmitx,  waar  bjj  in  dJensl  kwam  bg  Bau- 
boU  vgBomÊr  wt  «en  madmelabiiek.  Ju  1S87 
pbatato  bg  neb  aan  bet  boold  vnn  een  dengetjj- 
%Ê  ondefgMnky.  Hg  begtm  met  «ledita  8  werk- 
Uedeu,  en  Tee£  ia  1644  aticbte  h^  een  naeaw 
lahtietnggboww.    AaBvanieégk    vervaaidigde   bg 

IX. 


aUeen  macbanee  vooi  katoen^innerg;  latei  ecbter 
bnidde  bg  t^  wArkmuobegd  iiit  tot  bet  g'ieUD 
van  gaeren  voorweipen,  tot  bet  maken  van  etoom- 
weiktnigen,  en  in  1847  Teriees  lü»  nieowe  weik- 
idaata  tot  bet  TerrMvdagen  vnn  locoDMtieTva.  Nog 
■etw  bouwde  hg  een  Fabriek  voor  de  giootalë 
vefLtuJgen,  zooak  ia  de  mgnen  g«briüJtt  worden, 
boortoestelkn  ent.  en  ia  li357  waa  bet  aaotal  tg- 
net  w«ti[li«dea  reede  tot  1500  geklommen,  Ho*-.  ■ 
wel  in  1860  een  groot  gedeelte  der  veikplaaUeB 
door  een  Mka  brtai  verwoaat  wefd,  kwam  ec 
geen  «tilttaitd  in  dm  «büd,  en  in  1865  werkte 
Bjj  ia  40  veFBtdiiüende  Q>ebo«w«n  met  9  «toom- 
weokluigen,  jjfeiamenlük  met  250  paaidetdinclit, 
met  5  fltoomËameis  eni.,  terwgl  bet  aant^  weiÉ- 
KedoD  tot  3000  gcUoaiDen  waa.  In  1870  verkocht 
i^  gga  aaat  «aa  de  „SfaWortn  MaBchineDfabrik" 
te  Cbemuti.  Hg  overieed  te  Ctaemniti  den  16den 


__.  Juliiu   vow,   lmtenai>t-«eiieTaal 

fVnimchen  dienet,  den  2den  Maart  1817  te 
I&nnovei  g^tawa,  tnid  in  1634  id  dienat  bg  de 
Pnaaieche  hnEaren,  nam  ah  kaïuteia  deei  aan  den 
TeldUMfa*  in  Baden  en  bekleedde  in  1850  gewioh- 
t^  betrekkiwen  in  Saeavr^— Holateio.  Wd- 
dra  wenl  bq  tn  bet  departement  van  Oorlog  ge- 
[daatat  en  in  1860  aja  kolonel  aan  bet  tioold  ge- 
steld VBD  dot  gmualen  atai  vaa  het  4de  ^rër- 
koifM.  In  1868  roerde  hg  bet  hevet  over  de  He 
briêada  eavalerie  en  in  1865  weadi  hü  «eoaaat 
majoor  en  «ante  «oouoMKlaM  van  Kobleni  en 
EimnIweitatMii.  S^  vam  deel  aan  de  ooijogw 
v«D  1666  eo  1870—1871  en  weid  oa  bet  aluttan 
van  den  vrede  «aogeeteld  tot  gouventeur  vwn 
StnaMurg.  Hg  overiead  den  SQstan  Apnü  1878 
te  Badeu'Sadao.  iHij  «ehrerf:  „K»&die  Vwm- 
<*e"  (1876—1878,  8  «n.)  en  „Die  aHgemeioe 
Webrpfiiebt"  (1876).  X»  iga  dood  veiacbeiMB 
„LebeneeiiDnena^Sn.  Biiele  uod  AofaitK"  (2 
dln.,  1882),  „BrMe  ane  dem  Dentach-fianiOm- 
acben  Ktiega  1870—1871"  (1693)  en  „Briefe  aot 
dem  F«ldii«  1306"  (18B8). 

BMtmum,  Morilt,  een  OMteuökech  dich- 
ter en  adirgver,  den  15den  Oetobei  1821  te  Dnsdi- 
mk  in  fiobemen  geboien,  atndeetde  te  Praag  en 
te  Weenan,  deed  io  1M2  een  vm  dow  ItftliS, 
ZwUaerbnd  en  SoidltmiadUaad  en  werd  ala 
bnieonderwgMr  te  Weanen  gefriaatst,  doch  verliet 
OoBtenrgk  in  1844  om  ign  dtcbtbnodel  „Kekib 
and  Schwert"  (Sde  drok  1651),  londei  ^vaai  te 
kunnen  nitgeven.  Nadat  fan  «enigen  tgd  «  Frank. 
rgk  00  België  bad  doorgeMaefat,  vertcbenen  >ij«: 
„NflaaM  Gediehte"  (1846).  Toen  bg  tegen  het 
einde  vaa  1847  naar  z|rn  vaderland  tenigheerde, 
werd  hg  voor  de  Teehtboak  gei«epen,  docb  de  om- 
vrentding  v«n  Maast  1848  maakte  een  einde  aan 
bet  proeea.  Nu  plaatete  hg  sidi  aan  het  hoofd  der 
Duiteofae  paitg  en  werd  itaar  l^et  Parlement  to 
Frankfort  elgevaardigd,  waar  bg  tot  de  Koker 
liide  bebooide.  Aldaar  gaf  hg  den  „Retmehtonik 
éee  Pfaflen  Ifaorluua"  (5  atnkken.  1849)  ia  bat 
Kcht.  «et  BUm  eo  FrOba  begaf  bg  neb  ia  Oc- 


tober  1848  naar  Weenen,  w«aT  hg  tentauwwwwd 
gevangenaemifig  ontraapte.  Na  < 
Iwt  F  ■        "■ 


_„ o r fa  do  ontbiodiag 

BompfariMnMit  te  Stottgart  veitMdi  hg 
naar  Zwiteeruïnd,  vervolgana  naar  ElngelaBd  ea 
in  bet  Da)aar  van.  1S60  naai  Pm4<  ok  deed  eev 
leis  door  bet  tiHden  -na  FVcnkr^^  en  BretagM. 


DigilizedbyGoOglC 


66  HABT 

In  b«t  begin  wi  1354  booebt  hq  ik  eom^xui- 
dent  tto  de  „KOhüacÉte  ZeUong",  de  Krim,  wwu 
hQ  P/i  JAftr  bleel,  woonde  d«Kriu  een  aantal  ja- 
len  te  Augs,  deed  in  1658  «en  toérl  dooc  Dese- 
dMrken,  DiHteehJaiul,  ZmtMiJUHl  en  ItaJiê  en 
Tcstigde  aidi  m  1860  te  Oenève,  waar  iqi^  ^oo 
knngen  over  Doitecbe  iettoikuade  en  gewbiedi 
oda  ^ooten  bijval  voodea,  In  1963  gine  hy  nas 
Stnttgut,  waar  bjj  u«ii  io  ]d65  met  die  lêdaetie 
TMt  „Freja"  belastte.  Ia  1668  verbniade  faq 
naar  Weenen.  waar  hg  deef  uitmaakte  tib  de  re- 
dactie der  „Neue  Freie  Pretee",  dveb  wekba  oo- 
mtetd  werd  en  na  een  hogdimg  siekbed  den 
ISden  H«  1872  te  OberdSUUu;  overieed,  Ven 
«ÏD  geaebriftea  venncUen  w^  den  roman;  „Der 
iiü^  om  den  WaJd"  (ISfiO)  bet  idylUsch  epo* 
„Adoca  and  Eva"  (1651),  „Schatten",  een  Ter- 
tameltne  van  dicblerl^e  verbalen,  den  dicbtttim- 
del  „ZeiUoeen"  (1658),  „Tagebaoh  aa«  der  Pro- 
noix  oBd  Lwtgoedoc"  (lesS— 1653,  2  dlo.),  „Er- 
liUmgea  eines  Unateteo"  (2  dln.,  I8S6),  „Et- 
xibkmeen  meiner  Freonde"  (ISeO),  „EUkleT  und 
Bfbrteï^'  (1660),  ,J*oï*Uen"  (8  *n,.  1863),  „Nadi 
der  Nator"  (3  dfa).,  1866),  „V«i  FTllUdi«  in 
FrflbUng"  (1661),  „Die  kttten  Taee  tioM  Kd- 
nnes"  (1866)  en  „Die  D>aitMUtt»n  det  Baioaia" 
(2  <Kn.,  1668).  Zün  „OeeanHBeUe  Mniften"  lyn 
in  1874  in  10  derien  in  bet  UtUi  -TCSMbeaen. 

Bnrtnuuia,  Robtri,  een  Dnatocb  anatoom  en 
antbn^loog,  den  6>tan  Oetober  16S2  te  Bfawken- 
bvrg  u  dea  Hari  geboren,  ttudewde  te  Berlöa, 
le^sride  in  1869—1660  TT^h>eer  A.  von  Bamim 
«p  een  reie  in  bet  noordooeten  van  jUiiha,  werd 
in  1865  leeTaar  aan  de  kjMHMHiwaoadaoie  te  Proa- 
bau  en  Hl  1867 
te  Bcrlön.  Tan  1 
ffroot  dêet  Tan  H 
og  ondenw>n»blr&i<  <fer  „GeeettMbaft  fflr  EMkun- 
de"  te  Berl^n,  daarna  aeeretuia  na  bet  Antfaro- 
pokm«th  Qenootec^p.  Hij  overteed  óen  20eten 
April  1893  te  Nen-B«beleberg.  (BÜ  ecbreef:  „Bet- 
se  dea  Freibern>  A.  tou  Bannin  dnieh  Niwdoat- 
afrika"  (1863),  „N^lttirëeMilMbliMi-iiMdüfidMJM 
Skizze  der  Nilltoder"  <ie65),  „Die  Nigritier'' 
(1667),  „Die  VS]ker  AttÜM*"  (1679),  .Auidbntè 
der  Aiiat<Hine  des  Heuebea"  (1881),  „Der  Oeiil- 
la"  (1881),  „Die  menadieitSbnheben  AHen" 
(1688),  „AbeeeJnien".  ,4>ie  NUltoder"  (1683)  en 
„MaduiMAiar"  (1885).  Oofe  bewerkte  bq  het  ao- 
tbn^togieeh  deel  Tan  bet  werk  OTer  de  OaieUe- 
qieditie.  Met  Bastimt  ledógeeide  hg  de  „Zeit- 
■ebrilt  far  Ethnologie". 

HBrtmann,   Qutlav,  een   Doiterfi  leebtage- 
leerde,  den  31>tBn  thart  1635  te  Teebelde  \^ 


melnaeh  reeht  te  Bud,  in  1672  te  Freibnrg,  in 
1878  te  OftttJORen  en  in  1885  te  TnbLi^en,  waar 
hy  den  16den  November  1694  oTeileed.  Van  ïüa 

Ksdi-riflen  Termelden  wq:  „Zur  Lehve  von  den 
bTwtrigen  ond  geavriöicbatttidien  TeatAmen- 
ten"  (1660),  „Ueber  den  Mdit}ieben  Bwriff  dei 
Gelde»  nnd  den  InbaH  toq  Oeldeciralden"  (1868), 
„Die  ObUgatxm,  üntcraticbDDiTen  fiber  ibnn 
Zwedi  nnd  Bau"  (1875),  „InUi-nalioneJe  G«M- 
■ebnMen"  (1662).  ..JnncüBeher  Caaut  and  Mloe 
PtBatfttion"  (1884)  en  „Lnibnia  al<  Jmjet  nnd 
BeehtqilrikH^"  (1862).  H^  una  Toorta  jaien 


lang  Tedaeteor  van  het  „Apéót  fOi  d(e  GEnilif' 
ÜÊette  Praii*". 

Hartmann,  Harl  Robert  Sduard  von,  een 
Diutacb  wijegeer,  werd  den  23aten  Fsbnari  1842 
te  Berl^n  gebcfren,  trad  in  1858  in  ddenet  bjj  de 
artillerie,  bezocht  de  aetïllierieadMtd,  aam  in  1865 
ale  Iele  luiteneiit  wegene  een  knielden  ontzag, 
pramoTeerde  in  1867  te  Boatoek  en  leefde  dunM 
te  BerKn  of  te  GroBsliiiitarfelde.  In  1864  begmt 
b|i  soaoer  bepaald  .pkn  lyn  j^toaotiadi  boofd- 
weik  te  acbr^nn,  w  reradteen  onder  den  titd 
„Phi)o«Mhie  de«  Uobewnelen"  (3  Ha.,  llde 
druk,  1904)  en  «ed  epiien  wekte.  Zqn  tweede 
hoofdwerk  ia:  .J)ae  «ttÜcbe  BewnertMin,"  (2de 
druk  1665),  £un  derde  .JMigfoMBbiloaoptiie" 
(dL  1,  jj)ae  leligiOae  BewaaBtaeia  der  Menseh- 
beU",  dL  2,  „Die  Rdigion  dea  Qeiste»",  2de 
dmk,  1666),  xün  ^iwde  „Aeathe^k"  (dl.  I,  „Die 
deatacbe  AeetdKtik  aait  Kamt",  di.  2,  .^M  Phüo- 
Bopfaie  dee  Sohtaen",  1686—1687).  Daarbq  ke- 
rnen nog  als  gnmteie  werken  „EaUoorieniebn* 
"     P.  ■         -       "  ■     .,^.,    (]   -- 


(1896), 


g  ale  gTOol 
„Oeec&icht 


tte    der   UetaphTuk"    (1889— 


(1901).  Bovendien  adueef  hg:  „Ueber  d 
tieebe  Uethode"  (1868),  ,J>a*  Diw  ao  dA  nnil 
•rine  BeKbaffodkMt"  (8d«  dmk  iSB5  onder  den 
titei  „Kfitieebe  Oiondiegmg  dee  tnnMeodent»- 
leD  RediHMw"),  „BiUtUenmeeD  mr' HetMbjaik 
dea  Unbewnaeten"  (2de  ^A  1876,  ender  den  ti- 


Sdtopedumeriauiij 

__.„       _ ..      „Die     EUbatMiaeteiiw     de» 

OhrietentniDB  and  die  Rdiffion  der  Zdranfif '  (Sde- 
dnk  1668),  „OeMHomelte  Stodieii  and  Aolaibe'' 
(8de  d«A  168B),  ,J)ie  Kriü  dee  Chriateirtnma- 
in  der  modernen  Tbecdogie"  (Sde  druk  186^, 
„Tiax  Geadiichle  wid  BegrliiKlDng  de>  Penimie- 
mne"  (2de  druk  1862),  „Dm  Jadentam  is  Oegen- 
wart  wid  Zukuoft"  (2de  dmk  1885),  „PbdkMOphi- 
ecbe  Fntgen  der  Oegenwart"  (1886),  „Der  ^iri- 
tiamus"  (2de  druk  1698),  ,,Modenw  PiobknM" 
(2de  druk  1898),  „Lotxes  Fbikeofiue"  (1886). 
,J)aB  OnndproUeni  der  BikeantnictbMcie^ 
(1688),  „SritUfae  Wandemngeo  dnreh  die  FU- 
iMopbie  der  Gegenwart"  (1880),  ,JHe  OeieteibT- 
petbese  des  »iritinmi8  tMtd  «niw  PbanlnBe"^ 
(1691),  „EaaU  ^ennbuatbeorie  mid  Ifetap^ik 
in  den  vier  Perioden  eednei  BBtwJdtloiMr"  (1^), 
„Tagerfragen"  (1896.  Neue  FoLm,  IOOC^.  „Sdiet- 
Uage  pUloeopUeea  STatem"  (1807).  ..EthiMbe 
Stndien"  (1868).  ,J>ie  WdtaMchanang  der  mo- 
demen  PhjBik"  (1902)  en  „Daa  FrobkiD  dei  Le- 
bens.  Bi<4ogiscbe  Stadiën"  (1906).  De  Moroaam- 
ate  werken  lijn  muoMU  in  de  „AnagewlUte 
Weike"  (1686—1901,  13  <Uit.).  Onder  den  acbnil- 
naam  Karl  RtAerl  ««breel  bg:  „Trietan  and  laai- 
de, Daw)  Mtd  Batbaeba.  Dnmaüaebe  Dichtan- 
gen"  (1871). 

Borfmonn  tradit  in  de  metaipbjHea,  lieb  aan- 
eMtend  aan  ScAeJlin^'a  poaitieve  wjebegeerter 
de  grondrteUingen  van  0e«I  en  8ekop«NAitwr.- 
de  Mgieebe  idee  en  den  onlo^ariiMi  wil  tot  het 
„oobewnste"  in  den  tin  van  em  onbewnaten  we- 
leMgeeat  Minen  te  emdlen  en  <Mt  abaincle  nrn- 
mran  vut  de  weenlatieve  etcJaeli  met  bel  reaüe- 
tiftcfa  iodividoMMDe  tot  een  eonereet  moniame  t» 
verewigMi.  In  de  satnviphttoaaHe  atreelt  hq,  op- 
den  gLondrdag  nn  het  exaete  empirieme,  dmr 
■   '     ■  een  vereeniguig  van  dfr 


DigilizedbyGoOglC 


HABTUANN— HAiBTUASfN  VON  AÜE. 


modtnw  BatannMtfloxlnp  nwt  d«  nMUfthiMacbe 
be^MgeUng;  t«i  opiicbte  étt  aDoiKsniKihe  oa- 
tmr  Tartcgenwooingt  hg  het  KtomMtiadw  djr- 
aamkiDe,  ten  i^ziehte  der  «igaoisAe  bet  ii«o«i- 


taliame.  In  de  kentbeorie  fBrkeimtmitheorie) 
tratU  hq  het  tianeoeDdentoie  idealitme  van  Kant 
door  iQn  «gen  «onêemenltea  in  bet  Mifferü(nd« 
te  toeiea  en  de  TealHtseehe  beatMtdd«el«n  tu 
Kmt't  „Teinonflkiitik"  tcrt  een  tnaseeii  dentaal 
reaJioDe  nit  te  brewten.  Zijn  ettuoa  benist  loowel 
op  de  Mecdoeie  (Bggel),  «la  C{i  het  monieme 
(SetopeaAouerJ,  en  bondt  evenveel  rekenkw  met 
de  Qtoreele  digfiaeteii  van  «oaak  en  gevoM,  als 
met  éie  vaj>  bet  vaniMii).  Znn  „ReU^cuwptHkMo- 
fia"  sbreeH  op  pmAwlogdadMni  giondriie  naai: 
een  Tereenigai^  oer  waardeTdle  4)e(tanad«rien 
vMt  bet  Chriatendom  met  die  van  de  lodwche 
godadieneten,  aaai  «en  overwinnüig  fmn  bet  ab- 
atnete  moniMne  en  tiMleme  door  de  ^iirtbese 
na  een  eonereet  moiMme.  Zgo  aaathetiea  be- 
■iTfdt  het  abetiMt  UesUwie  -na  Plato  evenieer 
ala  bet  aMradie  tonnaÜHDe  en  bewandelt  den 
middehMe  an  «en  eonereet  ide^isme,  dat  leitelgk 
Of  betaelne  neeitonrt  ila  een  eonereet  foimaKe- 
me.  la  ign  beadKniriDgen  over  de  waarde  van 
het  lev«n  beetigdt  hq  bet  eeniö^ge  peewmieme 
t«a  Sdtopetüutuer  en  bet  eenqitSae  idealiame 
van  Leibnix  en  Begd  «n  toomt  hg  uch  peemnia- 
tiecb  t«n  «puehte  van  bet  s^k  der  wer^d,  «^ 
timMndk  tm  t^dtte  van  ban  doehnaldgen  ont- 
vrikMiogagiaig.  Zgn  jrimirrimir  Iddt  bem  «t  toe 
bet  egolame  te  verwerpen  «n  lieh  mt  sedei^ke 
motieren  te  ODdetweqwc  aan  bet  teleokgïMA  pro- 
ee«  van  het  beelal  en  aan  dien*  krachtig  bevor- 
derüw  mede  te  weiken.  In  de  pBjiJhologte  ooder- 
Mbeïot  hji  de  lektief  onbewarte  pe;«U^  ver- 
aehgnaeha  in  lager*  irauiweentTa  en  beneiiMl- 
ien  van  de  «Aaalimt  «nbevnivte  pa;«biedw  werk- 
saambeden  en  beedwnwt  bet  bewnatign  «da  het 
TemUaat  tan  abeohnt  oftbewwte,  foinieeie  pby- 
■fofoetebe  gebenrlniaaen  in  de  eentnie  OB^en 
van  bet  lennwetcjad.  4N«Mt  ijJB  ijstematiBdw, 
tHtorieeb-kiitMebe  en  ip<demiMb-BpoIogeU«he 
weiien  beeft  von  Uarlmann  lidi  eteede  met  de 
vragen  van  dea  dag  besig  gebonden;  looak  MJn 
talrtjke  geaiAitften,  vabüdelkigeD  en  dag<iUd- 
arinüeleD  over  politieke,  godsdienstige  en  eoüde 
Traagetukken,  over  Jodendom,  vmuweaemandfw. 
tie,  oiereDbesebermuw,  vegebniame,  ooderwije  en 
■piritieote  bewijien.  Ha  overleed  den  6den  Jnni 
1906  Ie  OroealiditerfeMe.  Z^  eerste  vnmw,  Ag- 
«ee  Taubert,  beeft  tieh  ale  eefanilBter  bekend  g^ 
maakt  dew  „Der  PeennMinin  «td  tetae  Oeg- 
ner"  (IS7S);  i$o  tweede,  Alma  Lom»,  dwn  „Za- 
rflek  Kim  Ideaümiw"  (1902). 

Zie  over  Mm  Hartmonn;  A.  Drtm,  Ëtkard 
Tou  Hartnwnn'e  phqlasa^bHeber  Sjetem  (Sde 
dnik  I9CM). 


Waten  Md  1853  te  NQrtingen  geboreo,  beiocbt 
de  „Bealeehuk"  te  THm  «n  leerde  vervolgens  in 
de  werkplaats  vao  OoUtekeek  te  Uhn  W  in- 
atmmentmakeTBvak.  Daarna  werkje  hij  in  ver- 
«ehillende  werkplaateen  1e  Weenen.  Wegens  z^ 
groote  btkwaurnicid  werd  hn  ab  teebniaeb  aaaia- 
tent  aan  bet  natn«knndif^  Uwratorium  1c  OOt- 
tingeD  TerbcHiden,  waar  bq  werkMam  waa  onder 


Wühebtt  Weber.  In  1679  gimg  bq  met  Friadrieh 
KohlrauKA  naar  VflTzbnig  en  vond  met  deie  sa- 
men bet  eerste  praelas^  meettnatrament  van  de 
de(diote<diniek,  den  vewgalntiKKneter,  n«L  b 
1881  werd  hq  vertegenwo<»iiUger  der  BeB-CtMn- 

Cj  en  korten  tgd  daarna  ebditte  bQ  met  W. 
tm  de  tinna  Bartiiumn  é  Bnmn,  de  thaaa  we- 
rddberocfode  finna  op  hel  gebied  vut  deetneehe 
meetinatramentea.  Hg  oveifeed  den  ISden  Oeto- 
ber1915  te  Mflneben. 

Hartmaiin,  Paul  von  An  der  Lm-Boeh- 
brunn,  ook  wel  Pater  Barlmatin  genoemd,  een 
Ooetenrgk^di  orgaoiet  eu  eomponiet,  den  21aten 
Deoanber  1868  fe  Saktnt  b^  Boien  geboren,  was 
leerling  van  Pembaur  te  Innsbrtlck,  trad  toe  lot 
de  Fmneiecaoerorde  te  Sahbnig,  ontving  in  188S 


kkweter  Araeoeü  te  Rome  en  tevens  orgaooat  en 
direetoDT  vnai  de  „Senola  nrasieale  cooperatin" 
aldaar.  Id  IWM  gii«  bjj  aaar  bet  Uoootot  8t. 
Anna  te  Hflndten,  waw  hq  den  Tden  Deeember 
1914  overleed.  De  nnivenitinl  v«n  Wttnbofg  bad 
betn  bet  eeredoe(<»aat  in  de  go4g«^rdbad  ver- 
ieend.  Poter  Harlmmn  heeft  ab>  oomponM  naam 
gonankt  met  eento  ««atioria  „Petros"  <1900). 
^FmnzUM"  <I90^,  „Dae  4eUte  Aben&naM" 
(1904),  ,Jkt  'Fod  ^a  Hem"  (1906),  „Die  iieben 
letEten  Worte  OnMti"  (1906),  „Te  Deom"  (1910). 
'ToortB  «tèred  hg  eenige  miflBen  en  werken  "vw» 
orgA 

Hartmann,  Lado  Morilt,  een  Ooetennjkocli 
genehMfcviMËge.  den  Sdeo  Uaart  1856  te  Stntt- 
gart  geboren,  etadeerde  4e  Weenen,  Bei4qn  en 
StrMtebmg  en  kgde  in  1989  aan  de  nniTeirit^ 
te  Weenm  de  {xoeven  van  bekwoamlrad  af  tot 
bet  geven  ven  nniverntak  onderw^  in  de  Bo- 
meioHbe  en  AfiddekevweAe  geednedenie.  Tan 
an  baad  vencfaeaen:  „Oiegorij  I.  RegWcnm" 
"  "  inmenta  Oevnanhe  biobanea.  BdsMacT 
1862,  2  dfa.);  j^M^etiae  9.  HariM  in 
L  tabatarinD"  {Weenen  160&];  JPrtxu- 
eieeh-MeiTeJehieehe  VedwadloDgen  Vbti  den 
Oroaaenet  ZoN  «nd  Aber  ^n  OëneralkonHDen- 
toaktat  mr  Z^  Ku)b  TT'.  rTvfcingea  1901);  ver. 
der  sebfeef  td  o.a.:  „Dn  üntergaiDg  der  aoHken 
Wdt"   (Weenen  'I90a,   9*  drak   1910);    ^ 


biorrafUMbe  Skine"  (Ootha  1»0^;  „Dae  ToKa- 
hodfwandweaen"  („FtoMmft  68  dea  DOrer-Bun- 
des  jnr  asthltiMben  EidlaT",  MlkiMben  1910); 
,J>er  Srieg  ia  deor  WeHgwiUchte"  (Weenen 
1914).  ^ia  voomaainste  werk  ie:  „Qeeehiehte 
ItaUene  «n  ltttiteUt«r"  (dl.  T-JV,  2de  bdft, 
Geiba  1807—1915;  verwAienen  in  de  door  K. 
LampreeU  uitgegeven  „AI^hkjik  StsateDge- 
MbaeM^^.  fforfinatni  niMkt  oeel  int  van  de  re- 
■ibotie  van  de  „Ti«i4el{jelnediri4t  fflr  ^oüa^  und 
Wir  teeha  f  tagtBchiehte" . 

Hartmann  von  An»,  een  Middel-Hoog- 
dnitedi  d4<:bter,  werd  omstreehe  bet  jaar  1170 
geboren,  bdKMrde  tot  den  ridderstand  en  was 
aienstiaaD  te  Aue,  waareohijnlgt  in  de  Breiagan 
ge4^n,  Hü  kon  leien  en  echrgven  en  had  ver- 
moed^h  in  een  Moosterediool  iqn  o^tleiding  ont- 
vangen. Beeda  vAAr  den  Kmiatoeht  von  1190, 
sebgni  te  hebben  deelgenomen,  was 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HAltrrUANN  VON  AU£— HAItTOOH  iHEYS  VAN  ZOUTBVEiEiN. 


h^j  tiek«iMl  met  bat  Fruwdi  en  Lotvn.  Ook  legt 
Itg  vit,  dat  bet  \fttM  hem  de  atof  vendiafte 
Toor  lÜD  gedtcbten.  Tam  deie  ie  „Bree"  (uilge' 

f  Even  dooi  ff<mf>(,  1871)  het  «eist  eit  koti  voor 
IS7,  en  „Iwien"  (uUmgeven  dooi  Btnteke  en 
LocAmonN  1627;  en  Henriei,  1891)  bet  k*(«U, 
m(Mr  nog  föót  121)3  TemAnkgd.  Beide  behooren 
tot  den  «agenkiiDg  vem  Arthur  en  lijn  onüeend 
MU  gedé^tten  van  Critien  de  Tto^u.  Nc^  oudei 
dtn  „Eree"  is  „Giegor"  («utgiegefen  door  IakH- 
Minitt,  l%8),eea  Cbiietelgke  leende,  wowichun- 
lÜ^  naex  bet  Fmnedi  bewerkt.  Tot  dien  tjid  be- 
hoDTt  ook  het  Teihul  „Dei  urne  Heiriricb  ,  dftt 
awennaleD  werd  wtMMren,  ondm  Biiderm  dooi 
W.  Muller  (1812),  inhWieHde  jwr,  tegeJiJk  met 
de  „Uedera  and  Bfidil^"  wl  Uarlma»n.  door 
Bauft  en  d«n  tKaotowiyef  (1885).  Een  wtgare 
d«c  geumenlqke  weiken  wn  Horlaunn  eon  iltie 
TOMtt  men  in  de  „Deutaebe  EkMaiker  des  HitUI- 
Mm."  iv»  Se«ik  «a  PfeHffr.  Dooi  Qolttned  wm 
StratOtttarg  vordt  in  den  „'TiiBtan"  ia  1207 
Harlmumn  geroentd  ab  «en  d»  toen  nog  kvende 
dicbtaia,  een  nrawklacU  wegene  «ja  overladen 
löndt  anen  in  de  „Ktaae"  van  Hemneh  von  den 
Tilrlein,  geaefaveven  ometraaka  1220. 
Kaxtov,  Ja»,  een  NededNidBcit  godgeleerde 


wUT  hg  mrkuani  t4eef  M  1894.  Hjj  oTeiteed 
den  2den  Sc^tonber  1904.  £efaal<«  bjjdngen  in 
TCiieliittHide  t^jdMiniftctt  aebreef  hij;  „Gesehi*- 
denü  vu  db  fuedfefeniMle  en  de  eTUMbpredï- 
Ung  ü  d»  ProtwtMiteebe  Xerk  nn  N«derlaj>d" 
(1861;  2de  dmk  I88I7),  „De  ^leclaitorjtae  ge- 
•ehtitttB  na  1741— 1800"  (oitgcéeTen  dooi  tKt 
Utracbtedi  Genootad^,  1872;  2de  dmk  1889), 
„De  PNMottan  en  l>MJ«"  (1882),  „Uit  de  dar 
gen  dei  PMriotten.  Vier  schetaeo''  (1Ö96),  en  ver- 
.taaUe  lüthatDaitecbO.  HoJJmHmn'a  „Qesehiede- 
m  TM  den  Nieuw-TmtamentiecheD  U^"  (1S98), 
vu  Aug.  Bmr's  „Haartea  Lutber  Jn  lijn  leven  en 
ontmkketii«  eeaclietBt"  (.I904>. 
H      ■  ^    ■    ■       ■  •"■"■  ■ 

bore  ,  , 

in  de  beide  rechten  op  een  proefachiitt,  getitdd: 
„Ad  regoluni  N<eino  »bi  poeseenooie  eanaem 
muUre  potest".  Hij  wu  Tan  1865  t(A  1866  leer- 
aar  aan  de  hooeeie  burgencbool  te  <ButI«iii,  van 
1866  tot  1877  aan  die  te  Utrecht  en  van  1877 
tot  1905  boogteeraai  bm  de  uoiverajteit  Tan 
Amaterdao),  in  welk  la*t«te  jaftf  hij  gepeoaion- 
■eeid  werd.  Zjjn  Tooroaaoiate  geechrliten  zijn: 
„De  gronden  taq  de  «ttwle-,  provïndak-  en  ge- 
meente-MHiebÜoK  van  NederWd"  (1865,  9de 
ihak  1906),  .TfboroM  B<wera'  HaniHtoek  der 
ataatbuiflheudkiiDde  (tooi  Nederlaod)  bewerkt" 
(1869),  „Staatsteer  ea  etaataleren"  (loangnrede 
rede,  1878),  „Retnhait  Fieter  Anne  Doif"  -(in 
„Haonen  van  beteeiema",  XV,  7,  iaS4),  „Veria- 
meling  van  Nederlamdaohe  aiaateragelingen  en 
ETODdwetiten,  lut^egerao  oodet  toezicht  van  J. 
W.  C.  TM)  Eaas^"  (6de  dmk  1904).  Verder 
veraobenen  y^  bijdragen  van  hem  in  „De(n) 
Qida",  de  ,j)ij(h«gen  tot  de  kennia  van  het  Ne- 
dml&adadi  •tMtabéfittraT"  en  „TImiimb". 


HarteV,  Antold  Beitdrik  de,  een  Protea- 
tuitMh  godèdMide,  wetd  den  Uden  Apiil  1869 
Ie  Bott««lain  gebnen,  atodeeide  in  de  tbeokiRie 
en  {mtmoveenM  te  UtreiAt  op  een  proelachnlt: 
„Bat  MoMaaBi  der  witeviqbeid  naai  Schainn- 
haoer' ,  Hd  wae  aehtenenrolgeni  N«derl.  Her- 
<ronnd  pndtkaiit  te  Ontmeo  (1903),  Heematede 
<>190ft)  «n  Uaaslen  (1910)^  en  nam  een  werl- 
MBm  aandeel  ia  de  «tiditu^  der  lotefDationale 
aebool  voor  wqebegeerte  tn  Ainersloort.  De» 
wqaeeer4beidoag  tracht  Toonl  den  redelijken  lin 
van  net  Chiisteadon  aan  te  toonen  en  den  gode- 
dtMMt  door  de  vretensehu)  te  bMtdbaven.  Tot 
het  katstgoiDefnde  dod  aticbtto  bü  de  vcreeni- 
gifig  ,4e  Ifiddadtoogta",  tot  het  eeratgeuoemde 
qJD  t^dwhtift  ,j}teuw»  Banen".  Bchakve  T«eebil- 
teüde  veitiandeluigen  «n  broebuTêa  vendteoen 
van  taa  ImjuI:  ,J)e  beilaMt«n"  (2de  druk  1907), 
,J>e  leMphMd  der  i^ie"  <J907).  „QiooU 
denkeia"  [Kant,  SehopeitkaKer,  Hartmaim,  Fi^le, 
Seheüing,  Hegü)  (ISto-IOOS).  „Drie  wWeeten 
oosK  dam"  JHartmm»,  Sveken,  Wundll  (1910), 
„Noodaakeliike  aaoTuUingen  <tot  CalTÖna  Inati- 
tuüe"  (1911—1912,  S  dln.),  „Oroole  dogmatioi'' 
[Lulhar,  ZuiingU,Coliyn,SekUi8nitaelUT,RitteU, 
StrauuJ  en  „Fhiioeoit'ie  der  rriigie  ia  grondlq- 
nen"  (1913  eni.).  Ook  veieobeen  na  de  baftd  van 
deaen  adüiJTsr  een  eerie  BetnwatdK  Sehetam  on- 
der den  titel  ,.Unt  't  Léve"  (1905). 

Hartör<  üenri,  een  Ifederlaradach  adirijver, 
werd  den  letea  AngueitoB  1869  te  Rotterdam  ge- 
boren, waa  te  Sctuedam  ale  onderwiJMr  ynak- 
■aam  en  overleed  te  Rotterdam  den  25sten  Fe- 
biQMi  1904.  Hü  Kbreef  «en  aantal  eebetaes,  die 
loowel  on  bon  peyebdagiaebe  'wwrbeid  ah  om 
de  beddende  kraoet  lot  bet  beate  impreeeionieti- 
aJie  won  in  osie  IjaI  bebooren.  De  mneate  x|)a 
femAraeii  in  bet  „Tweenwandetijkecb  Tjjd- 
a^tt",  terwi^  een  renaAtelde  mtgan  na  ign 
dood  onder  den  titel  ,3joIelen"  bet  licht  lag. 

Hartofh  Ben  vui  Eontevsen,  Herma- 
niu,  een  iNederinndEch  natiMirk4in<fige,  den  13den 
F^sbraan  1841  te  Deltt  geboren,  pnMoaneerde  te 
Leiden  in  1884  in  de  reebten  en  in  1866  in  de 
wia-  en  natourkunde.  werd  ewet  ieeraar  in  de 
Mtfaeiknnde  en  de  Aatuuclijke  htataiie  aaa  ver- 
Rcbilloide  inriebtingen  te  Leiden,  vervolgens  aan 
de  boogere  bufgerscbix^  te  VG-ravennage  en 
st<Hid  in  1867  op  de  voordracht  van  bet  hoog- 
leeraareaoibt  in  oe  M&kgw,  geologie  en  minera- 
logie te  Leiden.  In  1869  waa  bü  tegenwoordig  bjj 
de  operüng  van  bet  SoBikana^  en  voer  den  Nj)] 
op  tat  aan  het  eiland  Pbibe,  welke  reie  by  in 
,3et  Vaderland"  beMitroel,  deed  in  1872  eea 
reis  Jiaar  Sao  Fraocieeo  en  v^aUgde  lich  in  l«73 
te  Awen,  waai  hij  zich  met  kndontginning  beug 
hieU  en  den  3den  Juni  1891  overleed.  Hü 
sdireef:  ,.De  voorbistoriacbe  mensch  in  Biuropa 
(1860),  „CakfoTDJe's  hulpbroiuieD  en  toekomst" 
(1671),  „C.  Darwin.  D«  alatamming  van  des 
menach  en  de  eekene^  teeltkeus"  (2  dlo.,  8de 
dn±  1883),  met  aMLt«ckeD)Ogen,  „C.  Danrin.  Het 
nibdmkkwt  d«r  gemoe^aandoeoingan  door  den 
(dM  bot  EogelMb, 
„  ,  „£knile  Fenièie, 
Het  DanrJniane"  (ok  het  Frarach  1874)  met 
aanteekeningen,  „De  vooroofdeelen  der  meneeh- 
beid    og    daa thiiiAffnittiin d ig,    ataatknndig  en 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HARTOGH  HEYS  VAN  ZOTTPBVIEN— H^ITSLAG. 


69 


mBatsdMnxd^  gMté,  mu  HolkalMeh"  (1662) 
met  unt«ekeDHig«n,  „Wor^len  en  vnngaaa"  uur 
H  IXMwdbLtBdi  T&n  Caruê  Steme,  met  untMtraBiii- 
MD,  „Orer  den  oottproms;  óer  ^odwöenitige  denk- 
SeeMeo  twi  «en  erdirtwurtiBdi  etandpiint" 
(1883),  „L.  BOduwr.  F(dten  en  tttewirfn  uit  d« 
■mtoarweteiuehappelqke  Ww^d  van  den  tegen 
woordigen  t^d.  Voor  Nederlanders  bewerkt" 
(18^  _Ch.  DftTwin,  BiolcRisclM  meceterwer- 
fc«".  T.  O.  Witückr,  fieeO— 18Ö1,  6  dU;  Bde 
diDk  1SSÏ~1895,  7  dlnX  almede  een  haixlboek 
der  nuaemlo^e  en  c^etcJMi  in  dagMaden  en  t^- 
Mbrittot.  OA  wu  i^  boofdi«dael«ur  van  d« 
„Nienwe  PiovincMe  DientMbe  en  Asser  CooraiU" 
en  TM)  den  „Drentoche  Volkaalmanak". 

Hartpnnt  noemt  men  ao  de  wapenkusde  bet 
midddpon^t  Tan  bet  aASA. 

BATtrot  ü  een  üekte  det  bieten,  waarbjj  d« 
bM4l>ladn«D  stenen,  terirgl  k  plotseUog  iwart 
worden,  «oma  gaao  ook  de  andere  bfftderen  teo 
grODde.  OA  de  top  kan  aangetaat  worden  en 
Tan  iHennt  bot  ownige  deel  vmi  den  biet.  De 
eiMt  keogirtaste  pieoten  otcrren;  die,  welke  de 
iMte  Ie  twven  Jtomen,  beMien  een  mnagm 
■dkeig^alte  dm  de  ««onde  bieten.  Vuigani 
Bomnügen  is  de  Pboma  betae  de  oorzaak,  volgeni 
anderen  ie  ii««  optreden  vwi  deie  Kwam  een  bii- 
komend  TeracÜjiwel,  dat  lich  «erct  voordoet,  ut 
de  eigenJI^  rotitii«  at  begomien  w, 
BartMhlld  noemt  men  in  de  wapeDkvfide 
een  sch3d  dat  de  i^ 
poFidakte  iieeft  vaa  ^/> 
van  het  xbM  en  in  bét 
faBTtpont  Tan  dtt  fatttst» 
is  (rvl''*^^;  liet  ia  een 
heraotetnk  en  maakt 
geen  deel  ait  van  bet 
yeW. 

BartMo,     Antkow, 
een    NnferlanMi   6beb- 
ter,  den  dldaiir  Novem- 
ber '17II9  te  Ametendam 
later 


HartMbild. 


geboreo, 


de  kweetaehotl  der  DDOpaBeBrnda  ftraeente 
den  Toren.  All  bdvwhat  dMdtlgeD(wtMbip„O0fe- 
mog  lieariiaaft  de  knnatea"  Tervaardigde  of  ver- 
faaMe  t^  oodertdieideQ  tooneeletiAken,  waarrui 
■onunioe  bq  beiftahng  in  dm  Amsterdamieben 
aefaoawMig  werden  opgevoeMl.  Zq  i^n  onder  den 
1it<^:  „ToooedpoMrna  1770  in  2  deelen  nü- 
gwe*eQ.  Alioiiderlgke  wteaven  beeft  men  van: 
^  wwdergovMdeD  mos"  (1759,  17«1  en  1770), 
.J)e  moeder,  vMtronw*  vaa  hare  doditCT"  (1772), 
Jtétame'  iiVm,  J>9  fmm  naai  da  wenW'' 
(1777)  en  „De  adrtipe  landnoaw"  (1779). 

Bajts^Aalp  (Oardütm)  U  de  naam  vas  e< 
adho^tdier  dat  aan  mat  tast  gorcoden  wonMi  < 
«iena  aemm  bat  iMoMbeataaddeel  wtnaÉi 
van  bet  '»'*-*-^  der  kaïMiaaderifeo  en  oct  wel 
tet  Terbav^Dg  itn  tabqMden  «onlen  gabraikt. 
Zie  CardiaewSa. 

■«Ttslnok,  ia  de  naacn  Tan  een  aaaneniijk 
Amilerdaonefi  geeiadU: 

Hartêinek,  Jan  Jaoob,  een  ktterltmdige  en 
blSapd<Kditar,  den  14den  Oetober  1716  te  Am- 
•teroam  griMrea,  vat  adttereenvolgeiie  klerk  den 
Axknirali&k,     heemraad   tu   Watergrarfameer, 


tliitrter-  en  leqneatoneeater  der  AAoirsüteait,  sle- 
Diede  -directear  van  het  Zeeuwscii  QeDOotéchap 
te  Vliesjjigen  en  io  1774  (fawtour  der  BoMand- 
Bcbe  Maateebaf^^  vui  Wetenechappen  te  Haai- 
km.  Verder  wae  bg  ieg«nt  van  bet  Onde^nMinen- 
haia  te  Amcrtenkm  en  tod  den  schouwburg.  Hji 
overleed  den  2eeten  Ootober  1779.  E^  eehreet 
de  blijepelen:  „De  nHnderjuwt"  (1758),  „De  Ha- 
g^oRBi  te  EiJittoJzen"  (1758),  .j)e  edeknoedige 
rijkdom"  (1780),  „RedeToetingeh  over  de  Neder- 
dtuitache  welCfjTekeDdbeid  en  <Kehtkande".  „Be- 
M^irKving  van  QaitM  eni."  (2  d4n.,  1770)  en  „Be- 
MhrqTÏng  en  albeekteng  VMt  ren  Modroieerde 
Bdiepeehut  voor  a^itaode  vratermolens"  (1771). 

Harltinek,  Andries,  een  Nederlamdaeh  eeeman 
en  broeder  vao  den  vcMgaande,  den  25Bten  April 
1720  te  Anuterdam  gecofen,  werd  reede  vroeg 
tot  den  leedieDet  ofigdeid  en  wm  in  1744  «ehoat- 
bg^oacbt,  io  1746  viee-adminol  en  in  1788  op- 
perbeT^bebbei  der  vtoot.  In  laatstgenoenMl'  jaar 
nam  bq  echter  i^o  ontdag. 

Hartrinek,  PUter,  een  toon  v&n  den  voorgaan- 
de «n  Nederiaitdaeh  M«man,  waa  in  1802  sebouU 
im-aaeU;  in  1806  weid  )m  kokmel-^eixrs^,  be- 
Telbebber  vaa  de  KoninklqKe  grenadiers  der  rai' 
rine.  Tiree  jaar  vroeger  waa  oem  bet  oppertMve) 
opgedragen  oter  de  vloot  in  hHÜe  met  den  h*t 
TOOT  bei  btboad  >vBn  Jwm  te  waken  en  de  warte- 
ren  van  Batavia  niet  te  veiWen.  Op  dien  grond 
weig^de  b^  een  kmnetortit  te  doen  ter  verove- 
ling  Taa  de  rgbe  fiigeMie  letonrrtoot  nït  CM- 
oa.  Later  «reowel  heeft  men  faem  inlka  verweten, 
en'bq  moeat  neb  vooral  gegriefd  geroeiea,  toen 

Sveraear-gemraal  TFtese  tot  «nperbevelbebber 
loud-  en  leenuMtit  in  Ooat-IndiC  benoemd 
vrerd.  Daar  vja  geaaadbAi  vwl  gcMen  bad, 
kT«eg  b^  veitef  om  bet  vaderiaod  te  bezoeken. 
Hq  veriiet  JaTa  den  288ten  September  1807,  be- 
gaf lich  met  een  AmeTikaanBelM  koopvaarder 
naar  New-Tork  en  overleed  te  Baltimore  den 
Seten  JnK  1806.  Hg  waa  eocnmaodeiM'  van  de 
orde  der  Unie  en  werd  btrt  vó6r  ^n  dood  tot 
Tice.adnriTaal  benoemd. 

Hartslar-  ^  eunentrekkiogen  van  de  Unker 
kamer,  die  in  den  bartatooC  of  hartriag  zi<M-  en 
voelbeai  worden  (ne  Hart),  sla»a  gebed  buiten 
onien  wil  en  igc  bet  geyoi^  tis  een  prikk«i  in 
de  bartepler  ledve  gelegen;  zq  3Jia  „antómatiech". 
Want  ale  men  een  warmen  bkteiWtroom  Toest 
door  de  krooDekgadeia  van  een  <paa  uit  een  Igk 
g«nomen  liart,  dan  kan  dit  voor  een  iQdlantf 
weer  in  werking  worden  gebraAi.  De  prikkel 
gaat  due  AI  fan  de  bart«>ier  nit,  bt  van  de  gang- 
Ëeneelien  iü  deze,  <Ke  door  taJr^^  zennwveieM 
met  de  SMertmntMe  verbonden  q^  Na  Mgkt 
het,  dat  de  deelen  va^n  de  tiartepia,  die  geen 
gangVenoe^n  teiiMen,  nooit  weer  ^Mntaan  gaan 
pmeeren  ah  men  btn  Tep&indiag  opheFt  roet 
de  andere  gedeelten,  die  wd  van  doe  oellen  heb- 
ben, terw^l  daartegenover  dexe  laattte  ge- 
deelten dat  vemMgen  'U^ven  beixmden,  ia  boe 
ktetne  rtnkjeeiDen  te  ook  «erdMlt.  Andere  onder- 
aoekingen  w^ien  eebter  meer  ep  een  epierwer- 
king,  onathanke^  van  lennwêeMn.  Va«t  atoat, 
dal  de  beweging  van  de  hart^ier  oitgut  van 
de  pkata  van  nitmonding  der  groole  adera  in  de 
boeiefna  en  attt  Tutdaar  ala  een  goB  over  bet 
liMt  iHtbreidt.  Ook  deae  Toortptaotiag  ton  oJIeen 


DigilizedbyGoOglC 


HABTSLAO— HARVARD   ÜNIVERSJTÏ. 


(krat  «(ttétbaiMlek  ktmnen  geschieden,  wutt 
zgn  ei,  ^«  een  bnig  taMchen  boezems  «o  Iuud 
wrinea.  De  bgioiKferhedeiii  taji  den  lurtolag 
wtaiea  loocal  dooi  Étet  eltelrocardiogram  ee- 
<i(»eittiMud,  mMu  men  gdWk  mubt  tmi  &et 
feit,  (bt  ÉKt  hut  bj)  dk»  «uoeatrelduiig  een  etee- 
tiiscbeu  stcDom  Mitwikkelt,  die  dooi  oet  eebeete 
btfaMm  subT«ibraidt.£uiUoMiiau]HM^i£N>i  de 
itandea  vMt  den  ondenoclite  met  een  geschikt 
Dwetiiwtniment  te  vtAiaiai  en  d«  niUUsea  tui 
het  instmnDt  te  i^iati«ecen,  een  euiTe  Kijwen, 
deetiOGuidSo^ruii  geoMmd,  in  «elk«r  l)ÜKi^3«r- 
heden  «fla  bgnmdeibeden  dei  baitevttkiag  ston. 
don  fttgeteekeod  enookaekelqkeBlirykiiigea  bet- 
keni)  worden.  De  üMUkode  i»  red  füuer  ea  aad- 
lai  dut  de  meebanüi^  opname  i«ii  de  bast' 
aurre  en  biedt  bovendien  bét  genwk,  dat  men  de 
ifatdea  Tan  bet  tiobMjn  na  6ta  pvti&ait  nur  bet 
kbonkloïiain  kim  voeMn  om  hiei  de  ciine  di- 
i«et  te  bestiideeren.  Men  gebraikt  ömttooi  veel 
dm  uuargahanoButer  tmi  Eintkwitn,  di«  leei 
vnwteong  dooi  midM  ><«a  een  «tt  leei  f^Ben 
^■UiMMliMd  bMtoMUJBWiMr,  >B»  faqmodHbedeo 
dtr  bettweiUsg  untocHit,  welke  dui  lanffs  pho- 
lo^nfudisQ  weg  woiden  geregukee^.  B«Mv« 
Bmthoven  faebböt  ook  Krau,  Sieolai  en  Weneke- 
baeh  tkh  op  dit  tenein  leei  T«idieDetetgk  ge- 

HartMMker,  NiMlaat,  een  Kederlaiideeli  on- 
toDitaiDdage,  den26ateaUMiil666 teOoad»  ge- 
boren, ctndéeide  t*  LeidU  ifudewöriMgaerteen 
ontleedkniMfe,  bieU  suAi  Temdgene  te  AmetetdMn 


beiJfF  met  mieiMGn^adte  ODdeneekiogeD,  leerde 

ioon  Hu^gheiu  keomen,  Toitrak  met  de- 

z  Fi(j)B  en  kiwo|iite  biei  niendr 


etCbtttiaiM  Htiy^ 


«diMdMnkkiogeD  mo  awt  Oomni  N*  een  kort 
verblqf  in  NedolMid,  TCstiede  ^  >ich  ie  Pujje, 
mu  hjj  «en  i^dtaag  otngmg  met  JftiIebrmeAe 
"  tDe  PBópUaL  in  1«96  ^«iliet  hy  P&rv^ 


en  de  leT«n«nid3eieii  doindeT  weiden.  .Op  ujtitoo. 
dfigLn^  TUI  den  Raad  Tan  Ameteidun  gal  hj  oa- 
d«rw|)s  in  de  wia-  en  stemütnnde  un  ciaaT  Pe- 
ter tUn  Qroote,  maar  bèj  gevoelde  geen  luat  om 
dewD  naai  Roriand  te  feigraeUen.  Verder  ont- 
nog  h^  «en  tewek  ■na  den  kenrrorst  Tan  de 
F««,  ^  bem  de  aaolokkel^ikste  TooTvteUeo  deedi 
Harttoeker  wtógeide  aaiiTaokdyk,  doch  3  jaar 
bktei  aanTMwdde  l^j  de  tMtreltklng  van  honorair 
boogleeraar,  met  den  tited  van  „eerste  wiekun- 
etcoaar",  aan  de  boogeadwol  te  DOaeeidorf.  Eiei 
bleef  hij  tot  aan  dan  dood  Tao  den  keuivoret  en 
veetigde  xich  toen  te  Ulieebt,  we&r  iig  d«n  lOden 
Deaember  1725  0T«riaed.  Uarttotker  bedt  veel 
gedaan  tot  Teibeteriog  dn  nfaroseopen  en  telee- 
ot^n.  B^  werd  benoemd  tot  baileokmdect)  Üd 
dei  Acadenüe  van  Weteneehappen  te  Pai^s  en 
van  de  £<nLnUjjke  SoeiBteit  te  Berlijn.  Van  i^a 
«eetèiriften  vetföelden  wjj:  ,iEmi»i  de  döof>trique" 
(1«94),  „Principe*  de  jptmiqiM"  (1906),  „Oonjec- 
tune  de  fhyatqae"  (ITVT).  ,.Suite  det  oonjeetu- 
ree  pl^vqoea"  (1708),  ,J)ëecraption  de  deai 
niTeaui  de  notnitlle  InTentton"  (1711),  „Eclaïrcie- 
semeata  «ir  lea  eoi^Jeotarei  piiTeiques"  (1712), 
„Suite  de*  écUnÜMonenta"  (1712),  „Reeoeil  de 
^«'enn  pdèoe*  de  phjeiqoe  etc."  (17S2),  „Couri 
oe  phTwone"  (1730)  en  oiMkirvebeiden  bödBagen 
■     ^'^ "^e  tiJdKdniJten. 


Hartatnk.   Zie  Spoorwej^en. 

Hwrtieiibiisoh,  Jtutn  Eugenio,  «en  Spaanadi 
diditer  en  Bchr^m,  den  Sden  September  1806  te 
Uadiid  geboren,  waar  t^n  mder,  een  Duita^ei 
vui  geboorte,  liA  aie  knnatdraaier  gevestigd 
en  een  Spriana^  vroaw  gehuwd  bad.  Hjj  stu- 
deerde eent  op  een  Jcaaleatenadiotd  in  de  god- 
geleeidÉieid,  legde  lidi  daarna  toe  op  het  Khil- 
deien,  doch  bepaalde  zach  bii  de  dicblkuoek 
KnuA zinnigheid  van  ajn  vadei  dvrong  bem  diens 
beroep  te  aanvaarden,  doch  hj  vertaalde  leven* 
FnwMbe  en  Ibatieainsiiie  boeken  en  bewerkte  ond- 
Spaanaehe  bl^^eken,  die  (^igevoerd  en  met  bijval 
ontvang  weiden^  -De  borgvnwrlog  noodiaaète 
hem  zipi  handweHi  «p  1«  geven  eo  in  I8S5  werd 
hq  anebehirijver  bij  bet  gouveinem^iit.  Hij  be- 
wölte  tevene  een  ooiepmikelitk  drama  „Loc 
amantee  de  TemeJ"  (1837),  dat  ailj^mwen  «ore- 
len  wend,  soodat  hjj  züdi  iiitiluiitend  aan  de  tet- 
teikunde  WQdde.  Hu  werd  ia  1861  direoteni  dei 
Nattooale  Bibüotbeek,  in  1347  lid  der  Spaawdie 
Academie  van  WetcoedMf^D,  in  1974  Ud  der 
IQ^ueoaimieei«  van  Ondcrwija,  ooiving  ia  1S75 
pennoen  en  overieed  den  3den  Augustus  1880. 
Van  srn  toonetietukkien  vertnelden  wg;  „Dolia 
Menda*^'  (1688),  ,yLa  redoun  encantada"  <183d), 
„La  viaonaria''  (1340),  „AUoneo  d  Cwto"  (1841), 


.,Primero  yo"  {l'842),",JHo«>ria"  (1842),  „Et  ba- 
cbiUer  Mendarias"  (1842),  „Ia  coja  j  d  encocn- 
do"  (1843),  ,^  DMdie  de  Fela;o"  (1846),  Xa 
Aiehidnquesata"  (1854),  ..Voda  por  honra"  (1864) 
en  „El  mal  a^ostol  j  el.bueu  bdron"  (1860).  Ook 
leverde  hu  cntiadie  uitgaven  van  de  werken  van 
Tirso  <fe  Molina  (1839— ]34i2,  12  dk),  CaUeron 
(1849—1851,  4  dto.),  Atareon  (1652)  en  Lofw  da 
Vega  (4  dln.,  1858)  en  schreef  nog:  „Cuentoe  7 
fabnlai"  (2  dln.,  1661),  „Obraa  eeeccidas"  (2 
db.,  1865)  en  „Obrae  de  enoargo"  (1'9&I). 

Hamsploaa,  van  4iet  enkelvoud  hantipex, 
noemde  men  in  bet  oude  Rome  de  wichekiars, 
die  voorapeQingen  deden  uit  de  ingewanden  der 
offerdieren.  Zy  waren  afkomstig  van  de  EXnis- 
keis,  bÖ  weifce  ^  ook  aan  andeiv  oatuurTeraehvn- 
srien  fMU  w^jrimd  ontleenden.  Keiiei  Claudiui 
h^anstngde  ben  en  het  ia  waaisohqnlqfc,  <Ki>t  nj 
in  die  dagen  «en  priaaterTereenigioR  vao  60  leden 
voimden.  ZeUs  onder  de  Cbeiatetüke  keizere  ble- 
ven  de  bamepioe*  beataac,  totdat  eindelök  Ho- 
noriiu  hen  in  519  veibande  en  bun  boeken  deed 
verbraoden. 

Harr.  advter  ptao^nnaman  ia  de  afkoitiqg 
voor  W.  H.  Harvef/  (lie  aldaar). 

HArrard  UnlvaTStty  de  oudste  instellHig 
van  hoooer  onderwg*  in  Amerika,  die  in  1637  te 
Cambridge  (Ihie.)  w«id  raticlit.  De  in  1638 
overleden  predikant  John  Barvaid  vermaakte  de 
heUt  van  ign  vennogen  aan  de  jeoge  inatdlanc. 
Uit  dankbaarimd  w«id  xQ  oaar  bon  genoenid. 
Nadat  deze  boogeBchool  «ent  aterk  ondïnr  kerke- 
lijken  invloed  bad  gwlaaa,  is  rï  in  bet  begin  der 
IMe  eenw  gaan  Moeden.  Voond  oa  1889,  sedert 
Ck.  W.  Sliot  baar  president  waa,  beeft  x^  lich 
ontwikkeld  tot  ten  werkehfte  unïversitedit,  door- 
dat voor  vcnchiliende  faaokelten  ^leeiate  „etrike- 
ge*"  werd>Gn  gestaeht,  verrukt  met  p  '  " 
sHMÜDgan  en  attnenMnde  i'"'--^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HARVABD  UNTVEBSrrr-^ARZ. 


UoeiqkA  «oUeetiM  omt  apeoüle  gebMÖea.  V«t- 
dor  geelt  ig  nit:  „BMUKtt  Orienül  aeriM"  (at- 
dsrt  1881),  .^ftiwd  «todiM  m  ehMi«U  pbUolo- 
87"  (««dert  ieO0),,^inmid  tiiMkig4aU  rsMew" 
^[iiMfert  1907),  ,^*pnHd  1m  i«new"  (sedert 
lee»),  ,3«wd  UatoiMÉ  atawttee"  («edert  1897), 
,3urard  eeoMHÜe  atodiet"  («edett  1906),  „Hu- 
mrd  pnreboiogieal  atodiea"  (eedni  1908),  „Ou- 


'  ^eeiifc  atiefaliagen. 
Bvraadian  woadot  dmv  cb  tch»  de  atadeatoi  t«- 
acbeidene  tifdadtrilten  ütgcgewi.  In  1S08— 1009 
wwren  ei  748  dooenten  «n  ambtemnn  ma  de 
HtTvaid  UuTmitat  Miboadut;  S250  aludwUn 
wann  «r  in  dkt  jaH  ingcaehmen.  Het  inkomeD 
dei  ouivataitnt  «adroeg  ia  dU  ivti  oogevaei  2 
mUUoeB  dofiai.  iêu  de  Hwrain  TJocrenitwt  ia 
«edert  1684  wfc  ivitoidMi  SadOUU  eoOe^  «en 
utacfating  TMk  iiooger  «ndHrwü*  ia  bet  tigioiider 
Toor  nmiiren.  HM  atudbaeM  tmi  de&  adienkM 
m  ia  1684  U  Gambridge  onUtoML 

Harro,  TTtlftoMi,  «en  Sngdadi  geneeaheer, 
dan  laten  .^ril  1578  «e  ntttetone  ü  bet  gn»i- 
•dMtp  Kent  sciboran,  beaodit  de  aebori  te  Cui- 
tertmry,  «toverde  te  Ounbiidee  ón  de  medien- 
aan  en  ging  vemdgena  wtai  Pama,  waai  hq  n<a 
TWKaï  cp  de  onlkiedknnde  toekipk  en  den  doe- 
tocanag  fvnned.  Hmnm  veatigdi  '-"  --'-  '~ 
LoodeD,  WMK  hn  iÜ  weid  vaa  be 
iledienni,  annendoetoi  in  bt 
piteil,  en  in  U15  hoo^eoaac  in  de  «nthedfcim- 
de.  Iq  die  MrekUsg  tMfcMMÏgde  tq  leeda  in 
1619  ^jn  nieuwe  UteMi»  oottient  den  «nkwp  van 
bet  bloed,  doab  «ant  9  jaac  ktei  nMoUe  bv  haai, 
dön  |>foe*an  geatuld,  dooi  dan  drab  openbaar. 
Eoral  I  Iwnoemda  btm  u  1«30  tot  i^n  IqUcta 
«n  bg  Teigeidde  den  kooing  gedurende  den  bni- 
~irowlog.   Na  de  oTeigave   ran   Oxf<nd  k«eide 

i  naaj  Londen  terog,  wijdde  «i  uch  aan    de 


(i«2e) 


«TOWl 


te  Hampatead  den  Sden  Juni  16; 
._  „De  iDOta  ewdia  «t  tangniiM" 
giöot  (^lian  en  i>e»ugde  bem 


atrödera.  Htrtey  beantwotHdde  aUeen  J.  Rioltm 
te  Parjia  «t  de  fediaatdeUiig  „De  dieakttooe  ean- 
gnuna  ad  RMdaMm"  U^B).  teiwöl  fafj  het  oor- 
deel orm  de  waarheid  en  de  waanle  igoer  ont- 
deUiiag  aan  de  nakofneëagachap  oierliet.  H\j 
aclt  genoot  nog  de  ToMoening,  dat  in  1652  een 
aqnet  befisate  teganataBden,  PlemptMi  te  Loo- 
ven,  openlnk  ^  gevoelen  «otbelede.  Taider  vea- 
tigde  hü  Jê  phTn^oog  imoatdeifaeid-de  aaodaefat 
«p  de  Toortpttnlang.  Zj||n  tntaptaak  „Omne  aai- 
mal  ex  tm"  (elk  «et  ia  oit  een  ei  afkomatig) 
wa«  de  mwbt  van  een  kngdnng  en  nauwgeiet 
«ndKioek,  dat  een  einde  maakte  aan  de  tfaeoiie 
dei  jMMratio  iHfiNVOM  (uUwvidiiK),  fig  beeft 

daaroTei  oeadKeren  is  """  — ""  ''' 

ne  animaitopi"  (1051). 
eehenen  in  1766  en  in 
üeht. 


000  (sewwviauKj,  ing  uren 
in  ijjp  weit  „De  generaléo- 
1).  Zön  „<^en  omau,"  t«i- 
in  1649  te  Londen  in    het 


BMmr,  WiOiam  fieiwy,  een  EogeMi 
den  5dan  FebraMi  1611  bg  Lii 


j  5dan  FebraM)  1611  bg  LinMnek 
«eb(K«n,  wae  boiwlaaiaac  te  Dnbkui  «n  oveileed 
den  Ifiden  Ma  1806  te  Torqnay.  Hg  aehrod:  „'Hm 
genen  ol  Soatb  Afnean  p4uit»'*  (2de  <kvk,  1868), 
„A  mMnal  of  tiie  BMIaafa  AIbm"  (2de  diuk  1849), 
„niTookgia  bdtMUMMi"   (fö46— 1651),   „Nohü 


01  AlgM  of  tba  Smttian  Oeean"  (1847 

1849),  „NercM  boieali-aawricHM"  (1858),  „Phr- 
eok«i»  analt^ica''  (1856—1663),  „Flora  oapen- 
■a"  (1859—1665,  8  dln.)  en  „'HMaaiHtM  open- 
m,  «I  iUnatiattoH  of  tbe  Soulb  Afiioan  Oora" 
(1859—1668,  2  dk.). 

Barrar-PUitMr  «o  een  italen  friaat,  waai- 
tan  de  bnitenwaaden  door  middel  nn  beati^iog 
mat  kooMoOoodende  beitandderien,  gevolgd  door 
(doeüog  in  lodttMige  ininten,  gelord  wncdMk. 
Een  as  cm.  dikfce  pantoeaplaat  krgfft  door  dea 
beweikrag  een  «takn  of^enU  tba  ï,5  om.  dSkta 
nMt  1  91  koolatof.  Zg  evenaart  Krupp't  haid- 
ataalpaataer. 

Harwlob,  een  inetai  in  bet  Engelaehe 
graalaeh^  Eaaez,  Kgt  <fi  ds  epita  Tan  een  laad- 
toog,  TOOI  de  mooduigen  tbb  den  Stom  «n  dan 
OweU'  die  beide  beTwutiaar  ün,  en  te^  (1911) 
18022  inwOBOD.  De  atad  beeft  ean  der  beaU  h»- 
Tena  Tan  d»  ooettaiat  Tnn  Engelanit  «Ke  dow  bet 
fort  Landgoaid  en  «en  limhd  Mtteröen  be- 
«ebennd  wordt.  De  iawtnen  boadan  lid  beiig 
met  de  Tarraairdigiiig  tan  eentent  en  kvnatmea^ 
•ebe^Mboaw,  aebaepTaart  en  viaebTaiigat.  De  ree- 
derg  t^  (1901)  121  leMcbeoen  met  18  920  ton. 
Barwich  ia  een  dei  bdaom^iate  baren*  voot  het 
leièeei  met  bet  t— tnhnd^  slaat  in  dagcigkacbe 
verbindiag  met  Botk  nu  HoHaod  (apoorweiper- 
tuding  TAD  Lookdan  naai  ooa  laad  en  Dnitacb- 
land)  en  AntweiMn;  «n  1918  bedroeg  liet  acfaeep- 
TiwtTaitoer  1906000  ton.  logeroetd  woidcn 
giaao,  ^jdm,  weüan  en  btoeoen  it^rffen,  ataad- 
wMen,  ledet,  papiec,  tabak,  paarden,  Tleeaefa,  bo- 
ter, «iereD  en  Tnwhian;  nit^Toerd  worden  wol- 
len en  katomen,  madiiDei,  gtei  en  ledw.  Diefat 
bg  HarwMb  Kgt  ds  badplaata  DoTtfOOurt  met  een 
mioeiaie  bron. 

Hftn,  bet  nooideinkate  der  Dtutaebe  middel- 
gebergten, Tortieft  Bch  tntaeben  de  Leine  en  de 
SMJa  op  de  grensea  Tan  Nedai-  en  Ower-SaÉian 
all  de  grena  toaeehen  bet  Hoog-  en  Neoeidnitadi, 
De  Han  ia  92  km.  lang  en  33  km.  breed;  de 
hoofdri^ituig  ia  Tan  OXO.  naar  W.N.W.  Da 
belliiwen  iIJD  oier  het  algameen  atei^  Tooial  in 
het  KI,  het  miatt  toaaehen  SangeAanaea  en  Eia- 
lében,  waai  de  Han  in  «en  heOTeHand,  den  Vot- 
ban,  oveigaat.  Da  mwcdroet  Kgt  ±  210,  de 
loidToet  ±  250  m.  bow.  De  opperrlakte  Tan 
het  gebeegte  bediMfft  2(00  *.  km. 

Hu  Toraaelt  des  Bui  1b  den  Onwr.  en  dM 
Nededtaii,  de  grens  «oidt  geTecmd  dooi  een 
Itio  jedokken  tu  Lenterimig  tot  Wenii^erodeb 
D^  Opperban  beeft  d«t  Torm  van  een  ^kteboek, 
waarran  de  top  in  het  N.W.  ligt  In  het  midden 
Ugt  het  Kknatbakc  ^atewi  attt  een  gemiddelde 
hooste  Tan  800  m.,  leta  booger  in  het  N..  waas 
de  Sebalke  een  hoogte  *an  7«3,  de  RammslebeTg 
en  Qoriar  een  boekte  Tan  636  m.  bereikL  Op 
de  oaetq}de  Tan  het  nktean  Terhett  lich  een 
rag,  Aid  dem  Ackei  (HmAflliDenbaDg  810  m., 
Am  Faabweg  860  m.)  en  Terdei  BrueMwg  (Welle. 
waite  920  m.)  geheeten.  In  het  W.  Tan  den 
Opperhan  «ntmmagen  de  iBoeitte,  Oker  en 
SOae.  Het  NA  ded  Tan  dan  Omteiban  wordt 
genrmd  dooi  bet  Brockengebevte.  Het  bedaat 
nit  gnnlet  en  Tormt  de  waterawwUng  taaachen 
de  Blbe  eo  de  Weaei.  De  boo^atc  top,  de  Broe- 
ken (lie  aldaar),  wriwft  üeh  m  bet  biongebied 


DigilizedbyGoOglc 


HAJtZ— HASAI-HOESEINFEEST. 


72 


vu  4e  Eck«.  Bode,  Itee  es  BxèKOMSte  tot  ««n 

hoogte  Tan  1H2  m.  Ue%  den  Brodian  hugen 
Munen:  ia  b«t  Z.0.  Ae  Hemsridiahöbe  (1044  m.), 
n  het  Z.W.  óe  KSiHig«b«rg  (1029  m.).  De  kat- 
Bte  deait  af  tot  het  arodcemtU  met  een  gcanid- 
delde  hoogte  v&n  350  m.,  waarop  de  Badau,  Scker 
en  de  Bwfc  oirtspiioseD.  Nuit  bet  BrocïeDfeld 
VBi4>ellen  aefa  de  A^teraDanndiSbe  (926  m.)  ta 
d«  WnnDberg  (968  m.).  De  'Iwrtite  nluit  met  den 
Orooten  en  Kleinen  WrateAetg  (902  en  8S5  m.) 
het  Btockencebeigte  tn  Iwt  Z.  in,  Ten  Z.W.  van 
het  Brockenlekt  voHtt  men  den  Odert«i[4i  (724 
m.)  en  den  Bebb^g  (8d4  m.).  Ten  Z.0.  tui  den 
Broeken  strekt  zich  de  g ra nietniK^  langt  de  Bode 
tot  Tootfey  S<Jwerke  uit,  waar  de  Soachet-,  Fauer- 
neiiO'  en  Hi^ek^pen  (902  m.)  en  de  Rernee- 
kenberg  {929  m.)  met  id«  Zet«ri[lippen  Üggea.  Op 
ik  fdaat«,  m«  die  Use  het  gebergt«  verlaAt. 
letneft  Kdi  de  «teiJe  Hbeneteiu.  De  NedMiiara 
ia  een  nitgestovkte  boogWakte,  decMs  door  den 
Bajnbeig  (graniet,  576  m.)  en  den  Auerbeig 
(porfier)  afgebroken,  Hen  verdeelt  haai  in  het 
Pbteau  v&a  Elbë)g«rode  en  dat  ma  HArzgerode. 
Door  'het  eeifite,  met  een  gHniddeUe  hoegte  Tan 
470  a.,  etroomt  de  Bode  met  haar  tnvorineren, 
in  wter  dalwanink  aich  de  HermaiHU-,  BaunuuiM- 
en  BieMiSlde  berioden.  Ofootedi  ie  het  dal  der 
Bod»  tiMMden  TtofétoTg  (Hnentamplati 
Roaitnpftet.  Door  bet  PlatetMi  tan  Harig«n>de 
Btroomen  de  WMer  en  d«  Selke. 

De  kent  van  net  geèeigte  bestaat  uit  lagen 
der  demnaaehe  ea  ooderate  ateenkolentorniatie, 
doorbnAen  itn  vtnpfi&fe  gesteenten,  iraar«Ter 
maDt«honmg  lagen  der  borenete  steenkolen f«r. 
malde,  perm,  trias,  jim  en  krj^t  uitgebreid  zjjn, 
waarin  ais  eruptkTe  gc«leent«i  melatreT  en  por- 
f^et  optreden.  De  Harz  is  lük  aan  deMetoften; 
iilTer,  wod,  koper  en  gwr  in  den  Opper.Harz, 
Bilver,  koper  en  kwd  in  d«n  Neder-Hari.  Reed* 
vroeg  werden  hier  ertsen  ontgonsen,  evenwel 
waa  de  mijnbouw  vAAr  1500,  atgecien  van  den 
Rammelsbtïc'  bij  Ooal&r,  weinig  belaogrqk.  Te- 


ehecht  bij  Aodneabcig  gaat  tot 
m.  onder  de  opperrfakte  en  Ie  een  der  dteptte 
Tan  Europa. 

Een  eigenaardistMsd  van  den  Hmi  ia  bet  TOor- 
komen  Tan  nooraelqlM  gewaa»ea,  kkm1<  Beluta 
flona,  Etapelnm,  SÖIik  bieolor,  firtopAorun  al- 
pinvm  op  den  nüüggendea  en  konden  Broeken- 
top,  wiena  flora  ook  veredelende  Alpenplanten, 
looala  flteran'um  alpinum  en  PultaliUa  atpina 
bezit;  een  graep  andere  AlpenpUnten,  xooals  Ara- 
bii  Alpina,  Oyptophilc  refent,  Salix  hiuiata  eni. 
vEodt  men  daarentven  in  bet  warmere  laideltjk 
deel.  Overigen*  ibeeft  de  flora  Tan  den  Han  een 
Battiadi  kankter  en  ontwikkelt  ijj  haar  groot- 
alen  rt*kdom  in  de  <talwaiiden,  vooral  lange  de 
Bode  en  Selke,  w«ar  editer  ook  soorten  Twn  het 
ten  O.  van  den  Harï  gelegen  heuvelland  voor- 
komen.  De  meest  voorkomende  boon>en  ii}n  de 
den,  beuk  en  eik. 

De  dierenw«i«Id  van  den  Han  behoort  tot  het 
Iif4dd«l-Ean>peesrti  bmMgelMed  der  pakearktiaehe 
zone.  De  vrilde  kat  komt  hier  en  daar,  de  vet 
jn  het  TOOTffebergte  'Veei,  io  bet  gebeigte  zelf 
miitder,  de  visdwtter  otwoI  veel  toot.  Ook  vindt 
men  er  ateen-  en  boommartera  en  wezelt.  Het 


grooten  get*te  aanwezig.  De  liutarat  ia  b|jna  ge- 
bed éooi  de  tvekrat  Twdreven.  Het  haielhoen 
treft  men  hier  en  daar  aan.  Van  lootvogela  val- 
len eperwers,  Talken  en  leeaieDden  te  noemen. 
De  ibeken  lun  rp  aan  loreUen,  de  TyTera  aan 
foi'riien  en  tarpera. 

De  HaribewoDera  vormen  een  gemengd  lype, 
waat  ijj  i^Q  van  EaukeeiMhea,  sakeiaebeai  «n 
Tborio^^eben  elam  afbimstig.  Zg  teren  van  mijn- 
Kmw,  et«enbo(iwerij,  tiOMhbouw  en  veeteelt.  Een 
ander  middel  na  brataan  is  de  karnarieteelt,  voor- 
al in  Si.  &Ddree«betg,  terwijl  in  den  Nedei-Hare 
nog  laodboaw  gedravwi  wordt.  Het  aantal  spoor- 
lijnen ia  leer  takrjjk.  De  HerzMub  bevordert  het 
vreemdelingenverlrêer  door  den  aanleg  van  nieo- 
we  of  het  Terbeteien  van  beataai>de  wegen,  het 
booiwen  Tan  vfucbtiKitten,  bet  plaaitMn  veo  weg- 
Literatuur:  Holtmann,  Der  Baiï  (LeuziK 
ie90)i  Der  Ban  (Seobel,  Mooc^i^hien  anr  Èrd- 
knnde,  KelefeU  1901);  F.  OünUier,  Der  Han 
(Laitd  Dod  Lente",  no.  9,  Bideleld  ]910];  „Wm>- 
weiaer  dorade»  Han'  („Jfeyer'e  Rtisebfkdier  , 
I«ipiig— Weenen  1912);  „Der  Han"  („Orieb*»'* 
BeiaetlIbMt",  SM»  drok    Berlqn  1910). 

Hanbnrs,  een  atad  in  tet  Btnnswökeeb» 
distliet  Woifenibaud,  ia  praciitig  gelegen  aas  den 
noordvoet  van  den  •B»n,  atA  Se  Radan,  aan  de 
apoorlönen  W<^nbftliel— flanbarg  ea  Ibentaug 
— Har^MH^  en  Mt  (ISflO)  473S  jawoüeiK  llen 
vindt  er  «en  keik,  eek jMogTOiDaslvni,  een  stede- 
Iqk  Motbad  (JnUorfiaQ,  InrfianB,  geneeMiwieh- 
ting  voor  «eTofulaDie  kfodweD,  ean  aanalorinm, 
een  atooterj^  (grooU  iiarddnnerige*},  eteengfOOTeiv 
fiootdÖpMij  eni.  De  sootbroa  'Dev«t  rooraamdijk 
eMmra&tFrani  en  heeft  een  lempenituur  vati  11.2 
—12,50  Q_;  (^  1^  ff^  iiog  een  keukeniootdriok- 
bron  (Krodobron).  Het  aanlai  badgaetea  fcediraagi 
jaaffl||ka  ongeveer  10  000,  die  bovendien  kmHieii 
eoieten  van  de  prachtige,  boadirÜke  omgeviag. 
'en  O.  van  Harzbiug  Hgt  de  463  m.  hooge  Greo- 
te  Bnigberg  met  eenige  overblvteelen  van  den 
HMiburcht,  een  hotel  en  een  voor  BitRiare):  op- 
g«ridite  Canoeaaaail  met  de  woonfen:  .  J4adi  Ca. 
noeaa  gdien  wlr  nieht."  Andere  dmh  ibeioeht» 
plaateen  i$n  de  }M)eiAli|wen,  ttet  MoHcenhana, 
de  iHtiikld.ppen  en.  de  BaOauwaiterTal.  Ten  N.W. 
TKn  Harzbarg  Jaggen  de  dorpen  BDndhwm  en 
Sdxlewecke.  V<4gena  de  eage  »>u  op  den  Orooten 
BiHgberg  vweger  een  fttrerpiaafi  voor  den  algod 
Ktooo  geetaan  brtiben,  waarrvan  men  bet  adtaar 
nog  t«  Qoekr  veirtoonit.  De  voonnatige  burcht 
werd  meerma^n  door  de  Saksen  verwoest  en  in 
1650  door  hertog'  Auguêt  voor  goed  gealoopt. 

Hanarerode,  een  st«d  in  tiot  AnhoHadi» 
diatrkt  BaHenotedt,  teU  (1910)  4322  inwonett- 
Het  oude  slot  waa  van  1635  tot  1709  de  realden- 
tie  van  de  Unie  Anhalt — Bernburg — Harxgtrode, 


H&Ml-Bo«S«ltlf«est  of  Taboefheal  wordt 
gevierd  dooir  de  Hirfiunmedanen  on  den  aajoe- 
ra,  den  lOden  dag  vaa  de  maand  Mohan«ro,  dJ. 
de  eoflte  raa  h^  HotHunmedaansche  jaar.  Bq 
de  SoeMH«ten  (lie  sidaat)  beepenrt  men  er  doo>r- 
gaaaa  wmnig  van,  ^  de  Sjieten  (sU  sJdaar)  daar. 


DigilizedbyGoOglC 


HASAI-SOBSEHHRmST-^ASE. 


lateni  mwdt  op  óka  ÓÊf  de  dood  van  Hoatin, 
ten  xMuooo  Twa  Jf  oAoinmed  dbn —      ~ 
ia  FaUma,  in  den  «lag  hn  KeAt 
dadiL  DnamMla  wordt  d«  nerimnring  mü  /foa- 


i  (080)  ber- 


•nnt  bn»«d«r  Homm,  die  dm»  wgü  mit  ivn  om- 
gehomen,  wboodeo.  1b  I*«niê  geoft  dit  feeit 
wel  eeoB  Mudndiiig  tot  viÜmtéÜD^»  vu  fuM- 
time,  en  (wk  ia  Dekfaau  en  eoraroim  deden  yma 
hwajiode,  boewej  scRuntJedi,  wordt  net  met  hio- 
ter  gevwid. 

Hudra,  BogdtM  Petneeieu,  een  Roenteenidi 
grieeide,  den  lOden  Ffbnwri  1S38  te  CbHetiiieeel 
bjj  Oiotüt  ia  Beannbie  geboren,  ok  een  Moiien- 
tgk  geslulit,  etndeeide  t«  Oharkow  in  de  lecbtes 
en  weid  lecbter  te  Eabal.  Toen  «en  gedeelte  tu 
BeeetnbiC  w«der  ud  HoWMil  werd  toe^efoegd, 
werd  hq  hoogieMaaf  in  de  geeefaiedenH  en  eUUc- 
tiek  HB  liet  lyeeam  te  Jmij  en  InUiathecwie 
dei  onitaniteH  Mm  en  Terrdgene  diceeteur- 
«enerael  Tan  bat  ■taateftictiief  te  Boek»reat  en 
tevens  pnrfeaMi  in  de  vergd|jfceiK)e  takletudie 
MUI  de  onr  geveeügde  hoogeadiooL  UokUh  o 
leed  den  Tden  Septembw  1907  («  Ktaipioa. 
edineli  „Ar^n  Mom  a  RoDMOMt"  (1865— 
1969,  4  dhi.),  „iBtoria  eiitie»  a  RomittiloT"  (187S 
— 1874,  2  dn.),  „Obieeete  juridiee  «k  poporatot 


intrc  1650— 1600"  (1S78).  Ook  radigeetde  tqj  van 
1870  tot  1877  faet  lettaknndig  ^Mvift  ,jCo- 
Imnna  Ini  Tnuan",  na  1887  de  „Heriet*  Nou". 
Sedert  1664  werkte  ikjj  ia  op^MM  der  Roemeen- 
eehe  ngeering  aan  liet  „Stymokigiaiini  nngmm 
Romuitee". 

Haadmbal  ie  de  naam  tan  ond«Mbeiden 
CarUuagaAe  Tridheeien: 

BoêdruM,  de  «oon  van  Haniikar  Bareat  en 
de  broeder  ^Ln  Bmnibol,  voerde  in  Span}e  oor- 
iog  t«g«Q  PubHuM  en  Onaejut  ComeUui  Seijno; 
doen  v«i4rindóden  hetn  doet  hnn  overwinoMg 
tig  den  Ebro  inn  broeder  naar  IttliB  te  volgen. 
NadM  bij  is  213  v.  Chr.  legen  Sifpliat  ia  Afrika 
g«voeUeft  iMd,  keerde  lig  in  213  naar  Soanje  le- 
nig, overwon  er  de  twee  R«aeiiiaehe  vadheeren, 
soödat  Aa  bon  enenvekn  Liieivt  Marmu  (enua- 
wemood  de  ovierl^iteehn  van  Iwt  RomeiMdM  le- 
.  ger  kon  redden,  maar  wvrd  in  209  bjj  Baenria 
overwODoen  door  PvbKvt  Oomelivi  Setfio  Afti- 
amu.  Niettemin  kon  Hatdmhal  liin  tocht  naar 
ItaUB  voortietleD,  loodat  by  Uniuit  bereikte. 
Doch  voordat  h j  iMi  met  ign  broeder  ffmittM 
vereeiHeen  kon,  werd  bn  io  907  door  Gapu  Olmt- 
din*  «tn  en  Jforetu  lAvtMi  Salinalor  bg  8ena 
fOiiiga^i^  «a»  den  Mertaara»  gwhgen.  Hetgww*- 
•te  gedeelU  vra  liiii  leger,  en  ooit  h|j  leU,  enen- 
vMde  in  dien  otr^ 

HatdrjlM,  «en  looo  ttLa  Oiêgo,  mam  tn  den 
Tweeden  Pondariien  0»rioff  in  manje  en  Afrika 
de  aanvoecder  van  bet  Caiunagaehe  leger  en  weid 


naar  G*de<.  Hjj  w«a  oonaak.  da.t  MarinitM  de 
i|}de  der  Romeinen  kooe,  «mtbt  bq  #»  ""  <^en 
vorst  toegelegde  dochter  «aA  ^pAoi  ten  bnwe- 
Ijjk  had  gegeV«n.  Toen  Seipio  in  Alrika  geland 
wat,  bradhttn  Bardnihal  en  Sypha*  rn  2w  hem 
>eer  in  het  immw,  doeh  hu  overwon  bem  2-maal. 
Toidi  WM  bet  volk  tegen  HiudTubct  opgebkat,  en 


om  aan  de  w««de  van  bet  giaaw  te  ontkoiDen, 
maakte  hjj  volgena  Apptamu  door  vergit  «en  ein- 
dt aan  ibn  leven. 

Hoêdnihal,  die  in  den  oorlog,  «UTloe  ilati- 
aitaa  in  151  de  Cartbagere  noodiaaJitc,  ^egen 
deiea  niet  'voonfwedig  oorloogde^  veraloeginden 
Derien  Pnnieabeo  OcHNog  den  RomeiBacfaeti  eoa- 
nl  MoHittiu  in  149  tot  tweemaal  4oe,  bood  den 
jongeren  Publitu  CorneHui  Seipio  toen  dese  ia 
147  en  146  CkIIi^  beleerde,  bardoekkig  le- 
genetaod  en  trok  »di,  toen  de  itad  ingenomen 
WM,  naar  den  burcht  en  eiodelgk  met  vrouw  en 
kinderen  en  900  overiooftwe,  aan  wie  veigillenia 
gew«igMd  waa,  in  den  tempel  na  Aeieulapiuê 
temg.  Toen  hjj  ook  hier  aangcvalkn  werA  be- 
liog  ba  de  vreea,  loodat  bjj  seh  beimelnk  naar 
Seipio  bepl.  Baar  eefatgoioot  vloekend,  ver- 
iDOMdde  ign  gade  haar  klndem  voor  ijja  oogen 
en  stortte  lièn  <faama  met  de  overigen  in  de 
vknunen  van  den  door  hen  in  brand  geatoken 
tempel.  Hotdrubal  overleed  dê  gevangene  ia  Ita- 


SefaJ 


te  Jena  en  te  Sehütodt  in  de  fettereit  en  god- 
gffaevAeid  en  begi<  neb  io  1801  oaai  Parjja, 
waar  bjj  in  1806  een  aanateUiag  kreeg  in  de  al- 
deeüag  liaulMbiiftm  aan  de  Kdteï^e  BiUio- 
4heek.  lo  1816  werd  i^  profeuor  ü  de  GtM- 
idie  oodfamdbmde  en  «b  de  Nieaw-Ooekstbe 
UêÜ  aasde  Eeole  des  laugiM  orientaka,  in  1880 

Siofeaai»  in  de  Dnitaehe  itaal  en  kttefkónde  aan 
B  cK^Tteduitehe  edioal,  ao  1683  eooaervaloc  van 
de  handiehrilten  der  Bibliotheek  en  eindeljjk  in 
I8S2  fndMDT  in  de  vet^ÉHnde  taalkMide  aan 
de  «niveniteit  te  Parjia.  iHg  overleed  aldaar  dn 
21ateD  AUut  1664.  £$  gaf  de  .fjatoria"  (181») 
Im>  Dmmmki  ia  iwt  Kebt  en  krerde  een  bé- 
ng Ak  Iragmenten  „De  oalentia  et  mcnai- 
vaa  Laareaftar  Lviiu.  Hen  waa  opgedra- 
gen vow  bet  „Reeoeil  dee  biatoiiena  dea  eroiaa- 
dea"  de  Oriekaobe  aehrnvere  te  bewerken,  en 
duoan  ii  een  deel  (1076)  ia  bet  Uebt  veiacbe- 
nen.  Ook  bdtoorde  hq  nie  jamn  tot  de  radaetie 
van  bet  „Joornal  dea  Savanta".  Belangrijk  ign 
■  leii. 
Wil- 


ijjn  bjfkaKBU  lot  de  niemre  ait(pive  van  hat 
eon  van  Httuiau  Slephaiau,  beiorgd  door 


EarJ  Avmul  voa,  een  Dmtaeh  godgt- 

i  i»Bten  AtMUBtw  1800  te  Steinbaah  in 

Sakaen  g^Mnen,  beioebt  bet  gymnaaiam  te  Alten- 


leerde,  den  i^Bten  i 


in  AtMUBtni 
^  ^  braocbt  hel 

bug  en  Btiideed?de  te  LawKg,  Erlangen  i 
bingen  in  de  godgeleMdbfM.  Wegene  deelneming 
aan  een  atodentenvereeniging  moeat  bij,  na  een 
langdHif  ondenodc,  II  maanden  «p  óèa  Hohe- 
"Kpeig  in  de  gevangenie  doorbrengen.  Nadat  hg 
I  vrne  voeten  geateld  waa,  begal  bg  weh  eerat 
lar  Dreaden,  veatigde  lich  vervolgeni  ala  pri- 
vaatdoeent  te  Leinig  en  werd  bier  in  1829  hoog- 
leeraat  in  de  wj^ebegeerte.  Het  vvlgenda  jaar  ging 
bjj  ala  pnleaaor  ia  de  theologie  naar  Jena,  waar 
bji  aedei4  dien  tqd  ondwwjje  gaf  ia  de  dMvnttiek 
en  kerkgeadtiedenia.  Bjj  ign  altreden  m  1868 
werd  bji  in  dni  erfel^ren  adeletaad  opgenomen. 
EQj  oveiiead  den  Sden  Januari  1890  te  Jena.  waar 
in  1900  een  etandbeeld  voor  bem  ia  opgericht. 
Van  iqn  geaehriltan  vermdden  wjj:  ,fEvangeliach- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HASE— E:AfiB>fCLEV£3t. 


protestamlisebe  DogmBtü:"  (6(h  druk  1870), 
HGnoaie  odnr  pTot-emiedierfH  <31uibeiul«lu«  (2 
db.,  2(le  dnik  18S9— 1870),  ,3iittenia  ledivinis'' 
(I2de  druk  1888),  J^ebea  Jera"  (5de  druk  1365), 
„Eifdwnewcfaiefato,  Lriirbueh"  (12d(i  dnik  1900], 
een  AmitKlIelj^  leeibo«k,  nibiMuiteade  door 
rastbeid  en  bckiH^thttd,  „ÉiioliengceehicUie  aaf 
GnmdlaKe  akademiBclui  Vorleaonceii"  (3  dlik., 
&k>  4böf  1«95— 1696),  .^andbuehder  protoatu- 
tiMb«n  Pokmik  eeeen  «Ite  rOmieeh-katholMctie 
Eiiebe"  (7de  <biik  1900),  „Die  beiden  Enbi»^5- 
fe"  (1639),  ,Jf«ae  Pn»bet«n''  (8de  druk  1690), 
„Fianz  Ton  AasinV  (2dB  dvob  ISOQ).  „GcwtÜdie 
ScAnoapieie"  (185^,  ,vOateriiui  von  Sientt"  (2de 


druk  JBGQ),  jtdeale  omd  Irotdmer,  JamiidenoiMb 
raneen"  <5de  drnk  16M),  ,J>bs  EnttaffeMnpfei 
Ed&"  (Sdedrak  187»)  en  ,3oMaTOileaiiiigeD  kir- 
«hengeMfadchtiiidwtt  Inbalttf'  (1690),  terwt^  b^ 
ook  een  utmnnteiide  «iit^Te  teveide  dei  ,Jibn 
gjmbotJa."  (Sde  drok  I8i5).  Na  lipi  dood  ver- 
Bcbeen  nog:  „Annaleii  meioee  Leoene"  (1691), 
naditt  hg  reeds  Ttoegei  ia  bat  leeds  veimelde 
„Ideale  and  IntOmer"  (1872,  Me  dnik  1908) 
vg  eeD  aaatiekkelökB  «4^  de  gee^edeiiu 
igner  jeagd  bad  beatbisKii.  Ben  intgam  vwi 
lün  „tieaHHiMlta  Weifce"  werd  beiomi  dooi 
iV>  KKKW  en  frifper  (1800— 1893.  IS  dbu). 
Daarin  TeNdteneii  oog  „EUonenn^n  «t»  Ita- 
ben  Éi  Biirfot  an  dfe  ktfaiftige  Oeiidite", 
„Vfrie^UtdiMbe  Bedeu  «sd  Deokednifton", 
„lliecidoeiedH  EraUdongen",  „Tkeokgieefae  Re- 
den «nd  Dei^edHiften"  en  „TbeotogisoM  Streit- 
und  Zeitadviflen". 

Hmw,  KoKTod  Wühüm    een  Duitsdi  ardn- 
teet,  den  2den  Oetober  1818  te  Binbeok  gcAoian, 
stndeeide  te  flaoiuneT  en  t«  MQaeben  en  weid 
in  1849  keiB«r  tn  de  ecboooM  boawkmictt 
poljlechaieobe  school  Ie  Hunwrer,  wftar  hi)  den 
38«t«ii  MiaAit  1902  overleed.  Hg  legde  er    tk4i 
(^  toe  de  oode  techniek  van  bet  bouwen  met 
tnkken   steen   wedei  te  doen  berleven.  Tot 
door  ttem  ontirorpen  gebouwen    bohooien: 
Mvseom  te  HuinoTeT  (185S),  de  Mediabtirg  bg 
Noidatemmen  (1857—1864),  de  Cbrietuekeik  te 
HantiOTer  (1859—1664),  bet  gymnuium  AjMkea. 
mm  MifeitpostkuitoM  teHiilderi>«m.Hjjnttiit: 
„Mittdidterticb«i  Bandeofanale  Niedenaowene". 

HasflbnMk,  Jokmttu*  Tttrut,  een  Nedei- 
bndeeb  dichtei,  den  6den  Noverobei  1812  be  Lei- 
den geboren,  etudeenk  «Umt  ia  de  godgeleeTd- 
béid,  aem  ale  vrnwiHig  jagei  ded  un  d^  strjjd 
tegen  België  (1630)  en  weid  in  1886  predikant 
te  lHeik>o.  Ia  184S  gwg  hj}  «la  soodung  umt 
Bieda,  in  1849  ihai  U^lbvig,  ü  1%!  ihut 
Ametenbin,  waai  liQ  ia  188S  een  eervol  emori- 
ttwt  ontving,  en  den  29sten  Maart  1896  overleed. 
Zgn  ventrwnde  eerste  gedicihtcn  weidem  'va  1886 
oödei  den  naam  vwi  „Poliie"  tot  een  bundel  ver- 
eenigd  en  ktei  (1852  en  1685)  hertkukt,  en 
DÓenwe  taidele  veisdieneD  ootdei  den  titel  vui 
„Windekdken"  (1859),  „Njenwe  windekelken" 
(1864),  „Sneeowkkkjes"  (1878).  en  „WinteiUoe- 
men"  (167».  Veider  iev«tde  bij:  „De  Oodi  dee 
Hemels  en  de  Beigen  dei  urde"  (2  din.,  1847  en 
1856),  ,/af  de  Belgen"  (1661),  .Studiën  ea  Schet- 
sen" (2de  druk  1864),  „Uit  den  Vreemde"  (1868) 
en  „Ktfct  en  o»£ebt"  (2  dhi.,  1874).  Voonl  eet- 
ter  maakte  li^j  sdi  niam  ak  fHoiudugrer  dooi 


„Waadteid  en  Droomen"  (1640;  lOde  druk  1902), 
<»id«i  den  eehnilnaam  van  Jonathan  uUge^ven. 
Verder  bezorgde  hg  oi  1860  een  pTu:htuitga.T« 
der  „Kompieeie  Dit^tweiken"  van  Da  Oosla,  ge- 
Tokd  door  een  HOveiwoltt  van  bet  leven  en  de 
wecken  des  dichten"  en  aohreef :  „Thomae  a  Eem- 
pia.  De  [MToIggDK  van  CStnatna  HaH  het  Latijn" 
jiees,  5de  dnik  1900),  „De  AJpanboren.  Een 
weketeok  nit  Davxw"  (186^,  „Veapei.  PoBiie  in 
den  amitd  des  levena"  (1687),  „Heeiwriden.  Nien- 
we  poiite"  (18^,  „Het  Nieuwe  Teatament  ala 
gidi  -moi  het  Ohriötelnk  leven.  Naai  de  „R«- 
Sedona  ntotalee"'  van  P.  QueBoel  vig  geraigdT' 
(1884—1890,  6  dfat^,  „£«n  dicfater-olbum  vm 
vóöi  homdeid  jaac.  De  gedachtenis  aan  PnHimj 
en  agn  kunetvrieoden  mg  eens  veinienwd 
(1890).  Batebroek  behoorde  tot  de  academieviien- 
den  Taa  Nieolaai  Btett  en  volede  c(i  g«MSenttig 
en  letterkmdig  gebied  deieKde  TJeUiog  als  de- 
K.  —  Zga  inëlei  Elaabetk  Johanna  BoMebroek, 
den  4den  Ajnü  1611  te  Leiden  cebmen,  becA 
»eh  als  echigfateff  bekend  gemafttt  door:  „Ta 
hMt"  (1838],  „EUee"  (1839),  „Twee  vroDwea" 
(1840),  ,J)e  BedewartgMwen"  (1641),  „Veiba. 
len  en  echetsen"  (1851),  .^aigaretiia  ffiaaeer  eo 
«eniee  aodeie  bladen  nit  het  schet^wek"  (1865) 
en  ,)De  vmmwen  éex  Henwnning"  (1659). 

RaseiMnar,  Korl,  vrgbeei  von,  een  Oosten- 
ijjkech  andMteot,  den  20aten  Juli  1883  te  Weenen 
geboren,  «tudeeide  te  Brunswijk  eo  Weenea  en 
vestigde  üeh  aMaaf .  Behalve  talrgke  viUa's  bouw- 
de b^  b«d  pdeÏB  Lüttow,  ea  leidde  bij  de  oatvoe- 
van  het  natuorkuiMUg  en  kuirathialoriech 
eeum  en  bet  Hafbuigthe«tei  te  Wtenen, 
aJien  door  QotUried  Semper  ontwoipen.  Hg  over- 
leed den  4ilen  J&nuari  1804  te  Weenen. 

Haiaeiiclever,  Johattti  Peter,  een  Duitsch 
schilder,  dea  ISden  H«i  1810  te  Ketn«4d»eid  ge- 
boren, ie  vooiDBjnelgk  bekend  door  zyn  taferee- 
len  uit  „De  Jobsiade".  Hg  overleed  te  Dfistri- 
éitt  den  10d«n  Deoembei  1863. 

HuienoI«Ter,  Wühdm,  een  Duitach  soeiaa]- 
democrut,  den  I9aen  April  1637  te  Aznebeig  ge- 
boren, beiocht  het  gj^naeium  in  zyn  gebooite- 
plaate,  werd  leeiüng  ia  een  looierg,  reiade  als 
nandweikageiel  ia  Dudtediland  en  Noorddgk  Ita- 
lië, ledteende  vaji  1862  tot  1863  de  „WettffiH- 
Btbe  TalkaMÓtnng"  en  werd  eerst  penmngmeeetM, 
toen  aedetaris  en  eindelijk  preeitleni  van  de  A1- 
pmeene  Dnitsebe  Werklied-en  vereeiügiog.  Hg 
behield  bet  vooraitterediaip,  toen  laatstgeooemde 
vereenigang  na  sameDsm^tiog  met  de  eoeiaal- 
democfa.tJ»a>e  partg  te  Ëiflenacfa  den  naam  oot* 
ving  van  Socieüstieehe  WeikLedenpoitg  van 
Dnitcdiiaad.  Verder  rettifeeide  bg  den  „Neoer  So- 
ïLiJdemokTat"  en  nle  „Sozidpoütieche  tMcter", 
belastte  lich  in  1875  met  de  uitgave  van  bet 
.Hambaig-Altonaei  VolksUatt"  en  in  1876  met 
Liebkneekt  nMt  die  van  bet  socialiatiacli  blad 
,Vorw&rts",  dat  in  1878  T^>oden  w«rd.  Van 
1869  tot  1670  vna  bn  Ud  van  den  Noonfilhwt- 
aehen  Rgkadag,  weid  u  1874  en  1877  te  AHcoa 
en  Kiel  ook  tot  a%evaMdigde  naH  den  Doit- 
Mhen  Rnkedag  g«kOTen,  maai  veiiooi  ia  1878 
zgn  mandaat,  dat  hem  atditer  kt  1879  te  Brealan 
weder  werd  toevertrouwd:  In  1686  moest  hq  het 
wegene  kraokMnnigbdd  nedericggen;  hg  overleed 
den  Sdan  Jtdi  1689  te  Sefaftneb^. 


H^n 


DigilizedbyGoOglc 


INËR. 


75 


Hftsar,  Btinriek,  «en  Doitodi  eeneeabeei, 
dan  15dea  Ootobei  1611  te  Rome  geboren,  be- 
lodit  bet  sTmnuimn  to  Wekou  ea  veitiok  in 
1831  naai  de  hoogMchooI  te  Jem,  wan  hjj  in  de 
gtneuÉiande  inratDoveeide  ca«t  een  lïweitetie , J>« 
unnoentM  ^Hdemia"   (1834).  In   18S6   vttAigie 

aaidi  ala  {niTMtdoeent  te  Jen»,  wht  bg  ka 
9  M  bmteoMWOon  en  later  tot  gemwa  hoog- 
iMnar  benoema  werd.  In  1649  ging  hij  in  éeve 
betiekklng  liaai  Gi«iln«ld  en  in  1863  saai 
Br«ié*D.  Zq»  piofeaaonal  onderwga  omvatla 
bnofdMkelgk  de  algMMOM  neUe-  w  <k  ^  " 
raidiMhef.  de  eftioeanokgie  en  de  seeclii«c 
dar  gcDewbude.  Hg  omieed  den  ISobd  Se^em- 
ber  IfiSG.  Tan  x^  «erten  noemen  wq:  „Bitto- 
■JMh-Mtbotogiadw  üotenodnnmn  ab  IMtolge 
aoT  OeMbi^  dn  Tottskn^dtetlen"  (1669— 
1841,  2  dkk.),  „Lehrboeh  der  OeMfaicbto  der  He- 
dtrin  oud  der  Volfcikniifcbeiten"  <3  din.,  8de 
dnA  1675— 1SS2),  „a«adüehte  óac  duietÜdMi 
Knnkèiwnage  mi  FOegeaebtiiea"  (1857),  „IHe 
VMdoatïon tmd An G^er"  (1864)  »„Qiöut 
riai  dei  Qeadiidrte  derlf«di»n"  (1684).  Ook  le- 
TOÓt  bS  een  nitaaTie  vod  Qrmur'»  „Senptoraa  de 
«Mtee  aMÜeo"  (JMT)  en  een  .^tfioneei  epi. 
öamiopaphiea"  (ade  drak  1862).  Ook  wm  hv  ce- 
ndmen  tqd  redHteor  Ttn  bet  „fiwertoiram  EQr 
die  i^iaiiiilii  XtMwa"  en  tu  bet  „Airehit  [fbr  di« 


I3u(e  deelen  der  beniMmluit  Weide  iribtan- 
digfaesd,  wt&«  dient  aik  «edwekningModddd.  De 
tK^pen  en  Moemen  of  de  bhdereD  der  braoep- 
^Mt  worden  id  watei  ot  mdk,  «ndcr  toeToegdng 
Tan  iwarie  peper  <d  ook  ««I  T«a  enüwr  ea  ape- 
aer$en  gekookt  en  ala  «en  aoort  tbee  gedronken, 
of  OWD  locgt  er  boter  Uj,  om  «an  de  rioeietoï 
de  lyW^eid  nul  stroop  ta  geven.  Daarna  wwdt 
dit  menzed  geliltreeKd,  bstwett  na  atkoeliig  een 
Bioene  kleor  TeAiggt.  Hen  noemt  deie  mu  de 
inat  na  Berber^  „ri  awgio"  en  in  AnbiS  „<la- 
weaoeae".  Zq  womit  tegen  boogeu  pqjs  Teiköoht 
«n  in  den  vonn  -ma  piHear  ingeoometi  ot  met 
de  bkeaeme  der.bantMfi^uit  in  een  p^  geetoken 
«n  «tooki 

&q*BJ  Tonnt  een  eteik  enhrodtMaeiim,  a^gnt 
bjj  matig  gebruik  geen  oade^gen  invloed  nt 
te  oefoom  en  den  gebrmkei  in  een  opgeir^te 
■leeDiiriiig  te  biengn.  Otoote  doaea  veooi  ecli- 
4ec,  voonl  bq  aledm  Toedisg,  teer  Mbaddqk  en 
knnDon  tot  knakitamigbeid  aaoleidine  geven.  In 
Egjvte  odent  M  demelfden  Terderfelgken  iiv- 
vïoed  iDt  ak  de  aleobol  in  meei  noordriük  ge- 
legen landcB.  Men  aclMt  bet  uotal  gebniiken 
Tan  baiijiaj  op  200  milUoen. 

Bkak*rbuid  i*  een  gemeente  in  de  proTia- 
cie  Friedaad,  5903  EJi.  «oot  mt  (1916)  7826 
MWflptan,  ingedotendDoidegcBneDten  UtiagM^ 
ade^  Xki^irirdcit  Seboterbctd  en  DonÏMreiatal 
en  ttatütinde  ut  d»  dotpen  Sarkerdgke,  Harkor- 


boTM,  Jooie,  Nneiiaako,  Ondeïu^,  SotknnMg 
1  Weetetmeei::  De  bodem  tUatutmeeat  <ait  1m«- 
WD,  ntet  een  weinig  Modnood  in  bet  nid- 
erten  en  bet  loidoaueB.  Veeteelt  en  veenderj 
i;  «Keen  te  Jon- 
Daar  ataat  ook 


Hasledal,   ook   Ob»ha$lÜhat  of   eenvondig 

Baili  geheeten,  ia  het  dal  vnn  den  bovenloop  der 
Aar  en  «trekt  litli  kt  bet  ZwttaerBohe  kanton 
Bmm  40  km.  v«r  «it,  van  den  Oiüneel  tot  aan 
het  Brienzermeer.  Het  bovenete  deidedetl  van 
dit  di^  de  een  woeste  kloot,  waai  de  Aar  otm 
naakte  gmüetblokkeo  «traomt.  Dne  rivier  vormt 
er  bg  den  Handeek  den  Randeek-  of  Avwtltr- 
wd,  wtttn  een  bot^  tweft  -na  70  m.   Verder 

____    .__.^_       .._    .^___. ,^g    ^     j^^^    ^ 

n  het  dorpje  Out 
„  eeniee  dorpen  en  gehuch- 
ten, wdke  de  gemeente  Ëinerlkir(iie&  vormen, 
wow  de  groote  wejg  een  aannuig  neemt.  Daarop 
rakt  een  «naSe  rinerUooI,  de  „Kostere  Sdhhn- 


naac  benedbn,  ter  tioo^  va; 
oppervlakte  der  lee.  'nndt  i 
tumen  en  nog  verder  eeniei 


bereikt 


oenMmd.  EeibbaHui    „ 
fiet  dorp  IbQTEingen,  bet  Teieeniginffspunt 
"    "      '  '  bet  Brien- 


cbe'' 


van  6  A^ienwegen.  TaaUcr  lot  aan  1 
■enneer,  over  een  alatMkd  ven  IS  km.,  beetaat 
bet  Baikidat  oit  weHanden,  die,  vroeger  dee  lo- 
men  gedeelte^  oordec  wnter  ot  tarnde,  tiiUH  ge- 
kaaoMeevd  igii.  iHet  emibt  Haali,  vrawtoe  ook 
eonge  ivdahst  behooren,  ifik  inim  7000  tnwo- 

Baslsr,  Uteu  Leo  «on,  «ea  Duüsidi  o^utiat 
en  eamp0MBt,in<lM4te  NaoieubeiggdMuen,  itn- 
deeide  te  VenetM  ooder  leidiDg  van  Jndrea  Q» 
hntli,  wea  in  169S  oqgawot  vnn  den  Ki«*f  Oei» 
nanus  fugger  te  Augaborg,  vertoerae  eeaigen 
töd  aan  bet  bof  van  keiiw  RuMt  II  te  FtaÓg. 
werd  in  den  odelstand  verbeven,  waa  vut  1601  lot 
1008  weer  te  NeorenbMg,  kwam  «kama  in  dienat 
«vMk  de»  keoOTorat  «m  Sobe»  en  oveiteed  din 
Saten  JiuB  1612  te  Frankfort.  Sji  echreet  een 
^n>ot  aantal  geeetc^ke  en  wereldlqke  «angen  tn 
inatramantale  werken. 

HnraiftwaBn  ia  de  {amaUenaam  der  djmM- 
tie  van  de  MaeaAaeSn.  De  naam  ia  wearedijin- 
Üjt  nlgeleid  mm  EaimM  «fcn  Tenaoodel^ikan 
ntunnKter  ivan  liot  eeakrcfat  (lie  MaoeiAiutK). 

Hamer,  LeopM,  ridder  van  Arlha,  een  Oo*. 
tenrijbBah  ataatoioao,  den  ISden  Maart  1618  te 
PiMK  gebmen,  stndéerde  «Idaftr  ea  piootoveetde 
te  Weenen  tot  doctor  in  de  tediten.  Op  uitnoo- 
digtaig  van  p*^  Lto  Tkvn,  Btadbooder  wl  Bo- 
hemen,  bela^  fajj  ad  met  de  redactie  ven  da 
„Prager  Zeitong".  Toen  qin  beeobevmheer  mi- 
niater  werd  (1649),  benoemde  hg  üoMner  tot  bui- 
tengewoon en  in  1651  tot  gewoon  boorieeraar  te 
'PrMg.  Ji*  iooAiMgedveun9:,OraDaniHen  der 
nnkéophie  det  Becbta  md  eeioer  Oeedudtte" 
(1651)  en  „Sjstem  der  pidiüseben  OekonMHoie" 
(1660).  Hg  werd  g^oaan  tot  Bd  van  den  Bo- 
beenuohen  Landdag  en  van  het  Hnis  van  Afge- 
VMudJgden,  waarvan  bjj  viee-pieaident  woid.  In 
18S3  werd  bq  voonitter  vw  den  Bmm)  van  On- 
derwM  akmede  van  bet  Hoie  van  Afgevaardie- 
den.  I»  1865  oanvoaidde  bjf  een  profeaaoraat  w 
de  etaaflwiabondbinde  aan  de  aeodemie  te  Wee- 
nen. Twee  jau-  Utoi  weed  kq  Md  vu  bet  Heeren- 
hms  en  in  1868  minMiH  v*n  Onderw^  B«n 
Toütrelfdjjke  wet  op  bet  onderwge  word  door 
hMU  ingevoerd.  Sg  trad  in  1870  af,  omdat  de 
keüer  wmgerde  snn  goedkeoriog  te  heditan  aan 
de  aiddelën,  wrike  bq  tot  nUvoeriog  van  ign 
-  -      -     "-  ootdeeWe.  Na  die»  tgd  wna 

1881  te 


Il  Hq  OTcaleed  dan 


Londdasen 
1  SdeoJimi 


DigilizedbyGoOglC 


HASNER— HA3PBL6. 


ImU,     „DenkwfltditfkritM).     Antobiugrifiiijschea 
tmd  AphofwmeD"  (Ts»2)  iwhitends. 

fifwner,  Jomk,  nÜK  van  Artka,  «en  oogfaed- 
konti^  bmeoei  Tm  den  Tom^unde,  d«B 
ISden  Augtutua  1619  te  I^ue  ^boren,  ttu<I«er- 
de  aMbbt  m  w«t4  er  üi  1S52  >Duiteii^woaii 
1%Ö  (tewooD  boo^senun  ü>  <fc  oogheelki 

bnuri  1862°  Hg  «breef: 
miadten  Bc^ndiing  de 
(1947),  „BeitiiM  lur  Ph}«iolo|iri«  mm)  FftUtt^ie 
dn  'livfaieiMUeitaiieMnwnai"  (1651),  ..U«ber 
die  Benbtaang  Munter  Okrinteen  mr  Uatet- 
Boebiag  des  Augengmndea"  (1864).  .JilioÉMhe 
Vortrl««  flbm  Awmhalkwide"  0^60-1866), 
„Die  StAtofMt^Mea  dei  Ai««t"  (186B),  „BeitiJl- 
ffe  lur  Phjtiolocu  mtd  Pathologje  <ke  Auges" 
(1878),  „Ueber  die  Gnenien  der  AeoMnmoéïtion 
dea  A]]^"  (1875),  ..Ty<ito  Braiie  uod  J.  Keptet 
ia  Pra^'  (18^2),  „Da«  tiWtttere  Au«  in  seiaeD 
phjMofaf^eeben  Qodi  MUHiogiMdten  BeB«huiigen" 
(l«f79)  «n  „Die  Verietiu^D  dea  Ausec  ia  gt 
fkbtainUtcbei  Beüebang"  (1860).  Ook  TedigMr 
d«  bö  eedett  1669  met  Praga  het  „Vi«rte}jalif>- 
adiriit  fw  praktiache  fieólkunde". 

K««P«1  w  in  de  eente  pla&ta  t«tt  wtiktniq, 
hetwelk  dient,  om  geaptHknen  gsnat  Ten  de  khw- 
aen  en  apotiea  te  winden  en  tot  Mrenf^  te  ver- 
ecBJgon.  Bet  bestaat  eenTomUg  nlt  eea  red  met 
een  omnng  y*a  1,6 — 3  m.,  loodet  bg  «dke  om- 
ihaaiiim  dk  Icngta  aan  éntó  op  het  lad  gewoo- 
den  «wdt  JUn  Betnd  ia  Terder  een  tdwert  ver. 
tmBden,  Intwett  door  een  tik  of  «lu  te  keoMii 
geeft,  dat  een  genoegtaam  aantal  draden  voor 
een  «trong  «p  ttet  nrd  esw«>den  iüq,  waMna  men 
den  altudi  en  Twrokena  bti  naMclen  voort- 
■etten  kan.  Hen  beeft  aomengeatride  ha^)^. 
waannede  men  10  tot  30  qwehn  tegeJgk  kaa  «f- 


DteffeJgk  kaa  t 
MD  awpel  bg  h 


_    Jakob  M.,  een   NederlawMi 
«mdden  ISden  September  1829  te  Ng' 


■SMMl 

oeetapeleTi 

BMcen  «boren,  waar  ign  ndet  een  bodchandel 
en  tNMkdnkkei^  If^  MatraakelQk  waa  fag  voor 
ptedJkMt  bestetad,  óoA  toen  hy  daarroor  nen 
ioei»ng  Ueek  te  geToeten,  «mud  t^n  Tader  bem 
üi  sgii  laak  op  en  dsed  bén  die  vm.  Nadat  hH 
op  ae  NQOMegadM  fannia  Vietor  ttruugn»  had 
^n  apden,  kon  hij  iQn  roepiog  *oot  het  tooneel 
niet  tanffer  weerataod  bieaeik  Hq  atelde  Meh 
met  den  MDStonaar  m  Teitiiadiag  en  het  TMiri- 
tut  wa«,  dat  hg  den  26eten  Januari  1858  ui  Den 
Haag  en  vemngena  ook  eldera,  ak  lietbrf^i 
nog,  optrad  ak  „Pierre  FondMrd"  io  „De  onda 
Eotponai".  Weldra  Mun  bn  «en  engagement  yva 
drie  jaar  MU  bg  VabAt,  doch  ign  laorttie  werd 

hier  km  door  gcadbokt,  4mX  1 

ontbioden.  Op  de  volgende 
echter  nogmaAh  oMde  ak  ,  JJerre  Pooebard"  en 
den  1«ten  November  tnd  bjj  voor  het  eent  in 
Den  Heag  ak  beroepatooneMapder  «p.  Na  een 
paar  jabr  Tomvde  ^  «en  «gen  raelscnap  (e  Arn- 
Mm,  dat  Toomamt^k  in  QeldeMand  optrw),  doch 
ds  reanttaten  warca  oogvutig-  ioo<kt  hg  reeda 
an  é4n  eeiioen  een  engagement  bij  Sd.  d«  Vriet 
4e  Rotterdain  moeat  «munten.  Vemigana  vorm- 
de hg  met  La  Onu  en  Van  Ztrybn  een  getdecbefi, 
dat  te  Rotterdam  eent  den  Kleinen^  later  den 


Grooten  Sebonwbnre  be^>ettde.  Ook  ijfn  broeder 
Dirk  rfoot  licbtqx&l  gn^taebup  aan.  De  grooto 
oebeorteou  ut  dêie  jüen  wm  de  opToering  van 
MuUaiuli'i  „VoretensiÉioot",  waann  Jaap  UaipeU 
de  lat  ^an  „Van  lEUde"  oreierde.  Iii  lë81  werd 
dit  ^eieleebap  omgeiet  in  da  RotlerdamKhe  af< 
deehne  wji.^etNadeiknd»ehTooneel",<Be  «Ue- 
«n  tisJi  jaar  beatDi>4wMiii«fli»7eIt  met  ijjo  broe- 
der, Le  Oriu,SoiierFaaue»ta.OaÜurina  Btera- 
•mans  bet  gweMtep  ^  Veraedgde  nettavdaiD- 
Bitie  TooaecÜaten"  eoiciitte.  BatfM  Merba- 
itirhifde  ipel  onderMneaftfc  >idi  dMreeDiniyn 
dgd  leer  ongewone  natoin^^lteid  en  «oberfieed^ 
dHuliq  <bor  MbetpebmUiervilbaeUng.Vntiq- 
londere  beteekenie  waa  iDnaamenwerU&K  toet  tut 
bloeder,  wMibi)dMegeifmn4ttde„ffoede"kanU- 
itom  uitbetAldes  J«f>dle,Me<me".  Vansjmmeeet 
beende   «Hties  noemen    " —     ""^  " 

kieevEPeenJgitw 


emenwnn 
Stdendgl 


nog:  „SchiM^ix 
Jago" 


.4>e 


,OtbeUo".  Ook  ak  tooMekUreetear  ontwikkelde 
hÜ  ToortretMvke  kwaüteitea.  flg  OTcrleed  din 
23sten  Apiii  1867  te  Rotterdain. 

HaaotU,  Dirk  Jan  Atkiamu,  een  Nohf- 
kndadi  loooedapeier,  een  broeder  van  den  foer- 
gwnde,  wwd  den  17den  Nofember  1867  te  Na- 
megen  geboren,  kwam  ia  18d0  aan  bet  tooneeJ, 
MHor  een  beüuüde  of^idiag  daarroor  te  beb- 
ben  genoten.  Eent  t»  1867  apeeMe  bg  «en  r^ 
Tan  beteekenie  en  we]  dóe  ven  „R^aU"  in  ,Jla(- 
meren  Beetden"  bq  het  geaehebap  na  Koloii  te 
'a-OraTenfaa0e.  Tgf  jaar  kt«f  kwam  hg  te  Rotter- 
dam, waar  hg  araert  Toortduread  met  ign  broe- 
der Jaap  aamenweitte,  ok  kunatenaor  en  «k  lei- 
der -ran  de  „Yereenigde  Botbeidamaebe  Tooneriii- 
ten".  'Hv  oferleed  den  ISdeo  April  1903.  Difk 
Haipel»  onderaeheidde  liefa  door  een  weJaig  §poa- 
taon,  neer  wekrerwogen  en  Redietingeerd'  opel. 
dat  *an  een  diep  dMrroelen  der  kanktoie  en  ai- 
tnatiea  getnisde.  Zedfa  aan  het  phUe  wiat  hg 
het  ordinojr  karakter  door  tgti  èeaebaofd  apel  te 
ontneoMn.  Ak  peiaoon  bod  hg  niets  van  het  tit- 
ditioneek  t^pe  nn  den  toonêekpekr,  maoir  ver- 
toonde een  beoüate  inteUeotoerit  distinctie.  On- 
der tjfn  Toortiettelijke  ereotiee  beboores  die  tmi 

.KonAig  Qeoige"  m  „Torotenadiool",  „de  llat. 

;ie«"  jo  „Hejonkvioaw  de  hi  Seigtière",  ,Joh«a 
QobfM  Boikman"  en  „de  Bnngerieeeter"  in  „Ben 
Tgand  dea  Volks". 

Haspels,  Otorge  WranM^  een  Nederiaodeoh 
aeiHgver,  w«d  den  Tden  ApnJ  1864  te  Ngniegen 
gcAwren.  Hg  etudeerde  te  Utrecht  'm  de  theoïogM. 
werd  in  1888  predikaat  te  Cotmeehate.  in  1696 
te  EndinRen  en  in  1901  te  Botteidam.  Ook  n 
te  hij  anJrae  i 
De 


"Al 


\  het  hoeoitaal- kerkschip 


(1892)  en  „H.  Hvi«h"  (16&4)  onder  den  bc4i«1- 
noam  Compoanone  trokken  wehiiff  de  asndadit, 
dceh  leer  gwnetig  (ratruKen  werd  liin  novdkn- 
bondet:  „frengden  wiHoNamf'  (1900}.  Sedort 
Mireet  hg  de  romKie:  ,3oete"  (2  dh.,  1907). 
„Ondw  den  Brondarw"  (1908),  „De  Sied  aan  het 
veer"  (1912)  en  .Jkvid  en  Jonathan"  (in  „Orae 
Eenw",  I01£}.  In  «kae  weiken  staal  de  predikant 
(kn  bnotenaor  «el  eens  in  den  weg.  maar  door 
de  taivere  tarakterteekening  en  de  venorgda  taal 
—  dje  tomt  dat  ifc  advgver,  de  moderne  ril- 
ling niet  T<dgend,  lieh  tooh  hau  kaeen  beett  ten 


DigilizedbyGoOglC 


«tiUe  geamki  — ,  nuiieD  ij}  toch  een  ewf<^ 
phMa  ta  «ader  de  romM»  ita  tnuen  töd.  V&n  iUd 
«enian  mrken  wMBtMt  wjj:  „ScMKÜunMM 
niMdMtam"  (1904),  ,J)«  OeM(«iqk«  poCiic"  Id 
<fc  rad»  „Vit  «m  UoatödT'  (IMW),  „Toeepn- 
k«a"  (1911)  «n  „WikMlewl  «itiidtf  (1914).  Smds 
WH  «M  fioneit  Ud  dn  Mdut»  tm  bet  muut- 
Mlifitt  „Obw  Ëww",  HMfflo  hjj,  belwlfe  qjn  lO- 
muw,  vde  bo^ibMOfdeeliiigen  phuUato.  Bü  <>*«■ 
iMd  dm  t«deD  Deeember  1914  ta  Amlmn. 


den  28eteii  OttOm  1776  4«  St.  lUrtkt 
Fwtadit  eHwren,  atudeeide  in  de  wgabegMTte, 
■b«ed  tn  de  jann  1706—1799  ia  de  gelederen 


en  aun  in  1809  ««dan«  dseè  ma  deo  beTig- 
dingwoflog  "na  iö>  «adecknd  Reedt  iwd  hn  lidi 
■HunnelOT  lii  ytUa^Üker  uo  Itei  JmoM  det 
e«iin>ig»ie>D  gnniiiMt,  hmm  h^  verwiaMMe  de 
fol  itm  geeetolnbe  met  dien  tad  kr^ji^Niua  en 
droeg  niet  w«iiug  bS  lot  de  orenmnwig  «p  den 
iml  08  Aii8«etiM).  In  1810  «md  hij  dooi  de 
Beieracbe  ngeerinK  i«i4)iiiiMn,  reriiet  Tird.  trede 
deor  Or«BwbiiMMuid  nau  Italil  .vernrigde  ign 
mg  door  Itet  Ï^Mweb*  )enrk«mp  been  en  kwnoi 
den  81«teo  Oetobar  1810  te  Weenen.  lo  1814 
werd  fay  MttoM  te  Hielamg  -bg  W«enea,  trok  ia 
IMS  wedN  •)■  KcU^ediker  met  een  eon^tcue 
Tuoobdie  jraere  omt  ÜtM  en  vettiode  veb  in 
1054  te  SdAoHr,  wMr  hü  d«n  ISden  JMMnri 
1868  orerieed.  Zon  atotUtik  tytenettoi  werd  te 
InHbrfi^  aust  oat  vu  Jmirea»  Holer  bügeiet 

HnsMUi  (AnUoeh  =  mooi)  ie  een  Te«  tom- 
komeade  Anbieebe  num.  De  meest  bekende  ia 
de  Uehnoon  vu  dea  PH>feet>  ds  «ran  Tan  diene 
dnebtet  FoUnui.  BS  waa  verslaafd  aan  smeeoot, 
Uat  «dl  na  den  dood  v^  -tmIm*  fWl)  tot  H- 
lief  tiitKMften,  lanar  ook  onniiddeHjjk  daana 
dnoi  Jfoeomw  taÉBtapta,  on  ma  <k  beencliaH>q 
al  te  nra.  DesiriettMnin  «teat  bg  als  stamndei 
vaa  de  roeeate  4aU«n  der  AKdeo  in  boog  aasiien. 

HasB0,  Johann  Adolf,  een  Duitadi  eompooiat, 
den  25cten  TSt*.H  1699  ta  Beigedort  b^  Hamburg 
gedot^t,  werd  in  1718  tenoruDger  bq  de  i^era 
iridaar  en  kwam  in  1721  aan  de  opera  te  Bruna- 
«qk.  Toeh  erkende  bn,  dat  hem  nog  reel  ootbrak; 
daarom  ging  hj  w  1722  naar  ItaKi  en  ilnideerde 
bt  Porpora  en  Jletanndro  Srarfaili  te  N»pek. 
Daar  werden  in  172S  ^jn  <^)era  „Tignne"  en  lijn 
Intermeuo  „Ia  kpi*  «öiltTm"  opgeToerd;  in  1826 
loUden  „Aatartn"  en  „Sesoatrale".  Nd  werd  hg 
in  Italië  beiweind,  en  beiead  onder  den  bijnaam 


„II  eaaaone"  <,4en  8ak«»-n.  In  1737  Teatigde  bij 
te  V«n«tit  en  werd  daar  JctmkDeeatcr  van 
„Contemtorio  dcgH   laeurabiU".   In    1780 


linwda  h^  er  owt ^ 

Bonloni,  «en  laar  later  werd  hij  ka^ielmeaaler  der 
«oera  te  Draaaen,  waar  ook  ign  vronw  als  orinw- 
donna  weid  geCBgageerd.  Vaa  1781  tot  1734  Kin- 
gen beiden  «aar  It^e,  in  1733  ook  naar  Londen. 
thnisa  keeidBn  tij  wiobt  nau  Dpntea  terag>  b" 
faieren  daar  met  enkcde  «ndeibrekJiigen  voor  Ita- 
tiaaiMfibe  kunatroaen.  In  1761  kreeg  ffoata  deo 
lèM  oHMikapelmeteteT.  Door  bet  oitbrekeD  nn 
dn  «anog  in  1756  weidao  de  opera-opTOerri 
Tooikopte  geataakt;  ffiuae  ging  weei  -  -  -  '■ 
na  dan  dood  Tsn  Fnderik  Augiul  v 


ir  lUM; 
~i  weed 


IAS3E.  77 

bii  met  qjn  ttosw  om  luioagbaidaredenan 
mtdaeen.  Z^  gingen  mi  naar  Weenen  en  later 
naar  Venetië,  wanr  bq  den  16den  DeeemboT  1788 
vreifaed.  Uusa  Bchm^:  loim  30  open'a,  14  om- 
todn,  keAelqke  wenken,  eoneerten  vooi  veraehil- 
lende  nwtramentfti,  eni.  Een  groot  deel  lijnei 
haodeebrilten  k  Teri>taiid  tengevolge  van  bet 
tNMDbardement  van  Dreaden  in  1760;  wat  behon- 
den  is,  bevindt  Boh  in  de  bibhotbeek  te  Dreaden. 

Zie:  ff'oUer  MsUer.l.  A.  Haaee  als  Kiiehen- 
komponiat  (1911)  mi  C.  Mennieke,  Haase  und  die 
BrOder  Qraun  ai*  Sjmphonikei  (1906). 

Hoaaa'a  ecbtgenoote  eauitina  Bordoni  werd  in 
1700  te  Yenetal  ed>onn,  was  leerlinge  van 
Oatfarini,  debateeiQe  ia.  1706  en  vierde  weldra 
oveml  butengewotte  triomfMi.  In  1725  werd  i|j 
(«  Weenen  geëngageerd,  in  1726  verbond  Handel 
haar  aain  t^n  ooenHioderDeming  te  Londen,  waai 
ig  tot  172S  bkel,  om  daarnn  weet  naar  IlaJiS 
terog  ie  keeren.  In  1730  buwde  lij  met  Hc$t«. 
Zij  overieed  den  4den  NoveiDber  1781  te  Venetil. 

Zie:  A.  NimU,  PantUna  Bordoni— Haaee  (18B0). 

Hnwa,  /otom  Oiriatum,  een  DnUscfa  reebts- 
gelende,  dan  24aten  Juli  1779  ta  Kiel  gebaren, 
atodeerde  en  promoveeide  aldanr  in  de  nebten 
en  werd  in  1811  gewoon  boogleenur  te  Jena,  in 
181S  te  Eonii^bergen,  in  1818  te  Berian  en  in 
1821  te  B<Mui,  wwrbg  dien  Ifiden  Novtanber  1880 
oveiteed.  Hg  mittoel:  ,.Die  Ca!()a  dea  rïtmiaoben 
RediU"  (2de  drok  1638),  „Beitrw  mr  Reviaion 
der  lóAèagta  Tbeorie  na  der  eoelieben  QOtet- 
geoMinacbiif'  (1808)  en  ,4)as  Gaterrecht  der 
IhegnUsn  nadi  rSmasefaem  Reebt"  (1824),  t 


ai  in  bet  „Itbaa 

1627  met  Mtderen  redigeerde. 

Hasss,  Kort  K»ald,  een  Dniteeh  patboloog, 
den  28Bten  Joni  1810  te  Dreedeo  geboren,  stn- 
deetde  aUaar  en  t«  Lrapug,  deed  geniimea  tgd 
«•tenaehappelqke  Teiien,  vestigde  lieh  ak  pri- 
vaat-docent te  Leipitg  en  werd  er  in  1889  be- 
noemd tot  bwitaogewoon   faoogiënur.   In    1844 


ppoleaaot  nnar  HeideUierg  en  jn  1866  ala  aooda- 
M^  naar  OOttingen.  Van  ijjo  geaehriiten  noemen 

vrq:  .,  flnatiiiiaarlii  BeaehFeibung  der  Kranhhei- 
tan  der  Cireiriatjoas-  uad  RespirationsoTgaBe" 
(1841),  „Die  Kmnkbeiten  des  Ncrvenapipwraia" 
(1865),  bet  4de  deeï  vormend  van  bet:  ,.Hand- 
■     '    •     "  ■'   '  - ""  T»pi 

Leben"  nalatend. 
HsMW,  finui;  MD  Dnitacb  staalemso,  den 
I4den  Febraari  1646  te  LanVti  geboren,  trad  bQ 
het  nitbreken  vnn  den  oorlog  van  1866  ki  Sak- 
tiaehen  dienet,  stodeeide  daüna  te  Leipiig  eerst 
in  de  godgeleerdheid,  Torvdgens  in  de  reehtswe- 
tens^appen,  werdin  1870bgBrie-euT-UazBe  ge- 
wand en  studeerde  n>  «fhmp  vsa  den  oorlog  we- 
derom, nn  in  de  etstietiek  U  Berlijn.  In  1876 
kreeg  hg  oattdog  en  sindedien  was  hij  diTeetenr 
van  bet  atatütiadi  boinaa  te  Leiping,  sedert  1886 
boitengeweon  boo^eeraar  in  de  etatistJek  en  ko- 
hMiMe  poütiak,  sedert  1803  nitvoerend  voorait- 
IN  van  bet  AHdmtseba  Veiband;   vm  1808  tot 


DigilizedbyGoOglC 


UeBBen"  (ISfö).  ..Ue  Wtdmotn-Twliftltiuwe  d«i 
krnwin  VoUuktewen  m  Lcü^'  neS6),  „Kolo- 
niën mui  EokniftlptMiil;",  ,JlJe  Lnpiiger  KumJ- 

StaÜBtik"  (IfHS),  „DoDtM^e  WettpoUtik"  (1897) 
«n  „D*6  Deutsche  Keieh  &k  NwtKimlstut" 
(1S04). 

Baaselaar,  Kenau,  de  moaiige  boEgvrea 
EBarl«m^  Én  1536  aidMd-  cvboren,  behoorde  tot 
een  deftige  famiÜe.  T«rw^  haar  zuster  Aib-iana 
gehawd  wu  met  afco  geleenkn  Hadnanus  Ju- 
ntui,  tnd  ig  im  dm  «cht  met  den  sehecfwbouwer 
Nmmng  Qerbrandix.  Bortt.  In  1571  iraa  ï[j 
wedvw«  eo  had  4  kifideTen.  Gedvremte  de  betese- 
■ang  Tsn  luar  geboortested  in  '572  en  1578  be- 
wees IQ  door  haar  TaderlandeÜefde,  moed  en  toot- 
l»eM  groote  dtenaton.  Toen  HAarlem  door  de 
SpHijMiden  wae  ingerioten.  hdelp  zg  ma  het 
hcntwen  «ki  mUen  eo.  w«^t«  met  eóed  gevolg 
■ndete  Tionwen  «9.  haar  te  beften.  W«Idn  be- 
WDd  ijj  lieh  «Ml  bet  hoofd  too  300  daroti 
^  net  nieteen  «n  roarroeren  gewapend,  de  1 
fen  iMwadtan  en  «lts  sctmk  verspraidden  'm  de 
legMphat*  ntn  den  -r^floiA.  Bjj  de  oieigsTe  der 
■töd  wist  ijj  aan  de  wraaklust  der  Spanjaarden 
te  <mt«W(ip«n,  werd  beïoond  voor  haar  ijrer  door 
een  winfltgerende  betrekking  te  Ameffluidbn,  doch 
keerde  dn  1£77,  toen  Baaiiem  weder  in  de  inad>t 
Tan  den  prins  nm  Oranje  gnomen  was,  dMiiteeo 
len«.  Zq  eehq^  m   1.568  of  1589  orerladeD  te 

Bautlaar,  PUler  Dirk&x.  een  ibroederooon  tsji 
Kenau,  onistre«ia  1555  te  Haarlem  gebonn.  was 
gedurende  bet  bel^  Taandn^  der  burgerij  en 
ond««eliwdde  lieh  door  belad  en  moed.  -Het 
«ei^  hoigeiM  Toer  hg  naar  Halfweg,  met  bet 
olan  di  werken  der  belegeraarB  te  verwoeeteo, 
Dtaf  d«K  echter  te  ver  geTonferd  waien  en  Jiij 
^oh  den  terngtocht  af^esmdea  zag-,  giitf  hjj  naai 
Leiden,  en  toen  de  pnos  van  Oranje  bneven  m&~ 
de  faesorgd  lien  Daar  Baariem.  bood  hij  mfdi  aan 
die  over  te  brenfen.  Men  deed  hem  iweren,  dat 
hjj,  in  's  T^asde  handen  vaUeiide,  den  loodea  ko- 
ket net  iKe  brieven  in  het  water  lou  werpen  itm- 
der  ooit,  icUa  niet  bg  de  hevigste  ioltering.  <e 
Tertellen,  waar  ly  ueh  bevonden.  Uanelaar  ech- 
ter bereikte,  deels  zwemaiende,  de  st«d.  Bij  de 
overgave  van  Haarlem  nemea  de  Spaniaarden 
bem  ten  huiïe  van  inn  moeder  gevangen.  Wekha 
werd  hq  nitgewiMdd  en  ««etigde  lia  sJs  koop- 
man te  Amsterdun,  waar  hjj  tuj  herhaling  deel 
nam  mo  het  nMseiiden  *aa  sliepen  naar  Ooet- 
Indil.  Hjj  was  een  vmi  de  srondlc^gen  der  Oost- 
Indische  Con^Mgnie,  Veroer  behartigde  hjj  all 
raad  en  «diepen  de  bcjangen  van  Amsterdani, 
waar  hg  in  ISI5  of  leiS  <i*«rieed. 

Htaielaar,  Nieotaat,  een  Hmn  van  dea  voor- 
gModa  en  gewoonlqk  de  majoor  genaamd,  demp- 
te meer  dan  eenmaal  oproenge  volk abe wegingen 
te  AmsteHkjn. 

BoêKiaoT,  Qtrard,  een  sooo  -na  Nieoiaa»,  in 
1620  te  Ameterdem  geboren,  bekleedde  ^daar  de 
saneienljjkste  betnkbÊegea.  In  1665  wae  1^  bur- 
goneetter  en  in  1669  lioaldschont.  Ia  1670  werd 
hjj  belaat  met  het  toesicht  op  bet  door  bem  ont- 
worpen i^aa,  om  ahiiaen  te  leggen  in  den  Bi»- 


oen-AmsId.  V«rvic4gene  wm<I  hjj  hootdoHieier  e 
droeg  in  1672  lüet  wdoig  bjj  tot  bet  bewaren 
der  lOst.  Intnseehen  wen]  hg  hq  het  beeoeken 

dern *  '  " 

deo  1 

Uauelaar,  Pieler,  een  loan  van  Qerril  DiTkst., 
werd  l^j  henaling  gekoien  tot  raad,  sdiepen  en 
bnrgemeetter  van  AmetM'dam,  ontving  er  Jfaria 
Je'  Medici  en  werd  in  I6S0  met  ij^  ambtgenoot 
em  Wopereit  atgereanHgd  naaf  prms  WüUm  II, 
om  <)eMn  den  toegang  tot  de  atad  te  ontieggea. 
Hjj  is  vennoedeiüi  in  1659  overledien. 

Hauelaar,  Qward,  een  loon  vao  den  voot- 
gaand«.  be^  ndi  met  40  door  hem  oeworren 
vriiwjffigers  <w  's  knds  vknt  en  meaveiae  in  den 
slw  bg  Soteba?  {7  Jnnï  1672). 

HoweJoar,  Qerard  Amoud,  een  lOOn  van  Oerrit 
Hastdaar,  ia  1698  te  Ametérdtm  gdwren,  wen) 
benoemd  tot  nad  en  atdH^n  der  stad  en  tot 
bewindhebher  der  Oost-Indisebe  OooifiagiHe,  ila- 
mede  tot  aJ^aanügde  naar  de  mdeaonderhaa- 
deUogen  te  Aken,  terwjjl  prins  WOlem  IV  bem 
iiHnadddB  heaoemde  tot  hmgemeeita  van  Am- 
stenkm  en  4ot  ijtn  vertegenwoonti^er  in  het 
eoUeee  dar  AxhuniileiL  In  1750  werd  hg  nav 
Eng^dand  guaaóea,  om  bepaüngen  te  maken  om- 
beat  de  banngTaiigst.  Tervoigene  bekleedde  hq 
nog  tot  l&«Mnl  toe  de  betr^Ung  vao  bonge- 
meeeter  en  overleed  op  ijjn  hi^etode  Boebe^  njj 
BaarJon  den  12den  Juli  1766. 

Hoêtelaar,  Comelie,  heer  van  de  beide  Elemnee. 
seit,  den  16dea  Febroari  1^4  gdwren,  wae  ordi- 
narisraad  en  later  direeteor-generaal  van  Oo«t- 
IndiE,  eoOKnisBaris  van  de  Hofakkeo  en  eveileed 
te  Amsterdsm  den  ISden  Novamètf  1737. 

Hauelaar,  PieUr  Conelit,  een  toon  van  d«o 
voorgaande,  den  24aten  Uaart  1730  te  Batavia 
geboren,  ^udeeode  hier  te  hnde  in  de  rechten, 
werd  6cbe>pen  en  raad  van  Ametenkm,  reridrat 
van  Ciwribon  en  raad  van  Infii  en  ejadeljjk  bnr- 
gemeerter  van  Aowtetdam,  meeeterknaap  mi 
Qooilaod  en  bewiiMlbébber  der  Oeet-Iadledie 
Compagnie.  Hg  ovwjeed  den  27eten  April  1786. 

HuBdqnlst,  Frederik,  een  Zweedadi  na- 
tonrknndige  en  een  leeiiing  van  Ltnwieiis,  werd 
den  I4den  Jaaaad  1722  te  Tavemwalla  geboren. 
Reeds  vroeg  ontvraakte  hji  bem  bet  verlMwen 
Palestina  te  besoeten  en  de  natnarlgke  geatm- 
beid  van  dat  land  te  beetndeeren.  In  1749  begaf 
hq  Hch  op  rris,  bezocht  eerst  Aiexandril,  Rosét- 
te  en  Oalro  en  leïKle  toen  naai  het  fieüige  Lutd, 
wau  Iq  xjJD  onder»^  nitMrekte  tot  Jerasdem, 
de  oevMS  v«n  den  Jordaon,  den  he^  Thahor,  Je- 
ridio  en  Bethlebem,  Tyma  en  Sidoo.  Hjj  versa- 
melde  met  alleen  een  groot  aantal  voorveipeo 
tut  het  rnk  der  oatDor,  maar  ook  «vdfaeden  en 
handedHiHen.  Toen  hjj  op  bet  pont  stond  teivg 
te  keeien,  ovwleed  hjj  dBn  9den  Febmad  1752  te 
B]Km  Bogda  bn  Smyma.  Hja  renamdingen  wer- 
den naar  Zweoen  gebnubt,  en  vit  tBn  papieren 
„lier  Palaestimm"  (1757)  in  het  Heat  gegeven. 

Hasselt,  de  bo(^tad  der  Bdgiadie  provin- 
cie limbnrg,  tigt  ten  noordweaten  va»  Too^  — 
aan  den  Demer,  aan  ée  ^      '" 
boven,   Haeaelt — Landen, 

Antwerpen— Aken,  teit  (1912)  17274  inwonen 
en  bemt  een  kat-Ootische  kerk,  een  athMkaeom, 
tahskikmv>erjjen,  hnndeijjen  en  kndbonw.  Ha«- 


«  noordweaten  van  TooMren, 
n  de  spo(»ljjnen  Liük— Etad- 
Dden,  HmbÓH — llwu^A  en 


DigilizedbyGoOglC 


•elt  k  bekend  dooi  bet  eev<eeht  ran  den  Sdei 
AngnstiM  lëSl  toBsehNi  da  N«dertaiKleebe  <^Ti 
Hln  onder  i}eii  prina  van  Oranje  en  de  BeJgwehi 
iKKven  onder  geMrud  Dame.  lAateteenaenuten 
werom  uu  bet  w^en  gebraobt  en  éea  ?olgeiKl«n 
dae  4n«Mben  Humh  en  Taogwen  (^  de  vlucht 
g«4r«veD. 

Hanwit  is  een  gconeente  in  de  prOTÜwi^ 
Owrgwl,  99  H.A.  groot  met  (1915)  2299  iowo- 
Ders,  ingesloten  dooi  de  gemeenten  Zwollei- 
ker^l  en  Zwartslnie.  Zq  bestaat  uit  het  «tadje 
"TiMMnn  en  de  nuete  omgiSTiiig  d&nrTsn.  De  va- 
dean  ia  ririeitiei. 

H«t  stadje  Hasaeit  Mgt  un  bet  Zwarte  Watei, 
irearoT«i  iner  een  brug  ligt,  en  aan  bet  begin 
no  <ke  Ded«mavaaii.  De  bevoJkJng  leeft  van 
wtw^iaart,  Bebeepsbonw,  seümakexy,  toomlage. 
tH,  atoomlMatMgWjj,  kalkbianderg,  bteien-  ~~ 
MnkieeDtatterij  en  luóoM  ' 

De 

ddiregen.  De  leer  imdie  Berwnade  k«rk  heeft 
een  toren  ran  SS  m.  hoogte,  de  0a«&>itiiea4e 
kert  «en  antdek«n  gevri;  Tvidet  ign  er  een  R.- 
EattM^Mfte  heA  eneenSjaagioge;  hétstadboie  be- 
nt «enige  meriBwtan]lge«tu1an8biUDnioA.een 
nebta[rfeRiiiK  en  een  gemdit  op  de  stad.  Ia  1252 
«otTtq;  <n  ^aate  «tedareehten  en  in  1376  behoor- 
da  q  tot  de  HMiMBtoden.  la  ISai  dmr  de  Srol- 
koaara  aaoger^Ien,  werd  ig  door  den  moed  der 
bugers  timaaiea,  dooh  moeat  ai  datseiMe  jau 
TOOT  de  Oelderacben  zwkbteo.  AditeveenvolRenc 
weid  >g  in  lïSS  door  keaat  Karel  V,  ia  157S  en 
1502  door  de  Staatadien,  ia  il67Q  door  de  Mnn- 
ateiacben  {ngenomen. 

BaCMit,  Vait,  ie  de  geeladitenaam  van  vele 
«anzienlnke  NederlBDdera.  Beeik  in  1138  b«- 
liooide  Otrerdtu  van  Boêteli  tot  de  edelen,  ói« 
Pkilipt,  gaml  van  Vlamderen,  Daarr  DuitBehlbmd 
vtTgCKman.  Willem  van  Hatull,  «en  der  voor- 
naunata  TeMoT«rEit«n  tui  hertog  Adalt  van  Gel- 
der, werd  in  1468  in  den  stag  bü  Stralen  gewond. 

BatMlt,  Jotum  van,  dooireiBde  in  de  «erat« 
beift  der  17de  «enw  ItaM,  Tuikije,  AnbiS 
besBoeht  bet  EoF  nn  den  »j^  vod  Peru'A  en 
werd  door  deien  aangeateM  tot  agent  bjj  de 
StaUn,  aan  wie  j^  nMnens  dezen  vorst  in  1630 
«en  Tooratd  deed  tot  bet  ahiitrn  ram  ' 
deiatntetaat.  Ia  16S2  werd  bjj  directeur 
basdel  m  Ferm8.  Frederik  Hendrik  stalde  hem  in 
1634  aan  bet  boofd  ts»  een  vendel  voetvolk. 

BtMdt,  Jokan  v<»i,iaiI666teZatEengAoieii, 
en  later  ledkt^eleeide  en  iboigemeeater  aldaar, 
w<eid  ÏD  1711  lüiad  en  daarna  TOonHtei  van  het 
Hirf  van  GdderiaiMi,  atadbovder  van  bet  vonten- 
dom OeUev  en  beA  graafaehap  Zntfen  en  over- 
leed te  Anritem  deo  üieten  Janoari  1739. 

Bau^l,  JiAtm  Coenmad  Cornet  van,  een  neef 
wi  den  voorbaande  en  neditag^eerde,  den  SOaten 


I  1709  te  Zittfea  geboren,  werd  advocaat 
te  Arnhem  en  bekHeedda  ooderaebeidea  a&amen- 
Igke  betrekkingen,  loeala  die  vao  ecbepen  vaa  de 
èeerinkbod  HoModaal,  etac&oader  en  griilter 
«a  «e  leenèn  «ixler  de  boogie  en  lage  be«u#faeid 
Boaaode  en  die  van  raadabeer  in  bet  Hof  van  Oei- 
deriand.  Hjj  ovwieed  te  Arnhem  den  llden  April 
1780.  Z^  diaaeriatitt  ,J>e  Jorieifiotioae  eriminali 
in  Otkia,  ainnmo  impeianti  «niee  prc^ija",  be- 


79 

leelde  dn  176S  een  tweeden  druk.  Verder  adim^ 
hg:  „Interdict,  waarbü  beweien  wordt,  dat  die 
vam  de  Joodadie  Natie  in  de  provinoe  0«idet- 
land  veif^cht  ly-n  sich  naar  de  ociitoTdening  der 
Staten  vaa  di«  provincie  te  gedrsgen"  (1769),  tor- 
wgl  de  Uaateonappij  van  NederJaoMlaehe  Letter- 
ktukde  te  Leiden  een  baodKhntt  van  hem  beiit, 
getiteld:  „Hand'boeif,  bebelzende  de  uiEl^giag 
en  oorepmig  vbh  verecbeidene  diüeteie  en  verou- 
derde woorden,  epreekwijzen  ea  gewoouteo,  ia 
de  Oeiderscbe  en  eenige  naburige  reehten  voor- 
komende." 

Bauelt,  WilUm  Barthold  van,  een  broeder  van 
den  voorgaande  en  krügriiuodige,  werd  in  1715 
te  Zutf«i  geboien,'  tiad'  iieede  vioeg  in  dienst, 
werd  in  1^7  ingenienr  en  in  1757  hiitenant-ko- 
lonel  diet  cavalene.  E^  «cbreef  het  uitgiebrüde 
werk:  „De  kracht  des  oorloge  enz."  (r7B7  en 
'I76S)  en  overleed  den  19den  AprJl  1768. 

HatteU.  Jokan  Jaeob  van,  een  broeds  Ta«  den 
irotMgaaixte  en  retÉdjageleeide,  weed  in  1^17  te 
Zntnn  gehoTea,  etiKfeerde  ^  Haidetw^  in  db 
reehten  en  werd  advocaat  en  auditeiir-i^itair  te 
Amheffi,  waar  bij  den  27Gten  Maart  17S3  ev«a- 
laed.  Van  agn  ^peMbiiftMi  ooemen  wy:  „Traeta- 
taie  de  junocietione  mdJUaii  in  piae«idÜB  Bejgi- 
cie"  U  769),. OndendcbtiVBa  het  houden  v&Dkzqga- 
raad  im  de  gamisoenen  van  den  Steat  der  Veree- 
ngde  JNoderlanden"  (1763),  „Beaotuqving  dw 
«t«d  BoBMoel  enz."  2de  druk  1774),  „Aacteeke- 
naugen  «ver  bet  landFecbt  van  bet  graaftchap 
Zulfen"  (1767),  „Verbaodeling  over  de  atraf  vao 
den  kmiwagen"  (1769),  „OonsultatieD,  advjien, 
proeeeaen  «n  verdere  aanteékenangeD  over  leen-  en 
andere  civida  gocdaNn"  f1769),  „Oooëtia  miMla- 
ria  etc."  (1775— -1779,  8  dLn.),  „Diaaeitatiooe»  ju- 
ndicae  vardi  atgiimenitj  «te."  (1776),  ,JTotae  et 
obaervatiooee  ad  Aofth.  Mert,tbae(  litóoe  qnataor 
de  nobiKtate"  (1777),  „Regtegeleerde  btievwi" 
(1776),  „Zeventid  reAt^eleeo*  werken"  (1778), 
„Aanteekeningea  en  h^voegedeD  op  de  HoUaod- 
ecbe  coDairitataeo,  advjien  enz."  (4  dln.,  1780)  en 
„Verhanddiag  over  bet  Iwitate  ootdeel  ia  Vela- 
wen",  geplaatst  in  de  venhamdeliiigen  van  het  ge- 
nootadap  Pro  eicolendo  jure  patrio  (1781). 

Uastetl,  Oerard  van,  een  iood  van  den  voor- 

Cide,  den  278lea  Aoguetua  1751  te  Arnhem  ge- 
□,  etudeeide  te  Deventer  en  te  Utrecht  io 
de  reebten,  promoveerde  op  een  dósaertatie  „De 
camifice"  en  veetigde  lich  &U  advocaat  in  zijn 
Mèoort<f))aate,  waar  tn  weMra  aam^iealijice  be- 
trekkingen bekleedde.  iHjj  weid  u  1779  adtuoct- 
en  io  1788  gewotm  aecietMia  van  de  Rekenkanier 
der  DMD^nen  en  Bc^enii^ea  van  OeMerland,  in 
17S6  aehepen  en  raad  en  ia  1769  burgenKeater. 
WüUm  V  benoemde  bem  tot  bietoriesdH-iJ^^t 
en  in  de  jaren  1790  en  1794  werd  hji  afgevaar- 
digd naar  de  Staten-Oeneraal.  In  1795  verioof 
b^  lön  amtitea,  doch  ia  1602  of  1808  ontving 
hfj  een  aanateKng  tot  anditeor  van  O^deiland 
en  tot  obartenneeater.  Hjj  nam  <tie  betrekkiogen 
waar  tot  aan  de  iiilgvkig  van  Nederland  in  het 
Frsnacbe  Keisarök,  w^dde  ii«b  vemrigena  aan 
inn  «tnddBn  en  overleed  <^  den  huize  lAalhaimn 
bq  Velp  den  16dBn  DeeHober  1825.  Hjj  waa  lid 
dar  Heataohappg  van  HederiaodMbe  Letterkoode 
te  Leidea  en  eorreapondrat  van  de  Tweede  Kkaae 
van  bet  Kenii^lgk  Nederiandaeh  lottituat.  Van 


DigilizedbyGoOglC 


TeatoahMt  UngnM  etc."  (2  dhi.,  1772),  „Ainputla 
UUu  EgTptdad  «te."  (1777),  „AdMtailooefi  ad 
"  ■"     ■        ■    ■*"  (1780),  „Owr  d«  Jsoobe'a  k»n- 


*  (1780),  „Over 
ót  eatri»  V«d»Tkji(lBobe  khicbtcp^it"  (1780). 
„ApoiogH  i&D  Piioa  Wiüem  I  txu  1580  eoi." 
(IISS),  „Knmiik  tm  Anihem"  (ITW),  „Stukken 
voor  de  VaderkitdM^  historie"  (1792— 179S,  '' 
dfai.],  „OoraproDg  van  hot  Hof  van  GeMerluid' 
(naS),  „i^nhemsdM  oadtiedea"  (1808—1804,  4 
düi.),  „TwM  «ehetMni  van  de  Qeldersche  Ela&r- 
bücen  eni."  ,1805),  „Bijdrefea  toot  den  burg 
no  NiimeMD"  (I60S),  ,/Mder«^e  oudheden 
<ieOe),  „addemehe  ^jiowferfaMfeii"  (1606,  1809, 
8  atnkÉen)  en  „Roowndul  els  de  {iracbt«ét«  fae- 
abtiag  viji  de  Qeklerache  Graven  ea  fiei4og«D 
ens."  (1806). 

BoMaelt,  Johannet  Wiilem  van,  een  Neder- 
buxMi  «tufaman,  den  l«t«Q  Mai  1752  U  IfiUe- 
gom  griboien,  vestigde  scti  ab  tebakahandelaBT 
te  AmatndMn  en  «erd  ui  1796  net  9  aaderen 
benoemd  tot  lid  ram  bet  ComiU  ReTohitioDiiair. 
In  1796  mid  bfi,  on  den  2Aói  «taMtMreep,  mn 
IQ  Jnoi  179e,  lid  vaa  het  Uitvoerend  BewiiKl  der 
BataafMbe  BqmUiek  en  boit  daarna  Toonitler 
T«n  dat  liehaam,  in  1804  lid  tmi  het  WelMven- 
de  liohaam  en.  an  1S06  ontTaoger  van  bet  kluii- 
M^l  ie  AmeteFduD.  Ten  t^de  van  Napokon  wae 
hg  amtit^naar  bi|  die  tabakregie  en  den  leten  Ja- 
iHiari  1814  werd  hq  bootdoDtYanger  dei  belu- 
tingen.  In  16Ë0  «otring  In  iWDtiaeb;  b^  over- 
leed deo  Sden  lt«i  1888.  Het  lijn  „Lol  der  Va- 
deiiftDdKbe  leevMrt"  bebaaMe  l^j  de  xibneren 
medsiHe;  ook  admel  hq:  „Aan  tnön  v«dg^efde 
IftodnoootMt  en  waande  meddnx^ra"  (diditetuk, 
17196)  eit  „Abraham  en  leate,  godedienalig 
seboawnd,  gevoigd  naar  bet  'HD0^ui4«eh  van 
LaTater"*  (1788). 

Hatielt,  Jokan  Coenroad  van,  een  Nederkodscb 
krggMDan,  den  12d«D  Juli  1754  te  ZaHan  Rebo- 
ren,  was  op  dO-jarigen  leeftijd  officier  en  in  1806 
generaal .m«}oor,  ondersdwidde  zich  Wj  de  krügt- 
verriditi'ngen  in  Potmneren  tra  Pniiawi  en  looral 
DU  1807  in  den  «lag  bq  Fnedtajtd  eo  biaoht  in 
1SD9  de  Nederlandeohe  tro«^n  uit  IhiHadiiand 
terug.  Na  het  hei«t«l  van  od«  vo)k«be«taan  heeft 
hn  wet  meer  gediend.  HQ  overleed  in  November 
1820  te  Rqiwiik. 

Hatëtit,  Cotnraad  Jaeob  Oerbrand  Cwi  van, 
«en  HederlandMÜi  «baatHnao,  den  17den  Hei  1777 
te  TM  geboren,  etwteeide  te  Utrecht  in  de  reeii- 
ten,  {tromoTeónle  aidaar  en  ging  in  19D2  ale 
anditenr-militaiT  naar  de  Kaap  de  Goede  Hoop. 
Hst  TolgenAe  jui  ireid  hg  er  tweede  goaverne- 
imiit«wër«tKia,  Aai^enneeatar  en  wHanHmeDd 
"'egeoa  de  verovering  van  de 
ben  M  1806  naar  bet  vader- 
1  hj)  baaoemd  tot  nad»- 
a  OeMtdMid,  in  1811  totnad». 
B  het  Keiierlök  Qereditabof  U  'e-Qraven- 
bage,  in  1614  tot  •droeaat-fiecaal  voor  de  midde- 
len ie  lande  in  GeHerlaoA  is  1618  tot  directenr 
«n  hoofdiMpeeteDT  der  behatingen  ia  limbarg  en 
kter  tn  Vlaanderen,  in  1828  tol  anditettf-mUiUir 
Hl  Noord'HoHand;  m  -1627  tot  grUtiw  der  8t*ten 
^daar  en  in  1880  tot  lid  vm  den  Raad  van  Sta- 


tot  «taaUnad  in  boiteDgewonen  dieoet.  Hg 
lei  den  laten  Mei  1860  te  Haarlem. 
Haitetl,  WiUgn  Jan  Comeliê  van,  een  Ne- 
derbndedi  gtaatamm,  den  9den  Janoaii  1795  tt 
Amtteidun  geiwren,  oeienda  »ob  in  de  oude  la- 
ko,  ^auede  in  de  wi*-  en  oatuuiiunde,  werd  tn 
1811,  na  aJgetegd  examen,  ingeaefireven  ale  apo- 
tbekenleeiling  en  in  lÖlSaliatadeDtia  de  göd- 
seieeidiKad  en  mediqinen  in  sgn  gebooileplaate, 
legde  lidi  aldaar  in  1617  en  m«  l«  Leiden  roet 
qv«r  toe  op  de  Mchkg'deenlMid  en  vettigde  ticb 
ala  advocaat  te  Amatecdim.  ^  werd  er  vrede- 
rechter, lid  der  recbUiank  van  ewtten  aaakg  en 
tn  1836  lid  d»  anondMaementsreehtbaak.  Hg 
waa  een  voorstander  der  plannen,  bet  Hiariem- 
meimeei  dïoog  te  midMn  en  AoMtonkm  van  goed 
<trintai«tor  te  «oonieiL  HedeofiwMet  der  ube- 
rtia  AmatetBOtiMcat,  ww  hg  «en  Tverig  vooistMi- 
dn  ven  gronbretibenieaing.  In  1S46  werd  bg 
Ud  der  Staten  van  NoordfloHand  en  niet  lang 
c  de  dubbele  Tweede 

.  „loodwet  w»  ondenoe- 

ken.  Daar  bq  alaehalfiBg  wenedite  van  den  Raad 
nm  State,  een  mioder  op  Tjjkdem  etennende  ea- 
meneteBing  dm  Earate  Saoter,  nngetn^  ver- 
kieiiiigen  met  een  Mer  lagen  ceneua,  eenvoudiger 
vormen  voor  een  kien  OiondweMiienieBMg  «ni., 
kon  hg  auk  het  ootweq)  geen  vokoraen  goedkeu- 
ring heditMK  wi  kwam  <te  nieuwe  staatwiegding 
hem  betei  voor  dui  de  oude.  ODmiddetiqk  na  dé 
QKMidwotdieniening  werd  hg  in  2  diatiicton  tot 
afgevaard^plB  gekoien.  In  bet  b^ïn  van  1852  be- 
nocntd  tot  maoeheer  in  het  Provinciaal  gerechte- 
bof  van  Nooi4-H«llKMi  legde  t^j  tj}B  maodaat 
aJe  ftfgevaudigde  neder.  In  1S53  werd  b«n  de 
betr^JniM  opgedaagen  van  een  Ud  en  leeretam 
der  HDofdtomnyaae  voor  de  bebuigen  der  Neder- 
landeciie  njjnrbeid  ep  de  WerehUcntoonateUing 
Ie  Parg*  in  1865.  Hg  overieed  den  2deD  Uwirt 
1868  te  Amsterdam.  Van  im  «ericeo  veimelden 
wg:  Een  tutgsve  van  bet  HaarlemmemeertMNic 
van  J.  A.  Lei^vater"  (ilftde  druk  163^,  „OM^ 
tot  droognutking  veu  bet  Haariemmemeet 
r  voortgaande  bed^king,  van  dr.  Conndii* 
Zuinbag  ven  Coeafeh  van  den  jue  1742"  (1836), 
„Verzantelêng  van  wetten  en  tieetiiilen,  voorko- 
mende in  het  „StaaiteMad"  (19  deekn  en  resn- 
lei;  bgvocge«i;  vdRende  deelen,  1839—1344), 
„Het  g««laefat  der  Nieotai"  (1839),  „Ontwerpen 
om  de  etad  Amateidam  van  »>et  water  te  voer- 
lien  enï,"  (1841),  „De  Nedetlandecbe  wetgeving 
op  de  eeheepvaart"  (3  dhi..  1343),  „VMOrdenin- 
nn  op  bet  h«er  onderwgi"  (1642),  „De  Neder- 
WdKiM  wetboeken  met  Banteekeningen"  (4  d4o., 
1843),  ,J)e  famiHèn  Bonaparte  en  LeachleDberg" 
(164S),  „Grondwet  van  het  KoMOgrgk  der  Ne- 
derlanden" (1646),  „Wetten  en  beafniten  betrek- 
k^k  den  adel  in  het  Keningrgk  der  Nederlan- 
den'' (1616),  „Viandeo"  (2de  dii^  1850).  „Wet 
tot  reg^og  dm  jaebt  en  viaaehen)"  (tweede  dnik 
1854),  „VerMoAing  van  NedtorlandadM  ataats- 
r«gelMtgea  en  groodwetten"  (1658),  „Wet.  hon- 
dende  bepeüngen  «mtrmit  de  htrishoading  en 
tndit  op  de  koopvaardjiacbepen"  (1356).  „Wet  van 
18  Anguata»  1857,  tot  regckng  van  bet  lager  on- 
derwgr'  (1667),  en  een  aantal  verriagen,  beoer- 
deeK^en  en  opcteilen  van  verachiMenden  inhoud 
ia  onderteheidan  Nederiaadeebc  tgdechritten. 


DigilizedbyGoOglC 


Ba$itU,  Joham  Goeniaad  «on,  -deo  2igt«a  JalU 
1797  te  Dowborg  g«b(u«D,  atudeerde  te  GjotiId- 
g«n  ia  de  mediojjiien,  maar  bepaakke  zich  mM 
sjjn  medeetwitQiit  Kvhl  booMiakelük  4iiJ  d«  im- 
tourlöke  faiatori«.  Het  ideien  dong  hij  iü  ISIT 
iM*r  Bet  eermebud  door  bet  beturtwoordtn  eeuer 
prjjiTTMg:  „Over  den  nf^ten  OMr^Mig  ia  de 
UMse  der  loogdiecai",  doch  moeat  i\ói  met  het 
aeeeêtii  Tereenooeen,  tnwül  aMt  KuAJ  het  goud 
«erd  lo«gtkeiKf.  Beideii  weiden  daania  benoemd 
tot  lioDaasM  leden  Tao  iiet  Natuurkmctig  Qe- 
oooUelu^  te  OroodugeQ,  wMrii&  zy  in  1318  «en 
-voetreis  decfen  door  DuitMMand.  In  de  jaren 
!«]»  en  18S0  bextefat  hy  Zwitwrland  en  ¥nxk- 
lijk,  pramovAerde  duru  te  QionJD^eD  m  de  ge- 
oeeskunde  en  went  daarna  met  Kuhl  rva  aan- 
Temementawege  algeTOMdigid  naar  onie  Oo«t- 
ladtMbe  fcezittiacett,  om  de  vooptbrengaedsD  der 
mtniK  gade  te  wuui.  Hg  bereikte  in  December 
1830  tgn  1>estemmiiig  en  AaAM  weldn  in  brieven 
BSO  dró  boogleeraai  mm  3mnd»eit  en  anderen 
InionlerlMden  made  omtKnt  tSn  ODdersoektugen. 
WeMrtt  eefatet  ««id  ^o  nioMt  en  rtaagenoot 
£iütl  hem  dtior  den  dood  ontniki;  hq  mH  in  d« 
faHNKukoden  van  BaiLiam  door  «en  ernatige  on- 
geatddbnd  aaogetaat  en  iwar  Bnitenio^  vei- 
v«erd,   overleed   den  fiaten   September  1822  al- 


Amdré  Settri  Cotutatit  mh,  een  Bel- 

eiaefa  kÜo^iradige,  dm  5d«n  Ji4ioari  1816  te 
mni»trir1»t  gi^nrai,  onrtvüg  iMmi  ign  ofiletdidi^, 
atndeerde  te  Loik  en  Oent.  trad  wriika  aJ*  «cbiq- 


t  m  Bfdirii.  Hn  ir__  ._ 
KooinUgke  A«ademie  vaa  W«t«iBet>af>pen  in  Bd- 
gi8  en  na  het  ffiatoriach  Instituut  in  Fiankiiik. 
Aleiatidre  Diimat  verbaalt  im  de  „Bevne  de  Pa- 
lts" vao  IdSS,  dal  bij,  korten  tüd  Ie  Bru««d  ver- 
toevwMie,  behoefte  had  aan  een  verteler  mt  bet 
flfiaaoBcli,  aan  een  uit  het  Vbtamwh,  aan  een  uit 
tiet  DnitMh  en  aan  «en  uit  ihet  Skaodinaviaeh, 
ahmade  aan  iemaod,  die  een  Oijekaoh  opechiilt 
voor  hem  vervaardigen  koo.  Hy  werd  aanatooda 
gchoipen,  en  toen  h^  de  5  ditnatva&rdige  beerea 
te  ignent  noodigde.  venehenen  ig  allen  in  den 

Sooon   van   vim  Haneit,   terwgl  Dmoë  jniat 
;n   morgen   een  tondel   Fraoadw  vtmen   van 
iMm  geleien  imi. 

Van  Banelt  heeft  een  aaittal  werken  ofer 
dicbt-,  osdbetd-,  ie(t«r4niaile  en  •choooe  kuoit  in 
het  'licht  gegeven,  ahmede  v«rBohièl«Dde  kinder- 
boeken, doorgaans  onder  dra  «chui^Daain  Alhed 
4'Awelime  of  Ckarlet  Andri  en  Vlaam»d»e  ge- 
di<diten  onder  4fi«n  van  Jan  von  Limburg.  Ook 
tOatd  hij:  „Het  «onde»  boeksken"  (1&4£),  ,.Het 
doip  dK  goadnudKK,  «en  leerrqk  en  vermake- 
^ik  volkfboek,  rtii  omgewerkt  naar  Heinrioh 
ZadioUce"  (1845).  '^mü  mi  l'bi«t«ir«  de  la  pot- 
«e  frMD^Me"  ('l8S8),  „Voyage  aui  bords  de  la 
Uenae.  Ugendèa,  T<dU  tt  tnuütions"  0839), 
,3i«oii«*  P.  P.  BwbeM"  (1S40),  „Belgiqne 
«t  HoUande"  (ISU),  .,Lea  Belees  aui  Croisades" 
(1846),  .^HiMoire  <ha  Beiges"  (2  dlo.,  1848),  .,Le« 
BoBMH  de  OUontMlte"  {1865— 1>96e,  S  dki.), 
.J^XaHMvires"  (18S4),  „Poériea"  (1852),  „Nouvel- 
ka  poéiiM"  (1857).  „Poimet,  parabel  ode*  et 
«tndei  rrflimiqnM"  (1862),  en  .X*  üvre  de  balk- 
dea"   (1872).      Zqn  boofdweik  ia  een  nitvoerig 


gwtd 


epiaefa  eedicM,  getiteld:  „Les  quatre  inearnations 
£  GhnH"  (ade  drnk  1879).  Ooi  keverde  bq  ver- 
Bobüdene  vortaHngen  en  met  amdereu  eenige  bio- 
gT^>bMdte  werken.  Hq  overleed  den  SOeten  No- 
vember 1874  t«  SA.  Josse-ten-Noode  by  BruMel. 
E^n  UocDileiing  uit  zÜDgiescfari'iten  verscheen  in 
1876— 1677  ulo  din. 

HMMlt,  J.  L.  Mti,  een  Nedetktndstdi  Protes- 
tanUeh  MoiMing,  werd  den  14den  Juni  18S9  t« 
Utrecht  geboren.  Ia  1857  werd  hij  Uwg^ten  tot 
de  ki  w  jaar  <^)gerid>te  opletdingakwaae  voor 
omteTWJjien  en  zendehngen  en  in  1859  kwaeke- 
ling  va»  de  Utiecfatsdie  Zendingaveieeniging.  Hj) 
oDtviog  ato  looduiig  oitdeiwös  in  tdea.  goda- 
dienttweteoeebap^  b^lkenois  en  beginarien  der 
geneeAunde.  Tavena  legde  hij  eiamen  ate  onder- 
wüser  at.  Den    SOsten  ApTrl  1602  tot  xendeling 

•tthnd  en   kort  daanof)  gehuwd,   veiiiet   Va» 

ÈÊtU  in  hetiallde  ja^  nog  Noderland  per  wil- 
adup,  wachtte  «enigen  Hji  ie  BatBvia.  kwam  dan 
ladten  Juptü  1863  m>  Nievw-Ouiiiea  in  de  Doreh- 
baai  aan,  vanwaar  ^  na  «m*^  jaren  naar  H*n- 
einam  vertrek.  Hia  liditte  h|}  «en  aebool  op,  be- 
gon Bwt  catwtwtNch  cnderwjja  en  predikatie  «n 
nam  de  Btodie  van  de  tad  der  nwonera  t» 
baod.  Zoe  vartaaMe  )mj  roet  ambtgcnooten  ver- 
MhiDands  gadedtcn  van  den  Bijbel,  beweiiite  «en 
vraagtwekje  vooi  b^Maohe  gcarhMenü,  en  stel- 
de met  gebniikmaking  van  reeds  door  aoderm 
venamelde  gcReveDe  een  Noefcoracfa  -50  Batirts  rti 
en  een  HoUandMli-NoebMiTaeh  wooidenbotk  mat 
korte  aptaakknnat  aamen.  AHe  tasJkondige  wer- 
ken werden  door  de  Uireoblwhe  iendüi«vei«ena- 
e«^  «itgeeeven.  Van  Battelt  was  tot  1907,  toen 
hij  zijn  uM,  neerlegde  en  naer  Nedertkod  terug- 
kfèMM,  op  NieDW-Oirinea  werktaam. 

B«aa«lt,  Antie  Karel  Philip  Frederik  Robbert 
van,  den  Saten  AngvMus  1639  geboren,  studeer- 
de tfl  Deilt  aan  de  toenmalige  Academie,  waar  hq 
in  1862  het  dipkima  van  dvMil-iittentenr  v«rwierf. 
Hij  was  va«J  dit  JMtr  tot  1672  werkMMn  l^ 
den  aai^  d«r  StaataspooFwegen  en  i«d  ab  loo- 
dMig  een  werkaam  aandeel  bg  den  boaw  der 
bruggen  oner  den  IJiel  te  Zotten,  aan  den  Hoer- 
dqk,  te  Donkedit  «n  te  Rotterdam,  alaawde  ^j 
ór  Ijin  ZwoUe— Leeuwarden.  In  1872  werd  lig 
(ijdelnk  gefriaatat  bg  d»  H.  IJ.  S.  H.  en  belatt 
met  den  aanleg  van  den  Oosten  Spoorweg,  weiken 
arbeid  hg  door  lün  bijzondere  weikiaambeid  en 
voort  va  reoffiKid  in  korten  tijd  tot  ren  goed  «ande 
hneht.  In  1876  volgde  «en  viete  aaneUHtng  b|j 
deM  Maatflch&ppii  als  ebeJ  vao  <ten  weg.  welke 
betrekking  in  1888  verwisseld  werd  met  die  van 
admÜHslrateur.  Van  af  dit  oogenblik  had  Van 
Hatiell  feit«lnk  de  leidfaig  van  lalccn  bü  d«  H. 
U.  8.  H.  in  handen  en  behield  die  toen  lig  ia 
1892  Ud  werd  van  den  Raad  v«n  AdmibiftT&tie, 
met  (vJijkljidlge  benoeming  tot  gedelegeerd  Ud, 
tetwp  ^i}n  beiMemkw  t«t  voMiiUer  van  genoem- 
den raad  in  1907  votode. 

Aan  Van  Hauelrt  voornitatrevende  leiding 
bee»  de  H.  IJ.  3.  M.  iwd  te  daitken,  («meer  daar 
hq  steedt  met  goeden  uitri^  werkuam  was.  On- 
der ign  MdÜK  kwam  de  wtbreia^ns  der  Innen 
van  A  Haata^appg  tot  atutd  mot  dM  van  Zut- 
ten — WtnUnwiik,  ApeMoont — Atmelo,  Schiedam 
—Hoek  van  Beland  en  Amataidam— BDkfauiien, 
terw^  0^  de  verUndingen  toet  Nooid-DuitMJh- 


DigilizedbyGoOglC 


t 


IkhI  «n  met  ËngelMid  —  de  lutate  door  tw- 
aeheDèwiiBt  dei  BoSandedie  Stoomboot  MmI- 
tdupcii,  waaiTïA  Fan  Hatmlt  directeur  wm  — 
door  èem  werd  in  ord«  gvbracbt.  Aan  de  orgtua- 
mü*  tan  Tcrsduj-kode  locaalepoonregen  en  d» 
leoiganMaitie  dei  Hoi^eche  Tnunweg-MoaUohap- 
iq,  loowel  »Is  san  de  ajpidebtiiig  t«ii  TeiechiJJen- 
k  atoom Taartj^pen  beeft  iq  mede  lyD  werk- 
kni^t  gcvQd,  terw^l  diij  in  lentduUende  Stu>t(- 
eomouanea  —  o.a.  toot  faet  MünweieD  —  lU- 
tuK  heelit  gehad,  fiij  OTeiteed  den  lOden  Oetobei 
1808  Ie  AmsteMfem. 

Hasselt,  Arttid  LvdoU  van,  den  Oden  Janua- 
ri 1848  te  Grondingen  geboron,  nam  in  1S6S  dienit 
ds  i»dMofficier  ta  het  Nederlaixhdi-IadiMbe  le- 
«,  w«id  ia  1S69  ïrleik  bg  bat  defMirtenieiit  van 
FiouKiBn  te  Batam,  »  1671  «ommies  bg  het 
defMiteuwnt  vait  Bmnanlandscli  Bestmtr,  vertrok 
spoedig  daarop  met  Terlol  aau  Eunroa,  'daed  « 
net  gioot-ambbana&raeujnen  en  keerae  ia  1873 


bij  bet  Bnrgerlqk  Beatnat,  «ërat  op  Java,  Teivcd- 
gens  o{)d«w«Btki]0t'TanSnmaitia  weiteaain  tezqn 
gewewt,  weid  bem  in  1877  da  lett&ig  <^ige(frs- 

Ena  de  Somntni'ezpedSlie,  iule«iooden  dow 
EoB.  Ned.  AardTJjkakmKig  QeoootMlutp.  Na 
zjjjn  tedrogkeei  in  bet  vadleriaind  in  ISTfi  maakte 


bovwotofren.  In  1682  be^  ujj  ikb  wedei  na«r 
NetrkmdBcb-lDdifi,  doorbep  er  de  Teraehüknde 
mngen  van  ambtenaar  bij  iiet  burgeilnk  heebma 
en  werd  in  1888  resident  vwu  T«i«noeli,  in  '"*" 
resident  van  Bionw.  In  ISÖft  keerde  hy  we 
lielrte  neat  Batopa  terug  en  w«Td  ia  Maert  - 
Toonlttei-eeeietarifl  der  Ccawuswe  'van  R«daotie 
Tan  het  ^dschrift  van  bst  AanfariJkahuMSs  Oe- 
iirOotw)tM{>,  nt&e  laak  door  hem,  om  gezondliMdB- 
Tedenen,  in  AiprÜ  1906  weid  oedeii^elegd.  lo 
189S  «w  hq  benoemd  tot  hoogleeraar  in  de  laud- 
en Tirikentónde  tu  N«d9iilend>eh-IjMli6  aaa  de 
Iikdj«ehe  uatelüi^  te  Delft,  welke  MwteUii^  io 
1900  werd  opMbéves.  Fm  HiumU  overleed  den 
SOeten  Stfittmn^  1909.  Bg  edireet:  „Tolkebe- 
•dirgTing  van  HMdm-Sumntta  met  eüüogrwbi- 
•dMn  atW',  ,4>e  talen  en  letterkimde  Tan  Hid- 
den-Sumatïa",  „Reiien  in  Uidden-SiinMtTa''  (ta- 
rnen met  Jok.  F.  SiuUema»  en  O.  B.  Corndiauit} 
a  g«cteelte  der  ,3Üdngen  tot  de  kennia  der 
•»>  Mtdden-Snmatira^ 

Bnpnnr,  Ban»  Domei  Ludvig  Fried- 
nen,  een  KeDi-HeBuadi  «Untaimn,  den  2S«ten 
Febiuaii  1794  te  Hannn  geboien,  studeerde  te 
OCtdügen  b  de  lechten  en  trok  in  1813  Un  Bbrij- 
de  tegen  Frankrijk.  In  1817  trad  hg  ia  de  reeh- 
terJÖke  maefat.  Na  het  OTcrinden  tan  ministei 
IFf«dirhoM  (1833)  werd  bg  „Mioiaterrat"  en  Üd 
Tan  het  ministerie  en  kort  daarna  onder  den  ti- 
M  Tan  „Gehdmrat"  belast  met  de  pOTtefeoille 
Tan  Justitie  en  m,n  BiiuienlandKhe  Zaken.  Hij 
waa  een  vooretandeT  vaa  bet  abeoktisiDe,  belet- 
te het  houden  Tan  Tergaderingen,  het  Tonnen  van 
in  en  nam  atrenge  maatregelen  tegen 
~  ^jn  heetwlixueht  maakte  hem  km 

hg  in  1837  osttal^  kre^.  Eerst  werd 

bjf  ao  jn  HMunieHan-Sigmaringen,  en  TeTT<d- 
gene  to  LDiernhmg  (ISSlQ  tut  het  hoofd  der 
■aken  geplaatst.  D^ma  TOnd  h^  een  werkkring 


fiora  1 


Tweenigingen  en  ] 
de  draiper*.  ^jn 
gehaat,  dM  hg  in 


in  Piween,  waar  ign  «taatkiuMiige  ridiüng  ben» 
ts^Üke  Trienden  bezorgde  bg  de  mannen  der  x.g- 
faistoriaeiM  edwol.  In  1841  werd  bü  Ud  nn  het 
Booggeie<dktehof  te  Beriuu  en  TeinMgens  voorzit- 
ter Tan  de  Eooge  leotritMnk  te  QieilewaU.  Hij 
beUeedde  die  betrokkit^  tot  in  16S0,  toen  hij  (^ 
nitnodddging  Tan  den  keorroist  ach  weder  naar 
Cassel  begaf,  wear  hg  het  hoofd  werd  Tan  een 
ndeow  kabinet.  Wel  gaf  hqj  aanraoid^k  gemat- 
Bteliende  beloften,  maai  w«Un  oatfanndde  de- 
ovde  ebrigd  nwt  de  TortcgenwoordigHig  opnieuw. 
ZeÜB  wilde  Iqj  bet  kod  in  etaat  tso  bwg  ver- 
klaren, doch  dit  (tuitte  tl  en  den  tegenatkad  vaft 
de  amhtenacen  en  van  bet  kEgei.  Daarop  *«lgdea 
bel  T«i4i[ck  TML  den  keiK*<»at  en  van  t^  mi- 
mabu  omar  WiUMtewhOfae,  bet  tMnnenrukken  Tan 
Boodetnxnien,  de  afschaffing  der  enoctttotie  ea 
ds  inroem^  der  graodwet  van  IS  Apiü  1852. 
Qrt  gefokte  Hasteitpilug  eclder  lüet,  dme  grond- 
wet ut  lijn  geeet  en  naar  den  «en«di  van  den 
keurrorst  ten  wtvoer  te  leggen,  loodat  hij  ridt 
gaioo<faaakit  zeg  den  l€den  October  1855  i^a  Ottt- 
riag  te  DMnen.  Duma  'be^  hy  ri^  nsu  lfa<' 
bfr^,  WMT  bq  den  lOdeo  October  1862  OT«deed. 

Haasanstolil,  Bnmo,  een  CiritMli  kaïto- 
gnat,  wenl  den  men  SoimAv  1869  te  RoUk 
«Éwien  en  4iad  reeds  op  l<S-]a(igen  leeltfd  ü» 
dtenst  der  beroemde  nitgerennak  Jnstus  Fei- 
tbee  te  Gotfaa.  ^  werkte  Uei  onder  Mdiog  Tan 
Dr.  A.  PettTwa*n  en  in  1861  vendieen  via  ev«t» 
kartognfiedi  werk:  J^mMka.  iwiaeben  Chaiianik 
imd  oom  Boten  (Heer  <bis  Soakiii  und  Mawwa" 
(Terecbenen  ale  „Eigftnsiuigaheft  5  xd  Petec- 
OMUMM  QeograpfaUche  MittdbiBgen"),  «tMwUg  g 
Tolgd  dooi  de  kaarten  bg  Pettnuamt  n 
„lonenirika    naeh  dem  Staode  der  ( 

Bofaen  Eenntnis  in  d«i  J^ren  1861 — ^ 

1866  Tertrok  hg  naar  Bei^Qn,  keeide  e<^ter  in 
1868  naai  Ootba  terug,  wa«  bg  tot  zgn  dood 
bleef  wonen.  Na  bet  oTerlJiden  van  Petemmie 
nam  bq  de  redbetje  tmi  bet  kaï togiafiscb  gedeel- 
te tan  „Fetennaona'  HitteÜuogen  opiiAen  pn- 
blieeerde  dauin  een  groot  aantal  TM»1(eftdqk«' 
kaarten.  Vooral  <»  bet  gebied  der  kartomfie  van 
Airika  WM  bg  bgioodei  goed  thuis,  noewel  |i$ 
ook  Teiet^iUende  kaarten  Tao  Arifi  in  bet  tiid- 
•ehrlft  deed  Teieefagnen,  waMtm  voonl  die  bj^ 
--'-'-'  —  "  Hedin» 
'   („Br- 

n.  Z^ 

Iaatete"groote  weik  wae  j^  „^^tlai  von  Japan" 
(Ootba  1887),  wieJke  bem  bet  eemdoetoraat  der 
faoogeetdNxd  te  QOttiagea  beioiede;  Hautnitei» 
OTerleed  den  27Bten  Augnstua  1902  te  Ootba. 

Rn«rart,  KutI,  «en  Dmtseh  aatdigkakoaaSge, 
den  l&den  Maart  1868  te  Naombaig  geboren, 
studeerde  te  Iieipiig,  BerilvB  eo  Weenen,  werd 
in  1895  privaatxtocent  te  Lttpiig,  in  1869  boog- 
leeiaar  te  TuUngen  eo  io  1902  aan  de  baadek- 
te  Realen.  H^  sdxeef  o.  a.:  „Die  Noid- 
der  bewobnten  ttnd  bewobnbaran  Er. 
.1861),  „Reiee  dareb  Uonteo^ro  nebst  Be- 
meihngen  Ober  Land  nnd  Lente"  (1896),  „Bea- 
trftge  mr  pbvsieeben  Oeognrine  Ton  llosteoe- 
gr7'  (1895)7  „DeotedilMidi  Kofeiüen"  (1899). 
,J)ie  PotvIorMbtng"  (1908),  ,4Ke  oenen  deat- 
•dten  Erwerbowen  in  dei  Sttdiee"  (1908),  .Jau- 
deakonde  dea  KBngieielH  WtMtembeig"  (1908). 


pcdaqgienie 
de"  0^1), 


DigilizedbyGoOglc 


„LiBdMtaitde      mt6 

F«dlH>de«   Ancbriieii"   (1907)         ..     ^ 

VeiUuagMgr^iie"   (ISlS).  Het  Kirehkoff  le- 

dentMbea  LuMMciude»  (1901). 

BMttU,  MD  AraUeeh  woord,  ü  de  oum  eewr 
bekMJBg  <9  ToiwJiilleDde  .plaatsen  -na  iDfclnn- 
ét  TOoikomende.  De  boofileD  dat  AtjcAwdie  kost- 
ilutJM  pkcbtm  «en  bejaatön^  onder  dien  Daam 
op  te  tmngen  aao  de  soltana  v«a  eUen  ui4g«- 
ToetÖMt  pikol  peper  en  rui  aUa  iogeToerde  uü- 
k«kD.  Inafu  gtoelaedt  de  amiüng  Tonwege  bet 
OoaTeaenient.  De  hooiden  beffen  op  bon  bemt 
«en  detgdnke  fcrimting  mo  Imn  oDdeHKwriffen. 
De  JUcMiJie  TOiaUn  en  hooiden  ixp  Borneo  tiet- 
fen  Tan  de  Dajaka  onder  dea  (M&m  tui  fausU 
«en  bootdelqkeD  omdag  en  ook  ia  dea  Riouw- 
Usgn-aTctupri,  in  Indngin  en  eldere  woidt  hM- 
■U  «Mereo.  In  b«t  GoawnaemoKt  Oetebee  en  Or»- 
derioongheden  wordt  de  door  bet  OooTeniMnent 
nn   de  jnlimden  gtbenn   boofdldqke   omdag 


Mhter  ptanteniHinen  ie  de  aftortiiii^ 

Toor  J.  K.  BtudaA  ^  kldau). 

HAiAarl,  Jnbu  Karl,  een  Duheefa  natonr- 
kflsdice,  die  lich  huondHfadd  door  de  tafoe- 
ting  óer  UoaeoltBar  ap  Java  Tor^emtclv^  t^^ft 
geèóukt,  den  0dui  Deeember  1811  te  Ka«el  ee 
boren,  ferttiA  n»  de  opbeftiiw  Tsa  bet  ko- 
ninkrijk W«itfalen  mot  eöd  onaen  «ent  nur 
Siegen  en  ia  1617  nau  Bonn.  Hi«  beioeht  hjj 
het  gjmoaauiii,  went  in  1827  als  leeriinR  ge- 
idaotst  ÏD  den  plaDtentoio  ie  Pi^ppebdon,  óo 
1882  bdMtnwttiettoemdit  op  den  pbnrtenrtoin  te 
DOMridorf  en  xtte  in  1834  te  Bom  q)n  stndiaa 
in  de  uAnnri^  bMotie  voort,  om  lidi  tot  we- 
taiadimwlvbe  noen  Toor  ite  Imwiden.  fn  Oeto> 
ber  18Kt  vond  hj  galcgenhtid  toot  een  kosteloo- 
M  orermrt  naai  Ava  «n  vwd  aldnr  geplqatet 
aan  den  plantentab  te  Bmtenioig.  Hn  traehtle 
deien  Dp  «etenn  Toel  in  te  Hehten  en  deed  daat- 
ODboTCD  oodencbóden  toditen  ia  bet  btnoenlMKl. 
Hierdoor  leed  eebter.i^  geandbod  wo,  <kt  hy 
in  164S  nau  Bniopa  tenigkeeide.  Twee  jaar  la- 
ter ging  Iq  wedefêm  naar  IndiS,  doch  toen  bij 
iHo  tomat  op  Jav*  TerMhtUeode  briotten,  van  de 
I^derhwidMne  Kgeering  <HitTMigGn,  niet  vervuld 
wcnfenj^aam  hjj  ign  ontelag  en  vertrok  in  1846 
naar  sga  vaderlaad,  waai  bg  üdi 
moest  met  de  betrekkiiig  van  «ecretani  _  . 
Kaoier  ftm  Eoopbaodd  te  DOaseldorf.  k  1852 
begaf  hq  ndi  wodenxn  in  Nederfamdsdini  diengt 
en  «ertnt  tn  NoT«nbei  van  dat  jaar  nogmaal* 
naar  Java.  lAter  reMde  bn  naar  Zuid-Amerika 
om  Mden  en  stetten  rua  den  kinalxKini  t«  ver- 
gamtJen,  ten  eiode  dim  mar  Jaia  over  Ie  bren- 
gen en  aldasT  de  kmacnttnar  te  vestögen.  Hoe- 
wel bq  met  groote  tteiwaren  t«  worstelen  bed, 
M  bg  in  ign  ^a  nilatc^end  geslaagd.  HoMtkarl 
Ueef  te  Batens  tot  fMI  de  ^daug  ontvuig,  dat 
tSja  TTODw  en  kjndcaeit  door  edtipbreok  cf)  den 
Ooeter  iMren  omgekomen.  Toen  «am  bg  ontslag 
en  («tvkg  pennoen.  Later  beeft  h^  lioh  te  Cleef 
eeveatied,  waar  bq  den  5den  Januari  1895  over- 
faed.  BetMire  «en  ^^t  aantal  opatellen  jn  tüd- 
tKhdÜea  «teerf  &-.  „Catalogns  plMntanim  ui 
boito  BogtHienoi  nütanNn  alteir"  rie44).  „Over 
bet  ant  da  ^aaiten  im  Java"  (1S44),  „Plantae 


daaimede  h 
to   wÜKn; 


Javaokae  iwiores"  (1647),  „Auetreüen  nod  aei- 
ne' Solomen"  (1842),  „Allgemeinee  Sach-  and 
Namenregieter  sur  Fhns"  (1851),  ,3Bmtae  Juw- 
biniana^  {I8S1— 1852).  „FiKces  javaniM?' 
(1656),  „R«ti)«  e.  observatióoee  botanócae  de 
idMttia  boEti  boWtici  Bogoriemis"  (1356),'„Horli 
BMmiieneie  deseriplao  aea  Hetiiae  wKtdo  tMv«" 
(1858),  .^«rbaiTMiin  amboiiDeDee"  (1660),  „^rti 
malabariri  lUieedeaiH  ctMoie  loeofdetinima" 
(1867)  en  „CooMnelinaeeae  indicae"  (1870).  Ook 
gaf  luj  eerst  ia  „Fbm"  en  viervolgene  in  de 
„FbamDBceaitdMhe  ZeJtnng"  g«rageM  een  mtvoe- 
rig  vieaalag  van  d«a  «taat  der  kinaetdluar  ep  Ja- 
•n. 

Hasta  M  de  ÏMi^BÊKbe  naam  van  een  epn«  ol 
lans,  waarmede  de  hattali  (^iesdrageis)  gewa- 
pend waicai.  Baila  amenlala  «f  aiuata  was  een 
weipapMo  m«t  een  nem,  watumede  de  Griden, 
Romeinen  en  Oattifirs  aam  dat  wapen  een  sterke 
wenpkiadit  wieteD  bg  te  zetten;  katta  eenaoria 
at  ioeatiottit  was  bq  de  eeoeoien  iit  getnaik,  om 
'  I  bg  de  verpacArtiiigen  d«  pereeeleit  aan 
i;   Mfla  emttnnamilte  werd  noerveaet 

mes  een  jwIieiMn  eentumvinüe  aon    iKm- 

den;  haibi  eoelioarii  was  een  nmen  wpiea,  waer- 
mede  men  een  iwaardveehter  ojm)  doodgestoken; 
met  de  mmt  van  dU  wapen  wwden  bg  de  Bo- 
maoen  de  haren  eener  bruid  ia  orde  gebraebt; 
kaata  emmta  was  een  roodgevertde  eviea,  weükè 
men  daar  neêriette,  waar  men  aui  de  soldaten 
phinderiJV  vesooriootde;  haita  fetialiê  vreid  bg 
oorlogeTerUanng  over  de  grenzen  veei  bet  vnan- 
det^k  land  gewiHtien;  hmta  frumentaria  werd  in 
dure  tijden  bjj  6e  korenroaga^nen  g>e{^aftt  ten 
l«eken,  dat  bet  volk  ei  den  benoodojgden  vooitaad 
koopen  kon;  htuta  pura  waa  een  «aee  nmdMr  gie- 
ren punt,  welke  ak  anderedieiteReleeten  aan 
dai^iere  eoUaten  werd  nitcMeikt;  iuuta  telilariê 
was  een  korte  ^>ies  voor  li<Me  troepen;  htuta  ven- 
düionw  lag  men  dui  geiriMtet,  maa  openAMra 
verkoopiogen  werden  gwooden. 

Bajitlmts,  een  «tad  tn  bet  gelukoamige 
Kraafeebap  aan  de  Z.0.  k>nat  van  Bn^rdand,  een 
der  CSinqne  Porte  (lie  aldaar)  is  an^tbitbeatóege- 
wtiw  aan  een  bocht  van  bet  Karaud  gelegen  eo 
tdt  (Iftll)  61  145  ifflvroiieta.  Men  viodt  er  mooie, 
modMDe  straten  met  groote  hotels  eo  arkaden, 
mooie  opentATe  gebouwen,  veel  edtolen,  een  oieaw 
stadbnie.  een  scbonwbuTg  en  drukbezodite  baden. 
Ten  W.  elmt  neb  de  vomstad  9t.  Leonsrds  aso, 
in  1628  door  Decimu  Burton  aangelegd,  met 
veel  mooie  keiten  (Gbrietoa,  Bt  Paml),  eea  227 
m.  lange  broR  en  talrgke  fwrken,  (^  een  heuvel 
boven  de  stad  li^ien  de  ^x>otsebe  ralDee  van  den 
onden  bnrcht  ^wtönge.  In  de  '16de  eeuw  werd 
de  haven  door  een  storm  verwoest.  Hier  (jui«ter 
bg  hert  naburige  Senlae)  versloeg  IFillsin  de  Ver- 
opBroof-  den  ]4den  Oetober  1066  Barald,  den 
laaUten  Ai^1-8akeieeben  konrog.  Tot  1888  be- 
hoorde HastüDgi  tot  het  g!«afeem>p  Sussei. 

Haatlngv,  Sir  Warren,  goqveniear-geDersal 
van  Briteeb  IndiB,  den  Sden  December  1788  te 
Chorebifi  ia  Oxt<Hdebire  geboren,  bezodit  de' 
sehool  te  Weetmiofiter  en  aanvaardde  in  1750  een 
oadergeecAftte  betreUing  in  IndiB.  Hg  vwwiert 
er  «en  lütgebreide  kranis  der  kdmnale  aaneeie- 
genbedea,  werd  ia  1757  resident  te  Hoer«jida3)a<t, 
r.  ,^7a^  uj  _^  j^  beatirir  van  Bei^len,  maar 


i  1761  ïd  V 


DigilizedbyGoOglC 


HASTINOS-iHA'mOK. 


keelde  3  jau  lat»  uir  Ëngekod  Unig.  Bent  | 
m  1769  ii«rd  iijj  w«(t  benoraxl  tot  üd  dor  reg«e- 
rjing  'te  Modru,  hl  1771  tot  gaavaaem-oeamai 
TftD  IndJB.  In  iiM«lgk«  tüden  T«naeer<wclie  en 
3)eTeet3gd«  b^  het  g«ug  o»  Campagiue,  «treed 
voocBfioedig'  teoBU  Tipoe  Sahü>,  oiAtML  wi 
Maieoer,  «n  d«  Mahratten  en  bracht  de  inkom- 
sten TUI  8  op  5  millioen  oond  eterüng.  Na  het 
altreden  Tan  li>rd  Nortk  tm  minuter  w-eid  Hai- 
tingi  ü)  1785  tenif;g«ro«(ien  en  in  den  aaiiv«ng 
TUI  bet  Toleende  jaai  door  Burke  by  het  Lageir- 
boia  a(ui(!«Uaagd,  ala  mu  Jiq  u>  InddB  ak  een 
dwingefaud  gsKgeent,  door  aipeising  eiooto 
acbatten  TerzimeM,  de  ««twndimv  fan  Tele  Mr- 
tten  veroonukt  en  teUoooe  kiwTelaiijeii  geleegd 
bebb«n.  De  aankhufat  weii  ia  17m  naai  bat 
Hoftgerbuie  Teiwezen  en  bet  proces  nam  in  bet 
begin  van  bet  volMiide  ^r  een  aMiTang.  De 
oferkomst  ■ma  getn^en  uut  Indie  ferametd»  veel 
t^d.  lUndel^k  -rid  den  2S8ten  A{>rad  1795  bet 
niiiHus,  waAN^i  Battmgi  of)  alle  jHHilea  van  de 
:  TTÜTMfiH^ren,  n^ai  in  de  kosten 


•telde  bem  achaddoot  door  een  l^fronte  taji  iOOO 
pood  Bterlktg.  In  '1S14  benoemde  de  Piiiw-Jte- 
gent  bem  tot  HA  na  iea  Geheimen  Raaid.  Het 
ceracht  ran  ^a  omnetel^e  qjkdominen  wetd  bg 
den  dood,  den  22eten  Augnatas  ISIS  met  bevee- 
t^.  Van  i4ia  gcsohrilten  Termetden  wü:  ,rNar- 
ratiTC  «f  the  Me  tiajKaetK»  «t  Benafee"  (1782), 
„iSen^w  ot  the  state  of  Bengal"  (1786),  „llie 
pteeent  sUU  of  tbe  Eaat-IndieB"  (1786)  en 
„Speech  ia  the  high  «omt  al  justaee  ia  Weet- 
minietM-HaU"  (1791). 

lAUratmtr:  Bir  John  StroeAey,  Haating  and 
the  Roteilla  Wu  (Oxtoid  1692);  JfatJuon,  Ufe 
of  Warren  HastÏDge  (Londen  1894);  Sir  Charte» 
Lauwm,  The  pti»te  life  of  Wnrran  Hastings 
(1895);  Sjidnev  Orier,  LetUieot  Wuren  Haatitigi 
to  bis  Wife  (ilOOS);  Ö.  W.  Uatlinm,  Vindieation 
of  Warren  HaatHiga  (Oiford  1909). 

Hastlnni  traneU  Raudon,  wtariüea  «on  Bat- 
Ungi,  gnai  tmi  ITowd,  een  Enselach  «taateman 
en  veMieei,  de  tek  Tan  een  oud,  in  I«tbj>d  ge- 
veatigd  Nonuandiatti  gesktcht,  ««id  den  Oden  De- 
oeubet  1754  Keboren,  «todeerde  te  Oxford  en 
iKende  ale  kud  Ramio*  in  den  oorlog  t^n  d« 
Amerikanea  of  iM  ui4alekeade  wgM,  W  hü 
reeds  in  1780  tot  kolond  en  adjudamt-generaaJ 
van  den  onderbevelbebbeT,  lord  CornumllU,  be- 
Toiderd  werd.  In  1781  keaide  hg  naar  Enge- 
land teri^  en  enfde  19  jaar  later  Tan  zj^n  oom, 
Baaf  mm  Buntingdon,  de  lanüla^oedefen  dei 
OMtimgg,  «iet  naam  bq  wuiwun,  In  1794  werd 
hü  «pTf^gw  iQiu  TadecB  «la  graaf  Moira  en  in 
1816  benoemd  tot  ma;rUea  tw  ffdflin^».  In  1814 
weid  hü  goaf«nieur-gonaaal  Tan  BriUeh  lodie, 
waar  hg  <l«derecbeiden  T<rfkeren  aan  het  Britecb 
gezag  ooderwieip.  Na  iüd  tenukeer  in  1823  lond 
men  hem  aüe  gvuvemeur  naai  UaJte-  I£i  overleed 
op  de  Teede  tmi  Bajae  den  28slen  November 
I82«;  Zjjn  ,  Jriv*te  Joun»l"  werd  in  1858  dwr 
ign  dochter,  de  markieiin  T«n  Bute,  in  het  Jicht 
gegeten. 

Zie:  Roff  of  BtadmAurg,  The  MaiqaeM  «I 
Haati]«e  (Londen  1893). 

Hastlnss,  Jame*,  een  Schatach  Modgeleerde 
werd  in  1852  te  Hnntlj  gcbonn.  Sedert  1884  ia 


hö  T«abowlen  aan  de  Vuted  Fi«e  Cbuieb  aed^ 
1902  als  g«e»telijke  te  SL  Cyrua  Uootroee 
(Sehotbod).  Hq  beelt  mtgegeren:  „Diotionafj  of 
Uie  fictie"  ('18a3~1904),  ,^claoDary  ol  Ohriat 
and  the  Qo^wk"  (1906—1908)  en  „Eocjck^ae- 
d4a  ot  reUgioQ  aind  etiuoe"  (aedert  1908)  dd«  oog 
niet  coB^fleet  is.  Hq  ie  sedert  löSÖ  redacteur  ran 
de  „Ëiposditorj  Timee". 

H&aUnruMid,  aldos  genoemd  luai  de  atad 
Haetioge  (lie  aUui),  ie  dn  de  laeks  dei  get^ogi- 
aehe  Tonningen  de  «odeiete  aldeeUn^  d«r  ueoJ- 
den,  wdke  wCh  boTen  de jOTigste  jitralaag  en 
ondcf  bet  zeekrt)t  beriadt.  n«t  wordt  tegenwoor- 
<Kg  meer  tot  de  kri/t-,  d&n  tot  de  ju^^vormLog 
gerekend  en  ia  «en  brak-  en  zoetwaterTOimiog 
Tan  pabM(Hit<dogi«ch  gewacht,  daar  bet  Ttia  ov«r- 
blqlMiea  Tan  gedeeltelfk  reosacblige  kfu^>ende 
dieien  bent,  woak  vao  den  tngtüoodon,  den 
hykeosawaa,  dminegakMnimdBni>teaodict>^ 
en  den  laitfhalaigen  pleaioaanniB,  nrde  Tao  loai- 
watenobdh^adden  en  vieedien,  beneTeoe  bet  loot 
v&n  mreDs  en  eycadeeeD.  Bot  hasUnguand,  het 
eerat  bq  Hwtónga  waaigenomen,  bestaat  uit  grof, 
Üzerhoqidend  xand  en  groveu  landeteea  en  knwts, 
algewiaedd  door  lagen  van  leem,  yc^leraaarde  en 
mergel,  l^ell  beediouwt  het  ha«tiiigeuDd  met  de 
daarboven  gelegen  kledla^  ala  weaUen  en  Toegt 
M  geiafnemk  i^  de  krutTorming. 

Batoli,  fidww,  een  Ei^decb  godgeleerde,  dan 
iden  6c(rtembei  1835  te  Derby  geboren,  wm 
eerst  {««dék&nt  in  Canada,  werd  an  1067  aan  de 
mavcniteat  te  Oxford  aangesieM  en  in  ISU 
boodeenar  aUBax.  Hg  ma^te  voorail  «tndie  vao 
de  Onekaebe  TeiteUag  ia  het  Oode  Teetaonnt 
en  van  den  iurloed  vaa  den  GriekEcheiieeeBt  op 
bet  ondBbB  Clakteadom.  Bö  schreef:  „Tbe  orga- 
maaboa  of  tbe  early  OtTtotian  Cburdi"  (3de 
dmk  1886),  „An  uttroduotory  lectuie  on  Um 
atndy  ot  eeeleaiaatiEal  hivlorj"  (1865),  ..tho 
grow4h  of  (%vreh  instctutdona"  {1867),  ,yEeaayi 
m  foiUical  Giedk"  (ilëS»),  „Uie  infkaenee  <rf 
Gieek  ideaa  aiid  usegee  imon  tbe  Ouistiaii 
Ohnrch"  (6de  dnik  1897),  „Conooidanee  to  the 
Septw^iot  and  othai  Greek  vetatona  of  Ifae  Ohi 
Teatamant"  (6  din.,  1862—181:17;  etupleaient, 
1900).  fii)  ovesleed  den  lOden  November  1689 
te  Oxford. 

HatoliaT,  John  Bell,  «en  Amerikaaoeeh  pa- 
faeoDtboloog,  den  Uden  Oetober  1861  t«  Cooper- 
stown  geboren.  etAdeerde  aan  bet  Orinnell  en 
Yale  College,  werd  asuetent  bg  Mank,  d«ed  on- 
deradieiden  ondBrzoekiDgereiien  in  de  Vereemg- 
de  Staten,  ontving  w  1895  een  aaoeteUMg  eb 
Cnrator  of  Vertcnnte  Palaeontokig;  te  Prinoe- 
tnwn  en  iik  1900  aJa  loodaing  aan  Mt  CvocgM- 
moaeum  te  PMtebnTg.  In  ign  plan,  om  de  tesul- 
taten  van  xïja  rdien  openbaar  te  maken,  werd  hjï 
veHuDd«id  door  den  dood  (3  Juli  1904). 

Hathor  is  de  naam  van  een  Egyptische  ^ 
<En  der  vreuede,  die  in  TetaelU'Uende  st«d«n,  b»T. 
te  Dendio,  us  beeohermheilage  vereerd  werd.  Zg 
werd  ook  aJe  een  godön  d«a  hemels  beschouwd  en 
i-n  de  gedaant«  van  een  koe  of  vant  een  vrouw 
met  een  koekop  of  geheel  afc  een  vrouw,  die  op 
.  hc4  hoofd  borena  en  de  wn  draagt,  voorgesteld. 
In  IWw  waa  xij  de  meeeteres  der  DoodeulJKL 
Zij  treedt  ook  <^  ah  de  godio  van  het  noodlot 
,  (de  aeven  Hatboien  i^  dé  feeCn  der  Egyptenn- 


DigilizedbyGoOglC 


HATBOR— HArraPBLiDT. 


Etitbor. 


ren)  en  weid  io  OriAecben  MJ<1  i°«t  Aphrodite 
^qkgeetcM.  De  daóe  EgjptiMohe  maand'  (Athyr) 
u  Dur  basr  genoemd. 

HatUi,  Abd  OeUah,  «en 

Peraiedi  dichtrer  («  (Siaids- 
jird  in  "Je  (troviode  Dejam 
geboren^  waa  een  oeef  van 
Dsjomi  (zie  aldaar)  en  over- 
leed in  ZÜ71  g'^KKnteftlaala 
in    1521.   Z^n   vooraaAHHte 

dichten: 

noen"  (ciit^eTei»  door  Jo- 
net,  a783),  „Sebim  ,eii 
Ohoenv",  „Sétt  Maosar", 
„TicQoemame",  ook  „Zafar- 
naate"  g«beet«io,  een  ver- 
bad  der  daden  lan  Tomer- 
fam,  <iait  Hott/i  40  j&ren  kin; 
bezigtüeld,  en  (onivoltiooid) 
een  feriieeil^iiig  4er  orei- 
irioning  van  sjali  ZmmiïJ. 
AUe  vijt  ^n  DAVtdgbn^n 
van  Natami. 
Battola,  Martin^  een  CzeoUseh  ktrteriniodi- 
ge,  den  4den  NavemMr  1621  ie  Tra^tena  in  Hoo- 
mt^  geboren,  etodcerde  te  Weenen  in  de  tbeo- 
k»ie  en  in  de  SUvis^  taiet^  werd  ia  1848 
pneeter  en  gaf  kort  daan»  ign  ..OraaxiMtia 
MDgDM  sloTervicae  eoUata  eum  proüme  eognata 
bobefuea"  (1860)  ia  bet  Schrt  en  werd  dienten- 
geToIge  eerst  ^wefeewr  te  Prearfrarg  en  i»  1854 
Ie  PrMtf.  Hü  overleed  den  Uden  December  1903 
^daar.  Vtm  zijn  in  heit  Ciechiech  gesobreven  wer- 
ken noemen  wij:  „Klinkleer"  (1858),  „Vergelij- 
kende  cpraakkiniet  der  CiecUadie  en  SlowakaeotK 
talen"  (1857),  „Syntoxie  der  Czet^iche  taal" 
(1864),  en  „AntHnrbanM  der  Czeehdeehe  taal" 
(I8TTJ.  Verder  achireet  tiQ  «««r  ^^  „Veldtocht 
*»B  ïgor"  {1658).  Met  Patera  gaf  Mj  den  tekst 
der  ond-CieehiMie  Afeundreis  uit  (1881). 

nattatn  i*  een  gemeente  «t  de  otevüuiie  Q«l- 
deikad,  groot  1228  H.A.  nwt  (191S)  4097  ki- 
wonan,  ingeetolen  door  de  gemeenten  Otdebroeb, 
Beerde  en  Zwtdkckerenel.  Ob  ix>dem  bestaat  ten 
dede  uit  nnd,  ben  é^  nlt  ika.  Tot  de  ge- 
meeste  feeiMoren  bet  stadje  Battem,  de  tuurt 
Battemerveen  en  een  deel  van  de  bwtrt  Qeldet- 
idie  dgk.  Hootdoriddd  van  bestaan  ie  kuklboaw, 
dttanMast  een  weinig  ^verheód,  u.  1.  Bt«enbak- 

Het  «todje  Hattem  Ugt  aam  de  mondóog  van 
het  Griftkuiaal  ia  den  IJeel  en  aan  de  spoor- 
Iqnën  ütrecfat — ZwoUe  en  Dieien — Zwolle,  bevat 
een  atadhuia,  een  fienonDde  en  een  (SiriateHjfc 
Omformeerde  kak  en  werd  in  de  M)>dd<4eeuweii 
ook  wel  Godeberg  ^dieeten. 

Battem,  Ponltom  mm.  lie  HallemUUn. 

Hattamlfltsn  ü  de  TteAin  eener  godedieneti- 
ge  aeete,  w«Ite  io  bet  laat«t  der  17de  eeuw  in  de 
Nedeidullseb  Hervormde  Kerk  ontstond.  Haar 
eti^ter  waa  Pontiaan  van  Rattem,  'm  1841  te 
B«9B|en-op-2ioain  geboren.  Hg  studeerde  eetBt  te 
Leiden,  daarna  te  Saomvr  en  werd  vervolgens 
piedtkant  mi  8t  PbiHpeliuKL  Reeds  vroeg  ver- 
dacht  men  nem  vsn  ïügcnomenheid  met  de  wgs- 
begeerte  mn  Spmota,  en  toen  l^i  een  boek  over 
den  CatediianKia  bad  tütgegeren,  weid  bjj  we- 


gene ïgti  ODMclitzliiinige  gevoelens  afgezet  (1683). 
Hü  overleed  in  1706  en  had  ook  lateir  nog  vete 
aaitSaiigers.  Zijn  leer  ie  een  tot  bet  uilerste  ge- 
dreven toepassiiig  van  die  der  voorbeschikkiag. 
Volfene  de  Hatttmisten  gesehiedt  al>le8  door  Ood, 
zoödfl.t  de  menech  geen  goed  ol  kwaad  ka»  doen. 
Men  behoeft  zich  dus  jaet  te  veroDtrusten  over 
hét  misnoegen  ved)  God  en  ook  geen  Iwrouw  te 
hebben  over  Eyn  dadien.  De  nteest  bekende  aanr 
hangera  vim  Van  Hattem  waren  Jaeob  Brilt,  ea- 
teobieeerEaeeeter  te  Leiden,  en  de  leevoairdei  Ja- 
eo6  Roggeveen.  In  de  eerste  tieotaHen  det  Idde 
eeow   w^en  de   Ibttemieten  metkradtt  ver- 

ÏO(»i 

Hattlfljsiif  of  verheven  geaehritt  noemt  mea 
in  Taricge  ieder  geeebrift,  door  den  suUan  uit- 
gevaardigd Soike  eeechriflen  ijn  ia  de  Tnric- 
ecbe  taal  apgeOi^  en  in  Arabdseh  kanseiarü- 
eobrirt  ^eeehreven.  Boven  dien  t«k«t  bevindt  ach, 
Ha  bewQB  vao  edrfbeêd,  het  door  elkuHler  geeüo- 
gOKl  mómcgFer  vao  den  eiaUan  met  zwarten  en 
rooden  Inkt  of  ook  wti  met  goud.  Dit  oaamcü' 
let  beet  toegra  of  nüjaniijerU  (verheven  4eeken). 

Hatto  X,  aartsbiéeebap  van  Maim,  vtra  S81 
tot  91S,  vervoUe  zoowel  aJe  voogd  van  den  mdfl- 
dojajigen  knier  Lodewgk  bqgenaa4nd  kei  Kind, 
ai»  door  tgn  ünioed  op  keiser  Koenraad  l  een 
belaogri^e  ataatknnfige  rol  in  Doitsehknd.  Door 
een  eed,  dnt  bjj  bem  omgedeenl  ntar  lijn  burobt 
zou  'terugbrengen,  bewoog  hij,  naar  men  verbaal- 
de,  graal  Adalbert  von  Babenberg,  die  met  den 
kmteit  oorlog  voeide,  in  bot  keiieerlük  leger  te 
komen,  om  zieb  met  tqa.  v^and  te  verzoenen.  Op 
den  w^  daaibeeai  wist  h^  den  graaf  over  te  ba- 
len even  met  bon  naar  den  mir^t  terug  te 
keeren,  waonM  iêj  zicb  ontelagen  echtte  van  i(>n 
eed.  'Iq  het  leger  aaneekomen,  leverde  hij  den 
graaf  over  in  de  hanaeii  dee  keïiere,  die  hem 
Ier  dood  liet  bvengen.  DiA  gaf  aanleidiDg  tot  bot 
volksveriiaai,  dat  de  Hwnl  bem  weggetiaald  en 
in  den  krater  vm  den  Etna  geworpen  had.  Ook 
de  sage  varU  den  „Muizentoren"  heeft  betrekking 
op  Hallo  I;  zg  is  verkeerdel^k  Hatlo  II  aange- 
wreven (lid  aldaar). 

Batto  n,  van  968  toit  970  itartshieeeht^  van 
Haam,  ia  bekend  door  de  sace  van  den  Muizen- 
toren bg  Bingen,  die  in  I6S5  door  de  Zweden 
werd  verwoed.  Ken  zegt,  dat  hij  tjidens  een  hon- 

nBOod  een  aantal  beboettigen  in  een  schuur 
opdniten  en  daarna  veiiirajideD,  waarna  bjj, 
toen  het  Inide  gejammer  dier  ODgeMfcigen  net 
deed  bowen,  tot  dè  omstanders  de  vraag  richtte 
„Of  de  broodmmzen  hogonnea  te  piepen?"  Om 
dae  rodieD  of  ook  omdat  hq  gezworen  Ind,  dat  de 
mnizen  bem  mochten  oppeuxelen,  indden  hij  i|jn 
eed  niet  bieM,  dSen  hig  ndettuiün  verbrak,  weid 
hij  vdgena  de  sage  door  xidk  een  verbazend  aan- 
tai  muizen  vervolgd  en  aangevallen  dat  hij  de 
wijk  nam  naar  een  toien,  op  «en  dWd  in  den 
Rijn  gebouwd'.  De  muizen  oingen  echter  te  water, 
om  hem  daar  te  veieKnoen.  Vc^gens  anderen 
stierf  bü  io  070  een  natDurlöken  dood,  terwijl  ^^ 
verhaal  verspreid  werd  door  wraakioebtige  mon- 
niken, iKe  hq  g«dw<mgen  bad  te  werken.  VgL 
Hallo  f. 

Batxteldt  ia  de  naam  van  een  aanzienlijk 
geAvüit  in  Oppet-Heseen.  Het  evemoo  genoemde 
stampt  v«nree8  aam  de  Bder  en  zgn  beiitfers 


DigilizedbyGoOglC 


HATzmuyr-BMXM. 


mren  in  de  l'idie  «euw  leei  maebtig;  idts  kw»- 
rnau  q  in  Tenet  tegen  dea  buK%naf.  H«t  aam- 
üen  dëwr  funilü  rtóeg  luig  dooi  het  verkrügen 
dw  heei^jkliedd  WilttobeiK.  In  hot  nudden  dei 
ISde  eeaw  apüMo  ig  nch  m  2  takkta.  <teD  Wü- 
denburg-WiUmburgteheit  au  den  tfiMenbur^ 
HeaMtdien.  Tot  deïen  batiten  bdworde  Mekhior 
WH  HatMtOd  (eeSmnn  10  Ootobei  1693,  t  Jauaa- 
li  16B8),  di«  tudi  ■!«  kMMtlgt  k««riw<M  in  den 
Dertiajarigen  owloe  ondemdieMlde.  De  keiier,  dte 
ham  u  den  alBad  obi  Bqkegnvea  cpmm,  aebaidc 
Item  iK«  uk  bearijjkbnd  TTaidMDft>eie  (00  t.  km.) 
in  ffilwii.  Deae  wenl  dxtr  Fradenk  tl,  koDing 
nn  PniiMft,  in  «en  voirfttendaai  heredupeo.  Bg 
bet  uttetoTTCa  iu  detan  faoofdtak  (l'?»)  kwMn 
alleen  bet  atamgoed  WiUenborg  aan  den  «aderen 
tak;  THMbenbeng  «o  aadere  bevttmgen  wenfen 
Q  gOÊl  8dU)n6orM-VtMeniAeti^  en 


„    .     _  ,     „       c*«n  Wa*n- 

bnig-ScbOiiBteiD  (165  T.km.),  in  bet  bezit  dei 
tKuMelQkie  «aaidagbeid.  ï^tM^eaoeiade,  «boren 
den  23sUo  Nommbei  1766  en  in  1807  ab  luite- 
naot-grateiMl  in  PrniaJMhnii  dienat  g« 
nend,  we^  ktei  geMut  aaa  bet  Nederl 
Hol,  ü  1622  aan  dat  t«  W«eiien,  wa&i  hg  den 
9den  Fehniari  1827  OTcrieed.  Zija  maa  Friidrieh 
Hertnmm  Antom  mn  BaMeUL  het  faoofd  Tin  den 
stam,  den  2den  Odober  1808  gebaren.  oTeiked 
op  bet  kaatod  OWbenba^  den  lOden  Juli  1874, 
en  «etd  <ifgaf<ilBi  door  svn  soon  Hemunm,  den 
4den  Febnwi  1848  geboiien.  Deie  wm  tob  1878 
tot  1893  en,  Tan  1807  tot  1911,  lid  tmi  den  Rijka- 
da^,  van  1894  lot  1903  opper-pKeident  ion  Si- 
lemB  en  werd  kt  1901  tot  oeAo^  von  Traeken- 
bsrg  TeiheTen.  Ean  zoetw  van  sg^  vadar,  graTin 
Sopkit  vm  Hat%ftldt,  den  lOden  AngDatH  1805 

ÏeWen,  in  18^2  flebnwd  mat  en  ia  1661  g«Kbei- 
en  Tao  mal  Êdmund  vim  Halxlddl-Wilde»- 
burg,  atotn  in  wrUnding  met  Latdiit,  op  wien 
■il  grooten  iai4oed  iiad  en  dien  ajj  tegen  ii}n 
TyacMen  Tenledigde.  Zij  orerteod  te  Wteabaden 
den  25«lai  Jaooari  1831  (ae  LataOt). 

M^ekior  Httbert  Paul  Outttn  tan  Halxleldl, 
rjjkaRraaf,  sDon  Tan  Sopkie  woa  B.,  den  Baten 
0«tob«  1861  te  Dttaoetoorp  geboren,  wu  refen- 
daria  aan  bet  Defwrtement  ywa  BoileaUndMdie 
Zaken  m  Praieen,  stond  ala  zooduug  in  nauwe 
betreUkig  tot  Bitmarek,  dien  faq  in  den  oorlog 
Tan  1870—1871  naar  Frantrök  vengesdde,  i*«rd 
Tarrolgeua  in  1S74  gesurt  t&&  het  Dmledie  Rpk 
te  Mai^id  en  dn  1^  te  Kmtatanti^OD^  waair 
bg  den  inrloed  Tan  DuitMUand  4>g  de  Porte 
aaonteiit^k  deed  toeoemen.  In  1882  werd  ^" 
Btaatooeoretaria  aan  bet  departement  Tan  1 
teotandMbe  Zakan.  In  1S8S  «wd  Iq  geiant  te 
Londen,  waai  l^j  dtai  22aten  NoTemW  1901 
overleed.  Zgn  oodeie  broeder  Pront  Edmur^ 
Bubert  Hermimn  AUred,  rorat  «on  Bahfeld,  ge- 
boren den  9den  Aprii  1825,  Tarkreeg  m  1870 
de  Torateijjke  waaioiglteid  met  den  tttel  „Ditreta- 
lanebt". 

Hatsldakls,  Qtwgiot,  een  OridiMi)  tul- 
geleenle,  te  MjirtUon  ap  Kieita  den  12den  No- 
Temtier  194S  geboren,  «tndeerde  te  Atbene,  Letp- 
sig,  J«na  en  Berl^n,  werd  na  si^n  tenigkeer 
learaair  aan  het  SMuinairDm,  kt  1885  buitenge- 
woon  en  in  1690  gewoon  hoógleeraar  in  dta  taal- 


AJltene.  Door  i^  opatelkn  in 
oet  „ArvMTVK»  (1685)  l^ehüdenfciuMJrfaft  tot 
een  betHe  iq)Tatting  omtrutt  bot  ontataan  ran 
het  Niouw-Onekeefa.  De  leadtaten  tad  ign  oo- 
deisoekiiigeo  «artreiit  de  geachi«d«iia  en  de 
Uelonedte  grammelica  tmi  die  taal  maakte  hg 
opeDbaar  kt  iqn  „Inleidmg  tot  de  nieaw-Giidc- 
sute  graamtatica"  (18^)  en  in  (^»sbeUen  in  on- 
deracbeiden tödecèdften,  Toonl de  .,a>k>"  en  de 
,3jiantiDaaehe  Zaitsohrift".  Veidet  gaf  bg  nog 
in  bet  lidit  „Orer  de  afatamming  der  onde 
Uaeedotaejie"  (1897),  een  Teitaldiig  van  Wkit- 
neg^oüy'e  „Vooriemngen  over  algemeeoe  loal- 
knnde"  (1898),  ,Ja  qucetion  de  la  lasgne  éoiita 
Qéo^Toeqoe"  (1907)  en  T«ia(itflleDde  aadeie  ge- 
adioftea 

Banbnar,  ^orJ  Oo(flie6,  een  Dnitach  Teeuts, 
den  ISden  S^ttember  1806  te  ^ttatedt  in  het 
siaaMiap  Manelekli  geboren,  «tndeardb  te  Ber- 
^n.  In  1681  wwd  bg  ifiatrieta^Teeapta  U  Ort^ 
OoatPmmen,  is  16SÖ  te  firalawaU, 


...    _  _      te  Dieaden,  waw  hQ 

den  17diea  A^if  1662  onileed.  Van  ^jn  g«- 
eebritten  oaeoMD  wg:  „Debec  die  HagaitTenhn- 
ung  der  Wiedertkier  nebat  etner  Prtlfang  de« 
Pïoureno'eehea  VeiaiKhea  Sbei  da*  WiedMtiuHt" 
{Aaklam  1637),  J«idwii4MiiattUebe  Tierittf- 
kunde  fflr  die  inneren  aut  taneren  Snakbeit«n 
der  laodwirtsdiaftliflben  iHaueSoKetiere"  (13de 
dTok  Tan  SiedMngiotokr,  'BerlgnlWS),  ,J>ie  Ge- 
rondbettoj^ieRe  «et  la^idwirtadialtlidieQ  Haua- 
aftugetiepe^'  (4de  dnik,  DF^den  1681),  „HaodbiKdi 
der  TeteriniipoliMi"  (Dieaden  1669),  ,J)ie  Eitt- 
Btehong  ond  Tiliniiig  dei  Langeneeaclie  dee  Bin- 
dea"  (Leipatg  1861)  en  „Uebei  die  Triohinen" 
(Berlgn  186l). 

Hnnbold,  Ckrülim  Ootüitb,  een  Dojteeh 
reehtagdeerde.  den  4den  NoTember  1766  t«  Drea- 
den  geboien,  bezochU  de  Iticotaladtool  te  Lmoti^, 
sludeeide  «r  in  de  reebten,  veatigde  «r  vd  n 
1786  alB  piiTaatdoeeot,  weed  in  1769  bniten- 
gewoon,  in  1796  gewoon  boawleenai,  in  1791 
aesesaoT  bij  bet  faoonendttsboT  ia  1802  bgnttei 
in  de  leebtwedeotda  taeitlteit  iv  16)6  „Ober- 
hofgericbteiaf'  en  OTeiieed  den  14dea  Haart 
1824.  Met  Savigny  en  Bugo  befaoort  hg  tot  de 
stiebteia  der  hiabwiaebe  acbooL  Eg  aehreef:  ,4n. 
atitntitnMm  hdetoiicanun  Jmis  romani  Xneamen- 
ta"  (4de  drak  1805),  .^tatitntionee  jnris  romani 
litenfiae"  (1809),  „InatLtntieoum  juria  romani 
priTati  hMoiictKtofiraaUeanHn  'lineamenta" 
(1614),  „Uanoale  BaaiHeonim"  (1819),  .Jjéa- 
bueh  des  eiehiiaeben  Rechte"  ,2  dl&,  Sde  «knk 
1847—164^  dat  io  iqn  fgd  Ted  opgug  maakte, 
„Doetnitae  Peadeotarum  lineamenta  eim  kMÖs 
elaaaioia''  (1820),  „Opueouk  academica"  (1625— 
1829,  2  din.)  en  „AJntiqnitatie  romanae  raonomen- 
ta"  (leSO). 

Banoh,  Jokan  Cariten  von,  een  Deeneeb  dich- 
ter, den  12deo  Hei  1790  te  FiedrikabaU  in  Noor- 
wegen geboren.'  bdleedde  genanten  tqd  de  be- 
tietkiof  Tan  boorieecnwc  in  de  natnutknade  aan 
de  aca&mie  te  SoDt  en  werd  in  1846  profeeaor 
in  de  Nooraehe  krtt«hiitile  te  KM.  Toen  de  om- 
wentdl[«  van  IS48  hem  ooodiaakte  de  w^k  te 


DigilizedbyGoOglC 


HAUOH— HAUER. 


87 


nemen,  Tcod  hg  aen  iMvhuIrtacNKid  bg  wljku 
koniagin  Sopkie  Friederika  ng  bet  kasted  Frede- 
nbbeiff  kq  Eopealugeo  en  w«rd  ik  den  dood 
mt  OwUnüdUiraer  in  1851  bowemd  tot  boog- 
tarnt  ki  de  Mathetiei.  lo  1S58— 1659  wu  Ëj 
toooeehlmatair,  ü  1S60  toomeleeiuor.  Reeds  in 
iMn  ecnte  dramriiedie  ««Aen,  „Contraetenie" 
^]91«)  en  3oMnn"  (1617)  openburde  bjj  eeo 
fadent,  du  adi  ginvtagw  ondendieidde  door 
diepte  Tta  dioUieudea  dut  door  voSramenbcid 
Tea  Tono.  Tm  beboere  i|pter  veteneduBwiükB 
oatwikUiK  ondeniam  h^  in  de  JHen  1621  tot 
1827  een  ce»  dooi  DoitaAkod,  ItftUI  en  fVeak- 
xSk.  lo  Hn  tawmpelea:  3*jÜ€4",  „Tiberine", 
„Qngm  VIT,  J)óa  Jnm",  „Evl  den  Femtet 
DSd^  .yTJIeeolrirhte  BeMriiv"  <18S2),  ^vend 
«nOw"  (1841),  p^HuA  Stip  (1650),  „EongéM 
Tndtaig"  (1%^  en  ,3ennk  af  ïhnm"  (1808) 
«atweaot  hmd  ent  degelijke  kenUertettoiiag. 
Twee  Mtteoe  stokken:  „Aefen  tebt  os  mnder' 
<ie61)  en  „SOetKoe  «w  Kkn^idkak"  (1649) 
«erdni  met  giootedi  bgni  ontTtMgmi  en  ook  in 


«en  iitiM*e  nmei  d 

<1862— 1S69,  8  db.).  Ook  lewide  h^  een  bon^ 
liodtditen,  etomedfc  een  bmMlel  ÜeidStfaten  en 
«MUMeiL  Ven  iöd  romeos  in  noza  T«imelden 
irn:  „IRUtdm  Zift«n^'  (16S4),  „Giddmveren" 
f8de  druk  Iföl),  „Bn  fx^k  FemiSe",  f  (Un., 
1SS9),  JBMctet  ni  lOwien"  (2  db.,  1645),  „Ro- 
beti  PnHoo"  (2  4n.,  1S5S),  „WridcoMT  Sraer" 
<I862)  en  „Cbariee  de  k  BneeièTe"  (I6«0).  Tot 
mn  iMUte  geedwiHen  b«faioren:  „Nve  Djêtmn- 
ger"  (18«9),  „Afl-~mne*  eg  eeetbetieke  Be- 
tMgtanger"  HSSB)  en  ijfittder  fn  mdn  fonte 
OdeidMdRciee"  (Iffïl).  Bg  orerieed  den  4deD 
UMrt  1872  te  Rrane. 

,   Fittelni,  een  DniAseb  geo- 


e  te  Bonn  en  Ber^,  werd _  _  _ 

leeteor  na  de  mnnuadenüe  aldur,  wu  in  1870 
— 1871  in  TWiiM  Tinttiiringin  lid  der  grenecege- 
UoMoomnÜMM  «n  werd  in  1675  «beetent  vut  de 

^^^^^^^ -  Hij  ,» 

_._ __jitnalb«at«ir  der  mmeiliweo  in 

Pniieai  «n  met  BefneA  «edeit  1^1  leider  der 
wtgeie  Tm  de  Tntematiooale  g«ohwiMbe  kaart 
T««  Ei»HifM  (1  :  I  500000),  De  geolomche  op- 
meting wn  bet  in  keest  brengen  «nn  Pnneen  Is 
s^n  en  BefrüA'e  weilc.  H^  o*«ii«ed  don  ISden 
Januari  1900  t«  S<al5n.  Van  ^  werken  DoeoieD 
■wS:  ,J)ie  gegennrirtage  Lage  der  EdelnetaUge- 
wSmmg  der^vde"  (fso^. 
Hancik,  AUmt,  een  lWt< 


lid  van  bet  «antnalb«at«ir  der 


latadi  goi 


•dcprieet- 
MMfen; 


de,  wad  in  1845  te  WaeaertrOdiageii 
Tan  1874  tot  1878  wat  1^  fmdikent  te  Pranken- 
brim,  waarna  liq  eeivt  baitengewMn,  dearna  ge- 
woon boogleetaeg  waa  te  IMangen  en  sedert  1889 
te  Ijoinng.  Bi  bnorgde  met  /.  J.  Benog  den 
E  der  ^JteiduKjUMMdie  Mr  die  nrot 


7be<dogie  niil  JOiëbe''  en  later  nog  den  Sdeo 
*™k  (1896— 1909).  Z"      ■  "  ' 

kerkgeecUednia  der 


It  (1896 — 1909).  Tim  ogen  BtodMterrein  ie  de 
[geecUednia  der  MidMeeaveD  ie  Darteeh- 
laad.  Tan  im  «mnogrgh  „KkrfiengMctnehte 
DeoteeUanda"  teisdKDen  lot  na  4  deden  (de 
cenle  S  deelen  laedc  in  luenwere  dfukkeo).  Hij 
•dveef  verdei:  „TertidUane  ï/ébea  voA  Schrif- 
ten" (1677),  JAt  EnMeinrag  dei  bieehSFH<dien 


FOntenmM^'  (IWl),  .J>ie  Geduke  der  p&patU- 
eken  W<UMnadiaft  bü  val  Bontfauw  VIU" 
(1904),  ,Jlte  loneiie  Uoseion  in  ibrer  natiooalen 
Bedmtéog  tOi  DeotaeUanf'  (1905)  en  „Die 
EotstelMing  der  geietlUien  Territorien"  (1909). 

■nnmaoblldi  Riefurd  Oeorg  Spüler  «on, 
ala  Aehter  bekend  eodcr  de«  naam  ?an  Mam 
WiOdat,  den  lOden  Maant  1825  te  Bre^n  n4>o> 
ren,  «todeerde  aldaar  in  de  leebten  en  staaumia» 
houdknads,  dodi  bepaalde  aich  weldra  bg  de 
luemM  laiea,  de  getanedeniB  en  de  wöabegwite. 
Nadat  b^  de  aeaitaoie  te  Heidribeig  bew^t  en 
aldaar  den  dootontitel  verwOFren  had,  wilde  hg 
er  lich  Teatlgen  ala  pnraatUocent  m  de  knnet- 
ffeeehiedonia,  naai  wm  door  famaüe-omataodig- 
beden  jo  de  oêtvMnng  ran  dat  Toomenten  belet 
H|j  deed  dwraa  een  reia  door  Dmteehland,  Zwit- 
Beila»^  Fnnkigk.  Belg»  en  !(«£«  en  bexocbt 
i«rTo]geni  de  taodbonwaeadiMDie  te  Pmikaa,  tot- 
dat de  wodiDRea  vw  1846  twm  noodia^ct«D  meh 
naar  uin  hroBegoeJ  Taebeidt  bg  Baocrwiti  in 
OiuwT-SileuS  te  Degercn.  Hier  Teotigde  hg  ^a 
TerblBL  doch  orcrieed  Modi  des  aOMMt  Janoad 
1855.  Hji  «cbnef:  „Bm  EUevniiehen''  (1847), 
„Blitter  MD  WiuM"  (1847),  „Kanonen"  ,1848), 
„O  i£eae  Ze^tl  EamOTMo"  (1850).  „Cmdok, 
OMuiHintiner  8^e"  (2de  dnik  1855],  en  „Rahab" 
(1855).  Zijn  T«nen  «ndHaèbeaden  lidi  door  Mor- 
IjjUMid  Tan  taal,  dooi  een  wann  geroel  en  doot 
Btontbetd  nn  dtoUieriden.  Ook  tm  romana: 
„tfaeb  der  Natu"  (8  dkt,  2de  dnik  1851)  en 
„Ana  der  Jm^erweh''  (2  dln^  1650)  werden  met 
grooten  («ral  ontraogen.  Teiider  Teitaalde  hg 
Pdlieo'a  „Pnoeeaea  da  Rimim"  en  bet  PrOTen- 
9aalaebe  „Sirrente  fon  Pejie  GaMUaal"  (1S50). 

BanMutsln  ia  de  na^in  tas  twee  paaaen  in 
den  Zwataraaehen  Jam,  ni.  dSn  Oberer  Haaen- 
«letH  taweben  Waldeobei^  en  BaMtwI  (7S4  m.) 
en  «en  ünterer  Bmenatem  toiaeben  LSDfeUingen 
en  Olten  («35  m.),  die  bet  lerkeer  tnsseben  Btad 
en  bet  Moaeolaod  tbo  ZwitaerlMMl  onderhouden. 
De  behogigkate  ie  de  laattte.  Beede  ten  tüde  dei 
giaren  wa  Froburg  werd  de  beigrag  doorgesta- 
ven  en  atraatmg,  beK  «n  dKi|>  (woeeer  HorCra) 
kregen  den  naam  Hanen«lnn  (GenowenateisV 
Ëvoiwd  w»  in  den  beginne  de  weg  momijft 
begaanbaar.  Na  de  TcrbetüifK  van  1827  tot  1880 
is  dit  ecbter  aoden  gewonfen.  In  1855—1857 
werd  in  den  beig  tooi  de  <|>oot^d  Baiel— Olten 
een  tnmMl  van  2,5  km.  lengte  g«boord. 

BmmF)  Ftimx  liddei  voa,  een  Ooetenrj^teh 
geoloog  en  palaeonttdoog,  den  80at«n  Januari 
1622  te  Weenen  geb<«en,  «todeeide  aJdaai  en  aan 
de  m^»'*<I<»iK  te  S^Mnnats.  werd  in  1846 
awaatent  van  Hmdinger  te  Weenen,  verkreeg 
in  1849  met  den  titri  van  .^enrat"  de  betrcA- 
eenten  cetdoog  aan  Set  pae  seeticdit 


geoSogiach  Rökaini&taDrén  waa  van'^af  lIST  di- 
vMt  dBae  iuMiting.  Reedt  in  1648  w«nl 


lïd  van  de  Academie  van  W«t«neahappen  te 
enen.  SS  aiaoet,  behahe  een  aantal  verban- 
..  _->ie  Ocnhalofwden  de>  SalikamnMica- 
dei  Samnunog  dea  FUraten  HettcnHeh" 
(1846),  „Geologiaebe  üebetocbt  der  Bergbaue 
der  OateneidüMdieD  ïfonanhie"  (met  FöUerle, 
1856),  „Oeok«is^  Ead«  SiebetibQigene"  (1865), 
„Geologie  SiebenbOtgen^  (itet  Slacht,  1868), 
„Geok^jadie  TTebeniditaiaiito  der  Oeterrei«hiedi- 


DigilizedbyGoOglC 


88 


HAÜBB-^HAUOE. 


IWriBdien  Monircbk"  (1363),  „Die  G«al<«i« 
niKt  ibre  AnweaAmg  auf  die  Eemitnia  det  Bo- 
óenhtadtattfsibieM  der  OeterMM^Bch-Un^riMlieii 
MwBrotóe"  (1877—1878,  2d«  dnA)  en  „Geologa- 
sehe  Earte  tco  Oe^Bematb-üimira"  (1896).  Van 
1S86  tot  1806  Teclli«««rd«  hu  de  „Affiualen"  van 
het  „NKtarhwtonecnes  HotiQiweam"  te  Weeaen. 
Hauer,  eedert  1^02  leveiwlMig  IJd  mn  bet  B«e- 
renliuM,  owrteed'  den  21sten  Kaart   I8dS. 

Hanff,  Wilhelm,  een  Duiitach  sehrijvef,  <len 
29steii  NoT«inber  1802  te  Stittrtgart  getwren,  be- 
xoeht  eerat  de  Uoo«t«rBelMol  te  Bknbeur«i  en 
studieenle  ie  TutniiKen  in  de  'tiie<dogie.  Daftir» 
aMm&rdde  bg  t«  fitottgart  «en  btATMcing  ak 
trawroderwvier  en  g^t  in  1825—1827  den  Ji&T- 
abeiMlmMiMh"  in  Èet  liefat  J)Mm»  Kolgiden: 
„Mdtt«huig«n  «ns  den  Mentoino  des  Sato»"  (2 
dlo.,  1827),  de  hi«t«daabe  loown  „liclrteiieteiD" 
3  dln.,  7de  druk  1903)  en  „Der  Han^n  im  U<mde" 
(1827),  <ea  p«ratkge  op  de  niMter  tmi  Clotn-m. 
Vermdmns  vOTsobeen  i^a:  „Eontnonw^iTedigt 
fiber  B.  ClMiren  vod  den  ÜMtn  im  Honde,  ge- 
btüea  an  das  Deatscbe  Bdblikvn".  Verder  ver- 
melden  <nj  iiJb:  „PhutMien  im  Bremn  Batlu- 
kelkr"  (182T)  en  Tan  aio  tkdne  verhaieD  de  ken- 
nge  atiikjce:  ,J>ie  Bettlmin  vom  Porrt  dee  Arts" 
en  „Das  EttU  dee  Euaers".  Van.  zijn  eedicfaten 
lijn  er  TenehiUende  Tolksliederen  geworden,  bqv.': 
„Steh  ieh  in  Bnetrer  Uittmmsht  en  „Morgen- 
rot,  'Ho^enrot,  leudtteat  mie  nm  früheD  Tod". 
ÜeAt  bij  eenigeD  tüd  aim  i<edBct«ar  yan  bet  „Mor- 
Kenblatt"  woe  waMMam  geweeat.  oTerleed  (ly 
den  Idden  Nor«mber  1827:  Ziin  „S&mmtÜdM 
Weriie"  zgn  o.  a.  door  Slem  (6  dln.,  18Ö9)  o^tge- 

HanCt  JoHqnn  iJkrittoph  Früdrieh,  een 
Dnitaeh  diebter.  den  9denMa&rt  1761 1«  Nieder- 
atolangen  ÏD  WttrttembeiggeboTen.  atadeerde  in 
d«  recht«n  en  irad  in  17ES  aecrotarie  vm  bet 
Qflwtni  EabioBt  te  Stnttmnt,  in  1794  irahüm- 
leeretatia  en  in  1816  HotrB»d  en  bibli«ueca.m 
te  Stuttgart,  w«»i  bij  den  SOsteo  Junuari  1829 
OTerleed  Zjia  gedi«ht«n  onderacbeiden  ndb  door 
gtoote  g«eetig4tedd,  «wals  blqkt  tut  lijn  „Zwei- 
Bandcrt  Eyperbeln  ant  Herrn  WabU  tiogehenn 
Naae"  (2de  Arvk,  1822).  Ook  teverde  l5j  met 
WeiutT  «en  „BpógtwomaitdBcfae  Antitologie" 
(1807—1809,  10  dhi.).  lotusat^wn  verviel  hjj  od 
eena  tot  dndA>«biniug4)eden.  Hy  aebieef  ook  oden 
en  bezat  ie  booge  mate  de  k>i«  dar  imfHVTJaatie. 
Verder  me  hij  iiMde«rbcadMr  aan  venehiUende 
geieerde  tgdaeniiflen,  digtilaiden  en  taarboeèjea, 
Toorat  Mn  bet  ,^liotgeiitil»ll^'.  ESen  oloenleni^ 
nit  igt>  eedIdttMi  i«  te  Leipiig  (1^27)  en  Ie  Stutt- 
gart  (1840)  m  bet  U<bt  MraeheneD. 

Haar,  Lodewijk  Frederik  Chriiliaan,  een 
DoJtadi-NederhodMli  geeehiedkoatdi)^,  werd  den 
248ten  Detendter  1773  te  Lodvigdborg  in  Wflrt- 
temberg  geboren,  onbrisg  ^jn.  i^eidrog  aan  de 
Karl school  te  Stnittgart,  prwnoTeerde  later  in  ie 
rechten  en  begnit  zd<£  Tervolgen«  mar  Nederland, 
waar  hn  in  1807  benoemd  werd  tot  hoogleeraar 
iii  de  Nederlarndaobe  letteico  en  gcachiedenia  aan 
de  mffltaüre  «dwoil  te  HoDdebolredSjk.  Na  de  in- 
lIJTing  fao  «na  'knd  ia  bet  Fraoacb'a  Knierrijk 
w«rd  hq,  op  aanbereiitog  van  Cuvier,  se^daatet 
ais  hoogteenutr  in  de  geèebi«d-  en  aardrlikskande 
enz.  «aiD  de  milttaiire  ecbool  te  la  Flèobe.  In  1816 


werd  iman  aan  de  komnk'ljjke  aitiUerie-  en  ge- 
nieachoid  t«  DeUt  bet  ood^ijs  is  de  gesebied- 
en  aaidrökdconde  ofwedragen.  Hi«r  wa£  bjj  gt- 
durende  12  jaw  «erkzaam;  toen  de  aehool  1« 
DeiR  door  du  te  Breda  vervaiwen  verd,  legde 
by  ^jb  boofrIeetiaaTaaaibt  nedn.  Hij  overleed  den 
20sten  AfiDl  1834  te  D^t.  Bctmlve^B  aantal 
verbaJMMingen  eebreef  hj):  „BricTen'Hblt  AmstieT- 
dam  «ver  het  oationaal  toonéel  en  de  J4«d«rUnd- 
aebe  lettariumde"  (1805),  „Beecboniring  over  den 
ooraprong  dec  Dmtadie  acbouwmekn  en  schouw- 
epeldidtten"  (1806),  iMdde  uit  tiet  Hoö^iiit«eh, 
„Kedèvoermg  oves  iiet  tmt  en  bet  gewiebt  der 
g«sebJedBm»  (1616),  „Indeéding  tot  de  alc«mee- 
ne  geaduedenia  eni."  (3de  *nk  1820),  „Verban- 
deüög  (rrei  den  geest  en  de  aeden  der  Uiddet- 
eeuven  en  Tonntaimelök  over  de  bedmelyke  en 
openlyke  gereebtuh  tourooojen,  kruütodilMi 
enz."  en  ,4^  Dertdgjiinge  Oorlog,  een  bijdrage 
tot  de  krügakimdige  geechiedMHS,  met  de  leTeiis- 
en  karaMenehetsm  der  beioenide  veldhenen" 
(2  dliL,  1926).  Ook  zün  van  b^n  eenige  pjiot- 
mcbtan  in  bet  Hebt  ««rscbenen. 

BanVi  Martin,  «en  Duitsch  oriênteUat,  den 
aOsten  Jwiud  1827  te  OsUk>ri  bü  Bakngea  is 
WOrUuDbeng  geboren,  atudeerde  te  Tubingen  en 
te  OOKij^n  en  vesügde  aieh  In  1«S4  aie  pri- 
laatdoeent  te  Bmh>.  Twee  jaar  lal«r  begaf  hj 
sidi  op  oatnoodigiiig  Ten  Buiuen  naar  Heddel- 
bwf,  om  aan  eea  wtgave  van  den  Bybel  mede  te 
werken.  VMihier  weid  hij  naar  IixÜë  teroepen 
en  in  1656  tot  suiperiivtendent  ol  Samtrit  èlu- 
di«a  and  profeeaor  of  Samkrit  in  t^e  Poona-orf- 
lege  beDoemd,  Znn  grondige  kennaa  van  het  land 
en  ran  de  gewade  letterkütde  der  Pareen  bracht 
bem  aainatMtda  te  aantakine  met  de  gfJeerdate 

Eriesters  ^iei  sekte,  loodet  bg  weldra  de  nauw- 
eurigite  inlictttragen  «mtving  omtrent  hun  gods- 
dienatjge  plaehtlgfaeden.  Ode  «eid  bij  ingewnd  in 
de  ^ebeimeniseen  dei  Bredsnaaien  en  der  ^ebeele 
Indiadie  wetenaehafi,  terwül  h^  op  een  rne  door 
de  'provLDcie  Ooedeierat  'at  1868  kost^Kiie  ma- 
muetioten  verzamelde.  We^ne  luoilie-aaagele- 
genheoen  nam  bJi  in  1665  iij'n  ontdag  en  keerde 
net  fetgende  jaar  naar  DuitscMbad  terug,  wiar 
bq  boc^teeraar  te  HOneben  werd  en  over  den 
Zeiklavesta  o.  a.  sehieef:  „Doe  fUnf  Galbaa  oder 
Safflunkingen  v<»i  LJed^m  und  SprQohen  Zara- 
tbnstra'a,  aeaner  Jüwer  «nd  NaoUolgei"  (1858 
—1660.  2  dht.)  en  „^eaya  on  töe  eaered  langua- 
ge,  writiaigs  and  rekigion  af  the  ParBeee"  (2de 
dmk  187S).  Verder  noemen  wy :  „Ueber  die 
Pehlewjmracbe  and  den  Bundebeeh'*  (1854), 
„U«ber  Sobiift  and  ^irache  der  zweilen  Keil- 
«ehrif^tnng"  (1855),  „Ueber  die  uraprangUehe 
Bedeatmg  dea  Wovtes  Drehms"  (1868),  een  ver. 
taUng  vMt  een  ond-IndMeb  rituuRMek,  geti4eU: 
„Adtare;»  foahmana  of  the  Rigveda"  (2  dln., 
1863),  „Braduna  tod  die  Bnbmanen"  (1873), 
„Ueber  dba  Weeën  mtd  den  Wert  dea  Vedisehen 
Aecente"  (1873)  en  „Ve<ïeche  RfttaeHragen  and 
EatselaprQohe"  (1875).  Hij  overleed  den  Sden  Ju- 
ni 1876  te  Bad-Ifogu. 

Hanre,  Ham  Sielten,  de  aticbter  van  een 
godsdienstige  sekte  ra  Noorwegen  en  Denemar- 
ken, den  Soén  April  1711  op  bet  landgoed  Haage 
te  TbttQÖ  in  Noorw^n  geboren,  en  lét  hoei, 
voelde  lidi  op  zjjn  25ate  jaar  door  Ood  tot  pro~ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


JBUUOE— BATJFT. 


89 


leet  gOMpco.  In  «choft  en  predjiiiiig  beatreed 
liq  vooni  b«it  i^kmaUonM,  trok  öoor  bijna  ge- 
hèd  Nooiw«g«n,  en  overal  voitd  hg  utD'hMigeis. 
In  1600  beioöbt  hij  ook  Ko^etthae^iL,  doch  keerde 
wri(k«  naar  Noorwegen  terug,  wutr  hij  bü  afwiï- 
oeUag  te  Beigen  ■&  koapmBs  woonde  en  het 
laai  tle  «poatd  n»dreMde.  In  1£04  word  hjj  te 
ObristiaDsand,  wmt  I14  «en  drnUcrü  voor  zijn 
sttebtelijke  werken  beaat,  io  betbtenie  genomen, 
«D,  OA  «en  lO-jwiee  fmventiere  geiangenechap, 
wegene  oogeoor1o(3de  godedienetig«  mn«nk«fn- 
sten  "bot  2  jaar  vcetüngstraf  Tcnwidieehï,  we^k 
Tonoifi  men  echter  in  «en  geldboete  Tecanderde. 
Hy  trrerleed  den  24fltea  ApriJ  1824  op  lön  '^^kJ- 
goëd  Bieditvedt  t»)  Cbiüstóónoa.  Kg-n  Tamnuumste 
leeretcfiHiigen  winen  nfie  nui  w«éeigeboMle  en 
geloof,  «k  de  gnmddafen  der  zadigheéd,  atemede 
Ae  T«i  db  voortdurende  ^eoadeweitiag  vnn  dén 
HeiKf[en  Geert,  terwijl  hg  Madroag  fnp  liefde, 
nedtngbeid  en  een  «tddit^k  leven.  De  Bgbel, 
tUegonedi  v>erklaard,  ww  de  hoofdbron  zgner 
k«r.  Zj>D  udban^reiv,  HaugerUtm  of  Haugiatten 
genoeiiM^  waien  m  gnwten  getak  verepreid  over 
Noorwegen  en  Denemukeo  en  behoorden  biJM 
allen  tiiit  de  geiingore  volkskhsaen.  Zonder  neb 
al  te  ed>eiden  vh)  de  Evuigeiisobe  Kerk,  hiekten 
ig  afsonderli^e  oefeoiogen,  waar  iedot  het  woord 
voerde,  <Ke  daartoe  door  dien  -Geest  weid  aaoge- 
BpoonL  ThtiDB  vidMlt  men  er  nog  in  het  miden 
van  Noorwegen. 

Banrwlte,  ChriiHan  Augutt  Bcmrieh  Kart, 
gnaf  ton,  TTifheer  vort  Krappih,  «en  Pmisieeh 
gtaataman,  den  llden  Jnni  lT53  op  bet  lafidgoed 
Peuke  bg  Gek  in  SüeriS  geboren,  hnwde  na  het 
vi^Modigen  «gnei  ocademiedie  loopbaan  meteen 
dochter  vam  generaal  Tauenltien,  werd  in  ""*" 
müüoter  in  ^aats  wn  giaof  Sekulenburg. 
leidde  o.a.  oe  itweede  deelio^  tmi  Pol«n,  hei 
Haagach  sabaidieiwdnig  a>et  Engelwid  en  Nedn- 
land  (-17H)  en  de  vi«deeotMkirfaaadtAHigen  te  Ba- 
zel. Toen  echter  in  1808  de  Fransehen  Hawiover 
beMtten,  l^rde  hü  lün  betneUing  neder  en  werd 
tig  door  Bardeaoerg  owendgd.  Zoodre  er  on- 
eenigheid  ontoloiH)  tmêehen  Frmaen  ec  Napo- 
leon, wiUe  deH  aSeen  nMt  Haugvilt  ODdertwn- 
dden,  dk  bet  voor  Pnüeen  eottüddglce  verdrag 
i<Hi  Sohftnbnian  (16  December  liBOS)  doot,  waair- 
bg  PmieeD  AnatMflh,  Kleef  en  Neuchfttet  aan 
FraiÉrgk  alatond  en  Hamtorar  tot  vergoeding 
ODtvüg.  Dssnn  behatte  Haugmitx  aieh  opnieuw 
met  de  portefeniBe  ««n  BmtenlandsdK  Zaken. 
Zjjn  politiek  werd  a^kenrd.  Terw»]  ËogeLand 
verstoord  waa  over  de  inlijving  vajt  Hamwver  ia 
Pruiaen.  wwd  de  v«ii>oud!nc  vem  Pruisen  tot 
Fraofcrgk  tHeoet  ingewikkekieT.  BauguiUt  begaf 
lich  ala  bcmadoMüar  naar  Parije,  doch  keerde  w- 
verricfater  zake  tenig,  en  de  ooiio^  begon.  Hg 
waa  eelnige  imut  iden  slag  tiij  Jen»  en  vergcxélde 
den  lioBHig  naar  ign  goederen  in  Opper-SiJenS 
en  Polen,  waw  iai  een  ambtdooe  ieven  'teidde.  In 
1820  ging  hg  naat  IteliB.  Bq  overleed  in  18S1 
te  Venetië.  Tmi  hem  v«r8cheen  een  ,  J'ragment  dee 
m&noHee  dnédits  dn  eomte  de  HaoRwiti"  (1887). 
Haak,  Minaie,  «en  DnJtedi-Amerdka&Dedte 
dramatMcne  mueree,  den  16den  November  1852 
te  New-Yoi4  gïDoren,  wae  een  leerh'-nge  van  Br- 

rani  te  New-York  en  Strakoaek  rte  ParijB.  2^  de-      _..  _ 

bnteerde  kt  IS68  te  New-Tort  en  weid  in  In  ISeö   Rewntkal  ( 


voor  dne  ja&r  aain.  die  bofapera  te  Weenen  Teitmn- 
den;  in  1875  voor  twee  jaar  a&n  de  Kooaaklijk«' 
Opera  te  Benlijn.  Daaima  trad  zij  overal  al*  gaat 
op.  Zg  da  gehuwd  met  Ernst  von  Hesse-WarUgsf. 

Banlerwttk  ü  «en  dwp  in  de  provincie 
Prieaknd,  eemeemte  Ooet-Stelfingwori.  Bet  wordt 
ODderacbeiden  in  Boven-  en  BoDedea  Hauterwgk, 
heeh  een  Hervormde  en  een  OerefOTmeenle  lierk 
en  toU  «igeveer  löOO  imwoncrB. 

■anllSTllIe,  Protper  Ohartei  Alexattdre, 
baion  de,  een  Bemecb  joiinuklist  en  leider  ran  de 
constitiMioDMle  cKericaiea,  den  28aten  Mei  1830 
te  LnienriKug  geboren,  studeerde  te  Luik,  Brus- 
eel  ea  Boon  en  werd  in  .1656  protesaor  ia  het 
nataarrecbt  aan  de  nndvereitedt  te  Gent.  Bü  den 
val  vu  het  mdnieteiie  D«  Deeker-VHain  (ISST) 
verhMW  hg  sijn  bebekkiog,  werkte  mede  tot  dé 
aticfatkif  van  het  B.-Kaitboliek-«oneervaibiev«  dac- 
Uod  „UaBYersel",  bekette  zloh  dn  1865  met  oe- 
(Ëreotie  der  „Bevue  ^nérale''  en  werd  in  het  be- 
gin van  1678  booft&edacteuT  vaa  het  ^«vmal 
de  BroieUee",  Isiter  ooneGrvB.tor  van  het  Ibiaenm 
van  Omfiteden  te  Bruasd.  Hij  edireef:  „Hiietoüe 
de«  comnHmee  kHubacdes  dlepuw  Imir  oiigiiM  ins- 
qu'  i  la  ti-n  du  XIU  dèele"  (2  dfau,  1858),  door 
<k  Acadenüe  bdcroond,  „Qiainen  raitöque  da  ycD- 
jet  de  kii  eiM  l'obolilion  dee  oetrois  eommuoaaz" 
(1860),  „De  l'enaeigiiranent  mdmaire  en  Belgjqne" 
(1370),  „La  oattMmalité  bdge  va  Fkoiands  et 
W&Uona"  (1875>.,^dliEiia£)o4iid«ttt"  (1S7S), 
„De  raveiü  dea  penplee  eattoliqnee"  (1676),  in 
oegen  tafen  verteoU,  „Piojrt  de  moüXiataua  do 
la  Joi  du  I  iuület  1879  ma  renangnement  pri- 
maire" (1884),  ,Jortiwta  et  «ilbooettea"  (160^ 
1893,  2  dln.),  „T.  M.  T.  Boibon.  L'^rastat  ohes 
lea  ciriUate"  (1864)  en  .^^ea  oif^Ltudee  coionMlea 
dee  Bejgea  et  ia  quwtioa  eoloniale  en  Bdgique"' 
(1898). 

Banpü,  MoTxtt,  een  Duitadi  ktteckundige, 
wend  den  ^70ten  Jiüi  1806  te  Zittau  geboren,  atu- 


daar  ale  piivaatciocent  en  ««rd  er  eerst  buitenge- 
1848  gewoon  hoogto«iaai  in  de  Diut- 
•che  taal  en  tetei^nnde.  Wegena  dedaemiog  aan 
de  nationale  beweging  r»  1848  en  1949  werd  b$ 
«n  1850  g«e«l>orat,  dodi  betestte  ach  in  <bt  jaar 
met  het  aeccetariaat  van  de  geadued-  en  tettM- 
kaodige  Uaese  van  het  Koniak^  Genootechao 
vaa  Weteuahappen,  dot  hem  in  1648  het  üd- 
itaclMp  had  toegekend  «Q  "«")  m  1353  ^ 
. . .  n  boogieeTBai-  iit  de  Mide  Mtnea  t«  Berlnh. 
ia  1861  aamsardde  hij  het  vaete  secret&riaat  oer 
Aeademie  van  WotenaMiappen'.  Van  zijn  werken 
noemen  wij  zön  ciitMche  uitgaven  van  de  „Ha- 
Ueotioa"  van  Ovidiue,  van  de  „CjM^etica"  vam 
QraUiut  en  Hemttianut,  van  de  ,^etamorp1i> 
aen"  van  Ovidiut  (3de  druk  1863)  en  v<aa  de  wer- 
ken van  Virgüiu»,  Catuliuê,  TibuUia  en  Proper- 
Hut.  Uit  da  neg^aten  psfiieeen  van  Hermatm 
KÜ  hg  Büm  nnd  Moêehug,  alamode  AÉieliylut  ia 
£et  liicht.  Belangrijk  aijn  zijn  oritieche  uitgaven 
vam  „Erec"  (.1889).  ,Jièder  oaA  BCchlein".  „Dor 
arme  Heimrioh"  (8Ae  dmi  1881)  van  Bartmann 
«on  Aue,  „Gater  Gerhajd"  (1840)  van  Riidolf  von 
Erna,  „Wombeke".  (1644),  vam  „Ëneelshard"  van 
Rudolt  van  Wtinburg,  van  de  „lieder"  vaji  UoU- 
Iried  RMi  Neiteti  (1851)  en  vnn  Neidthard  von 
~  ^  Loefcmonn'a  lutgsve  der  oud- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HAÜiT— flAUiPTKANN. 


rte  Hiddel-HoopkiiitMiH  Kecdiditari   wnd  dooi 
bem  voortgeMt  «n  Tottooid.  Ook  btao^dm  hg  e«n 

(1652),  T*B  „WMnm"  (1654)  en  mo  „W^Jier 
«on  dsr  V<«d««tds"  (1653  en  1606).  ittt  Holf- 
«unm  «o»  roUn-fMm  gil  liii  „AUdntadu  BUU- 
ter"  (1896— IMO)  in  M  i^  co  rMÜaeMdt  •!• 
hMi  <fe  „ZdtMènft  fb  das  davtodM  AUertiram" 
(12  dfai.,  1841— 1S65,  2de  e«ie  1S«6  eni.).  Hg 
OTerieed  onTWWuht  den  Sden  Febniad  1874. 
Bg  bebmnde  tot  de  beite  beodieiMta  dei  Oode 
en  Middel-HoogdiBtidie  leUeiknnde.  Qooget 
dienetdgk  ie  <nk  de  ait^Te  der  werkm 
Oriekedi»  «n  I^tqoeebe  «dujiveia,  we&e  hg 
TOOT  acboolgelvDik  met  flermowi  Banyfa  te 
Gflttiag«Q  beMigd  heelt.  Dit  ün  noriaten  jw- 
pieien  Terecfanten  nog:  „Omaeidn''  (3  ddn.,  19^5 
—1677)   en   ,J^iMiiSiiaebe   V«lkabeder"    (1877). 

Hanpt,  SrieA.  eau  PntNtMtidi  godige- 
lende,  mxA  in  1841  te  Stialeond  MbMCo,  mm 
eent  leenuur  bmd  «en  gymiMuiiua,  Mei  (1878) 
boogleenw  te  Kei,  OraUnmM  en  Batte  en  Ud 
Tan  bet  eoaaabnée  (e  UaftgdeDbwg.  fioNvfe 
stnËetconin  «m  *ooni  de  wetonedutp  no  bet 
Nienwie  Ttatemcnt,  krwgt  bg  lerdci  eca  der 
leidien  me  dK  „fiiuwelüebe  Vereimgiw''.  Hg 
Mbreel  „Dw  «ratè  Bti^  dee  iO^au»"  (tSSS), 
„Ke  eltteatamentliehen  ffitalc  in  den  4  Eiui- 
gelien"  t187J),  „Oet  Soostag  «nd  die  Sibel" 
riE77>,  „Die  piiWwiMlie  Wi^heït  Jem"  (1680), 
„Pi^erachftft  nuf  VAtMteoe"  (2dE  drnfc  1690), 
„Die  Esefaafariogaeehes  Ansaeffen  Jeen  m  den 
S7iM>p<ucbui  ËnngdMni"  (IwS),  ,^dn  Keii^ 
iet  nicht  win  dieeer  Wdt"  (1903).  Sedert  1892 
iï  h|j  nKde-mtgeiTei  der  „lueologiscbe  Studiën 
and  Kritóken"  en  in  1010  stiebtte  hö  awt 
SdUon  het  (nwHidBdin&  ,,Detrtaeh-«T«n^aeh". 

H&npt)  Potd,  eui  DoitBch  uejrioloog,  den 
25Bten  Norember  1858  te  GSrbti  ^boten,  tlu- 
deerde  te  I«i{aw  en  Berlgn,  veetagde  »ch  in 
1680  ete  priTtsMocent  te  QftttÏDgNi,  werd  in 
1868  bnitengewooD  boo^eerMt  m>&i  en  üi  d«t 
zelfde  Jur  sewoon  boegneiuc  te  Beltjmore.  Hg 
■chreel  „Me  «onMnaehen  FMnttieneeeetM*' 
(1879),  „AkUdtaAe  nnd  «Mnertedie  KeHedmtt- 
teite"  (4  itQkken,   1881— I88S),  „Dm  bafajloni- 


ddacbe  Sprache"  (1883),  Beatrij  lur  wajri«dieD 
lAotMue"  (1868),  Fr(4egoinena  to  a  oontpaira- 
üve  A^ntMt  KTHnnwi"  (1886)  en  „Kohekth 
Terdeotedrt  and  tfklftrt"  (I90S).  Met  Friedtieh 
DeliUtteh  reiUaeerde  h^  de  „Beilrige  idt  Aan- 
rurfogie"  (I8W>— 191S),  maint  hr  OTenate  ut 
and^  tödicJiriften  taligke  ui|ak<JeD  geplaatet 
heeft,  ^.  ..'nie  Aaqnriam  »«e-wel"  (1^7).  Se- 
dert \SS&  liield  hg  neb  beug  met  de  lutgave 
Tan  „Uw  Mored  tmok^  ot  Üie  cU  TeetanieBL  A 
oitioal  edMhm  <A  bhe  HArew  text  ia  colora, 
'itdth  Dotea  prepaied  b;  emditent  BiUietl  echo- 
hm  of  Bmope  and  America"  (  de  z.g.  regen- 
boogbWtel  1^  ens.)  en  tod  era  meuwe  Eti^- 
eche  ^belT«Miiig. 

■aaptmMm,  Moritx,  een  Dnitich  eompo- 
nist,  den  ISden  OctcAer  1762  te  Dreaden  Reboren, 
vae  bestemd  tot  arcbLteet  maar  legde  aen  onder 
leiding  TSD  Sehait,  Qroue  en  Morlaeeki  ocdc  toe 
op  de  nmiieivInidEie.  In  1611  ging  bg  bjj  Spohr 


te  Qottia  T«eder  eompoeitie  en  notdapel  etndee- 
ren,  werd  io  1812  moUal  Tam  de  bofka^  te 
Dreedeo,  icma  im  1813  in  bet  orkest  tm  het 
„Theater  an  der  Wien"  te  Weenen  en  werd 
in  18>1S  mozieUeeraar  Usi  huize  van  den,  Roa- 
■iadwn  Tinvt  Btpiua.  In  il822  kwam  hg  aan 
bet  mkeat  te  Éaeecj,  vrad  m  .1842  eaotoi 
der  IbomasadKMri  te  Lei|)Big  en  in  1648 
thaorideeiaar  aan  liet  pae^iigeridite  «onees- 
Tatoriom  aldaar.  SS  redigeenu  «en  jaar  laag 
de  „AUgemeine  MntiVieitnng".  riditte  met  Jakm, 
Bohtmmn  «.a.  de  „Baeh-OeadlsdMlt''  op,  «aws 


na  hg  via  gelietie  krat  laag  v 
bewerkte  de  eerste  diie  deeliÉn  der  groote  Bacb- 
nitgaTe.  De  DnareoBiteit  te  QSttingea  vereende 
hem   het  oerodogtoriat.  H$  oTedséd  den   Sden 


de  enste  i^Mta  heeit  hij  ^nSi  ereiLwd 
womBn  door  ign  aibeid  He  tbeoreticoB;  ige 
Iwofdwetk  w  dat  gebied  *a  ,Jl&e  Nfttur  der  Har- 
mank  <DDd  Hetiilr  (2e  dr.  1873).  Uit  iga  oa- 
latenaelMA  beeft  O.  Paid  ,J>ie  tehre  tod  der 
HannMMfc"  (1668),  A.  SeAAie  „Braete  an  Ftmu 
&Dser"  (2  dln.,  1871)  en  F.  HÜUr  „Biiete  an 
Lodwig  Spohr  trad  andera"  (1876)  ia  bet  licbt 
gegeTcn. 

Hanptmann,  Qerhart,  een  Doitedi  dicbtef, 
den  16den  Ntnember  1862  to  SaUuvnn  (^le- 
lil)  ala  zoon  Tam  een  Ivitolhouder  gebocen,  wÖd- 
de  lidi  eeret  aan  den  iMtdboaw,  dodi  etudeér- 
de  daarna  te  Br«alaii  om  beeidbonwer  te  wtnden, 
maar  Tertrok  apoedig  dAarc^  naw  Jena  en  Ber- 
ign,  waar  hg  üt  de  mtauTWotenediaj^wn  atn- 
d«erde.  Na  een  v«d>^  tas  eenige  jaren  in  Ite- 
U8  en  ZwitaHtend  Teatógde  bg  ia«i  te  Berl^, 
latM  te  SdiMÜMihM  ia  het  Reniengebergta. 
Hmtptnumti  ie  era  der  beate  TwtegienwoordigeTi 


wgl*  aat^gen^en,  maai  meeatal  met  ncoea  opge- 
Toërde  Aamstiaebe  weikra  zgn  „Tor  Sooóen- 
aatnn^'  (1886),  ,J)as  Priedenfeat,  eine  Fami- 
lieuatBatronhe"  (1890),  „Eïiauame  Mensdien" 
(1891),  „Koll^e  Crampton"  (1892),  „Die  We- 
ber,  Scbanepiel  atu  den  Tieoiger  JahrcD"  (1892), 
„Der  Bibe^z"  (1893)  met  het  TorTtde  „Der 
rote  HabnT'  (1901),  „HaoDelee  Himn^aJtrt" 
(1863,  roet  deo  Öri/Jporier-prijfi  bekroond),  „Fk)- 
idaa  Oener"  (1696),  ,J>ie  vei«unJune  Olocie" 
(l£07),  dut  een  büteogewoon  aucoee  beA,  „Fnhr- 
maon  iHenadid^,  waarmede  hg  tot  bet  luÏTere 
realisme  terugkeerde  (1898,  met  den  Orillpaner- 
pröe  ibekrooad).  „ScUnek  nod  Jvok  (ISOOf,  „Mi- 
chael  Sraemer"  (1900),  „Der  urne  Hdniatb" 
(1902),  „Soee  Berod"  (<19(»),  „Und  Piiifia 
tuut"  (190S),  „Die  Jungfeni  Tom  Bisoboféberg" 
(1907),  „Kats«r  Karle  Qeiael"  (1908),  „OiieeUa" 
(1909),  .,Di«  BaMen"  (1911)  es  „Oabnel  SchU- 
lingi  Flncbt  (1912).  Ter  ge^nbeid  na  bet 
eeuwfeest  na  de  beTigduw  Tan  Dmteehlaad 
adtfeet  hn.  daartee  niitgaDMMngd,  een  ,J'eatqiiei 
in  Dentamen  Redmen",  dat  eAJter  in  höoge  krin- 
gen met  roienoegen  werd  antraDgen.  Verder 
'^lef  hq  Doe  hat  getSdit  ..Promethidenfaw" 
)),  de  nOTeUen  ,^r  AjMattf  en  „Babnw&r- 


DigilizedbyGoOglC 


HAÜFlUAlïN-aAUSBGOEfi. 


Ux  lUal"  (18S2)  en  de  tvaagm  „D«  K*r 
(aifiBto   fkoKiael    Oirat"  (1S11)  An  „Atiaol.. 
<1B12).  StOu*  1906  TOMègot  md  viMige  «t- 
gtT«  qsBT  diuiMtiKlw  wüken. 

Hanra,  «en  aM  ia  Btogiitn,  md  den  radi- 
taroBTH  THi  den  Boeg'li  tagenonr  CaknUa,  wmi- 
wi  het  d»  TOontod  mmt,  giri«en,  t«H  (191)) 
119000  iniraiMn.  Door  «en  «Snpbnw  i*  hot -^ 
CaleotlB  VfiboBdsiL  E^ntm  ia  Iwt  ent^not 
den  Bast-hkÜMiapoonNg,  die  naae  Beajawat  iwdt 
Door  ^  TeiUndingeii  met  Ckkntta  ia  bet  eoi 
beltn^^TÖke  iodMtn»-  en  faandtlwtnj  Qwtoeo-  «i 
juteapuüei^^).  T«i)  Z.  Tan  da  vowatwl  S^qMNc 


HanraU  ia  de  naam  thi  ea«  aaoaei  , 

gott  aan  de  ooalfaMt  t»  bet  ooonkJ^kw  eüaöd 
THI  Nieaw-ZeekadL  Zij  atrakt  iricb  «it  i«a  itat 
Booiden  naai  bet  noden  met  een  lengte  wt  104 
km.  en  ea  hiMdbe  na  30  tot  &0  km.  en  onder- 
a^widt  lidi  door  fiaaie  ïnatatr^n  en  tooitnt- 


monden  de  riiisni  Waabo  en  Pitko  oit  en  ia  ast 
xoidirec*^  ««dectte  Vgt  «cfatw  de  Waatoi^den 
6e  Imtcd  WaMwMta  met  de  atod  AwUud. 

Hanraiit  bet  Avranilit  der  Onden,  ia  een 
vnlksAieebe,  laer  vmeMban  boogvUte  in  S71M, 
aan  de  bimmen  van  den  Jannow  (SdMoad  el 
UeiwdUze),  toet  de  hooMrtad  Boetra  of  Bosnu 
Zö  be^  g«eo  toornen  en  «wdt  «leehrta  dooc  en- 
tide,  mee^  ^oee  wwË'a  dooreneden.  Ten  N.0. 
Tw^beH  mA  de  D«}eM  Hmitmi  in  den  TeH  d 
Dijena  tot  een  hooête  mn  1689  m.  Het  diatriet 
HaAiraa  t^  op  21900  T.km.  oi^veer  IMOOO 
inwoKTe.  De  ooet-  en  tiioA^de  tmi  EMirao  x^ 
■nik  «odB  bekend  ala  <le  korenaobDUi  T&n  SynC. 
U«n  Tisdt  er  ongereer  900  TMlateo  dorpen  en 
«teden,  dMaenteMa  eleebta  weinig  bewoonde 
nkXntn,  waaronder  een  aantal  Joodeefie  teod- 
Mrawkoloodea.  De  «maoartnier  beifraagt  jaadgka 
80—100000  ton,  «erw^  «en  e^keSoereelheid 
Toor  dgen  gebióik  TcAoawd  wacih.  Het  land- 
eebapiraKtt  md  oooid  naar  waU  doormedBn  door 
den  BadbjiaBpootweg  «1  ia  met  de  haTenatedni 
Beiroet  ea  Haifa  door  ^MiMwiegen  Terbonden. 

Hanrdan,  Jttm  BarthéUmv,  een  Pranaeii 
ei&qper,  den  Sden  NoremlMr  1812  te  Parna  ge- 
boren, MTBfde,  oadnt  bn  ini  etniVtii  Toitond 
had,  bet  g«aciidft  ,Jia  Uontagne"  (1882),  dat 
noot  opiien  baacde  en  Ted  tegentftraak  niUokte. 
Bo«t  waa  }tq  fooT  talröke  tjjditMuiflen  werk- 
immn,  Terrolgena  ala  faot^mdaatenr  Tan  deo 
„Oouio  de  la  Sartbe".  Na  da  F^ruri-omwente- 
img  wend  bqeooaerTKtwaaade  Natkatale  BibUo- 
theM  en  bd  der  GeaMtatnante,  maar  legde  na  den 
staatagreep  Taai  3  Deeeanber 


>er  eentgenMmde  be- 
i  September  1870  tot 


ddieoteor  der  Nattonale  Itonkkeqi  benoemd. 
wee  Hd  rao  bet  Inatitwit  en  van  de  Académie 
dea  Inatristiona.  Van  q^  geaahriHen  TermeUen 
wj:  „CrMqne  dea  bjoctiièKtm  métaidiTaiMea  de 
Hante  de  P41ue  ate.'*  (1840),  JBitimn  Utténiic. 
•    "■    \(]Odln.,  adednA  1870— leTT),    " 


91 

«oDi"  (1654),  „Hngnee  de 
Süat-VtBtor"  (1860),  ,3ii«nmrit«B  hiatniMruea  et 
UtMniiea-  <1««1),  JSf^imn  de  la  pfailoeopfaie 
-*'—■" — "  (1S72),  „Benmid  Dtiidez  et  Tioqni- 
'    "    (1677),   „OittJwrne   dei   ma- 

Ifaaarme"   (2  dia., 

de  quelquea  ma- 
niuoraw  WHaa  ne  a  jouwooieqae  Natiooalu"  (dU 
1— e,  IflilO— ISeS).  OA  bewerkte  bu  de  decJen 
15  en  1<  Taa  bet  weA  „OeMU  ahnatiau"  (1656 
— 1M6),  waigTOOt  de  Académie  faem  b^  faeihaling 
den  Fiü-Oobeit  toekende.  Hg  ooerleed  dra  29eten 
ApiÜ  1606. 

Bmrowltlj  Horrw  voiil  een  Boaedaeb  offj- 
eier  Tin  ^noamtad,  «n  iSden  Deeember  1799 
te  Steaawqk  gabonn,  atndeardie  te  £«penhigen, 
"  ■'-•.  ^üof  «én  TCH  Hai  WeatJnïB,  tnd 
in  Bnanatèen  dienat,  waa  zca  jaar  ala 
4a  irrrViaani  te  Samtow  en  weii 


goaTeneana 

dMinp  «ite  bü  bet  bMUHeofaxfia  te  Zaaknw  So- 
lo, uaar  adiraaf  bjj:  „TofugraobiariMDediuni- 
wA»  fieobaditamen  abeerdeueUVeben  Tfaei  dei 
Santowiaeben  OonTeaseotenti"  (1690),  werd  be- 
noemd tot  tgfarta  nat  gnMtnnt  CoattoityM  Ki- 
kolajtmUj  en  trachtte  den  geneaataindügen  dienat 
op  dB  Tloot  te  TiabetefeDk  Vardar  leftade  bj: 
„Uebenidit  Ober  die  Knnkbegten  nnd  mediniii- 
ecben  VeiUStniwe  an!  dei  vmmAn  OeUeeTlotto 
im  Krieg  Tcm  1655",  ,^nrM  AmlBiti^g  Hr  Ha- 
rinebst^  (165^,  „Die  Armee  und  *br  SaniUts- 
««aen  ia  «bran  gegenaeitigen  VeriiUtnaa"  (1868), 
„Das  MiUUraanluUweaen  der  Veretnigten  Stat- 
iën von  Nordamerifca  wihiend  dea  Mxten  SiÓMa, 
nebetSebaUenuMenTKnUoduDdLevUn*'  (18W 
en  „Eaooemngen  ao  Korfo"  (186S).  Nadat  1^ 
ala  iaiapeatenr-ganraal  vaa  óea  MMeakvndigen 
dieut  bq  de  Roaaieche  Hanne  «wkzaam  waa  ge- 
weeat,  ootTue  bq  den  rang  tan  generaal  en  ge- 
beimraad.  &  1864  nita  bjj  gepeuioiaDeefd, 
worade  eerat  te  Weenen,  daanu  te  Ommtden  en 
overieed  dea  6dea  Joti  1882. 

Hans,  JaeqiMê  Joêepk.  een  Bejgiaoh  rechta- 
grieenle,  ia  1796  ta  WhibaiK  geboren,  malBKde 
ii«b  10  Delgil  en  werd  tot  noógleeiaair  «  oet 
atrafredit  te  Ooit  benoemd,  waar  b^  ia  1681 
oTialaed.  Vaa  ^jn  werken  noemen  wii:  „Obeer- 
vatione  eor  k  vcojet  de  leTiaion  du  Code  pénal 
préaenlé  anx  Own^  belgee"  (1SÖ5— 1838), 
„Bipoei  dea  motifi  dn  Oode  f>intl  beige"  (1850), 
iJa  póne  de  mort,  aon  paaaé,  aon  préeent,  eon 
arenir"  (1866)  en  „PnBOmeB  gtoéiMX  dn  draat 
pénal  beJg«"  (1699). 

Haut,  Sdicniard,  een  aoon  Tan  den  voorgaande, 
in  1626  te  Oent  gebonn,  waa  proeuNor  dea 
kooings  akkar  en  OTerieed  in  1676.  Hy  echreet 
o.a.:  ,/Lee  eoaïtieaa  indnatiieMea  et  eoramerda- 
lee"  (1664),  „Dn  d«nt  nriT<  qoi  r^it  le>  étran- 
geca  en  Belinqve"  (1815,  ook  „Dn  £oTt  dei  gene 
priTé,  eonoUiré  duu  aea  pdaeipee  et  dane  lea 
rapporta  aTec  iee  kaa  órilea  dei  Beiges"  (1875), 
„La  ehriatiaDiame  et  k  Une  pensee"  (1875), 
,Jje  gnoalieiame  et  la  faaacmaooaaerie  eoneidé- 
rée  dan*  imi  «ligine,  aon  orgameatioin,  eee  baaea, 
aon  bnt"  (1875). 

BaiUMimr,  fnedriek  eoa,  een  Dnitsdi  nta- 
«eoloog,  du  28aten  April  1897  te  St.  Andiae  ge- 
boren, odMiw  ijpi  mntikale  opleiding  van  Soli- 
•mm  en  OHo  Deteo/T,  atndeode  in  de  iecbt<»  en 


DigilizedbyGoOglC 


92 


HAÜSEGOER^HAUSRA'nï. 


nstifde  lioh  lie  advocaat  te  'Gr&z;  ia  1672  werd 
hg  meent  io  (1«  'Uieoiie  en  de  ges'!bi«de[ns  étt 
muaek  aan  de  «uvervteit  altlaar.  Oq)  bet  g«bied 
der  muikk-aesUwtioa  heelt  hjj  een  uitstekenden 
mam  verworven.  Hn  vAreei:  „Husik  ale  Ado- 
dnick"  |2de  irA  1881).  „Ridiard  Wagni 
SdwpenhMwr"  (Stte  druk  1692),  „Vom  Jenaeite 
dM  KUwtlers"  (1893),  „Die  künabteriodte  Per- 
sSiüddünlt"  [1S97),  „Dd«  AnJ&ng«  d«r  fiaimo- 
nie",  „0«cSaiiken  eJoea  Sdiaoenden''  (-vftnanielde 
opatéUen,  mitgcgeven  door  Siegmund  von  Hauieg- 
ger,  1903),  en  „Un«ere  dentaehe  Meiater"  {Boek, 
itoxart,  Beethoven,  Wagntr,  uütgeg«ven  door  Rv- 
doU  LÓuts,  19Q1).  Von  Hautegger  overleed  den 
23Blen  Febiuad  1^9  te  Gnu. 

Hauwgger,  Siegmund  von,  «en  zoon  v&n  den 
TOirige,  wéai  den  16den  Augnstue  1672  Ie  Oisz 
geboren,  oatvding  z^jn  aniEi^Me  optaiiding  van  zifn 
vader,  van  E.  \V.  Degner  en  P.  Pohlig,  «i  i»- 
Eocbt  daaraia  de  wiiversi^eit.  Toen  faq  aobttiten 
JMr  ood  ma,  werd  reeds  ^  eerate  opera  t^- 
geroerd;  .^elfrid"  (te  Qmz  !>890).  In  bet  sei- 
zi>en  1695— 1696  trad  hu  t^  «h  ewtdóidgeat  aan 
de  open  te  Oiaz,  in  \W9  werd  ii^  benoemd  tot 
leider  der  ToUw-ejinpboiue-coDeerteD  vad  bet 
Koim-oikest  te  UOncben  en  van  1903  tot  1906 
leiddie  hjj  de  z.  e.  „HtMewaakomerte"  t«  Fraidt- 
fort.  Sedert  1910  4b  hij  <iiritfen.t.  van  Je  philhar- 
DMnisdM  coneeiten  te  Hannti^  en  ook  van  de 
<TiMfa>Diie-(»D<:«rten  twd  het  BHltliDer^oiikeet  te 
Ber^n.  Von  Hmuegger  geldt  als  een  der  beste 
diripeolen  vno  osien  tjjd  en  heelt  ook  als  com- 
poDut  een  goeden  DHam.  In  1896  Toerde  de  hof- 
opera ts  MÜDcbea  ign  opera  „Zlonober" 
(tekat  T&n  den  compondet,  bewerkt  wtar  l 
A.  Boffmanti);  verder  sebreef  Jig:  „DiionjBi«ehe 
Fbantuie"  (IS99j,  „BarbaroeBa"  (190S),  „Wie 
land  d«T  Sehnrör'  (lfl04)  en  „Naiunyniiphonie'' 
(1911)  voor  groot  orkest,  een  aantal  werken  vooi 
manmokoor  en  gemengd  koor  met  oriieBt,  eni. 
Hanihofer,  Hot,  een  Doataeh  Btaathniahon' 
kandige  en  schijiver,  den  23aten  April  1840  ge- 
boren, studeerde  aMaar  kt  de  reehten  en  wqme- 
geerle,  reetigde  «r  neh  in  166?  al»  pTivaatdoeent 
en  werd  et  net  Tolgei>de  jatbr  boogleeraai 
staatJHiiBhoudkaDde  aan  de  tedirneOhe  hoose- 
ïcbool.  In  1875  werd  hg  teven»  getown  tot  lid 
Tan  de  Tweede  EaineT  in  Beieren.  Hnadueef  o.a.: 
„Lebr-  and  Hananioh  der  StatieUk"  (^de  drok 
1882),  ./^rnndïQge  dea  EÏMnbatoweaeoa"  (1873), 
„Der  Indnstriebetrieb"  (1874) „HaDtM^eBohitA- 
te"  (5de  ^mk  1905),  „Der  ktütentkarnpi  dM 
Eleiogewerbea"  (1885),  „Die  Eliefrage  im  Dent- 
Bohen  Reich"  (1895),  „Der  moderne  SonaliMnos" 
(il896),  „Der  IiMfvstrid)etri«b,  ^ndboch  der  Ge- 
KMftaI«iiire  fOr  tetdmiedie  Beamte"  (3de  aitgv 
Te  1904)  en  „BeTQikerni^tMire"  (1904).  Verder 
schreef  4iq:  „OedubU"  (2die  dmk  1866) 
«chillendie  romans.  Hn  waa  een  grondig  kenner 
van  liJn  Bedersehe  TaiferlaDd  en  van  Tirol,  waar- 
van hg  o.  a.  t<n  de  bekende  -rereainriing  van  Vel- 
hagen  en  Kbuing  „Land  «td  Leute"  eetnigde. 
H(|  overleed  den  9den  April  1907  te  Qrie<  (bü 

HansbofBr,  Karl,  een  Duitecb  dcUatoAmn- 
dige,  den  28Bten  Apral  16S9  te  HOnchen  geboren, 

etuileerde  aldaar,  te  Praag  en  Freaburg,  vegtigde 
lich  in  '1865  aJa  priTaatdooent  io  de  delfstafkande 


te  Münoben,  werd  er  in  1608  hoogleeraar,  in  1389 
direeleur  der  Techndaehe  HoogescWl  en  in  1892 
lid  Tan  den  Of^ereeboobaad.  üg  deed  ondciioe- 
kin^n  over  bet  ast^rianu  en  de  asfiguren  in  bet 
ealuet,  dte  tot  helaogr^ke  reaultaten  op  bet  ge- 
bied der  kiiatalfihyaiea  leidden;  OTer  de  krlatal- 
lographiadie  TerttoudingeD  van  vele  orgaoiadie 
Tarbindiiigen  eni.  Hü  ecbraet:  „Eüfstab^en  mr 
Bestimmnng  der  Geeteine"  (1867)  „Die  Koneti- 
tutton  der  namiliahen  Sibkate"  (1875),  „Fiuii. 
Ton  Kobell"  (1684),  .^ikroaktfnEcfae  ReaJctio- 
nen"  (1655)  en  .J^tfadem  Edr  dóe  UineioibeBtJin- 
nnmg"  (1802).  I^j  overleed  den  Saten  Jaiuiari 


Autumuiui,   Johantt  Friedriek  Ludieig.    een. 

DuLtach  delfBtoIkinvUge,  den  228teii  Febiuaxi 
1782  te  HaortoTer  geboren,  Iwiodit  het  gymna- 
ainm  aldau,  toen  bet  GaroUmuin  en  st^eerde- 
v<ervolgene  té  Q5ttingen.  In  1803  werd  hg  audi- 
teur vsm  bet  mijnwezen  te  KlauUi^  en  ia  1604 
eeoretaria  bg  bet  mijndeipartemeDt  te  Brunaw^ 
waaina  lig  in  1806  en  1607  een  deHetofkuodw* 
reu  deed  Wr  Skandimviiê.  In  1609  benoemde  oo 
regeering  yan  Weetlalen  'hem  tot  io^>eetear-ge- 
oeroal  Tsn  de  (ngnen.  Weldra  eebter  I^de  b^  deze 
betrekking  rMder,  om  zidi  geheel  earn  de  weten- 
BChap  te  wgden,  en  werd  in  1811  hoogleer^  in 
de  teduwkogie  eos.  aam  de  boogeeebool  te  Göt- 
tingen,  Zjpi  Tigen  tjjd  besleedde  h^  aan  eea  ge- 
ogoostiBch  ondénoek  der  No<Hd-Diii1«ebe  be^- 
Blreek  en  bqwalde  m<h  Jn3ondei4)eid  bjj  den 
Han.  Verder  'bezocht  hg  ZwiUerknd,  Maüe. 
Franbri^,  de  Nederlanden,  Eïngriand  en  Spanje 
en  overdeed  te  GOttingen  den  26elen  December 
1359.  V«rn  ign  gescbrnten  noetnen  wg:  „Kristal- 
k>gr«j>hisebe  Bettri^e"  (l^OS),  „Norddenl«cbe 
Reitrige  zu  Berg-imd  Hfitteokvnde"  (1806— 
1610),  „Hanfiiacb  der  MineiaJogie"  (3  dln.,  2de 
druk  1647),  „Reiae  durdi  Skaoc&iavjen"  (1811— 
1818),  „UuterauebunKen  fiber  die  Formen  der 
lebkwen  Nabur"  (1821),  „Verauidw  einer  geok^- 
s^n  BegrODdoag  des  Ackerbau-  und  ^tratwe- 
aens"  (l«i5),  „Uffber  óna  Zoataod  dea  HanofiTer- 
tehen  Harzea"  (1882),  „Ueber  die  BUdang  de* 
Harze«"  (1642)  en  onderwheiden  belangriike  *«!- 
haiDddin^  in  tndaduiïteo  eo  in  de  werken  van 
bet  Komnlrï^  OeiKratschap  van  Wetensciiapfieit 
te  OOttingen. 

Hatunuuuilst,  «en  mangaanoiiedoniduiil 
(UniOi)  nwt  een  mangaaogehalta  tsu  72  k  ea 
een  innratoMtaMe  na  ^%,  krutaUiaeeft  in 
tetragoute,  dftw)^  ook  in  tveeltneskriataHen, 
ia  linrinaclifig  nrari,  m«tealg1ainend,  met  een 
hardh^  vnn  5,5  en  een  eoorteljjk  gewicht  na 
4,5.  Eet  amdt  niet  voor  de  hlaMpvp  en  levert 
bij  gloeiing  geen  water  en  o<A  geen  nnistot. 
Hen  TJnd^  hrt  in  enkeivoodige  en  ook  in  twee- 
üngakrivteJlen  in  het  porfier  h|j  UefeM  ia  den 
Earz  en  hg  IIomiaD  in  het  Thnriogerwoud.  Bet 
ontleent  zgn  naam  aan  den  mineraleog  Hmumamn 
:Be  aldaar). 

Hsnar&Ui,  Adolf,  een  Dni't«ch  godgeleerde, 
den  ISden  Jamiad  1837  te  Kaïigrahe  geboren, 
studeerde  te  Jena,  OOttangen,  Bertgn  en  Hei- 
ddberg  in  de  theologie,  vestigde  zjch  in  1861  dn 
privaatdocent  te   HeideibeTg,    werd    er  in  1867 

frofeBBOf  in  de  kerkgeedii^iBnia,  en  ie  bier  w 
909  overleden.  Hg  aehteef:  ,J>m  Aiwetd  Pan- 


DigilizedbyGoOglC 


HATOBATH-JfAUSSER. 


93 


hia"  2de  Ank  1673),  „NentntuDevtffi^  Zeitm- 
whkfat»"  (3de  dn*  1679,  4  dhk.),  „Der  VJerka- 
püdbiief  dea  Baolna  «o  die  KminUier"  (1870), 
„Bebgitae  Reden  nnd  BatavChtungeiL"  (2de  drak 
\SeS),  ,J)&Tid  Friedricfa  etiwiwi  and  4He  Theo- 
loge eetner  Zeit"  (187«-^1W8,  Q  dfa.),  „Klei- 
ne Scfariften  leHgiaiMgmdhialitliohen  loiialte" 
(1888),  „AratM  voaerewi«''<'ia»l>,  „Peter  Ab&- 
Urd"  (1S93).  „U&rtin  Lnttwia  Romlahrt"  (18M), 
„Die  AmokttsteQ"  (1865),  „Kwi  HolBten"  (1807), 
„Aloi&nder  und  Lnther  Kat  dean  Beiehfttage  m 
Womw"  (1897).  „AiHe  Befauate.  OedBchtnübUt- 
tv"  (1860—1902,  S  dh.].  „BtdMrd  Roti»  mxl 
aeiiie  Frafufe"  (1902),  „Luthers  Leben"  (1904) 
en  „J«Kn  «nd  die  Beiiteataiiiientiiebea  Sebriitotel- 
let"  (ISOS— 1909,  2  dfak.).  Ook  kv«nk  hq  onder 
deo  ecbuUiMUun  Qeorgt  Taglor  ^  historieehe  to- 
m«M:  „AatHuW'  (1860),  „Klytu"  (1883),  „Jet- 
to"  (18M),  „EMiiede"  (2de  dnik  1885)  en  de 
wt«WaMs,  „Tutter  dem  Xst^peubsum"  (1899), 
pAi»n*M"    fieoij)    en    ,4iw  Aïbigenaerin" 


L  «t  Baot—a,  «en  groot  N«f!«rniU:  in 
Mtatm  (B«  aMaM)  i»  N.W.-AfriJc&, 
•ebiipt  •notgn  op  ttet  boogknd  toBGeben  Sokotc 
«Q  Bonne  «wocmd  4e  bebfien,  doch  Tomt  thnw, 
doM'  de  EUlKt»  onderworpen  en  met  deie  Ter- 
neugd,  b«t  giooMe  deet  hIct  toMdkins  tm  bet 
ryk  Sokoto  met  Qendo  en  Adamaoea.  In  teg«D- 
■teHing  DMt  de  nu  veetodt  l»*«Dde  FfJlala  zön 
de  iatulweiite,  vwkiaaw  Banna  landtMrawor*  en 
haadwcrklieAn,  tenriil  ig  leTena  flinke  kooplie- 
"  I  da  FeSato  ^  ■*        '    '      " 


!.  Leftim  hoiMlt  de  Hanaia 
voor  een  tnaaclieo  de  N«gam  io«initeeac))OTea 
oodo  kolonie  dor  Hamieten,  tenrö^'  f>.  Muller  h 
*1«  loÏTero  Mgets  beidiooirt,  nnwr  «anDoenit,  dat 
i^  vroeger  verdM  ni*r  bet  O.  meer  ia  de  tiabq- 
bêid  dor  fiaoutHehe  volkeren  gemwad  beUwn. 
Sommageo  mtcDsn  ook  ondn  de  H«iim  nog  spo- 
ren gevoMfen  te  bobben  'vwi  vroeger  fM  Noord- 
E«ro|M  hnam^Mogaa  bhawoogige  verorer- 
aara.  De  in  1892  te  Londen  oognwltte  ,3enaea 
Aaaoeiation"  bedt  ach  de  «todie  der  Haauataal 
en  de  wtteüeetneele  veihefting  van  d«en  vclke- 
atam  ten  doel  gesteld  (BjjbeIv«TtaÜng,  nitgave 
vu  teksten  ent.). 

BAOMHurtaton,  tot  voor  koiteo  tyd  de 
graotate  onder  één  heeisdter  veteenagde  (talen- 
tood  van  HidM-^Iriika,  Hggen  tnnchen  6*15' 
N.Br.  en  0>15'  O.L.v.Ot„  -bedaan  een  on)er- 
vlakto  <van  664  780  v.km.  met  een  bevolkii^  van 
18  nsHioen  nnnmeiB  en  beateAU  niit  de  r|jken  So- 
koto,  Oaado  e&  Adamaoea  {lie  dese  artikelen). 
Ab  eclite  Haooaa  pnyrineiea  «orden  fiimn,  Dan- 
m,  Ooin,  Kano,  Rano,  KatsMa  en  Zcgwg  of 
Saria  beoéfuMwt^  bowoidien  ign  er  nog  oaedite 
(Zaa/an  of  SanAara,  KeU,  Baat^i,  Oocari,  Yaoe- 
ri  «o  KoRMtoIa),  die  dan  «ttan  'van  Sototo,  ah 
bdneraeber  dar  gttoorigen  (fytriki-tt^imUmiii}, 
«en  nhattiag  iDoetea  betalen.  Bet  booMbeatand^ 
daal  dar  bevolfciiiK  vennen  de  &nMa  (»e  ahhar), 
wier  taai  én  oftiaeel,  Aa  in  den  dageJijkaolien  om. 
gang  algemeen  gebmikt  woidt,  m  de  FeUata, 


dde  de  faeersebende  klawe  lijn,  dui  de  snUan  tot 
hen  behoort;  voidler  Toeaieg,  bafitaarde  vaji  Fella- 
ta  en  Toeorcg,  Toekoeleur  enz.  Een  eendgeuu  aa- 
menbaiigend  r^  iuukkn  de  Hawaa  volgens  Ara- 
bieobe  geogtafen  i«edB  in  IS50;  lïuigzemeiWMl 
werd  bot  im  een  aantal  kleine  sUatjos  gespUtet, 
mairoadeT  voorsJ  KaïM  en  Katsena  Kch  m  de 
16de  eemv  dMv  beedMving  ondersdieididen.  De 
lalun  vond  er  kort  na  liOO  ingang.  Het  Mo- 
hunmedaanadM  iwiderevojk  der  FoeM»  of  Fellala 
ondel wieap  sedert  1803  onder  UlkmoH  dan  Fo- 
dio  (Chman  ibn  Faudani,  t   1SI7)  bet  geheele 

Ïetüed;  de  ExMmritKnéMxa  werden  wttal  door 
eUata-dmaatieBn  vervangen.  Hoofdstad  van  het 
mk  weid  Sokoio,  boevcJ  bet  in  1620  «bouwde 
Woeroa  neeatal  dn  lendentie  waa.  Na  Ulkman'i 
dood  kreeg  Mohammed  BeÜo  de  eebte  Hnuaea- 
staten,  met  Sok«An  als  leaideatie;  itjn  jongere 
broeder  AbdatUthi  de  oneclite  («aanbQ  ook  mg 
Noepe  en  Ywoeba  gepekeod  kuninea  vorden), 
met  Oando  als  wleL  Hot  inwendig  beatnur  der 
^Moderlgke  Hauseaetaten  waa  ODbepedct,  eUeen 
was  HMD  «faattiM  aan  Sokoto  yemehnlifigd.  lu 
1902  bewHen  de  Ëngetecdno  edtler  Bidda,  Kon- 
tagora  en  ïola,  in  1908  ook  Kan»,  waardoor  de 
ll^ikgeMhe  maeU  ttrt  niddett  in  het  rijk  van  So- 


bevraterm,  waMdoor  hot  sta- 
gen der  prjjieu  en  nteei  io  het  hgionder  he4  (to- 
gen VH  den  koera  dec  effecten  wordt  aangedoM. 

HttnMer,  ÏMdmg,  «en  Diütech  geadiiad- 
sehrqvw,  den  26sten  OetobM  M18  te  KleebiHS 
in  den  Beneden-E3wB  ^<eboren.  ontving  ig»  of^d- 
diog  aan  het  gyauManm  te  Uamtbeun  en  ging 
in  18S5  naar  BndellMag  in  de  letteren  atudeeren. 
Door  invked  van  BeUoieer  kgde  hij  lid  aUaar, 
«n  later  te  Jena,  ook  op  da  gesdaedeoie  toe.  Na- 
dat hq  in  1S38  gtDiomovwerd  wae,  gaf  hq  ign 
geediriften:  „Die  oentadMO  Oesduebtssriireibeir 
vofn  AoCmge  dea  Frankenmii^  Us  auf  dS«  Ho- 
)ieDstaaren'^(18Sd)  en  „Die  8<kj^  von  Teil"  (1340) 

het  Meht,  vertrok  naar  Parge.  waM  hg  eratuef- 


van  lün  ,«OeMM<fat«  der  ibeiBselien  PMi"  (1845, 
2  din.),  werd  hg  «  tot  budtragewoon  hoof^raar 
beooenid.  Orooto  behtogetelUng  toonde  hg  in  de 
Rtaatkondjge  bewegingen  o.  a.  door  ign  Wochure: 
..ScUeewig-Bc^te»,  Deutecbknd  nnd  Dinemark" 
(1846).  In  1847  en  1848  wia  hg  Ud  van  de  r»- 
daetie  der  „Deatwhe  Zeitung".  In  1850  had  hg 
liMing  in  bet  ..UratHtnarleineirt"  te  ErfiHt.  la- 
nuddeis  was  hg  in  1849  tot  gewoon  hoogleeraar 
benoemd  en  had  hg  een  aanvang  gemaakt  met 
iga  werk  „Deateche  Oeecfaichte  vom  Tode  Ftie- 
driehi  dee  Groiaen  bie  lur  OrQndvog  dee  Dent- 
erhen  Bundea  (4de  drak  1869,  4  dhi.).  Zijn  oppo- 
aHie  t^en  de  keikelgke  reactie  in  1858  had  ia 
Baden  een  helangrgken  wrioed,  evenals  iga  he- 
vige pofernkk  iegea  de  ottiainoittaaDsche  paitQ 
in  1859,  ter  ^degenhtad  van  de  henaddagingea 
ov«r  het  «meoidaat  met  Bonte.  In  het  aigemeea 
wgdde  hg  idd  kiaditan  aan  de  bevordering  der 
liberale  begiiiaelaL  In  1860  w«rd  hg  weder  Hd 
van  de  Tweede  X»xaac  ea  atrekte  ar  tot  etenn  van 


Maart   1867.  Van  i^n  geaehriften  noemen    wS 


DigilizedbyGoOglC 


HAtfeSBB-iBADTAIN. 


nc^:  ,4)eiikw«nllgk«iteii  mr  0«Mbiebt«  4et  B»- 
dennbni  IC«Tahition"  (1661),  „Kul,  FreiberT  n>a 
SUo,  eine  9ki»e"  (imï),  „Znr  BeuuMhng  Frie- 
dndw  dM  GrciMeii''  (1862)  «n  Jüe  Selorm  d«e 
DenteobeD  BiiMlMtw«a"  (1963),  tawTH  m  i^ 
orerlMkn  t^n  „Oeae&i(4it«  <il«T  inoiOsiBdMiL  B«- 
mhiuóii"  (1897)  en  im  „OtacUiMe  det  Zótal- 
ten  der  RefonoKtMHi'^  (1868)  ia  faet  lieiit  ijpi 
TCndKMn.  Ook  twelut  er  eeo  mtgaTe  qJD«t 
HTumeUe  WM^en  {186»-^ie70,  2  Sa: 


_ Pm* 

.  g«bot«ii,  tnd'  DA  de  omwentdiDff  na  18S0  in  oe 
unbl^te  locnlMaa  «d  «m  hi  1648  (HMleif(«fea 
TAQ  a»je,  aocb  weid  iw  de  Februui-TVTOlatii 
duniK  ootiet.  SapoUoH  beiia«nd«  hem  «lehter- 
Mn«(dg«M  UtpiefeetTutVar,  ileOii(mda,«n  m 
1853  TaafaetSeine-dc^MitomeDit,  «<dkuDbthqtot 
1670  bekSeeiMe.  DoMdehenedieppiiKT&iiP&rii» 
beelt  hg  ««n  EniapeeMbe-Tennaaraheia  lerworrcn. 
Het  gddrte  bem  de  «veibewilkte  w^eo  door  den 
Moleg  vut  brewte  otnUn  geimder  te  nwken, 
omti^ende,  algejinderde  jfedetltM  door  fra&ie 
8«bouw«D  roet  bet  mtddelpaiit  te  rarbindeD  en 
op  deie  wijse,  toomI  dow  de  boak<nud>  en  pu- 
ken,  Fiuji*  lot  de  nmuste  etad  der  werdd  Is 
nukeo.  Vhi  de  door  bem  latffeToeide  «erken 
Mtemen  wg  de  lie»dM|>Biog  van  aet  Beit  de  Boa- 
logne  10  «en  ttim  pa»,  de  Terlengni^  mi  da 
Bue  Si-nÜ  en  den  ouleg  na  ondaiciMóai  boa> 
levMdi,  bet  boawen  ma  «itmuntende  rMen,  bet 
MaTo««n  nat  ^oed  drinkwater,  bet  veiljoawen 
iu  het  HMet-DKQ  en  de  ToUooding  nn  bet  Lon- 
Ti«.  Al  die  werken  aieebben  editer  reoenclitige 
nftgarca  (SB4  miltioeD  Imm)  waarloe  groote  lee- 
ningen  noodig  wuen.  Het  geldeLqb  bebeer  thd 
HauMmattn  werd  in  de  Kamer  meënnakn  «aoge- 
nilea  door  Tkien,  Qamier-Pagèt,  Pieari  en  an- 
deieo,  doch  luieê  Ferry  tfaebthem  tenved  door 
bem  ia  lüit  broebuie  „Oomptes  tantaaUqnet 
d'Hanaman  vande  «ehamMökate  reikwiiting  te 
beMiluddieen.  Toen  OUhür  m  1870  mo  bet  booM 
der  nlwn  kmtm,  moeat  ffmMMun  lijn  betrekking 
■Mderleggen.  fftmhon  III  bwl  bem  tot  baron  Ter 
havan  en  m  1662  ODtriog  b&  bet  grootkruia  nn 
bet  Legaoan  mt  Eer.  In  1S67  werd  lig  lid  nn 
den  SeuMt  en  m  1867  na  de  AcNdenrie  nn 
Sdtoone  Ewtaten.  Ia  1877  werd  iój  benoemd  tot 
Sd  na  de  Kaonr  vao  AfgeTaardwden,  waar  Iq 
aeii  bg  de  Baaafwrtialen  Toeode.  Ondet  ign  toe- 
■eht  ia  een  boogat  meilcwaMdlM  „HiatoJre  géat- 
nh  de  Paiia"  (1666)  m  het  Sekt  gegenn.  Hij 
orerleed  den  12den  Jmmmh  1891,  betrekkeHik 
arm. 

Batusonvllle,  /oaepA  Oikenin  Bemard  de 
Oliron,  graal  de,  een  Franaeh  «taataman  en  sehrg. 
Ter,  den  27ateD  Mei  1S09  te  PUye  geboren,  werd 
eenie  ffeMotadiapaeeeretaria  te  Napela  en  in  1848 
S  *<dk«tr«iteeet>woardiger.  Wegena  lün  \e- 
tiadte  geroel»  keerde  Vi  in  1848  tot  bet 
ainbldooa  leven  twog  en  ««at  tn  1869  trad  hjj 


oppDBiti*.  In  dat  jur 
o,  Oedarende  den   Franedi- 
Dnitecbm  oorlog,  waarOTer  h^  o.  a.:  „La  Franw 

et  k  Pnaae  denat  rEnrope''  ediraef,  ]«< 

teruggetrokken   Of)  iga  goederen,   maar 
■ttüten    nn   den   nwle    werd   hq   afgeTaar<U^ 
a  B<»deuix. 


hg   Hd  dei  aeadeoM. 


X  de  Natioimle  VengwferaDg  te  I 


miaien  tqd  waa  hn  medewerker  aan  dm  „Rerne 
des  Deu  Hondea  .  ÜMuenboren  aebreef  bg: 
„Hiatoiie  de  Ia  poKtiqne  ertMeiHe  dn  «mrar- 
nement  Inu^aia  1880—1648"  (1650),  „matoica 
de  Ia  r«ani<m  de  la  LoriMite  Jt  k  EnuKe"  (1854 
-^1859,  4dln.)  en  .J^'tetise  ranaifie  et  k  pre- 
<Dier  eiDfnie"  (Sda  Ank  1870—1871,  5  dia.),  fat 
1878  weid  lig  acnatw  todf  torarwkiw;  hg  over- 
ked  dn  28eten  M«  1884  te  Parna.  Na  tm.  dood 
TsrEcbean  ,Jfa  jennaMe  1814—1880"  (4de  ^<iik 
1866). 

Zmi  editganoote,  ffraiiD  Loaiie,  geboren  pria- 
aea  De  Brogue,  wcntd  ia  1818  gcbora&enaweef: 
.Jtobart  Eknmet"  (1858),  .HHaq^oeiite  de  T^tM, 
reine  de  Nanrre"  (1870),  ,Ja  jeoneaae  de  Loid 
BjiMtt"  (1872)  en  ,Jjea  dMuArea  aooiea  de  Lord 
Bnon"    (1674).   Zjj   overked  den   21aten   Aftrij 

HaufOHMlIe,  Oabrtel  Ptnil  OlAexta  de  OUrtm, 
lieonte  de,  «en  loon  tmi  den  nrootgaaade,  den 
Sleten  Septeadm  1818  geboren,  weid  «o  1871  tot 
ndkaTettemmmidigei  gekoien  en  voe^  cidi 
1^  bet  leèbter  eentram,  maac  lag  ktw  iqa  man- 
daat  niet  Teiaknwd.  Tot  de»  doMl  *wi  den  graat 
MR  ParS»  (1894)  waa  bB  de  Tertmowde  vin  bd 
Hnia  Orieoiu  in  FiM^iik.  iBii  tefaïvef:  „Saiote 
Benn,  aa  lie  aaa  oenRwT  Ö875),  .J«a  MabU*- 
aementa  péattenüaine  en  Fnaee  «t  mi  taVuöuT 
(187S),  .X'enfaiMe  i  Pana^  (1879),  „Etadea  bio- 
gnpt^onea  et  KttéfMna"  (1879),  „Etodea  eoeiv 
ik.  Ukiie  et  raaèdea"  (1886),  „Vat  de  U  Fa- 
vette"  1691),  „Mme  Jukacaaxm"  (1892).  „Socia^ 
Uame  at  ehariU"  (1895),  .jAOordiin"  (1895),  M 
duobeaae  de  Bouigogne  «t  I'alliaooe  «a*oiarde 
aove  Look  XW  OwS— 1008,  S  dk.),  „Sakana 
et  miaèrea  de  leonae"  (1900)  en  „Vania"  (1904). 
Het  UmoUua  gaf  bq  „Saareniia  de  Ume  dB 
Mautteaoa"  (19(S— 19M)  mi. 

Hantaln,  PAilipa  de  Zoete,  beei  mi,  een 
der  «ente  ondeitecÉeoaara  van  bei  Veiboad  der 
Bdekn,  heeft  mA  lieroeatd  gemaakt  doot  iDd 


,  _  _lg  tMd  w  krt  na  piiaa  Willem  l 
krggnotk  venaoMU  da  het  kaa  van  lliokn,  «a 
dit  moeat  op  laad  no  hen,  dk  te  Antwopan 
met  den  puna  in  betrekkaog  atOBdaa,  daariieei 


wordea  Mtooden.  Daar  Bmtam  akebta  w«oiga 
ia  beaiMkbaar  bad,  wMxkt  de  Aotweme- 
bem  gemakkd^k  konden  weren,  deed  nQ 


ia  da  verte  die  nastnigen  «ea  roeoigte  vlagnn 
en  wimpek  tn  top  halen,  waaidow  ig  4am«ei 
aebuMa.  Het  gdnkte  bem  dut  ook  tegea  fcet  nl- 
kn  nu  den  anmd  neb  nn  de  stad  meeator 
te  maken,  waar  bjj  ak  beripdai  IwehaaM  «b 
met  een  gouden  keten  benltigd  weid.  Ia  1586 
waa  hii  er  goaveRwoi.  Porma  betegerde  toea 
de  atail  en  terwgl  Haatom  den  25oten  llei  na 
du  Jau  een  ntnl  deed  en  tMaggeakgen  werd, 
qiraag'  hjl  Ja  nlte  wifMOinwtiag  na  den  dqk 
en  atttte  k  de  atoddir. 

HmfariR,  WaUm  de  Zoele,  beer  na,  bekkedde 
gednende  den  Taeblinaitgen  Ooiiag  de  waai- 
digfaeadTan  UtenaObwInanrf  van  Zaeknd.  Toen 
in  1605  bot  ^oniebt  udt  venpreidde,  dat  1900 
leefde  hg  1  Spaojaatden  nat  iJaaalM»  naar  ona  laad  mondea 
'  werdea,  «tak  ^  k  lea,  «n  de  Spaaaaoe  rioot 
te  oBteoetan,  ^  iriA  dese  aan,  doeh  wenl  door 
de   Bngekebea  Okeer  beleouaerd  dui  geholpen. 


UI,  Qo-   I 


DigilizedbyGoOglC 


HAUTAIN— HADTEl-VIEamE. 


Hwdat  hq  dedito  de  beUt  der  v^uMkligkA  vaar- 
tcDgen  TNOtden  fam.  In  ld06  lond  men  hem  &k 
ÜtomntfjCDeTMt)  over  24  wbcpea  nu  Sputje, 
om  >ieh  tmi  de  Spaanacbe  W«A-Ii>diMhe  retour- 
floot  meeeter  te  makeo  «i  Int  tROoMwn  <i«r 
SptMDMln  koconHdos  *e  beletteo.  ABeeii  dit 
ImMc  mocht  hem  getakkoi,  docb  )^  sag  üdi 
wridta  wegene  gebrek  eao  leTenomiiddelea  ^ 
noodaakt  naftT  bet  TsdeitaDd  ^ug  te  keeren. 
Ia  bet  m^ttx  Toa  1606  irerd  bij  wedeirom  oit- 
nramden  en  bg  ifie  celegeiiiieid  tit 
oa-tAaiiul  lüüatr  Klaanoon  met 
de  lodit  In  1025  giiK  faq  uur  La  Rodteüe 
M  iHdp  Tan  Lodetemk  XIII,  docfa  werd  op  u 
dMDg  der  NedeitomiidM  DueddlafflteD  wewa  4 
ngKerocfwn  en  w  vomweddjjk  niet  feng  daarna 
oveneden. 

BMltlwtc  d'unonr.  ^  Hobo. 

HantwsonT,  'Hmirt  PAiKponeau 
FruHch  goctgefeeide,  den  ^den  SffHemfaer  IMS 
te  Doelie  in  BMee-Nonnaadie  geMien,  teaodtt 
reeda  vroeg  de  edwol  te  Saumor,  «tnAeerde  «ei- 
Tolgeu  ia  de  wj}Aeg«erte  «o  werd  in  1064  meea- 
tet  kt  de  «öe  konsten.  H^  tede  sieh  veiTolgeaa 
toe  «p  de  godgdeadtieid  en  4e  Owterwbe  tsien, 
lerdediede  w  1669  mn  duaertatie  „De  Eide"  ea 
weid  2  jaar  later  preafatnt  te  Smudot  en  t)ela«{ 
met  bet  ooderwga  ai  de  ffódeekMntttetd.  Hy  nam 
die  bettfUune  waar  tet  lo  1685,  toen  de  edwd 
op  last  nn  Lodeie^k  XtV  weed  vpgehewn,  < 
i»^  '_.i^  .^^  jjp  eooderen  te  verkoopen 


•ntd  'nriof  « 


en  WM  er  werktMtn  tot  ün  doot^  den  25at«D  Oe. 
tober  1715.  Hg  lieeft  oukaBdiadeM  <U«wrt»laee 
ia  bet  üetit  gegeven. 

Hanto  tlnuioe  ie  de  benoniifig  roor  de  boo- 
ge  KmiMttele  kringen,  de  voornauMte  banfcieii, 
«  bMKakoaÏDgen. 

HaQta-QarOQiiB  <e  de  inaooi  van  een  iHxu- 
temeot  üi  Z.W.  Fraokrijk,  vraarvaa  het  Z.W. 
deel  het  vroegere  bodechap  Oasoo^oe,  het  N.0. 
deel  Longnedbc  omvat.  Het  gTeut  ia  het  Z.  aan 
Spanje,  ia  bet  Z.0.  aan  bet  depaitement  Arjége, 
in  bet  O.  aw  Aode,  m  bet  N.0.  aan  Tu-n,  ü 
het  N.  «MS  Tan>-etJ}aioDne,  in  het  W.  aan  Gen  en 
Bantea  PvrAnéei.  De  oppervlakte  bednagt  6365 
v.km^  het  bevolkioeecgfer  (1911)  482126,  dat 
fe  15  000  Dmiar  dan  m  1906.  Het  doMrtement 
ia  verdeeld  is  vier  anondiaeeDMtiteD:  Htiret,  St. 
a•nden^  Tonloooe  en  VÜlelTandie.  Hooldetad 
is  Tonloóae. 

Hants-XfOlr»  ie  de  OMun  vaa  een  departe- 
ment io  Z.-Frankink,  «intengeattM  mt  oeelen 
ven  de  oode  IsDdeeoappco  LMigvedee,  Auvergne 
en  Forei.  Bet  nenet  u  bot  N.  uu  de  daporto- 
menten  Pnv-de4)6nM  en  IXKe,  in  liet  W.  aan 
ChotAl,  ia  W  Z.  wn  LotèN,  in  bet  O.  aan  ^- 
dMie.  De  oppsriMtte  bednagt  6000  -v.  fcm.,  bet 
bevoUingarater  (1911)  808^,  d.i.  meer  4m 
IDOOO  minder  hg  de  v«ft«&rflk«  van  1906.  Het 


aefênmteat  m  vecoeen  m  «ge  anon<Maemen- 
len:  Bitonde,  Le  Pny  en  Teaingeau.  Hootdetnd 
liLePa;. 

Hanta-Mam*  i»  de  naam  vmi  een  d^wrte- 
ment  in  bet  N.O.-FraBkr^,  gwormd  nit  het  Z.0. 


deel  ven  Chamnagne  en  kksne  gvdeeHen  van 
BoiHgtntdie  en  LothafringeD.  Het  gienet  in  het 
N.0.  saj>  het  diepertemeot  Mau,  in  bet  0.  un  de 
Yogeien,  tri  het  Z.0.  aan  Haute^afine.  in  hert  Z. 
en  Z.W.  aan  CAte-d'Or,  in  het  W.  a&n  AiA)e,  io 
het  N.W.  aaji  Hame.  De  omervUtte  bedraagt 
6258  T.km.,  bet  bevolkingeentw  (1911)  214  765, 
(kt  ie  7000  nmtési  d<ui  w.  1906.  Het  departement  - 
ia  voideedd  ist  dne  arTonddmemeirten:  ChMunoot, 
LAngree  en  Vsaey.  Htmfdstad  ie  Chaummit'en- 
Ba«Bgny. 

Hantan-Alpes  u  de  naam  van  eem  de^iar- 
tement  in  Z.0.  Pmikr^  Kemrmd  Dit  de  Wl- 
Bcbappen  Bidamfonnaie,  EmDninaia  en  Gtapenjala 
der  TtMnoaXBe  Dnapbuié.  Het  ^reoet  ten  O.  aan 
ItaL'i,  ten  N.  aan  het  deipaitemenit  Savo]^,  ten 
N.W.  aan  laëre:  ten  W.  ooa  Drdne,  ten  Z.  aaa 
Baasee-Alpea.  Het  demftement  woidt  door  de 
Ccdtiaebe  Alpen  en  de  weetelqlw  TooisebeigteD 
daarvBB  ingöiofflen,  beriaat  een  <»pervMDte  vmb 
5642  v.km.  en  teH  (1911)  105068  inwonem, 
onffeveer  2000  nÜMler  Am  in  1M6.  Het  ie  ver- 
deèèd  io  dti«  arrODdbaecnenten:  Brmnfon,  Bm- 
bmn  »  Oap.  Hooft^daata  ia  0^. 

Hante-Saftne  w  de  naam  van  eon  depaite- 
ment  in  bet  O.  'vou  Frankrijk,  gevormd  nit  bat 
N.  deel  vaa  Franehe-Gomté.  Het  grenst  in  tiet 
N.  «an  bet  defuutement  Vogeien,  in  het  O.  aan 
bet  teiritorinm  van  BeÜoit,  in  bet  Z.  aan  Dooba 
en  Jura.  in  het  W.  «na  COte^-Oc  en  Haote- 
Hane.  Da.o|Ni«rTlaite  bedraagt  5374  v.  km.,  het 
bevelkit^t^  (10H)  257006  nekn.  dst  ie  on- 
geneer  6000  oiitideT  dan  io  1906.  Het  departe- 
ment ia  rveide^  in  drie  ammdiessnenten:  Oray, 
Lure  en  Veaod.  Hoofdriurts  is  Vearal. 

Haata-SavoU  ia  de  naam  van  een  depwle- 
ment  én  het  Z.0.  vmi  FnnkrQk.  gevormd  uit 
bet  N.  deel  van  bet  voormaUge  hertogdom  Sa- 
voie.  Het  grenet  Jn  bet  N.  aan  Oenève  en  Waadt 
(Zwitserteiid),  in  het  O.  aan  W&lKfi  (Zwiteerlaod) 
en  ToqJD  (ItaliB),  in  bet  Z.  aan  bet  defMrteniNit 
Saroie,  in  bet  W.  aan  Ain.  De  oppervlakte  be- 
draagt 4597  v.km.,  het  hev(Aii«acgfer  (ISII) 
2SS  187,  d.i.  5000  ommIw  dam  in  1906.  Het  de- 
partement omvwt  vier  arromdiaeementen:  Aitneer, 
BonneviOe,  St  JnKen  en  Tfaonon.  Hoofdphuria  ia 
Anoecy. 

HantM-Pyrénéai  ia  de  naam  tm  eeo  de- 
pactetneitt  in  bet  Z.W.  Frankrijk,  gevormd  u»t  een 
aantal  landMhappen  v«D  Oaêeogne.  Het  grenat 
in  bet  Z.  «m  Spanje,  in  bet  O.  aan  het  dcfMite- 
ment  Haate  Gaiwiae,  ia  bet  N.  Mm  Oer»,  ia  bat 
W.  «BB  Baeeee  Pyidaéee.  Het  departement  ia 
bereaohtig  en  rgk  aiui  natmtraohoon,  want  het 
BbiAi  tiefi  oit  tot  den  eentralen  katn  der  P;r«- 
neefin  en  bevat  de  boogete  toppeb  van  dit  ge- 
beigte  op  Franecben  bodem  (Vignemale  3290  m., 
MariwiA,  825S  ffl.).  De  omervlifcte  bedraagt  458S 
V.  km.,  bat  bevdUDgeejjfer  (1911)  206  105  neten, 
dat  ia  3000  minder  daa  m  1906.  Het  departe- 
ment ia  wdeeM  in  drie  arrondiaaementea:  At- 
gidèa,  Bagnèraa^ie-Bigom  en  Tvébm.  Hoofdplaata 
w  Taibea. 

Hant»-taUIe.  Zie  Tenor. 

Haute- Vlennn  i*  de  oaKn  van  een  departe- 
ment Mt  W.-Fnokmk,  gevormd  uit  deeleiv  vaa 
limooaiD,  HkcIm,  Poétoo  en  Berrv.  Het  grenat 
in  bet  N.  aan  bet  de^utment  Indra,  in  hat  O. 


DigilizedbyGoOglC 


HAÜTE-WENNE— HAVANA. 


uo  Omi»».  in  bet  1X3.  hu  Ooirèie,  in  het  Z.W. 
«UI  Tkaóogae,  in  bet  W.  aut  Ohueate  en  üi 
bat  N.  W.  MUI  Viamie.  De  oiK>ervUDte  bedïaagt 
5490  v.km^  het  berolkHwacjfer  (191 1)  384  736 
li^  1000  mhider  dka  lo  1906.  Het  <fc!pa.r(«- 
■sent  omTflt  vin  «lOndBeawneaten:  Ilellae,  litno- 
I,  Ro^iedKMurt  en  8t.  Yri«u.  Hool<^kats  ia 


Hsatponl,  Mane  Contlmt  FidèU  B»nri 
Artnand,  mukiee  tP,  «en  Pntiweh  krqgieiiiaii,  in 
1790  op  bet  kasteel  laborde  in  I*i^wdae  ge- 
toren,  T«Tloor  door  de  Omweatefiog  lün  ï*—" 
gen,  BOcdat  h^  bjj  VeieBiUes  «eoim  tijd  ab  ' 
DMUMJ<»g«n  ^Doe,  en  «rerd  in  1905  gwifcwtrt  by 
de  njdende  vtyieiie.  Hjj  streed  oÖok  Mural 
Vj  UbD  en  tiq  Ansterliti,  werd  in  Smaje  (IfiOS) 
favToidenl  .tot  nmjooi  bg  den  atftf  der  atrtiUerie, 
bq  Wmam  ffewond  en  óoot  NapoUoit  og  bet 
Mgirid  tot  bfateia  dei  gudt  met  den  tang 
ven  ehet  «feeoMkoit  benoemd,  keerde  im  1811 
atMx  8pMÓ«  torag,  vvlbneht  «««ligie  geinobti^ 
jendSogen  en  to«k  ia  1812  met  óta  k«»er  naAr 
Raih&d.  Vlii^A  wM  hq  i^ik^Mroia  en  luilenuit- 
k<3oM)  der  «ode  gMde,  atieed  bü  Llltien,  wmd 
fcq  Dieaden  iweaf  gewoitd,  doch  was  een  der  eei- 
•ten,  die  lodewyfc  XVUl  erkenden.  Bü  den  (e- 
rngkaer  laa  NapoUon  oam  hij  de  wjjk  Daar  ii}ii 
laadeoed  bjj  Hoia  en  ca  de  Tireede  Reetaurartie 
«nnaÏMerde  hg  de  ejjdende  mtUitrii,  werd  in 
lffl9  T^dmaHsdMlk,  in  1823  i]H|Ket«nr-geaie- 
im]  in  de  PyKMièa  en  Uiler  «iMpeel«nf.eene- 
mal  der  boainfeiüke  artifleneechool.  B»  ^et  iMt- 
banlen  der  tendutte  no  1830  Meet  hq  Korel  X 
getroDw,  verdedigde  bet  H6t«I  des  laTalides  en 
Mm  «kwna  afo  ti^J-C  In  1633  wae  hjj  korten 
tjjd  bofmeeatM  Tam  den  bertog  van  Bordeaux  te 
mag,  do«li  keerde  weUfa  naai  Frankrijk  tenig 
«n  overleed  den  ISdan  Jaooaii  1854  te  rarjje. 

Hant-rttllit.  Zie  Reliëf. 

Ramr  ia  de  naam  Tan  een  droge,  onenaprin- 
gende  doovrrnebt^  die  alteen  Tootkomt  bij  Kraie- 
aoemigen.  Deae  rmdit  is  a«t  twee  fraehlblaad- 
Jee  gevormd  en  qnis^  met  twee  kleppen  open, 
maar  i66,  dat  een  vLeiig  tueaeheiw<^t,  dat  de 
inwaidig«  btdte  tn  tweeCn  v«pde^  hlgft  >tu«n. 
Aan  dit  J-naaebeneidiot  vja  de  nden  bevestigd. 

Hally,  René  Ju#t,  een  Franach  deirGtofknn- 
d(g«,  den  26ateo  FArnij  1743  te  St.  Jwt  ge- 
benn,  wödde  üeh  aan  den  geeat^i^en  ttaod, 
doch  geroeide  iiéi  seer  aaogetrekken  tot  d«  na- 
Inw^inufe,  vooraJ  de  delfstolkunde,  en  wekte 
wekka  de  opmenkMUHnbeéd  door  liJn  onldekktD- 
gen  onit«>ent  de  mtten  ótr  kristaOiMMJe.  Gedu- 
rende de  Revelatie  liep  b^  groot  gevaar,  doch 
ootkwam  aan  bet  eeliavDt  door  de  voorapraak  van 
Gtafhtn/  Saint-HOairt.  Ja  1798  werd  hg  Ud  der 
Commiaaie  vioor  maten  en  gewichten,  daarna 
ppoteaaoT  tan  da  iEoote  oarmak  en  in  1794  eon' 
•errator  va»  bat  CaUaet  dea  Minea.  Nu  gal  lig 
^  benxfod  „TnM  de  miaérak«te"  (2  dto., 
met  atlaa,  2de  dmk  1822)  in  bet  Hebt  en  werd 
boogleenMur  ia  de  deltatofkimde.  B|j  de  itiohting 
van  bet  Inatatuut  behoorde  hij  tot  de  eenbe  h- 
den.  Oedorende  de  Restannbe  vemunderde  de 
«egeeraig  bet  Utioa  petwioen,  waarop  4iij  aar>- 
qmak  Sad^  hjj  oveileed  den  3den  Jiiu  1822.  Hg 
leverde  oodenehelden  vetbanddiageit  i«  tgd- 
adujftea  en  adireaf  daarenboven:   „Eaaai  d'ime 


theorie  lor  b  stractare  dea  oriatau"  (1784). 
„Traiité  dea  caraettpea  phjniquea  des  pienes  pr£- 
Dieines"  (1617)  en  „Tiaité  de  orietaaographie'^  (2 
d^  met  atiaa,  1822). 

Haliy,  faienlin,  een  broedeo'  van  den  voor- 
gaande, den  ISden  November  1745  geboren  en 
overleden  dea  ISden  Haart  1622,  wjjdde  lich 
aan  de  etndie  der  ndeavre  talen  en  aanvaardde 
een  betiekkijig  hjj  het  raHHstede  van  Buiten- 
landedw  Zaken.  Vooffal  maakte  hjj  mdi  beroemd 
door  eeo  doeiniaMg  atelsel  van  «nderwjja  aan 
Minden.  Hjj  bisebt  bet  k  1784  ia  toepaaaing  in 
een  door  bön  geslidit  blindNiinBtitnnt  te  Pm^ 
tater  te  Berign  en  «indelqk  te  St  P«terAuig, 
vanwaar  bg  ia  1817  terugkeerde.  Hjj  streef 
„Ësaai  anr  l'AdDoataoD  des  aveogke"  (1786]. 

H&nyii,  sJdoe  geooemd  naar  den  mineraloog 
Haüg,  ia,  evenate  lazuLiet,  een  iwavel-  en  iwa- 
veianarfaondende  ddlstol  ven  een  blauwe  of  brai- 
ne  kleur.  Bet  behoort  tot  de  familie  der  eilica- 
ten,  knataiÜBeent  meeatal  in  den  vorm  tbo  den 
rhombendodekeedw,  doch  bestaat  dikwüls  nit 
kriata^ne  korrels,  i«  meeatad  leiuur-  tot  bemda- 
blaaw  of  Uauwadtic  wvt  gekknid,  heeft  glas- 
tot v«t^acM,  vetaebUleode  graden  ^aa  doorgcbij- 
oendbeid  en  een  aooiteljik  gewicht  van  2,5,  ter- 
wjil  ign  hardheid  toaacMn  die  van  apatiet  en 
veMqNtat  gel^m  »,  & — 3,5.  Het  ie  een  vertno- 
ding  van  12  %  iwavdinar  en  34  X  kieadoiied 
met  akmininnoxied,  jperoii«d,  kalk,  netron  of 
ksii  en  watEWBffe[,enTorc>teenbest«oddeelvan 
ondeiaeheiden  lavaeoorten;  zjjn  aamenateUing 
wordt  uitgednikt  door  de  formule  K(Na)AJ>Si(0« 
-f  Ca(KiNa.)80.. 

Havana,  La,  (San  Criêtovot  de  Ia  Hmatta, 
Mik  Halxmai,  de  hoofdstad  van  bet  eiiaad  Cuba 
en  de  vooinaamate  handelsplaala  va»  Weit-In- 
diO.  Kgt  «p  28V  N.Br.  en  82^2'  W.  L  v.  Gr., 
aan  «m  gcoote  tot  11  m.  di^  haai  nket  een 
aanwen  ingwig  (360  m.),  di«  uoh  in  drie  arroen 
splitat:  de  Kwenad^  van  MarimeleDa,  Quasaba- 
eaa  en  AtM«s.  Aan  de  etad,  dGe  (1914)  350  906 
inwonere  tek,  akiten  lich  io  het  W.  en  Z.  W.  de 
voomteden  Oarmdo,  Cerro,  Jeens  del  Honte 
(met  drijvend  dok)  en  R«gU  aan.  Het  kümaat  is 
aangenaani  en  de  gcmkUstde  jaarten^>eralnnr 
el«^ta  25*  C;  dooh  gele  koorts  en  djaenterie 
eischten  vroeger  veel  alacbtotfera;  eerst  lüd%ni 
het  AmeièlRMuuch  bettaur  (1898—1902)  tjjn  de 
■anitaice  verhoudingen  vert)eterd.  In  1901  waa 
het  sterf l^rooeDt  nog  17,6  per  1000.  De  straten 
der  oude  atad  ^jn  nauw  en  aieebt  ^plavtid.  die 
der  nieowe  stad,  omringd  door  nMxne  boulevarda, 
daarentegen  breed,  doch  eledrte  ten  deele  be- 
atiMtt.  De  hniien,  «Ke  meeatal  één  vertUeipiiig  bét. 
ben,  maken  met  bon  witte  en  boote  klenren  een 
vriendvlöken  iodrttk.  Aan  de  Plaia  de  Annaa, 
waarop  een  standbedd  van  Ferdinand  Vil,  lig- 
gen dte  in  1724  kt  ond^paanaeben  Mjjl  geboawde 
kathwïraaV  waarin  van  1794—1699  het  etoffelijk 
ftveradiot  vaa  Oobmbut  rastte,  de  Ueioe  kapel 
(El  Tem{M«,  ter  berinnenog  aam  de  esrate  mis, 
die  bier  na  de  oitUefekng  van  bet  eiland  onder 
een  kokissalnp  eetba  (katoenboom)  Mwrd  w««^ 
en  bet  rccgeriBgapalria;  aao  de  Flaaa  de  San 
Francisoo  net  donanekMitooT.  Verder  verdienen 
vemeUiag  bet  biaadMpoelqk  pakae,  de  beurs  en 
de  Taeon^awvwbnrg.  Mooie  ^ken  met  gedenk- 


DigilizedbyGoOglC 


BiAVAiNlA-^ttAVEa/XIK. 


97 


tMkenen,  bhtetupericen  en  footeimen  leiilen  nn 
bal  ÏD  het  N.  gelegen  Oaatitto  de  b  Punta  «uk' 
d«n  Cunpo  de  Harte  en  bet  Centrealgl&tiion,  de 
FMbo  dt  l^oon,  de  modBtc  «but  der  stad,  van- 
diu  DMT  den  «UerBotata  en  nut  hot  op  «en  boo- 
ma  faenTcl  gekgen  CaetJJk»  dri  Priodpe,  dat  met 
net  in  1560  op  een  steUe  rote  aan  den  haveaiio- 
gmf  ec^MQwde  OutiHo  de  b  C^baDa  aan  de  ooet- 
sgie  ia  hafen,  met  het  Caetük>  de  Ateiee  ia  hert 
Z.,  de  Btod  beadieimt.  Ben  reaaat^tige  waterlei- 
ding 0882—1887)  vooraiet  de  stad  daceJÜks  tso 
130initlkKnL.w»ter.Hafv(uiai«de  zeted  van  bet 
bevtniw  f&n  Ciün  en  >raai  een  ibieedtop.  Op  onder. 
wys^Ued  nodt  men  er  een  lio  1726  dooi  de  Do- 
nunittnen  gestidtte,  «ok  thuw  ong  door  faea  ge- 
legde ntwremiteit  (met  in  1914— ISIS  1i273  stn- 
denlen),  een  pneeteneminMiium,  een  kooet-,  een 
kr^lgs-,  een  teehndaehe-  en  een  kiMfixMiwe(duM>l, 
een  biblioHieek  en  een  botaniichen  tuin,  Tstder 
vier  sebcMiwbtHgen  en  een  gebotur  voot  stieren- 
|ffiTeehieii,  Van  de  seran  uekei^Hszen  bevat  d« 
BenefieeDeM  een  »e^n-,  annen-  en  weeebnie 


,  Zeer  belangriik  ia  de 
dan  100  Mrieken,  die 


t  «tga- 
(7«  ki- 


nguenMMhiatiH  met 

MMt  1908  t^Dft  efie  4»det  4ea  AmerikaaMflhen 
Mwkatmat  lUan.  De  invoer  bedroeg  ia  MS: 
332  121  balen  ttdxüubbden,  168  tt^ioeD 
ten,  18  imUHMn  fnkjea  «garótten  en  2856'; 
lo'i  gekorven  tamc.  Verder  Tindt  men  w  eboea- 
Ikdelabriekeii,  fonMnrergen,  lvaiider|iea  en  sritee^- 
limmerwMteD.  De  bmiet  ia  «amienlük,  diai 
HavaiM  het  inadde^Diit  ie  tan  bet  Spuneoh- 
Amerikaaoadi  iiaiMl«liv«iieer.  Ingevoerd  wMden: 
gedroogd  ■vteeech,  «t^noeh,  meel,  i^t,  vet,  «ijn, 
olie.  «leenÉ4deii  en  fifatekawaren;  utgevoenl  nii- 
ker,  mehooc,  tiink,  ngann,  sigaretten,  kotlie,  bo- 
nig,  was  en  mm.  In  1911— 1912  badden  de  bin- 
MDgekomen  achepen  een  uitioud  van  5  milloei) 
RegMertooK  Reedrastwe  shxnntMrtvei'binding 
bevtaat  met  9|)aïije,  Prankrök.  Engeland.  Duitech- 
land  en  de  Vereenigde  Staten.  S{>oorwegfn  leiilea 
ami  Cttfaeto,  ViManoava,  Uariaoaa,  Batabano, 
CientoegoB,  Hetanxae  en  Ouanabaeoa. 

Harvaaa  we^i  in  1519  naar  lijn  tegenwoordige 
pUate  ««rlegd,  nadat  hot  én  I'SIS  door  Ditgo 
Vdaigvei  io  een  onge»mde  streel  dieht  bf)  de 
tef^wooidige  haven  Baraooa  geeti<Ait  was.  Be. 
teekenis  kreeg  bet  eerst  in  de  17de  eeuw,  toen 
de  S^njaard»  het  tot  stapeJpkats  van  al  hun 
Ameeiluaaaebe  beattingen  en  tot  vereeiugiitfi- 
puDt  der  vloten  maakt«n,  die  de  ed«]e  metaten 
van  P«rn  en  Ifeiieo  naar  Europa  brachten.  Tn 
1563  door  een  Froneeta  leeroover  ingeoomen.  werd 
de  stad  meermalen  door  de  FiMteehen  en  Engel- 
«eben.  heit  loatK  (M  Angmtns  1762)  door  de 
Ëngeleoheo  venyverd,  doe  bet  edtiet  bg  den  vrede 
vait  Parge  (1768)  aan  de  Spanjaanleit  lerugga- 

HjiTard,  Henri,  een  Fronst  e^rgver  en 
konithjatorieoa,  in  1838  te  CharoHea  geboren,  ia 
•edert  1867  luspeeteur  der  Sohooae  Knoeten. 
Vooral  Ned«rtaad  en  de  Nederiutdsdie  konat 
werd  door  hen  hettmtewd,  iaotia  uit  im  talrn- 
te  MC^Ülvn  ^ken  kao.  H^  «ehreef:  ,Xee  nier- 
veiflee  de  l'art  boHMdaie,  espoeéee  k  Amsterdam" 
<IB72),  „ObjeU  d'art  «t  de  enrioaMé.  Üaia  dee 
grasdei  efAoetioM  hoHaodRiMa"  (1678).  „U  Bol- 
fande  pktoresqne"  (g«illn>treei<d,  8  serifln,  1874 


~<1676y,  „Ametendam  et  Venise"  met  giavoreB 
VOD  Fhmengen  Oaur.herel,  1676),  „Hiatore  de  la 
fayence  de  Deltt"  (1877),  „L'art  et  1«6  artietee 
hollanibia"  (1879—1681),  „La  torie  des  Oueiiz" 
(1979),  „La  Holtande  è  ml  d'oise&u"  (met  ^vu. 
ree  vwn  Lofonne,  1S79),  „Hietoire  de  la  petiotuie 
bollandaiM"  (1881),  .J^'ait  ii  tiavers  les  mijnre" 
(1681),  „U  FJandiek  vol  d'oisewi"  (1662),  „L'art 
dans  ia  madeon,  grammaiie  de  l'ameuUement" 
(2de  dmk  1867,  2  dlii.).  „DdctöoiuiaLTe  de  J'amao- 
blement  et  de  la  déoomition"  (16S7~169D,  4  dfat.), 
„Les  Bot^"  (1893),  „L'oeavre  de  E.  V.  OalUnd" 
(I89S),  ,3ietod(ie  de  l'oT[èvi«rie  franf^ise"  (1896), 
„ffistoiie  et  pihJbMophJe  des  a^tes"  (1399 — 
1900,  2  ébk)  en  „Lee  a«l«  de  'rameublemeDt" 
(1891-1667.  12  dtn.),  M  Ftwm  arttatjqoe  «t 
monumentale"  „Leopold  Plameng"  (1904),  ,Jie 
bon  vienz  temps"  (1904). 

Havel,  een  le^tengiiviei  der  E(be,  <mt- 
sprangt  in  bet  Dambeeker  Heer  of  den  HecUen- 
borgmben  Lentkng,  etioomt  in  iindemke  hoold- 
richting  door  verediiHende  meren,  en  komt  bq 
FflrBtembuig  op  Bnuidenborgach  grondgebied.  Be- 
neden Onmi«ibui«  vMmt  zü  wederom  mereih 
bet  kaïtste,  bet  Beer  van  Pidtaerbe.  Beneden 
Potadam  wendt  de  Havel  zieh  naar  bet  W..  be- 
neden BraadeabDig  ia  het  Plauer  Heer  naar  het 
N.N.W.  Zg  ia  aew  goodi  bevaanbaar,  n.!.  over 
831,6  km.,  terwqi  de  totale  lengte  ekduU  356 
km.  bedraagt,  en  «taait  door  kao^n  met  Oder  en 
Elbe  in  veitandiog.  Van  baar  EgrtviereD  ie  de 
Spree  de  bdangrö'^ste. 

Havelaar,  iaeob  Petrv»,  in  1640  te  Rotitor- 
<km  ^boren,  vrerd  in  1865  benoemd  tot  adcj- 
boret,  maar  in  1857  op  vcraoeii  ate  zoodanig  eer- 
vol ontAlagen.  Vervolgens  shideerd^  lin  te  Dellt, 
waar  hy  jn  1664  heit  dLploma  van  ekiel-ingeirieur 
verwierf.  Hn  was  van  1870  tot  1679  kameraai  van 
den  L^a^Bovonduitt',  van  1876  tot  1684  pro- 
vinciaal régenienr  voor  Drente,  en  van  18M  tot 
1B88  hooItSngenteut  van  den  waterstaat  in  dat 
gewest.  Van  1368  tot  1801  was  h^  nHwist^r  van 
wnteretaat,  handel  en  ngverheid,  van  1691  tot 
1893  ïd  ven  de  Tweede  Kamer,  van  18^  -tot  1903 
ddieotear-generaal  van  de  posterijen  en  de  tele- 
CTsfie  en  van  1902  tot  1914  Üd  van  de  Forste 
Lmer. 

HkTalook  (Engetsch)  ia  een  maatel  o1  ju 
met  een  meestal  tot  op  de  hea)>en  reikende 
kresg.  loo  genoemd  naar  den  Engelschen  gene- 
raal van  daen  naam. 

KBT«look,  sir  HenTv,  een  Bngelseh  generaal, 
den  5den  Aiprü  1793  te  BtAbops-Wearmoulh  (Dnr- 
bam)  geboren,  ontving  ijfo  opvoedi-ng  in  de  Cbac- 
teiWraeecbool  te  Lmiden  en  stodèenk  er  ver- 
volgene in  de  reobten.  Wegens  famulieonMtandig- 
heden  trad  Henry  ais  luitenant  in  dienet,  en  ver- 
trok in  1623  naar  Britseh- India,  waar  hij  bjj  den 
generalen  staf  va»  m  Arehibald  Oamfbell  dee! 
nam  aan  de  gevechten  van  Nacm^K,  Patanagoh  en 
Poghan  to  Btrma  (1624);  hü  öesohreef  dien  oor- 
kw  in  lyn  „Historyol  the  Avacampaigns"  (1827). 
Ate  kaDiteJn  mm  hg  in  1866  deel  mo  den  oorlog 
rn  A%JMinaatan  dien  hy  'beaehreet  in  zijn  ..Nari«- 
trte  <rf  the  war  of  1888—1889"  (2de  druk  1640, 
2  dhi.)  en  „Meinoir  of  the  Afghan  eampaignB" 
(1841).  AJe  nM)ooi  vergezdde  ng  bet  leger  on- 
der Oougk,  etreed  hg  kt  1648  bg  Haharadsjpoer, 


DigilizedbyGoOglC 


en  w«nl  in  1644  ioiteiiMiUokNMl.  Na  M  nit- 
buflten  wt  4ea  oorlog  tf^eo  PemB  (185S)  oot- 
ling  hg  tls  gaterwd-aMJÖor  Ji«t  bev^  orer  Ae 
ttroMe  dsTuie,  wiArmede  hij  deel  nam  «au  de 
eipedttM  naar  HcduiniDeTaii.  Bg  bet  uitbreken 
no  4len  OfMtaod  der  Sepoys  nAt«  hjj  nwt  qjn 
korpe  <»)  tot  ontiert  tui  Éanpoer  en  LaUwaw. 
NaAt  ug  <fe  op8ta9K)e£ngen  onder  ffnui  SoAib 
bü  Fatibpoei  veishgen  had,  v«rdreet  hg  boi  uit 
"' "I  trok  naai  Lakhoaw,  dodi  wnd  Dft 


berhaaMe  oferwjnaiogen  RenoodiMlt  omi  dn 


genoo 
Het  t 


Oatigiea  terug;  t«  trekken.  Met  fanlp  Tan  mMraal 
Outron  en  van  óea  oppetberelliebDer  geKwte  bet 
tea  «lotte  laMtaam  te  oiitult«n.  Haidoek  ow- 
ked,  alecitte  wonkw  da^n  nB  bet  ontiet,  <1mi 
SSoteii  Hotember  lS57  aan  lijaenteeie.  Ntig  voor- 
dat de  tgding  van  ijjn  dood  ËngekiMl  böraikie, 
bad  kootD^iit  Victoria  ban  Teiheven  tot  baronet 
met  dan  tatcl  T&n  Haveloek  van  LtUtknau. 

Zie:  iforniKm,  Uk  of  HafekxA  (1360);  forbes, 
HavekMÜc  (Londen  1690);  TrotUr,  Tba  Bajvnl 
of  India  (Lowfen  lOOS).  , 

H&velte  M  een  gemeente  in  de  piovJiMN 
Drente,  groot  7S0I  H-A.  met  (1916)  301S  nvo- 
nMi,  omgeTén  door  de  gemeenten  Vledder,  Die- 
Tet,  Dinogefe,  Roinen,  Uninerwold,  Ifepod, 
NqeTeen  en  Steenwgkenroid.  Z|j  omftt  de  dot- 
pen H««eHe  en  W»pwrveen,  de  bnnrten  Undte, 
Veendqk  en  Heaaeke  en  de  griiDchten  Hokioge, 
Ngent^  en  LMgeveJd.  De  bodem  beetaat  deela 
nit  veen.  deeb  uit  nnd. 

Het  'k'tp  HaveLle  beiit  in  de  huuri  2  bune- 
bedden.  De  H«rvarmde  k«rfc  ataat  ia  de  n^^- 
beid  Tan  het  dorfi,  maar  iu«t  er  m. 

Haven  ie  een  tegen  stroom-,  wind-,  lee-  en 
gigang  beaebermde  waterTUite,  waar  Meecbepen 
en  binneoTaartuicen  gemtkkcHf^  koiuien  kden 
en  kween,  ateneoe  een  veilige  ligpïB*U  en  ge- 
legenbwd  tot  het  doen  Tan  beratelnngen  vinden. 
Natnnrlgke'h avena  twjmd  de  door  eiJan- 
den,  kndtongen  en  gotTbrekera  beschermde 
bodtten,  «ok  dwi  traaneer  i^  tad  kvnrtnuti^ 
«eTeis  (kaaimnnD)  T4MnzieD  ign.  Knoetmati- 
ge  bateu  sön  aUe  gegtSTen  bavenbekkena. 
Staetk  toeganke&jke  open  faaTeni  rindt  ohd 
aan  leeên  sondei  of  met  geijoge  eb  en  vloed,  ler- 
wgl  daar,  waai  het  leracail  tuascben  eb  en  Tloed 
giöot  is,  meer  gesloteo  havens,  de  looge- 
iMuunde  dok-  of  binneahaTens  t^tredeo. 
Of  een  ofien,  dan  wel  een  gestoten  b*Ten  doelma- 
tiger is,  bangt  van  de  waterdiepte  der  haTen  en 
bau  toegtuigen  af.  Voordeeien  van  een  open  ha- 
ven lön:  gemak^algisT  en  ODOnderbniken  vei- 
keer,  MneTeiw  bet  vesTaüen  der  bootdiluiMn. 
Nadeelen  bjj  aaniienlgke  sebomnMUng  van  den 
waterstaad  ran:  hooge  oeretiniiren  en  ak  genvlg 
daarran  inoeilüker  iMea  en  keeen,  en  sterke  aan- 
eUbbaog.  Vooibedden  van  open  havens  Tormen 
alle  Oostzee-  en  MMldeflandsdw  Zte^mvta»,  Vlde- 
singen,  New-Tork  eni.,  gesloten  bavou  vindt  men 
m  Amaterdam,  WiUiclnMtiaTeD,  Bremerhaven, 
Londen,  Liveipód  eni.  Is  «en  haven  wel  La  waar 
i^n,  maaj-  alécbta  met  boog  water  toegankolük, 
dan  wordt  zü  Tloedbaveo  genoemd. 

Zriden  ie  een  hsveD  handels-  en  oorhgehaven 
t^el^  (biJT.  Brast).  Da  bandeUhaven  km 
u  vüechiüende  met  de  ondeiedieiden  takken  van 
den    iMutdel  oToeenatvnmeDde  dedcu  veideeld 


^  ook  tot  den  bonw  *aa  oorlogsseb^wn,  moet 
in  elk  geral  gelegenheid  ^en  om  de  tehepen  te 
dokken,  lüt  te  nuten  en  veilig  te  doen  Veibl^fen. 
Belangrgk  voor  ooikig«baT«ns  is  de  gnaslage, 
strategiséh  UggJng  en  zooveel  moge^  natwinqj- 
be  beMbottiog  dm»  er  vöór  gelegen  land  tegeo 
besdueüng,  venter  ^emakkelqke  verdediging  dsi 
kosten  in  de  emgevmg  der  lüven,  boTeiraien  ge- 
legenbdd.tot  ^Kiedi^  TOonseoang  in  de  kolMi- 
voornad  en  de  Bduetbeaoodigdbeden.  In  vis* 
seberthaTens  n>oet«n  de  liasi^ersimartn- 
gen  sleede  veilig  bg  storm  biooenloapen  en  lieh 
Tso  «Se  bMWodl^tHieden  kannen  voorzien,  tevens 
de  Tangst  aan  land  knnneD  biengen.  Ds  w  i  ■• 
teibavea  neemt  de  sebepen,  ia  str^en,  waar 
des  wintttn  de  aoheepvanit  door  het  qs  verbio* 
derd  woidt,  tes  overwiotAriw  op.  Voor  den  oM- 
toer  van  Inden  w«iden  kolenliaTens  inge- 
defat,  waaiüt  de  n  de  nabgbead  gsddven  kolu 
veiedwept  worden.  Hiervan  v«ra(£ill«Kl  vja  de 
kolenstalMiw,  wetke  de  eebepen  tot  epneoüng  *aa 
mmwe,  somtQds  van  T«ne  aangeraeide  iolefla 
aandoen.  De  nood-  of  vlne&tbaven  dfant 
aan  haven-arme  en  gevaarlijke  knales  tot  toe- 
Tlndtteoord  der  doM  storm  overvallea  sefaepen. 
De  grootste  BOodhaTena  der  wereld  i^  die  van 
FwUantHxH  (Oost-  en  Westhaven).  Tot  «pnemiiv 
der  uit  bevDette  eitroken  kantende  vaaitoiMn  ^a 
quarantadne  havens  aangelega;  hier 
moeten  de  schepen  een  zekeren^  Dlgfen liggen, 
voordat   ig  in  de  boof<HiaTen  worden  toegelaten. 

De  voomaamste  eiadi,  a«n  welke  eÜe  bavan 
nMoen  mo^,  ie  die  dn  ««iügbeid;  ^  moet  «f 
te  allen  tgde  den  sdmwn  een  zekere  in-  en  nit- 
Taart  waarborgen,  of  btsa,  als  nÜt  niet  altgd  mo- 
gelgk  is,  een  veede  vet  genoegzaam  diep  water 
en  goeden  aokei^ood  bteden.  Bnna  nooUligt 
een  haven  loo  onimddellök  aan  de  open,  diep» 
>ee.  dat  de  aiAtepen  volgens  een  wiUekearig  ge- 
kozen koere  baar  bereiJren  kunnen;  meealal  moet 
een  laogov  of  kortere  hmemmaart  gevolgd 
worden.  Hoe  korter,  redttei,  bteeder  ea  dieper 
dat  vaarwater  van  de  lee  naar  de  haven  is,  dea 
te  gnnatjger  Kgt  deza. 

De  beleekenie  van  een  haveo  hangt  eveneeaa 
al  Tsa  haar  geogrAtÏBcbe  ligging  ten  ofizidit» 
van  het  aebterisod.  Er  ijp  navena,-  die  alectit» 
tot  stapeMaata  dienen  sonder  achtRiasd,  aooak 
bgv.  aan  het  Suezkaoaal  en  de  landengte  van  Pe^ 
nama.  Voor  «en  «genaken  handel  ie  edtter  een 
flink  acbterland  een  onmiebsie  eiacii.  De  meest» 
havens  van  beteekensa  (Aotteidani,  HMtfbnrg, 
Lenden,  Antwerpen  ena.)  liggen  aan  voor  lee- 
sehepen  ver  rtroontopwaarta  bevaarbare  riviMsn, 
of  aan  nivtereo.  welke  althans  voor  de  binnen- 
scheepvaart een  bekuigTgken  verkeersweg  vonnen. 
Zgn  beide  voorwaarden  Tcoeenigd  (Hamburg,  Le 
Hine)  dao  is  de  toestand  nog  gnnatigeT. 

In  «en  goede  bandelahaTea  moet  men  snel  en 
doefanatig  kunnen  hukn  en  losaea.  lerwi^  ook 
hereteümgen  en  het  ionHDen  vut  kolen  goedkoop 
en  ring  moetiai  kannen  geaehisdea.  Daarom  moet 
men  er  briworLgke  los-  en  laadinriebtingen  aan 
goede  kaaonuuen  vinden;  bodsen,  paÉhuiien  en 


spoorwegvervoer  zgn  beden  ten  dage  vi 
goed  ugmcble  haven  ooootbeeilgk.  Bg  ei 


idrak 


DigilizedbyGoOglC 


HA.VEN— QATIER. 


ik  •Ideeliogen  toot  in-  «n  nUww 
*  '  *       terwgl  ^vaart^ke  «tof- 


vM'ken  wm 

Tan  dkaadei 

fen,  MMÜa  pebolmiDL  tmpeitt^  Sa.  afiömlerlük 

OTgwIigeo  wolden.  Hot  bet  oog  op  de  in-  en 

mttocTiMiiMi  wiwden  de  goederen  waunn  on- 

iwdddlöke  neht«n  moeten  woKlen  Muld,  p- 

aebeiden  tu  die,  irMn>T«r  eerst  «a  «Mngen  tijd 

iqd  m1  worden  beaefaib.  Duudoor  ijpi  de  be- 

laetrngTTge   mwlagpluteeti   of   eiib«pota  en   op 

gnwtei  ediul  de  rr^Tene  Mitataan.  Inricbttn- 

gen,  wiu  eebepeo  bêrateM  en 

worden,  noalt  d«K)g>doikkeD,  drjjTeöde  dokken  en 

«AetpJwHtDgen   iDOgen   io   geen   groote   h&ien 

CHrttncken. 

N«tnarlp«  lutena  londef  fcanetwcrken  vindt 
men  wanig;  <bÖna  oreral  heeft  men  hMrendun- 
meo  ^«booM),  oie  öt  tie  goMbreken  bt  «te  m» 
lo'i  (kenat  doen.  Bn  reeden  bedt  meo  doorgauw 
een  dtan,  dk  M  goUbrekei  beatemd  ie,  bü  eigen- 
Jgke  IttTene  meeata}  moio'e.  De  grootte  der  rrnde 
Me«lt  aeh  meeetal  nui  bet  aantal  echepea,  dat 
er  voor  «nkar  Saga»  OMMt  Wnt  den  bonw  der 
eolfbfeken  iMtreli,  onderaehMdt  men  vaate  en 
tiewe^hke;  de  eerste  ijjn  bijna  altfid  Tan  «teen 
wmtüigd.  Op  itet  tweede  inteiAde  (kop)  «taan 
dikwnla  liehttorens,  miBteignalen,  eemaphoi 
enz.  2eet  belangrqke  g«]tbi«kert  riitdt  men 
Cïierbonie^  PIjnMNrtti,  DoT«r,  Bilbao,  Kaapatad, 
GeDBÉ,  IViBst,  Maiseille.  Die  nn  Cherbourg 
beeft  U  000  000  ^.  gekoet.  De  meeete  ImTeDe 
worden  dooi  een  met  arolo'e  of  haveocfcinmeD  Jn- 
ge«M«i  DMwe  mraart  tiesfdieroKl,  (IJmaiden, 
Soek  van  Holland,  Htvre,  Dobln^  eni.).  Deridi- 
ting  der  isTaart  wórdt  bepaald  oaar  de  WraeheD- 
de  windni,  den  leegang  en  de  ettvomingen.  De 
mofe'a  knpen  M  eTeowqdig,  61  ij|  wqken  niteeo 
naar  bkiMn  toe.  Ven  oaoenehetdt  Unoeo-  en 
liDiten-iiH^'a  of  -bKrenÉioolilen..  DeK  hafendam. 
men  of  nudo't  worden  van  bont,  jiet,  natnnrlij- 
ke  of  kanatateenen  gebouwd.  Heeeül  maakt 


aeo  knionbmedte  m  S — 80  m.  en  ttjn  ittkwüli 
van  boratweriogen  foonien. 

Door  de  b»TenaOT«art  komt  men  in  bet  eigen- 
Igke  feaTeabekkeB,  dat  al  naar  de  w^ze  van  ont- 
•taan  en  beateoimiiig  TerMbiltend  gerarmd  ïi  en 
een  wTMÜUende  U^nig  berft.  De  idiepeit  wor- 
den hl  bet  b^ken  aan  dravende  itonnen  (anker- 
boeien)  en  dakdüren  of  aan  de  aeheepariogeD  en 
'    orai  beveatigd.  Tot  bet  bden 


miu  dl 
Mieen  d 


a  dienen  de  op  de  Imhn  OM«stddc  kranen, 
eiemtorea,  k<4en1ip«  en  aoontgcl^e  toeeleMen  tot 
lonen  en  leden. 

De  diepte  van  een  bai«a,  dSe  zoo  mogelük  SO 
tm.  mcOT  bedragen  moet  dan  de  diepgang  der 
giootate  aehcpen,  tracht  men  door  nit^ggering 
en  door  iniDetinattge  of  natntHlijke  etrooining 
eonataat  te  boodw. 

RipierAo««n«  dienen,  'behalve  voor  b«t 
TCtkeer,  tot  beeebwonng  der  binneDsehepen  te- 
gen faooR  water  en  Qeganff.  Z^  iqh  meestal  door 
•teena  dammen  ma  de  mier  geaeheiilen. 

Ferdrajkavent  z^  de  havens  'm  Cliina, 
Japan  en  Korea,  wdke  kndttena  vMthag  tusacben 
dne  itaten  en  de  Eutopeeedie  mogeniSiHten  be- 
BBvena  de  Tareeoigde  Staten  vso  N.-Amerika 
TOOT  des  bauM  ign  opengealdd. 


Voor  de  inrichting  der  gioo4e  bavena  van  Ne- 
derland {Ameterdam,  BoUerdam,  Eoek  vm  Hot- 
Und,  Umniden)  zie  men  de  ^sonderlgke  aiti- 

Om  de  orde  te  band^taieD  heeK  mea  ia  iedere 
baiven  AtwsnjwJitts  (me  aldaac),  met  een  kaveit- 
tnutter  (zie  «Idaar)  aaA  het  hocAL 

Utentum:  Uknert,  Die  3eehUen  dw  Wett- 
verkebn  (Weenen  IdSfr— 1891,  2  dfai.);  Oordemov, 
Lee  patta  modernes  (Fwöe  1900,  2  dht);  dextU- 
de,  Lea  ports  nMratünee  ^Pvt^  1607—1908,  3. 
dln.);  „Lm  porta  et  lenr  fonotknt  éeonomiiine" 
(Panja  1906—1909,  4  dln.). 

HaTsnrald  ie  het  bedrag,  dM  de  sduppert 
moetuk  betren  voor  bet  liggen  >n  een  havea. 

HAT«li|r*t«l  vui  een  plaate  geeft  bet  nvr 
van  Hoogwater  aan  by  Vcdle  of  Nievwe  maan  of 
—  wat  op  hetzdlde  neerkomt  —  bet  verMhil  in 
ty  tnsMfaen  bM  tödstip  taa  uAoonoveffmng  en 
dat  van  Boegwater  akbar  hg  Gphngtq.  Zie  vw- 
der  Qet^den. 

HftTenliooM  v  «en  aberke  d^k  «f  dam,  die 
de  hinen  begienet  en  in  de  zee  of  io  de  liviat 
otteteekt  lueetal  lön  *Ö  "va»  een  plankier  of 
fooppad  vooinen,  waacorcr  de  aohepen  zijn  te  be- 
re^n  ot  hulp  te  verlevnen  i«.  De  kop  van  een 
havenhoofd  beboont  voormen  te  ZQa  vMk  een  lidit- 
opstand,  loodat  de  joiaie  Kffiing  aleeds  ts  wau 
te  nemen.  In  um  knd  vindt  men  vwecfacèdene 
baveDboofden,  die  oit  rqebcFDt  ^in  samengeateèd 
en  met  «teenbesettingen  ^n  ateeaekt  (Haven  vaa 
VUriand).  Ook  wed  ign  bet  ideefata  ateógen  uit 


■teenatortiBgen  zjjo  aaogf^mMht  (VtteeingeD), 
doch  'meestal  i^p»  ^j  nit  zware  ateaBblokken  op- 
gebouwd (Scbevetongen). 

Havenlloht  ia  eoi  liefat  op  «en  bniteobaven, 
veelal  gepkalat  op  «en  booste,  ten  bdMwve  van 
de  «eh^ten,  die  't  naebta  btaneBvaüen. 

Hsvwimaerter  ia  een  mMenaar,  die  dn 
•efaepen  een  U^ihcta  aanwjJBt  en  aan  bet  hoofd 
staat  van  de  tnvenpoUtM  (zee  aMaar). 

Hawmpolitia  noont  men  ^  perecHien,  wd> 
ke  «we  4h^en  voor  de  vejkgbeid  van  bet  verkeet 
in  de  bavena  en  voor  bet  naievea  van  de  vennde- 
naflgen,  «faammtieat  door  gemeente,  pioviBde  of 
r^k  vaatgeat^. 

HavuMlns,  Amold,  «en  Nederlanden  ge- 
aehtedkniKtlge,  weid  io  1540  t«  'e-Hertt^nboseh 

KbOTen  en  oTedeed  én  1810  te  Bnisael.  Hn  be- 
otde  totdeordederJeBnIetraentehreef:„Cam- 


driae  etc"  (1608;  in  ':t  Nederiandech  veria&M  in 
1649)  en  „Speoulam  bMeticae  ciudelitatifl"  (I60S). 

HawratUd.  Zie  Oatidet,. 

Haver  is  een  oi^tnTHgewae  van  bet  planten- 
MBbefat  Avena  (ae  aldaar).  Daaronder  worden 
de  volgende  ceccdtiveerde  soorten  onderBebeiden; 
A.  tahva  raljons,  gewone  of  ptnimhaTer  (ae 
(daait:  (^Taoea,  Ug.  16  o,  b)  met  nit^espraide 
phiim.  A.  saf.  orMntaJtj  of  troahaver  (zie  pkiat; 
Oranen,  fi^.  19  a,  b)  met  4«gen  den  balm  aange- 


de  kkor  dar  kroookafjee  woiden  (be  met  opge- 


iMen    vmebten   ondóaEbciden    : 


DigilizedbyGoOglC 


HAVER— HA  ViEaiKAiMP. 


bnrine,  zwavte  en  ixmte  nniSteittn;  atu  iva  tqd 
mi  T^jww  worden  m  venieeld  in  Tnreg-,  middel- 
iio«g-  en  imttijft  nriSMten.  De  Tioegntpe  twen- 
gen  gewoonl^k  mktdttr  op,  bcTAttea  meer  eiwit 
en  Toimen  «en  betere  boTeorraebt  TOor  Ukvera. 
Tot  de  ptuimT«dMT«r  MuMren  de  loeeat  bekende 
TArifiteiton:  Pnteteier,  dikke  wiLte,  oude  iwftrte 
en  TKwnjjpe  iwaite  fKtsidealsbaTer,  IbnwholtB 
b»ven,  Zege-  en  GondeniegenhaT«r. 
De  gnmte  jHMkte  Imw   (A.   tal.   nuda   AL) 

rtt  aelfe  «n  iqke  ^Tonden  «lecbte  ofAvengsten; 
bqnft  uitaHiiteiiil  u  Ooeteuük  Twboawde  kka- 
ne,  nukte  néddelmatige.  Zg  i^  in  «ue  streken 
i»n  veen  inatdk  roor  de  cuHonr  efenmaa  «la  de 
in  OEóiM  en  in  den  nienireren  tgd  ook  m  Noord- 
Amerjk*  nrbonwde  (MihiMedte  saaJcte  Imtm:  (A. 
lat.  ekinetmt  Fisdi). 

De  ereoe  of  Modtwrer  (A  ttrigoaa,  ite  E9»ne) 
en  dfe  korte  hMar  f,1.  fircrü  Rotb.)  onderecÉiM. 
den  ncfa  van  J.  «oitva  dooi  de  geateeUe  on- 
derste bkwm. 

De  wiWe  haTsr  o{  Mrt  (A.  fofita),  in  Midden- 
EoTOM  mer  Toitindd  ak  onkraid,  docti  odi  io 
Zwd-EonfM  Mt  bet  wiU  groeieDd,  wordt  we)  ak 
de  «tamTOnn  -ntn  de  gwa]tiTeeTde  baven  be- 
•ebonwd  CM  Taderl&Dd  der  haver  «e  oitbekead. 

Kriten  en  Oeimanen  ■KcboQwden  ae  leeda  aoo- 
lang  ak  iisn  geachiedenia  in  de  oodb^d  lemg- 
tettt 

By  de  ËgypteuAien,  Grieken  en  Romednen  werd 
M  niet  ^[«eumveefd.  Bq  de  Oermanen  waa  m 
de  hoofdroedingaTrudiA.  HaTeigvrt  en  harerkoe- 
ken  itordeD  nog  beden  tit  ^g^kaeb  Toedari 
sebnikt  ia  het  noorden  Tan  KnnainaiTiê,  Sdtot- 
fcnd,  lerlaHl  en  op  de  Orkne;-  en  ^ethadi- 
eÜBoden.  In  overig  BurofM  en  ki  Noom1>- Amerika 
w«mM  ze  booMxakelifk  voor  Teevoedcf  verbouwd, 
in  het  bijionder  tooi  paarden  en  jonz  vee.  Het 
kaf  en  bet  alroo  worden  vom  betielfae  doeJ  ge- 
bruikt en  hebben  daarvoor  boogere  waarde  mn 
dat  ven  andere  graaen.  Ook  kui  haver  groen  ge- 
maaid aU  veevoeder  dieneD.  Haveigort  en  uft 
sott  gekookt  haiversiüm  worden  voor  medieifiale 
doeteraden  aangewend.  Iji  BelgiS  wordt  oiit  de 
haver  een  aoort  bier  gebionwen.  Voor  de 
«eheifauidige    aameneteUtng    xie    Lmdbomopro- 

De  haver  behoort  tbuia  io  de  gematigde  loeht- 
■treek  en  kan  koude  en  inwe  weeiegeeMdheid 
verdragen.  Zü  woidt  in  Noorwegen  tot  «9.5*  N. 
Br.  verbouwd;  waar  vioege  iwver  niet  meer  ge- 
dqt,  daar  kan  vaa  aklwitKmw  wtioig  meer  worden 
Terwaebt.  Id  de  ttofMn  kotmt  h  slèebta  op  hooge 
bergen  vooit;  zoo  ook  ên  AoatraÜi.  In  Centraal- 
AiiB  ie  te  op  9000  voet  hoogte  gevonden.  Zie 
ook  tiet  aitikel  (TrooH&oiiw  eni. 

Haver  kan  Ofi  aHe  grODdeoorten  worden  ver 
bouwd,  behalve  süaadnea  op  het  Bchraahte  tand, 
waar  erene  niet  meer  gesijt.  Op  leer  iwaten 
Ueigiond  groeit  ee  beter  dan  gerst.  Ook  on  sure, 
veeMtMJge  en  Tnenw-ODtgoanen  gionden  lao  ie 
worden  geteeld.  Houmok  leem-  en  zavelgronden 
iQB  voor  haar  het  beat.  Hav>er  kan  aia  aFdngende 
rrooM  worden  v<a4miwd,  dodi  loont  ook  een  be- 
tere pbate  in  de  vmehtinvolgiiig,  b-v.  na  kta- 
Ten  en  bemeste  bakvniooten;  w  paat  ook  na 
rogge-  Na  haver  groeien  dftwijle  klavers,  hak- 
vrndbtea  en  vlna.  Havei  na  bever  ie  aOeen  op 


naeaw-omgebroken  gi»alHMl  ol  faeidegrond  te  vei- 
dedigm, 

HtVTor  wordt  bq  voorkcmi  met  met  atakneat 
tMtneet-  Ze  ia  wel  danJibaai  voor  ettikeUif,  phoe- 
tortnni  en  ka&  en  op  hhmI-  en  veengronden  ook 
voor  kaU. 

Vooi  baver  inxdt  de  grcmd  im  den  beifat  op 
wialervoor  get^Mgd.  Daarim  wordt  ie  in  bei  voor- 
jaar vroeg  gMaaid  nadat  iKit  l&nd  bjj  bert  in  bbt 
wdM  BHueo  op  liclite  gronden  in  den  rege)  nJet, 
bq  bet  op  rgen  taaien  wel'  vooraf  bewerkt  ie  met 
egge  ol  cultivator.  N«  het  laaien  wordt  bet 
kind  gieted  en  loo  noodig  geroM.  Aam  laaiiaad 
wordt  \S-^.5  HX.  psi  H.A.  gebruikt,  gewoou- 
Vjk  2A — 4.  Oednreode  dea  gvoa  wordft  die  grond 
door  h*-i*en  loagemaakt  en  seiaiDaBd  vaa  od- 
kiud.  AJa  de  koneliidKMid 
ia.  wordt  bet  gewas 
itet  1  "  ■      •     '■ 


geaaadea  en  na  tbogiog  op 
De  opbiengsten  aan  kwiek 


vaiiSeien  van  30 — 90  HJ>.  en  laeei  pei  H~A.;  die 
aan  atioo  vu'  «natreeka  2—^000  tg.  pet  H.A.; 
het  HJi.-gewioht  adhommeA  Tan  ongevoel  36 — 
Mig. 

Ziekten  en  bueluidigingen.  De  haver  kam  wor- 
den aangetast  door  «twftu^Dd,  gewone  roest, 
kroonioeat,  meeldaaw  en  iw&rtiwammfflt.  Z« 
wordt  o.  a.  beschadigd  door  veMmniien,  vr»ter- 
ratten,  hamaten,  vo^la,  engerlingen,  ritnaakkn, 
aardnipseu,  emdten,  larvien  vui  hiAnvlieg  en 
friltlicg:,  bkdhdien,  bietenaahjea,  «tvngriaikUijea 
en  alakkea. 

Zie:  Denailtt  en  Sirodot,  L'avoine  (Pargs 
IB02). 

H»T«r,  Mevraaw  TAeoclore  PefroneUa  Ser. 
wordiM^  de»  IMen  Deeember  1856  te  Aataterdam 


boodeo  en  tot  1867  werksaam  bg  het  openbaar 
kger  onderwqe.  Sedert  1SS5  inteieeeeetnde  tg 
licb  voor  aooiale  vnaAstukke^i.  In  November  lë91 
wetd  ag  gekozen  in  het  bestuur  der  Vrge  Vrou- 
wenvereeniging  en  wri<fra  werd  ig  baar  aeeteta- 
reaae.  Sedert  1602  beplMtte  zg  met  bet  woom)  en 
de  pen  de  bedangen  der  vrouw  in  aociaal  en 
etaaiereebtedgk  cpnebt.  <Sg  was  beatunieüd  en 
«ipriditstec  van  een  aaaitrt  Tereenigtigeih  die 
hetoeUde  doel  beoogden.  Ook  maakte  ijj  veel 
fM'omgaoik  voor  de  begineden  vak  „De  Dage- 
raad" en  TDos  den  Bond  «oor  Slaatapension  nee- 
ring.  Zij  orerteod  den  Irtea  Novan)iêr  1912. 

B«T«raaltJ«.  HetielMe  ak  bet  bielenaakje. 
Zie  Aaltja. 

HAwerblftdlnls  (Aphü  memw)  ie  een  don- 
kergroene, wiUMstoven  bIa<Huis  die  oo  iMver, 
tarwe  en  gerst  foorkomt  en  wel  op  de  bUdwiiee- 
den  en  op  den  bovenkant  der  ineen  gerolde  blade- 
ren, nooit  e<*ter  op  de  aren.  Deiefide  «oort  leeft 
ook  op  de  troavogejkere;  van  dese  vertinnen  ie 
ap  de  granen  en  op  versehdUende  graaaen. 

RRTarkunii,  Sigbnt  of  Sigeberlni,  een  No- 
derkndeeh  gesi&ed-  en  Mterknndige,  n>  Deeem- 
ber 1984  te  Leeawarden  gvAwren,  ïtudeerde  1« 
Utrecht  in  de  godgdeerdheid  en  was  aehtereea- 
volgena  predikant  te  Stad  aan 't  Harïngv4iet  en 
lector  in  de  Griekatdte  taal  te  Leiden,  welke  laat- 
ste betrelüÜDg  hq  den  leten  Juni  173D  aatovaard- 
de  met  een  redevoering  „De  quaestMiie  ntmm 
au  UMeria  Oraeeda  aiin  majus  nomen  para- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HAVERKAMP— BAVataiBKTE. 


-rcnt".  H«t  vrigende  nu  weid  bem  bet  boog- 
leeikUMmbt  te  PTooekei  (wedi^en,  wmttooi 
faq  ecbter  bedKoUe,  oindKt  hy  op  Mmbev^Kig 
Tu  P.  BKraum  benwmd  wu  tot  piofcMcrr  JD 
bet  Qriek«(ti  Ie  Laden.  L*ter  werd  hem  teveus 
tiet  vDdeTwije  in  de  we^rf^eixHiud  en  gegdu'e- 
deiu«  toevedTtroowd.  fig  oterteed  den  27steii  AprM 
1742.  fl^  g«i  c.iL  uit;  „OKtio  de  Mtioite  «re- 
taiis,  «m  mipocw  doqneDt»"  (1724),  „T.  Ln- 
netii  Cari  de  Renim  natnn  lüun  VI  aam  mhm- 
tetkuibat"  (2  dïo.  1725),  .^lavu  Jcaepb  open 
'i  gMM»  «t  Uüae,  einn  pkirunonmi  jróter- 
•---*----'--^te«"  (2  <Un.  1726),  „Mn- 
'  (S  «n.  ]729),  „Tbeeftn- 
•  «te."  {2  óka.  1784),  „Algemeene 
Hutorie  dar  ntoit  in  AvB,  Afrika  en  Bqimm  en 
m  denalTCT  SmAm^o,  LuniKitKpwit,  Staten 
en  Steden,  «edMt  bet  <ifibiKideD  dei  labet-eevwe 
lot  «p  da  beencba^ig  raa  Kaïti  den  Ofootea, 
en  tot  den  tödt,  doot^aean  de  Wddet«enve  ^ 
naund,  yooigoTaHen,  met  meer  óut  dwzand  hw- 
toüepeDnoogen  «eirgkt  en  opgehaldert"  (3  dbu 
1736 — 178S),  ^jitoge  eeriptonim  de  proonneia- 
twne  G«e»e  b^oae"  (2  dliL  1786—1740),  „lo- 
trodnetio  io  biat<»Mm  pUiiae"  (1789)  en  „In- 
trodnotki  »  aniiqaitatw  lomanae,  et  uttiqnka- 


laÜogen  nit  bet  l^iaaoedi  ten  beboere  -ma  den 
grooteii  „Ttteaaaroa  ranm  kabeanun". 

Ha-Terk^mp,  /oAontiM,  een  N«i)erlaikleeh 
tooneeWebtèr  en  geeehietMnqyer,  in  de  2de 
bellt  dn  17de  eeuw  te  Amsterdam  sebcren, 
■direef;  ,J>e  dooi  van  Ne»,  twrarroeï"  (2de 
drok  1720),  „öeta  ol  de  broedennoord  tbo  An- 
tonioL  treompel"  (j;edeeit«li|k  dooi  K.  Leseailje, 
3de  drok,  178S),  «en%e  tieompdm  nau  het 
Pianseh,  „Oeditliten"  (1716),  „Bijbelpofizg"  (1729), 
„Historie  Tan  Onstaaf  I,  koiung  van  Zweden" 
(aaai  Vertot,  1786),  3aAtag€*eimen  vut  Euro- 
pa" (22  dfak.,  1740)  en  „£M«t  Teihaal  Tan  de 
groepte  stMttewiM^uir,  Toorgevdlen  ia  de  Be- 
pnbUei  dat  Veieemgde  Nedeiluiden,  in  den  jare 
1747  enz."  (naai  Rmuêet,  1747). 

HaTarhorn,  Wütem,  te  Ameteidun  gebo- 
ren, waa  gernimen  tfd  bestwrakr  en  mrot- 
eeni  ewnmieeiria  i«ii  den  stttdnebenwbnrg  te 
uwteidHn  en  oTerleed  dan  29Gtai  Septraibei 
IfBO  «p  tgn  bofatede  Heeihniien  aan  den  Amatd. 
^  dMMe  de  Tergende  tFeorepden:  „Robbert  de 
'  Vriea"  (2de  dnA,  1778),  „Aleid  im  Podgeeet" 
(1778),  „Cfaodtaa  (WUe"  (1779),  „Etizabeih 
WeodriUe,  weduwe  vad  Edoaid  FV,  koning  Tan 
Engeliikdf  (1784)  en  „De  aonekg  <xp  Antwer- 
pe^'.  De  meeate  nu  deve  stokken  ujn  in  den 
Amateidamaeben  «ebonwbnig  gedmende  vele  ja- 
ren opgevoerd.  OA  beeft  men  tüd  betn  eem^ 
itnkjae  ia  de  „KMne  Ktdkterlqke  HaadBcbnf- 
ten",  eeoige  gi^eReiibeiiteeiËehten  en  „Pofliij" 
(1784). 

BaTflmuui,  Hendrik  Jahan,  een  Nedei- 
bwKbdi  ecbUdei  en  toikenaai,  nkn  2EMen  Octv- 
ber  1857  te  Amaterdun  ^boren,  Ümiw  werk- 
nam  te  'a  QraTtiAafle.  Ebw  een  leerling  van  d« 
Aeademie  van  Beeldende  Kimat«i  te  AïDBt«rda4n 
en  werkte  in  1879  onder  Vtrlat  te  Antwerpen. 
Bovermaa  aa  een  onsei  meest  bekweane  portT«t- 
1  TCmanügde  in  de  iaatate  jaren  tal 


'bekende  Nederkdideis.  Ook 
door  ivn  vooietelèiogen  uit  bet  daeeljjJcsch  leven 
en  lü"  teitAcüappen  'M  Sf^aje,  Tanger  en  AI- 
gra4B  ii  Haverntm  bekend.  Ia  qjn  eeiaten  tnd 
•diiUerde  l^j  wont  naaUfignreu  (o.a.  ,^ 
Vlnobt",  in  bet  StetMqk  Jfneeam  te  Amstei- 
dam).  Men  Toodt  oa.  io  bet  Uueeum  Mesdag  te 
'a-Oiavenha^  en  bel  Stedelnk  HoBeitm  te  Am- 
•terdam  wenen  vma  iqn  btura. 
HaT«r    Botainldt,    Fratteoit,    een    Neder- 


kndecb  tetteibindlige,  den  I 


1  Febraaii  1835 


te  Leeaw«nlen  gemnn,  «tndeeide  te  Leiden  n 
de  theohwie  en  weid  u  18G9  pmdUent  te  Food- 
gnm  en  S»mré,  in  1868  4e-BMcen  Nienwediep 
en  1»  1864  te  Sduedam,  waar  hg  den  lOden  Ja- 
noan  16A4  een  emde  aan  ^  lev«n  maaditie.  Zgn 
„Sn^k«D  en  giiniMbjee,  polak  nat  den  atnden- 
teotfid  TCU  Fkt  Baaltjea"  (1667,  8sle  dmk  1904) 
wenlen  nnt  grooten  büval  ontvangen,  in  het 
FiMHeh  en  LM^n  TotaMd  en  bö  heihaJiii^  nit- 
gegtMn.  Verdei  krmde  hg  vde  bodragen  u^  ail- 
DSMskken  en  iBdadBilten,  gedeekciöï  venameU 
ondei  den  ttM  „Fanütte  en  hamuaaen"  (1876, 
5de  drak  1900).  Bmer  Sclunidt  waa  ook.  een  der 
ineeet  gerietde  NederiandBche  ladenaara. 

HAvavstwnbrand  (Vititago  laevU).  To»- 
edien  de  iêta  nitMn  gedrongen  kafjee  bemin- 
den üeb  kwte  konels,  met  dmtuen  wand,  waar- 
door de  swarte  inbond  beeoaebemeit.  Deie 
iworte  inbond  bestaat  Toomamelgk  nit  de  braad- 
eporen  vsn  «en  twam;  bg  bet  doneben  konten  ie 
Trg,  kteren  aan  de  Wjee  vaat  Tan  da  geaonde 
korrda,  ootkionen,  ala  ook  de  baveTkoriet  oot- 
kiemt  en  bewerken  loo  o^ieaw:  de  ateenènnd. 
De  beeti^Dganiddden  ign  afa  bg  anders  sooi- 


HavvntaUbraDd  (üaHtago  Atenae).  Be 
baTentlant  Tertoont  sledita  iwarte  koiielt,  die 
ten  aMte  gebed  Tentaiven.  Deie  iwaite  m<na 
beetaat  nit  de  boWKkpoien  Tam  een  biuxhwam. 
Qedtuende  bet  bloeien  wn  den  baver  worden  de 
epoien  venptM;  ie  hunea  cp  de  btoeiaen  te- 
redk,  maar  bewatktai  geen  blo«Diofeatie,  looak 
by  de  tarweatuMbramdt  Bent  bg  de  ootkwnwv, 
na  den  winter,  infecleeren  ig  de  jonge  haver- 
pkBtJea. 

Hawsrwortel  (Tragopogan  oorrHoliu»)  teit 
de  aeAoraenéar  ot preSiladiaëboksoaard iaeen wit- 
te af  gtle  lehoneneer,  die  blvkena  den  LatönaebMi 
naam,  Tragopogtm  potrifoliiu,  tot  een  aoidei  ge- 
riaobt  dan  de  woie  eebMeeoen  beboeit.  Zy  ie 
tweejarig,  mawr  moet  ab  «eiqari^  gewac  worden 
gekweekt,  daar  ig  in  bet  tweede  jaar  onbruikbaar 
18.  Kjj  wordt  zeer  vroeg  ia  bet  TOOriaai  gezaaid 
en  kan  Qtnke  opbrengsten  geven.  In  one  laod 
geeft  men  editei  de  Tooikeor  aan  de  ware  eehor- 
eeneer,  Seononera  hitjianiea  L.,  die  emaielgkei 
ie  en  eTniTeel  gewicht  opleTert. 

HavenAekte  (vetnkoUmiale).  Zoo  noemt 
men  de  aiekte,  die  bdudve  barrer  ook  andere  ge- 
waesen,  zooais  rogge,  taFwe,  eeist  en  aavdappetén 
aontaet,  en  deb  een  80-t»l  jaren  geleden  in  de 
Orooinger  ytMktiioMa  bigaa  te  yertoooen. 
Plekagewgw  wordt  bet  gewas  aaagetaat  De  plant 
wordt  gea,  de  groei  uaat  atU,  ep  bet  midden 
Tan  de  Uadat^  ontstaan  gadwitte  vkkies  en 
bet  ft^A  krijgt  «en  knak.  Een  aantal  psanten 
gaat   dbod;   &  andercm  grocaen   er  door  heen. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


□uar  giCTcu  moxtÊ  een  genoge  opbmmst.  Do 
ooonuk  sehifDt  t«  ója,  Tol^eiu  de  MKhrwekier 
^en  nu  SjMema  «n  Budig,  de  ophooping  — 
•lealiacbe  «tiofleD  in  dui  faooem  tengen^ 
<b  bemesting;  dMrdoot  wctd  At  normik  nv 
vemdeid  ia  idMdelqke  bniniiMtofleii.  Een  to«- 
*o^giig  nn  DMOgMMoUMU  ü  e«ft  gowt  Teite- 
tenngnDiddel  vu  den  bodem. 

BftVaSAto  of  HavexaU  be6eekende  ooreptMi- 
kdnk  hoM«iIe^  kter  «ie  hobtede  hd  dea  heer 
en  Eiceff  daudoor  de  beteekenia  tad  riddema- 
üg  goed,  boie  of  kMt«el,  <te«  betielfde  als  rid- 
dmtobtedfe.  Men  TODd  h«7enten  in  de  graal- 
aohap  Zntfen,  in  Oreröed  en  ia  DniUe,  en  wd 
telde  men  <9  bet  eiode  der  ISde  eeuw  in  Zntfen 
«ngereer  40,  in  Oreijjad  122  ea  in  Drente 
haveMten.  Het  beüt  eeoei  havesate  werd  t 
veiwaAt,  om  üt  de  SüAmathtf  ran  bet  geircat 
te  komien  worden  beadireren  en  ak  wodanig 
deel  Ie  oaoen  atuL  bet  beMnrr  na  bet  gewest. 

HftTat,  Snuat,  «en  EVaoaeh  aelirflio  en  wig 
geer,  «eid  d»  Uden  April  1618  te  F«^  gebo- 
no,  beM^  at*ar  •naathiÜBaAt  edMkiv  o.t. 
de  Ecoh  normale,  en  werd  «ei«t  geplaatst  te 
Dgon,  en  -rvnólevm  im  1646,  «b  aopplóaiit  'na 
Vietor  Laeltre,  bekked  iMt  het  luM^eeraanainbt 
in  de  L«t9nsclie  ««IsprekeDitttad  aan  de  Sortnn- 
ne.  Vwv  betidfde  nk  werd  bg  ia  1855  tot 
woon  boogleeraar  aao  bet  OoHè^  de  f^wioe 
Boemd  en  gaf  er  «oderwga  tot  «o  1886,  toe»  bq 
lö»  tMk  kon  overdragen  wui  iga  Mon  Louü.  In 
1880  onWing  hq  ai*  ofvrolger  Tan  Reyb<md  bet 
lidmaatoefau  lan  de  Aeadémie  dee  aeleneM  mo- 
rAes  et  wditiqaes.  J^  OTerieed  den  2SeteD  De- 
oember  18B9  te  FHjja.  Van  ign  gesdirlftao  noe- 
men wg:  ,J)e  la  iMtoiïqne  d'Aristote"  (1646), 
„De  Hooaerieonun  poeaMtnm  oaóat  et  wiitete" 
(194S),  „Jtnw  dau  rUstoire"  (ffiSS),  „Le  ehrie- 
tHHHOie  et  ses  orJgioM"  (1672—1884,  4  dln.)  en 
„HénMirea  eni  la  daU  dei  £crite,  qni  portent 
lea  Dona  de  Béioee  «t  de  Uanétboa"  (1ST4). 

RawwMta.  Zfe  Hitraeate. 

H&vik,  eea  gesbebt  der  dagioofvogeli,  onder- 
eeheidt  lid  tbo  de  eddralken  doot  kmtere,  meer 
afgemMle  tl«agels,  die  nanwelqka  tot  de  hellt 
tan  den  staart  iwken.  De  tot  dit  gedaeht  beboo- 
rende  TOgde  bebbca  booge  poëten  en  sterk  ge- 
kromde, dodi  tevoDS  niDen^adniikte  snavel*.  Zij 
bewonen  bet  liefst  groote  boBaeben,  TÜegen  niet 
hoog,  maar  seei  aiiél  en  maken  »oh  soowel  in 
hun  Ttadit,  als  metetide  ran  biaa  buit  meeeter. 
De  tooniaamste  aooitieiehavikfAtliirptditmba- 
rvu  Oeitnei),  dien  men  aveial  in  Europa,  ook 
in  AnS  en  Alrika  aantreft.  Het  ia  een  togd,  die 
veel  plnimvee  rooft  en  waarop  vrerig  JmM  ge- 
maakt wm4L  Het  mauKrije  Jt  mgoner  60  em. 
iMig,  aan  den  kep,  bak  en  staart  tso  boven  doo. 
ker  asebUenrig,  dede  oau  blanw,  deek  naaf 
groen  orerbeHeM,  aan  de  ked.  wit  en  bnrin  ge- 
stippeld, heeït  «en  breedafgeronden  staart,  hoogge- 
le pooteD  en  sduttorend  swaite  kknwen.  Hg  nee- 
telt  in  booge  twomea;  het  wgfie  legt  in  Apdl 
Tier  groeoacbtig  witte  «eten.  In  Engekiui  ie 
men  weer  begonóen  hem  voor  de  jacbt  at  te  rich- 
ten. 

HavUukmld  (Uieraeium)  ie  de  naam  Tan 
een  plantengeckeht  uit  de  wnilie  der  SaAmye- 
sfefaf&IoeiRtjren  (Oompotntt»).     Eet  ondersebebdt 


üoh  door  talrnke  om windseBdaadj  ea,  in  2  ^ 
meer  kransen  doobtw  of  kweer  oier  Aiinn^w  ge- 
legen, door  een  al  of  niet  bedtaarden  bloembo- 
düu  sonder  abooadiidyben,  door  Untronnigc, 
tweedaobtige  bkempjes,  door  bnna  robovde,  g«- 
iibde    en   afgeknotie,  door  vnilwlt  of  rosaéltU^ 


ing  hapUctkniid  (U,  püouUa  h.)  ntet  gaahan- 
dtge,  eironde,  ras  onder  vHtige  bladeren  en 
UoMDstengek  met  twee  of  een  enkel  btoem- 
boofdje  aan  den  top,  —  mtls  harnktkruid  (H. 
AuHoiUi  L.)  met  S  ot  i  btoembooldjee  en  aaa 
beide  ludeo  oobebuude  bkdeien,  —  auwrkaetk*- 
kmid  (B.  murorum  Poll.)  met  een  meestal  een- 
bladigèn  bloemstuigel,  de  hooldjee  in  een  pluim, 
ovale  wovleUibdHea  en  een  bartvormig  of  ovaal 
stengdbkd,  terwijl  de  Uoematden  en  omwiod- 
•ek  dicbt  beiet  qja  met  kli«nlragend«  haren,  — 
gewotm  harilukntid  (H.  mdgatum  F  r.)  met  een 
enkelvoodigen  stengel,  lai^eipige,  idokkif^ 
eenimsiaa  getande  ld»d«ran  en  pbiHaTMinige 
bloeiwj^«n,  —  •ekennAonktiniHl  ffi.  iiMMJa- 
(uM  L.)  met  een  redrtetudi^n,  enkdrvondi^ 
«tengel,  ongeeteelde  lanert-ij|BTormige,  eenjge- 
lias  getande  bladeren,  tuil-«cbermige  bloeiwgnn 
en  «ihciiaaFde  omwioikeli  met  aangednAile 
«cbvUien. 

Bl^Tliosk,  Karel,  een  Ciecliiscb  eebrgver  en 
JoumaUst,  den  Sisten  Oetober  1S21  te  Borova  bjj 
Chotebor  geboren,  studeerde  te  Fraag,  werd  bnis- 
gnderwnser  te  Uo^u  en  eebri^:  „Talereelen 
tut  RvNaod"  (Obraiy  i  Rne).  VemdgeM  keerde 
hy  terug  naac  Bobemen  en  waa  er  van  184S 
tot  1851  ak  jovrnüiet  Overig  werkwam,  wat  bg 
met  een  kagdurige  gevangeoiestraf  te  Briien  in 
Tirol  moest  boelen.  ËMst  in  1855  kon  bü  naar 
Praag  ««rnskeefeo,  waar  bS  den  29sten  hii  1856 
overtéed  Z^n  bekddiefat  „De  doop  van  den  hei- 
ligen WJaduair"  (Krest  ev.  Vladlmira)  vertoheen 
eerst  in  1877  io  bet  licht,  nwht  ign  „Venamd- 
de  geecbtitten"  (Sebrane  Spiey)  in  1870  veraAe- 


etad  in  bèt  i^Vaosehe  d^iaitement  BaaM-Smne, 
naaet  MareeiUe  de  nootete  handelshaven  van 
Fraoki^k,  ligt  «SA  de  noonfagde  van  de  Seine- 
monding,  aan  den  voet  vaa  een  lerrMave^KKiaiag 
en  aan  den  W«st««)oorw«g.  De  stad,  dóe  (1911) 
130  159  iowomn  telt,  wotdt  door  drie  forten  en 
oodtfadwideD  batteiqen  besebermd,  terwgl  de 
TToegere  vestingwal  sedert  1854  plaats  gemaakt 
beeft  voor  nieiiwe  tnjken  met  mode  rirelen  en 
bookvards.  Van  de  stralen  verdienen  de  Rite  de 
Paris,  de  Boulevards  StraBibourgenFranfoig  I, 
de  Cours  de  la  RépoUiqne  en  de  kaden  vermel- 
dóng.  Uooie  boawwerken  ign  de  kerken  Notie 
Dame  en  St.  Fraocws,  beide  uit  Ar  ISde— ITde 
eeuw,  het  museom  met  de  daarvoor  gtpkatslc 
standbeelden  der  djcbtere  Bernardin  de  Saint- 
Pierre  en  Oarimir  Delavigne,  bet  stadhuis,  de 

r>te  eebonwbarg  (1844),  het  Paleis  van  Josti- 
(1876),  de  Benn  (1880)  en  het  groote  hotel 
Fraaeati  met  een  badditrtebtin^.  Men  vindt  te  Ha- 
TTe  «en  jragens-  en  een  meisjeriyeeum,  «en  hoo- 
gere fcandalMebool.  een  bjdragraiieehe  en  andere 
'    '   '  bibüotbeek  (SOÜOO  deekn).  «en 


DigilizedbyGoOglC 


HATBE— SAWEINS. 


103 


kniwt-,  ondhndkmidig,  iHtuuthUtoriMih  en  hia- 
dobiitDMUD,  een  Beon  en  ^xak  beioebte  reet»- 
öen.  Bi  b*«tii>n  ^nwte  mMlüaeUiiiekan,  wheep»- 
timmaiKifco,  gxr-  «b  metiAlgietw^ien,  touw- 
•faig«Tgeii,  atooauaolei»,  md  katmn^Mimarg,  een 
gTMrte  rtMtotriMtofabiiet.  een  potndeiim-  en  een 
aoikenmllMMdeiï,  kAbet-,  eonewren-.  papiei-  ea 
swpM>ri«ken. 

De  haven  baatMt  uk  een  TOOifaaTen  met  10 
btanaa,  di«  door  14  «huien  iMt  «Jkandar  reitoA- 
dn  qo,  een  opfMrrUte  tmi  97  H.A.  tieriHa  en 
«en  k»MH«te  vu  1560S  m.  ixtitbta.  \aAtt 
heelt  men  w  ms  dHmgdokkot,  poote  epaU^- 
^MtiNi,  htA  enloikmieB  en  KTen  IkhUÓreM. 
Set  25  km.  lange  Sanaal  van  TaDcarrille  maakt 
TOOT  riiüractiwes  M  nefatsbeekaeli  veikeei  Tan 
de  S«ine  met  de  hiTfnHnrina  miw'd^lk.  Eeo  be- 
iMgn^  T«ri>iwdtiig  Tan  de  Toonarea  naai  de 
bnitenqde  en  da  aaale^  'ras  gaUbnkais  Je  in 
1806  btgonen.  Ba*m  alaat  met  de 
aeeharaia  in  mgeinatin  atoonwaatCTeitindiaMr. 
In  bet  iiiteniatéOBaal  tefteei  Üepea  in  191^:  2140 
geladen  MhepeB  OMt  8  590497  tontMooa*,  1491 
gekdnt  adeón  DMt  2  795  260  ton  njt.  Het  hoofd- 
veiteer  liecrtpIaatometEiicNi^MLde  Veneojgde 
SMen  van  N.-Annrika  en  Dnitarfilaiid.  De  nor- 
naamate  iavotnntikelen  sjn;  <nnre  katoes,  kofU», 
^^^^     _.   .,    ,  .„,.     ..—._ 

tafaak  en  CMvtdwoe;  dé  * 


artikelen,  rawe  Iraéda,  eaeao,  OMlden  aitikeleB 
eni.  De  knitTaart  oa  mct  Maogrjik.  Sedert  de 
laaMe  Jaien  ie  Qayte  een  der  loomaanHte  ha- 
Tena,  waar  üeh  luHiferlHiixen  ïasehepeD  (ji 
lÜki  ±  80  000). 

Tot  1516  beatood  Uar  alediU  een  lUaehan- 
dorp  met  een  kapel,  de  OiaptUe  de  Grtee.  Frmu 
1  btgm  ia  1517  den  aanleg  der  haren  en  dei 
■tad,  die  ^  tegen  de  BDReleebeit  nnttrirte,  mt 
ook  door  aewik  II  en  todneSk  Xlïl  geaehied- 
de.  Onder  Lodew^k  XIV  •nMef  et  H«h  een  groo- 
to  atadel,  beioentd  dooi  de  Ttmten  in  lelobee- 
ren,  wdke  de  jjvenochtjge  tnÜMtera  er  geran- 
Ren  Mtlea,  en  door  ««taefatlteDde  T«i^feehe 
MmbajdementeD  der  Bng«hdwn  (Toonl  in  1694) 
Ook  onder  Lodew^k  XVI  en  Hapohon  l  worden 
de  h»Tea  en  de  «tM  lutgebieid,  Havre  ie  de  ge- 
boorteatad  van  de  (Scbten  Bemardin  d*  ■Saint 
Pierre,  Otmmir  Delawigne,  Maddein»  de  Sm- 
<Ury,  Angtlot  en  nn  dni  paJaeograat  Lio»  On» 
tier. 

Hawaï.  Zi«  SandmAeikmde^ 

Bawa«oh,  «en  iMer  in  N.O.-Afnka,  ont- 
nringt  tan  Z.  ran  Sjoa  (AbwMiit),  wieiM  Z.  en 
W.  fpmt  vi  vormt,  atromDt  Teider-Noordmarti 
«n  ioapl  oit  is  hat  wote  Ahbebadmeer,  nadat  iQ 
ia  bet  laadadiap  Anna  een  reeka  loetwatenne- 
ren  gemnnd  beeft. 

MmmmlM,  Bugk  lUgituM,  een  ËDgeheh  geea. 
telqke,  den  Sden  A^uil  18S1  te  Bgham  g^Kven, 
otndeóde  te  Oainbndg«  en  tnd  te  Londen  ala 
predikant  «m,  waai  fajj  een  dei  kideis  der  Brood 
Chnrek  w«id.  Hn  «aa  een  vriend  van  QaribMi 
't  ge^vera  voor  de  oraBek  van  Wagiter. 
■•      '        ■^  .......    j^^g 

.,Bnad 


Cbudi,  or  wbat  ia  «umog"  (1891),  ,Jlaait  and 
morah"  (17de  ^A  189^  „Tbongbla  for  «M 
iraee"  (12de  dnik  1886),  „Shakc^wara  and  the 
tMM"  (1878),  „American  bamonhata"  (1882), 
,Ut  moacal  lile"  (4de  dnik  1896),  „The  dead 
oMt"  (1896),  „Tnv«d  and  talk,  1865—1605" 
2  dku,  1897),  „Old  vitrilna"  (1898)  endebiogn- 
i«  3ir  Ifoidl  Haekeino"  (1893).  HÜ  overleed 
den  SOrten  Januari  1901. 

Bawlok,  «UI  atad  ia  liet  Sefaotadw  gnuJ- 
«diMi  BoiboKh.  Mgt  aan  den  Tenot  en  telt 
(1911)  16877  inwonei».  Men  vindt  er  een  kerk 
oit  de  18de  «enw,  «en  Brtesluiia,  eea  gTmnaainin, 
mk,  een  beoia,  fabrMen  voor  wollea 
konaen  «n   baadadwenen   en  veehaa- 


Soederen,   l 


HairkMbOtT,  «en  rivier  Jn  NMow-Znid- 
Walea  <m  bet  vaataUnd  van  AnatraÜi,  ontapriogt 
op  de  Blanwe  Beigen,  atnomt  door  de  vlaUa 
no  CnnriMrlaad,  ia  voor  adMpen  v*b  100  ton  tot 
boven  Wfndaoi  bevaaibaai,  beeft  een  lei^te  vaa 
530  km.  en  mondt  nït  in  de  Brofcenbaai. 

BawUiu,  «ir  Jül^n,  een  Briladi  leemas,  in 
<I632  t«  nymontb  eeboreo,  was  door  ondeisdiei- 
den  weiaiaen  «n  de  boocta  gekomen  'van  den 
bande)  en  kwam  in  1563  op  bet  dcnkbe^  dat 
de  ikvenhandel,  n  die  dagen  dooi  Spanje  gedie- 
'ven,  wik  voor  squ  vadeiUndeenbtoiivanfToote 
ink«imt«n  kon  wovdan.  Driemaal  laiade  hg  van 
Aliika  naar  Weat-IndiB;  ign  todttpn  beiorffdni 
hem  gnoote  Matten,  maar  liraadD»«kten  hem 
tevena  üa  den  eeraten  Engdmban  alavenbande- 
laar.  Om  tidi  abtven  te  TerachaTlen,  nam  hq 
ieder  imddel  te  baat.  Tot  behioniaf  voor  i^ 
bemoëineeD  ontving  Iq  van  koaingwi  Eliudnth 
verlof  dui  b^nkioon  van  TJa  w^ten  te  v«T»e- 
ren  mrt  een  balvan  neger  in  boeien  geklonken. 
Uter  ma  bg  aehatmeeater  t^  twt  deoartenent 
van  Marine  en  In  1E6B  viee-admiraal  der  vloot, 
die  tegen  de  Annada  vitgeiondon  werd.  Wegena 
de  draiaten  in  dit  ambt  heweien,  veriireeg  h3 
de  riddartjjke  manfighwL  Het  Droke  nam  bj 
ded  aan  een  aindag  op  de  Spaanaehe  benUiiv- 
gen  in  Wert-IadÜ,  wuke  eehter  ffeen  meeea  had, 
Zjjn  •ebeeciajovfnaieB  door  BoMityt  vermmeM; 
heeft  de  „HakbiTt  Society"  iqmieaw  -nttp^even 
met  een  inMding  van  Sii  O.  R.  Markham.  H^ 
overleed  den  21alBn  November  1595. 

HawUnn,  Benjamin  Walerkoiite,  een  Ek^ 
gdaeh  natnnAnndigc,  dm  Saten  Febniari  1807 
te  Laodta  geboMn,  legde  lich  toe  op  de  beeld- 


tone,  waa  van  1 


t  gaat  V 


ligde  d«M  afbedfngen  bQ  ^  voorkangen  over 
geologie  en  aoOk^  In  1853  werd  hem  door  de 
veie^ging  van  bet  Ciiatal  Palaee  de  leitaaratie 
opgedtasen  vmi  «en  aantal  renaaahtjge  voor 
weraldlfte  dieien  en  hQ  leverde  niim  dertig  van 
dete.  In  1861  ging  bq  naw  New-York,  waar  hÜ 
nitseatcHTen  diei^ralBehten  reeoaal  meerde  en 
in  lS60  overleed.  Hn  echreef;  „Popular  eoinparv 
tive  anatomT"  (1840),  „Elementt  of  torm"  (1842), 
„Compaiaitive  view  of  the  bnman  «nd  ammal 
fnme''  (1860),  „Ailietie  anatomy  of  the  horae" 
(1865),  „Artiatie  anxtomy  of  ithe  eattle  and 
abeep''  ^ÏWT),  „Artietie  anatemy  of  the  dog  and 


DigilizedbyGoOglc 


HAWKmS-OArm&USEN. 


dcei"  (197e)  en  nut  Hnxfey  „AHm  of  ckmenteij 
MMtomj"  (ia66). 

Rawthome,  ffalhoiuïl,  wn  AmerikuMdi 
•ehrijvw,  den  Men  Juk  1604  te  Bal«m  in  Mu- 
anrfraaetU  geboren  tla  lOOB  «an  een  MckicUeiin, 
die  reeik  ü  1808  stéeri,  wtüe  reeds  Us  5<nKen 
loepiüK  «m  te  aArgven  en  teTens  een  (;TOote 
i«aiii«de  TOOT  knge  iwerftoehtaa  in  de  wilder- 
lüs.  Dit  belette  bem  e«b(er  met  <»  Bowdoin  Col- 
teee,  Brmswiek,  IfMoe,  wmt  hii  vu  \82\  tot 
'1^  Btodeenfe,  gvliitk  met  LonghUuu,  een  uit- 
•tekead  leerliitf  te  lyn.  N»  de  voHooüog  van 
ijpi  fttoditn  leeTde  hjj  weer  nwi  de  nMaur  en  de 
lèUerea.  Z(Jd  meeste  h«kdachiiften  venuetigde 
bg;  söi^  «erate  boek  „Fuiduwe"  was  een 
nrislukking.  Z|jn  bqdragen  um  M  tjjdeefarift 
„Tb«  Token"  tookkeQ  «c£ter  de  MadÉtiit,  lij  faet 
IA  bepakte»  kiing,  «ok  in  Eo^eJ»nd.  Een  bloem. 
Ining^  TetMhenen  onder  den  titcl„Twiee-toM  ta- 
lea"  (1687),  mukte  wrioig  «pgMg,  dodi  werd 
doM  LonyftUov  om  den  KliitteTenden  Jtq!  sej 
pteien.  OeMnood  dnrong  hem  een  heteekkuig  ojj 
de  dooaneD  te  «unmaiden,  (be  eebtet  twee  jaar 
Uter  wetd  «figebeven.  Ni  bet  kiiHfei4»oek  ^nud- 
blber's  Cbur"  wtgeceren  te  hebben,  tloot  hjj 
sieh  Mn  bü  de  leden  der  Biook-Fum-Communitj 
kt  Roitiury,  die  de  laentefitngen  Tan  fourier  en 
Ouwn  in  toepaaüng  Amchtten  te  biengen.  Hg  be- 
•ebieel  dien  tod  in  de  „Blithedele  romuee" 
(1852).  De>e  «wdcnMOHng  mwhikte,  en  Hawtkor- 
«M,  in  lÖn  Terwtehtugen  teieoigeatekt,  keerde 
Dur  BoatoB  temg,  om  lidi  «Umt  aan  ktt«Tkini- 
diRe  beiigliedni  te  w^den.  In  1S48  veftigde  hjj 
Biw  in  itet  doifi  Concoid,  waar  hg  een  oude,  Kwr- 
been  door  Emermm  bewooode  paahKie  betrok, 
loodet  bn  ign  volgend  wetk  met  den 
„Mcwei  freoi  aa  old  maoae"  (IMS) 
De  schetaeB,  hierin  oiuenomen,  maakleo  ign  naam 
in  Europa  bekend.  tMarenboTen  aehreef  hg  het 
kinderboek;  ,Jjbei^  te«e"  (1842)  en  een  tweede 
deel  mn  „Twiee  toM  talea"  (1S43).  Nadat  hij  S 

rte  Conoord  gewoond  faad.  weid  hü  weder 
de  dooaaen  ite  Salem  geplaatst,  terwül  hg 
inn  Mtork4wdtgen  aibeid  Toortictte,  looale  bleek 
lut  „Tfae  aeailet  Mtct"  (1851).  het  werk  dat  iüd 
naam  vooi^oed  Testigde  en  „The  honee  ot  Um 
aeren  g^^ee"  (1851),  «nario  diehterlgke  kven- 
dügbeid  van  voorsWuog  en  grondige  Jcennie  van 
bet  menadidljk  hart  TertMMndeii  i^'a  t^'  <«>i  ■«>' 
genamen  hnmoi.  Hji  gaf  verder  een  „Lile  ol 
FiukVn  Pietee"  (1862)  iu  fa«t  heht.  en  toen  de 
ie  feneiaal  Tomitter  der  VereMiigde  Stsiten 
werd^  beDoeoMfc  hn  Hauthome  tot  eonenl  te  Li- 
' hieU  die  beteek^ing  tot  aan  1657, 


verpooL  Hn  bebii 


olHnl 


pieaideot  w«kL  Tot  heratel  igiu 
"   "  *     '  hjj  «  "        " 


geaehtAt* 
De,  waac  1 


dln.,  1860).  Na  i^n  ten^keer  io  Ameiiia  soiireef 
hg  etndelük  oodei  den  titel  ,iOat  old  home"  een 
reeke  ?aD  aeheteen  ener  Ëngelaod  en  <le  SngcJ- 
•(ten,  verder  „The  DoUiïer  romanee",  „SepÜ- 
DMtu  FeKon"  (1871)  en  „Dtr.  Orim^we'a  eecret'' 
(1882).  HH  oTCrleed  den  iSden  Hei  1864  te  PI7- 
mouth  in  Hassacboeette.  Zgn  ■rcinamelde  werken 
lijn  bg  berhaliitg  uitgegeTen. 

Hmelhome,  Julian,  een  Amerikaangeh  eehciJTer 
en  zoon  Tan  deik  Toorgaande,  den  22tten  Juni 


1849  4*  Boaton  sebonn,  alndeeide  aan  bet  Uar- 
Taid  Cottege  en  de  Saeotifie  School  te  Cambrid- 
ge,  'WMuaamelgk  in  de  banwkunat.  Van  1870  t«t 
1872  waa  bg  ala  ingeuenr  aan  de  barenwerkeD 
te  N««-York  wwkiaam,  watma  hg  lich  aan  de 
Mterknode  wjkUb.  In  1875  pnbUeeeide  hg  in  de 
Londeaaebe  „Comteopotarj  Beview"  de  „Sitod 
atwUea";  vereer  aehreef  hy  een  biografie  van  ign 
rader,  „OutfeseioM  and  mtteim"  (1S86),  „aia- 
t«iy  «f  Uie  United  Stirtee"  (3  dln.,  1809)  en  een 
aautal  romaoa  en  noveUNL,  aooais;  „BrcMBtit" 
(1873),  „feJotatry"  (1874),  „Sebaetian  Strome" 
(1880),  „Fortune'a  fooi"  (1668),  „Beatrix  Ran- 
dolph"  (1884),  „Love  er  naine"  .Jlies  Oadogna" 
(1885),  „Joiui  Paimdee'e  enrae"  (1866),  „Oieat 
bank  TObberr"  (1887),  „Anolber'e  crime",  „Sme- 
tte ol  the  camera",  „Tragic  mystery"  (1888), 
„Constanoe  and  Cattot'e  lival"  (18Q0).  „Ameri- 
ean  Monte  CSinato",  Golden  fieece"  (1892),  „8iz 
cent  Sam'a"  (1893),  „One  of  tfaoae  coistideneea 
aod  ottter  eteriea"  (1899)  en  ,3awthoTne  aod 
Ua  eerete"  (1908). 

HuEO,  Franeoii  Nieolat  Betuiit,  baton,  een 
Fianaoh  geni#«aicier,  den  24«teB  Juiu  1774  te 
LttDiville  gefcofen,  atned  ainda  1793  jn  bet  revo- 
luUonnare  kger  aao  den  'Rqpi  en  in  ZwitserlMid. 
AJa  «eatwigboawkiiindiM  oodcncbeidde  hjj  lich 
Mowd  ii&Ti«fdugk  ali  eldeia,  iozonderlieid  te 
KoDstantinopd,  waMbeen  iVajioJeoN  /  hem  in 
1807  op  verrook  van  avHui  Selim  geiMkdeD  bad. 
Nadat  hg  Is  1818  de  veetiittwerken  van  Ham- 
burg noitooid  had,  nam  hg  onder  Fmtdomms  deel 
aan  den  lAvel  Ln  Bobemen,  kwam  met  deien  in 
den  alag  bü  Euknen  in  gevaDgenarfi»,  doch  her- 
kreeg na  <ten  vtvde  van  1814  de  vr^eid.  LotU- 
wÜk  XVllI  gaf  hem  tsJrgke  bl^en  van  vertroa- 
wen,  benoemde  hem  tot  eommandenr  van  bet 
Legioen  Tao  Eer  en  fikuUle  bem  aan  bet  hoofd 
der  koniiiUj^e  garde.  Bg  den  lenic'keer  van  JVo- 
poleoa  veegde  hü  lieb  echter  bji  deun  en  nam 
deel  aan  den  veldtoeht  óo  1815.  Ook  na  de  Twee- 
de KeataoraUe  werd  bem  'vergiJfeaia  geaebondceo. 
Hg  waa  lid  van  den  kiggsrud^  die  over  geneiaal 
Mibvre-Detnouellet  ooiderieo  moeat.  en  «temde 
TOOI  den  dood  van  «jn  voonnaligen  krggekame- 
nad,  waarna  de  regeering  bem  benoeatde  (ot  in- 
Bpeetetir.generaal  d^  genie.  Na  de  Juli-revidutie 
behoorde  hg  tot  de  eereten,  die  de  nieuwe  orde 
vao  laken  baldigdeo.  In  November  1632  weid 
hem,  oodet  oppeiMvet  fan  Qirard,  de  leiding  toe- 
TODtiouwd  der  bdegering  vaa  de  eJtadel  van  Aot- 

'    *       *  PAiH;     •  

roonde  hg  de  fittingen  . .,  _ 
neer  gdtandrid  werd  orw  de  versterking  van  Pa- 
iga.  Wi  overleed  den  35eten  Juni  1838. 

HaxthanSMl,   AuguH,   vrgbeer   ton   AbbM- 
burg,  dra  Sden  Febnnri  1792  te  BAkendort  bS 
Padsrboin    geboten,    besoebt    de    mgmcboot    te 
Kilansthal,  etodeeide  kontn»  tgd  te   QOttii^n, 
werd  daan^  vrgwiJliger  in  HsDnovMaehen  dienst 
nam  deel  aan  den  vekltO(4it  tegen  de  Denen 
HoJstein,  aaa  de  bdegeriog  vao  Han^aig  en 
1  (ten  oorlog  in  Fnmkrgk  (1814).  In  1815  be- 
zocht hg  opnimw  de  naï'mraitvit  te  OOttiagen. 
Hg  legdis  seh  toe  op  de  aliudie  van  af^iiaijte 
toestaoden.  Een  vniaht  daarvan  waa  zijn  werk: 
„Die  AgrarvertaSBang  in  dem  FQietentum  Padtf- 
hom  ond  Eorvei"  (1829).  Tot  geheim  Begeerii«B- 


DigilizedbyGoOglC 


BAXTHAUS£N— HA^n»!. 


iMd  beootaai,  TsUde  bq  kk  ftU«  f^rorineihi  4m 
tonttAijk»,  on  den  toeMand  der  «eUen,  cp  den 
ImkHwow  betrekkia^fari)foen<ie,  te  keren  kennen, 
miisa  njn  werk:  „Dk  l&odficbe  Verfusaae  d«r 
PiotHU  FTCtMMD"  (IdSS)  üi  bet  Udit  TBisdwen. 
ibUtfetik^  door  hem  gesdkreTen  «T«r  d« 
be  iikaM  nn  <len  2deii  Afuil  1842  (bin- 
ddend  met  de  te  maken  «TereeiidMiiiBteiL  toe- 
•chen  laodhecmi  «n  bo«ma),  trok  de  •M>dMU 
TUI  den  kfüer  Tan  Btuluid,  die  hem  iqidneff  dt 
InnnenkndeQ  tan  via  ^  4e  codenoekeo^  Dui- 
over  wlireef  hij:  „Stö<Uen  Dh«T  die  iuMn  Znatin- 
4e,  dM  V^rilulebea  tnid  ïnrtMMiidHe  die  iftwUi- 
ehen  iXmiebtangeD  RMsluKle"  (1847— 1662,  8 
do.),  Jüe  EnmnMcht  üh^diV  (1S52}, 
„TnnakMikMu"  (1856)  en  JMe  Ibk^idw  Vtt- 
fMBUg  RvBalande"  (1S66).  Ook  eehieei  hq  dor: 
„Dae  bostttntaoadte  Fiwap"  (1864,  2  <tti>.].  Hü 
OMrfeed  den  Sisten  Deeem^er  1'866  te  ^onover. 
Ha,T,  Jo&n,  een  Nwid^Araerikattnaeh  atMts- 
Bun,  den  Men  Oolober  1888  te  8&tWD  (IwKmi*) 
gabereDy  wae  «emt  eedert  1861  «dvoeut  ia  II- 
«OOM,  Tcatigde  lieh  niet  ïsng  dnuna  te  Wasiring- 
ton,  wMa  hq  w^drs  tot  tweeden  teereterie  ««■ 
PfcwlNit  Lttieobt  twDoemd  wwd,  Den  bniMroor- 
Kiff  ina«kl«  hq  «Is  dien>  adjadaot  mede.  m  Lm- 


I  lm  in  dii 

PkTÖe.  W««nea  en  Madrid  trerkxMm.  Van  1679 
tot  lasi  tnngeeide  hg  als  «ente  oadewüM>low 
oetaiie.  In  lüt  begin  Tan  186?  weid  hg  tot  ^ 
xant  te  Londen,  in  1838,  bg  het  «tbrnen  *an 
den  ooilog  met  Spanje,  tot  ataatenwgetaria  (mi- 
nietet)  T»n  BinnM^aodMbe  Zaken  benoemd  Ale 
looda&ig  verring  hg  m  Febniwi  1902  b«t  Clej- 
too-Da]«ei-T«f^ff  "ran  18S0  ovei  ttet  NiDaragna- 
kanaal  door  bet  Otj-Pawieetote  T«iidrag.  In  1904 
TaanM^  hg  op  Teriangcn  Tan  Roosevell  ««n 
Bota  «nt,  waarin  de  m<^endbeden  tot  bijwoDHig 
eenec  tweede  ivedeeoonwientie  werden  wtgetMio- 
digd.  Ook  belettw  ign  nanUwgen  in  1905,  dat 
met  de  Twdedisg  vaa  Chuta  een  aanvuig  werd 
gemaakt  Hg  orerieed  4ni  80atan  Jttni  lOOS  te 
Newbntg  m  NewlniMdüie.  Hg  Bdu«ef:  ,iM« 
of  Ainwam  Uneoln  ^loet  Hitóhy,  10  dla„ 
ISWO,  TOdOT  „Pi^  OooDtr  Ballade"  (18TI), 
„CMtiliaa  Ats"  (1871)  en  „Poetne"  (1890). 

flütyitsn,  ferdvÊtand  Vemdevter,  een  Ameri- 
kaaoeen  aard-  en  deUstolknndige,  den  Tden  Sep- 
tember 1629  te  WettfkU  (Haaaaehnaetitt)  gebo- 
ren, werd  4n  185S  aan  de  DaïTerBiteit  te  Aitunj 
(New-Toik)  beTOidard  tot  doctor  in  de  geneea- 
knnde  en  deed  dauop  eenige  weleoechaippriöke 
reiaen,  waarTan  Iq  Tecj  foenelen  medebradit. 
Oednrende  den  buigeroorlog  diende  hjj  Trgwil- 
tig  ais  oflidet  Tnn  geaondheid,  Uom  op  'aoi  den 
rang  Tan  hntenant-kolond  en  werd  in  1865  boog- 
le«^  in  de  aunt-  en  ddbtorkaDde  ite  PhUadd- 
pbia.  Sedert  1861  dooneiede  )^j,  in  opdracht  der 
regeeiin^,  de  weetelöke  deden  der  Unie.  Behal- 
ve een  rgltigtal  „MÖnoirs"  ievMde  hjj  tien  jaar- 
Teiala^n,  TersdMiden  deelco  met  „MieoeUaneooa 
memmis"  en  aeht  kwarlodeekn  met  weleaaehaf)- 

S^lijke  opateUea  Voorri  e^q:  „Pietnres  of  Rockt 
OQvtaine  se«ierj",  „The  YeÜowatone  National 
Park"  (1877)  en  ,Jï<n-hh  Amerioa"  (1883)  werden 
met  giooten  bjjval  ovtTangen.  Hij  oi«t4eed  dien 
2aeten  Deoembei  1887  te  mbdel^ia. 

u,  Joupk,  een  Otwtenrgtueh  compoiuat. 


den  Sisten  klaart  1732  Ie  Bobrau  op  de  f^'^Kn 
Tsn  Ooatenigk  en  'Bongaiye  geboren,  waa  d9 
loon  Tan  een  annen  w«geniiiak«r.  Ben  neef,  od- 
demv^^r  te  Hainiuig  nam  hem  ala  vgfjari^en 
kmaap  op  i^n  echool  «a  gat  bem  ook  hét  eervte 
muziekonderrieht.  Hier  Tond  hem  3  jaar  later 
de  keneT>gb«  kapehneeeter  Von  Reuter  en,  daar  de 
jonoe  Hawin  met  aUeen  moukaal  leer  begaafd 
Ued,  dooh  ook  een  mooie  «ii>iMiu(em  had,  nam 
hg  Item  «p  onder  de  kooifaiwen  in  de  St.  Stepha- 
nnekerk  te  Weenen.  Hoewel  hg  tot  duerer  seer 
sebvekkig  Abeoiatiach  «ndèrridit  bad  e«bad,  pro-' 
beerde  ba  toch  aHeilei  werken  t«  eehrqv«D,  waai- 
ondei  idta  J9«teinmig«  koren.  In  1745  kwam 
liJn  tmer  Miekael  ak  kooiknaap  te  Weenen,  Jo- 
leph  gaf  hem  ondeiwüs,  dooh  toen  hg  igo  eo- 
piaanèiem  Teiloot  en  door  HiehaÜ  wenl  verrsn- 
gen,  zette  men  bem  zvnder  rerdecen  ornelug  op 
Btrut,  en  4on  bg  door  bet  geven  'Tsn  eenige  les- 
sen fianw«lqfc«  in  ign  ondoibond  Toocrien.  lete 
later  kwam  bg  ook  ale  begeleider  bg  den  ui^- 
leeraai  Porpora,  die  bem  in  mU  voor  inn  «flen- 
sten oompoéttie-oadierwge  gaf.  Hg  krec^  dwir  ign 
eerste  klavinsonsten  eenige  bekendheHi  sJs  eom- 
poniet.  en  sohieef  voor  een  barOn  pon  Ftmberg 
ign  eente  kwairtet  (Bee-dur  1765);  d«M  beMHgde 
hem  ook  een  betrekking  ah  dsfeétenr  Ten  de  la- 
nel  van  gteaf  Moni».  In  deien  t^  maakte  floycbi 
kenüa  met  ign  aanstaande  echtgeDOot,  een 
beeiec^iSDdrtiRe,  twistzieke  en  bwotte  ttohv,  ditt 
gednnade  40  jaat  ign  leven  ^eebehatrc  bi^ 
Teraangeoamen.  Tot»  graaf  Jforzm  tdtmét  b^ 
zi^  eeraie  imnptKniie;  de  ki^  weid  edtter  spoe- 
dig (uribomteo,  waardoor  Baydn  agn  betrekking 
'vienloor;  is  1861  werd  hg  eerst  twenfe  kapcdmees- 
ter  bjj  den  Torst  P<iuJ  Anton  Etlerkat^  te  Eieen- 
etadt;  toen  in  1766  de  eerste  kapeLmeeeter  over- 
loed,  x^gde  Haydn  h»Q  op.  Lnnuddels  was  Pont 
Anton  EtUrkaxy  geetorren;  ign  UMn  JVikotoos 
Jotepk,  bad  de  kapel  Tan  16  leden  tot  80  nitge- 
bretd.  Maar  toen  ook  ÜAi^aa*  Etlerkat)  OTer- 
leed,  werd  die  kapel  doi»  dtena  soon  Anton  wee> 
ontbonden;  hg  kende  floydn  efenwd  een  pen- 
sioen toe,  wsaidoor  deie  omfliaokel^  kon  leren 
en  ndi  te  W«enen  Testigde.  Op  aandsingen  t>o 
den  Twbat  Salomon,  die  te  Londen  abonnements- 
coneerten  gaf,  etoot  flowdn  een  Torbinteiria  om  te 
Londen  iet  eigen  sjntpoonieAn  te  dirigieeren;  dit 
gebenrde  in  1791  en  Baydn  behaalde  bntenge- 
woon  Ted  biJTal;  de  Uurreidteit  te  Oxford  Ter- 
leende  hem  bet  eere^b>ot««at  en  Hoydn  bleef  tot 
den  eomer  tsb  1792  in  Engeland.  Toen  reMe  hjj 
over  Bonn  (waar  hg  den  jongen  BMtkosen  leerde 
1  Frankfort  naar  Weenen  ten^;  in 
kg  weer  naar  Engeland,  waar  hg  tot 
I  «n  mieediien  wig  langer  geb{eTen  «m 
niet  de  jonge  ivorst  N^laa»  von  Bg- 
TMer  Anlon  waa  geetorvi 


1794  gi« 

1795  Uee 


])êlnieei 


een  kapd  had  opgesidit  en  Haydn  met  het  ka- 
!i(eTMhap    bdastte.    Zoo    keerde    Urn/dn, 


een  wereldberoemd  man  terug.  'Hg 
schreef  nn  zgn  bdde  meesterwerken:  de  oratoria 
„Die  SebOpfiin^'  en  „Die  Jahreeieiten",  beide 
oor^tronlMlgk  Ëngeladien  tekst,  vertaald  door 
Kon  Swietën.  Deae  wnken  werden  Te^>,  den 
29>ten  en  SOsten  April  17ft3  en  den  24aten  April 
1801  in  bat  paleis  van  den  Toret  Sehvartenberg 
voor  bet  eerst  uügevoerd.  Kort  daarna  begonnen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


EAfm—SATMEfOM. 


4a  krscUco  Tan  den  hooffbeJunlBn  kniwtaiiMT 
«f  to  mmeo;  Iiq  maieoi  ém  Sivten  H«i  1609  t« 
Weenen,  enkele  ónmo  utdM  de  Fnusehe  tnM{»«ii 
de  Oostentiiksdie  iiuwMBtMi  hadden  beiei 

Soydn'e  kanet  k«unerirt  lich  door  «en  friaacifae 
bek<K>ilnke  oftTteteit,  iniierheid  Tan  stijl,  enem 
teeboieut  kamea  en  ■urfnnrljjkeD  MMfifMiis*- 
dniig.  Zijn  groote  vetdi«iuto  ia  ook,  de  oikeetnle 
tütdrukkuig  rafaoogd  4e  hebben  door  het  iodivi- 
dodiaeeiNi  der  ioMniiMntoit,  door  »  te  m&ken 


te  Torbrakkehü.  DHrb^  ia  Iq  een  meeatei  ia  bet 
woejgwen  van  «temmógeD  «n  het  rnnnkaal  il- 
hMteeren,  londer  de  gienKn  d«r  edtt-mniikak 
mldmkkmg  ook  maar  eenagsniM  t«  OTentdtrg- 
den. 

Zö»  piodQctiritdt  ma  Terbaaiagwekkend;  hg 
comfioneeide  125  s]nii|)faaaue8n,  ieq>.  onrertóieB, 
W  pJMWooiHwrten  en  dWeitiBONnentni  met  pia- 
no, 9  TMmteoneeFten,  6  <T*<doiteelaweect«i,  77 
etrnkkwwtettftn,  35  tiio'a  tooi  piano,  viool  en 
violoneel,  SS  trio'e  tooi  ittden  emnbiiuUiM^  «o- 
natee,  iwiatiewertok.  kerkolgk*  weifcen  (miooeii, 
off«itoria  enx.),  24  «{Mra't,  Miahe  de  Med* 
genoeinde  tiree  oratoria  Bog  een  derde:  „H  ritoi- 
ao  di  ToUa",  Uedeieo,  eni.  De  hrma  Breilkopt 
und  HOrUt  te  htafsig  ie  betig  OMt  een  con^iete 
mtgate  tui  Haydn'B  werken,  die  80  deelen  ui 
omTatten;  tot  1914  zift  wi  deden  «jmpbonieta 
Teraebenen. 

Haydn  ttogntiefn  MhKTen  o.  m.:  S.  Magr 
(1809),  Fr.vonSetbmg  <4dednik'iai1)  en  Lto~ 
poU  Sehmidl  (1907  in  „Berfihmte  Ifiuikei"); 
He  TeidM  ook:  K.  F.  PoU,  Houit  aaó  Hanki 
in  London  (1867);  L.  WemUehuh,  U^iEaTdn'e 
Opera"  (1896)  en  W.  S.  Hadow,  A  Croatiaa 
enuKwei  (1897). 

Haifdn,  iohatm  Miekael,  een  broeder  Tan  den 
Tooieaafide,  den  14den  Sefttember  1787  grf>oreD, 
waraeTeDeena  ale  koorknap  in  de  St.  St^ha- 
nudeik  te  Weenen  geplaatst  en  ootTJng  grondig 
ondenrije  in  de  imimet.  In  1757  wu  hg  muaek- 
ddreeteui  Tan  den  bieaebop  Tan  Groeewardein  en 
5  jaar  latei  ran  den  aaitatMsaebof)  no  Salibo^ 
en  later  eonontmeeater  en  oigaoiat  aan  een  dom 
aldaar,  w^e  betrekking  bn  tot  t^a  dood,  den 
lOdeo  Angnstni  1306,  verTulde.  Hg  was  leer  ge- 
faAkig  met  de  doc^iter  Tan  den  domka{)eh»ees(«r 
lApp,  ^  vnmtr  w«a  uU  een  mtoemende  «o- 
piaaniaiigeiea.  Miehatt  Hm/dn  aehreef  Tooral 
(eikmosiek:  roiaoen,  leqmeroG,  gradoaUa,  ofterto- 
ria,  rcBponioria,  eni.;  veider  ook  een  aantal  can- 
taten, oratoria,  opera'a,  ijmphoiüeSn  en  Mtdeie 
instroDnntale  werken.  H^  veraette  lidi  «teeda  te- 
gen tMt  nitoeTen  ^jnei  werk  '  '  ' 
ook  bandaeurifteo  ^a  geble^ 

Zie:  J.  J.  E.  KnglylAxa  Oedenken  Johaan 
Hieiuej  Hajdns  (1906)  en  OUo  Sduuid,  Jobann 
Hichael  Hardn  (1906). 

Hajam,  Qeorge»,  een  Franech  geaeeekmndige, 
in  1841  te  Paijjs  geboren,  waa  «ent  geneeeheer 
in  een  liekenbnia,  later  boof^eeraar  aan  de  uni- 
lervtdt  en  hd  der  Academie.  Bij  heetl  vooral 
naam  gemaakt  door  zgn  onderaoekingen  over  de 
anatonue  en  de  pat^logie  van  het  'bloed  en  over 
de  patbogenie  en  de  briiandeling  van  maaguek- 
ten.  Hij  echreef:  „Dee  hénxerb^iee  iabra-racAi- 
Ómimer'  (1672),  „ReebeidieB  sar  1'anatomie  pa- 


thologtqoe  dea  atrofthiea  muMokirea'*  (1677), 
„Du  eaitf  et  de  aea  altérationa  anatoeMqoa^ 
(1889),  „CoQia  de  tiiirapeatiinie  axpérimentate" 
(1682),  .J^foas  de  th«iapeutiaie"  (1687—1898) 
en  ,3«vne  d««  seieoeea  médkalea  en  Fiaaee  et  tt 
Fétnu^ei"  (167S— 1808). 

Hajem,  HeurteUe.  Zie  Qrtffh,  Ftrmmd. 

RayM.  Rutherford  Birehard,  oegentiende 
pieaident  oer  Veieeiugde  Staten  «an  Nooid-Ame- 
rika,  den  4deti  Oeteber  1822  te  DeUwve  (Obio) 
gelioien,  atndeHde  aan  bet  Havard  College  in  de 
ledLtee,  doormiede  Noord-Amerika  en  TeaUgda 
üéi  in  1M9  ak  advocaat  te  Oueiauati.  Ala  t«- 

Senataitder  der  ehveraü  aam  lig  ia  1861  (üenst 
ij  bet  UftielmT  en  werd  van  eenvoudig  vigwól- 
hgei  attengi  hevoiderd  tot  brJgade-geaoML  Na 
bet  ^adöges  van  den  ooriog  w«rd  l^i  lid  Tan  bet 
Cowiea  «t  btttoedde  tm  1867  tot  1871  de  be- 
tiddtiiig  Tin  gODvernear  van  dea  staat  Ohio.  Den 
7deD  NoTMiriwr  1876  wenl  hjj  met  185  V««d  184 
stemmen  tot  preeédent  der  Vefeeoigdï  StiUen  ge- 
koten,  en  daai  men  de  geMighüd  éta  «temmen 
van  Zwd^Oaiolina,  Flotida  en  Loui^aim  in  twn- 
fel  trok,  waa  bet  aanvankdijk  cmiekw  <d  bij  du 
waanUgliaid  xm  fauHten  aanvaarden.  Een  emn- 
miaeie  vaa  ondenoek  bediste  editer  te  agaeB 
gunste,  loodat  b^  den  4den  Maart  1377  de  tao- 
gele  vaa  het  bewiad  Ln  baodeii  nam.  Zön  venoe- 
neude  toe«pr»ak,  bg  die  ffdeiFenheid  gebonden, 
maakte  een  goeden  indruk,  fi^  benoemde  een 
mi-iijstene  van  zee  gematigde  TepubUkeinen  en 
ééa  demoeraat  Bg  bot  beooemen  vaa  ambtenaren 
lette  hjj  TÜtshiitend  <m  b^waamiieid  en  veidSen- 
Bte.  Ook  bradtt  bg  den  ge^Mumen  toeetaad  ia 
Züd-Caroliaa  en  Lomaiaoa  tot  niat.  Seii  iavioed- 
njke  <»pa«tde  in  het  Congiea  legde  iteoi  teJkena 
nMeiip:heden  m  den  weg,  loodat  tig  meermalen 
van  hét  reobt  van  veto  gebruik  moect  maken.  In 
J861  werd  hg  door  Oartield  Tervaagen.  Hjj  over- 
leed den  ISden  Jaouari  1803  te  Fremoat 

Rayea,  Iiaak  tgrael,  een  Araerikauiadi 
No>n^>ool'Taa^db^,  den  &den  Haart  I8S2  te  C%ea- 
ter  Jn  Penaajtvande  geboren,  studeerde  aaa  de 
univeimteit  te  Penaeylvaniê,  werd  Boheepadoetor 
en  vergezelde  ia  1653—1855  de  eipedttiTTaa 
iïane  ten  noorden  van  dui  Smitibsoand.  Oader- 
steund  door  QrameU  en  dow  bet  AmecikaaoMb 
Oeografiech  Oenooteebap,  vertrok  hjj  »  1860  met 
een  wdiip  naar  de  poolatfeken  en  drang  door  tot 
Ta*/)*  N.Br.  en  in  1661  met  door  tioadea  getrok- 
ken «leden  tot  id>85'  N.Br.,  londer  evenwel  veel 
belangrijke  4e  ontdekken.  Na  tgn  lemgfceec  dien- 
de hg  aii  vvQwtMigei  gednrende  den  bnrgerooiloit 
en  schmef  vervolgeiu:  „The  open  Folar  Sea 
(1867)  en  „Ftijaiw  otnerrationa  in  Uie  areb'e 
eeaa"  (1867).  In  1869  deed  h^  met  een  jacbt  vaa 
den  aobilder  Bradford  opnieuw  een  tMht  naar 
Oroeniaad,  dien  hjj  heaehreef  ia  ,.The  laad  of  de- 
solation"  (1671).  Ook  «ehreet  bjj  bet  veiteal: 
„Cast  awa;  ia  the  eold"  (1669).  Hjj  overleed  den 
17den  December  1881  te  New- York. 

RaTAS,  FrencMCo^een  llalitana^  aeUldw, 
den  15den  Febroari  1791  te  Venetil  Keboren,  etn- 
doerde  aldaar  en  te  Rome.  Eg  schilderde  meeat 
historieetnkken  en  overleed  den  Uden  Friimarl 
1882  te  Milaan. 

HaFtnerla,  Heinrüh  Karl,  Trgheer  roa,  een 
Oaetenrgkseh  staatwnan,  den  7den  Deeember  1828 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BATUSRLB-BAT-f  AÜNCEFOIT  TfXI»UO. 


I«rt«iiMiit  TK 

■mmtAHi 


Maria  Thvfia  hl  ifi 
(kntutd  wM  opgeno 

]iik  HcJ.  NadK  hij  te  Vmmd  >üa  «MilB  nd- 
tooid  bftd,  irard  hq  i&  1650  «djucMolk  bg  tnt 
g«SHitadMp  to  EMMtuttifK^eL  W«liln  tot  daden 
iolk  beToraaid,  bdHtt«  man  hem  gedumnde  den 
KrinMMkrtog  met  «ea  geiaMlQfce  undiig  nau 
Onur-Patja,  om  beeobmiwig  te  )ie«Hgen  un  de 
Ooitou^lu^  mdeidanaL  bk  1657  werd  bij  m- 
eaetejda  na  koatie  t«  Atbeoe,  ia  1861  t«  Diei- 
deo  en  in  1662  te  Fm&fort  «as  dw  Hftin.  In 
16M — 1866  mi  tig  gennt  te  Kopenbiigen,  kev- 
de  afa  imMl  rad  legMe  naM  FreoklMt  tocug  «• 
■wm  deel  MD  de  TndeeutdNtiHMMiiwen  te 
Fneg.  In  1866  t$deti)k  ^eniit  mh  Betlut.  wnd 
h||  ia  1868  doot  Vm  Bewt  gcokatvl  bq  het  de- 

--^ *;  Tan  Doitenkadaehe  Zeken,  nrtMk  kort 

«  ge»Dt  DUS  KoDetaotüiopd,  in  IS69 
OM  en  in  1872  uk  'e-Orawenhage,  wwd 
1  1876  ifl  dMi  ataiM)  der  vri^eeien  opgwomen, 
Jn  1977  M  «wurt  aan  M  Bof  Tan  AdM  tpe- 
Doemd.  nam  in  I87S  ded  aan  liet  eoocTea  te  Ba^ 
Iqn  en  aannaidde  den  Seten  Oetobet  het  ambt 
Tan  intnietar  vaa  BnHenlandadie  Zaken  (■  TCn 
bet  Knier^k  Haii  en  n»  voonUter  vu  den 
nMMcteirand.  Hg  overleed  den  lOden  Oetobec 
1681  te  Weenen  fMeeÜM'  aan  een  berowte. 

Hatibo,  «A  Aimo,  Beimo  en  Btmmo  ge- 
noemd, een  godgeleerde  uit  de  Me  eenw,  wae  «an 
der  merkwaard^ato  leeri»gen  -na  Babimtu  ifoa- 
nu.  den  becoenden  tbt  iwt  Pnlth.  iHg  eehreet 
TeulMÏngen  van  ondMeebmden  gedeelMi  dee  Itg- 
Ma,  Tooite  een  ,3onuliarinm"  ea  wnde^jk  ,.Ori» 
tinarnm  Ternn  memorin",  welke  loopt  Tan  dea 
aaBTM^  Mier  jeaiieUkkg  tiot  «Ml  Tikeodoeiu  den 
Oroole  en  meermalen  gedrakt  werd,  onder  na ' 
Mn  U  'a-QT»T«Dliage  u  1581  en  te  LeUtn 
1650.  Bjj  oTCileed  ah  bieeefaov  Tan  Hidbeiatadt' 
den  27aten  M urt  853. 

BayiUillt  Jvlmt  Jakob,  Tijjbeer  eoa,  een 
Ooetearj^aofa  genetaal,  wae  de  jongere  loon  van 
WÜhelm  I,  keuFTOtet  twi  Beuen  en  Tan  tfoowc 
von  LindentkU,  geboren  Rebdika  lUtUr,  de  doeb' 
ter  Tan  een  qiótheker  te  Hajonn  in  SUeafl.  Hg 
werd  den  I4den  Oetobet  1780  te  Caaeel  geboien, 
trad  in  1801  in  Ooatenc^edien  dtenit  en  woonde 
de  TeMtocbtea  t^  ma  1806 


diagaooriog. 

tenanU4A>nel.  in  1880  <tot  kolonel  en  in  1885  tot 
genetaal-majoor.  Ak  tarisad^fcnemij  ging  hg 
nnw  ItaliS,  werd  in  19U  ïnÜuiBnl-TeldBiaai- 
•ehatt  en  daarna  bcTeHKblier  fan  een  regiment 
iafaDtene.  H^  beeft  wel  faggedragen  tet  de  OTer- 
Triooing  der  Ooatenrflkeie  bg  Onetona,  den 
24«ten  en  25ateD  J«m  1848.  Het  groote  ctieng- 
beid  bewaaide  hii  de  mat  te  Bergamo  en  te  Brea- 
dn;  Perrmra  tn^tigde  bj}.  Toen  na  bet  bemt- 
ten  Tan  den  oorlog  in  Maart  1849,  Breaeia  weder- 
om (^towi  trok  HojFMM  tao  Padu»  daaibeen, 
omatBgrfde  de  etad,  en  ei  ontstond  no,  bg  deo  he- 
Tigen  tegenatand  der  inwonera,  een  atröd,  loo- 
ala  toen  nnow^ki  een  tweede  in  de  krgS^Ke- 
aebiedeiija  nul  doi  nieoweren  tgd  geTonden  werd. 
Hagnau  Mgt  danmmtreat  aeU:  ,Jk  gaf  betel  dat 
men  geen  gevangenen  maken,  maar  toatond  ieder 


Hing  jigen  ion  die  met  de  wapoien  in 
de  band  gegrepen  werd  .  Tödens  bet  bekg  Tan 
'Venetifi,  weid  ng  door  den  Leiwr  in  een  eigen- 
handig acbrgTen  naar  Hongarge  gerocDen.  Front 
iouf  belaatte  beoi  in  Hu  1649  met  bet  «pper- 
befd  eUaM,  terwül  hSi  bem  teTena  tot  TeMtnig- 

'  I  benoemde.  De  beatonaiag  Tan  BiAb,  bet 

ai  Tan  Siegedin  (2  Angnetne),  de  geTecfa- 
ten  «aa  de  Tlieiei,  waanlooi  TemetTar  in  banden 
der  Ooatenröketa  viel,  waa  i>et  wok  Tan  Borium. 
Hoewel  OOrgai  door  bet  nederieggen  der  wi^e- 
nen  bg  Villam  den  nxm  der  oTerwinaing  aan 
de  Boaaui  aebata  1m  te  kenaien,  was  de  nkihg 
Taa  <den  owkg  liooldiak«)|^  toe  te  eebiirTen 
aan  bet  kiwiwleid  «ui  BagnaiL  Otaebooo  mea 
bem  met  nienwe  eerbewgien  OToflaadde,   werd 


a  1809.  lo  1818  tot 


e  bootdMOToerdem  d«  Bongaar- 

«  orawentdio^  de  aladttoffen  werden.  Na  dm 

-log  gedioeg  steh  Kiwmh  ia  Hongarge  ala  een 

di«tnt«.  Zgn  banddwgie  bcadit  bem  einddgk 

in  bot^ag  nut  bet  ntniataie,  soodat  bQ  den 

6den  Jnii  1850  nlotacUng  lan  ign  geiag  ontfae- 


6den  Jnsi  1850  nlotaduig  lan  ign  geiag  oi 
Ten  wenL  Nn  keetde  h^  tot  bet  an&elooe  k 
terag  en  Teetigde  bg  sich  ie  Qiai.  Zijn  wreed- 
lieid  wasM>ogebaat,dathjj,toenhijin3epteiDbec 
T«a  dat  iaat  te  Lcoden  de  bmiwerg  tab  Bankt 
en  Pn-kina  bcmlitigde,  door  bet  werkTolk  met 
mMiandeKag  bednigd  werd,  tecwnl  de  Briteehe 
legeeiing  geeserlei  poging  aanwendde  bem  daai* 
Toor  Toldoenii«  4e  Ttenebatlen.  In  18S2  uitle 
sieb  odt  te  Broaeel  de  Tolkabaat  lesea  den  oa- 
manacbdöken  krggaman.  Hg  owrieed  den  14dan 
llaarTlSSS. 

Ham*,  fnedriefc  QotlUeb,  een  Zweedeeb 
plaatknndige,  den  ISdea  Haart  1763  t«  JQtM. 
iKigk  geboren,  geooet  bet  ondetwjji  Taa  ICtUa- 
Row,  werd  deetoi  In  de  wgdMgeerte  en  wddrn 


boogleenaf  in  de  ehotkundê  te  Berlgn,  waar  b^ 
den  ISden  April  1 882  OTerieed.  Van  MJn  Inl^rghe 


werken  Termddcn  wg:  ,J)enidrologtadw  Flora 
dei  Dn^egnad  nnd  dw  QUen  Berlina"  (1822), 
en  „Oetnue  Dantellnng  nad  Beaehreibong  der 
m  der  Anoeiknade  gebrlnehlieben  Ogwiebee, 
wie  Mcb  Boleher,  wdebe  mit  ihnea  Terweduelt 
wetden  kftnaea"  (14  dbw,  met  846  kooergraTn- 
rea,  1805—1841),  waM-ran  editei  de  laatete  8 
deelen  door  «adeiea  bewerkt  ign. 

Hath*,  Pamt  BamObm,  een  Amerikaanaeh 
dichter,  den  laten  Jamari  1880  te  Charieatown 
(Znid-Carotina)  geboren,  atndeerJe  in  de  reehten, 
werd  jonnialiet  en  wai  kagen  IM  de  meeat  ge- 
Uefkooade  <Ud>ter  Tan  de  Znidelgke  atalen.  ^o 
gedt<Ueii  ign  Termmdd  io  de  bóndela  „Poema" 
(1855),  „Sonneta  and  otber  poeme"  (1857),  „Ato- 
lio,  a  hgesd  of  Ooa"  (187^  eo  ,.Tbe  mountaia 
ol  Ibe  bTWi  ind  otber  poeme"  (1878).  Hg  otoi- 
ked  den  6den  Juli  I8B6  te  (Jroretown  (Georgin). 

HaT-Fumoatoto  T«rdniv  ie  de  oToreea- 
kMuet,  <fecr  dea  miniatec  van  Biutenkndeehe 
Zaken  der  Vereenigde  Staten  vaa  Noord -Amerika, 
John  Boy  (lie  aldaar),  den  e«ten  Febrnari  1900 
iaat  den  Britaebeo  geiant  Ptmnetfole  (»e  aldaar) 
geaioten,  waaibjj  dé  Veieenigde  Staten  het  uii' 
dnitend  reobt  verkregen  em  interoeeaniadi  ka- 
naal in  €ealraal-Amerika  aan"  te  leggen  en  te 


DigilizedbyGoOglC 


HAY-PAUNCEPOTE  VEBDBAG— HAZARDSREILEN. 


behMnn.  D*t  Tcrdiag  werd  4ai  ISden  November 
1901  wrTttDgea  door  «en  kixkr,  wMrin  o.i.  de 
bepeiUng  weid  opgefasTen,  ótX  het  kajua]  ni«t 
verstcrlrt  ion  mogen  wordeo.  en  wurin  e«>  het 
■oedeMiggizigedttp  na  Oroot-BrktaoaiS  orec  het 
kuted  TOor  goei  een  einde  wen)  gemaakt. 

Haytl.  ^  /TaKi. 

H&rward,  ibrofum,  «en  Eogelaeh  teehteg»- 


ffeboffea,  d 
reden,  Btiv 


feden,  studeerde  in  de  reeUen,  werd  ui  1682  ad- 
TOflut,  kverde  een  letleJuig  vm  „Vom  Benif 
mwreT  Zek  znr  Qamiagebai^'  vAn  Savtgnv,  alc- 
mede  een  procaTèitalinf  tmi  den  „Faiiflt'  van 
OoelAe,  een  veik,  dat  9  iHtea.Ten  faeteelde.  Ver- 
der Bchreef  hü.  die  ali  literator  meer  Terdien- 
êteo  boat  dwi  i^  pmetüoh  jniat,  ~^  «ön  be- 
noemJDg  tot  QoeetM  Counsel  (RgkéadTocMt)  in 
184d,  wekte  ia  de  «ïrocatenwar^  onteTredcn- . 
faeid  —  :  „Antobioffrafiij,  lettere  etc.  of  Mn. 
Pioiii"  (1661),  „Diaiiea  of  a  l*dy  of  tfo^ty" 
(1664),  „More  «boot  Jdiimk"  (laOB),  „SketdK* 
of  «minent  fltait««men  and  wntere"  (2  dhi.,  1880) 
CD  „Biomphica]  anó  eiitiead  eaMjs"  (5  d^n., 
1858— 1#M).  Ook  aJe  Kbrgw  tu  ..Art  of  di- 
BMg"  (1652  eni.)  <n  ,jShart  mies  tor  modeni 
wmit"  (1976)  wontt  li^j  dikwüle  genoemd. 

H&EftArti  Jaeobuë  AntoUiu,  den  Ssten  J»- 
nuari  1773  te  EoMMug  g«4)onn,  wm  huidelMi 
op  Timor,  toen  bg  door  Z)ae«idt/»  ü  1609  tot 
divat  Tan  dat  eiland  l>ei)ioemd  weid,  *k  boedung 
hj}  fo  leiO  een  «anral  der  En^ehen  op  Eoe- 
DMiff  alwemje.  Bg  bet  Terknen  ffavk  van  Java 
tegde  Baxaart  s^n  betrekking  iteüer,  doch  b)e«t 
de  nuukoun  der  Engeleeiien,  Nadai  onze  kolo- 
mSn  weer  Hl  ooe  bez>it  wureo  teniggeJto 
werd  bji  roaident  t«ji  Tüdot  en  trad  hij  net  Uem 
OD  TOOT  onie  bebüffen  op  dat  eÜMMÏ.  Een  aan- 
kladit  *«o  Portne^  tmf  geen  gerolg.  Daarna 
trad  hg  nog  kfwAtag  op  in  de  oiduaten  in  de 
btiuwnknden  tmi  'Rmor.  tot  hq  in  1838  aitnd. 
Hg  OTerieed  «fi  faet  «hnd  Sanoe  den  19den  De- 
OMDber  1896. 


Alghaniaton  bewoont  Zjj  beataui  uit  U  in  seer 
veFMUUende  «tammen  verdeelda  hoof^gvoepen. 
Hun  aantal  wordt  «p  600000  geMhot.  Zg  «pre- 
ken pMMch  en  ^  eleebte  m  naam  nu  den 
emir  Tan  Afghanwtem  a[haitb4^k. 

HftKM4*peleD  tioemt  men  umdMiige  spe- 
len, weHce  lüet  ia  de  aerate  pJ»ata  tui  de  kennie 
of  Itehendigbeid  fan  den  ^eler,  maar  etiJiel  of 


kaarten.  dobbeMeenen,  haUeitiea  of  nummer*, 
looala  fsm,  birtJü,  ara^  et  nur,  nngt-et-un. 
roulette,  totto  eni.  Zq  ign  meeetal  looduag  ge- 
TtgtM,  dat  de  btuikiei  of  booder  tmi  het  s^  de 
meeste  kaoaen  op  Tooideel  be^  teiwgl  fan  neb 
tevens  minder  onder  den  inTloed  van  den  Wti- 
tocht  bcWodt  dan  de  eigeivljjke  ipelert  (patere). 
DaarenboTen  geven  de  bazai'dijMfcn  aanleid>D« 
tot  talloOM  bediicgenjen  en  «pbehtwgen,  terwm 
i^  hoogvt  nadeel^  werken  op  de  leddyiiheód. 
Qtn  Se  Todan  werden  ig  tbo  onda  in  ■niit  be- 
«ehaafde  staten  veiboden.  Beede  TO^m  bet  Ro- 
mejnaebe  leekt  treid  bet  fama,  waarin  men  ba- 


r!" 


laid^ielers  aaatrof,  «erbemd  feikkard,  twwgl 
aiwHUHl  de  «ommen,  wejke  hg  met  bet  q>el  ge- 
wonnen had,  in  lecbten  vorderen  km.  De  nieu- 
were wetgeving  hiidde  no^  ia  den  Jongaten  <tgd 
'-  dat  oplicht  leer  vertob»Uend,  Terw(p  hazard- 
in  aommige  IsDden  streng  gen<eenl  wer- 
tipaehtte  men  eklert  de  opeelbaoken  ten 
Toordeeie  rtm  den  Staat.  Men  meent,  d«t  dez» 
bet  eerrt  tegen  bet  einde  der  ]2óe  eeuw  üt  Ve- 
neUG  ijjn  opgericht.  In  Ptxnkrgk  bestanden  t« 
voren  in  ule  aaMJenlgke  steden  beroorreeht» 
•pedlMDken,  doeh  ig  werden  den  laten  Ja«iaii 
1639  atie  gecMen,  wMrom  de  Ffaoeehe  speel- 
baakhondetiB,   woab  Benattl,  Okabert,  Deveaur 


den  in  1648  door  bet  Rijkeen  nisterie  alle  epeel- 
banken  opeebeveo,  wat  m  bet  weei^annige 
Hanibaig  seltB  met  beholp  vao  sokMen  geacined- 
de.  In  den  daarop  vo^nden  tgd  vaa  reaeüc 
heeït  men  de  qweAioken  in  de  badplaatsen  m- 
der  geduM,  totdat  ig  eimk^k  m  bet  giebeele 
Dnitecbe  I^ik  toot  goed  >gn  afgeaohalt.  De  eetii- 
ge  openfaarc  «pedbüik  vtodt  men  tbaoa  te  Mo- 
naeo.  De  pogiagen,  om  onder  den  dekmantel  tan 
beMadigheia  ia  verMhiUeiMk'  plaatMn  tu  om 
latMl  (Amateidsm:  „Odbde  Bienfaiiance",  'i-Gn- 
vei^tage,  Maaatzidit,  Vaak)  ipedbaafcen  «p  te 
rioMen.  heMen  kraebtige  bestrijding  vm  de 
zgde  Yan  poUtie  en  jastótie  enderroodiea  en  tgit 
tbane  vr^wd  geheel  ofiderdrakt.  Todi  qjn  ig 
daarnsoet  weer  in  den  loim  van  aoeiStieilen  met 
ac^nbaai  strenge  batloti^  opgestaan.  De  anto- 
ritei't«i>,  iroomamelgk  de  gemeenlelgke,  bebben 
met  eUe  mogeiüke  middcjen,  Ue  b^  doen  vaa 
JDvaSen,  bet  plaateen  van  pa^tóqMxten  en  der- 
gelijke, getraclit  hieraan  ipaalenperk  te  eteUeni, 
editer  tot  daerene  taoèar  afdoend  reenkaat. 
Het  mag  vepder  betwiffeld  wMden,  «f  de  tnadde- 
len,  die  voor  de  bestrjfding  weiden  te  baat  geno- 
men, altgd  wel  «bann  «randen  in  de  Wet.  Bttend 
il  in  draen  de  prooednre  door  een  faondar  van 
een  epeeKiaok  tegen  ide  Gemeente  'e-OimTenbage 
aangman  op  gr^  van  beweenie  bevtsrtoonia, 
in  w>aft  proeee  «diter  fprtm  benBsiing  orer  hot  . 
al  of  ai«4  geoorloofde  diet  ttoomia  (bet  phataen 
van  pdi'tdepoalen)  ie  veikrcgen. 

Bg  de  wgiiging  vbji  bet  Nederkndeehe  Wei- 
boek  TMi  etralredit  vu  den  SOsteo  Hei  19M, 
etU.  No.  180,  beeft  de  Wetgever  ook  ign  aan- 
daoht  aan  dit  ooderweip  gewgd  en  de  op  dit 
piuit  beataaotde  bepalugen  bdangrjjk  vwanderd 
en  aangevuld.  Deie  b^Aingen  xgn  ra  vetwdietp- 
ten  vorm  van  bet  3de  Boek  van  bet  Wetboek  vu 
StraJredtt  (overttedinmi)  ovmgebntebt  naar  bet 
2de  Boeli  (nüsdrgven).  1%eocetiacb  wordt  hier- 
door het  meer  miadadige  kankter  deier  «trtf- 
bare  feiten  aitgedmfct.  pnetiwb  kreeg  hdeidoor 
de  wetgever  de  gelegenbnd  de  atmnen  bdangr^ 


Thana  wordt  bed»i^  net  gerra- 
lendsetrsi  vwi  ten  hoogalie  twee  jaren  of  geld- 
«ete  van  ten  hoogste  ms  dttiiend  gniden  (vroe- 
ger voor  de  anatoge  gevallen  lee  maanden 
«echtenie  of  drie  dnisend  galden  boete): 
lo.  bij  die  bet  opiettelgc  aaobiedea  ot  geven 
a  gejegenbeid  tot  buardepel  «h  bedrgf  uit- 
oefent, of  opiettd^k  <in  een  onderneming  <ku- 


DigilizedbyGoOglC 


HAZAHaiaPELEN— HAZBLAAB. 


109 


2a,  fag  dk  opHMsl^k  bet  publiek  gsleg«Dbeid 
tot  Juuüdqwl  Mabiedt  ot  f[«ett,  of  opMttdj^ 
<u  MB  «tdentoiuiig  duiioe  deélaieemt,  onnr- 
«efaihitf  «f  bet  gtl«iiik  mdun  *«d  <ii«  gekfpen- 
}i«td  M  dao  niet  wi  maigt  ToormaTden  cf  vbd 
de  inMÉttnemiiie  tai  ««mgen  Tonn  ütumkelgk 
ie  g«aMd; 

3o.  119,  die  bet  deetnemen  aan  hamd^ri  ali 
bedryf  nitoefenl.  IndSen  de  Mfanldice  bet  miMkgt 
in  i^n  ben)^  begaat,  kan  bij  nm  de  iiitoet«iiing 


legenbeid   tot  baiuvkpd. 
«en  OTertaoding  gefafenn. 

Dele  bt>paliog«a  woidra 
meenten  bq  gemeenterenndeoing  mmi^^jimw,  uv'' 
dooidat  in  bet  «leemneQ  dk  apelen  «m  gM  aan 
<ieQ  oftanibareD  veg  wrimden  mudt 

Om  Bangariök  Wetboek  ooixfpt  een  cecÉit»- 
Mfderiag  MS  «He  oduthfen,  aü  spel  of  wed- 
dingadüfi  Toortgekomen,  met  aUwndenng  yaa 
<fie  «pekn,  welfc«  gcaebikt  igm  tot  liehaaoaoele- 


iftw 


ktergen  teeit  cnse 


1  de  pTM^  dikvglB  moeUjik  t«  b»- 
iBwen,  01  lefear  wd  (HMer  J)a«rdap«l  tm.  Eeni- 
gie  jann  e^edan  m  iw^iat,  daA  bet  jen  de  po<^e, 
aootf*  dit  te  Scbefciiigen  ~        "  ~    '    ~'  " 


liieen  mpedrd  i 
te  IwadKHiweD,   < 


nuKÜgiheid  van  den  apdei  49  de  nitkomat  ras 
dKt  mmI  nnimiood  wat. 

BeAairc  dne  «igeidïke  atnOiepiluigen  beeft 
de  Wetgenrer  nn  mder  bj|  bvnagtUMmiie  w^ii- 
oBg  yen  bet  Wetboek  Tan  Straficefat  ook  een 
deEïDitie  geKenn  no  b«t  begrip  bsMrdapel  en 
wel  eene,  ite  aeei  «ker  nüfDca  ia  daó  brt 
•pnakgebniik  medebmwt. 

De  iHooge  Raad  snf  m  baar  meenina'  te  ken- 
DOD,  ifot  em  «pd  Mleen  du  baurdipef  ia,  wu- 
DoeT  de  tAtkomot  tiittliuUttd  iian  bet  toeral  al- 
hanketijk  m.  Bet  m  dude^,  dat  bq  een  dem- 
igk^  tuttandig  lefcer  joiete,  niUe^ng  de  be- 
palingen omtrent  bet  T«ibod  lan  baiar(hpel  viq- 
wel  «en  doode  Mtor  bkren.  In  de  graote  ateden 
Terreoen  de  loagenaamde  Académies  de  Biliai4 


„    ..  A  jen  de  ponk,  een 

r  de  iMdgaitoi,  nog  van  taotelnk  00- 
aobnldigen  «anL  da  Aeadtenee  d«  BiHaid  braMi- 
ten  menagen  ondeigeeehikte,  die  tgn  >MUoon  be- 
»t«I  om  aac  aqn  qioebwteD  te  voUoen  in  de 
buk  der  beUawdtn.  De  Wet  geeft  Ümiu  de  aa- 
•rolgeiMle  defiütie:  „Onder  Haoardapel  wofdt  -m- 
tUaa  «tk  apel,  wawcl>g  in  bet  dgemeen  da  kant 
op  wiaat  i«b  bet  toèrai  aflMaigt,  ook  wanneer 
die  kana  toeaeemt  met  de  mee«d«n  geoede&Aeid 
ot  gnwtete  belnnSgliad  lan  den  qteler.  Daar- 


oter  dea  viMtg^Mi  wedttojfjan  «f  verdefe  opa- 
len, wtlke  niet  tnaaehen  hen,  dia  daanaa  dM- 
Demen  ijjo  gedoten,  tooinede  «tta  woddaoMhap- 
pan.  Daawwter  wvnfcn  niet  begiemn  Mernen 
na»  de  da«n«n  t>4  hei  «emte  M  wi  ArUel  I 
dei  loteimMt  IMö  gegercn  omadirQiing".  Deae 
bepaüog  lieelt   teel  beati^cSag  gwronden.   Men 


beob  bewoeid,  dat  m  ook  domino  en  wbiat  b.T. 
lot  batariliptien  wenlen  Terklaatd.  Odk  al  «ue 
dit  MM,  de  jaaüMe  nl  aeker  tegen  der^lyke 
eptiea  nooit  optreden.  V«n  meer  betoekenie  wm 
de  kracÉküge  aetie  tegen  deu  bepaliog  gevoerd 
met  bet  oog  op  bet  totaid  veiibod  nn  afte  w«d- 
denariiapfken,  en  derhaWe  *ok  ytn  die  w«Ue  afge- 
sloten worden  ter  geiegenbeid  van  paarden  ranaMO 
{TotaüoatoDTeiimd).  Betoogd  weid  dat  de  be- 
hmgetdlmg  -ran  bet  pubUek  iin  dese  sport  wor 
een  gnot  deel  jniet  voortkwam  oit  de  aldaar 
geaebonkeo  gelegenbeid  tot  faet  aangsan  van  00- 
schnli^pe  w«ddBi)>eb^>peD,  dat  bet  verbod  bet 
bondui  KB  eonraea  oiHDogelqk  ion  maken  en  der- 
balTe  het  fokken  van  lenpaenlen,  leer  1«rn  na- 
dede  vnn  brt  ma,  ion  aebterwege  bijven.  De 
beeft  doen  aeo,  dM  dit  bttwmr  leu  ae- 


rt.' 


bladkooppeo, 
(ooral  aoor  < 


pantemeot  Noid,  ugt  aao  de  Bourre  en  aan  bet 
kan^Tan  Haaebraiuk  en  t^  (1911)  12  566  io- 
wMwn.  Hen  Tiodt  er  «en  Qoti»be  kerk  oit  de 
16de  eenw  met  athildeiöen  nk  de  Ylaamaebe 
teboid,  en  een  60  m.  ho(^n  toren,  een  o^lège. 
)iiiDenw«T«q,  bietbronwer^,  weplabrieken,  bao- 
óet  in  ginan,  bop  en  vee. 

BMWtSmmx  (CoT/bu  h.)  ia  de  naam  van  een 
plantewealadtt  nit  de  tamiUe  der  NapJ9»drih 
gen  ((^ftUiterwit);  bet  iieitaat  meereodeela  nit 
neeetew.  De  biadkowpen  «i»  rooA  en  algeknot 
en  vao  boiten  door  B  ronde,  gek  ecfanbben  be- 
dekt. De  Uoemen  beginsen  licÉi  reeda  in  den  na- 
lomet  te  ontwikkeleD  en  gaan  open  legen  bet 
einde  v«n  Jamniri.  De  maooelyke  Uoemkatjea 
ign  Marend.  0|i  faaU-eivonnage,  van  boven  <iue- 
knotte  eebdUben  net  men  6  tot  6  meehkaden.  De 
iTioQwe^e  bloeiwffien  hebben  het  voorkomen  tan 
(O,  maai  «odemetKiden  lidi  hiervaa 
r  de  (MnTMiUeoflige  stemfMls.  Twee  of 
ilen  na  den  Uoei^  ontwikkelen  neb 
hl  bet  viniehtbeKHtael  twee  laMlknoppen,  van  wel- 
ke gewoonlijk  eieebb  éen  tol  rJH^id  karot,  ter- 
n^  liet  acbutUad  met  een  paar  andere  blaadje* 
een  beveiligend  hniwl  vonnen  om  de  Mniadige 
noot.  Deee  katate  heefteenlianieo  vmehtvraad 
ea  een  i)nriiw  laadhaid.  De  taadlobben  ijjn  leer 
groot  en  oUeboodend. 

De  oevoae  haitbioat  (O.  Arellana  L.)  wiordt 
3  tot  6  m.  boog  en  heeft  een  teat,  weke  eerat 
gr^,  later  rootnmin  en  eindelijk  lUverUenrig  ia 
mat  roeatkknrige  dwnrsBtrepen.  Het  hovt  ii  ged 
van  kleur  en  wat  donkerder  dan  benkenbont.  De 
Madeten  ^n  b(jna  airkehoad  en  aan  bon  top 
pMeriing  tot  een  emalk  pont  eamengetrokken; 
ïU  bebbeo  een  bartvonnigen  voet  en  een  dubbel- 
g«Magden  rand.  Ifan  viodt  deze  beestem  in  ge- 
heel Enropa  tot  ftS*  N.Br.  en  tot  een  hoogte  van 
1500  m.  oaven  de  «nwFvhbte  der  tee,  almede 
in  bat  nomden  van  Anl.  Ueo  dient  de  noten  in 
den  beifat  to  Maaen,  omd&t  ig  apoedig  baar  kiem- 
vermegen  veoiHeMn.  De  beeater  draagt  gewoon- 
lijk eerat  vjwfcten  na  Tertoop  vao  10  ja*r.  Door 
de  verphntiog  Tan  afleggwa  kan  men  dien  t^fd 
editer  aananenelgk  bekorten.  De  twggen  winden 
tooitt  tot  Tleefatweik  gebeagd  en  de  fqne  kool 
lot  bat  vervaanligen  van  boaknit,  aJooali  om  t« 
teekenen.  —  Of)  de  bladeren  van  de  haaelnoot 
leven  meikwHidige  anaptkevera,   o.a.  de  fraaie 


DigilizedbyGoOglC 


110 


nACTUjA  *B— BMlM-WQttW. 


Balmtmu  fHKum.  Hjj  beett  «en  langvn  kiomneD 
■net  «n  gcbufite  grieten  eo  ondendicidt  lich 
door  «en  grQsbniiiie,  met  geel  gemengde  klevr. 
Tan  bet  kattt  tm  H«  tot  JoU  kraq>t  hq  orer 
d&n  bcMter  rood  aafaooA  sieh  ■!•  bot  wsm 
dood,  wuuieer  men  hem  atdett.  Met  dto  ranit 
boort  hq  een  gaatje  m  de  uheol  dn  noot,  kerat 
&di  mvolgen*  om  en  iegt  «en  ei.  WeUn  komt 
dMinit  «en  hrre  4e  w(nMij)n  s>i>d«r  pooten  «n 
met  een  bimnen  i<^  mo  een  UeM  g«eliditig 
witt«n  im».  Dom  beeft  in  September  de  kent 
mepevaeM;  de  ooot  vtli  dm  u,  de  Urre  baant 
tKu  een  wfg  door  de  sdiaal  en  krnipt  in  deo 
grow^  «ffl  een  fiaar  iw  ktet  ■!•  kever  w«êi  te 
«ooreehvo  te  ibed«n.  Een  Mtdere  kerer,  Jfodenu 
eoryK,  heelt  gebukte  cprieten  ta  UgeheM  mrt, 
met  «tuodaitag  mt  ign  beUsnvode  dcisdifl- 


LambtrUnoot  (O.  tubuUm  W),  wtlkt  ikdi  ooder- 
•dteidt  door  den  aao^eiMmen  «Daak  der  kernen. 
Deie  heettet  gioeit  vt  bet  iniden  van  on*  m- 
rridded.  Toorts  heelt  men  oog  den  Byxmttr»' 
êeken  kaxdaar  (C.  byiaatwra  Deaf.)  met  e^aa 
artmttdaden  en  aen  dobbel  omkleedatl  nnMMD 
da  dikke,  koitc  noat.  Hf  voimt  een  boem  ter 
booste  fan  80  m.  met 

AiMiere  aoorten,  aooaU  ..  ._ 

O.  TOëtnta  A  i  t.,  vindt  men  id  de  Nnuwa  We- 
idd. 

In  «oa  iaod  komt  de  teeH  van  de  Baulnoot 
alleen  in  de  Bangeot  dn  bet  «noot  voor.  Men 
viodt  de  {ibuiten  daar  in  de  faomgaaidian,  die 
doorgaaae   leec   dsebt  "        '"    "     •  -■  -■ 


dni.  Deie  TÓtt  ach  met  groote  ttdunUgbeid 
de  UadeMO  vanden  haaebar  en  legt  daaiia  i 


■idk  gemwnlqk  met  «en  geringe  mimte  t«vredeD 
■teUen.  SMnnrigie  'vrnebteakmdieTa  idaol«D  de 
■tniiken,  of  struiken  mot  lagv  itammêtjea,  didtt 
aan  de  dootkanten.  Zg  kimken  de  basefawtan 
irit  Dit  «ortdintkiopera.  De  opbrengeten  der  eol- 
twir  ijp  lear  wiaaemlHg;  d«  l«ett  mi^kt  nocal 
eens  tengevdj^  van  vorat  ot  Jaaeeteneebade.  De 
■wtea  varapreiden  leer  ivrf  aebadaw.  Een  onder* 
be[danting  onder  deie  vrnditatruiken  k  daarom 
niet  mof{«lök.  De  <t«eH  oeemt  om  bovenetun- 
de  redenen  em  al  dM  toe.  Ale  varUteit  kweekt 
meo  de  Mooïe  ratoe  en  de  groene.  In  het  boiten- 
land,  vooral  EagèlaDd,  itaat  de  tecit  van  not«i 
booger  dan  bg  oni.  Men  vindt  dau  regclmatise 
aaopluüagen  en  iegi  licb  meer  4oe  mi  de  teelt 
van  veel  cobrengende,  voor  ahneaelaad  weei 
sevoriig  ignde  TariSlevten,  looale:  Wküë  Fü- 
itrt,  Qife  nut,  Orandit  en  Landiert, 

HasslboMl,  (TttraaUt  botuuia),  bet  Ueinale 
der  Enropceaehe  woadhoendera,  bewomt  ooe  w«- 
liUdeel  van  de  Alpen  noordwaaote  tot  aan  de 
inenten  der  loofdtagende  boomen,  en  boodt  in 
DuiUdiland  en  ZwUaeitand  voord  in  de  beiv- 
wonden  ign  verUqf.  Deae  v<^  behoort  tot  de 
orde  ia  HoettderaekUgtm,  toeft  e»  bevederde 
kof)  en  naakte  teenen.  Hg  ia  niet  v«tl  grooter 
dan  een  patrga.  maar  veel  fraaier  van  ktanr  en 
gedaante.  Het  mannetie  ooderadMidt  lidi  door 
een  iwarte  vlek  aan  de  fceel,  t«rwj}t  voor  't  «re- 
tige  de  vederen  bq  bctde  geikchten  Iraai  nieat- 
broin  tQn  met  fclêiae  witte  en  awarte  rieken, 


terwjjl  de  ataait  panlgTge  aa  mat  een  met  wit  . 
omaooindBii,  nnrtai  (hrailiMod  vwaierd  ia.  Ge- 
IJik  il  de  wondbneodera,  voeden  ook  doM  lieh  met 
knoppen,  vooral  ven  besdaaia  en  berken;  voorts 
met  aUHlei  baataoortm  mi  eindel^k  met  inaiB 
ten,  wotmen.  Urine  dakken  eni.  Zg  v«iaifaiilen 
vA  aeer  soigwUig,  ab^en  «p  bcoïnen  en  hn^ 
Mlem  by  dag  op  deo  gmod  rond.  Ook  ala  «) 
door  gevaar  bedreig  winden,  U^ven  ig  gewoon. 
Igk  loopen,  daar  aQ  moeUgk  vliegen  en  bterbj) 
iveel  gednuaeb  mikan.  Zq  ouen  in  bat  voarjaar; 
bet  ktinitelooa  en  goed  verborgen  nest  bevat  8  tot 
12  K<fat«Md^  biwi«nlekte  «eren,  wette  in  éne 
weken  w<aden  nitg^road.  De  kiduna  votgan 
aanatOB^  de  moeder.  In  Mkildd-Bujopa  komen 
ig  aeïdeo  onder  het  eebot  van  den  Jager,  óaA 
in  Noorweeen  »  Zwaden  vaagt  nwn  dea  wiotera 
haielboeni&a  is  atrikken,  en  lekkerbekken  ediai- 
ten  het  vleeadi  fan  deae  vogela  boogec  dan  dit 
van  facanten,  «nippen  en  patrj^en. 

Hasellns,  Artur,  een  Zweedaoh  taalgdewda 
en  «tbnogn^  den  SOaben  Noveesber  1888  ta 
StixÜiohn  fjeboien,  praoKrveenle  te  Upeak  op  da 
diatertatie  ,Jid«dntng  tiH  HivanUU",  wm  daai- 


Stoekbolm  warkmam  en  veroonaakte  door  twee 

opctdte:. 

eena    '" 

de.1: 


iOiea:  .Om  stenA  cUtaInfniv"  (1S10— 1871) 
apeUiogaetfQd  in  Zweden,  dielaq;  vvortdau- 
In  1S71  aUehtte  bg  *e  atoAtwbn  een  etbm- 


gcatiac 
diereni 


fiach  rnaaeuD  ta  verandetde  ki  1 
trentai»  aldaar  «en  «tnk  land  in  een  maainiii 
voor  Zweedadi  v<rik8-,  döer.  en  plantealeven.  Z^ 
eoomaamate  weiken  söo:  iJPoMerttnddi  Umiay 
tlVr  hm  oib  nngdom"  (ade  ^vk  I8S9),  „Minnan 
trin  NoidMka  nmaeet"  (1679  eni.),  ,.Bitk«r  tiü 
v&r  odSsgi  fatlder"  (1881  eni.),  .JOhrer  dnrdi 
^e  Sanmilnngen  deBNordbcbenUDaeam"(ldBB)^ 
..Albildningar  al  fSremll  i  Noudiika  moaeet" 
(1688—18^  u  „BUder  frin  Skanaen"  (18M 
eni.).  Hg  overleed  deo  27aten  Mai  1901. 
Hanelnoot.  Zie  Hnelnor. 
BKMlwoim  (AnguU  fraoOifJ  ia  de  naun 
van  «en  dier  ait  de  orde  dnr  BagidiMatn.  De  » 
mme  hagedimnn  hebben  4  pooten,  doch  er  s^ 
er  ook  met  twee  en  leltiwnder  pooten  «t  met  on* 
volkomen  ontwikkelde  aefaterpooten. Tot  debag»' 
dinen  zonder  pooten  briioort  de  baadwoim,  een 
ataagvoanig  diwtjes  dooi  oakvndHen  vaak  voer 
eea  ahng  gidMmden  en  daw  gdqkmalÏM  dikta 
van  tön  liohaam  t«:veDC  op  een  w«nn  gu^enda. 
Dom  aia«i  ondMaeheiden  veh  door  een  b^Iee^ 
tti  van  dÜDpaugew^  genlantMe  lebofaiKn  en 
door  eea  kop,  die  weinig  flikker  dan  de  Ua  en 
met  adiUden  bedekt  ia,  «venale  door  een  platta 
van  vonn  ingeanedan  toog.  Van  de  alang  kaa  da 
haselwonn  gemakketgk  wmden  ondenebeidaa 
wegene  bat  beait  van  oogleden,  doordat  bq  slet, 
>b  de  daagiHi,  den  b^  lan  verbraedeD,  daai  d« 
kaakb^ten  hier  aan  elkakr  vaat  verbonden  ivn 
en  dooidat  aan  de  bnikü  van  het  litèmm  i^et, 
looale  hQ  de  dai^en  decUe  1  ifj  bteede  bnk- 
aehilden  gevonden  wenlt,  maar  evenak  bg  de  an- 
hagcdiaeen  een  gewone  dikpasagewgae  be< 


aSobbi] 


Dg. 

De  has^ 
matigde  etieken  v: 


1  Europa,  ooorta  in  Algerit  «b 


DigilizedbyGoOglC 


HAZEajWORH— HAZENLIP. 


Btowt  de  heUt  bednat,  wer  ^bMe  Bcbafabm  en 
TUI  bov«Q  «en  looAtieUi^  braioe,  ns  onder  «en 
UMuraBhtige  kleur  en  «en  nlrenclitigen  metaal- 
cknB.  De  jonge  )ba«n  faebbeo  langs  ot  vji«  éaa. 
■«rbraÏDe  «trepeo.  Het  ia  «es  ooBiinldw  en  mt- 
tig  Anije,  met  te  Ueuten  bA  om  (e  Dfften  en 
met  kleine,  kromme  taoden.  Onder  wortda  tu 


beide  kukspkien  komen  dan  naar  aditeran  u- 
men  in  een  enkel  Toudige  spleet  no  het  hudB 
«bemdte.  Een  enkehondigc  kukepleet  Ugt  niet 
in  liet  nuMea  mawr  m«e^  toMOien  düi  bni- 
tensten  nntaDd  en  den  oogtend.  Al  4ie  spleten 
ontatuD  door  een  ^eÉtoorde  ontvikkeUng  der 
TTodit.  B^  deM  ivn  in  «en  wer  TToeg  tijdpëil  da 


^ 
'««. 


heesters  loefct  bet  een  edraUplasta  en  brengt 
Sêêu  den  mtnter  dmv.  H«i  woedt  nefa  met  wor- 
men en  ineeoten  en  kan  nuanden  kng  Tssten. 
H«t  wjjfje  wetpt  jaarlijke  10  of  12  jongen  tege- 
Iqk. 

Haxenllp  of  knanmond  fMiuM  ttporinumi 
noemt  men  een  saogeboren  spditsinf  dot  bovsn- 
Up,  itie  enkel  faui  wenn,  soosk  in  fw.  1,  of  dub' 
bel,  soosli  ifi  fig.  2.  De  nssroniMig  cm  neb  be- 
wrieo  tot  een  idseFriiiK  in  den  isod  der  boren- 
iip  of  de  enkele  ta^i.  dabbele  ^leet  ksn  »di  tot 
in  bet  oeoBgat  Ditst(dk«D  en  is  d&n  Tsak  gt- 
pasid  met  ükele  ot  dubbele  tpl^ftöag  mn  boven- 


Fig.  1.  Enkele  bazenlLp. 

kaak  en  gebeiDeite.  In  dït  gend  kao  het  kind  in 
den  moncT  geen  kiehüedige  mimte  winnen  om  te 
anieen.  Ali  de  kask^ieet  dobbel  ie,  dan  staat  bet 
méadeletnk  fsp  des  bora&sak,  dat  de  sngtaaden 


beenderen  nui  bovenkaaÉ  en  gehetoeHe  door  een 
tussoheaksak^Men  raMÉbdden.  Werdt  de  esmen- 
eroeoo^  <ËeT  TeieeniiIteiMle  beenderen  g«etooid, 
dan  blnft  er  een  rwmte  «fMO,  en  dsanau-  Toegt 
rich  ook  de  Up.  Ia  de  aafnengnMÜiig  deebts  aan 
Mn  ijide  belet,  nlan  ODtataat  de  enkele  bsKDÜp, 


Fig.  2.  <DiiiAK4e  hatnijqp. 

(mtbreékt  de  eamengToeüng  aan  beide  iQdeD  van 
het  taaedienkaskabeeii.  daa  rormt  lidi  de  dnb- 
bde  basenüp.  In  eJOc  gaval  kan  jlegeoe,  die  di* 
e«brek  heeft,  de  knletters  üet  uitepreken.  Qe- 
wooirigk  kao  het  eebter  dooi  een  eoerat&e  *«ibo}- 
pea  worden.  Men  aeMnt  namelök  'M  huid  thi  de 
iBoden  der  q>leet  weg,  IveMt  ie  aan  elkaar  en 
bewstigt  >e  mat  alrweii  ualden,  tot  ie  aaneen, 
gegieeid  i^n.  Ein  do»  «en  ^i^eet  in  het  gebe> 
luwinkp  een  kind  niet 


DigilizedbyGoOglC 


pMtB  IwUieii,  óoeh  ook  andten  ma  miamiijkt 
Toedüig  hmI  beleiomerd  wojdt,  w&cEite  men  ïieter 


spleet,  g«eït  een  gimtt  eterhecgfer,  Aar  ijj  < 
«snhDiliiif;  d«  bit  dSatibee,  dMv  h«t  AditeiUtJT«a 
TOD  iBpijaiesten  an  den  mand,  en  tot  hHvuadoe- 
iidiif;«ii  <fcioT  li'd  })ei4Budd  Terslikken  en  oe  onfol- 
doeitde  TerwamuiDg  der  hicbf  im  den  <^nataui- 
den  nmid.  De  gebrekkige  «praelk,  voortkomende 
nit  een  geodeten  eahesndlie,  kan  door  een  ziliTe- 
len  fdut  aannMiiKe^  ireibeleid  norden.  Men 
kan  ook  bg  den  ^ehöneltesploet  de  landcn  met 
liet  mea  aanIrieMnen  en  ze  dan  heebteo,  maai 
•dnt  gMi  aUeen  voor  een  «pleet  in  bet  weeke 
ffehemelte,  want  üa  bet  harde  gchenwlte  moet 
OBarroar  he^  slünirtiee  eeiet  T«n  het  been  tOe^- 
pnep&Toerd  mrden  om  hot  d«fUTiA  luar  de  md- 
dellgn  te  kunnen  lereebndTen.  Dezelfde  behabde- 
ling  ia  wel  «ene  ut,  gj^pb^tteabe  iweren  in  ttet 
ffeheoMMe  noodig,  d&e  ioew«i  in  djj  mvjiee  ale  in 
been  gaten  kmu^  adbtedaten.  Woidt  een  ge- 
apleten  0c3iem«dte  met  aucoes  geoperoeid,  dan 
woidt  toch  de  nendJ&nk  yan  de  stem  niet  verbe- 
terd,  dur  bet  weeke  giébemöito  ndet  In  Blaa.t  i« 
kA  togni  den  aehteiBten  fftarynzwand  omi  te 
legi^on.  Daarom  alwit  men  'tegenwooidlg  door  ope- 
ratie eleditB  bet  grootste  deel  der  apleet  en  vei- 
kijigt  de  bedoelde,  «nitlrrelende  atsli»tD'iig  thi  de 
oenrinlte  door  een  klonen  tibtui^or. 

H&acnwlnd.  Zie  Hond. 

Hazepootje  (Trilolium  arvenae)  i*  een  pbo- 
tensoort  nit  de  familie  der  Vlinderbloemigen. 
BtoenKn  wii,  kier  roodadbtig,  tot  hotrfdjesaiita- 
ge  Woei-wipen  Tereenógd.  iDe  ie»  beiit  5  lange 
«wimpelde  tanden.  De  bladuen  zgn  geeteetd  en 
drietalig.  De  fmdht  ia  een  (boge  Tiadit,  w^« 
hier  Mnoadie  >«,  niet  «ften^rig^  en  óoot  de  hi\j- 
nende  Uoeturoon  ombuld  wordt.  Op  landf^ron- 
den  ie  deie  plant  al^pemeen. 

H&nrawonde  w  een  «eioeeiite  ia  de  pro- 
Tioae  Zuid-Holiaad,  3470  KA.  groot  met  (1915) 
4215  imwonera,  imM«dot«n  door  de  gemeenten 
lAlpiien.  Boskoop,  Waddiniit«eD.  Bentliirisei^  Zoe- 
terwomje,  Leidêroorp  en  Kowiekorii.  Zg  otnTat 
veraehilleDde  polders  en  beetast  grootendcfig  uit 
Toen,  terwjj]  <ie  Rvaboorden  en  <m  dioo^igemaak- 
le  iplwMo  >uü  ktei  beetun.  De  berrolhi^  leeft 
Tan  kiDtftiottw  en  veeteett,  znivelberekling  en 
«emge  ngverheid.  De  gemeente  l>eetaat  uit  d-ne 
keTl:dorpeD  Haiemwoude,  Qioenendgk  en  Ooet- 
bmirt,  of  Hazerewoude-aain<len-RvniÜ^.  dat  het 
voftrgkst  ie.  Bet  tiezit  tIct  keiiea  een  Herwnm. 
de:,  een  Remonfi-trantedie,  een  R.-Katbotieke  en 
«en  Qeieicnineerde.  Oemeensohappelqk  met  Eo- 
lerawoode  en  Kouddorke  beelt  bet  een  station 
m  den  tjiootweg  Leiden — Woeidea. 

Hasen,  itAmtne»,  een  NeAsriMMlseh  tticM»- 
^k  idirö*M,  ia  17M  ie  Sobo«iboTen  scbonn, 
waa  toeMifcndehiaT.  leiwot^nB  boekdrauei  te 
Anwteiidun  en  o^eiieed  te  Buriem  den  25aten 
NoTcmber  18S5.  V«a  de  mw  lange  leeke  ignM 
oeMhriften  noemen  wg;  ..Lgkzang  op  Bdbuny" 
<17S7),  ,.De  HwdeflMigacbe  Kaleebiamm  in  52 
gesangen"  (1790),  „Geoaagen  op  de  gdboorte.  het 
^den,  aterren  en  de  T«n1ieeTi|iking  tni  Jeni 
OtnatM"  (1793),  ,3et  FSakngeiaiig  gun^kejqk 


gemMkt,  ia  geatngen  >mii  kioderan"  (1797), 
„Stiebt«i|ike  graangen  ene."  (3  dhi.,  1801), 
„Nieuwe  atiditeli^e  liederen  ena."  (3  din.,  5de 
druk  19^),  „BjAeltcbe  meDg«liHigen  voor  den 
OhrisMükeo  goMienat  en  de  lanagewiMhafipeii 
dor  Gfanetenen"  (2  sti^en,  162^  „Oebedeo, 
orerdeidHiiffen  «b  geoangen"  (1609),  .,De  mensdi, 
bet  bn«nHMre  TiMrweRi  van  Ooda  Uetde,  in  be- 
^iMgeiiiigen"  (1E@7),  „1iiedei«n  aan  den  Inuedij- 
ken  godidienBt  gewijd"  (1630)  en  „Mgn  katete 
weri  op  aaide"  l;I6S6),  na  ijjn  dood  in  bet  Ii<^ 
Teisebóien. 

HuUtt,  WiUiam,  een  Ei^elsdi  letteitnndi- 
ge,  den  lOden  ApaS  1778  te  Hudatone  in  het 
craafsdiap  Rent  geboren,  wijdde  sicli  eerst  a&n 
de  BchÜd^rkonat,  trad'  Terrolgene  als  scbrvv«r  op 
en  werd  in  1809  -Kralaggever  dei  Parietuentazil- 
tingen  voor  den  „Uoraing  OhTonicte"  en  uidere 
dagtiladen,  Hiwdooi  kroeg  hn  aamlriding  4ot  bet 
bewHi^n  eenef  lütgaK  van  de  beete  redevoerin- 
gen, ifl  bet  Parlement  gcbovden,  tan  de  dagen 
yan  Kmel  i  tot  op  dien  tijd  onder  den  ti;t<i  „The 
ekiqaeiioe  of  tbe  Britiab  Senate"  (2  dln.,  1807). 
Verder  leverdie  bg  een  Engelbcbè  «praakkonfit 
(1310)  en  takvke  opatellen,  in  lÜKkdiriften  ver- 
Btrooid,  TerTAHielde  lü  met  Leign  Hunt  in  het 
weik  „Roond  table"  (2  dh.,  1617).  terw»!  bji  te- 
TeoB  „Chaiacters  ot  Sfaakeepeare'e  pkys^'  (1817) 
in  bet  Hdit  gaf.  Daarenboven  schieel  njj:  „View 
ol  tÉM  Britj^  atwe"  (1916),  „Leoturee  on  Ën- 
g\)A  poetry"  (1816),  „Table  talk"  (1S21),  „Uber 
acnoria  or  tèe  new  Fygmalioo"  (1S2S).  „'Hie  em- 
rit  Dt  tbe  age"  (1626),  „Tbe  plain  epaker"  (1826), 
„Life  of  Napoleon"  (4  dln.,  3de  dnik  1652),  „No- 
tee  ot  a  jonme;  tfarou^  Praince  and  Italy"  en 
„Conveisataone  wiEb  Jsonee  Northcote"  (1830). 
Hg  overJeed  te  Londen  den  ISden  September 
1630.  Zjjn  „Utenr?  ramMne"  (2  dh.,  Xm)  ign 
oitgeceTeo  door  i^  km»,  x^n  .FDiamatie  eeaaja" 
(1S94)  d«or  Areher  en  Lotre,  .^elected  mmjê" 
(1694)  door  Johtuon, 

Htnlilt,  IFiUtaiR  Carete,  een  kleinooon  van 
den  vooisaaDde,  den  22Bten  Augustoa  18S4  ge- 
boren, statreef:  een  „Hdetory  of  itbe  Venetian  re- 
piddic"  (4  dln.,  2de  dniJi  1660),  beiorede  oi^- 
ven  vaji  ooide  dMitora,  Tam  Lmnb'e  werken  (1866 
—1671);  van  n'ortoH'a  „Bistory  of  Ei^liéi  poe- 
try" (4  dhi.,  I8T1).  van  Ooüwr'e  ,Shake^>eare 
Ubmfy"  (fi  (Ho.,  1675),  het  vepzamelwerk  ..Re- 
maina  of  tbe  eftrly  popókr  poetry  of  Bnglaad"  (4 
dln.,  1664—1866),  en  aehreef:  „Handbocdi  to  the 
nopnlar,  poetieaJ  »nd  dramatM  Meietnre  of  Oieat 
Britojn"  (1667),  „Stüidtes  in  joeular  titeiainre" 
(1890),  „Id  the  beait  of  tbe  storm"  (S  din..  1691), 
.,A'  rainueJ  for  tbe  coïlector  srnd  amateur  of  oM 
En^(\aeb  {^ys"  <1692),  „Coinage  of  tbe  Enropeui 
Continent"  (1693  en  1897),  „Fww  generationa  of 
B  btervy  family;  tbe  Ha^tta  in  Engkitd,  Ire- 
land  aw)  Amedoa"  (2  <ttn..  1897),  „V^ietjo»  R»- 
pMk.  Biae,  growth,  fall"  (2  dia..  1900)  en 
,ShaÉeepeare,  liimeelf  and  bis  wdA"  (2dB  dmk 
1906). 

H.  B.  «t  K.  acbter  natinirwetensehappelgke 
namen  is  de  afbading  voot  A.  von  Hvmboldl, 
Bonfkmd  en  Kantk. 

HbBt.  aditei  dienismen  i«  <le  atkortiag  voor 
J.  F.  W.  BerM  («e  aUaar). 

Hdff.,  Hdirr*  >cfat«r  pkatenuunen  ia  de  at- 


DigilizedbyGoOglC 


HDG.,  BDWG.— flBDBEL. 


113 


kMtine  TOM  /.  Bedung  (»«  aMoar)  of  diens  «»n 
R.  A.  Bedmg  (me  «Umt). 

Head,  ^  FraneU  Bond,  «en  ËD^dech  sehig- 
Ter  en  «teatanaiv  ^n  ]«ten  J&iuian  1 19S  gehfh 
len,  Ind  tia  offUiet  n  'dienst,  kkm  op  tct  den 
nug  TMi  nwjoot  en  hawde  ia  \B19  met  een  doeh- 
tet  nu  tod  Somenüie.  Bg  éeed  een  reis  near 
Znül-Aiiwtfta  en  Mèieef:  ^t'OSli  ■wtea  taken 
óttiiuB  «OM  nwid  jovmm  «eiaH  ttn  Pampti^' 
(1«2Sf.  Uter  lerarde  1^  de  koddiee  .JidMe* 
tiam  tbe  Dnuinen  «f  Nvmd"  (1^).  Hg  be- 
kleedde een  geringe  betirtUog  ia  Kent,  toen  hg 
ia  18SS  benoemd  werd  tot  gonTHiMnr  tsd  Oppm- 
Caaedk.  Hier  ondewdwidde  hg  mdi  door  wdwil- 
lenAeid  en  beteAnbeid,  wuram  de  Regeeriag 
hem  in  1837  tot  ttuonef  ^mUef;  doeta  oodei 
«poedig  «[dHimeDde  moeUi^Awdes  bamtte  ei  een 
t^ieec  mi  kmmW  Iq  *n  '1636  ^  tnbi  iiM««t 
nedeileiiEen.  Van  de  beediiddigiageii  tiq  d(<  ^ 
legenbad  teg«n  bun  iivtlmeht,  tisdiHe  Iqj  ncfa 
te  mnvien  dwH  iQn  JltmtW',  «en  meng»! 


1  vMitieid  «n  ««niidituig,  Kodat  bg  bet  be- 
oogde doet  uet  beneikl».  C— nnode  nam  du  ook 
lyn  «taatkondige  IoMt«an  een  «inde.  Zjjn  be- 
nndiagen  oattrent  Cuatk  sdielste  bjj  u  sjfn 
bock:  „The  emvrairt"  <IS16),  wur«p  ,^tok«n 
and  poken"  (1849),  .JMeneekee  atate  of  Great 
Britm"  (1850),  ,4  lagRot  at  Fnaéi  «lieka,  «i 
Puia  in  1851"  (2  -dbi.,  1862)  en  „Oommentc  on 
KMiglake'i  "btatorj  of  Ak  Cnmean  wai"  (I86S) 
T<«^)en.  Hg  orarieed'  ótn  23eteD  Juli  1875  te 
Croydon^ 

HaadlaTi  ^"^  TyUf,  een  Aa>erikaMineh  ge- 
■düedadbrÖTec,  dm  SOtten  Deeember  1813  te 
Walton  (N«w-Tofk)  geboren,  stndeeide  «an  faet 
aemanarinm  te  Aobnni,  werd  prei£kKnt  t«  9tock- 
btid^  ia  Hundhnaette,  deed  een  reie  naar  Ba- 

Xen  adueef:  .JjetAen  Iiom  Itoly"  (1846)  en 
A^  and  «m  lUiÉne"  (1846),  beide  opnieuw 
en  gezaïnenlifk  nttgegeren  in  1849,  „iNtfKiletm 
aod  fate  aumhaU*"  JMw  «kok  1876),  „LUe  ot 
OlfVier  OiaBwdl",  „ISie  Hm»  of  WtnfieU  SeoU 
AbAkv    JackeoD"  (18S2),  „Tbe 


gvapd  of  NapolaoB,  Iran  Üaiengo  k>  WatèitM" 
(1852),   „WaeUf«t(>n  and  Im  genend»"  (1858), 


tnatoTT  

ti»*d8  ol  Oenenl  U.  8.  Graat"  (1880).  Ia  1%4 
werd  hg  Md  van  bet  ataatebeafamr  nu  New-Yoik 
I  in  1855  «taatesecretam  j^daar.  B^  overleed 


den  16d»n  Janoan  1867  te  tNeiAorgb. 

HMud  «n  KaodoualdellMidcn,  twee 
«Janden  in  dm  lodiaebeit  Oeeaao,  Uggim  onder 
58»  Z.  Br.  m  7tf  O.  L.  ten  Z.0.  tw  Keignden 
tand.  Zq  i^  grfnd  vergMaoberd  en  werdoi  ii 
1854  doot  den  BogelMhen  kioHeu  Onml  ont- 


dAt  Op  het  Heardribkd  berutdt  ricb  de  2000 
m.  boag«  Kebet  'WilbebMilMM;. 

Hebbel,  rriedriek,  een  DnitMti  diebtor,  werd 
dan  18den  Haart  1818  t«  Weaadbonn  in  Ditè- 
■natMb»  (HcMein)  geboTen  aJa  moq  laa  een 
eenToodam  aigttniar.  Reedi  '*n>eg  toonde  bg 
dMitetraken  aanleg  en  tnfprfKdiTOel  moeite  om 
ateii,  oadaDfca  siiD  g^Tehnge  epiOMfing,  woreel 
mogelnk  te  ontwiktielen.  Op  inn  15de  Jaar  aan- 
widae  hy  een  «Ar^TwabetKMfckig.  L*ter  tnd 


l^j  in  coRMpondeaide  mat  VMand  en  tond  eem- 
ge  Terieo  a&n.  de  kjadetaehr^tstei  Amalia  Schop- 
pe  'Ie  Bamlburg,  düe  hem  ut  staat  «tekle  naju 
Hanifaarg  te  komen  en  ijtii  daar  voor  de  uojversi. 
teét  TOOI  te  bereiden.  Hebbel  wm  toen  22  jaar. 
Een  JHU  tater  ging  bij  iMar  H4n<Mt>eTg  om  in 
de  rechten  te  «tndeeren,  doch  daar  deoe  atinKe 
bon  te^natmid,  ging  hg  otu  naar  Httni^n, 
waai  bq  adk  tod^^de  op  wgabegeerte,  geadnede- 
lua  en  teUeibmde.  In  1839  trok  èq  te  *oet  tenig 
naai  Hambug  en  faenmmmle  daar  ign  betrek- 
kingen tot  StU»  Lttuing,  die  bem  toet  gmote 
leU^flmDg  doM  i^  moeitgketen  tijd  in  MOn- 
cben  bad  IteeQgwfaA^n.  In  hetseUde  jaar  sctireef 
bg  iQn  eerate  dmna  JoóMt',  dat  bet  T<^Dd 
Uai  te  HMilnuB  werd  opgevoent  en  lü  naam 
om  gifaeel  Doitoddand  ti«£end  maakte.  Een  jaar 
kt«r  «ojgdï  „Omomn"  In  1842  begaf  1^  ticb 
naar  Kt^Mnbagen,  wnailtg  hü^o.  a.  met  OeAbn- 
ÊcUager  in  aaonlmig  kwam.  De  koiüng  van  De. 
neoMttken  c»f  bon  een  kleine  toelage,  die  bem 
in  alaat  itane  twiee  jamn  in  Pai^  en  Italll  dooi 
te  Inengen.  In  Puga  aAieei  liji  lön  Toortrelfelnk 
btugeiiqfc  dnma  ,Jf«ik  SIsgdalena".  Op  ign 
tcnwrda  ontmoette  hg  twee  FMlacfae  edMtedeos 
die  nem  ao  oriiefaonmen  wgie  in  ataait  atdden 
geraimen  fgd  ïn  de  beate  inteUectneele  kringen 
Tan  Weenen  te  Terkeenn.  Bebbel  werd  Uerdooi 
ongecohtkit  tooi  xëo  rroegere  leTcn  van  oBtberia- 
gen  en  met  tottoisen  tei^ideatdling  Tan  de 
TroDW,  die  aUes  tooi  hem  hid  «pgeoffevd,  tiad 
hë  in  het  bmretgk  met  de  t^t  tooDeelapeekter 
Ckrittme  Engkmu  <1846>.  Bij  Teidedigde  d«M 
haodeiwgie  iharmede,  dat  ign  eente  pfieht  ma 
te  Migen  tdoi  mtt  mn  grootcte  kradrt  wai:  li^ 
dicbterediap,  dat  andere  Mt  igi 
InmiddelB  t"  ~~  ~' 


I  ign  oodeigegau. 


den  entTtng  bg  onderadniduBea  en  algemeen 
wwd  hij  ah  de  eerate  dnmaAMehe  diebter  Tan 
DuitacMand  beacboowdL  Bebbd  Ueef  «e  Weenen 
gevettwi  waM  itii  den  ISden  DeonUbei  1863  na 
een  lawdnrJg  löoen  overleed  B<AialTe  de  reenk 
genoemde  tnSMHa  êtbntf  bli:  „Heiodes  nnd 
Uaiiamne"  (1860),  ,^Mm•'  (1861),  „ViAt»  Ange- 
lo"  (1861),  „Agnee  BeriMWr"  (1855),  „Gygea 
und  aein  tttnc;"  (1856)  en  de  giootaeh  opgevatte 
,DieHibehingen",  dieinl862den  Schll- 
UMer  t 


leip^  behaaUe.  Uinïer  eeahagd  wn  tnp  ulji- 
tpAen:  ,Jk!t  DMDHat"  0847),  „Der  Rnbèo^' 
1650)  ..      ™.- 


(iBSb)  en  andeieL  alvnede  de  tröfri-eomec.  .  „  _ 
Trm^vprri  in  Snitten"  (1845).  ODder  qjn  lyri- 
aebe  sediebtenignieergoedR;  Toorü  rfUntter nitd 
Kind  ,  seactKvrcn  ia  1855,  werd  leei  bekend. 
Ae56el  beiat  «en  leer  rfke  TmbeekSne  en  e«i 
kraebUg  becUend  Tennogen.  Zgn  ToorUeTde  toor 
het  bniteiupotiM  en  tooi  geweldige  eoDtHeten 
doet  wd  «en*  èlbieak  aan  bet  harmomeuae  vta 
iqn  werk.  Todi  wordt  hQ  algecneen  tot  de  groot- 
■te  Doitedie  diefateia  gerekMid.  De  eerate  nitga- 
Te  ran  ign  ^eriamelde  weAen  (door  Kuh)  rer- 
leiieen  in  1866— 186&  Taa  de  latere  nit^Ten 
moet  geDoemd  worden  de  eritieebe  van  ITemer 
{1901— 190S,  12  dln.),  die  ook  ign  dagboeken 
en  Iniefwiateling  uit^.  Zyn  „Briefwechael  mit 
Freanden  nnd  berShmte  Zeitgenoeaen"  Kaf  Bom- 
berger  in  het  licht.  De  Toornaamite  leTensbe- 
«ehroTingen  ign  die  van  Kuh  (1877;  3de  dnA 
191^  en  Wemtr  (Sde  drek  1918).   Van  bdang 


DigilizedbyGoOglC 


114 


iHBBBEJL — UUbKUTI^TEN. 


lün  T«rdei:  Poppe,  „F.  Qébbel  und  WHi  Diuu" 
^00),  SeAevnert,  ,jW  PmtngiflaKU  als  Syetem 
der  Wdt&oBijuuiuiig  mkd  AestiKtUc  Hebbde" 
(1903),  Oeorsy,  „Die  Tragöd^e  F.  HebbeU  nadi 
ibr<fn  UeeeogetaOt"  (1904).  Te  Wewelbnren  w«id 
een  gedeDltterftcii  ïoor  hem  «j^rwtht^  terwiJ-1 
ztJD  treduwe  te  Kiel  <k  HtMtelfttiohtiog  toot  im- 
veimoeende  kunsteiuara,  maoodedtdd  SWawjjk- 
HoUteuisr^  ilidt«Ta,  gioutTestte. 

HetM,  bjj  de  Romeinen  Juvetilat,  de  goddo  der 
jeugd,  wse  de  dodtler  T&n  Zeua  en  Here  en  de 
gemaüa  vao  HeraeUs.  Z4j  bleef  belut  met  bet 
•cbeDlien  tbu  dsn  nectar  op  den  OljropaB,  tot- 
dat Zeui  deie  betrekikiog  opdroetf  aan  Qanym»- 
def,  4ieii  bij  vbd  de  aAide  gesdia^t  hitd.  Bjj  Bo- 
«UTua  komt  zö  voor  He  oi^cAiuwd.  Te  Aitltene 
btA  toen  &haieiL  aan  faau  en  Beraelet  gewüd.  Te 
Sicjon  en  Phlnu  heette  zij  Qaaymeda  <h  Dia. 
In  de  OriekMbe  kuoat  Terwsiijnt  zu^als  een  mew- 
je,  uit  eeo  kan  neetw  sdhenkend.  Zoo  ie  iq  ook 
door  Canota  voorgeetekL 

Habel,  Jokann  Peter,  een  I>ut«ch  dichter  in 
nAsdialeot,  den  llden  Hei  1760  te  Bud  getw- 
ren,  was  een  zoon  *an  behoettige  ouders,  ont- 
fiaff  ign  o[rieidifig  te  Lfinacb  en  Kaïlarolie  en 
atudee^  te  Eriansen.  Cuina  werd  bü  leerav 
aan  de  kweekschool  te  Lörrarfi  en  in  1791  uu 
bet  ^jmMsiam  te  KaTlsrolke  met  den  titet  van 
«ubdncomu.  In  1805  werd  hy  „Kirdienrat",  ia 
1808  dJiecteoT  Tan  bet  lyoenm,  io  1809  üd  der 
kerkelj^c  evaiigeliE(he  DMODMesie  en  in  1819 
ptaelaat.  Hij  overleed  op  een  reie  t«  SAwetziO' 
gen  den  22steii  Septemlber  1626,  Zijn  „Allemasni- 
•obe  Gedïrhte"  (1803),  die  meermaleD  herdrukt 
weiden,  schreef  Ihii  io  den  iostgvai.  ^  in  Zwaben 
getmukt  wonk.  Zü  bevaUen  Iraade  natuurtafe- 
iceLen  ea  ledeeiiietMn,  aan  het  teven  dei  biullie- 
den  ontleeiMl  Een  lüner  gedichten  ie  onder  d«i 
tAtel  Tan  „Veiguik^ukbaid",  door  TolUnt  in  bet 
I4«deiki»)Mb  lertaald.  Verder  «cbreef  im:  „Der 
rhetaliiMMsefae  Hanxbieuiid,  odet  Neuer  Katendei 
mit  lefarrddten  Nachricbten  and  luatigen  Erzïh- 
kwen"  (1808—1815),  ,J>aa  Schalde Bstkdn  de« 
jbeEoiandJAehen  Hauslreundea"  (1611)  en  „Die 
tdblüchen  Owtncbten"  (2  dln.,  1624).  Zijn  go- 
MDMoljjke  verken  werden  bg  beiii^ing  nitgege- 
Ten. 

Hélwrt,  laeque*  Btni,  bqgenMund  pin  Du- 
ehane,  een  VRn^febeEtiKstedcmagogeii  aei  Fraa- 
t<ie  Bevc^tie^  in  17^7  U  Alenfon  gEtwren  ak 
■ooD  Tan  eeo  goudamid,  trok  q>  jeugdigen  leef- 
tvd  naar  Fains  waai  by  een  unoelök  leTem  leid- 
de. Hü  werd  bureaulet  bjj  het  „Théfttie  dn  V*. 
nM.i>''  mssr  in  I7R»  onttlsRen  wegeos  on- 
rang  oer  Onrwco  teling 
■      ■  het 


eerlükheid.    Bn   den 

•ehroef  hij  onmreciieidien  TlugsdudHen  tegi: 


a  weri  in  1791  lid  van  de  ciub  der  Corde- 

keiB.  Sedert  1790  versdieen  zjjn  blad  „Ie  Père 
Duebeene",  waannede  hg  revaiutionnaÏTe  pn^i^ 
ganda  nuókte.  Na  den  lOden  Augustus  1792 
iMrd  bjj  üd  van  den  reiTotutMMuaireii  gemeente- 
raad, oun  geen.  dieel  aan  de  Septen^MiKiuweien, 
maar  keurde  se  <^nlük  goed.  Toen  in  Hei  1798 
de  levolutionnaite  gemeenteraad  met  de  Jatwhy- 
oen  een  aanslae  oeraarade  op  de  Oirondijnen, 
w«id  Hiberl  hx  nedit«ni8  genomen;  doch  de  Coa- 
TenUe  werd  dearoni  zóó  ematig  bedreigd  door 
bet  grauw,  dut  zg  de  geraogenen  losliet.    Met 


(Jhmtmelle,  ClooU  en  den  boAdn^w  Momoro 

had  h^  reéde  lang  bet  pLan  ontworpen,  den  Eere- 
dienat  der  Rede  in  te  voeren.  Den  I7deD  Brn- 
maire  (7  Novendier  1793)  bradtten  zg  bet  zoo- 
ver, dat  Gabel,  de  ODiKrtitutjoneele  aartsbiMobop 
TBS  Par^s,  zijn  bediendng  oederlegde.  waaiby  Bé- 
berl  en  z^u  medestanders  <le  kerk  tsü  Notre  Da- 
me in  een  temoiel  der  Rede  beT«ahdepea.  Het  eer- 
ste feeat  d«r  Rede  werd  er  den  SOsten  Brumaiie 
gevierd,  en  alle  imbtenaien  moestem  daaib^j  te- 
eenwoordog  zgn,  Tewen^  begon  dg  zijn  aanaporing 
de  vervol^ng  der  genutii^len.  in  het  bijzonder 
van  Robespierre,  üeo  hji  van  „moderaat  isme"  be- 
•diutdigde.  Nu  ontbrandde  de  strijd  der  partijen; 
de  Hébiétt'isten  wildeo  zelfs  de  Conventie  vernie- 
tigen en  een  diotatoracbaf)  invoeren.  Toen  echter 
Kobespterre  zekei  gentrae  w««  van  zijn  zaak,  deed 
bü  in  Haart  1794  de  HébertieteiL  en  andere  ver- 
dachten als  verraders  gevangen  nemen  en  ter 
dood  veroordeelen.  Bibert  bekkoi  den  24sten 
Haart  1794  bet  sebavot. 

Zk:  Mater,  J.  R.  Héberi,  l'aatour  du  Père 
Duehesne  avant  Ia  jourrtöe  da  10  aóat  1792 
(Bouiges  1888);  Aulard,  Le  eulte  de  la  raiaon  et 
de  l'ïkre  suprème  (Parijs  1892). 

Hibcrt,  Edmtmd,  «en  Fraswb  geoloag,  den 
12den  Jnw  1S12  te  Vütefaigeau  (departement 
YoiMe)  geboren,  studeerde  te  Auierre,  wae  eewge 
jaren  wwilzaam  ak  leeraar  in  de  natuurlyke  bie- 
ttme  en  werd  in  1857  frofeeaoi  in  de  geologie 
aan  de  Sorbonne.  De  wutblxa  vsa  ijin  au^ 
ringen  «mtreat  den  boden  Tan  Frao<ri)k  zyn 
meerendeels  nedergelegd  in  de  „Uémoirea  de 
I'Aoadteiiie".  in  de  .^jom^itea  rendus",  in  de 
„BuUelins  de  la  Société  géak«<i^ae  de  Franoe" 
en  in  de  „AmHÜee  de«  «cdenoes  géólogiques".  Ver- 
der erfnieef  hij:  „Les  mers  anciennes  et  leors  ri- 
vagea  dans  le  bassin  de  Paria"  (18i57),  „Himoii« 
■ur  ks  toBsiteg  de  MontreoU-BaHaj"  (1661),  „Ha- 
tëriaci  pour  eervir  k  la  descv^Ucn  éa  terrain 
ciétaoé  eupéneuT  en  Franee"  (1875)  en  „Nottons 
'  '  afe»  de  g«ok)gie"  (1664).  Hü  overleed  den 


3den  Ai 


HétMrt,  AnUntu  Augiute  ErnMt,  «en  PnoMè 
schilder,  den  Sden  Novoiiber  1817  te  Oteooble 
geboteo,  ging  io  1635  ntar  Ptiös,  om  in  de  nach- 
ten U  stüdeeren,  maai  legde  neb  teveu  toe  op 
de  flcfaddertoDStv  loodtt  bij  op  Moaporing  van 
Paal  Dtlaroehe,  ia  1889  medadong  naar  den  groo- 
ten  m^  der  Aeademae  en  düen,  venrierl.  Bü 
•idiiMeKle  meeat  ItaUaMNcb»  taknweleo  «n  ovei- 
lead  in  1891. 

Kéb9Tt,  Moreel,  een  Fraoatt  wgogeer,  wenl 
m  I85I  t«  B&r-ie-Diu:  fS^>fatü,  weml  ift  1674  tot 
priester  gewijd;  in  '1879  werd  hg  leeraar  en  io 
1895  direotew  aan  de  Eoole  Féaaloa  t»  Parus. 
Ia  1901  van  modemWiadM  dent;beeUen  beadiid- 
digd,  trad  hy  lut  de  Roomuii-fatik^ke  kerfc  en 
v«8tigide  hq  zidi  t«  Brtwael,  waar  hjj  pnolteaor 
is  aan  de  sodsüaliedie  „Umveraité  Nouvelle". 
Behahe  vele  bijdragen  in  de  „Annales  de  pfaüo- 
Bc^hoe  dirAtienne",  bet  „BuUetin  wilique"  en  an- 
dere tijdsciiriiten,  aciireel  hg:  .JJe  sei>tijment  re- 
Üsietix  <hu»  l'art  de  Batttrd  Yftmet"  (1695), 
„L'jvolution  de  k  r«  eatdwlique'^  (1905),  „Le 
Divin"    (1807),    „Le    {m^malisme"    (2de   ipak 


HébertUtra,  de  aaoduwgers  v«n  J.  R.  Bi- 


DigilizedbyGoOglC 


SEBERnsmN—HBHBlBËUWBCilE    TAAL    m   LETTERKUNDE. 


119 


bert  {m  ftldMi),  Tonndw  io  de  NidomJe  Con- 
Teniie  de  nweat  rwückle  poep  en  dravea  de  at- 
■chAffiog  vu  bet  CbristÜKkin  «n  M  eebenden 
Tan  idk  beiügdommeD  met  bet  crootele  ejririsnie 
door.  Hoa  leideia  «Birieii,  b«bBJv«  Héberl  «elf, 
CAaimeffe,  Vtnevnf  en  Bontin.  Roberpierre  imi 
bet  eeiet  tegen  ben  op  ra  lijn  nÓKfomog  tod 
den  Sisten  Novemdtn  llfiS  over  de  TTJ^wtd  vta 
godedieiHt.  Steetk  meei  werden  de  Htbertistea 
door  RobeepitTTe  en  Danton  op  den  MUei^coiid 
gedrangeni  een  Tojfcotnen  mieh^te  po^ng  om 
ikh  te  TeneUen,  gaf  Saint  Juit  den  ]4iien 
Haut  1794  g«sk«eahetd  H^ert  en  IS  der  ijjoen 
stnu^n  Ie  neaten;  tien  dagen  kter  viel  bon 
boofd  onder  de  gwllottae. 

Bebtoft  Kart,  een  ZwitMtiadi  tcbrgver  over 
wgageerige  ODdepweFpea,  in  1821  te  Bera  gebo- 
len,  oDtiing  t^  oueixjuig  1«  Tabingsn  en  te 
Bttti^a  m  w«rd  in  18&4  pnvafttdocent  en  in  1863 
proteaeoc  mo  de  boaK«Mbool  te  Betn.  Hü  aehreef ; 
„SpiBOw'8  Lebre  flbor  die  SUbMÜ^  (1650), 
.JiéesiDg-Stiidien"  (1«61),  „AnfeUse  Obei  fiba- 
keq>eBf«"  (2Ae  ónk.  1674),  ,J)k  Fbttowftbie  ge- 
genObei  dem  Lebeo  and  deo  f^metwiuenaduf' 
ten"  (2de  druk  1874),  „PlnloMptiiKhe  Aufrttie" 
(I&69),  „LeeMDgiuM"  <1877)  en  .,Blemen«e  einer 
jd^kMopt^dKn  FFeifaenteMiFe"  (1887).  Hg  over- 
leed den  4den  Septeo4wr  1898. 

HsiMMtaotttml*.  Zie  Verhuing. 

Hsbr*,  Ferdinaiut,  liddei  «ott,  een  Ooeten- 
T^pueli  ganecA^ndige.  den  7dtn  Oétober  1816  te 
Brünn  gciMHen,  etodeeide  en  prcoMveerde  t« 
Weenen  en  ivepd  ei  in  ld41  arta  r&n  het  alge- 
meen >i«ieDbuk.  *jgiff»wiv»iWgH  dooT  Skoda, 
wqdde  hq  adi  du  booUi^elök  aan  de  etudie 
der  deraótologie  en  TMtigde  ikb  ini  1842  ala 
privAfttdoeent  te  Wemen.  Tevens  werd  een  laaJ 
«OOI  Kjdem  Mn  lini<U«4t«ii  ia  genoemd  hoapi- 
Umi  aaa  njn  lotg  toevertroowd.  In  1848  werd  bj) 
«  eerste  genee^iMr,  ht  1849  èttitengewoon  en  to 
1889  ^vmxm  iwogkenar.  In  de  behaadelnig  vao 
hoidauUen  en  «jfbUi»  beoh  bq  «ea  behiigri)>< 
onnMOtriinR  gebncfat  Bduthe  een  «HttaJ  opaM- 
Im  ia  tödeSinften,  Kbwet  hg:  ,,AtlM  <fcc  Hmt- 
kiudAieit»"  fJ866— 1865),  door  SlKnger  roer- 
aen  T*n  oMnMuteiMfe  pUen  ea  aïs  dmde  dwi 
vu  Virehote'i  „badboeh  det  f^eüeUen  Patiio- 
kgie  ODd  Tbeiapie",  >ehri»di  iei  Bmiknmk- 
bat»"  (2  dhi.,  &le  dnA  1872—1676,  met  Ko- 


Zn  H^mtitn. 

R  ook  de  naam  vaat  een  Protee- 

tantsdte  aente  an  de  Nederiaoden,  MuduMgwi  tas 
Jaeob  Veriehoor  (ae  FerseAoor). 

HabTAsCra  »  de  naam  dM  voonl  aaa  de 
Inaföeten  wordt  gegeven  door  vnctnden  ot  ia 
bel  Oode  Testament  aan  neemden  in  den  mond 
woidt  oekgd.  Ook  wordt  lm  daar  gebeoigd  in  te- 
geMteUitf  met  de  dgenljpce  iuwenen  vaa  Ea- 
üain.  Id  Mt  A«niMi  komt  de  ~r — i  waan^yn- 
Ifk  TOOI  ifc  du&iri  en  dient  daa  UA  aanduMii^ 
1*0  de  v<dkHtammen,  die  nat  het  Oosten  '     " 


i,  'Moabieten  en 
AmDOOMten,  die  aan  de  laraMieten  aanw  ver- 
want waren.  De  afledding  van  den  naam  in  ver- 
twtd  met  een  BUmvadcr  Eber  'm  leer  gauwfat  en 


Habrasin,  Brief  aan  dt,  ie  de  uam  van 

een  dec  bekugrükeie  ffeachriJten,  onder  de  boe- 
ken de«  Nveiiwen  Verbonds  o^igenocDea.  In  bet 
Ooetien  werd  die  iirief  icede  vioeg  aan  den  apoa- 
tel  Pauiue  toegekend,  doob  in  bet  Westen  heelt 
man  zöo  edboieid  t(>t  aan  bet  tiaie  der  4de 
eeow  in  twgM  getrokken.  Sedert  Lulker,  die 
Afollo»  vaordeDBehrüverliield,isdePaulioiicbe 
oOKsmiog  van  dit  geeëfanic  dooi  vele  ProlcBtan- 
ten  matraden  en  door  de  nóeuw«ie  aüitk  ver- 
woipen,  De  ecftiiyver  ds  oabekeud,  en  faal  ie  aeltt 
enieker,  voos  w«e  l^i  lija  brief  bestemd  heefti 
voJgena  •oinmigen  vooi  de  Cbniatenen  uit  de 
lanjbeten  io  ^leattna,  dk  hn  Hébraefirs  noem- 
de, nrigene  andefen  vora  de  luailielMcb-CbNe- 
teJ^jke  gNneante  te  Afcundii£,  volgene  oog  sinde- 
len  voof  deCbristcme&teBome.Deoebnef  ia  waar. 
aebijigk  omHti«elu90B*Chr.  geaohreven^aMnuw 
niet  ]ia96k96na<3ii.,dMrdaaebröv«ivaadm 
tg.  l«>bn«f  van  CleMWM  reeds  den  biiel  aasde 
fiebraet»  beeft  j^nakt  Dat  de  «duüveiaob  tot 
Joockch-CbiMe^fke  gekravigen  beeft  gericbl,  ■■ 
niet  WMWchünijik.  Het  ceMuift  alttit  niet  aaa 
bq  de  Joodsiae  denkbeetden  ait  dien  tii<L  i 
gabroikt  êtgvsaeaieü  aaa  bet  Owle  Taatan 
ontleend.  ^V^auteer  d«  aehi^vM  wausebuwt  vooi 
afval,  dan  doet  bq  niet  denken  aan  het  Joden- 
dom, maar  aas  de  gsvaim  det  veivolgingen.  Dit 
Rea«iiiidt  ia  in  keurig  OnAsOh  geacbiaveD  en 
Winnert  ia  vja  taal  «ba  de  wüSj^eerige  denk- 
beeUen  van  I^Ho  en  de  AleundruoMhe  Joden. 
Du  dit  geacbiüt  een  brief  ie,  ia  kög  niet  leker. 
AUeeu  bet  laat«te  booUstok  heiinaert  er  aaa. 
Veeleer  i«  bet  een  verband^iw  waaraan  opiette- 
tyk  de  kiekende  en  g«U«fde  bmfvotm  ia  Mgcna. 

Zie  W.  Wrede,  Dae  ütMMwAe  Rttael  des  He. 
hrtatnefea  (1906). 

BabraaSra,  ïvaa^elie  der,  it  de  naam  voor 
een  wpocnel  evangelie  «veneakemcnde  met  de 
nnogtiei,  maai  in  bet  Anmeeadi  ^eaebniva. 
Het  wefd  dot»  de  Sy^a^be  Joden-GÉotateaen  gc- 
bntÜBt  en  u  toot  eiAde  gedesUeo  bewaard  ge- 
bleken bg  IgnaHu»,  Origgnet,  HieroKjpiuiê  ea  en- 
kele sodére  keikvMlRa.  )(«n  as  bat  er  niet  ov«r 
eaw  ot  dit  «n>«ngaKe  onder  ia  daa  ome  SyiM^ei 
ot  dat  bet  naar  een  «mei  BvangdiSn  (MaUkatiut 
isbewarkt.  DeteitisteviBdenJnjl.  BUgÊnleUF» 
rJlofimi  testamratum  eitn  eaaonem  leeeptam" 


in  .jeutaatamantliehe  ioiakiinbeB"  nitKeg.  door 
E.  Uenmek*  (1904). 

HabraaSn.  Zie  Hebraeir». 

Habraanwa^e  taal  an  lattarkimda. 

Sa  Hobieenwflcbe  1  o  o  J  it  die  der  owle  Israilie- 
ten  of  Joden  en  têm  bun  is  bet  Ouds  TeBtaoient 
venamelde  letterkundige  voorièrengselen.  In  bet 
Oude  Teatament  idf  wordt  ig  nu  eens  .^elt 
Kanaias",  dan  weer  „Joodecfae  tati"  genoeiDd; 
de  «aam  „HebMeawaobe  taal"  komt  bet  eeiat 
voor  in  de  inintfiBg  van  bm  Boek  Sireoh  en  in 
bet  Nienwe  Testament,  doob  in  bet  katste  wordt 
daarmede  ode  de  in  Chrittut'  tgd  gebniikelMu 
AiMBeeecbe  tandetaal  aangodoid.  Overigeni  oe- 
stiao  OT  aledhti  «ehug  overhl<DfMlen  van  het 
Hebi«euwe«h  in  den  vorm  vbji  ïnscrlittJee,  waar- 
onder vooraJ  van  beUj«  is  de  ia  1880  oflUiekte 
Sikafaioscriplie  (ao  Siloak).  De  taalbnadige  over- 


DigilizedbyGoOglC 


EBBSBEtnVSCHB  TAAL  EEN  LFTTBRKUNDfi. 


UatMlen  uit  heA  0«fc  Tntament  omTattoi  een 
^«r«i  t«B  ongvna  1000  umd.  De  taaMtoDdige 
versdulleD  ign  ara  bet  MgcoieeD  dm  ook  ge- 


ring. De  Heorecttwtcbe  taai,  die  nvt  iledita 
kete  dtiketwönmiKea  ook  door  de  Kuwlaieten, 
Rweiadin  en  MoJbiet«n,  wMndi^qk  ook  door 
d<  AoMnonieton,  Edomkiten  en  de  SMudieciMen- 
ds  >UmnMD  tm  Zwd-Pd«8tina  Mtrokeo  vaA, 
TOnnt  «en  tak  tcb  ikn  ScnwUteben  taaliiMB  en 
bMtt  leet  «aonktsgaponteii  met  de  AnmeeMlie 
en  AiabiMbe  dMeoteik.  Haai  betiekUagen  lot  het 
AMvrieeh-BatnioaJMti  iQtt  nog  iMt  nMt  Mk«r- 
b»id  TMtgeaMd.  Is  PitolMia  m  tiet  Bebreeoiradi 
•edert  de  4de  eevw  T.  Cbr.  kngMmertiMtd  door 
bel  Weet-AranteeMh  -nnfeimgea.  Tan  tgde  van 
Ohrübti  WH  bet  reeda  ab  yolkataal  Mnhranen, 
boeit«l  dB  tctujftgdeoden  «en  Tooitoatttug  «r 
nn  «bnnkten,  waaria  bet  ouden  gedecMe  laa 
den  lUmod  (HtafaiM)  geettmeren  ie.  Het  ond- 
•te  Anmeeaoh  gNtèrift  in  bet  Onde  Tealament 
1(  in  het  boek  Bk»  te  naden,  onder  «teriieB  i«- 
Woad  TMi  bet  AnmeeMh  Mms  de  boek»  Job, 
Prediker  en  de  IWlmn.  Ia  aMnwihang  Uenne- 
de  werd  bet  ond-H^reenwielte  tehrift  eerit  tn 
bet  dage^jkMh  «Armk  Mer  ook  bg  het  oY«r- 
Kbamtm    van    oen    B^bd   door   het    kwathiMt- 

■ehiMt  (lie    **     '        " 

De   gram 


iMr)  v< 


brfwÜMiv   iH   het 


breenwMh  ii  tu  Uten  datam.  Bmt  groiaUag 
■  de  panetaatie,  d.  w.  i.  de  Tactlegging  nn  dé 
»  de  «Taaeege  g^iaktil^  nitmiMk  door  bg 
de  «onMoaDlen  genoegde  êdaHUxmtm,  wat  >i». 
der,  vj  bet  da*  ook  piinüti«Te,  «anNnatieale 
orenMBingen,  oaet  nwgeJQk  wa*.  üti  ta  gram- 
mftUeale  adulen  befbnden,  vrist  nit  het  tcM, 
dal  er  TeneUflntde  pandnatiMtetaeta  waren,  n.1. 


bet  if.  BitnkoiKbe  of  Aflarriaebe 
naamate  ia.  Nog  rteUigw  ralt  talka  af  te  IcMfcn 
uit  b«t  Mt,  dat  de  «rrergcfanvrde  (nonotoktie  niet 
latgaat  tcb  desrilde  g«iMilsp(inten,  maar  düc- 
w^H,  ale  gelBot«er(fe  cmiUgbekn.  «porei    raa 


natsor^w  vooTtacMisg 

der  lfBM>r«eleB  <ae  Ma$on}.  Gmi  weteaaeliappe- 
lj)k  karakter  knig  de  granaaalte  eeMer  eertt 
onder  d«n  mrAata  na  AnUaebe  taaheteenden. 
van  wie  de  UidMeenwaoh  Joo^die 


ham-bw  Sm  {i    1150)  < 

11»— ffl»),  Ate 

taabtodie  onder  _.    _     .  . 

RraeUtN  (t   1523)  bewAwnw^  hoewel  h^  akh. 

«venala  de  sranMiaticr  van  den   volgendeD   t)jd 

tot  Johmn  Buxtort  (f  1«29)  in  hooMuak  gdtoel 

en  êl  aaa  de  Joo&efae  o^wleroring  en  methode 


de  ewditAriiK  ni 
(t  1750)  en  ÏTw.  l 
AnUadi  aaa  hot  A 


r  werd.  Vooral  SeAnllmt 
'.  SekrOder  (t  17»8)  wüteo  bet 
t  B^rKtnmêA  dienstbaar  te  ma- 
ken. Oroole  TCrdieDsten  ferwiorf  in  'dH  opikht 
Otntêtut,  die  drwAg  «odet  den  imloed  nn  Stl- 
•Mfre  de  Saa^t  gnmmaUcade  beweiUng  van  het 


Arafcêerii  stond,  en  Swald,  dóe  lieb  Terdienstdrik 
maakte  door  toefNunng  der  historieiè-aMKthecke 
nwÜMde,  ^artq  eeirier  eonrt^ds  willdeurig  te 


k  ging.  De  Toonaamstie  woowe  grai   __ 

n  J.  ÖUHaiutn  (se  aldaar).  Zgn  booidfoidienate 
ia  de  joMe  gioepeenng  en  achUting  nu  bet 
aaoweitte  mateiÏMl  en  bet  htikfat,  dal  de  over- 
gelerenie  nnam  nit  em  onderen  ta&ltonn  moe- 
ten worden  atedcad.  ^  „Lehibncfa  der  Bebrki- 
aeben  apradie'^  (1M2)  beeft  geen  sTatuia.  BOll- 
eW  ecbnef  «en  ,^nrfOhriMhe«  Lebrbadi  der 
Sfntt^  (]96S~18S8,  2  die.).  Naar 
_  benwelm  iga  bewerkt  A.  MüUei't 
,3ebiti«fae  SliolRnnHnatik''  <187S)  en  Bü- 
keWt  „Oniodriu  der  bebrtitehen  Orammatik" 
UM»— 1670,  2  dfak).  Op  dm  door  OUhmten  ge- 
lagden  groadtUg  bimwoe  £faii  .JjcMnhA  der 
^KÜadian  Spraebe"  (lOTQ)  Toort.  BelaogrSk 
wegena  brt  daann  gegeven  kTitiaebe  ownMtit 
der  gTanmatkate  OteorieSn  ia  F.  ff.  KOnig'i  „Hia- 
tertedi-kritiBdM  Lehiveldwie  dar  BebrUaefaen 
^faebe"  (16B1— 1697).  V«Dder  verkenen  Tennei- 
dine  de  graramatMa'e  nut  HoUaibergtT  (8ate 
drok  1895  ea  tan  Oeamtiu  <27Bte  dmk,  door 
Kmttuck,  1902).  Het  grootste  kii«ologisebe  wetk 
■  OMennw'  „ThB—nma  Vagnae  befanaeae"  {rol- 
tooid  doOT  Radifw,  (Ifleft— 1866,  3  dk.);  fan 
wooidenlMNfan  qjn  te  noemeo  die  raa  Oeieniut 
{2  din.,  ISde  ihiA  1609)  en  ran  Ftrtl  (2  dbi., 
Sde  drak  WK)  en  bet  „HebrÜMbee  WSrUibucb 
*am  Alken  Teatameot"  (1803)  van  SUgMtd  en 
Blad».  Sedert  1692  geren  Brown,  Driwer  en 
Briggi  een  „Bebvew  aaa  Eineli^  Leiieon"  utt 

De  fls6reeNW*eAe  letterkunde  U 
de  nationale  Uteratanr  der  oitét  flebiteflrt  ol  la. 
raSUeten.  Wat  daairaa  orarBOtdeien  ia,  vindt 
men  m  bet  Oude  TestMoent,  d.  w.  t.  wq  bebben 
bloemkiing  nit  de 
baar  inboo 
nng  koDDen  wQ  on  deefato  door  gevolgtrekkin- 
gen een  berid  Tonwn.  Daaibg  moet  verder  in 
•ebt  genotnen  worden,  dat  deadHe  geestelijke 
oonaken,  waardoor  uit  bet  volk  Urall  de  Jood- 
sebe  gtmeente,  nit  den  IvalKatmhen  godadienat 
de  Joodanlie  ontstaan  ia,  de  ontwikkding  der  He- 
bteetnradte  btteiknada  behnioed  bebben.  Eivtit- 
ak  bQ  koitn  vofteren,  ilja  ook  t^  de  IsralUeten 
bet  eemt  gedkfateo  Mitataak,  dis  u  den  begiaDe 
aleebta  maadeUog  overgekwerd  weFden.  Voor  loo- 
v«r  wg  weiea,  kende  bet  oude  lenil  aBeen  ly- 
riek, geen  einadte  gedidrten.  Dat  date  ontbreken, 
t«  bet  genw  *«n  de  godsdienslie«  ontwikkdiiig 
van  ImU,  waaibQ  bet  ^et  tot  poijrtbeMM  en 
mylbologie  f[d[omen  Isl  Ia  de  pUiUa  van  «piedw 
gediehten  qn  üemagen  met  heldmdadeD  ge- 
tredan.  Todi  ia  daarvan  in  den  OndTeatamenti- 


en  dat  op  de  verovenng 
van  Heribon  mmneri  21 :  17,  16  en  27  v.v.).  Het 
oodate  en  bcsaiwiykite  der  bewaarde  Mederen  ia 
bet  lied  van  iDefora  (Ricbtaren  S).  Todi  beeft  de 
lyriek  der  lenSWetea  *üb  >o  veel  vonnen  geopen- 
baard, daar  vreugde  aoowel  als  smart  in  de  lie- 
deren weerklinken  (lie  Oeneeia  31  :  27;  1  SamnBl 
18  :  6, 2  8amDH  3  :  SS).  Wg  iioen>en  venier  ikifik- 
Eiederan  (Jeaaja  5  :  11  en  12).  herdersliadeien 
(Riehteien  6:10),  raadaels  (Rdd>teren  14:12) 
eni,  2ew  ontwaUield  adignt  bet  diditon  van  pa- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HËBREIBUWSCHE  TAAI.  BN   I^nTBRKUNIKE— HEIBBiIDiE». 


TabeU  geyneai  ia  iQn;  er  i^  er  tenmiaftte  mn 
hcMg«  djdtterlqke  nmmóe  awiftiimetd  (Ritste- 
TeD2:ïi,  2Snniidl2:lT.T^  J«MJ«5).  iBeDieer 
gaeAt  TOoraüÜing  fcio  men  üdi  maken  lut  bet 
UMgèied  OTCC  óe  dood^  Kim),  dau  w  de  rii]^- 
■MD  durvan  (na  586  t.  Obi.)  het  lot  lut  Jwle 
en  JeruMÜem  besoogen  ie,  «n  de  profeten  bet  <M- 
«Ü's  gebrutlitea.  De  7«irva«rdwniff  tsd  erotwdte 
lted«reD  moet  altqd  seUoetd  beUÓen  (ne  Jewja 
23  :  16).  Van  de  faruIaftaUedereii  wordt  dit  *oor 
den  na-eiibacfaeo  tgö  eetpsgd  door  hot  Hooglied 
en  F«^  45.  Omfaagrqke  overblülteleii  tbo 
oude  TÖór-exiÜBolie  dicMkimat  igo  >i>  de  boeten 
der  profeten  bemukni  In  ÓBa  na-extUaciien  tqd 
heett  lich  d«  godatSenatige  Ijiict  t«t  een  hoogW 
oDtwiUefa^  MMak  die  door  géén  toikd  aodei  f  olk 
ie  beietfct  (Paaènen).  Nog  is  de  late  «enw  y.  da. 
Uottde  deae  lyriek.  Ale  nitdrakkiog  ras  een  bet 
menaebfigk  ivnu  in  d>  neea  Ooda  leidende  w|ii- 
beid  beeH  ikb  na  de  Bal&ieBehap  de  didaktifieiie 
poiüe  ontwikkeld  (Spraften,  l^wliker).  UM  de- 
sen  tqd  dagt«É«nt  oek  bet  boek  Job. 

Kenmeifcend  toot  de  HdbnMiwadke  dichtknoet 
ifl  bet  aaM)P«ken  no  bet  i^  i 
de  parallelieme  d«r  d 
bieenmdie  vem  bemt  Mn  «edadtte  en  wordt  ge- 
aplitot  is  twee  TeradeekD,  dae  jji  Torm  en  inbond 
op  inlk  een  wgze  aan  «Ouder  beantwoorde^  dat 
bet  tweede  döi  inbond  rao  het  eenU  in  den 
Tonn  Tan  noooicmen  of  intitiuaaa  beibaik, 
bm.  Pnkn  30  :  9:  ,^  hebben  aeh  gekromd  en 
Kja  gerailieiL  maei  wg  vat  gereoeD  eo  «taande 
geUmn",  of  ItkbteKn  14  :  U:  „Spvie  ging  uit 
lao  den  eter  en  «etigbeéd  ^•xt  den  tUAt  ,  De 
deekn  ijjn  even  ko^.  Een  nctaondeiiag  TOrmt 
•ditet  de  Einl,  waazm  op  een  langer  deef  ale 
■oort  edio  een  kertec  volgt,  hüy.  imot  2:2:  ,, 
nUen  ia,  rüet  wedei  stMt  i^  ep  —  de  doehter 
Iai«Ua  —  nhmtrtU  Sst  iq  op  baar  )*nd  — 
iBennnd  belt  Imai  (f".  IndMilwitttett.tödbeett 
men  pogingen  aaDgeweBd,  «m  metra  of  een  be- 
paalde wet  TOOT  het  eanti^  anee  en  tbeaee  aan 
te  wÖMB,  KHtdu  dat  men  4ot  omeenatemming 
ii  knnoen  komoi.  Ook  over  de  etttducfae  iwfee- 
hug  der  gediebteo  m  men  bet  niet 

De  pnMaUtentnm  kiioopt  in  de  Kbaikai,  wel- 
ke de  oodMe  tvden  belMBdden,  aan  d«  onde  aa- 
I.  De  oréiietedog  geseUeddev  ewnaJa  el- 


dece,  jn  de  eente  fhati  mMtdeüng  is  den  Torm 
TM  de  aage.  Ecost  kter  aelmet  mep  bet  >n«eger 


tQTïng  en  engeren  ain  garen  de  gdbeoi 
qH  den  k«au«ttjid.  Todi  bebben  wq 
van  de,  iwir  921  ontetane  werken  dedits  frag- 
menten. Zij  ^n  bebondeo,  voor  awver  >|j  tn  jon- 
gere wetfcen  aJi  bewüalmHi  opgeDoat»  m  tot  aa- 
tiMDatcUin^  vaa  meowe  boeken  gebmtkt  werden. 
Zidka  ia  in  raq  groeten  omvBiig  en  woordetgk 
BeaebMd.  Dn«na«  i>  aedert  681  ia  vwbaod  mét 
IsmSI'a  godedieneUge  aatwóUMKng  de  oode  over 


MitenMNnnaliMbe  edvqTera, 
>  boeken  Bidtteren,  Samnit  en  Konutgen  in 
hnn  tegenwoordigan  vMm  aAomelJg  iqn.  Deie 

liebben  bet  onde  oveapeDomen  eo  het  

aas  d«  meet  ontwikki 
den.  De  prieBteraodi 
beweikte  de  «agen 


iroveiing  van  JemïaieDi  m  «en  geest  van  eu- 
litebe  vrvombeid  (±  500).  De  Kronieken  eohter 
(waartoe  oonpronkelïk  ook  Eem  en  Ndtemia 
beboordeu)  beeebröven  de  geaetnedeoia  van  de 
Soliepnng  tot  de  ataehtrng  der  OemeenU  ia  n*- 
eiilieeben  geest  (±  SOO  r.  Cbi.).  In  lijn  i«t4iail 
neemt  de  eebrgver  oodere  broimen  over,  toet  na- 
me atokken  nit  Eondogen  en  SMDuel.  Deae  boe- 
ken iQn  voor  gmbdierwUge,  aüehteljjke  doeleao- 
den  geacbreven.  OeaetüeMdirÜTifig  ia  engeren 
lin  ]»K  niet  ia  het  aba  der  aebrgven.  Het  be- 
bngTqkate  ded  van  iea  OwtTeatamentiMben  ka- 
non voimt  de  Wet  (ve  PenkiteiieV  én  de  vmna- 
roding  [«oletMefae  werken.  Deie  ia  eebter  na  de 
BaUiogMliap  oamei^tcU.  Hierbjj  ia  bet  dik- 
wgk  tot  een  omwerfang  «i  aanvidluu  van  oude- 
TC  atnkken  oekcmen.  Dit  vomt  de  brug  tot  de 
ap«Ad7ptiacAe  acbcvvere,  die  ban  lOorapeUiDgen 
in  den  mesd  van  een  goiMienatige  grootbeid 
van  bet  veriedai  legden  (aie  Afoealj/pie).  Zie 
v««der:  Joodtlu  lelürhimde. 

LUentwr;  WiUebim,  De  fettedronde  dc« 
Onden  Vednnih  nnar  de  tnkorde  van  baar  ont- 
•taan  (8de  ^vk  fM8),  Xnmmi,  HiMoiMt- 
kriüneb  Mtdanoek  naar  bet  ooMaan  en  de  vtr- 
ntneÜMr  vna  de  boeken  den  Ouden  VeiiMuda 
(Leiden,  8  db.,  ade  dmk  1866—1808),  SmUk, 
Das  Ahe  Teetamnit,  Mine  Bntatdnng  nnd  Ue- 
bertielemg  (18»,  firiver,  labodnetian  kto  the 
Itterafaie  e<  the  OU  TeatMneat,  Süttri,  Stodien 
VK  hebrtiadini  Metrik  (2dln.,  1901— 1M2),  „The 
Jewidi  BMTdcpefia"  (12  dls^  IWI— 19W). 

BabtUm  <rf  Wulem  Iihiutt,  dot»  de  On- 
den Bebtidtê  gwiiij  votnen  aan  de  weaUtwat 


1  Sehotinnd  era  atgnbmde  f 


eiUa- 


den  en  küfroen,  vao  weike  dedita  90  bewoond 
ign.  Zij  faealaan  een  <wpen4akte  van  7285  v.  kn. 
en  teUen  meer  dan  100000  inwonen,  die  lidi 
met  het  viogen  mn  viaeh  en  gevogelte,  met  vee- 
teek, kelpbranden  en  hottoow  Deiig  bonden. 
Met  leventgevaar  verMOMlen  ig  ook  eidadena.  Oa 
nilmtden  weiden  verdedd  J3>  de  BnÜen-  en  Bin- 
oei^Brtmden.  De  eeretn  (Onler  ItlmnU),  mo  ge- 
noemd, ondKt  ig  aan  gSDe  «^  van  den  liinch 
Mggen,  beitaaa  nit  v$  graote  en  *<le  nanttel 
met  de  Scbotaebe  faut  tiggeait  «landen,  w 
Kaas  Bam  Head  tot  kaapBott  of  Lawie  over 
een  lengte  vaa  310  km.;  lü  «kigen  wt^vm  hnn 
b^  wmeiAnnmndan  ketenvoon  den  naam  Umg 
Itland.  liewia,  het  noonM^ikate  «n  gmotale  van 
doe  poep,  behoort  tot  het  oaafanip  Roea  en 
OromarU.  Ten  Z.  Hogen  Hania,  Noord-Disl, 
BenèeoEa,  Zotd-üift,  Thm  met  Vateraay,  8an- 


bcftaan  nit  twee 
gioqwn:  tot  de  N.  Mmnen  Bkye,  Baaaay,  8aal- 

e,T,  Cioav  Bom,  Bgg,  Unidi  en  Sboon;  tot  de  Z. 
idl,  Cail,  'nree,  loemon.  Kwiem,  CirioDanr, 
Jnm,  lalnv,  StttbL,  Jm»,  Uln,  Oighn.  Scmba, 
Loiag,  Sed  ent.  Tneteben  Jnra  en  Seatba  Kg*  da 
ie«  gtfvaar^ke  draaik^  CoMdireaeHn  of  Cor- 
lyvrettan.  De  voornanmet*  plaateen  s|hi:  Stemo- 
way  op  Lvwia,  Tobermory  op  Unl^  Bowmore  ^ 
Iwtn  ta  Porine  m  %ye. 

venaoedelqk  iqn  de  ondate  bewonen  dener 
«landen  Kelten  geweeet,  die  in  de  10de  eeow 
dooi  floroU  Barfager  «Bdarwotpen  en  door  den 


DigilizedbyGoOglC 


sUg  bij  LaigB  ofidei  de  hearsciMppg  der  Sciwt- 
«cjie  koauugen  of  dgedqk  ooder  het  bestuur  der 
Macdonalds  en  ladere  Sëhotsebe  Btamboofden  ge- 
l^ïobt  werden.  Zelfe  oob  io  1614  rerwekteti  d« 
Maedonaldt  «engen&rl^kcaopioep.dDch  mlT4S 
oatiMm  een  P&rkmenteaete  «andealunhoofden 
de  recfalen,  die  iq  nog  beJMnides  baddren.  latue- 
BSheu  Je  ook  itihaiu  oog  een  groot  g«draelte  v&n 
den  bodem  bet  eigendvm  van  aaiuiealülce  Scfaoi- 
sobe  geelaebteo,  bepuidelijk  van  de  hertogen  pau 
Argylt,  f ftu  de  Maeleodg,  vso  de  Maedonaldt,  mn 
de  ÖampbeUê  en. 

Hebron  U  de  oaun  tmi  een  teer  oude,  vroe- 
ger Eirjftlih  Juiba  (Vianttd)  g-eheeteD  stad,  in  bet 
tegenvoerdig  moUeeeftnifM  Jerunlem  «n  ZuLd' 
FateGUm,  dM  bjj  de  beMttkig  vtn  het  l&nd  door 
IsraAl  un  den  stam  KiUeb  toegewezen  werd  (Jo- 
sua  14  :  13).  Nedftt  DavUt  de  vdeadMbïo  tui 
de  KiMnetm  had  wetan  te  wmnen  (I  SwnuSl 
24)  baeredtte  bij  yma  Heènui  uit  7  jur  «tn  Jn- 
da  tot  de  oTtiwiiuitiig  nn  bet  Euie  lan  Soui. 
lAter  T<edxei  itbadoiR  nu  H^ron  wt  de  laan 
dM  (^wljuuta  tegen  ma  -nóei  (LI  Samnel  15).  Na 
de  BattnKsdwffwniiieteerot  weer  door  JudaeSre 
beowt,  doëïi  kwam  veUm  in  Jwi  betit  der  Edo- 
ini«ten,  die  bet  in  164  t.  Gbt.  aan  den  Maceabeefir 
Jyda»  moesteo  ^^^"*^»^  Voor  IsraSl  wis  Hebron 
na  beteekeois,  doordtbt  b^  de  eiken  Tan  Hamre 
te  Hebron  (Oóteaic  13  ;  18)  de  woonplaats  van 
Abrahim  getxtond  wenL  BveDeeng  werd  Hebroa 
door  de  KruisraardeK  CasteUum  Saaeti  Abrahae 
en  door  de  Vaakxee  Gbaül  er-fUiam  genoemd. 
De  stad  Eelt  titans  1«  000  Moskma  en  2000  Jo- 
den. Het  h^Ügdom  (Ël-Kirain)  der  stkd  ion  bo- 
ven de  graTen  tso  Abraltant  en  Sara,  Isaak  en 
RebekJta,  Jakob  en  Lea  gebouwd  i^n  en  raag 
door  geen  Treemdeling  betreden  weiïien.  Nadat 
bet  eefttei  sedert  1662  voot  TenebtUende  Twrate- 
l^e  personen  MOfMsd  w«rd,  ia  geUeken,  det 
bet  iiMvendiee,  bebahe  de  giaren,  «en  tot  moskee 
ingenebte  Cniitiltl^pce  kert  berat.  De  oudeidoin 
der  rimgmiiren  van  den  Haram  ia  moeiljjk  te  be- 
pako.  Joêepkiu  en  AnUmiu*  Marifr  maken 
gewag  >ïa«i   gedeikkteekenen   van    Abrakam'a   fa- 

Hsoftteans  uk  Abdera,  een  wijsgeer  en  ge- 
ubiedBchTgvet,  tÖ4g«noot  Tan  Alesander  den 
Oroote  leefde  WBUwfagn^k  in  Egyjrte  aam  het 
hot  vui  PMetHoew  Lagi.  In  ïijn  werk  „de  ge- 
idnedems  -na  Egypte"  komen  ook  gcgerene  be- 
treffende de  Joden  voor.  Het  hoA  „over  de  Jo- 
den" of  „over  Mxttiaia"  waaruit  Fiaviuê  Jo»e- 
phuë  «anhtiimgen  beeft,  ecAi^jat  gedeelteigk  een 
venr&Isdiing  der  Joden  ibt  de  9de  eeaw  t.  Obi. 

Heo&tomlM  Doemde  men  bg  de  On«ien  een 
efteraade  van  100  stieren.  Zn  had  pIbaIb  b^  groo- 
te  feeeten  en  moet  beadtouwid  wonien  ah  een  «t 
deeÜDg  van  vieeacb  aan  het  yotk. 

Ksoblnvan,  de  boof<^itaftts  Tan  een  «Tenioo 
f^oemd  ammMwmeot  en  de  ToUrijkMe  atad 
ut  bet  Pruiaisdie  regeeringBddetrieit  Sigmaiingen 
of  bet  laod  van  Hoflenictlern,  was  te  voren  <k 
hoofd-  en  residentieetad  van  het  voretendom  He- 
chJngen  en  ligt  aan  de  mogal  ateÜe  helUng  van 
den  Stuiel  en  naeA  ver  van  den  Eegelberg  (866 
m.  boeg),  waarop  de  borcbt  Hobeniollwn,  bet 
alamalot  rut  het  Pnostaehe  Vorstenhnw,    atb 


Terbeft.  Zg  teU  (1910)  511*7  Lnwooera  en  beut  3 
R.-Eatholieke  k«rtcen,  een  Ërangei-ieche  kerk  en 
een  synagoge.  Merkwa&rdig  lyn  er  een  onde  to- 
ren, bet  stadlMÜB  en  het  moeeum.  Hen  beeft  er 
een  hoogere  butgerBobDtd,  2  ho^tden  en  een 
groote  katoenfatHnek.  Ook  is  er  een  badi«riflh- 
üng;  aan  de  suifb^jde  der  aUd  vindt  men  de 
villa  Engeiua  met  tuinen  en  oranjerieën. 

Hecht«nlfl.   Zie  Oevangenia. 

Heok.  a^er  diemamen  ie  de  afkorting  voor 
Johmn  Jaeob  Beekel  tm  Jaraowri  1710—1  Au- 
«letufl  1857).  den  ecdir^er  Tan  „Fiache  ana 
Kaachiikir"  (1838)  en  „Die  SQsawaesertwche  der 
ösleTreqchÏBehen   Momarehie"   (1868). 

keckelptaoD.  Zie  Hobo. 

Heoken,  Egidiiu  vaA  der,  Mnetiedis  1460  te 
nruBseJ  g^>oren,  wae  een  der  bekwaamete  seboon- 
aobrgvere  en  „verhiohters"  van  sgn  t^d.  Id  d« 
Boorgowïsche  boeiern  te  BtobbbI  bevinden  zich 
eierlyk  verlncbteatamboomen  TaoiqnhaiMt.  Hg 
sebieef  ook  eeniee  bistorisdie  en  genealogisf^ 
weiden,  waarondiR'  de  VDomauoate  ijin:  „De 
Episeopis  Cuneraeennbne  et  LeotUeiteibns"  en 
„Catalogne",  deoe  laatMe  de  geadiiedenk  der 
abdij  van  de  Zoven  FontedDEOt  te  Vilvoorden.  H^ 
overleed  ab  regnlier  kannnwk  io  1538  te  Vil- 
voorden. 

Heoker,  Juitu»  Friedrieh  Karl,  een  Duttadi 
geDeeskandi^,  den  5den  Januan  1795  te  Ërfnrt 
geboMiL,  «tudéerde  te  Berl^n,  dooh  trad  weldra 
ak  vrgw-Uliger  in  dienst,  atireed  by  LOtien.  Bant. 
zen,  Leüpzig  en  Pa^Qa,  legde  liéb  in  1814  te 
Beriirn  opnieuw  toe  op  de  geneedmnde  en  vea- 
tigide  er  »e)t  vefvoJgens  aOs  ptiTaatdocent.  In 
1^  werd  h^  aldaar  J^enoemd  tot  hoogleeraar. 
Hü  sdueef:  „0»dn<Aite  der  .Heükunde"  (dl.  1 
en  2,  1622—1829),  „Die  Tutiwut,  etoe  Votke- 
krankfaeU  im  Hittelalter"  (1832),  „Der  aehwaiae 
Tod  ini  14  JsAnfaoDdePt"  (1832),  „Der  engKwibe 
Sohiweim"  (1834).  ^  peate  Antoniiaana"  (ISSS), 
„OewMttite  dra  neoero  Hciftimde"  (1839)  en 
„ICwderiahrten,  eéne  bist)onBah-paitli(rfogi«eke 
Skiaie"  (1815).  Vorder  tevoiide  hif  eeo  aantal 
opstellen  in  tödsdtriften,  'werd  ia  1^46  g^in 
„ALeddsÉnalrat"  en  overleed  den  Uden  Uei  1850. 

Heoker,  Friedrieh  Karl  Fran%,  een  Badenuh 
volkamenner,  den  2eBten  September  l&M  te  Eidi- 
tersheim  gdDorta,  bezocht  bet  g^ntnasèom  te 
Memjiliieiflt,  atudeerde  ite  Headelkei^  ia  de  leeli- 
ten  en  werd  in  1838  advoeaat  hij  het  boowe- 
[««htahof  te  Maimbeini.  In  1842  iJlgvmtMigi 
naar  de  Tweede  Kamer  ia  Baden,  beooorde  hg 
er  tot  de  Qverjgste  legenetaodeie  der  re^eering. 
Vooral  klom  ign  vennaardbeód,  toen  hg  m  1840 
op  een  reis  naar  Stetitio  te  Beriön  in  beehteoia 
genomen  en  hoïten  de  grenoen  too  I^uisai  ver- 
bMiDen  werd.  In  1846  en  1847  werd  bjj  meer  en 
meer  verlaten  door  injn  eoiuAUutioneele  vrienden, 
daar  hg  de  denvocrartieebe  nefaUng  Tolgde  eo  met 
SIruve  HCh  aan  het  hoofd  plaaMte  der  jadiule' 
partq.  Op  de  veigederaig  4e  HeadeUwrg  (5  Hei 
1848),  waar  men  maati«g«ien  nam  om  een  voor- 
loDipig  Pailetoent  te  TOnmen,  verklaarde  Beeker, 
dat  hij  tot  de  «oeiaal-demoeTaten  en  r<frabUk«i- 
nen  b^ioorde.  Als  Kd  van  dat  voor-Parienient, 
wiUe  hij  dat  üdiaam  pennainen.t  verklann.  Toen 
zulks  niet  gdukte,  veiwefcte  hq,  geateond  door 
Duitaabe   werkUeden,  een  gew^»enden  opstand. 


DigilizedbyGoOglC 


wurdocrr  hn  de  Znid-DmtMdie  Stuiten  witde  otot- 
roitipeèen.  Den  ISden  Aipriü  TBiTiïgden  Heeker 
en  Slruve  t«  EoosUm  een  proclamatK  mb,  (Me 
de  b«»oKri[w  opriep,  liodi  hun  pogingen  werden 
in  M  gevecnt  «ü  Kaüdein  'v«n)Qelö.  Heeker  mta 
de  Tludit  nur  Zwitserkndl,  wau  h^  ü«h  te 
MunMenz  Testi^e  en  dooi  muhkl  Tan  de  pen 
1^0  plannen  tiachUe  te  bevorderen,  fiet  Baoen- 
Edie  kjeodistrict  Thiengen  koog  hem  lot  twee- 
mia]  toe  tot  afeevaardSgde  n&aj  de  Nationale 
Vergukrin^,  dodi  t«lk«DB  went  hij  tl^wmen. 
DienleogeTolce  veitrok  iuj  'm  September  1S4S 
naar  Noord -Amerika.  Het  lütbant^n  der  Meire- 
Tolulie  io  1849  deed  bem  naatt  Europa  teruffkee- 
ren,  dooh  toen  i^  m  het  midden  vmt  JuU  Ie 
StranbllMirg  aaatwam,  was  de  Badensohe  revo- 
lutie leede  geiUndied.  Wederom  gin^  hij  naar 
Amerika,  waar  hg  zich  hg  BettevriHe  'm  den  staat 
Qlinois  aan  den  tandboaw  wijdde.  In  1856  tn»d 
hjj  dsBrr  op  ak  foorredbter  der  reptibUfc«in«ohe 

Crtg,  In  ÓMi  bnr^roorlog  vcrzamekie  hg,  ten 
hoeT«  van  gvDeia^  Premont,  een  regimeat, 
aan  welka  hoofd  bn  streed  en  gewond  werd. 
Later  voerde  hij  ais  kolonel  het  bevel  ovier 
eea  brÏK^'le  Dttdér  generaal  Houard;  in  1864 
kigife  hij  het  commaodo  neifer.  Hg  keerde  leni^ 
naar  zijn  hoeve,  maar  bemoeide  aioh  voortduieiM 
met  de  openbue  aanj^lecenfaedeD.  In  den  win^ 
ter  vao.  1«65  begaf  hy  xich  naar  Washington,  — 
aldaar  met  Wilhelm  Jordan,  Karl  Sehurx  t 
Duitoehe  Tooi4eziDgen  ie  houden  in  den  trant 
der  AmerikaaDficbe  ..Leotures";  hij  snrak  bg  die 
MtegedhAÏd  over  lAneoln  en  CTomwell.  Hg  o^er- 
Wl  te  St.  Lonis  den  24iat«n  Maart  1881,  Hij 
achreef :  „Reden  nnd  Vorlesungen"  {1872)  en  „Be- 
tnehtangen  Ober  den  Kirehenetreit  in  Deulech- 
land  lüd  «e  MfattibiltUt''  ('1»74). 

Beoker,  Willem,  een  Nederhndech  ktter- 
kiudiee,  den  I3den  Mei  1817  te  Oroningen  ge- 
boren, v«rd.  na  hcit  tesoeken  van  het  g}nmna- 
Mom,  in  1688  da  etndeTrt  ii^esdireven  aan  de 
hooKeediotd  igner  goboopteetad  en  legde  üdi  toe 
ofi  de  beoefemng  der  ietteren.  Nadnt  hji  'm  1839 
den  doctoraleo  graad  verwonden  had,  tekieedde  hij 
vcTsehilleiHk  betretkin^n,  o.  a.  dóe  vna  amann- 
enme  bij  de  aMdenne^  bffaËotheek.  In  1846 
trad  hg  te  Oroiui^en  <^  als  ledoi  in  de  p»odafp>. 


__  D  de  w«teDsch^."  Nadat  b^  i^ede  in  1849— 
1851  gednrende  ót  «fweagheid  Tan  den  hoog- 
leeraar Boter»  <Keiw  leeeen  over  aJgwaaane  ge- 
•dwedenie  en  tolöqnitrtten  'had  waangenomen, 
went  hg,  in  '1855,  na  iiet  vertrek  vieu  Roven 
noai  Utrecht,  tot  Üeus  opvolger  benoemd 
■■nvasrdde  i^  betreküng  met  een  redevoe- 
rii^  ,.Oter  bet  etaatateven  der  voften,  ale  voort- 
gautde  ontwikMüw  van  denmensdKl^en  geest, 
irgege«iig  en  ges^edknndig  1)eschcinw^'.  Se- 
dert 18^  hftd  tq  reeds,  op  hat  <voot^oor  van 
LuMi  «n  ah  ieiwlóoq  vaa  deien.  een  reci^teer- 
eoikge  geopend,  dat  erooten  bijvat  vood.  Tan 
zgn  g^adifdlten  vermeiden  wg:  ,3«nba,  trenr- 
spri  ma  Enmpidee"  (1841),  „P.  C.  Hoott'B  Ne- 
«kiüandwjie  ISetoriftn,  met  aanleekeningen"  (S 
dk.,  1848—1846),  „Seberte  deir  algemeene  ge- 
schiedenis" (6de  dn^  1855),  „Verkhrende  Igst 
^an  verouderde  woorden  in  iJen  Staten- Bghd'' 


{1852}.  „Scbeto  der  Giietocbe  en  Lstmuehe  let- 
Eerbande,  naar  Tregder"  (2de  druk,  1851),  ,.U- 
tijouebe  apraakkonet,  naar  Alwhehkn"  (1868), 
Gneicecihe  apraakkuittrii,  naar  EWer"  (6de  druk, 
835),  „hymie  en  Dr.  W.  A.  mrochig  of  hoe 
aen  in  Nederland  Gi^eksrih  vertaaM"  (1855), 
...De  Romeiosdie  oonelritutbie,  naar  het  6de  boek 
van  PoiTbins"  (1050),  „Het  Romeinaohe  volks- 
-  ataaitctoven  in  oanliehken"  (13S8),  „De  aarde 
de  menedi"  (166^  ^e  Israëlieten  en  bet 
monotheiBme"  (1878),  .J^eestrede"  (1879), 
„VHaamsohe  poSzy,  BIóemleiinE  door  J.  J.  A. 
OouvemeuT  en  W.  Heeker"  (IflaBEdek  lettetkun- 
■■  pamtheon.  N«.  54,  55,  3de  druk  188^, 
LS»^  woardeiA)oek  van  eógennamen  lut  ds 
Qriekscbe.en  RomeinBehe  mythologie,  gewhjede- 
nis,  let4«r-  en  aaidrük^oDde"  (4<fe  drnk  1898), 
„AeschjlnB,  Agamemaon,  trearepe!  vertaald" 
(1868),  „Aeschjlna,  Pcomethaus,  treurspel  ver- 
taald" (1890),  „AeechvhiG,  De  Cbofiphoren'  en  de 
Eumenuden,  treure^ten  vertaald''  (1899),  AU 
<Kchrter  levopde  Iq  de  hdcd,iUohten  „Hippokrewi- 
ODlmravcftJDg",  „Qutw  Ego"  het  „Strafdidit  aan 
tor.   J.   van  Lenoep"   enz.  Eg   overleed  in   1909. 

Heeker,  AlphoneuB,  een  jongere  broeder  van 
den  voowaanioe  en  beoelenaar  der  oud-Qrieksdie 
letterkunde,  te  Oronaogen  in  1828  geboren  en 
o>veTleden  na  een  tienjarig  zieleUjden  in  1S63, 
schreef  o.  a.:  „Ommieiiitaitiianuin  CalKmaehianim 
capLta  duo"  (1848),  „Oommentatio  in  Antholo- 
^am  graecam"  (IS^a,  herdrukt  in  1652),  „De 
orartione  in  Ëraitoothenem  Ljsine  faUo  tTiihu4a" 
(1S48)  en  „Animadverawyaw  crrtdcae  in  poetaa 
graeooa"  (1850). 

Heoker,  Itaae  Tkomai,  een  Roomfioh-Kalfio- 
Iki  geewtelgfce,  werd  in  1619  te  Now-York  uit 
Duitséhe  oodera  geboren  en  afa  Metho<Kst  groot- 
g«brad)l  Het  teren  op  een  eenzame  hoCTderg 
deed  hem  oadorvindea  met  boe  weinij^  mate- 
rieele  gienietingen  men  kan  leven.  Hg  kwam 
vervolgens  met  Katholieken  in  a&nrakin^enging 
in  1841  toit  <Êt  e«Qno!  over.  Op  de  vorming  van 
het  AmeriiaaosiMi  kaüioïaeme  beeft  hg  groeten 
rnvitoed  geoefenid  o.a.  door  de  btJceeriogftmelSiode 
der  Melfiodóoten  op  het  Eaitho>i«k  f^loof  t«e  te 
paseen.  In  1858  kreeg  9^1  van  ftaus  Piti»  IX. 
vergnutüng  tot  het  stidhten  van  een  afzoiuieT- 
bjke  congregatie  tot  hekeering  der  Anwrjkaaa~ 
sehe  Protestanten.  Deze  congregatie  wordt  ge- 
woonjgk  die  der  ,4'AuUsten"  goncemd  en  beett 
in  Anieiika  v>oor»1  o»  den  dood  mn  Beeker  aaa- 
lekfing  gÉgtyeD  tot  den  eWqd  over  bet  „Amsri- 
kanieme"  d.  w.  z.  over  de  door  dan  pane  toege- 
laten «dgenaan&beden  Tan  het  AmerHiaafliMh 
KathoUoisine.  Hwrop  heeCt  Heeker  in  het  bij- 
zonder invloed  nitKeo^md  door  een  anoniem  ge- 
sdtritti,  waarin  hg  de  versmalende  beboeften 
aantoont  mn  Q«nraBtta«4i  en  Rotnuinach  Eatho- 
lidsme.  Heeker  os  den  22eten  Deoenlber  1888 
overleden.  Hq  schreef:  „Qneetdons  of  ttte  sool" 
(1858),  „Aapirationfi  of  naton"  (1857),  „An 
eupofdfion  oï  Ö»  Chnrch"  (1875,  anoniem)  „Ca- 
thoUdtv  in  tbe  United  States"  (18791  en  waa 
in  1865  stdchter  van  het  «(roote  katboliete  tyS- 
aohritt  „The  Catholic  wofld".  Een  geeBtdri'Wngfl 
biografie  ■van  Heeker  versdheen  in  1891  vati  de 
hand  vaa  Elliot  mot  een  voorrede  van  biaselwff) 
Irelmd.  Vooral  m  PrauArvk   maakte   ddt  hoe* 


DigilizedbyGoOglC 


OEfCKEai— EEX?IXHt. 


giooten  opcMig  en   gtd  mnlwdJng   tot  twiateo 
over  het  „inaikamiaiat". 

Hsoker,  0«Jbar,  «en  Duitoeb  aMnutdiaultge, 
werd  den  Sleten  llei  18S4  te  BenenbrQek  t^ 
HMUMver  gébotva,  Étnieecdt  in  de  nattnmreUD' 


noemd  tot  Areat«iir  tm  bet  ItwtÜatrt  toot  AArd- 
bevingen  te  SkMtrfinifr.  Door  vert>et«singen 
un  «  kooktftcniKnaetarB  en  de  4[irikii^ertMiR)- 
meten  toot  scbeep^ttonk,  wüt  hg  de  huw- 
urigfaeid  der  dftumede  verrioUe  ntetkigen 


.   der    imMte- 
.  fiü  tAf»t  OiHjke 
««■tiMtdeUngen  op   *«b- 


. j  der  S«*w«lr»tt 

dm  ÜlHtiMteit  Ottm"  (BerljjiL  1«03}  en  „Aut 
dem  InÜKhen  nnd  OroeMo  Ozeut"  (Berlgn 
1908). 

HeokaotasT,  Joka»*  QiuUn  Moritt,  «en 
Duitadi  ■<—*-"".  den  26«teD  Dceember  1797 
te  Himbnig  MboniL  atodetntte,  nidkt  hg  4la 
injjiiilüliiii  gèaimA  hwl  io  den  TeUtoeht  i&n 
1815,  te  0«ttifwen  en  te  ««kMbeie  in  de  redi- 
ten,  neüsdfe  wdi  ■!■  whoMNt  te  HMobaig  «a 

n  M  1840  don  di«UKkrUk<4en  deel  lu  ' 


kraciiit  op  lee  te  i 
tjjdMhiiHartikclen 


■tMtkaodige  Mog<A»enhe^n.  In  1848  afge- 
TMidM  Mw  bet  Toonw^  PuleaMDt  t«  Fruk- 
krt,  tJMtteed  èH  <k  dcmoeuldeebe  liolienüde. 
Ale  tid  no  bet  PailenMOl,  Ueld  hï  lieh  Toorai 
beug  met  de  Sl«ea«Qk-HaMMiwdie  ukan.  Ale 
troDidffoeider  da  depotstie,  welke  Mrtrinrtoe 
Jokan  ak  rgkebealiuifdet  te  Fnmkfort  inhaal- 
de, rerwiert  hg  «tten»  ^«rtnMwen  en  werd  is 
Juli  1848  in  bat  BükooiiiiiBterie  met  de  porte- 
lenïUe  van  Jnatatae  MêM.  Htdueker  Teigeiekk 
den  RgkabeatOTKder  naar  Weeoen  en  kwam  ver- 
Tolgena  aan  bet  hooU  T«a  BivfenUndaohe  Za- 
ken. Het  riaiteD  va  den  wapenstilataad  vaa 
MaknH  door  Rnüen  hm  eeo  nederiue  toot  bet 
BflkÉbewind,  weUce  oA  Beeluehtr  U^.  Wel  ge- 
hute  bet  bon,  bet  fertkniK  te  doen  aannemen, 
maar  lijj  wee  ei  Momeikdgk  door  ewdMld  in  de 
cneidtan  mecDing.  3^  ww  geen  Ud  na  bet 
.__»  ^MoBt,  IDMT  Tertrok  ala  eeoant  na^r 
I  Napek.  Na  ecoe  alwfaagbeid  na  4 
kwide  hg  to  FttaüoiA  leat^  op  bet 
oogenbUk,  iMa  de  Ddrieelie  eosalitatK  «o  be- 
haodeiflg  waa.  Bjj  wtklnanle  neh  tegen  de  tüt- 
eküting  wn  Oootenrl^  es  tegen  het  Pmisïeehe 

-"  ' — "^"p,  ging  met  Soittmimiga  en  Her- 
Weeneo,  om  mot  de  OoatMH^^adhe 


DTïrieg  te  traden,  doch  aw  ijjin 
h<i^  Wfgdeld.  Is  Juli  1853  fawUgde  de  Se- 
DMit  veo  Humbrng  bem  ela  mJuwter-preddeDt 
naat  Weenea  a^  wttBi  bg  den  7den  Aptil  166S 
crredeed. 

HeotoCTMil  Ja  de  oum  tu  «en  toestti,  ge- 
ediikt  tot  bet  Teimenégi^ddigen  van  geacbreTen 
«tokken  aondet  daarbü  een  ^okpen  t«  bcdgen. 
Wi  bestaat  hooltkakemk  wt  een  pla*t,  waaiva 
eeD  met  aniline-ÏDkt  oeedaeven  pa{i*eT  wonlt 
neergelegd.  De  inÉt  trekt  jn  de  {riéat,  en  ab 
men  m,  na  bet  pa^Öer  te  hetAwn  Terwjfderd,  er 
Toclitig  wilt  pafner  op  legt.  ODtiaugt  dit  luitete 
omder  matigen  dnik  een  gedeette  Tan  den  tm  de 


pleAt  o 
(beeto)i 


"^1 


Q{%«ivamen  inkt.  Hen  kan  dit  tot  boodenl 
[beeto)maal  benbalen  en  «Uhie  even  s>ov<rie  oo- 
iMfln  TetkrQgen  Tan  bet  ocHspTonkelgk  geadtriJt. 
Da  maai,  waarot  «iimeUe  plaat  levravdigd 
wordt,  beslaat  nat  een  kood  gewendeii  ofiouuiig 
?an  1  deel  goletine,  4  deden  gljoerine  Tan  80* 
B.  en  2  deeka  wato^  aUo  bg  een  matige  wam- 
te  eameDgeHDoUeii.  Het  Pvaiiarhe  minjateiie  Taa 
Publieke  Werken  beieelt  aan:  löm  100,  glroe- 
Tioe  500,  tni  cwakripa^  ol  «Miise  25^  ««(er 
375.  Aie  inu  woidt  een  geaanoeatoeenle  oploe- 
Tan  aniliamolet  gemukl. 

iMOtagraliaflbe  eojneén  TeiUeeken  nraedig 
door  den  iinteed  «aa  bet  Jiabt,  meer  de  eajlogn. 
Ke  itji  Jaeobte»  heelt  in  4SX  opiicbt  een  be- 
luigigke  Teiiieteiiiig  MogebiMbt.  Vdgeni  lün 
meuwde  woedt  het  «affBfHaitelqk  atiik  geedue- 
Ten  met  een  idU,  bectMode  nit  gseriiti^o^  py- 
rogaAnoureD  en  gnmmi  anhknoi  op  goed  ge- 
Iqoid  papiee.  Dsaraa  wovdt  dit  op  de  plaat  ge- 
1^  en  deae  Terrokeo»  swm4  gemaakt  met 
(ki&kfct,  die  aJfeen  faugft  klemn  op  de  met  eertt- 
gearoemdea  inkt  betwditègdt  plutaen.  Daanta 
wiHdt  de  eofóe  ofi  de  gemne  wgie  verkraeen 
maar  terena  toot  efte  eopie  <het  iwait  mdien 
beduakt  mtaóaar  men  150  miTeie  afdtukkeu 
Tcikrngit,  "ma  vette  de  fafttate  men  loo  daidelgk 
■gn  aE  de  eetete.  DtatenboTen  nerideeken  deóe 
DOfiiete  erenmin  ab  de  door  de  drukpera  gele- 
Tecde  ctoUten.  Om  deae  {laat  rte  miTeien,  bevgt 
men  benMne  ea  wann  water. 

Btotor  fbaieherMer^,  de  dap(ie«te  bdd  in  bet 
IVojaifiaêhe  legec,  was  de  «ma  T«a  keoiog  Prio- 
Miw  en  Tao  Bdcabt.  Zgn  eddgeiuate,  Amdrowia- 
du,  de  docbiei  na  Ettiioa  kasiaf  nu  Gilieie, 
gebonk  bon  een  mon,  Ailjtanax  n  Seawmtdriiu 


nenaamdi.  ^m  I 
Msongen.  Iben 
Aek^,geóooA 


,._.    bjt   Patroeltu,  den   Trienid  van 

!>,  gedood  bw^  en  deoe,  loiidei  te  denken 
qjn  twéet  inet  Agamemmm,  oaac  de  wapeoa 
gieep,  om  igD  krgganakker  te  wf^en,  anenTelde 
Heetor  dooi  de  band  tta  ign  tegenetuder.  Zgn 
lök  werd  door  den  orcnnimaar  door  bet  rf^  ge- 
aeept  en  daanm  roor  een  kagidd  aan  Pripwuu 
algütaaa,  die  het  pMriig  ter  aatde  deed  beatel- 
Jen.  In  Qiiiii  weid  Heetor  ali  een  ballgod  gébdi- 
digd  en  men  bradit  hem  offovtdeik  Latw  Toer- 
de men,  op  bevel  van  het  orakel,  ign  itoffelgk 
orencbot  naar  Ibobe. 

Hsctor,  /mm*,  een  Engelecb  geoloog,  werd 
den  16den  Maart  18S4  te  Edinbur^  gtbono  en 
waa  eeiat  els  gfoeeahecr  wednaam.  Nadat  hg 
eciiler  deel  genomen  bad  aao  de  eipeditae  Tan 
kapiteifi  John  PoUuer,  die  in  1867  W.-Canada 
wetenachappelgk  ondenodit,  w^dde  hg  üdt  ge- 
beei  aan  oe  beodeotiw  der  natanrwetenediappen 
en  TooMi  aan  de  geongie.  Io  16A1  w«rd  hg  >ta 
geoloog  bS  bat  pioiimiaal  beatuor  ran  Otago  op 
Nenw-Zeeund  Denoemd  a>  in  de  T<^nde  jann 
legde  hg  aieh  met  grooten  grer  op  een  nanw- 
kear»  geokgiadi  ondenoek  vao  deie  proriaeie 
toe.  Reede  in  1865  weod  lig  benoemd  tot  diree- 
tenr  van  db  „Oeokigieal  aarvej"  Tan  Nienw-Zee- 
lapd,  epoedig  daarna  teTena  tot  eoMtoT  vea  bet 
Nienw-S^Iaad-mnaeiim  U  WeULngtiOD.  Van  ign 
onalgebroken  werkiaambeid  getuigen  de  talrgke 
deelai  der  „Heporte"  van  oe  „Snrvey",  alsook 
de  door  bem   geredigeeide   „Tracaaetiona"   ran 


D,o,l,zedb,GoOgle 


het  ,Jf«w-Ze^t>d  Inaütate*'.  Ook  bat  aiel«orofe. 
gitcli  oodenoek  w«ni  door  heat  beroKteni,  tei- 
wj^  h^  tmiu  een  lnhmijjii  nd  verriMe  bij 
de  ianchtiee  na  dra  botinbeè«n  tojn  t«  W«l- 
Mnefa».  In  1886  werd  hij  taioemd  tot  kaoeeMei 
dat  itoogMcbocl  aUaw  en  ontving  ook  W«*  nog 
talr^ke  indemdieidingen.  Beelor  orerieed  den 
eden  Nvrcndwr  1907  te  Wdl6«loiL 

H«onlw.  Zie  fleiobe. 

Had»,  ViU«M,  em  Nednbockeb  eew^ed- 
knadiee,  in  de  «ente  belft  tt»  ISde  eemr  it  Eg- 


(MH^  ''^■'s*^  udereo  te  i^then  gdbonn,  itcm 
UI  geeitcqkc  tot  booge  kerkeljike  waerdieheif 
berccdeid^  taksmuk  te  Utmcbt,  MuUdefiw 


_.  k  hon  «1  4  utdBi»  g<9eefde  Dunoen  WMd 

dooE  de  Ukeifateefae  Eeik  opgwfcigeii,  de  tvt- 
leMleadB  ivfMOMlingat  tu  diMteEB  en  de  nw- 
niMnwtft  boek«r|en  te  dousoAen  en  daanrit  •!■ 
In  op  te  ^Mien,  val  diuMD  kon  tot  het  eamen- 
iteHea  iwi  «en  gMcfaiedenee  der  Kerk,  weUe  la- 
ter «p  '«  kotta  koatCB  aon  wordea  nit^pegeren. 
Hn  ut»  akoo  in  de  gtfegenbeid  om  veel  h^anf- 
iqu  l^een  te  brengen  en  boeit  daarrm  q'Taag 
giebmik  gemaakt,  XKMlat  hjj  een  gdieri  nienwe 
geKfeiedeni)  dar  UaadNppan  nai  Utneht 
advee^  die  door  de  xng  Tm  Serm^at  f  unw- 
rwM  n  an  bet  üclit  vendieDen  oodei  den  tiid: 
nBiaton»  vetenmi  ^aeeoponnm  UtrajeelBnae  ee- 
dia  et  flomttatan  HoMinaiae^  expfioata  éuotioo 
Ml  de  Beca  nsqoe  «d  auwro  1U5,  et  Uatoria 
niilMmkiB  Bedae,  eonifilQla  avpeodiee  naqne  ad 
Bonan  1574  aoeton»  SnlIiAda  Fttd,  6.  FunKtio 
ree.  et  aotiB  ittMta."  (16S2).  Dtae  gebiMi^ 
nitga.Te  wnd  latar  door  een  beten  «crraogen,  t» 
gweedbeid  gebnultt  door  AmoUu»  BuekeUiu. 
Bada  oraieeddMS' 


KsdA,  Wattm  Ola«tx^  «m  NadarksdMdtacÉiil- 
dei,  werd  i>  l&M  te  BaMlem  geboren  ei  otot- 
bed  aUMT  aa  1678.  Bï  ediildepile  Un  Toorkonr 
ewmndige  attHeMia  met  dadite  «Acte  wn«- 
«erpot,  inaeatiJ  aen  «oMböUafel  of  dwsdlöke. 
Hen  imA  er  «.m.  in  hei  tM^wmuenm  te  lm- 
aterdaov  bet  Uiaritdni*  «e  '»43i«.Teniiaee  ta 


Zgn  SOOB  Onrtl  fleda  i 
volgde  bm  »  fB  bet  tdnl 
ge^  O.&.  Ugbt  mt  ijin  ■cUtdwj  i 


hat  I^u- 


Badbers,  Tor,  een  Zweedicb  eehrj^re^  den 
28eten  UawTt  1803  te  auxkbotm  «pebüen,  itn- 
daMde  «e  Uptrfa  en  w  eedtrt  18»7  ledMteor 
TOOT  kvoat  en  lettemi  nn  ^veiui»  DagUadet". 
Hn  aehrerf:   ,3oog«i«  |iUaUea",  „Johaii   Eao, 


Qnm"  {1897),  ,4an  e»  gnene  bomeben"  US95) 
«n  ,J)inNhreg«n  der  Uefde"  (1666),  beomene 
,MÓ^Km  eo   Sprookjea"   <]0O8).   Hedberg  «ma 


roDketök  iwiet,  éatt  kgdn  üeh  kter 
toe  op  fvjtbiAofftAe  protileaien. 


IJ.1Ó  H.A. 


gemeente  «o  de  prorkMêe  Oeèder- 
'       '  (1»1^  1717  inwoiMTe, 


wondt  ingiedoten  door  Ammenodco,  Keifrwök, 
Diiel,  Fiapel  cju,  Ëneelen  en  B<dlhoTen.  De  Uei- 
bodem  wofdt  deóla  «b  bonwïead,  deeh  afe  wei- 
buNigebnrikt. 

H«it  dorp  Hedel  ia  gév^  aeo  de  ^xmhIjjb 
U<b«di( — '»Seitogenboscb.  In  de  oabgbeid  van 
het  doqi  ligt  een  tmaie  apoorwegfarog  0T«r  de 
Mus.  In  oen  ^Numeohm  tijd  b-eeh  het  dotp 
Ka  door  db  Spoqaankn  geleifenii 

Hedsin&rksn,  een  Mcfct  in  faet  Nooieebe 
Btilt  iggeibiNia,  kgt  ü  het  Uoaenlaod  aao  d« 

-       "      '       '    ■■  mi^ipecTU' 

iowonara,  om- 
i»t  bet  atKoomgébied  vmi  de  Gloinm«n  en  is  nt- 
deeM  ia  6  nxiigdgeii.  Men  vindt  er  op  den  oos- 
teljjken  «ever  van  het  MjSaenmeeir  de  nuohthaar- 
■te  koienUndea  n»  Noorwegen,  dodi  aieehlt  8K 
dei  opperrkkile  ie  geattakit  nmr  den  kukJbonw. 
De  faotóeie  sedeeUcn  afin  bedekt  oMrt  n^geatrek- 
te  vonden,  die  eedect  den  aanlee'  Tan  den  EidB- 
voJder  apoorweg  en  bg  de  levendige  eebeepvaart 
op  de  HjSaeo  gioote  loordoelen  «dmeten.  De 
Tooraaamste  ibeigtop  ie  da  Sflkn  (ITBS  m.). 

Badenstjenia,  Mtred,  «en  ï^eedacfa  ncnel- 
Itat,  den  laden  Uaoit  18S2  te  R^BObT  (Smlfand) 
Mfcoren,  waa  itA  1878  boer,  begoa  inn  leMeriiun- 
'Mt  hx^Aeaa  met  hnownetiBme  bji^agen  in  de 
.^ÜABAftmtea",  we«d  booUteoaetenr  later 
MgeiMNW  Tan  dat  blad  en  woonde  «adert  1697  te 
Bwlnn.  Onder  den  —'—'*-"—  Bigitrd  vat  hjij  de 
popdaitate  aArqver  van  Zweden,  hoewel  bq  U- 
tenii  «eiaig  betackeode.  Terow  waa  hg  ean  tni- 
teB0eni«>OD  inidittiaar  adnfffer  eo  de  takqke 
tomsaa,  die  bg  eettmü  de  weieU  iaaond,  bad- 
den lovivel  dnaet,  dat  aij  dadeljjk  én  itmAiii- 
lende  talea  maobanen.  ^a  ibeato  werken  liiii 
„Statn-Permna  Joaoa"  en  ,^enOBaiN"  (lOOS). 
m  amÜKd  te  StoeUwhn  den  12deD  Oetober 
1»». 

Badera  L.  ie  de  manm  raa  een  jpltatenge- 
daebt  uit  de  lamiUe  dv  ArtdiaeuitH.  Hat  onder- 
tcbeödt  liah  dom  een  G-afippigen  %èê^  een  5- 


II  G-afiwigen  \éki,  e 
blai^a  bioenKinaik  6  mecnimn,  .een  oad 
atawSg,  S4Mkkv  wnAtbegiaari  met  5  aaoa 
g^leeUe  atglen  »  eu  UuÜ^   bet   met 


-  entót  tegen  i 

en  oude  omen  de  Ummop  {U.  Heli*  h.),  een 
Uinmeade  beetter  met  tüwonniga,  8-  lot  S- 
lobbige  bladeren  aan  de  onrmehHÜire  «n  eiron; 
de,  gaafaandfoe  Uademk  aaa  de  Uoem-  ot  vnicbt- 
(ba^ode  tauen.  De  bloemen  iga  ia  tieaTonnig 
bg  fi^T— *"  ataande  aebemnen  «epliatet  en  de 
bamea  bebbaa  een  swaite  Umx.  33e  heealer  ii  in 
sehed  Bniopa,  erenalt  in  Jmt  venpieid  en 
badeU  met  im  al^d^roen  loof  wd  eena  groote 
oppeniiktaB.  De  likdraen  en  benen  waroi  noe- 
fttr  ale  ^aeeamiddelen  ia  gebniik,  terwgt  de 
Mnge  4imino  looirt<rf  beratten.  T«d(T  cga  no 
belMig:  ff.  eotekiea  E«eh  en  .ff.  eoMirieiui*. 
Deee  drie  Bedera'i  benttea  cm  groot  aantal  tot- 
men,  *fie  in  tomen  »  Uoenetbinciqgen  leei  veel 
tet  Mantriag  gebiuttt  votdeik  ^  oDdersdkelden 
üA  Toomamoqk  doOT  den  Torm  en  de  kieoi  der 
bladoFHt.  Alteen  de  ff.  ffeftx  ar&oreo  en  tAorea 
eongbmonta  maken  bieiop  nrbondeitDgeD.  D» 
eerste,  doordat  die  het  kUmDMakd  kankler  Tarhi- 
ren  heeft,  en  de  laatste,  omdat  deze  een  mooien, 
heiU.  De  tedt  do  patten  oeemt 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HEDERA— Hfn)IiN. 


l^Boodei  frtieiiic  toe  voor  dei»  iritroer  nftar  Dojtscfi- 
lAnd,  Dosirtoe  ptaabst  men  3  ^e«fiieioort«Ue  jon- 
^  pkjiiteD  dient  bg  a&aaa,  bamh  de  Mnken  aao 
een  stdk  en  pAoatst  de  pi&at  na  ide  jniste  todt- 


Eed«ra  H^i. 

bereufing  da  Jidd  Jn  een  pot.  De  Tormen  Tan  ea- 
narieittii  iJieneo  T«el  tot  TiiKinK  'V*n  'bkwmen- 
m&ndjeB.  De  vermeerdiering'  steMiueAt  <k>or  »teh- 
ken  'na  den  tieHat  en  aH^^n  ia  het  TooijaeJ, 
tenrijl  enkele  buaüüaióage  vaHeuiten  door  en- 
tdit^  op  JOD^  Atakpl&nten  of  aOeggeici,  zoojder 
dttt  deae  eeiiioe  Tooiibca'eddiDg  behoeven  te  «ndieT' 
gaan,  «n  «enlDW«eM>e>iduig  mtatekend  geJukken 
in  ibetnèJMlÖfc  buten  'tifd.  Zeer  veel  TOrt^  tnkt 
de  tainMalegiger  ea  bloeanót  Tam  d«ze  jds-nt, 
dooidat  mj  ladk  urtmuntaDd  teent  tot  bet  be- 
klefldlEdi  van  nmieD  en  'hekweric  In  den  lutsten 
tjjd  Je  een  irinlVTharde  goailbladig«  -vaiietelt  iJi 
den  handel  gekomen,  wike  bealwt  opgaaf  lal 
maken  n.L;  Hedera  denlala  aur.  var.;  aiidere 
waapcteTOBe  vftrieteilei»  vqn:  Hedera  lleliz  hiber- 
nica.   Helix  oureo,  H.  H.  argeateo-Tariegata. 

Hederienmnr  viindt  men  in  d«  zaden  van 
Hedera  Helix  en  wortlt  Torkwigen  wbjuwct  men 
dese  eerst  met  aeMieT  en  Autma  oneit  aloobol  )ut- 
trekt  en  verrotgens  de  ofAiMniK  in  aioohtd  la&t 
venhoipeik.  Men  verkiggt  dan  kJeunlooze,  in  wa- 
ter en  aeMier  of^beirK,  redkeloom,  Rdi«rp  «na- 
kende Usadtjee,  (Se  dooj  geooneentreerd  twaiftü- 
imn  pnrperrood  gchteurd  worden,  kooliitre  lon- 
ten oirtleden  en  ^eiach.'tigie,  meeaMl  üi  water 
•>W)ptt«bej<e,  amax  m  akxdiol  ophwsende  verbin- 
dingen Tonnen. 

BedUthiilz«ti,  een  gioneen^  tn  4e  provincie 
Nooril- Brabant,  beslaat  een  «pperrlafcte  Taa  382 
H.A.  en  tK»t  (191^)  11278  duwoners.  Deie  door 
twee  MaaeaitaeTt  bespodde  gemeente  wordt  om- 
geven door  Herpt,  NJenwkiiik,  VMjmen,  Bokho- 
ven en  HeerenwBBjrden.  Op  iden  kteiibodem  wonM 
}aTM)bouw  en  veeteelt  nitgeoefend.  BciiaJve  bet 
dnrp  Heiffikhniaen  bevat  oe  gemeeinte  een  lied 
van  t)e  HaarErteeg  benevens  de  buurt  LnttelherpL 


Het  dorp  Hedikbniien  ia  volgens  de  overleve- 
ring docc  Robert  111,  beet  vaa  Hetudert,  geeüiiit 

In  1508  behaalden  de  ingeieteoen  der  «tad  Heug- 
den hkr  een  ov«rwkuung  op  de  Oeilderecberu  In 
1904  werd  hier  een  dara  aajigelegd  tot  afsktkAog 
vao  den  Maaftnood  in  veoiiüid  met  het  verleg- 
gen vaa  de  Maas  (ae  Maai). 

Hedla,  Adoil,  een  Zweedseh  staatsmaa  en 
Bohrvv»,  den  ^ten  April  1334  te  Bo  (Naribe) 
geboren,  slwieerde  te  Upeak,  wend  in  1869  jonr- 
wliet,  redigeerde  Tam  18i74  tot  1816  het  lad-iica' 
Ie  .JLltonblad"  en  viert«»eiiwoordJgde  dnd«  1870 
bqna  «nafgcbioken  StoctcbdLm  in  de  Tweede  Ka- 
mer, waar  hq  steeds  tegen  de  rqgeeri'ng  en  bet 
ïoretenhuis  optrad,  een  zeer  Franiohgeiinde  en 
leer  Etnti-Duiteehe  houding  aannam  en  bg 
het  oothuiden  der  Unie  aan  de  z|}de  der  Noorscbe 
uHra-fadicBJen  stond.  Vam  ^)ii  4«Ariike  broalmirea 
noemen  w^:  „Om  latin^kenraKïUet'^  (ilSSS).  Zv» 
l^sloriMbe  werken:  ,Jba»kia  reviohrtioaenH  quic- 
nor"  (1879—1880),  „Studier  i  Iranska  remAitw- 
nens  hietoria"  (1890)  en  „Lodwig  XIV's  tideh- 
varf"  (1895)  gekden  ak  weinig  betrouwibaar.  Een 
blDemkiÏJig  vatv  ino  „T&l  odi  Bkiüter"  gaf 
Spongberg  ui>t  (1904).  Hy  overked  den  2Uten 
September  1»0S  te  Stoekbohn. 

Hedln,  Sven  van,  een  Zwvedsch  feizjg<er,  den 
17d«(i  Februari  1865  te  Stodldheilm  geboren,  stu- 
dMide  aldaar  en  te  Upsah,  later  te  Bei^iJTi  en 
Hafle  ia  de  natuunveteosdMppen  en  deed  reeda 
ia  1885  een  groote  iei«  door  Perzii  en  Mowpo- 
tamiS,  werd  in  1890  secretaris  <bij  het  Zweedsohe 
geuatBiiuci  te  Tefaerao,  'beateeff  den  Deoiawent^ 
waarvan  hij  de  hoogte  op  5465  m.  'bepaaUe  en 
ütA  to  éttk  vdoter  van  1891  anr  den  Terepaa 
naar  Kaeigv.  Dow  Oekar  II  ondentieand,  begon 
hfl  in  1^  een  dnieiairieen  onderroekingsUiebt 
door  Centraal-AoBe,  doorkruiste  bet  Fanurpla- 
teav,  bcBodit  dim  giletHih«r  Moettag-ata,  Aet 
mees'  Tajtlkoel  en  het  gebergte  Midajoer  en  trok 
ooder  ontmttend  Kjóen  en  met  vanKes  vaa  i^ 
gebeeie  «itnwtiaig  door  de  woestfln  Takk-Ma-. 
kan.  H^  een  «enwe  uitrastdiig  di)Oiir«tede  hg 
in  1896  dieidEde  woestvn,  ging  naar  tiet  meer 
Lob-Nor  en  envctateerde,  dat  de  ligging  daaivan 
aan  giroote  vefamderingen  oodefwoipen  is  ge- 
weest, dkoitf  lyver  een  4900  m.  boogen  pas  vao 
bat  Ewenfcep-gébewte  in  Noonl-Tibet  door, 
waai  h^  een  inéeuwe  bergkoten  en  S3  aovtoneren 
orntdekte,  ging  ooordwaarte  en  bereokte  over  Si- 
nii^oe  Peking  <'15  Maaxt  1S97).  vanwaar  hq 
doOT  Noord-Cinna  en  Siberië  naaf  Europa  terug- 
keerde. Een  tweede  driejarige  rda  door  Middel' 
AmB  ixffX  hü  in  18Ö9  te  JCai^jgair.  Vao  Ladik 
BMi  den  Jaikand-Daria  zaïkte  fiq  die  rivier  al  tof, 
bg  het  Lob'Noa^'cdMed,  aloeg  daar  zyn  hoofdkwar- 
tief  op,  4rak  do  Z.W,  richting  door  de  woeobgn 
t«t  ivoórbü  Te^tertsjen,  «idenoCht  nauwkeurw 
het  rLob-Norgébied  en  de  bergketenen  vna  Nooiiii 
Tibet,  itnujhtte,  ak  pedgiim  verkleed  door  Ooet- 
Tibet  'tot  Ummb  door  te  dringen,  werd  editer, 
Glechite  enkele  dagreiizen  van  iga  doel  verwijderd. 
Amt  de  Tibetnnen  gedwongen  ted^  te  gaan  en 
bereikte,  nadat  hq  binia  zyn  erf>«ele  kiu&vean 
verloreD  hsd',  einde  Deosnber  Leb  in  LahdtJc, 
vanwaar  hü  over  dert  EaTakoToempae  en  Kaejgar 
naar  Zweden  terogdceenie,  w»ar  oe  koindng  bétn 
in  den  wkfatand  apaatn.  Nadat  hg  bet  oorvang- 


DigilizedbyGoOglC 


HiroiN— HEH)8JASSP0ORWBG. 


rj}k«  wcifc  omr  deoe  nu  Yoitocad  hM^  andeniMD 
h^  den  loden  Oebobei  1905  «en  luoairao  tocbt 
nau  T4)m<  waM  M  «en  ie«  boog  gébei^  oot- 
ddte:  den  l^sna-Himftlftja,  door  dé  daten  thi 
den  SkUedM^  QwWn^  en  Indue  tmi  den  Hinui- 
kjk  ^eeriieiden.  Den  ISden  SepUmober  1909 
WM  hg  is  akda  tang.  Zw  neiien  9j^  door  de 
nanwketinge  pfaMta-  eo  «MeoaotnièótK  bepslio- 
gen  *ooi  de  KMtogi&fie  iran  Cenbm»l-Aiaë  vAn 
het  boogÊtt  belaoR.  BabfArc  tdrqke  tjj(fe«litiit- 
Aitikeko,  «faiMf  ag:  MOewm  Perai«D,  Memoo- 
tamiw  och  SMAano/'  (.1887),  „Gtoei^  Pradie- 
laUjj'e  fonJuÜKanaoT  i  Ceutrabsiefi"  (1891), 
„Koamg  Omhb  tt^itiiiMfg  Uil  Scti^Mi  al  Per- 
sen k  1890"  <IS89-^180l),  „OoioiD  Sétoiuaa 


B  geom- 
«ner  Rei- 


i  Lap-Noi^nn«d0t  'lS9fr— 1897' 
„ToMB  mM  pi  «kind»  vBewr"  (1908),  ,31wne 
ktate  Rewe  dWeh  ZeabtAöoa"  (190S),  „Sdeo- 
titie  seiaUsof  ■  toDineyinCeDtni-Asie'  <Stoek- 
bokn  1904— 190a  6  dk.  en  atlM  in  2  dki.)  en 
„IVwMhanHÜRJft"  (2  An.,  Lmpcig  1900,  in  b«t 
N«4adMHMi  TertaaM,  Anmieriam  1910).  Een 
mooi  oreiadit  Tan  zijn  reuen  en  veel  ütentnw- 
OHfATCD  VKMk  men  ki:  Mm  Rieger,  Sven  H«- 
dina  AUeil  an  der  BrfMaelnng  Zentnlaeiens 
(Keiden  1811). 

■•dlnvstMrrt»  ie  ^  «ffieieele  naam  vd- 
gena  beiliril  ^ao  bet  Bntedi-IiidiBeh  kiatogttr- 
TiMh  <ttp(u4eKMn4^  geeenren  uut  de  reeli  gewei- 
dige  beigfeetoHQ,  wakbe  rieh  min  of  oieer  even- 
irfdig  onet  het  HhiwhjnFitMTB^r  aui  den  aurd- 
nad  VMi  het  koènede  boogtnid  nji  Tiliat  tnt- 
■keUien  <n  door  de  zeosacma^  lengtedalen  van 
Bai*en-JiMlnB  en  BOTen-Brabmigoetra  van  deo 
HimaUja  geMbeiden  worden.    Het    verd  aldus 

itdekker  St 

t  g«bei!^  met  dto  minder 
jniiten  naam  Trani-ffimalaja  werd  aangeduid. 
v«)e  tomen  van  dit  gdieqpte  benaken  een  hoog- 


>w^a  bji . 
maiala  aciitar,  Tete  panen  Üfgea  KüU 
dandK  *«■„ 

HwlUiicer,  Johattn  Kart,  een  itenqKUnqdei 
der  ISife  ««wr,  dut  aOrten  Haart  1691  te  Sdiwn 
Ktixinn.  Hq  omleed  deo  14den  Maact  1171. 
S^  mujatliïfande  medmUe  ie  een  pcwtret  *aii 


)  bwga 


BedlDBd,  3w»  Adolt,  een  ZmeeMb  joar- 
n^Bt  «n  ■tnakmtak,  den  24^n  Ffibnwrï  1821 
bq  SbxUidm  «tnreik,  atndeenle  4»  Optala,  waa 
^ap  te  StocUubn,  m  1648  te  Parne  ak  jow- 
Daüat  weibaun  en  w«nl  in  1S52  hooidredaëteiH 
TCx  de  Ootedbnngadte  „HawMa-  odh  Siafactt- 
ti^rii«",  die  onder  ajn  tmdiaig  (tot  1896)  bet 
beate  piofteeMbM  tm>  Z««den  werd.  In  den 
R^fkeda^.  waarraa  bji  dièsmaal  lid  wm,  faeèoopde 
hq  tot  de  demooraliMifae  nijhMKlekarepaTtö.  In 
brt  üaieemifiet  mt  1690  bettmed  hq  bet  fhoi- 
«ebe  radiealinK  iwfti^.  Hg  overleed  den  16den 
SepteaAer  1000.  Van  ijjii  "weiïen  noemen  w^: 
..Om  aabetar«a«aMa«tK>a«d"  (1852),  „TiU  buA- 
Irlno"  (1869),  „Sebven  reeeant«(dming«ir" 
(I88S),  ,^*erigM  fOrsTM«Tieen,  ordoadt  pigmn- 
den  of  aAknln  Tftnuipfi^"  (1S67),  „Om  Stdiweix' 


123 
„TUI  uadermaaij)g«{r&- 


försvarvSAMi"  < 
gao"   (1868). 
Hsdonal        (Melkytvrom/tlUiTbiiioiuretluian), 

NH..OO.OCE.OHfcCEr,  ie  een  «it,  1m  kkstai- 
Ljjn  poeder  met  eigenaaodagen,  ecberpen,  owun- 
^euamen,  fKipmmnlaefatigvD  smaa^  dat  moeüük 
in  kood,  gemakkelijker  ia  heet  water  en  alcohol 
iwhebaM  is,  bg  76°  C.  sm^  en  by  2\5i>  kookt. 
Het  wordt  «Jr  een  oaaebAdéajjk  daapmddded  en 
ook  &k  tegengift  bjj   oocalnereiigiiJttguig  toege- 

Hedonlame,  afkomstig  van  het  Oriekaehe 
woord  hJevif  (genot),  bebeelMiit  in  de  g«6cluedenM 
Am  Kdektkode  de  geaoMeer,  mifce  geen  hoogcc 
doel  kent  «kn  de  geoüeldngen  van  bet  tegwiwoar- 
dige.  De  gTOitdl«g«r  mn  de  wöie»riffe  aol^l, 
weue  At  garoeiaa  het  eerat  leikonAgide,  de 
Oyrmaid,  was  ArMippw  vm  Cyrene,  een  leet- 
Bng  ran  Soeratt»  en  im  kfleiaaDon  Arutipptu. 
In  bet  faedoaaenie  seü  heeft  meii  treer  v*ièèhjl- 
lende  vonoen  ti  nftannate  men  bet  genot  van  het 
ooeenblik  bet  hoogste  ateh  of  leert  dai  men  zorg- 
mSdig  moet  tihngea  hoe  meo  dm  mee«t«o  lust 
met  den  geióngMen  onhutkan  geoieten.  Een  seer 
TerseUllende  waaodeeiing  des  'KraolHllende  ge- 
oietingen  vJ  hivmn  het  g«na1e  «ijn. 

Hedfllas  ie  een  TnAsdi  Twiet  op  de  wtat- 
knat  T«o  Anhie,  dat  9p  ±  2SO000  t.km.  ± 
300000  inwoners  telt.  De  provincie  is  van  be- 
kang,  and«t  de  beide  heilig  stedoD,  Mekka  en 
Heoitia,  daaiin  Uggen.  iDe  voovBMnste  lee- 
plaateoi  Tan  de  «Ttngena  riecbta  nwt  ^e^aar  te 
beviairai  k«Bt,  zö^  Jmo-el-Bsbr  en  Dsjjdda,  de 
hafeoa  nm  beUe  geooemde  eledea;  ds  voot- 
naamate  stasn  ia  die  der  foofrachttge  Beni  Haih. 
De  Tnikecfae  heefMbtf>[^  die  noeger  dedhte  ia 
naam  bestood,  ia  thane  kiaditig  en  itf«kt  aich 
lelfs  nit  orer  het  TiMvei  4ame^ik  ooalhaiAiCi- 
be  Ibkka. 

H0dslB4WpoorweK  aoeinit  mea  de  «poor- 
Inn,  welke  Daau^ne  in  Sj^a  met  H«diiia  «d 
iMkkfl  in  Afahii  T«rb)adt.  Het^Aan  daartoe  weFd 
reete  in  1669  door  Di.  O.  Zimpei  aanbeifolen  en 
reeds  ia  1690  Tood  bet  «en  wpdediger  in  den 
toenmsligeD  miaiMer  -na  C^MObace  Werken  ia 
Tonkife.  Toen  ia  1900  mKmi  Abdoel  Hamid  II 
bA«nd  maakt»,  ^M  bet  piso  nitgemoeid  wm  wol- 
den, werd  de  mogeËjfcbeal  ervan  dn»  v«ten  tan- 
Bitig  io  twQM  getrokkeo.  Een  graot  ^edeoHie  der 
Bpoodgn  teeh  aon  looften  door  weinig^  bekende 
Btttken,  wwwn  meo  ecbt«r  <wej:  wiwt,  dat  ig 
bewoond  wann  door  «tobitke  cai  faanticke  Ifo- 


>adw 


dergelgka  nienvigMd  aoodui  venettai;  «kaïbg 
zou  die  Iqn  ten  deek  door  ti^tM  wnteriooae 
woest^Ben  laoiptit  «n  aon  de  aaavocr  ts»  mate- 
rialen, leveoaniddelen  em.  met  giroote  moeilgk- 
bed«u  gffiatHnt  gaan.  Da«Ttegenov«T  stmnd  «efater, 
dat  het  shgen  dec  oadenMming  van  groote  be- 
teekeoue  tom  heï  Turkacbe  r^^  xn  vja,  Dtet  al- 
leen met  bet  oog  op  het  p«igiiun«v«ikeer  naac 
de  Mtdwntnedsaöfiite  bedenartplaatsen  M«kka 
en  Medina,  waapraot  de  lün  in  de  eerste  plaats 
ontworpen  heette  te  igiv  maar  Urreiu  aon  de 
madrt  van  den  etdtan  door  deie  apoorlÜD  niet 
weinig  versleikt  woiden,  xoow«l  in  AirïhiS,  dal 
thans  epoeiËg  door  een  aajuienlgke  troepenmacht 
berenkt  aou  kmmen  wopden^  etaook  tea  opeiobte 


D,o,l,zedb,GoOgle 


124 


HED6JAS6FO(»tlWE)Q. 


Tan  BgTpte.  EkMMp  oei  wni  bet  (foor  da 
Bpoorlgii  doocsneden,  4ot  dusver  vrijwel  wa&rde- 
KOK  ciebiAd  eeonomiwAï  tot  oatwiU«liiK  kamwn 
sAradvt  wordoD  door  TMtigiiie  na  MriMmioe- 
duoMbe  l*fMftwil»>en  o.  &.  uit  Oost-Roeraelii 
en  Ekokuê,  door  hat  oaakiegen  tta  bevtooiiags- 
werkcD  en  dooi  hot  mtgnmen  éet  deUetofleD, 
welhe  de  bodem  bemt,  sooak  petool«uiii,  a»t«lt 
ta  hibaaaaaaae  kaft. 

En  het  TOorjaar  via  1901  w«r>)  met  het  vtA 
een  Morang  ganaakt  and«r  opperste  letdine  van 
Kiatim  Pasja,  die  da  1900  aanlekfing  beeft  Ke- 
gelen tot  4ien  opetMid  tegen  Abdoel  Hamid  11, 
waardoor  deae  iMlflte  den  troon  lerioor.  Om  bet 
TOOT  den  aanleg  lienoodSigde  kapitaal  te  v«r- 
hf^n,  iMid  een  berocf)  gedaaa  op  de  otler- 
tmikEj^mM  d«ar  Mtomigen  en  mt  aüe  atreken 
dar  aaide,  wanr  Ibyhamanedaoen  wanen,  uit  Tur- 
kge,  Ggn)te.  Peiut,  Chtoa  en  SnbenE,  atroom- 
<mi  de  TiqariBioe  t^jdragen  toe,  in  bet  gthtti 
meer  dan  1 1  mNlioen  gM.  DaaniaMÏ  werd  gM 
iwtkregen  deer  inatelKag  mi  dm  Heikjae-talDn, 
een  '-*"1-c  -nu  S  lot  100  lliutMbe  ponden  op 
het  i«riee«en  -na  ^den  en  asdere  onderaebei- 
dbgen.  Ook  aadere  maddelen  werden  nng  t« 
liaat  geooanen  en  de  «dtan  aéil  «Herde  oit  ign 
eigen  aeliNlIdat  Mmieiiiqke  faetkagen  toot  het 
grootMiie  doel.  I^Mrtqj  Teiireeg  men  ^edkoope 
avfaridakndilaa  door  bet  wsffc  onder  ktding  van 
We(t-Eorcp«eaeb«  en  'HukeAe  ADgenieui*.  ten 
deek  door  Itefcadte  sottfaten  te  doeii  irerriditen, 
tcrwjjl  4mA  <w>  de  bemaouDg  dec  Tnitacbe  Thtot, 
TOoraoOTer  ig  M  de  Jong-Tnriudie  psfljj  be- 
boorde  en  ikaidooi  «nder  de  Tcadenking  elond 
van  al  te  gn»te  nQuDnigtieid  een  „lacbte 
drao^'  weid  «MeeoeCend  on  ain  den  Hedejae- 
ipoerveg  te  gaan  weiien.  Voor  bet  awtn  werk 
en  de  ontiMnagen  en  «eruen,  waaimede  dit 
gepaaid  giiig,  m  de  Tncbdie  soldaat  bqsoodsr 
geaeiukt  Door  den  «lUKn  werd  widor  gelaat, 
dat  in  de  «trede,  waardoor  de  epoorljin  aon 
loopen,  knloaaea  ma  kndboow  "!*"-•-——<- 
Tt^jbbÊata  genatigd 


tUTQM  D 


lUoeJeneade 
WD  genatigd  loadui  waidm,  die  mA 
kaïder^,  cnaar  ook  laodbouwgereed- 
_  koatekioe  aooden  oobfaogeii,  waardoor 
Domaden  aidaar  Taate  woo«|daatseQ  * 


boQweri  gemaakt  werden. 
Het  n>nprod[(i||ke  pkw  waa,  deit  de  boofd^ni- 
io  Damaaeoa  soa  aaoslnitaibq  dot  door  een  Frai>- 
adw  maatadi^^Q  g«bonwdn  HaonnqKKirweg 
il«enril>— Damuens,  Daar  ar  editer  geen  over- 
aenat^Danmg  kon  besent  woraen  an  bet  wm  oéat 
gdivkte  de  ^n  te  boiqien,  gelMtta  de  sidtan,  dat 
de  NereniiueD  Dena-jJanaaeDB  en  D(caa>— 
Uoeoerab— Ëaila  loadNi  MboDwid  wmfco,  de 
eMate  123,  de  laatste  163  tan.  kog,  welke  beUe 
in  den  lomer  lao  1806  voltooid  en  in  1906  ge- 
ragd ixk  «opkritaAia  genomen  waden.  De  laat- 
ste lijn  waa  oooi^,  «mdat  de  «oc^weg  Beiroet 
^-Damaaeua  «TeneeDe  aao  een  nansdïe  Uaat- 
arfwKiij  bahoorde  en  men  nn  de  bavm  nn  Hai- 
hut  iw»  de  boofdlJiD  eonatte^k  boimnate- 
rialen,  ^toorraala  en  aadne  benoodi^dliieden  kon 
aaovoeieiL  Yan  genoemde  liaiTen  nit  voert  de 
inn  langs  bet  oode  Naaai«tfe  («bsM  Afode),  El 
lleadcliam  en  bet  oade  l^lieriBa  (ttiane  Samadi) 
naar  het  meer  tmi  Tiberiaa,  at^  <kn  onder  bet 


en  Dera.  Weke  nweUgUkeden  neech  bn  dit  werk 
fê  emnriunen  warm,  Jna  dMUoit  ^iko^  At 
tuMChen  de  plaateen  Hsifa  en  Deraa  8  tmukels 
en  rmm  SOO  bruggen  en  doorlaten  aangelegd 
moeetcB  wordon. 

Nog  ved  grooter  waren  notfataoa  de  beawarni, 
wcUce  de  ingenieosa  bq  de  faoobttgn  Duuaacaa — 
Mokka,  oagerreer  1800  km.  lang  bedden  op  te 
lossen.  In  tast  atgemeeo  volgt  de  Iqa  de  oteronde 
*    '  it  eerat  door  de  prowioeie  Bmo- 

iTrié.  «oert  dan  door 
weftie  tdbAei  gedeel- 
door 


pdgTÜnaroule,  g 

tui,  de  kotense 

wateraime  woeatqnskdceDh  'weÉie  tdbAei  «edeel- 

tei^  Tiuehtbare  ossai  bwatttan  en  eindel^  door 

watetanae  en  mUm  watedooae   land-  en  ateen- 

woesl^jnen.  Op  Tde  piaatsen  moesten  hier  puttao 


bewaUi^etroeneD  « 
De   apooittreedte   b 

om  " . .     . 

ba 
ilbMeiktd      ._     , 
De  ««Mieid  *e  beteheDd  op  ■ 


_  aön  II 

troUen  en  bdbbea  een  ooTenTenliepmg,  die  ge- 
deeltdük  «ngerietrt  ia  Toor  t 
roocrien   nat  adnetgateik.   E 
draagt  tfiS  nu,  de  statioos  fig8«n  op  alstanden 
—   10  tot  30  km.  Het  hoomte  «mt  (1200  ir 
de  JgD  «ij  bet 

Mb 

I.  per  « 

bedrag  bgna  SOOOO  gU  per  koL,  waaifcg  edi' 
ter  met  nit  bet  oog  yaloreo  moet  wtaium,  dat 
het  terreiit  koatelooa  afgestaan  w«d  «i  de  mili- 
taare  aobtadein  door  het  moaiieterie  Tan  oorlog  be- 
laaU  wetden.  Nadat  «IjjklödK  van  bet  N.  en 
Uediaia  uit  geweitt  waa,  kwam  bet  li«}eet 
aecns— llefna  (1321  km.)  w  1906  tot  fltand 
en  w«rd  den  ftlaten  AomatDa  van  dit  jaar,  den 
'       Tan  Abdttel 


Terjaardw  Tan  de  «loandMatgBug  vai 
Hamid  II,  pieefatig  tow  bet  TCiuar  ooe 
De  Koortsettiag  mn  het  werii  Tan  Se 


oende  iarai  oodedmAen.  Van  Uafina  lal  da  4fi0 
ba.  ht^  iün  naar  MeUs  «decM^  fanga  den 
raad  dec  woeetgn  ont  £1  Bo«nfc  eo  Sadina  hto- 


pen,  tww^  een  lokail^Morweg  HeUa  met  < 
Toorhvren  Oqidda  lal  -Tarbiadan.  Vesder  sofca 
igl^pien  getioöwd  woeden  naar  Aicre,  Tan  Alode 
OT«r  Nantaa  naar  Jemakm  en  ma  Deraa  ooat- 
waaita  tot  Boeiakii — iElAi  Oum;  daaienlMTea 
lal  de  Ign  JaUa-Jemialem  tot  bet  atation  Am- 
■      " iMdeit  doovgotookkarL,  een 

I  is   reeds   Tokooid   dsor 
^  «n  docr  de  Tetbindiiv 

,  aats  met  den  BagM- 
woMweg  ad  een  dooitopaitde  «poonüia  tmi 
EooatairiiiMTMl  tot  Mekka  tot  atand  no  ee- 
braeht.   De  oogimatige  toeataoMlea,    waamv  faet 


geworden,  bdibea  de  ToUooiing  t« 

ia  1916  de  Ono^Sjarif  t«  Ifttta  tegen    het 

Tnrksdi  gtsag  «n  opatamt  ia  geknmen,  «n  naar 

het  aeh^  met  floeoea,  sal  faet  nog  wel  jaren  dn- 

ïen,  TOOT  de  pel^nu  pet  apoor  Hekka  kmnoan 

bereiken. 

Zie:  Jwler  P(u>a,  JDie  Hedediasbahn  (ErgiD- 
znngshefte  154  en  161  van  ,,Fetermanna  Mittd- 
'm,  OdIIm  1006  en  1808).  . 


DigilizedbyGoOglC 


Bvdsjrft,  Bidtjra  of  hegira  ü  md  Aidbiacè 
woosd,  het  wil:  «tiw&t  «f  etgenlgli  wrAiriun  b«- 
teekcDt,  en  w«l  meer  4>«mU  dk  v&n  JfoAim- 
M»d  TM  Uektat  aui  Hedma  <^i  <leo  SOsten  Jnnó 
82S  it.  Cbr.  DU  ja«r  Tonnt  bet  Drtg&Dgspimt  der 

Kadwlv,  Da  ketüge,  «eo  dodrter  mn  Ber- 
UoU  JF,  muk«rMf  Mm  Jfan»,  weid  in  1174  ge- 
twien.  Reeifc  op  haar  13de  jaar  b«d  ig  ui  net 
bniKlqk  nMt  Hemlni  l,  hwW  tm  SHoiie,  uo 
wien  aÜ  6  kndaiai  sohoiik.  Daariw  legde  ly 
da  gcMIe  van  kéMitAM  tl.  iton^  Hendrik  i«d 
Iwara  S«t  gneico  en  den  bgnMm  ontring  ran 
dn  Oaboonle.  Vdgena  Imh  wenMh  «tidrtte  h^ 
in  1203  het  CittieraiDMi  Uoovter  U  TM>mIi; 
(U  in  1810  weid  (mebsren.  Daaraan  acfaonk 
Bethrig  Imwc  «MHicM^ni  brunMiat  en  vele 
•aden  floednen.  Zij  onwleed  den  IMen  Oetotwi 
1848,  vauna  «j  b  1967  faeiKg  ü  twUaank 
Baar  gebeente  nat  in  de  ïtak  van  gefioemd 
Uooatec;  faav  gedsnkdw  k  de  17de  OoUber. 

McdwlSt  in  l>et  PocImIi  Jadmga,  de  j<ng«m 
di>efat«r  iwi  Lodefe§k,  kooinB  >*aa  HoDffarije  en 
Fttkn.  en  wH  bningin  vao  Poko,  ie  1S70  g«- 
boi^  ftDMng  fMM  eqpteking  ia  Hoogaröe  en 
wu  raeda  Tmeg  de  fertooMe  van  Wiilem,  W- 
*ag  no  OoBtCBTJ^.  Na  den  dood  •no.  lisar  nMler 
irwd  ig  «toten  tet  konagiB  na  Polen,  waanH 
sq  i*  1SS4  te  EntMi  getaTMMid  wenk  Toen  Ter- 
TCke»  Jagtlh,  lurtag  «m  lAthaam,  haar  haod 
Tiwv  en  ^mMi  aanbood  dat  i^n  kiden  h^  Po- 
len BgelQU  «1  i^D  cadeiduMO  ^niatonen  ia«- 
den  worden,  gaf  ^j  hantag  Wükm  tSjo  liaAM. 
2m  linwde  tat  1886  met  Jagelio.  Vooml  beiperdie 
ig  licfa,  on  bei  Fooladw  ndk  Ie  tpeadi»Ten.  Zq 
overleed  in  1399. 


i   toe   op   de 

■«eaügde    «eb    ah    geneeahaar    te 

I  lideU  lieh  daaieutmten  be^  net 

uet  'nttÈtoimttti  en  bestndeerw  tmi        ^ 


pluitkwKl^ 
rTinnniila  en 


>.  In  1T«  srng  hit 
naai  LeipaiR',  waar  iti  weUm  ah  fbowandige 
Ixkend  werci,  vooral  nadat  aan  ni  weii;  „Tbea- 
ria  genenttodi  et  tiwüSantmi»  piuÜMniB 
cijiptoflMnieMani"  het  eereeood  óat  Academie 
■vMt  Wetenwiappcn  te  St  Pratenbug  wat  t« 
&d  gonllcn.  In  1791  werd  by  Maat  ntet  de 
wotg  Toor  bat  müfair  hoapitaei  te  Leqnig,  werd 
in  1786  tot  tnogteemnr  in  da  gonea-,  te  1780 
in  de  pboltaoda  (MBoemd  eii  orerleed  den  ISden 
Febnmrl  1799.  Van  tjfn  tafa^ke  weiien  ooNnen 
wn:  „FondMnenta  Wrtorine  natairiia  nnaeinwn 
fnadonnm  ete."  (1779— ITSft,  2  Al\,  „AfaM- 
dnnnn  kTn>tocamiB(her  Oawiebae"  (1787—1797, 
4  ■m.)  en  „RHeora  gennra  a  apedea  etc."  f1797 
— 18(»,  4  rtiAken). 

^n  toon  RoaiainM  Adolpkiu,  den  laten  Mi 
1806  op  S4.}ai%an  teKvd  onedadan,  waa  nen- 
eenn  «en  lin<i(if(iiaai  der  ^kmlkaóe  en  gaf  od- 
daraeheMen  botaidacba  weiien  fai  het  C«U. 

■adwlda  Siearb  h  de  naaai  ma  een  pfao- 
tenMalacht  «tt  de  tamilia  der  BnraeraeedNi.  Bet 
andéraebodt  At  door  ï^hehUge  m  MnbniMe 
bloeoMn  met  aan  4-tanifigan  k«tt,  4  UoenAla- 
deren.  8  medikadeBt  op  «en  Mbg/t  tegqdant,  an 


125 

een  londa  «teewnwiit  mat  4  gi«even.  De  meeat-. 
bekende  aoort  ia  H.  BalKtmUtra  Stoarti,  een 
hooge  boom  <£e  ap  Haltf  en  ndare  W«at-tndi- 
Bcfae  RJIanden  gioeU.  Hq  terort  den  Hedwigiv 
baiaem,  die  ata  een  talomng',   roodacbtig.  dwt- 


kend  lap  nit  den  aUm  -rloeit  en  tds  „t)aame  i 
eoehon"  op  de  AntiUen  biÉend  is.  Eg  verhardt 
in  de  opu  hiebt  tot  een  loodbrame  luia  (résine 
de  dnoon  ot  CMnboD).  De  ojie,  weUie  men  uit 
den  'HeAmpaboom  vaiki^en  Ion,  ia  liehtgiHl, 
hetder  eo  ]Mht«r  du  wtitac  en  iwrdt  door  mine- 


rale t 
HedToUum  ^oen.  ia  de  n 


kalk,  «m  UoenftiooD  met  een  aeet  lange  boia 
an  aan  doUiriai^  S-dadigen  rand,  en  aw  twae> 
bladig  faoBigoajije.  Set  onnit  Iraaie  1  tot  2  m. 
booge  aiaqdbaten  mt  OoatJndH  «n  Napai  mat 
q>eeeigarfitige,  dikke  en  ■vittaage  woftdknoUen 
en  cMdatandige  bloamuan.  Ean  pnubtiga  aoort 
ia  H.  QantiiuriaHMM  Roac,  nit  Ooat-W»,  wtt- 
kn  ongereer  l  m.  fawg  wwdt  en  laoffwvqiige, 
laneetrörmigtv  naUes,  enbelManle  Uadeieo, 
praeUige,  iMricnndei  in  aren  gq^ntata  bh)e> 
men  en  roode  dMwmublan  drMgt.  Andere  Iraaia 
aoODteniyn:  B,  eoeehteum  Smi  th,  met  een  aten- 
gel  ter  hoogte  nn  tot  l'/i  m.  en  een  r^  aar 
vaa  aAariakemoode  bkiemen,  —  H.  eoromariMm 
Koen.,  nMt  groote,  witt^  wdriekeode  bloeman; 
—  en  B.  tlanm  W  a  1 L,  mat  ee«rig^  giele  Uoa- 
men.  De  Tanneanknog  geadiiedt  door  uden  ol 
st«UeD.  Da  eidtnnr  gdnkt  hat  beat  ii 


StBdTwwtUD  L.  in  da  naam  ran  «en  ptnntcn- 
irealMU  nit  de  baÜM  der  VUitdtrblMmigat 
fPayafcnoeerfal  Het  «nderaoiteidt  lieh  door  een 
5-afiMigen  kelK,  een  acimiiw  algeknotta  Ual  en 
een  «t  londe,  aamangethnkite,  ééniadige  geie- 
ittngen  aanMngeateUe  pevi.  Hot  omvat  kraiden 
en  eeettera,  weifce  »  oaemoar  aBe  gematigde 
en  warme  gaweataa  der  Oode  WemM  Toorkomco. 
Van  de  sierplanten  noemen  «jj:  B.  o^tmm  I^ 
met  garvde,  oObahaaade  Uad<a«n  en  tntie,  pnr^ 
Moioóde,  in  okndatandim  tron 
uaenen,  B.  aarnanai  Lood^  in  < 
groeiende^  met  gemnde  bkdem  e 
dge,  m  aren  gamagadiiUe  Uoeme 
emi  Bieb^  aranaena  in  den  Sanfcaana  te  «n* 
den  en  B.  aoronorMiM  L.,  faqBB  een  m.  boog,  met 
fnaa^'duiMitoode,  tot  tnaac*  TereffM^de  Uoe- 
men.  tUeikwewdig  ia  moral  F 
L.,  ean  tnniadie  niMt  i  ' 
"MdsUehM      "' 


1  «pfaMe 
o  ïaKJbatwB 


lm  aan  Toldoende  icmóeMtanr, 
neer  benagen.  Veider  komen  .in 
mtdKjmgmm  iMmim). 
H*nok«ntl  ie  de 


geduitf  «p  en 
aanmMkog  B. 


I  bekend  door  een 


eeriaeht,  in  de  «aefaiedeniB  bekend 
fmigdnrigen  nb^  tesen  dat  im>  BroaUortt. 
Hat  baalt  ridi  reeib  In  den  aamug  der  13de 
eenw  te  "reraebfUende  tiAken  gcapKtat.  De  ge- 
riaeUn  Tm  dsr  JFae,  Va»  tteehUren,  Vim 
Voont,  vut  en  MaUtoÊdc,  ahmade  De  Rode, 
inn  afle  aftotoatig  nn  dr  Beeekerens. 

Beeelure»,  Evert  «on,  (Hekereti  dl  Utikêrtn), 
te  1258  getwee  bg  bet  ne- 


OBEDHBrVIt,    av 

i  1286  lUder,  i 


DigilizedbyGoOglC 


126 

Zutfen  SD  Hendrik  san  vianden,  atemate 
1263  «ij  de  stadsTTijbeid.,  «ioor  graal  Ollo  i 
Ni«aw-WageiiuDgeD   wiImiikL 

Heeektreti,  Frederik  van,  twantUUDd  wm  i 
£m,  komt  TOOI  in  1ST7  en  1299,  wu  ridder 
1305,  ds  1S18  nad  van  Aeynoud,  zoon  tbh  An- 
noud  /,  giaaf  van  Gelder  en  Zutfen,  bescgeMe 
tMck  is  1^18  de  vrijlwid  >der  st&d  ZatFeo  en 
OTeileed  in  1320. 

Ueeekeren,  Frederik  van,  een  zoon 
TooigoMMle,  dioeg  ook  <ien  no&m  'vsd 
ËM  naar  een  harözate,  bij  bat  dorp  Almen  aan 
de  BerbeL  gelegen.  Ia  18^3  went  Iq  ndder  en 
in  1324  en  later  koot  <bij  toot  oaèa  de  raden 
vut  grsit,  jïter  berbogi,  Reynoud  II  van  OeUUr. 
Hü  Vm  dan  ook  <t«geDwooiddc  bü  oDderMèietden 
belangtgke  Tegoemi^aMen,  aionëde  in  1331  bij 
het  baw«Iqjc  ita  Reynoud  jnet  Eleonore  «oti  fri- 
sland, terwfjl  hij  met  uwieiren  den  Isten  Haart 
1333  de  htiwe^Gvoorwaaiden  iteiK^tM>e  Tan 
TFiJIem,  eratd  van  Oulik,  en  Uargaretka  van 
Gelder,  t&mk  den  27Bteo  HmtI  1335  h»t  testa- 
ment  Tan  Re)f»oud.  'ftven  drae  owrleedi,  2 
derjtciee  loneD  (MhtertateiMfc,  n«rd  fa«t  bewind 
geröerd  door  «en  Landraad,  vaarin  ook  Frtde- 
nk  ErUng  haid.  Lat«r  Ijdioorde  hij  lot  de  nden 


korit  Mkgen,  met  vrien  faij  weMra  twiat  kreeg. 
Moet^  «n  hg  beetend  geweeet  lijn  tegen  den 
nwhtigen  JMMiderbeer  Q^sbr echt  van  Bronkhonl, 
iodSen  Iq  ceenateunge'róDdenlsul  tq  Tierwamte 
Mehebten,  uuonderheidfagdieTaji  Coorgf  (Yoer^t 
t>^  .ZwoUe)  en  -van  Almeloo.  In  1348  kwam  ooi 
Jon  tan  Arkel,  'M«eebop  Tan  Utrecht,  nte4  det 
heer  turn  Bronkhortt  im  ooiteg,  waarna  dese  het 
fcnis  te  Goor,  Mer  het  buia  te  Beeeki 
Orerraej  Tertiraodiie.  Daar  Reynoud  de  i\ 
BronkhDTtl  kooH,  keerde  Fredérik  de  «af 
gen  sifD  leenÉieer  en  Torimnd  ii<9h  met  o 
adaip  vaD  Boreido.  Wel  faad  de  {lartn  Tan  _  .  . 
hortl  in  die  <iageD  de  oreduiid  im  Oen  TMtd  tio 
bentog  RtynoM^  óoA  toen  i^  fitm  ia  de  maclit 
Uwditte  te  brengen  rsn  Eduard,  koning  van  Enge- 
land, loeht  de  hortog  den  atenn  dei  Ueeekeren». 
Nn  tnchtteo  de  Bronkhoriten  'a  hertogs  jooi^ 
len  broeder,  Eduard  genaaand,  tot  bon  iQde 
OT«T  te  iaietk,  zoad&t  «r  <w«Idr&  TesdeeJdbeid 
ootstood  tnoochen  de  tieóde  broedere  on  geheel 
OMeakoi  Üéi  in  tnree  partqeB  v«tdeeUa.  De 
nwesto  ateden  keoen  de  sqde  van.  Sdumd,  dodi 
de  TMitoie  bow^enooten  «tiuuKknt  aioh 
Beeekeren».  Dezen  waoen  aannnkciink  voorspoe- 
dig in  ^n  sti^d:  io  1350  wenden  N^egen  «n 
TM  ««rorend,  'terwijl  ife  Bronkkoriten  het  beTeg 
moesten  t^jbreken.  la  1352  weid  een  Tvrbond  gie- 
(Aoten,  waardoor  Eduard  RoemKotd  en  Keeeei 
Tericres,  benwen«  het  Tniirfitigrimiik  van  de  Ve- 
farwe.  Bet  werd  weUn  veibrtdcea  dooh  gevolg 
door  een  nog  nadeeKg^i  waai^  Reynoud  wtjnig 
meer  dan  den  hertogstitd  behield.  In  1854  «mt- 
brandde  de  oorlog  ofxueuw.  Onder  de  leus  der 
TT^jhead  H^en  de  eigenboorigen  ten  behoere  tss 
Rsjfnoud  te  wapen,  deden  in  bet  g«Teebt  b^  den 
Vrijenbergi,  niet  Ter  twh  Loenen  (op  de  Vduwe),  f' 
den  beer  van  Baer  en  den  ba>iuetdvag«T  tsed 
Bronkhorit  «neirvekD,  docb  moesten  w«l^  voor 


Eduard  gedenn>t.  De  graaf   van   Cleef  maakte 

Cnnk  Tao  we  tnrieten  om  «^  bdAogTJike 
ttiogen  toe  te  agenen.  Intlueefaea  w«nte 
de  maatregel  Tao  Reynoud,  om  bet  phmdK^ 
zi^  Ottixtfirrik  op  te  ivien,  leer  verkewd  en 
bmdrt  Teie  Heeekeremgexinden  bq  de  Bronk- 
horsien.  Dcm  wafen  in  I8SS  w«der  tneester  van 
Arnhem,  en  gd^gebrek  nooikaiUe  Reynoud  tot 
bet  ftkiiten  Tan  een  nieuw  Terdrtg.  Er  werd  «en 
raad  tmi  adMadBÜadMi  ingrateM,  waanao  ook 
Fredérik  lid  wa^  om  mtïpTEMk  te  doen  ower 
de  belao^n  de«  bods.  N>a  weid  de  laadroogdD 
au  Eduatd  tocg^«in(^  soodat  aan  Reynoud 
oietB  andera  weMttX  dan  de  Vdnwe.  Eduard 
w«Dd  TOM  kcozer  Korel  IV  io  vóa  waardiglieid 
beiveetvii  Fredérik,  dae  nog  is  1854  ab  aehoHna 
TMi  SoCknd  Tooikomt,  OTerleed  <e  DeTenter  den 
Uen  ApiA  1357. 

Heeokeren,  Fredérik  van,  ook  wel  Fredérik  vam 
Reehleren  gmanmd,  de  atamrader  der  tageo- 
woordige  gravem  van  Reekleren,  de  zoon  vaa  den 
Tooivaiuidie,  wse  na  deo  dood  Tan  tgo  Tader  het 
hoold  EÖner  partii.  In  1365  Ibenroer  en  bezegcUe 
hij  met  «Kteren  wd  4aiidTrede  tusadiea  Rejmoud 
en  ^laal  Jan  van  Cleet.  De  gosehiHen 
gebracht  wopdea  voor  eem  raad  Tan  t 
den,  waartoe  ook  Fredérik  bebnonle,  een  raaii 
die  maandc^gka  bij  atwiesdiaig  te  Aródiefn,  Q«cb 
en  OJeef  Ttagaderen  ion.  Doek  ia  1S60  oatbraod- 
de  de  ooriog  opnieuw,  zoodnt  ffdiurd  ««n  wnk- 
plaats  mowt  lóeken  ap  ün  kasteeJ  te  Oeèder. 
Hoewel  bgge^aAia  door  Albreekt  van  Beieren, 
mwaanl  Tan  HbUMtd,  OKieat  b^  de  iandvoogdg 
nedraleggen;  en  R^rnoud  herkreeg  de  hertoge- 
lijke waAnSriiekk  Fredérik  bteel  b«in  gatnniw 
en  nam  wema  deel  aan  een  gereelit  bg  Tiek, 
welke  atad  doox  Sejriioiid  bekend  wenL  D> 
"  '  u,  io  «en  ongunatiee  ateiltng  gefdaatit 
de  WmI  en  dien  d^  werden  wiMta 
— ^'boop  gewumn,  «nmW  «nuge  MtUMDlgkeB 
nenTeideti  en  Fredérik  met  Rqrnoiid  gsnogea 
genomen  wmd.  Laatatgenocande  fnubt  men  eerat 
BMI  RoHudaal  en  toen  naar  Njjenbeek,  waac  b^ 
alataod  deed  Tan  zöó  WMUtfalNsA  Toen  Fredé- 
iPTolgena  zgn  nijfaeid  beitreeg,  bcanoeide 


hü'  vab  weinig  met  de  sakei 


c  OeUeriu^ 


ricUen    Trvatoe»    in    Saitmid    on    TwentTuM 

Reehteren,  een  besitting  Tan  Fredérik,  trok  Siae- 

der,  beer  van  Voont  en  Keppü,  'm  1361  naar 

Zwólke,  waar  bq  de  Tootateden  vertusipdde,  ieek 

~   ytMt  later  -weid  bet  ski  te  V«orat  dixx  de 

laeoaieov  gestemd  door  Eduard,  iigeaaawn 

bot  den  ^ond  toe  «cilecbt.  In  1867  wu  Frt- 

derik  wedeiem  jat  oonog  met  dan  bisBifMf»  Tan 

Utrecbt  en  werd  door  dizen  in  den  ban  gedaan. 

Temrigens  Tan  den  ban  ontbeweo,  leefde  b^  ki 

Trede  met  den  biaeidrap,  stiohMM  in  1373  met 

z^n  e^tigenoote  de  kapel  te  Reehteren  Urt  eer 

Tan  Ood  en  de  Heidiee  Maaeii^  waa  «dKMH»  Tan 

Saüaod  en  ornjeed  in  mS. 

Uetekeren,  Svert  van,  een  broeder  'vao  des 

OTgsande  en  rgh  door  zjjn  hinprig^  mat  Batt 

oT  fieofrtz,  erldoëhter    der  muéitige  heenn  tm 

ilimeloo  en  Vriexenveen,  etood  in  dm  ooriog  ijja 


DigilizedbyGoOglC 


^EEGKSSiBN. 


127 


bmader  ter  ii)d«  ea  ékiat  ia  1367  «en  Tort>ood 
met  <leo  gaat  van  Benlkeim  en  ut  13M 
Teidrag  met  Frtderik  van  Blaakenheita,  bMMbop 
«Ml  Utxedit,  waartqj  fay  aan  «traen  de  faee[4!ijUteDd 
AlnHhw  ÏD  leen  opdroeg.  Ooi  hielp  hji  met  svn 
eeht«eDoote  in  1393  b«t  khoettn  FrwB 
■tiehtMt.  Hg  Merl«ed  nog  yidi  1400. 

Ueeekere»,  Egbert  «on  --,  beer  van  Jlmaioo 
en  Vritxenteen,  «en  mma  thi  den  'voorgaande, 
■tKhUe  met  lija  moedei  en  ayn  echtseiwote  in 
1406  brt  kiooBter  te  Siboidoo  en  in  1401  da-t  te 
JAmekio,  en  ubcvk  ia  1420  met  «jn  ei^tgenoote 
iele  Toorrediteii  uo  de  ingeaeteiien  te  Afcne- 
loo  en  Vrieienmen.  Aknefoo  w«nl  toa>  een  atad. 
Het  svo  wel  Frederik  mr  SeeAterei*  en  Mtderen 
oun  tuj  bet  beehüt  RtidoU  txm  Diepholt  als  poa- 
tnls«t«i«scdMD  Tkn  D0wi>ter  te  ariiennen.  Hy 
«bonk  io  1453  de  heeri^bekl  Ahneloo  saa  sgo 
KM»  Johm,  in,  kinderftKw  blönnde,  in  1455 
bftftr  ufMhocg  a&a  zgn  neef  Staóder  van  Heeeke- 
ren,  graaaind  Raehteren,  wiens  nafameliDgen 
hsRT  nog  bewttem. 

HtKckere»,  Jaeob  van  — ,  beer  van  Roderloo, 
Btond  ia  1395  Frederik  van  BronkkorH,  beef  van 
Bvreuto,  bij  ifl  dn  ooidog  tegen  Derentet  en  b«- 
i^cide  ia  14IS  en  1436  het  Terdrag  wn  de  lid- 
deradbu  en  sl«deD  van  Gelder  en  Zutfen. 

Heeekeren,  Everl  van  —,  heet  eon  Roderloo, 
een  hmo  voo  den  vootgsaude,  werd,  hoewel  min- 
derjaiig,  ia  1440  met  Bodei4oo  btlMmi  en  trad 
w  1440  toe  tot  bet  vei4>and  der  edden  en  steden 
T»a  Q^er  en  Zntfen.  Zjjn  editgenoote  wriireeg 
til  1465  bet  buis  Netledlboret,  tot  16S4  ckMr  den 
oadrtan  Uk  en  later  dooi  een  aader  hacet  el- 
itHniieliDgea.  Heeekeren  van  WoMenaer,  beM- 
ten.  Svart  was  een  aanbanger  van  hertog  AdoU, 
Hxèt  ten  hehoore  van  dezen  fairip  bg  Hndrik 
*m  SektBorxenber^,  tnsMbop  tso  iSvsat^  en  hg 
LodeiD^k  XI,  konmg  <ran  lïwtiök  en  behoorde 
tot  ben,  die  in  1499  Karet,  den  men  «M  AdoU, 
ak  evAeer  eriteoAw.  J^  oreiieed  in  den  aan- 
Taw  der  lade  «emr. 

Heeekenn,  Bvert  van  — ,  beer  van  Soderloo  «n 
NttUlkortt  een  kMneooa  van  dn  TocngauMle^ 
werd  in  1508  gcbneD,  wa»,  evenals  sgn  gioot^ 
vader,  een  voomtander  der  nationale  parq  en 
'  ïenstawfar  vas  het  Hnis  OotUnryk.  B^ 


een   tegensl 


i  op  dëo  iMtdikg  te  Nt^negen 
rin  imtog  Karet  paina  IPüleM 
n%er  ■«■btdw.  Hq  «KrteoA  n 


de  oorfawde, 

M»  Cfee/  ta4  tfmlger 

156%  twaalf  Usdem»  oalateikite. 

■Heeefafw,  Joeob  vom  — ,  iieH  «on  Rodertoo, 
WtêUnvM  en  I>R(in9«w«r«,  n  15S2  gdmen, 
tooode  »di  een  «oot  iiqMn  na  de  SpMBMbe 
orcriieendtiiig.  ^j  beboónk  onder  be^  die  m 
1574  door  RegtteaeM  na  de  amneatie  wsna 
idtgeArtw.  In  1577 


gen,  w« 
deiïaad 


I  hg  gedentteerda  ran 
da  Jandius  te  Name- 


en «Toked  don  28Men  Joni  van  dat 
jaar. 

Heedieren,  Jooit  «on  — ,'  beer  txm  Diepen- 
broek  M  Roderho,  «ta  brcnder  T«a  den  toot- 
naiidB.  teitlaaide  in  1579  tot  de  Unie  Tan 
ütrcebt  toe  te  treden,  en  «rcrieed  in  1620.  On- 
deraeheiden  vm  iJid  xnen  «nenveUeB  itn  dienat 
der  Staten. 

HeMktren,  Walraven  van  —,  iraer  «au  NetUl 


hont  en  Engkmten,  «en  soon  Tam  Sverl,  om- 
etaeebe  iKt  jaar  '157Q  gebono,  went  in  1599  be- 
noemd tot  ka^iteiiii.  vem  een  otnnpagiue  voebvoUi, 
«aarmedie  hü  vele  jareii  in  VtaandeKn  «lieed, 
onderteedceDde  de  aSzweriag  van  den  konüig  van 
Spuaje,  w«rd  ie  1625  M  van  de  A^inUteit 
van  Rotterdam,  laoddrost  vaa  bet  graatschap  Zut- 
fen  en  M^oltns  Innoen  «n  buiten  Zullen  en  ÓA- 
(«  in  1627  den  aftocht  van  bet  «leger  vaji  Grol. 
Ëiodelgk  hekieadde  hü  ook  nog  de  betrekking 
van  biug«nteeBter  van  LAobem  en  ov«rleed  nleo 
Uden  Ootober  I64S. 

Heeekeren,  Everl  van  — ,  heer  van  Hcltelhorel, 
Engkuiien  en  Barlham,  «en  zoon  van  dea  vooi- 
gauMki,  omstreefce  Idl4  geboren,  was  de  eenig 
oteiig0blev«me  vbji  lija  stam.  Hg  werd  l>eadir0v«n 
in  de  riddeiecbap  ec  geeommitteenl  tot  de  Ad- 
miraliteit van  Ameterdam  en  in  16SS  l«t  de  Oe- 
neraüteéts -rekenkamer,  en  aanvaardde  na  den 
dood  qjoa  vadert  het  ambt  van  hmddrost  en  aJs 
rflMdanig  het  TeorztMterMJiap  ttn  de  ridder- 
MÉiap  'vaa  Zutiea.  In  <I&51,  na  bet  overlijden  van 
fltadbooder  Witlem  11,  wenl  tui  algtmurdigd 
naar  '«-^ïiaveotiage,  wiar  hg  TruthtekMi'B  da  aan- 
Bti^Kng  trachtte  te  bewertten  van  een  stadhouder 
en  kapiteia-geaeraat.  k  1053  weni  hfj  buitenge- 
woon raadaheëi  in  bet  Hol  vmi  Gelderland.  Uit 
afkeer  van  bet  t^estuuf  ma  Jan  de  Wilt  waa  hy 
rooral  de  oonaak,  dat  in  1672  Zutfen.  in  diw 
t^fd  «en  der  sterkste  metingen  van  om  land,  aao- 
«toods  aan  Lodewyk  XtV  wend  ove«gcgeven.  Hg 
{Fverleed  den  26aten  Afml  1630,  >qn  g«malio  10 
jaar  later.  Ter  eere  van  benden  «inK  men  in  de 
tiiwte  Eetk  te  ZirOhn  een  manneren  pnnl- 
grof. 

Heedceren,  Walraven  van  —,  heer  van  NelUl' 
koret,  eodate  loon  van  den  vooigaainde,  wdgde 
ign  vad»  op  ala  laodikost,  wae  gemimen  tgd 
tid  der  Statea-0«naraal  en  werd  io  1689  befast 
Dwt  een  Hndiog  naar  firandciibnrg,  Seluen.  Hi» 
eter  en  Luneborg^  «m  dcae  statm  aan  te  aporen 
tot  bet  laveren  lan  krggsvdk,  almede  ia  )9W 
met  een  ^tniteaffewoiw  MwBng  oaftr  Zweden.  Te- 
vem  we«d  bg  noofdadiout  der  «tnd  en  meiery 
van  '»J9ertagenboMli,  waas  ign  broeder  Roberl 
bem  vertegenwoordigde,  bdioordie  tet  de  vrien- 
den van  Q^ibertia  Ouperue  en  «verleed  op  i4)n 
terngnie  van  Zweden  angefanwd  te  Oanabrflek 
den  aisteo  Anourtna  1701.  Zgn  biiefwiaMÜag 
met  bovenvennelden  geleerde  bevnndt  zieb  tedm 
IS54  «o  het  RqkaanUef. 

Heeekeren,  Jaeob  Dirk  van  — ,  beer  «tm  Barl- 
ham, Mer  ook  vm  Sn^fcaiKn,  Roderloo  «a 
Brmdtenbtirg,  een  bioedei  van  den  vooigaaDda, 
wenl  in  16oS  gelMcen,  werd  in  1686  door  prios 
FtUem  III  benoond  iot  biRganeestier  tm  ZtU- 
te&  in  1601  tot  rekenmeeeter  vaa  Oelderland  an 
in  1706  tot  knddfoet  van  het  graafMnp  Zotfeo. 
Hj}  overlead  den  22aten  April  1748. 

BeccAwvn,  froN  Jan  van  — ,  heer  van  Snv- 
kuiten,  BtefM,  Cloe»»,  Longen  en  Sniderae.  wA- 
flte  aooa  vaa  den  voongaaoda,  *n  1692  geboren, 
was  bnigoneeMer  van  6««tincban,  hackmt- 
iiiiiiiilia  1,1111  \mÉ,  geeananitt«eide  tot  de  aiknira- 
Weiten  van  Frieshml  en  de  Maas,  tot  den  Raad 
van  State,  curator  der  Qeideraebe  boogesthoo^ 
reohter  vsji  Soetinebem,  kndikost  van  het  graal- 
aobap  Zotfen    en    preatdmt    van    Gcd^ni^eenle 


DigilizedbyGoOglC 


,  128 


_  .  lOdui   M«i    1767    te 

'•-QraTeiiluge. 

ffMdUrm,  Auguai  Sobbtrt  «m  — ,  beet  vm 
Stnrfnw,  eea  soon  ^Mt  den  moiguiaie,  dan 
248tea  Oetober  1703  geboren,  wra4  Mbmn  nn 
ZoUen,  boiteiigeitwui  nadtbetr  ia  bet  &A  Tan 
OcUertaod^  bargcmeeeater  irau  Oioegoloo,  <koi- 
HATt  4er  atad  eo  becrijjUtad  Bofcdoo,  sdtol- 
toa  UuDoi  «n  buiten  Zntfao  «n  pnatdcnt  nn 
Oodqwitoenle  aWm  mt  bet  ^laatBefaap.  iJ> 
marig  TDONtaikder  vao  bet  fiaia  mm  Ortmja 
beeft  hq  iMi  «toifc  gnnened  in  óar  toeninalage 
twHten  4tt  Patnetten  en  Pnaq^tadaa  Eerat- 
gmcMmdeB  bMUen  ii  dan  twgiaiDe  te  Zattea  de 
OTCTbuH^  doch  Stndcrai,  aooak  bq  gewooDlglE 
genoemd  werd,  tndira»  beo  ia  17ë7.  Te  meer 
Bad  bg  «remml  <nn  ds  PatriotteB  te  lyden,  toen 
1796  de  «mriKHid   hteeen.      Suidena 


T  Zotlcnc^iMltt 
aldaar  oMfetloten.  Hq  weid  echter  op  tt^^  voe- 
ten oerteM  onder  da  Mobe,  <kt  bg  de  alad  niet 
xm  ywtÈtm.  Nietteante  htgtt  hfj  ach  nau  bet 
faoofdkwartier  tui  den  FVMaebco  gcncimil  Fom- 
damme  op  bet  boaa  ^  Voonf ',  laa  wien  b|j 
wgnoniiK  TBibeeg  ii«b  naai  ijja  ka^osd  te 
btfpeten.  Het  atedeMJk  beatnur,  Werovet  ootoTie- 
den,  d^iaardde  beïo,  waaaak  Suiderm  de  wqk 
BMi  ïMi  bet  kaatee)  BiiwelbeiB  M)  Weed.  Hen 
•telde  üu  een  aom  Tan  düiteiMf  geraden  dneatao 
op  4n  botdi  «enwgl  iq  -raar  riÜfd  oit  Oelder- 


Uaaid  weiden.  Tmehteiooa  trachtte  bg  d«  Prai- 
I,  bulp  te  Terienen 
.  dcM  m  1799  be- 
ifeot  ikh  seH'tè  be^an.  Op  dee  berochtoD  Oden 
Doodeodag  kwam  Bttiderat  met  een  aantal  wtm- 
wAenen  ïe  Winteiawyk  en  Ie  Bredafoort,  wa«  Mj 
een  pndamtiaToaTlaamidenpriDa  panOrmtj» 
en  bméA  gat,  dat  de  Proiaen  in  aMklo«ht  wa- 
ren, aoodat  weUm  de  ■woapere  orde  vaoi  MkeB 
werd  bent<id^  wat  aan  de  ngeieteaen  dot»  den 
FranadMo  «neiaal  -Gtrod  en  Trj^wètEigera  uit 
Anlicm  weMra  anders  bedm)  wwd.  De  premie 
op  bet  bootd  van  Suidenê  weid  toMt  oogmaals 
mtsefeoid.  Na  den  mie  Tan  Amiene  keenk  h^ 
hl  Mt  vaderland  terog  en  ircalngde  lieh  te  Znt- 
len.  In  lÖIl  weid  t^  beooMDd  tot  mdemMer 
te  Waawreld;  td  overleed  den  Tden  October  no 
dat  Janr. 

Huekeren,  Reüthardt  BemAortU  Willem  vm 
— ,  beer  van  Motmoatm,  «en  «oon  y»a  Svert.  den 
2SeteD  Mei  1791  gdmTeo,  «rad  in  dienat,  khm 
op  tot  den  rang  van  M^Rnant-geoeTaal  en  kdo- 
nó  van  een  regimeut  eanahne^  de  beroemde 
,J»iaten  ■><«  Hèéekefen",  w>evd  ooavnaadaet  Tan 
Zntha^  Wer  gooxemeai  nn  aMa  in  Vlaando- 
ven  en  voonittiR  van  het  boog  roibtaii  gerecbta- 
bof  en  overieed  d«a  29Bten  AÓriJ  1799,  —  2^ 
■Don  Bvert  WiOem,  faeei  «om  Motmuiaten,  ü  I7W 
geboren,  waa  gwwcaai  ma joof  en  oommandaDt 
TM  ZnUoi  en  omleed  in  1618;  agn  Mon  Robert 
Augiut  Jdolt  MmriU  Oord,  in  1760  geboren, 
wma  pagw  bg  Wiüem  V  ea  butonaiit  bg  £  garde, 
vertrok  met  dien  vorst  naar  EngieAuid,  nam  deel 
aa»  dan  iomj  m  Noord^tdlMtd  «o  I799I,  woon- 
de ale  hutenaot^olaoel  den  eb^  van  Wat«riM 
bq,  w«id  ■raraiecd  met  de  Uititaire  Wittemaorde 


3de  U&BH,  waa  daarna  ontTangei  te  Zntlen, 
werd  f>a  het  ovoilljden  van  inn  broeder  beei  va* 
MoleHeaUn  en  a«eileed  in  iSSd. 

Bteektren,  Jaeob  Derk  Oarü  nni  —,  heer  mm 
Boderloo,  LfeUtnberff  tn  Keil,  een  eoon  tbs 
JeaMer,  beer  «m  Jtoderloo,  den:  Sleten  OetntMT 
1740  geboren,  waa  acbtemeBrrolgena  i  ' 
ran  bet  eeeatdj^  renlaoDlit  BorookM 
van  de  Kamer  van  WüUm  IV,  bni  ^ 
caadsfaetr  in  het  Hof  Tan  GMderiand,  boigemeea- 
tec  fnn  Qroenloo,  «Igemwrdiede  naar  de  Stnten- 
OcoecwO,  Kd  van  dra  SmA  van  Stnln,  landdrost 
Tan  faet  giaafednp  Zntlen  va  opperstakneeater 
van  FiOem  V.  Hö  oreitoed  deo  tldeD  Job  1795. 

flasoterM,  Witltm  Bmdrik  Altttmder  Korel 
"   ■    '  ïe«,  een  «WO  Tan 


met  ajn  awager,  gnnf  em  Zwaden,  oonKmMaris 
voor  de  pTovuieie  OeUeilandv  Md  -mn  de  Tweede 
EMter  iW  8tnt(n^3«Der*al  an  vrigde  in  1936 
Mooeoklen  «rager  op  ak  gonteraeor  van  Qri- 
derlauA  Deie  betnUii^  nam  bq  waat  tot  in 
1846,  ■ontiiag  toen-  on  igii  venoek  eerTol  oot- 
elag  an  werd  benoemd  tot  miaMer  na  Staat  en 
giwttraie  der  Oide  van  den  NederlandMhen 
Leeow.  Hq  overleed  ep  ^n  kaateei  te  Roderioo 
den  «aten  'JoN  11647.  —  Zü  aooo  Jaeob  Dtrk 
Karel,  beer  «m  Watienaer,  Tmektl,  Netlelhortt 
eoa.  en  gehnwd  met  Maria  Oortulia,  gravin  van 
Wauenaer-Tieidul,  waa  Kd  van  de  Ëerete  Kv 
'     ester  Tan  komng'  Willem  llt  en 


men,  OM>«i 
overieed  in 


«en  xoon  Tan  Welravtm 


Beaekerai,  D«rk  Jan  « 
aeabiir;  e*  Bosfetuteya, 
Robtrl,  beer  «m  Barlkam  \ 
den  14den  Janoah  1742  véxma,  waa  kaonniiik 
nm  St.  Jan  be  Utreeht,  fid  van  de  SUten  dier 
provincie,  kwaatteneboat  van  Ooaterwük,  Kd  van 
de  etateo-Oeneisal  en  geiaat  aan  d«  Horen  van 
Spanie  (1778)  en  van  Raaland  (1780).  rq  «ver- 
leed ta  '1796.  ZSga  ovdsie  aoon  Ifatraveii  RoberI, 


meester  dar  stad  Uncbt,  fid  der  Oedqmteerde 
Stnlen  en  in  .1838  lid  van  de  Twi-ade  Kamer. 
Hg  waa  ridder  der  orde  t«d  den  NederltodadieD 
Leenw  en  oveitend  den  23atei^  Juli   1845. 

Heeekerai,  Evirl  Chrittiaan  Karet  Willem 
van  — ,  beer  voh  NetttÜtorit,  BaUngen  e»  Chot- 
ten,  een  aoon  van  Adolfh  Jam  Umutrik,  den 
SOaten  Avgnstoe  1744  gfWeev  beUeedde  de  be- 
tretkingen  van  gedepQteerde  van  bet  graaMhap, 
bi^mDeeatet  ran  OioenAoo  en  LotAtem  at  afga- 


de  AdminWeiteD  van  de  Haaa  en  vsn  Ametei^ 
dam  en  naar  <de  Staten-Oeoeraal.  Boswel  een 
TooTStander  van  bet  Hna  vm  Onmja,  aoodat  bj) 
in  1795  1^  anMen  en  goederen  vóiooiv  nam 
hji  lodi  e«en  ded  aan  de  pogingen  van  Satdirat 
om  «en  opstand  te  beweifeien,  maar  leefde  ■ari>lpe- 
tooa  gednreade  de  Bataafeche  RepMiA.  en  bet 
Konakiqk  Hdland.  Na  da  Restanratie  wenl  hg 
lid  der  lidderaAap  ea  IVovintiale  Staten  van 
Geldeiland  en  <n«rleed  den  lOden  September 
1S16.  —  Zgn  ontate  100I^  Adotf  Jaeob  ilendrik 
WüUm,  beer  nm  BaHngen,  den  14deD  Jwü  1781 
op  den  huiie  Nettdhorat  geboren,  atodeerde  te 
Deventer  en  te  Utzeebt  in  de  recbten,  beUeedde 


DigilizedbyGoOglC 


•oótmAMea  mbitBriSu  itetnUingeD  beMprwn 


i  DDTtedu)  < 


«enige  rknpn  bn  de  Dartedie  Orde,  bal^ 
Utrètiit,  en  orerleed  m  <i»D:  hone  Zw&oentiurg 
bö  Oe&dnDgen  den  leden  Junj  1357.  —  Een 
udere  zoon,  Pü(«r  Reinkardl  Johan  Wildt.  heer 
MK  Markultett,  ia  1785  eeboren,  wu  U^'\^«T- 
töd  eoottolew  dei  bctaohngcn,  tioigoDeeeter,  w- 
«leUnt  «I  Dotaiïa  te  Biti«rgeii,  sdioo)opxie»er, 
adj«iaMM>ii1>Natei,  lid  der  PMmocMe  Staten  en 
wumeowaï)  distrkto-ecaiHinsauie  na  Boneoloo. 
H^  orerleMl  dm  ISdes  JuHuui  ldS5. 

Heeekereii,  Evert  Frederik  mm  — ,  hwir  van 
SngkitiMn  en  Bevrte,  een  zoom  van  Jaeob  Adolt, 
beer  «n  EngkutMH,  Beurie,  Cloew  en  Langen, 
werd  «teo  23ateD  DeOMnber  1T5S  geiKn«n,  tr«d  in 
BiSitsirein  dienat  en  Uotn  <V  lot  den  nmg  van 
mjoor  der  «knloM.  In  17S3  iM«<d  h^  HA  der 
riddendnp  <muii  de  graafediap  Zntfen  en  afge- 
vurdsd  mar  de  meaderiog  der  Stat«n-Qene- 
rML  ID  1737  4>eide  hq  eeiet  oTer  tot  de  put^ 
der  PatrioUen,  doeb  iftM^  lidi  weUra  b|j  de 
Ptiiugeunden.  ^  waa  m  '1795  Toonitter  Aei 
Staten,  vwgeieMe  den  Stadhonder  naar  de  pink, 


terug  en  werd  Kd  na  bet  dmsrtenientaal  be~ 
itoor  na  OeUerhod  es  onder  tonnig  Lodew^k 
M  TM  den  Steatoraad.  In  1614  benwonde  hjj  tot 
de  noUMeo,  die  de  groKkwet  bielpen  aanDeraen, 
weed  lid  der  liddnradMp  en  der  Prorineiade 
fltaten  van  OeUeduid,  in  1dI6  Kd  mn  d«  Bente 
Kamer  en  oreiteedden  13den  Jioaad  IS»I.  Z^n 
xna  Hendrik  Jaeob  Karel,  heer  van  Enghuiun, 
BearM,  Beveneaard  en  Odfk,  in  1785  ^iHboren. 
tnd  in  mHftaïien  daenst,  «u  in  1816  luitenant- 
kolmd  bjj  de  ee.TaIerïe  en  adjodaitt  tod  kondog 
Witlewi  I  en  nitn  toen  afc  x«dMne  zvn  ontekf?, 
waama  téj  -na  1846  tot  1961  Ud  wae  Tan  ds 
Eente  Kamer;  een  aodere  «mn,  Jaeob  Dirk  Bore- 
kardt  Anne,  lieer  van  Bevervoord,  'm  1793  ge- 
boien,  wM  eerrt  ^emnt  te  St.  Peterebnrg  en  la- 
ter te  Weenen. 

Beeekeren,  Ludolph  frederik  HendrA  van  — , 
beer  pan  Walièn  en  Kemnade,  een  aooo  Tan  Eeerf 
LtuMph,  den  13den  JioK  1758  gcÉMTeo,  ««s  in 
1795  de  eeniffe  Tan  iq^  (ledaeht.  die  tot  4g 
Toorstaoden  der  TeTolntK  behoorde.  Hij  weid 
ptOTieiopecl  repreaentant  ra»  bet  volk  te  ZirtJen, 
doeh  oredeed  den  laten  Jaaoarf  1796.  —  Zifo 
won  Evert  Ladojpft,  den  SOeten  Nortniber  1785 
te  ZatSen  g>éboren,  etodeeiide  «n  praaoreeide  in 
de  reenten,  weed  ecbq>en  <Tan  Zntlem  beileedkle 
eenige  recjiteri^e  tMtrehkingen,  wee«  het  aan- 
loek  om  te  Huderw^fk,  later  te  OrooingeD  bet 
leeraaraamU  te  aanurdeik,  yto  de  hand.  T«r- 
troi  in  19S)Ï  Ma  raad-fiecattl  noei  Suiineme, 
werd  er  in  1838  procnrewr-geneTaal,  tn  1881  gcu- 
Temenrfeoeraal  en  OYerieed.  op  de  tern^rieie 
naar  bet  moederland,  den  'I5den  Juni  1838  op 
Cniafao.  een  twieeta}  zonen  nahtende. 

Beaokflran,  Qeorge»  CharUt  d'Anthit,  b«- 
loo  van,  een  FVsoHJh  difAomaat.  (hn  5den  Fe- 
braani  18^2  te  Cdmar  geboren,  heette  oorepran- 
kelgk  tTAnlhia  en  was  de  toon  Tan  een  rj^en 
groodbeirtter  in  de  nab^bud  van  Coltnar.  In 
1890  vet^nride  h§  ïijn  oom,  den  Toret  fob  Hati- 
ftid,  naar  8t  Pelerabnig  an  werd  daar  na  twee 
Jaar  he"rMderd  tot  rümeeater  bjj  de  gatde.  Door 


ban»  nm  Beeekeren,  den  NedeiiaDdacben  gesut 
aldaar,  werd  h^  ak  zoon  Baogenatnen,  aanvaard- 
de diene  luam  en  trad  in  het  frawdijk  met  een 
meter  ram  den  Rnasüdwn  (Iinli1«t  Pusehkin,  dieo 
hÜ  beleedipk  en  in  esn  tweegevecht  doodde. 
Dienten^erèige  moeet  h^  naar  Fruiliqjli  te«^- 
keeren.  Bier  werd  hj  iLid  vad  den  geoeralen  raad 
van  bet  deputemecrt  iraadleQ%«t-Rtiiaenna<d« 
Febnisri-enrwenteling  van  1848lidTandeCoD*ti- 
tnaote  en  bet  Werte^nd  licÉMam,  waar  hq  lieh 
bg  de  iDeerd«i!wia  wegde  em  Lodew^k  Napo- 
leon Mukvateunde.  In  1853  wend  hij  senator  en 
vwTolgent  etaatBra«d..'HQ  belastte  zioh  meernta- 
len  met  geheime  lendingen.  Na  1870  e<kter  keer- 
de hg  tot  bat  ambteJooe  leren  tenig.  Hij  overieed 
den  Iden  Deeeanber  1875  te  Sul;  in  Óm  Eibai. 

Heads  IVB  de  rnwe  <WaeT«Kfa,  die  door  bet 
bekelen  en  swiineten  van  bet  vlas  van  de  rgneie 
en  sterkere  veaua  worden  atgezonderd.  Er  kan 
grof  guen  van  worden  ^eCDOiuiea,  dat  tot  ver- 
vaardsging  taa  lah-  en  MUinoen  k«n  dienen, 
terwgl  zQ  verder  kan  WMOen  gébpuikt  «ds  grond' 
atof  ivooi  {Mfiierfifcneage.  Ook  kan  i^  het  op 
orereenkonuttg*  wgxe  verkiegeo  atial  van  beo- 
Heek,  Oem'l  Jan  van,  den  9den  November 
1887  te  Jkwebede  geboren,  wae  een  der  meest 
bekende  figuren  oit  de  TwemteCbe  imtustrie.  Na 
genoten  ^mnasiaal  «odemr^  te  Deventer,  be- 
locbt  fajj  óe  weehdioot  te  MKMheicn  en  was  ver- 
rolgcna  pmetiarii  weifaaam  in  de  waetiodnstrje 
van  LaneMfaire.  E^  r'Kbttie  in  1859  met  iqQ 
twee  bmedera  te  Ëneebede  de  firma  van  Beek  cf 
Co.  op  en  daamaaet  in  1899  de  firma  O.  J.  «m 
Reeft  é  Zonen;  óoai  deie  beide  finnn'B  worden 
teitielfabneken  gefliptoiteerd.  Dtoft  z\j  den  dnrf 
ondemunaqeweeat  ven  O.  J.  van  Beek  hrb- 


ben  4e  htttiAea  üoer  fiima's  in  den  Imp  der 
oitincidinK  veikregen  en  de  produc- 
ten   dër   fat»4eteit  beSben  ban   weg  gevomlea 


jaren  grooten 


bÖna  alle  <weneeeAe  minkteit  van  beteeke- 
nie.  Van  Heek  wm  "nm  '18fW  tot  1895  lid  der 
Provineiale  Staten  van  Overöad  «n  van  ]89S  tot 
1904  lid  der  Eerate  Kamer;  hij  overleed  den 
28eten  Deeentber  1915. 

Heelal  ie  al  wat  beetaat,  de  ooeiitdige  mün- 
te  met  aliee  wat  zg  bevat.  Daarin  beween  neh 
de  flterrenstelseU  van  rerediillenden  rang.  De 
maai)  beweegt  aitii  om  de  aaide,  de  aarde  met 
de  overige  planeten  van  ona  womeefrfad  om  oa«o 
wa;  de  zon  met  de  Todkwegsterrai  vermoedelifk 
om  Halcjone,  een  ster  van  het  Zerengeeien»**, 
of  om  een  gemeenerfiaiipeBjk  iwaartepuot;  dat 
melkwiegetdsel  met  andere,  die  zidi  ia  de  ge- 
daante van  nev^lekken  aan  ons  oog  vertoonen, 
vemMedeJ^jk  weder  om  een  gemeeiwdhaipixiiik 
ïwaartapunt  eni.  Hier  etaan  wü  aan  de  grenzen 
van  het  gdbied  der  waaTnemiofg.  dooh  (Ëe  van 
bet  heelal  z|}n  ons  onbrtend  Niiet  gebe«j  ten 
onrei^te  ie  wel  eens  gesegd:  Het  Heelal  ia  een 
bo).  waarvan  het  middalpunt  overal  en  de  opper- 
vlakte nergens  is.  On>tr«nt  n}D  ODtFtaaar  aie  het 
artikH  JTonnairettta. 

Heelbeen  (BóhtUum  L.)  is  de  naaim  van 
een  plantengeelaehl  uit  de  laenËe  der  Muarach- 
tigeo  (CaryopKyllact^a).  Het  onderacheidt  lieh 
door  5  kelkbladeieg),  5  setsode  UoecnUaderen, 
3—5  (zelden  10)  meeUiaden,  S  at^len,  een  eerai 


DigilizedbyGoOglC 


6-t(Utdige,  da&in&  6-Uef)frige  ioo&mèb/t  «d  xa- 
den,  <M  au  <k  hóU»  zQde  gerieufd  en  &u  de 
JkoBe  >öd«  {KJOfU  zgn.  In  «»  lufd  groeut  ff. 
tMNMIalum  II,  met  eindelLi^Bcfae  bkiemraiBiiQeD 
en  opg«ridite  stMeete. 

Hselfeiinde  (ekintrgie}  n  «hut  gedecite  der 
2<BDee^nde  (lie  aldur),  <utt  ncfa  iroagei  hoold- 
mkeigb  mrt  de  b^utdcllii^  'van  looaenBamde  nit- 
«eodiee  mckterenOhviiBelen  beiig  SiM,  en  dut 
dme  meestal  in  den  voinn  na  wonden  q>ti«dai, 
ook  w«]  aangehad  w«nl  flte  MondAeettiM«t,  Het 
is  UuHH  niet  oteei  nMgel^,  «dterpe  gremen  t« 
trelilkea  tussdien  de  be«Jtonde  ca  de  geocedtuo- 
de,  daar  de  eerste  tn  txaxm  tqd,  wow^  op  die 
in-  ala  nibwenidlLge  otganen  bMfUAsine  vtodt.  Het 
kenmeriende  van  de  heeJdniDde  is,  &t  zq  yooral 
tot  mecfaowch  ireifonde  mtddehm  büi  toe- 
itudrt  neemt,  hetzij  manipulatie»,  heizy  toeslel- 
Icn  en  verbanden,  hetadj  operatie*.  Reeds  Egyptj- 
•cèe  «iiimgen  Toerdert  hij  -veldtoditegi  amfHtta- 
tite  nét  en  uidere  gioote  ofteiAtieB  en  er  be- 
staat een  lodisdi  ireik  „AjtnTeda  of  Boei  der 
Levenskevuiis"  laa  Susmlas,  dat,  naar  bet  heeb, 
luim  'lOOO  iutr  TÖÓr  Obr.  geecbranen  irord  en 
waaiin  de  winirgie  reedia  veel  verder  gebrachl 
was.  In  Oriekenlaod  Uoeide  iq  reeds  tüdene 
Bifpokrateê  (460—371),  TOont  op  't  gctded  van 
.  beenlKeukAa  en  ontnriditiÉngea  veid  uitstekend 
weik  Teniebt. 

Wegene  sebrd  aan  onüeedknndige  ïemüs 
durtdm  de  neeimeeetas  des  Ou<&Bid  lïeb  geen 
bekiDgTgie  k-oriHlJbewericiiigen  TeroorHoven.  Dit 
werd  beter,  toen  in  de  dagen  van  Arülotele»  de 
(Mtleedjiuivde  —  vooraj  te  AileiandnE  —  dcge^j- 
ke  beoefenaars  begtm  ite  telten.  Nu  b^n  mea 
met  meer  zdifveitrouwen  bet  mee  te  hanteerai 
en  de  lüders  door  .ve:b*nden  en  weijituigen  van 
ailerlet  kwalen  te  geiKien.  Niet  alle  artsen  be- 
zsrten  daartoe  de  ^esctnfctbeid^  zoodot  men  ben 
wekka  verdecèdc  lo  theraveuten  {gcnee^eeren) 
en  chirurgen  (heefaieeeteTs).  Wèl  werd  de  faeel- 
fcandie  te  Alexaodrii  met  eioooes  beoefend,  doch 
van  de  g«acluiften  der  aióaaa  gvrestigde  ohlivr- 
gieo,  «xük  PkHoxenui,  Oeorgiat,  Soalratue,  Ut' 
Ton,  ApoUonitie,  Ammonitu,  Tryphtm,  MegM^ 
AniyUut,  Phüogrita  enz.  qJD  eoiel  eeoige  uit- 
trekscis  en  [lagmenten  o^eigeblevei),  wette  door 
Celttu,  Oaienug,  Aëliui,  Paului  van  Ae^ina  en 
Oribatitu  weiden  medegedeeid.  Hat  stdihnt,  dat 
de  RomeöMin,  In  weerwil  Tan  bon  vewiddige 
oontogeo^  weinig  ter  berordMiin^  der  beeftunie 
bebbea  gedaan.  Arehagalut,  die  de  Qrkksdie 
küuwt  ovectracbt  naar  Bonte,  imtving  er  den 
aaesn  vva  eamÜKe  (btul);  hoogai  dan  deoe  etcHul 
Osbiis,  in  de  eerste  eeuw  aafAnstOB.  BjjdeAia- 
bièren  veifainderden  godedieiietjge  vooiooideekn 
de  ontwiUeKne  der  apeiaüMne  hedkonde,  nodat 
buDoe  geeehinlleii  daaronktMot  enkel  mededee- 
ien,  wat  lij  Tsai  de  Orieken  badden  geleerd.  Zjj 
warCT  ecbt^  de  overbrengers  vsin  oe  BooKdn' 
sdie  ibeechavSog  naar  We^Buropa  (Spanje)  en 
werkten  in  jdaftts  van  met  ^et  lnu>  verboden  mee 
met  bet  gloeiend  ijief.  Ken  der  TOarDasnnte 
Anbisdte  Ohirurgen  was  Avieenna  (980 — 1037). 

Oednreiide  de  Hidddeeuncn  weid  de  bed- 
kunde  evenals  zoo  memge  sndeie  tsk  vam  wotea- 
sehap  meer  en  meer  rrerwaarloosd.  Sleebte  mon- 
niken en  Jodei4  de  eenige  vetiegeoiwoorddgen 


der  geneeAnitde  in  dK  dagen,  vooito  loaifeei' 
leode  ibtadentrekkers,  bpenkannder^  nnrbnrlknn 
digen  eni.  wia^n  ach  tÊXt  behuigr^e  konst- 
bewerkingen.  Ike  leiiende  kwak2di?ers  overtuig' 
den  d«a  boa  maiiitfiaibKek  vaak  -van  iun  kuo& 
door  den  aan  boold^jjn  Ijjdenden  patünt  een  kei 
uit  bet  booJd  te8ni}deii,oteeDwerm.Negiii  de 
17de  eeuw  hadden  dMmaikt-daktofeogrootCBb)»- 
loop.  De  geringere  ci>esaitMS,  looals  koppoi  at  ader- 
kten,  weiden  toevMiBovwd  wa  bacMoothooden 
en  btanfecbeerdeaa,  welke  men  ala  hsoüsiweDS 
dei  geneeatoDdsgen  beedioawde.  DJe  haixHan- 
gers  socbten  sidi  wddra  tot  den  rMU  van  kU- 
stsodige  beefateesteie  te  vwbeflen.  m  den  t^d 
der  Arabieren  kwam  de  wetenschappelijke  etaintr- 
rae  tot  Moei  in  Salemo  (Z.-iltatii),  voorsi  eodet 
Roger  van  Parma  (±  1200),  ktUtr,  in  ds  13de 
eeuw,  o^  snderc  Itatiaaoscbe  omveisitaiten,  vaa- 
wsar  lu  naar  Frsnkr^  orergc^racbt  wad. 
Reeds  in  1872  ODtstood  het  Coflegr:  vsn  CSsmr- 
een  te  Parijs,  hetwelk  door  de  toetrecBog  van 
lanfranchi  (1295)  een  belsagi-gken  stom  ooA- 
viüg  en  aan  Frsóiknjk  den  roem  beooigde  van 
bet  'nulei4sDd  der  beeikaode  te  iga.  Het  gtbniifc 
der  vwirwaoens  gaf  aan  de  bebaodfltng  der  won- 
den een  andere  lüblnig,  ta  'voonl  de  toeneoMn- 
de  «tudóe  der  anatomie  kwam  aso  da  beelkonds 
ten  goede.  Tot  de  vertegeDwoonfigers  der  ehi- 
nu|l«e  kn  Frankrgk  behooren  vooisl  Oug  <te 
Chauliae  (1863),  ParÉ  flölT— 1&90),  Quiüememi 
(15S0— I6I2),  Oarengeot  (1088—1759).  de  la 
Motte  (lö&S— 1706),  Morand  (Iti97-'1773),  Que», 
nay  (1694—1774),  toui»  (1723-1792),  Peiit, 
Ledran  enz.  De  groot»  vooitritgang  dateert  van 
de  meer  wetenecha^I^e  beoefend  ng  der  ontleed- 
knnde  in  de  16de  eeuw,  waaiaan  vooral  de 
Nederlsoder  Fataliu»  den  stoot  gaf,  terwgl  ock 
de  uitivrDdMie  van.  het  bodiruit  er  toe  meaweit- 
te  4oot  de  oebaadeUng  der  scbotwotiden;  Bo- 
lallo  gaf  dsarorer  in  1597  een  boek  oi^  wsoira 
de  nog  thans  gebnakelöhe  trefiMiatie^iastnimen- 
ten  nitetdend  a&ebeeld  staan.  Op  betieUds  ter- 
i«io  bracbt  i4mt^oiss  Pari  reedit  iete  vroeger 
met  de  oodMbindiag  "na  s«woade  bloedvaten 
een  gebe^n  omkeer.  lo  1731  werd  ia  Par^s 
een  feetstwil  voor  dunugde  ofigedeht,  die  bjjna 
een  eenvw  lang  de  leiiËDg  tod  ran  de  ËnrofMeecbe 
dunugie;  aan  die  acaiksnde  werd  Deeault  [I74i 
— 1755)  de  groDdliegg«r  der  omUeedkuodige  heed- 
konk^  die  aoh  vervolgeae  tot  de  hoogte  eener 
wietenéebap  vetbief.  t>e  aanbtnideads  oorlogen 
der  Qroole  Bevohitie  droegen  niet  weinig  bq  tot 
de  verdere  oatwAkeUng  d«r  Itedkunde,  welke  in 
Frankrijk  een  bero«nden  naam  edionk  aan  Sa- 
batier,  Perey,  Boyer,  Delpeeh,  Lorrey  en  voorst 
aan  Dupuytren. 

1d  UaHB,  de  Ibskenmat  der  oiodenK  weten- 
BCfaop,  kon  de  heetkonde  geen  ^Igken  tred 
bouden  met  de  dunirgie  in  FiaiArgk.  Ook  dsar 
ed)ter  ontbreekt  bert  op  dt1  gebied  eeensiiM  aan 
beroemde  nunen;  zoobéb  die  van  Soiiceto  (1470), 
Cerlala  (1480).  in  de  10de  eeuw  Firao,  Benivif 
ni.  Maggi,  de  flomonis,  Perri,  Fido,  Vidiut^  della 
Qroce,  Tagliaeom  en  vooral  vtin  Fabriau»  ab 
Aqvapendenie.  In  de  17de  eenw  hebben  de  Ita- 
Uanen  weiaög  voor  den  bloei  der  beeJkande  ge- 
daai»,  maai  des  te  mera  ia  de  >18de,  toen  MM- 
nelli  (1702— 17&4>,  de  beide  Nannoni  te  Pkwen- 


DigilizedbyGoOglC 


«e.  PotfiMS,  Bttramii  (I72S— 1165),  Ftajani 
(178S)  te  Boma,  Pahtta  (1190)  4«  HiUan,  Ai- 
nfnn  (175&— 1640),  Vaeea  BerUngkUri  en  toot- 
i4  Scana  (1747 — 16S2)  gimrtta  ncm  ?«Twi«rTeiL 
b  EwelMM)  «Dtirwfcta  eerat  bat  ^  Maii«- 
■tdliiig  IS  ée  wetenidiapjMlqke  hMftaoile.  Tot 
de  TOOTtitiMSkit  düriKgen  tu  <l»t  laad  be- 
boovden  rooaTCheMiden  {1688-17&2).  ai«<ky>r 
BD  heriing  Sharv,  Tooita  óoot  Jfonro,  FM, 
WiUwm  en  John  Bwler,  BeU,  Alonton,  Keale, 
Piartm,  EarU,  Aberntiky,  Latto,  e.  a.  werd  op- 
een^ in  <k  '19cfe  eeuw  sohdtteran  of)  dait  e«- 
bied  óe  ovnen  tui  Home,  Ltnereitce,  Ney,  Ch. 
Bel^  Hodgaon,  Traven,  Howtkip,  S.  Cooper  en 
Twnl  *Mi  Atlteg  Cooper. 

De  ontwAMing  dei  hedknwle  is  ia  Kveden 
en  DcBeourken  *«tboodKD  met  <te  auaa 
Aertl  en  CaUiien.  —  In  IhutuHi  is  zö  ui^enote 
DitehiiteM]  door  DnitsdM  gtjeeiden  l)evord«r<£ 
Van  BMM  bduK  ü  de  gnehüedemB  der  heel- 
koade  in  de  lM«fludeii,  wa«r  zij  in  de  17de 
MBir  iiitaD<M»t«Dde  booeJoiMN  tomI  in  Barbelie, 
Pallgn,  Bbmearo,  Solingeit,  «on  Boom^  in  de 
Iflde  ÏD  Cmnftr,  Sandifort  tva.,  —  terwifl  io  de 
19de  »h  beoefuwuB  dei  pra^tiMhe  <ninii^« 
de  boorieerMen  Ranke  te  QtoiéDgen,  vm  lUr- 
«m  Ie  Leiden,  Wurfbeitt  te  AmstenlNi]  en  f ele 
mieren  met  lof  mnèea  TeniHU,  ieiwQl  ab  ooe- 
beelkiiadig«  de  boo^eeiaar  Dond»r»  te  U-lrecnt 
een  Bnropeeselie  Temuwi'dwid  T«cirieTl,  niene 
ieefüaMQ  ttieBe  met  «icoeB  um  de  T«rachiUen- 
de  ÏMnbrndBObe  faooRew:lic4eD  weriiiMn)  zij», 
Ia  IhiitaddAnd  UedF  de  bedknode  )hw  ly 
die  Ttit  HMÏere  lasdeD  4ebt«r.  De  «etete  boog- 
ketasr  dte  et  beeUcnndim  teeaen  nf,  «m  £ö- 
fwtt  R«üter  (loas— 1758)  te  BetanstAdt.  Na 
hem  Tt^en  Plabter  en  Qünx  t«  I«ipiig,  Mmi- 
ehal  Ie  Tnbiqgen,  KalUehmüil  te  Jena,  SieboU 
te  WSnbwg  en  TOoral  A.  O.  RiehUr  te  OMtiD- 
sen.  Na  den  ZeTeaikrif^  Ooi4og  geloeide  men 
MbiwEte  MO  matiniie  beelkaiidigen,  en  deee 
«eidra  »  Ooal«a>rök  grronnd  door  BrambiUa, 
HwMtotwfar  en  Pknet,  in  Pnitnn  door  EUer, 
5«korW!AmiUl,  flenAsl,  fiiJffiwr,  Sekmueker,  The- 
deit  en  JfurtHino.  Eerst  Mei  legde  men  neb 
meei  algemeen  toe  op  de  beeftonde. 

Sedert  de  oorlogen  tod  tfapolam  I  voraode 
lidi  in  ^M^u^  D»  Dufuutren  een  reeks  Tan 
aitctflk«D(te  <lifiwg«ii,  200aM  Luhme,  Quirin, 
Sédittot,  Malgaigite,  Boim,  Velpeau,  Nilatitm,  en 
Cka$ia%ffnae.  —  In  Engttaoa  vrad  na  A$tleg 
Cooper  de  heAnnde  Twtegenwoardigd  door 
LUtom,  Firmuton,  Outkriê,  Datiu,  Britten 
eni.  —  In  DmtMUaod  tood  ig  nMek«nde  be- 
oefuuMTO  in  AmI  (117^-1840),  Ordfe  (1787— 
1640),  Frieke,  Wdlker  (1'»S-'1849),  WtUtman, 
Laitgeitbeek,  Cheliu$,  Tettor,  BUuiut  tut.  Zü 
mmdBn  «en  groot  Mutftl  mtnniDtende  leeriin- 


„  1  Stromeper,  Heufelder, 
Sekttk,  Brmu,  Ried,  Wemher,  Bardeleben  en 
Koter,  DeK  yootai  waren  beoef«oaacB  der  ana- 
lomiteke  ekinirgie.  IneoDdeiibeid  waarBChuwden 
ly  tegen  eeo  roekekioa  gebroik  Tan  bet  mw, 
«MI  de  natnar  in  «taot  k  geaenng  te  far«ngen, 
alimede  teg«a  bet  i»»oodig  afsetten  tui  tode- 
maloi,    weahalre   bon   leer    den  mum   (mtvJDg 


TOIDE.  131 

TUI  eoniarmdiwe  .ekmirgie.  Jft,  Texlor  en  Slro- 
meper  toonden  dooi  TOOiftieeMen  ton,  dat  bet 
dikwqle  ToUoende  was,  een  nek  Ibtm  dooi  le- 
secüe  te  Terwödeieiv  sónder  dat  men  tol  antpa- 
tatie  vao  bet  ^dMék  Hd  bdkoefde  over  te  gaaji. 
Ook  wwd  dooi  LaHgenbeek  de  oeUopbaliek  ia 
toep««sing  g^lausbt,  oBxaeVA  on  door  een  knust- 
matig  «i«^«»«n^n  yaa  het  beenvliea  oieuwe 
beenMUstandigbeid  Toort  te  Ibrengen.  Ook  in  zie- 
ke (rf  gewouoe  ctwriebteD  werd  door  Langen- 
beek  de  reseetie  net  eerst  met  aueees  toegepast, 
teiwnl  bg,  erenals  zïjn  leermeester  Dieffenbaeh 
oob  den  stoot  geï  aaa  de  i^aatMehe  operaties,  i. 
w.  I.  bet  TerraD^n  Tas  defecten  van  oogleden,  . 
neus,  waiKg  enz.  DauiMMt  tiaait  de  treJuplaivta- 
iio.  bet  <n«ibfei^D  Tm  geoomde  butd  op  slecht 
^enesende  woodeit,  wasno  >i<b  vooral  Reverdm 
Ui  Q«aim  en  Thiertek  'm  Leipvg  ver^Uenetelgk 
maakten.  Tan  de  tali^ke  andere  Tordemigen  mo- 
gen bier  nog  genoeiDd  wttiden:  de  galvanoeaTi- 
etiek  t«gei>  Uoediagcn,  de  onderfmidBche  peet- 
dooranjjcBDgon  bg  veibommingen,  de  Teiinjze- 
Hng  vao  Mnawteen  in  de  bkma  xH  (lHhotriftie), 
de  ndoperaties  op  geleide  Tan  den  keelsptegu, 
de  toepMBOg  dei  ÏUhitBeiMibalen  voot  de  e^imr- 
gisdke  djagnoae,  de  raoiumbehadidetiiig  eni. 
Vooral  Taa  de  grootate  beteefcenie   voor   de 


tonpMwitg  Tan  p ijn stillen- 
oosmakende  middelen, 


door  ontdekking  der  cittreAin^  na  aethei-  i 
ehloiolormmardeÉDSoigen^  eooalnanapiötiaBeo  ena. 
Ook  bebben  de  ervaringen  op  bet  gebied  dei 
hiAnnde  aanieidiiig  gegeren  tot  «en  uiitge|>reide 
hervonoing  dei  mihtaiie  ehaniMrie,  waarom- 
tient  in  1863  op  «en  congret  te  OeoiTe  boogat 
mensddknende  wfta^nsen  ign  Taa(|^teld.  (Zie 
Qenève,  Conventie  vanj.  Tot  de  giootate  vorde- 
ringen  der  beelfamde  n  de  laatèïe  brfve  eeinr 
bebooien  oDgietwjjfeld  -dt  betere  iorkhting  dei 
hospitalen  aedert  den  Amerikaanachen  bnr- 
gerooilog,  vraudooi  de  «ODdkoorte  graotendeeJIs 
verdween,  en  de  toepaeaiag  det  antise^ti- 
aebe  woadbebaadeliop  sedert  Lufer 
(lie  aldaar).  Ja  dan  joogsten  t^  wordt  de  onfi- 
seuM  Tenrangen  door  óa  tuepeu  (zie  aidaai).. 

Het  is  moeielijk,  bet  -weteneebappeiqk  gebied 
dei  beelknnde  met  namiienrigheód  af  te  bake- 
D».  Uen  yefdeett  baar  bwddnfa4ök  in  de  ehi- 
Twgiteke  naUefeer  (pattiologie)  en  de  (AirurgMu 
keakmut  (tbwapie).  Evatgcnoemde  bemoeit  lieh 
met  de  knaat  Tan  M^snocim  (dtagnoee)  en  met 
bet  bepale»  dei  ehinugiMbe  ongeateldbeden.  De 
diimigisefae  beelkmMt  atrefct  «di  vH  otei  de 
beelkimdiee  arteenijen  (nateria  nudiea  ekirurgi- 
ea),  orei  de  leer  der  •mbetiiea  (deemologie),  oei 
inetrvmenten  (akotogie)  en  dec  fcauatbewerkiageD 
(akiouTgie).  lo  de  Met  der  knnatbewerkingen  on- 
deisebeidt  men  bioedi^  en  onbloedige,  EMianede 
kleinere  operaliën,  zoous  4e  snede,  dot  naad,  het 
afbinden,  het  kofpen,  het  aderiatob,  het  zetten 
T&D  bloedzoigero,  de  eaiat«iiEat)e,  de  ecnpwo- 
tnur,  bet  inBnten  eni.,  —  eü  de  gooiere,  zoo- 
ale  ampntatde,  eiarticulati«,  reaeotie,  Ij^aoatie 
enz,  —  Dat  gedeelte  der  beélciinide,  hetwe^  zidi 
bejpert,  nrisTonningen  van  bet  meoecb^liflt  li- 
f^sojD  te  beisteUen,  draagt  den  naam  veoi  pheli' 
aehe  ehirurgie  of  anaftaitiek.  Hiertoe  behoort 
t^v.  de  TPniHogTBnlip|Kn,oog>edei^aeuBenenz. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HBEILKUTIIDE — KEEMSOUÜT. 


ijUfraamr:  neuourger,  ueeeoieinv  oer  meoi- 
BD  (B«rli|ii  1906);  OvrU,  G«gohIchte  dei  OMror- 
«Ml  md  itirer  AwOimw  (Bertdft  1698,  3  dlo.); 
Tülmantii,  Bnódert  JtliK  CUtuikw  (Leipiig 
_ " '  iBgBdie  P-**— - 

.      .  ,      mo  1906).  - 

bert,  héaboA  «Mr  meiieUto  Ofairni^e  {5ée  dnA 
W«enen  18^^1898,  2  dln.;  opni«uw  b«««tkt 
door  Hoehenegg,  iWM—<l9Q9y,  „ËUEjUt^Uie 
der  gcmmteii  CÏunirgie"  {no  Kfxher  en  Quer- 
voin,  Leipzie  190)  t.t.);  ffarhnanii  el  Leeètie, 
Tr«ité  de  MédeeiM  opéraÜTe  et  de  Itiérapea- 
tique  ehiruT^oite  (Piqjs  1902  t.t.). 

Heala  ot  Helu,  Jan  van,  «ag«nlgk  van  Hte- 
A  Mm  I;e«tiwe.  naai  bet  Bn- 
r  Iqj  m  «en  klooster  kefde, 
beiong  in  Nedahndetii  dicht  den  dag  -na  Woe- 
ringen  (lie  aUau).  dien  fag  m  1286  bad  bög«- 
«mond.  Ben  4dtt)idc»el  nn  igo  gedicht  weid  in 
1641  door  H.  O.  wm  Dongtlberghe  ta  lAtijmdw 
lenen  iiitge««ten  en  Mer  in  NedeikodM^  prou 
oTMi^eset.  Toen  t^dena  onie  TeMenisMig  met 
BelgiS  koning  Wiüem  I  een  «otnmiaaie  benoemde 
tot  bet  uitgeTCD  t&d  «ndffscbeidaK  handBchril- 
ten,  die  bebekbing  hMhten  cf  de  Vaderlukdedie 
gMdiwdeDia,  droeg  iteoe  «omnriaide  de  uatgave 
TU  bet  getUdtt  tcd  vom  tfedu  op  au  J.  f.  WO- 
leina,  di«  bet  in  1836  in  bet  Kcht  deed  Tenchq- 
oeD  onder  dn  *\Ui  .Jan  nn  Heeh.  RgndtroiHik 
betielfsnde  deo  «lag  Tan  Woenngen,  met  onhel- 
denogen  «n  uatMJccmoMn."  Ook  *m  fl$ii  heeft 
,J^t«t-  «n  ^escbtedknndige  aantekeningen"  ge- 
maakt op  «M  iniM^  welke  dmr  Kroon  en 
ionekUost  i»  IMO  nHgcgeren  igo.  De  hM  d« 
kvMiick  JB  Jm  i,  hertog  n»  Brabant.  In  bet  «m- 
ate  der  2  iboeken  wonlt  de  jeugd  van  d«n  hertog 
en  de  aanhidiiig  bot  éea  «orh^,  en  in  het  2de 
de  ^ag  mH  Toorgeelekl.  De  dichter  was  vennoe- 
delgk  een  henuit  T»n  deil  bertog;  Iq  droeg  zvn 
verten  <^  aas  Margartlha  van  Engebmcl,  de  ver- 
lo(M«  Tan  's  beotoge  bood. 

H0eiD,  Jon  Davidtmon  de,  een  Nederlaadfch 
sdiBder,  w«nl  m  1606  te  Utrecht  geboien  «n 
orerteed  te  Aobweipen  in  1663  «f  1684,  H*^  waa 
een  feeitiag  >rBi)  inn  (raden,  Dmid  de  Heem  den 
Oude,  en  weiUe  daaiu  van  1428  tot  r1632  te 
Lelden.  Veirolgene  fertiffde  hg  zitb  te  Antivei- 

Een,  wur  fa|j  met  aiitaonaenfig  van  een  kwt  ner- 
tQ[  in  de  noordedjjfae  N«deitanden  (van  1667  tot 
1672  WMnde  h^  te  Utrecht)  tot  zijn  dood  gerea- 
tigd  bkef.  De  eerate  ««rken  van  dezen  meeeter, 
waairan  ei  atoh  o.  a.  een  tonndt  in  het  Mati- 
ritahnit  te  'a^ravenhage  geljjken,  wat  tooi- 
Bteflïng  en  ectriUerwöie  betreft,  op  de  «tiHe- 
itüt  nn  fHeter  CUrnx,  Heda  enz.  Eeist  later 
begon  De  Heem  de  lijk  gecmnponeende  atil1even« 
met  vimobten,  de  t^oénwtiiklken  en  feetoenen  te 
•chiUeien.  die  njn  naam  beroemd  zonden  ma- 
ken. Zijn  leefUngen  waren  o.  a,  iga  vtoBB^Oorne- 
Hl  en  David  de  Heem,  Abraktm  Ifi^on  en 
Maria  van  Ooelerwyek.  Hier  te  lande  beiitten  o.a. 
het  RtHnmuaewn  té  AnMterdam,  het  Manrit^Dia 
t«  VOraTeohage  en  het  Muaeom  Boj>maoa  te 
Rottenhm  wenien  Tan  ^  hanL 

Hemt,  OoniaJi*  de,  een  Nedeiknifcch  adiiMer, 
w<sd  den  6Bt«i  Apnl  1631  te  Leiden  geboren  en 
begraven  te  Antwerpen  den  17den  Hei  109S.  Rü 
was  een  leerling  twi  i^  vader.  Jan  Dawidnoon 


het  Antweipaflb  9t.  Lueaagild^  , 
navolgigeen  vvo  itie  vas  ZQn  beroemden  vader. 
Men  vindt  m  hier  te  kitde  o.a,  in  bet  Hannta- 
hnia  te  'e-Otsvenhnge  en  bet  Museum  Boymans 
te  Rottendam. 

Besmraad  (van  heem  of  beim  =^  erf,  woon~ 
plaata)  duidde  vooiheen  loowd  een  enkeJ  per- 
*  van  personen  (de 


het  woord  aelf,  n.  1.  raad  of  raadsman  van  het 
heka.  lo  de  ItMnste  laode^jke  gvmoenatèaweit, 
B.  1.  in  de  dorpen,  ""^MfJ**"»,  hoörteB,  in  de  Sak- 
sische strdfen  en  maiken,  "vood  men  reeda  vroeg 
peiwmn,  belaet  met  de  K«g  voor  aHerlei  lakea 
Mtiekking  hebbende  w  het  „heim",  in  den  zin 
van  den  grood,  den  Ixneoi  der  woonfilaBta;  daar- 
toe bciiooide  nainnii^  de  lorg  voor  de  water- 
keeringen,  de  afwatering  en  de  wegen.  In  di« 
streken  on,  «elke  aan  de  groote  mkceo.  Rqn 
en  Miai  met  hun  takken,  grensden,  droegen  dóe 
personen  den  naam  van  heemraad,  die  later  ook 
UI  andere  deelen  des  lands  ingang  vond.  Hnn 
werkkring  wa«  m  OMfcnahetdem  streken  nog  d 
TePBcUileml,  maar  meer  en  meer  kregen  ig  over- 
al tot  hoofdtaak  de  iot^  voor  dgken,  wegen  «n 
atwateriawen.  En  daaibg  beheerden  en  heelünniden 
zq  niet  Meen,  maar  tiMen  ook  als  rechters  ia 
uke  berauMiit  op.  Eerst  in  1841  weid  die  r«cht«. 
madii  geheel  atgeechalt  en  den  heemnden  nog 
(Aecbts  net  adnuoisiraticw  beheer  geladen. 

Nadat  aetfert  de  tweede  betft  der  13de  eeuw 
algemeene  beatoreD  wet^n  ingiestekl,  het  vroegst 
in  HoHaod,  die  vxn  de  afwatering  en  waiterkee- 
ring  eener  geheete  hndstieek  hadden  te  zorgen, 
kregen  de  beeauadm,  müke  in  die  bestoren  lit- 
ting  hadden  ia  Hottaitd  vrg  algemeen  den  naam 
van  Booge  Heemraden  of  Hoogheemraden;  in 
maoitt  «tooden  ig  editer  iriet  boven  de  gewone 
heemnden.  De  beecnrMden  werden  gekozen  door 
iageéaadM^  steeds  aleehts  voor  Mn  of  weinige 
jaren;  eomtgda  ook  mankten  de  beianeiirtbenden 
een  vooidiam  op,  waamit  de  >voi«t  (H  óe  staten 
of  ïonaad  van  hunnentwege  een  kense  deed 

BeemnuulaoIiBP  ia  vDoi«erst  de  «aardig- 
heid Tan  beemtiMd  (zie  aUsar);  v«irda  dmdt  het 
een  wateiach^i  aan,  d.  i.een  poUiekrechtelgk 
Kehaam,  belast  met  de  long  vow  watetkieerïag 
of  wateiloozing,  «aarin  heèmiaden  het  bestoai 
vormen;  etndcl^  ik  het  de  «aam  voor  het  ge- 
bied van  bet  «alier««iiap,  «aarovei  li^  het  ge- 
aag  van  heemraden  nitmrekt, 

HecinrBoht  is  het  recht,  dat  betrekking 
heeft  op  de  waiteikeering.  den  wateiaf-  en  toevoer 
en  de  wegen.  Het  noord  dgkrecht,  dat  er 
dus  een  onderderi  van  aandvidt,  waidt  ook  wel 
in  de  nrimere  beteekenk  van  heemo-ecfat  opgeva*. 

Heemaohnt  »  de  naam  van  een  vervenigiog 
'va  Nederland,  die,  q>  aansti^tiug  van  A,  W. 
Weitsman,  den  2den  Fébmad  1911  te  Anuter- 
dam  werd  opeerietit  toit  bet  befaond  der  achooa- 
heid  van  Ne&rUnd  en  waai4>n  thans  35  Keha- 
beremng  van  dH  doel 


n  i^  aacgcikten.  Tot  berefting  v 


Iring  in  de  ediooiAeid  van  Nedertand  soowd  bg 
hot  volk  aia  bq  de  bestnrende  lichamen  op  te 
wekken,  en  trad^t  tjj  ootsiering  tegen  te  gaan. 


DigilizedbyGoOglC 


HEEMSCHUT— HEE0C9EERS. 


De  iMinoeuDgeii  tml  d«  Tcreenigiiig  omTaMea:  1. 
H«t  tMMÉwRiMn  -vu  batundfl,  nit  «eoie  oog- 
pmd  faelMierqke,  twowwedes  «o  gtAtniAie^kt- 
Den.  2.  Het  besdteiiMD  mt  beataaadeMfaaoiiheid 
in  de  iwtaat.  3.  Bet  medeweiien  UA  i'iMtMMUrao- 
<len  «B  Mokweeken  nto  rattAuMt,  ToHiafMaten 
en  volkafclecdentnchtva.  4.  Het  tégeogun  vui 
ootwerewle  rechiiMS.  5.  Het  betoiderfo,  d><t 
nieuw  te  stichten  gEbenwen  aaa  de  «icdkea  der 
webooaböi  iMook.  Men  dtmk  met  AenueAitf 
(itnitMfa  HnmtUêekulx)  ook  de  bewwrag  uo,  die 
bet  b«bo«d  der  odiooDlMid  van  Nederlaad  ten 
dod  hwh. 

Bs»Bsk0Tok,  Moarieti  Jtmnoon  mr,  een 
Nederiuulieh  adiilder,  <d  1498  te  Heemtkerii  g«- 
boren  en  den  l«tet>  Oetobei  1574  te  Hiwlem 
oTeiMen.  Eg  wm  een  leerluig  tui  Ja*  van 
Sekorel  en  veiloetde  na  1583  tot  1567  in  It^iS, 
WMU  hq  de  weiten  van  MiektlangeU)  en  Rafaël 
bealiiideeide.  Het  maworo  te  Haerlan  beoit  tid 
faem  een  alta&Mti^  n  1632  voor  de  St.  Bawo- 
kMk  geaehiMerd,  dat  voontdt  den  H.  Lkm^  die 
bet  poitivt  Tu  Maria  laeakt.  Tw«e  iDtken  mn 
«en  itoMefhiMenj,  in  1546  gcnuÉt,  en  de  „un- 
téddb^  der  beidns"  en  die  dei  „koningen"  tit 
ondeiweip  hebbend,  net  men  ia  4iet  ManiiUlHiie 
te  '»Orwenlia«.  Verder  bent  bet  (munuB  te 
Haariem  vu  H»em»kerek  een  „H.  MMgd"  van 
1551  en  ,3elMHir"  v»  1568.  Ook  poiti«tten 
ign  dooi  den  knnstenau  geecbiMerd.  Op  het 
keikbof  te  Hecmikeifc  beiündt  zkh  een  door 
Maarten  rm  Htemdcerek  ontwOFpen  gedenktde- 
ken,  in  1570  opgericht  boven  het  ^u  van  ign 
Tider,  Jocob  tTtHeinii.  mr  Feeti,  die  den  lOden 
BepitB&ier  1535  m  den  owkidam  van  79  jaar  ie 
merledea  Bn  den  ibeeklen«torm  ijji>  vele  der 
wwkea  TBD  Beemtktrek  Tenüeld. 

Bettnukerok  tui  Bssst,  ■Htr.  7am6  Edu- 
anj  van,  Mn  Nedettenkeh  «oUUer,  den  28aten 

T  1894.  Zi 
1  hier  te  lande 
n  4e  Amateidao),  het  Qe- 
1  te  '*43iwrenhi«e  en  het  Stedetlfh 


_  of  HMttuktrek  u  de  naam  Tan 

,_  NooidnHoUaAdadi  geeJaoht. 

Btmnékerk,  Oerrü  eon,  ridder  en  baljuw  van 

HMMmerland,  ma  wien  u  1252  door   koning 

WiUem  11  de  bewaius  vu  bet  kaated  Hcmu- 

k«ik  werd  toneitmnwd,  overwon  dea  Uden  Met 

1254  de  Weet-Fneien  ia  een  eebecf>a«rndL 

Beenuierk,  fVouler  mm,  went  ia  1359  09  iaet 
van  beitog  Albreekt  van  Beterem  op  ijJD  kaaleel 
doot  Dirk  «m  Fola*ÉH  belegerd,  <undat  hfj  den 
DMA  gehoisvest  bad,  die  «en  aanriag  «^  h«t  le- 
ven van  ÏUüumd  van  Brtdtrodt,  bal]uw  «m 
Kentieiaerland,  bad  bepfocdd,  Kodat  bij  lich  ia 
1*1  wtkeo  moett  overgoveo,  naar  Zeeland  gevoerd 
werd,  doch  lïch  met  den  bertog  TeiaoeDoe.  Hg 
ovedeed  in   1380. 

Httmtkerk,  Qerrü  mm,  lidder  en  droot  van 
Muiden,  trok  in  1897  op  lart  van  hertog  Albreekt 
van  Beieren  atar  Friealand,  bmm  werd  door  de 
Frieeen  met  groot  veijiee  terunealagen.  In  139S 
voetde  bij  bevet  over  bet  kragvwlk  kdnaen  Sta- 
voten.  m  orcdeed  ia  1-408. 

BtemJterk,  Willem  mm,  m  1'524  geboren,  wai 
bmigmeedei  van  Leidan  üt  1564.  Bn  de  vcrvel- 
gjogeii  der  laquiaWt  oam  by  de  wnk  naar  En- 
mm,  doeb  kende  -wMn,  teing  en  behoorde  tot 
de  laMMteeren  ima  den  piiu  mm  Oranje.  Oe- 
duwde  de  taligMiBg  «to  Leiden  wat  hg  atwc- 
■ig  ab  algcniHdigde  naar  de  Statenvcigadariig, 
docfa  b||  w«fMt  mede  tat  het  «Ktaet,  werd  anet 
gewiebtige  leitdMigen  bataat,  ww  4«gevwoonlig 
uj  de  liiiijjiBm  <Hr  Leidaebe  flbogMclKMl^  be- 


__  _  _  een  etmeente  in  de  prowii 
NooHÜHoBaod,  mot  2707  H.i..  atet  (1»15)  8826 
mwrontra,  wondt  «egreosd  door  da  NmndMe,  Kaa- 
taikma,  Uitgeeat,  A«ewMft  en  'Wjjk-aan-Zee 
e.a.  De  bodön  bestaat  boddnkdlük  oït  laod; 
in  bet  O.  vindt  osen  fcM.  HooMnaddeleiL  van 


Behalro  bét  dorp  HeesMkaik  en  de  wyk  Ooater- 
bunrt,  bdworen  tot  de  gemeente  nog  de  bniti- 
ten  HeMnikeikMdiii4  CoaediMveibuiirt  en 
Nootodorp. 

Hat  doip  He«nA»ik,  in  een  ooAoode  van 
1063  Hentenienkirics  genoemd^  Hgt  in  een  ttitoo- 
ite  «keek.  Op  èet  nikbot  staat  een  steenen 
DaaM.  dooT  den  «cbHder  Maarten  wm  Heemdcerek 
in  1570  tor  gedaebteOM  aan  qw  vader  JtKob 
WiUemex.  van  Veen  «pgericbt  Bet  oude  kasteel 
van  Heon^ert,  dat  w  1354  door  Willem  II. 
graaf  van  BoOamt,  gesü<iit  werd,  draagt  tbaua 
den  4Ham  M<v^wtU.  In  1426  werd  bet  kattecJ 
door  de  HockMiwn  iagoMmeo.  De  slag  tegen 
bet  Kaai-  en  Broodvoft  in  1492  weid  ia  de 
b^>^  van  EfMoektA  gel»nerd. 


boorde  tot  de  ondeibMtdahMra  o 


n  den  piina 


de  waüdigbeid  vm  bnr- 
gemoeotor  van  Leiden  en  overleed  den  21atan 
Fetvnad  1602. 

Beemtkerk,  Cbtat  van,  >n  1I686  te  Leiden  ge- 
boieo,  tattdite  ^eh  bekend  met  ooderscbei^D 
talen,  ondidade  de  Hervonnde  leer,  ■•eatigih  lieè 
te  Amsterdam,  werd  «r  m  157S  Hd  vao  oe  vroed- 
sehap,  waa  fnevdeoteebefien,  üd  va«  bet  eollege 
van  gmeomiBitteeide  mdA  >vaB  HoHand,  rekem- 
meeiter  vmi  H<«and  eni.,  en  overieed  in  ISIS. 

H««naiteA,  Jaeob  van,  «en  Nederlaodaeb 
vlootvoogd^  den  laten  Haart  1567  te  Aoalerdam 
grfMHCn,  legde  xicb  toa  4^  de  aaidiijkikaode  en 
nam  ded  aan  «en  «odenenïog  em  een  noord- 
wettdnken  w«g  naat  OostJudiS  te  vinden.  Daar- 
toe lokie  bjj  fo  1 


oaverricbter  lake  teni^.  Later  w^dcn  met  1  . 
lellde  doel  2  acbepea  mtgemiit  door  de  legeeriag 
van  Ameterdam  en  op  een  'vao  dtse  voerde 
Heemikerk  ah  tehaoMr  «n  koopmm  en  Barendtt 
ala  opperatDannao  bet  bevel;  de  bHaooderbedfen 
TMi  deaen  todrt  bebben  wq  osdei  Barendtt  me- 
degededd.  In  1608  w«rd  Reemekerk  d»  atbni- 
laaJ  saai  Ooat-IadiB  MMDdaa,  ea  ef)  «en  toebt 
naar  I>}oboi  vwonsde  jbg  «en  Portugêtaehe  krMk 


dm  in  bet  vadnlaiMi.  .        __ 

over  een  rioot  van  17  oorkgncbepen,  om  daar- 
mede naar  de  kust  van  Soanjé  te  stevenen. 
Vrnditetoaa  loebt  hü  den  vgaaa  te  Liaaaboa, 
maar  vond  faem  geMkend  in  de  baai  van  Gi- 
bisMar,  ondei  de  bcaebenwag  van  bet  geacbnt 
van  het  kaateel,  met  21  wdbouade  bodenu.  Na- 


DigilizedbyGoOglc 


dftt  hq  krijgenuMl  beitgd  m  ik  faerciiwbbeN  tot 
moed  en  ToHunUng  aaogatpoord  iuó,  deed  hg 
(MBtood  (25  Ajpnl)  den  ma«)J  iMginneo.  Vreeee- 
"ïk  m»  ie  «tq)d  en  rocmrök  de  orerwiiuiiiig  d«r 
ederlandera;  <kNli   fieMuierJb,  aUuMie   op  de 


bfd 


n: 


in    volte 


met    het 


1  d«  iuad,  werd  leedi  door  het  tweede 
Mhot  lüt  liet  ^endcljjk  TÏM-whiün&hetup  doo- 
dd^  gvwood.  ^  stofledvk  o^Mb^jtiei,  oTerge- 
brsélit  naM  AmstoidMn,  weed  bggoet  in  de 
Oude  Kerk. 

Züa  dood  'm  dooi  de  Nedeiiuideebe  diemere 
Bogaers  en  Mvjer  beaoogen. 

Heamaksrk,  7oA<m  mn,  een  NedetUndaeh 
letleriDod^  m  1597  te  Amaterdam  geiwrei 
ontTUK  zÖn  ootoMÜng  te  B&jooae,  betocbt  i 
1617  oe  Lendsche  booeeeebool  om  ia  de  redtten 
te  stndoeren,  legde  BCb  tenrena  toe  op  de  N«det- 
kodecbe  dicÉübiiist,  ^tng  in  1624  boitooilandB, 
om  de  voornvuMte  rgfcen  ïn  Europa  te  beioe- 
ken  en  oatvflig  te  Boüiges  den  tMet  tb«i  mees- 
lei  in  de  lecÜen.  Den  Hmer  TMb  1624  bradit 
hg  dooi  hg  sün  blMdwwtUtt  Htioo  de  Groot  te 
PujJB,  Teetigde  lieh  TerrolKeniB  Ma  odTveut  te 
'i-Gnfeahege  eK  werd  kt  1«28  benoecnd  tot  pleit- 
bewisei  der  Ooet-Indiadw  UuMi^ipg.  In  du 
betr«£k33ig  benl  lig  lieh  met  3  bewjodhebben 
nul  ËB^dand^     "     --->--    — if.i__    — — ._. 


Amboitu''Qit  den  weg  te  nimen,  doch  keerde  na 
i«ke  tmg.  Hg  ontving  ecb- 


6  jui  onTeirktitei  uke  t 


geschenk  tu  60w  guUen.  Ihnrna 
vkh  te  '«-Qiwrenltige  aas  de  prac^,  T«riak 
verrolgena  umi  AmiUenlMD,  wa*r  hg  in  1840 
het  Hobt  <nu»  aehepen  bekleedde,  weid  in  164S 
lia  T«o  den  Hoogen  Rand  en  oveileed  den  27e(eQ 
Febniaii  1S56,  Ali  diditer  en  ptoiaschrvrei  vei- 
wieif  M  giootM  loem.  Hg  eduaef:  „Minne- 
kunet"  (1^2),  en  vig  bewerking  nn  Oviditu 
„Ais  vmM"  met  aadêie  g«di«hten,  de  venneei. 
deide  beidrA  nn  1S2«  beet  .JfMO^wwt,  Hin. 
neboei,  ySiiatMiHtt^  H«D9elg«<fieht«n",  „SUniie- 
l^ieht,  t«n  toon  geateM  in  de  ii^egie  tuu  Diana 
en  FU&ndM;  een  yaa  de  wanidigate  etakkeo  mi 
de  omraudéeit^  Aatrea"  (16^),  .JüoiMkuMl, 
ot  de  philoeophia  dei  tiefden"  (mt  bet  Fianac^, 
1428),  „De  venk^ibite  <»d,  blfietadeixl  traarj^" 
(1641,  na  dien  tvd  TOte  mJen  herdii^),  „De 
ooMetadkn  iByba,  de  Teniideil«ke  Stak^  de 
ÜoUraanlige  nffijddbu"  (naar  irürti  en  S]/d- 
neg,  1686).  De  grootate  bekendbeid  beelt  hq  ver- 
woTven  dooi  ign  ,JataTiaochc  AreadJa",  waanran 
de  eeiate  drok  ki  1687  Tera^MeD  onder  den  titel: 
e  tot  int  ootwero  wn  een  Bataaf  ecfae 
'  "en  de  2de  in  1814,  ondei  dien  Tan 
„Bataviscdte  Aicadin,  wiaon  onder  't  kohrenk 
vao.  üefkooeeiT^ee  g«tuN»Mt  weidt  van  den  oor- 
^rgock  tul  't  ood  BaUTÏBit,  viqiheidt  dei  Bata- 
Tiêra,  Tijfe  lee,  Meviwden,  viooeTa  ^aa  Teiboi- 
gen  eduitteo,  T«ibenrtm>ewen  na  goederen,  uit- 
peraeeD  dei  waarhe^  door  {löaigen,  «nhejl  van 
d«  lanckw^glieidt  d«  lecfat^Meguigeii.  en  MKie- 
re  dJeigeJijfie  «matige  saken  meer  .  De  udtovd 
van  dat  werk  ia  seer  oogel^eoortig:  riecbte  een 
klein  gedeelte  wordt  ingenwnen  door  bet  ver- 
haal van  een  uifatnp}e  van  eenige  aaoiienl^« 
joueüeden,  in  een  wat  wedien  nianr  bevalikigen 
fltji'I,  het  oveiigTDote  deel  door  MBtoriedie  en  an- 


dere iMadKMiwDgeD  op  dien  toebt  ten  beate  ge~ 
eeven,  waart»  weer  Mer  dorre  auiteekeniiigen, 
die  in  lni«re  onikken  door  andeieo  nog  ign  aan- 
geviM.  Hot  weik  ia  heibaaMelgik  henkokt  en 
ToeJ  nageïoted 

Haemtkeri,  Ooenraad  vm,  een  loon  Tan  den 
vooignande,  waanehga^  ia  1647  te  Amatei- 
dam  mboren,  gaf  in  1972  een  Uük  van  vader- 
biuUielde  dcwi  op  eigen  koaten  60  matioieu  te 
kieeden  en  te  beooUigen.  H«t  dezen  pkatate  De 
Ruyt«r  hem  op  bet  ichip  van  admiraM  Van  Qent, 
waarna  hg  iidi  in  den  leeala^  hg  Soleba;  on- 
deradKidde.  lm  1672  weid  tq)  penaiiNiade  van 
Afnateidam,  verro^iM  lid  irao  den  laad  en  ver- 
kreeg TCH»  d«ie  lUtJng  in  het  colWe  vm 
geeommltteenle  nden.  Als  loodanig  ^ng  aan 
de  regeerinf'  van  Amsterdam  kenua  van  bet 
plHi  ■rao  IfiUsM  III  om  Kaaiden  te  vetateikeD. 
]«  den  aanvang  vao  '1680  gine  hg  ais  ambaaea- 
devr  naar  bet  Bot  vao  Uadric^  waar  bjj  de  g«- 
eehiHen  dm  Spaanaehe  legeenng  met  den  kooi- 
vorat  vaa  Biaodenhug  bqkgde.  In  1689  vaar- 
digde men  hem  «I  naar  HainiHin|,  waar  l^j  den 
twM  t^ilegde  taaacfaen  den  kanjog  van  Dene- 
marken eo  den  hertog  wm  HoUletn.ES  keerde 
vemolgene  t«ng  naar  Hadiöd  en  bleef  er  tet 
1691^  wnarna  de  Stalen  b«m  <^>dToegen,  den  vre- 
de tiMWftiin  den  Dniteebon  kdoer  en  den  niltao 
tot  «tand  te  brengen.  Bieitoe  nog  bg  in  1692 
eerat  naar  Weenen,  teen  naar  BebraAi  en  ver- 
velgena  na&r  Adrianop^  vnnv«ar  aü  naar  Wee- 
nen terngkoerde,  om  «en  handebverdrag  te  alui- 
ten.  Na  den  vrode  van  Rqawtjk  (1697)  ging  hg 
aik  geoant  naar  E^aokr^;  dodi  toen  de  liMMig 
van  Fratikrök  den  Pretendent  ak  koniag  van 
c\__-j_j.  i^iUg  aikeniKD,  ontviog  vm  fleei"- 


'ariia  te  veitates.  Hg  overleed  den 
23alen  Mi  1702.  Keiaer  Ltofotd  had  hem  en 
tgn  DiinMiMlinDan  tn  den  Rqkagraveorinod  opge- 
nomen, doeb  hq  maakte  Tm  deien  ttld  geen  ge- 
braak. 

Heemtkerk,  Willem  mim,  «en  Ueinioon  van 
den  Tooigaaade,  den  6den  April  1726  geboien, 
waa  beer  rao  Acbtti«nhoveB,  Den  fioaeh  en  ESnd- 
wbot,  terwnl  hg  dui  tötej  voerde  van  graaf  dea 
H.  noconeeoen  IMJfca.  ann  iqn  e<rootn«der  ver- 
leend. ^  weid  iB  1744  ech^D,  ra  1753  rattd, 
latw  bmmneeeter  vnn  Amateidam,  bewindbeh- 
ber  Tan  de  Ooit-IodiMfae  OomMsnie^  raad  ter 
Admiraliteit^  eeaat  in  bet  Noordentwairtier,  later 
van  de  Haas,  Kd  van  don  Rand  van  State  en  ver- 
votgena  nan  de  SUten-^enreraaL*  Hg  ofeiieed  de> 
28rten  Ai««at(H  .]7»4. 

HMinakerk,  Egbert  mm,  «en  N«i 
■AMder.  om^etka  1645  te  Hanriem  « 
'n  1704  te  LoadMi  o<veiteden.  iQj  wm  «en  leer- 
ing  Ttü  Pjeler  de  Örebber  te  Baartem,  maar 
rolgde  vooral  Brotwer  en  Teiiier'  na.  Het  Mn- 
aeom  te  Baariem  bemt  een  „Boemgeiin  aan  den 
maaiti}d"  fan  lija  faamd. 

Heemskerk,  Bx,,  Joit,  een  Nederiandadi 
steataman,  zooa  van  Jan  Jaeob  Bji$tenu  ffeema- 
fc«rJt  en  Qeertrttid  ten  Cate,  werd  doo  ilSden  Fe- 


bmui  l&IS  te  Amsterdam  grtmien.  Nadat  1^ 
opleiding  ontvanKen  ha<f  aan  heA  inatitvat 
Otorge  Bt/rde  te  Utrecht  en  onderwge  in  de 


oude  telen  van  F.  A.  Ader,  efndeeiide  hg  aldaar, 
onder  lud^ng  van  van  Hêutdê  en  HoUim,  in  de 


DigilizedbyGoOglC 


leUereD  en  recbteo  ea  veatigde  tkt  T«ETai^«H 
te  AmaimiMa,   wui   tiö     '  ' 
de  «todiea  bleef  wjjdMk.  I 


nee  door  tm  Tr^uomge  t>effx 
gcrwunlenoe  adrieoen  ia  de  >ld«eliDgT«agMte- 
doMn.  Ten  gerolge  tu  öe  Aprittiewegin^  vao 
18^  bernienwdea  de  AmBtevdaoMdie  kiswis 
sgn  niMMlMt  nut.  Vao  1858  tot  1802  had  hq 
«tttar  lUting  toot  Hurion.  In  1872  beDoemde 
de  koocDg  Jiem  tot  hd  tui  den  Raad  T&a  Sbute. 
Ujj  orerieed  t«  'a-Oraienhage  den  ITden  Deeem- 
btjT  1880.  Van  lim  geaeErihen  vennekleD  wjj 
ean  reelu  onsUlfen  is  ,4>e  Oide"  (1839— 18M), 
ia  J>e  N«(teilaiMW  [135Q)  en  in  de  „Werken 
der  LeidMbe  Maataffhappq  ,  een  eoimnentatie 
oyet'  Perikle$  (1884),  «en  rechtogdeerde  dieserta- 
tie  <n«r  liet  .Jotaaiiatnm  de  vi  aimata  et  Cicero 
pro  CMona",  betwrane  «en  „lÏBqiNsitia  litteta- 
ria"  orar  Plutardnu  ..fiMr^arm",  naai  aaiiF 
Fm. 


1^^ 


lüdöv  <i 


Btnukerk,  Ax.  Jm,  een  Nederkndadi  ataata- 
nM^  de  MOD  na  JdraAaM  Heemtkerk  en  Joon- 
na  JoeoAa  Slvmt,  den  SOeteo  J^  1816  te  Am- 
atttdam  gebono,  <ntnag  ign  opM^^  aao  iMt 
Hjiiiiiaaiiaii  in  iga  geboorteplaata  en  ttade«i4e 
venokena  aldaar  in  de  Jetterto  en  Fecfaben.  Na- 
dat ^  dn  IMen  'Haart  1889  te  Utieebt  ü  de 
beide  neiiitan  gepromcFTeerd  «ae  «p  «en  diwer- 
talie  .De  UaaXtmpmo"  tpartce  II),  veaUgde  hjj 
sich  ai*  adrocaat  te  Amaterdam  en  was  weldra 
in  dtgebTeiden  bxag  weiteuni.  Van  16S2  tot 
1864  *u  faj}  ei  lid  Tan  de  rediljbank,  Tan  1604 
tot  1686  laadAeet  w  bet  Bol  van  Nooid-£ol- 
imaó;  in  18S0  weid  bn  bd  tm)  de  IVeade  Ka- 
mer. Toen  bg  in  1660  us  soodaoEie  Toor  bet  eeiat 
iq»taad,  aebüide  hg  lub  onder  de  Tooratanden 
wan  het  toenmalige  mioiaterie  Van  Hall — wn 
BmiHÉtra,  en  toen  in  4866  graaiVamZuiilen  tot 
de  Tonning  van  een  kabinet  geromen  waid,  dat 
««Ater,  in  weerwS  Tan  twee  onMxKnKen  der 
Tweede  Kazner,  in  1868  nmeat  aUreden,  belactte 
Hmmtktrk  tteb  met  de  pottdeDÜIe  Tan  Bmnen- 
iKMkdte  Zaken  en  gedineDde  de  7  Jeateto  we- 
ken Tan  ISffl,  vegens  bet  «veilden  Tan  miug- 
ter  Borret,  0(A  met  <£«  t&d  Justitie.  Z^n  streii' 
ge  maatr^tien  tegen  de  Tseneat  werden  met  een 
pduULigen  nMdsg  bekioend  Ook  ie  (ader  sün 
bewind  de  wét  tot  den  aankg  Tan  de  kotoeatüe 
^Mtorwegbnig  otta  den  Uoerd^i,  alsmede  de  oon- 
tearit  Tioor  oe  npovrwt^en  'aOraieniiage — Oon- 
da  en  Brenkelen — ^Harmclen  tot  atarad  e«k<»ua. 
Nadat  Hetmiktrk  na  1868  tot  1873  Ud  wae  se- 
waeat  Tan  de  Tweede  Kimer  tooi  bet  dmtnet 
QimBAtat,  werd  by  benoemd  tot  Kd  Taa 
Hoogeo  Raa4  docb  iveda  ia  den  wmei  vsm  1874 
gieroepen  en  een  einde  te  maken  aan  d«  iiumi«t«- 
rJSele  eriua.  Terwql  Sn  de  trowirode  van  dit 
jaaf  bet  nitzMit  geo^wiMl  ir^d  op  de  droogma- 
king  Tan  de  Zuideraee  en  <m  hemening  d«t  wet 
op  het  Xwer  Onderw^  aetit  hjj  verrolgena 
(mut  iSlS),  erenak  bb  1868  een  wet*(ni.tw9rp 
t«t  reeeKng  *an  bet  Hooger  t^tdeiw^  au  bet 
oorded  der  Tweede  Kajner  onderworpen.  "  ' 
ward  met  Trie  amendemeaten  aangenomen. 

Den  27«ten  Augnatae  1877  nam   bet  miaiele- 


ÏKmX..  136 

lie  Besnukerk  xjp  ontalae  en  hatetgenototde 
werd  Temrigena  wederom  Ud  van  den  Hoogen 
Kaad  en  in  1879  lid  nm  den  Baad  tw  State,  <m 
in  den  «met  Tan  1888  ais  minialer  de  tengelB 
Tan  bei  bewind  noemaals  in  huidea  te  nemen. 
Hy  bleef  döe  oA  oebonden,  toen  door  de  Ter- 
kieangen  Tan  1884  de  nnnd«4teid  der  Tweede 
Kamer  in  «en  meeideilicKt  Tonoderde.  In  No- 
vember 1887  bracht  hg  de  grandwetaher: 
tot  stand.  Toea  bjj  de  Teritiezimgen  van  1  _  _  _ 
keifcd!Ö''e  par^ï*»  de  meerderheid  kregen,  trad 
het  minislerie  den  21eten  April  1838  at.  Dmu- 
mede  n*cn  bet  openbare  politieke  leven  van  de- 
zen ataatemu  een  eükde.  Nog  in  betïrilde  jaar 
we>d  hg  oonienw  benoond  tot  M  vso  den 
Raad  Tan  State.  Bnim  negen  jaar  he^  hg  ala 
zoodanig  <oo^  werkxaam  kaxaea  i$n.  OAnaaat 
xgn  ambtditaigbedea  werd  menige  taak  door  hcoi 
met  toewgding  aanrAard  en  ten  ünde  gebracht. 
Vam  de  sewAmlten  tsa  Ueemtkerk  noetneo 
w^:  jfBa'xUeiding  tot  de  kentne  der  ovdbetd" 
(met  J.  O.  SmdUer,  l«te  dL,  1843),  „Formulier- 
boek"  (3de  <W  1854),  ^nkbeeUen  oTer  de 
"      Tan  bM  aanwezen"  (inet  J.  H.  Tideman, 


Tan  den  geut"  (Sde  énk  1860), 
biographietn,  KM»k:  ^TeMsriieta  Tan  Harti- 
nw  Staart"  (1665),  „LeTenaberiCbt  tbd  mr.  O. 
de  Oercq''  (1858),  .J^nebericbt  van  mr.  W.  J. 
C.  Tan  Hawett"  <1863)  en  „LeTen*ericht  T»n 
mr.  J.  M.  de  KemneDaer"  (1870),  alle  in  de  wer- 
ken der  Leidsche  Uaateebappg,  en  „De  praktijk 
onser  gioödwet"  (1876—1860,  2  dln.),  ,?Ur.  M. 
J.  Baron  tnd  der  Heim  Tan  DtÜTenct^jke"  (Le- 
Tensbwidktan  Tut  de  Maatachsftpg  der  Neder- 
luidst  letterbrnde,  1890),  beooTeg»  eenige  w- 
BteUen  n  ,J>e  Qide"  en  „De  VolkaTtvt".  Hg 
OTeiI«ed  don  Men  Octdber  1897. 

HeenukerJt,  Theodorvi,  'va  1852  te  Amstodam 
cieboren,  als  derde  sood  Tan  3.  Htmndterk  Ax, 
\m  aÜau),  promOTeerde  ia  il876  aan  de  booge- 
sdMoI  te  Leiden  tot  dootc»  tn  de  retditen  op  «en 

Sroelschiitt,  getiteld:  „Orei  fanwdqken  Tan  Ne- 
eitamdem  bnitendandir.  Es  TeeMgde  xidi  in 
1876  tb  advocaat  t»  AmtteiAm,  wm  van  IB7T 
tot  1667  plaatBTePTangend  kantooretihter,  simde 
1888  lid  der  Pioiineiftle  Staten  Tan  NooT<t-a<^ 
bod  TOOT  Weeep,  'vora  1888  tot  1895  met 
korte  tnaeebenpoottii  üd  Taa  de  Tweede  Ka- 
mer, mar  hg  eeu  dar  meest  gezieiH  Men  waa 
van  de  anti-veTolntionnaire  partq,  aedert  1900 
Ü  Tsa  den  gemeenteraad  en  sedert  1901  wet- 
faooder  Tan  Afnateidsm,  sedert  1897  lid  Tan  de 
StaatoeMnmiaoe  tot  bcrroidering  der  codificatie 
Tan  bet  intenmtioaMl  pnTaatreeht  en  sedatt 
1903  Ud  Taa  de  ataataecanmieeie  Toor  de  gemeen- 
te-SoMieiBn.  In  brt  leatat  ran  '1608  werd  bij 
belaat  mot  de  a  '  ""  "       ' 

BianeidaDdsehe  Zakene  Toenl:^  de  periodieke 
Terkieiingen  tui  1913  de  recbtengde  va  de  mki- 
dËn^id  kwun,  trad  het  miaisterie-ffeenufcerlc 
af,  bet  werd  Tenvongen  door  hrt  ministerie- (Tori 
van  der  Unden.  Nog  in  1913  weid  Htemtkerk 
fid  vaa  den  Raad  Tan  State.  Zgn  Toomaamate 
gescbrillen  lyn:  „Het  «etboA  Tan  strafrecht  in 
dooiioopende  aanteekenuw  TeAlaard"  (met  me- 
dewerk^ Tsn  K.  Baulhoff  en  B.  i.  Potemmr, 


[Det  de  nmenatefiing  Tan  een  nienw  o 
:  hierin  trad  bQ  ntf  op  ala  mimatei  t 


DigilizedbyGoOglC 


lU 


UBEMSEBRS— HESUffTRA. 


1881— 18W,  2  <Un.)i  <>^  eonciapaDdentiie  met 
W  ontriw  TU  Ar.  Mr.  A.  F.  da  Saromui  Lob- 
nuui  tk  fioa^ceraar  ud  de  Vnj«  Uuienkeit 
MogMmW  (1896),  met  UMlerao:  .^joadwog.  — 
RaWMt.  uagdMdai  m»  de  VtiMlueine  rooi 
(ènaMqk-fntmwal  MboabMtcferwüi"   (iSSS). 

BeenuUndsmi,  Se  mw,  in  het  Fnaadi 
Ica  muUre  fUt  Aiputm,  m  «en  aoamxytlf»  ut 
den  uralineieetMB  krrae.  Hg  bebanlelt  de  vee- 
te  tiiBKfaen  Haimï»  t4  Heimo  mir  Jnfewien  en 
i{(n  Moeo  ÜÜJoert,  Adelaerl,  WriliatTl  en  Aei- 
moHt  en  Karel  dtn  OtooU.  Uaimyii  wM  gebvwd 
met  Karel"»  suater  Aye  en  (bad  arf  «nIe  geiwo- 
len  de  kiodereo  die  mn  f^eboren  aouden  worden 
te  dooden,  wawom  tun  moeder  bm  veiboisen 
iétiè  tot  BaiMfH  eens  vi»  kraóuiofMbeid  be- 
UMgde.  Vooral  Rtimoul  ODderaebeidde  litli  dooi 
igo  JidMuniknclit  en  doodde  een  {)Mid  mot 
Mn  aüg,  wauom  iö&  Twki  bem  bet  a>et  meaBchen- 
lerataod  «n  ImiteDgewoDe  kracbteiv  begMfde 
purd  Bofoert  MboM,  WMtfop  de  riet  tiroedere 
teuoMO  ])kata  kooden  nemen.  Uit  een  poging 
tot  (MweoH^  ontatun  menive  *Mten,  de  broe- 
ders moeten  Thuhteo,  terwöl  HatMÜ*  geiu^n 
Uqft  In  Sfwnje  dienen  ijj  een  Hooteebcn  kooiog 
en  wttden  verrdgeni  een  <tonvliMbt  bij  Ywe  mut 
Durdogiu.  Reinout  tirauwt  diens  dochter  en 
boaw.t  üeh  een  elot,  wuiimh  hy  ToorUan  van 
JTonlalboeM  beet.  IntMa^ien  is  Haim^  loagela- 
ten  Of  «ootwaaida,  dat  hq  i|jn  xonen  ui  aitle- 
veien.  Rebuml  tmtkani  «9  Bawaert.  docb  de  drie 
anderen  «ordm  eeraagen.  thot  Inrip  lan  den 
toownaar  Matagfë  w<trdea  ie  weder  lerloet. 
Dnarof)  komt  Karet  ben  op  Hootalbaeo  belegeren, 
waar  die  nood  aoo  boog  etqgt,  dat  ig  licb  met 
het  Uoed  van  Boyaert  moeten  roeden.  Op  dit 
paaid  rtuebten  tij  naar  de  Antennen  en  wovden 
ook  daat  belegerd.  Hun  moedw  Mrwerlt  bun 
▼wgHfnaiB,  op  voorwaarde  dat  ig  Bagaêrl  nl- 
kn  MÜerMeD.  Kartl  taat  bet  dkr  met  molen- 
steenen  beiwaard  in  de  ri-rier  werpen.  DiéenMMl 
woreteU  het  urfi  kie  en  rent  op  ign  meester 
ioe,  eef«t  de  Tierde  couj  gehiVt  bet.  bet  te  doen 
lin^ien.  De  ruwe  toen  wqet  ov  dea  boogen  ouder- 
dom Tsn  het  TeibwU,  dat  in  Franlirijk  ijjni  meett 
Toüoiigea  TOitn  beeft  erlangd  ia  twee  romans 
oit  do  13de  eeuw;  ,4«*  «ïuatie  fils  ATmao"  van 
Hvon  de  VOaneuve  en  „Regnaok  M  UontMi- 
ban",  Id  bet  Nederlandsch  bentten  wg  belang 
Tjjke  fragmenten  van  een  bewetknig  Tan  ,Jtei- 
■out  van  HoittaAaen",  (te  met  geen  der  Frsn- 
tehe  redaetiea  oTeieenkomt  en  uit  het  eiode  der 
ISde  eeuw  dateert  (<t)i (gegeven  door  Matthe*, 
1875),  Iragmeoten  van  een  „Maiegye"  of  „Ma- 
delgiis",  alemede  «en  berha^delilk  berdinArt 
Tolkeboeli:  ,4>8  Tier  Hewnokiaderen"  ' 
nitgegemn  door  JfoUAei,  18^)  en  een 


Heanut0d«,  «en  gemeente  in  de  proTinoie 
Noord -Hollukd,  met  een  opperrlelite  taia  1158 
B.A..  bent  (1915)  897S  inwonen.  Be  gemeente 
wordt  ingeetoten  door  Haarlem,  HaariönmerMe- 
de  e.  a.,  EaarlemmMmeet,  Benmitioei  en  Bfoe- 
mendaal.  De  bodem  bestaat  uit  aUwriad  und 
roet  eentg  veen.  Men  Tiodt  er  eeo  b^oorlyke  ai- 
wiewling  Tan  bniteDreibivTen,  boeah.  weiden, 
ble^ei^n,  Uoenittei^ii  an  aUcers.  BebaJiTC  de 


dorpen  H«ea»tede  ea  Beriienrode  be?at  de  ge- 
meente TersduOeoide  bni«t«B. 

Het  dorp  Hecmalede  ligt  aan  de  ateemtram- 
Ijin  HinrieiB — LeidcA  Dt  10111)111418  Meeren- 
boaeh  neemt  l^dera  aan  vaUende  liekte  op.  Bui- 
ten bet  dorp  ligt  het  oud*  itim  te  Heemstede,  dat 
in  Ï9H,  1404  en  1435  ^«rwoeBt  werd.  Het  U 
1460  hernieuwde  gebouw  irerd  ia  1810  grooten- 
deets  gedoopt, 

Heanistra,  Kon,  ie  de  nasm  van  een  aan- 
lientgk  Frieadi  gedaeht.  Vss  de  leden   vermei' 

Htemtlra,  Fevt  «om,  die  all  de  stamheer  wordt 
beecbouwd.  Op  bet  laatat  der  14de  eeaw  wu  fa|i 
een  der  aaaroerdere  *«n  de  Vettkoopers  en  Am 
bevriend  met  bertog  Albreekl  vm  Beiertm.  DeM 
sloeg  hem  ia  1396  tot  ridder  en  benoemde  hem 
tot  medemohter  en  bdjuw  van  Frieabnd.  Toen 
de  Scbieringers  in  1397  de  oveibaDd  kregen 
werd  ün  btus  te  Doklnim  gefihioderd  en  omver- 
ffdtaald,  waania  hg  .het  land  Teiliet  en  van  den 
hertog  een  peneioen  genoot,  totdat  hg  m  14)1 
kón  t«vgkeen:n  en  ign  goederen  weder  in  be- 
lit  nemen. 

Heemeira,  Pofpe  wm,  een  loon  van  TiMdce 
Öbbema  en  gdMtwd  met  Avek  wm  Htenuin, 
aanvaardde  voor  aab  en  a^  nnkmneUiweD  den 
naam  van  Utmutra,  w«rd  üi  een  gereoM  te^ 
de  Bootgondinche  partq  gewond  en  kwam  «hen- 
ten«T4^  om  bet  lefeo. 

Htemilra,  Feye  mm,  een  aoon  tmi  Feye  op 
Qeematnwtate  m  1545  te  Oenbeik  gri>oreD,  was 
een  gverv  voorstwider  der  vrgbeidi  een  viiend. 
Tan  giaaf  Lodetnk  vm  A^aMini  en  tkl  der  Sta- 
ten van  Fneeland  Kittditig  weilite  bji  mede  tot 
de  oprtcbtiiig  dei  academie  te  Fiaaeker,  werd  in 
leiO  grietman  van  Tiotjeriuteradeei  en  overleed 
den  aOsten  Jiui  1621. 

H«em«lni,  Feys  van,  in  1630  gebom  en  ofli- 
eiw  in  Frieaebeu  dienat,  Uom  op  tnit  kokmel  en 
ewnmaodaat,  eeret  van  Raveetein,  en  in  1662  Tan 
Ëmden.  Daar  b|j  bier  ongenoegen  kreeg  met  <fe 
bevettÏDg,  ontving  bg  bevel  de  stad  t«  Tctkteai, 
en  toen  bjj  hiwvo  ni«t  gehoorwamde.  Toeide 
men  hem  en  ign  hrmegeiiit  op  een  schip  naar 
Ddbi^  IfiUeM  UI,  ^  wien  bg  leer.  ia.  de 
ganat  atond,  wee  hinxoer  ten  boogste  mienoegd 
op  de  regeenog  vaa  Eniden.  Beemitra  waa  een 
beoeffloaar  der  vaderUodeebe  gcaohiedtnis  en 
orerleed  den  Tden  Haart  1690. 

Ifeemefni,  Feye  «on,  oodate  aoon  v«ji  den  tow- 
foande,  den  ISden  Oetober  1662  geboren,  wm! 
m  1703  als  hiitenaot-kokHtel  1^|  Etteren  ge- 
wond. Hg  overleed  den  SSaten  Januari  1704. 

lleemilTO,  Sehelle  nm  «en  broeder  van  den 
vooigaande,  den  27Bten  Hm  1695  geboreiK  trad 
leede  vroeg  ia  den  krggvdienet,  was  weUra  ko- 
kmel en  werd  reede  iw  25-jar^n  leek|fd  be- 
noemd tot  Tiee-coramaodant  -van  Emden.  Weldra 
eohter  nam  hg  ignontalag,  veitigde  liehop  Do- 
tingastate  te  Dnnr^p,  was  b^aat  met  bet  op- 
liebt  over  de  opvoeding  van  Johan  Wülem  frtao 
en  woDiode  in  1703  met  dien  vorst  bet  geveeht 
bg  ËkMCD  bij.  Hü  wee  bnigemeeater  na  Bol»- 
ward,  werkmam  in  vele  aaniJeDiglie  etmimiepiln 
en  beoelMuar  der  letteren.  Hg  overieed  dei  15den 
Januari  1733  te  Oenkeid.  Twee  igaer  broedwa 
sneuvelden  in  1709  bg  1'  '  ' 


DigilizedbyGoOglC 


BBEHffntA^-SBBNVUET. 


137 


Htmtira,  Fty«  tm,  oodrte  «mb  wa  SbUUa, 
ïn  1894  op  QotingMtete  te  Drauqp  gcborcu, 
aacn  «la  nvwidtiM  tm  de  FmMhe  ginte  (l«el 
*Mi  doa  TiiMiiwTw»!  aneewtit  ooiteg.  Hg  werd 
gekireM  bq  PonteBot  ea  Mer  bg  Roero?  (1745) 
Ml  op  ëet  iligteM  beroDdenl  (ot  luitei»Dt^eiM- 
i«el  der  Uaiiterie.  Bg  oraileed  op  fiecüMtneU- 
te  den  Iden  Smttodm  1748. 

Betmilra,  Willem  -HettdrUi  mm,  ren  broeder 
MS  dta  voorgaande,  den  3CWen  Jmu  1696  ge- 
tmreD,  werd  fiMtmeetter-^euenAl  tu  FrieeUad, 
grietman  rao  Eolkmeriand  en  lid  mt  Oedcfw- 
t««de  SUten.  Hg  «verked  «9  V«g«lmiigtUt«  t« 
VejnkkMwIer  des  ISdm  Smtember  '1775. 

fiecMftra,  WiUem  Hatdrik,  baron  *m,  een 
UeimooD  van  den  vooigaanda,  den  ISden  Ooto- 
ber  1779  ffefcoren.  trad  im  Ëageieeben  dienat  en 
i*«rd  ht'1809  «ommisBuu  na  de  terpowfiag  te 
Kdlnm  en  in  ISIS  maire  vao  Oadwoude.  Hg 
Toerda  bef<J  bg  bot  beleg  van  de  ^tatiag  Koe- 
Tordea  nt  ISUeo waidwddamajoor.Iii  1816 
•am  hg  19B  onlakg  ak  tntteoutMoael  en  werd 
«rietmaii  ran  KtriluoMflaad  ea  Nienw-Kruüland, 
hd  der  Staten  Tan  FVtealand.  Jn  1822  U  van 
4e  Tweoda  Kamer  der  8t«(en-0enerRal.  Hg  orer- 
leed  te  LeenwaidNi  den  SOatao  Deeeaiytt  1826. 

aemiutra,  SektlU,  bar«a  twa,  een  N«dH- 
bndaeh  atiatanan  en  toon  na  den  ïoongaande  te 
Otoningen  geboren,  waar  aja  mooder  Jokamwa 
Btüihaxarina  van  Idtiitga  1Mb  <tea  buiie  Wei 
oodeia  betmdi,  den  14den  NowiMr  1607,  bnebt 
ign  JMWd  door  t«  Ondwonde,  Tul^e  daarna,  on- 
der Mdinj^  Tan  den  ZwiUeraAen  govionieaT 
JeoKKet,  fgn  "fatki  in  vendiifieDde  gamiioeoeD. 
word  ia  1S24  «todent  te  Ftnooker,  in  1826  te 
Onnoneen  «n  ranmoveeide  ahtm  den  26aten 
Jtnri  1830.  In  Ootober  1880  werd  hq  friëtnMn 
■na  Do^aweratal,  nam  ah  hiiteunt  déeJ  aan  den 
Tiendaagacfaen  VeUtoefat  en  keeida  ah  kapitcM 
ten«.  IiMilddeIiWMbn,lioewdiuettotdeTMd«r- 
adufi  behMmnde,  kt  1886  «ebnen  tot  lid  der 
PioTtnekle  Staten  mt  FmmaA,  en  te  de  ttr- 
nderiog  *aR  1844' bncU  i^  «en  adtM  aao  den 
lÉoDiiig  ter  Wel,  waMvt  op  berafaoiag  der  Of«td- 
wet  wesd  Mig«droqm.  Hmrnttra  wwrd  ikama 
tot  lid  der  Twaea»  Kamer 
met  alg« 


T  gekoaen  en  igo  adrei 


o  dat  laai 

'Atme,  Fan  JlaeAferni, 

rnlitOt,  Storm,  Wi- 


Den  lOdRD  Deecraber 
hg  Mch  met  Thorbeeke, 
Da  Kempeiwer,  Van  Dtm 
dun  en  Anemaet  tot  «en  voorstet'  vao  groad- 
wetabentvniOA.  dal  der  negen  numaea  jfwiiiimwl 
Hg  lerdediede  tiet  kraobtig  doeb  bet  werd  nMt 
84  tegen  31  steomai  Terworpen  (80  Mei  1845). 

Door  de  Staten  no  Friedwd  berbnen,  Ueel 
hV  lid  der  Kamer  tot  SO  Joai  1848,  toen  bg  tj)- 
delgk  benoemd  weid  4et  mimsler  van  Eendieoet, 
nadat  hg  kort  te  toren  ign  mi tdag  gevraagd  en 
bekomen  bad  ala  Orietniai»  na.  Omt-Doogera- 
ded.  Bg  vecdedi^  ondeiwbeiden  gededten  der 
grornhratahenienng,  onMng  wddra  een  defi- 
nitjere  beooaning  tot  Kd  *ib  bet  mtniaterie  en 


r  in  4e  Orde  van  den  N«der- 
Uaéwben  Leenv.  Dtn  SlatMi  Oetober  1849  oot- 
*iag  het  «heele  mmaterie  ign  onlekg  en  werd 
■bet  depatiement  van  BeretKenat  opgeheven.  Ala 
opfolgeT  vn  mr.  B.  Alberda  te  Leeinruden  werd 
Heemitra  wedta   mar  de  Tweede  Kaenei  al^ 


VtMAi,  in  1 
2den  lOart  1 


Ia  I6G0  vd^  ij^  beooeabg  tot 
dee  Koninge  h>  de  provincie 
1868  tot  wo^Mig  in  Ze^aod.  Den 
1880  wenl  hg  mdnjater  vas  Binneo- 
Uadacbe  Zaken.  Wegena  zgn  liberale  anteceden- 
ten, werd  hg  leer  wehriUend  door  de  Vert«gen- 
waoKUgMg  matTtagen.  Hü  heeft  ikb  toen  toi- 
dieaatelük  gfwiakt  door  de  wet  («t  deo  aanleg 
van  ipoopwegen  van  ataatswege.  Door  de  eonaei- 
viAieven  «eid  Fan  HeemttTa  im  de  Twoede  Ka- 
mer beftig  ainnvaHML  In  1861  ag  hg  tjpt  be- 
«oottw  met  87  tegen  B3  atematen  verworpen. 
Het  anoisUrie  tiwl  den  iUen  Jaaaari  1862  af 
«1  den  Slatea  daaiaanvtdgende  oKtviog  Van 
Beemilra  vja  benooaing  tot  miaiatet  van 
Staat 

Nu  veatigde  bg  aioh  qa  Beidceonik  bg  St. 
MaMtenMigk  in  Uliedit.  SiMeÜMif  kooe  bem 
weUra  tot  Kd  van  de  Tweede  Kimer,  Niet  lan; 
cebter  waa  het  bnn  meer  vergund,  volkevertè- 
genwoordi^er  te  iqa.  Den  20ateti  DeMmbei  1864 
overleed   i^j   ta   Beuken i^ 

Beemttra,  Btdthatar  Theodona  vm,  een  N*- 


^  P  ten  hmse  van  biugtmtetUx  «o» 

Idumga  te  Onningen  geboren,  deelde  ia  bet  on- 
derwii  vaa  iqd  drie  broeden  Sekelle,  Fran* 
Man  ISdm  Mi  1811  geboren,  later  lid  vaa  de 
tweede  KMOer  en  den  Iddea  PabraaiJ  1878 
ovedeikn)  en  Stmen,  ootviog  i|ja  verdere  op- 
kiding  aan  bet  gjmnitinm  te  Frueker,  atn- 
deerde  er  aMt  bet  jUfaeoaeum,  nam  afa  jager 
deel  aan  <hn  Tiendai«a«4ieB  VeUtodit,  Mtta 
inn  ttodJiD  voort  te  Groaingen  en  promoveerde 
aldaar  in  de  rediten  den  14<kQ  Haart  1885,  vea- 
tigde  acb  all  advoeaat  te  Leenwvden  en  waa 
vMk  1843  tot  1852  entvMkger  <ier  dtnete  be- 
batin^en,  eerat  te  Birdaaid  en  toen  te  DeiiiDB. 


fia^  «1  overleed  daar  dek  24a(«nDeeember  1878. 
Hg  waa  een  gverig  beoefeaaar  der  ood-Friaeeb» 
geaebMMtia,  taal-  en  lettecfam)^  kU  en   * 


tafagJM   wetenaehappdijfce  ver- 
tel in  ma  vadnlMid  lia  in  bat 


baitenknd  en  beaat  «mi  koatbace  venauteUiig 
leidMme    boAen ,   bandadiritten,    aatogiaDben, 


mdeüngen 


platen   ent.,    terw^   iga  lijk   ' 


bieratiai   te   Vemwovden   f 


en  vwatdöke  peraooeo  met  helangat^-og  wrad 
beaoeht.  Een  en  ander  ia  in  1879  onder  don  ha- 
mer gebtaebt. 

HMiTltot  ia  een  gemeente  in  de  provineie 
Znid-Hobtd  op  het  eiaDd  Vomte,  1256  H.A. 
groot  Dtet  f1Sl«>  1287  ivwoaer*.  Zg  wordt  be- 
groied  door  Zwaptewaal,  Tio-poideTi,  Nieowen-* 
Boom,  Abbenbioek,  Qeerrtiet  en  Rooenbnig.  Hat 
kanaal  van  Voorne  dooieaödt  de  getneente,  die 
in  bet  O.  door  de  Benriaae  en  én  bet  N.  door  de 
Maaa  beapoeM  wordt.  De  bodem  beitaat  oit  lee- 
klei  en  wordt  faootdialdök  voor  landboaw  ge- 
braUrt.  'De  genteente  bevat  bet  vroegere  atadje 
Heemvliet  en  de  hvvft  NJeowe-Sinie. 

Bet  vMi  Heenvlict  ia  aan  den  dqk  langt  de 
Bemiaae  gebonwd.  Van  bet  slot  bveatein  be- 
staan nog  geraoge  omUgFeeJen;  de  beide  aloten 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Blvdwtein  en  LeenweiuUni  >vii  e*i>^  yfoéwt- 


■g  leer  door  de  Hoeksdie  «Q  EabcljftuwBelie 
twjetei^  in  1660  docK  een  grootcn  brud  en  in 
1787  éata  bmvergeectiiUeii  geMeo. 

Hmf,  OawoU,  MD  ZwilaerMÉi  i^-  en  dwr- 
kuDdige,  deo  SAwtta  AnguaMa  1809  te  NMm- 
Utiwji  geboren,  i>*ffi  ^«>  n*  de  ToUooiio^ig- 
oer  fltii£bi  ML  18^  Mwr  Zatich,  wmt  liif  in 
1835  faoof^nv  mrd  in  de  pluit-  en  di«rlHtDd« 
MD  de  acMlemk  «D  later  odt  aaa  da  paljtacbni- 
edie  Bobooi  Hj)  luel|i  den  botMHwiben  hün  te 
Znricb  Mffilrcpn  en  waa  dawrao  <Krwtettr  ae- 
dut  1S9S.  In  1845  aticbtte  hjj  «i  bet  Genoot- 
adtaf)  y<xK  loitd-  en  Tnüriwuir,  wsMTao  hg  can 
reeka  jaren  b«t  Toonitteraebap  txUeadde,  en  in 
18S1  de  lMKB)o«waBhoi4  wiar  beUiwen  bij  •)« 
praeident  dar  oommiaiia  i«n  teeiidit  Mvonurde. 
Euideiük  wu  hq  gadurcnde  aOJa*r  lid  van  den 
Otooten  Baad  yan  bat  kanton  Ani^  eD  oteriaed 
te  Lauaanne  den  27sta>  September  1988.  Hg 
BCbreet:  ,J)ie  EÜM  der  Sehwaia"  (1838—1841, 
2  dbi.),  „FMina  coleoptenHn  bcJTalaca"  (1639— 
1841,  3  dliL,),  „Die  laacktenfauM  der  Tertilrge- 
bilde  Ton  Üanineen  und  Ton  Radoboj  üi  KnW' 
tien"  (1847—16^,  8  (Sn.),  JOor»  Urtiark  fiel- 
Tettae"  (1855—1859,  3  dh.),  „Die  Pflanien  der 
Pfafatbanten"  (1866),  „UoteiaadMMt^  Ober  dag 
Klima  uad  dw  VegétationareiliSltnMBa  dea  Tei- 
ti>rkadea"  (1860),  ,4>te  Unralt  der  Sebwvi" 
(1869),  in  1872  in  bet  FrMiaeh  fertaakL.  j:iie 
loMite  Flora  der  Pidarlinder"  (1868-1863,  7 
dln.),  „AmoM  Ëecber  toti  der  UaHi,  LebensbiU" 
(187S),  „Di«  TorwritUebe  Flora  der  Sefaweu" 
(1676),  „Britrtoe  aai  foaaüen  Flora  Sibiriena 
and  óee  Amor-Laodei"  (1878),  Jtieeene  F1<h« 
der  ]Md  Swibaün"  0878),  ,M«edisehe  Eipe- 
^tanen  lur  ErlorBcfamg  dea  hoben  Nordena" 
(1874),  „Fk>ra  loaaiüa  bdf aUea"  (1877),  „Ueber 
loaaib  PNaoMD  toq  Swnatra"  (1875),  „OonUi- 
bationa  i  la  fiore  tMÏk  do  Portawal"  (1881)  en 
„Die  niirale  Fbia  der  Sebwma"  (iwS). 

H««r,  PUter  OUo  OoenToad  Voruünuat  ds, 
«en  Noderiaadaofa  sataukimdke,  den  20aten 
September  1809  te  ValbnrR  in^dderhad  gebo- 
ren, beiodit  de  boogeaebaol  Ie  Utrecht,  waar  hg 
•ertt  in  de  letteren  en  gvdooleerdiiatd  en  chama, 
Toorai  onder  lelaUng  ran  MiM,  in  de  wta-  en  na- 
taarbnide  atmkerde.  Hg  nam  ak  aergeant  bq 
bet  BtudeDtenkoriia  der  ngwiUige  jagen  ded  aan 
den  TiendMgaeMn  VeMtodit,  promorearde  in 
1883  op  een  diesertetie  ,J)e  fraetnonibiia  eooti- 
irase",  ^ti%  op  r<Da  naar  IteüB  en  antving  te  Fb>- 
lenee  i^d  benoeming  tot  boogleeraar  aan  bet 
Atbenaeum  te  Derenter,  welke  beteekktng  hg  den 
7den  Nov<mber  1834  aamvaardde  met  «en  rede- 
Toertng:  „De  Tkjnm  dootoina  in  pfaynea  diaej- 
^na  rrto  adhtbendh".  ^  o^Mfced  deo  Sfeten 
December  1841.  Van  i^n  geec^iften  Doemen  «g 
nog:  ,J4ote  aar  Ie  edeöl  de  rioeUnataon  magné- 
tique"  (163S),  „LeT<end)ericbt  van  den  boogleer- 
aar A.  C.  G.  Suennam"  (1841),  „Orondon  Aet 
Meraerrtknitde,  voora]  ten  gebnuke  bij  d«  atei- 
len-  en  zeeraartÉiuMlige  taJ<j*  Tan  Jawb  Swui" 
(1840),  „Redevoering  orer  de  voordeelen  eener 
wetenadiaWelöke  bwefeiwig  tmi  h&Ddirerten  en 
hinaten"    (1841)    en    „Thtorie    de    téUgraffaie 


1677 


éJeetriqne  aree  la  deaeriptioB  d'nn  Donvean  téla- 
grapbe,  toodé  aor  ka  aotiooa  pbjraioiogiqiK*  da 
rMeetrieiU"  (1S89),  wder  vde  opitelkn  in  t^d- 
Mitriften,  tootiJ  in  de  .^Algiemeetie  Konat-  en 
LetteHwde".  Ook  ng  bg  ah  atvdent  agn  ant- 
Tooid  Of)  de  naag  „Detur  auednta  e^ontio 
praaeipuaruin  metÉMdonun  iraae  ad  eircult  qna- 
draturani  dtmmt"  (1832)  te  Qraungen  met  goud 
bekroond. 

H«er,  Joadnm,  een  ZwataerMih  ataatamm, 
den  25ateu  Swterober  1825  te  GUroa  geboren, 
atodeenle  te  Zfliódi,  Setdclberg,  Berl^n  en  Pa- 
r|i(,  trad  'verrdgeot  in  ataatodienat  en  werd  in 
1857  hndamman  tu  Giania,  weHte  betrekking 
hij  gedurende  18  JMen  beJ[)eedde.  In  1867  Terte- 
geviroordigde  i^  Zwitaerlaiid  gedarende  tevea 
maanden  ala  gerant  bg  den  Noord -Dn  iladien 
BoDd.  Sedert  1857  waa  hg  Hd  iiii  den  Naüoaa- 
len  Raad  en  aedert  1875  van  den  Doodcraad. 
Hier  werd  bg  *iee-preaident,  bestuurde  ia 
de  laken  der  poaterg  «n  dM  tetegiafibie,  ia 
ala  Boikd^eadent  der  pdatieke  aangdegenha- 
den  en  in  1878  bet  dcMutement  van  Spoorwegen 
en  Handat.  Den  laten  Janoaci  1879  teode  hg  ign 
acotrt  nader  eo  overleed  den  Isten  Itnant  daac- 
aaATojgende  te  Glaroa. 

'■  Haar-Arendskerke,  een  gecaetnte  op 
bet  eüarad  Zoid-Bevelaod  in  ZeeJüd,  met  een 
OH«rTlakU  Tan  4S78  H.A.,  telt  (1915)  3422  in- 
w<«iere.  Na  de  vefeendging  van  'e  Heer-Arend»- 
keriM  en  'a  Heer-Bendr^duaderen  io  1857  wordt 
»j  begrened  door  de  genteenten  WoUaaptedÜk. 
Qoe*,  'a  Beer-AbUkeAe,  Hdnkenaiand,  't  Heeren- 
hocÉ  en  Botaele.  door  de  Hont.  het  Sloe  en  de 
ScheDgen,  terwgi  de  dpoorwegdatn  hur  met  de 
WaMieia^  genuenie  AniMnniden  verlHiidt.  Ia 
1874  werd  m  door  iodgking  naar  he«  N.  Ter- 
gfoot.  De  landboaw  Uoeit  er  :^  den  met  zand 
Termengden  kèeibodeat.  Tot  de  gemeente  beboo- 
ren  de  dorpen  "e  Heer-Arend^eAe,  het  Nieuwe- 
don) en  *■  Heer-HendrikAioderea  en  bet  gehucht 
WUsEèedM. 

Het  doip  'a  Heer-Arendikeike^  een  atation  aan 
de  «poorïqa  Ooea— Atiddelbarg,  ligt  aan  den 
gnMrten  weg,  die  deae  itwee  phataen  Tertuadt 
Vroeger  itond  in  de  mègbcóil  er  Ttn  het  slot 
Sehengen. 

Haarbui  was  in  het  oude  OennaaDadte 
krggawcKn  de  koniddi^e  Ofinieping  om  ondar 
de  wapeoea  te  komen,  odi  bet  leger  adf,  terw^l 
het  mede  ia  den  un  Tan  boete  en  oorlogabdaa- 
ting  gebruikt  werd.  OorapronM^  wuen  aUa 
Trge  en  weerbare  mannen  dienatolichtig;  onder 
Kmü  den  Öroolt  werd  ecbter  <U  di«Mtf^dit 
Toor  de  aimen  Terlidit.  Voor  de  nitroering  vaa 
den  heeiban  zorgden  de  gewone  miêri  ot  bnlten- 
gewooe  ken'bmnalorM,  Ae  ook  da  beerbaoboete 
(voor  bet  wegUfTen  aónder  wettige  redeo)  moet- 
ten  i 


de,  een  Mneevte  «n  de  provioeie  Gel- 
derland, met  (1915)  7148Anwaaaie  en  een  opper- 
Tlakte  Tan  7784  Hj^.,  Ugt  toaaeben  de  G^r- 
sdie  gemeenten  Battém,  OMebmek  en  E^  en 
dB  OreriJMleehe  gemeenten  Wghe  en  ZwoUer- 
kerspel.  De  bodem  beataat,  DMt  nJtiOQderJ|ag  van 
eeoige  UeigroDden  aao  den  Ue^  nit  dUnriaal 
land,  dat  in  bet  W.  een  hoogte  Tan  85  m.  be- 
reikt. De  bevoUdng  bondt  lien  faeaig  met  laad- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


boaw,  tNNMDkwcekMJ,  iModel  (iioiit,  ipek,  Tleeiefa 
«n  ktodbiniwfjrodiietcir)  «n  aqTarJwid  (iMpter  en 
Uompen).  Tot  de  gemeente  beiiooron  <m  doifKD 
HeeMe,  WapenreU,  Veeten  en  Voehtea  beiMiTeiiB 
MBMt  bmuten. 
Het  4foq)  HeHife  ii  adma  gtkgea  of  h«t 


tioa  TU  4en  tpooiwtg  ioddoorn^-iHiMem, 

Hsara,  Imm*  de,  een  bcketid  i«d«TÜ''«Ti  <^* 
m,  15S4  te  Qent  ««bmn  mid  co  in  1584  orei- 
l«ed,  WM  (MÉ  eie  aehilder  wniaMin.  Hg  leerde 
b^  lijn  nder,  den  bertiHHmw*r  Jan  tU  Herre, 
ea  <tümft  bij  den  edsldw  fnau  d«  VritmU,  ge- 
■muihI  fnm*  norif.  Vemlgene  werlUe  hu  t« 
FoatMueUeaD  en  md  bet  Eng^Mbe  faof.  In  ]£59 
w«i  bij  weer  in  Gent  teng.  Dnsr  giCK  hj),  wur- 
■dqpilgk  ten  ftrrolgB  van  löo  bawel^,  otm  tot 
het  PtotestHttiame,  en  werd  deoi  Air*  den  27fl(en 
Morember  1568  uit  de  stad  ytAmamn.  H|)  vhieht- 
te  «K  Londen,  doob  keerde  in  1577  oa  de  ?■> 
sfieatte  Tan  Oent  saw  die  atad  terug.  Waar- 
aeb^Hilqk  ontvtaefatte  fag  Qeat  w«deran,  attbana 
ign  leeilina  Coral  «on  Mmder  lertiaaU,  dat  h| 
in  1584  te  Farii*  overlsed.  B^  wm  «en  buil«ns«- 
woon  ootwikkud  man,  die  Mlen  der  meeat  M- 
•diadden  taa  lön  tenl  cttder  ign  vnendeo  tel- 
de. V«t  lin  wötea  facwnden  ar  aieh  t«  Gent 
in  de  St.  Bavo^aife  en  ia  ixA  arefaiet,  t«  Haaip- 
toB  Coort  bg  Londen,  te  £<if>eiibagen  eui.  Zjp 
beteekcoja  aM  achiUer  ia  minder  groot  dan  ion 
beteek«aia  ala  <U«hter.  In  xm:  .Sitn  Hot  ende 
SoongaeTd  der  Polaien"  (15m)  tontt  l^j  li^  een 
Tooilmpei  d«T  Tenaiamnee-poliie. 

Hsenmui-ZiUldwtIk,  CUmetu,  vfgheer 
vut,  een  Dniladi  Kdkareitegenwoonkger,  den 
aaaten  Awnatw  1882  te  Soni^wa  grtoreD,  ata- 
deerde  te  Bonn,  HeidelbeTg  en  Benqjn  in  de  rach- 
~  Kt  iweetingaraad 
I  tqj  lid  Tan  het 
na  FtadUortCe 
dood  (16&1)  partiikidet.  Hij  orcrieed  den  28Bten 
Haart  1908  «e  Beriöo.  OS  aehreaf:  ,J)ie  «teate 
Tafekuaierei  Wm^mh"  (I8ffi). 

Haarm,  AnuM  Bantoon  Ltiéwig,  een 
Dnitadt  MadtaedMb^rcr,  den  flSaben  Uetobei 
1700  te  Aibei^D  bq  Bmnen  «bonn,  itudeetde 
te  Qtttiiigen  en  hgde  onder  leidrag  ran  Bepi» 
«D  8pttier  «tb  tee  o^  de  geaebied-  en  letteofam- 
de.  Hy  reatigde  w  lidi  TerTolgena  ah  firiraat- 
dooeirt  en  OMsUe  itdi  bcÉend  door  de  iii4g»Te 
van  betjneecbrift  Tan  Memmder  ,J>e  eDOOEaêia" 
(1765).  Hg  weid  io  1787  tot  buUeDg«woon,  in 
1704  tot  aewoon  boogjeeiaar  in  de  wgabeReerte 
es  in  1801  tot hoogjeeiaac inde  gvadtfedenia,  tot 
Hointtd  en  Tentdgena  tot  „Oebeimer  Jmtiitat" 
benoemd.  HB  overleed  ta  GOttiiHeB  den  7den 
Haatit  1«2.  Kee^  in  1789  waa  (n  Kd  gewoiden 
der  Aeadanae  Tan  Watenaübappen.  Z||a  vooraiam- 
ate  werken  BJa:  ,Jdeen  flber  Politik,  den  T«t- 
kiriir  nnd  den  HmmM  dei  TOmehmaten  VOlker 
der  altoi  W^"  (6  d>&.  4de  drak  1824—1826), 
een  werk,  dat  beia  groolen  joem  beiorgde;  t«t- 
dei:  .OtaAtohte  dee  Stodrnma  der  Muaieclien 
LiteistoT  aeit  dem  WiMteraofleben  d«r  Wiwen- 
eebalten"  (17S7— ISOS,  2  dlo.),  „Die  Geaehicbte 
der  fitMten  dea  Atterfnme"  (5de  dmk  1828)  en 
„0«aetiidii(e     dei    «nropiiaidien    StaatensTatenta 


te  ïtoaetMUg.  Sedwt  1670 
fioia  TUI  Aïgeraanligden  i 


uod  aeinei  Koloniën"  (5de  druk  1830).  Met  üktrt 
logde  hg  ia  1819  den  groDdalag  thi  b«t  ^roote 
biatorimie  werk  „Oeaducbte  der  europitacben 
Staaten".  Ziia  .^BitilxKMAK  Werken"  zjja  in  1821 
—1820  in  15  deeien  in  bet  licbt  Tersohenen.  Zyn 
ToomnanMte  g«eahintten  werden  door  mr.  Dorn- 
uUhn  in  bet  Nederlaadach  vertaald. 

ffeerem^  FrUdriek,  een  neef  van  den  voorgaan- 
de, een  mitacb  tebMkinodige,  den  Mden  Aorua- 
tut  ISöa  te  Hamburg  geboren,  atudeerde  te  GSt- 
tingen  en  te  Pftrgt,  etaebtte  daart^  met  i[ja 
broeder  te  Hambiug  een  fabriek  Tan  Blcarineliaar- 
aen,  weid  in  1831  Iwo^leenai  a&n  d«  unimetde- 
aebool  (bter  poljteefaitiBcbe  school)  te  Hojukivbt 
en  leverde  met  Karmartch  een  bewerking  van 
Urt'a  iJüetionar}  oF  arta,  manutactoriea  aod  mi- 
nee"  (1648).  Venkr  adtreet  hjj  verhiJMielingea 
in  da'  „IbUettungen"  dei  HBoao^cracbe  Nijrer- 
hesdarereenigtag  en  Tond  een  imstrttmeQt  (pioa- 


ooop)   nit  tot  bepaling  i 
me&.  Hjj  overleed  den  2 


_.  Hjj  overleed  den  2deD  Mei  1^. 

'm  ■•«renberc  ia  «en  it»^  in  de  Oelder- 
Bobe  ^emeenta  B«g,  Of  400  m.  afstand  van  de 
Pniaiacbe  greaa  gelerói  *nei  ongeveer  1600  in- 
wonen. Hm  ia  een  Ueine,  wejinbouwde  plaata 
me*  aansenamc  wmMiogen.  Het  beUogrukate 
gebouw  M  bet  dot,  vroegs  de  letel  der  machtige 
beeien  Vam  de»  Bergk.  V«Tder  treft  men  er  het 
met  een  toten  vaiverde  ataiUnne,  een  Roomacb- 
Katholieke  keik,  «en  Herroimde  k«A  en  een 
gaatbuia  aan.  In  1598  deed  prine  MmriU  de 
^aate  oatmaat«lea,  io  1785  weid  zij  door  een 
gMoten  brand  venroeat,  docb  weder  heibovvrd. 
Onder  Imtiog  WiUem  l  en  WiUem  II  waa  er 
tot  1843  een  BemdnaiÜMn  gcnestigd. 

BneraidlannMii,  di  w.  z.  onbetaalde  dien- 
aten,  aibetd,  door  den  oodenlaan  verricht  tm 
b^oere  van  liJn  beer,  tao  ign  nieerdere  die  ge- 
it«  Iteel^  THf  de  o^ertteid  en  o<A  van  dea  ge- 
meenacbtf^^hlken  krioc.  waann  n>ea  ^^«ren  en 
opgeroed  wo^  dagteèkenen,  loowri  m  Eurofta 
ya  in  Jmé,  na  leer  oode  4nden.  In  Eaiooa  ia 
deae  hHifHi'y  hngram-rtifini  verdwenen,  komt 
nog  declila  ïSer  «n  daar  en  dan  no^  veelal  apo- 
n&cfa  *oor;  in  AaiS  daarentegen  ia  ijj  toi  of> 
den  biudisen  dag  in  iwaog  aebleveo. 

In  bet  DöeooMi  verddent  het  viaagttnk  dea 
beerewfienaten  in  tDaoknde  de  aaodaclit  en  wel 
in  de  eeiate  ^aata  op  het  eiland  Java.  Ten  tijde 
van  het  TOfMea-beatsDi  dn^ten  de  heeremHen- 
aten  iwaar  op  de  Jannnacbe  bevoftJng,  dJe  niet 
alteen  XHider  vergoeding  moest  werken  Toor  den 
vorat  en  diena  facoAiekdei).  maar  ook  voor  de 
igkagioaten  «n  de  lagere  beambten,  alaokede  ten 
bëboeTe  Tin  weiien  Tan  algemeen  nut  ak  we- 

en,  naiiiTgTera  ent.  Niet  andere 

Initenbeiittingen  en  de  diensten 

der  berolking  maakten  voor  «en  groot  deel  de  in- 
koouten  óet  boofdai  nat.  Dit  stelsel  werd  over- 
oenomeD  an  nog  ttxa  venwaaid  door  d«  O.-I. 
Con^Mgoie,  di«  allen  mogatijken  arbeid  in  hee- 
reodMnaten  deed  verriditen  en  daarenboven  door 
de  lereringeD,  die  »j  van  de  hoofden  N'aohte,  de 
dieneten  der  ottdeidaoen  jegem  die  hoofden  i«er 
venwaarde.  DaendeU  bépeAte  de  heerendien- 
eten  in  theorie,  eieeht«  daarent«^n  in  de  prac- 
tijk  leei  ved  Tan  de  Javanen  bq  den  bouw  van 
forten,  den  avtleg  van  den  giootan  postweg  eni. 


DigilizedbyGoOglc 


140 


BEUEiRENDIBNSTBN — HEIBimiN'VïlElX. 


Batttet  Kiutft«  4e  lieeKD<di«n*(eii  wri  bjj  prodi 
mtic  ü;  tot  oiitTOMiiig  kwam  dËE  be«hitt  ecUw 
lüet  wceeos  den  konten  door  tui  x^o  bewiod, 
tarwül  3e  ConmiiMuiUHi-OenerMl,  ^  ik  te- 
mit/mgen  na  EngriuHt  OTeroaimii  voor  N«der- 
knd,  deli«ei«Di}i«Diten  tMnidiiaaideneii  k  »lieea 
ten  bebo«T«  tiil  *ari>teDaien  «o  parüeulkreD  zoo- 
veel ONgdgk  tndiUn  t«  bepaifceo.  Het  «eet 
werd  il«  loeitMKl  Toor  <le  beTottJng  mhIw  bei 
beatnnr  T*ageiKTaftIF(nid«a0{>W!k,  nuwal  tr^d 
D>  bfO)  w«l  eenige  ^abtiotiag  ii\  eerat  b«t  (e- 
genwoonlige  Hegceri-ngi-ReglaBetitBdiiep'h  mo- 
g^jkheid  om  den  toestand  «en  grondige  fiervor- 
ming  ite  doea  ODdergaaii,  dooi  4«  befiden.  dat  de 
diensten  g«weet«ldjk  door  den  Oomeme  Dr-Gene- 
raal gCTegeld  en  IrapaRew^M  venniiiderd  louden 
worden.  Het  duurde  eèhtcT  tot  1865  toot  de  eer- 
ste le^^ng  der  beerend  kosten  tot  stand  liwam, 

wa&rbg  deze  in  al gemeene  ea  bg  xoud 

werden  oadersrtMHMn  en  o.  s.  het  maximuiti 
beid,  TMi  één  beeTeDd4enstq>liebttge  te  vorderen,  op 
52  «fagen  per  JMir  (1  d«g  tmi  12  anr  n  7  et- 
malen) geateU  wend.  In  1882  werden  oirdertchei- 
■  den  diensteo  algesefaaft  o.  a.  die  ten  behoeve  van 
klandaAe  ambtenaren,  en  het  muinnim  untal 
dagen  tui  52  <^  42  gébraebt,  daarvoor  echter 
TMi  de  heereBdtenetpUdttigeD  een  hoofdgeld  ge- 
heven TUI  1  gU.  per  iioolé.  Bij  de  volgende 
vQf ja*HQliMbe  nenjeniogen  werden  nieuwe  ver< 
betwingen  rageroeidi,  bet  venehil  tuew^ea  aJge- 
nMene  en  'bü^^""^'*  diensten  opgeheven  en  nauw- 
keniig  vaatéwtrid  weikedSenrten  gerorderd  moch- 
4en  worden.  Ben  door  den  QoDVOTDenr-Qeneraal 
Van  Reef  bereden  f^BatedQfc  onderaoek  naar  aüe 
periaonlijke  daensten  door  de  xdandeie  ge- 
pieeteerd,  liep  in  1803  af  en  git  ueUÖng  tot 
ftfwbaJ&Dg  van  een  asntaJ  miebruiken,  venDin- 
decing  ran  het  aantal  weifcen.  <He  in  heerendJenet 
moeiten  verricht  worden,  bet  invqerein  eener  ra- 
tJoMete  Mg^Dg  na  deo  verpUchten  arbeid,  die 
daardw»  tot  «en  minümim  gieredoeeerd  werd, 
vermJDderiDg  van  bet  aantal  dag^ïenstea  (42)  in 
de  meeste  gewesten  tot  86,  24,  21,  >i  tot  12  d*- 

Cpei  jur  en  eindeUik  tot  bet  vooneoMn  de 
endiensteit,  tegen  een  ver^Mogiag  van  h«t  be. 
«tMode  hoofdgeld,  gelcddeiök  op  g^ieef  Java  af 
te  tcbAffen.  Bü  de  ordonnantw  in  St^l.  1S14  no. 
101  ia  un  da*  voornemen  gevolg  gegeven  voor 
de  veaiidentiia  Bantam,  <%eribc«,  Fekalottgsn, 
Semarang,  Remlxu)^  en  de  aJdedino'  Erawaog 
der  reaidentiie  Batavia  en  bij  die  ia  Swl.  1915  no. 
21  voor  de  residentiin  Paeoeroeut.  Kediri,  Kv 
dioen,  Beeoeki,  Soersbaja  en  Hadoera.  In  genoem- 
de gewesten  kannei^  behoudene  wanneer  znlke  l^ 
rampen  van  hooger  hutd,  dan  wd  tot  Ritwendiiig 
van  iJg<meen  gevaar  tüdel^  noodig  mocht  geadit 
worden,  tb&ne  nog  aleohts  boeren  dieneten  ge- 
vorderd worden  voor  beit  TerroerMi  van  perMwen 
en  troepen  op  mancii  of  van  hun  goederen,  dodi 
alleen  indien  tegen  de  VMtgestdde  laricvea  geen 
of  niet  üi  vtddoende  getale  werkkrachten  te  be- 
komen zijn.  Voorts  ös  de  QbweriKiDr-QeiwrBal 
bevoegd  om  io  büzoDdere  gevallen,  ak  bet  in  het 
algemeen  beknf  bepaald  wordt  geSiseht,  vki  de 
beerendienetpli^UgéD  tegeo  betaling  daenaten 
te  vorderen  ten  behoeve  ven  bet  aanleggen  ol 
veriHcnwea  van  en  hot  («rriohlen  van  iware  her- 
EteUdsgea  aan  irrigatjewerken   ingeval  daarvoor 


op  MwoËlüke  voorwaatdea  g«en  of  niet  io  vot 
doenden  getale  v«^e  werhkradïten  te  veiiijfgen 

In  de  g»we«teR  Preaoget  iRemntacbappen,  Ban 
joeau*  en  Eedoe  zal  de  bedoride  afachalting  vu 
heerendHaeten  waarieèqnlqk  in  1916  plaata  vin- 
den. Het  boofc^^,  dnit  ak  equivalent  voor  da 
nods  bet  jau  lS8i  alcMehaKe  beerend  i«D  eten 
wordt  «Steven  {■«  Bthitiitg  in  Nederlandaeh 
Oost-ltiSii)  ia  is  1914  en  1915  opirieDW  vaatge- 
steid  M  bedragen  varkereiMle  tiMseben  1  gid. 
en  2,90  gid. 

0(*  d«  gemeente  dien  I  ten  werden  tinda 
1866  bdaogrök  beperkt,  wat  voor  de  bevotkiiv 
een  groote  verUdOiog  belfiekeode. 

Hetgeen  bieiboven  verm^  is  omtrent  de  bee- 
rendieuMes  og  Java  en  Vadoera,  ^eUt  niet  vooi 
de  Vorateiilatiden  en  de  ftartieuliere  Jaodernen, 
waaromtrent  büzondeie  be^iaèingen  beetaan.  Ook 
in  de  BBitenbeoittiogeii  ign  dë  toeataadan  aa- 
dere.  Natu«riqk  mag  bet  OoaveroemeDt  aUeea 
bewen(MenateD  vorderen  in  de  itrekeo,  die  onder 
^ja  Kditetreckeeb  beatmr  ataao,  maar  ook  bier 
lang  niet  hi  alle  ctnèeD.  Qeen  beeraHÜeniten 
wopdeo  gevorderd  in  de  reaidentiea  Weitenddee- 
Ung  va&  'BorMO,  Rionw  en  oadaboori^eden  en 
Torurte  en  onderbowigbedeD  en  op  de  eigenlüke 
Banda-eilaDden,  aodHB  dan  iaffetal  Mdks  tot  we- 
ring van  algemeeoe  rankten,  Am  wel  tot  afyM- 
"  -  '  en  gevaar  ittjdelök  noodig  mocht 
.  .  iMer  werd  de  wak  voor  de  ove- 
rige landatieken  geweatelvk  geregeld.  Het  maxi- 
mnm  dagdjotalen  varieert  tbana  in  de  veTiehH- 
lende  gewesten  tnueben  26  en  52.  Over  bat  al- 
gemeen ivn  de  heerendienateo  in  de  Boitenbe- 
■ittinMn  twaar,  vo<val  wegens  de  groole  aifftao- 
den.  De  Jwerendieiistpftchtaf^ieéd  óriit  w  door- 
gaans oo  den  perao«Hi;  alle  tot  w«iken  «eadiikle 
manoelvke  ingMeteMA  iDn  iogederid.  De  dien- 
«l«n  bepalen  licb  doorgaans  tot  bet  onderttowl 
van  wegen,  bnwgen  en  doikers,  aom^idi  ook  vaa 
waterw^eo,  djfken  en  waterMdtogen,  en  verder 
lot  het  traoapoft  van  dienaren  en  goederen  van 
den  Staat  Voor  andere  openbare  werken  bnaDen 
bg  gebrek  aan  Trijwittige  arbeaden  beertDdien- 
eten  worden  gevotderd;  ■AoA  aleebts  na  maebti- 
ging  vao  den  Qouveroeur-Generaal  en  tegen  een 
telkens  (e  bepalen  loon.  Voor  de  tegenwomdSve 
regeling  verwöien  wji  naar  den  Regeeriogsd- 
maoak  voor  Nededandecb-tlndie  191S,  dl.  1  Us. 
157—166. 

Ba«n&we«n  is  een  viek  in  FrieelaiM},  deeU 

de  gemeente  Sciialeiiaiid^  deels  in  de  gemeen- 
ten EiKirirden  en  HaAHteid  gvtagen  met  <»- 
geveer  6000  inwoaen.  In  de  laatste  gemceota 
Rgt  Nödiasfce,  dat  geograüsdi  tot  Seeteoveen 
behoort,    administratief   eebter   r  -      •--'  —^ 


dorp  nitmaakt.  De  plaats  Ügt  aan  de  spoorweg 
Leeuwuden — Uepipet  en  is  door  atoomtramljjseD 
met  Sneek  en  Drachten  verbonden.  Oors(»tiïike- 
"":  was  de  veenderij  de  hoofdbron  van  beataaii, 

ins  xqa  bet  handel,  nqverbeid  en  Bcheepvaut. 

erenveen  i«  de  leteJ  van  een  artoodiaaedients- 
rechtbank,  beiit  een  hoogere  bargeiwbool  met 
vijfjarigen  enrana,  de  gemecDl^Mnzen  vhi  Aeng- 
wtHen  en  Seboterland  en  een  aantal  kerkge- 
bouwen. De  (^ikoinst  van  iHeerenveen  da^eekeot 
uit  den  t|)d  na  keiier  Karel  V,  toen  de  beeren 


D,o,l,zedb,GoOgle 


mr.THTtBwviiaaM — ^BEEffi£BN8. 


PüUr  van  Dekama,  Knik  en  Foitt'  ó»k  Teen- 
^roodeD  MokoetAea  en  met  de  <»it^itDÜig  een 
aaoTMW  auMkten.  De  phaAt  nam  seer  in  Uoei 
tM,  nadat  prioMS  Alberlint  Agnes  bet  hD<lgoed 
Oniojewonii  bg  Heeren*een  aangti^  faad,  mar 
da  Fri««e)ie  BtadbonderB  <}oorgaADs  «ka  z(»nets 
vertoefden,  (teder  kouiiig  Lodev^k  wend  Heeren- 
veea  de  booMplaata  na  een  der  drie  Fneeche 
kmtrUeren  en  onder  Sapoleom  van  een  der  arron- 
diiHaienton.  In  1422  weid  de  ipkn^a  dimter  te- 
MD  de  SpanJMTden  Terdedigd.  »  1472  had  io 
luar  nabijheid  een  berig  geftebt  tegen  de  Mun- 
stenriien  plaaia. 

HMrM,  /on  ^rrut,  den  SOstan  Mei  1d58  U 
Zatdbom  i^ebmreft,  sfodeerde  ia  de  leehten  en  let- 
teren te  Oronio^n,  pHnnareerde  ia  1885  aan  de 
boogeediool  «Mmt  eerst  tot  dontor  in  de  redits- 
wateneduf)  op  «en  prodednitt,  g^üttid:  ..De  wq- 
sigliigen  in  den  receernpTCm  f&n  Stad  en' 
Lm*  in  1748  en  1749"  en  lef^de  het  Telend 
Jaar  bet  eaadMMtseumen  in  de  NedeTiandecbe 
letteren  ^.  Hg  wm  Tm  1888  tot  1897  ambtenaar 
aan  bet  Algeüeefi  I^kearrfiief.  ]aat»teliik  feedeit 
1694)  ad^noet-arelwfarje,  no  1897  lot  1900  hoof;- 
leeraar  in  de  (teKbiedenM  -na  NederkndM^i-lD- 
d»  aan  de  lodiMfae  Iiwteltia^  te  Dedft,  die  in 
la*titf!erweiiid  jaar  werd  ««geheTen,  en  is  teiai 
1902  boo^eéiMir  ttn  de  hoog«Mhool  f«  Leiden. 
Zgn  loontaaoMte  geMhrillen  zö^i'  ..J-  K.  J.  de 
Jon^,  De  opkomst  ran  fiet  Neder^sndeohe  i^eE&i; 
in  Ocnt-Indifl.  TetzacneliDe  Ten  onaètgf^^TeD 
atDUten  oU  bet  oiiM<éaoi«u  Mcbief.  2de  reeW 
(1895),  .J>ifili-ieeMer  (tehonden  rul  CMtcd  Ba. 
UnêT  (dee)  I.  1024—1629.  1896),  .üeeft  Neder. 
land  de  Kaap  TeAodrtf'  0898).  „Abel  Jwoeioan 
TaMQMi'e  Joonwl  ol  Me  diaemerjr  of  Vso  Die- 
mena  land  awt  New  Zealaod  in  1642,  wht4t  do- 
oiMnente  lebtimf  te  li!a  «ipicmtion  of  AartimHa 
hl  1644"  (1896),  ^t  «anded  der  Nederdandera 
in  de  onUekU«  tu  AtntnOIS.  1606— 17«.V* 
fNederikodeciie  en  Bneeisehe  t«*st,  1899), 
..Baveh  AHaidlfa  map  of  InEa  (tbe  ^a.rt  deSmea- 
ting-Anetralie)  w<th  nofrae"  fBemaritable  oiwh  of 
fte  IVÜj,  XTHh  and  IVnöi  oei>t«ries"  (Sop- 
pfemefU  to:  n.  m.  1899),  ..Bekuie  en  nünder- 
vaardicbeid"  (InaucniTeeïe  rede.  1902),  .De  Oost- 
IndfMhe  Coiopa«rae,  Ter  heriimeriiw"  (1902). 
Sedert  1913  is  Mr.  Reeres  alRVvaaTdigde  tsd  tiet 
dMtrtet  Leiden  k  de  Tweede  ICamer,  wmt  bij 
rieh  aaof^eeloteii  beeft  Vj  de  üitie-libeialen. 

Se«rr«iradeii  iwónd«  men  <fc  uttmatimr 
Toor  den  oorlöff,  die  de  ileenniHi  ooraprtmkeKfk 
rmi  sQn  kenbeer  tmbnne  en  door  lijn  oproJtrér 
terofM<M^Ten  moeet  worden;  onk  bet  f^etiAvsA 
TM  den  leenman  aan  i^jn  beer,  w«aneer  h^  een 
teen  ontTine',  droet?  dien  naam. 

H«er-Bnromiard  is  een  ^remeente  in 
Nooid-HoNand.  die  faet  gMotete  deet  ran  den 
poMer  Heer-HngowaArd  berait  en  infceslnten  wordt 
door  *  fnaieenten  Harenkrarspel,  OudfrNiiedorp, 
HoofTWoad.  Opcoeer.  OlMkin.  Henobrodi,  Urwnn. 
Oterleefc.  OwImt).  9t.  PtmOFM.  Broek-op  Lance- 
d|jk.  ZoMMianroade,  Noordoebarwoode  en  Ood- 
kwapel.  ZQ  beehat  een  oppendakte  ran  3708 
H.A.  en  teU  (1915)  3861  iDwoneiv.  In  1»54  werd 
Teenbnhen,  Ttoefjer  een  afsmiderlijke  gementte. 
met  haar  Tereeni^.  De  boden,  die  n!t  innaai 
land,  Uu  en  luxeen  bestaat,  wordt  hoofdzafce- 


14J 


l^kal»  weide  gffbraiki.  De  boeechen  « 
TeMen  kTer«n  bnmdeto!.  Behalre  oe  ooipen 
Heei-Hugowaftrd  en  VeenJniiaen.  bevat  de  ge- 
meente het  gefaucht  Groote-Bas  en  een  deel  vao 
het  gehiH^t  BaUedraaien. 

Van  een  dorp  H«er-Hiigowaard  kan  men  eerst 
os  de  stjchtb^  tsd  de  B.-KalboUeie  kerk  io  1867 

Skfelieii.  Het  dorp  bezit  een  Ira&i  gemeeDtebuif. 
et  ligt  aan  de  spoorwegen  Den  Heider — Alk- 
maar en  Alkmaar — Hoorn. 

HBsrlnv,  Pieter,  ia  18S8  te  Ënkbuizen  ge- 
boren, stQdeerde  in  de  theologie  aan  de  hooge- 
school  te  Leiden  en  werd  in  1862  beroepen  tot 
predikaat  bij  de  Noderlandsch  Hervoinxk  ierk 
te  SteenwvkerwoJd,  Tertrok  Jn  1868  aU  predi- 
kant naar  Nedier}aadech-Iad£e  en  was  als  «n- 
danig  eerst  te  Cheribon,  daarna  te  Paeoeroean 
frrriniinm  In  1 88 1  n^  Nederla  nd  tenuge- 
keerd,  werd  hQ  in  13S3  beroepen  tot  pred)«aDt 
bg'  de  RraMMMtrantflcbe  gemeenle  te  Meppel  en 
ia  sedert  1887  als  zoodanig  werkMsm  te  'a-Ora- 
venhsse.  Z^n  Toorcaamete  geseh rillen  lüni 
.,ChwyBet«be  Tertdlii«en"  (1883;  3de  druk 
1893),  ,J>e  school  met  den  bitt«I".  Toesfiia^ 
(1884),  „lodasche  sdtetsm"  (1886;  2de  diuk 
1897),  ,J)e  imMienst  «os  lierenaKtdil"  (lotreere. 
de,  1887),  „De  hmm  der  toetorast.  Rede,  gebon- 
den ter  celegeobeid  van.  bet  oTerüiden  veo  ZM, 
Willem  III"  (1890),  ,Jfi«t  ontUndeD  maar  ver- 
T-nUan.  Rede  naar  a&nleidiiing  van  Jhr.  Rochua- 
aen's  gescbrift  ,/Siriaten  of  modern"  (1891). 
„Kort,  tetena  laatst  wederwoord  aan  Jbr.  Ró- 
fttaeaa/'  (1891),  „Onae  bedendaagsebe  leotnur. 
Bede"  (1901),  ,Jfa  <reertig}Mige  sfflbtanrnil- 
liog"  (1902). 

Haerkans,  Oerard  Ifieoloos,  em  gsteeaheer 
en  Utönseb  drtjiter,  in  Joü  1729  nabg  de  stad 
Qroningen  geboren,  den  Sslsn  Aognsms  1801 
aldaar  «rerhdem.  Nadat  hü  achtveenvidKeiw  M 
Groiwn^n,  Lei*n,  Par^s  en  RhtamB  gestodeerf 
had.  pMtDOTeerde  hy  tn  faatstgeooeiDde  slad 
me^  oe  kap,  deed  onderedieiden  m*ei»  door 
DnilMUand,  Frankrijk.  Zwiiteeriaad  en  It^B,  en 
wijdde  zich  daarna  aan  de  stotEe  der  letteren 
zonder  zich  Teel  cm  de  gebraiken  der  samen- 
loring  1«  bekonmeren.  Van  qjn  geeehnften  noe- 
men wü;  ,X>o  TalehiddDe  bteratomm"  (Sdedmk 
1790).  „De  oRieio  tnedSd"  (1752).  ..Satyrae" 
(1758),  .Jfcet  Vewetom"  (1760),  „KaÜoorom  Jiber 
BBDS"  (2de  dmk  1798),  .J^'otdbilia'"  (2  dta„ 
]76.'j_i770)l,  .Joones"  (1787).  .J^tps  Frisicae" 
(1787)  en  „BpigTanmnta  p^ysiea"  (1788). 

Heerkena,  Joon  Nieolaos-Joëef,  een  beoefe- 
naar der  Ned^rfssdeebe  geachnedenifi.  den  22et«n 
JnU  1807  te  ZwoUe  geboren,  promoreerde  in 
1880  op  een  diesertatje  „Otw  de  Prwinoiak 
Staten  en  bet  aandeel,  dat  aao  hen  vo^na  de 
toeranaüge  (ïrondwet  in  het  staatsbestnnr  toe- 
komt", en  Tcstiede  zieh  êia  adTOrsat  te  ZwoUe, 
waar  bö  in  1838  tot  proourenr  benoemd  werd. 
Na  de  imoeiriiM(  der  retJiterlijke  organiMiHe 
werd  bjj  in  1839  kant.(Hti«i;h(er  atdaar.  en  in 
1859  Tsadebeer  dn  bet  ProTvneiaal  Oere<!t)tshof 
Tsn  Oreriiael.  Hij  wat  Tan  1846  tot  kort  Toot  - 
z$n  OTeTlqden  lid  der  Prorinmle  Staten  van 
Overvsel,  rerder  wae  bq  o.  m.  Ud  van  het 
béatnar  der  Overnselscbe  kanaliiestiemaatsohan 
PÜ.   terwijl  hiS   Ln    1848   aJs  ■"  '     "^ 


^  dS^ 


DigilizedbyGoOglC 


142 

bek  EuDct  <l«r  Steten-Oatcrul  d«el  Mn 
aan  bet  werk  éei  giODdir«Mierii«inn^.  El)  <Mk- 
d«noeht  de  brtHtDen  tooi  de  g«*efaJ«deiuB  ran 
CMS  Imd,  inaftndeièfwj  dM  tm  Oieq^Ml.  T«i- 
Tj)k«  ehuicn  tieett  h|j  nagcgnsn  «u  een  moügte 
unteekeolngMt  geKinvrea  en  genogMhikt,  wel- 
k«  licfa  thüa  benndeD  in  het  Mtiiiel  mn  de 
Veiwu^ag  tot  beoefening  tm  OrerqiselMh 
redit  en  ireaehMenia,  tw  welke 
modMfiTiaiter   was. 


.   Heerkm»  a««rleed,  Toonkt 


bniik  had  kunnen  mikeo,  den  21>ten 

HA«rlm,  MO  gMneente  in  de  pTOrrneie  lim- 
bnrff.  nwt  een  cf^rrU^te  Ttn  8300  H^. 
(1916)  18832  iAwoneras  «mdt  ingeiloten  door 
ds  (Mnoenten  Amstenrade,  Bnmeem,  Ubsefa- 
oTCT-WonDB,  Ntenwenbaeeo,  Sebau/beiv,  Kerk 
rade,  akapthtUt,  Toerendaat  en  HoeiwcinMk.  In 
bet  Z.0.  raakt  zjj  op  een  enftel  pimt  de  Prui- 
titet»  gMueeote  Horback.  De  bodem,  die  v'A 
UnAniigsehe  Ue»  begtMt,  benU  sUm-  en  brnio- 
kóoI.  Landboair,  handd  en  DiJT«rbeid  (Ubrie' 
ken,  hootna^moleDB.  bieAromrarjjen,  kei4aoi«- 
ryen,  een  boeUrokkerg,  ir«Teiü,  tonwihgerg 
eni.)  en  in  den  joogaten  tgd  ook  myribraw  tQn 
de  bool^DtdMNi  «ao  beataaa.  Br  Iwgen  in  de 
genteenle  <We  st«enk»oknqnen:  de  Oran^Na*- 
aan  I  en  m  en  de  StaKtno^B  Emma.  Door  dien 
mQitbovw  nam  ét  berdking  ran  1907  tot  I«16 
toe  TM  9138  tot  18  832.  wiarTN  aa^ereer 
12  000  jn  het  möiibedii}!  bno  bMtaan  vMiden. 
Einde  19IS  mien  gdbouwd  door  d«  mjjneo 
1105  aibefden-  en  H7  bflambt«Q*oain(^n,  ter- 
wgl  er  SIS  aibddereironuigen  in  asobouw  wa- 
ren. Parlimliere,  meeat  OÖBfwratieve  bouwver- 
«entgen  beMten  toen  508  aibeidenwoDinsen. 

De  Staatamijn  Smma  leverde  in  1915;  883  156 
tott,  ter  MuA)  tmi  S  125  296  gU.  De  «{«agente 
iMd  in  1899  8  sebolen,  nu,  in  1916  2  H.-Katbo- 
Keke  mtgeDMebolen,  6  openbare  aeiio1«a,  6  R.- 
Eatfaolicke  meisjeaBeboien.  1  Cbriatrigke^bool 
B.-KatboU<k«  Hmgere   Brngerwhoci,    een 


.__  ambaditMtool  __  ___ 
I.  De  mneeate  bent  bet  tM  'Beerleit, 
de  dbrpen  Heerieriwide  en  Wetten  en  Teracfail- 
Iwde  bdortea  en  gttmetMn. 

Het  tlek  Heerlen  ra  de  letel  van  «en  fanton- 
eereAl;  beiit  «en  R.-Katbo]i«ke  kerk,  «en  R.- 
Eatboliieke  kipel  op  de  begraalpiaata,  een  Her- 
vormde keik,  een  «^nago^  en  een  klooster  der 
Franeaakaneaaen  en  teM  bgim  4000  inw<»ier8.  De 
plaati  11  wer  ond,  aooale  nit  opgrwringen  Tan 
lalrgke  Toorweioen  na  Romeinainea  oortpnmg 
UglÈt.  Waaradiqatjik  stond  bier  eenoiaai  bet 
CorjaraBmn,  wawtai  de  T«bti]&  Pent«iangiMi», 
'  ~  'i  Anbmiiuf  ReiebeacbrQTinft  cowagen. 
s  PranUadi  graS  met  Tele  oodbecKn  werd 
oMlen.  In  11 14  wordt  er  tooi  bei  eerst  in 
«ebte  stukken  meVfing  Tan  getnaakt.  Hen  treft 
ST  DO^  oveibljjfBelen  Tan  een  ond  kut«el  ma, 
dat  nrt  de  lËdd^eenwen  «icacDBtJg  ie.  Van  de 
in  Znid-LicnbaTff  bermjite  bende  nier  Bolrken- 
■ijdera  had  Heeiten  Jn  de  18de  wuw  ook  veel  te 
Iqden  en  in  1722  en  volgende  jaren  werden  er 
in  Heerles  niet  minder  dso  293  opgcJMngen. 
Tegenwoordig  tr^t,  evenalB  edieel  Z.  Limburg, 
ook  Heerlen  meer  eo  meer  beaotk^rg,  dank  lij 
^  edtooné  naÈunr.   Nog  meer  is  liet  {^aatsje 


tot   bloM   éekomen    door   bat    espkdteeren   dar 
ateei^olen  m  ion  nabgheid. 

Zie    Reehlen,    Heet' 


telijke  liederen,  den  Uden  October  1585  b 
den  in  SilesiB  gebwen,  beaodit  onderaeheiden 
boweseboten  en  w«id  ia  1612  godadienatleeratf 
te  ESben  in  bet  Toittendom  Oiona.  In  1684 
door  den  oorlog  veriMgd,  orerleed  nij  den  2Talen 
Febraari  1647  te  laaaa.  Zon  62  liederen  iQn  bg 
lieriialing,  bet  bKtat  ia  Ia56,  «ilgegaren.  Som- 
ndffe  Tin  de>e  bebooren  in  Düteehland  nog  al- 
tQd   tot  de  kedgenngen. 

He«nnuui,  ^ugo,  een  Dnitadi  Tjoliat,  d«n 
Sden  Haart  1844  te  Hülbi>i»iD  geboren,  «ai  1«m. 
ling  van  Meerli,  De  Binot  en  félU  aaofaet  eour 
servatorjwn  te  Brnüd  an  atodeerde  daarna  nog 
te  Parqs.  Na  votbratèten  itDdietöd  ondernam 
bq  eoncMtreiien,  tot  h^  in  1865  ooDeertmeeiter 
werd  te  FrankbKt;  ^anal  de  oprichting  van  bet 
eofwerTBtodnm  tan  Hoeh  waa  hg  daar  wA 
TiooDeoanr  en  Terder  ieider  van  bet  bekende 
BMTfiunM-kwartet  (met  Banermaitn,  Sarel-Ko- 
ning  en  Bugo  Beeleer).  In  1804  nam  bq  ootalag 
ala  coneefTatewinm-l  eeraar,  en  riebtte  een  «gen 
Tiootaehool  op.  In  1907  ging  bg  naar  Chieago, 
in  1910  iMH  Berlifn  en  te  1911  naar  QenAre. 
Hq  bewerkte  «en  oitgavemtDe  Biriot't  vinol- 
frebooJ   (1896). 

H««rw«ff  Doetnt  men  io  bet  algeokeen  de 
(•roote  wegen,  die  bdangr^jke  plaateen  Teibin- 
den.  Zuloe  wegen  werden  door  4e  Romanen  ann- 
gelegd  ten  bwaev«  van  bet  kr^gavolk  ot  beer; 
Anrran  ie  de  naam  aflromotig. 

Hennoh,  een  g«awente  in  de  prorinne  Noond- 
BrabBDt,  2511  HjV.  gntot,  met  (1915)  2616  so- 
wonen,  bestaat  nit  twee  afK»d»r^ke  (tukken. 
Het  hoot4o:edeelte  Kgt  tondien  Os,  NiMekode, 
Dinter,  Heeawjfk,  Nfdand  en  Oefteo,  het  tweede 
doEl,  een  uithoek  van  VhAd.  wordt  door  Baea- 
wgk,  Nnhod  en  Bdiknm  ingesloten.  De  bodem 
beetant  ntt  .atodL  De  bereiking  boodt  üA  met 


dorp  Heeaeh,  it  bonrten  Vsatd  en  Vfgst  en  het 
gebiicbt  Looabnmk. 

Het  dorp  Heeadi  hgt  aaii  den  grooten  weg 
TM)  's  Hertogenboadi  naar  Onrre  en  as»  dé 
ttoomtramljja  Oe—Teehel.  Er  Ie  een  R.-Eatbo- 
lieke  kerk. 

HsMOblintd  (raucêdof  i»  een  liekelgke  toe- 
ttand  van  de  stembuviea.  waubi|  deie  dedili 
seboire^  Kapeknde  of  {kepende  klanken  laten 
booren.  Dete  laaitete  —  de  piepende  klanken  — 
ontstaan  door  een  leraMinng  der  stemapleet. 
De  ooruak  der  heesebb^  tigt  eewoonl^  in  een 
eatanh  nn  de  dnawlMaai  vnn  bet  rtrottenbootd, 
TooiaJ  van  die  MT  «tM^WiDden,  waardoor  deie 
lidi  in  den  kedapiegel  geswolten  en  rood  ver- 
toonen.  Sledtta  leMen  ie  er  veijamming,  T«a^ 
afftf^ng  of  Temietjgang  der  etembandeni  Dde 
eatarib  ia  meeeteJ  een  gevolg  van  verkondbeid, 
doefa  kan  ook  «raetiger  ooratken  hebben,  bgr. 
iweren  in  de  keel  van  dLpbtberiatAen  of  taber- 
enknxen  aard.  Ook  poliepen  in  de  keel  kunnen 
SMileiding  ta>t  beeschbeid  geven  of  nerTeoie 
stoorndseen  ali  hj«terie.  De  bcAind^'ng  legeH 
sidi  na^  de  oonük. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


H««Bter  (tntte*)  of  itntik  k  de 
xiebttwu  bloeiende  gevaaeeii,  wier  bcntiBe  atani, 
vmÓK  MODWriMlgke  ootwikke&DK  <i«r  oootdM, 
leeda  dicht  boren  den  groad  rertaki  ia.  Qewoon- 
1^  ie  hjj  ai«t  booj^r  dan  5  m.  Hen  ^ao  tuIi 
«fi  kiinatïnKt^  wqse  een  boom  tot  een  heester 
en  e«n  beecter  tot  «en  Ueinea  boom  Temnnen, 
terw^  men  in  koude  gewerten  ds  boomen  der 
beete  en  ftmttMe  hi<£tstr<ken  tot  beesten  zi<t 
mknmoea.  —  Ben  htifheaUr  (êutfrulex)  ia  «en 
pluit,  «iei  ondente  t^Ata  Imatif  jdj^  Ak 
Tootbeeldan  mttoKa  «ij  de  mlie  if&iMa  offiei- 
nalit)  en  de  lavendel  (Lavauduh  Sftea). 

B««B  Tan  B*rt[«l,  Jou»  IgmOiMt  m 
Nederiiodedi  redttageleeide,  den  20tten  . 
1806  géyiiea,  atadeerde  te  'fl-Onvenluge, 
ded  «en  den  TiendeagacÉwn  Vekttoebt  en  kre^ 
de  UUttaire  WiUemMide.  In  18S6  werd  hq  enb- 
'BÜtmtt-offieieT  len  Jvvtitie  te  Ameretooit,  ia 
1838  dSoier  ven  JnslitM  te  ütrecM  en  m  1840 
dÜk^ranl  na  B^ftdMKt,  'terwgt  bq  teveni  Kd  wm 
tMi  de  Pforii&nak  Staten  v»n  Ziüd-EoUutd. 
H4  «Terieed  (e  'o-GtatenhHv  den  Uden  Jirii 
1864.  H$  «ehred  «.«.:  .^duoonde  beaotwoot- 
«Kngr  dei  piijmaag  orer  bet  atebel  der  gemeen- 
ten in  bet  mafeebw  VhundeKD,  ■toMcbio- 
TCD  ckxv  de  SoninUi^  Academie  van  Weten- 
Kbappen  en  Inuüe  Letteno  te  BiwmI"  ([835), 

tKDt  den  ianM  kt  Ned< 
Ung  tot  bet  «kubq  'nrhauAMe  4eD  Mnoien  det 
is-  en  «ilgB«Dde  rediten"  (1S98)  en  „Proeve  -mt 
een  ootweip  -na  «en  nioaw  NedMbmdeeh  wet- 
boek Tan  «tomtretiit  Toor  bet  krögnolk  bier  te 
iaode"  (3de  dnik  1864). 

Hsetolaohtmaolilna  i*  een  werktuig  wut- 
at  dftfflfdciHignhicht  wordt ,  gebengd  loor  het 
been  en  weer  beir^D  v&u  den  migei  in  den  ej- 
ündei.  Door  Teriutting  der  hidrt  «tggt  ban 
Bpanning  en  ia  ie  in  etattt,  den  luiger  f  ooiwaarti 
te  dtijren.  Bjj  den  terng- 
ga&Dden    slag    wordt  oe 


143 

ootdeUiiig  op  beeteidead  door  on*  Wetiioek  van 
Stiahoidwing  (6de  afderiing)  omMhioren.  Hat 
begiio  M  oooi  op  litiaöt,  noch  looale  het  daar 
is  gdonDnieeid,  eibeni  b^nned;  in  elk  geval 
is  de  wftkWk*  omwunnng  namei  dan  «at 
men  in  bet  degel^sdi  Jeren  onder  ootdekking 
op  beeterdaad  veiataat.  Bq  ontdeUóo^  na  een 
miadrnl  op  beeterdaad  ia  T«eM  de  bewyalcfrering 
gemtiikelgker  en  ie  de  beroegdbeid  van  de  Joa- 
titie  «n  politie  b^  bel  ondersoek  der  uak  gioo- 
ter  dan  wioueer  bet  feit  niet  op  heoterdud  ii 
«td^.  De  wet  Mgt.  dat  ingerai  tui  ontdek- 
king op  beeterdaad  de  dienaren  der  justitie  ea 
eitme,  bdeet  fnet  bet  opiporen  der  strafbars 
iten,  verplMit  ^jn,  om  onsMddellök  sliet  aan 
te  wenden,  wat  dienitig  kan  ign,  iu«t  aUeen  om 
bet  feit  tot  'kkaibeid  te  brengen,  maar  ook  om 
den  dttder  in  iMndieti  te  krijgen.  Elk  dienau  der 
openbare  loacht  tol,  en  een  jegel^  mag  iir  dat 
Mval  den  TeidacÈte  aanbonden  en  Toor  den  0(- 
Ëder  van  Justitie  of  een  der  ia  de  wet  al*  twlp- 
i^ideren  aangeweien  anMenaren  brengen.  De 
magifltnaat  rtn  bet  O.  H.  kan  in  xolk  een  gtmU 
kiaditiger  ea  sneüer  baaéelen,  dan  aodera;  tom- 
loopig     T«iboor»n  tbo  Teidaditen  en  getwgen, 


^aataopnanHg  {deaeenU  tw  U  lieu),  ondenocfc 
door  dédtandigeD,  ktbeabgoeming  van  goederen, 
wapens,  méMégat  en  pafkieren,  hna«»>éJring  «n 
aanbooding  nm  verdacMea  —  al  deie  manti*- 
mitn  kannen  gcmakke^jker,  met  minder  formali- 
teiten «1  met  meer  ^med  worden  toegepast,  dan 
boiten  bet  geral  van  dilit  Hagranl  ~-  ontdek- 
king op  beeterdaad. 

Hen  lie  hierater  toarta  de  nrtt.  39 — 55  van 
bet  Wetboek  van  Strahoidering  en  «erder  Q. 
St'mofia,  Beknopte  bÊnAMmg  tot  bet  Wetboek 
y»i  StrafrordMÜig  (Hnwiem). 

BanMHmi  ia  een  coo  weinig  mogelqk  bnigaa- 
me  aUaf,  die  oen  een  nate  as  kan  draaien.  Mee•^ 
al  werken  op  een  heftiaom,  behahe  de  weerstand 


akekmüil.  imda 
ok  duH  en  dnsd 


gesnger 
wonU.  De  becai-  m  wte^ 
gaande  «wgeibewegiiig 
wnrdt  oTengebradvk  op 
een  rondifaweade  sa. 
sertelnArtttudiJD 


Aai  decbufoor  boel  Hei- 

se  «ermc^en»  ganankit,  ^W» 
dfa  wd  toegeqpast  wonlUi  ^m^ 
tn   laboratoria,  <m  Ktbt 


1.  H^boom. 


H«*tenlMUt.  Ont- 
dekking op  beetendiM] 
(in      flagrmfi)      beeft 

Idaate,    wanneer   een    miadrnl   «f   aader   stnl- 1  in  bet  stennpont  twee  krsditMk,  die  men  met  da 
»-. .   *^    j »i   fcj   — 1 — 1 IL    j  i_ „  l„j  ^  jj^^^  Mndaidt.  Onder  befbooma- 


baar  te»^  terwj^  bet  gepleegd  wordt,  of  ter- 
stond nadat  faet  is  geplMga,  ootdekt  wordt, 
of  wanneer  i«nurad  terstond  daarna  ais  dader 
door  bet  openbaar  genidrt  wordt  Teiwolgd,  «f 
iS  bem  goederen,  w^»enen,  wenktuïgen  of  pa- 
PMTen  wolden  genutden,  we&e  s*n£^den,  dal 
iMJ  dader  at  med^liefatig  is.   Aldna   wordt  de 


armen  Terstaal  man  de  iootHgnen  njt  bet  a 
pnnt  nee^elaten  op  de  cichtuigen  tb»  boven 
noemde  kraditen.  De  aangrgpingeptiDten  thi 
>e  kradkten   beatcn  kat-  en  nuditpnnt.   It  bet 
atent^mnt  tnssohen  beide  pnvlea  Inregen,  d«i 
beeft  men  «en  bdboMn  tbd  da  eerste  sooit.  lig- 


boTeoge- 


DigilizedbyGoOglC 


gen  böda  p)»t«it  hlq  dciadMeD  kant  tbb  bet 
punt,  <hm  ^VMkt  atea  -ma  Mn  b«A — 
»  tweede  taart.  Zjfn  bij  «en  faelbooci  de 


MDonnt,  <hm  ^VMkt  atea  i 
a  « tweede  eotut.  Zj>a  bij 
11  eren  groot,  dua  i 


eelgk  ivn,  wtj  «r  ersnwiüM  nja.  Bg  ongelö^Ar- 


wonkn  om  gnoote  katon  met  Uuaei»  bacMen 
op  Ie  heffen.  De  weg,  manmw  de  giootece  kst 
Twpl— tul  «onK,  nl  echter  Uemei'  tga  dui  di« 
Tu  de  macht.  TooAeelóen  tab  oiig^)kvmig« 


0Q 


Fig.  4.  .^Aoom. 

hefboonta  (Cig.  2)  ^ja:  Mharea,  tuigeB, 
kwToel.  De  htAtste  ie  een  gewMM  üiucn' 
■teat,  maimede  «eo  weibiMii  «eo  iwaar 
TCQTwei^  o«Br  «en  ütètm  abbtod  kra  nr- 
skateen.  De  onater  (Eg.  8)  ia  ook  ee»  hef- 
Doom  na  geKMeode  mM.  Hg  vovdt  ge- 
bruikt om  *eiMfaiika«ls  Tooiwetpen  ntet 
betoeljde  gBiMA    1»  wegen,  «kt  men  dan 


.     p^ 


Fig.  3.  Heiboom. 

teie  kracht  moet  dus  aan  den  kleineren  hefbooms- 
aim  weiken.  Het  product  T«n  kiacbt  en  heübooins- 
arm  wordt  wel 'het  slatigeh  moment  tan  die  kracht 
ten  opudilcTanfiet  stennpunt  eenoemd.  Werken 
nu  meerdere  krachten  op  een  liefboom,  dan  moet  fojj 
CTeowiehtetoealand  de  som  van  de  statdadie  mo- 
menten Tbn  de  krachten,  die  rechte  van  het 
BteoDpont  werken  gelijk  x^  aan  de  •(»&  der  mo- 
menten, die  linke  ouirran  aanKrgpen.  Buiten  be- 
•choawlng  is  dan  g«diawden  fict  gewieht  van 
den  hetböom.  Uoet  men  dit  eobter  in  r^ening 
brengen,  dan  neemt  men  va  het  iwaartepont  een 
T«rtïail  geridite  kracht  aan,  die  geluk  is  aan 
het  gewi<£t  Tan  den  beiboom.  in  fig.  1  ia  A  het 
«teanpnnt.  o  en  a  macht-  en  bstpuot.  Daar  de 
beide  fciadilen  P  ta  Q  vertikaal  werken,  lön  '^ 
en  W  de  beide  hefboomeanDen.  Daar  ha  =  htt, 
meeten  f  en  Q  eten  groot  lijo.  Wordt  de  hef- 
boom door  Q*  ol  O"  in  evenwii^  gehouden,  dan 
moet  P  X  Ao  =  O*  X  Ai  of  PXfca  =  O"  X 
JW  lijn.  In  lig.  2.  waar  een  ongel^armige  bethoom 
_._,...  _  .„.,...  ,„  -n.  daar  Aa' = 
n  kan  gebraikt 


Pig.  6.  Hefboom. 

over  den  kogen  befbocmearm  TerachuTen  kan. 

Het  g«witht  vu  P  U  dao  gdfijk  aan  Q  X  ^  In 

tig.  4  ie  een  «enumi^  hefboom  akebeeld,  ' 
Tan  \  het  ateoofmU  n.  WiUoi  de  kraditen 


DigilizedbyGoOglC 


EËE'BOOH— HEFNTS.KAARS. 


1« 


Q  X  kifign.  Bet  ifuiMM mne»,  dat kneU  cd 
laat  twsDgütelil  moeten  wufcen.  De  lieibooiii  is 
loet  utijd  een  TMhte  Maai,  mur  kna  txA  een 
gebogen  Toim  hebben,  lig.  5  en  6  geren  hierraQ 
«en  KorbeeM.  Wei4c«n  macht  en  last  TertieaaJ 
{lig.  6),  dan  it  <bg  eTranriebtstoeetMxl  P  X  A  t  =^ 
Q  X  hf;  ««Aoi  beide  in-  «chaise  nehting,  dan 
moet  P  X  ki'  ^  Q  Xkiiaja;  Aienjkf  ataan 
loodMcèt  op  4e  richtioK  dei  kiaebten.  De  enen- 
wMihtaTocwwaude  tan  Mfboamen  is  reeifa  door 
Arelmiudm  (2e7~S]e  t.  iCIu.)  gerondea. 

w^nu>»»i.j.ii.wji|.),r  {ÜB  Sieetriadts leka- 
kelaarë)  (Uoit  om  onmiddell^  aa  bet  Ter- 
braken  «enei  •troooketen  een  anderen  ia  ahiMen. 


beeft  9«ti«tt«B,  énkt  men  m  in  bet  tweede  atel. 
Zgn  aan  de  nMnea  de  {wien  nu  de  eJeetriccbe 
•troombrOD  ■raortdwend  verixHiden,  en  ie  op  elk 
der  atetlcD  m««n  een  Tcrttniikatoettel  aanèwto- 
t«D,  dM  ui  door  het  imaetten  van  de  hetboom- 
omadiakebar  d«  atroom  aaa  bet  eente  Terbruilu- 
toeatd  onttraUen  worden,  en  op  het  tweede 
wopden  oreimtoufat. 

Hefele,  Karl  Joteph  von,  een  Duitaeè  theo- 
loog, den  ÏSéea  Maart  1600  te  Unterkoefaen 
geboren,  waa  vö6r  bet  aamaarden  fan  ign  bie- 
Mbofpdijk  Aflibt  te  Rotteobnr^  (1^9)  hoogleer- 
aar  lA  de  knJcgesefaiedenie  bg  de  R.-KathoUeke 
taenUeit  te  Totungen.  Zgn  bocMwerk  j«:  „Ooor 


eHHDgeaduebte"  ted  16»  tot  1874 
7  deeleD,  Haramreiher  leverde  bet 
deel  (1887—1600);  en  tweede  dnk  tm  deri  1—4 


welker  leverde  bet  Sete  en  Me 


t  Tan  1878  t«t  1879,  terwijl  Knöpller, 
(ieel  5  en  6  t«  1666—1660  opDJeaw  bew«rkte. 
Bet  ia  in  bet  Fnmdi  en  eedeeUdijk  tn  bet  En- 
gekcb  veitaakt.  Vele  «ateMMt  leverde  hg  in  bet 
,£irdKn4eukoa"  te  FrtibiiiK  uitkonieiMie.  In 
1669  begal  hg  tioh  naai  bet  bet  CoaoUi«  te  Ro- 
me, waar  hj}  tot  de  hooMlódert  der  oppoirtie 
behoorde.  Kiacfatig  bestreed  hg  bet  do^a  der 
ptDseljjke  onfeilbakrbewt.  Groot  tipzien  bnarden 
iga  g^cAriften:  ,3onoriin  oud  dae  aeehste  aÜ- 
gemeMke  Concdl"   (1870)  en  J^toaa  HodonI  pa- 

Se"  (1870).  Met  de  roeeete  hiMchoppetk  der  min- 
rhcM  onderteeÉende  hg  bet  firoteit  tegen  de 
^koodigiog  <na  bet  nieuwe  dogma  en  lieerde 
tanig  naar  ««n  biedom.  Het  beett  tot  Maart  1671 
gemnrd  nmdat  hjj  ^A  aaa  de  beriuiten   van 


bet  Oomilie  wiÜe  Mtdeinreifteit.  Van  jM  overige 
geaehrüten  noemen  wg  nog:  „Die  ESufOhniDg 
des  C!bri«te&hime  im  eódweitlieiten  DeatschUnd" 


n8S7>,  „Kardiad  Ximenea  nad  die  IdrcbtidKn 
ZnMiDde  Spavena  bid  EMe  des  15  Jdirbun- 
derte"  (Sde  dunk  1651)  en  ,3aitr«Be  mr  Kircben- 
geschiehte,  Ai^iK^ngie  vnd  LMmgik"  (1864— 
1866,  2  iHn.).  Ook  beett  bg  een  oiteiTe  beiwwd 
van  de  werken  der  Apóetoüecbe  Vaders  (4de 
dmk  1855)  van  bet  ..Bieviloquinin  van  den  H. 
BoMveottim"  (3de  'kuk  1861)  en  van  Chrytiato- 
mua  („CluTeovtotnnqMetiHe",  3de  drak  1867). 
Hg  overfeed  den  Sden  Jvni  1893, 
Betflor    liisaiut.      Zie    OwlogÈmngÜttloê- 

Hefttir,  Auffuat  Wükelm,  een  Dnitob 
redit^leerde.  é^  SOaten  iipiü  1796  te  Sebwei- 
siti  in  Eear-Sil*en  geboren,  stodeerde  te  IjÖb- 
Mg,  Teslagde  aieb   te  Beriga  en  went  in   1820 

IX. 


•MeaaoT  bij  het  Hof  van  Appel  te  Eealen.  Diai- 
na  wAid  hg  „Liodgenditarath"  te  DOsseldorl  en 
Hod  lün  „AtiMDMÓecbe  OeridueverlMmng" 
(1822)  in  bet  üebt,  waan»  hij  tot  hoogieeioar 
benoeind  werd  te  Bonn,  waai  reeds  vroeger  de 
recbtsgeleerde  faculteit  hem  den  doctorsrang  had 
loegekeod.  Eg  vrai  difaar  7,  te  H«Ue  2  jaar 
wenMMn  en  vertrok  in  1882  naar  Berlgik,  wa&r 
hÜ  den  5den  Janoari  1680  overleed.  Van  ign  ge- 
«cbriften  oocokd  wij:  „InsÜtnüoDea  dfs  rOmi- 
seben  und  dentadien  (^ViüproMsaea"  (8ate  drak 
I88S),  „Lehrbneb  dee  Bemeinen  dentHcfaen  Btraf- 
recfatt"  (Ode  dnk  1667),  „Die  Soaderreehte  der 
Boaverloen  md  medutMierteo  H&user  Dentaeh- 
l&odi"  (1671),  „Oaii  inatiinttonnni  cotnmentarii 
IV"  (1640),  en  het  toenma^  aitnaaende  leer- 
boek „Da*  Emwiied»  VAkeriwht"  ^Berlfin 
1644,  daarna  beVlHald^k  berdnAt).       . 

BeflteT,  Uoritt  WüMm,  een  broeder  vaa  den 
voorgaande,  den  7den  Oetober  1792  te  Sehirei- 
niti  bij  Tor^an  geboren,  waa  eerst  laeraaf  aui 
bet  gjaaaeMxu  te  Torgao,  toen  prorector  oafi 
dat  te  Brandenbow  en  werd  hier  in  1889  tot  pto- 
lesaoi  benoemd.  Hg  overked  pj  den  Saten  Jidi 
1878.  Van  ziJD  geschriften  noemen  wjj:  „Die 
QOIitenlÜDrte  «af  Rbodoe"  (1837-1683,  8  atkn.), 
„Geaehtdtte  der  Stadt  Brandeoborg"  (1640), 
„Der  Weitkampl  der  DentMd)ea  and  Stawen" 
(1847),  „Die  Religlon  der  OToeohen  and  RflOMr" 
(2d«  dnik  1848),  „Geecfaiohte  dea  SkialeN  Lefa- 
iun"  (1851)  en  „Qescbiehte  der  lateiniwsbea  Spra- 
che"  {1862;  auf^lement,  1855). 

HWtli«r-Alt*iWOk,  Jaeob  Hemritk,  een 
Duitaeh  eehrnver  ovet  kmtat,  den  90gten  Mei 
1S11  te  AwdiatfenbuiR  geboren.  H^  «ehreel: 
„Tracfatea     d«(   diriaiKdien    Hittelatters    nacb 


Wü'i),  welke  beide  werken  geiameniijk  opnieuw 
zijn  mtgegeven  onder  den  titel  ,.TracMen,  Kunat- 
werke  vrA  Oerittaehaften  vom  frftben  HiUeWler 
bU  snm  Bnde  dea  18  hMMadvria"  (10  dln.), 
„Die  Buig  Tannenberg  and  Üire  AntgrabaDgeo" 
(met  r.  W.  WoU,  1850),  ^^MW  BiiigtoaiersTor- 
nieibncb"  (1B64— 1866),  „Eiaenwetfce  oder  Orna- 
mente  der  SdmrfedekuiMt  dea  IMittelattcrs  vod 
der  Renaiasanoe"  (1861—1870),  „Bntwflrfe  dent- 
Echer  Meiiter  [flr  PraditausrDitungen  frsni,  EO- 
nige"  (1865).  „Die  Kanstkammer  de*  Flirtten 
Karl  Anton  von  HohenioUem"  (1866-1873,  8 
dl.).  „Ornsmente  der  Hokekulptur  von  1450  bia 
1820  aui  dem  barr.  'National-moeeum"  (1881), 
'  mwen  deirtseber  Meister  des  16. 
(1^),  ,.Dentsd>e  Gokteehmiede- 
vrerke  des  16.  Jahrhimderte"  (1690),  „Waffen" 
(1003)  en  i^jfdieMcrinnenngen"  (1609).  Hg  over- 
leed den  19den  Mei  1903  te  München. 

EaCnu-Kaara  it  de  meest  gebmikdüke 
eendtrid  van  KcbtaterUe,  en  ie  ingevoerd  door 
von  RdtttT-Alteneek.  Qet  is  de  lientateikle  nit- 
aeetaaitJamp  {tne  de  fig.] 
met  amjiaeetaat,  ^  n 
omlioa^  ttijgt  en  verbrandt.  Men 
slelt  de  vlamluMigte  in  vf  precies  40  mm.  hoogte, 
in  welk  genl  de  lamp  jmet  I  Hefnerkaars  (H!k.) 
liditateicte  heeft,  nadat  lij  miiatens  10  minuten 
he^  gebrand.  DK  laitfste  is  noodig,  emdat  er 


DigilizedbyGoOglC 


EEFNER-KA^tS — HBGEL, 


•enigen  tjfd  Terloopen  ntoet  eer  d«  kmp  Imu 
Ttrik  Liebteteikte  hwtt  beioU.  Ak  «enhmd  dftnkt 
d«ie  Iwoq)  hMU  geeduktiheid  «ui  bet  zeer  eoaataot 


siJD  f«D  de  ijehl&tei4i4«.  H^t  «prctfet  echter  tso 
lell,  dat  de  braodsLof,  bet  amjlacitut,  alwokut 
lulver  moet  lyn. 

BafveTmoran  vaa  een  b«fwei^tuig  (brum, 
bok,  doounehraMU,  Tjjzel  etu.)  U  bet  gewkM  van 
deo  last,  diea  bel  kaa  liditeo. 


opgebBogen,  of  wel  door  een  veiitnKlüigsbiii*  tu>- 
•eben  de  faydTnaliscbe-feracrtLDdera,  wuueer  d* 
bewegjng  door  'naieidÓA  plaata  vindt.  WaiKie«r 
bierby  «k  d«l«tde  trog  i^  meer  gevuld  wordt 
dsD  at  riJKode,  ui  ót  beweging  vairadf  kuo- 
Den  ge8chi«4eii.  De  troggen  wordm  tüdens  de  be- 
weging door  middel  vso  wbroeFgtaAgen  geleid. 
De  eerste  beFweriien  wkien  'n^  beaobeideD  aiine- 
tingeo  UD  bet  Oreat  Weetem  CmmI  (1838)  toot 
Kbepen  van  8  X  2  m.  met  0.7  m.  lUepMiig, 
doch  de  lateren  i\ja  voor  Flinke  sebeften  vige- 
ricbt,  biJT.  aan  bet  DoTUmuxt — Eein»iaiiMl 
(1899)  voor  sdiepen  tu  02  X  8  m.  met  1.75  id. 
diepgaog. 

Hsrar,  AUred,  een  Dtütseb  geDeesknndige, 
dsQ  6deD  Joouari  1830  ie  Diimstiét  gebMen, 
studeerde  te  Hddelberg,  Bert^p  en  flieuaa,  lee- 
tigde  licb  eeret  als  utg  in  x^n  gebootleplMta  «n 
werd  in  1864  gewoon  boogieënar  in  de  gyateeo- 
logie  en  directeur  der  gvDaecak)gieche  kliniek  «Mt 
de  Doiversiteit  -te  Fiafburg  in  de  Bredigaa.  Hij 
overleed  den  22eten  Augustus  1914  te  Znriflb. 
Hehalve  vele  bijdragen  in  lijdscbri f len  lev«rde 
hij  met  Kallrnbaeh:  „Opernlive  GjDfikologie" 
(4de  dn»k    1BÜ7),    ..Die   KnEtration    ikr  Ftaueu 


Hetiverk.  Tot  bet  terplutEen  vu  «ehepeo  :  vom  phj«iokK;isi^en  und  dbirurgicoberi  Staod- 
oaar  de  booger  {ot  lager)  gelegen  paodea  vaji '  pmikt  aus"  (1878),  „Ignai  Philipp  Seauneiweisi, 
«en  kuiaal  past  men  een  sluis  toe,  oaiMeer  bet  win  l«beD  nnd  seine  Li^re"  (1882).  „Der  Oe- 
hoogleverschil  niet  meer  dan  ±  8  m.  bedtaagl  achlecbtstrifb"  (1894)  en  „Koneiatiooder  Keim- 
(lie  Siui»),  otwel  eenige  gluïien  lehber  elkander  i  drQsen  and  Geschlerhlebestimmung"  (1903). 
«UDeer  een  grooter  veischil  moet  worden  over-'     Hcrar,    FritdricA,  een   Zwi.tsereoh   dirigent 

i   eompooiet,   werd  dei>  llden 


\aei  eébonti, 
1861    ksn- 


ScbeepBekvator  te  Fontinettm  (Pat  de  Cilaie). 

w<nu)en.  Voor  tioogt«a  gtoot«t  dan  14  m.  en 
vooral  daar  waar  weinig  ectmtwater  kan  worden 
geiniet,  legt  men  ^nda  het  midden  der  vorige 
eeuw  helwerJcen  aan.  bestaande  lüt  een  trog  waar. 
tn  bet  opvarende  schip  bitboenveart  «n  durmede 
loodiedit  woritt  opgevoerd  tot  de  hoogte  van  hel 
bovenpaadi  Voor  een  aJrajend  s^p  geschiedt  de 
beweniing  in  tungekeerde  orde.  Hel  adiip  vsart 
bijv.  in  <Mn.  tirog  beneden;  deie  wordt  waterdicht 
algesloleo,  waama  de  trog  met  iiihoud,  wordt 
omlnxig  geibracht  loodat  het  scbtp  na  het  weg- 
nenten  der  aFduitiiigen  van  boveiwiaDd  en  trog, 
bet  ianaal  kan  in-varen  (lie  de  lig.)  Meestal  lijn 
twee  trogigen  naast  elkaiider  aanwesig,  die  loo- 
danig  zjp  gejtoppeld,  dal  de  eene  lust  terwt>l  de 


long     tu     bet 

te  Leipeig,  daarna  eenigoi 
tiijd  ooDoerliaeeBter  in  bet  or- 
k««t  VM1  BiUe  te  Ber^ü^  werd 
nnizilekvl'irecleur  te  Oeb««ifec  en 
vestii^cfe  lidi  ia  1863  te  Zuricfa, 
eerel  ale  conrertmeesteT;  dauva 
werd  tai  dkigeiA  der  abowie- 
menteeMMerten.  in  1868  leider 
van  het  ,.Tcabfilfe"-orkeA  Tao 
1866  tot  1901   iKr«eeid«  hn  bet 

Ïcmengd  koor  en  van  1876  tot 
»14   was  bji  dirvdsDT  no  de 
door    bem    opgerichte    munek- 
Bchoal.   Daarna    trad    hij   enkele 
keeren  ook  op  ak  dnigent  van 
een   mannenHnivereeniging  en 
voorts  werd  bij  zangleeraar  van  de  kautiMMDooL 
Ia   1889   verleende   de   nniversitAit   van  Zarkh 
hem  bet  eeredoctoraat.    In  1906  trad  bjj  af  ab 
d>irigeDt  vui  het  „Tonh»Ue"-orkest.  Hegar  scbreeC 
taJ  van  groot«  maanenkMeD,  een  ootorium  „Ma- 
naaee",  een  groot  koorwerk  met  boU  en  orkest 
„Ahaavers  Ërwacheo"    (1004)   en  een    viookon- 

Ham,  Georg  Wükelm  Priedneh,  een  Dnitscb 
wijsgeer,  d6D_27«ten  Ao^uatus  1770  Ie  Stuttgart 


Aoeuattts  1 
lan  bet  tbec 


e^ren,  btudeerde  aan  bet  tbeokgieelK  stift  Ie 
Tttbingen,  waar  hg  vriendficdiap  sloot  met  Hölder- 
lirt  en  Schelling,  van  1788  tot  1793  in  de  wijAe- 

Eeerte  en  go<%eleerdheid  en  volgde  met  veel  be- 
.Dgstelliag  de  gebeintenissen  in  Fraokiök.  Daar- 
na was  hn  alfi  huisoDderwÖTer  te  Bern  werkiaMn 
(1703— 1796)^  vervolgens    te   Fiajikfort   a.d.H. 


DigilizedbyGoOglC 


(1797— leOO),  i£t  mik  t^dpeik  de  eeiete  ootwer- 
pen  TUk  t^  vweerig  atdad  <bgteekcneo.  lo 
1800  iMgsI  hq  ra<£  uk  Jei%  waw  hn  lieh  aie 
pmaatdoceitt  in  de  irijabeg«erte  ve>tig^  «n  dmI 
SektlUng  bet  .^tüebe»  Joonnl  der  PltiloBo- 
phie"  (1602)  aiede  tdtgef,  nadat  nadi  vroeger 
iQn:  „tJ«ber  die  Cifléreni  dea  PidrteMben  tud 
Sobelkigsebeii  Sjvtems"  (1801)  veraciMiieD  waa 
DMcia  iw«mde  ^j  Fiektóti  „WiMenaduftsMve' 
bet  enbjeeUero,  SekeUin^*  JdentMUehm"  bet 
•becJvte  ideftliMK.  Sedert  1804  bewerkte  hq  " 
„FhinomflBolagM  det  Qekife»"  (ia>7,  in  1 
opnieow  tmigtf^vn},  waarin  iiq  ijjn  vereclril 

Ïntlng  met  Sehelling  dnidelQk  uiteeiMet. 
t  oogÖUik  af  «DtstNid  ei  een  verrreemi 
tnsadwQ  betden.  Op  de  „PhSjtomeDtdo^" 
den  de  „Loeik"  ala  tweede,  de  ,^atiu-  nod  Qwa- 
teepUl««op£>e"  «la  derde  deel  Tvbea,  wat  hkter 
in  de  „Eóeyklopftdie"  gcAchiedde.  Na  Sehtlling' 
ntirtk  tot  hMrgieenwi  benoemd,  ¥«riiet  bij  m 
den  ak^  bg  Jena,  mano  b|j  in  NapoUoH,  den 
„We>tgeist  m  Pléide"  eesien  bad,  de  venateo 
tmi*«»iteit  en  ledigeerde  twee  jaar  de  „Bmii- 
beiger  ZdtnD^',  tot  hq  in  den  beifst  van  1808 
tot  reetor  txi  bet  AendiengjvniMdhim  te  N«U' 
renbeie  benoemd  weroi,  Qiei  beweibte  by  zö" 
andvr  lmcMw«it  de  „WiesenaebaK  d«r  Locnk" 
(3  dln.,  18J2— 1816.  3de  dnnk  1841),  weid  ü 
1816  tot  booeleenai  te  HekMbeig  beaoenid, 
waar  hjj  inn  „ËDe7U<nftdie  dei  pbttoeophiseheD 
WiweDMè^oD"  (1817:  IfiOS  en  1906  opnieuw 
uitpegeren)  en  zqn  „Benrteilane  der  wOrttetn- 
beTKiMben  StlnderwfaBsni^"  eebreef.  In  1818 
tot  hiMgieenai  te  Ber^  beaoenid,  tomI  h^  daai 
w«ldi«  talige  toduoraeis.  Zqn  „OroDdiiniaD 
der  FbiloeoMie  dea  Redite,  oden  Natnn-ecbt  dwI 
StMtarecbr  (1^21,  m  10O2  epnienw  nkgege- 
Ten)  deden  iqn  leer  in  IMtsehlaad  leel  BaDÉuu»- 
cera  linden,  tww^  hij  die  Teidet  vereprenMe 
dooi  de  sedert  IS27  door  hem  geredigeerde 
„JabrbficbBi  fOr  wieeennjiaftliebe  Entik".  Beiig 
zqnde  met  een  naeowe  uit^wve  iqoec  weriien,  be- 
zw«A  M  den  14den  Korembei  1681  aao  de  cho- 
tnm,  nadat  EÓa  wyrftesieerte  m  Piuieen  een  aooit 
Bteats()tiloeolie  gewoiden  wa«.  VeiMbiHeDde  leer. 
linsen  gaven  óèktm  z^  TenameMe  werken  uit 
(1^2—1840,  18  dkx),  ina  won  „Briefe  vod  and 
an  BegéT  (2  (Ho.,  1887).  Den  2den  iaai  1671, 
werd  voor  ben  te  BwISjn  een  gedenkteeken  opge- 
riebt. 

Begeft  qwieem  ia  een  absokat  ideaheme. 
Voof  bem  ü  al  bet  beataande  geeatelqk.  Het  ab- 
adate  m  geest  en  tweeheid  van  lün  en  denken 
moet  v«rwoipen  wMdenj  tnaaeben  itaóe  bestaat 
w>eien«gdöMie(4,  identitat'  AwImb  eebter  dan 
SekeUimg,  phatat  Hegel  d«  aulmai  niet  naast  het 
denken,  aiaai  daanoDder  als  een  deel  vaa  bet  pro- 
o  bet  AÈimAute  (Idee 


B  der  ontwikkdiag,  - 


.__  e  vinden,  dan  ie  bet  doel  der 
ontwikkeliBg  bereikt.  In  ^óea  weg  dei  ostwikke- 
^DK  ligt  de  natuur.  In  Mea  wat  is,  openbaart 
H<£  tact  abw^nte,  de  rede.  Al  bet  wccfcdqke  is 
leddQk,  al  bet  Tedriqke  weikdqk. 

Het  aoelvau  ffepel  jeeen  steleel:  keuus  vui 
bnt  AtMolote.  Uit  de  gelijUMid  vao  zijn  en  den- 
ken volgt  <bt  de  w«tteD  van  het  denken  ook  voor 
bet  qjn  gdden.  De  kgioa  van  Hegel  ie  dm  niet 


afieen  een  vreteosehef)  yva  ons  denken  maai  t«- 
gejnk  «en  wetenscbap  van  bet  iödl  Logica  duit 
deifaaVva  meta^uea  in. 
De  methode  van  Begii  'm  dialectiscb: 


begrip  viodt  iqne  begreniiag  ia  zqne  ontkenning, 
ontkenaaM  biemn  leidt  weer  tot  een  nieuw  be- 


renangbL__ ___  __ 
~  I  dat  dé  b<3de  fooigaande  <ian*t.  Hieimede  ie 
te^enepraak  <ifgebmea,  doordat  beide  begrio- 
En  ign  gdxaeht  onder  eeo  nienw,  dat  rqker  ii. 
lar  dÉtaeUde  oieiMte  begNfi  w<«dt  weer  oit- 
gangemuit  voor  een  dergehjke  redeoeering.  ffiei- 
mede  Wiwt  Hegel  een  ayateem  vab  begrippen  «n 
die  dna  gdden  voor  denken  en  werkelijkbeitf. 
Et  ia  ia  iqne  dtoleetjaehe  medKMie  ewheid  van 
levendeelen. 


HegeT»  lyêteem  il  «en  logiifleh  «telael  dat 
een  oooigaaode  oDAwikkeüng  van  bet  Absolute 
leent,  dat,  eerat  opsidaeH  ieetaaod,  *n  de  na- 
toni  anders  wwdt  «n  voortgaat  'tot  den  geeet, 
Ae  ikh  ten  riotte  aèkf  faeiknii^  aoodat  bet  Ab- 
Bolnt«  na  ook  voor  üebieH  beitaat.  De  w^abe- 
geerte  beeft  tot  taak  deie  oatwiUaling  luteen 
té  letleQ.  Hegel  begint  met  de  logica,  waaan 
hü  de  begrippen  ontwerpt,  die  bet  svn  omvatten. 
..Zgn"  ÏB  bet  aJ^tmeefwte  beerip,  ontfccaming 
baeivan  is  „oiet-sqn";  tieide  Mgrip|>en  onnM 
bet  „wolden".  Op  d«  higiea  volgt  iga  natuar- 
philMophie,  walker  beteckenü  Imj  wat  gerin- 
ger ia.  Tan  de  natwur  gaat  Hegel  ov«r  ca  de 
wq«begeerte  van  den  ^eest,  die  neb  openbaart 
ale  sabjeetieve,  objectieve  en  abeohite  geest.  Dt 
leer  van  den  eubjeetieiTen  geest  geeft  m«n  bet 
best  weer  met  b^  meeibekeDde  woord  pejebo- 
logie.  De  teer  van  den  objeotieven  geest,  omvat 
de  etmiie  van  recht  en  letfetgkbeid  en  beeft  bij- 


v«n  de  ffesdiiedenia.  HegéV»  waardeerjng  vaa 
de  beteekenit  van  den  staat  is  boitengewoon 
ffroot:  aooale  een  staat  is,  moet  bg  op  dat  oogen- 
blik  lijn;  ook  bier  is  <de  w«ikdjjk1idd  reddp. 
Met  dese  opvattingeD  gaf  Regel  at«Dn  aan  het 
politiek  cODservatiEnw  van  iqn  tijd.  De  geeebie- 
denas  ia  voor  Hegel  het  proces  om  tot  deo  staats, 
vonn  te  komen.  Oroote  mannen  dienen  aleobts 
om  de  «mtwikkeUo^  mede  te  verwezenl^en. 
AHes  caatnaaide'vtqheid.'B^  deOoeteraehe  vol' 
keniauecbtade  deefMtieefaevisst vijj, hqdoQrie- 
en  Ramesoenüem^wiid  voor  meerderen  en 
ChristMidom  beeft  aOen  vi^  gemaakt.  Ech- 
ter is  die  vrj^Mid  nog  niet  »  atter  bewvstiön 


■dia  laoranxfl 
>n  baar  leeftijd 


rhand 


en  ÓMEidit.  De  absolnte  geest  vormt  de 
eenheid  van  de  tegenstelling  anbjeet  en  object, 
d»bn  en  igo.  Het  aberivte  aaoeelMuwt  zicb- 
mU  in  de  knnet,  stelt  sdiseH  voor  in  den  goda- 
«Henst  en  begrqpt  lati»  in,  de  wijeb^eerte.  Gods- 
dienet  was  voor  Hegel  een  üefa  ia  beelden  voor. 
stdlen  ven  bet  abeohite,  beginaend  met  de 
ToorsbellinRen,  voortaettend  in  de  hoogere 
instvoimen^  die  iêdieT  een  eógen  kenmerk 
voHooad  in  öet  (Huielendom,  weike  leer- 
voor  wijegeeriRie  verltianog  vattnar 
doorloopt  ook  de  w^be^eette  graden 
van  ootwikkiding  tot  Hegelj  bg  wien  bet  Alteo- 
hitie  ucbadd  keaA.  E3m  wg^»eg«erte  i«  de  be- 
giipmsiige  mAdrottiog  vaa  baar  tijd,  als  dese 


DigilizedbyGoOglC 


.     „  1  Hegtl  lanen  Üjd 

«en  boiteagewooa  grooten  iniloM  bM  tu4^ 
oeleiM^  gerukte  ig  tenj^Yotoe  ■na  Iwt  opkomen 
Tao  de  oahnrweteDscliBpiwËyce,  pontinstiadM 
«n  rcERilütiMbe  deokvgM  i«eda  apmig  na  £fa- 
geFi  dood  op  den  MiteigTand.  In  de  ktatoto 
jftreu  ia  u  DoitacfalMid  «n  «ok  is  BogeUnd  en 
AmeidkA  da  iMdugiteUng  in  BtgeF»  phHomlie 
weer  wer  tocgoicfiMn,  wuvrasookdeTtkniea- 
weie  uftffBiAD  *gner  gesdmlten  blgk  geren,  In 
Hederlamd  heatt  de  ieei  VM)  Hejrel  een 
«ondenar  eo  apoatel  'n  den  LexMien 
aar  Bolland  gemiMlea,  wiena  wqie  nn  ?eibm- 
ding  der  He^Mie  denkbeelden  t(4  «diMpe  eri- 
tiek  aanteidug  Jieeft  «geren. 

Zie:  K.  Fneker,  BMTa  Leben,  Weriie  trad 
LebN  <1«0I,  S  dto.). 

ffapel,  Karel  vom,  «en  lOon  ma  den  Tooiguode, 
een  gB■cMe(B[lniie^  den  7<hii  JvSi  I6I8  <e  Nen- 
ranbeig  gtèorei,  w«rd  inldll  boogleeiurtn  de 
geachiadenis  te  Aoetotk  en  in  1866  te  Erimgen, 
«UT  hü  <^  Oden  I>«Mad>er  1901  oTerleed.  Hg 
beeft  lioh  Tooral  iNtend  gcmaaU  door  sjjn  „Q«- 
Mdóelrie  der  SUdtei-eTbMing  tod  Ildicn"  (2 
dln.,  1847)  en  door  een  ntnve  vao  de  „Chroni- 
ken  der  deattetwn  Stidte*^  (1692—1699,  1-^7 
dl.).  V«ider  «ehreef  bg:  „Oeacbidite  d«t  met^li 


flofeotiaiadien  Rep^M"  (1687),  „Die  OtKOnSt 
dea  'Kno  Coramgni.  V«rMich  enpr  RoUung" 
(ie75),  „Verfaeaum««Ucfal«  von  KOln  im  Mk- 
Mahet"  (1877),  ,TWber  dan  htatoriachen  Wort 
der  titenn  Daat»-EoDUDentam"  (1878),  „Veriaa- 
~  Mite  iroD  Mmk  im  HitleMter"  (1682) 
1  nad  «r  O.  W.  F.  Heffel"  (  2  din. 
1867),  „9tidte  nod  Qihfcn  d«t  gennaniaclien 
VStfe«r  im  Mkb^itoer"  (2  dtn.,  1691),  J)ie  Ent- 
stebuiv  dea  denUobea  eta<ttewe«;iui"  (1698)  en 
,J«beD  QDd  EnnneningeD"  0^*00)- 

H«B4iiioiila  {—  bev4)  irae  in  het  oude  Orie- 
fcenliDd  de  aaam  na  bet  BtBaAuwIig  opperge- 
H^,  betwelk  uo  «en  der  ataten  irerd  toegekend, 
toodat  zulk  een  atawt  bü  gciDeenaebappelgke  on- 
dememingen,  tooivl  oorkgeo,  met  de  a^emeene 
leidJiiR  wae  MMt.  Sn  ontstond  omatreefca  bet 
jaar  MO  t.  Chr.  bjj  den  Mmmng  der  Peratalie 
oorlogen,  toea  de  Oridncbe  at«ten  zieb,  op  rand 
T*D  Themitlokk*,  vmbonden  en  d«  heeêmoiue 
«pdroegen  aan  Spart*.  Toen  Athene  door  de  over- 
wiiHing  lijnet  woart  l^j  Salamia  de  Tnrhekl  Tan 
Qndc«Dland  redde,  irera  bet  in  476  met  de  be- 
gemmwe  beUeed.  Daar  ecbtcr  Atbeoe  bet  of^er- 
ceaag  miabivüte  tot  oilbreid^  TJiour  macbt, 
kwamen  de  Spartanen  io  vArblndiag  met  aode- 
ren  (tymmaehxe)  ia.  ?erMt,  dodi  kcoden  eerst  72 
jur  later,  toen  de  madit  -na  Atbone  door  den 
PelopODneÜMheD  aoite  ma  geknakt,  de  begie- 
mtnne  beibngen.  Ook  %uU  beng|de  bur  tbam 
tot  aeHncbtose  «loeleHtdenv  umbt  TbeAM  opstood 
om  d«  ^^k^d  'van  OiUvnland  te  handhaven  ett 
het  ofMinoedige  8p«ta  in  de  Teldalagen  bq  Lenk- 
tra  en  IStatÜan  &11)  te  tncA^n.  T«  nwUsn 
óer  onderlinge  mdaeMbeldró)  bet  PAtItMw*an 
MaoedonÜ  na  den  elag  bij  ChseroDea  (3S6  v. 
Chr.)  naat  moeilijk,  xidi  Tan  de  bcj^unMue 
meeeter  ie  maken  «n  OndMoland  aan  ign  beer- 


Bcha{q>ij  te  oDderwerpeo,  dte  later  op  ijjai  S4xm 
Atextaider  den  Qroote  orergdng. 

HefMta*,  «en  QrkJcsoh  beeldhocirer,  die 
een  der  ieenóeeateia  Tan  Phidiat  waa  en  die 
onwtre^  500  t.  (%r.  te  Athene  weriite.  Vaik 
lÜn  beeUboowweit  de  niets  oveigeblOTen. 

H«reslaiL  een  ÖiiékaeL  «jj^eer,  die  in  d« 
3de  een«  t.  Cnr.  leetde,  «m  TenDoedelijk  afkotn. 
abtg  Tan  Cytene  en  een  leerlktg  tvjt  Pvaebale», 
een  vgV^^  ^  AleiandiiS.  ^ewd  bg  bet  ge- 
voelen Tu)  ijjn  leetmeeater  wui  toegedaan,  dat 
de  tnenaeh  bestemd  ie  osa  gehiï^  te  lijn,  lag 
hg,  dat  deae  beetemraing  w«gena  vek  tui^ien  en 
smarten  oieri  bereikbaar  ia.  Dientengevolge  be- 
adwuwde  bji  den  dood  als  een  gewemehten  be- 
vrljdep,  die  fiem  uo  de  eHeoden  des  levena  ont- 
rokt, en  verkreeg  dientengevolge  den  t^naam  van 
niirfUvsn;  of  Mtoi^wtt  van  den  dood".  Pto- 
lemeeut  Lagi  verbood  bem  lija  leer  te  mliMidi- 
gen,  omdat  hiMdoor  *^  Eg]witeo«i«n  tot  leit- 
moord  gebiaebt  werden.  Ook  beweeide  hg  dat 
niemand  vigwiHIg  atecht  Ie,  loodbt  wig  ^^  ^>oo"- 
doenet  olet  moeten  batea  maar  traehteu  hem  op 
te  voeden. 

Haranlppiu,  een  titiekaoh  redenaar  en  een 
bondgenoot  van  Demoiihetiet  in  den  atrgd  tegen 
Pküippuê  van  Maoedmie,  werd  k.ter  Atbeetüch 
gezant  aan  bet  Hot  nut  UacedoniC,  vergeiehk 
Demoêtkena  bj}  een  leodjog  naar  de  PetoponDe- 
ms  en  trad  ali  TerdnEger  van  Tintarükiu  tegen 
Aet^int*  op.  Sommigen  beeehoowen  bem  ala  den 
vervaaidigCT  der  red^roering  „Over  HaloDoeBUR", 
welke  doof  anderen  aan  Demoelhenet  wordt  toe- 
g^end. 

BeKvalppiUi   w  't^dgenoot    van  Irenaeui 


lir!),  adireef  over  kerkgeachiedeDJa,  miai 
xifn  geedirilten  igo  nageooee  verkirea  gegaan. 
Volraw  aonHmgen  dvoeg  ook  de  acfarijver  van  het 
weiS:  „De  ibelk  Judaieo  et  eicidio  urbis  Hiero- 
aolTmitaoae"  (door  anderea  aan  Joiephuë  tooge- 
«dtreven)  dien  naam. 

HerefaaohiraUar,  Johannei,  een  Zwitaeraeb 
plaDttoD^,  den  14den  Deoeinber  1769  t«  RJf- 
tereweiLl  in  bet  kanton  Zmich  geboren,  vestigde 
zidi  «etst  te  Zvrieh  en  vMvtdgena  te  Stita  •!■  ge- 
oeeaiteer.  T^dens  de  staatfaindiM  woelingen  in 
genoemd  kaotwi  maakte  hg  zieh  op  de  groote 
VDtkeTergaderiiv  te  Heter  (22  NoTMober  1630) 
al«  redoMWr  beletid,  w«rd  door  de  gemeente  Stifa 
algevaardigd  naar  den  Grooten  Ri^  en  in  16S1 
bMwemd  tot  regeeringsraad,  tot  voorzitter  van 
den  gezondbeideiaad  en  eindelijk  tot  boogle^iaar 
in  de  plant^tande.  Toen  hg  den  Aden  September 
1639  dMH'  zjjn  tussebenkomst  een  «nde  wilde 
maken  aan  een  gevecht  in  de  straten  van  Zoridi, 
werd  hii  doodeffik  gewond  en  overleed  weinige 
daceo  oBarna.  Hij  achreet  o.  a.:  „Beiaen  i<i  den 
Oebirgsatock  zwiacben  Olainie  ood  Oianfaflnden" 
(1625),  „Beitrag«  zu  einer  kritiseben  Aotzib- 
Inng  der  Scbweizeipflanzen"  (1861)  en  ,J>)e  Fk>- 
ra  der  6<^weiz"  (1836  eni.),  vooitgemt  door 
Heer. 

HarrnkriiUI.  Zie  AUine. 

Barrnrank  (Bn/onia  dioiea  Jaeq.)  ol  teÜ- 
de  viugerd  ia  de  naam  eener  plant  tnt  de  fanu- 
Ue  ier  KomkommeraehHgen  (Cueurbitaeeeëtt).  Zg 

Sn>eiit  M  Zuid-  en  Middel-Boiopa  en  in  bet  nom- 
en van  AFdka  en  komt  ook  in  •»»  dituvinm  Ted 


DigilizedbyGoOglC 


HEGOERAHE— EEQNER. 


Toof.  Zq  oockasdieidt  sdi  «knr  een  EÜiiigereDdeD 
•teng^  door  «ehroefvoroBg  gewooi^a  iwikeD, 
door  (mitTOimiee,  S4obbi^,  ffmt  en  oogelqk  ge- 
tkode,  ranre  bmderei»,  ffM>eDaehtig-wUt«,  2-J)ui- 
{•ge,  «ot  Ittogfjwteelde,  abdBUuHUge  troesen  ivr- 
eeltig  Uo^ken  en  ronde,  roode,  84>oUJee  bes- 
ten. De  ouutiyke  bloemen  hebben  tot  S  bnodeU 


Moea^  om  de  bo^ein  te  beatdrt4gen,  óoor  k&r- 

dinaal  De  Outa  gestift.  Uet  bolp  der  broeden 

Temarddede  hjj  StaAjUUa  tMt  La^nKbe,  Qiri«^- 

eebe  «d  Bebreeuwscbe  «eiken.  Nog  Utei  begat 

hg  litb  naai  de  «M^  y*a  SpoobeHD,  niet  ver  van 

KreniDMh,  om  de  beroemde  bibUotbeei  vam  den 

ftbt  TriÜinnw*  t«  beio«k«n.  IKet  kuig  dnania 

(7  DecenAter  U98)  wwl  h^  door 

dnt  dood  wcBgenat  WeiiH^  jni- 

ren  te  Toren  Md  liq  de  pnester- 

wgdöng  oDtnaogen  eo  zitti  Kdert 

nag^moeg  vtafoitaid  meï  gvigo- 

leerds    «tndilD  bene  gtdioadeaL 

ZvD  „Opaannlb"  mtden  b  .150S 

dMT  Jaeobtu   Faber,    een    igaar 

leeiltnf^ens  Sb  2  deefcn  io  hot  ütM 

gegenn.  ^»  ,^>ialDgn8  de  utiMta- 

iMB  Mikm  gmnmaiticwi,  fcffieae 

et  itotoneac''  ma  reeik  kt  1500 

gsAnilil,  «D  ÖD  ,;Oumkia"  taaen 

bet  Bebt  ift  1«(n. 

H«tiiuilMrr.J>iix,  frt«- 
dneik  Adam  Jutttu,  graaf  fwn, 
een  Beteneh  atkatcnuw,  den  2deD 
n  .1810  géboreo,  «ent  in 
_  5  tid  ■fier  Tw<eede  Efuner,  w«x 
bU  roor  de  im^iinniffe  begiiueten 
atreed.  Bjj  wm  nit  1849  toe  1868 
ivunitter  van  de  KaaM  van  Af- 
gerwBnÜgdka  ma  bai  alt  nodfeojg 
groote»  «nrlcwd  op  de  poHieke 
oDtwïtt«liB0  fiD  ^  vaderhMtdL 
Oofe  «rae  bq  Od  iMD  de  Nat&onaJe 
VeiigadeiMig  4e  n«nUort,  waar 
14  tot  de  Ortnt-Doitedte  parta 
WMcn^e.  Na  18S0  nam  faji  d«  oon. 
•titotioneek  deiAbeeüden    In  b»- 


i«aetjb,d 


bISffitegdebjjom 


TeiMMgde  meeMnden,  de  Tronwelöke  «en  8-«ple- 
tig  «tqltje  en  S-a^eUige  «tempels. 

B«vlm.  Zie  Eedtfra. 

HsclliSt  Alesander,  een  faiunttnist,  waar- 
eehijnlp  ia  1433  te  Hoek  bg  Aiurae  m  Westralen 
ffcbomi,  legde  ^ch  toe  ofi  de  kenma  der  oude  ta- 
kn,  kwam  op  40-juigen  leeftjjd  ra  betrekkide 
met  Thoma»  o  Ktmm».  beetnnrae  «erst  «en  eebool 
te  Weid,  twen  «*n  U  Eimmerii  en  rtowf  ia  U74 
aan  bet  hoofd  der  fratenehoo)  t«  Detenter,  welke 
oadez  lijn  leiding  wehba  8200  leerlingen  telde. 
Tot  de«e  behoorden  'Etatmut,  Murmelïiut,  But- 
êekva,  BeKrieut  Agrieola,  Caetariu»,  Torren- 
ftfiM  en  anderen.  Tooral  ODoorde  bq  ben  aan  tot 
de  beoefening  van  bet  OriMsoh,  opdat  zij  inataat 
umden  i^  <le  acttriften  dee  Nieowen  Verbonde 
h)  bet  oortpraakelgke  te  leien.  Op  oevoiderden 
leeftijd  deed  b^  nog  een  reia  saai  C^kb  aan  de 


i«den«D  «nn  «oondheid  ign  man. 
dMt  DOifci.  Bomt  UU  da  gefaeoc- 
tmmm-  itm  tttf  niet  eoeAeor- 
de,  ontried  hg  in  1870  abe  v^- 
dighmdie^  IM  nieane  DnUWhe 
B^,  berw^  hq  4b  ooaAiankelj^- 
httd  dar  Beaeraehe  kroon  toovêd 
mogd^  traditie  te  haadhaTCD. 
Op    bepaaU  iveifciign)    rao   ko- 

nLodawijk  II  Mnvanrddb  hq 
8711  bet  miMBtiR<fe  van  bet 
Eonnklgk  Hnis,  dat  van  fiaitenlaDdeebe  Zaken 
en  bet  Toorsttt^'Mhap  in  den  aütisterraad.  Hii 
overleed  den  2den  Jum  18^ 

n«jraei'<  Ulrieh,  een  Zwitaera^  sduövet,  den 
7deiv  Febroari  1759  te  Wjatertteir  geboreo,  cta- 
deerda  to  Straatsboig  in  de  geneeelraDde,  maar 
werd  in  1798>lid  van  het  Hof  van  Appe^  te  Zn- 
rich,  vertoefde  ««lige  jaren  te  Pargs  en  werd  ia 
1805  benoemd  tot  Ëd  Tan  den  Raad  in  qjn  0»- 


der  nwoeinng  te  Zurieh  en  keerde  L  ■^,„  ~. 
Ej^n  gcAoorl^laata  temg,  wmi  h»  den  dden  J»- 
nraari  1640  overleed.  Van  ign  geeoliriften  noemen 
wij:  „Auch  iöh  war  in  Pari»"  (1801).  „Die  Mol- 
kenknr"  (3  dia.,  2de  dm*  1827).  ,5tt»ohen*  Hoch- 
leü"  (1819),  „SJve  RevolotiomUige"  (.I8!4). 
„Beig-,  Ltuid-  imd  Setniaai/'  (1818),  „Han  Hol- 


DigilizedbyGoOglC 


BEGiKEiR— HEIBEIRQ. 


i  Ucbt  verMbeiieD. 

Herraljs  (=  btir^bÊt&Bg)  •>  «en  benpv  v»» 
titadu«t,  dH,  de  «nutateo  Sinw,  Abauj-  Twob 
en  Zempüia  dooraDJidend.  iddi  nD  N^^-SAroB 
boven  Ëpeiieg  Mur  bet  Z.  ia  een  Ewadckca  boog 
tussohen  Ae  rivieren  BeioAd,  Tqpbt  en  Bodrog 
tot  kng^  vsa  50  km.  tot  om  Tdiai  uitEtrekt. 
De  ooordielijke  hollt  beet  bet  SóT&rer-,  de  suide- 
löi«  hellt  het  T<Au«igrfieigl«.  Het  eer«te  fce- 
redkt  in  den  Sinwdtt  «en  hoogte  tmv  1092  m. 
en  beiit  beroemde  «oMlgroevea,  bet  Usitite  ie  in 
ii)D  boogste  poot  7^  m.  bcKW,  beett  een  weelde- 
riffen  pkntengroti  en  i«  «p  bétde  hellÜDcen  met 
wnsstokken  bef^t.  De  dooi  4(ta  Bodrog  be- 
granede  bodit  twscben  Nter-ToU  (ISO  m.)  «n 
SifM  Patak  beae>raiiB  de  «Meenstumde  ,«Tootie" 
berg  fN(«pbeK]-)  1^  Tobi  <&16  m.)  )ev«rm  den 
boöeradea  Tuuueiwqn. 

Halm,  Vietor,  een  noBaaoh  lettMkuodige,  den 
Salen  (Moba  lètS  tie  DonMt  geboren,  Btodw- 
de  aldaar  T&n  1680  tot  1833  in  Öe  letteren,  deed 
groote  leuen,  ««rtoefde  «nümen  tgd  te  Berl\ji 
en  ki  ItaüE  ea  bekatle  auA  m  1836  met  het  on 
derwgs  jo  de  DnitMbe  taat  aan  een  school  te 
Pbihbo.  Id  1843  gaf  hü  „Zoi  Cbaralcteristik  der 
RCmer"  uit,  in  18H  gei^gi  door  „Znr  Physiog- 
iMOiie  <iet  italieniKhMi  Lui^ebaft",  b«de  toot- 
atudiee  Toor  bet  M  tiree  lctei«  reiien  vereche- 
Den  „Itaiien:  Ao^ritten  rad  StredHiebter"  (6de 
dn*  1900).  Ia  'ldt6  wm^  bq  aawMteld  tot  lec- 
tor in  de  DnitadM  taal  te  DoïfeA.  H^j  wekte  even- 
w«l  acbterdodtt  wegens  ijja  ttuUnuHÜn  fcroe- 
lens  en  werd  dienteiiMm>lg«  aa  een  lan^dong  on- 
derioek  tot  aan  dea  dood  van  k^oer  NxkoUnu  bq 
de  kannlanj  werksaam  gcat«U.  Van  1S55  tot 
1874  wal  hij  oppeibibliotheeatit  Tan  de  groote 
EeÏMilöfae  Bil^otiieek  te  6t.  Peler^iu^,  werd 
RuMÏecfa  staataraad  »  buitei]^w<Hien  dieawt  en 
vestigde  ïich  Terrolgene  te  Berlüm,  waar  hy  den 
Sleten  Ma^  I&90  onerleed  W)  «cbraet  nog: 
„Kidtnrpllanien  nnd  iHauatiere  ki  ihrein  Ueber- 
gaug  au»  Aaien  naoh  JSdedienlutd  uod  Italoen, 

Goethe"'(4ifc  ^vk  1900).  ^  ig'n  dood  Tenioh< 
Den  jwg;  „Hehn'e  Briele  u  aeinen  Freund  Widi- 
muui^'  (1890),  „De  moribae  Bathenorum.  ïïnr 
OfaaraltterJatilc  der  ruwweben  Volkaaeele"  (IS92), 
..Uéber  Qoetbe'e  Henoami  und  Dorodihea"  {2de 
dri^  1898)  en  ,J{eiaebilder  aus  Italien  und 
Fnu^dofa"  1893). 

Helberr.  P^f^f  Amtreai,  een  Deenieb  dich- 
ter, den  16den  NoremiKr  )7W  te  Votdingborg 
geboren,  woonde  na  twl  Tokd>Ddigen  zyner  stu- 
diSn  3  jaar  te  Bersen  en  festisde  lich  in  1738 
als  traoalateaT  te  KofMnbsgen.  Toen  bq  in  1799 
wegena  j^  vrgBom^  denkbeeMen  Tcrbannen 
wepd.  begaf  hü  sidi  m  1800  naar  Parjjg,  waar 
hg  gedofende  bet  E«ii«n|)k  weo-kiaMa  was  als 
obel  de  bureau  tq  bet  mindëtene  van  BaUenlaad- 
Bcbe  Zaken.  Ooi  vengciehle  bg,TaUeyranH  naar 
Berl^D,  WandMO,  Krfnrt  eir  Weenen.  Onder  de 
Reataontie  werd  ht  ia  1817  op  pensioen  seateM 
en  overleed  te  Parv»  den  30aten  Afirjl  1841.  Ak 
loooeeUiafater  heelt  bj},  oa  Hotberg,  bet  groot- 


ste getal  Deenaehe  blg^'^^Bi'  geleverd,  en  d«se 
werden  over  h«t  gebèei  ntet  bljitd  ontvaiigvo. 
Z|j  ooderscbedden  och  door  menachenèeaimis  en 
geestigbeid,  dodi  ijJD  satire  is  veelal  meer  bu- 
tend dan  lachwekkend  en  iój  sehetat  £ija  kojsJc- 
leis  meei  met  krachtige  en  opzichtige,  dan  met 
verkwikkende  klenren.  In  bet  küg-koiniscifae 
sbaagdie  Iq  het  best  in  een  paar  operettee  en  zyn 
panidieBn  oip  opera's  van'  Baggeien  hadden  g'rixi- 
ten  l^fval.  Z^  beste  sluküien  t^  echter  blu^>e' 
len  en  z|jn  gezamenjijke  toonedaibeid  ie  in  1906 
— 1810  in  4  deelen  door  Rahbtk  uitgegeven.  Ver- 
der «hreet  hg:  „Over  de  doodstraT'  (1880). 
„Over  de  io^roeiing  der  souveienniteit  in  Deiie- 
nmrken"  (18Q6),  ,Slaatbindige  apboriaiaen" 
(1826),  „Préófi  butoriijiie  et  edtique  de  la  oo^ 
slitution  de  la  monaréhde  daoolse"  (1820)  en 
„L#ttree  d'un  Norvégien  de  Ia  vieiÜe  roidie" 
(1822),  „Drie  jaren  in  Bergen"  en  „Herinnerin- 
gen  uit  in|)D  staat-  en  leïtei&iuiidage  loopl>asn  in 
Ftankrijk"  (1830),  de  beide  laaiate  in  het 
Deenach. 

Beiberg,  Johan  hudng,  een  toon  vnn  den 
voorgaamde  en  tooneeMidvtór,  den  14den  Deoetn- 
bei  1791  te  Kopenhagen  geboren,  ehideerde  ia  de 
geneeeknnde.  maar  wüdde  zich  wddra  gebed 
aan  de  fnüe  letteresi.  BeedB  rn  1814  trad  bg  oo 
B'U  dichter  met  een  bewerking  van  ,J>>n  Juan 
en  met  een  tooneelepel  en  schrëel  vervolgens  een 
verbamdeliing:  „De  poeaeos  dncaatieae  genere  his- 
panJoo  et  praeeertim  de  Petn»  Calder«ne  de  Ia 
Barca"  (1817),  waannefte  bq  den  graad  van  doc- 
tor verwierf.  Nadat  hg  ao«  eeiuge  stukken  bad 
in  het  lacbt  gegeven,  was  Eg  van  I8I9  tot  1822 
Ie  Pains,  waar  nü  zich  met  den  tooneelaiheid  der 
PraDMnen  b^end  maakte,  en  werd  na  zutt  terug- 
keer booglenaar  te  Kiel,  waarna  zijn  „Vormleer 
der  Deenedie  taal"  (1825)  en  ign  „Noordsebe 
mythologie  uit  de  Edda  en  de  gedióbten  van  0«ii- 
lenschifiger"  (1827)  in  het  licht  verschenen.  Op 
een  reia  naar  Berion  ön  1824  maakte  hg  kennis 
met  Heael  en  ecÉueef  daarna  een  leeks  oorepron- 
kel^e  Ugapelen.  Verdu  wgdde  hg  »<b  aan  de 
beoefenJiE^  der  wgrtxigeerte  eo  bewetkite  zjm  ge- 
schriften: „Ovffl  'g  anensoben  vrgheid"  (1824)  en 
„Over  bet  belang  der  wijsbegeerte  in  den  tegen- 
wöordigen  tijd"  (1833),  .terwijl  hjj  grooten  roem 
verwierf  door  z^  „Nieuwe  gedichten".  Van  1849 
bot  1856  was  bg  werkzaam  als  directeur  van  <fen 
Koninklijken  seboawbniig  te  Kopenb^n.  dr  dien 
tgd  ale  achouwbnrscensor  en  overleed  dat  25aten 
Aognatos  1862.  Zeif  'venameilde  hn  znn  po«ti< 
aebe  (1845—1947,  8  dln.)  en  preoalsebe  (1841— 
1844,  3  dfaL)  ceMbnilten,  terwgl  na  ijn  dood 
(1861-1868)  ign  gezamenlgke  weiden  Ja  22  dee- 
len  in  het  licM  veiscbenen.  —  Zgn  editgenoote, 
JohMna  LouUe  Pstgei,  den  22sten  Novemba 
1812  geboren  en  ia  1831  met  Rtiberg  mbawd, 
was  van  1829  lot  1864  verboraden  aan  den  Ko- 
nidAlgken  schorrwAmrg  te  Eopenhtgen  en  behoor- 
de tot  de  meeelgevierde  aeteioes  van  Denemar- 
ken. Zg  overleed  den  Uden  Deoentber  1890. 

H«lb«rv,  Johan  Lvdvig,  een  Deense  phUo- 
loog,  den  27ateii  November  1854  te  AaMwrg  ge- 
boren, pranoveerde  in  1679  op  „QoastioiKe  Ar- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


£, 


irit:  Arebimedeê  (1860— 16dl,  8  dh.),  EuklideM 
(1883— IfiW,  7  dkL),  AppUlonim  tan  Perge 
(1891—1808,  2  dbk),  Ssremw  ^nKnoeniit  f1806). 
.(Sannliói  iJt  AtiatÓMM  de  eoelo  eoauneateru" 
(189^  en  Olmidiu»  Ptohmaeut  0898—1003,  2 
Au).  Verder  Khreet  bg:  „EelJglon  tg  M'oral" 
<1911),  ,4)en  hdl^e  ^acfbfi^  (1912). 

RallMrc  Oimnar  een  Noorach  MhEJJTer,  den 
ISdeii  Norembet  1867  t«  ObrirtuoiA  geboren, 
«twteefde  in  4wt  bmtenlawi  en  <rae  tsq  1884  M 
1888  reeïBseai  «tut  4ni  edKmH<mrg  te  Beugen. 
Qpiien  Marde  dn  1688  ijfa  ,^<nidng  ItkÜM", 
wauin  bn  Bj^^ifon  en  I6«en  aanvicJ.  Zgn  nd- 
Rende  «tui  ,^imBt>eMu«"  (1W3),  „Oert's  <tnin" 
0804),  „Bet  balfan"  (1894),  óe  mMitMhappeli|- 
ke  en  pojitieke  picodieea  „De  booMprijs"  (l«95), 
,.De  i^ksrwf  (1896)  en  ,.Nea«teii<3eEde"  (1903) 
ijJD  kiMp  in  «!)»«}«  gewi  en  bebben  «en  gees- 
tJgeD  dukMg.  Als  kmetonticus  oeiemt  b^j  ^roo- 
ten  ÏBTkied  uit. 

Hrtdums,  Catparut,  in  1530  te  Heebden 
<Dt  een  aanzienl^  geskcbt  grtnren,   wu  be- 
etemd  lom  den  MMt^ü^en  stuid,  moahte  lieb 
16-jarigMi  kunüd  l>ek«iMl  imet  lïe  leer  der 

irroniüog,  lerhet  bet  ooderlök  bais  en  begaf 
seh  OBMT  Antwerpen,  waar  hg  na  lArlimp  .Tan 
eenoge  jaien  Aoi  leeraar  der  HervoniMlB  gemeente 
pbofen  wetdi  Dbutw  ging  hij  -naar  Bro^eD, 
nuflc  kewde  in  1557  tot  ijjn  {tost  te  Antwerpen 
teTn(r,  wa&r  hg  ana  veleitiei  vervokangea  bloot- 
«to^,  daar  een  eotn  Tan  300  g^den  oo  ^a 
hoofd  w«e  ^ezet.  ]>ienteneeTolM  nun  lig  óe 
wgk  jtaar  de  PaUn.  waar  bg  in  1563  niet  aUeen 
met  Dclhetnu  en  TatHn  <)e  belMi^n  der  Neder- 
IftodMbe  ThMbtdkigeD  1^  cttn  keorvoret  behai- 
Ugide,  maar  ode  «Ja  leeiaar  te  Frajritentbal  op- 
tiüd.  Wd<hs  keerde  bq  a»*a  Antwerpen  terug, 
piwKktt  te  Hnbt  en  te  Aiel  en  werd  met  2 
ooderli^en  mt  Antwerpen  afgeveardigdl  naar 
Amelecdiun,  aan  er  4en  Orooten  Kerkeraad  t« 
oftderbonden  orer  zgn  ongepaste  to^eïendbeid 
OHt  iKtrekfcing  tot  ^  L^Jterecbe  Avondmaale- 
leer.  Toen  de  BerroniKte  leer  te  Antwerpen  ver- 
boden wer^  DMn  Heidaniu  den  lOden  A^iril 
1S07  pleehtv  alaebetd  tad  de  TegueiJng  altraAr 
en  «aaTaudde  ««dei  bet  leéraaireBmbt  4«  FVan- 
keatbai,  wsm  bg  lot  Ln  1574  werkzaam  bleef. 
Ia  dat  jaar  werd  bg  beroepen  te  Middelburg,  ge- 
kooen  *ot  voorritter  <ter  SfiKKte  van  HoBand  en 
ZetJMMt  en  in  1577  na&r  Sngeland  gezonden,  ara 
een  tweeden  predikeort  voor  i()d  gemeente  te 
soeken.  Ook  werd  hg  in  dat  jaftr  afgevaftriügd 
naar  de  Sjaode  te  'DÖntredit  en  door  deze  naar 
Antwerpen.  Hier  beriep  men  bem  opnieuw  tot 
leeiau,  loodat  bn  in  1563  afaoheid  nam  van  de 
gemeente  te  HiddeHnuir.  Te  Antwanpen,  waar 
^n  Tiiend  Moma  van  St.  Aldegonde  burge- 
meeeter  wav,  rerkeerifc  bq  in  zeer  ^>iuiBti^ 
■tandighedMt;  dodi  toen  f  onna  zxïh  in  : 
van  dese  atad  tneester  maakte,  moest  hg  baai 
wederom  verlaten.  N*(fet  Vtienngen  bem  ia 
1586  te  vengeefs  bMoepen  bod.  stóod  hjj  gereed 
om  zieb  Dogniaale  aan  bet  hoofd  der  gemeente 
te  FcaokenGDat  t«  plaataen,  doch  bij  orerieed  te 
BadnFaeh  den  7An  Mei  1586.  Van  zga  geaehrif. 
teo  TemteMen  wg:  ,/De  Psahneo  Daijde  door 
Philip  TCs  Uamx,  beer  tsd  Atdegoode,  Antwer. 
pen   1580,  iDKttagKJera  de  cateebiamnB,  oeremo- 


151 


niBn  enz.,  orerxien  dow  Ca»paruê  tan  der  Bei- 
den", „CSuÏEtf^ke  eoirfeMDe  ven  Frederik  den 
Der<te,  pfakMTaven  bg  den  RJ^jD,  deo  afaten  Oc- 
tfliber  1S76  daarop  in  den  heer  ontolapen,  overge- 
zet door  Caepama  Beidaw»"  (1577)  en  „Cort 
ende  daar  béwya  tïa  den  iH,  Do<^,  wctt  hij 
eögenHfi*  z;  en  wien  bq  tMkoml  ena."  (1582 
en  later),  waarii>  bü  kraditig  in  veiMt  komt 
tegen  de  gevoeku  der  iDoopegeziiMlen, 
Heidamu,  Abraham,  een  UeKuoon  tiol  deo 
oigaftade,  des  l«ten  Angnstns  1597  te  Fran- 
ntoal  geboren,  bezodit  de  LatönadM  achool  te 
Amvterdam,  atudeeide  te  Leiden  en  werd  pro- 
ponent bn  de  WaaJaebe  87110de.  Na  een  weten- 
Mbappetifke  leie  door  Dnitodikatd,  ZwHeerhmd, 
Frankrijk  en  Sngeknd,  werd  i^  in  1623  beroe- 
pen bij  de  Woowctte  gemeente  te  Naarden  en  in 
1Ö2S  fcg  de  Nedeifandscèe  te  Leiden.  Daar  bij 
de  Terrcd^ngen  der  Remonstranten  afkeurAei, 
beeehuldigde  men  bem  wekka  ^an  oureohtzin- 
njgheid,  waaitKU  b^  in  1641  zgn  „Proeve  en  we- 
derleggingfae  des  Remonetranten  eeteehienü,  be- 
oerens  een  aanspraak  ami  de  iBemoDstrantedM 
gemeenten  in  Nederbod"  (3de  drnk  1645)  in  het 
UcM  gaf,  beiuitwoord  door  Epiaoofitit  en  dtor 
Heidraat»  verdedigd  da  „Canea  Dei  oontra  homj- 
nes".  iDew  geedmften  woien  ooraaak,  dat  bwn 
het  boogleeraaffaambt  te  Hairderwök  en  duma 
te  Leiden  aangeboden  werd.  Hg  aanraardde  het 
in  Lutstgenoemdie  stad.  Een  beroq)  naar  5ei- 
delberg  weea  hg  ran  de  band.  Intaaeoheii  waa 
hq  een  gver^  aanhanger  tm  de  wgsbegeer4e 
van  Deiearlee,  w^inu  eiHaAmren,  op  aMtdrLngen 
van  andere  lioogleeraieii,  een  beéhiit  manen, 
n«arba  bet  rerdMlgea  'van  «ommjge  Cartesiaan- 
sehe  BteHÉngen  Tsrboden  wenL  Heidimu»  sebrsef 
daan^  „Coneideiati&n  over  eenige  saet&en  on- 
lange Tooivevalkn  in  de  UmTersiteyt  binnen 
Leyden"  (1678),  woarn*  entateren  hem  zijnboog- 
leeraajrnmbt  ontitamen.  Hij  b^ield  echter  de  be- 
trekking van  predjkaot  en  nem  die  waar  tet  aan 
zgn)  ftverlgden,  den  ISden  Oetober  1678.  Van 
xgn  eeadirjften  noemen  wg  nog:  „Ontio  tnnebria 
io  oUtum  Ftederiri  SpuAnnu  (1649),  ,J)e  Sab- 
batbo"  (1S58),  ook  mtgegeven  onder  den  tiM 
„ConBiderati6n  over  de  beiliguig  van  den  sab- 
bat en  iten  dagb  dea  fieHen,  tot  irede  der  Ker- 
ekien"  (3  dln.  1658),  .JWteDÏns  diepntaUooaD 
de  Socianlanio"  (1659),  „OoifN»  Uieelogiae  Ohris- 
tianae  in  XV  loooe  dteestnm"  (1676  en  later) 
en  „De  origme  errorie^  (1678). 

Held«  n  de  naaan  van  iBteeotrekte.  bootn- 
kwse  en  <HvvrDditb«Te  laagiajiden  in  Hiddtd- 
Enropo,  wette  nit  aa»d-  o*  veengronden  bestaan 
en  met  beid^lanten  (zie  Eriea  en  Erieaeeeën) 
b^ioeid  znn.  Een  groole  beide,  de  Alkeide  ge- 
Doamd,  bedekt  bet  brmientMid  van  Jutland.  Uit- 
geetiekt  ie  vooral  de  Lüneburger  kexde  op  den 
linker  oever  van  de  Elbe,  Vamede  de  Heiae  van 
Debreexin  ia  Bongerge.  Otk  ia  ods  laad  heeft 
men  nog  veel  bei^  nmraj  in  Drente,  Ofergsel, 
Oelderlütd,  ülvecht,  NoordiBrabant  en  N.-Lim- 
bnrg. 

Het  eooDonüsebe  nnt  der  beide  is  gering;  men 
gd>rQikt  haar  ak  weide  voor  sducpea,  men  ver- 
bouwt op  haar,  van  den  na.tourJijken  pAanten- 
groed  ODUiloote  vkkten  boekweit  en  kipiM,  men 
getniukt  de  beide  voor  de  bgenteett  en  oogst 


DigilizedbyGoOglC 


192 

iKMte-  en  ntode  boeehbcMen,  «teekt 
tuodt  «t  bezems  ea  gebruikt  hur  ai«  . 
«na.  Het  veenbruideii  (ai«  aldtuu)  geraakt  id«« 
en  meer  in  onbrrak.  In  den  laaldten  tqd  heeft 
men  in  ?«Je  streken  den  beiidegroiHJ  ooteoimeii 
tot  'bouw-  en  gradand  «f  boadb.  (Voor  NeAtrJ&nd 
zi«  Heidemaatmihapfni  en  Ontguining). 

B«ld«,    Bvldeaohtlrm.   Zie   Erieaeeeitn. 

H«td«n«T,  Johann  Heittrick,  iea  Zirit- 
eetaeh  iBerroniM  gmlgieleerde,  den  leten  JuK 
1633  4«  BEtentMbwei}  in  ibet  kaakten  Zorioh  ge- 
boren, was  aChteraeaTolgeiie  hoogkenMr  int  het 
HeJareeuwech  te  Hekktbeiv,  in  de  godg«leerdb«iid 
te  Stonfurtb  en  in  de  zeoeleer,  later  in  de  theo- 
logie Bon  de  boogieecbod  (e  Zuriefa  en  overleed 
den  ]6den  Jaouam  '1098.  Hö  is  (^wteller  vttn 
den  .fOMwensua  bel<T«ticne"  en  «chreel  ,J)enion- 
Btratio  de  Angustanae  Confewonit  cutn  Eide  re- 
lorm&tonun  oon«eneu"  (1664),  „Anatome  Con- 
eilii  Tridentm"  (2  dlo.  1672),  „Hietori*  patrj- 
aiehannn"  (2  4kk.  1671—1661),  „Histoiia  Pa- 
patus"  (16S4),  „HaoodwiLk)  ia  tj&hi  wnoordiae 
ProtestMEtium  ewleaiftstioe"  (1686),  „Corpus 
rïieologiae  diriBtiamae"  (2  dio.  1700)  en  „Ethï 
cae  obnstiaoae  eletneste"  (1711). 

HaldcBTond  k  m  het  wlgeoteeD  met  beuJe 
begroeide  landffrond.  De  bovenlaag  Tin  den 
hcMlegTaad  worat  iogienomeD  door  de  heidetode. 
Deie  beeta«t  uit  den  met  beidehmiius  gemeng- 
den  Doi«pranlie^eii  grond  met  Dog  oavergane 
pUnteareslen.  De  niren  T«n  den  l|eid«humiia 
bd)beD  door  verweerkig  ofdoaaend 
rale  beataodde^n  ran  de  toAe  ea 


de  heideiode  een  onTmctitbare  lug  gevormd. 
die  bestempeld  wordt  met  den  naam  Tan  ^'( 
tand.  ook  we)  loodtatut.  Daaioader  ^t  een  geel 
tot  bruJD  gekleurde  grond,  die  naar  beneden 
UngiameEhand  «en  liclit«Te  tiot  aMimeemi.  In 
deie  hag  nitt  de  nünereie  stollen  nog  w< 
Terw«erd  en  o^^ost  en  wei  des  te  irumlor  al 
oAannate  de  diepte,  w^u4^  ie  liggen,  toeneemt. 
Deze  ka^  wordt  wel  verweeringtbitig  genoentd. 
Daan»  i^a  dikwgb  de  njt  de  heidezode  opge- 
loste en  algexokto  bomaeiuren  door  de  bg  de 
Terweering  onMane  loaten,  hoofdzakelijk  van 
gier  en  eïinmnrum  oeergeelagen.  Zjj  hebben  zi<A 
om  de  alsoDdeclJike  tanddeeltjes  afgeKt.  dak- 
wgk  in  MO  groote  boeverfbeki,  dat  deie  daar- 
door ijjn  Mmengebakken  tot  een  harde  laag, 
de  Mogenumde  laaniuoer-,  tandoer-  ot  koftiebaüc 
Deoe  Tomung  kam  dikwijle  in  aj  tip)  overgangs- 
toestandeQ  in  de  landgionden   worden  waarge- 

H«ld«lb«rr,  da  booldstad  van  bet  e^- 
aami^  kanton  ia  bet  groothertogdom  Baden, 
li^t  m  het  mooie  Neekardal,  daar,  waar  de  ri- 
vier QJt  bet  gebergte  in  de  vlakke  komt,  aan  den 
voel  van  den  KOningatDhl  (566  m.)  luaBtAea  de 
rrrier  en  het  gebergte.  Over  den  Neekar  l«den 
muur  bet  m  den  rechteroever  gelegen,  aedert  18S1 
i^  R«ideloerg  inee^ijfde  Nerenh^m  en  het  se- 
dert 1908  higelüfde  Handeohahbedm  twee  brug- 
gen; de  bovenste  is  210  m,  kng  en  versierd  met 
standbeelden  van  Minerva  en  keurvorst  Kartl 
Theodor,  de  ondersta  is  243  m.  lang.  De  stad^ 
ds«  (IBlO)   56010  mwoners  t«lt,  ie  een  kroje- 


den  Lodwigsplatz  m«t  een  standbeeld  tan 
Wilhelm  1,  den  BismaiA{riaata  met  dat  vaa  Bis- 
marck,  den  Jobil&nmfilaita  met  de  groote  Sladt- 
balte  en  den  Wredeplati  met  een  staakftieeU  Tan 
TeJdmaarschaik  Wrede.  Verder  vindt  men  er  nog 
een  gedenkteeken  na  den  dichter  Nadter.  Van 
de  II  k«iken  noenten  wjj  de  Heilige  Qeeetkerk 
(±  1400),  een  dw  mooiate  Lut^jotiwbe  boaww«r- 
ken  met  een  raK&rwuamezrt  van  keizer  Rüfreekt 
en  dieiH  giamaltn,  de  gerestaupeevde  Ootjaefae  Pie- 


zntetenkerk,  ook  bode  gepestotMeerd,  de  Cbtis- 
tas-  en  de  BonifachiEieHi.  Van  de  wereidl^e  ge- 
bouwen moeiten  vennsM  worden:  bet  Jn  1386 
gereBtauieerde  nniivefüt^Htageboaw,  h^  stadhuie, 
bet  crematorium,  bet  gasfhuis  „Zum  Roitter"  en 
het  Ubliotheekgebouw. 

De  grootste  bezjenewaardigbeid  ie  bet  ilat  (lie 
de  afb.),  op  «en  voorbeave)  vin  dos  KSmcebnhl 
galegeo,  (motiddiellgk  boven  de  slad  en  lOt  m. 
Wen  den  Neekar,  een  „Dwigdi  Alhooibra".  Ia 
bet  begin  der  13de  eeuiw  begtmnen,  werd  de  bouw 
vooral  ondeir  kemrortt  Rupreekl  voort^eset  en 
later  nog  uitgebreid  met  dcat  Otto-Heinndiboinr, 
een  moiMl  van  vrocg-RenaisBaaoe  met  phstiedie 
versieringen,  en  met  den  kt  den  ri^st«n  laat-Re- 
uaissanoe  stql  uiite«voerdeii  Fnedricbsbonw  meX 
16  tnftretbastea.  Deie  hoofdgeboawen  rtwmen 
een  vterboek  met  londe  hoektorens:  naar  bet 
Z.W.  atsBD  de  Rtqjrechtsboaw  (1400— 1410).  de 
aoogenoaiDde  Oode  Bouw  en  het  Bandbaus,  het 
oodste  gedeelte  van  bet  elot;  naai  het  N.W.  de 
18t)7— 1903  gerestaureenJe  F«ediichebou>w  met 
standbeeMen  der  k«arvorat»D  van  den  PaJlj,  naar 
bet  N.0.  en  Z.0.  de  Otio  iHeLarochabouw  met 
bet  Neues  Hof  en  den  Ludwi«sbouvr.  naai  het 
W.  de  ^ieabetitenboaw.  Na  ëeo  Dertigjangen 
Oorlog  weid  bet  elot  eerst  door  de  Fransehen  in 
1«87  en  1093  giootendeels  verwoest,  in  1764 
doof  den  bliksem  verdec  vvmield.  De  mooiste  ge- 
deelten ijJD':  de  EUsabeUttDoort,  dr  vrcr  gFamet 
ntilen  b^'  de  eloifoolejn,  die  uil  het  pateia  van 
Karel  den  GraaU  te  Ingelbeim  bierheoi  gebracht 
werden,  de  elothiia  bmA  een  ^oot  teriaa,  waarop 
bet  stamftedd  van  von  Sckeffer  is  (^igericbt  en 


rens,  de  sMteik  enz.  EdndeJ^  toont  n 
alsond^lgk  keUengeweK  bet  bekende   b   1751 

CDwde  vat  met  een  middeUün  ^^n  bijna  7,  een 
te  van  raim  10  m.  en  een  inbond  van 
23^000  flessehen.  De  vooirgenomen  restauratie 
v&n  het  Btot  beett  in  nieuweren  tyd  h«vig«  be- 
strüdang  g«voDden. 

Van  de  onderwnsgnsiehtingen  staat  de  vnneT- 
ótöt  boven  aan.  Het  aantoT  studenlut  bedraagt 
(1918)  2792.bet  aantal  doceitten  174.  De  biblio- 
theek werd  n«  het  verltee  der  BibliolKeea  polo- 
ItRn  (zie  beneden)  m  1703  door  aaidocip  der 
OrftviDS-venÈsm^nwn  gestidit.  Zg  lelt  5WO0O 
deel«i,  2000  hawlechriften,  2000  perkamenten 
oorkonden  eni.  Aan  -ie  oniveraiteiten  ijjn  talrq- 
ke  musea,  laboratoria,  inetrboten  enz.  verbonden. 
Verdei  bezit  Heidelbeig  een  g;mnasMim,  een 
hoogere  buTgereebooJ  en  ondiKs^eiden  vokscho- 
'  ~    s^QwbiHgen,  veieemgingm  voor  kimat  en 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HBHlBUSJRiG — HVff "™  *  *.TSfm,  AiPiPfi.T 


iNteiiBdNEpfwn,  een  gluMihilikrsdiooI  eoi.  V411 
de  NgTetbatisDiiden«iung«n  ivn  ^e  mmomd  h- 
teMfon  TOor  «iguen,  ledn,  braodepoMco,  i^urw- 
Kiaebe  HMtamnenteu,  tf>oorw«gwKeDS,  «ement, 
MDerons  gniote  inwbnmwei^D.  De  baiKM  om- 
TU  Tooroamdfik  hoékta,  -won,  tsbak  en  Ih^.  De 
trag  nm  BttdeAeag  tielioort  tot  de  moonte 
I  Tan  DoMedihiid.  Mcxue  wtnebten  ge- 
Ten  de  Udkenfau,  bmen  tiet  riot  gelden,  maf- 
«p  Tioeger  de  bnrait  van  Kocraod  von  HoAóiwfaM' 
ten  atmi,  en  mg  hooeer  de  EOiugstnU.  Op  dm 
rechter  N^ekaroerer  fagt  de  roooée  Beiligenbeig 
(445  m.). 

Waaodtö»^  badden  Teetfe  de  Remenen  op 
de  fiUats  Tin  bet  tegenwoordige  HcideHwTg  «en 
Mooie.  Bét  doip  weid  m  1225  door  d«D  bia- 
aebop  t«i  Womu  aan  palttgnat  LodttBJik  ï  m 
ken  gegvren  «n  epoedie  daaiop  toi  «tad  ttjht- 
Ten.  De  hoog  getêgeiL  borebt  werd  ia  de  I  Td« 
eenw  rerlatea  en  door  een  nienwe  -nT^M^eo^ 
Hier    iMd  in   1664  de   „HcvMbeigw   Mming" 

Ïlaate,  waardoor  de  Jaodvrede  van  Nenrenbeig 
IS6S)  ook  door  de  Terbcoden  van  steden  en  deze 
door  kofdng  Wetixel  erkend  w«rden.  Na  het  veM- 
WHtnea  tso  de  HerTonmng  (1556)  en  het  ver- 
•dinnen  Tan  dea  Hnkkttieigeebm  CateehiamDi 
(1563),  waa  Hetdelberg  «en  nüdde^uat  Ser  Cal- 
TÜntiaebe  leer. 

In  den  Dertigjimgen  OtHkgweid  de  etad  na 
«en  faogdmige  Megeriog  in  1022  door  THl;  Ter- 
OTerd  en  gfpknideid,  m  1088  doof  de  Zweden, 
ki  1685  dooT  de  kieiseilökeD  ingeDomen.  Bg  den 
TTede  vaa  llwiflt«r  kwam  zy  weden  aan  Kartl 
Lodemk,  die  het  «tot  en  den  two  pra^itig  deed 
heratellGn  en  ook  de  hoogeiehool  weer  opewle. 
In  1688  werd  bet  na  een  lüg  beleg  door  d«  Fran- 
aeben  gcaamen  en  bet  slot  gedeeiteljik  TenroeEt. 
Nog  «ger  ledm  atad  en  «tot  io  1693,  toen  de 
Fnjuobenbet  w<eer  beMtitan.  Nadat  roede  in  1720 
de  reaidentie  naar  Haiuibeim  oerlegd  waa.  kwam 
BeMelbaig  in  1805  aan  Baden.  Hmt  kwam  den 
5den  U«i  1646  de  Heidétbergaehe  Veigadwing 
bÖMDi  die  tot  bet  l^eenroepen  van  een  Dmtcen 
Parlemoit  berioot 

De  numTÓleit  te  Heidelbeig,  de  oudste  in  bet 
DnitMbe  Itök.  werd  to  1366  door  keorvMat 
Rupriekt  I  geititlit  naar  bet  model  Tan  die  te 
Fugs.  Eau  eerste  reotor  waa  Manilnt  von  /»- 
gkeK.  Baai  UoeitQd  nit  in  het  katat  der  15de 
en  ia  de  16ile  «enw;  «j  was  toen  de  letci  van 
bet  Oahittieme,  dodi  de  DeiügjariKe  Ooriog 
maakte  een  eiode  asm  haar  looTspoea.  Na  den 
UiHMteiadien  Vrede  werd  ijj  door  Enrei  Lodewük 
htnMi,  en  Spimkeim,  Freintheim,  Pidendort, 
Coeetji,  Beaer  daailwen  beio^»eD.  Toen  echter  de 
R.-K«tb(diake  l$n  PalU-Seuburg  asm  het  bewjod 


MTïHe  beroofde  haar  lan  haar  beuttingen,  100- 
dat  i|j  ongetwfMd  «pg(A>e*en  ion  i^  todien 
forel  frederik,  toorrortt  wm  Baisa,  tkb  in 
1803  met  «rer  haai  ontfennd  bad,  wauna  i|j 
dankbaar  haar  akndeo  naam  Itnperta  met  itten 
Taa  Rnperto-Car^iita  rerwiaeekte.  De  fatbUothedc 
der  vniv«raitMt  ia  van  onds  beroemd  en  beett  ve- 
leiM  lotarenriaaeliiig  vttdnnid.  Z|j  weid  in  1622, 


na  de  TeroTering  dei  atad,  door  hertoe  Maximi- 
liaan  van  Beieren  ale  oorlogAoit  beeenoawd  en 
aan  pans  Qregoriu»  XV  ten  geedtemie  gegoren. 
Ztj  bevatte  toen  3527  hasdsdiriften.  doch  het 
a&otalgedmkte  boeken  waa  betMketlfk  gerj^. 
In  1623  werd  ■È^  onder  ktding  van  Lto  Alatiui 
OTeigebtaehl  naar  Boane,  waac  sg  onder  dm  naam 
Tam  Bibliotheea  PaUiHna  een  iJdeelng  Tonnde 
dec  Vfttkaanadie  boekery,  Sq  den  Vre<fe  van  Fa- 
rm Tan  1S15  moest  etditeir  de  paos  de  oude  Doit- 
tSbe  faaadBChriCten  aaa  BaddtiMg  teniggeTen. 

H«ld«llMrr,  een  jdaste  hi  de  £aapk<4oaie 
aan  de  oostgrens  Tan  het  distriot  SweUendim, 
t«n  O.  Tw  de  g«Kjknui^  twoUlAwto,  Eelt 
~"    '  waaronder   500   Eoro- 

Beldallwrri^'i  "^'^  ^  ^  Biitache  Tiana- 
vaalkokmae,  ten  Z.0.  Tan  JohaRoeebaig,  Ugt  aan 
den  mcirtMoeTer  Tan  de  Baod  Rirer,  aan  de 
epoortün  Dwham — 'Ladysnrith — Pietoria  en  telt 
oQgeTeer  S500  JaiwMiere. 

H«lilellMrr«r  slot.  Zie  üeidelberg. 

Hatd«lberr«r  vat.  Zie  Heideiberg. 

HAldAlbercwilia  Oataohlamiu.  Zie  Ca- 


rheehcM^  beioefat. 
Hg  maakte  de  faistoriBeli-aH^iHisehe  aehjldernen 
,J>e  vJM  jaaigetöden".  in  bet  Koninklijk  paMa 
ahJaar,  en  een  aftaarst**  in  de  kerk  te  Rottvml). 
Hg  o^enleedMi  1816. 

Heideloff,  Karl  Aletander,  een  Dnitaeh  bouw- 
meeeter  en  zoon  van  den  Tooigasiide,  den  2den 
inebniari  1788  te  Stattgatfrt  geboren,  U^  aoh 
toe  op  de  Middeleenweebe  bonwfamst.  Hu  reatan- 
reerde  dè  d<»akeTk  te  Bambeig,  de  St.  Mbaldns- 
en  de  fit  ÏAnrenskeik  tn  Neurenberg  en  de  «d- 
derkapel  te  Haaiftut.  Aldaar  oveideed  hg  dan 
28sten  6ept«mber  1665.  Hg  g^  oU:  „Omamen- 
tjk  dea  ratteUteiV'  (1688—1852,  24  stiUen, 
met  BDppIenieBtfln). 

H«ld«in««taoliappt|,  Nederlaiidteht,  werd 
'  'it  in  1888  en  atelt  ntt  ten  doel  »  Na- 


gronden;  I 
plsotingen; 


bet  «nataodbooden  vao  boeadien  en 
ta  ondninuden  Tan  be- 

wikkt&K  en  ^  Teibetedng"  der  soetwaterria- 
edierg.  Zg  IracÉit  dit  dod  te  bereiken  door  h«t 
gcTcn  Tan  aitnemn,  bet  Terstrekken  Tan  tnUeè- 
tingen.  be<  opmaken  Tan  phnnen,  begrooUngen 
ena.;  bet  wtroeren  en  nstandbooden  Tan  oot- 
^luungen,  beboestdinigen,  b^ihntJngen,  fceTloei- 
nga-  en  gnpndrerbeteringewHfceD  Toor  lefcemiig 
Tan  anderen;  bet  oitleenen  iio  hier  t«  lande  niet 
of  elecbU  weiniK  bekende,  aaiAeTelingswaacdige 
gereedeeba(ipen;liet  Terstideken  van  ladea,  weit- 
tnigen  eni.  ten  beboere  van  de  leden;  het  aanleg- 
Ken  eit  insteodbonden  Tan  TieehrgTera,  het  rer- 
beteren  Tan  dea  Tiachstand  en  hét  Tentrekken 
Tan  pootrieefa;  bet  beroideren  nm  den  afaet  Ttn 
Modneten;  het  opleiden  van  deskundig  personeel; 
net  nj^geren  Tan  gewone  en  baftengewone  druk- 
werken; bet  imacbten  en  instandlioiiden  ran  een 
biUielbeek  en  een  nmeeam;  bet  banden  van  tooi- 
draditen;  h«t  inctdlen  Tan  oodenoekingen  naar 


D,o,l,zedb,GoOgle 


de  geetd&bóA  t»o  de  woeste  gronk»  en  4e  viaiit- 
wateren  in  Nederkod. 

Van  de  w«ifaaamh«cl«tt,  w«lk«  de  Ha&tMtuppg 
de  IjHiWte  jaieD  ook  me«r  ^womI  Unam  den 
kring  baret  iNtDoeiingeii  beeh  getrotten,  moeten 
Dog  ÏA  bet  t^iODdei  woideo  genoemd:  de  hd- 
leg  yen  MiricMingen  tot  leioDgug  na  bet  ahftl- 
naim  Tan  atodcm,  geetiditeii,  lauieken  eni.,  het 
tot  attoA  brengen  vao  inilvwkaioliiwen  en  in- 

_..^_. 1^   «tïofaten    nn   boe^eiüeo   en 

„  mweov  bet  onderlwtMlRn  en  Mofcg- 
Ecn  TSQ  wcgbeplantingsn,  bet  opmaken  Tan  Iie- 
^t^ilamKn  -voor  boMcben,  d«  ahet  tco  hout- 
eorteeringen  »  «id«*  fvodneteD  Tan  boMdten 
en  ontgiDnangen,  ds  aankoop  twa  t»noodi«dbeden 
op  bet  gciUod  wn   iBodiwvw   en   boaAenltinif 

De  Miartiging  ittt  de  bdnngen  Tan  de  soet- 
««(«rtüodtern  i«  opgedragen  aan  een  alModer- 
tyke  hoofdafdeeliog  „ZoetwaitetnesdKnJ",  met 
eogen  i«glemeDt  en  ntxMHlerlök  behe«r.  Deie 
HooIdaJdeeÜng  beeft  een  coöpentJe?e  ^>ui-  en 
Tooncbotbank  opgvriciit.  De  ÏUaateeibamHJ  Mrgl 
mede  «oor  de  opMMbig  Tan  deAwtdig  perNoeel 
.door  «en  coisua,  waaraan  onderwös  woidt  s«Ke- 
ven  dooT  >in1it«(Mren  der  Nedeitanduhe  Heide- 
llaatecfaai^g  en  lan  bet  ataataboaehbeiteet.  Deie 
enrmi  donrt  2  jaren  «n  beetaat  vit  2  aJdeolin- 
gen.  AfdeeliDR  A  ia  beatenid  voor  de  opleiding 
^nn  bas(lnTa«tat«t«-  booeb-  en  weikbaaen  eoa.; 
atderiiog  B  dient   tot  oplakUng  T*|t  opuebtert 

De  T«riame]dogen  der  Maatsebapf^  op  bet  ge- 
bied van  ootginnHig,  boecbcuhnur,  gróodterbe- 
teiin^,  euittMic,  temoiek,  ibonwknnde,  loetwator- 
liaacDeriJ  au.,  wdke  terena  dtenen  «iï  leeima- 
teciaal  voor  den  «oreas,  ign  4e  Ambem  ondïive- 
bntcht  in  «en  Huaenm  en  een  Aqnaiinm,  waartoe 
begnnstifferB  en  leden  der  MaatMhaippg  koctdooe 
tomog  nebbeo.  Voor  bet  Tenprwfen  ran  nmttj- 
ge  lemH  omtrent  ont^woiag,  boMbcnltnaT,  be- 
vloeüoR,  gronKietbetenog,  autonitechniek.  xoet- 
wetenundterg  eni.,  gefJt  de  Maatattia^ipg  een 
Tijibduiitt  nöt,  dat  etka  meud  veisdiönt  en  allen 
leden  koetdooe  wontt  TeMtmkt.  Voopte  gcett  lü 
uit  een  TiBMbergeouisot  „(^ne  Zoetwatemaecbe- 
iqj",  orgaan  Tan  de  HootdalkteeUng:  Zoetwater- 
TiMcber^  weUce  on  de  veentieD  dagen  Teraehgnt 
en  gratie  wordt  toegewmdeD  aan  alle  berawtj- 
^rs  der  Maoitaduippij  ea  de  leden  der  Hootd- 
atdeeKng  „Zoetw»t«rvMacÉMrn".  Op  I  September 
1«1S  tc£k  de  MaMtoebapoj  259  begoDitig«Ta  en 
5884  gewone  leden  en  de  Höofdal'èeelintf  2  le- 
den -mi  TM'dMnate,  6  begnnatigera  ra  3^27  ge- 
wone ledML 

Bfllden,  een  sedert  1854  druk  beiocbts  bad- 
plaats in  bet  Switsered)  kanton  Appemell — 
AutMT— fiboden,  is  door  «en  tandi-adMioorweg 
met  Rorachacb  vertxmdeD  en  beett  een  HerTorm- 
de  keik,  een  Kartholieke  bmet,  een  „EDibaiw", 
bolek,  penaions  en  4«lt  (1910)  3485  iowMara, 
die  ÓA  benigboodeD  met  Iwtoen-  en  zijderweTeiij 
ep  knlbonw. 

H«ld«n,  Vo»,  ia  de  naam  ytat  een  Neder- 
kiodeeh  gtaM^  g«slaebt. 

Heiden,  Loïewifk  Sigismund  VineerU  Outtaaf, 
graaf  van,  den  Oden  SeptenAtor  1773  te  Zuidiaren 
geboren,  waa  do  tweede  zoon  Tan  Sigitmutid  Pit- 


ter  AUxandet,  beer  «on  BetnMtein  en  Laarwoud, 
en  nut  Maria  Frederika,  baiones  «m  Bedde  «on 
^McnM^m.  Op  d-janigen  le^üd  tnd  fag  onder 
Mding  Tan  Vok  Kiiubergen  in  <Uenst  der  Nedar- 
landBcne  madne,  wcudl  ü  1789  hiitMMU<  reige- 
xMe  in  1795  WiUem  V  nav  Ëi«eland  en  werd 
bji  i|in  terugkomst  te  '•-Oravenuge  in  hechte- 
lüs  geDomen,  doch  kort  daanta  mder  op  t<ü^ 
voeteD  gesteld.  VerT<Hgena  tnd  hq  to  Bnsaieeben 
leedtenet,  werd  in  laiSt  ionteto  eit  wm  tot  1808 
weikuam  bg  bet  kom  cadetten  en  bg  bet  ooUe- 
ge  der  adniialkett  L5  den  ooclog  tegen  Zwe- 
den wae  bg  bevettiebber  over  een  enuMeel  fregat- 
ten en  in  1808,  na  na  pniitoüe  tot  kapitein 
late  kbaae,  orer  een  aideeaiiig  der  vloot,  la  een 
drietal  seegoTecbten  onderetbeidde  bq  racb  Mo- 
daaug,  dat  bjj  de  Wladimiiorde  en  die  orde  Tan 
SL  ADBk  «dring.  Ia  1809  kreeg  hü  bet  oppw- 
bevtaur  ot«i  de  vlbot  in  Nieaw-Finbad  en  in 
1813  bevel  naar  Daniig  te  stevenen  en  bet  beleg 
dier  etad  te  bevoxdecea.  Zijn  opilreden  beloonde 
de  keoser  m^  den  rang  van  karóteiio-eonuikodoie 
en  een  gouden  eeredegeo.  In  1815  w«rd  hg  lie- 
noemd  tot  gouvemenr  van  Sveahoig  en  opperbe- 
veUMA)ber  der  leenMuht  in.  Fiodand  en  2  jaren  la- 
ter tot  scboat-bg-flacbt,  torvrjil  hg  bet  gmtticTOJa 
der  St.  Anna-otde  ontring.  Vooral  ondorachetdde 
hg  lieh  in  den  leeelag  van  -Navanno  [20  Oetober 
1827).  looc^  faem  het  grootkruis  der  Batborde 
van  ËngelMtd.  Tan  den  Heiligen  Lodewijk  van 
FraoJulfk  en  vso  St.  George  van  'Rusland,  bene- 
vens de  rang  van  vaae-admóraal  werden  toege- 
kend. Nadat  hg  in  1835  tot  atkiuMat  en  militair 
commandant  van  Bevai  benoemd  en  met  Ted 
eereteekenen,  ook  met  de  beide  NederlandGcbe  or- 
den, beöftigid  waa,  ovccieed  bg  te  Beval  den 
17d«i  Odober  1890.  —  ZÏjo  oudste  loon.  iode- 
wnit  Hendrik  Siginuatd,  on  1621  gcbmren,  wm 
«Jmiraaf  in  BnaaMiben  dienat  en  eirriel  en  miH- 
taii  êommaDdaat  ran  Reval^  (erwgl  iga  tweede 
zoon,  Frtdetik  Sigitmutid,  in  1833  geboren,  dek 
roenn^  «ndeivclMiden  beelt  *n  de  veldtodtten  in 
de  Ktan  en  io  den  Eaofcasna,  en  weriuaam  wat 
ala  adjudant-gcDMaa)  van  den  cttar  en  ah  «bef 
van  den  gemtakn  «t^  va»  bet  BDsiisehe  leger. 
Heiden,  Louii  graaf  van  Heiden,  Reuieilein, 
een  neet  vul  den  vooigMfkde,  den  Uden  Juli 
1811  te  Zni^Baren  geboren,  ontving  ign  oi^iding 
aan  bet  gTmnasium  te  'B-Omvenhage.  Uter  te 
H^)()el  en  veiirok  io  September  1829  naat  de 
hóc^eacbool  te  OrondiDgen.  Nadat  hg  in  1830  met 
de  Uaakenrs-coiDcwigaie  der  Grwnnger  en  Fnne- 
ker  studenten  vignUig  uitgetrokken  en  in  1632 
teraggefceerd  waa,  vrerd  hg  benoemd  tot  bvige- 
meeaitv  eneeeretaiMTauSaidUieneniiklSSS  be- 
vorderd tot  2den  hdtennnt  bn  de  mobiele  achut- 
ten).  Hg  mpwlerf  in  J^di  1%4  den  nung  nn  4toe. 
tor  in  de  reebten.  In  1838  werd  hg  benoemd  tot 
kantonreebter  te  Aaaeo,  in  betsdfde  jaar  tot  ka- 
merbeer dea  ktHunga  an  boitengewanen  dienst, 
in  1644  tot  adionetJMntTeetw  en  in  1846  tot 
houtveater,  in  1846  gdowo  tot  )id  dar  Piorin- 
eiale  Staten  van  Drente,  in  1849  tot  lid  van  de 
Tweede  KaïDer,  ia.  I8S4  t«t  vocvutter  vut  bet 
IXde  lAotHMiiéknndig  Oongrea,  in  1863  (ntet 
ridder  «on  Rappord)  tot  M  der  IntenuiHonak 
eonmiane  ter  ivreffening  der  geaid^lea  onrirent 
het  CompasoDum,  waaicmtreitt  io  1864  een  trae- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HESueN—sssDESsrui. 


iss 


tut  gerioten  v«r^  tot  üi  óec  CotatrótM  lot 
benmnng  vut  faet  gieoattMtaat  mt  1884,  wmt- 
omtaDt  een  ««gding  ev**^^'™  *'wd  Hl  1867, 
ia  1867  tot  «ommi«aacM  des  ktnitig»  in  de  pro- 
moe  Gramneen  «n  enide^  tot  curator 
boogeidMol  •Mwu.  fijj  overieed  iit  1S8e. 

■•Umi,  ftodor,  wvii,  een  fhusisch  g«iKrul 
-  '— mu^  dnt  27ateD  Scntonlter  1921  te 
gctoteti,  diende  in  1M4— 1»47  in  den 
,  w«id  B  1B<6  iiMJoor  en  TleogeladM- 
dH<  in  1855  geDeraaJ-mftjoor  en  voetde  tn  oen 
KMaomikie  Itet  bevel  asn  (te  knston  tku  Koei- 
en l^nütd.  Sedert  1861  Initeiuait -generaal  en  ad. 
wdiitt««Mn>I  Tcrwierf  hji  in  den  RuMÜoh- 
TniïaciMn  Oorlog  van  1877  tot  1878  ah  ehef 
van  dM  geotnfeD  ataf  gnwte  verdiensten.  Ah 
govTonMw-gcanB^  van  Endaiid  (1881—1897) 
waa  bü  «ent  «p  de  baod  der  FeDnomannen,  doch 
nam  lalw,  vooiri  toen  Uj  in  I8»7  Ud  nn,  d«D 
RÜkanttd  werd,  een  weifzMin  sMideel  um  de 
nnaificatie  tah  d«t  iMid.  H|j  orerked  te  Zuh- 
koje  Selo  den  Slaten  At^stoa  1900. 

H«tdati,  Sdvord.WD  Dortecb  laadtMuwecbei- 
kmdiee,  den  esteo  Februaci  tSSS  te  areilswald 
geboreD,  ttodeerde  aMw  etsst  ia  de  alafttowelen- 


■M  bet  BcfadkuDdie  Uk 
Hg  vestigde  lieb  Mua 
eent,  weid  in  1862  Teml 


e  iBDdbtrai^iiDde,  vertrok  kt 
1855  aau  EUeaa  en  werd  er  in  lëS7  wBieteD 

^  Uwratonom  der  acadomii 
ile  priv^t-do- 
eent,  weiA  in  1S62  Toipbatet  naar  de  Isodbouw- 
aoMfefnie  te  WeMm  en  «ing  Taaidur  'm  1«67, 
toen  de  faoogeaetiod  te  Wsmui  w«id  opgehefen. 
naar  Befiöa;  in  1868  wad  hjj  directeur  tu  het 
UndiMmiiDrofdataUon  in  Pomnmb  bü  Baotien 
en  tn  1871  Jtooghefaac.  Hij  oTerieed  den  20sten 
Deoentber  1888.  Hg  edueel:  ,Jtie  FhoqAofaore 
in  üxen  BexieboDgen  mr  lüdwirtaehaft"  (Ber- 
tin  1S64)  en  .J>!kigeiMue"  [3  dh.,  Sde  drulc, 
HMnowr  1887),  „Berkbt  Ober  die  Art>ettea  der 
lan  rtTirtn  rfisitiif hm  'VerawdisatatioD  Poanniiti 
in  den  Mmn  1868—1869"  (StottgMt  1870Ï, 
,J>ie  landffartadhaftUelien  VeraaahastationeD*' 
(2de  «uk,  Leifnig  1874),  .J^eitfMten  der  ge- 
sammtea  DOngericfje  wid  Statik  dee  LuMftanes" 
(3de  dmk,  HMKwrer  1693),  „UoUrsadiuDMn 
Ober  die  iweekmtsM^te  ËmlbraiH  dea 
SehwtBDs"  (HannoreiT  I8W),  ,J>i«  mens^dien 
EikMmeate"  (BeoD0T«r  1^),  „Wie  wird  rober, 
acbwerer  Boden  tiaèttthu  genaoht"  (Haauover 
1868}  en  UMt  MuOer  en  von  LangÊdorff  „Die 
Verweriang  der  etidUadten  FSbüien"  (BaoaoTir 
1885). 

Batdanm  IPagmn)  itoeatt  nea  in  faet  i 
meen  allen,  die  een  andeieit  gode-  ef  eeredienit 
beulden  dan  het  iWHtoHielam^  deifaalTc  alkn,  die 
■bet  tot  de  Israllietea^  Oiriaünen  en  H«hami&e- 
dMieo  beboeren.  De  Hebieeitwacbe  en  Oneksebe 
wooideo  oojÏM  en  efAnifcoi,  welke  la  fcet  Neder- 
iMHJseli  <nor  keidtntn  W4»den  vertcAfct,  betedre- 
aen  gaett  aader*  dan  volkeren,  in  tegenateÜioc 
met  faet  uilverkoren  tolk.  lamen  ak  wodanig 
besehouwdea  lïeh  abowd  de  laraSÜeten,  ele  Mer 
de  ChriateoeB.  De  I«tj^ucbe  Ohriatenen  gcbroik- 
ten  faet  iwoord  paomi  ol  bmdbewmen.  «oklat  op 
het  platteland  de  voomderlgfce  al^oden  het 
langst  Ueren  atand  bonden.  Zoo  wa«  bet  later 
met  de  Oennaaiiadie  heidebemmert:  vaadaar  de 


naam  heidenen.  Het  aantel  b«adenen  over  de  ee- 
heele  aaide  l>edfMgt  ooe  ntim  800  milüoen,  aS. 
meer  dam  de  belft  van  de  gdteele  bevoUtmg  der 
aarde;  dB&rooder  benoden  zicdi  eohter  ooli  gods- 
diensten. looEÜB  het  Br^unalsme,  die  vele  mo- 
DKtbeletLache  denMieeklen  buJddgen  en  zedelvk 
teea  boog  staan.  In  den  tyd  der  Kruietoditon  re- 
kende man  ook  de  MobaanmedlaDen  tot  de  hetdo- 


ala  db  dióe  boaddvoitaen  -rtia  bet  godadiengtjg 
bewiwtayn  en  wel  als  3  traiprpen,  nameljjk  natuur- 
godaduenst,  wattelvken  go^fedienst  en  geeBl«]g- 
ben  godsdienst.  Uen  t^ceeiDt  wel  eens  'van  Hei- 
de»^hTittenen  en  bedoott  daannede  hen,  die  van 
bet  Hddendom  tot  bet  Cbrifiteadom  zü^  overge- 
rsao  in  tegenoverstelling  van  JodeK-Chrittenen, 
die  de  wet  van  Jfoa;es  bobben  Terlaten  om  lidi 
bi)  de  belijders  ran  ChriÊtut  (e  voegen. 

HsldentaftiD,  Rudolf  Peter  HeinTieh  een 
DiBtetih  pbvaioloog,  den  2S8ten  Jwmaci  1834  te 
Matieowécdef  gebmea,  studeerde  te  Kioniugsbei- 
gen,  HaJle  en  Berlva  in  de  natnor-  eo  ^eoee^un. 
oe.  promoveerde  in  1864  en  wijdde  luh  verrrf- 
gens  onder  leiding  van  Du  Boie-Bef/mond  san 
proefiwaMi^  op  -^  •  •  -'  -^  _....i  r_  >™n 
vestigde  hq  deh  s 
logk  te  HaUe  en  i 

woon  hoogieurasr  tn  de  plivdologie  en  bistoki^ 
san  de  UMversiteit  te  Breslav,  wtMr  by  den  titel 
T&n  ..GebeiineT  Medisifisliat"  ontving  en  d«n 
ISden  Oetober  1697  oreiieed.  Zijo  ges^kdlten 
liMidelen  ever  pbynologiedie  en  bietoJogisdie  <»- 
detwerpen.  Vooral  vonden  lün  onderioekiogen 
over  de  waimte-ontwiUiding  oer  »[ueren  en  over 
het  afiebeidingsverkiof)  der  klieren  grooten  bg- 
vsl.  ^i)n  koitore  t^telten  zjjn  ^kstst  in  het 
„Arebiv  fOr  Adstonae  tmd  Hijswlogie"  van  Du 
BoU-RejfmomI  en  Reiehert,  om  de  ,^tudS«n  dee 
pbvsiologtaiiien  faHtitute  ra  Bredan"  (1861— 
1866,  4  «Uil),  in  bet  „Archiv  ffir  <^  gesamcnte 
Fhjaiologte"  van  PfUiger  en  in  bet  „Archiv  für 
roiriurotkeiilMbe  Asntcónie"  van  SehuUxe.  Danr- 
enboveo  sdu«ef  hg:  .J^ysioloKieche  Studiën" 
(1856),  „Mecbaimdie  Leistimg,  Wftr meent wieie- 
Inv  nud  SteAnmaati  bei  der  Moskeithitigkeit" 
<l8r"     ~ ■     " 


eMHng  van  uu  aote-aegmona  aan 
i  op  pbyw^ogdseh  gebied,  fn  1651 
óeh  sk  pidviwtdocent  voor  phyrio- 
:  en  wetd  in  1359  benoemd  tot  ge- 


DV  nud  ateflnmaati  bei  der  Moskettbitiglfeit" 
!18M),  „I^iiologie  der  AbeonderanirevorgiKe" 
^  bet  JËMtdbach  der  Ph^okgie"  van  Ber- 
nunttt,  1660),  ,jDer  Mgenaoate  tieviadK  Magne- 
ti«DUa"  (1890),  „Die  VJvJsAtson  kn  Dienste  der 
Heikunde"  (1879),  .JDde  VivaeAUoa"  (1884)  en 
„Beitrfige  znr  Hi<t(^ogae  imd  Physi<4agie  der 
DanDdsrmschleimhint"  (1S88). 

Heidens  was  vioeger  een  b«nmiog  voor  Zi- 
geuner» (lie  aldasf). 

BflldeiUtain,  Fenier  eon,  een  Zweedwh 
dichter  en  «el^iTV«r,  w«rd  den  6den  Jnli  1859  te 
Olsbuomer  in  Neiike  geboren.  Zjio  eerste  bna- 
lel  gediohten  „ValUait  oeh  Vaodnngs&r"  u«  in 
1868  het  lieht  en  beangde  hem  aanstonda  een 


eervte  plaats  onder  de  jongMe  dichters.  In  1 
verecheoen  tija:  „Dikter".  De  vkmki  i«  sonw  ver- 
wasj-loosd,  soms  gezocht,  maat  lijn  gediebten  on- 
du«ebeiden  sidh  door  gloed  en  oorspronkelgk- 
heid;  zg  sga  doordrenU  van  leverwvtengde  n 
Oriekschen  geest  Dit  laatste  getdt  ook  van  de 
rei«s(bet«en  .JVla  Coï  di  Tenda  til)  BloiWg" 
(1868)     en    de   ooatereche   :  t,   ..     .  _.. 


DigilizedbyGoOglC 


BEnyBNOTAM—HEiELBItONiN. 


(1860).  Vwder  agen  bet  Hebt;  „Hans  AUenns" 
{futtastraeh-alkeoiisclM  T«rtelliog.  2  din.  1892), 
„KarotoemB."  (1897—1896,  2  (Öil),  „Twkai  oeh 
teeknu«ar"  (1609),  „St.  Otom  odi  dialMD" 
(achotMD  1900),  ^«i^  iBrdg'itiBS  pikrimefard" 
(1901)  en  „FolkuDcaitrfidiet"  (1905).  Iit  d«  bro- 
<d)ai>eB  „RensMHUie^'  {1689)  en  „Pepitas  brölkp" 
(oKTt  0.  Leverfin,  1890)  berti««d  jhjj  bet  reaÜBaie 
an  verldBarde  oidi  tooi  «en  aiistokmlueh  isiUn. 

BeldaontcliinliiB'.    ZLe   Onl^nninp. 

Balrel,  J^'"''  ^uffiuf,  een  'Duitsdi  dichter, 
óea  S5at«n  Haart  1635  ie  MQiwhea  geboren,  6tu- 
deerde  '^dnai  io  ile  wiisbegflerte,  werd  bibliothe- 
caris Tan  Torst  Heirtrich  vcm  CarolalK'Beolhen, 
veig«2«jl4e  dieiM  neef  op  zijn  reraen  en  vertrok 
in  1663  «ar  Ber^'a,  waar  hy  vaji  1865  tot  1675 
bet  teoi'HelKHi  v&a  ót  ,,Baziir"  redigeerde.  Latei 
woonde  h^  bg  alwissetipK  te  iMüa^n,  in  Tirol 
en  dn  Italit  en  bseld  zich  hemg  met  tetteHnm- 
di^n  arb^d,  bem  op^edTaeen  door  den  konung 
Tan  Beieren,  Na  diens  dood  ïestigde  hq  ïioh  te 
Riv&  êitxt  het  Oanhimeer,  waai  hg  den  Oden  Sep- 
tenriier   I90S  overleed.  Uü  achr«>et:  ,^t  Cocb- 


(I6S3)  en  ,J>ie  Zuón"  (1898),  d«  ooiellen  „No- 
Yelfeö"  (1866),  „Neue  Novellen"  (1872),  „Wo- 
hin?"  (1873),  „Oer  tHploraat"  (167^),  „Es  reg- 
Mt"  (1876),  „N«iH  ErafiUui^en"  (1676).  „Neoes- 
te  Novellen"  (1878),  „Die  Veranda  am  GaPdeaee" 
(1879),  „Der  Eftmetal  vod  V«MdJg"  (1660), 
..Enute  ood  faeïtefe  ËrahlniKeii"  (1889),  „Am 
blaaen  OudaMe"  (1699),  „W^verSehter"  (1669), 
„lm  Inrtal"  (IdOS),  de  nmians  „Ohne  G«wis- 
wn"  (187t),  „Die  Dame  oIuk  Hen"  (1873),  .Ikr 
Theatertmrri"  (1878),  ,J)ei  Weg  tma  HÜmoMl" 
(1689),  ,J)m  Qebeïmaiei  des  KüMft"  (1690), 
„Der  VottstreoiMl"  (1800),  J>ar  Roman  einer 
Stadt"  0898),  ,J>er  Udiarad«ebAli"  (1900),  „Die 
netKD  HeUigen"  (1001)  en  „BiBotmetB  Olfldc 
nnd  Ende"  (1902),  b«tev«nB  de  biographiefla 
„Karl  SUeleT"  (1861)  en  .JiOnw  Ludwig  tl  Ton 
Ba,;eia,  eia  Betttar  n  atóaer  L ulw. iMHtiLèi di t^ 
1893). 

Heigtl,  Kart  Tkeodor,  «en  'broeder  vaa  den 
Toorgaamde  en  geKb)««whT(jver,  den  23«len 
Aogvrt»  1912  te  UOoeheo  g«i>oi«ii,  stodmrde 
■Idaar,  Teetigde  er  zich  als  poTaatdooent  m  de 
gucbiédeitie  en  vrerd  tn  1876  MaesBor  bi)  bet 
^ksaichkl,  ia  1879  bnrteDgtnrooo,  m  1866 
gewoon  boQgleaaar  in  de  gwniiedHDifl  aan  de 
tecbiiit^  boogeaebvA  te  IHaeben.  in  1685  di- 
rectenr  van  bet  fii^toriaoh  Ifoaeom  aMtai  en  in 
1901   president  der  Aeadouie  na  WetoMebap- 

Sn.  Heigel  overleed  ént  23eten  Ifawt  1915  te 
Qneben.  Hij  sdirael:  ,J)as  Hervfta»^  Ba;«an 
mr    ZeM  Heinricha  dea  LOwen  tina  Otto«    von 
WtttdebMh"    (1867),    „Lndvi^    I,    ECn^  tdh 
"      östeneiö*  ■    '     "    • 
iwahl  Eai 

.,I>te  deotacben  Eaiser"  (1880),  „Die  Witteli 
ba-ïher"  (1880),  „Vortrige  ane  denteOter  Ge- 
•ehiiAte"  (1881),  „Mttocbens  OescWdite  1158— 
1S06"  (1882),  „Nene  historitche  Vortrlge  and 
AnMtse"  (1m8),  ,XHe  MaraoïTea  des  bayriMfaen 
Minietera  Graten  Mooigelas"  (1866),  „Qnelfcn 
und  JU>haDdltuigen  sur  DenOTn  Oescfaiebte  Bay- 


erui"  (2  dio.  1884—1890).  „Esaajrs  ans  ma^m 
OernhJcdite"  (1802),  J>eatBohe  Geeebtiibte  -nmi 
Tode  Priedriehs  dM  GTaeeen-  bie  znr  AaflBBang' 
dea  aJten  BeidiE"  (2  dhL  1693—1901),  ,/^- 
sctHcbtUdM  BSder  und  SkiiEien"  (1897)  en 
,^rae  geBdii.^li4die  Eaaya"  (1902).  Ook  eel 
bg  nit  ,7ragebuefa  Eaieer  EaJib  VU  mw  der  Zeit 
dea  OeaterraichiedieD  EibfoJgekiaegs"  (1888). 

Heil  noexiA  men  een  toestand  vut  voümoKn- 
beid.  Het  daarmede  v«n4>oiM)en  irokirooK^  bq 
de  Doitedieia  keilen,  is  eCbter  bq  oos  hede» 
(tot  den  voonnaJigen  toestand  vao'  gebeetbeid 
brengen  of  genezen)  geworden.  Het  woord  Hei- 
kmd,  als  mam  van  Jexna  gebroikt,  is  daamci 
het  tef^nwoardig  deehvoord,  loodat  het  wooid 
Hbilaad  TTuwel  in  beteckenü  ovepeenkomt  met 
het  GrieliBCQe  soter  fredder  of  tielper). 

Heiland.  ^  Heil. 

Bellbot  (Hippoglottvi  vutgarii)  is  een  be- 
kende zeeTiseb,  t>eboor«nde  tot  de  familie  der 
PlalvUtehen  (Pleurmeetiden).  Zie  verdev  Plol- 
vitteken, 

nallbron,  David,  een  NederUodsdi  geoees- 
kandige,  den  4den  JvH   1762  te  's-Oraii^nbaM 

Ceboren,  atudeeide  te  Leiden  en  werd  kt  1748 
evordeid  tot  doctor  in  de  meddo^nen.  Aaorvan- 
keljik  vestigde  im  lich  in  ijj"  gebooite(riaata, 
dooh  rang  in  1800  naar  Antsterdwo  en  werd  in 
1603  Woemd  tot  ebef  van  het  4de  bnreaa  bg 
het  mjnisterie  van  BiimenlEuideciie  Zaken,  wAe 
betrekilCiag  bij  eister  io  1810  nederiegde.  In  1615 
werd  fay  oeiast  met  een  heraiening  der  wetten 
op  de  veeartMsg kimde  en  in  1818  plaatst  bü 
bet  mioifftwie  van  Pobüek  Ondervije,  Nationa- 
le Nqveibeid  en  Eoloniëi»,  terwtjl  hg  tevens  on- 
deredMiileD  commiasiSn  waomam  en  i^  kerk- 

rootacb^)  'ten  <fienste  stond  door  zgn  nitgeinrai- 
kerntis  der  Hebreeu««d)e  taal  en  letteiinade. 
HadMt  bg  io  1625  eervid  ontslag  bad  gekregen 
-'-  «ommies  b^  bet  minirteiie,  benoemde  mea 


aan  inn  dood,  den  5dui  Jum  1847.  ]  , 
1796  ad  gewnrden  der  Holkn^dM  Haateeb^ 
pg  der  WetenaebapfNO,  en  deie  deed  «en  medail- 
le vervHjdigen  te  «jjner  «er,  toen  bg  ia  1846  bet 
halve  eenwfeeat  van  dat  tidmaatechap  mocht  ge- 
deiAeii.  Hg  «Streel  o.  a.:  „V«rbaiKUu>g  ovn  het 
beiigea  van  pnigeemtMMelen  ia  de  boittsfilen" 
(I7vO).  bekroood  door  bet  genootechap  ,£ervao- 
dia  CXvibas",  „Iets  «ver  bet  Teifaand  tnaaehen 
scrophaleuxe  Uieruekten,  Engeiscbe  liekten  en 
danwworm"  (1791),  „V«tbasdeling  over  de  oor- 
aken vaa  het  beslag  op  de  hHig  eni."  (1796), 
met  iftvflT  bekroond  door  bet  Baitaafsdte  Gcnoot- 
sduD,  „Verhaad^ngen  ot«i  de  liekteteekeoen 
nit  de  Mgen  dn  beete  lieten"  (1798),  met  lilver 
bcÉroond  door  bet  Bataalaeb  Q^oootsehap,  „V«- 
hamMing  over  de  teekens  of  vendignselea  der 
oogen  in  depende  ndcten"  (1801),  roet  goad  be- 
kroond door  laatstgenoemd  genootschap.  „Ver- 
fa  andekng  oTer  de  middetea  t^n  de  besmetting 
van  de  ware  veepest"  (1S24),  met  ^ovd  bekroond 
door  d«  HoU&Ddscbe  Haateehaippi]  van>  Weten- 
schappen, benerema  een  aaotal  opstellen  ia  tgd- 
schriften. 
Hetlbronn,  een  stad  in  WOittembeitg,  Hgt 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HEILGTMNA8ITIEK  I 

(MBDtGD>III0HANI8CHB  T0B3TEIXEM) 


DigilizedbyGoOglC 


HEILGYMNASTIEK  II 

(MGIHCO-KECKANISCIIE  TOESTELLEN) 


Z    Het  buigen  v«n  den  onderarm.  8-    Hel  doen  dalen  en  bulgen  van  den  arffi- 


DigilizedbyGoOglC 


BEIILBRON3f-^QSSL0YMKASnUiEIK. 


MD  den  N«A«c,  aas  <tea  voet  vaa  dm  WuAeip 

itotai — l 

broHt— Eppii^n.  Zg  ielt  (19]0)  42688  inwo- 
nen. De  btmoistad  beeft, nog  een  Middeteenmch 
kaïakter,  terwjjl  dununlMen  nienw^  de^Mile  wy- 
ken  onUloMi  agn.  Van  de  5  keifceo  xija  te  noe- 
meo  de  St  KitiaaiKkMt,  een  kat-Ootiac'h  bowr- 
werk  uit  de  15de  eeatr  met  een  OS  m.  hoogen 
toren,  een  mooi  gemeden  altaar,  ffkaMchiideiHgen 
en  de  bron.  die  onder  bet  booldaltau'  ODttpdo- 
geud,  Tan  de  keik  oaar  den  KebeDrohienbiaiHwn 
TOert,  wMrnaar  Karel  de  QrooU  de  atad  noemde, 
de  Joaephikesk  es  de  in  Uoorsehen  atül  opgotrok- 
ken  eyiMgogc.  Van  de  w«reMlak«  geoooiren  ijjn 
oocmeiiamaid  bet  gereatanteetoe  atMbni*  (1540) 
roet  een  kimrtYo]  trarweik  en  belangri^e  oorkon- 
den, bet  DentadMrdenbaaa,  de  ÏMM-  of  QOueU' 
toren,  waarin  Oötx  von  BerUehingen  geiangen  ge- 
Mten  beeit  ent.  Staodbeeld«n  beat  de  aUtd  van 
de  kenen  Wiütm  l  en  Frederik  l,  Bimarek  «■ 
Robert  von  Uaj/er,  Aan  onderwöainricbtangen 
eox.  'vkidt  men  er  «en  gTmnaaitm,  een  hoogere 
bnrger-,  een  huidbonw-  en  «en  handehschod,  een 
•aboawbnrg  en  een  eelhilaire  gevaxigenic.  De  in- 
dnatrie  ia  bekngTqk.  U«n  he«tt  er  een  labriek 
TOOI  liWrwerken,  machMef abrieken,  Ijiei-  en 
metaabieteröen,  paftier-,  lüm-,  oieat-,  eaikei-,  kof- 
fie-, cmdMni-,  eonaemen-,  «nvekippen-,  tabaks-, 
eaa-de<ok«iM-,  ptano-,  aeep-,  eleaj-jne-,  olie-,  ee- 
ment-,  Joodwit-  en  ai^nf^ióeken,  verder  Ueeke- 
rgen,  droUergeo,  looieryen,  bierbrouwerijen  en 
«ra  looteKWTC.  Ook  de  wQobouw  ji  behogrvk.  De 
baiMM,  die  geateooj  worat  door  den  eleepdieaet 
mot  Haaofaenn,  ia  lerot^  in  koloniale  wtu«n, 
laadbouiii>rodncten,  aout,  hont  en  ateenkolen. 

H«Hiroiin,  onder  de  Karoüngers  een  koniak- 
Igke  palts,  wordt  het  eerst  in  141  vermeld  en 
waa  reeda  in  1078  een  aaoaienlyke  pUata,  die  van 
Hendrik  IV  itadawAteo  kreeg.  Vervolgen»  werd 
bot  aan  den  biaeobcp  vso  V/ürAncg  ofergedra- 
gen,  die  bet  ia  I2fiS  aao  de  Hohöisltnjen  at- 
atond.  Rudolf  van  Habtburg  verteenda  aan  de 


ZwabiidMn  StedenbcMid  en  later  tot  den  Zwabt- 
■chen  So«kI,  die  luer  in  1501  Oötx  ton  Berlichin- 
jen  eenrangen  hidd.  De  HervomrlDg  «ond  in  1525 
Ie  OeUbronn  ingang.  Itt  den  Coerenoorlt^  vieJ 
de  atad  ia  banden  da  Boeren,  die  er  in  Me*  1 525 
een  Tergsdeling  tudden,  waarin  over  een  bervot- 
toiuc  van  bet  r^k  beraad^aagd  werd.  Later  wae 
ig  Cd  van  den  SmalkaMiaelien  Birad  en  moest 
weeens  baar  deehwming  aan  den  SmaUaldiechen 
ot^og  in  1547  aan  den  keiier  een  aware  geld 
boete  bet»lea.  In  1433  had  bier  een  bijeenkomst 

C'  ata  vin  OseiMliertia  en  de  Standen  van  den 
aUsohen,  FnHikiociien  en  Benedenirü  neehen 
Bond  met  de  Noderlandai^,  Frweehe  en  Ëngel- 
tebe  geiantem,  tengerolffe  waarvan  den  23sten 
AprÜ  aet  BeUbionoacbe  V«rdrag  tot  voortietting 
van  den  oorlog  tot  ttnai  kwam.  h  1808  weid 
HeiJbromi  Imj  WflrtCembarg  ingelqld. 

HcUbroniMr,  K.,  ia  1469  te  Neoreaborg 
geboren,  atadeerde  in  de  mediev<M»  ^  Uflneben 
en  «ronMyvoeHfc  aHaAr  in  1804  op  een  proef- 
aehnft,  getMcM:  „Ueber  Eiankbeitadaaer  bad  To- 
desnruieMn  boi  der  progreasiven  Paraffse",  wei 


van  19M  tot  1868  aeaiatant  aeji  de  „Wernicke'- 
m^  EUnik"  te  Breslau,  vui  1698  tot  190S  Ober- 
arat  der  ,3i4xig'aebe  Küjtik"  te  Halle  a/3,,  werd 
in  1902  buitengewoon  iioog)eeiaa.i  aan'  de  faooge- 
«Aool  aUmi  en  mi  i1904  gewoon  hoogieeraai 
aan  de  hoogeediool  te  Utrecht.  Htübron- 
ner  «verleed  den  Selen  Soptemiber  1914.  Z^n  voor. 
naamate  geaehriftan  liJn:  ,rApbaae  and  Oeistea- 
knutk&ent"  (Pavobiatf.  Abbandtengen  hng.  von 
G.  WtnMu,  1896),  „Ueber  Aeymbriie"  (aia  vo- 
ren, 1897),  „Ueber  die  Ai^gaben  der  k^uïwiieQ 
PavehiaWe"  (Aatrittarade,  1904),  „Die  atr&f- 
redrtUdte  Bepttaehtong  der  Triüker"  (Samm- 
long  swao^  Abbaoi^n.  a.  d.  Geb.  d.  Nerven — a. 
Qeiateakrankh.  Hng.  von  K.  AU,  V,  6—8, 
1905). 
HBllcmmutlak  (ktnaialne,  kinemothen- 

C'i,  meeluMolherapit;  ve  d«  platen)  itoemt  men 
t  metbodiach  aanwenden  van  Udtaam^wegio- 
gen  en  üdiaaaMOttfeniogeD  in  de  geneeiktude. 
Heelt  bet  tomen  de  bannoiMcbe  ontwikkeliog 
vao  ftlle  ledematen  en  apieren  ten  doel,  de  beil- 
gymnaatiek  ia  gciidit  op  de  veiaterkigig  van  >t- 
zondertjike  «fri«tgnxf>en. 

De  iavioed  van  geregelde  oetenui^  o^  bepaalde 
spiervt  ot  apiergniepen  bestaat  biera>.  dat  er 
meer  bloed  naar  die  apaeren  atroomt,  «wdatonde 
oatatcfciogapfodMtoa  en  vetgroeünsen  opgrtoat 
ktmnen  worden,  tetwöl  teveni  d«  gezonde  jhelen 
sterker  worden  looala  de  annapteien  van  atble- 
ten  en  de  knitepiarea  nu  danaeteaaen  duidelijk 
aaatoooen.  Ook  de  peeien  worden  door  die  stü- 
ke  voeding  taaier,  de  gerwricbtcQ  bewee^nket,  da 
beenderen  aterigar  en  evenaeer  werkt  de  b«t- 
inaatiek  gunaüp  of>  den  algenteenen  toettsAd; 
wannt^irodnctie  en  d«  nreetaecretie  atijgcn 
sterk  en  er  wordt  veel  Uchaamsvet  verbraod  e 


de  wa 


goed 


nmét  te  tevenn.  ZelEa  ^eeetriijk  werkt  een 
geleide  gymnastidc  nsttsg.  want  de  oDergie 
1  uieBieid  van  hai>delen  wordt  erdoor  bevor- 
derd. Oa*r  eebter  bjj  algemeeoe  lichaamabe we- 
gingen ale:  iwemmen,  marebeeren  en  turnen  de 
groote  vermeerdering  van  bet  MoedgebaMe  on- 
ler  spieren  (dat  van  ongeveer  een  derde  van  oik- 
ze  honveeUtek)  bloed  tot  op  de  beHt  eiran  stjwt) 
ten  koete  Tan  bet  btoedgehadte  van  andere  B- 
chaaneoigaoeD  gaat,  is  bet  verkeerd  na  een  over- 
vloedigen  ma^tQd,  ala  de  buikorgaseB  *«ri  Moed 
eiscben,  iteh  ttm  io  te  soanitea.  Eigenlök  kaa 
«tk«  aport  en  elke  melbodKche  gjmnaatiek  htS- 
Man  werken,  aoo  bet  bergbeklimmen  bjj  de  oot- 
vettingekunr  van  Otrtel,  de  weeraland^Tamaa- 
tiek  in  de  kour  «aa  Selu>tt  bjj  hartiiekten.  Deie 
TT  rrmt  imTttigjm  Mintii-k  werd  bel  eerst  atehelma- 
tig  door  PtUr  htnrik  Ung  toegepaat,  vatMhar  de 
mam  Zepearfaeka  bdigTmnaetiek  (rie  hing). 
Deie  ondeiediridt  drie  aoorten  van  bewe^ogen; 
aotieve,  waa^  de  neke,  meeste  i^  hggenda 
bonding,  alleen  de  bewegingen  uitvoert,  half  ac- 
tieve ot  dubbele,  waaibi)  aan  de  bew^ingen  van 
dsQ  Mke  deer  een  tweeden  persoon  een  zwakke- 
ren of  aterkenn  tegenstand  geboden  wordt,  en 
psaaieve,  dt«  niet  de  Mie.  maar  de  geneeatteei 
uitvoert  en  die  meestal  met  massage  (sie  aldaar) 
gepaaid  gaas.  UHi  kuastmaiwe  atelae)  beeft  in 
sommige  gevallen  Toortreffdj^e  residtaten.  maar 
iNMdt  todi  langaameiband  verdrongen  door  bet 
tanen  «n  toestellen  en  bet  vr^e  tnmen,  bekend 


DigilizedbyGoOglC 


bewflgMwen,  ge- 


158  HEHLGYUN'iJTITBK- 

Mtóer  den  diuud  wi  kamer ^pnutattiek.  H«t  ii 
«drter  mer  eewensdtt,  dart  t)q  aotte  tnmoeEeiiia- 
g«D  «en  de^Doddffe  dé  wt  te  voeren  bewe^ugen 
TooncÏMijft.  In  iea  iaatetea  tyd  ^racbt  dhd, 
meestal  nwt  goed  gevoto,  bei^jmouwtjeobfl  oele- 
niogeD  Qitshirt«D'l  met  oeholp  -na  tvnMilitJf  sa- 
dMUgeatelde  werktmgen  «t  te  ïoeren  (lie  de  pis- 
ten). Het  TMided  raa  ^  ^ipAnttCB  ie  il«  nuw- 
kei^  dow  TCi^MtdMTO  gewkbtea  te  ragcJen 
weentMiM^  vaeiiiv  lelfs  rcfcemiK  gehonden  «ontt 
met  de  lm  mietütMtd  laDgia<£i  toeDemende  en 
dftn  dalende  tndit;  dat  n  een  Toorded  boren  d« 
dMtiecbe  tFek&paanten, 
TCiTsteiken  aan  im  wem 

in  die  du  iwausteD  arbeid  nn  de  spdei 

_  _  liat  op  bet  «ioife  èarer  aamer' — '-' 

Ak  liJ  hert  niioet  preateerei 
)en  TOOT  utiere  en  toot  pe 
tniult  men  ei  ook  loat  massa^  en 
orthopaedJaahe  doehdnJen,  aaoere,  eoedkowei. 
TOOT  kamergyiiHiMtiek  aJs  lig.  8  en  de  toeetellen 
TMi  ThUo  e.  a.  waait^  een  tnnd,  over  «en  katroV 
toopend,  aan  bet  eene  einde  niet  bet  te  behande- 
len lidtaamadeel,  aan  bet  andere  inet  een  y«n.v- 
derlök  gemaht  Tertronden  ie  en  waarbij  oofe,  qj 
bert  niiwkr  nauwtenrig,  met  bet  kmgiaaci  toe- 
en  afnemende  arbeidnennogen  bij  de  spiercoD' 
tnurtte  r^eoing  wordt  giebwden.  HeilgfDUueti- 
acbe  inetelHnmi  m  dien  a»d  api  ^  meddoo- 
mechuiacbe  ZamkrintlilitteH.  Van  de  aekten, 
waartegen  Toonwmelöli  met  goei  gerolg  heilgym- 
nastiek  wordt  toegepast,  inn  te  nrMmen:  Mïenwak- 
te  en  <Tefbinaun^n,  aUe  Hchaanwverk rommin- 
gen, en  -miarormingeQ,  de  door  jicht  en  riieama- 
tiek  verooruAte  ttgmid  in  de  q>ieren,  gebrek- 
kige ootmUeüng  nn  de  borstkas  en  de  daardoor 
{Mftataande  neigimg  tot  taoffaattdoeiung,  oveima- 
tige  vetronniflg  en  onderJ^fiieèteD,  wMwiiekten 
(b;pocitoDdri«,li}sterJe),  reAeeirde  bloerknenging 
en  etoriogen  in  den  bloedsomloop.  Bg  die  li- 
d>aaai8TeArommhigen«D-<mis*wiai:agen,  wMii^ 
faet  faeenderenatehd,  bqt.  de  ragngraat.  ook 
aangedaan  ie,  ia  betlgimnastiek  aUeen  meeetd 
niet  voldoende  en  kan  mt  gebniüc  Tan  doetmati- 
ge  4eeet«llen  ot  «en  riiirungisebe  operatie  niet  ge- 
miat  worden  (lie  Orlhopaölie). 

Lileratiair:  Hughet,  L^rboch  der  eehwedi- 
edien  HeiJgTmoaabek  (Wieebaden  1886);  Zander, 
Die  Apparaie  für  mechaadeiA-g7mmsti«dK  Be- 
handltnic  (4de  drak,  Stockbofm  1893);  Ben, 
Lehibocb  der  Beilg;pn[uieldek  (Weenen  1903). 

H«ill|:  >e  afgeleid  van  heil.  Men  beeft  daar- 
mede het  Hebreeuw^che  woord  kadoêj  Tecta&ld, 
hetwdfc  de  heteekenia  beeft  van  g  e  w  fj  d,  meer 
bepaald  Tan  datgene,  betweUt  tooi  den  dieiiat  Tan 
de  godbnd  bestênxi  is,  oF  n«iw  met  de  godbeid 
ia  TeiJModen.  in  elk  geval  afgeumderd  yaia  al 
bet  orerjge  ak  het  prwaae.  In  bet  Nieuwe  Te«- 
tament  dsagen  de  ^^uooTige  CtirUrtenen  d«n  aaaio 
T«n  beiUgen,  omdat  zg  éooi  Ckrittus  uJt  liet  ge- 
bied der  weteW  m  bet  floderijk  ijjn  oveigebparSrf 
en  aboo  bedeek)  met  den  heiligen  geest,  ala  bet 
begimd  van  een  nieitw  zedefü^^ooacüeastjg  le- 
Ten.  De  beiüging  heetaart  bq  de  gevjjde  BUirij- 
t^rn  kt  de  eerate  ptaata  in  reindging  vsn  tonden, 
door  aebirldveigiJlMUH  veiirc^en,  en  verralgene 
in  een  sedelqfce  TenueowJn^  dea  gemoedB.  H^ 
wwrd  Aeih'^,  «anmtkeli;^  aan  aUe  Christenen 


iiGs:  omet. 

toegAew^  ontving  echter  aUenga  een  meer  be- 
peltte  berteekeniB;  en  men  getonikite  bet  wddrs 
ntduiteDd  TOOT  gwtorrtnen,  die  zieb  tqdena  hmi 
leren  door  een  Obristetöken  geeat  boitengewoon 
ondHseb^dden,  en  tw  wie  men  v«rtn>nvde,  dat 
zq  in  eeuwige  geUuUghMd  de  OodMMoaeboo- 
wkig  0enot«aL  Zoo  niiic  meo  vaa  de  -keiH^ 
Apoileun  en  Sttmgemte*,  vaa  de  heüige  bu- 
«eaoppen  en  ToonJ  van  de  heilige  ntartekmn,  d» 
de  moedige  lieMen  dea  gtloot^ 

HelIlvlM«n  (M  taentm)  ie  een  nit  de  ood«r- 
ete  werrrele  Tergroeid  been;  bet  ligt  onder  de 
te^deettn  en  men  aefat  bet  imacbendbaar,  iMk» 

R«lllV«  Bbju.  Zie  Dobenn. 

Helllira  dar  HalUvra  wae  bn  de  Oodeo 

het   heiligste  en  onsdKndbare  gedeelte  van  doi 

HaÜlrs  tainlU*,  (I>e)  *m  Simwet,  bet 
kind  Jenu  mert  Maria  en  Jauf,  wordt  vooral  se- 
dert de  I«de  «eow  io  de  R.-£atboli<ke  keii  ver- 
eerd op  den  'Maandag,  dm  Sdeo  Zcodag  na  Epi- 
pbania.  De  hiernaar  jgnuieaide,  dsk  lfl61  gectidit« 
Teieeni^ng,  die  in  1&2  door  Leo  XIII  ia  ettend, 
steU  Ml  tnn  doel  dooi  Tweeiing  en  oaTolgin^ 
der  besISee  Issdüü  bet  kmilieleTen  te  ■wreiweD. 
Ook  de  A  1815  te  Lnik  dooi  de  fiedem^oristen 
gwtMtte  ^MtalmoerlaiHfaD  wn  de  bcoQ^  la- 
miUe",  stdt  neh  een  deraenfc  doeL  Kq  is  voonl 
weikiaam  in  6<4giB,  Neaeikarrl,  LoxenAnug, 
Frankryk  en  Eogelaad.  Vwder  noeoMD  een  84*1 
msanelqfce  en  een  4-'tal  Troowet^e  «digienae  ver- 
eenigingen  lich  naar  de  beatige  fanüVe;  hieroD- 
r}er  de  ook  m  Nederlaad  weiicMtile  Pnneiikaaer^ 
snaters  ia  de  buMge  famUie,  die  lich 
op  de  verplegiag  Tan  lielBiieken  en  de 
lan  verwaarloaMe  kJAdei 

Bsllli 
eenheid  (i 

Ood  dea  Zoon  deieHde  Ooddeljjke  natnor, 
veredieiden  nor^tans  laa  de  twee  eererte  peraimen, 
of  bj^Mstasen.  Bestaan  en  natnur  nn  deo  H. 
Geest  zvn  in  het  Nieuwe  Teetameut  dnidel^k  in 
het  Utiyt  geateM.  De  woorden:  „Qaat  en  «tder- 
wijst  alle  ToKeren,  hen  doopende  io  den  naam 
des  Vadera,  dea  Zoons  en  des  H.  Oeeataa''  stellen 
den  H.  Geeat  voor  als  afgeiooderde  hmoelMtt  ot 
perMon.  en  TenmAden  hem  op  den»«if<KQ  voet  ah 
dui  vader  en  den  Eoon  en  ateUen  hem  ten  op- 
sichte  van  „mai^t"  met  ben  ^tiyk.  De  H.  Qeeat 
woidt  in  het  Nieuwe  Testament  sis  Par^eleet, 
vertrooster,  door  Jet»»  aan  de  Apostelen  bekicrfd. 
Paitliu  en  Fefnu  ateUen  b«m  voor  alB  Ood.  Aan 
den  S.  Oeest  wordt  de  hnttgheid  to<gesehreven, 
om  uit  ie  drukken  diat  hg  de  beolige  wil,  de  vol- 
maakte Kefde  ie,  drie  besüat  tnasehen  den  Vader 
en  den  Zoon.  Het  de  Uefde  worden  ook  dC  uit- 
wendige werken  dne  nit  de  Uefde  voortvloaen, 
op  bijïoodeie  ^ze  aui  den  H.  Oeeat  toegekmd, 
zooajs  de  vergifteais  der  Moden,  de  orMeeüng 
dra  ^«nades%4teh«ifigmakingdieipiwetw(liehaaHlM 
hierin  "de  liefde  Qode  lieh  het  meeet  vertoont. 

De  godgeleerden  spi^en  ook  tui  „gaven  van 
den  H.  QBe»t".  Men  verstaat  dsardoor  een  geM- 
^nheid  der  -ziel  door  God,  en  door  Hem  alleeg, 
mgestort  en  door  hem  aHeen  'te  bekomen  en  die 
ons  'bekwaam  maakt  tot  het  verriehten  van  bni- 
teDgew<»e,    aitmomtenda   en   b«i<Uuitige   goede 


illln  Oeest  ia  rfe  derde  peraoon  der  Drie- 
idja«  aldaar),  bHibende  met  Ood  den  Va- 


DigilizedbyGoOglC 


BESLKIE  QsEEBT — SESLICKE  ffiUF. 


imten  Mdeode  tot  de  Za^f^ietd.  Bet  Smtii 
de*  Yonaadi  bee&  ala  t)Q»>n<ier  oitwerksd  <fe 
gaTcn  mee  te  deeles. 

De  H.  OeeM  ^t  nit  van  éea  Vftder  en  tui 
dea  Zoon:  ,^pinttu  Buwtue  pstpe  et  tiUo  pioee- 
deu",  WH)  kudt  de  ^bofabe^fdBiüt  van  JfAo- 
HOfMM.  ti  de  Kerkvaders  der  4de  eeuw,  soowel 
Oiiefcsebe  i3a  L«tqiMcbe,  lija  bet  eens  ooi  die 
itrlMng  aan  te  nemen;  de  Gneken  tiebben 
DoditBiu  verwtHpen  en  bterki  Ëgt,  eedert 
iebeiir{0|>  van  PhoHtu  en  Miehöll  Oeniiorws, 
bet  voomaatoete  veracMJ  van  iDeenrag  taaaefaen 
de  Qmtefhe  en  Roomanbe  K«il:. 

Voor  de  OriekeD  komt  de  H.  Oeeat  enkej 
den  Vwter  vooK  fqui  ex  Patre  proeedU).  _. 
Oodbeid  van  den  iH.  Oeeat  w«rd  gelooflhew)  *a 
de  IVde  eeu'ir  door  Maudoni^,  en  in  de  XVIIde 
en  XVmde  «eaw  door  de  SoeüitaHBn  en  de  AnU- 
triniknre». 

6r  bestaan  in  de  R.^EaiUiolMk«  Eerk  veraehit 
lende  reKgienae  «sooitediawea^  xoowei  muuie- 
)Stx  ali  Tfoaireli^,  onder  de  benamuig  van  <fcn 
H.  Oeeat. 

Otk.  bestond  w  een  lidderwde  onder  dien 
naam,  a  IfiTS  door  Hemfnfc  IV  ingesteld  Zg 
waa  weleer  de  hoogste  FrasadH  liddMwde,  maar 
ie  in  1861  Oficctevm. 

De  Ffoteataatadte  dognmtiek  noemt  dalgeoe, 

wat  de  Heifitfe  Oeest  in  den  menaeh  W6i4t  om 

v«riachten,  Ie  verbeteren, 


tot  geaweosehap  met  Oocf  te  brencen,  „moAde- 
werkiogen  ot  ^ven  det  fleiltgeD  Oee«t^'.  Op- 
m«tel^  qjn  ui  de  Ixitbereriie  ea  Oerefoimeerae 
dogmatiA  de  leer  van  de  Mterinke  mgevjng 
vao  de  Qerwqde  Schrift  door  den  HnHfran  Oeeat 
en  die  tmi  het  „teatiraonram  Spiritue  Sanoti  »- 
tersmn"  of  van  de  door  den  fieUisen  Geiet  be- 
werkte orertniging  van  den  «oddelnken  ooieprmtf 
dee  BqbeU. 

Sedert  bet  midden  der  18de  eeow,  toen  de  kri- 
tiA  nt  baar  alnifaer  ontwaakte,  werd  de  or- 
thodoxe leer  van  den  HeaSgen  Oeeat  bestreden. 
Terwyl  bat  aupnuiatDtaliMDe  ii«h  aan  de  be- 
palingen der  tMide  Keikvadera  Meld,  betwiette 
net  rationaibame  de  persoonil^gbeid  vsh'  (kn  Hei- 
ligeD  Qeeat  op  wgaeeeiage  en  nkkg^uodige 
ffronden  en  beMbovwde  bön  «Is  een  onpersooi»- 
igke  goddelgke  èiadit,   «KaneDde    tot  nedt 

berBcbefipMg  van   dm   monsoh.    SehUiermi. 

beschreef  Jhoi  als  een  goddeljike  levenskraeht, 
««Ike  de  gemeeiMciiap  der  geloöviigen  doordni^ 
en  M>  aDe  waadimd  leidt. 

HslUn  Graf  noeokt  men  bet  in  de  rots 
oitKeboowen  graf,  dat.  volgens  de  EvangtéiBD 
toebehocmnde  aan  7ot«r  «on  Arimaihta  en  nabg 
Oolgotha  gekgea,  dror  hem  werd  afgestaao,  om 
tot  rnatpbats  van  het  tHk  van  Jetui  na  de  knii- 
■i^ing  te  dtenen.  Toen  Jeruzalem,  verwoest  door 
Titui  Vetfatianu»,  ocAet  den  ateta  van  AeÜa 
Capitoltna  weder  werd  opgebouwd,  bevond  ti«h 
büiiien  de  stad  een  konatiMtig  opgeworpen  beu^ 
vel,  die  v4>lg«M  bet  algemeen  gevoelen  «  Hootd- 
•ebBddplaata  bediUe  en  w«areehiin)ük  door  de 
CbristeDen  vMt  &  dasen  met  den  naam  van 
„'Montienhs  OoIgotiM"  beetempekl  werd,  KeiiM 
Conitant^  deed  in  S26  deien  hen  «et  wegroi- 
nen,  boven  een  daaronder  ontdekt  rotagnj  een 
mtonde  boivwen  en  daarnaast  een  kerk  verrgien. 


ooTBoraDkelgli 
der  HeiMge  HeUita  en  de  kapel  der  kruuviodiiig. 
DaaienteMn  ath^A  de  keA  van  den  Calrane- 
berg,  wMce  nog  lüijd  den  naam  van  Monticulus 
Oolgotiia  <faaagt,  vsn  laterea  oorsprong  te  lö'"- 
De  eticfctin^  Tem  ConëUml^  werd  ia  614  door 
de  P«EMD  verwoest,  maar  nog  vöór  de  HcAam- 
medaanaiK  veraveiang,  die  32  jaar  daarna  pb^ 
gveep,  docw  een  motmik,  Jfodèate*  seDoeoMi,  ia 
de  sedaKite  vam  vaer  «Jioaderlöke  Icerkea  btt- 
eteU.  Een  aodave  gedeeHelüke  verwoeatiug  had 
plaaJs  in  1011.  onder  Unlif  aakin-BiemriUak. 
Vootal  b^jverden  üeh  de  Kruisvaarders,  op  bet 
graf,  dat  q)  kwamen  vero'veren,  een  eetaitterend 
beiügdom  te  doen  venq^n.  De  giootatlie  kerk, 
welke  de  vier  gebouwen  van  Mode»lu»  omrat  en 
zich  moe  heden  ten  dage  in  Bomawucben  stgl 
boven  de  beiJige  pt^  veriieft,  is  door  ben,  ge- 
dedit^^  op  de  groadv>e8ten  tui  bet  gebouw  van 
CotMtant^,  al(taar  geetictit.  De  gr^apej  lelf 
bevat  2  aehter  elkander  gelegen  ruimten,  die 
met  bet  voorportaal  en  bet  eigenl^e  dooden- 
verblöf  der  ImElietiedte  rotegisTen  overeenko- 
men. Dkt  hatste  is  raim  1,6  m.  breed  en  2  m. 
kng.  Aan  de  nocMdtvfc  bevindt  «eb  de  ^- 
aponde,  een  mumeren  bnA  ter  lengte  van  1,55 
m.,  waulMven  «teede  48  lilverea  kerklampen 
braodettde  woiden  gebonden.  iNatqj  bet  graf 
he^  atefi  de  plaata  &r  kniiaging,  den  eteeo  der 
babeoRDg,  de  piMta  des  kmisvindiiw  en  de  ge- 
vugenie  van  Ghritttu,  «kmede  in  de  koorkapd 
dei  <3rieten  deD  navet  der  Aarde.  Het  HetVige 
giaf  is  een  «emeensdiafqKlJik  eigendom  van  de 
IjatlrneD,  Oneken,  AnneniSra,  JaeofaietiadM  Sj- 
riSrs,  Sopten  en  Aheamiagra.  Daar  de  een  licb 
allicht  men  aanmatigt  dan  de  ander,  geeft  bet 
geiaraeotqk  beivt  gednog  aanJeidtog  tot  twielen 
en  oneenagbeden,  en  bet  ie  bekend,  dat  daarait 
in  bet  modden  der  vorige  eeuw  de  Krimoorlog 
ontstond,  omdat  I^nkxnk  de  part^  koos  der  la- 
tenen en  RusbAd  die  der  Gneken.  De  ecMfaeid 
der  plaetts  van  het  H«lige  Oraf  is  dikw^  ia 
twijfel  ^trokken,  dodi  de  jot^te  anderxotkie- 
gen  i^ten  in  haai  voordeel.  De  bewqwn,  tegen 
de  eobtbetd'  aangevoerd,  zijn  niet  proefboodend, 
en  hoewel  men  voor  de  editheid  geen  overtai- 
gende  bewjjzen  bezit,  nMKt  men  op  topi^rraphi- 
sebe  en  bietoriscbe  gronden  erkennen,  dal  ly  oaet 
tot  de  onmogel^jkbeden  behoort. 

Bstllsv  Oraf,  Orde  van  het,  4e  de  naam 
vaa  twee  ridderoiden.  De  eerste,  in  1114  dbor 
den  patriareb  Amold  van  Jeruxalem  gestieht,  werd 
in  1489  met  die  der  Johiinmeten  vereenigd.  Als 
ridders  werden  ook  allen  beschouwd,  dfie  i«  de 
He«lige  Grafkerk  te  JemErieni  den  ridderslag 
ontvangen  badkien. 

De  tweede,  werd  volgen»  sommigen  in  1099  door 
QotUried  van  BouiUon  pe8<3<At.  In  H96  ver- 
klaarde Alexander  VI  neb  grootmeester  deaac 
orde.  'De  grootmeesters  der  orde  wttren  verder  de 
pausen,  dodi  de  pnter-guardiaan.  der  HJnorJeten 
van  den  ff.  Froncueue  te  Jennalem  had  het  recht 
de  ridders  te  b«Memen.  Bg  beehüt  van  den 
lOden  Deoemiber  1847  bie^  de  patriarch  van 
Jenizyem  bet  recht  alleen  de  orde  te  verleenen, 
doch  ftküd  in  naam  t<u>  den  Heiligen  StoeL  De 


DigilizedbyGoOglc 


HEILIOE  URAF — HJün.OTBiMJSB 


:  giool^nuien,  oftici«ren  en  rialden.  Het  orde- 
teeken  beBU&t  nit  md  rood  geSmtiMeerd  kruH 
met  Ti«i  emT«uiiig«  kroueo  in  óe  hoeken. 

BalUra  Z.aiul.   2te  PaUtUna. 

Beltlc*  L*4U  Downt  men  de  epeer,  wau- 
mede  <le  RoowmMbe  wMaat  Lohoiimw  ót  ójit 
TUI  den  geknmigdai  Chri»hu  «wtboord  nm 
hebben.  Nur  men  ml,  ^whI  de  BnH^  Rdttta 
liMi  temg.  Ten  tyde  na  fieda  «eid  u  te  Jera- 
ulem  vereerd,  teter  te  Konatantfnopef  «n  An- 
tioehie.  De  q)i4i  t&d  de  Imm  werd  'm  1289  door 
Lodtwük  IX  na«r  Pwiia  gebracfat,  wair  ig  tq- 
dea<  de  ReTolulie  ïerknen  eing,  de  eigenlflke 
lua  Mèook  nltMt  Bataied  fl  Jn  1492  un  Ik- 
mwentHM  F/II.  Zg  bdtoort  tot  de  groote  nÜ- 
qiucSa  ?an  de  Sutt  PietenÉtfk  te  Rome. 

H«tllr*naoli]jD.  Zie  Glorie. 

HalllnnT«r*arlv  ü  de  «w  ia  de  R.-iSi- 
tbdiekeKeik  mb  de  Hëitgeit  geedMwkeB  «iMlet 
dmne  loniMn,  o.«.  door:  bet  Weren  wt  een 
uu  den  bedoeidan  H«i%c  g«iröden  Iwitdig. 
Voorte  openbaart  lUfa  deie  tereerins  ook  duno^ 
4kit  rgken,  geweatea,  liodratei»,  giMm,  kanatea 
eu.  bepBiide  H^üffen  ab  4>etetMnnbuUg«n  uui- 
nemen,  en  dU  b^  oa  toedSenif^  van  bet  doopsel 
ieder  4m  bhoi  tad  een  Heikse  OBUanot,  dia 
in  bat  wrralg  tmot  beacbennlwilige  tilqft:  De 
R-Kitb4«eke  Eeit  anakt  oodeiwMd  tuMohan 
da  ambidding  (laUa),  velke  dfeen  toekomt  un 
Ood  en  CAnitw,  «n  bnaeben  da  twremn;  (dou- 
Ka),  ««lk«  op  Teimdde  vijse  aan  da  HMUgen  ten 
deel  Tik.  Zn  lenet  neh  Toorta  texen  de  meenjng, 
dat  da  Heingen  door  eigen  Teraiienaten  en  niet 
enkel  door  hume  voorbeik,  die  op  srrad  der  ver- 
dienatan  Tia  Ckrwlua  Mchiedt,  de  toekenoiiig 
Tan  Oodi  weldadea  nmcten  knnnan  bewmn.  Op 
de  laar  der  R.-KatiKiUd»  Eeik,  dat  ijj  te  beiwhik- 
ken  fceeït  owr  dè  Terdiensten  na  ChrUtM»  eo  da 
overtollige  goada  warken  der  HcdMgen,  alennt  de 
laar  van  den  aHaal  (lie  aUaar). 

De  heiUgenverieariiig  vond  mearmalen  beetqj- 
ding  tot  de  Uerronping  der  16de  eeuw  da  aas- 
toeping  en  de  TeieeriDC  der  Beiügen  Terwierp  ali 
een  vermiDdenng  tui  hetgeen  enkel  loekwim  aan 
Chrittu»,  tia  den  «enigen  middelaar  en  als  een 
Pfjagiaaiweiie  dwatiog.  4ie  de  tnogriphekl  on- 
deralelde  van  'a  menwben  «mettelooie  Toliomen- 
beid.  Volgena  haar  moaat  bat  biddigen  Tan  de 
nagedachtéma  der  Hedligen  alleen  dienen,  om  bet 
geloof  4e  Teraterken.  Na  dien  i^  kwamen  de 
naam.  en  Tkrdagen  der  HeiÜgen  bij  ót  Protea- 
taaten  m  Teigetelieid,  4)a  baelden  «n  rriiquietn 
dar  HMÜgen  Terdwenen  nit  de  keikea  en  lelIe 
bet  woocd  htilig,  betweHc  tn  de  Uiddeleauwen  de 
bateekeaia  bad  gekregen  Tan  T<Aomen  deogid, 
werd  Tan  menacben  «et  koger  gebruikt,  en 
alaebtt  den  HeiUgen  Oeeit  Toorbehouden.  Voor 
hen  i«  de  „hulnj^  algtoMaoe  Kerk"  der  Apoato- 
Vaehe  gelootabeivdai^  de  oooieMbMC  Kerk  of  da 
eemeenediap  der  gdoo^gen  ten  jonasten  dage. 
ïntnaaoben  «preekt  de  iMnwere  ortbodoiie  rn 
Dnitsdiland  jd  den  laataten  t»d  weder  met  een 
aakere  rneenomenheid  Tan  de  „hviiaft  Apoetden", 
Tan  de  ,jn«i]jge  Kerkvadert  en  tnartelaara",  tb» 
een  „heU«ge  (Lntheiw^e)  Ktak",  en  t»d  een  , /hei- 
lig (LntiHÓrsdi)  geloof". 


H«lUr«  Oorlorwi  noemt  men  in  4e  ge- 
Bchjedenia  van  Giidreniand  de  ooikgen,  die,  ÜA- 
gena  bet  lecbt  der  An^hyktiooeit,  tot  beediet- 
nüng  vao  bat  hdligdom  Tam  ApoUo  te  Delphi 
tegen  nabonn  werden  geToenL  Den  Eerat«tt  Hei- 
ligen Oorlog  ODdeaaiMn  Athane,  de  Theeaatiaohe 
ridderachip  en  de  tiran  ClitUuneÊ  ^an  Si^oa 
(592—582)  tegen  Criwa^  dat  de  bedeTsartgao- 
gCN  iiad  aaogarcUen,  en  ondigde  met  de  tct- 
woeatmg  Tan  deae  atad,  waarna  tot  Terbeeriükkg 
van  die  iiwiwüiuiug  de  Pythdeehe  speten  weiden 
hemienwd'.  —  De  Tueede  (eckttt  dikwijk  niet 
med^Htdd)  wetd  m  448  door  de  Spaitanen  te- 
gen nioeis  ondernomen.  —  Be  DenU  dowde  Tan 
355  tot  S46  en  w«rd  door  de  Tbebanen  neroor- 
laakt,  die,  onder  bat  TOorwendeel  tro  het  beTci- 
ligni  Tsn  Delpfai  en  geateond  door  hst  gezag  der 
Amphifctjooan,  d»  Fboeaefirs,  «Ke  trs  schenoia 
der  grensen  waren  beaafaDldig4  onder  het  iiA 
traditlen  ta  bieageo.  laatotgenoemden  roofden 
10000  talenten  nit  de  achatkiat  Tan  den  tempel, 
Terdedigden  litb  tatt  TOOibeeMige  dapperheid 
en  wetden  eeret  orerwonnen,  toen  PAiftonu  vaa 
Maeedonifi  a<b  met  de  "nteataMre  en  InMbuen 
Terbood.  —  Ben  FianlaH  Heüigen  Oorlog  {S39— 
338)  TOerde  koning  PAttipptu  op  verioric  der 
Ampbiktjooan  tegen  Ampluaaa.  De  bewonera 
dnec  itaid  wcnlan  aaogdüaagd  van  aeheuMTaa 
bet  gnndlgelned  daa  tanpcteen  de  atad  aeM  werd 
ia  fö8  «erwoait. 

Bg  de  Hwelmaanen  ««retaat  men  onder  Hei- 
liotH  Oorlog  of  „4^iihad",  de  uitbieidiqg  Tan  den 
Isiam  met  bet  iwaard.  Bet  ia  een  godaiKenst- 
plicht,  die  op  de  Mohammedaanscbe  gemeente 
rnat.  Hoewel  de  Eorao  er  ueh  aïat  dufdeltik 
over  uitlaat,  wetd  reede  apoedig  na  Mokammed'* 
dood  da  djiMad  ah  een  pUcbt  erkend,  die  aUbann 


irworpen  ui  lün.  ^ 
bet  volk,  waartegeo  de  iheilige  oorlog  eeToertf 
wordt,  den  Iriam  aaameemt,  ie  bet  doel  oernkt. 
Men  bn  neh  ook,  londer  den  klam  aan  te  ne- 
men, ooderwarpcn  door  bet  betalen  Tsn  een  jaar- 
l^kuhe  aehaUing.  Wordt  ook  di,t  geweigerd,  dan 
'     ingeiooTigeD  met  bet  iwoara  tot    '~ 


bet  paradqi  met  t^ioDdere  voorrecliten 
k  wachten.  Ben  djihad  moot  door  een  Moham- 
Diedaanache  Toret  of  Imam  aangevoerd  wc 
Daar  de  Sjüvten  sannenum,  liat  de  Imam  imaicht- 
baar  ie.  mst  Toor  ben  de  djibad-^tiebt,  tot  hjj 
weder  nobtbaar  i».  By  de  S»aii«ieD  rekent  men 
tegenwooDdv  leeda  iQii  pUebt  verTvid  t«  b^ 
ben,  ab  er  jaarHika  «enige  Toorbereiding  tot  een 
Beilógen  Oorlog  satraften  ia. 

Zie:  Obbink,  De  Heilige  Oorlog  volgens  den 
Kwan  (Leiden  IflOl):  Siumek  Hurgronie  Heili- 
ge oorlog  made  in  Oevman;  (Qade  1915}. 

Hall^nla*,  een  buurt  iu  de  gemeente 
Sobeemda,  aan  den  weg  naar  Winecboten  in  d« 
proriiDcne  Groningen,  beeft  baar  ootetaaii  te  dan- 
ken aan  «en  nonnanklooBter  der  orde  van  Pré- 
montré.  dat  omatreeks  1200  geatidii  weid.  De 
plaats  beüt  een  beroemde  kl<«eDgietwü  en  een 
gedenkteeken  Ier  faerioawring  aan  den  veldslag 
tnasebes     Nadeitaadera    en    Spanjaarden,     den 


D,o,l,zedb,GoOgle 


[AOESSL^iE^-BSSaJG   nOQUEtaOEi  BUS  TAN  DB  IVtJITOOHE:  NiAfHB.       161 


23aten  Hei  ISOB  edtnwd.  mukr  gnal  AdoU 
■van  fforaou  SDeurene.  EWt  nHH)um«i>t.  dot  den 
33ateD  -Ifd  1873  ia  tegenwoord&gbek)  ibb  kmn^ 
TFillfM  UI  ODithald  ytfspi,  v«rtoont  d«  beekkn 
Taa  gmtJ  AdoU  mm  Na»»au  en  T»n  de  Neder- 
ImMlBefae  AU^.  H«t  vervagigt  een  in  182f 
8lid>te  pjTteatde. 

HelUce  tUiih,   een  7ui  «ts  leUqnieCn 
Chrithu   (JxAmsKB    19  :  23).   Zoowel   Tner   afa 
Ai^ateail  nukcc  «r  tmttorttk  op  èex  rdnh  te 
bentteih  De  meest  b^ewle  ie  die  jn  den  dom  te 
Tri«r.  Ontrrat  de  tnMbtle  trter  de  w^,  wMTOfi 
doe  te  Tnei  xm  iqn.gfÉ<WHn,  omtreut  de  «d  ' 
beid  en  Meek«nf«  en  de  veieeciag  bestwA  c 
boUengewaao  tqlM  Utenttmr,  «.  a.  62  R<e«cbRfl 
nmsit  auMdiw  nu  d»  Teieaiw  in  1844,  dm 
dM  60  OMT  uoMdHK  -randM  in  1861.  Vao 
1562  ftf  vopdt  de  idNk  op  dnene  tvdtn  «p( 
bMi   tentoongertM,   wat  etoeds  Tetl   pdgrii 
^«10.  D«  t«s*[K«M}ii«  «nam  in  1844  ftom  er 
meet  dan  een  miHioeD  pdgrinu  bmt  Timt  te- 

r)  door  Uuefaop  JnioMt  gelast,  Teroofaaakte 
bewegior  -na  bot  Di>tHb-K«tiMC«i«D«.   In 
1881   iMt  MMühoji   forwM  bem  weer  ten  toon 


oDdenoeht. 

Zm:  SetaMJ,  OendinfaU  des  beUigcn  RookM 
(3de  dn*  1880)  en  Q.  Kmfimmn,  Lenende  vom 
ba&w  Bock  CUft  dn*  .1004).  Due  Uattle  be- 
•(i^rde  echtbwL 

B«lUv«  Bohftar  bostte  bq  de  'nwbanen  een 
troep  Tan  SOO  mm,  dia  Mdert  de  T«rdrgT]Dg 
der  Spartanen  ait  bna  «tad  (879  t.  Chr.)  toot 
den  oorlof;  tegaa  deien  niijpniat  ea  onder  M- 
ding  fu  Qorgidai  Toontdnreitd  coder  de  wape- 
Mn  gronden  ireid.  In  den  tkg  foy  Lenlitia 
<811)  nien  ig,  onder  Iei<faw  nn  Pehpidia,  de 
beaUaniK.  BQ  Ohaeronea  (9^)  lond  de  Heilige 
Schaar  den  Mkdeigaag  en  wwd  bwraren  in  «en 
mmeeDtdiappeiqk  gmf,  dat  ia  1879  teraggevoa- 
den  ia. 

In  I82I  Tonnde  AUtatidtr  YptilanlU  ttg  nja 
inval  iD  de  Dtnavrorttend ommen  eT«n«en8  «en 
Heilige  Schaar  nt  500  joage  Qntkeo.  óie  we- 
gene bun  twarte  niliKineii  ook  Mauropktrielen 
renoerod  werden.  Den  Iftkn  Jina  1821  werd  ig 
tg  Dragatiui  vernietigd;  aleofita  enkelen  konden 
aieh  naar  Zevenbergen  redden. 

B*lllc«  Bohrift.  Zie  Bibti  M  Tettament, 
Oud»,  n  NwuiM. 

Belllr*  w«tmi*eluip  ia  in  de  tbeoeoFJe  de 
naam  voor  do  innwlQfce,  ewterMdte  wösbegeeiie, 
voor  de  gebeimen,  die  ra  vroeger  t|id  aan  de  in- 


ï  door  de  inBrOfiJiaolen  ge- 


ste en  hoogste     . 
openbaard  werden. 

HriUc  Hart.  Vv%ana  de  laer  der  R.^a- 
titobeke  Kerk  is  OhrUtui,  de  tweede  poiaoon 
van  de  B.  DnevolAgfaeid,  Ood  en  menaeh.  De 
menteUieid  vao  Okruttu  ie  met  lött  QmMmkI 
veneeBigd  domdat  beiden  tot  dni»<llaen  peraoon 
boboorea,  of  looali  de  4b»o4ogie  kart,  d«  menieh- 
brid  van  Oirtttet  ia  met  ign  Oodbeid  veieenigd 
door  wtia  AyaortAofMo.  Of  men  m  eer  bew^M 
«an  ds  HensaAesd  of  aaa  de  Godbeid  vu  Okrü- 
ttu,  Okriglnt,  d»  tweede  persoon  vao  dt  H.  Drie. 
ToldigbeM,  ia  bet  voorwerp  dier  «ec.  In  lUen  mi 


te  ««peeren,  vereert  men  igae  menscèbeid  ei 
deoe  den  Oodd^ken  penotm  van  Jettu,  ongie- 
v««c  looale  de  eet  beweien  aam  de  stofte^e  orst- 
blqfHlen  vMi  een  kMiang,  dien  kondng  itot  voor- 
weip  beeft.  De  reden  nu,  waarom  het  H.  Hart 
van  Jkou  voikoien  w«itd  tot  vootwetp  dw  vet- 
eetio[g,  is  hieno  gelegen,  idat  het  menaiaieljjk  hait 
ten  alle  tq*^  a&n^wexen  ia  alt  ^wbocA  der 
Iwlde.  De  godvradüigbetd  'M  bet  iH.  Hait  vaa 
Jenu  m  byiODrdet  tot  ebuid  gekomen  door  de  ge- 
McMMge  Maria  Uargareta  Alacoque,  reliffienee 
in  bet  kiooeter  der  Vieitatie  l«  Poraj-Je-Honial 
in  Fnokrak,  die  eeatorren  ie  in  bet  jaair  1690. 

Paos  Oimmu  XUl  rtumd  ia  1T«5  toe,  dirt  er 
een  atMaderijjlM  teertdng  watd  sevjerd  tet  eere 
van  faet  Hrilig  &rt,  aaavaok^ik  aUetn  vooi 
Polen.  SpoeiUg  werd  deM  men  algemeen  en  door 
paos  Püa  IX  wtrd  itt  1856  tM  6ee«  tint  de  ga- 
noele  keik  uitgebreid.  Bet  woedt  oevierd  op  den 


Trgdag  na  het  octaaf  na  bet  B.  SactamenMeeat 
d.i.  de  derde  Tiö«kg  na  Kaketeren.  Er  bestaan 
verediillende  btaedeiecfaapDen  en  religiente  ge- 
DootMtMoen  oodei  d«o  titel  vm  het  H,  Hivt 
o.  a.  de  Hiiiionarissan  vao  bet  fl.H.  door  Okeea- 
Aer  u  ISM  to  toontat  mMk,  i 
Hik  gMdgekeani  Deae  ptjgianirat  hcAüteik 
datted  een  bma  te  1» 


paoae. 
teNa. 


g  en  Ie  Vtfy  (OeU.). 

__. it  men  in  de  Oud4«a- 

«etenaAap  da  voorechrÜteB,  <ie  ds 
lern  vormen  VM  Lerüieui  17 — ^26.  De  horfdift- 
houd  en  strekking  deoet  wetten  ie  bot  gebod: 
^  xoh  Jaiife  aaüg  üa"  in«t  looaeer  ita  den 
iMi  van  iedali|ke  leiBOeid  lia  wel  rn  de  beteeke- 
uia  VMi  TTJiblóven  vao  het  beideoKhe  vooral  ia 
godsiÜenMBge  gdnuiken.  De  Toorsdiriften  betref- 
fen decbahe  'vootal  de  piiecleri,  de  otten,  de 
feesten  ens.  De  overeenkomat  van  gedachten  met 
Exeekwi  ia  loo  ^Trool,  dat  oen  wei  Euekttt  voor 
den  edirnver  btervan  Iweft  «hooden.  Er  tija 
echter  tKA  belmigiijke  versohillen  met  fiieckiël, 
loodat  men  nMt  veider  kan  gaan  dan  de  waat- 
tdijMCtkiieid  vaetateBen,  dat  deae  vooiediriften 
in  ffxaekürs  itjjd  xfn  DeereeeciiFeTen.  De  betlig- 
heKfewet  vormt  niet  één  gwed.  maar  ia  Uijkbaar 
een  venameüiig  dmr  óta  aamenetellet  bijeenge- 
voegd. 

Halllr  htÜMTKlli,  flat,  noemt  men  «en 
voorateUing  vao  ^Arit^  ala  kind  met  «enige  ig- 
ncT  vewtaofan.  In  de  nMieleeawea  Werd  ann- 
vaokelgk  aireen  Jforia  algidweM;  ia  de  vyhienda 
eeuw  werden  ook  de  II.  Anma,  de  H.  Slnabtth, 
d«  H.  Joiel  en  de  H.  Johamuê  de  Doof€r  met 
Jforia  en  baar  kiod  tot  één  groep  vet«enigd.  De 
R.  Joul  m  steeds  «en  bejaard  mab,  de  H.  Johan- 
Ket  wordt  ala  kittd  vooigesteid. 

B«Ulc  Boonuolw  B|tt  v«n  de  Zhilt- 
■olM  natl*  ia  de  naam,  wefte  v 


2  tot  1806 


Karet  de  QrooU  d  _    _ 

kroon  (25  Deeendier  aOOVltet  Weat<Roo>ekw4ie 
Rjjk  had  heiiitenwdt  met  «t  cotdetecheid,  dat  niet 
de  Ronteiaien,  maar  da  Fniiken  de  oóperbeer- 
aebaopn  in  baadea  haddci»,  weed  dei^lde  weg 
gevolM  «kor  OUo  I  na  den  val  Ytut  bet  KaroUw- 
ache  keiacnrftap,  doonUeat  bg  neb  den  2deii  li^ 
braad  9a2  door  pana  JohmtM  XII  te  Bome  ab 

11 


DigilizedbyGoOglC 


TmUita  ItO0iU!9GnB  HUK  V'AN  DE  MJTTBCDS:  NiTIE— HES3f. 


Roomedi  kener  d«ed  kiaaea.  De  niin  tso  Room- 
selM  Rijk  Ueet  IwBUaii,  mndat  bet  denMweU  na 
«an  Ohiwtelqk  <Hei^)  wtirebteUed  tot  de 
meestedidde  vooratettn^n  der  JC<Mdemiw«n 
behoorde,  teow^  men  bet  labet  rRofnuoedw  Rgk 
raedB  «enmui  in  werk«l^biMül  had  lÊaetboawi. 
Aan  wi«  <l«w  beemcfaappg  to^beiboonte,  wei>d  uit- 
gadnikt  doQc  de  toeweging'  ,;nD  de  Diiitscb« 
nctie".  Dat  rgk  otnvatto  in  xja  biotU^  de  feo~ 
MnLrqlen  DiütMhlua},  Ift£S  en  BonEgoDiKl  en 
maakte  terens  aaneprask  op  de  MnnenHiitett 
orer  de  andere  Cbristeloke  rpeo  Tan  het  Wes- 
ten, een  BouT««iDtt«9,t,  wke  tiviiwena  dooi  Hco- 
gaijje,  Polen  em.  ia  <n1[end. 

Halllv  Varbond.  ffie  .^UtmtM. 

BelUCTsriüarliiV-   ^  CononiMfM. 

HallllT  Vuur.  ^e  FuuraanbwUer*. 

HeUmum,  lorna,  de  nitvHidar  der  borduur- 
en  d«i  kamnndiiDe  en  eigei^  de  ecfaepper  dei 
mechaiueehe  «i|HDoerij  «n  weT«ra  io  den  Blxai, 
dan  l'Idsn  FdmMri  1796  te  Hübkwosen  f^ren, 
OOtTSig  zipi  «fkhé^fig  san  bet  ContanaUtiTe  de» 
art»  »t  milier»  <te  Pu^s  en  kwam  op  2I-JMW0i 
leeltgd  aan  bet  hoofd  va»  «en  «pumeiij  te  A4t- 
HanD,  ^  binaot  den  tgd  van  twee  JMen  met 
10000  ^nJlen  wwkte.  En  1828  bedad*  hg  «en 
aecr  vemnftig  ingeriehten  meelianiadMO  weef- 
wbod,  die  Bch  tot  m  toe  gebandba^  heeEt  TRi 


weiktni^  «f  de  eerate  aariuding  tvt  dan  fnet 
^oed  f«TO%  «fvoBiiejt  atrijA  met  de  E 
tudoetflie,  wtU»  mA  toen  reeds  M  «eo 


gidA  en  taiene  nwt  deKèfhle  iiMiiwk«arigiiieêd  al» 
ae  naod  van  een  ervaren  borduuretei.  Later  Tood 
Heilmann  machines  ait  om  geweven  stoften  te 
meten  en  te  Toowen  en  wist  venbet^iogen  aaji  te 
biengen  «en  de  'vooiqntNnadHoe.  Herkwseifdïg 
boTimal  waa  ij^  kamnMiine  toot  wol  en  katoen, 
weudoor  de  induatrie  d«T  geweren  etolfen  een 
boo^  rhicbt  nam.  De  jury  iet  weMMtentountel- 
Eng  te  FSu^s  ia  I6S5  noemde  bsar  de  gewjch- 
tógste  BJrbvindiDg  op  bet  gebied  der  ^Mnoern  in 
de  voon^igMode  veertig  i«a«n  en  de  Soeiété  ifen- 
«mragement  pour  l'mdutlrie  naliotuüe  tetide 
bem  daarvoor  een  pr^fs  toe  van  12  000  fraoea. 
Hg  Otterleed  den  5den  NoTcoifaw  1S48. 

Hellprin,  Angtlo.  een  icDerikaanach  gcolooff, 
weid  jn  1653  te  Satnalja  Ofjbdj  in  Bongar^ 
g«boren,  trok  ov  driejüdffw  leeftqd  met  14a 
oudeia  naar  de  Vereenigde  Staten,  vevbieïde  laiei 
in  Qniot-BiJittM>QB«  en  bezoijlit  er  van  1674  tot 
1877  de  Rojal  SdMol  of  ISkttx.  Sedert  ISS!  wai 
bq  docent  óa  de  geotoeie  en  pailaeoBtologie  aan  de 
Aeaden;  «f  Noituraj  ScdeDoe.  te  Pbikdelf)fai&.  In 
I6S6  deed  hn  een  weteiiKihapoelöke  iwe  door 
FkMid^  in  1690  door  Iteico,  n  1896  «d  ISM 
nw  AJadn.  Na  de  ntbuelang  vao  den  Moot- 
Felée  beaocht  hij  in  1902  ibet  «land  HartBuqoe, 
in  1908  wend  b|j  benoemd  tot  boogieersai  aas 
de  Ya)e-Uiuversit«i{  te  NeW'HaTeu  en  deed  in 
1906  «en  reJs  idOor  <te  oerwouden  vao  QuTana, 
waar  hq  dooi  zrware  kootteen  wend  aangctiët  en 
de  fciwien  ran,  een  doodelijbe  zidote  opdeed.  HJj 
oveifeed  te  New-^Ten  den  17den  Jdli  1907. 
Van  lijn  talrgke  ^eediriftan  noemen  wq:   „On 


Sm  geogra^ieal  and  geotogical  dïsbtbnttcw  of 
MiÉDUÜB  ,  „Tbe  BÜDAlSleoncaieeadwie",  „IIm 
Mdogieal  evidenoes  of  evaÜBtioD",  „The  Betmud» 
laaide",  „PiineipalB  of  Oeokg;",  „AJaA*  and 
tte  ElMK&tre"  en  ,3fMit  Pd«  and  tbe  tiagedj  of 
Uaitm<[ue". 

HvUabTonii,  een  iteiteje  in  Btaeien,  ü^ 
oaai  de  Scfawabaoi  en  de  opoodmt  Eraüafaetm — 
NenienbeiR;-^iiTai  i.  WUU  an  telt  <1910)  13W 
iowoDere.  Vroeger  waa  hot  benMOMl  dow  het  in 
1132  gwti<dite,  »  1555  <^«efaeTen  kkMstea  der 
CtaterenSneer^MuaftKi,  waano  t^na  alle  Men 
uit  «te  gnMqke  Hmoen  .na  BohmuolUm  be- 
graTen  ï^en  tot  AOtnekl  Aekilki  <t  1486), 
eotDme«n  met  gnAnonooMnteo  van  groote  knnat- 
weaide.  De  Uooet«ïti«rk,  een  mooie,  kt  1il50  ge- 
wQde  niUenli^Uiea,  m  1861—1866  gerataa- 
reen^  beott  «en  ftiacfatig  gouden  altaar  met  edai- 
derden,  o.a.  vao  Mbreeht  DUer  en  Veü  Sloaa. 
De  an  1968  gebomd  kapel,  die  400  jaar  laog^ 
ale  bieibrovweig  grfvnitt  werd,  ia  miaaga  ge- 
reataareeid  en  tot  kerii  ïneerMfat. 

HeUsnrordanlnf  JOrdo  Sabtfy)  noemt 
men  io  de  CfaiMeGjb  dagmatiek  de  wgse,  waar- 
op de  meDsdi  door  €«ób  genade  ded  TefkrjM 
aan  het  door  OhrUltu  Tenwoneik  hol,  ahraea» 
het  gebed  der  Cbri>t«ljik«  gelootateer,  door  wm 
aMioeming  en  bchaitiging  de  menech  dat  be3 
verwerven  kan.  Ëerrt  godedecadea  van  lateren 
tijd,  wraak  Soummrlen,  ilitkdm»  «B  andeien 
bezigden  de  TÓtdmNing  ordd  mIvIu  en  verdeel- 
den deie  in  «eni^  tra^pea,  kag*  wette  de 
menech  moest  opkhmmeo,  ean  van  een  kind  dae 
tooma  >tot  een  anA  der  gvnade  en  voorto  io  den 
senadeetaat  tot  de  hoogste  TcflhneDbeid  op  te 
JÉfeianak.  Om  bet  godadieBstir  verioop,  dat  n 
de  èeide  leëietnfcken  van  de  boete  en  van  het 
recE>(v«ar<hgmakend  gdoof  gekgen  ie,  4e  onder- 
BObeiden  van  de  vienDhillencfe  tri^ipen  det  heil»- 
veioideH^aig,  noemt  men  dete  laatate  de  vendial- 
lende  aMtDeikrten  in  het  verloop  van  'a  meatebea 
■edelijke  -vernienn^g.  De  badendaagerfie  godge- 
leerdneód  gebnabt  bet  woord  /uUeverordetÓHg 
voor  de  godsdMnsIwe  voikomeabeid,  gelök  deae 
geopenhaard  ie  in  Oirüliu,  of  Toor  de  oeeooo- 
mae  vnr  het  Itounkrük  Ooda,  om  deie,  ala  de 
van  eeuwigheid  doM  Ood  vetoidende  en  in  het 
Obiieteindaa]  'verwieien^^  wgae  van  venoeiung  ' 
mert  Ood,  te  ODderaabeadeii  van  de  natnnronle- 
OH^  en  van  de  zeddgke  weirfdMdeiu'ng,  als  TOor- 
bereddaelen  tot  het  godsdienstig  bemistxÖD.  Ds 
DBtnarordeoing  i«  de  bron  van  deo  n^mrlQkea 
godadienat,  ~^  de  aedelj^  wenldotdetriag  die 
v«n  den  wettel^jben  gndadieiHt,  —  ee  ds  hoSsTCr. 
oidening  die  van  d«i  godnSenat  der  liefde,  loo- 
ak  deze  ia  bet  Ër&qgeVe  Teikondigd  wordt. 

Halm,  Van  der,  ie  de  naaan  ven  een  aaniien- 
Iqk  NederiaimMh  geahobt. 

fietm,  Anthon^  van  der,  een  sooD  'Van  Antko- 
ny  nm  der  Hetsi,  nehenniecatat  der  dDnnaan 
van  fioBsH^  en  van  Oatkarina  Bevnmu,  een 
nistaer  vao  óèa^  laadpensiooaiie,  in  1698  te  's.On- 
venhaffe  geboren,  wead  benoéand  tot  aeeretaiia 
van  de  GHMfiKtautsiekenkamer  en  tot  gr^cr 
det  kenen  van  Holland  en  n  1727  tot  eeu^etaris 
van  den  BaMÜ  van  Stat^  ale  opvolger  van  Siiaoa 
tan  Slingehnd.  Later  wae  hg  tbeaaiBMc-geneiaal 
der  Unie,  en  in  1787  werd  hg  raadpenKooaDa 


DigilizedbyGoOglC 


iu  BaÜÊoi.  HQ  genoot  bj}  iraoiMaiiiig  b«t  aJ{^ 
meen  TCitiuumaii,  «ik  ckt  oer  bniteoludMlw  var. 
sten.  Voord  de  koDang  tui  F^anÉijjk  me  bem 
un  flOKgen.  lo  1745  nwrdie  For  dêr  Hefm  be- 
kngrpe  DufcriiauMiiieair  met  atiU  De  la  VOle, 
Bmnbi^  koit  dan  oorïog  «wt  FiMib^  ni«l  &t- 
«cndeD.  Hq  nmdsed  den  ISden  Avgö^oB  1746. 

Hrim.  7i>ft(m  Adriaim  van  der,  utKr  mr.  Jo- 
lm  AtHaa»  vim  der  Heim  van  Ihnwndike, 
«en  Nedertnrisoh  ataataiMn  en  aehterkMniMm 
«H  den  Tooneuade,  den  15den  Jannari  1791  te 
BoHenlBin  octmien,  vIoAtte  in  1795  met  j^b 
Onajeaednoe  coden  nwi  Bi>emen.  In  180S  wCTd 
Iqj  ■tadeBt  *ui  de  Msdeniie  te  L^deu.  Id  ISIS 
bö%  >net  bet  wduyMo  eener  dlBeertatte  Int  bet 

'  ~^  Tan'  bet  doetonMt  ü  de  letteren,  ont- 
f  ttevd  «Ie  gsHle  «ÏSMmneor  op  te  komen, 
wiüom  bq  lidi  iMMtte  bet  ücencifMt  in  de  lech- 
ten  te  Telingen..  Dugs  na  qjo  pmtnotie  treid 
hg  door  geMtinDen  naar  '«.GraTenhage  gebFaeht 
CD  Tcrder  «pgesMMfco  dms  Ifett.  Toen  ecfatw  de 
OraBJeriag  t«  'e^OtareEdia^  weder  wsfjfiende,  de- 
Miteërde  Van  der  flrim  met  een  inner  krünmak- 
keit  orer  Ijnjentaig  en  Bmaed  naar  Rotter- 
(tam.  niiabte  als  ondïnrffiner  den  rfag  van  Wa- 
teilM  mede  eo  veatifide  zidi  im  1816  ak  wfro- 
eaat  te  Middeümig,  waar  bg  tetmtt^nie  rechtet- 
pUatererraoAeT,  ü  1S21  ODtrranger  der  regiMra- 
tie  en  w  1^  giiirieT  dn  Staten  ran  Zeebmd 
ven^  iHikie  betoettiog  bg  «akraani  tcrt  in  1843. 
Td  IMO  «as  hq  afcenwnfigde  naar  de  Dubbele 
Kamer  der  Stoten-Oaoeraal,  en  toen  in  1848  bot 
«oontel  Tan  Roehveien  brt  ooHTeraie  der  rtaate- 
MhnUeo  T«nror]>en  werd,  trw)  Van  der  Heim  of) 
de  mbiflter  Tan  ^Fioaoden.  Hij  bekleedde  gleehfa 
4  maanden  dra  beta^Ung,  want  ook  ijjo  TOor- 
Meloi  tot  het  heffe»  eener  4)eiaeUng  op  de  ren- 
ten, jaanreddeK  ent.  -ronden  geen  èiJTal.  Terstond 
we»  lm  benoemd  tot  Ud  tm  den  Baad  Tan 
9Me,  óodt  TerwneeUe  <fit  anbt  in  1844  met 
dat  van  goavenMor  van  ZnüSdbiKt,  terw$ 
«dl  in  1846  tevenc  gedurende  S  maanden 
toterim  met  de  portefeiüHe  ma  BimienkndMhe 
Zaken  zag  be&ét.  Zgo  vooifoopige  beDoeminf; 
werö  niet  in  «en  defieÉtJeTO  ï<r»»derd,  omdat  hij, 
boe  eoMerralief  ook  én  Tele  opzLidiiteii,  sedert 
1943  irraebtelooe  «andMng  «f>  een  RTondwetsber. 
liening.  Toen  de  faning  er  eiode^  in  toeet«ni- 
de  en  Pm  Hall  jn  1647  de  port««et^Be  van  Pi- 
Tmaatia  oederlegde,  werd  Van  Rappard,  lid  da 
Eerste  Kamer,  aangesodkt  die  te  aanvaarden,  en 
deie  atamde  toe  OMer  Toorwaarde,  dat  Van  der 
H»im  muMer  van  fiinoealandaebe  Zaken  zoo 
wndeu  Dit  ^eeétéedd^  en  allea  werd  mor  een 
KTDiidiwetAMïKniag  m  gereeAetd  cebraeht,  toen 
3e  bovdbig  Taa  WiOeiit  II  in  1848  bet  mlnttte- 
Tie  tot  aRraden  atx^te.  Van  der  Heim  bleef  na 
gedurende  een  t^d  anribtelooa  en  trachtte  nnttig 
te  sijn  tia  emator  dec  LeidedH  Academie  en 
Tooial  ook  door  de  benndering  Tao  de  behagen 
der  tKMl»iiw4io)oDie  Nederkmdech-MeljtTB;.  In 
1853  werd  h§,  b§  den  val  tbu  het  min-ieterie- 
Thorbeeke,  weder  tot  «(HnnMeearia  dee  EomngH  in 
Znid'Bdknd  benoetml  <H^  bed  bö  zijn  optre- 
den ala  eommjesaris  de  Toorwaaide  geateM,  dat 
hg  ^  ambt  xm  mogen  oeerlegKeii,  loodra 
ooH  weder  een  mkoBterie-TAorbeefce  aai  bet 
hoofd  der  taken  kwam.  TmmweDB  toen  TAor&«e- 


fU.  163 

ke  jn  1662  bat  bewind  ia  banden  aam,  vroeg  «n 
TMkreeg  Van  der  Heim  eenrot  ontdig. 

De  kxmiiig  kende  aan  Van  der  Beim  den  titel 
toe  TSo  baion,  en  de  Fnmiieiale  8taAen  Uetea 
een  meduHe  elaao  met  qjm  beeHtoü  en  benoem- 
den ban  tot  lid  der  Kraste  Kamer,  fijer  rwaa  hjj 
2  kaï  weikzaam,  waenui  bjj  agn  ontdoe  nMn  om 
Tedenot  Taa  ^aoniSmi.  E^  overked  den  ISden 
Oetober  1870. 

Heim,  Bendrik  iaecb  van  der,  baron,  tweede 
BOOD  >Tan  den  Toovgnndie,  een  Nederbodeeb 
BtAatenuu),  den  Idden  Jaonarï  1804  te  Uidd^ 

buw   gril 

vui  de  Eerate  Kamer  en  in  1<s!i7  i\ 
het  Laser  Onderwas  m  Zuid-HidlandC  terwgl  hq 
ld  1864  g^own  werd  tot  bd  van  Oedepwteodto 
Staien  ia  döe  pNviode.  In  '1874  betastte  tq  «eii 
met  de  portefeoiHe  vao  Faaaneifo  ui  btrt  tweede 
mindaterie-fleeniekark,  met  w>dk  kabtset  bö  af- 
tnHl  den  laten  Nonmber  1&77.  Na  dien  tyd  neeft 
hg  ffeen  openbare  betfdcUsg  meer  bekleed.  Hjj 
orerteed  den  ISden  Pebiuan  1890  te  notenee. 
Van  sjjn  gcMbrilten  «temen  wy:  „leta  over  oom 
Beheepvaanhrctton"  (iSSO),  „i)e  bnipbuik  ens." 
(1850),  „Aaateekei^iwen  op  Jtet  wetaootw«p  tot 
r«dij«  Tan  bet  l^delbaar  ODdarwüa"  (,f««S) 
en  bet  oivraitooidé  „Het  uebaef  Tan  den  raadpen- 
«tonaria  fleaneine"  (1667— 1880,  3  dk.),  .^eke- 
tiog  «n  leening"  (1878),  ,J>Gnao(iSe)e  aaotoeke- 
iwDgen"  (1878^  en  „Fimantied  ataaUbeMd  en 
belütJagbervoHiwng''.  Daannboven  leverde  hg 
ondenoKklen  eMnen  ki  „De  OJds"  en  in  het 
TgdedurMt  «an  Prutn  en  De  Boer  over  genenge- 
nieweien,  ondwwljs,  Ixlastic^D  eu. 

■•lm,  Emaf  Ludvig,  een  Ouitech  getwea- 
kntxyge,  den  2Mita  Mi  1747  te  Sofa  in  b«t  ber- 
togdom  Sakaen^llMingHi  gidbeceo,  waar  i^n  Ta- 
der,  Jahamn  lAuhmg  Beim,  de  iiitK«v«T  der  „Ben- 
neber^be    Cliiomk"       (17«7-l777)    m   1785 

rieed,  beioeht  a<Meiee     *        "-■'  ' 

Inéfleen  en  de  noirenn 
bet  Teiujjgen  van  den  doatoraraiK,  een  weteo- 
■clMpfielük^  reia  door  Nootd-Duila^aiid,  Noder- 
land  (waar  hjj  genomen  i^  te  Leiden  rwtoefde], 
Bticeiand  en  Fnuribijk,  -reetipk  si^  «erst  te 
Berlijn  en  daarna  te  Spandau,  docb  keeide  in 
I78S  naar  Bwijjn  terug,  waar  hij  in  1790  tot 
geboim  Horraad  'beooemd  werd.  HÜ  h»i  in  Ber- 
ma  een  mt0elK<eide  praotnk;  jaar)^^  behandelde 
bO  8-  of  4(KW  behoefti|M  Ipdcn  gratie,  Teratrdtte 
ara  Teien  Tan  ben  ooMratenning  en  genoot  te- 
vani  ala  arts  bet  TentnmweD  nu  bet  Koninkljik 
Hoie.  H^  OTorieed  den  Ifiden  Sqitembet  1834; 
lijn  „Veimiflehte  Sebiiften"  weiden  in  1836 
door  Paêlieh  ia  bet  MM  gege««n.  Hij  was  de 
eerste,  die  Ie  B^^n  de  koepöklken  inentte,  ter- 
wgt  bü  ricb  qweiaal  to^e^  vp  de  keoma  der 

Helm,  tgnat,  een  ^lütuntlt  mueiaue  en  eom- 
ponirt  van  liedeieai,  den  Tden  Haait  1818  te 
RendKn  in  het  Kwarte  Wood  geboren,  werd  ia 
138&  opvolger  ven  F.  Abt  ala  masiek^reeteur  te 
Zorieh  «n  maakte  ziob  door  vertbetering  vsm  bet 
rotkagemng  seer  Te«<dienAt«4qk.  Z^a  talrgke 
Tolkamekidieen  worden  in  ZiwHhutaohland  en 
ZwttaerUnd  aAgcmeen  ^aotwen  en  «ia  bmiddB 
tiederen  bwattm  leer  populaire  langen  voor  man- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


„  I  knw.  In  lfl62  m- 
sobeeu  lijst  'veczuoeljiig  Tdkdiedaran  lom  mu^ 
iHiili«ac  im  1666  «oor  gemengd  koor  en  im  1867 
¥<M>t  mei^jee-  en  immraiAwr,  en  bg  eUt  nw  dew 
bjj  Iteifaahi^  nitgqnven  bimMs  Toegie  fag  later 
•en  4n(«e(i«n  buada.  Hg  onrleed  dea  Sden  De- 
oeoibei  1880  te  Zurich. 

H«lin,  Alberl,  een  ZwiMwmwh  geoloog,  den 
laden  Apiit  1849  te  ZaïiA  geboren,  etodeerch 
in  Mpt  g«boorteBtad  en  i«rT<riDenB  te  Ber^ji^  «•- 
tigde  i^  in  1871  »h  fOfvMoeuiA  «ftn  de  pol;- 
teehniaebe  acliool  te  Zurich  en  werd  in  1878  pio- 
fenor  «»  die  iDTiabtiog  en  ia  1875  tevens  bni- 
tengewoon  boogHeemz  hu  die  luarerntcat  «Mmt. 
SëSai  1"""  ■    ■ 

missie    i_    _   ,    

der  nfttannKteiiiduepdvk*  tHaeUog  en  iu  de 
geohwiMbe  -««caMneEnMn.  Is  IWl— 1902  be- 
«Mbt  hij  Niewr-KedMKt.  Voonl  <de  «tadie  tan  bet 
booggebetgte  en  diene  ^btadten  beeft  ved  un 
bem  te  dMken.  Zgn  nm  pei  tnehttxütoii  dir*» 
o*eï  de  Alpen  wu  d»  Mnte  toAX  n»  «ien  utd. 
Bdutm  ODdeiMiieideo  opiMka  io  tvdsehrilten 
■direef  hij:  „Der  AoribiwÉi  det  Veea*e  i«  Aihü 
1872"  0673),  „UAef  eioMt  Food  m»  der  Rem- 
tieneU''  (1874),  „U«bei  die  VwwiUerang  im  Qe- 
bine"  (1879),  Jbk  EMMno  n^d  tknu  Beob- 
MdinDg^  (1880).  „Dal«nndMii«en  Ober  dm  Ho- 
^MJemae  dei  OebirntNUnng"  (2  dk.  met  atlH 
1878).  „Ueber  BemtfrwMlSdS),  „BanMmdi 
der  QM«dieifaiade'^(1885,  2de  drak  door  Oram. 
«ter,  1014),  „Die  Qaean"  (1686).  „Beitrim  inc 
getdogteehen  Eute  dW  SdnNM"  (1890),  .iOet^ 
friedte  lUnnien  <|iiw  dunÉt  die  Mlidien 
Sdtweiier  Akten"  fl8H)  mi  met  Mmrer  en  Sfiïe- 
terJHt  „Die  Fdift  dwr  Weg»  IH>et  Alpen  und  Ju- 
ra" M898).  Ock  beeft  bjj  lidi  jegen  bet  onder- 
wijs leer  TenXeDcMgk  gemaakt  door  bcA  mtge- 
'    '    '  e  relitkaaiten  en  tad  paoora- 


,    :   tenoie    der    „Heimat", 

i.  der  gebooitej^ala]  ia  d«  Dnitedte  beoMning 
■»ot  bet  «nderwóa.  dat  aU  'voorlooper  vaa  bet 
aaidrybiwtdig  oiideFwiji  op  de  lagere  edioel  n 
te  beMKHiweik  Het  «nntt  «ebter  meer  dao  het 
onderwjia  in  de  aMdnjfcakiiuidwe  ge*teUb«ad  tu 
de  woonptaate  en  haar  omgeraBK.  daar  bet  adi 
ten  dMt  stelt  beide  m  «Ik  ofiid*  de  doen  ken- 

HalmlMOh,  Sart  Wüktlm  Snut.  een  DnitMfi 
retMegrieeide.  den  aBatu  No«embet  1603  te 
MeiMDuig  gdboren,  beaoebt  de  OMfereiteit  te 
Leipsie  en  prouofieeTd»  aUnr  in  de  rechten  üi 
18Q6.  Beech  w  1638  weid  hg  hocgtaeiw  te  Je- 
DA,  la  1692  VA,  Mei  -riee-pré^deat  van  bet  Hof 
Taa  Atjptl  en  oretleed  éUmt  den  4deD  Juli  1865. 
Vaa  aan  geachriften  noemen  «n:  .,BaBiUeonMn 
libij  LX"  (I8S3— 1897,  7  dBn.).  ,J^(4)ueh  det 
pailikirfaren  Priratoeefata  der  zu  dem  Oberappd- 
tationOBeruMien  m  lena  nitd  Z«fbet  TereÜMglen 
Uode?'  (1848—1853,  2  dln.),  „UMneh  dee 
BiduMdiea  bOigerlidmi  Proaeasea"  (1652— .ISei, 
3  dbi.)  en  „Jariflliaebe  AUiaodltmgen  tind  Hechte- 
lille"  (I847-.I867,  2  (to.). 

BatmAodi,  Qtnia»  Snut,  een  Joiiat  en  broeder 
tan  4»  vooiMande,  den  lOden  Novecdbei  1810 
te  Leinzig  gdboren,  stadeerde  aldiar,  veatigde 
lieh  ak  pmraMtdoeeat,  w«id  ar  in  1840  ' 


tot  buitengffwooa  ttoogieeiaar  en  OTerleed  4oa 
24sten  Januari  1351.  Hij  schreef:  „Anecdota" 
(1888—1340,  2  dbi.).  bewtUode  bdiqke  recbt»- 
bronoen,  op  een  r»  in  18S0 — 1834  ia  Fraakrgk 
en  ItaUi  Tenamdd  ^  bewerfcte  Toorta  een  lüt* 
gaTe  Taa  het  ,4Qthentio)mi"  (1846—1351, 2  dln.) 
en  mi  het  „Miirmaifi  tegnm,  aire  Hinabilbhis"  van 
SarmeaopoulM  (1651). 

Halmlnirr,  W.  Zie  Bekreni,  Berlha. 

HalmdAll  ia  volgena  de  Nooncbe  godenleer 
de  BOon  T«n  9  suten  en  htfwwmit  dm  bundit 
Hemiabiug  nat»  de  biw  BifrUst  fden  regen- 
boog), lai^  wefte  de  goden  nch  Mar  de  aüde 
cl  wihier  naar  bon  bemdKbe  nlenbegcnwi,  en 
hoodt  aldMt  de  wadid  tegen  de  Tgaodige  ren- 
len.  Hg  ■laaptnogmÉBdctdMieen'TOgd  en  liot 
bg  dhg  en  bh  juunt  100  mflen  ita.  Ook  ia  sön 
gehoor  loo  aoietp.  dat  hg  het  gna  op  de  weadên 
Ml  da  wok  op  de  adiapen  kan  hootoi  gvoeten.  De 
klank  Tan  qjn  toowrinon^  gjaUnkoom  ge- 
naamd, AÏDgt  door  M  aan  de  veiate  oiteincnD 
der  wc^eikd;  en  hy  rgdt  op  een  «wUoopend  paard, 
hetweBc  den  naam  thl  gotitot  0Ht  gouden) 
droigtt.  mdM  baar  en  manen  wn  door  een  goa> 
den  gkna  ondenobeiden.  Hg  giiK  eena  ah  Bigr 
aau  de  aavde  en  «tiefatite  «r  n  £««  ataodeo  dét 
(Hrnyen,  Tr^eD  en  edden.  UrimdaU  ia  de  god  lan 
alle  MgMt  en  doe  de  itegeneteUing  van  Loki. 

Halmwcfl  htotUAgia)  ooemt  men  een  ateke- 


bemdlgd 
hiUadöken 


„._ .      Tad»h»d  d  den 

hilinnlyrn  baud.  Zg  kam  Tan  ió6  enntjgen  aard 
worden,  dat  de  tpjjvfectMiog  of  eodere  foMtiet 
Tan  bet  lidiaim  er  <nder  Ijlden,  ja  daA  een  big- 
Tende  ganoodwïetrte  (tn  den  Torm  Tan  mdu- 
cheüe)  optreedt.  Bg  MaHtigeo  graad  vau  bdm- 
-     "^  *-'    '    -^^    •■-  n&ÏM,  tei     ■ 


panmMno 
laag  pea 


vallen  hdpt  aeet  dikwglB  al 
geadadtap.  Qndn  de  berwDuere 
BcUHende  tanden  nudt  a»a  er,  die  tn  den 
door  faeimRree  wonden  aangetast,  vooral 
>f  VoIkUmmCi,  -ndtie «peen  betr«kk^^ 
van  beadkaving  ata&n  en  gewend  ign 
een  eeomHidige  knenvwiiae,  terwj^  ijj  lidi 

Knaelüv  in  ometandigfaadea  aien  gephatst.  wd- 
Tan  de  vooimaige  aaamttltel^  teradiiUen. 
Het  grootate  gewar  voor  bomwee  rindt  men  bg 
kindnea  in  de  pnbMteJtajaien. 

H«lii,  Piefer  Pietertioon,  gewoonlijk  Piet 
Hein  genoeood,  een  Nederiaodadi  vlootvoogd, 
werd  in  157S  te  DeUduven,  uit  gerange  oodeia 
geboren.  Hy  kooa  bet  leeounabedrgj,  oaderaobetd- 
de  aidi  door  dappeibeöd,  maar  werd  door  dt 
Spaqjaarden  ««migen  genoinen  en  wreed  módian- 
deld.  Nadat  bg  «enigen  tgd  aan  de  roeibank  van 
een  der  galeien  -van  SpMoIo  waa  gekhiiBterd  ge- 
weest, ii6tó  b^  uUgêwlBBeU  en  voer  tuKcben 
laOB  en  1617  te  biap>vaMdij.  Hg  won  deaimede 
een  aaoaieal^  vcraxigea  en  wend  Iqj  de  oonA- 
ting  der  Weat-Indiaehe  Maateehappq  tweeoe  be- 
windbabber  voM  iBoiteaxlMn  en  *n  1623  viee-ad- 
mtraad.  Op  een  todtt  naar  Amerika,  veroverde  hü 
den  Seten  Ud  10^  San  8*h«dor  in  de  AUet- 
heiUgenibaai  en  werd  in  1626  tot  aikninal  on- 
der opperfcevel  van  Botuet  Hej/tu  bevorderd.  Hjj 
ontving  bevel  lich  nwt  dezen  te  vereenagen  ea 
tegen  de  Portngeeoen  te  atrgden.   Die   vereeoi- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


;  iiftd  niat  phate,  dodi  fai}  Ueet  in  Me  en 
1  RaaTKl  op  de  sehepc»,  <£e  in  d« 
1  u^er  lagen,  een  fjerwiagde 
,  dokr  MHkr  bet  geedmt  w  lorlen 
>i-PoaitiigwB(lM  Tkot  Tw  36  «dunen 
kg.  Doeh  boeird  eledrtt  S  i^ner  etttepen  den 
men}  der  baai  bonden  pMseenD,  Tenyrerde  hij 
met  bnlp  th  weÜKcnmnde  boot^  «et  ntindw 
du  23  met  bnrt  bekaden  eehepen,  leiMe  }uigB 
de  koat  nn  iBrvrilil,  nam  ol  T«rt>randtte  nog  fi 
Tiartnigen  en  twreiUe  mrt  tnerUee  tu  bÜmMa  S 
iniier  MbMMii  bet  •nderUad.  In  1628  met  een 
itoot  lan  24  Khapeo  uMpweiid,  natfTCJde  bg  in 
de  tiaai  vaa  Ifataneas  bg  Cuba  de  ryk«  Sps&n- 
Mhe  ZürerAwt  en  bracht  haar  bdiowien  m  de 
NedecUadadw  bvmiL  Bg  bet  beri«fat  van  de  aan^ 
komat  «lieT  aduitten  güg  een  gejuidi  op'  n  bet 
Mbeele  laöd;  de  Staten-Oenerud  Mhrerea  een 
mnk-  «1  TCeogdeAe  oit,  en  de  dafipere  admi- 
nwl  wend  dom  staM&ooder  frederik  Hendrik  U 
gut  gtmmfigd  en  Test  'a  lande  wege  begiftig 
met  een  me^^  aan  een  gnrien  ketoB  Taetèe- 
beebt.  Voor  ij»  aandeel  JB  den  bovt  kodtt  hg 
HQ  bnie  te  DoH,  om  «r  ign  tnerige  Inenedagen 
rottig  door  te  t>teiigen.  Het  Tadernod  edtter  Tor- 
derde  agm  fcraohten,  en  m  1926  werd  bjj  io  plhats 
•u  Wüietn  «m  Siumm,  die  bjj  QvA  gemeiiTeU 
na,  tot  liiiUiiMti»<  ihHliirt  van  HoHand  aan^ 
■t«ld.  Reeds  io  Hef  etiA  )iq  in  zee,  «n  de  Dam- 
kerk«n  ite  .toohtigen.  Dtebt  bjj  de  banen  biumei 
ilad  «ntaDoette  i^  3  taperedKpen.  Uoedig  daar- 
been  itovniwiui  ootnnig  hg  de  ratle  laag,  irerd 
door  een  kogd  in  ma  aawuder  getrorfen  en 
■tierf  den  bddendood  (20  Jooi  16^).  Wel  be- 
Tocbten  de  ijpen  een  gJaoar^e  orerwinntiig, 
KMuu  bet  grfieele  Tad^and  dcoeg  rom*  ener  den 
dood  tao  den  vloot*oo0d.  Zgn  Igk  mnl  i»  de 
Oode  K«A  te  OeW  ter  aarde  bealeU,  en  de  Sta- 
ten daden  een  pgaalgtwl  bowoajitt  i  uwlirtaaJa  Ter- 
rtiien.  I^tar  weid  te  De^Mkaren  een  etandbeeU 
TOor  bem  flfgeriebt.  Men  meent,  dat  bet  hopeieiB 
der  leht^eii  bet  eerat  door  bem  ii  ïngeToerd. 
Zeker  is,  «kt  PUt  Hem  Teel  gedaan  bent  TOor 
de  KeofgéaMaÜe  der  lioot. 

Helnoke,  Friedrieh,  een  DnitBch  dfericnn- 
ifige,  den  6den  Jannaö  1652  te  Hagenow  gebo- 
ren atudeeide  te  Sbtbotk,  LeipiiK  en  Kiel,  *e«- 
tigde  xieh   in   1873  aia  pnhaatdoeent  te   Kiel, 

'  g  ia  ISIO  ah  leeraai  naar  OMeiilmrg  en  werd 
1SB2  hoogleeraar  en  «^icoteiH  Tan  de  naeai* 
geaüdble  ItonioÉljjke  ,3k)}(«isebe  Anttakt"  op 
fUgohad.  Sedert  1875  attUe  bjj  weteneAappe- 
lijke  ondeisotÉingen  ia  omtrent  de  Noonl-  en 
Ooatiee.  fin  adireef:  „Die  VaiMMen  des  He- 
liM"  (ISre— 1682),  4>ie  nntAaran  Time  der 
Dtmiieben  Meere  nnd  die  BediognBeen  ibxia 
BiiMeDs"  ilSaZ),  ,J)>e  PiadM  der^nee"  0«S4), 
„Natoigeadridite  4ks  Heringa"  (2  dk.  1893}. 

Hsln«,  Sabmum,  een  venkienfltelgk  biHger 
Tan  HaoKKii^,  in  1767  te  BannoTer  geboren, 
«aa  een  won  tm  onbemiddeMe  hnêhetiMhe 
ondere.  Op  17-ieriMleellöd'b«^hgiklLmet  16 
groadun  naar  JkarÉnrff.waai  lüj  aannokelgk  tooi 
■odnran  wneada  inToiderrde.  W«Un  ncbtrte  hg 
met  een  wieadmaJiriaai  een  kantoor  op  en  zette 
dit  bedrnf  Mer  aUeen  yooit  tcA  in  1797,  toen 
hg  met  Hetuchsr  een  buLkiereoaA  begon.  I 
door  tagde  bj}  de  grondalagen  TOor  ign  lateren 


ra 


16S 

rj^dotn,  aoodat  tig  in  1818  met  een  kapilaai  van 
meer  cka  1  móUióen  thaier  een  edgen  boia  kon 
atübten,  dai  bjj  tot  aan  ign  dood  bestaoide. 
Door  ign  geld  on  xiio  erediet  hidld  hq  na  den 
brand  Tan  2  Mei  1m2  de  Hamburm^  beara 
tttmaie  en  «teUe  ooganaagd  Va  o^dLoen  ibaier 
Ut  bneülikiiw  iMi  bet  stedéüik  fceatoar.  BSi 
oefende  inUMigbeBd  <■)  groote  «'  ' 
te  oia.  uit  eigen  middeden  een  i 


etgen  i 
behoeftige  leraSlieteD.  Oot  ondentemnke  bg  sgo 
neet,  den  diAter  Heivrieh  Heine  («ie  aldaar), 
NnaodBed.  Toen  men,  nat  aohtiag  toot  inn  p«>- 
sDon,  bem  «iMè  vigitdlen  tm>  de  drnkkende 
tasten,  die  te  Sand)aig  aan  de  lerafitioten  im- 
den  opgelegd,  weea  hg  mfts  tsb  de  band,  betui- 
gende, dat  fa^  geen  Tooireebten  Totaigde  bomn 
vga  gehelngónooten.  fig  orerieed  den  26eten 
DeaeitAer  ISU,  en  bot  Ue^,  ikt  hn  aMt  TeraeUt- 
lende  instefliogen  tm»  HeldadigbeM  te  Bambvrg 
leSOOO  mMtTbuno  TonnasÉi  bad.  Ook  bad  hn 
allen,  die  hem  mjadei  dan  400  mwk  baneo  schiu- 
dig  waren,  ug^wleM  Tm  betaüog. 

Hein*,  flemneik,  een  DnitstAi  ditbter,  den 
ISden  Deeentwr  1797  MKeea  anderen  in  1709) 
te  DOssddorf  gdMKn,  waa  eea  «oon  van  onbe- 
middeUe  «ode»  en  een  neef  Tan  den  Tooigaande, 
bg  wien  bg  «oigen  tgd  wei*aaaoi  was  op  diene 
kantoor.  Later  «tndeeide  hü  te  Bchm»,  Berlgn  en 
QMtingen  in  de  redrten  en  omk^de  in  1826 
den  Ofartetel^^eo  mfadieiMt.  Na  dien  ^  wooo- 
de  hn  bg  afwiaeeMg  Toont  te  Hambmg,  Beri^ 
en  MOnohen,  dodi  feooff  vm  de  JoUomventeNng 
«ader  den  iinloed  T*n  alleilei  tekenr- 
ia  1681  Paiüe,  bet  brandpunt  tsb  het 
I  in  die  dagen,  tot  ign  TeiUgfplaata^ 
iBoT  vjkUe  bg  atb  aan  ign  lette^nndign  mtk- 
nambeden  en  waren  de  t^aorsteUhigen,  efa  m- 
t^  eener  oiigiiidkige  Üelde  toot  igne  nicht 
Atni^i»  Heiiu  en  Mer  voor  haar  jongere  meter 
Thveae  Tan  den  gTOnbrtea  torkoed  op  ign  dkh- 
terl^  onMkkdbg.  Zttn  iTriMui  ooMnaaHnin- 
gen  Ibernaten  gvootendeela  daarop.  Hotwrel  bQ  od 
en  dan  heimwee  naar  Dniteehkiid  gsfoeUe,  be- 
zoeht  hg  dit  rfedita  <twee  m^n  (tierfat  1843  en 
KiOMr  1844).  Daar  én  Oeoember  168fi  door  be- 
ebiit  Tu  den  Boftdsdig  atte  geaefarifien  Tan  bet 
„Jonge  DuMsddfuid",  waartoe  ook  d«  tgne  Mte- 
kend  werden,  Teiboden  wwden,  geraakte  bg  in 
linaneifiele  moeüqkbeden  en  bettood  ign  inko- 
men, hdtalre  wit  een  jaaivdd  hem  door  lünoam 
Salomon  Heine  (ne  aMenTl.  den  vader  mn  Ama- 
lie  en  Thereie  toegekeoid,  Tae  1880  tot  aai>  den 
Tal  Tan  het  minaterie  Óuaot  kt  1848  hoofdaa- 


steUuigeo 

LtbemUgoi 


by  keikel^k  gdmwd  met  de  mooie,  goedhartige 
Ml  kveneraBtiM,  dodi  TFeéxig  beadMatde  Bugéiu» 
Mirat  (oTeiMen  den  19d«n  Pebniari  18i^  ts 
Paeey  hjj  Parj}e),  dodi  nn  dh»  t^  leed  hH  a«n 
een  raggenter^Awaa^  die  geenesks  de  frieaiMéd 
en  kerendighMd  Tan  ign  neat  TerdooMt^  maar 
wj  lö»  g«aoad  TeibiHerde.  ^  overleed  den 
17den  Fotmeii  1656  te  Parna^  na  een  jarenlaiig 
mMMd  fde  Jf  atrataeivmft'^.  Op  Hcntmaitie  te 
Parjia,  op  Korfoe,  te  New-Toik  en  ainda  kort  te 
HMnbnig,  ^  stamdbeeMen  TOor  bem  <q)geriebt; 


DigilizedbyGoOglC 


ITBIN'B— HBIMEKKEN. 


in  Daitsddsnd  wddea  iwsehlleiMk  aUóea  duu- 
to«  geen  toeetemnniK  T«i(eeiieii. 

H«mt  hetB"*^  zga  Uit«i4cunidiR«  loopbaan  met 
ót  wtgave  Kjfm  „Ocdichte"  (1832);  Wt  dwi- 


.  ign  tveurapeleD  „ 
,3>il<^ïl">  4^  faoewel  Wig  ondei  lieD  imloed 
<I«T  «nüótwk,  getiogaHB  0B*eu  ma  een  ooi'- 
eptoakei^  ttitnA.  Orooter  toem  T^^eil  h^ 
MÉrter  door  d«  «ersl«  ibw«e  deélea  den  ,4^daebil- 
der"  (1826— .1627),  «Bwop  twM  taóax  deelen 
vojgdea  {ie»>~I8»l).  Ibt  weik.  vudn  de 
dwaMÜMkfea  en  TCKuooDdNitcD  der  DoitMben  op 
de  ^^oestigrte  w^  gdbcladct  mwden,  buide  groot 
opneD  en  Tcvmof  bj)  wiaa  «en  lemndic^  bij- 
til.  Voont  ock  ridea  de  geduUr»  ia  <fcn  anuz, 
iTClk«  I14  ondar  d«a  saam  Tia  „Bndi  dei  Id«det" 
(.18&7  eu.)  tet  een  bundel  TeiumeUe.  Daarop 
ralMden:  „KabUoif  fbet  4mi  Add,  in  Brirfen 
den  Gnfen  U.  wn  UoUfce"  (ISai),  .Jtcètrige  i 
OeBcÜcfate  der  neoKii  «diOnen  LÜntnint  in 
DentsdUud"  (2  dÉ&.,  I«3S),  „FmnoflaKhe  Zu- 
tOode"  (1893,  in  de  „jUkwMiae  Zaitung"  g«- 
plaaM.),  ,J)ec  Salon"  {4iSn.,  Me  ihuklMO— 
ISai).  ,|»e  lomuitiMbe  SdxAi"  (183S),  „8b)Jc«- 
^Msne's  'Haddten  wad  finnen  mit  ErlftuteriHi- 


t  Sduitfan"  (3  dhL,  1854)  bentteo 
„Q«sCindowM"  eo  ^ArfcAü".  De  «oivte  n^ien'e 
ijjiMi  goimen^ke  weifcen  TciaÉKen  te  HiuD- 
bnrg  M  31  deden  (IfiSl— 1806),  de  beste  oriti- 
Bobe  'oHnTe  is  dfa  laa  EUler  (7  db.,  Ldpng 
1887— JSOqi  met  ftiocnafie,  ödttdu^  «1  uatee- 
keaiogen.  BHbuUefijk  -weidMt  ^n  verten  ui 
TT«aoKle  taJteo  «fMMmebl,  tMt  ia  hot  Jftpaaeeh, 
en  «afmtiw^ifeld  ia  oq  in  bet  biütenlaitd  de  meest 
bekaiide  «n  meeat  fofndaine  DnitedM  di«bt«. 
Zgn  .^MenUBicDf'  -reiKbeMD  gededlel^  im  I€S4, 
het  avertg«  ia  iMaradraii^  veiloreii.  Hmê  Daf- 
fi»  bcKOit  de  iritc»Te  dei  „iHcdoe-BrLefe"  (xl  I, 
1906). 

In  DnotaddNal  voidt  orei  de  beteeieiue  tui 
Hetju  oog  ateeds  gvAt^dea,  mutrbü  het  ooTdecil 
in«t  leloeD  dbw  pditiek«  orerwegiingcn  be- 
beeradM  «ndt  Zjjn  sooie  es  eatjie,  zqd  Tiqe 
i^naitlJageD  op  meug  geUwl  vaadeii  ^rif  ingang 
by  al  ririe  in  eeodg  opübt  nmlotaoiHiaiiw  of 
modHne  oprattöngan  bMatonden,  tenrül  ecnaer- 
Tati«v«n  en  naiMinalistea  ^pt  denkbeeUMt   als 


v^Md  gebod  op  ds  mtxMe,  «aaiföede  Üj  «koi 
velen  oatraagen  is,  dodi  in  booUzMÜi  o^  ideeBo 
op  bet  gébièd  lan  jgodadiaBt  en  morül.  Daar- 
DMat  waaadewde  mea  de  «ennte  en  gerodigliedd 
io  ign  poliie,  wdke  «jgenwiappen  men  ^  de 
Nederkndadu  dichten  decUs  awak  ^«rCegen- 
woidigd  KMii.  Nu  db  TiMgrinAkao,  <fie  ffante 
bezigbieUcB,  niet  meer  oooMtveel  ifnt  beeft  h^ 
0(4  eis  didi^  ved  van  de  Troegere  betan^tel 
Ung  letkiren.  BentoDigbeMi  en  owervkkkigfwbd 
doen  um  de  waaide  faa  «^  gedidtten  teel  af- 
break.  Z^a  reputatie  -ma  fön-gceaUg  cmwoi,  en 
treffend  luk  apoMar  Ueef  ecbter  ongeeobolct 
'LenaDsbeedir^wigen    en  karakit«ri8laeJcen   ga- 


ven: Strodhimm  (2  d^,  3de  diidc,  BeiliJD  1864), 
n^Ün  (St<Dtl«Krt  1886),  KeOer  (Keulen  1891). 
Brande»,  I&e  Litentui  dm  IQteii  JalaboDdAfte, 
dl.  6  (IWpMK  1891). 

Helna,  Wühelm,  een  Dniiatfa  edhiUw  en  lei- 
ligetr,  den  SOstoi  Jainuiü  1837  te  Dreadem  ^- 
baKïk,  ,wae  de  looii  lan  een  jtDoneel^KleT.  lat  »^ 
eebooitepkato  legde  bq  adch  to«  op  de  arfaüdtsr- 
kunst  en  -««rink  iu  1819  oaai  Nenr-ïoik,  waar 
igu  ÜMriacJiMppea  giooten  b^raj  Voodeo.  Tea  b«- 
boere  Tem  li/a  tidbMbotk  deed  t^j  ia  Juni  <18&I 
een  teebt  naai  ^nlisafl-iAmerJka  en  beadireef 
dien  io  taa  boek  „WaodeibOdei  bik  Ceotiai'-AiDe- 
lika"  (1653).  Im  '1862  rangtwOde  héj  th  t>eek«- 
nur  de  Noaid-AaenkaanM^  «xpecüUe  onder 
cofMDodon  Ferry  naar  Ooatt&xifi  en  veitodde  ^- 

een  medédedde  n  de  ««itoi:  „Rdae  um  <£« 
1^"  (2  dht.,  1866),  „IMe  Enntit^on  m  «« 
Been  voo  Clidna,  Jwao  wa]  Odmtdi"  (3  dn^ 
185S}  „Jaiua  dimI  aone  iBewdner"  (1600),  „Ei- 
ne  W^tréiae  om  die  «SrdVebe  HenumhlK" 
f1864)  en  het  pnd«weik:  „Japan"  (1873  enz.). 
Nadat  bjj  een  uilBttpjegemaaktlisd  naai Ttipdis, 
begaf  (hij  lich  im  oet  voorjaar  van  1860  ov«r 
fj^jfie  OMf  Kngapore,  om  sidi  aan  te  ahüten 
bg  oè  Prnitüdie  expedJti«  naar  Ooet-Aaifl,  welke 
op  zjin  aanepoiü^  te  Beiri^  w*«  op  touw  gexl. 
In  1661  keeide  bij  oaai  New-YoA  temg,  waar  bq 
aJe  kMÓteio-MKenienf  in  dienet  trad  bjj  de  to- 
pogiabedw  afaediag  van  beit  Potoowda^.  Na 
net  fliodigen  van  dea  burgeroorikig  was  hij  eeiat 
aansal  te  iParqs,  toen  te  Idvetipool  en  veatüde 
lidh  vtfvolgene  Ie  Dreaden,  waai  hg  den  5den 
Ooteber  18^  vreiieed. 

Rslneooitu,  ioAonn  OolUieb,  tea  Duiladi 
rechtegeleefde,  den  Uden  September  1681  i*  Bi- 
aenbaig  gvlxHen,  etodeonie  aanvaake)^  te  Leip- 
zig  in  de  theokeie,  daaimn  te  HaUe  ta  de  kca- 
(en  en  weid  tMUiX  r>  1718  boogleeraai  in  de 
wütbegeeite  en  in  1720  baitengenroOD  en  rn  1721 
ar  in  de  rechten,  la  die  betrek- 
1723  naar  Fiaoeitec  en  w  1727 
deOder  waai  hü  4  jaar  lalar 
den  tnitei  van  gebeimiaad  ontving.  Ia  1733  keer- 
de bij  ala  pTofeeaoi  'm  de  wjjabegewte  ca  retUeii 
naar  Balie  tem^,  wo&r  h^  den  Sleten  Auguatu* 
174il  o>vet4m(l.  Zjfak  beoefening  der  wg^Mgeerte  en 
lym  nite'dyreide  kennia  der  oode  talêa,  oudheden 
en  geamiedetne  vendiattea  faem  een  diep  iiBJebt 
in  alle  deden  der  raobtaweleDsdutp.  Hoofdaake- 


wfjsDegeene  en  n  1  li 
gewoon  boo^leeraar  ii 
niDg  ging  bg  in  172! 
naaf  FVaökCoit  aaa  di 


Itffc  «ditef  iegde  l^j  lieh  toe  ofi  bet  Bomeinedte 
'   '  IDoilBdke  Feêbt.  Van  ^n  geaduifUn  noe- 


tiem  ifhutrantinm  '.      „  

ta  iaris  <nvilia  aecnnlimi  «rdhiem  lodUuUoiMua" 
(.1725),  „Ekmenta  jnoa  dvSia  aeeandiun  ordt- 
nem  pandeetanmi"  (1727)  en  „Hiatoria  jorie  ro- 
mani  eit  geamaimta"  ()?33).  ^m  umb  Jokmii 
Chnitian  GotUiib,  in.  1718  te  H&Ue  geboren  en 
in  1791  ie  Sagan  orerieden,  was  ^roiaieD  iqA 
afe  ixMgieeraai  weikzaam  aan  de  ndderaeademie 
te  Liegtuti  en  heelt  nch  ^erdieaate^k  gemiakt 
door  bet  uitgaven  van  ondnadieiden  werken  lijnt 
veden,  sooak  „Opera  omnda"  (1744.  S  dk.)  en 
„Autiqnitatee  geimanieae  JwnimMle&tiam  pa- 
triam  ilhiBtrantee"  (1772,  3  dh.). 
B«liieok«n,  Karl  Hemrieh  vtm,  eenDoitidi 


DigilizedbyGoOglC 


HBINBCEBN— HBDKO. 


:,  ü  1706  ie  U- 
wr  CD.  "Ki^tmrm- 
L  tMtmidar  ók 
goedeieft  *im  dtaën  «tt  ia  den  MidatNMt  (tonw- 
■MD.  Tom  »  den  dood  TH  den  giMf  (17ttl)  een 
■eidlerhl  iNgeu»  Twriuiileriig  vaut  gddra  tng*» 
deeen  iogahweid  wmi,  «wm  men  ook  wm  Hehuc- 
km  «p  Temneden  «ei»  medepKcbtifibeid  i*  faecb- 
tenee,  doeb  bij  werd  ««idn  op  Tine  meten  ce- 
ateU.  im  owked  op  ^t»  teaj^  AUdOben  n 
de  Nederieoiita  dn  aSeten  JranMd  17»1.  Op  «gn 
lEMten  liet  lü  bat  pmditweik  dnUreni  .Jtêeneil 
d'eetMinM  dWèa  tm  dk»  etièbne  tMbbMZ  de 
Ik  etlerie  nmde  ds  drade"  (17AS— 1157)  en 
eduéef:  .Jhennditaa  Ton  EbBÜem  and  Ennet- 
Meiwn"  tlWS— 11?],  2  xflfl.),  ..Uie  fftatMle 
d'fine  eoleetMM  eocofMie  ■(feetamfwe"  (1710)  en 
.4)ietKiiiiMi«  dei  *i*iates  dont  none  avooe  dei 
«Mnme*"  (4  <bi.,  177S— 1790,  lot^iende  tot 
D). 

H«liMl«ttM',  SMnê,  een  Dnitedie  cpenun- 
g«t«a,  én  1906  te  Hein  gtikoien,  wekte  m»  Imfp- 


keden  door  Mariatt»e  *on  (FtOeMer  voor  bet  too- 

oed.  Ia  1825  drf»)(eeide  tg  ah  operasueerae  te 
Faoklod  aan  den  Mam  en  kraag  ^defi;^  eeo 
«■g^ement  te  Caeeri,  wmt  SjwAr  cieh  met  baar 
vevd^  TMming  faekatte.  I^ter  atndeeide  ag 
nog  bg  TodolMt  te  Pwge,  tnd  daai  op  en  de  I(«- 
tiaanaebe  Opent,  kwam  rarvdgene  aaa  de  open'i 
te  Btrivn  en  Oreaden  en  maaÉte  duna  weer 
kwHtretieD  tot  rï  w  IStö  aleeheid  ima  bet  too- 
ned  Mffi.  I>  16!»  tnd  *g  in  het  hnveligk  met 
Marqjut,  wooerde  met  baar  «riilgenoot  te  Vu- 
adile  en  owrteed  den  <18deD  NovoiAwr  1672  in 
het  toaatatanigengeataAt  te  Uenen.  —  Baat 
mater  Maria,  dsn  l7den  Petanuri  1816  geboren, 
gvbninl  met  StOdM,  ww  «rcneene  een  >TCrdien- 
atdnke  nngena;  «g  oraleed  den  24Blen  Pebma- 
si  1657  in  een  km^^noigengeelicht  te  Weeneo. 
—  Ben  «aden  ««ter,  KoUmih),  i*  1620  gebo- 
rm,  ontriog  binr  opkidiog  ain  oe  Oroote  Opeia 
4e  Fuüe  en  fci«eg  in  1642  een  uoabdliw  bg 
den  aAoairtMHK  te  fonMd.  In  ISöO  tnd  zg  op 
te  Puüa;  TCrraUe  daarna  g—troBcn  te  Hambnrg, 
Beri^  Weenen  en  Peet  en  "eeotigdg  neh  daama 
te  FreibiHg  in  de  Breiegnn,  waar  ig  den  20sten 
Deeeatbet  1656  «Terteed. 

Baliwks,  WaUlur  Htrmaun,  em  Dnétaeh 
bedksMiM,  dm  ITden  IM  1834  U  ScèSnelieck 
aan  de  Elbe  gebonn,  atudMnle  te  QMUngen, 
Berijfn,  Letpaig  en  OnriJnrald  en  werd  aiMient 
ran  BonJeMM  «ml  de  «UmigiMbe  küaiek  (e 
Bilangen,  waar  bg  in  1S67  bowleeraat  en  diree- 
tenr  dW  Uidiet  mrd  en  den  SHeten  Apiil  1901 
«rcrleed.  Vea  ^is  gMcJwiften  noemen  wQ:  „Bei- 
Mge  nr  Kenntnia  nnd  BAandhiig  der  Kno*- 
beiten  deo  Eoiee"  (]«aO),  „Anatomie  ond  Patbo- 
lone  dar  Sddeéiabevlel  and  dehneneeheideD'' 
066S)  en  „EcmpeDdiam  ihr  QperatiMiB-  nnd 
TertwDdMm"  (Sde  dn*  >I685).  Oct  leverde  b^ 
aodetacbeèden  nMnognphieSi^  aooeie  over  diinr- 
gisebe  kaefao  fw>  het  nooU,  «m  blooAng  bloed- 
atelpm  en  txanafnme  (bloedoTentOfting),  toot 
het  , jMMtmcb"  na  fitha—BObolk  en  hk  de 


aoUaadMbe  «tkHl  Hoekedw-Waud,  groot  1727 
HX  met  fl»15)  1691  •anrooeie.  De  goneealHi 
«daad,      HauibeefienlBad,       PuUaehoek, 
■Ijmt  fieer-JtaadMn,  Baiandceebt  en  itoon 
lea  baai.  Da  bodem,  die  uit  aedilei  be- 


nt bet  d«i>  HeinaB- 
i  Ootkebalkoofid  en 
eenige  gebnditea.  BeiseDOOiid,  Tro^er  bet  laad- 
laik-Wate  gebeeten,  ia  een  der  ooMe  plaatow 
Tan  de  Boelaebe-WannL  Set  mcdt  reetfa  in  de 
lade  eevw  gem 
Hfllnloke, 


oDderwiia  aaa  doofatoniBMa  n  Dwtaebbmd,  weid 
den  lOlni  Apnl  1729  te  NaolMfaMs  bq  Weinea- 
fcfa  geboten.  Hg  tn^  op  21-jarigen  leeft^fd  nwr 
Dnaden  waar  bgjdniiat  aam  bg  de  Igfwaeht  Taa 
den  fceoTfont.  Boeneel  laa  halpmiaddBa  ont- 
bloot, tejrwde  (ui  eieh  ijja  Tarwaailoasde  op- 
Toedbf  Ie  bantem  en  bia«fat  bel  «oorer,  dat 
hg  laitgnwbe  en  Fmaeebe  acbigven  fan  leien  m 
door  bet  gerui  tan  oadMvfit  êa  aiH>  bebeaHen 
ken  Toonien.  Oamtreeka  1754  weid  een  doolstam- 
me  bnaap  aao  via  Mding  toe*ertM««d,  akno 
onatteeb  ftmetUer  «^  to»  de  ifct  De  eSfé* 
üdi  te  Vtr^  «iet  de  belangen  der  doofetommen 
begon  beaig  4e  hoadm.  Hemiekt  mg  ign  be- 
moeimcen  met  den  besten  nitelag  bcuioond,  en 
om  HOB  grfied  aan  die  taak  Ie  kaaneD  wgden, 
TKMg  bg  ODtdag.  <tat  eefclet  wegene  bet  nit- 
bareten  ran  den  Zatenja: 

wend.  Jn  1767  liet  bö  v  

inedwgren.  fiiat  wera  hij  door  Pnuaiedw  wer- 


at  eefclet  wegene  bet  nit- 
BUJariM  Oorlog  gewweerd 
lö  ven  te  iena  u*  ataoent 


t  hg  I 


r  b«n  weldm  bg  oialenabei 


Mtilghe 


bargen  bet  ooderwga  der  kindaren  werd  toerar 
trouwd.  Taraae  werd  hjj,  Tooral  op  aaabaveling 
Tko  fiopefoak  en  Cnmer,  in  1760  geplaatit  afi 
bniaooderwgier  en  eeoataria  bg  gtmJ  Sehimmti- 
tmntn.  Aebt  ^ai  daarna  veptrok  Itg  aoar  Bppen- 
dorf,  waar  bg  wedenan  mat  de  opToefog  Tan 
een  doohtommen  fcaaap  bekst  w«rd.  Dur  bet 
b<m  gehate,  deieo  te  keren  wpnkea,  weeden 
oDdenefacBden  doofcloamea  bg  facm  gflbiatbt  en 
tija  noem  Tceepreidda  ikh  Moaeer,  dat  de  Iratf 
votat  tan  Saksen  bcm  ««ragiMfi  bmt  ij^  Tader- 
ImmI.  Hg  beoal  udi  naat  ui|ia^  •■>  «tiebtle  ec 
het  eerste  Dnilaehe  dootitenuBeoiiwIiluat,  het- 
wdk  bü  tot  aaa  »n  dood  (SO  April  1790)  be- 
•tvaide.  Ook  hgena  brt  veOaooderwiia  heelt  b^ 
lieh  nrdienatdgk  gemaakt  door  de  geestdooden- 
de  apeknetbode  mat  kradit  te  beeUgden.  Vaa 
Hja  naebriiten  aMoten  wg:  „BeobachUaMa 
«ter  Btamiaen  «ad  die  matsebMie  Spmeoe" 
(1776),  „Ueber  die  Dsnfcart  der  TaabetnmnHD" 
(1780),  JIOm  «ite  mtd  aene  Ldvarton"  (1783). 
„Wócbtige  Entateeknngen  nad  BertiSge  lur  See- 
lenMre  and  am  meneehUieo  Spracbe"  (1784) 
en  „Ifetephioik  fflr  6«babneistot  nad  FtonMi- 
Aer"  (1787). 

Halnoo,  een  gemeente  tn  de  prorineie  Orer- 
gaed.  (ogmloten  dooi  Zwoieikerspel,  Dsdfsen, 
fteatte  ta  Wgba.  S0S9  HJL  groot,  ték  (1905) 
2&15  inwoners  De  bodem,  die  o*«r  het  geheel 
ait  »nd,  in  het  N.W.  door  -kleigronden  alge- 
wiaodd,  beataat,  levert  •rooni  rogge,  gerat,  ha^ 


DigilizedbyGoOglC 


m,  boekweit,  aardawejen  «n  tk&  Bduürre  b«t 
dmp  BeiDoo,  lievait  m  g«meeate  de  bnurlaD  Oii4- 
Heinoo,  bet  Heunoaclie-Vtid  en  een  deel  vut 
Lente.  Ook  kgt  0  de  iMm«t«  AkUraink. 

Hot  Ueune  dorp  Heinoo  ia  seer  boraUig  aMk 
den  gnrateD  weg  Tmn  ZwoUe  i»ar  ikattx  ~' 
legen.  Ër  a  «en  ataüoa  -nn  ds  ^HHVlgii, 
deie  twee  otaatsen  Teitrindt  De  Herronnde  keit 
beeft  een  Unken  torea. 

H«lniif>h,  OmUouim  Attred,  een  Fraoscfa 
MteitoDdige,  den  4dén  Deoontier  1829  t«  L]roa 
gilMnn,  •todeerde  te  Fb<vb,  rmsde  oeniknen 
tjjd  M  bet  boitenlaad,  'vooiat  ia  DtuteeUond  «n 
iêgó*  xi<Ai  toe  op  d«  ke&nifi  der  DnitacbB  Idte- 
lalUiur.  In  1856  weid  bij  profeesor  «l  de  lette- 
len  «a  iD  1871  d^en  «an  de  uiMreiutait  te  Lyoa. 
Hg  adveef:  „U  Parcj*^  de  WoHimm  d'Eb^en- 
bacil  «t  k  légende  eb  SaiM  Qraal"  (1655),  ,^i«- 
toJTC  de  k  iLttJntnre  aSemonde"  (3  dkk  1870— 
1878),  „Lea  ioraaiona  getaxutiijDei  eo  PHnee" 
(1871),  ,Ja  Fmuoe,  l^trugn  «t  ka  paitia' 
(1873)  en  .J^a  l^wide  jaoobne  et  la  entiqiie' 
(1678).  H^  onrieed  te  Ptaij^  in  1687. 

Hfllnrlol,  (itorg,  een  FroteatantMb  gndge- 
.  leefde,  den  l4den  Maart  1344  te  Kacteln  ia  Oost- 
Pniiwn  oeboKD,  wen]  «t  1871  {«iMtttdaeeat 
Beriijn,  w  1874  boocteerau  te  ifailNug  en 
1883  te  Ldêaig.  Sedert  1681  i«  hq  W  van  het 
SojmMtjk  OonMtone  te  Ctead.  Hq  Hteeef  o.*.: 
,J>>e  VaèentifflianJaehe  Onosie  uod  die  H«iiige 
Stteilt"  (1671),  „BiUlfww  der  EoriathertHae- 
fe"  (1880-1887,  3  dfa.),  xfen  6den— 8Mmi  dndc 
«an  den  .^wnoMirtar  ttbar  die  EortnIbefMele" 


„ThMfcgiMlia  lta»yUMiidie''  (1803).  „Beitrftge 
■UT  Geaeltiebte  ana  Bnllioog  dea  Nénm  Teeta- 
menta"  (16W— 1904,  3  dlo^),  „Die  Eotatdrang 
des  Nenen  TeetemeDte"  (1899),  „kt  kIm  Lebeoa- 
Iflhre  Jsau  unt««in&Be?"  (IWK),  „Der  literarische 
Kar^jter  der  neoteetwnanlttchen  Sdnften" 
(1908)  eni  „HelleniamaB  nnd  ChiwtetLtnm"  (1910). 
Bêlnroth,  Johtmn  Ohritlian  AuguÊt,  een 
Dui'tach  edirifveT  orer  <p*yehok»Mdte  obderwer- 
pen,  den  ITden  Jaanan  1773  te  Lcnpiig  oetonn, 
ttodeerde  in  de  geneeAaode  ea  patnnil^e  wg*- 
begeerla  en  Taigradde  mmigenfl  een  RuMiaffeen 
graaf  naaj  ItdiS.  Ten  befaoere  lijoer  lentwe  -rtx- 
ming  bcoocbt  lig  de  animnMeót  te  Weeneo,  en 
wera  m  1803  tweedt  geneeèiieer  aan  bet  St.  Ja- 
eobabocpitMl  ia  ij^  0eboorteet»d,  verkreeg  daar- 
"j  een  grootepraeti»,  diende  ook  nog  ala  offieier 
ibei4         ■ 


Ht,  weid  »  '1812  baitengewoon,  in 
boogleenar  ia  de  pe;aMlDg)Bclie 
etpoig,  en  orerieed  den  26«tflii  Oe- 


t  1812  baitei 
1619  |««o<n  boog] 
tbenpM  te  Letpoig, 
tober  1843.  Vaa  ijjn  raAriHen  noemen  wg: 
„BeitnK  ntr  KiwAhdtMie"  (1810),  „Lebilncfa 
der  SeetMMtSrangen  n»d  ibrar  Behuidhing"  (2 
(Hn.,  1818),  JiciiTbodi  der  Aothropologie"  {2óh 
dTnk  1831),  Jx;hi4m(fi  der  Seeleiwwundtietts- 
tonde"  (1824—1625,  2  dhL),  „S^stom  der  «7- 
ohjadi-^eriefatlicben  Mediiin"  (1825),  ,J^  Pej- 
ehologie  der  Setbcterkenntnistehra"  (1827),  „Oe- 
Bctuohle  uod  Eulik  dea  HystiziamuR  aUec  be- 
kamilen  VSAer  nnd  Zei<t«n"  (I8S0),  „Onradzttge 
der  EnounalptydKdofpe"  (1833)  en  .,<Mhobioti^ 
oder  die  Ijcbrc  Tom  nditigen  Leben"  (1838).  Od- 
der  dn  naam  f«o  rrewnund  tFeUenlreter  gat  l^j 


„OeêaiDOMite  BUtter"  f1818— 1826,  4  dfa.)  in 
hatitdU. 

H«lliM,  Jchmn  Jakob,  WilJidm,  een  Duteeh 
schrjpeT,  den  Idden  Pebniaiii  1746  te  Laogcnrie- 
■en  in  Simv^xas-Qomitaimaaai  geboren,  atn- 
deente  te  Jena  ia  de  raÉKiMv  en  MdH  Tem^xena 
bat  g«iekeh^  vaa  Wülmd  en  Gleim  te  Brfort. 
Latar  deed  U  een  <eia  Itaoa  dtu  S^  en  door 
B«ief«n,  beenie  naai  ^  g«£oorte^aM  tenig  «1 
Teifcneg  door  bemvUetHig  tcd  fffetm  in  1773 
een  betreUüg  ak  linmndamüwr  te  Halber- 
Btadt,  waar  bq  onder  den  iMHn  van  Rmt  tot  u 
1774  >rertoeMiat  waMtiA  JoKmn  Oeorg  Jaeobi  h«m 
OT^rfaaakie,  «<fa  te  DOroakterf  met  de  redactie 
van  „Iiis"  te  bdaaten.  Aeeda  had  hq  in  1771 
ign  ^ifliigediii4>t«"  da  bet  U«bt  g«geTeu.  Hierop 
ToMea:  „BegeftMnfaeUea  des  f^mlp,  aas  den 
Satiiiooii  xks  Petnm  Oberaetat"  (2  ifla.,  1773), 
„Die  EiraAen"  en  „Uüdko  oder  di«  eleauni- 
wben  GeheimnaBe"  (1774).  Verrolgena  bracht 
hq  3  jaren  «n  ItaÜS  door  en  vertelde  het  ..Vei- 
loet  Jenmiem"  en  den  „Orlando"  in  Duitadi 
proia.  Ka  iqn  t«nigkeef  woonde  hq  eenigen  ^ 
t«  Di)»ektorf,  wend  «oorleaer  van  deo  keorrorat 
T«n  Uaiu  en  na  den  dood  tab  deien  bitdiotbe- 
eojM  der  dooi  bem  aait  den  «taat  Teiinaakte  boe- 
kerq,  met  den  tjt«4  yba  Bofnad.  Ia  dien  tjjd  ler- 
Mb«D«n  van  bem:  „Aidii^bcUo  oder  die  glBdc- 
seJÓgea  Insdn"  (2  Ai.,  3de  druk  1784)  »n  „HU- 
d(«ard  Ton  Bobentiial"  (1795— 1796,  2  dtn.). 
DaaienlMwen  vereebenen  zqn  bneren  uit  Italil 
widei  dea  ti>td  „AnMtana  and  doe  Sohadwpied" 
(2  dlo.,  1603).  fiq  overleed  den  22(it«i  JuU  1806 
Ie  A8(^f«nl)DTg).  Belangïjik  en  'boeiend  sqn  de 
„Bniete  iwisehm  Gtran,  Heinae  loA  Johannea 
TOD  HUler"  (1806—1808,  3  dln.).  £gn  „Siomit- 
liebe  Sduiften"  ty/a  ia  1838  in  10  deekn  door 
hmh»  en  ia  190@  dot»  SdiüdtMcopt  oitgegeren. 

BelnslTU,  DaHtti,  «en  NedertaiMMi  fltito- 
b>i«  en  eritJeoB,  waarachqnS^  den  ftfcn  Jamari 
1580  of  1581  te  Oent  geboTen^  ia  woarsehqnlqlc 
g«iM>enid  naat  DmtüU  de  BurdignM,  aecretaris 
van  LeffUMUr.  Wegens  de  oidiiet«n  Uet  te  land« 
rtuehtte  iqa  moeder  «ent  met  bem  naar  Veer^ 
toen  na*r  Eomkui,  docAi  keerde  wehka  terug 
en  veetigde  ma  aasnotielqk  te  Ayewijk  en  hrter 
te  Vlii^Dgen.  De  eerste  kermeester  van  DmiU 
wae  ^  vader,  dodi  later  oittviing  hg  onderridit 
van  den  YüariiKadien  rwtor  ThomnÊ  Sehmerin- 
giu*  en  Ma  dl.  Vieolooi  Otivariut,  lerwgl  hq  te- 
vens onderwesen  wen)  óoot  lekeren  JaKannei  Ba- 
loMUi.  Reeds  in  i^  jeugd  venviardigde  ti^j  La- 
t^nsebe  venen,  die  onder  den  naim  van  Theo- 
tritut  Mn  Qeitt  in  bet  löobt  iqn  verwsheDcn,  toe. 
gevoegd  aan  de  „EmtJenuita  amatona"  en  dea 
„Spiegel  der  dDoitneiitige  vToawen".  Op  14-jari- 
geo  leeftpd  beiodit  bq  de  aeademie  te  Fno^er, 
om  ia  de  rechten  te  atndeeren,  maar  verwiaaelde 
haar  w«ldra  met  die  te  Letden,  waar  hij  lieh 
voonJ  ef>  de  oude  letteren  toelegde  en  leiding 
B«noot  van  Mamix  van  SI.  AUegond»,  Jaitw 
üouxa,  Pelnu  Forettiu,  Paulu»  Menila  en  bo* 
ventl  Joaeph  Statiger,  inene  meest  geliefde  leer- 
linf*  hg  wM.  Verder  onderhüld  lig  vriendschap- 
pelq'ke  betr^king  of  briefwisseling  met  Domm- 
etu  Bavdivi,  Jiufw  lAptitu,  Johannei  Meurtüis, 
Oereadv»  Voeiiua,  Johatmet  Poli/ander,  de  Kerek- 
hove,  OoHtbnitiiii  Buj/ghfu,  Da  OatüalKmi,  Fa- 


DigilizedbyGoOglC 


ber,  Omaeu,  Foreeil,  Van  der  Myle,  Pelrut  Seri- 
veriiu  «n  Su^  OtoHub.  Wegens  ijht  teknten  be- 
gTmtet  ródi  Mnatoren  duL  jengoigeD  HeiitHvi 
M»  fattn  biXig«Mbod  te  veilMMkn.  In  1602  gwren 
■ij  hem,  op  ToocAaelkt  <tmi  Sealigar,  T^rlot  tot  hrt 
Kef«ii  "ran  Mticf^  ovw  Lat^aMse  didhtera  eit  io 
b«t  T<leeiKt..iur  wvhI  iin  Awnotmid  tot  bDit«ng«- 
woon  booglMtsw  ki  ik  dicUbuet,  on  een  jur- 
w«Me  TMi  aumkokcl^  400  gMtn.  Twee  jajen 
later  weiden  htat  de  teeBen  orer  Oriebsdie  tê»l 
es  ot«r  Btutiniiwie  en  at  <tMt  dood  tch  Memla 
<1(I07)  de  betrdjkjng  Tan  tiftüottweMne  opgedn- 
Sen.  Zee  jaai  'ieter  weid  1^  de  iDfn>oIg«r  w>  Bow- 
(wu  en  oaderwees  geadDedenie.  dmM  hg  ia  1609 
tót  gewwn  hoogMraw  tieiToideid  "  '    ' 


Q  tot 


■ofaen  seDaMt.  Zgn  geeehriftea  tieetmKleii  gvied- 
tdök  in  redsvo^ngen,  gedeeltoMk  in  veme^de 
niigaTen  tbd  <nide  ecfn^oB,  h>  geecJHed-  en 
•tutkandige  weiien  en  in  M^tpe  en  geeetige 
bekdedniften.  Zün  e<edi«bt«n  weiden  bmnen  wd' 
tige  jaren  ïd  Nadeiiand  en  Engeland  I2«iaal 
bndkokt,  en  sqn  NedeiOutdBdie  Tenen  wenien  ki 
het  Dnitaeh  en  fiaimdï,  aommwe  zeJfe  in  het 
Rnaiadi  TO^nU.  N«oit  was  de  LeidBi4ie  lioog«- 
MhoOl  door  aoo  "rcle  jongeèiiigen  nM  het  buMen- 
buxt  bewcbt,  oooit  wepcMt  «i  kd  vele  uiMehen- 
de  lettaitaDdigen  gemmnd  rfs  in  de  dagen  van 
Heimiut.  B^  aeü  imMof  gednrig  twxoek  Tan 
de  gvÉeerdate  nMmieD  of  wwt  dow  ben  eeTaad- 
pte^  oter  daistere  {dentMD  Dit  4e  gwohrilteii 
der  Ouden.  Ct>rator«n  der  hoog«MdKM>l  vereerden 
hem  met  de  beiroemin^  tot  aecietaiis  lan  de  8t- 
Dode  Natioiual,  m  I«I8  toi  ]619  te  DordieeM 
geboudoi;  Quêlaal  Adolt,  kimijig'  van  Zweden, 
Mbonb  hem  dea  tkd  tho  liKtoriesciMiJTei  en 
raadtheer  en  de  Tenetiaaaetiie  R^aUrek  verMef 
bem  tot  radder,  terwjjl  in  1627  de  Staten  lan 
HoUand  bem  tót  hou  lüetorieedLqjTer  benoem- 
<len.  Id  bet  laatste  tui  z»n  ieren  verkwr  hjj  zgn 
geboug«Q  «D  hjj  «neifeed  deo  S5eten  Pebnuui 
1656.  Tan  ^n  geMferiften  TentMMen  wg:  „Bi- 
eerdtoÜMies  «aerae  in  Nomm  Testameotom" 
(18S9),  „OiUiaoea"  (1609  «n  M«r  bjj  heiMing). 
^>e  poëtia  UfBortia  oratio  etc."  (1614),  „Om- 
tionea  daa«  is  «iHtiim  iM  jttostriMimi  j.  SeaU- 
geri"  (1601),  Igkndeoea  op  Oouta,  CluDeni»  en 
JfanrittM,  heiië««nB  ondendMden  TerhamdeliOr 
gen,  -9^  nHgBnn  Tan  onde  ac^ier«,  zooab 
„Tbeociiii,  Hoschi,  Bi(»BB,  Sitaoüi  qnae  eiatant 
etc"  (1W4).  .rBeamhrii  Gm«ee  e«  Utüie  etc." 
(1«03),  „Aii0tot^e  de  Poëtica  Qraeoe  et  Lotine 
ota"  (1611),  „Potttiiwnim  Hm  VllI"  (l«21), 
„BlthieonHn  NioamaciiiorDm  P&raphraaii  ineei- 
lo  aootore  «t  asiticivo  ezkoio  peribpatetioo  ete." 
(1607),  „Tbeoiduaati  opera  Oraeoe  et  Latine" 
(1611  en  kterj.  „Arastnicttus  saoer  etc"  (1627), 
„AadroaenA  SbóidiiK,  Omeee  et  Latine  «te." 
(I60I  «n  htei),  „nMitwtH  oioXkMX  gnaeduu, 
iot«  non  editae",  „Nonni  PcDomUtM  Dtonywa- 
tt  ete."  (IfilO).  „Ctement4s  Aleundrini  openi 
Oraeee  «t  UUne"  (lftI6),  „HuJon  Triü  TXeeei- 
tationee  XIV  ete."  (1607  en  later).  ,3iliiiB  Itadi- 
w*  de  seenndo  beÜo  Pnuoo"  (1600  en  üiter), 
^otMóué  cm  anJmadmrakHuboe"  (lAlO  en  ]a- 
tM-),  „TerentioB  ete."  (I6I1I  en  laterL  „ViroiJDi 
Opem"  (1629  en  kter),  „Seneeae  TragoediM" 
(1611  en  Mer),  Jhidti  Opem"  (1629  en  hdei), 


„Titna  Uthm"  (1620  en  later],  „Aoreüoa  Piu- 
JeotinB"  (1637  en  feter).  VaJe  ïsji  deie  weiken 
aja  bg  ÈlMvier  «edn^.  Van  zijn  La^nwdte 
en  OiüekMbe  geddotrim  Tenmehlen  w^:  „Poetn*- 
t&"  (1605  en  Mor  bg  herhsSimg).  JBjatam  Hern- 
BÏaiDua  m  Jewm  ChrwtDm"  (1646),  „Janrtit,  pu- 
tim  mnmha.  pairtim  ad  Mniooe"  (1602>,  „&tffM 
1603),  JlyamH  in  Pandomm  Heno- 


„NMoaa  ,  ,J>e  eonteaiptn  mortia" 


et  bjItw"  (I6( 
*"   (1608),  „1 

(Iflai  en  Itatar).  a- 

de  gediehteiL  Ia  bet  Nadèifaodteb  dichMe  bij: 
„IMmndi  «aa  Jeana  GhitatDa"  .^jmnnB  aan 
BanriMs",  „EUbkmata  amotoris''  enz.  TM  Ut- 
dendnjtodw  PoSmato"  ign  in  1916  dowr  P.  Seri- 
vtriut  iat  hat  Ëciit  iegieTen  en  enbcple  maien  her- 
d(>aÉ4.  OphetgebieaidvrgeRhiedeiiiat  ieveidelig: 
r^Remma  ad  Sj^ram-Docia  «tqae  aiSbi  in  Bedcw 
ehK  «  BdgÏB  anno  1629  gestiuuni  historia"  (1691) 
en  „Operan  hiatorieorwn  ooüectdo"  (1673).  Ver- 
der beett  men  ■ran  bem  „Crepundia  SaèJBoa" 
(1600  en  laterX  .Jaob  aeku"  (1^29  en  latec), 
„EaeooMun  petMcuü  ad  OMueriptoe  mecUwruni 
patres"  en  „Cento  ViigiSiMMN^.  Ook  gaf  hjj 
bii^ran  «D  ttèü^btxm  'na  Sealiger  in  bet  üeht; 
na  hem  m3  Tindt  men  TeraebMdene  briefen  in 
de  ,^;pUDge  tpMdiatam"  door  Burman  ai4g«g«- 
ven  in  de  Tnmmrtini:  rao  bneren  van  beiaemde 
majinen  van  i.  Brandt,  en  «Ue».  EiDcMgh  be- 
meten hiet  en  daar  nóg  vele  haodacbiriften  van 
ffemntM. 

Heitttiut  Nieolaat,  «en  «wa  yaa,  den  Toorgaan- 
de  en  eveneens  een  beroemd  letteifcundi^e,  den 
20aten  JiA  1620  te  Leiden  geboren,  ootnng  on- 
der toeujcM  T«n  zyn  to^f  een  nitmnDtende  op- 
n>ed»ne.  Reedb  op  ll-jar^«o  leef^d  eehrerf  b^ 
een  ,^Oufnen  paaegjiientn  m  Guiatioam  Regi- 
nam  9uedae",  en  in  1687  TCCsdieeo  ivn  „BrM 
eipQgiMta"  met  eeuoe  „'E^ngrioHnata".  Reeda 
TFoeg  stiond  bg  io  TTi«i>dedia{^^e  betrekking 
met  Comelit  van  der  H^le,  Gotutanl^  Umf- 
gkent,  Qroaoviiu,  Hendrik  Bruno,  Votnuij  Boh- 
tttn^k  Fabrieiuê  ens.  en  in  1642  bcprf  hg  lich 
naar  Êogeiaact  «n  handadirifteo  vu  onde  «dwn- 
Ten  te  ondenoebn.  Twee  jaar  later  beaocbt  h^ 
Sph,  keende  mm  BelgtB  lemg  en  hnomte  be- 
trekkingen aan  met  geleerde  mannen  ta  LeaTen, 
Brussel  en  Ueehekn  en  ^ing,  m  een  kort  vet- 
blgf  te  Leiden,  naai  Pai^  waar  de  winmanm 
ate  boekerpea  voor  bem  geopend  weiden.  H^ 
gaf  er  Fiuie  Latgvebe  «eiËehteD  ia  het  liebt  «n 
vertaA  naar  ItsliS.  Olatnoon  reedt  te  Ljoo  en  te 
MaiadUe  door  een  lieUe  «uig«taat,  d^  bem  te 
Piea  en  t«  Ftoreneo  nog  niet  wüde  verlaten^  be- 
steedde hg  in  katxtgenoemde  stad  tya  t^  au 
het  dooranaffelen  nu  de  ko>tbM«  bnbbolhetk 
der  Medici.  Verder  teiede  ihij  naar  Rome  en  bleef 
er  de  odtteodoMn  in  de  UbÜotheck  tsn  bet  Va- 
lieaao,  wwn  bjj  o.  a.  T<oor  2^  Tviend  Vottiui  een 
ood  bancMuiit  ■rao  MarHtdi»  naug,  terwi^  hif 
oireiUgfeekB  der  Ondbeid  beoodtt  en  opeehfdf- 
ten  en  penndiigen  menemeUe.  In  1647  veitrok  li^ 
naar  Napefc,  waar  hjj  penningen  cmiMoide  en 
merkwaairdtgie  haodMbittten  sbelireel.  Toen  ei  een 
oproer  onder  MoêaHÜUo  «litbtntle,  scheepte  hq 
zicfa  ia  oaar  Uforao,  ireikree^  oodersdbeiden 
Gnekerfte  hsndsciHilton  te  Betogna,  vertoeMe 
eenigen  tnd  te  VenetiS  en  ging  toen  tmat  Padna, 
w«ar  1^  Ueet  <t»t  nt  bet  begin  van  164S  en  zgn 


DigilizedbyGoOglc 


,Jt«ttca"  in  het  titbt  deed  Tencfagnen.  V«n)ef 
ImmmU  Uj  de  Anbroaiaaosdt»  faoUiotbeek  te  Mi- 
b(ui  en  keerde  fawn  tm*r  HdiMi]  tang.  Een 
htMwlenMiMiEM  te  ^BobgiM  ib«d  fag  wi  de 
haoM  gmwMn,  doek  mn  li^bmiueiB  OirütiMi 
hem,   «p   iKibeTeUng  raaVoiniti,  mu  Stod- 


u  lESer  I 


«Lat^ 


oTeriaden  tso  SoJnuinuf,  een  lao  de  \»i- 
TJieiMNi  TMi  -ijjn  Twkf  ««i  het  H«f  t« 


._r  w«d  bn  roet  de  meeste  Tooitomend- 

h^  bejegend,  en  h^  beide  'm  1650 
terug,  om  >Ha  iwfneii»  te  helen  ei  , 
mor  de  faMungHk  te  bMjnik.  Ooderweg  vertoef- 
de hjj  te  Kopenhagen,  HaoAnK,  Breown,  Oio- 
mngr^o,  em^  «ae  koftea  t^  te  Ledden  en  berond 
liiAi  weidia  weder  te  Stoddhakn.  In  1951  reude 
bjj  toot  de  tweede  aaat  mia  ItnliS.  Eezrt  oog 
bewAi  hg  Leiden,  aeheepto  n<^  in  nau  n«{>^ 
ondeioodit  te  Puije  «enige  baDdMbrüton  «n  leu- 
de  YecTolven*  over  Djion,  Chllons,  Lyon,  Vienne 
en  <3«oeue  oaer  TnrjJB,  en  gjag  imu  MilM« 
Fenem,  Tenetil,  Hoienoe  en  BoÉae,  om  crranl 
hMüdflcliriften  toot  de  fawingin  «aii  te  koopen. 
Hg  werd  benoemd  tot  üd  -ran  de  AeeMtanü  del- 
la  Cmeca.  te  FloienDe,  dodi  dui  Iqj  geen  geU 
meet  oatring  qH  SiredMi,  tkwr  hg  veiM  aeM 
Hadbu»)  benig  te  keenit.  Nedat  oë  dit  leiiregen 
had,  heaocfat  Vj  fiokgraa,  Ferran,  Padva.  Milaan, 
Baiel  en  StisatAin^,  ovenl  haadachritten  onder- 
wekende  ol  aankoc^nde,  en  kwam  in  JuU  1652 
weder  te  Leiden. 

Het 
tereU 

SloddiolDi,  gaf  bem  hoop,  dat  de  kouogia  hem 
in  haai  gumt  benbetten  en  de  tooi  ha&i  Toorge- 
•dtoten  gMta,  len  ^w^age  lan  SO  000  ^.,  te- 
Fnegnen  soa,  aoodat  hü  aïoh  naar  Ziwemn  be- 
tral.  Hiel  bradit  t^  te  Upaala  den  winter  dooi. 
De  hontngio  deed  ecbtot  aiatand  tcu  de  legee- 
1  edionk  hem  niets  du  de  btiotie  van 


Hambaig,  een  neaiMat  in  Breinen,  den 
Beeretuie  en  een  som  «Ni  4100  kronen,  doch  dit 
allee  bieef  «en  bAJbe.  >lniiiiddek  ovlviiDg  hg  be- 
Tjebt,  dat  de  Staten  bem  bcDOBinit  Indden  tot  re- 
aident  aas  bet  Zweedadie  Hof  met  een  jaarwed- 
de Tan  4000  (^.  (1654).  Kort  daanu  ecbter  over- 
leed  lün  vader,  loodat  ihü  T«rk>f  Troec;  iwuf  Hol- 
land te  lejien.  Bij  sgn  coowt  te  't-Orarenhage 
gaven  de  Stalen  bem  de  kena  tiMsahen  eeu  ge- 
tanteebap  naar  Fruieen  ot  Denemaiken.  De  toe- 
rtand  zgner  gewndtieid  IbdeMe  h«cn  echter  een 
van  beide  te  aaataaiden,  waarna  hg  lieh  in  1656 
te  Anabefdam  feotagdc  en  tot  eeeretarie  der  etad 
benoMod  werd.  Daar  wenl  (ie  intet  wn  ^  leven 
Tergald  door  bet  pnxta,  det  <hem  werd  aanee- 
daan  door  Margaretha  Wuütn,  dge  bwi  2  kinde- 
len  gesdwnken  bad,  <terwnf  Hetnnus  in  getreke 
was  eeUvnn,  om  aan  de  naar  ter  band  geeteMe 
troniAelofte  te  tioUoen.  E^  vei^ooi  bet  pnKee 
te  Amsterdiam  en  ook  io  1662  voor  het  Hof  -nxi 
Holaod.  luniddde  was  hg  in  1660  weder  tot 
resident  te  Stockholm  benoemd,  kwam  m  1667 
met  wrlof  naAT  HottaoMi  wenr  bg  vnicbtelooae 
pogingen  aoniwendde,  om  bet  fiannde  te  doen 
Derroepei^  zoodst  hn  me4  haar  in  het  huwei^ 
trad.  In  1668  keevdieng  naar  Zweden  terog,  weid 
tn  1S69  hmtenoewoon  geiant  bg  den  Ruasi«(4ien 
onar,  kwam  2  jaar  btter  weder  met  vertof  io  tiet 
ladeiiand  en  wen!'  in  1672  door  de  Staten  a&e- 
vaardigd  naar  Ooet-IiViealand  en   Breonen.   Ten 


bdwem  i^DW  gescadheód  beooebt  hg  Padeitmm 
en  WieetMulen,  meide  in  1673  weder  een  proces 
oret  de  nalataoacbap  t«si  qjn  vadei  en  btofeot 
boen  OQB  orerige  lêrenadbsen  in  imt  door  te 
hret^ok  Hg  betKik  in  1675  een  bnatengoed  bg 
Utteoit,  latat  Ie  Viaiien  en  wm  üei  tq^  vei- 
nftigd  door  een  djenetmaagd,  iHe  hem  boh  gou- 
den en  ïliWeren  munten  omlahden  had.  Teen  ba 
nch  nuc  'e^rarenihage  hega<  <an  de  bndtoB 
eenor  liA^  1^  te  wonem,  oirerked  hg  aJda«r 
den  7dea  Ootdber  1681  en  w«id  in  de  St  Pietets- 
keik  te  Loden  naaat  cgn  Tadei  begrafren.  Voor 
Teraehülende  Uktünscbe  Mlbqh«ra  was  Hmntiui 
de  grandOegeer  der  teketeütiek.  Zgn  aanteeke- 
uogea  op  PAoedrw,  Ovidüu,  Viigüi^  Siliu* 
llaiUiu,  Ctaudiaiuu,  Fn^eriiM  floeeua,  TtAuUut, 


Ht  Boe  altyd  hoog  gewanrdeerd.   Zgn 
i  werd  Toor  de  in  die  dagen  z 


bStliotheek  i 

tienigke  «om  nm  büoa  24  000  kronen  YetkaAi. 
Hü  beaoigde  nitmnüteiiHla  «tginen  'nu  „Clan- 
djams"  imo  ens.),  .jOxUÊaa'  (1d52  eni.X  „Vic. 
gilm  0004  SM.),  „Vrferam  Ftaoene"  (1680 
em.)  en  „PrndentMu"  (1667  en.)  en  «faerf: 
„Poemata"  (1653  ena.),  het  reede  leimeide  ,3re- 
da  eipugnale"  (1637),  „EleRierum  Uber  et  Taiiu 
diverw  angumenli  poanata  (1645)  en  „ItÊÜea," 
(1648).  VeMkn  beeft  men:  „%ietolae  N.  BeiDsai 
Nobilwmo  Viro  D.  Staodako  LufadeiuetAj  de 
Lufaienöcta"  in  de  brieven  i^a  beroemde  maauien 
uat  de  Tenameding  van  Bnxntiuê,  abmede  ,.Ëpie- 
tolae  N.  HeiDiiii  ad  Ant.  HagHabechiam  et  XXvllI 
ad  Caiotnm  Datom"  in  bet  eetate  deel  dei  brie- 
Ten  raa  beroemde  iNedeilaDdaia  aan  Jntoniw 
Magliabechiut.  Eiardialök  heeft  men  een  groot 
aantel  Latgnache  geificfaten,  weike  Ier  een  *an 
Nioohoê  Heimitu  door  njtatekende  mannen  wr- 
vvanfigd  öja.  P.  Bumai  Jr,  gaf  cgn  „Adrrena- 
lionim  lÜjri  IV"  (1742)  met  eeo  lereDAeatM- 
vine  nit. 

aeinaiiu,  Nieolaoê,  een  aoon  Tan  den  Toiwe 
en  'vam  Margaretka  WuUtn,  aanvaardde,  nadat 
■iija  vader  op  reebterijjk  bem  met  deie  Rebowd 
wB«,  den  naam  vsn  Heinaiut.  VeanoedeiQk  weid 
hij  te  'e<Qta>vetibage  m  1656  geboren^  ontving 
van  liia  liebtainuige  moeder  een  slechte  opvoe- 
(fing,  studeerde  aan  Dtütscbe  itoogescboten  en 
werd  daai  bevorderd  t«t  dootoi  in  de  geneee- 
kuode  en  nataiuigke  wy^igeerte.  fig  .T«iigeael< 
de  aö»  moedor  toen  <te«  met  een  DnitadMT, 
•£ea  ^  TOor  hacc  eidttgenoot  liet  doorgaan  laai 
Zweden  Rd»)e.  Nadat  Nieoha»  in  Hottaod  waa 
teraggekeei4  leidde  t^j  een  ksbaodig  feven. 
maakte  aidi  den  230tei>Deeend>er  1677  des  nadbla 
tieat  aan  inannlag  ecbuUig  en  werd  door 
het  Bd  Tan  BoUaod  met  TeibewdTeiUaring  van 
goederen  uit  bet  kod  vetbanmen.  Hg  nam  de 
wp  naar  Pai^ija,  waar  bjj  in  de  gunst  trarfiUe 
te  komen  Tan  CoJ6arl,  beóodiit  Looden,  Aken  en 
Bme,  waar  bq  de  boden  oodenocblh  en  begaf 
üch  dtaacna  weder  laea  Ftanktgk,  water  Ihg  te 
MoDitpeüier,  te  TouVn  em.  woonde.  In  1679  be- 
vond bij  lieh  in  Iteldfi,  oa^lade  den  R.-KathD- 
la«ken  godadienat  en  dong  n«M  de  gnnat  v» 
Chritlino  tso  Zweden,  die  sidi  toen  te  Rome 
bevond.  Hg  bleef  aldeiu  eenige  jwen,  wsrd  io 
1687  geneeaheor  Tan  den  kenrvDiat  van  Bran- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


bni^  «n  T«ati0<fc  acb  n 

iz  hq  een  dndce  jHsotyk 

d«  hq  ladi  tot  ide  9t«iten-Q«iMtaai  nMt  veraodc 
om  «ftbrffiog  nn  bat  iMnwiuus  dkaibg  •bolni- 
Mde,  dM  vj  ^en  «—■—'■e  op  den  pcnom  ns 
/OH  LamberU  de  IFtU,  die  bem  «t  zgu  maickfn 
had  iiiiiiiiiri  idct  tad  koiiBen  bcfaan.  Het 
Uac  MB  üit  fffeiljiden  ie  ODtMkeod,  «UTMlkün- 
^  ITOe. la  de  keft  4e  Vdtuiei^  » <dieii  töd  een 
iiÖI<i*H  ™dt  men  eeo  faiAra  leik  met  den 
BMtn  'vui  Heimdta;  bat  k  dedtehe  niet  oamo- 
géUjk,  4i*  liij  dur  ie  begnnen.  Wj  adueeJ; 
„Hot  oBÉdiiit  T«i^t  dei  aoogetuttaó^  mefteri- 
Me  MIB."  (1488),  „AnoemenUnom  ncntatii  ofte 
«ipendtnii  dei  «oondbait  eni."  (I6M),  „N«ow- 
benritoe  "rteriMnoeliag  no  bet  pode^  ene" 
(laffi^;  J)e  Inqjnenih  Veme"  (1691  ta  later). 
„Cktiuriddk  V«mia",  „Oer  de  Vfiooesidcle" 
ni86)s  „YwhmdriMig  otw  bat  knakatTer" 
inOiy,  ,J3m  CluH«l  de  Oontunoa  en."  (2  3a. 
1697)  -en  JDe  Tennefcdqke  awntarier"  (2  cftn. 


Raiiultis,  Amtlumi,  een  Naderian^di  eUati- 
Bun  en  de  «enige  won  «ao  Anlkonf  Hnmiiiu, 
laad  en  adnpeo  der  at»!  Ddft,  den  2SelaD  No- 
fadbei  1641  aUaar  ^ebmen,  atodearde  en  pro- 
Moreewtii  te  X^tdaB  ut  de  reübtan  en  werd  ia 
1610  ]>eiM(MMdB  TMt  iQn  geboortMlnd.  Amwu- 
beiiik  bcitooKde  hq  tot  de  Staftteeünle  paitij, 
maai  Piankiijk^  boodiH  dsad  bm  meer  en 
'  "  <  tet  de  t|)de  TMt  Wilhm  UI, 
'i  ba  Ma  toen  af  niet  grooUn 
Ie.  Id  IflSe  irerd  bg  inet  een 
;  naar  FraaAryk  en  In  1985  roet  eeo  oaar 
I  bebat.  fieÜe  eonaniaBin  mtaten  bet 
leanUaat  Na  bat  ot«i1ö<^  "«n  <kQ 

ra  f  oj 

III  in 


goncbtiB     < 
)  Mrlrouirae  n 


tot  aan  igik  dbodi  Hg  was  de  Mrlroui 
man  ^an  den  Btadbood«,  die  orei  biaoen-  eo 
baiteidaiMkcbe  aaogelegeaheden  qp  gemden  in- 
won. Na  den  dood  van  WOUm  III  bleef  bJi 
in  den  eeeat  nn  d&en  laofat  wedtaaam  ta  ram- 
de DMt  Mvtbvratgh  en  fuüiB  KawatiM  het  drie- 
manadiep,  dat  den  looo*aii  den  maanacbeD  Soe- 
eeaéaooiMg  beatouide.^  nam  dm  aan  de  meee- 
te  Tiedesondeibandelingen  Tan  dien  tijd.  Hjj 
OTOilead  den  Sden  Ai«wtui  1720.  Het  oorded 
der  patflpniiagirtiay  owr  deaen  Btaatamn  fa 
c  iiiariiJBi  lin  T«rwql  aoaanigen  ijjn  cettrow^ 
Suéd  en  eehnndeibeid  boog  Teifacffen, 


beudMb. 
iDve^  A 
Ei  qjnia 


, „ _MigiapB  tegeo 

Imoi  ingAmlrt,  weke  edrtei  door  ihn  naiaat 
ran  der  Hatm,  m  leran  gtiffiei  nn  &  Tawede 
Kaour,  in  een  ifiaaecMie  ,J>e  AktoiiMi  H«i«a 
Ooonaario''  k\9M)  a^n  weerlegd,  Tm  Vm  der 
Haim,  Het  arebief  Tan  den  BaMMHJMiftriB  An- 
toiÉt  B^amm  (8  db.  ISS7-^^. 

H«lllt«,  Mm,  een  IMtedi  «Acf^ver,  den 
ISden  'DeeenAiet  1^85  te  Piieavki  is  S^atn- 
Meisingea  aeb«H«n,  etndeerde  aa»  veneülende 
■nrwmteaten  en  bepaaUe  ti^  «ind^  «e  Ber- 
^a  b9  de  wSÉbegeeito.  In  1500  werd  bg  leenar 
aao  de  kM  te  Pfoit»  «n  beUeedde  vaa  1863 
lot  1871  de  betK^Aing  >twi  onderwqier  bü  de 
prinaeii    «on    OUmAurg.    Daarna    Teotoelde   hq 


eenigen  tipd  in  ItaJU  en  OiMenlaiul  en  veegde 
ii<dk  in  1672  ale  oa-raatdaeeat  t«  Ltipag.  In 
1874  ircrd  i^  bcx^teeiaoi  te  Boael,  toen  te  K6- 
ningebeig  en  Terragwe  't»  I^poig,  waar  hö 
den  17idüi  SM>tanA>er  1909  ov«iieed  Eg  edueel 
JJê»  Lcnie  Tom  Logae  in  der  grioDlüecbeo 


HukwipltM"  (IS*^)*  .fia  Ënd&monitmiK  in  der 
griecbJKfaen  Pi&mptiti"  (1863)  en  .VorieaoD- 
«D  Eairta  fibec  UetKphwdk  aoa  dr«i  Semeeteni" 
(1864).  Ook  lOTeode  M  «Q  nieuwe  bewu-kiii« 
nn  dfen  ,/3iraii&Ma  der  Oeacfatebte  der  FUIm»- 
phte"  van  Ueberwg  (4  dfak,  9de  dndc  1901— 
1904). 

Heime,  Karl  Friedrieh  RtuMf,  een  Duitecib 
redtttegeleHde  en  broeder  iraa  den  Toorgaande, 
den  lOdbn  inrit  1825  te  SaaH^  aan  die  SaA 
gcAMMen  wenl  in  4853  lid  der  f  eobte^e  matdit^ 
waarin  bij  adttereennalgeBa  TCiaeUltende  ambten 
bekleedde.   In   1865   aaiwaaadde  b«  da  betrek- 


it 

haai  algetaaidagde  in  da  Sakaiedie  Eerale  Ka- 
rn». Ift  1678  werd  14  faoog^eeiaai  te  Hei- 
delbei^  waar  hq  d«i  I8d«  Hei  1896  o«ei- 
laed.  Sj  aAreef;  „Panllekn  aimdRn  der  enrii- 
eehen  Jor;  ofMÜ  dem  fraaiSaiadi'deataebeD  Ue- 
•diwoiaMDgeiieht"  (1664),  „Eüq  deatacbea  Oe- 
adüWDKneDoeriebt'*  (1866),  ,3taataredKli<be  und 
atratieefalüaM  Erftrtenuigeo  sant  Eatwnrt  einee 
atnfoeaetabad»  Hh  den  Nbrddeoluben  Bnod" 
(1«701,  „Zm  leniUertan  Entnwl  einea  Straf- 
Msetrind»  lOr  den  MonUaatacbHi  Bond" 
(1S70),  „VerhUtma  dea  BeaBbaetrafnehta  mdem 
Uufeertnfredit"  (1871)^  ,^toallproiMaQale  Ëi- 
<Meningen"  (1875),  ,^  BtnUongkeit  pejie- 
mentaiiechei  ReehtsrerletiaDgen"  (1^79),  „Hei. 
deOwigw  UniranitMMijbiuif '  (1886).  Ook  be- 


4  dtn).  De  belangen  dar  Zeranbtw^èebe  Sakeeia 
venMiede   bg    in    ^raeuitêi,    mm    Anklage- 

8dBiiF(iee2). 

Htfnisl,  BteAord,  een  Oaetennjkaeit  genna- 
Diat^  den  Sden  Nofwlbei:  '1636  1«  Caftodietria 
sebonn,  waa  een  lecioa  tan  jaren  weikiaam  üe 
teeiaai  aao  gjinnani  «n  weid  in  1868  hoog- 
leenwr  a«t  «Ie  «omiaitdt  te  Orai  en  in  1873 
aan  die  <n  Weenan.  Hg  adneef  o.a.:  „Heinrieh 
VOO  Uelk"  (1867),  „GeechidMe  dw  Nieéeili&n- 
kiaeben  OeMhSfleimradhe"  (1874),  „üeber  deh 
Stil  der  ftHgermanaetiieB  FMiie"  (1875),  „Uebei 
die  ËdUImd  dec  altawt^aiiien  Spradie"  (1811), 
,3eMbi«ib«g  dar  idlndiaeben  e*«a"  (1861), 
„Ueber  die  Ifiebefai^enaBM"  (1885).  „Ueber  die 
fiMtzS^eben  Otalrocnane^'  (1891),  „Ueber  die 
Qedicbte   Ton   KSnig   Orendel"    (18S2).   „Ueber 

Ead^MMftta  Paróvel"  (1893),  „Ab- 

DnHua"  (1896)  en 


WolfrMni 


.feedmibong   dea   geiallieb 
deotaefieft  ^t«Utef^'  (1866 


(1866).  Het  SeAerer  g«f 

nn  „Nottem  Psdmen"  (1876),  met  DeUer  de 
„SacÜDundr  E^dda"  (2  dftn.  1903)  nii  Den  4den 
April  1906  maakte  hg  een  eande  aan  vja  tcrren. 
Hniiusn,  Karl  Peter,  een  aabrgver  omr  on- 
derwerpen mi  aUatknnaigen  aai4  den  22etea 
F«braaii  1809  te  GrerenMeéeh  »  ProHen  ge- 
bmeiK  beaoebt  bet  gjnmaaiQni  te  Kleef  en  atn- 
daerde   te  Baan  in  de  gemeafconde.   WeldM   werd 


DigilizedbyGoOglC 


HMN2)EN— HEUTHUSEIN. 


hem  ittd  bet  j«M^  atet  de  nnÏTettiiteii,  oubMgdt 
en  bq  iiMD  diemt  oadei  de  kotoniale  IfOepen  in 

bij  uit  Bata.vaa  nur  IMtsdduMl  terug  «d  wad 
wnUatst  bü  de  twiMtaogen.  Ale  -wedkiwiiMu  en 
benst  met  de  loic  toot  4  nündequigs  buide- 
len, tievond  liQ  i'Mi  in  leei  /bekrompen  oDWlan- 
dE^teden  en  pJ  sgit  wierel  hdit  in  de  bpodniTe: 
„Ëin  StOck  BeamteTleben".  Ëreawel  werd  hg 
eust  8  jur  Wter  Beeretarie  der  (fiieetie  van  den 
t^iiMpoonree  te  Eevfen  en  bcfcleedde  <kiani&  een 
betrekkug  i^  4e  bt&ndiMuAMmiiAaMiefp^  te 
Aken.  By  bei^eedde  ^a  vrgen  tyd  aan  het  siftrQ- 
vea  TM  zgn  .JMae  nach  Batana"  (2cfe  druk 
1842).  Daarop  iTOteden:  „Oediebte"  (1841),  bet 
Ujiapel  „DoctiOT  Nebel  odec  GeUhraaiiik«it  and 
Lefaen"  (1842)  en  2  ata^ttniMfiM  vh^Mltrirten 
,J)ie  Ebre"  es  ,JMe  g«i)einHo  KoDdnitieiiiMea". 
Weeena  i^n  t^tkagen  h  de  „Leipri^  A^emei- 
ne  ZeiloD^'  en  de  „Rèedndsahe  MihBtg"  kwam 
hji  M»  botnng  dkC  de  cenovw,  en  hij  onUeende 
bJMaaa  de  aanhcdrag  bot  bet  e^hiijren  van.  ,.Die 
prenniaAe  Barc«iikratie",  dat  aaoetoads  werd 
vertmdbn  en  Teitwaid  veiUaard.  Heinxen  nam 
de  «^  MM  Bètffi  en  vervcdgena  naai  Zw4fMr- 
land,  waai  bq  b4i  aan  bot  hooFd  stelde  der  U- 
becaie  i»ramg«oda.  Dur  bij  wt  het  kaaton  Za- 
tidi,  venvolgens  nt  Bem  en  zelfs  uit  Baoeltand 
veAamen  werd,  T«itmk  hq  «aar  Amerika,  maar 
keerde  in  184S  «aar  Europa  teriw.  Hier  behartig- 
de h^  de  bekmgen  der  soois&l-'repiihlakeiaBchs 
partq,  en  toen  de  opetawt  va,  Baden  mirfuk^e, 
lette  bij  (e  Straatabofg  den  navohitiionnairen  ar- 
beid  Kooit.  luftwwjhen  kwam  hij  openlijk  b  ter- 
wt  tegen  Hidter,  TerMdteen  l^  net  oiibareteQ 
der  (HDwenteling  ia  Bwien,  m  dea  zomer  Tan 
IM9,  «k  aanvoèids  cener  tiröadiaar  op  bet  too- 
neel,  maar  TlnAtte  bq  het  dempen  van  den  op- 
■Uukd  OTCT  ie  j^iensen  en  kieetoe  naar  Axnerika 
terng,  waar  hg  e«nt  te  Henr-York  vertoefde, 
dutna  te  Ckidiuiali  deo  rfl^onruer",  een  DuitaA 
dagblad  tntnt  en  ndi  io  1860  te  Boston  Te^ 
tigde,  wBU  hg  de  Ddtevre  dier  «nirant  Toortiet- 
te.  Hg  oTM^eed  den  laden  ScrKoAta  1860.  Zü<i 
„GeaamineUe  Sdtritten"  zijn  ia  1868—1667  te 
New-Twk  in  bet  Ikht  Tencheoeo. 

Heli,  Edaard,  een  Duitadi  aterrenbiadige, 
den  laden  Febmaa  1606  «e  Eedlen  geboien,  waa 
in  1327  keraar  «m  bet  gjiimiMiwii  aUaar,  in 
1887  Ie  Aken  en  werd  in  1852  picleaeoc  itn  de 
ina-  en  sterreninmde  a&n  de  aaiioeaiie  te  Hon- 
aler.  Met  ArgeUmdeT  deed  hg  waaimemriogen  orcr 
de  Terwrferingen  der  ster  in  „Aniiga",  orer  heft 
lodiakaal  Udit,  denmelkweeenbet  noorderlicht 
Ook  wiedde  b^  neii  aan  de  pkuttebepalitng  der 
met  bet  oiKetrapeitd  «og  iMittlbape  sterren  en 
aan  d«  beMtHmwing  der  mdlende  eterren.  Be- 
halre  een  aantal  TCibMMieliagen  adire^  ï^j:  .J>ie 
periodiBiAen  SteTnadumnpen''  (1849),  „Sa^- 
Inng  Ton  Beiat^den  ml  Anï^ben  aua  der  iJI- 
«DKiaen  Airtfametili  und  Algebra"  (ftSate  dnA 
1896),  „Lehitiudi  dei  Qeofnetm"  (met  Btekuiei. 
Ur,  di.   1.  PUnkofltric,  7ide  dni,   ~    " 


(1872),  „ZodiakaUdtit-BecAsehtungen  in  den  latz. 
ten  29  Jafaren,  1847—1875"  (1^5)  en  „Steni- 
BOhmippen-Beobaefabiogen  va  den  kuiten  37  Jab- 


Uuaater  den  3(bten  Juni  1677. 

Hfllae,  Qeorg  AnuAd,  een  Dortseti  reditege- 
kwH  den  2den  AtKuatoB  1776  te  Hunbuig  ge- 
boren, Btodeerde  te  Jen^  GSttiingen  en  HhSuik, 
werd  'va  1804  famten^ewoon  hoo^eeraar  te  G9t- 
tin^en.  in  daUeHds  jaej  g«rwaoa  hoogteeraai  te 
Heideweig,  waar  hg  met  TKibaul,  Jfortm  en 
andereiF  de  „HeMdwi^  JjdtrtiitcbèT  der  UtOM.-  ■ 
tat"  MidiUie,  koeide  m  1614  al*  bvwooh  boog- 
leeraar  oaar  Ofittragen  benig,  werd  in  1818  g»- 
p3a»tet  bg  het  deoa^etnent  taa  JnaCKe  in  Hvan- 


fiof  ^ 


620  benoorad  tot  nreBdent  'V: 
a  kp^\  der  Vier  Vrije  Steden  te  LiAeek, 


hü  den  6den  Fetmuari  1851  overleed.  Hq 
Bobreel  o.  a.  een:  „QnuuMra  eaoee  STstems  des 
genMÏiwn  CAriltecbt^'  (Sde  drok  1884). 

Helster,  horem,  een  Dtatacti  beeifcuoKÜK^ 
den  IMen  September  168S  te  FraAklort  aan  den 
Maim  geborei^  etudbente  te  Oieesen,  AinÉteidMB 
en  Leiden  in  de  mediejnien  en  legde  rieh  iuon- 
derfieid  toe  op  de  beelknide.  iNadat  h4  t«  Har- 
derwgk  de»  graard  van  dDdor  verwopreii  bui,  «n- 
demeee  bij  te  Auwteidam  met  Ragtek  de  an»- 
tomie  en  otttviog  1709  «en  beooeming  tot  dhinir- 
gifo-majoor  bij  net  Naderlaanfadie  leger.  Ak  aoo- 
dianig  woonde  bq  de  betegeling  b^  Taa  Doornik 
en  Bergen,  alsmede  don  fdog  bq  UUplaqaet. 
Reeds  in  1710  etfliler  iMun  l^j  «ijo  omshg,  deed 
een  wetenadt^^M^jke  roïE  naar  EngelaiMC  «evd 
hooateeraar  io  de  ootileed-  en  beelknade  te  AJt- 
ian,  daame  te  SsJmatedt  en  orerteed  lidaar 
den  ISden  Apnl  1758.  Hen  houdt  h(«n  toor  den 
groodk^ll^  der  meowvre  beelfciMdc  in  Dnitadi- 
kod.  Z(jn  boek;  ,4ii«Miitdoa«  fÉuniigioae"  (3 
dln.,  Amaterdam  A19&)  ie  een  der  mMetbeioande 
werken  van  dien  tnd  en  werd  ra  een  Sroot  ua> 
tal  Baropeeedte  tafen  oresgewt.  Van  ign  oren- 
ge  geschriften  Temwlden  wg:  „De  hTpottieiitim 
medMorom  ttüuok  et  pemiren"  (1710)^  J)e  dif- 
fiouUate  veiibulis  iorveinewke  in  phjatea  et  me- 
lËaiiiB"  (1710),  „De  eateraeta,  eianoccaate  et 
BinaaroM  Iraetaitio"  (1713  en  1720),  „CUrur- 
giae  Dova  «daanèi&tso"  (1714),  ,J>e  voto  metlw- 
do  aananiK  fiatnka  ilaerjBMiee"  {MM),  „Oom- 
pewUnoi  anatonneoB^  v«toniai  recentJortnnqiie 
obeeviatioDee  breriasime  oompledeD^',  ,J)e  op- 
tima oaoerontm  menuiMram  esstiiftaiMS  nlioDC^ 
(1720),  ,J)e  asatcank  aobtibirk  otilitete,  prae- 
aertim  in  diirargiiR"  (1720),  ,J)e  me<KcameDtiB 
Qennaniae  todignuB  solfiaientilMie",  „Obtenra- 
Uenee  medSeae  miaaeflineae"  (1780),  „.Compen- 
dioni  meddconnn"  (!736>,  JDe  mediciiwe  meclM- 
nieae  praeetaoiaa"  (1758).  „De  blbotomiae  eeWa- 
nae  pmeatantia  et  i»u"  (1745  en  later",  ,3¥8te- 
nuk  geiKrak  plkartamm  etc,"  (1748),  akne*  de 
NederkiMkche  wMken:  „Ontteedkmnde"  (1728). 
„Bedetnoedng  oner  den  oaowas  der  ootleèdkiM- 
de"  (1746),  „HedkunAgie  ooderwgtmg  va."  (8 
dkiL,  1755),  „Oeneeekindg  handboek"  (1762)  «i 
„KoH  b^p  d«T  beeUtwMt"  (1764),  <ru  welke 
de  laaitBte  S  na  zijn  dood  'vt  het  üdit  lijn  .ver- 
sidiesHii.  bcnerens  bet  Dojleciie  „HediHoiecfae, 
dürvTgiisdie  nnd  anattomiadie  OtMerraAlonen" 
(1759—1770). 

Helthnlteiii  een  gemeente  ia>  de  proriode 
Licolbnrg,  nvet  (jI915)  2509  innnmem,  beslaat  een 


DigilizedbyGoOglC 


HEITOESTELLEN 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


EEFraUHSEUSEKIkBR. 


oppenrfafcte  na  2606  H^.  en  WMdt  begmwd 
«rat  Jbi«l,  BoftgeX  Nmrirai^  Halen,  Bu«m  en 
NedenraerL  De  luwiMdem  btriut  toot  bet 
gnoMa  deel  vit  étg<^»ma  boogveea.  bi  bat  N. 
«indt  DMo  «otate  gnaita,  BcdbItc  eenige  bü- 
walMtd,  wotót  er  kndÉtomr  «utoeodeuL  Tot  de 
geoMHtte  belMMireii  taet  doip  HtattnÜHn  en  eeoi- 
0e  booiteik.  Op  De  Hcóde  tielt  emq  een  &-£>■ 
tboUfk  opvoediogigMlüfat  mwi  jongeni,  De  Hed- 


a  faet  gtuftehap  Hoorn 

Heltoflatollan  (»e  de  idMt)  ign  weik^- 
gea,  ««KrmedB  mra  liilen  en  Duézea  in  d^  gtoKl 
idHt  Die  hdbMbtH  £e  hmd  met  de  hend  be- 
woe^rt^  ajltt  Tm  bon^  «emaaU  en  hébben  een  ^- 
miU  TW  10—40  if.  OodeiMii  is  om  het  blok 
rwii  venteiking  «eo  gieren  band  augsbndit. 
Venltc  sgft  et  i4w  hmlnUeiL  «uk  bereetied  <im 
het  op  te  Kditeit  {m  lig.  1).  De  poolen  bei- 
bkoUeo,  800—600  ka.  wceendh  irorSen  door  bef. 
weiUoigeD  oMtbeMMik,  wdke  door  tfea  weik- 
man  ot  HMdiHMai  gedRmn  «oidea.  FW.  3  atelt 
ten  teètoeetri  iwm,  waariMi  faet  heiKioh  Mn 
•en  kettfig  »t  bevcMtigd  ■>,  dM  orer  een  Kftüt 
■«&  bet  baveneiiKkB  der  ntrJhc  bwpt.  Het  )m- 
toeiM  bwtiit  uit  4  paien,  die  op  «en  .t«  Teiplut- 
•en  oodeignnd  8  in  deo  wnn  van  een  sjnmide 
worden  ofigeeteU.  De  TCctieile  pMl  b  oeot  roor 
gdeidkv  tui  faot  beAMt,  terwfl  au  «en  dei 
palen  dwanÉtoolen  ujn  aaagebrwAt,  loodat  dne 
ala  Mdet  te  galnviton  ii.  De  arbdd,  die  door 
4éo  «al  na  bet  béUA  veirkht  woidk  ia  aflun- 
kelqk  was  bet  gMriebt  *ao  bet  Mok  en  de  atgg- 
hoogte.  Bg  htuói  nit  de  i»ai  ie  de  aCg^iooete 
Mühot  heiblok  Metgroottr  dan  1,5  m.  BÜ  het 
toeild  ÏD  lig.  2  de«Ceel4  «mdl  het  bkk  dbor 
een  lierOofigetiaala,  *aatdooTdeitJighoogteaan. 
■Mitelgk  veigioot  kaa  wosden.  Het  gietöaeren 
blek  berat  aan  den  bovenkant  eeariM.waaiiii  de 
bMk  (Ubik)  mno  (lig.  2a]  grgpt.  Dtat  iMnk  M 
ia  aao  een  «faoodeilp  UoÉ  natgemaakt,  dat 
aan  den  kettiag  >  >  is  OMthangen-  Bü  hot  naar 
bomn  gaan,  atDuit  da  hdfcoom  aoof  becnaUe 
boqete  tegen  een  nok,  «MudooF  de  haak  kidaat 
•n  bet  Uek  naar  benedn  «alk 

Ib  ons  land  «erin  aten  doorgaana  met  de  Mcr 


Bit  een  bok  met  drie  beenen  ff,  Ö  en  D,  die  door 
4  iKBfai  l  wenK  gcwhooid.  De  beenen  K  (bet 
kJosaeabeen)  en  O  <het  overiübeen) 
ijp  door  één  swaiM  aAroelbont  aas  de  boren. 
igdeierboDden,  terwülaaadeienielIdenboDt  ook 
het  derde  been  D  arfiMnunnri  is  bereatigd. 
De  beide  geleidere  L  oteken  aan  de  boren- 
jQde  door  de  teieiDOffen,  die  in  de  beanen  K  en 
O  ign  TaatgeediFoeU.  Torena  dragen  deM  bee- 
nen  ^  rammelsehijl  S,  voaroier  de  bei- 
reep  A  loopt,  die  bat  heiblok  0  dira^t,  dat 
tnmnen  de  ^eidkn  L  vrj  op-  ot  neer  kaa  glu- 
den;  de  adeulera  «orden  aan  wetnoödea  i»n  de 
h  te  beaen  «al  g«[riaadaL.  De  beiie^  «  i«  T«r- 
boode»  am  oet  vnadae  der  atoomlMaiiaflhme  M 
tjie  oA  fig.  iy,  xMdat  bet  Uok  fiaar  bébDette 
kaa  «orden  onihooggeliaald  en,  daar  dit  «indae 
door  middel  van  een  «fgvingakomieling  aan  de  aa 


d«s  madane  ia  Tojbonden,  kau  door  het  omba- 
len  Tan  een  heixMoi  a,  déoe  Telbindtng  worden 
Tednoken,  nMxkt  het  faelblaJc  valt.  De  HoOamlr 
■       ■  "■       ■  '-   '-  lUW 

ook 


■dke  ■telliag  kan  gcnuüdkelük  wonden  opgeat 
ol  Toor  het  Teoroer  a^olM^en,  doch  lü  lön  i 
0|p  cNnondige  «q»  «orden  TerpLaatat  en  in  cm 
hoekje  ha«r  «eik  doen,  taiw^  d«  palen  owter 
ndwv  Jngeala- 
^  op  hat  werk 
dom  «en  der  tuien  Kxrv«r  a&a  te  ha- 


e  onrenacble  heïdoK  b 

i.  Het  veiplantaen  dar 
«ecbtedt  4 
^  d«t  bc 

ven  den  grond  «oidt  gieüelit,  «aams  <Kt  ««n& 
vwpliÉ<at    t0T«gl    de   tui    -roofndUig    geiierd 

De  atoonlieiiDaduDe  (lig.  4)  v&n  de  Hiul«n- 
uiie  HstbineiUbraek  behoort  by  de  HoAaadacba 


piaatM,  i 


hetteep  opgenrooNfcn  en  op  bet  tinkwiLaUkende 
wiadaa  ia  gvle^eiAeid  Tioar  de  kabel  tot  het  op- 
bgMfaen  der  heipalen.  De  Btoammaobine  et  me<at- 
al  Tooraien  thi  t«ee  ejiündere  die  bMdvi  sBdit- 
itreeks  nit  denstooniketelwonleBgeToed.Op  bet 
geatel  dec  '"**'■■"  ia  laaÉ  een  parspocap  ge- 
~'  ~'  '  die  bet  wabersnder.<b^  lerett,  beooo- 
Dr  hat  InapoirtAD  T»n  palen  eni.  (lie  al- 
daar). 

Bg  enkele  avaoe  itomdieitoeateHen  «ordt  bet 
Uok  difeet  door  de  T*ti^"g  tm  den  atoom  om- 
hoog gebracbt.  lo  fig.  6  ia  een  atoomiweblok  Taa 
kalek  en  flowfrrodfc  aJ^Aeetd.  De  atoomejlHider 
a  iKe  ak  fadUok  dienat  doet,  glüdl  met  Miulp 
MS  t«ea  geUdUoUeo  hk  laoga  de  stuw  /.  Da 
atoom  komt  door  de  dnenregkraaa  e  en  oe  holle 
•tan^  6  in  de  ttoomroimte  d  en  komt  Terdei  door 
opeouaan  in  den  cfünder  faofeo  d,  «aardoor  de- 
se  in  £  hoofpte  geuaobt  wordt.  In  den  «mmI  Tan 
den  eyliodet  ia  een  opening  e;  konrt  deae  ope- 
ning bonen  d,  dan  kan  d«  atoom  ontanaf^Mn, 
waardoor  de  e^Sadac  ooder  afUBKn  van  den 
atoom  naar  beïteden  *itt.  iBg  een  gewicht  van 
1500  kg.,  doet  deie  madune  70— 1W  slagen  in 
de  minuDt  Sen  Ameridtannerfi  ingtiweur  beeit 
voor  bet  beien  «bmik  Mnaak4  van  de  apanning 
der  gaaaen,  diel^j  ootpMUog  van  buakruit  oot- 
ataaa  (fig.  6).  Op  den  pasD  P  ruat  een  mortier  a, 
waarin  bet  buaknA  tot  ootplotfing  gvbncfat 
wordt.  Hot  Uok  b  is  veibonden  aan  den  iinger 
«,  nfie  tcHrens  in  den  nXMtier  vaU  V«rd«(  ia  er 
UDg  een  vangmadnne  voor  het  Uok  en  een  rem 
aamreag.  Leuat  men  bet  Uok  ivelkn,  dao  wordt 
de  lucbt  in  den  mortder  eamengqiersts  waardoor 
hat  buakmit  ont^Aok.  Bet  Uok  wordt  dan  «eer 
door  die  ootplollfHig  naar  btnen  ^slin^rd^  waar 
hat  ofigevangen  «onclt.  Het  dnetaan  van  dco  paal 
geadaedt  dooi  bat  ge«idit  van  den  mortier,  bet 
vaXeo  VH  het  blok  en  de  apaiwóag  dei  ootatane 
gaiaen. 

Bel  SloTMid,  d.i.  Op  Slaven!,  ia  een  Cie- 
eibaehe  en  Skwakaecbe  nationale  hymne,  die  dik- 
«gla  int  baat  tegen  ide  Dtntschers  en  otn  tegen 
bó)  op  te  Utoen,  graoiMBn  wordt.  Zü  werd  in 
18S4  door  den  Skwaknacben  LoAetsAen  predU 
kant  en  patriot  Samutl  Tomtujtk  (t  1867)  ge- 
dMbt. 

HflkAbn  (Latfin  Heeuba),  de  tweede  gemalin 
vmn  koning  PriamuM,  waa  volgena  Homerus  een 
doebter   vos   Dj/mat,  konii^  van  Pbr^ii,   *ol- 


DigilizedbyGoOglC 


174 


HEKAiBE — HÜWHlJKN. 


1    TOl- 


gSM  Eitrimde»  een  dochter  Tan  Cisieug 
gma  JpoIIodarua  «en  AMAïtama  den  riTlergod 
Sonjortiu,  en  de  moedcs  Ton  een  gioot  aantal 
Mmen  en  dochtera.  Haai  oodste  zoon  ■ww  Heclor. 
Gedorende  faoar  tweede  cwMweiBduic  droorod« 
lij,  dat  ig  een  fakkd  tei  weren  tiraoit,  die  ge- 
bed Troje  an  yTaaimm  wUe.  Toen  .levaeiu,  een 
oodere  aocm  tui  PHinntM  üt  berevm  een  droctnen- 
nitkggien,  en  Gaaiandra  «faartrrw  geraaidpleepj 
wvnden,  g&i<ren  ig  ten  aAtwoood,  (fat  idaardoor  de 
.gvboorte  vea  eeo  kind  loaiBpéÜ  wwd,  d»t  den 
oodereaog  f«a  ibet  rijk  veroonaien  lou.  Dat  kind 
was  Parit  (zó«  aUaar).  Na  de  Terwxieatiog  ~ 
Troje  Inram  z^  als  dlariut  bij  de  Orieken,  i 
wtioAte  atb  oit  wanboop  im  oee.  Volant  a 
ren  werd  qj,  wegene  haai  heftige  rauMdredenen 
tegen  de  Qndren,  dbor  ida«n  geeteetaei.  Onder 
de  flteenen  vond  raen  edOer  met  baar  i^k,  maar 
dat  ran  «en  dooden  bood. 

BekatBTii  ^wi  U^te,  «en  Oiiebeh  wluf- 
Tar,  was  de  loon  tbo  Hegegander  en  leefde  trai- 
ttr«eks  bet  iur  5D0  t.  Obt.  Hij  deed  vele  rei- 
len in  TerwnSende  IbwÏbd  tmi  Ekiropa  en  kat 
en  Termnfide  vfAe  (m«til«rv«miigen  en 
Van  zgn  geechritten  ov«t  de  aankQkriiiv 
Tan  een  kaart  TTiODrai»D  waicn,  heett  Herodoto» 
Teri  getrmk  gcoM^t.  Er  ign  ekdite  gedeeUeo 
tot  o»  ^Moen  en  «loor  MüUer  opgenomea  ii  ' 
,Aatoneoniin  graemnan  iruntenta"  {lêil). 

HekatSi  Mn  go>£n  ihr  Q>Tieken.  werd  aao- 
Tanlie^jÉ  pdMAfigd  Amr  de  Thraciftra,  nmdnt 
nea  hür  naam  in  de  uedMiten  tio  Homeru»  n-iflt 
aaotreilt.  Later  wml  dé  dtewit  van  Hehtte  tamn- 
bdd  door  de  ditUere  twrordet^  modat  de  Oim- 
ken  d«ee  gwVm,  boewet  ooisproidielijk  die  dier 
maan,  temena  beseboainfen  a}B  gecagttebbend  in 
alle  i^en  der  natmar,  ia  den  bötei  en  op  aarde, 
tb  een  gndfin.  die  door  Zeu»,  dien  ig  in  den 
atrgd  t^en  de  QtgaDten  had  bögestoan,  en  dom 
de  andere  goden  md:  eeilbied'  bejegend  werd  en 
den  it«i>T^ng  T«le  Mgoniigen  bezorgen  kon.  ZQ 
TereenigJe  in  Jwar  perooon  de  «igenaduipfien  tm 
de  natva^  **n  de  maMi  en  voo  den  Tiadtt  en 
mende  h^erecbsfifiit)  ov«r  wuditbeartieid,  lerene- 
waodel  en  krreDalót.  Veider  veirleende  i\j  w^ 
beid  im  ^vtrikaTieTgBdeTingen  en  op  den  Kéhter- 
■toel,  'TOorepoed  en  loge^nal  'va  oeo  oorleg,  een 
veilige  laart  op  see,  een  overvloedBge  jacht,  groo- 
te  knjditen  en  ^gnnde  kindden.  Haar  oodera  «a- 
na  de  titan  Perte»  en  AileTia,  een  mater  'van 
Lelo.  Ajideren  bidden  Zeug  of  TarUtntg  voor 
baar  Tader  ea  Hem  of  Demeter  toot  haai  moeder. 
Ook  werd  zg  téd  met  veirarihilleiKle  mdere  god- 
heden TerwjaaeU,  soobIb  met  Sdene,  ATtemig,  De. 
meier,  Pergephone,  'RAeo  en  Kybele.  Als  de  naeh- 
telijke  maangmïa  en  door  baai  ventiBaeÜing  met 
Pergephone,  nieh)  men  haar  i«or  een  oivkruiNl- 
Mbe  eodio.  ^e  ek  CraUfig  «ner  de  stAiimmen 
heeredbte.  Volgens  de  aage  lewlt  iq  dee  nadKt« 
Bpakea  niit  aaav  de  meosriKn,  om  hen  te  v>eT- 
tdtfibkeD,  en  zwerft,  door  de  bonden  van  den 
&t;i  vorgezebd,  met  de  löden  der  afgeatorvenen. 
en  met  aUeitéi  gebeten  dee  nsj(4its  door  eenzame 
Binten,  rondom  de  grafpbiataen  en  op  de  krats- 
wegen.  Wie  gceaten  uit  de»  afgnmd  wilde  op- 
roe^n,  nep  baar  aao.  Zij  wae  verder  de  godin 
VBO  alle  zWBJie  kmoteo,  de  bescdKOTaatar  van 
tooirenun  en  tooTeresaen,  diie  de  kratden  «pioe- 1 


keni,  wt&e  ig  dee  nocbtB  door  haKr  maaoKeht 
met  tooveAradit  heeft  begdltógdL  De  wermwrd» 
t(K(T«reeBeo  der  ondheiil  Oiree  en  Medta,  wer- 
den door  haar  in  de  toiwettimrt  oadarwenu  es 
waien  baar  dienareoBen.  Omdat  ^  den  adwpler 
iwaeftde  in  den  bemel,  op  aarde  en  ón  de  onioei- 
wereM,  Btdde  men  baar  voor  met  3  door  de 
roggen  met  elkander  vereenigde  lidiamen,  alioo 
met  8  aangemdtten  (ate  de  ub.).  Ala  maaógodfai 
en  ala  gttteiamiKNge  goAeid  droeg  ijj  een  fak- 
kel, eomijjdt  een  btlm  maan  boren  het  voor- 
hoofd, en  ala  godia  d»  oodowenM  een  lleatel. 


Hekaite. 

lAtere  dkfataPB  geven  baar  den  kop  van  «mi 
paar<l  mm  een  hoiti  en  <w  een  leeuw.  Hen  pUal 
ite  rulke  Btandbeetden  op  de  kmiawegen  en 
TOOT  de  wonÓDgen,  opdsrt  lij  den  waodMar  ea 
het  hun  beaAermen  wm.  Aao  den  voet  der  stasd- 
beefden  <rffe4de  men  t^gen  Itet  «inde  der  miaiid 
veierlei  a^xen,  voond  i<nige  honden,  lainmeieii 
en  htmig. 

Hekatonohslren  (Utl^  =  Otntimimen  « 
Hondêtdhandigen)  lijn  in  de  Qridndie  mjlboto- 
gie  ^e  leoten  met  100  armen  en  50  bootifcn, 
noen  van  üramu  en  Öaea,  o.  i  Aegaeom  o(  Brio- 
retu,  Kotlot  en  lOyeg  (Oygeê).  W«g«na  hoo  vff- 
uidSge  geandheid  door  nim  vader  cBep  in  <M 
aaDde  eevuifen  gdioodbn,  wenkn  i^  op  mad  vwi 
Oaea  door  oe  goden  te  hi^  groenen  ttfftn  de 
'lïtewa  en  na  de  aveeqriniuna'  tot  Mwaketa  der 
naar  den  Tu^anoa  veAMnen  TJtMien  aangetteU. 

Hskboot  noenvle  men  in  vroegeren  Iqd  de 
kleinste  boot  van  een  tAóp,  wdhe  aan  bot  Uk 
nwd  gAmhaa.  Ihtae  ■nntt  dedrtB  weinig  aiAe- 
pen  met  hdCt>oot«L 

Hekdaylt  »  de  dwit  achter  aan  een  aehip 

mr  bc*  höechen  van  de  hehjboot  (cie  aMaai). 

B«k0l.  Se  Hekelen. 

H«k«laB  iwemt  men  een  bewerking  vto  het 
pae  gebraakte  'v4aa,  dal  diAi4)ij  «ver  een  plank 
GUfhaaJd  wwdU,  waarop  ndi  een  aantal  ünnn, 
oidit  naast  elkander  m|fcwl»l  t  pinnen  hevinden 


D,o,l,zedb,GoOgle 


{hekel).  HiepdooT  wondt  bet  iitm  Tm  y«U 
nöÜedm,  damede  iwn  de  heede  gewTfrrdl  en 
gvednU  genaakt  om,  ntAtt  hert  geavingekl  ia, 
amiede  te  K)iiiD«k 

Hskla  of  Heklidjall,  wri  met  de  grooMe  en 
boogBta,  iruwr  bKb  ie  meest  iMtendie  Toltwin  op 
Uuftd,  üfi  in  het  sukhvMtel^  j;ede«lt«  vui 
bet  eiliifd  ea  Teihett  lidi  tei  hoogte  van  1557 
m.  als  een  lan^  omegebnatnge  k«ge).  Hij  becA 
5  kzktMK,  Tas  iiralke  de  voocn&unMe  nsgciMeg 
cMelniiH}  «e  en  bg  een  omtrA  van  2  km.  een 
diqrt«  «Ml  00—100  m.  be«i.  De  Hekk  onder- 
■dienk  lïdi  norfi  dooi  hoo^e,  iM>di  door  adioon- 
beU  van  h(A  landMttop,  humt  aHeem  dnor  de  tal- 
i^Uieid  «jMT  nMxu'BtHigen.  Hen  heeft  er  van 
1104  tot  op  DDzen  tijd  luet  mjoder  dan  18  < 
teckend;  en  de  toaBchenpoos  was  nd  seni  . . 
ma&r  ook  weleena6  jftsr,  DeToorïaat«te  dnaide 
1WI  8ef»tetnl:)er  1845  tot  Apml  1&46.  De  iiit^- 
worpen  aech  werd  t<«n  tot  op  een  Getand  tan 
1000  km.  OT«f  knd  en  lee  vwrtfWtaiwil,  en 
heelt  toeo  gtwAe  lerwoeetöngen  aaj^ienidit.  De 
Intite  iHtbaraUoR  bed  piaala  i-a  1878. 

Bskmetler,  rraneiteug  Cornelit,  den  Men 
SepteoriMr  IS09  t«  utrecht  geboKQ.  crtndeerde 
aan  '«  Rüke  Tee«rtE«DÖecbool  en  wenl  tq  1830 
beiTorderd  toi  Teearts  late  klasee.  Als  BtaiDdf)ta»te 
want  han  de  gcaneeole  Boam  aangeweien.  We- 
eena  bet  uittmken  «Ier  BeteiMhe  ofdoeten  gin 
hjj  het  Totgend  jaar  ate  t^deKk  adjwMtpaMidei 
■rla  bü  het  iega  wet.  In  1837  wend  hg  ale  too- 
daoiK  dethritjef  aBogeeteU.  Ia  184S  werd  hg. 
na  aigelegil  eoaeaan-einmen,  berordeni  tot  pa&i- 
dNiaito  late  klaMe  en  in'184S  ibenoemd  tot  leer- 
aai  aan  de  Koanik^yke  HSVtaiie  Aeademie^  te 
IVreda.  w«ike  beooeming  drie  jaof  ittm  gerol^ 
w«:d  door  die  Tan  leeniar  aam  'a  Riite  veetLTtse- 
i^achoel.  Dne  beb'vÉlknng  letrruMe  hu  bot  1881, 
toen  bem  eerro)  ODt«iag  vetteend  werd  Hü  over- 
leed den  I5den  F^mari  1866.  2aia  ToorjiMmste 
sncMftea  zfjn:  „HandiMdiiK  tot  de  leer  van 
het    hoenMKhft"   (Breda  1641;  2de  dn*  I&T4), 


„Korte 


1  literatoui  der  rimder- 


ïwet"  (Alnemfoort  JMfil  JttaOrmni^  -mt  de 
T«i«diil)ende  wÜKn  na  liet  wralertieila<f  bij  het 
nud"  ^3MNap>iiAE«ja",  Jtg.  9,  I«I60;  Me 
dnA  -1876),  ,3uMS«dtaK  tot  de  «bekehnatig  be- 
adu^rende  «wtleei&inMe  dei  htnesoogdieTVD" 
(ütveebt  1868),  met  dr.  L.  AH  Cohen  e.  a.:  „Hand- 
boek ds  openiMM  AOOïMBieidaregeling  en  der 
gcnMakiMidièe  pofttie^  (2  At.,  Gronitigen  1872), 
,S^  aiAe  we  en  ^  behamMfing"  (Tied  1873), 
„A.  Hnman'a  handbofft  dcf  gvoeee-  en  TertoAnn- 
de  Ton  bet  tw"  (7de  ^ok,  Goods  1878).  Bo- 
vendiea  lerorde  hjj  böAvgen  in  vele  tjjdeehriCten 
o(  Tenemeiweiiten  en  wan  eeng«  jaren  mecteie- 
deotenr  Tan  bet  „TJicMiiitft  voor  veearteenq- 
knnde  en  veeteelt". 

B«k«ui,  HsluwnprooeMra.  Hek*  waa 
owaprookeHk  gdfik  aaa  itriga,  d.<i.  een  't  maehla 
tkor  d«  kMbt  radend  Troowvlijk  monster.  Sedert 
bK  begn  ider  Btetaekntitiffe  beteenirer^k  ineen, 
" >  1400  tot  1700  dwndeii,  diwlde ' 


dat  xg  een  verdrag  met  den  Dntitrcl  geeiotKn  had- 
den,  om  door  het  aftonrenden  Tan  tKxnennidtMaa 
hau  üMdeoienechai 


eeo  door  den  Dwrel  T00if;ie9et«iii,  üMhtdialieit, 
godtafiterd^jken.  Sabbat  deemamen,  waaibeeD  ig 
Bch  door  de  Imjtt  begairen,  en  woarijg  sg  mot 
den  Dnivd;  ontorcbt  pkogden,  en  dat  z|{  op  (Ha 
bxditeni,  of  jn.  de  gjëdumte  thd  aUerlei  cieten 


De  afBMtdei^e  TOorstdKi^n,  vraanut  <dH  oot- 
leotief  beRrip  liB  onMMR,  i^en  tot  ver  ia  de 
OnAead  ïerng,  aoowd  nt  de  Oosteisobe  da  in  de 
Oriekaeh-BaineiDedie  en  QenntaoKbe.  Het  w»- 
i«a  1.  de  Minde  aaiAnngieDde  toOTOMrii  linak- 
tieüim}  en  IteA  verw^lea  van>  omreer;  S 


iet  «edad>(«ljik  v 
keer  taaetbeirinenecInnendMiiMtQeneaS.  detea 
«^  der  eente  Gfaristemremilgfagen  gwifjbam 
TotHcAdkK  tui  d«o  nftcfabeiykeh  Ekbbat.  In  bet 
vtAagefodileeMen  deae  fDMMeHiKeB,  owt  nitaoB- 
dering  van  de  haalBte,  gpfarendeoe  gebeele  IGid- 
deèeeumen  -roirrt,  lu*  meest  in  de  Dergvtr^n, 
wwuoB  de  beecfaaiTing  iHt  mod^kot  doonfeongi 
Dom  de  Wj^iadB  0ee«t»n  JnabMtenKeilcwerd 
edlter  auidiemewtereedRiDde&deen  ladnaenw 
^tiwnteld.  Vooral  .i4joianf  mm  Lyon^O),  Regvut 
ran  PrUm  (906)  en  Burkard  van  Worm{iWO) 
hebben  aas  dLen  t«iijtel  iStA  lAUmg  gegeven.Daar- 
entegen  veM  aan  net  wailtel^  Mstaen  van  bet 
maMieivm  ook  dooi  de  aiDtnitCTten  ü  Keilt  eft 
Stut  sleedB  va.stgiehoadeo.  Van  fc«ik«Ajjk0  Tqde 
werd  het  reedb  vroeg  et»  een  .verdrag  tm  deo  too- 
vena*!  met  den  Duine]  TorklaAnd  en  dooi  de 

Jeeote^jke  aa  wereidl>^  i«ehtero  geotrelt.  Be- 
ert het  begin  dei  tetlerTeimilging  ia  de  13de 
eenw  wen)  iirik  een  venfrag  tot  een  kert^terg  vei- 
klufd  en  door  d<e  foqvidrtk  beredrt.  De  «k  ket- 
ter^ beodwawde  tomenaiq  werd  de*rap  vecbo»- 
den  met  bet  nöeuw  oiatw^etde  denJtneeld  vas 
den  k«rteT-Sebbati,  eo  de  eüdM^Mtnek  steunde  met 
haar  leer  van  de  macht  dee  Doóvde  het  ood^ 
vromer  afgeweien  gelool  aan  lachtreiien  eo  aan 
het  miweer^iaken  door  mA  te  beroepen  op  de 
BijbehJie  veibafen  Tan  Habakuk  en  de  venoe- 
kin^  i'im  Jeiug.  Zoo  kwam  het  theologiadi  opgv- 
boawde  ei^eetjet  begrip  tot  stand,  waarvoor 
inen  q>oe(£g  bet  woord  kek»  gobmikte.  Het  werd 
door  een  ^n>ot  aanital  geechruten  Ta>n  Dominka- 
nennonnikieii,  atm  wie  de  zorg  vnn  de  TncTnJHit5e 
was  opeedregen,  «mgeaaanid  „w«tenwAMq>petgk" 
geatevDC  en,  ho^wd  de  ketters  tnt  beide  geslach- 
ten bcfMoren.  ToornameCjIk  itan  i^janehte  vma.  bet 
ymawélëfi:  geeladrt  «v^eweiit,  davr  de  oode 
elriga  en  de  malefiea  (als  gif  tmen^fstei)  van  ouds- 
her vooiaaniflök  ak  ivionw  gedaoht  werd,  ander- 
xgdt  mor  het  geeiadite^jk  •vn'keei  met  den  ato 
men  ^cdbditjen  Didtvrf  aetsMe  de  ttoow  ib  aan- 
meifcnig  knram,  waaihq  de  seboksti^,  tengort^- 
ge  m>  haar  gerwDcwhatitnngdeT  iviienw,  een  Mi* 
güig  tol  nft  een  Bcbenddqk  Teike»  Toompiet- 
dribe  oogéhomde  handêfingien  ewcAtea  eea 
i^ne,  Boowet  dooi  den  geestenen  ah  door 
den  wereldlijken  recMer,  en  de  onfeilbare  m«- 
lliade  Tan  hét  w  de  pgiteift  sbeanende  faiqni- 
BJtDqtioos  oodlddrte  iele  bekaen  en  deed  haar 
den  bnuifttapel'  bcümmen. 

De  rtdoeteeitage  vowolgtiig,  waannede  reedi 
__  ISSO  in  de  Tyreow^  een  proef  genomen  wao, 
girng  eedert  <1400  lAt  v^a  het  Alpeng«faf«d,  waar 


DigilizedbyGoOglC 


a.  het  oode  mUugeloof  bet 
mcMt  itMaide  ^eboaim  haddat  en  de  oomtMiee- 
iBnde  BchnpüuMghetd  nok  d»  <Mbt«n  <lus  het 
gcnuAMJiU  <loor  mdddtf  *an  ide  pqidMnk  de 
warkdgkmid  d«  op  ttteokigtebe  grondifagcn 
KigestcUe  wuuToonhffiiwea  uaktoonen  «ml 
V«Bda«f  fobieMMe  sq  mlt  «ui  over  HbÜI, 
Fnmkjjjk  en  DmtxèiUDd.  Bier  weid  ^i  vooral 
berardeM  door  den  bol  tu  /mocenfiui  VllI 
.^nmmw  detiócEutti  «ReetibW  (14d4).  „Wg 
hebben  mtknge",  mm  beet  het  dhurim  «aiot  «avr 
dei  jireoU  dboef«ai«  lemanieii,  <faU  ei  m  eoiuii- 
gB  gvdeeHen  iwi  HoowtJoitwfthnd  en  tiUen 
*«te  peuMMn  t»  IwidHlei  kianiie  qpi,  die^  niet 
induMig  um  ibun  mgen  bol,  inra  het  «oie  ^ 
loot  ftlgCTallen  zijn  en  vleeschelifke  gemeenKUp 
hebban  met  ÖMmoiuacfae  WuMben  en  BobeoiMb 
dooi  toorenDêddelen  met  bdlujfi  van  deo  Daifd 
de  geboorten  dei  fionireD.  het  irogen  kir^jgen 
d«  (B^>«n^  de  mtUtiBi  dei  aaroo,  de  iïvitcd 
dei  wgiftMgen,  bat  «olt  der  boomen:,  ja  men- 
■ehen,  decen,  vgiritieigen,  boorngMiden,  wetden, 
giaMt  fB  mdHe  nHHtbnugeelea  der  unie  l«a 
grrade  ikfatuk,  ventAken  d  venüeUgen,  dü 
nuAsao,  TioiHMn  en  (E«ea  met  ra-  en  uitwen- 
dige pj^eft  kwdbn  en  in  «tMt  lön  mMMwa  in 
het  M«m<fat«Dt  mnnren  in  het  Mien,  beédea 
in  bet  fevnrilen  ima  bon  edUelgte  pKebten  t« 
bdemnMiML"  Dwuvm  dni^  de  pus  den  beiden 
■nouieitean  ven  Noord-  en  KoJd-DnitocUMid  Ja- 
eob  Sprmtatr  en  fietidnfc  IttttUorii  op,  de  lAon- 
nun  en,  Maen  op  te  eporen,  te  beetimjfen  en 
nit  te  loeien,  en  MTeelt  hn  den  bieiebap  v&n' 
StneUbuig,  Albreehl  va»  Beieren,  dbe  fn^uH- 
teore  te  beecbeiineo  en  h«m  hg  dé  «toefening 
int  hoo  tiutk  <te  befai^nMoe  heod  te  -biedcb 
IiutiloTÜ  en  SpmigtT  miakten  bet  bebaengcloof 
tot  een  kimeeil  «ÜM  ea  hoo  .Hduenbuner" 
{.^kUfietn  m^eifiamn",  mrachenen  w,  14S7,  tot 
]dÖ9  nog  26  mMl  lienMki)  werd  weUra  bet 
wetboek  jn  bdueoMiigclqgeDlieden  en  n^Me 
bet  ff^be^  ledricc^jke  ofAnden  tegen  de  hei- 
een.  De  „tfaMnH"  is  in  i^e  decien  geaplitil: 
het  eerate  bduodek  de  hekeerq  n  bet  Mgnneeo; 
bei  tweede  de  veradiilende  eooilen  en  gwrojgen 
en  de  tegen  miidMen;  het  darde  de  «Foeeaorde, 
aoowct  *ow  bet  geeeteljjk  ib  wneMIvk  gerecht. 
In  85  ivagen  wordt  de  proeeKiide  oiteemgHeL 
De  recfatei  moobt  op  een  geiwAA  leedt  ex  ofHeio 
beginnen  t«  ondeiioeixii,  getuigen  (2  of  8  wa- 
len  votdoende)  te  xoekcn,  te  OeSedigen  en  te 
booten.  Zeik  konden  gefiicomnMiuee  enden  ti» 
getuigen  optieden,  je,  kottere  tegen  ketteis,  bek- 
•ui  legen  bekeen,  eeht|geiK>ot«n  tegen  eUnndei, 
Tadan  t^gen  Jdoderea,  bnoedete  te^  Haten. 
Zeltt  de  er^ate  Tynden  dei  beaofaoUwden  moe«- 
tea  0(1  wemijge  ataondeiingen  na,  ale  getnigBn 
toegelaten  wnóden..  De  admeaat  awcbt  ^n  dilnit 
niet  kracMig  Torde^geii,  daar  Ii^  ankn  tooi 
nqg  arfnliSgei  dm  dèae  g«bondeo  weid.  Om  de 
betehuldigden  tot  bekentenis  te  brengen  paite 
mea  de  j^jobanii  toe.  ItuHtori*  (Heen  liet  te 
Conatani  en  Raveoaburg  in  kortfln  tqd  48  -rrvn- 
wen  «wiuaAden  en  ^loedig  weid  docu'  pauaeljj- 
ke  IxriJen  van  Ahsmder  VI,  JuIiiM  II,  Leo  X, 
Badrimtu  ÏV  en  GUmau  Vil  de  hekEenvtmJ- 
I  ook  Toor  (odem  Ban]f>«eM:iie  boden,  in^- 
,  de   „Hekaenbamei"   dooi  de  Dominieanen 


a,° 


alkeken  weiden  dboi  de  prooeaaeo  be- 
die^^  al*  een  nacbtóieme  h^  het  ^kmiIe  dei 
bekeenTiees  op  het  vok.  Oveni  hadden  geeste- 
lijke en  weisljjko  lediteia  hun  Bpinnoeo.  Het 
lêetatoriqb  ondenotk  rti^t»  tidi  voomaoMlök 
Dit  op  de  KwgHifwde  hekaenTaftit,  den 
hakaenaattbAth  en  het  deehwmeD  dei  be> 
uAnkMgdeQ  daaraan.  Het  bawowteiienawMiidtge 
pibaniMie  b»d  men  <£«  leeat  «eachadenL  Op  be- 
paalde tjiden,  met  name  io  den  Walpaigia- 
D  a  ebt  (1  Mei),  waann  tn  beidenaehen  tqd  een 
lenteleeet  gerkód  weid,  hi^  de  Duvtet  gnoote 
Hofteeateik.  Ala  plaaiCe  van  aamerVkiMiwt    


een  TcrïieteK  haai  woofattHi  op  beoem^  booèror- 
kens  BtoUsen,  bokken  <d  aondui  door  de  téstaot- 
ateenen  en  8imU«d  io  p^aneBe  Taart  oaac  een 
bepaalde  idaata,  waai  de  Doird^  io  de  gvdhaute 
van  een  bok  ol  menaeb,  qp  Hjn  troon  aat,  de 
nteuwe  faekaen  pleiAiti^  oniam  ea  inwijdde  en 
sidi  liet  boldigBa,  teni^  de  hekaeo  na  een  dane 
om  lija  tiooD  (hekeeadane)  één  toot  Mn 
nadeiqea,  om  ijjn  ritdeehn  te  koweo.  Dan  werd 
een  weddang  feeatmarf  aaogenobt  en  tan  «lotte 


(  aaogenobt  en  tan  ak 
tw  n£  in  stüto  met  h 


TaigeMgade  ied 

(U.veLlfethet< _    ._ 

maing  w«ad  di  temglndii  aantTaard  en  gaf  de 
Durnd  aan  ieder  een  tooremoadei  mede  tot  mt- 
oefeoiog  Tm  al  heb  den  befcaen  ten  laain  geleg- 
de kwaM.  De  ÏD  de  pneeenD  dllEwj|la  genoemde 
b^niualf  w«8,  noala  nit  vele  akten  bljkli  be- 
reid uit  Tot,  naditadiadaw,  fadladnna,  maüftw- 
gai%  adteeding  en  aodete  ten.  deele  naieotiaehe 
{daoten,  en  [umhiemiageii  aouden,  naar  beweerd 
weni  beweaeo  hebben,  ikt  dawwnede  iageaaUde 
Trouwen  i»  een  diepen  slaap  TMleu,  waarin  lü 
oTer  Aaai  j»»lnwiwig  am  een  beknnaaUbabpban- 
taoeeiden.  Bekende  «Ubeta^dao  weid  «j  Add^ 
Teroordeeid;  ofttkende  sj  etlter,  dan  ging  men 
tot  de  ptjnbaaik  orer;  hielp  diA  niet,  dan  se- 
wUedde  in  >tfiv<l  ■>»>(  ^  **«*•  <^e  een  bertMaUe 
foteting  Teibow^  lulke  na  eeofige  dagen  ak  een 
„TQontaeUing  der  lutteni^"  nogmaaLa.  Soaitüdi 
bebie^i  men  »<h  aoadei  tiekestanistmet  een 
hekaesproet.  Vood  men  c^t  het  lichaam  dn 
h^  eigeoa  een  moedernkk,  akó  waa  die  notAtr 
.__.  j_.,__L_.  ^_.. j. j_  deDtti- 


. doontoken;  torfde  de 

geetokeoe  geen  l^n,  dui  wae  w  «nder  twüfel 
aeboOd^.  Daar  Wtgma  den  „HaUeua"  de  Toor- 
ocDef  oiets  baaUa  daai  het  ««tF  een  mot  den 
Dwnd  bornend  efcment  J^  nam  men  lün  toe- 
rindtt  itot  bet  hdaenbad  en  w^  door  de  besehol- 
digde  knoMgaw^  coo  te  bioden,  dat  de  leoUer- 
hand  aMi  i»  gnntle  teen  na  den  bokerroei  en 
de  Kikeihaad  aan  de  gnxtte  teen  tmi  den  reeb- 
tannet  kween.  Saanm  legde  men  het  aUne  ge- 
bonden KiliaMn  w  bet  wertec  ZoiA  bet,  dan  waa 
de  'beUaagde  oiaanikEA  Heé.  bet  diijni^  aebal- 
iKe.  £en  aooEtgelijk  moddel  iwbs  bat  yuign  Tan 
b^Mn,  cm  te  ven  cA  i^  nwar  dtan  bet  gewone 
gewUd  heMtea  Ook  de  Puteatwitedie  geeadie- 
^Atea  glooide  aan  dnmd»  en  bekavi  en  in 


DigilizedbyGoOglC 


FMtMtmitMbe  baden  wm  bet  Muntal  hdmenpro- 
ecasen  oiet  genvser  dn  is  KfttiKiUeke.  Zells  de 
MMkvs  leu  ontiwiÉfecÜe  en  verKidite  bertog  Jo- 
kaïui  Korimtr  mm  Ooburg  menie  de  bekaen- 
proeeesen  in  ign  Itod  «■  en  atdde  TMi,  dnt  cfe 
1»e»4tu^n  der  ^«roix4eddan  ma  de  kiquin- 
teou  wnckn  komen.  iD*t'^ardM>T  het  wnisi 
MoecMen  toenam,  te  diidtijfc.  Nog  op  be>t  einde 
oer  ISde  «eaw  TeroordwMB  «én  redtUr,  fiefflt- 

fiu(,  atieen  ia  Lcrtli«9nem   900  tk^een  tot  ^Km 
rutdebuid. 

Reeik  ü  de  ]6<)e  en  ITde  «emr  onbbnk  bet 
niet  Md  mafinen,  die  t\Ai  ktadaü^  tegen  de  ic- 
guMteuTa  en  bet  gvloof  aao  Mweo  venetten. 
De  nmoiDunMte  wae  omw  ludtreiioot,  d«  Aju- 
■tenfanwdH  piedikaat  SoJf  Amot  BMtei  (lie  »)- 
duf),  die  ia  „De  batovnHie  vereM  in  vier  toe- 
ken" <16&1— 1998)  met  groote  nöuMMdi^ieid 
bet  gèhaile  dninel»-  en  hdaeoBteleel  bestreed. 
Mau  zj^  poeiogen  m  £e  tui  «nderen  wênhn 
nog  «e  «ttMUg  door  ^  opeobue  meminff  ge- 
atnmd;  met  aoecee  bond  «erat  CArüüon  rAoma- 
tttts  ntt  Ldoiig  dra  attüd  aan  in  nm  „Keaerta- 
tio  de  oiimiae  m^ae"  {1701)  en  „De  origüw  el 
pragreaM  prenaww  ioquiaioTii  oantia  sagae' 
0712).  Haw  w«  ü  de  lade  eeuw  nndt  mei 
«veiHgledHk  mn  bet  oode  bqgetoot.  Zoo  nerd 
den  ai«t<ii  Jaonari  iI74«  tfona  flennfo  te  WUra- 
bnrg  ak  beka  iMkthooM  en  baar  Ij;^  Tertjraad, 
K  17d5  tM  oog  «en  ofier  te  Q^ann,  io  1793  bet 
laatele  in  Poaen.  Haar  nog  m  1886  werd  een 
beka  door  «iaadiet»  Tan  bet  sduereUaad  Hela  aan 
de  utitijfDék  4»dennu|«t,  en  daar  ^  uet  wü- 
-^  anken;  loet  giewcU  •Koitrorkesi.  la  de  MidKe 
qMko  Itekaeninroeeeaea  tot  den 
*  -  ''  '  r  Uesiro  enalgden  er 
L  het  Yerbranden  der 


semnroeeeaea 
nienwaten  t^d  êen  vot;  iit  Vtastio  enalgd 
t»«  (1660  «-    '™"   -  '   ' 
eladttotten. 


teiaoefamgeD  nr  Qeeehichte  de*  HexeDnrahu 
(Botto  1W1);  Roeko/f,  OeacbLcUe  da»  Teukk 
(LetpHg  >18S9,  2  dbi.),  B<im«(h^  Lee  graudB  jont* 
de  ta  eorceaem  (Pai^  4890);  f.  farmentter,  U 
eore(31erie  demmk  fce  tanm  mndwiMa  (nrge 
1W&);  lï.  Pmdu,  Hexeomba  «td  H«i«iiprofleeB 
{Flrobnig  t.d.fi.  laiO);  SoMon  en  H^pt,  Oe- 
a(ind»1e  der  Hexei^cveeBse  ^«nre  uitsme  door 
Uox  Bauer,  IftliulKn  ISia,  2  Al). 


irlncen 

:  pldwen 


kringroimige  pïSben  «p  weiden  en  grssreldeo, 


r  geen  gras  groeit  «(oatig«leeei*l*rerideiBgw 
gloeit  4ha  er  <anbeen.  Votgena  bet  volksgeloof 
aoDden  iq  iiiiIiiIimmi  i^  doonfat  er  heksen  of  ook 
«^n  en  leete  m  den  tattotmih^  gedanri  héb- 
ben.  Hun  nare  oortatk  ia  te  M<ken  in  bat  op- 
treden van  vewehifcode  «oorten  van  Ua^wam- 
meix  ^^  eerst  den  graagToel  veviweUgen,  na  toui 
■JateneB  idmnategeo  bet  graa  weelderig  <foen 
groeien. 

Hafc— nproowon.  Zie  Hektên. 

HskMnaabba-t.  2i»  Hakten. 

HsktlBoh*  toMtand  beteekerat  in  de  ge- 
neeAonk  «en  geetftiKge  wennagertng  dea  li- 
iiaiaiii,  aoowid  «at  bet  ivet  ^  wad  de  spieren 
betrtlt,  een  toeotaod  dar  «tolwiaeekng,  waubg 
bet  vcrtRÜk  dec  bestanddsdeo  den  aanmMK  van 
wediogHniddden  tie  boven  gaat  Dooigaaaa  ia 

■IX. 


die  toeslMMf  een  kentedcen  of  «en  gevo^  van  our 
geateldbcdon,  weike  de  Toatfu^  beltinmereo,  voor- 
al Ten  hA>eretdoee  of  -van  nlt-  of  imweraGge  ver- 
eitrtering.  Een  kenmerk  van,  dien  toestand  is  de 
iUktitcke  koorU,  die  zicb  gewoon^  èi»  namid- 
dagB  vertoont,  dee  arondi  iveireiigient  en  dea  nadirU 
een  afmaUeade  uibwaMoiHing  tengieTolge  heeft. 
OtA  aan  andere  veTHbönaeieQ,  we&e  die  venna- 
gering  (A  vertaring  veTge«ilt«n,  geeft  men  den 
naam  van  bekitiech,  byvoorbeeU  ean  een  uCgeMA 
ïood  op  de  wangen,  aan  een  bepaalde  soort  hoeet 
enz.  E^iódeli^  «pretkt  nwn  ixk  van  een  heklMi 
voorkomett,  eigen  aan  aube  peiaooen,  bq  wdkis 
aanleg  tot  terug  dnade^  ie. 

Bekwsrii  in  die  wwenkmtde  wondt  gmMtind 
door  sm^le  banden  en  baren,  die  elkaar  kmisen 
en  aHe  m  belaetMe  iWi  Joggen.  De  epSken  op  de 
vereenógisgspaoteik  worden  vooijpeEten  door  ron- 
de gtippen.  Slet  vM,  tie  fwlea  licMbaM,  i« 
soms  bdaden.  Zie  ook  Latwerk. 

Bekwleler,  een  oonhguvaartruig;  is  een 
itootniboat  met  één  wiel  in  den  acfatemtpven;  bet 
vaArtoig  beeft  weüüg  diepgang  en  doet  o.  a. 
dienst  op  rivieren,  t^v.  op  Sumatra. 

Hel.  Het  woont'  hel  wondt  veelal  a-Egeleid  van 
<len  naam  Hela,  rcigeoB  de  Noortdie  mytboiogu 
de  gebiedster  in  het  rijk  der  Mfaiünmeo.  Omdei 
bei  veniaat  men  het  oord'  der  g«viaekt«n  in  to- 
geostettin^  met  de  veriUvIpiaats  der  g«iukzal]> 
geo'.  TeiiAyl  de  hel  gewooölük  in  de  diepte  woidt 
gezocht  en  men  hieraan  de  TooreUnmg  van  „on- 
derwereld" veitüodt,  denkt  men  ^eh  het  oord 
der  gdidfialigen  in  de  hoogte  en  stelt  <£t  gelqk 
met  „beroel".  De  ^edadhte  aan  een  hel  ken  oent 
ign  ootelaMi:  1°  on  een  daaKatisobe  godsdienst, 
waarin  de  tegenateHing  tusohen  Ood  en  Satan 
(Duirvel)  Bcberp  ia  oitg««profcenv  2*  in  eamenbang 
met  ide  gedufate  aan  «en  geridit  oTer  de  doodeo', 
waanÜj  de  daden  óei  faramden  «a  den  dood  wor- 
den vergoiden.  Dientengew^ge  ontbreekt  de  ge- 
dachte aaneenbelïnhet  Oude  Testament, 
cleobte  ^urake  ia  Tam  de  Sjtool,  een  veeUgf 
lebimmei^  wau  atte  dDoden  lia  ophouden, 
Eonder  onderacheid  naar  hun  aaidsdie  daden, 
ofaeboon  de  maatarhatyeljjke  Terhoodingen  üeh 
"  '  .JitdePe  ^  ■  --- 
Teatam 

gen  beboortdebei'totdeonnirfwrobegrippen  en 
wordt  de  vrnHateWng  bieDvam  door  de  Bobrineiv 
%ij  de  lezers  b^end'VMiondetiBtldd.  DevvoiKlteailie 
van  een  hei  moet  dientengenlge  in  de  3de  of 
3de  eeuw  v<oor  Cbriatoe  in  bat  Jodeivfoffl  ign 
doDigedrtmgen,  Naar  idie  waarBeh^otlikhml  is  da 
oortpnmK  van  d«ie  «oonteKng  bg  de  Penen  ta 
aoeken^  dnar  di»  beide  èoreiuüvemde  g  '■-' 
gen  voor  deie  ToorstdÜiw  ïaet  aauwe:  „  . 
l^gena«n£g  tqo  an  het  Jodeadom  de  gedaehte 
aeA  de  Sjeml'  en  dte  der  bd  aaaat  ^kaar  blfiven 
beetnan;  de  Sjeoot  MdaadoToorioopigeTCieiöl- 
pUati  der  ifoodeii^  -tanwnlt  eeart  hn  bet  Mhk  vol- 
gende geridtt  verdoeoMien  en  genikuügen  van 
éIcwDder  worden  gee<Éwadefk.  Menrtel  is  de  bei  ala 
een  teiMüf  roi  vuur  en  eioed  gedacht  «veieen- 
komatig  bet  denkbeeld,  ttat  hot  biAneoate  der 
aarde  oit  vnnr  faeatottd,  In  Ust  Jodendom  wvril 
deae  phata  veeW  Qekenna  genoenul  zonder  dait 
Ie  plaata  nader  werd  aangeduid. 

Het  OhniBteDdafn  vand  d 


DigilizedbyGoOglC 


TauddB  ZKt  maar  Im'vOimde  M  tovBm.  Tww^p 
Pauliu  nitdniteiHÏ  ^iwkt  t^  e«n  «HwtMxfing 
der  geh)OTig«n  tenrijl  vol^ns  hem  oe  gwMe- 
looien  m  düi  Sjeod  M  een  eeinng«D  (h>od  ver- 
ooideeU  woolea  veikandSgde  me»  «ddn  de 
leer  «ener  opattaikig  na  goedel 
}aiKBtan  da^  wiMvq  de  «ciiKcu  looden  iiwaHi 
in  Set  uit  d«D  betnei  op  «UKk  fMeigiedMl<te  He»- 
Hisrijk,  de  IsKtaten  durentegen  io  deo  Tnmpoal 
wodien  gcnronpen  «orden.  Later  beaebonwde  OMik 
den  bemel  afa  de  TeiUnMiate  dar  MJoBen,  Iv- 
«fil  d«  liel  de  ondeiwmMie  stra^ilMU  der  god- 
delooieQ  bleet.  De  Bggu^  <n  gieeteMbeid  ^Aet 
fiMbi  liet  mm  eebtei  oftbefMBld.  Volgeus  Jitpiu- 
ttini«  iytfnodt  ig  indi  »  bet  burt  dor  unie,  *<d- 
ffens  CAry«o(lomiueiB«n«lMiitenliet  oodeniMui- 
aeb&  Ven  «UMeide  Moonlqk  de  bel  -fo^De 
d»  fignnria|e  QHdnttNgen  van  bet  Ninme 
TeaUawDt.  Tegen  tet  «iiHle  der  4de  en  ü  1^  be- 
gin der  Sde  «eow  fcerdm  BanJwf  en  na  ben 
CAryaoefomue.  Auguttttna,  Oregoriuë  en  aade- 
leo,  <kt  de-Moien  «r  tot  in  eeonrigbeid  doM 
niai  nitadeoiende  geestmt,  door  een  tdvt,  bet- 
wék  brtndt  londer  fcbt  te  Terqneiden,  door 
rergifüge  en  lereehenreode  dieceo  en  door  «Mei- 
M  marMmgen  gekw^  wontem  Vcdgena  Ire- 
naeut  ia  bet  vteeae^fce  der  betaebe  >tnf  faoofd- 
■alcel^k  gelden  ü  bet  oatlben 
adup  en  nier  wddadMt  dee  illi 
TerhtllioHVÊ  koesterde  dat 

•I  meeaing,  <U  ^atHHeD 


Ie*  illerboc^ten.  Ook 
t  ^ero^n.  Intnoaehen 
t^atnHeo  nïet  voat 


r  airaliea  ma  dw  meeoing  lerschiVeod. 
reebtriimigvte  Eeiknwkmt  itdi  beToepende  ap 
ÜMhaaat  25  :  46,  laemleD  de  eenwij^irid  dier 
itraffen,  doeh  werden  door  Origenei  en  iqd  toI- 
geKnpn  tegenDeapPoken.  Toen  «ebter  flterotqr- 
mu*  en  TKëophüuê  van  AUtandriS  de  meeniog 
van  Orf^enee  bestreden,  werd  ^  gevoefen  aH 
een  ketterij  ^rooideeU.  JDieotei^evolKe  bebieU 
«edert  de  Sde  «enrw  de  «enwwe  duur  ifer  bdethe 
attaJfen  de  OTeibaad  io  de  Keik.  Oaamaaat  ont- 
atond  later  de  ieer  TCn  het  vamvitur  <iie  «kluu'). 
De  ,J}WinB  eoiuDetba"  vao  DohU  bvr.  ^treekt 
tta  3  T<erbt|jhJektaen  der  atgnioty^aea:  " 
FHi<iBo",  „Il  PDigatorio"  en  ,3  Inferno". 
Oriebaehe  Éeit  -mrweipt  bert  Tagcmor,    n 


rik-t  torti  ¥BD  «en  stnipiaati  toot 
tater  tot  bet  v«i4il^  der  nodigde] 
woTden  toegelaten,  tenqjl  de  Moien  «ent    ten 


}ongat«4i  i 


>  dag<e  l«n  roBe  gofien  weiden 
Miwigbeid  der  alnd  w«nl  ook  ooor  4B 
Proteattot«n  ak  leer  der  E«rk  gebaadfaaatd.  Eent 
ia  de  Idde  «eirw  begon  men  er  aui  te  twi^rïcn. 
Ook  de  iniifie^^  voim  der  voontel&ig  onder- 
st «ea  aanmeifcel^  wqnginfl,  daar  men  bet 
MBehe  Tonr  yerring  door  de  {ifniginR  isb  een 
eindriooa  beroow.  Lemntf  <n>eide  bet  «enUMrii^ 
dat  bet  verschil  tnaecben  goeden  en  booaen  op 
■arde  de  grondrief;  was  mo  een  veiMfaii  oa  den 
dood,  hetweï  o<A  bq  «en  Toortdorende  ootwik- 
kteUng  ten  goede  ndet  wenl  oigcbOTen.  Bjj  Telen 
«n>d  bet  gevoelen  nn  SeUetermaeker  ueangi 
dat  de  dgCDMeofaeid  Tan  bet  Tcrknoogewerk  Tan  i 
Chrutut  tutit/t.  dat  eemnu)  allen  duiaim  deel 
aidlen  hebben.  B^  de  ondentelEiig  vaa  Qods  on- 
veentMAbare   genade   waa  sidk   een   opratting 


volkomeo  niiat,  docb  ton  beboere  Taa  '« 
TTJjheid  bliJTen  amderaa  de  mogd^jbbeMt  «ener 
onorenrinnelgke  fvratoktfaeid  Taalbonden.  Bom- 
rnigen  traebtten  de  «enwige  Tudoemeus  te  Tor- 
^Migen  dooi  de  Tranietigiiig  dn  haidkMkkige 
godd^ooaeik,  waaib^  ikh  <u  bedenking  Toordeedt 
oi  xnlk  «en  Tcndebging  der  ■Mfirwbikltteit  no- 
«M^  ia.  Het  g«beela  imtf^  ia  «Ueea  tmi  be. 
kiig  Toor  beo,  «£«  aam  een  peraoon]^  «Mttbe- 
•taan  ««tooren.  De  voorslctfne  >tcbl  «en  bel  aka 
bepaalde  atr^ilaals  ie  jptaeaAea  door  de  niea- 
wese  Ifaet^gie  adganeen  Tcrwnpen;   qj   mrdt 


atteen  door  de  modsnie  ontfaodoue  t  _ 
de  leer  Tan  den  eeawigen  dunr  der  atratlen  ge- 
bold igd. 

Nederdaling  t«r  fa«)ie.  Tot  de  )eec- 
^/Mxa  der  oode  Obrietel^e  Kerk  bAoort  M( 
dat  Tan  Chriittui'  nederdalmg  ter  keil».  Zg  koes- 
terde namelyk  de  meenlng,  dat  de  ^eett  *an  Je- 
m»  ia  den  tqd  tnnchen  de  Er«Bigiiw  en  d* 
OpetandinR  in  de  aaderwer^  ia  a^euaU  om 
aa»  de  tidmt  aatvwenffm  bet  Eran^fie  te  tw- 
bondigefk,  en  beiiep  aidh  inetbq  ep  1  Petnia  III : 
19  eu.  (^  gTMM)  van  %lheeen  IV  :  9  leerde  ITor- 
etoN,  dat  de  Veiioaaer,  om  «en  vcAofnen  aege- 

Sn^  te  Tcnrerren  «p  den  dood  en  den  Daireit 
t  g«Tatig«Den  Tan  deieo  «ooneker  ni  vrijheid 
geetind  beeft.  Dese  meenwgi,  door  Origmei  Toor- 
geataan^  werd  w<ridn  die  der  E«rk.  Daarnaast 
ecbtcr  obtwakkelde  lich  bet  gOToeleo,  dht  de  ae- 


achnuBen  loa  «pi  «Mdommeo.  Het  leö- 
[  der  oodenMing  wtan  aUeaga  opgenomen 
de  Apoatotisohe  OeknUU^ai^  iolu- 
in  waa  de  toemngbig  jdaeeendt  w  jnfer- 
tta"  <ie  oeergèdaaU  t«r  beik)  fe  de  Ste 
eeuw  nog  deAte  beer  en  daar  «wgeBooien  es 
weid  eeiwt  hwt  iJgomee».  Io  de  ^gen  dor  Her- 
Twnung  kwam  bet  leetstuk  tsb  de  oedudaliag^ 
opnieuw  aan  de  orde.  Oe  Qepeformendea  be- 
taaoamdea  baai  «fa  beboorende  tot  den  alaat  tba 
Tenndering,  <kt  Ckrutve  Tolgena  tija  mentAe- 
löke  natnnr  ook  de  bekcfae  atmlfen  ale  riaatabe- 
Ueeder  had  moeten  Teiénen,  om  te  Tokweo  «oor 
Hiden  Tan  alle  muHcfaen.  Dataelfde  gwoeh», 
eveneena  dat  mn  Lulher,  (volgenB  wnn  etbter 
bet  bcbaam  -na  JuMê  adhtertMerf  ia  bet  giaf), 
wiod  in  de  Uitbeiacbe  Eeit  -nrdadigd;  het  gaf 
aaakédjng  tot  een  berimn  atrödi  maai  werd  «it 
riotte  ia  sit.  S  van  bet  Fonnniwr  Tan  Eenlgbeid 
«ein*oq>en,  Sedent  dien  tgd  handhaaft  neo,  4»- 
Tene  op  grood  Tan  ander*  oit^Maken  vul  Lutker, 
ah  leditaniig-JjatlMracbe  kei;  de  fiMeuoff  dat 
de  gcfaeele  oemoon  vao  OAnetiu  naai  de  twide 
naliBen  m  de  bei  is  nedetmdaaU,  om  aH  den 
Dnévri  es  de  boMe  geeatea  de  aeipepraal  dee  Hei- 
laadB  t«  TwikmMSgeK  loodat  de  Dedeidalüig  ter 
beBe  t^  de  LvtberMbeo  niet  l«t  den  etaat  van 
Teniedenng  beboont,  maar  het  eerste  feit  ie  van 
den  slaat  Tan  TMhoogiiig.  Het  nieuwere  8upra< 
latnialteme  heeft  tuiMMi  <fie  beide  geroelena 
MwaokeUi,  terwijl  het  ntionaliBne  mA  bejJTeid 
heelt,  de  kracbt  det  benröqilaalaen  op  uiUeg- 
kiHMBgc  gronden  ito  ootaesntwecL  De  modune  or- 
thodoxie heeft  ook  dit  leentok  als  een  genridiAig' 
gededte  der  ixümntdening  in  lö»   Toormslfg 


DigilizedbyGoOglC 


TMi  OBM  dogHL  (fe  jteómMtog  ter  brik  be- 
Mboowt  th  MD  iHesoiriaelH  ouetdHig  tas  M 
TetfeCTW  dcaUmelii  &t  bet  Bw^die  tsd,  CArt»- 
tw  <1«  wanriiuüiK  btbaaM  beeft  «rw  de  idmM 
dea  doods  «d  der  ooiiteaua. 

Oer  P.  Folx,  JOiÜMbe  BKibiM[«i«  wn  Dadd 
bii  AUU  (1906);  C.  BnuUm,  U.  dMcenle  do 
OfarM  au  Bn^en  (1697)  en  G.  Olemm,  Ni«(ler- 
gvfahren  >n  tfen  IWit  <19I0}. 

Bela  is  in  de  rftemlMiBwwiiii  en  oaADntladw 
«denleet  de  ^odbi  dei  ondetuw^td.  ^  ie  eeo 
dociilCT  TMi  Loki  en  mt  de  xemia  Angrboda  en 
een  mater  tas  den  Fetirineoll  en  iMit  de  uid- 
omwikhtfciiide  «iiiig  Uidgard.  ^  ««mt  ia  het 
■onÉteM  jgk  der  ncmfcn,  imat  Mten  «MJmiitit, 
die  door  «ndefdom  of  lieUe  beawj^sn.  ïet  um- 
mer  tenedigd  veriMigeD  net  tij  otee^  d«  k«n»t 


nder  heu  heereduf){>g  benmteo,  wil  qj  njet 
weder  ftSataan.  Hear  naem  ie  in  ma  ikmh)  Act 
bewurd  geblOTen. 

Beltilc,  WMgang,  een  Daitodi  irahaeokiog, 
den  2denFebnnn  1880  be  Dreeden  geboren,  shi- 
deerde  te  GHUnoen  en  ie  Bono.  werd  in  1862 
door  het  ArchaeMOffiacSi  InBÜHrat  met  ondenoe- 
Uiwen  in  ItaU  baket^  dearuitot  1865  Mcratar 
li*  no  gtoidd  Inaütnut  en  fcstiffde  lieh  te  Ro- 
me. Hg  «direef:  „WMU^emUde  der  Tom  Vcmt 
TeradhOtteten  St&dte  Cempwtenei"  (1868),  „Un- 
tenaehnoKMi  Ober  die  «ampmaclM  Wamkn*l«- 
ret"  (18^),  „BecMge  n>i  «Ul^iMben  Etdtut- 
tMoA  KoiutKewiüdite*'  f1879),  .jDm  Booieneebe 
Ëpoe  ftu  MD  DenknUem  erlftotcrt"  (3de  druk 
1887).  „folwer  doroh  «e  öffeottiriMn  Samndon- 
sen  èkoAwhei  illertfln>er  in  Bom"  (3de  ihnk 
1012-<1&18,  2  dB.),  ^  eoBee4ioa  de  Q.  Bame- 
eo  d'ti)rèe  k  diirifieaWoii  et  awe  h  -teute  de  Q. 
BMiseeo  et  W.  Heliig"  (1803)  en  ^  don  b> 
menodien  Beetftttmg^iebTaarfnn"  {1000). 

Beid.  Zk  Beroitn. 

Held,  Outlav  Fritdriek,  een  SaUiA  redite- 
MleenK  den  SSsten  Hei  i&H  U  Mcwetwiü  in 
Mtenbnrg  geborei^  studeeoije  te  Lupiig  ia  d« 
lediten  aa  wenl  er  m  .1326  «dronat.  1d  1835 
w«rd  tm  boHMind  tot  M  Ten  hot  Hof  van  Ap- 
pti  t«  inreaaleii,  «m  in  1849  eenigen  tpd  mtnn- 
t«i  TM)  JuelMie  eo  werd  Ytmoigau  ■)•  gébtiia- 
nad  *oor  ««iiKieiegenbeden  tu  èaicerli^  radA- 
plegiog  Ma  M  minMeiie  tm  AwtHie  toege- 
Tocj^  Hg  adirerf  «eo:  „Ekhnrl  einee  baTge^ 
Ifafaen  Oewitobmte  FOf  du  ESoigiadi  SMdMen" 
(1652)  «n  orerieed  den  aWen^U  1851.  H«t 
wm  Wabdort  wu  liji  de  atidtter  <mii  d^  ,Jiiw 
bOehM  tOr  tidniedwe  Strafceeht",  weke  h|j  la- 
ter met  SehtMfxe  en  SUbdrat  n^tgaf  ondw  den 
litet  „Nffve  MufcOebra". 

Held,  frisdrteh  IFiMe/m  JleMNder.  een 
Dnüeeli  aTo»tori«^  in  1818  te  Neiwe  geooten, 
werd  in  I8S1  ofide^  maar  nam  m  1865  ton  ont- 
■hg.  Eeret  bepanUe  bq  «oh  IKJ  bet  toooeet, 
waagifc  wb  v^migau  ofp  bet  gebied  der  ktter- 
koDOa,  redigeade  aedert  1643  met  Oorvin  dt 
nLobmwtm^  en  g»f  met  bem  «en  „Ohutrierle 
W<itg<e«faicUe"  in  bet  lieht.  Toen  de  „Lokomo- 
tm"  TeriMdeo  «evd,  aaoTMidde  hq  i«  1848  te 
Beriön  de  redactie  Tan  tot  „VolkBbktt"  en  T«r- 
kneg  ala  TVttBrodenaar  grooten  «Tloed.   Toen 


de  omwentetiiigrfKveRiiiB  door  de  reactie  ret- 
magea  werd,  ^«d  bij  m  wnet  tkl  de  reReering, 
ootru^  Tan  voh  Mtmttuftel  een  aanneoigkc  be- 
aoMIgiiig  en  werdi  in  1850  inepeotoor  der  veen- 
derijen te  Bynmr  lm  FneierawaUe.  Nadvt  bq 
den  bebehking  bod  Men  Tuen,  iwoonde  hq  te 
Ftaoklort  aan  den  Mm,  lboibum  en  Beil^ 
en  lereide  tooneeftritieken  aan  de  da^Aadeo. 
Ia  1863  wwd  b^  redaotev  ma  de  ,3erliner 
Staatd)fiiB>er  Zatni«"  en  iMrdedSgde  de  bebn- 
gen  der  weiUiedui.  WcUra  ecbter  kwHn  men 
op  het  TamoedaL  dat  bij  door  d>  regeering  be- 
tuU  WOT(L  iDodat  bjj  het  «ertaonwen  der  Semn 
Toriooc.  W<geD«  oneêniAbeid  met  den  iriteever 
na  )aaW«èiM)enid  bM  atiehtte  hij  dt  „AH« 
StaatsbOigei-Zeituw".  Öj  oirerleed  te  Berlgn 
den  2fct«n  Hisrt  1973.  Van  ün  geacbrilten  ooe- 
IU)D  1^  ,,De*itsdikn&  !Lémj^  184S-d86(r 
(1859)  en  den  minaa  ,Jlie  JwtuiDSrdes"  (3  dfak. 
1867). 

Hald,  JoMph  «OH,  een  DnUaoh  reditage- 
leerde,  den  Sdfen  AngMto*  1812  te  Wttrd)w« 
geboieD,  Wijdde  lieh  nHaaa.  te  HQndien  en  te 
Heidetberff  aan  de  rethtageleerdheéd,  veetigdt 
■iflh  in  1889  ak  priraaAdooent  te  Wttnbaw  en 
wend  er  in  1841  bniteiwennMa  eo  in  1843  ge- 
woon boog4«eraac.  Eij  oiMierwees  Duitatbe  ate&ta- 
reditageachteden^    Dnitsdi    «taatareebt    en 


Beieraob  admnlMfaliefreelit.  Van  üt  gtmÈoH- 

n    wii:    JBjeUfta   dea   VerMaaonfle- 

redHa  der  monanniMiien  9l«»t<B  DentMUauav" 


ten   TeimeldBn 


(186&— 1857,  2  dkL),  ,;Stakt  nnd  QeaeHactkaft" 
1861— 1S65,  8  dfakV,  ^ationkUtlt"  (1861), 
..LegiUmWU  nnd  LtgitimitttveQU"  (1859), 
,J)eiitecUBB4  der  Deotadn  Bom)  dwI  die  deot- 
Mfaen  OnMufteM»*'  (1864),  jOmOOgt  dea  aB- 
eeOMinen  Btaataredite"  (1868),  4)aa  Kakeftixn 
ak  RedKdbeorifr-  ()879).  Hij  «Terteed  te  Wllra- 
bwg  den  ifldea  ümrt  1680. 
Held,    AdoU,    een  Datad)  «tMÜuidm 


sooa   nn  den  TOotgaaKU   den 
4  te  Wfti4i«g  geboren,  «IvdeenJa 


40den 


en  te  HttiMhen  in  de  aftaatwetenadMipc b%  fdb- 
DMiTeenfe  in  1866  te  Wflnbwg  en  vestigde  stdi 
in  1667  ala  primatdoeent  aan  de  mimaiteit  te 
BoDD.  T«TCiM  weed  bg  leeiMv  aan  de  laadboaw- 
tcboiri  t«  PoppeUorf,  ïm  1868  buitengewoon 
hoogleeraar  en  ia  I8?2  ^nroon  faoogleeraar  te 
Bonn.  In  1860  weid  bq  hoo^ecntar  aan  de  oih- 
v«criteit  te  Berfj^  en  TertknnlE  Ui  een  bootvaart 
oo  het  Heer  Tao  Tbui  den  95aten  AtMoatna 
1880.  Van  ijjn  geeebrtfteD  noemen  wq:  /!mej'é 
SoaiahriMeoMlMlt  oud  ifae  Heitanlilijatem" 
(1866X  Jüe  Eï^MMnenteiMr"  (1672),  .J>ie 
Aièeiterpreaae"  (lBn8),-„0nMMiTiea  flkr  Torieaon- 
gen   tttMT   N«tiona]»on«<Die"   (2de   «kift    1878) 


litik"  (1878).  Ekiddnk  beeft  hg  bet  hanthtdmft 
van  bét  werk  „Zrwei  BMwr  ear  aonden  Ge- 
>clri«bte  En^lanfe"  nagenoeg  •rattond  «diter- 
geUtea  Fnmtriek  Kitaff  gal  het  in  1881  (L«p- 
Mg,  met  pratnt)  lut. 

B«ld«Di  een  gemeente  in  de  immoeie  Lkn- 
bnrg,  groot  6584  H.A.  met  (1915)  5069  inwo- 
nera,  wordt  iageatoten  door  dt  gemeenten  Seve- 
nun  Hanlree,  Eeaad,  Neer,  iU)gge(  en  Heiel. 
De  boden,  gróotendeek  afeegmveo  boogveen, 
beAat  ntt  JÉnriaai  Mnd  net  vete  moeiwaen. 


DigilizedbyGoOglC 


180 


HELDEN— HELOEMnOHT. 


Lftmlmnr  is  bot  hooldkiitlldeli  ytn  bettuo.  Men 
tii>e(t  ei  eonage  biouwMÜeiL,  bnnderijeii,  odie-  «n 
korenmokAB,  TecT-erijeD  en  leeriooKrgeii  ann.  De 
Kemeeirte  beiviit  de  Wicpen  HcMen  en  PawuDgen, 
Dooevana  veh  bnuiten  en  gtihucfaten. 

Bsldenbers  ^Ö  W«tnnrf  in  Ne'iec-Ooateu- 
rijk,  ie  een  door  Qottfried  ParkfrietUr  ^eBticbt 
muiBoteaDt  waun  TdAnmaxhufc  gMaf  Radett- 
fcy  en  de  '««UtamiMestefs  IFi>nD//en  ea  i'Awpre 
bggent  raa  In  Ipia  1000  «al  basei  frona  Jo- 
uf  den  HdhlNibeig  *^  ^  oeeUamd»  fouh  tot 
ondeitiond  dunan  aam  bet  leger  ten  geednnke, 
om  te  Aenen  tot  begiaalpkutte  rooi  leidioMtie- 
l^e  miUUima 

Hsldsiidlolit  {vfo»)  noemt  men  een  min  of 
meer  oonaiigijjk  -wnulNid  gnÜelit,  dat  de  ro^n- 
r$ke  daden  i«n  4te  of  mew  tpeceoDot  ft  nn 
een  atam  of  i^k.  belwndelt.  Het  kuaUeriBtielte 
TU  bet  eigentnke  taeldendiebt  ol 
volïeepoe  ligt  daarii^  dat  bet  gebeniteni» 
wn  int  een  primitiete  beMhtmnmreieM  edrïl- 
(fcot,  uit  een  tvd,  waarin  lAe  derion  na  bet 
Tolk  dooi  den  ba^  -nn  eenseUde,  geiökmati^e 
beedMvi'iif;  Teibondan  xfii  en  vuiin  de  praaoon- 
l^heid  oog  wemiff  o^  den  vooigrond  treedt. 
Daar  dit  voonnaflKqk  ra  oeitlfden  bet  cmval  ia, 
waarin  oog  bet  mTtbotagiJMh  denken  oe  om- 
hMd  heeft,  weelt  Ket  epoe  TDorninielüli  ia  i)e 
wenii  d«  goden  en  beiden,  Taa  het  woDdwtaar- 
lijke  eiv  bujlen^emme.  Bj)  dit  k«jakt«9v  vooi  sol- 
ke,  de  ptuutaMe  tedtt«tieeha  bi  bealag  nemende 
grfMnrteniflBen  en  Toor  de  plecbti^  verheren 
atennnHig  ie  de  <poetieAe  taal  by  niAatek  ge- 
•drilrt.  DoMgMHia  ie  bet  ontstaan  uiit  afiondei- 
IqjlK  baHaden  of  Ëederec  vian  geringeren  om- 
gang, (Ëe  <ka  tot  een  gebed  Temei^t  voHen. 
1d  tegeDetefti4¥  met  bet  vofteepoe  Ja  het 
kunstepoB  b^  weik  Ttm  één  pereoon,  een 
weit,  dat  de  piinutien<e  denkw^  vaa  bet  ToHta- 
epoa  wel  navolgt  en  ook  mjIbtdogiscb-woDder- 
baaitnke  toestindeD  sehièdeit^  maar  tocfa  in  al 
i^n  deden  door  de  tadMdneele  wjjie  'm!  den- 
ken en  ^voelen  thi  den  dichter  beheersdit 
wordt.  BifioDdtFe  aoorteo  Tem  het  fcimatepoa  ino 
het  epoB,  dat  aTontvTen  bebeodelt 
(looili  de  IbddtleeuKaobe  Artbnieagen  en  9'ie- 
lanifa  „Obeion"),  waarin  wonderen  en  lenien- 
gudüedeoinea  nM  ia.  de»  gwet  van  bet  |iri- 
mitiiOK  ToKrfMxnBtogn,  murw  in  dien  vul  de 
BOarentiODeete  lidderen MrtBcb«j>pij  worden  TOor- 
gMl<id^  en  bet  religeuze  epoe  (JftJton's 
„Fandiee  knt"  en  Kfopftoeit'a  „MeMJas"),  waar- 
in mei^  emiKla  ia  bet  ToUoeepoe,  een  wijie  vao 
ToeiftelUDg  timdt,  die  g^ede  vnlkrtivinrn  ge- 
meen hebben.  Het  meeat  eobter  nadert  bet  i  d  j  1- 
liathe  epoe  (OoefVa  „Hermaan  iind  I>i»«- 
the»")  bet  karakter  -ntt  bet  eigende  belden- 
ddetat,  want  bier  heeiMbt  erenieer  ak  ia  bet 
-  laaitflt»,  de  beacboowingnwÖK  rao  het  vok^  die 
'a.  deeiigei«eleerder)aoAé<iottBngeBind!<e  der 
kieioe  steden  nog  gedeelte^  bewaard  ia  gidble- 
ven,  terwül  lü  m  de  gnwte  centra  der  besdn- 
•W^  t«Mna.  «  (pegaMi;  maar  ook  in  dfit  en^re 
milten  dnMt  bet  epos  nu  deo'  naeiiweren  tod 
niet  meer  het  wODderdadigvt.  da«  i-n  bet  omde 
ToHnepoê  mott  ontbitekt.  Bói  Tiatitteit  T&n  het 
epoa  Tonnt  bet  dieienepoa,  dM  nét  de  die- 


(„Vao  deo  tm  Gunaerde")  em  nteeataJ  ei 
tiaeh-eati'iadtie  streiükiag  beeft,  daaiby,  erenala 
bet  Tol^eepoe,  im  de  neren  lan  faeit  piioiitieve 
danken  blgft.  Ten  slotte  einit  zich  hierbg  aan 
het  komiecbe  epos,  dat  een  laag  bg  dkogrtKkd 
bliJTEod  onderwerp  op  de  wjjae  T»t>  veiheïwi 
diébtntiuk  bebaodelt  en  dat  daanïoor  fiacDdieert 
(„Batrachomjoandiia"),  of  aile  tiaTestieeen 
vierberen  atof  ira  buriediea  eeest  bdniKMt  (To^ 
imrs'a  .«Piioedte"),  af  eindeqk  in  eogeren  lin  een 
homonatjeoh  fcainklei  be»t  (Jobeud»^  ^niti'a 
„Don  Jaao",  vok  Zegg^en'»  „Bwnen  lao  Pieter 
Spa'-). 

Oeeehiedenis.  Het  benn  na  bet  nAa- 
epoa  Te^eet  lieh  Iqj  da  *«nanttnde  «alken  in 
?<oor-bdfltotaMhe  ^^n.  De  beUmdMttan  det  CU- 
neewn  beeft  OonAieiw  ia  ,yS<dt»-King"  Tena- 
meU;  de  bdUendaden  van  d»  ISgyptia^ten  ko- 
ning Samae*  de»  Orool»  bezingt  bet  of»  een  pa- 
pjTua  bewaatde  gedMit  fan  zifn  boUkbter 
Penlaur;  bet  Ued  van  Deborak  en  de  twaaN  aa- 
menbangende  avonturen  der  SimsonsaRe  wöwn 
o^  Bpoien-  van  bet  HelweeawBohe  epoa.  Een  engen- 
Iqk  epoe  nndt  men  ecbter  eeret  by  de  AriecÉie 
volken,  zoowd  by  die  -ma  beit  Ooet«D  (bidïBri  en 
IrawOn),  aie  bü  die  van  bet  Weaien  (Grieken, 
Romeinen,  E«iten,  GennaiMa  en  Swen).  V«i  de 
twee  Toomaamete  faeUendEehten  der  Iwk'tts  be- 
aehigft  bet  .JfatwUwmta"  den  atiyd  van  twee 
Amehe  MdengwjaJitep  (de  Eoeroe-  eo  de  P<i>- 
doenmefl^,  het  aodere,  bet  .„Bamayidia"  dien  van 
den  lOHMbeU  Barna,  ala  vertegenwooidiseT  der 
AiiSis  met  de  ooraraêofeel^e  bewonere  (de  «m- 
genaamde  Dtarida'a).  Ut  edujjver  nn  het  eemte 
woidt  Vka$a  (=  Ordenaar)  gcna«md,  ak  dü  vaa 
het  tweede  Valmiki.  Bude  ijjn  heibaaUeSjlc, 
waarscdiqnlijk  nog  in  dea  tgd  na  Chrübu,  omóe- 
werfat  ea  iveigroot  Est  kaï^ter  w)  het  w<mder- 
bare  wordt  dkardooi  «an  de  geeehiedÉniKlige 
kern  verleeoid,  ^t  de  Etrifdende  beUen  de  aooen 
en  kleuMooen  vta  goden  sijn,  deeia  ïdli  ineai- 
naties  d^efvao.  Hot  ge^cUrt,  dat  het  0Dden)>it 
deU^  de  JKoeiocaoDen^  becdt  in  bet  JttiaUmn- 
t«",  door  lieb  met  gvw^d  van  deo  tiimn  meester 
te  makeo,  «cfaold  m  neb  gftadea,  deeh  eodt  bet 
omerwiiuieiMle,  ooiaat  bet  hoofd  daarna  lijn 
eigen  tto«w  bn  het  dcAibdq^  ïogeiet  en  ver- 
loren beeft.  Nadat  de  KoerotBODen,  om  hno  mia- 
daad  te  boeten,  gwaUen  uji^  wvrden  ook  a>e 
Faodoemmen  t«t  atraf  vooi  nun  miedrgt  godood 
Ooder  de  takïjke  epieoden,  die  de  eenvoudige 
handeEng  omgeven,  onderaebeidt  zieh  de  h'efdee- 
ceed£edeniB  >vaa  Nal  en  Daniajonti  door  iiins- 
heéd  en  teedeifarid  Terw^t  bet  „MR^abhaiata^' 
door  den  tiagiedlieii  cmdeigadig  van  Iwee  maohti- 
ge  geatadrten  het  kajuSrter  nmi  het  tragiedie  Tér- 
toont,  draooit  het  „Ramayana".  d*t  de  OMrwio- 
ning  Tan  dot  heM  Rama  over  mAi^  en  lyn 
vipörden  sdnUert,  dat  v&n  bet  verloaeende,  idöi- 
Uatiaebe  epoe.  Waüneer  iqo  vader  den  kooingS' 
zoon  Rama  in  plaata  van  troonopvolging  verban- 
nl4^  aankondigt,  oaóiA  hq  aan  >öa  tweede  ge- 
mafiji',  die  haar  eigen  ooon  ef>  den  troon  veibef- 
ten  ml,  de»n  wcneeb  «iet  beeK  kmoen  weiig«- 
ren,  ondenveiyl  Barna  «ch  vffmiUg  en  tegen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


H£1J>ENI»CHT. 


5S.' 


IQB  kit  dMlêii.  Voor  dbH  tioow  TOtleeKD  de 
cödMi  hem  de  «wrwiuüng  oret  óe  icnien  van 
net  efland  (Cejlon),  He  hem  iqd  gmuüa  ont- 
rooM  badilen,  en  ijj  brengen  hem  tw  «en  14-jari- 

EhüÜngaehiifi  op  den  tnxa  iqDe  vAders  tenig. 
des  IftUren  'toiid  tu»  li0t  JwÜMhe  epoa  trad 
de  godemMtoai  d«r  hddni,  die  iw  b^  sUen 
iDanwti»  der  goAióA  lét  «enfcn,  et«edii  meer 
dkm  «oorgtOBC^  cmaab  het  woodeifaMr^ke 
(Tftinnrtnninnrn,  tenrSI  de  phwBdte  bdd«ii- 
de  e<M0cbe  «nMionamBiksiiht  tot  in  het 
ffrenwkiOM  <nenk0T<n  wera.  De  IiftniecJi« 
beUenaage,  iM  iit  oKeKiwk  iMgenstettn^  tns- 
adien  het  ftqk  <ier  Duistenm  «n  dU  nn  bet 
LMht  {Akrim»  en  OraMWul)  oob^wui  en  op  den 
■tofd  der  mkomdingea  *aa  Dtjem,  den  «>eden, 
en  SoAAoik,  den  dèófaten  famióg.  oww^fabrwiit. 
beeft  ondu  de  katete  SoMonteden  ia  bet  „Cho- 
di&MOKti"  qn  jP">^  ^o***  «<^  ±  ''^^  °- 
CStr.  IQD  diAter^^n  fomn  door  Ferdoetie  (lie 
aliiwr),  4»  dichter  nn  twt  .^hihnamefa",  ge- 
ktcfpen.  Het  iiiiddi^rant  i^arraa  is  RiuUm,  de 
onoTerwinnel^e,  dien  qjn  vguid  ^Artmon  Un- 
gen  itnd  terersevfB  pui  èutet  door  RiMtem's 
«gen  hem  onbekiendeit  lOon  Soehiab,  die  in  den 
t^d  met  qin  TiadM  door  ^ens  band  Bnevrelt) 
trudtt  t«  oTenreidScen,  totdM  fag  ten  efott«  door 
een  Set  ïD  een  w^iÉnS  g«Mrt  en  daHiD  be- 
graien  wordt. 

Tenröl  heer  het  epoe  een  «it^Hegdng  Tonnt 
van  den  ströd  inaeehen  goden  *an  bwee  rijlten  en 
^ensndgenf  T«n  IrvuSre  en  Taeraniêm,  lis  vd- 
ken  fu  wntÉMttende  afkomet,  beetrijden  in  bet 
Homerieche  be4dei»Hdit  ledea  tsu  deinde 
(OljrnifNaeiie)  jodeDwcrtU  en  (lenmincte  eefaijih 
baar)  gelükéoortige  Tofeen,  AobacBis  en  Troja- 
nen, eJuDdet.  T«w^  lu  da  goden  KHmnisen 
de  Troianen  bjjataan,  twtpen  mderen  de  Acna- 
eSrs;  «eefitt  Zêw,  de  rader  Tan  aUe  fvden  en 
menaebeB,  bijift  oosQ^-  Bvend«  in  fiet  „Ha- 
hablMrata"  nnut  in  de  ,41m>"  bet  TraBee  Tan 
een  -nvam,  bier  door  «en  DMttriead  Terrader^jh 
meifUcwtfd,  de  ocwwAk  der  haadeKng,  die  ook 
hier  oen  ondergang  'Tas  bat  roet  den  imeilMdiger 
verwante  gcelaeht,  het  gcelaehit  van  Priamm,  na 
lirii  sleept.  De  ro<of  van  Htleiu,  de  Miioone  ge- 
malD  >THi  Menelmu,  docr  ram,  Priomiw'  aoon 
brengt  de  AdiaelwiK  nomten  van  hef  vaeteSaiM] 
en  der  eüaodeu  suDen  tot  een  ^meen«diappel|i- 
ken  todit  oves  ie«,  vaamn  na  10  jaar  Trojaa 
val  bet  gevolg  ie.  Afmoderlijkc  bcMewMeo  vwir 
Ticja  en  ammtnren  of  de  t«ti^i«i«  werden  lan- 
gen t^  in  balladen  beoon^n  en  eent  langia- 
nerbaód  tot  langere  efrisAe  vntdKngen  onwc- 
«eiU,  totdftt  (TDlgeu  de  Orid:«4M  'trad[tj«) 
onMtreeka  800  v.  (&.  m  loiüacfa  Klein-Aat  door 
tta  «»a  Homerut  («ie  ttSsar),  ht*.  hoogtepunt 
bereikt  «mi  qjn,  oL  de  eamenvattioe  v&n  «en 
reeka  epModen  tot  twee  groote  epiarfie  werken 
door  kmetvt^  groepeediog  om  één  mTddetpimt. 
in  de  ^W  de  toom  van  Aehille»,  in  <le  „Od^- 
■ee"  de  l^ngheer  van  OdyMeiu.  Tot  m  de  b^te 
^)den  der  Orieke^e  OtxEiMd  werd  bet  ejMS,  naar 
het  weliswaar  noort  meer  iwreiite  voot^edid  van 
Homerat,  beoeïeod.  In  de  eerste  PÏMte  efciten 
«tb  aan  beca  aan  de  loogenaamde  Cjeliache 
diefit«Ta    (zie    aèdaar),    di«   de    Jttu"    en 


„Udyaaee"  nut  Ltdeidende,  natbnideade  en  vooit- 
lettende  gecMiteo  vwmlen  hoUten.  Hetiodiu 
branht  de  BonenwlM  tecÉüek  ±  700  t.  Cht. 
naar  bet  eigenlgke  GridKnlaad  over  en  Bclaep 


genttaMOe  v3e  v«|idieBat«St  iü«t  heeft  k 
bere«k4ft.  Het  veraebil  ia  dM  te  doideïaker 
baait.  doonkt  het  iwoodetbanv  dat  faq  fi< 


roet  lutme  w  den  AknnküceAen  1^1^  beoelend 

Bq  de  BonMMm  iqn  de  üdMonMb»  kioMB 
der  episdie  dichtkwmt  nM  tot  mbwihkeUng  0»- 
komen.  2iA  aanrfattewle  bg  den  vonn  der 
Ortitadie,  etuÉitte  de  bdl-Qmk  Smiiu  ±  200 
V.  Clir.  bet  Romeinaebe  knnate|NM  met  tgn 
„Araitiee,",  dat  de  gesetBedenéavaD  Bcme  tot  op 
ign  tgd  tot  onderwern  bad;  tronwenn  de  histo- 
rïBche  sl^rf  w«r1  ook  Wes  bö  voMfceiii  door  de 
BomeiiMehe  épiei  befaandeld.  Het  boogiefMMit 
bereikt  bet  Romeinadite  qw«  in  VtToUüuf  „Ae- 
nek','  die  bet  Uetonadw  m  mytuecbe  epoa 
vfaeètÊigt.  Zq  w«rd  door  de  BomttncB  ala  turn 
natioDuI  e^öe  btadioowt^  «fenats  door  de  (kie- 
ken de  getndrten  van  Bomtpu,  dien  Vir^ilm* 
heeft  nagevulgt^  maar  viene  hoogte  kö,  laette- 

inttaanoe  vele  v«|idieBat«St  iü«t  heeft  hmneB 

'"[er  merk- 

.  Bommu 
too  gebeel  in  anereenrtitiinmng  ia  met  het  nalerve 
Toftigdoot  voor  den  verHefaten  keiiertüd  een 
hoHe  kiank  wm  gvwordeo. 

'De  Staven  itaan,  daar  ig  het  fealet  bon 
Dor^irooictlqlM  woonpioataen  veriatan  lebben  en 
ten  deele  «ent  «edert  korten  t|üd  faiatonacbe  vol- 
ken geworden  ign,  in  bearinvtng  bet  diebtat  trij 
het  tifdpeik  der  e^iaebe  dichtfciaMit,  jtt,  «enige 
GtanKoen,  aooab  de  ServiSn,  .^enren  linn  po(- 
flie",  zooaU  Talvi  legt,  «mdiat  -dA  bobben  een 
aan  de  Bomeiiaebe  verwante  epiaohe  dlebtkitiMt 
tot  beden  beeft  ataainle  edMiricn.  DeheMenüge 
der  Rnaaea  beeft  Whdimir  (±  1000  o.  Cbr.) 
tot  mMdelpant  en,  in  tegenat^ing  tot  de  konin- 
gen, voreten  en  edelen  der  ovraige  ItHfo-Gei- 
maanaehe  epiacbe  potoie,   den   boerenaoon  Ilfa, 


der  Servitre  is  de  kooMtgaaoen  Marko,  die 
lidi  na  een  300-iarigen  atrüd  met  de  oogekMni- 
gen  in  een  hol  heeft  teraggetrokken  en  jsa 
wiiens  temgkeet  bet  voft  betere  dagen  verwatM. 

De  heUïnaagc  der  Kelten  groepeert  ndi  in 
Ierland  en  Schotlani)  ooi  Fin,  den  leider  der  Fe- 
nritrs,  wien*  loon  Oaitn  of  Oanon  later  door 
Maefkerton  tot  ovJerwerp  voor  een  bddendiebt 
gekozen  werd.  In  Engdaod  komt  bg  deien-  ntet 
de  „Odyeeee"  te  verdijken  eagenkmg  nog  een 
oudere,  die  meer  overecnkointt  vertoont  roet  de 
„Ilias"  en  de  daden  der  heldtn  van  DMer  be- 
lingi.  In  Wajee  groepeenle  wit  de  potae  def 
bai^n,  waartoe  ook  de  beroentde  tooreoaar  Mtr- 
lin  (Merdêlin)  belMKrrt,  om  konine  Arthur  en  ign 
lafeïnxxk.  Oonpronlielnk  de  leiden  der  Britten 
in  hnn  atrgd  met  de  Sakaeo  ±  500  n.  Chr.,  werd 
deie  vorat  evenals  Karel  dt  Oroott  en  ign  twaalf 
paladgnen  veiheeW^kt. 

Het  oudete  Üermaaneehe  beUendtdit ont- 
«rikkeUe  si«ti  in  de  ftdie — I2de  eeuw  onder  de 
Sliaadiin.viar«;  to  de  13de  eenw  werden  deze 
liederen  op  IJsknd  onder  den  naam  van  de 
(onde)  Edfc  (zie  nkkar)  venaraeU.  Zg  beaidirn. 
ven  den  itrgd  der  goede  goden  (i^aen)  ntet  de 


DigilizedbyGoOglC 


HBLDBNDICer- 


boQM  (Loki),  iit  met-  dr  „OocteiiBclMnieiing"  di  i. 
den  onderguig  4ci  eeisten  entdögt  Vin  de  d&- 
dbD  T«it  iSte9/rt«i{,  den  dnteiKloodtr,  Ce  bot 
govd  •nu  de  bCTCiUuudMJKa  g«cm>Id  heeft,  eo 
Tio  zSb  itronweiooce  Terlootde  Bntnhilde  yer- 
haalt  oet  Dnitedte  vdkeepoB,  in  heit  bijzoDder 
hel  NftriDf^nlicdv  «lutriii  de  sa^e  .tul  ^-  •  •  • 
AttUa  en  <de  BonigoiwKbB  met  the  met 


Nft  ds  venneriog  Tut  bet  Bomeiaadie  B^ 
door  de  0«mu■leI^  den  oTeigagig  tot  het  ClinB- 
tendbm  en  een  ^celt«lajke  raan&niaeeriiig  raa 
Mnomi^  OmuaajMdie  aUaunea,  neemt  bet  epoa 
i(dJs  een  Ohiiflte^e,  dht  dei  gieronunueeerde 
staminm  (Qotem,  Ftanken,  Noornunneoi  en  An- 
KeiMkMo)  een  KdtiwÉi  kuaktei  whl  Io  pfeato 
TMi  den  Mji  met  diaken  en  booK  goden  komt 
die  met  d»  «osdooiéeui  (de  Aïatneieni  ia  OsliB 
en  SpMije,  de  Sancenen  in  bet  O.  en  PtlettinA), 
den  twQiet  en  de  einn  wndiglieid.  De  beÜ  tmi 
bet  «fMS  mnlt  de  ChfHUlöke  ivdder,  Karel  de 
Qroote,  dien  de  mge  ntat  Kord  Ifarfot  iAnü- 
^eeeii,  met  iqD  plIa^eI^  Tooxal  Rolmd,  in 
Fnob^  ( Jtoludfiedr);  Rtty  Dtoi,  bgewumd 
de  (Ttd  Oamneador,  in  Spanje;  konaag  jlrUtir 
met  ^  taïebond^  A  bewiten  iraa  den 
Heiligen  OiaaX  1»*  nnlxnt  >na  bet  bootste 
goed  rao  bet  CnTialenaoin,  ia  EWaUnd  („Fwci- 
Tal"). 

Da  hooMte  oatoirikk4iiag  vu  bet  CbriaMjike 
epea  woidt  Tdgene  de  MiddeleeumebnSatlio- 
iMke  iV*MBf(  WeiU  in  <b  .ffiiiim  Oom- 
medm",  Dmte'a  toebt  dow  bel,  Tagentor  en 
pvredÜa. 

'Door  bet  «enhrnoen  dei  aehokitiek  en  het 
ofMoewn  der  Reaaiooance  eenei-  en  de  verdeie 
godfldienatige  oniwikkeKii^  in  de  Henonning 
andengda,  ontatondni  twee  nienwe  loorten,  waai- 
Tan  bet  eene  rooniaineKk  in  E»tiic^(ke,  bet 
afidere  io  Prateataotecbe  landen  beoefend  werd. 
Id  het  efoa  dei  Beoaj  laanee  beUeeden 
de  OhiLatdqke  wondereD  een  even  groote  plaaje 
ale  die  der  Heidenen,  beiden  lün  beekfcn  der 

C'  Ltaaie.  Bet  e.poa  dei  HeiTormJDé 
eategeo,  bemet  op  de  beiruete  tegeneteÜing 
met  bet  KathoUciamet  ahüt  ieder  net  in  den 
Iti^l  iMmeM  woodei  vt,  miai  bet  geloof  aan 
BgbdMbe  wondeten  (ScÉieópin^,  ZondeoraJ,  Vor- 
loêring)  a  licb.  Vooriwdden  vaa  heteeiate,  de 
woodwen  'm)  dnistcn-  en  Heidendofn  (Jvoiter  en 
de  Gcknneigde)  pfaantwlieeh  waneKenw  epoa 
iQik  Ariotto  LOrkodo  fDcioao")  eo  Ttuao  („Qe- 
löealeimne  Mwata");  tmi  het  tweede  itareng 
BgbelEcli-gcfeovige  epoa  MÜton  (,.?uaidiee  loet"). 
Het  eente  geiyre  heelt  WüUmd  'm  lija  .,Of>eron'", 
het  trMcde  Klopttoek  in  tya  „Meeeiee"  en  Bü- 
derdük  (J)e  Ondergang  der  eerete  wcttid")  na- 
gem^id.  Het  moderne  epos  he«Jt,  actiën 
T»n  htt  fcom^eehe  de  wiondenrereU  opgegeren  en 
'm  pkata  daarran  da  werkelükheid  gekozen.  In 
bet  i<fyMiedM  epoa  heelt  het  qJB  booste  ootwik- 
keKofT  bereikt,  en  ak  voomaamate  Toortbrmgsei 
gdKH  öoelhê'a  ,3ennann  and  DoroHiea". 

H«ldeiuwr«.  Zie  Mythologie. 

HeldMittJdperk  noemt  men  i>ii  niimeren 
iw  het  tödpeik  in  de  g<eechiedeme  vxa  een  yolk, 
waarin  het  aidi  doot  ^lootedte  kiygebedrijvMi, 
door  bewooderenswaantige  Ujjken  van  moed  en 


dspperfiöd  oodecedicêdeD  heefe,  en  io  meer  be- 
perkte beteekmiie  den  tqd,  waarin  een  ledts  van 
mannen  geleefd  heeft,  die  met  OEkversohrokken- 
boid  lijn  (^et»edwi  om  bet  vaideriaiid  te  verde- 
digen  of  te  berrnden.  Uen  vindt  bij  het  eene  roUi 
auk  een  tödpeik  veel  vroeger  daii  bü  bet  ande- 
re. Veelal  bmoort  iottusMiieD  bet  behlent^fdperk 
tot  het  get)ied  der  o^erknering.  ScUttemid  ie 
voorei  bet  heWentifdperk  der  Grieken.  Hun  oude 
beiden  ijjn  met  de  goden  vermaageciiapt  of  leit 
hallgoden.  Waar  bet  moaothelsme  beerscbt,  loa- 
ale  fqj  de  leraBIfieten,  ijpc  daarentegen  de  belden 
fËenetkoeohten  en  guoeteKngen  van  Qoé,  <Ke 
naar  Qoda  bevd  en  4oor  GkiOB  tqetaod  de  dap- 
perete  daden  verrifd^n. 

Sfveekt  nnn  in  ons  vadedand  van  een  hel- 
dentüdperk,  dan  bedoelt  men  daarmede  ge- 
woanlj^  diM  van  onaen  Tscbtigjaiigen  atrqd  te- 
gen Spanje. 

Haldsr  of  Den  Beider  (d.  i.  tfa/adew,  aeds 
plaa4),  «en  geonei^  in  de  provinóe  Noonl-Hol- 
Wdt  4SM)  H.A.  groot  met  (1015)  39518  ïowo- 
nera,  Kgt  aan  bet  noudeHb  uiteiade  der  provin- 
cie, aan  dm  sfden  door  de  aee  bespoeld  (No«»d- 
lec^  Haiadiep  oi  Teidtedie  0«t  en  Zuidenee),  tei- 
wyl  iti  aun  de  vierde,  de  luidii)d«  aan  de  ge- 
meenten Oa&nlaoog  en  Anna-Paulowna  ^renét. 
De  bodem  beehat  giootendedi  uit  aand,  atee- 
wiaeU  door  atrooken  veen  en  kkd.  Sinds  den 
aanleg  van  bet  groot  N.-H.-kaoaat  te^n  ovei- 
atfooningen  beveiSffd,  ontwukkeU  udi  deie 
itreelc,  het  Kocvroa  (4000  HjL)  tvt  een  beUng- 
ryk  laodbooirgaMeii  Tot  de  gemeente  beianiea 
de  piaeta  Den  Hdder  met  emvangi:^  vsetHg- 
werten,  de  wjjk  WSennDOcd  «no  bet  Nieuwe- 
diep,  met  Den  HeUer  gebed  lemei^eROet^  het 
dbTp  Hniadnimn  en  hei  gdradit  de  Scmh. 

De  pkiate  Den  Hridcc  ii  voorsd  v*a  bateekenaa 
tk  N«deibad*a  «ent  ooriogiriiaven.  Zn  Ugt  aan 
bet  4  km.  txeede  MaiwËep  tsgcoovet  Aet  eiland 
Teiel,  aaji:  de  ^Mml^  AjunteKhun — Aftmaai — 
Den  HeUer,  bet  Noord-HoBandscfae  kaD*«il  en 
het  HeUeisciie  knoasil,  dat  de  vorbindiiv  vw) 
Den  Helder  met  het  Nooiid.HoAbndedie  kanaal 
Tonnt.  Den  Helder  beett  een  aaiurienli^  garnt- 
>OMi  (ffi&rÏDe,  infaoderie,  vestiogartiUene).  Te 
Wiiüemeooid  vindt  men  een  groot  mmnne-ho^- 
taal,  het  EoiiSnkli^  Inatltaut  voor  de  Marine, 
het  direcUe-gehnw  der  mairine,  de  R^ksl^ert  mat 
bwee  dtAken,  reap.  115  en  85  m.  hmg  en  een 
klein  drijvend  dok  vooir  torjwdo4»ooteK  ttti^Mi- 
len,  «en  totpeda-baiven,  tatrqke  magaqjnen  mtt 
de  uitrnating  Tan  oorlocssciiepen,  Miarnes  eni. 
Van  de  wateretaats-wwken  moet  genoemd  wor- 
den de  renaatJidge  Helderdgk  4000  m.  lang  en 
12  m.  breed,  die  in  1774  voltooid  werd  ter  vei- 
TMpog  vwi  den  mot  attijd  vertioowbaren  Wier- 
dijk,  Ia  de  laatete  jaten  wae  de  Waterstaat  gt- 
noodtawkt  o^  twee  plaatoen  «p  den  binnenberm 
een  aanjuenl^^e  verhooging  aan  te  brengen.  Ver- 
der bcMt  Den  Helder  een  «otUopiscè  aUtion  (m- 
dert  1860),  een  r^  hoogere  bnreeraehool  met 
S-jarigen  enrsoa,  een  burgevavondraiöol,  een  tta- 
badnlMcboai,  een  leevuirtsduK^  een  meteon^- 
giech  obeervatorinm  en  een  kaatongereoht  Ook 
is  bier  ia  I8SS  van  OodeetUld  op  Texef  orei- 

ÏsbntM  „het  LoocbaweKn  voor  de  leegaten  vu) 
exel".  Het  momste  gedeelte  der  fM»  is  de 


DigilizedbyGoOglC 


HELDER 


Nieuwedicp  met  hel  Tort  de  llarscas. 


Hel  losliluul  „WiltemiDotd"i  \66r  bet  gebouw  de  nisil  van  Van  S|)eyk'>  ichip. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


gll!T.nWB — HBBinftTKin 


HoofdgtMbt  met  omgenng.  Vui  de  );eboiiwe 
TerdÜDen  jvnofidtag  bet  ataKHiDi»,  de  hoogst 
burgMacbooi^  de  Vesteitt^  de  Nienwe  kak 
(be^  HerrÓniMiy,  de  Petnu  eo  PHiloskect  (B.- 
Ktifcolirt).  Ounwaat  nndt  men  er  kerken  nn 
ie  Ltrtberaeben,  Dot^MgearDden,  Qentottaeeióea, 
Ovd-KAthoUekai  en  unUi«ten.  Da  bevoiki^ 
leeft  tegenwooidig  Toonl  vw  UeiiüiMHlel  en  ni- 
dastrie,  in  veibuid  met  bet  gacnivata  en  d> 
W«ri,  oefent  T«rder  nsehnogat,  UmKOTMtt  en 
knirurt  üt. 


de.  TwMlMn  1760—1792  werden  biet  bugs  iwee 
■teeDen  dunnMi  aangelqpd,  die  een  DMir  het  Zoi- 
den  open  toecfataT  Tonnden,  w^e  bet  lÉBtroo- 
mende  ebw«t«r  uit  de  Zadd«nee  ojmng;  hier- 
door wad  «en  lun«n  gelndMnt,  die  I0--20  m. 
djep  ia.  Lange  de  Wea&gde  vm  (Ke  bMCn  ia  een 

(19S7),  dit  den  Ba«n  WtUemBoont  At^U  Ben 
KTOote  idwtaM*  vormt  de  <TerbiDdiiig  niet  bet 
Nmird-HoUiMkche  fcauMi.  De  Te>tiagweTt«D  der 
atettbg  Den  HeUer  alnUun  licti  xai  kogs  bet 
HuwKep,  terwgl  de  fatte,  beeteaade  nit  een  boo- 
gen  ml  met  TmnligKiende  grufat,  baar  tegen  een 
unml  ma  de  kMJfile  Mêchennen.  iMgi  de 
weidde  nodt  men  tmi  Weet  uua  Ooot  bet 
fort  E^jkdnh),  het  fovt  ErfpFns  en  het  pantMt- 
fort  op  de  SmmmB,  terw]^  de  Kiue  ach  im 
bet  fert  Brfprina  laom  de  lorien  Diib-AdmitMl, 
en  W«*tX)e*er  ooar  Oo«t4Itafer  aam  de  Znideraee 
uMatfAi. 

Den  Heèder  waa  oonpnuiïefik  een  nMioeÉ  «aa 
HnMMoen,  die  ometreefcs  1500  begon  bebouwd 
te  worden.  A*iiv>iftdijk  nam  bet  leec  bn^uAm 
toe.  HeibaaUe  overetroooEHigen  maakten  ni«t  al- 
leeik,  (M  da  koatatreck  ooEewooiiit  blad,  msax 
dat  bet  pbataie  lelle  meer  binnenwaarta  moeat 
TerjdaatBt  woroen,  hetgeen  met  de  kerk  in  1Ö79 
nbearde.  Er  Tea^eden  Bieb  Tooral  walvi»dbTur- 
dfrs,  ao  1700  woon<fcii  er  een  SO<ta<;  groote 
winaten  weiden  bdwaU  door  leverantiee  aad  de 
viotea  op  de  reede  ran  Texei.  Aia  oortogalhaTeD 
werd  het  van  beteekegaa  sedert  de  Tenüdmng 
nu  bet  Hienwediefi  in  een  TeöÜge  en  diepe  ha- 
Ten.  Ten  (nde  der  Bataalsdie  RepnbKek  weiden 
de  beataanoe  alrafMlbatterfen  met  een  kiing  len 
voDifaofHge  TeetiagwMien  aan^evidd.  Op  Iaat 
Tian  JVopoIaon  weiden  de  TeatnunrerkeQ  eedert 
IBM  aaoün^  nitgoineid.  Toefa  lidde  het  pÜMte- 
je  toen  weóoig  meer  dm  8000  inwonera,  Dcgm 
wil  edtter  zecc  aoel  mt  te  breidan  to<>n  het  mot 
den  «At^  **n  het  Noopdt^trflaodeelie  kanaal 
(1819 — 1665)  de  Toortiamn  rui  Amiterdun 
werd.  Dese  beteckeais  heeft  het  weer  yerioren 
sedert  de  ToHomiur  vas  het  N«ordiee-kaiMMil, 
soodftt  het  tfaani  geheel  ooitogriiaTen  ie.  In  1673 
had  m  EQkdato  de  groote  Meslag  plaata  van  De 
Ruyter  tegen  de  TeieeiMffde  Pranwi-Eng«iMhe 
^ot,  in  1781  leilde  van  Den  HeMn  de  vioot 
Tan  Zoutman  nat,  die  4^j  Do^erabank  den  Bn- 
^datèenetag  letnde,  in  1790  kodde  er  een  Ën- 
^eiach-RoBaiBdi  leen  oa  onae  vloot  tot  orergeve 
gedwongen  te  beuEien,  in  1813  werd  het  ingëtlo- 
ten  door  een  Bami  t  rti-Ned^Mriech  legM,  aoodat 
de  franaciien  in  1914  de  veetiDg  moesten  ont- 


Beldanlandliald.  Zie  Magnetime,  Düt- 
Ijk,  en  Stmuuimbulüme, 

Heldrlni:,  Onno  Oerhard,  een  Nedertaodech 
BcfarjJTer  en  phUanthroop,  den  17den  Md  1804 
te  Zevenaar  geboren,  stodeerde  te  DtrecU  im  de 
tbecdogie,  werd  in  1SQ7  nredókaiit  te  Heaunen 
en  bcèistte  H<lt  met  de  anehtiDg  en  het  beetooi 
vae  TendüÜHtde  iukbtangeD  i<aB  ondsrwöa  en 
na.  Keidadighmd^  oamelgk  Steoibeek  vooi  boet- 
nafdif^  gmdleo  vTonwen,  IWlitiia  Knmi  voor 
verwaoffcoade  kinderen.  Betbel  roor  *«rwiu- 
kwade  kinderen,  Betbel  roor  Terwaarhmede 
meiajea  en  een  «wmtaliehool  <raor  oaderwQW- 
reaaeo,  terwgl  hj)  er  op  een  HndittienTel  een 
kerfc  deed  ^renipeB.  Van  s^n  geatduiltoi  noeaDea 
vq:  ,J)e  natwv  en  de  menen  of  lenrenebewdir^- 
vdtagen  nu  pachter  Geriiud  op  lijn  waodrtingen 
met  oee(  Jonaa"  (1884,  2  etdikex),  „Winter- 
avoaiAektniK  van  paebter  Oertur^  (1685— 
18S6^  2  staikkeD),  „Wandelingen  ter  ifpamm^ 
van  Bataalaebe  en  Romaniche  oodhedeu,  legen- 
den ena."  (1688—1348^  2  atiftke»),  ,J>e  ninmar 
matende  Inattiet  tot  niet  grimnen;  een  Cbiat»- 
lyke  legende"  (1889))  ,J>e  aoon  der  natoor  en 
de  man  imw  de  werekT  (2  «Hn.,  IfiUft).  „Eloe  8i- 
nwn  Bar  Jona,  aan  de  baad  van  Jenie,  Pelrns 
gewOTdeo  ia"  (1812,  3  aitde^tigenX  ,^  Bvbel 
en  de  mamf'  (.1842—1844,  2  dk.),  „Bionen- 
en  baiteniaBdailie  faibHmaikie,  ïd  beüefching  tot 
de  armoede"  (1846),  „OpmeiltBgen  op  een  reit 
langs  den  'Blja"  (1647)  en  ,JBeie  dmt  Hambuv 
en  BerkitB  ena."  (1850  2  atidfcea).  Veider  redi- 
geerde hg  den  „Gelderseben  Volkeakoinak", 
.Jfagdalena,  Bnngeüseh  Uaafaiekje",  „BetM", 
„De  VeneoigiDg,  Gbncte&jke  atemmen  en  het 
„Settenaefa  DorpékronnkeÉe*  Uet  LmbUiik  Wat- 
dik  Kbtmt  bq:  „Waaibeid  en  gevioel  iin  't  leven" 
eo  met  O.  P.  E.  Babidi  van  £n^  Aa  gti  ^üj  „De 
Volkabade"  in  bet  licbt.  Hg  overleed  te  Maaeo- 
bad  im  Bf^emen  den  Mden  JoH  1876. 

Htldring,  Jan  Lodewfjb,  toon  vam  den  vo- 
rige, een  Nedertaodadi  Frotestantseh  godgdeei- 
de.  weid  den  26eD  Haart  1852  te  Bemmco  g«- 
boren,  atndeeida  godgeleeidbeid  te  Leiden  en  in 
DDLtsehbod  (1876).  Ej)  ww  achtereeavokena 
predikant  bij  de  naderiaïidaeh  HervMmde  Eeik 
te  Bosmm  (1679),  Zaiid<n>ort  (1882),  Uïddrf- 
Iniilg  (ISeS),  Rottenkm  (1808)  en  Anwtordam 
(•odert  imi).  Van  riokting  Int  de  eduaek-ortbo- 
doxen  gereend,  te  fag  tegeDstaodei  tu  de  dbee- 
te  dec£iemia|  van  de  k«k  aan  de  regeftoe  der 
maateflw^trigke  'verboadiogen.  DÜieDiBRen 
neemt  hg  een  wwkiaasn  aandeel  aan  de  veradit- 
lende  welken  der  iDwendóge  xeodiDig.  vooral  de 
leddang  vsn  verwsarlooaden.  Alt  soooanag  ie  hj^ 
•voorsitcer  van  i|p  vadei*  atiohtdog  bet  door- 
gangahma  Hoendeiloo  en  van  bet  oproedingege- 
ntMt  Uirjam  in  Ame>tienlMn.  H^  nam  het  &^ 
Uatief  tot  de  «vricbtioK  van  bet  opvoedingage- 
aliebt  Vsikenheide  te  UaarabeF^n,  vanw^e  de 
Nedeil.  Herv.  Kerk,  t«rw^  hg  lijae  bentoeiin- 
gen  WQdt  aui  versdriAeDde  NederLsndactie  aen- 
AtisegenootscbafqMA.  Hg  sehieef:  „Inwendig 
BendJne  en  ^meente"  (proefaebriït  1877),  „O. 
O.  H<£frii«.  Leten  en  arbeid"  (Sde  drak  1882} 
en  „Rewindmkken  in  PaleaÜna"  (1899).  Verder 
was  hü  (1882—1807)  redaeteur  van  hot  \^ 
sebrilt  toot  inweiidige  sendigg  „Bonwsteenen", 


DigilizedbyGoOglC 


184 

nn  „Be  N«deriui<dscbe  EeiUwde"  (lodett  1893) 
en  Tan  bet  zeDdiiieBtn>dsebriFt  „ImiMBtriln)  op 
den  «kier  dar  wtfeU". 

Heldrlnr,  Ballhatar,  werd  ia  1639  te  Hem- 
men in  Ori<krkui4  gvboieti,  ging  xcede  op  jeug- 
dieen  teeh^d  naai'  Ametepdam,  om  Ttxn  den  b«n- 
M  te  wordeD  opleid,  braebt  eenige  jaren  op 
bet  kantoor  'Tan  de  Ërma  Van  EagktH  é  Ca. 
dooc  en  Tertrok  deonw  naar  lodifl,  waar  tiq  te 
fMkof  op  een  kaoloor  p^baing  Tood.  Ziekte 
noodiaaJite  hem  eebtei  weUm  «mt  tfederiaod 
tenig  te  héeffeu,  mai  hü  m  1S65  fot  eea  der 
eente  directcupeii  Tao  oe  So  dien  üji  opge- 
lichte  Kaeniereen'iging  benoemd  weid,  een  wen- 
kring,  die  gcbeel  in  {»T«reen«tenining  wae  met 
ijjn  aaoleg  en  vja  bekmamhedeo.  fai  1880  wen 
hü  ird  iMt  de  directie  tsh  de  N«deikiKtuhi 
HutdcteuMteahma  (óe  aldaar)  en  n  IWK 
baar  Tooraitl«r.  Odoh  zmt  kndin^  Jtwamen  vele 
veraiuhriificii  io  het  bMwer  en  ni  de  liobtii 
fan  deM  iaateHnK  tot  stand.  Ook  beeft  hq  w 
gedaaat  foor  de  onkwjhkeliiif;  en  VifbreidHig  ti 
den  natmialeti  haadel  en  Beheepraart.  Beaat 
premdent  Tan  ide  NederlaindMlie  Bvodefanaat- 
scbappn  wtt  BtUrinff  coaMniesMM  lao  de  Buri- 
DaamèAe  Bank,  lerwj^  fajj  na  z^  aftieden  ak 
difeetevi  mw  M  ig»  dood  aao  de  KaaTcmeni- 
gu^  TerbondeD'  bkèï,  kfttotel^  ak  prentfent- 
rniiiiminwi  II  Voorts  wm  bS  oonaüMtm  b{i  de 
Sonioklnke  Nederiaadadie  StooaAKraimaateaiMh 
P4  en  b^  de  SlMtaapoorwe^vaMtMliMpy  en  Rd 
van  het  „Otmité  Mnmltatif'  dn  AnwterdaiB- 
sefie  SneeaiMle  dei  Bhktm  de  Fuis  et  des  P»« 
Ba*.  Afc  bestnnralM  vaa  de  T«i«eni^i%  „Het 
SnitanlBiid"  (al«  aldaar)  toonde  fa^  >go  giroote 
bdaogstdÜBK  TOOT  de  <9leiding  TCn  jonge  fatm- 
d^aliedea.  Hetdring  ov«itm>l  den  ISdü)  Ji£ 
1007. 

B«Idt,  Bernardtu  Hermamu,  in  1841  l« 
AnwAerdem  ^«iioren,  werd  in  186S  meubefana- 
kerageMl  en  ricbKe  in  1970  het  Algwieen  Ne- 
d«rlaadeeii  Werklieden -VerboDd  op,  wae  sedert 
1917  redaoteoi  tm  den  „Werkmanebode",  het 
orgaan  na  diea  bowl, 


1900  is  reetMkt,  wa 
de  Tw«Me  Kamer  e 


r  en  eenig*  jaren  ferriaggercr 
Tan  de  Kamenitittegen  toot  bet  NienwsUad  voor 
N«dertM>dk  toen  h^  ttft  a^nt  *«n  de  RytureTxe- 
kèringabiaik  t«  mntenwqk  werd  benoeDtd.  Hg 
ittVMoi  ra  1914.  Zün  Tooniaaaiste  geschnlten 
cÖn:  jMtvKhwen  op  sociaal  «a  ooOpentief  ge- 
bied in  Belgir'  (1892),  „Bouwmaatsehappg  tot 
Teriu^ing  *«i  eigen  woningen  te  Ameterdain, 
1868—16^"  (Kroniek  door  Jok.  van  Buurea  «n 
B.  H.  HtUt),  „Algemeen  NederfecxdMh  WerMie- 
den-Veriwnd.  1671—1896"  tlSM),  „Peneionoee- 
lioB  na  werkl)«den.  Uilïan)«t«n  van  het  ooder- 
10^  der  staateeoonnkeie  met  eentge  besdion- 
tsjogen"  (186S),  met  «nderen:  „Rapport  o>«er 
bet  leerliogweieD  is  OoBteniqk,  Zwitieriaod  en 
DnitseMaod  in  (opdracht  Tan  de  nastacdiappg 
Tot  nat  na  'tatoemeen"  b«w«iM  (1900). 

HelenA,  een  doditer  tui  Ltda  en  Tindareui, 
kwiing  Tan  Sperta,  ot  t&q  Zene,  diie  in  de  ge- 
daanite  eener  swaan  tot  baar  moeder  genaderd 
was,  nHHVtte  «wieer  ait  door  sehoooheid,  dat  lü 
rolgena  de  Mgc  reedi  ais  10-jariig  meiije  door 
TAewiM   en   PetrilhoNa   geschaakt   werd  en   dat 


*  dcKcnen,  die  naar  haar  baad  dongen, 
en,  dat  sjj  di     '         -     •   ■ 


Tindarmu  d  „        ,  „     , 

den  door  ijja  doebtM  gekoMD 
gemaal  londen  lyliii,  indien  zg  aangeralhiB 
nwrd.  Dientengemdgt  rief)  haat  e<4it«eooot  Me- 
ntUau  alle  OriekMiM  Tont«a  teo  strijde,  toen 
Helena,  hem  dooi  Porit,  een  voo»  tso  den  Tm- 
jaanaelieD  konug  PnnmM  ontroofd  wMd  Zoo 
«atstond  de  Tr^jaaoactie  Ooflog.  De  beiiebten 
«mtaent  de  MsêmAa  •vso  HeleiuiBgo  izeer  Teo- 
BdjaSeod.  Qvwoaalijk  neemt  men  mu,  dat  oq  ni4 
d«  handen  van  Paria  ia  die  tm  ign  broeder 
Dafhobtu  OTeigiBg  «n  dat  Jfsnefaiw,  dien  ijj 
door  tttar  BeJfcoodbgea  wedenom  had  weten  t« 
bcfconn,  faaar  weder  noet  akh  aam  naar  ^rta. 
Vo];g«na  bst  TeihMl  Tan  Homenu  entmoelle 
TÉkmaehtu  hmz  ais  de  ranati»  mt  Maulma. 
AiMiere  eahi^Ten  over  de  GiHdcaohe  labeUeer 
Tenneldea,  Mt  lü  de  ttaciit  nam  naai  EËrpl*- 
Voteenc  aodenu  tnd  ly  na  den  Tal  mn  Tfsj« 
in  het  boweffik  met  A^ilUtu.  Zg  aebook  Ven»- 
Jaar*  een  doAt«r,  Hermtons  gewamd,  rolgens 
Ststiakonu  aan  Theêoi»,  Ifh^/enia,  *<algeBB  •»- 
derea  mat  AekUleiu  Sufkorüm.  M«t  tfeiMtaf* 
en  de  Dioseoren  w«id  ag,  kt  Laeonit  0(A  aNeeDt 
Teieerd.  Gneksehe  kansteBMav  hebhen  haar  voor- 
g«st«U  al»  een  model  Tan  Trowwdqke  sciioon- 
neid  a  snderseheiden  didttere  hebben  aan  haar 
MgenMende  <t<of  onüeend  Toor  hun  tTeurn>^D. 
Balans,  De  keüigt,  ^  oMeder  Tan  keiaer 
OmtttmUf»  den  OrooU,  wna  waaischjjnl)^  tsq 
Mcin^  alranat,  MMtreeke  250  in  Bittijniê  ge- 
DOreiK  ia  912  cbriatin  geworden,  heeft  »eh  door 
h&ad-  iJKK  voor  de  mtix<edjADg  vta  het  ChriMen- 
dtun  leer  TenlieDHt«^k  gemaaltt.  Ook  haar  \t\- 
Tloed  of>  den  knier  ma^te  zy  daaraan  dienst- 
baaf.  Z^'  leefde  meeslal  te  Rome,  slichtte  d«v 
tal  Tan  kerkn,  woab  ook  te  Jeruzaienk,  Trier, 
Kevden,  Xsnlen  eni.  Beooeht  in  324  PalesUna, 
aaat  weJk  besMk  lioh  de  teg«nde  Tiabknoopt  Tan 
de  kniisTwaKog.  Zq  stierf  ooMtreeke  326.  Zq 
wend  te  KowitNitin^iel  begiwveo;  toen  «gfc,  dat 
baar  gebeente  ki  de  lOdeeenwoTeigebTaeht  zon 
inn  naar  HantTÜlen.  Baar  naamdag  Talt  ap  den 


BalMi*,  LouUe  SUxabetk,  hertog  n  van  Or- 
Imm,  «aboren  (nnaes  *m  Mee/detttttroSehveHm. 
w«d  den  24aten  Janoari  iai4  op  bet  kaaleet 
Lodwigalnat  geboren  en  cnlmng  te  Dobbetaa  en 
op  het  haitenTeittüf  PUacMrow  een  lotg'vnUige 
opToetSiig.  In  'I83S  bwn^  ijj  met  Ftréinmd, 
tttrtog  *an  Orlemu.  Na  den  noodlottigen  dood 
Tea  baar  gemaal  (16  Jnti  1S42)  w^dde  iq  ndi 
gdieel  en  sj  au  de  oproediog  van  haar  beide 
zonen,  den  graaf  van  Pari*  en  den  hertog  mh 
Chmtre».  Toen  koning  Lodewük  PkÜiff  alataad 
gedaan  had  laa  de  krooi^  verscheen  iq  met  de 
twee  Ifinderen  in  de  Natioaaie  Ven^gaderiog,  on 
den  troon  toot  baar  eerstgeborene  1«  behouden, 
dodi  werd  genoodoaakt  de  ifneht  te  nemeik,  waar- 
na iq  ridi  eerst  be  Gme  en  daarna  te  Eieenaeh 
TeaWgde,  waar  xq  in  obondering  leefde.  Zg  oTet- 
leed  te  Ridimoadi  bg  Londen  den  Idden  Hei 
1368. 

Hnlann,  St.  Zie  SI.  BeUna. 

Balmavsen,  een  dorp  in  de  Kootd-Bra- 
bantadM  gemeente  t!>eome,  is  onder  kom^  Wil- 
Ittn  UI  &at  ontginniog  van  de  Fn^  ontstaaa. 
Het  doip,  dat   een  Roomsdi-Kathotleke  en   een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HBLBNAVEEW— HELGIXJjro. 


ISft 


HenmmdB  brt  beiU,  telt  ongeT«er  600  i: 
wm  «n   if^  ftatt  diD  apoorweg   *an  Hdmoitd 

BsleDlne  (oliint-kamleT)  raidt  men  ia  de 
wODtA  TCit  de  Aiulpluit  f/nufa  fldmtimj,  eo 
men  TerinSgt  se  daaroit  ttóoi  deae  m«t  «Mohol 
Dit  Ik  trekken  eo  het  fütrwt  met  3  tot  4  vohi- 
mioa  v*tw  te  Teimeiign^  wavn*  (h  )nl«niM 
na  T«ilo«f)  Tart  een  fttwini  fcrirrtiMarml  in  pric- 
au's  met  een  BaoxKn  reift  cd  nwi—k,  wett»  niet 
in  w»teT,  nuoc  0ein*kk«)nk  is  atoobot  en  uMwi 
opkmen,  bg  MO*  C.  Rnenen,  Iq  275— QBO*  ko- 
BM,  in  geeoneentrenrd  ■w4i«)iaor  met  een  roo- 
da  Ueni  ophMBen,  '*ed  jootapifgM  daortwerao 
•n  dwH'  iMpetemm  in  gerf  aÉtrohdemne  Mi- 
gnet imraen^  £g  ids  ■KSttteti^  tid  jmmdjUb  mit 
watenrq  pboafononr  mat  «en  die  oier  weBu 
na  Iwre  i«ttilk«lü  getbdttig  en  liefater  dan  «»- 
4ar  »,  een  miaig  naar  amta»  liifat  «■  faq  290> 
C.  kocAt.  W«gea8  de  antiocp<inthe  e^eoecbap- 
pen  werd  faekirine  «rmger  Tea  m  de  gmmtténa- 
de  g«bnrikt. 

Belmlnm  L.  i«  de  naain  ■na  een  phnten- 
geelarirt  uit  de  famiXb  der  SamengtêUldbloeiHi- 
gtit  (GomjxmU»).  Zie  Inttla. 

Halsmu,  de  «mb  nn  Prtmiiw  en  Hekabt, 
ToorapcHe,  erenaJa  -ïjjn  zuster  Koumidfa  in  het 
Iwut  det  lieneTsgave,  toen  hg  dooi  de  Qri«kao 
Bvrangen  genomeB  «aa,  dat  Troje  deAta  met 
Dehnip  itaNeoptolemiu  en  Phitoetett*  iogeno- 
men  k«a  worden;  ook  ion  hj  de  &<t  met  het  boa- 
ten  paard  aangeraden  heUwn.  Na  den  Tal  Tan 
TroJe  Tolg4e  hl;  NeopMemui  naar  Epirua,  huw- 
de na  dleoa  dood  met  Androntaehe  en  kreeg  een 
d«el  der  beeraehajppg  OTer  BpirtM. 

Helfarlcb,  Heinriek,  een  Dnitoch  geneei- 
knndage,  den  4d«n  Hel  1851  te  TdMogcn  ge^ 
ren,  studeerde  Vn  MAndKn  en  Lei^if;,  wera  in 
1879  letdei  der  dünngiiciie  poIikJiniek  oaa  de 
noiroreitrat  te  AfDodKn,  te  1886  hoogleeraar  te 
OreHawaM  en  in  1899  oproiget  Tan  Étmarek  te 
EieL  HQ  deed  ondenoekngen  over  den  groei  der 
beenderen  en  d«n  mfcied  feivrop  door  veaeaie 
BtDwii^  niteeoefend,  a>rer  defonoMeiteii  door 
rieebt  genoen  IwenliTeiiken  tta.  Ook  gat  hg 
melhodni  roor  de  operafie  der  ho^^  TeAee- 
niog  Ttu  het  kniegewricbt,  voor  den  'beennaad, 
neonplaatjek,  gaatrotomie  en  Tele  andsere  onder- 
werpen. Hg  ^  tM:  ,^1dne  and  Onmdti«e  der 
tnuünaÜeeiien  Fraètnren  nnd  Luutjonea"  (Me 
dnd^  HOndten  1614);  hqj  i«  mede-redaetmir  Tan 
bet  „Dentecbe  Zeitoebrih  Tür  CSiimrfie". 

Hslfsrt.  Jotepk  Alexander  Trgfaeer  von,  een 
Ooetenrj^Mh  rechtsevJeerde  en  etaataniaa,  <hn 
8den  NÓrember  1880  te  Praag  grfwren,  went  io 
1847  boag1e«raar  io  het  Romeinwti  en  kanooiek 
rem  aan  de  aDaTeTmteit  te  Krokwi  «a  ia  1846 
a|p«Taa(4i$^  naar  den  !ti}k«dag,  waar  h|j  het 
ministerie  onderataimde.  In  dat  jaar  werd  bem 
dï  porteteniSe  tui  Ondenröe  aaogebodeo,  maar 
bg  wtea  haar  Tan  de  band,  hoewel  hij  zich  tla 
ondercrtaBtoeeeretaria  garnalen  tqd  belaatte  met 
de  werkTïam heden  tsji  dit  dope rtom ent.  hi  1854 
tot  TTÏjbeer  bencenid,  ontving  hg  in  186S  een 
«errol  «rnieriteat,  waarna  hij  ra  1881  bonoemrf 
went  tot  lid  van  het  HeerentHna.  Hg  oreileed 
'den  ISden  Maart  1^10  te  Weeneo.  Tm  zijn  g«- 
MbriJteir  noemen  wg:  ^ou  nnd  Hjeronymnfi" 


(1853),  ,^ie  oei«eirnefaiMbe  Vojksadnile"  (I8d0 
—1861.  d!.  1~S),  ,J]4e  Sebkcbt  bei  Kdm  1613" 
(1863V  „FOnfne  Jahra  naeh  don  Wiener  Kon- 
grew"  (1865),  „QeHdoUe  OesteraekAH  Tom  Jum- 
gang  des  Wiener  Ohtoberanlatkndea  1648"  (1869 
—1886,  4  dhO.  «Varia  Laia%  Erdienogin  •»« 
Oeotarradi,  Xaieccin  do  FranaoaeD"  {187^ 
„Staatbbea  Attfainreaen"  (189dX  .vOrwor  XVI 
nad  Koa  IX,  Oktober  1845  bia  NoTonber  1846" 
(1696),  4)enkmalplk«e''  (1697X  „Zor  LOeing 
deir  iHoatadber  OmandteuDOKd-Frage"  (ISOO), 
KindieidtBRingKn  ou^  firinneranffrai  aus  jungea 
1,19^  ,^>a  OeëêUthto  dea  Lorabanfo- 
'  'au  KOngareMlw"  (Weeaen  1S08)  en 
der  OaterreieUaehen  Ben^tkn  im 


«■agnog  der  Jabre  184B~-d849  <Frelbarg  Ld.  B, 
IWr;— 1900.  2  lAu). 

KdSwiAiid,  een  «iland  met  dn^  beaodita 
leebaden  in  de  Nocmbee,  dijgi  tea  N.W.  Tian  de 
oKaMfiBf^n  der  iObe  en  dier  Weger,  44^  km.  Tan 
de  knat  Terwqderd,  bdioort  tM  de  prorinüe 
Sleeawük-HoleteiD,  besbat  «en  opperrkkte  yao 
0,65  vim.  met  0910)  M17  iowoMn  (Ptieien). 
en  ibeataat  ai  bet  ObeilMMl  «n  {ia  het  Z.0.)  bet 
UntetlMkdi,  Het  Oberland  ia  een  tbt  63  m.  bo<«e 
rot^  dn  ala  een  mim  oit  lee  oprjjat  en  waarop 
iMi  een  Uaine  «tad  en  een  mnriKnen  beieodeik 
Op  bet  Obarland  ign  in  de  «arte  onsiehtbar» 
pantaertarena  en  haUerj^n  opmitdit;  van  «en 
aan  bet  Z.O.  etadc  van  bat  tweitaod  ^egea 
nurio  hadt  een  tuMwt  daaifaeen.  Door  ign  a» 
kerplaataen  voor  tonedobiMlen  en  kmiaert  em 
agn  MariaedepttB  ia  bat  een  def  beate  atetufMm- 
ten  Tan  <le  DniAidie  marine,  iia  wodiing  «taat 
bet  ODder  ndataii'  beatunr,  ooder  leiding  van 
een  rtaJoflieier.  Het  Uvteilaitd  ••  een  vlak.  lan- 
dig  vooitand  van  g«nnge  «i4|re«<7ektlieid  en 
ataat  door  een  trap  en  een  üK  mot  het  Oberianil 
in  veibüiding.  Hier  vindt  «Ma  een  badfaui*  voor 
warme  leebaden  en  bot  nieuwe  kuitiuaa,  ±  1200 
ten  O.  vw  iSt  voorkod  Ugt  de  DQne,  i 


trtai,  wmibeen  men  met  Hemt  vaartaigen 
wergmet  wonli.  Hot  ia  1836  mtidiLe  leebad 
leemt  de  «erato  pbate  in  onder  de  Duïtccbo 
riooTdaeAai%daatBen,  Het  ba<hffuoen  ia  van  b«- 
gü  Jwd  t<»t  eiiide  Oetober;  bet  aantal  badna- 
ten  bethawt  jaar^jka  ±  21 000.  terwgl  Iwt 
door  ±  20000  toeriaten  beaodit  wordt. 

De  braodiBg  der  uk  beeft  van  bet  vioegw 
grootere  «üamï  vooral  aan  de  Westfcnat,  aauien- 
l^k»  «tDÉken  weggeala^en.  In  den  laatetea  tvd 
aqn  op  de  meest  oodreigale  plaateen  muren  van 
panietatean  gebowwd .  Da  DQne  w«rd  den  Staten 
DeceiKfcer  17w  vtn  bet  eilaed  lomvrukt.  Aui  de 
WealfciHt  ai«t  meo  tQtfen*  4e  ofabe  een  100  in. 
breeden  rot^rond  en  de  oarerwMidfa  bteden  bet 
mooie  aoboinnpd  van  booge  rotetorena,  grooto 
rotakeffda  en  diepe  grotten.  IKt  de  kLniTenea- 
manatMing.  de  bet  l«nded»fMbe«td  van  het  ei- 
land g«elb,  ia  de  groen-rood-witte  v4ag  der  Helgo. 
l»Bidet«  Mrtotaan.  De  reede  ligt  tnaechen  Helgo- 
laod  en  de  Düne. 

Het  eHaod  betit  een  kork.  een  nieuwen  Tuur- 
topen,  eeo  oienw  raadhaia,  een  gedeokteeken  van 
Holfmtam  voti   PoUanlaJxn,   een   muaeiun   met 


D,o,l,zedb,GoOgle 


186 


H£L0OLjUn>— HESitANTHSafUU. 


beroemde  Yolg^enanHliiigi,  een  brólogiB^  tttr 
tton  «ot  «ndemok  der  Noordteef&una  en  een  gu- 
nmoen.  De  bewt>n«rs  houden,  ikh  bezig  mat 
TischTMBst,  wster-  en  treeftit»ngiHl,  sAeepmMri 
en  kin)Bmeiu<t.  De  HelgolanderB  betiooren  tot  den 
FrieeduD  stani  «n  spr^en  «en  Ooet-FVieeeh  cha- 
lect.  Met  HauAHUg,  Cnxh&Ten  en  GeeBtemtkiMlIe 
bestut  geregelde  BdbeepnwrtverbilMQiw,  mef  de 
Duiteche  kost  «en  ondeneeariie  tdegr^ed»  Ter- 
binddsg.  Of)  bet  griüed  dn  natauiweteaiMihap- 
pen  levert  HelgMUki  ioteiemKDte  bipoodeibe- 
den,  bgr.  door  iqd  .^eokigücÉie  lonmtte.  Venfai 
is  Itet  Mwt^  Toeek,  ibt  Hel^poiuid  f^eduiMide 
hun  trdueriodea  oesoett,  grooter  dan  op  eenige 
andore  plaaitB  wr  hA  'SaoKieHSft  luMTiinil  Vui 
de  kfódopteeren  is  een  Mereaaante  MOii,  £nfo- 
tona  Zatime,  bnna  oitdiÉtend  HelgohoihM  te 
DoemeD;  ondier  de  ^jaoten  beboM«i  «r  de  Noor- 
edie  Ooehtearia  damea  eo  de  Zoiddijke  LoMoria 
moriftma  tfnia. 

'Dit  tikad  dioeg  ht  den  «oden  iSé  den  saun 
iMD  Foeile-  of  PoMielafKl  maar  den  mnttiai  god 
Posile,  «AD  wdken  «en  'teramet  en  «en  tiron  ge- 
heiligd waren;  doch  nadat  Wiikbrord  den  dienat 
der  a%i>deo  veniietngd  bad,  ooëiDde  men  bet^  ais 
den  zeteJ  der  ChriaM^e  mtding.  bet  Heilige 
Land  of  HelgoUmd.  H«t  beiioorde  tcnrolgeiM  tot 
het  hertogdom  Steww^-HaBatein,  wa«  tot  aui 
MiH.  toen  Denem&rken  er  iloh  meester  van 
msalte,  ïet  eigendom  der  itertogen  i«ii  Holtlein- 
Ootforp^  (ftKh  werd  dn  1807  door  de  Bngietecben 
bete'.  Het  was  t^dens  bet  conti nentaalsteleel  bet 
ftooUatatiov  wi  dea  «nokkelMitdel.  Bq  dnu  viv- 
de  van  Eüt  0^14)  verd  bet  door  DüemaHcen 
aan  EneHaad  algMtun,  dat  het  eiland  bü  het 
Dutech-Ëngelfidi  Teidiag  lu  1890  aan  Du'tsA- 
hnd  g«t  waarna  bet  «o  ISOS  aan  Pniisen  kwaai. 
".  lAndeTTuam,  Dos  deutoche  H«lgo3tad 


a  bet  nik  der  dooden  in  de  Noor- 

»«be  tabelleer.  Id  de  £dda  omringt  het  de  Noor- 
delijke  mdetwereU,  Nevellieim  genMnod. 

H»Ilad«  BadnlMon,  Joon,  een  RoenM«Daeb 
atfajiJTer  en  etaatsman,  omstreeks  bet  jaar  1801 
te  Ittiginiat  geboren,  ontvinf;  z^  opleiding  te 
Boekarest  en  werd  op  20-jafjgen  leeft^  prolea- 
Bor  aan  bet  e<dSegie  Santa  Swra  aidaor.  verrol- 
geD«  lid  der  e^odoommMBiei,  io^tecteur^eoe- 
nuü  der  Bch<deo  en  directeur  ma  bet  archief.  In 
1648  behoorde  hg  tot  ben  die  vorst  Oeorg  Bibês- 
to  overhaalden  tot  het  coderteetenen  eener 
Bvoadiwet.  Na  de  vlnebt  vao  Uatetge noemde  wend 
bg  hd  Tan  het  Voorhx^ig  Bewind,  maar  moeat 
bjj  de  nadertng  der  Roaaen  en  Turken  ak  balli^ig 
de  wi^  nemen.  Hjj  txsaf  sitb  eerat  naar  Eron- 
atadt  in  Zevenbergen,  dbaroa  saor  Parüe  en  toen 
Daar  Turkge,  waar  hem  liet  eHaod  Qnoa  ala  ver- 
blqffdaata  werd  aaognwtoen.  In  het  g«vo)g  van 
Otman-PoÊJa  Tertrok  hq  io  1854  naar  Bodtarest. 
waar  b^  ztcb  wederom  veatjgde  en  ia  Med  1672 
owrleed.  Van  im  geeehiifteii  verm^dtm  «iJ; 
vertefimgen  vaa  ,3fe(ritatioiw"  van  Lamarline  en 
vam  doa  JAahotaet"  van  VoltatTe.  Ook  sticbUe 
h|j  bet  eerste  Roenteenadie  tijd^bri-ft  tmi  letter- 
kouEgen  aoxd  („Onriend  romtaencr,  ISQ8X  nar-  j 
in  h|j  «endge  van  ijjn  gediehtoi  oipnam.  lii  1844 
leverde  hg  een  drama  en  in  1646  een  nationaal 


'  epoo,  alsmede:  „Sonveniia  et  impreMtonB  d'nn 
proauit"  (1850)  en  .rHémoirea  anr  l^etoire  de 
b  T«K^ration  roumtune"  (1861).  Nadat  liJn 
l^pta^iift  ondeidn^t  waa,  gal  fay  een  «sder  uit 
in  1862  onder  den  titel:  „Cuierul  de  a,nibe  üeze" 
en  aehreef  een  ,^}iam>  de  poeaie  geneiaJa"  (3  dln., 
1868).  Ode  k  in  1886  eeiL  Uoem{ezii«  «nt  ign 
g»ad»ften  ia  het  lidit  vetacheaen. 

HAlladm  waren  de  drie  dochten  vaA  UeUtu 
en  "TMi  de  Oeeanide  Olymetis  en  droe^n  de  na- 
men van  Aigle,  PkaUhoete  en  Lampebe.  Volgens 
aaderea  waren  er  Tgf.  Zg  waren  de  «istera  van 
PkattoH,  TOOI  men  sjj,  t«gen  den  «il  van  Zeut, 
den  aonaewafpn  inapMidnt,  Utt  straf  daarvoor 
ol  uit  medeleden  na  Zeua,  omdut  zjj  ontrooat- 
baar  waien  over  den  dood  van  bun  broeder,  wer- 
den B}  is  tzenrwügen  veranderd.  Uit  haar  tro- 
nen ootelontft  bet  benHteen,  en  mUb  toen  zjj  ia 
boomen  waren  bersebopen^  «tK»tten  ijj  nog  gou- 
den tmnen. 

Beltaea.,  de  'volkeiedrtfaanlt  te  Attiene,  werd 
door  SoUm  nit  boreere  van  afle  klaaseo^  dieiidi 
voor  het  reditaranJbt  aaamHUdflO,  stioeiigealeM, 
in  de  eenbe  ^kaM  om  een  boogec  boKuxp  van 
door  Bmbtenaren  DitvNfcoken  T^nnieaen  te  be- 
den val   TMI  i" 


bandden.  Na  d 

V.  Oir.)  w«Td  h  „  „  . 

aJ  ook  nadat  men  den  btugers  toeMood  licb  on- 
middellqk  tot  de  heliaea  te  wenden  en  ook  den 
bondfenoot  dwone  daar  mcbt  te  zoeken.  Zjj  be- 
stond oi't  6000  redtera,  de  1000  plaatsvervangera 
IheliatUnt  medegerckeiD^  600  uit  ieder  phyle  en 
wee  in  tien  hoiyen  Idikatlèria)  verdeebdl,  (Ëe  ge- 
woonlgk  afiondarlgk,  io  bdraoiüke  zaken  ook 
geiamen^jk,  ceobtepcaken.  De  ÏMnuid^üiff  waa 
op«nba«'.  De  door  Periklet  imgestcUe  reoiters- 
sold^  (heliattikon),  1  obooè  per  dag,  werd  door 
Kl«m  met  een  haive  drachme  «erboogd. 

H»ll>nd,  Beljand  of  ffeiJand  ia  de  naam  van 
een  ondSaknaA  gedidit,  waancbgn'ÖI'  op  Im^ 
van  Lodewyk  de»  Vromt  door  een  urtatdcenden 
Sakaisobeu  laoger  «fpgeatpeld.  Daarin  wordt  het 
leven  ivam  Jetui  folgenn  de  ËvangeUn  geeebeMit 
niet  ten  onredtte  beBtenqtelt  men  bet  met 
naam  Tan  „oadate  DoiMhe  HesMade".  Ohri»- 
ie  daarin  de  beid  en  vertoomt  lidi  in  de 
boogsie  gtorio,  wdk  een  ood-Diii  lacher  kend», 
nameHik  ala  een  machtig  toibï,  die,  d(»or  lija  ge- 
trouwen Mnatuwd  eo  door  groote  aebaren  ge- 
'olgd,  door  bet  land  trekf  om  weldaden  uit  te 
leeïen.  Het  geditdrt  'bestaat  oit  ktvte  oKitesee- 
ronde  verzen  en  ondersdieidt  oioh  dooi  een  keni- 
ujitige  Uai,  door  levendigheid  van  sdiiUering 
en  door  poètiadiMi  ghied.  'De  Heliaod  ie  bet  hatat 
door  Piper  (1897)  volgena  de  baodadirilkin.  een 
fe  IffliMien  en  een  in  het  Britach  Museum,  in 
bet  iidbl  gegeven.  In  1664  be^  Zanoemeuter  in 
een  Vatieaanech  hawhefarilt  nog  brofcstiAkea  ge- 
vondeffl.  Het  ie  afkom«(Dg  uit  de  9de  eeuw  en  een 
eedeelte  van  een  veel  gnKuter  geadtrilt,  dat  een 
m<ditetli>ke  bewecüng  der  geachiedemaeen  van 
het  Onde  en  Nienare  Te^ament  hevatle.  Vig  al- 
uineen ie  men  v»n  oordedi,  dat  de  tnwteiHer  aJ- 
lÉomatig  wae  uit  W««tfaJen,  dodi  daarom  treut 
bestaat  geen  aekertiead.  Het  is  merkwaardig  als 
nagenoeg  hot  eenige  gesriuifli,  dat  wj]  in  de  oud- 
Sakaisdie  tui  beoitten. 
HellAütliMniim  Tounut.    (Zomiekniid)    ia 


DigilizedbyGoOglC 


HEMAMSBUrai— aBLIOaNIA. 


de  uam  vaa  «eo  irfanttiigeriMbt  ait  de  tMuilie 
der  VittaetÊën.  Het  codwsdteBidt  liA  door  een 
5-Uaidig«ii,  mtiegekaaUgea,  of  S-deeügeo.  itaé- 
mfttigen  buk,  door  5  thm^  «f*atieiMl«  UoeniMa- 
deieu,  door  eeo  3-Ucf»ptg«,  eenboUiige  doos- 
vradtt  ea  door  taliQke  lii^igc^  giiwUe  uden. 
Het  omvat  een  ataXai  kgc  heesten,  wdke  ia 
bquA  tHa  weielddeeieii  gromen.  Sommige  ^)d  aJs 
BieipUntea  befceikl,  k>mI>  H.  lormotum  Dn- 
n  J>  1,  >o  Portiual  groeieiu^  een  k^  faeeater  met 
grgw,  liltige  bia&RD  en  takken  en  met  TÜbigv, 
giwle  gde,  aan  óea  Toet  dec  'UoHnbtadenn  met 
een  imrte  Hek  tenierde  UoeBMn;  —  H.  ludi- 
milolivm  W.  En.,  n  Spanje  en  P«rt«wal  aan 
bot  aliaiMl  worhmcnik  W<dteen oaea icboog an 
diMc^t  met  Bdm^jeB  beMite  blMereD  en  lü^ 
Uoemrtelea  met  fruu^  ocie,  aan  den  Toet  bram 
gniebte  UoeoMa;  —  B.  roeeum  Dec^  jn  bet 
inideD  Tan  Eovop»  Roeiend,  beelt  een  nedeiUg- 
nnden  ateogei,  «cnwviDa  tSMge  bkdeeen  en 
faaai^  NoöioodB  noemen;  —  B.  vitlgan 
Gaertn.,  »  DutedtUfkd  «m  Nsderlead  (bèj 
Maastiidit)  aenwuig^  beeft  aan  den  ntid  efiiigi- 
lini  otoffKMt,  liditgrif»,  min  of  meet  Miaar- 
de  Uadenn  en  «mdgcde  UMmtroasen.  Eindel^ 
*iadt  toen  op  ^mk,  TsncbeHing,  VSelMwl  «t 
bü  SoeiteibeTf  ff.  mMafttiN  *M  i  1 L  net  een  kraid- 
aoitigen,  gtgÈtUum,  iiff|«tkbten  atengri  en  gt- 


Het  ondei- 

£f>tTomig« 
itaebtige,  buil 


bezetten  b 


van  een  plantenfneladit  mt  i 
«WMWfMdUoemi^eM  fCoMVoeÜM). 
Mbeidt  lich  door  geehcMteoje, 
atraalbioempjes  en  idoot  twwhehtig 
ge  echjifbloenipjee,  dooi  een  «nragehoaiig,  dak- 
pMURewQa  omwindael,  door  «en  jAkUao.  of  ge- 
widldcn,  met  Imvwenrigv,  apitee  etTOoeelidbbeai 
1  Hoemfcoaim  en  door  napnoeg  rieikan- 
I  inige  oi  oobefaaatde  ladut.  Bet 
amrrat  een-jaiige  of  oreit^ende  kniidHi,  die  in 
NooFd-Atnerika  en  Bnodlii  groeim.  Vut  de  22 
■Dorten  noemen  wg:  een  nnttige  «oort,  de  oter- 
bljji^ade  B.  fMÓeraiu  «f  de  omdpur  (zie  aidaar). 
Befeond  ie  ferder  mm  «eogange  umnebloem  IH. 
ommif  L.)  met  een  ofKaawlen,  dikken,  boaen 
weiMg  Tertafcten  «tengel,  die  «ri  een*  taMcben 
2  en  3  m.  boog  wordt,  met  bortrormige,  faand- 
nerngie,  ^euMwoe  Uadena  va  ten  groote,  goud- 
gcie  UoemlMeliHeB.  In  bet  zaad  Tas  deie  ftlaoit 
vlodt  men  een  ^le,  7«tte  otie,  die  wegene  baar 

Searigen  «naek  leer  ganxdit  'k.  Ook  middt  men, 
at  bk  meel  der  zaden  aeei  geediikt  ie  lot  be- 
peiattng  thd  fijn  gebak.  De  mden  worden  ook 
vel  gerooet  en  'm  {risMts  ma  koffie  gebruikt.  In 
den  cteogd  «iodt  men  f^  leMla  roet  een  zgde- 
•ebtigen  ^ana,  loodat  19  io  China  dihwflh  nwt 
löde  Tennened  iKMdeD.  ff.  annuw  beert  leer 
mooie  iMÜteuen  ol.reoltfoniJeii^  etfrimu,  ghbo- 
m»,  tUtuloKu  en  namu  tl.  ft. 

De  tomublotmeit  komen  aBeen  in  aaMDeiUng 
vooi  ffioote  bloemengroeMa  gexien  op  verren 
afctao^  en  Toor  Hoöneeoikzingen  na  rrooten 
omTiog.  TooTsl  tUMcben  beeetMgioepen  leTeren 
de  KMuriiloeuien  prardiüge  kleonenakeeringen. 
De  belangrijkste  soorten  vja:  " 
guitUolitu,  H.  mganteut,  , 
ealifomiau  en  H.  AirmitiM.  De 
gMoUedt   dcH»   uden    ia   't  iiDorjtutr.   Doordien 


Biet  «He  «oorten  m  om  kUmaat  Ibuie  behooren. 
ie  bet  wenaddijk  den  gToeityd  te  lerkogen  dooi 
de  ionge  phnlen  mul  een  i«.  „voorkweek"  te 
ondenrtfliMn.  Daartoe  laaÜ  men  vroeg  io  '4  tooi- 
jMC  in  nakf  wannen  bak,  veispeent  de  joogie 
pknuten  eok«ie  nuJen  «n  fdant  ze  ia  Hei  in  den 
K^n  grond  aü 

"        ia  de  naam   na. 


Ijfantengedaettt  mt  de  imulie  dei  SndmowfeM- 
bloemigen  (Oompotittnl  Bel  i^nderetteiot  BCb 
éxr  m  een  MOttal  fcianaen  gepiaalste,  dak- 
paDawwga  o>TCr  tlkaDiler  ^engen  omwiaduil- 
Ua«^e«^  die  <koog  en  g^bleord  ^o,  door  een 
geweUdn  UoMdbódem  aooder  etniaedHibbei^ 
door  «eiaüg  tdfgfce  etiaaÜMmen  en  bni««otmi- 
gi^  twewwéhtigo  ad^iftloemen,  door  Ikngwerpi- 
ge  nwiitjea  en  gde  Uoemboof^iee.  Van  oe  eoot 
ten  noemen  wjj  ff.  arenariNm  Oec,  ook  in  one 
had  op  ^^^  himI-  en  betdegi«ndeD  groeiemct 
een  WfwUqiTende  pbut  met  een  bootigen  «ten- 
g«iroet«  enale  Uweien  «n  «eteeUe,  g^anaige, 
cMroeogi^  en  aatr  den  «beneoteo  diebtbg  elkaii 
eeptaatete  bfoeniinédjeft  en  ff.  ntgutii/otwm 
D«e.,  «en  irertaUe,  opgaüde  li«eattr  met  ^toi- 
migc,  aan  den  nnd  cmgercMet  *an  oimIm  «flttg* 
en  nu  boveo  oagraoeg  onbriiMHie  bladnen  en 
in  adteimcn  swangeAjkte  lUeenltroaeen,  —  H. 
vtHgumeum  Dee_  met  een  üebtgiÜMD,  kruid- 
atètigen  «tengel,  alloopende,  iaoeetröfmige  Ua- 
dercn  en  Una  onge«le«Ue,  bolronde  Uoemhoofd- 
jea,  ia  Oii«oaAaa  t\  Paléetina  te  vioden,  —  en 
ff.  Sloêehai  <D  eo.,  met  «en  bovtigen  «teneek 
l^otomigB,  ■rao  oader  viUge  Uaderen  en  bol- 
ronde, in  dichte  trooeeo  genngeebikte  bloem- 
hootdieeL  IM  de  «ietplaaten  babooren  ff.  (algi- 
dum  W.  met  cnote  oete  bloentfM)olld>es,  —  ff. 
grmditlorum  Lesi„  beade  *an  de  Kaapkokmio, 
(ffeneeoB  met  bontigto  «ten«^  —  en  ff .  maenm- 
tbum  fientk  fÉt  Jumtnkt  met  een  eteogel 
ter  booste  vao  >1  m.  en  met  eiodstaodi^,  pradi- 
tige  ulouBioovdjee. 

Haliolden  ie  de  awm  «OKt  Jamiiie  der  Long- 
ibJtkut.  Vj  teH  meer  dkn  fi.000  eoorten,  die  t» 
bet  laiui  tenn  en  «eer  «eraefaiüend  Tan  groot- 
te iqn,  aamdok  van  «enige  mm.  tot  6  dm. 
Zjj  hebben  tÏm  (lelden  twee)  Toeiers.  en  het 
slakbeohiM  ia  uer  Tewehifcad  ima  gedaante  en 
kleur,  terwql  aommige  itet  de  aaiakte  riakkea  be- 
hooren,  Van  de  «oorten  noemen  wjj  de  jttjm 
êlak  en  de  okkertJok  (Limat  etaeretu  en  L.  agra- 
tüf,  beide  naakte  riakken,  —  de  gewone  aaid- 
alak  (Arioa  tmpirieorum),  de  tuinriak  (Helix  nt- 
morali»)  en  de  gioote  wijngaaFdelak  (ff.  porno- 
tta).  'Deie  laatfte  worden  »  Zaid-DDitetAdand 
gekweekt  eo  gegeten.  Te  Ubn  «d  Zwaben  heelt 
men  AkbeatnioeD  en  vanlièer  worden  ig  in  la- 
ten, iiooriil  OMT  W«enen,  'rermerd. 

BelioiiM  (taac^MOttd^eoee),  Ci,Hi*Or 
of  CiHuOt.O.C«HtCHO,  ontetaat  door  bebande- 
Ko^  Taa  ««lidne  net  Mlpetennmr.  Het  kan  we- 
der tot  iMJiniiif  gerednoeerd  worden  en  wordt 
door  lenneitten  en  verdunde  loren  geeptitet,  eren- 
ale  eakeine  letf. 

Halloonta  L.  ia  de  naam  tui  een  }^nlen- 
gealaebt  nÜ  de  fandüe  der  Smlamineèin.  Het 
onderaciietdt  lifb  door  een  3-bladjff  tdoemdd, 
door  een  2-btadi^  boaignApje  en  Kn  4-bokkig« 
dooavmtM,  HeA  omnA  o>TeibUfKnde  baïfheeeten 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HHÏJCOOTA— HEUJOGABALUS. 


«D  kvDJden,  vettcinAcDerik&gToeieD.De  Iraaiete 
•oort  «  U.  pulvenlenta  Lindl.,  nit  Snkl-Aine- 


I  UttuwscetifipcMe  blade- 
ib  acfairid^earoodé  blo»)- 


nka,  met  lanoetromuffe, 
bartroniüge,  Tan  cmei 
nn  «n  groene  UoemeD  k 
■ebeede.  De  HettMOiK's  (^ct^en  iwl  o^  tnauKn 
(Mvta)  en  behowen  iMgena  baar  fiwti  aitei^jk 
en  baar  leTeadi^  ^tdeorde  UDemsreD  tot  de 
neraden  nier  munw  Jta&  De  Tumeerdering  heeft 
plaata  door  hetafnemenderaitloopeTi.  ZeTerlan- 
geniSkigToa^-dte  door ^«e4 nul goadeedtraüieerd 
»,  «tn  tMnpei&tunr  fMi  S— 85*  C.  E^  Uoevbarr 
eieinplaRD  bohowit  men  «tteen  dm  boobbten- 
gel. 

Helloterei  L.  is  de  lUMtn  van  een  ptuteo- 
geeladit  uit  de  famüie  id«r  SlereiUiaeeeSn.  Het 
Mmat  Tihig«  twesteTB  en  boomen  der  trapieche 
gewecten  met  (lartrormiee  bladeren,  jandming 
gOTonnde  Wberoeo  en  dooBvruAw*»,  wette  <5» 
tooneitjes  geigkeik  Van  4e  eoorten  noemen  wq: 
II.  Itora  L^  —  een  ptajtt,  wedke  ü  g*eel  Ooet- 
Iidie  te  buis  befaoort,  4  ol  5  tn.  booff  wordt  ea 
weioig  Üken  oHaeitdlL,  terwql  iq  KelS%  olei  <ut- 
aangenaani  sowbeiMle  wortete  heeh,  d4e  t^en 
maagziekten  aangnwend  wonjen.  Uit  den  baat 
Tetbji^  men  een  ttq  sterke  i«ie^  die  tot  touw 
gvdnuHid  wonR;  de  vniehtjes  «jn  in  de  inland- 
Mbe  geneeskaitde  in  gebivik. 

BéU«,  fmalüi,  een  Fratwcfa  i<e(btsg«teerde, 
4leD  Alsteo  Mei  1799  te  Nantea  geboreo,  werd  in 
1882  acbocaat  aMaar  en  begaf  nich  Tervolgens 
uur  PhÖk,  waar  bg  m  18S8  t^  tet  departeroeDt 
na  Jmtitte  wwd  mIaaM  waar  bq  koRHiiMr- 
bind  tot  afdeelin^eh^  oplckim.  HUie,  die  >idi 
ab  wetenHha^paDök  oimiiialiBt  een  gmden 
Biem  bad  verworren  .werd  ü  1046  door  de  Toor- 
loopjge  regeeriiK  benotand  tot  booffieeraat  ia  bet 
•tralrediL  I»  1849  itAgèt:  een  benoemiK  tot 
TaaAÉieer  in  bet  Birf  «M  Caeentne,  terwijl  £g  in 
IS79  onder-TOMntter  na  den  StaaUraad  werd. 
Hij  orerioed  den  228ten  October  I&S4  te  Paesy. 
H|j  «4ireef :  „Theorie  dn  eode  ptaal"  (6  dhi.,  dde 
druk  1887—1668,  met  Ad.  Chameait)  „Traiti 
de  rüHtnietioii  erimineHe"  (8  dhi.,  2de  druk 
1666-^1867)  en  „Pratiqoe  crimrnelie"  (2  din., 
1877).  ^jo  vKm.  Fmutin  AiMpke,  rechter  in  de 
peehAank  tmi  bet  Seinedmaiteinent,  sefareet 
„ConatftDtMme  de  la  Franee''  (4  dln.,  IS75— 
1878). 

Heller,  St.  Zie  Sainl-Helitr. 

Belikon,  tiiaas  Zagora,  een  van  bet  we«ten 
naar  ihet  «neten  zich  uitstrekkende,  aeer  boom' 
i^e  en  vroegier  net  Iraoie  boeteeen  bedekte  bei«- 
fceten  in  bet  ïaid-weet^i  Tan  het  Oriekaohe  lana- 
achtp  BoeStie,  wwdt  door  de  dMfters  der  Ood- 
bead  verheerlHkt  ali  de  leteJ  der  ZangnxHnDen. 

a  een  (op  der  'nmmaaBMtie  Itettn  lënuel  mA 
Aoogte  TM  1570  m.  Ixrren  de  ofi{>ep*Wrtc  der 
lee  een  altaar  vaa  Zou  Helieoniut,  en  ometreeka 
80  ffl.  rasdaar  ODt^mogl  de  Hippokrenê,  een 
broD  met  belder  water,  Tolgena  de  e^e  door  den 
hoefslag  van  Pegasu»  ontstaan.  Twee  uur  ^ana 
]ag«r  vond  mén  woeger  op  een  kkine  hoogvlakte 
een  boaeh,  tot  bet  gefcied  der  etad  Theepiae  be- 
hoorende  en  aan  de  Munn  gewjid.  Nabq  dat 
bot^  ont^in^  een  andere  lieiUge  bren,  de 
Aganippe. 
BeUkon  is  de  naam  ma  een  zeer  groot  ko- 


peren Uaaanetromenti.  dat  tritrioitend  ie  mili- 
taire kaoeUea  (in  bet  bö>oiider  in  Duiladie) 
wordt  gvonnkt;  bet  ia  een  aoort  GMitrabaa-biba, 
die  OTff  den  aóhooder  wordt  gedragen.  2m  ook 
tdba. 

HeUmE  woidt  in  art.  416  Wetboek  vaaStni- 
redit  omeehnvan  aia  het  opoettclqk  koopen,  iv- 
roileD,  in  pand  nemen,  ak  geaeheuk  aanemea 
of  trït  wimmjag  terbcfgeo  Tan  eeoig  door  mit- 
drijl  Teriuegen  Toorweift.  'Het  ia  dne  een  mia- 
dkifC,  dait  een  aeder  voorafgegaan  miadröf  onder- 
atdt.  In  de  vroegere  wertgeringen  w^  de  faeler 
geatrsFt  ak  medeplichtige  aan  net  miadrqf,  waw- 
door  bet  -ïoorwerp  veiiregwt  hm,  maar  later 
beeft,  men  ingenen  dat  tnUog  een  adtMmiig 
miaèrüf  «^  likweft  eerat  aavrai^  nadat  het 
ander  wdtooai  m.  Jiot-dsiüt  i<  ondnfielnadit 
onder  den  Ütd  ^egnoflUging".  On  wegen»  Mng- 
een  mooideelNig  t«  fainnen  «itafHi^D.  ia  noo- 
dig  <Mt  bewqa,  dat  de  dader  oftetUlik  berft  gt- 
handeU,  d.  w.  i,  dat  kq  wiat  of  altfaüe  begcetfi, 
dat  het  <morw«np  door  ttmeit^  waa  veikregeiw 
looder  dat  fan  beÉMxJt  4e  weten  door  weik  mia- 
drïf. 

Ons  Wotboik  van  StraJpetbt  bedrngt  togen 
ém  heler  een  (gangen  isEtraf  van  ten  booste 
3  jaren.  DeteKde  «tnt  wonh  opgelef^  aae  hm, 
die  opaettcMk  vit  de  opbrengat  vau  eeoie  door 
inindrgf  veikregen  Toonreip  Toordeel  beMt  ge- 
trokk^  'Hij  die  van  tnling  een  geieoofite  maakt,, 
i^M.  geipialificeerde  heling,  wordt  gestraft  met 
gevangcmastraJ  van  ten  iioogate  6  jaien,  lerwül 
in  drt  gevol  tevens  ontaetting  van  TersefaaUeDde 
retellen  kati  worden  iiitg«spraken. 

Eet  ware  te  wanedHo,  dat  de  bepalingen  om- 
trent heling  strenger  geredigeerd  waien  en  ook 
hem  beRtkten,  die  red^ökerwq*  kon  vennoedeo, 
dat  bet  aaogriioden  y**^'™'"  ■**  -■»!->•;:*  ^t. 
komaKg  was.  Bg  de  t 
tal  vnn  gevallen  bü  geb 
Ujjven  ol  tot  vrö^>raak  Mden.  Eki  liet  i^  d 
wgla  de  hetere,  wier  weikzaam^eid  jaridi 
eeret  begint  na  bet  voltooide  miadrijt,  die  leeda 
Tddr  dat  miadryt  den  dader  de  wetenaAap  vei- 
•chaffen.  dat  hjj  het  geett^Hte  bq  hen  ui  kan- 
nen TWittverea  en  deien  daardoor  tot  dat  mia- 
drgf  brengen. 

HeUooentriuib.   Zi«  (Jeoemtrttek. 

BeUodonu,  de  sdtatoNeater  nn  Sefeiievs 
tv  Pktlopolor,  koning  -ma  Syril.  w«d  door  de- 
len  «n  176  v.  Chr.  naar  Jennalem  geioDdei,  om 
de  schatten  des  tonpels  w<eg  te  balen.  Toen  hij 
nii  in  weerwil  van  de  iieiiBaimigeD  des  hooge- 
prieetera  dat  heiligdom  betrad,  werd  kj)  door 
een  buitengewone  verMhjjiing  Ier  aaide  gewor- 

I,  «oodat  bj  ijfD  woinemen  liet  varee.  L«ter 

idrt  hq  i^  nieeater  door  veraf  om  bat  leven 
en  bddom  diens  zeteï,  niMr  weid  door  Anlioekw 
IV  Epiphanet  van  dsn  troon  geatooten. 

Heltodonu  uit  Emem  scfareef  d»  roman 
lAethdopica",  buizende  de  lielde  tan  Tkegg»- 
iM,  een  aanzienlük  HiconaliBr,  en  Ckarikua, 
een  Aeitbkpiecbe  loningsdochter.  Dat  boek,  in 
de  Orieksche  taal  <meetieid.  ia  nitgageveo  te  Ba. 
iel  ie  1545  en  later  bg  heilia^ing  eedrakt. 

Hellovabalui,  een   'RoDtciAeab  k«iier,   die 
van  218  tot  222  na  Cbr.  regeerde,  heette  « 
Igk  Vttriui  Amtiu  Bosnonus  « 


s«gen- 
1  klrai- 


DigilizedbyGoOglC 


HBLIOOA£M.US— HfiUUS. 


189 


XMm  <nai  Jutia  Maata,  <le  sivtar  tad  Jalia  Dom- 
ma,  de  g»Ó6  na  SepHwtiui  Serenu  eu  de  moeder 
?ui  CaraeoUo.  Znik  «Tootmoeder  v«rtr'cd[  na  den 
dood  TM  CanaMt,  m  217,  oaai  EoesB  in  Syrift, 
wMf  JwH  klaaaDoit  ftb  priester  van  den  Sjn- 
Mfaeo  ffod  Slui^baltu  den  muun  ootrütg  van 
üeliogmabu.  Zq  wist  het  legei  ten  ^e  gqiiiabe 
te  eAvrtaea,  zoodst  iiq  op  14-JMigen  feeft|k) 
reedt  tot  keber  ui1ig<eiaepen  weni.  Uaerinn»,  ie 
mooidenau  tod  Oaraoalia,  ilead  ila  218  niet  ver 
van  Aatiodiie  de  oedalióg  en  werd  Tervolgeoi 
met  tak  woa  Dü^mieniu  te  CSndmdiMb  ver- 
■umrd.  Toen  trok  HelioaiAaliu,  nwkt  h^  den  win- 
ter te  HfoooMdM  bad  doorgetoMbt,  in  319  neu 
Roa»  en  itiehMe  er  wat  wn  SyriedMn  afgod 
een  tecmel  op  des  Palstjpaaien  faeoTtl.  In  on- 
BiBttgbeid  «D  kabasdiglHid  overtrof  hjj  al  x^ 
h«iier^«  vooigwKen.  Toen  bn  bet  loonMmen 
koeeterde  sQd  neef  Alamtdtr  Stpenu,  dito  b^ 
ab  looD  aaosniomeQ  bad,  Mn  bet  terea  tebren- 
ge&,  bwntte  m  268  «en  oproer  urt  der  pnMi(m»r 
Ben,  die  HeUo^abahu  vermoorddni  en  zyn  üjfi 
M  den  Tttier  WHqwn. 

Zie:  Dutiquet,  ESJagibat  taeoabt  par  les 
trtortEBs  gracs  et  kMns  (Fttrip  IMS);  fiiUJef, 
Stodiee  ia  ibe  He  of  HebogabahiB  (Nenr-Toric 
190^. 

H«Uovra*t  w  een  toeeted  tot  ^ertasjdiging 
vao  fbotamlMa  dor  ton,  in  hootcfaaalc  een 
astTOMmiattie  knker,  TOOnien  van  een  pboto^- 
lUelw  cuMi».  De  momentAüter  is  zoc  inge- 
rtdtt,  dat  de  bdiditH^Btvd  tkdner  dan  0,001  se- 
eoode  io.  Sie  Atlnnomitciu  imlrwntnlett. 

Hallonaaf  w  een  toestel,  tooisJ  in  het  le- 
ger in  geornifa,  tot  bet  garen  'm!!  tele^nrfiedie 
hebtsignleB.  <Het  bestaat  uit  een  kleineo,  draM- 
baren  ipiegd,  waarop  de  loaae^raleo  opgeiui- 

Sen  en  tenmeksatst  worden,  zoodaf  men  bü 
dd«r  «eer  dunnede  tot  of  100  km,  afstaiMi 
kort«e  en  laogere  liciitsenieit  kan  geren,  die 
tot  een  alfabet  gecornbineerd  wt^den. 

BellOBTafle.    Zie   Phologralie. 

HellocraTtm.  Zie  Photogravvre. 

HaUomatM  (—  «Mmemeter)  ie  een  der 
naowkewigiete  astronoiiiasdte  inslminenten, 
waannMe  nnii  leer  kMne  lioekm  kuk  meten. 
Het  objeetiel  van  dea  ven«kjjker  ie  door  een 
fMt  i&  tme  Ktf^  Men  'A  en  A'  verdeeU  (ae 
de  alb.).  Beide  Mften  lön  aan  metalen  platen 
bemligd,  welke  door  een  heiboom  HH'  in  tegen- 
overgeeMk  riohtiag  eTCnwv''ig  *<"■  ^"^  ^Q- 
dingeopperrlak,  veiiaauTen  kunnen  worden.  Stelt 


men  bet  toestel  nu  too  in,  dait  beide  iieèften  een 
MialeiAroken  kromne  üm  vottDen  en  riobt  men 
den  kq''*'  «P  ^  ^"(^  ™^  "^  ^"^  ale<iit8  één 
bedd  na  de  MD  wen.  VeiMboift  roeo  nn  bMde 
helftwt  in  tegenoTergest^de  ikbtiiig;,  looali  tn 


de  figuur  ie  sangegeiren,  dan'  cal  iedere  hdft  op 
rirfi  idf  eeo  «oonebeeld  ïonmm.  Door  een  be- 
paftide  versduüvin^  kan  men  de  beide  beeLdea 
zoo  krügen,  dat  z^  dfkaoder  «n  één  punt  raken. 
Versclniift  men  de  beide  beUten  nu  md,  dbt  de 
zonnebeelden  eliiaiiiil«r  weer  becMtken,  Aaa  zal 
d-e  atetafid,  waartrver  men  de  lenzen  versiAoven 
TieetK  «veroenkomen  met  de  duUbcfc  a^^t/onK 
loiddidUÖo  ^^^  "^  ^'^  I^eae  alstaaid  kan  mea 
met  bebtflp  van  een  micrometer  o!  andere  mee^ 
Instromen ten>,  vxttü»  de  teekeunig  laat  zien.  be- 
paJetu  Niet  alleen  Toor  lonnemetioKen,  maar  ook 
voor  bet  bepalen  van  den  Btbynbaren  afst«ul 
v«n  twee  eterren  woidt  dit  ioativment  veel  ge- 
bruikt. 

Ballopblla  £.  ie  de  naam  van  een  planlen- 
gcela^  nit  de  familie  der  KTitabtoemigen  (Cru- 
eiferen).  Het  ondereobeidt  licti  door  meeUradea, 
dde  veelal  van  aamhaingsels  vooraieo  zgn,  en  door 
een  eaftmgedn&te  hww.  Hél  ootrat  éébjarig« 
kririden,  wette  aan  de  Kaap  de  Ooede  Hoop 
groenen.  Ale  sierplant  kerat  men  in  Europa  P. 
pilota  Lam.,  die  '/t  m.  boog  wordt  en  gTnsacb- 
big-groene,  gaalraodige,  aso  de  punt  S-spletige 
en  aas  de  baeie  wigronnige  bbderen  draagt,  be- 
nevens in  troeeen  gepla«tete_,  fraaie  bloemen, 
weHce  aUeen  1^  lonneècfagn  zich  openen. 

BellopoUs  ie  de  Qri«ksdie  naam  der  stad 
Baalbek  (xie  aldaar),  slemede  dde  eener  atad  ia 
Beneden-ËgTpte,  bg  de  grenzen  van  ArabiS  en 
aan  een  kaóaali,  dat  den.  N^^  met  de  Arabiaebe 
Golf  vertxynd.  Zg  was  de  zetel  vac  den  E^Tpti- 
sehen  aonvedienet.  Nadat  ïjj  door  bet  leger  van 
CombyÈeê  veel  gleden  had,  was  zjj  «n  de  da- 
gen van  StnAa  reedt  in  een  vroesteng  herseha- 
pen.  In  Iwt  Oude  Testament  drasgt  ly  den  naam 
van  On;  haar  bouwvaüen  vi-ndt  men  >Dabij  bet 
Ainp  Uttviye,  2  nar  gaim*  ten  noordocoteot  wi 
Kalro.  Den  208ten  Haart  1810  werdm  de  Tur- 
ken hier  door  Kleber  verdagen, 

HaUopalB  Peri.  is  de  wwm  van  eeii  piu- 
tengeslacht  uit  de  iMmüe  der  SoAmgetleldblee- 
mi^  (CompotileH).  Bet  onderaAeidt  zieh  door 
talr^  atratibfeeiDpiee,  door  dtJciptnsg«wya.g»- 
ptaatste  omwindsel  bMen,  door  een  kegelvorml- 
cen,  met  laoeetronnige  strooaebnhben  bezetten 
bloembodem  en  4-boekig-saAmgednikte,  onbe- 
fanaiae  vnidilen.  Hdt  onmt  eenjnri^  en  <fi«t- 
blijvende  planten,  die  in  Amerika  en  Ooet-indiB 
groeien.  Sommige  soorten  i^n  olieboodend,  ande- 


als  sierplanten  bekend.  H.  bvphlhalmoidet 
I  o,  ai  IVro  nmfamieiBl  woildt  1  m.  boog  - 
heeft  tegenovergettelde,  eironde,    eeapitste'. 


iMMfe,  S^rtfabige,  van  onder  taeht4)ebaspde.  ge- 
stieene bladeren  en  goodnle  btoembooldjes.  Dit 
»was  wordt  er  tot  briseUde  doei  nitgewaéd  ti» 
bn  CMW  bet  Icodtaadi  —  B.  fblyaloma  F«ra.,  in 
llfiiiwjiiir  en  OratJodU  groeiepc^  ktnert'  eren- 
eent  goede  olie.  De  venDeeidenug  beeft  plaata 
door  maA,  maar  ken  «ffeneeDS  ptaate  vinden  door 
jonge  wofite^mlteni, 

H«Uos,  tq  de  BomednoD  SU,  «aa  bg  de  Grie- 
ken de  naam  van  den  Zonnegod.  Hij  is  van  Ooe- 
lertehen  oorsprong  en  wordt  voorgesteld  ab  een 
zooa  vae  den  reus  {titan)  Hyperion  en  van  Tkia 
(of  EvrypAnstaaJ,  als  de  menner  vM^  den  met  4 
paaiden  (PjroeEe,  Boo>»,  Aitton  en  FMegon)  be- 
spannen zonnewegen  (ne  de  a&.).  Hg  bent  in 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Ikterea  tjf^  dodi  oiet  j66i  dien  T&n  A 


het  Oo«t«a.  >d)(«i  Coiciue,  ^  i«H>töf.  N«  het  1  Beliost&at  m  kd  iutrumeDt,  dat  <üeiit  om 
Toleiodieeii  Tan  qjn  dagreU  k«ttrt  hq  op  een  ge-  lidMtr&len,  en  w«I  Toomamdjik  lonikestnlea. 
WeugeU  gODden  vnrtwg  longa  lien  aoonkdjiken  met  een  TlaUen  spiegel  in  een  bepaalde  rtdi- 
Da?er  fan  den  Oeeaan  naar  dioUiie  terug.  In  tios  Um^  te  kaat«eQ.  Bg  vrie  oa.tinuinndiae 
1  Aesekylu», '  enMraoekingen  beeh  men  een  bnoikl  lioriiontue 
KaaaHMtlKa  iwod!g<.  De  heiioitiNKt 
wordt  <hD  aan  ds  bnibeiHÖde  mt  een 
ctoiilier  geoMekt  «artnk  loodMMg  ge- 
iteW,  dat  4le  op  dea  ^Mcdi  Taflendb 
■onneettukin  vu  botiaooUM  ifaUiiig 
door  een  epeaing  in  be*  vengtorliük  iu 
bet  TertoA  fpMektoetaerd  mxden.  Dooi 
middel  tm  een  paar  iHdtduMmB  vl 


{üegel  deo  ^leiKnMbteD  MmuI'  gvnn. 
«  OMMftmnge  pratb 
DM  gebrnifc  1W  Mosb 


werd  hq  één  met  AppoUo  of  Phoebvi.  Ook  woidt 
hü  wegeoe  ijji'  aftomst  laak  TiUm  en  Hyperion 
genocfDd;  Hfj  bad-  tempete  Ie  EomUie,  Argoe, 
Troeieoe,  E^a  eni.,  maar  de  hooHoetel  tbh  i|>d 
<fienet  wu  Rhodiu,  (raar  mrein  hem  jsAilijlu  een 
TÏerapaa  ten  oller  bruÉi^t,  ide.t  in  zee  w«itt  ge- 
woTpen-.  DaaienboTen  otfenle  men  faem  gewoon- 
IgV  wMte  lamnieren  en  iw^nen.  Het  paard,  de 
iróU,  de  haan  ea  de  adelaar  waren  aan  hem  ge- 
heiligd. Z^  ntren  zonen,  Ochimta,  Certaphuê, 
Maear,  AUii,  Tenagta,  Triopa»  en  Candalu»  4ka- 
geo  den  oa«n  tbo  Heliaden  en  hoedden  lereo 
kudden  *mi  50  nmdeTen  en  50  sdhapen  (de  350 
dagen  en  nacbten  van  bet  nuaojaai). 

Hellosooop  ol  lonttekyker  iwtfDt  men  een 
fi^ticdi  werktuig,  tot  'venwaUinK  tui  het  lon- 
kdit  hjj  ittMnKmmgm  dra  zon  door  een  Icijkei. 
Heeatal  gebrrritt  men  daartoe  Mioêeopüehe  oeti- 
Imrê.  DeM  beetaea  uvt  tiwee  piaCte  eidjadnaebe 
buiieit  wurran,  de  eerate  exeenttiM  «an  bet 
Dculure  Mdeelte  iran  den  kflker  geMJbo^  wordt, 
de  tweede  weer  eieentriecti  Mn  de  eerste  be- 
Teat«d  ie  en  otn  haar  aa  dnaien  kan.  A«n  het 
dekwt  der  tweede  hme  is  de  ooelaiie  kna  faenea- 
ügd.  EUke  buia  bevat  <twee  ereavndige  epiegvja, 
(mdei  een  bo«4[  vaa  45"  ten  «oRcAte  der  u  ge- 
plaatst, waardooi  het  «HUMlitnt^  da>t  door  (un 
iJjkeT  valt,  ^er  keeien  gera&ecteeid  en  daardoor 


de  apiegels  meer  af  miiDdJBi  brDiesewijiK  'bm  op- 
lidite  Tan  fttander  geplaaM  en  daaidooi  de  in- 
D  bet  licht  naar  wekjerallen  Tervwakt 


Hsllotroop  at  toiuieiiimuler  is  een 
dcKir  Omuê  algOTcndba  Jnalnnnenli 
drt  DMu  bg  geadriÏMbe  ifwntJnigen  ge- 
farniU,  wMiiieer  b^r.  boeken  toweton 
tw««  tww^nJe  pontMt  bcmaW  moe- 
ttn  wmdeD,  wiartwo  goed  TerinUe 
nMoUeekene  noodfig  lüir.  De  kökez  Tan 
bet  toestel  wordt  <9  bet  ver  T«Twj}deTde 
.pnntP  gericht  4iie  deatb.ophh.  191). 
Plaa4Rt  men  na  e«n  fkkkenepiegelerf 
loodsnig  tAói  den  köfceT.dataeioiuie- 
«tralen  K  na  terng^aatiing  iuiit  aamen- 
TaUen  met  deaiTandenkgker,  das  lal 
mett  in  dneD  het  beeUittD  déaooitak 
'Een  tiiMili  iijit  lii<iiii<>étlifii  IhimIiimwIi  hé|^iI  ob 
etaat  1ooiift<e«bt«(dto«eMtB.  De  MnneMnhit,  di» 


BelioataaL 

op  deaenapiecKJnilmjulkDJmBtnaar  F  gwe* 
iTealeerd  woiiden,  waMdtmr  lirt  vh  ivrwödeniiB 
pmt  flbaik  verficbt  wordb,  Deie  loaDeweiiden  wor- 
den ook  wel  gebruikt  tooc  faet  geren  tmi  tjfd- 
(Brnegi  Op  grooten  afetaod.  Het  >iflitr  wordt  dan 
met  een  Bcberm  oodwacbept.  Door  wegnemen 
T«n  dit  aciwrm  kan  men  Am  signalen  gvren.  Bq 
hrider  weer  kaa  men  eignaien  geren  tot  op  100 
km.  Getand,  'e  Nncbti  wordt  altód  met  de<nii*ch 
lidtt  g        " 


DigilizedbyGoOglC 


HBUOTBOPIE— HELL. 


191 


Rsllotropia.  ^c  Pkotolropie. 
Hellotraplam  L.  két  naam  taa  ecu  plu- 
tengMlMbt  crt  ie  lamiUe  dei  Ruwbladigen  (At- 


HdiotrcMip. 

Mr/oJioMMinJ.  BM  oatoacÉietdt  soh  dooi  een 
MÜppigai  kdk,  door  «ea  tTMnpetTormdge  bloem- 
boon  m«t  Btompe  kUien  ea  een  tfrodje  in  etteo 
hriam^  door  «an  Duite  k«el  en  door  eipoaid«~ 
AiekMiti|B;e,  rimfwUge  motiim.  Het  gnvtete  deel 
dar  100  Kioirteii  b«hixiirt  tous  m  die  JMeffkring*- 
R«w«etei^  «n  ^«ie  <yao  'huf  draeen  wdrlckende 
DtMOeD.  Tot  dw»  beboort  in  de  eento  plaa>U 


MU«ift  no  jon^,  knnatmaÉig  stti^edKnwi  «ciMa- 
ten.  die,  met  wmtod  wet  gegtekt,  spoedig  wot- 
t^  Tonnen.  Een  groot  aantal  wifitetteü  qo  in 
de  UoenuBtcrijen  in  pebruik. 

Ek  pilant  ondereciKadt  bA  door  iweilijken  geut 
en  onaiigebrokieo  bloeMqj  «en  goede  bebutdwog, 
d.  *.  ï,  bfl  «1  plaatsing  io  Tniehtbaren  giond, 
op  zonnige  atanopUatsen  en  tq  vtUoeodeo  wa- 
tertoevcwr.  Zoow^  in  pdOxia,  afe  in  den  rdÜea 
gnoBMl  ni-toepbiDt,  wkioeti  aii  goed. 

BeUnm  ("'  ^ =-^" — ' 


ioidilteient  «Jeroen  tair 


g»e  met  bet  atooimgeiritht  4  en  een  mortelijk 
nwicbt  van  1,98  {waterstof  =  1),  dat  Iwt  eerst 
in  bet  Bpeotram  van  ée  obrwnosteer  èei  ion 
werd  ftaJig«tooiKl.  Rotnaoy  wae  de  eerste,  dte  het 
ook  4»  aarde  -vond,  toen  hij  a.i.  bet  aTgong^ia]t« 
Tan  <M  door  Tertstlnng  \aia  sommtge  loiDerekii 
(sajnarEkiet,  ytirotajtt^iet,  etovelet  eni.)  verkre- 
gen eaaeeDi,  ond«no<jbt.  Het  beüura  ie  ee»  eeii- 
waainig  elwoent,  Ueurlooe  en  in  bet  water  wei- 
nig, in  alcohol  en  benzol  in  het  geheel  niet  op- 
tosbaei,  dcvt  TeiTJuebtigt,  ale  beit  door  middel 
vsn  ka4[end«  waterstof  wordt  algekoeU.  H«lHun 
i«  een  nitetekende  ^eid«r  voor  dra  el«otriMlien 
atroom  Mv  brengt  bij  de  ioiwerking  Tan  etroomen 
nti  boogie  epanuiiig  een  inteDoöf  Ütiii  voorL 
Zün  ■peetrtun  vertoont  seei  hddere,  sdwrpe  K- 
neo,  waeovMi  één  n«h  zeer  Seté  og  ae 
Datriwnimi  beniAlL  Bét  vonoM  het  eeni- 
ge  gw^  «kt  adi  langen  ^  LMWihrtMg 
Tercet  betA  t^n  alle  pcgiDg«n,  «m 
tot  tM  ^xübM  t»  TODAoUeD,  zMt  bq 
een  «eiiw«raAMjc  im  — 2&5<>  C.  Aan  Ka- 
meriiitgh  Onne*  is  bA  dbn  lOden  JidJ 
1906  siddct,  heliani  rfoefibaKr  te  maken. 
De  miOaiie  taapetÊinai  ligt  uktiorflt 
laag,  iki  tioncfaen  —267  en  — 268*, 
im  atftiie  eerage  gndeo  hcmti  bet  ab- 
dohtte  mJpiMiit.  Zqni  kjoekpont  ^^ 
bii  —266°. 

Beid- 


Heliotr(^nmi  atqiuMmi. 

H,  perurönUM  L.,  met  paMse  liIoeiDea.  De  don- 
keigieUenrde  Uoeóien  fan  H.  corymbotum  Ki. 
PiT.  ^  fi.  grmdUUmtm,  met  groote  Uoemecher- 
men,  heiKtten  den  genr  dei  oareis.  In  bet  laidien 
en  westen  van  Enrop^  een  enkel  keer  ook  langv 
de  ntfitMa  m  «na  land,  vindt  loen  H.  etiropaeum 
L.,  «en  eenjaiig  kinid  met  wiMe  Uoemen  en  bla- 
deriooM  Uoantraeeen.  Ëen  afb.  van  H.  «uptmi») 
II.  indt  men  Uerimren.  H.  votUtireonum  ooder- 
tcfaeadt  lieb  door  leei  oomfMete  erfiermen,  fie- 
U^Ofium  wordt  gietaüi  of  gestekt.  Dit  kan  in 
'tFODijaai  geacbieden.  Het  laajeo  vindt  plMts 
ia  «en  kalf  wwmen  bak.  Na  'topkwnen  worden 
da  pUntjes  apoedig  veqdant  en  ge«ft  men  m 
■teeda  swaardec  gnMuknengscL  Het  atekkMt  ge- 


«igon  teven»  m  «en_„.  __ 
nen  (WiUbad,  Oautes<ets,  Batfa  eni.;  wur, 
ale  getioge  efuien  oek  in  rivwr-  en  aee-' 
wartKi  ea  in  den  dMnfknog.  Ia  ^^k^ 
boeTedbédeo  te  bet  of)  de  ion  ea  •!»  wat- 
te  vaate  Stenren  aonnrezig,  en  faei  weid 
ook  in  «ouge  meteoomteenen  aengetiof- 
len.  Beft  beeO  kan  het  bereid  worden  init 
Oievele^,  BnxggeiM,  Eoreniet  en  Per- 
gnsonieb,  dooi  bet  mineranl  ia  btA  va- 
ammi   te  -veiliiiUeD,   ten   eindË   koolmnr, 

..    ._.  «tSloatof  uDt  te  drijven;  tervolgena 

wamt  bet  gesmollben  mdt  bdinmdkteoniBBt  en 
bet  «atwjjkeade  gu  mrt  nateDDknli  en  pirafoi- 
pentoüed  gednxigd. 

Bdltim  Ostlnm  is  by  Piimtu  de-west^gk- 
ste  B^KDond,  tbaoa  Termoeddjjk  een  dei  mon- 
den van  de  Maaa, 
Bellx.  Zie  Relieiden. 

Hall-  achter  natuorweteoecbappeli^e  namen 
ia  de  afkorting  vooi  K.  B.  Heller  (20  November 
1824—16  Deeeraber  1980>.  dm  Bcbijjver  van 
„Reuen  in  Menko"  (1853). 

Heil,  Maximiliaan,  een  OoatenrükM})  tteiren- 
knadig«,  weid  deo  15den  Mei  1720  te  Siemnifs 
in  HoBgaijje  geboteo  en  bad  leeds  in  1745  een 


DigilizedbyGoOglC 


192 


Aeti  uu  de  waanMmiag«n  op  de 

Bleraeiiwaclit  te  Weenen.  In  1757  w«rd'  h))  tot 
diieeteor  Tam  deie  bonoemct  en  beUeeddë  die 
betrekking  tot  ijjii  dood,  de»  I4den  Aprü  1792. 
Hq  heeft  onileTsebeideD  steirenJiTuiidigc  wcrkeo 
u>tg«g«T«n  en  cicfa  vooral  bdcend  geanaJit  door 
ijjn  wa&rDcaniii^  van  den  voorbjjeang  van  Venu» 
voorbg  de  zon  m  1768,  wsartoe  hjj  op  uitnoodi- 
güig  van  den,  DeensciKiu  gei&nt  te  Weenen  naar 
WÜdOehiM  in  l^plaad  TortroUMn  wss.  Ook  vei- 
TaanK^de  hy  lOh-  en  maantaJek,  welke  Toor 
dien  t^  aeei  Terdionstelijk  waren'. 

HsU,  Theodor.  ffle  Winkler,  Karl  QolUned 
TkeodoT. 

BellaSi  de  ootwrookalijke  letri  der  Helle- 
IWD,  omTatt*  ewi  g«aeel4«  vaa  bet  htere  Thena- 
Ke,  ondei  den  naam  van  Pbtiiiotie  beleend,  loo- 
dat  d«  Ooden  den  naam  vao  Hdfea  ook  wét  f^ 
Ten  aan  geheel  TbeaaaliB.  Toen  de  Hettenen  ndi 
iQJdwMuta  uitbreMden  tot  aan  de  landengte  van 
Korintiies  word  ook  H^as  atiengs  ^otei  en 
ontatte  eioddgk  bet  bedendaagscÉio  la,ttiMê  met 
xja  8  laaabcliHiftea,  en  ten  la^vte  gal  men  den 
nuffi  tan  HdUa  aan  geheel  OrMttnUmd  (sie 
aldkftr)  met  ign  «Üanden  en  Tottcadantkigen. 

Belle  *M  de  doebter  Tan  AlkamoM  en  Ne- 
pktU  en  de  soeter  Tan  PAruui.  Om  te  onUumen 
aan  de  raiefaaodelingen  Tan  haar  «tiefmoeder  Ino, 
nam  iq  met  haar  broedeir  de  «foefat  op  een  ram 
met  een  gouden  vaoht,  die  ben  over  laad  en  lee 
am  dragM.  Dodi  aUéen  PArimu  beieikte  Col- 
cjhia  daai  i^jn  mater  in  de  see  viel.  welke  later 
naar  tia»r  de  HeUeq>ont  genoemd  werd. 

Hellebaard  m  de  naam  Tan  een  der  nonw- 
o!  stootwapenen,  in  de  Uóddeéeeawen  b|j  bet 
vimIiwhL  Id  gebnek.  Zij  was 
botter  dhwL  de  pkk  en  h^  een 
ki^  TMi  2  tui  2'/i  m.  en  be- 


HeHebaand. 


Tlakke  b^  en  aan  de  tegen orreigceteide  iqde 
een  horizoatoite,  eoms  naar  beneden  omgeboeen 
B{Mts,  die  diende  om  den  nnter  thd  brt  punTte 
treUeo.  Tor  jrfaatie,  waar  de  stok  in  net  ^r 
trad,  waa  meeaUI  een  groote,  bonte  kwaat  boTee- 
ligd  of  waren  andere  TWeieringen  aai^«br(Ktit 


(zie  de  atb.).  De  troepen,  w<elke  inet  dJt  wapen 
waien  uïtgem&t,  droegen  d«n  naam  vsin  bwe- 

Hellebaardier  i»  een  eeidaat,  gewapend 
met  een  bellebaaid  {sm  ^daai). 

Helleboms  L.  ie  de  naam  van  een  plaoten- 
geeUebt  nit  de  famito  der  EanunevUieeeën.  Be 
soorten  Tan  dit  geslaciit  ïijn  in  bet  algemeen  bjj 
ons  bekend  onder  den  naam  van  keritroo»  en 
nietwortel  en  bdiooren  M  de  giftplanten.  Zq 
bobben  koile,  dikke  worteletokken,  waaruit  lidi 
langgeete^de^  diep  inge^nedea  bladeren  en  bg 
«nmnige  een  net  bladeren  roorzienen  Uo«m- 
gbeoai,  bij  andere  een  naedcÉe  elei^el  TCilteffen. 
De  ntoemen  hebben  een  groeten,  S-Madigen, 
Uocmkroooadrtigen  kelk,  een  kiaoa  tm  leer  klei- 
ne, korten  bDieronnige  UotnMadenn  dSelotfao- 
lagbakju  Temnmi  sfk,  <r«tt  mwMiaJen  «q  8 
tot  10  >tampM«,  waanut  ii«li  oven  xoorved  koker- 
Tvoditen  ontwïkkrien.  De  belMgr^kele  soort  i« 
«doer  wel  de  xwarte  mestforM  (H.  niger  L.>. 
«Ae  in  Znid-Dmtediland  en  Noordelijk  It^l 
groeü  en  zitii  reeda  midd<»  in  den  winter  Taak 
onder  de  aneeow,  met  fraaie,  witte  btoeoien  tw- 
totmt.  Zq^n  groene  bl«dei«n  nn  ladeneht«  en 
glut^g  groen,  en  den  kniipendeo  worteletok  ge- 
Dmikt  men  onder  den  naam  Tta  Radü  HiUtbori 
nigri  in  de  ^aeeefciude.  Hg  bevat  een  Tergiftig 
aap,  dai,  iaw«adig  toegeoienil,  belemnerend 
weiirt  op  de  Mkmlialing  en  den  bloedsomloop. 
Id  gerinn  1to«n«e>tedeD  komt  bet  inweni^  bjj 
andecinilEBaeklben,  »  grootere  ndtwendSg  bg 
wmnndge  tawtAUen  t»  pas.  l>eT]^üke  edgen- 
schappen  heeft  ook  de  groent  nietworltl  (B.  vi- 
ridii  L.),  die  lileetigToene  keJlrUaderen,  langee- 
steeMe,  9-  tot  12-deeli«e  worteHiUdereD  en  bqna 
BUtBOda,  S-deeSge  atenpOjlUderen  draa^  wier 
kAJben  3-  tot  4-8pèet4g  zgn.  Dex  beeft  g7<oen- 
Bchtice  Uoemen  an  groeit  ook  in  ons  laad.  De 
HelMftruê  wordt  veel  ia  tuinen,  maa;  ook  io 
"     Hkt. 

TDOC:  Belteboru»  tti^  var. 
uHmtlitolittê,  altiloliut  en  van  Uellebortu  ortni- 
mi»  var.  eofekieuf,  cofaUauf  puKclotua,  Abdut- 
cui,  a(roru6«n>,  ruoro-furpuTeu»,  olymjneiis,  g%t- 
labi»  en  enuoaaieiu.  Ze  wordt  door  sdtieurea  tot- 
meerdeid.  In  potten  onder  g4aa  in  bkiei  geivA- 
Ven,  oodersrfiopden  ïö  rirSi  door  reine  btoemen, 
Daaitoe  ïb  bet  ooodi^,  dat  men  poUen  neemt  tmi 
een  raa,  dart  weitcdgV  oraetlelooze,  wjtte  bloe- 
mea  /roortbrei^,  daar  er  onder  laaiüngen  aller- 
lei afwqkingen  Tan  witte  nwinen  Toorkomen.  In 
den  laaitaËat  t^d  vie<riien»i  dit  [JaataagBAtiA 
zieh  in  de  ajmpathie  der  btoeiniaben. 

Hellerat  <<  ^  naam  van  een  inAam  der 
We«ter.StfMUe  in  ZeevwMh-Vhanderen  tnineben 
de  gemeente  Zaainelag  in  het  W.  en  Boaetta- 
pelle,  Stoppetdük  en  Oaaeniaae  in  het  O.  Door 
rersehiNende  indi^üiigen,  het  Iwitst  in  1645.  ia 
dit  water  bionee  engere  grenien  ternggefaraelit. 

Hellenbroek,  Abrakatn,  e«n  Voctiaenaeh 
godjnleerde,  den  Sden  Deeentier  1658  te  Am- 
iteidam  geboren,  waa  athtereesToigenB  predi- 
kani  te  Zwaramerdam,  Zwgndxeeht,  Zalt-Bonmel 
en  Rotterdam,  ooMng  in  >I728  emeritaet  en  orer- 
teed  d«n  16den  Deoember  1781.  B^  TerUurde 
den  B^bd  op  VoeÜMuMdK  wnae,  lül.  door  aan 
atte  nitopnken  een  geeetd^Jbe  beteekente  (oe  te 


DigilizedbyGoOglC 


HBIlMfBROBK— ^HBLLBR 


kennen.  Hg  wu,  meaah  Boriliu»  en  Brakel,  te- 
renc  «ea  ni1«(ekend  kMMlredeoaai.  Voor&l  be- 
iuaUe  lig  giooten  foem  door  zga  „VooibeeM  d«T 
OotUelgke  wtutriraden  tooc  «euTiHidweD,  die  lieh 
bereidco  tot  de  beUideiriA  des  gek>ou"  een  boek- 
je, d&t  80«um1  gmh-akt  werd.  fi«t  verBcbeen  ia 
1706  en  werd  ja  1756  aib^ieid!,  «urna  het  den 
naam  tui  „Qnwt-H^leDbroei"  oirtviag,  eDweid 
in  1798  door  lekeren  D.  van  Wüngaarden,  on- 
derwjjzBr,  koBter  oa  Toonangei  te  WJllemBtad^ 


178^  ,3ét  Hoogrlied  van  Sakmo,  Terklaaii  en 
TeigeeaMgkt"  (ade  AnA  1T36>, 
fiemBtoitteD"  (2  dSn.,  171d),  „Krui 
votvt  HesaiM  eni."  [1745  en  later),  „Nuttige 
mengeletoflen"  (1742  en  itUa)  en  „Lgkpredtki 
tie  op  W.  A  BnM"  (1787  en  later). 

Sdlradoom,  een  gemeente  ia  Overmel', 
met  een  oppeorlaJcte  y%a  12  813  H^  en  (IWIS) 
9916  itmnaem,  ligt  bosechen  Aai]d)lOn]iDen,  Den 
Ham,  Vii«zenT«en,  Wierden,  Sqeen,  HoHen  en 
BmMo.  Men  tieft  in  bet  W.  bocwe  heoTriea  n.1. 
den  HeMeiv^n  berg,  den  Haai}ert>erg  en  den 
HaUcsberg  aan.  De  «traatareg  tw  Nqnrerdal  naar 
BwOtie  bereéU  dnc  «en  bcMgte  iwt  33,6  m.  t)«- 
ten  A.  P.  De  todem  Ix^taftt  uit  <£hivi«jd  xai, 
eeni^  Ungroodeo  en  ecnje  boogTCen.  De  be- 
Tokng  Imtat  »efa  met  Undboav  en  Djjverheid 
beiig.  Van  bet  Z.0.  naar  iiet  N.W.  wordt  de 
gemeeirte  iixxi  ie  Reege  doonuMden.  Tot  de  ge- 
meente beiioaTen  de  oEÓde  domn  HeHei>doon> 
en  Daarie,  de  bmuten  Noeteele,  Ëlen-en-Raan, 
Erofe,  Marie,  HaJaen  en  N^venM. 

Het  <k>rp  HcAeodooriL,  twedten  de  R<me  en 
den  HdderMben  Berg,  un  den  spoorwee  Zwolle 
— ^Hen^oo  gvlmens^  beiit  een  R-'Satboiieke 
een  Herronnde  ketk.  Het  beetond  teeda  in 
jaar  1080. 

HeU«nil  Tlak  wwdt  gebnutt  om 
mraar  voorweip  omfhooR  te  konnen  brengen  door 
een  kra^dit,  die  veed  kleijieT  ie  don  het  gewiefat 
ïBB  het  Toorweip,  Wontt  op  een  heHemj  Tkk 
een  lichaam  P  gepiaat«t  en  ontJiindt  men  de 
iwaartekradit  K  in  twee  a<ndere  baditen  k'  en 
k",  waarTMi  de  eerste  ereawgdig  loopt  met,  de 


Halend  itek. 


tweede  toxfaedit  staat  op  bet  betieod  vM,  dan 
sal  V  de  beiiedeiLWfl«Tt«i^e  itewering  veiooru- 
km  «s  i"  de  dmUcing  op  bet  üti.  Wa  men 
bet  b'ehaam  in  errenirie£t  boodeiL,  dan  moot  men 
dot  «en  kraeU  twengeetdid  en  g«lgk  aan  ik'  op 
het  tiebaam  ottoelwetL  Uit  de  saiqkTonaigbMd 
der  drie  hoeken  ABO  ta  Akl^  rolgt  dan  k' : 
t  =  B  0:A0  =  bougie  :  lei«te  dt  k'  =  k 


.  BC 
-  AC- 


Bg  kMne  h^kigdMct  ïa  doa  de  i 


riscbte  kiacbt  ook  Idein;  daar  ecfatec  de  Ie  door- 
loopen  weg  ovewv-ed  keeren  grooter  wordt,  als  d« 
kradit  kteuier,  Ufilt  de  te  TeRaebrtsi  ubeui  even- 
groot.  Toepaeeingen  van  bet  heUeikd  vlek  vindt 
men  bq  stoPtiaRen,  wiegen,  ladlera,  iwKhu!te4 
rigugwegen  in  bergctreken  eni. 

Bellenen  noemt  men  den  voomaaniatien 
voHceatun  dei  ooreinoakelgke  benrooere  van  Qrie- 
kenlukd.  T<^ne  de  sage  ontvingen  ^  dien 
n»Mn  no  bim  etamvoder  Helien,  een  loon  van 
ÜeukalioH  en  Pyrrha  <A  van  Zeui  en  Dorippe. 
De  Hellenen  verdaeWen  eieh  vervxjlgena  in  4 
itunmen,  naar  de  ionen  en  UeimMien  van  Hel- 
len, AacdiSiB,  Doriers,  loniêie  sn  Acbaeirs  ge- 
noentd,  en  *eatig<lea  lich  in  g^ieel  Orkkralaöd. 
Later  gal  men.  aan  eOe  Grieken  den  naam  vao 
ifsUëiMM  (tie  Qriekei^md). 

Bellenlsten  nooot  men  ia  bet  aigoneen  de 
eeleerde  beoetMMtan  der  Oriekeehe  oodbeidknn- 
de,  inionderhMd  d«r  Oiiekscfae  taal  en  kttetknn- 
de.  Men  beeft  dim  neam  vu  Sgyftiaehe  Betienü- 
len  gegeven  aaa  de  braWeten,  die  na  de  v«r- 
woeettng  van  bet  kondnkirgk  Jnd*  is  giooten 
getale  óe  wgk  namen  Daar  BgYpte.  l>Kir  de  I>- 
lafilwtbdiekioJooMlei^  wAe  Alemder  ée  Qnob 
oveibrseht  naar  AfciantbiS,  wat  door  Plokmaeiu 
Lagi  werd  nagevolgd,  dmu  faon  aantal  iö6  sterfc 
toe,  dat  men  ten  tgde  v»o  Augtulut  (mgeveer 
een  nüUioen  I«i«eK«ten  in  I^^rpte  aantrof.  Hier 
onlBtond  nu  een  tndpeik  van  Orieke^-Iaratiieti- 
sebe  bMchaving,  die  wegen*  iiet  algemeen  ge- 
bruik der  Oii«£Mbe  taaJ  den  naam  onbriog  tan 
de  EetleniGtieohe.  Daarki  wordt  de  leei  via  Py- 
IhagortUj  zoowel  aU  die  van  Ptalo,  op  venron- 
derll^e  wgse  gamengevoegd  met  Ootteraehe 
denUMdden,  en  de  vrurittien  djar  vermenging 
viodt  men  in  de  leerMelUngen  der  gnoetielren. 
Ouder  de  InaUieffiBdi-BeAcniBtwche  -wvapeenn 
ie  Pkito  de  meriEwaanl^te;  een  duanaam  ge- 
denkteeken  Tan  bun  ^t  ia  de  „Septuagint"  ol 
de  Oriekadie  vertaling  van  bat  Oude  Teotament. 

HaUapntte,  Otorgt,  een  Belgieoh  staatman^ 
werd  in  1852  te  Gent  geboren.  atodeerd«  aMaar 
aan  de  boooeeeboi^  en  werd  ingenieur,  la  1&73 
b^leedde  dj)  een  staatriMtrekking.  Spoedig 
b^on  bg  lidi  met  poKtiek  te  bemoeien  en  weid 
de  kidet  dtr  jcng-derhiaien.  Hij  is  de  ettolHer 
en  Tooimalin  voonKter  van  den  Democratiecben 
Belgiscben  Boerenbond  eo  atond  aan  bet  hoofd 
vas  den  ma<4itifen  Leevenscben  Bocreebond.  In 
de  Estns  van  Vijksiv«rtegen.waaniageia  wee  1:^ 
vertegenwoordiger  van  Haeae;r<k  sinde  1889;  hg 
maakte  deei  irit  van  de  Commiene  van  onderroek 
in  xake  mihtaiK  viaagetoklcen  «n  vwlegenwoor- 
(tigde  in  1902  de  BÉIgia^e  regeering  op  bet 
Nedeilandsebe  Taal-  en  Letterkundig  CÓngrea  te 
Eorttj^.  H|j  waa  gedurende  25  jaar  hoogleeraar 
aan  d«  TIniverei.teit  te  Leuven  en  werd  in  Hei 
1907  mimiöter  van  Spoorwegen, 

Heller,  Wilhelm  Robert,  een  Daite«h  lel- 
terhmMUge.  den  Stelen  ymoiriwr  1812  te  Qrosa. 
drepnitz  b^  Sto^n  eeboren,  in  bet  koninkrijk 
Saksen,  stódeeirde  te  Leiozig  in  de  rechten  en 
veikrwg  iddaar  e«n  betrekking  by  de  magistra- 
tuur. W«Ura  editer  bepaadde  bg  lidi  uitalnitend 
1:^j  (fe  beoefeoiiig  dbi  ledttoran.  EH  etiehMe  in 
1M8  bet  tödccbrüt  „Roaen"  en  in  1842  het 
jaarboekje  .iPerien"  en  lette  beide  Toort  tot  in 

19 


DigilizedbyGoOglC 


194 

1648.  Durebboven  sdiieet  hij  een  ^not  aantal 
DoreHen  en  rooiïDS,  xooali:  „Der  Ftiax  tod  Oia- 
Men"  (3  dhi,,  1843),  „Fkwian  Qejer"  (3  dia., 
1848),  .^rdbeben  von  Caraci<"  (1846)  en  ftchet- 
Bte  in  „Eine  SommerT^se"  (1840)  lyji  autmoe- 
tingen  in  Italië.  In  164^  ging  hü  naar  FiudifoTt 
un  den  Uaio,  om  aU  bericlit^ver  de  ziittingcn 
T«D  hel  Parlement  1:^  te  woDen.  Zi}D  „BiuAtbi]- 
der  aoB  der  F&ulKtirehe"  (1849)  vonden  grootón 
\^nL  Sedert  bet  laatet  van  1849  was  h(i  belast 
met  de  redactie  TOn'de  ,J)enit«Jie  Zeiitung"  en 
ondeisteoDde  tot  aan  diaar  ophefting  in  ISoO  de 
boJAnsui  der  oonstitatione^  ]>ait^.  Daama  ver- 
trok hg  naar  Bfriiia  eo  vern^ns  naar  Ham- 
buig,  waar  h|i  Ln  1851  de  redactie  van  de  „Bain- 
bvrgw  NadvichteD"  op  ziob  nam.  Verder  aohreet 
bS:  ,J)er  B«ic}iaH«treUei  m  LndwigEd»rff" 
<1857),  ,J)a8  Ofiiieimoias  der  Mutter"  (185», 
„Hobe  Fteuade"  (1861).  „PoBensiiraper's  Ttül- 
de"  (1863)  en  „Primadoitna,  Roman  aus  der  ïar- 
«Uuisefaen  VemMieeidK«"  (2  dbt.,  1671).  H^ 
overleed  den  7den  Mei  1871  t«  Hamburg.  Zgn 
„NaeiwelMeene  Eniiriongen"  veradienen  iin  1874 
in  5  oeeleii. 

Hsllar,  Stephen,  een  0(«tenri|k«cfa  kiavier- 
apelef  en  compOTiisl,  den  Idiien  Xei  1814  te  Pest 
Kebotert,  li«t  litii  reofe  op  Q-jarigen  leeftijd  in 
net  opeóbaar  booren,  iraama  h^  naar  Weenen  g^ 
Kind«B  weicl,  Otn  zioh  te  oeteaeo  onder  leiding 
van  Anlott  Halm.  M«t  i|jn  vader  msAlite  hü  een 
fauHlrew  ifoor  Hongarve,  Polen  en  een  g^edte 
van  DuitwiiUiid;  op  de  terni^eia  weid  hg  te 
Angaburg  xiefa;  daar  bleet  hfj,  geeteund  dow 
eenige  lionstHemeDde  familiee  en  studeerde  nog 
onder  leiding  vaji  Ckelard.  In  1838  vestigóe  hij 
lidi  te  Parqs,  waar  hg  met  tal  van  beroemdhe- 
den als  Chopin  en  Listl  vriendschappeljjJi  ver- 
iMerde  en  een  grooten  naam  verwierf  als  pianist 
en  paedagoog.  Hij  meeleed  den  I4den  Januari 
1888.  Zijo  piaoowerten,  waaronder  vooral  de 
Ëtodes  en  vioordbadhtsUddklen  vtan  blgvende  waai- 
de zyn,  munten  uit  door  friseUheid,  gezonde  mu- 
likoliteit  en  eenvoud. 

HfllleBpont  of  de  Zee  van  Helle,  tjiana  d« 
Straat  der  Dardanellea  (lie  aldaar),  noenden  de 
Oniten  de  leeiogte  ttuHben  Myeiï  en  di-n  Thra- 
cisdHa  CbereoneeDB,  die  de  Egelscbe  Zee  met 
den  Prraontas  veH]iiidt  en  Aiil  van  Eurt^ 
aëbeidt.  De  beide  oevera  waten  met  bloeiend* 
dorpen  en  steden  bedekt,  en  oitder  deze  be' 
kleedde  Laiiu>8a<u8  dea  eersten  rang.  De  un&l»te 
plaats  van  dea  Helleapoat,  tnasdien  de  steden 
Sestoe  en  Abjdos  geleden,  is  van  oude  beroemd 
door  de  opofferende  liefde  van  Leander  jegens 
Hero  (lie  aldaar),  alsmede  door  de  brug,  wellie 
XersBi  et  liet  eJaan,  om  met  sgn  troepen  lut 
AiiB  naar  OrielieiilBDid  te  treken.  Lord  Byrott  is 
den  Sden  Juli  ISIO  in  den  t^d  van  I  uur  en  10 
minuten  over  den  Hellespoivt  gezwontmen. 

BelleToetBlali.  een  gmieente  op  het  Zuid- 
Bolluidedie  eiland  Voorn  e-en- Putten,  met  een 
oppervlakte  van  99  H.A.  en  (1615)  3924  inwo- 
DCTS,  mnjlt  in  heit  Z,  be^weld  docr  b«t  Bavuig- 
vlilet  en  aia  A  ovierige  z/ySen  Atar  de  gmneeote 
Naeow-fiMlemwitiAiic  in^^toten.  Zij  bestaat  udt 
4e  vettatig  HeOeT-oeUluia  en  eenig  tröiteDlaiM),  eb 
'meergeraeni  De^  bMÜnn  bataat  oJltzeeÉM,.  Bi^- 
levoetskis  ie  de  zetel  van  een  directie  der  mari- 


ne en  de  (^eialJelMuc  van  de  steUins  van  de 
monden  der  Haas  en  van  het  Haringvliet. 

De  vesting  Hellevoeteluis  werd  m  1G96  vol- 
tooid. Den  20sten  Deeonber  1636  namen  de  Sta- 
ten vaD  SottaiM]  bet  beehiiit  op  deie  pleata,  waar 
men  vroc^r  eie^ts  eenige  kleine  mtwaterings- 
^aatsen  aantrof,  een  dok  aan  te  leggen  eo  iea 
l6den  Maart  1638  beslotem  zjj,  dit  Sok  met  ves- 
tjngwerken  te  omringen.  Er  werd  e^ter  pas  bg 
het  begin  van  den  Eersten  Engelsctien  Zeeoorlog 
een  aanvang  met  het  aanleggen  der  veatingwer- 
ken  gemaaLt.  Sedert  dien  tijd  is  het  een  sterke 
oorkgshaven  geworden.  Men  vindt  ei  talrük» 
mamte-etMtKeeementen^  wadierwerken.  ipagngnen, 
een  hospitaal  van  den  geneeekuodigen  dienst  der 
i«emaabt  en  een  bezetting  van  veeting-artillMie. 

BeUfaottlet  Ia  een  mtploftnivaQurteriaal, 
dat  Ln  1881  uitgevoikdeD  werd  door  den  kapitein 
der  artillerie  Hellhoff  te  Berlijn.  Het  bestaait  nit 
twee  beslamddee^n,  die  i«der  afzonderljilE  niet 
ontploffen  en  eerst  onmidd^l^  vAör  bel  g«bniik 
vermengd  behoeven  te  w-orden:,  aoodat  de  Mitplof- 
baariieid  eerït  ontetaait  bij  de  vofvaeRUging  dw 
IMtPooen.  Brt  B'éQitomeA  beritaot  nit  aa^etcr- 
zuur  eo  dinilrobeuaol.  Dit  laatste  is  een  geel 
poeder.  Het  Hellhoftiet  is  een  donkerroode  vloei- 
stof, die  in  patioonhulzen  van  giaa  <rf  kactoa 
wordt  zébraobt.  Ook  bezigt  men  met  Hellhoffiet 
doortronen  kiezeJiper  in  meialen  tniUen.  Het 
wordt  aaDgestoken  door  een  siaghoedje.  Het 
HelUiottiet  verbrandt  in  het  vuur  zomder  ontplof- 
fing en  zi)n  uitwerking  is  ak  die  van  dynamiet. 
Gesteenten  worden  daardoor  io.  groote  atukken 
gescheurd,  maar  niet  verbrijzeld,  zooate  door  dj- 
hamiet.  Heühofl  en  Qrvêon  hebben  wa^nB  ler- 
vaardigd,  die  voor  een  HeUhoffietladiog  geschikt 
waren.  De  met  dit  onl|ilolfingMnuddel  gedane 
proeven  hebben  echter  geen  gunstig  reaottaat 
opgeleverd. 

HelUuv  noemt  mra  op  de  scheepewerven  bet 
«ihed  of  voor  een  gededbe  o«ar  de  wKter:^c)e  hel- 
lend yhk,  wa«jt>p  de  stil  epmwoixl  en  gebouwd.  Dit 
vlak  ia  met  etevige  palen  beheidv  voor  zoover  d« 

8 rond  op  zicbzelf  itiêt  de  noodige  vastheid  biedt. 
p  deze  paallimdeeringen  komt  de  bovenbonw 
te  rusten,  die  het  sciüp  draagt  De  wJMiinte  van 
dezen  boveotbouw,  noodig  voor  bet  te  waterloo- 
nen,  bedrat^  naar  gelang  van  den  vorm  van 
het  sdiip,  5  &  10  centimeter  pei  meter,  loodat 
de  uÈMMÜe  van  de  faelTing  bier  beneden  moet 
btgven.  De  opbouw  woidt  doe  als  regri  naar  het 
voorsAif  h>e  hooger.  Aan  de  waterzijde  eteekt 
de  helling  onder  water  cf  wordt  xg  afgesloten 
door  een  ponton,  dat  CMret  hg  het  tewaterlaten 
weggenomen  wordt.  Dit  laatste  maakt,  dat  men 
laiwere  schepen  op  de  helling  kan  bonwen,  dan 
anders  het  geval  iod  zija.  Op  aommige  werven 
treft  men  overdekte  hellingen  aao,  voorzien  vaa 
kiopkranen,  die  over  de  gebeele  lengte  boven  het 
Bobqi  knnneo  r^den;  o.  a.  is  de  Haatsebsjifig 
voor  Seheepa.  e»  Wwktuigbouw  ..Fijenowd'  te 
Rotteodsoi  in  hiet  bezit  ma  znUe  faeÜiügen  vou 
den  boaw  van  ooderzeebooten.  Gewone  rielliagen 
lijn  lange  de  zijden  ivoor^ien  vu.  hetii)  vast- 
etoaode,  betsq  langs  de  hdling  verrijdbare  draal- 
kranen  voor  het  op  njit  plaats  1>rengen  det  on- 
derdeelen,  waaruit  de  roD^  van  het  aehip  wordt 
aamenge«teld.  Ala  regel  lot^n  de  echepen  in  de 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HELLING— HELM. 


ricèitia^  tsh  bmmie  lan^us  te  w»t«i  en  ttut  de 
hnge  ivd«  f&u  4e  heHuig  dus  loodr«cht  of  den 
waterkant.  Op  wemuk  voor  liTieraehepen  en  in 
imerüik,  «p  oe  «erven  lugs  il«  gioote  rivierea, 
toeft  nat  ecbt^'  «ot  ilikwölB  dwuucHingea  au>, 
die  de  ki^  ^jde  ereawödi^  un  den  waterkant 
hebben  ^i  wau  de  adiepen  m  «en  rit^tkig  lood- 
reebt  Op  <fc  loagMB  afflócfien. 

iDerg«l|^e  dwardieUiogeD  worden  dikwn^  gt- 
beiigd  om  tiirierochepen  en  liohte  xeeEOiepen, 
wefte  tepMnlie  aan  <de  boiteiÉnud  moeten  ooder- 
gaan,  door  middel  van  rohrafenB  of  stedMi  uit 
Bet  watei  te  h|>sefaeD,  De  «^arBhellJDgen  zyn 
gewooiUnk  steiler  daa  kugshetlingeD;  bat  ïfloo- 
pen  ia  doe  zekerder,  loitder  dai  men  "beboert  te 
Tieeun,  dat  bet  eebip  h^  bet  tewateiloopen  te 
rroote  tnelheiid  lal  irgg<en.  Ook  kan  dürdoof 
het  totale  oppervlak,  waarmede  bet  sditp  t^j  het 
aOoopeo  (lie  akkar)  op  d«  ^^fcedden  riuta,  klei- 
fMT  «^;  xoodad  «en  bc^ertt  aantal  dwareeétiteep- 
tcbt  skAbedden  en  sleden  ondei  het  sohip  nog 
een  moUoonde  smwine  mogdi^  maken. 

B«UaTl*t,  Karl  OuifotL  «en  Zweedsch  eeliil- 
d<r,  4ien  15den  December  1S&1  te  Kvnsslh  eebo- 
len,  a>v<rieed  den  ISden  November  1690  te  Mün- 
cben.  H|j  •riuUcnJe  biatoiieetokten  in  d«n  tiant 


BsUwair,  Konrad  Wilhelm,  een  Duttedi 

Kniettr,  den  18den  SeptMuber  1827  te  Batdn  ge- 
ren, atodeerde  te  Si«l  in  de  wie.  en  natunr- 
kunde,  aam  deel  aan  den  strifd  over  de  bertoe- 
donnien  Sleeswjjk  en  Holsteift,  beioebt  daarop  de 
poljtechnraehe  Bcbool  te  MUneben  en  wefd  ver- 
volgens g«plaatet  ond«t  Etiet  bij  óba  bouw  veu 
den  Zwitaeraclien  Centirïakpoorweg  (1S53),  ver- 
der bg  den  aanleg  van  den  Titta-JoeegiiB-Oot- 
terspoorweg  naar  Hon^rne,  daarna  bjj  de  Ijjn 
Weenen— TViM  tvo  den  Oostenröksoben  Zuider- 
^worweg  en  ten  Ektte  bq  den  Brennerepoorweg. 
In  1668  werd  l^j  ,3aadirektor"  bij  den  Oosten- 
rgkaehen  Noordweaterapowweg  en  bfvtiiurde  den 
aaideg  lot  in  lfi74.  De  knnetwuten,  MeriDg  toI- 
t0M4  tJfD:  'k  bni^  o>Ter  des  Dooan  bq  Weenen, 
het  TtiajKfiadaet  bg  Znaïn,  de  brnggen  over  de 
EUw  b|j  KtaüggiUM.  Pactbubitz,  Auasig  en  Tet- 
adien,  Vamede  de  itationsgebotiwen  te  Weenen, 
Praaf  en  Tetsehen.  In  Uaart  .1875  wen)  bjj  ak 
opvolger  van  Oerwig  benonod  tot  hooMingeoiear 
bg  den  St.  Gottbardepoorwe^,  docb  ntm  wegeni 
eoi  caniliet  lati  de  directie  oi>tslig.  Hellwag 
oveileed  den  4den  Januari  18S2  te  Weenen.  Hg 
•ebreefi  „Eisenbahn-  Bao-Noimalien  fOr  die  k.k. 
privilegierte  Oesteir.  NoidweaEbalio"  (1675 — 
1876,  8  Ha.).  ,J)ie  B^inai^Me  und  daa  Llncen- 
ppofij  der  OoltfaanUbahn"  (1876)  en  „Die  Oott- 
oanMbaltn.  Hein  EonfUkt  mit  der  Verwattung" 


BsUwald,  Friedrieh  Atilon  Helter  t 


OMtenrnkwh  sdiT^er  o«ec  aardryh»-  en  v^ei 

.  IS-iarigen 
tenriikscfae  leger,  maar  aaav&ardde  i 


trad  op  IS-iarigen  Ieelt|>d  in  dienst 


Jua  geboi 
bq  bet  C 


bargeciyke  betiekling,  om  zieb  aan  de  beoefe- 
Mog  der  asirdrgkgknode  te' wijden.  Het  ja&i  1866 
riep  hem  echter  wederom  in  de  gelederen.  Nadat 
hg  ak  laitenut  dei  uUanen  deel  had  cenomen 
aan  den  Teldtodit  t^en  Pruisei^  wenf  hij  m- 
plaaW  bq  db  redKtl£  ma  de  „QesterreirÜtdic 


196 


Zrteebriltf'  en  m  1871  Tetketew 
vnn  J3m  Aualaad"  te  Angsbwg.  In  18^  nam 
hq  i«n  Mitekg  en  ieMt  sedert  1687  te  TSk^ 
waac  lijj  den  leten  Novwdbei  1862  oTerleed.  Hg 
leliieet:  ^Die  Amei<ikaniMtie  VStkerwandernng 
(1866),  „Haiimiliao  i,  Kaieer  vvn  Hexioo"  (2 
dln.,  186»),  ,JJde  BuaneD  in  Centraksien"  (1873), 
„Centr^osiei^  Loodsdiaifteo  nnd  VOlker  in 
Kaschgar,  TnrkMan,  Eascbmir  nnd  Tibet" 
(1875)^  „EnHnixeMtiidrte  ia  'dinit  nalOrliclien 
EntwUeki^"  (1de  druk  1806),  ,4Iinteiii>diache 
LEnder  imd  Vfiker"  (2de  dn*  1880),  „Oakar 
PcMbel"  (ade  drok  1I88I),  „Die  Eide  nnd  ihre 
vaker"  (2  dln.,  1676X  ,4>ie  heu^e  Turkei" 
(met  Beek  1877>,  „lm  ewigen  Ëie"  (TgeOV  ,^i- 
tai««Mhi«hte  dra  HenscËee"  (1883— isisi  3 
dlnO,  „Amerika  in  Wot4  und  BBd^  (1888—1885), 
„Fraiéreidi  in  Wort  oud  fiiU"  (1884^-1887,  2 
dln.),  „HauB  'nnd  Hof  in  üiref  Entwiffthng" 
(1888).  ,J)ie  meittehlidie  Fsmilie  naoh  ihrer 
Bntotaltnng  and  naUiücben  iBDtwükiniig" 
(1889),  en  ,4>ie  Wek  der  Skven"  (1890).  Na 
zgn  oood  veioehenen  nog  „Ka>t«it«tder"  (1894). 

tfeUwoU,  Ferdmand  Heller  wn,  een  brooder 
van  den  votHgaaode  en  een  beoelenaar  der  Ne- 
deiiandMbe  letteifroDde.  den  22Bten  Sept«nlier 
1648  te  Weenen  seboreD,  wei4  in  1802  benoemd 
tot  C(dJd«ratoT  1^  de  Htrfboekerjj  aklaar,  ia  1872 
tot  Mcretarie  ^an  de  MaHeiar  Onje.  Hq  «rerlewl 
den  28eUn  Juni  1884  te  CSarei».  Het  «e»t  heeft 
bü  lieii  bekend  geomakt  door  bet  ontdoken  en 
uitgeven  Tan  het  werk;  „Vovage  d'Adrien  Ua- 
tbam  nu  Maroc,  1640— <16lil "  ('e-Grarfeohage 
1S66).  N<«  MangrqlDer  wu  in  1869  sgn  ontdek- 
king van  liet  tweede  deel  Tan  den  „Spkghet  Bis- 
toiioel"  van  Maerlaitl,  dat  ak  verloren  werd  be- 
Bcboawd  en  niet  otinder  dan  33  (XX)  verzen  teÜ. 
Het  went  door  ttma  met  Ds  Vries  en  Ventyê,  in 
opdradit  van  ide  Leidficbe  Maatadi^ng  tan  Ne- 
dcrkadëche  letterkunde,  in  het  liort  gegeven 
(1873  enz.)-  Verder  maakte  wit  HeUwaU  andere 
oveiUgfeelen  van  oad-N«deriaiHk(Ae  geecfarilteD 
in  tDMndwerten  opeObaar.  Ook  adireei  hg:  „Qe- 
«ehiefatie  de»  bolliodiMbe  TheMMs"  (1874),  ak- 
nwde  „VMmiBeheB  Leben,  QesefakbteD  nod  Bil- 
der"  (1867).  Zqn  ,/3eaehJehte  dei  nietkuJ&ndi- 
Khen  Litteratar"  werd  door  Laura  Sektuider 
Toltooid  en  uitgegeven  (1887). 

Helm,  helmrtet  of  dumhelm  (dmmopkiUi 
arenaria  Lk.),  is  de  naam  van  een  belangijfte 
rielgrafisoort,  welke  tot  de  gioote  familie  der 
Oraiien  (Oromineeëtt)  behoort.  Zq  komt  vvor  in 
versobilMute  etreben  van  Boropa  en  Noord-Ame- 
rika  en  Uoert  in  Jidi  en  Angustns.  Zji  is  inaon- 
dertieid  van  groet  belang  voor  ons  land,  daar 
zg  de  duinen  vw>r  veirt^tuiviLog  >bewaart.  Daarom 
wordt  ze  ook  wel  aangeplant. 

Halm  (Ang^Bakeiech  =  kelToa,  sfgdeid  van 
helan  —  bed«kken)  k  een  booldfcedekktw  van 
den  krggsman, '  ook  van  .politieagenten,  Ërand- 
weerroannein  enz.,  meestal  van  metaal  of  Ieder 
vervaardigd  en  overeenkomende  met  de  gedaan- 
te 'van  den  scbedeL  Hq  komrt  in  aeer  onde  tijden 
reed*  voor  en  ia  volgene  Herodotiu  een  uitvln- 
dbig  van  de  CknAra.  Uen  heeft  ver.vitdgens  den 
belm  op  vekrlei  wijsen  vefsierd  met  een  helm- 
kam,  een  lielnf^im,  stoimlianden  en^.  Voor^ 
de  oud-tiriekedK  beJÓien  waren  knnallg  beweikt. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D«  JComeLnen  draegm  ia  dan  tx^aiic  hcfaan 
nu>  barna  of  vin  stati,  óoA  deie  wenltD  in  de 
3de  «env  na  Cbr.  uil  verwHIdbekl  i^eMfaaft, 
«MivB  lü  «UengB  iD  sebrnik  kw&meit  bg  de 
Gemwien,  di«  Tpoegw  HootAooM  itTAdok.  In 


men  aït  de  ^«raahiUeade  ^)den  ot  verndiiUeDde 
iBDdeo  TMr. 

Helm  in  de  wifreiftiiDde  vggt  er  op,  <}»t  het 
wajen,  wa«bg  het  bebwrt,  h  ym  een  KeaheM, 
wen  'vooKMidMf  wegene  rentieiivten  in  <ten  gtt^ 


^    ^ 


'■"•  '■  n,.  4.  Fij.  5. 

Fif.  8.  Fig.  9.  Fig.  10. 


Hg.  II. 


Ftg.  tl  Fig.  18. 


Fig.  14. 


Fig.  15. 


Halmen.  1.  Grieksehe  helm;  1.  RomeinKbe  halm;  3.  Helm  ait  ds  13de  oeaw;  4  an  &.  Hiddel- 
MawMhe  katalhaed;  6  an  7.  Storrohoed;  8.  StMkhaln;  0.  Stiida  (15da  eeaw);  10.  Baargondisehe 
hein  (1M«  Maw);  11.  ToarDooitielm  (IMa  eenw);  19.  Helmder PraDacliedrBfoaden<lBtl— 1870); 
18.  Balerache  iDraoteriebeln  (1807—1888);  14.  Helm  der  DuitiBhe  inhDterie  („Pickelhauba"); 
Ifi,  Piradebalm  der  Garde  du  Corpi  io  DniUcbliDd, 


de  Hiddeleeuweii  nu  de  helm  een  hoosat  be- 
langiTÖk  g«deeHe  itt  mpennistin^,  en  «el  in  de 
vormen  v&n  etomiboed,  toemoodielm  enz.  De 
helndiTU^  (halabeiK)  ^ekle  den  haU,  en  een  vi- 
xier,  betiq  met  trMiéweric,  tietuj  met  gsten  voor 
de  oog«D,  het  gelaat.  Ook  FO«n^«n  de  rkktera  al- 
lerlei herkenningstMienea  op  ban  heimen,  bjiv. 
een  kroont  MJelMiBrieagela,  een  druk  enx.  De 
htbnen  -vso  vorplen  waren  teda)  rijb  Teraierd 
met  goud  en  siher,  en  hefandcldieii  van  gelüeuir- 
de  stol  ^Ijaddtoa  aan  (Te  zijcKm  lot  op  de  acfaou- 
dera  ai.  De  gewone  kr|jg«kne<J>ten  droegen  ak 
beknedi  jperen  en  stalen  hoeden,  en  deie  zijn 
lang  TM  de  iaToering  der  raurwbpeceD  nog  lO 
iwang  gableveni.  Eerst  na  den  Dertigj&rigen  Oor- 
log wera  de  betm  aleeaohaft,  en  tegen  net  eunde 
der  ISde  eeuw  zeVe  b^  de  xwasv  eair^rie  Later 


den  WereUoorlog  wenl  de  stakn  befan  wedeaom 
in  aHe  legen  Ingentard.  Fig.  1 — ^15  «tellen  bel- 


gereditjgd  waren  de  familietcokeDS  te  dragen, 
weHw  op  bet  «ctiUdvlsi  voorfcamen.  Niet  enkel 
de  bd^  maar  ieder  vrji  m&a  bezat  dat  radtl. 
Men  liet  hen)  gewoanlgk  geplaat«t  boven  bet 
wafwnAdiild,  wd^  beweging  bjj  volgt.  loonlat 
liij  %ij  een  rechtfltaoddg  sdiiilid  (midden  op  den 
bavenraad  iUaI,  waarop  1^  met  zijn  onderrand 
sleimL  De  hekn  kan  lecbt  voorin  of  ook  ter  zyde 
geilen  worden.  Terwijl  bostMnde  den  hehn  litAs 
wenden,  ie  overigens  zijn  ataod  willeieuris  en 
duidt  deze  niet  een  bepaalden  rang  aan.  VÓ6r 
de  liet  eu  aeVe  vö&r  de  :16de  eetrw  hefiMile  mem 
weinig  aan  den  vorm  ion  den  wapenbelm,  daar- 
na eoder  werden  de  vormen  zU  gekmen,  dat 
men  bicrtiit  den  rang  Tan  den  eigenaar  van  bet 
wi4)en  kon  opmaken.  De  hiert^  betceUtine  hdb- 
bende  regek  he«ft  men  e<d>teT  aiJcen  ia  Frank- 
rijÉ  naet  nauwgeaetbead  gevoilsd.  Daar  was  de 
bekn  van  baatasiden  van  gepolijst  vzer  of  staal 
zonder  itraliBn.  maar  met  gesloten  vizier  De 
nieow-geadeUen   bodilen  een    de^elj^en   hekn. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


DMT  lecMs  goveiMl.  Hjj,  wi«ne  adel  ntt  raiien- 
en  Dwedencüde  totAfpoMoadenr/ptiom,  yoet- 
d«  wn  derge^jken  belm  met  cfea  Tiüer  en  3  ti&- 
lïên.  De  hekn  der  edden  tm  oude  t&omet  wm 
omjbooid  met  iftrer  en  Toonien  met  5  trslita. 
De  bftroiHieD  ibadden  oen  fa»lf-aBniieiidea,  lüiTe- 
rcD,  met  good  bealageo  bekn  met  7  gonden  tra- 
Ufio.  De  oefaD  dei  k»t«b  en  barebtgrwcn  wu 
Tftn  liher,  «net  moo  emdxMid,  iiaU-«Mwieade  en 
met  9  gouifcn  .tnliOn.  Die  der  msifcieoen  wt«  «aa 
litrer,  met  goud  gedMOueeerd,  met  gend  om- 
boord-,  iMiiieiuie  en  met  l'l  goudtn  ttalnlD.  Ber- 
fogen  en  soorreieiDe  Toreten,  beneden  den  rang 
rao  keiaer  of  lonincr.  wienien  eea  iMuienden, 
gëdamMceerd  gondeQ  hdm  met  11  gouden  tra- 
lA»  en  buns  geheel  geopend  Yiiier.  Keiien  en 
kooHtgen  èwkfen  een '  dergriqkeo,  dooh  met  ge- 
opend fisiei  en  sonder  triilitn.  Ie  de  hctm  hmot 
geen   kroon       """     ''      »      -■    '"  '■-"'- 

een  wrong.  < 
medailioii  ■• 
wipensehiU  met  2  netaaeD  gedeÉt,  dan  ig»  deie 
naar  «Ikaadei  toegetoenl;  ie  er  «en  dnrdle  bq, 
dan  etaat  drae  aajiNende  in  liet  midden.  Dnit- 
aehe  w&penecfailden  zgn  we>  eene  Ator  een  groot 
aantal  belmen  gedekt. 

Halm,  ThÉoaor,  een  Dnitsdi  mneieoloog,  den 
9deD  ^il  '1843  te  Weenea  grf>0Ten,  atudeeide 
in  de  redilen  «n  <trad  in.  1866  ia  staAttdienet. 
Sedert  1667  nijdde  bq  lidi  E^aal  aan  de  iin- 
liekiritiek  en  schreef  dfe  maiEtck.Tertlagen  inliet 
,^ene  Fretadenfclatt".  In  i&JO  promoveerde  bq 
tot  dr.  pbü.  en  went  in  1874  leerau  ia  mnsiefc- 
gmdnedtfrie  en  aeathetica  aan  de  ituuitfcechrien 
ym  Honk  te  Weenen.  Bedcvt  1866  «farerf  hü 
ia  den  „Peeter  Lkij<d"  iHd  „Wiener  UuaiUirie- 
fe",  Ook  mat  tqj  medewerker  ran  de  namektijd- 
achriften  „Tonhalle"  en  „Mngikalieehes  Wodien- 
Uatrt",  redacteor  Taji  den  ,Jtnaili-,  llteater-  nnd 
Id>te»tar-jonnial".  Voorta  knctde  h^:  ,^Beetto- 
Tene  letite  Qoarteite"  en  i^Daijaen  a&nrtlicber 
Sti!«Mfaqaartetten  BeBtfaorena",  ,vDie  growe  So- 
nate nfonn  teut  Beetboren",  „lUÓiarta  Klavier- 
konserte",  „ReoHniacenMn  in  Tooweiien",  „Ua- 

Kriatiie  Hwik  in  deutMben  Hei«len>",  „Baet- 
Tens  Streicttqoartetite",  „Beettnren   ala 
kaÜMber  IMinfar"  en   „BiabM  ala   VtirtuoM 
and  KomiMMuat". 
Belmbloetn  (Corydaltt  Dr  e.)  te  db  oaam 


l»D    kmioieen  antdeDToet  24)tadenlgeiiatoiigden 

m — : —   opgeiiditflai  troe^  —  O.  totida 

•Aoone  blMOMn  onder  den 
inaem  van  duifje»  geweekt,  met  een  rjken,  10- 
itot  204doemigen  troa,  handdeelige  «elratUadeno 
en  geduiende  den  bloeitüd  neingebogen  stengel, 
bk«nen  vftn  TeraAillende  Mmr  dragende,  —  en 
C.  labaeta  Fe  te.  met  een  annUoemigea  Isoa, 
een  gedrongen,  oTertutagenden  Trnebttroa,  gare 
•dmniladerai,  een  ndioode,  reehte  i^oot  en 
Ueine  Uoemen,  op  beechadowde  plaateen  'voor- 
knmend  fieuge  oÜlieemMÉ»  wortea,  aan4s  O. 
nobilii  'L.  «n  (7.  MmpemfeNe  L.,  worden  ale  nei- 
planten  aangtfcweebt. 

Helmdrft^  noemt  men  in  de  plaDUuinda 
bat  gemanJöfc  «teetwiUMim  ded  van  een  med- 
draad,  dat  den  bekaknop  dia^. 

Balmara,  Jan  fraderik,  een  NedeElandkeli 
dichter,  den  7den  Maaii  1767  te  Amsterdam  ge- 
boren, maakte  zicfa  ia  igo  jened  bcèend  met  de 
Fraoedie,  Eiwelache  en  EÓogduitMAie  («Iml,  en 
olsehoon  hj)  bet  roorraderl^  ^beroef)  van  koop- 
man f^oMD  had,  trachtte  tq  met  iien  meeeten 
Vrer  ign  kensu  nit  te  tmiden.  Hg  beoi^ente  g»- 
tebiedenit  en  aardri^dmode,  fraaie  letterenen 
w^^begeerle  «  iegde  sioh  toe  ep  de  takenkiMMl 
en  mnriek.  Tevens  getoetds  hg  neh  aai^rok- 
ken  4loot  de  didithnnet  «n  ï/yJeHbroet  nam  ijjn 
eentelingen  op  io  de  „Eletne  Diebterlgke  Haiid- 
ediriftev'.  Onder  de  aervtelisgea  onderadieidxte 
(iA  Tooial  sjjn  „Ode  aan  dwNadit"  (1788).  In 
'1790  teredieen  ign  gedldrt  „Soeratea"  in  S  lan- 
gen.  Ook  wm  hg  een  hartetoebtrigk  *oor«taadei 
i«n  faet  tooneel,  loodat  bij  lidi  met  ijjn  awager 
Looft,  U^fieibrotk  en  anderea  Tereenigde  tot  het 


g«i  k 


n  keHt  of  <Loor  bet  geaüe  Tan  deseiK  dovr  4 
bkHinbladena,  Tan  welae  het  boweiwte  gegloord 
M,  door  2-1iToed«rige  meeMraden  en  door  een  2- 
kteppige,  teehs^ee  doonnubt.  Tot  de  «oortcn, 
'a  one  land  geTMiden  worden,  brfiooren; 


de  rankende  h^nMoem  (O.  ei 
wMdbq  de  IdMhUkn  dn  dDUMJgeTiade  Uiaiftnn 
^  beehtiMfcea  etodigeD,  met  hogwafug  ge- 
njlete  eeimddaderen,  die  langer  »d  das  de 
bloemetelea,  en  met  kleise,  Ueeke  Uoemi 
O.  luien  D  e  c,  een  oveiUiJTende  fdant,  «rie  Tan 
Hei  tot  Ao^stoe  lbk»eits  met  dobbel  8-talMge 
bladeren,  vertakte,  Tea^e  wortels,  langwetpige, 
getande  Kbotblaadjei  en  dtroeogeJè  bloónen,  op 
oode  muren  Tooikomende,  —  O.  erna  Sehwetg. 
et  K.,  ook  mgdtjt»-  of  boonfjetAelmworfel  ge- 
noem4  met  een  hollen,  met  worteheiels  bad^- 


Mhi'^na  Tan  ,J)e  AmeterdamMhe  Natünaïe 
Sefaonwlhug",  een  tj}dadutft,  aaa  faet  tooneel  ge- 
wgd.  Veider  tiiuttt  bq  bét  trenrrpel:  „^no- 
fflaehe  of  éo  'Krloamng  Tan  Atbene",  doeh  Toora] 
oogstte  hg  gtooten  roem,  toen  in  I60&— -lölO 
aqn  2  bimd^  giediditeD  in  be4  Ueb4  Tereebenen. 
In  1812  werd  sjjn„Rollandscbe  Natie"  atet  alge- 
raeene  en  uitbundige  g«eetidrift  begroet,  looral 
daar  ^  Terecbeen  in  een  tijd  Tan  verdnAking 
en  ellende.  Dat  gedicfat  dat  prafftttise  gedeelten 
bsniit  en  in  den  FraneiAeii  tgd  slechta  ter^ki 
kon  benaebtigd  en  ^eien  worden,  ii  bg  faerba- 
ting  nitgegeren  on  m  bet  Engelscb.  Franseb  en 
Maèeiarfi  Tertnatd.  Helmar»  waa  torene  een  nit- 
«tekend  prousehryter,  moals  hl|jkt  ait  ender- 
ecbeiden  rederroeringen,  in  Fciii  Iferitia  «tge- 
■proken.  Zün  TeiU^  Ie  Pargs  in  1908  hftd  grao- 
tea  iovloed  op  de  T«redelmg  Tsn  ign  konstge- 
Toej,  diA  lidi  in  ondersriieiden  etdilen  tui  sgn 
hiDd  openlMAFt.  Helmer»  orerieed  den  Sósten 
Februari  1S18  te  Amttordam.  Sen  jaar  Utet 
Tierde  men  op  plechtige  wnte  »jn  Igkfeest  in  de 
Amsteidamsdie  afdeeluw  der  GÓIIandMbe  Ifaat- 
tnh^^  T«n  Wetenei£a{]pen,  -waarbg  O.  j. 
Ifeyer,  later  boogkEraei  aan  bet  A^eaaeira  te 
Brmse^  een  lofrede  en  if.  Ü.  wn  Haü  een  diebt- 
stok  iiit^)rak.  In  18)5  weid  een  nctgvre  der  .Jfa- 
griaten  eediehten"  van  Bdmera  leaoigd  door 
Van  Hatl  en  KJjin  en  een  , Jfalemng"  doOT  Wit- 
ten Oe^ibeek.  In  1823  Terecbeen  de  derde  dr^ 
TSJi  xbn  ,X9ediefatea  en  NBg«d*ten  gedicbten". 
AfEonderlHk  is  nog  van  bem  nitgegnen  een  ,Jxrf- 
■aug  op  Jesos  Tan  Naxaietfi",  een  .J^^ung"  op 


DigilizedbyGoOglC 


19S 


EELHERS-^UnCHIUS. 


B.  de  Bosek  en  «en  op  Gornelia  WaiUer,  aUme- 
de  een  Keraang  „Oror  de  oneindige  TotmaAtNUtr- 
iieid  der  memcbe^ke  natnui." 

B«Iawz>6ii,  Óregor  tok,  een  BaBsiscti  rei- 
iig«r  en  eeoloog,  den  298ten  SefiteoAwr  1S03  op 
bei  Tad^ük  Undgoed  Dii<A«rafaof  t^j  'Doipat  gie- 
borea,  oattiiDg  zyn  eerate  opleiding  ie  St.  FeUra- 
4)uig  en  aan  het  gjnmaedain  te  Dorp&t,  waar 
èq  xicb  aan  de  imiteratteit  aan  de  rechUgekeid- 
heid  wödde,  maar  xidi  weUra  meer  aangetrok- 
ken TOeMe  door  de  aaid-  en  delMofkuDde.  In 
182B  trad  hq  in  etaat«dieD«t  en  werd  meit  Smil 
Uolmann  b^aat  met  nuporingen  ia  hei  Oeral- 
gebergte,  Zy  ganen  daarvan  lenkg  in  hun  ge- 
eduilt  „GeogiKwtieche  UntermAus^  dv  Südu- 
rtügebiigs"  (l^')-  Op  dien  tocht  kwajoen  z^  in 
aanraking  met  AUMtnder  von  Humboldl  em  ont- 
vingen, op  voor^iraak  van  deteo,  terlol  het  tui- 
delgk  gededte  vaa  dat  grtiergïe  te  beioelien. 
Van  lESO  tot  1d8i2  atudoei^  Helmerten  m«t  i^a 
vriend  t«  Berlgn,  Heidelberg  en  Bonns  trek 
door  een  groot  gedeelte  tui  Dultachluiii  Ooe- 
Unrük  en  NoordélSk  ItaHB  en  bleef  geruinieo 
tj>d  te  Fi«ibiHg.  Ka  ign  temdfeei  in  Rusland 
werd  tiem  ofigMTigeo  bet  OerMgeborg4«  T«n  Je- 
knUtMwniwqg  tot  aan  dm  Mateo  breadteigraad 
4e  ondenoeèen.  Nadat  hv  te  Orenburg  den  wm- 
tei  had  dooigebrarfit,  w«rd  hg  naar  den  Altal 
«ezonden.  Na  zeer  moeUgke  toonten  kwam  hg  Ut 
Deeemher  1834  weder  te  St.  Peteraburg,  maar 
fnoeet  in  het  'voorjaar  'Vao  1835  een  ondenoek 
iaatellen  naar  de  Kirgieiensteppe.  In  1886  werd 
hg  henoetnd  tot  hooj^raar  in  de  geognosie  aan 
de  fuijnachoot  te  St.  Petnsbuig  en  io  1844  tot 
Im)  der  Acadenue  ran  W«tenBdi'aippea  eMaor. 
Reeds  in  1835  beUeedde  hq  den  rang  van  ma 
joor  h^  het  korpe  müningenienrs,  torw|)l  h^  ach 
iereenrolgenB  vpdcloca  t«t  di«D  vao  iaiteoajit-g«' 
neraal.  Inmiddue  deed  bij  ieder  ja*r  welenE^ap- 
pelnkc  feilen  nav  'veieehoffieode  dedlen  van  Roe- 
laod  en  in  1S15  naar  Ootttaod,  Zwedea,  Noor- 
wegen en  Denonarken.  In  1865  werd  by  tot  di- 
recteur d«r  mynsobool  te  St.  Peitersburg  benoemd, 
welke  betrekkLng  Ihji  in  1372  nedisrlogde.  Hij 
overleed  den  ISden  FebrDari  ISS5  te  St.  Peters- 
borg,  üelmerien  adireef;  „Reise  oaeb  deoi  Ural 
und  d«r  Kugieenetnfipe"  (iIMI),  „Relae  nadi  detn 
Ahai"  {\m),  „Uebenichtskarte  der  Oebiigsfor- 
iDationen  dbe  «aropUEchen  RuariMtifc"  {Sde  (faioJt 
1973),  ,J>ae  Doueoer  fiteinkoihlengebiige  and 
d«Men  induBtri^e  Znkuott"  ^663),  „Der  Pei- 
{lUieee  md  die  t^re  Narova"  (1664),  „Qeologi- 
flche  nod  phyaikogeograiiibisobe  Beobaëbtvngen 
im  (Momoer  Bergrevier"  (1682)  en  „Stadiën  U>er 
die  WanderblOckie  und  die  Dihivi^ebilde  H^iee- 
lande"  (2  dln.,  1662).  Uet  K.  E.  van  Boer  eu  ]m- 
ier  gnet  Sehrenk  gal  hü  „fieitrtige  lur  Eenntnie 
dea  mMiMben  Rekhs"  (1839— 1^  35  dln.)  alt. 

Belmert,  fnêderiek  Roberf,  een  Duiteefa 
geodeet,  dbn  31eten  i\A  1S48  te  Fndftroig  (Sak- 
een)  g^ren,  etudeerde  te  Dreeden,  wb«  lot  1SÖ6 
BSnetent  bg  proteseor  Hagel  aldaar  en  promo- 
veerde in  1868  te  Leipzic  met  „Studiën  ttoer  ra- 
tion^e  Venn«UDgen^.  VaiD  .1669  tot  1870  wae 
hy  ^Aaervator  aan  de  «terreowaobt  te  Haindïuig. 
Uit  dien  tgd  dateert  „Der  Sterohaufcn  ïmStein- 
Uade  dba  ScUmkÖBdiea  SdnUwT  <ilST4).  In  1870 
werd  hjj  leeraar  in  de  geodesie  aan  de  TefÉrnJ- 


sdhe  Hoogcediooj  te  Aken,  in  >1686  directeur  van 
het  EoDJiiklök  Piaiaiedi  Oeodetiseh  Inetittmt  en 
hot  Oentraal  Bureau  der  interaationale  aardme- 
ting,  in  1887  tovena  boogleeraar  te  Berl^.  Hg 
eritreef  o.  a.  ,J>ie  Anagleichimgsrecbniung  naoh 
der  Uethode  der  Uedneten  Quadirate"  (1872). 
„Die  matbematiariiem  nnd  pbjaikaliechen  Thea- 
Tien  der  hObeni  Oeodieie"  (1886-^1894,  2  dk.). 
„Lotabweiehungen"  (1886),  ,^\e  Schweikratt  im 
HochgcAnige"  (1690)  en  .J)h  kOniglidh  preoaai- 
eobe  Oeod&tiedie  luBtitot"  (I8»0). 

Helmliolti,  Bermann  «on,  een  I>ittsch  na- 
tuurkundige en  piijBiokiog,  den  Sisten  Aawnetua 
\ê'i\  te  Rotterdam  geboren,  studeerde  te  Beii^ 
in  de  medicünen,  werd  in  1812  assistent -genees- 
heer aaa  de  diariti  aMaar  en  een  jaar  later  ol- 
Fieier  vao  gezondheid  te  Fotedam.  In  den  herfst 
van  1848  keerde  hg  ale  leeraar  der  anatomw  aan 
de  Kunstaeadeoiie  en  aeeietent  aan  het  asato- 
miech  mueenm  naar  Berlgn  lerng,  doch  reede 
Juli  164S  w«id  hg  ala  hoogleeraar  in  de  pbj- 

ioaie  te  Konin^Mre     *  '    """ 

hy  ah  aoodanig  naar  Ë 
berg,  lertfok  im  1871  ale  hoogleeraar  ia  de  na- 
tuariruode  naar  Berijjn  en  oam  in  1880  de  Iw- 
ding  op  lich  van  de  Pbj'sisdk-Techni^e  R^kain- 
rlohtiflg  te  CbarlottBnlxirg,  waarvan  hg  de  eeigte 
jtreeideót  wm.  Hg  overleed  aldaar  den  Seten  9^- 
tembef  1894.  Te  Berlijn  ijjn  twee  etandbeelden 
voor  he«i  (^igeriiiht.  Zgn  wetensahappeUHien  loem 
vestigde  h^  met  'bet  werit  „Ueöer  die  Èihallung 
der  KmTt"  (1647),  waarop  'm  I8&4  in  popokiren 
vonn  „Ueber  die  WeclüelwiHiung  der  Natnr- 
krUte"  TOloiie,  Den  door  ben  uitgevooden  oog- 
apiegel  beB«n<ee[  bg  in  „Bee^rtirlMrug  ei>nes  An- 
^nepiegels"  (1851).  Zga  faeJanergkBte  werken 
2gn:  „Sandbnch  dm  pbvsnlogm^en  Optik"  (2de 
ieA  1686—1896)  en  _DDe  Lehre  von  dte  Ton- 
enipluiduogen"  (5de  <friA  1806).  itlwee  werten, 
d'ie  (^  bun  gebied  baantrdiend  xgo  geweest,  loo- 
wed  omdat  Helmitollx  ^e  beJangrgbé  vraagstuk- 
ken dier  wetenechappen  grondig  beBtudeerd  en 
een  leeke  nieaw«  waaraKfningen  gedaan  heeft 
(klankkleur),  ale  oradat  hij  lioi  een  meester  ge- 
toond faeelt  in  bet  gebruik  v&n  aile  hulpmidde- 
ben  van  bet  moderne  natuuronderzoek.  stetsekna- 
tig,  edierpzimnig  experimenteeren  iin  verband  met 
matbetoafische  onderzoekingen.  Op  phjsiologiaah 
gebied  zjjn  nog  ign  loetingen  van  oe  vooitfilan- 
timgsneAeid  aéi  lentnnoriKkele  te  vermeldan,  op 
natuntknndig  talrgke  fmaobrekende  experimen- 
toale  m  mot  nente  tbeoretioribe  wxrken  (notient 
vraagati&kien  der  mechaniek,  van  bet  gehnd,  het 
liobt,  de  warmteleer,  deotricitei taleer  en  mete- 
orobieie,  die  meestal  in  PoggendorlFt  „Anoale 
der  Plhyeik  und  Chemie"  en  in  Crtlle'»  ,Jonr- 
nal.  iQr  Matbemalik"  Tereehenen;  afumderink 
Inramen  nog  uit  ign  „Vortrige  nnd  Reden"  (5de 
druk  190S.  2  dln.).  Zjm  iretenschamelgke  va- 
handeJingen  ign  Ln  3  deelen  venaineïd  (1882 — 
1895),  liJn  ,Vorleaungen  tiber  tbeoretiedie  Piij- 
siik"  door  König,  Krigar-Meiuel,  Rieharx  en  fiun- 
ge  uitgegenren. 

Uterottiur.'  L.  Königtberger,  HemMnn  von 
HeknhoJtE  (BriKMwgk  1908);  F.  A.  Sehalte,  Die 
GToemn  I%]nifcsr  usid  i)u«  LedsHuiwen.  („Ana 
Natar  <md  Oeisteawelt",  Leipiig  1910). 

Helmlohlni,    Wgnenu,   een    NeoerlaDdaeh 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HMiMICHIUS— HESiHOND. 


godedeeiNk,  in  1S51  ^e  Utmdit  c«^ieQ,  was  in 
1571  pnditaiit  bg  de  HerTormde  gcmceiite  te 
Frankfort  aan  den  Hain  en  in  1578  tödelijk,  een 
jaar  later  vaat  predikant  te  Utrecht,  waar  hg 
den  ISden  Jaimari  1581,  bet  eerst  in  <!e  Dom- 
berk  een  Pio/betAaaitaébe  teerrede  i&id  en  üt  1586 
leeraar  werd  der  Waohdie  gemeemte.  to  '1536 
woonde  h^  de  Sjnode  te  '»<3TBv«Dliage  by  en  2 
jftar  hier  Miooide  tig  tot  het  geoantectH^,  ddt 
in  last  liad  b|j  ISlitabeth  op  behüligiiig  der  Pro- 
tntaitttelie  bdaagen  aan  te  drineen.  Daar  hjj 
tot  de  part^  van  Leieuter  behoorde,  ontving  b|] 
net  aodeire  predihiKaii,  bg  d«  Terwieaeling  van 
den  «taod  van  zaten,  in  1589  ign  ontslag',  werd 
te  's  Oravenfaage  en  te  Dordreelrt  beroepen,  ma&i 

fat  in  1590  ^lioor  aan  de  poepstcm  t^  Delft, 
len  boQ^eerausaoiIbt  te  Leiden  wee«  hg  van 
de  faand,  doch  vertrok  in  1601  naar  Axdsterdani, 
waar  fag  den  2östai  Augustna  IBOI  o^er>eed.Eg 
cchreef  o.  a,:  „Ooimta  sweert  en  riedtotodc  van 
pater  Fiana  Ooster,  Jezuwyt"  (1609),  „PBahno- 
rnm  DavLdia  et  aliorum  Proplhetarmn  anal^sie" 
(ifUl)  en  „Epifllola  Mripta  AitreJiaino  Mvyzea- 
liolio  .  Door  de  Zaid-Holland«cbe  Synode  werd 
ia  '1587  mede  aan  hem  de  vertaling  dee  Bijbela 
«pgedrofen,  tervöl  hg  later  benoemd  w«rd  om 
het  werk  van  Mamix  na  te  lien  en  na  diene  dood 
om  bet  voort  te  tetten.  In  1607  leverde  h|i  een 
hqna  <roBedige  vertailiiiig  van  Oeoeaia. 

HelmlDt  w  de  naam  v«n  een  groen  mineraa], 
dal  veel  OTereea&omst  -vertoont  met  chloriet.  Het 
koa>t  voor  in  elgenaaidige  worauvonnige  bUA- 
ken,  dre  men  bsn  hewnamiea  bIb  v^idrsüde 
ihoiobieche  of  beiacon^  priama'a.  Bet  kristal 
vertoont  paarteioer^ajie  od  het  haaische  vlak, 
volgens  hetwelk  W  Kemaskellik  splvtbaar  i«. 
Halmltol,  ean  heiametlijleenamiDeverhin' 
dng  van  aDhTdrometbyleencilroeD^uur.  ie  een 
vit  IcriBtatten  poeder  mei  ï»ren  smaak.  De  ateric- 
te  der  waterige  oftioBSing  kan  tot  7  %  ^n.  In 
ajeohol  ie  bet  onopiMibaar.  Door  zoren  notdit  heit 
lamgitwri.  door  aKaiiin  gemakkeJgk  ontleed,  on- 
der vorming  van  fomaldeJiyd.  Het  bedt  een  an- 
4iMptiMbe  weAing  en  rindt  als  geneesmiddel 
foepaesing. 

Helmkloedeii  «f  lambreqvim  waren  stuk- 
ken doek  op  den  helmtop  heveetigd  en  achter 
den  bekn  athaogend,  iterwijl  de  urleioden  aan 
den  bovenkant  ter  jtbatse  va.ii  de  akpen  onge- 
4«et  waren  beveetigd.  Aangebracht  voor  praeti- 
Mbe  doekiaden,  al«  beeebermin^  tan  den  beïm 
tegan  vocht  en  bflMhnttïqg  'vv»  het  hoojd  tegen 
aoMteBtnien  cf  liat  ataftl  ■na  èai  bela,  w»ren  de 
hrinAkeden  aumnkdiök  "vrg  eemmradig,  doch 
deifl*  «vrden  w  fnaaer  vap  vonn.  Zg  hadden 
san  de  trimieni^de  een  andere  kkvi  dan  aan  de 
hnUenzgde  en  tn  d«  14de  eeaw  badden  ie  een 
lengte  meer  du  viermaal  de  booste  van  den 
heui.  Toen  odk,  iiu*r  nog  meer  in  de  '15de  eeuw 
werden  de  b^nUeeden  veisneden  en  beetonden 
lÖ  «ü  Uadvofmifie  lappen.  Het  «preekt 


dot   deze  b«JgakKeden  ook 


'   w^KnJronde 


OTereensteoHning  aqn  met  de  onai 

«tiA  en  in  lM>diten  htngs  befan  en  schild  aldftleii. 

Helmknop    te  het   met    atnitmeet  gemUe 
Inopje  op  den  helmdraad  (zi«  aldaar). 

Halmkroonóo  <te  woqtaikiuide  whg  aanvonke- 


tgk  een  bauhand,  veiboo^  door  vier  Qenron^ 
waartnaadien  paidtjea,  die  alle  leer  eenvondie 
waren.  Ewet  latei  werd  de  haarband  veisie^ 
en    wenkein   <fe   ffen- 
TODB    ingiewïkkeldOT. 
De  beknkroon;  die 
Of)     geen     ^ledcden 
r«ng  dnwilh  dSent  ter 
bevestiging  <ter  hefen- 
kleeden    en    hetantae- 
kena.  Vau    de    Qero- 
nnw    is    een    geheel  Belndrroon. 

en  ign  tuwe  vror  de 
heUtt  mcbtbeBf  (sdk  de  ^.). 

Belmkrold  (Seropkularia  L.)  ie  de  naam 
van  een  plajite^esbcbt  uit  de  familie  der  Stro- 
phulariaeeeXn.  Eet  ondersebeidt  lïch  d«or  een 
S-dttAn^eik  kc^  een  kpoeeivrainte,  aaoeg^tn^ 
fAg-iddta^  ondarJEp,  door  4  mec^traden  en  een 
vaUehon  meeklTaad  (ataminodinm),  een  boven- 
etatKÜg  vruohtbegünel  met  één  stgl  en  ééo  stem- 
pel, een  S-hokkige  dooavmebt  met  2  of  4  Ich^ 
pen  en  tegenorergeBtcide  bladeren.  Van  de  «ooi- 
teo,  die  im  «m  laöd  voorkomen,  noemen  w^  ftnoo- 
pig  hêlmkruid  (S.  nodoga  L.),  een  overhlgvende 
plant,  op  voohtige,  eehadiiwri^e  plaaitsen,  vooral 
tuaadien  hoUiourti  groeiend,  met  ohd  aObóm-Met- 
ksiiten  otem^^  eÖFonde  oif  kogrweipige,  OiMe, 
diJUbdgeraagde  itbAarm  oa  dcndier  o^luinBtge 
tfloamen,  vmi  Juiü  toit  Se^iteinber  bdoeóeixle  en 
morhieen  legen  klLerTodcte  m  Rébitiik,  en  rerdleT 
voorjaarÊhehttkruid  (S.  vemaliê  L.). 

Bfllmond,  een  Duitse  geediiedsehrgver  der 
I2de  eeuw,  waa  doifM^aetoor  te  Bosau  aan  bei 
Fh&aer  Meer.  Door  sgn  leermeester  OeroUu», 
Usschop  Tan  L&bedk,  dien  hg  op  een  zeodinga- 
rei-B  naar  de  Eeidensche  Slaven  aan  de  Oostvee 
vergesdde,  werd  h^  aangeepoord  «n  de  beiee- 
rinf  diei  afgodeudienaarii  tot  het  ChristeiMiom 
te  beaobrgven.  Eg  deed  zntts  in  het  „OhrooJcon 
Slavwrum",  waarin  hg  ook  een  aaotal  amdere  fei- 
len imdedeeH,  waarom  het  met  vrucht  als  ge- 
schiedbron geraadipkegd  wordt.  Het  begint  met 
de  bekeering  der  Sakeen  onder  Kartl  den  QrooU 
en  eindigt  mert  bet  jaar  1.171.  Een  abt  der  Be- 
nedictgoen,  Aniold  ^naamd,  beeM  het  voortge- 
zet 'tot  1209.  Deze  Kroniek  ia  uitgegeven  door 
Lappertberg  in,  de  ,Jf'amnnen4a  Oermaniae  histo- 
rica'' ^.  21,  Dnitaeh,  3de  drift  1910). 

Balmond,  een  gemeente  in  de  provineie 
Nooid-Braibant,  1450  H.A.  groot  met  (1915) 
'16  810  inwoners,  wordt  ingesloten  door  de  ge- 
meenten Aarle-Riitel  Bakel  e.  a.,  Liercm,  Mier- 
loo  en  Stiiphont.  De  bodem  beslaat  uil  dilu^isal 
zaïkd,  arIgewJBseid  en  vennengd  m^  leem,  iwan- 
te  aarde,  gzeroer,  derrie  en  moer.  De  gemeente 
wordt  door  de  A  en  de  Znid-Willemavaart  door- 
BDodenv  terwgl  langs  de  noor^nma  de  6aJc>dsehe 
A  "rio^  De  bwieftdiv  haaat  zich  heiig  mal 
najvetlbenl  (matMiKB^  Imtloeni,  ngareo,  eaeao), 
haiMM,  landbouw  en  veeteeït.  Tot  die  ge> 
meente  bfiiooren  bet  stadje  Hefanond  mei  baar 
voorhwurten  BindetBeind,  Heavcl  en  Steenweg, 
de  biiorien  Eooeeind,  Bgaterredd,  Bindereo^  1% 
FÉaag  en  bet  gebocht  DudoeUcx^.  De  gensMité 
wae  'vfoeger  een  beerKjkbeid,  die  m  1220  met 
Brabsint  werd  vereenigd. 

Hot  ftadje  Helmond  Ugt  «au  de  apoorlgo  Eind- 


DigilizedbyGoOglC 


HELMOND— BELiMTBEKBNS. 


koven — ^Tenlo,  aan  de  stoomtruuljjn 
'a-H«Ft<wenbaécii,  un  d«  A  en  Zai(^Wilkal(- 
vaart.  Yaotii  de  tertieluBveAeid,  en  we!  die  van 
katoen,  i«  belangTglc.  De  pla»te,  die  zich  in  den 
l&alsten  tijd  zeet  anel  uitbreidt,  ia  de  letel  i^n 
een  iantongereeJit  en  beait  o.h.  een  "hoogere  bur- 
garedtMxA  met  S-jacieen  ciltsus  en  eeiv  bui^^eff- 
ftVMkdKhool  met  teotenschool.  Sriangrijke  Te- 
bouwen  zijn  <i.a.  het  oude  ktateeli  ik  fraaie  St. 
'Lui]A)eTtu^eik,  de  Hervormde  kerk  en  het  Btad- 
huw.  ia  l^viaMU.meDHd&MHK]lToorbet  eerst 
afa  Etaó  eenoemd.  Het  fraai  gelegen  kaeteel  ver- 
toont licD  nog  ongenieer  in  oenielfden  itaat,  ale 
«aaria  het  in   1402  g^Murwd   irerd. 

HelmoDtj  'ff"  Baptiele  van,  <en  arta  en  wiie- 
geer,  in  I^TT  te  Brussel  g«iKiren  uit  een  edel 
eealft^t,  wu  >heer  van  Roogenbroeek,  Merode, 
Oortehot,  Peilate»  enz.  en  studeerde  {e  Leuven 
Boo  Qverig  in  de  geneei^nde,  dat  hij  reeds  op 
17-jïrigen  leettöd  ak  leeraar  kon  optieden.  Toen 
hg  >bij  iekere  gelegenhMd  eeo  acfuirfUifder  oiet 
eene«ec  kon,  kreeg  hü  een  tegenzta  in  de  gMieett- 
uuKie  en  kgde  lieh  toe  op  de  riieoiie,  in  de  hoop, 
da.t  4ig  een  «Igeoieen  ^neeemiddal  ontdekken 
zon,  neb  oonneode  medteta  per  iaapm  (gieoeoB- 
beer  door  vuur],  doeleocle  op  de  oron,  waaraan 
bij  dat  geneeamiddet  «ïlde  onttleeoen.  Hg  be- 
Mrend  AnêtoUle*  en  QoltnuÊ  en  ^f  hierdooi 
Teel  aanstoot.  Nadat  hü  met  een  lyke  dame  in 
het  huwelijk  was  geti«den,  vestigde  hü  zioh  Ie 
Vilvoorden  bü  Bnisael  en  bieU  er  lieh  bezig  met 
bet  leseit  Tan  allerlea  gebeimiinnige  gvschriflen, 
wwrna  hjj  de  «mderlinMte  wecken  nitgal  over 
flKbtien  «D  haar  befaindldki^,  tleviois  veioeteren- 
dev  dat  bij  bet  «lixii  tot  Terien^ing  van  bet  leven 
gevonden  had.  Zijn  proeven  leidden  hem  tot  ve- 
te ontddikingen.  looab  die  van  bet  laud&oum 
van  Paraeritut,  van  den  geeet  Tan  hertahooin  en 
«ao  het  koojeunr;  ook  bracbt  hjj  den  naam  ga4 
i<n  de  ehenÜKbe  tenndiwJogie.  By  zijn  veiklaris- 
gen  riep  bü  de  hn^  van  g«e«ten  in,  Edhieef  aUe* 
toe  aai>  acbeikniMlige  oorzaken  en  vesli^e  vooniJ 
EÜn  aandacbt  oc  den  ondertiuik  en  (Ie  maag.  Vol- 
ffena  hem  wordt  het  leven  door  een  oorapronke^ 
£jk«  kra«bt,  arehea»  genaamd,  en  door  omdere 
aan  deze  ondergeichikte  krachten  geregeerd.  Zgn 
ïlcJeal  geljfkt  op  dat  van  Paraeeiaut,  maai  iedui- 
deil>|)ker  en  ireteneebappelijk«r.  De  kmera  Rudolf 
II,  Malthvu  en  fercnnand  II  deden  vruohtdooe 
•oiiitt«reade  BAnbiedingen,  om  hem  naar  Wee- 
oen  te  tokken.  Hg  overleed  den  SOeten  Decem- 
ber 1664.  ZiJD  wecken  („Octua  medietnae"  en 
„Opuaeula  ntêdrea  inaodita")  vemebenen  te  Am- 
sberdam  (1648)  en  te  Keulen  (1644). 

Helmont,  Francueiu  Mercariui  van,  MO  zoon 
van  den  voorgaande,  den  20sten  October  I61S  te 
ViWoordta  geboren,  erfdle  voa  lijn  vadler  den 
smaak  voor  seheime  wetenaeha^ipen  en  had  een 
lood  er Ungen  levensloop.  M«t  vlugheid  verschafte 
bij  zich  de  kenma  van  vele  kunsten  en  haJKlwer- 
ken.  iwierf  met  een  troep  Zigeuners  door  Euro- 
pa, w<eTd  in  ItaliB  in  den  kerker  der  Inqniaiti^ 
geworpen  en  reiede  daarna  naar  Daii«cfclaad, 
vaar  1q  verkoudigde,  dat  h\j  de  taal  had  tenig- 
'  gevoDdein',  welke  onze  c«iete  ouders  voor  tnm  val 
spraken.  Hg  stond  bij  vden,  mHb  bg  Leibnit,  in 
gro«t  aaniien,  geloofde  aan  de  lieieveiiiuizing  en 
aan  den  steen  der  wjjzen  en  kende,  voIg«nB  som- 


migen, bet  fdKim  om  good  («  mak«n,  daar  h^ 
weinig  verdiende  en  to«i  weeUerig  leefde.  Ook 
te  Anttoilftm  ondnriugfajj  de  hnUe  van  Tideo^  be- 
gaf luii  op  aitnooAgong  -na  ót  konugia  vaa  Prui- 
sen naai  Bectjio en omleed  aUoM  indevooratad 
CflDn  io  1696.  Venfieniite^k  beeft  hn  nch  ge- 
mwJnt  teaopmofate  v«Ddien;r|Bi(ilo^edertaalen 
het  doof stMnmvionderw ijs.  Hg  schreef:  „Al^riM- 
beti  veri  naturalia  bebraici  br«vieelma  delineatio, 
()uae  ^Dul  mednodam  sn^ipadillat,  jnita  quun  qni 
suidi  nati  suot  eie  ioformari  poasunt^  ui  noo 
aljofl  saltem  ktquentea  inteÜigant,  sed  et  ipsi  ad 
setmoma  osum  perveniani"  (1667),  „Opüseula 
pUlow^ica  etc''  (1690),  „Quaedam  praemedi- 
tatae  et  ooneider»tae  eogitatiooee  super  qowluor 
prima  capita  libri  primi  Moleie.  Genesis  nomina- 
ti"  (1697),  „Paradoiale  dieooursen  enz."  (1693), 
„ Aanmerk ÏDfien  over  den  mensch  en  deezdb  liek- 
ten  enz."  (lo94)  en  „Afbeelding  van  bet  natuur- 
lüke  Hebraeuwsobe  A.  B.  C."7lfl97). 

Hslautedt,  een  stad  in  Bmuwqk,  ligt  aan 
de  spoorlijnen  Eidflben— firaoBW^k^  Helowtedt 
— SdiGniogen  en  Heliostedt — Oebisfride  en  telt 
(1910)  I6Ï31  inwonen.  Men  vindt  er  3  keckeo, 
waaronder  de  mooie  Steohamuelcerk  nit  de  12de 
eeuw,  de  St.  Geoigekapet  'van  1822.  bet  in  Re- 
oaiisuiMvtüI  (^jgetrokien  gebtMiw  (Jaleom)  der 
voormalige  oniversiteiiit,  een  Watonoogedenktee- 
ken,  een  gjmaaaium,  een  landbouwschool,  spis- 
nerijen,  aaikerrattiitaderüen,  meubel-,  zeep-  en 
tabak afafcri^eD,  pottenfaikilieiüen  en  briketten- 
vervaardig  ing.  TMr  de  stad  beviindt  lich  b«t 
jontvrouwenstlft  Marienberg  met  een  kerk,  de 
dtMnedJKn  vsa  SI.  Lvdgeru»,  een  vooonalig  kloos- 
ter met  twee  kape^n.  4  km.  van  de  stad  li^ 
Bad  Helmatedt  met  een  ealiniscbe  zootbron,  die 
druk  bezocht  wordt.  Op  den  Cornelirfjerg  hevia- 
den  óet  de  aooeenaamde  lAbbensteine,  twee 
hooge  graoietblonieit,  die  vroeger  a>«  ofteiUok- 
ken  van  Wodan  gediend  moeten  bebbeiv  Volgens 
d«  sage  moet  de  stad  na  omstred»  79S  door  den 


hêid  werd  xji  eerst  iOO  jaar  later  gesticht  t 
kreeg  in  1099  etadsrediten.  Door  koop  kwam 
Belmatadt  aan  Biunew^k,  bebaive  hel  Ludgerns- 
klöoeter,  dat  in  '1808  gesecnlariseerd  werd.  De  in 
1576  <faoc  heirtng /iJiiu  gratkhte  nni^ereLteat  WW 
in  dfe  ITde  eeuw  een  dor  voor  naam^be  FnibwËaot- 
ecbe  huogeMbolen.  In  1609  wend  z|i  cpgcbemka 
Hslnutok  in  de  wtqtenknnde  m  een  fignnr 
den  TOitn  vaa  e 


een  wwug  g«ibogen  en 
aan  de  andere  zgite  van 
een  vierkaol  oo^  voor- 
aien.  IWeeetal  is  de 
Iwbnstok  900  geleekend, 
dkit  de  opening,  het  vier- 
kante oog.  duidel^ 
oMMblaiat  mndt  (lüe  de 
Kg.). 

Halmteekeiu  3^  » 
de       wapenknodle      ben- 
teekens  boven  of  den  beto.  Zü 
versieringen    geworden.    Ah    ' 


RP-.*.^ 

e-D 

«-O 

c-o 

dienst  een  of  meer  veeren,  ais  ganmn\,  hane-,  dh- 
■    het  twewie  geral  ia 


we-  en  rtr^isveeren^  < 


D,o,l,zedb,GoOgle 


«root  MUtal  «n  in  ««n  of  uiidei«D  iVTta  gemiüki, 
oetü  in  den  Torm  Ysa  «en  stuit  (pMiwereeren) 
of  Mitei  elkftkr,  «mak  iaaanen^  welke  ]ut«t« 
ook  w«l  in  den  Toim  mo  «en  stuii  eeiMigsdtiiit 
Bjn.  V«nl«i  komen  de  loenn  'Voor  U(  vttx^ten, 
Tfeag«h  en  be^  of  hahe  Toe«U.  De  vhicht,  e«ii 
(hc  ooMe  lictateekMM,  ie  legeuwoonKc  meer 
■MtDDDgetnmw  Atgebeeld  jImi  in  de  MidMeen- 
wen,  toen  ijj  nem  Tii)  iilaennHi  wu;  bet  )■ 
ti^  atevde  eeo  addMimiMit  ^lie  Adebuv),  óm 
dtran  op  den  iixlta  gepIuM  woidt.  Op  de  Wocè- 
iÖD  zqn  MRiia  «i>k  weei  andere  e(aUen  gi^adto, 
die  eoma  ^eel  onalhaahcigk  zgn  nm  bet 
aóiM,  «ax  <xik  daarun  zgn  ontleend.  'RiBsdien 
de  Ttóeht  komt  laek  het  w^endier  Toot,  terwgl 
de  iliMfat  ook  wel  mh  <ten  Togel  steekend  w. 
jU»  diÉMe  bdmteekeiw  doen  Terdci,  beluln 
de  nlwiit,  dienet  booroe,  batf«l-  en  berUiooma, 
trompen  (oUfftDt«troii:q>en)  taa^  terwgl  ook  dwi 
YMft  een  4Ëei  —  «iet  eUgd  b«t  wtpeodler  — 
tuBMbeo  beide  komt  tb  atmn  (zie  de  fig.)-  (VA 


keodb  dienn,  Bttend  ol 
'belt,  DKwtat  ingninini- 


ge   faciadine; 


— J  tt»  i- —      . 

unnD  eeD  Uown,  AGfnr^ 
da  «nnen  ook  wrf  tct- 
TMi^en  ign  door  rieMheii 
of  andbne  kngweifige 
fllukken.  l^nrj^  nniinea 
als  ModUug  een  iwaien 
baanl  hebtien,  beUien 
mmwen  o^jgvntakthaaT 
04  drigen  zq  faet  b«ti  in 
een  hanimet.  io  ïlediiten 
em.  Ver^T  imnen  nel 
TOOI  «is  hehnteAena  deeton  T*a  den  menioh, 
injr.  annei^  terw^  bet  hoofd  ireelal  noe  Toriieid 
ie  BMt  «en  boei,  «en  krocn  ens.  DaBEbeeliUge 
««BOM,  nlt  bMÜirten,-  i&iken,  eenboon»  eiK., 
doen  araneena  als  «MMlanig  dfenaL  Boomen  en 
pfautteo  of  loorwapen  mat  de  tndDatrie  ontleend 
famen  lüet  tuk  ils  helmteckeoe  voor,  en  nfm- 
mei  kannen  baaDttstKdokea  betmtertens  aga, 
Hoed«n,  en  dan  T^eienl  met  beUen,  kwMteI^ 
linten  of  veeren,  kooien  ■veelroling  ite  bdmtee- 
kens  Toor;  verder  e^boawen  en  wapoiw,  ook  irel, 
dodi  niet  diknr^lB  oq  one,  een  bord  mat  het  wa- 
fMn  of  alleen  bA  wa^ewËer.  De  belmtedcene  vol- 
gen Mji  de  beweging  yaa  deA  b«lm.  Tenslotte 
ooemeD  wii  nog  al*  belmteekens  Jinten.  Tuatjee 
en  Tkcgetiee,  aüeen  of  met .  andere  etokkeo. 
Een  bijzonder  belmteekeo,  k^r  een  vrg  aange- 
nomen  ondeiifeed  vsm  eft  helmteden,  is  de  hebn- 
btxHi  (si e  ■Mui). 

HalobUn  {FhinaUi)  TOiroen  een  orde  der 
monokotjledooen  in  het  nabmrlqke  plaMenstel- 
eel.  Het  z3n  water-  of  moeiuplanten  met  zeei 
Mknd  oennade,  meestal  AietaHge  bloe- 
Taak   bezitten   ig   kelk   en    kroon,    aoma 


taaDoge<oi»ceefin,  N»jitdMeeBD.  ApooooetonA' 
eeefin,  JmeeganaeeeSiK  ASamseeetn,  BiiQaina- 
eaeOn,  TVioridaoeefai  en  E}dBOoIiMntaeee<D. 


20t 

Baloaaa,  een  ba^aalB  in  de  Bgyptiache 
provincie  Q'aA,  ligt  !&  tan.  ten  Z.  van  Eairo, 
waarmede  bet  door  een  a>oorweg  verf)oi>den  ia, 
en  5  bn.  ^»  O.  nat  dtan  N^X  op  een  plUeao  van 
de  Arabiecfae  woeetiio.  De  bronnen  (iwaivelcoat- 
bniDMn  van  30*  C.  met  dhlooraatidum  en  -maf- 
nesinm)  wenjen  waarsdijji^»k  reeds  door  de  (rade 
Bgyntetxaen,  sekei  etelU^  dcnr  de  Ankbiera  ^ 
hnBCt.  Uen  vindt  er  een  baAarfe  met  ütMlatiie 
taa^  iMnÜron,  wweetüpaHidbadea,  een  groot  ba- 
tel,  toinen  en  paaken. 

BelolM.  Zie  Abeilard. 

BelOBOlMUnm  Koek  füoerattehtrm)  ib  de 
naam  vu  een  plantengeeWht  uit  de  famaJie  der 
SehermbloÊtnigen  (Umbelliferun).  Het  onder- 
«cbeidt  lieh  ^r  een  5-taadigen,  «wne  onduide- 
Igken  kelkioeca,  door  5  lecbte  of  eenigMiae  om- 
geslagen bloembtadeien  en  erroimige  cl  langwer- 
pige, aan  de  zijden  aMoengedroUe  vruchten.  In 
ona  land  komen  van  dew  moeraapl anten  een 
drietal  soorten  loor,  waanraai  ót  meeat  bekende 
^iin  H.  iaundafuM  en  H.  nodidotum. 

Heloten  *a>  de  aaam  der  lyFeigenen  in 
S|iarta.  Den  meent,  d&t  deie  naam  atkonutig  is 
van  de  stad  Heloa  in  Laconit,  nier  inwonen  bji 
een  oototx  door  óe  Spartanen  werden  ondeiwor- 

En,  Doewa)  aiwlweD  boweren,  dat  bS  de  betee- 
Dia  l    *■  .     ^    ^.  ..      

siaven      _   _ 

bniike  waden  afgestaan,  modat  dea 
modtten  in  vcghoid  irteUen  en  arenmio  veikoo- 
pen.  Zg  hadden  abonderlUke  wonangen  en  waren 
tot  bet  rerridtten  van  bepaalde  aienaten  ver- 
plieht.  Deie  beatooden  tn  bet  aflbTen^en  van  een 
■ekere  faoevedbeod  gents  <iK«  es  wqn  aan  bun 
«weeten,  in  bet  voKmiieen  fan  door  deiea  bun 
efigelegde  weAMamheden  eo  eindeHik  in  bet  die- 
nen ale  krögaknedrteD  aoowd  te  land  all  ter  we. 
Hnn  toestand  wae  OTst  bet  alg«aDeen  ver  van  be- 
ogdenewaaHl.  Wd  «tonden  jq  hooger  dan  èe  ge- 
wone «lafren  en  konden  itoor  vlft  i^ere  wetvaart 
bereiken,  tenrnl  faet  «itaitfit  oip  de  vrgheiii  wan- 
oeei  ü  veh  die  wtandig  betoood  hadden,  hm 
ejet  gdieel  benomen  waa^  do^  bet  bsigerreebt 
koadw  iji  eleehU  Klden  i«ikrQgea.  Vd^n*  hei 
'van  Lfkaurgo»  (Lfevgut),  dat  bet  recht 
ataaMbnrger  niet  looaeet  gegrond  moest 
iramn  op  ign  gritoorte  ah  wd  op  sgn  opvoeding 
ale  ^MTtaan,  werden  de  kinderen  Tan  Spaitanen 
en  vtoowelüke  Heloten  te  tarnen  onderweaen  en 
mkregen  dewn  nist  aAeen  «oAe  isnbeidk  maar 
ook  dbOT  een  eooit  T»n  adl^itie  hel  bvrgercem. 
AJtgd  eobter  bleef  een  vgandige  verboudine  be- 
Etaan  tuaeohen  de  Heloten  en  bon  verdiimtera, 
torwi^  draen  tegen  de  Infeigenen  eteede  op  bon 
boede  waren.  Immera  vofgena  de  berekening  vso 
O.  Muiter  waren  er  250000  Heloten  en  onder 
deaen  56  000  weerbare  mannen.  DaaniU  alHeen 
kiQnnen  sommige  onmeiwdxll^e  maatregelen 
•worden  Tecklaard,  zooalt  bet  ocabreneen  van 
2000  Heloten  t^)  de  afsdiuwiel^ke  instelling  der 
krypteia  of  Heloleojacht.  Terwgl  namelök  eeiet 
aUe  Heloten  vogeivrg  verklaaid  waren,  gaivca  la- 
ter de  ephoren  telkens  bü  bet  aanvaarden  van 
hun  ambt  aaji  de  Spartanen  verlof  Heloten,  onder 
zekere  voofwaordea,  te  dboden,  wat  echter  voor- 
al ^ediiedde  om  dexe  ondieiKesiAiikiea  vrees  aan 
te  jagen  en  ben  tot  gebooruamheid  te  dwingen. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


202  HELOTEN— HELPS. 

Zu]1(«  maatregekD  Tloeiden  voort  uit  het  bceef. ,  >rthonie  In  bnit  en  s«t«ii  op  ië«  wgie  uideiding 
Jat  het  groot*  aenAti,  de  onderatmingsowst  en  lol  den  Derden  M«s8eDJeéhen  Oorloff  (455  T. 
de  trols  <ler  H«h>(eD  de  veiJiehekl  viji  den  staat    Chr.). 

bij  voortduring  bedreigen,  lïretig  toch  coaatiten  HeliW,  Sir  Arlhur,  een  Engelsoh  Khrijrer. 
eg  van  eJJte  gelegenbeii}  ^ruib  om  hei  gehate.deti  lOden  JuK  1813  t«  Strestbani  geboren,  ont- 


Hsliibién:  1.  Slod*a  eaitad*iuii  (Waterpest);  a.  frouwalgke  bloem,  verRroet.  3  Ogdtvcharit 
morsËit  rana;  a.  nuDnelüke,  b.  vrouwelyke  Uoem,  naluarl.  grootte.  3.  Sojfiltaria  aagilbiêfolia 
(pgikruid);  ».  bloem,  naluiirl.  grootte.  ï,  Bu'omuê  itmbtllatM;  a.  bloem,  naiuurl.  groolle,  I>. 
vrnoht,  e.  eiuk  vaii  een  bUd.  K.  Vatti$iuria  ipiraltt;  link*  mannelqk,  recht*  vronwelqk  exemplaar, 
0.  Tranwelüke,  b.  miDaelüke  bloem. 


jok  a'  t^  BchwUieii.  Toen  in  464  v.  dhr.  de  elad 
Sparta  door  een  aardboving  oageooeg  geheel  ver. 
woest  en  de  jeugd  onder  de  Instorteade  gjionasia 
gedood  was,  mwtten  de  Helotoi  lich  aanstoods 
fneester  van  de  beetaehappij.  Koning  Arehidamai 
echtei  trdi  iien  met  een  va  &llerjj1  biic  enger  aapt 
leger  legonoet,  braoht  bun  een  Dedeilaag  toe  en 
verloste  Spafta  van  het  dreigend  gevaar.  Later 
verbonden  zich  de  Heloten  ntet  de  onderdrukte 
Messeniers,    dmikd    meit  dezen  de    beigveeting 


ving  zjjn  opleiding  aan  faet  TriaUj  College  te 
Caüibridge,  wa£  eerst  Becret«ns  ran  Spring  Rirr, 
mdnjeter   vao   Füiandliv  daarna   van   lorrl   Mor- 

Chelh,  eersten  eeeretaiis  van  lerlaod,  en  eimte- 
jk  v«ft  den  Privy  Council  In  1872  wenl  tiij  ba- 
ronet en  overJeed  den  6den  'Haart  1875.  Hü 
schreef:  „Eseaye,  written  Ln  the  ivtervalU  (rf 
businee»"  (10de  dnA  1869),  „CompoJiiong  of  my 
Mtlitude"  (10de  drok  18S5),  ,.Tbe  oonqaerors  of 
the  new   worW  and   tlbwr  tiondamen     (2  dln.. 


DigilizedbyGoOglC 


HELFS~HED[£D>rOLAND. 


203 


Ï8S/2),  „PrieiHk  in  eonneil"  ^  dhu,  1854,  t«i- 
voka  in  1%7  «o  1669),  „TW  ^uiiah  eonqnwt 
iit  AnMrin"  (4  (Un.,  2de  drok  1900— 1904),  „Or- 
gaiÜMlion  in  daiJj  lüe"  (1862),  „Ttie  lile  ol  Lm 
Cmm"  (1868),  „'Rk  Ëk  of  Cotamlm«"  (166$), 
„Tbe  UU  of  FuBrro"  (1869),  „Tbe  lüe  ot  Hei- 
HHiuk  Coi<<e  «nd  the  contKHst  of  Mexico"  (2  dln.. 
1871)  «n  ,4jile  UMl  Ufaoora  ot  Ur.  Brawey"  (7de 
dnik  18B8).  Ook  T«niKUen  wg  ijju  tFeurapel 
„Ooüta  tbe  serT'  (1S7S)  en  19a  faietoriMdieii  ro- 
ttmn  Jma  ABbxN^oTltMRDBHiflneourtf' (187S). 

B*lSOtae  maohlne  noands  ckd  vroeger 
«en  w«ifctiug,  bevtond  om  gioote  verwoeatingen 
un  te  nrtrten,  Motda  dkt,  wwh^u  QtiMifreUt 
(üe  aldnr)  lidi  becfoaifc  b^  de  briegniog  Tan 
Aotwerpeni  doet  Mdeit  d«n  vuéhig  <»  nét  Ie- 
Ten  Tmn  den  «onnd  Bonaparte  {24  December 
1800)  geelt  men  dien  nuun  tu  toettellen,  wut- 
mede  mnmrfnnwrn  het  lenen  tak  auiuen^ke  pei- 
•oDen  bwke^n.  N*  (Üen  tjjd  hebben  om  «Me- 
neo,  «otub  tUteki  (lie  nMaar)  io  1685,  arfi  nn 
de^^ke  uitplMfende  mowdwabtnigen  of  b«i- 
•die  rnxWaw  bediend,  De  briecbe  mtduaei  ^b 
in  htMen  tgd  dooT  de  Teel  eenvondiger  dTMmi^- 
bommea  Terrugen. 

Bslsolw  >ta«n  (iapit  infenalii  aromlum 
itUriatm  tiuum)  wordt  ber^  uit  KekristaUiMerd 
«klpelerzaur  sther  (jlgNOi)  dooi  dit  te  smelten, 
S0M*t  bal  in  den  Totm  ran  p^pen  ol  atangen 
kan  ffegoten  worden,  die  men  tegen  den  ïiLTloed 
van  net  lidit  bereiligl  HeJ«dte  «teen  i<  wit  of 
giQB  Tan  UeoT  en  werkt  Terwoeelend  op  alle  or- 

C'iadM  beatutddeejvn,  wnnneei  de  hoe^oitdigen 
.  als  bgtniddel  eebniikeiv  Tooral  om  de  op- 
pepvlakte  lan  geTaariqke  TenweriDgen  te  vege- 
teren. To  wartwopgdMAiiben^mettbffnookweJ 
inwendig,  Toorai  tegen  nllemde  lielrte,  doch  hg 
beeft  de  oDaangename  eigenediap,  dal  hij 
langdurig  gtlbnik  de  Iraid,  tootaI  wsar  ' 
Mn  het  Kmt  ie  WootgeetoW,  donJcei  Heurt.  ver- 
der gebniikl  men  hekoben  steeu  lot  bel  Terren 
dcT  haren  mi  tot  bet  meriien  van  limien.  Hedsebe 
■teen  geett  aan  de  Jratd  een  donkerroode  Mour, 
welke  men  Terwgderen  kas  door  nii<tdel  eenoi 
gecoDoentMcrde  oploaaing  lan  joodkalimn.  In- 
aooderhud  beiigi  men  huacben  sleen  bü  de  pbo- 
tagntie  tot  bet  bereidMi  tm  iiW«rtMd«i. 

HslBdlnven,  W.  P.  O.,  in  1850  Ie  Rotter- 
dam geboren,  werd  eeret  sehoenmBker  en  daar- 
na ta^jtwerei;  ak  loodanig  waa  hq  Teraebelden 
Jaren  weikiaam  bij  de  heeren  WiiUnum  tn  Co. 
te  Rotterdam,  Id  ÏS80  nam  hij  tija  ontalag,  ten 
einde  zidi  g«Aee1  aan  de  propaganda  van  tiet 
MCiaJieme  te  kannen  «J||deD,  In  IB8]  rirfibte  hü 
met  anderen  de  aldeehng  Robterdam  ran  den 
Sociud-denwcratiacben  Bond  op,  in  1894  atichtte 
bq  met  andcten  de  Soci«»W(*ooCTBti«die  A*ei- 
derBpartjj.  Hg  trad  aditereenroteenB  op  als  ad- 
rotnirtmtenr  Tan  ,J>e{n)  BMnbreker",  „De(n)  80- 
eiaatdemoeraat"  en  ,^901  Tolk"  tot  1901,  toen 
zgn  weikkring  ala  [vopagandiet  voor  OetderiaTMl 
en  Twetile  een  aanvai^  nam.  fljj  was  lid  vaa  de 
Twieede  Kamer  van  1^7  tot  1905  en  werd  op- 
nieuw  giekosen  in  1907.  Hü  is  t«rene  lid  tu  den 


Bstoinvborr  ie  een  onde,  maar  goedge- 
bouwde ha.Ten«tad  in  de  Zwieedsehe  provincie 
Schonen,  bij  hat  nauwste  gedeette  tan  de  Sonl, 


tegenoTec  Heimn^r,  aan  den  voet  ener  bergke- 
teiv  waarop  ig  sidi  vroeger  verhief,  terwijl  men 
«t  nog  da  bonwrallen  vi-ndt  lan  eeo  stfA  kaa- 
teeJ.  Zq  tdt  (191))  33  325  inwoners,  di«  hun  be- 
•taaa  vinden  in  sabeepvsArt,  visobvangst,  land- 
bmiw  eni.  Zg  ia  door  een  loeaalspoor  met  het 
Zweedsebe  ^>oorwegnet  verbonden.  Het  sobeeps- 
•verkeer  met  Denemarken  is  leer  druk.  In  1911 
liepen  er  1541  schepen  t)innen,  waaronder  1485 
Bt«onMhe()en.  De  stad  ia  merkwaardig  in  de  ge- 
sobiedenis  door  ondersi^ieiden  lijkedagen,  8jno~ 
den,  vredMterdTigen  en  baleMringen  in  de  14de 
eeuw,  vooraJ  ook  voor  den  éïag  na  den  Mdeo 
Maart  1710,  waarin  de  Denen,  onder  Rantiav, 
door  een  bóop  boeten,  «tder  beTol  tm  Magnu» 
Slmboek,  v«nlag«n  werdov  en  «indolj^  -door  de 
«erniMwictf  ótt  Conventie  vnn  Stoenolm.  wel- 
iK  «r  den  81«ten  Angnatot  1«06  plutr  had.  Na- 
bg  de  stad  vindt  men  een  badpluta,  iteenkden- 
groeren  m  het  -we^telqfcMe  roorgebergle  van 
Zw«dMk  met  een  hoogen  wnrlwen. 
BelalnVtors,  £  boofcUtad  tan  bet  groot- 

L  de 

ngfom-^Tanaatehna  en  lell  (1912)  141  091  in- 
woneia  Zij  bezit  twee  goed  versl«rkt«,  veilige 
haTena,  bréede  en  reebte  «traten,  waaronder  die 
Eeptanade  met  een  ataodberid  v«n  Runtberg  en 
de  Unieatraait  nitamnten,  een  etaJidbeeM  van 
Alenmder  U,  de  mooie  Nwolaaekefk,  het  k«- 
serJgk  paleaa,  het  pradttiee  nnrversileitageboaw, 
het  athenaenm  met  «duMer^nTenameling,  den 


het  ttaatsardiieif,  1 
ustsgebouw.  De  eikd  heeft  eeni^  industrie:  eeo 
saikerraffinwlerQ,  bieArouwergea,  taogl-,  ta> 
baks-  en  epiritiKlabrieken.  Van  de  onderwjjsin- 
richtingen  eni.  i^  te  noemen  de  in  I8S7  van 
Abo  naar  beer  TerpiaKtaCe  AtexBatder-unavereiMt 
(1903:  35S2  Btadenteo,  waaronder  831  vronwe- 
lyke)  met  een  soSlorach  en  botaniseh  mgaetim, 
een  bibliotheek  van  2SO0OO  deeien,  een  sterren- 
wacht  eni.,  verder  een  ettinagraliedi  mttseum, 
een  poljtedinienm,  10  IjeeA,  een  leevaartaehool, 
twoe  tiaoddsedtoleDs  «en  bKodeninetiUint  en  een 
kiaükïinnigen^^icbt.  De  uitvoer  beetaat  vooral 
nit  hout,  iMpter  en  karton,  de  invoer  uit  graan, 
gwr,  mainioeB,  manufaetnren,  euftet  en  steenko- 
len. De  harren  wordt  ma  de  seetjjde  door  de  op 
7  scheeren  geboowde  «eating  Sweaborg  be-" 
sehemxL  De  in  1560  door  Oyutaal  Wata  7  km. 
noordooelnraart«  geatidite  atord  w«rd  'm  1640 
Q&ar  baar  tegenwoordige  phMte  verlegd  en  in 
1718  doorde  KuiMn  Terwoeit.  Sedert  1749  ver- 
sterkt en  in  1S08  door  de  Rnaen  opnlenw  be- 
zet, is  ijj  van  af  1612  de  hoofdstad  van  het 
grootvorsten  dom  Fiidand,  «inds  1819  zetel  van 
den  Finseben  Senaat. 

Hslfllnvluid,  een  nminete  in  hel  noorden 
van  Zweden,  telt  op  14  7ÖS  km.  130000  inwo- 
nen. De  vDomaeawte  ixfiei  ie  de  Iijusnei  en  er 
ója  ondereidMiden  meren.  De  boden  is  lehraal 
en  bergacfatig  en  men  vindt  er  veel  bosrh.  Hoofd- 
bronoen van  beataan  xgn  landbouw,  piardeofok- 
kerg  en  Ünnenfabrieage.  Zg  wordt  vin  den  Noor- 
deièpoorweg  doorsDeifen  en  men  'viodt  er  de  st»- 
den  SOderhamn  en  HndikavaU. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HDLSINGOR— Hl^\'iEnEXS. 


BsIbÜikS'i  ^"f*'  ^  N«I«rlaa(hclu  mï.troieo 
EUenevr  ^beetoi,  ie  een  «tad  in  het  «abt  Fre- 
deritebore  op  b«t  Deenadw  «ikod  Sedaod.  Zy 
ligt  «aa  oen  cooorweg  naar  'EofMinhigeii  en  san 
bet  nuW«  ffed«elt«  Tan  de  S«nl,  tegenover  Hel- 
ongtnig.  Zig  t^  (Idlil)  IS  78S  inrwonart  «n  u 
seer  kmodig  wegene  (]«n  idiuUien  traneitohsn- 
del  en  tiet  aanteggen  lan  vete  Bdtenens  w«lb«  er, 
bij  «en  dii^aDK  van  6  m.  een  Teilige  en  ruime 
haven  en  «en  droogdoA  vimden.  T^t  s»n  1857 
werd  aMaw  <de  Sofrttol  geheven,  loodat  aJle  Bche- 
peiL,  meliro  door  de  Sont  ivoieTen,  haar  moesten 
aandoen.  Se^rt  de  ofbefluig  vsji  deo  ttii,  haeft 
de  i[duU  v«el  tan  haar  belletKnis  verloren.  Om 
hur  te  beEchermen,  weid  reedB  voor  eenweo  op 
een  laatttong  de  vesting  Krtmbor^  geetitdit,  een 
kaateet,  voorzi«a  van  een  tuigbus  en  <xnriiigd 
door  gradtten  en  waUen.  Niet  ver  randaar  ligt 
hflt  Koninklijk  buiteniTeiA>lijf  üatwoiyBl,  tbaoa 
tot  «en  tttdiHiiA  iingeridit.  ^I^  WoJiiie  vttn  Hd- 
aingiJr  ie  voonl  toegenomen  in  1ST6  door  de 
iKxoet  van  NedeilBockt^  kolonisteoi  Erooborg 
wwd  in  1658.  door  de  Kw«dien  onder  Wrcmgei 
v«ro>v«nI,  doch  in  1660  san  Denemaikea  terog- 


Beblti  Barlholomiut  ran  den,  een  Nedei- 
landadi  aehilder,  lofndien  1611  «p  1618  t«  Hur- 
lem  geboren,  begiairen  te  Amsterdam  den  13den 
Peoeniher  1670,  wae  een  lowluig  van  Nieolaat 
Eliai  te  Amsterdam  en  beeft  voornamelijk  por- 
tretten geechiUerd.  In  het  Walen  wee  Bbuie  te 
Ameteidam  bevindt  zich  een  rt^nlemtok  van 
11687;  een  man^Kirtret  van  <1638  beiit  het  Uu- 
won)  BojmADs  te  Rott«pdain.  Het  iliyk«nin9««m 
te  Amateniam  bevat  ttet  beroemde  aohuttersstok 
•nti  IflSS,  de  niet  mjader  venoaarde  S«buttefa- 
maah^d  van  164Sen  een  legeDtenstnk  van  1d57. 
Ben  portret  twa  Van  der  BeUt,  d&t  Paiiliu  Potter 
voMsMt,  buit  bet  Uanntflbni*  te  'e-Oraveoha- 

HeUt,  Lodewük  van  der,  een  iNederlaadech 
•ehiUei,  Mon  Tin  den  vooigaande,  ometpeeks 
>164£  te  AmsterdMa  gcIraieD  en  «Maar  omstreeJie 
1660  overledeD,  werkte  in  den  geest  van  ijjn  va- 
der, docfa  bad'minder  talent,  leoaU  twee  portret- 


]aadMh  taWkuDdie^  de»  SOeten  AugnstuB  1849 
t«  Bedel  geboren,  etudewde  te  Leiden  en  promo- 
Teerde  aioaar  in  de  letteren  op  een  dissertatie 
„Proeven  van  wooi*wikriog".  Vervolgej» 
werd  hg  leeiaAT  in  de  Nedertendedte  taal  en  let- 
terkunde aan  het  Eraaniaooech  gymnasi-um  te 
Rotterdam  ea.  'm  K^  boogieer»aT  te  Oroinn^n. 
welke  hetr^king  iig  aaavaacdde  met  een  rëde- 


Bq  lemde:  ,J)rie  klwhtapelett  dei  17de 
uitgegeven  en  verklaard"  (1870),  „Over  den  wor- 
teWu  in  bet  Gennaaneeh"  {1873),  „Vijftig  aan- 
teekmungen  op  het  woordenboek  van  Grimm" 
(1874),  „Oediditen  van  Aoma  Byns,  u;t«««eveD 
en  TeridaRid"  (167S),  ,J>e  klinken  en  medekïiji- 
kere  mi  de  N«derUndsabe  taal"  (1875),  „H«t 
werkwoord  in  zqn  vervoeging  eo  aFleidiiig" 
{ISm),  ,J4i«awe  geddebteo  van  Anoa  Byns" 
(met  dr.  Jmekbha,  1880),  „Kl«üne  Nedeiiand- 
Bche  apraakkanat"  (2de  dn*  1880),  „Qnmmati- 


(1881), 

„2Udd(inederUndBidie  ««mboitw"  (0883),  „Van 
den  Voe  Revnande"  (Bjbliotbeek  va»  Middebe- 
derlandwbe  letterlnukde,  Afl.  tli,  42,  1887),  „Mi<t 
deteederlandscfae  qiiaalAunst"  (1888),  „Altfiie- 
eiecfae  grammatik"  (1890),  „Over  de  factoren  van 
de  begripewüïiginBen  der  woorden"  (1894),  „Zor 
Leijcwogie  dce  Altweetfriesieeben"  (Verfaaiide- 
liocen  dei  Eon.  AikMlemie^  ACd.  LetteAunde.  N. 
S.  Dl.  1,  w.  a.,  1896)s  J]ie«]tlo«tide(teTfrinkkd»ii 
FsakDeoiragmeut»,  <Ue  LdpmiMdien  Oloeaen  und 
die  aJtBÖdmitteUiInftiechen  PaaJmcnfngmeiite" 
(1902,  2  dln.).  In  19LI  nam  hq  om  geoondheid»- 
redeoen  lijp  ontdag  ea  vestigde  xico  te  's-Ora- 
venfange.  H^  ovecMedi  aldhar  den  17<Im  Haart 
1017. 

Helt  Btooods.  Zie  Siocade. 

Hela,  Bioedei  Jon  van.  Zie  Beelu. 

Helwetla  ia  de  in  de  iI9de  eenw  io  ^ntifc 
gekomen  personificatie  rvsa  Zwitserland  in  de 
gedaante  vaa  een  met  speer  en  ediild  gewapen- 
de vrouw,  zooala  die  twi  mnnten,  postzegels  env. 
ivoorkofnl.  Zie  verder  ZwilêerUatd. 

HelwetUra,  een  Eeltieoh  volk,  dat  in  de  ge- 
schiedenis bet  eerot  voorkomt  hjj  den  toAt  der 
iEiinbeiD  en  Teutonen,  waailjü  de  Tigarinen,  een 
Tan  de  4  stammen  der  Eelmtiers,  ïi<ii  aajialo- 
'ten.  Zij  bradtten  in  107  bö  Agen  bi  Z.-Fraok- 
li^  dól  RMnuuedLen  consul  Lueüu  CoMsüit  een 
gevoelige  nederlaag  toe.  L.  Cainuê  sneuvelde, 
en  het  orverechot  van  ziju  leger  moest  onder  ï«r- 
oedeiende  vooraaoiden  den  rrgen  aftocht  koo- 
pen.  Nadat  ite  Kiinbreo  en  Tcuton'ea  venüetigil 
waren,  keelden  de  Tignrinen  naar  hnn  haard- 
steden terug.  Het  land  der  HrivctiSn  (Ager  Hel- 
vefioruffil  sticttie  ün  de  dagen  van  Caetar  Ma 
uit  VBO  W  M«er  van  Omftvie  (Laeui  Lemitmu} 
tot  aao'  bet  Bodenmeer  (Laeus  Briganlinut),  ter- 
wijl het  bg  den  St  Qotthard  aan  RhottiB  grena- 
de.  In  het  vniden  «as  het  door  de  Beroer  Alpen 
geedbeid«D  vaa  eenige  kleine  Eeltisdie  stammen, 
die  hert  IQifinedal  (WoUif)  bewoondeo,  en  west- 
waarts vormde  het  Juragehergte  de  grena  naar 
de  zijde  der  Seqimjiers  Qa  QalliS).  Noordwaarts 
hadden  de  HeWetiErs  te  voren  bet  luidwestelijk 
gedeette  vim  Oennairii  va  beüt  gdoi^  docb  t^ 
waren  veidieiven  door  de-Gertna&nsche  Sneven. 
OrgetoHz,  een  hunmer  aukvoerdei-s,  ^)oorde  hen 
aan  de  12  steden  en  400  dorpen  van  han  land  te 
■verlaten  en  in  QaUiE  nieuwe  woon^aataen  te 
veroveieo.  Zijn  pogingen,  om  onder  de  HeihretiSrs 
een  fcomngBtnocu  te  stkéuOeit  waren  ooizaBk  van 
i^n  doodt  en  xijn  stamgenooteD  werden  veihin- 
déid  in  de  uitvoering  van  bon  vooineraeo  door 
de  overwinning  van  JuUug  Caesar  bij  Bihraete. 
Van  de  8S8  000  personen  (waarbij  92  GOD  ativd- 
bare  gnaooen),  die  naar  OaHiê  getrokken  waren, 
behooiden  263  000  tot  d«  Hetvetiers,  doch  vas 
ben  keerdte  tJecbta  IJO  000  io  hun  vaderland  te- 
nig.  Na  bon  ODderweiping  behoorden  ty  '"^ 
Romeinech  GalliB,  aanvankelijk  tot  Celtico,  in 
de  dagen  van  Aumilui  tot  Belgica  en  eindel^h 
tot  de  Pr«viDda  Muima  Sequamorum,  Toen  ijj 
in  70  HA  Oir.  het  oppeigezag  van  VittUiiu  niet 
wilden  erkennen,  werden  zü  door  diens  ouderbe- 
veUidiber  Caedna  hq  het  bedendoagsche  Baden 
(lin  Aaigan)  in  een  hloedigen  slag  ovepwonnen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HËLVen&BS— HE^ANS. 


eo  mkregen  «eist  lu  «en  gestieoee  tnchtigine 
To^fenis  tui  den  «rwwimiaai.  Na  dien  tqa 
tWngcD  BcHoeiiHdw  ladeo  «n  ^woonteo  door, 
en  ook  na  hor  worden  op  rele  plaatsen  in  bun 
land  fiameiiMaw  oncHwdeA  opg«(blven.  Met  faet 
einde  dei  3de  «emr  beRmneD  de  imnUlen  dei 
Ahmwtneii  in  dai  eedeelte  tmi  b«t  iRctneinwhe 
rgk.  W^  wcfil»  iq  «amwile^ik  ternggeriagen, 
dödi  sg  kiegen  omatKek»  400  liet  grootste  ge- 
deelte TU  bet  land  ia  bout,  tecinjl  de  zuuhrafl- 


in  44S  aiaot  deo  BónieinMben  ^ 


:  AiUus 


B«lT«tlMhe  oonlenl*.  Zie  Ctmfeatie  en 
Hffnomwg. 

Belvatlns,  /ohm  Frideriau,  een  Nedto- 
bnterfi  geneeabind^,  in  1630  te  C&then  ia 
AttM,  gémtm,  «twuóde  te  Haiderwgk  en  vei- 
wiof  mami  den  doetoTsieng  met  een  disBertatie 
,J>e  ptÊttT,  «MTiM  hg  iqn  num  Sehweitxer  in 
«Hen  TM  HeJwttw  Tenndeide,  zich  eerst  t«  Am- 
Btenhm,  ^MmlgMia  t«  'e-Oiarvei^age  T<«tigde 
en  «len  29aten  Alc<»tos  ^"^  oveiJeed.  Hü  voel- 
de den  titel  TUI  's  Luxta  doctor  en  Bohreed:  „Dï- 
libitarinni  medieoffl  de  Mmüam  noriwnicn  wci- 
deotiomMte  iitet  «&l«nMnm  drfiititioniifciis  ac 
vimmiiimAia^  ttBIQ),  „Xjbïih  berbonmn",  „B»- 
rylne  medïear',  ,4Je  morte  moi^nun"  <160I), 
„AftnhitbeaATiin  {AiTuogpccniae  otedieuin" 
(1664),  ,JtieiOBoai)«eoai  pfaydognnmae  medicnm" 
(üde  drok  1676),  „Korte  (mUeeAmtie"  (bmtete 
drak  il738),  „HeitiuinB  ot  fcnödboeA",  „Aidune 
oud  gttt  met  Oarteeiwnsobe,  Coecejaaiucbe    en 


SdnoéMucbe  doodriweoderea  d«vuM"  (flOe?), 
„Triunifdteeiende  Bereid",  „ScIvxiwlooDed", 
„Daiida  dingenteen"  tl«82],  ,.De  Al«ii7nua 
«maeola  eom()butt  iretwum  ffliifoBophomni" 
0650),  „Titidua  «nreos  etc."  (ade  dnHc  1677) 
eni. 

HelvefMM,  Adriaan,  een  iood  Tan  d«i  toot- 
gaande,  «tvdeerde  te  Leiden  in  de  geneeakimde, 
werd  door  zijn TadernaAiParjjs gezonden,  «ndoor 
dezMi  gemaakte  geneeAiaohtige  poeders  te  lei' 
koopen,  kwMD  toere^ig-  in  het  bMit  van  wort^ 
nü  BtMÜi,  ipecacuaofaniTOrtek,  en  oxMUte 
door  (troarea,  dat  deie  een  uilBlekend  midde! 
opleverden  tegen  den  rooden  loop.  Weldra  werd 
h^  'beroemd  en  gemoot  het  oertrouvren  Ten  Ooi- 
bal, nooral  toen  de  loon  van  Lodaa^k  XIV  door 
die  liek'te  aangetsot  -werd  en  Daquin,  de  eerste 
geneerfieer,  otn  Hehetim  zond.  Laehaite,  óe 
oiecfatvader  dee  koning,  cprok  deien  over  de  won- 
deilüke  kiaebt  van  dst  geoeeamiddel,  ïoodat 
Helvetiat  bij  een  grati-tieatie  van  1500  louis  d'or 
bevel  ontving  om  zgn  g^ieim  i^nbaar  te  ma- 
ken. Daareaboven  w«d  flfl  met  eerbewyien  over- 
laden en  benoemd  tot  ecJMMknaaipi,  konirri[l|r)i 
■  van  alle  hoepita- 
1  geneesheer  i 
erleed  den  20g 
Fehcmi  17G7  en  schreef : ',4i«oièdee  e^mtie  lee 
emra  de  veDtre"  (1660),  .Jjettree  am  1&  natini« 
et  tor  hl  gnérieon  do  eanere"  (Ode  druk  1706), 
„IHttiode  ipoor  griérir  tootee  «»ies  d«  liïvres 
esni  rien  prendre  fuc  la  bondie"  (1694  en  later), 
„TniU  dee  pertee  de  sang  etc."  (2de  druk  1706), 
„Tnité  den  mafadies  lee  plna  frÉc^uentei  et  de» 
nmèdee  ■péd/iqnes  pooi  lee  gnérir"  (4de  dnik 


1739),  „Ontleedknnde  T»n  'i 

(1738),  „Van  de  kimdeipcddken"  (17124)  enz. 

Helvetiui,  Claude  Adrien,  eea  zoon  van  den 
TrOoigaeAde,  ïjd.  Jaonari  171>5  te  Fftrye  gdjoren, 
legde  lieh  leede  vroeg  loe  «p  de  wiisbeReerte. 
TOTene  zoobt  hq  een  betrAUitt  bg  ae  admiu- 
stratie  en  werd  door  den  iavloed  vaa  Maria  Lee- 
ttfufa],  1^  wie  zö"  "reder  töfafte  waa,  reeds  op 

jangen  leeftQd  benoemd  -tnt  ipaohl«r-geD«raal. 

^Ödde  zicfa 
.  ,         „  stond  hkr- 

bg  <»dei  d«n  invloed  der  Engeisehe  w<vsgeeien 
in  het  t^aondw  van  Loeke,  Hobbe»  en  Humt.  In 
17^  deed  hö  ,J>e  l'e^nit"  in  tiet  licbt  veiBohiJ- 
nen,  waarin  hy  e^  werkzauotheden  van  'amen- 
ecJten  geeet  oit  het  gefvoedevemKigen  (êentibiliti) 
tiaebtte  ai  te  Ixödea  eo.  poogde  aan  te  toonen, 
dat  de  heA>OMn  v&a  aUe  ditden  der  rneneeben 
niote  anden  ia  dan  i^bdaog  (intirH)  en  dat 
de  deugd  daairin  beaUat,  dst  onen  de  bevredigi'ng 
van  eieen  beboetten  oodeigesclukt  maait  aaa 
het  w«fa^  Tan  «ndMen.  Dit  weiï  werd  in  1759 
op  boTÖ  Tan  Jiet  I^ement  ia  het  ojtenbaai  vef- 
brand  en  de  aebr^nT  genooiitaakt  sbn  etdtingen 
te  herroepen.  Hmdoor  T>eil>itteFdi,  deed  hg  een 
reis  naar  Bngehmd  en  begwf  raeh  in  bet  volgen- 
de jaar  naar  Dattacbland,  waai-  Vredenk  II  te 
Potêdam  hem  met  onderacbeddiag  on^i/ag,  wtor 
der  evenwej  lön  wietens^Mg)pel)JK«  denkbeelden 
te  oniidaea  of  afiee  in  ogn  weAen  te  pgzen. 
Eg  overleed  den  a6ele«i  Deeeanber  1771.  Na  zgn 
dood  teiorgde  vorst  Qallvan  de  uitgwre  van 
zijn  weik;  „De  llionuae,  de  «ee  facultés  iateilee- 
tiMlIee  «t  de  Bon  édacation"  (2  dln.,  1772).  Zgn 
geromenlgfce  w<eiten  ^a  in  1795  te  Parijs  in 
bet  licht  Teredtenen.  Zgn  omgang  roet  Diderot, 
d'Alembert,  Holbach  en  de  overige  encjd<^>aedis- 
teo  had  gróoteu  linrloed  op^  zijn  zienswijze.  Zgn 

—^'- *-  begaï  adh  na  igm  overiSjdan  naw  An- 

hULT  woning  de  verzameli]iilaBtt  werd 
em  en  kiHtstenMiB,  en  iwerleed  atdaaï 
den  laden  Ai^nstos  1600, 

Helvlne  ia  een  «IdzarDe  deHstof,  een  man- 
gaanbe^Utnmaflieaait  met  &,7?GawaTel.  'Zijbnie- 
talliaeert  Én  regelmatige  tetraftdera  met  atgéfcoot- 
te  hoeken,  oc^  irel  in  kogeWormi^  aggregaten, 
is  onv<di[aroen  aplötbaar,  gewoonli^  ge^,  doeh 
ook     wel  groen  et  'bruin  t«i  kleur.  veta«btig 

SlaiNend  en  dooradiönend.  Hare  hardheid  be- 
raagt  S,  haar  aoortel^  gewicht  bedraagt  3,1 
tot  S,S.  ZÜ  VxL  ap  JD  mOtaaaf  tradtir  afscbeidülg 
van  een  tieoebuuiw^^  en  onder  ontwikkeling 
van  zwavehrateretoC  terwgl  zij  voor  de  bhwapijg 
smelt  en  een  donkeigete  f)ai>el  voirant.  Men  viJKn 
haai  in  S^een,  Hongarge,  en  in  het  laiden  van 
Noorwegen. 

Helyot,  Pierre,  ook  dea  bloosternaadn  Hip- 
jmlytu»  voei^td,  waa  een  lid  van  de  orde  van 
den  E.  Frandeena.  iHij  werd  in  1660  te  Parija 
geboren  en  orerteed  daAr  in  1716.  Hij  is  voorêl 
bekend  gcwoiden  door  lijn  „HiEfoiie  dea  ordra 
monaatiqDee,  reh^eoi  et  mUilairee  et  des  eofr- 
gMgKtioiu  aéeoUèiw"  Ifi  4n..  .17.14—1719,  4da 
tnl«.  1SS8),  dat  door  Jfoz.Buüot  wvulbaoèdL  Te> 
der  eehreM  hjj  atiditial|ike  wenken. 

Hsmani,  Felieia  Dorothea,  een  Enseladi 
didrteres,  den  SSeten  Septenyber  1796  te  LiTei- 


DigilizedbyGoOglC 


BQUANS— SEMBL. 


pool  géboitia,  gwoeüe  zLoh  door  de  bekoorliifce 
Hfttinir  ut  Noorï-Wslw  en  door  ée  dappere  dadeo 
faarer  kodKeDOoten  op  bei  Pymeeêohe  ecfaicr- 
«iknd  tot  oe  dübtbaHt  aaiigetnkben.  Haar  io- 
geoomeidieid  met  oo^agsracm  t«woag  haar, 
reedB  op  jeugdigen  teeftüd  mei  kaf  itedit  Ueman» 
in  het  huwelijk  te  toreden,  doch  nadat  in  ti«(n  5 
Hoen  geechttM«n  'Iwd,  werd  de  eobtelijlce  b&nd 
T«itnic«n.  Reeds  in  1312  iererde  zy  een  diclit- 
bnndel  ooder  <)eo  titel'  ,J)(»neBtic  ivffectioiae". 
Bmi  grootere  «buldreD:  „1^  restorsition  oF  tbe 
woiis  of  art  in  Kalj"  (1616)  en  „Matero  Oroe- 
«"  (1911)  verwierren  den  ibipal  Yttn  lord  Byro»; 
in  baar  „Talee  and  historie  eOBne«  in  ^rses 
(1819)  Tindt  hkh  <treitende  gedeelteu.  ,J)artr 
DMor"  veiBohaltE  faaai  in  1S21  den  piije  der 
Boyal  Sodetj;  in  haar  „Forest  UAotuar;"  {'1825) 
Tedteerlifkte  ijj  bet  nöxtelaaisohap  der  ProteB- 
tuKten,  tecirgl  3^  loowel  de  ^>aAnaohe  als  de 
OnitedK  let(«ibiiide  iMoefende,  nutrran  haai 
,^i^e  of  Valeneia,  IhelMtCoDBtantineand  othei 
poero"  (l£Qa>,  „Boo^  of  IOm  Cid"  en  „lïie  kys 
of  nuny  laods"  ^tuigenis  reien.  Veider  aefaiéeA 
^j:  „Koerner  and  Us  aister',  „Songs  of  tiie  al- 
f«ctiomr  (1S30),  „Soenes  and  liymne  of  lite  and 
oUier  Tellgiouï  fioems"  0834),  „HjmiM  on  die 
woidu  of  nature  (18S8]  cm  „Hymu  for  child- 
hood''  (laai).  In  de  ,4tecaide  <A  wooea"  (18^) 
ftcbÜdbrt  zu  verschdlPeixie  Iraiabtan  ran  vnniwen. 
Zü  overleed  den  16den  Afei  1335  op  een  fauiten- 
Telb^t  bü  I>ultHit.  De  tieete  uitgave  van  haai 
.Poetüsi  mwke"  ie  dita  vao  Rouetfi  (1678). 

Hembine,  /on  nin,  een  partyJiootd  in  den 
•aivvang  van  den  onstand  der  Nederlanden  tegen 
"  lanjo,  ÏD  1618  lut  een  aaniienli)l[  geslacht  te 
_  snt  eetwien,  ontving  een  goede  opvoedinK.  ooX- 
wilclielde  ijia  keusis  door  relzeo  en  l>ezat  b|j  een 
aehraDder  oofdeel  groote  wedsprekendbeid.  H^j 
uun  de  Hervomide  ker  aan  en  toonde  een  oav«r- 
loealijken  baat  tegea  de  Spanjaarden,  fiij  be- 
Bclukte  over  30  000  woeste  krügeLieil«n,  gebruik- 
te zifD  3  bioaders  en  lün  ne^  al«  bünoe  werk- 
tuigen, 'behoorde  met  oen  tol  ileii  magistcaat 
v«n  Oent  en  erkende  geen  nnecater  boven  adi 
MKtdat  'b^j  lidi  eveneens  veriette  togen  den  print 
Km  Oranje.  Hji  wilde  <jent  verheffen  tot  een 
machtige  repiitJiek,  waarvan  hg  het  hoofd  zov 
aÜO'  Düailoe  nam  'h^  den  ihertog  «on  Aenehol  en 
aodeien  gavangen,  en  toen  de  print  Arend  van 
Dorp  zoiM,  om  ap  vrülatiog  dier  maanen  aan  te 
dringen,  werd  diie  eieui  all^n  ntet  >be4reUiij)g  tot 
denïiertog  jugewilllgd.  In  1573  venette  hjj  zich 
tegen  den  gowdien^vrode,  door  Malthiag  en  de 
Ajg«meeiie  Staten  a%«iondigd;  bij  weid  hierb^ 
door  Pefms  Datkentu  ondersteund,  loodat  Itot 
voUi  lich  aan  beeUstomKrij  sdtuldig  tnaolite  en 
eindelijk  de  RootnfidinSathólicJten  de  stad  deed 
mimen.  Daarop  kwam  de  prins  tan  Oranje  ite 
Geot  en  bracht  er  de  gemoederen  wedui  tot  rust, 
tenvql  de  R.-Eatlholi<di«a  in  bet  bezit  van  hun 
keriien  werden  fieTsbeU.  De  kalmte  duurde  ech- 
ter niet  lang.  Op  aaasporiw  van  Hembyxe  wer- 
den in  Maart  1^79  de  K.-Kut^oliekerv  wederom 
mishandeld  en  beroofd.  De  Prine  kwam  door  em- 
Btige  vermauiaRen  daartegen  in  verzet,  dodi 
llËmbyie,  kradrbig  bjjgeslbajt  do«p  Petrus  Dalh»- 
nvt,  ooonde  bem  dooi  bem  uit  4e  schelden  voor 
een   veniiomid«D  pafiiet.   Aodennaal   beciefi  een 


Spi 


Ml  op 

i  157» 


een  biief.  Reeds  den  voljgendffii  da^  i 
bradit  Uembyu  een  at&aplegieni  t«D  uitvoer.  Het 
bnlp  ivsn  een  paar  dvizena  «Mdaleo  nam  ttq  d* 
leden  van  den  raad  en  de  aaoaieolijkea,  die  ao- 
dere  dachten  dan  hij,  in  hechtenis,  ibenoemde  een 
nieuwen  raad-  van  \S  Terantwoordeiiike  leden  en 
kondigde  14  artikelen  af,  waarin  h^  lya  haodel- 
wijse  traiAtt«  te  leobbvaandigen,  terw||l  teven* 
een  vJ^scJu'ift  vui  Dathenue  verapoeid  werd. 
Niettemin  versaheen  de  {irin«  van  Oranje  te 
Gent,  en  bg  zün  koost  was  de  Kan.hang  van  den 
voHumeDner  ti  rreidwenen.  Deze  laatste  traohUe 
zidi  te  verBckülen  in  de  kajuit  vait  een  sdtif, 
mau  werd  gevaD^ec  genomen  en  toot  den  Prina 
gebtarcbt,  van  wien  b^  een  anwtige  bed^ÏTig 
oatving^  waarna  bij  de  wgb  aam  naai  DoiWh- 
l»nd.  Toen  in  1^33  een  nieuw  aptoei  te  Oent 
aitbrdt,  begaf  hq  mctwodeirdaaitiieeneatnMhtïe 
te  boweiken,  dat  de  in^ezetenpn  een  verbond  met 
Parma  sloten.  Toen  hq  echter  de  stad  in  dien* 
macht  wilde  brengen,  werd  i^  in  den  keitfrer 
geworpen  oa  4  maaoden  ^t«r  oathoold. 

Hemd  is  een  wgd  kieedingetiA,  dat  bvna  bet 
gebeele  ^ebaam  bedekt  en  van  voien  t«nmifiBt« 
D-iet  geheel  open  is,  bjjv.  het  kooi-,  mis-,  paolaei- 
bemd  ene.,  vervi^gens  in  engeren  ün  een  deigc- 
V\jk  ddeediiigstidf,  dat  oo  het  t^oote  ti^Mun  ge- 
dragen en  van  linnen,  catoen,  wol  of  igde  Yet- 
vaardigd  wonU.  Lionon  banden  kenden  de  Oti- 
deo  B&i;  óotib  de  iubueula  dec  KomeiiKn  en  de 
tunica  intertor  der  Bomeinedie  >vTouwen  zQn  er- 
mede te  vergelijken.  Ben  wericeLjHc  hemd,  waai- 
sehgnlijic  van  linnen,  viiodt  men  het  eerst  bg  de 
Angekaksen,  dat  gedurende  de  ÏUddeleeuwea  van 
vor^  gesloten   en  meestal   m«t  korte  mouwen 

Eedragen  werd.  Eeiet  in  de  16de  eeuw  werd  het 
ovenete  gedeell>e  vao  het  hemd  zit^liiaair  en 
met  een  hoogen  boord  vooralen.  Toch  bcwdiouwde 
men  gedurende  de  ^Middeleeuwen  en  in  de  17de 
eeuw  het  beoid  als  een  luxewoorwerp  en  l^dé 
het  's  DAcbte  af. 

Hemel,  hemelgewelf,  uiUpamel  of  tirmo- 
ment,  ia  het  sehj^ane  ^éweU,  daA  in  de  gedaan- 
te van  een  haliven  bol  zieh  boven  ons  wriieft  en, 
wanneer  ei  geen  watten  aanwezig  sgo.  lioh  bg 
dag  met  een  Uauwe  en  dee  naoht  met  een  don- 
kerblauwe kleur  iveitoont,  terwgl  het  in  dit  laat- 
ste geval  met  eterren  bedekt  ie.  In  de  dagen  der 
Oudheid  beseJHiowde  mert  den  hemel  als  een  vast 
gewelf  (ILrmament),  waaraan  de  hemoUichtenole 
gouden  ^gkcrs  waren  ivwtgehecht,  ia,  men 
meende,  dal  er  onderscheiden  gelAmidoetpuati- 
ge  geweJven,  even  zoo  -vole  hémden,  boven  el- 
kander waren,  oiodat  men  de  bevregingca  der  he- 
melliohamen  aodeis  modltjit  kon  verklaren.  Ook 
de  Israëlieten  hadden  der^dgke  opTattiagen.  De 
wetenschap  van  laiHeien  tyd  «(AiUr  leert,  dat  de 
hemel  ui«U  aodeie  is  dan  de  onmetelgke  ruimte 
van  bet  heelal  waaiLn  de  hemeJIichamea  en  du* 
ook  onae  aa*<le  zweven.  Ook  -«rtoont  lich  de 
hemel  op  het  open  vehl  niet  als  een  bolvormig, 
maar  als  een  meer  {dat  gewelf,  loodat  bet  uur 
de  zijde  van  den  huizon  vender  van  ons  verwij- 
derd is  dan  boven  ons.  De  blaawe  kleur  des  he- 
mels wordt  voortgciu'adit  door  de  tenigkaatsing 
van  het  zoonelidit  in  ontcea  damfikring. 


DigilizedbyGoOglC 


'AART    ES   NO0itOm)U]IB. 


207 


Zi«;  Damfkrutg.  Oplueke  venek^tuelei    .. 

De  godfidumUeer  bedoelt  met  het  vootd  kt- 
Mul  de  tegen steJli Dg  ^an  hel  (zie  aldaar)  en  wel 
de  {ibate,  -wmi  bet  Oj^iweieii  troomt  en  vaar 
ook  ig  zich  bevinden,  wiet  «eegt  na  dea  dood 
dea  licliauDS  in  de  uÜgbetd  der  Tromeo  mag 
dMten.  Verder  dan  «en  alg^meeiK  aanduiding 
naar  <boTen  gaat  geen  sodsdieoatleer  in  li«t  looa- 
KieerMi  \xa  4ea  hevnel.  Modam-^odsdienetl^en 
veq^Moegen  iMi  mot  den  hctnvJ  met  te  deUuee- 
leD  aia  een  plaatB  maej  ais  een  geest^BtoeetaiML 

iDe  baneT  ie  -volgens  R.-Katholieke  leer  een 
plaat»,  mar  de  Heiligen  ittïj  jija  Tan  aUe  onge- 
Mi  en  bet  i^:pciKt«  <  •  >  ■■'  ^■'  •  • 
bestaat  hoofdzakelgk  ..  _ 
beid  en  Tolmeaktbeid  Qods 
Mbomwn.  AI  de  v<4nuwktOKdea,  aJ  de  achoonr 
hnd,  al  de  aangeoaamhBid  'van  alle  a^M^len 
ijjn  <ip  een  oiiliimQtende  irüze  in  God  4e  Tioden: 
geen  goed,  g6«n  acbooDheid'  tuofien  vtj  vitdeo- 
■en,  <tie  niet  in  Qod'  op  eene  oneitidig  volmaok- 
teÊe  w^jze  bestaaiL  En  too  koaii  in^  dat  wg 
ook  oiet  knunen  v«rata&&  hoe  groot  het  goea 
ie,  dat  de  geUkiaÜgen  ia  Hem  linden;  .jceen 
oog  beeft  geiien,  a^  Pauiv»  (l  Oor.  2, 
-1  heeft  -^-^    -    -• - 


gWB    _ 

mrt  is  Qogdioinen,  * 
die  H«m  UeHirtiben." 


wat  Qod  benead  beelt  \ 


I  Jokattnu  Hemelariut, 
'm  1580  te  '«-Oiwmrhage  geboren,  werd  dooriqn 
ondera  in  de  Eervoi^dé  ker  «jgevoed,  doch 
M^  latw  itbt  de  II.-Ka4i»cdli^  Keirk  ovat,  etn- 
deerde  te  Leureii.  en  id»de  -vervolgeiiB  naar  It«- 
liC,  waar  hg  te  'Rome  gedurende  6  jaar  'mrtyl^I 
b'iM  ten  miize  vao  Bartolommeo  Ceti,  aartebié- 
•ehofi  nn  Coota.  Dese  sleUe  hva  'm  de  gele- 
geobeid  paue  Clement  VllI  na  liet  'lO-jaiig  be> 
Meeden  der  pMselöfce  waardigheid  gehA  te 
weneeben,  Clemens  wae  met  de  i«d«ToeriDg  van 
Hentelaerê  zM  iogeDomen,  dat  'hg  bein  een  lieus 
liet  toM^n  de  betreUtóig  lan  titilioiKhecarie 
nut  het  Vaticaan  en  een  r^  praeöende.  waaraa 
bg  uA  TeqïeDoegde  ntet  een  katniiuiiiiïat  te 
Antwenven.  Bier  Teetggde  hü  licb  in  i1607  ea 
orerleea  er  den  6den  NovenAer  1665.  Van  ign 
geeeliiifEen  vermc^D  wg:  ,.Graliula'tIo  in  Inau- 
goratioaetn  B.  D.  -Christiani  Miriiaeiü  etc." 
TlfilS).  „ki^rMttmim  nonuoonKo,  a  JuKo  Oae- 
aare  ad  Beraeliwn  uscwa,  aucniEmata  aoiea  ete." 
(1614  en  kter  iq  beiwb^).  „Pa[raenfrtin>i>  Aat- 
geli  enslodia  ad  Hi^tmem  Grotium  «ufier  ejua 
eareere"  (1621),  „Oratio  in  tunere  admodum  il- 
laelria  et  reverendisBimL  dunini  D.  JoanniE  Mal- 
den etc"  (1622)  en  ,4^  sacra  aatiifuibale  fieatae 
Mariae  de  moate  Canneki  teactatue  duo  etc." 
(1620).  Zjjn  aanteeïeiiJDgen  ofi  de  5  hoehen  van 
Hegenmtu  over  de  Jooosohe  oorlogen  njn  niet 
in  bot  licht  verat^Hmen. 

H^malswberrts.  Zie  Tien-Sjnn. 

H«iiMlr«w«U.  Zk  Bemel. 

BmnsUrlolM.  Zie  Olobe. 

HniMlpbaterraCl*  i«  de  toepassing  van 
de  pbotograiie  hi  de  rterFeofanide,  waamiMJe  io 
den  jangaten  tgd  aohUteKode  reenltaten  werden 
tvifcregen;  vooral  on  bet  gebt«d  der  astronomi- 
Mfae  mciiagen.  Wd  b^KÖefde  reeds  Daguerrt 
de  maan  te  ptratograteeren,  maar  feileJgk  wefd 
dü  proeidd  eerst  in  de  laatete  bafve  «euw,  looral 


iBer  en  Watten  de 
g«l>racltt  en  cerat,  i 
;el«.tiini   '  ' 


door  Bimd,  Ru&alord,  Drapet 
la  Rue,  in  t    ,         ^ 

uutvindLog  der  broomgekitiiiiwla'ten,  door  de  ge- 
èroeders  Prasper  en  Paul  üetiry  te  Paxga  zóó 
Tolma^t,  dat  tbana  ooi  de  meeet  liohtiwalike 
hentemdtameu  <hudeLiik  in  beeld  tuDoen  ge< 
bracht  worden.  I>e  &ten«n  vertoonen  zic^  thans 
Q^  de  phatograJisdK  ipl&ten  ak  sdieFp  begrens- 
de schijf  jee,  wier  m^daieJ^jn  vaji  haar  oeldeilfceaid 
en  den  duur  der  belichting  adBiangt.  Als  toestel 

Sabraitt  men  een  opïelteli^  tot  dit  doel  vervaar- 
igden  aatrooomiaèhaa  kijker,  -waldce  objectief 
vooral  voor  de  obeiDiech  wei^zanK  stralen  \b  in- 
gericht ea  aan  welke  oculaireinde  ïich  een  came- 
ra beiTindt.  Een  tweede  j^}ker,  die  -oogeveer  de- 
zeUde  aifmetiogen  en  een  Toor  de  o^leahie  etra- 
len  gecoDetiueerd  i^jecUief  tiezit,  is  loet  den 
eersten  vast  verbonden,  aoodait  de  ofitiedie  aasen 
yan  beide  preciee  evenwgdig  k>open,  terwgl  bei- 
de Lgkers  dooogaaüe  in'  een  gemeen echappelgke 
bnis  Tan  eliptisehe  dnvarsdooianede  geplaatst 
z^n.  Het  geheel  ia  pajaUaiktïeiïh  gemonteeitl.  Hot 
uurwerii,  dat  den  gang  van  den,  toestel  regelt, 
moei  uiteiet  reg«faiatig  loepen.  Zie  verder:  Atito- 
■phunsoke  mtttumentm. 

JUet  bdtuip  van  de  bemelfriiotograJie  heeft 
men  tel  vaa  iwaUe  BttaT«fi  eD  nevelvMikea  ont- 
deJit,  die  lechtatreekg  niet  waargenomen  kunnen 
worden;  ook  het  ooderzoc^  van  de  sterre nepeolia 
heelt  er  gioote  vorderiogen  door  gemsakt.  Eet 
hoofddoel,  dat  men  er  tegenwoordig  mee  Ibeoo^, 
is  echter  de  samensleUing  eener  loo  uuiwiceung- 
mogelyke  kaart  van  d«n  geheelen  sterren^emeT. 
Daartoe  hebben  zich  '18  eterrenwaohtea  vereen!^. 
Van  groote  betekenis  ie  verder  de  hemelfihoto- 
giwfie  gewckrden  voor  de  kenais  van  de  atmctuur 
oer  neveWlekken  en  eterrenltoopea,  tol  bepaling 
der  paraJlaiis  en  d^  «igen  beweging  van  vasle 
aterren  en  zelfs  van  oeweivldke:^  alsooli  tot 
iwkeuriger  ond^ïook  van  ion  en  maan.  Door- 
. .  .  een  pRineet  op  de  .photograüeohe  plaats  een 
Htre^  veroorzeokl,  beeft  de  motografje  vaa  den 
hemd  geleid  tot  de  ontdekking  van  een  ^root 
aantal  sstetolden.  Ook  past  men  baar  toe  by  de 
stwSe  dier  metieoiiletenbeineD.  ËÜi  gioot  voordeel 
der  bemelptiotcgrafie  is  daarin  te  zoeken,  dat  zij 
heit  werii  der  sterreDwacht  voor  een  aanirenlgk 
déd  naar  de  studeerkwner  of  het  aatrononiisoi 
laboratorium  (zie  aldaar)  verplaatst,  waar  het 
uitmeten  der  photografiache  platen  (roder  veel 
gunstiger  omstandignedvn  kan  gebeuren  dan  bet 
doen  van  rechte  Lreekedie  waar  nemingen  op  bet 
obeervatorinm.  Door  .professor  Kafteyn  {vk  al- 
daar) te  Groningen  'werd  een  methode  uitgedacht, 
met  behulp  waapran  getgkUjdig  de  parallaxis 
van  alle  op  één  ptaat  gefiöeenle  eterren  bquuM 
kan  worde». 

Hunelsobe  Ailwin  noemt  men  naltiru  tio- 
Itirana,  de  i^traete  wereld,  teiwyl  de  Aardadie 
Adam  ale  na(iir(inatenifa,l)etsto&igkheelaii  ÏB. 

Hemelstreken.  Zie  Windroot. 

Hemdnmer-Oldefaart  en  Noordwol- 
de.  een  gemeente  in  de  provincie  Friealand,  83SS 
H.A.  groot  met  (ISIS)  49$2  innvooers,  wordt  be- 
^eneo  door  de  Zuvdfnee  en  door  de  gemnentm 
Itavoren,  HimdekMoeo,  Workivn,  Wgmbtilsera- 
deel  en  Oaastei4aaa.  Tot  de  gemeente  behooren 
de   doirpen    Blahnixen,    Hemi^mi,    Kolde rwolde. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


20S 


aEMBLUUBR-OCJMS'AABT  BN    NOORDWOU>E— SEUBBT. 


KoaétBU.  MolkwerocL,  Nqega,  Oudeg».  Sdiail  en 
Wsrne.  De  bodem  bestaat  toof  èet  ^oototie  deel 
lüt  IngvMDs  Heil,  en  ia  de  omgenui^  dn  dor- 
MD  Kondum,  Hemalam  «n  Winu  uit  tamcdjjk 
aooggdsgen  dÜDriMl.imd.  Bet  Roode-Klil,  een 
lieDTel  MD  de  Zaidenee,  Terhett  zkh  II  m.  bo- 
ven A.P.  Ia  bet  nudden  t&h  de  gemeeoite  tIimM 
men  Tersobüleiide  wkterpl&SMOi.  o,»,  de  Flueeen 
en  de  Mono.  SoEomige  toeren  lyn  drooggelegd. 
Hoofdbronnen  tui  bestaRD  zjJD  Teeteett,  kuuUwow 
en  Tiasdieiij. 

HuuelTaart.  Volgens  de  Ërftogeliicfae  ver- 
balen  ie  Jeau,  40  da^n  m  de  yerrijwina,  ten 
bomet  gtvuen,  oen  biet  geieten  ta  syn  un  de 
reebternuid  Qock.  Tei  höiiuieriiv  imi  deoe  ^■ 
benrteiua  beeft  de  Kok  bet  Heneh'aArfateest  m- 
gVToeid,  dat  40  dagen  u  Pmd>en,  alooo  o|) 
•en  Donderdag  gerieid  iroidt.  Bei  „m^tna 
tui  btnwl"  Il  een  dor  utiMen  tui  de  oode 
christelijke  gelootibelgdenis.  Het  feest  'wordt 
echter  eerjt  venneld  door  Euiebiui  Tsn  Caesa- 
rea  in  S25. 

Het  ntionaliaiiM  "KnUaart  de  bemeWaart  op 
sjFmbolMcbe  wgK,  Be  R.-EwtholiedfeD  tpnkm 
ook  Tin  de  Hemehaart  Tan  Maria,  nauwkeuriger 
TUt  de  TmfceMelopBMttn?  {o.  t.  astumvHo,  niet 
oMMUio  luidt  de  keikeijjke  t«rm),M»taitendt4 
«eo  oode  kerkdg^  traditie,  dat  Maria,  de  Moe- 
der dei  Heeren,  ook  naar  haar  lichaam  in  den  be- 
mei  100  ign  opgenwoea.  Aan  de  gedachtenis  wt 
dh  feit  ia  bet  oudste  kerlul^ce  Mariafeeat  ge- 
wlfd;  in  t  Oosten  ooBtreeke  450;  door  keizer 
Mauritiui  (geatorren  in  602)  op  15  Auguetus  ge- 
n4aatet;  in  de  Wereterscbe  kertc  .rindeo  «e  bet 
leest  in  Rome  onwtreeke  700  genoemd. 

Hemera  (Griekse  ^  dag]  ie  in  de  theosofie 
bet  hebt  'ra.a  de  heere  of  aardwhe  gewestok, 
Moals  de  aether  bet  lidit  ia  Taji  de  hoogere  he- 
meleehe  streden.  Beide  iqa  geboren  uit  Erebo* 
(di]i«(eraJs)  «n  Ntix  (nacbt). 

Hemeralople.  Zie  Neu^tblindhcid  en  Oog- 
xitkUn  4. 

Hemerobastlvttii  ^n  een  ketlerscbe  se«te 
uiit  het  bë^ia  3tt  CSiristelüke  jaartdline,  waar- 
van Euwbtuê  apiték^  ak  een  der  verweMcers  ran 
ketteren.  Hnn  naam  betee&ent  „de  da^lijks 
dof^renden."  Veel  ja  bet  orerigens  niet  wat  men 
van  ben  weet.  Sonunigen  tnengen  hen  in  ver- 
band foet  de  mlgetingen  'nut  .foAannea  den  Doo- 
per  en  de  Euetien. 

HemsTOoalll»  L.  is  de  naam  van  een  plan- 
tengealadit  vrt  de  familie  der  Liliaceeën.  Het 
ondeiadieidt  zich  door  een  ongedeeld,  klokvor- 
mig  bloondek,  op  dat  der  ileKee  geljjkwide,  door 
op  den  'bodem  na  bet  bloemde  l>erBatigde,  ge- 
kromde meeldraden  en  bolronde  laden.  Het  om- 
vat overblijvende  ikmiden  met  Jinolïtwmige  wor- 
tek.  Van  de  soorten  noooen  wg:  S.  flava  L., 
in  Zwiitaerbutd,  SibeiÜ  en  Hongarije  groeiende, 
met  wwiriAeiide  Uoeown,  ea  H.  ipedota  H  e  rb. 
van  Jamaica;  voorta  B.  dittitha  Don.,  H.  tulva 
ïi.  «a  H.  gramitiea  Andr^  att«  rieradeo  onrar 
bloemperköi.  In  den  laatoten  tjjd  lyn  knuiaii^^ 
InMcben  de  venchiUende  soorten  tot  stand  ge- 
bratÉit,  die  «ehten*  voor  den  bloemist  geen  boo- 
geie  waarde  dan  de  grondsoorten  hebben.  De 
mmeerdering  heeft  door  nad  <bf  door  tebeuring 
der  onde  .planten  plaate. 


Hamerodrenii  iMonde  men  bij  de  oude 
Grieken  budloopera,  die  als  boodaefaappers  ge- 
bruikt werden.  Uen  Tond  er  in  de  voomaamate 
OrickadM  atedeoi,  en  wat  vsn  bun  «oetfaeid  ge- 
zegd wordt,  ie  b^ans  ongeloofliik.  Hen  T«ihaaH 
o.a.,  dat  z^re  PhiUmides,  de  h»rdtooper  Tut 
AUxandtT  dm  Oroole.  een  aistand  van  meer  dan 
46  Doitedie  mijl  in  den  t^d  van  9  uar  heeft  af- 
gelegd. 

Hemerotbaek  {Tan  bet  Oriekscfae  kemem 
—  daff  en  bet  tweede  lid  Tan  bibliotheek)  ia  een 
bi'bliotneek  te  Parys,  uitsluitend  Tan  dagbladen 
en  van  de  pobüeatne  ,/*»  den  dlig",  brocburee, 
TtoaohriJten,  phkkaten  enz. 

Voor  de  eerste  maal  oneird  bet  plan  eet^tpeid 
l^  gdegenheMl  tic  de  FarjJKhe  wereMtentoon- 
bM)u«  jn  '1900  Of  bet  toenmalige  biUtotheearis- 
seite(HigTee.  Het  wtad  iet  qnake  gebiadit  en  ver- 
dedigd door  Bettri  MarUn,  tegenwoordig  tnblio- 
tbeearie  der  „BSbkithèqne  de  l'Anemd  ,  tereu 
een  der  eeiate  en  bekendste  Pai^jsche  jonmaüa- 
ten  en  voonittei  vio  de  Vereeoiging  vao  den  re- 
publikemscben  jooratlieteokring.  In  IW5  be- 
tuigde de  Parijêdw  gemeenteraad  i^  inatem- 
ming  oiet  het  plan,  toen  ook  de  Senaat  medewer- 


de  ,3iUio>tbèqae  Nationale"  en 
de  „BiUiotbèi]oe  de  i'ArsenaJ  ontlasten  van  de 
daar  ongeeleMde  journalistieke  Kteratuor,  w^e 
beide  (uibliouieiien  venpliebt  tÜn  ^  verzamelen 
en  te  bewaien,  aonder  dait  echter  de  noodige 
mimte  daartoe  aanwezig  ie.  De  beaM^otheek  ie 
tevens  de  centrale  woninf  van  den  Fraoselien 
jouraalietenkring  en  roid&lpuni  voor  bet  Par^- 
sche  joucoalistenleTeo. 

Henwrt)  Anlottitu  wm,  in  den  aaiwaiig  der 
ISde  eenw  te  Nederbemert  gritoren,  bepaalde 
ïicdi  tot  den  ceeateJ^en  «tand,  werd  regulier 
kanunnik  te  Marienhage  Ibjj  Eiitdhcnen  en  be- 
stuaide  later  het  ooooenldaoeler  Zoetobeek  on- 
der N'onen  in  bet  deeanaat  Helmond.  H^  «direef: 
„Specohnn  oerieetionie  etc"  (1547),  „Vertrooa- 
tiDghe  in  atfe  liden  en  de  tegbenspoet  enz.",  ook 
in  net  LatSn  oader  den  tVtel  ..Paradesis  afMic- 
tae  mentJe"  (1541)  en  bg  een  henieae  urtgave 
„I'araeleaeon"  ('156D)  genaaiDd,  „Dat  merok  der 
zielen  oft  tmi  -rtdoomentieyli  aJler  Denrfiden  eni." 
(1557  en  later).  „De  ïWigeUeche  I.anterne" 
0622]  en  ,J)e  XV  pnJmen  iran  den  eerwaarden 
vader  Joannee,  ibissobop  van  Koehesler  in  Enige- 
land"  (1922).  Ook  tererde  h^  een  vertaling  vaa 
„S.  A4igi]Btijna  Tierighe  meditatifn  ofte  andaeta- 
len  enz."  (1548). 

Hsmert,  PimIm  van,  in  1756  te  Amsleidara 
xeboien,  studeerde  te  I«iden  en  te  Utrecht  in 
de  godgeleeidbeid  enwas  achtereenvolgens  pre- 
dikant te  Baam  en  te  Wijk  bq  Dwirelode,  dooh 
toen  'hg  bier  van  oniwhtainnigbeid  beaehnldigd 
werd,  legde  hjj  .vrjjwüig  zgn  antbt  neder  en  ves- 
tigde lich  te  RottetidHni,  waar  hg  zich  bij  de  He- 
ntonetranten  aanaloot.  In  1788  werd  hem  door  de 
Remonstisntadie  Broedertdiaf)  de  facoltaa  do- 
eendi  verleend,  waarna  hjj  naar  Atnaleidam  ver- 
trok en  er  in  1790  de  betnUing  aanvaardde  van 
boogleeraar  aan  de  BemonatraDtsdw  kwe<4nebool. 
Tevena  werden  bweeaotwmidenvaa^nband  op 
prqtrrraMn  door  TeylerV  Oenootschap  met  goud 
beknooi^  In  1796  legde  bq  zgn  betrekking  ne- 


DigilizedbyGoOglC 


dM  «ft  b«git  i!«b  nur  ^  ko^Koed  R«ek«nbaig 
bomi  Emnerüc,  w*u  lu  onn  „Beginsden  dn 
KMrtJsNHebe  wgsbeffeertB"  Mtmef.  In  1798 'keer- 
de hg  MAT  Aiii»t«iidiai  temg,  wti^t  hg  zidi  «gd- 
de  tHi  de  beoefeaine  det  bitisebe  wysbegeeite, 
T«le  briugrgke  gemriften  <]f«t«ide  en  een  grwA 
■utal  rademMriDgen  nitapnk.  Toen  in  1806  Da- 
Mël  WjiUenhaA  een  Mural  deed  <»  de  kiiüecbe 
wgebevMite^  Ueef  Vtm  Heaurt  oet  MÉwooid 
aiët  Miiddig  ea  Mfaieef  Terder,  na  het  antwoord 
iwam  dn  usnOv,  sgn  „Tria*  epiiMmnt". 
Hjj  TOrtrok  fiaar  ^^nmaiuge,  naai  hg  lioh 
«fdde  aaa  hM  hervrdeno  na  de  bebogen  der 
JuatMhappq  Tan  WeUadighei^  *eid  aeereUiis 
Tta  haar  PerauiUBte  CmniiaBw  «b  orcileed  den 
lOdan  Febnuoi  1805.  Van  iqn  geaehriltm  ver- 
nMta  wji,  Miali«  de  neikcnBoamde:  „BrM 
aan  (te  <bMli  vut  BImmii  en  ^"  (HSS^  „Orei 
de  gMoekoB  der  «s«te  Cluistênn  en  Keiln*- 
den  JwtrefcMJik  d«o  perwoo  irao  Ohrktoa"  fnU- 
gegvran  eoder  den  «efanihuaoi  PmJM  Somoea- 
lemurj,  —  ,4)e  «eriMamnbeid,  die  Tan  itte  «cn- 
wen  en  gealadrten  -rmomm  «aa,  cpenhaar  ge- 
coaakt  dow  bet  Enngebk  üh  bet  Ëh^tMi" 


Alffnjn"  0186).  ..Ëen  bauhol  iMitMAftHiwen 
temomfcuM"  (17^),  ^d  «r  «oede  groodMt 
«m  Qode  hartttwditea  m  aandoeningen  toe  te 
aehrÜTen?"  (m  de  VeritaodeHDgen  Taa  TejlM'i 
Oenootaiiiap)  „Hagaign  «oor  de  kritiaehe  m»- 
iMfwerte  en  de  feÊémómm  ran  deulTe"  (1799, 
1903,  6  dliL,  16  9Mkm).  „Ledoar  M)  ^  oftHÜt- 
en  «beetalri"  O^Ot-^lSc^  10  vtnkken)  en  „Stie- 
na  ad  Danieimi  W;tt«aibMhian"  <18H). 

BMMirt,  Mfhotue  OwêtoiU  Oharht  Qode- 
Mdtu  MM,  «en  Nededandi^  inKenieiir,  den 
SOeton  Jamari  1^7  te  '^Bertoee^MMeh  afao- 
reu.  «tadeeide  tm  1674  tot  1878  aan  de  PdIt- 
todmieebe  Sdtool  te  3Mtt.  Onmiddel^k  na  bet 
«erkrnmi  vu  bet  difdoim  Toor  ciirid-mgeoiear, 
tnMl  bg  «f)  all  «Sief  Tan  een  jtloeg  der  „Nanw- 
keorMieidaivaterpaMing",  dMtna  was  hjj  weifc- 
uwm l>g  de  weiben  voor  den  Waterweg  Tan  Bot- 
tefdam  naar  >ee  en  ia  J380  werd  hg  beaoemd 
tot  leetaar  aan  de  KonJnklgke  VilUaire  Acade- 
mie te  Breda,  inttv  betictkiOK  bg  bekleedde  M 
1402.  In  dat  jaai  wend  bij  areetear  der  door 
hem  ofigierMlite  „HoUaodadw  ÜMtachapnj  tot 
bet  aibToeren  Tta  W«Aen  ia  Gowapeod  Beton", 
wvtke  Jfaatacbaing  o.a,  filialen  heeft  in  ChiJi 
en  in  N«derbDdeefa  C  '  ~ 
wsrI  fn  1913  Ud  tmi 


„  _.)lbemdMifMenDaeamber  1916 
benoemde  tot  doctor  honorii  eau*.  Als  direeteu 
der  betonmaaltefaa^  beeft  Fan  Hamert  met  de 
onder  rijn  leidiu  werkende  iageaiean  den  naam 
dar  NwlerlaBdacbe  iMnitnn  oiA  in  bet  bviton- 
tand  boof  gdtoiidai.  Mbatw  madiiltende  tgd- 
■diriltartikeMB  i$b  tm  am  baad  veradteneB: 
de  Cde  en  7de  beniene  drvlc  wi  Ok.  M.  BekoU 
4«ailaM(én  en  Watarpaeeen".  benfffeaa  bet 
.JjMiboA  der  Toeffwaeto  HecAianiea"  (Brada 
leOT). 

Ham— nn,  Jan  8aKd«rê,  genaamd  Am  km. 
ZieSoMferi. 


HMnlalbiimoM  of  kemiptphm  ia  de  niet 
meer  gebiuikalnke  naam  voor  Mere  Tertedoga- 
prodneten  van  Let  eiwit. 

HamlAtrofla  ia  de  tAöi  of  gedorende  de  pu- 
berteit beginnende  atrofie  der  wieren,  huid  en 
ook  der  beendeieu  *an  de  eene  heltt  Tan  bet  aao- 
geaidit.  Vmé  ia  ook  liat  onreenbomelige  gedeel- 
te Tas  het  Terh(inelte  en  Tan  de  tong  aaogetaeL 
De  strolie  der  api«ren  gaat  iteed*  «Ten  ver  al« 
dire  der  huid  en  ran  de  beenderein.  De  bnidatro- 
fie'  nit  mh  door  Terduming  dar  boid,  die  dan 
hNisjgeei  of  godekt  wordt;  de  talg-ataoheuling 
vermindert,  terw jl  daamtogen  de  iw«etafuHb- 
ling  en  mrodigbeid  «n^toótd  blgTov.  Scmtgda 
iwjiea  «ME  de  tanden  ait  Be  patbölagiwdi-aaato- 
toieebe  oorzaak  der  neUe  ia  nog  oiet  i^ei  *aat- 
goatold;   man  bondt  ha^  iroor  oen   tropbonen- 

HMBlMlla  V  bet  bafaben  van  mmd«  ijmr 


kxiitakteUd.  Uen  kaa  tieb  beaiitdna  va^  de^ 
ken  Ua  ontataan  «it  «en  krirtalrarm  met  «en 
dobbel  aantal  ilakkeD.  waamui  de  beUt  licb 
beeft  utgebr«i4  terwgl  de  andere  betft  mdsr- 
dnibt  H. 

t     Tsatatrlx     BerkeUn     i»     d« 
paraaitiacbe   •chinoaekiknt   nit  de 
gro^  der  AoettaeoNimen,  welke  de  oMaaak  ia 


kotfiebhdiiekle.  D*  ■. 
men  tot  kieming  op  de  bladeren  no  veiwhiliem- 
de  eoorten  Ooflea  en  eenïge  asdere  AkMhmM; 
de  vorebaiaeD  dringen  dMr  de  baidniondjea  ia 
bet  wadwoefial,  ontwikkeleB  ueh  daar  ten  koate 
Tan  bet  blad  tot  een  Toliedige  iwhil,  die  ten 
do(t«  wediér  twamdraden  door  de  huidmondjei 
naar  taiiteB  lendt,  w«lke  ninuadnden  taUooae 
iporen  ■bnoeroi  «an  tw«eM«i  vorm,  lueiiTOfmi- 
.De 


t  aan  de  ondersgde 
Tan  het  blad  ab  acan|)«geel  gedoedelde  TUkea, 
De  iwam  verhindert  de  oniwikkeling  van  het 
blad,  doet  bei  lelfi  ontndig  ahaDen:  daardoor 
wordt  de  kofti^tlant  ODvddDende  g«*oéd  en  blqft 
de  Trwhtironuag  gederiteljifc  ot  gebeel  aebter- 
wege.  Bet  ewat  tiaa  de  kofiietdadBiekte  op  Cej- 
Ion  op,  later  on  Jtffa  en  Simatnt,  Terrolgens  ook 
in  aMere  landen,  o>T«nl  oednehto  verwoeatincen 
aaariebtende.  De  «otwikkeliaK  van  deae  berwlrite 
twam  werd  uitvoerig  beetwfeewL  o.a.  door  den 
£i«elM;faen  natoaro^Hocker  ü.  MarÊküll  HTard 
en  door  Dr.  W.  Bwek  «p  Jarra. 

Bamlmniln  L.  fU  ia  de  naam  van  een  plan- 
tengeiladit  alt  de  familie  der  Seropkttlariaeietm. 
Bet  oodetaeheidt  licb  door  een  5-deeligen  kelk, 
een  storvomuse,  oongiebnatige,  S-lofabige  bloem- 
kroon,  2^4  lueddiaden,  «en  24iokkige  doot- 
TTuAt  «n  tafaqb^  boAige  laden.  Het  omvat 
éto^rige  kraiden,  die  in  Zaid-Amerika  en  aan 
de  Saip  da  Ooede  Hoep  vooikomen.  Tot  do  (ior- 
'  '   '  >ORB  B.  eaali  afate  Pen.  en   H. 

En.,  beide  in  Pem  groeiende;  De 
vemeudermg  MMbiadt  deor  ladi^  die  is  bat 
voorjaar  in  baU  «armen  bak  geiaaid,  ^loedig 
flinke  ionge  j^te*  oplevareK  Deae  knnwn  ia 
denaetuen  Maner  nog  teer  goed  bloeitiaar  «ar- 

'eraehgnae^ 

t4 


DigilizedbyGoOglC 


men  de  eemiddedde  aterkte 
nilgcstraaU  wordt   ofwi  de  < 


dal  krrataUeD  «an  de  mteindeii  tsb  «en  i^me- 
tBiew  (gewoaBtijk  de  hooMM)  door  TeraduUend* 
ilaUen  betfrenad  worden.  De  «jnmetrie  tea  op- 
nebte  tui  net  nliÉ,  loodredit  op  geooemde  m, 
N  <lMrdoor  f^ritmn.  Zi«  T«rd«r  krwtoJJen. 

H«iiilopl*  of  heinianopie.  Zie  Hertenen. 

Hmilrliailipas  *>I  Batlaardgtepe»  i*  een 
getUcht  TUI  xemiseben,  'behoorende  Int  de  Ia- 
■nili«  der  Oeepviesehen  (Seombreêoeiden).  Zie 
venler  Qeejtviitehen. 

B*ml-sphflrl>olie   Ilolitetsrhte.    Ondu 

I   atediHe   mn   een   ISditbrra   vn- 

a  eterkte  yaa  bet  lidrt 

nfwi  de  oodeivte  beUt 
TCB  en  txd,  die  de  Kcbtdomi  tot  midddpuit 
he^  Wordt  het  eemiddekie  ran  de  Ucbtateikl* 
oirer  den  ^ebeeïen  lx>l  genoctMD,  dan  spneU  mta 
Tao  t|d>enMlie  Iid>t8tü4cta.  Deoe  lutete  is  tu 
ImIso^,  dxw,  WMF  raOedoien  of  hehriMe  Mid»- 
liagen  (iDdk«et«  vetluMag)  ook  bet  nau  bo- 
ven oitgeatTMlde  Kebt  tan  de  Terlicbtiog  ten 
goede  doen  komea  dot»  bet  nur  beneden  tenig 
te  lenden. 

Hemnwn.  «en  gemeente  in  de  prorinde  QeL 
deriand,  gioct  251  HS.,  ia  meAwaaidis,  omdat 
bet  de  kJeinate  eemeento  is,  «rat  lielentM  betveft, 
van  Nederland.  Zg  telde  op  1  Jaoaaii  1915  199 
lielen,  tegen  1^6  «p  1  Jaonari  1007. 

HMDmlnnsit,  SieU,  een  Oeenadi  godgw- 
leerde,  in  1518  op  bet  «üofid  'Laland  geboren, 
bebooteode  'tot  de  öv«rïg«te  leetiiogen  t&d  Me- 
Unuklhtm,  zag  lirfi  op  aülwKlHig  van  deun  m- 
idMtst  eJa  bnieoadeniitMi  bn  een  Dmweb  edel- 
man en  beJiIeedde  daarna  de  betrekking  <na  pre- 
dikant en  eindelük  <Ke  Taa  hoogkeraai  hi  de 
godgrieenttieid  <o  de  'Hebreeuww^  taal  t«  Ko- 
pen&^ien.  Nadat  tm  in  1579  bet  «meritaat  bad 
veikregen,  orerieed  bg  den  23aten  Ifei  1600.  Tot 
cljn  bdangrgkete  gieeóhrillca  beboonn;  ,J>e  me- 
thodie  libri  II"  (1555),  ,^chi«diDn  tbeologi- 
tata"  (1557  en  later),  „STntaema  iutitationam 
Ohrietanarom"  {1574  en  later],  ,J>e  gratia  nni- 
venali"  (1553  «n  later),  ,J>e  Jen  C&ialo,  fero 
Deo  et  bomkie"  (lfi71k  „Cateehisni  ^naeationea" 
('1560  en  later)  en  Jit  pasbwia  optauo  fiiendi 
agendiqve  modo"  (1S52  en  later). 

Bemony,  Frani,  een  Nedertaodaeh  klokken- 

Sieter,  in  1609  te  Leteconrt  In  Lotbaringen  g«- 
ïren,  vestigde  zich  in  1696  als  klokkei^Mtcr  t« 
Zatfen  en  in  1656  (e  Amaterdain,  waar  bjj  deo 
24>teii  Mei  1667  ie  begnven. 

Uemony,  Fitter,  een  Nederlandsoh  klokkengie- 
t«r,  broeder  T&n  den  fooigsande,  m  1919  te  Le- 
Teeonit  geboren,  gin^  met  Wrtait  in  1638  naar 
Zntfen.  en  Teatigde  sieb  in  16C4  te  Antterdam, 
wtaiT  bq  dflR  ITiden  Frtnari  1480  'm  begramn. 

De  meeet  beroemde  kk>kkcnepelen  in  eoa  land, 
looala  Tan  de  Wnnbnistoren  te  Zotlen,  Tan  de 
Ubnlvukmfe  te  iWenter,  Tan  de  Owk  Weater- 
«n  Znider-Eerk  te  Aiuterdhm  Tan  den  Stadhoia- 
en  Mnnttorm  aldaar.iraödeDtMeateBridivrao 
dm  Itaamedariatoren  enden  Znidertorvnto  Ëi^- 
bniien,  nut  een  der  torcoa  te  Boent,  Tand»  toren 
des  Oioote  Eeik  en  TandenBakeDeaaertei»)  te 
Hawlem,  tod  den  Dom-  en  Tan  den  St  Niet^ana- 
toren  te  Utretdit,  vaa  den  grooten  tMco  en  atad- 
biiiatoreo  te  Rotterdam,  Tsn  den  Martinitoven  te 
Groningen,   Tan   tuene   te   Amerefooii,   Leiden, 


Ainlieni,    Eon^en,    Antwerpen,    Oent  «u,,  ign  { 

door  de  gebroedere  Bemony  Temaidigd.  Aan- 
Taikelök  woonden  nj  te  U&edit,  waar  ig  met 
jonkbeer  Jaeo6  «on  EyeJt:  «en  akatdcend  mnaieaa, 
direelear  der  klokken  te  UtrecAt,  aduörer  Tan 
,J)er  flait«n  IvrthoT'  (1654),  dodt  bündgebo- 
len,  lieb  met  i^ver  toelegden  op  de  knnet  con 
de  kloklTen  te  atemmeii,  wat  door  nen  w«id  nitge- 
Tonden.  Ook  goten  lii,  naar  de  modellen  Tan 
QwUiiittw,  de  gioote  braaaen  IwcMen,  die  deu 


ber;,  Chriilian  GotUried. 

HMnrloonrt,  Jaeque»  de,  «en  I^iikeeh  edd- 
maa  en  ridder  Tan  St.  Jan  Tan  Jerasakm,  in 
1483  geboren,  'Toerde  eigenlgk  den  gerinehtmaaiii 
las  Tombwl,  wae  teugècneeattf  <n  eecietaria  Tan 
bet  don)  Hemricoart  of  lUniieoart  in  Heabaje 
en  oTwfeed  den  ISden  Deeember  1504.  Van  ben 
Ja  bet  gesohrift:  .Jlifoif  dea  noUea  de  Heabaye^ 
eompoeé  en  tome  de  ebronkpitt  par  Jacquec  de 
Hemrieouit,  oheTalier  de  St.  Jean  de  Jérutalem, 
l'fto  JS5S,  on  il  traite  dea  ffénéalogiee  de  l'anr 
eienne  nobleaee  de  Litoe  «t  dea  «nrirona  dqrais 
I'mi  1'102  inatpMB  en  ran  1396.  Avee  1'bietoire 
dea  floenea  eÏTÜea  dn  diet  Pan  qni  oot  durC 
l'e^aoe  de  45  aaM"'  (1290— 1S35)  etc,  nitgege- 
Ten  in  1678  te  BroncJ  do(K'DeS(iI&nnfnet«eD 
vertaJing  in  het  NieowFranadL  Later  ialet  tot  Q 
maal  toe  berdroki,  deair  bet  voor  de  ^edaeUae- 
kenknnde  en  Toor  de  kenoia  TWk  den  ndde^eeat 
dier  dagen  leer  bebngrgk  ie, 

Rmh«  oI  Bonia  ia  Let  Smeaa  der  Onden.  Zin 
aldaar. 

HenuterlmUi  Tibwim;  den  laten  Febnari 
(rf  den  9deD  Jaonari  1085  te  Qtimhigw  geboren, 
atndeeide  aldaar  en  te  Leiden  en  Uëde  aiefa  toe 
op  de  wiakosde  en  de  onde  talen.  Toen  braiM 
bq,  op  laat  Taii  einatoren,  de  haodachrtlten  der 
bibli«ibeek  in  een  betem  orde,  nam  de  beweriüig- 
Dp  liefa  Tan  bet  „Onemaatieoa"  Tan  PoUm  en 
werd  den  20rtBn  Deeeraber  1704  AS  waa  nog- 
geen  20  jaar  ood]  benoemd  tot  boegleenar  te  da 
wialninde  en  wjjriHgeerte  aan  bet  Atbenaeom  te 


beavemde  maunen  werdeo  gerantd. 

'  "    "    '"  K  de  waardighetd 

ging  bn  ak  boog- 


Tot  3  maal  toe  bekleedde  b9  er  de  waardighetd 
T*n  rector  nugiülieaa.  In  '1740  ging  bn  ak  noog- 
leemar  jmtx  Leiden  en  atdnd  m  nog  mm  26  Jaiir 


aan  bet  bootd  Tan  de  beodenaam  der  Qnekêabe 
taal  en  Mterknnde.  tn  NoTember  1766  werd  hem 
«aneritaat  rerieend,  doeh  faS  oreriead  reeda  deo 
Tden  April  T»n  bet  TtdoeDde  jaar.  Van  ^  ^ 
aebriftn  noemen  wij:  JnÜJ  P<rflaóe  OnodiaatKi 
lifcri  tree  poeterioree"  <2  dbk,  1706),  „Lnciant 
ooUoqnia  aelecln  at  IWodv  Cebatja  Inbüla,  He> 
nandri  aententiae  moialea"  (1708),  „Arietorikania 
Plotefl"  (1744).  UU  iqn  nalateiwdap  gaf  Oeaf 
de  „Ancedota  Hemsteibiiaiana"  (1825)  en  JVtede- 
nurnn  „Orationee  et  epM^e"  (2de  dmk  1839) 
nit.  Uen  bmraart  han^ehriften  Tan  bera  op  dé 
aoademiaehe  boekerg  te  Lrideo  en  op  de  bloKo- 
Ibeek  der  Maataobapn  ran  NedwiMMbcbe  L«t- 
terkimde  alihar. 

BemelerkiaM,   frmuitaa,    een   neef    Tan    den 
ToorgMode,  den  27Bben  Deeanber  1721  te  Fran^ 


DigilizedbyGoOglC 


k«r  gebonn,  onbring  ifjn  opleiding  te  Lefden, 
bekleedde  te  '■■OraTenhsge  den  port  fan  eeraten 
eoQuniw  bjj  de  kaneehiTJ  en  kwam  dikwök  ia 
den  kring  T&n  Tontia  Jmalto  OaUujm  Ie  ll«k- 
gt»r,  waar  ocè  Jaeobi  en  Hanutim  ytakwaóem. 
Hjj  Btond  met  iiMi  in  regelmatige  briefwïM»- 
liög.  Btrder  noenwie  Eemtterhm  een  der  gTo«t- 
flte  denken  >ed«rt  Piato;  Ön  wülMeeerte,  ncli 
aanahiitende  bjj  SoeraU»,  Plato,  Lodtt  en  Slud- 
fothtry,  ta«bt  bet  ratknnbnne  fMt  bet  asnio»- 
titme  te  venoenen.  V«lgea«  bent  k  bet  sefaooae 
dftt,  w«t  ia  den  kodaten  t^d  de  meeete  roomtd- 
Üngen  dmt  ontstaan.  Jaeobi  en  OoefAe  bebben 


d«M  rtel^ig  nn  fiemaforkuia  oreigeooroen.  In 
cgn  «viken  doet  ba  iteh  kennen  ik  een  amaak- 
T(k  «trliat  en  kanatfeeaner.  ffii  cnKrleed 
Jnli  1790  te  '«Oranrenbage.  Hq  adu^et: 


doet  ba  iteh . 
n  kanatfeeaner.  Hii  cnKrleed  den  lóaa 

«r  U  •cnlptnN''  (1769),  .Jjrttn  sur  llMnme 
et  aas  rM)port«"  (1772),  .(Söftjie  on  de  fci  phi- 
loeophie"  (1778),  „Aritóe  -  -^  ^  r.._:.l«" 
(1779),  „■■  ■  -  ■■ 
des  facnïwa  oe  « «cue  ii  lui  j,  ,,xjcwie  u^  ^iw 
i  d>>otkDe  BOT  rathétHDe"  (1787),  „Deacripfi 
sfailost^iqae  dn  earaetére  de  fm  M.  Fagel" 
(1773)  en  ,Jj«rttr«  aar  une  pterie  antique  dn  ea- 
liinet  de  mr.  F.  de  SatdOi"  (1702).  Al  die  atnk- 
ken  xga  gezamenlök  onder  den  titel  lan  „OeoTiea 
pbilowfAiqoee  de  Fraoeoie  H«mat«rha)e"  by  bar- 
nalrng  uitgegeTen,  de  laatate  maal  met  een  la- 
TenaoeadirDinng  dioor  L.  S.  P.  Meuboom  (8  dln^, 
IMS— 1850).  fa  ie  Ja»tote  iaitn  w  de  waa^de^ 
rkig  van   i/enu^erAiiu'   weik   wedeiom  toegeno- 

H*n*rM,  een  mier  in  de  Spautaefae  provm- 
din  ChudaUian  m  Madrid,  oniapriogt  m  den 
Sierra  Miniatra,  stroomt  Unga  SignSDza  Oaada- 
Uiara  en  Alealè  de  Benaxee  en  mondt  na  een 
loop  Tu  150  km.  t^  H«jorada  del  Campo  ait 
in  de  Jarama,  een  lurJTier  ran  den  Taag.  UH 
deoe  riffier  ontrangt  het  belangrijke  Heoareak»- 
dmI  i^d  water. 

Benok«,  Kart  Lvdvig,  «en  Daiteeb  eterren- 
kaadige,  den  Saten  Afrril  1793  te  Drieeen  gebo- 
ren, waa  BoAtenaar  ttg  de  jmatenjen  aldaar  ea 
later  te  Friedabarg  is  de  NeumaA,  werd  terrol- 
gena  gqwnaioiuieerd  en  overleed  den  Sleten  8ep- 
tend>er  1866  te  Marien mideT.  Oedarende  tiwin- 
tte  jaar  beatndeerde  lijj  den  aten«nhem«l,  om 
b^fe  de  kleine  plait^n,  ^an  1800  tot  1807 
tnaacben  Mars  en  Ji]f>iter  oi^dekt,  aog  een  an- 
dere op  te  qioren,  waartoe  hij  aeer  nauwkeurige 
■terreniaarten  bad  tmtworoen.  In  1845  ontdekte 
bg  Aetraea  en  in  1647  Bebe.  Daaimade  werd  de 
reeka  geopend  der  talr^e  iphBetoId«noiitd<Ékki- 


TBn  een  oöd  naleljik  geriadit,  in  SikaiB  gwrea- 
tigd.  Het  onUeent  i^  oorqmog  aan  den  Heo- 
goaisdiea  graaf  vom  Tkmo  en  iQn  naam  aan 
Set  vkk  CeOtOrtOUMlj  of  Dcnneiemsrek.  Vrjj- 
beer  Laxanu  HHuket,  kciserlijk  gtJteimraad  en 
Areetenr  der  möoen,  verlioogde  bet  aancien  van 
i^  Hni«,  doovdien  btj  m  1628  de  beerliJUwdvn 
fiéntben  en  Odeièeiv  iwwierf.  Zgn  loon  Laxa- 
nu U  werd  in  <M5f  door  Imier  rardinaiid  lU 
in  den  rykagiaveDetand  op^enamen.  ï^n  oudate 
Mon  SItat  («ebomi  1608,  t  1667)  werd  de  atieb. 
ter  der  1^^  Odwbérg,  wette  io  ISOS  ia  nitgeetM- 


I. 


ven,  en  ijjn  derde  looi^  giaHf  Oeor;  fritétK^, 
die  van  de  Ign  Bntfkm,  wfAke  tbaoe  nog  bhwK. 
Laabrtgenoentde  geboren  1611,  t  1670  «'de 
bet  tTwede  gedeelte  van  de  beeiljp^heid  Beatben, 
namelnk  Tanowte-Hendeck.  Zgn  oodata  loon 
Laopoid  ferémmd  feebmen  1640,  t  1699)  wad 
de  stamvader  der  S.-Kaifaoheke  löo  BeitUien, 
en  ign  tweede  loon  Kari  Maxinüitn  (eebonD 
a«15,  t  '1720)  die  van  de  Svu^eliaAe  ^n  Tor- 
WMMtt-iVndeek.  fi«t  boofd  'vam  de  endcto,  Katt»- 
litke  Ign^  weike  in  Sitezit  nitgestrekU  bMittia> 
«n  beeft,  ia  giaal  Bugo  Beiük^  gebwan  den 
Slaten  JnH  1fiS2.  Tot  de  Ij»  TonMMpUx-Xewfeek 
in  twee  thua  bo^  bloeiende  taUen  een  Saku- 
eebe  en  een  8il«st«ebe,  veodeeld,  <bebooido  giaaf 
Vktcr  Amadeu»  Heiiekel,  geboren  in  172^  die 
lidi  vooral  in  den  Zevenjarigen  Oorloe  oixler- 
•dwiaUe,  ale  tnJ4«naat«eoeraai  in  ITm  vng- 
leed  en  «en  ,^ilitftriBebe  NaeUaea"  aditerliet, 
welke  m  1847— 1949  in  3  <Hn.  »  iütffeBeT«^ 
aJHnede  imi  loon,  graal  Wilhelm  BeMÖtêl  (ge- 
twien  ü  1775,  t  den  iMsten  Jq»  IMS),  «roD- 
eena  hatenaottfeaenaJ  by  bet  PraiiMte  leger. 
Bet  tegenwoorffip  boeld  van  den  BakstociKD  lak 
dtaar  4vn  i>  gniif  Furfor  HenektL  geboren  den 
36aten  Ootobef  1854,  die  in  1897  DoHRb  miiiie- . 
twreaident  m  Laxemftnrg^  in  1699  Fraiaiadi 
geuBt  in  (Hdeahng,  vn  1906—1910  genat  te 
Eepenhagen  ii  geweeat.en'VMi^nSilenMheataÉ 
gralkt  Qmdo  Heiteket,  geb(»en  den  lOden  Anna- 
IM  1880.  lDe■^  üd  tui  den  Piwawohen  &ad 
van  State,  ia  in  1001  «ot  vont  veriMnwn. 

Hmdanon,  Altxaitder,  een  Sebotsüh  Fro- 
teatantadi  geertMi^,  werd  omebretka  1588  ge- 
boren en  gudt  ak  de  ofibauww  vsn^  Sebotaeh- 
HéFTonode  k«ik  io  den  atrijd  tegen  karing  fo- 
rel /.  die  de  Sebotaebe  ken  in  aamenbaag  met 
de  BngelMhe  epiaeofalen  'wenMMe  te  reoigui- 
aeeren.  StndtrKm  WNt  de  tnri^tiDg  der  Miot- 
eefae  en  rEngcbebe  weabTteriaMn  door  te  letMn 
en  matwieip  voor  nem  «en  geloolabelMenit  of» 
Cahiiti«tiadii>i«abTteriaaaMbe»  gnwddagl,  die  in 
1647  door  de  veiwiaden  koken  werd  aaDgeno- 
men  en  tetec  door  bet  Paitanant  ia  goedgekeurd, 
ffmderatm  werd  in  1040  reator  dor  imiveniteit 
te  EdinixuBhen  totiijndoodan  1M6  teften  jare 
biertoe  bentonn. 

Handrlk  X,  4qgenaa«iMl  de  Fogelaar  deear- 
«te  DuitMbe  koinng  nit  bet  Sakaiaehe  Hoia,  in 
876  gAonn,  regeerde  ivan  919  tot  990  en  waa 
een  «ran  van  Otlo,  hertog  van  Saksen.  Reedi  bg 
bet  leren  van  ign  vader  had  1^  voorsBoedig  ge- 
oorloogd tegen  de  aangrenMnoe  Slanoebe  to}- 
keB.  Na  bet  overl^n  van  Otto  moert  hg  rtr^d 
voeren  tesen  koovv  ïoearaod  I,  d4e  hem  een 
f^eette  dm-  getitie  landen,  ^M^aaldelgk  Tbn- 
ringes,  witde  oratrokkeB.  Hendrik  brirield  eeitter 
de  oTsiliaiMl  en  vrerd  ttMt  door  Koerood^^  toen 
deie  op  tija  eterfbed  lag,  aMbevalen  ak  ign  oo- 
volgv.  In  919  vNod  bg  door  de  Franken  en  Bat- 
■en  te  Frttalar  tot  koning  gefeoaen.  De  iegende 


apanning,  vogelvangen,  beiig  was:  vandaar  ign 
bgnaam.  SQ  ondmrieip  BoreAonf,  hertog  vm 
Zwobeii  en  Armüt.  hertog  mn  Beteren,  aan  lün 
maebt.  Ook  wist  ng  Lotharingen,  dat  h^  eerst 
ma  Fia^ijik  bad  «fgcstMo,  weder  bü  DnUadi- 


DigilizedbyGoOglC 


HIEMXUK  I— BENDBIE  II. 


land  ite  ToeMu,  4tom'  aija  <loeiiter  Qerberga 
Oimiltreeht,  baUig  tm  iU  hsó,  tot  fioow  te 
gereo.  Hg  orgSBiseenle  het  feodale  legei,  aliebt- 
t«  TMtii^eii  MD  <b  gMuen  «n  ventokte  vele 
plutsen.  Id  928  onMtewwaï  hj  d«  WeitdtB  «b 
Slaveii  tot  «aD  de  Odw;  de  iWn  werden 
934  vit  SkevKJk  Teijugd.  '" 


wapenieit  was  de  TCmietiginé^  der  Honguen  is 
"  3  ^  OSttógen  en  IUmw.  Danndooi  waé  een 
j  -  -gttt—niifbaaaectoeiitea,4ieieMK■ 
\  iudre  eeuw  Ung  in  Dnitediknd  hads 


aSSlqj  G     _^ _.._      __ 

eind  gemaakt  aan  ^  plnnAeiiioebten,  die  de 
yaren  een  iudre  eeuw  lang  in  Dnitadiland 
den  gedaan.  Hü  «««rieed  io  986  te  Uemleben  en 
weid  I»  QnedliafauK  tei  wpde  twettid,  waaraa 
zga  toen  OUo  hen  opntgd». 

Zie:  Wriu,  JafaWU^er  dee  Dentalen  ReUm 
unter  KOniK  fleinridi  I  (3de  diok,  Leipaie 
1885), 

Hvndrlk  H,  de  UeiÜge  at  de  Mmke  (1002 
—'1024),  de  laatste  Roomecii-DQitMlw  kener  uit 
het  BAtmi»  Huia,  den  «den  Mn  973  geboKn, 
wae  een  atfateikMnKM»  van  den  '•eoigaande, 
erfde  in  99S  van  aJiB  nuler  bet  bertogdom  Bele- 
len  en  TnegeacldB  u  tOOI  keiier  0(to  naar  Bo- 
om. Toen  OUo  «n  ItaM  overleed,  naakte  Hen- 
drik aieh  meestee  van  de  RgkaatMadiBn,  doeb  kon 
aleehts  door  den  bnatand  van  graaf  Lalkariut 
«Off  Bendnwg  en  WiUigU,  aai<Wi<8e«hofi  lan 
Haiu,  ueh  staande  honden  tegen  ign  mededin- 
gers, Sekard,  maikgraaf  km  Mtititm,  en  Hw 
mam,  faertog  «M  Zmabe».  Bji  werd  des  7den 
JuH  100S  te  MaiiH  gekiOAnd  en  moeet  aanstonds 
atrod  TCtran  4egen  m  broeder  Bnno  en  He»- 
drik,  maikgiant  vm  SekwtMurt,  die  beidoB  mb- 
^traók  UMtatea  on  liet  hertogdom  Beieren.  Of- 
adiooa  BoMtm*  II,  kastiiw  van  Polen,  ign  te- 
g*eastaad«B  stennde,  «on  £g  den  Uoedigen  elag 
ojj  EreuMen,  waania  hji  Hmdrik  van  Luzmm- 
burg  den  broeder  xgner  gemaUii,  met  Belgen 
trateeiMie  (1004).  IiumM^  hadden  de  Italianm, 
oa  bet  kioderlooB  oweri^dNi   tan  Olto,  naA- 

iraaf  Hardonin  *m  lerea  4ot  kosting  gdcoaen. 
'tndrik  trok  mm  KaÜè  en  deed  u<£  t«  Pavia 
de  IJieren  Kroon  opletten.  De  4)urgeri  dier 
ttad  kwwneu  kt  opeUod  en  ^Klegerdni  den  kd- 
lei  in  ijJB  paleis.  Hg  radde  bet  levea  door  «en 
^trong  Dit  net  imeter,  die  Imoi  iija  ^eheele  le- 
Ten  mank  deed  gaan,  vandaar  lün  bgnaam  „de 
manke".  —  BjJ  verwoestte  Pvria  en  keerde  naar 
DnitecfalBad  terug.  Nu  ontrukte  hij  Bobemea  aan 
Bolasjout,  gad  bet  aan  Jonmir.  een  kkki  vm  den 
hertog  Tan  Bobemen,  in  leen  en  viel  BoUtlm»  op 
Pooliëh  gtoadgebted  aaa,  aoodat  hq  dneo  b<j 

den  Rede  tbu  'lleiset>i        "■~-'> 

onderwerpiag  hnAL  i 

Tsa  die  afweiigbeid  fflbiwK  g^naoat,  on  <k  «o- 
Hokli^  «aanUgbe^  is  ItaliS  te  berwiniieD. 
Dienlengan^  trok  Hsnrfrifc  in  10IS,  vergeteld 
vaa  qn  gemalin  Ktmijfonde,  nogmaAle  naar  Ita- 
KS,  dwong  Bardöniit  de  kramt  ned«  <te  leggen  en 
begaf  >!<£  naar  Itome.  wmt  paus  Benedietut  Vlll 
bom  en  lön  gemalin  kiMntde  en  hem  den  gouden 
Rgbsappël  ab  ünoebeakl  der  keiserijjke  «ereld- 
heerseoappfl,  «ireriiandSgde.  In  '1013  moest  hj) 
aan  Bolttbmt  de  LMSits  aMMO.  Een  derden 
kr^igsloib  naar  ItalU   onderaMD   bjj 


OriAen 


hen  Ie  bo^  riep  tegen  de 
in  Benêden-Italil.  E^  ^reed  voorepoe- 
enigde  de  tfooimiaiiiea  met  ijjn  leger 


en  ecfaonk  hun  vaste  wooii(il«MtaeEa  in  Beneden- 
Italiê,  om  er  de  wacbt  te  houden  tegen  de  Grie- 
ken. Daareoèonen  moest  hg  ook  iu  DüteehUnd 
gedurig  oorlog  voeren.  Adalbero,  een  broeder 
ignet  gwnalin,  wieip  lich  ugenmadttig  op  tot 
biaaehop  van  Trier.  flendni:  nelegetde  heóa  al- 
daar 4  maanden,  en  toen  Adalbero  bescherming 
TtHid  bg  sffn  broeder,  hertog  Hendrik  txm  Beie- 
ren, beoorloogde  h«  ook  dexn  en  beroofde  bem 
nn  ign  geng.  Ook  de  graai  van  Vlaanderen  va 
de  nieuwe  markgraaf  van  MeiMen  kwamen  in 
oyetaadL  dodi  moeaten  zich  ond«w«ipen,  en  met 
betnkkkg  tot  Bouigoodit  sloot  Hendrik  met  den 
kinderkwaen  bertog  Rvdclf  lil  een  overeenkomst, 
Tolgens  welke  dat  laad  na  diens  OTerljjden  vet- 
vaUan  soa  Mn  het  Dnitoche  rak.  Verder  beintal- 
de  hQ  paM  BenedietuM  Vlll,  die  in  1014  de 
vlocbt  lüd  moeten  nemen  naar  DuKsehUnrf,  om 
aan  den  tetfMwaua  firejronws  to  ontkomen,  in 
tgn  waardigiraa.  Hg  wi«  een  vriend  der  geeste- 

Sikbeid  eu  een  gveraar  voor  de  belangen  der 
eik,  etiehtte  o.  a.  bet  biadoo  fiamberg,  loodat 
pav  En^eniae  lil  hem  na  ign  dood  (13  JuK 
1024)  bedig  verfcliaide;  xgn  gemalin  KmAgonde 
(t   1038)  genoot  hetseltde  voorrecht 

flsndrik  11/  (1089—1056),  de  tweede  Roomsch- 
I>uitsobe  keim  uit  het  Huis  der  Salitdu  Fran- 
ken, een  Mon  vso  Koenraad  U  en  Oittia,  den 
aSsten  Oetober  1017  te  Ooeteibeek  in  Gelderland 
geboieo,  w«nl  meds  'va  lOQO  tot  Dirilsch  koning 
gekoMi^  in  lOS?  heitog  ^«>  Beieren,  in  1088 
van  Zwabco  en  Bom^ondie  en  in  1080  opvolger 
sgoa  Tadeis  in  de  keueilijke  wssnUgbeia.  Daar 
ign  gunstige  aanleg  door  een  uitiDunteade  ofi- 
voedug  «M  ootwi&ieM  en  hg  reeds  vroeg  in 
den  wafwnhandel  sidi  geoefend  had;  was  bg  een 
der  knièhtïgste  keioen  isn  DuftecUand.  Om  het 
gevaar  af  te  wendra,  dat  hg  vaa  al  te  machtige 
hertogen  dochttei,  behield  hjj  de  vmMlIen  bei- 
togdommeD  voor  ikh  lelf  of  voor  xgn  bloedver- 
wanten of  beleende  daaimede  miadni  rnvloedrgke 
personen.  Alken  Bemhard  «m  Sakten  haöd- 
haafde  ign  gnag.  In  IMl  maakte  Hendrik  lil 
den  hertog  van  Boiietnen,  Bretielav,  tehalfiliich- 
tig.  BretMlaH  had  een  strooptocht  in  Polen  ge- 
daan, Brealau  verwoest,  Krikan  gepluikdezd  en 
bet  lp  van  den  Heiligen  j4daJ6er(  nit  Oneeen 
naar  Praag  gebracht.  Daoma  dwong  Bendrik  ko. 
Dii^  Andrea»  van  HonguHje  'm  1047  iga  land  als 
een  DiüMi  leen  te  besehonwen.  Ook  jo  Offtt- 
Ilalit  maakte  hg  «en  lOiule  aan  de  verdeeMbeoeD 
en  het  gehikte  bem  de  NoormaiMwo  ia  ApuliB 
en  OaliüiiS  aan  sgn  heerKhappg  te  onderwer- 
pen. Heer  tegenstand  aBdervond  hij  in  Lotharin- 
gen, waar  OoUtried,  hertog  emi  Nerder-Lolkarin- 
gen,  lith  Tan  0|i|ier4xitbamigen  wUde  meester 


Italië.  Op  een  veigadering  van  bissdiopMa  te 
Sntri  liet  hg  de  8  paoaea  BsNedietes  fX,  Sglvee- 
ter  lil  en  Qregorine  VI  abetttn  en  den  DuUschen 
bissebop  Suidgêr  van  Basnbetg,  onder  den  naam 
TM)  CÜment  IL  tot  ttm  hkaen.  Ook  ttacbtte 
Hendrik  inrioed  te  krggen  co  de  reorgainsaüe 
van  keifcelühe  inridttia^.  Bet  werewük  ge- 
iw  stond  tüdtBM  AsMfrik  UI  boven  het  geeste- 
Igke.  BUdebrmd,  kter  Orejrorws  FZf,  Ivd  ai» 
kaïdlMaUdbdiaken   de  bedodingen  des  kMoeri 


DigilizedbyGoOglC 


ioOTgrooA  en  beunelQli  teeeivenTeikt,  zood&t 
K«èa  bg  het  menlndtn  t&d  Hendrik  &Ue  Tooibe- 
retdeode  masti«g«leii  gicraaaiMin  «uea,  om  h«t 
{wndf^  gezag  van  den  ivrloed  des  k^ere  te 
bevr^dea.  Hendrik  o>T«rieecl  den  5<fcn  Oetober 
1056  te  Bodfeld  bÖ  *n  Hsra,  Tölgeu*  ■reler  ge- 
Toelat  SMi  veigil.  Ni«t  aJlecn  beeft  h^  v^erig  de 
DniisAe  eenbevi,  nuMir  voonl  ook  ianst  en  we- 
teudini  bevwdéni  Hg  stietitte  talrgke  Uoo»- 
tenefaoMa  en  i^We  «r  geleerde  mooiukeD  uit 
Eng^&Dd.  Ook  deed  Uj  de  doink«ifce»  vengien 
te  Woma,  Haina  en  ^ien  en  toonde  zibh  eea 
vooratender  Tao  de  nuiudc  en  Tsn  de  gesdiMe- 

Zie:  SUindorff,  JaliibfldteT  des  Dentseben 
Reicht  nnter  H»w4)A  IQ  (2  dki^  L»mig  1^74 
—1881);  jrWer,  Dw  Itmeni  KeUer  Beiorielu 
lU  (Berlga  IfiOl). 

Hneb^  rr  <1056— lil06>,  RocDMeh-Dniteefa 
kener  en  jood  tvi  den  Toorgeeode,  weid  den 
Uden  Nenrccober  1050  geboren.  Dmt  hü  lijj  het 
overljjdHi  igne  Taders  fM  6  Jaar  owi  wu,  werd 
de  regeeriog  &anrsi)kelijk  tne^eitround  aan  i|)n 
moeder,  AgtttM  van  Poitiers.  Deoe^  hoeirel  on* 
derateond  door  fmxa  Vtetor  U  en  Terroigene  doot 
Hendrik,  Vm^xnp  'an  Ang*ncg,  w«8  niet  opge- 
iraaNn  liegen  de  beencfanu^it  óm  lükOTOKteD  en 
tegen  de  paneetöke  maobt.  Om  de  Tganden  Tan 
baw  Huis  >te  bcrredigen,  gaJ  >q  aan  hertog  QatU 
fried  LoUnrrogen  terng,  teo>^  Rudoll^  graaf 
mm  RAein/eUen,  die  hiuii  doehter  Malktlde  ge- 
edaakt  liad,  bet  bertogdom  Zweiben  ak  bowe- 
Wla^t  ootinng,  wa&nia  ^j  graai  BerthM  vok 
ZaftnttwR,  die  aanspraak  bttd  of)  dit  hertogdoiD, 
eebadelooa  sbdde  met  EariDtlrii  en  den  nuebtl- 
g«ii  graaf  Otlo  von  Nordheim  met  bet  bertoedom 
Beieren  beleende.  Door  dSe  vrijgerigbeid  aobtten 
aodeT«n  7Ldi  benadeeld,  en  Hanno,  aartsbisaehop 
»an  Keirien,  Tstte  bet  voornwnen  op,  zich  van 
den  jongen  koning  en  daarmede  van  bet  rijiabe- 
«taDT  meealeT  te  maken.  Men  lokte  den  jeugdi- 
gen Hendrik,  toen  hjj  met  ign  moeder  omatreeki 
FïMben  1062  op  bert  eilaiid  £awer»irert  vertoef- 
de, <m^eeli  vaartiBg  op  den  Rftn  en  bradit  hem 
Daar  K«Qlen,  waarna  Hanno  de  imgeJs  van  het 
bewind  in  handen  nam.  Toen  ooMaiiden  wille- 
fcmr  en  verwarrine  >n  bet  DdUscAm  R^k.  Om  liJD 
aMvkébA  kreeg  Hanno  Tde  Tqaadon,  loodat  nij 
sich  weMni  genooduwkt  sag  ook  aan  Adiübert, 
aartebiaaehop  wn  Bfemen,  deel  te  geven  aan  bet 
beetnor  en  aan  <le  opToedtng  van  Hendrik.  Het 
ep?oediDcestdsd  ran  Baitno  wn  gertreng  en  dat 
Tan  AdMhat  nUemt  vnSsk  en  toegetvnd.  Geen 
wonder,  dat  Hndrtk  zidi  Tooral  tot  Adalhert 
aanffetnU«n  gevoelde,  «i  doe  maakte  bJenrant 
bniii,  Mn  den  Jeugdigen  vont  ijjn  be^meel 
omtiótt  bet  oinepeikte  g^Mc  Ton  den  keiier. 
alamede  zgn  hut  tiegen  dé  Sakeisdie  voraten  in 
te  prenten  en  zelf  lid  Tan  hrt  OMterbeetnui 
mecBtwr  Ie  maken.  Hiertoe  deed  hg  oen  '14-jari- 
gen  HeniMk,  na  een  yeldtodit  tegen  de  Honga- 
ren, 4ie  Wonm  «p  een  Rühsdag  meerderjarig 
TCrklaren  en  regeerde  in  sgn  naam.  Weldra  ech- 
ter nMKa  de  Torsten  de  willekeur  v<in  Adclbert 
moede,  zoodal  i^  bot  bettaur  weder  aan  Hanno 
(ndroegeu.  Terwgl  deie  nn  de  aaa^degenhedeD 
des  TgkB  behartigde,  gaf  Hendrik  neb  orer  aan 
«en  loebkodig  loren,  en  om  mikB  tegen  te  gaan, 


daed  Hanno  den  -nxat  tegeir  Aene  lia  ia  bet  bu- 
weJifk  treden  met  Bertka,  de  reeds  lang  aao  bem 
Terlöotde  doebter  Ton  den  markgraaf  twi  Suxa. 
Wehko  poogde  hq  zi<4i  Tan  snn  ^emaUn  te  ont- 
doen, waarin  hg  ecMer  door  niBedKokomft  nu> 
den,  ipamo  en  Tan  de  rgksroraten  T«TbiiideMl  werd; 
bq  Terzooide  ziioh  mot  haar.  fatmiddele  werd  her- 
tog Otto  ton  Beieren,  lieadnikligd  van  een  aan- 
at^  <tegen  b^  leren  tbo  Hendrik,  verraUen 
veulaard  irau  ^pi  bartoodcan,  dM  mea  toekende 
aan  sgn  tioowelooien  etoooasoon  WM,  Ook  aaa 
Bertkoid  va»  Zahringen  ^werd,  w<g«M  Teimoedea 
Tan  opniengbeai^  Eari«tlu«  ontiHmen,  at  Ritdolt 
•m  ZiBtAen  ooikwam  tearawrwerDOod  aan  een 
deige^jk  lot  Om  ijjii  faeencbappQ  ia  Saksen  la 
bewitigeD,  deed  Hendrik  op  TorédiiUende  plaat- 
een ksateelen  Tengien,  en  daar  bjj  fcoTODdisD, 
onder  TOorwendeel  T»n  eea  krqntodit  uu  Po- 
len, «en  groet  leger  böeenbradtt,  vereenigden 
lich  de  SakMeriie  edelen  onder  aanvoering  van 
Otto  von  Nordkam,  en  bei^rdeD  Hehdm  in 
den  Hanlwig.  Deze  redde  zidi  door  de  vineüt, 
maar  tiq  wu  genooAaefct  tot  bet  attütoi  van  d^ 
voor  ttön  verDederandeD  vrede  van  Oerstnngen 
(1074),  waaAg  o.*,  bepaald  w«Pd,  ife  alle  ku- 
teelen  in  Saksen  weder  gesloopt  moesten  worden. 
De  woeetlKid,  waaimede  het  <t<A  siet  aUeen  den 
HarSbnrg,  maar  ook  een  kerk  TemMld  en  de  gra- 
vea  löDer  trioedvenrainten  geeduniden  isiii,  ga- 
ven HendrA  aanleiding,  zMi  tot  ■den  paut  te 
wenden,  en  dese  gieep  ffaame  ds  gel^enbeid 
aan,  om  lieb  met  de  UKm  van  het  Dnitaebe 
Bgk  t«  bemoeieB,  tenrgt  hg  teven*  den  keiaer 
ireitMMd  banW  te  draven  met  geestd^  bedie- 
ningen. Hendrik  bad  ziA  iomHMeh  akgenist  tot 
een  meuwen  krggstodit  tegen  Bakaei,  leverde 
met  een  ateike  kinjgsmaciit  m  1076  den  slag  bg 
Eohenbnrg  ud  de  ünstmt,  en  deed  de  kaatee- 
len  'berbonwen.  Ock  leMe  ign  I^eraadtet  ver- 
koopen  van  geestdjike  waoidigbeden  Towt.  Ore- 
gonUÊ  PU  ontbood  nem  daarom  naar  Roeoe,  Hen- 
drik liet  hem  daarop  door  een  Teigadering  van 
DnitsdK  bissdtoppen  eo  aft>tea  te  Wome  van- de 
pauselijke  w&aroigheid  TervaJlen  verklaren.  Nv 
eprak  Qregoriui  Vil  den  banvloek  over  hem  nit, 
vetkharde  bon  verveen  van  bet  rgksbestmir  en 
ontsloeg  i^  onderdanen  va»  aüe  gehooraaam- 
beid.  In  den  be^ne  dieet  Hendrik  daannede  den 
Mot,  maar  toen  de  Znid-iDaitsebe  vorsten  afval- 
hg  weide»,  zidi  met  de  oproerige  8<&een  veiboO' 
den  en  de  gevangen  genomen  vffiraten  In  vrgfaeid 
eteldco,  terwgl  óe  bimcboppen  den  paoi  vergifle- 
nie  verzochten,  toen  Mtfe  in  10W  de  Rnksdag 
hem  gelastte  zieh  'binnen  bet  jaai  van  den  oan  te 
zuiveren,  indien  hg  ^n  kroon  wUde  behonden, 
trok  Hendrik  in  den  etiengen  winter,  slechts 
door  ign  gemsin  en  sgn  aoea  vengoMild,  ower  de 
^pen  nsar  Italifl,  vond  den  jMOsop  bet  kaated 
(WMBa  bg  maikf^wvaD  Miühüde  en  ««rwieif  dow 
baar  voorspraak  ^nddj^  de  ganst,  dat  bg  boete 
zon  mogen  doen  OeAiieade  S  dagen  (25  tot  27 
Januari  1077]  moest  bjj  lioh  bg  lelie  koods  bar- 
revoets en  ia  een  baren  boetgewaad  vernederen, 
Toordart  hg  van  den  ban  ootberen  werd.  Dit  is  de 
grootste  vemedeiing  di«  een  weitiddjjk  vorst  ooit 
van  paosel^e  zgde  ondeigsan  beeft 

Toch  had  deze  daad  van  den  paos  een  onvei- 
wachle  nitweikiog.  De  Italiaaiiaene  vonten,  reeds 


D,o,l,zedb,GoOgle 


lang  nHHTende  o>ï«r  bet  gestrenge  (^treden  tui 
Qregorwu  VU,  boden  Hendrik  tran  bijeUod  aan. 
De  Duitaohe  Torartea  <kAt«DtegeD,  nn  Hendrik'e 
Tentedeijing  ««rwittigd,  boddea  Rvdolf  van  Zwa- 
ben  in  z^  cdu.ts  gekozen,  zoodat  Hendrik  in 
aUergl  naar  Duitsotuand  t^ni^eerde  en  ci  een 
legei  büeenbiM^t.  NuUt  h^  a«  aUcvn  by  Mel- 
ciohBtadt  (1078)  ea  Fluohheim  (1060)  gewoonen 
had,  «leed  Oregonui  hem  wederom  ia  den  b&o. 
DaaxenteseD  deed  Hendrik  door  een  veigadeiing 
biesciH^^a,  die  onterredeii  «ann  otcc  het 


c>e«tNiig  dioonettSD  tui  bet  coelüraat;  te  Briien 
dan  paus  abetten  en  öuibert,  aartdiieaeh 
Baienna,  «ia  Clematu  lil,  ia  ijjn  pUftto 


lieaehoc)  Ton 
1mU«  Deooe- 


men.  Wel  Terloor  kèi  den  «bff  aan  de  Elatei  Uj 
Meroebuiv  (IS  Oetooer  ]080)j  maai  i^jn  tegen- 
ataodei  Rudolf  fcirani  dauibü  om  het  leveik 
Daarna  liet  Hmtdrik  bet  beertuur  des  landa  ia 
tandea  vam  zgii  acfaoouaoon  Frederik  van  Hohen- 
ttmihn  en  troJc  in  1081  meit  een  kger  orer  de 
Alpen  en  etond  w«Mra  toot  <fe  muren  tmi  Botne. 
Docdi  eerst  na  3  jaar  (Maai4  1064)  viel  de  stad 
in  igD  handen,  waarna  hg  linh  en  zjjn  gemalin 
door  CIswMfM  UI  pleditig  deed  kronen,  terw^l 
Oregorüu  VU  de  wgk  eeaemen  had  naar  döi 
ÊmrieidMU».  Na  -wenl  bet  tooi  Hendrik  tijd 
naar  iDoifaenlaiMl  terug  te  keeien,  daar  mem  den 
9den  Avguetos  '1081  Ëermon,  gnai  van  Luxem- 
burg, tot  kooifig  tud  benoemd,  ooodat  de  borger- 
oorw  opnieuw  ontbiawt  was.  Herman,  ofsohoon 
'bü  WUrïAurg  (1085)  de  overwimüiifc  Mbalende, 
l^de  uit  eigen  beweging  zün  waaRbgheid  neder 
ai  Of«rfeed  kont  dsiirne,  Verder  werd  Hendrik 
ia  108S  door  den  dood  vierloet  van  eoD  anderen 
mededdDger,  nunelgk  ttu  Eekbert,  markgisAl 
«on  Meitien.  lomiddel»  was  ook  Oregoriu»  VU 
ia  lOeS  o*eriede%  waarna  eerat  Vicfor  11/  - 
na  diena  dood  Urbamu  11  door  de  Otworia 
•ehe  par^  tot  pwa  g«koien  werd.  Om  Cement 
til  te  beBCbeimen  eai  t«Teiie  tija  geutg  in  Italai 
te  handhaven,  trok  Hendrik  ten  derden  male  over 
de  Alpen.  Beeds  bad  hy  M&ninia  Terayerd  en  op 
Welt,  den  gefoaal  ïsji  gravjn  Matkiide,  mwr 
'  p  één  orerwLmung  behaald,  toen  hü  de  t^^ding 


trine,  dat  ign  zoon  de  lyde  t^aer  Tgaoden 

nertoe,  te  Honia  tot  konmg  geboond  was,  ah- 

mede  dat  de  Lcnubaixten  tiA  met  bertog  Welt 


kieierw 


te^en  hem  Tereenigd  hadden.  H>ar<q)  Tcpriel  Hen- 
drik tot  diepe  ïwaannoe*fi«4iei4  en  Wed  prui- 
men tQd  -weidceJoot.  iln  1096  eebter  wist  iüi  door 
toegeTeodhead  de  machtigote  Torsten,  o(^  Welt, 
aan  zioh  te  T«H)i4iden  en  vetkieeg  op  den  Rjjke- 
deg  te  Haina,  dat  Koeitraad  tso  de  konjidc- 
liike  waardigheid  beroofd  «n  zyn  tweede  loon 
Hendrik  Uit  ign  opTolger  gekozen  werd'.  Daar 
«ottreeki  deien  tijd  Ürbanui,  Clement  en  zgn 
ïoon  Koenraad  in  ItaliB  orerledea,  scheen  de  ruet 
in  Duitechlaod  ten^  te  keeien.  Do^  PaKkaliê 
U,  lot  paos  gekozen,  sprak  wddiaoT«r  ^  kei- 
zer, £e  bij  Toortdntijig  bieedioinKn  benoemde, 
den  baavkidc  ait^  en  terena  poogdein  eenïge  ede- 
len zgn  zoon  Hendrik  tot  o^tartd  aan  te  eporen. 
De  jongeling  trok  t^en  i^a  vader  ten  atrgde, 
joeg  hem  op  de  Tlnoht,  nam  hem  vervolgene  op 
Terrsderlgke  wijze  gevangen  en  dwong  &em  de 
kirooD  neder  te  leggen.  1%  keizer  ontsauite  ech- 
ter uit  den  kerker,  nam  de  wöJt  naar  Laik,  en 
cnrerleed  daar  den  7den  AugnstiH  1106.  De  bis- 


eeiiap  Tan  Loik  liet  hem  met  voisteli^e  pnelit 
ter  aarde  beatellen,  dooh  i|jn  Tüandró  bewerk- 
ten, dat  het  Ijjk  opgegrsre^  naar  ^isEB  ge- 
bracht en  hier  in  een  ongewjide  zykapêl  Ïd  een 
Eteeoen  doodkist  neérgele^  weird,  totdat  de  paus 
oa  verloop  T&n  S  jaar  den  buvloek  ophief. 

Literatuur:  Kilum,  Itioerar  Eaieer  Heiniicbs 
IV  (Earleruhe  188S);  von  Knimm,  JahibDatier 
des  Deutschen   Reicns   unter  Héinrich  IV    i 


(Leimig  1390—1904;  5  dln.);  Hökre, 
Kaieec  Hedncidi  H' sein  Lebea  ond  aeine  Eluwf*, 
1050—1106  (GQteialeli   1006);   SehiUmtiKn,  r 


Hendrik    V   0106—1125),    <BoomBcb4)Dlt«eh 
■     ■  1  1061  gebo- 


p«i8  Pasehalie  lï  werd  hg  bjj  bet  leven  tiiaa 
vad«ir«,  te  Hains  eoieDd.  De  aaahugen  tso  lija 
vader,  zooab  de  atad  EeoleD  en  Hendrik,  hentog 


onderwierp  hij.  Toen  Patehaliê  II  op  de  IcerkreT- 
gaderiog  te  UnastaUft  (1106)  het  TeAod  der  ra- 
vestltnur  door  leek«i  bechaald  had  en  HendrUi'a 
pogingen  tot  miimeljjfce  sdJUüng  mislokt  waten, 
trok^  in  IHOmet  SOOOOman  naar  ItaliB,  deed 
zi^  door  een  aaiftal  sleden  hukÜgen,  mkte  toot- 
waarte  tot  Sntri,  kreeg  door  verdrag  üome  in 
bezit  en  nam,  tegelgk  met  de  meeste  laidin  alen, 
ook  den  puaa  gerangen,  toen  deze  hem  niet  wil- 
de kronen,  iixüen  hg  geen  alataiKl  deed  van  het 
recht  van  benoemLng  vem  bieschoppen.  Eïerst  na 
rerloov  Tan  2  maagden  haricreeg  de  paus,  door 
van  aSe  wraak  door  mJiddri  tsc  een  bamloek  at 
te  zien  en  '•  keiiers  invettitunrreebt  te  berege- 
len, zqiiTxübeidt  waarna  bii  den  9den  April  1111 
Ha*drik  kroonde.  Naowelgka  echter  was  dcne  in 
DratscMand  teniggekeeid,  toeo  PoacAalü  door 
middel  Tan  Ouido,  aaitsbiesdiop  Tan  Vienne,  ep 
een  synode  van  Boargoud.ieche  bifieefaoppen  den 
keiser  don  banvloek  naar  het  hoold  sOngerde. 
Deze  bekreunde  zich  daarom  zeer  weinig,  vooral 
omdat  hü  jniat  oorlog  voerde  tegen  zgn  TanUen 
in  DnitachlaiML  fiiaribg  caderToiMl  hg  echter 
wMdig  TOor^MMd,  en  zgn  vgaaden,  de  aaitsbie- 
sclxqipea  vaa  Keulen  en  Maim,  maakten  daai- 
vsn  gebniik,  om  den  hanTioek  té  herhalen.  Deze 
bandelwnze,  abmede  het  evei^vden  dei  ma.rkgra- 
vJn  Malküde  (24  JnË  1115),  wier  nalatenniïi^ 
hg  rn  bezit  'wiMe  nemen,  bracbt  hem  er  to<^  de 
Ti^ediging  van  Duitecfaland  aan  den  hem  trouw 
gebleven  hertog  van  Zwaben  op  te  dragen  en  in 
Il  16  opnieuw  naar  ItaJifi  te  trekken,  waar  hg, 
na  bet  aanvaarden  der  erfenia  van  Mathilde, 
Paaehalit  II  uit  Rome  verjoeg  en  na  den  dood 
van  deze  Oreaoriu»  Vlll  tot  paua  koot;  naast 
wien  editer  Qelanue  II  als  tegenpaui  optrad. 
Deze  tpnk  wederom  den  banvloek  uit  over  den 
keizer  en  najn  dooma  de  wnk  naar  Fraoki^. 
Inmiddels  Ueef  de  borgeroorlog  in  Duitecbluid 
aanhouden  en  de  Ti^csvoreten  bedreigden  d«a  ku- 
zer  met  het  verlies  vao  ïgi>  troon.  Toen  na  den 
dood  van  Selasiu*  (1119)  de  gevreesde  aartsbis- 
schop van  Vienne  onder  den  nasm  van  Calixtiu 
Il  tot  paus  benoeoad  was,  hegti  Hendrik  zich 
naar  Dtutscbland,  maakte  er  een  eiiH]«  aan  den 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Btrgd  dooi  de  belofte,  dftt  h^  «u  «Ifc  lö»  eigen- 
dim  100  tencavTCD,  en  heriu^de  die  2  jku  la- 
tor  «9  den  RQudw  te  WOrabaig.  Ook  met  Oa- 
lüitu,  die  bon  t«  Beime  c|i  een  vergMleriiK  tu 
427  geesMgken  ie  den  ban  gedaan  had,  Iwani 
bet  0^  den  Rjjkedag  te  Worm  tot  soodanige 
ariiikkiiw  dftt  de  domkifiittels  da  tneaehoppen 
•»  kiaen.endfttdepMBbeiibeTeatïeeiiende 


londei  I 


of  OaUstiiueke  «rede,  l'122).N«idientadbeÜTer- 
de  lidi  de  keiier  linineslMidKhe  Teideeldbeid  sü 
dn  mg  to  ndoien;  Iqj  orerked  den  23«teii  Mei 
1135  to  NqaMgen  ale  Wteto  kmaer  tui  bet  S»- 
ÜMti-Pnuikiedw  geelaebt. 
Zie:  Bmheim,  Tim  Oeedncbto  det  Wcnneer 


fen,  een  tot»  wt  fn&rik  I  en  Beatrix 
Boiirg(mdii,  ia  MAS  te  Nömegen  «eboiei^  ««rd 
raedi  in  1 169  tot  Dnitedi  k«ohig  seRoood,  woon- 
de MAwikelA  m  IteliS,  doeh  knrMn  in  118% 
toen  iQn  noer  «en  Eniktoeht  ondernein,  ale 
RgkabeBtDiiTder  in  IhntodduML  Hg  voeide  oor- 
lof tegen  Bmdrik  den  Leeuw,  dodi  maakte  «el- 
dra  Tnediaa»  «ehikkingeQ  DMt  bon,  toen  in  111)1 
door  den  dood  tmi  koning  WiUem  U  de  Siei- 
lÏMOMbe  kosingetrooft  «fwn  kwam,  wtuop  hij 
■aoepnk  Iwd  i&  naam  tmi  zijn  ^«maÜn  Oonêttat- 
fio.  Toen  hq  y^tmcu,  d&t  de  SialiaMMclie  edelen 
graal  Ttmeredo  «m  Leeee,  een  onw«fetigen  Moa 
van  OoMtanfta't  bioedw,  tot  den  tioon  hMtdeQ 
geroepea  trok  Hendrik  naar  Italië,  «iet  door  njn 
oebendiglMad  de  Lombarden  aan  lijn  i^de  te 
breneen,  «on  de  gonat  dei  Booraien  döw  de 
BtadTDéeulisn  op  Temderlqke  «qk  in  ban  han- 
den ant  te  leveren.  Het  itdi  in  1191  door  psne 
Ooriuttmt  11/  knmen  en  yerOiTerde  daarna  Apn- 
W  en  iMt  konistiqk  Napda.  De  boofdatad  Na- 
oria  Ueef  tegenataod  biedei^  en  na  drie  maan- 
den iModnakto  de  peet  den  keiset  tot  den  af- 
todit,  fi3  ifB  kom^  in  DaitecUand  aaaraardde 
bq  de  i^ke  u^tenadtap  na  fewtog  WeU  VI, 
l>deeDd«  wj^  broedei  Koenraad  ntet  Z«aben,  nam 
Riekard  Leettwenkart  vevaogen  en  biw^t  Hen- 
drik dett  Leeaw  tot  wMerwenirng.  In  ItalÜ  wat 
inmiddela  Tmieredo  OTCcieaen  en  diens  «Km 
WHUm  III  ondei  Toogdjjecluip  üner  moeder 
SybtUe  tot  koning  nilgeroepen.  Hierdoor  se- 
kieikt  en  daartoe  ïd  staat  geatejd  door  de  Be- 
laogrgfce  «om.  «elke  bg  Tan  Rkhard  Leeutee»- 
fionj  als  loeceld  ontoanoen  bad,  trok  bg  weder 
naar  Italil.  Nqtela  openw  moi  bem  de  pcMwten, 
SiJemo  «ad  Btormenderbaod  iiwenMDen,  Siellit 
ondenrierp  liiih,  en  den  208ten  Norcnibw  1194 
bieèd  de  keim  i^n  intocht  in  Palenno.  Sgbille 
en  Willem  deden  rader  Toorwaarde  bet  graaf- 
«bap  Leece  en  l^rcnto  te  mogen  bdtoodm,  af- 
etand  tm  de  knxnit  mam  Bèndiik  Uet  ««Idra, 
onder  Toorweuhd  Tan  een  aamenzwering,  SybUle 
en  htar  dochter  is  hecbtenie  nemen  en  Mar  het 
kkoeter  Hobenbaiv  in  den  Elia«  brengen.  Wü- 
tem  Tan  bet  Hebt  oer  oogen  berooren  en  ontnian- 
nen,  bet  lök  van  Taneredo  miebAodelen  en  alle 
aanbangera  Tan  bet  Nonnandische  Torstenhais 
MUider  Torm  Tan  jjrocee  ter  dood  brengen.  Wel 
deed  de  péoj  been  ut  dm  ban,  maar  de  Trees  Toor 


IL  216 

flendrtk'fl  wrewBiMd  bereeti^  i^a  getag,  m»- 
d«t  hü  onbevreesd  naar  Dniteeblaitd  ion  temg- 
keeien.  Op  de  lUkada^  te  Wwme  en  te  WOn- 
burg  (11«)  traoitte  t^j  ijjn  plan  door  te  Mttei^ 
om  de  Duiteche  koningskroon  erfelgk  Ie  maken 
in  ijjn  gealacbt.  Dit  miabtte  echter  door  deq 
tegenstand  Tan  geeatel^e  Toraten  ea  Tan  den 
pana.  Zqa  tweejarig  loootje  Frederik  werd  ale 
^n  opfolger  aangeweaen,  Hjj  «iet  nu  Tele  Duit- 
•ote  'vorrten  te  Mwegen  hem  «^  een  Krniatocbt 
te  T«rgeieUen.  Het  hun  bolp  dempte  faü  de  (Mir 
tasten  m  BidliS,  iloopte  de  mnren  Tan  Ci^Hia  en 
Napels,  deed  vele  aanii«ilnken  des  Unds  Mr  dood 
bren^n  en  noodoaakte  oen  OriAseben  kdser 
Alexuu,  die  ign  broeder  laaOk  van  den  troon  ge- 
etoote»  had,  een  aaniienijjke  Mbattin^  to  bèta- 
lui.  H«t  «aa  e^enlgk  ign  ptaa,  arMkeolantk 
waarop  hjj  aanipnwk  meende  to  kannen  maken, 
in  beait  te  nenien  «1  de  heereebappg  Tan  bet 
Dutacbe  Rnk  ook  in  bet  Oosten  uit  to  breiden. 
Hg  orraleed  to  Ifeesina  dea  28sten  September 
1197  en  «erd  in  den  dom  te  Faleimo  bemTm. 

Zie:  Mem,  WOnKgang  Kaiser  Heiaridia  TI 
^erlgn  1908). 

Bmdilk  Tn,  Boomsdi-DDitecb  konüg  Tan 
1320  tot  12SS,  w««  een  xoon  Tan  keixr  Frederik 
II,  «erd  in  121]  op  fiieiliS  geiionQ  en  in  1220 
tot  Boomacb  koning  qAtaeik.  Met  het  beetum 
over  Duitodiland  belast,  kwam  hg  in  opaUod 
tegen  ign  Tader.  In  1285  «rad  bg  geraneen  ge- 
notnen.  Hj}  orcarleed  d«i  ISden  F«bniari  il242  U 
HartÏTano. 

Bendrlk  TXZ  OSOft— 1318),  RooumA- 
Doitodi  keiaer,  een  toon  Tan  Hendrik  II,  graat 
van  laaemburg,  in  1276  g«lx»eiij  «erd  na  den 
moord  op  Albriekl  I  in  1808  tof  keiier  gekoaen. 
Terstond  ontnam  bjj  den  bertog  aan  KarintkU 
bet  kcHiiokrgk  Bofaeraen  en  gaf  bet  op  den  B|^a- 
dag  to  Spi«is  (1800)  in  leen  aan  ign  lOon  Jokatt, 
die  Tierrolgeni  in  bet  bii«dik  trad  met  de  Bo- 
beemscbe  pimaea  Slitabelk.  Daarna  deed  hg  de 
ntooidMiaaia  Tan  koning  Albreeht  l  en  Tan 
Eberhard,  graaf  «on  WartoBibero,  in  den  Rgke- 
ban  en  toot  met  een  leger  naar  ItaHC,  om  er  den 
strgd  tD»ehan  de  Qnelfui  en  Ghibeilgnen  te  doen 
eindigen.  DtM  bg  geen  parif  kooa  en  tot  himol- 
dfgiog  igner  troepen  beWiogot  oplegdei,  k«a- 
men  oe  steden  Tan  Lomfaardge  tegen  bem  in  *«t- 
let  Terwnl  ]>itteditand  vendieoid  «erd  door 
brnHnfendaebe  minsten,  ging  bij  naar  Rome, 
om  er  de  kroon  to  «ntraDgen.  Slecita  een  gedeel- 
te detes  etad  kreeg  hg  in  tg  n  macht,  daar  bet 
oreiigie  beaet  bleef  door  koning  Roberf  van  Napelt 
met  een  maditig  leger.  Ook  andere  Tjmndefgke 
benden  swienen  er  nabg  de  muren  rond,  waarofn 
hïj  neb  bg  de  Qhlbellgnen  Toegde,  oro  Nspds  te 
TerorerMi.  Toen  hg  tiw  gereed  maakte,  ondanks 
de  beib<NgiDgen  yta  dot  pana,  dk  plan  nit  te 
voeren,  OTuleed  hjj  plotteling  den  24Bten  Angne- 
tna  1818  to  BnoneonTento.  Bet  Teibaal  dat  een 
DomJBkanar  monnik  bem  door  middel  Tan  een 
gewQden  oaw«l  bg  bet  ATondmaal  Tergiftigd  ton 
nebben,  mist  Uetoriachen  grondelag. 

Zier  Sommerfetdt,  Die  Romtahrt  Kaieer  Bein- 
richa  VIT  (Eoiüngabergen  1888). 

Hsndrlk  n  (1154—1189),  konu«  Tan  En- 
e«land,  een  «mm  Tan  den  grsaf  (?eo//rey  Ptm- 
lagenet    van   Anjoit   en  Medkilde,    een   docht» 


DigilizedbyGoOglC 


QEamïUK  B—HBNDRIE  IV. 


Tas  Hendrik  I,  koniiig  van  Engehnd,  den  Sideo 
ïlMit  1133  te  L«  Hans  gabons,  weid  (figeTOed 
dooi  idea  g«l«ordeo  Bobert  «m  Qloueuttr.  Vol- 
gens den  miiHÉi  rwa  iqn  ffrootradei  w«i<d  aan 
ign  HMBdcs  «iiMa  fc«n  da  Ëngelsefae  troon  toe- 
«^«ad.  iBtDaachui  wM  sjjn  aèéf  jShyibanKi  wnt 
Bfo»  lïch  daarvan  metater  to  inakon  «n  ijja  ge- 
tag  te  handiiaTeik  Van  sg**  iwder  erfde  Hendrik 
in  1151  Asjou,  Umk  mi  Toomne  en  door  x|jii 
ÉMK^k  met  SJeonore  vm  Poüou,  de  g«Bcbeiden 
eemalin  Tan  Lodemjk  Vll^  voegde  ^  ar  '  '"'" 
AqattaniS  bjj  ai  w«rd  bg  ettxBaodoezit 
een  dmte  gedeelte  lan  Fraoki^.  Nu  ondeniBm 
lijj  «en  «onog  tegen  SfepAoxtw  en  noodaaakte 
ihi*itiiriii  tiiliiiiiiiiiiiiiin  lirt  iiifiiiiiiiin  Tin  den  £a- 
gelMheo  troon,  dien  hq  den  iSden  Deoabber  1 164 
beUom.  Nadat  Bendrik  a  U9l  eea  ooriog  te- 
gen Fmésjk  gelkidigd  bad,  «ndwiritip  Iqi  Wa- 
M.  Dêtenm  Het  bg  de  prelaten  op  den  Mkidag 
te  ClMendon  een  keikelqke  «et  oodeibeekenen, 
Tolgena  w«Uk  ób  4>etlD*ten  van  den  paot  de  goed- 
teunag  dei  Kiom  beboeUen.  Thomat  d  Beeket 
ettitw,  met  de  boofgiite  nianKgtteHl  oa  den  ko- 
nmr  txUeed,  aetta  ia  bet  gebeim  de  geeetcJjjk- 
beid  op  en  bradit  geheel  lEn^eland  in  beiragwg. 
Een  woord  van  Mieatwaatdwing,  door  den  ko- 
wng  orer  dien  mao  «tigeBpraCen,  gaf  aaoleidiae, 
dat  dme  in  1170  door  eeaige  «delea  bg  bet  ü- 
taar  weid  (angefaraAt.  Uen  beediaidigide  den 
koning  tkk  düe  daad,  en  er  biaJcOD  overal  op- 
Btanden  oili,  vooral  toen  de  Tennoorde  tot  een 
wonderdadige  faeiÜge  verbeven  werd,  waartoe  de 
beviodkig,  dat  ign  baren  facmd  wemeUe  Tan 
onge^rte  (tnu  boUing  vilh  lie»)  neet  weinig 
bijdroeg.  Eindel^  nM>eBt  Hendrik,  om  deo  ban- 
vloek vaa  xiin  boofd  af  te  wewtea  l>oete  doen 
aan  het  giaf  van  ditu  beUge  es  a^  ODMbold 
beiwcren.  Ook  de  kerkelgke  wet  werd  iogetrok- 


I  etrgde  gereed.  Toeo  hg  echtei  op  de  Igst  der 
opstaDd^ineeii  ook  den  naam  ootdekte  v«n  ^pi 
meeetgriietaen  loon  Jat,  wknp  de  amart  hem  op 
bet  liekbed  en  bg  ovetfeed  den  6den  Jcdi  1189. 

Zie:  Onen,  Eeaxj  Ifae  Seeoctd  {LotOta  IBSS); 
HardtgtM,  linperiaktolUik  KOnig  Heiorieha  II 
-ran  ;&«^«d  <HdËbev  1S05). 

Hendrik  m  (121d— >1&72),  konii^  van 
RngAndI,  aoon  mt  Jan  tonder  Land,  den  leteo 
October  1207  g(4>oiai,  ivolgde  lüa  vader  n  1216 
1^.  Hg  stond  e«M  <nder  voog«qj  van  den  graat 
van  PetubriAe  en  wend  later  adhaakelök  van  de 
banmnM.  Dezen  naoMn  hem  in  1264,  ooder  aan- 
voering van  Simtm  de  UonUort,  Mvangen.  Z^n 
nxn  Edtiard  bevrqdde  bem  in  1265.  Hg  over- 
leed den  I6(fen  Novonba  1272. 

Hendrik  IV  (laee— 1413),  luaiiiv  vaa  Bn- 
eeland,  deo  4den  April  1367  te  BoÜsghroke  in 
Lincokishim  geboren,  .was  een  wava  van  John  of 


1172  geachtedde.  Veidei  bad  Hendröc  veri  te 
verduren  van  igo  gemalin  Eleonme,  die  sleede 
gvenofbtig  wss  of  de  scboooe  Rouamumd»  Clif- 
ford.  Zelts  ^tooide  ig  deD  kroonprins  Hendrik 
tot  cpataai  aan.  De  oiina  oodemam  met  zgn 
broeders  en  met  den  koaing  raia  FraJkkr^  den 
oorlog  tegen  igo  vader  in  de  Fraosdie  bëilttin- 
«D.  TegdijkerMjd  trok  WiUem,  koning  Tvn  Scbot- 
uad,  tegen  Hendrik  te  velde,  en  «tond  graaf 
LeieetUr  'm  Engeland  op.  Sendrik  -versloeg  faet 
kger  vam  lantatgenocmde  dea  16den  Oetnber 
1173,  maakte  door  de  ovetwinung  bg  Alnwik 
(13  Joli  1174)  fidkotlMMl  s<iiirtplidit«  en  stak 
over  naai  Frankrjttü,  waar  bg  weldra  vrede  sloot 


'illenis  t 


Daarop 

«nmeen  tot  stand  in 

tijn  Rük.  In  1170  aebaltie  bg  de  godxwrdaeleo 

af,  veideekle  sjjn  gebied  in  de  (faaoa  nog  beataan- 


vergill  j, 

bracht  bg  bdangqjke  berronnmgen  tot  stand 

de  •tetrkten,   «telde  geieehtebiraea   ni 


a  bet  straodrecbt.  Tot  lyn 
1  'b«gon  in  1180  de  twUt 


lachUe  de  jaditwet 

syDote  droehiejd  begon  in  I IHO  de  twist  van  ign 

Itindeiein  <9ni«uw,  eo  bierin  mengde  lïch  ook  de 


tel  vaa  giaaf  van  Dmïv  en  hertog  ttmttereford. 
Hendrik  nam  Rtehard  II,  die  hem  in  1398  ver- 
i,  aloot  bem  q 
n  Sentemba*  1 
eeii  acl«  Tan  afstand  teekenen  en  cla^de  beat 
aan  bg  bet  Pvlenient.  Dit  laalate  verklaarde 
hem  TSD  de  kKon  varvaUeD  en  deed  Hendrik 
tot  koning  oitroepen.  Weinige  weken  later  werd 
Biekard  omgebiaat.  Daar  nu  de  «evenjadge  Sd- 
muiut  Mortimer,  uit  de  vrouwelgke  ti-jn.  van  bet 
Huis  Clarenee  gesproten  meer  recht  op  den 
troon  had  dan  bet  Hnis  Laneailer,  deed  Bendrik 
dien  knaap  in.  de  gevangenis  weipen.  Zulke  da- 
den van  willekeur  bemngden  bem  vele  Tgattden. 
Benige  aamieDlJiken  dee  rijks  vormden  een  sa- 
menzwering legen  bon,  nfecik  fa»  aaowoenleiv  de 
tl  van  Satubiuy,  moest  daarvoor  met  xgn 
Fd  iboeteo.  Tevens  deden  de  Sehottcn  een  in- 
ia  bet  laod,  en  in  WaJee  begtm  Owm  aiem- 
doteer,  een  telg  der  vooimaUpe  koaingen,  den  op. 
stsod.  Met  bem  veibood  aj<A,  ten  gunste  van 
Mortipur,  de  ^raaf  em  Nortkumberiand^  (Hen- 


Wd 


koMng  van  Frauirjjk.  Nanwelgki 
scbü  vereffend,  toen  Riehard  nogmaals  de  wa- 
pens tegen  i^n  vader  opvatte  en  de  Fransebe 
bezittingen  in  opstand  bracht.  Hendrik  Ket  dei- 
balve  het  reede  genomen  be^Ü  tot  een  Knüa- 
tocht   vaien  en   maakte   lich   m  Engeland  ten 


drik  Perey).  Zyn  Dodste  looo,  eveneens  Hendrik 
Pereg  genaamd  eo  weffena  i|ja  vermeteHieid 
HoUpuT  (Heetapooc)  gcËeeten,  stelde  lieh  as« 
bel  hoofd  vaa  bet  4eger  der  Boodgeoooten,  maat 
weid  den  21iten  Job  1408  va  den  èlag  bg  ^rewi- 
burj  verslagen  en  gedood.  De  koning  nam  in  140& 
Perey  Sr.  gevangen,  liet  bem  ootaoofden  en  le- 
merde  da*raa  bet  land  met  gematigdbud.  Het 
^riemeut,  waaraan  bg  tegenover  dü  adel  vele 
vootredtten  toekmde,  ^Mwrde  bem  meermalea 
aan  de  geestdgke  goedróen  vecbeard  te  veikla- 
ten,  msar  bjj  weigerde  ateeds.  ^  trsehtte  de  gees- 
tdjikbeid  gwurtkr  vo«  itoh  te  stemmen  door  de 
aanhangen  van  Wieleft  te  vervolgen.  Verder  voet. 
de  hg  een  vooi^ioedigen  oofkg  tegen  StAotiasd. 
Den  gnv&ngen  genomen  jeugdigen  zoon  van  ko- 
ning Robert  liet  bg  een  goMe  mvoediogr  geven. 
Hq  bad  echter  geen  gekgenbdtf  de  beiitttsgen 
in  Frankrijk  «e  beroveien.  fi^nnakte  lioh  gereed 
tot  een  bedevaart  naar  bat  BeUige  Land,  maar 
bg  overleed  reeds  den  20sten  Msut  IdlSl 

Hendrik  V  (1413— J422>,  koning  van  Enge- 
land en  zoon  van  den  vooigaaAde,  wend  iMai 
29iten  Angustw  1337  te  UomDoutb  geboren.  Na 
ign  troonsiNatgging  in   1413   trsdtte  bg  dooi 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BsmmmK  Tf-^SMXOK  vu. 


een  tlgoaeeiM  MnneBtH  uch  met  de  vykitdeB 
qM  TCders  te  venoeoao,  mur  de  lolgeliflgeD 
Tu  WkUH,  d»  LoBkrdBn,  tmebt  bg  «u  4b 
4M«(iueke  geettelgU>e*ii  ^"^  i>^>  'l^vl^'t  hij  d« 
SMHiuweriag  Mn  AMorrf  mm  Cam6rirf$c,  bet 
luwfd  *Mt  Mt  finie  vm  yori,  wnMÜgd  fawl, 
lAiMUe  bq  m  I41£  met  90000  man  jn  Nernua- 
£«,  Tennröide  HMfieur,  en  *enloeff  het  wel  tal- 
t^er  FTMMehe  lager  den  25Blen  Oetober  1415 
bg  AHBmart.  Daarap  ècenle  bq  aaar  fageUnd 
iêng  en  iloot  met  iiertog  Jan  wm  BourgoadU 
een  «T«Feeiitn)Mt  «n  géiMit  Fianbijk  te  iwoTe- 
leo.  b  1417  Uodde  Sq  met  36000  maa  mder 
iB  Honnaa^lië  en  Iwd  ihUa  itwe&aeg  dit  g«a- 
■efae  ffcrmet  »  beat.  Bg  hM  Tecans  nn  Trojet, 
n  1430  werd  bnMU  dat  BemdrikV  met  OoM» 
'     '    '  t  £<rel  f;,  te  het  trawelgk 


rgk  bebalan  i 


t  oa  den 


I  laa  da  inotunnigeo  fconiog  de  krom 
Piaokiök  aaa  bem  en  liiD  adEomeÜBMn  nü 
hnw^iik  MM  4eD  deel  raOett.  Hoewct  dendi- 


ditfaawel^ 
tea  en  ngb 


1  Tigbeden  «ter  beide  Tolken  gewaaiboit^ 
waran,  verwekte  de  Y«waügmg  v«o  twee  kr«- 
Mn  op  één  boofd  in  'BBgeland  w«miK  Ugdadup, 
Twnal  4har  de  danlüi^  door  Sdietaeae  * 


paü  oadefatemti,  meeater  bleef  w>  «en  g«deelta 
THi  FraoÉrgk.  Na  bet  beridit  van  de  B>ederlBi« 


a  Olartnee  i^  Baogé  ia  Aojmi 


a  hertog  vm 

m  Ibart  1421)  gÊBq  Bamink 
33  000  man  naar  Fianki^  maar  km  des  dan- , 
iftiia  «iet  v)tlcl±«B  tot  een  beelineoden  ilw.  Hj} 
oreileMi  gedorraide  deaen  TeUtoeht  deo  SJiten 
AngQitiiB  1422.  Hü  wordt  roorgeateld  als  een 
Toortreffe^  TcUbeer  en  een  aehtenawaardig 
Torat,  die  wet  m  gefeohti^md  haodbaaMe  en, 
karig  dooc  bet  Patknteot  «nderetonnd,  Uemr  agn 
koaIbMifaeden  >TCipaadde  dan  tot  wiUdeorige 
atpeniaMn  qjn  toeTJoeht  aam.  Zgo  wedawe  trad 
wektift  n  Bet  tmnijjlk  met  Owem  Tndor,  een 
edebnao  uit  Waka,  «leoc  Bakontelingea  later  de 
BneeladM  kroon  verwierven. 

Zie:  CAwreA,  HeorY  V  ^lOndMi  1^69);  Kingg- 
font,  HeuT  V  Omida  100&);  Kütgtlord,  Fint 
Baclieb  life  of  Einff  fleni;  V,  written  In  1513 
((Moid  1911). 

Btmdrik  VI  <14Q1— 1471),  koning  van  Ën^ 
land,  een  soon  vra  den  Tonge  en  lan  Oathimiia 
na  Franbrgk,  den  6den  Denmber  1431  geboren, 
waa  b^  den  dood  lan  ign  Tader  aegen  maanden 
ood.  Z^n  Tooeden  wwen  eratt  de  bertog  mm  B<rf> 
ford,  ibwnM  de  bertog  cm  QloueeêUr  en  de  bit- 
■ebei»  *«■  Windêor.  HendrUc  wae  wmaod  van  een 
awak  karakter,  iHe  in  de  ooilogen  Tan  de  Boode 
en  de  WUte  Itooc  na  «ena  de  eene,  dan  weer  de 
andere  pMtg  kooa^  totdat  bö  in  1461  door  den 
jongen  nertog  Sdmtrd  Mm  rorJb  Tan  den  troon 
geatooten  wn<d.  Zj^  geoufto,  Margarüka  mm 
Anjou,  wendde  teTe^tefs  pogingen  aan,  om 
baar  gCBaal  op  den  troon  te  herstellen.  Hendrik 
wMid  ia  1464  gerangen  genomen  en  in  den  To- 


4  gerangen  „ 
w«T  gebracht.  In  1470  weid  hij  door  graal  Wor- 
wiei  Mvrgd  en  weer  op  den  troon  g^ilaatat,  '~ 


BMidrlk  Vn  (1485—1500).  koning  mm  Sn- 
gOmd,  d«n  aSaten  Jannari  1457  op  bet  kavteel 


Fendiroke  grixwes,  ww  de  xoon  vu  Margarttka 
wm  SeauTort,  erfdotditer  vu  bet  fiuie  Lmenttr, 
en  nu  Edtmaid  Twlor,  graai  mm  Riokmmtd. 
Toen  Riekard  UI  in  den  ebg  bij  Bosworth,  den 
22steD  jtawuatua  1 485  geenemekiww,  weid  fin»- 
drtJt  MM  Riekmmd  temtood  ab  Btmdrik  VU  ge- 
kroond. ^  grondde  üja  mebt  op  den  tooon  op 
iQD  ^reibintmM  met  Elüabetk,  ondote  doefatm 
*na  Bduard  IV  «m  yort,  en  «f  ^jnaflumtt  nit 


York,  Met  fajj  gevangen  zetten  «u  in  1498  dooden. 
Ben  priester  te  Oxford,  Sirnon,  «Toreedde 
Lambert  Siiiuut,  den  won  tan  een  bakter, 
tïA  uit  te  gerón  voor  den  graaf  mm  Ifor- 
teiek,  en  dne  geelde  ajjn  rol  >oo  goe^  dat 
b9  an  ieriaod  «ia  Bduard  VI  werd  gtdummd. 
Deae  «mtud  weid  gevaarigk,  toen  de  heito- 
a4fMr«dnwe  vm  Bimrgomiië,  een  auatar  nn 
Sdiard  IV,  fankitroc»en  ooObi  graaf  LMooIti 
naar  leriaad  aood,  wMke,  door  «en  aantal  Ieren 
TcacetoAt,  een  ümtl  doden  in  fingeland.  Hendrik 
Tenloeg  «ebter  de  opatandebtgen  in  Jani  1487 
b|i  Ston  Jn  bet  giaaf  edtap  Nottaogbam  en  nam 
wraak  op  Simnei  Am»  faem  tot  fcedenjuigen  in 
de  So&enkMi  te  wnaederen.  Hoenrd  geen  ow-  , 
teneUage  vtatAwide  favldigend,  weid  bg  ge- 
witteM  m  een  atigd  Tan  den  bertog  nm  Ara- 
tMM  tegen  Fiaakt^.  Hü  kwam  m  Oetober 
1M2  met  «en  maebtig  le^  toot  Boologne,  dodi 
steDKle  tegen  een  «aniienlgkegeldMm  in  den  vrede 
toe.  Iixnidd«U  bad  de  bertogin  mm  Bourfondiê 
tagen  Heitdrik,  den  vgaoid  van  baar  Hom^  «en 
nieuwen  preteMevt  doen  opstaan  in  den  peraoon 
van  aekeren  ParjUn  Warbóik.  Deie  waa  met  ko- 
nii^mke  eer  aan  bet  Fnuuobe  Hof  bejegend  en 
T«rwMen  na  het  elniten  van  den  vrede  in  Sebot- 
land,  waar  Jaeobui  IV  bem  ala  een  sooo   i 


Sdmwd  IV  ontving  en  aetfa,  te  ignen  bdn 
in  149S  met  «en  leger  «en  ïnTal  deed  in  Enge- 
land. Doeb  ook  hg  iloot  vtede  jn  1497  en  Üet 
Parkm  aan  ign  lot  over.  Deie  nam  de  wgk  naar 
Comwallte  en  belegerde  Ëieter,  nav  wüd  dot» 
flendrik  gevangen  genmMn^  in  den  Tower  op- 
geabtcn  en  kta,  wegene  i^jn  faefhaalde  pogin- 
gen om  t«  Tlndtten,  «pgebangen.  Nn  maakte  Be»- 
arik  gebruik  Tan  net  tödpen  van  vrade,  om  d> 
binaeolaadadie  aangelegenbeden  te  legden.  Hj 
beperkte  de  rechten  van  den  adel  en  bevorderde 
door  opbenring  tm  handel  en  eebeepvaait  da 
bdaagen  van  dtn  baigeratand.  Een  lijnec  gtoot- 
ate  genieken  waa  iQn  geldaacht,  want  ^een  teeht 

waa  hou  beilig,  weeneer  ^-  — ' ^— '  —  -'^ 

rpdom  t4  vcxmevderoi.  J 
ijjrM  1500  te  Bicbmond 

Zie:  QmrdneT,  Henry  tbe  Seventh  (Landen 
18S»). 

Hendrtk  VIU  (1509—1547).  konmg  van  En- 
geland, de  looa  vyn  den  Toorgaande,  den  28«teQ 
Juni  M91  te  Qreenwidi  geboren,  buwde  in  1S09 
met  Cathariiut  van  AragoK,  de  weduwe  vu  aSn 
broeder  Artkur  m  de  tuite  van  JTorel  V.  In  1512 
verbood  faH  ii<h  «net  Jfaatmilüiim  /  tegen  Lode- 
Htfk  XII.  Hoeite]  hij  den  17den  Ao^etoB  1513 
met  den  keiser  in  den  SjMnenalag  bg  Wgngat«D 
(Oainegate)  de  0T«FwinaiAg  betmtlde.  vereehafte 
de  ko^bare  oorlog  hem  geen  voMd«d.  en  tloot 
hg  in  1514  vrede  met  Lodew§k  XII.  Later  trad 


DigilizedbyGoOglC 


318 


HBNDRIE  VU. 


lig  tM  tot  een  d«f«iMMf  veibood  met  Frmu  I  te- 
gen Karel  V.  Doch  de  gDoateling  Tto  Hendrik, 
EaKlHiaat  Woitey,  beriKrderde  de  belangen  tmi 
Corel  V,  dav  hun  nitzioht  geopenil  bad  op  den 
p&naelöken  Sto«d,  en  maakte  zyn  meester  ftfkee- 
Tig  van  Fraokiijk.  In  1521  weid  (kwr  doi  k^zet 
en  den  koning  tui  Engehutd  «en  {[ebekn  widng 
gesloten,  «Mnift  Hendrik  in  1&2S  den  ooriog 
t(^n  FTaiAr|)k  b^n.  ImaUAeU  wu  tPotey  in 
ijjn  TeiwaelituigeD  tdeoigeetekl,  Kodat  hQ,  door 
wrukmcht  geleid,  dco  konhig  een  weenrïu 
trachtte  in  te  bocoMDen  legen  dea  keixer.  Toen 
Frana  l  ia  1525  b$  Pan»  die  gehangene  dee  kei- 
Mra  werd,  aloot  Bendtik  een  THtond  met  Frank- 
li^  en  opende  in  1528  de  TÖandelökbeden  twen 
den  keiwr,  welke  echtei  met  den  Viede  lan  Ea- 
tmiijk  (1529)  een  einda  nacten.  Om  tgn  wiaset- 
Talliêe  buiteolandadte  stnatknitde  nownde  men 
Jmoi  „Ie  IjalaDoenr  de  i'Ëoxaptr 


Met  pana  Clemena  Kil  kwam  Bendrik  FIII  on 
ffeapannen  ToeA  te  ataan  toeo  ihq,  mt  lief  da  tot « 
hofdame  Anna  Bolegn,  fan  lÜn  gemalin  Catha- 


a  Aragon  wjlde  adMiden.  De  paas,  die  in- 
dertüd  diepeneatie  Terleend  liad  voor  bet  hnwe- 
Igk  met  OtMarina,  weigwde  is  da  seheidiiw  toe 
(e  ateoMDen.  Bendrik  bad  ikfa  rteede  een  ondg 
ouJiaBgier  betoond  der  B.-£atholkke  Eeit;  te- 
gen de  Tdgdiogen  Tan  Wieltfl  en  de  Bervoi^ 
min^  wae  h^  met  kracht  opgetiedtn  en  tön  ge- 
•ehnft  legen  Luther  had  bmi  lelfa  den  titd  bo- 
Kigd  Tan  „Defentor  hdef'  (vevdeddger  dee  ge- 
kois).  Uu  editer  de  paos  ign  teeatemming  tot 
de  editadieidiQg  wwgéo^  besloot  hq  lieh  met 
■Vn  Tjik  aan  bM  geiag  Tao  <teD  Heiliöan  atoel  te 
onttnUcen.  Door  afpeians  Teikreeg  bg  01  Ja- 
nnari  1581)  Tan  de  geeatetgkheid  een  unaienlg- 
ke  geldsom,  tien«Tena  de  TerUanog,  dat  Tolgeni 
«en  aloode  taaMling  de  koning  de  beeritermer 
en  bet  «fiperhoold  ia  der  EnMiaebe  Kok.  Nadat 
tin  het  Terbond  met  Franê  I  Imnóeawd  had,  trad 
liQ  ia  bet  begin  Tan  15SS  in  bet  howdgk  met 
Anna  Bcüm  en  deed  in  Hei  1533  dooi  de  «eee- 
tdjjke  rechttiMik  bet  >n»nie  der  eebtaobetding 
TMi  Oatharina  niteprden.  TeTcns  werd  door  bet 
Parlement  een  w«t  algekeodigd,  Toteena  welke 
de  klndereD  Tan  bet  tweede  hówelijK  bevoegd 
waren  tot  troMioprcJgJoK,  en  alle  onderdaneo 
moeatan  op  bediefting  oer  atraf  Tan  hoogrer- 
raad  die  wet  bezweiem.  Skcfata  2  atandnutige 
mannen,  Tkonuu  Monu  en  Füher,  hieMhop  van 
Roebeater,  kwamen  daartegen  in  Tenet  en  be- 
klommen in  1534  het  achaToL  Bg  Parlffnenta- 
fceetait  weid  dadelQk  in  1SS4  bet  paoael^  geng 
verworpen  en  werden  aan  den  keaing  de  iokomelen 
der  Seii,  tienerTeiw  de  pecbtafffaak  in  kerkelijke 
taken,  bet  Terrolgen  ia  kettm  «U.  opgedragen. 
Reeda  in  1536  maakte  Bendnk  daarmn  gebrnik 
door  de  klooeteta  ran  nunderen  ran^  op  te  hef- 
fen en  op  raad  Tan  Cranmer  den  Bgbel  te  doen 
vertalen.  De  tereditëtell^  Tan  Anna  Boteyn, 
Toleelielgk  beadmldigd  van  <dM>renk,  werd  elf 
datfen  later  geTolgd  door  'e  koninga  bawelqk  met 
Johanna  Segmour,  die  moeder  werd  Tan  den  fa- 
teren  Eduard  VI.  Het  Parlement  noeat  een  Acte 
van  Suceeasie  bekrachtigen,  To^ena  we&e  prin- 
sM  Elixabeth,  een  doehtm  nit  riet  tweede  tniwe- 
Igk  des  koninga,  onterfd  werd. 
'  Toen  Hendrik  Vlïl  is  1588  ook  de  aansienjg- 


in  den  ban.  Om  alle  Tereêhil  c 
godadienst  uit  den  weg  te  mimen,  liet  de  koning 
m.  1530  door  het  Parlement  de  „les  gdoolaai- 
tikelen"  «umemen,  die  ak  de  leeravelltagen  du 
Ëngeladw  Kerk  afgekMtdigd  en  beiwMen  wer- 
den. ^,  <Ke  weigenlen  due  artikelen  te  uider- 
echrÜTen,  waren  aan  de  Traeaelökit*  verTolgiD- 
gen  bhwlgestdd.  Zdfa  de  atnatknidige  rriStU 


raad  onrwogen,  kracht  Tan  wet  sdwink. 

Na  Tsd  bniKJyktplanmen  knoopte  flemfrikeen 
n«uwe  editTeTbaaieate  «on  mert  Anna  van  Oleef 
(1540);  doch  dau  ^j  twin  uet  beviel,  Uet  hq 
licb  na  Terioop  ran  «en  lialf  jaar  Tan  haaiacbei- 
den.  Terreoa  beeehnidigde  iig  mn  kamelieT  Tho- 
mat  CrwnttM,  die  dit  bnnwgk  bevwderd  ba^ 
Tan  hoogverraad  «  deed  licm  onthoofden.  Kort 
daan»  «rovwde  hö  m«A  Oatharina  Boward,  en 
door  baar  iovloed  kwamen  de  botoeen  mm  Sor- 
loik  en  Qardiner  aan  faet  hoofd  der  zaken,  die  d» 
Protestanten  te  twii  en  te  >waant  lieten  verTiri- 
Ken.  Vele  uïtatdcende  mannen,  dJe  de  waarbead 
der  Mt  aitikeleD  betwijfeldMi,  Ttelen  ondw  de 
handen  Tan  den  beul.  iMaaBcben  vemain  de  ko- 
ning, dat  »n  nóMiwe  g«malüi  een  leabaodig  le- 
Ten  gieleid  nad  en  iht  ni»  ateeda  Toortaette.  De 
diwingieland  wae  dMp  beiuoefd  en  gekrenkt,  en 
ofschoon  Oalkortna'B  ontrouw  niet  wettig  kon 
bewezen  worden,  bet  hg  baar  met  haar  aanhang 
den  ISden  Fefeniari  1542  ter  dood  brengen. 

Tevergeeta  had  bg  van  ign  neef  Jaeobna  V, 
'"limff  Tan  Schotland,  invoeiinfr  eaner  aoortge- 
e  hei^ormine  ob  i:    "      '  '       * 


tijke 


vwiuigd,  we«- 


hahe  hg  iiem  den  ooriog  ««Ddeed  en  de  Seliottan 
bg  Solwaj  Tersloeg  (1542),  waarna  Joeobu*  orer- 
leed.  Nu  vatte  ba  bet  vooTMmen  op  de  Sdtot- 
eehe  kroon  met  oe  Bngelaebe  te  vereemgen  en 

iiM^de  met  bnlp  der  familie  HomtltoK  een  tw 
oving  tot  ataiM  te  brengen  tnaaeheit  ign  looa 
en  Maria,  de  ertdodrier  van  Jaeobn»,  doch  ng 
ign  plannen  T«t|dekl  door  de  R.-Katfaolieke  par- 
Ig  in  Sehotiaitd. 

In  1540  Imwde  hg  met  de  wedow«  tan  lerd 
Lalimer,  Catharina  Parr,  die  hem  op  acbrandere 
wyie  wiat  te  leiden  en  met  groote  bobendigfacid 
bat  vennoeden  Tan  ketterg  Tan-iicb  afwendde. 
Verder  Teifmnd  bg  laA  mgmaak  met  ifen  kei- 
ler tegen  Froiu  I  en  be^tn,  nadat  bg  ijjo  doch- 
ten Maria  en  EliuibelA  in  baar  lediten  op  des 
troon  heratdd  had,  uit  Calaia  een  oorlog  tegen 
Frankrgk,  terwgl  de  keizer  een  inTal  deed  ift 
Champagne.  De  eigenziimigtwid  van  Hendrik, 
die  met  gemeenacbappel^  wilde  werken,  maar 
in  1544  M>  eigen  hud  Bonlogne  renmrde,  wat 
oorzaak,  mt  de  keiaer  «ddn  vrede  sloot,  terwijl 
de  korung  eerst  ia  154fi  een  einde  maakte  aan 
den  noUeioozen  atrgd.  Tegen  het  dnde  van  1546 
werd  de  koning  aangetast  door  een  aiepradc 
koorta,  die  hem  te  meer  Terontniatte,  daar  iga 
zooo  eetat  9  jaar  oud  waa.  Voor^  koesterde  hg 
Tieee  toot  den  machtigen  hert4^  nm  Sortolk  en 
dieni  loon,  den  graaf  van  Sitrrey,  een  rqk  be- 
gaafd jongeton^,  die  ikii  tegen  een  bem  Wge- 
drongen  traweltiWlan  had  Tenet,  Hendrik  oeed 
dezen  onder  een  dwaas  Toorweadari  onthoofden, 
en  devader  outkiwun  liedtta  aan  een  <i«gdgk 


DigilizedbyGoOglC 


219 


lot,  dMidint  4e  dwiagrituid  4m  27atea  Jutnari 
1M7  (nerieed. 

Ultratuur:  Bntfer,  Titt  niga  of  Henij  TUI 
fnun  hi«  McesBon  to  Uw  deaUi  of  Wolsev  (Ediii- 
tnu^  1884;  2  dln.);  Pmvdt,  SMotj  olEoglwd 
frota  the  ftJl  ol  W«Im7  to  tiie  dath  ol  EJiubeth 
4dL  1— 4i  1881);  fiJkcN,  RKmiaclte  DokiMnenle 
mr  OcMhkbto  ita  BbM^wtdniv  HeinrietH  TIU 
(Paderboni  190S);  RieltardtoiLÜtiioiui  m(n«- 
ment  in  tbe  reiga  of  Eenr;  Vlll  (ILoadeii  )8ST): 
0<ugN«f,  HauT  Vm  and  tbe  Eag^ab 
tHB  (1W6);  ffwme,  Wive*  of  Beü;  Uw  EigI 
(1905);  Trte,  Heni^  Vm  ukd  his  conrt  (I&IO). 


Benn  V 

I,  iooing   Tra  Pmnkrök,  deide 

«M«t  uit  het  hnU  Oaptt,  tnitntkê  lOlQ  gebo- 

-  -    'n^^  in  1089  x^  >Twlei  Robtrt  op.  Met 

iDoei4e  kon  hjj  s«fa  tegeD  de  rvkagtooten 

rde  bonden.  Hq  oTerieed  te  Vit^  daïk  4deii 


sa 


atuode  fa 


ï  U  (1547— 155»X  komng  ^aa  Fiuk- 
rgk,  een  looit  itat  Frm*  l  en  ''M  Ölmtdia,  «eti 
doeUer  van  Lodev^k  Xll,  den  ai«t«n  Mout  1519 
te  8unt^ennaia-en-LaTe  getxwen,  tmd  in  1533 
fa  bet  hnvelDk  met  OaOuwina  df  Medio.  Hjj 
bent  «en  heainitdooe  karakter  en  wm  oiat  in 
«tut  bet  evenwiebt  rut  bet  Haie  Babtbwg  te 
Ternietigen  en  de  ooeenigheden  orer  den  gods- 
diemt  te  dta^mu  Hg  liet  ua  de  0«  QuUf  bet 
atafttabectnoi  of«r,  ik»  des  Teflbuiino  eouwt» 
Ue  Dt  Moittmonmeif  wrag  es  oadarwittp  xieb 
«Aed  aan  een  'rooimdige  nicoÊMt  igne  Taden, 
Dkma  van  Pot'tier^mtte  hq  tot  bertosin  De  Va- 
bnUnoü  Teibief.  Het  Hd  *en«lgde  de  Protet- 
tastes,  (indM  Dwu  xA  met  hnn  gooderen  rei- 
T^le  en  de  Ouüe'a  naar  de  gonst  tan  bet  gtaow 
etterden.  Ook  bemoeide  Baidrik  li^  met  de 
Sdwtacbe  aaogelegenbedeo  en  TOMde  o(»lw  te- 
gen SïigelaDd,  dat  hem  in  1550  de  itad  Bonlo- 
Kse  mMet  teruggeven.  Het  den  keiiei  Tan  Dniteeh- 
nsd  werden  inderhanddingen  aangeknoapt  om- 
faeat  Pansa,  en  teg^  faem  iloot  Hendrik  ia 
1552  te  Cbmbord  een  Terboad  met  keurrant 
JfoarUa  «m  Bakttm  en  dies*  PreteataTttaebe 
Triesdea,  Zoodia  Mmuit»  ma  in  DmtsehUnd  tooi- 
waarta  nikte,  deed  fl«Rdrtï  met  85  000  man  een 
inrtal  in  Lotharingen,  iwrorarde  Tool  en  Verdun 
en  nam  Nanc;  in  beiit,  terwj^  de  ConnilabU 
dooi  verraad  liA  fiteeetei  maakte  van  M«ti. 
Vruditelooe  tiacbtte  de  kooing  Straatafaaig  te 
ovemfupeleo.  Kanl  F  liert  na  bet  verdrag  van 
Paaaan,  m  bet  najaar  van  1552  den  Itertog  rui 
Alva  niet  een  aanaienlHk  kger  naar  He<3  opruk- 
ken, dooh  de  itad  werd  door  Front  wn  Ouite  09 
•ehittetesde  «ijie  -Kide^gd.  Ook  in  Italii  voer- 
•  de  Btndrik  oorlag;  de  maaiaduA  firittae  streed 
«Mnpoedig  m  PionoBt:  «en  aanval  vp  Nas^ 
midokltt.  üi  1556  eloot  Hendrik  een  voordeel^ 
wapeMtUttaod  met  den  keiser.  Paos  PmUut  IV 
baalde  editer  de  Franaebe  ngeering  oiver  die 
overeeakomat  te  verbraken,  en  in  het  v^^gende 
jaar  trok  de  bertog  Sa  Ome  inet  20000  man 
naar  Italië  «n  Nueta  te  TCroveien.  Dit  plan 
werd  echter  Terftdeld  door  de  komrt  i«a  iflea 
ra«t  «en  maebtig  leget.  Nog  lampapoediger  streed 
Hendrik  aan  de  N«derlan(bcbe  gnüuen.  Daar  leed 
Jfoatmorewy.  4en  lOden  Angnatoa  1^7,  «en 
volkomen  nederlaag. 
Ge  k«nig,  bniien 


I  ziefautf  door   desa  lamf». 


riep  den  hertog  *<m  Ovite  tot  zut  en  be- 
laatte  hem  met  het  atadhooderBichap  over  bet 
geèede  komnkiqk.  Deie  «tktmkle  in  1558 
aan  de  Ëngeladiieii  Calaia,  dat  ig  mim  2  «euwen 
beaetes  faMden,  en  vetooerde  de  metiiig  Thton- 
TÜlot  maar  werd  bg  Ortrrelinges  'veisbgen.  Doch 
nit  b««t  tegen  Otuee  vertMnd  üch  de  hertogin  vi 


je  en  Ëngdaad  gesloten  werd.  Hendrik  behield 
Heti,  Tool,  Verdun  en  Calaie,  doeb  deed  afatvtd 
van  Italii.  Ees  «dieim  aitdiel  veipücbtte  den 
kMihig  aas  de  uitroeiing  der  ketters  mede  te 
werkes.  Ter  beiegelkM'  vas  d»  vrede  werd  bet 
bnwtdök  van  Pkmff  U  met  EUxobetk,  de  «odste 
dochter  van  Hendrik,  voJtt«kken,  Bg  een  «toek- 
Bpél,  tM  «ere  vao  dese  plecbtj^eid  gegeVee^ 
kreeg  de  koning  de  laoa  vaal  den  graaf  vm  ifont- 
«Mury  in  bet  rediteroog.  Hg  oirerieed  10  dagen 
daarna,  den  lOden  Jnli  1559,  aan  de  bekomes 
wond.  De  konóigis  eitobte  dan  dood  van  des 
eraat  "vervotHde  Mm  tfedniesde  15  jaar  en  deed 
Hem  in  1574  onthoofden. 

Zie:  LemoMMwr,  Ia  Franoe  soua  Heori  II  (Pa- 
rus 1904). 

Hendrik  UI  (1574—1589),  eaist  hertog  m» 
Anjou,  de  derde  loon  van  den  vooigaaode  en  vas 
Oatharina  d^  Mtdiei,  den  lOden  Sèftenèer  1551 

SboNn,  werd  tm  den  dmd  van  den  connétable 
I  JfoafmoreaqF  benoemd  tot  OjoperfMTveOebbei 
van  bet  lager  en  b(4u«lde  in  oén  fineenotot- 
ooriog  de  overwBiiingen  bg  Jaraae  en  Honcos- 
tonr  (15S9).  Oatharina  beiorgde  faem  in  1573 
door  liet  de  koDMUgke  waardigheid  in  Pales. 
In  bet  'begia  van  1574  wetd  tü  be  Erakan  ge- 
kroond, doch  ign  betrekking  beoaagde  bem  aoo 
««ioig,  dat  hij  in  1576  Pimd  beimeli^  vwliet, 
te  meer  daai  bff  door  den  dood  vm  ign  btoeÖM 
£ar«I  IX  erfgenaam  van  des  troos  waa  gewor- 
den. Reeda  in  des  aaDraog  van  i^  beatOH  kw^ 
men  tnn  hiibeid,  ledelouuteid,  q^ljudit  es  dw»- 
perg  doidelijk  aan  des  dag.  De  GuÏM'fl  en  ij^ 
moeder  badaaa  WMoig  stoeibe  bem  tot  bet  Tooit- 
•ettes  'van  des  gocUdienatoorlog  te  bewegen. 
Hendrik  liet  ddi  den  ISden  F^rnari  1575  t» 
Raima  kronea  en  ttwd  diss  voJgenden  dag  io  het 
hnwcijjk  met  Loinse  van  Lotkmngen,  oit  het  g»- 
«bcht  der  Ow^».  De  koniogis-moedeT  «loot  ia 
ruam  van  baar  aorgekwaen  loon,  den  6den  Hei 
1576  in  de  abdg  Beanlien  (in  Touraine]  taet  de 
Hugenoten  vrede.  Dese  schikking  dwaraboomda 
de  pkuues  vso  Hendrik  «on  Oviee,  die  so  de 
Heilise  Ugne  tot  «tand  badtt.  Nu  begon  de 
godanMutabiJd  opnieuw,  mater  etsd^de  voorleo- 
pig  is  September  1577  door  den  vtmc  van  Ber- 
gerae.  Om  des  adel  aan  qn  troon  te  Terfoindes, 
sticbUe  Hendrik  de  orde  iran  den  HtiHgen  Oeeat, 
en  Catkarina  knoopte  te  Nérae  gehvme  onder- 
handelingen aan  met  Hendrik  van  Navam.  Nan- 
wdgks  editer  agen  de  koning  en  t|jn  moeder 
han  geiag  een  weinig  bevestigd,  of  i|j  schonden 
weder  den  vrede  met  de  Hogenolen.  Een  ver- 
drag, in  November  1580  te  Fleii  >n  Périgard  go- 
iloteo.  herstelde  nogmaale  de  met.  Hendrik  qii 
lieh  thans  aan  tgn  aitspattLngen  over,  terwül 
ign  moeder  de  teuKels  van  bet  bewind  in  handen 
nam.  'Na  des  dood  van  des  hertog  van  Alenfon 


DigilizedbyGoOglC 


HHNIDBIK  I— HBNIDBIK  IV. 


boicde  bem  Frankröfa  tiwn,  mit«  hn  tot  éea 
K-ksÜttëektti  godMieiwt  «erugfeeerde.  Daar 
snik  een  «tafi  den  iuTloed  det  Qvite'a  bedreigde, 
wieden  dem,  itA  de  Ligw  naar  de  wapeiu  greep 
en  ïicdüiul  Karel  van  Bourbon  tot  erfgenaam 
Tin  den  tioon  TwkhKTde,  terwjjl  de  pans  Hen- 
drik van  Navarre  «Is  ketter  in  den  4>an  deed.  De 
konue  Bloot  in  15SS,  <w  aawwka  inner  moeder, 
met  de  Litfue  «en  Tenhag,  det  de  Fio<eetaD4«D 
met  Terliee  van  ibun  reohten  «n  met  veiWmii^ 
oit  Prankrijk  bedrei^e.  De  overwimun^,  die 
Hendrik  van  Nararre  ibü  €<»itrM  (20  (^tober 
1587)  brinalde,  gaf  uo  dezen  «oriog,  dien  der 
drie  Hendriken,  voor  de  Li^e  een  onsnn^tigcn 
k«^,  «mdftt  de  hertog  ixm  Quise  besloot,  den 
koniiw  ten  val  te  brengen.  Den  ISden  Hei  1586 
verwfite  daarop  de  Parijsi^  Ugue  een  «traatop- 
roer,  waaibq  de  koning  door  banieaden  (Journée 
de»  barrieadet)  in  het  Louvre  oaaeingeld  werd. 
Hendrik  UI  ontsnapte  naar  Chartres,  en  de  ko- 
nJogin-nmeder  tref  met  De  öuite  een  oraieen- 
komat,  waarbü  deie  de  waanfigbeid  van  stwHioa. 
ier-^tMtmi,  de  iardiuAl  mm  Bourbon  bet  recbt 
van  trocoopvolgiag  en  de  Ligue  de  belofte  van 
k«tterT«nMgiDg  vettreeg.  De  koning  ondertiee- 
keode  dit  Tenuig  en  moeet  bet  op  ie  Rgktyti- 
gxderhig  be  Bkrie  op  de  boeUe  beiweren.  Hendrik 
eehteF,  ovvrtoig^  ^  de  liertog  wm  Ouiie  lün 
val  beooRide,  liet  bem  dot  23Eilen  Deeomber  1 5SS 
wnmaanen;  i^  broeder,  de  kardinaal  van  Ix>- 


Denrtenis  -v^owAte  een  bevi;^  apsehodding; 
Sodiinoe  ootalmg  het  volk  van  gebooisaambekl 
aan  d»  kMnng  en  de  Ugm  van  Parna  verdreef 
bet  PwlenHBt,  Bmdnk  UI,  na  den  dood  ijjaer 
moedar  (5  Jaonari  IfiSO)  Ttm  n«d  en  bvip  ver- 
stoken, aam  de  vlndit  naar  Tonre  en  4oeQ  bg 
vernam,  dat  de  hertog  van  Mogenne,  een  broeder 
va»  de  vermotndMi,  te  Au^  tol  stadbooder-^ 
neraal  mm  Ditg«oepen  sloot  bü  uch  aan  bq  Hen- 
drik MM  Savarre,  Dit  Mcl^edde  den  8dea 
^ril  1689  en  «m  «onaaK,  dat  de  dmu  ook 
«mr   Emirik    lU   den   bannloilc      "       '    '^ 


_j  tnUten  nn  ma  het  hboAd  vmi 
_.t  BmaOim,   40000  man 
ir  ncm  en  <i»aaiten  «eUra  de  atad  tot  bet 


beidft  konuMD 
het  iwer  der 


I  aterk. 


aiteHte.   Een  dweyiiek»  'Dominieaner   monnik, 
Jaetpiee  Glimmt  genaamd,  *k«ag  edtter  onder 


o  bet  li^aam.  De  vorst  bad 


naar  in  Iwf  aaoseiMit 
aanvtondb  door  oe  waebt  algnnaiAt,  dooh  ook 
de  koning  «v«rteed  den  vtdRendeo  dig,  den  2den 
Angnstiu  1589,  nadat  bq  Hendrik  van  Savarre 
tot  ^  ofiTolger  benoerod  had.  Hg  «■>  de  laatste 
koaiag  nii  bet  Hma  FoIoh. 

Zie:  De  la  Barr«-Dupire9,HietaiKdeHenriIII 
(Paijle  1682);  Jmtscm,  TV  la«toI  the  Vakne  and 
the  weeoaion  of  Henry  of  Navaira  ffjondcn   18S8). 

Headtlk  IV,  boorng  van  Frankrijk  (1589— 
1610),  de  derde  loon  Tan  Anlotne  van  Bourbon 
(lie  aldaar)  en  vmi  Jeanne  d'Albret,  dochter  en 


Rouaan  i  _ ..    ._   

en  baar  Tooa  te  onttrekken  aan  de  aanslagen  van 
Catharina  de*  MediM,  en  oa  bet  vwmoMvbn  van 
Lodea^k  van  Condi  verklaarde  >{},  dat  haar  loon 
bet  boo!d  was  van  bet  Froteetanteeh  Verbond. 
Na  den  vrede  van  St.  iQeiinaJn«n-Xa;e  (1570) 
stelde  bet  Franaehe  HoJ,  om  de  hoofden  der  Pro- 
teetantsdie  i«reenigüig  naar  Parije  te  lokkeo, 
een  b^irelgk  nor  na  Hendrik  ron  Navarra  net 
Margarelka  wm  Vidoii,  een  nuter  Tas  Karet  IX. 
Al  spoedig  was  Jeanne  het  daditolfer  vas  deieo 
toeleg;  sg  overleed  aaa  bet  Hof  den  Men  Jnni 
1572,  waarscbiJDlnk  door  vei^.  Hendrik  wwd 
nn  koning  tbo  Jlftvarra  en  trad  den  18den  Au- 
sttstns  tn  bet  favwel^k^  dooh  reeds  den  24aten,  in 
den  Bartholomensnactit,  brak  de  btfuebte  Hng&- 
flotenmooid  uit.  Aemlrtk  Uerf  gestaard,  maar 
moest  de  mis  bezoeken  en  we>d  «u  Mn  gevange- 
ne aan  bet  Hof  bewaakt.  Bq  genoot  bet  vertroo- 
wen  van  Hendrik  lil,  den  «ovolger  van  Kortff 
IX,  maar  toen  z^n  lotgenoot  Hendrik  ven  Oondê 
de  wapene  weder  bad  opgevat  (1576),  venv^rde 
hg  u«i  van  bet  Hof  en  werd  weder  l^rolëstant- 
Na  den  dood  van  dea  hertog  dom  AUnfon  (Anjom) 
in  1584  kreeg  Hendrik  als  eer«te  piina  van  dn 
Moede,  aamoraak  cp  den  Franaeben  troon,  «at 
w^n%  strooKte  met  de  bedoelJMcen  der  oitite'k 
De  SatiioKeke  lU^^oe  eikende  m  den  kintiinal 
van  Bourbon  als  reehtmatigen  er%»aam  dea 
njke  en  9"^  "^"^  ^  wapens.  Tevens  dwoiw 
meo  den  koiwag  het  Edict  wl  Nemours  (7  Jnl 
I5g4)  te  onderteekenen,  dat  Hendrik  van  Na- 
varra  im  imt  rechten  beiioofds  en  de  Bogatih 
ten  opuenw  bedreigde.  'Daar  Hendrik  van  Navar- 
ra  bwrendien  door  paos  Bixtue  V  'm  den  ban  m- 
daan  waa,  sMde  hjf  lich  weder  aan  bet  boofd  der 
Hogenoton  en  bdbaalde  <b  bdangifike  e«Mtwi>- 
niiw  b^  Coatna  (20  Oetober  IfiOT).  Beetb  lai« 
bad  HeMdrtk  UI  een  Mitantenia  mat  Hemdnk  mb 
Navarra  gewenst 


g«we! 
derG 


dne  kwam  na  het  *«r- 
Ouite'*  in  1689  tot  stand.  (Zie  Hen- 
drik ni}. 

Door  dtea  stervenden  Hendrik  UI  lot  ign  op- 
volger aoDgeweizen,  moeM  Hendrik  IV  atritd  voe- 
ren tegen  de  Idgoe,  die  door  de  geeateigkhad, 
den  paos  «n  den  koning  van  Span)e  oBdentennd 
werd.  'Door  Spaansebe  hn^troepen  onder  den 
graaf  «m  Bgtiumd  versteikt,  tastte  Magemme, 
de  oauvoesder  der  Ligne-tioepett,  den  ]4den 
Ifoart  '1590  den  koniw  aan  1>g  i^  aan  de  Eote, 
maar  bq  veiioor  den  eng.  Daarna  Megerd»  Hen- 
drik oogmaali  Paiqs,  maar  hQ  moest  tnogtrek- 
ken  "mot  den  hertog  mm  Parma,-  die  met  een 
^laansciii  leger  van  ntt  de  Nederlanden,  de  aan- 
H»«ken  van  IsofteUo,  dodtter  van  PkOipt  IL  op 
<nn  Praneeben  troon  krMbt  kwam  bijietlfn.  Toen 
op  die  Rqksvergaderhig  te  Pargs  in  1596  de  toot- 
stelten  van  9pén^  verworpen   we^det^  ontetood 

meer  toenadermg  tuMchen  do  Katfaoli^en  en 
Hendrik  IV.  Toch  bad  Hendrik  bet  besit  van  brt 
Mbede  t^  waare^ijalöfc  nooit  verworven,  in- 
dien hü  niet  op  raad  van  ign  miidater  De  Romy, 
later  hertog  van  SuU^,  tot  de  Eatbolieke  Kak 


DigilizedbyGoOglC 


QEINIIRIK   IV-^BHOBIE. 


wu  OTevwUHi  {j^arii  vaut  bien  une  nteMe"). 
Dit  s««e>uedd«  dea  2Siten  Juli  1593  in  de  keA 
van  St.  Dente.  De  wkl  en  de  beku^iijfcsto  ite- 
4«ii  eebMtd«n  ikb  do  ««n  edu  löde,  en  umU 
hg  den  2'7sten  Februari  I5M  te  Cbaitiea  e«- 
kïoond  wM,  opeDde  Peo^  g«irilKg  >toot  btta  de 

Hoewd  Bendrik  liA  ^entukdig,  «delmoedig 
an  iKiwillend  faetooade,  nrerd  b^  geotadig'  be- 
dreigd dooT  de  <)olken  tui  dw«eper«,  die  door  de 
JeMÜtea  wendcB  «pgcatookL  Dur  ook  bet 
SpaiBMbe  Hof  aUe  middelen  aanweBdde  om  den 
bnigerootloe  weder  te  4oe«  ontbnnden,  verbow] 
hg  lidi  met  Bngekod  en  óe  NederiMtden  «■  trok 
n  IW5,  iDMT  «nder  («ecl  toommmI  tegen 
Spnje  te  nhte.  Den  Sden  Hei  1598  üoat  lig 
met  Shtaa^e  vrede  te  VerrinB,  lowkr  bwrin  En- 
gttna,  iM»  iioateesoot,  te  kenoMi.  Tevens  bnoht 
bii  4001  bet  Gdiet  van  Nantea  (18  April  1606) 
de  Hogcaoten  tot  itwL  HMlat  ii|i^  -nB  s^d  eente 


genulio  gesebeideB  wac,  tnd  hi},  og  landriBsen 
«an  den  auu,  ia  bet  bnwvigk  met  Maria  def  Me- 
d*0i  (1000)  eea  doebtn  Tia  FenUmmd,  giootber- 


tog  Tan  Toakmat.  WaoMir  wjj  een  ki 
oorlog  t<g«n  Swme  «n  Sainno  luet  ia  lekei 
brengen,  genoot  fiMnfnfc  m  «m  volkomen  raeT, 
«<tte  bam  hi  «taftt  atcUe  ^  tDwendige  aangele- 
genbeden  det  TJjk*  te  Terbetemt.  De  stadboodeii 
en  gHwta  cnndlMdtteFa  «mn  te  midden  der 
woeltngeD  ^kue  ondhaoMnke  gebieden  ge- 
woiden,  2g  bioven  ttdlBO,  kgden  Maetiagen  op 
e*  b«in«iideit  liüt  ^et  <m  bet  Parlement.  Al 
die  mirtimikfin  weiden  nn  nit  <fcn  weg  gemimd. 
De  koning  liet  kaukn  gmten,  wegen  aanleKg^n, 
ondwelennde  haodel  en  n^i^eid  en  bevoroMTde 
■elfa  de  stiehtiBg  vaa  FmöariM  kolonlBn  in  Ame- 
rika. Ook  de  badboDw  went  mt  ign  aditertöken 
toeatend  opgebeimL  Verder  biaebt  Suliy  orde  in 
<fe  gddaken,  wmkt  na  10  jaar  vao  Trede  de 
•tut«aebnU  vu  880  miUioen  livreii  m  50  nül- 
Koen  gedaald  was.  waaFtoe  «en  vermiodenng  Tan 
het  ^er  4ot  op  de  beHt  t««1  t^droe^r.  Teg«n  het 
eind  inner  neeeriag  tiaditte  Bendnk  l¥,  hienn 
de  traditioneele  iEnundte  «olitiek  volgnde^  de 
madit  van  bet  Habdaueaon  Snia  1»  venwak- 
ke^  door  aich  io  de  Oolik-Ueefaebe  erfopvot- 
gingtwiaten  te  meapen.  IMied  Barctia  w^  is 
gcafMBBen  verwachtiagea  gnmie  gebenrtMiiaaoa 
toMMet  De  koniagiaaongednmadedaafweik- 
fand  pmn  bi*i  geraakl  ngentea  oijn  en  Terki^dé, 
op  aaoqxiriag  Tan  haat  gonatdang  Ooneiin,  ge- 
kroond te  wmden.  Met  weerzin  atand«  Hendrik 
Uerki  toe;  de  («M^btigbeid  bad  plaati  den  18den 
Hei  I«t0.  Om  dm  ntten  Adb  l«  beMdten, 
i«ed  bQ  den  I4den  Mei  KIO  dea  namiddags  te 
4  nvr  door  de  naawe  «tmat  La  Perooaerie  en 
weed  in  ^^  r^t^  omgeren  na  cmdereebei- 
.._  ..  ,".       .       .-  ^^ooT  ROHitUiM  met 

I  dood  deed  voor 
l^nMfttffc  weer  «en  wmCm  tjd  «aobRken.  Tot 
nn  toe  wondt  hij  ah  de  beate  en  grootate  der 
FtumIm  komagen  gebnldigd  Een  adtadowigde 
vaa  s|n  karakter  wae  etenwd  de  UehttiBiigbrid, 
«sannede  hg  t&d  es  geld  aan  *enahiUende  mal> 
tmMB  venpiMe,  tot  wdke  Qabritlh  ^Sriréet 
en  BmneUe  if Siilra^Nea  i>eiioofdm.  Sg  ütH,  <be> 
bdrc  iQn  wettige,  acbt  onwettige  UnMMn  na, 
nvt    wmt  lot  £g  met  raderi^e  behi^atelUog 


loigde.  Van  Emdrik  17  tnetaen  v«d  «ortretteik, 
o.  a.  een  van  Rubmi  m  de  pinakoHieeE  te  Mfln- 
eben.  Beroemd  iqn  ook  Ruben^  „Afiotlheoee  van 
Hendrik  IV"  in  bet  LouTie  eo  „Hendrik  IV  ia 
den  elag  bq  Iti?"  ia  het  ron£«iuin  te  Florenoe. 
In  1818  mrreea  op  de  Pont^N«uf  te  Paige  bet 
rulterstaKlibeeld  van  He»drik  lY,  door  Leinol  ge- 
beeMbonwd,  wawvan  de  koeten  uit  Tröwiitige 
gevonden,  flet  is  in  ISi^  l>ijn» 


LiUrabtUT:  PhÜipftm,  EOmg  Heinndi  JV 
van  Fiankreieh  (Ldinig  1874);  De  la  Bam-Du- 
taTM,  Hietoüe  de  Henn  IV  (Panu  ISSé);  Joofc- 
eom,  Tbe  fint  of  t^  BouiKna  (2  <Hn^  loonden 
l«OQ)j  Aiunex,  Hoiri  IV  et  l'AQemme  (Pki^a 
1887);  JTarteioI,  Hoiri  IV  et  Lcmia  XDI,  lfi98— 
1648  (2  <Sn.,  Parge  1d05). 

Hwidrik  de  heema,  nertog  Tan  Beieoen'  en 
S^am  <MS»— 1181),  in  1129  te  Itwenibius  ge- 
boren, was  een  «oon  tmi  Hendrik  den  TrobMe, 
hertog  MN  Sokwn,  en  Tan  moedemnde  een  klein- 
loon  Tan  keian  Lotkarüu.  Zön  Tndei  kwaqt  in 
1 139  m  dbn  ootkg  <aa  bet  lewn,  en  ign  moedec 
QeerlnM  en  sgn  grootmoeder  Stehenta  namen 
gedniende  tijn  misderjarighttd  de  regeeriig 
WMT.  NMkt  hg  in  1146  idt  bet  beatau  aan- 
vaard bad,  eiadite  bj  op  den  Bgbedag  te  Fonk- 
fort  in  1147  van  keiwr  Koemwi  IIZ  bet  hertog- 
dom Beieren,  iM  aan  e3d  Tader  ontnomen  wat 
temg,  m  t^^'  ^Q  *>«>  geweigerd  werd,  met 
i^n  oom  Weff  VI  naar  de  wapena.  KoMtraotfl 
kraditige  maatregden  Teibinderden  hem  editer 
een  ium  ia  Beiwen  te  doen,  doch  na  's  kciaert 
dood  w«rd  faem  door  agn  neel,  k«i3eT  Fredtrik  1, 
in  1156  bet  bent  van  Beieren  toegengd.  Nu 
strekten  iQn  beiittingen  lieh  löt  vsn  de  Noord- 
en Ooitiae  tot  aan  de  Adriatiwdtt  Zee.  Otto  v» 
WilUUhaek  bekatte  bg  met  d«  regeering  Tan 
Beieren,  Mn  al  ign  aorgen  t«  kunnen  wijden  aan 
het  hertogdom  Saksen.  In  I<166  skiten  ivQ  vijan- 
den, met  Bart»ig,  aactahissehop  van  Bremen. 
aan  het  hoofd,  eoi  veihond  t^en  hem,  waaraan 
weldn  de  biaecboppeo  van  Haagdenbnig,  HU- 
berstadt  en  Hildedieim,  alsmede  de  maikgraTen 
Tan  Thnringen  en  foandendMUg  deel  namen.  Aea- 
drik  v«rovude  &cmen  en  nam  (HdenboM;  ater- 
moideihaod  in.  Omatreeke  dien  tgd  eebeidde  h| 
Tan  iQn  gemalin  en  trad  in  bet  buwell^  met 
MaffttÜa,  de  dochter  van  Btadrik  U.  koning  van 
Ëng<riand.  Kort  daann  ondernam  hg  een  toeht 
naar  Paleetina.  In  inn  afweiigbeid  maakte  kei- 
ler Fred&rik  I  op  bot  getndit  van  ign  dood, 
lich  vin  de  vaste  idanteen  in  Saksen  meester. 
Hndrik,  nit  Plleatina  Jleni||:i?ekeeid,  volgde 
dot  keïMT  wil  Of  diens  Tgfden  todit  naai 
EtalH,  maar  b^  Terbet  bem  bq  de  belegering  vaa 
Alesnadria,  Modat  Predmk  in  1176  den  «lag 
Vi  Legnano  tegen  de  Ttillsnamlii  steden  verloor 
«L  «an  nadeelig  vesdiag  moest  ^iten.  Hendrik 
werd  tei  Terantwoonfiae  gMocften  op  de  Rnka- 
dagen  te  Rejiensboiw,  HaagieiJmrg  en  Ooalai, 
en  ^ar  hg  niet  «cmdieen,  wer<l  hg  op  den  Bj^a- 
dag  te  WBnbarg  (1180)  TOgdTry  en  Tan  al  qjn 
leeosn  vsmNen  vsiklaud.  OU»  ww  WUUhbaek 
Terkmeg  Beieten,  Benkad  mn  Jafcantl  Saksen, 
da  Keabdte  aartshassdiap  E^m  en  Westlalea, 
terwgl  ook  aan  de  overige  sartibisMiKippen  ge- 
deelten tiiaei  famden  wnden  toq«kend.  Oostfa- 


DigilizedbyGoOglC 


len  wu  een  aUotünl  goed  en  koa  Ikdi  door  cleit 
Bjfktda^  DKt  ontnotnen  worden.  Hendrik 
■loeg  -bg  HiJlerffrlde  de  Keulsebe  benden  en 
Ülnek,  'bincbop  vtn  HailberatuH,  gerui^.  De 
fceiaer  «beMe  Hetuirik's  ruMen  een  iermgn,  bin- 
nen wdken  zg  dan  vogelvi^-veiUHuak  moeeten 
ivrlalen.  Nn  haiq  He^rik  de  vjfk  naar  F 
lutd.  Aileen  iBponëwüt  bleef  bein  traiw, 
door  den  biesdiop  vait  Keulen  Trachlekios  bele- 


tm  eenade,  dooh  verkreee  lüeen  de 

dait  hjj   ign  erfUoden  finmewi^  ei 

wv  bwonden.  Ook  moest  hg  oog  S  jau  buiten 

DniticlLlmDd  ah  baüiug  imat.  Oe  aartsbuubof» 

Tan  Keulen,  Pkütpi.  in  ontMuwenaambaden  met 

den  kelaei  gewikkeki,  moorde  ncm  aan  om  tonv 

te  keeien,  en  eedert  1IS4  wioute  bj)  <»gestooid 


Toen  men  eehtet  bü  den  dood  ^ner'  ^;«iuJin  de 
belofte  niet  iii«M,  dat  meD  wia  aiUoibiie  goedo- 
MD  ongedieeTd  loa  Jaten,  aehtte  bg  ikfa  even- 
leer  no  i^  Teitrutteoio  ouUMfen^  begaf  vtii  in 
1180  Daar  Stade  en  wtité  door  ign  voonnaJigen 
vgand,  den  aArUbiea^iap  van  STemeo,  die  Ma 

nu  wwdig  had,  met  t^ten  annen  ontva '*'  ' 

■qn  getrouwe  msAen  ivereloe^  hg  de 


.Tg,  Ltd 
leed  < 


neboii^  en  andere  steden,  maar 
laag  »  den  dag  M  Segébew  t^veu  aatm  mn 
Doitel;  srila  w»d  Snuawj^  Miegerd.  De  Tqan- 
de^jlriMden  MitdiigdNi  eetst^  toen  Hendrik'e  oad- 
ste  «ion,  tater  ab  Hendrik  de  Sekome  iqn  Ofh 
<r<4gw,  in  Iwt  linwelqb  trai  met  Agnee,  dochter 
vu  palttgnaf  STocnnuif  aan  de*  R^n,  een  broe- 
der dea  keiaari.  Hendrik  Oferieed  te  Bfqiww^ 
den  Sden  Angwtai  llfö. 

Zie:  PhiKpfmn,  Oeadndite  Benuicbs  dei  LO- 
wen  (Leipiag  1867—1868,  2<Hn.). 

Hendrik  I,  graaf  van  Galdér  en  Zatfen,  een 
«wn  TMI  Oeeraart  vOn  Saêtau,  werd  Ja  M81  op- 
Tolger  ran  ign  nder  in  de  grafeJgke  waardig- 
beio.  In  1161  nam  bjj  deel  aan  de  twisten  tve- 
Behen  Godfried,  biaKhqp  fan  Utrecht,  en  de  erf- 
BBoamen  Tan  LudoU  orer  de  ttedevoogdg  van 
Groningen.  Oraaf  Hendrik  kooa  de  partg  Tan 
laBtatgesoemden  en  tnMkte  nek  meester  tu  de 
«ted,  welke  door  graaf  Florie  UI,  ak  Ixmlgenoot 
van  dea  blaeboo,  belegen^  maar  door  bem  ea 
Dirk,  hoer  «m  BaUnbtirg,  loo  ^ma  verdedigd 
werd.  dat  ^oMgk  door  bemiddeling  na  den 
aartriiiaediap  Tan  Eea]«n  een  venlrtg  gerioten 
werd.  Hendrik  «rhonk  yrie  goederen  va  geeate- 
Igke  gectiebtea,  WM  gdivwd  met  Mnore,  «en  doch- 
ter nu  Ood/rwd  van  Bovitton,  en  oterleed  in  1182. 

■•ndtUc  n  nl  de  Vronu,  hertog  van  Sihiil 
en  grootroiet  van  Pden,  tn  1191  geboren,  waa 
een  loon  nn  bertog  Hendrik  den  Gebaarde  en 
Tan  da  Heilige  Hedmg  en  poogde  hg  bet  aan- 
Taarden  Tut  ign  bewind  (1288)  Polen  tegen  de 
Uongolen  te  beedwimen  «i  ifin  Silo^he 
eiflüden  te  verdedigen.  Alleen  dit  laatste  ge- 
lokte hem.  Hg  anenTeUe  den  9den  April  1241 
in  den  Vokerendag  bg  WsfaUtadt. 

Bsadrlk   Rmjm,   taodgnaf  Tam  llinriQgen, 


malin,  SbeiAetk  de  Beüigej  van  den  troon  ea 
mati(^e  sieh  de  beondiawg  aaa  orer  ign  min- 
derjariga  neef  Hentan  Ti.  Wel  gaf  hg  deien 
bg  ign  meeTderjarigiieid  bet  kndgnalKhafi  Thn- 
ringen  met  Hesseo,  maftr  hij  betueld  bet  palt*- 
gnmSaiiMp  Saksen,  t«nrvl  iet  plotMÜDg  «rw- 
^dén  Tan  Uentan  in  1241  niei  aonder  reden 
aan  Hendrik  wondt  toegeeducTen.  Hij  werd  te- 
Te»  rpsbeatounlac  voor  Koenraad,  «n  jeogdi- 
gen  loon  Tan  kener  frederik  U,  ffienlon  Unm 
ign  «uuien  aanaKrkelqk.  Toen  de  paoe  den  kei* 
ler  in  1245  in  den  bü  dee<^  werd  HmUbik  hk 
1245  op  een  Rjjksdiff,  nMemideela  mt  geeatelq- 
ken  beatewde,  tot  koniog  aUgeofQ*pen,  wiMom 
man  bem  spottendenrjjie  den  „Papenkoning" 
noemde.  Door  dm  fmat  met  geld  ondenteuDd, 
bradit  hij  een  groot  ieger  bgeen  en  behaalda  op 
koning  Koenraad  «en  «cfaitiëreDde  onrwioning. 
Wddn  «ebter  werd  hg  xiA;  fan  oMrteed  te 
'WQnbDig  dut  16den  Febniari  1247  aooder  -wet- 
tige aakomeiiogen  achter  te  laten,  waan»  de 
Tburwgeehs  Stweoesie-Owtog  begon. 

Zie  ItaUekj  Heinridt  BsMta,  landgr&t  T<ni 
Thflringen  nnd  deatsdier  KSnig  <Halle  1911). 

HMidtik  ds  Doorlvekiige  (der  ErimekU), 
nwffegiaaf  Tan  Meiasen^  in  1218  gebcHen^  volgde 
ijjn  vader  Diederik  („der  Bedcbgta")  in  1221 
op  onder  voogdg  van  sqn  oom  Lodewïk  den  Vro- 
me, van  Tbnringei^  die  in  1227  orerleed.  Danr- 
ns  werd  ign  hetiBchmditige  moedtt  Jntla,  een 
xnater  van  Ladeayk  en  ten  tweeden  malegennwd 
met  Poppo,  granl  van  Hemtgnberg,  Toogdes.  He»- 
drik  mêrd  weldra  meerderjarig  Teritlurd,  <n- 
demam  een  Kmistodit  t^n  de  Fnüaen  ea 
voerde  oöii<^  tegen  Johan,  markgraaf  «n  Bras- 
denburg.  Hn  wwd  in  1340  ale  vont  gebiddigd 
en  in  1250  belastte  hg  neh,  in  naam  van  Bm- 
drik  hel  Kind,  met  de  regeeriag  van  Heasen. 
Totn  SopUa  van  Brabant,  de  moeder  vai  Hei^ 
drtfc,  io  bimdpewMtadup  met  bratog  Albroekt 
ffon  BntttMnik  «aaepmtt  masite  op  llmiii^ 
gen,  oDtatondde  Uoedage  Thnringsehe  Sneeearie- 
oorloK  (1247—1268),  die  na  den  ikg  bg  Wettia 
(1268)  «iadigde  met  de  opvereenkomst.  waaibd 
Hendrik  Hessen  atstond  en  mH  in  bet  bent  bied 
vsa  Tharingen.  Zga  bestnnr  werd  door  vtie  hnè- 


selnke  twieten  verontrast.  Aan  ign  twes  vmea 
bad  b^  ign  vooniaaiiHte  butdai  «Jgestua  en 
voor  liehidt  aüeen  Meisien  en  de  Meder-LMutts 
behooden.  Toen  er  echter  oneeuglieden  omtston» 
den  tiWMben  de  ionen  van  ign  oodrten  «mo^ 
werden  daarin  otk  de  overige  familideden  ge- 
wikkeld Dit  Tereigeide  nogi,  toen  1^  ut  een  twee- 
den, kiadeitooïen  echt  met  Agnet  van  BoiemeN 
een  derde  bnwelgk  sloot  met  fflttobsM  won  Xol- 
Utx,  die  hem  een  loon  lAoiik,  Frederik  dm 
Kleine,  aan  wien  hg  een  gedreHe  ijjaer  beait- 
tingen  wilde  toekennen,  flendrtk,  die  ook  ab 
minneiaoger  roem  verwierf  („Henoift  van  Meïa- 
sen"),  overleed  den  ISden  Febmari  1288. 

Hmdrlk  I,  Aet  Kind,  lautgra^  wm  ffesiMi, 
den  24aten  Jqu  1244  geboren,  was  een  somt  van 
ber4og  Hendrik  den  Qrvotmoedige  en  Sotikj^ 
dochter  van  Lodemfk  den  Vrome,  lamdgmac  van 
Thnringen.  Toen  in  1247  met  Hendrik  Baepe  het 
ThttringBcbe    V(»itenbnia   otstierf,    beaehonwds 


DigilizedbyGoOglC 


HESNIXRIK  I-^E!NTliRIE. 


■qo  moeder  Slüabeth  de  Heütge,  sA  ak  d» 
iMute  trtgtoatiik,  dodi  koo  hüi  leobt  tegen 
Hmdrik  wn  Doorltusktige  niet  IxuidhftTeii,  loo- 
d&t  ig  in  I2S3  aUeao  Ëeasea  Terkseeg,  dtU  sg 
(um  bMr  1000,  TitMger   Aet  Eind  van  Brabant 

SiiMMipd,  tg  iqn  meeiderjafigfaetd  toekende. 
tndrik,  wieiu  cTenzoo  genoemde  bioeder  raetk 
is  1247  de  r^eeiing  T«a  Brabukt  uomAcd  had, 
Testigde  via  mM  te  Case^  mmnk  het  land 
nu)  roolriddere  en  TerwMiJ  de  «ebtJiig  der  aan- 
lienlöken,  die  bom  &k  beer  de»  lands  eitonden. 
B4  hidp  k«iier  RudoU  I  de  oTerwiittiag  berech- 
ten op  Otlokar  van  Bohemen.  Na  zj^  dood  (?1 
Deeemibet  1308)  weideoi  sijn  landen  onder  xgn»>- 
oan  veideeld. 

Bsndrlk  de  Zeeeaarder  (dom  Snrtgue  e/  iVo- 
Mgador).  piins  vuk  Fortogtd,  de  Tierde  uooa  tta 
koning  JokoR  I,  den  4den  Ma&rt  1394  te  Oporto 
geboMn,  kgde  lidi  toe  op  de  Mudröks-,  «ia-, 
atgnen-  en  zeeTUrtkoode.  meda  xq»  ««Bt«  wa- 
penfeiten bü  de  TeroT«rmg  Tan  Ceota  (14<15)  en 
ak  oppaiberelbeUtw  der  üoot  tig  bet  oatset  de- 
■er  bekng^c  veatiog  (1419)  maakten  ign  naam 
berototd.  Hg  stidttte  te  Sagna  een  «tenmwMbt 
en  een  iariöhtHig',  vaar  jonge  edellieden  ondai- 
WM  ootriogen  m  de  aeeiaartkrande.  Ook  rastte 
hg  teder  jur  een  ach^i  tdt,  dat  onder  Ibevel  Tan 
moedige  en  bekwame  mannen  m  lee  werd  g«ion- 
den  om  on(d«l:Ungen  te  doen.  In  1419  vonden 
Trntam  Vat  en  -Ooaaidvet  Zargo,  door  storm  na 
den  koen  gehiaeht,  iiet  «ileöd  Porto-S&nto  en 
dMKM  Hadeira.  Beide  «ilanden  werden  wddra 
van  volkaphntM^en  Toonien.  In  1431  ontdekte 
Oonaalvet  Vellio  Cabral  nte  Parmiga  «elanden  en 
tat  1-432  Sta  Uaiia,  waarop  Tim  1444  tot  1453 
de  overige  Azoren  volgden.  Jban  de  kuat  van 
Afriln  wwea  de  «xpedntiw,  vMr  Bmdrik  nitge- 
■ondeo,  niet  verder  doorgedrongen  dw  tot  ata 
Ea^  Bojador.  Ia  li34  gelakte  bet  au  OflSimnef 
Kaap  Bojador  om  te  zeüen,  tenrgl  BaUaga  in 
1436  bg  den  Ko  de  Ofo  bet  aiJi«r  liet  vaUen. 
Nadat  hg  lieb  genHmen  t^d  met  de  binneidand- 

'  aangekgenbeden  van  Pwtagad  bad  bezig 
-'■-        "     "     '   "    'a  1441    i"-    --■^-■- 


looden,  vatte  Htndrik  m  1 


^n  ontdek- 


«dK   _ _ 

nimiluBen  weder  op.  In  dat  jaar  bereikte  Su- 
M  Tnifom  Kaap  Blaneo  en  Mtlde  j»  1443  lot  de 
fiaai  van  Aignia  terwQl  Diax  in  1445  Kaap  Vw- 
de  ber^kte.  Ëen  jaai  kter  nam  Laneerota  met 
anderen  de  Ar^ingntep  nt  beiit  en  mtdeltte  dsn 
Senegal,  en  in  1447  kmun  Alvaro  Fentande»  tot 
aas  de  andere  ig^  "'^■^  Sierra-LMne.  Nadat 
Hendrik  in  1449  op  Argvtn  een  vviling  geittcht 
bad,  onlttond  weidn  e«a  leveadiigr  en  «iii^enwnd 
liaadelBveikeer  met  de  weatfciBt  vnn  Africa.  In 
1-159  vow  dada  MotUt  dso  6eiMgal  en  lot  den 
Oambia.  In  de  vdgende  jann  vooden  fiiooo  Oo- 
»ux  en  Antimio  de  HbU  deKup  Verdisabe  Ëi- 
landes,  da  rivioen  Citaminw  en  lUo-Onutde,  be- 
Bovena  de  BinagoaoilutdHi.  Nadat  Hendrik  in 
ld58  nogmaah  voonnoedig  ttcen  d«  Monen  «»- 
fb«deti  ud,  ovnWI  )ig  te  Bagrea  den  ISden 
November  1400.  ^  beeft  de  gioaddagra  gelegd 
voor  den  lateien  wereMhandd  *aa  PwimgaJ  en 
Toor  ^D  bloei  ah  koloniale  mogendheid,  terwijl 
hg  tevena  nieuwe  wwea  e«a  de  tdietfivaart  a«a- 
nweaen  en  da  wereMgeariiiedeniB  van  de  Middd- 
iBDda^  Zm  aaar  dan  A~ 
gebiaebt  beeh. 


B  Atluttiadien  Oeeaan  over- 


Zte:  Major,  -IMe  of  .pidiiMe  Henr;  ol  Portagal, 
ennumed  the  Nav«ator  (LondtHi  IS6&);  BuaUg, 
Prinoe  Henr;  tbe  Navi^tor  (Londen  ISftS);  Ju- 
Ie»  MeaM,  Henrï  k  Naviga.tear  et  faeadémie  de 
Sagi«8  (Biwael  1901)-       . 

Hendrik,  bcatog  van  Saksen  en  tweede  loon 
van  Albert  van  Sakaen,  den  17deii  Maart  1473 
geboren,  irard  in  14E^,  toen  ign  vader  naai 
DoitKhland  vertr(4,  met  bet  bestuur  ia  Friee- 
laod  bekat.  WegMW  bet  opleggBn  van  nieuwe 
Bchattiog  InrameD  de  Fnteoen  ia  tmtaod  en  be- 
legerdöi  faam  in  Sjaardwnabtiii  te  Frandier,  loo- 
M  ign  vader  en  Erik  «on  •Bnin»wiik  sieh  daar- 
heen moesten  begeven  tot  «ntiet.  Toen  hertog 
Albert  koit  daajma  enwleed,  liet  hg  xqb  Doit- 
.•cbe  Statem  na  aan  zjjn  oudsten  lOon  Qtorge  en 
FriaeJood  aan  Hendrik.  Deoe  vond  hier  echter 
«Mn«e]  tM^eiLkaoting,  d&t  hg  ign  gebied  alatond 
aan  ign  broeder,  St  im  1505  gcinaldigd  weid. 
Handrik  trok  toen  ter  bedevaairt  naar  ^nsje, 
maar  nae  tatet  een  der  eerste  vorcten,  die  «e  le« 
van  Luther  aaAWHDen,  turwgl  hg  na  den  dood 
sijna  broedere  »i»  diens  erfgenaam  de  Hervor- 
ming Ln  Ejjn  Staten  invoerde.  Ifiet  lang  vow 
ign  dood  droeg  hg  de  regeeiing  tm  aan  Ifau- 
ntt  va*  Sakttn  en  overleed  den  ISden  Angm- 
tus   1541. 

Hendrik,  de  Jongere  (1514 — IStö),  hertog 
vsin  Brunswig  «en  zoon  van  Hendrik  den  Oude, 
den  lOden  Nov^nber  14%  geboren,  was  een  hef- 
tig fegenstaikdeF  van  de  KeriiiiervoRióng.  Niet 
laog  na  bet  aairvaarden  der  icgeering  (1514) 
kwam  hg  is  •aoüog  met  den  tüeechop  t»d  HiUea- 
heim  en  verloor  den  ring  hg  SoUmi  (2&  Juni 
1519).  Door  de  g«net  vaafciaer  Karet  V  werden 
ia  1523  ean  betn  en  ign  neef  Erieh  de  landen 
van  Hildesheim  toegekcöd.  In  den  Boerenoorlog 
stcmd  hg  aan  de  igde  van  den  b«dgra»f  van 
Hitsen  en  den  bertóg  van  Sakaen  en  nam  deej 
aan  den  ïlag  bg  FraakeDèanaen.  Toen  hg  mi  het 
pont  atond  tegen  Qoalar  ten  etrvde  te  trekken, 
ri^  foreJ  V  mm  ter  hnlp  tegen  den  paaa  «n  te- 
gen Venetië.  Hendrik  tnk  naar  Italië  loet  1000 
ruiters,  dodi  iqn  leger  veiwnott  dooi  beamette- 
IHIk  liekten  en  hg  z^f  ontkwam,  als  kne^  ver- 
kleed, teroAuwernood  aan  agn  bejagen.  Intoe- 
lehen  had  de  Bervormmg  in  ijjn  erflanden  be- 
langrijke verdelingen  gemaakt,  doch  Hendrik 
Ueef  op  den  Röfcedag  te  Adgebnrg  (1530)  ge- 
trouw aan  den  keiier  en  aan  de  voorvadertgke 
leer.  Kort  dunna  gebikte  het  hem  zgn  broedcx 
Wiliem  na  een  12-jarige  gevsngwiMiiap  te  dwin- 
gen tot  een  veriki^  waarbij  het  (echt  taa 
eerstgeboorte  io  het  Hnie  van  Bnuanrtik  wad 
eikraid  Toen  kt  1537  bet  SchnaftatdJadi  Vtr- 
bond  door  de  ProtestantadM  vonten  gedolai 
werd,  ixad  Hendrik  op  iJs  Aanvoerder  vaa 
de  Katholieke  liga.  In  1545  wnd  hjj  in  den 
slag  by  het  klooster  HCokdem  met  ijjn  oudsten 
loon  Vietor,  gevangen  geitomen.  Na  den  slag  bfj 
Uühlberg  (1547)  op  vije  voeten  gesteld,  rokte 
hö,  bggeétaati  door  UauriU,  keurvoiet  mr  5al> 


overwinning,  doch  xgn  heide  wnen  sneuvelden; 
Jfmirtts  wwd  loo  iwaar  gewond,  dat  hn  VttA 
daarna  orerleeit.  Sleefate  een  derde  loon,  de  mia- 
maakte  Jtilitu,  die  tot  bet  Protettanüma  over- 


DigilizedbyGoOglC 


234 


HENDRIE-iHËHDRIK  XXn. 


belde,  bleef  hem  over,  loodst  Bendrik  idtt  po- 
gingen deed,  om  iga  onedibeD  zoon  EtUl  Hein- 
riek  doOT  den  keiser  te  doen  wettigen.  Toen  dit 
mi^uJite,  leraoende  Jiy  aich  met  Juliiu  en 
op  gtTorderden  kettga  nunder  aJiieeiv  ti 
leer  raa  Lvtker.  Ei)  owrleed  den  1  loen  Juni 
1568.  Hy  is  befcend  door  ijjn  lieCde  jegens  Sta 
von  Trolt;  men  rerhadt  najneiyii,  dat  deie  op 
ign  bevel  te  Ossdersbeim  in  sehga  ^tei 
en  begntvNL  n,  terwgï  fajj  t»u  in  stilte  i 
faet  nateel  Stanfenberg  Itet  breogeit,  w&er  tg 
b«in  7  krnderen  icbonlc. 

Bendrik  X  of  Bendrik  van  Vianden,  ... 
■ebop  TUI  Dtrecht,  wu  Aartsdiaken  der  Kealaehe 
k«A  en  een  bloeafvMYant  vaa  een  bisKbop  Twn 
Eenhn  en  werd  in  1250  de  opToiger  mt  Ooa«- 
«Mfn  te  Dtiwbt.  Hij  oorloogde  tegen  de  Oeldei- 
Miten  en  stichtte  mt  den  biat  Itet  luwteel  Vree- 
iuA  om  lirii  te  bereiligen  'liegen  de  aanvaUeo 
der  Amstfirdaininen.  Ook  boowde  bïi  den  nieu- 
wen Utreefatsdien  Dom,  bee^Ugde  bet  iMiuien- 
Uooeler  d«t  Hdlige  Uti^  Ifuk  te  iHont  oabq 
Deienter,  stiebtte  «en  ki^Uel  t»  Steomrük  en 
overleed  deif  Sden  Joni  I2Q7. 

Hutfrik  H  <rf  Bendrik  van  Beieren,  bis- 
•ehop  1SB  ütieeht^  «mq  Tan  PAiIiiw,  kearvtmt 
nn  de  Palt«,  wu  bwselxip  van  Spiere,  werd  in 
1624  met  eenparige  stemmen  tot  bieadiap  ven 
Utrecht  gekoien  en  door  pwie  Chmetu  VU  tn 
<Ue  waudigbwd  bevestigd.  HQ  belegde  in  1525 
een  k«rfc*«iigtderiag  in  iQn  bisdam,  w*er  eeni^ 
~' — e  bestdageD  werden  nutgeeteld,  en  to«»  de 


1  ordonmntie  had 
ait^TWidigd  tegen  d»  gebwme  iMiweljilien,  dag- 
taardde  hifdien  te  ütreefat  De  vroedeeibap  be- 
klaagde tia  bq  keiaer  Corei  V,  die  op  zjJD  oeuit 
den  bimohop  ter  TerantwoardHw  riep  imar  'b- 
(^Tenhage.  Wegene  een  ioval  der  Geldersoben 
in  Aet  Sticht,  droeg  hq  den  2Iitea  Oetober  1538 
bet  wereldlijk  beetónr  vul  ^n  biadom  op  aan 
Karel  V,  als  hertog  van  Brabant  en  graat  van 
AoUtmd,  en  TCTgenoegde  ii<:h  met  het  kerkelvk 
gea^.  De  afetwid  werd  den  20«(en  Anguetna 
1529  door  pane  Olemens  VU  bdrachtigd.  Ia  djt- 
seifde  jaar  werd  Btmdrik  gdiozen  tot  bieëcbop 
van  Wonna;  h|j  bekleedde  ook  de  waanUgbeid 
van  biasehop  van  Fnungvn  en  oveifeed  den 
Uden  Juli   lSS2. 

Bandiik,  fraderik  Lodtvijk,  prioa  vn  Proi- 
een,  «en  broeder  van  koniiig  FTederii  U,  den 
ISden  JaiKnri  1726  te  Beilqn  geboren,  genoot  tot 
aan  bet  overlgden  van  ijfn  vwler  frederik  WU- 
fam  I  nagenoeg  geenertei  oodenieht.  Fredtrik 
U  uigde  voor  de  oDvoecUng  van  den  prina  en 
benoemde  bem  in  1742  tot  kolonel  van  bet  leser, 
dat  «en  icral  deed  in  JfonriB.  De  prins  onder- 
sdteidde  lieh  in  1745  in  den  slig  bji  Hohen- 
Medberg.  Na  faet  ddtien  van  den  vreoe  bnwdto 
hQ  in  1752  met  ^rinae*  Wühelmina  van  Buten- 
Ka—éL  Na&t  lig  in  den  ZeTen^igen  Oorlog 
voel  tot  de  beeÜMang  vmi  d»  slag  bQ  Praag  bad 
bögediagen,  atned  bQ  in  don  sl^  bg  Sosaaeb, 
waar  \i%  trewood  wenl,  en  ontving  het  OM>etbe- 
vel  ovor  «  tioemn  bQ  Leêpiig.  In  1756  «tond 
b$  aan  bat  boold  van  «en  légencoTpi  om  Saktm 
te  beoehenaeo;  bfi  d«U«  Fredtrik't  aftocht  na  4a 
■ederinag  bn  HMMÜeb.  Den  sebittevenden  vdd- 
todit   Wk   1759    leende   bg    aanvaUeoderwjpe, 


dcmag  ia  Bohemen  door  en  wist  na  de  nederkog 
hg  Kunertdort  door  mialeidende  bewegingen  bet 
Ooftevi^odw  en  Raeaiaebe  leger  lot^Mg  in  wer- 
kelooM  apanning  to  boodan,  tot  inn  broeder  bet 
«Men  verlies  nenteld  bad.  In  1760  bood  hg 
net  faoofd  aan  de  Raseen  «n  ontzette  Bretlan. 
Hinder  glanergk  waa  de  veldtocht  van  1791, 
Hendrik  door  de  awakte  van  ign  ieger 


Ooatenri^ers  aan  bet  wgken,  dooh  hierop  volg- 
den ooiwraeheiden  rampen,  daar  de  linie,  aan 
ign  bewaking  toeTCFtronwd,  te  aiteeetnit  was. 
Door  de  ovorwjuning  bg  f  reiberg  oioeg  hg  ocfa- 
t?eT  niet  weküg  bg  tot  den  vrede  tbo  Hnberts- 
bor|  in  17S8.  Dauna  begaf  b^  lieh  weder  naai 
BbeuabeiR,  waM  bem  buiael^  onaangenaain- 
heden  wacotten,  vno  nik  etti  aa»^  dat  1)^  toA. 
Uet  Bcbeiden  van  aön  gemalin.  In  1770  nam  hg 
te  SL  Petenb(ii;g  deel  aaa  de  DaderbvBdetingen 
over  de  verdeelioa  van  Bcdoi,  Oednreode  des  oo- 
bkwdigen  Bcaersehen  Saeeeiai»<Ooikg  (ms)  trok 
bg  met  WOOO  man  naw  Sifaaa  en  viel,  nadat 
de  beorvorst  licb  met  bem  ■>.-■" 

hemen.  In  1784  leidde  bn 
te  Pargs  tegen  de  "— — '- 


.     „  .  n  Jwa  n 

1795  nam  ta^  deel  am  bet  ^iten  van  den 
vrede  te  Baiel.  Ori  ovMleed  t*  RbeiosbaDg  du 
Sden  Augustnt  1808. 

2ie:  Sekmitt,  Pióu  Honrieh  von  Prenaseo  ala 
FcUberr  jm  SiebeajArBen  Xiieg  <QreibwaM 
1685~-1^7;  2  dkA;  Kratul,  Bnefwechad  «wi- 
sriien  Prins  Heiorito  von  Preuuen  und  Katfaari- 
na  II  (Berlgn  1903). 

Bnndrikt  Albert  Wilkelat,  prins  «m  Pnd- 
Ka,  den  14dea  Angnitus  1662  te  Potedam  gebo- 
ren, aia  tweede  «Mn  .van  den  lateren  kdier  Fre- 
derik  I/r,  beiocht  van  167^—1877  faet  gimaa- 
«ium  te  Kaasel  «n  w^dde  lieh  aan  den  leedienet. 
Met  bet  korret  „Prima  Adalbert"  deed  hg  in 
1878—1880  ign  eerste  reie  om  de  wereM,  werd 
In  1887  korvetkwpitein,  in  1989  kapitein  ter  lee, 
ia  18»e  Bcboatlin-DBcht  en  in  1887  caaunaDdaot 
van  dm  groeten  kruieer  ,;DeubeetiJaiid",  vra«rme- 
de  hg  naar  Ooat-Aiie  ging.  In  18B8  met  bet  op- 

Erbevel  over  het  kniieeiükader  in  Oost-A«fl  be- 
it  en  sedert  1899  vke-admiiaal,  keerde  bij  in 
Pebmari  1900  ten»,  iKid  in  Septoodter  fiKIl 
adminwl  der  Dnitarae  vloot  (later  ook  van  de 
Engelaehe  en  Ooatieargkache)  en  ia  S^tembei 
19I&  eonunandant  van  beA  muinestation  der 
Ooaliee.  In  1902  beioeht  hg,  ^  vertegen woonli- 
ger  van  ijjn  broeder,  onder  groote  eerbewgien  da 
Vienenigde  Staten  van  NooM-Amerika.  Hg  werd 
ÏD  1906  d>el  dw  adaave  oodogerloot  en  in  1400 
groot-admiiaal  en  generaal-impectear  der  Ifa- 
rine.  Sedert  den  24«ten  Hei  1888  is  bn  gefanwd 
met  prinoes  Irene  van  Betten  ^eboicn  den  Uden 
Jnli  1866).  Uit  dU  tHXnlgk  ign  twee  kindenn 
io  teven:  WaUsMor  (20  Haart  1880)  en  Sioü- 
MKnd  (27  November  1666). 

Hendrik  »«",  vMst  wtn  Remtt,  oudere  li- 
nie, den  26Bt«B  Msart  1S4fl  geboren,  was  een  lOon 
van  Bemdrik  XX  en  prinsea  Karoline  van  Het- 
lem—Hembarg,  volgde  den  eaten  November  1S59 
iQn  vader  op  en  stond  lot  den  28at«o  Haart  1867 
onder  het  regsnteehap  van  ign  moeder.  Bg  ign 
tTDoasbettgging  scfao^  bjj   ign  lan<ï   dat  geen 


DigilizedbyGoOglC 


HBHDRfE  XZH— HENI»tIE. 


nt,  een  giondiret  en  mtgi»  er  goed 
voor.  Zgn  poattw  *Ja  b<HMÜTorat  wist  hij  miöi^ 
raukkdg^  in  t<  neoMii;  hij  Icffde  tesenorcr  bet 
PrninMbe  kooiiKshnM  «n  bet  Dniteelie  Ryk  een 
T^kndige  gwndbeid  mui  den  im,  «Mratei  hg 
Teel  booien  mout.  Dmt  de  erl^nne  BtHdrik 
XXIV  nietfiiit>atMoni>teiegeenn,irandbefiMld 
4kt  Hendrik  XIV  (lie  «Umi)  bet  legentsebap 
«m  btKH  ion  voeran.  HcM^rtt,  die  Mdert  den 
Mea  Oetobw  1873  met  |irHHe«  IiJa  mm  SeAmm- 
burg    Line   gebnwil   WM,   orerieed  den    19den 

AprU  ifltfe.     

Hsndrlk   ZXV,    T<»»t  vim   RetiM,    joieen 


Aeiuinifc  ËXVIl  en  pril 
Sbtrtdorf,  Tolgde  den  Uden  Juli  1861  ign  n- 
det  op  en  OHn  m  bet  oveilgden  nu  i^n  oeel, 
Hendrik  XXIl,  ia  1902  het  iwentKhap  orei 
dm  eriprio*  op  lieiL  EQj  ma  seoert  den  lOden 
Noremlier  lass  net  bertogin  Agtut  nm  WUrt- 
taübera  (f  9  Juli  1880)  nbawd.  Hg  orcrleed 
den  20*ten  HmK  1913  teSdikb. 

Bradrlk  txm  Naumi,  Vimden,  Dielx  m  Cat- 
^uiuilêbogem,  voh  Bnda,  Oriwtbtrgof  eni.,  «en 
snn  TM  Jam  w»  JfoMOH  en  *«a  ïi»a6eU,  Mi 
docÉiter  TUI  Hendrik,  èuidgiuf  etm  HetMtt,  mid 
den  Sleten  Hai  IfiH  de  WTtdger  thi  nii  oom 
EngObreekt  nm  iVotMM,  kiadërlooa  te  BniMd 
oterleden,  in  ■)  ijin  Nadeilukdadu  heerlökbeden, 
onderaebeMlde  boi  onder  PkUivt  den  Sehoone, 
JfozHntlMaii  en  Kartl  V  li»  atuu-  «n  kimnnuui^ 
irerd  stadhouder  nut  GdderfauMl  en  ÉoHaBd, 
atned  met  moed  en  beleid  in  ds  OdderMlie  oor- 
logen, werd  meeimalen  ali  geuot  bmu  bni4en- 
feodeebe  mogendiieden  aigcraudied  en  oodertee. 
kende  mede  den  Sden  Juni  1S15  te  Dudrecht  ia 
de  Tergadering  Aer  Staten  de  «ele  ras  iwldisiiig 
Tan  Karel  als  graat  ran  HoUand.  Deie  wod  mm 
in  1519  als  gewot  naar  Frankfort,  waar  (h  kenr- 
Torsten  sidi  tereenigd  badden  om  een  Jreioer  te 
LieMn,  en  Tooral  bét  Meid  na  Hendrik  nm 
Nauo»  beioigde  bem  de  kroon.  'Daarna  irerd 
Hendrik  op()erl)eT«HMbber  -nm  htt  kenerlgk  le- 
ger, dat  tegen  Frankrgk  te  v«lik  .trok.  Hy  bele- 
gerde Hooaioii,  ««roicrde  deie  stad  en  beeterm- 
de  Heiièrea,  doch  weid  door  den  daoperen  tegen- 
«tend  nn  Soyord  ^oodiaakt  af  te  trekken. 
Daarna  Mroverde  hy  PicardiB  en  phinderde  het 
land,  maar  moeit  bg  Pdronoe  met  Terlies  ten^ 
kecren.  Niet  tanr  an  deien  vMdtodit  orerieed  hg 
te  Breda,  den  Tdn  Oetofaer  1&&8.  Zgn  bireede 
«dilffenoote,  Okmd»,  «enige  doditer  Tsn  Jan  van 
CkiUont,  prins  «>m  Oranje,  aefaonk  }iem  een  »><n, 
René  van  ÜU/oaa,  prins  vom  Oranie,  van  «ten 
de  Zuiger  Utén  en  go«dei«n  erfde. 

Kandrlk,  gnaf  mm  Jfattau,  DUlx,  DOUn- 
ènrg  ens^  een  loon  nm  WUUm,  graaf  nm  Nat- 
tan,  en  van  Juliana,  dodit«t  van  BiAtho,  graaf 
Mfi  Stolberg  n  Conmotteilit,  een  broedier  tui 
win*  Willem  van  Otanfe,  werd  den  IBden  Oeto- 
MT  1541  op  het  «lot  DuleBbnig  geboren,  ontiing 
«en  nitowntende  opToedine  en  ink  reodo  TTMg 
ten  oorlog.  Hji   bêrond  neb  bg  bet  teger  van 

Srina  Willam  og  den  roeorgken  overtooit  Tan 
eien  o*er  de  Haas  en  streed  latet  met  ign  broe- 
der Lodew§k  k  Frankrijk.  Verder  stond  bfj  den 
prins  tengde  bjj  bet  ootaet  rsn  Bergen  en  anen- 
T(Me  naet  ign  orooder  Lodewfjt  op  de  HoolDer- 


beide  (1574).  ZeHe  de  l^ken  tsu  die  twee  dap- 
peren beeft  meo  met   terugffOTonden. 

Handrlk  Ctmmir,  giul  van  yauau,  door 
eommigen  Btndrik  Erntt  Catimir  genaamd,  een 
lOon  na  granf  Brnat  Catimir,  atadhoudei  Tan 
Frieelaad,  Qtoniogea  en  Drente,  en  van  Iled- 
vig  Sophia,  dochter  lan  Hendrik  Juliut,  hertog 
Mn  Brunewfit,  werd  in  16M  geboren.  Nadat 
prins  Fraderik  Hendrik  bewerkt  had,  dat  bet 
raeht  van  opvolging  in  de  dadhooderl^e  wsnr- 
di^beid  waa  toepend  aan  liin  7-jarigeD  loon 
WüUm,  nam  Fnesland  kort  oaama  een  deige- 
Igk  beunit  ten  behoeve  van  g-raat  Hendrik.  Aui- 
vankclgk  wilden  Stad  en  Lande  biertoe  niet  be- 
^iten,  doch  ig  volgden  FrieaUnde  voorbeehi 
toen  Erntt  ia  oe  lotmMxea  te  Roemood  door 
«en  nm^tkogel  werd  gedood.  iDtesseheB  waa 
bet  ntadbooiiletediap  nog  ^eeneuna  erlelgk  ge- 
maaU  in  ign  geawlit.  Sg  waa  een  vooratanoet 
dar  Trgbttd,  bwrood  neb  maeatel  tij  bet  legec 
en  kreeg  den  Sden  J^rii  1640  bu  bet  baatonnen 
van  HiSmt  een  pistoi^sebot  in  bet  aeht«iboo(<i 
waanan  hg  acht  dagMi  later  overleed. 

Handrlk  Cadmir  II,  prins  van  Naitan  en 
mm  Tan  WiHem  Frederik  (braedei  en  opvolgei 
VBO    den    voorgaande)  en  van  MMTttna-Agnoi, 

Sinsea  Tan  Oranja-Sauan  (docbter  vnn  frederik 
endrik),  werd  den  IBdeo  Januari  1657  te 
's-Oravennage  geboren.  Op  leven  jarigen  leef  tg  d 
verloot  bfi  via  rader.  ^_  «n  1659  toeaégging  bad 


tigd  met  bgvoeging.  dat  tot  ijjn  meeiderjarig- 
ImwI  ign  moeder  voogdea  ion  ign.  Vgftien  )aü 
ond  legdto  Hmdrilfc  Catimir  den  «ed  af  in  handen 
éea  Staten,  en  qn  wanidigbeid  werd  in  1675 
eiletgk  v«rUaard  k  inn  yeahfbt.  Berat  op  22- 
iarigen  leeftgd  kwam  hg  m  bet  voUe  beilt  van 
bet  atadhonde^ik  benvind,  waana  JlberltMi  Ag- 
net  sieb  naar  DoUaebland  bcgal  <J«79),  TUMraat 
lij  ecfater  weUm  tewigkeerie. 

De  atadbonder  bad  voortAirend  ooeenittbeiil 
met  prini  WiUam  lil,  owr  verplaalaing  M  at- 
daokNK  vao  troepen.  De  Sinten  van  Fnealaad 
namen  liet  kwalj^,  dat  een  «n  «nder  gesefaiedda 
buiten  voorkemns  van  boa  stadbooder,  die  te- 


ffendrifc  Cm 
loeaing  tot  atand,  waarna  aan  deien  de  pott 
van  derden  vddmaartcbaMc  in  het  Unie-te^r  op- 
gedragen werd.  In  dit  ambt  streed  hij  bi]  Senef 
en  FlewtM.  In  1689  werd  bü  tweede  veldmaat- 
•cbalk.  Hendrik  Carimir  waa  iwtk  van  lidiaam 
en  niet  bestand  tegen  de  vennoeieusaeD  van  den 
ooriog.  Ken  val  van  bet  paard  ber<^kende  bem 
een  borathwaal  en  bg  overleed  den  25«ten 
Haart  1696.  In  de  „Arehivea  de  la  maiaon  d'Oraa. 
ge-Saasau"  liJn  onderaebeiden  brieven  van  b«Di 


Bwtdrlk  van  Nauan,  beer  van  OMBerkerk, 
kletnuon  van  prina  Jfonnlj  en  vao  de  jonkvrouw 
MM  Meekelen  en  Mon  van  Lcdeugk  van  Naieaii, 
heer  mn  der  Lecke,  Beverveerd  en  Od^k,  werd 
In  1679  met  lyn  beide  broedere  door  keioer  Lto- 
foU  met  den  giaM|jken  titel  begiltigd,    tmd 


DigilizedbyGoOglC 


BEMQtlE— 'HENDKIE  VAN  ZOTFEN. 


Meda  ntteg  m  diend.  werd  in  xkn  Bltig  bg  Seocf 
g^UKtot  en  leddë  ia  dieii  nun  St.  Denis  bet  le- 
Vw  van  WaUm  lil.  De  prins  benoemde  bem  tot 
bopman  en  biield  faem  stMda  in  ijjn  nabglieHi,  In 
OigeluMl  werd  h^  onder  Marlborouok  tot  t^- 
nurschalk  benoemil  en  nam  aan  de  igde  na 
dien  Tejdbeei  d«el  aan  den  Spaanscbeti  Snceea- 
ne-oorkff.  B^  RwmlEeB  (1706)  etned  h^  tMk 
bet  booM  der  Nedcrkodem  en  verloor  er  büna 
het  leTen.  Oofc  ia  den  slag  bg  Oaduisuaen 
«treed  bjj  mede,  Hij  overleed  in  1708,  nadat  lig 
lort  te  Toren  iig  fitt  leger  die  {uek  Temngen 
bad  door  de  bajonet 

Hendrik.  Willem  Fredwik,  prins  der  Stder- 
tenden,  tweede  «xm  Tan  koning  Wülem  II,  den 
ISden  Joiü  1820  te  Soeetd^jk  geboren,  tiftd  in 
dienst  der  Nederhndscfae  maTine,  en  werd  ver- 


1  vloot.  Hij  huwde  den  19deD 
llei  1858  met  Airuüia,  priooet  wm  Weimar,  die 
den  Islen  Hei  1g72  oTerleed,  en  den  24«ten  An. 
gnstoa  1876  met  Maria,  iprkuet  van  PnUaen  en 
owfete  dochter  *mi  pri»  Friedriek  KarL  Pnna 
Htndrü  der  Sederbmden  ondentoimde  met  gno- 
te  belaimteUing  de  NechrlandMbe  nqTerbMdfl- 
en  band^MDdememingen,  genoot  -de  oigemeeoe 
uhrtiDg  ea  oi«er>eed  tdöderlMe  lien  ISden  Junta- 
ri  IS'fê  Of  bet  kaeteel  WaUenl»ngen  bü  haxeta- 
borg. 

*  Mmdvik,  Wladimir  AibTeehi  Ernst,  prias 
der  Nederlamtett,  herUig  «on  Meeklenburg-Sêhiee- 
Wn,  den  Idden  Afirü  1S7«  te  Sehwerin  geboren, 
fongt4e'  zoon  vao  den  ia  I88S  overleden  croot- 
nertog  Frtderik  Frtm»  Il  nit  'tUena  derde  buwe- 
)Ük  met  prinses  Mme  va»  Sehieartburg-ltvdol- 
êtadl,  bezoekt  het  Vitzthumaehe  gjiDDasinra  te 
Dregden,  vervolgene  de  krijgeBcbool  te  Heti,  deed 
te  18&4  eea  lüige  peis  naar  Aiii  en  Ameri^ia 
en  trad  dB&ma  in  Pmiaischen  krngwlieait.  Den 
iSden  October  1900  w«rd  hij  v«rloufil  met  ko- 
ningin Wiihdmina  der  Nederlanden.  Uit  bet 
hiwelqk  (7  Februftri  1901),  weid  dm  SOeten 
Afiril  1900  prinses  Juliana  gebaren.  De  Prioi 
wend  achtereenvejeens  ttenoemd  tot  genem^- 
majoor  Tan  het  Nederiandsetie  en  het  Indi- 
Mbe  leger,  admim!  der  NederhHidwhe  vloot* 
prins  der  Ne<feriaodea  en  lid  van  den  Baad 
■  van  Stete.  Op  menig  gebied  van  eftenbaar 
briug  heett  de  piiv»  bet  imtüitMf  geno- 
men tot  practiecbe  maatregelen  of  aan  mtke 
■DMitregden  leiduig  el  steun  verlemd,  voonl  ter 
berorderLiig  van  landbouw  en^cmtgiDniing  en  ten 
opsiehte  van  het  reddgngaweién  Aan  iQn  dow- 
tutend  optreden  bg  de  sebipiiicdE  dei  „Berlin" 
un  Hoek  vaa  HoUaod  den  2iilen  Febraari  1907, 
hadden  de  sctuf^renkriineen  niet  het  minst  bnn 
leven  te  «lanieD.  Bet  epna  dn  o<A  van  aelf,  dat 
de  print  de  aansfnreMn  persoon  was  voor  het 
«ooruttersseh^)  iKr  staatMommiesie.  in  uke  bet 
rednüngsAezen  fn  1907  ingeateJd,  Voorla  werd 
op  iqa  initiatief  in  1908  d«  „Eoainklijke  Neder- 
landMbe  landbouw vereeiiiging"  opgeiichf.  Tij- 
dens den  Wertldoortog  werhtie  de  prins  mede 
•an  de  ieoiigHii.aut4«  van  het  Nederlandedie  „Roo- 
4t  S-mit". 
Sendrlk-Ido-Ambkobt,  een  gemeente  in 


de  ZwjJDdtecbtMbe-Waaid  in  Znid-BoHant  HSS 
HA.  groot,  met  (1015)  4474  innronoi;  wordt 
omgeven  door  de  gemeeDten  Riddeckeric.  Heet- 
Janadam,  Qroot^Lint,  Zvrgndreeht,  F^wndredit 
en  Alblasseidam.  Be  Noord,  met  haar  ijjtak  d» 


doif»  Hendtik-Ido-AnÜMoht,  de  baart  Ooeteodu» 
en  «eiHge  bnitengTonden.  Op  den  kleibodcm  qjn 

bakker^  <le  boofdtmddelan  Tan  beataai. 

Het  dorp  Hendiak-Ido-Ambaiiht  ontleent  tan 
nauD  aan  Hendfik  Ida,  em  mi  de  faeeiei,  dit  in 
1881  de  ZwjJQdreebtMbe  Waatd  deden  bedS- 
ken.  fiet  dorp  beiit  een  fraaie  Herroimde  Iraix. 

Hmdrlk  Hloolaas,  eea  dwmer  dtc  18de 
eesw,  te  Hnntter  gAonai,  vwrtoMde  (peraknen 
t^  te  Amatmhm,  aiomede  te  Emden  en  «teUe 
twh  hoeger  dan  Jfote*  en  Ohitbu,  daar  erart- 
genoemde  de  hoop  en  de  tweede  het  gdoof  T«r- 
kondigd  had,  terwgl  bg  zeU  de  Helde  predikta. 
Hg  qtrdc  vao  den  aatd  z^aen  goAM  en  na 
bet  korünkrqk,  dat  hg  wiJde  alaebte.  Oooniiert 
bram  met  hem  in  kemü  ea  tracètt^  hoewel  b»- 
vvrgaels,  hom  vau  bet  ODgeramde  npM  >t«UiD- 
gen  Ie  overtnigen.  Deie  vp^len  nog  over^MTCo 
door  ijjn  aairiuagiere,  dte  neb  ale  aitnreiboiMwn 
besdiouwdnt.  Hg  «direef:  , Jtev^tM  Des  el  God 
in  iga  groote  voorwggiog  eu."  (1804),  „Go- 
moedia,  een  geacht  des  ^>ek  van  Sionen"  UK75), 
,J>ïe  lieder  edder  geean^n  H.  N(elM^  eoi.*', 
„Retereiiten  node  Rondden  edder  rirmiache 
eprSken",  J}re  grOrMËge  referuoeiK  die  H.  N. 
wedder  «nne  vyande  am  dacb  gegeren  beft"  (alle 
8  van  I57S),  „Institotio  (meiwmn  ete."  (1578) 
en  eensge  haiMischritteiv  aaiwuiig  op  ds  btbUo- 
tbeeV  der  Ld<hche  lla*tsebB{qig. 

Hendrik  van  Caloar,  «en  R.-EatholiA 
geestdijke,  eigen^  Bmdrik  Atger  gebeeten, 
werd  in  13SS  te  CUcm  geboren,  stotWerde  in  de 
wgebegeerte  «n  godgrfeerdbeid  te  Parge  en  waa 
daarna  lid  Tttn  de  orde  der  KArttariiei*.  AJs  Uft- 
danig  was  hq  vÖMtator  van  de  I^n-proTioae, 
waardoor  hij  ook  nauwe  ■"— ^--g  bad  met  de 
Nederboden.  Hö  «aa  seer  benteod  mat  Oeerf 
Oroote  en  iga  mvstieke  geacbriHen  TcrtoonMi 
zoo  gKiote  overeeuomst  met  die  vao  Tkoma»  s 
Kempi»,  dat  men  hem  wel  aJa  aebiqver  *an  de 
„Imitatio  Christi"  heett  aa^jeweien  vm  omge- 
keerd qjn  gesdirift  ,4e  titméaaate  qootidiuM'' 
soit  Thomaê  a  Kempis  heeft  toegesdi  reven. 

Hendrik  van  Qent  e'  Bemriau  OoMfa**»- 
m»,  een  aehobstift  wgween,  wend  In  1917  te 
Qent  geboren  en  is  in  1293  overleden.  Ak  vjja- 
geer  beeft  hij  vooral  onder  den  invloed  geataa» 
van  Plalo  «o  AugatUnu».  Hg  t«  tot  de  reallati- 
Mbe  richting  te  reienen.  Van  zgn  geMbriftao 
zijn  gedntkt:  „Quodlüieta  tbeologiea"  (1S18), 
„BDro-ma  qaaeettonnm"  (1530)  en  ,i6nfflina  tbeo- 
logiae"  (1520  eu  1046). 

Hendrik  van  Xntf  en,  een  dar  «ente  mar- 
telaren van  het  Protestantieme,  werd  in  14S3  at 
1489  te  Zutfen  geboieik,  kwam  teada  }ong  i«  een 
kkxwter  der  Augustijner  monniken  en  snideerde 
te  Wittenberg,  waar  hij  met  ÏMther  samenwoon- 
de. Hg  werd  in  ISIS  prior  te  Dordrecht,  ^loAeet- 
de  in  1520  en  1521  wederom  te  WHteitber|^  <n 
vertnA  in  1522  aJs  iprior  naar  bet  Angnstgner- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HBaOBlK   VAN   ZUTREN--BBIIEQOUWBN. 


227 


Uoratn  te  Anlwerpen,  waar  hg  weldra  aU  qre- 
lig  preiËkttt  1>ek«iyt  stond  Door  ie  Inqaisitie 
verdaebt,  weid  ba  geTUgen  genocMn,  maar  door 
een  TolkMfthwp  mtt^  (^  qJD  Tkidit  bleef  bg 
te  Bretaen,  waar  bq  als  jnvdiïer  optrad  en  d« 
HtTTomiog  hMp  jamecen.  Van  bier  vertrok  hji 
Mar  Drtmueen;  den  lOden  ThtmOxi  1624  w«rd 
liQ  door  «en  Tolkaoploc^  gerangen  genooaen  en 
VMbiaod  bg  BewM. 

HMldttx,  Simmi,  den  Ma,  Ansnitna   17«B 

vit  een  taager  dan  een  «ew  te  MiddrifauFg  ge- 

-'■■--■       ■■«*n 


Mtigd*  lanêlietiadie 


e  geborm,  sette  è 


WW  I 


mUbmM  qner  Tooionden  voort  en  wwd  tb 

Bootd  der  finiM  ilbrdkom  é  Simom  Hatirix  <oam 

I  neef)  de  TooFBaMnrte  faaakin:  ma  itet  to«n 

JUonrade  Hiddribiug.  Toen  ia  den  b*tBt«n 
dei  Prairaehe  ofwheerKbing  in  Walcheren 
de  ki^gmt  wu  itfgekondkd;  werd  Sendrix  den 
19d«9i  Deoember  1S18  ori  Mnige  andere  aan- 
nenlpe  iageaetciMa,  looab  iDr.  3.  B.  Sekorer 
(later  gonTerneur  van  Zeeland),  D.  J.  Sekorer, 
mr.  N.  O.  Latubreehtien  wm  RüÜum,  J.  O.  de 
Bnnin  en  M.  C.  E.  Vertluyi  gevwROn  genomen 
en  on  <h  Testing  VUKingen  gegÜMÏd.  Ve  Fnuv 
•ehe  {npeibeviencUwr,  g«n«iMl  QiUtf,  eaf  «erst 
toor,  ebt  die  inbedtt^iancDnog  geadued  wae 
tot  handbATiiig  der  met  Tan  bet  tÜÊoi,  dodi 
beweerde  bter,  dat  bij  daaidoor  de  «pbreoffst 
der  paqiii«lti8D  bai  wilkn  TerMbeieo.  .Aan  be- 


:  brt  fricrt  'JfiauuMl  waa 
tor  bemi  met  bet  oog  ap  den  wMifaiaL  ._ 
toeetaod  van  het  kernen^,  de  geüadite  geldm 
mor  te  idiietien,  duir  nonoedelglc  bet  gneemde 
Bimmer  hm  t«nigg«ge«en  votóea.  Bet  lug  dat 
•1*  eea  dud  van  vaderlaadBlidde  nut  Rauirig 
worden  Termdd^  dat  h^  er  in  toestemde  50  000 
fiam  aaa  tieaoAiljetton  <t«  eaeompteeroD.  Hjj 
Mioodde  daardoor  i^  laadMnooten  toot  ge- 
wvldige  reqniaitiEn,  waanao  de  gevolgen  by  deo 
Ofig«wond<BD  slaat  der  gnuoedweo  niet  te  vooi- 
>WD  waren,  fiendrix  trvexktA  den  24Bt«n  Angu- 
tw   1825. 

ZjJB  oadste  toon,  Joeobiu  fftymm  HmdTix, 
n>l^  bem  als  bankier  <m.  Ook  deie  ww  ia  ver- 
•duUeBd«  ofienbaM  betreoingen  wakmam,  bm. 
üt  lid  der  RocUbaok  van  KoMihaadel  en  der 
Kmter  tco  Koophandel  en  Fabri^en  eni.  te 
Hiddelbaig.  Den  1«den  U«j  1361  nadat  door 
onToorseiM  lödMmBlaiKfa'gfaedaL,  eren  na  de  om- 
wentelnw  Tan  18S0,  het  aigemeen  gmdite  bn 
to  growie  wm  gegaat^  orerlMd  /.  B.  Hêndrix. 


,  een  itad  in  het  Bogefaeliegraal- 
mtutp  Middteaex,  ligt  10  km.  teo  N.N.WT  t«ii 
Hrde  Paik,  t«Jt  (1910)  24676  inwoners  en  beeft 
«en  eotlege  der  Jnaleten  en  een  gymnasium, 
"In  Honmmto,  i 

, i  dra  oode  Ner- 

ilits,  wu  weleM-  een  graaieebui,  dat  een  gedeel- 
te Tan  bet  tegenwoordige  Bebie  en  Frankryk 
omratte.  In  de  Ode  eevw  Btood  bet  onder  een 
gralel^k  geakdit,  wdka  etamrader,  Owlberl 
Mn  Mamüarilf,  de  at^oonioon  Tan  k«'ier  Ijolha- 
Tint  wat.  Na  den  dood  van  dieoe  won  Reinier 
den  ImgkaU  (t  916)  sliste  Int  geaUeht  zléi 
in  3  tatkeit,  namelp  de  hertogen  van  Neder- 
Lotharingen,  de  graTen  van  Leuven  en  de  graves 
TU  Benegornmen.  Na  bet  dteterren  ran  de  bode 


eerata  weid  Aeinier  ill  «on  ffmeyomaen  (t  t>70) 
de  etamvader  eener  Leavenadie  IjjD.  E«q  wtdo^ 
ter  van  dit  gedacM,  Richebüt  geaaamd  (f  1086), 
bracbt  het  graalaehan  ten  bawd^  aan  Boitde- 
icifM  VI,  gniaf  Tan  VtaaHderen,  die  lieh  ia  Hene- 
gouwen Boudewin  1  noemde.  Z^  won  Boude- 
«irn  II  moeit  manderen  afstaan  aan  iqn  o<»n 
Bobert  de  FH««  ea  stierf  in  106&  in  Fateatina. 
Op  bom  volgden  Boudewpi  lil  (t  1120)  en  Boti- 
dêieyn  IV  (t  1170).  Zgn  wwn  en  ofiTolger  Boude- 
wfn  V  vereenigde  door  ijjn  hawet^k  met  Margo- 
relha  wm  dan  Sbat  <I1B1)  de  graalaelnppen 
Vlaanderen  en  Henegovwen.  Bovdün»  VI  (van 
VkandeMn  IX),  ttit  dit  hnweltt  gtoono,  word 
ia  ia04  de  eento  lAtqawJbe  kcuer  te  EooataoU- 
oopel  en  adionk  19a  «ilgoedeien  aan  ign  oadatc 
doébtec  Jokmmi,  w«er  beUlmftige  gemaal,  priai 
Ferdtnand  ean  Portug^,  ia  dan  slag  Iq  BoaTt- 
nee  (37  Juli  1214)  aaa  do  igde  wi  keiser  OlUi 


mter  Margaretha,  «ent  gebvwd  n 

«OM  Avne»,  ^ama  met  Oev^d*  som  Damfierre. 
In  1246  weid  fieoegonweo  aan  de  Uoderen  wt 
bet  eerato  en  Vlaaoderca  aan  die  vit  het 
tweede  hnwdjtt  toegeweien,  en  ïa  1272  aao^ 
Taaidde  Jam  11  van  Aveane»,  «en  kMooom  Tas 
MarmriÜa,  ds  vd^ei  «neaugjbmd  taeadiea  dese 
en  haar  10000,  de  regosnog  tm  Hetiegoaw«nt 
hoewel  de  manwing  tauaefaen  de  faüde  IqMé  ook 
toe»  oog  luet  vMM.  Aoa  Jan  II  «n  ^  1299 
door  i|a  fanwriijk  ook  HeMaod  ea  Zeeland  tea 
deel  gevallea,  maar  nog  laag  moest  hjj  daarover 
str^d  voeren  twen  Vteaaderea.  Boswel  ^  b<md- 
gBiootMi,  de  ^aosdMo,  io  1802  bh  Kortrök  U 
den  vetmaaidea  Spofenabg  een  feandrte  nAltr 
Jaag  leden,  wist  ign  loon  WiOem  I  (als  giaal 
van  HoHaod  WtOetn  lil)  het  geng  m  Bewigoar 
wen  te  hamHiftven.  Het  t|jdpeik  .agBOT  ngeoing 
(1304—1337)  is  de  govdbn  eeuw  van  dat  gemst. 
Wmem  II  (m  BoUaod  WOlem  IFJ  snenvelde  ia 
1845  in  dm  oorlog  tegen  de  Friesen  en  weed  0^ 
«volgd  doot  ^a.  onder»  meter  Jforysrtfa^  dn 
HoUaod  en  Zsekod  als  fanveljiksgift  medefeiadkt 
aan  haar  gemaal  keiier  Lodswft  IV,  alm»  aaa 
het  Hnie  fineren.  Na  deie  vorstin  voerden  haar 
ionen  beeraehappij  !r&  Henegoaweo^  oamel^ 
WtOgm  m  fFOJem  V),  c«der  wiens  bsstoar  de 
Hoeksdte  en  Kabel^aomdte  twisteo  een  aaiwaï 


amang 
ï  w«d. 


iem  VI),  een  loon  van  itJbreeU  en  een  broeder 


aldaar),  die  na  vde  wcideiwaardMttdw^  'tegelök 
met  baar  overige  laDdea,'oOk  BënagoowoB  in 
14S3  afatond  aan  bet  Buit  van'  Beitrgondië.  Op 


deie  w^M  verviel  dit  giaatariiap  (het  de  overige 
"«orgDUËsebe  beiittügen  in  1477  aajl  bet  H'uis 
rob^;,  dat  bet,  TOB  1556  tot  1718  ua  de 


Spaanache,  daarna  aan  de  lOostsnrgksdie  Uja  be- 
hoorend,  tot  aan  de  Fiatisebe  Onwenleli^  he- 
biM.  Inmiddels  editer  wab  sedert  den  vrsde 
der  PyteneeSn  (1669)  bet  uiidelift  gedeelte  met 
de  booldetad  Vakneienaes  aaa  -Fttakrük  toege- 
voegd, waar  het  ook  Üiana  no^  een  gedeeUe  ait- 
maakt  van  bet  NoordeT-depaxtemenL  Bet  overige 


D,o,l,zedb,GoOgle 


22S 


BEafEOOÜWEN— HeMOGTELD. 


Toutuisia  (Dooraik^,  met  h«t  NameDscbe  dia- 
tiiot  Otarleioi  en  eeniee  «bri±ea  van  Bnbant 
en  Lmk,  U  voren  met  Henegtmwen  bet  Fnöedie 
departement  Jemappea  aitmiiende,  een  Nedto- 
landube  en  sedert  1830  de  bedendaigacbe  Bdgi- 
Khe  provinm  Btaegooyna. 

Zie:  De  Raltaibgrg  m  Vandervin,  Eïatoira 
dn  omdU  de  HabuMt  (Braaad  184^—1861;  3 
dfc.). 

nmACoamii,  een  provincie  van  het  Ico- 
niiAiijk  BalgiS,  Mt  «f>  3732  v.kn.  (1911) 
1  232S67  inwonera  en  beelt  Beigen  (Maa»)  tot 
fwoI4«tMt.  De  pKiTiiwie  grenat  t«i  noordea  aan 
Ooat-  en  Weat-Vlaa»dei«n  en  finbant,  ten  ow- 
ten  aan  Fiankrjjk.  Zq  k  een  van  de  rijkste  en 
mKhtbaante  «e««at«a  vao  Belgifi.  De  bodem, 
orer  hat  gAea  «Ifan,  iMhalre  ia  bet  aniden  en 
werten,  waar  aidi  niUoapcM  van  de  Antemnen 
TertooneiK  beetaat  nH  fcalfc,  leem  eo  nad.  Zg 
vonit  doontioomd  door  de  Sebdde,  de  SanAre, 
d«  Dender  «n  d«  Hahte,  doi»SBedeii  ctooi  de  ka- 
naJen  van  CImlem  (naai  Bniaad)  en  van  Ber- 
gen (naar  Coad^  en  beeft  dMumnboKn  een  dicbt 
apoormgnat.  Het  tiJraaat  ia  ladit  «n  goond;  de 


aprong. 


rotkatf    i 
ttng.  S» 


ia  OTCTwepBA  van  Waalaeb»  oor- 
_^  „  n  rabovwt  «r  yoonl  tarwe  «n  vUt  en 
Tindt  er  piaditage  ooftgaaTden  «n  boaadien.  Ook 
'e  reel<««ij,  vooral  vao  iiMudeA,  ei  de  mi}a- 
•*"'—'""  —  —  v«o  Ted  Mbng.  Van  <fe  bem- 
idenjveibrid  endauranbgDa 


U$^ 


v«n  Cbarióvi)  en  in  de  omatreken  na  Cbuiaroi. 
Alleen  in  de  kolenannoen  bedraagt  bet  aantal  ar- 
beiden meer  (tan  100000.  Ook  andere  delfstof- 
fen, mannes  en  boowateeneo  worden  er  sedolven. 
Daanaaat  Uaeit  de  metMvJ-  en  gbaiwHMtrie. 

Bmtolk.  Zie  Vitekluigeit. 

Han^ï,  Weattt  A&ertuM  van,  een  Noder- 
landHb  godgeleeHie,  den  ISdea  November  1770 
te  Leiden  gvboren,  beioebt  de  Latijnache  ariiool 
en  da  faoogeaebool  van  qn  gebooiteatad  en  waa 
aehteieen  volgens  ondikvit  te  KaUagen  (1803 — 
1905),  t«  DriehntMn  en  Zudubermer  (1S05— 
1810}  en  te  Orootebroe^  (1810—1815).  In  1808 
en  1900  leverde  bg  i«  de  „'BSUaoOwdi  tu  tbe- 
ologioehe  IjeUerknnde"  een  5^  verhandelingen 
over  „De  eeawigbeM  der  tocAomendo  tütlttnf 
beoeveas  andere  bgdngen.  Op  gntnd  igner  ge- 
aehririen  weid  h^'  aanbevolen  voor  bet  prolesso- 
mat  in  de  theologie  te  Fmoeker,  dut  h^  den 
SSeten  December  161S  aanvaardde.  In  Juni  1318 
aanvaardde  hg  hel  booghaHareambt  te  Amster- 
dam, terwijl  hij  tevena  w>erkiaam  wae  ali  predi- 
kant. Van  1^1  U«  1827  gaf  Üj  S  bnndeh 
„Leerredenen"  dn  bet  lieht,  van  1^0  tot  1882 
door  2  d«elen  „Nieuwe  leerredenen"  gevolgd.  In 
1834  MAreef  hij  lijn  „AoDotatio  ad  loea  nonool- 
la  N.  T."  en  den  aSatra  September  1827  aan- 
vaardde hij  bet  hoogleemarsanriDt  te  Leiden.  Bq 
opende  hier  tgn  letaeo  over  bermenenlM  en  eie- 
^ae,  en  deed  in  1889  ondar  den  titel  Tan:  „IneÜ- 
tatio  oratoria  aaeri"  een  haadlMeii:  over  predik- 
kondo  veradinnen.  Verder  gaf  hji  van  1831  tot 
1844  eene:  „Oesdiiedenii  ikr  ledrii^e  en  goda- 
dien<lif;«  beaehavM^  van  het  bedendaagac^  Eu- 
ropa" m  4  deden  m  bet  licht.  Bg  aehreef  te«- 
lifkertijd  een  „Commentaiioi  pei^lvDi  in  epia- 


.,  verkreeg 

den  I2den  NovenAer  f849  eervol  eoieritaat  ea. 
leverde  na  dien  tijd  lijni  „Laatatc  leerredenen" 
(1851),  „ComntentariuB  peipetwii  in  1  (3or.  XV, 
„Epiatola  ad  Winoram*'  (1851),  „Inteipretatio 
«D)«tMa«  Pauli  ad  Romanos"  (1354—1859,  2 
dln.),  „De  betrekking  van  bet  gevoel  tot  bet  niU 
ieggoa  van  den  B^bel"  (18i58),  „De  gaven  der 
tilen"  en  onderscheiden  opatellea  in  tjjdeeiirif- 
ten,  terwgl  hü  deefaiaoi  aan  de  voorberviding  en 
bewerking  der  vertating  van  bet  Nieuwe  Teata- 
ment,  in  1868  van  wege  de  Sjnode  der  Neder- 
ki>daebe  Hervormde  £erk  m  bet  licbt  gegeven. 
HÜ  overleed  den  Oden  Febmui  1871  te  Leiden. 

BenvelMi.  Zie  Vuehêfort. 

H«iv*loOi_oea  gemeente  in  de  provincie  Oei- 
deilaod,  4756  SA.  groot  met  <I81S)  4026  inwn- 
nera;  wordt  door  de  eemernton  Steenderea. 
Wamaveh^  Vorden,  Bwidoo  en  Zelbem  iwedo- 
ten.  Tot  de  gemeeele  btbooren  bat  dorp  Hai^ 
loo  en  eeaige  buurten.  De  bodon  beetaat  bqua 
gebed  nit  dilnviaol  lattd^  alteen  ia  den  iiiid- 
woelboek  vJodt  men  Uh.  De  dbevdking  boodt 
lich  besig  met  landbo«Mr,  veete^t  en  met  handel 
in  vee  en  kadbouw^oduetea 

fiet  fraai  gdcsen  dorp  Hengdoo  beiit  een  Her- 
vormde en  een  K-KaduA^  kerk. 

Bracvloo.  «on  gemeenbe  in  de  pittvioö» 
Ov^aeC  4296  EX  grwt  cnet  (1915)  28273  in- 
wonera,  ligt  ttuadMft  6tad-Delden,  AmbtJMdn, 
Boroa,  Weeradoo,  Lonneker  en  HiMkabeigen.  De 

Ceente  bevat  bti  vlek  of  doin  Hengekm  en  de 
rten  Rij«,  WooMe,  Oeie  of  Ëule  es  Btkkwn. 
De  Oelerbeek  «o  de  BargioMche  beek  dooratroo- 
men  baar  van  bet  Z.O.  naar  het  N/>.  Het  nit- 
londering  van  de  beekbeunkioKi  die  men  langs 
de  oevera  van  d«e  beekjes  viodt,  beetaat  <le  bo- 
dem uit  diluviaal  land.  Nïjverbdd  eo  baodel  tgn 
de  hoofdmiddeten  van  beetaan.  Hen  vindt  er  be- 
laogr^ke  weverjjan,  apiimeTÜen,  ververüeD,  qaer- 
netenjen,  maehindabrieken  eni.  Ook  wordt  «r 
UndlKWW  nitgeoefend. 

Het  vtek  Hengeloo,  een  druk  kruiapnet  nu 
^Nwrwegen,  dat  aU  het  midddpant  van  het  nn- 
vere  Twento  beacfaouwd  wordt,  heeft  lich  in  oe 
laatote  jaren  «nel  ontwikkeld  tot  een  aeer  be- 
lan«til<«  fabriekapIaatB.  Men  viiKb  er  o.  a.  gni>- 
te  utoentabrkken,  de  Miende  madiinefabriek 
van  gebr.  Storfc  <t  Co.  en  andere  üaerfabrieke^ 
vele  ipinnergen  en  wever^en,  tabakskcrvergea, 
Bteeofabrieken,  bieibroDwerjjen  ein.  Er  worden 
drok  beioehte  markten  g«iioa«ha.  Elen  nieuw 
groot  epoorwegatation  ie  voor  eeaige  jaren  in 
gebmik  genomen.  De  plaats  bent  een  gynraa- 
aium  en  ui  een  hoc^we  bnigersdiool  ferkrngen. 

HeacsTeld,  Oerardut  Johmnwt,  den  25aten 
Febnmm  1814  te  Wilnie  gtbwen,  etodaerdeaan 
'sRgkfl  veeartsenqadiool  en  werd  in  1886  bevor- 
derd tot  veearte  Itte  ktease.  Hq  werd  in  18S3 
bcDoeoKt  tot  teeraar  aan  '*  Rgka  veeartaengadwol 
en  kreev  in  1881  «te  soodOang  eervol  oolMtg.  E^ 
overleed  te  Haarfem  den  Sden  November  1894. 
Zyn  voornaamste  geaduiftut  a^n;  ,^t  weaen, 
de  ooriaken  en  de  behandeling  dtr  looniekte 
van  bet  mndvee"  (Loden  1847]  en  voonl  „Het 
nmdvee,  irjn  veraohilende  eoorten,  raasen  «t 
veredelii»"  (2  dhL,  BMrhm  1864—1870;  2de 
drnk  1875).  Verder  vendtmen  ibgdragen  vut  htm 


DigilizedbyGoOglC 


r_ctiiift«D  <rf  TCMHiKh«iteii.  H«t  Ne- 
rmi^cetUinbo^  «mttu  lig  hoofd- 
kiqnetear  wu,  wesd  door  lün  tNmociiiigeD  in 
1875  oraeridU  en  bet  weik,  ud  ia*  betrekking 
TertMMtdeo,  TCnidttte  faq  lot  knit  voor  lipi  otci- 

BendBt  «n  Bons  «vb  TolgcM  de  o*erle- 
TCring  «wee  broeder*,  ^  Inendiiwq  tMAbm 
T«rkH«eii  in  Bngelaitd.  Ontrent  Een  bettun 
twee  TcndiilJeitde  Mgen.  Tolgow  de  onde  Fite- 
fldie  krwHckea  wann  ijj  xmn  -raa  den  Fiieeeiien 
faertog  U<loU  Hartm,  en  toen  ir^ne  wefbmol- 
k^  een  suUal  jongelingen  door  bel  lot  werd 
«MgeweMQ  «Men  TOÜEaibuttiogen  te  etiefaleB, 
moesten  ook  BengM  «o  Èona  bet  iMd  TcriMten. 
lf«t  «es  iloot  aUveodn  ij  mu  Engebodt  waar 
■^  dooT  den  koning  gMi*rg  wenden  ontYuigen, 
jiL,  tdJe  bet  aitii<fat  «fi  Mooniiig  tefkregeo,  in- 
4tien  lö  bnn  knditea  iwiMen  leenen  tot  v«nledi- 
ging  dei  bnds  tegen  de  Sdiotteo.  Deze  werden 
nn  nit  Fjylwyt  Terneren,  en  Bengiil,  dk  in- 
mtddeli  metf  hndgcaooton  ontboden  had,  «et- 
kreeg  >ooT«d  hai  ata  h^  met  een  oawntMod  be- 
laggni  kon,  loodait  dete^  in  analle  nfta  0MW- 
den,  iKoide  om  baa  «ui  aanijenlgk  giondbeiit 
te  'TCTMdislIen,  wnM  hj}  de  «tad  Luteuter  dewl 
iwrÖaen.  TerrolgeiM  deed  lij)  x^n  bekoralnke 
dochter  «««itomen^  die  uomn  aan  den  konu^ 
benei,  dat  Iq  haar  ten  lniw<lj)k  Terkn^de,  waar- 
in Hengiit  toestemde,  oader  vowwaarde,  dat  Imd 
bet  g«ir«et  K«nt  ion  worden  idgeataan.  DeRQkt- 
gtootoi,  liieroi«r  TerijaMerd,  berooJden  den  ko- 
■ing  van  i^o  waandigbeid.  De  bMde  broedtra 
grepen  naar  de  wifraoen,  dodi  Horta  HMnreUe 
«n  Bengiit  wwd  genoodaaekt  Engebod  te  T«r- 
laten.  D»  koiung  bedn«eg  snn  tnwn,  en  na  ook 
kwrde  Hengiêt  temg,  «m  iMt  over  de  gde<hn 
«ederlaag  te  wrdwik.  iHy  huMe  den  koning 
4]f)aieaw  een  iieTbaad  mét  bem  te  ahaten  ei 
«p  «en  Trenfaame  T«ig»deriBg  met  ijjn  «dekn 
te  beiegeleB.  Op  Se  tergadedög  ao  kwim  Hen- 
gitt  met  ign  ¥iiaai,  <be  ongewapend  eoheoen, 
maar  ieder  «en  mee  in  imn  achoenen  ««rborgen 
baddeo,  en  bg  ign  nitraep  „Ninmet  nre  aazaat" 
{Orgpt  mr  meaam)  Tieten  ig  «n  de  nieta  kwaads 
Tennoedende  Engdaehen  aan.  Van  deae  kwamen 
450  Mn  het  leven.  BenaUt  hieef  ook  rerdei 
wradi  nemm,  loodat  de  KMiing  de  «Ineht  nam 
Tot  beit^ing  Tan  den  ganooen  genomen  kroon. 
priM  OMrtlugin  werd  den  Baksen  Soaaex,  Es- 
sei  en  MidtUeéei  afgeetaanL 

Volgens  de  Angidaidtdaehe  aage  i>erlanffde  Vor- 
Hgem,  koning  dar  Britten,  in  446  of  447  bolp 
nn  dé  oppeiboofden  der  Angctai  en  Sakaen  te- 
gen de  Pilttan  en  Skot«n.  Toen  stevenden  Hen- 
ffUt  «■  Rorso,  alatammrii^en  Tan  Wodati,  daai 


spraken  die  beide  mannen  Tan  de 
Britten  en  Tan  de  Tnuthtiiaarbeid  tsb  bet  door 
bei  bowoonde  gewest,  wiuna  sij  met  «en  vloot 
Tan  16  schepen  en  een  menigte  Tolks  wederoni 
daaibeen  trokken.  De  Jutten  TeeUgiden  lidi  in 
Kent,  de  Sakaen  in  Easei  en  Wesaex  <n  de  An- 
gsten meer  noordwaarts.  Ze*  of  zeren  Jaren  later 
nkten  Vorlimir  en  CnHgern,  iMten  Tan  Vortt- 
gem,  met  Anbrowu  AureUaKiu  tegm  de  iukin- 


gert  t«  Telde.  In  den  elag  ig  Aegele&ibotv  (45S) 
werd  Catigtrn  gedood  door  Borta,  dodi  deM 
■neordde  door  de  baad  Tan  Vortimir,  ter>w^ 
Nen^t  de  Thiebt  moeet  nemen.  In  bet  Tolgen<u 
jaar  «ebter  verjoegen  Btngüt  en  ijja  loon  AeA 
de  Britten  an  ig  noemden  lieb  na  dien  tgd  ko- 
niiicen  Tan  Kent.  Ook  in  twee  andere  TeUslagen 
bejnelden  «i  de  OTerhand.  iTsH^t  OT«rleed  m 
'""  en  na  bem  beenebte  sgn  won  gedurende 
«r.  Volgens  «fe  Britadn  ssge  kreeg  Btngiit, 
...  «on  Tan  Wuatgiil,  bet  eibM  Knitsina,  door 
de  Angdeakien  Thanet  genoenMi  l«i  geaebenke, 
MMlat  bg  het,  naar  de  wgie  T»n  Dido,  met  en 


itHking  njt  xgo  Tadeiiud.  Ook  Tovde  hg  i^ 
«Aoone  mater  Rovena  met  ach,  waarna  het  ret- 
haal  OTcreenetemt  met  bet  Frieaehe.  Beoelenaan 
der  gesehiedeiüa  trekken  bet  echter  seer  ia  twg- 
1^  of  Bengitt  en  floraa  ooit  bebben  bestaan. 

Hmuv*1  m  de  waiwnfcude  wimH  Toórge- 
Btetd  door  een  gewoon  boagTomig  keteUtengsel, 
dat  in.  het  midden  bet  dikst  Ja  en  naar  de  nit- 
unden  dnaaet  wordt.  De  i^teindtm  «indien  i« 
een  b^  geslotai  dckehemig  oogje  Vf  ign  ge- 
pmt^  OMi  weerhaken. 

~wint«nb*w,  Snut  ViUsIst,  de  boold- 
r  der  wtliodai-ketkdgke  putQ  in  Pnüsen, 
den  ÜOsten  Oetdber  1802  te  PifiB^baig  in  bet 
giaafaehap  Haik  génatn,  stadeerde  te  Bonn, 
waar  bn  lidi  toelegde  op  de  wgslMgewie  «i 
Ooaterselie  talen,  sooals  bMjkt  oit  ign  Tertalii^ 
Tan  de  „UetaphjaJea"  tm  ArUMekt  (ISiH)  en 
D»t  de  beweikisg  der  „Moallskab"  tsb  Amroel- 
kai»  (1%8).  ïömS  henf  bg  kA  naar  Baaet, 
waar  hg  rieh  aavraakelgk  awuloot  aan  de  ra- 
ttooalisten,  doeb  later,  tUb  meer  en  meer  al- 
londerend^  een  twenOTergestelde  riebtiag  Tolgde, 
wnder  evenwel  &  tfae<Mgie  wetensdupprigk  te 
iMoelenen.  Beecb  in  bet  Tolgende  jaar  werd  )q 
prrvMtdoeent  in  de  godgeteerdbeid  te  Par^  ia 
1S26  bniteng«woon  en  in  1828  (naast  Seftlsier^ 
MBcAer,  JVeonder  en  J/orkeituka)  gewoon  boog- 
leeraar.   Als  aebrgT«r   bad  bg  grooten   inTloM 


.    bet 


Toornaaanate  orgvan  der  orthodoxie  i 
Van  den  beeinne  steeed  dit  btad  tegen  het  ra- 
tioDaliame  of  liever  tegen  de  kriüeebe  TerkbwiMt 
der  gewqde  geaehriften,  en  bandhaaMe  de  b«i> 
tengewone  )nq>iratie  hierraB.  AMenga  berft  dese 
„Kir«henMitanff"  lieh  tot  Terd«diger  apgewo^ 
pen  Tan  de  ortnodos-LatfaH'Bche  leer.  Sedert  1806 
richtte  HettgMtttiberg  liJn  aaorallen  hoofdiake^k 
tegen  de  DnitadM  Proteetaolenvereeniging.  Hg 
overleed  den  28oUn  Hei  1869.  Van  inn  geeehrif- 
ten  noemen  wq;  „CbriEtologie  dee  Alten  Teata- 
meota"  (2de  drok  1854—1857,  8  dia.),  „Beitrl- 
ge  mr  EinJeitang  ioe  Ahe  Tostamenf  (1881— 
1889,  3  dhi),  „KoameDtar  Ober  die  Psabnen" 
(2de  drak  1849—1852,  4  Ha.),  .J)i«  UffenbamnK 
d«e  beiUgeo  Johanoee  erihrtert"  (Sde  dnu 
1861-16^  2  4Hs.),  ,JDas  DneB  vmi  die  diriri- 
licbe  Kirche"  (1856),  Mt  J«d«i  nnd  die  dirist- 
ijche  Kirche"  (2de  4rak  1859),  ^r  Prediger 
Salomo"  (1859),  ,J>aa  Evawdkim  dea  beHi^n 
JobanoM  eTlAotert"  (2de  divk  1867-1871.  8 
dln.).  ,  J)is  Hobelied  Salomoni*  aoq^elegt"  (1853). 
„Die  Weieeagnngen  des  Pioobeten  Eieehicl" 
(1867-1868,   2   &l\    „G«sdUehte   des  Reiebs 


DigilizedbyGoOglC 


230 


HEKasrBNSBnG— HBKKB3. 


Oottes  iuU«t  éem  Alten  fimide*'  (1899—1871, 
2  dlfi.),  ,4)M  Bueh  Hiflb  erUutert"  (1870—1875, 
2  ikt.)  en  „VorlMoiigeQ  Uber  die  I«i<len^«- 
•diiehte"  (1875). 

Benlcnnu  ■■  de  maia  van  een  geslaeht  vui 
Togek,  <Ue  kk  vorm  en  Ueni  overeetdcDmen  met 
de  iT«tt«  kwikstaarten,  dotii  een  <K«p  üigieuKtdei 
jgevorkUa)  staart  beiitten.  Zü  bewonen  roonl 
laaDllnde  en  kven  by  rooiteur  «an  de  lotwch- 
tigt  wnti»  d«r  bergstrocrmeD,  nuu  tg  jacht  ma- 
ken oo  insecten.  Cto  Jara  iéeift  de  gioote  vori- 
(tert^wUwtaart  i[nmucunu  eoronalui),  vftn  <k 
grootte  TML  een  Igslei,  meHttnaKUg  wegene  het 
■eer  gioote,  olt  mo*  Terraamdiede  neat. 

Hénin-Uitard,  een  stMiiii  bet  Fmncbe 
<fe$ftttMaent  Pae-cte-CalaÜ,  ligt  a&n  <te  Bpoorljj' 
Mn  Leni — Cutib  en  Héniit — 'Don  SatogW  en 
tdt  (1911)  aU  ffomeente  17827  inwonera.  Hen 
viiuU  er  een  oude  k«[k  met  konstweiken,  «teen- 
kolenoi^giBiiing,  p^tenbl)rieage,  Tliwpiniierjj 
en  boidiwriiitkUiiimn. 

Henk*,  Heinriat  PkiUfv  Komrad,  «en  DuitaA 
hrnrtrnaar  der  ktjkgetcltiéaewa,  den  Sden  Joli 
1753  te  HeUea  »  Bnnm^  geboien,  itadeeTde 
te  Belmatedt,  waai  bq  in  1777  tot  burlangewooo 
en  in  1780  tot  gewoon  hoosleeiaai  in  de  theolo- 
gie beDoemd  wvrd.  In  1788  aebook  de  bertog 
TU  BntMwök  bun  de  botwtküig  van  iriit  vm 
UiduBlBteia  bg  Nai^enbaig.  In  1801  word  bj) 
gvoeiaal-Mpeiintendent  dei  dioeeao  ScbSndngen, 
m  1803  abt  te  Eflugriuttei  en  k<»t  daarna  lice- 
pnBkknt  «aa  bet  Contistorie  on  «orator  tu  bet 
CaioliiMiin  t«  Bninswök.  Hjj  oreilecd  l«  Biuh- 
wak  den  2dai  Uü  1800.  OmMu  roem  behaaUe 
bq  <h>oi  de  wtgaw  na  ijja  „AUgemeine  (^•- 
•cKiebte  du  chnUiohen  Eircfae"  <dl.  1—6,  V. 
— 18U;  2de  dn^  (voorteeaet  nut  dL  1—0 
1804—1628  doet  Vattr).  Verder  Teimelden  wg 
Taa  ben:  .JJoeamenta  nwtitntioomn  fidei  ehiia- 
tiaaa«  hiatoifco^itJaainDi"  (2de  druk  1795)  en 
„Opuaoila  •eadeanea"  (180:2). 

Htnke,  Smst  LitdwigThtodor,  een  zoon  van 
den  TDOigsaJwle,  dea  328ten  Febntaii  1804  te 
Heimfttedt  geboren,  werd  in  1823  buitengewoOD 
fcoogleeraai  in  de  wgobegeerte  en  godgdeeidlieid 
aan  bet  OaMb'num  te  Bnuwwifk  en  daains  te  Je- 
na,  ia  1636  Eoui*toió«bat  en  diKCteur  vaa  het 
Aedogiecii   ttmiaarhim   te   WoUenbUttel   en 


D  1849  ala  ejAoniB  van  het  aeniinatiani  weid 
•angestdd.  Hg  «verteed  aldaai  den  laten  Deeem- 
bei  1372.  Van  ign  geachiaften  veiDKUen  wg: 
„GoDig  CaHil  und  ««ii»  Zeit"  (1653—1800,  2 
dln.),  „Fafwt  Pw*  Vil"  (1860).  „Koond  Ton 
Martmrg"  (1861),  „Die  Eiöttaaag  der  UniTersi- 
tftt  Marburg"  (1862),  „Kaspar  Peneei  nod  Ni- 
kolaa  KielT'  (1865),  „Zor  neuera  Kirchenge- 
acbichle"  (1967)  en  „Juwb  Fiiederitsh  Friw" 
(1867).  Uit  ign  nalatenschap  veiachenen  nog: 
„Neuere  KJrebciueMfaicfate"  (1874—1880.  3  dln.). 
..EigebttÏMe  and  QleiehmMe"  (1874)  en  „Voi- 
leanngen  Ober  Litoigik  und  Homiletik"  (18T6). 
Htmke,  WiUietwt,  een  anatoom  en  toon  Tan 
den  voorgaande,  dm  Oden  Jnni  18S4  te  Jeoa  ge- 
boren,  atudeerde  Ie  Harbnie,  OOttingen  en  &t- 
lijn,  wu  aaaiatent  bg  DonitTi  te  Utreeht,  Tca- 
tigde  üA  in  13E8  ala  praTaat^dooent  te  Harborg, 


w«id  m  1864  buitengewoon  <(e  Marburg),  in  1865 
gewoon  hoogleeraar  te  Kootoek,  in  IS72  tePtw 
en  in  1875  te  TiAInfen,  waar  m  de»  7d«n  Mei 
1896  overleed.  Sn  achr«ef :  ,J>i«  Gruppe  des  Lao- 
koon"  (1362),  Jiaodtmcb  dei  AJMLtainie  und  He- 
cbanik  d«r  Oelenk«"  (1863),  „Due  Aug«  und  dei 
Bliok"  (1871)  Zeiohnen  und  Seben"  (2de  druk, 
1SS6),  ,J)ie  MBDScfaen  dee  Miebekotfelo  im  Ver- 
gleidi  'mit  der  Antike"  (1871),  „BeitaSge  xni 
Aoaitomie  diea  Menecben  roit  Beiiciiung  au[  B«- 
w^ung"  (1872),  „TopogiafthUcbe  Anatomie  det 
Menienen  in  AbbildUng  and  Beschreibang"  (2 
dhk,  1879— 166S),  „B^datlae  nut  Anïuta» 
zum  Studtura  der  Analomie  im  rriaariersaal 
(1B8&~-I86e)  en  „Vortrlge  flbcz  PUatik.  Mima 
uod  Drama"  (169^). 

Banks,  Adolt  Ohristiim  Hnnriek,  een 
Dnitoeh  geneeriwei,  den  'IQden  April  1775  te 
Bnuww^  geboren,  beoocbt  ddaar  bet  gjimna- 
tinxn  en  atndeerde  te  Hdmstedt  en  te  Qftttingen 
in  de  gerteeeknnde.  Nadat  hg  udi  na  ^jn  promo- 
tie kosten  tgd  te  Bmniwj^  opgelModen  md,  vet- 
geidde  hg  ata  Igfaita  een  HoJateinoeh'edobna» 
naar  Sobwaneee,  vestigde  meb  in  1802  in  wja  g»- 
booptMtad;  in  1605  te  WoVenbDtlel  en  utrd  ia 
laatstgenoemd  jaar  bnitengewoon  boogleeiaaf  te 
ËrbuigeD,  Oedurende  de  oodogen  te^n  Frtok- 
riik  eëbreef  hij  het  „Bandbueh  dei  aüganeineB 
and  «pedellen  Pathologie"  (1806—1608,  8  dhi.) 
en  het  „HandbnCh  aar  Eikeutniaa  vnd  H«lnng 
der  Kindeikiankbütear  (4de  dmk  1837.  2  «UnJ. 
In  1609  maakte  hg  «en  aanvang  met  ivs  toeaes 
OTH  gar«dtteU)ke  geneeshinde  en  aelxeet  Tervot 
;aM  lön  „Lewbneh  det  gembtM^n  Mediiia" 
,13de  dnik  1859),  waanhwi  1^  groeten  roem  ver- 
iriert.  In  1816  werd  hg  gewoon  hoogleeimM  in 
,.  _._....__■  _..■..!  _■  ^  «recMelgke  ge- 
)  betlwstnni  over  de 


pliyaiokgi»,  paUtolegie  en  mecMelgice  ge- 

idmnde,  ontring  in  1618  bet  Iwstnni  over  de 

uekenhviien,  «era  in  1821  tot  Hofiaad  benoemd 


ovetleed  den  6aten  Augiutua  1843.  Ook  beeft 
hg  ttog  Bitgegeven  „AUtudlnngen  ane  dem  Oe- 
biete  der  geriebtlicbeQ  Medirin'^  (2de  divk  1832 
—1634,  5  db.),  „Zeitsebiift  fbi  StaaiaaiiDdkiuk- 
de"  (later  dooi  Behrendi  voortgea^)  en  „Dantel- 
luDg  der  FeldiDge  dei  Veitüodeten  gegeo  Napo- 
leon in  den  Jahien  1813—1815"  0814—1816, 
4  dbi.). 

Hmke,  BenHom  Wilhelm  Eduard,  den  28ftM 
September  1783  te  BmnswDk  geboren,  werd,  na- 
dat hg  eenJge  te«jiterl|ihe  DeCrekkiagen  bekleed 
had  eo  van  1814  tot  18^  ide  ho^leeiaar  te 
Bern  wetfaaam  me  geweeat,  ak  wodMiig  be- 
'  te  HaUe.  Hg  sdueel  o.  a.:  „QnindiMi 
Qeachiehto  dea  deatBcfaen  pdidieheB 
Itecbta",  „Lehrfmeh  der  StmlrechtwiasentchaH" 
(1815),  .J)antellni«  dei  gerichtlicben  Verfahrent 
in  &r«/(acben"  (1817)  en  .^andbuch  det  Eiima- 
nalroehto  nnd  der  Krimruapt^itik"  (1823— 183S, 
4  dln.).  Hij  oveiked  te  BiuMwgk  den  14dra 
Maart   186B. 

Benkas,  Otrke,  een  Nedeilandach  «ebUdl», 
1844  te  DeUshaveD  geb<H«a,  kwam  ia  de  lew 
bg  Spoel  te  Rotterdam,  btsodit  vem^gena  de 
Antwerpecbe  Acadenue  vaa  Beeldende  Knnaten, 
daarna  Dniteehland  en  Paigt.  Hg  wettigde  lich 
ten  slotte  in  Den  Haag  en  maakte  naam  dooi  ign 
inteiienra  met  tigvien  uit  den  bnrgtntaad.  Ter- 
«oheiden  van  ign  atnkken  viawk  men  in  bot  Mo- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


wuD-lfcMbg  te  '•OisTenha^  terwgl  ook  bet 
OemeentemDMiuii  fttdtu  «on  sdkildcig  vu  ^ 
hmad  beiU. 

Bsnle.  /afcob,  «en  DnitMh  genew-  en  ont- 
leeAondigs,  öea  Men  Juh  180»  te  POrth  bq 
N«arenberg  nbono,  Btwteeide  t«  Baan  en  Hei- 
ddbeig,  w«Fd  diarna  ueietent  —  '--'  — '~ 
mtKh  nniaeiiin  te  Berlqn  ca  in  l 
de  ostkedliaiKlwe  kuen,  Teaticde  tieh 
tt  Beilqn  a1*  pmMtdocent  ia  4e  mieroBeapiaehe 
uatomie  en  In  de  algoneene  pttbolof^,  behatU 
lich  in  1840  t«  Zniiieh  met  bet  oimImw^*  in  da 
MHtcHBie,  Tenolcena  wk  a  de  jAjakdogie,  wwd 
in  1844  benoemd  tot  hoogleetui  Ui  H«tde)be^ 
a  1&4B  tot  diieeteiiT  nn  bet  Miatonüedi  kabi- 
net «a  wae  «edert*  1852  ToknAm  aIs  2«mk»d 
faooglenuF  ia  de  uiatomie  en  dii«cl«ur  *u  bet 
anitomiedi  kcbinet  te  Qilttiiuen,  wmi  hij  den 
ISden  Mei  1SB5  oT«r)eed.  Hg  wbreef:  ,3«ad- 
bwh  dar  mtiaaeOen  FKttwlctfie"  {ii.  1,  3de  drnk 
18&6i  <U.  2,  2de  <»rak  IffiS),  ^uMftoeb  dei  m 
tematisehen  Aoatooüe  de*  Heneciwil"  (ISSfr— 
1673,  S  iUb.),  „Uefaer  StUeka-  nnd  £it«ii>ÜiW' 
(1888),  „Vewkiehende  Aoxtoaaie  4e«  Eeblkopfi" 
(1889).  ^J^kOMiogtebe  ÜntoiMcbmMren"  (1^40), 
.^HtMbadi  dci  aUgcmvnen  Anatomie"  (1841), 
„ZoOlocMdie  fiee(èi«ibvng  der  Huliwiie  and 
KodKn''  (iDet  J.  MUI»,  1841),  „Anthiepcdttfi- 
•ebe  Vortrige"  (1878—1880,  2  dte.),  „Oranthus 
der  Aaeto^  dei  MeMehni"  (4de  druk  1901). 
,J)m  WMtutom  dei  menschlidwD  Nagel*  nnd  de« 
Pfeidehnfe"  (1884)  en  >nM<miecber  BmiuUmn 
ma  Gebmieti  im  SenetMal"  (ade  4rA  1896). 
Wiüiam  Snut,  een  E*  '  ' 
)  te  Gloooeiter  gabwen, 
okgnw  van  iqn  „In  HoapUal"  (4de  druk  1888) 
Tan  1877  tot  1695  sedaotMiT  Tan  TeiaehiUende 
tadadtiJHeB:.  Van  li^  mfken  noemen  wgi 
iiVtoM  and  Revkm"  (Sde  dnk  1892;  Kenolg, 
1902),  ,j:'TTa  bwoka"  (1894),  „BngWi  Ma, 
Cbnieer  te  Poe"  (1897),  „The  poatry  of  Wilfr. 
Bhint"  (1898),  „Ufe,  genioa  and  achiereaettt" 
(1898),  een  deel  biieren  van  flyroa,  „A  book  <ii 
■naeê"  (4de  dnk  1809),  „LondcHi-  vohmtariei" 
(2de  dnè  1898)  en  „Poone"  (1898).  fiq  orer- 
teed  te  Heatfaetbne  den  Uden  Jnü  1908. 

Hanley  on  TluunMl,  een  etad  in  Oiford- 
ibiK,  ligt  aan  de  Tbew»,  it«lt  (1911)  0456  in- 
wonen en  ie  berocntd  door  de  iaartqnebe  leei- 
wedatrijden.  In  de  nabgheid  finot  men  prachtige 
battenfeAtiJTCn.  ali  Park  Plaee  met  een  int  Je^ 
aej  omgebraditen  DmldentempeL 

BMllopnii  een  ka^  ttn  Z.W.  ran  des  in- 
gang der  Dekwanbaü,  Kgt  aan  de  koet  vaa 
den  etaat  Ddawara  der  Vereenigde  Staten  lan 
Nooid-Amerika  en  drugt  een  licbttorea.  Sedert 
1901  ia  aditer  kaao  Hantopen  een  goHbreker  vaa 
2.4  km.  aauebiaort,  die  twee  kanatbarene  las 
221  en  9S  H.A.  anilnU.  De  ÏKTeiHtedeD  Phita- 
delphift  en  Wïlmiwton  hebben  op  deie  w^  een 
goede  ToorbaTen  gecrtgtn. 

itiiM  ia  «(■  roode  Ueantof,  aldai  genoemd 
naar  ftemur  (mtix  alkemat  wnie),  de  wortel  Tai 
Lamtowa  oZbo.  Zie  AlkamtaiBortü. 

HnmaaMtondMl,  een  goneenta  in  de 
piOTinde  Friedand,  8886  H.A.  groot  met  (1915) 
S02G  inwooen,  Het  toeaeben  de  gemeenten  Fra- 
neker,  FianakeAAd,  Jtenaldamadeel,  Baaidera> 


ineNrte  bevat  de  dorpea  Wommela  (de  I 
plaata  van  de  eemeente),  Ooalerend,  WelarQp, 
Latkewienun,  Koraard,  SpaiHtum,  Ytena,  Baaium, 
flydaard,  Hennaatd,  Waaima  en  Edeut.  De  klei- 
bödem,  dw  in  bet  Z.  en  O.  m^  land  Termeoad 
ia,  wordt  bootdnkeljfk  voor  de  veeteelt  gebru^t. 
l^ndboow  wordt  vooral  in  bet  N.  oHgeoefend. 

Bmuw,  AUtmder,  «en  Belgiceb  geachie(fr 
kundige,  den  8*len  Janoari  1812  te  Kttitel  gebo> 
ren,  kwam  rveda  ala  kind  naai  BelgiB,  waar  hQ 
ondei-diraetenr  in  bet  miaiaterie  van  Ooriof^  1^ 
tel  aeeMtaria  der  Aeadenwe  voor  Seboone  Kan- 
aten  «n  fweaident  det  SoeiM  de  1'hiatoiie  de  Bel- 
giqoe.  in  1884  Ud  der  Belgiadw  Aeadeini«  weid. 
Hg  aebMeT:  „fiTwIoire  dela  nlie  de  Bnudiea" 
(met  A.  Wauten,  8  ibu,  1843—1845,  bekroond), 
iJfotieè  biatoriqne,  atatiattove  et  deieriptive  de 
la  viUe  de  BnueUei"  (1846),  .,Hiatoii«  da  rtgne 
de  Cbu4ea  T  en  Belgjqne"  (4  dln.,  2de  dnik 
1865),  „Uteomi  aaonjiMa  mr  ke  tionUea  de* 
Psja-ftw  1566—1580"  tfott  3.  BUm,  6  dfai.,  1860 
—1866)  en  „Htooira*  de  PwUaa  Paven"  (2  dlo, 
1868).  ff«NM  overleed  den  lOden  ^noMri  1896 
te  SL  Serraia  {bg  Namen). 

Kmna  km  BhTn,  (Hto,  een  Zwitaencè 
aeltfiJTer  an  een  lOon  van  den  geeebiedaebqpei 
en  oehtei  Joae^A  Ankm  Benm  <t   1870),  dm 


i  Aonetna 
we«d,  nadu  bQ  al 


1828   te  St   Oall» 


t7(^Jw» 

.  aldasi  «enigen  t^d  de  betreUiag 
van  •aeretaija  der  regearing  bad  waargeMmait 
ia  1857  profeaaor  aaa  da  kMittniMlf  adüol  en  ia 
1869  ataataanUvaria  belaaUe  aieh  in  1872  mat 
de  redactie  van  de  .j'reiaMNiicr  Zeitong"  t«  Lrip- 
lig,  woonde  vaa  1877 — 1879  al»  redaetanr  van 
den  „Boten  ma  dam  lUeawebiige"  te  Hiraeb- 
besg  ia  SileMB  en  ie  tedert  1886  weder  mttmt- 
na  te  9t  OaUen.  Hij  aebreaf  o.a.:  „Geaehiebl* 
dea  Eantoot  St  Galkn"  (1863),  „Oeaehiebte  de« 
Sebweiaerrelki"  (3  dln„  Ne  diak  1878),  .Jkt 
Bneh  der  H^iien"  (8de  drak  1890),  ,J>m  Sol- 
tmgeaebiebte  im  Lichte  dea  Fortaehrttta"  (1869), 
..Die  deatacbe  Vrikaaage"  (2de  dtuk  1879),  „All- 
gemeiaa  Knltvgeadiiffite"  (7  Sxt,,  Ode  dnk  1877 
—1 897),  „EidtaiBeaehiahta  dea  JadaBhxna''(1880), 
.J>M  JenaeiU"  (1881).  „Dia  Krennflge  and  dia 
Kultar  ihrer  Zeit"  (Sde  dnk  1906),  „Knltoiga- 
acbieUe  det  dentaehen  VoUu"  (2  dfo.,  Sde  druk 
1908],  „Oottfried  Kinkel,  ein  LebenabiU"  (1863), 
.JKe  Knltnr  der  VemnMnbeit,  Qegenwart  nnd 
ZakMtt  ia  veigWehender  DantaUnng"  (2  dln^ 
2de  4knk  1890),  ,J)er  Tenlda-  tnd  Heienriarte'* 
(1802),  ,J>ie  Fna  in  der  Knltnigeaebiditfl"  (ISfti), 
„Oeeehidite  dea  Ritlartnaa"  (1893),  ,J)ie  Frei- 
maorei"  (4de  dnik  1894),  ,J>ie  Jeanitw"  (Sde 
(fmk  1894),  „Oeaefaicbte  det  Kaotoni  St.  OaUea 
■eit  Anaahme  der  Verfaaaoi^  von  1861"  (1896), 
„Anti-Zarathnelra.  Genaken  Ober  F.  Nietaaehei 
Haaptwerke"  (1899).  „Uebennenaehen  nnd  Bdd- 
menachen"  (2de  drnk  1900),  ,Andbiieh  det  Rol. 
ttugeaduehte"  (1900—1901)  en  ,J>rotlitatiQB  nnd 
Hidc^handel"  (1908).  Hg  overleed  in  1914. 

HeniwlMrri  <eQ  voonnalig  graahehap  is 
Fruiken,  ia  ign  oorapnug  aan  oe  PopiMnen  ver- 
aeboMigd  eo  ontleent  ign  naam  aan  oen  bnfcht 
Henoebeig  bg  Heiningen,  die  tödeoa  den  Boe- 
renoorlog verwoest  ia.  Henneben;  waa  de  woo&- 
plaata  der  gouwgravea  in  OnfaMd.  Dit  graven- 


DigilizedbyGoOglC 


232 

msbdit  «Uert  in  Ï5S&  <mX  w«arna  baa  lud. 
1180  TJD.  sitMt,  Mik  S«iii-SakBeQ  en  4t  8dM- 
Mbe  bertogaonrawn  vervivl.  Latw  werd  bet  door 
erfUtiogen  do^  m«er  nrdneM.  Het  deel, 
ScUenuDgen  eo  Sohl  in  liggen,  kirMn  in  I3I& 
Ma  PnÜMn. 

SeniwlMrCi  ^oAsmt  Wilhelm  JiUiut,  md 
I>DJl«cli  kndböoiredtf^aadiM,  den  tOden  Sep- 
tember 1825  te  WMaerlefaen  (gnalach^  Stottwig. 
W«niigerod«)  g«i>0Tea,  stodeeide  Mn  bei  Cac«- 
tioiim  te  BninBwgk,  verd«r  te  Jen»  en  t«  Giewen, 
IH'otDOTeerde  in  \8S9,  op  een  dUsertstie  ov«r  de 
ontbindiog^iodtioteD  v&n  het  metlonkahom,  gai 
«nderwns  uut  d«  iMidbouwsdiool  t«  SttderRteben 
en  deed  ierfo]geu  een  reie  Twar  Easekod.  In 
1dS2  iraid  hü  BMFetaria  lUk  bet  Eoniolilqk  H«nD. 
o*«raehe  LaMbouwgeaootaehap  te  Celle^  waar  hg 
bet  „JonnMl  ffli-lióilwirtadiMt*'  «tkbtte  en  een 
hboiatoriam  opeada.  Ia  ilS57  irerd  b^  dineeteui 
Tan  èet  niemre  procfatation  te  Weende-QCttin- 
sen,  en  m  1865  hoogleeiur  in  de  kndboawluu' 
de  aan  de  tusiTeniteit  te  OCttiiigea,  muubeen 
in  1874  bet  proebtotion  mphatet  werd.  Hy 
omrfeed  den  24ateB  November  1690  te  Qreene. 
Bij  waa  een  der  grondreatera  van  de  leet  der 
veevoeding  en  beeft  een  dei  KTOodriagen  dauran 
met  etoote  aebeipiinDigtieid  ^preciieerd.  Hy 
•efareeï  o.a.;  ,3eHilce  war  Begründnng  eiit«  ra- 
tiomellen  Fflttnraw  der  WiederkSoer"  (owtSfoA- 
wumn,  Bmiwwïik  1860—1664,  2  dln.)  en  „iN«im 
Beitrie«"  (OWIüigeii  1870). 

Buinebtrr,  BtidoU    «m  Dutteeb  scbiktei, 
den  ISden  Septuaber  18S5  te  Bninswgk  gebo- 
—   "-n  meeat  bcbndB  weii  ie:  ,Jte  jacht  noac 
1  te  Serlnn.  Hij  over- 


,       trt,  «en  Netffirkadaeh  dichter, 

in  Frieakand  griwcMi,  taad  reeda  vroeg  in  den 
brggadienat,  veatïgde  tidi  Keivolgena  te  Ameter- 
^m  als  Inbeigier,  waar  lün  ioaa(i>ee(,  talingen 
en  ecrteletten  een  groote  vermaaidbeid  veikrcgen 
en  ireid  daarna  tooneelapeler.  Da  wiadtundet  van 
1720  biaebt  bem  aanzienlgke  scè&tlea,  zoodat  hQ 
een  bnitenveiblQt  bg  Ooqi^  kocht  en  dit  met  den 
naam  van  AetKboiTen  beatetn^wMe.  Weldra  ver- 
dneen  liia  rjjkdom,  «mdat  hg  makelaar  in  effec- 
ten werd  en  Engdicbe  en  Dnitsehe  werken  ver- 
taalde. Hi)  overleed  in  1737.  Wg  vermelden  van 
hem:  ,4>e  njlvaerd  van  iMeeeter  Andriea,  blg- 
apej,  nit  het  PrMi«eh  o*>eigeaet"  (1720),  .Jjoven 
en  memorien  van  SaUj  SaUabai;"  (1723),  „Ronw- 
lilacbten  van  den  Heere  Jac.  Veenbuiien  ovei  het 
afsterven  van  liin  goadvinlc,  kanarie,  hond  en 
paard,  benevens  net  late  en  2de  deel  van  de  Lof 
der  Jenever"  (1736),  .ASbim  en  portret"  (1737) 
en  „Venaroelde  ge*cbte»*". 

Hennep,  Gannabiê  tativa  L,,  tieboorende  (ot 
de  familie  d«r  Urtkaeeeen,  ia  een  éénjarig,  2'hiii- 
lig  oultanrgcwas  met  1—6  m.  boogen,  vertak- 
ten «tengel;  de  bladHea  ijjn  langsesteeld  en  S— 
7-talKg,  bandvoimig  fameogeel^  de  bovenste 
8~taHig  ot  «igedeeld.  De  mannelgke  planteii  zijn 
kkinei  dan  dé  vroowelgke.  iDe  numnelgke  bloe- 
men zitten  in  korte  phiimpjea  en  beataan  uit  een 
5-deeIi^  bloenidek,  waarbinnen  5  meeldraden;  de 
vTouwdujke  tdoemen  znn  t«>t  kDit«,  klirweovormi- 
ge  aren  vereenóffd  en  bestaan  urt  een  Mnbladig 
sloeatd^,  dat  net  vmditbegiiwel  oaelnM.  De 


tgehïk" 


mannelöke  plaaten  beginnen  na  bet  bloeteo  geel 
te  wonlsn  en  at  te  atnven  «a  «orden  in  dezen 
teestand  getrokken.  De  vrovweigke  jilanten  ater- 
>*a  eent  8—6  «eken  kter  af,  aa  de  rgping  van 
di  vmeht. 


It,  de  atb.  stelt  a  een  gedeelte  van  een  tak  net 
OHUinel^e,  b  met  vrouwi^ke  bloemen,  e  een 
mannelgke  en  d  «en  vnrawdgke  bloem,  boide 
vergTOoi  voor. 

Het  vaderkad  van  den  hennep  moet  w 
sd]jjnlgk  in  CentraiJTAne  worden  geiocbt, 
adat  wordt  hg  aedert  de  oudste  tgden 
bo^wd.  Van  AiiB  nit  beeCt  d«  cultuur  sieh  over 
Eorooa,  Nootd-Afrjka  «a  Noord-  en  Zaid-Ameii< 
ka  nitgebreid.  Tbane  wordt  hg  «igemeen  in  dt 
genmtiode  lone,  maar  ook  iA  de  tf  open  geenlti- 
werd.  Van  de  in  Ekiropa  algemeen  verboowde  OD- 


de  Indiache  of  iC%ii>eeaefae  tea- 
aenbennep  door  sgn  kraebUgere  ontwikkeling; 
grorae  veoel  en  booger  gehalte  aan  nar- 
eotiadie  etof;  deie  wotdt  bg  ona  deefate  ata  "" 


eebe  of  Bologner,  'Baaaiecbe  en  Hongaandu 
nep.  De  heuMp  wordt  in  de  eerste  {riaaU  om  de 
vezel  en  •■  de  tweede  om  het  zaad  verbouwd.  De 
bennepveiei  wwdt  gelmükt  voor  vervaat^iflg 
van  toowwieri[  bind^ren  en  ook  van  gTo*«  weeT 
sela,  waarbg  M  op  ateviglMd  aankomt,  lonla 
gordds,  biudlpaiMaiigea,  leiMoek,  enz.  De 
vraobtieB  worden  tie  vogéWoeder  gelHuikt  en 
leraicD  bg  artperting  l-S — 18  %  vette,  gioenaeh- 
tige  olie,  waaruit  oonpronkelgk  de  groene  zeqp 
'  bereid.  Vooral  de  in  bet  ooaten  verbouwde 
ep  bevat  in  de  bladeren,  maar  nog  meer  in 
—  -edroogde  bloemtwggjeB  een  narwtiteh  wer- 
kende  hare.  Deie  ddenen  dan  ook  voor  berading 
van  de  H^hisdi,  die  door  de  Ar^ieren,  Turken. 
Penen  en  IndiSri,  ilvnede  door  veie  Afrikaan- 


DigilizedbyGoOglC 


dieiut  doet  In  IiMÜft  wofden  de  grootef«,  0»- 
droogdc  bUdemi  Bugi  geaosmd  en  toot  het 
Tooken  gcbiiikt.  Over  de  NbeifcuuUge  mdmo- 
rteUine  lie  LandboiMgrodueiem. 

'De  neiUMip  gcorit  b^ina  omni,  mur  bg  toot- 
keni  in  «en  todittg,  «ann  iliouaf.  Bmt  b^ 
dedit*  ceo  groeiperiode  ma  flO— 105  digen  heelt, 
t  hg  li^  in  de  fcwellwiden  lan^  de  OoetMe 


BOg  tot  60*  N3r.  TerbMnren.  HetW  ged^  )i$ 
op  iteadntte,  xnuijge  ^MtMS,  e*enüe  de  wqn- 
etok.  Op  drége,  Motige  growleit  «n  op  imre 
Ideignmdeir  groeit  hq  meöder  goed;  Toor  >gn 
aoitöw  ijin  bet  loeeet  geaeiiiht  bamowjike^  tot 
«p  groote  diepte  iMwenie  gronden  «u  miAMma- 
t^e  geboDdeobeML  De  hoiMp,  gedvt  u  tUerl^ 
geitMaen  aIb  de  bodem  aleebte  rrariilbeM  ii; 
bg  Toorfceor  n»  bemeete  hekvrn^ten.  Hq 


vracht  voor  lUerM  gemwen,  leUi  Toor.kodaud. 
Bet  Und  voor  beniMp  moet  kte«btig  ^jei&eet  wm- 
den.  BQ  t«  stRke  bemetng  «diter  wordt  de  ve- 
sel  müder  aterig.  Stikatof-,  phostfnnnr-,  kali- 
en  lutHuneeletoffeD  kanoen  naar  behoeTot  wor- 
den gebnukt.  De  grMtd  wordt  bewerkt  ali  toot 
hakTnidileB.  Vödr  dm  winter  wordt  b^  diep  ge- 
ploegd en  >»  bet  voorjaar  met  enltivator,  egee 
en  Tol  T«vder  toebereid.  Het  saftien  geiebêedt  in 
Mei,  gewoonügk  taaKben  10  en  30  Hei,  en  wel 
op  tmaJiB  bedden  io  het  ■wM  üt  beter  maehi- 
nwd  op  rQen,  ^aerhg  moet  worden  geiorgd,  dat 
r  tmatte  atrotAen:  «pen  Ugven,  ' 


in  rgen  op  10—16  em.  Getand  12S — 175  kg.  per 
H.A.  gebnubt;  voor  gnnere  !n  töai  «p  w— SO 
on.  &.5— 100  kg.;  ie  M«lwinniiw  hoofddoel, 
drtD  lijn  ia  rqen  1^  1  m.  ttetaade  2S — S7.5  kg. 
v(4doeiid^  1^  het  laaien  in  bet  wild  wordt  125— 
900  kg,  gtbmikL  Bennep  ooderdnAt  de  «nknrï- 

.* S:  - ix.ta. ■: «     ■    '■      «     *        i 


lende  dea  groei  veieiadit  Daaoielteinii  ia  het 
voont  i^  joBge  bennq»  vm  belaag  den  grond 
te  hakken.  JUa  de  maanelöke  fiaat  aa  bet  bfoeien 
geel  begint  te  worden  en  begint  al  te  at«rven,w«rdt 
■e  geteMkenengeoogatSoötawofdtaMteendeoD- 
tlfpt  VRMiweiyke  plaat  geoogst.  In  den  legel  UqK 
deieedtter  tot  de  rqpMid  via  bet  laadetaaaen 
wordt  n  8 — 6  w<ekea  na  de  nuuitelöke  getrakkca 
.  Bji  bet  oogeten  worden  de  atengele 
nndda  gebond^  en  in  iollea  op  nat 
veU  gcMt 

beedrat. 

De  veiebrinnmg  geechiedt  ale  bg  bet  viaa.  De 
hennep  woidt  vUr  de  verwerUM;  «ent  geeo^ 
teerd  «n  daaraa  ia  water  geroot,  fiet  loten  doort 
2 — i  iNktia;  t^de  grovere  atengeh  langer  dan 
1^  d«  ^jnere.  De  graote  faaniMp  wordt  op  bet 
vdd  i<n  de  ion  of  w«I  door  dttnen  gedroogd,  waai^ 
hg  de  tenperaUmr  niet  boven  SV  C.  nug  sta- 
gen. Na  bet  dragen  w«rdl  de  henoep  gebroken 
en  geiwingeld.  De  gwbroken  hennep  w<M<dt  vdör 
het  iwingelen  dikwgl»  gewi-eivn  n  een  soort 
koUergang  en   na  bet  iwingden  gdiekeld.  Van 


nne  bnndda  gebondi 

t  om  te  drogen.  IWen  voeht  en  vogel- 
aehadé  worden  de  touen  wel  door  een  atrocddc 


gennageM 
of  beede  1 


233 

den  groenen  hennep  wordt  ±  S%  gebekeUe 
gewonnen. 

Some  wordt  de  faenTiep  na  bet  roten  en  drogen 
door  Btroopen  van  de  butveMls  ootdaan  en  wor- 
den deae  geklopt  en  gebekeld,  om  ie  van  elkan- 
der  te  «cbeiden. 

De  opbtengirteD  lantaren  hwd  SOO— 1000  kg. 
'  "hennep  en  van  150—250  kg.  w^ 
per  H.A.  De  laadopbreugat  bedraagt 
«an  «0-760— 1100  ^.  perUATmi  houtige 
afval  kont  riedita  als  biandmatwiaal  in  aanmer- 

ZiHtlen  m  beMdtadigingtn.  De  benDep  kan  wor- 
den •angetaat  door  de  iwam  SelerolMta  Liber- 
Üone  Fekl.  Teider  ondervindt  hg  aehade  van 
vogels,  engerliagen,  rapeen  vaa  de  Gaauna-^, 
van  Ifoaieetni  Pereworioe  L.,  vaa  de  doodahootd- 
vUnder  en  t«i  Bolfg  iwMtelM  Hb.,  van  bkMllni- 
UD  en  mvten  en  'ma  de  pkntaardige  paianeteo: 
Orobanekt  ramota  L.  en   Ouioita  eurofoea  L. 

Haniwpiwtol  fOo/eopnfJ  ie  een  plantenge- 
■laebt  nit  de  fiaiilie  der  UpMoemen  (Lf^ialtn). 
De  ptaoten  lijn  bebsHd,  bnittea  geeteelde,  on- 
gedeelde bladeren,  lerwql  de  Uoemen  in  aehgn- 
kraiweo  lijn  gepUatst.  Onder  de  aanbeehMagt- 
plaatsen  «r  bladeren  ün  de  itengeli  meer  of 
minder  sterk  venKki  Bg  G.  Lodamim  (Bami  U 
doM  verdikkiag  niet  atetk,  eveaala  I^j  O.  oekro- 
latea  [BlikgtU  feeimqMeMJ.  De  bloemen  mn 
iga  lidit^rper,  snns  ook  wit,  bg 
•  —>"»'•—  wit,  6g  de  algemeen 
en  ook  bg  de  VT^  al^ 
meeae  O.  lyedoMi  (Daiiwiut^)  ia  de  veiMkiog 
leet  «terk  in  faet  oog  loopend.  Van  de  eerste  soort 
iQn  de  bloemen  heat  pinpet  en  van  de  laatst* 
Uêhlgeel.  Ia  ooe  laad  vindt  men  de  oeBoemde 
saoi4eD  voonl  onder  bakbont  en  op  Muwland. 

H«iliM«iilnr,  Jerdtne,  «ea  Pruaeh  go^Be- 
lesrd^  In  1988  ts  St  Omcr  geboren,  lotafit  neb 
ia;  ImO  b4  de  otde  dn  Poninfcanen.  Zan  «eer- 
eten  Bonden  bem  nsnr  bet  «oüege  van  St.  Tho- 
BMi  vnn  Aqniaas  ta  Doua;,  om  udaar  in  de  tiie- 
«dogie  te  «todeeren.  Daana  gaf  bg  mH  onder- 
wgs  aan  die  iariditing  en  waa  er  tuiseben  1669 
en  J673  eente  regent.  Zqn  tfver  fa  bet  verde- 
digen van  de  sleUingeD  dü  Tbenkisten  berokkea- 
de  bem  veie  nnaancnnaarnhndra.  ^  men  loehl 
te  vemehten  door  lm  aaniieidjj|ke  waaidigbe- 
dm  op  be  dngen.  In  167S  was  bn  prior  van  het 
klooster  t«  Doornik  en  twee  jaar  Mer  sond  m» 
Kamernk,  cm  er  «ndeiniia  te  goraa 
kgie.  Ook  weid  bg  »  l<7S  tot  doe- 
'Odgefeeidbeid  btnoraid,  verder  tot  de- 
tor  ia  de  sMf  ineie  vaa  8t  Boea  te  Luik,  100- 
hO  Bèta  n  '1606  nsnr  Rouw  begaf,  om  «ea 

jwen  genemd  Ie  kieien.  Daarna  wnc  hg  prior 

te  St.  Omer  en  wgdde  ^n  laatate  levensjsren 
atn  de etodi«.Hij  «verleed  den  ISden  Usart  I7I2, 
nadat  hq  «en  reeks  van  godgeleerde  werten  in 
bet  lidit  bnd  gegeven  over  de  absolutie  eu. 

BmmaqBlii,  Philipfe  AugutU,  een  Fmaaeb 
schilder,  in  17S3  te  hyoa  geborea  en  den  12den 
Mei  1883  te  Doornik  orerledea,  waa  een  keiUng 
van  Louit  Dmid  U  Ponje.  Zjfn  voonNuuDste- 
weik,  „Oreetee",  beiit  faet  Lonvre  te  Pai^s.  Ko- 
ning LodetBÖk  NofoUOH  van  Holland  droeg  aan 
Bemuqtnn  net  maken  van  deeoratieve  atAken 
vooi  hét  Pavi^oen  te  Hanrkin  op,  die  ecbtec  niet 


in  de  tbeokgie __ 

tor  in  de  godgefeeidbeid  bi 
fiaitoriade 


DigilizedbyGoOglC 


234 

wetdm  «it^TWpd.  In  bot  luM  fan  ijpi  1«t«ii 
woonde  Hettnequin  in  BelgiB,  wur  bjj  de  ker- 

ffenne^tn,  AÜrtd,  «en  Fnnadi  tooneeUiehter, 
een  kleinioon  thi  den  Tooiganntie,  den  ISikn 
J)UM»Ei  1^i2  te  Ltrik  eeboren,  b«Mciit  de  mjjn- 
Mlioal  aUaar,  bdkedoe  Terrolgen*  de  betiek- 
kioff  TMi  ipeenieQr  bjj  de  Belguebe  apoonMgen 
en  bcgttt  lièn  TerT<rig«u  our  Puga,  cm  et  bö 
dtn  unleg  vut  trams  weifciMm  te  ijn.  Bg  bM 
in  1869  ondn  den  Mhaijnum  nn  ^j/red  Le- 
briM  in  M  Théitre  des  QilerieB  St.  Hnbert  te 
BroBsel  ijjn  eente  blgqwl  „J'tttendi  tuon  on 
de"  en  in  ISTO  ran  twMde  „Troii  dupeanx' 
doen  «pfoeru;  dit  kaMe  wenl  ook  ia  het  Tfaél- 


^NNËQUIN— OENOCB. 


tn  dM  TMi<fenIlM  te  BuH«  MOpeeM:  Hier  oogM- 

I  I^JTsl  in  1S75  met  bet  „Proeèe 

n  in  1876  met  ,^/Ba  dominoi  ro- 
aeo",  twee  UjfapdeB,  die  tich  door  geeet  «n  ha- 
Bor  ondencbeiaeD.  Dit  kut  «Teneenc  geMsd  wor- 
den Tsn  lÖB  «tokken:  „Bébé"  (1876);  .^omwa" 
(1679,  beide  mui  J.  tU  Najae}  en  ,M  temtna  i 
wa"  1885,  met  Albert  MiUmid).  H^  onrleod 
den  7<]en  At^oattu  1887  in  een  1 
gMUcbt  te  8t  (Mnnde; 

Bnilier,  Jta»  Jae^tut,  een  FranMb  idrikler, 
den  5den  Mnwt  1829  ta  BennriMer  in  dttn  EhM 
Mbnren,  en  den  2Sa(«n  JnU  1905  U  Puüi  orer- 
iedett.  Éi  wu  een  leerliiig  rat  {'M)!  ea  DroUing 
en  faeBtoMerde  tn  Itelii  TtitnoM  en  Oorrtggio. 

S  beeft  meeit  naofete  «roinren  «n  por^etten  g»- 
itderd  dodi  ock  na  at  ihn  gcmijde  «nderwv- 


,  JoAoH  Frtderik,  een  DutHb  wi» 
knndige  en  wqegeer,  den  <lMen  Oetober  1733  te 
Berlgn  geboren,  cotTing  wiekoiklig  onderwije  T»a 
StUter  «n  Kuier  en  faegnt  lieh  in  1756  nur  Pn- 
rgi,  wanr  hg  twee  jnu  i^loefde  bg  Nieobu  Jo- 
êifk  Delitte,  boogleenof  in  de  MUonomie  au 
bet  CoUtge  de  Fnnee,  wiens  Ineen  kS  t^jwoo»- 
I  Lemofmier,  boogleetw  ia 


Ji  er  «en  wwkoodige  aehool  te 

ooenen,  wasr  ook  Van  Swmdfli  ign  opleklJDg  oot- 
Tvif.  In  I7U  echter  werd  Hennert,  in  pkale  nut 
De  CaiUUoH  tot  buitengewoon,  een  j<wr  kter  tot 
gcrwoon  boogleersai  in  de  wytbeReerte,  wie-  «i 
•terrenknwle  te  Uti<eeht  benoemii  Daar  scliTeel 
hij  een  attgebpeVd  wiskundig  tenbo^.  wuuasn 
bq  10  war  ubeUde.  Het  beatMt  uit  9  deeleiK 
fsn  w«k«  de  eeivte  3  de  .^iementa  matbeaeoa 
pnrae"  en  de  oTCrig«  6  de  „Ehmeitbi  nwitfaeeM* 
dupJÏMtM"  bentten.  Voor  meer  gevorderden 
werden  «r  de  „Inatitvtionet  MttOMmkne  etc." 
bügewegd.  H^  oitderweea  bcwena  de  wMiegeerte 
v^gens  ign  „^ibenami  idtUooiwhiae  (17S1). 
Ook  bemwk  hg  «en  N«dsrUiideche  Tettaling 
Tsn  „DitgeleHn  Terbaadelingen  ovn  de  wgibe- 
Mepte  en  fraaie  letteren",  getrokken  nit  de  wer- 
ken ma  de  Koninkinke  Maat«cbappi|  nn  Welen- 
sdntppen  te  Berlgn.  In  1802  kreeg  hg  eerrol  ont- 
slag en  hg  oTerleed  den  SOeten  Hei  1818.  Van 
ion  geediritten  Tennelden  wij:  ..Genaue  Hartno- 
me  dei  Sinnlieben  mit  dcm  Teradnltigen  in  der 
Natnr  des  MenMben"  (1758).  „Gedanken  Über 
den  Wert  mi  NOtien  der  Lnstapiele'',  „Tnité 
dn  tbermomètre.  oA  il  eet  parlé  d'une  oonrelle 
lu  de  la  cfaaienr"  (1T&9),  „Onmdb^nBeU  der 


wi^onde"  (1769),  .J^esertationB  ^jttffaeê  et 
mAtbématioDeB"  (1771),  „Commentatio  de  baio- 
metria"  (1787),  ^jeeaen  orer  de  eerste  begisse- 
ten  der  wgsbegeerte"  (1883,  vertaliw  van  Spaan) 
en  „Bearttie,  grondbeginselen  der  ledelqke  weten- 
schoppen"  (S  (Hu,,  1795).  Dok  heeft  men  Tan  hem 
mrhaikleliiigen  in  de  werken  der  Koninklijke  Aea. 
denMe  te  Berlvn  „Sw  U  vie  d'Archimede'^  (1766) 
en  „Sur  les  mojens  de  donner  la  plns  graodt 
perfeelion  ani  Innetles,  dont  les  objsctih  eoni 
ooc^wsés  de  deoi  kttb»",  in  de  weiken  nn  bot 
Bataafseh  OenootBriu,p  „Orer  achronatiBche  of 
DolkRtdsabe  verrakj^era  eni."  (1772),  in  die  van 
bet  Stolpiaaosd)  legaat  ,J>  sensu  morati" 
(1774),  in  die  TAS  het  Kooinklj^  N«derUDdKh 
lostitnQt  „VeihsntUiog  onr  de  opbsslMtiggen" 
(1812)  en  in  die  rat  bet  ZMWWfich  GeiMwtMb^ii 
„Ondenoek  of«T  de  waie  gedaante  der  Aaide" 
(1772)  en  „Ondenoek  ti  de  «uekcrbeid  omtrent 
de  wsce  gedMato  der  Aaide  «en  Mametkelj^en 
«trloed  bebbc  op  stetrenkoBde  «o  iMTigatie". 
Ëind^k  vindt  men  ofiateUen  na  Iwni  in  de 
,pA0ta  eroditoTUOi  Liniensia",  tn  de  „BibUotb^ 
qne  deo  scieneee  «t  des  bsMix  arts",  em. 

Hennln  is  een  booge  ^titoe  nivta  met  een  at- 
viUenda  of    ook 


Hennlaon,  Uon,  een  Franseh  roman-  «t 
oDededunm,  in  18^  te  lA  Baase  Tene  (Gna- 
d^onpe)  geWen,  ie  een  leMÜn^  der  aataraliati- 
idbe  aenciDl.  Hg  adueaf  «oder  invloed  nn  Zofa 
de  romans  „1m  dévouée"  (1876)  en  „EÏMbetb 
ConKnmeau"  (1879).  benerrena  de  toeneciapekB 
„JaecpHS  Dsmoor"  (naar  «en  nowlle  nn  2oi^, 
,^'mtt»  «eeptiaa»*'  ■(pantwnimn,  net  J.  t, 
HuytmaoM,  1882),  ,.La  menteoae"  ^t  A.  Dolt- 
dtli,  ..Eetbar  Bnodèe"  (1887),  ..U  mort  du  doe 
d'Engfaien"  (1886),  „Amwr"  (1690)  en  ^''^Egeat 
'■  ntrni"  (1894). 

iMtoeh  (Snoek;  Hebreeuwaefa  =   Okaitoek 

iDg»wö<le),  ia  in  bet  Oude  Testament  loowd 

de  naam  nn  een  gedadit  nit  den  Stam  Kaben, 

en  uit  bet  volk  Uidian,  als  de  naam  nn  een  li^ 

beUehtige  door  Kam  geaüebte  atad  en  na  een 

der  TcorwdeMn  Tsn  het  geslscbt  des  menseben. 

Vanwaar  dew  oTereenkomat  in  naam  is  niet  te 

nn.   Van  dnt  onAndn  Henoek  wordt  m- 

I,  dat  hg  in  lertrouwd  veikeer  met  Ood  stond 

...  dat  bg  niet  meer  iwss,  dootdst  Ood  bem  tot 

licb  had  genomen,  toen  hg  865  jaas  was.  De  me- 

dedeeiingen  betreffende  Henoek  herinneren  aan 

een  BabrkmiaGh  vertual  bebeffende  Snaudaram- 

fci,  die  de  tednnen  der  goden  kon  nrklaren. 

De  figniK  Tan  HtnotA  ia  in  bet  latere  Joden- 


DigilizedbyGoOglC 


HENOCH— SESfAimTK. 


235 


dom  iKderom  opgeleefd  en  met  TeletM  verhtden 
(MDffeTen  voor  een  deel  «ui  Bftbrloiufl  onUeend. 
Beiend  ie  Toontl  de  Openbunw  T«n  Bauxh,  een 
«eric  der  Joodeehe  ^McaljptioÉ,  (omtreeke  160 
'.  Chr.},  terwql  de  jooeeve  deelen  au  het  \xgii 


I.  Het  boek,  itX  mieschien 
leede  a  bet  Nieim  TeaUneDt  at  <feor  de  Krak- 
Tftdeie  gebniikt  is,  beelt  gtoote  beteekenia  TOor 
de  itiidEe  de;  Joodéebe  tbeölogje  ten  ^ide  ven  het 
cmtitMO  TM)  M  Cbiieteftdom.  IDe  ooufiionkelj- 
ke  Hebieenweehe  «I  Anmeeedke  tekst  ia  verlö- 
n,  doch  in  1773  bc«cbt  de  reiaigei  BrU' 


iaropfe,  dl 


.  ,  _  .  alwg  ni 

,  (tie  ^  1861  door  DiUi 
L  in  OpfiOT-^knvtt 
etokken  vui  eea  OridiBciie 


es  OridiBciie  Tertaline  ijin  in  1892 
en  Lodê  tutmg«v«n.  Het  door  Mor- 
■  (1860)  en  dMir  Bmttehek  (1896) 


m  en  ChrU»  (1869) 

dM  &et  Skvjadi  «wtuUe  „Boek-der 

nn  Bemodt"  «tut  m'vertMnd  met  de» 

(dien  Btnoeh  en  ie  muuadigi^k  in  de  late 

eeaw  t.  Chr.  ootatnn. 

Zie;  S.  H.  OWJm,  Tbe  ethiotiie  tviaioa  U  the 
book  of  BMch  (IWMQ. 

HMlOOll,  Sibiard  Beituiek,  «en  Dnilach  ge- 
tMeekandige,  den  leden  JoM  1820  te  Berljjo  ge- 
boren, atüdewde  Mêk  in  de  meditnnen,  begaf 
lidi  TerwWene  cp  «ia^  ««id  iai  19H  aaeietent 
bf  de  polüitinNk  na  ma  oom  Somberg,  TCati^ 
de  tidi  io  1860  te  Berlga  eb  ^«netdoeenl  en 
werd  «r  id  IS58  tot  taütengowooo  èoo^eetaAr 
benoemd.  In  1672  auiTaMdde  hg  de  hetakktvg 
na  dineteBT  der  kliakk  «i  pt^jkliniek  tooi  kin- 
denHktm  sm  de  Koninktijbe  <3urit4  en  nuMÜite 
et  ddi  Mer  ven^aMtal^k.  Bdnlva  MrQke  w- 
bandriineeB  in  tfidettorflea  •Areef  hij:  ,3ont- 
bena  ULtiadie  EÏÖebnine"  (1846),  ,lDinik  dei 
UnferlcahduMAheiten"  (8  dhi.,  8de  dtok  1808), 
„Beitrlee  Mtr  KindcrbcAkrmde''  (1961,  1888)  en 
„ToakniM»  flbet  EÜKbifaaoUteiten"  (llde 
dtok  1906).  In  189S  »m  hg  lOn  ontabg  e» 
leefde  «adert  te  Meren,  daen»  te  Draoden. 

Mmo,tMuSMm»  (OnekaGh  =  lefeerine  tu 
«fioBdffSike  goden)  en  totkenotkettme  (veree- 
ring  na  deai  eenen  god  n»  dan  aitderen)  noemt 
Jfo*  XUIer  den  <KKvpronke]d;^en  Tonn  nu  den 
oodMen  Indiaeboi  godbdienat;  Tolgene  welken  de 
MkeH  MUigeroepen  en  Terende  gmBiaid  ^  de 
faoegite  wotdt  beedioowd. 

■•iiotloon  (Griekeeh  „    „ 

lier)  noemt  man  bet  reaenpt  do<»  keiier  Zmo, 
ia  bet  jau  482  vitgerasnogd  mta  aaffiteidit« 
der  mraofihjKtiadie  twietea  in  de   Chrtstelgfce 

BBuriol,  OlmiHait  Friedriek,  ai»  ï>iAtkb 
diebter  oDder  den  DMun  Piautdtr  bekend,  den 
14den  Jenneii  1700  te  Stolpen  in  Sakeen  gebo- 
ren. 8tade«de  te  WUtenbew  en  te  Leipiig  n>  da 
techtea  en  twde  oeh  Tenwtfene  toe  op  de  dieht- 
konat  BS  bdcteedde  venehiUeiide  botrekUi^n 
by  de  poeternen  en  bij  de  bdaeth^en  en  overleed 
dan  lOden  Mei  1764.  Zttir  gedichten  ooderacbei- 
den  neb  door  geestif^MM  en  een  frifolen  toon. 
Zg  i«nehenen  onder  den  titel:  „Ernateebenbafte 

e  Oedidtte"  {4  <&>.,  4de  dnA  1748 


— 1751)  en  „Samonhine  Termischter  Oedkhte" 
(17d8).  Ook  beeJt  hy  „TeutM&e  S<diauapiele"  (3 
(Uil,  1726)  d.L  J>ei  MiMiemiGche  ScbieiMiiian'', 
,4)er  ESruSiifei"  en  „Die  Weibeiiirobe"  iiitgïgfr 
ren.  Van  aün  geeBteliike  liederen  worden  ,Xieb- 
ater  Jeau,  wiHet  du  edwiden"  en  „Wer  w«ea,  wie 
nahe  mir  mein  Ende"  iMig  geiongen.  Ook  echreed 
hg  vele  teketen  fo<»  eompo^tties  tao  J.  S.  Baeh, 
met  oame  voor  diena  „Paaaiena" -muziek. 

■•nrUtts  Uaria  van  Prmkrik,  koningia 
na  ËiHdkni^  derde  dochter  nm  uendrik  IV  en 
Maria  dtf  Medici,  den  2>5«ea  November  1600  t« 
Facga  ffeboten,  trtd  den  laten  Mei  1625  is  bet 
bnwet^^  met  koning  Kard  l  van  fhweUnd.  In 
dea  begiime  geforide  ig  lich  leer  geluïkig,  dMh 
Iftter  n  de  <nti>indiiK  nei  het  Parlement  t«B 
G|eïMge  der  oneeniKbeden  m^rt  Spajije  en  Fnnk* 
rgk,  noemde  sg  xicn  „de  oogetolunge  koroio^iiii'', 
0^  grond  Tttn  een  Tennoaden,  dbt  ig  baar  g»' 
lüel  tot  de  R.-XaUiotteke  Eeik  «ikie  brengen, 
beaebonwde  het  volk  baar  als  de  oonaak  Tan 
aUe  rampepoedeir.  Toen  de  kouiiik^jke  tamélie  in 
1642  Londen  verliet,  nun  ig  dK  w^  naar  de  'Ne- 
derlaaden,  wnar  sjj  haai  koetbauheden  vmÉoebt, 
om  troepen  aan  to  leerren,  met  wdke  zg  naar 
Engdand  oveistak.  De  haat  der  inwonen  vmn 
Eietv,  waai  ig  bet  leien  schonk  aan  een  dodt- 
ter,  en  de   oaaering   Tan  een   vganddgk   legw 


baacio  1644  oeM- I^wtkri^  tefloeb- 
un,  waarna  ig  ii«h  michtelaoa  'tot  Ooatanrgk  as 
de  orenge  mDgendbeden  wendde^  «m  haai  ge- 
maal .te  nelpen.  rKa  diena  tencbt«telling  be^ 
ig  sioh  in  een  Uooeter  te  ChidUot,  maar  moeat 
het  wegens  de  onluaten  der  Froiide  Tcilaten, 
waarna  zij  lieh  Ie  Par^  Teatigdai  Toen  haai  ood- 
ate  zooD  als  Kartl  II  den  En^elacben  tioon  be- 
klom, keetde  zg  eoor  korten  tgd  naar  Engeland 
terug,  maar  oi«rleed  te  CoMnibea  dan  lOden 
SeptembM  1666. 

Zie:  De  BailUm,  Beniiette  ita/m  de  Franea 
(Parga  1877). 

HtHTÜtU  AntuL  bertogn  va»  Orleoiu,  doditec 
fan  de  V4Wrg«aDde  «n  van  Kartl  l,  dan  16den 
Jmi  1644  ta  Ezetei  geboren,  hawde  in  1661  net 
Pküipê  van  Ortetuu,  tweeden  zoon  van  Anna  va» 
OotienTik.  Lodmeïk  XIV  gebmikte  baai  tia  werk- 
tuig iot  beTordering  ijner  ataatkvoimee  planaoL 
Id  1670  wist  ig  te  bewerken,  dat  haar  broedei, 
Kard  II  van  Engeland,  lidi  fan  de  Triple  Al- 
liantie loa  maakte  en  een  bwdraoolaehap  sloot 
mat  Lodevyk  XIV  tegen  de  Nederlaaden.  On 
haai  hjerbg  ter  qjde  te  ataan,  had  ig  jonkTtonw 
Lotiüe  de  QuJro«ailIa,  bekend  wegena  haar 
echoonbeid,  tot  bdpster  gekoxen.  Deze  wM  bet 
hui  van  Karel  II  te  trenen  en  weid'  TÜn  mat- 
treaae.  Acht  dagen  na  haar  terngkeer  uii  Eng»- 
land,  29  Jnoi  1670,  ««rd  de  prinaes  te  St  Clond 
plotaeling  liek  en  OKileed  reede  deo  volgenden 
dag.  Iilen  bteM  bet  er  voor,  <bt  zü  dooi  Teigif 
wae  omgekomen,  en  beaehonwde  baar  gvcrmehti- 
gen  geiraal  of  dien  ridder  de  Lorraine,  dien  ig  in 
balbngsdiaf)  bad  doen  lenden,  ala  den  achakÜge. 
Dit  ia  editèr  volgens  veler  gevoelen  een  dwaling. 
Lodevyk  XIV  betreorde  jaren  lai^  baar  overig- 
den.  Haar  dochter  Maria  Louüe,  'm  1679  eebnint 
met  Karel  II,  koning  vAn  ^wDJe.  overieed  in 
1689,  een  andere,  Anna  Maria,  werd  de  gemalin 
van  den  ttertog  ra»  Savoife,  Vietor  Amedeu»  II. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


236 

Zie:  De  Baiiion,  Hanriette  Anne  d'Angleterra, 
dDchesee  d'OrléaaB  (Panjs  1885). 

Kenrlon,  Paul,  een  FfMwoh  componiet,  den 
2O0ten  JuU  1619  te  Pftrvs  geboren,  »aj  eerst 
tooDodspeler,  (toch  wjj^de  lieh  tater  aan  <te  om- 
net.  Hi)  wia  de  «tiditer  Toa  de  Vereeiufiing  vui 
Fmtsobe  «omfKHMten  en  overieed  den  2wten  Oc- 
itober  1901  te  Pti^.  B^  beeft  uraer  dan  1200  Ue- 
dBnn  geeonpaneand,  waarna  enkele  zeei  pofw- 


Dnpont,     Lovit    Pierre, 

....  nödet,  den  fSden  Jvni  1797  te 
i^  geboren  en  aldaar  den  20Et«D  J&miui  1882 
overMdco.  Wf  nuAbte  prenten  naar  Van  Dyek, 
Corrtgffio,  Vertmeëe  en  Ralael.  Een  iQ^ner  meefit 
bdiende  prenten  U  die  naai  het  ..Hemicyek"  in 
de  Ee<^  des  Beanz-Arte  ite  Paiijc  vao  Pouf  De- 
IdrMhe. 

Henrlqnes,  Bemieo,  een  Portogveaeh  miva- 
list  irit  de  orde  der  JeaaletMt  trard  ia  1536  be 
Oporio  in  Fortn^  geèoneik.  trad  hl  1552  in  de 
oide  der  Janlelen,  ging  hientit  in  1594  «vei 
aaar  cle  Dominicuten,  maai  keerde  na  eemgen 
tijd  weer  in  nijn  onle  tnog.  H^  i«  ia  1608  te 
TlT<^  in  Itatii  «TCTledra.  Zqn  meeat  Mende 
weik:  „Somma  titeologiae  iDMatia"  (Sde  dnl 
1613)  werd  in  IMS  «o  d«Q  Iad«z  mi  ««iboden 
boeken  gmtutat.  Hg  leerde  de  DOmmrwaaidelq- 
fce  goddelqke  voorbeeebftking,  w«art>ij  nwgelqke 
Teiwnsteu  Tan  de  aiticTkoFeDen  tsd  geen  in- 
*loed  t^. 

Hanrlatwz,  lm  Ckrytoitomiu,  in  1S95  lüt 
een  unii^qk  geekeht  te  Uadrid  geborei^  werd 
niOTMtik  na  «b  orde  der  CistemSnms.  Zgn 
naaste  Uoedvw  wanten  \eikeerden  aan  bet  berto- 
gelöfc  Bof  t«  Braseel  en  op  bon  wnoA  w«id  bö 
naar  de  Nederiandea  gewoden  en  in  1622  tot 
gesefciqdsduJTCT  ^nei  Orde  benorand.  Ook  yer- 
Ereeg  lig  den  titel  raa  ,/o»An",  dien  meoi  vm^ 
eer  alleen  aan  abt»,  déiiiutoTen  en  Tïat&toren 
bad  to^eetaan.  Eiadelj^  werd  hq  uiig««teld  tot 
grootpnor  der  Orde  no  CaUtiava.  B^  beoefende 
met  grooten  ijver  de  mdiiedenia,  vooral  die  ^- 
aer  Orde,  en  ovedeed  te  Lenven  den  23ateB  De- 
eember  1682.  Tan  ign  talrijke  g««diiitïen  noe- 
men w^:  „Ittesannis  «Tansïtieas,  etc"  (1619), 
,^  Oisteidencis  in  Betrk»"  (1622),  „Tita  Joan- 
ms  Bdbrocpü  «te."  <1^),  ^uaiealKt  aando- 
mm  or&Ks  (^atereienm  ele."  ^2  dn.,  1623), 
„Conefantia  catix^ca,  een  de  peraeeabDnim*  EI- 
bemontm  13)rï  II"  (1623)  «o  ,3<gnla,  CMwtitn- 
tiones  «t  prifikgia  oidhris  (SatweJenaiB  etc" 
(I6S0).  Verder  üet  bq  ondemcbeiden  faandsdiril- 
ten  aafal«r. 

Henry,  Uatthete,  een  Sh^elseh  geestelgke, 
werd  dn  1062  uit  NoDe(»formiBtisdie  ouders  ge- 
boren.  Hu  was  tbh  1687  tot  1718  predikant  wc 
Pre)ri)3^nBanKbe  genMcnte  te  Cbester,  Terrol- 
Bens  te  Londen,  waar  hjj  ia  1714  is  overleden. 
Ëü  ia  Tooml  bekend  door  xiJD  predieatiftn.  die  een 
doorloofMade  vitleeginf  Tan  den  Bj^l  be- 
vatten en  na  z^n  dood  ta  Iran  e«beel  lijn  nit^- 
gev«n  aio  ,,Eiposi<tion  of  tibe  Oid  and  New  Tes- 
tament" en  Dog  heiitaatd^öfc  njn  herdmkt  Ver- 
der schreef  bq:  „A  Seri'ptiire  Caitet^sm"  (1702), 
„A  roethod  lor  praver"  (1710)  en  gaf  nit  ,JIe- 
moira  <A  tbe  life  of  FUUf^  Heni;  [^n  vader] 


HenrTi  Joiepk,  een  JNbord-AaMrikaaosA  n«- 
tonffkvndige,  den  17den  Deeember  1797  of  179» 
te  Albon;  (New- York)  geixtren,  ontving  ^n  op- 


bot  volgenfc  jmr  nuudct»  bq  «en  aanvang  met 
ója  eiectitMnagnetiacbe  ooduwiekiiigeD  m  deal- 
de k  1881  mede  in  bet  AuteiikMa«eii  .Jonmal 
of  Soienee",  dat  die  deetrisdK  tekgnfie  tot  de 
mogelfjtiMdien  beHnorde,  mii^te  toveiM  mdSag 
vsa  eleetnxnagnetiaebe  knehtmaduBea  en  w«^ 
in  18SZ  beooond  tot  boogkenwr  aan  faet  ooUege 
te  Pnooetoa  in  N«w-YMaer.  In  1837  'deed  bg 
een  -wetenaehaniriïjke  reis  naai  Barofw^  la  1S46. 
bq  de  roorgtuiiMUe  dbi  SmithaooiMi  Instütttion. 
w«Td  bg  aecretaria  vaa  deK  mrichting,  ala  boe- 
"'  óe  nHgave  van  baar  jaarvwriagM  bt- 
1849  werd  bg  vnornUnr  van  bet  Ame- 


ani^  In  (k 

.  orgöe.  Lo  H  -  ,  - 
rikoanseh  GenooteebM  van  WetemdiapMn  en  ia 
ld({9  {RwMent  nn  de  AmerikaaiMdie  Aeademie. 
Ook  was  bq  sedert  1871  ««ikiaam  alt  voonitter 
v«o  de  direetie  4er  vnitrtoieiis.  B^  ov«deed  den 
ISden  ']£ei  1S7&  Zgn  vcritaskdeUngeii,  wurras 
„CoDtnbntioDS  4o  eteetrid^  and  awgsetim" 
(1839)  de  Toomaamgtc  is,  iqit  opgenomen  in  ver- 
eehillEDde  tfidaduiftea.  Een  Uo^dering  dMrwt 
gftf  de  SmiliwaMJi  l4wtitiiti«a  mt  (IÖ9S,  3  dln.). 
Henry,  Paul  (den  ISden  An^ai^lm  1848  te 
Nanej  gehoren)  en  Protper  (den  Khfenl) ' — 


1849  geèoren),  twee  Franaciw  etene^iindigeB. 
werden  na  dót  ilood  -nai  Ckaeomae  <ue  amar) 
belut  met  d^  voltooiing  van  ^ns  stenenkaar- 
ten.  Tot  veriiebtMg  van  hnn  «ibeM  maaktra  wj 
ffebmik  van  de  photografie.  De  biertoe  noodige 
uwtmmenben  constroeeiden  «i  kX.  Aan  büt 
gvei  en  voUni'^ng  beeft  men  des  gtwAea  voor- 
nitgang  te  danken,  welken  de  bemdj^totognfie 
daarna  gemankt  bmti  Bij[  de  vervaaivSgiiig  «m 
faun  kaüten  ontdAten  zg  tafegke  kleine  fdaiie- 
ten  «n  cometen,  Han  w«ncen  ign  m  de  „ 


„Compiea 
m.      ha 


rqe),  Protper  kt  1908  te  Valoviae  iifyn). 

HenBOhel,  Oeor;,  een  Doüadi  eoneerta 
(bariton),  d6n  ISden  Febniari  1860  te  Bn> 
geboren,  waa  een  leeiiing  van  Osfae  «n  KUUer 


daanu  noe  bg  Ad.  Scknhe  t  ^ 

Veemdig  iKgaafd  als  bg  waa,  maakte  lig  met 
alleen  naam  alt  ooneertmoeer,  <iodi  ook  aia  diri- 
Rent  «1  oompouet  Van  1861  tot  1864  waa  i^ 
dirigent  der  mapbia»toaeaiiea  te  Botton  van 
1888  <tot  1888  M^  .     .      ,      ™       , 

Conoerts", 


i^der  van  ée  „Londan  Sjnpbony 


R(^  College  of  Mneie  te  Londen,  ^n  Üeder- 
voordraebten  oefenden  een  leer  bgiondere  beko- 
ring wtdoordath^danksHtfjnnMtiftalekitaltie 
en  zgn  haogeóitdligentie  dan  geeat  van  A  bed 
n«T«T  wiet  tmu  t«  geven  en  daaibg  steeda 
zicfaidf  op  de  jriano  begeleidda,  hetgeen  aMi  ign 
vertoUtJngen  een  byna  vtJmaakte  eeidiflid  *ao 
spel  en  zan^  gal.  Ook  t^  voordncbten  vas  dDet- 
ten  met  zyn  vnniw  LiUem  Hettêehtl-BaBejf  (den 
17den  Jamtui  1800  in  Ohio  geboren,  overieden 
den  5denNoveiiA>er  1901  teLaD<)en,leerlhige  van 
Ctiarlet  Rayden,  Pauline  Viardol  en  vnn  baaï 
eflbte«gwot)  badden  kAe  leer  aantrekke^a.  In 
19U  beett  ffen«eAeI  den  Uedenang  vaaiwel  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


HENSCHEL-HBNZEM. 


23T 


Mgd,  bjj  traedt  on  nog  abea  op  •!•  medagoog 
sn  £ngeirt.  Ah  «mpamat  n  fai)  Wand  dooi  een 
auiW  kwen.  liedweo,  «pen  i;  lön  BcquMm 
(■af.  59)  Mbnrf  hg  ter  tmgtiiittbeBM  via  iqii 
TDWw  IMüm,  0Mw&eI  wm  ook  wer  betriend 
met  JoJkoMiM  AtiAai*;  ij)n  berinnftriiigen  aan 
dteo  eoa^ooiBt  herft  l^j  te  boA  geeteld  ia  eea 
weiiie:  ,J'ertoiiB)  MeoUeetiooB  ot  Biahms" 
{190^. 

H«il*ob«lillU,  OodeMdiu,  den  21«ten  Ja- 
muui  1600  te  Veniay  in  I.imtitiy  geboieii,  ceBoait 
te  VHertoeenbosch  bet  Mtderwgc  tmi  Johatmtt 
Bottowbt,  Mioeht  de  (mtuuHia  te  Eottrjjk  en 
dden  en  Teneenigde  zïdi  in  1635  met  ign  bo- 
tenTemeMen  leenneeatei  tot  het  bewerk»  dar 
''.In  1U3  gaMa  in  de  „AbIb 
eb»  «n  «n  1658  de  ,^eta  Fe- 
>  bet  hebt.  Op  oitiKMMfi. 
ging  ran  mat  Alexamier  VU  «n  Ooewy*  NtekO, 
geoeiMi  dei  Jeinleten,  tot  wier  oide  H«ueia- 
MHU  briiootde^  begirf  deie  vA  saar  Rome,  om 
bonwatoffen  tooi  ign  «eik  te  moMadKi.  Bjf 
Ueef  ei  2*/*  j*"  ta Jkande  id  1861  naar  Ast- 


tdnutf"  te  8  deefcn  i: 


<167S).  ZSn  tweede  medeweAei,  DanUl  Omlo- 
tmu,  «TCrleed  ia  1878  aan  de  peat  en  werd  y*t- 
Tangen  door  Oomadia  Jmm*guê,  waan*  te  1480 
de  eecate  8  deden  der  „Aeta  Ibji"  wnden  nit- 
gegSTen^  0(4  Fmuiêetu  Baertiai  weiUe  aan  de 
TotHtaettiig  der  „Aeta",  toen  Btmidiêmuê  den 
]2den  Scfilembw  1981  «teileed.  Tan  i^n  OTerige 
OaUim  noemen  wj:  „Eiegeaia  biatraiea  aan 


seeriiriltM 
dMiibe  d 


.J)e  tiibas  DÜobeitae  Fiuunrnm  leg^MH  diatri- 
be"  (I6SS). 

Hwual,  PoH^  «en  DnitMli  wjjseeer,  werd  in 
1960  (e  GroM-Barthen  ie  Ooat-Pmieen  gebaren, 
waa  pritaatdocent  en  bmtawewmon  hoogleenar 
te  StiaatafaHg,  werd  Ia  1898  boorieeraH  te  Bei. 
ddberg,  ia  1902  te  Btlaogen.  JA  tegenatander 
Tin  nÜituianw  en  cTolntitHnne  is  iiij  etuk 
Terdei^ei  vao  Etmfa  ngoristieebe  ledNeer  en 


ke  waaide  toe.  Hö  (^ 
ond  «tUsidtes  HaaiMn^ 
i^anitpfobkaw  i 
eeau'^0907). 


iririiBTn,  AdoU  voR,  een  Dnitadi  piuiiet,  dut 
13den  Mei  IdU  it  ediwwbaeli  geboren,  ontvteg 
te  Uttneben  rïn  ofdca&ig  m  de  mnuek  ten  bni- 
M  nu  dea  gutelmnad  TUtdt.tn  we]  Tan  dfena 
eeht^noot,  een  heilkge  Tao  Kojrfer.  fijj  Ueef  «r 
tot  i4>  l'^^fe  j>*'  M  M^  lieh  toen,  door  koning 
Lodetofk  oBdentemM^  eent  naar  flwmmcl  te 
Wejmar  en  «epn^gena  aaar  SteUtr  te  Weenen. 
ZQ  e«ate  eonoertwée  ooderaam  hg  hi  1836  aaar 
Bsrl^a,  verrdgena  gaf  h^  eonearlea  te  Dread», 
Leipng;  Bnako  en  8t  Peteraborg,  waar  hg  licb 
TOM  goed  veatigde  «n  tot  karaarriitBooa  dar 
ketaedi^  Tvrro^ena  lot  iaapaetew-geDeraal  lan 
bet  muiekmiderwHB  en  «mM^  tot  ataataiaad 
benoemd  werd.  H^  overteed  den  lOden  Ootober 
1889  te  Warmbrmm.  Van  qn  eompotitlei  igD 
oog  bAend  een  pganoeoneeit,  eesïge  Urineie  jiia- 


DoatiAlMn  «n  eoDeerfr4twlee.  Oodt  redigeerde  bg 
een  nitgaTO  Tnji  IFe&er'e  pianowerken. 

HrasMl,  Vietor,  «en  Dnitaeh  pbjaioioog,  den 
lOden  F«bniari  1835  te  Sleeawük  geboren,  stn- 
deerde  te  Wflnboig,  fieiijin  en  Kiel  ia  de  medi> 
ejjnen  en  Teetigde  %iA  ala  dooeot  te  Eiel,  waai 
hg  ook  thana  nog  weikiaam  ie  ale  gewoon  boog- 
leeraai  en  dira^eai  tu  bet  pfaysiologiMh  in- 
etiitnat.  ^jn  eeieto  geednilt;  „Ü^r  die  Zuekw- 
bildnng  te  der  Leber",  kfeide  hg  ajg  aeei«t«nt 
Tan  KaUiitr  gedurende  xgn  atnËetQd  tf  Wfln- 
bmg.  B3i  hoeft  Tooial  roem  merworren  door  talij)- 
ke  embrjologiaelM  «ndenoekiiigen,  almede  door 
naqMiriBigen  op  het  gebied  Tia  de  anatomie  en 
phfiHdo^  dn  imtugen.  Sg  tebteet:  .J^jeio- 
tcm  dea  OehSra"  (in  Hemmn'»  „HawQneh  der 
Phf(iol<«ie",  1880),  ^andboeh  der  Phyaiolom 
dar  Zen^wg"  (ervoeena  is  genoemd  „Hawllmdt'' 
1880)  en  ,J}ie  EnbwickdiHigaanebanik  der  Ner- 
Tenbahnen  im  Embrjo  d«T  Stogetieie"  (1903). 
Ia  1687  waa  hg  algcTaaidigde  naar  dea  Pvüld- 
Mben  Landdag,  waar  bg  tot  de  ,J'oftaduitt{)ai> 
tei"  briMwnfc,  ÜTODde  «r  tooi  de  opbenring  dec 
TJsB^terJi  en  nam  ala  Kd  Taa  de  «omoilme  lot  «m 
wetanadtappel^  oaderaoek  der  Dnttaeba  Zea  met 
«en  leeks  Tan  geaehriften  ded  aan  de  nilgiiTe  der: 
„Ergebniaae  der  BaobaeMangaetatiooett"  en  aa* 
die  au  „JabraAenebten"  Tm  deie  eommiaaie.  Ia 
dea  laataten  tj^d  hieM  h|j  lieh  Toocnamelgk  ba- 
i^  met  de  atwli«  t»b  de  kteiae  planten-  en 
diereBOigasiBDen,  welke  in  de  lee  ^Ten,  en  leid- 
de hg  de  tot  dat  doel  nit^eaonden  pboktooeipa- 
ditae  der  HombaMtatiebtng.   BaedctFt  aanrid- 


»..i«»i»...i.i  fimpridk,  een  Hongaaradb  ar- 
ebaedoog,  dea  ISdea  Octeber  I61S  te  EaM^iaa 
geboMD,  atndeeide  te  Peet  en  Weenen  in  de  me- 
diegneo,  wgdde  tkb  echter  weMra  aan  de  ood- 
beidhmde  endeedgnwte  reiaen.  In  1840  be  Peat 
leniggAeen^  aebieel  hg  „Veq^elgkiog  toeaebea 
de  Iranetbeadraowtegan  en  opToeding  tot  de  knnat 
Tu  den  ouden  en  nienen  tijd".  In  1848—1849 
hiaeht  hg  om  p<ditieke  redenen  8  maanden  in  de 
geraogenia  door.  Tan  1852  tot  1860  woonde  h^ 
te  Parga  en  Londen,  deed  daaiofi  een  reia  naai 
KonattótiMpd  en  Atiwoe,  keeide  in  1862  naai 
ign  Tadeibod  tmig  en  werd  in  1878  boogieeiaar 
m  de  hiMtgeaehiedenfa  te  Boedapest  waM-  1^ 
den  6den  Deeemher  18B6  oNiieed.  Van  iga  w>er. 
ken  noemen  wn:  ,JDt  ood-Dnitaehe  fceiten  te  Ka> 
aebaa",  HTMone  dei  proportioDe  eppUqoées  daoa 
l'ardBtaetnra  k  Pana"  (1674).  ,.De  Ootiad» 
bowwinnat  Tan  iBüdde^TriB"  (1681).  beneTeim 
werken  oTer  ign  «ngrarmgen  te  StoUweieaen- 
bug,  Ealoem  en  T^egrad. 

Hmu«ii,  Johmm  Beütrieh  Wühelm,  een 
Dnitaeb  oodbeidkmMlige,  den  24«ten  Januad 
1816  te  Bramen  gebimB,  atndeecde  te  Bonn  en 
te  Berlön,  imade  in  ItatiB  en  iGriekenlaml  en  *«a- 
tkde  wè  rerrolgena  te  Bone.  Hö  w«rd  «t  te 
1842  tweede  en  te  1866  eente  aeeretaria  Tan  het 
AidiaeoiDgiadi  Inatitaat  a  trad  op  di  «en  j^ 
lig  medewerfcer  aan  bet  .AiUetteo"  en  de  ,.An- 
nu",  door  dat  Hrhaim  nitgegeTen.  Toen  de  ko- 
ni^gk^  Aeadamie  Tan  Wetenaeban>en  te  Ber- 
Iqn  het  plan  opTatte  tot  het  Worgen  eeoor  ait- 
gaTe  tan  I«itj)Qa(l>e  opaehiittem  onder  don  titel 


DigilizedbyGoOglC 


„Corpu  hHCTiptioftaDi  ktüumni",  werd  Benten 
nwt  Theodor  Mommsen  en  ^raaf  Rtmti  tot  lid  d«r 
durtoe  iog«ste)de  eomnusm  en  tereoB  tot 
hoofdiedBctear  benoemd.  Ook  leyeide  hJi  «eo  Ter. 
betetde  en  vermeerdeide  uilfave  van  de  „Inacrip- 
tknium  ktinaraai  ooUeiAio  (3  dhi..  1856)  T&n 
Orelli,  van  de  .,Actft  fratram  arv&Iium"  (1874)  en 
,£ciri  Del  boeoo  «wro  dei  trateUi  Arvnki"  (1S68). 
Hg  ov«iJ«ed  d«n  27aten  Jannaii  1887. 

Henzl,  Samuël,  een  ZwÜMivch  {Mtriot  en 
dioUer,  in  1701  te  BOmplu  bg  Bent  griwreo, 
«a«  eerst  klerk  bij  de  zoatbelasCtng,  daarna  k«- 
piteia  in  bet  )eg«r  van  d«o  beo-tog  wm  Modetia 
«n  iTM  ijn  1743  de  opvoeder  van  Julia  Bondeli. 
Lktei  keerde  bq  «wr  z^o  geboOTtmlMts  tenig, 
maar  werd,  ala  deelfiemot  a&n  OMnoentiecne 
woelingen,  no&r  NeofehAtel  verinnnen  (1743).  In 
1749  beraanxle  hq  n>«t  anderen  bet  {dMi  de're- 
ffeering  al  te  Mtteo,  een  dietetor  te  beaoanen  en 
oe  groodrwet  af  4«  edutfien.  Bet  werd  «cbterool- 
dekt,  en  Henxi  en  nee  2  anderen  moeaten  bun 
ÜOBkg  boeten  met  den  dood  (17  JvU  1749). 
Hentt  sdmd  «en  aantal  Fnnsehe  gedichten  en 
bet  dnma  „Grieler,  on  remhttkni  pvnie". 

Heortoloffla  noemt  men  de  weteioaehap  van 
liet  ontstaan,  die  hiatorkdK  onrbwiU«^ng  en  de 
lietBeïeiUB  der  lerfcelijfce  feeeten.  MoesUl  wordt 
ig  bdiandeld  als  een  ded  der  litatvicJi.  Een  lelt- 
«tandige  es  arstematiadte  be^Hodelng  Tin  óttt 
■tot  MBtaat  eigenlijk  alleen  foor  den  Boomtdi- 
EatikolieAea  eeredienat 

Zie:  K.  A.  O.  Keüner,  iHeori<4<«ie  oder  nfie 

rbiehtliobe  Ehttnviekhu»  des  KirebenjaliTa  vnd 
Heiligen  Feate  (2de  druk  1906). 
Hepar  (Oriekaeh  =  lever).  Zje  Zuxivelver- 
hindingen, 

H«patlOft  i*  de  naaoi  v»n  een  ond^afdoehng 
der  Anemontn.  Uen  geeft  iKen  naam  odi  au 
inöddeden,  <fe  'tegen  leveniekten  worden  aange- 

HApatICt  ie  «en  donkepe  soort  van  iwaar- 
^Htat  met  een  UtnmiseiKen  reuk.  Deze  dBlbl<^ 
komt  Tooml  in  Znroden  voor. 

Bephaestlon,  vriwtd  en  een  der  generaab 
mn  Macai^er  den  QrooU.  w4  een  aonaienlök  gt- 
daefat  te  PeUa  geboren,  «ende  fn  bet  begin  van 
den  Penitdien  oorlog  bg  de  konintiijke  gaide  t< 
naaid.  Na  de  overwhunng  bjj  Aibela  (331  v. 
Obi.)  werd  hg  aanvoerder  eener  «fdeeltng  en  een 
laar  ht«r  benoemde  Alexander  hem  tot  nippareh 
bg  de  beireden  gsrde.  Gedarende  den  veldtoelit 
ta^n  Baktril  en  Sogdiana  (829—928)  ontving 
hg  het  (^>perbevel  over  eet»  {^alaax.  veroverde 
met  Perdtkka$  de  stad  Peneda  aao  dea  Indn  en 
trok  DKit  de  vooriioede  van  het  leger  over  die 
Tivier.  Bg  den  ov«rtoebt  over  den  H]>dai(>ee  (S27 
T.  C3ir.)  en  bn  den  skg  tegen  Porat  bevoad  hg 
^eh  me*  itfn  rupparohie  bg  het  ieKeriorpa,  waar- 
over de  koning  zelf  het  bewl  voerde  en  wennt  ver- 
vdgena  naar  «en  anderen  Ibdiscben  vont  afge- 
VMudigd,  om  demn  tot  onderwerj^ng  te  bewe- 

£D.  Bg  den  aftocht  (326)  voerde  hij  bevel  ov«r 
t  hoofdleger,  dat  Ung*  den  linkeroever  van 
den  Hydaepes  ion  aftr^en.  Later  vereeriigide 
tig  Bch  met  de  troc^en^  '<&  zioh  onder  beviel  van 
Atexander  bevonden,  en  ttók  met  een  atdeehng 
doot  bet  laTHl  der  Arabieren,  terwgl  Alextmder 
met  «en  aatdere  nch  tmbt  de  kont  tiegi^.  Het  den 


kooing  bestreed  tüj  vorvolgena  de  Oedrosilm  al 
trok  «todelgk  over  AïaniaoiB  naar  PereiS.  Hier 
«ciKnik  AleiandeT  bem  Dnfpttit,  de  doabt«r  van 
Dttriu»  en  de  Koeber  van  sqn  «gen  gemalin,  ten 
howel^  met  een  aanzienlgken  brnidachat,  ter- 
wgl  hg  big  de  adgvneeiie  vudeeling  van  den  bnit 
een  gouden  kroon  ontvang.  Uiter  vetoeselde  bg 
den  koning  op  een  tocht  knga  den  Tigria  naar 
Opis,  doeh  keerde  ziek  naai  Ekbatana  terag  en 
overleed  aldaar  in  834. 

Hepha*atlon  «m  AUxmdnS,  een  Orietadi 
taaltaüdige,  leeMe  omatreeks  bet  midden  van  de 
3de  eeuw  na  Chr.  ten  t^e  van  Badrianu  ea 
AnfotoMê  Phu  «n  aduvef  een  handboek  fSmekéi- 
riditm}  dor  metriek  in  48  boeken,  waaniit  hg 
mV  okto^Mb  maakte.  Het  luirtate,  in  één  bode 
M  banraard  gebleven  en  van  groote  waarda.  Ook 
de  vooitede  van  LonginMi  en  de  aeholiBn  tBn  be- 
waard gebleven.  Bet  ia  «fooi  Oaiêford  (19^)  eii 
Weitphal  (1866)  iri^[egev«ii. 

rtiu,  bg  oe  Qrieken  de  god  Tan  hat 
de  famöten,  voor  welker  beoefeoü^ 


vnnr  noodig  ie,  was  de  zoon  van  Zeut  en  flero. 
Omdat  hg  joo  leei^,  met  name  krenptd  waa, 
vrierp  ign  moeder  bem  oót  den  (Hrmpaa  ia  den 
Okeanosv  wmt  Thetit  en  Eurynoma  tiem  aegen 
jaar  is  een  grot  verboiigNi  ludden.  Uit  wraak 
«md  hg  van  hier  uit  aan  mn  moeder  een  gonden 
tioon  met  onzichtbare  banden,  die  niemand  kon 
loemsken,  tot  tttt  hg,  door  Dtmyiui  dronken  ge- 
maakt, zidi  bet  bewegen  naar  den  Oipipns  te- 
nig te  koeren  en  baar  te  bevrgden.  Virignia  een 


DigilizedbyGoOglC 


HEPBABBTUB— BEffiA, 


aawkra  ortrieTeriog  daet  Znw  bent  m<  den  Olvm- 
inw,  ooxlftt  hq  is  «en  liwist  tniseben  zija  oodera 
Eera  bövtondi  tuj  TJd  «f»  bet  «iJand  Lemnos  en 
vwi)  taigeTolge  Tan  dien  sti  ki«ap«d.  Hij  tneht- 
te  4H  ^brek  <te  vei4)ei|peD  <looi  twee  gooden, 
mntonutHdte  ebTinnen  te  TCrrMrdij(en,  wa&rop 
hÜ  titmtie.  Bij  Bontenu  woont  hy  op  (fen  Olyin- 
piu,  WHT  feg  Toot  liefa  en  4e  aMere  goden  me- 
telen  paleiien  gebouwd  had;  later  op  raKani- 
Mhe  plMtsen,  meit  name  op  Lomnoe,  «d  den 
Aetna  en  op  fiien,  een  der  Li^MriMbe  eikukden. 
jUi  iQd  ganttliD  wotden  Ckan»,  Aghea  ot  Apkro- 
dUe  genoemd,  irdk«  hctate  aii  voor  tuutr  met 
Ana  ^apteiegide  «chtbratA  etnifte  door  fa«D  op 
het  Ma  TMt  te  Waden  en  Mw  aan  M  boonge- 
kdi  der  goden  pr^'a  te  geven.  AUe  knnatwerken 
der  etenerering  waren  iQn'  weii,  loo^  bet 
beeld  Tan  Patuiora,  de  waven  T*n  Heliot,  de  pg- 
len  nft  ïro*,  de  batedoA  van  Ranaonia,  bet 
•dild  fas  ^Mene  ens.  Ak  ^  der  kunst»  steat 
liQ  met  Athene,  ifie  ^'door  een  mokenhtg  ni4 
tat  boofd  tan  i«uê  tievrödde,  m  rerbindii^;  met 
haar  en  Promtthent  mmen  werd  èig  in  Attika 
Tereerd.  Bjj  de  Romeinen  wordt  hg  m«t  Vuleanu» 
geldtaiUfieeerd.  In  As  knoet  wiMidt  hq  Tootge- 
•Md  «k  een  gebaude  mao,  kenbe^i  ma  een  tbt- 
korting  T*n  den  Ünkerroet,  met  anidigereed- 
•duypen,  «en  eivonnig  hootdbeiMael  en  een  den 
reebteTaebevder  vinlatend  ooperkleed  (üe  de  atb.)- 

HaplaUlIen  «  ITortetMonfer*  ie  een  tami- 
be  der  VUnden,  welke  leer  «eDvmidig  gebouwd 
ie;  bet  aderat^w)  w^  mk  op  een  ptimitteren 
toeetawt,  erenali  de  inwemfige  boow  en  de  soms 
ongereer  ^el^  vlei^le.  Ëen  der  HepisJideni* 
de  Bopwhndir  (Hepudia  fcwmilt),  waanran  de 
rapa  de  dttooete  wort<d«  vaa  de  Mpplant  afneet 
en  ook  de  ooderaardeebe  deelen  nn  endere  ge- 
wassen aantaet.  Het  maonetie  ie  lüierwtt  met 
looden  >oom.  het  wjjfje  ie  geehrit  met  roodach- 
tige dwarsbanden  en  vlekken. 

XepVi  JCorl  Ferdinmd  Theodor,  een  Duitst^ 
recMsgeleeide,  Otn  lOden  December  1800  te  Al- 
tona  geboren,  werd  hi  18B0  privaaWoeMit  te  Hei- 
ddbeig^  in  1962  boogleeraar  is  da  leehten  te 
Bern  en  een  jaar  later  te  Tnbingen,  waar  hg 
den  a&m  Haart  1851  overleed  Hq  sebreef:  „Ver- 
MMb  Iber  eüflelne  Lebies  der  StnfreefatewieaeB- 
•EÉttK"  (1827),  „KrHiadie  Dantrihing  4éi  Stntf- 
reebtstbeorien"  (1629),  „Beitrfige  znr  Lebre  vom 
BoehTerwth"  (1888),  „Da»  Stnrejvtein  a.  s.  w." 
(1666),  „Deber  <He  ZnOsBigtelt  der  Todewtrafe" 
(1886),  JKt  Theorie  der  Zoreohnui^  (1836), 
.JXe  Zaredüittsg  aof  dem  Gdnete  de»  Civil- 
ledtte"  (1B38),  „'DaMttfluiw  nitd  BenrtheihiDg 
der  denteehMi  Stcafraittevrrieme"  (2  Ar^  1«48 
—1845)  en  JHt  pofa'tisetKn  imd  mpoWteriten 
Staatneibceeben  nnd  Veigehen  naeb  gemeinem 
wd  wflrtentergiaahen  Beriite"  <lMe). 

H«pp*,  HemrteA  Utdmg  Jidiut,  een  Dniteeh 
Klir^Ter  «rcr  go4ge)eMde  oAdfertreiften,  den 
80sten  Haait  1890  te  <Eaesd  geboren,  werd  eeret 
godwSeiietleeraar  aldaaT,  in  TS50  bnrtengewooa 
n  in  I8H  gewoon  boof^eeraar  in  de  theologie 
te  Hutnrg,  waar  h^  den  SSsten  JnH  1879  over- 


leed. Tot  ign  geselHaftHi  behooren:  ..Die  16  Har- 
baif!«r  Art)kerTom  8.  Oktober  1620"  (2de  dntk 
1864).  „43«eebiehte  der  HesaiBAen  Oeserafarno- 
den  TM  IMS— 1582"  (1647—1848.  2  dte.),  Oe- 


sebiobtte  dee  denteriien  ProbestantinnnB  in  den 
Jabren  1555—1581"  (2de  druk  1885—1606,  4 
din.),  „Dogmaitilc  des  dentidien  Proteelantiemoa 
ün  16  Jal]ibinid«rt"  (1357,  3  dln.),  „Qesdtiobte 
dee  denbaeben  VolkMdbnhreseos"  (1658—1860, 
5  dln.),  ,J>ie  Beken ntnieecbrilten  der  rrfonn. 
Eireben  DeotseMaock"  <18«1),  ..Ibeodoir  Beu, 
LebeD  and  aD^ewablte  ediriften"  (1861),  „^t- 


ond  Weetlalens"  (1867— 1^  2  dta.),  ,J>ie  prea- 
Mtmi»  ^noddrerfaaaiing    der    evugeliaebHi 
dS    1874), 


EÏieiM  im  NorddentaeU^" 


„OeMbiAte  det  anietot.  Umt*  fai  der  battwli- 
Mben  Ekebe"  (1875),  „KM>eDg«ieluebte  b«adn 
Heaeen"  (1870— 1878^  2  dl&)  en  ..Qemiódtü» 
de«  Ketüintu  nnd  der  Vya^  in  der  letoim. 
Kiidw,  namentlkb  der  Hiederlande"  (1879).  Ook 
Isferde  bn  een  nieuwe  ïieweikiqg  ran  de  „Q«- 
tdüebte  ia  Bexenpcosesae"  (1860)  ran  Saidm 
en  iMBtreed  bg  kt  onderecheïden  rlngsehriftsn 
de  b)fieroKtlKMl<«e  geroekos  nn  rttlmor. 

BiH>tuwn  aj^  koolwaterstofhn  van  de  Mr 
menetdlins  CtHu.  Set  noimale  heptau  ie  «n 
vlodstof,  die  bg  98^  koekt,  «ted:  naar  wwije- 
bloeson  riekt  en  b^  bet  inademen  gevoelloosheid 
wroonaakt.  Zg  kamt  voor  m  potroleam  en  in 
de  aetberieelM  oHe  tbo  Pintu  sobiHeano.  Het 
eenwaardSge  radicaal  beet  ftepfy/  (Ct^). 

Haptarobls  noemt  men  de  lerea  Angdsak- 
sisriie  rgken  m  Engeland  (zie  Angelsitoicn). 

Bera  (Ben),  'm  de  43riiêkMbe  godenteer  de 
oudste  doebtet  van  E'ronoa  en  BAeo^  was  de  lus- 
ter en  edilgcDooIe  vsn  Zeu»,  wien  zq  Bephatttu*. 
Areê,  Bebe  en  Elelkya  eebooit.  IHel  groöletedea 
der  sagen  beeft  betrekking  op  baar  verhouding 
tot  Zeus  met  wien  uj  lieh  vo^ns  Bomenu  bei- 
melnk  in  den  echt  ver- 
bond. De  «eredienst  vier- 
de dit  bowelgk  der  beide 
gxoote  bemrimaehlen, 
van  wie  aQe  vmditbaaf- 
beid  der  aarde  afhangt, 
in  de  lente  ala  de  ^• 
lige  Bruiloft.  Bjj  Homerus 
gebiedt  qj  met  Zeut  over 
de  bemelveradignaelen; 
tS  oendt  nevd  en  storm, 
hhkeem  en  dond«;  baai 
dienaressen  ign  de  Boren 
(sie  aldaar),  baar  bode 
ia  Zrta  (zie  aldaar). 


ign  geheime  beelmten  me- 
dié;  maaj*  b^  voegt 
éett  t         ' 


len,  vandaar  ooMbowiMj^  twisten,  die 
dikwijk  tot  bamdtaste^kheden  ovragaan.  Zoo 
mort  Zeiis  haar  in  iqn  woede  geelMen  en  deö 
s|^  moeder  te  bnip  komenden  Btphaatug  uit 
den  (Kympna  eesUngerd  hebben.  <A  baar,  de  ar- 
men met  gouden  ketenen  gebo(»d  en*  de  voeten 
met  twee  aaaberiden  beiwaard  in  den  aether  en 
ia  da  woftenbeblMDlateaBWOTCD;  tjJMfftott  bet 
Todmemen  gefa»d  beUven,  «m  fn  vereendgins  met 
Poeetdon  en  Atheru  Zetts  te  boeien,  dH  we»  ge- 
vaar TheKt  hcan  redde  door  denbondeidaiinigen 


DigilizedbyGoOglC 


HESU— 'HBR&CXiES. 


Briareui  te  fao^  te  loepen.  'H«t  stiQdliutwe  en 
faeeraehinebtige  iin  baar  Hrakter  n  bij  hten 
dichters  soff  sterker  op  den  Toorgiond  ^tredni, 
TOomuneli^  Imu  ö^^zocht  op  haar  KDoooliieid 
en  iMar  rechten  &le  «ehtgenoote.  Ueedoogenloos 
TOTfd^  iÖ<  die  meit  haar  in  edioonbeïd  dorren 
wedQTeren,  Tooro]  de  selielden  van  Zeuf  en  hau 
kinderen,  met  name  Üerade»  (zie  aJdur).  Daar- 
entegen versefaqat  >e  in  den  eerediesat  aheen  ge- 
nadige godin,  die  im  bet  bjjioiider  mat  de 
Trouwen  gwhirende  haar  gettvik  leren  een  moe- 
derlqke  besdtermster  ia,  faDw^g^en  rinit  {T^tea) 
en  Toor  de  beiligbeèd  daiarran  iraakt  kii>derMg«n 
ratleent  en  de  barenden  böataat.  Bg  Romenu 
worden  ale  baar  üeTelingBEtoden  Argoa,  Myketu 
en  Sparla  genoemd;  toter  iwerd  rij  »oor&f  ver- 
eerd te  Aigoe  met  het  beroemde  Heraeon  in  de 
nabjibekl,  waar  de  ig^jaarli^wAbe  Renua  g«t)6id 
mraen;  in  Angoa  werden  de  jaren  naar  haar 
prieetereMen  geteU.  Verder  werd  ig  bjjioiider 
,  .    ,™.    »-__,_^.    n.._.-        Boboea  en 

tkoA,  ali  len- 


I.  Heilig  w 


hnwel^riiefde 

en  de  paaw.  Efenab  aao  Z 


■  wierden  aan  baar 


Fig.  2.  BHiwrifLtWihe  Jnno  (Rome,  Vatieaam], 

b^tomben  ffehracbt.  De  nicawe  maan  waa  da 
tgd  on  aam  baar  te  oHeren,  erenak  «au  de  Ro- 
meiniehe  Juno  (lie  aldaar)  met  wie  a|j  ^Tdenti- 
lieeeid  werd. 

De  beeMende  hmatenaan  bebben  ach  Tooma- 
mel^  aan  de  Homerieebe  beachrgring  gebonden: 
groote,  ronde,  open  oogen,  «en  etieng«,  majei- 
taenie  gekatéaitdmUing,  de  Tormen  ran  een 
fitnke,  gcbnwde  tiouw,  «en  atemmige  kleeding, 


D  ehiton,  die  aleohts  « 


&  h^  Moot  laat 


Ueed,  en  de  vwünUükie  boofiÜHiDd  fslepkiine). 


g«beelB  ü^iaam  bedddcend  opper- 
twünUübe  boofiÜHiDd 

Beroemd   was   bet  koJoasaile  gooden    ._ 

atamdbeeid  van  Polyehtiu  in  bet  Berajtn.  Zij  ist 
naiMden  troon,  met  een  dii 
I,  met  Horen  en  CharileH  i 
land  een  gi 
andere  een  aehepter  nwt  «en  \ 
atrenge  wTattii^  ia  nog  te  TÜtden  in  den  Pama- 
eiaelmk  Heiakop  te  Napela  (lie  tig.  1).  Tan  atand- 
beelden  xja  ét  belaógrgkate  oe  Barberiniaeba 
Jnno  in  bet  Vatieaan  (oe  tig.  2)  en  «en  tofao  oit 
Epbeeaa  te  Weeneo.  Van  een  ideale  Tiaowau- 
adtooofaeM^  die  lietelüUteid  en  waaidigbeid  ia 
lioh  rereenigt,  ia  <te  koo  van  de  MO^enaamda 
Juno  Ludonti  te  Rome  (ae  de  filaat  t>g  bet  ar- 
tikel Jufiter). 

Hsr&olaa  (Slaii  van  Heracteii  is  de  naam  van 
meer  dan  20  steden  der  Ondbeiil  De  meritwaar- 
digste  <van  deze  waa  Heroelea  in  BUhynU,  aan 
de  Zwarte  Zee  geleeen  en  om  die  veden  ook  w«I 
Porttwa  gïitaamd.  Haar  bonwraUen  vindt  men 
tegenwoordig  bg  bet  döip  EregU.  Zg  werd  om- 
sliefta  bet  jaar  560  t.  Chr.  door  de  Uegaren- 
aera,  'volgena  aaderen  dvor  de  IfiMêi»  geaUcfa^ 
verkreeg  bti  kostgebied  der  iHanandpen,  l^de 
dden  de  groo^agn  voor  ondersdwden  vofta- 
plantingeD  en  beat  gemimen  t^  een  ariatoera- 
tiseben  regeeiingavonD.  In  864  t;  Chr.  kwam  ij 
eebter  onder  bet  i^caag  van  tinnnen,  namelgk 
van  KUarehu»  en  ;^n  nakomelingen,  kter  MMta 
dat  van  SyriS  en  eindelijk  onder  dat  der  Romei- 
nen. Niet  onbelangTÜk  ook  was  BeraéUa  in  Ln* 
eaniB  (Beoeden-JttdiB),  een  volbfilanting  der  in- 
wonere  van  Tarente.  Die  stad  is  bekend  als  de 
gelxwrtefdaata  van  Leuxia  en  wegene  de  ovenria- 
ning  van  koning  PyrrAiw  op  de  Remeimea  {280 
V.  Chr.1. 

Bsr&olMi,  een  aoon  v»n  Zeai  en  AlemtM, 
i«  <ke  vooioaamate  beid  der  Grieksebe  labeUe^. 
Bj)  wordt  daarin  ««nneld  ab  bet  djebterlnk 
ideaal  mu  «on  daopeie,  A  een  onmniMeideB  <tr|d 
voert  voor  bet  heil  der  mensebhekL  Nooit  waa 
Ben  jaloeracber  09  haar  eohtgenoot  dan  ditmaal, 
Htodat  IQ  reeds  vóór  de  gebóoite  van  Rendn 
de  bittente  T^aiMSD  «aa  nu  desn.  Zeaahadge- 
iwoian,  dat  de  op  dien  dag,  den  getaamden  ge- 
booFtwdag  van  bet  kim^  geboet»  nfwt  bet  geheale 
gwiaeht  der  PeruSden,  waartoe  BeradM  van  de 
zijde  van  lön  moeder  en  van  xija  «tiefvader  be- 
boords,  beereohappn  «on  voeien,  en  on  lorgde 
Bera,  dat  de  beTnlliDg  van  Alement  vertraagd^ 
mmx  die  der  gemaJin  van  Stheneliu  b 
werd.  Zg  zond  vender  liwee  ebukgen  naa 
van  ReraeUt^  welk«  ecbler  door  <fit  kind  werden 
geworgd.  Zon  aüeAvader  Jmpjktfryoa  Kulgd^ 
^t  hg  i)  aUe  aeboene  koneten  door  de  beeta 
teermeestera  oodemrezen  werd.  fferaelst  maakte 
dan  ook  gioote  WTderiagen,  docb  betoonde  wea- 
aig  aanleg  voor  de  bebauMSng  dei  lier.  De  atial, 
hem  daarvoor  door  Ltauf,  1^0  nHa)ekoader«ü>Br 
toegekend,  koatte  deien  bet  lemn.  Amfhitn/im 
dioeg  bem  daaron  de  betiekking  4»  van  koener- 
der,  en  volgene  bet  vwhaal  van  Prodüv  werd 
hg  toen  op  den  kroiaweg  aangeioebt  iwa  den 
WelhiBt  en  de  Dengd,  om  een  van  belden  tot  ^ 
nlïn  te  ki«ien.  Dg  welke  gd«genbeid  hg   ign 


DigilizedbyGoOglC 


b^  kaMig«Doemde  beoaMi.  De  legenda  T«r- 


DdempM 
deeb  dé  daden  na  BeradM 
^  die  i^nei  yeaai,  die.  wdfce  )»]  »  dieiut  nu 
StiryitAetM  TerridMe,  en  d«  bükmitende  dadeo 
(parerpal.  Ia  de  eente  pIuU  doodde  hg  een 
kenw,  die  tqj  de*  Kittwn»  .woedde  en  de  Inddeii 
T«a  fauMW  Ttet]Nu«  faeiooCde;  bÜ  die  ««le^o- 
heht  Tenncte  IiQ  ^  db  50  dvehtiwe  na  dien 
vont  «ï«a  V»  vde  xmhd.  Bg  ijjn  ten^fceer  te 
llMbe  IwTT^dde  fag  tjin  gèboontephKte  awt  ftl- 
tee&  na  «en  emMdqke  «Aiattnift  welke  nj 
ua  de  OidiDmnién  beteaUe,  omi  dwoog  ook 
doen  een  dereelgken  «gne  «mi  de  Tbebnen  of 
te  tongen.  Sremi,  konong  tu  1%ebeL  al  hen 
daan»  qin  docUer  Megan  tm  tnwetgk,  wrike 
bem  8  aoMn  Mhoak.  Btra  eeblai  maakte  bem 
bank£jaig,  loodU  hq  sjjn  UoAmtn  met  algen 
haod  doodde.  Uit  beroaw  «i  odtaMule  <mr  Ut 
giuwtJaliA.  raibaade  hg  lieh  idt  uit  Tb«fee  en 
Tonaeed  geninm  tod  alHeQ  omgang  met  men- 
■dKn,  totdat  hQ  eakMgk,  Tsa  de  UoedMbaU 
geienikp],  e»  laat  tcd  bet  ««fcd  te  De^^  sdi 
nar  Étrmheiu  hogaf  en  in  dienst  ■nui  deien 
de  „Twaalt  Weiken^  woltaufat,  wAo  deu  bem 
i^Mlïoeg.  Hg  doodde  «m^ü^  den  Nemeladwn 
lemw,  die  in  het  boachröko  dal  Neroea  iga  tm- 
UÜt  hidd,  door  dat  oowfier,  welks  huid  toot  w»- 
pent  onkwelabaar  waa,  in  lijn  aimeii  te  worgen; 
njj  dooddi^  gtttolpeD  dora  fobmê,  m  de  mmraa- 
•an  ra»  Lena  tm  <TraeBeljjhe  watenhng,  wier 
lÊgebanwtu  kojipett  geahtif;  ia  drtb^eu  «etiie 
aangroeiden;  bg  Tiageenhmde  metgondenboor- 
nen,  aaa  iJrtomu  Mi^  faflgMep  het  swji>,  dat  de 
omatrekMi  'vaa  don  faélgCÏïiiuntiboaiBAikadiB 
teisterde,  ea  bwM  bet  ap  qa  adwodcn  lerend 
naar  Saryathea*,  die  loo  bang  werd,  dat  hg  in 
«en  Mig  vnt  wegkroop;  lig  iMoagde  in  Mn  dag 


Ewmlluue  dmeg,  i 
liet  liet  beeitloB.d 


te  Mdeni;  bij  doodde  de  SQqnphabdeD,  «ataet- 
tend  gioote  rootvog^  mat  kopeMn  Tieogela, 
eotvele  en  klaowen;  hg  *ing  te  Éieta  d«»  etter, 
dien  Poeeidom  iroeger  tifi  de  bede  van  Mino»  nit 
de  gohea  had  doien  (ipni|xn,  waarna  het  dier 
niet  dow  Jfmoe,  looi^  hq  MooU  had,  aan  dea 
leegod  gcoflérd,  maar  bg  ign  vee  geroegd  waa; 
iaaop  had  Poëtidon  dea  stiec  woedend  gemeaki. 
Toen  flaraetet  dat  dier  od  aija  edtondera  naar 
letoe  ine  na  angst  en 
uai  Marathon  anelde;  hg 
l»aeU  d«  menaebeaeteode  (laatden  van  Diom»- 
dn,  koning  ras  lliiacil,  wefte  aUe  Treentdriia- 
gen  TCnknden,  aan  agn  laotgerer;  h^  haalde 
TOOI  deaèn,  door  «euge  enden  hridea  geb^pen, 
deo  gordel  van  HifpolyU,  koniagin  der  Amaio- 
nen;  l^j  bndrt  faem  de  moderea  Tan  dea  uit  8 
tiefaaawa  beataandui  rena  ^tffwa;  hg  roofde  de 
soudan  ^ipels  nit  den  itnin  der  Beneuden,  en 
haalde^  met  veriof  van  Sadet,  den  dnehooti%en 
helhond  Cerbtnu  genaentd,  uk  de  oadenKiM 
«n  Ixaeht  hm  long,  ümU  hg  lum  getoond  had 
aan  Eunttkeuê. 

Terwgl  Beraeh»  de  landen  dooiknuate  cm  de 
faem  opgdegde  „werken"  te  TofbienRen,  Tecileht- 
te  tq  ook  nog  andere  beldenfeiten,  £e  «ewoonigk 
bikomeitdt  werken   (ponr^f  geno«cna  worden. 


Daartoe  briwort  qn  gevedit  tegen  de  Eentauren 
op  den  beeg  Pholoe  m  Areadii,  lip  deelnooifag 
aaa  den  abgd  der  goden  tegen  de  gwanten;  waar- 
in hg  JlqKnwM  doodde  en  aan  iMt  toohd  det 
Aigonattten,  de  bevrgding  Tan  Uerione,  die,  om 
den  toon  der  goden  te  atüfen,  door  hui  rader 
aan  een  leemonater  was  priJB  geeeTen,  de  optich- 
ting  du  Zoilen  Tan  .Hwwlee,  ^n  Wngkoet  ren 
Iberii  (Spanje)  naar  Aigo^  öa  etigd  tegen  An- 
(oMNt,  BiMrM  «B  Oynuur,  de  beTrgAng  vaa  den 
aan  den  Kaokaaoa  TaatgdtlMtfcen  PrometkeM  en 
vaa  Tkeaew,  die  uch  jd  de  onderwereld  boroitd. 
NadM  hn  al  dia  jhden  «dbiscbt  had,  keeide  hg 
aaac  Hum  tenig,  waar  hg  Megan  ten  hnwelgk 
gaf  aan  ign  getawiwen  metgeael  en  dienaar 
ïoloae  en  naar  OlekaJM  toog;  waai  k4»üng  Ciuy- 
(w  ÜB  dochter  lole  had  toegeaegd  aan  dugene 
die  qia  aonan  ia  het  Afaiaten  bmI  den  bow  orei- 
trot.  Hoewel  h|j  allen  owrwon,  T«nrierf  hg  lole 
alet,  omdat  mea  Trees  koeatenfe  nwr  een  bhq- 
inl  van  ktanktimi^eid.  Weikelgk  weid 


maal  Jdtnefai  t__ 
woeste  Tlaag  wierp  .  . 
der  Tan  loU  en  ^)Q  troowsten  vriend,  ' 
mnrea  tsb  Hrjaa.  Hoewel  getuiieid  van  deien 
doodilM.  gevoélda  h^  liA  daarorei  beiwaard, 
loodat  hfi^iiek  word  en  het  orakd  te  Delphi  raad- 
pleegde, baar  de  Fjrthia  hem  geen  antwoord  gal 
pkadeida  ha  den  tempel,  roofde  den  dri^foet 
weg  «n  'streed  hUb  tegen  ApoUo.  Eindelgk  leide 
het  orakel,  dat  bg  van  z^  lükte  ion  berateHea 
indien  hg  lieh  Toor  den  tgd  Tan  S  jaai  als  alaal 
Terkocht  en  den  koonnge  aan  Eurytiu  schonk. 
Dientei)geT<^  Terkocht  tiermet  bem  aan  Om- 
fhaU^  koningin  van  LjdiB.  Na  bet  Toleindigen 
Tin  lun  diensttgd  strafte  hg  een  aantal  ongereéfa- 
tigheden  van  Tioegei  dragen.  iHg  toog  met  een 
keer  naar  Tioie,  om  Laoiaedtm,  den  Tader  van 
Henone,  te  tncntigen;  ook  wsDeade  hg  lieh  te- 
Ken  Angiai,  omd^t  belden  bem  net  bedongen  loea 
hadden  ontbonden.  Te  Ealydon  bad  bjj  inmiddcla 
de  ffnnst  trachten  te  rerweiren  van  DeiaHtra,  een 
dokter  -vu  0««i«H«,  en  nadat  hg  tegen  den  ri- 
Tieigod  ^JeAeloMs  om  haat  beiit  gestreden  had, 
was  tS  sün  Tienw  geworden.  Toen  hg  met  baar 
ness  "haois  reisde,  ontmoette  hq  aan  de  riner 
Ëuenns  den  eentanr  Wesnt*,  die  de  reioigeie  toot 
geld  naar  de  oTen^e  bracht.  Toen  d<ae  bu  het 
oTenkagen  lan  Deumira  lich  onwelToegel^  je- 
gens haar  gedroeg,  doodde  Beracle»  hem  met  een 
pgl,  die  m  bet  rergif  dor  dang  ran  Lema  waa 
gedoopt.  Bg  het  sterren  kerde  JVessiu  aan  Deïa- 
nira  óa  kunst  om  een  aoogenaamden  mJnnedrank 
TOor  Aenielea  te  bernden.  Deze  nu,  te  Trachii 
augekoano,  Teramelde,  na  tegen  de  laftttben 
en  OJ/eiuu  gestvedea  te  bebbea,  «en  legnv  om 
mmk  te  nemen  op  Oeeluiia.  Surftua  en  ign 
lonsn  sneuTelden,  de  stad  werd  «erofeid  en  ge- 
pkiadent  «n  lofe  «raiAdJik  iweggeroerd.  Bjj 
ign  tsiugkaer  stiditte  Btradm  op  het  Tooige- 
bêigte  van  Euboea  een  altaar  ter  eere  van  Zn>« 
en  lond  oaar  Tvadliis  «m  een  wit  gewaad  te  be- 
b»Ma,  ten  Mode  aUaar  0|»  waardige  wgae  of- 
feranden te  brengen.  Deimini  Ternam  Tan  den 
bode,  dat  ook  fols  aldaai  aamweiig  waa,  en  daas 
ig  Tieeode  dei  haec  genasl  aan  dese  de  Toorkew 

16 


DigilizedbyGoOglC 


HEBAOLBS— 'H&R.ACLITUS. 


ffcroetu  troit  biet  Mi^  dooh  Modca  het 
w«nl,  begon  bet  t^U  t«  vNk«n,  iood*t  de 
bM,  door  pÜ»  gefoitei'},  teeeligk  met  het  0e- 
muM  het  Twndi  na  bet  liebMun  Mtevide.  Ia 
dien  taeBtHad  hiMht  mea  bem  m  mu  «ehip  naAr 
Tnehis,  wmm  Daanira  nu  het  TooigevftUeiK 
«ndeirMit,  li^  door  ophanging  na  net  leven 
berooide.  Heraetei  beeaf  lich  tom  nui  dco  berg 
OeU,  «tipelde  er  een  hontm^t  Oft,  uHe  lieh  dwu- 
op  seder  en  g^  toea  öenel,  die  ia  bund  te  «te- 
ken. Zva  metgeseJ  PAiloeUJef  bewees  hem  dezen 
Iiataten  BetdèdiensL  Toen  de  rkm  der  lioabnnt 
liefa  tcriiiel,  daakfe  een  wolk  naw  benadeo,  dM 
ooder  het  geromne)  ve»  «fen  donder  hem  weg- 
Toeide  naar  den  beme^  waar  Atheiia,  die  h«n 
gedurende  i^  kwn  atoede  besdiennd  had,  htm 


Beraeles  FwiKae  (N«4>ek). 

tonnenieidde  in  den  kring  der  goden^  waar  hij 
lieh  Toorta  met  Hem  -renoeode  en  met  fiebe,  de 
go^ia  der  eeuwige  fewd,  'm  het  bawelgk  tiad. 
Om  de  beteeiéiua  oéaer  sage  ie  door  oudheid- 


tamdiMD  en  godgeleeideikTvel  gedacht  en  geacfane- 
ven.  Sin  «dignt  geen  geeohdedknodigen  gTondslag 
te  tiebbai,  maar  enkd  o^  Tersohüneelen  der  na- 


toat  te  wgien.  Vennraedelük  ia  Heraele*  het 
linnebeeld  der  son,  die  ra  gestaöima  atr^jd  met 
wolken,  nerelen  en  damipen  door  dé  12  teekeitfD 
Tan  den  ^Kerenriem  b«ren  toot  de  mensdibeid 
100  weldadigen  loc^riag  ToHn«n^.  De  ditiitr 
knaiA  «ohter  heeft  sich  Tao  dien  Tertegeowoor- 


diger  der  aoo  ineeater  etmaakt,  Mn  bem  tot  een 
ideaal  -ran  kracht  en  beUemnoed  te  Toihelfen. 
Daai«nha>Ten  heèben  de  Attiaebe  dicbleix  hem 
tot  eea  held  gekoeen  Tan  bet  UoOht^td  en  hiec- 
is  tot  een  toonbeeld  van  ruwe,  bmpe  traoht,  on- 
matig in  bet  geliniik  Tan  «niie  e»  draak.  De 
konet  stelt  hem  ia  etaudbedifen  voof  als  een 
Toorbeeld  van  evtiettende,  door  oeteitiiig  gestaal- 
de apieikraeht.  Dat  iblqkt  vit  den  Torso  van  bet 
Beli«déie,  een  irerk  van  den  Athenen  Apolloniu», 
en  uit  den  Fameaietdten  Heraele»  te  Napels  (ue 
de  afb),  door  den  Atbener  Qlyeon  oaar  bet  origi- 
neel Tan  Lgeifput  TerTaardigd.  Vaa  zijn  avon- 
toTMi  «n  wericen  Tiodt  men  t^  nelieiTtKMeteUii)- 
gen  op  oiHk  Orieksobe  Taaen. 

Hsraolanin.  &le  BerenkimÈV. 

HarKoUden  naemt  moi  de  ionen  en  verde- 
re nakonelingen  Tan  Berade»,  Tooiai  ben,  die 
Tolgena  de  atge  met  de  bidp  der  Doiürs  favn 
mwt  op  de  Peuponoeeas  deden  gelden  en  in  de 
eeweateo,  door  d»  Dniers  Tero^idi  (Argoa,  Lako- 
luB  en  Ueeakiie),  als  koningen  heecauiteni  Het 
Delpbiadie  orakel  bad  aaa  fiyUua,  Heraele^  loon, 
Terkoodigd,  dat  b^  aDCeee  «m  hebben,  wwneer 
h^  de  derde  rmdit  id.  1.  bet  deide  geslacht)  af- 
waidrtte.  Nadat  Hvüus  en  i^n  kleioaoon  Arit- 
tomaekua,  het  onket  Teiieerd  uatleggeo^  "er- 
seefeehe  inTaUea  'm  de  FeloppoDeaua  hadden  ge- 
dmxt  en  geaaevrekl  mmn,  boawden  Arüloma- 
ekva'  aonen  Tementu,  OreipkonU»  en  ArieUnte- 
MW,  beter  omtrent  bet  orsked  tngtdkht,  bg  Nan- 
paktoa  MfacDCn,  en  koien,  ongeTeei  30  jaar  na 
de  Terwoeatmg  vast  Troje,  <v4^iifi  d«a  raad  Tan 
het  iDelpfaiadi  orakel,  Oivlue,  den  zoon  fa  An- 
draemon,  lot  fami  aaDvoerder.  Onder  diena  leiding 
dnoiwen  ig  tan  de  seeijjde  in  de  Pek)ppoD«Eus 
door,  overwonnen  in  een  bioedigen  TekuUg  Ti- 
Êomenuii  den  lOOn  Tan  OretUt,  veroTerden  nage- 
noeg het  gebeele  achioieilaod  en  Terdeelden  bet 
onder  hnn  aannroenkets.  Argos  vkJ  nu  aan  Te- 
menoe,  Laceihemooal  aan  de  tweatkiobrDedna 
Proelêe  en  Svyttene»,  kbmenii  aao  Of  espikoit' 
te»  en  Elia  aao  Ox^fiit»  ten  deel. 

BsrKOlldes,  een  Qdekadi  wö^«er  en  ge- 
adüedaehrviTer  ait  Heiakléa  Pootaca  en  om  die 
reden  Ponüeu»,  of  epottenderwöze  Pompient  (de 
ftonkiidK)  genaamd,  leefde  omstreeks  be<  jaar 
850  T.  Ohr.,  booxde  de  leeeen  van  Phio,  Sfeu- 
tippae  en  Arütoleie»  en  scbreef  ondecanfaeidfen 
geeehiedknDdige  weik^  wai^ran  de  overbl^jfee- 
kn  in  de  ,4Ii«iorioDm  OiaecOFom  fiagnienta" 
(1841)  door  C.  W.  MUUer  oitgegeTen  ivn.  Hg 
was  de  eerste,  die  de  aawenteling  dei  aaide  T«r- 
moedde. 

Ook  eenige  Qriekaühe  geneeakundigen  «koegen 
dien  naam,  woala  Beraelidei  nm  Tarente  (240 
T.  Cta.y,  een  arta  der  en^Mfisehe  aebool.  Hg 
heeft  Tele  nattelooie  geoec«naddelen  afgeecfafttt 
en  ai^  «ntrent  de  werking  der  o««rige  tiaciitoB 
te  TeigewiaMD,  tesvgl  b^  de  heeftvnde,  ühob- 
derfaeid  de  oogheelknnde,  aanoieikelük  beTorder- 
de. 

HaraoUtnBi  een  OriekMh  wqe^eer  uit  Ephe- 
Bua,  wegens  de  dnisterbeid  Tan  ign  leer  Skotet- 
noa  (de  dnieterel  genaamd  en  later  als  de  wee- 
nende  wijsgeer  tegenover  den  laobenden  Dewto- 
eritut  gerteld,  leefde  enoatreeka  500  t.  Chr.  ea  ia 
de  inmiMwaiintr   vaof  de  Jomaobe  natuaipbiloeo- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


t«n.  T«n  iga  leven  is  weiing  b^eod;  irul^uu  igii 
mem  wggeiL  was  hif  «en  iMilodidRikt.  Zgn  wök 
„Oner  de  natnni",  iitp  gvdoielit  «n  in  ««n  beeld- 
TÖk«  taal  gaadnfWi,  is  ntoetttllc  te  begrgp^n, 
mMT  weid  torit  i&  de  OwBiml  boog  geacbt.  De 
onrgMenn  IraigiiMiiten  ini  met  Butsdie  m- 
Wiw  wtgenmn  dm»  Dieti  <1901,  2de  dnk 
ItKWT  «B  in  dien  .JïwnwDte  der  VoimtiKtikw" 
(19^).  B«TadUw  neemt  mh,  <kt  het  vtnir  de 
ooMproag  rao  al  bet  beetMUkde  is;  eUe  dragen 
ijjii  nit  nnir  gel)<n«D  <d  loaaen  ekIi  ook  w«ei 
in  •ranr  op.  De  ww^  weid  niet  ^eaehapen  dooi 
«en  ffod  of  een  menMb;  maax  si  wu  ta  zal 
«evwig  UfTCO  )nendT<iDr,dati£eniBKgekDMt 
ontcteekt  en  nUgast  De  teraoderingeD  hebben 
Toortdonod  nUftto,  y/mvm  aüee  «uo  oei  worden 
k;  aUei  tlotii^  alha  abomtt;  smu  kaa  oóet  twee- 
bmI  in  dei^lde  rirjer  baden.  iDr  dubbck  rich- 
ttng  mi  iut  worden  moU  fforodtdu  dan  weg 
naar  ba>Kn  ea  den  we^  oaar  beneden;  het  ooA- 
ttaan  *ait  alte  Tmodermgan  benet  op  tegenatel- 
SmgvA,  loodat  de  strj^  de  Tadei  van  eUe  dingen 
genotmi  wondt  Oret  aUe»  beencbt  de  w«t  der 
nMMhddSiMéd,  die  tegelj^  de  rede  is,  vnlgene 
wefte  de  MwegÉng  ia  de  wei<dd  ^eeeluedt,  soo- 
dat  Iwt  proeet  na  bat  worden  logiaeh  ie  eo  hac- 
moaie  im  bet  gdieel  heeiadit.  ledier  ïodlTtdo  be- 
boort  ia  ijin  danken  en  baodrien  lot  de  alge- 
naene  mde,  moet  de  wet  éer  naton  v^rfgen,  maar 
iadwdMd  mUMn  de  meeeten  ji*b  daanui  abe- 
keent  en  bewaodden  htm  «igen  weg.  De  liclen 
o^ataao  op  den  weg  naat  baren,  d.  w.  i.  in  bet 
IMoeea  van  de  verandwiiDg  van  aarde  en  water 
n  tvar,  hoe  verder  verwjfdepd  rvan  bet  n^ite, 
dea  te  droger  «n.  Toriger,  dê«  te  «oDer  es  w^xer 
iQ  ann;  water  ie  de  dood  voor  de  liden.  De 
•toltche  pliTuea  iMnoette  TOonHmdiUi  op  die 
van  Btrmmtiu,  die  ook  door  de  CbriMdgke 
K«ifcf«deiamnw  geleien  werd.  Odi  heelt  n  la- 
tarea4«d  Befsl  vwklaar^  ^t  bq  afle  atefiingen 
vaa  Btrodibu  in  «ön  lo^ea  opgenomen  bedt. 

Knmollafl,  keoaer  van  bet  Ooat-Romeinarfie 
R^,  in  575  geboren,  vodDeef  met  Imlp  van  Afri- 
kaantdte  tnwpen  den  orcirweldigei  Phoeas  van 
'   1  troon,  deed  bem  onMioofden  en  onMog  ' 


oorla^and>tigen  Kkoiroeé  //  in  de  jweo  ^  tot 
628  in  «ndenrfieJdaD  vrideiagen,  en  sloot  vrede 
met  dtena  mob  Sirvoei,  manioar  hg  bet  BeiU- 
ge  'Epiri^  4ht  hatrigauixande  vit  Jemaaian  ge- 
rooid bad,  tentt^reeg  (U  Sqitanber  $28  leest 
der  kmisverhafnng).  Om  aan  de  godadienatbria- 
ten  Tra  ij^n  t^  een  efaide  te  maken,  verbood  faq 
te  rodetwiaten  o<fer  bet  UoaotbeMiaiDe  (de  le« 
VH  2  bafairen,  maar  aleAte  1  wit  in  Okriitw). 
Onder  agn  beetnor  maakten  de  Aisbieren,  aange- 
voerd door  M^uunmtd,  lich  inee«4er  <mn  Egrvte, 
Sjrrit  «n  MesHmtamii,  de  vmchïbaarste  gedeel- 
ten fan  qn  r^.  ^d  «nrteed  in  64]i,  ajjn  geUed 
aditeilatende  aan  aija  aonen  OongtanHnui  en  He- 
meJeoiuM,  uit  twee  veracliüknde  hnweliikeD  ge- 

rben.  De  eente  kefde  sleebte  kort  en  de  twee- 
raa  deefata  «en  balt  jaar  keiaer. 
Heruon,  de  bao«o>de  Heratempel  tsMadien 
Awoe  en  Hveene,  <bnndde  in  ^9  t.  Chr.  at, 
doen   werd  doot  Bupolemuê  in  Donsehen   gt^ 
n  óooi  Poljfelüui  met  kostbare 


243 

kim8twerk«n  voorzien,  waardnder  met  niine  bot 
kokMBal^  ui>t  goud  en  ivoor  vervaudigde  stand- 
beeld der  go&k  beroeood  wm.  In  1854,  1880  en 
1801 — 1895  faebben  ofigravingen  oiveiUubden 
van  <£en  seei  grooten  temipd  aan  bet  UhU  ge- 
biMht. 

BeraUUk.  Zm  Wapetüauids. 

B0ntPaUll«t  *>t  nMwbiMr  joodoAmM  (4Cm 
EwN40i^>SO«.6J.8H^)  ie  «en  organHche  ver- 
binding die  moinraaidig  ia  .wegene  haat  opti- 
sebe  eigenMbappML  Zq  wordt  vatue^en,  wumeer 
men  100  deelen  iwaveliDre  ehinine  in  een  meng- 
sel van  aajinsour  en  wjii^;»eat  oploat  en  <r  jood- 
tinettinr  bgvoegt.  Wel^  liet  men  dan  kristallen 
oatstaaa  in  des  venn  Tan  faniagew^a  eft^ 
peerde  naalden  ol  oek  led  van  thiÓnAiaae,  vier 
of  aehthoekige  phitUea  De  faistaUen  nn  b^ 


doorvaUend  hdtt 
lidit  mntmlflliii 


end.finani 


iteiMtleff 


Algba. 

niatan  aao  de  nooidooeta^fka  baffiog  der  hoog- 
vlakte van  Imn  on  ata<M  lieb  -van  dm  SelM- 
Eob,  de  weatelgke  nraortMtting  van  ds»  Hindoe- 
koesj  mini  ■■■Ie  vü  met  wigvonnjgsn  loop  lot 
aan  het  groote  meer  JHamoen  of  Zweb  in  8ed> 
jevtan.  Bet  gnnat  ten  iweatvn  aan  de  Pecsiaebe 
pro^ineie  Cbonasai^  ten  ooaten  aao  EaadUaar, 
een  provineie  vaa  A^faaoMan.  Dom-  bet  nooide- 
^  gedwlte  loopt  de  rotwrwtawj  van  iHesH^ 
en  AÉmak,  nitkopem  -van  den  Hindoekoeij,  via 
wdke  ide  sniddgkete  bet  viwUbare  did  van  den 
aaofankri^  weatwaarta  atiioameadtti  en  duma 
in  de  steppen  acb  lerliexnden  Beriioed  bwre» 
len.  lo  het  ooarden  wonen  de  Tnskaehe  Siail- 
beq  (Boodmotsen),  de  AimtÉ,  «en  awervend  virik, 
dat  neb  van  de  PumeAe  teal  becfiant,  en  de 
Haaua,  een  Toeraaiadn  atam.  In  bet  iiveUbaie 
da)  der  Beriioed  beetMd  de  berclmiganeereitdeA 
nt  ondcirworpen  Tadajika  en  voi»  bet  overige  nit 
Afghanen,  welke  «r  beendiappq  voeren,  Twkme- 
Den  en  Joden.  Men  schat  bet  aantal  inwoners  op 
750060. 

Hemt,  de  hoofdstad  mi  de  eenige  belangipe 
plaale  van  het  geÉieele  Unoaat  van  4Ëen  naam, 
ligt  640  km.  ten  w«aten  «Mt  Kaboel,  in  de  mubt- 
bsze  daMakte  vao  den  iHerinie^  w^aioMr  4 
bn.  imn  de  etad  «en  bing,  welke  «p  90  bogen  rneV 
Bedagen  ie.  iDe  stad,  4U  >noeger  «en  bevolking 
had  van  100000,  doeh  na  lAedtla  45  000  lielen 
t^  vormt  «en  langweqiig  viaibaitt,  «mgevea 
door  een  aacdeo  wal,  wt  totena  en  poorten  voor- 
sten. De  wal  ia  onutegd  door  «en  mefat  tor 
bMedte  van  lO  m.  Herat  ia  éen  doolboi  van  nsn- 
w<^  Atakat,  vnile  atmtcn  en  stegen.  De  bniten 
^a  er  meeréndeeJa  'vaot  een  v<eidnping  «otasien. 
Bet  koainklqk  patdo  bebeAant  met  veel,  «n  de 
groote  moskee  n«ikeert  in  «en  vervaUen  toe- 
stand. Rondom  de  «tad  siet  men  overal  sporen 
van  voonnalÏBe  grootheid.  Het  dsl  van  den  He- 
riroed  ia  metnmmgaarden,  Uocmtnsnen,  w^aber- 
gen,  graanvelden,  dorneo^  bndhoeven,  groene 
weiden  en  bnmaen  beodt,  en  de  EonisgstniB 
(Bag-i-SJahi)  beediovwde  tata  vroeger  in  het 
Oosten  als  «en  vsb  de  wer^dwonderen.  ia  de 
alad  vemardigt  men  beroemde  degenUingen. 
rozenwater,  i^n  en  wetten  etoftetK  en  men  ver- 
suneH  er  een  groote  menigte  IntbKbe  voortbreng- 


DigilizedbyGoOglC 


244 


-HEIRAULT  DE  8] 


eeka,  vwtrmede  de  nMiJctm  tbd  Eermtui,  Jesd 
en  Imabui  woideo  vooimen.  Hent  ü  d«  rienUl 
Tan  (ten  ^rooten  wng  mt  BeniS  Aaoc  AfgliMÜstan 
DUi  IsidiS  ea  ■toot  de  bdangen  tui  dw  hutdel 
en  na  éea  oodcK  leen  bekraSTvk.  Ate  bet  mid- 
de^unt  TEin  den  sarara&nluuHWl  enkkde  atapel- 
'  plaêite  InsKfaeiL  Indjf,  Afgiiui8ta&  en  Weat-Asifl, 
Btitite  de  sIm)  mi<iodi  tot  etenn^oiit  un  mU« 
veioTCiun,  die  ntt  Wwt-AiiS  kt  lodil  dooidron- 
een.  Omdit  men  Ibhu  ook  uit  bcA  Doorikn  benei- 
Een  hut,  faebben  de  Peosen,  g«stoand  door  Sw- 
Im},  meennelen  pogingen  — ngcwend  de  >t«l  in 
hnn  berat  te  kiqgen,  heteeen  oe  Engrieohen  tot 
doOTei  beUMu  «eten  te  Deiettow 

Uen  rariiMM,  4M  de  stad  dooi  AUxander  den 
Qroott  ia  geMebt.  Zq  ireid  ia  faet  nodden  der 
7de  eenw  met  geheel-  ClMnwMn  md  de  Arai»- 
•Ae  kbnliefea  oadenrupuL  In  1S61  liel  ig  in 
butdMt  mt  Tmmmt,  en  OBÓa  de  oprolffeTa  van 
deien  wrliM  zg  lüsh  tot  «en  setel  der  Peniaefae 
wetenBctnp  «n  lettafamde,  lAter  mMbte  de 
Ddtetsdw  TatMT  S^taibeg  nch  tm  tvar  meee- 
(ecy  en  imdei  diana  anmenaefadjjfce  faeeraohmö 
mm  de  ir«lTMrt  der  etad  «lor  utöd  Tennetmt 
Id  1£10  iMTd  14  dooc  iMMtfl  Soefi  mol  &n 
tnxm  gc«tooiten  en  de  «Ittd  aui  iPeoif  toegevoegd, 
terwijl  in  1749  de  Algiuuten  iftli  tu  lianr  mee»- 
ter  mMtUen.  £9  de  ooidogjen,  dooi  bloeden  van 
t  Vontenbate  der  Doenmi  geroer^  wad  Jfo- 

■*   'ido  •oen  Ttt  Jïmow^ioft,  nui  He- 

sn»   WMtr  lij  een  kEniMkvlqk  tnk 

B  ISeO  oiredeed.  Op  bon  ^ctgóo  »m 

"'  '       1  H«*t  werd  wegen*  de 

'    '  n  en  Rossen 


sooa  Komrm-Sj 


ijak.  en  fient 
u  GogelMifaen  e 


metkwurag  «ut.  a  1^6  viü  <kt  khanMt  we- 
der «n  de  benden  der  Ferxea,  die  i)et  echter  w>^- 
dn  moeaten  vnlftten,  terwöl  het  l&tei  geregeld 
werd  door  JAoeb,  «en  loon  ma  den  Tont  tu 
Eaboeï.  idfcoeb  weid  oditra  weldnt  opgeroepen 
neor  Eelraet  «1  bleef  dur  in  gemngenediap.  Se- 
dert dien  i^  wwdt  Herkt  beetnurd  door  den 
emir  tui  AfgbnniafaLn  (aie  eltbv). 

Herftnd,  John  Abraham,  een  lElngdMb  dieh- 
ter  en  gcMbiwlMhmver,  den  Sdan  Svü  1790  te 
Londen  geberaL  s^eel  aedcait  1S18  Ueioe  bij- 
diagen  in  dMJbndan  en  4:f(dMludften  en  lereidé 
KerT<%enB:  „Tettednii^  a  po«ai"  f18S0)  en  „Tbe 
legend  ol  St.  haf'  (Id^l).  Vow&l  eeUw  open- 
burde  bü  ojn  ittcbtorlgk  «aleot  in  „The  desoent 
ioto  'HeJV'  (I8B0)  en  in  „The  jaiitement  of  tiie 
flood"  (IfiM).  IimMdeta  had  t^j  i«e<ta  Teel  se- 
■chieTen  Toor  de  „Oototeri;  Benew",  «aa  eedu- 
rende  drie  JMi  megjewecker  un  ,^«sera  l^wa- 
sine"  <o  redigeerde  WFnlguu  jaren  kng  bet 
Jfcorthly  l^uine"  en  daarna  bet  ,,C3iriatiMi'B 
noDitUT  Uaguioe".  Vefda  eehieef  hjjfaet  tieni- 
apü:  „Videaa."  (1864),  «1  Aama'a:  „WÜe  or  no 
wife",  „Agnok  Diora",  „Tlbt  Roman  bmüter", 
„Sahator,  or  the  poor  man  of  Nanlee"  en  daana 
„•nt)  IngittKriag^  (1870),  „Wai  <rf  ideaa»  (1871), 
bode  didiHMmddi,  „Sbdk««mie,  hï*  innei  Uh 
aa  kattnated  in  hia  woika"  O^O^i,  „The  liJe  aad 
timea  «f  Qkókata  Saffonarola",  oeneranB  de  10- 
maoa  „üiiaal,  aa  antiqtie  iamaUxj",  ,MvA«  de 
Leodepait,  an  hiatorieal  lomance"  (1^9)  en  ..'^^ 
Sibyl  amoDg  tbe  tomba"  (1836).  Berauld  overleed 
den  aOaten  Aprfl  1887  t«  Lutdeo. 
H«rftarlèrMl.  Zie  Bergm,  Adriaan  Jmn.  «an. 


Héranlt,  «en  kuartrivier  in  het  smden  ^ 
Fraokrök,  ontapringt  big  den  Ai^oual  in  de  Ce- 


,  heelt  eeo  leng- 
te Tan  197  km„  docb  k  eèeebte  orcr  een  leet 
Uon  gedoeHe  bcnarbaar. 

Hémnl^  oen  departement  in  Znül-Fraaki^k, 
beetaaode  tut  gedeelten  van  het  vooimalig  knd- 
aohap  lAngnedoe,  tott  op  SISS  T.kin.  (1911) 
—  '>"•  ii^^oiiera.  Het  derde  gedeelte  dea  iHtda 


noote     __    

beeft  er  eeuge  klrino  liiieien,  looak  de.VïdmBH 
de  Les,  de  Héiaolt,  de  igo«rt,  de  Orbe  enz.  I^ngs 
de  koet  tümH  men  ever  eui  lengte  T«n  60  km. 
een  leefa  kgnnen  of  stieaxknMen  {iUmg*},  die 
wel  Mut  «pMraren.  In  de  natqfbeid  nn  Ca- 
peitang  Teibeit  sieb  de  Malpaa,  ntet  «en  tonad 
waankor  bet  Ganal  dn  Uidi  gaat.  Dit  laatate  ia, 
in  Teiband  met  de  Ande^  dB  «enige  wwtwFwcg  van 
het  bJMMttland;  de  o>nDge  kanalen,  looals  die 
vaa  LwmI,  MontpeKier,  <3snm»,  Bonbine  eni.  tei 
geaameol^e  lengte  yaa  I^  km.  liggen  langa  de 
knat  4er  ondesliöee  vaittinding  van  de  meien  en 
«teduk.  In  de  hooÉate  gedeelt«a  van  bet  depaiie- 
ment  'wti^/ssa.  reneadrüge  rotagcmuten  en  tna- 
adien  deae  groeien  kaataineboomen  en  VMboowt 
men  gaanapewtiwen,  terw^l  de  dalen  met  aman- 
del- en  oWboomen  begi«dd  tj^.  Hen  irint  er 
nitmnntanden  w^  «rnala  de  Lnael-  en  PnwlBg- 


__ _  (mmuatwiHtan).  Ook  breekt  ima  er 

veel  meeixip.  Het  deUetMiaBqjk  levevt  eteen- 
kiden,  9ier,  manner  en  Ugnaet,  w«)k  laatate  on- 
der den  naam  van  foadele  aach  (eendrti  toMita) 
tot  mhetning  van  den  gii«nd  aangewend  wordt. 
Verder  le^eu  de  inwonen  üeh  toe  op  de  qd»- 
tedt,  de  loaMnoiDg,  de  paaoden-  «n  nmimel- 
tokkieiH  en  de  oeateiwiaaebein.  Ook  vindt  men  a 
tabriekea  vaa  ^jden  «toffeo,  uAena,  i«tdnn4ei«tt, 
lecp  en  Ükanren.  De  aaaaienl^jkaie  koopateden 
van  het  depaitement  cgn  HontodUer  en  Oette, 
onderlinff  diMir  een  apoMireg  verbonden,  alamede 
Béiiers,  Agde,  I^xföve  en  Péienae.  Héiaiut  ia  ver- 
deeld in  4  anDndiaBNnentna  en  herft  Uontpellitr 
tot  hooldrtad. 

Héntnlt  de  BéoheUss,  Jean  Man»,    lid 
der  Nationale  Oonventie  in.  Prankr^  in  1769  te 

Paraa  nit  een  i 

Tee<B    vroeg 

1781  de  beti^kitig  van  advocaat  dee  koöiaga 
ia  bet  gereditnhol  ChMdea  en  5  jaar  lat«r 
tq  het  Parlement  t»  Parge.  BK  bet  nitbar- 
sten  dei  Omwotteliog  vw^  faq  tiA  bjj  de 
Nationale  garde  en  nam  greiig  deel  aan  de 
beatormütg  d^  BaetiUe.  Na  de  reoieaniaatie  du 
recfateilöke  madtt  werd  hSj  lid  van  bet  Hof  van 
Caseatie  en  in  1791  Hd  van  de  Wetgevende  V«r- 
gadering  voor  Farjjc.  Hg  mw  de  voorsteller  van 
bet  beahait,  vol^ena  hetwelk  de  ateddgke  regN- 
ring  met  de  veill^eidipolitie  belatt  werd.  ai 
huik  niet  boiten  de  gnfw«len  van  den  lOdsn 
Augnstne  1792,  maar  achreef  k  toe  aan  een  aa- 
menowering  van  koiwngageiinden,  terw^l  hg  da 
instelline  MidentenndB  van  een  bniteagewone 
netiktbtak,  «en  voorlooper  van  de  omwentebiga- 
reAtbudc.  Het  depactcanent  Loire  vaai^figde 
hem  af  naai  'de  NaUon^  Gotoventie,  waai  b^ 


11  wJfffiikfr  familirt  gwóren, 
aan    net    Hof     en     veikieeg 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HSffUUl/r  SM  SEOWSULS&SMSART. 


24ft 


■snufal^  dft  39de  kooe  der  OiniKlvDeD.  G«- 
dnnDde  het  red)t^;«dnig  dea  kooiogB  vm  )^  o{) 
nk  öur  iMt  dsputoBMiit  UotMtne,  dwsii  Iqj 
MBd  i^  toMUmmtag  j%  on  dieD  vwst  t«  Tei- 
ocüdeden.  %>  sön  («ngJEMr  v«ee<de  hij  lidi  bg 
ds  Benpart^,  ODdastemle  hur  tegen  de  GiioD- 
^Den,  «M  'voomttw  der  TCigadeiiog,  toen  fltm- 
Hot  deae  bflemde,  «n  «erd  ■ham&  bd  noi  bet 
Comité  du  8^1  PnUie.  Op  lut  -«aa  dit  tirfMm 
txtgaf  h$  oeb  u  Septemèer  l^OS  nwi  de  dnsr- 
temeBtra  nn  dn  Botcd-iRvii,  om  er  Iwt  atdad 


Toen  Üi  verm^eu  iDet  iq»  'nieodeiL  DamUtn, 
DumMttMens.  een  meer  gematigden  weg  wüde 
iaitMa,  1*«<1  èn  m  Uuvt  17M  geTtwen  geno- 
men,  den  3dei  i(»il  tom  de  emmntelNigiüebt- 
"  '  n  dauiM,  hl  weeivit  n& 
iogffeda  gegnSlotiiMerd. 


HU  ' 


«Mehfcende  vetdt 


_._   „Theorie  4e  rübïtian"  ie  ia   1602  door 
SolgiK*  in  fart  Haht  Me0*«n. 
HerMlL  De  iraer£gtieid  tan  betaut  ie  hur 


r  den  prö*  der 
«ing  te  dioKVQi  waren  er  MiiUénuien  ikkh^,  ^fie 
keoiüs  hadden  Tan  de  vapens,  olnnedE  van  de 
Kgeb  en  getmiikett,  waMaan  men  cicb  in  bet 
•trjjdtMrk  te  bonden  imA.  De  Toorloopera  der  be- 
nraten  iMi«n  bjj  de  Grieken  de  w^tmti  en  iiij 
de  B«meiaen  da  ft^eif.  Deoe  iiwen  «ris  bood- 
adüwen  tbb  ocHleg  of  n«ile  «Deehendbaaii  ver. 
•liiaiun  irggeleide  «ds.  Tni  tgdg  nn  het  riddei- 
weMn  TonnaeB  de  faNNt»  «m  de  vontielgke 
Hntn  een  «boodeT^feen  «tand,  Itebooiliik  on- 
derweHn  in  a9e%  irat  op  dn»  wM  betnUdng 
imA.  Zj)  moealen  nauwkeurig  bekend  v^  met 
den  hoögut  ea  lagui  add,  met  Mder  wifMna, 
reelitea  en  aigendonmco  «n  waren  beket  met  de 
regrihig  der  t^ienbafe  leesten.  ZQ  bealwten  om 
de  geeëhillen  omtemt  den  adddom,  -MFnaBfig- 
dra  stamboomea,  cntwieroen  at  wgngden  de  wa- 
MDS  en  waren  idfa  nditen  dto  de  aeden  tu 
dm  «M.  Bq  de  tooTaocün  hieMen  iq  wt^Mtt- 
•choowing  «n  hcoaaUoi  <rf  degenen,  die  licb  aao- 
meldden,  nedit  bddm  om  tot  den  etiTld  te  wor- 
Aai  toegelaten.  Ifen  verdedde  hen  ia  8  klaaeen, 
wapmkomnge»,  Aenraten  en  penêwnUeti  {pottr- 
imtwm^i.  uwtetgeDDeoMlen  waren  leerttngen.  Om 
ab  w»aaanig  aangmameo  te  worden,  werd  m- 
ta^enii  Terrfedit  na  dm  onberin^liken  wwtod 
Tan  den  eandidaat  Daarna  werd  faq  gedoopt  nml 
wSn,  ontving  een  nteawen  naam  en  weid  Toor- 
nm  na  era  wapenrok.  Na  een  dtenet^d  na  7 
jaren  km  hj  beiaat  worden,  indira  2  wapm- 
kooingeB  en  4  benmteu  getaigden,  dat  hQ  steeda 
sgn  pll^  had  TerrnkL  Andan  doopte  iQn 
meeater,  de  vont,  bem  opnieaw,  edionk  bmi  een 
andetiM  naam  en  besorgoe  hem  een  anderen  wa- 
penrok. Bg  bet  kieaea  tio  een  wipeakonioff,  den 
m  gntad,  riep  mm  soomel  w^)ettkonkigen 
Mt«B  tnjem  ala  mogelgk  waa,  om  aan  de 
leeatelj^rbeid  den  grooteten  htieter  by  «e  letteo. 
Terkhatden  dezen  genmenliik,  dat  de  eandidaat 
~  ht«  eer  venfiende,  dan  werd  fa^ 
jekroood  en  ootring  den  naam 
r  pmnneiBn  dea  knde. 

.atnkkan     i&n   in    de   «ifwnfainde 

atokken,  wdke  geronnd  worden  dooi  een  of  meer 


IJJDen  en  alleen  ia  de  w^enkunde  kxntuat  voor- 
komeik  Hiertoe  faehooren:  het  hooïd,  de  Toe<^  de 
paal,  de  faas,  dg  band,  de  baar,  de  baieneteeL  de 
stok,  de  bwtaacdfaalk,  de  fiet,  de  keur,  de  g^M, 
bot  boorde^  de  aoom,  bet  bantedud^  Ix^  ^^ 
kwutiw,  ttet  kanton,  «Ie  gm,  de  pnot,  de  fkn- 
k«ik,  de  genUen,  waarin  wij  apieken  nn  bot  ee- 
sekapt,  bet  gckouadtchftblMtMBntteTetd,  bet 
gAapt^ekouMl  sefaild,  het  bekleed  adnU,  bet  ee- 
mantdd  eehild,  het  ingeboekte  eehild;  verder  be- 
booren  «r  toe  de  eirkie)T«mige  benatntekkica 
al«  de  beeantca^  de  koeken,  de  ringen  en  de  Kwde 
«ton^  ook  de  ^ppeli,  de  bkltka&  de  roiten,  de 
«Ma,  de  Mie,  twt  dn*-,  ne^,  0$-,  eesbbd  n 
bet  ddbbel  iiaiUa4  d»  riie,  de  waeamaar,  de 
maarle,  de  ster  en  laat  epaonad.  3m  ■»■»  deae  de 
afaonderljjko  «BUkalen^ 
H«riwrliiiii,  ooniprooktl^  lüttoHa  phnla- 
KM  of  een  andóm  boomedK  vuèaaddiag,  ook 


de  bem  toegedaebto  eer  veni 
door  den  nrat  gekroood  en 
na  een  der  pionneiBn  dea  k 


botaaiMbe  doektntttn  tfreneefaaefata  Teraan 
gedroogde  olaatenk  Hen  bewaart  Aai 


de   gedmógde   pli 
VmdtteD,   Mdeo, 


X  itueithan  Uaden 


den  iMi>i 
worden 


>kr. 


andwe  w^'ie  bewaanL  £m  bnbaditm  ia  on- 
miebaar  nor  de  «tadie  dw  wetemaHofbe  fdaot- 
kandch  daar  de  kwmuken  dai  planlen  na  bet 
<kM|en  meeetd  aoo  goed  bewaatd  bl^rci^  dat  ijj 
ritQd  borinnd  kmoMi  «ocdtat;  aeUa  nor  mieroa- 
ec^iaeh  «tdenoA  hmnen  eomnügie  plantendee- 
len  nog  gebmikt  wenka. 

Sa  ODdete  borbwk,  die  gcfaeel  of  gedadteljik 
bewaard  lün  geUenn,  m  die  nn  AtdroMndi 
(1558),  na  Svoall  <!&»)  en  t»  Oetdpn 
J1M8).  VennddenawMud  ifin  nider  de  bofbaria 
nn  KMMPOIf  (t  IfiM)  ta  Leaden  en  O.  BaiMn  te 
BauL  Beroemde  opeiAain  beoAaria  rïB  die  te 
Eew  bq  Londen,  nn  het  Britaebe  IniaewB  «n 
bet  Unnaeoa^JloneotMliap  te  Londen,  na  Da  Oon- 
doüei  tm  Boünera  te  Oeaète^  alamede  die  4e  Pa- 
rga,  Leiden,  Beritta  ens. 

Berbart,  Jokimn  frü^iek.  em  DoUaeh 
wgegeer,  den  4den  Ud  '1776  te  Oldeobnrg  gebo- 
len,  boMoht  bet  gjnuiaünm  in  ign  geboorteatad 


net   rükfa.   Weldia  e^ter   koeateide    j 

omitmnt  de  w^rtteaoerte  aeUitandigie  denkbeeldm, 
looala  Ue^  «ut  t^  beooideelnig  der  eenbe  beide 
geaebriflen  no  SduOüig.  In  1TO7  wend  h^  bnia- 
onderwner  te  Beni  tm  aelte  «r  tonna  geirarende 
4  jaar  sQn  w^egeerige  atwfc  nori  Hg  adttte  bat 
noodiff  tot  de  «eiate  begioeeien  der  wflrtiemerte 
af  te  dalen,  wodat  hg  «e  der  Oodeo  beetodewdt^ 
iniondedieid  nn  bet  t^dpeik  vUr  Sokrate»  en 
Plala.  Verder  legde  bq  «eb  toe  on  de  wie-  en 
natovkonde  en  kwam  toen  reecfa  tot  de  grond- 
slagen «mer  widt«»fige  adknade.  Hg  natigde 
ii<£  in  1802  te  GsttiDeen  ab  prinatdoeent.  Hi« 
eehveef  b$:  ..PeetaloaB^  Idee  einea  A.  b.  e.  der 
AeaébÊiaaB^  wjssenaAattUeb  anagefObtf'  (Sde 
dmk  1S04),  ,J>e  PlaUmicd  entematie  fmubmen- 
to"  (18W),  „ADgemdne  PtdagogJk"  (18»),  „Uo- 
ber  ^rilostmhiadies  Sto^nm"  <1807),  ,3anpt- 
pvnkte  der  Hetapbndk"  (1806)  en  .^Ugem^ 
paktiadw  Philoaoi^"  (1808).  In  1809  nitrok 
fi^  1^  boogleeraar  naar  KooingEtbeigm  en  nweat 
z^  kraefateft  Terderien  -hieaehen  a^  wgogeerige 


DigilizedbyGoOglC 


nUie  dei  I%il< 


(5de  dn^ 
■3*  dnik 
'  (1824— 


246 

oaianotklxifm  en  het  bestuur  vu  1 
giseh  MmkHmwn.  Dsar  «tiireef  hq 
«ar   EraleituM  ■■     ■- 

.    „Lebil 

lee?),  ,.pȕ.* 

'S25,  2  dhk.), 

2  dhL)  en  „SiHjUanUie  ^i  I^ikM^i 

[2d»  dnft  184']).  Vu  xqn  klnneie  gcs^irifteii 
TCraariden  wp:  „Itteoriae  de  «ttnetioae  ehmeo- 
torom  prioeM)»  amiiifbjma."  {i9lS),  „ü«i>er 
memen  Streit  n^  óu  UodeDhiloMViik  lüewi 
Znt"  (1814K  „Onprtfltaa  «>n  dw  BSae"  (1817), 
„PidaawiKW  ArtMiÜm  Blier  SdnlkkMen" 
0818),  J)e  «ttentioua  mennira"  (1822)  en  „U«. 
bei  die  HtebMnit  «wl  N<«w«niÈf^«it,  UaOie- 
mMik  Ml  HiiloaDfliii  Msawentkn'^  (1932).  ^n 
PNaJoBCen  om  ma  «en  ooérraraitcit  wcrtzaiun  te 
t^D,  <bs  ineer  du  KontasdiiHKeii  bet  midtMnwit 
«H  TCD  wvtraÉdtappe^  TCMeer,  IwinMg  iHm 
in  ISSS  «ao  «m  bwuwmimg  uv  GAttinswi  ee- 
ioot  te  geTCB.  Htar  KMebcnett  <mt  b«m,  ocbwre 
ondeiseheidM  kleiM  «wtUDdiweii:  „UmiUi  pt- 
di^ogiMber  To(hni«en"  f2de  dnk  1641),  ,3iie- 
fe  iQT  Lebie  tob  der  Fieiheit  det  menKhlJchen' 


vsringen  na  „VêjtiMlagitAfe  UBteraneltuigeii" 
(1S3»— 1840).  Bji  «Tvleed  dn  14dwi  Aagüüm 
1841 .  £«B  mtgHn  «m  sya  seMmcnloke  «eiken 
08S0— I8G2,  12  db.)  is  bm^  door  Harte*. 
(Mn.  ChnóologiMli  sj}n  Berëarf*  welken  te 
TtndBD  in  de  utnve  tu  K«krbaek  (tot  danerre 
15  <k.,  1687  «u.}.  Ib  qfK  gekMMtertMl  i»  een 
gedenkteek»  voor  bcm  cmgeiicAt. 

In  tegemsteUaig  met  qn  t$i^;cDOolea  PtdUe, 
SdUUm^  en-  Be^ï^  die  men  «sboomade  ideali»- 
ten  k>a  DOOMtt^  «ertemMnnrdistHerbarfi  wna- 
iKgewte  de  oibdke  liobte,  «uddtende  «ji 
Kant.  Tenr^l  Ead  ecUu  de  weiM«UMid  Mh- 
ter  de  TnTirtiiïiMlnn  ncti  •!■  een  frraulMgTifi 
denkt,  M  den  ««kel^kbeid  voor  Berborf  meer 

Tuk  der  wJiAegeerte  Ie  Tolgeis  Berbart  in 
de  eente  pUeta  béetadeeniv  tfflaer  begiij^n. 
Deie  qn  vol  tegeaBtqjdk^waeti,  dia  «Ueen  ver- 
«ödard  knnen  wontn  0001  de  kei  dw  weike- 
HjUwdieii  (rMfial.  D»  iknU  beatOMt  uit  otkied- 
ban,    een»igp^U^de,nirtde«n»re  imU*, 


dfe  ieikr  bn 


meeimuMdii 
Keisddl  in  t 


I  eigenae 


p  hebbei 


_    _ _j  iMMduigheid  tnsaefaeB 

de  realia  (vaadaar  de  «maebrvrkig  „qaaKtatid 
atomisme"),  de  veelbeid  der  Tenehynielen  ii  te 
TCiklaien  ak  wnagiiig  n  da  aemenvoeging  der 
realia.  iDew  veiibunnf  moet  ook  woideo  moge- 
aomen  voor  bet  begTip  dei  mraoonlökbriit  Set 
„ik:"  een  mtnading  vu  Me  en  veleiln  ken- 
merken. Alle  g«èei»«n  benwt  op  de  betrekking 
toBM^D  de  licfajeU  griykUgT«ide  lealia.  Dit  ie 
de  eabitaotie,  op  gewMqk  ^ebned  de  liel.  Voor- 
stelüagen  ontot«an  uit  lelAeixiiaTingeD  tenge- 
volge na  betiekkiogen  baeeeben  de  ziel  en  aii- 
dne  leaKa. 

iHierop  bouwt  Berbart  qne  neUniTwfe  voort: 
bet  bewnatx^nalevendeamenaebeDisbetreeDltaat 
van  bet  weiken  dei  voonteÜiiVBi^  1^^  "«'^^i' Of 
elkaar  naar  bqia«lde  wetten:  er  ia  verbiadvnc, 
Tenmehiog  en  bdemmeriog;  er  lÜQ  „groepfiir' 
tegelj^    opiteedende    Tooiatelliiigen    en    „igen" 


etkau  volgende.  Elke  vooiateUdng  budhaalt  zich 
en  ku  weer  te  vootscliön  komen,  tia  de  belem- 
mering verdwönt,  of  als  aaeoeatie  hiojt  wederom 
oproept  Uit  de  verboudisg  der  ToorstdiingBn 
oatetaat  bet  gevoel,  bot  streven,  de  wil.  Deze  zijn 
sIzODderlgke  venaogene  d«i  xiel.  Met  F 


TUk  bepaalde  overbeoecbende  vooMtellingenuB- 
aa'e,  deoe  bepajen  oinien  wÜ  en  die  wedeiom 
ODK  budeUngen.  Ei  la  wel  degelyk  mog«lüÜieid 
OD  bet  "karakter  ia  Ie  weokan  door  de  voorstel- 
.l^gen.  NMrti  dB  tidknnde,  die  de  middden  dw 
opvoedkwKh  Mooeelt,  eU«t  de  ledelea,  die  bet 
dod  enan  b^aan.  Bet  nddük  oordeel  ia  veor 
Berbart  leei  overeenkomttig  met  het  »e«tbetieeh 
oordeel:  oooe  bdangen,  onie  wil'  b^ven  traken 
■peL  Ah  ri^tsnoei  voor  ons  zedelijk  oordeel  wiJet 
Berbart  een  S-tal  denkbeelden  aan:  Ie.  dat  oei 
innerljike  vrnbeid,  2e.  dat  dei  volkomenbei*^  Se. 
dat  der  vdwlllemdbei^  4e.  dat  mo  bet  leebt  5e. 
dat  du  faUlökbeMt.  Dit  dne  G  pmctiBebe  denkbed- 
den  volgen  6  beginaelen  vui  etuUleer.  Weet  dm 
Berbart  boe  de  legelB  voor  <utibandden  qn,  h$ 
kiKM^t  hiemaa  de  vraag  vaat,  wat  wq  moeten 
doen  om  oase  kindenen  op  te  voeden  en  raaea 
Slaat  in  te  iJditea.  fiet  doel  der  paediwogiek  is 
een  lèdelgk  tteik  karakter  te  vormen.  Het  oadei- 
wge,  dat  voomMUngen  ■ninnt,  ia  doa  middel  tot 
opvoeding;  door  een  goede  behaadding  éet  atol 
wefcke  mu  heldeie  begiif^mt  ai  op<&A  er  een 
eaOHi^iBiigeBde  timmtfllinffinmiwi  oiüata,  moe- 
tee  de  ooderdeeten  dar  leentof  aooveel  mo- 
gelijk met  elkaar  in  vedband  worden  gebraebt 
Bij  ndelöke  .ap>vDedii]g  oodemi^Hle  men  toe- 
eraen  beatarine  en  tnohU  Het  eerate  ia  be- 
toomii^  TSü  «baft  en  naifcRiié^  oageboaden- 
bnd,  teft  «kitte  gewennen  om  otde^^  «e  bande- 
ka.  De  tndt  beeft  ten  doel  leddjjk  kuiebt  da 
(^nindbeid  te  kweetoDL  Ali  (MTcboiogen  «loten 
lieh  aan  Berbart  aan  DnAinekm  ITiitfa,  ala  taal^ 
pi7cbolc^[en  Loainii,  Steuttlul  en  Olto  Ftügel; 
aJ*  opvoedkundigen  T.  ZiUer  en  Retn,  in  Neder- 
land J.  Qelidt  en  H.  de  Raaf,  die  enkele  weiken 
van  Berbart  in  bet  Bolkndacb  ^ertaidde  en  mat 
een  levenflbeadu^ing  en  aanteekeningen  voor- 
iM-  (FaedagogM,  1908  en  Hetanbjiaiea,  FeyAo- 
togie  en  ËUiMk  1905) 

Herbnoki  JoAana,  lïdder  voa,  een  Ooaien- 
nikeeb  eonponiat,  den  25aten  Deeembn  ISSl  tn 
Weenen  gèbonnl^  «ttviag  onderwjja  «li  koor- 
knap) in  bet  Ci(t«ei6Daer  Uooatar  Beilign- 
kren  1^  Baden  en  later  van  den  kafMkneeatei 
RoUer  te  Weenot  in  de  faatmonideer.  Ttn  1S5S 
tot  1854  wae  bn  „Mnna  ehoii"  der  Piariatenkedc, 
in  1856  werd  iS  dirigort  vu  de  Haimenkoor 
veieeniging  te  Weenen,  in  16S8  droeg  de  „Oeadl- 
eebaft  der  Hnriklreiuide"  hmn  op,  een  gemmgde 
koorvereenigiog  te  vonnen  en  beaoeoide  bem  tot 
koontangleeraar  aan  het  oonaervatorimn.  In  1859 
werd  hg  dirigent  der  coneertea  van  genoemde 
„QeKlletAMC'.  Door  d«n  invloed,  dien  bg  in  deae 
betrekkiogen  verkreeg,  werd  hn  in  1863  viee-ba(- 
kaoekneester,  in  1366  eerste  HotkepelnKcater,  ia 
leëS  eerste  kapelmeeeter  der  Hofi»en  en  in  1870 
directMiT  deaer  opera.  Bg  bleet  in  dese  betrekking 
weikuam  tot  1675  en  werd  toen  weder  diree- 
teoi  der  eDoeoPtea  vu  de  ,j(ieaiiTtaci»lt  Hosik- 


DigilizedbyGoOglC 


frewtde".  En^OT«r)eed  te  Weenen  den  2SBton  Oe. 
lober  1817.  Bq  «ompoiwerde  «es  untal  koru^  en 
welken  voor  orkMt;  ook  gal  Éiq  oageliten  koor- 
werken THi  Sekubert  ait. 

Harbell,  JoAom  Frtdêrik  Mauritt,  een  N<- 
derhndach  letter- en  omÜKkHniDiiige  in  1758  t« 
RwB  g«lxn«B,  itndeerde  t«  DoUmr?  en  te  Var 
Dekei  en  ondénriKidde  licii  mm,  d»t  hem  ia  1770 
wend  op^eAngeit  het  Vmmker  Iwndschnft  tm 
Horatiua  met  dto  bestaande  nitgairen  te  y^m- 
Igken.  Dmtda  werd  tq  gcif^mtRt  bg  barns  fAoe 
Selnoanmbtrg  en  5o&«n{oiuJ*fcora,  d)«  uA  Be- 
deri  «enigen  tgd  bezig  lüekl  met  bet  venamelen 
en  nrtgeren  der  „PUkalen  «n  Chuten  van  Frie» 
land",  «aaris  h^  door  Tholen  en  J.  Heringa  ge- 
bt^en  werd.  Na  den  dood  tsq  «eir«t^noemde 
rerteende  Herbeü  i^n  bgttand  «n  toen  ook  de 
baton  orcrieden  ma,  oiDtrineen  Berbell  en  eeni- 
ge  aodeie  muiDeD  dé  o^draorrt  van  0«depnteenl« 
Staten  A  nitgarc  der  „Rrieadie  Gharten/'  voort 
ta  seHen.  Hg  gnf  liierMn  gevolg,  modat  tm  1793 
een  5de  deri  na  bet  JÖiwlt  Plakaat-  en  Cluirtnr- 
bo4  TMi  Pneatand"  veneheen,  mann  tih  «baato- 
atidfan  nn  1608  tot  1086  opgeeamen  sjp,  tnct 
«anteekeaiogeQ  Tan  Herbeü  tcti^.  Venter  berft 
bg  «en  groot  aoDtd  gesahriftea  tui  den  hoog- 
keraar  Petnu  Camptr  in  bet  HoogdnMsch  ver- 
taald. Herbell  weid  «envtge»  «ntvanger  4ei  tto- 
TeeneB  in  het  dorp  Kweknn  (is  UenaUUna- 
dec^,  <in  1790  seeretaris  der  «tad  JiVanduf,  rar- 
kN>r  dsK  betrekMng  in  ITBS  en  wrd  in  I«02 
•eereiaria  tcb  Saeck  en  in  I<8]1  Toonittex  van 
de  redithank  -nto  eemten  aaaleg  addAar.  Hg  otct- 
.leed  in  1819. 

Barbslot,  BortUfemy  <^  een  Fntnedi  ocifin- 
taUat,  deo  idea  December  1025  te  Pargs  geboren, 
vertooile,  toen  ^  stadiën  geëindigd  wavm,  ge- 
nimen  tQd  in  Itaül,  moral  t»  Rome  «n  te  Fto- 
lene^  wm  na  Kja  iav^aa  koninklijk  tolk 
Toor  ^  Ooetenehe  tatea  en  ging  «n  1666  weder- 
om SMf  Italië,  waar  bg  Tesblgf  bidd 
Hof  fan  Ferdimmd  If,  groothertog  vm 
Later  «ebter  weid  hg  g«d«atst  ala  hocgweim 
m  de  Syiiache  ImI  aan  het  CoWge  de  Fnnoe 
te  Patni  en  orerked  den  Saten  December  1695. 
Zq»  ,3iUio(hèqDe  oriëntale",  lütgeMTen  door 
OaUand  te  Fkige  in  16W,  i«4)et«id  -door  Sehul- 
knë  «n  Reittt  (4  dh.,  1777-^1799  ,'a-Or»Tenha- 
ge)   ww<tt  DO^  genmdiAeegd. 

K«rb«iv  IS  een  wooiid,  dat  ali  keribmga 
reeda  in  het  ond^ocfdnitBcih  TocnkoDut  en  oor- 
qtnndnlf^  de  beteriünüe  bad  van  hgerpfaalt, 
terw$l  bet  in  de  tweede  betlt  der  Hiddelesawen 
g«i>o<tweD  aaDdl^^  wsu  reiiigei^  een  natdit- 
*<rblgl  konden  rmdeiu  Reede  in  orennideD  t||d 
had  nten  ia  brt  Oosten  de  karavonien^i,  in  Qna- 
kenlsnd  vooral  in  steden,  waar  vele  Treemdelin- 
gen ssmcnkwamtai,  de  fattdokeüt  en  in  bet  Ro- 
awinMbe  Rik  de  eauponae  <A  devertoria.  Oedn- 
rende  de  Middeleenwen  Tond  de  vreemdeling 
veeM  «en  gutvr^  verbluf  rn  de  ridtterbarehten, 
alanwde  in  de  klooaters,  waar  een  afzonderlük 
Tertreki,  kotpUimn  «f  AÓtnlole  geoaamdl,  voor 
hem  geopmd  werd,  tervrgl  voonil  in  de  steden 
herbergen  ontotonden.  I^r  vereenigden  lich  te- 
vens na  bet  votmuKgd  dagwerk  de  mx^n  van 
een  of  ander  gild.  Het  icëht  om  tiAk  een  ker- 
beig  te  bonden  wi 


TM  een  oitbaogiMird  vnoraieii, 
een  gewoonte  Sie  ook  ia  omen  tga  nog  niet  Te^ 
dwenen  i».  DooremDs  wm  talk  een  ortèw^boid 
beKhüdeid  met  lut  beeld  van  een  ot  ander  dier, 
bgv.  ram  een  leeuw,  beer,  ndekar  eni.,  boewei 
men  er  ook  wd  een  sob,  een  ster,  een  Mom,  een 
kKMi%  «enige  visedien  enz.  <yp  afbeeldde.  Naast 
EuUoe  berbèi^n,  die  den  reizieer»  doongBana 
d«chi«  een  armosifig  verU^  aastboden,  veneien 
In  de  tweede  bettt  der  lli^  eenw  in  de  groote 
steden  <fe  bAteis. 

H«rlMTV0r,  FofeniM,  een  Proteatantach  god- 
gdeeide,  den  21st«n  .Aj>nl  1562  te  Fraostadt  in 
l>TootP<den  eebor«m,  v>u  «Idui  ak  ieami  en 
diaeoaia»  weiuaam  en  avedeed  «r  den  ISden  H«i 
1427.  Hq  adireet:  „Die  evangelieche  Berapoetnl- 
le"  in  on»  «eow  b|}  bertisliing  bercb>i^  ,J>ie 
epiettdiaefae  Han^oBtilie",  opnieuw  nitDimeTeD  in 
1859,  „S3  I«iQbeiH>i«figtea,  g«Baaat  Trtnieilrin- 
den",  3D  18M  weMivin  in  net  liolit  verschenen 
en  „97  Predigten  Ober  SimA"  0698).  Bet  ge«B- 
t«djjk  lied  „V&let  wdH  ich  ^  «eben.  dn  «ge,  M- 
Khe  Wdt"  is  door  tusa  v«maidigd. 

Bnrbert,  ock  wel  fler«frertw  en  Bardb^tut 
gensamiV  Usecbcf)  mn  Utreofat,  een  oorhtgnuich- 
tig  keAverst,  die  üch  een  oiriwpeikt  goag  aaa- 
ntatigde  ener  Omungen  en  Dieate.  Toen  lig  •■ 
11S8  een  reis  deed  na&r  Rome  Tei«teikten  de 
QraÜD^M»  de  Si  Wattraigikerk,  ten  einde  nch 
tegen  ign  beersehsppij  te  venetteuL  Wehfan  edt- 
ter  Tetaebeen  bq  inet  «en  lager  voor  de  vesting, 
veroveide  de  stad  en  braebt  bet  ko  ver,  dat  dé 
GTOt)hig«Te  ben  biddigden  en  b^  eede  beloolden, 
dat  ig  de  stad  londer  ign  toestemming  nimmer 
met  QHuen,  poorten  en  torou  zonden  versterken. 
Nanwelqte  Iwf  de  tüeacAHo  dtae  anak  in  onde  ge- 
hmeht,  toen  DM  FI,  grani  vim  fiolftmd,  een  innl 
deed  in  bA  StJdit.  Btrbtrt  echter  trdc  tgn  vgan- 
dbn  <wnii)ldelli|k  te  gnnoet,  venloeg  hen  en  Toer- 
de Olto,  den  MveUwbher  en  t«vene  den  swagts 
vsn  den  graat,  gvvankelök  bmw  Ubeeht.  ffierover 
was  Dirit  VI  >oo  vwloom^  dftt  hq  met  een  aan- 
nenlgke  ovenoMht  Vtieeht  belegerde  en  aA 
gereed  maakte,  de  stad  starmend^tand  in  te  ne- 
men. De  hiwebop  la^,  dat  bet  iwaard  htm  niet 
baten  ion  en  nam  ign  toevliMht  tot  geeetri^ 
wt^tcoe.  In  kerkd^  {deefatgewaMi  gi^nM,  roet 
den  berdemetaf  in  de  cene  band  en  bet  boA, 
waamit  hg  het  bMnTouüa  ion  voorleiui,  in<Ken 
de  graal  hst  bekg  niet  wilde  opbr^en,  in  de  m- 
deie,  trok  bS,  gevolgd  door  een  aanoienlgken 
stoet  geestelqken,  ait  de  poort  naar  de  vgaiMie- 
l^ke  legwplaats.  Bg  lipi  loomst  verloor  Dtrit  den 
moed.  Hg  ontblootte  bet  boold,  boog  de  knieën 
en  smeekte  veigitfenia  van  den  kerkvorst.  Deae 
schonk  bem  den  kns  des  vredes  en  sloot  met  ban 
een  dnnnaam  verbond  van  vriendschap.  Herbert 
overleed  in  1150. 

Herbert.  Sdward,  buon  Herbert  ot  Chêrbu- 
ry,  een  Engeladi  deTst,  den  3den  Maart  1581  mi 


te  Oriovd  en  bezo^  daenta  1 
1609  vertrok  hg  met  Bneelsefae  bnlptraepen  neer 
de  Nederlanden,  waer  bf  siefa  in  den  oorfce  on- 
derscbeidde,  en  in  1616  als  gezant  naar  I^rge. 
Iteer  hg  putg  kooa  voor  de  Protestanten 
m  hMffdoor  ergernis  g^,  wierd  bg  tem^gerocpeo^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Mod  bem  irakaom  nioa  Pu^.  In  1625  Mg»f 
hg  üdi  BMÈX  ign  gotitna,  «Mtr  lig  wn  aoriite- 
loo*  lenn  kMde.  fig  het  mtturtea  dar  oofattcn 
ondei  Kartl  I  koM  hj)  ds  ^ix  tu  b«t  Pwle- 
nmtt.  ra  (wwlaad  den  ÜOctan  AognstiB  1648.  In 
1^  geMduilten:  JDe  verilate  firobt  dMnHvitni 
ft  nvektkoe,  »  t«ri«iaüti,  a  pókabili  at  «  talao' 
(1424),  ,4^  «MiM  «Tonun  oiw  «om  IntetaUi  de 
nel^pone  kfd  «t  «nienlHe  *d  aaeevdotee' 
,4)e  feticMne  geuUliDin  eironMoque  «pad 
eMnii"  OM£)t  tnMbtte  liü  aan  te  toonen,  dat 
mo  bg  bet  aaBnemen  mm,  «en  atelsel  Tsa  natoor- 
UjAiui  goalMKenat  deo  geoponbaarden,  aboo  bert 
(^irivtaikia  leer  goed  uq  mieeen.  Hg  nam  ryf 
hoof^waArheden  aan:  ■)  bet  beataan  mn  een  o^ 
h)  de  (itidit  <Ut  te  nraenn,  e)  tot  die 


,    deo^  t 

bei4  d)  het  naWfn  t«d  die  nePMno^  beott  be- 
no»  tói  gw(te-,  e)  nib  Oods  goedheid  en  neoht- 
naidigt»^  <Ki%t  bdoonn^  «d  >tnd  in  di-t  leven 
en  biünainMÜB.  Na  agm  dood  Terecbenen  vn 
hem:  ,JJi«  and  leign  of  Henir?  VIII",  „Poema" 
en  ,Jf«»oita". 

Berbert,  JoAm  Bogen,  een  ibgirisrih  edtil- 
d«ar,  den  2S«t«D  Juimu  lélO  te  MaJdon  in  bet 


lomo'a  «wfte  iecfat",  „Set  bezoek  der  Evnintfiii 
Tan  S«ba",  ,J)e  tempelbonw",  „Veroonkriioff  d^ 
Tattwhfi  piopheten",  ,4)aDiAl  in  den  leenwenikoïl" 
eu.  Sedert  1S46  wu  bg  Ud  dei  Eeiüaklgke  Aca- 
demie.  Hg  orerfeed  den   I7dea  Maait   1690   t« 

BerlMrt  «f  Lm.  Sidntji.  krd,  ««n  Eogelteh 
■taatamaD,  loon  mn  den  ^Men  graat  «on  Pem- 
brok*  uit  dicnf  tmeede  hDwelijk  met  gnvin  Wo- 
nnmu,  den  lOden  SepUmber  1610  te  Rkhmand 
geboren,  werd  reeds  in  I6S2  door  Sootfa-Wüt^- 
m,  afgevaardigd  naat  het  Pai<I«neiit,  wimt  hg 
tiéh  bg  <de  tories  Toegde,  destöda  ondor  de  letding 
nn  loid  Peel.  Fg  w«rd  ia  1841  in  het  door  Peel 
gnoimde  katihiBt  tot  MCFetariB  der  Admira^it 
en  in  184S  lot  aecietaiN  van  Ooriog  «n  Hd  — 
het  mioiaiterie  bNMcmd.  In  dien  tj^  o"*^ 
hg  een  gelgke  vwudutog  ato  Peel  lell.  E 
een  Towetaöder  ds  IwectwRDMide  lecbten^  giBS 
hjj  ia  1846  met  xga  leidei  en  bet  me^endeM 
igner  ambtgMiooten  over  iot  de  loontaoden  lao 

bet  Tighandekteltd.   Toen  in  Deeembei   

krd  Aberdee*  de  tetuda  Tan  faet  bewiod  il 

deo  OUD,  «rerd  HerSert  ««denxn  eecretwie  na 
Oitiog  en  moeet  als  xoodaatg  aUee  in  atmeed- 
beid  otengen  votn  den  stiüd  tsen  iRnshuM.  Aiu 
.  de  mniwpoedeD  van  het  pneelscfae  kg«i  in  de 
Erkn  hul  hn  ecfater  geen  eomU,  daar  het  be- 
■tauT  der  oorlogeukeD  aan  den  hertog  van  Neut- 
eatUe  wae  toerertiouwd.  Nkittemiii  nel  het  mi- 
nisterie Aberdeen;  Herbert  legde  de  betr^ing 
Tsn  secretarie  tm)  E<doni6n,  welke  hf)  in  het 
kabinet  PalmeritoK  «amnaiid  bad,  weUÏa  neder, 
omdat  hg  de  bcftoemdog  ««oer  eommisüe  T«n  od>- 
derzoek  tiaeir  den  toestand  ran  tiet  leger  %k  «en 
Totum  Tin  wantrouwen  bmdwHiwde.  CMnrende 
4  jaren  leidde  hg  een  smbteiooa  ierea,  dodi  werd 
iD  Jmd  1869  weder  secretarw  van  Oorlog  onder 


PoJmerstoN.  Bjj  orerifled  op  afi  knated  WiJten 
An  2d«Q  AaRtHtOi  1861.  Te  SaGsborj  m  den 
2Men  Joni  1863,  te  Londen  in  1867  csn  ataod- 


■erterta  of  Beiert,  Herman,  een  Meder- 
landedi  eodgtleecde,  in  Jnni  1540  t«  Qrol  gebo- 
mi,  w«Bcl  Inssehen  1560  <b  15Ö4  ab  cownntoad 
in  een  klMMte*  opgenHBen,  maakte  «idi  bekend 
meit  de  gesehnftut  der  HetnrocnMi»  en  <Teriiet  het 
u  1666^  OU  ia  IMS  al*  pMtoor  te  Wintaivwgk 
in  den  geest  der  Henoimen  verinaun  te  ij^. 
Alva^ê  kotnat  deed  hém  de  wgk  iMnMa^  waarna 
bij  ewet  tq  de  flemxmde  raaeente  te  Neder- 
Wead  en  ij>  mi  hfi  dEe  te  DaTtbveht  bet  lea- 
aarsambt  waaraam.  EKnala^JoorMAerl  en  Coot- 
haei  ^oeatonde  h^  mime  be^cippeii  omlnot  de 
nittiaid  Tan  onderaoek  en  het  geng  der  oiTCriteid 
in  knMqke  laken,  lOwM  hq  ut  ooeoDigtudd  ge- 
nukte  met  ign  CetrioiBtatR  KnbtgemotHi.  Da 
regeenDe  ica*d  boa  in  ïüSQ  ign  «ntslag,  dotb 
ininiddeb  wm  h^  reeds  naar  Oöoda  TertraUan. 
De  «aak  kwam  toot  de  Sjnode,  maar  de  eemeeD- 
te  mi  Oooda  wilde  baM  leenar  niM  dÜTlieei 
latni  fvrti^ken.  Nn  mmd  k»  1501  te  '«'Gs'Kfen- 
hage  lot  iqn  eMominiaieatte  wegens  oareeblain- 
nigbeid  bedoten.  De  Stoten  fieteit  bet  editw  ioo 
Ter  oiat  konen.  JolummM  üuteitbogaerl  en  Fnm- 
eiseiu  «on  Lmubtrge»  traden  «ib  bemadddaati 
oiv  en  den  2aetieii  AwDstae  1596  iiMd  eeoit^s- 
oeemde  in  de  gvoote  «ett  te  Qouda  «en  Tenoe- 
niagdnnreda,  iwanmi  de  elfjarige  abF^d  «en  eÏD- 
de  nam.  Berberte  koa  on  sn  moe  ijjn  pseifikiiig 
voortietten  en  overleed  den  23stenFebmaTi  160T. 
Van  lyn  g«ecbdften  ooeroen  wg  „Corte  T«reh- 
piflge  over  de  woorden  Panli,  neidireTen  tottoi 
Romermi,  aap.  2  Tere  88  ens.^  (1284).  Wddca 
TerM^een  imd  «en  oobebeode  hand  Ufm  Ber- 
beril     „Kort   ende    waivaehtjgh    Terinét"    — 


„Eent 


Heiliert»"   (1592). 
«oDte   ende  giond^tn 


aeberden  ob 
de  Oriat.  K 


'«i'cla'ioglie  ^ 
deó  AntkfariM",  „Bekentiusse  dee  gtiel«rfa  t«d 
Teracfaejrden  act.  der  Omot.  teete  1591",  „Waer- 
aehtige  beschrvringbe"  eni.  „Waemerene  gfae- 
Toeebt  «  BenufiDi  Mitwoorde"  <I-5S2),  „NtM- 
dM  Tvrickrii^he*',  ./Bekentnisse  tm  de  reeht- 
wencEgbinBkende  gben«le  Jeao  Cbiieti"  (1592), 
„Eeoe  eorte  molarinee  orer  <Ee  wonrdai  das 
•fnalek  FmU,  beeehmren  S  Theas.  il  Ten  8 
.",  „Van  de  eeuwige  fnedeatimtie.  Antwoorda 
Heitmtt",  „AutiMNMt  H.  &rberlB  op  ver- 
objeetW'  en  „<]<»te  onderwridiigfae  (o 
.  leÜgie''  (1607). 
Herberb,  Tteodonu  ffemunu*.,  een  aooo  na 
den  TOorgMndtt,  stndeetde  te  Ijéiden,  werd  ia 
""7  sla  derde  predikant  te  Oouda  herocfien  en 
)de  het  TOetepMi  tui  ign  T»der.  Het  qn 
'tgeoDolen  sdwarde  bn  «d  aan  de  «Öde  der 
R«noiwtn]tt«a  en  decUe  m-<161d  in  fann  lot.  H^ 
:de  de  hsoddiogeQ  dsr  Dordtsche  Sraods 
Acte  TMi  Stiktand  >Im  ODderteekenen.  Latsf 
eishter  ie  t^i  lot  bet  ondevteekenni  Taa  desa 
laatste  ormmaao.  Hen  Tennoedt  dat  iiq  i*  1647 
nog  leetde.  Bg  adirerf:  „Cort  ende  daer  benrys 
ok  de  bejUffe  adtriftavT"  enz.  (1616).  een  bo«, 
waaTTsn  m  1647  een  derde  «taui  Teredieen,  ttr- 
wijl  bet  o(A  io  bet  Fraoed)  vertaald  wierd.  Daat- 
op  TenAeen   een  „Te^woberfobt"  vwi  Jaeohuë 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HJERBBRIS-hHBRiCKÏIR. 


üevwM,  toen  pnedikcnt  te  DotMtei,  en  hknp 
een  sdu^wn  vaa  ifcrfterf*,  «etiteU  „Ohrist»- 
lyek»  MTdeifigmgh  em."  (161?). 

HerlwrtaliOlMi  <te  kIwI  mm  den  gwrrM- 
iteui  <mi  I>nitidi-Ninnr-Oiidiie&,  ligt  hd  de 
BkwÉiflbM»  op  Nieuw-PommeRn,  ww)  ü  1890 
ontdekt  «n  nert  kakoBnotaa,  kKtoen  en  kwak 
1,  «en  iFiMwafa  A 


Htrbatta,  Jitlet  Qabrkl,  i 


n  dif^ 


a  1860  im  StHtsdienst  en 
pMTtenHut  nu  BattcDiondseèe  Zaken  gsokatet. 
E^  vertn*  in  lë67  als  >noe-eajiBiü  nui  Nuefe, 
kmm  in  1869  un  het  bwrfd  irtut  bet  eoanikMt 
te  Stettto^  ««nd  ia  IfMrt  1»T1  wsetaria  tg  ;«■ 
Jm  fmre  <n  nim  i^  «mdeiug  ded  i»a  de  rre- 
deBo«leiliaiidelH«en  met  D^Bdüud.  Dmim 
WM  liq  weder  «erkiMm  J>q  hiet  mÜMBton^  wad 
in  1876  tm  «ege  Fnnbnjk  «fgmuidi^  aa«r  de 
DasaaeonxniBwe,  in  1S78  oew  faet  Cooeres  'nn 
Balipi,  keerde  io  1878  teni^  nuc  het  mMHsteBie 
eo  «wd  er  io  1860  tot  lEnMtaor  beMMnd.  Toen 
fVsyewiet,  Kieu  M>ioetoclief  liij  hm,  in  1888 
i^  eoüag  oom,  verikit  ook  Herbette  den-  Hwrtn- 
dMoet  meAT  haiMm  'm  1985  met  fretfemet  iQn 
voonnali^  phata.  Toen  in  1886  de  awmtipeet 
te  Beilqn  faeeerde,  werd  hg  aan  Herbette  opge- 
ifawen,  iKlk  HiM  ba  tot  1896  btUeeiUc^  vmo. 
ut  Itg  tot  bet  MDA>telooa  lawn  teni^eetde.  Hg 
beelt  to  Boign  door  ign  mraoenende  en  iwliril- 
leode  wedtWAnlKid  de  goade  nak  Tan  den  viede 
berordenl  en  oreilead  den  ITden  DooBoJber  1901 
te  Pkrn.  Hg  M^tfMt:  ,Jjee  mndMaoe  do  toa- 
id  en  AJhm^ne"  (1890). 

B«rblTOrfln  (M^  —  pkotenetend)  noemt 
mm,  io  teaeniteNine  toet  de  earnivoreii  [lie  al- 
diu),  die  aimm,  wAe  bon  inedM  gehael  ot  bg 
Tooduor  mt  liet  plaotenrök  Uewn. 

Hcrbort  Ton  TrltSlar,  een  MidM-Hoog- 
dnilMh  diditer,  «ennoedelqk  ut  d«  geeetelii^en 
«taad  bebm>I«nd^  w^eerde  a*nr  hot  Hof  van 
landgiMl  flemtaMn  mm  TAdniiaM,  op  wiana 
«eraMt  bq  iit  den  ■■iwwng  der  lede  «eenw  hst 
,Jiat  'M»  Tinèe",  een  berijmd  -reriiaat  -mi  4«i 
Ttojwulien  Ckckw,  vervaafdigde.  Bet  ie  n- 
adwerei)  in  doi  Hedor-HeaBiBclien  tongral,  wotnt 
dt  tud  bet  midden  faoodt  tandieD  Boov  •  «n 
decdnitBcb.  Zg  ii  nLat  zoo  imiar  ik  ■me  ij 
dMhlerllike   t«<i^eDootak; 


HwlMt,  /oAoN  iVtadriBh  ITtttelm,  een 
Düteeh  in>eetenknIldie^  Jm  1748  te  Petenhaae]] 
in  hat  Toratendom  Umden  gebocen,  maakte  üci 
Tooial  tekend  door  aön  beeehivring  fan  gded* 
"  "  '     "  eiken  bcb 


„Venocb  eiMf  NatmneMiiiehte  der  Eiabbcu  «od 
Krebn"  07S2— 180^  3  Al),  „GSokétug  na 
Eomtiü  ider  Wbmv"  (178?— '1^88,  2  db.), 
„Natnnritoro  der  vogeltagdteD  Ina^t»"  (1797 
—1800,  4  dhi.)  en  ^jNatarfratffn  aller  b^ann- 
tm  io-  itnd  aiMUn&duB  Ina^tei^  (1785— 180ft 
31  dn.).  Hij  orerleed  te  Bwlön  den  Sden  No- 


iiét  t«  Lemb«rg,  hi  1858  TviiFDk 
^  ate  «odaiug  naar  Praag,  iwerd  et  kn  '1659  tot 
reetor  gcfcown  en  in  1861  ajgevaanfied  naar  den 
BebecröduD  l^nAt^  en  dbor  deoen  naar  den 
Rijksdag.  Sks  beboonde  bq  tot  de  Dnitedte  eoo- 
■titationede  V*"^-  ^  ^""^  '^'^  **>°  '^  beiMd- 
dagingen  mer  aSe  iMaogrl^  aaneeLegenheden, 
waa  &  nn  ■rcle  eomméBrifen  en  werd  diMT  oo- 


cer  benoemd.  In  1807  «aunaidde  bij  <dto  porte- 
leodBe  «nn  Justitie  in  bet  ariniaterie-iltieriperA 
I  faoedudc  bq  Tde  faenronnniffon  tot  etand 
adit,  BMab  de  opb«lfk|;  der  g^eüng,  ioatd- 
lÉDg  Tan  een  jmr  ranr  perodeniöei^  kerketjjke 
w«t«at  «na.  In  1670  tr«(t  bg  af,  o'       '      " 

betiwold<fcr<n|meitieenliestFee(i    

Poloeki  en  HoAeiwart.  ia  1376  en  1879  weild  bq 
de  leAfer  dw  «f^ontie  tegen  de  Ooatencbe  poli- 
tiek nu  JwtfoMif  Mk  eMde  tok»,  da*  men  de 
lï<iden  TOOT  het  besetten  nn  Bosnii  «on  wdge- 
nn.  Toen  aft  vocntel  vefmipeii  irei4  leM 
Mi  den  aStten  Fébmari  1879  iga  mandaat' ak  lid 
d^  Delcoalm  nedtr.  H^  ««erleéd  den  25alBD  Jn- 
ni  1898  ie  Weenen.  Van  aöi  veikw  noonen  nü: 
,3aiK)bndi  des  Sstaneidusctien  SbrafreeUs"  P3 
dfai..  7)de  ^«A  1 "        ■ 


u.  Hg  ore 
r  1807,  als 


HerlMt,  Eduard,  «en  OoatenrgkecSi  lecfatege- 
leerde  en  rtwrtenuw,  nien  Sden  Deeembar  1820  te 
Weenen  ffeboren,  stndeeide  aJdaar  in  de  rediten, 
begaf  BOi  na  ign  pnxnotie  in  Btaatotfienat  en 
werd  in  1S47  gewoon  boogleenaT  ui  de  mditien 


(8da  Ank  1       .  .. 

tnng  in  das   MenrnehisdR  fitnCpKueeaiecht" 

(ade  dnA  1879). 

Herbat,  W^etm  wm,  «en  Doötech  letter-  en 
wnoeAnnage,  den  flsben  Noronber  1825  (e 
Webdaz  geborétt,  «tadeerde  te  Bom  en  te  Barlijn 
ia  de  lette(«n  en  gesehèedaHB  en  ww  leeraw  of 
raetoT  md  sdioleB  «)  gimnaaia  te  KenloL  i>reB- 
den,  Bidelelc^  Uaagdenbmg  en  ScSii^>forta, 
w«ama  bq  in  1876  wèmgepeuioiHioeid  em  Hal- 
te lot  woonptaete  kooe.  Imer  went  bjj  nog  w«der 
beaotfnd  4iot  faoogteeraei  in  de  paeoiaogiek  en 
oTMleed  aldaat  den  Sleten  DeeenAier  1882.  Van 
iQtt  ge«cfanften  noemaii  wq:  J)te  kbuahobe  AI- 
tertimi  in  der  Oegeimwt"  (1S52),  „Sar  Ge- 
scliiehte  dei  MMwirtigen  Politik  SpKrtaa  im  Zeit. 
attw  des  Prieponneriedhea  Eri«ffe^  (1858),  „Uat- 
Uas  OÊaaiw,  der  WandsbeAei  Bote"  (^  dnk 
1878X  .^BtorktOta  Sibboeh"  (S  dln.,  meama. 
len  geding),  ^JüUbbodi  ffir  die  dentecbe  Litara- 
tnigesctridri»"  (7de  *nk  1897),  „Hiatorisdis 
QadlerinCfa  tnr  alten  Qesdudite"  (1868-^1875, 
&  etakkeD),  J/ar  Fiwe  Ober  den  Oesrfóifttam- 
tonidit  aof  bObenn  SdnOen"  (1869),  „Thnkj^di- 
des  Mil  der  Seinde"  (1869),  „E.  G.  Heibad" 
(18S9),  „MiHm  Heiniich  Voei»  (2  dh.,  1872— 
1876)  en  „Qoelfae  «o  Wetdai"  (1881).  In  1878 
stidttte  bg  hot  „Deatodie  litetatarlMt"  en  be- 
gon de  niteave  i«o  de  „Eteydraftdie  dn  nmem 
Oescfa](W^(Ji  dln.,  1882—1890). 

Hsrohar,  KwMf,  een  Dnited)  beHeiiist,  den 
Uden  Jannari  ISSl  to  Rndoietadt  gtdnren,  «ta- 
,  deerde  te  Leipng  eo  te  BaiQit  ^n  wea<d  in  1847 
ptoiomot  aam  bet  gruaieémn  in  qjn  geboorte- 
idaate,  im  1861  aao  bet  Joadumlbaiedie  gT™»- 
ainm  te  BkIqd  en  lid  dei  Aead«mie  aldaar.  Hg 
WM  «enigen  tqd  DMderedaatenf  vem  bet  letter- 
knnd^  Ijfdsebrift  ,^eTmee"  en  orerked  den 
26Blien  Haart  1878.  Eq  lererde:  „Soiptoiea  ero- 
laei  gned"  (2  dh.,  1858--1859),  „Aaloaw  Tariae 
(1670),  .^pietologMphi  graeoi"  (1873), 


DigilizedbyGoOglC 


2E0 

..Afwlkxkm  biblk.U>e<n"  (1874),  „Fhitwofai  Aiii- 
tidM  et  Ceto  Hajot"  {IS70].  „AencM  commenta- 
riw  PoUweetieiK:"  (1870),  «a  „FluUidü  Kon- 
Sa"  (1S12).  Ook  atiawt  hij:  „Uebei  die  Bat» 
riseha  Ebene  bei  TVraia"  {1876). 

Haroorunls,  Uenwfco'  rerstMit  nun  de 
eigeDMTdige  iociebtiiig  fkn  KiiiMiii^  Uoemen, 
■  iiwiij]  de  xlDiertai'TiDg  mtuDdnd  vonU  door 
'    "  wddiwlen  en  «tun- 

k:  de  Esdi,  1x4  dric- 


pet».   

klearig  TkKdtje 

Haronluio  d*  Oarvalho  •  Aninjo,  Aka- 
mdn,  een  PonUKMdi  dMttei  «n  genfaieaMiirü- 
TCT,  ^D  2MeB  fiawt  1810  t«  Ueuben  gelwKii. 
onMoff  q^  a|ilei£iig  t«  Phïp.  *ur  Iiq  aidi 
befcent  ma^tie  mat  de  httietfande  der  beMtunt- 
de  nften  nut  Euoml  N»  avn  tanwkeer  voegde 
11$  lieb  bq  de  libenle  f>rtq  en  nuakte  duid  bIs 
nmfairwfcer  un  ensMatmmle  dagblwten 
al*  ledMteoT  tu  het  blad  „PaDOTinu".  In  dit 
jmtirtr  Tonden  ajjo  dkfateritjke  bvdba^en  frao- 
ten  bi>ni,  «mmM  Jkq  berioot  zidi  hd  de  ttkbt- 
koDst  te  wüden.  lo  een  nitiRebceid  gedkbt  ,,A 
•m  do  BrotOKtA"  (1636  en  btv)  MAiUdevde  tq 
met  dMceie  Uenxan  in  dioomen  en  TiAtCMiBii  de 
toekonwt  TUt  zÖo  ntderluvl.  DiMop  volple  ,,A 
berpn  do  cmnte  (1868  en  later),  neneenB  een 
wtM^kwBidig-godwfanBtig  Mfiebt.  Beide  etailAen 
m  iqo  ,4>oeeiu^'  (1860) 


B  nanatifM"   ,      -    , 

Mgen  Dit  de  geKAMdems  iran  Portógm).  V 
mI  hji  >Ün  ,|Bi«c«i»  ^  Fi>rt>««r'  (1845 
n  öet  lim,  nhmeda  een  uder  beluigT^  werk 
,4>k  «igeai  e  eatiUecimento  di  inqneeiflo  «ni 
PMtii^  (2  dfau,  1854—1855).  Reeda  'm  1841 
«M  hq  tot  lid  de>  Cortei  beiiroetDd  en  kAer  werd 
1)9  biÜfoUieearie  dea  kcnkma.  Bq  oTerieedt  den 
4iden  Septamber  1877. 

BeronlMMnni  of  HereuUMMm,  eennwial  na 
Nifwle  en  Ca^ca  de  voMnaMaMe  aUd  nu  Cam- 
paniB,  .wad  at  de  nobqbeid  der  koat  door  de  O» 
oen  gvetidit,  dodi  wei  grootondMit  bewoond 
doM  Grieken,  dae  nM  Bmeden-ItaUe  daMheen 
waren  geitrokkeii.  RcMb  in  88  na  Ghr.  wend  de 
■t*d  docr  een  audbffriag  gedeeHdgk  Tenroeat, 
do4A  JD  79  na  Chr^  ondM  de  RKeeiing  tui  ¥i- 
ttu,  bq  een  oittanting  fan  den  VemTine,  net  At 
~  '  "  '  D  «Uden  Pompeji  en  SMiiae  ter  diefi- 
""  m.  cnAvc  oen  aeohreg«]|  badohen, 


deeUe  nui  Eeeina  vcrreaen.  ÜTei  de  «pdeMng 
eMmr  lie  eader  Pompeji. 

Beronl«a  t*  de  naam  Toa  een  nitgebratd  eter- 
renbei^  fan  bet  Noordc^  haUnmd  met  Mn 
oter  van  de  tweede  grooHe.  Het  benal  een  reeks 
fcelangqjke  dnbbekterren.  AlioDdeiIjjk  te  Ter- 
miUeD  qn  o  HeieuliA,  waamn  de  boofdM«r 
intetisiet  geel  en  terena  Tenwdeilnk  en  de  be- 
geleider inbenaief  bkirw  ie;  en  t  HerenUe,  wMu- 
<r«n  de  ondoopatqd  S6^  jear  bedia^  Boiren- 
diea  berat  bet  aterrenbeetd  veradullende  Toran- 
derlqke  eterren,  waarrao  a  Het«nli>  in  SOI  dagen 
lÖn  beUerheid  Tan  de  Scbe  tol  de  13de  groodte 
Teraodert.  Verier  bwiftdten  neh  'm  Herootetook 
ondenctieideD  beUere  nerelnkkken  en  aterren- 
bot^n:  bet  meeci  hektoA  ia  de  pradilige,  tna- 


HeronlM.  !^e  Heradea. 

BerOHloB,  Zuifen  van,  ooeaDde  inen  ia  de 
Ovdbeid  de  beide  Tooigelieigten  aui  de  Slraat 
na  OibraltaT,  Ga^  ea  JUd»,  tbans  Gibrritar 
Ceota.  Hen  beadnuwde  w  els  de  ^renaen  der 
weiri<i  en  meende,  dU  ae  door  Henulet  Mam 
waien  gtotaatst 

Op  ooo»  Spaan Bche  munten  wooden  deae  ber- 
gen Toorrestdd  door  aailen,  als  sTinbool,  da't  bet 
maditi^ied  vaat  dan  hamtber,  door  wiendtoe 
nmnten  gaaiagen  wM«n,  aidi  tot  de  nilente  wee- 
lelgke  gienara  oaMrekln. 

H«roTtd*oh  Wond,  in  het  latq»  Herey- 
nia  Süm,  ia  bet  Oriekxu  Arkgnia  of  Oriamia, 
ia  de  naam  viai  l>et  boaohiöke  gebergte  nolGd- 
del-DoilMUtuMl,  dat  lidi  «trtrekte  Tan  den  V^ 
tot  aam  de  KarpaÉen,  t«nnp  hg  de  oode  adinj- 
T«ri  ook  dealen  Tas  dat  wDad  «ndw  dioi  naam 
worden  TtmeU.  R«eda  au  ArütoMt»  waa  bet 
HeT^rniadi  wood  bekend;  Tolgeoa  hem  nam  het 
een  aannaog  bQ  den  Ister  9)mHi).  CoÊaar  geelt 
aan  dart  wood  een  breedte  .ran  9  en  een  logte 
Tan  60  dafpwzen  en  rekent  daartoe  de  gebeae 
Iteigstreek  ten  noorden  van  dlea  Dtiua,  terw^ 
lün  tqdg<enoot«n  allerlei  wtmderljike  Teibalei 
(mitrenit  dat  wond  mededeefen.  Strabo  kon  lidi 
niet  geheel  «n  al  Tan  de  beóAtes  tas  Caeaar 
loemaken  en  gal  aait  dat  tnacih  de  flaata  Tan  itet 
hadendaagadie  BefaMnerwon^  £elgk  oei  Ketie- 
;ii*  PvfenwJiM.  TolKeM  tlonu,  Taeitw  ea  PU- 
tmu  is  bet  HMcjnwdi  wtmd  éte  met  bet  IIki- 
riigenrood.  Naar  «lang  echter  de  aaidrökebin. 
di^Ht  de  aeaMdbeid  Tan  Daiteehiand  naawkea- 
riger  keraen  kennen,  loothit  elk  gedeelte  q^a 
eigenaardigen  saam  «otring^  begon  da  algenee- 
ne  naam  meei  «n  meer  «e  Terdw^n,  aoodat 
Ptoleawwtw  daarmede  enkel  den  beigirag  aao- 
dnidt,  dóe  de  Sadaten  met  de  Karpaten  mtiBift 
De  aandrökakmdigen  kennen  <Uen  naam  toe  aaa 
de  taagereeka  bergketena,  toggroepen  en  boog- 
bakten,   welke  «en   beagióom  Tormen,   die  aidi 


laua  de  ooordooatelgke  lM«Tldot«  nHatrekt^  al- 
aoo  liet  Weaergebergt^  den  Han 
Sikaadie  bergt 


te  iWinaMke 
»  «ao  da  un- 


atti,  bet  B«aaeng«l)einïe  en  faat  booglaod  tbb 
Qkti. 
HeroHV.   ftma,  een   HoogMrwh  iSdtln, 
~-      a  Sqitamber  1883  te  Wencfaela  gebo- 
eide te  Bd--" '  ■-   ' ■■'--    -""^ 

wgdde  wil  weUia  ai 

.luui         '"  ütt  T«it oen  noi|gaa(Befien  imsa- 
„      .  Taa  bet  PetUi-  en  Eiafdndy-Oe- 

DOOtaebiA  en  ran  de  Honnaiaebe  Acadnue  Tan 
W«teneoban>en.  Sedert  18M  rsd^eert  hij  bet 
letterkimdig  w«ekUad  „Uj  iiffik"  (Nïmwe  T^~ 
den).  Van  itfn  weiken  nuMoten  wij:  „Boren  en 
bmeden"  (1B90),  „MntemoT"  (1602),  Jh.  doeh- 
DW  van  OTnrkoTJca"  (189S),  „8n- 
(1885).  „De  ionen  van  menrovar 
Tan  GrarkoTies"  (1895),  ,3et  hnwelök  van  Saa- 
bobs"  (1896),  „Een  meiejeairrn"  (1889),  „Grnr- 
km  en  Laador^  (1899).  „Ondar  TreenKleD"  (1900), 
„Arianoa"  (1900).  „Heidann"  (1902),  „Andor 
en  AnA«aa"  (1903).  Zfjm  beet*  tooneetwerken 
i^:    „De  doiditar  tbd  de  nabob"   (1893),   ,4>e 


DigilizedbyGoOglC 


(bie  IntowieQ"  (18M),  .B>^  Bak  Boatbj' 
(1896),  ,4)e  OMBbB  atonn^  (1Ö9»),  ^rigwiar 
Oofckj"  (1901>,  ,vSvroaki«  tw  het  Pkttenmeet" 
(1902),  Jk  eOM  iu>a&  waaoht  <fc  Andere"  (1903), 
,fijiaatiaia"  (1904)  eo  „Op  de  rieogeleii  thq  den 
Kind"  (1905). 

Harder,  Johau*  QoUhied  von  «en  Daitecb 
•dLiJlTer,  den  26Bteu  Ant^aMDt  1744  te  Mcbrun- 
0»  la  Ooot-PnaaeD  geboten,  besoobt  de  I^itÜD- 
adie  sebool  Tan  Bja  ^dboonbe^hiite,  waai  'de  rec- 
bem  (Mk  oadêrwga  g»!  m  het  Otidteeh 


L  Id  1760  kwMn  hjj  bq  den  dneoooe 
Treieiko  «h  ictvvrer  in  dienat  en  maaU*  géxmk 
Tu  de  aldur  Mnweiige  boekery.  In  1762  d«ed 
Mn  SoMiaeh  officier  tmi  gnoudlMiul,  die  te 
IfiAtmiigen  mgiAimluiid  ma  gmreeet,  bat  mo- 
bodfaemmeck  te  nemumurSt.PeteTsbiuigilMai 
ei  nklenrö*  ^  fiw^o  w  ^  geneedBiuide  en  hem 
terem  tui  een  tnoBfiatfi  te  «neiei^  indien 
fierder  een  |BDeeAii«li^  MitumaeKu^  iwn  bem 
in  bet  1^4^  wiUe  Tentalen.  Herder  nam  bet 
Ê^a,  doeh  Tid  Iqj  de  eerate  ontleeAumdi^  les 
leedi  Omiw,  uodat  hq  <k  geneedmade  uoeat  b- 
ten  Tarea,  Zqd  bednt,  «m  lieh  nu  hjj  de  go^^ 
leeidbeid  te  l^ulen,  werd  ventertt  dqpr  tgn 
begUMtwera,  A  lieni  een  betHUaa^  aan  het 
Fneikikiiwole^iMii  beoorgden,  wiwiiu^  hii  tyd 
^«m>ig  nx>r  eigen  atii&e  cneibidd.  Hjj  kwMn 
B  keooü  met  Ëont,  dae  hem  itoegwtg  T«nadutite 
tot  al  lija  lesaen.  Intnaaclxii  g0voeï<k  hjj  ïioh 
niet  aangetroUcien  door  de  rtnmge  wüag«eri^ 
aefaoot,  mau  oeteode  liiïh  nt  de  godgefewdbeKl 
met  die  yeAewn  gefDelein,  wefte  tteta  hier  in 
ataat  iteUen,  «en  herfoiming  «p  idMi  getéed 
Toort  te  bróigeit  Met  heUigen  prer  beiield, 
fecMbttc  ba  geatMdig  ijjii  ïeDoia  art  *"  ' — '•*-- 
en  irerd  niet  moede  konet  en  ffolav, 
lenaehay,  lettcrkonde  en  gwiliiedëo 
etndeeien.  In  bet  luüaai  Tan  1794 
ab  eelliiwintoi  aan  de  Domaebool   i  „  , 

met  weliw  betrettioff  b^  iater  die  na  pt^ 
-dkaot  TCTSNiigih.  In  T76T  ontriqg  hij  een  beroqi 
•ia  iu^eetBni  dei  St.  P«tiii«iuol  naai-  Pfltars- 
Ixue;  aiet  aileco  wees  bg  bet  -na  de  imti,  maar 
bg  legde  odt  ia  1766  al  mja  betreükbgen  te  Ri- 
ff* nader,  om  een  «oote  rtia  te  owkuMmeo. 
Reedi  beyood  bq  mi  t»  Pan^  toen  iaj  benoemd 
weid  tot  ondterwipgr  en  godidienatleenika  jin 
den  pcin»  «om  floItleii>-£u(M.  Hij  begaf  vdi  dien. 
tengero^  naar  Eutinenreiadeeeaigtt  mnnmntm 
daanw  met  den  print  nMr  StnaitBbaig,  wmt  hQ 
evenwel  roor  de  benoomng  bedankte  en  wemii 
ijjn  ood»  ooglnraal  era  taaa  jaar  bleet.  HH  2oot 
w  nwDds«lup  met  Ooef  Ae  en  Ueel  dSe  belnk- 
Ung  ondetbooden.  Toen  reedi  had  bqj  TCradül- 
Uode  geeAaiften  iit  het  Itcbt  gtgeven,  waarin 
bq  QMt  jeagdige  yenneiielind  ah  rerdediger  der 
geTodena  nu  Lening  en  Windtdtnmtn  en  ida 
Metrijder  der  Totwoordaelen  en  dwafingen  Tan 
^n  qjd  WM  opgetreden.  Z^n  „Frasmente  Ober 
doe  nenere  dentadie  Literaiiir"  (1767)  en  xgn 
„Krkietite  WaUer"  (1769)  beaM^dea  bem  groo- 
tnn  roon,  itmwöi  bq  op  iwt  gehaed  ifer  godge- 
leerdbeid  nieto  van  belang  lisTorde.  NiaËbemio 
ontring  hg  te  Streadidnuig  een  besvep  ala  Hof- 

E'ediker,  aDpeiintendent  en  «cossisloxMÜrat"  naar 
QofaeboTg,  waazbeen  h|j  in  1771  rertroit.  Hi«r 


godmleeide,  loodai  hjj  in  il77S  ale  ptofeeeoi  Jm 
oe  tbeokeie  oow  OODtiiigen  heioepen  ward  Hg 
attneUe  etfater  met  de  aanaonüng,  omdat  de  ko- 
ning ign  benoemjng  niet  «noarwaefidelük  goed- 
gdword  bad  en  men  het  houden  van  een  oolio- 
quimn  (eameiM^rMdc  tot  ondmBoek)  vam  hem 
rerhogde.  Toen  hg  niettemia  lop  bot  pmt  iraa 
het  hoa^eeiMuUBDht  te  aaoiTaarden,  oalrrang  hg 
«en  benoep  aia  Hofpredfkev,  eeneraai-niiperiflten- 
dent  en  „obeiooneiattHaaibat^  te  Weimar.  Hin 
ging  <E  boen  in  1776  en  kon  er  aictL  ongestooia 
aan  zgn  atodiln  wgdeu.  Hg  fooral  heelt  Teel  Im- 
oedragen  om  fie  etad  lot  lüt  Athene  van  DaitBCO- 
kod  te  -eeilienen.  Troamna  sgn  groote  Tendien- 
atea  werden  door  het  rogeertod  VoiGtenhDia  al- 
leaaÜB  erkend.  In  17^  wand  hg  nefrpreeideiiA, 
in  1801  pieeident  Tan  het  opperconeietorie,  een 
betrekking,  T66r  hem  door  Diamtuid  vau  borgvr- 
ttke  i&amat  ooit  bckbed,  en  de  kenr.rorat  von 
fieieren  aam  bem  op  kt  den  adelatawL  Heider 
>vafeed   den   Idden    Deecanber    1630.    lo    r"- 


hfaritteo"  <  45  dfaL,  1805—1820,  TWdMuuga. 

:,  aO  din.,  1887-Ï860;  40  Al,  1852—1854,  fie- 
nevena  teligke  aaderev  o.a.  een  tcb  Supkin  en 
BedUeh,  83  dkn  1877—1899,  en  een  gnoet  aan- 
tal-UocoilennBen)  heek  lig  aieb  een  omergMike- 
^fk  gedenk  loaien  geolddit.  Hen  vieniedt  ie  in 
<kie  groeten,  nnar  geimig  ag  handehn  over 
godidienft  en  gw^eieenBuad,  dtct  Mtedniade 
en  knoet  en  om  wóateeeerte  en  gescitMteiL 

Herder'*  oomprmkdB^  gedichten  iga  met 
enkrie  nataondanDgen,  oooab  de  meeete  t«d  iöo 
„Legenden",  Tan  wekrig  beiug,  mNaf  iqd  dicn- 
tenl;^  taknt  lefaiMst  nxA  grooteo  hueter  kt  ayn 
Tertakogen,  Toorai  ock  mi  litn  „Volcitoler" 
(1778)  en  ki  den  .,<Mf'  (IS05),  welke  mt  ijjn 
dood  io  bet  lieht  verscheen.  Ak  gochgeleeide  ter- 
wierf  bg  ^roote  TenfienBleo  door  sjn  ooè^uom- 
pen  <fimttKig  Tan  het  ChnateodHn,  door  ign  af- 
leer Tan  bepanUe  teerateHkHen,  alimMde  door 
ign  Ttckiaring  dei  Heilige  SeorÜt,  ge^k  hjj  tKe 
gif  ÏB  lön  „Qeist  der  ebriiaGbeo  Pocsie''  (2  <Bs., 
8de  dnik  1825).  Ak  imetiaeb  wjjageer  farwde 
hg  «eo  reeks  beiaogqjn  beedmnmigen  over  de 


1  bet  I 


keer.  Zgo  ondbeêdkoacGgc  TorbwaiJehngen  dien- 
den om,  oaar  het  Toorbe^  der  Qnekei^  de  har- 
mooieche  ontwikkeUng  van  den  meiiMfa  te  be- 
TorderoL  Steedi  tnrchtte  bg  den  amaak  te  ni- 
Teien  en  het  geroel  Toor  bet  «iioone  op  te  wek- 
keiL  Het  Terleden,  waar  bot  grootadie  toooeeten 
oploTCfde,  bndit  bji  in  heiiimeting,  hjj  vmtigde 
de  aandadrt  op  bel  Tolkaüed  en  de  legende^  op 
OttioH  en  SMceMjteare,  ep  de  diehtkvnst  Taa  het 
mtden  en  de  traante  ToonliwengMlen  der  Grie- 
ken. Zjjn  hooUweik  Tormeo  de  oDT>oirlocüde  .,Ideen 
iiH  lUhiecudiie  der  Qeeetnehte  der  Henaohhcat" 
(2  dln.,  4de  dn*  1841).  Hg  wiUe  de  «eecbiede- 
nie  der  menediheid  TO(n«(eUen  »ia  een  groote  ea- 
neniuiDgeDde  reeke  gebeoz-teniBecn.  wefte  een 
.Tohnaakte  toekomst  Tooibereiiden.  IKe  toekomat, 
bet  doei  en  «trereo  der  aterrelrngen,  beatempél- 
de  b^  liefat  met  dui  naaea  rao  humaniteit.  Dete 
laatste  hukfigde  h^j  tb  godin;  met  baar  bradtt 
bg  aOei  in  Teriwiid,  toot  haar  werkte  hjj  met 
onvennoeiden  grer.  Herder  beiboort  tot  de  man- 
oen,  die  ach  met  hom  leelomiTatteDden  gee«t  ale 
iMt  wam  naar  atle  kaïiten  niAnaden,  lootht  ig 


D,o,l,zedb,GoOgle 


voelen  tot  Tofaoakuw  opti^Utha  dftn  dat  sg  mU 
ietB  TokunaUu  ToanDbraiigeii,  betimlk  boji  doni- 
iMneo  rom  bcaoigt.  Hü  is  wegcM  t^  beeebon- 
ndngeii  op  ^oedtn  min  meemuleD  teredifRew«. 
uil,  en  Hl  iQD  ati^  tegen  KimJ  bvrooi  t^|  7i<èi 
on^twöfeld  op  een  dwulweg.  Niettemia  heeft 
fa^  groöte  TCmaeiuteii.  Hq  he^  een  aiiak  gega- 
*en  san  4e  iKsdbenÜR  isd  DuitaddaD^  dmr 
duJMDden  in  seeBbfaitt  t«  ontobckeD  voor  bet 
eeht-aiaMcbdgfce.  tn  1644  rierée  men  te  Ko- 
■ÜDRsbeieeo  en  elders  ^jn  JOOBten  geboortied 
<ea  in  1850  weió  te  Wcbdu  qpi  ibrooMn  stai 
beeld  oDtIndd.  QnxriMher  gedeokteeken  is  h 
edliler  ^eetfeU  door  ngn  weduire,  iforta  Carolina 
FbKkiimd,  door  bet  ecbrqTen  Ttm  baai  „Ertn- 
nernseen  Mia  Benden  hebta",  wAe  ia  1S20 
doot  /.  0.  iflUJer  in  2  deelen  zqn  iktingneiL  Utt 
^  iwblenBeh^  g&f  men  nog  de  volMDde  i 
ken    JB   bet    kebt:    „Oeidera  LeiwDAildl    t 
(lMvnaln0Mb  g«onbetw  BnefwedMi"  (1656— 
1H8,  8  Ad.),  „Am  Herden  tbdUMe.  TJiweditflek- 
te  Brif^  T«ft  Herdet  md  desBen  OtMoT'  (.1856 
— 1857v  8  dim),  .berden  fieiee   m&   Itadien. 
Henlen  Driehradieri  mit  arfoer  Gattin  tor  An- 
I  1768  Ue  *«  1TS8"  (1659).  „Von  wd  u 


Smler 


oer  umtMulirnu 
Vibtenbeigem 


Senler.  Dngedr&cUe  Briefe  aus  Heidm  Nadi- 
Um"  <1661— 1662,  8  dbk),  ,3iM«  dM  Benogs 
Karl  Ai«a8t  an  Knebliet  nul  Herder"  (16B3), 
„Handen  BnefmdMl  edH  NimlU"  (1867)  eo 
j3th«e  n  J.0.  HaauM"  (1888).  Vui  de  tüif 
lie  biogiafagn,  Ae  «Mt  de  „Erinoeniiigen*'  eg- 
iM  «oUeeBooll»  OD  het  J^ebeoelMU"  .*an  i£n 

Èogsten  MM»  venebenea,  aaeuma  wq  AA/K:  R. 
a^fm,  Btión  iMMb  aeteen  Ltfcot  «nd  seiaeii 
Weiten  (2  dln.,  Beslm  1660-1885),  XMiw- 
MOMi,  Heiden  Lel>en  mfinaheii  18»)  en  Bürk- 
mtr,  Heid^,  «ein  Lenen  and  Wirken  (BerUhi 
1908). 

Berder,  Signumd  Wolfgang,  niiheer  «on,  een 
«xnt  TUI  den  TootgMBtdfe,  Mn  ISden  Aiigóataa 
'1776  te  BttduAmi^  geboien,  werd  owwed  te 
Wedmiir,  waar  eeuf^  raknn  met  QoeUte  hem  op- 
weÉtou  tot  «iet  beoeraicn  der  ddiulusnnkde  en 

loing.  b  1600  bega  hy  ach  dmt 

__„    ji  tn  de  ledtbHi  te  atndeeieiL  Toen 

hj}  TCTtiokena  nau  lYeitiaig  tern^eecde,  «ud 
b)  ia  1603  bcnoond  tet  aBeBsor  in  bei  mgo- 
dutiM  Selioeebeig  en  fa  1804  tat  „Obeit»eite> 
ambtaaMMBor"  en  ,fitiifOaanütmi)mnMi"  te 
FMbeig.  Hjj  werd  na  den  dood  nn  OWpenjfer 
belan  met  bet  toeoMiit  o>t«i  bei  labrteeeren  tmi 
Uanre  lerfatoHen,  AMnM  waa  Hj  wnt 
(1609)  bQ  de  öxmMfteiö  FaoU  en  b^  de 
groOToa  van  wktfed»  ia  het  grootiMttosdoiii 
Waadiia  en  te  Weenen.  Hg  <mrieed  te  Drat- 
den  dia  SOeten  JMnad  18S6.  Eent  m  iQn  dood 
werd  ijJB  pbn  openbaM,  cm  de  n^nen  t»  Pnl- 
eineii  te  ontgvi- 

b  i^uldiMieen  mt  TonOgVebeten  iMMMte 
Urw&mraiw  der  OeUlaehift  nat  den  Hfltten- 
werken"  in  fa^  Bcht  «gOTen. 

Bndanotaee,  Johauuê  üoogkaaa,  een  Ne- 
derkadedi  godgeleeide,  den  SOaten  aeptcmbei 
1822  te  D<A£iim  geboren,  etadeerde  iti  de  mecAogie 
en  werd  aidtteieenmAgene  ,j»edifanit  te  Eampor- 
feen,  Bdam  en  Jfq^iKeBn  (eediart  1652).  In  Ja- 


nuari 1364  Teikieeg  hg  wegene  i 
etneritoat,  na  fooiait  aatg«^«f«n  te  beobei 
jeMraUocmen  «et  hediiDennR  Ten  m^  katsto 
petaring".  Hq  adireef:  „VriewMiap,  weteo- 
arfMfi,  iDMrtaetMqipeUk  lerai"  (1650).  „De  Pio- 
pagHida,  ToonMcndiJK  »  Proteatantecbe  lutden" 
Kt  bet  BoogduMeeh,  3de  Ank  186&).  „De  Ovi*. 
ten  hg  ^M  dooden"  <1653),  „Je«i«'  inedikiiMF 
nwT  ^teekgenbttd"  (\«&\  ^^naAenu"  (1664), 
„Bereetigaag  i«a  kerfcewndrteden"  (1672),  „Ben 
faoa»  dn  oHTrloedb"  (1672),  „Niei  nitsWoipen" 
tl676),  „WMdDcn  te  ndJiim  der  onÜMD&w" 
(1677),  eiAele  atcydadhititeiit  beoeTens  mie  be- 
dragen in  tq^factdrften  noOBdeilMBd  in  J4ieaw- 
en  Ood",  tvi  welk  itj>MmSt  hg  een  tiental  ja- 
len  medendaetMtr  waa.  Hg  overleed  («  31.  An- 
na tqj  Nffmcgen  den  il&fen  üaart  1686. 
Hardnndloht.  ^  ff«(o^  en  MyUs. 
HcredUi,  Zoal  Jforia  d^  een  fVanach  dichter, 
den  32etai  Noreitiber  1642  te  Portina-OaJajere 
(Onba)  gi^nn;  kmm  Tnaeg  naar  Fnakigk, 
waar  Inq  cgn  ofAeMng  oobnog  en  JMei  de  SeoU 
dtt  Chörtn  beaoeiit!  Onaftnokeliik  en  TOwnogend 
wjfdde  hQ  udi  grfieel  aan  de  dMttmiBt,  ah  leer- 
Ung  ^SB  LeeottU  ie  Ldte,  en  «I  hkr  en  daar 
een  sonnet  of  een  btÊffiKalt,  dieotertyfae  paraten. 
Zondw  nog  een  Iwek  goedinmai  te  befabenv  weid 
hg  eja  een  dec  beate  en  klenrenrgkste  dMAer» 
nu  Fiankr^  beariionwd.-  Eent  in  I69S  Tcr- 
adtecn  de  W  jaar  lang  verwaebte  bowM  ,Jm 
Tn^théee",  gmotewfeele  aonawtteo,  de  geediied- 
kuKÜBe  gebearteoiaeeii  in  kraditige  tmMopiaak 
behandeten.  BeiMète  „Tro^Uee"  'MitaaUe  l^i  nat 
het  SpaaneiA:  ^MÜqat  tastotre  de  k  eooqnete' 
da  3a  Nonrdfe  Ekfngne"  en  een  kort  arpnlmiTitik 
TCihaa):  „Ia  Nooam  Alfcaa".  In  den  haiaten 
tqd  bieU  hg  adi  beaig  met  de  rewisie  der  wetken 
nn  A»dri  Ohiiuer,  wearrao  hn  ikilwiiilailiiïriiia 
toen  raar  lang  <utdM  aieh  badL  lo  1S05  Tvnebeen 
ign  beweiking  der  ,fiaodlÊmia"  Tan  Ok^dtr. 
Zqn  «mig  hage  ge£eht  ,J!ee  conanénnlB  da 
1'ot"  hehaodelt  de  TeiomAtg  ma  AoMrika,  Ia 
18B5  waid  bQ  lU  dat  Aeadtmia.  Den  mn  be- 
'.te  hjj  Jn  1896  met  bet  oeditU  „Snfat  k 
Mreni".  Sedert  1901  waa  hn  biUïotheeatiB 
Mseaa<AMibo4beek,  en  overieed  den  4den 
Oetober  1906  te  Handaa  Zgn  doditei  Jfone, 
LottiteAnMnetlei  gébawd  met  ffenri  de  Bégmer, 
— adAe  ala  KtnSba  aaean  ontfar  het  paeod»- 
iOD  Qirard  tHoumiU  (lie  aMaar). 
Hersdlt«lt.  Zie  Brfel^kheid. 
H«r«tord,  een  der  'west^ke  giaaEaehappeB 
*w  Enëêkuid,  tek  op  2157  t.  bn.  (Idlil)  11S  08S 
Zgn  bodeon  nitocait  een  mooie  atwia- 
.  bettvela^  dden  en  TiaUea.  De  faoogat* 
tapfia  imdt  men  op  de  Hattenlketai  un  de 
westxnidweattlöln  en  on  de  HatntnhillB  aan  dl 
ooataiyke  gnnien.  De  bebngrgkste  mieir  ia  de 
Wje,  dSe  k  deo  Smtstn  niiUnoadt.  Zij  neemt  aan 
baat  tedttengde  de  Moonow  en  aan  d«  Unlrer 
de  In^  met  de  Arrow  en  de  FrtHnie  op  en  ia 
t^  Ihoogen  waterstBEkd  tot  Ha;  mor  orasMo  be- 
Taarbear.  Verder  beett  men  et  het  Leominflter- 
en  bat  Okraeeeter-HerelonikanBBL  De  giood  ii 
er  in  bet  algemeen  seei  ymubtbau  en  doAtia  */i* 
der  oppcTTlakte  met  voor  ouüuat  geschikt.  Be- 
hahe  granen,  ToonJ  tame  en  gent,  veafwQWt 
Teel  hop  en  ootti,  loodat  er  Tee!  ader 


DigilizedbyGoOglC 


beiug,  miader  de  . 

De  bomina  iansto  yed  dhenfaoot 

bemt  qaei  en  manaer.  BcAah«  luD^ebooneiiJft- 

bkieii  io  4e  boofdetad  en  in  LeoDikMËet,  «fe- 

DMde  inlmikenien  «n  >tM»nb^rtien  ia  Lodbu; 

en  «enig«   ««v«riieii   vftn  grove  Unmea  rtoffen, 

beeft  men  «r  n^tnoeg  g«en  hbtóelreD.  E«t  ^^■ 

■ahip  aendt  2  «lg«<nüdEigden  umi  tot  PMle- 

DMDt. 

Bsretord,  <)e  bmddriMl  tw  fat*  gelöknoü- 
e  gfnlidnp,  Jo  een  waebütan  «treek  ud  <fe 


«n  «IMiMiMp,  JO 

Wjv  «n  MB  4iet 


fm  Tff  Mbedden  apoo 


Tt^Kn 


^     „  ._,  L  blMelMMC- 

Bk  paleü.  hét  gwaahtahol,  MC  iMdbnia  eai.  Uen 
■nttét  a  8  IttteAaadwe  gcoootMhmen,  een  in- 
etitant  vow  MElwiirtBlfedai  met  mit  Mieketü  een 
ofttonkoadiff  geDootaAafi  en  o&denebcMlen  btw- 
pHaien.  Bi  qfn  (1911)  2Q  668  fairaneTes  <Be  IhuI. 
aefaoenen,  tutti  en  hoeden  trenaanS^u  en  «en 
nitg(l>i«ideD  bMtdel  irma  in  fini^Ww^a  en 
hoft.  Ei  itÉat  «en  ffedenUeeken  itei  eore  i«i  Nel- 
amt;  Öaniek  wnabia  gefavnn. 


tqk  rUeMfaffedadrt. 
Hmwn^  WIo,  dh  n 


D  oud  ei 


•  SMde  bet  VeiiMmd 
i   1678  „ 
BwnMtdenbem,  woonde  te  Deenom  «n 
qnenw  toot  (fe  Dnie  iwi  übeebt. 

Rtnma,  Veitria*  a  <ie«ntHk  IFiitt^  in  1^50 
DMtoor  en  dtèen  t»  Nleomoa  tig  Befennrd,  wm 
tvmna  «en  groot  mebtiMieerde  ea  <bsK»nd  liA 
Uer  te  Bnieael,  «Mr  £$  eb  Uedttrodw  weod 
toeDemnn  lan  Sjoerd  vatt  Sefmo  en  HartoMH 
Oatom,  die  den  aden  Jrai  1608  te  Bronet  wer- 


/ohoH,      een 

t«&      JlBDWi 


Jaeob  froM 
iettéttendSg^  den  28 
e  intwevpeoi  «<B(n«iK  gotoot  m>  betASi»- 
■Mom  nu  XDB  gAooaibetUS  eea  vltonteade 
miriiiBil^,  1TCM  te  361S  ondM-triUMIieeiaria  du 
etad  Aii*w«Tpen  en  TwvMidEgde  vedeibndMbe 
peditfaten,  die  in  jautioekjei  en  tödgcfvitten  een 
[Ante  ToiideD.  Lftter  evemral  bepMlde  b^  tUb 
meer  bfj  tttlfconda,  erltiek  en  Mttbetiek.  Te  Ant- 
werpen knoopte  hg  een  danname  TrieodMAap 
•Ml  met  Jan  wm  Beera.  iBfeit  dam  en  De  Loet 
rtiefatte  hij  m  1645  hrt  .tvMtnlt  ,&A  IMroi- 
bood".  Nadkt  Jijj  1814-^1845  leenenr  ia  de  L>- 
'  wea  eB*M"t  *B  Uedieien,  wwd  '  " 


bet  profeeio- 

t  AUMDMVD 


te  Gent  Htw  etMitle  lij}  imet  ReM,  SnaBocrt, 
aimnMMrt  en  DMerifca  bet  „Vfaaniadi  Xhsoot- 
acliap"  en  In  1847  n«n  faQ  ded  un  bet  mui- 
leat,  w— idoor  de  Tlatmedn  ktteHtnndigen  hoo 
havBnK  in  dan  atijid  der  «tMrttawdige  partg» 
bqMaHML  In  1864  ««id  hq  behat  met  de  kaam 
in  de  VIbmmcIw  kttedrawfe  «m  de  wirrenKdt 
te  Otnt,  wur  hij  ati  gamwo  hoo^Miaar  weit- 
nam  bierf.  b  1866  «tjebtte  bU  met  De  Bad» 
en  Oamvtnt  het  J>e«nflBenm",  M  de  beate 
VlMmaebe  Mltr$Kn  onder  sön  medewmtera 
leUe  en  waarrao  de  «itgifTe  in  1S6S  werd  ge- 
staakt, b  1674  nam  hg  de  leiding  op  uefa  nm 


S53 

eeu  4weemaaiideQ)bdi  Itjfdecbmlt  „Hot  Nodéi- 
lamdadi  Unoeom".  ^  wae  o.&.  Ud  van  de  Eo- 
nónUIjfce  Ae«fcmte  nn  Belsde  en  buitenJewbch 
ISd  KUt  de  Aeadeone  tmi  wéteDedhafiqian  m  Ne- 
deifaxL  De  Aeademisiite  Senaat  te  Onniingen 
bad  bem  bet  d^iktm  lait  doctor  in  de  letteren 
toegelcoML  Bereman»  waa  een  ToJblned  VlMiiaiig, 
<Ke  oieh  door  een  acfaeip  oordeel  en  een  KÏTera) 
nmaafc  ooderaefaeidda.  Hn  omleed  den  ISden 
Maart  1884  te  0«nt;  bQ  wu  te  varen  van  de  K- 
KJribdiein  tot  de  Pratceteoteebe  EeA  orreige- 
gasn,  Tan  lön  geacdinlten  noemen  wjj:  ,Jfeder- 
^kdMbe  nnaUwt"  (iiei6),  „Beknopte  Neder- 
dutMbe  ToraiSeatie"  (ala  dn*  16661,  „letBorer 
het  rjim"  (1847),  ,J>ff«Maabete  nn  Kaj«l  Lode- 
w3k  XëdaMoek''  (IStTX  „Levwaacbeto  rao  Jo- 
hü  "nteodOOT  van  Kgewjjek"  (1860>,  J.  van 
Tondel,  y\et  trwu^An.  eni."  (IS63),  ,Jeti  orai 
gewwat  ün  en  gvwaest  beUben''  (1853),  ,^edeT- 
boMw  IMtlrieiInlie"  (2  dk.,  1858—1864).  .Jle- 
derlaodMbe  metakk"  <ld03X  „FnnaAJfed»- 
indacfa  en  Kederiaodaeh-Flnaieeh  woordenboek" 
(lees—iae»),  ^ofkun  too  ndki^eben  en 
de  Nedetlaodadw  letterfaonfe"  (1674),  .Orarden 
iuTbed  van  Noord-Nedeilnid  op  de  letteatinode 
il  de  Zoideiake  Pra*taeiln  gedore&de  faet  tiid- 
peA  181J(— UeO"  (ia74X  ,/>eiUSbola  nn  dea 
mabombal  ki  bet  Nedofandi^'  (1674),  .J>e 
nievwe  wet  tot  TegeÜBg  tmt  bet  faooger  ooder- 
wgi  4n  Moord-HederiMd''  (1676),  „^fdetejnen, 
Tortooat  biflneD  Ohendt  bj}  de  XIX  Oainem  vaa 
Kietoiijken  aUaar  eomnieerende  den  XX  ht 
April  ïëar  (1677),  JDe  I' 


wet  tot  nge- 

__„     ,._  .   ,         bet  Eonnk^ 

dbr  Nederlutde^  (1678),  ,^  Nedeitendaebe  kt- 
-      -     '      '    OoateuVucbe  Nederlanden  ( 


fiwr  vaa  het  lager  ondetwna  ii 

' '-^-'-^  '1678),  ,45e  K 

rteorÓkacbe  Nederlaaiden  ge- 
damtde  de   BrabantoAe  Omwenteling"   (1879).  ' 


,JD«  üederen  Tan  Jan  I,  bertog  van  £_ 
(1682),  „Weaiun  rao  mater  Hadnwjjefa"  (1874— 
1876,  n»t  dr.  LeiMmdti  « 


*ena  ab  jJTenar  •roor  de  TTaamaebe  bewegte 
B^  «ebrerf  o.  a.:  bet  hriaifae  «adMbt  ..OrieobT 
fifrN),  bet  «atorisQ  JIom  op  den  HjjT'  (1861) 
ea  „Oedkbten"  (1688>  beMvena  driktatiAkeii  «u 
tnfabriften  en  jaanoebjea.  ^  overiead  den 
26aten  Norenber  1680. 

Hnmro  <rf  Damora  ^  aUear),  een  Banèo»- 
ToIk,  berft  ia  bet  begin  deoer  eeuw  deaanikdit 
getrokken  door  i|fn  ramet  tegen  I^tatiilanl  Zie 
DuttteA  IMA-Weêt-Ahika. 

Hnraale.  Zie  Hatretie  en  JTetter*. 

Hni ord,  <an  at*)  in  faet  Prai«acbe  dMriot 
tËndan.  waa  Troeger  de  Mtet  van  een  ntt  bet 
wcate^  «edaebt  gekpown  ab&  en  «en  Ht» 
nstad,  ligt  aan  de  «acMnTloeiiag  *an  A»  en 
W«n«,  atn  de  apoorifiaen  Wwatennark-Hamm  en 
Herfon^AItenbeken  en  telt  (IftlO)  32  527  hvwo- 
nera.  Men  TÏndt  er  8  keiken,  waaivader  een  Ro- 
maenaeben  dom  «n  de  Ootaacbe  Uaiiekeit  een 
giedeokteeken  nn  WiUekind,  een  gTonaMin, 
een  bnAoowedMct,  twee  weerimiieik.  een  adMow- 
borg,  ««D  moHom  Ttn  ondbeden,  een  gemuwe- 
ttia,  ilaa-  «n  wwtapnmerijen,  ]«nienhandel.  fa- 
bricage na  katoenen  aboffen,  etmfeotiewaieii, 
haaTliiniiiiiiMiiliiiini.  iiaaariniilii        — '^  '  ~     '^ 


DigilizedbyGoOglC 


254 


HERPORD— <H^atKUT)LT. 


reit,  bfigten  ena.  —  De  etod  dankt  haw  bwlaMi 
aan  óe  ToomiftHgv  B«i)«^<ctQnenl>dö,  di«  ±  838 
g«BtJ<U  wexd.  Tot  de  abdieBMi  betioort  4«  beri>eni- 
ie  Elixabetk  van  de  P<dU  (I«ft7— 1660),  de  nija- 
reerige  pritMee,  een  leedjngie  tmd  DeiearUt,  «o- 
óK  -wie  «en  ^dluw  A  «eete  der  LabMfiaten 
(ii«  LabadU)  te  Herfoid  ferb^  McU.  Het  atilit 
wöd  m  18^  geeeciihiiee«nL 

Herfst  (U«IÖD  =:  j4tie(imna«  Fnuorfi  — 
Awkmne,  Angebakmeh  ^  Aeorfeat,  Ed^«1bc1i 
^^  BarveÊl  en  Juftimn,  Dtriteoh  ^  HerM)  m  het 
derde  der  fier  jaMvetndui,  itnaadhen  Zotner  en 
Winter.  AatnmonuMi  begint  de  herfst  op  bet 
noonk^  ibaiEroiid  lïer  moi^  <<p  het  owenUËk, 
wMiw  de  »»  bg  haar  jsaripwAie  ubnmtng 
nu  Kooid  tatMr  ZÓid  komt  te  ataao  m  den  eve- 
naai,  en  «ioAgt  hij,  wanaeer  <k  zon  Inar  groot- 
■te  nddeiijke  dei&Mtie  henArt  heeft.  Akoo 
danrt  de'berbt  daar  van  deo  23aten  S«pt<mb«c 
(Hertstdaff-  en  nachtevieniii^)  tot  «fen  22aten  De- 
eenlber  ^oen  koititen  dag,  winterBoUtitinm,  tol- 
«fitwm  bntnufy).  Vom  net  anid^^  hatbonA  be- 
gint de  berbt  op  bet  oogenUQi,  d>t  de  ion  bn 
baar  jaariSjkatiie  HJiMni^g  tmi  ZuM  mar  Noord 
den  «nenaar  paeaeert,  en  en»Sgt  bij,  mumeer  de 
aotk  de  gniotete  aooidelqke  deduntie  faeoK  ge- 
kiegsD.  De  hertet  duurt  daar  dos  van  den 
Sisten  Abert  (VooTJaajsdt^-  en  iM«hte*endng)  bot 
dm  Sisten  Mm  (2k(nen(AaËitiiani,  «olffifiuin 
aatitttm}.  De  berbt  ü  derbkliTe  op  bet  noorde- 
^  baKmid  der  a^vde  een  «fag  kortn  dan  op  bet 
nidelflk  baHiODd,  ircft  veiseMi  iQn  omawk 
vindt  in  d«  Tenebillende  «telbetd  tui.  da  aaide  in 
faa«  jaaiJqkeehen  omfeion  «n  de  aou 

In  da  meteonlogte  weegt  me»  de  nutaoden 
Sc|)teinber,  Oet«heT  en  Nowfubn  de  herfet- 
maandeii  te  memeik,  Set  weei  b  gewoonlgk 
in  dm  berfat  Mumnkid^  besteodig  en  bddef, 
doch  later  wordt  bet  <TCrai«dei^k  en  Toditig;  de 
locbt  wordt  kouder,  modat  het  dikwi^  Triest 
en  eoreeunt  —  de  eneenw  blijft  ecbter  dan  nog 
me*  Uggen. 

Zie  'verder:  JaargetSdeit  ia  het  art.  Aarde  (dl. 
I,  bh.  40,  kot.  D). 

Harfstdradni  noemt  men  de  ojterst  tgne, 
^jdeatAitiiie  dradeo',  dte  op  droee  herhtdagen  wel 
eena  ïd  de  kiebt  iwtffcn,  Ke  dradeo  tipii  eActa- 
«fag  tan  kieaoe  sptiuien,  wefte  dan  in  gxoote  me- 
nigte TOorkomen. 

HeifBtiiaolit«T«iiiir'    ^   Aeqtmoetium. 

Herfirtpant  ia  het  evennaehtapunt  in  den 
bcrtat,  bet  enöpunt  tic  equator  en  ewptio^  waar 
de  soa  >ieh  beinodt  op  dêo  Sisten  September. 

HarfBttt|d«looB  (Colekieum  autumwde)  ia 
een  «KnerblQTtaid  kinadatditig  koolgewae  wt  de 
iMnifie  der  Miraehtigat.  Tij  kenmerkt  sith  door 
groote  fila  Uoemen,  die  ib  September  uit  den 
mond  komen,  bi  het  voorjaar  vorsdiijnen  «okele 
Uad«reD,  waartnasehen  de  dooaimcht  Terscfaokn 
ligt,  die  io  dm  sxnei  r^^  wordt.  In  ^aai-lmt- 
boig  ia  deoe  fdiot  «eer  taJrp:,  orerieeas  ttü 
■eknaaa;  afe  tninpjant  woidt  xij  echter  ved  ge- 
kweAl  ffie  TCrder  LelieaehHgm.  IDe  planlen 
worden  ook  nog  wel  droogUbeiere  gebeetan,  om- 
dnt  de  boUen  ook  loaiier  in  dtta  grond  te  ^jn 
geplant  bJoenen  kunnen  woartbrengen. 

Berrenröther.  Joeevh  «on,  een  Dnitedb 
godgekenle,  den  Idden  SepteoibeT  1824  ta  Wfln- 


biug  geboren,  atodeopde  aldaar  en  te  Some  in 
de  ttietdogie,  weid  in  IBtö  prieater.  in  IS&l  im- 
vaatdoeent  te  HUnchen.  in  1Ö52  boatengewooDL, 
in  1656  gewoon  boogleeiaar  in  bet  ketkdök 
recht  en  iai  de  keriweacbiedenia  (e  WOnboiig,  in 
1S78  karddoaal  en  KOit  daarna  arehrraria  tod 
deat  Buigen  Stoel.  Ia  1808  went  bg  naw  Bonn 
geroepen,  «la  fid  der  oonanMMe  tot  rootbereidiiig 
van  bat  Tatieaaawefa  OauAie,  waar  hg  lith  een 
'  lÜMaibeideleei  T 


noemen  wj:  ,J>eT  Evdienstaat  aeit  a 

Mdwii  Berohition"   (18e0>,  „Fbotina,  Patiianit 


,Entik  d 

DSÜiKerathen  BrklftnoK  -mm  28  Uln  1671" 
(1871),  „KatiMÜwbe  ^*e  mA  «iiriatBaber 
Staat  tn  ihien  geeehichtliehen  Entwicklunr"  (2de 
drak  1874),  ,3uMln<h  der  «agemetnea  KWcben- 
geaehldLta^  (4de  dnat  1«03,  3  Al).  „Abaiaa  der 
KbatigeMlrichte"  (187»),  „Eanfinal  Vmarj.  Bin 
LebenAHdr-  (1679)  en  ,J«onN  X,  pontiOm  ma- 
Ekitt,  i^wU"  <I8e4— ISai,  2  dfak]. 

BniYSMll,  Hugo,  e«t  INtiMb  meteMokog, 

den  2^ten  Uei  1859  te  Brumbeig  gebc»en,  stn- 

decide    io   de    iwlnniwetenecfaai:tpen,  waa  eerat 

aar  aam  een  fnnwaeiam,  daama  prrfaatdoeent 

de   aanh^^akmide   aan    de   hooveadiool   te 

'  "^^  >,  t«pfo4geDab«iteng«)wootiboogleerani 

— '-      -  --iteorologn  alikar  en  werf 


i^jludaenat.  BergeiM  «toonde  kmcfatig  < 
wikkeliiic  der  hidtbvanit,  'm/ai  y^m  wete^ 
eehafipdQfce  doefainden,  en  gaf  d»  atoot  tot  A 
opriebting  de*  intematwnaie  eonDisiie  toot  we- 
tfluadMpp^jke  hcliibnniit,  waarrtn  b|f  van  dm 
begónae  tl  worntter  waa.  ^  deed  met  den  vorst 
Tan  Honaeo  een  wKtenacbnppdjjhe  nis  tot  eoder- 
aoefc  der  faocgere  Incbtlngen  boven  de  oceanen, 
fond  daartoe  waaebiHeiMie  iawtnmenten  uit.  ver- 
beterde de  methoden  van  waarneming,  stelde  het 
DDdersNk  der  hoogere  deden  fan  den  dampkring 
boven  de  aee  met  bclM%)  van  Tfiegera  en  regie- 
treerbaikioa  ia,  gaf  de  ateUwden  der  dwigh 
baRona  aan,  nam  deei  aan  de  eonstnietie  van  be- 
ettmibare  toebts^tepen.  w«e  een  Ijverig  bdper 
van  graaf  Zeppelin  en  dwd  met  hem  veraAiSeo. 
de  renen  per  Indvtadap.  H^  schreef  een  aantnl 
artikelen  ïn  weteoediappdigke  vokMaden  en  redj- 
gaeit  bat  „HeteraologiedMa  Jahiboii  fflt  Ekaaa- 
Lotbringea",  de  „VerSttentKchunRen  der  nler- 
ontionaieo  Kwnn^crtoM  fOr  «JaeeiuehaHliebe 
LnftaebtfUHt"  en  de  ,3mMge  nr  Tbjék  der 
treien  Atmoqiblre". 

HeThnllnr  Tan '  ■trofbarc  falten.  Zie 
Recidive. 

Hdiioanlt.  Okorles  Joteph  dê  tüemiU,  «- 
■epl  Olua-let  if,  een  Fianadi  aehrijver,  in  IKiS 
te  Boofcgne-eiiT-Sfer  geboreo,  weiW  aan  ver- 
aebüleDde  tndecbriften  atede  en  atj«btte  in  1388 
de  „Rmw  de  k  RémdaUnn",  die  t^  tot  1890 
rediigterdé;  E^  «hierf  o.  a.  de  vo^eöde  iMtort- 
aebe  at«fa'ieB  en  ranane:  JLes  patneiene  de  Pa- 
ria" (1681),  „ün  ^ntahomme  catt^iqne"  (18S3), 
„Ia  FVance  gDemère"  (1867).  „HtatoiTe  nattana. 
Ie  des  aanfragea'*  (1870),  „Ihennidor,  Paila  en 


DigilizedbyGoOglC 


SEmGAWF-maasasDosg. 


17M"  (1872),  ,X»  i«T<*itiMi  de  llMmudoi" 
(lem  ,^  1792"  (1679),  .JiBB  bcMugieon  de  93" 
(188e).  JiS  BMilutMD"  (d8e2),  J.w  aotxe  ^m 
iMobio''  (I88S),  ,3iBtoaM  anecdotique  <fe  k 
Fjukm"  (Id87-~18d0),  ,Ja  Fiaooe  rAroktiMj- 
fUHn"  (1888),  ,Jj6  Toman  d'uo  oNpriMute" 
(1680)  en  „Une  rane  de  tfaéft^e"  (1891).  Eg  viSi- 
leeid  te  SmKoai  n  1899. 

HAiioonrt,  «en  etM^  met  (1911)  0650  io- 
waaaa  ia  bet  Fransdi  <fafNMit«nient  Hiuile-SaAiie, 
ia  taakwmi^  door  de  eovecUen  ran  15,  16  en 
17  JMMiri  1871,  wauiotbet  een  wotoma  «taon- 
poDt  der  I^wen  wm  (Zm  BeI/or(>. 

Hsrlk  fSiwvü  ar*«tUM  L.)  i*  d»  oMin  mt 
een  plantenscwrt  wX  de  tMniKe  dei  fruüUiMMi- 
jMi  (Cneittren).  Het  Iranrt  els  ooknüd  tdge- 
meen  tooi  op  UeiakÉersenèeeft  Teel  vande  gele 
mosterd,  o.  a.  dooi  den  «ijd-wenitutiiden  kelk; 
de  hMtireii  xnarolrotid  ol  iett  untig,  oiAeluHnl 
ot  met  lea  Boite,  naai  txoeden  gerichte  iuuK- 

)  abeten  krodde, 
kiek,  «ele  kick,  beek,  faüine,  eni.  gaweoMl.  Het 
Uerik  oedo«it  mai  ook  w«E  eene  óe  IcHopkerik 
(üeal&w). 

Bwluv,  Eduard  wm,  «en  IDiütsdi  T««arl«e- 
njjkimdige,  dés  QOaten  Maart  1799  te  StatUgart 
gtimta,  «twieevda  md  de  -wewteenljscholen  te 
Tobingen,  Weenm  en  Utlnehen,  werd  in  1S22 
kenK  aut  de  YeeaitoeniJBcbool  4»  Stuttonct,  in 
1828  digreeltar  <dei  üaaA  en  me  rao  185S  tot 
1872  «ppeneeartB  en  leferendarie  bq  tiet  mi- 
oisterie  van  Oodog.  i)«uiM  kode  hü  al  wn  fae- 
trakkineeD  nedes  co  oneileed  den  2S6t«n  I 
1881  te  Stntfi     ■   "  ■     ■      •  -     ■ 

Mr  TkiUM    ,...    _._   „ 

Airaao»U«Refan  tQi  TieiaEtie"  (3de  druk  -van 
Wei»*,  Stottg«rt  1670),  „SpeueHe  FWflMkgie 
Dod  IVieropde  TOr  Tieiirate"  &ie  ^A.  Statfegüt 
1858],  ,3Hidbadi  der  tierinstUeben  OpeMUotw- 
]^re"  (6de  dink  tho  E.  Vogel,  ^nttgoirt  1697), 
„BiografilLiaiii  üiUrariMim  Lei'ikoai  der  Tierin- 
te  (met  Sehrader,  Stuttgait  1863)  en  „Etjmok- 
eieebea  WSrteitncfa  /Or  Tieraide"  (Stutteort 
1871).  Gak  radis«eide  bq  Tan  1839  tot  1676  bet 
„Beperiorium  4ier  'neitieiftunde''. 

Hulnri  KoMtanHn,  «en  Duiteali  bMDoeo- 
pastii,  den  Isteo  Jaaoari  1800  te  Oscbati  gebo- 
len,  ireatwde  Mt  'm  1834  sfa  piocUiech  «eia  te 
Flrilade^Èa  en  «rerieed  abfaar  den  23atea  J4ili 
18S0.  Tot  zön  b^Hignibste  raduiUten  behooren: 
,3omOopaflu»di»&aMRt^  (19de  drttk  1904), 
„Amer&aiüecbe  AimeiprafnncKn"  (1857)  en 
„CoDdenmd  Hstefia  UMcËra"   ^  dnA   1879), 

oa"  urt.  ^  etieUJe  te  ÜDentonni  de  eerate  bo- 
moeopatbiadK  botweachool 

Herlni:,  Swald,  een  Doitadi  ipbjéioloof,  den 
5den  AngMtoe  1834  te.Attgersdorf  oebwea,  ata- 
deeide  «n  de  metSranen»  Teatigde  mt  ia  1860 
ab  «rtt  te  Leipiig.  m  1862  ato  mivMtdiMent  al- 
daar, werd  in  1865  boorieeraar  »  de  nti7a)«Ja0i« 
te  W«eDen,  in  1870  te  Pne^  en  «>  1895  te  haip- 
tïg.  Zöo  oodenoekiDgen  betretteo  TrnnuuMlJtk 
den  boov  der  Imer,  de  dhpedeee  dei  bloeiffi- 
ctuuntpjet,  d«  nihinlirijiiw.  de  a^ffmeene  wmw- 
«1  «pterpèjaiokigie,  dw  détr  notaigen  en  de  phy- 
•opbratea.  (kk  ateUe  bjj  een  nieawe  kkoNideei 


op.  Hg  adveef:  ,UebcT  daa  OedidhtoMa  ala  eioe 
allmncüie  Funkümi  der  oiguHÜeiten  Hatarie 
&£e  dnik  1876). 

HerÜKa,  Jodoe»g,  eigenigk  Jouke,  een  zoon 
TBB  Watte  Jmtkes  te  Mmoertaga,  den  aden  Fe- 
bnMii  I704eriwrMi,  atodeeide  te  OioDÜigen)  waa 
eerat  prediksirt  te  SimoneiKM,  dBaiOB  te  Droge- 
bun  «D  Baiim^Opaada,  «dbnef  «eniee  gedSdi- 
ten  »  UeJne  cpetê&n  en  onrerieed  dm  aiaten 
Jimi  1782. 

Berwga,  Jokauut,  «en  ooon  T«n  Jadaetu,  den 
Llden  Jaauri  1783  t»  iDragefaam  seboKi^  etn- 
deeide  te  FncM^er  n  de  godgrieeNUeid  en  waa 
TenolMia  pnedikamt  te  Bettelaixraag;  Ifansonit 
WonacnotMt,  SebMmd»,  MnmaRen  en  'fl-G»TeD- 
bage.  Ia  de  reaLdentie  Ueei  fag  de  laatste  40  ja- 
ren agna  lerreos  werkuem,  «aa  bo&apctnö  ran 
priu  WiUem  V  «D  wend  eewiUtU  ïb  dan  etii>d 
mei  de  wehtiBu4gbMd  tm  Klemait,  predHuut 
te  VoorimiR.  Hij  TeikKeee  ign  emeiitnat  «o  1814 
en  ofierieM  Jo  1815.  fiq  gaf  met  Oretdamw 
een  „NaHoigst  du'  predikanten,  die  «edeit  da 
Herronmng  «dfend  MAien  io  de  OaMaa  Taa 
Fnwefcw"  (1781). 

Heritiga,  Jodoetu,  Bliu'*  xoon,  een  McMeei- 
de,  den  14<den  Oetober  1765  te  Oon«dqk  gèborai, 
beuebt  bat  nj"*»* "W"'.  daaina  de  faoo^scbool 
te  OnMÜngen,  waat  bq  neb  4^  de  oude  tabn  en 
Temkena  op  de  Bm^eteenlbead  todegde^  wen] 
'm  1786  bdpprediMi  es  kort  Aan»  pratHkant 
te  ÜAak  op  de  Vehtwe.  In  'ITdl  wtiok  hq  naar 
Vln&gen  en  in  1794.  osdat  hq  tot  dootor  io  de 
«H^ekeidheM  i>«Tovd«d  wee,  aeinnMddto  faq  faet 
boogleeMaiaambt  te  Utieebt,  terwn)  hjj  er  tatieaa 
den  jveiUdwDBt  watnum.  Tiwatelóoe  benep 
RKR  MD  aan  faet-Adnenaeom  te  Amateidam  en 
aan  de  aadanie  te  Leèdc».  la  de  jaren  1610  en 
161 1  wM  bq  ah  r«etor  manaüeaa  de  nitroerhig 
der  boTdea  tob  JVoaoIwM,  «e  de  miremteit  tot 
een  ïHwtnadMat  w4de  Teikgen,  te  ytMaS»tta, 
en  daar  nèemaod  reetor  magnificns  dorlde  te 
bjj  bet  «n  mdte  daardoor  bet  beataan 


Jamari  1840.  Van 

tijfi  geaduiltCD  rmoMta  wq:  ,3ednoemiw  bq- 
bet  OTerigdeD  «o  3t«ren  Jan  'mo  Otam"  (1796), 
PraktAste  aaameitiogen  en  taftnt^tét  op  H. 


é.  Barsen.  <3«deDkwia«litf>eden  irit  bet  leTei 
Tan  Jen"  tlBOb.  2  dbk).  ..Tei  ««^Üitenia  Tao 
wiikD  Jmi  Fraderik  mo  Beeok  OatoMO  (1618}, 
„'AeiLtBl  b^KfeeleniBeBa  en  leerredeBen"  f1616), 
„Tioatal  leenedeaen  Us  aanpiDiiiiff  lan  ObrW»- 
tghe  dragdeB"  (1826),  „Korkelqke  Raadnagei  «i 
RaMkerei"  (1636—1848,  4  dlii.),  „Nagelaten 
leenwfcnaa''  (1840—1842,  2  dbi).  Van  ^  be- 
krooode  iwbanMiagen  '«■emdtln)  wq  die:  ..Orer 
de  aoeonmodaUe  tco  Ghaatne  en  inu  Apo«t«- 
ko",  atanede  die  oTer  ,^e  Bergrede',  * 
door  de  MaatKhappq  tot  Nut  van  " 


bet  eengood  wera  toee«w«aen.  Bekkn  z^i  in  het 
Dnltodi  Teitaald.  Vwder  kncrde  bq  bjjdn^n  in 
TeradnBende  tödediriften  ala  in  de  Nieuwe  Ne- 
deriaodsebe  BibUetbeek,  io  de  Oodg^ide  Bg- 
diageD,  in  de  Knoet-  eo  Letteibode,  in  bat  Ai- 
diM  Toor  Eeitetgke  Oeeebiedenia  en. 

BsrlnvBdorf ,  een  donp  en  Ank  beaoohte 
baikibata  in  bet  Pinmmóte  dietmet  Statten,  ligt 
(^  net  eiland  Uaedom,  aan  de  Inwt  dei  Ooataee 


DigilizedbyGoOglC 


266 


HEBINOaXAtF-iHBRKAiUWfiNDE   DiEBElËai. 


en  aan  de  spocrjqm  Swinemtfiirde — 'HenngMferf 
en  kit  (1»10)  880  inwixinrB.  Men  'vwit  si  eeo 
kerk,  vde  vidla's,  mooie  wuidcJwegBn,  een  425  m. 
laoffe  pwi,  een  gedenkteelien  van  von  Blilou,  den 
Btiabit«T  van  ibeA  óarp,  een  ^eicenliai«  en  een  led- 
<yngestatHnk,  De  baden  woiden  jaarijjSu  door 
rSOOO  peraonen  btaoóüt. 

Herlnnerlnr'  ^e  Geheugen. 

Barlnneriuvsvsiinof  SD,  <3e&rAfc  am.  Zie 
OeheugtTi. 

Hcrlold,  een  iwoi  vam  Arulo,  kuranig  vvffl 
DeneiiMxk«n,  ngcerde  a»  bet  eoeuiTelen  i^im  va- 
den  nwt  ign  faroedai  Regenfrid.  De  Denen  edt- 
.  tor  veijo^cen  beat,  nsarna  bq  bul^  TXtaiU  bg  k«- 
MI  LcMwyA  den  7rom«.  Deie  load  bon 


t  g«d>M  wenj 

2  door  Lodew^k  op  den  Bükedttg  te  Fiuik- 
tcrt  tqgctegd.  Bet  v<yigieDde  'jva  veiMheui  He- 
rield  Of  An  Rgkada^  t«  GompÜgoiB  en  wiie^  on- 
dentminkig  tegen  >gn  ifüaoaeii.  Lodev^k  iioai 
de  graven  riUofar  «n  flnüxinuMKl  naai  IDenemat- 
ken  cm  de  aaken  te  ondenoden  doch  «r  wdgih 
voor  's  iiandt  seen  begliasing.  Toen  .veitnA  He- 
noM  met  een  la^^  e«<Tolg  door  Frieriamd  nwi 
bet  snMui  en  ging  met  ^fn  geoo  en  endethoori- 
een,  ten  orcralaHi  dee  kedoMa,  fifaohtig  tot  bet 
CSuiBtendom  over,  hoUigdeLodeHrilik  aleleenheer 
vMi  Deoenuiken  en  ottring  Aet  graalKfasfi 
Skkmüa  (Rtntm^m)  te  Oost-E^-tMluKi  teo  ^- 
Mfaeob,  terwi^  tq  later  ook  otA  faeütlÉiicen  » 
one  land  bekeend  went.  Lmmere  men  vioicB  ver- 
mei^ dat  Rurüt  de  Naormm  en  xga  broeder  He- 
riold  ten  t^fde  van  kwaet  Lodem^k  Doutalede 
(Vöoom  Doieetwluni)  in  feen  i«iferefren. 

Toen  Herioid  na  d«n  doof)  in  nja  vaderiAod 
temokeerde,  blev^t  zgn  loon  en  neel  aan  het 
FitMaite  Hof.  Hij  voeiide  een  moedigen  toe- 
stel mede  voor  dn  fteHigen  dienst,  en  twee  mon- 
ufai^  Aiugaim  en  Att&ertia,  ner^iraelden  bem. 
.  Later  iteiQ  b^  «pnieaw  «ét  iQii  q^  ^enkenen, 
venolgenB  door  de  inadit  dn  keisera  ia  190 
waan^jfMid  beisteidt  dodi  ia  827  wen  t«d  bet 
faewmrd  oDtoert.  IXtnati  wmco  alUe  ]»f;iQ0en  van 
Lodew^k  vgrocbtdooa,  soodat  Htriold  nin  overige 
dagen  ia  de  Nedeitaiiden  dooibittdit. 

H«rl-Boed  ot  Herat-Roed  (Rmer  van  Herait) 
ia  de  naam  vmi  «en  ririec  ia  faet  soordweetelük 
gedeelte  vaa  A^ieiuatiin.  Zq^ootoDnAgt  op  bet 
fwatelgk .  wtOTode  t«a  den  Eotw-Baba,  elfoomt 
door  het  iMMfecbep  Herat  naai  bet  weetén,  ireodt 
ueh  durap  aJe  gTensrim«r  tuspdiea  PeraiS  en 
Afgh«.ni«tMi  nur  b«4  noorden  en  eindigt  iw 
«Ml  kop  vm  ±  300  Jam.  tem  aooidea  yati  S&néA 
m  de  woeat^  der  Tnitmcnen. 

Berlaan,  de  boi4d|:la«te  van  t>et  ZwiteeradK 
kanton  Afipensett-Aneienbodui,  9  km.  ten  Z.W. 
mo  St.  OttUeD,  ligt  ■«  de  apoco-^  Wóntelii— 
iffmuA  en  telt  (IftlO)  >]5  502  inwoners,  mMst 
Proteatanteo.  Ifen  lüodt  er  twee  tiaeie  keitera; 
de  ingetetenen  honden  er  zich  voor»!  bezig  met 
bet  wwen,  bleeken  en  vwnen  van  katoenen  atof- 
f«L  In  de  nftbnbead  van  Herieao  liegen  de  bouw- 
fftUen  der  bnrabteo  Boeenbuig  en  RoaentnugL  ai»- 
mede  Heinsicbebftd,  wmv  vcml  eUi  ata  de  fnett- 
kfljur  oiraerwcrpeo- 

HAiinon,  Mauriee,  giaal  d'trieon,  eei 
TnaaA  Mlaec  en  ecbigver,  im  IStO  te  Parjji  g«- 


boTCD,  maakte  deo  Ibdiaaaecben  mdtooht  mede 
etreed  ah  adjodant  vam  generaal  CoiMttt-Jfon- 
iban  ia  dóoA  (1860).  In  den  oorlog  vut  1870 
tot  1871  weid  fag  eerat  jt^ededd  h^  &a  atal  van 
geaeisal  Sehmih,  later  tot  adjodüit  vwv  gene- 
resl  Trochu  benoemd;  hg  nam  aan  de  eamen- 
k<naet  van  Julee  Favre  met  Biemarek  te  Femè- 
ree  (19  Septendmr  1870)  deefc  In  1694  trefè  hQ 
bevelMUiei  io  den  K<«go.  W4  «verleed  den  9Sta 
Hei  ^8  te  OocwtMitiDe  {AJguti).  Beriêott 
Rchrew~„EtQdM  stir  la  Onoe  tmUtc^onMie" 
(14641,  ,j.'eqii4t  cbiaoie  «t  l'esprit  «laiopéen" 
0869),  „JcfihimI  4*110  affid«r  d'onloDMoae" 
(1885>,  ..Ja«nMddriu>«a(cMiièteenOlnM''f)a85), 
.Jie  eabiaet  nok,  Looie  XVH,  Nnoléoi^  Marie 
Looiae"  (1887),  „Ia  légende  de  B«tx"  (1688), 
,JfonT«an  jcmnel  <iran  ofTtoier  d'ordonnuKe:  Ia 
Commone''^  (1869).  „Joonui  de  1&  CNncMiie 
dnti^i^'  (1889)1,  „Un  .frame  TOjaT'  {IS90),  .Le 
prioee  kapérüd"  (1860X  Jjt»  gatonettee  p(4iti- 
qnei"  (1891  en  lSd4)  en  .^Le*  mnooHMlité*  de 
raanée  twrible"  (1891). 
HArlt.  aebtw  piaatemnamen  êa  de  aftortiag 
or  L'Héritier  de  BruUOe. 
B*rltl6rft  Drymul  ie  de  naam  •na  een 
plantengeslacht  uit  de  fanulie  der  StereNfüiMeAi. 
Het  omvat  boomen,  die  aan  de  beerkrinflekoetai 
van  Azifi  groeien.  Zqj  dragen  éénhniiigeUoemen 
•onder  UoemkrooD.  De  ÏHleelige  keft  cmahnt  5 
meddiaden,  met  bet  vtncbtfaegvari  tot  een  boae 
•anMOgegroeM;  —  vootte  sgn  de  aan  den  ivg 
ggrleiyfae,  knuwwimig  gqdaatate  Meaavnicbt- 


'imig  ge 
ten.F.fi 


jee  facntig  engcaMKn.H. Jtffamlü    Or; 


dig  vooikomeiL  Het  boot  van  dezen  boafa  is  zeer 
vast  en  dniinaam  en  wordt  gebmik't  voor  BOboaf»- 
masten,  voor  epaotea  van  nt&rtaigen,  Toor  M- 
ken  en  ^"keti/ea.  De  edhon  ie  een  geoeenmiddel 
teeen  bnik  aandoeningen  en  de  laedkenien  zqn  io 
gMtnik  bg  sommige  viedigeKCihleD,  Hjj  komt  bij 
Rumphitu  en  Vatentgn  voor  onder  den  naam  van 
Atoenboom. 

Ber^eadal*n,  «en  Zmeededie  provincie, 
grenst  tn  bet  W.  aan  Noorwegen,  verder  aao  de 
prorinries  Jemtland,  UedelpM,  HdmtiglBacl  en 
Dalantt  en  tdt  en  13  051  t.  Lm.  U  000  inwenerg. 
De  bergachtige  bodem  ie  Echraal  b^nwd.  Vee- 
teelt en  boscUboow  zqu  de  voornaamste  middelen 
Ysm  bestsea.  De  prorinde  is  qjk  aan  ertsen, 
doch  goede  veiVeerSiWegen  onttvden.  De  talrïfce 
litriertjee  brtiben  een  eohdBdemcbtjgen  loop.  St^ 
den  sqit  er  niet. 

Herk&nw«nd«  dieren  fSunitiumlta)  ts 
de  naam  van  een  orde  twi  de  Uasee  d^  Zoog- 
dieren, waarioe  o^&.  de  nnttasete  boisdieran  be- 
booien.  Zg  ooderacbeideTt  lidx  door  bet  veimo- 
gen,  om  de  eens  oi^cnMoen  pdantaaidige  ^- 
zen  Uter  in  bon  bek  itanig  te  brengen.  AaivraA' 
k<iük  tocb  wordt  bet  f  oedeei  eeovomSg  tDcaoben 
de  kieaen  gekoewd  en  met  behn^  yaa  de  toog 
tot  een  prop  gemaakt,  die  in  de  pens  en  nnrts 
wordt  geweekt  Eemt  dan  wanneer  het  geweekte 
voedsd  temgkomit  in  de  (aaodboUe,  wordi  bet 
fEnk  gekanwd.  Zjj  bezitten  een '  samengeeteUe 
maag.  ireJke  1^  bet  rond  op  de  volgende  wgje  is 


DigilizedbyGoOglC 


HEStKAtrnïINDE   DISSEN^-HESLO^SCMN. 


ingciiebt.  In  plaafa  na  vit  ééne  niinUe,  beitaftt 
de  foMff  uit  I  raimteik  D«  «ente  ••  de  peM  (n- 
nu»),  de  giootet»  'm!  aüe  en  rta  Iudm  met 
«en  zuw«,  VAD  T«i«  bude,  MfaMr  booniMhIige 
tepefs  Tooniene  faag  tKÉteed;  qj  diept  tot  ber- 
ging yta  bet  ««namtlde  wedM^  Da  tweed^  de 
VMtt  (rttiaibtm),  is  Ted  Uenwr,  tmi  Unneii 
ruw  en  met  4-,  A-  of  Mioekige,  dief>e  ^«L^  net- 
Toimtg  beoet.  Zq  gd^  «p  een  bolmmv  ma- 
bugBeJ  der  pene  en  dnnt  om  kMae  faoereeliedeQ 
T<Hfat  10  de  peu  tang  te  aCiigeMiL.  Het  tIo^Im- 
M  foedsBl  gaat  ^fireet  naai  ét  derde  maag.  Deae, 
de  botkmaag  (tmUUrwm,  tmuuuê),  dnugt  beu 
naMn,  «adat  sjj  een  moeste  pMnn  voont  M 
het  raad  100),  wdktt  ab  de  Uatfen  tas  een  boek 


Zg  <)ot*aii0t  èet  Imfcavwde 
loedeel,  een  ^edeette  dar  dnnkna  en  de  atük, 
waama  de  jong*  dieNn  kmn.  Oe  laeide,  de 
«•geu^ike  maag,  de  hbutaag  (abomatiu),  ie  aa 
de  pMU  de  grootote.  Al  die  magen  i||n  tooéiaig 
wiiwiiHiii>"H(il,  ^t  ds  dofaknn  lid  in  bet  mio- 


den  bërindt. 

Zulk  eene-  maag  riodt  lan,  behilve  b^  nm- 
isna,  bq  geiUit^  eeiiweit,  iUrtm  eni.,  —  Toorta 
met  «enige  wjfagiBg  (ia  piaati  lao  4  rieebte  8 
sUeeüngen)  bq  nmeuei^  «famedarinoan  en  la- 
ma'a.  De  pena  der  kemeolen  a  namel^  betnè- 
kelgk  veei  kkioec  en  de  mnta  tmI  grooter,  too- 
dat  ig  eaniienfiAe  hmrerfhedNt  drank  tot  lich 
kannen  wmen.  Da  boeknuMg  i«  faiei  ni«t  ecbeip 
neebeiden  tru  de  Manaag.  De  beikanweie  faeb- 
Mn  eea  eigenaar^  g^it.  nametijk  in  de  boren- 
keek  geen  tanden,  MMkrc  bg  de  eamelideii  pa- 
meden,  Auna'e)  waar  de  belde  boatenai^tBaden 
nxukmmen.  De  blikitaoden  (=  botktMtden)  <mt- 
bnken  in  den  iCMi  (brfialn  bg  kamnnknl,  tcc- 
wgl  boiren  en  oadec,  liob*  en  redde  oea  kieaen 
met  braede  fcnnen  en  hatwmaaawiinnige  «mail- 
plooiea  meden  aangetroftan. 

iHen  iTwdaeB  de  beikamreDde  dienn  op  de 
vojgeode  -wqK: 

late  cadeninh:  SdtpooUge»  (Tglopoden):  l. 
fan.  kamtdm  (eaiMiiatm);  Sde  «ndraeade:  Oe- 
hoomde  herkmitten  (Fteon):  2.  Imil  Berttti 
{0»rMm}  i.  ima.  RMdenm  (Bofidm),  4.  fim. 
Oinlfen  ievoHidt*);  Sde  «Ddecofde:  Dwergmuë- 
kawfwren  (Trttgtitofdeit), 

H«rkenbosoh-an-llaUk,  «en  gtmeenteÏB 
de  proTÏoeie  LkiÉMirR,  8881  H.  A.  gioot,  met 
419IB)  2S77  tnwooen^  «wtft  door  de  Nadeifand- 
sdK  geowenten  IMannad,  Bommtd,  3t.-Odikta- 
beigb  ea  dber  de  PrnideJie  gemeenten  Enidi- 
teo  ea  iBlmt  logedotMi.  In  tnt  Z.  en  Z^.  wordt 
ig  dooi  de  Roer  Ateapodd.  Dmx  nadt  men  ktoi- 
gPDO^  vwngene  be«tMt  de  bodem  nit  mo>^  dat 
xkh  bi«r  en  daar  tot  hemde  «eilielt.  £r  wordt 


pen  HeriuBboadi  en  WuBki, 
ten  en  gdmdtteD  bewat,  behoorde  woegef  totfaat 
bartogdom  CUa:,  en  !e  eetat  door  de  «niareda- 
ÜDg  nm  1916  aM  NedeilMHl  gekomen. 

BAikomsr,  8^  Bubert  vm,  een  B^;elMbe 
ednftter  «an  DutaidM  eAomst,  werd  in  Ma  1849 
te  Waal  n  Bciefen  «bofen,  BeUn  ^  «M- 
der,  WM  hii  bdnad  alt  eampoitist  en  wortMtan. 
In  18eeatiditteU}de„Herfaroer6d>oolel  Artf 
te  Bnabej.  Van  1865  tot  <18&4  wm  tdj  ho^rer- 
fu  «e  Oilont.  EMJ  oteileed  dan  Blaten  Saut 

a.. 


l&U  te  Bndldgb  in  DorondmeL  fferitoiner  beef t 
talemden  uit  bet  dagelökedi  toren  geachü- 
deod  en  ia  Tooia]  em  sj»  portretten  bekend. 
Zj^  ediilderB  „Tbe  laet  MaeteT"  kreeg  io  1»18 
Ie  Paiïs  de  lUdaille  d'Honneai.  Tot  lijn  meett 
bekende  oduMergeD  beboeten:  bet  portret  tu 
miaa  Kalhe  Qrmt,  potti«t  Tan  een  <kme  in  het 
■wart,  MsdM  „Foaad",  „Onl  Timee",  „OnStn. 
ke",  „Tbe  GhMKfe  Cfaeer",  „Ttie  Ouiwi  ol  tbe 
Chartóteaee"  ena. 

MoAnÜMt  noemt  mei 
een  kruia,  waanan  deir- 
mea  <^  eenigen  sittaiid 
na  da  tdtdMleii  dwan- 
amen  dngen,  loodat  ^j 
daal  ook  kndeai  vor- 
men <ue  de  afU. 

a«Tllli.  tritdMi, 
een  DtJtëa  adülder,  die 
in  1407  te  NSidliagan 
het  tniTgenedit  Teikreeg 
«n  atdaw  ia  1496  orei- 
leed.  En  wat  een  n»at  „_,_ .  . 

MI  van  «ojiei-  «m  der  Beakwiiat. 

Weyd^.  'Een  altaaifti* 

nn  1402  dm  Harim  gemaakt,  best  de  St.  Jo- 
tiak«ik  «e  Nta]lH«en.  In  bet  atadbiÜB  *Maat 
mrt  men  een  «MaaiBtiik  ran  14S8.  De  St  Jaod» 
keik  te  BotfaentaBg  d>  éa  Taober  bevat  «en  d- 
taanÉnk  Taa  146S. 

HerllB,    Qautier,  een   <^)pec   kiö^aan  w 
mgbd^ootiog  tegen  Spaare,  weed  te  Var 


geDomeit,  moeat  h^  db  gele^snlMMt  sgn  omgang 
tot  bet  Pioteatantieme  met  den  dood  boeten, 
terwijl  8  dwten  W«i  oek  da  oadate  «nu  van 
iteen  onbooid  weid.  Na  nam  Omtm  met  nog 
8  andeie  Itfoeden  dimat  oodw  de  Qenaea.  2^ 
broeden  'weiden  gegrapen  en  opgdiangen,  en  bj| 
kU,  oadat  men  bem  nena  en.  ooien  afmnedeo 
bad.  tot  den  brwdalapd  TtMMxdedl  Hüont- 
sn^te  «venwd  en  TeimaadAe  im  «it  wiaaksH» 
die  pifadN*  en  Spenóaard»,  die  ia  i«n  haathm 
vielen.  Hjj  waa  een  "raa  da  «fipertiooidBn  der  Wa- 
teigeaaeD  )^j  de  TerorveiJng  van  Den  Baal  Hd 
t^atip  van  ^  dood  ia  onliefcnd. 

BerlossKObn,  ^«fi,  «igwki^  EorJ  Qeorg 
RegiiuM  Herkm,  een  Ooateiu^adi  «dur|h«r, 
den  laten  ft^temfcei  1804  te  Pnag  «*«?»' 
■todeefde  uumskdQk  ia  jQn  gebooitêatad,  ktar 
te  VeuMn  ia  de  ledtten,  mti  daarna  fanaaon- 
derw^ier  te  Dewiti  bS  Pr»«  •»  '«^wk  tegei 
bd  eóade  vaa  IfiÊB  naar  Levdg^  waar  kq 'wU» 
door  leMerkiBkdigen  aibeid  At  ijn  beborften  ken 
voorden.  Hij  oveiteed  aUaai  dra  lOden  Deecae- 


„.  1849.  Bd  beOeMeÜadi  «n  kiüiaeh  tod- 
tcfaiift  J)er  Kornet",  door  b«  ia  1880  geatidi^ 
Ued  gednnnde  19  taar  beaUaa.  Terdei  edueef 
h^  een  groot  lantii  geedMknndijge 


waaii^  ign  rune  an  Mvco 
leei  te  atada  kwam.  Wü  i 


lemodige  veibeeMiag  hem 

„    _    „_ Wü  noameni  .,W«i»adi»- 

WMec"  (8de  énk  1861),  de  rooMn  „Det  Ua«" 
(1882),  ,J)er  letite  Taborit"  (1884),  „WaUen- 
eteia-a  ente  liebe"  (1844),  JKe  Boadten" 
(1643),  „Die  Toditar  der  Pieeokmim"  (1846) 
en  4»»  Utote  WattenatdnV  (1W7).  Zün  didi- 
17 


DigilizedbyGoOglC 


terlqlM  Toortbrttnmetoi  jenemMi  !hg  in  bet 
^och  dei  Liedei''  <4(h  AnA  18S1),  wmtoo  m 
inn  dood  aag  ,3eliwiien  to  Liedern"  {2de  druk 
1052)  gmolgd  BJB.  Oofc  tso  ^jm  gceehie&uiujige 
nMnuMt  tianiede  mi  ano  g«zaiiMoljjbe  sohr^ — 
igii  nitg&TMi  io  het  Uwit  T«ieeheiiea. 

Herm.  aditer  dienMUDea  ie  de  aHkoiüng  Tcot 
J.  i{«nwnin  of  voor  diene  zoon  J.  f.  Hermanii. 

Barman  ot  Hermawi,  Tcrat  der  Cbowken. 
Zóe  Arminau. 

Bemuiii,  De  Lamme  {Hermanmu  Controe- 
lui),  een  ediiüwr  lao  belangröke  bronneit  wkk 
de  MÖbiedeina  vam  Duito^tkuM,  den  ]3deD  Joü 
lOlS  gBboTw,  twhoopde  lot  faet  gralel^b  gedadit 
vm  F«Anii^,  oatviog  qn  opmediiig  in  beit 
klocMtcr  KndieDMii  eD  aBDVMidck  tUmi  ttet 
seeeUljU:  gemuid,  muna  iin  4l«i  24sten  Septen- 
b^  1054  op  itet  indedük  fanto^  U  AJeabnen 
bS  Bibendi  orerieed.  Zi|D  faduierqketa  wenk  ia: 
„(hrotMotk  «b  nbe  ooödit*  ad  Muxm  1054" 
met  de  Toortcottiog  tot  1066  tmi  den  pieAvler 
B<rfhotdM  ntgCMTen  in  de  .JfonmneDtA  Oer- 
muHu  bietorin'^Tui  PerH  «n  n  de  „OtMbicbt»- 
mitt^txx  der  denlaidua  V<K9eit"  nn  Nobbe, 
Ook  de  keikgcmieeD:  .Sadro  regina",  „Alm 
dencrtMM  mate''  en  „Veni,  aaiHte  aeaiibm" 
worden  ann  bon  toegtMAnmOk  Zgn  dHUtiient 
kiXDt  het  beat  mX  in  „De  oeto  wtns  pnuifntt- 
bne". 

BermaD  «m  LuxevJmrg  wotó  ge^ieode  het 
W)iU^  Tu  Hmdrti  17  in  Iitaiie,  door  de  Sak- 
een  en  Zw^ieiii,  üi  1061  t«  Banbecg  veiigvdeiid, 
tot  tegenEboaiK  ^ekoxn,  wmiim  Siegtned,  aa  ' 
biBattnp  nu  Haud  hem  krooode.  Zyn  [Mao 
op  te  nA^en  naar  Ilalifi  veto  wièndeid  door 
tM<  oreilöden  Tan  ivn  Tooiinaainet«a  boiktouioot 
Otto  «M  Jfordftnm,  daan  de  oneoige  laadèiMilen 
nn  Herman  den  atrqd  om  de  Duitsdie  knaera- 
kroon  K«bt  op  DaMecheD  bodem  «üdea  wef«n. 
Toen  Bendrit  in  1085  mat  een  leger  in  Saksen 
viel  nam  Btnum  de  vhictit  naar  Denemaitan, 
do«h  keetdto  weUra  tenig,  TCnioeg  d«n  keiaw  bjj 
BleifÉMd  aan  dm  Uaio  «d  jenmtAe  WQnbu^. 
ZoMb»  ctAter  in  108S  de  Sakseo  ach  aan  Hen- 
drik IV  ondatwkqwn  deed  Herman  aMiod 
Tao  den  konuiklgkói  tUd  en  begal  adi  naar 
iQa  «rOandeo.  Niet  lanK  daaina  aneordde  hg  l)q 
de    bdegeriog    tan    EodMm    <2S    September 

Bermui  X,  paltagnaf  wm  SojUm  (lil 
1217)  en,  aedMt  1190,  lHM)eTaaf  «m  Tkuringe», 
«en  won  -mn  Lodeieük  dem  IJterai  en  >T«n  /u- 
4U(Aa,  kreeg  op  den  Rgtod^  to  Ëifnrt  (liiei) 
bet  «Mwnafieh^i  eekan,  en  sa  den  dood  Tan 
ign  Moeoer  Lodewik  UI  «oic  bet  landgraalediap 
ifwrioeen,  waarna  hg  sdi  Teatigde  op  daa  Wan- 
bnrg.  ütm  ktaditi^  maatregeltn  TU-nietigde  hq 
de  plannen  Tan  katoer  Hembik  VI  vm  rieh  Tan 
"nnitingen  meeeter  te  maken,  vo«rde  tot  groot 
naded  ■roor  lön  land  TcrMbilteode  oorkigen  en 
wiM  een  aantal  Dortaehe  To^nten  en  graren  te 
Nenmtog  orei  te  balen  keiaer  Otto  IV,  die 
door  den  paos  In  den  bso  wm  gedaan,  al  te  sert- 
ten  en  frederik  U  t«  kiaaen,  waanw  de  Sakeen 
tegen  hon  opatondeo  en  eMi  i«n  de  etedcn  MOhl- 
hMwen  en  Nordhanaea  meester  maakten,  soodat 
hg  uch  weUra  in  wer  benarde  omstaadrebeden 
bêT<Hi4  waaruit  bü  tntawi  g«red  weid  imai  de 


tqtKge  holp  TaA  Frederik  II.  Hg  wu  een  koiwt- 
UeTend  vorst,  behoorde  mII  tot  de  mkmexaagm 
en  deed,  iwur  men  wil,  den  besoemdca  diefateiig- 
ken  wedstiyd  houden  «p  d-en  Warlbuiv.  Herman 
o-Kileod  te  Qotha  dea  25eten  Agmil  1317. 

Bermaii  ZV,  laadaraal  van  Heeeen,  den 
15den  Aneustne  1607  gcmu^n,  waa  e«n  toos  Taat 
Uaurite,  Modgraal  «on  Hetant-Eaawl,  ontw^ 
een  zoivfuldi^  oproedio^  en  adneei:  „Obeeit*- 
Uonee  Dietoneo-OMUhemdtieae  de  anoie  1618 — 
lflS5"  <1685),  JitnUAt  A»lrolügw"  (1637), 
,3i«tona  metaorolDgica"  (1651)  en  „Heiame- 
Toa"  (1652).  Na  het  oiverlödea  van  ign  oodeien 
broeder  Philipt  werd  hg  met  de  voogdq  over  de 
adkteiseUev«n  kimdeieB  behet;  hg  overleed  teil 
kiuMlDoa  den  4den  April  1658. 

BanuandMI,  een  SfuaeA  woord,  (kt  ver- 
broederii^  bet«dünit  en  afatamt  van  int  Latgn- 
oAt  germanilai,  diende  oso'MiikeiËgk,  om  ^  on- 
derKqge  TBthdntenaaMn  aan  te  daideiv  welke  d 


den  Tt«de  te  hanSswen  e 
rooreigen  Tan  den  adei  te  keer  te  gaaa.  Z4  ver- 
den daaihg  ondenteDod  dooi  de  koaaigen,  die 
zoodanig  nudtU  gaaioe  «Higcepen  om  &k  wet- 
moed  der  aanzienlgken  te  fmuken.  Een  demüike 

«at  mhet 

..-- .  — a 

1295  afotOD  de  ateden  vaa  Caatüifl  e 

d«irtiog  een  T«iboDd,  dat  da  goedoKD  van  etten 
edelmaix  die  «en  bondgenoot  faetooCd  ot  beleedisd 
hmd  en  daarToor  geen  toUomuw  wilde  gerea, 
met  verwo««(iiTig  bedieagde.  Eien  nennandad  tot 
bandlwiiiig  vam  orde  ta  reoht,  welke  gedmag 
door  dea  «ded  wenkn  aeadMnden,  kwam  in  1486 
m  Caatilifi  tot  stand.  De  steden^  die  Uentoe  be- 


ters in  Tc«BdiiUende  deden  dea  Sgka,  Wie  oide 
en  wet  Terstooideai,  wwideo  door  de  g^wapenden 
oDjI^alt  en  v«oi  dé  reebten  gebncbt.  0«en  nwig^ 
of  stand,  uÜ6  geen  gow^fde  plaata  mleende  bè- 
idiennuig  tegen  de  Harmandad,  welk»  «Uenga 
A Tan  „de  heÜKv" TeHueeg.  Vmehteiooa 


ucu  ufl^ui  nuf  ,,w  uiïiBi^ 

T«nette  mb  de  adel   twen  «en  «teSiag,  dM 

door  den  koniiw  werd  OBMMteimd.  Ook  in  Ara^ 

kwam  in  1488  iela  defgelgka  tot  «tand  In 


bet  mddden  der  I6de  «eow  ontaaadde  ijj  echter 
in  «en  veMpcditie  ol  gentbnnerie,  ierw^  men  er 
thans  de  p^jtie  mede  asAdnidt. 

Bsnnainfrlad,  de  laatate  kmiiag  dei  Tha- 
tuDg«?«  en  een  loon  Tan  Batanu,  wgeeida  aan* 
Tudwlgk  te  lamea  met  qjn  broeden  Bad^ik  en 
Berlkar,  doch  doodde  Berttar  op  «annonag  Taai 
zÜQ  heerechsDcbtige  g<emalte  Amaloerga  (een 
lucbt  van  T&eoifenk,  koning  dei  OoaUktMi)  en 
TeiboDd  zicb  tegen  Boderik  met  OUotarüu  I, 
koning  der  Franken.  Toen  Baderik  orwwMuen 
en  gespevrdd  waa  en  Hertmmlried  weigenfa  y<A- 
gene  ign  belofte  de  hcUt  van  iQn  laad  nf  te  atMu 
aan  deó  konasg  dn  rrmken,  tnk  deae  met  de 
Saksen  tegen  hem  op,  Tcidoeg  iMm  in  581  aan 
de  Unstnit  eo  lokte  hem  onder  Tooiwendad  nm 
oel^e  aehikkingen  naai  Zflipi<Éi,  «liwaor  hy 


benK  volgens  de  eage,  doodte  dooi  hem  op  e 
wandeiiag  van  den  stadanwor  te  wei^n.  Een 
andere  eage  TnmeMt,  dat  Bervumfried  na  ge- 
noemden TehMag  mi  ■rarwbanat  beeft  op  bet 
kastml  SdwidoDgen  en,  toen  dit  beanreA,  óp  igo 


DigilizedbyGoOglC 


HEBiUAiNiPRIiEiD— fiïEXUANN. 


2B9 


eigen  venotk  door  i^n  MfaüdkoMip  ia  ora^ 
bra<±it.  N«  z^  dood  bëgal  ^na{6er^  koIl  met 
bau  Undeten  nui  IWü. 

HemuuiClId.  Ords  wm  «/m  Beiiige»,  werd 
in  1814  door  koiui^  /'«rrftmmd  FI/  tu  SpMte 
ingesMd  toot  Teidienstel^jke  inilitairaQ  T«a  oe 
bod-  en  teemaehi  Zg  is  in  3  kkoen  Todeeld 
en  TMï^iaA  aan  d>  beüttora  «en  peuioen,  wan- 
neer q)  na  bet  oabtaogen  nog  10  jaar  in  dienst 
^n  sieïrawt.  Het  ordeieeken  ■  een  gooden,  acÉit- 
vauSe  tni»  met  atvenH  atrafen,  en  het  mid- 
dmebild  dnafft  bet  ntteifcedd  -na  d»  beili- 
gtn  Bernumgad  met  bet  omlaonKtd  onscbiift: 
„Ppenao  a  U  eonstaneia  miytat". 

Hemuuiclldi  de  «odrte  aooa  van  Laongild, 
hmii^  derW«8t-Goten,  weid  ia  580  «adectia- 
lüng  m  Spanje  en  trad  in  b«t  ha««l$k  met  In- 
jpiiide,  een  dodtter  tw  Siegturt,  fatorng  Tam  Aoe. 
traöt,  «n  BnttuhiUe.  Toen  haai  atbotataoeda 
OutidaminUui  pogingen  aanwendde  baar  M  het 
AfiaDÉBte  te  tótoerea  en  liaai  wegeoa  baar  wd- 
gtong  miÉhaadeU^  waxd  BenumgiUt  door  s^ 
Toder  bmoleii  SeriUa  tot  lewdeiMc  Ie  kieoen, 
■twoBT  Ingundii  haa  Iwwoag  tot  de  R.-£*llio- 
lieke  E«k  orer  te  g«en.  Z«Jss  stond  bg  i^  té- 
gen i^  Twter,  dodi  lieed  de  oederiaag  en  werd 
yeAttoooL  Toen  hq  irederom  tFo^pea  'venamel- 
A. ..J.S TtSSö  teTar- 

IDQ   MÜb 

1  hg  later 


de,  weiden 
ragooa  <iiMt...„ 
radmd  Bin  om 
EeJJig  T«Uaard  i 


het  gdoof,  <i 


Bërmuüdai,  S.  R.,  in  IS42  t« 
geboren,  beoocbt  de  Latöoecfae  aefaool  Ie  Hooin 

en  atndeeide  te  Leiden  in  de  geneetkunde,  wmt 
iaj  ia  1865  promoTeeiide  tot  doetw  ia  de  geneee- 
kvfde  op  een  proeMirift,  geliteU:  „AnaoiTMna 
aoitee  tWwM  deaeewlentie".  Neg  in  beladfde 
jaar  pnowiTewde  b8  in  d«  «erlodiwide  en  ki  brt 
Toteeode  ja»  in  de  beelkutde.  In  Si^tcmbei 
ISS5  beDMod  tot  inwaneDd  geneeatteei  in  bet 
BuitengaetlMile  te  AmeteidMn,  Ueef  hq  daai 
weninaaai  tot  Afiril  16S7,  TwUgde  licfa  toen  ala 
gMMeAeer  Ie  Tiidit,  van  waar  ^  ■■  IS72  Tei- 
nnisde  omc  fli^iii  iiiiiAmii  waar  bg  de  alg«meene 
pmobijk  tdtoefeadR  tvt  1902.  Intaaaebaii  bad  h^ 
iteb  in  1870  in  de»  AauAJkiilKben  oortog  ver- 


.  .  i  ambdaoM,  dit  Tas  Sep- 
tember tot  Deecabei  mn  genmmd  jmt  te  V«i- 
■aiUea  gereiti^d  wm.  Voof  dien  aiMèd  ooMng 
1^  mm  Tkier»  het  Lcgineo  tbo  Ber  en  nn  den 
hmrng  laa  IVvioen  de  Kroanrde.  Ia  IMQ  werd 
h^  benoHBa)  tot  gvuMdwec-dinetear  vao  bet 
etHMdqk  eanatoriom  toot  leninrtyden  te  Zewt, 


t  TCgena 
n  1W7  D 


I  neertaggen.  Wi  orerieed  den 
26aten  DeeMofcer  1006.  Dr.  Bemttmvla  m  mede- 
opriebtar  tbo  de  V««e(iigiiig  tot  «briatdöke  rar- 
■oTgn^  Tao  kianktraoiMn  (Vddwjjk),  Tan  de 
Veneeaigteg  tot  dirictetgke  waoigtng  t«d  m- 
niniij^den  (te  Koet).  i«ii  de  Teieeniging  teg«n 
de  noatMotJe  in  Nededaod  en  tsd  de  daistdg- 
ke  Veram^Dg  tao  natini-  en  getweaktuditten 
io  NedeilaCMi.  Zgn  vcnnaamate  geadirilten  ign: 
,3M  nmort  der  beeno  Van  Ombttk  de  Herer, 
A.  P.  Fokker  en  Menno  finixioga  aaa  de  N«der- 
laodsohe  UaatBebapdj  tot  beror^ 
neeAnnaC,   beooidedd   door 


e-a."  (1882),  ,Jt^emente«ing  der  tproatitotie 
^fgïBniebh  geiwabtratudigd?  Opeobare  brief  aan 
Q.  Tan  Oortïeek  de  Uenw"  (1888),  „WeitenaclMp 
en  wdetÜUwid^  (1902).  Ja»  allectiona  para^- 
DiM3jti<]iMa"  (2  4bk,  lOOB,  bekroond  door  de  Aca- 
dtmie  de  mAdeone  de  Paim)  „BekKmpfnng  der 
anatacieDden  GeriediteknuJdMiiteo  ali  ViAa- 
aeuAe"  (190S).  VoMta  TtfadMneii  bgdiuen  Tan 
bem  in  Tele  Nederiaufadie  en  bttiten&adMAw 
tödsctmiften. 

HArmuiii,  PauL  een  Dnttodi  pJaolfcandiva, 
den  aOeten  Ju»  1640  te  HtU«  gabonn,  l  -^' 
de  boog«Bcb)len  te  Wttter"^  -  '  ' — '- 
Leaden,  Rome  en  Padua,  i 
noemde  den  gnuMt  Tan  doetv  »  d  ^ 
beioebt  nogma^  «na  land  en  weid  m  1672  docw 
de  regecmi^,  ten  beboerc  der  ptantfaiHdè  ,naai 
Abtta,  Indïe  «n  Cejkn  geaoBdoi,  te  Leèden  tot 
booglëeraac  fcenocnal,  mka  bebvUdng  faq  na 
bet  Tottreogen  ^nei  8-jang«  rei*  in  1880  aa» 
Taaidde  met  een  redmoèraBe  „Da  naa  bortornm 
et  nala  inde  oUeetatione".  Hg  breidde  den  bota- 
nieeben  torn  te  Leideo  ut  en  Toerde  torene  een 
DMtrwe  miKMhikftteg  der  planten  in,  noalaUjfkt 
uit  xgn  ,|f%)rie  Lngdnno-BUaTae  floret  «ve 
ennmeratio  atiriiaDin  borti  LngidiiBO-Batam  me- 
tliodo  oatorae  Tniligüi  iomallenta  diHioaitamni 
etc"  (neeO).  Latw  Teilieteide  hg  igo  wgw 
van  ntigainikking,  doch  toan  h^  begouwn  was 
de  medadoeHngcn  daaioiHtawt  ter  perae  te  leg- 
gen, OTeriMdbj)  den  26eten  Jaanari  1«95.  Be- 
halT«  genoemde  geaAniften  InMde  by  nog: 
.Jkrtj  academid  Ingdnno-BataAi  oatalomt  ate." 


(1087),  „PanaVai  Batm  praAei 


MM»8) 
t  platen, 


„PandiwM  Bataraa  etc",  < 
na  ifD  dood  (l«Oe  «n  ITW)  «Mgttoren,  Jsti» 
tjFdine  mat«riae  medbae"  (Iw4),  .jCnaaei  ioAd 
eatalDMe"  {niiU,  „Hnaaenm  ZejlayenB"  «17)7 
en  1720)  en  „Cjniwan  materia  madieae  etfi." 
(1736).  Ook  beelt  meo-Tan  bem  nog  ondertdMi- 
den  <mttg«gOTM)  bndidhrilttni  Te^mia  bet 
oonded  tbb  bBToegde  perauMn  kan  tnmnKnntU 
„Mwaenm  ZcfkMoom"  niet  Tan  Btnumt  af- 
konatig  weien,  maar  werd  imnoedet^  naar 
qn  aaoteékeofaigen  doer  «es  «abnrilge  opga- 
aMd.  Zgn  rijke  TanameÜag  gedroogde  planten 

door  LAtaoeu  en  ook  dooi  /.  Bar- 

«aladM  Bermaimia  ia  naai 


gebrmkt  d 
awnx.  Het  daotengealM 
bem  genoemd. 

Bmvuuui.  OclUrietLttn  DnHaeh  (thitotoog, 
den  2Mien  Itorember  1772  te  Laipag  geboran, 
ttndeevde  atdaar  en  1«  Jena  ia  de  reebUn,  dodi 
bepaalde  ««tt  mUia  bn  de  iettereo  en  T«ata(pde 
rièh   ia  I7M  te  Leajng  ala  pmrwtdoeent.   bi 


leiiaaaa  «T<r  OiMache  adimren  en  o<rer  Ter- 
aelÜlénde  doelen  d«r  ooAeidKaade  oodereebeid- 
den  ^«h  door  tcn«uli^beM]  Tan  ivoonhaiebt^  door 
heMertiead  en  eelierpsumt^eM.  Venter  beJjrrerde 
bjj  neb  een  groodtee  ot«Mie  der  GrietMbe  taal 
eo  Mterknade  te  wronlerett  dooi  de  tUcbting 
Twi  een  Orieheeh  genootaehap  ^1708),  alemede 
door  nA  in  1834  te  belaaten  met  het  bettttu 
Tan  een  oMMogiach  BHDinaiivn.  Zijn  etMM^oat 
omtrent  de  metriek,  waarrao  kg  «en  nenwe  Oieo- 
rje  gaf,  lette  bg  niteen  in  iga:  „De  metoia  grae- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


260 


conim  et  romaDoram  poeUront"  (1796),  „Hutd- 
bntji  do-  Uotrik"  (1796).,  ,,E3«nieDta  doctciiHe 
metrieM"  (1&16],  „f^pitoow  <ketriuae  nwtri- 
cm"  (2de  4nk  1B44)  en  ,J>«  metzia  Pimdir 
ri"  (in  de  uii^Bnie  nm  PiiufortM  tad  Heyne, 
I&IT).  Nog  b^tuigTi^lm  ie  zgo  beJifibdellq^  éx 
Qiielceohe  gramnraAica.  fflieitoe  lebaoreD:  ,4)e 
cmendiBidft  lattcnw  giMCM  grammaticM"  (1601), 
,J)e  ai««cae  dietionie  idntismis"  (4de  éeA 
18M)  en  „Libd  IV  de  jnrücola  f£v"  (1881).  V<r. 
der  leverde  liü  «en  'uitgam  der  tra|g«diSii  ran 
Sophoklei  ea  vut  'Kwcbeii^e  van  Suripideê, 
Tan  de  ^dbes"  Tam  ilrütophonei  [3de  druk 
18S0),  v«D  de  „OifAtréa"  (18(È),  de  Homeiieehe 
hymnen  (1806),  mn  den  „Tiümmmae"  (1800)  en 
„Baocfcidea"  (1«45),  »m  PtaihM  tm»  ,4)e  «ite 
poetdca"  vac  Ariilöteles  «u.  —  M«<t  Orettter  gat 
tq:  ,3iiele  Ober  Homer  rad  Hfimodot"  (1818) 
en  „Ueber  Weeën  umd  BtbaodlnDff  der  UytfaDio- 
Kie"  (1819)  uit;  iqd  „Ctooeeab"  (1827—1880,  7 
dln.)  bemtten  tek  nunïwMidieie  «nkfien,  •!§- 
meoe  i^n  LatlJDflche  gedniiteD.  Na  iqa  (h>o4 
Teroebeen  aog  een  dow  ben  Iwwwkto  mtgire 
ram  Bton  en  JToeeAw  (1649)  en  een  tob  JeaeAy- 
/ii8(2dednik  ISS9,  2  dln.). 

Hvnnuiii,  f  rüdncA  BentdUct  ■Wükeha  non, 
«at  Dnüadi  ataatbniBtroadkiiiidiM,  alen  5den  De- 
cembei  1765  te  iKidoekèCUil  kt  «éieien  geboren, 
betoebt  bet  gjiimaBiuin  be  Erlangen,  «tndeerde 
te  Wh^Mug  en  stiebOe  in  1S17  nut  een  i^mt 
«en  «obool  ix  SwnBbtof,  Ia  1821  weid 
inde  tot  leenac  in  de  wMkande  ran  bc* 


H 

gmammBa  ie  Briwigen  en  Tesfi^de  er  adi  in 
TwS  ate  9(malidooen,t  in  de  stMtemteneehap. 
Eert  dwnw  «Bid  bg  faoogleMaar  üi  de  widoob- 
de  aan  bet  gjaammai  en  m»  de  polytechaieebe 
Bchool  te  Neunedberg  en  Ueef  at<bw  tot  18S7. 
Madvt  Ui  stb  bekend  geinaakt  bad  dwn  aga 
,J«biiiudk  <ter  AMmoA  md  A^[ebm"  (ISQS) 
en  „Ueber  poiptecbaiMhe  ImtitnU"  (182«— 
ieS8,  2  etnUen),  deed  tij  «en  leie  bmt  Frufa^ 
om  brt  ODdenrÖB  aldaar  4e  beetadeenn  en  na 
^D  terugiecr  mid  bjj  tot  bnitengvwoon,  in  18B3 
'töt  goirooa  liiiiighi  imi  aan  de  wmiriteiit  te 
MOochen  benoemd.  T«en  sohmef  b^  lön  ,^tu4ê- 
wirtaebaRlicAw  UiHennlMingen"  flSS2),  welke 
bem  grootra  leem  beaoqgdeo.  Ju  iS35  werd  bq 
beooemd  tot  lid  nut  de  AcMknée  tks  Weten- 
Mhappen  'en  sedert  1S36  TemüdB  fag  T«l^en 
BtaatabetTdiUngna  in  «nmmiwwee  en  aan  de  de- 
pait««neiiten.  Id  IMS  tot  tid  mn  bet  PaiiteiMait 
t«  PranUort  gefcooen,  waa4ig  er  een  tod  de  meeet 
begaNide  leden  ion  bet  liaker-eentran.  Bq  vrei- 
de  «T  iioor  een.  Dnitaah-OoBtaoTgkBch  toireimKid. 
E^  errerieed  den  2Men  NoveodMa'  1808. 

Hnnnaim,  Kart  Friedrieh,  een  Dnitsdi  ^i- 
loW,  den  4den  ABpHtns  1804  te  Frankfort  aan 
den  lUia  gebwei^  etndeerde  te  HödeKwig  en  te 
LeifMn^,  oBdentem  TerrolgeBa  een  weteoeonepe- 
Uike  reia  DMT  HêUA  en  Keêvyde  neb  ia  1806  te 
HetMbeig  «li  prirMtdoeent.  Hier  wei4  hj)  in 
1882  benóenid  tot  boatengviKMB  IwogleerMi; 
maar  1^  gat  de  Tootkenr  m»  een  becocf»  •!•  ge- 
wooD  bDOgieeiMr  naar  Ifaibiirg,  Bn  wem  et  ia 
1888  »««ede  UUMfawaria  det  itt^venittitaboe- 
kern  en  belastte  adi  met  bet  ioeai^  on  bet 
imoiogiaeh  Moiiaarüm.  In  1642  gnv  im  aii 
prolnaor  in  de  w<lapiekendfaeid  naar  OOtbnf^ 


en  onerleed  aUaar  den  Sisten  Decembei  1855. 
Tmi  ign  geecbniïen  noaoen  wg:  .Jxbtboch  der 

rie(4uacben  StaatealteFthamer"  (5de  dnik  1882, 
dtn.)  en  „Qe»^ohte  ood  Srat^an  der  phteod- 
Bcben  Fbyo«0{4iie"  (dl.  1,  1889).  Tenfer  het^t  hg 
een  tütg&v«  Tan  Lueianutf  „De  ecmciibeiMla  bi»- 
toria"  (IS'iS)  en  •vao  Phto't  geeduilten  (1851— 
1852,  6  <&l)  gctgeren.  Na  töa  dood  vencèeen 
„ZulituEgeeohittvte  dei  QdeJieii  nnd  BSoMr" 
(I856-T667,  2  dln.). 

Harmuui,  Ktmrad,  den  8teten  Mei  1619  te 
ha^KS  geboien,  atndeeide  io  de  htteren  eo  wya- 
begcene  te  Leipoie,  tcMdgde  lieb  aldaar  ala  pd- 
naidoeent  en  weid  et  is  18B0  bi^iis«wooit  en 
in  1881  g«wooD  boogleeraar.  Hn  edueef:  „Onmd. 
om  dner.^leemeiiwn  AealiMtik''_(1857),  „Pfailo- 
tophiKfae  OiMiMuatik"  (1868),  ^^liloaopüe  der 
Oewbicbte"  (1870),  „Die  Aeatbettk  in  ibeer  Ge- 
KbrnUu)  and  ala  wieeenoctoMichee  Sïttem" 
(1875),  ,J)ije  Spndiwiaaenaebalt  naeb  ihiem  Zb- 
■HumeidiMiK  mit  LogilE.  meBeebHefaer  Ooateritil- 
dung  sikd  fUlooDtiSMe"  (1875)  en  J)n  Oegen- 
eati  dea  ElaariMfaes  wd  dee  Romantistben  in 
dei  netiem  Phdloeopbie"  (1877).  Hg  oroileed  te 
KkatacrUDSBti  dm  leden  Jnli  1697. 

Herauum,  Ludimor,  een  Dnitacb  ohjaolMv, 
den  21aten  Oelobei  188S  te  Ber^  gcboien,  afai- 
deeide  «Umi  m  de  geoeeakonde,  vestigde  ainh 
als  fnÉraatdoeeut  en  nerd  in  1808  gewoon  boog- 
leener  in  de  ^«aolooK  te  Soridi.  Hjj  omdeed 


Jnni1vl4te£«nigBbug«i).Veüii^  ge- 
wS:  .Xdubwb  der  Phjéi- 
oiogi*''  (14(le  drt*  1910), 


Bcbiilliea  Toimdden  i 


mentdten  Tmnk^ogie" 


,  .Jidubneh  der  «m>eri- 
(1874)  en  „UntennJtDik 


1  nr  altiiiiiiiiiiiii  Hwk^l-  imd  ifweapbytBia- 
uwie"  -(l»;— -]a68).  Ook  hnerde  Mj  out  osder- 
ecneiden  andere  Takgenooten  «en  „BMndbneb  der 
Hijwologie"  (6  dfaL,  187»-J8a8). 

Hemiaiiiii  Qtorg.  ia  de  oehgiJwnrni  van  den 
DnétatJbco  adirgTCi  Q.  B.  BortAanit,  den  7den 
Octobw  1871  te  BeilÖD  Mbtwen.  Hg  edneef  de 
tomane:  „Spidkiiidei''llS&7)i  ,JetU^  Oebect" 
(1906),  «en  bekooilgke  BchHdering  no  een 
JoodMfa  tniUen,  die  bein  atgeoweii  beKeod  maak- 
te, Toortgeiet  in  .3enièette  Mroby"  (1908), 
„Enbinke^  (1910),  „Die  Nacht  bei  Dr.  Henteld" 
(1»12)  en  „Edoaed  Sém  Ji."  (1915),  «kmede 
de  sobcdnen-  en  noveHentindek:  ,Jfodelle'' 
(18$6]  en  „Aw  dem  tetsten  HMMe"  (1899).  Be- 
)Mlff«  deae  wecken  sdveef  hq  nog  eeoige  atndiBB 
op  knoataritiBdb  ^bêed. 
BarmuinlA  L.  óa  de  eaom  van  «en  plantea- 

■■     ■     "  ■■     ■      -    dH 


Kaap.  cmnt  Het  on- 
daietbndt  uoh  door  «en  6-«pletigeii,  kkk>n>nni- 
gen  kelk,  een  S-bladSse,  MirMhg«irge  ftintaAn 
BloenfcnMo  en  een  MwoiKe,  veeuad^  dooa- 
vrodit.  Het  oatnA  een  aanU  dt^dgioeQe  beea- 
teis,  wdke  aan  de  Kufi  de  Ooede  Hoop  g^ioeiaii. 
Sonimiee  ■ran  deae  benooren  tot  de  ■iwylantea, 
■ooalB  B.  frifareofa  U,  met  wigimmtge,  QfBTW- 
mige,  atMnpe,  of  «ao  deo  top  S-tuidlge,  giMnn- 
di0e,  aan  beide  i^den  witTtMige  of  onbcèaarde 
bladeren  en  paarae  bloemen,  in  naar  éen  i|jde  ge- 
koerde tioeaan  geraogadtikt.  De  TenneerderiBg 
eHcbaedt  door  atettei  en  laden. 

■nrmuiiinliBliln  ie  een  eiot  in  het  IMw- 
]and  in  dn  Han  met  pracfalige  dmipateeiwoT- 


DigilizedbyGoOglC 


mimvn  en  TOOTw«Kldlgk«  gcnunten.  Zg  woritt 

HcrmaoiMtadt  (HoBMandt  Nagvgtebe*, 
Litnn  CiMtttKniJ,  «en  bniuu^  ttöbImi  ki  bot 
mtpnuoig*  BoncMiBclie  eomitMt,  kgi  ua  den 
Zibin  in  «en  knuspnot  na  apoonvegen  en  be- 
Btut  uit  de  »p  een  beorcl  liggende.  rcgtJnuliee 
bof«iiat«d,  de  daannede  dooi  tn{)pen  Terbonden 
beneüenatnd  en  3  grooteDidnls  door  Boeomuers 
bewMnde  wontedeo.  ZQ  Idt  (1»1>I)  83  480  in- 
wonen, wM  -noeget  «en  «teike  vesUag  en  bmi't 
mg  «iree  beatioDB  met  vttf  tomu.  Ueo  viiuU  ei 
onder  ide  kerten  de  Gotebe  der  ProteeUnteo 
met  een  74  m.  booten  toren,  «en  sladtKM  (15de 
eeuw)  met  bet  Swaiadie  luitioiMlie  attiml,  het 
peku  ven  buon  Brvekentktd  met  een  UUiotbeek 
Yu  40  000  deelenv  een  ediüdenjengiéeïQ  en  tal- 
t^  KvumeliiWKi,  een  kriBtolMwgengeeüAt, 
een  iroot  liekeiunü,  een  maaUkgebam  en  «en 
etmAeeU  van  TmtKh.  Ve  etad  beett  gymoiMia, 
«en  booeeie  bnrg««cbool,  een  tadobten-,  mmnal- 
en  OMiqeMebonD^  een  aAaanAiatg,  «en  wem-  tm 
wDdeÜDeenliiüa,  Tier  laetenbixiien  «nt.  De  nj]- 
yfAtèi  te  belangifik  (mvKaidigiBg  ran  hken, 
leder,  kaaiaen,  epintna  en  Under^ed^oed).  Bh- 
mauiatadt  is  it  aeld  van  een  OneiwAen  aarte- 
bieadH^.  In  de  wnnTHig  vindt  men  Teel  «ikeo- 
bwnelien,  de  Onde  Berg  anA  TiUa'e  eo  w^j 
den,  ket  bad  Tiiaki»,  de  dvrpen  Hamme- 
BaUan,  Hidwlaberg  en  den  Botetnrmpaa. 

De  etad  werd  gieatidit  door  Doitaoie  kDwnw- 
ten,  die  de  HoDcaaredte  koaÏDg  Qnm  II  (1141 
— 1181)  in  lün  ^nd  riep  en  heette  oor^ionke- 
Iqb  Vüta  Hermaitni.  In  1841  werd  xj  Terwoeat 
door  de  TaUreo,  muv  weer  mMboawd.  Onder 
Lodevyk  I  Talt  baar  fentt  èloet^  Sedert  U20 
werd  i^  dikwglB  door  de  TnAen  belegerd,  later 
ook  nttiandeefaat.  In  1£3»— 1t>86  werd  1$  io  den 
ttrQd  om  de  Hoogaafaebe  Kroon  dooi  de  aajkhan- 
gers-yan  Johontteg-Zapolj/a  belegerd  en  na  een 
beleg  Tao  7  jaar  tot  d«  OTeiK**e  gedwongen, 
in  1010  doi»  den  ZeTedbnrgaèoen  dobnal  Ba~ 
thori  HMtiMmeD  en  gcfdondMd  Den  Blaten  An- 
gnitna  1916  werd  de  etad  door  de  RoemenHBra  be- 
i^  maar  reed*  den  2Men  8q>tember  tDoeet«n 
deKD  baar  weer  ontraónen. 

H«nnanrioli,  de  eerate  tntorisehe  koniae 
der  Ooet-Qotim,  leelde  in  bet  begin  der  4dè 
eeuw,  onderwierp  QenoaanaAe  en  Sanecbeetam- 
men  «aa  iSn  heeraehawf,  die  tkb  vao  den  Doo 
tot  de  llKaBi  en  TMi  den  Donan  M  de  Ooataee 
wtsbekte.  Z^h  óe  Wvat^iMen  «ttenden  ben 
ak  hoü  beer.  Toen  de  Hnuwnkomng  BaJomir 


eo  w^nar- 
[ammmidffrt, 


lOO-jarige 

n^lg,  in  aijD  twMvi  (875).  Zna  soon  WinilhoH 

moest  sieb  aan  de  Binnen  oooerwapen.    - 

Kvmuuuwn,  Sobert  Frtdiik,  een  Finaeh 
iwhtigBhurde  en  «taatwnan,  den  3den  Februari 
1846  t«  nieUran  gdbwen,  w«nl  in  1891  doeenl 
en  in  1889  boogwerMr  te  bet  ataatweebt  te  Hel- 
Hogfore.  Sedert  .1807  waa  bq  Ud  Tan  dan  Land- 
dag. Tan  i^  weiken  noeuNO  w^:  „Om  tagstift- 
wiigen  daas  begrenp  fKifallande  ttH  aoifcs  atatJï- 
ga  TnaktiODw"  (1861),  „Om  FiUade  atiiider,  de- 
ra*  fOibUlande  tiU  mHikeQ  och  till  Mkat" 
(1884).  „Finknde  atatailttdlg»  attihiing"  (1802). 
,3emBtwde  ï   Mg  aa  ïïnlanda  stater     " 


geleew 


261 

Btailnng"  (1894)  en  ..Ein  Beita^  mi  Benrtei- 
Ui^  der  staal  secbtKehen  Skflang  dee  Oroeaffir- 
Btentum  Füdaoda"  (1000). 

HarmanM.,  Wülewt  Tan  Gooda,  of  Bermat- 
nna  Qoudantu,  een  NederlBadeeb  geeebMachrij- 
Ter  en  Triend  T&n  EraaMVj,  wm  aJa  "*"""*  met 
denen  in  bet  Aagmtqjoer  Uooetei  Tan  Steyn  b^ 
Oonda.  Hg  beetbwel  n  ma  we>k:  ,4)e  beilo  Oed- 
die  OontMÜfle"  JI61I7)  oen  «oriog  tnaeehen  de 
OeUeraoben  en  HoUandera  is  de  jaren  1507— 
1609.  Mallkagtu  beeft  dat  boek  tmgenomen  in 
ign  „AnaJeeta  Td«ri«  et  maitii  aeri".  De  gedücb- 
ten  Ttm  Hemtarux.,  Tcrsob«Mn  onder  d^  titel 
„Odhrnoi  ïjlTa"  (Me  irvk  1497)  door  de  Mig 
i&a  Eratmut  in  het  Uobt;  o<dc  eehn«F  hg  nog 
een    paar    Latjpwche    wecken    Tao-   aUcfatdiJken 

B«niuUit,  OaUtride,  een  B.-XatboIielk  god- 
fleerde,  den  Oden  Fabnivi  1617  te  Baanraia  ge- 
lniiiiiliiiiiiai  aan  de  SortMDiK  te  Farna 
OTeiteod  aUb»  den  11  dee  JoB  1990.  B<ÉialK» 
een  aantal  airndsdvtCtMi  tenn  Labadü  en  Ifo- 
reaiut,  lereide  D^  «odenefaeUBn  bdtORi^  ww- 
ken  m^  keriunaAMaiiiB,  wnals:  .^nture  des 
eondlea"  (4de  dnA  1730,  4  db.).  .^BinMn  des 
B^o»  on  ordres  ntOtaKe^  (1008),  „Histoire 
des  oT^a  retimnx  et  des  eongrégataona"  (2de 
driA  1710,  4  dfak),  mede  lerenegewiiedeaüasen 
Taa  «enige  me«kwaapdig«  mannen. 

Hemuuit,  Abel,  een  F^naaeh  drama-  en  ro- 
maitsebr^rer,  dm  Hen  Febniui  1862  te  Paina 
gcbopen,  beaoebt  «mwen  töd  de  EJeole  Ni»male 
aldaar  en  gal  bt  1888  eqn  bandd  ,illta  m^tria" 
nit.  Daarop  ndgde  een  reeks  meest  aathtte  ro- 
mans, noab:  jSufoatnx  BeÉKMaon"  (1894),  ,J« 
eanalier  Uiseiey"  (1887),  die  een  dael  ten  ganilgt 
iMd,  „Amouc  de  tête"  (1800),  bet  Terfand  Tan 
ign  bowfll^  met  V"  CharfmUar,  „l*  Oênlé- 
re"  (1894),  ,J*  friemn  da  l^a"  (lW5),  J* 
Beeptn"  (1806),  „Le  Oai  de  1'Bter  (iOOC^ 
„Lm  Ooofideneee  d'nne  aleaie"  (1801),  „Confcs- 
BÏons  d'un  enfant  dlièer",  geribd  door  „Gonfea- 
sdoDB  d'un  hoaune  d'Mi>Mii44Mtf"  flOOS).  „Boave- 
nirs  dn  naeomt«  de  Cominire"  (ilOOG),  „^00- 
Bienr  de  Counrière  marie"  (1006),  ,Jja  IXaéarde" 
(1007),  ,Jie6  CMifidencea  d'we  bMke"  (1909), 
..Lft  Biebe  reJanoée"  (lOlrl)^  ,JJ4StmTe  d^n  fik 
de  r«"  (19M)  en  tal  van  andcnt.  Op  bet  tooneel 
détmteenie  fag  met  ,Jja  mente"  (ls96),  waarom 
hg  met  den  tierboe  nni  Saga»  dneleeren  moest, 
geWtgé  door  een  toooeettieweckjng  tsb  ,Jia  Car- 
tiéw.'^  (1807),  4*3  Tranaatlaadqnea"  (1807), 
„Le  Fanboorg"  (1809),  „SjMe  on  la  «wieoae 
d'amnor"  (1900).  JJfAoakt"  <I904),  .Ju»  J*- 
cobinee"  (1907),  „U«ineMnir  de  OooTpiire"  f1008), 
„Tiains  de  luie"  (1909).  Een  bnndel  „Essaia  de 
critique"  verwfaeeo  ai  '1013. 
Bennannbts.  Zie  AnnbU. 
Herman  van  Salia.  Zae    Salto,  fleniuiR 

Bannaplirodlet.    Zie    Hemaphrodittamë. 

Hennsplirodltlsiiw  of  mdro^yMe  noemt 
men  b«t  voorkomen  v«n  maoDelQke  en  Tronwie- 
]^  giealaebttnrgUKn  bij  een  en  betedtde  imtt- 
nia;  bg  dieren  en  plMilen  teei  Tetbrcad,  ia  toch 
de  leUMviocbtiiig  n^daann;  gowooi^jk  Worden 
de  eierm  vas  een  twwsIsebliE  indmda  (Aemui- 
phrodiet)  door  het  uad  ran  bet  andere,  en  om- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HERHAPfiiR«>mSEI£B-^HERUBUJHEH  ntUIS. 


gekoerd,  bemcbt  {lOOgeoMinde  wmAnntng, 
wmoIb  big  Uoednigcre),  af  de  eene  faeriupliro- 
drét  dient  «leebte  ale  numoetje,  bet  «odare  sletdria 
ftU  wntje,  ftt  eÜKte^  ootnriUdeD  wii  bódcriret 
goabAtM^meii  m  tttudei  tot  i^ilMtd,  loo- 
dat  it  beiinaphiodiet  ia  d«  eene  periooe  van  tya 
Itma  litdtU  *k  nmmetje  (prolerandrie),  in  de 

(pMitog^ie)  kM  optie- 

it  wie,  ook  hoogne  die- 
ren, den  aMileg  tot  hennaplirodiluiiMi:  doch  ig 
ontinUideD  lA  tauMbéa^  woak  de  kikvt»- 
■efata  en  sehiUpadilea.  Verder  i^n  t«i  de  9e- 
«oFTelde  «Ueren  ooimMl  alecbta  enkele  nuohen 
tweesUehtig,    tqjr.  Saeranw-  «n  drynmu  sooi- 


e  iiwiDÉfhroJitten  ^d  itf  T*n 
bet  maMwlök,  AI  na  het  vmnw^k  geriacfat. 
nooit  «chter  n»Tere  hennapbrodaeUD.  wuk  ge- 
IqUöi^  vowfcotMB  vn  imhS«1  èn  eleictok  is 
nooit  bn  meaadiea  gMnodHi;  vel 


moge  ah 
Btck  ia  » 


vn  meaa 

^  Mbead,  liö  wel»  'ut  één  dêd  oeoèé  ga- 

■iKfcMfiei  tniiocli  cKEalofcireefBeL  in  «en  «DiaBi 
deel  dendMe  küer  tj^imk  MM>Mi-weetoci  m- 
vooden  w«vd,  dftt  eefatw  oiet  vddoende  oatnA- 
keld  wa>  nn  te  kviaa^  fmtelfanDeercn.  Bg  de 
DUiaeHike  benaaftffodietea  nadert  de  ranmüg 
der  gMaebtadeelen,  aooals  die  na  bot  gdwete 
lüduHn,  den  nosind^kea  habitue,  omgekeend 
by  de  wmiwe^ke  berTnefbnMËeteti.  Be^aaend  ie 
de  «ard  du  laMftlèeren;  een  befmafjihrQdaet  met 
(rerimqgen)  nadbnllip  ia  afc  een  man  tie  be- 
~~^~uwen,  hoe  aeer  hq  Terdw  ook  mt  «eu  dmmi 
B  alwijkeii,  «en  bennafibiodiet  met  een  «m- 
M  eeB  noHw,  boe  zjj  ook  t^  een  man  moee 
gdq^en.  Se  meeatc^  mtmêdKUfK  beraufibTodle- 
(en  igit  nuoMn,  Mj  «ie  men  door  mivmnniiig 
Taa  den  penia  een  seheede  meende  te  lien,  die 
«oma  irerkelgk  in  nieU  «au  een  TToawelöke  echee- 
d«  Tfneinlt,  loodat  vi  ab  meisjea  tngëaehnv^n 
weiden.  OredgeiM  qjn  de  bffendi^e  gealaolitB- 
oiganen  dikwqu  ao«  ontwittel4  dat  de  TB«tst«1- 
lu«  Tw  faet  «KM  geakeht  moeiljik,  dikwijle 
mIu  n«  mieHMoraiiBeh  oodenoA  otioótnl^  m. 
Ten  oamAie  «Ofden  tot  de  hermif>bnMSeten  ge- 
vallen geiekcgid  Tab  ^voote,  m^  KkidKèdeitde 
botsten  en  Ueiaeo  penis  bg  msmoen  of  van  kka- 
ne  bMvten  en  afcooniiMl  grooten  kdttolaat  bq 
vronwflD. 

Zie:  Neuggbtner,  Hennapfarodiitdaaiua  beim 
Menaeben  (Uip^  1908). 

H«nniwbroditii>,  volgena  de  Orieïecbe  fa- 
belleer  een  looo  fan  Hrrme*  en  Aphrodite,  werd 
dooc  de  aamlen  op  den  hetg  Ida  «pgcnce^  dodi 
nog  als  joD^ing  oaftr  Kasil,  «aar  de  ndinf  der 
bnm  Salioialae  vructitelooe  wJB  liefde  tradtUe  te 
TeTweoTfo.  Nfl  Mneekte  iq  Tas  de  ^odm,  dat 
sa  Kooitann  «Itooe  met  bem  Tereemed  modit 
b^ven,  CD  tg  TCMud  ««ihoor,  dav  Jxtder  larfu- 
meo  loodMiie  iweenied  ««fdeit,  d»t  s^  één 
MJiepeel  ïomidei),  betwen  b«U  tot  bet  mioutejgk 
en  imil  tot  bet  ttoow*^  geaiadri  bidiOMde. 

der  ApOMoUadie  Vado'eu  (lie 
,  D  broeder  itua  den  Romeinscfaen  tneerfup 
Piui  l,  Bcbreef  omstreeks  140  of  vtoeger  >n  het 
Gnidmdi  een  io  den  TOim  ran  Tinoenen,  gebo- 
den en  gelnkniaaen  gekleed  a^oealyati^cfa  ge- 
KbiiUt,  d*t  oe  Romeinaow  Obrietenlma  nog  voor 
bet  laatst  tot  boete  aanepoorde  en  ooder  den 


bitel  „Pastor  Hormae"  (De  H<etdet  nu  Hanw) 
Ia  de  Kerk  Ungen  tijd  ciroot  aanaien  geuMt 

Van  bet  ooraprooicel^De  Qikk»dK  geechnift 
is  slecbte  een  gedeelte  beman]  geUeweo.  Den 
gebecJen  iaAaiti  erveo  kennen  «q  mt  een  I^tQn- 
Etibe  en  uit  een  Ethiopadie  vatakag.  Het  ge- 
Bchrilt  ia  vu  veel  awude  toot  d«  kennia  vao 
de  toesta.itdea  in   de    C!hnatelgk«  gemeente   te 

HermbBt&dt,  Sigiimund  Friedrieh,  een 
Dmtoeh  icticikuQdige,  den  I4dwi  April  1760  te 
Errunt  geboren,  alndeerde  lUkai  in  de  g«neea> 
en  sshetknode  en  «gdde  kA  foirolgeos  Ie  Laa- 
eeossba,  HanAurg  en  BealgiL,  «aar  bg  aan  iuA 
boofd  stond  van  een  «^ntfaeek,  aan  de  omolliacbe 
piianniKÜe.  Welifara  maïdüie  bjj  ach  bekeoA  door 
een  Tertalaag  van  de  weciian  iwi  Lopomer,  aoo- 
dat  men  b«fn  io  1791  benoemde  tot  boogleeraar 
in  de  eebei-  «o  artamqknnde  te  Ber^n,  terwijl 
bom  tareo£  bet  (^niebt  ora  de  Hofapotbeek  toe- 
vertrouwd  went  Na  bet  bakkeden  na  aeiüg« 
aodece'  beUdtkbgea  «eed  hn  later  boogtearaai 
in  de  adMkunde  aan  de  mfiitake  tebc^  eu- 
in  1819  gennon  boogleenMi  in  de  aebeiknndo 
aan  de  miTeruUtt  te  Boi^  en  eindeiök  „Ge- 
beimer  nnd  Obermeddiin&ltat".  Hg  owrieed  den 
2aErten  Ootóber  1833,  Van  liJn  ta^ke  werk«n 
noemen  wij;  „Sjatematiseher  Qmndïiss  der  aU- 
«tneÜMn  Experintentaicbemie  (3de  druk  1827, 
5  dln.),  „G«uQdrt«e  der  F&rb^kooet"  (3de  dndt 
1824),  „AUgemeine  GniDdsitze  der  Bieitdi- 
kunat"  (1804),  „OrundrHs  der  Teduudogie"  (Sdi 
dmk  1830),  „Oiemücbe  Qrundti&tie  der  Kunat 
fosnntw«B  lu  brennen"  0de  dink  1842,  2 
dlo.). 

H«niMUit  wordt  als 
voering  in  de  w^Miiknn- 
de  vooigeateld  «mr  een 
veld  van  sabel,  beiaud 
met  witt«  benMÖDvkk- 
Jea  (lie  de  fig.). 

B«ni«l||0  fP*tarwa 
ennmta)  ia  de  naam  van 
een  diertje  dat  tot  de 
orde  der  Vtneieuraide 
Zoogdieren  (Carnivoren) 
en  tot  de  fami^  der 
Marlen  bekoort  Het  is 

Eter  dan  de  eigen* 
weoel,  des  aomere  op  den  ra^  bnun  ge- 
nt, dodi  des  «inkn  sneeuwwit  met  «en 
ïwait  nitetade  aan  den  «taart  Wegenaigns^w- 
he«d  kr^  men  bet  iiietdikwiibteiieo,  boewei 
bet  dee  wintcra^  door  tMOgei  ge^«v«n,  wel  eena 
de  boemdertHkken  beooekt.  Het  komt  toot  in  Eu- 
ropa en  Asie,  vooral  io  SiberiS,  en  bewoont  gaar- 
ne wonden,  waar  bet  ticb  is  boten  kan  ver- 
Bohmlen.  Ook  in  ons  land  ontbreekt  bet  niet 


Hennei^. 


wöfje  werpt  Ja  A^  o(  11  d  S  tot  S  bUade 
n.  De  bermdijoeD  »n  bekend  w<eg«Di  kim 
iDn>%bei<);   <  voeden  üdi  bo^öeljik 


met  rro^s,  am/KO,  lattao'.  maibn  en  mei«a. 
Hun  buid,  welke  uit  SiberdS  en  Rnrfand  ia  den 
hamtel  koiat,  le^ont  een  ioettnar  boni;  te  koet- 
basoder  oaaimate  ly  witter  vsn  kieur  e 

Hermftlijnwi  knus  ia  de  wapenknnde  ii 

een  kmia  van  de  voa'      '         .■■      •         ■     ■- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


r  gvoota  faennMl$aiJiokk«n  (ü« 

HertiMlllnvlokJaB 

w«n)ea  ïd  de  wuei- 
kaïute  ToorgMtrid  ooor 
een  «Iwtp  driehoekje 
Bwt  diie  "lipic*  0*11 
de  pont.  Zg  dieneii 
nwestel  om  d«  Toering 
(hennelgii,  ne  akku  en 
de  iig.  durb^)  Toor  te 
»M)en. 


263 

melqk  cp  ato  bode  nn  Znu,  die  «nd  sk  de  irand 
door  het  hiddniini  swerit  en  qjn  opdmd>tciii 
iMKÜg  ««et  <tit  te  voeten,  looak  het  doodeo  Tia 
wMisaw  Wj  ook  «el 
■  «wdt 


den  ]ioBdndoora«n  Aigaa,  «h 
ArgeifhontM   of  Aqgiiïdooder 


HermeloDs 


<9  bet  gebied  der  fauiet 
liwkjnte  ateenen  «lilen,  geknxnd  met  een  kog. 
2^  «atieenen  lina  nmn  ma  atandbetldin  na 
dien  wnn,  «Se  Ier  eere  int  H«-me«  te  Atbeoe 
«ann  «iigeriAL  Uen  -mwoipie  mot  <)(■  kcy 
*M>  Htrmtt  ank  ««1  dien  wtm  Alheiu,  Biradet 
en  Sroe  en  al  óêb  dhiinii  den  nMm  «an  H«r- 
matAMM,  BennenKliie  eo  Bennenttt.  Bij  de 
RooMfaieD  «boesen  nribe  •tendberiden  dm  OMfn 
TMt  7«nttWH  (het  lUKiToad  ^an  TtrmiiHi*,  An 
god  der  gwnawtwadiwgCT)  en  dmu  fiUatat»  ie 
aaa  de  openlwFe  >wegen.  Ook  de  «wpeii  na 
■taaileliedeo,  dMfcten,  «öweetea  eu.  jirptaD  «el 
eena  op  idke  anüen.  IiMigiMiMrtiMKt  editcr 
«efd  «r  de  borat  en  bdt  emng  eadedte  van  dm 


H*nDMMfflU.  Zie  Bermimgild. 

KCTiDMWBtlak,  Aranatig  mi  een  Ori«kaefa 
«oord,  betnrA  mtiejiani,  verUorM  bet«ekent, 
ie  de  «etenaehw,  die  «e  begioaet»  en  de  fau^ 
raUdcien  aaiMróat,  «aavdoor  otm  dea  sin  nn 
een  geaitoilt  Mpalea  kan,  dien  da  «Mt«Hei 
'daatio  oedeigetegd  beeft.  Jfen  Teide^  ds  bor- 
—  MilMk  ia  olsenuaMe  en  Mtoiidere.  De  eoate 
*  de  beginaricft  oear  «ett*  oMa  meb  Ibqbet 


ten,  tarwtjl  de  ImMb  bet  oog  Tcatigt  oji  één  en- 
kel geadmt  of  op  een  wnameüiig  geaduiften 
en  afiea  aaawljatl,  «»t  men  tot  een  joiat  icntaod 
no  dese  looet  ia  aiU  wneD.  De  büaonfepe  her- 
maoeataak  i»  dwbaiw  betselfde  ili  de  eie^eee. 
Put  men  «t  toe  op  de  0««9de  fiehrltti,  du 
Domit  men  ae  fiiifcmeAe  Bervumentiek,  en  de 
' '   *  deoe  is  tamna  «Se  dn  figbel- 


Harmes,  een  Ori<kKhe  god,  de  vm  TMt 
Zati  en  Mma,  de  doefatei  taa  Jilot,  ««id  opden 
boqg  K]4arae  «n  AikMÜI  geboren  (nndMir  w^ 
h^jaaam  KfUmioê)  «1  taondet  nlgens  een  oude 
ffljtb^  daaelQk  na  19B  gthooUt  dé  gnodttek- 
kói  TM>  1^  kenbter:  Tiodiogagare,  Maitfü, 
üat  Tier  nrm  ond,  afmigt  4g  nit  ti)o  «neg, 
yiaA,  dn»  orer  dewbatlTaBeenattaadiiad  oa- 
sen ite  apHman,  de  lier  lA,  eneit  is  de  doicternie 
naar  FWrÜ  en  ateelt  60  nndenn  uit  de  kudde 
na  ApoUo,  Ae  bq  aohtenraarto  ^oor  licfa  nit 
'  "'t  en-  n  een  grót  wjbetgL  Durop  legt  h)} 
nttig  im  t^  «ieg.  Ua*r  Ap<AUy*  bo- 


nerabU  ontdeltt  den  'dief  aan  Zeug,  «Ée  hem 
teroggafTc  dn  nmdnw  bereelt;  ApoOo  iaat  ie 
h«B  aAter  in  mil  toor  de  fier  en  aebei^  hem 
daannboten  nog  den  gondra  etaf  na  bet , 
m  den  rgkAMn.  Zmu  «Mnr  ateH  bem  tot 
der  goden  en  begdeider  der  dooden  oaM 
Hadea  auL  Ia  de  mjfbe  treedt  Hermea  iv 


optoeedt,  100  da  t, 
het  algmweB  een  den  menMMo  wdgeikide  god. 
In  i«Tad»Uende  atrtken  'vao  Orie^enkot^  nwt 
Dame  io  ^d  eebooTtdaaid  AAadS,  ««id  i^j  nr- 
eetd  als  een  Maebemni  der  ««den  en  kodden, 
£e  hst  lietit  met  benkro  en  inmtan  omgaat,  bjj 
«ie  faq  talr^ke  kiadeno  venrakt  heelt,  iMHtti 
Pan  en  Dofkm»;  eJden  veer  ab  de  et^KoW  tmi 
graaa  en  metalen  en  vsn  een  oorervadite  toimH. 
At»   een    beTOrderau    tm    Teikieei,    fatncM   en 


ate  dief),  der  ««gen  en  ebraten.  Ale  a 
neM*  men  toot  btin,  toociI  aaa  krni0«egen, 
■teeoÉioopen  op,  aoogénaamde  Hermeahen- 
~e}e,  ««ftiaas  ieder  TooiJ^jganger «en steen  toe- 
oepfcs  en  op  de  straten,  opencuwe  {dranen  en 
oor  de  hninn  de  MogeDMmde  Beimen  (aie  il- 
aax).  ZeH  Sok,  atak  en  riaok,  is  hg  de  god  der 
raefat  m  der  gjnaMstiek;  all  noduag  «aren  de 
palaeatraen  en  gjmnaeia  bem  heilig  en  «erdm 
TOOT  bem  ^iaiiiderlj)k«  leeaten  verierd.  Ait  lat- 
Tinder  i«a  de  her  en  (rdfiena  Men)  van  de  her- 
deralhiiit,  i«  ia  d«  iiniaiat  «dgexénd.  Vaa  ban 
als  berurt  leidde  men  de  garre  imn  een  ataifce 
stem,  gooi  ^baugen  en  Toratsnf^  ta^l  af.  As- 
den»  zien  m  btm  sdle  dea  iwtTjnder  •Mm  bet 
sehriH,  no  de  getaUen,  de  «dAuMle  en  de  aatiro- 
nomie.  Ale  begeteider  der  liden  n«u  de  onder- 
««dd  (Piyetiooomvcu)  tteat  bQ  ook  met  de  on- 
denaidMie  gooeo  a  betrtUiag,  met  «ie  hq  bv 
doodnoiablen  en  bezweringen  aaDgeroepan 
«onk.  Ook  «otdt  hg  beanboovd  ala  de  god  vao 
dep  daap  en  der  dnumen,  dje  dbor  aanraking 
met  ijp  «tnl  d«  oogen  epent  ea  ahut.  Tot  ffsr- 
mei'  attrïbaten  beiiooren  de  filoi,  een  Uttror- 
mige  hoed,  of  een  felagoi,  een  breédrradige  reia- 
hoed,  vlengels  aan  de  zolen,  later  ook  aan  den  boed 
ien  ttti  Mn  de  scbondem,  en  de  Hermea-  «f  he- 
lantsataf  (lie  Oadutêiu}. 

De  konat  atclt  Hennes  im  nTtcbilleode  hoeda- 
nigfaedea  TOor,  ala  berder,  ala  knopman,  als  <£ef, 
ak  bode,  ala  hwant  of  met  de  ker.  De  eindere 
fconalenaara  mmkten  na  hesn  een  kraebtigen 
man  met  een  baard,  maar  apoedig  reedi  «ordt  by 
sla  «en  jonge  man  met  kort  haar  en  een  verstMi- 
lÜge  gdaatauMdnÉkiog  a%ebecid.  Tan  de  be- 
waard gAkna  ntnMwMm  moeten  Tooral  bet 
meestecirerk  na  PraxiUU»  .^erme*  niet  Dionj- 
BDe  ala  kn««p",  bet  noeRer  ten  onreefale  Jaion 
genoeonde  beeld  en  dat  als  metende  bode  (ite  ds 
plaat  bQ  bet  utitd  OrüktOt  hnut)  genoemd 
«ordeik 

Hannsa,  Jo/unm  Ttmothfu.  een  Dnitech  (o- 
m«aBdhT$f>er,  den  3Iat«n  Hed  1738  te  Petnüd 
^  Staaród  la  Poomepen  geboren,  studeeide  te 
Eomngdieigen  in  de  tbeolo^ie,  «as  at^tereenrol- 
gena  [Kirc^doeent  t«  Dautg  en  Ie  Berlgn,  leer- 
aar  aaa  de  ridderacademie  te  Brandenborg,  veld- 
pradiker  in  SiletiS  «□  profeaaor  ai  mepeetenr  aan 
net  gTmoaaaam  te  Hieelaa,  «aar  hjj  tië  soperin- 
teodeot  en  eercte  profeeaor  ia  de  godgdeerdbüd 


DigilizedbyGoOglC 


HEiRMES— fliBBUITE. 


den  24el«n  Juli  1831  oveirieeil  Hy  wu  ije  eerate, 
die  den  Ebge^sciben  fanuüóeTnoMin  op  Dintedien 
bodein  pkmtte,  en  aiAued:  ,Aeecbi<A1«  der  Hioa 
Fumj  Wï^w"  (3de  di4k  ]TO1),  .^opUeu  BeiM 
^m  Mcmd  Mdi  Sadiun"  («  dUa.,  3de  dïofe  1778) 
,J^  TS<dtt<r  a(aer  Heitantt"  (3  dln.,  1787). 
„Uanch  Hcrmfan"  (2  dlik,  (17S8)  en  „Fflr  BUi»ii 
oDd  ËbelnBtigen"  (5  dta^  .1789). 

B«nn«S|  Oeorg,  de  sticbbei  thd  een  |diiloeo- 
fiüsflti-dogmaiiAiibe  acfaool  in  de  R.-E&thoLieke 
k«ik,  den  228^0  Aftiil  1775  U  DrejerwaUe  in 
-  het  g(4)i«d  Tan  Uunetef  géboreit,  kgide  mdi  4e 
Unnster  toe  ofi  de  godgieleeidbcid  en  de^w^ebe- 
eeerte,  ikiA  ui  J7fr7  benoenMl  tot  leeistn  aan 
bet  gjTMUwimn  Ie  MuMtei,  dn  lï>07  UA  boocteec- 
Bai  m  de  dosmntick  «bid  de  omimBitedt  aükac, 
in  iai8  wn  dte  'te  Bono  en  omileed  den  2feten 
Hei  ISai.  Zoowel  in.  ^ 


<briBtkatlH>ll«eiK  Ttmoksie"  (2  dln.,  2de  drd( 
leai— 1SS4),  „Poaiti-ra  SWikabaaie  in  die  dtaint- 
knOudincbe  Tbeokvie"  (2de  diridc  1891)  en 
„ChrieUurtboUwbe  Dagnwrtik"  {3  dln.,  ade  drak 
1884),  als  in  zgn  Ibbhid  «lacbtte  «ijj  de  dogmatiek 
tko:  B.-KedMUekie  E«k  q)  ten  EastisonedinFLcl)- 
tiAacH^Kn  growklu  t«  Testigen  (Beimesianis- 
me),  en  w^£n  luid  &  een  groot  mottt  voj^im- 
jRS  (Hetmeeiemai),  die  M  W«fllfaJen  en  Rjjn- 
^niaen  het  hoogèeeranimmbt  in  de  ttmto^ 
beUeedden  en  bnn  geroelena  door  de  „Zeilaehnit 
fui  Ibeologde  «kI  FUloiOfitiie"  (van  1632  tot 
18S2]  tradittMi  te  Tctbroden.  De  aaorraAen  nm 
Winduekmann,  een  •nl>tgcnoot  van  Btrmaa,  en 
Ton  WiMer,  Klee  en  aodenen,  dte  bat  Henoeein- 
ninme  iJa  utterg  besrfKMnrden,  Uercn  gemimen 
iyi  loukc  ecD^  scToIg.  Eent  nndst  Sfiegel, 
i>wM>iMch(n>  THt  sétdeD  en  aanhamgcr  ran  Ber- 
nu^  in  Ancnntns  1835  orctieden  waa,  verooi- 
deeUe  een  Fmm^  brave  na  26  Septemèer  het 
HennecMiuane.  Te  rei^eels  pooRden  de  Herme- 
nfjKO  aft)  in  onderadraden  aeeènriitcia  te  rertt- 
TBBirddgen.  De  boogfeenren  Braun  en  Adilerfeld 
te  Bonn  werden  oit  bon  lietirekfciiig  ontalaoen, 
wanina  de  Begeeting'  fa^  het  emeritiuit  toon- 
de, in  1860  aMfenrieraen  ook  in  ÜA  aan  dn  be- 
sKtiben  dar  K-Eathoucfa  Een,  waannee  bet 
Hermecüoisme  een  einde  oam.  Het  Utrmeaia- 
fttfnte  tieeh  in  Pimen  meermaJen  aai^tGng  ge- 
geven tot  botüogen  taascfaeo  Keii  en  Staat. 

H«nii«ilaiia.x,  een  QrietoA  didtter,  doe 
omatre«ka  bet  jaai  330  t.  Cbr  leefde,  ma  een 
wieod  en  leeriug  van  den  (Gditer  PhiUUi»  en 
echreet  onder  den  tiW:  Jjeontêon"  een  diietal 
boeken  met  «roUaebe  cJegieln,  Uit  bet  deide 
boek  iieett  Atkenaeu»  een  TTjj  groot  tragment  (98 
regds)  medegedeeld. 

Bennes  Trtsmaristiia  (<de  drwmaaf  groet- 
ete  Hermeii  ie  de  naam  «Mrooder  de  Egymjeebt 
godheid  Thot  bekend  waa  en  geldt  «k  tcfarv<ei 
van  een  l€-tel  Giieksdie  seadhiiften.  <Ee  ook  wal 
Henaeliea  at  HenaetiscDe  boebeD  vroiden  ge- 
nroeatl.  De  inbond  tiiema  beataait  uit  een  ver- 
menginf[  vajt  gods^eoeti^  mj«ti«k  en  Oriek- 
Bche  wqegeenee  bemegidMig.  Deze  geecbiitten 
lip  waÜMbgn^  io  bet  Laatst  vnn  de  3de  eeuw 
na  Chiiatua  imtntiMMi 

HertUAtlo*.  Zie  Eermeê  Tritmegitba. 


H«niiBtUwfa6  TTttmataelartl  i»  de  niam 

van  een  in  de  Ifidb  eenw  in  Enuirqk  eestMfat 
Btelec^  dot  de  nymetaelarï  tot  aloheanHtieehe 
doelwóden  sebniikte.  De  «tiefaber  waa  don  Per- 
nelti  wt  Jmgam.  Het  boefdbeetinir  meoide 
tieb  „Gnnde  Lo^  éeoaraiae  dn  eomtat  Teoaiaain". 

Bemüaa,  bugeoaaaiMl  da  migeer,  een  Ohifa- 
ttüjk  Mfctjjfw  iHt  de  laatste  keKt  der  2de  eaow, 
Bcteeef  een  boek  tegen  de  BodeoMbe  «üegieefen, 
dat  w  bet  Oriekscb  oMt  een  I^tgnecbe  ytsttlkig 
in  1S53  en  kites  door  OUo,  ia  bet  „Comw  ap^- 
gïUran"  (1872),  uüg^ ^- 

Hcrmint  of  kUUxêm 
die,  «fstnnd  doende  van  den  ci 
medemeoM^n   neb   in  de   • 
lielLt  om  een  leven  van  godadfeneüfpa  i 
Uag  te  gwui  leiden. 

Harmlat^Uaadan,  ook  Agomeê-,  Hermitê- 
öf  Lodtiimdeti  gabeeten,  vennen  eea  óbsden- 
'-  OeeaniS,  ten  W.  der  i«kninUeMseal<Mi- 


„     „        Zg  q^D  bedek*  met  1   _ 

kokeèpaknen,  aoedat  koprah  het  vDonaaaut» 
oitToetaftaked  vonmt.  Ow  leveieo  iq  Inpaog^ 
MSuUpad  en  ponJmoet  op.  De  wÉieönMlie  be- 
roüung  alerU  er  meer  en  meer  nii;  a^  Lod,  bet 
— itete  eêbaid,  leven  nog  35,  op  Maron  15  ia- 


H«rmlone,  tbane  Kattri,  ia  de  nanm  eener 
vooimëlige  ataa  in  de  PdopooiMaae,  aan  debaai 
van  Aigvlis.  V<Jgens  de  ovettonrkig  went  ag 
door  Hemwon,  een  dood  tva  Europa,  eestMiit, 
beoait  vele  tempcb,  waaronder  «en  van  Demtler 
Oklhonw,  venoaord  ale  w^q^aaln  votw  vwmlg- 
den,  en  wu  «en  Uoeiende  loonetwi  wier  hamn 
zaeh  te  llaiea  bevond.  In  464  door  ArgM  ondcr- 
weqMO,  «eed  sjj  na  den  Pdopenneeaatdieo  Ok- 
)og  weer  aeilBtaadig. 

Harmloii*,  de  eeoage  doefaber  vaa>  Meneimu 
en  Hel^ta,  trad,  vot^r^os  een  beloïte  mn  banr 
vader,  in  het  bowel^  met  Neoftolemm,  dtn 
zoon  van  Achillet.  In  de  „Aenela"  va>  Vtrgilitu 
lazen  wü,  dat  lij  reede  de  g»de  w«e  vnit  OnaUt, 
en  óet  SeoploietHett»  heat  Bcfaadte,  vraaoeft  dow 
hem  doodAe  en  Orealea  baar  naai  hnis  terog- 
bracbt  en  öj  hem  Titameiuu  adumk. 

Hermltarc,  Zne  Smtitag». 

Hanulta^  is  de  naam  van  een  aaer  Iöob 

FraoMbe   wgoeooTt,  wette  aan  de  hrttnr  -vao 

het  gmrietèebt^te  1'Heradtage,  op  den  linker 

T  VOO  de  Rliftne,  tegenover  ét  «tad  Taia 


groeit.  Ifen  beeft  rodde  en  «rille;  de  beate  roode 
soorten  ijja  £e  vnn  Méal  en  Gnifieaz,  de  beate 
witte  die  van  La  (Aantaiooolte.  De  hemitage- 
wjjn  ondeiediridt  lidi  dow  een  fgoen  emaak  ea 


Een  khüoeoaer  moet  de  eerate  wipotokkeo  ge- 
plant bobben. 

Stnait»,  Charles,  een  FnuHcb  -nkimügn. 
den  24£t«n  Deoemèei  1832  te  DienK  geboiVB, 
wae  eedert  1&13  eerat  fmaninatnr  en  veinra]g«D> 
proFeeBor  aan  de  poljteebniBdie  aebool  te  Paiva 
en  werd  er  in  IS£6  liet  der  Aeacleaiie  tM  W«- 
taoediaffKik  Hö  waa  de  eerrte,  dk  v«rgel$iki&- 


DigilizedbyGoOglC 


1S01  to  Phvb.  Z 
1;m  de  l'Eeoit 


'm  boo&tweik  k  „Oonn  iTm»- 
>ol)iled»iqiM"    (1«TO).   Vodn 


d«8  fooDM  cobMjnei  li 


loBctMw  dUpliqaea"  <1868>,  .fiu  lea  koeMoM 
dM  Bwt  tetteM"  """'     -^  -  —  -  --  >-    '- 

di«rf~flee6).  .^ , 

(1874),  ,vCi»m  k  b  nuoM  des  «sraM»"  <18SÜ>, 
nSnr  qnelgDes  appKfliOBB  des  broeliMtt  cWpti- 
qoM"  MS»)  «D  «Sn  k  Imwlmiiurtioa  de  ri»- 


S^Taenn,  biadtt  in  424  t.  Oir.  de  SHÜieaen  er 
toe  te  Ocfe  een  algemeenen  Tiak  t«  4o 
manloor  4b  timt  tnsadMa  baa  etedcn  toor  < 


woriramen  wero.  Toen  w  415  <ë  «orioR  toncheD 
Ath«ae  en  Syneow  todi  nétbnk,  ttMnan  de  Sy- 
rwnnnea  de  OTeTwioniox  un  SermoeraUê  te 
tekm.  VcrrolgaH  hielp  oq  da  SputjUDen  hgen 
Athene;  doeb  weid  lijj  Cpfcoe  door  JUMade* 
fnirfigeii  (412),  wMiap  hg  mt  sq»  <uiM  entMt 
en  fertMnten  wen}.  Durop  stTeed  hq  op  eigeii^ 
head  Toor^MiediK  legen  de  C&itiMgen  «n  voDd^ 
io  407,  b^  een  vo^ag  om  met  nnretd  oaar  S7- 
iMnn  ieng  4e  neren,  den  Atoi. 

Hcrmod  (dv  8brv<K«t>e«)  )■  *dgeni  de 
Hmmehe  Mwlleer  een  MoovftnOilüiendebood- 
adbapfei  «en  dnen.  Hg  wen)  o.  k.  bmt  Heta  in 
de  onderwenèd  geienden,  om  BoUer  wiMlMr  te 
beleo.  Ook  gnwtbe  lm  met  Bn^  de  kr^gAeMcn, 
(Ke  dn  WdbJU  iKiden  ootnogen. 

BannonndonreB  ie  de  naam  *»  een  gi«o- 
ten  ToUMUm  m  het  luanenkiK)  tmi  bet  <mde 
Oeimenit.  Hnn  gebied  nenede  ten  weaUn  an 
d«  Entten  en  wu  door  de  Wem  ren  deaen  ge- 
■dHHten,  ten  nooiden  mb  de  Chan^en,  wier 
gnadgetned  neb  «■■  de  «afere  4<)e  i»>  Ae» 
Hms  wMrAte,  Jn  bet  oosten  atet  de  BIn  «mi 
n  bat  aoèden  roet  bet  llniÉn- 


. ^    MtemfNUe  mn 

ook  de  HennacndoeMn  mat  dn  oaMti  inoi  Sne- 
ven, dedi  fa  het  }ear  19  na  Oir.  linden  wg  ban 


Katvatda  mta  de 

ommmeipen.   Ook   bet  kMse  Sneriadte    r^, 

deer  Vammu  {tot  dn  "* —  '-  "—'-  '^-'-- 


nnfl  n 

landa 


^  Tan  Marbod  ea  XohMUa  ^ 
ifla  'van  Roma  tuMchtu  de  Mirab  en  de 
Wmw  geatMd,  bosweek  amr  bon  «Hmden  («Q. 
In  88  «Msden  tg  een  Toofqwedigen  «oilog  te- 
gen de  Katten  ovei  bet  besit  Tan  mate  Iranat 
eao  de  Wem  en  is  den  «öd  tmi  Taeitu»  ooder- 
hMden  q  hasdeMwtMkhÉigeB  met  da  Romei- 
nea.  Bet  laaUi  wordt  bn  naam  geotnoA  met 
die  der  Tokren,  w^te  ttgen  Mareit$  AttreUm 
ooriDogte.  De  HennocndoeNO  geUen  ala  de 
TOOioodeiB  der  Tfaoringeti. 

Bnimoep^l»,  een  atnd  op  d»  Ooetkoet  van 
bet  Oiiekaebe  eSrad  871a,  m  de  Htd  tw  den 
der  Ch^Uadiadie  Eüanden.  tm  een  R.- 
en  bieeebep  en  t»  «en  <M^ch  R.-Ea- 
MrUbMM&ofi  en  tdt  (1607)  17  778  ^ 
[ffin  'Tindt  er  4  Orieksdi-KaitlMlUa,  een 
R-Eatbolieke  en  een  PrateetaotBtiw  Enk,  3  gjm- 
DBM,  eea  geiec^iMiof,  een  kiaret^  een  ammnel, 


Ëmapa  en  den  Lenst  en  behooide  tot  de  k 
aaMaete  fcoenetedcD  nn  Ortekeniamd.  dodi  ging 
sedett  de  opumat  «aa  den  Pitaeoe  acfalemit. 


■Ueeka  Iket  jtar  160  na  Oir.  te  IWaoa  im  OiliciS 
goboien,  tcM  da  kaaen  ven  15  jaar  reeda  mat 
*eal  bjjral  op  ten  amriioore  t«i  keiaer  Mamu 
Atitgliu*  en  idueel  eed  «erit  in  h  boeken  «*er 
de  wehtHekenlMid,  dat  gemimen  tgd  ela  leid- 
dnad  bij  bet  mdefwge  gebnnkt  wnd.  Men 
Tindt  bet  in  de  .^etepee  Oraeei"  nn  Ifoj^  ter- 
wjjl  de  „PiogynmunMte",  in  het  5de  boek  opge- 
nonmi  «d  4ot  het  «nde  der  Iflde  eenw  afcui  nit 
een  UtgMcbe  intaMni  bekeiw^  in  1791  het 
ewat  door  Hêere»  m/a  mlpyiTeu. 

BarmOKMins  «en  gnoétMM  ia  voont  bAeod 
door  de  lalijjiliiiji  «aaiain  bg  Tan  de  19de  Tan 
TerWtioaat  «n  TaeopMla*  na  Antioebiê  beeft 
Miwtgriteen  Ven  hem  itf  watan  wn  iiiaiifl 
meer  dMk  dat  bg  uit  bet  Onten  komende  aieh  ta 
Carlh^o  faeett  gereatigd.  Zga  denkbeeUao  moe- 
ten mt  gwdKiitea  qfaer  beètijjdein  gedeatiUeetd 


. ,  OrooU,  waa  in  de  dagen  der  Oad- 

beid  de  saam  lan  hét  midweatelgk  gadeelte  Tan 
den  ABrti-Ubaaon  (se  akkar)  te  Sjné,  dU  udi 
ter  booste  Tan  2759  m.  Torbett  ta  den  DqeU- 
eBj-S}ee£,  aeeaa  met  nwenw  beddte  bnin  alt 
Damaaoo»  en  Tjna  geaien  «oadt  De  Kküu  Htt' 
MOH,  516  DL  boog,  Tttngat  in  Palestina  ten  waiA- 
weMen  Tan  Tsbor. 

Kermonlllo,  de  hooiMad  der  Uexieunaeh» 

'~ntt  Sonora   en  aan  ds  uniei   Tan  deaen 

V^  ta  een  Tmcbtban  «lakte  en  ia  door 
'-— an  omgaren;  m  telt  ongereer  11  000 
In  baar  omtrek  Twbonnt  men  Toat 
naan»  dat  nanr  ds  hamaatad  Oajamas  woedt  ge- 
nraefait  benerenc  boetdjilcen  nijn. 

Hnnutd,  «an  riwr  io  fioogarge,  ooIapriKt 
in  den  Koningrtwrg  (Kiabym  Hola)  oabg  ds 
bnunien  Tan  <£  WMg,  en  «Iroomt  eerst  'm  een 
ooateUkn  en  daarna  ia  een  Kndelgke  riehÜDr 
tengi  bet  HagTaMT^galMtgte^  neemt  da  GAbiate 
en  de  TWna  op  en  maiBlt  mt  io  de  8a)a. 

HmuuMIla  Pfan*.  at  L^  ia  de  naam  tib  een 
tenfaniaig  plaatengasladht  nat  de  lamHte  dttatr- 
madioweAi.  De  meikwaaid^ato  ioort  ■  de- 
raataieleMde  (B.  eoaora  L.),  ibtn  genoemd  om- 
dat de  éénuaige  ateenTincnt,  in  bet  bolTOTmig 
htoenriafc  badoten,  een  nmmeiend  gf^nid  kan 

Knn,  waarom  du  boom  op  de  Bsgatiebe  Weat- 
dncbe  Eiknden  des  naam  ifraagt  tw  Jaek  m 
a  bo*.  Dese  Heraandisaoort  laren  goed  tamoar- 
hovL  Hentoadta  ovigtra  L.  tont  toot  in  IndM' 
~  heet  daar:  eiertoom.  De  t*— ■**-"  worden  ga- 


bnukt  Tooc 
de  ladai  woadt  een  k 
Bnmtantten    &  'ïroeder^MMMte. 


Hamln  {rotoberraanTs)  heette  een  ood  lla- 
Uaanaoh  Tolfc  raa  Sabgnaehe  aftoanat,  dit  naast 
de  Mani  m  hst  dal  T«n  Trema  (Saaso)  en  de- 
nabvnge  Apeongnsn  woonda^  In  488  ateot  hst 
■ch  aan  mi  dan  Romsinadi-IaAöoMben  BowV 
dmdi  weid  fa  809  als  bondgenoot  tw  de  Samirie- 
ten  MMlarworpeb. 

HemSannd,  de  booldstad  rran  het  Zwoed- 


DigilizedbyGoOglC 


HBBNÖSAIND-^HERODBS. 


der  Amc«rm&n-èlf  in  <(e  Botkuedhe  QtAJ  no  het 
flÜMtd  Bernd,  dat  door  mdddel  yaji  twee  Wu^ 
g«ii  iDet  bet  vaatelaiLd  Teibcaden  ie.  De  stad  w 
regelmatig  gebvawd,  iieelt  naeeDoeg  aüeeD  hou- 
ten bimen  en  Idt  (1910)  M23  jammen.  H«t 
merkwiArdixBte  geböaiw  ia  er  de  nieuwe  Dom- 
kerk, en  de  jaren  1843— '1646  geetiMbt.  Uen  beeft 
er  een  gymnaainm.  «en  zecnWtBcbnd.  een  Vnnk- 
linnigengesticbt,  een  dootatommeniDstitaut  en 
tmèe^dbeèha  hhrieken.  HomOsMMl  k  de  leteJ 
Ttit  een  imadba^  do<Jh  deae  woont  te  8&bro  22 
km.  Taodaar.  Uitgeroeid  wioFcfeii  pltLOken,  bruid- 
hout  en  ijzer,  ingeroeid  ToedkncsmdddekiiL. 

Bero,  een  priesteiee  van  Apkrodite,  ie  beiend 
wegens  faaai  fieJde  wor  Leander.  (>p  een  feest 
T&n  AphrodiU  en  ^donit,  dat  te  Sestoe,  op  de 
k-ost  vaji  Tbra«iB  e«'iiei'd  werd,  (»itiiiHebten  zij 
ettander  en  ontwaaEt»  tem  wedenDdeobe  toege- 
negenheid. De  staod  dei  priesteree  en  dea  onwi4 
der  ouden  verboden  eehtèi  een  huwfliükBvepfaiBV 
tenis.  Eierdoor  editer  loet  de  jongeüug  zidi  nöet 
oatmoedig«u.  EUen  naclit  swooi  hy  over  den 
Helteepont,  en  een  fakikei,cf)  een  toren  aan  deorer- 
i4j<le  ooUtden,  diende  bem  daarbü  tot  wegwjjiei. 
Toen  hij  eindelük  bfj  atormacMig  wed^  w«ei 
dien  tocbt  waeede,  beeweken  zip  Jtrocihten  en 
frerd  bg  door  de  godYcor  dbod  <q)  den  ovrm  g^ 
worpen  aan  den  voet  Tan  den  tórei^  waar  Hera 
hem  nadhtte.  B'q  het  tagmtiicamea  ma  het  lük 
Tut  den  gdiefde,  omklemde  ig  bet  dierbaaor  over- 
ecbot  en  wieirp  kA  deanmede  in  dien  floed  Deze 
sdbenrtenie  werd  in  gedicÉiten,  door  Mumieiu, 
bter  door  Sekiüer  en  Ontlvaner  fieaeeuw^d.  Eet 
bekend»  Diutaehe  wilMtwa  ,,£a  waren  Kwea  E8- 
nfgAioder"  benwt  op  deie  eage. 

Bero  (Griefcscb  Heron)  van  Alexandrie.  een 
Qnekwili  wixènndSge  op  hét  «oude  der  3de  eettw 
T.  Ohr.,  een  leerltog  vcm  Ktesibio*,  ie  de  eeliiij- 
YOT  van  een  aantal  wds-  em  natimrkandige  wer- 
ken, dde  veiminJci  en  slechte  in  ofowerkinéen  be- 
waaid  ^bleven  znn.  Ite  wJAimdige  g«e^Hten 
(„Heronie  Aleiandnkii  geomebróoonun  «t  eterio- 
metdoorum  rsütfinae"  l8(M)  ïonnden  waarecÉiiJn- 
lijk  ooT^jTonkeiük  een  groot  geodetiMb  werk, 
waarv&n  atzooderi^  gedeelten  tater  eeinran 
Ung  ak  leerboeken  gebnukt  en  dikiw|>le  «mg«- 
w«nt  zg°-  ^  geodetiecbe  Teriuodeling  over  de 
dSioptra,  een  soort  tbeodoüeth,  bami  de  fMtoule 
van  de  of^rvlakte  van  den  drieboek,  nitgedrukt 
im  de  dnie  zgden.  Vao  zijn  weck  OTet  de  mecfaaini- 
ca  iVD  iieobte  grootere  tragtnenlen  o^«r.  De  toe. 
gepeete  meduuucft  wordt  bdbandeld  in  Rer&ê 
irerbaDdelingen  oier  geadbntibouw.  Slechte  m  La. 
tgnacbe  vertaling  ia  zijn  „KaWptrik&"  bewaard 
MiUevfln,  De  natmirtande  ie  aait  üfero  ««nscbü- 
Mode  tntvindingen  vemeboldigd,  zoo«k  de  aec^. 
ptla,  een  beliostkat,  een  toestel  lot  liet  verwek- 
ken van  geestvorsdiimi'ngcn  dooi  apiegcfa,  de  He- 
ronefonteia  enz.  De  fieronebal  ia  editor  niet  vnn 
hera  afkomstig. 

Zijn  wetken  zjjn  met  een  Doditetlie  vertaüng 
uiilgeseTen  door  W.  Schmidt  (1999—1601,  3  dlni). 

Herodes  de  Oroote,  koning  van  Jade,  waa 
een  zoon  van  den  Idun»eeêi  ^nrtpaier,  die  op  be- 
vd  van  Caetar  het  ambt  vnn  proeoia^  'bekleed- 
de bij  den  Joodsehen  vorat  Hyreanut  II.  Herodet, 
io  73  V.  Oir.  te  Aaeriom  gdióien,  w«rd  ia  47  >. 


da.  benoemd  lot  st&dbouder  van  'Galüaea.  Dau 
de  Rómedoen  t«ivT<ed«i  wareo  ov«i  zijn  beiteer, 
werd  hom  ook  het  beetuor  opeedmgcn  v«n  Sa- 
nuii>i&  en  Coéle-SfiriS.  terwijl  men  hem  tovens 
verhief  toi  oppeirtennedbebbei  der  ImhI-  en  MS- 
madkt.  Hü  streed  VDor^foedóg  -tegen  AntigOTWs, 
den  broederazooo  van  Hyreanuê  II,  en  ti»d  w  hel 
hnweil^  met  Jforiamne,  de  dodiler  van  laatstg». 
noemde,  ««ama  de  drocmaD  Amtondus  hem  tot 
tetrarch  (Tterront)  benoemde.  Wel  moest  hg  bq 
de  vemoenwde  a&nrvaflen  vsa  Antigonua  jn  40  t, 
Ofar.  het  ondeiMMt  ddven.  doch  door  de  Roma- 
nen  coderstBvnd,  keerde  hij  weldra  teiag  en  v«c- 
Ibreeg  de  w&aid^faeid  ram  looning  van  Jndwa. 
Nu  veroverde  hij  met  RoroeaDacbe  luip  AnH^ 
nua'  lök  en  in  37  Jerainlem.  Hjj  ondetacheidde  neb 


Munt  van  Herodes  den  Gioote. 

door  M  en  -wreedMdd.  Zgn  zuster  SoJome  bad 
een  oeei  veideifelgken  iontoed  of>  hem.  Hg  de«d 
zijn  gonalui  JVorünnne,  ajjn  zwigei  AriilobtUHI, 
beider  moeder  Alexandra,  den  ondn  v<oist 
Hyreanua  en  3  tod  zjjn  eigen  zonen  ter  dood 
brengen,  In  w«ermj  van  den  haat  det  Joden  «at 
van  heit  gevaar,  wvannede  de  partgen  in  den  Bo- 
meinschen  bnigeroorloc  hem  bedraden,  band- 
beafde  1^  aiah  ia  het  Mót  tm  dn  tiMn  door 
zich  tettens  bgtvde  aan  de  onerheerecbende  par- 
tg  te  ondarwBipen.  Aiiguêltu  vergrootte  zjjn  ge- 
bied door  er  TiacbocNtis,  Aonnilie,  Batanae*  en 
de  kinden  vbji  Zenodome  aan  toe  i«  voeeen.  Hg 
deed  den  tfinpd  te  JeruTakem  inaohtiget  dan  ooit 
heii^jzen,  venéwde  lyn  boofdatad  met  ve^  raooj« 
gi^xmwen,  overwon  de  Aiabteren  en  bun  aan- 
raender  ATStaa  en  v«niii«fcigide  de  Syriech-itrBbi- 
adbe  loovers.  lm  den  laateten  l^d  fan  vja  beetuiH 
ameedde  zgm  zoon  Anlipale^  een  aamrensworing 
tegen  hem,  doch  hq  Uet  dezen  door  venvongiag 
om  heit  teiven  brengen,  Zeff  Oiverleed  hg  5  da- 
gen daarna,  in  bet  jatur  4  vAAr  onae  jaarMUog, 
voltgens  de  tijdreèenhig  vao  Diont/iiitt  Esigwu. 
Het  ia  eohtra  aannenKiük,  d»t  i^dens  de  regee- 
ling  van  dewn  voi«t  Jexiu  geboren  is. 

Herode»  Antipat,  een  zooot  van  den  voorgsMi- 
de,  -werd  tetrarch  vao  OalUaea  en  Peraes,  dodi 
Caliguh  veihande  hem  in  het  jaar  40  na  Cfer. 
naaf  Lyon.  waama  hg  in  Sfwnje  o^eilieed.  De» 
Herode»  acbaeUe  Berodia»,  it  vrouw  van  igs 
stiefbroeder,  en  deed  Johatmet  den  Doop«T  ont- 
bootden. Volgens  het  Evangelie  (Lucaa  23)  werd 
Jenut,  ofi  laet  vao  Pilatiu,  aao  hem  nor^sMd, 
door  zijn  boTetiDgen  en  krggifieden  bespot  en 
toen,  boewid  <nis>^Q)dig  beifimden,  nêta  Püattu 
teruggesonden.  Naar  desen  Herode»  ign  de  He- 
rodianen  genoemd,  een  Btaatkundig-Kodedienati- 
ge  partij,  vrsHte  i^n  wrat  alt  den  Memaa  to- 
sohouwde. 

Herodet  Pkilippiu,  een  1»oed<r  v»n  den  voor- 
gaande, werd  letiWeo  van  IVaebomti^  Anranitaa 


DigilizedbyGoOglC 


eenle  87  j&rau  reohtvaardig  en 
irft,  en  o>verieea  in  bet  jaar  33  ds  Ch^ 

Berodet  Agrippa  1.  een  UeinaMti  vam  Hero- 
da  den  Qroote  en  een  broeder  nu  Herodia», 
hidd  vja  Terbiqfl  te  Rome,  nuar  moest  wegene 
adwlden  de  ir»b  aetata  naar  Itiumaea.  Latei 
keerde  bij  mai  Rome  tenig,  maar  went  door  Ti- 
btriiu  io  de  geruKemie  geworpen.  Nog  later 
editer  verkreeg  bq  com  de  c^nst  raoi  Coligula 
en  CJoiuItu*  het  bebeer  oner  oén  JoodMÜien  staat 
met  den  tkej  vm  koadng.  H^j  overleed  ioi  44  w 
"*        D  ivn  e«ibMd  w«nl  ade  een  wiogeweet  in- 


geleid ü  bet  Remünecfae  Bgk.  Volgene  de  „^o- 
oebogen  ^,  '-■''■'■''■  ■  '     ■ 

brengeo  en 


ei  Apostelen"  ün 
I  Pelnu  in  de  g 


«ufciveg  kt  53  de  tetmeUe  Tan  Betodes  Phi- 
Hppiu  en  wa«  de  laatalie  koning  der  Joden,  ala- 
mede  de  iMitste  teig  vaa  qja  geacht.  Hg  »n- 
darabeonde  de  Romeinen  bg  de  v«ioT<dne  nn 
Jenizaiem,  Terkieeg  toen  de  waerdigfaeM  tmi 
pnetor  en  overleed  in  100  n*  Cbr. 

Bflrodes,  TiberiuÊ  Claudiut  AUieus,  im  den 
a&iwBDg  vsa  iJe  3de  eeuw  na  (^.  te  Mwatimi 
getuKtgk,  beiMorde  tot  een  aAnaien^k  gtelaeht  en 


Lueiai  Varu»  en  Jforeiu  AnUHivu, 
meester  bn  wea.  ondevaiwideD  atao.'l^aiDliten.  In 
143  waa  njj  coneul  te  Attiea^  <kKh  daar  ^n 
staadpoodige  gevodeiu  scliteTdodht  wettk^  tee>de 
hq  tgn  hetreUmng  oedcf,  om  lieh  bg  de  beoefe- 
nuig  der  WAtensdtaf)  te  bepalen.  Hy  overieed  in 
177.  Zvn  owneteiyiLe  tcbatten  bealeedde  i^  ara- 
wd  aan  inridituigen  tos  weUadigltieid,  ate  voor- 
al Mk  bet  BtiditeD  v^n  grootRohe  ^lebonwen, 
mMnaede  hij  Onekenlandv  AaiB  en  ItaliB  veraer- 
de.  Tot  dé  merknaardSgste  van  deae  Mioorden 
het  Odeon  te  Atlieae,  mm  ign  gmuiia  Regiüa 
g«irvd,  de  veicdenng  van  het  pan-AitrbeDaelBcbe 
Btadtam,  de  exedna  en  de  grootete  watoileidng 
te  Ol7imp&,  alnmde  het  Trioipium,  een  luti^ 
■trekt  puk  met  fraaie  tetnpeis  en  grafsteden  aan 
de  Via  Anna  in  de  oab^bml  van  Rmne.  Ia  dat 
pai^i  beert  men  later  een  aavtail  Oriedceohe  09- 
scbdlleo  ontdekt,  «sarbü  3.  (Se  oit  39  tn  59 
henmeters  beetaMt,  waarBchijnliJk  door  den  didi- 
teir  MareMuM  SideUê  vervaardig  en  in  bet  Loo- 
vre  Ie  Vtr^  geipJaatat  Van  lyo  redevoeskigen, 
dóe  hem  den  naam  ven  „Ton^  der  HelleDen  ea> 
,^«oing  der  widepiekendhwd"  verwierren,  te 
slechte  eeo,  „Over  den  Staat"  OTeng«Uevm,  en 
de  edilfaeMl  van  deae  wordt  leer  w  twgllel  ge- 
tvolckeD. 

Herodtaniu,  een  geectid.e(hdiT9ver  der  Oud- 
heid, wee  vemMmMqk  een  Oriek  van  aAomat 
en  leeJde  te  Rome  in  de  jeren  170—240  na 
Chr.  Men  heeft  van  hem  een  geeehiedenis  der 
keisun,  in  S  boeken  en  in  de  Oriekecfae  taal  ge- 
idueven.  Zg  toopt  van  Comntodue  tot  aan  f^- 
dwnnu  UI.  Heroditmui  ia  we'iüg  betroowbaar, 
maar  geeft  belangrgke  a&nnnillingen  of)  Dio  Oom- 
n'iu.  De  beate  nil^ven  van  dit  geschiedwerk  i^ 
dk  mn  IrmiwA  (1789—1605.,  5  dl».),  Bekker 
<ie2«  en  1855)  en  MendeUnohn  (1883). 

Zie:  J.  O.  P.  Smitt,  De  geecIaedBChrijver  Hero- 
dMDoa  en  aqn  bronnm  (Leiden  1913). 

Herodlanns,  Aeliua,  een  sowt  van  Apotlo- 


267 

niut  Dyieoltu,  etomd  it  H«ne  bjj  Mareut  Aure- 
liut  aeer  im  de  goaet  en  ver  faanÜgde  een  aantak 
^eachriftan  van  taalkmtdigen  inhoud,  waarvan 
nog  uitilpd»ela  en  fragmenten  vioorhótidoa  igiu 
Hen  vnndt  deze  o.  a.  in  de  „Onuomamci  Eraeei" 
VBQ  Dindorf,  terwi^  zgn  „CaHhoüca  proaodia"  in 
1307  dooi  Sentx  ia  oilge^even. 

Harodotiu,  de  oodate  Qriebsdbe  geecbied- 
sObrvvea  en  gewoonlnk  de  „Vadei  der  Oeadüe- 
deods"  genoemd,  werd  ometieeke  484  v.  Chr.  te 
ntiHilrfïmnmiM  in  EaidS  gefaoien.  Hg  voemde  liefa, 
naar  het  vooiWU  en  den  raad  van  zjjn  Uoed- 
v«Fwamt  PanyoMit,  door  faeA  leaen  der  werken 
vui  OiKkaiiM  dkbtew,  vooral  vhi  Homerut,  en 
het  ediöat,  dat  bg  reede  viroeg  bet  voomeowa 
beeft  opgevat,  om  een  uiibgebimd  gea(ihlddn<eit 
te  sehijfTca.  OndoralenMl  dotv  bet  aanzien  en  den 
rgkdMn  van  iga  neteebt,  begaf  h^  aieb  n«Ura 
op  leia    om  Te)e  laiuieB 
en    vo^n   te  besoeken. 
Het  ie  vrg  a^er,  dat  h^ 
reeds  in  ^jn  jeogd  een 
reia  deed  naar  de  eilan- 
den en  kusten  van  Klein- 
AiiS  en  dat  hg  na  462 
door  een  groot  gededte 
van  AbS  en  Af  riia  ttok, 
met  name  B^^pte.  Ver- 
der weten   wi),   dat  hg 
PaleeIJna    ibezocht,    zieb 
belangrijke  berichten  ver- 
sehafle  omtrent  Phoei^- 
ciS,  'lyrna  en  Sidon,  tot       .   _ 
aan  Babjrlon.ja,  vermoe- 
delgk  tot  Baktrifl  en  He- 
dii    doordrong  en  leUe 
de  koslgeweeten  nfer  Zweiie  Zee  in  oogenacfamw 


OiiekeD ,  _         ___      _    .„      

het  verwcrten  vao  de  TonameUa  boowstirften. 
Het  da  niet  OTiwaaiMbgnl^^i  dat  bg  toen  te  Attie- 
ne  eendge  gedeekben  van  iga  w«k  aan  vja  viien- 
den  beeft  voorzeleien.  Nadat  hg  sidi  geraknen 
töd  vooral  te  AtlieM  bad  ofignonden,  ging  hg 
me>t  eed  aantal  kodveidHrizerB  in  444  naar  Thn- 
rii  en  ItaHe,  om  lich  met  dit  land,  alsmede  met 
SieiüB  bekód  te  nudten,  zonder  evenweQ  14a 
toi^t  t«t  Bome  uit  te  strekken.  Hg  bleef  eiveo- 


veideeld,  w«4Im  4e  namen  der  9  Mnien  dragen, 
is  oweateM  m  bet  loniedt  dfatleet  en  behoMi 
tot  de  bdangrgkat»  ^eacbritften  der  Oodbetd.  De 
eenvoud  en  ge4HtMwlieid,  waaimede  hg  aifa  erva- 
ringen en  de  verzamelde  berichten  mededeelt, 
w«^D  no^  alOjjd  de  grootatle  bewondei^,  en 
zelfs  de  tiaeuwere  ontdekUnf^n  hAiben  d»  wel 
eene  betnvijfeJde  waarttedd  van  veel  zjpcr  mede- 
deeJin^  hemeetigd.  Van  db  toirijke  utgaiven 
van  zqn  weric  noemen  wn  dSe  van  Stein  (2  <Bn., 
6de  dnA  1901),  Abieht  (5de  dnd  190Q). 

Uleiatnnt;  Bauer,  Heiodots  Biogimpble,  [Wee- 
nen  1876);  Havvette,  Hérodote,  hóetorien  ifei 
gneries  médiqnee  (Parns  1894);  Hoek,  Herodot 
nnd  eein  Geeebidi tewerk,  (OBtersloh  1904);  B«- 
rv,  Andent  Greek  Hiatoiiane,  (Londen  IdOS). 

HeroBn  (Griekseh,  meervoud  van  flero*  = 
beid)  betitelt  Bomênu  de  ihtppeiete  heühlen,  ter- 


Heiodotw. 


DigilizedbyGoOglC 


wjjIL  Bêiiodtti  er  de  tid  goiea  «ffttwiwiwinie, 
<)Miiani  ook  ÜUgoden  gMwemde,  hcUen  van  den 
nimrtqd  ondn  reiitaat,  «Ie  deds  afc  goiroiM 
mensebeD  gestoFmi  191,  deek  onder  beettdup- 
pq  van  Eroiuu  op  de  eifendBQ  dlai  gtfakzafigeii 
wonen.  Later  noemde  men  «khti  te  de  henen 
TCO  de  npietttt  nge,  het  MMeeoaamde  bemladte 
l^ó^eik,  fa  mentehen,  die  dcm  hun  dood  een 
bo<w«t  lenen  dedbclrUe  ign  gewordeii,  de  maribt 
bviUen  den  menadieD  goed  en  kwaad  be  doen 
en  op  t^iMidere  wöm  ivereend  wmfcn.  Geen 
QricndK  stad  ol  landaAap  dat  naast  i|jn  godfcp 
oieit  ^  iberota  bad.  Da  «TOode  of  dea  Mehls 


verbraiut  WMd.  (henl  «arden  herofinfeestcn  ee- 
werd,  <fie,  wumecc  ig  landriierokD  be<mften,  >& 


S*™ 


I  ran  ttaaUw«g«  uitgingen  en  aeei  hiietear- 
_i  waren.  Atlnbuten  det  bcvoBn  wai«n  ohngen 
•n  (laardeu. 

Hérold,  Loait  JofeoAfenJtnafid,«enF»nech 
BonywiBt,  den  28Bten  JaaoMi  1791  te  ?«rjie  ^ 
botei^  famg  bei  eerste  wnakiaMiuimijt  na  zgn 
ndv  on  knm  is  lfi06  aoo  bet  OonaerTalDiiam 
liq  LmtU  Adam,  OaUl  en  M^ut.  RetO»  in  ISIQ 
Terwiert  Uj  den  «Piü  de  Bome"  met  qjii  eaolatie 
HÜademoierife  die  LavalBèfe".  Na  sön  driejarig 
etKMfiererbQif  ia  ItaUB  ging  hq  naar  NaoelBt  waw 
lön  opera  ,Ja  nmentb  dt  Boria)  V^  in  bet 
„T«BtM>  del  Fondo"  met  iimti  ontrAngcn  weid. 
Toen  hg  in  1616  te  Panja  wm  Urwgekeeid, 
hielp  BottUieu  hem  weet  omr  b»  meaew«iUng 
tot  het  Toltooieii  vut  de  opera  „Cbailee  der  Fran- 
ee".  Daarna  w«id  een  ooivtadrëmkitak  Tan  Bé- 
nld,  jjjf»  raiiiree"  is  den  Opéra  «omiqne  Trö 
gnnatiR  ootTangcn.  menp  volgoen  ,^  doêhette  , 
ihmoac  eeltige  andere  ttnU^  die  idet  tmI  00- 
gaitf  mailen.  JDaardom  oartmoedigd,  aanraaia- 
de  Kj  een  betrekUitf  «Ie  aeeompaenatear  aan  de 
Itolwaneehe  Opera.  Een  paar  JMi  later  probeerde 
hij  weer  i^  getok  ala  opMaociaipcDia^  ecfat(~ 
nntder  het  gewtoacbte  gtnoig.  In  i8Q4  w«Td  h 


1924  w«Td  hn 
r  dfcn  „Oram 


koord  ireoteor,  in  1627  gkn^j 
Opéra"  ale  repetUnr.  Eerrt  te  ISSS  behaalde  bQ 
met  1^  opera  .Jbiie"  een  segefwaal,  doch  ijpi 
drakke  betic^Mdd  ab  r^Mtitor  Terbi  aderden 
bem,  kA  u  eomponiat  te  doen  geUea;  hq 
aehreef  aleebta   nog  enkele   baltetten.   Ook   ign 

non"   (1829)  en   ,3mineliDe"   (1880)   be- 

D  hem  niet  ImA  begM"^  ■ocom;  eerst  met 
*a  opera  „Zampa"  (1831),  bdnalde  fajj 
een  oooitukand  xieeea,  dat  In  1883  door  den  ha- 
tbI  van  .Xe  pré  ani  dei«i"  oog  werd  orertre)- 
fen;  dat  batrte  tink  baakU  ia  1871  ^n 
lOOOrte  wroeriBff.  Hij  overleed  den  lOden  Ja- 
noari  1683.  Zgn  naltefcewerkite  opera  „Lndorio" 
is  Terrolgene  door  HaUtff  votbxod. 

BaroQ.  Zie  Hero. 

Heroiubal  w  een  warktoog  dat  vroeger  he- 
Btond  uit  een  hoKeD  faaJ  met  een  gecUÜpenn 
boie,  ma^  A,t  men  ttions  veelal  ÏD  den  Tonn  van 
bp^aamde  Geaar  Tenfianlit^  Het  b««taat  dui 
nit  een  fleei^i.  die  hicbbdicot  met  een  knik  ge- 
sloten ia,  terwj^  door  deze  butste  —  eTeneene 
htditdieU  —  een  bois  toopt,  die  aan  de  beide 
nileinden  open  it  en  bijni  tot  op  den  bodem  der 
fhadi   reikt.   Aan  het  boveneinde   der   bnia  ba- 


-viodt  lieb  meestal  een  abkiitknen.  De  Ikedi  ie 
voor  bet  grooMe  ded  met  water,  eaa  de  eologae 
of  andere  vloeiBtoften  genld;  Feiet  men  no, 
door  met  kracht  üi  de  btda  te  bkaen,  ol  door 


luaht  «r  in  te  tk^ran. 


hmfalperepomp   nog  e 
^  hMnt  dn  de  fissen  s 


1  men  de  knaa  duit,  du  «ofdt  ■ 


nrik  eeo  Meite  drakk^ 
vit,  dat  bet  Toeht,  ala 
men  de  baan  epent,  door 
de  bns  wordt  <^>geetuwd 
en  alioo  een  kleine  lon- 
tein  vormt.  Het  water 
lal  omhoog  »iHten,  tot- 
dat de  loebt  in  de  fl«eli 
weer  eienwiebt  maakt 
met  de  denqkring^iKbt. 
VMlaiigt  men  een  He- 
ronebar  op  groote  edual, 
(ha  miakt  men  de 
Betob  van  metaal  Oom- 
primeert  men  <^  deie 
WVK  de  fcicbt  tot  op  S 
atmosferen,  dan  wordt 
de  w&tentraal  tot  een 
hoogte  van  10  m.  opge- 
Btnwd.   Door  het  apenat  HeronrfiaL 

en  rfnlten  dw  Icnan 
kan  men  deun  boestil  Men  weAen  wanneer  men 
mlka  vezkiest  Op  dH  beginaei  bsnisten  de  ^mlt- 
fiw^f"  in  de  aeheikiDn^ge  UiontMia,  de  ge> 
wone  brandspaitea,  de  hTdranlieehe  rem,  aleook 
de  henuiBloataoi. 

Baroiurtontelii.  Zie  J'onMh. 

Berophllaii  de  meeat  beroemd 
'tige  der  Oudheid,  werd  te  Chalcedon  mtatteeks 
8W  na  Otr.  gK^nmn.  Pnxapom  v«a  Eea  waa 
zya  kenDeeetop  in  de  seneedmnde,  en  gcrnimen 
^M  was  h^  te  AleiaisMI  ak  arte  waAmwit. 
m  Braaiitrato*  wae  hg  de  eecsto,  (fie  ffelegeo- 
beid  vond  kA  door  méMd  «■&  IQken  in  de  ont- 
leedkonde  te  oefenen.  Zfln  lenen  weiden  don 
ktere  «diriivers,  bepaaM^^k  Aom  Oaleniu,  aan 
de  nakomciingsehap  medegedeeld.  Van  iQni  ge- 
schriften, van  welke  jnionderhetd  een  „Ontleëd- 
kuodig  baitdboek"  leer  maikwaardig  wa%  ibi 
behalve  nog  onnUMReven  aanteekeningen  op  de 
V^fAmóaDKn"  van  Sippoerata,  slechta  traginen- 
ten  bewaard  geUerven.  Voonl  maekte  hq  stofie 
van  de  sennwen  en  den  poWsg. 

Haroa.  Zie  Bentn. 

Haroa  ^  e«>  gerfacbt  van  iineiikaaitedie 
TinrtTnitrrrissrbmi,  Mfaoorende  tot  de  lamlfie 
CAroMMfeti  (lie  ÓhmiwUt}. 

Heroatrattu  i»  de  naam  van  een  burger  ait 
«üe.  Dit  nufat  om  igo  naam  onve«ga> 


Epbern,  ( 
tdük  te  ir 


traopel  vm  Artemü  tnsedien  de  etad  e 
ven  van  Yl^bttne  ia  bnod  stak.  Hg  moeai 
zgn  mjatk^f  boeten  met  den  iooA,  en  de  looita 
uunen  bet  beelnit,  dat  eflc,  die  ign  naam  nit- 
Kuek,  ereneeDe  vi.n  bet  leven  soa  beroofd  wer- 
den. Dit  beeft  evenw^  nd«t  vcriiiodeail,  dat  ^n 
naam  door  Theopompua  bewa*rd  Heef  in  de  ge- 
sfdiaedenJB.  De  narfrt  dc«er  braodatiiditing  was 
tevens  «fie  der  geboorte  fta  AlerantUr  dtm 
Groote. 


DigilizedbyGoOglC 


HflipM.  Zm  ZMte*  pan  de  kuid  bq  bat  ut. 
Buid. 

Herpftktlfl  Oaerlm.  ie  4e  oMin  hb  een  plan- 
tM^MJedrt  uit  de  fvnolie  ó»r  Leeutfabtkoektigtm 
(Saopkulariaeetim).  Bet  onmt  irm^tode,  lïg- 
Miafei,  aUen  ofi^iobte  knndeiL  die  ■■  de  keei- 
fcii'JUjiihnufcu  gróeiea.  Vut  R.  Ootubrina  K  uit  th, 
in  Pem  op  ma«n«é^  pkatoea  te  tmJm^  beiv^ 
men  4e  bjaaeren  taq  woaMJen,  door  iTQiigiftic<e  die- 
ren toe^braclil.  H.  Jfomitena  H.  B.  e  t  £.  beiU 
een  edteipen,  bitteEen  aDui;  n  Ooat-kidiS  ^ 
broikt  men  bet  kroid  en  de  worlatB  dexi  pteot 
ak  ffmeeamidtM  es  de  jaage  UMfcn  «k  toeqqja 
bq  oe  lyrt. 


IMea  llurt  1845  U  0>im«e  bg  Gcoftn  < 


P«V 


I  1668  met 

en  gal  dUr  met  MtMgrai  4'' .  -  - 

DespoDdMM»"  f2  dk^  2de  4rak  1881)  nit.  Daar- 
cp  TCtüdU:  „Une  lemme  dn  monde  dn  XVHIe 
eride",  JU  jeuMtee  de  Vmdaoe  ^Epk»j" 
(IfiSQ),  ,J>aiMèi«  unéee  de  Mukine  i'Epkmj" 
«1866)1  *xn  de  Andtam  bifctMod,  ^  t^  iolS- 
me  de  VolUive  mu  tMïeea  et  4  FenMr"  (1865), 
„Hietom  d'wie  gmnde  dame  «  XVüIIe  siècle" 
(2  dta.),  Ja  priuewM  B«tee  de  lip»"  ta  ,Jm 
eomtmn  HOtee  Potm^"  (1887—1^)^  ^  dne 
de  mnoÊj"  (2  <1b^  1891),  ,4je  ramaa  dn  mod 
roi  Lmm  XIT  M  Ibrie  UuKUBi  Ootom"  (1804), 
,.Uae  priaeeéae  TomkiM  m  XVIUe  eiède.  Ifule 
UaDÓoi   OdooBa"   (1896),  „Fj^umi  da  tenpt 


(^9f»),  „Uoe  fietM  de  d 


k  doö>  B  Iwt  «omJlMt  Sokl,   telt  on^feec 
1100  inwoiHn  en  tecft  biiaagiiglcie  knfwi-,  wkrtt' 


1605  oobdckt  eementwnt«r,  waarnH  emenOrofier 


ja.  Zoe  Bmnover  <*t«d). 

BeTTsra,  F«m>iuio  de,  een  Sounacb  didbtet, 
k  15B4  4e  Scfilla  «boreit,  ombdwle  aog  hat 
den  geeatelf^eit  attao  «n  «terleed  m  lfi97.  Dooi 
bet  laMB  na  Btmmiwebe,  QrkAwbe  «n  Italiaai»- 
■eha  MlurfTen  had  bjj  «en  oiteiritnède  kaanto 
Tenrorren  ea  *!■  dUiter  ttond  £g  bg  i^  tBd- 
oeoDoten  in  vw  boeg  aanmei^  Ml  mm  Imd  oen 
DDnaan  van  ,ji«  gtfiU^ftit''  toekende.  Het 
Mi^i4t  dat  Tele  van  wja  didLterl^e  yootünvig- 


die  ncè  docr  imng  gwoti,  beMneni  een  aantal 
«fan,  die  >Mi  door  tedimn  «eebkift  (mdei- 
eebeidea.  Zon  „Obraa  en  veno"  lün  dooi  hem 
w»  (1682)  en  ktei  (whr  dm  tJM  tm  „Vereot" 
(1«19)  door  Paelueo  in  bet  "  ' 


de  mlMM  in  de  „BMottHCa  de  astom  em- 
taiür  (dL  S2}.  Vaa  sjja  ««MbiednodlBe  m^Êen 


wnneMca  wq;  .Jtdaaon  de  la  goetn  de  CitUK 
7  battdia  de  Lmnto"  (1672)  en  „VSb  y  mnei- 
te  de  Tomaa  lloro"  (1592). 

Bnrwra,  ^Mtonw  dê,  een  SpaMidi  geadned- 
•Aqver,  in  1549  te  CaeOar  gebon»,  heette 
eigeül^  Tonietihat,  maar  TcnriaMlde  dezen 
Mam  mei  iHen  Kjiut  moeder.  I&  Bjfn  jeugd  begaf 
hy  K.A  naar  ItaKS,   icnnert 


Vfpatimm  Qontaga,  een  broeder  T«n  deoi  hertog 
van  Jfontuo.  kee^  met  hem,  toen  de»  eodet- 
kioning  tco  N»tc««  en  VakocSa  ««rd,  naair  SpMk- 
je  teivA  mar  PMKjw  II  fan  benoemde  tot  eer- 
rten  bdstoidograal  ven  de  bmde  Indifin  en  na 
CafltaÜI.  HH  oTerieed  tn  Ma<Md  ah  itMrfneeie- 
laik  deo  20>toD  Haart  1025.  Zjp  booUmik  k: 
„Qwtoiia  geoent  de  loa  medMM  de  loa  CaateKa- 
itoe  en  kta  i«iM  j  Ueii»  finna  d«i  nuc  oeeano, 
1492~.1554"  (1601—1615,  4  dbk).  Dit  «eifc  ia 
voortgcoet  dimr  OoNtate*  de  Bofoa  ea  nesmMli 
uitg«gei«B  k  1728—1730  io  4  deden.  &d  in- 
leiding mor  (Kt  boek  aebreef  Benen  in  ijm; 
„Deecniptêon  de  ka  Indiaa  oeddanUlea"  (Sde 
diiik  ld15).  Vao  jön  overige  gtedirilton  nntrt- 
dea  >ii:  „ffietoii»  Ut  mimdo  en  el  lejnaA)  dei 
i«7  D.  FMim  U"  (1601—1812,  S  dhk),  „Com- 
meodackn  de  ke  erfwa  de  loa  Bepaflote^  ftaiwo»- 
eea  T  VenecwnM  e&  Ilafia"  (1^)  en  „BMock 
de  Porfogal  v  eooq  niite  de  l«n  idiae  de  ka  Aeo- 
lea"  (1591). 

B«TT«m,  franeiaeo  de,  d  Ftejc^  een 
Spaansdi  adiilder,  io  1576  to  Sarüa  ecMuen,  ea 
in  1656  te  Madrid  ovokden.  Hg  oadeigkg  den 
invked  mo  Juan  de  la$  fioeki,  en  wae  een  teec- 
Hag  Tan  Ltüi  fenmtdex,  Zgn  ToaiDaamate  weric 
k  «m  gtoot  alnk  „bet  iUakte  OHdeeT  in  de 
ksk  San  BamMdo  te  Sofila.  Ook  de  Ttcuine- 
liag  C<fMC>o  te  aettta  bent  een  achiUn  nu 
bcm;,  dat  jib  UUatortiag  fwi  èea  H.  Oeeat" 
TOOMtcM.  De  aehüdtryn,  «e  tafoeelea  wt  Iwt 
krcn  ran  den  H.  BonoHmtura  TeitneUen,  t&  «He 
Benera  ytm  de-keit  fiaa  tooMmntw»  k  Sb- 
NBa  maakAie,  bevinden  üch  tÉMoa  k  Watloid  in 
Eiwekal  Het  Loone  k  Pam  bedt  na  Herrv- 
ra  een  „H.  BaaSka".  Van  1647  dv<«dwnao  ikr 
fKNk  edüUergeii  in  bet  mnaettm  te  Sentk,  dk 
„d«  liaooaregeD",  JUaaea  daat  water  nit  de 
roto"^  ^  Bmlolt  k  Gkm"  en  ,jde  WoetdertMn 
Spüuging"  Toorttellen. 

Henara,  Fratteieeo  de,  d  Jfoio,  een  Spaanieb 
•ebitder,  aoon  van  den  ^«ongaande.  io  1622  k 
Serük  gvboien  eo  in  >I665  k  Hadud  OTerledea. 
Hii  «aa  een  kerling  «aa  ign  Tader,  «i  veitoeUe 
**a  1642  tot  lf»6  ia  IkKS.  Z^i  monMamak 
werk  k  een  freaeo  in  de  beA  San  I^Ucoo  k  Ha* 
Md. 

Henen,  Jwm  d»,  een  Soaanadi  bomnneeatoi, 
heeJt  eedert  1567  bet  in  1568  door  /mm  BautUta 
de  Toledo  begooaen  BMuriaal  by  Maikid  vol- 
tooèd  en  bet  pakk  1«  imóata  en  de  kaÜMfcaal 
te  VaOadolid  n>tf<«voeid. 

Bsmrofl.  Zte  Brebm  de  lot  Henerot. 

BWTfnrtll,  Bnut  jMiwig  een  Prvkiaeb 
■taatmao,  den  6den  Uuit  1680  k  Oberttwu  in 
bet  aironJjjaement  Uenebmg  geboran,  ibiideec- 
1848—1661  k  Jena  en  Beili^  in  de  leoh- 
'  in  laatï  oo- 
Patf- 
Z^ea 


■taakwetfiiaf happen 
kweretaik.  Ia  I«6 


op,  welke  betrAkiu  bij  tot  i  „ 
Ueedde.  HijwaeaöCHTanbetBakwi  Alge- 
laardMea.  fig  crreiked  dn  14idea  Febnari 
1900.  Bebin  een  noot  aantrf  TCriMdeOogen 
-„      .     — -i.  Art.   17  dit 


DigilizedbyGoOglC 


270 

dei  0«(aeimkD  in  Pmiesera"  (ISSQ),  „Bettrfige 
nu  TifinMiastatislik  (ter  OeatediKien  hi  Preowen" 
{met  E.  von  der  Bnneken,  1862),  „Staitmtih  dier 
ETei«i«aben  in  PratMBen"  (-1S3Z),  ,J](ta  Oeeeti 
betreffend  dk  BefSlueiMiR  fOr  d«i  hObem  T«i- 
«atbiiigodknat  mm  11  H&n  1ST9"  (ada  ixk 
1881).  ^BtirtrS^  nv  F^nuMBtaÜBlik  der  Oentek»- 
dut  in  hioaeeen"  (met  W.  von  TfeAoppr,  1384), 
„RwmuHUbeBbeii  Gtseti"  (met  f.  ^0»,  1886), 
„Die  XommniialabgMbeiqinieht  «^  AltHeiuMMll- 
MÉwAen  n. «.  w.  tn  PsenseeQ  Mtt  itm  Geeels 
T<»D  27  Jiiló  ISes"  (1686)  en  ^ie  bHUQimale 
BesteiKFaoK  dei  Vweev^a/ibëpaBgtpóiieea  ia 
PreuMMi"  (1895). 

Benioh-SohUfer,  OoUlkb  Aumtl,  «en 
ÏDnitMb  iIweQLeBb■ldi0^  den  I6den  DmoAier 
1799  te  Rwenabarg  ^tmren,  studeerde  te  Wfirz- 
hux^,  BMabtrg  ea  Bei^  in  de  gmeoBtonde, 
Teetigde  ridi  datma  da  uts  in  zgti  geboorte- 
pUate  en  hieM  B«b  terens  béng  met  de  atadiu 
oer  ineeefiea.  ^  o-«eiieed  aUaan  den  14Aeii  A(>ni 
1874.  Yon  ijra  gcaduiAea  ownteo  wg:  een  v«i- 
vüg  op  de  Jï\inns  TneectonuD  OermeiRae"  taq 
Banier  (1800—1844),  „NflBwndator  entomoHooS- 
ens"  (l«te  en  3de  ifi..  1866—1840),  ,J>ie  wameD- 
utigen  IiiB«kt>?D"  (186]— 1362),  <k>or  ffoAn  be- 
goDn«D,  .^T^tofimtiMbe  Beuti^hing  der  Sdmiet- 
teriiiige  T<n  Ëtoopa"  (1848-^1866,  69  süevierio- 
gen  met  gratvre»),  ,J^H)afiteraTn  eiotknnDD 
^ledee  i»t««"  (1850—1866,  late  en  ade  neeke) 
en  „Nene  SdvneMeriince  mib  Enrop*"  (1656 — 
1861). 

HeiriM.  John  Oharlet,  een  Ei^cbcfa  stbite- 
nnn,  m  1776  géborea,  ^écó  af>  20-jarigen  kof- 
tijd  Ueifc  bg  de  achalhamev\  Tem))KM  MoreAo- 
lie  TUI  (fcn  eeraten  mrnobeii,  nn  1811  Mt  1816 
aan)nii«*aTi*^DerM}  ran  Oirlog  en  rn  1923  k- 
eiettiiM  <fer  aehaitfciist  en  ird  vain  het  Pu^ement. 
'In  heb  iinimt«ró  Ooderieh  (3eip«eiwber  1%7) 
werd  hq  kutaelier  der  HfaatJust,  kwam  etbter 
ii«M«  m  botenif  met  s^a  aatbtraen«ot«n,  hhmM 
het  kalüet  i/mtd,  waanw  hjj  >us  dheeUnr  dw 
munt  in  het  iMiiiaet-WeUington  ap/tivi.  In  Fe- 
Inroui  1380  weid  h^j  imiTitter  vtn  den  BMrd 
cJ  lYtrie,  DtaMT  moeat  ie«da  in  NoT«oinr  dur- 
■nnrokende  die  MrcUinff  Wes  t«ren.  Is  bet 
TM7muwt»ri«  Tan  1884— 18B5  m*  h9  nrinietor 
m  Oorioff,  IDMT  wtró  in  1841,  als  te^natamder 
yma  de  ofti^ng  der  trra«n«etten.  niet  bei%oien 
in  het  Pukmeift.  In  1 847  heibe^  hq  editer  een 
Ktd,  behoorde  tot  d«  vnrïgste  -reidsdigen  der 
beBcfaeniKode  recbbeo  ea  vu,  toen  deoe  bet  be- 
ttonr  in  bsnden  Icvegen,  onder  knd  Derby  jHieü- 
dent  nan  het  dei>wtemeiit  nn  IndMie  ZaJcen. 
Na  het  etnide  der  litfiog  <rao  1858  kgde  hg  het 
mawkart  van  Totttgrerteewwnooiifiger  neder  en 
meileed  op  i^n  ksdmed  Serenoaïa  den  24flten 
Aprü  1856. 

Berrlr.  liift,  «en  Dmtadh  «Brfrter,  An  lOden 
December  1845  te  Brnuvrgk  geboren,  begaf  arfi 
in  1859,  nn  het  oToiföiIen  Tan  i|^  vader,  naar 
vJD  vm,  MvrfeSKiT  Ludtrig  Henig,  te  Beif^, 
Btodeerde  imtaT  in  de  Teenten  en  wijdde  itdi 
vermlgena  aan  de  beoeteaftjg  der  lettMen.  Hg 
wwd  Tuedewexxer  aan  bet  conaepvatieTe  „Detft- 
Mèe  TagebSatt"  en  poe  In  1688  iMar  Wekow, 
waar  la  -im  4dén  Hei  1802  onwteed.  Hg  MhietS 
een  recfca  dramatoBdK  etokken,  sooak:  HAleion- 


der  dei  Groese"  (8de  (bnk  1868),  „Kaher  Fri«- 
drich  der  Ttotbart"  <4de  órak  1890  ,  ,^er  Ew 
prini"  (I87B),  ,JIero"  (1883),  „Harald  der  TO- 
Ur^'  (1861),  „EircUhibeB  Feateeuer'  (2Snlia 
druk  3899),  ,J)iiei  (teentdJcbtaoKen"  (1884),  „(V 
limibw"  (1687),  „C&i«itiDacbt"Tl889),  d«  gedMi- 
«en  ,D>e  S(è«eiDe"  (1876)  en  ,J)er  di^  KS^a:' 
(3de  drak  1886),  benem»  ^firen  nod  Oeat^s^ 
ten"  (2die  «fririt  1879),  JKe  Ueiüoeer,  la» 
Oasderóe^  nnd  deren  Bedéotaitf  fOr  Sm  datit- 
aobe  Iheater"  (Sde  ^xA  1979),  .JjoxnettieaMr 
and  Tolkri^flbne'  (1887)  «n  ,JW  KMaartndL 
Afbt  J<hi<M>dBBte  dentscbei  OeaebMtate  nm  Ead 
dem  OFoaaeD  Ua  HammiCui  I"  (189»— 1891). 
Zöft  „Oeaammdte  AuftUm  tibw  Sdiopenfaaoei^ 
gaf  Oritebaek  ntt  (1894). 

Bamnann,  Bnut  Adolf,  een  DoUach  g»- 
B(iiiedeahsvv«r,  <fen  26eten  Haart  ISI2  te  Eitn- 
merswalde  in  het  ErtB^ebetgte  gebaren,  ttndeer- 
ds  aldtar  en  te  BeilnB  tn  de  gewhiedenia  n 
wigsbegeerte  en  Teetigde  mA  lermrigena  te  Drea- 
den,  waar  lm  mit  btlastte  met  het  nmrtaetten 
dier  „QeMiUtiUe  des  FnaiadMO  StaaW  (1846— 
1866),  Arar  StnU.  Verder  aelMeet  Ui:  Jikt 
SstmiincUMli-preneBiselie  AUians  tod  7  Febraui 
179Q  and  «e  nrcatfe  Teikmg  Poien"  (1861),  „Dd- 
pkmatiaebe  XomvoadenieR  aoader  Retokitita» 
B»t"  (>ia66>,  —  ^ejtiige  mr  OeadftMe  dM 
nveiBclMfi  BMaé^'  (1843),  «n  „E.  Vodwrodt  iMid 
der  Profcemr  fdr  roaeiacfae  GeaebicMe  mê  Domt 
A.  Bdieknev"  (1874),  ,4'etef'  der  OnHae  nnd  der 
Zarewiitej  Akxd"  (laSO)  en  4>ic«ainatiacbe  Bei- 
trKge  lar  niBïiKhfn  OeBcbichte*'  (1808—1675). 
Herrmaittt  TOstEgide  s«fa  in  lëVi  afe  privutdooent 
te  Jena,  wwd  er  in  1846  bnftenffnwm  faoog- 
teeraec,  iMMgeerde  na  1849  tot  I8K2  <te  „VÏA 
mariedie  Staaitaneitang"  en  weid  in  1657  ge- 
woon hoof^eeraar  in  de  gndMedena»  tan  de  nni- 
rereitaK  te  Ibitaig,  wmt  hQ  den  SSaten  8ep- 


sa. 

Bamnann,  FtUebi,  een  FmtettantMlii 


ïxi 


rde,  'den  Men  DeeecDtier  1846  t 
(Haagdóteig)  gtlMHeii,  Ixnodtt  bet  gjrmnaainm 
te  atendU  en  atndeetde  «u  1806  tot  1670  te 
Ha»e.  ^  natigde  litii  aldaar  in  1874  ah  pri- 
ntatdoeent  met  «en  diseniatSe:  „QregMJi  Njaae- 
ni  tententiae  ds  eafaite  adifnaeenda"  an  weH  in 
1879  tot  gewoon  hoodeeraar  in  de  d(«nufiek  te 
Haitinrff  Maioemd.  van  xm  «eedirifteD  noemen 
wj:  J)m  MetaphTsft  in  der  Ibecdmie"  (1878), 
„Di«  Reügion  in  VeilillBcna  mm  WUborkeitneB 
Dod  mr  SittMMt"  (1679),  4Ke  E  ' 
InapfratiMMMtre  th  die  erao  " 
(1892),  „Wamm  badnf  nnaer  ( 
laeber  lliatoaclun?"  (1S64,  ade  dmk  1#2),  .JDer 
V-eiighr  dea  Cbritten  jsik  Oott"  (5dft  dmk  1906). 
„Dte  Gewieebcdt  dee  GlatAene  md  die  Freifaait 
der  ObeologiQ"  (lUe  dnk  1889),  „B>^gïao  nrf 
Soiialdemokratie"  (1891),  ,J>eIeTangeliBeheGla■- 
be  nnd  «e  üieotogie  A.  mtaefaV'  Ode  ibak 
1892),  „Wamm  handelt  eaaich  iademStreit  nm 
daa  ApoatoEenmf"  (»de  irdk  IdSfiX  3Uk" 
(4de  diti^  1900),  „Itaiiriech-S«tta4i«te  and 
EhwgcUaehe  SittbUetr  (8de  dndc  1908)  at 
,JKe  sittliehen  Weiningen  Jean"  (2de  dmk  1907) 
en  ..OHenbannw  nnd  wtmfcr"  (1008).  Berrmmn 
geeft  sedert  1907  met  Rode  de  „Zcataferift  tflr 
Theokgw  nnd  Efrdw"  nit. 


DigilizedbyGoOglC 


HËBRN0DT- 

Hermhnt,  «en  geineeaU  in  bet  SaktiaA  dia-. 
tii«t  BintHii,  Ugt  aan  <l«a  Bntibetig  en  aan  de 
q>oorij)iien  LDban — Oterodenrite  «n  EemiLhat 
— Beisetodt  en  k  bekoid  dB  de  pla&(a  mar 
(1773)  de  fooedergcmeente  (lie  ^dur)  onttataaa 
te,  vürMenookveliHeTslinlteiB  <Daitadk 
Bermkuter)  genoemd  woid en.  De  plaats  telt  (1910) 
1S64  iinroiwi8,mMBtiBei'iifantt«iB,di«lJnneD-  en 
katoeDwenenj,Ue«keTÖei».aitM>fei)eu  Ih  Broe- 
dengoiMUtto  beeft  er  een  fcerk,  een  gedenkteeten 
Tin  graal  Ztiuendorf,  een  oproeaBngegieatbdit, 
int  koortmnen  {gtaote  imm-  en  weittniMii  voor 
wedtnnn  m  ongufaowde  hroedem  en  aastMs),  een 
'  ^  een  ardsri  nMt  MtuUei^enTeria- 
j  en  een  ttiuugmRMfc-bwtonach  rnmenm. 

Bonnlnit  werd  in  1773  door  nitgcrw^sn  Mo- 
iwviaebe  BvMèeK  geÊixht  op  'bet  JóMargoed 
Btatbet^Aatt,  dat  toen  aan  gnaaf  Zanendorf  be- 

Bcrioliel,  Frederiek  Wüliam,  een  Enmhdi 
fltomnktndwe,  den  16den  Novtmber  1788  te 
HannoTet  geboren,  wm  de  lOon  Tto  een  stafmn- 
libuili  M  trad  mH  op  14-jai'igen  leeftad  in  «Keiwt 
als  hoboiBt  bij  een  Tegiment.  Jn  1759  lertrolc 
hjj  naai  Enectend,  naar  de  gmaj  txm  Dartingbm 
hem  bowenirde  M  ddreeteoi  vtta  ean  korps  nmoi. 
kanten.  Da«nm  wetigole  hü  a<4>  bIb  luujiefam- 
denwgier  te  Leedi  en  vettoEtfeng  vertrok  hïj  aU 
OTgaojBt  Daar  HaÜfaz,  tcxw^  bq  ia  1766  be- 
noemd werd  tot  muuieUirectear  te  Batli.  In- 
miiUelB  maakte  hq  cébniik  laa  al  ójn  n^n 
t^d  em  nch  ü  de  wMnule  te  oefenen,  en  bet  Ie- 
aen  der  iirtimnnmMirhfi  werktii'  y»n  Ferguton 
wdÜK  bn  fatot  ew  groote  tiefde  tow  db  aterrea- 
knnde.  Daar  iwm  4e  middekn  «otümJoen  om  een 
tdesooofi  aan  te  aehanen,  nam  I^  het  btekU  om 
er  «elf  een  te  teinraanl^n,  en  mto  imm  hq  in 
1774  in  faet  beiit  tan  «ea  Mlleetoiv  mtannede  fap 
den  ing  tui  SatoninB  en  de  waAten  nn  Jiipi> 
tei  kon  waantemoo.  Van  dêra  t$d  af  wIlKiieii 
g'edaiig  nieowe  kyke»  eftander  op,  en  wHisni- 
gen  dèoer  warea  reet  ^roata  dao  men  ooit  te 
mren  ^ebeci^  had.  HMOinede  drnd  hn  teMcene 
bebngiqke  onldeMcin^n.  In  1780  lerenle  bjj  een 
berekening  Tan  de  hoogte  dn  ïfiaaiig«bergtea  en 
dan  IMen  Uawt  1781  ivnd  1^  de  planeet  Un- 
"  '  "  '  1  ook  tbute  BOff  bö  v^n 
.  i^ IA    * — »i    H„. 

I  ko- 


orde III  hem  ht  ^a  nab^ind,  s 
OH  atneiui  naar  Stongè  bn  wïsdKii  trok,  Idm 
de  atenenboopen  en  nevehMken  beatodeenle  en 
aantoonde,  dkt  R0fnmjg«  mn  deMn  meer  dan 
50000  atenea  belatten.  Tas  1797  tot  17»4  ont- 
dekte faö,  eebo^pen  door  i^  40jToeta  teleerot^, 
tiwB  waölwns  tan  üraome  en  twee  nn  SaitanMn. 
H^  TerraMdigde  in  15  jaren  tqda  meer  dan  400 
^tttgcte  voor  teieaoopen,  muLióadei  een  ujAaI 
iMi  MOmen^kiB  aknettegen,  waaffibg  ijjn  bn»- 
der,  een  «eidieDstel^  mMxaf^ianóige,  hem  tei 
s^de  stond,  dodi  hq  bshaaMe  «og  meer  Toem 
door  ^  belangrflke  ontMfciiven.  Dooi  mddidri 
*an  z^  teaienteleeooop  dmq  n^  den  emwent»- 
lagrtqd  ran  Satmone  waar,  dien  Laplaee  reedB 
kiwa  «Jiknodligen  ixeg  beg«keiMl  bM,  en  hg 
merne  tevens  ap,  lU  a«M  pihneett  die  in  bonv 
aanmeiMjjk  nn  d/e  <nai^  vendiiK,  om  een  « 


went^  £e  kiodkectit  staat  op  bet  vlak  tui  haar 
kx^baam.  Venter  kwam  hg  dooi  iqn  waamemio- 
gen  tot  het  beehiit^  dat  de  aonneiraiinte  niet  af- 
komstig ie  Tan  het  edgen^jfce  lidwam  der  mo, 
maar  lan  een  fiebt-  en  mimtereMpivideiKfeii 
dampkiinf ,  die  haai  on^xtlL  Tot  zqn  beluigrg- 
ke  oDbdekUogen  bcboort  ook  die  der  didibeJeter- 
ren,  en  met  het  oproeken  na  deze  bdeU  hq  zicb 
na  1778  ondaracbeiden  jaJen  b"^.  Hg  ororieod 
den  SSsten  Augastus  1822  op  het  buHenreiUöf 
Shm^  Zgn  veitandcfingen  tnn  meeieiMleek  iji 
de  JPtiikwMbical  Tnnaaotwns''  en  in  andere  En. 
gefaebe  tQ&(i«'ften  (  " 

Ewaamlw' ' 


tmften  eeplaaiteL  Het  pWba 
1  Tvihardmg  venl  ia  bg  t^  wa 
bepekemnRen   geboq)«>n   (foor  i 


I6den  Maart  1760 
nbotcn,  beeft  onderBcbdden  kometen  ontdtkt, 
beiangrpe  T«rbaDd«inigen  in  de  „PhiknofdÜBal 
IVvDMetiima"  geplaatet  en  een  „Catakigne  ot 
stara"  (1798)  in  bet  Mit  gegman.  Na  het  oT«r- 
ÜiileD  Tan  haar  broeder  kewde  qj  naar  Homnvar 
terag  en  overleed  aldaar  den  Sden  JaiHUii 
1«48. 

Zk:  fioMen,  Sir  Wi«am  Bwaehel,  lue  KIe 
and  hiu  «orka  (Londen  1861). 

fieracAeJ,  Str  John  Frederik  WiUiam,  baionet, 
de  eenigc  lOon  vnn  dem  Tvofsaande,  den  Tden 
Haeirt  1792  te  ^oogh  bn  Winda»  geboren,  rtn- 
deerde  te  Cambriifee  en  leTeide  met  PeoooeJt  een 
benerking  der  daUNimtunh'riteiiüig  van  Laeroia. 
Nv  «ene  i^een,  dwi  weder  nmt  Jamet  South  wgA- 
de  hg  aedeii  1616  i#tt  tj^  grootemdeek  aan  de 
waaroemiog  dw  duUnbterM«L  nerehUten  en 
aterrenhoc^ien.  Kenkno  waa  hjj  iai  staat  aan  het 
EouDktjk  GeiKMtaehap  te  Ltndea  io  1%S,  op 
gpond  Tan  1000  wurManaogen,  een  lost  te  ba- 
H»gen  yan  S80  nieawe  dDDbekterren.  Da&rap 
Totgde  in  1827  een  ligst  Tan  395  eo  in  18Q8  nog 
een  van  824  amdaniAe  alMTeo.  In  1880  de^e 
bij  behncTpe  plaatiËepaihigett  mede  van  1286 
(MrbeMeiren,  weke  hg  met  een  20-Toeta  reOee- 
tor  had  waatecnMoea,  en  in  hetsellde  jaar 
Bohred  hjj  in  de  ,)iaooKtf'  van  het  Astraoo- 
miBoh  Qenootachap  «en  opstel  over  de  ptaate  Tan 
364  ateiten  en  over  de  he>mgi>w  der  anMnloter- 
ren.  DeArenboven  haeid  ba}  nm  bew  met  né- 
tuurknndige  naaporingen,  waarin  hjj  de  nitkom- 
etea  mededeelde  in  wetenacbaw^^e  tgdtehrif- 
ten  en  in  lellstanUge  werten.  Daartoe  babooreak: 
„Tieatiee  oa  aooKf '  in  de  „Ektmiomsfia  He- 
tropoUaaa"  (1890),  „Ou  tlie  Uteorr  of  Hght', 
„PiHiDimarj  daeonrae  od  tfae  etndy  of  nrtonl 
pbilosc^?"  (16S6>,  aoowet  ak  „Tieatiee  od 
Astronomj'",  In  .yLankef'a  Cyelopaedla"  ge- 
iriaatst.  Zeer  bekngrjjk  wae  ook  z^  ^J*^  ^^' 
blijf  aan  de  Kaap  de  Ooede  Hoop,  waaj*  hg  o   * 


Boi^t  wer4  om  op 


rond  kon  g 
bg  hem  op,  dht  weldra  ti              ,  ,  , 

Teraebifleode  phMtaen  meteonioglKhe  etAtkm 
te  atjrblai.  Hq  bestieed  de  kosten  .matt  onder- 
neirüo^  nit  eigen  mMMen  en  wees  da  bob  der 
regeermg  van  de  hand.  De  groote  bekogetemng, 
waaimede  geheel  beediaafd  Boropa  ijjs  nM^ 
rmffen  ^ertoeg,  bïeck  wmral  in  de  TeelnlAga 
eeMOwgKn,  wMse  b«an  na  ign  tenigkeer  wvrdrai 
toegek^.  Bn  de  knmjsg  mn  kosögin  Vieioria 
(1888)  lag  hjj  lidL  b '  '-*  ^ '  -  ■■- 


DigilizedbyGoOglC 


272 

DDMenUcjt  te  Abeideea  kooe  hem  in  1842  tot 
loi4-reoU«.  De  nvunenang^ii,  door  bem  un  de 
Eai^  TcAcubt^  heeft  hi|  aoM^eitigd  in  zj}n  ,,R«- 
oaiiB  of  ««iKnnimcBl  ooeeTT»liioiie  mwle  *(  tóbe 
Cane  of  Oood  Hope"  (I&17).  Vepn^geui  beireik- 
te  üij  met  ukdeiait,  ten  bemens  tmi  ieecrflndei«n 
een  „UauuaJ  of  Msentilic  inqui/j"  (IMS)  en 
eduieef  Teniei  „OntlliiieB  of  netiooomj"  (1M9; 
11de  dmk  1871),  ftlsmede  een  iueuw«D  „Catolo- 
me  of  nebuhe  and  dusters  d<  staje".  Hg  orcc- 
leed  den  12deii  Mei  1871. 

Hei— m  11  {ne  de  i^aten)  voimaa  met  het 
n^gemerg  en  loet  den  nervut  tympathiau  het 
eentiTulorgBan  t&d  het  leaawatietoeL  Zg  hesUin 
uit  een  meel  ei- du  bolionde,  eenigsiiDs  brjjteh- 
tige,  grvM  en  yiiV»  maae»,  dn  ia  ««tMbUfende 


sflbüf^  vloeistof  toenicn)  gemMB  holten  oradnit. 
Ze  q|D  omgeTCB  dooi  de  beeiiige  hentnpan,  wel- 
ïe  nit  v^tAiiUNMie  beenderen  (ae  Hoofd)  h 
aftlmeeeteU  en  cieidtte  '^ÜÊon^  opanin^m  ^eett 
Toor  lt«t  dooi)ftl«D  TMi  bert  luggemesg,  tui  le- 
nuwea  en  UoednAten.  De  hcröenen  mBen  de 
henen^iui  TcAomen  en  ijjo  met  peeiigc  lUuen 
joodMHg  ocngenn  m  bwötig^  d^t  ^|  0ede«lt«- 
fiik  of>  de  buN  TUk  den  Mbedel  rastMi,  0sdMl- 
têl^  (kiof  het  Mvdf  Tam  deoen  gedrasen  tnx- 
den,  i4M)d>t  14  mor  ckvUoog  beveiligd  tdJimD 
«n  bq  de  bewe^ngen  tmi  bat  hooU  hann  gewo- 
nen «tand  briMiMMt.  Da  beraeoen  iQn  ongcrffi 
door  S  ffieien,  naoMlqk  bet  ewat  dooi  bet  ueeJbc 
A«rMnvIwi  f  ^  Hurier},  dut  door  bet  ipmnmMb»- 
«IiM  {tmüta  ma^moidtaf  «n  dan  don  bet  hartU 
herKKvlUi  {dura  mater)  als  bet  bmtente;  De 
pu  awter  xt  *Mt  aan  de  heraan^ipcrTMtie  door 
tal  no  aden,  die  h  «c  uit  antwaRgt  en  van  ilag. 
•dsis,  die  ijj  in  de  Denene  Kodt,  ie  aracbmMea 
gMt  Met  ik  de  votige  in  aüt  groeven  en  hriteo 
met  de  banene  mee,  mou  oTerqwnt  due,  100- 
det  tn  rtnA  inimteD  tiMMiuD  de  uadmtadee  en 
de  beTBene  ontetaai^  vebe  immten  mret  Tocbt 


upn  genU  (i.g.  Uquor  6erebn>^püuüit).  Bedde 
A^D  omgeno  oA  bet  niK«mietg,  et?éiiA  de 
1  matet,  die  dMit  tegen  de  sdiedelbeeiideren 


aanligt,  ffier  en  dau  wgken  de  lagen  xta  de 
dnM  m»ter  wi  ettandei  en  rnoMo  boltei^  di< 
bet  ttderiqk  bloed  der  beneeoe  o^mien,  Lg. 
tdoedkidere  of  ftmi*  durat  nairi*,  Eén  ei^u 
toept  aaa  den  boTeniaad  en  tueecfaen  de  pMen 
van  dni  ^raofcN  fiUel,  een  Behjjf,  <Ke  de  dnra 
meter  tuetchen  de  öe>de  hemiipheren  ■'an  de 
«mto  beteene  tvmA,  teiwnl  de  vldti  vut  de 
Umoe  faenene  lich  vsn  acbtenn  toaacben  de 
twee  bcMteo  t«i  de  Umh  harecM  aetuiit.  Een 
derde  mortaetting  vao  de  doik  mateiv  de  tékt 
«ON  de  Uetne  Aeraeiu,  ligt  erei  deie  bew  om 
ben  legen  dm  «kok  >v«o  de  athttrvte  kwaUiea 
«ut  de  gniotie  benene  te  beeefaeniteD.  IMiatve 
de  t««e  helften  of  beninfaeien,  wauvit  loowd 
He  grooU  «Ie  de  kkaie  keraent  beituD,  ntdei- 
•cteiden  we  ifc  middel-  of  AuaeAeiiAeraeNf, 
door  de  «(ofen  (pedmutiti  eerebri)  met  de  gtoote 
beteena  vwtioDden  en  wauTMi  ds  geucbtrftear^ 
Uhalami  oflieii  bet  vnontufnat»  deel  ijjtt  en 
-veider  be4  vertemgd*  merg  (meduUa  oblongeda), 
d.i.  de  voortaettiiig  van  bet  mmmcng  in  im 
;  MO  de  henena.  Beaèttoowen  inj  toe 
.  Zooak  geaegd,  itmtgt  de  gntöle 


Ten  mt  de  groote  benene,  mav  aUeen  1 
ren  en  van  acbteicn  qn  die  in  hoo  gébeé.  ge- 
scfaevdeo,  in  hei  nwUetk  l^öven  qj  onder  de  bA- 
kd  wiboadeiw  dmr  den  balk  (eorftit  enUoetim). 
De  gi^  AersenbiMt,  die  de  henaefihereo  be- 
kleedt, n  ongeveer  5  mm.  Afc  es  beetaat  Iwotd- 
mkel^  uit  nnUoenen  gkn^eneeUen;  iwt  deae 
ontaf^iDgeii  leituwveMie,  die  ktar  ntit  venenê- 
gen  in  kernen  voor  de  beiaemennwen  èf  doorloopen 
tot  in  bet  ruggemerg  en  als  roggemergsienuwen 
nit  bet  luggemerg  en  daarna  door  de  openingen 
■na  de  wervett«lom  beden.  De  eppervUie  van 
iSen  bast  wordt  eteA  veigroot  dooi  talrgke  ia- 
nydiDgeD  (mda),  Iwwwiten  wdke  lidi  éa  wio- 
t"*^"'  i9^)  ««farffen,  vMt  bnHen  vii  grljie 
baataidataDtie,  van  Iwtnen  oit  de  wétte  ntKg- 
laeg  (nAedmUa  medMÜmiê)  der  BeDOWV^aeli  M- 
Btuode.  In  baer  gdted  beadmiwa^  «erioont  eHce 


een  hiiMMLvlek.  ÏM  eente  (»e  plaat  IH) 


boot^kwab  beet  ffoftu*  frotdaüe)  en  een  adiber- 
ate^  wtMumiD  bet  voorate  deal  de  io6ii*  temaora- 
lu  heet  en  op  de  erfiaddiMRa  met,  terwu  het 
adAente  gedeelte,  de  atttterfwofdekvral)  (ietue 
oeeipiMi*)  niet  op  de  p3a«t  t«  aien  ia,  dau  het 


aid)  ais  fianira  SifMi  op  de  bnitenvÜUe  t 
ftoolk  bemlqAteer  Toort  (Flut  I),  waar  ^j  BOh 
ut  een  vooraten  tak  en  «en  adileDitwi  ipWat^  irel. 


oodnstes  da  dmifhBab. 

moeten  de  heük  elaaftwptien  eKau  aui  ■ 

teren  id  de  aekUrhoofdikwab.  Een  anden,  v 


vwi  panetaelkvi'ab  echeidL 

Ter  aifde  vao  bet  bo-venvU  van  den  baft 
vormt  de  meignil»t«])tie  den  lolder  van  twee  ty- 
kamer»  («entneitli  latende*).  Ek  van  <Se  aj^tr 
roeiB  aendt  drie  boognmnig  gekiecode  boMna 
nU  in  de  mecgiAetMttie,  een  roonten,  een  adi- 
teraten  en  een  cndeeaten  boreo.  De  vwmto  ba>Mt 
hrt.  geelreefte  JioAaam  (eorfme  êtriatum),  ^ 
atreepl  door  de  atwaaaeUinde  lagen  ras  gii|ie 
en  wAte  MdHtamüe,  en  den  vritten  genehMem- 
vel  lliudatiut  optïeuê);  de  aditeale  en  de  ondei- 
et»  horen  lya  ooi  aH)g«v(Jd.  Ak  men  den  balk 
opbeft,  den  mdi  men  een  vertikalen  waad  (êep. 
bimfeltveiditm)  (Plaat  II)  toaaeben  lön  vootiie 
helft  en  het  onder  bem  Hggeitd  ^mcd/  (fondx} 
dat  neer  vomi  en  naai  acbteien  ■  tw«e  beenas 
DÜitaeat.  De  Toeniten  beeten  eoAnMMM  formeü, 
■j)  dalen  na*r  de  eoryora  mamnóllaria  (PlMt  H) 


3  dalen  na*r  de  eorvon  n 
en  'VMmen  een  speaet,  d 

tot  een  gat. wordt  {t  foramem  i 

of  MoitrtA),  OndM'  het  gewelf  n^  eeo  leer  t 
Hjk  v4iea  de  lebi  eUonoidea  mtfenar,  een  ve 
xetting  v«n  de  ejo  auter  (Plaat  m}.  Ala  m^ 
dat  vfiee  kwmaakt  van  de  beède  tfaalanü  optka 
en  dete,  dk  tegen  eftaar  aaafigfftt!.  van  e«ar 
t__  ..    i_.   jj^  jujjj^  j^  jj  dtrfe  k 


DigilizedbyGoOglC 


HERSENEN    I 


Sulcm  clngull, 

(S.  ulb» 

ForwtiM  tnti 

lutare  (Ml 

Gym*  Carnlcslus                                Venlriculiis  lertius 
Civum  Sapli  pdlucidi                     \             i              ,         Sulou*  ceulrmUt 

"«rginalia 

Forrl 

«"ï^-Kr' 

«rietooctlpitali» 

corporli  nlr«. 

Cuoeu» 

Lamim 

Tarminalit 

Sagittare  dooctnede    (io  hel  mtiiuM  vlak)  v>d  de  hcrienta. 

Sülcoi  praecentrallB 

1                          SuJcu»  ceninlit 

■i«u™  cakarin. 

Spl«niuii> 

coffwrii  lallaai 

Culnen 

urn  ïBniii» 
-erml* 

nlriculi  qiiv^'- 

Sol 

1  superior 

Sulïui  fronb 

.Ici»  occipilalit 

Cynia  front» 

GvTua  ungularla 

R.  ■ntarlor 

Hm.  («nbfi  lat 
(SVLVtl) 
Pan  oib>Ml 

»dplUlla  Inferior 

R.  aalerlar  uc 
n»  Mr.  tiL  f  Ë 

rginidi* 
raliifSYLVII)- 

ï.»ï 

D,o,l,zedb,GoOglc 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HERSENEN    II 


Worm 

Baslï  VBD  de  herseoeD  met  herscDicDuweii  en  bloedvaten. 


Digilizedb,  Google" 


D,o,l,zedb,GoOgle 


.  „  .1  adAsraa  door  bet 
corpta  quadrigemimm,  dat  udi  tnwdien  <fe  tb*- 
iuca  optici  iaMÉHiift.  Naai  acbd«(«n  atMt  de 
hottbe  van  de  IcaiiHT  door  den  aquaeduetiu  eve- 
bri  ot  Sjfivü  in  Tei4)iadiag  nwt  deo  venMadn 


Die 


oopt  radei  het  MTpui  quadrigcmiiMm,  wunp 
jtet  eorpui  pineaie  Egli,  ook  ird  MipJkiim  eè- 
jMemd.  Plut  n  tooD^  ikt  de  Tieide  hërMnu- 


gedunte  en  heet  dMmm  fotwo  rAombotdea,  mt 


ootopiingeo.  D«  tMNm- 


i  twauf  beroe 


Toimige  tipinr   stelt  dMr  de  T«rtiul«  doom»- 
de  ma  eea  dei  haowfiwrea  ran  da  kleine  bec- 


:,  mlka  wit  mNg  tiJirj)kM  talken  ronot, 
otDhold  door  mw»  bMtHobatMitie  (arbor  titat 
eerebelü).  Ook  M  jBAtÊtSi^gmMk  no  de  fcM- 
ne  heisens,  de  worm  (vermu),  vertooitt  op  ign 
dootHwde  een  dei^iöce  tignar,  de  arbor  vita* 
rermu.  Op  plaat  ITI  ie  die  wonn  door  bet  T«r- 
leo«óe  TONK  bodekl.  Die  ^nt  steH  de  baas 


^  meig  bodect.  Dm  ^ 
•n  de  oeraena  in  haac  g 


TMeB,  die  haar  roeden  en  _.  __  _    _, 

nttaeiMfcn.  Onder  dD  Tooiiunidflkirafaben  kiopen 
daar  de  rewtMiniwan  fnara  oliaeiorü)  wk  eento 
her«a>MiKHi|)Mr  <I),  di«  acb  naar  wien  ver- 
dütoi  M  biilM  attaelorn,  welke  saa  bon  onAr- 
rlaUen  dtnwe  (kuden  a^ereih  Aa  ab  nnfcae- 
nuwen  door  de  epeningan  ran  de  lamina  eribio- 
ea  Tan  het  teefteen  is  den  neoa  doingaii.  Aeblar 
dit  paar  volgt  een  X-ivonnge  Sgaat,  Matma  of 
deeutiatio  nervontm  optieontm,  iX,  de  kntÏMag 
der  gmehttienween,  det  tierwi  optid,  bei  3de 
haraenaeóuwpaar  (II).  TUr  de  kndriiig  beaten 
die  iMmren  Iraetut  optid  en  knpen  om  de  ]te- 
duneuli  oerebri  teen;  dM  n>a  breeda  nwrgbón- 
dolo,  die  ter  weeisci)den  nit  de  VaroUbrug  (Pokm 
Varoli)  komen  en  io  dfc  henuBpfaeien  der  g^nmte 
fionena  traden.  Die  poos  vocmt  de  bmg  tassehen 
de  heniitfiMRn  eter  kÜnne  henene  en  Maat  er 
door  den  proeetttu  eerebtUi  ad  ponfen  mea 
in  verUndiBg.  VU  aebbei  bet  dhiBema  Ugl  het 
boBe  M>er  ettureum,  dw  ihfa  toMpMat  tnt  een 
trocbtw  (Miutdibitlum)  en  een  ded  i«n  den  bo- 
dem der  middelite  iiersei^Bmei  «oimt;  ign  holte 
ia  een  mwrtuttiag  ran  de  bdte  d«i  dwfc  bei- 
seiAamn.  Ariftor  bet  tdier  «ineieam  U^^en  tw«e 
witte,  half  kogehMnoi^  eorpora  laammtüaria. 
Het  teritagde  meig  bestaat  ut  witte  merg- 
gaat  door  hatgroote 


nt  oT«r  tn  bet  loggemng. 


ngedie  (kaf  loepen  de  viramidsn  en  ter  weera- 
j  tea  dese  tiagan  de  nij'pen,  ah  de  ilitwendtg 
iichtbu«  piramiden  en  olyvenstrenfen,  die  in  het 
nwig  dei  medulh  loi^n.  Een  deel  der  etrengen 
gaat  dooi  de  pona  naai  de  pedoDenM  eecebri,  een 
ander  deel,  de  corpora  rettUonnia  Voopen  tua- 
sdwn  de  medda  en  de  benriepbecen  ran  de  klei- 
ne bereens.  "^«kt  men  de  pyiamidbn  uit  etkaoi, 
don  liet  mei>,  dit  butd^  tu  de  eene  neb  kmi- 
een  met  bvndeta  ran  de  ackdeaie  ptramtde  (deeut- 
talio  pjframidum).  Die  ktdaing  ii  van  «wicht, 
want  ig  TCukkart,  boe  abooimeten  al  pnneing 
in  den  neieenbaA  lange  de  leaawTexala  ildaleira 


273 

•on  de  ^de  tui  bet  lichaam,  tegeuoreigeatald 
■ao  die  Tu  de  atoemis. 

SfoedeoteM  der  AerwM.  Uit  de  deutelbeao- 
alagadeia  ooti^Miogeo  ter  weera^j  de  arUHae 
vtrtebnüeê,  4Ue  in  het  elagadefkaoaal  tmi  de 
dwarae  nitsteekaeb  der  bufwem^  naw  boTen 
loopeo.  Op  de  advtenHakte  van  faet  -rodengde 
meig  ontmoeten  betde  verlebtaal  ortenea  eUmai 
(IFlaat  nn  en  veimen  «amen  de  orlerto  banlarii, 
die  war  de  VanU>nig  kopt  «n  lidb  dan  ver- 
deeft  in  tvee  arteriae  frohmdo»  eenbri,  A  ii<h 
om  de  padunenli  daan^  takken  oaai  de  tcb  eb»- 
rioidea  geTen  en  bun  «Iwltakken  Tai4>i«idan 
over  de  acMwate  kwab  na  de  gioote  hecBeos.  De 
aiteiia  banbae  T<a«»gt  met  a^takkien  bet  ge- 
boor,  de  arttarioe  proïundae  «eraênigan  lidi  met 
t«kken  tmi  da  orteria  Mroft*  wtenu  tot  ara 
vatenkring,  da  einmla»  arterioKu  'IFtUuit.  Da 
earot»  antena  «oedt  wente  hat  ow,  den  bdk 
en  met  de  arteria  touae  Syleö,  in  lu  niot  «lg«- 
beeld,  de  Tooieto  en  eodmto  baEaaiikwaU>«n. 

HerasMemwen.  Dn  iterma  cUaetoriiu,  de 
~     ante  lm 


oftiau,  geiichtBienow,  ab  tweede,  bebben  wfj 
leeda  ontmoet.  In  heti  chjaema  ondeigun  niet 
aMe  nnwwibiniddB  een  krniiing  maar  boóg<en  Te- 
Ira  erraii  •éA  om  en  Uür^o  aan  dezeltde  ^  loo- 
peo;  Zie  bat  bögonerde  admna.  De  nend  optici 
dringen  io  de  oogfaane  door,  doortwien  de  om- 
Ixdsek  Avt  oogen  aan  ^  aditento  poten,  waarna 
bnn  SMmwTMclB  ale  oeWiMen  >idi  nittmtden 
etn  den  lichtkidnik  m  te  TaagoL 

In  dU  adtema  etdien  de  geattocJda  Ivmd  da 
«i^i^nnate  haodela  tooi,  da  geMreepte  de  ga- 
kniirie;  bet  «Tal  Teikiaazt  de  eerolgen  van  eau 
etoM&ia  in  de  odileriioofdifcwM  Tao  de  groota 
heraene,  waark  bet  geoiditaeentoTMn  Kgi 

Ie  bq*'  de  reehter  kwab  gwwond,  dut  qden  oAe 


Hereenieoawen. 


Tan  het  lediter  oog  (oooekrarite  bondek)  en  de 
binttnuU  heUt  tja  bet  SnkenMg  teefcitriate  bon- 
dek) Uiodi  De  patiSnt  airet  aKeen  de  Toorwerpeo, 


wiefter  beelden  op  de  getonde  netTlieebellteo  TaJ- 
kn,  dm  wat  (eijeiuMier  A  bdfteo  Üigt.  ^ka  wat 
neehte  Tsn  rïn  oogen  Egt  liet  bq,  Toor  wat  Irnka 
tigl;  k  4^j  Uind  [hêmiirmptU).  Wordt  niet  de 
tractos,  loaar  de  opticna  geatooid  dan  ia  alleen 
bet  oog  aam  den  koot  der  «toomk  btrnd. 

8.  Nermu  oeuUmolortiu  komt  TÖ6r  de  Van^ 
brög  ait  de  bereenlbaeêe  en  Tooioiet  alle  oogepie- 
rea.  ook   Tan  de  piqül,  bebafre  den    muieiUiu 


DigilizedbyGoOglC 


274 

obtiqitut  tuftrioT,  <S*  <kiOT  de  4d«  herBenzoinw, 
den  fwrruf  troMearii,  maorgd  msdt,  en  den 
muKului  reetu*  txttnuu,  dk  de  6de  faeraeiue- 
DBw,  Am  nervHt  abdueeu,  ix^gt- 

5.  üerfu  In^fMMMu  heelt  behe^  14a  mot- 
sien  vortd  (Plüt  BI),  oog  een  aditeisten,  die  de 
grwuwlwnnwen  er  in  ueAnngt,  torwU  de  tom- 
rt«  WMtel  Ata  i«set«  nwr  bewwwg  bcriit. 
VeadMT,  d«t  de  trigtoünns  niet  alken  de  gt- 
««teKunw  Toor  het  eea«ht  kaor  wonles,  mMt 
oA  de  teweginguenaw  voor  de  kanwapiereit.  OiA 
benrt  de  leanw  famdelB  tcot  de  Moedvaiten 
(enomotOTê  tchIb),  Ma))uu>,  d&t  liet  gen<fat  in 
het  gebied  Tan  de[vU^,alsdieg«prikkdd  is,  rood 
wordt  Op  de  piramide  mi  b«t  rolebeeo  vonnt 
hiinMnattminnigen  knoop 
.    ,  „  «raaniit  qin  dne  tM 

«fnnieen.  De  eene  dïingt  «  de  oc«hi»)te  en  «ei- 
■ofgt  met  gcroekaeonwen  tiunuer,  Toorfioof^ 
atmiioltt  en  «DnouuiUm,  de  «w«ede  de  bmid  vaiB 
bet  MngeMcU  en  de  landen  wi  dn  lanakmk, 
de  dode  de  tong,  de  taodNi  van  de  oodetfatai  en 
de  kin^  msai  tenn»  met  tanregines  (motore-)  ne- 
iele  de  kaoinfMKa.  De  Ma,  de  nenw  /oeMltt, 
M  d«  KDDw  TOOT  de  uageaMttsapieMo.  Hn  eUmt 
uit  bet  Tntengde  mag,  «ebwH  ndi  in  den  b- 
*         -'    -        -  van  de   geboonenvw   af. 


aettJier.  Dan  "reideaK  bjj 
<be  de  aaogenebAMpieren  toneiveei».  Bg  *ei- 
Utuning  vao  de  kmw,  looate  reebl  fag  heraen- 
bemerte,  TeKJaoien  de  oekaUepiaen  au  afien 
kut  en  wordt  bet  gaüiMi  door  de  ircrkii^  dfer 
epicTen  taa  den  aodem,  gieaonden  kant,  sdieeJ 
getrokken.  De  8«te,  de  nervm  aeutlieut,  is  de  ge- 
hmraenuw,  die  de  gduMiorganen  TOoraiet,  de 
ttd«  ib  de  nerwa  glot»opharyttgeut  mo>  itmijB- 
kndi»  epimcn  tbo  bet  dokdündmild  en  deo  «w- 
lej  TOD  de  Umg  met  «mgevjog  Ook  belieeTwiit 
hjj  den  «maak  «g  db  adll«fit«   g«de<lt«n  der 

< ,  Iteinöl  de  io»rahe  yedadten  oodn  dte  io- 

i  TBO  den 


vload  Tl 


a  tak-vutdn 


»  finyualw,  

-,     De    oonpeekaelkHer    krngt 

faaar  aewetaTiB^  ttaamea  vae  deoe  9de  modw. 
De  iMmw  vofftu  ft  de  lOde  Ixnenswuw  en  knot 
in  d»  iUa  taaictini  tattrh  eantw  «onmtiriB  en 
vena  /t^nferie  Mena  naac  de  borat.  Be  fad- 
mra^  de  Ibqgeni  de  doUdMm,  bat  hart  en  ook 
de  Jngewandeu  van  éea  UA  «tkan  mda  np  in- 

«1  ItoeMeB  Toarn^  ah  de  adJepthafiuBBbenreg'^ei^ 
die  paidBlaltMie  bemegkieen  Tan  de  dMinen  «n 
de  aanmtnikiiweD  ytn  het  bUt  woidn  dn 
ode  dMT  bem  bdHereiArt;  de  bataten  mat  i& 
Kodat  tig  doowpjjien  nao  den  vaens  de  oëfc 
vod  ancUer  wrodL  Nut  allmn  de  bevv' 


"«n  en  de  gwrwitiMiaait  tooi  borat-  enhnUn- 
gcwhadn  knert  hö,  maas'  ook  db  adb«beUÉ« 
""" '"'  — 'igtw  en  taa  ■feaMeeadUa'.  ]>«  mt. 
ia  dae)  ook  d«  mor  bet  tano 


gewM^^e  zenuw;  dieian,  tsj  welke  men  beide 
neiri  vagi  doorsn^dt,  eterren  leei  epoe^. 
De  11de  ie  de  nervua  recurrau.  die  in  heit 
bainDggemeT^  near  boven   kioptl,  Tandaar   q^ 


holte  Bch  bg  ^n  Taf  n»  aansluit,  welke  aan  bem 
z^  brniggingmestlB  dankt  De  hntate  hnaei 
Mtw.  etvcnala  aBe  mriigv  met  die  gc^jknani^c 


de  tttrvm  hyfogloem 

PAytiofojrie.  M  aaec  de  geeatel^  hoo0«  tvbi 
een  aSer  l^dt  ^ja  beotaan  maer  of  mnin  aci»d» 
I4i  bad  wegDemen  Taa  mja  gnMte  hetaa— i  Iqi 
needien  ircrtooat  att  geen  «ébade^  bq  kaDm^ 
Miien  gidbtnnen  mie  MflntMrwegingei^  dis  ^  ao- 
d«B  mg*  kanaen  omittHkittoi^  gtfaeci  avtem»- 
tiecl^  i<iq«)b  kMnen  sMg  nlitigen  maar  4>at  «ehntt 
MÉKMoaiiaeb.  te  gAWtrea^  «j  riU<m  dbeu  het 
■mnfaiii^  dWl  men  btm  èt  den  bdk  tangt,  aSe 
in'M»»**»",  Micnnl  de  oaded^  ala  de  aeBoadew 
de  Twea  toot  karttoi,  TeedirJiaL  Hmgcr  •' 


■oóigdiRen,  ala  honden^  drien  f  té.  Oitfa,  ^  lea- 
MBKu  mg  mik  «aiffMM  op  aleite  ■ntna^nk- 
kais,  kunnen  zieb,  door  boo^  of  pgn  gedreren, 
oKuiMg  e 


gen  JB  Tcrioren.  Zoo  hoodan  ook  ngdin^^n,  *£e 
iaad<r  gnnte  bcsseaa  wwden  «ttoren  (n  oog 
eenage  weken  leeidbn,  d»  eeafwninle  ywiSnp- 
foDotiee  nog  T«aiMitlni.  Oebnuage  'nmnang 
i*D  de  gioote  bcsMoa  gaad  An  «ok  gengM  loet 
idiotte  gtfmmA.  —  Da  ondenoeUogen  lan  Hit- 
uo,  Fnlieh  e.  a.  bdUbeci  hana  jKOetoatderrikiide- 
ighen  weg  (fit.  4mr  bet  vcnuetieen  van  faetaal- 
&  centra)  one  TCel  geteerd  onttieBi  den  weg,  die 
oitw^dfige  pdkbeb  aeoMn  om  An  ««g  naar  <fe 
taemeotMt  te  T&An  en,  omgebeeid,  den  we^  tib 
bqiaalde  eentia  der  herwna,  naar  de  iDieren, 
om  dra»  in  beweging  te  tceUam.  Ook  Fuduig 
nnakte  wA  hieiin  TendieuMya  at  yoigde  hg  eea 
andere  melliode,  nJ.  door  de  anfleednndipe  Oi 
embrrelosiBebe  stadie  dtr  Mnanbaiien.  Wn  beb- 


«toemiemn  op  die  tunan.  Het  be^  t 
wtg,  waarlaoge  een  heraesfidkkei  ntoet  ga«n  oin 


eoi  bepaaMb  epier  of  epieipoef)  in  bemgng  te 
brengen,  ligt  in  een  der  MmgraBBeeittia  tid  den 
beiaedbaat,  d(«  hit  debene^oUMie  BtavO»  na- 


der teqaofcei 


Daden.  Meestal  nn  een  wuMJSpg 


b^  den  sdeoE  oentnKe  nitgiaand^  kxqit  de  fjA- 
M  tanga  de  wo^  dk  Tan  den  baat  oit  iHai 
beseden  enareiceeiML  Uet  reaelt  van  andere  een- 
tra  dier  benu^pnew  toooen  du  Taaala  SMDem  tot  q 
daanDee  A  Ma  bvaM  toMcten  liialaina»  epti* 
ene  en  coirpoe  eMttma  in  de  s^.  eaptuia  mtena 
trede».  Op  dat  tepeAto  tsieiB  komen  echUr 
aan  wieeraavkn  niret  alleen  dte  motore  Tesela  Taa 
elke  beroi^eer  samca  (de  14.  firmmidnbaan), 
maat  ook  de  leieibek,  die  toot  «et  geroet  m- 
nen  en  retder  die  roela  ran  den  jKrma  taadia, 
die  igo  kenr  in  An  bast  f«<jandeu  mat  #1  ker- 
nen in  'bet  mkngde  UMrg.  Jteeda  een  atoemik 
Tan  kdeÏDen  omTang,  b.r.  een  Unne  Uoedmg  in 
de  eapenlb  intenia,  lam  dn  een  voSedip  faafiag- 
dage  Teriamming  reo  het  Mrtwm  Temonaken, 
waaittg  door  da  kimeing  vat  de  puauéden  ia 
heC  Tierluigde  mwg,  die  retkinmlfaig  dn  te^n- 
gtêteUen  kant  van  het  lichaam  treft.  Meeital  tün 
de  aai^ezieht spieren  altdan  ereneenc  reilamd 
(nermu  faeialig),  vaak  ia  04A  de  geToeliglieid 
TUI  de  hnid  aan  die  ijjde  Matoord  en  aelfa 
knnnen  de  zintoigen  aan  dienaelfden  kant 
hun  functie  geheel  rerlieocn  (rerlies  ran  reuk, 
trmmt.  geboor,  gendrt.,  bet  laatate  in  den  m*n 
iwt  beiniopk).  De  miobm  reaeia,  de  pinaiaden- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


tMaen^  knoMo  vü  dm  jnmndigen  Ttomé  fn  da 
podoMuli  ceitbii;,  ^mSaèt  rootÊilto  baSt  im  At 
yiKcUbMig,  mt  dsM  in  bet  wAntgdt  nm^ 
m^jRB  de  ïnaang  fdMto  iiDdtt  en  <1hi  dakn 
1^  jD  oB  TOorato  fuiim  vui  bet  ni^^ooMii^  dmt 
hcaeden,  om  dMmit  hm^  de  voraito  woiMb 
>li  jtenjiMm  Mnvra  de  ap^na  og  te  mi4»i 
(lis  Ruggtmérg).  ^  tie^Btttx»  ngA  kiHMMa 
wQ  dM  ouitnnt  »'■*— ™™p*»  het  TCtoende  <^ 
mAea.  De  «svIm  kt  dm  Wseiibut  Sffien  ta- 
mdfik  Tw  nit  «ttaar,  de  Imb  €()  Kriunmïig  i«b 
Ml  dBT  MeoBti»»  to  Uw  doB  gnraC  fmomjri»^  J; 
Mu  IwMdeK,  in  het  merg  der  imtuMituwn  u 
deo  peAiHAdH  «n  V*iKiMnig,  ui  vmI  «ender  d» 
flMnéfB  ^jde  im  hot  nvMHn  0e4ii6Ucn  woodraf 
MB  as  kdh^digê  'wlMniting  mMMir,  DMMttd 
ffepaud  un  die  tui  ungetiditwpieieii  wn  d«Q  an- 
a«flB  kuit<9«Jbiri»fe  ttrlammimg);  beide,  de  mo- 
BOMlagJe  ioowe)«lad«halIiftdige:,  letelen  uftden 
ikmn  haird  tegtngaêtMe*i»Bt  tui  het  lielium. 
Il  het  ranenierpMl  een  «toornis  eerder  igatMMte 
heWM  Mten  «D  4d«  e»rak  b  ""  -' - 

teiag  op  beide  ifdea  i«n  bet 


bMt,  de  eortieate  pmbfte»,  ;    „  _     

MD.  eh>d«  SromJii]WlMato<nde,dateni>t(iet- 
i^É  in  da  3de  Ünker  ToodKHMmó^ng  «en  be- 
paaU»  ipntiMoonig  tm  gandg*  hui,  ia  ds  ken- 
Bii  du  .^wwenkfceliwWf"  slmdi  'Mtd»r  fooilgc- 
«ebwden,  «mdat  wji  hg  iniiiiliHliiwlii  Iwweiwer- 
mbÜDKk  TMk  io  «bMt  ^  dtn  .JuMdT  dn 
atoonii  bmï  nbflieid  .T«Mt  t«  «teënk  OfljiMt 
I  i^B  de  eeiln  aatigvgewii^  raor  sMrrcr  ^  ouob 
bekend  dn.  On  den  enlent  eeirinlïe  beéii^  die 
TM  dnÏMMkttit  li^dt,  üggen  d»  beUe  ixn. 


(Ad 


ptaeet  «■OMAonMnd  tot  eeo  loMw  poraMnlTO' 
Al  (FIm*  B).  Dh  mi  >VB  lOlai  bewegingaeen- 
tH,  en  «d,  Tw  mÉmc  nei  boves  genade,  voor 
de  lonf',  TOOT  d»  iwin^Aiitafic«<Mi  üaewm  kcia- 
1^  mor  den  «m  <b  vomt  bét  been.  jUndMote- 
g«i  in  deie  «rri  tammn  doe  eortJaite  -vniim- 
ming  Tu  Mudér  ledematen  opwtttesof,  hg  groo- 
ter  üitKebTeidb^d,  betiqeen  heltig^e  Tenam- 
ming.  hetcü  eenTanammetaaogesiehteepieien. 
IMatn  Tcriaminingeii  kunnen  ook  prmèhDtft. 
Toneh^jlMlB  Tan  deae  MDdn  nMgeeir,  tnmjMeh- 
"^  "  Uiu(^  in  ién  om  of  weer  haMjjdig 
ueht  epUvtmi.  Gen  heiuigr^  deel  t« 
s  Tooinoola-  oi  itoonto  sj^nwnb  ironit 
bwenJfcn  rfe  gwoelêtteer  heeiduMiH,  tb  bet 
«inMoMoD  TM  dB*  «vuren,  mfte  ooe  bet 
tMMlgevoel  «n  d»  epMtta  ««ren.  HeA  hMtMe  Hgt 
dieBtbjj  faeteentnmi  txm»  net  been  en  geeft  «oe 
een  loonteNing  taa  de  4ggüi^,  tHndtng  en  be- 
wepng  Tno  ome  TereelriMiMe  KdMNDedeeten. 
Wüdt  het  linkBTeratiMn4dHiknndep*titot  de 
liglging  en  ftanert  bew^ng  Tin  Teohter  arm  en 
heen  niet  aangertm  «Ji  Iq  19a  iogta  Aoü.  De 
parietaaMndïngen  tu  de  graote  bemi^thNes, 
«nartoe  de  wianog  «ebttr  de  ««ntnde  giwre  <Mk 
bebamit,  beMtten  T«*der  eentva  thot  de  geecao- 
cieerde  owbeweginnn  en  Toor  den  gpierzin,  ter- 
wijl de  aaileitH»Htt!WMUben  de  eenW  voor  de 
g wéitJagnwi » rwowgcg  beiittnn,  m.  i.  w.  de  oit- 


straSng  Tan  de  tcmIb  T«n  de  2   .    , 

den  «ma  opMoDB.  Stooraie  in  dit  eentnm  moet 
heona^  aan  de  aodere  ofde  •nmyatkvn  (me 
5artetit#MiKen^.  In  een  d»l  «n  dnt  eentmn 
adhünen  de  heïiimei4ngfliieieUen  tm  het  gcaitht 
ImMud  te  «oide%  veniMfigtag  emo  TCOwekt 
„xiÊUbÜMdheuf,  wMibg  de  pnttenten  de  tvot- 
wnrpeD  in  de  gwtooide  geeacitenUen  wèl  den, 
mur  neef  boftennen.  Zoo  nien  sg  Uj  stoonoie  in 
het  heteetUmm  w<d  de  fetVerc,  maar  heifceDnen 
w  niei  meo'.  IDe  wtedingen  tui  de  tflee|>twab- 
ben  hnbeigen  de  gehoor-,  «maak-  en  reolüentra; 
wordt  hert  oeninim  toot  cfnaakbegrip  Teméettig^ 
Ao  booren  de  pntifaten  de  wootiden  wrf,  amu 
begi^^en  w  neet  ^,w<mnt-  ol  hetadoolidd"). 
Uéèr  met  men  T«n  de  nooilÉiaUikwabbeB.  In 
bon  geheet  w^ua  s|j  ywMi  met  de  hoogere, 
geeMdjjke  tmuttee  te  maken  (e  hebben,  tb»- 
daar  dat  qj  juiBt  is  de  demenfut  parafytiea 
(zie  nldaai),  wdks  T«sehjjniele  Tooral  op  paj- 


acti^  bewee^k,  maaf  jaiet  de  Bchrgflwwegin- 
gen  onmege^lk.  Takar  toeft  man  amdoeongen 
van  de  eyraateewfrfl,  woeib^  f^nalwtiooniteen 
optoedeD,  db  m  het  algemeen  óphaeU  geooeort 
warden.  Zoo  faut  men  de  oMneêtiMAe  a^tbUM. 
tie  op  een  ^edeeltelgk  Ttrliee  «Ml  gvAkeogen  be- 
nvt;  de  uMnt  zirt  een  Toorwen*.  w«et  wat  bet 
ia,  nmar  dan  nawn  kent  hq  mH.  Bet  TerftiaDd  bm- 
eeben  bet  hegiHp  van  bet  TvonKtp  en  tba  imm 
ie  <*<fdiNoen,  maar  omgeÉnerd  kao  ook  hetmor. 
geeiotèen  woond  nM  meer  de  «veroenkoowtige 
TooMttling  Tan  het  TOMW«ifi  nptutkea,  ol* 
Bcfaooo  bet  wti  gebMnd  .wiondt,  looiht  de  moe- 
dieMaal  bem  afa  ew  Treemde  taal  toeUinkit  (eat- 
toriteke  «jihaeBe  of  voorddoofheid).  Die  ^t^ 
fliein  knwnn  «BT^Mtg  ij)s,  loodat  de  patiSnt 
1^.  lOma  a>e  dgemiamen  Tergeten,  «I  aüem 


aUdtHeeke  «jiliteio  hennen  de  ft/aèaita  de  woor- 
den wel,  maar  brnDan  it  met  ateHHeOh  mond 
en  ünien  xqn  niet  Teihand,  tmai  de  Ageoaaidi- 
etuunwöüng  tw>  ifciitt  efaareroepen,  noo- 
om  een  «<oofd  4e  Tonnen,  ie  Terkveo  gegaan. 
:  d»e  afAuaie  ia  aome  gedeelteQk  en  ken 
enkele  Müen  betnAen  (lilenOe  otoneï. 

Zondering  genMgf  knnnn  di  p^tnten  niet 
seUen  1^  gHnoeniciweaingen  aommtge  nitroe- 
pen  dAen,  dh  ^j  trilMietuig  laet  kranen  her- 
iiafcn.  Anderen  kmnen  eieebti  enkele,  «oma  zin- 
iooze,  woorden  oitbrenf^n  trf  Teiwanen  tdbne 


I" 


<»  era  Btoomia  in  de  boT«oste  ÜBker-jteafiwia- 
«fing,  tepwj}!  de  otolore  SfhaeieCn  vemonaakt 
wonlen  door  aandowiingen  ran  de  dnde  EUker 
Toorhooldwinding.  Voor  sooTer  de  hereenbaat 
naat  Aiat  bewegfage-  en  geroebeentra  wordt  in- 
gobomea,  bsdiDaMt  Fleehtig  faem  tevene  ak  ifcn 
HJtd  -i«M  aitaeiatteeeiUTa,  <fie  ttenen  om  de  im- 
taÉfcen  TiD  ttmiMtaóe  antnii^n  tot  beogei 
eenbaden  te  Ttwnelen.  Hinder  is  men  it^ 
feebt  9rer  de  fimeliee  tbo  aakdere  hereengedleel- 
ten,  TUI  de  eenrtoaJe  gnogüén  ak  eoipiK  atria' 
tmn,  thalamna  opUeaa  eni.  Stooraaoonii  in  den 
pednnecéÓB  oerdbri  tnedten  epaedlg  den  pirani- 
denbHii  TÓór  agn  krnaaiag  en  terena  den  octTuc 
HuidtMi  een  hemififcpt  met  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


din  BMe,  tmS»  vu  het  neniricbtignoel'  eo 
AihdEiglMid  I^  boDdpkgie  met  oen  fa^Bs- 
Teikmöüng  WQct  op  eeuMUMloMiiagindeVuii^ 
biu^.  In  tut  TedenBde  nMig  hmen  wmtcI  wtrte 
alB  dmifiiMÉke  aoiMiMHiigen  voor  (yx^gfMw'ww 
bulbaiTBoralytei,  mMobq  ds  tadbure  Mmimn 
TCidbmd  iKiMbii.  Bq  <fe  pnogiwaere  kom»  «eist 


ook  moaiSök  dmni,  tenr^  ós  ■wimiiJim  na  de 
Irom  der  ttMBwwmw  de  l>ffni  iMt  en  dun 
mMft:!  en  ^kapAeren  mi  bet  geaM  dip  en 


apAeren  mi  bet  gwdil 
bag  Mocdeii.  Op  du  *i 


(fende  

■pienu,  wMndMV  de  pfttiint  CMi 

Ttollict,  b0t  wedtet  in  koA  en  kogen  kan  ko- 


het  temn  ma^.  AnatooMdi  UqU  tcouI  de 
kern  mt  dra  neamM  hypnglown  gdtoophilapd^ 
Teoder  die  lan  it^is,  eeeewortni  en  UtMm.  Bij 
mMr  ultgebreidB,  aeitte  Mitdoeiéweii  *la  Uoe- 
(Üngen,  wocdra  oek  de  pinmidetAiBen  getnl- 
*  -     "     "       "      *  •   o^ea  rf  «e  «M  é' 

_      .._ Ie  töitf -lik^rieren  «I 

AnÜtnfologit.  Lakgeii  töd  Meft  men  do 
«ermSjheiMlB  etaMn  golndit  nit  het  gawk 
en  den  oomwie  der  berMne  b 
iungen  «te  mninn  over  den  a 


1  inaid  mn  int  ver- 
atuid.  Het  ffemidddde  gawieht  ia  bij  den  Enro- 
pee«ihai  mM  140"  -  ^"  ^  -  •  " 
DUD  bendb  bet 


«■' 

1400  g„  &g  dï  TTDVW  127$  ;. 

Mt  maxiBnan  —  ~"  ""  — 
D  de  30  en  65  Ji 
toaeefaen  25  en  80.  De  CUiw 
deU  iwHido  iMneBB,  de  Neem  *eUa  1244 
X.  en  bet  dadt  M  den  CUavinea  Mt  SGO— 
400  g.  :^  dra  WaU  to  de  «edtoailinf  tot  qn 
liiimaiMitHiwiilil  7  :  76<.  iq  era  gwwoon,  nnet  nt- 
Ivme,  iMDeob  1 :  3&— 40.  Al  na  nten  nn  ook 
nit  net  hemn^nMil  mH  niet  nwl  i^aafan. 
hot  rtMt  vMt  d»t  er  een  vqAoadtog  bestaat 
tuaaehan  de  ontwikketmtg  vaa  dk  TMcMt  kwab- 
ben der  gnmte  benen*  en  de  bemaldbeid 
'    "'  "      der  beraeiAut,  aSIii 


ook4fe 

aantal  'umjikBem 

1    T«rilBIMl  OtMÜ   1 


Ti—<fc*n  de  hoogera  apen  en 
den  meneeh  kan  men  weinig  andere  fjfiMm  lei- 
Hèddka  b«paien  dan  een  mngiw  ontiwikkeSag 
b|j  de  eeiHten  iran  de  godeuten.  »mt  bA  wpnA. 
eentram  seUU.  Maac  ait«ri|^  TettoaBOD  leei 
bagstaanile  menacfaeeMBBen,  looali  b;T.  da  Soed- 
da  op  Cerk»  een  md  kMmat  aohedd  en  im>  ge- 
iMgoi  eoanK  dat  dhi  al  Mtt  dUtt  bjf  masd- 
maal  ODttfftbeUe  beraens  nn  een  gntoten  «ap 
komen.  Het  menaclH^  kankiUr  van  de  bec- 
sena  non  Tcdnos  /.  Bankt  op  bot  0T«nnAt  be- 
rusten van  twt  niet  auh 
dwMe  der  faenulann  nn 


K  aeinetig™eflaten.  oet 
absoU»  benengtnridat  on  acb  leB  kan  due  g>Mn 
aaaÉnoofMigmHl  mwi  at  bepafiog  no  het  n- 
trilect  vao  oen  mcnatii  lya  want  ^  «wMtt 
ban^  öA  eamen  met  qn  üchaamagawimt;  im- 
"h  groot  deel  van  Ae  heiseni  dient  toot 


vKg^D  pacAoK  oentn   ■ 


wAkkawnae.  N«  dient  het  rag- 
gemsng  aUte  woc  iieliMnMjjb  '  —  -^'--   '-  '-  — 
aena  ■oowel  voor  dene  afa  «oor 
na,  imdat  de  TCcboodioa  tnwdiMili 
dec  faeiKoa  en  ikt  vnn  not  t 
onbeUertaig  kon  garm.  DM  ^ 
iodbtil  1,  bg  paani  ratd  an 
kat  %  tq  «en  bond  4,  bq  een  nwuwa  i 
en  bq  dnae  berekeBÉog  mnialt  bgna  g 
ovecwnbt  vaa  de  "—^jj^*  heiam  I 


Mjjk«  taoolaei^  da  ber- 

Mgmiktat 
nggMiMfB  ea«  wtl 
qiaalÜHt  b  m  dan 


QiNfcr  deiB  gwwoonlük  wvw4  ót  maiamme  «aft 
de  bsHHLTffieaen,  ab  nn  da  IwaaMiaidnJMillii.  da 
eente  ittahn  neeatlal  n  de  weche  beiaeDiTliBiea, 
MÉdUi  in  bet  haaafe  itiea^  da  dnn  malw. 

L  ZiMm  dêr  ktn^tUêtm. 

1.  PaekvrnmmgUit  inUma  lutmorrhdeieÊ. 
.„..^  . ^  audddH  Smwittm  Undö«  aM 


^|kwib  in  ptaalnl^na  «brtoc 


atean  aoo  «nat  ala  een  ei.  Mm  itadt  de  aandoe- 
mng  -wt  eq  d«me»tia  fanintiea,  bq  olaoAafwMe 
en  bv  ndden  mi  bet  Uotd.  Z^  b^tnt  baaat  al- 
töd  piotniiig  net  een  banMrte,  en  ban  venfen 
TNB^naela  n0Ain  »«i  Mnr  d»  triteebRbOMid 
en  de  pfaMta  mo  de  Morting.  Da  eei»t«  ftxaat- 
«>it  dmkopdehenuwwoaaniooThoddpjJBM, 
biaJnn  en  atotnmiaaen  ha  bet  tewnatifn;  de  twee- 
de, de  looaliaatie  vu  bet  haawatoon,  varwekt 
banaidcgie  en  nak  n#iaairi  BEgenaanag  ia  bat 
wtBe  ofitreden  T*n  vecenperingen,  door  naemn 
IdoaAagan  ib  de  don  mMCef . 

2.  BeraenvKeaoitlaMfcmf  [UtmitgUi»).  D»  w«»- 
ke  Titaen  ne  da  faenena  4»  n»»  d*  >^M  van 
een  oatalitking,  dooc  «en  «tterigv  o(  en  Mwtn- 
laiM  hileolie  *eMM»iaakit.  Die  ODÉatetton  km- 
nen  ook  aan  het  afaUUll  mi  eftiar  onaan 
dan  wonJen  ^  Teider  keniMn  wq  een  ep' 
eerebnMpiaMalmiBiHOgita^  dke  oiA  da 


raggtaoHK  aaaitai*. 
nuti,  da  ekrotÜÊekt 


awtaflt.  Aldfe  oot- 


iHaara  na  faêt 


Imot  soadm'  bekende  oornkeo,  i. 
al  bjj  akubofateai,  tooi  en  verooiaankt  aanbon- 
duade  hoot^^jnen  on  alMigie  veauadanag  lan 
bet  Tentaod.  Vaak  ia  zji  de  oona^  Tan  geeatea- 
ookopd 


mpden 


.  ElUrige  nentn^tit.  Waaneer  het  omholeel 
der  heraena,  b^T.  een  det  beenderen  van  den 
aebedd  ettong  ontaboken  in,  «kn  ban  het  proeee 
lida  Cf)  de  herennhaen  véÉbnédan,  mmmm  b^ 
een  geïnfecteerde  wond  au  den  schedel  niet  td- 
den  gebeurt.  Vaker  nog  iraaldli  bA  iptabeen  on^ 
atoken  dwr  een  «ttonoK  in  de  tmanmefcilllB  (ati- 
iit  iMÓia)  en  &n  kan  bet  dane  <bik  i&i  botta 
aan  den  d(M»biuk  in  de  MbedeiKiill*  weiug  t«- 
genatand  bieden.  Tan  den  kast  der  berseau  ku 


ialeoKe  kan  ook  ntt  endene  ooganra  aangevocnl 
warden  door  mefaataM,  loodb  aan»  bq  bngont- 
stakÉK  en  aaidea«  aente  inluetin^ehhin,  voonl 
b4)  gAttarooa,  gebeomn  ban.  Ook  daae  oUenip 
mgnaigUin  kan  wA.  on  de  Big|gieBiMy<hi»n  nt- 
breMen  ra  ojtyd  woidra  tanea  de  bbadmUu  de 
beiaeDn  nH  — -ff°*-^  ai  iQdra  de  beraeBnean- 
w«n.  E«t  eemte  •nnü^imA  ia  dto  iwan  hoold- 


DigilizedbyGoOglC 


fifo,  dM  ds  pfttdlDt  Mlfa  bj)  {pMtnonl  bewnattun 
Mg  Todt,  «sot  teftena  eiJwC  bq  laar  liet  lioo&L 
Talk  d^nenn  de  piÉUDbeD  «n  ^)i>'  qj  onnirtiff 
«n  ékpêncm.  hukt  bmmW  «wdn  i^  Mee  mii 
en  bBUn  leHt  m  een  Aep  eoma  TCtimJIcn.  De 
(BramnMnr  »  wev  ratooaai.  maar  gKèeel  oiure- 
0^»%,  «  pd*  MMl,  tPD*  130-^140  potahgen 
■1  d»  mima^  inw  liiÉit  kter,  codaite  éa  *m>- 
howfeDde  koMla^  M  60— W  Dt  Msle  vcoicMpi- 
Mk  tMUilWi  op  fiatHhg  fu  de  iBt  db  Inr- 
•n»  tredende  MBumn;  «itder  4 
lOt  »a  de  gnot»  ^jfl^  <Mn 
TMlte  beetuo  «r  pMttJBgwtn 
KilHiiiniBgeii  in  M  getüd  oer  1 

'  -|Bn,  ■tölbeid  fto  de  kuk- 
,  TOwAifcn  in  de  pnpdl- 

c  wnd.  De  lando»- 
bMt  dor  tNocw  alt  Mi  in  teék- 
Uiwen  ef  eOTWnbiee  in  éêa  ef  meec  ledanaten, 
ia  liAnipl«g^eln  «u.  In  swuegenUen  treedt  de 
dood  Ubooi  eeniae  «kgen  in,  aoden  ka  het  1— 
2  weken  donn.  jJioowineen  op  faet  geetfaoren 
booM  en  6— «  UoeAa^gen  acUer  de  oonn  ot 
■en  de  ilapen  gieren  ie«k  TerièebUog,  mui 
meeatat  ^^  <Mdwébnei*lB  mMddea  tagi»  de  po- 
sen WMMBg.  In  MMime  gemB»  gaet  de 


dn  aek  t^ï 
idign«b  en 
bereeuMMiwen 


OfbMennf  gmva  om  den 
óanfMDaK  ■»&  de  nnnüigilbi^  dbu  het  M  een  et- 
VemiMxA,  k.  T.  io  de  ooien  ofteolieeit  U  tnbena- 
lose  in  een  irf  eüdor  Oigwiii 

e.  Sfidemixkë  etl'tbnt^püto^menütgUii.  Zoo- 
kk  de  MMn  aanduidt,  Ive^t  deie  meningtea  loo- 
if>d  de  TfiieKn  nn  faeiKne  ata  van  Tnggenverg. 
Zq  tawdt  wond  bq  koodenn  ta  jonge  meDecdken 
<f>;  de  niddeKiare  ledtgd  maakt  iee<b  onvat- 
imn.  Ib  fanagamMD,  fcai(niM  en  indeire 
ptaataen  «aar  meiMcben  opeengeboopt  waaen, 
treedt  iq  laak  eitdemiedi  Oft,  mual  dee  wiotef». 
Eerat  in  *t  begia  der  Idde  eeugr  k  dte  raim  be- 
1[«m1  gewocden  »  Ueine  epidanteBn  in  Znid- 
nük^BDoiMduidte  tfi22en  1653;  siiA 
ies&  4ndm  ia  bet  laaMe  laad  hMat  etfc  jaar 
kMiM  «DldemaeBa  op,  een  leer  «lutige  echter  in 
1905  in  (^per-aMS,  waar  meer  dan  8600  per- 
Kuea  getrolten  weiden,  waatran  meer  dan  3000 
stèerfen.  De  Hikto  weidl  veroonaakt  door  den 
cenbntfimdi*  tbd  Weiekiel- 
nit  de  oe»  door  de  ieeS>eenhoI- 


b.  Tubéreultuxê  meitimgitit.  Due  komt  OMer 

bq  keBderen  dan  Iq   iciiieeatiien — ^ 

laroonaatat  doondat  na  een  Iiékx 


aea  trodW  «n  gevwoHm,  mei  kk^  gi^  eo 
gele  'knoUwltiet  (tubeiMa)  beiet.  Ook  ie  tiet 
eentvo-apinaalTDclit  toegenome»  ea  staat  -Vatit 
onder  boogen  dnd.  D«  Uwkno  TetCrara  den 
«etlvei  wmdra  kHletoe  en  maoeiv  tot 
iwate  boofdp^n  en  bnken  de  lielcte  aich 
deüqlc  openMut.  De  nola  «wdt  leiym  eo 
edt  Mcr  XD  aantai  «gen,  de  {miln^  wt 
leir  gwwüg  Toor  Ed*  «n  genaach,  aan  daap  ie 
■eet  ftiuwtig,  dodi  ipoedig  wofdn  eg  anf. 


idmeaw  mt.  Zeer  i«ak  m  er  atvlbeicl  im  . 
kaak  {tritmtui  en  faiaraen  <h  Uaaoi  met  de 

tMdea;  nwn  boDeikt  tsdric^^  m  enkele  Ie- 
denmten,  nunr  voecat  de  iMtxn<ii(n  wnden  M^U, 
bet  Uod  boost  *  t  ware  q^n  hool^  In  de 
fcnne«ma,  afwiaeelBMl  met  otoipeD  oeer  't  geheek 
IktHMm.  Ie  het  bowoatüi  neodwenei^  dan  Uq- 
nen  toA  oog  de  jwhrt|^gid  en  de  eto^n  be- 
atani^  M  fmgeraei  na  oen  weA  de  étod  door 
heia«o«eilMDBi]Aig  b 
toenfft.  Ook  bq  Triwaewa  tcrdI  het  langia- 
mor  iMgin  een  ooOBncheed  eaet  de  ettrage  m^ 
ningitii,  naar  orerigena  lieeft  de  tnberenlenie 
deinlld»  rumÈafBtÊèk  op  bet  teni^  dv  boien- 


ie.  Be(n>ett»^jk  ib  dBu  de 
niet  meei,   want  na  5  daeen 
ait  de  nen^pbaryDsboIte. 
van  den  neke  mtdi  men 
gei^Kld  *ele  tauiai&B  met  een  CoUe  pfaaijnx- 


laekte  ^    .       „  . 
rerdwiiiien  'de  CMcen  ait  de  nen»«baTTDzböI 


, — . „„. 1  deae 

_  lÜQ  geriail^  ale  door  deien,  q)Mken 
euL  de  eeceen  KMbnad  wanleo  en  ntbare  p«r- 
Booen  ben  onoeBMtt.  Hen  Tiadt  jg.  db  Ijjken  een 
etUrig  aaoMrt  aan  baat  en  baata  t&a  de  ber- 
•ena  en  in  bet  lagj^eoerg.  De  inkitie  begint  plot- 
eding  met  bnvenag,  benige  booM-  eo  neayg- 
nen,  oefeBtqlieid  en  uaken,  woedig  gwralfd  doOT 
atooanhacn  «  't  bewwtqjn  cd  dtoüfifo,  de  hatatie 
■ie  gemlg  nui  den  «ednogden  dhik  in  de  ber- 
aena.  De  idefa  toont  aaowe  pnpiCaa,  en  bcfat  t«r- 
eaeMe  mIb  cd  ywhoogde  Vanpemtoor,  maar  aeer 
^eraneiBe  edmiiaJipgeii,  80—40  in  de  mjoonl. 
Door  de  fine  atMmBin  het  bewvatqp  lomt  de 
iiiaD«  af  «f  Uqtt  m  de  Uaaeadttes  en  nüet  met 


a  de  ditod  M  een  nKSe  veitietaruDe  in  den 
land  vokm  MeeateJ  dooit  de  »«£to  2—4 
in  ot  mBb  een  paw  mneitdfn  en  ken  thn 
in  ftTiwmm  nwiBgawfii  waaifaq  <fe  pertode 
heirtnt  laev  dooit.  Uwi  -'-  — "  "  - 
Qg  Biet  loMig,  Ml  b^ 


m  «enige  weken  «rf  maaoideD  i£t0cpot  eterrco. 

Be   lendiqaaehn  lai   doa  ■)*  tu   de   vwtee 

lingUideo,   maar  oe  p^^ien  in  den  lek  en  ook  in 


aroepifaieDii 


ingau  Mt  t  M- 
ev.)  tn  op  dat 


ven  deo  bereeilnat  (eenvnliawt  béndplegiaehe 
TeilatnmingeD,  aphaaMs)  en  «indigt  erenaoo  met 
den  dood  oadtt  de  bowoatelooriMd  ToKedig  ie 
len  nanwkenrfg  onderaotk  veai  den 


dra  rag  toed^  van  erf  oen  4deD — Mn  nekt«dag 
€p  dm  Toocgnsd  door  de  caiMeUfig  van  de  nig- 
gemetgavKewD.  De  gebeele  mg  «ranlt  etjjf  «o 
ledd  gebonden,  eoma  lelb  boogronnlg  gefciand, 
en  ia  oj  dnik  leer  gvrwfig  en  de  aanJoeeidng 
ie  êemtiBaeaiirwim  ven  bét  mggMMqg  moAkt 
ata  lód  tmigevodg,  dht  iMa  een  fidite 
_  ».  ..-^ — .  p^Jij^  i^  moFtd  «Ml  de 


de  bid 


piiUnlhig   der  bewegiageeoonwen,   de  < 

op  de  landoening  t«o  de  «Étoonennw  (t«nzg  de 

patJSnCen  TCTsoft  lijn)  geSjk  ook  d°  gezichteee- 


DigilizedbyGoOglC 


Mn  wldei 
na  den  | 


tnm  mak  auwieduA  wontt.  Dikiwv'B  treedt  op 
de  tippm  [«ecis  in  M  begib'  eea   oaUlag,    <le 
A«nM  la&taiu,  op,  di«  met  de  [on^Mii^  de  lek- 
Btgfbeéd  en  de  ewbn  beumatem&jaai'lM  toot  de 
diagnow  van  gewiditi8,TMkblJiTeBgdiMnb>oi- 
niaaen   actiteT   vm  de   mMa,   of   «MdMoèD^n 
^tm  bet  genchlnvnnogen  en  nM  xMea  im 
xniMratooniHBeai  wMneei  taaneoe  of  nmemi 
hkK  of  dMT  niMtig  MiMde  g«fed»  hewen.  ( 
qildemie  te  ttaiten   is  efwiMkring  loowel 
L  jmütat  kk  TAB  sgn  lUMate  moganog 
Doodig,    Meterio1cwiscb«  oBdenodiiu  dei  dn- 

CTCo  ooooea,  deiinfoetie  mn  ukOMkeh  ge- 
k  tan  gedeeinleeteerde  kwu^ieMoon  en  tbi^ 
bod  -TM>  gnwte  ToftOTenamcÜnmn.  In  de  be- 
hMideliDK  dar  riekte  teil  moet  door  de  sfteMi- 
pu&ette  oe  ovemMtige  dnA  op  de  benene  mg- 
genomen  wonlen,  dcHUodB  beriiMldti^.  Een 
leer  gaedea  inilaad  hAbeo  verder  ót  kt^eetêeB 
van  anti^neningoooccen-aerum  inhetiuggemeTg 
en  msteTiliseerdeiknAeiuoDt-opIoeeüigwi  onder  de 
hnia,  diealinrieeof iweetiweer  afgescheidenen 
de  baetecïBele  giften  nil  bet  lichum  ««gepoelen 
n.  XükleH  der  BtritmiAtlmtu, 

1.  BerwnaèfMt.  De  bnMBeD,  die  MD  «U«nge 
btnttnIkweUKkmg  (ae  al ' 
Hlcen,  ^a  wik  io  atmt  '» 
wM  bu  gtl  bnoen  te  doen  dringen:  open 
den  MD  dtto  anhedel,  nriddeloonmtetdriiig  en 
mataalMC  epekeo  dha  wk  de  IwtéchA  in  btrt  on.t- 
■tMn  TCB  een  hereanahoooo.  Ben  mei  verlnopend 
abeees  veiwlMit  IcKniMÉi  Bi«t  *mi  een  meningitta, 
een  iiIikwémIi  aliaoes  iiimiiiaiÉI  ai^emeeDe  hei- 
MmenehQoMli  ale  ttoott^jneD,  duaelingen  en 

brabn,  naat  die  «gnluM  t '^  — - 

TGgeJniAlige  fawrln^  die  lii  . 
faeneDdaUMi  ootbretU.  De  booli^  kui  ba  bet 
aÜMOM  iBi.iiuiiifciit  iroideD  en  mmt  meeitM  ta- 
melijk Mbe^  gtiooÊÊmtaA.  ÜMat  dve  ideemee- 
ne  op  beneftonik  benutaoda  vendt^naue  be- 
ataao  mAn,  dfe  den  mg  dmc  dtn  hand  van  de 
öntateking  binscn  wjjmb  en  die  daarom  haard- 
Mnplomen  genoemd  worden  en  vooral  voor  de 
wóiMKiBcbe  betMed^Jng  mn  bat  grooMe  ge- 
«Mit  tija.  Zooóeii^dbgi  veitamnHii^  en 
die  vMk  MoavniK  die  ven  dte  beisenbaM  oMKean, 
de  hemianopsie  (aehterhoofdakwab),  de  doelbeid 
aan  den  tegengestelden  kant  der  nerlammingen 
I^  aJiaeea  in  de  slai^ieek  eni. 

2.  BtrteHbloediag  (ApofUxiei.  Zie  Beroerte. 

3.  HeneitbreMk  (BnetfhaloeeU).  Wanneer  de 
DMkn  of  lonlBiieBen  nn  d»  ecfaedet  mcfa  io  ihet 
enluTonile  lewn  niet  AMen,  dan  kan  een  de^ 
van  de  beraena  door  dfe  metóae  in^puSui  en 
ontataAt  er  een  aaogebonn  neneutreiA.  Dat  g«- 
bewi  meeetd    aan  het  achtmliaoid,    rrMimiii 


«Mtd  vMo  de  oDgbolbe.  Zoo'n  bnvk  vtnnt  een 
wvk,  t<»d  getwrf,  wMtraan  oen  den  potaitag 
kan  •roeien^  woala  bg  een  ofK»  fontanel  nn  een 
■eer  jong  kndje,  daac  de  g^ecie  heraeoinaeea 
door  den  pobalag  is  de  raten  van  de  heraMibana 
opgeUcfat  wordt.  Bg  denk  •»  bet  gmni  v<er- 
tuoDen  vA  won»  bereenrcaEai^rnaek.  Soms  ajfn 
lAeen  de  faerKnvfieien  door  dié  breukpoort  ge- 
eeho>veD  (nuningoeele),  en  taan  men  de  braidc  ope- 
ratnef  gttusen.    De   kindei  '    '         '       ' 

•tenen  meeaU  jong 


gemeig  of  henene.  Het  iiit[iaB>eii  nu  hivnnnian 
«a  nat  idiedttwuDdeo  ie  geen  eiganli^e  fana^ 
iU-e  SdudeWrtuk). 

4.  HenembiA  (Oomptuwo  certbrij.  Wq  nd- 
len  dan  vedKiogden  dMk  io  de  henena  onlnioe- 
ten  ab  gen%  vaat  geoweflen  in  de  taMaenfaaitn. 
Hjj  kas  ook  nttaUen  door  era  gnoote  bkuMhwt- 
etorting  in  de  beraena  (lie  Beroerte),  deor  watM'- 


of  eMMDpfaoopgng  e 
ale  een  atok  been  op  de  tenen*  Amkt.  H^  v«c- 
'  t  dtoemeene  hersenvvradiqnaeU  alt  ddno 
hDOTOMJsen,  oonoiun  en  ^nonl  aoAaid, 
MMM  ÏM  («wtgaüv  De  pdt  it  kanaam, 
i»|t[»iiimiilu  Soou  ie  de  ver- 
owigw  onK  met  (kn  omgkgd  aaatöonbaM- 
door  de  atnwingqMpil  vn«  de  geMbbaewtw,  dw 
wg  ook  bg  he»eigêwi«ftui  (me  eidiH)  nes  op- 
toadeiw  Ha  een  Befaedell»eafc  kan  doet  tKfMHMM 
bet  beenfngment  bdom  vervjjderd  wierden,  ber- 
aendndc  dtwr  abeoee  kan  door  opecnDg  iwi  dilt 
-abeeea  venhnjnen,  terw^  t^delgk  neeea  vaa^ 
««ikregen  kui  ««cihQ  door  eAapptag  vm  onder 
boagen  énk  slaand  beraenmggwteigvoeht  door 
nd&ei  v«D  era  InmbÉi^NBflHe. 

5.  Ber$euge*tBalle».  De  loonnem^it  gmmükn, 
die  m  de  beËeena  gemnden  vracdMi,  wt^  gliemni, 
aareomert,  t]fphUomém  en  fwberkett  ab  loeile 
uildAgen  vnn  mUÜB  «t  liiwnrfoae  en  eareb»- 
mm  (ae  Oenèeuen).  Ook  bq  de  geavrdho  moe- 
ten wg  cBdMefhatdep  tnaaoien  aipemeene  en 
bMidnerMl4nMkD.  De  «eraten  ontstaan  dooc 
iknkking  i^  de  b«raeü  tg.  na  den  groei  van 
hot^ienpeL  de  laadlaten  door  vernietigteg  van  een 
deel  van  l>et  bemenweefeel,  waaniooc  bepmUt 
IwMtiee,  itte  dkardooir  geregidd  weideos  yaatoerd 
fA  bepaaUe  ajaeien  verkind  worden.  Dta  alge- 
~— "  — ->■— — 1-  iqn  weer  boob^oM,  »er- 
n  mo  btiaagrteBng  w  da 
'  '  "  toe,  dniMÜuy. 
de  genwefles  t 

— I  <un  "^ ^-^    -^ 

'aak  door  era  böaonder 
tergrond  van  het  oog  af,  want  db  mgqiéegd 
toont  ^ÊÊi  era  auriKug  vaa  de  phntv,  wnar  ^ 
gaakhlaaeniiir  in  bet  oog  traedl;  era  „ttmnnga- 
papil,  waarin  de  aden  aterk  geiwolira  iga  door 
oe  bêlMnneiiog  in  dra  ahner  ih>  bet  btoetL 

iDe  haaadeTBlithinien  hebben  wq  bg  de  kxnli- 
tatnemMC  leedï  leerm  kennra.  De  uutatjlM 
aan  de  basia  na  de  benen*  lyn  gekenmerkt 


gra  iQu  efittar  lan  perüeren  aaid  en  door  w- 
odtilende   etgenxt^ipcii        '       '   " 


vnn  den  nenn»  faoaUa  de  oekeele  atnm  gehottor, 
aoodU  ook  de  «Acrtn  van  M  vmiriuoM  vartkand 
)  bet  froMra  omuwettk  ie;  M  «r- 
neiaMDOMig  bMjËT&t  gededle  vec- 
•«boood.  Dk  voorapelKog  ia  bg  bcnangeswdlao 
ongnnati^,    behalve   bfj    eypfailoara.    die    door 


era  nenfieke  kiwi  knnnra 

e.  fferaewonfofalMiy.  Br  knmra  öcdt  oM^Me- 
rigfl  ontatekingen  van  de  henena  vwv,  die  go- 
beél  Moeien  kmnen  of  dcfa  ak  difhue  ikUróm 
van  dé  hersena  tnder  aigemeene  heraenverartihi- 
aete,  haniplegieSn  en  dementia  vooidoen.  fien   vo> 


D,o,l,zedb,GoOgle 


j  kmdtrw9riamm»g  gawMud.  Da 

ft  g«Mn^  Undna  noten  pfatwMnr  k«rt- 
ga»  bnaftm  aiLtflgi^koI  «er  tgoièig  too- 


„ bsiatAu  dBUawM  oit  JfenHwutJa^ 

dn  te  hdtMB.  Dis  mtante  tn£  de  MsDM- 
tM  MS  éto  nde  mn  hat  BdwMn,  dm  int 
ms*é  Bteifcor  An  b«t  he».  Op  den  data  traadt 
i>  èt  mikmit  fcdamiton  ifcnij^nog  in  impMt- 
den  «llHid  «p  (oofdnHtwMi)  «b  ndet  wUen  b^j- 
wi  ifi  kt  gnxl  Int  vMer.  Ook  a^  ig  wak  m 
miB  m  man  iriinlfcmdft  tioMsiDg,  die  mm  eho- 


ootwiUelen, 


■toofd  es  Bwt  _ 
MB  iiiilha  na  «allüd»  zicirtes  (efOtftU), 
die  ToonlgenMi  iNn]lnt  dn»  kimnn  in  « 
variMid»  igd«  nn  bet  Mium.  itafttomtMh 
Tjndt  hmo  kter  te  ÓHndae  twneiu  stnifUMl» 
pMkcB  «o  Tan  ds»  oaaX  mb  BeeuodMn  ont- 
amtas  ftf  in  de>cMiddEalMKi.  Onder  de  mA 
flUcrige  ODtMtfcüigeii  bdtoort  ook  de  twMftf 
1MI  de  heraena.  Tnak  betMoit  tg  aoaUimaaaD  kn>- 
wd  alt  ia  baai  riekMbeeU  M  de  geiir«ttea  der 
beiaeoB,  ni.  ^  q  ^iimmiila  mnmt.  Pie  gunnH- 
U  kDiaen  ede  i>  bet  «aefial  wt  bet  luid»  hat- 
auwlaa  aitteit  en  tu  büien  fcaeaathtêg  TeoiaJ- 
len  (mmmgiJw  yiiwawMal.  ZQ  iJttea  maeatal  aan 
de  ooBWexe  banenofMnkÉMt  nunr  ook  «^  aan 
dB  baMB.  Ook  MO  oe  piamatar  Inutaan  »)  ikh 
mtiAfc^D.  —  De  ofAüa  der  barteoa  kan  lieli 
lis  eao  ontsteking  van  de 
nJiarin  (atdarUri*^),  toai- 
»%ikm,  «MrdMw  bcvaal- 


d'MB  ds  arteria  foeaeie 
de  lieiaeiueUadeE  van  «wW  wratoken 
da  bet  M«drat  doM  de  verdlkkAiig  dei 
Tenrtopt  lankt.  De  snlialB  wn  öe  beraaM  be- 
liMwt  tot  de  dende  pcnode  io  de  Eiekt«,  loodBt 
eai^k  «de  )ateii  ainds  de  mfeetie  wntiefcen 
Dn  andMtcattiB  kw  adt  plotncMng  in  een 
iiAe  (oftnlme)  «penfaoW  bdot  de  aieloiting 
Kt  Umdeat,  mmiM  niet  mUbd  een  tüdpeik 
■  Tas  iiiiBiiwl  wlgt.  Defgdjjke  aawmUeo  kmnen 
tettiow  tcngkeeien.  De  mUKe  dei  hetaena  kan 
Bdh  ook  als  dementia  fonOjftiea  (■de  Mmx)  rei- 
' 'n  weiun  wnm  ook;  qj  faeiMMct  tot 


r  (ifeSypMIiil. 
I.  Bertauekuadiitg.  fOommoho  eeredri  e( 
Shoek).  Ab  de  beaMon  een  awemD  sohok  oikdei- 
nan,  bet^  dooi  dbeat  geweU,  betxjj  imfireet, 
b.T.  èom  een  Tal  Dfi  het  iiltilaV,  deo  aan  de  ge- 
tnrffene  zgn  bomatiön  verlieieii  en  soa  tereO' 
looe  liggei^  dit  ilBen  de  airtkke  wieaÈmlÊog  w 
de  Texbuwnamde  «ob  hmnn,  dat  ei  oog  leren 
aanireHg  u.  Waan^galgk  faebboi  wf|  dan  t«  doen 
met  een  reObetiniMhe  mttitmatig  rm  det  e  ~ 
tmm  in  het  wrtengde  bhsr.  M  de  epanni 
van  de  btoednten  itegeH.  Ine  Bfwnnifw  mm 
dooi  de  nrlamm^  ofweheres,  wauaóor  een 
der  dIrQlkncbteB  itn  debfaediiraMie  Mnralt, 
de  dabden  naiadv  ipemdd  wmdan  en  het  Noed 


Tan^H  de  opvrffcadle  UeeUnid  tmi  d. . 
Mooae,  de  naoardgka  Toeiban  pcA^  de  onaeg^ 
HMÜge  ademÉMÜiw,  de  bnode  hMtdm  en  iwlen. 
Tnak  beatMt  ex  branknaigily  of  komt  bet  tot 
bvanuL  h  de  aouk  nÉst  geeon^noeerd  nia<t  hei' 
■en-  of  schedehsnwpdhig,  dan  bant  de  paititot 
MMroon^  na  enige  uren  weer  1^.  al  Ia  ook  in 
oen  eeiaten  tgd  de  berinnervg  aan  het  gebsor- 
de  en  wat  er  aan  wota^ing  Toidirenen.  Als  de 
pntiftnt  httA  liat,  moet  men  igQ  hooU  laag  leg- 
gen.  De  baad  moet  gt^irikknM  wonden  deoc  — 


aeat  Doaei  os  doui  aeBBi  v  iBiDBeT  BW  MW  n 

dig  w<«dt  knoatauitige  adönhaling  toegennet. 

8.  flerasMMTtwekm;  (BncejMómataeie).  i 

Ttttelant  hiemnder  bet  ahtnima  nn  hecanan 


sek  dow  bet  offacndeii  tcb  den  bkedboeroiet, 
itauueor  een  bloedint  Tento|it  leord^  betKg  door 
ambotM  (zie  aldaar)  o(  dooi  Ikrombiu.  De  ea- 
bolon,  de  vtratomeodb  Kbrinepnm,  ironlC  ge- 
«oonljjk  adcTOtd  door  een  dmonlaehe  mtdoeardi- 
(m  (ii«  Harbidcttn  II),  «aaibü  tiA  bloedalol- 
■els  Tormea  in  bet  Unkarliartoor  w  op  de  kie- 
pen. Bg  cfaioajedi  atkenom,  «en  irerkiJUng  der 
Moed*«teD,  kan  de  eaAxbM  ook  whtanwnen  nu 
blUwUohefc  kt  de  gnmte  tdoodiBteQ,  of,  ib  bet 
atfaeroom  o<A  de  VU>^inAeB  wa  de  heiaena  lelf 
MVetaet  hacA,  kM>  dam  door  tlrombl  bet  bkied- 
fBl  «miliafit  ndmn.  Behahe  bal  «Ihenioni  Meft 
de  rmbJAlscèe  onWekte  der  Uoiediadea,  de 
^ph^tiaebe  endarUnUU  net  raaket  aaaletding 
tot  flBomboee.  Nn  is  Ue«  Mt  nn  gefwiéA,  At 
jmM  det^en  lan  de  irtnrie  ii  Je  fasen  9jï- 
iB  H^fenoHtenea '  ^n,  dl  t.  geen  wnnudukg  mh>- 
Uoedmtsnt  i 


lüj  'leiato^ing  in  dat  geUed  ntet^  ab  Mem,  de 
UoedtMffoer  snel  dbor  andere  arteiiea  kan  wor- 
den aangeTold;  Joiit  in  de  ünkenrteiia  loa- 
Me  S;rkni  Hfteit  een  eniwfci»  of  thmnlbna  bq 
TooHoeor  en  nedn  nn  een  tot  trme  tkgcn  ia  bdt 
iMuuwnweiwJ  atoeetoran  da  de  bbedtoewmr  op- 
boodk.  De  Taiarn^jnnels  am  B^^  aan  dn  raa 
nUbedhig  (ite  Btntrte),  '£e  immen 
gmo4g  ten  onielite  *aa  de  huteeuwib- 
lelt.  Door  de  tirnliimtir  komen  er  -ntk 


BeakingJ  hM  eBgeneaidlge  beeJt  meer  langMmet- 
band  la  kieiiie  aamnMo  toenemoide  deBmUe 
te  TCHMMsaken,  De  liekaadeliing  ia  gelijk  inn  X* 
der  bwosite. 

9.  aerseMpatenneM.  (BydrooÊfktdiu.  Wntei- 
faootd.)  EUt  omtrebarsn  DBtetiwold  ia  mak 
dUbbel  KW  groot  m  een  nonnanl  boofd  en  heeft, 
door  tot  nnem  dringen  der  schedelbeeadeieii 
wei  wgde  naden  en  aeei  «oote  fontanellen  ton- 
'  oe.  Dnaidonr  TCikHdect  bet  vaak  de 
CB  moet  bot  tocU  vt  d«  bMaena  ont- 
wordan,  tMi  bet  booM  geboran  kan  wordco. 
UiiBr  ook  ds  lilt  niet  noodlg  ie  en  het  kind  du 
levend  lei  wneld  komt,  stent  bet  na  korten  Mjd. 
NJet  soo  léMen  uet  men  kindeien,  bg  wie  eerat 
eenige  maanden  nn  de  geboorte  een  eteede  toe- 
'«grooting  na  den  adurdei  opnU, 
"    "bij  een  éii>}aiig  iiünd  ± 


geboofte  e 
■eatwordn 


DigilizedbyGoOglC 


HBRSEHBN— HERT. 


46  os.  bfl^Rwt   op   dien   1m»»)   wi  60—80 
«m.  wwnd»,  tWrwfll  h«t  Uedoe  gnüMl  etcrk  ^  '^ 
gntote  Tooilwirfd  MmAX.  O» 
'  \  otet  UD  ifciir, 


*  doone ._.   .      .  ,     ^ 

.  ._  ,ber«k  en  cmoim  nitgnekte  beraenk»- 
■Dera,  gcndd  mert  vktewtot  boooh  uwer  dan  een 
liUr.  Meental  Ui^iW  de  kumdeica  oei  geeslelqk 
ten  BcUter  en  lipi  de  beenen  mio  ot  meer  v«T- 
lund,  de  armen  onbeholpen  in  bun  bewegingen. 
On^  dut  verinogdKi  neraendrak  Iqden  Tooml 
de  ao«n,  die  nöet  leÜen  bttad  Kvnfen  door  atra- 
pliK  dW  gerirfrteMOomn  en  ook  al8<emeeDe  ge- 
vaigen  MTut  A  oonmdoieE  ootbrwen  soUen. 
MeeeUl  worden  de  kinderen  niet  oodet  d^n  5 
JMC  MMn  «dUei  liMift  bet  fvocoB  atibtBan.  Ook 
deiea  Tonn  rekmt  men  nog  tot  de  wngebopm 
bjnhoeqibahia,  de  btw  nrivtgene  kan  bet  leedb 
uuiutu»  KbedelU  niet  khi  een  &iag«i^  en 
ÜRngt  dn  de  benuM  «ider  TetbooBdNi  donk, 
loodut  deie  ia  bon  fonatiea  eesBooid  mntai. 
Uee&til  onMut  de  tocUoiiioopiDg  dMr  ooM*- 
Uog  T«n  bat  w0ehe  bcnennSM  en  lön  nten  en 
oufendieidl  dmo  li  nwu  den  toop  def  ODMIeki*g 
een  aeote  tmi  een  ebnmMbe  byaxmylfllpi.  De 
TerkngcB  lij<b<ii«|lMliM  ■  nist  te  Tierf»ateieiv 
bji  dra  MBgebonne  bdrft  men  enkde  keaien 
verbeteting  i«ikregen  door  met  Iwrhulde  pone- 
tie«  bet  Tocht  te  ontlaaten. 

1 0.  BeneiAaetmng  ea  BgriemmMuim,  'Bg  de 
ktteuxing  ijjnindegetiotfaLheTBengedeelten  t»l- 
r^e,  ueine  bloedingen  M&weiig  en  syn  die  dooi 
dête  beiehadigd,  ModatdieberaenmasMerals  een 
loode  bijj  Qttiiet.  De  kneoiin^  iiU  li^  in  prïk- 
kefcnggWBWfcy»^!  lood  gewtit,  kköiie,  wdie 
pok,  bootdpqncn^  Mbgen  in  de  iademsten, 
gnrate  onnMt  en  ^(pelDaaliei4  Die  tbeatand 
duurt  «nóg»  dkgen  en  TeceiflcM  ^fmptomalnBdM 
bdmiidcAng  mat  knnde  «mdagen  op  brt  hoofd, 
lAoedhraigen  «cbtei  de  ooien  en  soo  noodig  «faaip- 
middalen.  Ook  bg  de  wondm  (peelt  de  kwaÜeatie 
de  bixMtiA  in  dié  gcnoken,  alttmna  Ln  imu  S- 
peote  mtwttUi^,  'de  mdn'eete  bu^n  af  vu  de 
mnte  dw  bfceAog.  Ie  dan  nitgcbrnd  dko  imt- 
rtoHt  liet  beeU  iMt  hnjiMiin  toenaDenden  tiM- 
nndralG,  (fcai  het  Uond  >iefa  toncben  dura  m^ 
ter  en  MbBddfcetnlena  of  toaKtwo  Iwt  bavde 
i   bet   wecie   bnneniliee   wnpreiidL   Om   <fie 


len  g«dw«iigen 
I  te  TCrwgcnn 

, „ Uoedni  <»  la 

1  en  te  rioMen,  aoo  o«k  om  een  kt  ds  nec- 
eena  bg  de  mnroadóiig  MAtergeblerTCn  mleemd 
fictoMD  te  Terw^dNeo,  De  db>od  fau  aomdiJM- 
^jk  iutredm  door  ob  w^.iMwpiy  tui  g0w4eliti' 
ge  eenü«  <A  kan  nog  kuttr  volgen  dmr  de  oat- 
«teUvg  der  bMeenmiewn  of  dooi  hwMnebMes. 
Lileratmr:  Wintteke,  Mtt  dm  OebHm  (Brec- 
hn  1867—19(10,  3  db);  Mtmk,  IMwi  die  Pmft- 
tionen  der  Oroadiinuinde  2de  dmk  Ber^ii 
ISOff);  Fleehtig,  Die  LeMnogebklmeii  kn  GMiini 
«td  BMcnmiik  de§  Hennlien  (Leipiig  1S96); 
Vundt,  Qntsdittge  der  phTdologiecben  Paycho- 
kgie  0ste  A-  eSe  drak.  Leinng  1906,  ade  ded 
1910,  ade  M  1»11). 


(Ueninmtii  eerebro^fimüia).  ffle  fleneniiefttlEn 
I  e  oDder  bot  ut.  nenenen. 

Hantal,  een  etnd  in  de  Belgtodie  proviu- 
de  Loik,  Ügt  ma  de  Um»  en  de  ^morion  Luók 
— ^Eïndbnten,  k  bjiim  een  voonted  tcd  Loik  en 
Mt  (l&H)  22  909  mmm».  De  pluU  bent  yed 
ogwlMdd  loo^tt  de  b&mlUHg  bf^  tooi  de 
bah  uH  MndneTlMkkt»  bertaeit.  Zg  ie  ge- 
atMedkvndig  maknraeofiK,  dur  bia  ia>e^x  bet 
atemriM  van  Pefën  ttaai.  Aie  laniUebeMt  der 
Sefiolingers  wu  D«t  dtkwgie  de  nendeoUe  yaa 
Karel  tUn  Oroot»,  weed  in  1235  de  zetel  no  een 
jongen  tak  der  bertwen  rm  Brabant  en  k»nun 
in  1339  km  graaf  Wilitm  van  Hoor».  Sedert 
1444  wae  Eersbtl  in  bet  beiit  v*n  bat  Enii 
Nat«ru,  sedeit  1718  ann  de  kioon  t«d  Pnrieen, 
die  bet  in  1140  aau  den  bieedwD  tco  Lnék  ver 
kocht. 


H«rt  (ne  de  süfi)  bdnort  M  de  orde  der 


fam»e  vu  d  , 
1^  dkren  een  mmmivt.  mrtam  gewei  berillen. 
AAeen  bg  het  rendiei  komt  het  gew«i  bq  b«ade 
geriMbten  mor.  De  tMiOgle  da  herten  bemt  22 
soorten,  oader  weike  de  eUmd,  bet  rendier,  het 
damhert,  het  edeihert,  de  ree,  bet  muaAmrfwr 
en  een^  andere  aoóitai  (Oermu  Oanadenri» 
au.).  Zg  hrren  in  de  boeaehen  der  Oodle  en  Nieu- 
we Wereld:  Uit  Afrik&  is  akchts  één  aooit  be- 
ke»^  —  mt  imetnlie  en  PoljnenE  geen  enfceie. 
flet  ToOTBMinate  kenmerk  der  herten  ia  bnn  ge- 
wei. Hert  benteat  nii  veitakte  faoreoa,  die  iiich 
op  nobonde  nitsteekcek  tw  het  rDOibooUbeen, 
—  dkn   poHutnk   —  omtwikkden.   (Zie  verder 

Bet  Kwcne  hert  ot  edelhert  (Cenu»  eJopAiu) 
onderadeidt  lidi  dooi  een  fiuue  gestalte,  door 
viogheÉi  en  knoht.  Bet  hieeft  aen  adte^  g»- 
■iidiit  en  geboor,  een  fgnen  rank  en  leet  bq  zgn 
loop  de  horene  van  düi  moedig  opgeoeT«n  kop 
(^  iQti  mg.  Heit  beeft  geen  engtaaden  in  de  bo- 


(eigenlSk  qn 

LtCndBIb),    TU 


de  Uwee  buitenste  -nr-Krimk  boditKÓdBib). 

welke  da  müdddate  2  TtA  grootei  ign  dkn  de 

onerige  ^  6  ksKn  bmi  eke  i^.  Het  ii^je  of 

de  kvnde  u  kWoev,  beoit  geen  gewei,  maar  on- 

dencbudt    ndi    erreneHu    door    OoRfaead    eo 

■dmHleihcad.  Het  gemi  vml  bet  edeueit  loofM 

nAt  in  dmne,  edMipe  1hkfc«a,  wiet  auttel  tnt  24, 

ja  adlB  tot  82  ken  Ufamw.  De  kletir  ia  onde 

naton  la  fd*  ol  kaitoO|)d)nMn  va  *)  q^  s^tee- 

kenld  nart  een  swaotaehUge  atieep  luge  dn  ivg. 

De  Uenr  der  Uaden  ia  litütcs  en  eeoigaBans 

naL 

iDeie  herten  hooden  txm  Teiti^jf  in  de  boer 

hen  der  bemtredc  en  der  vlakte  en  voeden 

dl  met  aBa^  eoiorten  nu  knqnen,  bUaferoi 

I  gnwucm  des  wWen  mot  bootaèuwre  ea  mne. 

1  brt  bene  adsMO  faxneit  iq  nor  in  troema 

kt  de  dUM»  «ranleik.  Nk  b«  atnBeat  der  V 

rena  bo^Breii  ^  üdi  ki  Indltige  limipdboadt- 

jea.  Zqn  de  nieuwe  lunaa  Ttilirnrem,  dan  aoeken 

qj  met  woedend  getind  de  Uaden  en  bnngen 

een  bronattqd  vao  8  weken  door  aiet  loofien  eo 

mditen.  De  hindui  brengen  da  Tetïoop  van  6 

maanden  één  jong  —  leMen  2  jongen  —  ter  w«- 


DigilizedbyGoOglC 


DAMHERTEN 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HERTEN 


JoDg  maolijk  Chineeich  Watcrherl. 


Sibcriiche  Reegeit. 


Engelich-Indische  Mantjak. 


Siberische  Reebok. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HBRT— HElRfrEaOHEDfflL. 


uiA  «n  Ivot  jong  btglt  den  gefaeeleD  lomer  oa- 
<ier  4e  boede  der  moeder. 

Uen  liodt  luA  eddfaeil  in  ^  onbewoonde  bos- 
Mh»  -nn  sebeci  Emofia,  —  in  ooi  had  insoa- 
deitedd  in  bet  SoenoMfae  boscb  bö  ApeUoom. 
Hot  unMl  dwer  dieran  ifM  mkar  goo  gioot. 
dat  JoAn  Oeorjr  I,  keorront  tbo  Saksen,  «r 
iA  dt  ITde  «eom  OMer  dMi  15000  «igenhaiMEK 
doodde.  B»  vlcwdi  legert  een  vMaUkeai  nOd' 
braad,  bouiie  boreoB  'wDiden  (ot  tet  vervKudi- 


<i«r  twnMt  en  het  bmr  M  <nuUag  becigfc 

In  Ehmpa  leren  bebaiK  het  «MboPt  nog  bet 
danliert  en  bet  me;  de  -m^M  w  de  Tertegen- 
iTooFdigvi  i>D  ooe  bn4  in  N.-Amerib»,  terwöl 
in  Z.-Amerih  iidt  moenubert  <rf  G  o  <        " 


bot  AjÖÊBbM,  reedB  »  de  Oodheint  bekend,  en  de 
BuMingft.  Ia  loanlibde  leren  vvrecbciiden  sooi- 
tcn,  ii—:oniki'  bet  Mnoljakibert  (<}»  Kidjang  dei 


De  giw>tat«  7U1  alk  oog  Wende  bentensoor- 
t«n  ia  de  «ten^  t«rw|)l  tot  ée  lütgeeUtTren  aoor- 
t«n  bet  reoienheit  (Megaeeros  hihmuaa  A 1  d  m.) 
Mioprt,  die  j«  de  Tenen  rsn  I«iiH)d  gievoiDdeai  i«. 

Hert  kcmt  i'n  de  wnpenkomde  veeiWoMSg 
TOOT,  TOOnl  «k  B>diildfaoQd^.  Afa  rtnk  is  bet 
dier  atafipend,  iBid  ter  sq^  ^  ''^  ^>^  gewei 


bocfdbrannen  Ton  bestaan.  Het  bortotuaiti^ 
HenUoKfcefaaap  draa^  nHntiefteaqke  wc^  De  ny- 
verfaeild  i«  nu  weinig  brioo^i  men  beelt  eenige 
ijidatfNiuiesgen  en  cöeoiiBdae  Mnnieken  en  men 
iiiiniMi'iFnil  er  Tlediweik  van  sbrDD,  boeden  en 
goed  papier.  De  warttnngeelen  tba  den  {and- 
boww  lioden  een  muit  in  M(  nahögeiogen  Lon- 
den. Uüt  bet  groafedwp  meden  4  feden  a^- 
raaitdi^  naaT  bet  PaTMnettt  Aerwiri  de  geiqbDa- 
moge  hotAfetad  er  2  aendU 

Hertford,  ^  booMBbtd  nn  bet  gd^nemi- 
ge  gTufcdiap,  aan  de  b«vMtto«  Lee  en  un  de 
Bpoorlgnen  Qieat-Xoi^rn  en  Oreat-Eaetern, 
heeft  (1910)  1083  inwonen,  8  kerken,  weAron- 
der  Bcb  de  HidnMiEkert  maï  een  gedenkiteeken 
nn  Bom  van  Vendam  benndt,  een  bnenbeoia. 
een  Latgnsehe  sdHKd  eno^  beoWn*  o>n(blüIee- 
leo  -vso  een  o«id  kaatee^  dM  tot  nanuigenb  dien- 
de vooi  koDMig  JctM  nm  Fnatkr^k  en  coning  Da- 
vid  Ü  va»  Sehoüand.  In  de  emBtnekeD  llgffen  Te- 
ts mooiie  babtenveiU^vM^  daanonder  PMwnanger 
lan  gnaf  Oovper  met  een  beroemde  eobiUerven- 

Harthft.  Zie  Nerthus. 

Hertkaver  (Lwxtnuê  eermu  L.),  aldoa  ge- 
noemd j»M  de  gioote,  aan  bet  gewei  :ian  «en 
bert  beirinneiende  kaken  mn  bet  munetje  (to 
óe  adb.),  JB  de  ^rooWe  -ran  raue  inheonMbe  ke- 
«eraoorten.  Hg  u  mnot  sckilear^  de  dekaddden 
>z|jn  kastaajebnun,  bjj  net  WQtje  {rikiwart,    de 


Tan  ace  takken.  Hert  kan  ook  zijn  hMdloopeod, 
ïggend,  kiopend,  T«F>Jer  gehadsband,  geketend, 
gekroond  ena. 

Bert,  Vliegend.  Zlüe  HerUcever. 

Hertford  of  HerU,  een  der  binDenhnlMlie 
BTR^wlnmen  :vao  Engdend  wordt  begrensd 
door  Cwbridge,  Ëeeex,  Middlenex.  Baekingbam 


--   --         „  ,         ,  aap 

BedOoni,  en  t«êt  <¥  1699  T.km.  (Iftll) 
•ósA  96S  JnwoMia.  iMige  de  iMordel^  gienien 
loopt  een  bewreikedvai  met  lopjwn,  ter  boogte 
van  300  m.  doeb  voor  het  ovónge  ia  de  bmËm 
effen,  Tsn  tahöke  kleine  riirierm  dooraidden, 
me*  weide-  en  boowlHiidlen,  boonen  en  bodten- 
jrfaateen  bedekt.  LauBKniw  cm  veeteelt  zip  de 


gnwte,    irierhoekige  kop  is  bg  bet  mannetje  gioo- 

ter  (hn  bet  balsMbÜd.  De  gRWtte  «iBBeU  seer 
rtork  «I,  a.1.  TM  27—90  mm.  Hn  Vliegt '« iiTonda 
rond^  waait)|i  Uj  een  gonBedd  gooèl  doet  boeren, 
en  üakt  «nier  dü  bet  eakenaa(>  op.  Bet  wijfje  ia 
T>eel  kMiur,  heeit,  infdaaitB  Tan  Iwit  gewei,  dëcbte 
een  f>»T  Ideioe  'toOKen  en  hgt  hür  eïieran  in 
hotte  boomstenunea.  Deze  keTea  wordt  ook  Ftie- 
^end  hert  gesocmd. 

Herteactaedal  <e  in  de  wafienkuude  bol  atok 
T<ui  dm  aebedél  Tan  het  hert  tot  de  oogeo,  dat 
ie  Ton  een  gewei.  Bet  stok  wordt  i 


X  gespleten  zqik  ^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


am^TssoBETfBL—'s-mxiPXfmaoecB. 


besehrvTtiig  van  dea   hertesehedel   wordt  «ehtei 
het  getid  takken  geooemd,  lóet  óa  giespteten  dee- 

HertllnV,  Oeorjf,  TrqJieeT  tn»),eeaDmtseliR. 
KBttnbk  wvege»,<lea31eUn  Aii«wtiiaie48  ti 
Danngtad  geboren,  Btaikeitle  te  MSiichen,MnDRt«i 
en  finl9n,T(«tie<dbwdliiBi1S67«lBp>«roatKkweiit 
ÏD  BoMD,  «oildnld801xriteng«)m>oabo<wteeiMr 
^a^i  en  in  1682  geuwcn  boogkenai  &  HOn- 
efaen.  Sedert  1&15  mbüVidnahei  omiam  ii 
(feD  Rjjin^  MenMMn^  -«u  '1890—1^06)  ei 


een  ^k  iftKymtnau^  iroonlTDerdeTa  <Un  paitq  bqj 
weUe  'mwt^Akeni  bertr^  l^j  tsu  1698  tot 
190e  «ptrad  «fc  twnttfcWiT  ta»dien  tfe  icgee- 
rifflg  en  bet  TatkaMi  in  nke  de  ^«ichUDg  eeoer 
k^ollde  tlwolc«iaelw  tmÊtmt  te  atraatsbur^. 
Hg  adweef:  „IbUne  imi)  FVrnn  w»6  xtie  Defiaur 
tion  <«■  Seele  bei  Aristoteht"  (1871).  „Uebw 
<Ii«  Gnnien  dw  iMdiaaiaeben  ïhtnreilUncig" 
(1875X  „AlbertOB  Ttt^atuf'  (1880),  „AjirfKMae  nwl 
Reden  eoriftlp»Utii«dieQ  ilnlutta"  (1884),  „Jobn 
Lmfce  ind  «e  Sdnfe  tcd  OarabrkdM"  iïmi). 
„Nktnnecht  and  StniiJpomik"  (1862),  „Kldne 
SehHttoD  mr  ZeitKK«diMil»  iMtd  Politik"  {\9dl), 
^Du  FMnzÏD  dee  JCatliolBaanus  md  die  Wisten- 
Mèaft"  (4cfc  dndt  >1SW),  „Angintpin"  (1902)  en 
„Bedit,  Stut  umi  OcsébchMft"  (1907).  M«t 
BSumker  gtett  hn  „BeóitTa^  a»  0«sehiel)te  dei 
Ftailosophie  des  AflttelaltMa"  <1€92  eni.)  uit. 

Bertor  (vao  her  ^  kgeren  tien  =  voeren, 
lageiaaDToetda')  oo^ndeo  Ó6  oude  Oermaneii 
deiweoe,  die  <uui  bet  ivioU  Tan  bet  ^8^  te  vel- 
de frok.  TomlM  noemt  ben,  ia  wie  bg  de  eigen- 
li^«  hoofden  dei  v^fkMtMnmeit  m^  koningeii 
{regeê),  de  bertogen  ecÉttw  )eg«nMnvoail»&  l^n 
de  OArmaanaebe  etunmeD  m  de  VtlkflTeitmiw; 
voate  wocwpliMitnen  gcknaen  baddem,  Uernn  os 
OTerwinoeiKle  faerUwea  onMsbootden  vao  biui 
volken.  Ia  het  rjjk  'der  ILoagobftiden  en  FiMkken 
«xeidNi  ook  kcfHnUSke  bMmfctwt  met  dm 
van  bertog  augcBteld.  Deien  h*ddn  de  leehten 
en  b«T>oe^beden  'ma  een  grut  dwA  over  een 
uMnestnitei  g^Ned,  om  de  hiMfeTenledigiaK  te 
TeAetwen  en  dra  landvrade  ite  toodbuveo.  Toen 
bet  Ifeivriii^Bcfae  kfnagaéhap  in  verval 

te,  kieseQ  die  bertogeo  w<*ka  giootwre 

digbcso,  en  km  geediiedde  faet,  (bt  reedt  ixHfer 
de  lutate  Meiovingen  de  faertoeen  in  B«erea. 
AMemBUMS,  Tbiringen  en  Fnei^d  «rfe^  re- 
eeerden  en  pcwjnmn  deden,  om  aacb  (maAianke- 
Igk  te  maken.  Dafathe  «tpeefden  Corsl  de  Qrao- 
fe  en  lÖD  oprvidgers  erour  de  tcauftA  der  ttedo- 
(KO  te  Mfieriien  tn  taan  aantal  te  venniiiderea. 
Onder  Bemtrik  IV  kngen  ethloT  de  berl«g«n 
we^  <wteB«D  giOfMi  oodn  de  voeten,  Modat  toen 
nhhwiff  Mvei 


«1  steraak- 

e  kUMmi- 


1  DwtHUi 


1  bestogdoo 


nea  beetondea, 


dóór  erideefaKen  vao  hertoge- 
^ke  Eoiun  en  door  de  TCdieniDg  vm»  voraten 
tot  bertogen  nieawe  beitoaiottmea,  <Ee  Ibtei 
fioftMiieii  soQvCfeinileiit  vieiciegaiï,  terw^  ia  de 
nóeit-Qenneaaicbe  kmden  de  etr^  tocacben  de 
bentogen  es  den  kmiiig  joiat  bet  tegeiwrerge- 
ttetde  g«v(%  bad,  ikI.  db  «eraadeiiog  wn  bet 


men  mmi  later  de  num  grooth^togKhro  vetteenii 


ÜD  Bn^^daod  en  de  BanaanaBbe  huAm  duidt 
tegenwomdSg  de  bedugeigke  wmnïgbeid  alecMa 
het  ItdinaatBciNf)  vao  Sea  faoogcn  adel  Mn,  ki  da 
GeniMUMehe  hMea  beateao  itog  vele  ugeevuide 
bertogeo. 

'■-■•rtorenboccli,  een  «aokeente  in  de 
HaFrinae  Noord-Bnlwtt,  3867  H.A.  sroot,  met 
96  084  iovonets,  woidt  bcRiwad  doM  de  geannn. 
ten  Bngcieih  Smpri  e. ».  Boamaba,  Dongen,  SL 
MklüdBRe^Kd,  Tncbt  en  Enjoivooit.  Tot  de  ge- 
meente bebooren  de  stad  VHertogenboeeh,  bet 
dorp  Orten,  bet  geiiodit  Oermn  M  Henren  en 
een  doei  vun  de  birart  ffiDtfauc.  De  dinviale 
laodfaodem  woidt  door  de  Ovnand  oi  de  A  dooi- 
snedea,  die  zieh  hiei  tot  de  DieM  Teieenigen. 

's-H«rtonnboach  (me  de  pia«t)  de  faoofd- 
ykaba  van  Noord-finfaant,  £fft  aan  de  nmen' 
ttoeïM^  vM  de  DDmiMl  en  de  A  tot  de  ïüme, 
tflornl  de  Zntd-WSenMnatrt  en  eenige  taÉian 
der  Domoiel,  ook  Dkse  ranamd  huc  downn- 
den.  ^  bent  verecbMHte  bamia,  moiJn  d» 
Breede  en  de  SmAlfe  Hamn,  de  Butteidwren,  de 
oude  Spoor wegbaiT  en  eo  de  neeuive  Spoonregfak- 
ven,  eo  is  door  epoomgen  met  I^jpaigen, 
Utreabt— Ain«tMdam,  Lagë-Zw<iawe^  'nlreig, 
Boxtd — E)iadiMv«a,    en    dóoi    tiwnl^n    m«t 

tOtMfl 


ligeogeeticbt  Vooibvg  \ 
door  de  etad  loopt  een  pMnteatncL  Het  b«fvi- 
kicRBCJileT  bedroeg  den  lotem  Jaouari  IftlS  raim 
35  000  jrielen. 

'D«  aVed,  <&e  Inng  tot  de  ataikate  veetangen  van 
bet  iamd  UAxiotAt,  bati,  vwh  toom  qj  UiMieD 
hui  voormaKge  veatingmmen  geltgca  ia,  «en 
oar^<^maHg  améiaekige  gedaante.  Ak  ba«r 
vtmaÊMt^ne  pl^ea  oooeten  de  in  bet  aéddeo 
der  at«d  gekgen  Ifartit,  de  ParadeplMtB  en  het 
EmmHMn  geooentd  woidea.  Het  meifcwannfi^- 
ste  gehMw  van  '»3ectageEÉ)oa(li  ia  db  hr  Ooti- 
aeben  s^H  eefamwde  <Mootie-  et  St-J«n^«fc. 
Reaih  in  het  iMÉst  der  lade  eemr  etond  bier  ter 
p)ki.tee  «en  keik,  die  de  eerste  St-JenAofc  van 
a-Hetl<igBiAweeh  «as.  Zq  «wd  in  1280  difOT  een 
tweede  SL-lvoAaik  iiemiigisn,  weft»  l—tnte 
keik  üt  1419  doM  een  grooten  ixaod  tow  een 
^deó  deel  venroest  irexi.  Zq  werd  daarop  ie  de 
jaren  1419 — 1529  adiooBW  dan  ooit  hMbonrw^ 
en  KM  totetMM)  dedanie8t.-Ju^»k.Da«r  deae 
in  de  1'Mie  en  Idde  eww  oeec  v«r««attoo«d  iranv 
«end  in  1860  ep  initiatief  van  iotmne»  Z%^§en, 
iflfftatüMebop  wn  ÜUnefati,  en  bieeehop  ■na  '•- 
Bosch  een  cooaniaeie  gevonn^  Ae  gesteund  donr 
bedragen  vao  lijk,  prnwineae,  «Unt  liiadMn  m 
paitioüHeTen  het  roafMiralieveik  daaima  4er 
iMad  nam.  De  kmk,  Ae  1 


5  m.  boogi^  wtut  met 


iêm.  50  m. 
net^Mff  tal- 


at*  keri»B  V 

je-Hervennde,    een    WwdMbe. 

Oca«lonne«t<de  en  een  LDtbasdie  Kerk,  ateoede 
een  nnagoge.  Andem  liiiamiiMii  gébtfrwwi  rïn 
het  SUdimia.  faet  OnncciHnieDtagebovir  bet 
HKMiwegatatiao  en  bet  g«boa«  dei  Hl.  L.  T. 
Broedenchap.  Man  vibdt  er  «en  gTranaainm,  een 
T^  boogere  hnrgerechool  met  vqFjarigen  eur- 
BDB,  een  ËooinklqjkB  aehooi  -fKm  nuttige  en  beel- 


DigilizedbyGoOglC 


'SHERTOGENBOSCH 


De  Noorderkruiitwuk  der  Si.  Jaoskcrk. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BÜBBPOOiBiHöOeCIH— HBiffrWK. 


:  vooi  oiHicDirgKn.  Bet  ^««TJBeiMl  Q«- 
Ti''H~^^  TOOT  taiMtoa  en  watuudianMD  in 
Ibord-BntMAt  tod*  te  'ft^HeitoeeaboMh  em  bi- 
UiotlMek  «n  «en  nnneaia  ioornMn<4qk  gtm^ 
MD  ^  mMhiedndt  uw  dfc  pranteeie.  Ook  ofi 
brt  steAoift  via  vendiaende  oudbedw  en  u- 
iue  mvkiMidigfadAeB  te  aen.  Het  «twddök 
anÜef,  b«t»alk  eUui  bsMud  wotdC,  ie  bhi 
bcfaogsqfc.  Ook  lut  1^  herit  t«  '«Aatwen- 
boMli  een  belaagrök  méSet,  het  oad-piaxinaiul 
inUef,  d>t  bemud  wordt  io  een  «bmteQft 
gdvNiw  uaat  bet  Oovmaiementigvbainr.  De 
Bted  ■•  de  aatti  •na  een  goteditabaf,  nn  een  u- 
I»  11  ilwiiie  I  !<■■<  1 1 1 1 1  n^i.  Tin  een  kutteogeie^, 
»■  aes  mittliire  M»Jitie  at  «en  Reed  -leo  berocfi 
vooE  •!»  Ctoeerdhiwret.  lien  lindt  er  <renler  een 
giooi  gunafviii^^biMW,  MtqtK  fiefdHÜ^  ge- 
.u^.        .  .         I  knobkH^gengeBtKht  en  «en 


„       r  oau  4e  oudntie 

eiscben  dec  meiUMie  w«teiMehap  JngKüAit  ia 

De  T^  goede  «rtw-  en  i»orwicgea,  die  '«-Het- 
iagaitOBA.  bent,  heUtm  bar  tot  een  ifaUe 
maiHphiiti  goneU,  tvnil  ét  v^yvrhM  te- 
i«ne  aeei  briug^  ie;  er  qo  oa.  ngMeahbne- 
ken,  boelo^iAhw|ftt>,  edpenf&biiAen,  Uertnoa- 
weiqeiis  rijttagUüiekwi^  Mirieken  toot  kunst- 
botv.  QeeeébmMpmèt^  keriatewfen  enz. 

b  de  «e»te  bmk  der  imafide  eeuw  trof  men 
ep  de  pkata,  wmt  tfiajie  'a-HeitogeDboseh  ligt, 
«efl  dicM  boMh,  in  wdks  wlinheM  aMi  hetdup 
Orthen  bemnd.  Hertog  Oodhitd  UI  liet  in  4lat 
boidi  een  Jndithnie  Ëmiren,  iat  duur  nedi  in 
1 170  stond,  en  door  a^  beMheimiag  onltirikkel- 
de  adi  om  dM  JMlitbaiB  wet^a  een  atai  d|e 
omI  jn  Uds  tocnem.  In  den  TMbUrann^u  Odt- 
Iw  tad  de  <tad  seer  wed  fem  baeBeiuKen  te 
Igdek.  fiur  bcdaagï^kifee  etmtegiMie  figsmg 
WM  onank,  dei  nie  MMhgen  dn  ataoMcteQ 
op  de  veeüng  befso^  weiden,  die  editK  ten- 
gerolge  *mi  Ymu  funetige  ligeing  *Jle  misltA- 
teo,  MM  pitee  fradertt  ffeiidnik  hMT  «ta  162» 
DK  een  hupiuriy  bdeg  tanian.  Io  17M  w«Ed  zg 
door  de  EwieelMn  betegeld,  ma  wfe  zjj  itaè  d« 


tober  fMD  d£  JAar  moeat  «wngmeo.  In  1314 
wenl  q  doer  de  ItataeD  en  eut  Baotal  buw  io- 
geieleoen  in  den  nAcfat  iMi  den  25»tM  op  dan 
aMeD  JaDoeci  op  de  I^MMdien  bercv^d. 

Hcrtataooi  fHyperiwiBi  L.)  n  de  naem  ntn 
éen  phutengntaé*  mt  de  taaiKe  der  Bypm- 
eneeeAt.  Het  endeisehudt  üoh  door  een  5-dlee- 
Ugen  keik,  don  5  btoenAikdereD  en  door  een 
met  Ueppoi  openspringende  deoerincht.  V^n  de 
WJfcnHwAf»  eooften  vamdden  w^:  doorboord 
herUhooi  (B.  ferhnOtm  L.];,  ook  8t.  Jmikniid, 
gebaita.  Het  bodt  een  stqf  cmeiieliten  eten- 
gd,  laueefrvonnipt  wei  nitee  kelaladwen,  door- 
Bcbgoend  giÊÜ^fMe  nedenmi  en  heUcr  gcèe 
Uoenm.  IM  de  HeiMuxAnfatigien  io  ons  bod 
beliooren  iwder;  MoertuherUKooi  (B.  helodei 
L.),  Ruig  hertthooi  (H,  hirtutunt  L.),  Liggend  B. 
(B.  kunuhuum  LX  KatMg  B.  (B.  quadratguhtm 
L.)  en  enkele  oitdere.  SonMniae  «oorten  worden 
als  ueipl^nten  aangekweekt  Ben  fnaie  aieipknt 
met  gTo<riie  g«te  bloemen  en  een  groot  aantel  meel- 


dradea  ia  B.  Bolyewun  (Orootbloemig  htrtthooi). 
De  fenMeideruig  gesehiedt  door  atekken  en 
veideeling  der  plakten. 

B«ltsllOOt&.  De  tKmw  Tan  hedibn  komen 
in  "rde  opaécUat  owreoi   met  Iwenderen.  Van 
die  Juuene  TamanfiiBt  men  meduAeii  e 
"  i^  yooiwuifti    ~  "       "^    '    - 


ge  olie  at  tmin  geklourd  köadm 


gedeeiiieUk  ia  i 
wt  edtmaMt. 
boota  «ann  tm 
raten  in  gtfcrnik. 

H«rtwlc,  Karl  Beinrieh 
uteB^jkatSeje.  <>bd  lOdrai  J 


tUn;  in  1826  ieenac  en  u  18B3  oioteaMw  un 
de  neartMnÖMtMMl  Üe  Bei^  wwv  bq  den  IBden 
Jul»  1881  overimd.  EBg  adveef:  .3eMrl0B  ns 
nahem  EemAna  dcc  WnttnóÉlteit"  (Berii^ 
1639),  .Andbndi  dec  snfctÏMtMD  AnneimiUnl- 
Mwe  (Qr  Tierbate"  4188^  5da  Oa^  Leipeis 
lara),  „Pt^tiaelM  HudbMh  dec  Ouïnigie  ffli 
Tierftnte"  (Beijgit  1860,  Sde  druk  IdTS),  „Ta- 
ufaenlmch  dw  gteeamCn  PtefdebvMfc"  (Beldgn 
1351.  4<)e  dmk  1879)  en  ,Jlie  Eiiukiwtten  der 
Hoiufe  und  denn  BeikB»"  (Be^  186»,  3de 
dn±  laeo).  M«t  OwU  r0d««e(de  bq  bot  Jb- 
g«Ht  FflT  die  «MBmte  TifvlMÉakiBde''  (1635— 
1874). 

Bartwlr,  Otluir,  een  BuèlMh  aiMtoomi  den 
aiaten  A^  IMS  ba  Fliidfteng  tii  FranUort  ma 
den  UMn  géhacax  ahnfoenüe  te  Jena  en  ZufidL 
Oodunnde  löii  stodiel^  bad  1^  akfa  woivl  be- 
"■'     *       "oaüka! 


paaldbq  de  Teigel^iken 


itigd» 


gigg  hg  ak 
MB  aioraêtenr 


gewoon  boogfaewiaT.  ii  18!  „ 
«lodioig  naar  Beg^n,  waar  h^  UfreoB  a 
word  VBb  het  — »^™aM*i  JtÊMtaut.  ^  Hucea: 
„Baitrïge  znr  EeDuttrie  det  BHdoDg,  Betrndi- 
tnng  vod  TeSni^  del  tieriedien  BéeB"  (1875), 
„Dan  PioUttn  der  DeJHMhtiMig  nnd  der  laotoopie 
des  Eiee,  eine  Ibecrie  dn  Vwefbong"  (IdH), 
.Jjeiubudi  d«  EUrwkkeloBgaMBcfaaebte  dei 
Henecbea  mtd  der  Wiibdtiere"  (Bde  druk  1910), 
,.Die  ZeOe  and  St  Gteweb^  QnBtfrOige  der  aNge- 
coeuKn  AnKtoinèe  nnd  Flnreidtapls''  («1.  1  en  2 
1393—1868),  „Zeit-  nod  Stoeit&gen  dra  Bk^ 


(1900),  „Die  Entwiddniw  der  ifiiohigie  im  lUm 
Mbihnndeit"    (1900),    .^andbveb    der    verb- 


oer bij  ign  broeder  Riehord. 

Hertteig,  Richard,  een  bioedei  tui  dm  ■nxft- 
gtÉtadt,  don  SSeten  SepBen^bec  1660  4e  FniiMlbeTg 
geboieo,  atixfeerde  ereneene  te  Jtmat,  ZuriA  <n 
Bonn,  (MOBMneenle  aldanr  en  «a«  nn  1873  tot 
1874    aeeistent  tn  Mm  StAulu.  In  katstgenoeind 


DigilizedbyGoOglC 


})iw  veatwde  bH  neh  te  Jena  aIb  piriivaatidocenit 
irard  w  m  1878  biitiengiewwa  hoogleenur  en 
hegei  lacb  in  ISdl  al*  gewocm  hoocleerMr  in  d« 
■oUoRve  nur  KomiwEbEvgeii,  in  1866  dmt  Bonn 
en  in  18K  lu»  HftnRfaeD.  De  beküe  bnsde^ 
hebben  onderfiebüden  w«t«n«h&f)pel#e  reizen 
g«dMo  «n  met  Hëdul  bomofen  zg  zkcfa  in  1671 
te  LesÉw  en  in  1875  op  Co«m  en  te  VÜkiiMi- 
M.  Tmnl  ondenmliteu  iq  bet  lemnratelMl  dec 
oodenitaalen  en  «eifemdS^n  e«n  léeinre  tfaeo- 
m  a>«w  IM  osMwn  na  het  n&UcMe  lóembbd. 
De  beide  bfoadoe  lemirden  ^cnmeBlQk:  „Ueber 
du  Nérvennetan  ntd  Ae  Smneaormne  der  Me- 
doaen"  (19^),  „D«r  On^niaiMia  oer  Mafauen 
md  Bene  HNÉiim  mr  Eeimiilittnllieorie'' 
(1878)  „StudiSa  ini  Biittertbeorie"  (5  attAken, 
1S79-H1888)  en  .UUCenMbaoeen  «it  M«iffa(*>- 
gie  nnd  PhT^tAWM  Aa  aeH^  («  stAkm,  1884 
—1800).  Aften  Mlveef  JiwAord:  ..Zor  ffiatokvie 
èa  SMnkxkn"  (ie7ft>,  „Der  Oig&nÏHiMN  der 
HMfiotMTfen"  (1679),  „ïka  Zoolog«  tan  Ueer" 
(IflSl),  J»e  AUSnien  dbr  Oh^neer-Expef- 
tim"  (1862-^188^,  „Ucèer  dfe  KonjngftlMii  din 
hthHoriea"  (1860),  „Jjebbwii  da  Zoölogie"  (Sde 
&A  19<tö),  „Uetior  KwnteUnnK,  RiditaiieekSi- 
peiUhhatt  lüd  BelcMUaDf  <nn  Aotinamuie- 
Tiun  mSinnü'  (186^  en  „UAm  phTWAogi- 
etbe  DegttientiDn  bj}  AetinoepÜMTJon  Eiehborni. 
N(M  B«Mdnmaen  stn  AetJialoeiie  der  Oe- 
HbirtMe.  Rntaduilt  tb  K  Boettod"  (1^04). 

HettK,  Hendrik,  een  DeeiksA  di^itier.  den 
SSMen  Aagoêtm  -1796  te  Eopenhafen  geboiea, 
ms  van  bnStietieebe  $üiom^.  werd  in  1817  in 
i^D  gebotfft^leato  atodnt  ét  de  nediten.  Id  1827 
tnd  in  bet  eent  aoooMm  biIg  dletatter  op  mOt 
bet  t^ml  „Hst  DwUwd  og  Haoe  tvnilie", 
d*»  dMeUk  Teel  bfival  Tond.  De«  Ti«il  tAAei  ia 
mtto  ten  derf  UD  bat  Uted 
(1808)  en  aao  de  nudetiüe  .,Aj^ 
m.  Het  Uv^el  „Oniu",  dU  hq 
e  Mde  vocagMode  tntgil.  bdiooEt 

s  Nng  tüöd  was  bg  oofce- 

eeiu  WIKMOOB 


in  Tsea  met  de  b 


„OjeunBseafcevre,  dfc»  poetfake  BlfwHei  ka  Pt- 
ndiïa"  (1880)  algemeen  opzien  haaiden.  In  die 
tvÏOTen  geaaiHc  bjj  de  «MkehraabeM  en  be- 
bmnpNièMd  dn  flwnurii|pi  teWeTkiHrie  en  let- 
terinnd^e  kritiek.  Daarna  dieed  b^,  «vei 
■oote  naam  hAomi's  Q«nAstfeger"  n  bet 


deed  bq,  Iriertoe  ia  aüwt  seeteèd  dmi  den  ko- 
tüBg,  een  leb  door  DnAtedUattd,  Itolil,  Erwlc- 
lA  en  ZwitHdaiiid.  Na  nin  Iwngfceer  te  Ktsen- 
b^en  wüdds  bQ  ^di  am  letteAnodige  bei«gfae- 
den,  wm  verKHgens  boeoleenunr  en  onMng  in 
1860  een  j/mrwtMe  no  UiCO  Deenaebe  iqMuL 
dev^  nean  dacr 


(IMl), 


„Nbcb  de  Lewto"  (16HI>.  „TcnietU"  (16^ 
.^Imr  (laSS),  J>n  Ugete"  (1656),  bet  pe- 
dicirt  „IVrfiag"  (1849),  en  raonl  ign  iTTènb 
drama  ,j!)e  doditei  nn  tooio^  Bene"  (184«). 
Zjjn  AnmatiMbe  8tnkt«n,  40  in  getal,   iqn  in 


1854  tot  1S73  in  18decleii  io  het  ii<^t  gegeven. 
Ook  bexvgde  hq  een  nilMra  ijmeT  Uenbrfiten 
vw  1657  M  1862  in  4  deelnn.  vu  ijjo  nanA- 
len  en  nnnaiB  vuiueSifcn  inj:  ,^enuii0ei  og 
TÜBtnode"  {lea»),  .jammitm  J«bnMB"  (T868— 
166%  4  dkL)  en  „Èrat^  €«  FonUUingec"  (18ö&> 
bemanoe  de  TeBbendKnnk^  ,J^a  en  UdeDlaaidb- 
raiae"  (1868).  Hij  (miieied  dKn  25«ten  Febroan 
18.70. 

Hartx,  Martin  Juliut,  een  Dinteeii  pfaüoloog, 
den  TUen  Afiriï  iai8  4;e  ^nimcg  ^boren,  stn^ 
deerde  te  Bei^  en  te  Bcawi,  f  eirtwds  Hm  >n 
1845  ala  pchnaMaoevt  te  Bedö».  *»i  Amd» 
een  ifetancbanitlöke  rea  in  he*  bniteoiaal  be- 
etooirfte  tqdeiBk  de  Ut^Mtie  aUeeüng  w  het 
padoioigBedi  eeccaUamiai  te  UBtfyUf  wenf  ni  1^5 
eenxKot  bcMgleera«r  te  QntÜMnn  en  iwtEok  in 
1662  in  die  betnUioe  naav  Bmlkn,  mar  1» 
den  22eten  SqitenAier  1665  omrieed.  ÓJMlncf: 
..SimnJQ*  Oapitn"  (1844),  .jDt  P.  NigMU  Figvi 
etocBis  at<]ue  raenbatf'  ^184^,  een  lenendM- 
seiiTÖ'via^  veo  Laekmmii  (1^1),  een  nMgane 
der  weiken  yêb  Unu»  (4  dB.,  1357X  een  tan 
dB  yiiiéiiiuBt  nn  Prüeiaiuu  (1655)^  een  nn 
OaUwa'  ,J««eUBa  iMoae"  fl«6a— 188S,  2  dkt). 
Mn  <«n  HonitMM  flSOS)  „Sehnllateier  md 
FUbHDom  ki  Bom"  (1656),  .AcuiMeee  mi 
Rténko  in  der  rIkiAcfaeu  Utmtor"  (1866), 
„^neftctfc  ad  eanninmi  Hiwatianactira  biataiaam" 
(1876-^1863,  5  Al),  „Ziw  EriiUk  tod  C^Beroa 
IMe  far  doi  P.  Seetiu^'  (1880)  en  „Oipaanik 
GeSiana"  (l«8e). 

Herti,  WilheM  van,  een  DutsA  diditt>i 
den  24eteQ  Senrttadm  1835  te  9tnt(gM«  g«8xni^ 
atndende  tie  TdUngen  ib  de  vöabegnerte  ra 
lettomL  begal  ndt  TOumlnna  naai  MttaMiken 
en  mtaa  lèm  lüd  ««n  dte  wtttleceokrinR  „Eio- 

kodT'.  In  ISSe  rand  b 

het    WOrtta  " 


■^, 


rËDMhnd. 


a  bowteesaar  in  < 
en  Hoogdmilaebe 


tie  UOndwB 
in  de  Oeanaafwcbe  ooAnd- 
1806  bnitenafliRNui  ra  in  1676 
derake- 
.  de  po^- 
teeboMie  beoMiin*  te  Mtecfaen,  mu  hg  den 
7^  JawKi  ISOe  oTCiiBedL  ^  Iffreada  een  bnn- 

M    „Oediehtir-   (ISSO).   de   «W  

,«LaoceM  nod  ffiaienn"  (1860), 
"      -■    "    (Bde   *ift    1880).  . 


Stbmben"  Oèe  dnk  1902),  ,3nider  ÜMneli" 
(4de  dnft  IHfi)  ra  niraaiMilillii  DiabbMom" 
IWO),  veidcr  veaCaCngra  m  JDm  BelandiSë^ 


18  Jalsh."  (1666),  „TVMtn  nnd  beiV  (8de 
dnk  ]«n),  „StneknanrimdL  ItoreSen  to  Ver 
aen  ana  den  12.  nid  18.  jJ^."  (2de  dnA  I«00) 
en  een  ntenwe  bmrciiins  lan  Wolfram  «m 
SteluHb<Kh'%  „Paninl'MlIse),  eiwMijk  de  ««- 
tanidMppd^  weriun  JD»  Wenralf.  Beiteaff 

Ehui^  (1872),  „Die  Sam  rat  Paninrf  nnd 
dun  Oinr  (1682),  ..üebei  dra  Nanm  LtnMeT 
(1686),  „Ariatotelee  in  den  aleiandiiniaBben  Vkb.- 
dagen  dea  HitMaUen"  (1600)  en  ,J)^  Smv 
vmt  Gifttoldehen"  (1806).  Btmndien  «^  Iq  ^■ 


DigilizedbyGoOglC 


aBBTZ— SmitTSKA. 


dagea  in  6Hb«f«  „UOiuihdMr  dichitatiidi" 
(19e2)  en  Hcjm'i  „Hews  MlkxAMMT  DMttei- 
bnob"  (le^). 

Btortx,  Heinrieh,  een  Doitfleh  noituuriniiiKKgie, 
dten  aSatlen  F«lnQ«ri  1857  «e  Ondbni^  géxrea, 
Btodande  wi  1876  tot  t8T«  ki  <fc  bottwinnde, 
duma  m  de  iwikptitnmrtf  t!a  Mftncten  en  Ber- 
^a,  ■mÊg  hg  Moatent  bij  BehnhoUx  wenl.  Heads 
tnb  Tofgeod  JMi  loslte  h^  een  {HÜnraae  ap  vmi 
de  «itrastnMmeD,  die  m  Bpinlen  ceiiMiiieeflnl 
bmnen  warAta.  Hq  promn'eèide  ki  1360  eb  ves- 
Unie  sidi  in  1688  ak  piiriMbihMent  te  EwL  Ia 


VOBÊk,    I 


tK    El 


388  ak  Min 
beaaenn  te 


.  all  iifnigtr  «»  Olautüu.  Si  1S87  en 
piAtaawidb  In  qp  benMBtde  pcoffran  ot«t 
'de  efedUMbft  ttM&Dg,  iniiiiM  hq  teveoi  aan- 
toonde, dat  deie  «leetriMbe  gtmn  deuUda  wat^ 
ton  TMk  temBkaaMdag  en  bnkioff  lolgea-  ato  de 
HcbMnfcn.  Hqj  advorf  a.a,:  „Uotermdnogen 
«bw  A«  Aiiabra»iii«  der  deidriMlien  Ki^ 
(1892)  en  het  meckmafdp  boek:  ..Uetnr  dk 
Ftniiai(nint  dn  H«ebMA  n  nenen  ZiHumm- 
huige  duseatellt".  Herti  overleed  den  laten  Ja- 
wian  199)  te  haao.  Zj^  .OnainiMMB  Weihe" 
vemshenen  in  8  deden  te  Leic^ifi  IdM. 

Zie:     Jf.    P/onell:,    HbIhiMi  ^rtz    (Leéndtf 

1894).  ^^ 

BsrtsiMiv,  Swald  fHedrieh,  gnaf  pon,  een 

PwiWanh  atwrtaBWB,  den  aden  September   1725 

te  LoCtia  in  AeUttar-PocnaMrai  «elnrcfi,  alndeec- 

~  M  Mj  tW)t  departMaent 

1  te  BaJJiD  en  b|  Iwt 


dkinmBa.  N»  M  Tencè^ten  Tan  iqB  tcAmi- 
MiBff  „Debec  Ae  emte  BmUfcenug  der  HmIc 
Bnaideaboig"  w«fl4  hj)  U  nu  da  hemimat  ma 
Wdteoeehamen  (ITfiSI)  eo  in  1757  geheim  aeave- 
taaia  in  ««MjkeD  &DSt  bq  BaKenJaadvbe  Za- 
ken. B4  het  illtlnnt«a  van  dm  ZenBJarisen 
Oodog  (1756)  bwMite^hq  drowroaaidan  .MA- 
nïNve  raBBoaiw  tot  recwmatt^fli^  dn  naatve- 
K^n  VBO  Wnderik  II,  mËd  vemMeena  «taato- 
awrerCariB  bq  het  departement  van  BviteidBnd- 
atfae  Zaken,  venaantel»  dk  ataabatx^ken,  aai. 
wün  m  1762  het  vtedewM^ag  met  nnriMxl  en 
Zvedea  en  sloot  dea  ISdui  FcAffoari  1768  den 
vrede  tui  HnbartAiug,  waarna  hij  tot  tweedan 
ataata-  «i  EibinetMiiïniBtier  wterd  beawanl  Ook 
nam  hq  ded  aan  de  «odertaMidriBgea  'met  de 
eeastaB  veideeUng  iwi  Peln  (17'%)  en  aeo  de 
kimatfe  met  OaatcBi^k  vra  de  Beieisdie  erfop- 
volging en  ondartedwnde  den  vrnde  van  Teachen. 
Ba  de  BticMBg  *m  den  VmafcdMnl  (1785)  ver- 
vTriie  hj  de  hoatML  Fraderik  Willem  U  [Ant- 
tte  hna  «u  het  hudd  van  bet  defMNtenMnC  van 
fWtMiÉMMMw  ZabÓK  nedM  hm  in  don 


viemaef  hon  in  doa  gia- 
hon  tot  oonKbr  der  lea- 


nad  van  Barbberg  namd^  (^  den  veUtoeht 
■t  dB  Hederianden  (1767),  in  bq  bat  ehèten  thi 

een  vinlnoit  met  Tm^  at  Polen  (17$9  en 
1700),  maar  toen  <Ue  vwat  bij  het  tcd&w  tmi 
neUmUdi  (27  Jidi  IWO)  een  vcnqgMode  in- 
BrfriUelgÉJMBd  betooade  jegena  OmteMiik  en  e«n 
Mdeelle  der  BntbeAa£ém  XAea  mo  Berlx- 
Derffê  bebear  (iotte<ak,  aam  deae  in  1701  ^  ont- 


slag. Toen  PriuMn  «chtet  door  d«  tweede 
TerpdeeCng  «an  Paltn  ea  de  ooaKtte  tegen  Fnuk- 
rqk  ioi  moeïÉ|pie  mnatand^gbeoen  Dwain^  bood  isjf 
in  hm  1791  den  kMiii«  ^  dienaten  sml  Den 
werden  «EgeweMo.  Etrtxhwg  orealeed  deD27ateD 
Hei  1795.  Aan  een  earijjk  kankter  ^aa>&  hq 
een  bowofMfcNBMraaHdiee  wenkMBaheH)  ea  lAa 
vanXat  dv  Acadnnie  aevordude  Iq  den  blocE 
dea  krttlemft.  Hq  a(tii«ef:  „Bettwhtangen  Ober 
daa  Bedit  der  BayiMb»  Eribtdee"  »1 7^,  „( 


pdHaqnee"  (r 

I,  maoaÏBatea,  e 


ete,  téifigéa  et  pdblliéi  par  ia 
oinir  daftwM'K5»-17»r(1780— 1791,3ill&). 
UUratmtr:  Knnwl,  Omf  Hertaben  ab  Uinia- 
ter  Friedricb  Wilhelou  II  (Berlqn  1900);  Frmm, 
Qraf  Hertabeig  ak  Gdehrter  mA  SdtriftateHei 
'B^^  1902);  8m^  SjabBm^der  piewÜMbm 


1903); 


aeacfcwdhgpdige, 
BaHeg^MRO,  >ti 


Gtat'  WO  HetÜbcw  'ÓaHia  {909). 
mr  fri^nob,  een  ~  ■ 


<hatn  J 

,..   den    IMea   Januari    1836  ta 

aAana,  itadMde  ddaac  en  te  LdMig, 
radvMde  van  19G6  tot  leaO  te  Berf^  tiflt 
„BiuMJidiiia  WkMbeidMh"  m  weid  ki  1880 
boogfecraar  in  de  raeióotaii  te  HaSau  ^ 
oTMfcoi)  den  16ifcn  November  1907.  Btrtxberg 
HtMBf  o.a.s  „GMtUcbto  GMnheDlaiid»  unterder 
BeiiMbtdt  der  BOnMr"  (1666—1875,  3  Ai.), 
„OesfiHdUe  Oriechenkwli  irtf  dem  AbatartaA 
dee  antiken  Lebena  bia  lor  GeoNwwt"  (1976— 
197»,  4  (k),  ,  " 


E  Gweiwwt"  (197ft— 
TwHdha  nnd  Bam" 


"  (lew). ., 


:   Balfe"   (1880— 


Raid»"  (1882->18»1). 
hiatoriaeh-luMgrafiaeh  dargeiidlT' 
(laSS).  „OMeladile  d«  9IUIt  Ba 
1808,  8  dkL),  .Die  hMoriadie  D(__  _„  _ 
Saaletala"  (1894).  Ook  vertaalde  hq  DwVa  .Oe- 
aehidife  der  lOoMftien  KaÏHMeatf'  (1685-^989). 
Bvrtik»,  Thtodor,  een  Ooateiu^kMb  B(a«t- 
bttiBbmftöödigQ,  dut  ISdni  JoH  1845  te  Boeda- 
pmt  gdNven,  Modeeide  aldMW  «d  te  W«enen  in 
de  nataarionndige  en  lethtagieteeBde  vatten  en 
««nJ  io  1973  toWeenoi  redMtev  vtn  bet  «taat- 
faniaboodbindU;  «odecite  der  Jf«ve  EMt  Pna- 
•e".  b  1879  BtkUte  bij  de  „WioMT  AflgvBMiM 
ZeitoK",  waarm  hQ  M  1986  booUHdaotear 
bleelOok  MUme  hg  in  1974  een  «DCoMia» 
wn  OMtnu^Bche  ataaHmWhonAaaidtoaa.  In  de 
wertco  ..WÜKoBg  imd  BMateT'  (19T6>,  .Die 
Oeaetce  der  HraSd»-  md  Soaaknlitlic"  ^SBO). 
.,Weaen  daa  OtMea"  (1887)  wïde^db  H  <In> 
TrttaadeL  Verder  tonnda  hg  nog  op  <fit  gAiad 
„Weehaelkvis  nnd  Agio"  (1804).  Het  alaaa 
Tan  mmten  OK  een  mengMi  VMi  mod  en  dvet 
beml  hg  a>D  ia  4)e«  inMmattMMte  WAnmga- 
pnJdem  and  desBen  LSanng"  (1902).  De  immr 
T«ut  bert  xnetsiM  «p  de  OoatMMgbadi-Hanmr- 
■Ae  ^Nxaianmi  ia  het  gwn^  gewKMt  v^a  Strt%- 
b^4  J>ai  PeMcmaiiparW'  41885).  Ak  henw- 
DM»  op  iMiaal  gebM  aeliiael  In:  .Me  Qeaatae 
der   aoiiaten    Entwiekehng"   (1986),    .Jfnlaiui 

HMisr  (10'    '  ■   — 


_  „Dae  PloilaDe  der  n 
bften  WïntMli&ft"  (1807).  In  waMUlaDde  at»- 
den  JOU  „Fuilaialiiiiiaiw"  gorerfSgd,  om  Rartt- 
Ws  JenlAeeUen  te  vvrwmm^jken. 


DigilizedbyGoOglC 


HEIBnSV>ElLD— BOtVOnUDE  KËRE. 


■•rtlTCU,  Eiletta  Dorothea  StOomea, 
N«dnfa>dMbe  dMfaterw,  den  14Aii  JoK  1667 
te  '»4>»T«alie0B  gobmen  «&  >»  htw  hm«l^ 
met  iaeobn  Bifmmu  te  AnÉMU  gmwtigd,  mu 
«)  )»  Jio-wwfcCT  IMl  OTertwJ,  ^Mtote  twar 
giMttuten  in  TOraaMfcnoè  jhhiockja  en  tüd- 
MbiilCeB,  sooali  in  het  liriÓlieUëeh  Jaarbodijt: 


ITolSiU 
en  Oeietting:  ,Ji]IUib  üe>ea*r  op  den  Snowdba" 
en  .^annjul";  af»>D<terlqk  Terechenen  ,J3oi 
rak"  en  ^«MMri  ISai";  in  de  Vaderlmd»^ 
UtUrottmingtn  a%3)  ,yPin^  dooJ';  in  den 
Almanak  mor  't  Sduxmt  e»  Öoeda  „Na  dea 
etorm".  Verder  nocfnen  «ü '  'fRoem"  (1 K9), 
3et  KctMf'   (l«Sm,   .Jfai»  Theresa"   (1801). 


«t    KCtMtf' 

e  aaiuwM^ 
taxgtn"  (1B68) 


i««a),  .JPofcö"  fl8S9),  .J)e  pri««- 
'  (1B68).  „lied  der  Ne««iin,  een  èw 
Tr^heM"  (ISSSX  ,4>e  nmBcfaN^Mlin^ 
USH),  „atmnmcD  in  anwen"  (1605).  .Ife 
hmcD  en  de  gcmnffene"  (1666),  ,3«t  tnon 
dn  bcMÉMmae"  (IS66).  „MuMmKun  Tm  Om- 
teiu-^  (186^.  meeel  iSe  JB  bet  Jaarboekjt  voor 
Redèr^ken. 
BertKivDn.  Zie  BoAiroeio. 
■•ralSiB,  ook  wd  Bnkri  en  J«rulrri  ge- 
beelen,  «aren  een  OermaMnehe  etan,   die  leei 


d»n  iH  tan  de  kwt  der  OoMwe, 
doeb  )ii«  itodtn  «g  ten  oo  remelMend»  plMit- 
■en.  Zq  warden  vtmeH  ui  beiir<meri  def  ge- 
w«*teB  nab^  de  Zwrtt  Zee  en  ak  nwl^vadfan 
der  Ooten  bg  hun  iirerf(o«hlci>  in  de  2de  aetft  det 
3de  eevw,  dbaraa  in  de  4de  eevw  alt  oodenmr- 

Si  «tn  Htrmaimek,  koning  der  Ocwt-Ooteii, 
n  th  TO^rfhigdp  ranr  ^tttbt,  en  u*  dieu  dood 
ab  bondf^euMMen  der  Ocfdfcn  bg  bet  vmiieti- 
gen  ?Mi  de  hee««clutai§  der  Boinen.  Ook  be- 
vonden sieb  Hemlere  bg  de  TolfceieD  He  tegen 
hit  «inde  der  3de  eeaw  drar  keteer  Maximiamu 
JD  G«Heil  wwdeo  ownnnaen.  Verder  (ntmoiet 
DKoben  in  het  begin  der  5de  eeuv  al*  metgciel- 
fen  der  SièMn  bg  haa  lanltodbten  iMig*  de  koet 
na  CUUI.  Ook  ODder  d»  beodvi,  met  wefte 
(Moospr  in  416  eoi  eiwie  nw^to  mo  brt  Weat- 
RoTOMmediie  üj^  bemtate  Bch  Hcmfera.  IV- 
gen  bet  eind!  der  5de  eeaw  iMBden  i^  beer- 
schappg  aan  den  ndddeiJovp  tid  den  Donan  en 
iroonden  lij  lutD  de  IlwHa.  £tana  TCidwjjnt  hna 
naam  ivt  de  geeefaiMfcnM. 
Barvé,  Florintond  RoKt/tr,  een  Fnnadi  or- 
'        ~        '      1  Joni   1825  te 


h  da«h  «odde  dimt  aeigiog  tot  de 
oper»,  werd  in  1851  k^ielmeetter  vu  het  ..Tbé4- 
tM  du  Falaó»  w^'  en  kmun  in  1B54  t»a  bet 
boofd  van  een  eigen  eeboowburg,  di«n  h|j  „Fo- 
lie* 'mneertantee"  noemde;  later  reranderde  Ut 
HHun  in  „Foü«e  noweUea"  en  ,Jo^è»  druutj- 
qam".  Id  leSö  g«t  hn  de  feUbv  an  aodeaea 
awr.  tnd  te  JdareoiAe,  MonlfiMmti,  Cairo  en 
Madne  «tedea  a^dieigeenfciDl8Wenl871  eon- 
earten  in  Ocrvenit  Garden  te  Londen,  en  was  verrol- 

f>n«  kapelmeester  TU)  bet  Eknpire-tbBailer  tUaax. 
'i  orerieed  den  iOtu  Nwrember  1892  4e  Par^ 
Bervi  ie  de  tAeppa  mn  een  sonat  bnrteeke 
operette*,  in  wA  genre  b^  een  leer  edgen  td?nt 


openbaarde;   voor  vele  nu  di«  weikieEi  ndueef 

S  ook  Kif  de  tckrten.  De  moeat  bekeode  zg»: 
'oö[  ixvré",  ,Ji0  petit  FaoBt",  ,J«  ncnml 
Aladin".  „M«wdl-  ^Üonilie",  .^Fla^b',  M 
ÜEoee  i  Nini"  en  4^  bmUeÜBi/'.  Tooito  adtreelt 
bg  oei  een  cMitate  en  eèótge  bifeUnL 

BMt«7  d«  Bkliit  DmüS,  ifoTM  /eon 
ÜAmi,  maiUe*  dP,  een  FimmiIi  HDAng  en  Mter- 
bw^ge,  in  1S2S  te  IVrik  gebomn,  ««nd  eom- 

_i_5 1   ,,^0,  (j^fj^  op  j^  wertWtwi- 

"-    ■     -874  bo« 
^  1876  I 


Puita  wt  1S67,  in  1671  boog- 
OaÜg»  de  FBance^  >n  1876  M 


en  OMilead  in  IflOË.  Zj^  hnoUweiken  i^n:  „Le 


enËBiiagBe"    fl«0). 
ragrieottan    de*    ChlDoia"    (1660),    „D*    roi" 
(l»5),  JBMoiA  de  1»  rtnthÉém  dana  ka  Dm- 


reliritnM* 

"  (1887)  en 


(1660),  „li-flM,  peime  da 
lue  ■£00  anot  oatn  tn"  (16TO)i,  3llM»ffn^ 
phie  de*  penple*  «truMra  4  k  Ohine"  <1871), 
^'  ■■  ■  "  (1885).  .Jjtooin 
de  Oanfwana  et  de 
l'itak  dn  MM*^  (1687)  en  „8ii  nonveltee  cM- 
Doisee"   (1692). 

HarrCT-aÜAiidui.  Zie  Cooki  Arekipel. 

HwtImi,   Pml,  een  FlHMrh  dnma-  en  n- 
DuuiKÏiiinTCr,  den  adm  Befitenabw  ]657  te  Neotf- 

iy-aiB-Seine   Mborcn,    mni   in    1877   r-" • 

gMig  Amih  in  düdoi 
1^  oatalae,  trien  n 
ken.  Zffi  eente  bo«£.  .J)M)«tae  ie  CXuen"  (1663), 
en  de  n%ende  TOndn  weWg  bjfeil,  eer>t ,  Jlct" 
(1890)  en  J^tnte  fwr  eu-ntoe*"  (1896) 
maakten  sim  naam  Mend.  „L'armatvK'^ 
f1695)  bdiudelt  de  wêOA  mn  het  geU.  Vmder 
noemen  «fl:  J.'haaoMi''  (1005).  „Lm  jmx 
mte  et  lea  jenx  \Am^  (1906).  ,4''Mpe  bonam- 
ds"  (1908)  en  JLe  pettt  dn^'  (1910).  Ab  tbo- 
nedechrmw  ia  aerneu  Dtmiai'  opfoigev,  miar 

tir«dMn  bcatMen  een  hoogere  kiwtwwle. 
■Anef  OM.:  .JM  p«<<e*  rarikmt"  (1692), 
,.Lei  lenaiMW  (1805).  ..La  ka  de  liName" 
(J697).  J.'4nieiM"  (1901),  .U  atnme  dn  flam- 
beav"  (1901),  znn  beate  «eik,  .,Le  déiUe  (19(tt), 
,Sje  réreil"  (1900)  en  .Aanaia-tei"  (1909).  Oj 
overleed  den  25Men  Odbber  I9t£. 


landBeh  Herroimde  Keik,  i 
tutsehf    KeritgenootMbap 


hetg 


ten  en  44  ?S  Tno  ds  Mfaeele  borcUng.  Hoewel 
q  in  ianertqke  thtutaó  Iqj  de  aodere  Ketkg»- 
iMKrtscfaaMiai  aehte—tniHi,  neeut  lij  ak  „GtooIb 
Kefk"  in  bet  keokelQk  leteD  de  belai«r^ri« 
dnatsin,  Dew  nwnpnmg  wordt  niet  ifcvn  door 
Laar  ledental  manr  ook  door  hntr  polilaAe  ^ 
aduedwi*  vertJaard  (ile  1).  Ztf  telt  10  pronn- 
«Hk  reiBatten  (N.-firataot  en  lürtNKgjracmen 
tewnaen  1),  benmna  bet  ileeaart  der  WaAdn 
OrmuBivée.  Deae  nn  veade«M  (onwm  1tfl4)  ia 
il    .ii__     1BO    .£ taao    2-1 i. _^ 


1640  pmïknBten;  bg  deoe  gemeenten  tlja  IS 
WuMw,  8  E>igdMi-mri>TteTiaaiwA«  en  1 
Scbotsdte.  De  leer  der  Sak  »  teriat  in  de  Ne- 
deTlai.dM«ie  O^ioaUaaideak;  hwr  CUmMv» 


DigilizedbyGoOglC 


m  da  BetddtMiBMlie;  met  de  5  laun«A  tm 
DnA  tartiMtB  t<eu>  ds  BMnoMtnat»)  vot- 
men  4  ik  8  ionBdevHi  im  Ben^ghd^  dfe 
MUdi  1*16  de  (ifBei«4e  mnddag  dn  Kok  ijjo. 
V«i4ra  barft  de  E«fc  btw^eBo  tooi  Doop  va 
ilii  (■rti^il.  kcmdiiemn  -m»  hntniHithni  wi 
pc«&uten,  owleiSann  en  dUkenan,  ma  tt- 
w^limg  TCOi  een  m&nfamug  in  dis  «moea- 
te.  In  gininx  fow  den  nriEMns  ^jD  de  Hcf- 
vOTmdt  PnIbwb  (I77S).  BiMm&ebe  Oennnii 
(1806)  Vü  V«ttc>Umw&  opde  Snoig.  Qeao- 
gro  (1866).  i«i  de  RjjÉB-UiéNraitoMBn  bdrft  qj 
te  uans  «  k«iM^«  profMMim  om  oodtrwöe 
te  «na  is  de  lea  en  bat  lecM  tui  de  Kedv- 
luaadi  Herronnde  Eeifc  en  d«  prwikMiteii  te 
Tionneik.  De  k«sk  want  tiaUwird  naw  een  Alge- 
mwn  lUglMMat  im  16&2;  ^  beeft 


I,  op  de  b 
fcwtdCto  goederen  eu. 
1.  OnUtaan  m  yoJÜ*dk«  lotgev^len.  De  Mge- 


Kit  na  de  Herronoiiiff  i 
Mybe  N«dn)udn  gaJ  ■ 


e  NoordtBike  en 
t.bet  ÓïnnieaM 


epoaig  bet  wrenndblt;  laet  oquiMeKte  wfa  fei 
een  hert,  die  in  Uïl  faM>  eenrte  natAonale  er- 
mde  faidS  te  Eknda.  Bnde  in  UOe  mc  te  We- 


Ant- 


„    .      UMnlpiNaNi} 

en  in  en  bvatm  Ncdniutd  ■UeeAe  T«rat«Mid 
qjn",  om  ngelen  nel  te  stellen  *oor  den  wel- 
•tud  do  kMten.  Umi  is  1571  i»A  de  eig«n- 
1^  eovtètneenDde  mode  plMte  kui 
km  der  btUe  tdm,  Ae  in  de  N«d«riM 
nnfees  wefdea.  Nven  en  tariotig  ' 
dni  wt  TOMÜiMé  'WidWlie  ei 
efbe  beim  m  de  BMtodeB,  VIm 
««■pen  <n  NoordJmeriHld  mren  unweü;  de 
wJeB  b«ddn>te  mMvdniNid.  De  NedaibnMM 
gcfeoUMijjdeiiü.  door  den  Vasieeften  mAtost 
flwito  ie  Brie  n  H>6I  qpeeiUl  wnd  tli  tor- 
mnMer  m>  eenliedd  MogcnomeDi;  mo  oA  St 
PM^terUel-^iiDdble  ïeirfamtling  (»»  ge- 
BOfsaa.  omdU  de  pverinten,  £  i.  ondesinf^n, 
gnx^ra  irniMd  kregen),  die  de  Wulaebe  g«- 
neendra  in  goneeBten,  rieawn  o»  synodBii  M 
ligedetU.  Deic  kert  soinA  de  beroMTMdittng 
"ran  de  SUten-OetMnaï;  ^  hebben  „den  goeden 
%eltfe«i  «1  de  TCnrMMrtfog  t«b  de  i^iraAte, 
"nMM,  ebtMM^ke  stMonnecaoe  KMgie"  toi  bu- 
te  genonten  en  «indelnk  in  1651  Oft  de  Oroote 
Temderiag  de  Nedemndedi  Hwvennde  Kék 
ah  de  iMr«  kcrt  «u  bet  Nadnhndeefae  mft  er 


gen  der  pmttautcD  in  etaden  en  dorpui.  De  i< 
gveriae:  ettcMte  bMwe«boho  ter  opMcGag  no 
piedfcmten    te  Lefdeo    {16K),   F^nAeo,   Qto- 
neven.  ütnMbt  en  Heideaxrgk  {IMB).  Ook  bet 
-nOndhocêonidenJie    "     * 
fen  d«D  Herramde. 
BUten-tieMCMl  Uomd  de  palen  der  bn-k  weid 
--^ ------  *).  Ook  werden  kngutoerixaid  itute- 

.„_ji  aMeen  reiKtoveD  aan  belijdiere  der 
OeMnktfaebe  nligK. 


Omoot  de  keik  &Utae  de  beroorieiMiig  lao 


het  tlwMaatiecb  ■  . 
Hch  bcMNwdkg  y»o  des  Sltat  atoeat  hrieo  wd- 
fKTONeOk  De  luunHue  regwraig  ntoAü  naer 
GeceJiiiineeid  begnM  geen  nadit  oJtoefMten  b^ 
benoeming  vu  pre<ttant«n  en  oodeiÜBgen;  q| 
beeft  dnt  niot  deen  taeifaMldd$k  goima.  maec 
weaUii"     • 


takoede,  in  ]«lfl 
TaBtffeateU.  DeK  berturde  ooU  *ehta  n  enkele 

eo-vBHaee  —  «ent  in  18l£  ia  ei  voor  de  gebee- 
beik  Mn  toeifengeCog  «uAneteU  — ;  Zeebnd 
had  een  steetekHkoide;  in  leidBn  piofiineiieB  ^m 
wijng^sgen  m  de  keifeoide  ungetneebt  door  de  - 
ieg««ijig.  Sto  embeid  sAnaf  Ud'  en  dukde- 
een  uit  en  Set  de  TeryÜfcliaaKeii  dei  kerinljike 
beetnien  dooi  genatMigden  der  legeeiÉv  d^- 
wmtat,  dBe  de  htaaaiiMayMKen  Vfn  bepeJofa  on- 
der  wespen  krann  vMfueden 
.  Op  b«ti> 

BjM  b(«MHHB  A  fa  I6S1  ft 
Maeke  Mfaolen  der  Tenerigid 
lerdcK  madiiBBalèed  ioKvmrd;  In  VtTS  «el 
nieuwe  FutadM^n^  &k  doldfe  iq  net  meer 
Dt  miadiir  mimie  VMene  ta^gwaooteAaii^^  m 
wneeene  aan  vryiBabeca  bcMoemuv,  teiwu 
aiit.  86  Tan  de  NéderieBdeA»  OdooïtbeÜdBiw 
haai  de  nitroeiing  van  afie  algodeii)  en  valeebeii 
gvdetfienet  M  plicbt  stetdeL 

In  bflt  ]MArt  der  18de  eeuw  hteeg  de  bevoor- 
lecbte  pointie  der  beembnede  kerfi  een  oawddi- 
gen  senok  dmr  de  atMting  der  Bataifccbe  npn- 


UÜKtedw  leoa; 


oa;  de  gwaMjwe  goedievon 
heaiA  leeUaMn  en  in  'a  la 


(e  nnn* 
weaoen 


gen  r-'"~:  maar  oek  aaa  p>«ikanteD  van  a»- 
denenibgemalMbafipeB.  Kedyfawwen  en  paa- 
«orieto  wwdien  dfteataan  aan  dé  geaHidbf,  die  in 
een  atali  of  darp  de  maent 


letm  Uef      „ 

tMKuKk  enende  kerk  ward  oen 
fat   1815 


de  keifc  werd  een  bettemnntaehait. 

Am   towtaod  beatenfigd;    io   dt 


roet  de  baroarredÉ*  povüe  i 
NedEffaflwcii  Heommne  K~ 
atiKn  Heef  de  beik  mU  te  fi 


wege  nMC  dan  Mtdere  knnkgwwnteehajjpen,  dl» 


Tan  t^nibtkiiiMii'  betttkenH 
gieweeit,  d»t  ds  kmftig  bam,  dm  benadde- 
Mnff  van  een  jiirwiitT»i4iPfii'n«iiwii»fai|  mn  een  al- 
goneen  reglement  voor  bet  beatnoK  voona^  (W 
in  1816  ie  ingeroeid.  In  drf  re^ement  m  bet 
beetnnr  der  kerk  geetiiitnliee«ad.  Kwi 
vroeger  kt  Awaede  Tergadeiïeagei^  , 
i:;iKpdMi  «n  een  «nbele  waui  ta  een  Mttkmde  i?- 
node  bgeen,  wier  a^eman^deo  Ikttena  opnieDw 
mkmen  werden  —  die  dei  pwitetkiü  ejwxfcn 
dom  de  itiwa'iiili  TergHderingen;  die  der  nfttio- 
naïe  door  de  prariDeiek  (Ttuden  —  en  na  af- 
loop dei  TMgaderugen   door  defniteiten  wienfen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


voTTAiigeii,  nu  TCcridNi  de  proitkiicUe  ijOMfen 
ca  kwanKn  er  ptMincbJs  en  tjBoMs  bestomn, 
VMtf  kttni  VMHr  bcih|p  jann  ^'^^^^  'bMuev-  Zq 
ircnlcD  An»  dra  kooing  MnenHnen.  OA  wer- 
dra  A  lUgadwiDgeii  dkc  DHtuHBB  drac  m- 
TotMUgiBD  dn  t«0Becing  böamnmnd.  Dit  om 
mkto  omoratte  en  d>  oaMUtüsg  d«r  itMl- 
hMHiK«%c«a  aMU«  mÉHMtttie  det  beit  Id 
T662  en  1868  k  de  bak  nwt  Terlot  der  i^Miteg 
«c  to«  oncigegaMi  rtoh  kH  te  nggMiwarra.  In 
bet  nMnm  raBtement  Ue«f  bet  be^iBMl  na  be- 
etnnr  beüdloe,  ilL  eu^ktUKdm;  mmr  de 
Slonnde  wjaaB^iaf,  tmi  dan  iteal,  ie 


wOTiv*  w4   MpMe   1 


i  wrdween  ift  181 


op  dB  keikwMi^dijen 

2.  leeriUUige  gw^iedemt.  De  NsdeilHubeha 
<MMC^j^de««  ■  ^h  Kli  de  gv^^  wi 
dB  NedonMMKn  Hcvfonnde  Kent  Befafewi.  ui 
I«ie  e»  1619  ia  <9  de  NaAwIe  ^jnode  t» 
DmAreefat  'de  ■^«B8«  ditinAicAlpdaer  taraitie 
ifwqUngco  der  Beenonatweiteii  gtliiiinffwtit: 
MXKtMn  «Ucn  ds  8  iotmidtaieD  ima  BenigtMid 
{me  bvera).  Ia  de  lilde  eeuw  heelt  de»  leer  het 
keikelffk  teren  briweneht  VmHiu  beeft  tnu 
eiiKiutM:  tdtanniU.  Wel  kwMn  nuat  hen 
Ooeeejuê  op  (ife  ftMiar)  met  de  b^beli^  t«r- 
bondWberfogie,  wian#t  een  ngec  faooffag  te- 
gemmei  de  ZwidigeiBuifcig  TOorbiloeidei 


kï^  «eiiit 


teereMBgbeid  en  geeütegjtt 
bfnden  Tereenigen,  TKBeten  ii 
keit  en  itiebt^n  «en  mneeKte  nn  lAtTCtfam- 
Mn.  Tn  bel  lentit  der  iaie  eeoir  deed  bet  nMa- 
lüüiiiii  ^D  vrloed  gewwicB,  de  etreoA  bclg- 
deoÉi  nwUK  M  hal  toaagevNMt  dtel  na  de  tedea 
d«  fatk  OB  *n  Mbtavroad.  Wel  irad  ia  bet 
_^ ft  iai«  imW  beeBpBT  der  fce*  de 

■  ^K  meer  de  oode.  lit  ,  ...  _ 
ef  ia  de  nfeawe  pmpoBMiirfoiaMie  Ten 
1B17;  de  kb.  predbat  bed  Ah  mortwui  te 
>«iUiiden  on  de  hw  effwecnfeomatig  Ocda  voord 
(dM  laagwr:  orenenbimende  met  Qod»  woord) 
te  ppedtten;  itUm  a«»M«dden  einditdMu  de  be- 
idde» TOor  aoovM  ee  Me<:  omitt  «O  twercMi 
fcwsm  met  den  BgbeL  ^  eerat<  paFtÖBirciepw- 
itag  fa««g  bet  ftjaimig  element  in  de  Orooia- 

£of  E>TuigefiadM  i%A&ig  (rfe  BraoRC^Uieben), 
den  Eetr  itidBea  bom  de  leer  (±   1830). 

B(t     ortlm&n    AmeDt   ii         

hnrfiten  onAx  de  teo^ 
ireUe  bewenw  heelt  in  16S4  een  gnMt  ira&k- 
mnt  int  de  Berronnde  keii  gemoeid.  Omatteeb 
het  aOdden  dor  .lAde  een»  tnd  met  SeMteaen 
Opwomer  brt  moderumne  de  keifc  bbmeo;  dur- 
m  de  EMoiBdbe  rtebfag  [rte  Etkitdu).  Sedeit 
^D  ftne  MttmtoBgie  fnvtügei' 


*?■■« 


_.  Huidige  orgmiitali».  ima  bet  booM  na  el- 
ke gccoeente  etaot  een  Kerlenwal.  Seelt  qj  een 
of  twee  pcedifcwoéea,  Aa  brfiutM  deie  kdrke- 
iMd,  nit  pTedifc«nteo  («.q.  acmMieDteDi),  onder- 
Itaigen  eo  aJelteMa  bertaude,  aBe  aabm;  i^D  «r 
3  of  meer  praSoaotei^  dM  travdt  het  Gollege 
lütM  in  een  BQMmdere  eu  een  AJgtmeeDe 
«r«Bd;  de  Bvsoódefe  ipmSkm^a  ea  oader- 


lingen)  beeK  het  beetom  der  nmeeate;  <Cak«- 
neo  bclibeo  de  utouuRg  an  i$i  eokel  aas  deo 
Kcaknaod  lekcofdfalalng;  Boim  ^ndea  ig  gtu- 
menlek  op.  Het  recht  tot  benoeming  tu  ondn- 


taotoa  beniat  t^j  <le  ri      ., 

reeote  (tot  m  toe  aften  mam»!;  ig  k 
recbt  aA  aWwleain  of  bat  owenteiKBa  aan 
dan  Eeifcetaad;  oin  de  10  jaar  mmteo  «  Bien"r«i 
ofoJKinr  bciBiiBD.  Wenaehen  ae  aeU  <lt  leebt 
nit  te  oefenen,  dia  kieien  ie  in  de  genMnten 
■net  meer  dw  honderd  ÉieaigteeAtigiBii,  M&ti 
aovTwl  ^lamMigin  ata  er  Man  tio  dio  K«r- 
beoual  ^;  deae  giemiaebBndéa  Tonua  dan  met 
<^  Eerken*d  bat  küaocARe. 

£en  Kker  aantal  geaneeafcn  Ie  lamm  voinnt 
een  doMtit.  Sr  ign  ^«onuMMa  met  6  ehntfea  en 
mindec.  Aan  bet  boóldi  «bd  iedeiie  daaeli  «laat 
een  dimicaal  beataat,  getoaen  door  de  tiiiaiciite 
Twgaiknisgen,  «Se  co  deo  ^aal^ll^wl  Woenaihg 
Tl»  Jnni  B  tedere  eborii  wordaa  gefaooden  en 
beetaan  nit  de  getaoMambe  pwfifcaatten  der 
elaiais  en  «en  sdijk:  aawlal  onierlinRen,  daar- 
toe door  de  keiËKMhn  i^gennardigd.  Ut  daaai- 
ctal  beataar  bood!  itoeahU  <(i  de  gemeenten  en 
beAeiwfen  ia  ij^  daBas;  dM  UMaeéht  woidt  ge- 
oeiead  door  pereaaaljjka  (ooi  dk  8  jaar)  el  aAiU- 
«eSjhe  kiericnoUtfe.  Het  TCigedeot  lèeamd 
'a  jaai».  Aatt  het  booM  na  de  gtoneenten  m  een 
pKnÜMve  elMt  bet  ttonnciaai  Eeikbeetmn,  dat 
gekoian  wordt  dooe  de  diaiAnle  nrgadBfóBgeD; 
na  doe  8  leden  tQa  2  pndikanteo  ea  I  ooder- 
Ung.  Nk  bestan  boadt  toaAoht  oe  de  ékminlM 
bertnrea,  beeK  bet  reoht  om  pradBboiteis  in  bet 
algemeen  keikecaadrieden  ireg«ie  waqgeibag  sf 
te  aetten  —  atlaxmng  kan  door  de  itaMiwli  ba- 


—  ea  «  belaat  met  U  en- 
mioeecen  van  de  oaodidatNi  tot  den  HMNffen 
Dient.  Het  kadi  8  maal  'e  jaar»  te  de  booU- 
ateden  dei  pirnfaefe»  atmen. 

Ak»  bat  boo&f  ds  g«bMle  Kerk  aUa*  de  Br- 
nodh  Deae  beeft  bei  o^MoeziAt  ea  oeAent  oe 


Zg'toM  19  gewone  teden,  IS  pAdEkaeUm  en  6 
Oudetüngen  of  oudoodetiBgen,  toot  den  tgd 
Tan  3  jinr  benoemd  dooc  de  peariaeUe  kedAe- 
etiireo  en  de  Waafajbe  eoaoMnlB^  d.i.  het  be- 
Btnnr  der  Waaleebe  gemeenten;  ^roaaat  'twee 
nn  de  MO  kerkelQke  hoo^eeaaren  ak  advdaeaia 
(ie  beUben  litting  naai  een  TialgeatcMb  nHafa) 
Ae  8ecnÉM4t  en  d^  Quneator-Ctoerial,  ia  't  g»- 
heel  28.  Naaat  da  Sjnade  Maat  de  dooi  haar  ge- 
kioaeD  ajiinMii  eomminie  na  6  gewnaw  leden,  3 


predm 

door  de  Sjnode  g«koaei%  bcoEmna  haar  pred- 
dent.  Tie»-preaident  en  aeCTetvia,  in  bet  gdkeel 
9.  Z^'  Teiindeat  tmemaal  'e  Jaan^  m  het  tooi- 
jaaj-  en  najaar  en  benSdt  de  weiiaaamliedaa  der 
SjDode  nor;  orennDo  imert  qj  nirt,  wat  baicdoor 
de  Sjnode  ia  laat  k  gegenn;  ook  oefeHt  ^  i 


De  T 


ittea  de  böaeMe  reAtwraak. 
of  iiegtemanten  dea  kerk  gaaa 


de  Synode  het  mmretel  naMUnn  of 
wjjdgen,  of  ia  sqn  ooMpnmkrf^en  Kotm  faaod- 


DigilizedbyGoOglC 


HEmvOKtmE  EBKE — ^EBBTOBOONG. 


289 


h»vm.  Id  de  beide  kaMe  gvrefien  wovdt  bet 
qigMODtkD  Mode  ptmiotMe  kNUiestniei^ ima 
leden  bn  meeiderheid  Tut  Btemnnn  ovei  saime- 
n^g  of  ramrei^ine  bciKawD. 


Bebeer  wij  of  oDd»  idT  gckoaen  Coeskht.  In 
beide  genJlen  MMlMt  bet  meertal  door  keifc- 
nngdeiK  die  gamm  wniden  door  notabeleD  en 
ma  èexa,  ifi«  iknr  de  ataiKereditigde  Mkmten 
tün  «Nfanen.  lAenDfidUff  ^n.  Id  het  baMe 
aknmlotai  bn  het 
!Q  CoB^ie  TMt  TcnM*,  dut  in  1670  m 
'  getredn.  iBet  woedt  gëkaxa  dcm  de 
tolkfp»  van  lionMbt-,  dtae  door  de 
'--  —  keikTooffdtD  en  Dotabelen. 
i  l£at  ( 


In  bat 


Ofege  1 


t  ook  ife  SjBoAt 


Sjsode  hot: 

fcaiMSke  gMderm  te  n^rfen;  ■odena  ontken- 
nen düt.  In  dra  (Benst  <fwi  weukte  gemeenten 
wordt  Toonien  door  (ingen,  onderdeeleaTUtfllw- 
ees.  De  Nederiencljdi  Henonnrie  E«Tk  bei<t 
niiÉfiiiibi  pnnëwiaie  vf  (fcamnle  wednwen- 


4.  Inwendige  UxtUmd.  De  bnéd  „ 
der  faerii  kan  enicet  mrden  begfepen  vÜt  hau  ge- 
»'*Mfc»i||  in  db  19de  eenw.  Hur  gmiÓBSedm 
aiode  161 5  is  er  een  nn  strijd.  9teea  om  timttooU 
is  bonenel  gemest  de  faoodMig  mn  bau  hDoeefe 
beatniT  to^aoiwr  de  bdj)dM*  dei  kerk.  Düe 


teer,  oHkine)  ia  Üe  3  fDoHdAev 


nwli  iBn 


t  oti90t  geir^iigd;  hmw  dooi  bmlintten 
jnoden  Hywie'.iiliMi  beUnn  beMnoioen 
getooóid  met  Uatoriadi  g«nran&n  tMatnnden,  hi 
OMO  ncbtisgeweteeliii  in  de  keil;,  rdmnig  te 
irtJtai'  bnoden.  TegenwoonUe;  *onlt  nn  predl- 
fctutMi  en  godedJenÉtoMJet  mi/Kim  edoA  de  be- 
tofiv  gtBhcfiH  dei  in  ovareeHDOKtig  de  begin- 
aélen  en  bet  karrirter  oer  Nederiandaebe  Hemwm- 
de  Keek  bet  BrangdiB  Tan  Jeau  Ofuvbu  ml- 
len  veikondiKen  en  de  be^jdenÏBTraeen  mogen 
aan  nÉanm  ndmMen  Jn  0Mt  en  IkmMmé" 
«nrden  genteU.  De  keik  hÜÊt  lidi  erewTCt  niet 
'  ^taig  bemogen  aondei  piotecit  ih>  de 
men.  In   18S7  kwam  ds.  Molenaar 


op  tagen  ( 
IkAUuÉ 


??P" 


aitolonmde  (se 


kwam  opniem  een  lAieE  bii  de  S^DOifle  c 
lonmilitteD  te  hsaH&BrKo,  OBb  ter  li^e  ie  g«- 
ïegd.  In  11694  ia  de  „OmJeseionecfc  TeTOsügio^ 
opgericbt;  oitgaande  van  de  gedachte,  dat  een 
ounsfcne  keiËregeerfDg  ak  de  Sjuode,  de  nu- 
wre  lEsc  ndet  kan  faandtaaTen,  ibeeft  i^  naar 
raDsganinatte  van  de  keii;  ah  laigs  wetUgen 
Wig  de  andk  Oecehnaewdb  kert  is  beHèeld.  ui 
de  <^  gicknnes  t^  oi     "  


proeft^  duw  de  ff 
M<xi«ele'  Veieenigteg  ) 


de  keik  wil  venamelen  om  na  ontbinding  der 
keik  oaneh^ng  te  zoiefeen  bg  de  Oewfoimeerden 
btriten  de  N«dulndBdi  Htmnode  Keik.  Aar- 
deren gdoowen  JD  de  mq^eflikfaeid  nn  een  vna- 
dig  samemnuien  dec  «eouUlIende  lichtdogen  in 
een  keik.  De  oiDgelükbeMl  is  nog  nirt  g«Mcten 
en  bet  middd  iM  gewodbn.  Sinh  in  A&SÏ  fast 
algemeen  itHncettat  «dot  Tertiitgnp  n»  kcske- 
raaMed»  ia  ingoTOMi^  ia  dB  ponto  der  Uote- 

nen  in  de  meeste  giootc  stodw  t^ — " ge- 

—  *~   Qobdieika^fiadUog  in  bua  geest  wordt 
"    -  joksp  het  p^  "  *"-"  - - 


hm  gDweigerd.  "--■  ook  n 
dm  T^dnnige  IMmaitoD  i 
HsiffaMniani,   vp  gnood   dat   bet   , 
booShaak"  niet  g«w)eg  i       "   ' 


tMbpfat 


acht  is  gent 
....  - .  jge  gemeenten  geweigerd.  Om  Hot  een 
beimSganden  toesInDd  te  geiwen,  ign  er  tooc- 
«tellera  gedaan  o.  a.  lot  keispehormiag.  Zg  ma 
alle  aigwwen.  ItHiia  boodt  nten  als  riAniAM 
bc4  o<w  gvfeetagd  op  eronvenge  iierte^ainvnonfi- 
gteg.  De  ^TiniK  heeH  sdt  ia  beglnael  mor  «en 
„modtu  Tivendi"  TeiUaari,  die  bef  aamenwo- 
nen  -na.  medii&nde  lÉoblfatien  Htl  nwgeiyk 
msfait.  Haai  dn  toekaawt  dnec  pogiq^n  Eêt 
DDg  in  bet  dnieteE.  Een  gwing»  oont  nsi  «rg- 
T^  Tondt  óe  posÉtle  der  Wasiaaie  keiken;  et 
ia  een  dmmi)  cm  dene  keofaen,  'A  Umds  met  een 
piOTincMal  ressort  geljjk  staaa,  tot  een  elaaneaal 
te  doen  ddtaUiL 

Literahimr:  J.  Bettsma,  OeMhiedense  Tan  de 
Bewwmtog  tMi  de  Berronnde  Kerk  der  Ne^r- 
hnd^k  (a£  Aak  ISW);  O.  7.  Fos,  OeeeMedeBia 
der  wderiMsdscbe  Ketk;  'J.  E.  SeftoUen,  Loh  d« 
H«s:Tonnde  Kok;  T.  VoMugieltr,  De  bonowd- 
hesd  tot  Mgelim  nm  bet  behees  dte  loeikd^e 
mederen  iWKtt.  Zie  'fcnfex  to«k  leer  en  fcniM- 
Seien  liet:  „Oeisng^MMk  dw  IhderbuMlMi  Oer- 
vormde  Kett";  vm  bsnr  (jswItiedeBJa:  ,3anik- 
ingen  no  de  AsgenHeene  Sjuooe^;  yoov  de  sta^ 
Üstiek:  „For  iüpbn^  Nieuw  EeiM^  band- 
bod^  {élk  jaar  nsMliqiisnl). 

HnrTonnlnc  monÉl  mm  fie  bwregtog  ia- 
de  CbMe^ke  GoA,  StcIw  de  gmnnhlageD  ma 
b«t  PibtKtMritam  heeft  gelwd  «o  de  B-^SJdto- 
Ittte  k«ck  een  <de«l  «en  baai  uMlitaHUnd  heeft 
ontriAt.  Zjj  w«rdt  aldnagenoemd,  Mnaat  bet  oor- 
eproDkeffik  ÓmA  mbetentag  der  berk  wai^  ds 
ootkwuwt  MdUe  tmmrel  ttit  scbennag.  Het  is 
moeiyk  een  t^AèepeCng  te  'gvran;  de  nnragiag 
kond^  rich  reedb  *oot  dn  aanvMg  dfai  10» 
eevw  HO  CD  1B  aan  het  Ad  Aer  eeuw  nog  niet 
tot    -  ■      ■      ■  


iMtker 


kenrijge  jautéHen,  ^i  kmt  mM  bet  t^dnk  dar 
HeTVDmiSuE  sbAm  <Tao  1517  tot  ±  1560;  81 
OotUbeor  1517  mU  bet  gerachtmnkend  optKAn 
'  Eker  te  Wittenberg,  dat  beafissende 
bdeW  «k4  n  1565  woedt  bet  ProMe- 
bt  DulsiUaad  dooc  de  iqkeiweeriiig 
eduend;  bet  OaAiftuso»  wsa  iotu  een  TaiAngHi 
formaCe  eo  «t  I56f>  is  de  brede  tcd  EnMUnd 
met  Bome  beslirt.  Tanai  1M0  anecTCec  begsnt  de 
georganiseerde  poging  der  R.-XatlKilieke  kerk  om 
bet  vedoien  g«^  4e  topwÉinea  en  dbac  tagen- 
owes  de  beribn^KNig  <o  eededtci^  ondetgenct 
dns  de  gesohMkni^  van  M  Pniteataatieme^ 
aUaar).  Wat  aan  benoadtagapoginffen  vUr  bet 
Djitieden  Tan  Lutker  ligt,   wordt  ah  voorberei- 


m. 


19 


DigilizedbyGoOglC 


290 


HEIBVOBaWO. 


Idi  dme  ktrrixmiif^bemgiii^  4redem  pcrooaen 
en  groepen  aaar  •votea  (2)  als  leidende  elemeaten, 
diei  tkxn'  wradnUeitde  motiewn  b«faeerocfat  yrot- 
den.  Zoo  ie  de  HermmnGng  g«en  orgHnieciile  ééa- 
bëadk  taata  Mem  aidi  rei%aleiB,  nadet  kleime 
BTec|)en  iJa  lUe  Van  Schwenckleld  en  iodireddaa' 
Snt«i^  ala  'SehaUiaan  Franek  e.  o.,  èe  liew«gDmgen 
TWi  LufAer  (2iiJ,  Zwingli  en'  Cali^n  (26,J,  T»n 
JnabofiJMten  (2c.j  ten  SocintaweB  (2d.l  obuJbt- 
fidkriidleii.  H«t  getaufwmdm^ipe^lk»  m  bec  iimbi-Jta- 
VboÜieke.  Het  itUlgiüeuBe  ctemeiKt  woidt  dnxir 
Bkaiinodlge  b«dj(MfiDg«n  '<iT«ilKK«Bcbt  ui  'ËDf^- 
ikod  (2b.),  maar  ook  eldeia  is  d«  HeiionDings- 
btwTBgfag  mei  poilti«li  Tiei>Ti)i>ctiteii.  Ook  ^odaad- 
rnnminirAirtir  iaotCTeu  i^ieleD  een  n>}  ki  d«  remo- 
Jotie  dar  geeeten,  dile  ach  in  dim  Heiwvnnuie»- 
tjid  M«  en  giodb  mat  meer  cd  minider  kraait 
tlDWiet  (9). 

1.  De  OTertuiging',  4%t  de  tearfcej^kB  nueBta»' 
deo,  in  bunKÖeèle  en  «edle^qbe  nuBdragungen  nam 
aterw  en  afonnikiea  aoa  oeo  dhg  Invidenil,  oo- 
bom^Dfliai  wetdeo,  beeft  een  etreven  naar  faei^or- 
nüig  der  Wk  „aso  hootdl  «n  ledimi"  io  hjet  le- 
ien £«Toepen.  Hen  daitieert  iSt  «tiefren  van  al  de 
l*3e  «enw.  lu  Engckoidl  ib  John  Wielif  d4  nun, 
L  U  opHUMeieu  tegen  do  fiuaiidieele 
_  Dg  dei  Fïnwen  en  btei  kmm  tM  een 
KudbdMÜQge  t^iposi'tËe  tqgen  het  R.-Kathcüleie 
lerkmrtecnL  Zqn  «ntMog  k  TevVwpen.  Op  bat 
tcbwhm)  Tfxué  ie  hoogöecÉioal  vaa  Fftrije  Irat 


nes  flu*  (t  1415),  gwtiPvejwaint  nu  D^teli/,  een 
kerkff^ike  revdolSe  ovtelean.  Maar  de  leaaltaten 
ten  c^abtie  mr  d«  kerk  Uerven  aeei  e^ring;  de 
eonoilies  te  Pisa.  ConstaDi  en  Bazel  nebben  de 
pomtie  iBD  belt  BanedlDai  nfcf  noeraeneiraaHdi  be- 
inrloed.  Ook  de  atrüd  t^en  verwereMiijking  dei 
g«e^<^e  (cdlen  door  £  Broedeis  dira  gemee- 
Ben  levirae  &a  W  kail«t  der  14de  eeuw]  haid 
geen  Ditwerking  w  bet  grooL  De  aecetüme  be- 
weging, 100  jfl»r  lafer  door  Saeonaroia  in  Flo- 
lenoe  geleid,  werd  snel  veiaioooid.  Het  ie.  bwst 
t>nqMaditig,  of  fit  tSka  Tnarbemdicg  dier  aéi- 
nonEJng  veriSeat  te  tKefien;  de  dradleD,  <ie  deae 
beweg^ngea  aan  de  Eervoiming  vei^binflen,  lijc 
oiA,  oMaune-  Inioget  raoealgk  t«  noden;  waai- 
sehijn^lijk  weikten  oog  Huaeitiêche  ideeSn  na  on- 
der idiói  iKiDrenfitajul.  ZckieT  becA  hot  Rumanis- 
me  in  dU  opaaeÜl  een  teek  neimtd;  de  heileióng 
dei  kksoiAe  wetenacbap  wekte  nwnw  geiesbel^ 
leven  en  veicchafte  aan  breede  maaea'e  de  geee- 
telöbe  -wvfman  -vwft  bet  neraet  legen  ïe  kedc  'm 
k'ffmie  "ivn  bet  Nüniw«  Teatament  en  oatofnuOiaj- 
tigen  Apot  met  de  ontaarding  van  den  clerus.  Ei 
kg  ook  Of  ecoDomdedi  en  poUt^ek  terpern  braiut 
atw  geniA^;  ilb  ^ak  luadfaaafde  met  meer  of 
nuoder  naotijk  bet  lenberreriKid,  maakte  tooc  a<:i) 
«U  aaniroaak  cp  wpAm  VBm  belaetiqg,  be^iot- 
^ide  bedeledj  en2.;  de  kodsToiBten  toaidbittËn 
fans  madX  t«  oentialieeereo  en  ooderrocdcft 
d«arbQ  van  de  voorrechten  der  cuiie,  bijv.  de 
e*gen  rechtspraak,  beLemiDeriag;  de  boeren  bad- 
den (m  vcie  plaateen  e«n  andniagll^  kiL  Tn  al 
.deae  nnuul'stof  wiieffi  het  optredeD  "vsn  Luther 
de^  bot. 

2a.  Luther    (1483—1546)    en  hel  LutkennU- 
me.  De  kiacbtneie  figwir,  iVe  op  bet  rechte  oogvn. 


bKk  éleia  tAoot  beeft  g^efttia  tot  e«n  becror- 
mdngfibewegingt  dfie  luetl  doM'geiffenfcC,  ie  Maar- 
(en  Lulher  geweest.  Een  coi^ot  van  zija  reli- 
giwue  gemoed  me*  die  iBooBiBebe  opi-Wttiiig  vaot 
godsdEensf  braidit  bem  op  dea  weg  dei  beivor- 
toiof,  Eij  wBB  on  Itert  ktoóetw  gegaan  (»n  zeker- 
beód  te  verkrüg^n  voiu  2^  erawige  zaügbeid  en 
bad  het  wrMen  wndbr  De  in  lifA  klooBterkKien 
te  bridKn  gicTooident  Maee  hq  faad  door  stodSie 
lan  het  Nieuwe  Testament,  Augualinua  en  de 
mvsticken  een  amderen  vKg  tW-  vierikneu^  ont- 
dwt:  de  waarbedid  des  mdktvBanldging  door  beit 
g^kuS.  d  i-.  diB.t  de  gwUefjjbe  bardiw^gbad  dlw) 
BODdau'  genade  sdlénkit  ofi  girand  ram  ^oot  al- 
leen. Derst  laiteir  heelt  due  ^«moeidboTeTtJiiigiinG' 
hem  van  de  kerk,  waiirln  hy  niet  paste,  ïervreenM. 
Toen  in  Dnitscbland,  oc4  in  Wittenberg.  aflatea 
w«rden  gievcóld,  als  een  mUldel  om  d^  noiiidaai' 
meft  God  tn  veTsoeoea,  be«St  Lulher  dUai  95  atel- 
hngen  aojigcpkkt  tagen  bat  luehrudk  van  ^en 
aflaait  (31  OotoibeT  I&IT),  De  aotdé  hnarop  Tan 
bffikelifke  zj}de  gwoj)^  (Eek,  Cajelatutt,  dEspu- 
tatire  te  Ldjuk)  bra<iit  Luther  tót  het  raaLinit, 
dat  hq  viüC  nteer  'etKinl  of  den  boidem  der  kerk. 
Hü  kreeg  dedldl^  grooten  aanfaMig;  de  Btlenit- 
gen  wwraem  wüd  en  zijd  veitoeöd;  ^a  itOÊt&ag 
in  Leipzig  iwa  bem  de  TtwmftMlwf  dar  tmina- 
oieten  doen  verwerven;  Philippui  Metanehlon 
WBB  voOEtoui  2Qn  m^de^wei'ber;  ülrieh  co»  But- 
Un,  een  dier  ri^BVJdidiera,  eien  tijdlane  zö°  botrA- 
genom.  De  jaren  1519  tolt  1521  ïjJD  de  gtoJettjd 
TUI  de  BinEacbB  barvonnong;  Luthet  vetd  zmi 
in  dlese 'jaren  door  die  drijveade  kradit  van  de 
volksmaftGa.  door  den  steun  van  de  geleerden 
en  dÉn  laflbaog  dief  lykHndidets  van  lija  taak  ils 
hefyormer  benwt.  In  1530  TcndKnen  z^o  3 
eiioqueinakendie  henvonurngweschriften  (ue  Int- 
tker).  De  keek  tmd  v<rucbltle£)OB  telgen  ben  (f>; 
het  verivvrudieii  van  TJ^n  ge«cbrilten  ïe  Lemea 
w«rd  door  Luther  beamtwoörd  met  bet  aoffisoar- 
de  feiil^  dat  hq  die  bd)  'vnn  den  Twat.  wwurbü  hq 
met  den  ban  wieid  bedT^tgd.  rerliralnddie  (Io20). 
Te  Wifnne  (1521)  heffidbaalde  ]m  iga  ovectui- 
eüur  voor  kegoer  en  rjjk.  Earel  V  kondigde  na 
Wormêer  edikt  of.  waAitiq  Luther  eb  zjjo 
e(](gero  in  den  lökebea  weirdleD  gedaui  en 
de  verhrandkig  van  zjin  lockeo  co  ceneugr  oiver 
aUe  niievm  geecinfltien  weind  gekst  <15ai).  Lw> 
fher  zreU  weid  dow  zon  beadhenneï'  Fredenk  dem 
Wa*e  van  Sakien  ap  den  Wartborg  im  vïiUghÜd 
eebrarht;  dxtar  bet  pofitilek  bdedd  v«o  denaeH- 
den  ^vorsit  bed  de  bervionndng  ojtge^totmlea  vwn^ 
gBigg.  WiDtteabeog  vonnde  bet  eeutruu;  Lulher'a 
medewerkere  bier  waren  naast  MetanehUm,  Ams- 
doff,  Karlttadl,  Juttvt  Jonaa  eu  "Bugeniutgtn. 
MelanchUm  gal  in  de  Loei  Communes  de  eeiste 
tbeologiscbe  lonnnteeting  vaii  LulAer'e  berrar- 
miiigsgiQClb<JiiLen:  de  voin  vso  beit  CknsU^k  ge- 
loof mag  enkel  aan  d«  S<ïtntft  vtadeai  oinfleend; 
Sekwl  k  vtertnMiwen  op  de  banUliHrtiglieU  Qode; 
B  W£t  vaji  he<l  Oadie  Tetianuot  kan)  ona  niet 
langer  Tconilssen;  zq  k  nalet  meer  «fat  een  ailt«r- 
lifk  voctredirirft,  dkt  door  de  wortüie  dlee  H^- 
gen  Oeeetce  io  cna,  waunn  wq  gebed  aSmn- 
eea,  tpetedenie  ki^;  er  aja  twee  SMnainenlen: 
docf>  eu  avondmaal;  de  geeetd^e  oraAeii^  k 
aan  de  werddBcfae  ondarwioEvem.  Wüttenbaig  be- 
gon ook  pmktUeh  1«  hwvwmen:  h*t  firleeller- 


DigilizedbyGoOglC 


tXKÜkmt  wn4  0()e<dKn«iL,  de  kl0o«it«Eg«ik>tte  nie- 
Üfl  TCaUMud,  de  pnènMtnite  a%wcfaiH  en  de  p«- 
bb^e  nua  in  aTondmuJ  veianderd;  nienire  so- 
ciale mutiegelen  iiig«Tiwrd  en  de  tieelikn  (oo- 
der  tnraolt)  TerwndwA.  lulher  keerde  het  vol- 
gend JMT  naar  iVAtenbeig  ïeing  en  ging  eeni- 
ge  Bchreden  terug  op  éen  heriormiD^weg,  <ke 
bun  te  T«r  g«g.  De  'LaOMnctae  bermnngng 
heeft  Mdert  «en  Toonöchtigen  trek  bebondeii'. 

De  LDthereehe  benn^png,  begnoBtied  door  *f- 
*r«dgi«wl  vas  den  kcMer  on  poBtidtre  redtonfn, 
de  gBaegenbeid  van  veTBdnKende  Koraten,  óti 
omaMbt  yaa  bet  rnkflbeAtwiT  om  bet  Wonoaer 


oifiet  nat  te  vwrea  en  MWHt  dmc  de  pmdtking 
na  pnedten  en  monufaen,  de  geediaften  van 
LuüuT  e.*,  en  wifcaiedroeiw  veclw«dddte  "met 
iaat  bek  g«heela  DnlMhe  Tqk.  Tnd,  SBUborg, 
Ooalwnrvk,  Uoniifl,  Hnigai^,  Weet  PmiBen  en 
LvOhnd  en  Ic  bet  Weeten  mxei  ia  de  Zudelgke 
NedHtatden.  Daar  enidi  iM  e«o{  vao  Warme 
DobepeiU  UI  )Eqo  teTMt  mAwt  me^  nut  gelaten; 
TOunolgd  nvrden  'de  LirtiKraiien  ook  in  Behren, 
Ooatenr^k,  SaUmg.  Bneen,  Brondenbwg  en 
bet  beiCogdoiD  Sakwn  (niet  te  Venmren  met 
Siniaafcwn);  W  beet  hadden  ie  hM  in  Xeu- 
«akeeiL  Ooat^Viwiwd  en  een  eriwie  Zood-dnit- 
adw  WmL  Hd  kt  na  bet  Lotbemiègme  McM 


had,  te  dnlden.  In  de  volgenfe  jnren  worden' 
WOir.tinnbetg  en  Bianmenfi,  het  bectogdom  Sak- 
een  en  bat  kenuTioiEitendain  'Buaodüibuic  Ln- 
t^eeh;  toen  badden  de  EhwweüBcÉiien  ia  No«c4. 
Dnitef^land  de  meerderbeid.  Eindelijk  in  ]  546  trad 
de  beazer  mrt'  de  wapenen  •of;  bet  Scfamadkal- 
dEad  verboiw^  venvabt  door  bet  temgtireden 
van  Phüifê  van  Huien,  le«d  de  nederlüg.  De 
ËTUReltaohe  baweging  wcind  met  '(»idcuigaDg 
be<frei«di  In  bertwAAe  jaar  BOaii  otft  Ujtta. 
Toen  de  keiwr  echter  verraden  werd  door  Mau- 
riU  van  Sakun,  dbe  eenit  de  PtotMtaatadK  nak 
verMdlen  bat^  kwam  ai  een  beebafienidfe  keer.  In 
1555  wferd  bij  den  god«tfietM»tm«de  mü  Ang«- 
buig  de  ConletÊio  Auguttana  t  oor  het  rüktreikt 
ai»  beladenia  erkend;  die  tenUieeDen  wann  ng 
om  te  Woen  en  de  oadevdaiieii  lan.  een  andw 
gehot  dao  bet  bnDn«,  nnte  wepibaam,  nat  hot 
kod  te  f  ^banoen. 

Ook  'eid^fB.  in  Ffaankrnk  en  Ek«elM»%  hflbben 
door  Luttmvtfae  sewteiRen  en  iiwtoed  Tan  wie 
'     — ^    '  '   *    d  badden,  Lnthmebe 


a  maar  toband  arat  de 


de  poBtidtc  jgcaehie- 
1542  BkCen  •£  Znid- 


Dnitscte  Eatlnlaeke  ateDden  bet  'aeriMad  wt 
Regeoabon'  e«n  bet  Wnnnuir  edwt  te  hamdlia- 
tm;  u  Ifi2S  volgde  NoortUMlBrtriaiid  met  faM 
wriMod  van  T>MBa«.  De  bervonnaiifmwbden 
béMFtnnocRdden  dU  met  bdt  writand  mn  Toigea, 
«MoMn  lBn%iMi  Philip»  van  Bukh  de  nel 
«aa;  Undlsenöoten  laaien  keormmt  'Johan  van 
Sokten,  de  «nmlgB  'mn  iqn  bcoer  Frederik  de 
Wipu  (t  lt>96);  de  bereosen  Bnut  poa  Ltjne- 
bwj,  ffaadrit  van  MeeUeiAurg.  AJbreelU  van 
Pnaien  en  mnt  Wolfgang  txm  inMi.  De  i^k» 
dhg  Tan  %mm  nmioof  ii  bciüiMMg  omer  de 
aitToerii«  vaa  het  edkt  (1606).  latDaadwa  war- 
den de  keriben  in  Keoreakaen,  Hemen  en  dden 
bHTonnd;  de  landdteee  'tiaidl  iki  de  plMta  K» 
den  UnelKÓis  bet  codtowO"  ^o'A  gemeeld  eos. 
Up  den  tw«e*n  imkia^  te  SpaHa  (1^6)  m- 
men  de  BckhmcIk  stendeo,  dk  de  meeidewwM 
wmmden,  bet  bednit^  &t  de  hemwcm&ig  niet 
Térd»r  gtjwojiageeid  moobt  Wndeo;  5  naaten 
en  14  al«den  hebben  hiertegen  ««n  protest  in- 
gedteikd  (ontstaan  lao  den  naacn  ïWHesCanten). 
Hat  TCtgend  imt  nep  kedwr  Karet  d»  I^^- 
dag  te  AneebiHg  1^teen;  de  nvrbeeten^n.  dten- 
den  een  gdboieUl^rdenB  in  IConfettio  Augmb- 
na),  waarbn  zg  vecUMaAfen,  dad  hoD  mtr  in 
iiitfte  afwa^  van  ScÉrJH  en  Keik  en  dat  de 
atryd  giag  okkt  eenige  mi^triDkeD.  Beae  l«er 
irerd  euitn  afgewezen,  het  edi<?t  van  Woinie  «p- 
néenv  Ditgemaidilgd  en  door  den  ieioBi  werd 
bittoen  een  jaai  een  eonolae  beiootd.  Kranmel 
dH  faaMe  «eoMbte  de  Pww  niet;  m  napm- 
crawdd  tegen  de  Piotcétanten  waren  neet  alle 
KatlM^^e  atenden  geneigid  en  de  buitenland- 
erfie  poSÜeik  drang  &a  Maer  «at  omoMbtiig  be- 
iMd.  ia  1581  elolen  de  IfmBgdSKiM!  abenden  itei 
Sdnnalbddfech  ivrbosd  Itoe  bedraiging  nd 
'akenets  zuaebt  di*Kiog  bem  Tnoifoofag  het  !^o- 
tealanAiaQK  in  dra  camen^,  dien  het  T«ibieg<en 


in    WaUenbcrg   fieetodead 
iDTtoeden   geawtt,   maar   i 


iDTtoeden  gemiU,  maar  nergeo*  tjjn  in  «■ 
Uj^TCiMfe  betecbeoia  gem<mt.  In  Fnnkrqk  en 
Haftrlaad  ia  bot  Oalnninne  becnebend  mwor- 
den;  EngdUtd  beeH  i^  ataatAerk  ^negen 
(lae  26).  fa  DnaeanaiteD,  Zmdtn  en  Noorwe- 


Mn  s 

door  de  Toraten  iaigm<oerd  onder  tctoA  na  bot 
Tftlk.  Ook  in  Polen  en  LithaneB  is  met  goed  ge- 
volg Lntbendie  profiageodh  genaakt. 

2o.  ZtmnoJi,  Calv^  en  ae  Qeretorwtterden. 
ZtBingü  (14»4— 1691)  ie  Imm  Inmaoiiatüche  ba- 
nen tt>t  kieikhervonaing  eefomen,  SchraltiAmUe 
en  wÜBgeengc  beiinnjiiig  hebben  ^qn  theakvie 
hdjien  foimea.  «aann  iroor  het  RoomsdK  Sa- 
cianMint  net  de  nfaMe  ploBitv  oi«itleef;  bebben 
hcan  ook  ge<fcvDg«n  de  aamenienng  door  de  ie- 
detijke  ToareduiHui  nm  het  Nieowe  Teetament 
te  ■reünaeowen.  lo  Znrkii  ie  bq  io  1522  met  een 
eJHbHDaUedHn  aeaml  op  de  R.-Eath(éMe  keric 
begonnen,  dien  b^  In  1528  daor  de  nitgaTC  en 
verdedl^mg  van  47  st^Ünsen  tooi  <d«n  nad  der 
BtMd  bnlt  gwethteaarjgicf.  De  raad  TawiËade 
bat  bedidt  uit,  <ht  voortaan  aUe  pradÜMre  het 
EhnageËe  te  veiinnd^en  hadd^.  Ve»  nu  af 
WM<dafr  de  door  Zieinglt  en  Leo  /adoe  vooi^eeOel- 
de  kmike^ke  bennxniivgen  vüeattiotè;  ig  wa- 
ren rentteaal,  ümen  idt  op  afBcÈaffi'i»  van  i^ 
eaeramentBn  en  keiheinke  gcbrwken;  dloen  doop 
en  wTOodmaal  (in  ejocnoljeiiie  <^>nttieg)  Uefen 
btAionden;  de  nad  naan  omr  hetêeen  troeger  van 
bet  k«riribeet«iT  wtgiog.  De  oerimntone  Sdiwjz, 
Uri  en  XJnterwaJdeni,  verder  Lourn.  T^Veübvrg  at 
Zog  bbalden  boEëst  aan  d^  IL-KstfaoMce  Eelt 
Tast.  Bem  en  fiaoej  wtnJieljdeiii.  AppenieA  en 
MahftMKen  vielen  2mitk\  bij.  Er  kwamen  tiwee 
relagieoa-ftojrtieke  vcnbondea  t«geni>vei  elkaar  te 
ataan.  Ten  gvrctBe  der  R.-Kotholieke  a,pdo^e 
kwam  de  Svangdaedte  bewegimg  een  oogenbük 
Int  etihtand;  bMtten  tyd  kter  wer<fen  Bwn  en 
Baael  j^woonech  De  epanotng  tueadien  R.-Ka- 
Ibofteke  en  Evaacefiecbe  kantone  leidde  fei  Ifi&l 
tnt  een  invaJ  ofi  heC  gtMed  -van  ZnTidh;  Ziviob 
ieed  do  nedeiiaag  in  den  dag  bij  Kapfiel  en 
Zviingü,  die  ala  veVdprodtter  wae  meegetroUien, 
TOpd  dén  dood.  EorOen  tijd  later  orerieed  ign 
bekwame   medewerker   Oeêotampadiat  t«   BomJ. 


DigilizedbyGoOglC 


EERV0KM3NG. 


gebmeD  «t  Fruaeh  Zwttoöiand. 

cWtrn  beeft  Qoaèw  gemtakt  tot  saiMeigrMt 
TiD  list  Zwitsenclw  protMtantiamfl,  Keedt 
vMr  bet  ootoaAn  vin  (Mvvn  wm  de  «tal  door 


in  TeriMiri  mat  pottUke  bchneen,  ] 
Nwaden  (1535),  tfri)^  Cotvyn  mH  tot  oe  miw- 
oe  eeDenil%  ieg  berronntna  bebooide  (1£09— 
1564).  Hg  wM  een  Mhap  dof[iimi«iifi  en  getrd- 
(Bg  (snniwter.  Zün  itegiiMaaah  tal»nt  «u  bn 
MOMDDMrd  <kwr  het  adbrifmi  «kr  nliotitxiUo 
(oodwwjjung  ia  deu  duuMüken  godtdienet). 
Zgn  «iganweereiHi  Teimogwi  tontde  lij  door 
do  Iwrvèrinfcqg  dtr  sted  GeoAw  iti  iheokiiiiM^ieft 
gaeat.  V«n  1^  tot  1M1  heek  bq,  om  ■$&  i^ 
liatnift  <ii«lir«iiMi  getwt^  mocAei  w^n  iwit 
DmteeiAaad.  In  liSSs  Iwl  liö  gtBsgorierct,  was 
Gto&ve  aaa  de  OiMniatieae  eauun  momm 
otNlBnKMipea  en  atcot  (Kffen  «Ue  tumtfeD  tu 
boiten  (me  Calvin).  Door  de  -"-*"« —  —  —" 


Snacitigmebt  M»d«fMe,  wnr  ptedHunten  tcm 
hirt  hnilWilMiri  gsronnd  waden  en  ign  Wrqke 
pcraoooljjke  betnkkiqm^  beett  hö  md  «mnnen 
iwrioed  uitgeoefend.  Sh  Eeik  in  Fnnkr^  oot- 
üag  WB  Mn  Imm  etonfiel.  Sier  hMddm  wli 
LdomimIi»  en  buraaniahnctie  invloeden,  doen 
geUen,  umk  tteenkeatfiiig  ontmoet  nn  de  re- 
geeüv;  aJken  Margareta  wm  Natarré  WM  dexe 
knioeau)  goed  e<eaiiHL  Ctodw  invtoed  tcb  Onlnn 
begon  «en  nieuw*  faie.  Ben  deel  nn  den  idel 


T«l    beroering    (Hngnoteo-oorlogen) 
het  FMMtMtiaiM  iicli  «en  reditepam^ 


ËdM  TCD  NuMa  (158S).  In  Set^ol^d  ia  de 
«ftwHAwii  gorefomteerd  tn  1560  na  een  worate- 
Mag.  madn  het  Covenml,  een  TditMod  nm  ede- 
len om  het  Wom4  ChndB  door  t»  voeren,  en  het 
optreden  ma  John  Knox,  den  nuigabeo  pniim- 
gMger  ma  Calvyn,  den  doorslag  heUm  gm- 
Ten.  De  Schotsehe  kerk  ia  sinds  dien  een  der 
M»i«T«te  tjypen  mi  een  ODreJonmeerde  Keit. 
Ook  iiD  Polen  en  liteuen  «dunt  het  CUviuieme 
woxtiei  do(»  de  bewoAag  tsh  Joktmneê  i  Laaéo; 
Zwittwituid  werd  hognmeifaaiKl  gelnri  Otbi- 
nBtisdi  gezind  en  een  deel  nu  de  Duiteahe  pro- 
testMiten  knam  ooder  CMTg&iatüehen  inTloeif; 
khter  gangen  de  Pifea,  HosBen-Kass^  en  Bran- 
deairaig  tM  de  Oenetonneende  Kerk  over. 

ie.  J«i6ap(Mf en.  Te  midden  TSKdegodsdieniti- 
ge  gMkg,  die  bet  «f4b>edfen  tm  £tiU«r  en  Zwtn- 
jfii  taweegtmebt  en  bon  een  «aalMng  i«n  her- 
KHnü^gveabifen  tneioepde,  tnd  een  defde  ou- 
tS-tDonncm  bemgiog  mat  boiten  in  (fe  Amfaap- 
tiaten.  Deie  aaam|BÜt<M<  groep  mu  l)o?endien 
aota-terice^.  In  &iiel(  hetiben  wt  bot  eerat  een 
kraiB  veronnck  <Be  afteerig  mi  de  orcriieÉb- 
kMfc  TCn  Ztritiolt,  «aartoo  geikooTieen  <n  <»«<»■ 
deigcbweoen  Mioonfen,  op  de  «wia  tmi  4t«t 
NfMnre  Teetament  steeetd»  naac  de  ataebttng 
VOO  de  reine  raoBente  Ooda.  BoniktMkefl  werd 
de  doop  Toor  roiwaeaenen.  die  in  den  emten  tgd  t«- 

ew«derdo4^  wae  (ran  daar  Wtderdoopen). 
Ztringli  niet  geweld  fiogen  deie  „TeiMiAe- 


^e  benden"  optrad,  verbreidde  de  dioop-propa- 
moA  lid  over  XmÜBe^ai,  Uarvrit,  DnitBeb- 
had,  de  NedeilaodeD  en  Mem  en  v<nid  voorai 
óodei  d»  hifflataniheasalMid  oreral  aanknDo- 
pcngeputfbcn  Toor  een  i^i^iapwiiM  opBewoobn  ra- 
UgMue  botregiag.  Ludei  waa  tn^nridi  o.».: 
BalOuuar  Bubmmer,  elders  /oA.  DeMei^  I«A«w 
fietur,  fioTM  UuU  en  JfaleWor  HoT/mmn.  ^ 
ign  aoówd  door  de  H«noiinclgo,  ala  R,-E«(faaKe- 
ken  bfffüg  THTotgd;  LtiMcr  Doeoda  ie  „direpeis'' 
en  ia  mMe  door  boo  oplkvdea  «maecnSM  ge- 
mnfcn.  De  Tieirra)gaaB  beeft  gekU  tot  bat  «e- 
kende  exeea  to  UomHw  (1685).  Uonfi*  wm  taan 
loerrkiditMHwtl  ook  Ooot-fUeaknd;  in  de  groot» 
•toden  van  Ziiid-DiMitaobiMid:  Stmatabarg.  Ange- 
buK  en  NeureDbeig  hebbn  m  mA  niet  kinnen 
fanMbaiTen.  Zij  sgm  in  imiiilaftailii  groepen  n£t- 
eengega&n,  die  op  ifin  beat  babben  Tukragen, 
dat  in  gvdoM  worden;  km  dB  Wenpiuien  en 
Doopagonden  in  NednlaDd  (1577);  de  Uoniri- 
ad»  bnoadm  in  UotVftf  (1564).  Wat  er  cfaiUas- 
tSacli  ma  iii  de  bowegflag,  s  kuigaaiMnuuvdi  vev- 
dwonen  (aiü  DoofWjrmncMttJ. 

2d.  Soeuümx»  vormen  een  partüro^eering  nit 
bet  dM  gMiflge  getal  •vaai  beo,  oe  geleid  door 
latAoBaKstiadteo  h»  ot  door  weerwn  tqgen  da 
kwdwlükie  dKJatnèagie  hat  dogn*  va»  de  IMe- 
eenlKta  hebben  nnrofpen  (nnti-frtRJtorijfn,  wii- 
fariift).  De  ecnte  giKi«ne«riDg  kwam  in  Italië  tot 
ataod  (Lelio  Socmx).  Vandam  heeEt  de  bowegiog 
■ril  Tvpdaatat  vmt  Zaüd-^ntiaedKoc^  —  o^  a.  ia 
CahrtM  o^  S«n«t  ia  botsing  gekoomen  —  Polen 
en  Zernnbeirgen.  Shada  1579  beek  er  ees  Sod- 
niaanaehe  EeA  In  Polen  en  Zevenbergen  beataan, 
die  na  euo  bahe  eonw  ie  «teengeepat;  gelwUte- 
lÖdeoB  WW  de  eatedmaMM  van  RaAow.  Zq  kwa- 
men e(Mes  ook  vei^ireid  tcof. 

Ie.  De  Anglikaaiuehe  ktrk  U  sm  lehttwütg 
van  tvifaiaehHg  karMer.  Ze  ia  een  ataaiAeik, 
BtodUfa^  vwt  konng  •Hendr^  Vlli  te  1SS4.  In 
beatuwnidilgng  mowel  A  gekcMMdüdaiM 
Ueef  ae  vv$wèl  kaOnUek;  n  plaate  van  dn 
Paoe  hnd  ie  e«M«r  den  bcniaig  vaat  ELngehnd  aSa 
boirfd  4«  arbeooen;  da  ktooaters  meden  dow  hem 
opgriieven.  Aanloaiien  tot  rcCigieaae  Teradanwing 
w«<den  i»det  lön  Kegeeniw  gcahnt;  mder  i^ 
epmlger  waren  pogogen  m  dexe  lidtUiag  ga- 
'  "  '  -        -  -  -^  •    ,^n  k&QxdiAe  neae- 

SJiuibelA  de  AogS- 
MWmeU  (1559).  Ze 
kroeg  een  Protcstanteebe  belódeaBB  in  39  artüie- 
""  macbt  baddn  afaetkan. 
den  eareiittenet  bléel  iM 


Ueoj  de  üdhtfaig  v 


1  heeft  D 


3.  De  Hervonnnig  Je  naar  a-Kalbottek  begrip 
een  aiurecr  oeg&tïieve  beweging,  v«fcrïken  van 
todib,  kerk  en  tndHte.  De  opvattk^  tBenaan- 
gaande  ie  het  laaM  door  de  „Bonmuetia  ea~ 
dki"  (IftlO)  nMeeepvokes.  Het  ia  ongebw^ 
waftiv  dat  door  da  oodennönteg  van  bet  beskg 
lag  de  MddQfce  < 
kwamen  te  atatai; 


te  oodennönteg  van  bet 
)  oovadtneen  tü  veleb 
i;  da  k  etnier  aeiMa  e 


llegaunMgvatcU,  dat  d^  Belonnnlie 
bot  beratei  ia  geiweeat  vam  de  ontwode  Cbriate- 
lÖke  icefk;  voorai  de  OerefcnnaeRlea  voeten  aoh 


DiJlizedbyGoOglC 


gedaAte  teeft  in  dte  H«n<onDai«s«ö<i  de  < 
liag  ÏH^  ralbaoi.  Voonl  ondv  C(it*im>  ii 
qjii  Botouch  en  ProtMtaDt  nitMDMgMD.  ^ 
beid  ligtpocUMiniMtlMroeptviiet  Eti 
eneuwd  ms  dK  ocii  md  brtm  r&n  nnfa 
«Mdit  foniKcI  kcifcen  en  leoten  bet  bert  cnxlec 
bet  gcaèobtipiMat  tu  bet  inti-katbcAiAe  narden 
MDMigeTCi;  dtt  ■«  enmH>«l  oiat  ten  knber  ««»- 
Ud  benmMk.  Eet  JutÊtaftmae  ïb  doar  de  ^nwte 
henoHncn  ri*  een  o— niwar  paodnet  na  e«D 
wMügA  ^)d  bMimfcD;  «p  bon  beuzit  hcHMB 
ABttHftictcD  de  attiUiDg  tki  keiten  steeds  rom 
een  ODtMtofing  mb  den  EnogeUadie-  geert  ge- 
bondw.  Ondw  die  AoilMntiBtiea  mveb  vinen  en 
dMo^aÊeben.  ïn  ds  PiatMteiiitMlie  beAen 
bemdit  de  doemtiidk.  Hut  Mt  ATCudmana 
vonnde  een  poet  tm»  eflbeiii  '  '^" 


Aard,   een   PnoiaisCh   leUmaueetadk,    den   4den 

Sbendw  1796  te  Oronworther  bg  NxudheuMn 
inen,  IimI  ki  leil  in  dienat  en  werd  Êa  1860 


ChrülM»  don  den  eeloo>nf^  {^eeitdnk  wnd  gc- 
ooten.  Eenheid  ïb  cif>  dH  pint  mait  bcinb.  Ln- 


»w«e  cDdencfaeÉkn  Ijfiec  imi  den  begiiüu  ai 
Mn:  volnn*  LuMer  wndt  de  Cbüsten  n  liJn 
beroep  »%;  de  ChneteD  moet  in  deie  weidd  n 
den  Btrö<I  met  den  dnvel  adi  ak  een  Und  Oodi 
ginktgen,  geddSg  bet  kwud  <b>Ken  «»  dcfa 
«KMMteo  met  de  gosdbeU  Ouds;  lolden*  CoJ»tfii 
te  eefl  CbmleD  ndltant,  komt  op  Toor  de  een 
Oodb  in  den  wereM.  BeiiaïeaMnie  is  men  tluHH 
m  w»de«i,  dti  MtOm  bet  OntvMume  bdt  Pra- 
tevtuittwte  door  de  BoooiMbe  tegeniefonuktie 
un  ij)d  veriteUsd.  V«rKlal  VMt  meeoing  m  ei 
Mg  omt  de  naae.  boe  de  TereJafcnde  tvpen  is 
WMAaAmde  laoden  <v^ng  gmmiü  iOtmn. 
AAVee  laahn'a  inmttiqgBn  «MM  mno  de  eehrik 
TCOc  dte  AcetoplMtfaAa  iroelHigen  m  den  viw- 
«elgkat  IneicnófabBd  (1525);  (kn  q)8*BfC  ^*>'' 
b«t  LottteiMbe  tjpe  ««lUrat  eomnièivn  ut  dw 
mMActi^ipeiyben  MU»ai  m  DiMacSkiDd  in  de 


MTCT  M^  men  uèter  de 
CdMaietoin   type    mt 
gDdÉdMWt"  d»   toyatriWnihM^^  -  .    .  ■   . 
*i  de  Zons^ie  en  JwofdM 


iMmiiff  —  men  denke  un  bet  eoTOiwniine 
iML  «£  AuAifMIea  —  Ubben  bSndrag«n. 

Lilerabiur;  Ecikpeeehêealandige 
werken  e.a.  K.  fleuMi,  Ewnpendiiim  der  Kk- 
dieweiefaiehte  (1809);  HoHandKh:  Oofanbnmrfer 
(snAn^;  Etop  (orttiodca);  Mbtr»  (Boomscb-K*- 
tholiek);  AraiHdto/f,  Qwebiedenie  «an  bet  Pro- 
teatMttinne  (1865—1671)  ens.  —  Voor  Hei- 
Toimine  en  Ha«<taeli*ppij:  K^tkoft, 
Zeatatter  &t  Refonntioo;  Mm  Feber,  Die  poo- 
tertmtiaAe  EXUk  imd  dei  Gaat  dea  Zopataiia' 
onu  (AiehiT  fOr  ecwial  WiMenaehaTt  XX  en  XXI, 
ygL  Anweteyn,  Nümw  lijd,  1906);  Kmilite, 
vorlaAfeT  to  neneien  SoiiaUamDa,  ü,  1885; 
rcmriiiiftiiirtii  pecieefwn  tma  Pirmne,  ffiabwe  de 
Belpiane    en    Karl    LamprtiAl,    Dentacfae    G«- 

Herwartta  van   BlttanCsld,   Kort   Eber- 


_.,.__   Hq  Mro*«fde  het 

edMid  AJaen  en  ua  dtn  nede  nn  W4enen  mid 
bq  benoeind  tot  ecanmandtant  io  de  Btie-Hertag- 
dDfooMD.  Id  d»  ooiiog  nu  1866  loerde  hü  leA- 
atiiBMSg  het  berrf  ma  bet  EUfae^eM  en  dmd 
dfaimade  ded  a«a  den  dbg  bjj  KOoanints, 
MMK  hg  dm  Uokei  itengvl  det  Ooatcnriiken 
TernietJcde.  Bfl  bet  okliuaten  van  den  oorlog 
«an  1970  weia  hq  tot  gBvrttaeoftS^amai  «ao 


1  Rj)n  en  nat  il  de  wolkig 


ie  westid^Be  niwèoeiën  t 
nam  b^  koMMig«  maati 


fag 


gelen  lao  TCtdre£gioB,  wReral  d« 
aanwjkaa  modttea  ofitMCM».  In  1671  wetd 
benaderd  tot  iiHiaimailiaB,  mama  hq 
Bom,  waar  hjj  web  ^«atigd  bad,  bet  geda«it«- 
pintoiat  Tan  uia  dO-Mrigen  <iMi0ttnd  lurde.  Bi) 
■■•'•■       leM. 


Van  iva  MfKD  ag 
4d4  AiOo»,  van  1900  tot  190S 


n  OMMMè 
■dTlulM 


l«ed  dan  aOaUen  Ua  18B1  te  Beiiijn  in  Aa  ooder- 


B«rw«ift,  Otorg,  een  Dnitodi  <lefater,  den 
Sletw  IM  1817  te  StuttgM*  gCbocen,  cotvisg 
maeente  npkadnig  in  iqn  geboartepkato  en  ta 
MMdteamK  man»  b^  te  TaUnaea  in  de  tbay 
logie  atDdeenle.  Welite  etUwr  Wede  hji  nau 
Btntljg^  Uavg,  waar  hA  medenoaker  «cm  mm 
„Ea«m»"  Kin  LmmU.  Hn  Kteiaet  WAittetnberg 
ter  ni»  van  laiaaintiiiwiialfciii  met  een  <<Ëaier 
en  begaf  ridi  eeart  naar  Emaiiabafflo  ia  bet 
ZnritaNaehe  kantion  ItranM  en  dMi«p  nMr  Zn- 
Tiab.  Ser  Mf  hü  ü  „0«dtdito  eioea  LelMikE- 
gm"  f1841)  in  bat  ËdA,  wdhe  wegene  bm  mg- 
beadniafeniinii  gVMt  weUnt  iani&eeii  MÉein 
wenden.  Na  eau  kort  foUgf  ta  Fmüc  deed  hq 
iB  1842  «en  re»  door  Daatodifanii  waar  hq  ^ 
TtjjbeiihdtdÉMr  gdnWsd  weid  Z«lt>  de  bmiDB 
van  Pmiaen  iiq>  bem  Im  eebooce  naar  Beetno. 
Totn  hü  ediler  idt  K«iiiogab<cg«n  een  brtef,  m 
tegen  iqn  bedoeling  0|)witaaf  gtenaakt  went, 
•ao  den  bxHtag  ndMte,  een  Me<,  waüni  ld  te- 
gen de  g^nukd^ike  vnnneD  londigd*,  wwt  bj) 
nit  PMiaen  TerbauMU.  Terafaad  Merda  h^  dmi 
^)n  vTÓeod  Bakoenin,  dan  bg  ta  Dreaden  iwitraf, 
naar  Ziaidt  temg,  doefa  ign  vvUuing,  dht  hQ 
TOonHMne  waa  em  wq»anlg  t^dadunct  nit  ta 
gowa,  ««B  ooraai^  M  bem  ook  aUnas  een  ha- 
ger  veiUgf  w«id  oataagd.  Na  een  reia  door  bot 
sni^  TBB  Fraidrr^  en  It^  natigde  h|j  ddh 
t«  Ptf  ya,  waar  4iq  otn^ng  haeid  met  Bebu.  B4- 
rmgtr  ta  Qeorgt  Saitd  en  votmi  nWt  Fkmladie 
en  BoaaiedK  iiatgew«èen<D.  Betaèm  «h  ..Bamiid- 
iwunig  Bogen  ana  dar  Sehweit'*  (1S4S),  «aar- 
toe hjj  idl  echter  alaeku  wnnig  bj}dnigen  ge- 
lemnl  had,  aood  b^  ia  ÏSU  te  Parfia  een  tweedb 


DigilizedbyGoOglC 


294 

eeUgenoat  en  iIdot  BorntUtU,  uu  biet  botMvao 
een  trocf»  Fmnerti-DiMtMlK  aibeideiB  een  tarti 
in  Baien,  dodh  hei)  lilcn  37etien  y^  '<fie  mnaad 
bii  Doeeenbacii  svn  geduchtie  nedoiiaag  t«e«n  <le 
WOditerobeigsdw  tarötnen.  Hij  noni  de  w^  oaai 
ZvrlMflmd.  vcutwimr  bq  mtdnt  oaar  Paiqja  te- 
pugtoerde.  in  JiuË  1649  beRSl  hij  zkji  met  S«r- 
x«n  DOM  Qfta^-v  en  6  maapaea  btiM:  lu&r  Nuoa, 
beii>wijt  lm  ve«m)ig«ns  wiecyor  nwn'  Ziriitmrhuul 
(;u^  en  tie  Zuridi  z^  vwUiJf  raataciie.  En  be- 
UeedÜe  voorwkieT  mder  de  etMlïanAKC  iMuitapv 
van  xyi  MH  <!b°  eeritea  tan^.  Z^  gMÏehten  oil- 
dWBttoiden  lich  door  eeumiwi,  dnide^ölilbeid  en 
bwdit;  iq  lya  v«l  ge^  <m  f  loed  en  hébben  een 
iregiSeneDde  kmcbt.  Hq  of«need  te  Baden-Baden 
den  7deD  April  1S75. 

HerweD-en-Aart,  een  aemeeote  m  de  , 
finde  0eU«il3od.  gnmt  S16Ï  H.A.  met  (]»15) 
47M  iiMmxiieiiv,  wordt  begnnsd  door  de  ^emeei 
ten  Zenwaair.  Ptanoenikn  en  MdEmg^n  in  Q« 
derluid  en  dooi  lEutbum,  [EJt«a  en  Kefkea  i 
PniiaeD.  De  ^imIjjd  kiD|it  hmt  de  ijjde  van 
Mil-lingen  en  Keeken  door  het  midden  v&n  den 
B^,  cMar  de  aids  no  &mnaar  door  een  ooxjen 
Rviriek.  Tot  dK  gemeemte  beboonn  de  do>p«D 
LmmjUi,  Henreo-en-AMt  en  eenige  bnuten  «n  ^• 
hocbtmiL  Op  dan  kftnbodeoa  «onit  kuidboaw  lat- 
geo^nd. 

Hanrardra,  Henrietu  vim,  een  Nedsr- 
koldsdi  jAfflofaog,  den  ITdeo  3qrt«anber  1881  te 
BftetsterawBi^  ^tixten,  oobrMig  ign  Oïrfeid^ 
HB  bel  gymrawwn  te  Ameo^  studeeaide  te  I^- 
<^  en  pranHweenle  gOdwir  m  de  Mtenen  den 
Iddan  December  1855,  n«  hrt  KndedBgen  eeoer 
dinertatae,  geti'tdd:  „Obsevraitijanes  oritiea 
fngtoeDU  poetaiiani  comïaomin  gneoonim' 
bet  najaar  tui  1856  deed  ^  op  ittA  van  d« 
booglietinueD  Bsite  en  Oobbet,  een  weÉH»eln(¥e- 
Iqkie  nfa  nau:  Fntobqfc,  Uaai  en  Spajvfe,' naw 
tMÉitoenaeiiM}  knd  mob  een  lenfiqg  twi  de  Ko- 
dmU^m  Aeadeotie  tan  Wviteractiafipen  en  ondec- 
sUund  door  de  NiodarigUdsdte  regcerïng.  N&  een 
atwieaigfaeid  vso  büoa  8  jann  werd  h^  eorst 
Uenair  io  de  node  takn  aam  bet  ünstLtDut  vso 
Metuing  te  Rijswök,  kt  1660  aaui  hab  g7in>naei>oni 
U  Oroning^n  en  in  18S2  un  d«t  te  'e^raven- 
hage;  ia  1864  vnan)  hq  g«iTOoo  bawgioersm  a»D 
de  academie  te  Utrecht,  belast  met  het  «ndeiwgs 
tQ  de  Griekadte  tael-  en  lobtlerkunde.  Hn  aan- 
fMidde  laaMgeuMmde  beticÉlkLDg  den  Wetm 
(MuteF  ma  dbt  jau  mot  eeot  .,On»tto  imaagui*- 
Ua  de  reoantiiDnua  Ifanniin  cogiuUoae  fotnro 
phüohigo  hMid  BoolMDDeiA"  en  «ae  daas  tdt 
iQOt  werknam.  Ii>  1902  wod  hq  auei'liU»  en 
fai  hetaelUe  jsw  bewcmd  tot  priwurtdoeenl',  om 
eoAege  t«  bl^neo  gcmen  in  qagiWiek  en  palae- 
(vrafia.  Fan  Herwerde»  «rcricMl  ia  IdlO  te 
Utrecht.  Van  lijn  geadiriHen  ytnneltdefl  wg: 
„Sfiecikeium  VotMaDDm"  (1860),  „Dioixjeii  Har 
ÜJOJnawMiiaiB  EfüUlae  erUSoae  tr«s  e  eotttedboa 
nwiime  DtalieK  a  ae  primo  eonusrie  etneiMbtaoraa 
at  iotogtkm  «dbfit  H.  t.  H."  (1861).  „Ezcsin- 
tationea  critica»  in  poetida  A  {mnaicie  mubna- 
dam  Atticonm  moonmentw"  (1862),  „Lnaaje 
(186Si.  „N(m  adden4fa  oilti- 
d  Mflindü  <tfBt  moi  ÏDMTUntuT  Fi^nenta 
"»~"  gnecovwn*'  (1864),  ..SopbwJiiB  Oedi- 
ISST),  ..Analiect»  aH&tst^  lA  TlttiKjét- 


poa  Rei"  (; 


ii>-Tni«c- 
Hanodoli 


dem,  LjBiam,  Sopfaoolen^  AffiBtofAtMMon  et  conw- 
conm  graeeonan  fragDieDta"  (1868),  „StudSn 
Tbucy>idea"  (166»),  „AaAndrenieoea  pUS/io- 
gicne  ad  Tbeognkkin  «te."  (1870),  .,9twk»  oriti- 

dooT  db  KcffiioUijlM  tLtmaetBik  nn  Wetenedtap- 
pen.  187SX  i.Ion  Burifiidleue'  fl675)s  ,J)e  otori- 
Imk  OnecónoD  aallate  BonwulaDB:"  (Heotonle  w- 
de:,  1877),  „Hntutiiea  et  LnoaoKa  oum  Udt« 
Uuouaa  wdEcis  ooUaitMiH^'  (1877). '  „Laoidnni 
de  «alKotto  abtHoa  becrtdmcÉièf'  ('1880),  „Sanbo- 
dea.  Dcje  tr«iKispelien  hi  NaderiRndsdw  AiA- 
maat  tnteigébiwiif"  (leSlh  „Tboejdides,  Opera" 
(5  dki.,  1877— 18e2>,  ,.Lestfa>iM«  Hxi^Tnje 
tuxK"  (1682).  „Ooinmentalfio  ctMm  i 
a.  I  et  U"  (18ea'l,  „Stwb  cntk»  et  «fncmtacft 
ia  nndarum"  (iSM).  „Autiphoa,  OmbMM 
tnW'  (1865),  „Eioerpta  e  poetU  Oimob"  (Bdi- 
-tio  na,  1686),  .^jocabnUom  SopbocteM" 
(1837).  „Svrnbolae  ei^eticae  et  etitieae  ad  Xtmo. 
pdKntÜB  iBBfioriafn  graecam"  (188B),  „HMmMi», 
ffiatoniK!"  (4  dki.,  1684-^1889).  „Soffaoelei^  An- 
tigooe  in  Nederlandaehe  dichtmaat"  (1890).  „Stn- 
dM  orittca  in  eiMKranmMh  gneca"  (1801),  (Ifat 
/.  Mn  Leeuwen  /.  F.):  „iaiitiAiie»,  De  ramilUi- 
OB  AJbeDÜBwam"  (1691),  „E^arioidt»,  H^enk" 
(1805),  „AiialoibaiHB.  Pas"  (1897),  _L;aiM. 
OmSÓimb"  (BiWvttnea  Babra,  UI.  1808).  „Ha- 
tno,  Pbaèdon.  Oxw  de  «wtfeiifclqjkbead  dsi  aeL 
üit  het  Oriekaeh"  (Klaea^e  schrgvara,  no.  52), 
53,  1886),  „IindeoD  graeoom  Biipcieto(tem  ét 
dklectium  (1902),  met  «ppetMÜï  (1904),  „C«l- 
lectanea  critica,  epicritica,  eiegetica,  eiTe  ad- 
denda a  Theedoii  Kockii  «poe  Comicornm  atti- 
imnMn  fTagment»"  (1903)^  „Vindfanae  AdJatopl^ 
neae"  (1906).  .Jlato,  QinbqDe  dtab^i:  BoUi;- 
pfaro,  ^Uiokigia  Soenü»,  Ctttt>,  Ttaed»,  Pvott»- 
goxaa  (BdUutlieca.  Bateva,  X,  1006),  bomTenB 
Vab^  ofMti^eD  ia  1i«t  pUMogiMh  tjjdMiMift 
„itoemoayne",  waaiiTaii  hq  nadb  1866  oMdenrar- 
kor  wu,  io  hrt  Beri^nadie  tSdSdwih  .^annee", 
in  de  „Veiakwen  en  HedetweüBsen"  dar  Eb- 
ninUjjkB  AdMËtiae  TKt  Wiitenso&aiqwn  en  el- 

Herx,  Henrietle,  een  beicHande  Dnitacbe 
Tiown,  den  5den  SaplaeBtoK  1764  te  BertQO  ge- 
bviiMi,  ncw  de  doobter  T«n  den  bnafiUetiBdieD  ge- 
neeeheer  De  Lemon,  «otring  een  vooortieUelpa 
ofd^Mn^  en  hmffdie  in  1779  vdgena  den  wenódi 
faênn  owfcn  met  den  i«e^  bq«anlen  arte  JTor- 
ctu  Hert.  Hun  edd  Ufeef  kindeTloot,  maar  waa 
doOT  oDiecbtie  wedeizQ'^brfK  aAUag  en  loegcae- 
geiÉMid  Msr  gieUfcw.  Heariette  nm  beglMdd 
met  groote  adawnÉMÉd  en  tdenten,  aomlkt  haar 
wmiag  irehba  het  TweendigÉQgeMiDt  «as  van 
een  aMvtaj  beiaetade  maanen,  aoous  Romler,  En- 
gel, Moritx,  Dohm,  SpaUing,  Reiekardl,  Sdutiom, 
de  beide  nm  Hambotde»,  Qentx,  Friedriek  8ehU- 
gel  eni.  Vooral  ontstond  een  edele  vrieodadtap 
«OMcfaeD  haar  en  SekUiermaeheT,  en  Sönw 
teadtt  een  gioot  gedeelte  ^^t  'V'"^  ia  baai 
mming  dooi.  Ook  talenbvoAe  vrouwen  betnordan 
tot  dEen  knng.  In  1803  vren)  ag  wedtawa^  en  <A- 
acÉkOOn  qj  kter  niet  tym  soo  groote  geldmidde- 
len beariakken  kon  ab  bg  het  leven  van  haar 
eehtffeooot.  bleef  ^  todi  bq  nwttMhiring  het 
mkldelpuiit  van  een  altg«ieien  g«iel(  '  " 
tcenrige  geateMMÖd  Tan  Pnaaen  in  1 


Dioilizedby'GoOgle 


,  d&b  EÜ  in 
tUlK  Mn  DtLdfrAotneii  mooat  weken  bjj  eenigc 
harei  wieodeD  Of  het  tüaai  SAgen.  Een  nntmoo- 
digB^,  uu  de  oprocdtaig  dot  lutere  keiaerin  van 
Rmkod  te  beetixen,  wtta  zq  tmi  db  haiuj,  om- 
deit  ^  dbn  unatcD^  tct  bet  Cbnsteodom  had 
moeten  vr«igaua,  irwrtoe  ^  seist  bedoot  in 
1817,  nft  den  dood  mn  haar  moeder,  die  seec  ge- 
hecht wu  ua  de  TooTTaderl^k»  wet^  OnTeimoeid 
ia  het  bewQWD  mo  «elifeidteitnMi  betamgsCeUead 
in  ftle  TCDWohMDBetea  op  hat  geÜJed  ma  -weten- 
Mtiu»  eo  beBeüanitf,  steeds  briedwiBBettng  bmi- 
dcDd  met  de  meeat  bekeode  mHUien  «n  vnMiwen 
VM  hui  M^  kwam  ^  in  1915  ia  het  beiit  -na 
een  pensioeiL.  bav  od  vcxwikadit  ma  Alesander 
vtm  BumboUt  doos  dem  koodna  tnegekeod.  w«rd 
dMPdDoi  mi  aUe  gelifaaig  onuKT«n  co  ororiead 
M  bangvn  ondeidMa  den  2!Men  Ooboter  1347. 
Het  ie  leer  te  beftmnien,  At  iq  een  grooi  auitaJ 
b^i^rgke  hneren,  uÉt  Tireee  nxir  een  odbewbN- 
den  opcnbaannatiog.  reffnaet^de. 

Kers,  Henri,  eeo  DuBtach  oognponiit  en  pn- 
nospdcT,  den  6den  JanuBif  1809  te  Weenen  ge- 
baren, wm  feeifm^  mi  ffünfen  te  CoUmz  en 
TBji  Prakder  en  iteie^  aan  hot  ooittenatoriflDii  t« 
Parijs.  Vw»  1825  tot  1865  gioid  hji  ab  ie  groot- 
•Be  piajuat  vaa  zga  tiji.  Tengowi^  ran  luian- 
eieae    tegeocfNradNi    nsakte    hq    id    1^5    een 


Met  wiet  hg  een  eigen  piauMxiA  tot  giooUa 
Uoed  te  brengen.  Tmi  1M2  «oit  1874  w«s  M  ook 
Bjanofceweir  aan  het  oonsei-ratimnim  t«  Parjjs. 
Hg  sefaieeif  een  gnxA  aantal  briJlBivtie,  dcdi  seeT 
uüterlqlu  en  daarotn  aw  gooi  als  veirgieten  wer- 
ken Toor  piano;  Terder  een  „Methode  complete 
de  paano"  (op  100)  en  tal  vnoi  oeïanüigen.  Kg 
(orerfeed  dbn  5den  Janiari  I88S. 

HeiMfpwlna  (^  bertog^km.  in  het 
TatïaA  H«nek,  noegoi  bet  zanhrestd^kst^ 
BMMfeU  TM>  bet  Tnrfu«he  tü^et  Boeiufi,  at»nd 
•ednt  bet  Vctdmg  rao  BeriSjn  (13  3v\\.  1678] 
ondes  OoBtenrïkeoa  besttm,  tot  het  den  5den 
Oetobec  1906  I^  Oovfiemi^-floDguüe  weKi  im- 
g^^  De  HeraègvwJna  grenai  t«D  N.  aan  Br^ 
njl,  ten  O.  tma  "Somt  en  HontienceTo,  inr  bet  Z. 
en  W.  aan  Dahnatii.  Dooi  heA  g<eibied  wn  Elek 
en  de  Sotorina  Ma«C  hot  nMt  ik  sec  ia  TeiMn- 
dSag.  Het  land  wordt  grootendeefe  iDgemnteD 
doM  een  wioest  kai«tpht«Ni  en  k  deftia  vmieht- 
baac  in  de  aso  BchüB  en  DabnaiEC  grenzeaifc  g«- 
dedtea>,  Yooral  ki  het  dhl  timi  den  benAlBiiloóp 
iet  Natenta,  waair  tabak,  drairren,  rdgvedt  er 
liiaU  groeien.  Oelieel  HerzégDwLna  in  lya  beffen- 
wmi^en  oramug  hehomt  hot  het  stroömgietied 
dei  Hüente  (Neretv^),  He  eerst  ale  een  wijeate 
bengstroom  door  een  nremlaji^  roitlEldloof  {ft-roMnt 
en  TBTTolgeits  hdt  iMke  Ztdd-HeTï^owJaa 
aproeat.  De  hDogste  gétergttsa  tijn  d«  LeUja- 
iriBH  (2070  m.),  Prenj,  Ponem.  Tetei.  Orad 
LjtAwmip,  Cei<vui}a-PaMiaiM  (202?  m.)  en 
Tredanea  (2128  m.);  de  hoogste  berg  ie  de 
Ha^e  (2300  m.)  aan  de  Hfxébeae^ryatKhe  grCDs. 
Het  wnoA  met  die  pnrnnde  BmnaS  é6a  bef&v»- 
Rebi«d  (b«  Botni^;.  De  booAWad  ie  Mottar;  an- 
dene  hebogtglre  p£aataen  ^  Ljubneld,  StoUc 
en  TTelMi.je. 

Onder  de  Romeinen  beboorde  Htwegvwlua  tM 
de  pronineie  DaJmataa.  Sedert  de  7de  eeuw  werd 


het  bezet  door  SlarWMJK  atammen  odAx  Zvfw- 
nen  en  Torsten,  een  t^  kng  nut  andere  Sorri- 
afjie  stemmen  tot  één  gnoatei  g^eei  vaneeavd. 
latal  onder  Byauityaedtie  oftpeihoorighnd.  De 
RnBan«t«  laadbohspaen  ir»ren  Cttm  ol  Za- 
kniB  en  TrairmuE.  In  dl*  13de  eeinr  behoor- 
den ni  tot  Servië,  in  de  14de  kiramen  ïg  onden' 
Boausdi  beetnnr,  vooral  twen  bonlTiff  Twertko  l 
tn  1878  ook'  bet  ororige  giriüad  te  Catitero  T«r- 
oi«rda.  Bg  het  Terral  mo  BosniG  veituvren  mcfa 
hdec  half  ocafhankeT^e  djqiBBtleOa.  De  wojwode 
Ste^hmvs  Woekttpikei  0485— >14€6]  ROh^p  een 
sehiiKL  dati  ddi  ran  Alniieea  te*  Oaibtero  en  tand- 
lawaartB  tot  orer  den  têiD  utitstiekite,  en  nam  in 
1448  éea  Duitschen  bettAgatitel  aan  (Skviach 
kereeg).  De  Turken  venonemen  bet  land  ld  1465 
en  hwTWnwien  het  in  bat  Banfejak  Herofik.  Sle- 
phanug'  loaea  bdeidKn  ÓA  tot  1482  r«  Oaatel- 
DWiTTO  staamdie.  temijl  een  andere  zoon  dW  IdMn 
aannam  en.  ah  Aehmed  Hercegovie,  ook  grootvi- 
ner  weid.  In  de  17de  eeuw  was  Beraqgawöna  het 
tooneel  -vau  een  aantal  VenetiBaniBDlie  vekStoch- 
tea.  De  becgataTODim  in  bet  Z.  bieren,  verboo- 
deo  met  de  Montenerrgnen,  half  oaathankelgk. 
Ëen  aanaienl^  maiAt,  ale  pasja  van  Hwraesv- 
wdna,  kmecg  AU  Riivanbegovw  van  Stolae  [1^ 
— '18&1),  totdat  hS,  daai  cEe  Pocite  hem  neet  l»ii- 
ger  vertrouwde,  obOT  Omer  Paiia  ge™«ng¥Q  ge- 
nomm  an  gedood  wwdL  Ia  1658—1662  woetkle 
in  bet  Z.  een  dbof  MoeUenegio  onder s^eitnde  op- 
starod  cnder  Lnka  Vukalovie,  die  evrst  gedenpit 
werd,  toe>n  d«  Ponte  aan  de  bergiBtemmeii  pJaa-t- 
sel^ke  zetir«geerijig  bekwCde,  Een  nieuwia,  groo- 
tere opatawl,  d£e  Ia  1875  lan^  de  M«<ute»q^n- 
sdie  en  Oostemrgksdiie  enenjen  onder  Ljubiba- 
Iric,  Peko,  Pavlovk  en  Lator  Soöea  uitbrak  en 
adi  atmdB  uittneAdde,  maakte  de  Oosteraebe 
knestie  aeuot.  Uootein^gTio  T<eik)bande  in  1676 
aan  "Tuikjje  (fen  oorlog  ea  vont  Sikola  drang-  tot 
Nen^mnje  Horze^oiwiii»  tnonen.  doch  kon  dooi 
eeAirok  aan  zwaar  j^Mdnit  geen  niccA  behaJan. 
Bg  den  vrede  van  BeiliJD  (1878)  kwam  sledite 
een  soialle  strock  in  bet  Z.  aan  Monl«DegTo;  die 
reab  met  atte  steden  en  Iwtlen  wend  in  Aug^etw 
1878  door  OMPteoqUi  ^^k^i  w«Mi(egen  meh  de 
men  bg  Le«w^  Stolae  en  KUbdc  ««r- 
Einde  1861  en  be«ia  1882  KemuBai^e 
ld  der  ChriKbonea  aan  Oosteni^  moea- 
Sedert  ie  bet  tand  met  Boeoie  verae- 
daw  den  aajileg  nan  spoor-  en  fcun«twe- 
gen  ea  andere  herrormingeD  2eer  Tooinitge- 
gaao. 

Herxsn,  Aléxaader,  aen  Rnuiseh  a(!brÖT>er, 
deo  25sten  Haart  1812  te  Mioskao  geboren,  be- 
lodil  aldoBT  de  imwemutedt  en  werd  er  oeede 
noeq  dDocdirongen  Tan  de  KÜsbsgeefte  van  He- 
ge!  en  vooral  van  deleerstellingen  van  het  Fian- 
aette  sodafinne.  Hierdoor  wddte  bg  den  argwaan 
^  Kegeenng,  soodat  hjj,  na  een  voonnmt  ven 
bgoa  een  jaar,  naar  Wjólka  ia  btiUiingBriiap  ge- 
aóoden  wero.  Wetdna  ontvinc  hg  veilof  om  deie 
algdegen  plante  met  'Wladënji  te  verwueri^n. 
Nsdait  lig  in  1889  mr^hlDie  ontnrangen  had. 
kreeg  hq  te  Peterabuqg  een  hetinkking  op  bet 
barean  van  mal  Slrogmow,  müiater  van  Boi- 
nenhnteiie  Zaken.  Caai  hg  «A  na  ig&  sooialJa- 
tisebe  en  rai&ade  gwoelens  Oiieï  v^rioodheode, 
«md  men  hem  ah  le^eolingaiaad  naai  Nowgio- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


296 

Md.  Op  qin  veraodi  outtvóng  bq  ecUw  »  1842 
zgn  ontiteg  vit  den  &tKHtfl(iieiMrb,  en  libw  hdt 
«verlvden  igoB  iiMfcn  hem  in  bri  besit  gcatold 
bad  Tft&  ecu  MDiienQik  vtnnogei^  itmoebi  bg 
u  1M1  een  pu  om  dmc  bat  bnüeiikiMt  t«  ni- 
XD.  Nk  (ken  Iqd  mftieUe  hg  a>  UtattS,  gediven- 
d»  de  beM«n^D  *«■  1^*^  en  1849  in  FVuik- 
rü  en  TciTOJ^ns  eengrai  tiid  te  Qenbre  en  te 
NiciR,  wsam  hjj  wA  iuat  'EsKclAnd  begaf.  B« 
BbcÉdte  t«  Lontfcn  de  „Viije  Bmródie  Ptn", 
Domelijk  een  dtnÜerü  vom  gearfiriften,  m*nraii 
[fc  tÉlMTC  io  BadBnd  veiboden  wm.  Zgn  looft- 
bun  dB  ubiqTer  bad  bq  reede  in  HuMnd  g^ 
i^WDd  OSdbT  den  winjilnuai  hkander  mot  db 
brieven  „Orer  bet  dSettuttieiDe  in  ie  veten- 
•efaaf)"  (1B42)  en  met  de  .Bneren  atet  da  «udte 
der  nctani^.  Diaanfi  migdKn  2  rooiBna^  aam  bet 
RuMetohc  fdUeren  ondwod,  namelgk:  „Wn 
hMft  de  Mtwïiï?"  (1848—1861,  3  dln.)  en  „Doe- 
Dor  Eraepcw"  ilBiT).  Vwlei  tehreef  ïg:  ,^mi- 
T«nira  de  Ttmee"  ('1616)  en  ia  het  Dackdi 
„Van  uKfan  uW*  (ISSO),  een  beoonfeelk«  der 


krgk"  (1S50).  Te  LonAn  iwnteni|- 
de  bü  in  bet  Praoscfa  ign  geBCfaiiit  „Ov«i  de 
iMi«ii'lAjiiM  dei   leroolatkcuMke   <fcaU>efllrden 

-  «i^irf^.   "  "  "     "         -  -       - 


in  R<HèHMr'^(186a),  en  in  bat  Koaiiaiji  het  ikg- 
■duiU:  ,3«t  eedoopte  ei|gendoin"  {1858)  en 
,3cn™>>enneen  nlt  mgn  lemiiebup"  (3  dfcv, 
1864),  die  sedeelMvk  in  hst  Engdedi  oBdsr  den 
ütel  van  jAj  eiile  in  Siberia'*^  (2  dln.,.1855), 
werden  tut^t^ven. 
Al  die  welken  weiden  in  fiooten  retale  in 
1  ènc  die  IcwtMMe  lolk» 
Qpootten  ioffloed 


SusUod  1 


ktane  met  bBprat  onbnneen.  C 
oeiende  bg  eeoPar  nwnl  oom  wn  ia  1S56  te 
Linden  g«M6<bt  Buwdi  dagUnd  „Eoiabil" 
tde  Klok^  waarin  bjj  mrt  gCieabfciit  pMlte  raw 
de  tnfanffing  t«d  de  l^ü^^^ebap,  i«or  de  tl- 
«fenniDg  dei  lUiaaietijke  atnffcn  en  tooc  de 
ÏDToering  eeim  openbaie  en  mmdeKwe  redut- 
Bpraalk,  tM^gl  ^V  ^  eetmkco  v«a  bM  HuBMKb 
beatiDor  en  dé  takHeÊoe  TiMwViiim,<iii  i«n  booR- 
rrplantnlT  personen  aoodec  TerBefaoDodnv  aan  oe 
Eaak  abMt.  Van  q^  onKtige  gadidibea  ixr- 
DMUen  wn:  „BneJiBdre  floeaale  taeatanden" 
(16&4},  ,J>t  PmUw"  ^  bat  SnaiMit,  dL  1—6^ 
1857-^ie«8),  „OwhnksdnttteD  im  iwtOaDmi- 
kaw"  (2  A>.,  laST),  ^temrea  A  Yiwtntlcmx 
Catherine,    écrita    p&i    die-mime"    (lBo9),  ,^ 

' 9  de  1625.  aoMe  d-uoe  lattre 

des  paTBaos  en  Bnawc" 
wae  ot  k  lénMimr  (8 
92)  en  „Bykije  i  dnmy"  (4  &„ 
2de  dnik  1867).  Lu  1665  TCifnfc  hij  w«d«r  umt 
Oenërc,  waai  bg  de  xaiLmm  ran  dot  „E<it(ikif 
vwmtaekie.  Daar  het  Maa  ecbtei,  ondes  den  i&- 
Tloed  Tw  Baitomtne,  iteeda  meei  aunceliütiBAe 
oei^u^n  aan  den  <kg  ï^de  en  Iqj  bo^rendien 
de  Poien  in  beMdtenniag  nam,  Terkoi  lijn  Uad 
in  Kuelaod  de  nWgicre  p(»niBntcd.l,  zoökt  hg 
w«ldn>  die  nitlgwre  moest  stdm.  Eg  keende  toen 
naai  Pmje  iKDUg,  waai  bq  den  Sisten  Jaomn 
1870  plotaeljne  overleed.  Twee  nagelaten  werken 
zgn  in  db^tbe^  jour  Ve  Qmbn  in  bet  BoKeiadi 


.   ,Jjt  I 


le(t«ckaade  te  wgdeik,  Zgn  drama'i:  ,J)M  neae 
QibaUo",  „Uuer  Eftlcheo",  „Oiethri",  „Prinsen 
auB  Genieland",  „Solon  in  Indien"  badden  min 
of  meer  «necee,  teiwöl  ijjn  vertenioKen  en  ee^aja 
„Dae  Palaü  Boaeboo.  KUw  a 


Hingen  i 


adie  BraUriw^en"  (I9(X>)  v«d  kaera  ^ 
Van  I69I  tot  1895  waa  hj}  comepaKlKnt  der 
„Neue  Fieie  Preaae"  te  Panja,  waar  hg  ook  zmt 
boek  HJimf  „Dn  JnknÉtaalt"  (5de  dcok  1903), 
waarin  hg  alg  de  eenige  optoeeing  van  de  Joden- 
vraag  de  iliditü^  vBb  een  Beltetandisen  Jood- 
adwn  Btaat  in  Pdesténa  aMieeelt.  Ddlt  boel 
biadit  hem  in  oonaieeAée  mat  dé  Ziooielmi,  wier 
booUkédei  bn  welifca  weid.  Sedert  1807  ladde 
hij  de  ^UDiBtndie  eangteeani  (na  Zwnime).  ia 
qn  naoMO  Jit-Neulanr  (1908)  etUUett  bg 
het  fev«n  in  den  aieawsben  itaat  twiolêg  jaai  na 
t^  bestaan.  Een  Tcssametiog  tco  ign  femfie- 
Ica  venAeen  in  Mree  deden  00*M).  Hg  «ver- 
leed dm  Sden  Mi  19(H  te  BAaiA. 

Hanori  ^oJk«*"  J<dab,  ten  Doilscti  giodge- 
temde,  den  12den  Septenbn  1805  te  Baad  ge- 
bncm,  atudeerde  «Mmc  en  te  Berl^n,  waa  van 
1836  tot  1846  weiiaaMn  afa  pnoteMi»  in  de  ktiÉ- 
geaclaed«ns  aan  de  acatbiDie  te  LajiBanne,  maar 
ma  BT  n«K«iifl  kectoelgk-poliitaeke  bewegéngen 
ootaiaE.  In  1&47  werd  hg  gewoon  hoo^- 
ai  in  de  theologk  te  Halle.  In  1851  ging  hg 
'  '  ran  de  Fnaaaefae  Be^ettsg  ep  i^ 
Of  te  woten  voor  een  sesdMeoia 
en.  Hjj  begaf  ntli  naat  Oeoèvie,  Pa- 
rij», Landen  en  Diun  en  eelireef:  „Die  moaai- 
Mben  WaMnuHi''  (1659).  In  1854  weid  hj)  hoog- 
teeraac  te  Erlangen,  airfrriiig  In  1877  euwritMt 
en  omileed  den  SOeUn  aafAember  1882.  Alge- 
meen bekent  ie  lün:  „BeaieDCvUnnM&e  fOnr  pro- 
tertaotiidie  Theologie  and  taoat"  (Sde  inik 
door  Hauek  1896  ena.).  Vmdec  achred  hn:  ,Jm 
Itkim  de  FlymoaÜi  et  John  Darbv"  (1845),  ,JHm 
Leben  O^^mmdfea"  (184S)  >taniMa  Oalvin" 
(18^  en  „ibnm  dw  Keeamtcn  Eiri^ 


in  opdndit  n 
om  Irauen  o 


te"  (2  d 

Hanor.  nmUfg 
Itga,  den  28eten  Octobei  1619  te  Aaian  gebo- 
ren, rtndeeide  *aa  1837  bot  1839  te  Qmxtm  in 
de  natnariumdigc  wttaneAappen  en  waa  eeiat 
in  4hn  handel  wnVmMn  Ala  o(B<aei  der  mifiMe 
nam  bü  ia  1847  deel  aw  den  SondeibondaveU- 
toefat.  In  1860  werd  hij  dom  den  Boodwaad  be- 
iMemd  t»t  dief  dn  Zwitaendw  arldkiie,  die  bjj 
neotganiaecnle.  Bjj  bet  nitlwmten  van  den 
Franadt-Dnitaeheii  ooikg  »  1870  werd  hg 
don  de  BoiKbTeigadeniiff  benoemd  tot  tvp- 
peibevdbebber  van  bet  Zmtaereehe  leger,  dat 
tot  beedwnning  der  grenien  waa  beitecra.  Her- 
tog wees  in  em  venlag  op  de  ndnge  atind- 
vunttcheü  van  bet  toenoMlige  T^iteeudte  le- 
ger. Eg  vroeg  ign  ontakg.  maac  toen  het  Pmo- 
Rb«  OoeOeget  ondei  Bovrbakt  Bdlort  tntfatte 
te  oDteetten  en  ta  bet  Sdmanwald  dooi  te  ifevi- 

?en,  aanvaaidde  Benog  den  20eten  Janoaii 
871  weden  het  ofneibffral.  Den  laten  Fdmiari 
doot  hg  met  dn  Fnnedien  geneoiMl  Clinetiant 
een  verdrag,  ten  geinige  waarvan  het  Fiaoeehe 


DigilizedbyGoOglC 


'  l«gei,  ongcTeei  85  000  aun  «teik,  dt  wafiena  iw- 
émegie,  tqn  260  itid^n  geMtiut  orèiaMÏ  ea 
op  ZntoeiBcfa  gicudgiebM  m  ii  iiiiiiiJli  iiiTi  kwik- 
toBt  getmtamMod  utaA.  IKnnM  ketnl«  Benog 
iMng  tot  iqD  noweie  betnèUng,  dre  van  diM 
ilei  artiJkne,  en  Heef  üuRMk  iwr  db  i«rtiet«- 
nng  nn  het  Z«ill«H«che  leger.  ZirïlMilMid  is 
dKMiaa  de  doortMtutde  leocganintde  nm  iqn 
kiggwMdrt  rawchnWigd  Berwg  owleed  dëo 
iUen  Fdiniiri  1894  te  Au*a. 

H«nof ,  'ow/,  den  ladni  FetooMi  1659  te 
EtHg  in  OoBtenjök-SoagHge  geboien  «todeCTde 
an  de  Ttdnuax  BMgeMiwol  1«  Weaten  en 
tind  DB  19a  bweedb  atMteexunen  toot  ,3kiiing«- 
Dieoi"  gMun  te  hébben,  midec  q)n  TCrdere 
studie  te  ToMooien.  in  188S  m  (fieiMt  dm  de 
MMtiiofrIabnék  no  Oonx  te  Boedapod,  ««w  )q 
meA  den  bouw  vaa  ciedrietfae  tnaioffen  en  Id- 
dktflDetten  bcjut  me.  Hü  ie  voorwl  bekend  ge- 
wDMcn  door  d«  door  hem  MngegeveDmeltiixlen  om 
fawBiiiUflltfe  lièiliii^,iiifliiii  op  eennmdlge  w^ 
t«  De(iÉ«iBD.  Tao  zgn  hand  v«ndi«iMn  TetMbil- 
lende  weriren  op  bob  gefaêed  tmi  eleetroAedmM 
o. ft.:  JDie  Bteedmnng  tMAriedwc  LeatnnuMt- 
M  k>  Ttworie  und  Pmiilb"  (4.  I,  Benliin  1914; 
dl.  U,Bei]iJnie05);  ,yHuKlba<!b  dei  elektriieben 
B«leDcUui«"  (3dé  dnk  Beil^  1907).  Bode 
werken  lyn  dooi  hen  ge«lice*ien  ia  nmeuwet- 
kiMr  met  prof.  Cl.  Feliimaim.  boorieenai  ue 
de  Tectniecbe  Hn^eRfaool  te  Deïlit.  bi  1905  ieg- 
de  Berxog  i^  betnUui^  bfi  de  KnM  (3a« 
neeiv  on  nog  in  1907  biet  dErtom  na  fledcó- 
teiiMMKik  iogeninv  lu  de  TnftnMciie  Booce- 
ednoi  ta  Ddh  te  bduAen.  Dmik  TeetSede  hy 
■dl  wen  als  ingeumr  te  Bo«d»peiri.  Benog 
OTslcBd  den  2«0l«n  lU  iai5  be  Li«aa. 

HersoK,  £m(Iie,  een  SwiUeiMbe  eoneeet-  en 
i^era-angwee,  in  I186O  t«  Ëmutfqgen  eeboien, 
ontTte^  hau  onMdiog  te  Zurieb  at  ifoncbeD, 
ddntecrde  in  1860  md  de  bofopen  te  HOndhen, 
Icmm  in  18S9  tma  de  hnikiÉ»»  open  te  Dei- 
V^  «auMn  «  tot  1010  m±iaad«o  bked.  Ze 
moBMe  nA  )■  het  eoJamUw-genie  en  ma  ne- 
daal  ali  JftMart^aiigeaies  beroemd.  Vooi4<  Bet 
ig  »«fa  <i>r«nl  ook  els  «inentzaogeres  booren  en 
tnd  als  loodaoÉK  eTeneena  een  groote  rapntatiie. 
T«D  1906  tot  1«]0  was  iq  leeiaree  aas  de  ko- 
nkAJnkc  h(x>g«sefaocA  ytxa.  mmU  te  B«dgn.  Z« 
ia  ^Dwd  «net  den  eehiqiei  dr.  B.  WMi  ed 
maat  tbaaa  te  AMtmg. 

BsnoK,  RtidoU,  een  DnilKfa  achigfei,  den 
6den  Deêèmbei  1869  te  Bumen  geboren,  tm 
Mist  TOOI  de  indnstiifl  t^igelaid  w(»den,  mau 
eiadeeide  later  te  Betlgn  in  de  WQsbegeeita  en 
weid,  nanweljjkB  28  jau  oud,  ehefredaeteni  Tsa 
de  ,jHam1)nig«T  Heoeete  Nsehriebten",  wette  be- 
treuins  bj)  na  twee  jaien  Teiwleaelde  ntet  dia 
van  ledaetenr  van  bet  feuHeton  bq  de  „Berliner 
Heoeate  Ntebiiebten".  I^ter  l^da  bH  ook  deie 
beti^ing  neei  oan  ikb  ffeheel  aan  eisen  letter- 
kandij  werk  te  kunnen  wgdea.  AaavaHel^  vee- 
tigde  liq  vooral  de  aasdacbt  op  lieh  door  iqn 
tooDeebtokken,  xooala  .J'rot^tion''  (1893),  ,.Hei- 
lenowral"  (1894),  „Der  ehrliehe  Name"  (1885), 
,J)aa  Reebt  dei  Jneend"  (IS9T)  en  „Aat  Niasen- 
•Imw"  (1907);  UTer  eehreef  fajj,  behalve  een 
bnndeï  „Gedichte"  (1003),  eenin  noveUen  en 
vMtelïngen,    lUsmede   een    bundel   „lïedei   nnd 


(I91S),  vooral  nunans,  waaivan  vooral 
.,ne  Wiakottens"  (1905,  99ete  druik  1913). een 
hnitengewoon  aaeces  bad  en  hem  tot  een  der 
Dni^eEe  lietelingwebiiJTeia  maakten.   Van   zgn 


laligke   vio^eie  en  latere  romans 
noz:  „Fran  Knnst'" 


lenn"   (1896),   „Daa 


13),  „Nnr  eine  Sthaoroie- 
goldene   Zeitalter"    (1900), 


„Die  vom  Niedenbein"  (1903),  ,J)ae  Lebenelied^ 
(1904).  „HaoBeaten"  (1909),  „I)ie  Bargkinder" 
(1911)  en  „Dugioaae  Heimweb"  (1914).  Verdei 
veidjenen  nog  vermeldiiu:  ,^tler.  Tod  and 
Tenfel.  KiicsagediehU"  (1915),  „Vom  Starmeo, 
Sterben,  AnfeKteben.  lEiegegedtehte"  (1915)  en 
.«StroinUwEgang.  I^amatieebe  I^cbtiug  (1916). 

Hsnomibnv,  Beinrieh  wRj  een  Ooeten- 
rjikaah  taatpotéÉi,  den  lOden  Juni  1848  U  Onu 
gefaoren,  «tndeeide  oodei  Deuoff  te  Weenen,  gtqg 
in  1672  naai  Leisng,  waai  hjj  met  SpUfa,  «w 
BeiileiK  «o  Voldikmd  du  „Baebvcceinr  atMlitit«k 
en  eedect  1875  IcAUe.  In  1685  weid  hg  dbeabenr 
d«i  coca^Hüe-aUecdh»  aan  bet  otmtüenimivai 
te  Berlbn  en  lid  dei  Academie.  E^j  oveiieed  te 
WieoiMden,  den  dden  Oetobei  1900.  H(j  tdireef: 
a;mci4MMH«eiii,  een  mofbotdaii  geJkid  „Odj*- 
lëar',  klavieilrio'a,  ■1nKltatleI^  aoMfte,  koórnver- 
ken.  eeen  .rRMtnieo",  een  dm,  ««tona,  offceat- 
weiien,  fiederoi  ena. 

JÜrnhmW*  (Batbagne,  Haibmng),  een  hnd- 
Rtneek  ia  Bd^l^  k»  bat  noonnatge  boogaUM 
Lok,  Koks  vu  de  Ilaai  tasBohen  loik,  9t. 
Tnifeu,  Tienen,  Bamut  en  Gbj  en  ia  betóenkd 
doei  ijja  gioote  vrudjAaaaiind.  Qet  komt  of«p- 
een  met  het  vCTagere  gr—fwhai)  HaAengao, 
wRannede  Btitdrik  111  in  1040  bel  boogsttt  Loik 
«sater  UsadiMi  Niihard  bekende.  De  oorqtnwke- 
lÖkc  Pagut  HaibanietuU  in  heb  oode  Anatiaeit, 
irae  mifpebrakter,  «enl  dooi  d»n  Dtncr,  Dyle 
en  Uaae  beaproeéd  en  had  Waiemme  tot  hooïi}' 
alad. 

üaalodua,  een  Griekeeb  dichter  nit  de  Sete 
eeuw  vóör  Cbf.,  wee*)  te  A^a  n  Bonotii  gebo- 
ren. V<4gens  dé  adwake  bemAiten.  w«H:«  omtttnt 
hem  inn  medegedeeU,  stfaAÉte  bq  een  dMitei- 
ïgke  tAoni,  dSle  aA  meer  toelegi»  ep  Iwt  vcr- 
apraiden  van  nat^e  kennte  dan  oq  bot  nriieer- 
l^n  vao  de  bden  der  bdden.  Dsamit  ii  bet 
«eibaat  ootMaan  van  den  we&trqd^  dien  B«tio- 
du»  met  Homenu  te  dwÉUs  (>«D)gena  «ademo  t« 
Aidk  ol  te  Detoe)  km  gctamdea  taeUxn.  Hen 
T«nniAft^  dat  Bettodvê  in  den  tempet  vmi  Ztm* 
NmHaau  hg  Naupaktna  ia  Lokrig  om  het  leven 
is  génmctb.  Ondar  da  gedkUn^  dk  ods  afa  vso 
hem  aftenvlig  lön  «wpieneid,  beUaadt  de 
„Tbeogoiie"  een  vioraamelue  dec  ombte  mTthea 
omtmot  de  riatanwniDg  en  oe  daden  der  sóden, 
alemeda  omtrent  de  iwicdaig  der  werAi  «s  eei- 
■te  plaaU.  WaaiaehJiDlqk  edter  is  dsae  „11»»- 
gonie"  niet  het  week  van  Mo  diditm;  mng  i«a 
'anduBande.  Vta  dkUwlgke  waaide  beeK  ech- 
kenfiïfat  „W«ken  en  dagen",  dat  tooi- 


tec  iDD  kanncM  „W«l 
sduuten  oratnat  den  k 


. .   de  <'pvoeding,   de 

iMBng  eno.  bevait.  Vmi  Htdere  gaaitem 
'eticaiu  i^n  (Been  bagmenten  benraard 
geUetien,  &  a.  U  vwt  de  inaarijfnBg  van  ffero- 
elea'  kuUl,  botwKft  ecbtcr  leede  de  omten  niet 
ann  fieaioitM  locaebreven.  Ibt  de  beate  natgaMn 
der  werken  van  desen  aebtar  bevMOcer^  tne  van 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Heslone,  <te  dodvter 

van  Troje,  en  Tan  Leusippe,  zou  jloor  haar  dood 
den  UnmL  van  Poteidon  ranteoen,  <£«  wegviM 
wwordbreok  Taa  basir  TWleT  een  rr«eselijk  mon- 
ster faod  a^esonden.  Om  dit  lurtste  tot  pnxii  tv 
diien«iit  w«nt  zy  aan  een  rots  vaetgeameed  Jinftt 
Bohter  beaooht  Uerackt  die  oorden  en  b«k>of<te, 
dait  b^  liet  ineteje  beTOi)iieii  ■ami,  indEen  Laome- 
tton  hêfn  die  pradttige  paudkini  nilde  atstaaiv  dfi« 
Zeut  Tipoegei  aan  Iccndng  Tto»  yoox  den  roof  van 
(7anyin«(lea  gea^hon^n  taiid.  De  koaki^  stiemche 
hierin  toe,  doch  toen  Heroeles  zijn  t&eii  velbracht 
iwA,  fal«ef  de  TerrTiIbng  ckoei  beiotte  aditenwi 


dareeg,  en  g«tf  flMtone  aan  znn  lorijcsmBUrei 
TefoMon  ten  buwidijk.  Z|j  adhooi  aan  deaeo  een 
Moa,  Teueer  getBamd.  ^^ólgena  somniigen  veilliiet 
iH  laiteiT  hd&r  editeenoot  en  nem  de  ngk  naat 
Molete,    waar    lü    4e    vroaw    wenf   van   koning 

Beapcrantha  £er.  is  die  nMm  vn»  een  plan- 

teneeelaeht  nit  de  familie  der  Iridateeën.  Het 
(MiidersclKd<tt  idcA  dioor  het  beait  twi  een  Uknm- 
Afk  met  een  re^lmatigen,  6-d«eligen  zoom,  3 
tot  aan  die  bh>eniiilekibuiB  geecSieJden  ïtempele  en 
een  dioo«vTu<Jii.  Het  omrait  bolgenvasen,  Ae  aan 
de  Ea(^  de  Goede  Hoop  grcieien.  Sonuni^  mar 
ten  benDoren  t»t  ifc  aiflrphnriea,  wioaie  H.  falea- 
ta  K  e  r.  met  UaetnddtdlLpipeD,  die  van  buiten 
lowl  on  T&n  bimeo  wiit  zqjm,  eo  lOei  een  pnirper- 
roode  buis;  —  en  H.  radiala  K  e  r,,  met  voil- 
Kiode,  aaax  één  v^  oreibaingende  bloamen.  Bo- 
vendien verdienen  n«g  aanberding:  H.  pilota, 
met  behaarde  Waderen  en  H.  grammifolvi  mert 
o^aande  Underenk  De  v<BnDQeTdedng  geectiiedl 
diooT  laden  en  bofiotjes. 

Haapeiiden  oi  Aiditare  vnn  den  NwAt,  v«4- 
gene  amderen  va/a  Phorq/t  en  Ceto,  T&n  Aflo^ 
TBo  Hesperaa  ot  van  Zetu  en  TAemu,  wsiren  vol- 


gens Apolloihrvs  4  lueter»,  namelijk  .il£^2e,  Ery- 
fAea,  Hejfia  en  ijrelhuw,  en  vic'lgenf  ApoOonius 
S:  Hegperia,  Erylhea  en  Aegh,  tiemgl  Diodoma 
m  7  vemieildits  andErem  decnte  S.  Zy  1>ew9éktem 
met  den  honderdkoMMgen  dtaalk  Ladon  in  haar 
tuin  de  gouden  afj^elen,  weke  Hera  bij  haat  hu- 
ivcilük  mèt  Zeut  van  Oaea  ten  gcsehenxe  iniitvan- 


gen  had.  De  Tuin  der  Hesperuien  laf  volgens 
ApoUodoru»  op  hert.  Aitteegiebergl»,  doen  vio^eiw 
Uenodus  'sa  aet  venre  WentetL  HeracUi  mukt« 
üoh  van  die  gouden  appeten  meester  en  acbook 
ze  aam  £iiry«Iheu«.  Dom  echter  Uot  se  bem  be- 
bmiden,  «BAma  de  h^  ae  ten  geschenke  af- 
stond aan  Athene,  die  ae  weder  in  geodemdra 
tdm   ptttedl^de. 

Bespsrldlcn  UurantiienJ,  Ci»HmOu.  i»een 
giniooeiê^  dat  aeor  neoiwead  ie  in  bet  wttte, 
spduaacLtige  gedaeUe  van  csaoje-  en  ciitnien.- 
Bohüfaa  en  ook  ia  die  UMtraen  van  Cilnti  aurart' 
lium,  C.  e^inensi»  enz.  vooifcomt  £ij  kiislalli- 
seert  in  zü^^^glanaende,  reuk-  en  smaaklooze  naal- 
den, kat  moennb  op  in  watM  en  atoohi4,  smeltt 
bij  ongev«et  251*  en  v^cmnt  dooi  bet  met  verdoD- 
de  luren  te  koken,  rhamnoae  en  heaperidien. 

HesporU  M«t  dezen  naam  nerdni  door  de 
mde  Qheken  de  westmecVe  gelegen  teiuhn  aan- 
gednid,  vooraJ  Itadie  en  vemitgenis  het  Pjtc- 
oeesdie  Scfai^ieiianl 

Heaperls  L-  ie  de  naam  van  een  pbatengie- 
akcbt  uit  de  familie  der  Krvubloenuge»  (Ont- 
eiferen).  Het  onderscheidt  dch  door  acbed  gebo- 
gen blioianfchderea,  een  klleir  tuaechen  <!k  loDitc- 
re  metUiaden,  2  aan  deo  t«f)  vereenogde  sten- 
fels,  een  bakigen  kelk,  een  veeteadigen.  knobbe- 
ligen  heuTF  en  laogworiMgie,  oagemoeg  S-zgdi^ 
wden.  Hert  omv»t  éen-  en  twflejsirige  en  oreithi- 
vende  knadlen  in  Buropo,  AmeriAcs  en  Aiie.  Br 
Lonwn  ±  20  soorten  in  dkae  wtrcUdeelen  voor. 
Ais  gekiredktie  eóeirdaDt  knntt  bij  ons  voor  ff. 
matronalis  L.  (neebtndoKeT  of  dhmaatUlMtn)  met 
bb>en»t«ten,  c&e  even  kng  of  langer  ^  dan  d« 
kelk,  omgekeerd-eri  ronde  bloenblMleneni,  iv^nit- 
ataande.  bijna  rolronde  bauwen,  ea-iaoeétvofmige, 
toegeepvlste  bladeren,  een  oobehauden  ol  in«t 
T«it«k«e  loTeD  bedektan  eitengid  en  groot»,  paar- 
se  bloemen.  Men  vindt  van  deze  een  aantal  ver- 
soheödientieiien  im  Diiitsetfland,  Ziwitseiianrct  en 
Kbende.  Ia  Hongarije  en  NeckT-Ooetenrqk  beeft 
men,  ff.  fm(ia  L.,  aen  2-jarige  eM«ptant  mrt 
praditige,  groene,  paaiBgeadeide  btoemUadenn 
en  korte  bauwen.  Be  lennneTideriing  geschtedt 
door  zaden.  Deze  ontwikkelen  zich,  in  half  war- 
men bak  gezaaid,  voorspoedig  modat  ie  nog  in 
denzeUden  lOmer  tot  Uo^baie  ptanteo  op- 
f^roeien. 

Hespen»,  <le  akorgenster,  befaoort  n^gena 
Hetiodu»  tot  de  aonen  voo  Atliaeo*  en  Eoi.  V«4- 
gene  een  andere  aage  was  b^  de  va<fer  der  ffe«- 
periden,  een  aooji  ven  Alht  an  een  ?Toot  vrieod 
der  BterrenkiUTMle.  Toen  hö  eens,  chu  aen  loc<i  der 
atemn  gade  te  shsfi.,  den  berg  A.tSw  beUom- 
men  bad,  werd  h^j  door  een  storm  naar  beneden 
gaworpeit  mi  venÜweeni  nwr  aitJjdL  Te  igaat  ge- 
dadit«ni«  gaf  men  lya  aaaea  aam  de  eetKKOMte 
eter.  Hyginua  noemt  hem  een  zoon  van  Aurora 
en  van  Cevhalw  en  voiliMlt,  hoe  hfl  aooieer  door 
ecbocnhiedd   itLttnuntte,   A«t   hn   ApkrodiU   B(U.er 


den  opgejig  dec  wm  vertoont  en  daarom  Pkoi- 
phorvt  (Lueiter)  en  fleapenu  genoemd  wordt.  De 
(mtdleyd'ng,  dat  de  morgen-  en  wondster  deieü- 
de  is,  w«rdt  door  Plinitts  aan  Pythagorat,  door 
andbren  aan  Parmenide»  toegeachreven. 
Hera,  Johann  Jakob,  een  ZMtseradi  godge- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


tewde,  (fen  21at«D  OoboÖM  ni\  te  Zsrkti  &«bo- 
nn,  BtaAeecde  atdaar  en  wenl  ei  in  1777  dnken 
en  in  1795  eente  p<«dikai>t  ea  antwtos  ikc 
'  i  bet  IcMitoD.  B4   OT«ite«d  den 


J«0a"  {17S8— 1773,  6  Al.),  „Von  dem  Bcócba 
Oott«s"  (3de  dn^  1796,  2  dia.),  „GeRchichte  und 
SdtBStw  der  tupoéaet  Jwa"  (4(fc  fridi  18Q2). 
.OeMbüUe  der  bn^ÜJOi."  (1776— .176».  12 
db.),  ,Jjcfeeiiuc8diidÉi«  J«mi"  (8«te  druk  la^S) 
en  oudcndinJen  tocroedawo. 

■•«M,  .ddotf  fVttdneA,  een  DniibMb  DifiwuBt 
en  eoB^MHiigt,  den  SOsten  Anffatum  1808  tie  %im- 
Un  MUren,  na»  iMiimg  nn  Bomer  en  KöUer, 
JD  1927  tveede  «^Mat '«»  de  EUwBlwitfakeck,  in 
1681  «Mete  ec^uHt  vut  d«  Bernhuddskeii  r- 
Tenler  ook  djiagent  mt  dte  sjrajihanêeconeert* 
te  BfeelM.  Zqd  or^elBpAl  wwd  wer  ge, 
rao  ^jn  ecnmoaiÜBB  s^  qp  o^«lniieikea 
geUeven.  Hn  vredeed  den  5den  Aiipiatue 

H««M,  UemumH,  een  Duitedi  bAtotcv,  d^ 
aden  JoU  1877  te  Cdnr  in  Wai4t<embei«  gabo- 
nen, beoodM  bet  gTiniiMinai  en  me  «nteic 
f«lg«na  *b  tMtBMne  en  at  den  boekluyidel 


iMt 


fw.  Hij 


J  ade  (ielit«r  op 
„Bom<uti*ehe  Liedet"   (IWS),   «unm  Tolgi 


„EfK  34>iMide  lM>ter  IttttcmacU"  (18d9X  „ffin- 
terknene  SthnEfen  vod  Oe^cfato"  (1001,  cndei 
den  Mthniln&am  Hermartn  Lautcher,  in  1908  tiei- 
(kokt  onder  den  ütd  „Berwmn  Lniedwr"), 
rOafiiUe"  (1902)^  êo  nMOHiB  „Pater  Ctanen- 
zJRxf'  (1904),  dde  een  iKÈbeogernxMi  aaaax  had, 
en  „Untorm  Rwf'  (1905),  dvt  de  kwelling  b^M>- 
dA  die  méwm)  cm  tncfat  vnor  vele  ktederen  ople- 
Keiea.  JKeaento"  (TglweiMKugen,  1907>,  „UtA- 
bem^  nöf  verCeHnsien,  IW^,  „Uótermss"  (0e- 
<U(fateg^  1911).  „Uni«««K^  (iwlettkven,  ldl%), 
„Aw  IndieD"  (1918).  De  gmxMte  irerdJeBatie'  nn 
Heffe  bcotm  in  de  atea^ag  èa%  hy  ioi  sjn  mt- 
teKngen  veet  te  le^g«tt. 

HiubbHiiI:  fSooftw  etfhaUa)  of  JfeiiK  i«  een 
Mfitnit^TjëA,  befaooTOncle  tot  de  fiunitie  dK 
CaryemfKfiefi  (»e  alikar). 

HltiWlInr.  ^'''^  CArwtMtni,  den  ISden  JuU 
1859  te  Ametenkm  gf^xneo,  atndBerde  san  de 
faoaoMdMari  t«  Itfdden  en  {mranrreeTde  aldaar  in 
18B6  Of  een  vcoeieeliBalt,  ^titcèd:  „De  neu  co- 
noMWMn  eptw  Ghmm  eapte  nfeoib*'.  lik  1892 
weed  M  un  derieltde  hoostedMot  pirirawtdooeiU 
en  iü  1907  buMengtormn  floosteeFMC.  ^m  nxv- 
MMOMte  McbtflieD  i^d:  „Ov«i  het  GiMvdt 
dar  MidddMQwea.  VwidiMfat"  (1808),  „Charot. 
Ein  Beitng  znt  Eeontnis»  des  neugriecliifdieD 
Tolkeghnbeoe"  (1897),  ,Jm  enq  liTiee  de  fat  lei 
(La  pentKteoqoe).  TndDdMO  en  néogree  puUiée 
en  sKractères  bébralqoee  k  Conateirt^nple  en 
1547^  tnneerite  et  vxxtnft^nSe  dfane  intnodoe- 


iii  de  tBAftonde.  Uit  beC  ^DMBÈfc  TertauË  dm» 
D.  C.  Hestelinq  en  J.  /.  StOverda  de  Orave" 
(1809),  „Elet  Afrifceamsch.  Bedrage  tot  de  to- 
wfaiedmM  der  NedeirtandMbe  taal  in  Zuid-Abi- 
kb"  (1899),  „BfzMttram"  (Oeeabeinke  Voorouder, 
TV.  1906),  naama  ook  een  Oneteebe  -««rialidg 
rawttaen  „Lee  mota  nwiüliiiMa  «opnmtAs  peir  k 


299 

^«c  MU  laofluee  romanee"  (VerituidleËvffen  dei 
KoDaiiklgk«  A«denu«  vao  mtenacliappea,  efd. 
letterinüd»,  V  2,  1903)  „^<t  n^ferboÉaade  det 
Deeoecbe  AattilDear"  <ld(fö).  „Uilt  BvztuAuun  en 
He^'  (1»m).  Sadeit  1905  iü  hq  totóereOaMiaT 
dat  „W«teDa«fatfjpe^jke  Htaden". 

lTmwTrHnh_  QerrÜ,  éas  NederkTukcfa  god- 
geieeide,  den  26atlBiL  Otibabes  1755  te  OioningeQ 
g^vna,  stodeeide  ««ret  te  !AWn>  en  daam»  1« 
Gfontn^D  en  wtri  boer  im  1776  bavotdoKl  UA 
nwcato  in  de  Ti^e  koneten  en  tot  dlootoi  in  de 
wgabegeerbe  en  ««rtrok  toeni  bau  Anwterdem, 
(ND  neb  ade  atudoot  aaa  de  kweekednol  na 
Donp9g«nnde  taen»«D  te  bten  insehiirTen.  Kft  te 
Btriewud,  waar  hji  in  1781  bet  leenammbt  aan- 
Taant  tiad,  1>M{iqg«aKul  predEfant  te  z^a  ge- 
weeet.  werd  hjj  in  1786  hoogleei'aai  toot  de 
DoopsReiiiKle  tbeoloKieche  studenten  te  Amster- 
dam. In  1797  en   1798,  t^dena   de   afw«iigheid 


in  1800,  toen  de  hoogieenu  Pm  Smaden  Ter- 
trok,  <Mna  kseen  wmb-ib  de  mertlteaü,  logiea, 
metaiptajeica  en  l^Taea.  i!k  n*tourkiiDdige 
DUMtkbB  h^  naam  Arói  een  Iqidiiaatatüdhe  oot- 
dekUag  en  dn»  de  beafcttdfag  vaa  FratMin'» 
tbeosie  omtrent  de  «Jeotrieiücit;  ab  gwljnAuerde 
<Ioor  tqn  beklemde  pnintdmaMagtit  en  dnoi 
lan:  „Ujjttegknnd&e  wootdentMiek  tei  ofttieède- 
nog  no  de  3<iHUtea  dee  N.  'Deatanienta''  (2 
dm.,  adi!  dnA  1604),  dat  htmig  beatnedeo^  maai 
ntet  kjwM  doM  hem  TRded%d  werd.  Dat  fajj 
ook  de  NederJaulKbe  tettettoiule  beoefende, 
Uykt  uit  liio  leriiauldbi^  .,0«ec  de  Bcdtand- 
•ehe  üébttaiAt  en  pioaodno.  toeraiBBt  og  het 
ifajUM&e  en  matran  der  Ouden''  (1808).  H^' 
wéritte  tmde  tot  atüAtüOff  der  Doofcgeaode 
Socattrib  en  oreilead  den  TïdeD  Nonember  1811, 
Vaat  ün  gvacbritten  lenudden  wg  oog:  ,.Hj- 
cboaiitiiacbe  imbaarifeJing  over  de  atelEog  tIm» 
einffen  wwen  in  gcfikBOoriaM  Ttoaietoftea/' 
(1807).  „VarhMMieKne  vu»  den  iftrloed  Tan  bet 
baiginlijk  bestnar  op  lafan  tmu  godedjenat", 
dmr  Teyler'e  OeDOoCMbap  bekroond  en  „Vei- 
**  ~  ~  Miog  oyer  de  bemuHn,  de  ds  sdugver 
den  had  aan  de  BebreeSa  bad  seogauide 


hert    boogeocicateawAu^    Tan    Jemi    CbniatnM/' 
(1796)  in  dë  werJun  van  TeyUt't  Gvaodtadw. 

Bssaelliu, 'oAmnea,  een  N«detlbndach  gw 
Beleerde.  i&  1522  te  LeuTen  gvboten,  waa  een 
boeieoiTnead  laaa  MieKUt  Bajtu.  Naidat  hq  aA 
in  14D  geboortmlMdia  op  de  wgabegverte  en  god- 
ffeteardtwód  had  toegelegd,  gaf  hjj  lelf  oodeiwa» 
m  de  theologie  en  wrad  de  opaólgtr  tan  Mar- 
linut  Rielinmut  ala  bDogteennr  te  Leimb  In 
1S63  bee&f  hij  zkii  me«  Miehiel  Baju»  en  Cor- 
neliiig  Jarueniu»  mar  de  kerkwMgMfeiing  te 
Tiente  en  oroteed  den  7Kken  Utmatoer  f566. 
Hij  heeft  een  wete  lAtijnacbe  goeehriften  Mwe- 
laïea,  Tan  wefte  wü  noemen:  „CatecMemus  W 
tiwH"  (7de  dmk  1674), 

(1658>,  „In  ï 

(157S)  en  „Ceosüm  deqoi- 
boadm  Sanetonim  haaCwüs"  (1508). 

üaiiali.  Jaeob  laadEèaer  te  Qent  en  Üd  Taa 
dan  BloetkMd  iu  1566,  wae  een  aa&aien^  man 


Viglw 


.  Deoe  neigde,  ereniria  haai  ooni,  tat  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


matigdbeid  «n  bedong  ió6t  liui  huwelj^,  ^t  faj] 
het  Hiibt  na  iiroeBiieQi^enHu^  b«tw«ft  hq 
toen  bekleedde,  xn  atMe^gim,  w«»imii.  hn  e<*i- 
tier  DMt  «iUe  hoana.  Hea  vMtMaJt,  <}»<l  hq  la 
den  IUmI  nu  Benette  emioan^  diep  en,  bq 
de  «ttnMHDf  ontintie]4  beA  npnal  «trü^: 
„Ad  Mtèboluni,  ml  pMUboluin"  (uc  d»  ««47,  mo 
de  eÜÊg).  Lttter  w«rd  hq  proamni-fenerul  tmi 
(kn  Ré^  tw  VteDdiei«i  te  GwL,  cboh  u  1677 
dooi  de  ÏÊOiooa»  dbet  atul  opgefaiffigen. 

HenMn  ie  de  laam  «en  een  ondtOermftAn^ 
ecben  mlnatHn,  mfte  te  men  dten  n»  Katten 
ihwg^  ki  bet  ta^eiMfiotai^  Oppe*-  »>  Neder- 
HwseD  gwertgd  wm  ea  kA  mdwurte  o>T«!r 
bet  On&Md,  oostnrMite  orei  'nwrinpen  i 
breidde.  Het  de  RoaMÉnea  kmmen  in  u  IS 
Otv.  JD  MWfitiTMT  tbeo  OennoMeHe  nno  boofd- 
idMl»  Uftttinn  ^nie^  en  KMnmadeB  bg  On- 
denabeig')  ieiiri«rtl«.  In  de  nigtai»  eeuwen 
«oMHen  de  K»tt«n  weg  '»  het  noete  Teibood 
der  TWaÉMi,  en  doOT  de  — "— ' ■■ 


e  «erixuHig  *«i  dnen 
sd  het  koddec  Heeeen 


e  l«lMB.i(jl»i  gomnn  ki  QetMii,  mfte.ieedi 
dóór  Bomifaeuu  en  ^  leetCneui  be>oebt  wer- 
den, mmn  de  Pttdbmbt  HeeMBgotiw  w  da 
Obeikhngmifr.  Zg  irerdot  tqdeu  de  Frutkiaeha 
komngen  door  gitita  iMetnurd,  t«d  «elke  de 
maehtinte  het  aertogelök  gewg  in  Prmnkeluid 
en  wém  ib  DidbMbe  kooüigAinMo  jornama. 
Zulk  een  Tont  «ma  foenrooii  J,  doch  n4  dieni  kiD- 
d^OM  OTer)j|den  en  des  dood  len  ijjabreeder 
Eberkard  trftdeninH«sBen<)Bdeneh«idengrkfd$- 
ke  «•laehten^v.OiideideseDWkreiidegnveDvni 
OudMubero  de  maxUinte.  Dtm  «en  famdgk 
OKt  de  ertdoebter  vMt  den  laaitste  deaer  gr«f«D 
KMiricrt  iMhwük  l,  iMfdgvuI  wm  Thurinfft», 
bel  gaaïmbmp  Ondéndberg,  en  d  de  «Minenlq- 
ken  m  QeaaeD  «rten^  faem  tk  baei  dea  hnda. 
Toen  «o  1241  OMt  Bemdrik  Baspt  hot  g«riadri 
«er  r     ■  ■■■■  "'■      * 

maak,! 

hertog  Bwdrik  «m  Br^^,  au^uk 
ruwen  eo  HeaaeD  en  kwam  ow  «en  TeomiiKwi 
etr^d  met  baai  medeifager,  maikRiaaf  Eensik 
de*  DoorbÊektigt  Mn  JfeifaeN  (eea  oerf  Tan 
Bmdrik  Bmpe),  door  bet  <m:dng  tw  1263  tA- 
tlniH  ia  bet  be^  nn  Heaaeo.  De  won  i«n  Sc- 
fkia,  Hendrik  1  het  Ki»d,  de  fltankTadep  ■nat  bet 
ÜOM  oog  regeereode  HeavBdie  Bhuê,  veaUgde 
ngn  >eM  te  Kaaaei  en  iivid  «k  I^ikinw8t  er- 
kend. Zgn  peiaoonlfik  gmndfaeiit,  bat  graafeAap 
Omdenibefig,  im»  «wlei  kMa  en  iqit  'eontelüke 
niMbt  lo  Oiob  in  «ele  gMabdMfpen  Tetdeelde 
Beaaen  geer  beipeiU;  maar  iQn  uJumeCiwaï 
hebben  wb  aBanga  in  bet  beut  «eten  te  rtefien 
dei  iJaoiHlerfiike  gedaeJttn,  tonröt  zö  odk  bisten 
Haeaen  aanawnlilDe  goederen  -rtnkngm.  Hnn 
aHMnriken    op    Bnbuit  l>tereii   eehtn   modei 

Otto  en  Johttn,  iman  mn  HefuMk  /,  «dlden 
in  1900  bet  iQk  Terdeehn,  docli  <kar  /oAm  «el- 
dn  künderïooe  ixTCifcfA  Ueren  de  hndcr 


eDi.  en  ttet  lija  rijk  acbter  aan  ijjii  Mef  flermm 
dn  Oeieerde  (1&17— 4118).  Dex  had  doov  het 
gedurig  venet  -der  ridders  eeo  wer  onioatige  i«- 
gecadog.  Ook  atreed  ba  tegen  Adolt  vm  NoÊaau, 
maai  ^«rkteeg  da  beedMEamiogdq  orer  de  ibd^ 
HmfeU,  txmnttM  door  aankoop  de  heKt  «ao 
bet  «miMbÊ^  liabetg  «n  de  heerij^ldMèdl  mi- 
keied»rf.  Lodemjk  I  de  Vreedxame,  2ijp  jongsfla 
Moo.  Yciig^  ben  oo  <Ui8— 1458)  en  luneer- 
derdie  >de  twdw^tjke  faedttiiwen.  Van  edd  noen 
oaMeaLodetevk  U  de  Vrymoedi^e  (14i»-<1471) 
Neder-Heseen  met  EaMel,  en  Hemdrik  lil  de  Rv- 
lu  (14Sfr— 1488)  Opper^Se^ea  met  Uarbwg.  Na 
Mn  oo(Id9,  «egeiLa  deoe  'eerdeeUng  ~*~^ — , 
wwd  Zjegenbaén  met  Opter-Heaaeu  vereeoigd. 
Ten  tMÉiDen  Aen  oMKhcjuige  Moen  yuc  £«de- 
tpyA  //  werd  het  bewind  geroerd  door  bon  oom 
Hendrik  UI,  Aa  door  zj^  faaw^jk  bet  giaaf- 
eeiup  KatzeneUeDboffeii  aan  Heteeo  bad  toeoc- 
Tïegd.  Na  zgn  dood  kwamen  de  mindeijaiiM 
wmtm  I  en  TTtUam  lil  Mb  het  beaSmr.  Ha». 
drik  Ut  bad  ioi  «|m%ar  ia  0|»er-Heaaea  ma 
Mon  IfiUem  il  dea  Jongere  (f^-lSOO).  1^ 
lem  l  (t  1515)  «tad  na  igu  teragkeea  dt  Pa- 
fcatioa  kraokannig:  en  mmat  ia  1483  alataad 
doen  <nct  dea  trocak,  dki,  dkaf  üj  geen  kdadenea 
ha4  ten  ded  iM  MD  ijja  broetfcr  FiOem  IL 
Toen  in  1500  ook  FOtem  III  kindeiiooe  stierf, 
kwam  Wiüem  II  kk  bet  bent  *ml  gAtd  Heann, 
(M  bjj  in  1609  aaa  agn  5-J&f<geB  aooo  PkiUpi  l 
den  Grootmoedige  aditeriiet.  OidnreDde  ign  una- 
dEajarigbeiid  werd  bet  land  ewet  doos  een  adel- 
Ijjhe  fegeeriagaewnnJpwe  en  ^eirotgena  door  de 
iandgiaTin-moMer  met  de  Stenden  beataud.  De 
ofdnatea  in  DnitocUaod  «tcd  McMdIng,  <kt 
keuM  JfonmtltaoN  rmla  ta  I&IS  dei>  jeu^dSgen 
laodgiaal  me«rdei}arig  Tcrtikaide.  Umag  nam 
deae  ded  aan  den  BoaeeoooriUg,  aaa  da  Herror- 
ming  ea  aan  bet  Schmalkaldiaeh  Verbond;  bQ 
atichtte  uit  de  goederen  der  «^gehevenklooiten  in 
16S7  de  wnerallMt  «e  Marinig.  Hg  oTOfhed  in 
1567,  oaMf  hij  tgn  «wtiaod  onder  inn  4  Btmes 
bad  Teideetd.  IFtllem  7F  de  Wfte  kreeg  de  bdft 
vaa  hot  land  mot  Euael,  Lodewëk  IV  een  Tieide 
cMdedRe  met  IfartMuv,  Phiiipe  II  «en  aditeta  met 
fteiaMt,G ' *-     •^"   -  '^ — 


Oeorge  I  een  «ader  aebtate  met  Dmio- 
r  PkÜife  II  teilSaS  en  todewik  IV  in 
1004  Undeiteoa  a>nriBden,  Ueren  alleen  debooM- 


dier  beorifi^dMid  Itber,  de  bMb  tan 


Ignen   Beaien-Darm^adt   en    Bee*e»-Kanel  be- 
ataan.  Zie  yeid»  hg  Heeeen  en  HefaeH-IToaaBl. 

MobiMa  Ton  Heenen  OUt- 
bnrg  18M);  Diemar,  Staoreihe  des  thiringi- 
eeben  Lnadgralenfaaneea  nnd  des  hesaiaeboi 
LankraiteabMiieB  Ua  sof  PhUiw»  den  Gïvaemll- 
ligen  (DumMadt  1908). 

Kmmd  (ne  de  kaarten  bjj  bet  DoUaeha 
Itj)k),  een  tot  bet  Duitsehe  Rgk  behoorend 
grooÜiertogdom,  ligt  afaesien  van  de  eidn- 
ftê,  Uuedun  49*  24'  en  60*  SO'  N.  Br.  en 
toaaAen  ?•»'  en  9*31'  O.L.t.0.,  grenet  aaa 
d^  ^niaiedie  jxorinoiea  Heaaen — Naeean  en  Rgn- 
)eeti,  het  koouikTSk  Bei«ien  en  het  grootSientóg- 
dom  Baden,  met  «e  aidHvea  g«deeU<t|jk  ook  yid 


1   kooBoktilc   WOrtteoiierg 
m.     (1910)     1282  051     la 


Bet  beateat  nat  tw«e 

noSdaeb  gebied  Tan  «dkaoder  geecbeidm 
deelan  en  M  kieuKrc  io  naburige  stalen  gelegen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


atatt«ih  Het  m»M^  deel,  door  dm  Bön  ge- 
eeheiden,  Tormen  «k  pronnaea  SUrkenbar^  en 
Rjjn-HeaMO,  het  wjunMyk  deel  de  proiHicie 
Oppet-Heea».  Bkmen  Henudi  gronc^tdued  lig- 
gen  6  Buleiuclie  en  2  faiiuÉiiiMj  ei<AiiiTea. 

Bodemgtfteldktid.  Beauo  ié  Oeiek 
Ttak,  deefe  beml-,  deek  faeigbii  Eti  noonMHk 
deel  u  gTOcrtendHb  tieigMbkiir  mat  dao  Vogefa- 
befs-  ifa  boo^tte  todemreiMbic.  De  mn  de 
tamddketen  uur  bet  Z.W.  locpEDde  Mignw  «rudt 
bn  den  Main  een  tiiniufciiil  itt  goMnd  had- 
■ebiip,  <te  W«tteifta,  dkt  4i^  emel  nit  jonge, 
«fi  Ufcqbe  phktBtB  door  buti^njggtn  MKHrtno- 


mnn  twMMit  en  Ij)  ent  lengte  iwk  5i>— 
60,  «en  bieedU  mn  SO  tan.  bs«ft  Ia  bet  Z.W.  en 
W.  Tindt  men  nMoaoeM  tan  den  Tumua,  dta  in 
den  WiutienAeML  een  hocofc  -na  589  m.  bereiken. 
De  pcoraKÏe  Stutenfamg  mndt  m  d«  O.  beift 
gebóri  door  het  OdetHTOod  ü^vDomen  met  den 
KraUxig  (£89  m.)  th  b(N«fttMi  top.  Dom  de 
BergaHnMe  mmlt  bet  <«mi  bet  W.  d^  de  Byn- 
ifakte  «carfMiden,  wMn&n  lieh  öo  bet  N.  de 
UMorlKUe  Mufait.  Saa-Senen  behoort  deek 
tot  de  RJiaTliAle  en  ia  ded>  «eo  gotrend  faeoTel- 
laad  wMet  UHienlglK  bodeniTerbeHingen.  In 
twt  Z.W.  ded  ider  proriiieie  tindt  men  nog  nH- 
loooei*  na.  de  HMidt  (BictLeAefg,  821  m.). 


'iSïi 


het  atroomgeMed  vu  deo  Bön,  iiecMi  het  O. 
deel  'm!  den  YcgtUoua  bcfaoort  -Bot  <M  th  de 
WeiM.  De  booldiMÜi  h  de  It<n,  di«  orer  een 
lengte  na  90  fan.  door  het  pignUi..  „ 
'         '   ""  >  mo  TM  i<e(ibte:  Nedur, 

, .  --- ■•  {me*  de  HllndBgvO«r- 

Kweni  en  Nidde),  Urn  (met  Ohm,  LmnU  en 
WieMek);  tu  lUs:  de  Seb  en  de  IMm».  Tot 
het  rtToongefaiod  der  Wewi  b^booran  de  PiUb 


Tïodt  men  b 

faMaen  enz.;   budot  i 

WiCMrfen  im  Bevg. 

Middelen  van 


, , in  de  W«t(«TMi;  de 

^■brengat  i»  befrekiiel|pk  gVDOt,  mau  in  T«Tsrit«i. 
<&B  atreken  in>T  Tennoerderiii^  T«atbur.  Bina 
de  bellt  der  mpaitUkte  vm  het  mootttKÜottwa 
ifDidt  door  aBDere  en  toaoen  (48.9  X)  .14,]  door 
wwdeiu  1.8  don-  vjMbeiveD  en  91,2 «  don 
boMO  wgHMmeo.  VvAaaoA  nnonleD  auAppeJan, 
Mgge,  ftraL  kh-mr,  ineeioe  en  ImwI.  Tnuaboiffr 
rüiSt  men  hq  Haiai,  DknnrtiMll^  OllenbMfa  en 
Friedbe^,  gioenteotealt  fcfj  Hombaeh  en  Qon- 
aenbttim  (Up  Haan).  Oditeelt  {méa.  peren. 
keiMO^  altrikoaen,  pernèen,  kaatan,]»  en  wafao- 
tea)  ÏB  leer  fatoiend.  WgofaMnr  komt 
IQk  fa   BnKHeaaen    '  ~   " 

STOait  op  de  bnvnefa  1], 

NierateMc,  faigeli^m  enz.  De  « 

'  -^      *   ^  .Ijvin  ■  "         ■ I 


1  1910  

fa  '1»11:  387625  H.L.,  Oer  mmah  na  2G  mil- 
lioen  Tauk.  De  goiMUeble  jaairigkacdw  opfarengnt 


w«a  wor  de  jaren  lOOS— 1912  298000  H.  L^  tec 
waande  tki  15  nWlitaeo  marie 

De  veelMlf  «wdt  meestad  in  '«eiUoidijig  mat 
den  fandbottw  «itgeodend.  Ter  «rtwtefang  v«a 
bet  paudeniaa  beMaait  to  Darmatadt  een  etoete- 
iQ.  De  roodertedt  ia  na  meer  iief«ekMua.  Ifen 
tiadvt  door  het  m  atand  boDden  tmi  de  mviima^ 
den  bntban  raaaea^  met  san»  raa  bat  Odeib- 
walckt  «n  Togefabaiger  nmd,  «o  door  knoer  nn 
met  de  kkale  itAoüiagiai  «necMnfcomande  dis 
i«n,  den  meeatapei  mer  aan  bepaadd  tjpe  te  ge- 
ven. Da  aehueotlBrft  aa  MÉtfennCgcgaab,  de  vai- 
k«Daktten)  toegammao. 

Oe  laatdboiiir  «mdt  lan  ataatair«gie  fiowMiteL 
w«tena(^appel(ik  en  tMtoiaeh  geBteönd 

De  boaaeoen  bvbaigen  «defaerten,  dambertcn, 
reeSi^  hann,  konnnen,  bMndera,  daaaea,  vaaaeo, 
mwtbra  «n  wüda  katte*  an  sw^pen;  de  iMecan 
baars,  karper,  bliek,  enock,  laceflen,  faling  ea 

Vmbouw  woidt  TOonl  in  Opgur-Heaaeoi  oat- 
geodetkd  en  daar  TfadC  men  ipa-,  tsoinknol-  an 
mnmgaiman^ptfln.  eanige  KotbrauMn  en  een  aa»- 
UI  gzeramriterqeiL  Ook  nitgaatrrtte  Taenkgan 
en  ffMt  klcisoorten,  landateen,  mannei  en  an- 
dere ateenaoorfen  kooien  InHeeaen  voor.  iln  1910 
oetfaoeg  de  ODvrangat' 

jjaer  ^. .  .^. 840000twif; 

4mnBMÉ ■■  460  000 

Jcedcenuue  19000    .. 

De  nyverAatd  Itmrt  iD  da  aant  ^aata  lader 
en  lederot  roonrerpen;  daaanaaBt  bmlt  man  4i- 
baka-,  chemiaehe-  en  metaal  lalwiekan,  Terdei  wor. 
den  «r  «ftaimaBMiÜaeba  ea  terfmiaebe  praepaaa^ 
ten,  loealem,  iaatrnmeii(refi,  nMUnea.  werfaela. 
audewerk,  btnÉiweA,  monanerende  wj^oen  ena. 
mrvMMigd  Bat  aaaiiy  «nfterlafarieken  borhaagt 
4,  dat  der  bieBbroBwerfien  98,  der  brandewqnato- 
koTÜeD  180.  BQna  40  X  faai  de  bevolüng  )eeft 
vao  mniboiiir  en  affnerixM. 

Hmdtl  en  verkeer  ecacentreeren  aidi  vMral  te 
H^ti,  waar  ia  191J  906  4S4  «on  goedmin  fa  de 
haTens  werden  aaogenerd  an  nitgeioeid  476  5S8 
ton.  ToofMl  mat  eaia  land  is  da  bande4  aeer  Ie- 
T«Dd|g.  Post-  en  telegnohraaen  ataan  ondw 
rykrfieataiir.  De  kiwta  der  qmcmwegta  beikoeg 
ia  1912  1472  fan..  &  der  ktmatTMcen  £000  km. 
Door  veradiiBeade  basÉen  woidt  de  haaMM  ge- 

Beeekavinatloottand.  Tooc  het  oo- 
derw^  wordt  TetfgvifaMi.  &  wven  ia  19tS  979 
openbane  lagere  aefaofao  roet  aiS  709  heifingen; 
de  berhalifKsadufan  «eedn  beaotlit  diwr  27522 
Wrlmgen.  Verder  vamn  er  1 1-  gymnaaéi.  2  pno- 
en  3  nal-gTmnasia,  82  hoogere  bnigeracholen,  een 
Ifaidbnw.  en  6  bMgere  mefajeaadielea  es  49 
Uaondere  tebote  met  8790  Iterl'ngen.  De  Uni- 
TWHkeiit  teOMMen,lBld'14SAalnden!aeii,  deTeeb- 
Diaebe  Ho<«eMbaot  fa  DarmttaA  1347.  Veeder 
wa«D  er  een  mml  aaata)  wA-  «n  ambaebtaaelw- 
len.  Oped»re  «iWoAeken  en  maaea  Awen  ver- 
der tM  de  TokaoiitaUalfag  b«.  Takj^  i^a  da 
fieldkdige  en  dawmede  verwaaOe  fastMfagen. 

Ba  «(«ar.   Hat  grMAapfagdom   Tonnt   een 
ondeelMre  eoaatitetHmeele   moBBinAie   met  een 
crooAenidg  aan  bet  bo<^  ta  wfana  f 
Kroon  erf<4^  ia,  Tofeeaa  bef  eeratge 
in  de  reehte  ma«et$De  ^  en  bq  c 


DigilizedbyGoOglC 


Tjw  maoike^e  vAüge  nakmneUDgea.  tki 
vmouwielÜfae.  Bet  mWgieimiMl  get»^  dMt  <lie  gioot- 
hertog  met  db  kfuMaiMleD,  bc^tbande  out  (w«e 
Kamen,  d&e  jaarïjkE  door  hem  suaeogeroepen 
DioeteD  walden.  De  Eerste  Kdmer  ie  sameiwe- 
«CM  wi  de  meerdlerj&ingie  nrinfen  Tan  net 
gnootiKirtcgeil^idDe  Hoia,  de  bootden  dtn  g«iDei£- 
aÜMeide  getluiiltei^  een  Ftnoteatmte^  geeatolg- 
ke  (pnefcat),  de  R.-KattMtteke  Uaachop,  de  kma- 
seBer  dei  liooMMbool,  Mn  vmUegwwoonOgen 
Tin  db  TeetvuMw  HoogeadioaB,  2  Tertcsenwaor- 
digera  van  den  ade^  en  13  aAirsienliülH'  !uge»ite- 
Den  AaoT  den  ^nxitdMpbag  -nxn  faun  ^eiieel«  le- 
ven ^RWKind.  De  Tn«ede  Kwner  be«ta«t  iii<  10 
atgeva&iili^dtn  der  6  steden  met  eigen  kiesrecèit 
en  40  TeiDt«e«iiwixaidig«iie  der  kleaiiie  ebeden  tn 
van.  het  nAuttehjul,  De  iierk^earng  der  Ledeo  vwi 
de  Tweeoe  Kmoct  geednedH  iodGaiect.  De  Kuneie 
bemStea  «el  het  iieobt  -v&q  petötüie,  eobter  niet 
van  initiatjef. 

De  ^roolheM«K  wurdR  bjwMtacwi  door 
ataatMimiBteite,  «eabaaiide  mt  een  mmiatec» 
Tan  BÜMBenkndBfbe  Zakfa,  van  Justitie  en  <tu) 
FwuMiAk,  elk  «eei  «enifc  afdeeltngen  omvat- 
teni. 

Het  kiri  k  v«aideeld  im  drae  provuusM:  Stai- 
_ .  Opfieir-HefiBan  en  R^o-Heseen.  «enen 
„KretM"  omTAittead.  Ln  den  BondBraod  bezi^ 
HesMn  3  atemtKn.  naar.  den  Rökschw  atnurthet 
9  alg«vau>dAgdien.  Voor  de  reditepraM  Mteit  een 
h(Mg«t«  mUbwili  t«  Dsomiladt:  diiaiondbr  nee- 
dcateeren  de  dMe  necbtibaiikeD  m  de  drie  provin- 
eiee  «n  de  lagere  letMMfliuD, 

Het  leger  TOnot 


'250te)  óiy'tait  een 
deel  vmt  beit  rj^- 
leger  en  wel  van 
het    >l8de    legiei' 

Het  wafieo  (aie 
de  alb.)  TertooM 
sodept  1903  een 
gekTocnden,  door 
zièi^r  en  rood 
ti«nTODdig  dMaTB- 
verde«Men  lieeuw 
op  een  i>Uuw 
veld';  in  den  Teeh- 

ter  vDorfcUuw 
houdt  lij}  een 
BW  aard.  lepwqlop 
het  achiU  een 
kieon  inet  twee 
bei^ele  prgtt.  De 
nalionale  kleuren 
tön  rood-wit. 

De  twgTootJng  vau  mi3— 1914  bedtaagt  a&n 
iniefDsfen  en  nütgawn  74  020616  Mart.  de 
BtAstMdn^  443  962  837  Mart. 

Qetehiêdenii.  De  Iqn  Reegen-Dafmttadt 
is  (^  Heiien,  voflustMn)  gëattidiit  door  Öeorge  I 
11567-^1596),  dk  I»  bot  kóndei4oae  ov«rlq>den 
TUI  zö*L  bpoeder.  Filipi  con  Heaven-RlieinfeU, 
een  dode  dwA  itbd  diena  bouttjngen  Terirëeg. 
Zirn  mom  Lodeirgl^  F  (1596— 162«}  kocht  o.  a. 


Waaien  van  H«>»»en. 


het  anAN  Ejedsterbach,  erlde  na  het  kinderioo» 
orerl^ideD  vaa  qja  oran  Codeu^fc  van  Reaaen- 
Marbvrg  (1604)  een  gededbe  vaa  OppersHeteen. 

Btufattre  de  Lmthersche  ooÉrciraLtalt  !«  Góeseeo  en 
elelde  het  recht  Tan  eerstgeboorte  Tast.  Oeorge  /I 
regeenfe  van  1033  tot  1661',  bevordev<de  Tooral 
het  adaMilrwezeit,  en  öja  aaml^Dt  Lodevyk  VI 
(1691— lfi78)  1  .      .  ,        . 


— 17391».  _ 

weUjgd;  Lodewijk  Vlll  maabte  «en  enode  i 
den  langdntigen  striH*  tegen  HeBeen-KaBBet  over 
de  evif<i|)iY(dging  in  hèt  giaAtacbap  Hajimi,  tenrö) 
hij  de  heerinkheid  Lichtenberg  Terwierf.  Tea 
t^jde  Tatj.  laé^k  IX  (1766—1790)  weidten  be- 
Isngrnke  bervofmingen  in  den  Btmi  iDg«T»eTd 
dmv  den  vrf^er  von  Jfoaer.  Deze.  (Ëe  mog  ■ 


kmoen  doen,  moest  eeUer  tengei 


uMwilükbedeD 
ngeiw^e  tan 


twd 


Mftraden.  Lodewyk  X  (1790 
bIg  sehaóelooMtefliag  vooc  9»- 
Ledeo  verideien  (2200  T.km.  met  100000  mwo- 
neiB)  bg  dte  Vmde  wk  LmAnOe  OSOl)  en  laMr 
hel  bertogdofn  Weetfalen,  gedeeltei»  mn  Kenr- 
Mainz.  £enr-PdU  en  het  hoogstitt  Worma  (6000 
T.km.  net  220000  inwoce»),  voegde  lieh  bg  bet 
RijnTerbond  en  aanvaardde  in  ïBOo  alt  Lodewjik  I 
de  snwtttertiageJi^  waknKghBil. 

B^  edfet  van  den  latien  Odobei  1806  hief  hQ 
de  oüd<e  iaatettlngcn  09,  die  h«t  hod  met  Seeaen- 
Kassel  gemeen  had.  In  1813  sloot  Lodetcgk  lieh 
bij  de  VeriMtvdeo  Mogendbeiden  aao,  waarnnar 
hem  hef  TOortbe«4aaa  van  Heaeen  a^  zeüatMkdi- 
ge  Blaat  toegezegd  werd.  Op  heA  Coogree  te  W«e- 
Den  werd  hem  een  gedeeAe  rm  ^  g>ibieid  obI- 
vraarvoof    n^    EdndetooaeteJILiog   kiveg 


bung,  awkert  bet  begib  vu  de  Idde  e 
Henen  vertwoden,  werd  weer  een  seUatMMÜov 
Bondslaat.  Onder  het  beeOmr  van  Lodetvt,  «e 
lidi  sedieirt  dm  Tden  Jié>  ISIÖ  gnootbertog  «m 
Haten  en  bei  Rhein  ooemda,  nam  het  luid  apoe- 
ddg  jo  wetraaii  toe  en  kraeg  het  een  eotMlïtatie 
(17  Deeetnfcer  1600).  Tetstand  na  ds  ti 
i  Lodewgk  U  (16S0-<144«),  1 
"  -  Ded^Utede. 

tnoiëefe  laken  kreeg. 


deed  00b  i_ 
haai  nwfeed  geUboi  De  ngMring  trad  nwt 
gioote  bTMÉd  tegen  de  onioaten,  ^  op  veie  plb*t- 
een  usAbnkea,  ofi.  De  iMKkUg  wierd  in  18^  mt- 
bondefi  «n  veweWBende  amotemieD  o.  a.  eON 
Oagern  on^fagen.  De  regeenng  kon  aêeC  beM- 
t«D.  <fat  bg  de  VHiUeomgen  van  1884  een  nog 
etereer  oppositje  in  de  Kamer  kwam,  die  na  hefti- 
ge debattetb  tin  hlataeHde  jaax  nog  oottMndeo 
werd.  Id  den  Lmddbg  vm  1835  beschikte  ie  re- 
gcering  vret  ée  meerdjerlheiill  die  ai)  de  baar 
TDorg'JEfde  w«t«en  aaonam.  LM  dtmrde  tof  1647, 
toon  de  o^ipcMtae  weer  de  meerdeiOteiitt  kmeg. 
Lodew^k  benoemde  'm  1848  ^fn  loon  tot  mode- 
negeut,  ontrioeg  het  miofetlepi^-iiu  Thit  eo  ptut- 
Ertie  co»  Oaqem  (5  Maart)  auv  het  hoofd  nuk  het 
nieuwe  KabiiMrt;,  dM  vrgziiiiaage  geloften  deed. 
Toiea  ron  Qagem  na  ügn  henoeaong  tot  ptMidept 
vwn  de  ItaiiMlK  Natinnale  VeigadMing  aftrad, 
werd  eeret  Zimmirmonn,  hiter  ffcnip  (JuÜ  1648) 


D,o,l,zedb,GoOgle 


T^  opm^gfj.  Onder  Lodewik  lil  (1643— 1»T7) 
kmm  een  luenivie  Ueowét  tot  staiwl  «tte  voor  de 
Tiroeda  Euner  «Ij^MDeen  stieiikTedbt  imoerde.  Ty- 
ijfe»  de  bcraadriagingen  tüiddon  aan  de  Baden- 
sobe  giuiB  d«  HteHGcbe  Rmipea  de  uit  bet  Z. 
bomeiMle  r«mMle  t<««ii.  Ka.  1«49  ro^de  de  le- 
g«Miu|i  boe  boger  boe  meer  de  Oostem^ikeche 
«(Millrande.  Rau^  luiu  zjiu  ovtdsg  eo  Tiiijbeer 
nm  Dabeigk  (b«  aUtar)  kwam  aan  bed  hoofd 
dei  nken.  Een  der  «enste  reg«eiikwedadea  wm 
bet  «tttt«d«u  niio  HeMoo  uit  de  UoLe,  g«volgd 
dooi  de  afhcodigisig  raa  «en  inl«awe  Meawet  met 
t<er#l««te]liDg  vao  d&e  «sji  1849.  De  krwjhtwiui 
deze  samengeioepeD  lAnddaf  stelde,  behslve  ao- 
dere  leMtiouiaire  nutr^^n.  een  nieuwe  kies- 
NseUos  vuA,  (fi«  de  oude  orde  van  zaken  3m- 
atode.  nv  dco  in  IdS9  geopenden  l>uiddttg  kwum 
de  leoh  in  .1S54  met  den  IrcmAk^  vao  Maoma 
gerioten,  docb  eeret  ja  1860  ter  oftenbwre  kemnxB 
Debraidiit«  „otwmenlminBt  bOavtitaie  ót  rae«Ui>g 
dsc  nriwodhiKen  tbo  d«n  Stiaat  Cot  de  B.-Eiiho- 


^  E«tk''r^  de  i 


it  ten)  Btngt] 
da^  MD  1862  geopeatd  «epd^  beMdnkt«  de  „Fort- 
Mtnt4i|)Mliei",  d&e  bet  «Gct  ran  1848  tM  pro- 
gnmm  had;  ov«t  «en  gioote  jneendei4)«id.  De 
Oftbeffliig  dtr  pM«w«t  en  nü  andere  reaoticnmad- 
re  mutxegelen  weiri  dadelijk  ^iBcbt.  Na  den 
dood  .van  dea  tutatea  landgraaf  van  Heaeea- 
OooÉmif  (24  Hurt  ISOO)  bwun  ifien  land  md 
het'groa4beirl«j^dom.  De  nweenng  gebaarde  ueh 
ia  bet  emifliet  itnw^n  nniisen  ea  Oosteinrjjk 
Mu  de  zjjde  van  Ooatenr^  nam  uiA  deel  aau 
den  OMkg  en  moest  bq  dui  vrede  (6  Septiem- 
ber  1866)  bebaNe  de  betaling  van  S  mtllioen  fki- 
TJJHD  en  den  alctaad  van  «en  vrij  a&niienilük 
srondgebied,  de  tcmUdk  orer  bet  poatmeieD  voor 
'  Pmieen  en  bet  InHraden  van  »i  bet  g<ehLedi  ten 
N.  tta  den  Mnib  tot  deo  Noord-DuitMbeo  Bond 
bewilligen,  In  rnil  krec^  Seeaen  eeoig  Proieiecli 
gtimd^baed.  Den  Tden  April  1867  kwam  daar- 
op een  milk&ire  eovmntie  en  «en  d-  en  defen- 
meS  veïbond  UA  etand 

De  oautandigbead  «<li:t«r,  dat  de  provónoies 
StoriMutrarg  en>  Rjni-HeMen  in  baar  «oatboid»- 
igUMw)  vao  dea  Bond  vtoegere  pnv^di^«e  be- 
bnUeo,  ïeódde  tot  moeOplwdeD.  Het  toetnedem 
na  gfbed  Beeaeo  ttot  den  Bon^  dooi  de  Tweede 
Kamer,  berhaaldelük  geSischt.  wen]  dooi  de 
Eerste  Eamer  verworpen.  Den  15den  November 
1870  aicwt  de  reg^ermg  te  Veresüöee  een  wi- 
<k«f  over  bet  toekeden  ook  van  he4  zindelijk 
deel  tot  éeti  nwowen  Duatbcben  Bood  en.  een 
v«oi4(M(>ilgie  overeentomat  bHtavffeode  de  n^lai- 
re  verlwodiageD,  die  in  1^71  bindend  weid  vei- 
bkard.  Vm  Dtdieigk  tiMd  mi  al  (6  Aipril  IBll) 
en  na  een  knrie  AoBBCfaenre^verïng  k^am  Hot- 
mmn  aan  bet  bewind  (18  SepteoAer  18721,  ilie 
viemftdInMie  beiivonndingen  tot  stind  brai^t  en 
o.  >.  een  nienwe  idieBwiat  intvKwnde.  In  1876  trald 
üofmann  af  en  werd  opgevolgd  door  vrijhee» 
non  Siarek. 

Na  bel  kindeitoa  cyvM^O<kii  van  Lodew^k  UI 
T<tedle  zgn,  neef  Lodewiik  }V  bom  op  D13  Juni 
1377),  Teng«vKAge  van  lieit  margtuubtieoh  huwe- 
lijk van  Lodewifli  IV  roet  mevrouw  vm  KotewUiu 
nun  Fm  Siarek  in  Mei  183j  ign  onteli^  en  kwam 


Fineer  m  ^a  pkituts.  Düt  wae  etihtai  slecbtB  een 
peiGonua-,  geen  b^ncekMiiamiïeD±)g  dbar  bekPen 
tat  de  D^onaaJ-ldDCfiale  oait^  bdiooTden.  Behal- 
ve op  kerkellft  gécoeA  Waróeb  wel«anitweipen 
tot  stand  iniaxe  het  belaatilngweaen  en  db  bevor- 
deiiiiK  van  Inndbciow  eni  vimeer.  Na  den  dood 
vea  Lodevnjk  IV  (13  Mujt  1892)  nam  vja  zoon 
Ernst  Lodewgk  de  legeeiiiig  otcs.  In  18d8  trad 
Bothe  in  fmger's  plaaite,  .tot  vnen  in  18d9  de 
Twie<ldle  Eamei  het  veiaoelk  lidHite  dir-eot  stcoi- 
reebt  te  wiBcn  invwarea,  wat  in  lf*02  geedü'Mkle. 
De  moedlijèabeden,  (Mulfitaan  door  belt  kfindérlooa 
buwiriyk  van  den  ^ixMitbevitog,  werden  dbn  Setem 
Novcfdnei  1906  mt  den>  w-og  genikod  dooi  de 
geJxKH^  v«ai  een  tirooDiOpvia^eT,  hem  dbor  zjjn 
tweede  gieonaJin,  Eleonora  van  Solm«-Hohensolitu- 
Liek,  geschonken.  Na  den  dodd  van  Rothe  bnul 
in  Februari  1906  Braun  aik  miinBt«i-9i<e«Hdaiiit 
op.  In  1907  steUe  d|e  legctamg  voor  dat  de  Eer- 
ste Kamer  tooiUma  a»  bestami  ni't  12  do»i  den 
groottieftog  te  twnoemen  ledeo,  vwtits  uit  2  ver- 
tegewraorwers  van  dan  huuftonw,  2  vra  den 
bMuM  en  de  oömrtMid  en  1  van  den  hanthrer- 
knastaiMi  De  Tweede  Eamv  hhi  48  toden  teMen, 
waanwi  1 5  uit  die  groote  gemeenten^  dien  bg 
geèetmie  ait«mming  te  vecUezen.  De  vrgiimMge 
en  Booiaal-dempeiwljsebe  putliien  uverden  voor 
invoering  van  bet  lUjbfidbgfiteanRtJit.  Tuaeehen 
Eerste  en  Tweede  Kamer  wM  er  enietig'  v<er- 
sebi]  van  meening  naar  aaideWng  van  den  slech- 
ten toestand  der  staatsfinantien.  De  ministet 
van  Ëoantiin,  dr.  ÖnmitK  trad  dsAwegen  in 
1910  af.  Dr.  Broitn  trad  in  liju  pbutts  ofi  en  werd 
bü  Binnenlandscbe  Zaten  vervangen  dooi  von 
Horror gk.  droote  oppositie  maakten  in  de 
Tweede  Kamer  de  aoda^UleiDaorwIen,  w|ji  de  re- 


geeiiAg  benoenMDgen  wa  hun  partögenooteo  tot 
Dufgemeeater  stdEelmafeig  wflisóde  te  bekiaobtj- 
gen.  Het  kieswetontweifi  van  1000  werd  eindelijk 
m  April  1911  meit  dendge  wijngingen  tdt  w«t 
verheven.  Tengwotoe  "Mt  de  oviefeenJromcri;  tns- 
Mben  Pr^nen  en  Heeseo  botieftemde  de  staalB- 
^MMTWiegen,  begonneD  sddest  1911  de  staatao- 
knnMten  met  de  iid(ea)v«n  in  evennnidit  te  komen. 
Swlect  belt  uAbieSen  vaiD  4dn  Wereidoorioff 
gbeta^ka  die  Eoöaat-dmnoeiotlea  in  den  Liuiddag 
vooi  die  begTDotding. 

Literatuur:  Sv^d,  Historische  Uebersioht  der 
Teni'torialver&adefmigen  der  I«n4;T«lsd)aft 
Hessen  nud  des  Oroasbenogtnms  Hessen  (2de 
druk  Denofltadt  1.372);  Soldait,  OeBcU<irt«  des 
GmBsheTzogtum»  Hesaeti  (Oieaeen  1806);  Küeh- 
ler,  Braun  und  Weber,  VlertasBUnga  -nan  Veinml- 
tunge«ecÉi>t  des  GnneheiBagitnmB  Benen  (Daim- 
staA  1894—1897). 

BeMen-Bombarr,  tiiKt  1866  een  kad|;raaf- 
Bdtup,  <fet  aft  tnnee  dèëhsi  bestond,  waarvan  hbt 
eeru  ttun»  tat  Heasen-Nkseat^  bet  andere  to4  de 
PruiisiBahe  RqnprenÜHde  hAaittl. 

Beuen-HotHburg,  een  zijblk  fvstt  Beiteti-Darm- 
ttadt,  werd  geatkitt  door  Frederik  I,  deo  joüff- 
st«n  noita  v«A  Oeorgt  I,  don  vcigens  de»  vrensch 
"  "    -"22  den 


vaaiidtJK.  Door  een  in«aw<e  verdaelüig  onden  zijn 
tonen  werd'  zü  w«dei  ^eepÊiM  in  de  zjUjoen 
Betaen-Bingenheim  A  Heasen-Aom&urj;,  dïe  na 
bet  kiDdlerlOQe  oteillniifeo  da>  bedde  broedei^we- 
dei  aani  «en  denden  bnoeder  Frederik  II,  den  be- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HDSSËN-BOUBUBO— EBSSEN-NASSAU. 


kenden  Brtadxaiimiffittea  yétAnaamehÊJk.  Ui- 
mgkwamen.  FniHdw  Hn^notoi  die  bö  io  fg» 
kul  riep,  heyvtieoika  db  ngvcfbeÉ^  mur  eecet 
^p)  1000,  Frederik  lU,  «isC  de  UnUwogticAd 
te  iviknigen.  Toeo  oen  UodealDoa  mmeed, 
wAett»  ^»  neef  Frtderik  W  (1740—1751)  ham 
Of)  en  op  deoen  w«dNr  qju  nidtaMicrjftriBB  moo  frt- 
donit  y.  Ooder  desen  iMltMie  ixml  HeMeD-Hom- 
bDEg  bjj  de  q)iMAing'  tcu  <(ko  Böidnnf  in  1806 
ten  guiwto  vanHessen-Dumetuit^QiediatiMeid, 
muT  iD  1SI6  TCda  bamteH  Den^n  JoU  1S17 
irod  bet  toe  tcC  den  DoDtetdKD  Bond.  Na  den 
^iod  Tso  Frederik  V  TioS^n  i^a  'IK  uma  n» 
eliHiMleT  op,  wurvui  Phtlina  Auguêlut  Frederik 
(t  15  DMXfnbei  1646)  rank  den  4den  Fébmui 
I64S  een  groodpet  beloadda,  A  door  v^  Inoe- 
der  Ourion/  Jvouahw  Frederik  (t  8  aeptetnber 
IMB)  den  lOden  Ife&Pt  IM8  &^«lH»<%d  «  on- 
dv  PenttttOMJ  flendnJt  Freder^  (t  24  Haut 
1466)  dea  lOdfen  DeeandMT  1S4»  doov  d»  LmmI- 
dig  pwdgtkennd  weid.  ^  woed  echter  T«ed>  den 
SOeton  AftA  1852  ireder  owehemni,  Dur  Ferrft- 
nond  deo  249ten  Ihaot  18S6  Utaderiooe  orerteed, 
kmm  bet  hodgnafMiii^  un  Ifewwn-DggmgtfcAt, 
du  bei  edUec  bg  deo  Tnede  meb  F^nrieen  ^  Sep- 
tember 1866)  Mm  PniiMn  mawt  afetiuii. 

HMsan-Kmn*!  of  Keur-Henen  bleef  Iwt 
ÏD  1866  een  Doitich  kMBTOisMaidani.  telde  oo 
&580  T.lm.  (1664)  745  OBS  iammen  en  weid 
ne  dien  t^  een  gederfbe  ram  de  PFoieiMhe  pn>- 
yiaeit  BeMeo-NiMMi.  ITtUem  fF  de  Wme,  ü> 
bet  utikel  Heseo  (T^AoBtKo,  iw  oUMtrX  w«rri 
Vffs^tdl^  dcnr  ^in  sooa  Jfourif*,  <ï|e  de  Henvoi- 
muK  ofnlieladc^  en  de»  én  IG2T  door  ijjn  looo 
WMem  r,  dü  het  wM.  raa  eentetfcoorte  itk- 
vctenoe  en  m  1637  cvvvned.  Zón  brtwder  HtmaH 
stieMte  de  in^jn  fleMen-RÖienbiirff,  en  ign 
broeder  Snuf  de  ij^^  Heuen-RheiiJeU.  WüUm 
VI  41637—1608)  Tenriert  bg  den  Tiede  tmi 
HiHMitn  een  KKoa<)  gedeeHw  md  h«t  ^mImImp 
ScfaamAnug  en  de  «bdü  fienteU.  (^  Willem 
VU,  dAe  in  1670  ownaM%  o>vei4oed^  viokde  ^ 
.broedte  Karet  (1670— J73Ö>,  en  een  3de  broodw, 
PhUipt,  ipeird  de  aticUter  its  ^^  Benen-Phu 
UpmMid.  iDe  moo  «u  Karet,  Frederik  l,  «edeit 
ITw  koning  "ran  Bvedtn  ek  gcmwl  mt  t/lrtf:» 
£fenore,  de  soster  en  opri^gster  fan  K<rel  XH, 
benooDde  ^n  broeder  trifUem  tot  stadbos- 
det  in  Henen.  Deoe  TCflffde  bem  »  1751  op  ah 
knkn^  WiOem  Vlll  en  oraniead  in  1760.  Zqb 
■ODO  Predertit  fl  (1790— 1*766)  TerateiUfe  bet 
\mK  «I  fiet  Tu  1776  M  1784  tc^en  gimk  be- 
lifcii  ongweta  19  000  non  in  BDg^nhen  <fienst 
in  HoociMmenfak  sbüdeB.  ^jo  «oon  Willem  IX 
aMtinasdde  in  1808  de  kenmrate^fce  wiar^S^ 
beid  ale  tTtUem,  -Kiioor  bü  «feu  Trede  Tan  ISlrït 
(1807)  lön  lM>i  dat  io  bet  koniArjifc  Wtatfa- 
len  wevd  w^tufio,  doco  kveeg  be^  dmA  iMog  ai^ 
dere  kodenk  in  1818  tisnig  eo  vwi^de  ün  1817 
een  gnodmt  nH.  Hg  nwd  in  1801  opgemiled 
door  ign  won  IFtlfein  If  (li»  Mm),  Ae  ut 
1 881  aanr  zgn  tck  eeUA  odeov^  noodvot  f^  -en 
faxt  daarna  aan  lorooaprkia  Frederik  Willem  ih 
mederegent  de  itgeasag  opdboq^.  In  de  jaien 
1883  tot  183S  OtttBlaaJleu  er  vale  ooungenaarm- 
bedea  taeadwn  bet  rataMeiAe  Haiien^tug  en  de 
rorfegenvoordigkie  en  ki  1847  MitTaudde  de 
kroonpriiw^aedeTegent   de    regeering'  ak  keor- 


vorat  Prederü  TTiUem  I  (me  aUaar).  In  HMit 
1848  weid  de  TWtgewtog  in  viöxina^ecn  gust 
heraien,  doch  reeds  in  1850  kwam  weder  bet 
reaotÏMiimafce  miBMtcrie  Baêatnptlug  lan  bet  be- 
wiDdL  De  Tergadedne  der  Stenden  weignde  in 
dat  JMir  de  beHing  dv  dSracte  belartaigei^  we- 
gene gemis  ma  iSbiÉiÊigea  omtrent  aé  gelde- 
^jlce  aamg^egenttedeo,  wamm  de  SteodenireigB- 
deiing  «ntbcMBdm  weid  Bet  aaaMeoÊt  gal  borel 
tot  b^Sng  dM  tJaatinpen.  do<h  de  neeütiMoken 
daAfftae  möK  be  weifan,  waan»  de 
iet  bwluM  naar  Wilieèaaibad  rtnagi 
i  negraning  de  bnip  van  den  Bonfeikg 
de  otdo  te  Unfcllen.  HertegeD  kwam 
I  -nmtt,  doeh  de  Bowhnad  beafett 


Den  lat. 


«Uatm  KaaMt  en  Fulih.  io- 
neinenr.  Den  Baten  HoveoAiv  bad  een  gatt<k/t 
ftêaSm  bg  Bronae)^  docli  door  een  oreraenkeoMt 
te  OkntMi  werd  ftiAwn  4a([  andene  iamMeu  om- 
■    -     ■  bow«g».r 

nta 
ingeTcó'derd,  terw9  i 
de  "gewone  rechtspleging  verringen.  In  December 
keenfc  de  keorrorat  nnar  Eaaaèl  tertig  en  met 
bera  de  reactie  op  «tnAnndig  en  keikelSk  ge- 
laed.  In  1858  mikfeKde  de  Bondamtgadmiog 
de  grondwet  nn  1691  met  de  taoenoegiiig  ran 
1848  en  1849  opgielMmn  en  gal  tnre  gmilran- 
ring  aan  een  ineowe  grondwet,  door  de  Ragee- 
vnig  nstgcvCieW.  In  1855  onMog  lla$eem.^litg 
1^  onUcr,  en  eodeiit  1869  onMood  er  een  be- 
weggng,  üft  benttl  der  giondwet  van  18S1.  bt 
1860  werd  een  gvwga^gde  grondwet  tSgAxtoéM 
en  in  1802  de  gioodwet  «ao  1661,  aïimede  m 
Ueawet  van  1649  IwnMl  Intaaeefaea  «na  ec 
Toortdnrend  wfyriag  toBadien  regiseringi  en  ver- 
tegenwoonfifpng.  Tarwgt  dese  do  wwMBheid 
■MidhionB,  kcoa  de  regeeita;  in  1866  de  tvdé  *nn 
Owateniqk^  waarom  den  iMen  Jnoi  bet  kflid 
dhmr  Fraöêadw  ftdeoen  beoet  en  dra*  ITUen  Ad- 
gostne  1866  bg  PnMen  m^döM  weid.  De  kenr- 
Torat  acUtte  bat  ter  wiB»  nk  rö  Tennogen  be- 
ier arii  me*  den  bcaang  wan  ftinaeu  te  venianiK 
B^  ooMoeg  tqn  endènlBDen  •»»  hnk  eed  en 
begaf  ddi  DBAr  zgo  eoedenn  m  Bebemen,  waar 
bjj  dMi  6>fcn  Jaooan  1875  arerkitd.  Tbue  ü 
landgraaf  Aktattder  Frederik  geboren  den 
25eten  JanMui  1863)  de  v«iie^nwooc(Sg«r  van 
<fit  geskdtt. 

TAb:  Bahr,  Daa  hühere  Knitwewn  (Kaeael 
1605)  en  Rötk-SPmlord,  OeacIMrtie  tod  Henen 
(3de  <knk  Kaemt  1B63--ie86). 

Hmfnn  Wamn.  een  Pniiaisebe  pttmnncK. 
grenst  ten  N.  aan  WiealMea^  WaUeck  en  Sann- 
«nr,  ten  O.  aan  de  proxtinoie  Saksen,  Sakeeo- 
WeoDttr  ea  Beieren,  ten  Z.  aan  Beaenen  en  Hte- 
een  en  ten  W.  aan  de  HguBrowneie.  ferwj^  ag 
bcireotii»  in  anleTO  pnxrHKiee  en  staten  eu^ 

iDe  pronande,  die  cm  «ftpenlakte  nu  16702 
T.  'hm.  beahat,  benlaat  groottndedB  oit  be^ 
tand  roet  etedtto  wieinig  dUen,  de  meeite  nog  in 
het  Z.  aan  den  MainT^t  tot  M  n 


t  nooidt^e  ge- 


1  het  N.  waw  het  laa 


DigilizedbyGoOglC 


HËSSBN-NlAdSAC— HE88EN-'ItaElIHPEI£4BailMIBUItiQ. 


FuUateten 
i   Tmcbtfiui   1 


a  de  adMrahn  tot 


BgnMfa-WMtlMkA 

een  vMtxxptt  Qnogvte  bop  _. 

dMiiot  KMsd  nitBtnfcb  Id  hat  düatriot  Wi» 

badni  Uggm  de  TMuaa  en  IM  Wcetemnd  met 

Aen  Oroeaeu  DeUbeq    '  .     ~.   . 

teuten  (S51  m.)   ■!■ 

triet  Eanel  de  Hobe 

pe,  950  en  do  WkA 

vn  ^a  SpMMit  en  wi  «] 

N.  4n  pnmneie  «iaMJik 


Jkleiw 


Dit   i 


888  m-V  een  „     . 

kn  VoseUxra.  In  fast 
!H«  rfth  een 
liaümiepen  en  afnndu^- 
Q  dm  Heniftciie  uDogund 


weMeU  Dit  bent- 


.k  BMoeiweM 
Mothteeo^  die  rieefati  in  eDM« 
adieUilk  bedett  fa,  umi  b  de  hoogere  deekn 
tveeeben  <k  FnUe  en  de  W«iTa  tooc  haSMton 
plaatB  maekt,  t«Dwnl  op  teirahe  [duteen  built 
er  dMwheen  gdbienm  ie.  Uerkmanlg  ie  «en 
groep  hiiiiiiiiwniiiimn»  met  bmAaMm  A  een 


dtoaeBent  BanMa  Igpen  deden  tad  bet  Wcmt- 
gebcegte,  «fcn  SflnM  en  den  Bthiebeig. 

Heaten-NMeM  bdraort  tot  M  iteooo^dNOd 
na  den  ^js  en  de  WeMc;  de  grooto  rnieren 
emnmen  KM»  MaMr  ifl  IwTMrtsur  iijn/>p  df  tean 
de  grana,  lODali  de  I^o  en  de  Ttum  w  het  Z., 
de  WeKT  en  <fe  W«eT&  a  iM  N.,  mder.  ia  de 
iHonDcie  ticft  men  de  Lelm  en  de  FoUk  mol 
Vaa  de  oratige  rMenn  TaRm  nog  ke  noemen: 
de  EiMS  en  de  NU^  fniTiereii  tsa  den 
üaéo),  de  Oin,  W«tt,  BenoB,  A«r,  M  en  Kfc- 
beeii  (^^lÉrienn  van  de  Um),  die  EUei  en  de 
SdnraJtai  (iQrivienn  t«ö  de  FwU  en  de  Die- 
nel (een  tgiiner  ven  dt  Wwer).  Keren  en  ka- 
naten  heek  men  er  naeti  ml  gioote  moenaaea 
op  den  BolieB  BhiSok 

Hot  kfimMt  ie  op  de  beqgeu  n  •      '    -^  • 

Nwird-DiütoclM  Laagieiai  noral 
i><>tad  en  den  Hohm  TtSa,  Ae  d 
jaar  met  eneen»  bedekt  w.  In  d  „  „  „ 
-  strefceo  ie  dberentegen  het  Ubnaat  leer  aaiqie- 
naam.  De  gemidMn  jeMtomperatnnr  beifraaeS 
t«  Kneed  in  llarbnrg  bgna  9*,  te  FrwAtot  »,e> 
C.  de  atuaütg  660  mm. 

De  bmiUv  telt  (laiO)  3  231  OQA  riefcn.  Het 
aantal  KaUiolfekeB  bmka^  627  258.  Deprorin- 
cie  besit  een  TUttveieiMt  te  HBcbniig^  31  ram- 
naaia,  6  le^,  'I  pio-,  6  lealDngjinnaM^  9  omts 
15  feahelnlen,  9  Inreeksefauen  root  oooenrjiaem 
en  4  Toor  i—l><HJ>i»iwawii  De  hool«^"~"^"''~ 
der  b«<«fting  ign  huA-  en  boieUxH.^  .»..,«. 
en  ai^toal^Kmm^  45,7  %  dw  opperTtaKtn  mmtt 
ngeoomeo  dmr  rtkcn  en  tomen,  0,2  dun  «üb- 
bwgen,  K9  door  ircAkn  en  89,7  door  boaeli. 


De  maden  beatMH  TOonwau^  alt  beoken, 
naakteorb  en  eafcen.  Voor  hnMlboDW  )•  de  pn<«iB- 
eïe  naat  veer  BeeefaArt^  boerel  et  iBHaieadeD 
vToditbaie  sti»en'  iQa.  Daeaeotegen  ia  de  rte- 
teelti  aeer  behngiijk.  De  otwet  betkoeg  tn  1913 
S01897  toB  roggen   156864^  ton   ttnee,   43207 

IX. 


Xü,  361  987  ton  hunx,  1  554  069  ton  uid- 
en 865887  ton  hooi.  Tuinbouw  fuidt 
n  ei  Teri  bjj  Kaaaë  «n  lange  de  Weim,  Main 
Bflifc  Te  OMaenheÉn  beatMi  een  nauolD^Beii 
— tiduuL.  Wgnbooir  Twlt  men  vooim  op  dK  bel- 
Uogen  mn  den  Taaüne  In  de  B^pngMi;    ifaar 
noetan  o.a.  de  beroemde  HoeUMÜoer,  Johaaoia- 
benwr  en  Baderfwiner.  De  ovbrengst  beihoeg 
ia  ÏOU  68  lae  El,,  tor  im«de  t(m7,9  nüUoen 
Mk. 

W«t  de   TecAeeK  betrel^  beaat  de   pranineie 
rdktm   de   haMe   TCetnBa»   i«   1912   87  869   . 
pawden,    584  TM    nmdenea^    161977 
666a06w 


korrca.  Tb  DabywTg  beita«t  een  >t«etern^^Bet 
dwEetolfiaijjL  lenvti  jjaenria^   ibeeo-  en  bniin- 


hoJea,  bpecfood-  en  DMiigatam<Mi%  l 

tem  en  bonwateeBin.  Taa  gnmt  bdaag  iüd  de 
maiMcalB  luemen,  «raanan  «encbeeileBe,  o>a.  de 
aoaOadBH  t<  Viediaideo  en  de  DHlnaiiaden  te 
befaban.  Andere  badohat- 
Sodei^  LangeDaebwameè, 
ndort  Het  water  lair  ter- 
eebitteade  IwooBan  «oidt  TeraoDden  (Sritem-  en 


Faehiagerwatei). 
De  ngrartMM-U 


te  io  enkele  itceken 
tA  plaaüen,  aooab  Eaaad  [madnee^  good-  *> 
■ireCTreifceo,  matriMDauten),  Oroaiabniode  (te- 
fftt).  ïlMb«e««  (leder),  Hentfeld  (leder.  uèni. 
FWa  tdamaat),  Ehoan  ^gMtanein,  aigaMD), 
Fnnkköt  (biioóterie)fa^  met-  en  bronewaten,  ma- 
--'- cberamHn),  Mei  (manner)ena. 


aaideweik.  Tndei  wdt  men  onr  de  gebe^ 
pio^^ne  Teraprcéd  flpnnee^|ei^  waeerjiaii,  Qaer- 
gaetec^en.  '«**»■»■,  bÉMi-,  paoaer-  en  enenoi- 
aefae  MtMeo.  I»  aomiiiga  etede»  ia  beO  *ec- 
fceer  Tan  bB<%Mkeo  en  itMmdeSoMn  d»  nor- 
naaoMte  bnm  TMk  jDkoawkeo  (WieAMhv,  Bme). 
aa&  dra  I^n  wgnbomr.  Db  1 
aan  de  Krenoen  MeAeiHie.  B 
Den  doonrnêaeD  4 


eet  m  i»    nxmmam  »   m  annraeeemi 
wndacM.  De  eope^eatdeot  ia  te  Eaaad  gerea- 
tigd.    De    pKrnnóe   «ndt    14  leden    naai  den 
Diüteeben  lUftod^  va  26  utar  de  PniibiMdie 
Kamer  lan  Vobrertegenenierdlgem. 


leiiÉteiltsretMen,  mrd  ta  1468  door  Philiri 
(t  1731).  den  deidn  »Mn  no  tand^war  WOhm 
VI,  gieetUit  en  n«a>  bet  door  dba  MttÉa  gw- 
bmmde  sM  nMKiallial  b^  Vaeha  geramd. 
H«t  tHrenwiODnig  hooM  der  1|^  ie,  eedert  12 
Pebniui  1868,  ktOgttat  Snut  (gefaoren  20  De- 
eemtwr  1M6).  Ben  iBvd  wb  dU  Boba,  Rêtaên- 
BarMM,  werd  ên  ITT    -  - 


tfaane  baai  tesdentfe  cf  bef  kaMteel  AngtHtenan 
14  EawnMh.  De  tegenaraordige  hodgraaf  OUod- 
tMo,  gebORiD  te  DaiB«teUiiit  den  SOeten  Mi 
1676,  heeft  dhie  »«»  en  één  deebter. 

B0«nn-Kluliifal»-Bot«nbiirv.  een  nat- 
geeUmttt  iljSia  tcb  bet  Hoée  ffeaaea-f  oiaa^ 
werd  fPMtkbt  door  EmH,  den  Joagsten  aoo»  md 
kia^nial  Vwnto,  «e  (1628— 1006)  BHeibMa 
I  en,  na  den  dood  vaat  ^  broeden,  de  ,3oten- 


DigilizedbyGoOglC 


tmrmr  Qnui"  kreeg.  Snufa  Mnen,  Wülem 
(t  1725)  en  KoreJ  (t  1711),  ■tiebtten  de  lijinMn 
Jtolmburg  «n  Wanjried.  «e^  ImIM»  in  1755 
nititierl.  Op  ITiUMn  Tulgde  lyn  won  Snui 
LeopoU  (t  1749).  Dienc  xont  Snuf  fow- 
tloMtf/M  bnd*  iH  bat  nótsterrsii  dei  1^  WaH- 
friad  nMe  bevUéiig«D  nu  ^jn  Hw<  wen  kt  Mo 
hHMl  en  tiubtte  m  door  Jvnieriiig  vu  hoteent- 
seboortuctjrt  Mmnt  t«  hoadn;  riediU  BbeiA- 
Ui  «H  io  1735  tan  Beaan-EMiri  atlMmta, 
trurom  <ie  Ign  «oorUn  ook  Htum-mttnlniTg 
heette.  SoMtoilm  (t  17^  mrd  oMeroleiIdMr 
qjo  KKw  KftrcI  £iM(w«l  (t  1S12),  Me  dcnr  sgn 
KMO  Vietor  Amadeiu.  fataMdwn  mno  bn  den 
vrede  nn  LosMlk  de  btaiMo^a  op  (lm  Knfeer 
KqnoftiM  M»  Fraokryh  Rfeomen,  napmot  de 
lui^nkf  door  een  rcate  eAaMooi  gtêtM  mri. 
Op  M  OngTM  te  Weeaeit  waé  bet  graw^ebied 
B*der  gengtU.  Dur  Ftalor  Jmii4«m  ^ean  m- 


tÉKnn  Md  qjit  peet^  paam  Vietor  «om  Bokento- 
ke^ekiUingdünt  es  aom  bmde^  prin  Cktod- 
mg.  NmU  koderMf  Vteler  den  13(fen  NoTem- 
bw  ISSt  umirMea  wm,  «h 


(or,  Mdert  1840  hertog  xm  Rotibar,  d«  Roten- 
bnrgedie  erfeiM. 

Hl— ■  ^gartogg,  Bnut  von,  een  Ooeta» 
ifia^  reitim  <D  idKinw^  den  31a0e»  Febnu- 
ri  1851  te  Weeaen  wiono^  bereiade  is  1672 
'  Ziitd-EnroiWk  den  WiMt-Iariieeii»  Aidiipe)  ei 
bet  fMMMki  wk  Amerikm.  ii  1876  bet  Botwe- 
ber0te,  in  1878  het  HMMipfit  gc)it«j^  kUrok- 
ko,  Algcrii  H  nnie,  in  leSl  tiyotie,  in  ISSfi 
het  n]w.  Tan  Noord-Amerik»,  ia  18M  het  Z.W. 
ma  Hedeos  ki  IWO  de  bponMH  tco  d(n  Orioooo 
«n  de  Anmaae.  in  1802  ^enje  en  Hwokko,  in 
1694  Adttwr-biS,  CUoft,  J*pMk  en  Kore»  en  in 
IMS  BiM«.  Hji  icÉiNet  o.a.:  .J)it  Jfiakmng- 
BHdiinw  d«r  N«itMH"  (1874),  ,J)er  oMenra- 
Mbe  THniwl  iwiadien  BmIamI  and  Fnnkieieh" 
(1875),  „AdmtiBahe  Seebideif  (1878),  .JPrakie- 
Mitteit"  <1S78),  M^-:^w  «-!...-?■  (1881), 
JTvÊim,  Land  nnd  LeottT  (I^),  „OM«k  and 
RettfnadkiMl"  (1886),  ,Jfen)a,  I^od  nnd  Leoto" 
(1S60),  „TsQMDd  DuS  ein  Te«  im  Oeddcntf'  (8 
dtn.,  1896),  ,Jlie  Einbeitneit  naeh  Standenao- 
nen"  (1892),  „CIw»m,  «óm  OmMatadt  im  ame- 
nkaiiteiHai  WcaW  (1866),  „OorioM  aoe  der 
nroen  W«lt"  (1^96),  „Aadaloaiea"  (1894),  „Ko- 
nea"  (1895),  „CMm  nnd  Jmw"  (1887).  .^d»- 
tang  nd  daotKMlHM"  (1808),  ,.&&nv  daa 
IMtb  dw  weineD  EUolMNiten"  (1899),  ..Sum. 
Biamarekarehipel  nnd  NeO'Qainea"  (1902)  „In- 
dien" (1906),  ,J)ie  Wnndei  der  Welt"  (1912)  en 
met  Braekvogel,  BtH  Harte  e.  a.  idimel  hg: 
iJiud-Amerika,  Hine  Stidte  jmi  Natarwvndei, 
aaia  LmwI  nsd  aekM  Lente"  (2de  dnA  1887).  Se- 
dert 1881  ie  bij  «fanwd  met  de  Mngem  Min- 
niê  Rank  (iJe  aldur). 

H— linalm,  TilemanH,  een  PniteatBaitoel) 
godgeleerde,  den  Sdw  No*<rabei  1527  te  Wcael 
geboren,  bciocbt  onóeracbadcn  Dnitaehe  hooge- 
■rihote».  ook  die  te  Wéttenbe^  en  want  in  1&2 
piedtkani  te  Ooriai.  W«Mnt  ed«(«r  w«i>l  bg 
«egase  d«  b<{tagbes4  «aarmedp  hg  op  d«  inroe- 
TiDK  dei  Hefvorminff  dêatoxg,  vit  dfeae  itad 
veibaaimk,  waanM  hq  e«n  beroap  aantmn  naar 


Roatock,  ahraar  bg  UKnxe^ki  een  jair  Vktl.  Na- 
dat hij  den  bnrgemeeflMr  in  dan  faaa  bad  ge- 
daan. Keerde  hg  naar  Wittenberg  ten^,  waa*  bg 
lieh  bg  UeloHehtkoa  Tcnoeede,  op  wiens  aanbe- 
TCÜng  hg  in  1558  tot  hoogWaai  in  de  gtudoe- 
leenbeid  te  Heiddberg  en  tot  geneiMl-eifKni»- 
(eodoit  diei  keiten  in  de  Fait*  heaoaind  iKid. 
Hiei  TODd  hq  den  ifMonoa  Kldritt,  dïea  hq  ««- 
gpna  üp  oTBtbriten  tot  de  laer  Tao  Colvfit  aan- 
MitL  Bei^fci  atröd  baarde  aoo  groote  wadnd^ 
dii«,  dat  de  keorroret  bem  in  1559  ^letto. 
HeaiAiiriiif  werd  kort  daarna  sojieTiDtoDdBnt  te 
Bnuw,  waar  üj  ecUer  t^  betidibing  weldn 
nederiegde,  om  mb  ita  pvedBÉJOit  naar  Haac- 
danbwg  te  b«g»raa,  waar  mai  bem  wcbhh  ign 
onmalalokerv  reedt  in  1602  ut  de  atad  Teriwn- 
de.  Niet  lang  daarna  weed  hg  boiof:l«eraar  te  Je- 
HM,  maar  oofc  laa  dsae  betkkUtamg  muaC  U 
ipóeAg  IJsland  dntOL  Banna  wmd  bn  iir  1574 
wwi  korten  tod  himdiap  tid  SmuImm  m  ainK 
eindelft  ala  hooglenaai  in  de  godgelaeidbeia 
naar  Bebnatadt^  waar  hg  dn  25aten  Septemèn 
1588  oreilaed 

Bawrisoll  Barrland,  een  dett  raar  hot 
DoMicfae  HiddelgebeiBtie,  omimt  in  ttitoebrefden 
lin  bet  laad,  dat  lieh  nètatrekt  ita  de  tkmd  e& 
Sailebaven  aan  deWciet  totaan  dcnJf^n,  teiwgl 
bet  in  het  O.  «rangaali  tb  ds  'HnniieMbe  an 
Fraakiadiè  riatean'a.  fai  abonderKjke  decka  ge- 

alitat,  m»idt  bet  feidecèd  in  den  Speaeart,  den 
rita,  den  Tolgelabeig  en  het  HeeaiKh  Beigland 
in  bqierkteren  nn  in  bet  N. 

Haawit.  BelüiM  EoboRiu,  een  Latünadi  diA- 
ta  iÜDSaeUM^  dan  Men  Afuuai  1488  te 
Hatgflianaeo  hg  Fnokvnbecg  in  Kew-fieaMn 
geboren,  heette  eigenlijk  Kom.  Aan  de  hooge- 
Mbool  te  Ecfnrt  vet  b$  lïdb  ioacbrj)«en  ondar 
^D  aoam  van  £obofHU  Coet  en  hg  noamdie  aieb 
Heiaiu  naai  ini  gaboottefaatd  en  ffeKaa,  oiihM 
bQ  op  een  ZoBOÊg  nbocen  waa  Hg  ooM 
"    in  bet  ttMatkc  Haina  n  Pe  F 


«ar.  Tengtrwilge  van  da  oofai 
la|t  Iq  de  atad  ea  bcgal  wh 


ontoatatt  van  1510  T«r- 


'  den  bisBehap 
Biob  ion  Dobaudc  te'BteaenborE  m  Weat-Fiia- 
aen.  Deie  anidl  bon  In  1618  naar  Fraoktot  a.  0. 
om  in  de  tedktm  te  stndeeian.  Hiwin  ecliter 
vond  bjj  geen  betuew,  noodst  isj  in  1614  iqB 
reetruribetrakmg  t»  Krfort  weder  auwaaidde  en 
in  1517  boogknaar  werd  in  het  Lat^  aan  de 
iHBTentlwt.  Z^a  kaaen  «ondm  gtootea  bgriL 
Zgn  aanleg  Toor  d»  «iefatkimst  hal  hij  aomrvl- 
«g  DDtwIO^  en  gdüke  dnkbeeM»  bra<3rt«n 
hem  m  aanraking  met  Ulrieh  von  Battttt,  Ook 
andEcfaiekt  hg  TnemMafi  met  ReweUm,  Btbet, 


„  tfld  en 

ng  bebooidé  tot  dé  nreiigate  voMatMtdna  van 
LuthtT.  Diar  meo  eoita  algemcan  te  Wittenr 
beiK  in  d«  tbeologie  begon  t«  aindeenn,  *mini» 
d«td«  het  aantal  npei  booiden  aaaowfkclgk, 
wodat  hg  iu  gcUmgke  Teilegenbeid  genakte, 
wannit  hg  ^red  wen  door  een  beno«n>ing  aan 
het  paagettichte  grmnaainm  te  Nearanberg 
(1526).  In  1584  keerde  bü  eehtw,  op  vnlangen 
ign«r  Trieodm  naai  Erfort  temg,  doch  hg  aan- 
Taai<dde  weUis  cao  bani^  aJa  hocglenaar  m  d> 


DigilizedbyGoOglC 


nSSS)  m  orerked  ddwr  dn  Sdui  Oetobef 
Hg  MQ  toonokcr  «en  dn  boogttc  plaataeo  <nd«i 
de  I^ö*)*'^  £drt«n  beUsMleii,  mdten  hg  lith 
da  moeite  segvren  Iwd  ua  'ign  gediehtca  de 
kcUte  haad  te  tem*»-  Hfi  loreidB  een  «chtor- 
Inke  Tcrtifag  mn  de  „ftikDeo"  «a  t(a  de 
JUm"  MO  Somenu.  Z^i»  ^enlde^  bemiBdfen 
hem  deo  «othmui  i«b  den  DuiUehmt  Onawi 


der  dhfatcri).   Een   iMitel  üj^iK  V>P 

en   griegenhéidq^ieliten   beeft   hQ   nTt) 
cndec  den  titel  .fijirM". 

Bastla,  hg   de  Orkktm  de  jgnhwwii^gfce 
godia 


«tiefateter  «d 
hettaiMtor  tan 
bmiüe  en  «tut, 
wêa  een  dochter 
nn  KroHM  tn 
RibM.  Ah  b» 
•dberoMter  tu 
4en  huid  ïn  bm- 
Kn  en  tempek 
bracM  men  haar 
l)|j  het  h^a  en 
einde  na  elk  <d- 
lei  pUigelfeia; 
ook  liep  men 
hu*  hg  «Ie  ge- 
beden en  «eden 
un.  BTCMle  4a 
haard  het  midd^ 
purt  *ao  tetboia 
waa,  waarbij  aHe 
tamlUepkebtig- 
beden  genen)  en 


iM]f|<enoi&aD  war- 
d^  MO  had  ook 
da  atwl  »n  bet 
aan  haar  gt/wffit 
Prrtaneion        ak 


,    waarai  ót 
«te      ataata- 


(Taata  Olnillua,  Route). 


fanden  en  mannt  T«rttett«ida  kolosiateD  tikii 
*oor  den  niesiw  haard  medeaamcn.  Baar 
haardvnar  in  den  tempel  te  De^riii  itoad 
■aaat  den  OmfAaloa.  De  Romeiaen  isdentifi- 
eeerdeo  haar  met  Farfa  (sïe  ^daar).  ZQ  wordt 


.     .  „  )  Veila  Ouiitini- 

mri  (ii«  de  afb.)  in  den  Mnaeo  F«rIoimi«  te  Ro- 
me haar  vooraMt,  wonit  betwgMd. 

H«sroli«at»n  (EMekadi  =  mefeDdeB, 
OtietUten)  aanbaag«n  th  een  m^ntiaeh-qtnetêi- 
tiadie  ridting.  Hen  viedt  ben  md  da  Ilde  tot 
de  13d«  eenw,  vooral  onder  de  iDon«.iten  van 
bet  k]oaal«r  op  dien  bew  iiSboa  en  op  den  Stnal. 
TSi  MRen  in  het  ongeathapen  licU.  dat  op  den 
bèqg  VtiMr  aut  Jexiu  adieen,  een  dnoraune  pod- 


deMjke  wetüngvwjfae,  en  beweorden  «kt  KcU  te 
tanneB  mh,  wnuMor  lij  m«t  gebogen  boold,  n 
ToLtnaakte  nut  blgvend,  op  hnn  nsTel  itaarden 
(Tanthar  Omphahiftjiekoi  =  na*eUNwm).  Polo- 


■  1320)  waa  een  hunner  t 


ete  TCttenitwoordigen  (Palusiirteii),  die  eobter 
in  KiailaMiiiiiihi  ponten  beatredau  werd  door  an- 
dere ttMOOikm,  04.  door  SarloAM.  De  Bynöt^- 
eebe  heiien  menffden  aMi  in  hnn  )mt*er«eUJ- 
kn  en  beid»  pangen  e»nmnHni«eerdan  eftm- 
der  op  een  viettal  nnoden  «an  1&41  tot  1S51  ge- 
booden.  IX«  na  1861  fM  nlt  tn  gonate  lan 
het  beaTdrfaame,  wnt  fao  groote  betreekenia  k 
gebleven  vooi  de  OridEBA-natioaak  tbaoèogia. 
Baarohliu,  <*n  OrMieh  taaJfamdigie  ait 
ÈiamStii,  kelde  wairwhgaijik  tai  de  5da  eenw 
na  Chr.  en  mtraaidiede  een  Oiiekiefa  woonkn- 
bod^  da*  bjj  gedaeÜS^  aan  ondeN  ieoka  ont- 


zegnwgaen  nit  de  gveehi^lttn  Mn  dkhteia,  Mde- 
naan,  peehaedlArffwra  en  geneedtandigen  nr- 
rnUe.  Een  nitatAande  idtmn  lan  dK  «eik  k 
die  vaa  RiiAMtMiiu  (LeMen,  2  dfe,  1746— 
176SX  k«er  wriMterd  dm  BduM  (17%)  en 
Sekmidt  (IS67— I86S,  5  S^). 

SamjóbliËM,  bggénaamd  lUtutrü,  wa«  ga- 
boortiB  Tan  Mikte,  laelde  in  het  begn  dv  Uo 
eamr  en  k  de  aehtÓier  euMr  kmoiek,  van  wdke 
hagmentaB,  o.  ik  dnt  over  de  atneWng  wa  Kon- 
ttasKaopd,  ^  bewaaoid  «Uof«n.  Dk  waik 
kMpt  Tan  dea  unagnkn  tft?  tot  a»  den  dood 
Tan  Jnotlaakt.  Tinln  bMrd»  hq  een  aUiaba- 
Macbe  maallat  der  laonmaoate  GriehMlM  ga- 
keiden,  dnli  deae  ia  meereDdoek  a»  de  weiken 
«aaOnduen  DtogoM  LaMiua  onttttad.  BtMa 
gca^nitteB  qn  dm  OrtlU  is  1820,  door  l'regtr 
m  1901  nitgegman.  IfeiyeAtiM'  Grirtieh  leiiBM 
na  leMMme  woord»  en  giiwut  'm  diXK  Mo- 
Tih  Sekmidt  bMMikt  (1SS7— .1868,  5  dfa.). 


1)  n 

««do  Orfckanknd  boehanmh  Tmnwta.  Hen 
Tond  ar  voond  «ele  te  d>  moto  ateden,  waar  UL 
rnke  TToeatdeHngen  bgeeHWHMn,  lOMkte  Ko- 
imlÈÊB,  waar  ijj  aan  dev  KemfMMknat  ma  Afkm- 
—       '     •  ^  Atbana.  Doorgaaoi 


en  cnfaeTepeeMlan  b^  gaskuaen  ra 
gehgenkedgn  haar  hekoorij^dmlHi 
,  De  omgang  mal  baVaacn  wem  bj}  de 

erenwel  ToktreU  léet  afe  lebaiMMjk 
oeaebonwid  oouiDwa  betaanen  ffiyfcrtdiwddHT 
neh  door  ootwSdMMig  en  beachaTlag  en  «Men 


Qnden 


dnmua  en  didttei»,  aooak  Penetu,  AUibiadm, 
Hfftrbltt,  SoervUt,  Plato  tan.  aan  »eh  t»  hin- 
dni,  waankor  ijj  giooton  imtoed  TcikFegen  op 
bet  ataaMeTOk,  looala  Atpaiie,  TAoïi  (de  uéium- 
ree  van  AUxamder  «n  later  de  gemalin  van 
PMemauu  Lagi),  Lamia,  de  hqHt  ttm  Deaia- 
triuB  Polionttn  en  tatdwe.  SoranDgCD  waven 
vsinaard  door  baar  Terkkk^^  knnaten,  aooda 
de  Sirilkaitaehe  Lola  t«  KoitetlM^  o(  ig  werden 
door  beroemde  fanateaaan  verheerl^Dt,  Moali 
te  jUhene  door  Pttaitekt. 
irekken"  beeft   Lueiatm»  en 


Pkrynt  nit  Ifaeapke  te  jUhene  door  Prtaitelf. 
In  de  ,3etaereiwe«pT«kken"  beeft   Lveianua  en 
in  de  „KetaereooréoNit"  Aldpkrim  de  aandacht 
op  deie  TTOPwaï  gorcttigd. 
Hntenrln  fresbond),  de  naam  van    een  g«. 


DigilizedbyGoOglC 


H'ETAESUE— HETittfeTllUN. 


faedm   gmMtMbap,    ikt   op   de   fetoevtBan   nu 
lüeuW'QmkeiüiMl      een    bdm^viMt    Kurloed 


4m  18<fe  e«inr  kcMe.  H^  tnubtto  dncc  nriwln- 
ring  T*a  roHttondenm  en  KdksopnadiDg  een 
BlAattai«3ig«  omweDteling  voor  te  beteidEÖi.  Ib 
1796  tmou  bQ  op  noodpUilge  wnw  om  bit  le- 
nn,  Dww  op  de  door  hem  geleSae  gnmMsgeii 
v«7i«e6  w  1814  «ut'  Dvenwe  BefaMeite.  De  hoMé- 
letel  WM  in  RatUiMi  geieatied.  De  leden  moeaten 
l^  hun  tMtndbig  een  eed  afleggen,  die  na 
liQO  TroanAwMl,  hnt  n^teida-  en  nderfkoMM- 
(fe  getoigile.  Het  gdMCW  gnMDtedMp  «wd  be- 
beeM  door  een  aoombaÊbmt  (kfz*).   In  »Ile  be- 

>nTMhetTaifadwB|jk«w(*  ^ 

lOdeUmvn  oitgebntd.  Het  i 
gm»  de  TvnoK  wee*  vooi  — 
1  ntogefike  vardkiatieriitg  de 
en  bncmen  de  leiden  iet 
neb  bot  JMc  1S18  lot  bet  imUt 
bet  ottftMUMte*  der  ooMKeDtieKag  te  «eiliMatM. 
Nadkt  gnurf  K'apodüfriaf,  dk  deel  lAnuakte 
■na  bet  RuwiMbe  kebioet,  de  gp  bem  geraUen 
knam  ala  leider  va»  d»  bMd  nmaen  bad,  kooc 
taien  Aletmtder  ïjuünttit,  £e  db  beooenéng 
ewonam.  ZntAr  vaat  (dao  of  TCUoeade  rooibe- 
nidhig  oneBloodeD  du  wMn  aptoevige  bMn- 
giDfiea  JD  MaUhrie  en  Wabebge,  «n  h»  Qtwten- 
fanS  »M  (1821). 

Ik  bet  beew  der  IMe  emnr  hjMMbn  neb  hier 
en  dbht  oei  wetenaduppelj^e  betaenün  ge- 
TDmaL  &  bestcnd  iwk  in  1813  een  be  Mbeoe, 
die  tot  doel  bai  bet  böeerfmiuea  ran  een  lonk 
tot  bet  (liricten  Tan  een  boefceif  en  tui  eeo  dm- 
aeum,  btft  nrtafen  en  uiligmfln  der  WMteo  Tan 
o«ide  tctu^vera  en  de  beronlernig  wa  bet  Oritk- 
Bcfae  owleiww.  Vooral  aoigde  ^t 
KOOT  de  eBleMÜDg  Tan  Qnekeehe  ' 
wepeeaow  hoc^ 


[eehe  joDe<Mh«ea  aas 
lêj  bram   eontaer   in 


Oriekenbuid  haai  iii  il  mMiiii  iliin  min  of  meer 
oiMfcodig  nran  geirovden,  en  ie  tluna  gedneel 
en  al  ontiioBdeo. 

B.  «t  Am.  acMer  pUmdennameD 
hvriiof  TOOI  W.  J.  Hooker  (ae  aUaar) 
AntoU. 

B.  «t  B.   uMer  [danteaaames  is  db  a&or- 
ttng  Tan  J.  mm  HwMfroMt  (ile  aUaw) 
Bimpimd  (zie  aUaacO- 

BatMOoyoUaolw  TarblndUmn jjip  ge- 


alo(«n, 


1,    nnsTonnaee    neitMnd 
Diet  deen  wt  koalalot 


f  ook 


dige  nwtaaktotneh  <^  betonen  ran  it  yenS 
oiTaona  ena.,  boewd  den  altgd  tot  de  aïilati- 
■e&c  mUDdtngeD  geEekKod  wratak  Het  gnwA- 
ate  gedeeltie  der  botero^dB^  Tecbindbigen  be- 
■tamt  «t  tHI  of  aes  Hngen.  De  voontaamate  atft- 
itolboDdendfc  beteroeydledH  TeiUiMSneen  ij^ 
p^roi  ktM,  pjiidten  en  ctancrfieii  met  buMie 


a  Oiioleen  afg«fekhn  de  bdangi^ksl*. 
Batarodox,  oiidertUtngmd  of  onnehltiti»ig. 


bet  t«gei>o>T«i:geat«JKle  van  orlhodM  ol  reehtxin- 
nig^^  noetnii  men  zoodbniR  gorodeiis  brtmtt  m 
rizijd  i«  met  de  eiteode  teewMtineeD  der  Keek. 
De  R.-KAtholieken  ecbruiken  in  plaals  daarTsa 
bet  woord  ketterèeh,  zoodat  kttterf  en  hêUro- 
doxie  oageroet  betj^fde  beteekenen. 

BsteroKsnads  ia  bet  voortbreng  Tan  oo- 
gelüksooiitige  na^omelngeo.  Een  bgaondeic  be- 
UrngtommamK  m  ifie  orer  de  ^nxfaMwgw 
autwikkeling  der  soorten.  Zie  hierover  Uulatie- 
theorie. 

Hatororonle  i»  de  afmaeEng  md  een  ge- 
neraiUs  van  ma-iiilQlw  en  vmnvedqka  «fiwen  mot 
een  of  n^er  genemIJea  vMk  eout  wö{}ei.  De 
voortplftatöiig  gesduedt  dot  ahweetend  geeiadi- 
teMJk  en  pai^nogeooÜBCfa.  DH  «efwAvwel 
komt  o.a.  vnor  bjj  giiwMpen  en  Uadiwaan. 

Betoromorll*  m  de  eJsenadiÉp  na  cbe- 
miMb  gefigk  mnenoeeteUe  rtotfeo  om  kt  vco-- 
aiUlfai^ieUBmeD  vtn  eaiwciWe  ateted  (rf  ia  vnr- 
aebOttMlg  atebdB  te  farÏBtaaiueraL  IM  dit  mor- 
ibAwiadi  vendbil  gaat  eem  {hjaiadi  gewanl 
zoo  iq»  bnvti  es  MdFjmïet  dhuife  modUbn- 
tiea  VMV  intencï  kieHfaont.  Het  eerste  beèmM 
tot  de  beiagViiÜMinpeBoetkiocfa.l^mtoScMMb 
kbiee,  bot  ladene  tot  de  beu^oDMlJvAiedkiacbè 
kiaMe.  De  aoorteffike  e«Mdite&  xün  re^.  2,6S 
en  2,2&— 238. 

HatammorflsDM.  Zie  BekromorKt. 

HstaroniMBla  der  monai  noemt  men  de 
teReüüaUütg  na  autonomie  der  tooraal.  fiei  t^ 
Meer  wwdt  anteaoom  genoemi  waniteM  ig 
den  moaacb  aitA  v«e  hakea  al  «w*  «ooif^ 
sciKeveit  en  deifaalrfie  niet  benet  <i(>  iota  boülen 
oaa.  Ia  de  moraal  eebter  ieta,  dat  den  menadi 
vreemd  i^  en  hem  doa  van  btuteo  moet  amdMt 
amgebrMU,  (ka  spreekt  nten  van  AeferoaOMie 
der  nmulL 

BetAKWhrlUa  ia  bat  voorkomen  vao  ver- 
sddeDde  vormen  van  UaOen  md  dbsAde  plaat. 
DM  nnd^oad  vinden  we  bq  lomoiiige  vratena- 
m»A^  vmar  de  codeigedakea<  VkÊiea  dkp  i«^- 
Boeden  ziJD  en  tot  een  bnodei  v&n  slifipen  igo 
gew^n'den,  tMriml  de  dtyveride  tihdeo  meer  den 
gein>Den  vorm  oéUben. 

Batareptaran.  Zóe  liueolen. 

■atarostrlla  is  )>et  vwioluKieD  ven '  vor- 
•duHende  vonnen  ram  btoemoo,  bg  somouge 
idamteiv  in  belviÜuK  tot  de  len^  rw  etj}l  en 
meddraden;  mo  vladen  we  in  di(  opzicht  twee 
-voniKn  bij  SleulMloem,  Watergmtiam.  Watet- 
vioJier  e.  a.,  dk  men  met  den  naam  laag-  en 
kcntstQËg  oodEDBcbsidti  tenrnk  bg  de  EolfaM- 
ttaart  (Lytkrum  talieoTia),  Eovt-,  ondden-  en 
langatgCgc  vtjmoen  voorkomen. 

B.  at  G.  achter  plantennamen  ie  de  afkorting 
voor  W.  J.  Hooker  (u«  aldaar)  en  Orenlle. 

B.  at  K.  achter  jdontennamen  ie  de  afkor- 
Vn^  mor  A.  van  HiimdoUe  [m  aUa&r)  en  K.  S. 
Xtmth. 

BatUatan  of  BithMt»,  (bg  de  Bgjptenaien 
Chtia,  bg  de  Hebreeln  VUttUmi,  naast  <!« 
EgnrtietMKeo  en  BabjrkadVre-AMTiiers  het  derde 
groote  beechaalde  volk  van  ToM-iaiS.  worden 
op  de  ElgipUB<ib«  godenktoekeaoa  van  7oe(Amo- 
tte  fff  tot  Rmua  (ISde—iaje  eeuw  v.  Oir.) 
vienndd.  2S  venraeatteD  omstieeke  1350  v.  Chr. 
bet   i#   HÜana    aan   den    bovenloop   van    den 


DigilizedbyGoOglC 


BafiMt  Ranuea  II  lerende  hnn  'm  het  v^fde 
ju»  ignu  Tegeering  (<kB  ±  1395)  bq  KadcMh 
ïen  lÏB^  dtai  hQ  «h  een  graote  oTcrwöiuiiiig 
veiikeerl^ite,  mur  die  nM  besSurod  w&o,  waM 
m  1300  weid  tiUMheD  bon  en  den  HeliikleDko- 
■aiaf  Ohebuar  een  TcibDWl  en  vrede  ^e^Vea  N« 
Sen  töd  leniel  hvt  SstAMiteh  njk  tab  «^ 
Heine  steotjes^  die  dcwi  de  Aisjiien  i»denn«> 
pen  werdefn  OedenUsekenoi  toot  de  Hettotoi 
liaA  men  tad  BuD«t  tot  Kukemwoh;  doch  de- 
K  Sjnried»  HetUeten  ixnmen  rfedite  een  kkiin 
deel  der  gixmU  vetocengHKj»,  wier  gedenÉtoeke- 
oen  OTer  g^be^  SletoiAnB  tot  aao  de  jUgelsdts 
tee  TentKMld  aja.  /enam  meeat  een  leet  neowe 
verwntachip  met  ds   tegemwoonUge  Anaeiiilie 

Hstm&n  ol  n^ofUM,  waaied^jidijk  af^leód 
van  bet  Dnitn^  ffonfrinumn,  'li  dé  tatel  Tuiïiet 
cfipierboeM  ol  den  iianTOepdei  der  EojekÉen.  ISj 
wend  Tan  oodh  door  het  veigMlHd^  wtt  tot  die 
waaKSsiMid  jepaqwn.  Toem  d»  K>onU«n  cicfa 
in  165l  aan  BoebuMl  oiM(etnn«p«iL  btnen  qj  ta 
bet  bedt  m>  bun  abmde  rediten,  éoA  deoe  wer- 
den  «eer  bepeikt,  toen  de  hetmu  Maupva  in 
lïOS  de  iQite  kooe  van  Kanl  XII,  in  db  boef», 
^é  bq  ataoo  een  onattnak^i^  «cntandbm  aon 
ierwei"F<Mi.  KeiBerJu  C(Uluin»a  sebafte  de  i«cli- 
ten  in  die  Oetnine  at  waai  ^  een  beetmti  rao 
6  leden  iiwtekfc. 

Ook  ifi  Poten  gal  men  aair  een  aaoroerder  den 
noMn  mn  tMtmao.  Sedert  1&S9  heette  de  ooper- 
twrelhéUMT  vaa  bet  RmbdK  leger  giooUninum 
(hetmmi  wieUtJ.  Op  hem  volgde  db  TeUhelman 
(heiman  folnf).  De  grootfaetnum  wend  Amp  den 
Wtqg  henoenM)  en  bitd  een  mb^ieiU  geiag 
orer  Mt  legen,  socdaag  fit  niet  dmr  den  kwning 
'xtt  W0pd  aaogttvoerd.  Het  leger  sipoer  «an  hem 
deo  eed  vas  tswiw,  en  aan  hem  beboonlen  eSe 
genaeene^  beaweoi  bet  mor  hen  betaalde  V»- 
gM.  HQ  mocht  editer  g«en  dee)  nenten  aan  de 
voftBicmderikignf  en  aaa  bet  kieaen  lao  een 
toütae.  De  htttmUSog  tsb  hebnam  werd  in  1792 
data  de  BjjLwetywwéj^  o^gibona. 

BettoBW.  Zie  ff«n  HetUma. 

H«tt«iiut,  fVwike  fivitonruai,  dm  Sden  Jnni 
iaS2  te  Hannnn  gdiOiraD^  stadeerde  aan  de 
booMMlKnl  <te  Ubpeebt  en  Dnmoveerde  eiibar  in 
ÏÊie  op  een  vntMbim.  eetiteM:  .J^diage  M 
het  OndfrieeA  wooidenboA".  Sedert  IS86  ie  hg 
teemar  av  bet  gjimwAnn  te  ZwoOe  en  «edert 
1806  aan  de  boweMfaool  te  XJUgwÈA  piiiMtd»- 
eent  iki  het  PüieeA.  S^  •monMomete  geaebrifien 
^fn:  .JloeaJenng  «tt  ond-,  midM-  «d  menw- 
fiêeedw  eeecbrilteDs  iim4  gloesaiinn,  bijeetmna- 
meUr'  (1367— ISea  S  db.};  .^et  NederlaadMh 
gkeaanDBi  Tan  Bent"  (BlUStfÊbedE  mn  móddel- 
nederlHMkcbe  leMaikmMle,  edL  43,  1889);  met 
anderef:  „Toontelten  M  -rcmen'rondl^Ue  "na 
<mte  apttbmtJt  ireiM^ie"  (1606),  de  ,;^:Nk 


bjifcteeï^nio.  1,  1B»S  èn  ^.);'met  WaUng 
D^lutra:  .iFilwii  «nontenlboei:'^ (1896  t.t);  Tet^ 
der  „Fraeee  Fiaatannoen"  (Nomina  geogn^- 
ea  Neertubdita,  dl.  IV,  1W6),  „Analeeta.  Nedet- 


9  dbi);  met  andaen:  .^ederlendsdhe  woorden- 
IQtt  voigens  de  begüuKJen  nn  de  „Veieeiu^iiig 
tot  vereenvoodi^v  twi  odk  BchmfUtil"  (1908), 
„Wanncm    ToHt>t«u,   waftrom   't   Frneedi  tiee^- 


deeid?"  (1004),  „Uït  «Oe  de  wenken  van  Jaeob 
Ca«a"  (Uit  en  mei  cdm  edu^vera,  I,  1905);  met 
A.  Teltmg:  „Een  besoek  ean  een  Ne^ikmdulLe 
Btad  im  <)ie  XlVe  «bdw  (J>eïenter)"  (1906^.  „Taai- 
en diebtefetudjes"  (1908),  al«m«de  veredüUende 
l«JiBtniitg«Ten  (ia  de  „Zwi^obe  H«rdn>kk«n"). 
Voorto  wa«  èjj  medecpriobter  en  redarteuc  Tan 
bet  tytfcdirift:  „IW  en  ietteren"  en  ie  hg  me- 
deredMtenr  ran  het  tydsduitt:  „Veteenroiidi* 
ging.  UaamMai  mn  de  Vereeniging  tot  Teiee»- 
TYtudigfaig  lan  ome  MèrgMMl". 

Hattlnrer,  Ftori,  een  R.-KatiuUek  godge- 
leerde, den  19den  Januari  1810  te  As(4i^ten~ 
buw  ^eböno,  etndeetde  te  WUnrAnirg  en  aAn  bet 
OoÉe^ram  gfnuaniioam  ite  Bome,  ooitTkig  ia  184S 
<k  {neetenwöding  on  werd  ia  JS67  boogteenuur 
aan  de  nnnendteit  te  Wttrdbmg.  Hij  natn  deel 
de  Tooibereidende 


Jannan  1800  ab  paneelA  hiüqirebBt.  Van  iSb 
geeehnften  Tenneue»  wa;  „Apolcigie  dea  Oma- 
tentmns"  (9de  AA  19W,  5  dto.,  bewwd  doer 
S.  maiêr),  „Letrtncfa  der  f^mdamentaKniealo- 
gie  nod  Ajkogvtik''  ^  dte.,  ade  dnA  188^, 
J)ie  gMÖklK  KomOdie  des  Daste  Albrliiwi" 
(2de  Onk  1880).  ^oe  W<M  md  Kinhe^  dki., 
5de  drnk)  en  „'IlmotfaeiH  Briefe  an  eiuii  jon- 
gen llieciDeen"  (2de  èmk  1897). 

Hcttner,  i<tfre<^  een  D(rit«ii  geogranl,  den 
26dlBn  Ax^ofltDe  >ie59  .te  Dresdeo  geboren,  >t«- 
deerde  te  Ha>e,  Benm  en  StraaddNnig,  deed  in 
1^82— leS*  em  nm  dtm  de  Andat  «an  Octan- 
bift  en  TU  1868—1800  jn  Züd-imerika^  '*^^- 
de  aA  ak  pnnaitdoeent  te  L>eipiig,  wenj  in  18M 
boatangewoon,  ia  1897  eewonn  üoaclewatiT  te 
TnbkiRen  en  in  1899  te  HrideA««.  Ëjj  eehreef: 
,iDm  Klima  too  CBafc  vod  Weatpatagonoefl" 
(1861),  „GdlikcdMn  mtd  Ctt>erflUmw«at«Maw 
der  SadMMben  Sdnr^"  (ie87),r^BewenbiAli 
knhMDlüaiiieeben  .Anden"  (18669,  »D>«  KoidUera 
«on  Bogiota"  {1892},  J)ae  ËnropUMfae  Rnaelandr' 
(1005)  en  „OnuMhage  der  Ufideriimde"  (dL  1 
Leipég  1007).  Sedert  ^1895  geeft  ih^  de  „Geogia- 
[ibiMhe  Zeiteehrift"  vit,  waarin  een  groot  anótrf 
seer  belangr^  aardr^kAnndlge  aitikel«B  van 
tgn  tund  Terecbenen  xgn. 

Bmbner,  Otto,  göeeeknndige  den  31«teD 
JtBxaui  1843  4e  UflUtanH  ia  VogtJaftd  gfèoien, 
etodeerde  te  I^eèpaR  en  Weenen,  w«b  laü  Beera- 
tent  bq  Wundgrlieh  en  wiend  in  1676  aiwAmr 
der  diÈltietmolUiiMek  te  Léyii^,  ia  1687  pio- 
leeaor  io  de  kJodwceoeeAimde,  io  welke  (uiMÜe 
hq  ht  1804  naar  Beri^  werdeeroepea.  B^  eehreef 
o.a.:  ,J)ie  ezpenment^e  Qcpbtberie"  (Lentaig 
1888);  .Kbttecbe  SfncfMn  tiber  «e  BefatiyAing 
der  Dipbtiieiie  mit  dem  Bebriqgsclien  HeUaeram 
(aUaar  1805);  „SnAiVa  im  randeeslter"  (Tnbin- 
gen  1696);  „Slngnngseenllinuw  nod  8&i«4«ig»- 
q)iUleT"  (BerlSn  1807);  .JjduWi  dei  Kmider- 
beèttxHide"  (Lnpmg  3de  órA  1911). 

Bsuohera  t.  ïa  de  oaaon  Jtn  een  kcnidaditig 
pkntengealadit  uit  de  bmitie  der  SoxifragaeeOn, 
geiieeten  naar  Johan  Bemrieh  BMeher  1677 — 
1747  fMogleetsBr  in  de  phnrlkande  \t  Witten- 
berg.  Eet  «wfersebeidt  mim  dooi  een  6-apie%en 
kedk,  door  5  iji  de  k^kJbnie  ibeTeetagde  bfoemUa- 
derem,  dbor  S  moeMraden,  dw»  S  wer  lange  e(^- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


EBVOSBBA—BEXJP. 


ten  «n  idooi  een  étefaoUrige  dooaimahL  Oet  om- 
Tat  vveiU^ventfe  knwdeD,  weUe  ia  N«ord-Am«- 
dIu  groeien,  met  gesteeUe,  gelobde  «wtelUwte- 
ren  en  «uroimig  rercenigde  bloemen.  De  meest 
beJceiule  eoort  te  H.  mnerieana  L.,  H.  gmgiiima 
■net  de  wriBKitra  oMm^  tpUitdeiu,  rtAtula,  hy- 
brida,  H.  pubetatu,  H.  lutpida,  H.  qflitutnea,  a. 
fonUoUa,  U.  bracleata,  U,  nibeteen*,  U.  viUota 
en  jB.  mierantha,  Zg  wonden  dooi  hu  en  dbor 
•olieuren  Tvort^teekL 

Heuff .  Zb»  Hvt  vm  Burm. 

BsnvUn,  Theodor  vim,  «en  Afrikueiager  en 
onUiwkKtt,  den  20aten  Hnart  1S24  te  HirsoUMi- 
den  in  WWtlemberg  geboreo,  ir^dde  üob  un- 
TAOkdqk  au  de  beoetening  der  mtuniijjke  liit- 
toie  en  deed  daune  eenage  i'nien  in  Europa.  In 
1S60  ging  tg  naar  ï^gTpÜe  en  besoclit  teveu 
iLiabiB  en  de  kiuUn  ran  de  ftooöe  Zee.  In  Mei 
1S52  werd  tijj  door  die  Ooetenrjikaobe  legeeiii^ 
•«a  tMimi  dr.  Keilx  ts  duitocm  ak  KCreUrie 
loage>roegd  Hjj  -rei^eaekfe  Aetli  op  een  todit 
naai  AteniniB,  waarop  fictfa  den  ISden  Mei 
1863  te  Doka  ororleed;  Aieb.  Beugl^  kwam  in 
jimi  te  CbartMm  Ung.  Zjin  aaatMtenitigen  om- 
trant  dow  rue  („BdMen  in  Noidoet-ririka'',  1657) 
beuttaB  een  bocige  wiMÓa.  In  plaala  vm  Beilx 
tot  OoatMtrjjfcadi  «onaal  ts  Chartoem  t)enoei»t 
niade  J14  tegen  bet  einde mn  IS53  laugaden  b*- 
nedenlbap  fan  diut  Wiitteo  Ngl  as  dooi  KMdofaB 
an  lenamekle  een  meiMgta  aeUiaiiie  dieren,  waar- 
mede bq  in  1854  irnai  Eairo  ging,  om  ie  het 
volgenide  jaat  te  aubenken  aan  den  keioarli^n 
dmemluia  te  Seb&oJxuiui.  1»  dien  tgd  tentde 
hjj  jga  rente  „Snt«m»tiaehe  Ueberaiobt  dei 
VBgel  Jiordoatalrikaa"  <18&S),  waarin  754  aoor- 


im  In  Haait  1856  be^  bjj  wb 
Dogmaak  aaar  den  SoedHi,  kfeide  u  Jawaii 
1867  naar  Kalro  temg  «n  made  in  dat  jaar 
lange  de  weatknat  der  Boodt  Z«e  en  Itmn  db 
knU  «aa  BomaMkod,  waaromtrent  bg  meoMee- 
Üngen  deed  in  Patarmoim'a  ,Jlitteiniagen''.  In 
1861  benutte  b(j  nch,  op  aanioek  Tan  Peter- 
DMiin,  met  de  leuing  der  exoMUie.  <Ke  tot  op- 
aporing  i>an  Vogtl  naar  Afrika  loo  worden  ge- 
■onden.  Het  Suvdner,  KwiMaeh,  Bmmil  en 
Behvbtrt  KrUet  faq  da  25aten  Hei  1861  Egjpte 
wau  hg  in  Haart  aangekwnen  wee,  en  oêgaf 
■icfa  o>ei  Uaaaaoea,  waar  Mumiinger  »eb  den 
laten  Joli  bg  hem  voegde,  Dnar  de  gieweateo  dei 
Ifenaa,  Bogoa  en  Barea  ten  noorden  t«o  Abeaai- 
odfi.  Te  Hai-Sjecba  in  de  provjocie  Suie  T«rUe- 
(en  den  4den  NoiTembei  Munanger  en  Kiiatl- 
boek  beat,  om  westwaarte  Óoot  bet  land  ran 
Eoenama  en  om  EaraaJia  naar  Obartoem  en 
£ordofan  te  reizen,  tecwgl  Beuglin  met  Sleud- 
ner  en  Sdtubert  oror  Adoea,  Gondar  en  Oaulfat 
ntdwaarte  trok  >tot  aan  dto  ^nien  vao  Sjoa  en 
tot  in  bet  OaOkgewest  Dajunma,  waar  hjj  den 
4dG0  Aptii  1862  dooi  k«aer  rfieodoor  ^|nstTrg 
ontvangen  werd:  Na  een  faoogit  moeïluke  en 
gerurlMe  reis  over  Oontar  en  Doka  bereikte 
bg  in  den  aannng  van  Jnli  Chuiaem.  Daarna 
voegde  lieh  Heuglin  met  Steudner  bg  de  expe- 
ditie der  Ned«rla3)dB(dK  freule  Tinne,  die  teigen 
bet  einde  van  Januari  1863  van  (Siartoem  naar 
de  Behr-d-Chssal  [ie  weetelgke  igrövieir  ron 
den  Witt«D  Nijl]  vertrok,  bereikte  waatwaarlt. 
aan  de  anckre  igde   van  bet  Rekmeer,   de  Eo- 


Mnga-  of  DenAortTier,  nmht  ba  ign  metgend 
Sletufnar  óen  lOden  A^il  door  den  dood  mkf- 
ren  had.  «n  keerde  mD^^ens  nwt  een  gnet« 
wetenecbappriyke  Terumedong  tegen  iiet  aatat 
Tan  Haait  186t  naar  Cbartoem  en  in  18S5  naai 
Europa  temg.  Hg  aefareef:  J)ie  dtootacèe  £ipe- 
dition  in  0«-Af»ka"  (1864),  „Reiae  meb.  Abea- 
anuen  nnd  den  Gd^indera"  (1368),  „Oraitbo- 
iogie  NoidoatafpiluH"  (186&-'187&)  en  .Jteiae  is 
dw  QeUot  dea  W«azen  NÜa  and  eeiner  vnatü- 
ehen  Zuflfl»"  (1869).  lo  dta  aomer  van  1870 
ondernam  hg  met  gfaaf  Ztil  een  toeht  naai 
Spitsbergen,  deed  «^mettagen  in  het  uadooate- 
li;k  gedeett«  dewi  «thodengrow  en  bracht  vaa- 
daat,  eJamede  in  1871  mn  Móra  Zembk,  be- 
langrgke  voonreipen  tcrog.  Daarna  gaf  hg  idb 
,Jleiaen  aadi  dem  NoDikmlarmeeie  in  dan  Jan- 
ren  1870  nnd  I87r  (8  db.,  1874)  in  het  licht. 


loeken  en  keerde  na  «en  ian^  ispblüf  te  Eatat 
terug  nMi  Stattgart,  waai  hh  den  bèeo  Noven- 
bar  1S76  weHeed,  nndnt  b«  xgn  ,4tewe  in  Noid- 
oslalrika"  (1877)  toot  de  pws  gereed  bad  ge- 
naakt. 

Benknlom,  Ott»rge  WiUem  va»,  een  Nedar- 
ktKkach  iwanieai,  den  29s(en  Haaii  1870  te 
Tilba^  geSoren,  vennarl  »  1801  het  diptema 
Toor  dviel-ingenieoi  aan  de  Poljteehniacbe 
3eboid  U  DeHt.  Ln  betielUe  jau  tmd  bg  in 
(fienst  bg  de  Maataebamö  M  EipliialatM  Tan 
Staataapoorwegen,  Vek  WMOgr^  werken  a^ 
door  hem  ontworpen  en  nitgcToen^  waarvan  wg 
Bledita  noemen:  de  oreiknf^ioeen  der  atationa 
utrecht  en  'a-HertogeDboach.  de  ombonw  <A  aan- 
leg der  itatMH»:  Hengelo,  Daatle-Naaaan,  Boaen- 
daal,  die  der  4JD  ËiSbmn— Weert  en  atatioa 
Uaaatriefat.  In  die  anoorwegweckea  aeate»  de 
gebouwen,  wtmtmtendo  door  mactiacbe  indee- 
ling en  arAiteetniüach  nateillgK,  een 
piuta  io,  terwgl  de  nuïcfatrios  dec  «poorweB 
phcementeB  ik  meeateratokkm  tu  Ingtnieu»- 
kunde  mogen  wonden  genoemd.  De  Senaat  dar 
TeduMache  Hoogeechml  benoemde  hem  dan  Set» 
Deeen^r  1916  tot  dnetor  bonorie  eanta 

Hnap  noemt  men  dat  gedeelte  van  'a  man- 
echen  lietuuun,  be^A  gedMtrink  dww  de  bek- 
ke:rf>e(nHk>ren.  gedeeUelgk  door  net  d^jibeen  met 
de  daaraan  liggende  fileren,  vaten  en  MDowen 
g«Tormd  wordt.  Bet  Stupgntrieht  (lie  ook  Ot- 
tmeAlt  wordt  ge>Tonud  door  bet  daan-,  sohMin- 
en  zitlbeen  en  door  btX  dgbeeik  De  eentgeooem- 
de  3  beender«n  vormen  een  komvMnuge  hoHe, 
en  daarin  ekit  «en  bohoimige  kaanw^  bet 
boold  lan  het  dübeen.  met  dit  laatste  door  den 
haie  veitKNKlen.  Deoe  knobbel,  een  ko^elgeleding 
vormend,  kan  in  veiaduUeode  riehtwgen  een 
baJrren  riikel  beuhni«en.  De  basden,  «Mnaede 
bg  u  de  botte  beireertjgd  la,  ign  aterk.  Een  vu 
deie  —  de  ronde  baad  (ligamenlum  rolumdum) 
—  il  aan  de  eene  zyde  aan  den  bodem  der  kom- 
vormige  bojtc  en  aan  de  andere  aao  het  midden 
van  iten  knobbel  beTeetigd.  De  andene  band  — 
een  kuwelbaod  ~  ie  aan  den  gebeelen  bniten- 
rand  der  komvonnige  boHe  stevig  v«Bt4<!4teebt 
en  loopt  o^er  dim  heb  van  bet  dgbeen  tot  aui 
den  grooten  en  kieüien  draait  (troehatiUr  ma- 
jor et  mtpior),  twee  wtateeksels,   die  de  gma 


DigilizedbyGoOglC 


HEUP— HEÜEN. 


MC  beUomkale  „ 

aroi    faeum   et   gnmtükde^   tuMW 

BanpontwrlolitliiC,     -im^aborm.     Zie 

H«aptld««  (OotiHt)  il  ««n  tabcrealMW 
ontaUking  vu  bet  henpgewricbt,  die  ook  ia  ha- 
n  liehte  rnmen  «enige  jMen  «hiiirt  en  tootrI 
tijj    kiwierea  voMtomt  Heeitil  komt   het   tot 


Tonnea  tm 

tot  kaohecbtingnMnt 

tal    BfMeren,   w«lk«,   „ . 

oitt«pn^Ddt  gtMtt^  WÊfÊt  bet  knieeewriiAt 
«n  iMMU  bet  onleitweD  Mopead,  de  TCiMOJHende 
^lewegingHi  nMgelgk  mekeö,  waantoor  de 
1  pluis  TSfiadert,  lieb  oprkbt  en 
e  boDdl.  IkATom  h  het  betwgMrnehf 
"*  de  bÜ.  en 


t  en  koude  »bMM- 
•ea  T(mDt  (ne  OewndU).  In  bet  eent  hhagt  bei 
Jriotd  over  pïn  k»  de  bnip,  (fie  op  aaami^ 
ptutMB  gevoelig  voot  itaA  U^t,  of  de  pgn 
ifontt  »  kodere  {ilMtMa,  bgr.  ib  de  koje,  ge- 
-TOeM.  Bet  kind  gut  liUen  om  bet  beópge- 
wtwbt  MNmed  mogelgk  te  ontken  {iw  Uii^cen). 
Hen  nndt  bq  («deraMk  een  bepeikng  in  <ik  be- 
■ff^iljjfcJi.'iJ  Vn  bet  gmrnebt.  Lu^unertiand 
iranot  bet  been  dow  tet  kiad  jn  een  bcfiaakka 
•tuid  gebonden,  waarin  bet  ktei  door  renn- 
deriogca  ia  bet  geerktit  g«£ieenl  worctt. 
Treedt  er  geen  geneiing  in,  dan  neemt  de  pqn- 
l^kfaeid  toe,  ivotml  tik  men  door  <kvk  op  de 
falie  of  etoat  tegen  de  Toettool,  de  gewnkfate- 
booUen  tegen  dÉuder  dnikt.  OndMtneaebeD  ie 
het  geiRÜit  begoaiWD  te  mi'^eD,  de  huid  liet 
«I  «uacfatig  lut,  mndMT  de  oude  ikuun  tumor 
tObtu,  ea  etodel^  tnden  op  Tencbillende  ^Mt- 
aen  afaaeeaaen  m,  die  od  ii  het  bekken  kiiHiai 
doOTbreken.  l>»e  koode  afaaeeMeo  Teroonaken 
óao  tiatda,  die  mmm  ver  tm  bet  gemtdit  in  de 
botd  nkiiMMiden  en  wa«niit  het  nek«  geirnehte- 
weefael  swt  de  etter  oHceetooleii   wwdt.   Zelta 


met  de  etter  ia  het  gewricht 


Dat  pio- 


t  de  patiSat  «aak  aan  aitpatting  itwti, 

niet  algemeene  tnbcrenloee  het  einde  rerooTiaakt. 
Haai  £ontaat  de  peititot  koorts  en  nit^atting, 
dan  kaït  de  ettering.  lia  de  lieke  weebele  een- 
maal nrtgeatootva  sgn,  o^oden,  de  koorts  ver- 
dw'rint  dan,  de  fietelt  «Initen  lieh  en  er  treedt  ;e- 
nen^  14  ig  het  ten  keete  tsd  de  fnoctie  van  het 
gewriiebt.  Want  na  een  nlei^elüke  Terwoeetang 
i>  of  bet  döbeen  met  de  faropkoni  gebee4  ter- 
groeid  en  ie  dna  elke  beweegl^theid  T«n  bet  ge- 
wrioht  lerioren,  of  die  kop  beeft  de  kom  Tena- 
ten  en  Tormt  daar  aiditer  en  bcnpu  een  meuwe 
kom  op  bet  dannbeen,  zoodat  het  been  korter 
ie  dan  het  andere,  ot.  joitter  geiegdh  booger 
etaait.  de  patïBnt  door  een  krooundng  iin  ign 
«ertelcolotn  dat  gebrek  traehl  te  »ert»lpen  ei 
Toor  ijjn  geheele  leTen  hlgft  hinken.  De  beban 
deUag  bern&t  op  hel  wnéfaatten  vim  met  tooi 
bet  gewrioht  door  i«k-  of  gipereTfauidea.  Eomt 
hel  tocb  to4  ettering.  dui  moeten  meestal  Awr 
reeeetie  de  lieke  ^ewrioJHsdeelei  terwijéepd  wor- 
den. Kan  de  patiÈnt  het  bed  veriaten,  dan  la  een 


kiuk  noodig  en  ktei  een  veiboogde  voetiool  we- 
gene de  Teikortinp  van  bet  been. 

Henraka  (Giiekscb  =^  ik  heè  bet  geranden) 
il  de  bewieerde  oktroep  tbu  Arehimtdet  d*  vja 
ontdekking  der  h7dioef*ti«a(K  w«t;  rantfaar  «en 
nttfknkkiag  van  n<eagde  by  een  gvdaoe  ottnn- 
ding  of  ontdekking. 

Hnnrlstlek  oocsnt  men  de  knnet  tmi  nrliTOr. 
Béiiaq,  of  de  wetenadiappelüke  auKWJJKng  om 
langs  een  etriieknatigen  wef  ontdekÜogen  te 
doen.  Een  algemeene  AotuMiek  vwr  de  weten- 
•ebappen  ion  o^etwgteU  leer  betangrgk  im  en 
nwt  de  algMMene  metbode  tot  de  nitbreiding 
der  wetenacfa^  umenvnUeo;  maar  bet  Hgt  in 
den  aard  der  laak,  dal  nik  een  atperaeene  ben- 
rietiek  niet  beataat.'  Immera  de  logiaebe  voorait- 
g«yig  der  denkbeeldn,  die  tot  nn^^ütg  der  we- 
tenaóhafi  Mdt,  kaogt  «teedi  af  van  den  aard  der ' 
TraagMokken,  en  de  regda  der  redeneeikoDde, 
welke  een  atgtnteaoe  atiekking  bebbra,  ijjn  niet 
in  ataat  om  tot  leidraad  bg  de  opknaing  ma 
bepaalde  vraagatukken  te  dieiien.  Wat  meo  dna 
te  ?oren  ah  een  algemeene  henrialiek  beeehaow* 
de,  waa  doongaau  niets  andem  dan  een  samec- 
meging  Tan  wiRekecrige  denkbeekfen^  boewei 
geachinltiHi  van  <tie  soort,  xxnh  de  „Ars  migna" 

ks  Sojimtaubi»  LnUiw,  vele  bewonderaan  Tonlen. 

Iets  geheel  andere  dan  een  aanwqxing  om 
ootddüüogen  Ie  doen,  H  de  hmritludu  mslko- 
d«,  die  men  bg  het  bebaadden  van  weteiwcb^- 
pt^ke  onderwei^en  SMrweadt,  name^k  de  me- 
tbode, «aarbü  men  den  weg  volgt,  waarop  men 
de  leerstelliagea  van  lelf  viadt  of  althans  kaa  - 
vnMhB.  Z^  toont  «na  bet  tafereel  dei  n  ' 
•    ■.  Deaen 


landMi  géaAtedknndige,  dsa  ISden  AnguMtt 
1706  te  ï-Herbogenboeeh  geboren,  wevd  er  nad 
t  der  atad  en  gn^fieT  der  leen-  en  UA- 
1779;  hg  ie  de  sdtni*er 
,.  lielorie  der  «lad  en  Meterg  vu  'e-Ëer- 
togenboseb,  alsmede  de  voontaamate  dadeei  der 
HertoRW  van  Bnbaitt"  {4  dln.,  1776).  Ben 
pkatooeaebrgving,  welke  hierop  mn  volgeo,  ia 
nog  in  baodeehrift  aanweiig.  Ook  aehreeJ  h^ 
«Vertoog  owaï  bet  onUnge  om  beide  lot  boaw- 
en weifMMt  te  m^en  in  de  Hmerg"  (1776). 
Haan,  Johait  «m,  «en  «mn   van  den  voer- 

rode.  den  flden  Haart  t7&1  geboren,  atsdeer- 
en  promoteerde  te  ntreefat  in  de  reckten, 
veatigde  neb  ak  idvocaat  te  's-HeFtogenboieh 
en  werd  er  eerst  erif  Fier  der  fcen-  en  toUmner 
en  ia  Angnatne  1776  faoogleeraar  in  het  burg^ 
tgk  en  hedendaagacb  Mtbt.  Hy  aatuvaanMe  die 
twtr«kkin^  roet  een  redevoering  ..De  jare  rotnanD 
neqne  lane  inetar  eolendo  neque  ad  beatiu  dam- 
nando"  en  biekt  eUiege  over  ie  InatMoten.  tot- 
dat hg  voor  en  na  de  omwenteling  van  die  da- 
gen in  venehUleBde  anabtsbetrekkmgeo  gephatet 
weed.  Hg  waa  in  I80S  aseeaeor  van  den  land- 
drost van  bet  departement  Br*baot,  staatsraad 
in  baileng«wooen  dienst  en  ridder  van  de  Orde 
d«r  Unie.  Kd  der  PraTinciale  Stalen  en  oveirleed 
den  SSsleei  Maart  1315.  Hg  sdureef:  „Diseerta- 
tio  de  rcgaUbDs  in  BeWio  praeeipoe  ia  agro  Syl- 
vadneenm  ndtatia"  (1772). 


gsaetiiebe  en  beelt  ap  bet  gebied  van  opvoe- 
ding en  onderwgs  een  boose  waarde. 
~  Jolüm    Btttdrik    Mm,    een    Neder- 


DigilizedbyGoOglC 


HEÜRNiE^-flinjaDE. 


1571  ï 


ii«eakiiiMlig«,  den  25et«n  Jamuh  1543  te 
geboren,  Mioflht  er  de  BiètoajmhxoMtK  tcfaool 
en  TMtrdc  ofi  I9-wrigen  tedIJjd  daat  Leoven, 
«au  iig  ndi  of  oe  wödKeeeFte  en  torcos  op 
de  R«n««»  en  faeefamde  4orteg<ik.  I«tet  batoelrt 
bq  <Pm^  en  begst  lüb  daama  met  Pelrut  Fo- 
rettu»,  ioKannm  Dutiu»,  Biuxniut  en  Tmlin- 
aiiu  OMT  de  hoogeeobaai  te  Pada»,  eimM^  in 
ir  PMm,  wur  bg  de  oaOwdtnndige  lei- 
__j  van  Oabriël  Ountritu  hijwou^t  en  de  doe- 
torale  waAFdifjfMid  t<enM«i4.  Hq  Testigdc  nat 
Twitidgecn  te  Utracbt  en  n«rd  geii«eMM«i  van 
de  grawn  v*a  Egtnonl  en  van  den  heer  vso 
JVoïrMrmM,  stAdioDder  der  ipKniant.  "Smdti 
UtiMbt  tot  de  StutMbe  x^ide  wm  oreigegMa. 
werd  hjj  tefen  ign  lin  ooot  den  prina  «oh 
Oranje  toi  «ÉMpan  benoemd.  Id  1581  werd  bq 
ffewoon  boogleenar  aan  de  imiTerBitei't  te  Lei- 
den, en  wxnri)  WiOem  l  al*  kter  JTiwnt*  raad- 
pleqgden  b«m.  Bn  ■«•  mede  de  ofMtelier  na  bet 
advies  dei  gwieeikuatyge  hmlteitl  waarin  de  va. 
teiftiMf  Ut  onUeUing  tid  too>f«rg  at([ekean] 
wüd.  Bj)  oKrleedrteLeidsD  den  Md«it  AagustaB 
1601 .  Bg  Mfaieef:  ,4>e  naton  M  pNMM^  homndi 
'--   — ■  — D  1677  oiImid  temrnm  tarnKt" 


lia  K 


mm 


MtMtobna  etc" 


^§m. 


1»50).  _ __  . _ 

Iqi  beifaallBgX  J)t  atndio  nndkMM  bene  ineU- 

lneiMfe"(adeHkiikl«5I),  .yDe        

gvÜK  partibna  ' 


«ete. 


rtMraa  bnatma  «apitv  andere  «oaaeTC- 

"  (ade  dn4  1609Ï,  inteaTeo  der  geaelLrU. 

Btnwinitet,  ,J}e  Ma%M  Ub^  (1598), 

(1«00)     - 


.J)e  peeto  .        „  „    . 

■     '    ■■  ■     ete."    (1802),   .J>e 

gimfieeinm  mortiie  DMttenm  ete."   (1«0T>,   „De 
HMMTbis  TeDtricnli  liber"   (1008)  en   „Notae,  ob- 


B»uat^*amr^*b9tgt;    Mn    tit  van  bet 

dndeteneebngte  n  ihet  graaladiaj)  Olota,  Tonnt 
iD  h«t  N.W.  «SB  toi  788  m.  hMge  ketaa,  in  bet 
Z.W.  een  amt  alle  ^d<n  «teil  «AeBaiMl  i  ' 
ateenpktWML  wunp  ddi  «ria  kMDonn  ■nr,— 
ten,  aooah  de  Oimw  Henadianei  mat  dan  Otow 
Yatembiri  (»lfl  oi.)  oi  den  SfiiegelbeiB  (SI  6  in.). 
H«iuda,  PMItp  TTUImm  mm,  «en  Nede*^ 
kfMheh  tettgrkuudige  «b  wijigeei.  weid  den 
ITdeo  Jvni  1778  te  SoUenhin  «bmn  «d  be- 
oocbt  da  ErannM«nMlie  aebcMl  Mdaar.  Id  1797 
vertrok  h^  naar  Ametenlain,  on  ajo  ata 
onder  IPyf tenbocA,  Fan  Swinden  en  dra*  m 
Tangen.  IFyltenbaeh  Tfi^gde  )iq  naar  LM^ 
waar  li^  toreoa  de  kaaen  vaa  ÊJutt  en  Siegg»- 
betk  bi^oonde.  WeUra  iebreef  bjj  een  „Speei- 
men  erttimm  n  Flatoacm".  Een  ivia  naai  Pa- 
rqe  bradit  btm  in  aaarairimg  niet  wnohiaende 
FranMbe  geieeid»,  en  oaowidgke  waa  hij  by  söa 
temgiaer  barwden)  tot  doctor  in  de  beade  pecè- 
ten,  toen  hn  te  UlKcbt  bemcoMl  werd  tot  hoog- 
beraai  ón  de  geediiedeoia  «  «wttwidkonk,  in 
de  wdcpieikeDdbeM  en  de  Oddaiire  taai,  wdke 
beteabking  bij  aanraardde  met  een  redevoering: 
,J>e  antiqóa  eioqnentM  eiun  leoentöore  eompua- 
Ift",  Gedarende  36  jaar  bleef  bjj  dur  weAiMm. 


Tot  driwnoai  to^  teOlcena  te  veigeefa,  w«id  bn 
benoemd  tot  boogieeiMr  te  Leiden.  In  1916  werd 
hg  bibBatbMaiia  iet  Andcmiadie  boekerg  te 
UtKcfat,  en  de  eataJogoa  tui  d«se  venefaeen  in 
1335  met  «en  Toorwck  rao  (qd  hand  io  bet 
Ucbt.  0^  een  reia  door  Zwitaeflaoid  aiT«ileed  bg 
den  2£Men  Jnh  1839  te  Oenère.  Ah  t 
dei  van  aMnoaMwic  t 


b  tegenatao- 
toad  bg  <i|i 


Hjj  traditte  te  breken  met  het  oovm 
wijBgieerig  tfawnatiaeewn.  >vaa  lyB  tgd  en  lenig 
te  keeren  tot  da  leer  van  Soeratem,  ia  feibHuÜDg 
met  h(i  „mimre  CbiMtendMn".  Z^  oHk  ie 
van  grootën  iii>v)Bed  gvweeat  op  bet  cftiomen 
der  mogeiHUtaMle  GtMiufti  aobool  en  op  de 
Lskdaebe  go^gdearden.  Zgn  geadiriftoi.  over  bet 
wjj^eeiig  ondenwga  maakten  ocfc  in  Mtdore 
IftBMn  grooten  ^qigang.  Tanigngeaehriften  noe- 
men wq:  .^Matiibe  in  ÖMtatW  aotiquaa"  (iai7), 
.Ontio  de  onUiri  amore"  (1619),  „Inttia  (AaJo- 
aoflnae  Flafaiuiae"  (1827—1836,  8  dU.),  grie- 
ven VKT  den  aanl  «n  de  «tniUflg  van  biet  Hoo- 
Mr  (^wteFwgi"  (1829  <u  l»ter,  oct  in  tot 
Duitaeb  veitaahQ,  ,J*iotieptim*  ad  boBaium  ai- 
tiam  in  Aeadwiiaa  BfaeaotnijecttBa  atndioaoa" 
(18S0),  „Brimvn  over  bet  beoefenen  dei  wijrtie- 
geeite,  ioaoodertMéd  in  ooa  Tadwlud  «n  io  ob- 
wn  tgdr  (1867),  4>«  Socntiaifa  adMxri  ol  w^B- 
begeerte  -nor  de  negentiende  omtw"  (4  dht.,  lKt4 
—1889,  Sde  *vk  1860,  <nk  ia  bet  DoataA  vw- 
taaU),  „EaqDiwa  pUloaonfaaqnea  etc",  ^.Cha- 
laoteriemi  prinewoni  obiWififaonun  TKemm 
(1889),  ,^  «bool  van  PoIjUdb  oI  eeacbiedknn- 
de  TOK  de  negentfende  eeuw"  <18iiy  en  „Oratio 
de  natoraK  artinn  et  doetmnarvn  eoojoDDtMna" 
(18S6). 

Ututiê,  Jm  AiaU  Oharkt  van,  een  «mb  viai 
den  Tooamande  an  «nneena  Wteikundige,  den 
aarten  Mei  1812  te  ütredrt  geboiw.  beaoebt  er 
bet  )ijiiawriiiiii  fiiamojiiuaaam  en  M  neb  in 
1629  inaArgvan  ala  atvkot  ia  de  letteno.  Na 
reidMig«n  eeaer  dinvtatie  ,Jf.  Tnttna  Ci- 

^,.-,j. ji — iMi^    A^  (plAoaonbiM 

mvntti»  hQ 


ds  kap.  Il 


CéoemiMi 


q<iiiiMo  dt  L.  Aefio  Stüona,  Cieeimn  ki  fhetnri- 
OB  magBtr»,  ibetorioniinn  ad  Bwennimn,  ot  vi- 
deator,  anetore.  Inmte  ooot  Aeüi  Stilaaia  «t 
Setirii  Ckodü  bapmenta".  Onk  «d  bij  na  den 
dood  vau  lijtt  vadsr  Aena  ,jMoaf  van  PntjtmuT 
io  het  KdLt,  wama  i^  in  iI840— 1842  «en  hn- 
drnk  beireilite  -van  jU  Soentiadie  ScboaT'  <n 


Hom  paetam  eoHUa";  ki  1M4  JSniitdl»  ad  Car. 
FtJdL  HcnnMinan  da  C.  LuSio'';  Io  1840  tud 
hij  de  betrekfciiig  aanraard  van  reet«r  der  Ia- 
t^nacbe  ecbool  la  Anwrfaort  en  soran  Jaar  latei 
mrd  fag  benoemd  tot  boogleenar  te  drooingen. 
H^  aanivaaidde  i^n  betrettiag  met  een  „Omtw 
de  atofonm  prapaedenUoomm  nan  nondmi 
cAwoteto",  eaf  8  iaai  oedenrfje  in  de  Orietaebe 
en  LatjjnaAe  taal  «o  l«tterira»de,  legd»  toen  ^ 
betHctang  neder  en  Tcetiede  ridi  ambtektoa  te 
'a-Oraivenb^e,  waar  hg  oen  ISden  Norembei 
1878  orerieed.  Hen  vfadt  van  lieni  eenige  ver- 
baadeiingen  ia  de  „Veiriiigen  <n  VedMeebi- 
gen"  dv  KomoU^  Aoadmiie  ima.  WMeo^jfi- 


DigilizedbyGoOglC 


HEXJ«)iE-aBUeniK»-BAI>. 


pen,  t«rwjit  hq  in  1954  een  migVK  beoorgule 
TUI  du  „Agêmtaaim"  vul  i[e«eAyIua. 

BetUMlsii,  een  Moemte  m  de  prorinde 
Noonï.Bn.b>mt,  104  EA.  groot  met  (1915)  IS73 
imnmem,  wordt  higerioten  door  de  NHMril-Bn- 
baataehe  genieerate  Heedteen,  Oudheowien  ea 
H(n)t-eo-6era  en  dooi  de  Oeldeiube  gemeente 
Neikriiemert.  Tot  de  gemeente  behoort  alleen 
bet  etadk  Heoaden,  imi  <fan  Verlegden  Hmm- 
ïïaoaA  Megen,  met  iQn  cmuddeMi^  omgmiag. 
BandeC  e«iee[n«*iA  en  «enige  agT«riKad  vonnen 
de  hooftkuKhMeD  tm  Jwrtiiini.  De  ToonnMtnate 
geboanen  imt,  na  de  (venroeetiiv  *u>  het  kas- 
ted,  bet  atadlMiie  en  de  EvnvonA  bot  met  bet 
piwüpsf  TM  bwoa  mm  Frietkeim.  V«tdK>  tmmH 
men  *t  een  Latberscbe  kerk,  en  «en  ejimgogt. 
De  onde  stad,  die  naar  rerhuld  «oidt,  reeds  in 
88S  door  de  NoenDaonen  «erwve^  zoo  iöDs  wm 
ooi^KwaÉetnk  leer  ^natiff  toeeeben  de  liau  en 
de  oade  luaa  s«l^w.  Nadat  de  tak  van  de 
Oude  Ihaa  Ab^eilibd  wae  0482)  genakte  de 
•ted  langKHMitiMH)  ia  veatrai 

KmwSnfmr,  Earl  Friedriek  von,  een  DoUseh 
«meecfcnöfim,  den  2eateD  Febniari  1792  te 
Fuwmh  t^  BiMoacb  ffeboren,  bezodit  aUaai 
bet  givnoasHHi^  etmieeme  te'  Jeoa  en  wad  in 


stoMn  BOg  TooTt  te  OOttingen  en  word  to  '1818 
«rffieiec  •no  g«ioadbeid  ia  Piiuiaiaebett  dienct. 
Na  den  vrede  Tan  Pai^a  beeide  bq  natr  OOttin- 
gen  1«nig,  mur  Vj  de  .tero([fccm«t  na  SapoUon 
ging  bnuagmaaie  naair  Farija,  «omde  flcmioien 
tqd  te  nBMmBo  «t,  wae  «at  1819  «e{da«t«t  bg 
het  aebtCTMÜTOod  ntitrtak  boepdfaal  te  Sedan. 
Toen  hjj  Teproï^ena  Oftttingen  freder  beiodtt, 
«reid  fag  «r  aeBMtent  in  een  zi«leiiiiiii«  en  in 
1681  bniteneewoon  boogteeraar  te  Jeott.  V«ai- 
bêer  sang  bq  «lm  ^«woon  hoogleenar  in  1624 
naar  WOnbarg  en  m  '18^  naar  Marborg,  wuir 
bg  den  Man  Hó  1888  owkeed.  Befaalre  zeer  ve- 
la oMtaileD  iD  tnlBCiinitteD  «ftn«ef  fajj:  ,.U(l>eT 
den  fim  onddto  Vemdttuwea  der  Hih"  (1817), 
„UeJiei  die  fkiHfiuduBg  nnd  VeisrtaBenmg  dei 
lUt"  (1890;  TerK(%  io  ilSQSV  .^$Mero  der  Hïa- 
tolwia''  n8!ï2V  .^mnhM  der  phi^cben  nnd 
(1836).  „Gmuhiee 
.  .  _  .  .  bndidwie  der  NaÉnr- 
-'  (1869),  .SbeénaA»  de  pNthoto- 
«e  amnpuit,"  (1944—1858,  2  dfe.),  ^Uih- 
bnuaftraffikbertcn  der  l^en  md  der  Menacben 


(1860)  e 


.4)ie 


piBcbe  Chkiroae' 


eogeoTmte 
"   (1657). 


Oeoffaagie  «der  'lt«- 


gentdxwtiimA  gebomn,  studeerde  t«  Gattingen 
en  te  Leipaig  «  de  oMomfaBdige  wetMwdHp- 
pen,  (nMtrite  toen  reeda  «at  mripaa  te  Twraar- 
digen  en  bepaalde  Mcb  veFnolgena  bg  noonreg' 
Mfeen.  Hjj  weid  in  1841  gt^Mtot  bq  d«a  Tan- 
nnapooFwee  en  wut  er  Mdcradieadên  iwbete- 


FnnUori  aam  den  Uan  en  n  1846  eer*be  „Ma- 
dnneMneieter"  en  düceteai  der  oottnle  wetfc- 
pkwta  te  Fa  wol.  In  1654  weid  hij  belnet  met  den 
aanleg  t«o  den  Homfanger  apDorweg.  Tefdei 
mtwMp  hq  pianiMo  toot  de  Driater-  en  SOd- 
'      *   '        1  aant  ia  1869  ée  rodMctae  wednun 


op  ïicb  TMi  bet  m  1845  door  brai  «aiidite 
san  tflr  die  Fr»«»ehiitte  dee  EtseuUbmne» 


kwamoHerea,  de  dooiguude  wagens  met  zji^an' 
gen  ens.  Hg  Mbreef:  ,3MidtiiKb  IQi  roeaieDe 
EMeiAatoleehiMfc"  (1874— .1878,  5  dtn,),  „Kalk-, 
Z««ri-  tM>d  lUtlMenlmiMnni"  (5de  dnk  1901,  2 
di^,  ,4)ei  OinbRnaei"  (1683),  .4>ie  t«wrae 
EtaeobabD"  (1863),  .JiiMtoifaHisIniktkinen  fQi 
EiaenbilmbM''  (1676—1680)  en  „Muiut««kon- 
«traktienen  fOr  ÉiacdbrftidMtaieb"  (1877—1680). 
MmaaSmr,  AndrtoM,  «en  ZwUMiedi  refbtage- 
teeid^  den  aOsteo  Septienèer  1834  te  Baael  ge- 
boren, atodeeide  aUav,  te  OOtAingen  ea  te  Ber- 
Ign.  in  de  reehAim  pKanOTeeide  ia  1856  en  let- 
l^gde  ricb  in  1859  tia  pmnaDdooMit  te  BaaeK 
waar  bij  in  1808  bcn^eemar  wetd.  Sedert  1659 
reebter  en  in  1866  bewMOkd  tot  «ioepnaèduit 
lan  dt  seditbank  aUani  wad  hg  telaat  met  bet 
eoitwMpeu  lan  een  bvigvdfik  wetboek  Toor  bet 
kanton  Basd-Stw).  Hg  nMaUa  een  ontweip  met 
toeAebtiDg,  dut  etbtep  niet  bot  wet  ie  Tetfanen. 
bk  1868  b(4aatt»  bg  mcli  «p  kat  Tan  bet  Be^ 
nootsdiap  met  bet  T«en«amigen  van  een  bonds- 
w«t  omtnftt  de  iwnvdenng  fan  ac^tdihoideiia- 
gen  en  bet  laiUtoemcnt  waamn  bet  ontw«p  in 
1874  io  te*  ifMMbeen.  In  1691  werd  hü  pne- 
aident  vu  bet  Bof  wd  Bwoep  te  Baid.  ?g 
lerwrde  bdaapi|ke  opetoHeo  m  tndKfarillen  en 
adireeC:  ,J)ie  Gewara"  (1872),  „Veitaaaowwe- 
adhkhte  der  Stvdt  Smei  kn  JCtUalter"  (iMl), 
,J>ie  BeMteinkmg  dw  IEli«ntuwv«il<4gnng 
bea  Frfubnbe  aaULu  Uvtiv  kn  dentkcben  BÜetUT 
(1871),  .fier  UnDnmg  der  dontMbw  8t«)tT«i- 
fassmig"  (1872)  en  ^fivAMil»  der  MtentUdKn 
BibldodMk  der  Uimeititit  BaneT'  (1896).  Zvt 
meeet  bekende  w«ki,  weUdA  een  der  bememAite 
wraken  oner  oud  'Doilecb  iccbt,  die  ïo  de  19de 
■ijn  TerBeheoen,  is  de  ,49atitntionea  dat 


V     Mte.), 
■■  ,3and- 


Ink  Iteeft 
algemecae 


Iteeft  niet  Ma,  wM  durin  getemd  wotói, 


kent  deo  etiuvrer  aii  « 


I  Tooitrefle^  reebte- 


ge  gdbmta,  «todeeide  te  Hedtekn  en  te  LenTen, 
wend  reetDT  in  bet  noaMiiUaoater  te  HiÖMca  «n 
verralgeiM  kamnnak  te  ütredtt.  Znn  Mffamde- 
Ing  OHC  deo  ftfiaai  mrd  op  den  Iikmc  gejdaatot 
Zttn   TTflrinnigbwd  betette   ign   beooeouBg   tot 

-'-     ■  Ubreefat,  maar  hg  beUaedOe  * 

_  faasaa.  Htj^  omleed  te  Leiden 
den  14den  Febmari  fITIS.  BebaJK  esnige  anda- 
m  wwken  «dmrf  b^:  ,3aterTia  eten,  evve  im 
gestee  ^wateltewnm  nnxwn,  ooi  fidam  B*te- 
Ttae  prinmn  kttudanmt  «te."  (1714).  „Histoete 
epineopatenn  B«lgv  ntnote  mettooolitam,  nee 
Doo  mlfrageaiMinHn  Ha.^jfi>nnian  Davenbiienaia, 
LeovaidieDsie,  GniniDaeDeia  at  HsddeHmigeiieia 
ete."  {2At  druk  1756,  2  Ai.),  beiden  door  Van 
Svn  io  het  NederiMidadi  Totn^d 

B«utrloh-bad,  een  berateSiqgaoond  in  bet 
dietriet    Fratigen   ivaa   bet    2wilnüsah    kanton 


DigilizedbyGoOglC 


EEÜSTBKJSSAD—EEiYllL. 


Bttn,  Kgi  TOQ  m.  barm  de  aii{Mr?bkt«  d«t  see, 
13  km.  ten  auadoocrten  TWt  Thtm.  E«i  w  otci  de- 
le atadl  door  een  Tjjwee  veadwaden  ea  leriraft 
^di  «fi  dè  aoonhMwUJ^  beUkte  tab  dat  Nie- 
sen en  09  dm  Knier  oerar  lan  4e  Kander.  Men 
liödt  ei  een  groab  badbnie,  d&t  meti  luca  de 
EaadM  nitotnki;  en  «iimt«  beeÜ;  toot  800  bftd- 
gaatmL  Ducmede  zqd  de  bmigtkgaAüA,  de  ual 
TOOT  de  melkkmiF,  de  dnoÉtMl  eni.  io  gemeen- 
webn  gebncU.  De  g«p»rTÜ«,  ale«lieah-«Nithon- 
den«  twweUnra,deDitatekMde  inriditing  vmr 
bet  wb-  en  imreuU^  gdtmüt  ma  bet  vwimlwik- 
ter  en  lijo  pnchbe»,  tegen  gnre  wiadan  be- 
aebermde  ligging  doet  bet  beiöek  «teede  toene- 
mnii,  Tooral  tan  Kders  mo  «ftwonÓMbe  kwalen 
T«a  den  aeoa,  tao  Mt  eUotteniMotA  Tut  de  lon- 
gen en  T&a  de  apgmerieriufvngsMa. 

H«nt«r,  Pontuê,  at  Heutenu,  een  Neder- 
laadtdi  geeidüedknnd&ge,  den  2Men  Aognstnc 
1535  te  Ddit  gdwren,  ooUiog  «HimAel^  on- 
derwgs  in  ün  geboorteiFhata  en  te  Leéden,  abi- 
deerde  t«  Medielen  en  mw  te  Bnuael  in  1555 
tegeniTooiidig  bij  de  «rerdracfat  der  remeriag 
Tou  Karel  V  «ao  Phaip$  II.  In  1560  daed  ^ 
een  neia  door  Fnoki^;  n&  qn  èernffkeei  ikm 
bij  kMnmnJk  te  Oonübem.  Toen  de  Gessen  mb 
kt.  167S  na  dk  atM)  meeiter  mutte^  wend  ook 
hjj  gevM^n  genomen,  mau  M  ki«eg  genMfc 
dmi  Protestutt  te  woidea.  W«idra  keeeit  hq 
tot  de  HoedeikeTk  terag.  H^j  legde  liA  toe  00 
de  aetdÜMteniB  na  Boongood'fl.  lm  1586  werd 
Iq  knnannik  te  Deventer,  in  156fipMtooiTu  het 
at.  Jans  Qaetbnh  te  Bnuéel,  danraa  paatoor  en  ka. 
nanoik  te  9LTraicnenpn>oet4itiüaii  TUk  Aro- 
g  Oferieed  te  SL  Tni^  den  6<kn  Ancna- 
iHb  wij;  ,|N«- 
„Scnm  Bnr- 
n  lifcri  M  eet."  <ad»  (kok  1689),  „Re- 
mm  Bdgkanna  Ubii  qnindaeiai  etc"  (1598), 
loependa  van  1477  tot  1505,  .Jle  «etfinMD  ae  sul 
aaeeuU  Bcdgio  tOxi  diMT  (1600).  Men  nsdt  al 
<Ue  werken,  met  lutoimderkig  van  het  eente,  ia 
ign    „Open   hütorica   omnia   ate."    (3de    iknk 

Hentsi,  /oAoniKf  Benedietiu  van,  wen)  in 
I65I  te  CoevDiden  in  Drente  geborm^  tnul  b 
1867  ak  n^wiUiger  in  dtenet,  ooorUep  «eiecbil- 
lende  rangen,  werd  in  1872  benoemd  tot  2de 
taiteoant  en  een  jwr  kt«r  tnergefilMtot  bg  bet 
Ooat-Indiadie  leger.  In  lodii  waa  hjj  adijodaot, 
Tcrwierf  in  Atjeh  de  Mttitaüe  WÜleoiaarae  en 
keerde  in  1891  ab  lei»  Jnitenant  met  verlnt 
naar  Nedeiiand  temg,  waar  ^  «an  de  krö^ 
eehool  een  careaa  voor  edgemeene  krngAandaee 
BtndiBn  bjjwooode.  H^  keerde  in  1886  naar  ai- 
dse  terug,  werd  in  1SS6  tot  kapitein  IraTonkniv 
waa  va»  1860 — 1891  obet  van  den  etaf  in  Atj<Ai 
en  Onderhoorigiieden,  werd  in  1801  bevordenl 
tot  ftiajoor  en  verkreeg  de  eeieeeèeL  In  1804 
vrerd   h^   benoemd   tot  lndt«)aat4ob>iiel   en   tot 

1896  was  hü  militair  commandant  van  de  oost- 
knat  van  Suraalra.  toen  hy  tyd^jk  l«r  bewAiik- 
kiing  van  den  militairen  eomiüuMSDt  van  Atjeh 
en  Onderboorighedeo  werd  gesteld.  Hg  werd  in 

1897  kolonel,  in  1898  geDeraal-majoor  «n  in 
1900  lui  tenant -senennl.  üvriel  en  oirJiUJr  gou- 
Terneur  van  Atieb  en  Onderhoonghed».  Oufcr 
ajjn  bewind  maakte  de  pacificatie  van  Atjeh  groo- 


tot  1602.  Van  zgn  geachritten  noemm 
deidUjtecha  eTthoginiUe''  (1SS1),    " 


te  VMderingn.  Dui  Isten  Octeber  1904  wetd  hg 
benoemd  tot  goavemetrr-geoeraal  van  Nedec- 
laadinh-ladia,  kt  wett  fao^  ambt  hq  o^nieaw 
UÖken  gaf  van  liJn  eoetgie  en  ijjn  groot  ocga- 
nweeiend  takot.  Onder  i^  bewwd  meukte  db 
detentjaliaatie  van  Java  beUngrgke  vorderin- 
gen. In  1907  vencèeen  sijn  ,3e^iwe<veiUa- 
ling",  waann  de  gwodiegeia  'vao  net  b4  het 
beatrair  van  InnMade  t«  volgen  nseeringepco- 
gramma  wenfen  ontwiOnld.  De  mtnoer  gnnaügc 
tocetaDden   in   Atjeh  onder  ^n   opvolger,   git 


op  l 


r  het  aftraden 


den  gonvemeuF,  seoenal  Van  Dooien,  'm  Hei 
1908,  gewlgd  «etd,  Ib  1909  tad  bq  ais  g 


denreipiog  van  Aljtb"  C*^nrveDfaage  1 

Hnatufonds,  Qenanial  van,  Ala  naao- 
oui  ÉnildeUük  aan  Van  Heutn  en  bet  b^Mbe 
Legw  werd  n  1005  geatiriit  liet  (/eneraol  *cr 
Haittx-tonda,  dat  te  Ameteiidam  te  geveatigd.  De 
wteeotoiog  ettit  ndt  ten  doel  het  bebairtigen 
van  BtMleli^e  e»  mopeete  bdangen  van  kiodecea 
van  mifttuMa  beneden  den  lang  vajt  officier,  bQ 
vooikieni  vaa  die,  w«tt«  in  Nederlandub  IndiB 
i^  gesMOtehl  of  aan  door  d»  vgaad  bekomen 
verwondingen  ngn  overiedeo.  De  vereeniging 
Bta«t  onder  toenoht  «i  brfteor  •van  een  eoUege 
vaa  nomminfrarinnfnii.  een  faoofdbeat^inr  in  Neder- 
land   en    een    algemeen   aUeeUngabeatmii   voor 


_        _       Petnu  JooMiea,  een  V . 

iebteikviKtige,  dën'  ISden  Jusi  1808  te  Eeckeren 
bg  Antiwerfien  geboico,  werd  on  IS-Jariq|en  leel- 
t^  gcoluM  op  het  kantoor  Mr  boaatingaB  te 
foaseebaet,  daarna  U  Weatactoo  in  de  Ketn^ea 


en  werd  in  182S  eente  ikak  t>)j  de  belaetinges 
te  Tonfaout.  Ia  liS37  wan]  hg.  ak  eente  leeie- 
taria  toi  gemeenlehiunt  faebstr  met  de  tadt  bet 
leer  verwaarloosd  ardiiet  10  oide  t«  brenguu  Dit 
Mdde  htm  tot  bat  nanporen  nn  de  geecniedesia 
der  atnd  en  tot  bet  tevereo  va»  ^denebaiden 
opetellen  omtrent  Tunihantaebe  aangekgenha- 
dea.  Hg  sehveel  verder:  .Jioteevallea  vaa  een 
TnrnAwntsohen  jager  in  de  ISde  eeow",  „De 
twee  reiiigera,  geeiiüedknndwe  veriutten  ^t  de 
16d^  en  I7de  eeaw",  „Knmnk  der  atad  en  vrg- 
beid  Tamhout"  en  ,J)e  bljjde  tnkomatc  van 
Amidia  van  Sohna".  Hü  ovarieed  den  22aten  JnM 
1888  te  HeranHuda. 
Hevel  ia  een  toestel,  dat  gebniikt  woidt  om 
n  vkieiatol  ok  «en  bt —  -.-- 
lager  gelegen  orar  te  < 

«togen  gkien  < 

t  stokken  ongdgk  van  leogt«  ign  (üe 
fig.  1).  Nadat  de  henel  geheel  met  vloeiBtof  ge- 
vold i«,  wordt  bet  korte  been  fjeplaatat  io  Set 
vat,  wianut  men  de  vlonatof  wd  overachenken. 
De  vio^tof  lal  si^  dan  in  de  riditlng  van  bet 
korte  been  naar  bet  lan^  bewegen.  BeadMxiwen 
wij  een  horiiontale  vloei stofkolom  b^_  «,  du  xal 
de  dmk  Koks  teRen  dte  kolom  gelgk  ^n  aas 
den  druk  van  de  iDehl.  verminderd  met  dien  vao 
een  wateiiolom,  <Uc  tot  ho<^4e  beeft  den  verti- 
calen afBtand  van  «  tot  den  watcrapiegel  in  bet 
vat.  de  dmk  rechts  gelnk  aan  dien  van  de  bniten- 
Indit,  vermiodefd  mot  dien  vao  een  waterkolofa. 


DigilizedbyGoOglC 


HBTSL— HKXAORAH. 


Aa  tot  boogu  heeft  den  Tertie*lei>  iMmmI  vu 
•  tot  bet  BiveM  in  hst  Uger  geplutcte  lai.  Dei- 
haii*  k  de  dnA  lioki  gToot«r  un  rwiiU  en  lal 
(fe  Tkawtof  lieli  n  den  fao*el  op  hareagtaMOÓt 
wqw  bewegvn.  Pig.  2  atelt  een  benti  voor  met 
e«a  khMwkTlöke  ■nigba»  B.  Door  san  deie  t» 
niigen,  kan  men  «in  faevel  gemaUelnk  met 
vloeütof  tvHen,  uodec  gertu  ta  kiopen  de  rloei- 


atol  ÏB  den  iDOod  to  kingen,  wet  Toonl  by  «et- 
btnelan  tab  ««niltige  stotfot  fka  beliag  ia. 

Bet  TOMal  TUleo  *aa  du  herel  ie  oMiimdi^, 
^  mm  «fatbU  bQ  bet  bnngen  Tin  den  benl  in 
de  uteaiehrf  d«  1mw«  boie  met  den  nagef  afalnit. 
De  eiiiiiwMg  der  Mcbt  ia  de  btim  maakt  dat  de 
itoekM  B  de  korte  bm  aledita  weindg  atiM. 
Laat  men  nn  dea  nn«er  loa,  dan  uJ  de  Tloeiitot 
itf  dne  boia  tei^eroige  dea  hj>(trost«tiaelie  dnik 
e«n  100  groote  aoeAiead  krjjgen,  dat  de  gebeele 
hei«i  mnild  woidt.  Hmbö  >nae  edilei  het  hoog- 
tvTCmaai  itn  >  «n  bet  TJoeJatoInwean  iu«t  meei 
dan  een  paar  eentimetem  be^asen.  Oa  dtt  be- 
g'lnaei  benietea  de  s.g'.  ttBverkgiuU  Mwf*. 

B«v«lbarem«t«T.  Zie   Banaut». 

H*T«llsS,  lokaiutM,  eagentnk  Hewef  of  fie- 
«Mtte,  een  Dokteb  atencnÉm^ge,  den  26aton 
Jaanari  161t  te  Dansig  gcbonn,  ttudeecde  te 
Leiden  en  deed  i>  1680  tM  ISM  een  nis  door 
Nedertaod,  Engdaad.  FVaakrqk  en  DnitaeUaiML 
Na  lÖD  tern^eM  te  Daarig  wödde  hq  tA 
mUn  aaa  de  itMi«afcnode.  Z^p 


kcorigfaeid,  hoeiMl  hq  aleeUa  met  bet  bloote  oog 
of  met  diepten  waaiDamhigen  deed.  Voor  ign 
waaisfaniDgen  atjditte  hg  in  1641  w  lün  biua 
een  tterreuwadit,  welke  hg  jBteUaebnigvm" 
Doemde.  Bg  een  bmtd,  dia  den  26iten  September 
1679  i|p  ■teneniraebt  mvuUe,  ^jo,  beh^Te 
■QD  boeken,  ook  tgn  liandadinlten  frooteDdeeb 
verloren  gegaui.  In  1641  went  bg  lebepen  va  ia 
16S1  raMlAeer  tu  Dtocig.  Hq  OTetleed  dn 
28Bten  Jtmari  16S7.  Een  belangiijk  weA  ia  i^n 
„Sckiugraphia,  aan  deaeriptio  tuaae"  (1641), 
waarin  Ijj  een  aitroerige  baadvrnring  Wart  van 
de  «openlakte  der  maait.  Veroer  ariireet  bgi 
„Froaromna  aaboiMNniae''  na  li^a  dOH>d  tranohe- 
«D,  ,J)e  natara  Sataiai"  (1656),  „Cometofrra- 
pbia"  (1668)  en  „MatriMia  eoelertiia"  (I67S— 
1S7»,   2  dln.]. 

r«a,  een  Hongaaraoh  eomitaat,  grenat  ten 
I  NeosrM  en  OOm&r,  ten  O.  aan  Boraod 
HaÜMkke«ieomitaat  en  ten  W.  aan  Peat- 


PiM»SoM  en  NtogrwL  Bet  t<M,  u  lyD  ioJciim- 
ping  in  1876  op  8761  v.km.  (1910)  27^976  in- 
wooere,  die  byaa  aUaa  tot  de  Magyaaraohen  atam 
behooien  en  den  R.-Katlu)tf«ken  sodadienat  be- 
lgden. De  bodem  ia  er  oirer  het  gueri  effen,  be- 
halfc  LD  het  ooordelgk  ndeeH«,  waai  lieh  bet 
Matragefaeigitc  mML  Hier  groeien  aitnnaten- 
de  drama;  T«def  larcft  bet  laad  ved  maia  en 
tabak.  Ook  bloeiea  haadd  en  niiTerlwid.  De 
hoofiktad  k  Eilao. 

BawltMHi,  ViUiam,  een  fingdaeh  natuar- 
oatderaoekei^  dmdden JanoKi  1806UNeweaatle 
oa  l^ne  gebotea,  maakte  ia  1831  eea  a 


toa  Taa  Noorwegen,  la  1646  lerctde  hg  met  Dou- 
bitdag  „Tbe  gaui:»  ot  Diniaal  LeMoitutÊ,",  eea 
wert,  dat  hjf  later  nwt  TPeitmMd  ndtooida.  1b 
1848  ndmiade  tig  naar  Oathmk  ki  3an«7  ra 
in  1852  veraebeen  de  eraate  afkmtiag  van  ign 
„Eiotie  buttMfliea",  een  boet,  ^  in  driemaan- 
d^jkedie  ^lereiüigen  wend  iVOMtgeaet  ea  ge- 
volgd door  löo  „UoattaUoaa  of  dracnal  Lecidw- 
ten"  (1868—186»,  4  dta).  ^  tenameling  M- 
tenlasdMbe  TÜodera  teUe  oieer  daa  4000  aoot- 
ten.  Hg  ovwleed  dan  afiataa  Mm  187& 

H«wlett,  Jfmiriee  fiMfit)  eea  Bngckiii 
BtArörer,  ward  dea  32rteB  Jawun  1861  te  Ald- 
dington  in  Seat  geborea,  bebaaUb  in  1801  den 
graad  van  Banktar  e»  bekteedde  lan  1S86  tot 
1900  «en  betnU^  lijj  de  beiaeIJwen. 
,EarthwoA    ovt   o(   Tiieeanj''   " 


aciiFeef: 


(18951, 


LoTcra"  (1898),  een  aprookjcanMnaa  uit  de  Hid- 
deleenweo,  „Fan  «nd  tbe  Young  Sbtnbeid" 
(ISCtB),  „Littte  NoT^  of  Italy"  (18H),  „lUtbaid 
Yea-and-Nay"  (1900),  ,Jfmr  Canteièaiy  Talea" 
(1901),  „Tbt  Qneen'a  Qnair"  (1904),  eea  ni<al«- 
kende  bialoriaene  loman,  uit  den  tud  Taa  Jforia 
Sbmt,  „Uw  Boad  in  Twmtf  {1904}.  „Poad 
Adnnliiraa;  Tbe  Fcot  &raair  (1905),  »Tbe 
StoMing  Lm^'  (1005),  „HaU-war  Hoaae" 
(19W),  „Opea  Üoantrj"  (190»)  (deae  laatste  rkc 
weifcen,  die  tot  i^a  beate  gerekcad  worden,  Tor- 
men  eea  doorkxnead  g«beel),  „Aftetnavon: 
%Ua  and  Boüa"  (1909),  ,Jteat  Hairow"  (191M, 
„Biaieidiead  the  Oieat"  (1911),  „Tha  AgoMaV' 
(1911),  „Ifae  Soi«  of  RemT"  (1911),  .Mri.  Laa- 


Soi«  of  Remj"  (1911),  „uii. 
),       ,;Büm   Redeemed    and   < 


Klot'^  (1912),  ,;Süm  &edeen»d  and  otbar 
PoeoH:  Lore  of  Proaerpine"  (191S),  „Beodi^: 
A  BtudT  in  Prodigalit/  (1918).  „Sii«aoi«fl  of 
tbe  War"  (1914),  „A  fitUe  Diad"  (1915).  Hnr- 
Ull  ie  een  uitetekend  atjKat,  die  een  tnawhe  ne- 
hiaratefixning  «a  ign  werk  weet  te  leggen  en 
ereüala  nle  :^D«r  tgdgenooten  de  in.ËwelawI 
beeradieiHle  oovrge  wdën  igdeÜnga  beatrqdt. 

Haxaotaord  een  r«eka  raa  lea  opaenTolgeiL- 
de  tonen,  die  door  Oirido  van  Arevat  werd  ge- 
iteld  in  de  plaati  vu  het  tetaaebord. 

HcxaCder  (Orirtaeh)  beteekent  lesrlat;  een 
legvkiMtige  heiaftder  i«  de  kuboa. 

HaxMTon   of   Zakoek.   Zi«    rerfAoek. 

BexaLConul  kilataIrtalMl.  Zie  Krülalr 
In. 

Hexairam  ie  een  wiaki»dige  figuor.  ait 
den  leahöek  afgrieid.  Zg  wordt  gnrormd  door 
de  diagonalea  «an  den  aeaboek,  met  weglating 


DigilizedbyGoOglC 


BESMJJUM—BEiYtaSïi. 


TUI  die,  welke  teg«iK>TeTg«etel<le  hoeipiuite] 
Tttibhuden,  <rf  «cè  w«t  door  verlenging  ^aji  d 
ij^D  Taa  den  aeAoek,  Ia  de  vrymetnefarlj  i« 
te  figuur  gebnnMj^  «mdat  men  baar  lutii  be- 
■dxMiwen  ws  een.  Teneena^iiig  tu  tire«  drie- 
boeken. 

Hsxunstor  m  de  Dum  van  «en  t«i«,  Tan 
Qriefeadun  otamifmg  en  ook  Jn  het  IM^  ge- 
bntllrt,  wk  wt  heraHiehe  ot  epUehê  TienniMl 
g«faec4en  wegena  ^)o  gieèrnik  in  W  faeUeodiishil. 
B«t  tiestut  uit  6  voeten.  Van  d«x  ü  de  laatste 

dooigufflfi  een  epoodMoe   ( ),   ook   wel  een 

toodHteus  (~^),  en  <le  vvoiiaatste  een  dutjiuB 
( — •— — ),  terwijl  de  o-ïwöge  4  na«f  baHeven  des 
dMbt«rG  iaetjli  ol  «poodnei  kaniaen  iqn.  Home- 
rw  en  Batiodut  hcMwn  zich  van  deie  versmuit 
bedieod,  en  btj  de  Roaxiuen  vooral  Virgiliu». 
In  de  HiddeleeirweD  Bcbreef  men  heiaanetere, 
die  in  Itet  midden  «n  <m  het  ^ode  FÖmden  en 
dea  luam  ifaoegcu  vui  Leoiuiüardie  vAraeir.  Daar 
de  proeodie  der  QennaaDedie  talen  ni«t  op  de 
tegeiul«iHng  tttwcfaen  ktMe  en  Isoge  kltergre- 
pen,  maw  aitakirteDd  op  den  ikiletntooD  becost, 
Bennen  dete  dbn  heumeter  ndet.  Hen  beeft  hau 
editep  w«l  mgevolgd  door  v«iaen,  wimd  tei- 
kena  2  toooiooBe  Mtei^Moen  (in  den  laateten 
voet  1)  Of  die  owt  den  Uemtoom  volgen.  Vot- 
maer  heeft  getraofat  den  Oiktocben  hexameter 
nog  meer  te  beoMleren,  dodi  msekeode  soodoen- 
de  liet  weseit  der  N«deri&ndntH  poSiie. 

HexuMtt  ijjo  bnhrateisboffen  VMt  de  toi- 
mole  C^i4.  Normaat  limaiK  waarvan  de  atiuk- 
toorfiMinde  C!Hi(CBt)«CSi  ia,  kont  th  hoofd- 
beatanddeed  ■&  petroleomMtter  voor  «d  beniodt 
■ich  ook  in  teescüe,  fiet  is  een  kteorhioM  viotl- 
atof  met  een  MorteUk  ««wiiclit  -vMt  0,663  en  een 
kwakfrot  "'M  '68i,4— «S>  C. 

■•xApla  w  de  oMm  van  een  uitgebrrid 
werk  fML  den  fceikradcr  OHomim  tut  beratd  van 
An  t«k0t  dn  Septuaginta.  Het  beeft  zgn  naAm, 


1  bet  Oode  TtSMtumi  m  6  M< 
men  afcetuiiwD.  In  de  eerate  kolom  «tond  ife 
HebreeawMM  teket  met  H«i»ie«nwMlie  tetten, 
in  de  tweede  iffie  kkst  met  Qriekadie  ieMera,  io 
de  derde  de  Oiickwhe  rataljng  -ran  A^ila,  in 
de  TÏÖdiB,  ^  van  SymmaekvM,  m  de  vqlde  die 
der  LXX  en  in  de  hm»  <He  vin  Thwdoiitm,  Hq 
let  die  aiécAiriften  veranoedel^  Ie  CaeeMeaver- 
tMidlgen  m  het  jaar  281,  met  fiiuutei«den 
tteos  vaa  aekenn  ^mbroeiH*.  Lnber  vMgde  liq 
or  DC^  8  aad«re  teFtaUngen  bg.  We^^ene  de  giroo- 
te  mtgetoódbetd  van  dit  werk  ia  bcA  nooit 
atgeadvevm.  Töftüg  jau  na  den  dood  tui  Ori- 

nea  vond  Sutebiuë  bet  te  Tjtds  en  plaatste 
in  de  boeter^  te  CaeMPea,  wa^r  HiSrony- 
miu  het  Tond.  Vermoedel^  ia  bet  in  658  bq  de 
vepoveriMr  van  Caeeoiea  door  de  Aiaibieren  ver- 
metigd.  De  tekst  van  de  oTMoettiog  der  LXX 
ia  ecnter  giaotendeeds  door  Eutebius,  Pamphibu, 
ÜViroK^xi  en  goMfereii  bewaavd  gébteren,  tei- 
w^l  wg  ook  nog  fragmenten  van  het  gebeel  be- 
aUiteD,  welke  o.a.  door  Wiaid  (187$)  ign  uitge- 
geven; een  in  iMilaan  onl)d«kt  fragment  gaf  Q. 
ilereati  (1896)  nit 

Bexatraob  is  een  wooid,   dal  ra  de  tAva- 
were  Ood-TestunentMi^  wetensdup   de   plaate 


beeft  Jn^enomen  Tam  het  woord  Penlateueh.  Ver- 
stand men  vauowfa  ondei  PmlafeucA  de  5  eerate 
BijbeAo^en  aie  een  g^A^el,  ,^  vgf  boeken  van 
Moiei",  later  ie  men  tot  de  oirertuiging  ge- 
raak^ dat  het  boek  Joxva  nauw  met  de  vooiiiS- 


BiiehtiqMMiit  ie  te  ttowboawen  met  d«  5  boeken, 
loodat  wjj  een  gObeel  van  6  boeken  (Bexateuek) 
moeten  aaovaa^n. 

Hezham,  Benru,  i«  de  naam  vaji  een  Eo- 
gelach  ofÜeier,  dée  de  rocnT^e  belegeringen  vaa 
priiw  Fretkrik  Hendrik  Ujgenroaod  en  «Murom- 
trent  beUngi^jke  geedviiften  nagelalen  heeft. 
Van  dew  veiUKdden  w^ :  „A  trae  and  biief  relm- 
tion  of  the  Eamous  eóege  ol  Breda  etc"  (1037, 
ock  ia  bet  NederlMxkcii,  1638),  „Reiating  oi  tbtt 
aiege  of  the  Bnah"  (1630),  0(A  in  'het  Neder- 
landBafa)  en  „Journal  <tf  tbe  taldng  of  Venlo, 
Roennoiid,  StnJen  ete.",  waarvan  Langenkove» 
in  1633  een  Nederlandacdie  vertaUiig  beaorgd 
heeft. 

Hsxyl  <*  ^  eenwaardige  atoomgnNfi  C«Hii. 

Hnxvijninn.   Zie  OaiiroiuHw. 

HnTdamum,  Heimek,  een  Dnitacb  aiehae- 
(rioog,  den  24sten  AivosttM  1842  te  Oreifawald 
geboren,  etodeetde  te  Tobingen,  Bonn,  Greib- 
waM  en  Berlnn  en  deed  na  de  T«vsdiöniog  van 
ipereie"  (1866)  een  reis  naxr  ItaËt  en 
a  pii- 

leeraar  aaar  Uatie,' waar  lig  "den  lOden  Oetober 
1889  overleed.  Sjj  acÉueef:  „Ueber  «mm  mA- 
stmndeéMhen  AntMMue"  (IfiSS),  „Orieehi«ÉM 
Vaoenfailder"  (1S1%  „Vaamaaomianna  dte 
Ifnw»  Nawneie  m  Neapet"  (18T2),\!Tanakot- 
t«n  »Q>  dem  lloaeo  Naaonule  n  NtitpeT  (1883), 
JXaaynt'  Oebnrt  nnd  Kandbwt"  (1866)  en 
„PariMT  Antifcei^'  (IS»?).  Sedert  1876  sehieri 
hg  jaailqka  het  Winekeknann-Drogrunma. 

Baydan,  Petnu  *an  dar,  tA  Patnw  *m  Tkv- 
ma,  een  Zmd-NedwIaodMi  gea(diiedkK>dig«^  m 
1898  te  Ofaierie  bij  Turnhout  geboren^  atadeei- 
de  in  de  leehten  en  in  de  go<^eeidbeÉd,  ver- 
wierf in  eeratgememde  den  doetocaka  rang.  en 
werd  priester.  Üê  kaoDtinik  en  thcsaarier  van 
St.  Gndnte  te  Bnmd,  nam  lü  t«ven  len  be- 
hoeve der  armen  gednrende  58  jaar  de  recfata 
g-akt^k  waai  en  oveiieed  dea  28Men  Asiil  1473. 
ij  acfareef:  „dmonicoa  foabantta«",  dat  in  S 
loümleefcn  in  htndaAtift  ep  het  atsdhaii  te 
BniMel  bvwaaid  werd  tot  in  lOM.  De  sebvrer 
Uet  de»  kn>Ba«k  kt  NedartanMw  venen  bren- 
gen, en  7«n(uMM,  sdtepeo  te  Antwtspeos  beaat 
een  ttandadirift  in  fofio,  e^aMd:  „Tetri  Timonia 
QtMnieon   ab   aaao  'ISu    ad   anavm    1483   in 

Slnma  venksonloi  trawhtapi".  terw^  in  de 
oovdlea  Arebi>TCB  de  Retffepbeig'-  van  1830 
aangAowCgd  wend  ,J^ebï  a  Üijido,  wlgo  van 
der  H«7dHi,  Hiatnna  Brabaaliae  diptomatiea", 
doeh  de  gebenrteniesen  van  dat  jaai  aijignen  de 
"itgarre  te  hebben  belet. 
BeVden,  Jan  «on  der,  een  NederUodeob 
Uider,  in  1687  te  Owkom  geboren,  den  98»ten 
Haart  1712  te  Amatercbm  geetMven.  Van  wien 
hy  het  s^iklieren  geieerd  heeft,  ia  Djet  befcmd. 
In  1670  werd  hg  benoemd  tot  opatchtet  over  de 
straat^anterena  te  Ametexdaoi.  die  T<dgene  löo 
vioor«t«4  waren  geplaatat.   In    1678   TO%da   xgn 


DigilizedbyGoOglC 


HEYDEN— HEYDT. 


„    'tot    opsioht«r  «ver    de    sUfflg4n&nd- 
^Kiit«at  t«  Amsbepitna,  die  door  hem  wuvn  ubt- 

De  MfaiMeiqen  vu  Fan  der  Revden  steUen 
meest  aUdKemcbten  tooi^  dodi  ook  vel  Und- 
Bcbi)pfMn.  vooral  te  Ararteiidun  beeift  hy  ijjn 
oodeuweipen  giMocfat,  docii  ook  aan  (fen  B^d  en 
in  Belffiê.  S(£iUenjea  van  Van  der  Ha/den  be- 
ütten  het  R^kmnseum  te  Anuterdam,  bet  Haa- 
ntafaoie  tie  'B-Oiavenlia^  en  het  mnseDin  Boy- 
muH  te  Rotterdam. 

HeydsUi  Friedrieh  Augutt  von  ,  een  Duiteeh 
lÜditeT,  lien  3dbn  Septeni«T  ITSS  c^  bet  v&der- 
Iqk  bmtenv«M^f  SerAea  tig  H«iiM)«ng  «n  Ooet- 
Proaeen  geborccL,  slndeeFde  in  de  rediten  te  Eo- 
iiiii(|«bageDv  BeiKn  en  GSttuseiv  In  1813  trad 
fag  in  dunst  bjj  oe  jagu«,  doob  i^n  korps 


I  deel  aan  ^n  ooriog.  Na  hel  slniten 
.   ~i  kieee  fag  een  betreUing  in  O;^ — , 
tnd  alifaar  inliet  faaiMlt^  en  werd     in  1826 


V 


■mie  1 


1  Owein, 


legeeriofieraad,  later  <f|Miii«(|«eriagsnwl  te 
Bvedu.  waai  hq  den  5dbit  NoraiAwr  1%1  «ver- 
leed. AIb  dtehler  gal  U  ide  dnunatÏMAte  tttddwD 
,3enata"  (1»15),  „übom  vai  Weohad"  (1830), 
.Jfadine"  en  bet  t^qted  .J3ie  Modenwi/'.  Vei^ 
4er  atdH«d  hq:  ,J>niutüdie  NovMlen"  (2  dlo., 
]a]9),  .Jbadzeiciinni^en"  (2  dbi..  1S41)  en  den 
roman  „Me  Intiignanten"  (2  dJb..  184(^.  Bij 
vooifaor  besteedde  bij  ma  kraisht  aan  bet  dtch- 
terljjk  v«4uud  en  leveide:  „K^neid"  (1381). 
„Du  Wort  det  Fnn"  (24»te  dmi  1900)  en  ,J)ie 
ÉftMMbraat"  0^1)-  Zjin  veriameide  gedGditen 
iga  iB  1652  door  Th.  Mundt  nll««ir?v«i>. 

K«yd6Dt  Karal  vom  d«r,  werd  den  12den 
JaiMiari  ISSo  te  Batavw  gieboren,  oDtrio^  iqo 
opvoeding  i»  Nederhnd,  nein  in  1811  dienet  bg 
het  OoBt-IndiBcfae  Iwer  en  werd  in  1M2  tot 
•eneant  berordenl.  k  1848  en  IHS  nam  hg 
ded  aan  de  tweede  en  darde  eipeditie  teoen 
Baü;  hn  knctf  vo»r  iBn  duiper  geibag  de  Mtïi- 
tÜK  mUMiMorde  4de  klaem.  Na^t  hg  ia  1S50 
tot  2den  hiiteumt  benoemd  waa,  nam  hg  deel 
aan  de  knjgamifüftttangen  in  het  Pafenuaaf^- 
eebe.  Hg  werd  in  1854  tot  Isten  luitenant  en  in 
1859  tot  kapitein  bevorderd  en  tot  eootndetir 
Tan  de  Zeidêr-  en  Ooater-afdeellne  van  Bomeo. 
Op  Bomeo  gal  1^  bedwaldslgk  Ugk  van  boi- 
teDSMToon  beMd.  Bier  werd  ng  tot  ridder  ven 
de  IfiMtaiie  WiHemaoide  8de  Uaeee  bemorderd. 
In  1868  werd  bjj  mftjooi  bij  bet  gMnkoeubn- 
UIJM  Tan  Bangiu  en  in  1872  laiteoant^Ioiket. 
Met  ds  2'  -  ^■'■ 
1*14,  die  ._...       _ 

Leenw  deed  ferwwfen,  beeon  de  re^  van  hd- 
dmfeiton  op  Somatia.  Nadat  hg  nog  korten  tijd 
plaatseM^  eooNnandant  te  Sütaiang  geweest 
was,  keerde  hg  naar  Snmatra  t«nw,  werd  in 
1876  koloaef  en  ter  bwAikkiiff  geetSu  Tan  den 
mUitaiien  en  dviteleD  beveüidiber  Van  Atij«ii. 
Beede  in  1877  werd  bem  ^jdetgk  bet  miJttaar  en 
eniel  geug  ia  Atijeh  oipmdiagen.  Na  het  ee- 
vecbt  bg  Samakogan.  den  26sten  Angnstne  1877, 
waarin  Fm  der  Bei/den  èet  Sakeroog  vurloor, 
werd  hg  eommandenr  tmi  de  MjÜtaire  Wiliema- 
onde  en  adjodant  des  k«niige  ia  bnitengeworaen 
dwnat  Ia  1878  ontTing  bjj  qio  faenóeamig  tot 
BonvenieDT  van  Atjefa  en  Ooaeiftoongbeden  en 
tot  militair  beveHicAiiber  aMaar.  l^eQgevtJge  vas 


a  Kepe^eld  bestuur 
Ie  Qjj  sgn  waan^ 


de  kiikMverritditiiiigen  van  Juli  1S78  tot  Septem- 
ber 1679  venwiepf  l^j  <b^  konisÉIgk  besènit  van 
1880  den  i«ng  van  generaaUnajöor,  terwj)!  hg 
in  zga  betreoing  u»  gouvernenr  lou  worden 
gtÉuuidhaald.  Van  den  SOeten  Januui  1880  was 
Dg  ala  reeeeriag«.a 
in  Atjeh  at  iomoering  v 

ïoopte  bereidmt.  In  188 „ ,  _,_  ^ 

heid  van  gonvomenr  Tan  Atgeh  en  moJitMf  be- 
ndbeUiei  neer,  Tertrok  epoetfe  daarcv  naai  Ne- 
deiiand,  waar  hg  daa  Ivteo  Februari  1862  op 
tenoekgqMosionneeid  werd.  Den  Sden  Nonm- 
bei  1881  weid  hg  benoemd  tet  eommandant  tmi 
het  EoninUgk  HiKtaii  InradUdeilNiÉe  of  Bron- 
be^.  Id  1891  èuntmde  da  koningin  hem  (ot  ad- 
judant in  boitmgewonen  dieiwt.  Vat  der  fleydm 
oveilead  den  27sten  Januari  1900. 

BeTdMiralob,  Kad  HHmrieh,  een  Dnitteb 
wjÏBgeer,  den  lAden  Pifbruari  1764  te  Stdpen  .in 
Sanen  geboren,  bemtU  de  Tbookaeachool  'te 
Leqwg,  werd  eent  een  aanhanger  van  Smou, 
•wpwigeia  vaB  Kamt,  veetigde  tMi  in  1786  te 
Leapiig  ale  prinaUoeent  en  wetd  er  tn  1789 
builei^ewaio  boogleeMar  in  de  wgsbegeerte.  Bij 
oireileed  den  29BteB  Aofit  1801.  Bebahe  gedich- 
ten achieef  hg;  „Sjvtam  dei  Aealhetik"  Tl790), 
„^etem  dn  Natuirecdita"  (1794—1796,  2  Ma.), 
„aniodeUM  de*  natOiMien  StnatK«<Ue"  (2 
dtn.,  1795),  „Biiefe  aber  den  Athetemna"  (I79B), 
,.QniDdsfttH>  der  Kritni  dve  L&ebertMhen"  (1797), 
„P«j'«hroiogiedie  EntwJdoeJnng  dsa  Abeiglan- 
bena"  (1787)  en  „Veata,  odw  kMne  SefanTlen 
sm  Fliilmöphie  des  Lebena"  (1798—1801.  6 
dfa>.).  Na  zgn  dood  Teneheen  een  tweede  deri 
ignei  gedkfateix  een  voOedige  «erumeUng  daar- 
van ia  dooi  lijn  broeder  nitgegeven. 

Beydt,  Auguat  wm  der,  een  Pniaieoh  staata- 
man,  den  ISden  Febtmari  1801  te  G%erfeU  ge- 
boren, ging  «ent  in  den  handel  en  kwam  met  2 
qper  broedere  aan  Uet  bwrfd  eener  basiien- 
la^  te  Elbeifeld.  In  1841  Tert^eowoordfgde 
bg  zgn  ^ebowleetad  en  den  Prtniiwiaien  Land- 
dag en  on  1347  wooode  4ig  te  Berlqu  de  sittün- 
^n  bg  van  de  commieeilD  uit  de  veredüüende 
Stend^.  Hier  gverde  bg  met  kiaeht  tooi  een 
constitnt'ioneeie  staataregvtimg.  Nadat  de  Pimü- 
sebe  NatioiMle  Veigwlariog  naar  Bmtdestarg 
Terplaatat  waa,  aanvaardde  og  het  mandaat  vaa 
vertegennvooidiger  in  het  kiesdiitrict  ElheiMd 
en  nam  den  Men  Decemfcei.  ita  dag  der  ont- 
binKnff  van  A  Pminaebe  Nationale  Vengade- 
rine,  nttiw  in  het  ministerie  n-(mdeti&w9-J(«»- 
feiStel.  Al»  Doold  tbu  het  dqtartement  toot  Han- 


del, Nijverheid  en  Openbare  werken  beweea  hg 
beUogrglie  diensten  op  bet  gebied  vao  tp>or- 


weg-,  post-  en  liJcyaalweaen.  Ka  het  aftreden 
van  genooDd  bewii^  bctóeU  hg  in  bet  Kabinet 
HohmuoUem  ign  portefenifie.  Toen  bet  Kbeiale 


minieterie  ^HeraapoM-iSehteeriN  in  1862  aijn  ont- 
slag nem,  aanvaardde  7on  der  Beydt  in  het  nien- 
we  ministerie  Hohênloke-Ilxeitplitt  de  porteleoit 
Ie  van  Financiln.  Bfi  de  botdogen  ttüedien  de 

Kroon  en  de  Vertegenwoopdigiiif  ter  g<elegenhead 
der  militaire  reorganisatie  traentte  hij  aja  be- 
nuddelendea  invloed  te  doen  geUen.  Toen  Bia- 
tnarck  in  I8A2  aan  bet  hooM  bwam  van  bei  ka- 
binet, l^de  hji  lün  portnfeoille  neder.  Nadat  bjj 
in  iea  st&Ml  dat  vrgbeeren  opgenomen  was,  nam 


D,o,l,zedb,GoOgle 


918 


BEYUT—SSEUBSSUMIB  JiR. 


bq  in  1866  t^nieaw  ti»  tmnaatet  t*o  FinuteieD 
nWng  ii>  bet  kabinet,  PraiBen  Btmd  loen  gereed 
ooiiog  te  loeran  t«gen  OMtenrqk  en  wraedite 
d«uioe  0<«r  loldoende  middelen  te  kannen  ht- 
eefaiUen  londer  tot  een  leenüig  over  te  gun. 
Die  Uek  werd  door  Von  der  fleyiff  Tolbndkt  In 
Au^^tiu  1866  nam  de  Ltnddag  iqn  indunni- 
teUawet  un.  Hg  ontving  in  1869  x^a  ootaUg  te- 
gelijk met  de  orde  tui  den  Zwwten  Aidebar  en 
overteed  te  Betl^D  den  ISden  Jnni  1S74. 

Heya,  Jm  Pteler  een  NederlukdMh  dM>t«r, 
den  leten  Maart  1809  te  AetsteHam  «boren,  be. 
Ktehi  ftidur  het  gjinnaoiMn  eo  bet  AlbauMam, 

f  ing  in  IS27  naar  Leideo  om  er  in  de  geneee- 
aooe  te  atndeeKi^  nam  aW  Ti^wiUig  jager  ded 
aan  den  TiendugadieD  VeMtódtt  en  veeti^ 
lioh  na  EJjn  pvooKitie  ta  Amatepdan.  Nadat  bq 
reeda  enkele  Tenen  nitsegeren  en  in  ]8S2  tot 
1S54  d»  „VneDd  dee  Vederfandb"  g«r6diecerd 
bad,  7«ieMiigde  hg  liefa  met  [hotl  en  aooeren 
tot  de  nitgaal  tsd  de  Jfnen"  en  betioondH  Te^ 
volgens  tot  de  overige  medcnreiken  aan  ,fit 
Qi&".  In  1841  beknwnde  de  Holtandsdie  Maat- 
•riuuttg  iga  .jMderan  en  langen"  en  ia  IM7 
de  Haalaehappn  tot  Hat  van  .1  Ateemeen  z»n 
„Eia<fci6«der«ir.  N*  dien  t^d  maakte  bfj  ab 
volkaianger  en  kinderdichter  grooteo  naam.  en 
was  ab  boofdlwetiKirdeT  en  aecretarie  tm  de 
MaatisbaiMiq  van  ToeoÉanat  en  ah  booMbestmir- 
det  y»a  Ae  tAt  Nnt  Tam  't  Algemeen  werkiaain. 
Gernimen  t^i  wee  bij  bootdi^daeteot  vaa  den^ 
„EnUin^r  Atmanak  .  Ook  ale  geDeeekaaAgë' 
Ueef  bg  nnt  werkekMa,  maar  bestmiide  nn 
1888  tot  184Ü  ale  ledaobeni  de  „Wenken  en  Mee- 
niogen",  van  1840  tot  1&45  bet  „Arobief  twx 
Qeneeetande",  wenl  in  1842  üd  <fer  etaatSMMn- 
nneme  voor  geneeefaoDdige  weitgeviiig  en  in  1847 
hoofdbeetttnider  vam  de  Maaitechifipö  tot  Bw<a- 
dering  dei  OeneefÉonde.  In  1858  veraebeen  zijn 
,3iebterigk«  kiaiw",  ««□>enajneling  kindeibe- 
dereo;  van  ign  „VeraprMde  Oe<Ë(diten",  aJeme- 
4e  van  zgn  „KindeiigvdMiten"  ie  ia  1870  een 
voKedige  nitgan  venebenen.  Van  lijn  „Vc&b- 
diditen^'  Terèdieen  een  nóenwe  ntteavc  va  1868. 
Hg  overleed  t«  Amtterdtm  dem  26ten  Yttnim 
1876. 

Harar,  Övtbn,  een  DoitMb  boadboonrknn- 
dige,  den  Uden  Maart  18S6  t«  Oieeeen  geboren, 
rtadeeide  aldaar,  vefildgde  er  lidi  »  1849  aU 

JrWeatdooent,  vrén)  in  18S8  baitengewooi^  in 
857  gewoon  boogileeroar,  in  1868  diieetenr  der 
boBcbbonwaeademie  1«  Mflnden  en  ging  in  1878 
A  boogleeraar  naar  HOnehen,  waai  bq  den 
lOden  Jnli  1868  orarleel  Hg  eebreef:  ,J)aB  Ver- 
bijten dei  WaldbSnme  «gen  LiAt  and  Schat- 
ten" (Erlangen  18S2),  „Bimitteliiw  der  MaaM, 
des  Aken  nnd  dee  ZÓwadtea  der  HotitMBtaDde'* 
(Deeean  1S52).  .Jirfiibndi  der  foistlkbeo  Boden- 
knnde  nnd  KVimatokgie"  (Erlangen  1856),  .A»- 
leïtang  zar  WahhrertcediiraDg"  (Ldpzig  1865, 
4de  drufc  van  Wimmaiaiur,  1892),  „Handbodi 
dei  forsrïid>en  Sta^"  ^^)iig  I87I).  Van  1856 
tot  1877  gaJ  bg  de  „Ailg«awiDe  F«rst-  nod  Jagd- 
ïeitung"  uit, 
Heflermaiu     Jr.,      Herman^   een    Nediei- 


nouoiiuaiui      ^l^.,       ncrmun,     ecu     iituei- 

landsdi  Bchigrer,  werd  den  Sden  December  1864 
te  Rotterdam  g«t>oren,  'werd  aamrankelnt  toot 
den    handel    ofigcleid,    iodi   w^dde   ii<n   reeds 


aan  bet  dicUad  ,4e  Tdegiaaf '  en  lüar- 
ta  begon  hg  de  wèkdqlxKbe  reeks  igner  „Sidtet- 
sen"  onder  den  Bcfaniliiaam  Samwl  FMIamd,  die 
UUr  in  bet  „HandeUbladT  iqn  voortgeaet.  H«t 
deoe  korte  atdi^tsen  van  aeei  nJteenJOOfWDden 
toon  en  inbond,  maar  alle  eefawp  waafgcnoHieii, 
lovendie  verteld  en  kranditig  braktmaeerend, 
aébhap  ug  een  eagm  KenR,  «t  tidi  een  groote 
en  vnelveidiatde  pt^sbdteit  verwierf.  H^dn^t 
werden  dcK  ,3cbetBen"  in  14  haadtU  vao  1890 
tot  laiO.  Inmiddeh  wae  Btiermmg  ook   oMler 


■  (1898)  a 


„Inbeit«nm"  (1897).  Vee)  coeei  trad  bg  op  den 
TooigHunl,  toen  hij  iga  aociaal-damoeiatiaehe 
wwtnigiiig  ia  qja  weife  nteei  tot  oitiiig  IM  ko- 
men  ea  in  1808  het  töteelmft  Ji^  JooRe  Gida" 
opricfatte  (leeda  lid^ens  den  naam  bedoeld  all 
een  vetjraging  van  de  Nteuwe^idabeweging), 
waarin  hq  amip  optiad  lagen  de  buig«rlök«  op- 
Tattingen  over  nmateo  over  moraal  en  lieb  tegcn- 
o*ei  oe  ,4'art  peur  ]'art"-4)ie4Hn  at«Ue.  Het  tjjd 
Bchrilt  gaf  veel  aaoBtnol^  «adetTODd  aas  deo  aa 
der^k  kaïLt  wel  biiv«t,-docii  weimg  medbweiUng, 
wod&t  het  reeds  in  l«Od  wend  gestaakL  ïa  drt 
tödedinft  begOD  Be^ernmM  onder  den  acft»!- 
naam  Kooë  Bmbema  de  ^«dddcatie  van  den  aeer 
natoraüetiadien  en  de  biadige  tamenleviag  bd- 
tig  aaokkflendbn  nanut  „Kamertjeaaomde" 
(lw8),  op  dit  gebiad  xgn  beate  werii  ea  ber- 
iMaldelj^  henkokt.  Ook  J)n«  loMeeletokkea" 
(1869),  weifc  vwH  de  eooiaal'denMetatiaebe  pio- 
ragaódas  <bgteekent  oit  de  Jonge-Gid^teriode; 
Vooigoed  Teroverde  hij  ai*  eAter  een  eerate 
pkata  oBdei  de  Nedeihodwiie  edirgven  deer 
zgn  tooneeUtnkken  „GheUo"  (18S9),  „Het  ie- 
veode  gebod"  (1900)  m  Towai  dooi  „Qp  Hoep 
van  Z)^n"  (1901).  AAUit-ikti^  cmtmióettna  de- 
w  werkea  weï  eeue  beawaai  ontdat  ijj  aieer  eet 
reeb  vaa  trenenae  talweel»  gnat  An  eea 
doorkepeode  ikamatiadie  «ntwiUding;  op  het 
ftmned  htAta  ig  eebtei  nitnenaend  t»  TDMoea; 
„Op  hoop  van  Mgen"  bderilde  reeda  men  dM 
WO  opvoeringen.  Ehenife  de  meeete  vaa  Biiep- 
man'»  aadcte  stokken  faefaiien  iQ  een  aoeïalMr 
adie,  alttuDB  een  opntandige  stMdcing.  ICader 
aneeea  badden  „Het  pastaer"  (1902),  „Ora  et  la- 
bon"  (1908)  en  „BloennaMuT'  (1904),  dodi  «eel 
opgane  maakten  „Sehakela"  (1904),  vojgana  ve- 
len m  berte  weik,  JUierai^"  (1805),  nar 
van  de  opvoeiw  in  veraehiUeade  i^aatMO,  alt 
kwetaend  voor  de  faitbolieken.  vertioden  wei^ 
en  het  laotaeUadte  „Ditkematr.  dat  editer  dm 
de  ciitiek  gonstiaer  weid  ontvangen  dan  door 
het  publiek.  Behalve  „Sehifceb",  waarin  de  hoold- 
VfA  óota  Boumiteetlér  vrerd  gecreëerd,  weidta 
deie  Mokken  oonprookell^  o^igeToerd  door  de 
Nederlandecfae  Tooneehereeuging.  VMteheideoe 
«i  van  lün  ook  in  Doitacblanif  en  enkele  (in  leer 
«erknouden  vom)  in  ËDgehtad  en  Frankrijk  op- 
gevoerd. Voor  lijn  autearsbelangen  waa  BeJKr- 
Duint  eenige  jaren  in  Berlgo  Keveetii^  waar  tm 
.J'alklandjee"  in  bet  „BetUner  Tageblatt"  aefareel, 
veEïameM  in  zijn  „Berliner  Skinenbocdi''  (1908), 
en  vanwaar  hq  ia  1912  temgkeerde,  aai  de  lei- 


DigilizedbyGoOglC 


BËUBBOiANB  JB.— SBTNE. 


319 


ding  T&n  de  NederlaodBcbs  TooDedvfmoügmg 
op  sidi  te  ncBMii,  waoram  bg  «edert  ijgn  toot- 
iMiDite  knehten  beelt  fjow^d.  BeÉuïra  de  g«- 
DMindB  BtiaUeD  sdir«ef  Iq  dok  rooi  het  boooeel; 
,4)e  gToot«  T^wiir  {1908),  ,4>e  opnande  Km" 
(1911),  ,.B«eciiiiit  met  maUjei"  (1911),  „Glflek 
AnT  (1912)  en  „Bobert,  B«tr»m  &  Co."  {1814); 
op  ramuLtisA  gebied  „Sabbath"  (I90S),  ,J^ 
mantitad"  (190l,  2  dto.).  »eda  in  „De  JoDg« 
Oid>"  begoiHMDi,  iiMlitae  ma  detaHa  mur  swak 
vMi  eompOMtie,  btA  ovrMbooêde  ,J)tusakt."  (in  de 
Nieuwe  Öi^n,  akmede  ten  deek  ondsr  deo 
naam  FalklaM  eenim  weifan  Tan  hiditiger 
aard:  „Eleiiw  TcractinUiiwen"  (1904),  „Gerkn- 
gMe  daden"  (1905),  „KiniM  Tert<l«ds"  (1906], 
Jh  Bieelit  eener  MböUigv"  (1906),  „Wat  niet 
kon"  (1908),  .pfoep'a  mnderl^e  aiantniao" 
(1909)  en  „De  rooóe  Mnwtier".  Ben  xecis  tin 
jaren  maakte  hn  ded  nit  rao  de  redactie  van 
,4>e  Nieuwe  Tgd",  waairiD  hjj  een  aantal  fng- 
men  ten  pobKeeenfe. 

BaQsmuuu,  Ida,  een  Nederlaadedie  op- 
veedfaindige,  den  9deD  Deeember  1866  te  Rotle> 
dam  geboren,  ia  wdert  3884  tUmx  werkneni 
ale  onderwgieiee  en  teenree  aan  de  IndoetTie- 
aehool  tww  mejajee.  Ha*r  atrevMi  ie  bet  meie- 
je  <9  te  Toeden  tot  bemet  denkende  ntmw,  in 
etuU  om  eenenöde  de  tuk  ale  ^tgenoote  en 
moeder  te  Temülen,  aadengdB  ook  om  ala  onge- 
huwde TTOQW  met  een  TaUünie,  die  in  de  tiod- 
welgke  Ign  ligt,  in  baar  oöderhond  te  looraien. 
Belialre  aitiktlen  T«n  epvoedkoiidigen  aaid  in 
vendtillende  ^decbnften,  edirael  iq'  .^Piook- 
je>"  (tS9S),  „Éen  bonte  ig"  (2de  druk  1904— 
1916,  2  dln.),  „Ehtderen,  aebolen  en  wetten" 
(im),  „TertdJinraD  tso  de  maan"  (1902)^  „In 
giooteo  biü"  (1904),  „Uit  de  enanng"  (1906), 
.,Zoo  OHwj  ala  Mn&eeabnn"  (1905),  ,J^n<  Pet^" 
(1909)l  „Qiot  de  ratdding"  (1M2)  en  „Vertel- 
lingen" (1915).  Ui  ia  redaetriee  iku  .fiebimtmi 
en  OpToeding"  en  van  ,fit  Toovw". 

HnwttHAvt,  Joltaitn  Fvimand,  een  Dnitedi 
genees-  en  heeOnndige,  da  ISden  Januari  1796 
te  KtMrin  jNbomit,  rtodeerte  te  Bedjjn,  Jena, 
Wfli^Hiig,  Tdiingra  en  Bieelan  in  de  eenees- 
kBDde,  beKMbt  in  1881  Zoiid-DnHMihlsnd  en  Pa. 

I  en  weid  i«rf<dsene  dietoiete-geneeAeer  te 
ïieeL  In  ISSt  bei^  ^  ndi  op  ImI  der  Re- 
geecing  naar  die  gededteor  van  Pniieen,  wau  de 
eboteea  woedds,  «etd  in  1838  Igfaite  en  Att  van 
den  geneeokon^gendienet  te  Sigmaring  ea  Tra. 
trcè  in  1841  ala  hoogleeiau  in  de  efainmie  en 
ak  Sieeteor  der  cbmTnaefae  Uioitl  naar  BiJao- 


Ken.  In  1860  wo»d  hq  nelaat  met  de  alpeoieene 
oireetie  T«a  faet  nnneniteitiliamUaa],  bqraf  neb 
tn  186S  ala  oppwcblmiK  bmi  net  leger  lo  Fin- 


laM^  werd  daarna  hoèSéemar  te  StTTetenbniw; 
en  Vfcrleed  te  Wteibaden  den  21«ten  Jmi  1870. 
BS  Mfateef:  .^eobadtmigeD  fiber  die  Obotwa" 
(1880.  2  db.).  JStndSen  im  Gebiete  der  HeHwia- 
■enaebaften"  (1838— I8S9.  2  dln.),  .^eHoig 
nu  KraokemrartaD^  (1887)  en  „tj^r  Beeet- 
tioncn  nnd  An^tationen"  (IS55).  Znn  woo  Oa- 
ear,  diirnrg  bn  dm  ataf  te  8t.  Peterabnrg, 
■ebreef:  „CmenU<HnldH«  nnd  Statittik  der  Re- 
aektiooen"  (1861),  .Jjehtibneb  dei  ReBektioDen" 
(1863),  Jhu  Lagw  tod  KnMnoj»€elo  in  Ter- 
gl«efa  roit  dom  tob  CULtena,   militiriiztliebe 


Stadie"  (1866),  „üeber  Nodiwendigkeit  nnd 
HOglicUelt  eijwe  MediiinalnMiieteriMne"  (1872) 
en  „Bericht  fibei  meine  kztli^  Wiikaamkeii 
HO  Bbeia  nnd  in  Frantiieieh  I8T0— 1871" 
(1872). 

Hmytdng,  filuobefft  buvoee  «on,  een 
I>Qitadi  eehrnMev,  den  lOden  DeouiAer  léSI  te 
Eailmilie  gabwen  ^  docbler  van  den  Fmiei- 
lehMi  geoant  srul  von  Flemming,  'm  de  kMn- 
doefalei  Tan  AMm  en  BetUma  vim  Atni»,  trad 
na  den  dood  tid  liaar  easten  e(btR|nioot,  «lolee- 
aot  Qaiu,  in  bet  huwei^jfc  met  n$ieer  Bammid 
voM  Beglang,  den  tegemnmdigen  PrnieiKJien 
geoant  (e  HambniR,  dten  ijj  op  ^  djpkmatMu 
watoi  io  NooidJuneiik*,  Mêueo,  CnHi,  IndiS, 
ite,  China  en  Seni<  begeleidde.  Op  letteitm- 


durna  poblicearde  q  veradiiMende  eaaaj's  in 
AmerikaanedM  tödMbrtfteo.  BoilMigftwoon  roe- 


m  met  baar  raman  „fiiiefe, 

_    iïSten"  (190S),  waanop  in  1905  een 

bmdd  Tertellingeo  Jier  Tig  AndereT"  volgde. 


Urn  uebt  erraiebten"  090S),  ^ 


_  ,   in   18B7  t«  ] 

jrei^  stulêerde  aan  de  hoDeeecbod  te  Lai- 
den  en  promoveenle  aldaai  ia  1860  tot  doetor  in 
de  etaatmroteDadiapfMB  op  een  pooeMirift,  ge- 
titeld: „Karper  en  meibode  der  ataattaoMuwl. 
knnde"  en  ia  18M  aas  de  boogeeebool  te  Frei- 
bing  i.  B.  tot  doetM  in  de  vUMgeerte  op  een 
liroeMirift,  getitdd:  ,,Znr  Kritif  dee  ÜtiH» 
mos".  ^  ia  eedni  1890  faoMjleeiaar  te  Gienn-^ 
gen.    Zgn  Toomumele   geamitften   ign:    „Het 

Ximêot  in  de  phBoenobie"  (Inawiveele  rede^ 
.,  „Sdels  eener  kntÏMbe  geacbiedenie  van 
bet  caoMÜteitjbegTip  in  de  nievwere  wjfebegeer- 
te  (beknoond  dow  «uwtoieo  Tan  bet  Sto^daüadi 
IwMt,  leeO),  ,J)ie  GeeetM  «td  Ekmente  dea 
«weMHduÜfidwn  Denfcene"  fl8»i— 1894,  8de 
ónA  1915),  „KnAOnug  fa  die  Uetapbveifc  anf 
Ontndlage  der  Erlahrang"  «905,  2de  di4 
1911),  ,^nflllrDw  in  die  Elhik  aal  Gmndkge 
dw  Ëiahning"  (l5]4),  ,JSM  pijdüwdi  moniame" 
(1915).  Bormdien  i«fa(i>enen  Tan  bem:  ,ffn 
"     *  '    '    der  Ptmcd"  (1010,  ook  in  het  Ne- 

rertaald),  „Oe  kxÉnmeUge  eenw  dei 

perebolope"  (feetoiale  rede,  1909}  en  vectdul' 
lende  opetrilen  in  de  „Vtertdjabiascbrift  fb 
wleaenHlMmitbe  FlhikwodUe",  de  „.FhHoeoplü- 
eefae  Ueiuitabette",  de  „KeUaahrMt  fOr  Hiiloeo- 
pbie  and  rtnkwopbieehe  Kritik",  bet  „Aiebi* 
hr  Oeedtidite  der  FhikiwpUe",  dg  „Zutaefaiift 
fBi  PRfidnlogie  nnd  HiTBiohigie  dei  Snneioiga- 


ne"  (daarin  o.  a.  de  opMeUenieeke  „ÜDtein- 
abongNi  fiber  ptrebiadw  Stmmnng*^  en  bet 
„,TqUuift  TOOT  Wgab^eertie"  (daarin  o.  a.  bet 


tqwM  over  Benri  Bergton,  April  1912). 

Hwnw,  OhriiUtm  öottlob,  een  DnitKb  ai- 
«baet^otv,  den  2Saten  Sqitember  1729  te  Chtm- 
nètB  in  Saksen  geboren,  itodeerde  te  L^iig  tn 
de  leebteti  en  whh)  in  I7S3  afsehigrer  aan  de 
de  boekei^  van  den  toennaligeD  miuetec  graid 
voR  BrUU  te  Dneden.  In  die  betrekking  Tond 
bjj  g)e)egeobeid,  lieh  aan  de  oude  letteien  te  wji- 
Aai.  Wddr»  Tenebeen  iHn  bewetting  tad  Tibid- 
lut  (17Ü5)  »  die  Tan  ÉpikMu»  (1756).  Tenge- 
volge Tan  den  ZeTeaiarieen  Oorlog  t«i)oot  Dg 
ign  poet  en  in  1760  rqj  net  bombudanent  dier 


DigilizedbyGoOglC 


HEYNiE— iHBYNIENGFËN. 


kmc  lao  deu  La($itMb«n  txiuA  na  lappert'e 
,J)Bkt;kolbek''  totAt  tiq  io  '1763  faoMjeerut 
in  de  wdqtntendbüil  te  Ghtttingen  werd  Beede 
Mt  bet  v(<lg«g>d  JMT  wie  hq  er  eente  bftltotbe- 
c&ri»,  Bofrud,  seeretarie  tui  de  AcadMnie  ven 
WebBDociiupMi  en  ,JEcfa^  JtuUint".  Bq  orei- 
leed  den  iMen  Joli  1812.  Door  zgn  TOOileiiqRn 
<>T«r  d«  klKMefce  oadfaeid,  tlMneae  dow  bet  M- 
■taren  na  bet  ^AïtotogiMh  MDÜmnom  <boeg 


«leaing  der  tul  wm  toot 
faeiii"«oM  bet  nMM  un  in  den  geeit  der  md- 
h«d  door  l«  dringen,  maar  geeUBin  tuxdddoel 
der  pfail<^og:ie.  Dit  werd  moral  diwr'i.  fl,  Vott 
•teik  ft^ciinird,  en  men  legde  bon  gemia  uu 
eeheipuiuHBMd  otntMat  mmButieale  TonneD 
tan  iMte.  Zgn  wefksMmbeïd  ala  aebiqJTer  >tKlt« 
ucfa  dM  <nei  de  Mheele  oodhetd  en  dieitde  lot 
of^Mldèring  TAn  de  denAere  gedeelten  dra  taibel- 
leer,  oodbeidkoKle  en  «eaduedsnia,  aUfoede  lot 
vetUuing  ikd  de  ^eMbriften  der  Oodent  inoon- 
derliMd  van  hua  <Miten.  Van  zijn  wecfcen  ver- 
melden wn,  behatre  een  hdUI  TerhAndrikigen, 
ia  de  „OpoMtd»  academies"  (1796—1813,  6 
din.)  Tereenigd,  een  aHnam  vaar  Virgüitu  [h 
dbt.,  4(le  dr^  1830— mi>,  een  tu  Pindaru» 
(3d«  druk  1817,Sdl&.)  en  Tut  de  „Bi4)lknbeca 
"  TUt  iépoUodoTM  Ode  driA  1803,  2  din.), 
In  dM  SttMttum  der  Aotike"  (1772), 
antiqmriecÉMr  Aubttie"  (1778— 
1779,  2  £n.)  en  „LotMohnit  aaf  WinkeJmMui" 
(1778).  ëukM)^  nedweerde  hii  eedert  1770  d« 
„OOttiogieT  feicbrten  Aueke»  .  Zjjn  „Atudcmi- 
edie  Vorleam^n  flbei  die  ArnMosie  nnd 
K'Qnit  dee  AHMtamB"  veririienen  in  i^S. 

'H*Tti*,  Moritx,  «een  Daitovh  gennaoiet,  den 
8ateD  Jnm  1887  Ie  W«iaMnlek  aan  de  Sarie  ge- 
boren, atodeerde  te  Helle  ra  Te»tig<de  ud)  aldur 
io  1864  ak  priTaatdoeent,  waanta  hg  er  in  1866 
beDoemd  wfód  tot  buvten^ivooD  boo^leera&r  in 
de  DaitMhe  lettetAmode.  In  1370  gine  t^)  ale 
soodan^  naar  Baeel,  in  1888  naar  UOtti'Dgen, 
waai  hi]  den  2dea  Mtast  1906  oiv«riMd.  Van  ziJD 
gesdiriltea  noemen  wij:  „Knrie  Lsut-und  Fle- 
»<Ht8lehre  d»  a1tgenn>me«tieQ  Dialekte"  (2de 
dniJE  1860).  vitgarven  van  den  ..Beowntt"  (9de 
dnik  ]9>10).  YM  den  „Heliand"  (3de  druk  1383). 
Tan  de  „Eteioete  aJtmedepd?uteche  Dendcm&leT" 
(ade  ènk  1877),  van  den  „UKilae"  (1 1de  drié 
190S),  „Altdentecli-lateiDieciie  apielmannsgc dich- 
te des  10.  JkbrftODderte"  (1900),  ..AhBftoheisc^ 
und  •ttTHedertrSakwebe  OiamiutUi"  (1873)- Ver- 
der )eTerde  hjj:  „Ueber  dóe  Lage  usjd  Eonstruè- 
tion  der  Halle  HeoFot  im  angelefictiaieahen  fieo- 
wuUeliede"  (1864),  een  metrische  TertaJing  Tan 
diM)  „Beowdr'  (ade  druk  1808),  „Altmedenleut- 
aebe  Eigennamen  aus  d«n  B — II.  Jahrtinndert'' 
(1868),  „Ennst  im  Hanse,  AitbUdnngen  toq  O» 
g«netftnden  atu  der  mitt^nlterlichen  SammlUng 
N  Baad"  (1881—1883,  2  dfai.),  „Die  Baaelei 
Olasmalerei  dm  I6ten  J^rïionderts"  (il88S)  en 
,.Fflnf  BOeher  denteeber  BAtuakertOmer"  (dl  1 
—3,  1899—1008).  Ook  behoort  hö  eedert  1867 
tet  hen,  die  het  „Deatscbee  WBrterbuch"  i 
Orimm  Toortietten  en  beweikte  iijj  de  letteM 
I.  J,  L,  M,  R  en  8.  Toor  grootere  kringen  is  i 


.J>eottebee  WOttert)ueh"  (3  dln.,  1890—1895; 
kleine  nitgaTe,  1868)  bestemd. 

HeUnlnCt  Johómte»  OorndM,  een  Nedot- 
landach  ingeoiear,  den  20eten  Haart  1653  te  Zgpa 
in  Ucord-Holkiid  gelwren,  ging  reeds  op  2*/rja- 
ngen  leeftjjd  met  tgn  vaanm  naai  Ned.-IndiG, 
waaf  l^j  Tan  1866  tot  1^2  bet  QTmnawMn  Wü- 
lem  III  bowdit.  Yemolguia  waa  itg  sfaident  au 
'i  Pf^rtMbniMbe  Scbool  te  DeUt,  waar  hq  in 

fil  het  difibma  tso  ei*iel-ing«niear  i^wierf. 


de  NanwkeurigfaeddaiMtefpaMin^  e 
TertiDk  faq  naar  IixMS,  waar  hq  va  1878  werd  be- 
noemd tot  adBiHnwt-ingenienr  tijj  den  Watai- 
'  at  en  '8  Lands  Bnn^lqke  Openbare  Weikea 
de  reflkkDtie  ProtKiluigo.  In  1879  werd  bij  in- 
geiHenr  3de  UaMeenin  1880  werd  luJTeqilaatEt 
naar  de  lesnlentie  Bonlean.  Daama  «sa  bg  in 
Lebak  werkzsam  en  in  1382  volgde  ijjn  oTer- 
pbataing  naar  Soerabaj»  waar  h^  weiiiaom 
wsfi  bq  den  dienst  tot  veifMterii^  van  bet  Taar- 
water  Tan  de  straat  Tan  Madoera.  Na  een  Un- 
nenlandeeh  verlof  tot  hentd  nn  geaw&eid 
wcvd  hq  beJMt  met  de  Terlegging  Tan  den  mond 
der  Soloririer.  In  1885  weid  HeÜNMir  ingenieur 
2dto  klMee  en  n  1688  chef  dar  op  te  riditen  Liri- 
gatie-aldeeling  Serajov,  en  tencnt  wordt  bg  „de 


Ktiewei  Tan  Ixi  neeee  der  inigatie-afdêeli&- 
gen  Mitoemd.  Na  een  bnitenlandMh  veilol  Toer 
faerstel  tsd  eeionifiisid,  wae  Hefni*g  Tan  1893 
tot  «ISeS  weitiaam  te  Eeddri  en  maakte  bet  ont- 


werp tot  rerbetaring  der  bestaande  irrigatte, 
die  door  ondoelmatige  verieg^ing  Tan  de  oit- 
moodiDg  der  Eali  Brantae  dreigde  ten  Mtdra  te 
gaan.  WegeDe  aMeaingwrendül  ie  het  weifc  eeb- 
ter  eeiet  in  1911  rolgenB  dit  onbweip  aitge>nMFd 
en  g«reedg^amen.  In  1895  was  BefiüM  alt 
dief  dtf  iirigatJe-aldeeUng  Serang  te  Denufc 
werioaam,  waar  Ui  de  Demiksdte  wstefregeling 
ofttwi^  en  onder  knebtige  medeweifcÏDg  Tsa 
den  toennuJigen  regwAt  Raden  Mat  Adipati  Ario 
HadiningTiU  ioToerde.  rin  1902  werd  hg  tot 
hoofd'^ngemeur  2de  klaeee  benoemd  met  etaad- 
plaats  Simarang,  waar  hij  als  Hd  der  WatOTS-  en 
VoedingsDoodeoramiMne,  mt<»oerigie  nota'a  le*ar- 
de  voor  de  VBtt>etenng  der  beTknüng  in  de  af- 
deeling  Qrobagan  en  tot  verbetering  der  alwate- 
ritig  van  de  Serang-rivJer.  me4  beteug«liag  der 
chimiiscfae  OTeretToomingen  in  de  afdetdingen 
Koedtoee  en  Pati.  Een  uitooodiging  om  prolee- 
èbr  Orimrit  Ptaal  «p  te  v<dcen,  dien  hü  tijdens 
diens  iieÉt«  In  1906,  toen  hy  met  Euroröeaeh 
verlol  io  Nederbod  Tartodde.  aan  de  Polyteeh- 
meehe  School  had  vervangeo,  wen  hij  van  de 
hand.  In  1909  kreeg  Beding  m  lijn  venoek 
eervol  ontzag  en  Teati^de  tm  ziea  te  'e-OrKveD- 
hage,  waar  bi)  den  2'^ten  FAmari  1915  otbc- 
leed.  Hegnin^  geAd  lia  een  der  bekwaafoate  Ne- 
derlandsdie  ingenieare  bij  den  Waterstaat  en 
'e  Lande  Knger^jke  Opeobare  Weiken  In  N«der< 
landadi-Indie,  wwnr  b^  t«v«DS  Teel  gedaan  beeft 
Toor  de  behartiging  van  de  belangen  dw  intan- 
deie. 

Zie:  Utgnmg'a  terentbeadirgTing  door  R.  A. 
van  Smtdiek  Ld  „De  Iiigenienr"  1915,  bil.  785 

HsTlÜii(«n,  Hendrik  «on,  een  Hederlandeefa 
godgeleerde,  den  22sten  October  1787  te  Ooat 


DigilizedbyGoOglC 


UAn  gèbmna,  «bideerde  te  AmBtenhm  ea  to 
Leiden  en  wM  dauoft  Mbtereenrrolgens  p(«<K- 
k&nt  te  Luigerak  beeoidNi  de  Lei,  idtknadikeT 
te  NafDsn,  predikuit  Ie  Rgawfik  en  ehneiök  te 
Heppel,  waar  hQ  d»  Uteii  Fd)nuiri  1851  ov«r- 
leeo.  ^i  Bcfaiéef  een  leAg  j^^feüaeteaiB^B'' 
orer  de  ËrsiigeKBn,  de  Haod^ügen  der  Apostelen 
en  de  Brwven  «mi  PmUut  <1820— 18S4),  timeia 
«T^  de  „A)Dieiiieeiw  ZcodbiiBren"  van  Johmnea, 
„BübciMli  EuhSmmA:"  (1S45),  „OlwftTe  ton  de 
geloob-  en  sedeket  tu  PMdas  «u. '  (in  de  wer- 
JÉen  <ru  het  HMgeeh  Oenootw^,  1817),  „Ta- 
tei«dea  trit  de  geeclitodenis'det  CSiri«t«l^ 
kat"  (1884),  .C&rMdpi»  «edeker  Toor  de 
jenrff  (1827). 

Hefningen,  Qtorge  Philip  Kits  van,  een  «wn 
Tan  den  ^aoTgsaine,  den  4den  Ajtm  1817  te 
BÖ**ÜIe  ««boMO,  etdderade  in  de  tbeolwTe  en 
werd  aeotereenTot^nfi  ^«dftaat  te  AUcsam, 
RJÏeMFd,  Onilewater  en  tDorentei,  wbat  b^  M 
bet  eiiide  ia&  1864  wetizaNm  wu;  Uxm  emeri- 
tna  gewvrden,  gtiw  bq  mnen  te  'B-OmteniiBgc 
en  ia  óêu  den  ISden  Jnu  1908  oTerlede».  Hg 
echraef :  ,3«^chn  vit  faet  Terleden,  Bnbelei4i«  no- 
T«ika"  (1868),  „Lnei^piweL  Norcden"  (1856), 
.pJoier',  (1856),  „Uit  Jemi?  foren"  (1856),  „De 
«MwenMmde  fiiooi»i«ef6l^a^  t«  D«rT«nt«r" 
(1866),  ,3et  lereoi  'raa  Jcane  in  toooeelen  en 
Mhetoeit^  (1868),  ,4>e  segen  de«.  aaéetóoaia", 
„daadia  Prod»,  een  Tnnnrei4wc4(f'  (IST'l),  „Uit 
het  v<41e  mensebenhmn"  (1874)  ai  t^iijke  bij- 
dragen in  t^daehriften  en  in  de  EeikelqlEe  Con- 

Hsynlnrsn  Boioh,  Jlatthetu  wm,  Zin 
Botelt. 

Bsnltil,  ■/oktmne*.  Zie  Johatauê  de  Lapide. 

Banu,  Pieler,  «en  Zatd-NedeiiaDdeeh  eoirq- 
Tw,  in  I5S7  te  ijitweipen  geboren,  aüebttt«  er 
een  langen  tjid  Uoet«ide  Bchmd  >TOor  jm^ 
mei^jea,  Tefitisde  lidi  na  de  inneoing  der  atad, 
in  1585,  te  Piankfort  aan  den  llaui,  Yerrdseng 
te  Stade  en  eJodelOk  1>q  tjja  MfaoonBOon  t«  mar- 
Icm,  waar  lujj  'm  Febniari  1598  cnnleecl.  B^ 
wiireef:  ..Spiegtiet  der  Wen^t,  gbeetcld  in  i^- 
me,  wauw  letteriQ^  ende  figuerlJkk  de  gtie- 
eenbegdt  nKtmu»  ende  aerdt  tSa  landen  cnei- 
^A  afehebeeldt  ende  beeduefen  itopiH"  (2de 
dnA  ISm)  met  76  kaaitiew,  ook  in  bet  Franadi 
vertaald  (1595),  „La  TÏe  et  Ia  paeBK»  de  iémn 
Qiriat"  (1565)  en  ,Jje  miroir  des  Tenve»,  tra- 
lie eaciée  d'Holoterne  et  Jndith"  (1596), 

Heyiu,  Zaehariag,  een  eoen  van  den  loorgaan- 
óe,  «QStaeeiB  1566  te  Autnr«H»en  geboren,  ve*- 
tigde  lich  hi  1592  aic'bnekdniliKr  eerst  te  Am- 
Bteidnm  en  fater  te  ZwoHe,  wm  dichter  evemüs 

JTBder  es  een  goed  gnT«aT  en  cveileed  toot 
in  1038.  Yan  agn  geeobriltnt  otKomt  wg: 
,J)(Q  NederUndecfaen  iMKttapiegei  rn  löme  m- 
■teJt,  wuiin  dat  lettedj^  en<fe  ÜgaenMiek  de 
gMtgeaVbvjt,  aeit  ende  oatnre  rtat  de  Neder- 
undea  met  de  omKggende  rreimen  etaerlgek  af- 
gebeelt  ende  beHiii«T«D  ««#'  (1509),  „Triendlto- 
spiegel,  waarin  de  Uitorie  JoMinis  Boeotii,  de 


geatrft  wvidT  (1602),  „Peetapiigel  eni."  (1002). 
„Het  fraofattoMMel  va»  de  gonaehe  wemit" 
(1S1«),  „Ekoblemat»,  TObiDniriie  VTtbeddMlc  bq 
OaMMem  Botieoli^aom  eni?   (1015),  een  tsi- 


321 

taliw  Tam  de  „Semaine"  «ajt  W.  SaUugte,  heer 
du  Bartet  (IS21),  „Emblemata  enddtetee  cliies- 
tiennes  et  monlee  ete."  (162£),  in  doueitdeD  bm- 
dei  ook:  „Eteodtden-odhde, ofte E^ieghel der  jüi- 
eedocAteren"  en  „Sktne^pel  Tan  dedrr  hoofdeneh- 
™n",  „WeBwysw  ter  •aheh<grt"  (1629)  en  „Voor- 
beeldsele  oen  ende  wgsen,  -uTt  de  IndiecÉie  wra- 
ke OTvigbeset"  (1634). 

BeynB,  Maria,  omehred»  iet  jasf  1620  ge- 
boren, hield  faoar  iroiUgf  te  Scboonbcïeo,  T»Nn- 
de  haar  etq)  door  het  Iraen  der  wenen  Tan  Von- 
del, was  bekend  met  de  otMle  talen,  didibte  ook 
zelf  en  sdoeef :  .iBtaeaiiot  der  dooihiehtige  Toor. 
beelden  daer  ia  door  wan,  Tmemde  en  defl^ 
guduedeniesen,  teeringen  en  eigensohajipeit  aJ- 
W  dftt  deo  mencfa  tot  nut  en  Teimaek  -««rstitk- 
koi  kao,  te  b«ne(ken  ia.  Uit  de  «dirtften  Tan 
PbüiifipaB  Camerarina,  Uieliel  de  M<HktMiiie  en 
andere  aehi^as  gtArnkm  ea  TertaeltT  (1647). 

Beynshui,  ^orioniM,  een  NederiandMi  ge- 
DeertanKge,  den  Sslen  AfA  1881  te  Hconbecnt 
«dwren,  ootriig  ^n  tfmAog  te  Bamvvdd  en 
te    Amaterdhm    en  Itendit   £   faoogeeeluKrf    te 


eawitaditige  lichamen"  en  in  1854  in  de  seneee- 
knnrde  op  een  diwettatie:  „oiet  de  pbysiaoiieTer- 
kfaaïng  der  TMttgnnisohen".  Hg  Testigde  lieli 
y«Fn)gtaa  aJa  geneecbeer  te  Ametetdan^  waar 
ba  ia  1868  beDMmd  w«d  tot  hoogfeenar  inde 
p£;ièDlogi«  uu  bet  Atiienaeank.  Hier  Weef  i^ 
weifceaam  tet  io  '1886,  toen  lig  in  deiellde  be- 
trekking naar  Lriden  TertnA  en  aldaai  ign  >n4)t 
oaaTsaidde  met  eeo  oratie  „Of*  hel  tagenwoor- 
djg  afajidpnnt  der  ^jei^doeie  in  haar  Terbaaid 
mrt  de  ^neeakoDde  .  Ni«t  iMDg  daania  werd  « 
het  jkh^olocpaeh  laboratwinm  onder  ign  leiding 
Bebouwd.  Bg  de  Tierine  na  bet  derde  eeuw- 
leest  van  de  stkfating  der  Lridacbe  boogeMhoo) 
faieid  HeytUHtt  ^  rector  magnifieos  de  Eeeetve- 
de  en  tfitk  bjj  (Ke  ge1egenh«t  „Qret  de  leU- 
staodige  beoefeiüng  der  wetenaAap".  Van  iga 
geschriften  TeimeMen  wg:  „Voriagen  na  het 

Mwratoiiiwn  <te  Amsterdam",   en 

ItAoratorinm 
Senim  en  wer- 


pbjnuokgied) 

„Veielwen  yan  bet  flhiw^ogiscfa 

der  Leidsebe  èoogeecbeoT',  „Otm  8 


fssssyfitem"  (1878).  Hg  waa  ÜdTande  Eoniddfi- 
ke  Academie  Tan  WeteoMhaHten^  t       '     "- 
lamfecbe    Haateehw;^    v*a    Weten 


I,  Tao  de  Hol; 


ttaabdi  Oenootechap  b 
terdam,  Tan  het  6en«otechap  Tan  Oenee»-  ea 
Beeftande  te  AmaterclMn,  Tan  d«  AcadJmie  de 
MMedne  te  Pmmrf,  eni.  en  ridder  der  orde 
Tan  dien  NederiaoilMben  Leewr.  iEq  (weileed  den 
4den  Oelober  1885. 

BsTBS,  PmtL  een  DiritMh  eehi^er,  den  I^den 
Maart  IfëO  te  Bertj}ii  geborei^  beaoeht  het  Frie- 
Ai^h-Wilbebna^TmnasMim  Bet  ci«h  in  1847  ta- 
Bohrlrven  als  student  in  de  onde  letteren,  doefa 
bepaalde  tich  in  1850  te  Bonn  bg  de  Somaao' 
Mbe  taal-  en  Mtwkunde.  Na  igi»  promotie  In 
1862  deed  hq  een  reae  door  Zwitoeriand  en  Italil, 
em  Jo  de  boekergeK  OTeaUqbekn  der  Komaan- 
■ehe  leMetkonde  op  te  Bfotta.  Inmiddels  had 
hn  zdeh  reede  me4  net  treonpd  „Fraoeeeea  Ton 
Rimini"  (1860),  een  paar  Aefateiigke  Terhaleo: 


DigilizedbyGoOglc' 


,J>i«  Brttder"  (18S2)  en  „ünu"  (!852],  die  Utei 
met  de  „JAjUva  v&n  Soirent"  en  andere  venen 
ÏB  ,3Bnne«"  werden  opgenomeA,  &ls  dichter 
num  gemuit  In  Iwt  Toorjur  lan  1854  riep 
koning  Maximiliaan  hon  naar  HflD<:lien,  na&riM 
h^  n  hot  hnw^k  trad  «n  liob  in  de  hoofdstad 
Tan  Beiwen  Teèhgit,  die  ihy  eerst  enkele  jaren 
geledat  vorUet,  om  aan  het  GanWwnr  im  gaan 
wonen.  Te  Uflneben  sehreet  hg  19  txindeli  no- 
■relfcn,  n.1.!  .^owilen"  (1855),  „Nene  NOTdJen" 
(1858),  „Vier  neue  Noïellen"  (1859).  ,J*eue  No- 
wdtei"  (.I8«2),  ,^«anijr  Norellen"  (1804), 
„Ftef  nme  No.v«aeai*'  (1866),  ,JIo7eHen  and  Ter- 
Ènen"  (1867),  ,^oraIi»<*e  Nordlea"  (1869),  ,3in 
neaefl  N0i«Jl«ibn«*i"  {1S71),  „Nfloe  NoreJJeii" 
(1875),  „N«ne  moraliscfae  NoTeUen"  (1878),  ,J)ae 
DJufsn  aieh  und  andre  NoveËen"  (1879),  .J'rw 
Ton  F.  jMè  rSmiscbe  NoreUen"  (1861),  „Trooba- 
door-Nor^en"  (188Q),  „Vnrngesriwn  Woite 
nnd  andre  Novdkn"  (1863),  „Batii  der  Frennd- 
Mhaft"  (1S8B,  niwrwe  reeÉe  1884),  .^immlüdie 
and  irdiadic  Liebe"  (1886)  en  „TJUa  Faleonien" 
(1886).  Daarop  volgden:  „Dec  Roman  der  Btiifta- 
ikme"  (12(fe  dntk  1903),  „WeüuuwhtegcBetiidi- 
teo"  (1801),  ,M»  den  Votfoeisen"  (1^),  .Jn 
d«r  Oeisteiatande  nnd  Mwke  Spnkieeschkhten" 
(1894)  en  .Jlelowae  nnd  andie  NweBeO'"  (1895). 
Durnaaet  Terectiaaen  tdwmdetlak:  „Daa  OMHc 
i«n  RotbeDfanrg"  (5de  druk  1897),  „Sieehentiost" 
(18%),  „VMTatfoee  OHM.  BoMreni"  (1896), 
„Uinoertrea.  Der  Sohn  seineg  Vaten"  (I8S7), 
„Medea.  Ër  soU  dein  'Herr  «ein"  (ISSS),  ,J)ie 
Macht  der  Stinide.  Vroni"  (1899),  „Nene  MSi- 
dien"  (4de  ibtA  <1904),  ,JDer  Sdratzeneel"  (1900). 
„Novetteo  T«n  OardUee"  (lUQS),  .Jli-non  und 
andre  GeMhiehten"  (1902),  „San  Vigilie"  (1902) 
eo  ,3e]MDnUe«  Leben"  (1909).  Van  lön  dichter- 
ISke  -Toortbrengarien  noemen  wg:  „Die  Braiit 
«on  Cjpern"  ^856),  „TbdM'  (2de  drak  1863), 
•an  gediebt  in  9  langen,  en  „Sjritha"  (1367). 
Vhi  kt*)  dïmatische  verken  noemen  w^:  „He- 
leager*'  (1654),  „Die  StdMneriDnen"  (1859:  3de 
dru  1879),  dat  óea  door  konjng  ..  . 
iritgelool(fcn  prüa  lerwierf,  en  „Luihrig 
Bayer"  (iia62>,  (U«  noe  «en  aeadonisdi  karakter 
«fragcn.  Verder  sdire«  b^  o.  a.:  de  treurepeieu: 
,£liiabeth  Charkttte"  (1864),  „Maria  Moroni" 
(1885),  ,J)ie  FtUiet  au  Irland",  de  trwediea 
,3«driaa"  (1866),  „Graf  KOninmuk"  (1876), 
„Elfriedie"  (1877),  „Alkibiadea"  (1888),  ,J)oo 
Jnana  End<e"  (1883),  ,Ae  Bodiseit  aof  dem 
ATeptin"  (1866),  „Vanina  Vanini"  (1606),  ,J)ie 
Pomarina"  (1896),  „Dei  HeiUge"  (1902),  de  t«o- 
seelndea:  ,3aJU  Luie*-  (1866),  „(JoKwtr" 
(186^  14<Me  drok  1912),  ,f)K  GSttin.  der  Vir- 
nnitft"  (I87C),  „Ehne  «n  Elu«"  fIS75),  JXe 
Weiber  tod  Sebomdorr'  (1681),  ,J)u  Reefal  dea 
SUifcem"  (188S)t  „Getieonto  Wdlen"  (1886), 
,4)ie  Wei^tdt  6iloaH»"  (1887),  „Prinseamn  Sa- 
cba"  (18SB).  „Wt^tontRgang''  (1880),  „Kleine 
Dramen"  (1889),  3in  UberOaamger  Menecfa" 
(1890),  J}ie  BoUimnen  fiifldec"  (1S91),  „Wahr- 
beit"  (1892),  „Jungfer  Jnstine"  (1898),  het  door 
de  censQuir  vei^wden  „Maria  von  Magdala" 
(1899),  ,J)aa  Vei«chlaerte  Bi^  von  Saia"  ^1904) 
en  <le  Ufl^>elei]  „Gott  eeïtaiize  nüch  Tor  meinen 
Frannden''  (1888)^  „Ein  ind>eMhriebeim  BUtt" 
(1898)  en  ,J}«  Bucke^  Ton  ScUfM"  (1808). 


Dramatdscèe  Mbetaen  ml>  den  BjjbelMben  Ijjd 
ta  <de  Uaeeitke  oodbeid  gaf  hq  ia  .JlTtben  vmd 
Mysteriën"  (1904).  BKfend  snceea  heuien  geen 
dier  stokken  geMd  U«ci  was  mlks  li«t  geval 
met  ma  roma»,  iKe  «eel  bgni  TOiulen,  doch  ook 
lefendüm  tegen^raak.  Wq  wMmeD  „Einder  der 
WeH"  &  «Uo.,  1873,  25ete  4tA  19(»8).  ,Jm  Pa- 
radiese"  (S  éa.,  I87S,  15de  dmk  1911),  „Mer- 
lin"  (3  dhi„  1892,  5de  in±  1896),  en  „Ueber  al- 
len Giplehn"  (1896,  Sete  dnd  1897).  Nog  fer- 
Bohenen  Tan  bem  „JinwbnumeD"  (1875),  „Me 
Madonoa  j<n  Oehraid^  (l879).  „Der  Salamandei. 
Ein  TaMbnch  in  Teninen"  (1679)  en  ,3prueh- 
bOehleÏD^'  (1885).  Hy  toonde  zich  een  uittnaotend 
tvrtaler  ia  bet  „Spemieches  Liederhnoh"  (met 
Oeibel,  1852).  „ItaüenistdM  Liedeitmoh".  (1860), 
,J!)ie  glOckUclMo  Bettier,  nMHgenl&zuKaeliea  M&r- 
ehen  nach  GoMi"  (1867),  vertalingen  van  Oui- 
$eppe  Omêli,  Leoptrdi  en  Shiduipeafe.  Ook  bkH 
Muteren  achreef  hjj,  sooals  ,J)entficbet  NoveUen- 
eehati"  (1871  enz.  meb  Bermmm  Ktm  en  sedert 
1384  met  L  LoüImtI.  In  1894  krMg  h^  voor 
lÖD  dirainatisdie  werken  den  ScblUenr^  in 
laiO  den  Nobdprns  rvoor  Kteratvur.  Z'^  „Oe- 
eammdte  Weike  (nvredlen  en  romana)  veraebe- 
nen  ra  86  deeten  (1867— <19]2),  zjjn  drama'a  in 
84  deekn  (1864— .1903).  Zeer  intereaiant  aön  ign 
„JagenderinaenMKen  nod  Bekenntnisse"  (1900). 
Hü  overleed  den  2den  Afiril  1914  te  Manehen. 

Herst,  een  badpluris  in  de  Belgisehe  provin- 
cie Weet- Vlaanderen,  ligt  aan  den  mond  van  iKt 
LeopoPdkaimal  ld  de  Noordoee,  aan  de  anoorjijn 
Brwge— Hefst  en  beeft  «en  kerk,  een  büna  2 
m.  l^igen  p^r  en  laim  4200  iowoaere. 

B«yst-ap<deD-B«rv,  «en  etadje  in  de  Bel- 
^iecbe  provincie  Antiwapen,  1i^  aan  de  Nethe, 
aan  de  apoorlijnen  Aken — Antwerpeo,  Medieieii 
— ICegem,  Hejit— Weaterloo.  teH  bjjna  7000  in- 
wonere  en  betit  een  groote  veemarkt  en  een 
kaarsenfabriek. 

Hl&ttu  ie  een  Lat^nedh  woon),  dat  ga^ng 
beteekent.  Men  geeft  in  die  gratnmatiea  en  loe- 
triik  dien  naam  aan  de  opeemvolging  van  ktin- 
kera  aan  bet  einde  van  de  «ene  eo  den  aanvsoB 
vao  de  Tolgende  lettergreeo,  waardoor  de  mond 
geopend  bl^ft.  De  har&eid  w<sdt  eister  'ra  de 
meeste  tden  weggenomen  door  het  -voegen  -ran 
een  medeklinkcc  aebter  het  eerste  woord,  of  door 
het  aldaar  weglaiteo  van  den  klinker,  of  ock  door 
samenameltiog  der  beid»  künkere  in  de  nitepraak 
(lie  Krant  en  SfinsJ. 

Hlawattaa  ie  de  aaam  fan  een  mythiadi  oo- 
peitioofd  der  Ononhga-IiKUanen  in  de  I6ae 
eenw,  den  slietitei  vao  dte  „Bood  der  -vqf  na- 
tien"  (Mehwak,  Oneoda,  Osmidaga,  Caynoa,  Se- 
oeca),  te  lanten  IrekecBea  «naamd,  waaiog  ueh 
later  de  Toakakon  ale  letae  natie  aanstotüt.  Hjj 
ia  <le  beid  van  LonghUoui't  eeQknamïp  «pos. 

HlbbartlA  Rob.  Br.  is  de  naam  raa  een 

{^antengeelaobt  nit  de  familie  dkr  DüleMoetéUt, 

ait  70  soorten  bestaande  en  geheeten  naar  Qtor- 

Bibberl,  een   Bogelacbe  flui 


welke 

•onniüge,  looale:  B.  dmttüa  Boh.  Br.  ra  H. 
volubiSu  Andr.,  tot  de  sierplanten  behooreo. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BIBBBBnU— mCKS-BASJA. 


323 


Het  lijn  altgctgroe»  gswaesea,  ^  dea  wintMt 
«ea  tetEmerktoni  wieiaeheii  yta  i — 6*  C.  De  ver- 
meerderiag  g«*diMiH  door  BtcUen  ia  leer  lan- 
«Kgen  grond. 

BlbtMrt  LeotnrM,  Bo«mt  man 
KMÜng  Tan  fretnuebanpelöke  tuoidiaebtm 
wMPTOor  in  IM?  «kor  BoWl  ffiUerl  een  etRch- 
thtt  18  gemattt.  De  stklrtia^  rteft  lieb  ten  4od 
de  MwrderiDB  ftm  de  kMniB  en  de  ireteMcheg 
THt  den  codsaienet  in  dm  nüfnetot  an  en  irq 
vftE  dke  keek  dI  riefatnig.  iDe  rji  tmi  Tooi-^adi- 
t«n  werd  in  1878  gecmnd  door  Max  VttUer, 
tnden  er  ook  op  A.  ïumen  en  J,  Kwptr,  Ook 
het  Atb^t  Jownwl  bent  ^ntAutiee  la  bown- 
eoMdmiTui  ^«eet  en  ie  liet  ^«kcbnft  vaa  de 
Trijere  liefatiiig  ofi  tèetdogteeh  g«bi«d  in  Ei^e- 
Und, 

HllMmla.  Zie  Briftomta  en  Oroot-Britlan- 
friS  en  Ierland. 

HllMmlsohe  •llfttideD  "vonDen  een  eilan- 
dengroep in  Oeeanie,  wAie  dch  ten  N.  O.  ran 
Nieorw  Hecklenlmig  ia  A  kogte  nitetrekken. 
Het  ign  alle  booge  eilanden,  waartoe  o.  a.  St. 
Matttuuellanl  Gardnereilaoct,  Qerard  de  Nn- 
eilaJid,  4le  Anuiovf  Caens  en  VonnerainmlaDMn 
*~igflO  ook  de  Terdei  ooetwaade 


rolgene  i 
plegen  Feadeilan 


._  _8  aaecD  tan  een  plaotonge- 

«lactit  vit  de  familie  dw  MidMeet»*.  Het  oodei- 
•cheMlt  dek  door  «en  veeMadig  onnrindae]  nad- 
om  den  k^,  door  5  itölen  en  een  ft-hokkige 
doonjuohl  Het  omTat  kraiden,  beesten  «■  boo- 
men  nit  de  kecikiingqgvweeten,  met  groote, 
meMtal  gdtMe  bladeren  en  fraaJe  Uoemen, 
waankiot  tg  ook  als  «ieifilanten  in  tiek  i^n. 
Tan  de  150—200  eoortm  noemen  wg:  ff.  Abei- 
MoaeAiH  L.  (i!e  JMuwmAiu  fcorrsla  en  -tndt), 
H,  «iwMMieLfc«t  Ottoi,  in  Montevideo  «f» TOflh- 
toge  plaateen  groeiend,  «en  nertjlke  plant  t^ 
hoogte  fM  ]*/i  m.  met  sroote,  pneèbge,  loode 
Uoönen;  B.  etmnoMinM  L.,  een  eenjarig  plant, 
die  w^oiB  haar  inniacbtige  bladeren  in  Ooei- 
IndiE  al*  groeirte  wordt  aangdtweekt^  tepw$ 
1. . :»._  j._  __^  fliWieMMMit 


Bomhaghttmev,  batürdluU  enx.  in  den  bandel 
komen  en  in  EogduMl  tot  bet  lerraardiMa  vao 
ieow  gebraikt  iroTden;  H.  dfptahu  L.,  een 
beeeter  Tan  3*^  o(  «en  Iboom  van  5  tot  7  m. 
hoogte,  wieoB  Dladefco  «n  bloemen  wegene  de 
rinmerige  eigenschappen  <n  de  AzriJHe»  op  dot- 
gel^  wj^  jTObnitkt  worden  ak  de  beemaliwoi- 
tde  b^  one;  ff.  etexlenfw  L.,  dh  m  Intfil,  Toorta 
is  Atrfta  en  8;riB  gekweekt  irordt,  waar  men 
de  gmote  doonraehten,  in  Indie  okro  of  gombo 

Snoemd,  aJe  groente  to^ieédt;  ff.  grmd%fhnu 
lelt,  in  OeoigiB  en  Fkrida  groeiend,  met 
liobtroode  bloemen;  B. 'maeulatHi  Deef.,  op 
«f)  iQalti^  waar  men  nit  de  bladeren  een  Terfris- 
•ebenden  (frank  benidt;  B.  mutabüU  L„  in 
Ooet-IndiS  te  binden  en  4  of  5  m.  boog; 
jtMmu  L.,  in  OoatJndlfl  en  Cblna  1i 
«en  pra^tige  ^eiplant  met  opgaaiLden  «tengel, 
iiitgetpi«ide  l«Uen,  ^mode,  geepitste,  geaaoig- 
de,  aan  den  voet  ga^aodage,  onbebaarde,  nn 
ttoren  «lanig-gioene  bladeren  en  fraai»,  donker- 
roode  Uoemen.  Wortek,  liloemen  en  bladeren 
wardfcn  ap  der^ie^ke  w^  in  db  gcneeekitiiide 
gebrnftt,  ala  ^  der  lUbMaortAn  in  Bnropa, 


temröl  men  in  Ooat-Iodt  de  Uoemen  tot  soho»i- 
xneer  bedgt,  wediahe  de  inJbndsrs  ze  kembang 
tapatoe  noonen;  H.  spiemJen*  G  r.  van  Anstia- 
lifl,  met  een  groenen,  nontigen  itam,  met  haar- 
tijee  bekleed,  nier  en  dtwu-  met  reefate  sUkeb  ge- 
wsfiend  en  met  rozenroode  bloemen  Tertiero; 
ff.  trüobtu  Cav.,  op  Haltij  een  boompje  tec 
hoogte  van  5  m.  met  fndie,  eebotlakeaRiode 
Uoemen;  en  B.  mowAoJus  L.,  een  «ravblfivend 
kraid  in  Canada  en  Virgiiua  met  eironde,  lang- 
Mipitota,  geuu^^de,  van  onder  viltig-grifH  bift- 
deren,  salmgegioeide  bhd.  en  UoMutden  en 
zeer  groote,  witte,  aan  den  voet  parperroode  Uoe- 
men. Voor  den  tninboBw  cgn  vooral  wegene  hun 
boose  eierwRMde  vanbdang  ff.  flamntowt  Japan 
en  B.  tyriaeuÊ  L.  uit  Sjm  met  venelüttende 
tuioTonnen,  waarran  de  mooiste  nin:  ff,  8.  ttort 
pteno  en  ff.  8.  nmuneNitftonu.  Bovendien  cf}n 
nog  bekend:  ff,  purpureut;  B.  tfeaomu  mbtej 
B.  TamMeiditlonu;  ff.  totut  ofbiw;  ff.  Itoftit- 
iii;  ff.  patmUUm»;  B.  eodêttiêi  E.  tidaeau; 
ff.  oMmowie  /lorw;  ff.  iifrani6eNe;  ff.  eomtUia» 
flonu  an  ff.  eJe^mitürimtie  als  sieHQke  taiBm>r- 
men.  De  Tionn«eMenag  geedu«dt  door  uaUng; 
van  de  vaiifiteiteB  door  entmg.  Ze  groden  bet 
bette  ki  half  eebadaw. 

Hlokook,  Laiaren*  Perteut,  een  Ameii- 
k«anaeh  wjjoMer,  den  Sftelen  Deeember  1796  te 
Danfawy  in  Oonneettent  eabuen,  ontvjog  i{jn  op- 
MdiBg  aan  bet  Union  CoUege  t«  ScbMwetwi^, 
waa  van  18S0  M  1836  godsdienalleerau  te  Kent 
in  UtebfieM  in  Oonaeetieatv  werd  daarna  pro- 
lewoi  in  de  tbeokgie  aan  bet  Weet«n  ReMPre 
College  tn  den  staat  (Niio,  in  1844  aao  het  aemi- 
narinm  te  Anborn  (New-Tork)  en  in  1853  aan 
bet  Union  College  waar  bjj  kter  met  bet  voor- 
zitterwA^  werd  iMkleed.  Van  i" 
noemen  wg:  „RaUtmal  f  '  ' 
ral  aóenee"  (1858), 
(18M),  ,3ation^  oobb  , 
and  ereation"  (iSïll)  en  , 
(1872).  Hg  overioed  den  7den  Mei  1688  te  Am- 
horat. 

Blokorr  M  <*>!  nadere  naam  voor  Corya. 
Zie  aii^r. 

Hloka  B«aoll,  sir  Jfiekoel  Sdmtni  bant- 
net,  een  ËngnMi  etaaitwnMt,  in  18S7  1«  Londen 
■reborei^  rtndeerde  te  Oxford  en  werd  in  ISH 
Hd  Tan  het  I«gataie,  waar  bQ  lot  de  eoowma- 
tisrcn  behoofde.  Tan  Maart  tot  Afagnetoe  1868 
was  hg  eeeivtarta  van  bet  AnDenweoen,  tot  De- 
emiier  van  dat  jaar  oaduetaalaseer«ta»«  van 
Binnenlandsehe  Zaken  en  trad  met  Diiraeli  af. 
Toen  dne  in  1874  weer  md  bet  hevdaii  kwwm, 
w«d  fftek«-B«aeA  »eer«tame  van  lerlaod  en  in 
mimster  vao  Et^niln.  In  1860  week  bf 
Qladgbme,  doefa  werd  in  1885  in  bet  mi- 
niaterJe-Sotisbwy  k>rd-ksneejier  en  leider  in  het 
LageitmieL  In  bet  ktbpet-OAiirekilI  ^1686)  waa 
by  opper-aeeretaris  voor  Ierland  In  18S7  bedaaÉ- 
te  bq  wegens  «en  oogiiekte,  docfa  in  1868  w«rd 
hij  weer  minieter  vao  BantM^  wat  bj}  tot  Angna- 
tü  1898  bleef.  In  bet  derde  iDioisterie-&i/ufiwy 
was  bj}  kaneeüer  en  «en  der  Hrrioediiikate  teden. 
Het  Salübury  nain  hQ  in  Jvb  lOOS  ontshg.  In 
'406  wenl  bg  pair  van  'BngelaiidL 

Hloka-Paaja,  WiUiam,  een  Bni^ad  officier, 
in  1880  geboren,  trad  meda  vroeg  in  Indieehen 


DigilizedbyGoOglC 


324 


mOESJ'A&U-^HIENVONia. 


ddraat.  Toen  m  d«D  winter  tu  1382  «p  1883  4t 
EgTptiadie  regeering  xJeu  opfttMnJ  Hi  den  Soe- 
^n  nwt  betBuf^o  Jcon  zónd  bet  Bri4Bdi  be- 
stuur bem  als  cbef  T&n  <I«d  staf  dMufaeeo.  Hq 
bereikt*  Obftiioem  •Jen  9den  Muit  '1S88,  oiga- 
jüwerde  een  leMttjc  en  voitrok  met  stoMDboo- 
ten  aur  Oawa.  Hü  Tentocg  deo  SSüten  isril  bq 
MoFiibiA  4£  000  Anftu«elte  miten  en  beeioe  m^ 
een  gedeelte  ^ner  troepen  terog  na«r  CtMtrtosn, 
d»t  Tan  ÓB  zv<je  tmi  ë)  (Aeid  iteiruai  «eid  ^ 
beraikte  de  stad  tegen  «inde  vu  U«i  en  weca 
ht  ADgiia(4u  1868  tot  ofipeilMrTdbebbeT  der  Egjip- 
twdbe  tnMpen  in  Soecnn  beooemd. 

De  cfaSuti  bad  lidt  innóUeli  nitgchrnd  Het 
kg«i  Ttn  4«n  JTaUJ  (aie  (Umi)  tnA  hem  ïd 
het  nüHen  T&n  Oetober  ntt  Obeid  te  MDoet. 
Den  leten  Hgnenber  m»  Biek*-Pa$ja  tot  Obek) 
«•iikderd.  Bq  vMvioe;  de  loaitioM»  tbb  den 
JfoMt,  maar  werd  den  Sden  NomnÉbec  Mj  <Hel- 
beie  en  Kaagil  dooi  de  orennMbt  oirenoóipeM. 
Na  een  btoedigen  ataji  «tenTelde  Hiék*-Pa»ia; 
ign  gebeele  legei  werd  in  de  pan  gehakt  en  net 
geeefant  y]A  in  èanden  der  ogataüMugen,  die 
60  000  man  irenloren  hadden.  1>dof  dne  owjwin- 
ning  waa  de  Mahdi  befaMraoher  Tan  den  Soedan 
gewoa3en  en  het  graag  der  Eg^tüehe  mgeering 
v«mi«ti^ 

Hldalro,  «en  Mexiaunsóhe  etaat  taaaiben 
19»37'  (B  af»  17'  N.Br.  «n  98»— «♦  56' W. L. t. 
Gr.,  tolt  op  2S  170  t.  km.  (1910)  «41  895  inwo- 
nen, ffiï  MBTat  «en  deel  dn  Ooatelüke  Sierra 
Uadve  et  ]i«t  1500—2500  m.  hoog,  ^êt  ia  dra 
Cem  Canjando  tot  2890  m.,  aMMkt  er  Ujaa  alle 
Uimatei  Tooriuimen  «a  de  ToorthrengseleK  wttt 
itTadUümi  ün.  De  g«baigt«D  lön  oog  didit 
begroeid  de  dalen  yroohtbaar  en  loreren  mala, 
boksen,  gerot,  affaven,  peper,  katoen,  aardinpe- 
kn  ens,  D»  mqolMDiT  levert  ^ooraMoriök  vint, 
lood,  koper  en  üaer,  In  de  etedeft  T-indt  nMi 
eenig«  katoeotabrieken.  De  boolditad  ii  Pacfanea. 

BliUlvo  (itt  het  fiortugetaefa  Ndiago)  noemt 
men  «en  Spuoaeh  ot  Poftngeeach  ederaan  der 
lagere  klaeee,  daar  het  woord  «igenl^  aleehta 
r^g^toren  beteekent.  Tegenwoordig  ijjn  vt 
hfombdffo  de  nalvralexa,  die  don  adeT  tmi  toot- 
TkdBTMl  geCrid,  M^fotdalgo  de  primUgio,  dinhem 
TCikregen  of  ^oeht  hdUwi.  Wat  fran  reehtea 
betreft,  staan  ig  op  Mn  Ign  met  de  eabaHeroi 
(riddera)  en  eieudaroi  (scUMknapen).  De  Toor- 
rang  woi\lt  toegekend  a»n  hqosd^go  de  natura- 
leia,  doch  zn  onderlcheiden  lidi  iweinig  Tan  de 
aamieDlgke  4)iugsn,  toiBq  se  op  v^aSma  ateu- 
nen.  Vele  hidalgo*  hebben  een  bnngeTtgk  bedr^f; 
idfs  THidt  Bueo  onder  bMi  tah^  berfbergfeic 
KonJnkljaw  en  roiat^e  odelknapeB  dragon  io 
Spanje  den  tftel  van  SeHor  Hidatgo.  Te  &ikid 
beotaat  de  adtü^Pn  Kamer  Cuerpo  eokgiado  de 
eabetterot  k^otMgo  oodei   voonaitterKUp  des 

HldalvA  is  een  otids  HexieaanMbe  gooden 
miMVt  ter  waarde  Tan  10  peeo's  =  ±  25  gkL  Ze 
i«  bg  de  Unntwet  Tan  den  Oden  Deeeodwr  1904 
a^web^t. 

Bldalco  ds  Pural  (Sm  Joei  de  Paml), 
een  atad  in  den  HexLeaanaeben  staat  Cbiboahoa, 
beeft  lija  njke  ^PKta^aea  en  (IdlO)  15  278  in- 
of  HiddmuBe,  een  eikad  aan  de 


weetznde  tso  het  eiland  Bflgen,  ia  18  km.  Isn^ 
en  Oi5  tot  it  km.  broed,  heeft  «en  faenrel  ter 
boogte  Tan  70  m.,  een  leotal  bnnrten  en  oiig«- 
■WKt  750  ioirooero,  sYeeet  viaacben.  Dit  eilud, 
in  1908  door  «en  atonn  Tan  BOgen  gewfaiden. 
beeft  ia  1867  en  1872  door  waterrloedan  reel 
gdeden.  Zelfs  werd  in  eentgenoond  jaai  bet  la- 
ge luideijik  gedeelte  ^tsb  bet  oTerig  gedsdte  ^- 
•obeidea. 

Hlde,  een  fhwdadiB  maat,  ia  100  aei«B  = 
40,467  HA  erwt. 

Hldijr,  «•>  ook  Uadün  SaM,  een  oode  rnl- 
nenetad  in  Aiïibië,  ligt  aan  den  atiaahreg  tan 
DunaaoH  naar  Mctta.  In  den  tgd  na  FMe- 


manu  waa  «  een  booddstatton  irsn  den  ^ond-  en 
wieroakbiudH.  lAter  wiHdui  dooi  pelguma  op- 
»eid>am»I»  berkbton  orer  wondeibaac^o  loi»- 

feboDiKn  >Tenpi«i4  ^  Mhter  door  Dougkt]/  in 
978   wordot   tegeoMpmkon.   H^   Tood  ia   de 
laodrteeiicataen  ueeote  100  graftvneta  mcit  op- 
Bohriftoi^  terwgl  de  «tad  slechte  uit  eenige  om- 
maoide  dmpui  beataat. 
HldBjn.  Zio  Hedtjra. 
Biel.  Zie  Hovlaii  sèUp  en  Somdlumt, 
Hlal,    EnumtiBI,  een  Vliasnaah  dicbtec,   den 
aOsben  Mei  lëM  te  DeDdermond»  geb«wan,  w^rd 


ude  gebw 
•cbooT  itei 


na  hot  Teriaten  dar  gtmeenteocbooT  iteeBlwvwer 
en  dawna  onderwjJKfi  aan  een  koBtiabo(4  te 
Bnaeel.  Wddta  «cbtor  vertrok  1^  ale  opaiohter 
eener  katoenpuuuqj  naat  ün  eobootteetad, 
■tiditte  er  Ternolgens  een  boekltanaei,  ifeeh  on- 
.dMToad  wMiMg  Toonpoeil  aoodat  hg  to  Bmuoel 
de  botvAUog  Tia  tolMHnbto  aanvaardde.  In- 
middele  had  £^  üdi  door  de  nhgwre  tgoer  „Loo- 
T«ifceDa  hö  oooe  •tanbioedeu  do  Hoogdoitacben 
gepinkt"  (1857)  al*  dMiter  bekend  gemaakt  en 
wröd  gepkatit  op  een  der  bnreaaz  ran  Biuen- 
taBdiebe  Zaken.  Daarna  volf^de  ^i  beaoemiiig 
tot  bibliotbeearia  Tan  het  Nnxnib  m  ihnn  iwin  te 
Bmaeel  en  ieNaar  in  <)e  declamatie  aan  de  Ko- 
iHiriclqke  muwkBchool,  Van  ign  Tcrdere  weiken 
noemen  iwö  de  cantate  ,J)e  Heldenatam"  (1859), 
do  bekroonde  bjmne  ,4>e  WutdT'  (1864),  de  ora- 
toria ,J.nciler"  en  ,J>e  SdieMe",  beide  door  Sa- 
noU  op  mmiek  gebracbt,  „Vcgbeidbnunt", 
„Promethooa",  „Era  Uoteto  M■nHtraal'^  ,i^j 
Ibcbetb"  (18S3,  mukk  ran  «o^M«mw)  T«ider 
„Isa"  (leeS),  „Ala  Haaean"  (1S09).  „Breidel  en 
de  Coimk"  (1876)  en  bet  lyriaeh-^kamatiaefa  ge- 
dicht „Jaooba  Tan  Beieren"  (1880).  Het  bdaog 
rijkat  nja  de  soiver  IvriMbe  geAehtea,  sooeii 
„Nienwe  Liedekene"  (1661),  „Oedicfatra"  (1868), 
„De  befde  in  het  >VTen"  (187)),  ,^iedemn  en 
eeiaogen  loor  efoote  en  Uean  kindëien"  (8  din., 
1878),  „Hivton^che  geaasgon  en  TttdMlandeche 
liederen"  (1885),  ,jMnodnmra  «n  andose  ge- 
diebten"  (18%),  „SjmiliaiüeaD  en  aaien  ge- 
laj^en"  0894)  ra  ,3en>roodb»ii"  <1807).  ^a 
geismeiU^e  werken  ToraabeneQ  onder  dea  tild 
„Vdletfige  dR&kwvken^  (3  din..  1886).  Bkt 
overleed  den  27Bten  Aogwi»  1809  te  Sdiaer- 
boek. 
Hiellnc  Zie  ffouten  icXif  en  Romttoat 
HUnfonir,  kener  «rea  Cbina  nrt  de  dj^lR 
Teing,  was  de  4de  «oon  nan  k^aer  Too^mij, 


tong  (=  Tidbmd  *an  Mgeit),  den  tnxn.  Hj 


DigilizedbyGoOglC 


H1ENÏX>N<3— HtBRO  II. 


325 


nuNkto  een  eiii<k  aui  de  ataatfamde  iqim  vaders, 
die  <fe  ilahiïtiiig  dee  rijke  dmt  de  ^de  ma  Bos- 
laDd  tiMbtte  op  t«  bcow,  en  imoonaaktB  Att- 
dooi  een  TcdkÉboiragiiig,  mdie,  vm  de  jKxyria- 
eie  Ew«i>g-«i  arbRuade,  eadeT  leiding  tu>  den 
pr«teit4eot  Tmm-Ts  weldra  een  gTooten  didtui^ 
Tsikneee.  lEen  (onahig  op  het  krT«ii  van  den  kcn- 
Mi  in  JoH  18&1  DM  oomak,  dat  IS  muidanj- 
jttai  inet  hu  faoiageamiKin  werden  ter  dood  f«- 
braeht.  AUe  geneTiRlt,  die  een  aUg  tegen  d«  <w- 
itütdeliDges  itrioren,  wwdon  ereneene  gedood. 
Den  tgd,  dien  de  keöoer  ivu  s^n  nrt^unriigen 
bieU,  faeeteodde  b^  mo  bet  miwaBrdiKea  van 
««ot  g«#«bt,  wMioD  de  faehfendftden  van 
Iwt  TatrakijjgsiM»»  (h-loK-Tai  Terikew^t 
wfcdeo.  IBi  werd  in  1656  ia  «en  oMloe  gewft- 
keld  tegen  Fïankiöfc  en  ^Engeland,  wette  twee 
Janr  lal«r  met  den  vrade  "na  Tientnn  eindigde. 
H$  «oUeed  eriiter  niet  aan  de  gevtdde  foorwmt- 
dól,  loo&t  de  oorlog  opmeaw  «ittintidde  en  Fe- 
fciog  tol  1960  iaseiwaien  weni  De  keiaer  waa  in- 
middels gvrinoit  CD  otedbed  ta  Te^t  des 
22Bt»  Aivut»  IMI. 

BUmetmB.   Zie  Bamk^eruid. 

HiSrapoUa  ie  de  uaMn  van  veteciiiUeDde 
steden  der  Ondbeid.  BAnnd  m  bet  Phrjgiaciie 
Hienpolia  aan  dea  Ltcds,  een  mrirrier  tmi  den 
Maeaoder,  tegeatmer  Laodieea,  Oeat  j^aat*  was 
aan  Cf/bele  gewQd  en  was  beroand  wegens  haar 
dinipsteeaimune^  ahmede  wegeoi  ut  Hato- 
niDU,  een  Ueine  gi«t,  waaioit  scfaaddgke  dam- 
pen «preoen.  De  aposM  Poultu  etiefatte  er  een 
GhitetdHke  g«meente  (Octos.  4  :  18).  Urn  riait 
er  nog  oe  boowTallen  Tan  een  s^oawborg,  Tan 
baden  en  «sa  een  gTomadiun.  Hans  veilteft  w 
licb  PaoÉboti-Kahéei. 

BUrofoHt  een  stad  u  het  Syriscb  laadtaliap 
Cjn'Assnea,  -was  bcnxotd  door  den  iKemt  der 
cöifiD  Derieto,  niet  piaehtiae  tetn^  aanuenljj- 
■e  i^dooHneit  baratie,  welke  Oraisu»  phiDder- 
de.  Zji  WM  «()  den  weetejijken  oever  fui  den 
Enfraat  dooi  Ogntê  geatieat  en  droeg  in  bat 
Oiidudi  4fen  Daam  Bambjee.  Ai»  een  groote  en 
Tolkiqke  plaats  weid  ig  door  Ootultmtgn  den 
Onolt  M  bootdetad  iêi  ni«Dwe  pnniiKw  Bn- 

Ctenais  nduxren.  Daarna  kwam  ig  in  t«iit^, 
werd  door  JiutwoHU»  weder  eméboawd. 
Latei  eebtei  is  ^  wederom  mmtUen.  De  bonw- 
vaBeo  tindt  men  t^  bet  bedendiagscfae  Boem- 
boedaj. 

BUrarolils  is  eigenlgk  de  teebnisdie  term 
lODT  de  inwuKfige  onnBieatw  van  de  R.-Eatfao- 

„_^_  =-__^    „'S     -Smikt  men  eAter  het 

r  aandaiiifiDg  tu  hei 
Bysteem,  AJt  de  R.-Eattwlieke  SeA  bet  jinabe 
oordeedt  m  haai  TerfxmBiig  tot  den  staat  «n  dat 
bet  scSmfut  gaformdeerd  is  in  de  ba)  „ünam 
Sanetam"  vaa  {laos  BonHaeiut  VUL  De  madit 
des  paoaen  soowd  nrieatarlöke  i^  koninUqle 
heett  ^D  onmidddlönn  oorspiong  bij  Ood.  Alle 
andem  madit^  b^r.  die  vaa  den  keiser,  is  a^e- 
leide  maditL  De  staat  ds  idfetuuQgJbiaDCD  Ae 
grenien,  die  de  Keik  bem  unwjjst.  B^  ia  «ndei- 
geediikt  aso  de  keik  en  TeipUdLt  met  iqh  tnaeht 
de  kok  te  dioien  on  de  eenheid  des  ^eioob  te 
bandbsnen  «n  de  kvfee^kA  geneditiRfaeid  tot  uit- 
TOeiing  te  bieogen.  De  keik  heen  da  maebt 
staatswetten  <|t  \f  beHén  sn  vonten  ssd  te  wq- 


zen  od  af  te  lettesit  Deze  oude  leer  wordt  in  den 
tegenwoordigen  tyd  niet  meer  in  al  zgn  sebeiipte 
door  de  iieA  g*t»ndh«afid.  Men  leert  na  nog  een 
indirectie  maebt  orei  w«iieldiKhe  laken  door  de 
keiklea  uitgeoefend.  Editer  ahn  deaa  beperkin- 
gen een  nitrioeiael  van  de  IjjaMmstaadigbeden 
en  het  volle  lecbt  tq»  de  lüBiaiehie  is  dawiMst 
bl^rcn  bestaan  eo  o^  bjj  gcdegenbedeo  meeima^ 
len  nitgesproke». 

Zie  i«Tdei:  bet  vtikri  Kerk. 

HlAratlsoli  nolulft.  Zie  Hiëroglypfien. 

BUro  X,  tiran  vsji  Syrscuee,  verkreeg  van 


I  476 


Cbii.  de  beeieohap- 
"     "■     opvolger    ■ 


'aaae  ca  Ft^sMl  nit  boa  steden,  gaf  aan  Ka- 
tsna  den  naam  van  jtetoa  en  lood  een  voiks- 
plantiag  daaibeen,  die  «renwol  door  de  toothu- 
lige  bewooeM  mdMm  -weid.  £en  overwiruMng 
tei  ue,  door  bem  «n  de  Conuoen  in  476  op  de 
Etraseen  bebaald,  benoolde  denn  tss  de  opper- 
beeiscfaam  «p  ds  IlfnibeeiMefae  Zee.  In  472 
braebt  bg  TArwtdoNS,  tiiaa  van  Akngas  tot  on- 
derweming.  Hen  heen  bem  geprezen,  omdat  bij 
de  diebIkönBt  booosebatte  en  Spiebarmiu,  Smo- 
mideê,  Aatehybu,  oaeduilidu  en  Pindanu  san 
qn  Bot  lim,  Modat  leUs  Xtnoflum  Ln  igo  ge- 
eebiift,  „Hitao"  getiteld,  bem  ea  SitnoniSa 
ipMkende  ïa*oeri^  cm  ornr  de  tigensohappen  f  ai 

_._  L__.. .._,.    .  ,Hij  oferèaed  in  467. 

a  zur  Zeit  des  Oelon  nnd 


wawna  bet  Ündl  volgens  de  sage,  « 
door  bj}en  ^annd  wm^  <>it  weJke  o_ 
den  men  igo  toAofPstige  ^«wlfadd  v  . 
Hg  gepoot  nu  een  «orgr^dige  «pmediig  an  wwi 
afeb  tgdcos  de  woelinnn,  dh  na  den  aftoebt  tu 
koaiag  Pfnhv»  <f  SioliS  beerscbten,  tot  de 
hoogste  waardigfaeBd  t«  vetbedfen.  Na  de  bedis- 
sende  nedertaag  die  b^'  de  Uamertqnen  toebracbt, 
riep  het  le^r  bem  ia  264  tot  koning  nit.  Toen 
de  Uamertgnen  door  de  BcsnedneD  werden  fagg» 
stun,  Teibogtf  Biiro  «eb  met  de  Kartb^cm. 
Hg  werd  dooi  den  emeiil  Appiuê  OknidtiM  vei- 
slwea  en  in  Sjrmense  belegerd,  boowel  la  vei- 
geeta.  Toen  echter  in  263  Vatemu  Mosmhis  bem 
met  een  groot  legei  beAtetede,  doot  bg  een  15- 
jaiigen  nade  met  Bnae,  die  .wefcene  ign  tron- 
wen  bjistamd  in  248  ia  «en  eeuwigen  verandsid 
werd.  SiSro  bsMcht  Rem»  in  337  en  sehook  au 
bet  Someinegbe  nik  200  000  scbepeb  graan.  Ook 
io  den  Tweeden  ParüedieQ  «ftiiog  was  hq  een 
troDw'boM^eiioot  der  Btxneinen  en-  onderatann- 
de  b>at  met  gdd  en  met  troeipen,  en  toen  bg  na 
de  nederlaag  aan  bet  l^asimeenedte  Meer  bet 
gooden  standbeeld  van  de  Godin  der  Overwu- 
moK.  130  kg.  awaar,  naar  Bome  sood,  ward 
Eotte  alfl  een  ^netig  vooTte«ken  bssoboawd.  Hg 
omerleed  in  21S  in  den  ondeidom  van  90  jarMi, 
Dasi  ijjn  loon  Qebm,  een  vriend  der  KaïMiBgen, 
voor  Mn  gestorven  was,  weid  bq  Opgervdgd 
door  njn  kletnaoon  BiBmqimut,  die  aan^ndsde 
1^  lier  Eaitfaag«n  kooB,  aeh  door  ign  brasse- 
rg  en  wnedbeid  gehaat  maakte  en  ceeds  in  212 
door  saamgeoworeneD  -rermoord  werd.  fltfro  was 


DigilizedbyGoOglC 


mÈfiO    B— OI^bOGLYPBSM. 


een  uitmontend  ikoniug,  die  door  ucbtooedifr- 
beict,  wjjitMid  en  veUüiglieid.  <le  lidde  dei  üv 
eeoBteaea  T«rwied.  Bg  beguiwtigde  wMwd  <l«n 
SuidiKMMr  «h  koMten  «n  mtoMetufpen,  Areki- 
mttU»  btboarót  tot  s$n  Trinideik 

Zie:  8ekiMKf«nnr(A,  Hiêron  Q  tou  StrAvi 
(HeiÜBeiwUdt  1S61}. 

BUroohloa  Ch».  (HtmMgnu}  ia  de  mam 
van  een  pluteiig«eliicht  oit  de  hmiUe  der  Ortu- 
MM  (OnMMMeeit).  Bet  ODdMxheidt  ueh  door 
^«ion    eMDensednikte,    S^tloeaige    Umcq- 

Öjea/De  taree  sgUoemen  ign  mannd^  «i  S- 
nig,  de  uiddelMMai  k  tweeilHblig  ea  24n1- 
nai^  Da  belkkijjee  sja  mw*^  en  bet  ondente 
krooikafie  b  «BgesMld  otlieèft  «en  korten  top- 
«f  rugfiMki  Het  IwTeiiete  krooDtatfje  Ak  mut- 
seüke  Uocowb  beeft  «en  ditbele,  dkt  dei  twee- 
■boiUee  een  «nkcle  Uei  Vu  d«  eoorten  mm 
wj}  het  htmiggm  (B,  oiorata  WaU),  ook  in 
köd  MS  «nteifcmlen  en  ofi  Toebtige  pUktoen  in 
weikilden  te  Tindeo.  Doe  pknt  j»  omb^rrciMl, 
faloNt  teeib  in  Uei  «f  Apól,  heeft  glu^,  bnii- 
■e  Uotoijpikjee  en  luwwidige  bUderan  en  *er- 
^)reidt  by  bet  dngen  den  geur  nn  tonkftboonen. 


tbjnit,  litei  tm  Aieuadril,  ^MOtde  keiaer  IMo- 
ekficntM  a«D  tot  de  *era>lgiav  der  CSirietiunn, 
welke  idMta  gmep  is  S02  na  Chr,  IVrt  d*t  doel 
verrWdigde  bg  «en  geaebrift,  betwelk  one  ech- 
ter  lUeen  txfaod  ia  nit  een   tegenaefaiilt  van 


KiUmdM,  eêo  NetqtlatoiuBeli  w^^^  '"'* 
fa  bet  midden  dei  Sde  eeeow  met  giooten  b^ral 
te  iieuztdxif  ■!•  leeraac  'WerkiMun.  B«hwre 
tngmenten  nn  wwken  •»&  iga  haw^  beeft 
men  <«an  bem  «ra  wj}4g»erige  eamcnentaar  <fi  de 

„Oondeo  «puoften  ma  ^jUbMgtnt"    '' 

«es  ^emanKiK  tinditige  mhalen,  , 
naaoMlj  maai  Mjifctaai  Tan  lateien  { , 
geaebriftea  iSa  DitgeseTen  dow  Peanon  (I65fi 
en  1673)  en^eMttoei  (17W). 

HUrodbnlsii  <4  ImtfMoH»  OMmde  men 
lat  de  Ondfaeid  ia  mhne  betnekul*  alie  perae- 
■en,  4m  aan  dra  tempddiuut  *eit>ondeo  mma, 
en  in  meer  bepeikten  iIb  de  alann.  Hai  aantal 
in  de  tempel»  laa  Syril,  FboetüeiV  en  EIein-A«iê 
WM  nM  eeiing.  In  de  atad  Ooeuoa  a  Caopa- 
dociS  vond  BtnAo  «r  6000,  in  Umimene  DODO. 
Heereideab  wana  bet  Tioowea,  die  vom  «en 
geaebenk  aan  de  godheid  lieb  ter  beediifckiag 
atdden  van  de  beweken.  Bij  de  Grieken  waa  in 
bet  algemeen  de  ledciooabNia  ondet  de  hitrodoU' 
kn   uet  WO  TerregMnde,   hoewd  Coiintba  eu 


.  -    -.      .-..  -       -ïPe- 

•tai  Sfyetoa  q)  SicUiB.  De  kmat  atelt  htuw  tooi 
ala  danende  op  de  teenen  met  opgebrrene  ar- 
men, gekleed  in  een  kort,  dooredtgnend  gewaad, 
en  met  een  «Htderling  gerloehten  kiadu  op  bet 
lot  een  knoop  aamengeboDdeii  boofdbaar. 

HUrovlnb*!!  noemt  men  de  teekene  van 
bet  E^Stèh  beeldniuiit,  wiei  beteekenis  Toof- 
•1  dooi  de  aa^Mmngen  Tan  OkamfoUwm  aan  bet 
Ueht  gekomen  ie.  De  Egypteoaren  bedienden 
tieh,  gedeellel$k  tegel||kin^,  Tan  Téeiderlei 
•ohrlft:  1.  *an  bat  biBraglTpibüeh  of  beitig 
«dirift,  2.  van  bet  hiBiatieeh  scbiift,  S.  tui  het 
«platolognpiadi,  enehorieeb  of  demotisch  aehrift 


ite  tbnia.  Van  i 
kennen  fferodoJoe  en  Dtodonu  Sieubu  aledita 
2.  iiameli|jk  bet  beiUge  (i(^  yféitnara)  en  bet 
TolkfisahriU(Jii»cTiii  of  lit^^h  Y^iwum).  Ëeret 
OfemeiM  AleMuubiaut  ondeiaclieidt  «r  drie  en 
no«mt  u  bet  beihge  ateeoaefaiift  (}/ifi^rii 
ttryM,^iiii\  het  prteatereebriit  ('f^«T(«i)  en 
bet  briefMÜiHt  (^iwimMyn^Ki). 

Het  Ufroo^^Mck  tduÏH,  in  de  biSnwlTpbi- 
Mbe  epichrïtMt  seU  ,M  acbrift  der  «oddelüke 
'  wooidöi"  geMemd  wa«  bet  oodite  en  aamaalte- 
1^  bet  «enin  aehrift  der  BnptenasNt.  De 
teekena  t^n  mis  of  meer  afteddugen  tu»  aUei- 
lei  Toocweipen.  Op  gedsnktaekeneD  ün  >g  in- 
gened»  lA  en  r^I  oveeweAt.  Beide  manie- 
ren vindt  moi  eehlw  T«elal  vedMnden,  loodat  de 
lignren  nitgeinedes  cgn  u  toch  in  de  diepte 
naar  TOien  apriKen  (rtlülf  m  Orais).  Ook  ^ 
de  TooEweipen  ditwgla  gtkleotd  Op  een  vlakken 
giond  ign  de  figuren  aomtgda  boet,  aomtgda 
mUearig  of  ook  w«I  alleen  ia  ontnUen  g»- 
aefaetat  Ook  m  pwnwcdkn  ia  bet  heilige 
aebiift  ni«t  tMaa  geimikt,  maar  aleditB  tooi 
sewgde  teksten,  beüaldemk  voor  bet  dooden- 
boek,  dat  met  bet  lök  dea  OMdedenen  in  bet 
gnrf  werd  nedeigetega.  fiiei  aga  de  faitraelypben 
meestaJ  in  «mbekken  geteekend.  De  buakt«- 
riatidM  wjpe  van  t«(keD«n  der  Ëgyptenano  komt 
wnae  aan  bet  hebt.  Zoodaniff 
k3^  jt- -■■    .     •      ■    ■' 

bM-'t    ,  .         __ _, _. 

ptaMelJik  di«i  de  priestera  tot  bet  ariirgven  van 
g«wgde  adiriJteD  gebesig  weid.  T^  vofeo  echter, 
TooMat  bet  tiiitfsdirift  in  gdbraik  kwam,  wa 
hel  bilratiaeb  eehiitt  ook  beatemd  voor  veidd- 
Igke  geaduiften,  ja,  wèfa  om  gebenrtenimen  in 
het  nAadialeet  op  te  teekenen.  Hot  ie  «ebter 
bepaald  voor  boeken  beateoHi  en  woidt  aledita 
aeMen  op  f^nkteckeaen  aainotroffen.  Het  ia 
lella  eigënlgk  aledita  een  ten  behoen  na  anel- 
edugTea  gemaakte  Teikoiting  ran  bet  hÜro^y- 
pbiaeh  adirift,  waaibü  de  beelden  naaenoeg  tot- 
loien  ^ngen.  De  eeiate  proeven  van  net  loopend 
hitntiedi  aebiHt  vindt  men  remfa  op  de  ceaenk- 
teekonen  Tan  bet  oud-iBgrpInebe  Bük,  bgv.  <^ 
de  steeDHi  der  pyramiden  Tan  Oiseb  en  op  de 
giwven  is  baai  nabgbMd  Het  epitlolograjikiaeh 
of  demoftMA  tekrUt,  oit  bet  hnSraUecbe  onbtaaji. 
bevat  «en  mg  gn>ot««  Teikorting  der  teekena, 
die  bmfag  een  willekeurigen  Toim  bebben  aan- 


._.    of  priêtttr- 

lekrUt  genoemd,  om  bet  te  ondenoheiden    van 

of  fntam  tdtn/f,  en  hter,  omdat  bet  be- 


apiong  venaadt.  Ifen  kan  bet  naapoien  tot  in 
de  7de  en  Saté  eenw  v.  Ohr.  De  bdaögröke  etaat- 
kondig  oanrentelingen  Tam  dien  tgd  faebben 
naars^nJ^  de  behoefte  doen  ontstaaa  om  de 
'm1  Tam  het  dagelj^kseh  leven  too  eenvondig 
loeelnk  in  ediritt  te  brengen,  loodat  na  ifièn 
Jdalle  neeh  tegeleerde  adviöen,  alle  vnmiaBeD, 
alle  brieiven  tftet  de»  teekena  weiden  t«  boek 
gesteld.  Men  vindt  dat  s^iitt  nagenoeg  oit^ni- 
tend  op  papyrusroUen  en  eledita  !n  een  enkri 
opaehiift.  Alle  drie  Boort«n  vu  aehrift  Ueven  tot 
in  de  eerate  eenw  na  Chi.  in  gebmik.  Toen  edi- 
tei  het  Ohriitendom  en  teteni  de  kennïi  dei  Qriek- 
Khe  tMtl  rat  letteiknnde  lidi  meer  en  meer  in 
E^Tpte  verspreidden,  bediewle^nen  lich  ook  vooi 


DigilizedbyGoOglC 


de  EgTptÏBclw  teil  T&n  Iwt  Oneksehe  alpbibet. 
wBsnun  nMii  ben  bebocnv  der  Egypt«ii&i«it,  6 
aui  fcet  hilTftlDfleli  Bchrilt  ontleende  letterteekeu 


toeroegde.  Dit  idtTift,  dooi  de  Egfptteehe  Ouh- 
traeo  gébtKgi,  ie  «ader  den  num  vtat  tnt  Kop- 
tueheoAeiM. 

De  «oteülering  t&q  faet  Esjptis^  bepulde- 
lyk  Y«a  iMt  hiSiogljfiiÜMii  éwmt  is  tereoit  een 

_.     ». !._. -i_^_  -_.j.iL, -"-rlBdeeenw 

Bgd  '?oot 


TAB  de  Mu^ivksta  oatdiUinKen  der  IM 
genoemdL  Z9  beeft  de  gicoduKen  eelegt 
een  itifinM  mtenadiap  en  m  alts  aMere  ttkkeii 
der  «ifiuidkiiBde  «at  goimitigeii  iniloed  ge- 
oefend, dtu  q  9u  in  stMt  femIA  heeft,  in  de 
oodite  tödpeifcm  der  beMbarrnv  dooi  ta  drln- 
gra.  iDe  wwten»cl»tycltt»  besBbcNnKi  yma  de 
geediied«mb  der  menedjadd  beelt  drutidiMi  ^ 
oiÜcbt  meet  du  2000  juen  Tcnnimd  Bet  tïd- 
den  Tu  bet  «iwelirih  -nn  BoMtte  (Hwkt)  ge- 
dDiende  de  eipeditie  tm  ffspolMM  io  1796,  «f 
bet  eent  gegronde  boop  cp  de  ontei"'  "'-  - 
hiSrogijïiiai.  Het  ber&tto  namelqk  . 
tdctt  in  lüiioglnihtsch,  danotiedi  en  Giiekseh 
Mhrift.  XIH  dit  WeU  bleet,  dst  alle  drie  bet- 
nlfde  deepeet  ten  «naat*  van  Ftoltmaeui  Efi- 
fhoHM  btfaeledcn,  dat  de  Bg^ptiaehe  prieaten 
in  Iwt  9de  JMi  -nn  'ekoniags  te^eerng  (196  t. 
Oht.)  opgebeld  en  tn  de  Inmpela  gephatet  had- 
doL  Hen  hautte  ii«li  er  algietsde  en  afdrukken 
Tin  te  fwraanügen,  n  hi  1608  weid  de  eerste 
doet  de  AntJqnuiuhSoaety  t«  loonden  in  het 
licht  gegoren.  Intaeeehen  Tolgde  Ó6  ontcgferiog 
niet  MO  tftoeiHg  ais  men  nn  loft  «en  éetvrva- 
dig  opadinlt  Termciitte.  Daar  de  hiSra^Tphiaebe 
k£st  niet  pngesdiendgt  wmi^  byaatden  lieh  de 
geleerden  aanrankelqk  t^  den  demotisdien.  De 
eente,  die  een  onte^letkg  b«proefde,  was  8if- 
Mtfre  de  Soey;  veeth  «o  t&O  fn  i^n  „LeUre  an 
citoTen  Chaptal"  (miiuater  fan  BrMwnhn^be 
Zièen)  deene  bn  de  oilkoraaten  -nu  ign  osdw- 
loefc  mede.  Hg  birid  bet  bMroglT^iiadi  lehilft 
TOOT  een  ideagnoAiifldi  «(  woordieliijjt,  bet 
hüratiseb,  ^  bq  o(^  in  andere  opiichteD  had 
Iman  bennen,  "nat  «en  ïettergMftig  of  atpha- 
beHaiA  adtrift  en  bet  mdKwiach  'rooi  een  mner 
aUiilMtiKb,  boewd  bij  nog  iiiet  in  stsAt  was  de 
aüonderlgke  Uaakteekens  te  kaen.  Ii>niddeb 
food  hq,  dat  men  de  diie  «paebriften  leaen 
moeet  van  de  ünker  naar  ds  leehter  band,  en 
verdeelde  met  jaÉstbeid  den  t^st  ie  «enige  groe- 
pen TMi  woorcten,  wmim  de  namen  PtoUmaeut, 
ATwhuot,  Ahxmder  ena.  ^ooricwameo.  Sen  twee- 
dot, meei  belangiiUcai  stu)  op  dat  gebied  deed 
de  Zweetebe  staatsman  Tto&Idd  ie  ign  M^ 
toe  an  dtojn  Sihestra  de  Sbct  «ar  rinaeril>ti«i 
érötienne  de  Boartte".  Dese  Depwlde  lich  niet 
by  bet  aldeelen  der  groepen,  maai  ondeiaoeht 
dte  atdeeüngen  en  steMe  de  riMoetnebe  waaide 
vast  der  owereeiAomslïge  laewns  ia  de 
PtotemaeHi.AltMotder,  Artinoe,  Bermike  en  no^ 
9  andere.  Het  hteidoor  jnroiiaen  aMiabet  wae 
in  bet  algemeen  juist.  Teiens  had  'ïöj  in  den 
biliogljipbisdken  tekst  ondenoheiden  getaltee- 
kens  opgeepooid,  loodat  ewenl^  hg  de  eerste 
was,  dis  de  Egyptische  sdugfteekeDs  ontrïferde. 
De  ,4in^  de  riDser^ti<nt  de  Roeette"  (1S04), 
Tan  giati  Palm  bad  geen  waarde,  omdat  ig  ge- 
bouwd was  op  dB  onjiiieto  Teronderet«Uing,  tnt 
bet  biBrogljpnis^  opachrift  in  de  aanwenge  re- 


BoktHnende   met   den   eersten    biltof^] 


fl^yphi- 

inoecin- 


Bcben.  Even  waardeloos  waien  de  oi>d«n< 
gen  Tsn  Botley,  Siekler,  Spokn  en  aoderem.  van 
meer  bdang  «ae  het  gésehiifl  van  Slieime 
Quatremère  ,Jlechercbes  eritiqnes  et  hiatoriquee 
•ar  In  kiKoe  et  Ia  .littéiataia  de  t'figjpte" 
(1808),  wMrin  bQ  aaotooade,  dat  de  £op&cbe 
taal  dealde  i«  als  de  ood-EgjjttisdK.  In  1809— 
1818  verscheen  de  ,J>eseriptioa  d«  TEgTple", 
de  Tnioht  det  «meditie  Tan  ffopoleon,  maar  zg 
waa  «en  sdiildeig  londer  lidit  <M  «ebadnw,  daar 
de  tsirjjke  «peebriftea,  in  Egvpte  geyonden,  nog 
steeds  on^iBwabe  laadaels  bler«ik 

Eerst  in  1819  werd  de  aandacht  weder  iyp  de» 
belangiüfce  aaneelcgenbeid  «erwtigd  door  een 
omtelnai  Ac.  Tk.  fotmg  in  net  amtoment  der 
„Enejrek^aedia  fidtanniea".  In  bet  artikel 
„ügwpt"  paste  bn  de  ontdekking  van  Aksnbhd 
TKD  het  donc^leaie  schrift  toe  op  hot  hiSrogly- 
phiedte  en  toonde  op  BclieiipiïniHge  wqie  aan, 
dat  de  alaonderl^ke  tekens  in  de  taiBroglTphi- 
sdie  namen  met  de  loeds  bekende  teekens  der 
demotiaebe  nsmen  OireFeendcwaiDen.  Hg  Teikrecg 


phiécfae  opaebr^ten  met  namen  Tan  koningen 
trachtte  te  Teridaien.  Zgn  pogingen  gehikten 
Try  goedh  boewd  aan  de  uitkomvt  oog  veel  ont- 
brak, loodat  njn  lezing  ni«t  altgd  juist  was,  bj}t. 
ifrnnoe  in  plaats  van  Autokrator,  EvergeU»  in 
plaata  Tsa  Ooesor  ena.  Jem  Franpoi»  ChampU- 
{mm,  die  sidi  ree&  n  1807  met  Egjrpte  beaig 
gebonden  en  in  1814  ^}n  belaogi^ke  na^ring 
OT«r  Bratiaehe  geogmphie  nitgéeeren  btfi,  was 
iDgotwgfdd  bck«nd  met  bet  artikd  tan  Yowtg 


en  wera  «  voonekei  door  omewekt  tot  een 
nieuw  «ndenock.  In  18S1  Teiaoteen  te  Qreooble 
een  etnk  iit  fdio  „De  réetjture  tai^ratione  dee 
andens  Egyptien^,  waarin  b^  aantoonoe,  dat, 
indien  bet  biBioglnibi^  ednft^  met  nitoonde- 
ring  der  «igentioamen,  «en  ideographisoh  woord- 
eehrift  ia,  aatselfde  ook  moet  graegd  worden  nn 
bet  faifliatiecfa  aebrUt,  daar  in  ds  door  hem  ook- 


it  hiflradadi  sdirift 
syHsbisrik  waa.  Em  bealissenden  stap  op  dit  0»- 
tied  waaede  echter  ChampoUion  eerst  in  1^ 
door  de  nitg«te  tan  i'^  i— "~ 
DaeirSr",  waariii  hg  * 
teeks  namen  van  koüogen  een,  boew^  nog  be- 
peiki,  bMiog)]r]dii«ch  alphabet  opmaakbe,  dat  in 
de  tóepasüog  volkomen  jaist  week  te  weaen. 
HoenTCl  deae  glaoai^  ontd«Uiog  aleebts  een 
Toortbouwea  wsa  op  de  denkbeelden  van  Young, 
ondersdieidde  lioh  OltampoUitm  Tan  dei«Q  door 
het  Tolgen  Tan  oen  antieren  weg.  welke  Toel 
minder  moeiiiik  en  oneeker  waa  Hg  werd  daar- 
enbotren  gebotipen  door  «en  gvostigr  omstaodi^- 
beid.  Een  Ënfi^lsehman,  Banket  genaamd,  had 
op  het  eilaiKi  ^Use  in  1815  een  obelijik  geron- 
den,  die  bg  met  b«t  Toetstnk  naai  nin  Tsd«ir- 
tand  OT«ihrad)t  en  op  lijn  bmtenveihi^f  plaat- 
ste. In  datieUde  jaar  maakte  hg  de  hiiioglyphi- 
eehe  <9sebriften  «an  de  obdi^  bekend,  alainede 


DigilizedbyGoOglC 


HIËSOGLTFOEN. 


de  Omkmhe  ita  het  loeUtnk.  Deie  lutite  be- 
faeladen  een  htM  mi  den  piiestN  tui  Itü  op 
Phike  tma  PMomaeiu  SvergeUi  11,  ^ienm  nu- 
ter  Kltopaira  en  diens  «Tenioo  genoemde  geai*- 
liiL  Het  ramoeden  i»g  dus  foot  d«  huia,  d*t 
dew  aiiiMo  ook  iit  de  faÜiogljiduMlw  oftatlinf- 
ten  aoodeo  Tooikmwn.  S.o«m«l  óe  oidwateUii^, 
fulde^  dat  er  «enig  T«^MUtd  loa  iMataao  toa- 
sdwn  Iwt  Oriekecli  ea  hiSrogljifitiücb  efnehrih, 
die  «elivwMf  vp  deiMdtden  konmg  beta'«Uing 
hadden,  dodi  o|i  ivnahiUende  tgdcB  geeteld  wa- 
ren, noi  meD  toch,  bdalte  den  dmoi  -ran  Plo- 
leMoeiM,  die  nit  bet  cfiadiiUt  mn  fioeette  leeda 
tdüBod  «as,  den  naam  Tm  KUopatra  op  de 
obeliA.  Daarop  noodde  OhamfoUioH  bet  T«r- 
gc^jkend  (Ktdenoek  «Her  beide  namen.  Het  waa 
tevena  eeó  ffUMtag  toATil,  dat  de  namen  Ptole- 
moMM  en  Kltofotra  «en  Tiertal  ffdi^e  fettüs 
beTatt«n,  en  dat  daarenboven  in  deoen  laateten 
mwm  de  a  heiliaald  mrdL  De  piml  «nw  dut 
geouUdj^  te  miMn,  en  dam  namen  gaien  tw- 
atood  een  alphabet  tu  1<1  Uaaiteetena,  wier 
aaotal  door  taqweaiBf  dnei  raetlKide  op  de  na- 
men AUxandto^  Bermiikt  eni.  weldra  aanmet- 
ke^  Tenneenlenle.  Bietdoor  waa  de  raate 
gioiKUag  fekgd  Toor  de  Terdene  (Htldekkiiigen 
Tan  SJIwafre  dt  Saeg,  Siebulir,  Wühelm  bon 
HumiboUt  en  anderen. 

£Tenw>el  USkt  uit  genoamde  „Letb«  k  Üt. 
Daeier",  dat  OkomfoUwm  «  dien  t^  een  nog 
leer  prettige  ToonteUing  had  Taa  het  USro- 
glnAMdi  atihrift;  daar  hg  awC  Kom;  en  aode- 
ren  akedk  de  OBtjnkte  fBecning  koóterde,  dat 
de  ^Mtetiaehe  waanle  det  af^ondeilgke  hiSm- 
glnibeii  enkel  hetieUing  had  op  de  eigeiiBameii. 
terwnl  Ijj  den  doorioopendui  tekit  aumeriite 
ala  beataüide  nit  idcognflüaebe  teefcena.  Van 
dat  ffetoetNi  kwam  ^  eebte  tenw  in  tgn  „Pré- 
cis dn  ^ctteH  hiéRwlv^iqiie"  [19^),  wmm 
hg  MDwees,  dat  het  ttf&btt,  nH  dé 


opgemaiAt,  erreiMMr  tan  tavaaaiiK  was  en 
owige  gedeeU»,  waM^meu  deigdgke  teakt„- 
ssDtnrf.   De   gvwidttigste   «tkoiHten   TMa   sJtD 


-16*1 


ïge  na«cningen  ifin  intnsaeben  «m- 
in  ijio  „Gnmmüm  Igjstieaae",  in  1^ 
DS  ago  dood  k  bet  ucdit  -rendMiMB. 


1  «ettisting 


dasiin  Terratte  taal  Tatklüad  en  ^  ' 

dooT  «en  aantat  ofiadinfta  daidëlfjk  „ 

Belangrök  met  betoddüns  M  dit  OHdwwem  ia 
Terder  <H  biitS  tsb  Ltftuu:  .JjettM  k  Jb.  Bo- 
aallkn  ■«'  faMiaÉMtti  fatfró^^qM"  (1887), 
waaria  hg  bet  pbosetiadi jaUuoet,  ia  de  tpuA- 
buist  Tan  Ohampollim  288  teekeos  berattende. 


in  TeradiiUende  i 


t  mideelt  en  deehti  f 


.SS^ 


hiflNglnihen  ala  mmr  en  oitakiiteDd  pbuw- 
tiach  enEent.  Het  korte  orosidit  van  ^ 
Ie  «aogelegenheid  gaf  Bngtek  in  ijja 
^hrpliiseh-MnotiMn»  WVrteibDoh"  (5 
1W7— leSS)  en  in  ,^anoieaê  BteUe  ïa  der 
Weltgeadiidite"  (1645).  Verder  beU>e&  de  g»- 
s^Hiflen  van  fiossUüit,  Leemmta,  Hitieki,  Lef- 
fiiw  en  Brvgt^,  latei  die  van  SiroA,  De  Rottgi 
itt  CAo&oi  en  eindd^  die  tui  Ooodwin  Le  Pagt 
'  ^Ranoui,  DühUdIm,  Bbm,  Stem,  Nmilk,  Ét- 
mtm  ena.  nel  licfat  orea  dat  onderweip  tet- 
epreid. 
De  oodeiMMÉingen  oires  iwt  faitratiach  sdiriK 


Tidgden  meeatil  (fie  o 
den  toet  Dn  «ategienv  nta  taeli 
aefaritt  werd  eebter  na  StMttn  de  Saey  en  Ake»- 
blad  vooral  doo/  Toumg  b«TOtdenl,  looali  fal^t 
nit  iQn  iJUnoftlTDhieB  eoUected  by  the  BÓp- 
tiao  BDoetj"  (1823)  ea  vjn  .^ndknedta  of  aa 
EgTfitisa  oictièiMiy",  eent  ali  Mahauged  tot 
de  SeftiM^  apiaaèiraMt  tu  Toltom  {lSaO\ 
kter  eehtci  alsontolj^  nitg^eren  (1831^.  In- 
■onderiwid  dient  te  woiden  TenneM  de  aitgaTe 
Tan  een  met  Tde  (frieksebe  ooadiritten  Touaie- 
nen  (lapynis  door  dia  NederiandMbeo  geleente 
Leemanê  ia  de  „Momnaienta  terptieM  de  Lude" 
(1839).  Uter  bedt  Vru^aeh  uA  TaornaOMil^ 
Dwt  die  oadenortiagen  heng  gebonden;  ign 
„Orammure  dtaiotiqae"  ia  de  giondilag  toot 
de  Terdeie  geworden.  Eindeljfk  mogca  w^  niet 
Tenwijgen,  dat  de  ootepering  tso  Ckamfoltitm 
onderaoieiden  en  aeer  bdtige  beatrgden  geTSo- 
den  heelt,  woals  KImntk,  Pdn,  JmM,  Wü- 
liamt,  OaOiimol,  SeMki,  Siifttarth  m  UhUmtum, 
waei  TukhfiiMU  in  den  itgd  ooderKng  aan- 
meiketgk  TeiaddllBn.  flet  tnate  leerboek  U  Br- 
mon'i  ,>«7ptisGbe  OiamMtik''  (ade  iknk  I90S). 
AUe  aduUt  te  aaBTa^djjk  bed<Mirift  en  na- 
dert in  ign  ontwikkeBag  meei  en  meer  tot  het 
alfilMbetiacÉL  UaiAacAiifL  Dmi  men  het  Heii- 
eaaaaeiie  beebfaebiift  dgea^jk  men  sehiilt  kan 
Boanen,  mo  >ien  wg  tinne  ia  bet  Ohineeenh  m 
ia  bet  Enropeeseh  adirUt  bet  begia  ia  etade 
Tsa  dien  ontwikkeüngagaag.  Hrt  tylbiiisdi 
sduift,  waarin  lettaigTepen  oimr  tecÉene  aan^ 
dtnd  woidea,.  Tonnt  knscbea  die  t>eide  bat  oud- 
dea.  'Bet  Elgyptiaeh  ai^tt  erbUr  ondeiadteidt 
ticb  daaidoor,  dat  bet  tegdqk  fie  TeraohiDende 
oatwikkdiagitnfipeD  bent.  Brt  ging  nit  van 
beddaebrift  en  Teitürf  lieli  tot  een  aameaatel 
<ran  kknfcteekena,  waarin  klinkeiB  en  med^ba- 
kera  geadwiden  ign,  looder  e>reowel  tgn  oor- 
iptODg  te  Teiiooefaenen  en  de  beelden  al  te  lAaf- 
fen.  De  eerste  kksesn  der  hiBrog^mbea,  £e  dei 
ideogiaf^daehe  of  beeripate^as  ^eeidn),  Tca- 
deelt  men  in  inlkie,  au  een  sfteeMiue  gcna  vaa 
het  bedodde  Toorweip,  m  ia  nlke,  ate  shatiae- 
té  begrippen  anadnidnt  waaibQ  men  in  ds  detde 
plaat*  eea  raeks  Tsa  bcnabageteckeBS  Toegt,  die 
üt  nitgeipwfcen  wwAn,  maai  oikel  menen 
em  eea  'moid  nadw  te  bejiahn.  Tot  de  «eiste 
aMeeÜBg  behoort  bgT.  de  eiitd  als  slMdding 
der  wnDesehgl,  tot  de  tweede  de  gier  alg  hel 
ikuMbedd  Tan  de  moeder,  tot    de    deida    eea 


de  kiMBa  k  dk  der  pfaMstiaebe  ef  kknkteckoM. 
Deae  ij^  ait  bet  owógnwte  «etal  ideogianbiscèe 
bÜioglTphea  >oo  genaen,  dat  hd  leaea  de 
eerste  Uank  tm»  dn  iwhu  tss  bet  algebeeMe 
voorweip  «Nnateh.  Zoo  beteekeat  de  nil,  ia  het 
EgTptiadi  Moek;,  een  m,  en  eut  adelaar,  oehom, 
"  ■        ■  '  '""    -■    ■   -    -         ■    20  ot 


éen  a.  Het  aanw  hüioghrphea,  ii 

22  tMkknkeo  «kos«D,  bedm^t   .^ 

Hen  nam.naiiM^   een   aekere  alTriweling 


30. 


^  Imdeade  twteps  in  adii  om  trasiar  adidft 
te  ieTeren,  In  dea  t^d  dei  Bom^Den  w«rden  tq 
^t   slpbabet   aog   eemgs   teeksM   geroep   — 

Een  deide  klsMe  tsb  iuBfog^phen  etadelqk 
boudt  bet  mdddn  tnaaohen  de  Beide  TCoiga*n- 
dea,  doordien  bare  telkens  SDowel  ideogn^aeh 

i.  <Hea  bedgde  aamelgk  de 


DigilizedbyGoOglC 


Toor  bepi^dt  vooiden  bvAvai»  hÜio^l^tietL 
ook  irtl  als  begiakttaiB  <ki  woorden,  mumia 
men  «r  de  ornige  Uuié«d  mt  het  klgemecn 
phonetieeli  «kttubet  fcgToeede.  Zoo  dient  l^v. 
een  knuB  om  bet  iraoid  omA  (leren)  mt  te  drók- 
ken;  bet  kttn  editet  ook  vooi  de  letter  a  getiinikt 
w<otde]i,  tonrgi  mm  ei  de  Uukteekens  n  ta>  eh 
nit  het  alsaneen  ëlfèaktt  bqTocgt.  Hieidoor 
eeUer  woidt  liet  knk  geen  ilguieen  pfaone- 
tiaeli  te«ien,  omdat  men  het  iset  tna$i  kaa  bé- 
ngen, wasi  de  ktter  a  aoogednid  moet  woidan, 
maar  alken  in  het  begin  tu  het  wooid  amik 
Som^de  ecbter  vertieien  teekeng  voor  ^eumen- 
Iqke  klanken  nn  Mn  of  meer  lettergrepen  bnn- 
ne  oor^conkeMke  uteognpliiMbe  beteekenia  loo- 
d«t  men  m  ook  Toor  andere  Toocden  met  deige- 
lijke  klanken  aanwendt.  DobbeliiDnigledeii  wor- 
den dan  door  veredidlleikk  hn^aniddekn, 
Toonl  door  beftalingateAens,  vaisteden.  In  ^- 
Tallen,  waarin  de  ideogn^iliieebe  Tootat^ng 
moeUqkbeilen  o^ererde,  Mxmk  bq  Treende  oa- 
Bten,  gnmmatiéale  leiiinigingai  eni.,  besigde 
men  iM^Toorirenr  de  raiver  tAooetkebe  èüro^- 
pfien.  Bet  büntieeh  «n  demotioeh  aehrift  bent 
Ml  het  algemeen  dradlde  beetaaddeelen  tk  het 
hiCreglypbieel],  dodi  daarin  k  het  ideografrfiMtii 
dconent  (bet  beeldedirift)  meer  en  meei  óp  den 
■ehteifnoDd  geeehoveo  door  bet  pbonetieeh 
■ehrilt. 

BUronymtoton  ot  BUrongmiaten,  ook  ere- 
iHMXett  of  ktaiunaart  va»  den  Heilig  Htero- 
mwiM«  gebeeten,  ie  de  onm  dra  kdm  eener  Or- 
de Tan  ragnKere  kooibeefen  nau  den  legel  Tan 
Augwtmia,  door  des  Fortngeea  Foaeo  en  den 
apaniaard  PeeAa  geatiidtt  en  door  Qregoriu*  XI 
in  1374  beteetigd.  Deie  Orde  wqdde  rid)  hoofd- 
■akeiqk  aao  <k  beoefening  der  wetenaehappen, 
*erapidd4k  Dch  snel  over  8tMn|}e  en  Pottógail 
en  »d  inl415  liaai  hoofdMiel  in  een  ktooMei 
Iq  Toledo.  Aan  ét  Onde  beboonk  dc*  faetklooe- 
tei  San-Tnste  bfi  Plasencta,  waar  Karel  V  ijjn 
katate  kvenwkeen  1^1,  toiwqi  müv»  U  Toor 
hMT  het  BMonMl  deed  To^wn.  Hoewel  xjj 
EFOot  KiBBien  Tvkreeg,  bwKaat  iq  tbana  alleai 
m  ioMrika  en  èet  BaóuiaaL 

'De  derde  geeaeiaai,  Lufut  fOUwdio,  itiehtte 
in  t4S4  «en  afaonderlöke  eongregntk  en  noem- 
de deu  ^e  der  fltbmqmtMfen  nm  d»  06«emin- 
Ue.  Pua  Kartiniu  V  beTeetigde  ze  in  14Q6,  doefa 
IQ  wifagcg  weUn  een  inenwen  legd.  Intoa- 
aAen  wwó  nj  in  1699  in  Spasfa  met  de  oor- 
^nonkelnke  Onk  der  ffitn»7mieten  haieuiigd 
en  k«ei«  tot  den  regel  van  Avguttimu  temg, 
doeh  in  ItaliS  bkel  sq  bestaan  onder  dn  mnm 
nn  Eremttoa  St.  ffteronymi  de  obaenamtia  ol 
de  Lombarüa.  'Rune  k  de  Onk  opgriteren. 

Daamboven  beeft  men  Kluitenaan  «on  dn 
HaÜijreM  BitnmsmMt  Taa  de  eongregmtie  van 
den  saügen  POna  Qimbaeorta  iwi  Piea  in  1877 
geatkht.  Deie  rwel  k  eehkr  in  1444  veixatAt 
en  in  1M8  door  dkn  nn  AugHMtau  TevTBiigen. 
Vele  U«ne  kktkeinareTemcnagingen,  Tooial  in 
Beieren  en  Tirol,  emolten  «amen  met  deie  Orde. 
Rn  beitaan  nog  twee  Uooetera,  nj,  te  Rcne  en 
te  Vitertw.  —  Er  waren  oi^  notmen  of  nutera 
•m  den  BmHgen  Bieronymuê.  De  Toeengioft 
Tan  dme  ontatond  door  Maria  Qareioi  in  hel 
Uooeter  Tan  den  Beüigm  Pmdiw  te  Tokdo 


VAN  PRAAO.  329 

1875.  Berst  'ten  tqde  van  Julitu  II  legden  ig 
gfiolten  af  en  waiden  aan  de  Orde  der  Hitio- 
njOBeten  toegemgd.  Sinds  1685  editer  ia  die 
eongregntk  <fgebeTen. 

HUronvmiM,  Sopliroititu  Sutebiui,  een  Tan 
_j  gekecdete  en  Tmefatbaarete  scdirjJTeiB  der 
oode  lA^nsehe  Keil,  omstrek  S40  te  Stiidon 
in  DalmatiB  geboren,  genoot  een  KigraUigQ 
<^miediDg  en  maakk  tte£  te  Bome  onder  kiding 
Tan  Donatiu  en  Vietorittiu  met  de  BomeÊDsehe 
GricÉsche  scbrïrers  bekend.  Zj)u  teiMo  langs 
den  Bqn  en  in  GalkS  biachten  heen  in  aanrakïjig 
met  TMkondigerB  ran  bet  ËTangelie,  terwnl  h^ 
op  een  reii  naar  bet  Ooaten,  liek  geworden  (878), 
dooT  een  droonriweld  bewogen  werd  zi<b  aaa  de 
stadie  der  Heilig  Sdiriften   k  wgden.  V«rTol- 

bracht  hij  m  de  woeatgn  Tan  Ghalkk  oa>- 

eUkaatijdijig  en  beoefening  der  wetenaehap- 
DJk.  bet   le«Ten   van   Hd>Feeawsch,   4   jaar 
werd  in  879  te  AntkchiC  gewqd  en  giog 
naar  Eooetantint^  een  QregoriHê  t—  " 


Damatui,  hnn  geroken  had  en  waar  1^)  in  869 
ak  leeraat  optiad,  wiat  hij  nA  door  ign  Ttoem- 
beid  towang  k  Tenebdlen  tot  de  buiaen  van 
aanaienl^ie  Tioa««n,  dk  hq  mistiff  tot  bet 
UniamaanlereB  ofnrdte.  InHHtdeibdd  qjn  Mar- 
cêlla  en  Paula  door  de  brioTOn,  welke  bg  baar 
sofareef,  en  door  baar  Tioomheid  beioemd  ee- 
worden.  Paula  Tergtselde  hem  in  885  naar  ra- 
kstioa,  waai  hg  met  baai  t'nkdom  een  klooetei 
bQ  BetUehem  stiiditte,  waarin  hjj  tot  aan  sgn 
dood  (30  Septembei  4S0)  vertoeMe.  BOronyiiau 
ie  ongetwijfleïd  de  gdeerdste  KeifcTader  Tan  ign 
tjjd.  Zgo  wet<nadi^>pedqke  aibeid  beeft  Toa»  de 
Latijoen  een  Maogi^  gedeette  der  Oii^ache 
Eeik  toegankelqk  gemaakt;  in  alk  wetenadu^- 
pd^  TrMgatnkken,  waui^  ign  ü^MbeM  en 
s^n  loig  Toor  bet  bandhsTen  der  geetiengsk  or- 
thodnk  aan  bet  Kcbt  komen,  geeft  bij  blgien 
Tan  gtoote  kritdeehe  gaten.  lo  de  keikel^e  twis- 
ten Tan  dkn  tjjd  TolooebeDde  t^i  tei  wiHe  van 
die  fcinpehomen  zgn  eigen  Terieden  en  Toegde 
hq  lieb  hii  de  besobDhtigera  Tan  Origenet^  wiens 
graduitten  hg  te  voren  met  gver  verspreid  had. 
UTOoten  invloed  heeft  hq  nit^eoefend  door  ign 
mtle^^indiffe  scbiilten,  waann  bg  de  alkgori- 
tdie  methode  bnida^,  en  Tooial  door  ign  Ia- 
töpacbe  BöbelTeitaling,  onder  den  naam  Tan 
„Vnlg^"  bekend  en  nog  tteede  in  de 
Roomadi-Katbolitie  Kerk  in  gdirnik.  Zgn  QTer 
"  lidae  hem  ver ' 


TOOI  het  kloosterleven  i 


TBidei  in 


den  sti^d  tegen  Joriniainu  en  VigSanÜtu  t 
bet  Mbi^Tra  tbu  ■nMMkehitften,  iSe  meei  tsb 
een  gekrenkt  geiod  dan  Tan  een  weldoordacht 
oordeel  getnigou  Veidei  beeft  )^  krenrfMadiTQ- 
TÏngen  gegeTen  Tan  Paubu,  BBarion  en  Molekus 
en  ,,De  Tiiis  itlostribas  give  de  eeilptoribne  ee- 
ekoiaetida"  in  bet  heht  gegieren.  ^n  wetken 
lijn  bet  beat  nrtgegeren  oboi  FoUorat  (Il  ^, 
1734— 1742;  Sde  drek  1196—1712). 

BlSronymiu  van  PraaVi  ée  Tiriend  van 
JohatmeÊ  Htuê,  dien  hg  in  wetenacbsf^Mljjke '  ont- 
wikkeKng  en  in  wei^iejwndfaeid  orertrof,  t«r- 
wgl  h^  Toor  bem  onderdeed  in  ^matigdheid  en 
TaB(l>eradenftMid,  te  Piasg  geboren,  etixkerde  in 
^  geboortestad,  te  Parö*,  Konten,   Oilord  en 


DigilizedbyGoOglC 


mÊRONTsroe  van  paAAO^^HiiK. 


Heiddbeng  ea  werd  ia  1896  bmordaid  tot  meea- 
tet  in  de  Tife  kunsten  en  tmecaia/axtn»  ia  de 
tbeolwe.  E«nin«:  Wladiêbnu  II  tu  Polen  nad- 
pleegde  hem  in  1410  bjj  liet  eticbten  der  ositer- 
■iteit  te  Ên^n  en  Sigtmatd,  kaaiag  saa  Hon- 
guge,  nooditfde  Éum  oit  te  Olen  voor  Éiem  te 
precten.  Da  leei  vin  WieUIf,  velfce  hjj  bij  lUe 
gdoKuheid  augeroen}  baA,  irw  oonuk,  dat  Mj 
te  Weenes  in  de  gevaoeenia  geworpen  weid, 
nuu  op  Toorepnak  TAn  de  noiveratteit  te  Piaeg 
beiicreeg  hq  wetdra  cgn  rrübdd.  Het  luit  «n 
nel  nam  tiq  na  te  Raag  deei  aan  den  itiüd 
tta  igu  vnend  flow  tegen  de  mialmiiken  der 
hitauebie  en  tegen  «fc  udelooabetd  der  ^eeateljj- 
ken.  Toen  fluu  t«  Eooatuu  in  bediteow  geno- 
Dten  wcn^  gioe  ^MÏ  daailieen,  om  bem  te  nr- 
dadigen.  De  bètlofr  mn  SvJibaeA  liet  hem  in 
^piü  1415  te  HiMttui  gOTUgen  B<meit  en  naai 
Kenatasi  hraigeB.  Hiei  in  de  gerangenia  opge- 


mÉeigk  itandraatif^,  dooh  een  halljaii^  »- 
Tangwucbap  pntte  ayn  kiadittn  looieer  mt,  Mt 
bJi  den  23eten  September  1416  beeloot,  de  ket- 
t«mdke  gemdaoB  te  bemMpen,  waarvan  men  ham 
besefaalfflgd  had.  Daftr  hjj  «ditet  ign  Ytjifaeid  niet 
faeifcretg,  nam  hq  in  een  tedwor  «■>  den  20Bten 
Uet  14T6  ag»  henocoing  pfeehtig  teraft  bekmd. 
dat  hq  vao  ^jn  wwemoedighetJ  meer  beionw 
had  Au  van  een  iquer  orenge  annden  en  vei- 
ktaavde  openljik,  dat  hüeen  Toontinder  wm  der 
eeroeleiia  van  Hum  en  WielHt.  Beedi  den  SOsten 
Mei  weid  fag  o^  lait  van  het  ConeiKe  TeibnukU 
Ifen  etiooide  igo  >Mh  in  ddi  Bök,  om  iqn  na- 
gedaehtenifl  te  vernietigen. 

BUrophant  wa*  de  oaam  t*n  den  oppei- 
pncBtei  óa  mjttti^o  in  JËtanaia.  Hg  weid  eteeik 
gekmeo  uit  het  geebeht  der  Eumó/pülmt,  wier 
etamtadei  fiwmotpoe  toot  d«i  stiehtei  dezer  myi- 
teriin  en  voor  den  «enten  hiliophrat  gehouden 
weid.  De  hifirophant  moeat  4len  iqperen  manoe- 
Igken  leeftyd  beteikt  heUwn,  Tig  van  lidiaama- 
gtbiékm  weien,  een  aangeoame  itetn  beaitten 
en  oiiiben<|)eM|k  Tan  waadel  lijn.  Hg  modit  lóet 
in  het  hawelqk  tiedenr;  het  is  echtei  niet  on- 
waaoehgnl^  dat  men  ook  wd  gehtEw^fc  man- 
nen tot  hiBiophHiteo  gekooen  heeft,  met  het 
vooraduiit  om  ge«o  tweede  bmreljik  aan  te 
gaan.  Hg  veiiegenwooidlgde  hg  de  mjsteriiD 
aai  Demumrgo»  ot  Weieknchepper.  Het  wat  agn 
taak,  de  omgeechieren  w«tten  Ie  handhaTen  eo 
uit  te  leggeB,  om  heo,  die  Jngewgd  weatehten  te 
vuden,  in  dea  tempel  te  leiden  en  dlenge  met 
de  kleine  en  groote  mjateriSn  bekeod  te  maken. 
Daarom  noemde  men  hem  ock  mpttagoog  ea  pro- 
het,  en  het  wat  niet  geoorloofd,  ign  naam  in  te- 
genwoordigheid Tan  «en  oningewgde  nit  te  qire- 
"']  openbare  pleehtigbedeD  dnx^  hg  ' 
e  beeld  der  goden.  Hem  f"  — -^  -^ 
een  hiSrophanti*  vit  het  geelacht 

Hlsnemmsal,  Kart  Ckmtüm  Bduód,  een 
Dnitadi  leriitigeleenle,  dan  SOaton  JoU  1885  te 
SchJInaD  in  Sileiii  g^ren,  ttndeerde  te  Biedaa 
en  te  Koningabeigen.  Hg  wet  in  TeradiiU«kde 
leohterlgke  oetrekkmgen  werkzaam,  sedert  185B 
ala  rechter  in  Berl^  Ia  1868  nam  h)j  ign  ont- 
alag  en  werd  a^ïroeaat  en  noUrit  dodi  etieif 
redde  den  6den  Deeenüber  1869.  Hg  etichtte  met 
loderen  in  18S9  bet  Jnridiaah  OeBooteehafi  en 


in  '1800  den  Jmiatenda^,  WMirFaat  hg  de  „Ver 
tuuKUnn^en"  mlgat,  a.l»T>wii  de  „Pieotsiache  Ge. 
ndtte-Zettang",  welke  ia  1660  tot  oigaao  tan 
den  JmietenBg  T^beTen  went  en  het  volgoide 
jaajT  onder  den  titel  Tao  „'Dentadte  Ooiehta-Zei- 
toog"  in  het  lictat  TerapheeK  Voorte  adireel  hn: 
„VeigfaüAeade  Uebeiaicbt  dea  bentigen  rSmi- 
edten  and  pieoatiadten  FiiTatiechto  (1862 — 
1855,  2  4&k.),  „Eubnaogai  nnd  ËilinteKuogen 
■om  AUgemeinen  Lawbedit"  >4I854— 185a,  4 
dhk),  „Pienssiadtee  fiaadelnecbt"  (1866),  Jüe 
allg«ne)ae  dtvtaclw  Weebaelontonng  and  der 
prooeaiaehe  Wediic^noieea"  (1850),  „Entunii-' 
gen  oad  Erlftatetungen  sur  PioMteorannng" 
j>1868),  ,,^11  LÜB«  Tom  XaiJminniaehen  Kom- 
iiii«i««e«Uit"  (1859),  ,J>eDKki»tieehe  Stu- 
diën" (1666),  en  rJKe  Verfaaanne  dea  Hoiddont- 
adten  Bnndee"  (1867—1670,  8  &.). 

■Iffta  OhBToli  it  aaaat  Lok  OAvreft  en 
Brood  Ckitreh  de  naam  Tan  een  ke^elqke  raeh- 
ting  ia  de  AngHkaaaeebe  kerk.  Deu  drie  titk- 
tingea  hebben  lich  ia  dem  loop  der  ISde  eenw  in 
Engeland  geroimd.  Da  Utgh  OkweArichtiag 
Btennt  <^  it  keikelgke  eo  wéreldMike  «ri«toei»- 
tie  en  w  bet  beat  aan  te  dmden  ala  de  atmg 
ooneeiraitieTe  ritoaliclieohe  Eichtiug.  De  Breoa 
Ckureh  (ne  aldaar)  vertoont  meer  Tigiinna^ 
trekken.  De  Low  Okureh  ia  het  beet  te  o '"^ 


rinieei  nmaai  noog  neit  aan  oe  atg»  vn 
—  Oi^oiat  wordt  tegenwoordig  ook  de  i 
Uigk  Ckwrdi  gebmikt  *ooc  de  Eageladte  at 
kerk  in  haar  gebed. 

Hlvhnt*,  Mn  T«ontMi  vto  Londui,  8  km. 
ten  iTN.W.  Tta  dan  Londosbridge,  Hgt  op  een 
129  m.  luxeren  heaid,  heelt  em  Ootiinbe  keik, 
een  piaehtig  keikht^  het  Watetloo^taik,  een 
p<Ak«nbo^)itaal  en  tatrgke  inateUingen  Tao  Ud- 
dadigfaeid. 

Hlchmyman  noemde  men  in  Eogeland 
roorere  te  paard,  iKe  Tioegw,  Tooial  in  düi  om- 
trek  Tin  Londen,   de   wegen   onTeilig  maakten. 


l^bed,  wantmede  sg  bwk  moTergan  pleagden, 
verleenden  b«i  een  ramaoette  Uenr,  oi  de  bal- 
laden, waarin  ClowJe  Dvrnl  en  andere  bekende 
highwajnen  beaoagen  werdea,  behoorden  in  den 
aaaraog  der  18de  eevw  tot  de  gelieftooade  lee- 
tvur  Tan  het  Enmliehe  Tolk.  Ook  de  noTellitten, 
Tan  Defoe  en  ftdding  af  tot  Babatr  eo  Jüia- 
wortA  toe,  hebben  aan  de  latge«al)eii  dier  roo- 
Teie  wel  eena  bon  atot  ontteend.  Wie  een  high- 
wBjmaa  gevangen  oTeileveTdek  ootTiog  een  be- 
loouing  Tan  40  pond  eterfiog.  Tïiana  eehter  ijjn 
iÜ  reMB  tang  verdwenen. 

Hik  {Singalbu)  boodt  men  tooi  een  kramp- 
achtige, ploteelinge  sameBtrekking  Tan  het  mïa- 
denrii,  gepaard  met  een  bewe^ng  Tan  ttet  «tret- 
tenboold  en  met  een  stelle  laaduning,  gevolgd 
dooi  een  eigenaardig  Relnid;  oreieenkonesde  met 
den  toon,  Tooitgebneot  door  toet  indtiogtn  Tan 
lacht  in  een  koker,  wanneer  dtae  plotaeËng  ge- 
opend woidt.  De  hik  wordt  veelal  veroonaÜkt 
door  prikkeling  in  de  keeL  door  koode  cf  bitte 
ot  door  hetgiDsigdoenwelgenTBnBpgBofdrank. 
Voorts  ontataat  wA  wet  hil  Aoot  wTig  Uefatn, 
door  angit  ot  aebift,  en  1^  kan  door  ^|b  hard- 


DigilizedbyGoOglC 


EIK — WlUBBRiXD. 


331 


nekkigfaeid  w«)  «ena  gonuiqk  worden;  Mt  dit 
8«ral  itaat  liq  doorgwn*  jn  Tufcand  met  hyste- 
rie. Een  ongQiiBtif  teeken  ü  de  hik  kU  hg  (i<p- 
tieedt  in  iwue  ndkUtMatukden,  bör.  lüj  ^'pbot. 
De  tohimdeHny  vaa  den  hiÉ  ie  ■nndamua  mu 


doOTttnde 


miodemif  t 


TAÜen  kui  me»  den  kmnp  Tkn  het 

nut  tnditai  te  hniigen  ooor  n»  iM«pe  ii 

den  adeoi  loolug  mcigelük  hf  geeioten  neu  in 

te  Éwoden;  bQ  kiadeNn  i«  bet  lê^ 

T*n  eenig  hsw  WKter  ma  Ie  bert    __ 

HlkoiMi  een  atsd  io  ds  JapMuebe  proriaoe 
Oui,  ligt  MB  het  BiwMneuv  i<  door  een  qnoi- 
veg  met  Onkk  Teihonden  en  telt  enemer 
35000  imroneiB.  T^  O.  dmx  etM^  ba  ftkisa- 
bm,  w*rd  4en  I£<hn  September  1600  de  ab^ 
gelererd,  die  Tokoegawa  Igtyatoe  de  heenduppg 
oret  gcfaeel  Jams  gaf. 

BlUU,  Bafr-MUn,  een  f  entaeh  dichter,  te 
È0UéM  gebore%  begaJ  lieh  reedi  op  Jengdigen 
ledtgd  nui  Bent,  waar  ba  de  beeeberming  g^ 
noot  Ttn  Jftr  AH  Sjir,  begal  lieh  lAter  nur  IiAk 
en  AeMbddifiaB.  keerde  vwrolgene  naar  Hemt 
tenv,  mMr  weid  er  in  15S0  ter  dood  gebraebt 
aU  Terdkefat  fta  fc«tteiq.  Z^b  hriaebe  gediefaten 
ademen  een  groote  teederhetd.  Verder  kmde  1^ 
tww  mesKwi'fl  at  dobbel  gergmde  wieefaa  ge- 
dichten: .^ilet  alatjikta^'  fSe  boedani^teden  der 
miuienden)  en  ,^oning  en  deiwiej".  Dit  laatat» 
ia  «en  beroemd  etnk,  dat  lidi  door  tjjn  gerod, 
^fcdom  Tan  denkbeelden  en  diebterlgke  beeebrg- 
TiDgen  ODdefBcheidt.  Een  Doittehe  rertaling 
durru  )eT«Nle  E.  Eth4  in  liin  ,JI«tgeal&DdiMhe 
StndJen"  (1870). 

HUarlon,  D»  HtOi^,  de  «tichrter  tu  het 
mouikaweien  ia  Faleetun  en  SjriS,  in  288  te 
Tabatba  bjj  Qaza  in  PaleitiM  geboi«n,  ging  te 
Alexandril  tot  bet  Cbriateodom  ofer  en  hield 
neh  dearna  tiq  iten  H.  ^alMtiM  in  de  woeatqn 
op.  In  306  keerde  hg  near  ign  gebo(«tdHkd  te- 
rug, aebonk  ign  Termogen  aan  de  armen  en  leef- 
de lansen  tQd  ah  Uoiiwaar  in  de  woeetgn  tni- 
achen  Onea  en  Ëgrpte.  Hg  ovwteed  in  871  op 
Cy^rm.  Zgn  gedenkdag  ia  21  Octoèer. 

BiUrlos  fPmu),  Zie  HOanu. 

HUArlna  vu>  Poltlan,  Oe  BeiUge,  een 
I^tgneefa  kerkTader,  tünoaand  „de  Atbanaaine 
vaa  bet  Weetend',  Toeroé  een  beftigen  tbiid  tt- 
gen  de  Aritmtn  en  werd  dientengeTolge  Hoen- 
Ueontm  wtalUiu  et  /JoaeUum  (Bamei  «n  geeael 
der  kettert)  genoemd.  H$  werd  in  315  te  Foitien 
nit  Beidenaae  oadna  seborea  en  koit  t»  het 
jaar  S60  beioemd  tot  laaHbap  is  ajio  geboort«- 
itad.  Weldn  wm  hg  gewikkeht  in  de  twisten 
Tan  die  dagen;  obdMoa  aMmnifatök  door  kei- 
■er  OoMbnu  beadiennd,  weid  hg  kter  door 
dÏMiB  AriaKnecbecoioden  broeder  Omulmtiv» 
naai  Phrygif  Terbaooen  (356—660),  Tasnar  hg 
•teeda  betrekkingen  ondethield  toet  xgn  aaobao- 
oeia,  de  binwh oppen  Tan  QaBil.  Lat«r  ontrir^ 
^  TerM  Xeng  te  keeren,  «euoa  hg  Auxentiiu, 
biaaebop  van  Hilaai^  beatreed,  die  tot  bet  Aria- 
DÏMDe  orerttdde.  Bg  enwrieed  den  lateo  NoTeo- 
bar  S66.  In  1^2  werd  1^  geplantat  onder  de 
^doeloiM  «edeaiae".  ZjJB  wérken  qa  gededtetj^ 
■triideduilten  als  ,J)e  Trinitate"  en  J)*  tjw)- 
éur,   gedeeHelgk   ommientaien   op   bÖAen  dea 


Ouden  o(  Nieuwen  Teibonth.  Ook  is  hg  bekend 
ab  kerkdgk  h^naendJchtei.  Z^  wecken  ign 
door  de  Benedictijnen  (1698),  door  Matfn  [2  Ha^ 
17S0]  en  door  06erf  A«r  (17S1— 1738)  ia  het 
üebt  gegeTen. 

BUanu  <4  fiiloritu^  paoa  T&n  461  tot  468, 
wat  Saidinilr  Tan  geboorte;  ala  afgeraardigde 
Tan  Lto  7  op  het  eoMi&e  te  B^teae  in  44d,  beat 
hg  datu  de  RomeJatehe  belugen  Gl«ik  Terde- 
d^d.  De  ondete  oreigdeTerde  aeten  Tan  een  Ro- 
meiotebe  ^node  dateereo  dt  tgn  tgd  (465). 
mi  l1  Imri'h  aifii  1  de  Toormalife  resiinntbe 
kn  den  hertog  nm  Smten-Büdburghauten,  n 


•edeit  1826  tot  hei  hertc^dom  Sakwn-Ueimneen 
b«booreiide,  ligt  op  den  rechteroerer  tod  de  Wer- 
ra  en  aan  den  Werra^worweg  en  de  Iga  Hild- 
biagfaapaen  BeMbqigef,  in  «en  Tiaditbaar  U. 
Het  Btad^  tek  (1910)  7708  invoMra,  en  hoeft 
een  TneMdljk  Toorkomen,  liodel^  etntn  en 
10  pkinep.  Het  beetaat  nit  de  Onifatad,  de 
Nieawitad  en  2  Tooiatedeik.  Toi  de  meikwaai<^e 
geboawen  behooran  bet  ooderwetacbe  atadbma 
met  twee  toiena,  bet  regeeriamebonw,  tbaoa 
ii^riebt  Toor  bet  Bot  wi  Appw  en  eeni^  kei- 
ken. Bet  ToonnaUg  bertoge^k  katteel  m  een 
fnai  en  i^^mstig  gflboow,  ki  1615  tot  1606 
TMTeien,  en  ia  des  tnin  vindt  men  een  gedenk- 
teeken  Tan  ZiOHite,  koningin  van  Pmiten.  Ifen 
heelt  te  HiMbnigbaaaeo  onderaibeiden  reeUfcao- 
ken,  een  gjmsaainn^  em  inalitiwt  TOor  doof- 
■tommen,  en  een  krankaaooif^D^eetiehL  De  merk- 
wiaidigate  inrkhtiDg  Tan  nqTerfaeid  waa  het 
„Biogruhiaeh  InatitDO^  doM  /.  Mner  geaücfat 
en  ia  I«2e  nu  Gotba  bieibeen  Teiplaalat,  maai 
1874  naar  Leipiig  «rergebraoht.  Thane  TÏndt 


barshanBen  baar  ontataan  te  dauen  aan  een  tü- 
la,  door  den  Franklachen  kooing  OhOdebert,  een 
lOon  Tan  OMorfvt^,  aMaar  geboewd;  doeh  eeiit 
in  de  I4de  eenw  werd  het  tot  «en  atad  *erbe- 
Ton  en  door  naren  omringd 

HUdl  (BUdr)  ia  de  meert  beroemde  waftnie 
in  de  Noorsebe  ai^<^ogie  en  baUeoaage.  De 
naam  beteekent  atrgdende  maagd.  Alt  Brynkild 
efwett  zij  een  beki^rgke  tol.  Tan  Odüi  krggt 
ig  beref  in  deo  tbijd  taiaehen  BjalMguKMor 
en  Agtutr  genen  b^  te  staan,  do«b  ijj  acbeakt 
den  laatste  de  orerwinMOg  en  wordt  tot  straf 
daMToor  door  Odm  met  een  shModoom  geatoken. 
Oip  Hindioljall  «laimot  de  jonknouw  in  haar 
pantaer  en  brim  en  (Hnriogd  door  schilden,  tot- 
dat Sigurd  door  de  TboutMa  rjjdt  en  haar  wtkt 
Zg  Teiïooft  ai<b  met  bon,  naar  besluit  tot  ^n 
dood,  aie  hg  haar  verlaat  en  atertt  teai  dotte 
TrgwiUiff  met  haar  Terloofde  den  mnnhMML  ta- 
ter werd  tg  Terpeiaoonlnkt  met  BribmAiUs. 

Hlldabnuid,  Bror  Emt,  een  Zweedadi  a^ 
cbaeoloog  en  pensiiigkaiKUge,  deo  22sten  Febma- 
ri  1806  te  HadeaxS  (Smtland)  geboren,  weid  in 
1880  docent  in  de  namiamatiek  te  Stockholm,  in 
1832  Beeialent  ara  het  penniogkabhiet  al- 
daar en  in  1837  direeteoi  daarrao.  Bg  was  Hd 
Tan  Teraehillende  aeademiSn  en  tebreef:  „Dp- 
bell  Sreriges  mjnlbistoija"   (1831— 


mTntkabineftel.    ImiM   i   Sreiigee   jatd"    (2ds 


DigilizedbyGoOglC 


BveoakA  nuun  oeb  griuwr"  O^BOi  .JRnaA*  m- 
gülec  Irin  nwdU&dtD"  (1802—1867,  2  dhi.), 
„SrcrisOT  hmIi  it«iuIui  koovumlHWBti  r-i~— ^^ 
aiog)^  <1«74— 1675,  2  d^,  terwj}! 
TenchiBeode  t^dMÜuriftoi  uiikcka  tui  vja.  huid 
TUMhenen.  9g  «rwteed  den  SOatea  Angvatu 
1S84  U  StodiMbn. 

BUddtrmd,  Hom  Oio/,  «en  ZweedaA  g»- 
•chiedtehiiJTer  va  oiidhekikniidwe,  era  «xa 
TUI  den  TooiffMnde,  den  5den  iitü  1842  l« 
Stoekbolm  geboren,  itadwKle  te  üpaak,  weid 
in  1871  benocDul  tot  coDwmtDT,  in  1879 
tot  intpeeteai  der  «rclifteologiMlie  moDamen- 
tra  in  Zweden,  en  in  1874  tot  biitoriogruf 
dei  EoninkEike  Oidea  Bq  wu  in  1674  alge- 
meeo  Mcretuda  iin  bet  intenntwnaiJ  uitkNpo- 
kgiMh-uehMokffi«di  «ongiea  te  StocUiokn  en 
TertegeDwooidiede  de  Zireedidie  legeeii^;  cp 
de  eonereBean  te  Bokgu,  Bnuael,  Feit  en  Lia- 
nbon.  fig  Khieet  o.  k.:  .^reukA  Mket  nndei 
hednMiden"  (1666;  2de  dndt  1872,  Dniteebe  Ter- 
tfthog  ISTS),  „Srerieee  medeltid^  Etdtnriiiitoriik 
Bkildring"  (1879—1899),  „The  indutiul  art  ol 
ScUKÜoaTift  in  the  pi^  tinte"  (1882),  „The  in- 
dnBtrisI  ut  of  Scan<bnATi&  in  tbe  middle  aget" 
(1868),  „STeiigei  mjnt  ndei  modeHiden"  (1866) 
en  K»!  «en  nunwen  druk  vut  DaUberffn  ,A>eti« 
Mitiqaa  et  hodienm"  (3  dtn.,  1900).  Hy  redigeert 
iiet:  „Anüqnuiak  Tidikiilt  foi  Smiffe"  en  „E. 
Titteiiiete  ni«b)iiet)di  antiqnitete-altademjen  JU- 


broeder  tui  den  yooiBuode,  den 

1648  te  StocUtckn  «^leo,  weid  fn  1875  ueie- 

tent  un  bet  lökwidmt  in  1860  lector  «ao  bet 

fljmimi en  ia  aedert  1901  directent  tui  het 

■nbiofweaeu,  ét.i  bj  «beet  reoimniseerde.  Be- 
hahe  taligke  tijdeehriftntikelen  actueel  b^-.  „En- 
«hk»  aühlUafoihilIaDden  fSie  den  DamuikdiB- 
i»  eiJUftioffeD"  (1676).  .yStenitet  Difdaoutft- 
ijnm"  (1878)  „Waflenatein  and  aeiiw  TeAiodnn- 
sen  mit  den  Sdiwedeo"  (1665)  „Srendta  rik»- 
d^saktei"  (1387  «ni.),  „lAtobok  i  nenak  aUt»- 
kimacbap"  (2de  dnjk  16Ö2],  „Sveriges  legerings- 
former  1634 — 1809  eamrt  kooaoBafGriwainnr 
1611—1600"  (1801),  „Srendu^duHtprol  frln 
Blik  den  H^geB  tid  tiU  Ooetal  lETi'*^  (1604— 
1600.  2  lUn.;,  „Owtaf  Waaa"  {IWSl,  ,;»TeDabi 
atatafSilattniü^na  hiatoriAa  otTeuUüg  filn 
BlddB  ho  tui  Tin  dwu"  (1696)  en^JreiteM 
hiatori»  intiU  20 :  de  leUet^  (1902—1909). 

BUdebrand,  Bnmo,  een  Daitaeb  etMUnia- 
hftw^fcnnrfigw^  dvn  Sdpn  MaAii  1813  te  Naombnig 
UD  de  Süle  ^iboieit,  flndeerde  te  L^nig  en 
te  Bieelui  in  de  philmcrfie  en  geaöhiedvnis,  tw- 
tigdb  lich  ia  1686  aan  de  luÜTeniteit  te  Braa- 
lui  aJe  privaaitdMent  en  werd  ei  in  1889  tot  bni- 
tengewoon  hoog'leeraai  benoemd.  In  1841  gin^ 
hn  ak  gewoon  boogkeiur  in  de  staatsweten- 
Bchappen  nav  Vuiiaiig,  wau  hg  wegene  bet  tct- 
dedigen  van  de  lechteo  der  niÜTenit«it  )qj  de 
legeeiing  in  ongenade  viel.  Na  een  luig  Tei4)lSf 
te  Landen  in  1846  weid  bq  wegeoa  een  artikel, 
dooi  bem  in  de  Daitadie  ,4jondonBr  Zeitnng" 
g«Iilaatat,  tui  ntAJesteituebeania  ^sclnddigd  en 
uit  ign  academische  beti^king  ontzet  en  eent 
in  het  begin  Tan   1848  koit  tooi  de  woeüi^Ki 


Tsn  Munt,  ti^k^i'"^»'  Wddra  weid  iiq  alge- 
iTwzdigd  nau  de  N«tioDtie  Veigadering  te 
Frankfort  en  in  1849— 18£0  wae  hg  lid  vu  den 
Luiddag  inEeoi-BeMen.  Na  den  tenutear  van 
floMHwflMff  ia  'bet  minaterie,  iMbooile  Ü  tot 
dia»  bettiérte  «venataaden,  mi  toen  ia  1861 
g«Doemde  stMteniaA  agn  leaetkHinure  {Aaaaen 
TenKMolqkt  bad,  veriiet  fltbMfaml  des  Eeu- 
Hwaiafhen  ataattdieaat  en  werd  honrieeraar  aan 
de  narrerAeit  te  Zarieh.  Wik  wat  hj}  aiede  da 
■tiebter  Tan  dn  Zwitaeraehni  noordooatenpoar- 
weg  «n  bleef  ei  ala  profeeaoi  en  •poorwegdii«e> 
teor  wetkaaam  tot  in  1656,  toen  bS  ala  boof^eei- 
aar  nau  Bern  vertrok,  wiai  l^f  het  eeiate  tta- 
tiatiaebe  bnnan  in  Kwitaerlaad  opiiAtU.  Is  1866 
BKiedlgden  «endge  ioTloedqike  maonea  bem  aaa 
ook  te  Bem  een  ^Morwegeaouté  in  bet  leven 
te  loepen,  waaidooi  h$  neh  eehter  fvi  vervol- 
ging «n  TgaadHhep  op  d«  bab  baalde.  Om  die 
reden  leede  hg  igB  beliekfcing  nader  en  vertrok 
ala  boogleeraai  ia  de  «taaltwetaiaeliwpen  naai 
Jena,  waar  bq  torens  ak  dineteu  th  Mt  «tatia. 
tisdk  bamra  der  Tbaringatbe  ataten  werknam 
waa.  Bg  overtoed  aldaai  den  29Bten  Jaanari 
1878.  Tan  lön  «aehiiften  noemen  wnr  „NaUo- 
nalttonoiOH  deiOegenwart  nnd  Znkanlt"  (1846>, 
„Die  Eniheatieebe  Finanireiwaltnng"  (1850), 
„Statiattebe  Mitteiiui«en  flbei  die  vokcwirt- 
sebaftUehen  Zofttade  Knibeaaeni"  (18fiS)  on 
„Beitiige  ani  Btalistik  des  Eantons  Bera"  (1660). 
Ook  wsa  bg  redaetenr  van  de  dooi  bem  gestidi- 
te  „Jahbfltfaer  der  NatiouOBkoDomie  nnd  Sla- 
tistïfc",'  we&e  latei  onder  de  redactie  kwun  vaa 
/.  Coimd  en  van  de  „Slatiatik  'nmiingena" 
(1866—1678,  2  dkk). 


HUdabrand,  ttudoU,  era  Daitaeb 
oen  ISden  Ifaart  1604  te  La^nig 
aoebt  de  msTeinteit  aUaai,  atadeerc 


itaeb  ffenmnist, 
ig  Moren,  be- 
eeroe  aanTaoko- 


tuk  in  de  Aeologie  doch  wgdde  lieh  w<idia  nit- 
Muitend  aan  de  wnAegeeite  en  letteHrande.  Ia 
1846  auiTaardde  bn  era  ttetr^Üw  a—  •*-  <» 

"»  »  ^      4^     T    .L>^^       -IL-     Li:       L^A 


toi  en  medeweikei  aan  bet  ,J)entacbei  Wartoi- 
boch"  van  de  A-mdm  en  hg  letto  het  in  1864, 
na  dea  dood  der  gebmedera  Orimm,  met  den 
boogleeraar  Wiegmd  te  Gieasea  voort  Daar  hjj 
dosen  laat  niet  tegelgk  met  dien  xgnfa  ïeeiaam- 
betiekking  kan  dnoen,  weid  h|j  doei  den  laad 
des  atad  vaa  de  ;Mitee  deser  laMste  voor  de 
heHt  oettMTen.  Toen  de  S-Jaiige  eothefUng  ajga- 
loopan  «aa,  werd  HiUebrMd  benoemd  tot  bnitea- 
gewoon  (1869)  aa  later  tot  gewoon  (1674)  hoog- 
leeraar  aan  de  naiventteH  te  Leitnig,  waarna 
hg  dat  weik  in  een  5de  de(4  venolgd  heeft  Daar- 
enboven leverde  hg:  een  uitnmntende  beweiking 
van  Softea'a  ,J)entBeiM  historiadie  TotkaKeder. 
Zveites  Hnndertf'  (1 856),  „Vom  dentaeben  ^ra<h- 
natemdrte  in  dei  Sobal»  and  von  dentsebet  Ei- 
dehnng  nnd  BJUnngi  Obubawt"  (8ete  <kvk 
1903),  „Ueber  Orimm'e  Wbteitneh  in  seiner 
wieeenachaftKdwn  nnd  natioealen  Bedentang" 
(1869)  en  ,,OeummeIte  Atttetae  and  Vortitee 
inr  dentaeben  FhiMogie  nad  mm  dentaeben  \a- 
terrieht"  (1690).  En  OTerteed  den  28eten  October 
1894  te  Leipng.  Na  ^  dood  Tersdmlen  nog: 
„Tag^nKfatd&tter  eines  SonntagspUtoaophea" 
(1606),    „BeHiige    mm    deotadien    üntMriAt" 


DigilizedbyGoOglC 


HUDBraAND-ffiLDBGABD, 


oen).  ,  Jbtwiibeii  nir  0«Mlii^te  dn  deotMtwii 
ViA^edB"  (lOOD)  ea  „Uéber  y/tltet  tob  der  To- 
gelwekle"  <ldOO), 

HUdebruid,  AdoU.  eeo  J>tritMh  tteeU^- 
ir«r,  den  Sden  October  ld47  ta  Uubui^  ^kd, 
•tadeetd«  4e  N«Bruibeiff  en  oaia  kiding  tm 
ZamiMteh  U  MQmImii.  Zqit  w«rk  is  de  „Bitouni- 
katrin  be  Jena"  (1894),  „öe  Wittakbaehaehe-foo- 
t«io  t«  IfaMhen"  (1^)  «1  een  .^aaniuutale 
bxAtin  te  StiaaUbiiig"  (1902).  iHg  «ofareef:  ,J)m 
Frobkcn  det  Fonn  ki  der  bMei>ho  Knut"  (4de 
drnk   1B03). 

HtU«brwid,  OMo,  «en  DoitMii  gcneeekstt- 
iUg«,  d«  ISden  Nofmber  1858  te  Bera  gebo- 
ren, stodcMde  te  Jena,  werd  ia  1994  faoogkonai 
te  QéttiiiMn  en  Mg  met  ÏAiiA  bg  wiea  bg  ge- 
werkt haa,  ukw  BerlÜB,  w«u  ng  dé  leider  «Md 
TM  de  cfainn^Mlie  pu^iniek  aan  da  <%ariM,  ^ 
in  1901  dineleDi  Tande  kliiuek.  Hïl  beatudeerite  de 
heieenTlicMnttsteking  na  veiwiHidiageD,  de  iwnt- 
«n  endeUaniAaDkei,  fa«iik«D  tan  herKiw  en  nw- 
gtmeiK,  ontattÉiBgen  van  4e  alYleeeebklkr,  fcaai- 
gnw^en,  «ninonniBgni  oh.  Hg  Kbnet  o.a.: 
„OniDdTiM  der  düniMiMii-tapognnbMelieiï  Aaa- 
tomie''  <WieaUd<ii,  8de  bA  1918);  beweikU 
den  2den  en  8d«n  drak  nn  de  „idg«M«ne  dii- 
niigie"  JD  EAtijr**  ..Leiubaefa  dar  Cbintigie" 
(Bwtgn  1909)  ea  ledieeert  aade  1895  dea 
„Jahieriwiieht  tter  die  Fortadiritte  anl  dem  Oe- 
biet  der  tluniTgie''  {Redbaden). 

■iM«ln-ukl.  Zm  BttU,  SitnOam,  en  Or«- 
jpmii  VU. 

BUdcbnuMI-HUdabruidaMni,  Rugo,t«a 
Zireededi  meteonJoog,  den  19den  A^utoa  1888 
te  StocUtofan  (Aorat,  atndeerde  in  de  atixaa' 
wetaMdHUMB  en  ««rd  kt  1876  faoogkeiMf  in 
da  oatooKODde  «a»  de  bimgeeebool  te  Opaala  en 
djieettor  van  bet  antetmngiedi  obaembHinni 
■Mur.  Tan  1869  tot  1907  w»  bg  «eeretuM  tan 
de  Init«matt<HM^  meteorotogiodie  eomiBiMie,  se- 
dett  1900  ia  hg  tid  TM  bet  iNeMeamit&  Briial- 
Te  met  bet  klimaat  Tas  v^a  raderlaDd  hiaki  hg 
liab  Tooral  beiig  met  de  ftndie  dw  kditatioo- 
men  es  der  weftra.  Tao  s^»  gaaebtiften  wmnen 
wg:  jlthu  det  mooTcmeBla  topérienra  da  1'at- 
«<Mpbèra"  (Stockbtdm  1877),  ijHatributic»  det 
MémentB  méttorologiqnei  antovr  dei  miunu  et 
muima  barométriqnea"  (StMkbdm  1888),  „Wtd- 
fceoatb*"  (Hamèuv  1600),  „Attea  iDtantatioiuü 
del  nnaoei"  (met  Riggatbaeh  en  Teiêtermu  dê 
Borl  (2de  dnA  FMJJt  1910.  ,J<eB  baaea  de  Ia 
météoiotoffie  dTnamiqne  (met  Teu&ertne  de  Bort, 
Parga  1898  t.t.). 

HUdabrsndÉUté  k  de  aaam  Tan  «en  frag- 
ment ait  de  Dnitatïe  bddena^a^  betwelk  waar- 
adifin^ïk  in  da  8ite<rf9daeevwg«aehi«Tanen  a> 
da  ImitenBgde  dei  dettdaAen  van  een  Latgnaeo 
bandaduift,  en  dat  sitb  ttwna  t«  Eaaad  berindt, 
gefofkdea  ia.  In  17S9  maalcte  ffaeard  bet  bakend, 
en  men  beadtomda  bet  ala  «es  gedeelte  rao  ees 
Nedeidaitaebe  srwaroman,  totdat  de  g«br«wdeT* 
Qrimm  in  1812  aantoooden.  dnt  bet  cit  dlit- 
taiaennde  Twien  beatuL  Da  beeta  iittoaT«  ia 
die  Taa  laekmmn  (1880).  Set  ia  ntoeilüü  te  ie- 
Mt.  omdat  HoofT  en  Nederdnitidi  dialect  er  in 
vennangd  i^ii.  WHneb$nl|ik  ia  bet  dooi  een 
Nedeidnitaeben  aebniTer'  naar  een  iBoogdtaltaeh 
Tooibeeld  a^eadneren.  Dit  hed  ia  boogst  meifc- 


waardig  «la  bet  eemg  oveifclgtael  t«d  émt  aard 
Dfit  bet  oodate  tgdperc  der  Dmtacbe  letterkimde. 
De  inboud  is  déze:  Diedtrik  van  Bern  ii  foor 
Odoaeer  naar  den  Hunnenkooing  AlliJa  gerlucbt 
met  lön  dMMÜcoeoht  Hüdebrand.  Dne  laatate 
beeft  vja  gade  ea  «omondigaD  tooa  te  Bern  (Ve- 
rona)  ichlëigelaten  en  ontmoet,  waimeei  hjj  na 
Tele  Jaren  temgkeeit,  dien  mod,  Hadubraiut  ge- 
beetaa,  fonder  bem  te  kennen.  Zjj  geiiken  in 
twist  en  dagen  elkander  nit.  Bildibrmtd  vraagt 
fM«r  den  naam  ignet  tegeapartg  an  maakt  li^ 
bekend  li»  -  HadtibrmiU  -rwler.  Docb  kata^fa- 
noemde  wil  bem  niet  gelooTen  an  «t  den  atrgd 
Toort.  Bier  b»«kt  bet  lied  at.  Oi^etwgfeld  waa 
het  alot  tragiach:  da  «k»  Talt  io  bet  geTeebt 
Het  Ked  beïtaat  nit  abrtrfeo  *an  4  regaU,  «ter 
dealen  door  alütenktie  Torbonden  ^n.  De  Toor- 
«teHiag  ia  kernachtig  en  kraablag,  en  bet  Terbi«l 
berft,  volgana  getnigente  ran  dr.  JoaeWoaf,  een 
«(>iadke  waetUe  en  gelgkmatigtldd  in  den  trant 
Tan  flomamt. 

HUdMTMntowoh,  WiUem  van,  een  N«deT- 
Undadt  achter  w  de  nit  iQn  werken  bat  beat 
bckieada  der  loogeoaamde  É^boJuprckera,  d.  w.  i. 
diebtera,  <Ke  Tan  het  Toordnsen  Tan  bun  werken 
bna  beióep  maakten,  ontleent  iqo  Bu*n  aan  ign  «• 
boortaplaata.  ISiaacèen  ISSSen  1409lieeftfan,  bln- 
kana  denkaoingandergrafelgkbeid.berbaaMelgk 
te  'a-OraTeah^aenaraenkdemaalteHidddbaiB 
aan  bet  bot  „geaftrokeB",  miaaebien  ook  i«eai 
TMr  1875.  torwgl  bg  in  1409  gectonen  adiönt 
t«  aj^   Toot  (bet  orerige  weten  wg  alleen  nit 

in  w«kMi.  dat  hg  in  igit  jea^  een  aTontnoi- 


t..: 


Latgn  Terstond  en  dat  bjj  den  infloed  Tan  1__ 
loHt  en  Tooial  Tan  Boendola  beeft  ondergaan  Da 
gedichten  tad  Rüdegiurtbtreh,  die  ten  getale 
Tan  CDeer  dan  100  m  tiwee  biiiKl«ehritt«o^,  enkele 
(ragraenten  nog  ra  ««n  dente,  bewaard  ign  geble- 
Ten,  heÉdwD  geen  boose  kiuHtwe«rde.  Zg  xgn 
Toor  een  belaogrok  deN  in  atrotiaeban  Toim  ge- 
lebteren,  t^na  annd  didaetiaeh  en  niet  lehien 
pt^ck  TMt  infaood  en  c^toigaD  Tan  bwverlgke 
opratUiigen.  Set  meeat  bekend  ign:  „Hoe  deetata 

rjen  u  HoUand  qnamen",  dat  düi  oonptong 
Hodaebe  en  Kabeljavwaebe  bwieten  behan- 
delt BB  ,.Tant  Banment  Tan  goeden  haTMt", 
waaraehfpil^  een  ItAfieht  op  Forii  V  en  WiOtm 
UI.  Een  drietal  boerden,  met  hekelend  kMaktet 
dragen  de  titela  ..Tan  den  Wa^n"  (orer  om- 
koolAwre  reebtêra),  „T«a  den  flomiek"  en  „Tan 
der  Paep  die  afn  boeck  gbeet^rfen  weit".  Zgn  ge- 
diehten  ^n  nitgegeren  door  BuacAov  n  Fer- 
wvt  (1870). 

■lldsvard,  Dt  Htüige,  amitreeki  bet  jaar 
1098  te  BOekeUteim  in  bet  «aafaehap  ^onbeim 
Mbueii.  bebooida  tot  een  adellqk  geabat.  Tan 
haar  8ate  jaar  af  waa  rï  in  bet  Uooater  Diaibo- 
denberg  in  bet  TorstMDn  Zw«9)rfleken  an  waa 
er  iater  abdia.  Toen  hiec  da  noanen  niet  meer 
nbiHgen  konden  wnden,  atiehtta  ig  een  nionw 
Uooater  op  deo  Kobertobe»  bg  fiiüen  an  bleel 
er  aan  bet  hoofd  tot  aan  baar  dood  den  17deD 
SepteoAer  1179.  Het  TT^moedi^d  TOrhiet  ifj 
baar  item  tegen  da  Terdorrenbeid  en  da  mlabmi- 
kën  der  Kerk,  alanede  tegen  da  grore  ondeng- 
dan  det  geeateltiken.  Terkondigde,  dat  er  t^den 
Tan  wra^  orer  ben  londen  aanbi«ken,  waarna 


DigilizedbyGoOglC 


331 


BTT  iW^  *  B'P — ffR  T^PWTTfTH. 


de  Keik  tot  «en  ftlgMoeeiM  Troomheid  mq  «oiden 
Keranigd,  en  vkt  op  «en  ««nBclioawelj^e  v^M 
de  k<Mii0t  Tan  den  Anti-Ctmet  op  aarde,  xgn  ne- 
derlaag, de  lontwing  <l«t  aarde  door  Tnar,  bet 
laatete  ooideel  en  de  laHgbeid  4er  getronwen  Ie 
MhiMeien.  Baar  roem  th  pnrfetei  venneerderde 
door  leiien,  wiuop  sq  predikte  en  Tooi^>ellin- 
gen  deed,  en  Tooral  doordien  pane  BvgeitUu  lU 
£aar  goddelijke  roeping  erkende.  Vaik  baar  tal- 
rqke  geMhiiiten  q^n  de;  „Schias  («ei  Tiaa  ^  ken 
de  wegen  [d«i  Heeren])  een  vietonum  et  reTcIa- 
tHnnm  Gbri  Hl"  (I67S)  de  belangn^ate. 

HlldMlwlin,  de  taoofdetad  laa  een  gdttkna- 
mig  dUtrict  in  de  Pririaische  fironiHH  Haono^er, 
Ijgt  aan  de  Innente,  ie  e«n  kraiapnnt  tbo  tpooi- 
wegea  en  toH,  na  de  ininTing  T&n  MoritAeK 
(1911)  54  800  inwoners.  Z^  l)eElB>t  oÜ  de  Oud- 
en de  NienwBtad  (sedert  1583  Tereenicd)  en  de 
„Freibeit"  (leeidentie  vaa  óea  bisedK^).  De  wer 
oude  atad  heelt  in  de  fcionenstad  nog  yeti  naa- 
we  en  boeki«  straten  met  ond«^etaebe  hnizen, 
waarran  de  MTemeFdi^migea  boven  de  andere 
nitsteJcen  en  met  hoQteoqwerk  en  eikera  igo 
«oonien.  Van  de  kerken  moet  in  de  eei«te  plaali 
de  Oom  genoemd  woideo.  De  oorepronkelgke 
bon*  dM^kent  oit  de  11de  eeinr,  miAr  beeft 
later  veu  Tenoderingen  ondergaan.  Oidange  xün 
de  binnenmoren  gereetanreenT  Zeer  interesian't 
t^a  de  nit  den  eeraten  tüd  der  Hiddeleenwen  ^■ 
komatigB  domaebat,  ée  jjoeren  denrrleoMla 
(1015)  met  leliata  Tan  (naschi^  Benupard  {m 
aMur],  ait  de  geacbkdenis  der  eerite  meoKh- 
heid  en  van  Ohriëtu*,  een  ipertn  doopTont  uit 
de  18de  eenw,  twee  Bomsanecbe  reliquiétnkutjei 
en  twee  groote  hicbtere  vit  de  11de  eeuw.  In  de 
torene  beTindt  neb  eeo  praehUg  k]oÉk«nepeL 
Toor  den  toegaofr  naar  bet  knwr  «tnat  de  io< 
naande  Irmeosnv  en  Tocr  de  bnitenmaren 
graftmel  breidt  de  beroemde  doMerM^arige 
Muatok,  8  m.  faooo  en  10  m.  breed,  lön  taUten 
oit;  een  RomBonene  kroiagnog  on^oclt  bet  in- 
wendige. In  een  ijn»rtaa)  vwheft  neb  de  4  in. 
hooge  OiriatotBnU  (1022),  waann  de  geeefaiede- 
m  Tan  Ohrittu*  i«  algebeeld.  Op  bet  Ooothof 
■taat  bet  itandbeeld  tan  bieeeb^  ItenMMinl.  Vao 
de  oTeri^  keiken  vennelden  wg  de  Oodebanfaa- 
k«ik  (1138— II 72),  «en  meealeritnk  Tan  Bemau- 
Khen  at^'l  met  dne  toreoa  in  pTramEdeDVOim,  de 
HiebaflKskeik,  een  renmebtige  BomaHMcbe  ba- 
nüea  roet  bet  graf  Tan  Bemward  en  een  ,pfa^- 
tig  beiriiildeid  bouten  ótk;  de  MagdaleiMikerk 
met  fmee  koetbaxe  kehtert  uit  Bemtminfs  weik- 
plaats  en  d«  An<feeaskerk  met  een  1 1S  m.  hoo- 
gen  toten.  Andere  openbare  gdbouwen  cqn  bet 
onde  Tempelierabnis,  bet  etaohuie  (1440)  met 
freaeo's  van  Bermaim  PreU,  waarvoor  een  lour 
'  tein  «taat,  het  Toormalige  Trinitatishoepitaal,  bet 
MiebaelitÉlooBUr  (tbans  kraOkzJomgeiigeetieht) 
eni.  BehalTe  dnt  van  Inachofi  Sernward  be^ 
de  «tad  no^  «taadbeeld«n  Taa  WiïUn  1  en  Bo- 
mer. Hen  Tmdt  er  tw«e  gjnmaBia,  een  landboDw- 
aehool  met  proefstatiou,  tw«e  eemin&ria,  «en  am- 
tat  TakKboIen,  een  >tedel^  mnaeum  roet  koet- 
bare Terxunelingen,  bet  Andrenemnaeuffl.  een 
doofetommentnstitiHit  en  krankziaoigeTigestJobt, 
twee  weeshuiun  eni.  In  1909  werd  er  een  nienw 
■tadgtbeater  in  klaeri^en  «tgl,  nnai  eon  ont- 
werp van  prof.   Max  lAttmatM,  geopend  en   in 


1911  eea  door  den  grootbande^r  PelixHu  Xt 
Ealro,  een  gelwien  Hüdetbeimar,  geati«fat  ma- 
eenm  (FelizJkw-MDaemn),  wauin  doü  den  atieii- 
ter^renamelde  EgTptieebe  ondbeden  (gedenktee- 
kenen,  Bomeinadie  glaien,  Odekache  vaien,  ter- 
raootta'e  eni.)  benmne  gipaai^taele  tan  of 
de  plaati  van  bet  onde  Uennhis  gevonden  iil*e- 
ren  voonrerpen,  weiden  oDder^raObL  Hildat- 
heiffl  beeft  «en  «nnkenaiDiDaderg,  gummitabiMi, 
Qaergi«tergen,  «en  eonBerTenUbriek,  Terraardi- 
ging  Tan  moieoaterant,  kaebda,  baarden,  maehi- 
nea,  waAene,  torenklokken,  cUi,  tapnt«n,  mont, 
ehoeolaoe,  talnk,  ngaien,  le«r  en  mer.  Handd 
weidt  Tooinamdink  gedieren  in  «rikei,  graan, 
knoatmest  en  andeie  landboa «artikelen.  Tta  Z. 
dei  stad  bgt  de  bedevaait^aate  Ottbenen.  Bjf 
Hilde^eini  werd  in  1668«en  feiumelin^Bomein- 
iche  ntmen  vooiweipen  ««vonden,  die  bekand 
staat  ab  de  HtUeefaeimer  ZUveFTondrt. 

Het  iüadom  BildedMio)  is  ign  ootqvioog  rer- 
aetintdigd  aan  Sartl  den  Qfoote  en  Lodeu^k  deM 
Frome.  EentgeDoeoide  etiebtte  bet  ter  bekeering 
der  Sakaeia  in  786  te  Klae  en  bepaaUe,  dat  het 
gebied  ■m&  den  Uaaebcy  lich  wu  nil«tr«kfc«D  wei 
oe  il2  OoetfiaJadie  goowea,  en  laatatgeooemila 
Teiplaatate  dca  aetel  van  bet  bisdom  tsb  Ebe 
naar  Hildeabeim.  In  de  10de  en  11<te  eenw  be- 
reikte bet  hoogstilt  onder  de  bisKboopen  SI. 
Bentuard  (lenmeeater  en  later  kaneebei  tia 
OUo  111)  en  at.  Oodehard  (gebeimnad  Tan  £fai»- 
drik  H)  een  boogen  tnrp  Tan  bloeL  Ondei  Imid 
opvtrigeis  telde  het  donlapittel  52  prarfwndea. 
Oiok  Teikregen  de  biaacfaofipeD  nitgeetrekte  ka- 
den Tan  hm  kertelgk  gebied  in  eigendom  ^ 
wisten  tUii  in  bet  beoit  dMma  te  faandfaaTeD 
tegen  bet  maeht%e  Hnie  van  Bmnawqk.  Ook 
ontstonden  er  gedniw  twietea  tnaaeheB  den  bia- 
en  de  etu  Hildediüm.  üftettemia  brndde 
Mtadig  oit,  totdat  in  1519 
de  HitdeabeiinBclie  StiftaooThg  nitiiaiBtte,  waann 
de  beitogoi  vm  Brtuuv^k,  ak  vitvoeidera  vaa 
den  Jtokwaa,  dooi  keioet  Koral  V  over  bissdtop 
Jat  W  nitgv^ioken.  bet  gnwtate  gedeelte  dea 
laoda  TeroTeiden  en  ikuna  dooi  bet  verdrag  vaa 
,^..__  ,..™,       „..        ..  De  kerkte 


onder  den  naam  van  bet  Xleïne  S 
Gioote  Slaft  18  ambten  met  de  daarin  g^egaa 
steden  en  dorpen,  verTÏel  «an  de  hertogen  *aa 
Bruntwifk.  'Eent  biescbof)  FerditKmd,  beitog  «tot 
Beieren  en  roetropolitsan  van  Keulen,  alaagde  er 
in  IMS  doof  een  OTeieenkomet  met  de  bertogen 
Auguet  en  Ohriitiam  Lodtv^k  vm  BnmaM^k- 
iMntburg  in,  bet  Hoagstiilt,  met  uitoondanag 
van  een  vq'^  snlbten,  térog  te  krijgen.  Danr 
echter  alle  eteden,  het  «rootate  gede«4te  van  den 
adel  en  sdla  vde  vlekken  doi  ProtestaotMban  - 
godsdienst  omhelsd  badden,  terwjH  bet  bitdom 
aan  de  B.-Eatiiolieke  Eeifc  g«ta(Mtw  bkef,  soi^- 
de  Oeor^  Ltxtewük,  keurvorat  Tan  Hanaover,  dat 


schop  en  de  c 
het  boogstif t 


ecbop,    Fraiu    Egon 


TrQbeer   von    Fttrtlenberg 


DigilizedbyGoOglC 


QHJ)EfflBfM— HHiL 


door  hftt  Conena  t«  W«biwii  (1815)  werd  toege- 
irewn. 

Blldrvtli,  Rieiord,  «en  AmenkuoMh  ge- 
•chiedKhrgTer,  ibm  2SBt«n  Jnoi  1607  te  Oc«- 
field  in  den  «taat  HMsaebnseUe  g«bor«K,  oiatriiig 
^R  «plridtng  aan  bet  fiurardmUcm  te  Cam- 
bridM,  «M  terwkeH  «enigsB  tnd  weibum 
ab  m«itl)ca<ng«r  te  Mew-Toifc  en  belutte  tidi  in 
""1  met  de  redtetk  nn  den  „BotlcB  AUu". 


ƒ  ïloore"  (ISM),  ook 

gtnaaund  „Tite  «faite  >Uw,  <w  mcmoiza  of  a  fn- 
gitive"  (1852)  en  ,fitufoiima  in  Ameriea,  «n  ia- 

S'n  inlo  the  lUktnre,  leaoHs  and  legal  liuia  irf 
«liTebolfipg  •7«teai"  (3de  drak  18U).  Ver- 


„Theoij  ot  foliUw  or  inqnir;  ioto  Üte  foimda- 
tjon  of  goremmenta  aftd  tbe  eaiue  and  pio^rea 
of  ptditieal  lerdntiona"  (1858)  en  Je^n  ae  it 
wu  and  i«"  (ia5£).  Z«d  befaugTgkst  «eeehritt 
ia  ediler  „SittiOTj  of  thé  United  Statea  of  Ame- 
riea" (6  dhi.,  IMO— 1852.  oienwe  drnk,  1680). 
Dit  weit,  boiewel  niet  achitterntd  van  itüi. 


deredieidt  lieh  door  gestrenge  oi^iaitqdigneird. 
De  «nte  3  doden  beratten  het  ontataan  dei 
Noord-Amerikaunohe  k<doniln  tot  178B,  de  lol- 


gewle  2  den  «tröd  der  demoeraten  en  Eoedsra- 
Baten  onder  Wathmgton,  Adm 
het  Sde  den  tweeden  oorloe  teg 
n  het  .ekuteB  van  het  iWwoaritntetMt  (16)3). 


H^  orarieed  den  Uden  Joh  1865  te  Floreoce. 
HllfcTdlii^,  Akxaitder  FedommUj,  «en 
Koaaiaeh  achrnrer,  in  18S1  Kdwren;  «ttriog  njn 
i]fiIei<HBg  te  ModMin,  reiede  ia  Tendnüende  8k- 
neehe  laaden  tnriten  het  Itoagisebe  Bnk  en  waa 
na  lya  terugkeer  een  ii*eii^  Tooxataader  Tan  de 

Eartq  der  ^voohtkn.  Tot  xfn  geiamenlöke  wer- 
en, in  1868—1674  te  Peterabmg  in  4  deelen  in 
de  RoBBiaebe  taal  in  bet  Heht  Teradwnen.  be- 
hooren:  „Oeaehiedeaw  dei  Serriera  en  Bnlga- 
len."  „Oesohiedenia  dei  fialtiaelie  Slaïen",  „Rei- 
len jn  Boeoifl,  Henegowina  en  OndfioriS",  cni. 
Verder  aehreef  b^:  „OveiUöiaelen  der  Sivta 
aan  den  Zaidelqken  oever  der  Oostiee"  (18M), 
«Q  „Orer  de  *erwaiitadun  dei  SlaTtaehe  taal 
met  bet  Sanakrit"  (185S).  In  1871  feraamelde 
hg  Tolbliederen  Uoge  den  oerer  Tan  het  Od«- 
gameer,  die  in  1878  onder  den  titel  „BjrKnen 
nit  Onega"  in  het  lidt  T«iaehenen,  nadat  hg 
den  2den  Joli  1872  oreikdn  waa. 

Hllr«nt0ld,  AiMt,  een  Dnltedb  ffodgelaer- 
de,  den  2den  Jnni  1823  te  BtappenAwdf  bSeak- 
wedel  geboren,  atndeeide  te  Beriqn  en  te  ^lle, 
Tealagde  zidi  na  sQn  promotie  in  1840  te  Jeu 
ala  piJTaatdoeent  en  werd  er  in  18S0  lienowtd 
tot  faaitengewooB.  ia  1860  tot  eere-.  in  1660  tot 
gewoon  boH^eeraai.  B^  ia  in  1007  orerleden, 
fljj  wgdde  ncè  op  het  voeti^oi»  Tan  F.  Ch.  Baur 


hoofdükelgk  aan  een  kri^aéh  ondenoek 
bet  ooT^roikelSk  CbriiteBdom;  d«  belangr^ute 
^jnet  T^  wenen  ign:  ,J>ie  EraDgeHen  naeh 
ihrer  Entatehnng  rmd  geediiehtUeben  Beden- 
ttng"  (1854),  Jh»  UichisiatenHiiim"  (1855), 
,JUt  jfldiwdie  Ap(fta]n>tik"  (1S57),  „Nonim  Tes- 
tamenbnm  eitra  eanoDNO  leeeptom"  (4  <Bn., 
166^-1867  2de  dnik  in  1S76  ens.],  „Bietorwch- 
kritaadie  Btokitong   in   das   Nene    Teatament" 


(1875),  „EetaeigeaEÉnriite  dea  üiehriatentDma" 
(1884),  „Jadentom  und  JodenchriatentDm" 
(1886),  een  nitgare  van  den  „Putor  Tan  Ber- 
mmf,  „AetoaKtttolonangraeee  et  liiine  eeem- 
dnm  antiqnianBKW  tertea'"  (1880)  en  „Ignatii  An- 
tioeheni  et  P<djeaicii  SmmMi  eoistalae  et  mar- 
trria"  (1902).  Sedert  1868  gaf  1^|  de  .^taofadK 
fSr  wiesenBdiaftUde  Theotogie"  nit. 

HUUa  ia  een  beihsaldelgk  Toorkomende  bB- 
belaehe  naam.  Bekend  k  de  hoogeprieatei  Hu- 
laa,  die  faet  wetboek  „Denteronominm"  Tond, 
dit  den  jongen  koning  Jona  ter  hand  stelde  va 
100  aanleiding  gaf  tot  de  faenofming  Tan  lotia. 
Dme  BOkia  i>  «et  gdgk  U  «trflen  ntet  EiOsia 
den  vader  vao  J**xja,  daai  deae  «t  Anstoth  af- 
komatig  waa. 

WH,  Rowlmd,  een  WngtJarft  aehrgTei,  den 
IQden  Angnatna  1744  eeboien  en  den  Uden 
hfrA  1833  overleden.  Oote  ün  talri^  geeehrif- 
toi  ign  Tooral  de  „Villaga  aiatognee"  (2  dhk, 
1801)  neikwaardig;  ig  Meefden  reeds  in  1809 
den  6den  ^uk. 

HUI,  eii  üowJmd,  haraoet  «m  Ahnaret  ea 
BoKkiUnu,  TiMOODt,  een  JEngelaeh  generaal,  den 
Uden  Ai^nstna  1772  te  Preea  Hall  «boren,  be- 
zocht de  militaire  academie  te  Straabntng,  weid 
als  Taudf ig  «nlaatat  hg  bet  Britwbe  Icfér,  wat 
kapitaift  M)  ^  MlegerioR  Tan  Tonloa  en  streed 
ala  hiteDMt-koloael  in  IWI  in  EgTpte,  waar  hg 
iwaar  gewond  werd.  In  1808  grng  oö  ab  goie- 
raid-msMWr  naar  Portagal  en  ondereueidde  «tb 
Tooral  ng  TalsTera  en  Baaaeo,  werd  in  1609 
Inilenant-generaal  en  bewees  aan  twt  boold  raa 
een  korpe  aan  Wellington  briangigke  diensten, 
waarom  h«n  de  titel  Tan  baronet  ten  deel  tmI. 
In  1815  streed  hg  met  roem  hg  Waterloo;  hit 
werd  in  dat  jaai  berordeid  tot  geneiaal,  in  1827 
tot  gonTeraenr  vaa  Fljmonth  «n  in  I88S  tot  op- 
perbcTelhdiber  lan  het  Britscbe  l^ei.  In  1843 
legde  hjj  die  betrekking  neder,  reikrreg  de  waar- 
digheid Tan  pur  en  orerleed  den  lOden  Deeem- 
ber  1842  op  sgn  laodgoed  bjj  Sbrew«bvi7. 

Blll,  RMftand,  de  lierTonnei  vso  het  <Engd.- 
aebe  poètweien,  den  8den  December  1706  te  Hjd- 
derminster  setioreD,  atbreef  ii  1887  een  broehu* 
oter  bet  nadeel  Tan  het  booge  briefoort,  deed  in 
1686  aan  het  Parleoient  liet  TOorsteT  Mn  het  pen- 
ijport  TOOI  aUe  binnenluidBdH  brisren  in  te 
:n  ma  In  1841  lün  nomnaen  met  een 
'ddia  kwaioen 


10^  in   1841   IQ»  f^^^^  ' 

ScHciiiraiifl  uitkomst  Iwkioona  WeJdia  i 
e  Toordeden  Tan  het  ideowe  stelael  aaA  den  4w, 
en  een  nationale  inaehTvring  beloonde  den  «at- 
werper  met  «en  som  Tan  130000  poad  ito^ag. 
Nadat  h$  saaraakd^  van  bet  algemeen  bestirar 
der  poaterQen  toc)  tegeutand  onderronden  had, 
soodat  hg  «Ifs  de  betrekking  Terloor,  welke  hfl 
dwrbg  bekleedde,  wMd  hg  in  1846  benoemd  tot 
eeeretaik  Tan  den  poatmeeeta-geneisal,  in  1845 
tot  dirigeerend  aeeretails  Tan  tiet  posldc^arte- 
mevt,  waarsa  bS  in  1864  werd  ge^tionnend 
met  «en  jsamld  van  2000  pood  sterling,  sadM 
hjj  roede  in  1860  met  de  Bathorde  was  Terderd. 
Ook  ontTine  hg  een  dotatie  Tan  20000  iWDd 
steiJing.  fiij  OTerleed  den  27ateii  Aaswtna  1879. 
^n  «toffdgk  oTersdwt  werd  in  de  WeatnÜDater- 
abdg  fcggeiet,  waai  tit  1801  «en  sbamftedd  toot 
bem  ie  onthnld. 
HUI,  Oclmia,  een  EngeMi  ^lilaalhrape,  om- 


DigilizedbyGoOglC 


HILiL— HQiLBL. 


■toecki  1818  {(dborea,  btgoo  al*  Jong  oaderwg- 
MIM  d«  womaetoeEtsiiden  dei  Lonoenscbe  ar- 
beiden in  6t  dWligBte  wijden  te  beatadeeren 
en  t«  TcAeteni^  mübg  xg  in  dt  eente  plute 
bg  de  kAeiden  e«n  gvröel  tooi  reïobeid  en  oide 
tnehtle  te  w^en.  Zg  Tond  tmI  ttenn  voor 
bui  fi«[deweri[  en  bad  spoedig  «nreriradit  sne- 
dés;  de  lUAr  buu  plan  T«Aetetde  irf  geboonrde 
ufaeid«niMniDeen  »t«h  mo  goeds  <d  leken 
rarte.  BQ  aclinel:  3omei  <J  l£e  Loadon  poot" 
(1S75)  «n  „Ovr  eommon  land,  ud  «thsT  «snja" 
1878). 

HUUli,  HOUh  4^  £^tUdk,  de  bwAhtad 
TUI  een  gcl^nimig  ondsJAk  in  bet  AaiatiMii- 
Tnifcaebe  TÜajet  Bagd&d,  ligt  90  ba.  ten  miden 
T&n  Bt^d,  omf^en  door  d«  mlnen  vuk  BabT- 
lon,  Mm  de  beide  met  dadelvoadut  Teiaerde 
oneit  Tan  den  Eufiwt,  wwoTer  een  knge  aehin- 
bnig  gekgd  i«.  Zg  ia  de  Tenam«]{iii*ti  tsd  rae 

IwgeTeii.  Et  iga  ongcTeer  80000  ismwen, 
meeBtal  Arabieren  en  Penen.  Tot  de  TitnniiiTnitii 
gebouwen  bebooren  ei  onderaehdda  moikMin 
en  «en  paar  kaïemeB.  De  njjTerheid  bondt  licfa 
beiig  met  bet  verraardigen  van  geweven  wollen 
eo  ^iden  atcrflen. 


en  letteiiwuHge,  in  1788  te  OraeadOngen  bg 
desbtini  geboren,  beioctt,  loet  bet  doel  om  R.- 
Eatboliek  geeaUlgke  te  woT^eo,  de  academie  t« 
OBttiwen  en  werd  leeraar  aan  liet  Joaephinum 
in  Hildeabeim.  Later  werd  lig  beaoenxl  tot  bui- 
tengewoon boogleeraar  i»  de  wgebegeerte  te  Hei- 
delCeiv,  alwaar  bg  na  bet  vertM  Tan  Het/el  ge- 
woon boogleeraar  weid  Inmiddek  waa  èg  reeda 
lang  tot  bet  Protestantadie  Een^enootaelup 
OTergegaan,  Tertrok  in  182S  als  boogwaaar  nkai 
OieMtn,  waa  in  1648  eenigeo  tgd  Toonitter  der 
Tweede  Kamer,  waar  hg  tot  de  Tolkapartq  be- 
booni^  vertteeg  in  1850  emeritaat,  reaUgde  ii«i 
te  BOdelbeiin  en  oTerleed  te  Soden  bö  bet  Tan- 
WHgebeigte  den  25*ten  Jaonari  1871.  figaehred: 
„Die  Antbropologie  ab  Wïasensdiaft"  (1832— 
1828,  S  dtn.),  .J^Mbneh  ia  tbeoretiseben  Fhi- 
loeouue  ind  pbikaoritieoben  PnmUeotJk" 
Oëm.  ..LitterarteUwtik''  {2  db^  1838).  „Uni- 
■KnatabitownbiKfae  PnlegooieBa"  <18S0),  ,Jitt 
Oq^Mmna  der  pbikwcnÜwben  Idee"  (1842),  ^- 
mede  190  wge^erig  boofdweifc:  „Die  Fbiloao- 
pUe  dea  <3eiaie»"  (2  dJn.,  1835)  en  bovenal  ,J)ie 
deataefae  Nationalliteratur  eeit  önd  Anfange  dea 
18  Jabrh."  (8  dln.,  3de  drnk  1375). 

HUMtrmd,  Kvl,  een  Doitecb  Bchtvrer  en 
«ran  Tan  den  Tooieaaikde,  den  I7dsn  S«^te«aber 
I6S9  te  Olenen  geboren,  atndeerde  alikar  en  te 
Beiddbeig  in  de  rechten,  nam  ia  1849  deel  aan 
de  Tolkabeweging  is  Baden,  werd  te  ilaatatt  in 
da  g«T«DgeiHa  gewonten,  maar  ontani^te  na  tct- 
ioof  Tan  diM  noaaiaen  en  Terloefde  ale  Thicbte- 
I»g  te  Stnatabnw,  Pa^  en  Bordeaux,  «romo- 
Teeide  aan  de  Soicnane  en  werd  in  18S3  leeraat 
in  de  Dnitoi^e  taal  aan  de  militaire  eebool  te 
St.  Cjr  en  in  datieUde  jaar  piofeaeor  ia  de 
nienwe  letteien  aan  de  boogeeoiool  te  Dooa^. 
Na  de  oorkgereiUaring  Tan  1870  oan  hq  u» 
ontaiUg,  beg^  itdi  ah  correipoDdent  tud  de  „Ti- 
mee"  naat  Heme  en  «estiffde  neb  all  priraatdo- 
eent  te  Fkrenee,  waar  bg  zicb  beiig  liield  met 


het  beweiien  eener  geuhieHleua  Tan  Frankr^ 
Tan  1680  tot  1870  en  den  IMen  October  1684 
overleed.  BehalTe  tal^^e  eaea;s  in  Frasaebe,  En- 
ffelecbe,  Italiaaneehe  en  Daitache  tgdirfiiiften 
leTerde  bq  in  bet  Fraoeoh:  ,4>iao  Cooipagnl. 
étnde  hiatorique  et  litteraire  sur  l'teoqoe  de 
Duile"  ('1862),  ,J)es  eonditioni  de  la  bonna  eo- 
médie"  (bekroon^  196B),  ,«U  Pruaae  eoatempo- 
raioe"  (1867),  „Etndee  it^ieniwi"  (186S)  en,^ 
réforme  de  renarigoement  aopérieor'  (18S8).  Ook 
n[  bg  een  Tenimeling  Tan  Onitaebe  opatdhn 
UI  bet  üebt  onder  dea  tit^:  „Zeiten,  VOker, 
Heoaebes"  (1872—1885,  7  db.)  en  „ffiatM;  <i 
Oerman  tbo^t"  (1880). 

BlUebmidt,  Alhed,  een  Dnitach  Sanskri- 
tJat,  den  ISden  Maart  1858  te  OroaanSdliti  ge- 
boren, il  ledert  1886  buitengewoon  en  eedert 
1888  gewoon  boogleeraar  in  bet  Sambit  esi-te 
Brealao,  Hg  net  in  de  goAeden  der  Veda'i  een 
poaonilicatie  Tan  nataaifaacbten  en  lehreel: 
.J)ai  altindvAe  Neo-nnd  Voli-  ' — *  '* """"' 
„Vediaehe  Urtbologie" 
Q6tter  det  Rigreda.  E 

(1894),  .JUtnal-Literatnr.  Vediaebe  Opfei  nnd 
Zaabes"  (1897),  Alfr^Indien,  koltni«eaah>ebtüdie 
8ki»en"  (1898)  beneveiis  een  nitpive  van  den 
K^khlyua  Crantaaoeba". 

iS*nlMrc.  aan  gmeente  in  de  prorö- 
i-llofand,  mS  HJl.  a      "        


caiie  Tan  nauw  iKiaai  ten  en  leareei: 
JidvAe  Nen-und  VoUmontepfer"  (1860), 
ie  Urtbologie"  (1801—1002,  S  dUJ,  ^J>ie 
let  BigredL  EHne  eidienmitiiAe  Snixe" 


cie  Zoid-Hofand,  1 


;  (191S) 


door  i 

dorp  Hiü^erebeig  en  de  buurten  Heul,  Zwaana- 
bais  en  Ter-Bn«ge.  De  bodon  bestaat  ml  klta 
en  «eetk  De  beTelking  houdt  lieh  bezig  met  laod- 
l)onw,  Tiaerikerii  en  nöreibeid. 

Het  dorp  SHegeiaoncg  ligt  gededtelgk  op 
een  MndbeuTel  en  tiaki  lieh  verder  nit  lan^ 
den  weg  van  Botteidam  neai  Bleiawök.  Het  ia 
door  een  tiam  met  Egrtterdam  Teibonden.  De  be- 
lanngkste  «bouwaï  ign  bet  gemeentebuii  en 
de  Hervormde  kerk,  In  de  pliata  Tindt  men  nog 
eenige  oveibtgfiden  van  bet  Mogataamde  Reo- 
lentwii. 

Hlllanm,  een  gemeente  iu  de  provinóe 
ZoidiHd^,  1826  EX  groot,  met  (1915)  8836 
inwoneia,  wordt  begr^Md  door  de  Znid-HoUand- 
Bcbe  gemeenten  NoordwgkierboBt  en  Ijïeae  en  door 
de  Noord-H^Iandiebe  genteenten  Bloemendaal, 
Bennebioek  en  Haarlemmermeer.  In  1855  werd 
Vemrip  met  HilleMm  vereenigd.  De  bodem,  die 
uit  duingToad  (aJInTiaal  uaüj  en  laagveen  be- 
staat, wordt  ivoor  landboaw,  tojobotiw  9>loem- 
botlenteett)  en  veeteelt  gebruikt. 

Het  fraai  gelegen  doip  Hillegem  is  er  om- 
ringd door  traite^laalaen,  Uoemvdden,  -vmcbt- 
bare  aUiers.  boomgaarden  en  wacmoeaerijen.  De 
baadel  in  bloenMlen   ia  aeei  aanilen1«k.   De 

Cits,  die  aan  de  atoomttandgn  Baarlon — ^Ln- 
gelegen  ia,  betlt  een  fierrormde,  een  Oerrfor- 
meerde  en  een  Roomach-E^olteke  keik. 

Hlllel.  bi^enaamd  HosKvtefi  (de  Oudere),  een 
beroemd  Iiraéfaetiedi  geleerde  en  rabbgn  b9  dui 
aanvang  OMer  tgdnifliUig,  «erd  onutredci  bet 
jaar  60  v.  Chr.  te  Babylon  geboren,  be^  lieb 
op  iqo  40ste  jaar  naat  Jenoalem,  om  ign  ken- 
nis te  vermeerderen,  en  werd  er  op  80-jarigen 


DigilizedbyGoOglC 


Ie«ftöd  booid  Tu  het  SanfaedriD.  Dat  tijj  Imi- 
meeitBr  vu  Jmu  v>u  iqd  geweett.  i<  iu«t  be- 
wjjriMftT.  Op  grond  van  id«rlei  getreilde  nit- 
^iraken  u  dit  meeiOMlen  betoogd.  ^  bebooide 
tot  de  Meta  der  PariseeBn,  ohutd  aan  het  hoofd 
eener  aiwiBdeilj^  wboi^  <Ke  tieh  dooi  «on  Tiij- 


bow»- 
u.  Ma 


scbrien  te  Tiberias,  Ljdd»,  CMWie»  eoi. 
leert  iga  wqigeeiige  ateltuigeiL  kennen  nit  een 
TenafueUog  ipnnken,  ia  ew  afdeeKog  —  Pirlce 
Abolk  genaamd  —  Tan  den  Taknod  tmeDoman. 

U]l«l  Hciuual  (de  tont),  een  «atainme- 
liog  van  den  voorgaande  en  een  loon  Tan  nU>i 
/«da  ffofi,  elaod-ia  de  4de  «eow  a.  Cbr.  un  bet 
tioofd  Tu  de  Joodaehe  aehool  te  Tiberiae  en 
Keett  jddi  btiend  gemaakt  ali  de  stiefater  der  Ie- 
raMjetiMbe  tgdMfceung. 

HIUaTi  Johaim  Aiam,  een  Ihiiteeh  toonknn- 
■tenaai,  deo  35ttui  December  1728  te  WendUeh- 
Owig  bg  GSrIita  geboien,  beiodt  het  gTHmv 
tinra  te  Qöiliti  en  de  „Erenuehnle"  te  Dreedeo, 
ontring  mmiekondennis  tu  HoniiiH»  en  Sekmidt 
en  tswam  daarna  aui  de  Bnireniteit  te  Lripiig,  i 
iDdeieditanteitiideeTeB.lDl764werdlij}  hnlx 
derwfin  1^  ptêl  BrtM  te  Dreeden  en  ging 
I7S8  metinn  lening  luuuLeiiaig,  waar  h^TOort- 
aan   g«*eetigdbleet.Ii  lïfiSnehttehgdeabonne- 


TooibeeM  der  „Coóeerto  apiritnela"  te  Faro*  tot 
1781,  toen  de  .^«uertgMelbefaaft"  weid  opge- 
ridit  en  de  eoneertea  in  1  '    "       '  " 


1  («««ion.  „ __  ..^_.    

en  nf  100  denitootaande  berosnde  „Oewuid- 
faani"-eoneerteQ.  Beede  in  1771  bad  hg  een  lang- 
•dMwl  ^eeitieht,  wauiirt  4e  fcr%ebten  voot  bet 
koor  In  de  eoneertea  weteen  gereerateerd.  In 
17SS  gug  hq  Baar  Bertgn,  ]n  1^  wwd  bQ  op- 
Tolxer  Tan  DoUê  ali  cantor  van  de  'Hwmaenriiool 
te  Leipiig.  In  1601  nm  bS  wegene  boovm  «ad«- 
derdom  ostdag  en  oterleea  den  lAden  Jnni  I8M. 
BUUr  ie  vooral  beraamd  geworden  door  iga 
,3ing^ri«le",  wwanzrt  de  JDnitactie  epeek^en'e 
imi  ontitaan;  deie  iöb:  ,J)er  Tentel  wt  los"  (I, 
J)ie  TMwandelten  Weiber".  11,  „Der  Instige 
SehMter"  1788),  „Oiwert  tmd  Dariolette  (1766), 
„Loltehen  md  Hofe"  (1787),  ,fiit  Mnao"  (17871, 
„Die  Liebe  «nf  dem  L*nde"  (1770),  ,J)er  Dorfbar- 
bier"  (1770),  ,4>er  J»«F'  (1770),  ,J)er  Aenidte- 
kiani"  (1771),  ,4)ei  Kiieg"  (1772),  ,J>ie  JiAel- 
hoeh»eit"  (1773),  „Dag  Qni>  doe  Mnhi"  (1777) 
en  ,J>ef  eerettete  Troja"  (1777).  Hg  ging  daarbg 
TAa  het  beginad  alt,  dat  men  peiwHten  nit  het 
__u  intKge  liederen  moet  laten  nngen  ea 


alleen   Itgnm,  die  booger  geplaalete   pweooui 
..11 .■-, .  1 oor*agea.  fa  itke- 


Tooretellen  ■ 


tot  den  bloei  van  het  Dnit . , 

Uj  ook  liederen  oeeebreTeD,  benevens  konuime- 
lodieBn  op  Oefi«rf*i  «eeiteiake  odes,  cantaten  eu, 
ZQn  „WOchentHehe  Nacbrlditen  nnd  iMoerkno. 
gen,  die  Unrik  betrrffeod"  (1766—1770)  kan 
als  bet  ondtte  mmieJrtgdeebrift  beeAoawd  wor 
deo.  Venter  ecbreel  hü  tal  van  biwr^eln  (/.  S 
SoBik,  Benaa,  Onnm,  flAuM,  ^sm,  Jomeüi, 
BMonlx.  TartM)  „Nadiriebt  tm  der  Anltflh- 
niQg  der  HlndelMfaen  Heasias  in  der  DomUr- 


ehe  IQ  Beilin  19  Mei  1786",  „UAer  Metastaaio 
tmd  «eine  Weiie"  (1766),  „Auürsisiuig  som  mn- 
BikalMch  riehtigen  Oesang"  (2de  druk  179^, 
„Exen^bnch  dei  Anweisun^  mn  Singen'' 
(1774),  „Anweiauie  mm  Unnk^iKh-iieilieben 
Qeaang"  (1780),  „Enm  and  eileiehterte  Anlei- 

tnog  ï       " "" 

VioUns 


n  ÖMwen"  (1791),  i      ,. 

iel"  (l792).  Voorti  gal  bj|  weiken  van 


I,  en  „Anweisnng  i 


lende  1 


nMÜDgen. 


Zie:  Mm  FriedtOnder,  Das  dentedie  lied  im 
IStan  JafariModert  (1902)  en  de  faiogiafie  van 
Karl  Petier  (1804). 

BUlnr,  JohamH,  Tinheer  vom,  een  Ooetoi- 
rgkseh  krqganan,  den  lOden  Jooi  1754  te  Biody 
geboi«n,  kwam  ia  1770  in  dienst' bg  de  Oorten- 
rgksohe  artillwie,  nam  deel  aan  den  Beieneben 
Sacces*i«.ootlog,  aaa  den  strgd  tegen  Tuköe 
(179B— 1791),  aan  de  Teldtoehten  twen  Fiaok- 
rgk  (1792—1797  en  1790—1601)  in  de  Nedei^ 
Unden,  ItaliB  en  DnitseUaod  en  werd  in  1805 
loitenant-veldnaaiMhalk.  In  1608  leed  bq  bg 
AbuMber^  de  nedeiiksg,  muur  hg  bebaakh  de 
oTerwhuitng  bg  Nevmaikt  en  streed  met  roem 
HL  den  ^ag  i^  Aepem.  Ock  t^j  Wsgiam  behield 
ign  Tlengel  de  ovüiiand  doeh,  h^  moest  met  de 
OTerige  troepen  terogireuen.  In  1818  werd  hQ 
bevorderd  tot  Teldtnigmeester,  na  den  vrede  van 
Parns  to'  '  " 
en  Utei 
1919  te  'Lemberg. 

Killer,  Oot^eb,  een  Dmtseh  dicbter,  den 
]5den  Oetobei  1778  te  Laodebeig  bg  Halle  ge- 
boren, was  de  loea  vam  beboeltige  onders  en 
toonde  iwe*k  Troeg  een  goodui  s*nlog.  Om  in 
ign  ooderfaood  te  voonjen,  «Ëeode  hq  als  voer- 


diuTeDDeslen  « 
ebelBteeaea.  Opgew«kt  door  de  gesehriften  ne 
Wiebmd,  vervaaidigde  bg  ia  leOl  tgn  «eiste 
gedkbt.  Dit  en  t^a  volgüide  weiden  met  gioo- 
ten  böral  ontrangen,  en  in  IdOS  werd  hg  vooi- 
gestoH  aan  den  koning  en  de  koBsogin  van  Pmi- 
seo.  Op  aandrang  iVBor  vjienden  gal  bü  in  1806 
een  Temmeling  sgner  venen  in  het  Ueht  met 
een  beedugviog  van  aSja  leTenshx^,  woIk  metk- 
waaidiger  ie  dan  de^edicbteo,  waarToor  q  tot 
ioleiiïitg  Tcictrekt.  B^  besahTeef  ook  nog  sqa: 
„Reilen  dorch  Sseiuen,  BSbmen,  Oeeteneich  ütd 
üngain"  (1606),  woonde  gnmimen  tgd  te  Weenen 
en  overleed  den  Men  Janoaii  18S6  U  BenwD  bf| 
Beilgn. 

Hillnr,  Ferdinand,  een  Dnitecb  toonkanet»- 
naar,  den  24sten  Oetober  1811  te  Frankfort  ge- 
boren, WM  leerling  van  Mof  Seknult  en  Folt- 
tteüer  te  Frankfcnt,  van  Hnmmet  te  Weimai 
vertoelde  v«n  1828  tot  I8SS  te  Parge,  en  veiwieif 
sieh  op  de  soitées  van  BotUol  e»  goeden  naam 
als  pianist,  ia  het  bjisondei  als  Beethopm-tetM' 
ker.  In  1836  leidde  bg  in  i^n  gebooit^lnts  de 
coDceileD  van  den  „Caedlien-Terani",  ging  daar- 
na DUT  Ujlaao,  waar  lig,  gebolpen  door  JtosiM. 
ign  <^era  „Bomilda"  «igevoerd  kteeg,  evenwel 
xonder  saeoes.  Gedvrenoe  den  winter  van  I8S9 
tot  1840  was  bg  te  Lebiig,  waar  xgn  oratoitem 
„Die  ZentArang  JeroaAems"  ragevoeid  en  OMt 
JRooten  bgval  ontvai^n  weid.  tiSter  woouiIb  hg 
bg  afwiMeüng  te  Frankfort,  Leipaig  en  Diesden. 


DigilizedbyGoOglC 


EHAJB&SILTL. 


In  bet  MMoen  1848—1844  lerviug  bg  MeiuUU- 
«oAn  iJB  leider  *u  de  GewaniHiaiueoiieerteii;  te 
Dnaden  itiditte  hq  ■iMwMinenUmDOetten  en 
bndit  ei  inn  opeT&'c  „Da  TrMim  in  der  dinit- 
Hdit"  (1S44}  en  „EonndiD,  der  letite  Bóbea- 
■Unfe"  (1847)  tot  opToering.  In  1847  werd  hfj 
muuttdirectenr  te  Dfisedtfert  en  3  jau  Uter  kft- 
MlntMstcr  te  Keahn;  hier  werd  hg  de  leider  Tan 
bet  moiiekleTen  ak  dirigent  van  da  Coneertrer- 
eenigjng  en  het  Ooncerlkoor,  tui  de  Oüruiük- 
eoneerten  en  de  lliuiekleeil«n,  ali  mridtter  en 
diredeat  Tsn  bet  OoaserTatorinm,  In  1851 
1SS2  leidde  bg  de  lUliautche  Opera  te  Faiiji. 
In  18S8  pnnDOTeeide  de  nniveraiteit  te  Bonn 
b«m  tat  doctor,  in  I6M  levde  hg  xgn  ïnnetiea 
neer  en  OTcrleed  den  lOden  Mei  IWS  te  Eenlen. 
Ha  pianiit,  dirigent  en  leeraar  had  hij  een  groo- 
ten  naam  «n  ook  ah  eomponivt  en  KhrgTer  wai 
hj  leer  geiien.  Behatre  ign-  talrgke  eompoiitiei, 
«.  a.  vele  langstiiUeit,  «takken  TOor  TeriidHUen- 
de  inttrumenten,  de  koien  met  toli  en  orkeit:  „O 
weint  om  ««",  ,J)ie  Ctuiatnaeht",  .rBetoiw", 
„Lorelei",  ,J)it  Nadit",  ,J*almBonDtwmoigen"[ 
,J>er  dSste  Feakn"  en  „Ponsten";  &  oratoria 
„Ver  Nocnim"  en  „Saul":  „Nal  und  Damyinti"; 
„Oefewei ter  PiometheM"  en  de  opera's  ,J)ie 
KatakombeD",  ,J)er  Deaertear"  en  ,j>er  AdTO- 
kat"  een  mnpbcaiie  en  «en  piaaoooneert  leverde 
hij  de  geieoriiten;  „Uebungen  inm  Stodiam  der 
AimoBia  and  d«e  Sontrapnnktes"  (16de  dnk 
1897),  „Am  dem  Tonleben  uDierer  Zeit"  (18«8 
en  Iml),  ,Jvad«iff  tod  BeettMten.  OelegeotlidH 
Aoftltie"  <1871).  „Felix  Hendeleeohn  Bar- 
tlioldr.  Briele  óoA  Erimterangen"  (2de  dmk 
1S78)|  ,^aetkaliwh«s  nod  FereJInlidiee"  (1876), 
„Btiete  on  etne  Ungentonte"  (1877),  ..Künstler- 
leben"  (1880)  en  „Wie  hOien  wii  Mmik?"  (1881). 

■Ulam,  WHkelwUtu  won,  geboren  Bink,  een 
Doitwh  romaaeehigtrter,  de»  llden  Haart  1886 
te  Mfloehen  gebaren,  wh  de  doehter  Tan  den  g«- 
■ehiedaebr^Ter  dr.  OAnritm  Bveh  en  vftn  de  loo- 
DeeUranatMiarea  en  aehnjlater  OkarloUe  Bink- 
PfeUfer.  Zq  bracht  haar  jengd  door  te  Zniith 
«B  Bcrljjn  en  wijdde  aicb  aan  bet  tooaeet,  waar- 
na  nj  ndi  in  lNi6  T«ilMHid  am  dm  Mbonwbnig 
te  Ifannbeioi.  Na  haat  hnwelijfc  met  dü  Badeo- 
fChen  kamerheer  Fon  HtUam  Yerliet  ig  editer 
bat  tooneel  «t  sedert  1669  woonde  ig  te  Frei- 
bniK  in  de  Bieiagtut,  waai  haar  editgcnoot  de  *»■ 
tH&iag  bcUeedde  van  ,jMd«eriehlpiUd«nt''. 
Na  ign  dood  0862)  tettvde  q  neb  bi  1886  te 
ObenuDmergan.  Zij  aehreel  de  nnnaiu:  ,J>aopA- 
teben"  (2  &a.,  2<b  dn&  1S80),  „SHn  Ant  der 
Seele"  (4  dhi.,  4de  dmk  18^X  „A«  «genet 
Kralt"  (3  dln.,  Sde  dnA  1896),  „Die  Geier^id- 
If'  (7de  drak  1901),  „HSlier  ali  die  Kiiebe"  (4de 
ifrok  1806),  „Uod  aie  konwit  doch"  (8  ^n.,  Sde 
drak  1908),  ,4>ie  PriedboUilnme"  (1888).  „Am 
Krenz.  Bin  Pauïooadruna  ana  Oberammergan" 
(3  dhi„  Sde  dnik  1900),  „'i  Reis  am  Weg.  feöe 
0«aehi«lite  ani  dem  ilaaiwinkd"  [1S97X  „Ein 
alter  Stieit"  (180S),  ,J)er  Oewdt^"  (1001) 
eö  „Ein  aiare  der  'Freihdt"  (IflOs),  Terder  de 
tooneekti^keD  in  Mn  bedigf:  „Onten  Abend" 
(1873),  „Ein  Antogr>4ihenewviiler"  (1874)  en  bet 
hljjepel  ,4>ie  Aogen  der  liebe"  <187S). 

HllllB.  Dut^Af  ffeweU,  een  Amerikaaaadl 
geeetel^ke,  werd  in  1858  te  Magnolia  (lowa)  ge- 


boren, studeerde  ia  de  eodgeleerdbeid,  «aa  euat 
PnabytentkiMeh  geeatelgke  ta  Feoria  (111.),  T«n 
18M  tot  1699  aan  een  onaThankelnke  gemeente 
te  (%icago  en  ia  aedert  18S9  predikant  Tan  de 
eongregationalittiMbe  Pljmontfa  Cimicb  -te 
BrookljB.  H^  i«  de  meeat  bekende  prediker  Tan 
Amerika,  dia  dow  ign  dkhterl^jke  taal  «b  fan- 
tasie grootan  iorTloed  beelt  gekiegen.  Hq  h«in- 
Dert  Teel  aan  Rukin.  Van  de  door  b<wi  geptMi- 
eeeide  bandela  pt«die»tifB  en  Toordiaditm  noe- 
men wjj:  „The  inrestment  of  inQDenee"  (1897), 
„Intkenoe  ot  Cbiiet  in  modem  life"  (1900), 
„Qnest  ol  hawinesB"  (1902)  en  „The  forbme  ot 
the  R^nUie''  (1906). 

HÜBMBd,  «en  rivier  in  Afgbuiietan,  ont- 
^iringt  by  den  Qiitdoe-Eoesi}  aan  de  nidelgke 
heHing  Tan  de  henfebeeka,  die  deien  met  de 
Paffhmanbergen  Tertindt  en  waaiop  ook  de  Ka- 
boelriTicr  hür  oortprang  neemt,  en  mondt  na 
<«a  loop  Tan  lOSO  km.  olt  in  een  meer  uw  bet 
noordoostelgk  triteinde  van  het  HamoenoMieraB 
aan  de  grennn  Tan  Periii.  Tot  hur  Toornaam- 
<te  igriiieren  behooren  op  den  linkeroeTer  de 
bieede  Argandab,  die  teren*  de  wateren  dei  Tei- 
nek  sanToert,  en  op  den  recbtatovec  de  Hnn. 
De  rJTiei,  die  tot  280  m.  breed  wordt,  it  in  Fe- 
brn&ri  aleebts  73  m.  breed  en  doorwaadbaar.  Bet 
is  de  Erj/wumlktu  ot  Stvmam 

HllSOhsr,  ioeeiik  Sman 
didtet,  des  22aten  Januari  i 
in  Bobemen  geboren,  werd  al*  een  MldateoÉLod 
in  een  MpvoefflnKSgesticht  geplaatst  en  tmd  later 
leU  in  dienat.  Zgn  onbetorgde  en  onveratooibaie 
opgcniiiudhetd  maakte  hem  bemind  bg  ign  ka- 
meraden. Om  BjfTVH  te  kannen  leien,  leerde  bg 
Engelsch,  en  hgde  acfa  tcTent  toe  op  bet  Fnnecb 
en  ItalU«iMeh.  Weldra  w«rd  hij  gtfriantat  ala 
leeraar  aan  boTenTenntU  op*oe>Ungig«>tJ4^t  «n 
•tbr»ri  bij  de  dMmatieebe  etnkken:  ,^aiseT  Al- 
breohta  Hand"  en  „Fciodrieh  der  SeÜne".  Uen 


Tuld.  Inmiddeli  T«rtrak  ia  met  ^  letfiment 
naar  It^l  en  veid  ei  ^laatat  ala  tonner  bij 
den  staf  Tan  den  kwarti«rmee«t«r-geDenuLl.  Hn 
OTcrleed  «ehtei  reeds  den  2den  Noveoiier  1837. 
Zgn  .fDiehtangen"  werden  Tsnamdd  en  dooi  L. 
A.  Fronkl  ïn  bet  lioht  gegoTen  <2de  dmk  1863), 
terw^  in  186S  te  Leitmeriti  «en  gedeiAteeken 
te  igoer  eere  Terrees. 

Ulnform*tle,  kibeonglomtnat  of  kütxmd- 
iUt»  noemt  men  bet  ouute  onderdeel  fan  de 
NooidJ)aitadH  kijjtronniii^.  Zj)  komt  OTereen 
met  bet  neoeom  tui  Fiaokr^k  en  Tan  de  A^ien 
en  met  het  onderst*  gioanxand  van  Wight  en 
Atherfield  in  Eag^ind.  Ten  ooeteo  Tin  den  We- 
ler  en  Tan  den  HiLa,  den  westeljlken  beignxHn 
een«T  keten,  die  ach  taa  loidooeten  ttn  AHeld 
aan  de  Leine  nitctrdt,  en  ook  elders  is  ig  hoofd- 
ukelijk  «en  leemTorming,  in  wier  oaderate  ge- 
deelte men  ophocmingen  Tan  kalk  en  jjaei.  Tan 
mergelkftlk  «i  kalksteen  aantieft,  die  het  eigen- 
L^ke  AÜMon^Iomffoof  Toimok  Hen  TÏndt  dnrin 
talrgke  toesiden  en  veel  gier. 

HlUI,  Johann  Otorge  «ni  Dirit«±  toonetl- 
^lei  en  «chrgTer,  den  loden  Juli  1836  te  Ber- 
Ign   gri>oi«n,   TeiixMid   litb   in    1843   aan   den 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ELTL— aEUMiAJA. 


MèomifatiTg  te  HannoTeT,  in  1946  lu  den  Bol- 
idKHtwtinrg  te  BtiSja,  wu  er  -nw  IS54  tot  1861 
ook  Fegiesenr  tad  bet  blswel  en  orerleed  ildïur 
den  leaen  N<)v«ml>er  Isjè.  Grooter  roeo  beeA 
bg  echter  Terwoiren  ale  •ehrgrei.  VfS  vermelden 
van  hem:  „GehhrtoUe  Wegt"  (1865),  „Untei 
der  rodten  Eminem"  (1869),  ,J)w  ftHe  DerBin- 
ger  nad  «eiae  Dnaoaet"  (6de  druk  lOiOfl),  ,J>er 
bSbmisehe  Kries  llÓS"  (4de  «kok  1873)  en  ,J>eT 
fnuOBHche  Emg  1970— IS?!"  (7de  itvk  1895). 

BtltT,  Karl,  «en  Zwiteersdi  beoefeneu  tu 
het  etutereeht,  den  28sten  Febnuri  1883  l« 
Wevdeobeig  geboien,  etadeerde  te  OOttdngen, 
Heidotbeig,  Bug*  en  LoDdem  vestigde  wdi  ia 
1855  ale  «dtoeut  te  Cfam  en  weid  in  1S74  hoog. 
leeiau  te  Bern.  Sedert  1890  ms  hjj  lid  tui  den 
Natlooelen  Bud.  flilfy  oreileêd  den  I2den  Oe- 
tober  1909  te  Montieot.  Hg  tdueef:  „Theoreti- 
ker  nnd  IdeeUeten  dei  Demokratie",  „Torieeun- 
gen  flber  die  Politik  der  BidjgvDoeeeneduJt" 
(1'475],  „Tdeeïn  und  Ideale  Eehweiieriseher  Po- 
litik" 0875),  „Oetlentliebe  Torleam^en  flfcer  die 
Helvetik"  (1878),  „Dw  Befeiendam  im  schwei- 
Miieehen  Staatoeeht",  ,J)ie  NeotraKtSt  dei 
Sehweii"  (3de  drek  1B03),  ,J)ie  Bandesreifaa- 
mcogta  dei  sdtweizeriaehen  EidgenoaMiMcikaft" 
(mi),  JHBA"  (3  «n.,  1801—1890),  „Deber 
««  rofl!ehk<^"  (189S),  „FOr  MUaSoee  Nlehte" 
(1901)  en  „BrieFe"  (1003).  Sedert  1886  redi- 
geeidé  hj  bet  „Politi*eb«e  JeJirboeh  dei  echvn- 
leriaehen  EidgenoeMMcbaft". 

HllT»nnb»ek,  een  ee<neeiit«  in  de  pro- 
Tioeie  Noord-Brabant^  68u6  H.A.  gMtot  met 
(1015)  3111  nwoneie,  wordt  begiea^  door  de 
NooiA-BnibutMbe  gemeenten  Ocntle,  Tillnig, 
Beik^  ca.,  Hoeigeete],  Dieien,  Oottei-,  Weater- 
en  Ifidden-Beeia  en  H<Kig«-efl-I«ge-Hinde  en  de 
B^giaahe  fcnMente  Popjpel.  De  dttaviale  laod- 
bodém  levert  boekweit,  nigge  en  gerat.  Ook  legt 
de  beTetting  ileh  «p  t^entcelt  «n  MbanentoUe- 
iQ  toe.  De  gemeente  M*at  het  deqi  Hilvaren- 
ÜA  en  eeuée  bonrten  en  gehoditra,  beneTeni 
bet  kaetoej  OroeDesdaal. 

iHet  dorp  HilTarenbect  ia  nndani  bet  mime 
ranlttfplelD,  de  Tr^'tbtrf  gebouwd.  Het  beiit  een 
Roomaeh-Katholieke  «n  een  Hertoirode  kerk,  een 
maref hi  iw  iwifk  e  lerna  en  een  klooBter. 

HUvemun,  een  gemeente  in  de  pnmnde 
Nooid-BoHand,  4658  H.A.  groot  met  (191^ 
88687  inwonera,  ligt  tweeben  de  NoordSoHam^ 
•ebe  gemeenten  Kortenèoet,  'a^raveidaod,  Weea- 
perkanpel,  Naarden,  Bosaiim,  Suiaea,  Blariknm 
en  Laren  en  de  Utreehtariie  gwoeenten  Baars, 
HiarteMdak,  AehttSenboTe^  Weribrock,  Tien- 
borcn  en  LooadreehL  BdialvB  het  doip  Hiher- 
mma  berat  de  gemerate  de  banrt  bet  Qooiaehe 
gat  of  de  Taart  en  een  aantal  verspreide  woningen. 
Door  haai  sdioeDe  en  gewnde  ligging  wordt  de- 
■e  streek  dn*  betocfet  «n  vinA  men  er  veJe 
«KnerreiblQveB,  tei«gi  er  oA  iele  Anuter- 
damsehe  koopUedeit  «veatled  ijfn.  De  dilnrlale 
landbodem  vertoont  bier  en  daar  heav^,  looali 
de  Hoogebeie,  de  Tnunoenber^.  de  Zwalnwber- 
gen  en  de  Boon^rg.  Men  vindt  er  boeedien, 
eenige  woeete  gronden  en  eeoig  weiland.  Land- 
boaw,  ediifien-  en  bg^teelt  en  nyverheid  (voor- 
al het  weven  van  tapgten)  xgn  de  boofdbronnen 
van  bestaan. 


Utieebt,  Amert^oort  en  Amsterdam  en  £..__ 

stoomtüramlgn  met  's-Oravenland  verbonden.  Z^ 
beoit  Bcboooe  Mnstr^eo  met  een  aantal  villa'a. 
Hen  vindt  er  twee  boogere  bmgeitcbden  met 
Tgfiangen  earsirtj  een  gpmasinm  en  veieehü- 
lende  leiken.  Het  aanAienl^Bte  gebonw  van 
Hiivemm  is  bet  stationegeboow.  I^  plaat*. be- 
lit  in  het  geheei  «ngeveer  80  fabrieken  (meest 
ti^twevaigen),  een  diamantelgimij,  een  gaafa- 
briek,  een  paar  botkdnikkergen  enz. 

Blnuüajft  (Sanskriet  ^  wiater-  of  sneenw- 
wonina,  bn  de  Grieken  en  Bemejoen  Imoua  en 
Hemoduê^,  Aet  hoogste  jcrehergte  der  aarde,  scheidt 
Voor-Indil  en  westri^k  Achter-JndÜ  van  het 
Tibetaanaehe  boogland  en  strekt  tidi  ait  van 
73*28'  tot  9S*23^  O.L.  v.  Gr.,  ter  lei^  dns 
van  2400  km.  btj  een  breedte  van  230  km.  Het 
westedi^e  uiteinde  op  86*  N.  Br.  hangt  met  den 
Tranahimalaja,  den  Karakoroem,  die  er  op  ecol. 

fm  afstaod  evenwgdig  mede  loopen  en  met  den 
wenkn  en  Hindmoeaj  nanw  samen,  het  oos- 
telgk  einde,  ongneei  ten  N.  der  Britsehe  pro- 
viiteie  Aesam  en  Birma,  breekt  blJ  de  widwaarta 
ItMXMnde  Acfater-Indische  ketenen  af. 

De  Himalaja  bestaat  uit  Mn  eentrale  en  twee 
voorketenen,  ew  nooidriqke  en  een  mide^jke. 
De  reeks  booge  tiqipen  valt  met  de  eentrale  kelen 


?5ooT°i 


ia  de  hoofdketen  ten  N.  van  Neml 
heeft  men  er  18  boven  7600,  40  boven  7000,  120 
boven  6100  m.  gemeten.  De  hoosete  van  alle  ia 
de  Honnt  Everest  (S840  m.),  langen  tgd  als 
identiA  met  den  Ganriaankar  beBchonwd,  totdat 
ü)  1903  door  de  opmetiaeen  van  H.  Wood  af- 
doende werd  aangetoond,  dat  de  laatste  50  km. 
van  den  Hoont  Erereet  verweerd  ligt  en 
slechts  7180  m,  hoog  is,  terwgl  h^  voor  d«l 
Moont  Ererest  een  boogite  van  ^767  en  6817  m. 
vond.  Op  deun  beigrens  volgen  (vdgeos  de 
ondere  howtemetingen)  de  Eaxtajindrianga  met  . 
8688  en  de  DbawdagHÏ  met  SIW  m.  De  een- 
trale keten  ia  wtimg  geleed;  de  snidelqke  voor- 
keten, die  steil  naar  de  ImUsefae  vlakte  afdaaJt, 
wordt  door  talrQke  dalen  en  paseen  dmranedeD 
en  Mndt  iQketeDen  odt  naar  bet  Z.  en  Z.  W.  Het 
verschil  tneseben  de  met  puin  bedekte  N.  en  ds 
boeeh-  en  watenijke  Z.  heUing  ie  lniteiigewoo5 
groot.  De  gemiddelde  hoogte  der  sneeowgrena 
bedraagt  aui  de  inidelMe  MlUng  ongeveer  4940 
m„  aan  de  &«g«  noorddgke  5^  m.  Zelfs  op 
3100  m.  vindt  men  nog  reoeaeblige  gletsehens. 
De  gemiddelde  hoogte  der  pusen,  waarvasi  «r  21 
bek«id  DJB,  k  5500  m.,  die  van  deo  boogaten, 
den  na-Gamlniwa,  tnsaehen  Tibet  en  Gadiwat, 
6240,  die  van  den  laagten,  den  Barat^Latsi^ 
4800  m.  De  rivieren,  agrivieren  van  den  Indós, 
beneveM  d«  Ganges  met  lijn  bgrivieren,  oB^ 
^ringen  meestal  tnssehen  d«  beide  hooldkstenen 
en  banen  neb  langs  groote  dwaredalen  een  weg 
naar  de  vlakte.  De  Himalaja  ie  leei  rgk  aan  na- 
tnnracboon,  met  name  aan  de  Tndieebe  t^ie.  Het 
mooiste  overaiebt  van  alle,  door  Earcfieaaen  be- 
Mcfate  toppen,  levert  de  Dardejiling  (lie  aldsAr). 
A«n  de  geokffisehe  aamenstelling  nemen  vaq 
fi  Z.  naar  bei  N.  tertiaire  gesteenten,  kr^t, 
jnra,  pafeesoiscbe  lagen,  verder  gneis,  ehlonet 


D,o,l,zedb,GoOgle 


340 


mtiMjAJ(k—muvï. 


en  lïlUei  «n  ■«n  den  Ii>diiu  WMr  teitiüre  Ugen 
deel.  De  booeece  toppcD  besUaa  aH  gneis  en 
gTBüiet.  De  non  van  den  Himalsjft  Tertoout, 
naast  de  altjjd  groene  boeedien  Tin  Oost-Aiié, 
d«  tropiKbe  plurtenvormen  en  die  tul  de  doot- 
delgke  AloenknÖAdup^en.  Aui  den  laidroet 
der  wwtlieUing  ebekt  noh  een  IS — 80  fan.  btted, 
ODgeiODd  en  ooiwwooiilMAr  fnoerkdand  nit  T&ni 
genaamd,  en  met  oikdoordringfaaar  dsjangel- 
strnikgewM  begroefd.  Hierop  to^,  tot  een  boos- 
te van  900  m.,  een  leer  igke  tn^taete  TegetatK 
met  de  cateciiiiMCMia,  waaraan  lieh  tot  2100 
m.  eüen-,  kaetanje-  ea  lanrineelnboaMheD  aan- 
alniten.  Toaaefaen  2100  en  2600  ra.  komt  de  Bota 
net  die  van  Zuid-  en  Middd-Bntopa  onreen; 
het  meest  k«men  hier  ooniferen  voor  en  wel  Toor- 
naraelijik  PintuexeeUa  Ham.,  Punis  longifoUa 
Roib.,  Pitiut  Wtbbitma  Wall.,  PituuBehmi- 
thiana  L«m.,  en  in  bet  W.  CMnu  Deodan 
L  o  n  d.  De  boomgiens  ligt  in  bet  nooidelgfc  «deel- 
te,  ten  gerolge  van  de  Iw^gere  SBeeowgrens,  booeer 
dan  in  bet  niideIJBke.DeliierapTolgakdeioiie  der 
atraiken  stiAt  licb  uit  tot  ae  e 


een  groote  menigte  beiit,  eslix-  en  nbe««ocften. 
Qiaan  wordt  aan  de  i^de  van  Tibet  tot  4600, 
gnu  tot  5200,  ««n  üe  Tan  Indiè  resfiectieTelqlt 
tot  3700  en  4600  m,  aangetiollen.  Ook  de  die- 
renwereld ie  leer  interessant  en  toI  a/wisseling. 


futfüi,  «pen,  papegaaien,  faaairten  en 
•oorten  Tertegenwoordigd.  In  bet  middelste  deel 
komen  beren,  hitpaarden»  amekiiadieren  «n  Ter- 
Bchillende  antikipenBoorten,  aan  de  ^e  van 
Tibet  wilde  o«en  (yaks),  wilde  schapen  en  steen- 
bokken Toor. 

De  Himalaja  vormt  niet  alleen  de  staatkim' 
dige  gien*  toeadMn  de  Britoob-IndieAe  beiittin- 
«91  en  'Nwt,  maar  ook  een  eflmogiafieehe,  dau 
on  de  Atiaebe  IndiSi*  in  bet  Z,  van  de  Honeool- 
■die  Tibetanen  ü  bet  N.  sebndt  De  berMking 
i»  bet  diehtflt  in  de  Tmcfatliaie  dalen  tnsseben 
1500  en  2500  m. 

HlmsntopliTUiiiii.  Zie  Cliwia. 

Hlnuitloti  noemden  de  Grieken  een  over  den 
eküon  (sie  aldwr)  gedngeo  Ueediogstok,  waur- 
in  men  lieb  als  in  een  maatel  kon  hullen.  Vron- 
wen  trokken  het  ook  over  het  bootd,  loodat  al- 
leen bet  gezicht  ttü  bleel,  daar  d«  mode  wiUe, 
dat  lij  er  ook  de  handen  in  hulden  (lie  de  fig.). 

Hlmejl,  de  hooldetad  der  Japanacbe  pro- 
Tincie  Harima.  ligt  dicht  bg  de  monding  Tan  de 
Jehikawa  in  «ee,  aan  4e  spoorlqD  Oaik»— Okaj- 
ama  en  at»  drie  beerwegen  en  telt  (1003)  S4  509 
inwoneie.  De  atad  ii  twroemd  dooi  bui  Ieder- 
in  thietrie. 

Hlin«ra,  een  etad  op  de  noordkoit  van  8i- 
oiliC,  ten  oosten  Tan  PanoraMie  (Faleniw),  werd 
door  Jonisehe  Oiieken  «Xiakidien)  in  649  t. 
Ghr.  geeticbt  en  kwam  in  500  t.  Obr.  onder  de 
heersAsppj]  T»n  Terittiu,  Later  was  de  stad  af- 
bankelgk  tm  TAeron  ma  Akraga»,  den  bondge- 
noot Tu  Osim  t>m  Sj/raaut,  nadat  dete  in  480 
fag  Himeia  een  belangi^e  oT«nriiuring  op  den 
Carthaagseben  fddheet  Hamiiear  behaald  had. 
In  472  werd  ^  door  BiBro  1  bevröd  Tan  de 
dwlngelandq  van  Thraiidatu»,  Oelan'»  ioob.  doch 


in  409  door  Baimibal  geheel  «m  al  Terwoeal  In 
haar  naiujilieid  bouwden  de  Cartbagers  de  nieu- 
we stad  Theimae. 

Hlmariiu,  een  Grieksidi  sopbiit  nit  de  4de 
eenw  na  Cbi.,  werd  in  SI  5  te  PinsiB  in  Bittijiüe 
geboren,  oiitTing  igo  q;deulJi^  te  Athene  en  gaf 
aldaar  Terrolgens  onderwgs  in  de  welqiiAend- 
heid.  EeiiBi  JvUauu,  bg  wien  hg  seet  genen 


Himstton. 

was,  acv  hem  naai  Antioduli  doch  na  den  dood 
Tan  dien  Toret  keerde  ba  naar  Atbene  terag 
(863)  en  OTerleed  er  fak  366  ia  hoogeo  Miderdom. 
Van  qjn  lederoeringen,  welke  zich  door  een 
Uoemigken  stgl  ond^cbeiden  en  doot  de  tak^ 
aanhalingen  nit  on  de  sohrqTers  belangr^k  t^ 
ign  24  bewaard  gflbleTcn  en  in  1790  door  Wenu- 
dort  in  het  licht  gegeren. 

Hlinjarlaten  $g  ^  Oiïeken  BtmenetMj 
ie  de  naam  t»  een  Semitieeh  volk  in  het  Z.W. 
Tan  Arabii  (Jemen),  dat  tot  bet  Sabeelseh  Rgk 
behoorde,  doch  sedert  de  2de  eenw  na  Oa.  de 
Sabeefln  Terdiong,  Het  leidde  qs  naam  af  na 
Bimjar,  een  loon  Tan  Saba,  den  itaiUTadet  der 
Sabeeén.  De  Himjarieten,  waarran  Telen  tot  het 
Chriabendcm  oreigingen,  beatMid  ondel  de  djnaa- 
tie  der  Tobba'e  tsa  100  t.  Chi.— 525  n.  Obi., 
toen  het  door  de  Aethiapiêrs  werd  Teraictigd.  In 
575  gelokte  het  een  «Jetanuaeling  der  Himjarie- 
ten met  hebalp  der  Penen  den  troon,  als  Pei- 
lie^  TaiaV  te  bnmwhtigen.  Het  rgk  weid  in 
634  door  de  Arebiereo  ooderworpeni 

Rlmly,  Karl,  een  Dnitseh  oogbeeikvndige, 
den  SOeten  April  177&  U  Branswjjk  oeboien, 
bezoebt  aldaar  het  anatomisch  chiraif^stti  «Me- 
ge  en  daarna  de  onifereiteit  te  Gfittingen,  waar 
bij  assistent  Tan  Blummbath  werd,  diende  korten 
t^d  aJe  Ttdontair  bg  de  luarete  tsd  het  Pruiai- 
wbe  leger,  te  FraiAtoirt,  en  werd  ia  1796  be- 
noemd tot  boo^eerUT  ia  de  geneeiknnde  te 
Bronewgk,  iretfolgene  té  Jena  en  eindelgk  te 
Gfittingen.  Hier  waa  hq  directeur  van  het  aewle- 
mieeb  hospitaal  en  daarna  Hofraad,  doch  verloor 
den  22sten  Haart  1887  het  leren  in  de  Leine. 
Hg  maakte  sich  »er  verdieoetdgk  Jegene  de  oog- 
heelkiinde,  Tocual  ook  door  het  stichten  der 
„Ophtbalmologiwbe   BiUlotbenk"    (1603—1607, 


DigilizedbyGoOglC 


.  HIULT— HCNDENBUnO. 


341 


S  <Bil).  Venkr  idmef  hjj:  „Opbtiiftliiiola^aehe 
BeobMbtnnsen  oder  Beitriee  iqt  KcnDtmi  dei 
Aw»"  (1801),  .^jduèodi  der  NdÜMtWB  Heil- 
knnde"  (Sde  éinik  1803),  „E^atnne  in  die  Aa- 
genhdlkude"  &d«  <fai*  1880)  en  bet  door  ign 
«MD  nitgegeren  «eii  ,J>ie  KnnUiMten  nnd 
UÏMinldaiigen  dei  nmMdüdieit  A^ee  nnd  deren 
Heilnü"  (1»2— 1848).  Het  Bultland  mI  hi) 
nn  ia»  tot  1814  bet  .^canial  IAt  pnktiaebe 
HeittDDde"  ia  bet  Ucbt. 

RlnaTMUUB  (SuArSet  =  Uein  Toertnig)  i« 
een  etedirifl  en  een  kIiooI  nu  bet  noordd^ 
Boeddiiiane,  teMUOver  bet  Ma/tagmtam  (gnwt 
Toertnig)  in  'nSet  itunde. 

Hlnoka,  Sdfsari,  een  der  ondste  oatcjjIeTUTS 
Tu  bet  ^eiachtOt,  den  IMea  AngiwtH  1192 
te  C(^  e<l>OT«D,  «todeerde  TCB  1807  tot  ISll  un 
.  bet  Trinitj  Ccfiege  te  DnbUn,  mid  ia  182S 
PiotertutMit  i«etai  te  EiUj^eagfa,  welke  betMft- 
Uw  fan  tot  qn  dood  (8  Deeember  IS66)  bekleed- 
de. Sedert  leas  be^  ha  iQn  atodifln  mm  de 
hiBTO^^hen,  d!e  bj|  in  12  opstellen  in  de  „Da- 
b^n  UiuTeMilj  Reriew"  en  de  .Jfemoii^  der 
letedw  Acmdemie  troottwtte  tot  1SM.  De  ostdefe- 
kiog  nn  NiUTe  roooide  b«n  un  tot  de  ontin- 
fering  der  Ae^riMte  q^erope^riften,  op  welk 

E  bied  bjj  ledert  1846  bMitbrekend  wetkte.  1^ 
itende  bet  eerat  bet  eylUiiwb  karakter  vaa 
bet  AMyrieehe  eebrtft,  1m  de  oaoieD  tui  SoiiAe- 
tib  en  JiiAiikaiHe*ar  en  tu  een  groot  aaaM 
utdeie  met-AMyiiedie  vorcten,  lerklaaide  vele 
wooid«a  en  üiuien  en  Ueld  sich  bezig  met  ge- 
MÜedknndige  en  aidueokij^Kbe  TraantiAiken, 
die  hQ  Toom  in  de  „l^aMaeticsu  of  tne  Bt^al 
Iririi  AcadMUT"  briiandelde.  W^  hownd  deebtc: 
,X>n  Aeeyrian  Teibe"  en  itiiMu 
"D  Aesjrian  gnuninar". 


astroDomy"  (Sde  drak  1863),  „On  the  eipeeted 

retora    of  tbe  great  ecmet  of  1204  and   15&S" 

(1S4S),  „Tbe  aokt  tjsieta  (1S46)  en  „DeMripti- 

treatiee  om  eometa"  (1869).  Hjj  redigeerde  ja- 

ilaag  ook  den  .Jïantièal  Ajnanae". 

JKladaloopu,  een  gemeente  in  de  ptotin- 
«e  FfkBlud,  501  HjI.  groot,  met  <19l£)  1070 
inwonen,  wiidt  ia  bet  W.  door  de  Zoïdenee  es 
verder  door  de  góneeDte  Worknm  en  Heme- 
Inmer-Oldefttart  en  NoordwoMe  begrened.  De 
bodenx  die  nit  landige  klei  beetut,  wordt  ala 
wm-  en  faooUamd  ffebmikt.  Veeteelt  en  Tioicherfl 
']n  de  boofdmidonlen  nn  beataao.  Hen  traefat 
«en  Iwdplaata  Tan  te  maken. 

Het  onde  «tadje  Hindeloapen,  <^  een  Toornil- 
etdtend  pnnt  vaa  het  land  gelegen,  ie  leer  ver- 
▼^to.  Door  de  oT«tleT«ring  wordt  bet  ala  een 
Int^laato  nn  de  oode  Frieaebe  koningen  aange- 
weieD.  De  inwonere  onderecbeMlen  Kea  door  een 


,;BjMam 


ehaptera  of 


Hlnd,  Jmin  Run^  een  EngelMb  >teTTei:faH)- 
dige,  den  IZden  Hei  1608  te  Nottii^bam  ge- 
boren, )(«de  neb  nit  «gen  bewegiw  en  lODder 
leermeeiter  toe  ofi  de  eterrenkinMé.  In  1S40  ver- 
trok h3  niBi  Londen,  om  op  het  bniexi  van 
een  <mel-ingeidenr  weAwm  te  sjfn.  <Eort  daar- 
na echter  Terkreeg  bq  door  tnaacAenkoDut  nn 
den  boogleeraar  Whealiloiw  de  betreküog  tu 
OMiftcnt  b|i  de  nuwaetiedie  aldeeKng  d^  ko- 
iMiklfike  steTTenwubt  te  Oieemrieh  onder  Jtry, 
waar  IMt  tot  1644  Ueef,  inmlddeb  gebmik  ma- 
kende vao  de  aatronomiedie  boeker^  aldaat.  Na- 
dat big  deelgenomen  bad  tan  de  expeditie  naar 
Xiiwatowa  bq  Dab)in,  om  de  kngta  van  Valentla 
te  Mpalen,  w«d  bQ,  vf  aanb^rding  nn  Avf, 
benocênd  tot  obaervator  aan  de  aterronraeht  van 
BUhof  in  BegenüpBik.  Hier  deed  bQ  een  leeka 
waamen^ngen  tot  bet  ontdoken  van  nienwe 
I^Mtelen.  Tut  Ai^netna  1847  tot  Jnlf  1854 


komeet,  d(e  3  ttnr  vroeger  door  Fieo 

was  waargenomen,  teiwfjl  hH  den  ISden  Oetober 

daaraanvolgende   «m    tweede   ontdekte   en   den 

6den  Pebraari  1647  een  denle.  Oók  nam  h^  16 

nienwe,  verooderl^  eterren  en  8  nevdvlekken 

waar.  Qedvrende  dien  ^  had  14  teveni  de  to<^- 

banen  van  7D  planeten  en  kooieten  berfteod  oi 

de  uitkomsten  daomn  apeiAm  ■ .    —  . 

overleed  dm  38aten  Deeónber 

bam.  Tan  igo  geeefariflen  TermeMen  wQ:  „Aotro- 

___...,    __.»_. — „    (1853)^    „Introdnctioii   to 


eigenaardigai  tongval  vui  de  overige  Frieaen  e 
hadden  vroeger  ook  een  eisen  kleederdradit.  E 
ia  een  itation  van  de  Ijfn  l<eenwarden — Sneek— 


Stavoren.  Het  atadbnia,  de  Hervonnde  en  de 
Doopagennde  kerk  getnigen  nog  eenigennate 
van  den  vroegere»  bloei. 

HlndanboTf  ,  Karl  Fritdrieh,  een  Dottaili 
wiskundige  den  ISden  JiUi  .1741  te  Dresdon  ge- 
bonn,  atwRetde  te  I^iig,  vestigde  sidi  daar 
ak  privaatdoeent,  werd  in  17B1  buitengewoon 
hoogleeraar  in  de  w^ibegeerte  en  in  1786  gewoon 
boogleeraar  vt  de  natuurkunde.  H^  overleed  al- 
daar den  17den  Kaart  1806.  Hij  i«  de  uitvinder 
der  eombinatOTMcbe  anolTae.  Het  BentowiUt  re- 
<%eerde  hn  bet  „Haeaiin  lor  reinen  trad  onge- 
wondten  Mathematik",  bet  „Ardilv  der  rdnen 
nnd  angewandleu  HaÜiemotik"  en  aefareef  ,,Kom- 
binatoi^eh-aniJTtiadie  AbboniUongen"  (ISOO). 

Hlndmbnnr,  Poul  «on  BeMdtndorft  itnd 
voR,  werd  in  1847  uit  een  ood-addlQke  iamUIe  te 

h^  Sde 

garderegiment  infaoterie,  ded  aan  den  veldtodit 
ut  Bobcsnen;  in  den  otakte  na  1870  tot  1S71 
venrierf  M  bet  Uieien  Knü.  Tan  1878  tot 
1876  betÖAt  bg  de  KiÜgs^adeo^;  in  1877 
weid  M^  bji  den  ffeneiales  st^  gepUatet  als  k»- 
pitein  bg  den  atol  van  bet  flde  legêikoips  t«  Ee- 
ningtber^.  In  1884  werd  hjj  ei»B(ngaie-ebef  te 
QktgM;  in  1860  «fderiiHsebef  aan  bet  ministe- 
rie vKi  Oorlog  en  In  1608  Itevelbefaber  van  bet 
9Ut«  regiment  infanterie  te  CUenbug.  Tan 
1806  tot  1900  wu  bg  dtef  van  den  senerolen 
«tot  van  bet  8ste  legokoipe.  Zonder  brigode^e- 
neraal  geweest  te  inn,  werd  hg  in  1900  bevorderd 
lot  eM  van  de  aSete  dtvUe  te  Karisrobe  en  in 
1908  van  bet  4de  le^koipa  te  Ifaogdenbnrg.  tn 
1811  w«d  hg  <n  ran  venoek  op  non-aetiviteit 
geateld  en  vestigde  hjj  ileb  te  Hannover.  Bjj  bet 
uitbarsten  van  den  oorlog  in  1014stelde  hg  lieh 
terstond  ter  beschikking,  nn  wefte  aanbiéiUiy 

K  gebmik  gesnaakt  wad,  toa  de  Rossen  Ooet- 
ieen  waren  Uanengevallen.  De  wgie  waarop 
ilpen  door  den  ehef  nn  ign  stof,  Von  £0- 
ff,  de  Buaaen  in  bet  Haanrtedie  merenge- 
bied versloeg  en  over  de  greoien  dreef,  maakte 
bem  tot  nationalen  beid  u  Dnitadüond.  In  Au- 
gostna  1916  benoemde  de  ketaer  hem,  na  bet  af- 
treden nn   Fon   FaOimhajfn,  tot  ehef  van  den 


DigilizedbyGoOglC 


rnXDENfimtiO— HIHDfiRNISSEN. 


maeraiea  itaf  Tan  «Be  Diutaobe  kgers  (»«  t«i- 
der  WerMoorlog). 

Hlndcrlksc  noemt  mes  eea  af  waehUogMlel- 
ling,  ten  dödMUttod  den  Tqaad  oimnracht 
un  te  grgpeD,  hetsg  mat  mar,  hetijj  Biet  liet 
faiuAc  w^en.  Hes  MtrtU  k  om  perameii,  Uei- 
M  tro^eiiAf4eeliii8«Q  «d  tiuuporten  op  te  Udi- 
ten,  ol  wel  om  een  oinooiBchtig  ' 
veiTolging  tot  Btaui  te  bratgen. 

"  '  '"  """  '  """  ~~fcoMn  worifcn,  dat  <le 
a  kmn,  of  loo  (Ut  tocii 
geaehiedt,  d^t  de  troep  ai«li  snel  wn  'e  vgandi 
g«ucht  en  Terrolging  kan  osttreUen.  Hoe  een- 
Tcodi^T  de  gvKtaai  mMtrageleo  qjn,  boe  betai 
de  Qitalag  Tenekerd  w.  ZJe  opeteKog^nnteit 
irorden  hwndvk  en  lioogaton*  een  «tir,  vooEdftt 
de  lüoderlaag  moet  w^en,  betiokkta.  Nieta 
moet  de  auweii^id  ei  Tan  Temden.  De  mna- 
Mba{>peD  Mürea  gedekt  en  roet»  ü  hun  ediDil- 
sUatMA,  het  geweei  in  de  haM,  bet  pawd  hij 
des  teugel,  lOMet  te  «preken,  te  looken,  genaa 
te  maken.  Eerst  op  een  TWHnit  algeqmiken  een- 
Toodig  aignaal  openen  alle  infanteri»«fde«liiu[en 
een  ^led  g«rielit  en  anel  geToed  rnnr.  Ifen  kan 
nwenMkn  met  goed  gvrolg  den  TJjand  'at  een 
lünderiaag  Jokfcan,  door  bet  geTodit  met  een  ge- 
deelte Tan  de  macht  aan  te  gaan  en  dnannede 
10  de  dcfating  der  hinderlaag  teiog  te  trekken. 

Bindan^aan  fcebben  ten  doel  T^aodelgke 
tro^tenbewegiagen  te  beleoiaieieD  ttt  te  v«r- 
traró.  Zf  worden  toegepaat  op  het  «Tadita- 
veld,  tot  beperking  na  de  btuwgingtrfjyeid  daa 
TJanda  en  in  bet  bgionder  tot  het  atwten  van 
den  «tomiaaiiTal  der  infanterie.  Zq  moeten  die- 
nen om  de  mderiag  over  het  aaoTaltreU  te  be- 
moeilgken  en  daardoor  de  Tgamdaljfke  troepen  op 
te  boaden  binoen  bet  «eikuMn  tdu  dea  Ter- 
dedigerik  loodat  deie  ia  staat  wondt  gefield  btin 
bebögr^e  verüeiea  toe  te  bieageD.  HiiMternia- 
•en  oélenea  eeo  «eer  nadedige  mota^  weikiag 

Ïde  «unlrtMiepan  «It,  omgekeard  geren  goe- 
hJnderpiiaan  aaa  Terdedwende  troepen  een 
gerod  if«a  «eitroawen  eo  TeKUeheid. 

iBfen  ^>Teekt  -ras  natavlgke  oiadenüeMn,  loo- 
aii  poelen,  plaaaeiK  moOTaeeen.  raT^oen  en  faeg- 

— 1 . —  .■     yaderniüea,  die  {daat- 

„    „  L  Sn  hiademie  moet  iga 
geienen  binaea  de  kiaAtlfe  TamuItwiafcJBg  dei 

B  iH  gioote  moBiljjlihedan  bg  bet 
«Tertratten  eptetert  ea  den  Tgaod  geen  dekking 
veiaehaft.  0<^  mag  ig  aiet  of  ten  miute  niet 


ninstmaliM  t 
aaagekgd.S 


»  loignMg  noBeiijk  « 


gemak^gk  wordea  ongetrokken,  noch  gemak- 
iel^  door  baadeBaibeid  opg«nimd  ot  dooi  «e- 
ariintTiuir   beaAadigd.   Bettaat   «en   aatwri^e 


bindenria  nit  beTiomn  water,  dan  ToniA 
de  g^oiat,  nit  oadiep  stnomeiid  water,  dan 
stuwt  men  bet  <m.  Wenn  en  begaanbare  plek- 
ken door  natooilnke  faindanüaaen  worden  ver- 
aperd  of  TOrueld,  aecgen  met  prikkeldraad  door- 
TWiten,  bskbont  a|^apt,  asagepnnt  en  met 

fierdiaad  de  stammen  onderling  Tetboadea. 
.uelmaÜge  hindeiniwin  moeten  binnen  het  b«- 
Btrgkvnd  geweermar  woHmi  aangd^d  en  aiogen 
niet  knnoen  woiden  oraweaptODgeii.  De  meest 
gebnrikelgke  ign  flaerdraadwr^wrri  ngen,  Terhak- 
kingen,  wolMnilen  en  biademimiIJDen. 


lJterdraadveTip*rTi»gm  baitaan  nit  een  bootd- 
net  TU  d&ke  en  een  tweede  net  Tan  duue  dra- 
den, die  niet  atrak  geapannen  mogea  woideii. 
SomtQde  werd  door  «en  ol  neeidere  dzaden  Tan 
bet  net  «en  sterke  eleetrische  stroom  gekid. 
Daavoni  beschikt  tegurwoordig  ons  kger  OTer  een 
boogiyanii  iagsafdediag  tot  net  opnimeD  vaa 
deiöelqke  hindeniiaBen.  Deae  bestaat  nit  perao- 
Doel,  gawapend  met  gntta^etdia  handsdioenen, 
iaolabietangen  eni.  en  bedrarMt  to  den  nmcaafl 
met  hoogyanniiige  dectrkebe  stionnen.  Hoi 
beveitigt  &  diadén  aan  palen,  die  afwisselead 
lang  en  kort  gesteld  worden,  waardoor  het  otm- 
bniggen  wordt  bemaeilgkt.  In  de  Toortte  rij  wor- 
den alleen  hooge  palen  gq>laatat.  Firkakmfea 
bestaan  ait  boomstammen  ol  takken,  die  met  de 
kroon  naar  deo  vgand  gekeeld,  saneenaliiitond  op 
des  grond,  gelegd  en  bereetied  uin.  Bladeren  en 
dunne  takken  worden  Teri^deia,  dikke  acberp 
inL  Laat  men  geTelde  boo — ' '— 


sancepont 

deeM  aaa .  d«  etroDken  Tastiitteo,  dan  qtreekt 
men  Tan  natooilgke  Terhikki^en.  Door  het 
apaaacn  Tan  «en  netweA  Tan  ^letdnad  tnasdiea 
takkeo,  etronken  ett  etamnwn  bemoeil^t  mea 
het  opnimen  en  het  doonkiogen.  llen  Ter^ert 
er  wegen,  boadi  en  dorperaodftD  mede.  Zg  mo- 
gen het  uitzicht  naar  den  Tgand  neet  belemme- 
ren. Woidea  booastskken  van  eUeis  aangerocxd 
en  met  haakpakn,  gienlraad  ons.  aan  dw  grond 
en  onderling  beTeatigd,  dan  «preekt  men  van 
aangeToeide  Teibakkingen.  Woltdaaleti  i^ntrecb- 
terTonaige  gaten  in  dea  ftoo^  in  i^n  «ebaak- 
Tonnig  gegTSTen  en  Toomeo  Tan  een  Tan  boren 
BchsPD  aangapnnten  paal;  6  i  10  röen  kuilen  aob- 
ier  «Kaar  ign  noodig,  otd  een  fiJake  binduikia  te 
Tormen.  Biwiernüminen  worden  toegepast  tot 
Tersperring  Tan  toe-  en  doorgangen  tot  ea  door 
ootoagaoke^ke  of  rieoht  begasöbare  ' — '~" 
De  dwr  de  «ntplottiig  towaaMebiaehl 
■Qn  gewoonl#  getiag,  maai  ae  mon 
is  bdangrgk  en  Ter^edt  bet  andere. 


moreele  iadnÉ 

._„ andere. 

Mui  moét  bg  den  aanleg  wigen  Toor  diMwle 
Tooigeleiding  of  electriaehe  ontstekingewjite; 
TOOT  baTeiligiiv  Tan  «en  en  «ader  tem  Tqaii- 
delgk  twu  ea  maatregelen  treffen  ugen  bet 
TDMtig  -woiden  *aa  mgnladÏBg  en  ontrtekiaga- 
middel.  De  Kitsteking  moet  op  het  jniate  oogen- 
Uik  geselüeda^  teiw^l  steeda  «enige  münen  — 


met  tltonderiöke  Mitttekiaaewnae  —  ia  leaei 
moeten  aehondea  wnrdeot  als  de  TQaad  den  t 
dedi^  lot  ontgdige  ontsteking  T»Mt.  De  Un- 


dennemtjnen  woriMn  onderaokeMlea  i 


ennemtinei 
a.  floddei 


b.  werptognen  of  fongasaen. 

e.  trapmgnen. 

'H|(aladingen,  die,  na  Tooniea  te  iQn  Tan  het 
ontatekiDgsmiddd,  1  H  2  m.  diep  in  den  grond 
worden  eaplaatet,  noemt  men  floddënnynen.  Ter 
Termeerdenng  Tan  de  nitweiUng  kaa  mea  lot 

nik  «f  "^ -'-^ 

bn   bet  o 
Tcroonafan.  Heeft  de  ladin< 
oaar  de  ^de  dee  Tgaads  MoeUend  deksel,  qiie- 


lering  Tan  < 
opstovping  OW  Mbraik  maken  tü  steen  sa  stidi- 
ken  bont,   die  bn  bet  oeerTaüen  Nrwoadin^ 
"  '  ukngakist  een  e 

.  Is  iJbeUend  dek  ,  . 
gel  genaMnd,  dan  worden  de  keien  dea  te  beter 
omboog  gewoipeo.  Ak  miniamm  ladiag  wonH 
5  kg.  bnakmit  gdiraikt,  lerwql  «leohts  da  beUt 
sood^  ia  t^  bet  beiigen  tsb  briaante  «piiasmid- 
delen.  Fottgaum  zga  mgnen,  aaagelega  inoeeh- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HINDËRKiaSEN—HINDI. 


34S 


tertonni^  g>tMi,  waarren  de  m  onder  45*  belt 
«n  wMitg  os  qwagv)  niet  uiig««u<d,  dodi  aUeta 
met  keien  bdut  wordt,  wetko  door  den  invlood 
dsr  ontplotling  Toormnrla  woMfeo  aitsowoijMB. 
Dg  DitMgnTen  ommd  woidt  ftla  bActiaff  kap 
ÖCQ  Mfatemnd  MI  longM  Mg«««rpo&  De  ipH- 
«el  beataat  idt  aterig  «MeUHDpte  plukoi,  de 
AMÜDf  vit  picriiMnar,  mamiet,  aohielbteeB  of 
binknit.  Men  gtèrnikt  l  kg.  bukniit  pet  bee- 
toUter  kakn  tm  8  i  4  kg.  «er  itA.  Omt  plsatrt 
mm  ^  bdiag,  du  iKndt  bat  onW^i^nild- 
det  hage  den  waad  nou  bwlen  gdeid,  Taidar 
legt  men  den  e^eget  «>  tn  iMte  atapelt  aen 
daaiop  de  keien.  TVoimMMM  wonden  op  geringe 
diepte  «der  bet  jHUTeld  gi^tat  en  T»iniR«n 
TSB  een  «irtitekiiisHniddBl,  dat  ia  weiking  woidt 
gebraeU  door  bet  gewiekt  lêa  «ra  peraooM,  dia 
Boren  de  n^  brat  «<  ei  op  itaat.  Onnata 
met  brnkmit  Mfiud  eo  toot^ob  vi»  een  b«ia, 
paaaesde  op  dié  ta  gArnik  Iq  *«ot-  en  aditer- 
WdMciMi  At  daartoe  Mtr  gcMUkt.  Niet  ««- 
braiKt  woraeBO,  ^  iQ  Toortien  Tut  een  veing- 
haldadop.  Kiitói,  istao,  bnawa  hunan  b^  ge- 
bnk  aan  giapalen,  aiita  Toonien  tan  «piingatof, 
ontetrtinganiddel  <d  neerdnikappanat,  ereneeDi 
voor  tn^möoen  gAraÜct  worden.  Ean  TeibeteHl 
aoort  tr^m^  ia  de  laiMorftia,  Toonien  van 
een  maebaniaeh  weikeod  0Dt«t(tiogitoeB((4,  dat 
de  «K^Mfing  kan  teweegbrengen,  loowri  door 
den  dn^  Tan  een  penoon,  nb  door  bet  treUtra 
aan  een  draad  Tan  nit  oen  pnnl  binnen  de  «tel- 
ling. Plaataiog  en  wegnemen  kan  wnder  gevaar 
geeebieden,  daar  de  «baad  toelaat  de  wwtkiig 
van  bet  toéetet  op  te  beffen  eo  weder  h>  het  leTen 
te  n>epen. 
Hlndcmlmita.  Zie  BindemitMit, 
KïnAuw^^Qiuta»  Vdiuri  mm,  een  Pi«i- 
titeb  generaal,  den  ISdm  Juli  IfiM  te  Wemige- 
rode  ^ren,  nua  in  1820  dienet  b^  bet  FraTd- 
•ebe  Hgei,  wm  in  1849  ebrf  ^ran  dan  gmeralen 
■taf  na  bet  vereenigde  Doitaehe  leger,  Ja  1656 
geiMMil-a&Joor  en  iaqwetesf  der  Sde,  later  2de 
artUloJe-famteetie,  beatnnrde  gedurende  den 
DeenMben  Oorlog  den  aanrd  der  artillerie  en 
senie  of  de  Dftppekr  «efaaaeen,  werd  in  1864 
Setorderd  tot  Inapeetonr-gcBenal  der  artillerie, 
aam  Jn  1896  deel  aan  dea  '*ddtoetat  in  Bobemen, 
werd  toen  eeaerad  der  infanterie,  bevond  ikh 
gedniende  den  Franedi-Daitarben  Oorlog  (1870 — 
1871)  in  bet  hoofdkwartier  dee  konioga  en  orer- 
ked  den  3Seten  Jaaoari  18T2. 

■indarwot  i*  d<  verkorte  aaam  ran  de  Vet 
TU  den  2den  Jnn]  1875  S(U.  N*.  06  tot  nge- 
fing  ran  bet  toeiieht  bQ  het  oprichten  van  inrieb- 
tingen  welke  geraai,  ediade  ^  hinder^nnaa 


deie  wet  ie  te  Tooikomen,  dat  door  het  opriebten 
en  exploileeren  tu  nQvedwidiondeneaungen  het 
pnblidc,  epedaal  de  rondom wonendeB,  eehada  ea- 
derrinden;  bare  atreUing  ia  dm  met,  lomli  die 
dei  Veiligbeidewet,  bea^rmiBg  der  ia  de  on- 
denieming  werkame  ailtelden,  maar  Jniat  vu 
bet  pobliek  dat  buUm  da  ondnneminfc  itaat  Het 
door  de  OT«rbeld  nitgeoetende  toenebt  ia  yrewa- 
ÜÊf;  alsTorent  een  onAtt  de  wel  nllende  iirieb- 
1  letgnnning 
1  Bn^emeaa- 


ting  te  mogen  (^rkbtw,  moet  n 
heUtcD  verkregen,  in  den  ngel  t 


ter  en  Wetboadera  der  gemeente  wht  de  iniieh- 
ting  lal  worden  Mreetigd,  in  enkele  gevaUen 
Oedepnteeide  Staten  of  van  den  Koning.  Oa- 
de  wet  ttümt  alle  iniiebtim«n.  m  welke 
etoom,  gawen  ot  dampen  van  booge  ipanning 
vosdu  grfMoigd  on  ^t,  «dke  gedreven  w<vdea 
door  een  of  meer  eleetNBotoren,  waarna  bet 
Termogen  de  t^  KonisUgk  Beelnit  te  bepalen 
grene  o*e»du|dti  Terdei  o.a.  die  beetamd  tot 
bewaring  en  Terwerking  van  bnakmit  en  andere 
onIjtoAMre  tfarflen,  vui  afval,  himwertien,  bcu- 
deróen,  bakkeröen,  elaehterQen,  leeilooiergei, 
■nederig,  ateoitioinrerjen,  auiatinriebtingen 
eni.  Bg  bét  venoek  on  veigvnaiag  moeten  ver- 
eehlUende  in  de  wet  nader  omedmren  etokkea 
worden  oreigal^d.  Door  aaotondicingni  ea  k«- 
niageringen  worden  de  belaagbeUwnden  op  de 
hoogte  gecteld  van  de  gedane  aanvrage  en  er 
worat  gelegenheid  gegeven  idiiifle^k  of  mon- 
tegen  de  oprichting  in  te  bren- 
ling  kan  gewegerd  w< 


detiagh 

«■"•  «       „         ,  _       _ 

f^nd  van  vreee  Toor:  o  gctaar;  b  eAade  aan 
eigendommen,  bedrijven <rfdegewndb«d;eliiBder 
van  entatigen  aan^  waartoe  behoort  bat  Ier  be- 
woning ongeeehftt  maken  van  woonhniieD  ot  ge- 
deelten van  woo&faniien,  het  belemmerea  van  Bet 
gehmik  van  lirteidMiiseu,  keikan  of  aeboten,  het 
venpteCdea  van  vnü  of  van  wat^^e  nitdampin- 

E.  Kaa  doOT  bet  ateHen  van  voorwaarden  aan 
beswaar  van  g«n«r,  lehade  o(  binder  worden 
legemoetgekomea,  dan  irocdt  de  veiganaiag  ver- 
leMid  oader  bepaalde  voorwaarden.  BS  de  rei- 
gonning  wordt  een  tenn^  geateld,  biaaea  wel- 
ken de  inriehting  voltooid  en  in  werking  gebradit 
moet  rïn.  Tan  de  beeliieiDg  door  Bnrgemeeetei 
en  WetAoodeit  irf  OedepateeMe  8taten  geaonwn, 
kannen  de  vertoeker  en  de  tidai^lMhbende,  ieder 
Toor  loover  hg  in  bet  ongelqk  ia  gesteld,  in  be> 
roep  komen  1^  den  Koning,  die  na  verhoor  van 
den  Raad  van  State  (aldeüjing  voor  geeshiHea 
van  boitnur)  beiUct. 

Blndl.  Zie  BMoe. 

■Indl,  een  dec  niemr-Indiadie  talen,  omvat 
aHe  dialecten,  die  in  bet  nitgeatieAte  gebied  tna- 
•ehen  den  ffimalaja,  Windbja,  de  Oangeadelta  en 
SaOadaJ  gtapnken  en  ia  twee  e^eie  geaebwlen 
gfo^Mn  veroeeld  worden:  Weatfiln^  tot  onge- 
veer Benaree,  en  Ooat-Hindi  of  Bibari.  Het  Hin- 
doeetaai (lie  aldaar)  of  Oerdoe  ia  een  Hiwfidialeet 
met  Penlaeh-Aiabiédie  toevoegingen.  De  eebr^- 
tail  k  bet  Hoog^ndi,  dat  gnomattieaal  met 
bet  Oerdoe  oveteeiAomt,  doch  njn  woorden  niet 
aan  bet  IVrriaeh,  maar  aaa  bet  Siuukrit  ontkent. 
De  ktterknnde  van  bet  Hindi  begint  reada  in 
de  8ete  eeaw  na  Cfar.  en  kwam  in  de  12de  tot 
bkwi,  toen  Tttmd  BorM  de  beUendeden  van 
den  kateten  Kndoefeniag  van  Delhi  beiong. 
TtfmcT*  ihapKKMeBn  worden  nog  beden  doet  de 
Indiache  barden  geiongea.  Kdf6,  4e  gioote  In- 
<tieebe  hervormer  der  15de  eenw,  Het  cedicbten 
van  ledeknndigen  an  godadienctfaen  iwood  na. 
ToM  Dot  vertaalde  bet  nationale  epoe  „Rana- 
kaa"  m  bet  Hindi.  In  de  14de  eenw  «telde  Soer 
Dot  den  ,3oer  Sagar",  ees  venameltng  legenden, 
«amen,  Nabha  Dat  de  ,iBiuiA  Hak",  In  de  17de 
e«aw  achreef  Lal  KM  den  ,,T>]atr*  Parkai".  Het 
in  Earopa  DMcet  bekende  nienwere  Hindiweiit  is 
de  „Ptmi  Sagar"  van  LaUoe  Ji  Lal,  een  bower- 


DigilizedbyGoOglC 


344 

kii^  nA  bet  tiend«  deel  -van  den  „Bb^^Tvt*- 
Poemui",  dit  ót  «vonUuen  md  dea  jongen 
Kritfna  btmsbr^t. 

Bindley,  «en  «tul  in  lAncMhiie  (Engakad), 
net  een  La^iMche  aebooi,  bttoenapinHrgen, 
BteeukotMuiqiMn,  tdï  (1911)  ai  100  iowoHn. 
In  de  oDutieken  ligg«D  tAirqke  nignweifcendot> 
pen. 

HlndS,  beX  giootate  «hnd  aan  de  kast  v«it 
(Noorwegen    ittdbt  Noi^laady, 


Hindoe  is  de  num,  die  in  bet  algenMen  ge- 
geren  wordt  ud  eiken  IiiMwiling  Tan  Toot-Iu- 
dië,  die  den  lirahmBuiBcheu  godsdienst  belijdt, 


aoDdei  te  letten  ^  de  etfungmiache  wlionim- 
gm.  Vooral  werd  die  naam  èet  eeiat  dMi  de 
Penen,  ktei  door  d«  oreiige  HebaaMDedaanecbe 
Tolkeien  van  het  Ooilen  en  eindelök  wA  door  de 
EuTOiienDen,  to^ieiend  aan  iiet  talri|ke  yo]k  van 
AriMUten  oorapione,  dat  voornamelgk  getettigö 
it  in  het  «tioömg«bi«d  van  den  Gugee  en  tu»- 
daar  aijn  beMhaTing  medegededd  beeft  aan  bet 
•ehieieiluMi  Tan  Yoor-IndiB.  Vandav  bet  woord 
HindoêUm,  d*t  (oowel  bet  gehede  aebieieilKid 
aaii  deie  igde  Tan  den  Ganget,  «kk  in  meer  be- 
paaldeD  lin  bet  eoordelük  gedeelte  daarTan  aan- 
QDJdt,  terwnl  bet  nidelfk  gedeelte  den  nw<n 
Tan  D«ka»  dnagt,  «bnMde  bet  woord  fiindcMto- 
Hi  (lée  ildaai). 

■iBdoal  DoeBKle  Trum^  de  HintUdialecteQ, 
die  doode  talen  gewKden  i^ 

Hlndoelsnu  ie  een  nildiokking.  welke  in 
nüneien  «f  eogeien  lin  gebeiigd  Inin  weiden; 
in  bet  eercte  g«nl  bedoelt  men  er  mede  den  gode- 
dieut  en  de  dnnniMde  «meB  bangnKte  maat- 
•ehappeiiike  iutdlingen  der  In^Sra,  in  bet  laat- 
«te  geraf  bet  derde  tgdpofc  i«  de  ootwikkeliog 
■ran  dee  Brahmaaneeh-Indiieben  godetUenst, 


W  T«ideeld  ie  tal  Tan  aaeten,  bobben  alle  Hin- 
does bet  leentok  dei  liebreitiaisiiig  (lie  aldMi) 
gemee&L  Seie  waa  raeda  in  bet  oudere  tjjdpeik. 
•u  bet  Hisdoetme  in  «n«i«i  nn  Toonfgaande, 
■U  TutgewoiteU  in  bet  udia^  gemoed,  dat  ig 
vA  bij  de  Boeddhisten  ingang  Tond,  oadankibet 
feit,  ibt  ig  het  beetau  eenet  liel  loochenen  en 
daardooi  het  leentok  euügiBna  aedeii  foimulee- 
ren.  Ook  bet  Indiaebe  PanuoMi  en  de  Terdeie  my- 
tholoffiaehe  Toontellingen,  in  htut  heilige  boekan, 
Tan  de  Weda't  af,  neergelegd,  woiden  door  alle 
Hindoea  erkend  en  ign  giooteiuleelB  in  bet  Boedd- 
hiame  oTewegaan. 

De  eeiedienst  dei  Hindoe*  bestaat  hoofduke- 
lÖk  'ia  bniselijke  devotie,  het  bidden  in  tenqida, 
bet  brengen  raa  olferaiwlen  Tan  bloemen,  bet 
doen  Tan  bedeTaarten,  het  deelnamen  aan  {iioeet- 
■iea  en  godtiKenstJge  feeeten;  ook  au  werken 
Tan  brfdadi^keid,  bet  opiidUen  Tan  beiligdom- 
men,  bet  graTen  Tan  Tgreta  en  cietetnen  ia  eteedt 
gioote  waarde  gcbeebt.  Ala  Toomaamste  ^oden 
mt  bet  deide  ontwikkel ngstgdperk  moeten  ge- 
noemd worden  CïtM  en  diens  wederhelft  Therga, 
Fteftnoe  en  die»  gemalin  CrT,  Bnhma,  de 
Bcbeppei  QoMfo,  de  immegod  Soèrja,  Skónda, 
de  god  Tsa  den  ooriog,  Saröwati,  de  godin  dei 
wjjabeid  en  wehpieken^Mtt'  "■ 


popidaire  goden  tbb  mindeien  lang,  looala  da 
niMtneRod  Xdma  met  ign  gemalin  Bati  en  de  god 
dee  rokdomi  Kotbera.  Ook  Jamut  of  Dharma,  da 
god  éea  dooda  en  der  geieditigheid,  wwdt  MOi 
*ereetd,  teiwqJ  ajideie,  die  in  -het  Tooimlgaande 
tqtktok  100  boog  in  aanzien  etondens  tbana  een 
mdèrgeaehikte  ^kata  ïnMOKn,  b^T.  Indra,  de 
hemelkoning  en  i^engod,  ni  AgiU,  de  god  des 

Tan  de  bjina  800  miUioen  Indüia  woiden 
ongeTeei  70  X  of  inka  200  millioen  tot  de  Hin- 
do6B  geiekend,  terwgl  de  oTetige  80  %  worden 
gevoimd  door  «anhügeri  Tan  andere  godidien- 


&de  eeuw  op  Jara  een  Biahmaanadw 
maataehmg  Tond  en  er  ees  maiditiK  Hindoeiijk 
ontetond,  dat  ^jn  i&Tlocd  ook  tot  andere  eüandeB 
oitatMÉte.  Wel  werd  sedert  bet  laatst  dei  15de 
eeuw  bet  Hindoelme  Terdrongen  dooi  den  lalam, 
(^  de  beaehwrjntf  der  inlandwe  heeft  bet  editei 
een  bQJTendeD  mTk«d  vitgeoetend,  en  cfi  bet 
eiland  Bïli  heeft  het  ndi  tot  heden  toe  gehand- 
faaafd.  Zie  ook  BoediMwaM  en  BrohNOMsme. 

Zie:  S.  W.  Hopkint,  The  religions  of  Indift 
(18S6). 

Blndoa  KoMj  «f  Bindotk4>h,  bg  de  Ouden 
de  Indwehe  Kauluaua  en  Parofontitv»  of  Pofo- 
poMiMM  eeiwemd,  is  een  beigkaten  in  het  N.0. 
Tan  Afgnuuatan,  die  Moh  nitatrekt  Tan  84 — 87* 
N.fir.  en  6&~-14>  O.L.T.G1.  Zg  vormt  de  sni- 
delqke  giana  van  het  Hoo^and  Ta»  Pamii  en 
Breidt  de  ten  W.  Tan  den  boTenloofi  nn  den  In- 
dns  gelegen  landidumea  Tajitral  en  Kabodialu 
Tan  de  landen  Wuban,  Koeidoei  dn  Badat^JMi 
aan  dw  borenloop  T«n  den  Amoe  (Oxos).  l>e 
Hindoe  Koesj  veiinndt  Centraal-  met  Weet>Aiil. 
All  ooatedgk  beginpunt  woidt  de  61^0  m.  hooee 
Koend  aangenomen,  ais  weetelgk  eindpnnt  de 
Eoh-i-£aba  (5143  m),  nóet  ver  van  de  oronnen 
Tan  den  Hilmend.  Zjjn  gemidddde  hoogte  woidt 
^  4500  m.,  de  Tiiatsjmii  ^  77S0  m.  geachat; 
in  ign  afwnderlgke  deelen  is  het  gebeMte  nog 
niet  gnndig  «nderaoeht.  iBeiüge  nweOqfc  ba- 
gaasbuie  paaeen,  die  van  Sriboel  naar  den  boTsn- 
locfi  Tan  den  imoe  leiden,  Ikgan  3000  vu,  de 
sneevwgima  4200  m.  boog.  De  meest  bekende 
ijjn  de  BamiainusseiK  ten  gelaie  van  ses,  iraar 
Tan  eehtei  akebts  een  <97l5  m.  boog)  tooi  kar 
en  {laaid  geacbikt  is. 

Id  de  meest  afgelegen  dalen  wonen  de  mt 
±  40  000  families  bestaande  ^abpoaj  (=  awart- 
geUenrd).  Zq  190  Boeddhiaten,  waarom  de  Ifo- 
bammedanen  ben  Küh  (=  ongeioaTige)  en  bnn 
land  EaJüiistan  nosoten.  Bgat,  mals,  snikerriet, 
taiisk  en  katoen  leteren  de  dalen  aan' de  inid- 
bdÜDg,  de  andeitt  dalen  «kni-Ten  en  Tooiti^felg- 
ke  outsoorten,  0.4.  piftebtige  gnowtai^iB  en 
moeAeiitn. 

Blndoeetwi  is  de  Peniadw  naam  tooi  het 
land  det  Hindoe'a,  d.w.  1.  in  engeren  sb  bet 
Indtis-  en  ^angesgebie^  in  mineren  geheel  In- 


bniüelgke  naam  Toor  net  Hindidialect,  dat  na 
opneming  Tan  talqjke  Penieche  tocToegsels  de 


DigilizedbyGoOglC 


HINDOEeTAHI— HDnUCBS. 


omgangstul  in  IndJI  is  geworden.  De  inluidKlie 
naam  van  die  tul  ia  öf  Hindi,  6t  Oed  (saban), 
d.j.  k«mp(tMl),  nUu  geDoemd  nau  bet  kuBf 
Tu  d«a  grooWoffol  t«  Ddhi,  wiu  de  tMtl  Iwt 
eent  ontatond.  Vn  DeHü  nit  ittapMidde  »th 
bet  HIndo««Um  «rer  alle  prOTinews  nu  bet 
iqb  tu  den  gTootmogot  en  trordt  ook  ia  Biima, 
op  Mavritim,  ZauHÜu',  in  Ihakate  en  de  ba- 
leni  Tan  de  Penieebe  Ooit  «entaan.  Het  meeat 
wordt  bet  in  bet  N.  tid  Vooi-Indiê  genrokea. 
Een  inidetöke  toi^nL  die  in  HadiM,  Haident- 
bad  m%.  «cbrgftMl  ia  eewoTdenv  noemt  men 
IMhu.  Het  Hindoe^ni  beett  een  leei  iqke  li- 
teratUDT  ontwikkeld,  «iei  bkeUöd  in  de  voiige 
eemr  begon  en  nog  niet  atfjealotea  is.  De  prOBO- 
die  eo  metriek  bemsten  bgn«  gebeel  op  Feni- 
«ben  giondal^.  De  IjtiA  ia  leer  ontwikkeld. 
De  aebeppet  der  dnoMtieebe  pofaie  ia  Amandt 
<t  1w),  wiena  langepel  „Indan-Sabha"  bet 
ineeit  ge^Mdde  «Ink  in  lodie  ia. 

mwh^ii  (Ckatdieatiof,  beet  een  gebiek  in 
d«B  ^wig,  wiarbji  bet  bohaam  km  kort  en  loo 
weinig  DMgdgk  op  bet  been  aan  den  aidcen 
kant  raat.  Dat  gebrek  kan  ign  oonaak  loowel 
in  bet  been  lelf,  ala  in  bet  bekken  of  de  buik- 
holte bebben,  wanneer  bet  doel  tan  het  hinkea 
ia  de  pqik,  die  t^j  bet  ateanen  op  het  been  ge- 
roeid woidt,  uwTce)  moKeljjk  te  bekorten,  waar- 
bg  de  patilot  de  knie  owgt  en  aHeen  met  de 
teenen  den  grond  aanraakt.  Zoo  bgT.  bq  iaebiaa 
en  eoiilie  {ue  H«Hpnek(eJ.  Ode  aaiigdMren  komt 
bet  binken  loor,  vooraj  in  ona  land  en  met  name 
in  het  nootden,  meeatal  Terooraaakt,  doudat  de 
kop  tan  het  beopbeen  stet  nut  >d  da  onvol- 
doêad  oatwikkeMe  benpkon,  maar  vp  bet  dann- 
b««^  waar  bet  i^  elkn  ati^  een  eind  ombeeE 
gljfdt  Ia  dat  aaa'tiejde  igden  het  genl,  dan  tot- 
aadert  bet  hiakea  tt  «en  wmelenden  gang.  De 
MDgtboreo  heimontwilditing  lomt  veel  meer  bij 
TFonwen  daa  tm  mannm  toot.  Het  binken  of 
lat«i«D  leeffagd  komt  Tooml  t^  ontoteking  van 
bet  ben^wridit  voor.  OcA  een  verkorting  of 
verlamming  van  bet  een«  been  dwinst  ertoe, 
BTenaln  aommin  mtvronningeii  Tan  ita  voet 
AaoTalagewgie  aomt  bet  hii£en  vow  tengevolge 
van  verkaÉiung  der  bloedvatui  (lie  AUuroma), 
waardoor  bq  ateike  l>ewegii]|^  de  bloedtoevoer  on- 
voldoende wordt  en  een  pgnlvke,  vooAHgaande 
iwafcte  van  bet  been  den  patiflnt  doet  KiÉeii. 
De  behandeling  moet  gdiecl  mtar  de  oonaak  se- 
regëd  worden;  de  aangeboren  benpoatwijehtiog 
wordt  vaak,  atniieB  van  opeixtieve  behaadding, 
met  Neeea  veifwteid  door  een  maaDdeaknM  lig- 
knar,  waarbf  bet  bovenbeen  door  een  gipavei- 
basd  in  boitenwaartadie  hondiag  worat  ge- 
fixeerd. 


mnntstelael,  waaibq  naaat  goodeo  ttandaartonat 
ook  lilveien  mnnt  een  wetlog  betaalmiddel  vormt, 
echter  'niet  vrg  aangemont  mag  worden,  aooala 
bqv.  in  on<  knd  bet  geval  it.  Zie  verder  Binu- 
lalimg  en  Sbatdaard. 

Blnknwr^  aartebieadiop  van  Bbeima,  in  SOS 
gAoren,  ontwikkelde  lich  onder  leiding  van  abt 
EOlwH  in  bet  klooeter  St  Duia  t«  Faiiis  en 
volgde  tön  leenneeater  vrffwiKig  dmv  Sttaea, 
waarheen  hg  door  Lodtteik  dmt  Vrome  vetbui- 
aen  waa.  Toen  forel  de  Ktde  dra  troon  beklom, 


keerde  HtakaMir  als  prieater  terug  ea  werd  in 
S4S  bevorderd  tot  aartafaiiaebop  van  Rbeima,  Ala 
Modaniff  waa  hg  primaat  der  Weat^raokiaebe 
geeatelgkbeid,  en  hg  beeft  nch  beijverd  om  tnobt 
en  orde  Ie  hierffteUen  en  toaefatte  bet  leeht  der 
biuchoppen  en  ejnoden  tegenover  den  pms  te 
handhaven  «n  bet  aaiaien  der  geeatelipineid  te- 
genover de  wereld^jke  macfat  te  bewaren.  Hg  ver- 
lette lieh  namel^  iHt  kraebt  tegen  de  deereta- 
len  van  den  vaiadien  leUontt,  terwS  de  loon  ig- 
ner  loeter,  de  wioerige  bisMhop  Hinkmar  wn 
Lacm,  die  in  871  algeiet  werd,  genoemde  deere- 
Ulen  irerdedigde.  Ook  noodnakte  Hinkmar  ko- 
ning Lotharnu  II  sna  door  hem  verstooten  ge- 
malin Thietberga  weder  aan  te  nemen.  Niet  min- 
dei  Qwig  waa  hn  in  het  onderdrukken  van  eUe 
gevaarlgke  dwanlleer,  looala  die  van  den  ketter 
QoUidudk,  over  de  piaedeetiaatie.  Toea  de  Noor. 
mannen  in  882  een  inval  deden  in  bet  Weet- 
Frankische  rqk,  nam  bg  de  vloebt  naar  de  wond- 
streek  aan  de  onrig  van  de  Harne  en  overleed 
kort  daarna  t«  Epemay.  Z^n  geediriftea,  gedeel- 
telqk  van  leerateltigen  inbond,  looaia  ign  weik: 
,J}e  praedeatinatione  Dei",  tegen  QoUtihtük  ge- 
rieht,  gedeeMelqk  brieven  «>.,  weiden  in  Iw 
in  2  doelen  door  den  Jeinlet  Sirmomd  in  het  lidt 


i,  Jaeob  Qnot,   een    Nederlandaeh 

kanaekedenaar,  den  5den  Uei  1723  te  Hoorn  ge- 
boren, atudeerde  te  Bardenrgk,  Franeker  en 
Utredit,  en  werd  achteieenvolgeu  predikant  te 
Zonnemaire,  0«ea  en  ütredht,  in  weke  laatrte 
stad   bij   een   balrre   eeuw   werknam  bleef.   "" 

•  ^  "en  28.       "    

wij:  .J 

dacht"  tl  779),  J[«er*__ 

kilden"  (1797,  met  venrolg)  «i  „Viciiiy  vanden 
viittigjarigen  dienal  aan  Chriatae'  gemeente  te 
IJtre^t  &a  29sten  November   1801° 

Hlnrlolw,  flenmm  triidtiek  Wühelm,  een 
Daitaeh  wnagëer,  den  22«ten  April  1794  te  Kalk- 
en in  het  «Toothertogdoffl  (ndeabnig  geboren, 
vertrok  in  1612  saar  de  nniveraiteit  teBtraala- 
burg,  om  iS  de  theologie  te  etndeeren,  wgdde 
Kch  vervolgeas  te  HeidelbeH  aan  de  beoefening 
dar  leeht^rieerdheid,  doeh  l«de  aieh  in  ïSit 
atdaai  onder  leiding  van  H«^  vooral  toe  op  de 
wijsbegeerte.  In  ]8>]8  beantwoordde  1^  een  door 
Uegd  vitgeaebreven  pbiloaopbiaehe  prgavnag,  «s 
in  ijjn  eerate  werk  van  eei^gen'  omvang:  jXe 
SdiiÉion  im  innMn  VetUUnia  mr  Wiaeenaehah" 
{1823)    trachtte   hg   de  godadi^itleet   op   den 


B  privaat- 


rndalag  det  wMMC«erte  te  grondtcaten.  Beeda 
ISlObad  1^  n£  te  H^delberg  ah  p 

docent  g«v«atiga,  werd  in  1822  tot  mitei^ 

hoogleerani  te  firealaa  en  ia  1824  tot  gewoon 
hoogleeraar  in  de  wgabeoeerte  te  Halle  benoemd 
en  overleed  gednrende  oe  «aeantie  te  Friedrid)- 
kA  in  llKirii^en  den  17den  Angnatni  1861. 
Zgn  briai^rnkate  geeehrilten  i"        "       


„Vorlesnaoen  '  ttbei  Ooetbe'a  Paoat"  (182$), 
"  'iUeie  Dicbtnngen  na^  ihren  hietoritehen  Zn- 
'  "  '1^7—1839.  2  din.),  „Oeichichte 
itniiniipien  aeit  der  Befwma- 
tion  bia  anf  <Me  Gvenwart"  (1848—1862,  8 
dln.)  en  ,J)ie  KOnige"  (1%8). 


DigilizedbyGoOglC 


HINLOiPGIHarnuAT— HIFPEL. 


Blnlopenatraati  <^  straat  tnui^en  W«it- 
SpitsbcTfftn  en  Noord-OMÜnd,  awt  de  Lommc- 
bui  in  bet  W.  en  de  WaUeni>etg4)ua  in  bat  O., 
beipoelt  in  b«t  zuideD  Zaid-Waj^gatsj,  bet  Wil- 
len»- «o  de  BsstiuneUsiiden.  Zg  ia  meeetil  bet 
gebeele  ja&r  door  met  ijs  bedekt. 

Hlnsobliu,  Pwl,  een  Daitieh  beoefeuMr  *ui 
bet  keiireeht,  den  2östai  Deccmbei  18S5  te  Ber- 
Ign  gdwieiL  atodeeide  M»u  «n  t«  B«iiMI>ais, 
Testigde  licD  ia  1869  ab  prinatdoeeDt  in  ign 
e^f^rteplaats,  was  vm  i9m  tot  1865  bdtengv- 
woon  boogieemLi  t«  Halle,  keerde  rnkdut  tenig 
nuT  Berlijn,  werd  In  1868  «ewoMi  (loogfeeraai 
te  Kiel,  Tertegenwooidiede  dé  nnlTsniteit  diei 
■tad  in  1871—1873  in  het  PniimwAe  Beerenbais 
en  Tertrofc  in  1B72  ale  boogkeraar  naar  Betl^n, 
waarvoor  b(j  sedert  '1899  in  het  Heeienbnia  lit- 
tiiw  nMQ.  Van  1872  tot  <]876  en  fan  1860  tot 
1881  was. hij  lid  Tan  den  Rqk»dag,  waar  bq  tot 
de  DationaalJiberale  partij  bebooToe.  H^j  lererAe 
eeo  eritisehe  nitcave  Tan  de  „PBCOcbt-Iaidwisebe 
deeretabn"  (1898)  en  adireef:  „Kirchenredit  der 
Eatfaoltken  nnd  Proteetanten  in  Dentvcbtand"  (di 
1—4.2,  1869— 1898)  dat  ouToltooid  is  gebleten, 
„Das  landesberrMebe  'Patronatr«aht"  (I^> 
„Beitrige  zur  Lehie  tod  dei  Eideodelatioa  nut 
besoiiderer  KOckBioht  aal  das  Kasoniscbe  Baeht" 
0860),  „Die  e>ang«liscbe  Lawleitirdn  ü  Prans- 
ten  anid  die  EivrerleHHing  der  nenen  Provinsen", 
J>ie  Orden  and  Eongnaationen  dei  KathoHscben 
Eiiefae  in  Pioassen"  (lEn4)  «n  „AUg«in«ne  Dar- 
stelhing  des  VerbUtoieaes  mn  Staat  nnd  Kliebe" 
(1888),  beneTena  commentaren  op  TeriefaiUende 
Praisische  keitiretten.  Hel  zjlii  vader  Kifigeerde 
faS  vw  1662  tot  1866  de  „ftenMiebe  AnwaK- 
leitnne"  en  later  de  ,^tBebTlIt  fflr  Qesetigebiing 
nnd  &rfilapflege  ia  PlWMsen".  Hg  overleed  den 
ISden  Oeeendter  1868. 

Blntonae,  een  Iclein  betgiDeer  in  ttet  Bei«r- 
•eba  district  OM>er-iBeier«n  en  i»  bet  amtit 
Bertfatewaden,  ligt  ten  -wcBtMi  *«n  Baauaa  aan 
den  nudootte^jken  Toet  van  den  Beiteralp,  787 
m.  boTen  de  opperriakte  éei  «m. 

Hloco.  Zie  Kobe. 

Blppajohiu,  de  grontHegger  der  wet«nwbap- 
pelQke  aterrenkande,  te  NicacA  in  BithjniS  gm>- 
ren,  leefde  omstreeka  de  jaren  190—125  t.  Cbr. 
Hji  oitdenrieip  de  aatronotnie  van  igo  tgd  aan 
een  aauwgeiet  ondenoek  en  waa  de  eerste,  die  de 
lengte  van  bet  jaai  met  jnistbeld  bepaalde,  «aar- 
b$li3  ontd^U,  dat  de  lengte  t^xi  het  aonnejiar, 
toenmaals  o^  865  dagen  en  6  nren  gesteld,  om- 


teit  Tan  de  loopbaan  der  ton  */tt  bedroeg  van  den 
straal  dier  baan,  en  dat  de  ion  bet  TCrst  Tan  de 
aarde  Terwijderd  ia,  wanneer  ig  lieh  in  de  Twee- 
lingen bevindt.  Hg  wa*  de  eerste,  die  lonne-  en 
maantafels  berekende,  terwgl  bg  de  grootte  Tan 
ion  ea  maao  DanwkeQrigjT  daa  1«  voren  bepaal- 
de. Door  middel  van  «en  TernaKig  gerooden  me- 
tbode, b^end  onder  den  naam  van  diagram  van 
Bippoehu»,  meende  h^  te  mogen  Taatatellen,  dat 
de  ion  1200  en  de  man  50  aanhtraJen  Tan  oase 
aarde  Terwjjderd  ii  en  dat  de  middallgn  ^  *<"■ 
fi*/t  maal  loo  groot  ia  ala  die  der  aarde,  'en  dte 
der  aarde  S^/i  mui  loo  ^^oot  ah  di«  der  maan. 
Hen  meent  dat  de  ^taehng  Tersebgnli^  Tan  een 


nienwe  ster  bem  aanMding  heeft  gegeten  om  de 
Taste  aterren  waar  te  nemon,  haar  plaatsen  te 
bepalen  en  aboo  een  slerrenlgat  te  ontwerpen. 
Nog  belangrijker  is  ign  ontdekking  tan  bet  voor- 
DitacbaiTen  Tan  bet  pont,  waar  de  eTeoMti  en  de 
Kmneweg  elkander  anoden  (het  Daditerening» 
pnnt).  Ode  maakte  hg  lieb  seer  TMdienstd^  op 
aaidrgksknDdig  gebi«l;  hg  word  de  grondlegsc 
der  wiakondige  aatdrgtsbesch  rjJT  ing,  tenr^iMi 
door  bet  waarnemen  Tan  lengte  en  bree<H«  de 
bggüw  der  plaatsaa  <$  aarde  bepaaMe.  De  oan- 
trek  der  aaide  bedraagt,  toImiu  hem,  275  000 
staditn,  de  lengte  van  het  bcÉesde  «i  bewoonde 
laad  70000,  de  breedte  46  200  atadtio.  Tm  iqb 
gesdiriften  xgn  sleehls  2  bewaard  geUeren,  na- 
m^gk  «en  eofmnentaar  op  bet  astronomiseh  ^ 


dicht   Tan   Araltu    [ni 


door    VUioniu 


door  Jfantlitw  (1894)eneenBterTenI3at. 

Hlpp&rohna,  de  lOon  tan  PitMratit.  xm 
Bipfioê. 

Blpp«kStnUB  is  de  naam  Tan  een  plMoten- 
geala^t  uit  de  tainitie  der  Amar^fitideeè»  en  is 
■eer  naaw  verwant  aan  AmaryUit,  Crinmm,  Sfn- 
ktlia,  Brmnipia,  ZefhjfrmUlu*,  Lgeori»,  SUr»- 
bergia  en  VMota;  bet  herat  kmtdêditig*  bdge- 
wa8«en.  De  Uoemeni^n  groot  en  fraai;  2  tot  men 
komen  op  Mn  stengei  voor.  De  Tooroaamste  aoor- 
ten  ign:  B.  aolandrUIontM,  E.  «tKatiM,  E.  Ae- 
fcemafiM,  H.  ftUUttiim,  H.  fanUnum,  E.  tqat*- 
Ire,  B.  reHeatalvm,  B.  «fyloewH,  0.  Rs^iiw^  ff. 
L^ipotdi,  B.  proeerWH,  iH.  raftlNm,  H.  vittaUtm 
en  E.  iohiuonL  Bnkele  fingeladie  kwMÉeis  heb- 
ben  <kMr  kmising  rassen  in  den  handel  gebracht, 
die  door  aehoonen  Toim  en  grootte  dw  btoemen 
nitmnnteo.  De  eÏM^n,  w^e  men  aan  de  bloe- 
men st«lt,  iqh:  flinke,  reebt<qMitaande  bonding, 
regelmatige,  atompbladige  hloerakroon  en  scher- 
pe Uenren.  De  Teimeerdering  gesdüedt  door 
laden,  die  Troeg  in  bet  Toorjaar  in  wanne  kweek- 
beddiiw  onder  Tocbtig  mos  ter  kieming  wMdea 
gAnt£t. 

Hippel,  Theodor  Qoltiüb  vo»  een  Dwtaek 
bomoriat,  üen  Sleten  Jaooari  1741  te  Owdttnea 
ia  Oost-Pmisen  geboren,  beioofat  reeds  ep  igs 
16de  jaar  de  nmTorsiteit  te  Kwiii^jAéigTO,  om 
er  in  de  the<rfogie  te  atndmTen.  Hier  maakte  b| 
keiHHs  met  den  raebtsgdeeide  IFoyf,  die  bsni  in 
bvie  opnam  en  opwekte  liA  op  de  reAtsgrieerd- 
heid  toe  te  leggen,  stamede  met  den  Roanaelwn 
luitenant  Vim  aejrwr,  die  hem  meeMUD  naai  St. 
Petertbnig  en  bem  aUaar  toegai^  Taraehalte  t«t 
aanzienlj^e  kriagen.  Hoewel  hmr  «ehittemde 
Toornitoiditen  voor  hem  geoptod  werden,  keenh 
hg  naar  K<nungabergen  terag,  waar  faQ  lich  met 
de  betrekking  Tan  bnisonderwgaer  vetgeiwegde. 
Zgn  Kefde  toot  een  rj)k  meiaje  via  Toonaaiai 
stand  braebt  bem  tot  bet  bMkiit  ^eh  «aa  de 
reehtsgekerdheid  te  wqden.  Eerst  wh  b]j  werfc- 
laam  ala  advocaat  ea  ia  1780  werd  hj)  beatviend 
boigemeeeter  van  Eotangsbeigen  ei  eonüniaiiie 

-  politie  met  den  titel  Taa  gdt^m  krggsraad 


DigilizedbyGoOglC 


HTPPEL-^HIPPOORATBe. 


T<il>lof  te  Hoben  bg  KoDingdwrKen  ««teM 
terwj)!  ijjn  Daam  als  dehrnrer  oiWMkeiHi  Um 
In  Mn  mia  ol  men  gebiMÉigen  Toim  *loeJ< 
iji  over  tn  luim  «l  goecUs^d.  Hen  ontdekt 
dMtrin  öikwgb  ««n  enwtigen  groniklig,  mmu  in 
geaatigen  m>nn.  Tra  lön  geschriften  noemen  wn: 
„Üebei  4Üe  Efae"  (1774),  „UtiMi  die  bOigeriiebe 
V«rbeHeia]«  dei  Weiber"  (1792),  „Ueber  «eH>- 
Üebe  Bitdong;'  (1801),  ,^beiuUaf«  naeb  mI- 
eteigcoder  Liaie,  nebtt  Beilagcn  A.  B.  C."  (4  dln., 
1771—1781),  „ZinimeiiiMiiii  I  and  Fiieddeii  U. 
TOD  Joiunn  Heiniieb  Friediioh  QaittevlNHim" 
(1790),  ,Jres>-  nnd  Qnentee,  dM  Ritten  A.bii 
Z"  (2  dfai.,  I79&— 11»4),  „HudieiduiQngeniiMb 
öar  Ifatiii"  (1790),  bet  fa^epel  , J>)r  Kum  uefa 
dei  Uhi"  (2de  druk  J77IJ.  Z^in  ,£ftiiimtlicbe 
Sehriften"  ign  in  1828—1881  »  14  deelen  ia 
Kei  Keht  Tencbenen.  Z^  neef  Tkéodor  Gottlub 
«ON  Hifpa  (t  10  JnH  184S),  b^end  deoi  ins 
TiiendKnap  met  £.  Th.  A.  Boffmatm,  wu  Oe 
•teHei  der  oproeping  wn  Fnedrük  WUkdm  III 
bjj  den  uDinng  nn  den  beTiqdiiigoooritv,  geti- 
teld „An  DMJB  Tott";  ook  lebieef  bq  „BwtraM 
m  Cawi^teiütik  Fiiodriob  Wilbdnu  ILT 
(IMl). 

BlpplaB,  een  zoon  van  den  tiran  Pinitratu» 
TUI  AUiene,  wu  met  x^n  broeder,  Bipparekiu, 
de  opiolgei  Tan  deien  (527  v.  Cbr.).  Hoe- 
wel trote  en  opTÜegenfiieid  tot  i^n  eigenaehap- 


.    _ _...  _  ,  door   Pitiitra- 

to»  Terdieven,  «ialen  daardooi  den  vieiel  de* 
■ndka  ^nnde  te  maken,  begnren  lich  meti  een 
Moiïenne  kijjgsmsebt  naai  Atbene,  werden 
Ti^ena  de  nitipraken  nn  het  orakel  door  Spat- 
ta  tiQgesiMn  en  verdreven  den  tiiMt  (510).  Deae 
Ttaebtte  naar  den  Peniadten  koning  DoHm  flya- 
tanee  en  1>ewoog  deten  tegen  Griekenkad  te 
velde  te  trekken.  De  ondemanung  der  Penen 
leed  tebipbrenk  in  hun  nederlaag  bq  MaratluHi 
(490)  «a  Hifpiat  ofeiloed  op  heatao», 

Hlpplac,  een  eofiat  mit  Etia,  dia  caiatneka 
bet  jaai  400  T.  Clu.  leMcK  waa  een  t&dg«aaot 
Tan  Fntagjom  n  heelt  sidi  tooib]  ondenehei- 
den  door  iva  venegMuide  ijdelbaid  co  Terwaand- 
hejd.  Hj)  beroende  ta  Hoh  op,  dat  hü  allee  wiat, 
en  TeEikutarde  liefa  l>ereid  ora  antwoord  te  geTen 
op  alle  vragen.  Ja,  bg  leide  dat  hg  allee,  wat  bg 
dfoeg,  ajn  gebede  gewaad,  ad)  Torraudigd  had. 
Hg  wDidt  daaiorer  Seipot  dooi  Plof»  in  dn  „Pro- 
-tagoiaa"  m  in  twee  aaaeonrakcn,  die  4n  bmbi 
dngen.  Een  dier  nuDen^tniken  boodt  men  even-. 
wel  Toor  onecht.  De  fraomenteQ  tnner  weiken 
tindt  men  m  JfMBer'i  „^agmenta  hiatoijooram 

fraeeomm"  en  in  THiU  „Pragmente  dei  Tono- 
mtikei"  (I90S). 

Hlppo,  gewoonlök  Hipfo  Rejiw  gebeetan, 
«m  deae  etad  Tan  andere  vas  dien  naam  te  «ndei- 
Mèeiden,  n  Nsnüdtt  aan  de  HiddelhadidH  Zee 
gelegen,  was  oor^tionkeM^  een  Tolkiplanting  dei 
Pboenttitn  en  werd  ten  tgde  van  den  Emteo 
PnnÏMfaeo  Ooilog  door  den  NianhÜaciMn  bnüi^ 
der  MaairlJBrs  veroTerd  en  tot  reeidentie  vei- 
heren.  Sedert  den  tgd  van  Jfowaiiao  waa  Ui  Va 
afwiaeelins  met  Ciita  (Conatastiae)  de  bootditad 
Tan  gebeel  Niinadit  en  in  46  t.  Ctir.  weid  ijj 


door  Oaeaar  aan  de  Bomeiaea  onderworpen.  In 
de  geadüedeoi*  dn  (^liatelgka  Kerk  Teiroit  de- 
le  atad  een  meikwaaidiffe  rol  ala  Afrikauaeben 
hiaat  bojgaieteL  Behalre  oen  beroemden  keikntdei 
Augaituuu,  die  «r  mdnrende  de  belmring  dooi 
de  VeiHlalen  den  aStten  Ai«aatna  480  oferleed, 
tdde  i|i  T«l«  andere  beiÜgen  en  martdaMU.  Door 
de  Vandalen  «eid  i^j  na  een  belegering  tbd  11 
ma&nden  Teroreid  en  met  nitioMHrisg  tm  de 
biasehiTOel^ke  faoogkeik  en  het  bnia  van  Augu»- 
Hnu»,  dooi  de  tlaÈócnen  vernirid.  Weldra  ecoter 
leiieee  ig  uit  baar  aaeh.  Reed*  den  Uden  Fe- 
broari  496  akrat  Omuerik  ei  Tiede  met  Rome.  Een 
eeuw  later  riel  ij)  met  al  de  eehatten  van  koning 
Oelimer  in  banden  van  BeJiaortu*.  Eindelu 
ig  in  697  gebeel  en  al  verwoeet  door  de 
mmedanei  op  berd  van  khalief  OtAmon, 
«aaina  de  i:m«ietenea  ieti  noordelgker  een  an- 
dere atad  bouwden,  bet  bedendaageebe  Bona. 

HlppoMUBpna  MitlqiioraiB  iZeefeardjt). 
Zie  AaaUvHadkM. 

nippociolla  ia  de  naam  van  een  dieilqk  ^ 
lei,  dat  in  CUna  wordt  beleid  uit  de  peeaaehl^e 
deelen  Tan  den  dajiggetai  (den  wilden  eiri)  en 
in  den  Toim  van  ble^gigie,  balfdooniehti^^  of 
geetbroine,  ondoonichtige  platen  in  den  handel 
komt. 

Hlppoorataaowto  ia  de  naam  eenar  plan. 
tonlamilie,  die  kHmmende  heetten  en  boömen 
omvat,  en   waamn  de  meeste  ia  Znid-Amenka 

Ïivonden   worden  —  er   ign   ar  «ehter  ook  in 
trika  en  Aaië. 

heërï 


aeti^KMlgken 


[en  groadalag  legde  voor  de  baelknode, 
on  van  den  aadcpbadn  Htnelidt*,  een 
prioaterlqk  aita  op  bet  eiland  Kot,  «n  van  Pkat^ 
martf,  een  nakomelinge  van  BtraeU*.  ffij  weid 
T«imoeddi^  geboren  in  het  jaar  460  t.  Cbr.  Na- 
dat ij^  Tadei  bem  ia  de  veittofgen  wgaheid  der 
Aaet^iaden  had  iogewgd,  verliet  hQ  ijjn  v^dar- 
laad,  woonde  gemimen  t^  op  bat  eilaad  Itiaaoa 
en  overleed,  naar  men  meent,  te  I*ri«Mi  in  877. 
Zga  roem  benut  niet  op  de  nitgebieidhaid  ignei 
wêteniebap  of  op  bet  vorraen  na  e       >  -    >> 


tIeeL  maar  vooral  <^  de  aehiandeibeid,  waai- 
ide  h§  het  binikban  nit  bet  bon  medi — '"' 
de  wist  al  te  adteidea;  hg  JMacbonwde  e 


medwede 
de  elk  ii( 


tageval  met  de  daannede  «paaid  gnande 
eugnaden  ale  een  idfatandig  Mt  en  bracht  het 
in  velband  met  kronawijie  en  klimaat.  Zgn  ge- 
wo(Hite  was,  dat  hü  «  bet  vooratgaande  even- 
goed lette  ala  op  het  tegoKwoofdige,  on  nit  dat 
allei  een  beetait  opmaakte  omtrent  de  behande- 
ling en  bet  Teiloop  der  ongeatildheid.  Op  die 
w^M  verbiel  hg,  ook  loader  kennis  van  dé  p- 


thologitebe  anatomie  en  vaa  andera  bnlf 
len  onsei  dagen,  de  meetkunde  tot  een 


n  dt  pa- 
ilpmidoa- 


weten- 


, :en  en  bet  Terloop  tu  <«■ 

deriebeiden  liekten,  alaook  voonehriften  omtrent 
het  dMet.  hetwelk  daarbj  moett  tn  aeht  geno- 
men worden.  Zgn  wgia  vui  behandeling  is  door> 
gaant  teer  omiicbtig  en  lacbt,  TeeU  op  besta- 
ring  der  lenennwgM  gegrond,  wodat  men  tater 
toodairige  geneaafaoeron,  die  alkeerig  wann  van 
doortastende  middelen,  met  den  naam  vu  Biffia- 
eraM  beat«npeld  beeft   Eveaala  Soenttu,  agn 


DigilizedbyGoOglC 


H1PP0CRATB3— HiIPP(]Ï.TrüS. 


beroemde  todgenoot,  «Mde  lig  lidi  niet  un  bet 
hooM  etmtr  aebool.  Wat  nmhiai  «a  emdiig  hem 
herdeo,  halde  hq  niet  in  dut  dnier  der  veibot- 
genbeid,  mui  Diukt«  hjj  kl^cmMD  Ixieiid.  Vui 
de  taii^a  geedirift«n,  die  ign  aum  dngen,  i^n 
iDtuM£«n  Tele  onecht  en  eent  in  den  tiji  dei 
Ptoürmaei  opgertehL  Ook  ^,  w«lke  men  tooi 
edit  hoodt,  bentten  wMnchgnlijk  toeroegeelen 
na  KJa  ionen  Tltettahu  en  Oraeo,  ita  ign 
s^wonzooD  Polylnu  en  wn  ADdeien.  DureDboien 
WM  HivpoeraUê  een  uitstekend  beoelenA&r  d«i 
wiAwKte,  De  beate  uitgwren  van  ign  «eiien 
lÖQ  die  *an  den  GrondDgadMn  hoogleenuu  Er- 
nuritu  <iaS9— 1858]  en  Tan  KüUevein  en  Il&er? 
(dl  1   en  2,   1865—1902). 

Blppoor&tes  ui'  Ghio»,  een  QriekMh  wia- 
kuntÜKe  nit  de  2de  lieJft  der  Sde  eeuw  t.  Chi., 
oateoM  ndi  te  Athene  in  de  meettande,  mur 
ireid  omdat  hg  geld  aannam  tooi  ijjn  leaaen,  nit 
den  krinff  dei  Tolgelingen  tui  Pflkagorai  vel- 
bannen. Naai  bem  «oidt  een  dooi  bem  nitge- 
TODdeQ  «ecaaebriMÈe  fignui,  tot  qnadcatnni  tui 
Aa  drlel  dienende,  lutmla  Hippoeratü  ge- 
naamd. Hg  Kfaieet  een  meetk'imdig  hand- 
boek ondei  den  titel  tui  „Stoiobeia",  dut  eebtei 
Terioien  i«  genekt,  en  was  de  eertte,  die  het 
Tiaagatnk  Tan  Delos  (ii«  Deloê)  oploste. 

BlppocratUKiti  salaat  (faeui  Biffoero- 
tiea)  noemt  men  bet  gelaat  Tan  een  ateiTende. 
Kort  'TOOI  den  dood  ondeixaat  gewoonljik  des 
menseben  aaogeiiaht  een  in  t  oog  lotmnoe  rer- 
andeiing.  De  geJuttUeni  wordt  foledi  eo  vaal, 
de  wuigen  ea  lippen  worden  bUnwaehtig,  bet 
Tooièoofd  glad,  terwjil  de  weeke  deelen  JDTaUen 
en  de  neoa  en  kin  pontig  woiden.  De  oogen  lin- 
ken di^wi  in  de  oogholten,  Teiliemi  hü  glaM 
en  bUkken  Kissig  dcür  de  lul!  Mloten  eogledeii. 
Dom  Tcianoeiing,  gedeeltelgk  «mr  «tüataod  van 


ontatMB  dooi  groote  uitpotting.  na  lang  vaaten 
of  na  een  aanmeikelqk  bloedretliea  en  i«  dan 
mkHfei  gcTaarlök.  Zg  is  akoo  genomid,  omdat 
BippoeraUi  haai  het  eerst  of  een  jniBte  wqae 
beêeiiteTeu  beeft. 

i  beet  de  sdioone  doditei  Taa 


■peid  waa,  étt  iSn  toekomstige  seboonioos  bem 
aoa  doeden,  maakte  hq  óe  voorwaarde,  dat  dk, 
die  «a  de  band  qjoei  dochter  kTram,  met  hem 
een  wagenien  len  honden,  «m  hem  alaoo  te  kun- 
nen dooden,  tow  dat  ^j  bet  «nde  der  renlMuui 
beraikt  hadden.  Op  d«ie  wjjie  gdnkte  bet  hem, 
T«le  pietendénten  om  het  leven  te  brengeiL  Ehi- 
del^ik  echter  kwam  Pehpt,  en  deze  kocht  den 
wagenmenner  dea  koninga  om,  toodat  Oinomau 
te  midden  tui  den  ren  Tan  den  wagen  stortte  en 
het  leTsn  Teikoi.  Hg  bawde  bieiop  met  Hip- 
podamia,  en  deze  schonk  hem  twee  ionen,  Atreu» 
en  Thifultt.  Zg  doodde  lich  lelt  nit  yeidiiet 
over  het  Terwgt,  dat  ig  haar  l>eide  ionen  «on 
hebben  oangeepooid  om  faun  itietbroeder  CAry- 
ripftu  te  dooden. 

HlppodrooiB  (Orieksdi  ^  paacdenloofi)  waa 
bq  de  Orieka  de  baan  voor  wedrennen  van  paai- 
den en  wagena,  ter  grootte  Tan  twee  atadU  (en- 
geveei  810  m.)  b^  een  breedte  van  125  m.  De 


beide  lange  igden  roet  litphataen  tooi  toeseboa- 
wen  liepen  aan  het  eeite  eiode  in  een  balveD 
cirkel  eamen,  lerwgl  tg  aan  bet  andere  einde 
do<H  een  gang  Teibonden  waren.  Toor  dete  be- 
Toodeu  sico  de  wi^roimig  in  de  baan  nitattkende 
geboQWttn,  waannt  de  wagens  «an  voien  naar 
Mbteien  lód  nitgdatea  werden,  dat  ig  den  len 
gelgktgdie  konden  be^nnen.  Tolwaeeen  paarden 
raoeeten  de  baan  12,  jonae  8  maal  loopen.  Ook 
de  naar  bet  model  van  &a  Bomeinsdien  eiicna 
in  later  tgd  in  Griekenland  gebouwde  renbanen 
heetten  bier  iugfoiaxan. 

Tegemroaidig  Tecstaat  men  onder  hippodroom 
de  kwmieiniiebting,  waar  men  tegen  Inttde  tci- 

rüng  sch  gedurende  eanige  oogenUikken  aan 
rgknnst  kan  irjiden. 

HlpmtrlosBoldes    plataasoldM    (^99 
•ekar)r  Zie  PJotviueken. 

Hlpporloonu    vnlrarK    (Heilbotl    Zie 
PMnuehen. 
Hlppovilaf  ia  in  de  Orieksehe  mftfaatagie 


Hippogrief. 

een  getleugeld  paard,  getedd  dooi  era  giiffïoaB 
en  een  menieTeulen.  Zee  Pegamu. 

Hlppoknw  was  in  de  Middeleenwen  e«n 
aoort  cmidenwön,  welke  roet  eniker,  kaoed  «o 
andBie  bnidorgen  bereid  en  rooial  op  bimfcfteB 
gebmiU  werd. 

Hlppokréns  of  Paardmbrott  noMnde  men 
een  bron,  die  «an  de  heling  Van  den  Eelücon  {At 
aldaar)  in  Boeotii  «mtqirong.  Zg  wm  er  ont- 
slaan, Telgens  de  sage,  door  den  hoefslag  Taa 
Pegatu»,  aan  Apoüo  en  de  Uoaen  griieiligd  «n 
vermlde  «Uen,  die  er  nit  dironken,  met  diehtsr- 
Iqke  geestdrift 

Blppolyte,  koningin  der  Amaionen,  was  de 
dochter  Tan  ilres  en  Ötrera.  Op  last  tso  Smq/ê- 
theut  moest  Reraeltt  haar  den  gordd  ontnemen, 
dien  zg  Tan  Am  oatraiigen  M.  Zg  bekMMe 
dat  ig  aem  dien  geTsn  loa,  doch  Hera,  als  ama- 
>one  TerkleM^  Terapreidde  het  geradit,  dat  «tn 
Treemdeling  TOomemens  waa,  de  k<miagin  te 
sdiaken.  Hietdooi  oatitond  de  stiQd,  wsaiio  Bip- 

i|r(e  het  kTen  veiioor,  want  fleroetef  nktB 

ar  bg  de  baian  van  het  paard,  doodde  baar  en 
ontrakte  haar  dm  goidel. 

Hlppolytos,  M  Mon  van  Tkaau  en  Hi^ 
polytt.  Zie  Phamim. 

HlppolytuB,  een  kerkvader  nit  het  einde 


&% 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HiFFOLrrus— mppammiDH. 


349 


der  2de'en  den  unvsng  der  3de  eemr,  nu  af- 
komstig uit  Klein-Azie  en  een  leerling  en  volge- 
liw  tftn  IreaoeiM.  Ometracka  het  jw  100  rer- 
trat  hg  Mu  BoBH  en  Dua  et  deel  mh  de  twb- 
ten  oier  de  godheid  -nm  Okrithu  en  «ver  de  be- 
röMlea  <hr  ketkel^  tndit.  N«  den  dood  vu 
ZephyriniM  (217)  weid  hq  door  een  gedeelte  nn 
bet  pfea^teriom,  dkt  de  leditaiudge^  lUMr 
toen  ab  tweegodeadom  wiroipeD  leer  vut  du 
ffoddelQken  logoe  ombetode,  «b  tuMnpMM  tbs 
OaUtshM  7  «koKn.  De  «ndeekfltetd  dooide 
-Toort  g«dareiide  het  leren  tm  Oallötia  en  ein- 
"   '«  «ent  in  235,  toen  Hifpofybu 


Bdig( 


I  «rórteed. 


«ebe  mgnen  weiden  gedeporteerd, 
Iki  kort  dum*  is  iioogeD  ooderdon 
Ak  «en  gelend  kvmei  tcb  de  vBigeerim  etel- 
■els  *Mi  i^  töd  en  b1«  era  ediiaadei  TendeitigeT 
dei  kgoeleer  beUeedt  fag  oodei  de  oodete  Kerk- 
nd«n  «ra  merinfaanllge  {riuits.  9Q  heeft  veih»- 
aend  veel  geMhnren,  kmwIs  U^t  nit  bet  op> 
■ebrift  Tu  bet  voetetidi  Y>n  een  te  ijjoer  eeie 
opgericht  ttM^btM.  OA  EnMbhu  ra  BUkoiy 
«w  deden  Igtteu  tu  i^  verken  mede,  welie 
echter  niet  in  allra  deele  met  £e  *«n  dkt  Toet- 
tivk  «veieeDkomen.  De  echtheid  tu  Mmmige 
n«Q  hem  (o^ekende  weilen  ia  Iwüfelschtig,  Tan 
de  «aden  i^n  eloebla  tnsmeDten  bcwsArd  geble- 
ven. Omtrent  ^  totgefefflen  ign  w|  eerst  In  de 
*«tige  eenw  ieti  meei  te  weten  gekomra,  eedert 
de  HWederleggiag  «an  aHe  kettwöra",  wurru 
fioeger  aleehti  het  eenl«  t)oek  ondw  den  num 
Taa  „FhUoaophonBHM  tu  Origenee"  bekend 
waa,  in  haK  gebed  teregBerondeD  werd  en  mia- 
•eUen  een  geacbiift  jtnBiffolytH»  ia.  In  bet 
Me  boek  daarru  vindt  men  den  etiijd  der  pai- 
tDra  te  Rome  aedert  int  Igd  tu  Zêpkyriniu  tnt- 
ToerifF  beeohieven.  Tu  een  klein  geaehiift:  „Te- 
gm  SS  ketterden",  door  hen  waMaebJiiiMifc  ^n 
Sleii)~Azi<  opgesteld,  ia  bet  alot  onder  den  titel 
.JBomiKe  tegen  Noitna"  aan  de  TentetigiBg  *»it- 
komen,  doch  door  Ltpritu  heivteld  nit  &  weikeii 


ign  eomnrataar  ep  DatM  ontdekt,  die  meik- 
waardig  ia  wegene  i^  dateering  tu  Okrittiuf 
gdboorte  en  dood.  Ifuna  ie  dete  ecMuaiMitaar  dt 
nanecbe  budadojflra  in  qn  gebeel  bekend. 
Vu  ign  oTeriee  werken  noemen  wjj  dat  „Oei 
des  AntMiriit  ,  bettereBe  fragimeatra  Tan  oitleg- 
ktmdige  pioeveik  Ook  houdt  men  bem  tooi  den 
Temudiger  Tan  een  «nde  kroniek  der  wereMge- 
odriedenii.  De  hntate  tatgaTa  tu  qn  weiken  ia 
4i«  TU  Bonwflteh  en  lektlü  {ISffl  t.  t.). 

Hlmomana  L.  of  dolboon  ie  de  naam  Tan 
«en  pJutengeelatltt  nit  de  lamifo  dei  Kuphor- 
MwMAt.  Het  tgn  eenboirige  pluten  met  man- 
nelflke  bloeoMn  in  ara  en  TiovweIp«  met  era 
2-«pIetigea  kelk  en  een  korten  «tamper  en  met 
een  Tleëiige,  ^fpdTonnige,  Twlhokkige,  ru  bin- 
nen hoo^  Tmebt  De  meeat-ftekeBOe  aoort  ie 
B.  MamdnMa  L.  of  itawenarito  wweiwfa  Jn e i., 
da  mueenïdjcboom,  era  nü  groote  boom  met 
eironde,  mitae,  ^  getaagde,  oiAebaude  Uade- 
ren.  oen  dikken,  rechten  etam  mét  era  giQwn, 
n  baat  ra  lalrfike,  mtg«Bpi«ide  takken,  loo- 


gladdenh 
&t  hü  op 
groeit   i 


'  wegena  ign  SMllen  groei  en  ign  rgken  bUderdoa 
nitmnntend  geaehikt  aehgnt  tot  Mn  aanleg  Tan 
lanen,  ia  het  planten  dürTan  op  Antillen  Tan 
i«geeriitgawege  T«ii>oden,  daar  ign  kleine  vppelt 
Ten^iftig  ign,  Kiodat  het  nnltiffen  hieiTan  nood- 
lottige gCToIgen  kan  bebbra.  Hen  meent  intna- 
adien,  lut  de  aldaai  graeieDde  Bimomia  LettMMy- 
lon  L.  bet  beate  tegragif  bent.  Dat  mra  bg  hét 
Teitoorra  onder  de  eohiulnw  Tan  dien  boom  reeda 
door  Uindbeid,  doiieLng  ra  flatiwte  ion  aange- 
tait  worden,  ia  era  fabel,  hoewel  mm  er  bjj  etor- 
DteD  en  re^nTlagra  «f>  ion  hoede  moet  weira 
tegra  het  giftig  aap,  betwdk  tu  geknenade  tak- 
ken en  Uadwen  dn^ipett,  omdat  het  leer  prikke- 
lend w^t.  leaaafni  wrmeldt,  dat  in  1^  era 
matiooa  Tan  de  brik  „Echo",  te  Cnrafao  gelegen, 
terstMid  een  hevige  oogontateking  kreeg,  nadat 
het  regenwater  tu  de  bladeren  in  «gn  oogen 
waa  gedruppeld.  Met  dat  aup  wordra  norta  pH- 
Ira  giftig  gemaakt.  Het  bont  tu  dien  boom  ia 
Isnim  en  wit  gerlamd  ra  nitatekend  geschikt  tot 
bet  Toiraardigra  Ttn  tnwi  baieiaad.  —  H.  fi- 
Roaa  L.,  ook  «ra  Weat-Indiacl»  boom,  wordt  op 
Tcm  na  loo  hoof-  niet  ab  da  Tooigaande,  maar 
beiit  dangel^ke  eigenaebupen. 

SlppotUUW*.  Zie  FeuIettMtU. 

■teponnz,  «ra  Oiiek«di  jaodMn 
E^hesoa,  leefde  omstrecka  het  Jaar  680  t,  Chi. 
te  E^iheacn  en  werd  door  d«  Tirunen  Tudaat 
TeidreiTen,  omdat  zg  vreesden  Toor  xgn  hjiteKden 
Bpot.  E^  hf^  tiui  TeiTolgeni  naar  Euuóme- 
nae,  waar  hg  wcsena  ign  misvormd  lichaam  Teel 
te  verdngra  bec^  waatrooi  hil  met  tgn  aatiira 
wraak  nam  op  znn  tegraatanoera,  Tooral  op  de 
TTODwen.  Voor  die  hekeldichten  gebmikte  hjj 
een  bgiondeie  aoort  van  Jambos,  den  ekolaaai- 
but,  eik  wel  naar  hem  de  Hipponaetelaehe  Ten- 
maat  genoemd.  Daainorena  sênieef  hg  ook  wel 
in  bexameten;  in  deie  maat  betittra  wij  Taa 
bem  era  En^oHDt,  waarin  de  geaehiedeaaa  tu 
«ra  TedTinat  beaclireTen  woidt.  FragiHnten 
Tindt  men  in  BtrgV*  .JPoetae  Ijviei  graed". 

Hlppoplialn.  Zie  Duindoom, 

Hlppopotnintu.  Zie  JVpIponrd. 


SUppothnrtnm  (Bippariom  E  a  o  p.)  ia  de 

lam  van  een   foaaiel,   op  een   paard  gelBkend 

diet  met  8  teenen,  waarru  aUeüi  de  middeMe 


dra  boden  bereikt.  Bet  ia  bet  jonge  lid  der  ti 
twtiaire  lagen  van  Amerika,  Ënropa  en  AniS  g«- 
TOidra,  nit  een  groot  aantal  soorten  bestaande 
TooTTadsMnreeiu  Tas  het  tegenwoordige  paard, 
die  in  langsaaae  oTargangeo  aantoont,  dat  dU 
laatate,  oTraite  de  heikanwende  dieren  ra  de  dik- 


DigilizedbyGoOglC 


bnidi^en,  atstMiit  vu  UeiiM,  Tqlt«eniffe,  tAöi- 
t«r1i<ur«  diëten.  In  AskerikA  «tdeiï  bet  fiippotlie- 
rima  eerst  ds  iea  ^stöd  oït. 

KlponrldAsSn  m  de  hmcd  eenei  pluilenfa- 
mtUe,  die  lich  door  <k  volsende  kenmerken  oi>- 
dereeheidt.  Zij  beeft  een  boTenstMtdieen  kek, 
tichttiaar  ah  een  kldne,  g«Te  of  2>lobDige  nuid, 
geen  bloembUdeien,  éen  SMeUiMd,  een  éenül; 
vrnehttKginael  met  ten  atgl,  uden  met  leci  dim 
kiemwit  en  in  kruiseo  geplMitBt«  Uadenn.  Het 
getladit  SinmrH  L.  beeft  deteUde  kenmaten, 
en  de  fneeitbetende  soort,  wcUe  ook  in  oas  bad 
mider  <l«n  nMun  vu  litMeng  gevonden  wordt,  is 
H.  vnlfom  L.  met  IgnTOnaige  bUdeiM  in  8-  tot 
12-talhge~)muiMn  rondom  ooUe,  met  wster  ge- 
volde stenxela  en  met  vele  ongesteelde,  in  de 
oksels  gepkktite  voil-witte  bloemen.  Zg  groeit 
in  ilooten  en  moermssen. 

Blppiuiet«tlk»lk,  oA  wd  fliMÜrfoikaUb 
gebeeten,  ii  een  Hebt  gekleurde,  hude,  ten  deele 
mmnnertobtige  kalkaoort,  die,  nt  f^eokgiMhea 
ooderdooi  betreft,  tot  d«n  krjjttgd  beboort. 
Die  Ikk^  ontleent  iuar  nsam  aui  Tedval' 
dig  daann  vooikomende,  koebooravonnige  aebel' 
pen  vui  het  gceladit  Bippttrilet,  bgv.  van  B, 


Hippnritea. 


.  „     ._.  ..   Men  vindt 

onder  anderen  san  den  Unteribeig  bjj  SsJAnrg, 
mtar  dat  gesteente  gedolven  wsM  om  bet  tot 
het  Btieblen  vut  prauitige  gebonwen  (e  Mflnehen 
te  doen  dienen. 

Hlppmis.  Zie  HippwidêtSn. 

Blppnnrxnnr  is  een  stof,  «Ue  voorkomt  in 
de  fMArdemirüie  en  tot  fonnnle  beeft  C*HiOt.  Bg 
koking  met  verdunde  Nren,  qtlitet  bet  lieb  on- 
der wateropnsme  in  bensofeaur  en  gljooeol  (uni- 
do-mzjJMUur). 

Klanst,  de  kikvonebancodin,  ie  een  der  zin- 
nebeelden van  ^e  Onsterfelgkbeid  en  vao  bet 
beginsel,  het  water.  De  eerste  Christenen  mask- 
ten  hnn  keiklampen  ia  den  vorm  vsn  een  kik- 
voreeb,  oro  aan  te  toonen,  dat  de  doop  in  water 
tot  oneterfdgkbeid  leiiÜe. 

Hlrado,  de  hoofdsUd 

JapsDsehe   eiland   ten  N.V  .__. 

ongeneer  10000  inwoners.  Haar  vioegere  dalmio 
ontvinr  eerst  de  Portngeeien,  later  ocè  de  Ne- 
derhnderB  (1609)  en  Engelscben  (I61S)  vriende- 
1^;  spoedig  ontstonden  er  eehter  hevige  twis- 
ten tnsechen  die  eoDcnireerende  naties.  Dientut- 
gevolge  trokken  de  Portogeeien  naar  Niëasaki 
long  en  hieven  de  Engelaehen,  na  met  de  Ne- 
derlanders samen  eenige  iaien  Meroof  gepte«^ 
|e  hebben,  in  1603  Iran  taetorg  geheel  op;  ook 


wg  moeeten  de  onze  in  1640  naar  Nagasaki  vet- 

HlTftruia  (TtrdcaKo,  Fwafona  ol  Fingaita) 
ie  bet  gewone  letterffrepênMlinft  der  Japamneia, 
dat  oiMMc  den  invtoed  van  bet  Boeddhisme  onge- 
veer in  de  Sde  eenw  na  Ou.  nit  den  cnieieKn 
torm  van  bet  düneeecte  woordMbrtlt  gevormd 
is,  door  een  aantal  van  de  meest  eebraik«lj)ke 
letterteAena  naar  hun  toenmalige  klankwaüde 
u  letteigieciiteekens  te  veranderen  en  mi>  d 
meer  te  veieeBvoadigen.  Het  wordt  van  bovea 
naar  beneden  geaebieven  en  is  nw^gk  te  oaU 
cgferen,  daar  woerden  en  kttergrepen  veièonden 
kannen  worden  en  elk  van  dese  laatste  een  aa» 
tal  varianten  beiit. 

Hlrain,  koning  van  lyrat,  was  een  tgdgenoot 
van  de  leraiSetiaehe  koiringen  David  en  Sahmo, 
bevond  sob  met  deien  op  vriendsohappeljiksii 
voet  en  sond  hnn  boowstofien  en  werklieden,  om 
bn  bet  etiebten  van  grootaebe  geboawen  te  Jem- 
uJem  te  dienen.  Verder  wm  bq  Iran  bebulpaMii 
h^  het  vervaardigen  van  lefaspeD,  welke  «karna 
te  gdjjk  met  Phoenieiedw  vaartoigen  naar  Ophii 
stevenden.  Dit  alles  m  rail  voor  ladingen  tarwe 
en  (die  en  den  afstand  van  30  banrsauipen  ia 
QaUlea. 

BirolsD  is  een  taai -elastisch,  bruingekleard 
foesiel  bara,  dut  met  roetgevende  vlam'  onder  bet 
verspreiden  van  een  eigenaardigen  tenk  verbrandt 
en  een  soortelgk  gewicht  beiit  van  ongeveer  1,1. 
In  kokend  water  wordt  deie  hars  week  en  in 
kokenden  alkohol  tost  te  sleehts  ten  deele  op. 

HirolsiimoT  is  de  naam  van  een  vlnehtig 
velamr,  door  OAeemil  nit  bokkevet  verkregen. 
Het  ia  volgens  Lömg  identiseh  met  valeriaan- 

Hlm,  OmiUw  AdoU,  een  Doitech  natanttam- 
dige,  den  21eten  Angnstui  IBI5  te  Logelbacb  bjj 
Comnr  geboren,  wae  als  schei-  en  werktnigkttu- 
di^e  in  Tabiieken  werktaaei  en  etiebtte  in  1680 
bi]  Colmar  een  meteorologisch  observatoriBm.  H^ 
oier}«ed  den  14den  Januari  1800  te  Colmar,  waai 
in  1894  een  standbeeld  van  bem  onthnld  is.  Val 


„Tbéorie  mieantqae  de  la  ebalenr"  (2  dtn.,  Sm 
dnik  1875),  „AnalTee  de  rnniven"  (186S),  ,Jf«- 
moirs  aur  les  annesni  de  Satnme"  (1972)  tti 
„Lei  ptndToamomèttes"  (1919). 

HlnuÜinm,  de  liooldetad  der  Jinna^ 
]»(yirineie  Aki,  ligt  aan  een  door  verwmllende 
eilanden  bewhemde  baai  in  bet  Z.  W.  van  Bon- 
do,  aan  de  ^Mtorlgn  Hiioahim»— K<d}e  en  benit 
een  gereditebd,  een  seMÜemie  w  (1908)  142  76S 
inwonen,  ^e  van  bandel  en  agverbeid  teven.  Te- 
genovw  de  stad  Hgt  bet  boecbrgke  eihnd  ICivaa- 
bima,  meer  W.waarti  het  eiland  Iteoekoeihima> 
betde  met  berotmde  lehinto-tecopels. 

Blnoh,  David,  doofstommenoDderwj^,  ia 
1S18  te  Uflnti  in  het  arrondissement  Qnlik  gebo- 
ren, belastte  deh  met  de  vorming  van  twee  doot 
stomme  kindenn  volgens  ^fn  «igen  mefbode, 
woonde  daarna  op  kosten  der  regeering  een  cnr- 
Boe  hg  aan  het  instünnt  voor  doofstommen  te 
Eeulen,  opende  in  1868  te  Aken  een  binondepe 
inricbting  voor  doofetonunen,  die  in  1840  vw- 
anderd  werd  in  een  openbare.  In  1847  werd  bg 
hnisanderwgiet  bg  de  doofatomiDe  kinderen  vaa 


DigilizedbyGoOglC 


Dr.  PofoHo  t«  Botteidsm,  «au  in  1668  «en 
Mbwd  wwd  geopend,  wdker  leider  hjj 
1887.  Ook  op  de  -Torming  tu  het  dooti 
«nderwöe  in  Fraokijik  en  Ei^«kad  heeft  iqn 
mA  veel  invloed  gehad.  Van  ma  geeehrilten 
Teimelden  w|j:  .^''enKÏffnement  des  wmiih-inn- 
«te  d'aprit  la  iDétbode  iRemande  tHéthode-Am- 
msn)  intiodnite  en  fielgiqiH",  ,3<>nTenii  d'une 
Tjtité,  tftite  »u  éeolei  des  wrards-maeti  i  An- 
ven,  Broxelles,  Gand  «t  Smget",  ,.Wenken  bg 
de  opvoeding  Tsn  dooiBtammen  tooi  «aden, 
pleegonden  en  leenoeetten",  „SMsak-  en  lees- 
oeleningen  ten  dienste  tsd  doo&t'nnfDe  kii>de- 
ren  hq  bet  onderw^  in  bet  atiien,  qireken  en 
scbrnTen"  (2  din.)  en  „VenMg  van  een  beioek 
aan  Londen".  HireeA  is  den  Isten  Febinari  18G6 
te  Botteidam  oTerledm. 

Hlneh,  Avgvit,  een  Dnitseh  geneeriEondige, 
den  4den  October  1817  te  Dsnng  gebtmn,  itn- 
deeide  te  Betlgn  en  te  Leipiïg,  vestigde  siah 
«Is  aitt  eerst  Ie  Ettüi^  en  TBrrolgmis  te  Daik- 


ng,  waai 


iet  MTdittkaki 
D  bMighield  ei 


knndige  MtdwMekingm  bMighièld  en  qJD  „Hand- 
boeh  der  historisdi'geognfflfaiMlien  'Pathoiogie" 
(2de  druk  1881—18^  2  «o.)  eebreel.  In  18^ 
werd  hg  hoogteeraai  in  de  geschiedenis  der  ge- 
nee^nnde  aan  de  nnlTeniteit  Ie  Berl^n.  In  \SS9 
schreef  hg  „Heningitii  oerebrospimhs  epideoii- 
es",  wsMToor  hjj  it  bomreloffen  in  West-Pmi- 
sen  Tenameld  had.  Oednnnde  den  oorlcw  tegen 
FniArök  leigezeMe  hj  bet  leger  en  in  1878  be- 
gaf ha  lieh  nMT  het  wdduelgebied,  om  de  eho- 
lera  sMsai  te  bestadeeren  en  leverde  „Dss  Aof- 
trelen  vtti  4ter  Verlanf  dw  Cbolent  in  den  prens- 
■tsehen  Pronnaen  Posen  und  I^ennen  wSuend 
der  Uon«te  Mai  bis  8cf>tember  1878"  (1874), 
akmede  „U«l>er  die  Terhttlnw  nod  BekSaqi- 
foDg  der  Volkakrankheileo,  mit  veiieUer  Be- 
siefanng  ani  die  Cholera"  (1875).  Ook  bdMMnle 
hö  tot  de  deskundigen,  die  in  1879  door  «nder- 
seheiden  JEioiopeescne  staten  werden  afgeraar- 
digd  naar  de  Wolgastrden,  om  de  pest  1«  be- 
stödeeien.  HieroTer  schreef  hji  met  Sommerbrodf 
,J£ttei)iingen  flber  die  Pest-Eptderaie  im  Win- 
ter 1678— 70  im  nissiseben  OooTemenient  Astra- 
«Aan"  (1860).  Verder  sehreet  iój  nog:  „Ueber 
die  Asatooiie  der  alten  grieetuschen  Aerste" 
<18fi4),  „Oeedoehte  ifer  Augenbeilknade"  (1S77) 
,',OeKhiefate  der  mediziiusehra   Wiseeneehaf- 


flber  4Ëe  Fortsdiritte  oud  Leistangen  der  Hedi- 
lin"  en  eehreef  met  Qurü  e.a.  bet  „Btagraplu- 
sehee  Lexicon  der  herronagendston  Aente  ulet 
Zeiten  nid  VOber"  (1884—1888,  6  <&n.).  £^ 
owrleed  den  28steii  Jannsii  I8M  te  Berlgn. 


dige, 
gelMi 
BeiMi 


Binoh,  Jfos,  een  DÖitseb  itaaUnidiondknn- 
i,  den  dOsten  Deemltei  1882  te  Balberstadt 
iren,  studeerde  te  Triiingen,  Heidelberg  en 


veteudumen  en 
Ï69   totlfea   te 


vQmgeerte,  bestmide  van 
BerlKn  sen  boekhmdel,  nam  gretig  deel  san 
itsattDwlige  bewegingen,  werd  in  laS4  Hd  der 
tommitsie  van  DmlacM  werUiedenfereenigingeo 
es  wSdde  sidr  sedert  18S7  te  Berlgn  uitsmitend 
aan  at  openbare  aangettgenbeden.  Nwkt  kg  in 
16<8  ia  Ehweland  m  Sdtotland  gereisd  had,  on 
den  toestand  dei  arbeiders  gade  te  slaan,  bevor- 


derde hJi  de  stichting  der  ,J)entsi3be  Oeweifcrei- 
eioe"  en  quode  als  nitgeyer  van  het  orgaan 
„Oeweikverein"  al  ign  kiaditen  in  om  dauaan 
gepaste  stataten  te  beioigen  en  het  lot  der 
werklieden  dooi  eigen  hnlp  en  door  een  goede 
Terstandhondiiig  met  de  werkgarers  te  venMte- 
ren.  In  1860,  1877,  1881  en  I^  was  hg  lid  van 
den  Noord-Dnitsdwn  Köksthg  en  yoeöde  sioh 
bjj  de  irFortsahrittspaitei  .  Vnder  wse  d^  mede- 
etiehlei  vaa  de  „WisseDsebaftüebei  Zei^ral*ez^ 


braeh"  [1S74],  „Um  gecenssïtigeo  UiHskasaw 
vaé  di«  QeeeUgebang  0^75),  „Gewetkyereiii»- 
Leitfaden"  (met  PoOe  1876),  „Der  Staat  and 
die  VeTró^mi^"  (Idél),  „Die  baaplsSchlieh- 
sten  Stieittiagen  der  Art)eiteTbewegttDg"  (1886), 
„EKe  OniD<kQge  des  Altera-  and  InTsJidenvH- 
eicbenu«  nod  die  Arbeiter"  (1888),  „Die  Artd- 
teraehntigesetigebnog"  (2dï  dnik  1892),  ,J«t- 
laden  mit  Hnster  nnd  Stataten  fSi  Iieie  Hüts- 
kassen"  (1892),  ,JKe  Aibeiterfrage  and  die  dent- 
schen  Geweikveraine"  (1803),  „Die  Ëntoriekelnng 
der  Ariwiterrereine  in  OroiAntannien  nnd 
DeatseUand"  (1896),  „Volbriioehsebalen"  (1901). 
Hg  overleed  den  26st«n  Jnni  1905  te  Homb«g 
T.  d.  H. 

HtraoblMrv  ^°  SilexiS,  een  arrondisBeaients- 
faootdefad  in  het  Pmisisebe  disMet  Uegniti,  is 
mooi  gelegen  aan  den  mond  van  den  Zacken  in 
den  M>er,  alsatede  aan  de  apooilgnen  EoUfnrt 
— «Usts,  HHSdÉiera— OrflnUisl  en  HindibeEg-- 
Sehmiedebeifr  en  tdt  (1910)  20  664  inwoDersrDe 
sted  b«»t  een  aïiondiaseowntereebUwik,  een  ka- 
taet  T«n  koophandel,  een  door  bMengugen  oio- 
geven  maittpMn,  «en  evaagelisrae  es  viei  K.- 
EatboKeke  keiken  een  tymgogt,  een  evaogeUseh 
gymnasium,  een  hoogere  harg«»ebool  voor  jon- 
gens en  «en  voor  mdejea,  «en  weeshnis,  kant- 
en ehiiertabneken,  linnen-  en  katoenweveigen, 
ondereehdden  paoSerfabiieban,  vele  andere  in- 
richtingen van  njfverbMd  en  een  leiendigen  han- 
del. De  omtrek  is  rgk  aan  fraaie  landsehuptn. 

Hliwob«r,  Jolunn  Boftitt  *<m,  een  K.^Ea- 
tboliek  godgdeerde,  des  20sten  Januari  1788  te 
AU-iE^g;arten  is  Zwabm  geboren^  ontving  ijJB 
epleidfiig  op  bet  gynwaeiwn  te  ÜJooatani  en  aan 
de  universiteit  te  FrobiKg.  In  1810  werd  bQ  tot 
priester  gew^d  en  sMivMMFdde  in  1817  bet  tiooe- 
teeraarsebsii  in  de  Christelgke  ledeleer  bg  <m> 
K-KathoSeke  Uwcdogisdw  fsedteit  te  Tnbiwem. 
In  1887  vertrok  hg  in  die  betrekking  aur  fiü- 
hacg  en  werd  er  in  1889  Ud  en  in  IföO  deken 
van  liet  aartsbisschoppelgk  domkspittel.  Hier 
bad  hg  we^os  zgn  VTÖsinoige  gevoelens  over 
het  autoritei tsgeloof  en  let  eoelibaat  der  R.-Ka- 
thoHeken  veel  te  Igden  v«n  de  ultiamontanen.  EGJ 
overleed  aldaar  den  4deQ  September  1865.  Vas 

X  geschriften  vermelden  w^:  „BrBrterungen 
r  die  grossen  iriigiOBeQ  Fragen  der  (}e^- 
wart"  (2de  dnik  18^),  ,J)ie  EirebUcben  Za- 
sUnde  der  Gegeowart"  (1849),  „Antwort  an  die 
Oegner"  (1860),  „Die  EathoUsdie  Lehre  v<hd 
Ab^"  (6de  dmk  1855),  „Eatecbetik"  (4de  drok 
1840).  „Die  ehrisüiebe  VmtT  (6de  diok  18S0— 


DigilizedbyGoOglC 


laSl,  8  dk.),  ,3etnchbn]««ii  flber  die  wnn- 
Uf[|i«beii  BtivigdMn  du  Eiiebonolu*"  (6d« 
druk  1848— 1853,  2  dln.),  „Uibw  die^itetii" 
0860—1868,  2  dlB.)v  „OcMdnehto  Jom  Chrirti" 


Hliaohfeld,  ONftev,  era  Daitach 
faia«e«,  den  «dra  Novembw  iat7  u  PTiiti 
ia  PommaKM  ^eb(««n,  «(«d«adt  to  Tnbisgea, 
Leipiig  en  Berlqa  «■  ieitd«  dwnia  op  koaten  tu 
bet  AidiMologiHih  Institant  na  PnÜMn  io 
OriekenWad,  Iteli«  en  KWo-Aiil.  Tm  1876  tof 
1877  beetBorde  hg  de  opdelTingm  te  (HTrapia 
en  mió  in  1878  Mitengewoon  «o  ia  ISSD  ge- 
woon boogleeiur  in  (k  ueliMologie  te  Kmuo^ 
beigea.  In  1888  beioeht  faq  opmeaw  Elei>-A»>. 
Wi  «Tetleed  te  Wieeinden  den  20s(e«  Aftil 
1696.  Ki  aehreef:  „TltoK  «t^toftriom)  «eolpto- 
mmane -f nMonun"  (1871),  „Athmt  nnd  Mèx- 


(f8 


,J't{ih)aëoiu«ebe  F«)wngTttwr" 
<IS85),  ,^ie  FelMorelieb  in  Klein-Aiien  vnd 
^a  Vclk  der  Hittitei"  <I88T).  „GiiMUMhe  In- 
■ehriften  dee  Brttiadun  Mnieinoe"  -(1806),  „Ana 
dem  Oritmt"  (1897)  en  wm  medovetker  «Mi  da 
«ente  twM  deideu  t»  „Aiugnbcngeit  is  (^m- 
pi»"  (1877—1878). 

BlrMhf*lll|  Qeorg  era  DtritKh  aehigTeT, 
dra  lldra  FebniMi  1878  te  Ber^n  gebonn,  be- 
■oeht  tot  1B0O  het  fjrmnuinm  üdau,  kmat  tora 
in  de  Mmh  nn  lös  Tftder,  doch  Terliet  deie 
in- 1868  ra  wgdde  ii<i,  duotoe  MtngMpooid  dooi 
von  WUdenbndi,  Brahm  ra  HauftmoÊm,  ««fst  ta 
MflDcbra  etf  ktei  te  Berlga  hu  de  stadie  ea  de 
lettMknnde.  Nk  «en  nj  lu«  verhlgr  t«  W«e- 
neo  Tectiede  hji  lieh  in  1900  weder  te  Beriqn^ 
in  1906  ie  DadiM  iq  Mflncbei.  Hji  êBhre^  de 
Tomue  en  BOféHra:  „Dimon  Klelat"  (1806), 
,4}er  Beigtee"  (1806),  „FrenndKhntf  (1902), 
„Dm  giOne  Baad"  41W5),  „Erlelwi*"  (<1«»), 
.Jfichael  LewiaoMa  dentecbe  liebe"  (1806),  ,J>n 
TeiadiliMarae  Gutra"  0006),  ,J)u  Hidehen  n>n 
LiUe"  (1900),  „Ein  BeqBiem"  (1906),  ,J)er  Wirt 
Ton  Teladnt"  (1007),  „Dir  M»donna  im  ewiera 
Sehnee"  (1908),  „Aol  der  Bohmkel"  <19W), 
„Hun  uu  einer  aodeira  Welt"  (1900),  ,J^  Niie 
-Tom  OOIdeDaee"  (qtrookie,  1010),  „Biuün,  nnd 
'Orfkhira"  (191'1),  „Der  Saamt  der  weieeen  nnd 
der  lotenlbiae"  (1912),  „(^el  vnd  TuleTantee" 
0918)  eoi.;  verder  de  tooneelapeleo  ,J)ie  Hfltter" 
(1896,  „Za  HaoM"  (1906),  ,^ei  Jordaa" 
(1898),  .J'miline"  (1899),  .jW  Jnnce  Ooldaai" 
(1901  ,  ,J)ei  Wee  mm  Ueht"  (IfKKI),  .^eben- 
«inaadw"  (1004),  ,&>UtrflfaUng"  iim\.  „Mieie 
vnd  ■aiift''  (1907)  es  ,J)m  sweite  L^n"  (lOKH. 

Hlzsolüv,  JnlOMtt»,  era  Mederiudadi  let- 
tettnodige,  den  lOdra  Maart  1803  te  GHnnekra 
geboren,  beioebt  de  Praiuebe,  daana  de  Latv&- 


^ot  «ra  de  'LatjJDMhe  aebool  t«  Fnaeker,  io 
1827  leetw  te  Ënkhninn  en  in  1884  rector  te 
Alkmiai,  doeh  Terlooi  deie  betoekking,  toen  in 
1856  de  I«ti|ii«cbe  Bcbool  in  era  gTmnaiioai  her- 
Tonod  werd.  Nn  wj^dde  hy  lieh  au  de  beoefe- 
ntne  der  letteren;  bq  reisde  in  1868  naar  Londen, 
in  1859  naar  Farga  en  in  1661  naai  Italil.  Hij 
overleed  te  Amsterdam  den  ISdra  Maait   1S7I. 


__  tnoqmHitate  aumi  eipUca- 

tna"  (1926),  „Kleinighaaen  in  rjim  ea  ouam" 
0880).  Jtood  ra  gèdaebtenia  nn  Seneea.  Hii- 
toriaalM  roman"  (lSt2),  ,31ikkra  in  bet  iiMnaebo> 
Vjk  faart,  naat  brierra  tob  Seneea"  (18B4),  „Eer- 
■te  Tqft^  brierea  van  Seneoa,  Toilaald  met  aaa- 
toAeningen"  (1886),  „Oodadiraat-  ra  ledeapie- 
m1  dooi  Skiihmodea"  (1842),  ,fit  kieien  na 
WoItiMimmenfeii"  (1648),  „Een  tweetal  verha- 
Im  ia  poCxji"  0^8),  „Eene  nditkfce  «a^n  dï: 
„'t  Ie  aiet  dlei  good  wat  er  bliiAt  rax."  (186^, 
„Fabelen  ra  aatyira  dooi  SkirtModei"  0867), 
,3M>boeMes,  droonea  rai."  0858),  „Obieetien 
en  «nbjeetiere  pofag"  (1860K  \Jndniura.«n 
aTontarea  op  era  r«e  dor»  ItaEI  in  1661"  (1862) 
ra  „NJMwe  fabelen  ta  aa^en  Tan  Skirtopodea 
en  i4n  vriend"  (186». 

Blrt,  Kmï^  «ra  Dnitacli  ondheidknndtee  en 
knnitkeiwei,  dra  27sten  Jnni  1750  ia  het  Otdra- 
aebe  do^  Behk  geboren,  etadt^ide  u  Nan^  ra 
te  Weraen.  In  1782  ging  b9  naar  ItalÜ,  waar 
iüi  gedurende  14  jaar  Ueëf.  Na  ijhi  temgkeer  in 


mie  Tan  WetenietiaMMn  te  Bwiya,  almede  van 
de  Acadraiie  van  ^loone  Ennatra,  ra  verwierf 
den  titd  ran  KoninkOk  Baadabeer.  Bg  het  «^ 
riehtra  der  oniveiritejt  te  Berlqn  werd  hü  ge- 
woon hooglaeraat  in  da  arcbaeolagie;  in  1816  ea 

'    "■'■ ^15^* 

"Die 
BMknnet    naeb  "dea    Gröndaltara   dei   AUen" 


WOUD   Tnni^rTTTTr^rr  ca  uu  aicumviuijiv,   ui   tt^iu  ■ 

1817  bÊaodit  faj}  aofrmaale  Italië  ra  Terroleei 
Belffil  ra  ene  land,  fit)  overleed  den  SOatra  Joi 
1887.   Zqn   beki^TiJkete  geaelviften   i^ii:    ,J> 


terii  geneeaknndige,  dra 
a  geborea,  atodwrdeep 
'  ^  1677   hoc«- 


leenKt  in  inn  geboorteatad.  Btrf  oireileed  dra 
5den  Deeembw  1907.  Hü  aehieel  o.a.;  „Die 
Eraakbtttra  dei  Aibeiter"  {BrealN  1871—1877), 
,£Tst«an  der  <3erandbeitffit]ege''  (alihai,  4de  dnk 
1880),  en  waa  tDadeweikei  aan  het  ,3uidbaeb 
der  Oflentliebra  OeeondebeitraDega  niid  der  Oe- 
teel    vaa     ZiemMeM 


werbekrankbeiten"    (late    < 


,/Handbiich  dei  «peiieneD  Fattvriwie  nnd  iWa- 
pie").  Later  ticuen  hem  de  liekten  der  lenu- 
wen  aan  en  aehreef  hg:  „Pathologie  ond  Tliera- 
pie  der  NerTeDkiaakbeiteD"  (Weenra,  2dg  dnik 
1894)  ra  „Lehibnefa  dei  Elektrodiagnoatik  nnd 
EUaktrotherafiie"  (Stotlgart  1803). 

HLrt,  RerwMm,  era  Doitieb  beoefenaar  der 
In^-Oennaaiwebe  tMlweleMehaf»,  werd  dra 
19dra  December  1865  te  Maagdenbnig  geboira 
ra  atndeerde  te  Fnlbnig  ia  Braiwan  ra  te  Leip- 
lig.  Ia  1801  werd  hl  friiaatdoerat  ea  In  1806 
bnitengewoon  booeleeraar  aan  de  nniferiiteit  in 
laatstmnoemde  plé^ta.  Hq  maakte  aMdieróna 
uur  Engelaod,  Bosnil,  6erri6  en  Lithanra.  Tan 
liin  tra  deete  baambrekrade  werkra  noemen  w$: 
„UnterraehrageD  mr  weetgecmaniadien  Veie- 
knnat"  (1880^  ,4>w  ind*«annaniaehe  Akienf 
(1895),  J>ai  indo-eenDanifl^  AUant"  OMO), 
,3sDAwh  der  gneehiaeben  Laat-und  Fonnra- 
lebre"  (1003),  ,J)m  Indooermaneiv  ifare  Tecttr^- 
tang,  ihie  Urheimat  nnd  ihre  £iiltnr"  (lOOS — 


DigilizedbyGoOglC 


1906,  2  dlD.)  alsnwile  de  geheel  onwewerite  5de 
drak  ïHi  Weigmd'»  .JJéotwiies  Wftrterbuch" 
(1907—1610).  V-A  Streüberg  leidt  hjj  de  Jndo- 
gennanisohe  btbtiotb«k". 

Blrtb.  Öeorg,  een  Duitech  schrgrei,  den 
ISden  Jnb  1841  te  Ckifenbonn»  geboren,  ahideer. 
de  Ie  Leipzig  BtMtluiiBbondkniid«.  In  1866  bg 
lADgeneaJw  xwfwr  gewond,  vu  b^  ds  ^n  lier- 
atel  weikuam  bg  een  koainklok  sanünuinm  tooi 
statiitiek  te  Beilgn,  wani  et  eeeretam  T&n  de 
Tietoria-nAttoiwle  inTalidenstiebtans  en  kaI  in 
19S7  den  „PreouUehei  Uindtags-iJDiUMètk",  \Br 
ter  den  ,J3entscber  Parlunenta-Ahnaucb"  en  in 
1S68  de  „AniM>en  dee  NorddeiitaeheD  fiandes" 
(wdert  1671  „Annalen  des  Dentsehen  R^ehe")  in 
het  Keht.  In  1869—1870  iru  iig  lid  dei  com- 
mieüe  tot  oigkinaatie  det  «tatiitiek  tbq  bet 
TolTciiMDd,  TBO  <18TO  tot  1871  mederedaotenr 
Tan  de  „Angsbor^er  AUoMneine  Zettnng".  Hg 
«ehreeli  ,4'mBinnige  Aoauhten  dei  Vottswiitli- 
Mbftlt"  (3d«  inik  1876),  „PormenselMta  der  Re- 
DUteanee"  (1877),  „Dm  denttcbe  Zimmer  d«r  Re- 
sftisttuiee.  Auegang  n  h&niliéhei  Kantti^effe" 
(2  «n.,  3de  dndr  1869),  „KoltuiveschiiAtliebeB 
Bilderboeb  sus  diei  Jalubundeiten '  (6  dln.,  2de 
drnk  1895—1901),  „MeisteiboluchnitteD  mb 
Tier  Jalubondeiten"  (1890—1896),  „Dei  eebfine 
MenMh  in  der  Koost  allei  Zeiten"  [1^98).  Ook 
Teisdteen  van  bon  „IdeBn  Obei  Zeicheonnteiricbt" 
(Sde  druk  1887),  „Aakafcen  dei  Ennütvbynolo- 
gie"  (2  dln.,  2de  dnk  1697),  „KkineK  Schiif- 
ten"  (1902—1908,  2  dtn.),  „Dei  el^troebenii- 
eriie  fietrieb  der  Oiganisnen"  (4de  diok  1911) 
en  „Unsei  Hen,  ein  eh*tr.  Oiwm",  (1918).  Se- 
dert 1908  geeft  hg  liet  bekende,  gellhstTMide 
tgdBchrift  „Jngend"  «tt. 

Blrtlns,  Aiüu»,  een  Romein  Tan  Pl«A)eTBcbe 
afkom«t,  wu  een  aanhanger  «n  suneteling  Tan 
Cixmtr  en  diens  legaat  in  den  GatliMhen  Ooi- 
log,  i»aetoT  in  46  t.  C3it.  en  ivnuDl  in  48.  Na 
Caetar'e  dood  Tetwöderde  hg  lich  Tan  Anloniiu, 
en  toen  bj  het  ooneulseb^  aanTaard  had,  troéi 
h^  met  zgn  ambtgenooten  C.  VibtK»  Panm  en 
Oelavianu»  ttgtn  Anlonitu  ten  etiüd.  lAatstge- 
noemde  feed  eewt  bg  Foram  Gnllonim  en  ver- 
volgens in  den  beslissenden  slas  bg  Mntina  (Mo- 
dena)  de  nederlaag  (25  Aoiil  43)  en  moeBt  vlaeh- 
ten.  UirHu*  telt  sneaveMe.  Ifen  boodt  bein  vooi 
den  verTMidigei  van  bet  veivolg  (8«te  boek)  van 
CoMor's  i.Oommentcu'ia"  ovei  den  Oorlog  in  Oal- 
ÜG.  abniede  van  de  geschiedeDie  Tnn  den  Aleian- 
drönschen,  van  den  Atiikaansehen  en  van  den 
^Miansehen  oorlog. 

HlrsAl,  Konrad  Xekhior,  den  Sleten  Aogns- 
tus  1793  te  Zorich  geboren  en  aldtui  oveilèden 
den  Ssten  JnH  1843,  bezocht  het  gTmnasimn  te 
Stnttgart,  verwierf  in  1814  den  mag  van  advo- 
caat en  verkleef  in  1818  een  aanstdUng  ali  se- 
cietaiia  bg  de  Justitie.  Toen  begon  bg  aan  bet 
staaftnndig  inatitnnt  te  Zurich  vooileiingen  te 
boaden  over  het  alrafredit  en  bet  nioees  en  gïiw 
daarmede  Toort  tot  1820.  Hg  benoonle  tot  <u 
Titrige  Tooiatnndera  Tan  GrièkenJandB  onaAian- 
keli^heid.  Zgn  mdirift  .iDa  heiligen  Fiopbe- 
ten  Anfrnl  ïbi  Befieiung  GrieebenUnda"  bleef 
niet  «mdei  goTol^,  en  mei  OrelU  en  Bremi  sticht- 
te hg  een  vereenigin^  ten  bebooTe  van  Oiieken- 
land.  In  IS23  weid  ng  oppenad>tinaD  Tan  het 

IX. 


disluiet  Kionaa,  in  1824  lid  van  den  Grooten 
Baad.  Daarna  werd  faü  tot  lid  van  den  tuenwen 
Grooten  Raad  en  Tan  de  Ofoudwet«eommissie 
f^uen  en  in  1860  nwr  de  AW^eene  Vergade- 
ring te  Bein  a^Taardigd.  Nadat  de  nieuwe 
grtmdwet  ingevoeld  wias,  w«id  hg  in  18S1  be- 
noemd tot  regeeiingaraad  en  koit  daarna  tot 
TOorsUter  van  den  Haad  Tsn  Onderwge.  In 
laatstgenoemde  betrekJcing  was  hg  v^erig  werk- 
zaam ter  berTorming  van  bet  edüolwezen.  Toen 
men  bem  in  1382  tot  bnrgemeerter  gekozen  bad, 
poogde  hg  de  nieuwe  instelingen  in  Zwttseibnd 
zooveel  mogelgk  te  bevestigen  en  alle  verwikke- 
lingen met  heftnitenhnd  te  TennS<ten,  Hn  be- 
vorderde niet  aUeen  de  eelgkheid  van  stad-  en 
plattelandbewoners  w>or  de  wet,  maar  ook  de  be- 
roqiing  van  David  Friedriek  Slrautx  tot  hooe- 
leeraar  in  de  leeistellJg«  godgeleerdheid  en  in  de 
keik^sehyedenis  aan  de  hoc^esebool  te  Znricb. 
In  1839  moest  ecbter  zgn  paitg  het  onderapit 
de^eo,  waarna  hg  zgn  ambten  veitoor.  Nn  wgd- 
de  hj]  zieb  weder  aan  de  balie,  en  Bmaekté  de 
voldoening,  dat  hg  kort  vddi  zgn  dood  toï  lid 
der  hoopete  lecbtnank  in  het  kanton  benoemd 
weid-  ^g  Bchieel  o.a.:  „Beitiige  zdi  Vertwese- 
mng  der  Verfassang  de«  Csntons  ZQrich  von 
1814"  (1831). 

Birxel,  Salomon,  een  broeder  van  den  voor- 
ffaande  en  een  iDuitseh  wt^Ter,  den  13den  Fe- 
brnari  1604  te  Znricb  ge>boren,  w«rd  als  leerling 
geplaatst  in  den  boekhandel  van  Reimer  !e  Ber- 
Ign,  waar  hg  een  aantal  uitstekende  mannen 
leerife  kennen.  iWma  was  bg  een  jaar  werk- 
zaam in  den  boekhandel  Tan  Winter  te  Heidel- 
berg,  waar  hg  tekens  van  de  ae&demisehe  leaeen 
getouil  maakte  .In  1830  sing  hg  naar  Leipzig, 
trad  met  een  dochter  van  Reimer  in  het  hnwelgk 
en  stond  weldra  met  znn '  scbooDbroeder  Karl 
aan  itet  hoofd  van  de  firma  Weidmmn.  Den 
laten  Januari  1853  vestigde  Hinel  een  eigen 
timm,  waarbij  hn  een  groot  deel  van  bet  fond* 
overnam,  en  weldra  verschenen  bg  hem  het 
,J)eut8ches  WSrteibnfdi"  der  g^ioeders  Qrimm 
en  bet  „Mittelbochdeutscbes  WBrtertiueh"  Tan 
MülUr  en  ZartKke,  de  „Chtonüen  der  d«ut- 
schen  StSdte",  dedicbterli^eeo  geaehiedknudige 
weriEen  ran  Qustav  Pregtag  en  H.  von  Treilt^ke, 
enz.  Hirxei  bezat  een  zeer  volledige  verzameling 
der  werken  van  Ooelhe,  zooals  uit  ziin:  „Nenes 
Verzeichnisz  einer  GoetfceTBibliot*»ek,  1761 — 
1882"  (1S84)  bleek.  Ook  sdireef  hij:  „Der  jnnfe 
Ooetbe.  Seine  Bri«te  nnd  Diobtnngen  vom  1764 
biB  1776"  (8  dln.,  2de  Atvk  1887).  In  1866  «f 
den  dag,  waarop  Qoethe  zich  een  eenw  te  voren 
als  stodent  t«  Leipzig  bad  Uten  insehrgven, 
schonk  die  aesdunie  aan  Eirtél  den  graad  van 
doietor  in  de  wgsgebeenite.  fln  overleed  te  Halle 
den  9den  Febniari  1877.  Zgn  Ooethe-Terzame- 
ling  had  bg  bg  niteiste  wilsbeschikkiw  vei- 
maakt  aan  de  uiuvereiteUaboekeig  te  I«ij>iig 
en  zijn  verzameling  van  geaehriften  vsn  Zvingli 
aan  de  hoogeBcbool  te  Straatsburg. 

UWtü,  ChnttopK  Hetnrich,  een  scheikundige, 
den  22Blen  Maart  .1^8  te  Znrich  geboren,  ata- 
deerde  in  de  chemie  en  phareoaeie,  twiit  een  fa- 
briek te  Plagwita  hg  Leipzig  en  is  buitengewoon 
hoogleeraar  aan  de  universiteit  te  Leipzig.  Hn 
sehieef;    „E^iei  in  die  nnoiganische  Chemie' 


D,o,l,zedb,GoOgle 


3&4 

(16fi2),  „Fflhrei  in  die  «nniBche  Cbenae,"  (1854), 
„Toilettenclieiiiie"  (4de  dnik  1892],  „Katechitniiii 
der  Cbemie"  (5de  drnk  1904),  „Du  HanaleiikoiL" 
(1858—1863,  6  dlo.)  en  „Du  SteÏDOI  and  wine 
Fiodnkte"  [1S64).  Ifet  Oreladul  g»f  hij  bet 
„Jahi4)ndi  der  £diiHka«ea"  (186^-1874)  in 
liet  licht. 

BijL  Wilhelm,  een  Dnitsch  ges«eikn»Iig«,  den 
9den  Joli  1831  te  BamI  geboren,  KtDd«ad«  Al- 
daar, Ie  BerlIJD,  WUraborg  en  Weenen  werd  in 
1S57  hoogleerur  in  de  anAloinie  en  poysiologie 
te  Bfuel  en  in  1872  te  Leipiig.  Hij  leTerde  rei- 
Khillende  ondenoeking^n  over  de  noofnhud:,  dt 
l}nnphklieren  en  de  IjmfriiTsten,  beschreef  ook 
Tsh  (oifcrMkopifiche  oódeizoekingtmetboden,  stel- 
da  den  nükrotoom  aunea  en  vond  het  modellee- 
len  T»D  embtyo's  uit.  Later  wödde  ióf  ucb  tooi- 
nameljfk  aan  anatomiscbe  en  cntwiUeliiiMg»- 
edriedkoDdtge  «tndiee.  jfet  RfUtmeyar  sal  h^  en 
groot  weik  „Cnnia  'Hel*«tiea"  (1864).  Veider  le- 
Terde hij  „ÜBternH^nne  ftbei  die  erale  Anfinge 
•kt  WnMtiertuteB"  (1868),  „ünaeie  EOrper- 
bam,  dis  pliTsiologiMhe  Pioblem  ihrei  Entate- 
hong"  (1875),  „Anatoom  oenacfalicber  Eknbrjo- 
Aen"  (1680—1885,  S  dln.>.  Uet  Brmuu  gaf  hq 
Tan  1875  tot  1882  d«  „Zeiteelvift  tflr  Anatomie 
und  EntwiekiaiitfsgeMhidite"  en  sedert  1877  bet 
anatmniKhe  deel  t<ul  het  „ArcbÏT  füi  Anatomie 
md  Pbyiiologie"   ai^   tenrqf  hq   ook  Bitikelen 

Slaatate  ia  het  „AictiiT  fOr  Anthropokgie"  en  in 
e  „Abhasdlnngen  der  ESniglich  Sidi«iMhen 
Oeeellaebafl  der  Wisseiwdiaften''.  De  door  bet 
Anatomiaebe  OenootachMp  ^uagenomea  tennino- 
losie  gat  hü  nit  cndei  den  titel  J)ie  anatomi- 
«cHe  Nomeittlatai"  (1895).  Na  de  veniMedelüke 
vondst  Tan  Back'»  stoftelffk  OTeracbot  (1895)  re- 
eonatiDeeide  Bit  met  den  faeehHuxtwer  Sdlntr 
Baek'e  gebat.  Hq  oier)««d  den  laten  Hei  1904. 
Blsjun  ia  de  naam  Tan  ondeneheiden  ka- 
liefen uit  bet  Hui<  dei  Omtiade».  Hiijain,  de 
loon  Tan  Abd  el  Malik.  le^eeiae  te  Damaseng  Tan 
725  tot  743.  Zijn  goed«  eigenwh<4ipen  wenlen  io 
de  acbadaw  geatera  door  ijjn  gieri^ieid  en  bq 
had  Teel  te  worstelen  met  c^roM,  vooral  iMtge- 
•lookt  door  de  Abatmden.  —  Hi»jam  I,  na  788 
tot  196  kalief  te  Cordora  en  een  loon  van  Abd 
er  Bahmin,  was  een  Troom  en  weldadig  Twtt, 
die  de  wetenediafipen  b^nnatigde.  —  Bitjam  II, 
kalief  van  Coidova,  van.976  tot  1013  en  loon 
Tan  ■Hakim  I/,  beklom  oen  tioon  ofi  dfjarigen 
leeft$ii  De  fa«BJïb  AUHantor  en  dima  >oon  Mo- 
xa/ter  bettnniden  Toor  bem  het  i3k  en  Toeiden 
Toanpoedige  ooilogeo  tegen  de  (AriateiMn.  Na 
boa  dood  maakte  Mohammed  lich  meeatv  T«n 
het  booste  geiag  en  liet  in  1009,  terwijl  bjj 
Bitjam  in  d«i  kerker  bield  cfigealotett,  bet  Igk 
van  een  Cbriaten  als  dat  Tan  den  gwtorTen 
kalief  begraTen.  waarna  hg  onder  den  naam 
laa  Al  Mahdi  BiÜah  den  troon  b«Uom.  Wadha 
echter  bcTrödde  Bitjam,  en  Mohammed  werd 
onthoofd.  Bujam  «nwTelde  in  1013  bjj  een  nien- 
wen  opatand  Tan  Sideiman,  die  CordoTS  stormen- 
derhand trachtte  te  TerOTeren.  —  Bitjam  UI, 
kalief  Tan  CordoTa  Tan  1027  lot  1031,  de  achter- 
kleinioon  Tan  Abd  er  Rahmdn  W  deed  Tm<^«- 
looie  pogingen,  «tn  aan  het  rjjk,  cËoor  boigenxM'- 
log  tuteepat,  nienwe  kracht  te  geTen,  Hg  dMd 
io  lOOf  af»tand  van  den  troon  «n  oTerleed  in 


1086  te  Lerida.  Uet  bem  *eid«««i  bet  geslacht 
d«i  Ome  jaden. 

HlakU  [Hebreeuwscdi  =  OhitkSja  =  steri- 
t«  Gods],  koning  van  Joda  r^eerde  Tolgena  de 
gewone  tndrekening  Tan  727  tot  699  t.  Chr.. 
waaisclijntijk  echter  van  715  tot  690  en  was  de 
loon  en  opTolger  Tan  Ahat.  Na  den  dood  tui  den 
AasyTiechen  koning  Sarton  (705)  brak  hq  met 
de  politiek  ijJDa  vaders,  stelde  lieb  aan  bet  hoofd 
Tan  een  bond  van  FaléstqDsehe  stkten  en  stond 
<xp  tegen  Sarson's  opvtJgw  SnuAerib.  Dientewe- 
Tolge  werd  zgn  land  in  701  verwoest.  Sleuts 
door  het  uitbreken  der  pest  in  bet  Asejrisebe  le- 
ger ontkwam  bq  den  votkosnen  ondergang,  maar 
moeet  lieh  toch  ondeiweifMn.  Daar,  sooals  Jeaaja 
TOMi^d  hn((  Jemaalem  niet  veroTerd  weid, 
üoot  Bitkia  lieh  bü  dieos  sfnattingen  aan  en 
HKMrde  bem  aan  tot  hervorming  van  den  eeie- 
dienst.  'Algemeen  is  Bitkia  bekend  door  bet  ver- 
faaal  tan  sün  aiekle,  waarvan  Jemja  bem  genaa, 
en  door  het  wonder  aan  den  lonnew^ier  tu 
Ahat,  dat  bem  als  een  Toorteeken  löset  geneiaw 
gegcTen  werd.  De  Terschillende  beridden  betra- 
fende  Bitkia  Tjndt  men  in  2  Kon.  18,  19  «n  aa 

Bisp&nlA,  de  oedste  naam  voor  bet  P^Te- 
neesebe  scbiereiland,  wordt  door  W.  «oh  Hkm- 
boldl  uit  het  Baskiaehe  exvoMa  (=^  rand,  oeTer) 
afgeleid.  Het  Romeinscbe  Hispania  omvatte  Span- 
je (lie  aldaar)  en  Portugal  en  werd  door  de 
t^reneeBn  tmi  Clallifi  gesuieideB. 

Hlap&ulol&.  ^e  Baiti. 

HlSMir,  een  landschap  in  Boekhara,  wordt  in 
bet  N.  begrensd  dota  de  Histarketen  in  het  O. 
doe»  £an)begin  en  Darwas,  in  het  Z.  door  Eoekb 
en  Kabadian,  in  het  W.  door  bet  landadvp 
Scbehrimbi.  De  livieien  Soerehab,  Eafimahan  en 
Soerchan,  iQriTiei  Tan  den  Amoe  DKijs,  stroo- 
men door  bet  vpj  Tmehtbare  gdüed,  dat  A>ot 
Oezbeken,  Tadsjik,  Joden  en  Hindoes  bewoond 
wqrdt.  De  Toomaamste  Toortbrengsalen  ign 
graan,  rqst,  Eatoen,  vlaa,  schapen,  loi^  kopeiertt 
en  marmer. 

De  gelqknainige  hoofdstad  ligt  in  een  dal  van 
den  EaRmaban,  aan  den  Toet  *an  bergen,  beeft 
een  citadel  met  Biusiaeh  earnizoen,  is  de  setd 
van  een  hej.  telt  M  000  inwoners  en  best  be- 
iventde  werkplaalaen  voor  getbrnajceerde  klin- 
gen, i^den  en  baJf^jden  stoften.  Hissar,  vroeger 
een  wlfst«n£g  TOrAtendon,  wordt  thans  door 
een  fioekbniseben  stadhooder  beabinrd. 

IIlTTnrlT*f.  B^  benTel  in  den  liwa  Bigha, 
het  oude  landsehap  Traaa  ia  Eldn-AiiS,  is  toI- 
gens  de  oTerleveringen  der  Oodbéd  da  plaats 
T«n  bet  Homerisebe  Tioje  waar  &uUt«MaiiH  Tan 
1870  tot  r862  met  goed  gevolg  opgnmngen 
beeft  gedaan. 

HlstlaAiu,  tiran  Tan  Uilete  onder  het  of^r- 
bestnor  der  Penen,  bewees  in  615  aan  Dvitu 
Hyitatpet  een  grooten  dienst  door  sich  te  ver- 
Ktten  tegen  den  raad  Tan  MilHadei,  die  de  brug 
over  den  Donaa  wilde  afbreken.  Door  dat  venet 
redde  hg  het  Ferxische  leger,  dat  Tan  een  Teld- 
tocbt  tegen  de  Scythen  terugkeerde.  Dviua 
schonk  bem  tot  loon  een  atad  aan  da  Strjoton  in 
ThradI,  alwaar  Bittiaioe  een  volksplanting  sticht- 
te. Toen  echter  MegabaiMM,  Penisdi  vdcBieer  in 
die  streken,  er  den  koning  opmerkisam  op 
nuuAte,  boe  gemaUrelök  BiHiaeiu  lieh  hier  tot 


DigilizedbyGoOglC 


HI8TUEÜ8— dU'X'riJiaUAIHNSTBDlCENTEN. 


b«er  na  Thraeil  en  nn  de  nab^g«legen  eiluxies 
ion  knnaeii  opwetpen,  ri»  Dorm  b«m  md  i^ 
Hol,  om  bem  «Uur  onder  toeii«ht  t«  bonden. 
Zoodrft  BMiaeia  ndki  bmeep,  beToideide  hjj 
beimelöfc  den  mUnd  de>  IoiukIm  ft«dcn  ondn 
Arutagorat  en  «elMtto  Üeb  nwt  het  b»T«l  orei 
dfc  troepen,  bestemd  «m  dien  te  dempen.  Toen 
hQ  eehUr  te  Sudei  een  ■meniwennfr  tot  >tud 
tMcbtte  te  brengeUj  moett  li3  de  TtoAt  nemen, 
■oodst  lig  een  tanduig  bedroefde  in  lonil.  Diar- 
bq  nel  bï  in  braden  der  Penoi,  die  hem  nui 
Arta^ttrneê  bradriea  Dne  liet  hem  knnaigen 
en  duTu  onthoofden  (403). 

RlatUUett,  C£»HA,  ontetut  nit  hkemo- 
gMAta  bQ  b^undeline  met  looknid  tontmur. 
Het  Btaat  in  nuiw  yeimnd  tot  d«  oDTienderivft. 
tes,  Toonl  piexnor.  Het  vormt  klennooie,  leehtt- 
^•ftiende  kriBtallen,  wier  cfiloeuDg  ünbtiruiend 
is.  In  de  imk  unoDJakale  cfihwBJng  geeft  lihet- 
nitrut  een  neeideg. 

ffie:   SiwiUtoKn. 

Hlatolori*.  Zie  Wetl^. 


beiüat  bMieeh  unkter,  die  door  ■IkaËln  neer- 
gelagen  wwden,  doch  in  oreimut  meectal  op- 
[oebkar  ijjii.  EftrtktctiBtifÜB,  dat  rö  door  ammo- 
nia wolden  neeigeilagen.  OetoaUelgk  lowen  ie  in 
mren  op.  Hietonen  ih  loodanig  komen  niet 
TOOT,  dooi  TOimen,  in  eomUnati*  met  een  „pro» 
tbetieebe"  groep,  twlangröke  eelbettanddeelen.  In 
nontTTÖe  ophiMingen  eoagnleeien  ie  door  koken 
niet,  wet  eaiter  in  een  kevkenaontophMtiiiff  van 
*ƒ«  pitwent:  Tot  de  ondcfsodite  hietonen  Sdioo- 
ren  bet  histon  oit  de  leiAoejten  der  thTnme- 
Uier  en  nït  de  roode  UoedliehaampjeB  der  gaae, 
verder  het  vlobien  (het  eivibbeetanddeel  van 
heemoglobien)  en  bittonen  nit  de  teeltbaUen 
Titsehm  «n  Tan  «auge  andere  dierMi. 

Zie  ftwfMaffen. 

Hlrtoria.  Zie  OawtAtMtout. 


r  DenlMUands  lltere  Geaehl 
knnde"  te  Fr«ikfort  Mn  den  Main,  <&  Tooral  een 
entieebe  MtgaT«  *an  bnnnen  der  Dnitedie  ge- 
Bchiedenie  beoogde^  Het  vooiiieeM  wad  Mg«- 
Tolgd  en  ia  1866  beetonden  er  leede  70,  die  al- 
lenp  in  bet  bmit  kwamen  van  betangrgke  boe- 
ker^. Ben  alg<«neea  oikmu  tonden  id  «Met  in 
de  „JehibDcher  der  Teieine  fflr  Geeehichte  niui 
Altertindnnde"  (1861—1683)  ran  Wigmd,  la- 
ter hl  de  „AUnmeine  Zeiteebi^  fOr  Geeehieh' 
te"  (1844— 18&,  10  dln.)  im  A.  Sdmüdt.  In 
1962  werden  de  afMndetigke  Tereenigintren  tol 
Mn  gebeel  MHDengeemoHen,  dat  sedert  li 


8<mA.   Ook 
Frt^rük  e 


,  [  en  Êngehnd  Leeft  men  loodanige  ge- 
BDOteebat^n,  en  in  om  land  weiken  niet  alleen 
onderadkeiden  prorinriate  ^nootschappen  in  dien 
geeet,  maar  maakt  boTenal  het  Hietorieeh  Ge- 
nootadiap,  geiTestigd  te  ntreeht,  opgericht  in 
1846,  lien  Terdienstelqk  door  de  nhgave  Tan  wei. 
nig  iMkende,  merkwaardige  gesehiiften,    welke 


beht  venpreiden  omtrent  de  geaehiedenie  Tan 
Nederland  en  zjjn  koloniln  in  haar  geheelen  «n- 
vaog,  met  Inbegiip  der  gesehiedenia  Tan  het 
leeht,  Tan  d«  weten  echappen,  Tan  dt  kvnst  en 
Tan  de  letteren. 

Hlstorlsob  rsnootiobap  t«  1Ttr*ofat> 
Se  Büloriteh  genooteeh^i. 

Hit.  Zie  Poonfefi. 

Hlta,  GiHM  Perei  de,  een  Sjiaanach  sehrÜTer, 
ia  de  Tea^aardipr  Tan  den  bHoemden  geiwied- 
kmidigen  roman  .Aietoria  de  Im  gnenae  eÏTilei 
de  Onnada".  Termoedelgk  ia  hg  geboren  te  Un- 
la  in  de  pravincie  Horeia,  en  nam  hg  deel  aan 
den  ibgtf  tegen  de  Horisoo'a  (ISSS— ISTO),  loo- 
dat  hn  ooggetoige  *«e  Tan  de  door  bem  geéebet- 
»të  tMeieelea 

HltohootA,  Edaard,  een  Noord-Ameri- 
kaanedi  geoloog,  den  24<teD  Hei  17%  te  Deer- 
lield  in  oen  staat  Uauaehneetta  geboren,  w«d 
in  1816  dkeetenr  der  DeerfitU^teademie  en  ver- 
trok Jn  18Q1  all  predikant  naar  Conway  in  Uaa- 
eaehnaetls.  In  18Q5  werd  hj)  benoemd  tot  boog- 
leeiui  in  de  aciieikcBKle  en  natmirlgke  Uatorie 
aan  het  Amhent<^Uege,  verrolgena  tot  ataats- 
geoloog  Toor  Uaaaaehneetts  en  in  1844  tot  boog- 
leetaar  in  de  natnuigodadieniten  aan  laatatge- 
meld  eoUege.  Tan  inn  lalrnke  weiken  noanen 
wg:  „Elonentai;  geokgT"  (1940),  „Fioal  report 
on  tte  KeohuT  «f  llMnefansetir'  (2  dfai^  2de 
drnk  1861),  „'nie  reli^ion  <it  geokgy  and  ite  eon. 
neeted  Mienee»"  (ISSi),  ,/)nQiDe(  of  the  gei^ 
^  of  the  globe  and  <a  the  U.  St  in  parUèiiIat'' 
(I85S)  en  „Relkrian's  tmth  iUnetrated  from 
scienee"  (1S67).  Hg  oTerleed  in  J864  te  AnJieret. 

Hlto*  ie  de  naam  van  het  noordelj^  lehiei- 
eiknd  tan  fket  eüaikd  Ambon,  wordt  eenter  door 
de  beTotking  leH  alken  aan  de  ooordknat  van 
dat  deel  toc«tkend. 

■Itts  ia  gewooniyk  de  aanduiding  voor  een 
betrddelgk  nooge  temfMcatnoi.  Vel«>  rorcken 
Tan  Utte  ak  de  temperatmir  meer  dan  100*  C. 
bedraagt,  anderen  ttg  een  temperatnnr  boven 
IJchawwwangte. 

HittadrMUUnstnimutteii  ^n  eleetriedie 
meetinetmmenten,   alle   fcernitende   op   bet   ver- 


■i     />        -^    / 

\ 


Fig.   I.  Hittedraadinitromenten. 

sehgnad,  dat  een  melaaltkaad,  waardoor  een 
eketriedie  akoom  irlomt,  venvaimd  wordt,  e(L 
daardoor    nitiet.    Deie    niloetting    ia    evenredig 


DigilizedbyGoOglC 


HITTEDRAADINSTRUUENTBN— 'OrrZIG. 


met  de  temperatunrvertiaci^ng  van  den  drud; 
Jeie  is  weer  eveoredig  te  stellen  met  de 
ontwikkeide  warmte,  en  deze  laatste  ten  dot- 
te  is  weer  gelgk  aan  het  kwadraat  van  de 
Glrooni8t«rkte  vermenigvuldigd  met  <lea  eleetii- 
schen  weerstand  ran  den  ifcaad,  dus  gelyk  aan 
J'r  aU  )  de  slroomatetkte  en  r  de  weerstand 
voorstelt.  De  verlenging  is  ten  slotte  evenomdig 
mot  bet  kwadraat  van  de  abroomaberkte,  die  we 
dus  kunneD  meten  dooi  de  draadverleng^ng  te 
bepalen.  Dit  ee8clu«dt  bjj  voorbeeld  ala  volgt 
(tie  tig.  1).  De  aibeidediaad  A  B,  waardoor  de  te 
meteo  stroom  vloeit,  is  vervaardigd  van  een 
plwtioaiilverlegeering,  en  is  gespannen  tusschen 
de  pnnteb  A  en  B.  Ongeveer  in  bet  midden  van 
dezen  draad  is  eea  verticale  draad  CD  aange- 
Imcht,  die  in  D  is  bevestigd.  Deie  dnutd  b«eEt 
met  den  stroom  verder  niets  te  maken,  dodt  dient 


Fig.  2.  Hitlediaadinstromenten. 

alleen  om  de  verlengiiig  van  den  Sirbeidadiaad  op 
«en  meetdn richting  over  te  bren^n.  Hot  midden 
G  van  den  draad  C  D  is  door  guddel  van  een  co- 
coitdraad,  die  eenige  malen  rond  bet  rolletje  B 
gewonden  is.  met  een  veer  F  verbonden.  Vloeit 
nu  een  stroom  door  den  arbeidsdraad,  dan  tet 
deze  uil.  als  reeds  besproken,  en  door  den  tr^ 
van  de  veer  V  komt  bet  gebéele  meehanisn] 
den  stand,  die  in  de  figuur  door  atippengnt 
aaogediud.  C  komt  in  C',  E  in  E'.  Het  rolletje 
R  diaail  en  daardoor  verplaatst  zich  de  op  het 
rolletje  aangebrachte  wgzer  over  een  wijzerplaat. 
Door  hierop  een  proefoüierriDdBijjke  schaalver- 
deeling  aan  te  brengen  (d.  w.  z.  een  sel)aatver- 
deelin^.  die  gemaakt  is  door  bet  instmnent  bij 
v«rsehiUende  stroonuteikten  te  ondenoekeo,  en 
die  Etroomsteikten  by  den  bgbeboorenden  wij- 
Mrstaod  op  de  plaat  te  uoteeren,  en  die  dus  niet 
door  berekeoiog  is  vastgeet«ld),  kan  d«  stroom- 
sterkte  direct  worden  afgelezen.  Men  kan  deze 
bittedrsadinstrumenten  g^iruïken  als  ampère-  en 
als  roltmeter,  door  respect ievelpk  een  met  de  te 
meten  Btroomsterite  of  met  de  te  meten  apaa- 
ning  eveniadigen  stroom  door  bet  toestel  te  zenden. 
De  bitlcdraadinstrumenten  z^n  niet  bruikbaar, 
waar  zeer  nauwienrige  metingen  verlangd  wor- 


den. Voor  metingen,  waaibg  geen  booge  nauw- 
keurigheid verlai^  wordt,  bieden  zg  echter  aan- 
merketüke  voordeden,  daar  ig  onafhankelök  zgn 
van  de  frequentie,  van  den  vorm  dei  stroomkrom- 
me  en  van  uitwendige  magnetische  iavloeden,  ter- 
wgl  ze  even  geschikt  zgn  voor  gelgk-  als  tooi 
wisselstroom  (zie  fig.  2).  r 

Hittortf,  Jacquet  Ignaee,  een  Pranseh  aidii- 
teet.  den  20sten  Augustos  1702  te  Keulen  ge- 
boren en  den  2i5eten  Maait  1865  te  Parga  over- 
leéea.  Hjj  kwam  in  1610  te  Parjis  bg  Charta 
Pereier  in  de  Jeer.  Hü  bouwde  te  Pajgs  den  Am- 
bigu-edtouwburg,  de  kert  Saint- Vincent ■de-PaoL 
de  Mairie  van  bet  Iste  arroiuli&ganeat  en  bet  st*- 
tioB  van  den  Noordei^Morweg.  Ook  de  aanleg 
van  de  Pkee  de  la  Concorde  aldaar  geschiedde 
naar  zgn  ontwerp.  Van  ign  woiken  noemen  wg: 
„ArchÜeetnie  antictue  de  la  Sieik"  (1830),  „Ar- 
chitecture moderne  de  Ia  Sicile"  (18S5)  en  „Ar- 
ohitecture  poljcdirome  des  Oieca"   (1851). 

Elttorft,  /oAtran  Wükelm,  een  Dnitaeb  na- 
tunikuiidige,  den  273ten  Maart  I8S4  te  Bonn 
geboren,  vestigde  zich  te  Munster  als  privaat- 
docent  en  word  er  in  1B&2  buitengewoon  en  in 
1356  gewoon  hoogleeraar  in  de  schei-  en  na^nr- 
konde.  flg  bestodeeide  de  aUotropie  van  sileninm 
en  phoefor  en  eteJde  met  Plileker  vast.  dat  de- 
zelfde stoffen  wel  eeri«  verschillende  ^»eetra 
kunnen  vertoonen.  Hg  onderzocht  den  invloed 
van  eleetriscbe  otroomen  op  sterk  verdnnde  gas- 
sen en  vond  toen  vele  van  die  merkwaaidige  ver- 
aehjjnaelen,  weUie  in  1879  door  OooJt««  onder 
den  naam  „Stralende  materie"  bekend  gemaakt 
weiden.  Het  belangrökst  zgn  echter  ign  onder- 
zoeUngen  over  de  electrolyse,  waatmede  fag  in 
185i3  een  aanvang  maakU.  De  verhandelingeo 
van  1853  tot  1856  zgn  verzameld  in  „Uebec  die 
WanderuDgen  der  Ionen  wihiend  der  ElektroJ;- 
se"  (2de  druk  1908—1904).  HUtoHf  ontdekte 
en  verklaarde  de  fnndamenteele  TCnehüateleD 
der  „overvoenng"  of  „ionenbe weging",  tag  reeds 
io  dat  bet  eleétcieehe  geieidioga vermogen  in 
nauw  verband  met  de  cbemiscbe  werkwamfaeid 
staat,  karakteriseerde  de  electrolTten  ah  lonten 
en  b^aalde  de  splitaing  der  comfilexe  looten 
door  den  stroom.  In  1896  beMhreet  hg  het  elec- 
tiomotoiiech  gedrag  van  cbroom  en  vond  een 
nioDwe  verklaring  voor  de  passieve  bouding  van 
metalen.  Pae  nadat  Hittorlf  in  1889  om  geiond- 
heidcredenen  ontslag  genomen  had,  kwam  men 
lot  de  eikenning  van  ign  groote  venLenateii 
en  werd  hom  het  eerevooizittenchap  van  bet 
„Bnnsen  Oeeelscbaft  fftr  angwwandte  ohjaikali- 
■cbe  Chemie"  aaiseboden.  Hg  overleed  d» 
28sten  November  19)4  te  Munster. 

Bltzlc,  Juliut  Eduard,  een  Duitsch  erimioa- 
Ust,  den  ^ten  Naart  1780  te  fierlgn  geboren, 
studeerde  te  Halle  en  later  te  Erlangen  in  de 
reebten  en  ontwïkelde  door  zjjn  omgang  met 
Brentono  en  If  lelond  zgn  smaak  voor  de  pofriie 
en  de  letteren.  In  1799  werd  bg  auseultator.  in 
1804  referendaris  te  Warachan  en  knoopte  ei 
vriendschappelgke  betrekkingen  aan  met  de  dich- 
ters Mnioek  en  Wemer.  Toen  in  1806  de  Pioi- 
sieche  beeraebappg  aldaar  een  einde  nam.  moest 
hg  zich  bij  lettwkimdige  bezi^)eden  bepalen. 
Daarna  stichtte  hg  in  1806  te  Berlgn  een  nitge- 
verezaak,  waarmede  t  " 


!  tig  in  1810  een  leeakaa 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HTTZIQ— HLASIWKXL 


ten  bdioeie  der  nuTeisiteit  Terbond.  In  1814 
T«ik(wbt  bn  edit«r  ign  nak  en  b«tnd  opnieDw 
óe  KcbtBKeMei^  kc^MUL  Aebt«rMiiv«lgeiu  be- 
kleedde Kij  onderBcbeiden  betiekkingen  bg  de 
magktntanr,  mm  In  18S&  wegens  een  oogitek- 
te  löo  ODteUg  en  oreileed  den  26Bten  KoTember 
184».  la  im  beeft  hü  de  ..ZeiUehrift  fflr  die 
pteauitche  Eriminelieuitepllege"  en  in  1828  de 
„Annaien  tOr  dentiebe  ano  enüftndi£cbe  Ennii- 
Dalreehttpfl^e"  ^ealieht,  alnnede  in  1826  een 
„Oelefartet  BcTlin."  OrooleD  roem  beelt  hq  neb 
TeiwoTTen  door  inn  ]«T«nabe»clu9TiDra]  Tin 
Wenur  (18Q3)  ta.  Hoffmm,*  &  dln.,  1829).  Ook 
„Da  neiie  Pibft«&l"  door  bem  en  Hifring  op  Umw 
geiet,  i«  tlgemeen  bekoid.  Verder  beeft  hg  aag 
oitgeóeven:  ..Das  pienuiidie  QeMti  Ton  II  Jd- 
ni  1^7  znm  Sebittie  det  EieeDtnini  in  Wetken 
der  WieMnKhftft  and  Kumr  (1838)  en  „Leben 
nnd  Bri«fe  Ton  A.  tod  Chuniew"  (2  dln.,  1839 
— 1H2).  Ook  WM  bg  TUI  IMO  tot  1844  met  de 
faoofdredMtie  *u  de  „Preeneitans"  belast. 

BltKlv,  Ftfdinmtd,  een  Doiteeh  godf^leode, 
den  28ateB  Juni  1807  Ie  HeoJngen  in  Baden  ge- 
boten,  itadeerde  te  Heidelberg,  Halle  en  OSt- 
tingeft,  prouoreeide  in  1S29  en  Teetiode  lieb  te 
BeideHMfg  k1«  privutdoeent,  wmimm  tajj  in  1988 
te  Znrieh  eo  Jn  1861  te  Heidelbeie  iot  «woon 
boogieeraar  in  de  godgeleerdheid  beDoenta  weed. 
Zqn  uitlegksndige  geeehriften  verwierTen  gnio- 
ten  bÖTiJ.  Durran  lennelden  wg:  „Ueberietinnc 
nnd  Anilegune  des  Propheten  Jeuiaa"  (1833), 
TooratgegwuL  ooot  ,3egT]tI  der  Eritik,  em  AUen 
Tattunento  pr^tieeh  erOrtert"  (1631),  ,J)ie 
Peelnen"  (ISSS— 1836,  i  dhi.),  ,J)ie  ZirBH  klei- 
nen ProBbelen"  (4de  drak  1882),  ,J)er  Prophet 
Jeremia''  (2de  drak  1881),  „Der  Prophet  Ëce- 
cbiel"  (2de  druk  1866).  ,4)er  Ptophet  Daniël" 
(>1850),  ,J)er  Prediger  Sakeoos"  (2de  drak  1688), 
■„Daa  Hobe  Lied"  (1855),  .S>ie  Sprnehe  Salomo- 
Dia"  (1858)  en  J>ae  B«b  HJob"  (1874).  Terdei 
•elueef  bn:  „Ueber  JohaiuKi  llvkiia  ood  Seine 
Schriften''  (1843),  ..Uogesebidite  der  M^ttiritwie 
der  Pbilistier"  (1845),  ,J}ie  Qntbfebritt  det  Da- 
rins  ni  N^wM-fiortam"  (1846),  „Oesdiieble  des 
Voftes  Israël"  (1860—1870,  2  dln.),  ..Spraebe 
and  Spraehen  AasTriens"  (18TI)  en  „Voneton- 
gen  ttber  biblisebe  Tbeotot^ie  nód  raeeiiaiüiehe 
Weitttgangen  des  Alten  Testamenta"  (1880),  be- 
neTens  een  aantal  opstelt  in  tgdicbritlen.  Hq 
overleed  te  HeidetberK  den  22tteit  Jaiiiuui  1876. 

BltmU.  fTÜdneh,  een  Dnifeeh  ardiiteet, 
den  8e4en  Afiril  1811  te  BerlQn  geboren,  den 
Uden  Ooteber  1881  aMaai  geatorren.  Hij  «ai  een 
won  nn  den  Tootgaude  en  Toonde  ndi  onder 
den  inTloed  tui  Stkiidc^  Hg  boewde  de  Beon 
te  Berlijii  en  bet  Omm  Reu  aldMi,  de  Teeh- 
niaehe  fioogeaehoo)  te  Chariottenbntg,  bet  paleit 
ReToltelk  te  Tiüst  eg  bet  pakit  Kroiia>b««  te 
Wareehao. 

HltKlr,  Julwt  Sduard,  een  Dniteeh  Moeee- 
kondige,  den  eden  Februari  1888  te  BerlgB  ge- 
boren, itndeerde  te  Wtraborg  en  llerlijn,  wat 
nts  1875—1879  boogleeraar  in  deserdMttie  te 
Znrieh  en  Tan  1870  tot  1008  1«  Halte,  waar  hij 
den  stoot  g&f  tot  de  eerate  KUrtaadig*  Ulnitk 
TOOT  tennmiektra  in  FniiMn.  Httrio  overieed 
den  12deD  Angiutoa  1007  te  St.  Btettan.  Hg 
beivoog  lieh  Tooral  af  bet  gebied  Tan  pbjiwlo- 


gie  en  pathotogM  Tan  de  beraeiw  ea  beweea  bet 
eerst  de  feealiaatie  der  pe^tbÏBebe  fnnetiee  in  de 
groote  bereeu,  waarTao  tgn  „Phjsiolomutie  nnd 
kUnëtclte  Unteraoefanngen  flber  dat  Qenim"  (Ber- 
Ign  1904)  getnigti  Terder  tebraef  hg:  „Ueber 
nMMDttiaehe  Tabea"  (BerlSn  1804)  en  „Ueber 
den  QnernliirtenwabiMimi"  (Leipiig  1806). 

MJ*IiMtri  een  meer  in  Zweden,  ligt  in  de 
landaehapften  SOdennanland,  Nerike  en  Wett- 
manlaad,  ten  N.0.  *«n  het  Wettermeer,  ia  60 
km.  lang,  4 — ^90  km.  breed,  18  m.  djqi  «  betkat 
een  opperrlakte  van  511  tJuu.  Het  neemt  da 
STartI  en  Telgei  op,  lendt  naar  bet  Mftlarmeer 
den  HjndeTBd,  die  in  agn  benedenloop  Bikitata- 
naft  beet,  en  itaat  door  eeo  kanaal  met  O  ilniien 
met  de  meer  noorde^jk  naar  bet  Milanseer  loo- 
pende  Arbogai  in  TeMinding.  Om  de  mcnignl- 
dice  OTeitlmoDÓngen  te  Tooikomen,  heeft  men 
oiSangs  den  weapiegel  Terlaagd. 

BJUninr  >•  de  naam  van  een  Deenach  ambt, 
bet  noordelgkate  gedeelte  Tan  Jutland,  en  be- 
boorende  tot  bet  atüt  Aatboig.  Het  teh  <^  281S 
vkm.  mim  120000  inwoners.  De  bodem  is  Toor 
■/■  bebmtwd,  '/i  is  bedekt  met  drgFiand  en  moe- 
ratten.  De  ereuoo  genoemde  hoofdstad,  aan  den 
^Nwrweg  Tan  VaMNnnp  naar  FrederikehtTea  ge- 
legen, beeft  8000  iawoDers.  die  lidi  roet  handel, 
landbouw  en  ngveifaeid  beiigbonden. 

BJort,  Peder,  een  DeenMh  taalkundige,  den 
IBden  Juli  1798  te  Taantb;  49  het  eiland  ima- 
ger  bg  Kopenhagen  geborën.  etodeerde  in  de 
reehten  en  in  de  «od^eerdheid,  maar  onder- 
hield t«Teni  TTtentMclMMtelgken  omgwng  met 
OsMnueAfajer  en  Pml  MWer,  wj}dde  ileh  met 
hén  aan  de  aeetbetiek  eo  met  beu  en  St6bèni 
aan  d«  wgabegeerte,  en  reiede  gedurende  8  Jaar 
in  ItaliS,  DoitMblaDd,  BelgÜ  en  Prankrgk.  Te 
Bcmw  studeerde  hg  in  de  kuatlgeedUedenie  en 
(u  de  letterkunde  en  te  Htindien  ging  hg  8  win- 
tert met  SduUiitg  en  Baader  om,  welke  laatate 
beau  m  kennie  bracht  met  Btmb  en  Hêgel.  Na 
ign  temgkeer  in  1832  werd  hg  hoogleeraar  in 
de  Dnittetie  taal  en  letterkunde  aan  &  academie 


Van  ign  geeehriflen  noemen  wg:  ^Digteren  tn- 
gematm  w  hans  VOiker"  (1816),  „ToIt  Param- 
pber  om  Jene  Baggesen"  (1816),  „Jobunei  Seo- 
tna  Erigena"  (letiS),  ,Mm  om  ViUiens  Frihed, 
foriTMet  inod  en  liedkhHn  Angreb"  (1825), 
„Den  Dantke  BSneTen"  (10de  ink  1BT7— 1870) 
en  „Oamle  <tg  Hjt  Pkalmer"  (3de  drak  IMS), 
aleraede  een  aantal  «taalkuodige  geaefariften  om- 
trent Sleeawgk-Hobtein.  Uit  i^n  Mlatenadiap 
veiaebeAi  nog  „Ud«gt  OTer  nrere  dantk  Litera- 
tor"  (1872). 

Htaurimts,  Btumeh,  een  tdieiknniUge,  den 
7den  April  18B6  te  Beiebeiiberg  geboren,  legde 
lieh  toe  op  de  pbarmaeie,  ttud<«rde  te  Jena, 
Weenen  en  Pnag.  werd  in  1849  assiatest  Tan 
Roehleder  en  in  1861  bnitengewoon  en  ia  1854 
gewoon  hoogleeraar  te  InDsbrflek.  In  1867  wei4 
ntt  benoemir  tot  hoogieeraar  in  de  sebeiktrodige 
tedinologie  aan  de  teehniaehe  boogeteboel  te 
Weenen  en  TerwieeeMe  in  1669  deien  leerstoel 
met  dien  Toor  algemeene  tebeikoade.  In  167S 
werd^  reterendaria  Toor  algemeene  tebeïnnde. 
In   1878   werd   bg   referendüie  toot   teehniaebe 


DigilizedbyGoOglC 


HLAaiWWrZ-aOBABr-PASJA. 


MholflD  bg  b«t  mioisCerie  vkh  ODderwgt  en 
ot«ik«d  den  &ten  Oetobei  1873.  Hg  heeft  dooi 
ign  oadenoekhwen  den  «001011(^00  d«r  wbei- 
kuftde  Mamaik«^ik  berotdeid  en  bakngröke  op- 
(l^n  ffdeven]  «tei  beokeateeifcnoaot,  norine, 
buwn,  Monann,  pUoro^eien.  slktlolden,  ani- 
keiBOorteg,  eiwitstoffen  eni. 

^'«fc»,  Vojteeh,  eui  mder  den  MboikiMiii 
Fratttiaek  Pramia  bekend  Cwehiidi  norellenachiij- 


*er,  den  ITden  ApiU  1617  Ie  N«knm  ff«b«< 
ibidecrde  te  Weenen  en  wu  knRen  t^  slotl 
peÏMD  te  HnMldL  H3  baelt  een  bibUotbeek  vol 


Tettett4gen  en  avFeUén  geadveTen,  die  Teel  ge- 
leien en  met  die   van  Auerbaeh  gvl^k  gesteld 
worden.  Zg  TBnebuien  noÊOkili  in  4  deeleo 
(1871— 1«7). 
Hlnb*k,  frms  Xartr  FtUcIm  *mi,  een  Om- 


ber 


icökedi  lüdboniAuidiee,  den  llden  Smtem- 
■  1602  te  ChaUaehH  in  Oortewgfcaeh  fftleul 


. Oortewgfcaeh  fftleul 

geboiei^  Rtadeerde  te  Brfisn  in  de  wvébegewte, 
TerTolgeiie  te  Weuien  in  de  reebten,  de  echN- 
ksnde  en  de  laDdbomrwetenepbi  ■  ■    •    ' 

boogleerau  in  de  lan^xmi^Bni 
18^  te  LenJbew,  in  1834  te  LaibMh  en  n  1M> 
bDoghenar  in  oe  land-  en  boecbcnltmir  te  Qmi. 
De  foortliiei^teleii  fan  de  ijjdeteelt  door  kem  in 
1843  in  StiermaiÉen  leikresen,  weiden  op  de 
teDtoonetellinK  te  Londen  bekroond.  In  1870 
ontving  hg  de  orde  van  de  Uieren  Kroon  en 
werd  alioo  in  den  lidderatutd  i^igeiioinen.  Eg 
overleed  tê  Out  den  lOden  FebiDui  1660.  Hg 
behoorde  tot  de  iMtete  veidedigen  Tan  de  hu- 
miiBtlieorie  Tan  Thaer.  Hliêbek  echie^  faet  be- 
kroonde epitel:  ,JXt  Bmiluniig  dei  FfUueD 
and  die  Statik  dea  Undbanw^  (Praag  1641), 
„Beknebtmg  det  Meaoieehen  Chemie  des  Hein 
j.  Liebig"  7Qnti  1842),  „Venacb  eioer  nenen 
Charakteiistik  und  Kfaaiifikvtion  der  Rebsoi- 
ten"  (Giai  1841),  ,J)ie  lAndwIrtiehafttlebM  dn 
ÜHem  g«nsen  Tteifange"  (Weenen  1646,  2  dln.; 
2de  druk  1661—1858),  „Bericht  flbei  die  ei«li^ 
eebe  iMidwiitechaft  and  die  Londoner  AnMtel- 
Inog"  <W«en«L  1852),  „Die  Betriebekbie  dei 
Undwiiisehaft"  (Weenen  1853),  ,J)ie  Bepflan- 
inog  des  Kaïntes"  (Ona  1858),  „Der  WehdMn  in 
Oeeteneidi"  (Weenen  1664),  ,Jlüe  wiehliesten 
LehiMi  dei  LaMhrirtachdt"  (Weenen  1667).  en 
^mAttAMm  vèA  Stédemidit"  (Weenen  1880). 
Hnjowkewsky,  Bneitkotnkif  of  S^mtim, 
de  faeretcUei  dei  Cieclüeehe  polue.  den  19den 
Haart  1770  te  Zobnk  «eboren,  was  bnigemeeMet 
te  PoIttatUa  en  OTeifced  dien  7den  Jnni  1847. 
Hg  eebnef:  4)et  UhmiMlM  HlgdckrieK"  (1805), 
een  tlnebtig  epoe^  ia  1809  tot  een  erottig  omee- 
werkt,  ,3nKhstMe  der  Dichtkonat"  (182(1), 
„EMm  OedieUe"  (1820),  .Juomir"  (1836)  «en 
tnvrnel,  ,,HeintlMwtTtoe  sn  Eolodq"  (1869) 
een  l^N.  »!<«■"  gt^me"  (184!)  en  „Doetoi 

HttAiir  Fr  ii  l)i}  de  düaeewn  de  Gn>ol< 
Oeeet,  wIom  ionen  i^etiwe  w«lieid  sckiegen 
haddel,  wdke  ijj  aan  de  menseAen  meedeelden 
door  in  de  „Vellef  der  Smart"  (aarde)  te  Tallen. 

Boanf-ho  (Bmmgho  =  <U^  BÏTier),  de 
tweede  hootibiTier  Tan  CUna,  ontepiJn^  ±  4400 

.     „       _  ,         ,  een  nuddgke  keten 

Tan  den  Kwenlnn,  stroomt  door  de  dieht  bg  elk- 


■nder  gelegen  meren  Tijsiing-  en  Oriog-Nor, 
TerTolgen«  door  de  Uongolen  Ean-mooen  (^ 
Zwarte  K-vier)  of  Soknoa,  door  de  Tlbetuui 
Matejoe  genoónd,  eerst  iai  Z.  O.  riehMng  door 
een  lengtedat  ea  wendt  lieh  dan  aehteieenTol- 
gens  N.,  O.  en  door  de  proTineie  Eansoe  N.  O. 
en  eindeljjk  ep  1 10*  O.  L.  weer  Zoidwaarts.  Daar- 
na Tonot  de  rivier  de  westevens  dei  piovineie 
Sjaoai  en,  na  den  0«mten  Mnai  sepsneeid  te 
zgn,  de  grens  tnueheo  Sjsnsi  en  Sjen«,  totdat 
ig  door  3e  Hoasj'  ■    ■  - 

(boi^n  worcTt.  1  „       .        . 

etioomen  tot  beneden  Kaifoeug,  waar  ig  bet 
bagknd  bereikt,  en  wendt  ttch  dan  naar  het  N. 
O.,  <»n  (^  87*  15'  N.  Br.  in  de  QoU  van  PeUjili 
Dit  te  manden,  Dese  mond  bestaat  eerat  SMUit 
1869;  TToegei  viel  de  rivier  ep  87*  45'  nog  vtoe- 
ger  op  33*50'  in  de  Ode  Zee,  waadn  xi  vooi  de 


Uoasisnketen  weder  naai  bet  O.  ge- 
rcTt  In  die  richting  bigft  ^j  voort- 


kost  grootc,  80—40  km.  breeds  «mdbe^m  ge- 

voraxi  beeft.  Sedert  «02  r.  Otu.  iiedt  de  F 

bo   10  maal  ign  mond  tnsedien  33*50'  e 


» 


N.Br.  Teikgd;  ign  tegenwoordig  mondinr  in 
de  0(df  Tas  Pstniii  faugt  samen  mat  den  Taï- 
pibg  opatMid,  gedttiende  welke  de  bewakiv  *h 
de  oeTerweiken,  die  dooi  een  ehel  en  64000 
ailieideis  placht  te  geschieden,  veiwsarlooid 
werd,  waardoor  in  1851  de  doorbraak  van  dw 
Noordelgken  oeTei,  60  km.  ten  O.  van  KMfoeng 
mogelük  wsa.  Nieawe  gioote  OTorstHHningw 
ha£len  pluts  in  I86B,  1BS9,  1872.  1874,  IW9. 
Bvenale  bq  den  Po,  ligt  niet  alleen  de  water- 
ui^el  dei  liviei.  nuuu  ook  de  bedding  boog« 
om  het  omliggende  laagland.  Oversttoenünges 
bg  boog  water  in  den  lomer  komen  ved  vooi, 
waarom  leoaaehUge  wateikeeringen  aangelegd 
sfn.  De  legeering  f^eeft  er  gioote  sommen  voor 
mt,  maar  voorloopig  londer  soeees.  De  lengte 
dei  avier  woidt  met  al  bsu  kronkelingra  op 
4000  km.  gsMilmt,  het  atioom^bied  op  ±  S8OO0O 
T.km.  De  voomumste  niivieren  njn  rechts  de 
Tsnho,  Weibo  en  Loho,  links  de  Tatoenofae  en 
Poennlto.  Sledits  op  enkek  {laateen  is  de  Hoang- 


Hoard  (Engdecb)  wordt  fc^mikt  tei  eaa- 
dnidii^  T*n  bn  tot  reserve  dienende  edele  me- 
taal Taa  een  banUnstelïng. 

Bobart  (<Urt  1881  ffotoifownl,  de  ha<rfiMad 
Tan  den  BntsdtAnflttaHschen  staat  Tasotami, 
»gt  op  42*54'  Z.Br.  en  147*21' O. li.v.Qr.  aan 
den  TOet  van  dea  Honot  WelUngton  (1270  m.) 
en  aan  den  lediteroevei  tc>  den  Derw^rf;  die 
hier  een  tooi  de  giootate  Meat^^Mn  «eeobikte 
h«Ten  voimt  en  22  km.  vente  in  de  Stoimbaal 
uitmondt.  De  eted,  in  18M  gebouwd,  heeft  een 
mooi  paleis,  een  legeeiingsgeSonw,  een  itadhnie. 
een  katbedraal,  een  n^iümta^  een  autal  scho- 
len en  wetensdtappelöke  en  liwda^gheidsipst  si- 
lingen  «n  telt  (1911)  41  767  inwoners^  die  tlA 
met  de  Tervasrda^ng  ven  meel,  eonieiren,  leder, 
sdieepsbonw  en  gseiindDstrie  beMg  heaikn  en 
een  kvendigea  huidel  diffven.  Wegens  sgs  kod 
klimaat  wordt  bet  des  lomeis  dras  besoëht. 

Bobart-PaBja,  Auguttut  Oharla,  bsmn, 
een  Torkeeh  adnurssJ,  den  Isten  April  16B2  te 
Walton-on-the-Wrids  (Leioestcr)  geboren,  sis  soon 
Ton  sii  Augtuiut  Sduard  Bobmt,  lesden  grsaf 
Mn  Buekinghatiuhire,  nam  in  1865  dienst  b$de 
Britscbe  msrine  en  wetd  in  1863  kapÜMn.  Owhi- 


DigilizedbyGoOglC 


nnde  4«b  AnwiikuMcben  boisuoorioff  Mild* 
hg  tot  IS-Duud  toe  ikmi  d«  Uókkiddiiue  der 
Hoonlelökao.  wn  lOet  «en  kooprurdoMkip  wk- 
peo*  «n  mDoitie  te  bioigui  mb  <}«  Zaideliikat 
es  kfttoen  mede  te  itenen  niu  EngeUkcl.  Dur 
iiji  penoonl^  Mand  ma  met  den  TnrkeduB 
«tiatainui  en  Toomuligen  geiant  te  Loaden  AU- 
PoMJa,  wen!  hg,  op  «tiena  ui^MliD^,  in  Tnik- 
■ebui  xeedienit  gvplMtct  eb  eehcrat-bg-nMht.  Au 
bet  booM  tui  een  «ikkder  belette  bg  de  Grieken 
bnlp  te  Terlecnen  Mn  de  opgettue  KreteDieri. 
Eg  w«id  du  in  18S9  tot  Tiefr«dnunukl  en  peaj» 

._  .«,«._. .  .j_.__.i  Jct  TuitKhe  Tloot 

pertwTel  der  Tolk- 


en in  1810  tot  CTOot-admiiMl  der  TnikKbe  Tloot 

benMiBd  en  bcM«t  stet  het  cnpertwTel  der  Tnik- 

I  \m  de  UddeUnndBübe  Zee. 


orlegwebmn  i 
4  keerde  hQ  te 


In  1874  keerde  ti^  tervg  nur  ^n  TMJerlud  en 
werd  met  den  nsg  vu  kepUein  bS  de  Engel- 
tebe  nuine  gepbuat,  msw  in  '1877  begaf  hQ 
ueh  wedwom  amt  Tnrkge.  Oedorende  den  Bne- 
uaeb-Turinolien  Oorkw  *oetde  hg  berel  oier  de 
Tofkidw  Tloot  in  de  Zrate  Zee,  die  hg  gehad 

bltAkeerde  de  bnveu  van  Zuid- 

inmmonden.  Na  den  Trede  Weet 
I   den 


i;  bg^  bl 
i  de  Dei 


•nltan  in  Torkeehen 

ehet  from  mr  lile",  die  in  1861   sa  ign  dood 

(19  Jnni   18%)  «itgc^eTen  ign. 

SobtMma,  Mmitdtrt,  «en  NednUndMh  sehiL 
der,  JD  10S8  to  imateiduD  geboren  en  aldaar  den 
17deii  December  1709  OTerMen.  Hg  werd  in  1680 
..wönrorier"  in  dlenat  der  itad  Anuterdam,  en 
ia  ia  groote  «Atoede  geatonoi.  Zgn  landiduw- 
tra,  ooder  den  faiTloed  tan  JbriwlM;  geaebilderd, 
Mben  thuu  giDote  lemuanUiaid.  Mm  liet  m, 
«nder  anderen,  hi  bet  RSkamBMnnt  te  AmslM- 
dam  en  ia  bet  Hanritthnk  te  VOravenhage.  De 


_       ifcMaeiuldeni 

BolitMS.  TkoMoa,  een  E^ielaeh  ^lÜoaoof ,  den 
fiden  April  lt>88  U  JUmeibw7  getwren,  beiodrt 
reede  op  16-jarigen  jeeftfid  da  vnrvereiteit  te  Ox- 
foid,  waai  hg  in  de  wflweoeerte  en  nalnnrfauMk 
«tadeode.  In  1610  deed  hf  ala  leidnuan  *an  den 
jeugdigen  0atgii4iak,  MMHt  tsd  den  Uteren  graaf 
*aa  D««oulUre,een,i«iBdMrFTaBkr#[enItaU«. 
Na  ifn  teragfceea  TÏrfte  hg,  door  ge^reUen  met 
Baeoi  aangeipaord,  het  Tooniemen  ^  een  beter 
i^egeerig  itebel  op  te  bonwen,  terwijl  hQ  de  wer- 
fcm  Tan  Thuttdkb*  in  faet  E^Kiidi  rertaahk, 
om  qn  landgeoooten  il  te  aehrLUea  Tan  de  de- 
mocratie. Ia  14S9  ging  liJ  naar  Frai^rfik.  BQ 
^a  tenigkeer  te  Londen  in  16S4  Toad  nii  bet 
land  in  een  itaat  Tan  ^iܫie  giriti  "  * ' 
)ooi  waanehnwde  bg  sjn  medeEmigt 
lerohitie,  en  hg  lag  iidi  ii 
naai  Fai^i  te  gaan,  waar  hg  dni  prine  vm  Wa- 
h»  ondarwga  ^  in  de  wiaknnde.  Hier  aehieef 
hg  ign  beroemd  bod  „De  Cire",  hetwelk  bet 
«wet  in  1642  all  handaehrift  ndnikt  werd  en  6 
Jaren  later  te  Amtterdam  en  in  1S40  aMaar  in 
de  Fiaaaehe  fertaliag  Tan  SorMfre  in  bet  ïcht 
TertelMen.  De  oneeiugbedeB,  hierdoor  ooUtaaa 
toeadien  bem  n  tnMOMp  BramluiU,  maakte  bg 
i^wnbaar  onder  den  titel  ..QoaestioiM  de  iibcrtate 
neeefriUto  et  oen"  (teUf  ea  hij  oitwIkkeMe 
ÜeieUde  beginaden  in  het  meer  intToeriga  ««ik 
.Jieviathan"  (1661,  Amrterdam  1668).  Door  den 
iarload  der  geeatelgUMid  word  hem  de  toegang 


misera  tegen  de 
641  genowbaakt 


tot  het  Hot  TMt  Jtorel  II,  «e  nc 
waij  ostaegd.  Daar  h^ 
^eihg  aditte,  »— •  ••- 


lOg  in  Fiankrgk 
n  Frankrgk  niet 
1652  naar  Bo^ 


e,  hegal  hg  lieta  In  1652  naar  Bom- 
1^  bg  dea  naaf  «om  Dtpoiukin  zgn 
B  «t  2  TedusdelJngen  acbnef:  ,J>e 


eorpore"  (1656)  en  „De  homine^'  (1658),  teiwgl 
iegea  4>  ^  x^^  eorpwe  poimeo"  en  ..Haman 
naton"  altgegeTea  werd.  Toen  Kartt  11  in  I«60 
den  Engelaóhn  tiooa  beklommen  liad  «ntriag 
Robbêa  een  Jaatgald  lan  100  pond  ateiUng,  doeh 
n»  onderrlDden,  dat  in  1660  lipi  „La- 
Tiathan"  t^wnlgb  door  het  Parlement  Teroor- 
deeld  werd.  Chn  tich  aan  alle  TerTolgingen  te  ont- 
trekken «n  ign  Tertaling  Tas  Bomenu  te  Toi- 
tooien,  Teitigae  hg  ijeh  in  1674  o^  bet  Und. 
Hier  eebred  hg  ook  een  gaadiiedeiHa  Tan  i^n 
tgd  onder  dea  titel  „Behemoth,  or  a  hiatory  of 
the  dfil  wara  kom  1440— '1660",  die  eerat  na 
ign  dood  ia  bet  ËtbX  ia  TaradieneB.  Tegea  een 
'ooialel,  in  bet  lagerhoU  ii^ediead,  om  hem  ali 
«n  goiHoodienaar  te  atraftei^  Teidedi^  hg  tieh 
n  £et  geachrift  „Hiatorieal  namtion  cmmm- 
nisg  hMM7  and  the  pnniahmeDt  tbereof '.  Onder 
de  sJeDwaren  ign  Toonl  JfeadebaoAn  in  ign 
iJemealem"  en  feuerbaek  in  lön  „Antl-Hobbea" 
ali  ign  beategdara,  Omdlma,  later  Maimom  alt 
^  Terdedfgera  opgettaan.  ffo6bM  oTerkad  op 
BardwiAe,  eea  landeoed  ran  dea  graat  «on  De- 
•oMfAira,  dra  4den  l>eeembet  1679.  Ben  eeia- 
me^tike  oMgarc  van  ign  ,JInal  and  poktieal 
— ika"  ia  in  1700  Teraebenen,  «ea  TernundiBg 
I  ign  „BBgKih  woifca"  (11  ob.)  en  nin  „Ope- 
__  latraa"  (6^  dfai.)  ia  188fr-184G.  TOnnU»  gat 
in  1880  iQn  „The  atanrata  «f  law,  natnral  and 
poUtiea"  b«B«T«aa  idtti«kaeli  nit  nog  niet  ce- 
draUe  haadaebHteB  Tsa  BM—  nit  en  naar  het 
~  '  the   loag 


Mïgineale  n 
pê^ameaT. 


Hobbtt,  die  in  agn  methode  naar  het  Toorbeeld 
der  aatnorweteaaebai^a  enqiiriedi  te  werk  gaat, 
il  Tolgena  ign  wgsfreerine  grondatellingen  ma(«- 


ehamen  bniten  ODi  bewegingen  i 
laorden  tew«egg«braeht,  die  licb  naar  os  nene- 
nm  en  Tandaar  naai  het  hart  toottpknten,  Tan 
het  hart  nit  volgt  dan  eea  aeaetie,  die  betieifde 
b  all  gewaarwording.  De  hwiaaetinf  beaebonwt 
hjj  ali  een  TOortdnrende  prikkeling  in  de  lintnl- 
Een.  De  door  een  gewaarwording  Teioonaakta 
Selemmering  of  beTOrdvring  Tan  dm  bloediom- 
loop  wordt  men  neb  als  een  geroel  van  behagen 
et  anhehagen  bewoat;  dne  agn  de  eenige  motie- 
Ten  Toor  de  baaddingen  der  meneehen,  dia  dat 
geen  Tr^baid  Tan  wil  beiitten.  In  den  oerto«etand 
moeet  deibaïre,  daar  de  lelfindit  de  eenige  «kgl- 
Teer  ia,  een  atrjjd  Tan  aHen  ttgea  allea  ootKtaan, 
die  echter  aUer  genot  en  lerca  bedreigt.  Uit  de- 
len  toeatand  ia  aUcea  fedtfiiv  mogeTgk,  indien 
de  geaamenlgke  menscbh«d  alle  maeht  in  han- 
den geelt  aan  één  penoon  of  één  eorporatie,  die 
alt  MO^nt  iMoraeher  allen  tot  den  Trede  dwingt. 
Daardoor  ontitaat  de  Staat  en  met  den  Staat  het 
ondericheid  tnuehen  ledelgk  goed  en  kwaad; 
wat  de  Staat  befedli.  ia  goed,  wat  hg  Terti«dt 
kwaad.  Ook  de  godadientt  it  eea  dooi  den  Staat 
erkende  Troea  Toor  oniiehtbare  machten.  Ooden 
ign  Toorlbnngaelen  na  Tieea,  lorg  es  onwetend- 
heid betreffende  de  oomkea  der  diiigai. 


DigilizedbyGoOglC 


Zie:     Tönmti,    HoUm'b    Lebes    nnd    Ldue 

KoJMTfr,  Ootthitd,  eea  IL-KaUwMck  godg»> 
iMFde,  Jn  1^7  te  Herii^iMiaeii  gcèoran,  atodeer- 
da  in  de  gwlMleordimd,  promoTeeide  ia  1886  te 
Bonn  en  «era  in  1S67  httoglcMau  m  de  nkleg- 
kaode  tui  het  Oude  TeXMnent  te  Pwlerbon],  in 
1898  te  Frwbnig.  Hg  «diveef:  ,J}ie  Ftalmen  d«r 
Vnigata  Obersetzt  und  ePklSrt"  (2de  dnik  1906), 
,J3it  Qmtma"  i^  druk  >]908).  ^e  FortBchritte 
te  biblucdieii  WiMenach»H"  (1902).  „Dn  Slteie 
kteuiisetie  DeboMtanng  dea  Bnebes  Buvdi" 
(1902),  „Baèel  and  BHwl"  (1904),  „MoseB  nnd 
dei  Pentateucb"  (1905),  ,J>e  Hojae  PenUtenchi 
ftutote"  (1905),  „Uetwt  di«  PentateneUnwïe" 
(1S06),  „Bibel  oder  Bftbel?"  (1907).  Tan  1694 
tot  19<M  nf  hg  de  .Jiteiaiische  BtmdsebKa  ftU 
du  Efttboiieebe  DentMhbnd"  nit 

HobbonM,  /oAm  Com.  Zie  BroughUm,  JtAn 
Cam   HobkouM. 

Hobo  (Franecfa:  Banlboit,  Ikm»' hoatn  blaa«- 
iDstrument,  in  tegen Btelliog  met  Bauo»  [fagot], 
iMg  hoDtea  bUMinitnuwat),  is  een  booteD 
bluEiostiuineDt,  dat  lidi  uit  de  sdialmei  beeft 
ontwiUeld.  Bet  ia  een  boDten  boii  met  een 
tiechterTMnrig  wteinde  en  oor^ronkel^  aUeen 
met  iogeboordc  gaten,  latei  ook  van  kleppen 
vfMnaen.  In  MMverre  Iqkt  het  inatHunent  ook  op 
de  Uarinet,  doch  daaivan  Teiaehilt  het  weer, 
dat  het  moDdstak,  ereoalB  dat  van  de  fagot 
ait  een  dnbbel  liet  bestaat.  De  tegenwoor- 
dige hobo  heeft  9  Jt  '14  Ueppen  en  een  omvang 
van  beB  tot  en  met  a'.  Tot  de  bobofamilie  be- 
booren  ook  de  Althobo  of  Engêltehe  hoorn  (eorno 
ingUae,  eor  atigUrit),  Tolgens  betieltde  bc^nsel 
als  de  hobo  gebonwd;  owk  klinkt  evenw^  een 
qnint  lager  als  een  ho6o,  is  daarom  grooter  en 
heeft  een  meer  óotikete,  ietwat  «eenu>e£ge  Uank- 
kl«ttt. 

De  Htektlphon,  of  bariton  fto6o,  met  een  om- 
vang TSD  Bes  tot  bes*,  ie  «en  uitvinding  vas  W. 
Heekel  en  tooi  het  eeist  toegepast  door  Rieiutrd 
Strauu  in  i^n  mouekdnma  „Salome".  Uinder 
gebnükdjjk  ia  d«  evenoens  door  Heekel  gecon- 
sbineerde  pipeolo-hedulfhon.  die  een  kwsit  boo- 
ger  klinkt  dan  de  tuAio  (es' — d*). 

Be  o6oe  if  amore,  eixenl^jk  een  veronderd  instru- 
ment, wa«  in  de  13de  eeuw  veel  in  zwang;  dit 
instiament  Uott  een  teitB  liger  dan  de  gewone 
hobo  en  had  een  kog»lT«tnugen  beker  met  nauwe 

ZDJng,  waardoor  bet  gehiid  gedempt  kHnkt 
A  g^imikte  dit  iastmntent  veel,  en  daarom 
wordt  Mt  tiQ  nitToeringen  wt  Baeh'a  w«rken, 
w«(Hiii  de  oboe  tamore  ii  voorgescbreTen  (o.a. 
in  de  „HatUiaeuBpaeBion")  ook  nog  bespeeld;  ook 
Rtekard  Strmu»  beeft  haar  aangewend  in  t|)n 
.,SiDfonia  domesüea". 

Zie:  L.  BeeMer  en  B.  Rohm,  Die  Oboe  nitd  die 
ibi  verwandten  Instmmentec,  nebat  biwruriii- 
scben  Skizien  der  bedeutendsten  ibrer  Heistei 
(1914). 

■obokon,  een  stad  in  den  Noord-Ameiikatn. 
schen  «tast  NewJeisey,  ligt  aan  den  rechter- 
oever  van  den  Hndson,  telt  (1910)  70S24  inwo- 
ners, bent  aitgeetrekte  wsitdelpaikeB  langs  da 
rilier  en  ia  een  gdieflcoosd  veiblirt  van  aanilen- 
iQke  koopüoden  nit  New-Toik.  De  stad  wead  m 
den  oasTang  dei  17de  eeuw  dooi  Nederlanders 


gntielit,  maar  heeft  tluns  over  bet  geheel  een 
Dnilsch  vooihomen.  Zjj  v<Hint  bet  beginpnnt  der 
uitgestrekte  s^rwegen,  die  Kew-Yoik  met  het 
weet«n  en  luiden  des  kods  veiinuden.  Verder 
heeft  tg  voortretfelvke  ionehtingen  Taif  onder- 
wiJB  in  de  Steiens'  Highaehod,  in  de  pohrteeb- 
niscbe  school  (SteTeos'  Inatitute  of  Teennolog;), 
de  Martha-  (Steyene')  InBtitntion  en  de  Duit- 


sebe  nnivernteit.  De  igd^ndustrie  ia  behncrgk. 
Uier  bevinden  lich  de  ankerplaateen  en  dMtken 


Hobokan,  een  dorp  in  de  Bel^isebe  piovio- 
cie  Antweipen,  ligt  aan  de  spooilgnen  Antwer- 
pen— Boom  en  Antweipen — Oode  ()od  en  telt 
ruim  10000  inwoners.  Hen  vindt  er  takjjk«  vil- 
Ws  Tss  igke  Antwerptotaren,  sobeepswerTen  der 
firma  Coekerül  en  andere  inductriiele  onderDe- 
mingen. 

Hobekm,  JVieoiow,  een  Nederlandsdi  ge- 
neeskundige, in  1632  te  Utceaht  gebuen,  stu- 
deerde aldaar  in  de  genee^nde  en  promovoerde 
1658  in  de  wgsb^;eeTte  en  in  16^  in  de  me- 
dicijnen, nadat  l^j  eenige  bnitenlandsebe  booge- 
sehóleD  bezocht  wkL  In  1668  werd  hg  benoemd 
tot  faoogleeraar  in  de  gefkees-  en  verlogkonde  aan 
bet  athenaeam  te  Steinfurth  en  tsTens  tot  ai- 
chjater  van  bet  reeeerend  Voratenhois  sldaar.  Eg 
schreef  er  een  „Fnjsiologie",  welke  later  in  bet 
Hebt  verscheen,  en  een  „Verhandeling  over  de 
litplaats  der  liel".  In  1669  werd  hg  beroqwn  te 
Haiderwük,  waar  hg  in  1670  ign  betrekking 
aanvaardde  met  een  oratie  „De  profeasionia  me- 
dieae  cum  mathematica  oonjonoüone".  In  weer- 
wil van  ign  tekqk«  lessen  vond  hg  tgd  voor  de 
beoefening  der  godgdeerdheid  en  der  ledeleer. 
In  1672  bekleetUefag  het  reelorast;  d«  komst 
der  Fransehen  deed  mm  eehter  weldra  de  wgk 
nemen,  dodi  bet  ia  onbekend  waar  Iq  lich  Tes- 
tigde.  Hg  keerde  niet  naar  Harderwnk  teivg, 
maai  oveileed  veimoedelök  den  Isten  Hei  167k 
Hij  schreef:  „Novw  duetus  uKvalis  Bksianus  in 
Ineem  protactna"  (1602),  ,J)e  sede  animaa,  sen 
mentie  bnmanae  in  oorpore  hnmano  exeerdtatie 
bipariita,  qna  gennina  eonjnneüo  hnmanae  ani- 
mae  cnm  oorpoie  hnmano  perspiene  traditur* 
(1066)  „ConTtidi  Jtedekeri  brevia  desawUo  ini- 
tio  Jnlii  anna  1666  deteeti  salubeiiimi  Bikleldia- 
oi  fontis  etc."  (1608),  „Anatomia  lecaDdinae 
hnmanae  etc."  (Zde  dmk  1672),  later  Termeer- 
deid  in  bet  Kcfat  gegeven,  „Cognitio  ph^tJogi- 
CB  medica  aceuratissima  et  elariuima  methodo 
tiadita  etc"  (2de  druk  1686)  en  onderscheiden 
„OiSitkineB"  en  „Eptaldae". 

Hoboksn,  Anthony  van,  heer  van  Rhoon, 
Pendreeht  en  Corlaene,  «hef  van  bet  Bottwdam- 
Bcbe  baod^shois  A.  van  Hoboke*  A  Zonen,  werd 
in  1767  t«  Rotterdam  geboren,  begon  den  han- 
del <9  jengdigen  leeftgd  en  op  leai  Ueiiie  aehaal 
en  «verleed  als  een  leer  vennoRaid  Mdwide- 
lasr  den  I4den  Januari  18S0.  Oednieitde  om- 
streeka  '/t  eeuw  sag  hg  den  meesten  Toorapoed 
op  if|n  haodelwwderDeiiunsien  rusten.  '  (ïroote 
diensten  bewees  bji  daarbg  aan  ign  vaderland, 
nzondwbeid  met  bektUing  tot  den  handel  op 
Java.  Hg  genoot  sen  onbeperkt  vertroawen  en 
bent  een  agentsehap  te  Batavia.  Toen  graaf 
Fm  den  Botek  in   1880  bet  rakoursteM  mi 


DigilizedbyGoOglC 


HOBOKBN- 

JaTft  iüToeide,  brtcbt  Van  B<Aoken  een  nitmiu- 
tende  koopraardÖTtiMt  hi  de  vaart. 

Bobr«olit,  AfÜwT,  eeo  Pruiaech  etsatsmsn, 
den  14<)en  A^^ustiw  1834  Ie  Kobieiein  bü  Dan- 
»g  geboren,  atudwnle  jn  óe  rechten,  werd  ee- 

Öktet  1)0  het  mioieterie  tbd  Bimtenkiideuie 
en  en  JD  September  1863  gekozen  tot  opperbur- 
ftenueBter  van  Breslaa.  Na  het  aftreden  van  Fan 
S«|kM  benoemde  men  hem  t«t  <^peiiroigwtee«ter 
TSD  Berlijn  en  iiy  aanTaudde  die  betreUing  den 
16den  Mei  18T3.  Sedert  1863  wu  Iiq  lid  T«n 
bet  Heerenhaie.  In  Maut  1876  werd  bij  alg  tqh 
vol^  van  Camphauêen  belast  met  de  porte- 
fewlle  Tan  Fjnandin.  Hg  Ueef  eeht«T  «en  vrectn- 
deHog  <^  dit  gebied  en  gevoelde  lich  gedrongen 
in  den  loinw  van  1^79  tgn  ontslag  te  vragen. 
Hq  ontvine  dit  tesel^  met  de  benoeming  tot 
OeheimraM  in  weikelgkeD  dienst.  Ah  lid  van 
den  Proiaiadien  Lttnddag  voegde  hg  sieh  in  1879 
bü  de  partij  du'  utionaal-JitKralen,  evenals  is 
den  Büudag,  waarvan  hij  in  1881  tot  lid  werd 
gekoien  eo  dit  bleef  tot  1893.  Den  7den  Jnli 
1912  overleed  hy  Ie  Groaalichterfelde.  Hü  eehreel 
den  rooMn:  „Fiiti  Kannaeber"  (2  dln.,  188S), 

Boehbars,  markgraven  von,  een  lijn  van 
hel  Badeniche  Huis.  ootleenen  bno  naam  aan  het 
kMt«el  Bodibtrg,  ten  noorden  van  Freiboig  in 
de  BieiigTaa  gelden,  naar  men  noeent  in  den  tijd 
Tan  Karet  den  QtooU  geibouwd,  in  1689  door  d« 
Praiweben    verwoest,   maaj-  ook   Ihane   nog  een 


merkwaardige  bouwva}.  De  «tiehter  dier  lijn 
':  I  (11^),  de  jonsere  zoon  vui  Her 

«R.  Na  den  dood  van  Ben- 


HeMdrik  l  (1190),  de  joi 
Mkgrtuii  " 

■//  (1300 


1  Herman 


drik  lil  (1300)  splitute  lidi  de  lijn  i»  2  anden 


tUMBelgk  Boekberff-EoeU>erg  en  Hoekberg-Smt- 
senberg.  De  eenté,  geetieht  door  Bendrik  IV, 
werd  «kngi  zwakker  dooi  nieuwe  verdeeling  des 


landt  en  «tierf  uit  in  1418  met  Otto  UI,  waarna 
haar  bezittingen  ten  deel  <n«len  aan  de  miu^v 
ven  van  Baden;  de  tweede,  geataebt  doM*  Rttdolf 
Hl,  vermeerderde  haar  bewtCnigen,  doch  stierf 
uit  in  de  mannelijke  V^a  met  maikgraai  PhiUfi 
(1603).  •Zijn  eenige  doehter  Johanna,  die  na  den 
dood  van  haar  vader  in  1504  mst  graaf  Louii  de 
LangwviUe  in  bet  bawelök  trad  en  in  1543  over- 
leed, verkreeg  het  graafschap  Nenfohfttel,  terwijl 
de  overige  landen  in  het  bezrt  kwamen  dei  mark- 
graven «m  Bodmi. 

De  naam  weid  venueowd,  toen  de  markgraaf, 
later  groot-Jiertog  pon  Baden,  Karet  Frederik, 
na  den  dood  zgner  eerste  gemalin  een  motgana- 
tiseh  huwelijk  sloot  met  Louise  Karoiina  Oeyer 
von  Oentrêberg  (gefcoren  in  1768,  overleden  in 
1820)  en  ha&r  door  den  keiier  tot  gravin  voi 
Boehberg  jiet  benoemen.  Haar  zonen  werden  in 
1817  markgraven  van  Baden  en  eroothertegelijke 
prinaen.  Dese  lijn  kwara  in  ISSO  met  Ltopotd 
(1830—1862),  groothertog  van  Baden,  aan  de  re- 
geering. 

Hoche,  Latare,  een  eenerul  der  Fransche 
Repnbiiek,  den  25sten  Jwu  1768  te  Montreni]  bq 
Vertaillee  geboren,  nam  ^enet  bg  de  koniakliike 
garde,  waarna  hg  weldra  tot  onderofficier  werd  be- 
vorderd. Bij  het  uitbarsten  der  Bevolntie  kwam  hn 
bg  de  Nationale  garde  te  Parij*  en  werd  in  1792 
als  luitenant  bij  de  linielroepen  geplaatst  en  na 
den  slag  van  Neerwinden  adjudant  van  generaal 
£e*mew.  Uet  deoenbetiebt  van  verstandhouding 


361 

met  Dvmouriet,  werd  hg  in  de  gevangenis  gewM- 
pen,  doch  vanhier  leverde  hg  een  „plan  de  cam- 
pagne" in,  dat  hem  de  vrijheid  en  het  commando 
van  Duiakerien  bewtrgde.  Door  een  moedige  en 
beleidvolle  verdediging  deoer  plaats  verwierf  bQ 
weldra  den  rang  van  diviaie-geDeraal  en  ontving 
hij  het  bevel  over  het  gedesorganiseerde  Moezelle- 
ger,  om  daarmede  de  verElerkingen  der  Vogezen 
te  veroveren.  Bg  Kaieerslautem  werd  hü  door  de 
Pruisen  verslagen,  waarna  hij  zich  t^en  de  Oos- 
tenrijkers keelde,  den  36sten  December  1793  ge- 
neraal WUrmieT  bij  Weteeenbufg  versloeg,  Iau- 
daa  ontcette  en  de  Ooetenrükers  uit  den  Elzu 
verjoeg.  St.  Juet,  die  hem  haatte,  deed  hem  in  heeh- 
lenis  nemen,  maar  nadat  de  (»nwenteling  van  9 
Thermidor  hem  dexryheid  hergeven  en  bet  leven 
gered  had,  verkreeg  hg  het  commando  in  de  wea- 
telgke  departementen.  Bg  de  landing  der  Fran- 
sche nitgewekenen  op  het  eiland  Quibéron  (37 
Juni  1795)  verhinderde  htj  de  uitvoeiins  ban- 
ner  plannen,  versloeg  ben  den  l&ten  Juli  bö 
Sainte  Barbe,  veroverde  den  20sten  het  fort 
Penthiève  en  nooduakte  het  oferblgvend  gedeelte 
der  expeditie,  zich  weder  aan  boora  te  begwen. 
Uit  wrevel  over  den  moord,  op  last  van  de  Na- 
tionale Conventie  op  de  gevangenen  gepleegd, 
legde  bg  bet  eooHnando  in  UoKuhan  neder  en 
aanvaardde  in  plaats  van  Ctmelovz  het  bevel  over 
bet  Westkger,  waarna  hij  de  Basse-Vendée  ont- 
wapende. Vervol^ns  belastte  het  Directoire  hem 
met  bet  bnrgerlgk  en  militair  getag  over  het 
knstleger,  dat  100000  man  telde,  en  bü  meldde 
den  ISden  Juli  1796,  dat  de  burgeroorlog  wai 
bggelegd.  Daarna  bracht  hg  met  Morard  de  Gal- 
let een  eipeditie  naat  Ierland  in  gereedheid  en 
ging  den  16den  December  onder  leil,  doch  de 
storm  v«i<ttrooide  bet  eskader,  loodat  de  onder- 
neming  mislukte.  Hg  zelf  haid  nagenoeg  aUeen 
de  kusten  van  Ierland  bereikt  en  het  gelakte 
bem  teinanwemood  aan  de  EitgeUcbe  knasers 
te  ontkomen.  Het  Directmie  bdaette  hem  met 
het  bevel  over  het  l^er  van  de  Maas  en  de  Sam- 
bre  en  met  het  beBtunr  der  Duitache  landen  tos- 
sehen  de  Maas  en  den  Bgn.  Den  I8dea  Apiil 
17&9  trok  hg  bg  Nieuwied  over  den  Rijn  en  rok- 
te voorwaarts  tot  Qiessen,  maar  de  wa4>enfitil- 
Blftni)  van  Leoben  maakte  een  eiiMla  aan  liJn 
krijgebewegiM^n.  Na  den  ISden  Fmotidot  werd 
hem  de  poiteteuille  van  Oorïoeaangeboden,  doch 
hg  wees  haar  van  de  hand.  Weldn  keerde  hjj 
na&r  iqn  boofdkwartder  te  Wetilar  terng  en  «tm- 
leed  er  den  19de)i  September  1797,  met  zonder 
vcarmoeden  van  vei^lugd  te  s|js.  Een  gedenk- 


teeken,  te  zgner  eer  bü  Weisienthuim  verrazen, 
werd  in  1839  op  last  van  den  koning  v      "    ' 


1  Prai- 


herateld. 

Literaluvr:  Chuquet,  fioobe  et  la  Intte  poui 
l'Alsaee  (Parge  1688);  Ounéo  <eOrnano,  Hoehe. 
aa  vie  et  sa  eone^mndance  (PKrjJB  1892):  Pier- 
re-Vielor,  Le  IS  Fmotidor,  Ie  général  Hoche  (Pk- 
rus  1898);  Ciantporoy,  Le  gdnétal  Hoehe  (Pa- 
rgg  1893  ;  Sorel,  Bonaparte  et  Hoche  en  1797 
(Paigs  1896). 

Hoohhslin,  een  Pntimaeh  stadje  in  Itet  di«- 
trict  Wiesbaden,  ligt  o^  een  boogie  een  snr 
easjnt  ten  oosten  van  Hegnt  en  niet  vei  vmi  den 
Hsin  aan  de  spoorlijn  Frankfort  a.  M. — ^st- 
baden.  fiet  etadje,  dat  (1910)  3993  inwoners  telt. 


DigilizedbyGoOglC 


den  igo  (U«  «au  de  DomdMAoitei,  van  Ata  Stom 
«n  bet  EirchenêUlrè,  omniddell^  bjj  bet  <ta^ 
gdeg«n.  De  wöp,  dM'nun  «fkomsUg,  woidt  leei 
dmr  betuM.  Hier  Tenloegen  den  7deii  N<iT«m- 
ber  1818  de  Oocten^en  4e  FnudieiL 

Kooliklroh  ot  BodUeve/te»,  een  doip  in  de 
Sakaiadie  Otieilaanti  tiuKhen  Bkntien  en  U- 
Ua,  telt  (1910)  51S  iawonen  en  ia  bdend  in  den 
Zevenjariffen  0(nl«g  (lie  aldur)  dooi  den  ilag 
nn  den  l4deu  Oetober  1758. 

Hoolut.   a^ter  planteniumen   ia   de  ■&( 
«ng  TOOI  WühOm  BoehëMter  (4  Maart  1826— 
28  Swtember  1881),  aelvÖTer  van  „SjDopaii   ~ 
NadeQtaiiei"   (met   Henket  1866)   en   .flie 
niteren,     welehe     in     Mitteleniqw     «inteihait 

HoolistUt,  een  atad  in  het  Bejenebe  dis- 
triet Zwaben,  aan  den  Donan  telt  (1910)  2801  in- 
«oMre  en  h  bdend  in  den  Spaau^n  Sneeee- 
■c-oorhw  (lie  aldaar)  dooi  bet  geTeeht  Tan  den 
20ateD  Septembei  1706,  alnoede  dooi  den  alaff 
*an  den  ISden  Angoetua  1704,  door  de  Engef- 
■eben,  dien  by  Blendheim  genaamd. 

Hooliatvttar,  Ferdinmd  km,  een  Dnilaeb 
aard-  en  deltatolkmtdige,,dMt  SOiten  April 
t«  Eailiogeo  in  WftittMnbag  geboren,  w^dde 
lieh  aan  de  atodie  der  god^eermeid  en  beioebt 
in  1817  de  boogeecbool  te  Ti4>ingen.  Aldaar  «to- 
deerde bjj  teTeni  in  de  wis-  en  natuurkunde  en 
legde  üe&  imonderfawd  toe  op  de  aaid-  en  deU- 
atoftnnde.  Hij  piomoTeerde  in  1852  en  reeUrde 
lidi  in  1850  tJi  priTiatdoeent  te  Weenen.  Hem 
«eid  TNgnnd  de^  te  nemen  aan  de  «xpeditie 
dei  ,J4«nua",  maar  hg  verliet  bet  eebip  in 
Nwnw-Zeelaod,  om  er,  op  Tenoek  na  bet  lolo- 
niaat  bestnvr,  de  steenkolenhgen,  TniHapnwaB- 
dê  bei^n,  wanne  bronnen  enz.  te  «Qdenoeieii. 
In  bet  begin  van  1800  iraa  hg  te  Weeaen  tenw 
ea  «eid  er  beaoenid  tot  boo^eenai  aas  fa^ 
PolTteehniaeh  Inatitnut.  Van  ^n  geaehritten  ver- 
newen  wg:  „KaïUbad,  «eine  QneUen"  <IdS7), 
„Madeira"  (1661),  .JHe  anagertmbeDea  Bieaen- 
TOeel  van  Neoaeehnd"  (1802),  .Jfeneedand" 
(1868),  .Aedosieebe  Beobaditnngen  aof  der  No- 
Taia-Reiee  1%7— 1%9"  (1866),  ,J)ie  geologi- 
•oben  VerhUtniaae  doa  Setlieben  Teile  dei  «oio- 
pliaeben  Tflrbi"  (1870—1673),  „Ueber  den 
tJral"  (1873),  „Geolodeehe  Bildei  dw  Vorwelt 
imd  der  Jetctwdt"  (1878),  .JMe  Erda  nach  ihrer 
ZaïammenietionK.  iliiein  Ban  ond  ibiei  Bil- 
dvng"  (1875),  jCaien,  aeioe  KtAtuftabahnen  nnd 
aelne  KohleneehitK"  (1676),  ,4^tladen  Ah  Ui- 
neialogie"  (15de  druk  1901).  Hn  waa  eedeit  1866 
preaidört  van  Itet  Eeiwilük  OeofriaMiiach  Oe- 
nootechap  te  Weenen,  sedert  1870  ud  vu  de 
Academie  van  Welenaebameii  en  aedert  187< 
Bofraad.  In  1681  fegde  hn  bet  boorieeraanambt 
neder  en  cnerleed  te  ObowHriÏDg  bh  Weenen  den 
ISden  Jidi  1S84. 

Hooke^  en  Bandy  ia  de  naam  voor  2  ape- 
len,  waarbq  eaa  bal  met  een  atok  wordt  voort- 
bewcwen;  bg  boc^ey  over  den  grond,  bg  bandj 
over  bet  qi.  Het  epd  wordt  gedeeld  door  S  par- 
tyen, evenala  bq  voetbal,  van  elf  peraonen,  met 
dëieltde  <^teUiDg.  Het  doel  ia  doa  den  bal  op 
la  brengen  ia  de  goal  van  de  tegempartq.  Op  eeni- 
ge  uitionderingeo  na  l^en  de  regele  van  voetbal 


ateld,  inn  die  regele  vaeteeetekl.  Het  apel  woidt 
ge^Mdd  door  düiee  — ,  door  heeren  — ,  en  door 
gemengde  dftallen,  die  dan  nit  6  beeren  ea  S 
damea  beetaan.  Ei  wordt  door  den  Nedeiknd- 
•ehen  Hodey-  en  Ban<^bond  een  faeerenoMnpeti- 
tie  uitgeechieven,  beataande  lit  7  etntc  klaa  m- 
eenigingen,  6  reaerve  e«ale  klaa  elftaHw,  6 
tweede  Uas  in  bet  Weeten  ea  8  tweede  kiaa  (n 
het  Oosten.  De  damerfloekajbond  heeft  in  de 
eompetitie  7  eerste  klaa  en  7  tweede  Uaa  elftal- 
len. Miied  wedsfargden  iqn  vtiendsdiappeMike 
ontmoetiDgen. 

Leden  tui  den  Nederlandaeben  Hoekey-  «i 
Bsndj'boad  ijjn  een  80  in  aantal,  ovei  't  gehede 
land  veideeld;  de  dames  bodie^nd  lelt  ong«- 
veer  16  loden.  De  veieeoigingen  vaa  de  Ista 
Uaaae  ijin  T.O.O.O.,  H.  O.  C.  Amaterdam,  H. 
<D.  H.,  H.  iH.  C,  HiWetanm,  Bloemendaal;  2de 
kluee  Weet:  Victoria  1,  Utrecht,  Got^adie,  Am. 
sterdam  ITb,  Dordrecht,  Vietona  II;  2de  klaaN 
Oost:  Ambem,  Nijmegen,  Deveirter,  Apeldoon, 
'a-Hertceenboeeh,  Roennond,  Zvtfen  en  ZwoUe. 
Leden  tfaunea  Hockejbond,  !ate  klaaae  na;  Hil- 
venmn,  Amaleidani,  Kameleons,  H.  O.  C.,  T.  O. 
O.  O.,  H.  D.  M..  Aerdenhont;  2de  kka:  utrecht, 
Amaterdam  II,  OodeUnde.  Victoria,  H.  H.  C,  T. 

O.  G.  O.  n,  H.  O.  c.  n. 

Het  hotktjwel,  dat  bö  ons  nog  weing  wMdi 
beoefend,  weid  reeda  in  de  Iele  eenw  na  Ga.  ia 
En^land  gcapeeU,  afgaande  c^  bet  feit,  dat  Oa- 
tlunr  Mor,  da  eerste  koning  van  Ierland,  aan  iqn 
vriend  CriKtkam  SO  boekejbaUen  van  kopw  en 
50  dito  sMken  ten  geschenke  gaf.  Ook  moet 
AUsmdtr  I,  koning  Tan  Sehothud,  lew  ved 
«jn^tl:^  voor  dit  apel  getoond  hebben. 

mt  sraiga  jaien  vaa  hereeiiBg  beirifcte  het 
q>d  in  Engdand  ijin  tegenwooidiEeD  trap  van 
ontwftkeJing,  wat  voornamelqk  te  ttnhen  m  aaa 
den  hertog  van  Olannee,  die  in  18S6  „The  Hoe- 
ke;  AsBoeiition"  opriehtte,  welke  veieeoiging  bet 
tegenwoordige  ngWent  vaalatelde. 

Bandj  ia  oorwronkelqk  een  ond-Piieaeh  apel, 
althans,  onde  platen  bewgian  dat  in  da  lOde 
eenw  in  Bolland  op  het  ga  gekolfd  werd,  terw|il 
dit  spel  te  Wofve^  fcekoMl  ia  ondei  don  naam 
Tan  „Eeojugen". 

De  eerste  Nederlandiehe  hockej-  eo  bandj- 
elnbs  werden  opgericht  to  Haarlem  en  Amater- 
dam. De  eerste  veieenwing  veielo^  in  den  win- 
m  1802— 1808  bet  ^u^ietre  dttal  oader  la- 
ding vaa  den  bekenden  Engelschea  speler  O.  C 
TMmtt.  Ib  de  laatste  ^aien  heeft  het  hoekey  i 

M  land  meer  opgang  g 

Kodevetlak,  atkoo 


one  land  moer  o  _ 

Kodevetlak,  atkoms^  v_      . 
woord,  hetwelk  «ae^wf riag  beteekent,  noemt  men 


van   een   Orieksch 


op  het  gi^ied  der  wetensdisp  een  ateladmatige 
aanwqiing  vaa  den  weg,  diaii  men  moet  inslaan, 
om   lieh   in   de   een   öt   andere   kenaia   te   vol- 

HodsHa,  een  Arabisehs  stad  aaa  de  Boode 
Zee,  160  km.  ten  N.N.W.  Tan  HeUa.  ie  de  b«- 
langiqkate  st&peMttts  Toor  den  koffiehaodel  ia 
de  vilajete  Aeir.  Bodelda.  Sana  en  Tals.  Da  atad 
telt  ±  SOOOO  inwoners,  beeft  een  goed  voorne- 
nen baiaar  en  groote  banddahniien.  die  behalve 
koffie  ook  huiden,  vmebten  en  pArelmoer  nitvoe- 


DigilizedbyGoOglC 


HODBntA— HOED. 


eiecetii 

w«  Te* 


nn.  Hier  luden  it  mewte  pelgrinu  trit  Middel- 
Afrika.  De  <^ii  roede  k  door  een  konaliil  tat- 
tiptai. 

Bodce,  CiarUt,  een  AmeükauKli  gocbe- 
leerde,  n  1797  griboTeD,  wni  in  1815  kd  der 
PreabTterisuadie  k«rk,  is  1B2S  boo^eenw  te 
Prineeton  ia  OoMeiKba  talen,  in  IMO  in  ^ 
•ntenutiaciM  theologie.  Hg  g*t  Tentheiden* 
tteokeiadw  ^idMdlIlïteD  nit  ak:  „BiUie»l  B«- 
pertorr",  .JUical  R^ertor;  ud  Frineeton  lo- 
T>e«"  e.«.  Hicrdoot  aa  4o«  ^a  Uafiuig  po- 
feworut  (hj)  ie  in  1878  «rerleden)  oefeue  hg  op 
de  AiDwikMnKbe  sodgelaeide  wetenaehif»  groo- 
ten  i&Tloed  vit.  In  1872  «wd  door  ijja  teülingen 
een  etiohtiog  tneengdnMbt,  maniit  een  ,,Cwu- 
lei  fiodge  proïewonhip"  ireid  iieeateld.  Sj 
■ebnef:  „ConetitotioDal  hiatorr  ol  l&e  PniMe- 
riu  ObniOt  in  the  United  State*"  (188S),  .Sj^ 
tanatie  tiieoloCT"  (1872),  beDeveiM  veneUUaBde 
n  over  ^edeeHen  Tan  bet  Hien- 

HodflTM,  ÓWIm  Bottant,  een  £o^ieh  achil- 
der,  iiiT7M  te  Londen  geboren,  Teetigde  lieh  in 
T79B  te  AmiterdaiB,  waar  hq  den  2Men  Juli 
I8S7  overleed.  Hg  adiHderde  portietten,  waarran 
het  I^jhamnaenm  w  Teraebeidene  tiesit,  looalaAe 
TM  Lodewik  Napotecm  en  mn  WiOem  1.  Ook 
prenten  in  „zwarte  kuHt"  ijjn  Tan  Hodga  be- 

HadvUn,  Thonttu,  «en  EiwelMb  geseliied- 
■dirgTer,  des  298tenJali  1881  te  Londen  geboren, 
MDOot  ign  opToe<Mng  al«  tid  Tan  de  „Soeietj  oI 
Friendt"  en  behaalde  des  graad  « an  bachelor  of 
arte  aan  de  Loadeneebe  Bniveisiteit  Hg  werd  Bd 
Tu  de  te  Neweaatle  «■  l>me  gevestigde  ban- 
hiera^rma  Hodgkin,  Banett  en  Co.  Zon  Tröen 
t^d  betteedde  E9  aan  de  «tvdie  der  HÏddeleen- 
wen.  ZnnmeeitMroemdweikia:  ,Jtalv  and  her 
Inradera"  (1660—1899,  8  db.).  Teider  aehieef 
lin  o  m.:  „The  dTUitr  of  llieodHiiw"  (Oiford 
1889);  „Theodorie  the  aotb"  (Londen  1891),  .JAtt 
of  Qwrle*  Üte  Oieat"  (Londen  1897)  en  bet  lat« 
deel  van  LcmgpiaH't  „Pt^Ueal  Hietorr  of  Eng- 
Und"  (Londen  1906).  Hodgkin  overleed  des  Sden 
Haart  1918. 

HBdbr  of  Bodhur  {=  oorlog)  ia  een  godheid 
uit  de  Noonebe  mTthdogie,  die  To<HWunrigk  in 
de  BMtrtage  een  rd  apeelt.  HBdhr  i«  blind, 
maar  leer  ateik.  Toen  de  goden  naar  Bolder 
wierpen,  deed  hg  dMiaan  niet  mede,  totdat  Loki 
bem  iéa  noodtottigen  miatdtak  in  de  handen 
g«eft  en  ben  nibbMt  ook  oude  te  doen.  Üe 
worp  waa  oonaak  vaa  Balder'a  dood.  In  de  men- 
we  w«reM  tegeert  Üj  naaat  BaUtt.  Bij  Sa*o 
OrammolKK*  beet  bg  BoUerto,  ia  de  mod  van 
een  Zweedadi  koning  en  geraakt  met  BoUenu 
om  ffoMM,  de  «cbooDe  docMer  van  Onanu  tan 
Noorwwen,  in  atrjt^.  Deie  eimKgt  met  BaMeiW 
dood,  ifie  door  tgn  etietbroeder  Botu  gewroken 
wordt. 

BÓdm«sS-ViairIi«lT,  een  atad  in  tiet 
Bongaaieche  eomitaat  CsongrAd,  ligt  aan  het 
Hód-  of  Haansmeer,  ia  een  ttation  van  den  qioor* 
weg  Qroawatdein — Eaeek  en  Sieotee — E6daeiB 
en  teh  (1910)  62  445  inwonera.  Er  la  een  g^mna- 
■inm,  een  geteehlabot,  een  hoepitaal,  een  bier 
bronwerg  eni.  In  haar  omtrek  beeft  men  een 
leer   vmehtbuen   bodem,    waar   allerlei   granen 


worden  vei4>oawi^  tenn)I  er  veel  ooft-  en  wj^ 
gaarden  gevonden  wordïn. 

Hodomator  of  vêgmMter  noemt  men  een 
toestel,  geeebikt  om  de  lengte  te  b^ialen  van  den, 
door  een  rgtmg  ot  voetgüger  afgclegden  wes. 
Beeda  de  Romemadie  aeugver  Vitntviui  ipreett 
van  ndk  eeii  werktuig,  dat  aan  qjtaigen  en  sebe- 
pen  kao  worden  veitmnden.  Fwrml  bediende  lich 
m  1550  bjj  de  graadmetiiig  tnBaehen  Parjje  en 
Amjena  van  een  hodometer,  die  4om  het  slaan 
van  eea  hamertje  op  een  klok  iedere  omwente- 
ling van  bet  rad  aandoldde.  Andere  toestellen 
van  dieg  lard  ^n  wteevooden  door  Smwew, 
fietpnier,  ZAtmt  ens.  De  nodometer  van  RohüM, 
waarran  Dslw  neb  op  >gn  reisen  bediende,  be- 
staat uit  een  cyHiider  met  een  laderwerk  en  eeni- 
ge  wgseia  en  wgierborden  en  wordt  met  riemen 
toaKben  2  rad^iaken  vastgebonden,  nadat  men 
al  de  wgaeri  op  O  geiet  beeft.  Hen  beeft  t«nQ- 
woordig  tn  de  groirten  steden  bodomsteM  (bier 
Umtmettr»  Kebeeten)  aangebracht  aaa  faonrrntni- 
eett,  om  de  len<te  t«  beulen  van  den  weg,  doia 
den  koetaier  auelegd.  Bg  rgwiden  kwaaien  ig 
(eyehwMttTM  gefieeten)  bet  eent  w  1886  in  Ooa- 
tenrf^  bg  de  militaire  wielrf}dsts  in  gebnift. 

Em  met  den  bodootetei  ov«reeBtt<mmend  toe- 
stel ie  de  iduedeteller  of  ftdomeUr  (sie  aMaai), 
dat  dikwgli  in  uknuweinotmaat  in  des  handel 
komt. 

B»ad  ia  in  bet  algemeen  de  naam  van  bet 
boofdddttel,  hetwelk  mannmk  en  vrouwen  «- 
bnukeo,  wanneer  ig  uitgaan.  Tot  het  vervaaroi- 
gen  van  manshoeden  worden  versehillende  stol- 
len gebruikt.  Van  haai  en  wol  maakt  men  vilten 
en  van  igde  de  leer  algemeene  igden  hoeden, 
terwnl  «troo  van  tarwe  en  rqet  de  prondttof  voor 
stiooboeden  of^leveii.  Tot  het  maken  van  vron- 
wedweden  beiisde  tnen  vro^^  bjjaa  aitaMtead 
stroo,  tiiana  e^ter  gewooolgk  qide,  finwed  at 
detgelgke  stoffen. 

£l«  gewoonte  om  bet  bootd  ta  bedekken  is 
leer  oud.  Bg  de  QriAen  eehtet  bestond  iQ  ■!• 
leen  bg  liAta  en  bü  lieden  nit  de  lagere  volka- 
klasaen,  en  hun  boofddekael,  met  mtaonderin^ 
van  den  Tbessali*d»n  viltot  hoed  det  onmmdi- 
ge  jongelingen,  dien  ig  droegen  om  bet  hoofd  te- 
gen den  KQDe^oed  ta  beveiligen,  geleek  leec 
weinig  op  bet  onae.  Alleen  irp  reit,  hi  den  oorlog 
ÏKbt  gebruikten  ot^  de  vrgen  een  hoeo. 
gebruikten  ronde  of  pnntige  hoe- 
den «g  tenonwipalen,  godadienatiM  plerati^w- 
den  ani.,  loodat  de  hoed  weldra  bet  linnebêeld 
der  vrirbeid  «etd  en  ook  de  alaven,  wanneer  t^ 
vrfigdaten  werd^  een  hoed  ontvingen.  Na  bet 
veimooideD  van  Oaesnr  weid  een  hoed  tnaseben 
2  iwaarden,  ak  het  teeken  der  vrgheid,  09  da 
oranten  geplaatat,  en  ome  Nedetlandeehe  mun- 
ten uit  den  tgd  der  Repabliek  vertoonden  de  Ne- 
derlandache  Maagd,  gewapend  met  de  m<«  een 
hoed  gekroonde  speet  en  steunende  op  den  Bgbel 
met  bet  randaehriit:  ,SMne  tnemar,  hae  nitimor" 
ol  „Deie  (De  vrgbeid)  beeebennen  wg,  op  deien 
(den  Bgbel)  ateanen  wn".  Algemeen  werd  de  ge- 
woonte om  boeden  te  mgen  Djj  de  Romeinen  na 
den  dood  van  ifero.  In  Middel-Enropa  kwamen 
de  hoeden  eent  in  de  10de  eeuw;  in  1360  waren 
er  hoedenmakeia  te  Neurenberg  en  wat  later 
vindt  men  hen  vermeld  in  Frankrgk.  In  Duiteeh- 


m 


D,o,l,zedb,GoOgle 


land,  de  ll«derlftadea  tn  ZvilMrlukd  droeg  nKn 
in  de  t6d«  eeaw  lioog«,  spits  tocJoopende  nofrden 
met  een  breeden  nind.  In  Frat^iuk.  wa&r  om- 
streeks dieo  tjjd  dooF  de  saoiienlt^eD  algemeeD 
hoeden  geéjemD  werden,  begon  men  in  de  dogen 
*ui  Hendrik  IV  den  nnd  aan  de  eene  z^de  op  te 
Bban.  Toen  men  dsarna  onder  Lodeaük  XtV 
drie  lüden  opsloeg,  ontstonden  de  driekante  hoe- 
den of  Bteken,  die  ongeveei  een  eeuir  in  iwang 
Ueven.  In  Engeland  gebruikte  men  het  eent  tue- 
seben  1780  en  1790  de  bedendaaKScbe  cjlindei- 
boeden.  Inmiddels  had  men  in  179(1  in  Franki^ 
diM^ante  hoeden  mét  Teit»Knd  breede  randen. 


Toor  den  cjlinderhoed  wgken. 

Ueemalen-wM  de  gedaante  en  de  klenr  van 
den  hoed  het  kenmerk  Tan  staatkandiffe  partgen. 
Reed*  TOor  iStë  werd  in  DuitMhUnd  de  witte 
TiHen  hoed  ol  flambard  beaebonwd  ate  een  toe- 
ken Tan  democratische  geiindbedes,  en  4b  Hee- 
kerhoeden,  witte  hoeden  met  een  breeden  rand  en 
een  kleinen  ronden  ol  apiteen  bol,  brMfaten  in 
1840  hnn  dragers  in  <te  lunden  der  p<ditie. 

Oevijdê  hoeden,  door  den  paos  in  den  kerst- 
lutebt  geiend,  werden  Troegei  ten  geschenke 
seiondai  aan  Toraten  en  veldbeeren,  die  lich  rer- 
dienatelQk  hadden  gernuAt  jegena  de  R.-Katho- 
li^e  Kerk.  De  laatste,  die  imk  een  hoed  ont- 
finx.  WM  geneiaaJ  Daun  ns  den  slig  bg  Hoch- 
kireh. 

Bankroetiera  werden  Troeger  in  Frankrök  met 
groene  en  in  Duiteehland  met  gele  hoeden  te 

Jronk  gesteld,  en  in  Spanje  en  eldere  moeaten 
e  laraSlieten  gele  faoeoen  dragen. 

In  de  wapenKunde  Teivan^  bg  sommige  i  _ 
reldl^e  en  geeatelgke  waanhgbeioibekleeaerB  de 
hoed  de  pluts  van  den  belm  of  van  de  kroon. 

Bg  den  R. -Katholieken  elenu  dragen  de  pro- 
tonotarü  van  de  panselyke  curie  iwarte  hoeden 
met  S  kwasten,  de  kardinalen  loode  hoeden  met 
\5,  de  aartsbiwchoppen  met  10,  de  bieeelH^tea 
met  6  en  de  abten  met  8  kwasten. 

Bg  weretdlgke  beeren  ie  de  twr«(eiiAoe((  in 
Ewang,  het  midden  houdende  tasscben  de  graven- 
kroon  en  de  vorstenkroon,  waarop  lieb  eienwel 
•lechts  enkelrondige  epMigeii  verheffen,  waar- 
tnueben  li^  een  muts  van  rood  tlaweel  bevindt, 
(Ue  ook  wel  met  bennelgn  omioonid  is.  De  kenr- 
voratelgke  hoed,  vroeger  het  teeken  der  Dnitadie 
kenrvonten,  ondeniAiieiden  lieh  van  den  nriten- 
hoed  door  de  afwezigheid  van  metalen  qtangen. 

Ho0d  In  de  waoenknnde  wordt  TOMgeeteld 
door  een  hoofddekaél  met  een  boog  opgeslagen, 
naar  achteren  afhangend»)  nnd  en  een'feoogen, 
spitsen  bol.  Zie  ook  Jod*nkot4. 

HoMlam&ksT,  Phüippiu  Jaeobtu,  een  Ne- 
derlandsch  Pro(e«tant«eh  godgdeerde,  werd  den 
IMen  Jnli  1839  te  utrecht  geboren,  verliet  met 
ign  ouders  in  1851  Nederbuid  en  vertoefde  in 
Mnerika,  waar  hg  o.  a.  in  aanraking  kwam  met 
B.  W.  EmerêOH  en  het  werk  der  Zondagssdiolen. 
In  1862  teruggekeerd,  promoveerde  hg  tt  Utrecht 
is  de  godgeleeMhdd,  studeerde  en  evangeUieer- 
de  te  Utrecht  en  werd  in  1867  predikant  bg  de 
Nederlandeeh  Hervormde  gemeente  te  Veenen- 
daal,  vu  1878  tot  1876  te  Rotterdam,  van  1876 
tot  1860  te  Amaterdam.  Na  van  1860  t«t  1886 


hoogleeraar  te  zön  geweest  aan  de  Vrije  Univer- 
aitmt  te  Amsterdam,  was  hg  van  1888  tot  1890 
predikant  te  Ngland  en  van  1890  tot  1909  t« 
Amsterdam,  naar  hg  in  Jnli  vaa  laat«tffenoemd 
jaar  overleed.  Hij  wu  van  1866  tot  1877  redac- 
tenr  van  het  Zondagsbiad  „De  Chiistelöke  Fa- 
miliekring" en  van  1888  tot-1875  van  de  „Vereeni- 
ging  voor  Christelgke  Stemmen".  Hoedamaker 
nas  medet^iLcbter  vui  de  Nederl«tdsebe  ZoD- 
dagBaehoolvereeniging  en  ook  vande  Vereeniging 
voor  Hooger  Onderwgs  Op  Christetvken  grond- 
slag. Zgu  beginselen  kwamen  eejiter  in  strjjd  met 
die  van  het  Kerieljjk  cfloflict  vao  dien  tgd  en  de 
scheiding  dei  dokümtk,  van  welk  verschil  van 
meening  hg  getuigenis  aflegde  in  ign  geschrift 
„Op  het  fon«ttment  der  apostelen  en  profeten", 
hetwelk  hem  noopte  ign  boogleeraarachip  aan  de 
Vrge  Universiteit  neer  te  leggen.  Hg  wai  van 
1888  tot  1897  leider  van  het  weekblad  ,4)e  Ge- 
reformeerde Kerk",  dat  bootdongaan  weid  dw 
Frieeehe  Chris  telt^-Hietorieehen.  Van  1699  tot 
1903  gaf  hg  wederom  een  eigen  tgdachrift  „Bg- 
eengefaraeht"  nil.  Als  geeate^  hoofd  der  Ne- 
dertaodsche  orthodoxie  was  hg  langen  tgd  vooi- 
aitter  der  „Confessioneele  VereMH^ing".  Veler- 
lei werken  en  broehores  ign  van  ign  hand  ver- 
schenen, waarvan  een  lijst  ie  toegevoegd  aan  ign 
biografie  uitgegeven  als  „Gedeucboek  ter  gele- 
genneid  igner  40-jarige  ambtebed'ieniag"  (Lei- 
den 1908).  Van  zgn  geJachriften  mogen  bier  nog 
genoemd  worden:  ,3*sdboek  vow  net  onderwüa 
UD  het  Oude  Testament"  (1874—1885),  „De  Bd- 
belsehe  geeehiedenis  voor  eatechiaatitn"  (1906), 
,3^dboek  van  het  Nieuwe  Testament"  (1^06), 
,J)e  Moeajsehe  oor^rong  van  de  wetten  in  ds 
boeken  Exodus,  Leviticus  en  Nnmeri"  (I8S5). 

HtMdm  «n  Mntawi  ign  de  namen  van 
twee  Zweedsche  [«rtjjen  in  den  loogenaamde 
Innbeideooriog  -(1710—1772).  Boeden  noemde 
»eh  de  anti-Btusiache  partg,  aan  wier  hoofd 
Qi/Uenborg  en  HtMten  stonden,  later  Tcmm  en 
Axtl  Ferttn  Jr.  Hun  tegenstanders  waien  de 
Uvtaen,  onder  teiding  van  Hom.  Öiutaaf  III 
maskt«  er  door  ign  etaatagreep  van  1772  eea 
eind  san.  Zie  venkir  Zweden.  OescAtedenu. 

HiMdkwal  (Chrygaora  Eseh.)  is  de  naam 
van  een  dier,  hetwelk  tot  de  faootdafdeding  der 
NeteldJeren  (Coetenteraten)  en  tot  de  klasse  d« 
Eehte  fcwaUen  (Scjphainedosen)  behoort.  Het 
is  een  leedier,  aan  welks  klokvormige  schgl 
de  naam  van  het  dier  ontleend  is  en  wdke 
een  nuddelljjn  beiit  van  6  cm.  De  boedkwal  on- 
derscheidt 7iah  door  4  vangarmen  londer  inignafk 
jee  om  de  mondopening  en  dooi  24  voeldraden  om 
den  lABd  der  soigf.  De  gewone  hoedkmd  (Ohr. 
hyoKtUa  Bieh.)  vindt  men  in  de  Noordzee  ee 
den  AUaotiaaien  Oceaan, 

Boef.  Hieronder  verctaat  men  den  hoom- 
echoen  met  alle  deelen,  die  dawbinnen  >g&  ge- 
legen. —  Zooals  bekend,  loopen  de  dieren  m  de 
niteinden  hunner  teenen,  terwgl  de  naam  (toef 
eigenlgk  alleen  gebiuikeigk  ia  bg  de  eenfaoevi- 
gen,  (Ke  slechts  Mn  geslacht  vormen:  het  paaid, 
en  3  soorten,  n.I.  paard,  e>el  en  gestreepte  sui- 
den  (lebra,  quagga,  dauw  —  voorkomencfe  in 
Zuid-Afrika).  Bg  de  heikaawers  of  tweehoevig^ 
de  veethoevigen  wordt  in  den  regei  met 
oeven,  doch  v»n  klaswen  geaproken. 


I 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Binsen  d«n  hoornseboen  liggen  het  boelbeen 
(benereDB  een  fclein  liulp-  of  aesambeentje,  het 
i^.D.  Btiaalbeentje)  en  de  «ndnste  heÜt  van  het 
krooDbe«n,  oTeranltanMtide  met  èt  iMtste  twee 
TiDger-  of  teenle^n  bf  den  memeh.  B^alre  dóe 
gier«UDt«dee)«ii  lcom«a  binnen  den  boomecbóen 
Toor  de  uiteinden  van  de  hoefbeenetiekpMS  en 
Tan  de  boefbeenbvigpeee,  alsmede  bet  Tet-  of 
BtraaHinfaen.  dat  tegen  de  achter-Dnderrlakte  de- 
ler bnigpeea  een  beseba-ttendes  en  sebokhreken- 
den  invloed  nitMfent.  Het  geheel  is  omgeTen 
door  de  Toortgeiette  bnid,  die  aui  ha«r  ^^wele 
opperrlajite  tKwrn  vormt  en  teiainen  dra.  noorn- 
senoen  IsTert.  Dat  moet  tnen  lieh  alt  volgt  Toor- 
steïlen.  Bg  den  ktoonrand,  d.  i,  de  bovenrand  Tan 
d«n  bootDteboen,  bondt  de  huid  niet  <^,  doch 
Terandert  alleen  Tan  geaaidbeid.  n.1.  de  gewone 
Imid,  die  haren,  hoomige  opperfanid.  «meer  en 
Eweet  Tonnt,  gaat  OTer  in  de  boefboid,  die  boom 
atwbeidt. 

De  Toornaamste  deelen  van  den  boora«eboen 
zijn:  de  wand  (te  ii«n  Mii  het  diei  op  den  boef 
TWt),  de  lOoI  en  de  etraal  (beide  aan  de  onder- 
vlakte),  Bn  «xeU  en  gestrekte  paarden  zijn  de 
boeveD  ateilei  en  smaller  dan  t)g  gewone  paarden. 
De  hoef  wotdt  verdeeld  in  een  buiten  en  een 
binnenhelft.  en  iedere  helft  in  een  toon-,  zij-,  of 
kwartier-  en  een  Tenen-  of  draeh  f  gedeelte.  De 
onderrand  heet  diaagrand.  De  voorhoel  is  in  den 
tooD  rond,  de  achterhoef  eentgeiins  ^lits.  De 
hooniMboen  groeit  Tegelmatig  Tan  den  kroon- 
nasr  den  draagrand.  In  het  toongedeelte  dontt 
het  ongeveer  een  jaar,  in  het  Terzengedeelte 
ongeveer  4  maanden,  dat  de  jtcoonrand  tot  draag- 
land  ts  geworden.  —  De  wandvlakte  moet  glad 
en  ed^matig  lijn.  de  zool  dtgebold  en  de 
«traal  tui  van  boornetot  en  flink  ontwikkeld. 
Het  dier  mat  op  den  draagrand,  de  witte  lijn 
Tiachte  hoornstot,  ^«  wand  en  zoc4  aan  elkaar 
vefbiadt  «n  .waar  de  boelnüd  de  Jiwels  door 
dient  te  slaan)  den  bortenrand  der  zoM  en  den 
etraal.  Alleen  in  een  losaen  bodem  dtages  alle 
oreiige  deelen  der  ondervfakte  van  den  hoef  wA 
mede.  —  Daar  de  hoeven  den  geboeten  liehaamB- 
laet  moeten  dragen,  ia  ban  vorm  en  de  geaardheid 
der  hoomslof  voor  de  bmikbaarfaeid  van  het 
dier  van  groote  beteekenia.  Vooral  brokkelige  en 
ToHe  boeven  verminderen  «t«ik  de  waarde  tk» 
bet  dier. 


boeven  legen  te  eteik  afslijten,  en  hierdoor  ;qjn. 
ttjk  worden,  te  beschutten,  In  onde  tqden  bèiig- 
de  men  op  natnur-harde  wegen,  lm  bet  maken 
van  lange  tochten,  gevlochten  sandalen  van  tonw 
of  aruler  materiaal.  lAl«r  kwamen  ter  beacbnt- 
ting  van  de  toongededten  kleine  ^leipiaatieB  in 
gehrnik  en  ook  grootere,  die  bqna  de  geheeie  on- 
dervlakte  vao  den  boet  bedekten,  all^o  oo  het 
midden  van  den  straal  een  kleine  (^ning  oeslt- 
tende.  —  In  de  2de  beltt  der  18de  eeow  werden 
de  eerste  veeartsen  ^bolen  opgericht.  Eerst  toen 
w'erd  bet  hoefbeslag  nauwkeuriger  verzorgd,  D« 
bonw  van  den  boef  (cte  aldaar)  werd'ondwzoeht 
en  ook  de'  verrtehtn'ngen  van  den  boet  werden 
meer  bekend. 

Aan  de  bovenvlakte  van  ieder  boetqzer,  dat  een 
tödlang  bq  een  paard  beeft  dienot  gedaan,  kan 


boef  daar  ter  plaatse  afwieaelend  vemaawd  en 
verwijd  ie  geweest,  Deae  afwisselende  vernauwing 
en  ver  wijding,  die  Tooral  oirlstaat  tijdcDs  de  be- 
weging Tan  bet  paard,  door  de  beurtelings  min- 
dere en  meerdere  bcJasting  van  den  boeC  weikt 
bevorderend  op  den  UoMsomloop  en  lüwdoor 
ook  op  de  voeding  van  den  hoef  en  dus  ook  op 
den  groei  van  den  boomaeboen.  Dit  ui  de  reden, 
waarom  bij  de  bevestiging  van  het  gzer  de  achter- 
ste hoefbelft  zoDveej  mogelgk  moet  worden  ont- 
zien. De  beTestiging  vindt  in  den  regel  plaats 
door  nagels,  die  eeret  een  eind  dooi  de  witte  Ijjo 
(lie  onder  „boef')  dienen  te  gaan  en  daarna  dwan 
door  den  boomwand.  Het  buiten  den  wand  uit- 
komende nageleiitde  wordt  omgebogen  en  behal- 
ve het  daardoor  geTormde  naakje,  met  een 
scherp  gebekte  tang  afgeknepen,  DH  baakje  wordt 
„niet  geheeten  en  jiM  tegen  den  wand  gesla- 
gen. Zoo  wordt  bot  ijïer  door  mjddel  van  de  nie- 
ten aan  den  wand  opgehangen.  Het  ipet  ia  fei- 
telyk  een  kunstmatige  draagrand,  Ër  boooen  aller- 
lei beslagvoimen  voor,  ook  van  qzer  in  verbin- 
ding met  touw,  vüt,  kurk,  caoutdioue  en  getah 
pertja,  alle  met  bet  doel  om  uitelgden  te  voor- 
komen, en  het  schokken  in  de  beenen,  bg  het 
neerkomen  der  boeven  op  den  bodem,  te  vennin- 
deren.  Zie  ook  Boef^xir. 

Het  Qtei  dient  passend  voor  den  boel  te  nin 
en  overël  goed  twen  den  boet  te  sluiten.  De 
gzerrand  moet  in  de  toon-  en  zijgedeelten  niet 
noemenswaard  ruimer  z||n  dan  de  boetrand,  dodi 
in  de  verzengedeelten  geleidel)^  een  paai 
millimeter  bniten  den  hoef  komen,  ten  einde  te 
Tooikomen,  dat  bjj  de  belasting  hiervan  de  boef- 
rand  buiten  bet  gier  Ka  geraken.  Dat  buiten 
den  boef  uitstekende  ijzer^edéelte  wordt  het  gar- 
nituur genoemd.  —  Ten  einde  een  goede  üieilig- 
ging  te  verkrijgen,  wordt  eent  de  hoe!  nauwkeu- 
rig besneden,  ftvna  bet  3>n  gcpBet  vb  toi  ^at- 
(e  ondeTgeelageo.  Vooral  het  doelmatig  besng- 
den  is  van  zeer  groot  belang.  Eet  passen  kan 
koud  of  warm  geschieden.  Het  is  hot  beste  om 
bet  ijzer  iwart-warm  te  passen,  ten  eiiMte  kleine 
oneffenlieden  door  iwartUehroeien  aan  te  w^ten 
en  gelqk  te  kunnen  raspen  met  bet  overiger  waar- 
door een  best  aanstdten  van  bet  ijzer  ia  te  ver- 
krijgen. Indien  bet  gser  rood-warm  wordt  ge- 
paft, dao  wordt  ook  een  nauwkeurig  aaMlnlten 
verkregen  doch  tevens  de  hoomielfftandigbeid  t«  ' 
bros  gemaakt,  waardoor  later  licht  brolkelboe- 
ven  ontstaan.  —  Een  degelijke  uitoefening  van 
bet  hoefbesiag  draagt  bg  tot  verbooging  der  gë- 
bniikswaarde,  —  1d  Nederland  worden  oijoaurt- 
siuitend  paarden,  erels  en  muildieren  beslagen 
namelijk  die  welke  op  harde  wegen  dienst  moe- 
ien doen.  Paarden,  die  weinig  i>p  kanstwegen 
hebben  te  loopen,  worden  öt  ntet,  öf  alleen  vöör 
beslagen.  —  In  Limburg  en  Noord-Brabant,  in 
Belgil,  Zuid-Duitschland,  Frankrijk  worden  ook 
vrij  wat  trekoesen  gebezigd  en  deze  dikwerf  van 
klauwbeslag  vooralen,  hetzü  iedere  kUuw  afion- 
derlijk,  betzQ   beide  klanwen    van  een  gemeen- 


gaan  niet  wordt  belemmerd,  hetgeen  wenschelijk 
is  ter  vergrooting  van  het  steDDviak,    Het    ge- 


DigilizedbyGoOglC 


bmik  TM  if .  „nooditaUen"  ten  behoeve  van 
het  betlaan  det  purden,  d^  in  den  laaUtw  ^d 
sterk  ia  Terminderd,  neemt  thun  weer  toe.  Vooi 
den  smid  ii  dit  hnlpmiddel  b^  het  besliuu  een 
besparing  tsd  ubeidakndit 

Hoafblad  (TiuMÜago  h.)  k  de  oakni  tmi  e«t 
pjantengeslseht  uit  de  fsmilie  der  SadmffeaUU- 
hhemigên  fOomforitenJ.  Het  onderselieidt  lich 
door  in  2  kraaMo  geplaatste  caowuidKlblMdjet, 
aan  den  voet  door  seoabben  gesteund,  door  een 


TKD  plantaaidie  voedsel,  dMiom  ign  de  kieseii 
Bteib  ontwikkdd,  terwiil  de  nmtanden  dikw^lt 
ofttèreken  en  davtauehen  en  oen  eeMt«Q  kie* 
een  opening  bigft.  Het  damkanaal  ii  TOraal  bg 
d«  tdtaloitend  plutenetende  aoorten  leet  bn^, 
iets  korter  Iqj  de  oanriTMMi,  terwgl  de  maag  bq 
de  afionderlóke  «oarten  groote  verachten  «et- 
toont.  Over  bet  algemeen  inii  de  talqjke  fami- 
li<n  der  hoefdieren  i«er  afW^end  geboawd.  De 
oodete  boefdieren  (de  Oondf/larthra  uit  Nooid- 
Amerika)  n^ien,  in  tonstelling  met 
de  thans  levende  soorten    met  5  teenen 
den  grond,  daarna  nam  bet  aantal  tee- 


Hoefblad  (TuuOogo  Fmiara). 

bgna  vlakken  blotmbadem  aonder  atiooeebnbben, 
iloor  takyke  Uoerapjesy  door  lintroimiRe,  in 
kruieen  gerangschikte,  vrouwelgke,  Trodilibare 
stiaalbloempjea  en  tinisTormige  weinis  talr^ke 
manljjke,  ODvmeUbare  seligfbloempjes,  door  lang. 
weipige,  rolroode,  KerS>de  tiochtjes,  door  ï^^de- 
aebUffe  vniditplaialiaren,  door  een  met  8chiri>- 
ben  bezetten  «tengel  en  door  gele  bk>en:q>jee.  In 
ons  hnd  groeien:  Klein  Boelblad  (T.  Farfara  L.) 
met  tot  een  wortelroiet  vereenigde  bladeren,  die 
aan  de  «wden^de  wiMHig,  rondachtig,  doch 
aan  den  voet  hartvoimig  ingeaoeden  en  van  een 
nitgesebdnteB  rand  voonieo  ijjD,  terwql  de 
bloemhoofdjes  vAör  en  na  den  bloei  oveibangen 
en  groot  hoefbhd  (PetaêiUê  otfieimdi»  M  neh.) 
met  een  langw«pise  bloeivriiH  en  laogwcrpig- 
bartvormige,  oi^eljjlqji^taDde,  van  onder  laetit 
bsijge  bladeren. 

Koafdlemi  (Ungulala),  een  gra«^  der  loog- 
dieren,  cnvatte  vromer  aUe  lot^dieres,  vier 
teenen  met  hoeven  omgeven  tan,  dns  d«  Mn- 
hoevigen,  tweeboevigen  en  veeËoevigeQ;  tiianc 
echter  worden  de  otifaaten  (ah  slnrfdieren}  en 
de  klipdassen  ais  bgiondere  oidea  bescbonwd, 
en  worden  de  overig  vertegenwoordigers  in 
meerdere  orden  gMphtst.  De  teenen  der  hoef- 
dieren zQn  met  hoeven  bedekt.  Het  sleutel- 
been ontbreekt.  Het  gebit  Seat  tot  het  kanwen 


(soms  in  verbinding  met  den  4den)  het 
geval  is.  £r  t|jn  ongeveer  60  groepen 
met  260  soorten.  Van  nitgestorven  eoor- 
ten  vindt  men,  met  name  in  Amerika, 
nog  steeds  leer  afwekende  vormen.  Ifen 
leidt  de  hoefdieren  van  de  Comtj/lartha 
at.  Een  leer  on  de,  geheel  nitgestorven 
gro^  ign  ook  de  ambt^ioda  nit  bet 
eoeeen  met  vjjt  teenen  en  een  volledig 
gebit;  waartoe  behoorden  o.  a.  de  reus- 
achtige dinoceraten. 

Ho«fslav  noemt  men  het  vak  van 
een  dük,  dat  aan  elk  onderhoQdqtliehtige 
van  ^en  djjk  is  to^ewexen;  poarteTS. 
corporatün  ens.  konden  vroeeer  ook  tot 
de  onderhondsplicbtigen  bniooren  en 
ontvingen  dan  elk  bun  hoefslag.  De 
hodslagen  waren  dan  ook  van  leei  vei- 
■ehillende  grootte,  naar  gelang  van  de 
grootte  dei  landerijen,  die  er  mede  „be- 
smet" waren. 

Hoafimldaobolaii.  De  opleiding 
aanstaande    hoefsmeden    voor    hM 


verbonden  met  de  BöeehooL  Een  militaire 
boefemidMbool  i<  er  reeds  sedert  1841,  in  1842 
verbonden  aan  de  Koninkljike  Hiliture  Aeadense 
te  Breda;  in  1602  weid  de  Hüitaire  Bnaebool  met 
de  boefsmidsebool  overgeplaatst  van  Breda  naar 
Venlo  en  sedert  SC  October  1886  naar  Amer» 
loort.  De  militairen,  die  als  leerling  wordtt  toe- 
gelaten, moeten  eenige  bedrevenbeid  be^Hea  ia 
net  smeden  van  ijzers;  de  opleidingstijd  danrt  1*/t 
k  2  jaren.  —  Sedert  1885  is  men  begOBoen  aan- 
itaande  bnrgertmeden  gelegenheid  te  geven  eeni- 
ge opleiiUng  ia  bet  ho^smidivak  te  vMki^gen, 
vooral  te  Amersfoort.  In  1888  is  in  Oroningen 
door  de  veeartsen  IFtersiMt  ea  fleidesu  een  par- 
tiealieM  leenroederg  opgeriebt;  in  1891  üjn  aai 
de  hodaatederg  van  's  Bgks  Teeartaengscuool  U 
Utrecht  «en  paai  plaatsan  «tengesteld,  aan  w«lke 
iqdeidiiignbMitseD  voor  towting  een  beboorlgke 
toorbereidiDg  wonk  geStsebt  en  een  veiblüt  van 
oiweveet  6  maaaden.  Verder  ign  er  tal  van  ge- 
snDsidieerde  cnmesen  in  boelbeslag,  waarvao  de 
eerste  in  1865  te  Hurlem  werd  opf^^ïcht  In  de 
meeste  andere  provineiin  vond  het  voorbeeld  na- 
volging en  in  1916  tgn  er  oogereer  800  nlke 
eursnaeen  gebonden.  Aanvankugk  werden  er 
decbts  5  theoretische  lessen  van  2  our  en  10 
praetisehe  lessen,  ieder  van  4  nnt  gegeven;  thans 
twee  halfjaarlgkacbe  enrsossen,  elk  v         -    '  - 


DigilizedbyGoOglC 


16  thNtetwelH  kuen  vao  t  i  2  nren  en  TU  16 
pnulüebe  Immii  tui  3  4  4  niea.  De'  lesMnngt- 
robudi*  bedrMgt  Uitui  8000  gM.  per  JMr,  ler- 
«qt  in  1908  nnwcge  de  OddendKhergMdKke 
liutBeluppjj  TM  Ltndboaw  «en  Mhool  toot  t*a- 
stHDde  bnigwboelMnedeii  wevd  geboawd  te  Tiel, 
w«Ik«  na  ean  fr-jsrig  beefauui  ra  mabmta.  Ook 
de  AlgemeuM  NederkadKbe  mebAdndbond 
begint  lieh  met  het  ondetdcbt  in  Iweftwirfig  te 
■      '    '       Mbodeo,  aj!f. 


mige  ))eilagmatbodeB, 


die  met  Uk<»enea,  wo  nideeUg  tqn  voor  «  w«- 

rn.  De  Bond  liet  duutun  ht  1918  den  beer  H. 
C.  «au  I«nI,  ood-direeteat  der  Hothoud»- 
Mhool  te  Tiel,  eea  reek*  TtMrdnebten  hooden, 
ten  einde  bedoeld  kwnd  te  bettrqden.  —  De 
meeet  brtende  boelMiMdadiden  in  net  faoitenluid 
ign  die  te  Dieeden  en  S«nni,  tenrvl  die  ia 
BtwmI  toot  bargeiboelimeden  meer  e*  men 
Tu  beteeliesiê  wordt.  —  Te  OioDiaffeD  woidt 
•edert  1886  «en  geUliKtioeid  mMUMlbkd  ,J)e 
Hoefnüd"  ni^eMTOL 

Hsdtlaar.  Ia  oTereenetemming  met  den 
hoetTonn  ie  een  vowqmt  meer  rond  in  d«n  toon, 
een  adtlei^iei  meer  qriti.  De  nigelgaten  littes 
sleebt<  «ewig  Terder  uur  de  venesMitden  den 
de  helft  TU  het  gier.  Hun  untal  hiiilutul,  4l 
DMT  de  grootte  en  de  twMkrt«  tui  bet  fjier  5  tot 
9,  terwgl  de  nageli  pr«eie*  in  de  gaten  mo«ten 
pMMn,  otn  een  tsbIc  ÜgrinK  vu»  het  ümt  te 
MTorderen.  Aau  het  ^r  Iteelt  men  «en  ooiteo- 
en  een  binnentak  (<1«  eer«t«  i«t<  meer  gebogen 
dan  de  UaUte),  «en  boven-  «f  hoef-  en  «en  oDoer- 
of  fTondTliUa.  In  deie  laat«t«  wordt  meeital 
eeo  orerUagMha  denf,  eei>  t.g.n.  ritt,  tot  op  het 
'/i  der  gieidtkt«  ingeilig«iL  lomi  niet.  De  eer- 
■t«  ign  aangegeTen  door  Engekehe  boetbeilag- 
kan^gefl  en  heeten  bietuuw  Eogelteh  beilag  of 
ritagieii,  d<  andere  Franeehe  of  giers  met 
■UmfHUgalgaten.  Bdde  Tormen  kannen  leei  goed 
qjn.  De  til«gieia  vinden  meer  en  nkeer  toqtaa- 
nng.  Hierbq  staan  de  paarden  ieie  Tutei  en 
worden  minder  gwnaUelgk  ernctiBe  baten  bg 
bet  ÏDilaan   der  nagdgaten  g«maMt.  —  Sobh 

ord«n  aan  de  Teraeneindea  de  giertakken  i«ti 
hier  tot  de   doliMe   «fcle   g«- 


omgealasen   i 
bracht  Hen 


bracht 

Som*  wordt   (behalve  2  kL __. 

midden  van  het  toongedeelte  een  «ren  ateike  ver- 
dikking, dikwerf  van  itaal,  aangebracht,  welke 
dan  „atoot"  genocond  wordt.  Eet  gMT  met  >toot 
■tootiiieT  MDoemd,  wordt,  vooral  in  Nedwland 
en  DnitMtiland,  bn  «IweiapaMiden  gebeiigd. 
H«t  gebmik  Tan  „ahehte"  girai  ia  eveawd  too- 
nenMÜde,  dat  vaa  kalkoen-  en  etootQtaa  afne- 
mende. Toor  iJw^kende  hoafvmmea  beataan  ved 
bjJMndere  aoorten  hoefijwia.  Het  bet  oog  «p 
gebrek  aaa  arbeidAradtten  in  bet  boefmid*- 
vak  worden  meer  en  meet  boe^iert  madriaial 
verTaardigd,  hetgeen  jammer  is  voor  de  ontwik- 
keling van  de  aaoetande  hoelimedea  in  nke 
het  verkrggen  van  de  geweoMMe  handIgJMid  in 
bet  maken  van  boetgiera  en  ook  toot  een  ileeda 
goed  paatend  beelag. 

Bg  winterdag  wordt  t(«en  uitgleden  gebnrik 
gemaakt  van  aeherp  heabff:  ganageh  „vaat" 
Kharp  of  ,3m"  «ebe^  in  tu  tm  mleenloopende 
eoortes. 


HtMTll,  de  boirfdatad  van  bet  gdgknamige 
diatriet  (8167  T^m.  met  1  049382  inwMMre)  In 
de  BrttMh-Indiaehe  ptortaeie  Bengalen,  Hgt  aan 
^n  TcchterocTer  tu  den  Boufi  (een  ann  van 
den  Oangea)  en  au  de  epootUlB  Caleatta— lUa- 
babad  en  tdt  (1901)  29888  inwonerB.  De  >tad 
w«rd  in  1537  door  de  PortngeeMn  geatiebt,  in 
1631  door  qah  JhjiluM  en  in  1640  door  de  Eo- 
gdMben  beset,  die  in  1686—1690  daamit  ver- 
dxeren  werden.  De  wgk  TqiMoerab  i«  een  atieh- 
ting  der  Mederlandtra. 

Boel,  een  atad  in  de  Be^glacbe  provincie 
Luik.  Zie  ffmr. 

BiMk  o(  Viêekhoek.  Zie  Vmkl^gn. 

Ho»k  noemt  men  in  de  meelknnde  het  deel 
van  «en  plat  vlak,  gelegen  tweeben  2  tedtte  l^- 
gden.  « 


S"  s.  of  in  de  ht^Tormiee 
I  Tan  bet  bdoppervfaA, 


nen,  die  elkuder  « 


gdegen  tweeben  2  dkasder  «iQdeiMie  groote 
cirkel*.  De  IffiMn  dragen  den  naam  thi  becMN, 
en  au  het  lagpnnt  geeft  mot  dien  van  Aoek- 
funL  De  boek  tamehen  2  teehte  l|Dea  werdt 
gemeten  door  den  boog  Tan  een  drkel,  wiana 
middelpant  met  het  boekpnnt  eamenTatt.  Telt 
die  boog  90*,  dan  ii  de  boek  rtAl,  t«lt  hB  era 
kleiner  aantal  graden,  du  ii  bq  tekerp,  tJt  hf| 
er  meer,  daa  is  bjj  «tonp.  Een  boek  na  180* 
noemt  men  een  wtrakU»  hoak;  ren  bock,  lÜe 
grootei  ia  dan  180*  beet  oMr^ettreJIit.  Wanneer 
men  een  hoek  door  middd  lan  8  Mten  lan- 
wqet,  moet  de  ntiddeWe  die  vu  bet  boekpont 
ijjn.  De  bohormi^  boek  wordt  in  md  Tlakkea 
veranderd  door  ut  het  ootmoeting^mnt  der  bei- 
de groote  èirkeU  raiklgnea  aan  oeie  te  treken. 
Honk,  een  gemeente  in  de  previneïe  Zeeland 
in  Zeenwech- Vlaanderen  gelegen,  8864  Hj^.  groet 
met  (1915)  2764  inwoBera,  wordt  in  het  N.  door 
de  Host,  in  het  W.  en  Z.W.  door  den  Btaakmu 
en  Terder  door  de  gemeente  Tcraen«n  beereDed. 
Zg  beetaat  nit  TTnebtbare  Ueigieoden,  dM  door 


levert 


t: 


De 
oogften.  Behalve  bet  dotp  Hoek  be- 


geetiebt,  bêiit  eo)  Herronnde  kerk. 

Boak,  PomIm  Perowute  Cah,  in  looi  w 
Giethoorn  gebonn,  itodeerde  te  Lelden  in  de 
wia-  en  natnurknade  en  promoveerde  aUur  in 
1675  op  bet  proefeehritt:  „EereU  bti<kage  tot 
een  nuwkenriger  kennta  der  leaBUe  Cirripediln", 
Vu  1874  tot  1880  wa>  hjj  amatent  au  het 
■oStomiaeh  laboratoiiiun  te  Leiden,  van  1878 
tot  1880  toTeni  leeraar  au  het  gjmnaainm  u 
de  hoooer*  bntgeiaebool  aldaar.  In  laatatge> 
noemd  jaar  werd  hS  benoemd  tot  adrieenr  in 
vincbat^mken;  tot  1802  «na  hji  tevena  dirae- 
tenr  vu  bet  ZoSlogiadi  etation  te  Den  HeUet. 
In  Oetober  1902  veMÏgde  bQ  litli  te  Eopenbagea 
en  Termlde  daar  het  unbt  tu  Seeretaria.OeBe- 
raal  Tan  den  Internationalen  Raad  Toor  het  On- 
denoek  der  Zee.  In  1907  keerde  hg  naai  Neder> 
land  terof  en  ma  daH  tot  1912 
adviaent  in  TJaMharfl laken,  daarna 


•ehergondenoek  weAaaam.  S.  _ 

tevesa  gev<rfm«ebtigde  vtdmna  art  X  d«  dra 
SOeten  Jnni    1885   te   Bengn  gealoten  ovween- 


DigilizedbyGoOglC 


HOEK-^OEKSTRA. 


konwt  tot  ttgetiag  van  d«  ibknTiBMhenj  in  bet 
■tnwiiigd>ied  tu  ita  Bjja.  Hq  wm  o.k.  lid  mt 
d«  iKoD.  Akademie  tid  WrieniehanpMi.  Zgu 
Toonwüntto  c«*e)tri(t«n  i)ii>:  fDe  CiiripediBii 
en  IViWfonkjén  der  Ch»Uinger-Ei:p«ditie''(ie81 
— 1w4),  „Banpwt  over  de  viaedierq  in  de  ZnJ- 
deiMc"  (1890),  „De  ulm  ofi  «ote  ritJeren.  Voor- 
dracht"  (1891),  iJfededeeki^n  orer  nNcbcrg. 
HmoAIwI"  (I8M  T.T.),  „Rapport  over  etatiflebe 
en  biologiMbe  ondmMkingeD  met  behulp  vm  in 
NoderUöd  gevuieen  ztlmeD"  (18M)  .Jfenere 
ÏMibê-  nnd  IfAtluchitiidieii"  (1609),  „Rapport 
OTGT  de  ooFiaken  tui  den  kchteruttgaiiiff  in  W~ 
danigheid  vut  de  ZeenvBcbe  oeetei"  (idos^  ,4^ 
Chf^ideB"  (1911—1913)  en  „Rapport  otn  de 
fiebekkUetenTiBeebeiij  en  de  Schelpdierentedt  in 
de  Noordetl^e  Zuidenee"  (191]}.  Voorte  wm 
Bode  gedarende  langen  t^d  Beeietaria,  later  to4m- 
■ittet  der  „NedetbodMbe  DieiïniMlJge  Vereen!- 
ging"  en  mederedaetenr  van  bel  TödtefariH  dier 
vereen  iging. 

Hoakor  noemt  men  een  TtMhMhuit.  wurop 
men  met  boekwant  Tiscbt,  ook  een  Bchoit,  die 
op  znlk  een  Toartoig  gelgkt  en  febraikt  wordt 
voor  goederenvervoer. 

BtMklv  *ordt  in  de  wawnknnde  een  fignar 
gmoemd,   met   moer   Ata   drie   gnwle,    «eherpe 

Koehman  noemt  men  ter  beurze  de  persoon, 
die  ateede  in  beti^de  fondu  handelt  en  tot  wien 
Coauniaaionaiia  lich  vervo^^n  bg  koop  of  ver- 
koop vu  dat  bepaalde  fondt^ 

Rosksolwii  «n  KKbalJaawvotiei]  iqn  d« 
namen  van  2  staal  Bpartijen,  die  fndurende  dé 
tweede  helft  der  14de  en  de  G^heele  I5de  eenw 
HoJIand  hebben  geteisterd.  Het  wu  een  itrqd 
tDtBchen  adeUgke  famiKSn  onderling,  tuMchen 
den  adel  en  de  bnrgerü,  tnmchen  de  vermogende 
kooplieden  in  de  steden  en  de  lagere  volkiklawe. 
tn«Hchen  de  legeerende  (Teshebten  en  de  gilden, 
een  strnd,  die  niet  specifiek  Holbrndaeh  wa».  In 
ondeTseheiden  etr^en  vn  E«n^  «■  ww  Und 
■tonden  reeda  lang  twee  pBrtgen  gewapend  te- 
genover rikaader,  die  men  aÜM  de  bindende 
en  de  naar  verandering,  verbetering,  strevende 
tou  konnen  aanduMlen  en  waarin  de  boerenvttod 

Kntende^a  aan  de  t^e  der  edelen  medeetreed, 
naaife  aanleiding  tAt  bet  aitbrdcen  van  den 
burgeroorlog  in  H<dlBnd  was  een  twist  over  bet 
(echt  op  de  grafetijke  waardigheid  al*  leen.  Toen 
graat  WiUem  W  in  1845  in  een  ilag  tegen  de 
Frleien  gevaüen  was,  mnder  wettige  nak»wielïQg- 
aebap  na  te  laten,  lag  ign  iusler  Margaretha  lich 
door  haar  gemad,  keizer  Lodtvr^k  van  Beieren. 
met  bet  graafschap  HoUand  beleend.  Deie  vronw 
echter,  boe  kloekmoedig  ook,  kon  baar  geiag  af> 
den  duar  niet  handhaven  in  ^t  graafscnap, 
hetwelk  door  H^nilden  nitgepnt.  vol  gietüi^eii 
oproer  was.  ah  gevolg  vao  de  wgse,  waarop  WU- 
fem  IV  (^  aktaar)  het  beatnnr  ffevoerd  bad.  en 
dat  door  Engeland  bedreigd  werd,  Oók  heersehte 
er  rerdeelitteid  omtrent  de  vraag  of  Httiand 
een  twaard-  dkn  wet  een  spilleleen  wa«  en  be- 
ftooden  in  vele  steden  parrtgen,  die  van  het  be- 
stanr  eener  vroaw  weinig  h«l  verwachtten.  Jfor- 
garelha  keerde  weldra  naar  Daitsebland  temg. 
na  ha»T  tweeden  loon,  ITilIem,  onder  den  titel 
„verbeider"  tot  itadbotider  te  hebben  doen  be- 


noemen, (teder  dient  iwak  beitnar  werd  de  ver- 
wan4ng  nog  grooter  en  toea  de  keiier  sti«rt, 
atond  Margaretka  m  1S40  haar  bewind  in  Hol- 
land en  Zeeland  aan  baar  ioob  ITiZlem  at,  ter- 
wiil  ig  HeM^aw«n  behield  en  tevens  een  gelde- 
)jjk«  aehadeIoo«8t«Uing  bedong.  Wiüem  editet 
betMlde  deie  laatste  niet,  bewerende,  dat  1^,  als 
won  de«  keiKTtJ^  de  gimleljike  waardi^teid  niet 
ontleende  aan  «^n  moeder,  maar  san  de  keiMTS- 


kroon,  «aanui,  na  haren  ahtand,  de  graalnbap- 
pen  waren  vervallen.  Op  raad  van  nunoegde  ede- 
len, die  door  Willem  uLt  bet  beatnnr  wami  ver- 


wijderd, omdat  ZH  tot  de  «ADhugeis  beboordn 
van  Margaretha,  Lerrie^  deie  hareo  afataw^  op 
grond  dat  haar  loon  met  ma  de  gestelde  voor- 
waarden voldeed  (1350).  Vde  steden  en  een^ 
edelen  koien  de  partg  van  Willem,  en  de  twiat 
tasseben  moeder  en  Mwn  ontaardde,  na  eeo  piM 
mialnkte  pogingen  tot  veraoening  te  Qnsanoj  en 
Oeertmidenberg,  in  een  laagdorigeD  bnrgeroar- 
kg.  Het  «enige  ^oede,  dat  er  ait  voortvlonde, 
was  de  venwakking  vui  den  beenefatnebtigen 
adel,  loodat  de  bnrgerstand  gelegenheid  vond 
om  lieh  te  ontwiUelen.  De  aainangera  van  Wü- 
lem  droegen  griize  mntsen,  vertegenwoordigd» 
de  liberale  partQ  en  noemden  lich  Kabeljomi- 
•efien  naar  de  gioote  viMcben,  die  de  kleinwre 

Semakkelijk  verslindHi,  terwjjl  de  vrienden  van 
'argaretlia  lieh  met  roode  mnteen  dekten,  de 
behondende  beginselen  loehten  te  handhaven  en 
■ich  Hoektehen  noemden  naar  het  viariitotg,  waar- 
mede de  kabeljauwen  gevangen  worden.  Volgena 
een  andere  lezing  aon  de  naam  KabeljanwtcheB 
ontleend  Ega  aan  het  lichtblauwe  schubben  ver- 
toooende  Beienche  wapen.  Zie  verder  Margare- 
tha van  Benegouveit. 

Moékmékm  Wamrd  ii  een  der  Znid-Hol- 
landsehe  deltaeUanden.  ingeslotwa  door  bet  Eti- 
hndseb  Dim,  hel  Vuile  «at,  het  Haringvliet, 
Spni,  Oude  Haas  «i  Dordsehe  Kil.  Het  eiland  be- 
skat  een  oppervkkte  van  290  v.  km.  en  beait 
een  vruchtbaren  Ueibodem,  die  voor  laadbonw 
gebmikt  wordt  (tarwe,  viaa,  snikuibMuB,  kool- 
zaad eni,).  Het  bevat  de  gemeenten  Oad-Beiw- 
land.  Nienw -Beierland,  Piershil,  Nnmaiwdorp, 
Strjjen.  's-Gravendeel,  Puïtenhoek,  Heinenoord, 
Wegtmaaa  en  Maasdêoi.  bet  grootste  deel  van 
Zuid -Beierland  en  van  Óoudswaaid  en  een  kjein 
deel  van  Dubbeldam. 

HoAkvtoMi  is  een  steen  in  den  boek  van  em 
gebouw  of  een  deel  ervan,  aang«braebt  tot  stenn. 
Verder  wowtt  het  woord  veel  in  overdrachteHJ- 
ken  lin  gebrttikt. 

Hoekstra,  Albert  ten  Broeefce,  een  Noder- 
hndeeh  letterkundige,  in  1765  uit  een  oaniien- 
J^  geslacht  in  Friesland  geboren,  1^^  lieh  toe 
op  de  (Tode  letteren,  bekleedde  de  betrekking  vaa 
grietman,  doch  verioor  in  1795  *Qn  smbt,  ter- 
wijl hg  inch  tevens  genoodzaakt  zag  het  land  te 
verlaten.  Nu  wjjdde  ng  zicb  geheel  en  al  aan  de 
beoefening  der  letteren  en  bepaalde  zich  boofd- 
zakelgk  bjj  de  Priescbe  taal  Om  hierin  door  te 
dringen,  vervaardigde  hg  nitetrektele  uit  alle  over- 
blQfsekn  van  bat  Hesogoüsch,  Angelsaksisch, 
ond-DnJtscb.  ood-Nederlandseh  en  ood-Fiiesch, 
welke  hg  kon  machtig  worden.  Nadat  bü  jferoi- 
men  tj^  te  Haarlem  gewoond  had,  wilde  hg  zgn 
kostbaren   voorraad  oieoatbaar  maken  aan  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOMSTRA— SOBK  VAN  BOIJ.AND. 


mniwe  oitgAT»  der  gwËehtes  tui  Gftbarl  7a- 
pikt,  «beh  het  NederiukdadK  (nbliek  betmnd* 
geea  dwlBcmJng  genoeg  om  het  plui  te  Toboe- 
ren.  De  duio,  dwx  hem  op  tuttauUf  g«bled 
verworren,  wu  ooruik,  dat  hg  wddn  aen  leer- 
stoel Toor  NederkndMlie  tmW  m  kÜnfaiMle  ua 
ife  boogmdiool  t«  LeDven  uataaKlde,  doch  <ta«r 
hij  weinig  mefaiUbeid  hnd  tooi  onderww,  legtle 
bq  w«l<ka  dia  betrekUw  nedu'  tm  fertigde  hQ 
lich  te  Amiteidaiii,  «mu  lm  «pgenoDMn  weti  on- 
der de  leden  der  tweede  kuMe  nn  ket  EooiDk' 
i^  NederluHbeh  iMtitoi^  Au  da»  iBeteUBg 
lorerde  lijj  i^^  „^>eefma  etjnMlogpd  pliBoeo- 
phi"  neac  unleidiDg  eener  ^ngtliAritln  «ut- 
BchrfiiiK  nn  „Geneefe",  door  den  Eneeheben 
moiüik  üOÊdmo»  ia  de  7de  eenw  opgeeteld.  Ver- 
der werd  hem  dtxn  de  regeering  opgedngen,  de 
Dverblötaelen  oum  onde  tael  en  letteitnnde  tut 
de  IBde  en  14de  eevw  op  te  mren  en  voor  de 
pen  tD  genedfaeid  te  breiwen.  lo  b«t  ndbrogeit 
Tu  deie  tuh  werd  hSi  verEiitdeid  dooi  den  dm, 
Dp  den  27aten  Avgütni  1629.  Uea  beoft  nog 
vui  hem :  „NwltMttid  vu  da  tadkennia  dar  HM- 


dooT  hen  opmtteVl,  bemi 
dar  Leidaehe  mnatirhappji 

Hoakstra.,  FrMrk, 
leerde,  in  1766  geboreiL, 

der  DoKMKxiMn  gemeente  te  HuUogen  ea  otw- 
leed  in  1^.  Vu  tijft  gntitriften  TanwAden  wq: 
„Qodadienitige  vertomn"  (WOU),  „Vragen  en 
utwootden  over  den  OodaAenat''  (1806),  „Eer- 
kriqke  redarowingen  M  gewone  «■  buitengewo- 
ne gekmnbeden"  (181fi),  „De  geadiiedoi^  tu 
Jena"  (ISIfi),  „De  ceaobiedeniB  der  Apoatdes" 
(leiS),  „De  gdqkeniaaea  tu  Jsnw"  (1821)  en 
„Eeitst^e  lödeToeringen"  (1867),  na  ign  dood 
nitg«geTeii. 

Boekstim,  Sylae,  «en  Nederlsndach  godge- 
leerde^ den  aOaten  Angnatw  1823  te  Wieringei- 


Doi^wgeinden  en  toTena  aan  het  AtbenMam  te 
Anatordui.  Na  bet  Tolmndigen  i&mi  atndila 
werd  hg  in  1648  beroepen  tet  pr«]!kut  ie  Ak- 
kram,  in  1862  te  Rottesdui  en  in  1867,  na  het 
aftreden  tu  jlrofeaaor  Muthr,  tot  boc^eeraai 
M4  boTGnTenneld  aenunarinm,  liamede  bq  d« 
■tiehttiig  der  gemeentdöke  «DtTeniMt  te  An- 
tteidam  (1877)  tot  hooeleeiur  aan  deae  ii»ieh- 
ting  Tu  onderwqa.  Beide  betrekkingen  legde  hfi 
in  ISee  neder,  da»r  bQ  dm  lecftqd  tu  TOJaar 
bernikt  had  en  oreileed  te  Ellekom  den  IMen^ 
Juni  l«e8.  Vu  sqn  tnlrqke  gcMhriHeit,  die  mee- 
rendeds  tu  «en  wngeeiiM  riefatiiig_f«tnige&, 
noemen  wg:  „Oelool  en  teven  dea  duiateu" 
(1851),  „De  leer  dea  EWanèeUea  lo  bur  eenbM 
en  nmenhu^  (1864—1^,  2  dln.),  „De  triimf 
dar  Kefde;  het  Hooriied  Tortaald  en  toegcliclrt'' 


,  .  Jlet  geloof  dca  harten  Tolgena  het  Eva» 

Glie"  (1867),  „VrfflMÏd  in  vwbrad  <  "  " 

id,   telfbewuatheH   en   lODde" 


d  met  ledelfik- 

(1868),   „Goda- 

i  Knnrt"  (186D).  „Orondtlag,  weien  en 
opetharing  vu  bet  godedienatig  gnioor  (1881), 
,3)t  ontwikkeling  vu  de  sedeqke  idee  In  de  ge- 
lebiedenia"  (I8S!!).  „BegiMelen  en  leer  der  onde 
Doepageanden"  (1883),  „Brunen  en  grondtla- 
gen  TU  bet  gadadiemtig  gdoor'   (18H),  „Dei 

IX. 


Chriatena  godeTnidit  naar  de  eigen  leer  van  Je- 
nu"  (1866),  „De  benaming:  De  loon  dea  men- 
aehen''  (1866),  ,Jle  hoop  der  onaterfeli^beöd" 
(1867),  ,J>e  giODdelag  van  het  beaef  tu  onToor- 
waardalqken  plicht"  (1878),  „Zedenleer"  (1398— 
1894,  8  Aa).  „Wöweenge  godadienatleer"  (2 
(Hn.,  1894),  „QsKhiedeiua  van  de  ledenlear"  (2 
dln.,  1866),  „diriatdjike  geleoIaleH"  (2  dln, 
1997)  «D  yth  katecbeliadM  geaehrifteD,  leerrede- 
nen en  Teihanddingen  in  ,4^  Qtda",  .Jfodea- 
laod",  „Jaarboeken  voor  w«t«iacluppelqke  Theo- 
logie", „iiebt,  liefde  loren",  „G«%ekerde  In- 
dragen", „Theokgiaèli  tiidaGbiift''  ena. 
Hoaktend.  fi«  Tamdaa, 


van  den  Nieawen  Waterweg,  in  du  hoek  doM 
de  knat  en  den  Waterweg  gevomdl  Mt  (IftlS) 
3267  inwonert,  waanMdei  1062  nanMn.  De 
ptaarta.  die  nit  Onde  en  Nienw*  Hoek  heataat,  ia 
lear  onrej  *"    "        * — '    ~  '  '       —   "  " 


Het  onde  gededte,  dat  onmaddeUjjk  au  de  lee 
en  lun  hrt  kuaal  list,  beatant  voor  bet  groot- 
Bte  deel  nit  looda-  en  AÖi>twanii«en  van  neriag- 
doendu  ta  putieolieren.  Dit  gedeelte  kon  lidi 
niet  verder  ontwikkelen  door  den  bonw  Tan  het 
paataarfort,  wannmlMen  in  een  «traal  tu  1  km. 
niet  in  «teen  ot  öiei  g^faonwd  mag  worden.  De 
woningen  lannan  deiu  atnal  tün  du  ook  aHe 
TU  hout  opgetrokken.  Naar  bet  noorden  werd  de 
uitbreiding  bdat  door  een  thj  boog  woett  dnia. 
De  Nïenwe  Hoek,  onswreer  20  minalen  gaana  Tan 
'Sbeid  van  bet  ata- 

Jpoorwegmaataeh^». 

pq  gelegen,  ia  een  modem  dcnp,  Ben  derde  m- 
deeHe  ia  in  wonliDg  aan  den  atiaalweg,  naarV 
OnTeniawk^  de  eenige  weg,  dia  naat  het  dorp 
leidt.  Het  plu  Tan  «en  Botterdantehe  firma  om 
tnueben  deun  weg  en  het  dnin  een  TMapafk  aan 
te  leggen,  ia  noe  niet  tot  oitvoenii^  gtkomea. 
Tot  na  toe  iqn  «Heu  «enige  toegaagawfgw  door 
het  dan  aangelegd  en  ia  er  een  eenTondig  badho- 
td  gebouwd,  terwp  jn  de  onmiddi^öko  ud^beid 
vu  net  atrud  eenige  reatnnnnla  limu.  Ala  b«d- 
^aata  wordt  bet  tot  na  toe  bgna  aleen  dea  Ze» 
daga  beiocU. 

In  bet  onde  gedeelte  van  Hoek  vu  Holland 
treft  men  aan:  een  «eintoeatel  met  peHadiaal  aan 
den  wortel  vu  bet  noorderboofd,  een  mittboom 
\t  Jnebt  o^  den  kop  tu  bet 
i  reaerfe-Biiatboorn  met  atoom 
m  dit  hoold, 
nen  Toor  tiet  oodeiltond  *u  d 
tion  Toor  draadlooae  telwrafie,  een  gobonw  t 
in-  m  «itklariDg,  venmiUonde  dienalgebomra 
voor  de  departeoMBtra  tu  Wateistnnl  en  Oor- 
log, eu  post-  en  tilegranftutoor  en  een  paotaer- 
fort  met  een  beiettnig  tu  300  mu  «p  oorlogn- 
iterkte.  Bet  nienwe  gedeelte  besit  een  rjjkibeig- 
bavu  met  bergplutaen  voor  bet  loodaweien  u 
den  torpadodiennt,  «en  Twirtoru  met  geleidalieh- 
ten,  een  atstion  van  de  Hdkitdseno4J>eTU- 
SpoorwegmiAtaefaappij  met  eu  aatdegateiger  van 
de  Harwiddgn,  en  den  dienat  der  donue  te  wa- 
ter en  te  tanid,  den  grooten  aanlef^ateiger  mat 
loodaen  voor  de  HoUand-Ametikal^n,  Ueinere 
ateigeiB  TOor  de  Batairiet^n  «n  de  onderneming 


DigilizedbyGoOglC 


HOEK  VAN  BOUAND— HOENDERS. 


Btoombootendieust.  Ook  treft  men  dur  aan  tw«e 
groote  eiportshgeröen  iwir  het  TieescbTenoer 
nau  EngtUwl  en  «enige  hdt«l«.  Hoek  vu  Hol- 
laod  bedt  een  atoomteddisgsboot  («te  bekende 
„PiesMleitt  Tan  Heri").  een  gewone  Mtlriebteode 
reddidigBboot  en  «en  ledtüngaboot,  hangende  in 
davide  op  de  Znidrapiev.  In  1906  werd  een  red- 
dingasteinr  aangelegd,  Tanwaar  de  sehipbrenke- 
Inngcn  bh  itrandug  oo  de  Noorderpter  den  Uebt- 
of  ataod  kwtnen  bereiieM,  terwQl  de  reddüunboot 
by  atoim  tot  aan  den  atewer  kan  komen.  De  be- 
Tolkiog  beetaftt  van  ubeidop  of  in  veibind  met 
da  lee,  de  bodem  ia  voor  landbonrw  en  T«etecA 
totaal  ongeaehikt.  terwjjl  de  Tisseherji  Tan  geen 
beleekenia  i«.  Het  «toip  bezit  een  Eerroimde, 
een  Qarelonneerde  en  een  Roomseh-Eatfaotiete 
kerk. 

De  Onde  Hoek  ia  ontetaan  door  den  a*nleg 
Tan  den  Nieuwen  Waterweg  (186&— 1812).  De 
poldefkcten  weiden  in  1872  ooaiidd^vk  Terrao- 
sen  door  houten  loodsgebonwen.  De  H^ele  ge- 
bonwen  van  Bteen,  die  men  in  dit  ^^edeeHe  ua- 
tfcfb,  ign  Toor  motm  bet  geen  f^kageboawen 
waren,  met  bö"*'^''*'^  TergumiDg  giabouwd.  Na 
de  «mbitatie  Tan  de  ^NwriyD  Ratteidom— Bo<k 
Tan  Holland  ia  de  Nienwe  Ho^  onMuB.  De 
plaate  bebooit  aedert  1  Jaooari  1914  bg  d«  ge- 
meente RoUeidMn.  Sinds  dien  ie  er  Teel  t«im- 
terd  wat  tMOgtMt  de  ueleertn^,  beetrating  en  tbt- 
liditing,  terw^  een  waterlei^og  in  aanl^  ia. 
Ja  1907  it  de  Weatteodsebe  trwnlija  tot  Hoek 
Tan  HoUand  dooEgeibrokÉen  loodat  het  prodnc- 
teDTerroei  (rit  het  Weetland  naar  Eagtload  orer 
deze  pUalc  mogelgk  ie  gewonlen. 

Het  aantal  inkUrit^en  bedroeg  in  1913:  602 
«tooawAepen,  metende  370600  ton,  het  aantal 
mtklaringen  867  atoonwdiipin,  metende  348600 

HtMU.  Zie  HoeMUn. 

Bom,  Pültr  't,  een  Nederlandseh  diehter  en 
pi«iaaehrgTer,  in  1746  te  Utrecht  geboren,  w«a 
een  T«a  de  hoofden  der  Patriotttedie  pactg  en 
de  aefarnTer  Tan  het  io  die  dagen  algemeen  ge- 
leien tQdMhrift  „De  Post  Tan  den  Nedetilign". 
Hg  oreileed  Jn  1828.  Wij  noemen  nn  hém: 
„ProeTe  van  Ueüte  gedSwten  roor  kinderen" 
(1776),  „Nienwe  proeTen  Tan  kleine  gwUditsn'' 
(1779),  „Ter  glorierjike  nagedaehteaii  Tan  Beo- 
tinck"  (1781),  ,J4ienw«  jpedatoiiale  •dwnwbnrg 
eni."  (2  din.,  1782— 17W),  „Man  ia  boe^  <S 
bet  beratel  Tan  den  Trede;  boertig  godnwpd" 
(1802)  en  „Het  Terjaringafeeet  of  de  te  AmSlna 
gesloten  Ttede"  (een  Ujjqwl,  ISOS). 

Hoanait  (CbiiteeMli  =  Znïdeii  Tan  bet  me«), 
een  ChinecKfae  nTon&eie  ten  Z.  van  den  middel- 
loop tu  den  Jang-tae4iang,  telt  op  200  500 
T.km.  <ieiO)  20583187  mwoDera  en  wordt  ten 
W.  door  Hoepe,  ten  Z.  door  de  NanKhsobergen, 
ten  O.  door  Eiong-si  en  ten  W,  door  Kweitajon 
en  Taetcjwan  4)egieD8d.  Behahe  in  bet  N.0.  wwH 
Hoennn  door  iait  beigru^en  iiweDomen  en  in 
T«r«faiflei»de  b^ene  Ter<keld.  In  het  midden 
dar  provincie  ligt  de  Henf-sjai^,  een  dei  Tgf 
Hei%e  Ber^n  Tan  China.  In  bet  Z.0.  loopt  een 
dmkke  hanoeiawee^  door  de  proTinde  Eiug-ii 
naar  Kwantoeng.   De  grootate  ririeren,  alle  tot 


bet  gebied  tra  den  Jan^-ta^kians  beboorende, 
liJn  de  ^ang.  of  Heng-ktang,  de  Joea-kiMig  ta 
de  Li-  ot  E^ig-lMel.  AHe  ane  mooden  nit  in 
het  bekken  Tan  den  Toeng-ting-bn  in  het  N.0. 
der  pra>vineie.  Dit  meer  <Mn  6500  T.kni.  groote 
meer  bettaat  alleen  in  den  zomer  tjjdeni  de  gioo- 
te  orentroomingen  Tan  den  Jang-taeüaog.  De 
genoemde  riTierea  lijn  over  groote  gedeelten  be- 
Taarbaar.  Hoenan  ii  een  der  vmoitbaaMte  «n 
beKt  begroeide  proTiocie*  Tan  Ohtan.  De  boofd- 
Toorütrengirien  ign  Uiee  en  katoen.  Ook  a«a 
entaen  en  eteenkolên  i«  Hoenan  rük.  De  pnmit- 
oie  wordt  veideeld  in  7  onalliankelnke  distrieten 
(foe)  en  beeft  tot  boofdebtcl  Tsjang-sja  met  (1911) 

250000   inwooert.   Andf-     -^  •     -  ">^     -> 

lijn  Jo-tajon,  Tsjang-te, 
Heng-4sjon. 

HiMiitf«rlM«t.  Zie 

BMntfera    (OoUim 


of    HoeitdtraekUgt 


[  plomp  gebonwde  vogels,  wdke 


Wnebler*.  die  teratond  na  bet  nitkraipw  nit  het 
ei  de  ooden  Tolgen  en  leU  in  hu  «tderbood 
Toonien.  EenmerkeBd  toot  deie  orde  ign:  een 
korte,  dikke,  g^niaide  borensnavel,  die  a«a  de 
iQden  oTer  den  ondennavel  heenTalt,  kak  plek- 
ken en  dikwgle  aanliangads,  zooals  kamaMO, 
tellen  enz.  a&n  den  kop,  steike  poolen  met  krach- 
tige litToeten  en  breede  nageta  aan  de  rechte 
teenen.  De  manoetjee  ign  meestal  Teel  grooter 
en  tevens  traaiet  van  kkar  dan  de  w^fjes,  welke 
[aatite  haar  talröke  eieren  gewoon$fc  in  eei 
kanstelooe  nest  op  den  grond  oHbroeden.  Het 
zgn  grondvogela,  die  men  gemakkdijk  tam  kao 

Van  de  talröke  famiUtn  deiet  orde.  wdk« 
meer  dan  400  soorten  teU,  ign  bo*«)al  2  v»n  be- 
lang voor  den  niensdi,  namdnk  da  vMkoendert 
(Pffdietdw),  waari^  veel   iauit  wordt  semasfat. 


(PtnUadat),  waari^  veel   iaefa 

en  in  nog  soogete  male  de  etfetilafcs  J. _ 

(PhtuUmulMt.  vu  dcM  laatste  is  de  haan  Ted 
grootei,  sdtooHr  getsdtend  en  beeft  een  Teel 
mooieren  staart  dan  de  hen.  Tan  de  soorten  dcottr 
fanriUe  noemen  wg  de  kalkoenen  (MtUagrii), 
panwen  (Pmo),  taiaoten  (Pkaamuui  en  ^ue 
gewone  boenders  fOtüliu). 

De  gewone  Koindm,  <<ye  als  hnisdieten  lieh 
met  den  mens^  b^a  over  den  geheelen  satd- 
tiodem  hebben  teiapreid,  dngeo  een  maktea 
kam  op  den  kop  en  2  hoidliftpen  aan  de  Mder- 
kaak,  een  lange  en  gekzomde  spoor  en  «en  «p- 
Btaanden  itaart  Tan  14  stsarliTederra,  waaroTer 
bü  den  haan  lange  sierToderen  been  banden.  De 
Tiengels  ign  kont  en  gewelM,  de  beide  midddsts 
staartvederen  dooKgsaat  wat  langer,  en  de  aebter- 
teen  h  -rfa  ^Ma.  Uit  welk  land  omm  taoMne 
boenden  aAomstig  sgn,  kan  men  niet  met  seker- 
b^  bepalen.  SeMs  in  de  «udat«  tnden  der  ge- 
iehied«iis  waren  ig  boiedieren  en  deden  de  ba- 
nen dienit  bg  de  )üer  en  daar  nog  in  iwaog 
tgnde  haneogereehten;  men  Tindt  ie  al  a^e- 
beekf  op  de  antieke  gédenitcckeoen  in  EgTple. 
TeTena  TJndt  men  reeds  een  menigte  TsriCteiten 
Tan  faoenden.  «wdat  ig  wdlicbt  een  gemengd 
las  Tormen.  Orer  de  afstamming  onier  hoirftoea- 


DigilizedbyGoOglC 


NUTHOENDERS  I 


WlUa  Kraalkop-hni 


ZtrwTto  Hinorca-lHiD.  Roode  Rboda  Uland-haui. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


NUTHOENDERS  II 


BntF  Orpinttaa-hen.  Bnff  Orplogtan-buo. 


SUnr  Wyudatla-buo.  Colambla  WyuidaUB-bsii. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


den  b  hmh  bet  nog  nM  Toftannn  eena;  <Ia»r 
«d)t«r  Dergen*  aiideii  wilde  hoeDdenoorten  tooi. 
komen  dan  in  Aui,  meent  men  het  ei  tooi  te 
mogm  honden,  dat  «tder  deie  oA  de  ataiiMniden 
onaer  hoenders  geeodit  moeten  woiden. 

Dn  wüde  boeadereoonten  liJD;  a.  HM  B  a  n  k  i- 
Ta-hoen  (Otülua  Bmikivaot  O.  temiginnu)i»a 
het  indoosteljik  TMteJaod  Tut  Aiil  au  ome  Ooct- 
Indisebe  banden;  6.  Het  Ceylon-hoen  fQ. 
Lafagettii,  dat  TooniMiielJ;^  op  bet  eikiiK]  Ce;- 
lom  wordt  UDg«tro([«n;  e.  Het  SonDeiats- 
hoea  (Q.  SoimtnM),  boof'tfaakeliik  in  het  inide- 
l^  ded  Tso  Vooi-lDdil;  d.  Het  Voikttaait- 
b  o  e  B  (Ö.  fnmOuê  ot  O.  wriu»)  tsb  Jbta  en  de 
KkJBe  Boenda^Uuidan. 

Bet  B>iikr*«-boen  midt  wel  böna  algemeen 
«U  de  «tanwoott  der  bnüboendera  aaDgeDonen, 
omdat  bet  in  klem  en  tekening  sooreel  oTeieen- 
kixnet  Tertooot  met  een  aantal  Taswn  ol  slagen 
van  het  hniibMD.  daaimede  TTvwiHis  pMrt  en 
dan  vrncbthan  baetaaiden  geefi  doeb  de  krai- 
sinK^roeieo,  in  den  jongsCen  tijd  met  de  drie 
an<Hre  eoorten  genomen,  wetti^n  de  meemng, 
dat  ook  deze  tot  het  i»tataaii  Tan  TerBdiiUeode 
raMen  kannen  hebben  medegewerkt. 

Dooi  den  iiHoed  ftut  het  klimaat,  de  geeteld- 
beid  Tan  den  bodem,  toeralUge  of  ouettelëke 
krnisisg  en.  ontetooden  m  d«i  loop  der  tSjotai 
onfelMfe  raaaen  «o  Tanfiteiteo  tod  boeoden,  k<t- 
ioesen  en  dweigen,  wanstail^  en  «wrlifke.  Voor- 
tri  tedert  bet  middm  der  i9d«  eenw  beek  bet 
fokkMi  Tan  hoendeia  een  boog«  Thebt  geaomot 
«n  kgt  men  »reh  er  leer  mi  toe  om  de  piodoeti- 
Titeit  te  Terhoogen.  alsmede  om  diereu  tbu  be- 
paalden Tonn,  kteai  en  teekening  te  lokken;  en  loo 
«preekt  men  dan  tegenwoordig  ook  T&n  „nat-" 


,8  po 


:  t"boendeiB.  Voor   de  Tencbillen- 


de  raiseo  ne  de  ahonderiQke  artikelen. 

Hoender*  te  honden  ia  tooi  tien,  die  ei  g^«- 
genbetd  toe  hebben,  een  algemeen  Mbntik.  Som- 
migen doen  het  nit  lMlieM>erij,  aodereet  ak  een 
bron  Tan  inlometen.  Aigemeen  ie  eisend,  d«t  de 
einen  zeer  dtinr  wotdeé,  wannew  men  ai  bet 
Toedeel  tooi  de  boeindere  koopen  moet.  HeUwn 
deie  g«Ie^heid  om  ia  een  gioolen  toio  of  of 
het  laad  ut  hna  «tderiiond  te  Tonsien,  of  ki^n 
ijj  afTal,  dat  andeii  Terloien  gut,  dan  kunnen 
de  eiereabfi  goeden  piQaeeBigTooided  i^leffeieB. 
fioendertult  in  het  gioot  beantwoordt  gewoon- 
Iqk  weinig  aan  de  Teiwaehtingen. 

Het  bMidking  tot  de  gewone  boendere  ig 
men  ei  steede  op  bedaebt,  de  beMe  dieren  aan 
te  honden  en  de  mkider  goede  ter  riaditbai^  te 
T«rwÖMn.  De  haan  moet  groot  en  etcik  iqn  en 
«ax  oonkenooden  kam  en  lerreodöge  oogen  heb- 
ben, Teidei  dieot  hq  ucb  te  onderscheiden  door 
kiaetitige  korte  nagelt  en  lange  ^oien.  De  hard- 
ste kiaaieis  ign  de  beete.  Hg  moet  de  hennen, 
12  il  16  in  gebil,  tnmw  T«iv^eUen  en  bet  Toed- 
sd  met  haar  deelen.  Hen  bte  bem  echter  niet 
oodei  wolden  daa  4  jaar,  hoewel  hjj  20  jaar  wei- 
den kan.  Den  oaderaom  der  hoenders  kan  men 
(fnuiken  ott  kam  en  pooten;  ifj  ign  jtmger  dmi 
mate  deze  zachter  igu.  De  hemen  mogen  geen 
sporen  befahen,  niet  bwiet-  en  bg-tziek  sgn,  niet 
krauen  en  ook  niet  Tet  wezen,  andere  todi  leg- 

gin  IQ  rieebt  en  psoaen  zg  ook  niet  best  op  de 
ekeni.  BehalTe  hi  den  msttöd,  Septemèer  en 


371 

i  bet  leggen,  «an- 
raim  Taa  Toeded 
voorliet.  Qedvreode  4  jaren  leggen  lö  goed;  wie 
op  Toorded  liet,  moet  ie  na  dMn  tgd  slaehten. 

Om  boenden  te  hooden,  dient  men  licfa  tui 
een  Aoenderkoi;  en  een  kippenloof  te  voonien. 
Het  eerete  is  een  roodom  he«ottu  nnmte,  waarin 
men  reiken  beeft  wtngdirfteht,  wurop  ie  kon- 
nea  elapeo,  en  De«t«n,  wauin  Kj  eieren  kmtnen 
leggen.  Somtgds  ie  de  toegang  UA  het  bok  ge- 
IvktWts,  Bomtüde  iets  hooger,  in  welk  genral 
een  laddertje  dsuheen  voert.  De  toegang  i« 
doormau  «oi  opening,  joist  groot  genoeg  wa  de 
hoenBeri  door  te  laten,  en  kaa  door  een  Takefauil 
van  bont  gedoten  woeden.  Verder  beeft  bet  h<A 
een  denr  ten  beltoeve  van  b«m,  die  bet  reinigen 
of  de  eieren  er  nit  halen  wil.  Hen  dient  inlk  een 
hok  lóó  te  bouwen,  dftt  geen  rooMieren,  weid* 
eni.,  er  in  kmmat  doordringen,  idis  niet  door 
den  grond  om  te  woelen  en  ooder  de  maren  been 
te  kruipen.  0(A  eorge  men,  dat  er  door  met  tra- 
lies geeloten  openingen  toegang  sa  tooi  irinehe 
tneht.  Ook  ie  bet  ■mt  bekng,  dat  de  aiodrfgkbdd 
worde  io  aebt  geuontMt.  Zjja  de  boeDden  dea 
aTonde  in  bet  bok  gegaan,  dan  slnite  men  de 
schaaf.  Ofient  men  die,  wat  dea  oditende  vioeg- 
tndig  dieót  (e  gesehieden,  dan  komen  ig  in  d^ 
kippeidoo^,  een  dooi  btweA  aigeeloten  rnimte, 
waaruit  sd  lidi  niet  kannen  veiwgdeien.  Hi«r 
genieten  ^  de  ti^  Incèt  en  gebmiken  ig  hns 
voedad;  hier  moet  water  vooibaiden  ign,  abme- 
de  een  boop  droog  land,  waarop  ig  lidi  gaarne 
vermeien.  Zntt  eea  Uppenloq)  ie  noodig,  mu 
men  geen  griegenbeid  beeft,  om  de  kkipen  vrg 
te  laten  rondloa^en,  Moale  inlki  op  Ttte  boerd«- 
rgen  wÜ  bet  g«Tal  is,  waar  ig  tevens  een  aaoge- 
naam  nacbtTerblgl  nndea  in  dek  warmen  mn- 
derstd. 

Waonev  een  ben  15  of  20  eieren  gelegd  heeft, 
begint  qj  ^ewoonlgk  <«  klokken,  riebt  hau  w- 
deren  o>*eteind,  iet  lidi  Of  de  eiereB,  die  iQ  biei 
ot  daar  ep  «m  Terboigen  plekje  gelegd  beeft  of 
opzettelgk  voor  baar  in  een  broedneat  iödm'" 
bracht,  en  Teiüect  vederen  aan  den  balk;  ■ 

dan  broedseb  en  wil  broeden.  Niet  i 

ia  iS  hiertoe  gCMhifct,  loodat  het  tsi 
nit  de  broedMbe  bennen  een  goede  kettie  te  a 
In  den  regel  mag  ^  niet  jonger  dan  2  en  iM 
ooder  dan  6  Jaar  i^  boewd  ook  hennen,  ^  om 
baar  ouderdom  niet  nwer  legjren,  wd  een*  leer 
getehftt  lijn  om  te  broeden.  Verder  bepalè  men 
Ejjn  kenze  ketst  tot  groote,  kiaeMise  bennen 
met  een  rgken  vederdoe.  Om  d«  broedechfaeid  té 
bevorderen,  gvre  men  overvloed  van  Töedeol, 
vooial  lienne^aMl  of  in  wgn  géwedct  brood.  Om 
te  Inoeden,  geven  vden  de  Toorkènr  aan  de  iial- 
koensdie  ben^  die  een  30-tal  «èr«n  kan  bedek- 
ken; Ja,  er  xqn  er,  die  ooder  deie  eerst  een  Udn 
ffetal  deren  plaatsen  en  na  Tsrloop  van  8  dagen 
de  oTerige,  waftrna  iq  bn  hot  nitkomen  der  eer- 
ste de  ledige  plaateen  cOor  Eutdeie  eieron  aan- 
vullen en  «Tioo  het  dier  aan  bet  broeden  bonden, 
wat  het  evenwel  ndet  Jonger  dui  6  of  8  wekeii 
kan  Toortxetten.  De  broedplaats  moet  ^oog  esi 
TQstig  zgn;  men  bekleede  haar  met  ïnivèr  nool 
of  stroo  en  legge  ei  een  rand  van  gevlocbten 
stioo  omheen,  om  het  wegroUto  dei  eieién  te 
Terhinderen.  Deie  Uatete  mogen  lüet  onder  tjjn 


balk;  ü  is 
dtgd  aebter 


DigilizedbyGoOglC 


372 

dan  30  dagan,  doch  bti  u  coftn^^ig,  wi  wel- 
ke kippen  ijj  B&Mnstig  ujd.  daar  de  ttTOedben 
lelte  eendoneiereii  uitwoedt.  Het  aantiJ  bmle 
men  Dau  het  juigetöde,  namelj;^  9  tot  11  In 
JaiuwTi,   11   t«t   15   in  Uaart  en   15  tot   18  in 


lidi^oel.  Qoede  eieren  naoidijk  moetm  in  wa- 
ter linken,  ei  ale  men  de  eietea  tegen  bet  Ump- 
licht  hondt  en  er  naar  ziet  dooi  een  in  een  stok 
bordpapwi  aan^ebiaebt  gaatje,  moet  bet  Uqken, 
dat  M  dooradiqnend  en  londer  Tijken  ^n  en 
dat  ót  dooier  in  bet  midden  «degen  ia.  Tegen- 
woardig  kan  bet  <»Mler«Mk  met  kimtt-  (eleetriedi) 
hoht  leer  geschikt  geMhieden,  tenijl  bierroor, 
en  om  later  de  ontwikkeling  dei  kiemen  in  de 
eieren  na  te  kiHin«i  gaan,  ook  de  in  den  handd 


hHjit  de  teoedfaen  vtQ  van  aHe  «toornig  dodi  ia- 
aèa  lö  at  te  ÖTerig  i>  in  liet  TerroBen  haier 
taak,  jage  mes  baat  etten  d^  eenttaal  laa  het 
neet,  om  haar  fnaedie  Ineht  eo  voodael  te  doen 
graietaa.  Loopt  i|j  te  faak  van  tiet  Beet,  dan 
geA  men  liaar  daar  ter  plaatse  goed  Toedxit 
Moab  gerst,  faetuwp  en  tarwe.  Ho^t  ly  de  ge- 
woonte n  de  eieren  te  pikken,  dan  leere  men 
tiaar  die  ^ewooute  af  door  aaoTankeiök  met  gips 
gerolde  eieren  ooder  haar  te  [rfaataen.  Voor  het 
DTOTige  mort  men  gederende  den  hroedtqd  de 
eieten  niet  moer  aaüaken  dan  TolBtrekt  noodu- 
kdgk  is.  Reeds  na  verioim  Tan  3  dagen  kan  men 
de  weien,  waarin  lidi  «e  kiemen  M^iman  te 
ontwikkelen,  ran  de  overige  ondendiMleD;  im- 
mers waaneer  men  ie  tegen  hrt  ïieht  bondt,  be- 
•penit  men  daarin  taa.  donkere  *lek.  Als  ma 
nike  eieran  na  den  elfden  dag  op  een  teef  in  de 
ion  legt,  liet  men  daMin  na  redoop  va>   een 

CHir  mifloten  de  lieh  bewegende  euadwr  ran 
et  kieken.  Degene,  bg  wie  dne  beweginc  het  ge- 
ringet  «e,  legt  men  in  bot  midden  van  Bet  neat, 
omdat  hier  ót  warmte  bet  grootst  is.  Tnssohen 
den  SOsten  en  22stea  dtg  kruipen  de  kiekens  ttit 
den  d<Ri. 

Een!  pikken  qj  jn  de  MhuA  en  doen  dlit,  door 
sidi  om  te  keeien,  op  vendiiJleade  piaattnn. 
totdat  dese  gebeel  TeibrQield  ia.  Dan  moeten  xg 
ook  OOR  bet  lÜes  Uooen  de  schaal  ieibr«ken, 
en  ah  daartoe  hun  kraehteo  te  kort  adtieten.  ia 
het  laafc  hen  een  weinig  te  helpen.  Sommige  kie- 
kens besteden  aan  bet  oitkniipen  3,  aodwe  adfe 
IS  mir.  Meh  lij  ecbter  niet  te  ToontTaiend  met 
hirfp;  want  het  gebeurt  wel,  dat  de  DaTekpening^ 
waardoor  ig  den  dooier  in  het  Uchaam  opBemen, 
bg  te  vroegen  böstand  oog  niet  gettoten  ia,  «n 
dan  atenen  sg  aan  de  wond.  De  kiekens,  die 
bet  eerst  oitgdioinen  i^n,  neme  men  daa  bQ 
de  ben  weg,  ptaalae  >e  in  «en  bak  met  veeren  en 
boude  ie  daar,  tot  men  mag  aannemen,  dat  er 
eeen  eieien  meer  zi£en  lü^omen.  Voeren  be- 
hoeft men  se  niet,  daar  de  kiekene,  op  den  ofi^e- 
nomen  dMer  geoiakkelgk  24  nor  knnoen  (eren 
en  «qtiette^ke  voedïog  gedurende  dien  ti|d  meer 
kwaad  dan  goed  doet.  liet  men  te  dadedgk  bg 
haar,  dao  toa  ig  allicbt  de  overige  eieren  verla- 
ten. Broedt  de  hen  ia  den  aanvang  des  jaara, 
dan  kan  men  haar  in  JvBi  nogmaala  laten  broe- 
den. Daar  de  kieken*  van  het  laatate  broedeel 


eerst  laat  ia  het  valgende  jaar  begi&nen  te  1^ 
gen,  worden  deie  gewoonlgk  voor  de  tafel  m- 
•temd. 

Is  de  broedfaen  leer  roaUg,  xoo  kan  men  de 
kiekens  bü  baar  laten  Ugven.  Zgn  tl  de  kiekena 
':omen,  dan  phatat  men  ie  met  de  kkkben 
losgevloebten  mand  of  io  een  kuiken- 


oop  V  _ 

gehinderd  lonAoopen.  Het  speciaal  voor  de  kie- 
kena bestemde  voedei  plaatst  men  in  bakjes  on- 
der een  soort  van  bonten  roit,  welke  van  bona 
didit  ia  en  welker  igden  beataan  nit  amltjea,  die 
100  vei  «an  eJkaoder  (laan,  dat  de  kieaéni  er  ge- 
Tinffc^»]jjfc  taaaeben  door  kimnen  om  bg  het  eten 
te  komen,  terwj^l  dit  ongeaaaktaar  ia  voor  <k 
onde  kip.  Deie  vrnlt  veie  wonnpjes  en  komltJM 
voor  baar  kroost,  en  dit  kan  na  verloop  van  eem- 
ge  weken  voor  lieb  wlf  lorgen. 

Het  aülxoeden  der  eieren  gesdiiedt  tegen- 
woordig ook  kanetmatig  door  middd  van  eea 
bn>e<hnaohine. 

Kwulmalige  ffoewfarteeU.  De  boenderteelt 
heeft  jn  de  laataU  jaren  een  veAawnde  lindit 
genomen  door  de  uitvinding  der  broedmadtiaea. 
Beede  vet  voor  ome  jaarteling  hielden  de  Chi- 
neeien  en  Egjptenacen  et  gebouwen  op  na, 
waarin  m  dow  knutmatig  aangrioraehte  waimte 
dMelgks  duienden  eieten  Iteten  wtbroeden; 
vo^ena  PKitbu  (late  eenw  na  Chi.)  bedroeg 
het  aantal  der  in  de  Ëg^ptiaehe  broedovens  nit- 
gebioede  eieren  jaaiij}ka  wel  100  millioen  atvka. 
Olscboen  later  ook  de  Oritken  en  Bomeineo  hen 
hierin  aavc^du,  waa  het  eaeeee  echter  niet  noe- 
menswaard, en  er  gingen  eenwen  vootbg,  voor 
men  m>  het  gebied  van  het  knnslniatig  broeden 
tritvinWen  deed,  welke  deaen  tak  van  u|ver- 
heid  «Mter  bet  bereik  van  iedereen  braeUen. 
Tegenwoordig  hondt  élk«  boendeifokker  van 
eeiuge  betetfeaia  er  een  ot  meer  broedmaehinea 
op  na,  waarin,  ai  naai  hnn  nootte,  50,  100  en 
meer  eieren  te  gelgker  tgd  kanatmatig  kumen 
worden  nilgObicmd. 

De  initeniting  der  tegenwoordige  broedmariü- 
nes  ia  in  't  kort  als  vdgt:  De  maebJDe  heeft  iea 
vorm  van  een  kiat  met  dubbele  bonten  waaden, 
welker  tnssdieiiraimte  met  de  een  of  andeie  atof 
is  gevuld,  die  de  warmte  slecht  geleidt.  Ongeveer 
ter  balver  hoogte  ie  daaris'een  ondiepe,  miae  la- 
de aangebracht,  waan^  de  nit  te  brMden  eieren 
worden  gelegd,  en  even  daaronder  euL  andere 
lade,  wette  de  oitgekomen  kaïkens  opneemt  en 
waarin  deie  zoo  \tug  vertoeven  tot  ie  droog  ign 
en  in  de  knnetntoeder  knnnen  woidon  overae- 
bracht.  Dit  gedeelte  der  machine  heeft  aan  oen 
voorkant  een  deantje  met  een  ^aaiaam,  waafdoor 
men  eieren  en  knikens  te  allen  tgde  kan  gade- 
dmn  en  den  warmtegraad  in  de  madiine  oon- 
trt^eerea  door  middel  van  een  thermometer,  we^ 
ke  op  de  eaeren  wordt  gei^  of  onmiddellijk 
daarlxTTon  bangt.  De  inwendige  mimte  der  ma- 
chine wordt  verwarmd  door  een  gas-  ot  petro- 
leumknH),  die  aan  den  bcibuikant  der  machine 
ie  aangeoracbt.  Men  beeft  heet-watennaebhieB  ra 
heete-ht^tmadiines.  In  de  eerste  ligt  bovenin  een 
ketel  met  water,  dat  de  warmte  door  een  met  de 
liimp  verbonden  bnia  ontvangt  ea  dan  weder  al- 


DigilizedbyGoOglC 


veelt  un  de  oytagt  ruimte,  terw^  bg  de  heete- 
mehtiueliiiM  de  wanate  dcT  Ino^)  teehtatnA* 
door  een  buia  in  4e  broedniimte  wordt  geleid. 
De  bnader  dei  I1119  ie  omgvren  door  een  >tel 
Tm  meUloB  koktm,  100  io^ericbt,  d^t  de  ver- 
bnadiogspiodneteii  niet  ia  de  maehine  kimiMQ 
koBMtt  en  ei  >teed>  toetoei  ji  vaa  nnvbc  Imii. 

Om  de  tuMieiatnni  in  de  macbine  ateeda  op 
de  Tereiaehta  booffte  (89  k  40  graden  C.)  te  boa- 
deo,  is  op  <rf  ÏD  de  ■"«^■■h'  een  legabtenr  aan- 
eebiaebt,  die  betlaat  ait  een  twee-aimiaen  faet- 
Doom,  aan  welke  kortaten  «nn  een  TenetanÜbaar 
g«widit  <l<Mper)  üt,  terw$  de  la^ate  aim  aan 
iqn  aitefatde  een  Uep  draagt,  die  op  dentohoor' 
steen  dei  lamfi  roet  en  opgdtcht  wordt,  ala  de 
temperataiir  4a  boog  itqgt,  en  bg  daling  daar- 
aan weer  wordt  getwten. 

De  regnlateni  wordt  in  werking  gebraebt  door 
•en  IbersMslaai,  bestaande  nit  een  met  ether  ge- 
Tnld  dooije  (cifaale)  ol  nit  een  eoatbinaUe  vaa 
tnetilan  slaTen  (gewooaljik  staal  en  alomiaiHn), 
waaraan  een  metalen  staag,  Ae  ook  met  den  re- 
~latear  ia  mbonden.  Door  de  nitaetting  en  w«- 
infeknpkig  van  den  etter  e*  de  ahmioiam 
aMven  ontataat  een  op-  en  iiiiiiigaaiide  beweging, 
welke  door  dien  stang  op  den  regnlatenr  mtit 
«Tergibraeht. 

Sommige  bfoodmadiiBea  ign  Toonien  tan  em 
loogenoemden  contra-tbamKnutei,  qnde  een 
gewone  kwiktbemmneter,  wdke,  als  bet  fcwft 
daarin  de  vereiaehte  (empwatno: 
eontaet  komt  met  een  eleetro-mMneel 
den  kortsten  arm  -ran  den  reguÉsteu 
den  trekt  ea  de  lampeklep  «^enL  Begint  m  den 
tbennometer  door  de  atkoeing  bet  kwik  te  da- 
len, dan  is  ook  dadelnk  het  eontaet  Twbcoken  en 
Talt  de  klep  weer  dubt  De  deetriadie  atT«i»i 
wordt  gdeierd  door  een  buUoi  de  maehioe 
staand   elHsent. 

Behalve  het  renoigeii  nn  de  lamp,  Uütt  den 
fokker  aledita  nog  orer,  de  eicseD  Tan  d«i  Men 
tot  den  ISden  d^  twee  keer  daags  te  keeren  en 
te  loebtHi,  waarrooc  de  eferJade  naas  bnit« 
wordt  getrokken. 

Bjj  een  broedmadiiiM  Mioort  ook  een  looge- 
iwemde  kimatmoeder,  wiaria  de  nilgekomen  kni- 
kens  boD  eerste  leTensweken  beUien  door  te  bren- 
gen. De  knnetmoeder  is  een  voor  dit  doel  spe- 
ciaal ingeriefat  knikenhok,  Tadedd  in  twee  al- 
deeüflgen,  welke  Tan  eftandei  geaehdden  ran 
door  «en  gordbn  ran  TÜt  of  mlleiL  stof,  't  welk 
aan  den  ondenant  ingekoM  ia,  loodat  de  kui- 
kens sr  gemakke^}k  oiMir  nnaen  paaaeercn.  De 
eene  aldeellng  wmdt  Terwarmd  door  een  lamp 
en  TMmt  bet  eigenlgke  knïenhok.  Ui  kan  ook 
Rriieel  gesloten  wovkn  en  ia  enp  ingericht,  dat 
de  TCBblatle  niets  te  wenaeben  oreriaai.  De  an- 
dere Udoeling,  die  door  bet  gwdgn  heen  ook  nog 
Tan  de  warmte  pn^teert,  la  de  looppUata  of  ren. 
Deie  is  geddct  door  drsMtTlecfitweA,  waanver 
een  los  gUaen  raam,  dat  afgenomen  woidt,  wan- 
neer bet  wenaehrijik  la,  M  de  kaikoii  Tan  de 
frisscbe  bnileDlMbt  knnnen  nnieten. 

LUerabtur:  U.  O.  S.  Wd>fr,  Daa  Hanahnbn 
ml  eeine  Arteo  (bewerkt  door  C.  Bberhard; 
HaanoTer— Leiptig  1880);  D.  Sekumk,  Wenken 
Toor  de  boendetfokkerQ  (Doetiachem  ISOO);  J. 
Kooimm,  Moderne  boendrateeH   (Zw^e   1005); 


F.  Farjom,  Pagee  d'eneeigneinent  avieoile  (1906); 
Enett  Lerm,  La  poule  pratique.  (%oix  de  ra- 
ces etc.  (1906);  A.  A.  ter  Baar.  HandfaoA  toot 
den  nuthoenlMker  (Onmingea  1909). 

HovndartMlt.  Zie  ffoendar*. 

Hoandlcv  ie  een  fcanad  in  het  Westerkwai- 
tier  Tas  de  protinde  OniUDgen,  dat  Tan  da  stad 
OfOBÏngen  naar  Strooboa,  aan  da  Friesdte  gi«W 
loopt.  Reeda  in  1597  -werd  een  gedeelte  enan 
npaTsn,  ma»  eerat  in  1863—1864  rerbeterd. 
Het  i^  26,5  km.  lang  en  in  twee  paodea  ter- 
dedd;  de  geringste  Meedte  tsd  den  watanpio- 
gdis  ]3  m. 

H(MlubTO«oli,  Patd,  graaf  mm,  den  29st«n 
Joni  \8&2  <9  bet  slot  Baag  (Qeldeis)  gebtwen, 
stodeefde  <wi  bei  JcmIteneoHege  te  Stanjrhniat 
(Eagdud)  m  de  wgabegeerte,  daarna  te  Bonn, 
WOnlHug  «1  GOttiBMA  in  de  rechtenen  ^eeAio- 
denia.  In  1876  doM  bq  «mi  groote  n»  door 
Frutkiqk,  Portugal,  &i«ni4  Noord-Afrika  en 
ItaUi  en  trad  In  1876  Id  de  orde  der  Jeinleten. 
Nadat  hn  ^  studie  in  Engeland  en  ons  land 

■■    •         dewMfcer  aan  de  „Stim- 

1  trad  ook  als  idfatan- 


(Bg  ad 
^  ] 


bèatoriacben  Badentai^"  ^1680),  „Cbiiat  nnd 
AntidkTist"  (1802).  In  1892  Teiliet  i^  de  M<de, 
gfng  tot  bet  {«otestanfisme  otci  eo  aebreef  tot 
Toaedigiiig  -na  iQn  oTemng  1^  opiieabarend 
iJlein  AnttriM  sas  dem  Jemite>ordên"  flSOS), 
dat  in  de  Eathc^ieke  pera  heftig  aangeTiUen 
w«td.  In  tSOS  WM  hg  redaeten  Tan  den  „llgii- 
eber  Rnadadiaa''  en  stichtte  in  1002  bet  ntaaad- 
sebritt  „DevtseUaDd".  Hg  setireef  nog;  „Ifoder- 
ner  Jeaniliamns"  (ISOS),  „mtramoniane  Leiatnn- 
ffon"  (1605),  „Die  rOmiaebe  Frage"  (1895),  ,J>ei 
ionfeasionette  PiiedB  nnd  die  deotsoen  JWaltea 
der  Oeganwart"  (1806),  „In  eigenw  Sadie  wd 
Andereè*'  (1899),  J)aa  Papsttum  in  seinei  so- 
lisUaltnMUen  Wiik«Mi*«t"  <S  din.,  4de  dn* 
1902)  en  „Der  Zweek  betligt  die  MitteL  ala  je- 
smtieeber  Qrvndsala  erwiesen"  (3de  drak  1904), 
,J)er  SjÜabns"  (1004),  „Koderner  Staat  nnd  BS- 
miadie  KIrebe"  (1906).  „Vienehn  Jabre  Jesgtt" 
(I  1909  OB.)  enz.  Sedert  1«S6  ia  h^  gdrawd  en 
woont  te  OroaiMiterfelde  bg  Berlffn. 

H««P  is  een  «oort  wrong  om  het  boold,  toot- 
al  in  gebnrik  l^  hen,  ifie  op  bet  booM  een  laai 
moeten  <kagen. 

H(Mp«  [=  Noordat  van  bet  meer)  té  een  Chi- 
neeiebe  prorincie  aan  den  middallo)»  tan  den 
JaiH-tM  Kiasg.  Zij  tek  op  181  400  T.fan.  UOIO) 


Ejami-  en  Hoe-nan  en  ten  W.  aan  TBe-ti|}wui 
en  Sjen-ai-flbepe,  Tormt  gedeeHel^  met  Hoe^an 
(ne  aldaar)  een  goed  bemoeide  laagrlakte  die 
de  korenadranr  Van  bet  rjp  geooMnd  woidt.  Deie 
wordt  door  een  benTdlaDd  begrensd,  dat  lidi 
O.-  en  W.-waarts  aan  de  grfteicten  aaodait.  De 
ToonxaantBte  rÏTieien  «ja  de  Jug-tae-Kiang  en 
de  sTeneens  bevaaibare  Han-kiang,  die  aan  i^ 
monding  Trie  meren  Tonnt.  I^  Toocnaamate 
Tooptbiengaden  ign  tbee  en  kato».  De  prorin- 
eie  wordt  Tcideeld  ia  11  4Uatriet«i  en  heeft  tot 
bootdatad  Waa-tajang.  Andere  betaofri^e  plaat- 
ten  ogn  Han-jaag,  Han^oo,  I^ajuig,  Sja^ji,  Loe- 


DigilizedbyGoOglC 


HOBPE— fiOEDPlrt', 


Fsii-tojeng_  en  Jun-jiD^.  Hoepe  is  de  xeter  tu 


Hoarl  il  een  AKbiseh  voonl,  hefrirelk  „*dut- 
tetend  bUoke"  beteekeot,  en  toTeiu  de  num  dei 
sehMine  jonkTionwen,  die  in  Mohammtd'i  psiR- 
dq*  op  kottbece  Upqten,  in  Uoeiende  luetfiiee- 
tw  «o  weÊce,  müd  bcÉpioeide  tuinen  de  gdoo- 
«Ren  Terbeiden,  «m  ban  door  onnitniekeljike 
bwoorll^ibttd  en  emetteloou  leinbeid  net  bocg- 
ete  genet  te  Tereebtllen.  Vdgeu  de  leei  tu  den 
Proleet  hetabei  de  HirimnuneduBedie  vrouwen 
een  ktionderl^  pandge,  mur  het  alut  eiken  i 
nï  ^jn  edhtgenoot  in  plaats  tui  een  Hoeii 
iDg  te  Totdenn. 

Ho«st  i*  «M  fifcteeUnge,  beftige  en  ^edn 
gea  iritndemiBg,  TergCKld  Tan  eea  gemu,  het- 
wdk  dMrdooriBdeeeratgedeteiiiAu  apleetfoi- 
mig  geopende  etemMleet  onttttftt,  en  wordt  «er- 
oonutt  door  ptlkieliag    det  luchtwegen.  Die 

Ïrikkd  tu  bet  dÜBTliee  der  hidttwegen  trelt 
e  takha  nn  den  nanw  Tan»  tm  wonH  opge- 
wekt aooT  TMemde  «tolUn,  Detii  düb  of  meer 
vaste,  ^T.  bf  recalikken,  betijf  *(oeS>ate  ab 
Uoed  «I  eliin,  lietty  gMTOimige  als  bjj  eebeipe 
rook  ol  UfteBOe  geeeen.  In  de  mee^  «TaHen  ie 
dan  ook  de  hoett,  die  allöd  Aeot  on  de  oonaak 
Tao  dien  Treewfan  Brikkd  te  verwjidenn,  ver- 
bonden net  «o  lA  aadere  ouetteldbetd  der  «dem- 
hnlingeweiktaigeB.  Bg  aandóeniDg  der  keeUtolte 
ia  de  boett  draog,  meügTvIdi^  Toonilgegnan  of 
begeleid  n>  wi&tling  of  etefaig  in  den  aditer- 
wHid  Tu  da  lEscL  Een  adiorre  Iweet  getnigt  «an 
aaadoeoMg  van  liet  atrottenlioofd,  vooral  «aiiMer 
toTena  iMiu  p^  WMdt  geToeU.  Doorgaan*  ech- 
ter ontttaat  «e  boeet  door  aandoenJag  van  de 
InehtpSp  «n  huu  vertakkingen;  bg  gent  dan  ge- 
«ooB^jlE  gMiaii  met  een  gered  tbd  ranwtieid 
aebter  lief  Mntbeen  en  fajjna  tltgd  met  «t^pnlo- 
■ing.  Dt  boMt  die  nit  longontetdipg  Toor^ 
■prvat.  il  diep,  dikwgk  hoi,  kort,  pünlök  en  Tet- 
geidd  Taa  bet  knen  Tan  at^imerige,  beidere,  asn- 
Tankrfgk  bloedige,  later  dikkere  of  meer  oodoor- 
•ehgaende  loineo.  B^  aandoening  van  bet  borat- 
Ttiei  ia  de  boeet  pgnluk,  droog,  kort  en  »er  me- 
BigTnldig.  Bd  eroBi)  Wfl  men  een  eigenaardig 
gelnid,  betwdk  oiei  ten  oareeble  met  bet  blaffen 
van  .ew  bond  wordt  vergdekan,  ea  kinkhoeet 
gaat  gepawd  met  krampacbtige  lameDtrekJuD^ 
vao  het  «trollenbaafd,  vertoont  lieb  bjj  geweldi- 
ge buien,  die  den  l^er  Uaow  van  gelaat  maken 
•n  b«m  met  veittikkii^  lehiwen 
eindigt  vedal  met  braking.  De  b 
iB  doe  ia  t  algemeen  eeeo  ongnnetig  Tenebyuad 
gevaarlgk.  maai  volge 
p  eikaar,  dan  stwen  ig 


n  gelaat  maken 
_._  ^  bedrei^ei^  en 
«  boeet  Of  ucb  lelf 


ro^en  de  boeat- 
1  ig  den  bloedi- 


en   evenmin   gevi 
biuen  snel  op  eUf 

omloop  in  de  kleine  circulatie  (ïie  Bart-  tn 
BloedvaUn)  eo  den  «twer  van  het  aderlgke 
bloed  uit  net  boofd.  waardoor  va^  booldi^nen 
ontetau  ot,  vooraliyoodemuiBctien.dehBTtwer- 
king  woidt  veratooid.  Zgnde  boeitbaien  ceei  he- 
vig, dan  kannen  ijj  een  enkelen  keer  miskraam 
veroorzaken  ot  ook  wel  tm  breuk,  wanneer  daar- 
voor diipoaiüe  ia  de  weeteda  beitaal.  Voor  de 
behandeling  gel»uikt  men  middelen,  «Ue  taaie 
slQm  vloeibaar  maken  (ne  Sxpeetormtia)  ot  de 
aliebeidtnE  bq>erkan,  100»  kleine  giften  van 
braakmidMeK  ot  nucotjet. 


H<Mt,  Qerard,  dt  oud», 
Khüder,  den  22aten  Awnetae  1648  te  Z^t-Bcn- 
mel  geboren  en  den  2deti  December  1783  te  '■- 
Gravenhage  overleden,  fiü  waa  een  leerlag  van 
H'arnnr  wm  R^at»,  en  tcbilderde  landaebMpen 
itilleveaa,  portiebten  en  kamervenieringen.  Men 
liet  ecbildergen  van  hem  in  het  Rgkimuaeam  te 
Amsterdam. 

Haat,  Oerard,  de  jonge,  alc  Mion  ven  den  vo(»- 
gaande  ometreeke  1690  geboren,  ia  1760  ts 
'*-QravenhMW  oTeHeden,  ie  de  eebrgver  van  „0^ 
tiiogna  of  Naamlgit  van  SehSdergen"  (1752)  en 
van  „Aanmerkingen  over  den  Nieuwen  Sdiouw- 
buig  der  Nedenandaebe  knnateebilden  van  J. 
van  Oool"  (1751). 

H<Mta|oii,  een  atad  tn  de  Cbineeadia  piorin- 
cie  Tsjekiang,  ligt  dicht  bg  twt  Taiboeroeer  in 
«en  aeer  vraebtbare  atreek  «a  telt  100  000  inwo- 
igden  etolfen  en  lebrglpenMelen  ver- 
ia  een  aanaienlgken  '^-''  '--  — 

Hoanfft,  Jaaob  Bmt^ik,  * 
Mteikaadige,  den  29ateB  Juni  1756  te  Dordreebt 
seboren,  bewcht  korten  t^d  d«  Latönaehe  eehmd 
UI  1^0  geboorteplaate  en  daarna  die  te  '»-Ora- 
venliaf^e.  Hier  maakte  bij  wodHÜ^  Toideringea, 
dat  hg  reede  op  15-jarisen  leettgd,  na  bet  uit- 
spreken Van  een  Latgneebe  redevoering,  geadiikt 
werd  geoordeeld  on  de  academtecbe  leaaen  bjj  te 
wwien.  Zgn  vader  deed  faem  editer  nog  een  paar 
jaar  privaat  ondepwge  geDieten  van  den  toenma- 
Ugen  rector  der  Lait^^BaelK  sdool  te  D<»4techt, 
Modat  fag  nch  eerst  <a  1778  naar  Leiden  begal, 
waar  hg  in  1777  bevorderd  werd  lot  doctor  in 
de  reebten.  In  1780  veitigde  b(j  sieh  te  'a-Ora- 
veidiage  aJa  advocaat  Na  ign  tenigkeer  te 
Dordrecht  werd  hg  er  in  1784  lid  ea  in  1787 
voorstter  van  bet  Cdlege  vaa  Achtan.  Ia  1798 
vntrok  hg  naar  Breda,  waar  bjj  aiabteloM  ledde^ 

ReedB  vro^  ontwikkelde  licb  bg  Botml/t  de 
nelgif«  tot  de  Latfnadie  diilitkaait.  In  1778  gi^ 
fag  met  F.  P.  Bwmait  een  dicbtboMM  uit,  ge- 
titeld „Carmina  jnvenilia".  Daarop  leverde  hij  in 
1783  het  eerste  stuk  van  vja  „Perieula  jkottiea", 
waarop  later  nog  3  atakken  volgden,  die  eektei 
dleen  voor  ign  vrienden  werden  gedridct.  Toen 
versoheen  een  vertaling  der  gedichteB  van  Ana-  ■ 
kreou  in  Latgneebe  venen  (1795  en  1797).  Hfj 
had  daarvan  ook  em  dkhterlüke  verttrikiog  ia 
het  Nederlsndech  in  gnetdheid  gebiaeht,  welke 
hg  echter  bg  het  veridigneQ  tsa  die  van  Dorw- 
leiffen  eerrt  aditeihield,  doch  in  1606  deed  ver- 
edignen.  In  1901  beiorgde  h^  een  nitnve  der  ge- 
(Uchten  van  L.  vm  Scmlea  en  in  1805  gat  h| 
ign  „Carmina",  in  1808  ign  „Perienb  critica" 
in  het  licht  en  in  1829  ign  ,X?anitionm  «pidosia". 
Na  dien  tgd  veracheneo  echter  nog  8  Latgneehe 
gedichten  van  hem.  Ook  venneldea  wq  van  19a 
Hand:  „Taalkundige  i*nmeikinceD  op  eenige  OM- 
Frieeebe  sfneek  woorden"  (2de  druk  1815),  „Taal- 
koodige  bgdragen  tot  de  naameuitgangen  van 
eenige  meeet  Nederlaodeehe  plaatsen"  (1816), 
„Proeve  van  Bredaech  taaleigBn''  (1836)  en  „Ver- 
zamelingen van  Fransehc  woorden  uit  de  Noord- 
sehe  talen  afkomstig  ot  door  eonuDLirea  afgeleid" 
|]83$_1840).  Hg  overleed  den  Uden  Februari 
1843.  Bij  niterate  wild>eechikkiug  heeft  hij  aan 
het  Kouokflijk  Nederiandadi  Inatjtuut.  tbane  Eo- 
inklgke  Aeadonie  van  Wetenscha^ien,  een  Ie- 


DigilizedbyGoOglC 


HOEUPFT— HOËVBLL. 


97  S 


KMt  toeg^end,  wurrmn  4a  inkoiiwten  bq  Toort- 
döiiiv  itrekkui  tot  bet  bcfcottigen  vut  gondan 
«D  iil*ai«i)  nadullN,  wrikt  uitgereikt  woiden 
«Ml  ben,  die  Teidieneteljike  Lst^üehe  gtdicbten 


HiMTa,  tn  het  ODitHootfdattoch  hvoba  «n 
ledert  de  Me  wnw  in  jtet  Luqn  mmtu,  wmi 
in  de  Hiddciï«D«en  bg  de  DnitMben  ei  Neder- 
la»den  eigesljik  d«t  «dMUe  van  het  gwameo- 
IQk  ludbeut,  hetwelk  Mn  elk  BtimliMiId  ter 
bobonwlBf  weid  MDgew«»n.  De  hoeve  ia  diw 
«igenlnk  de  gnmdéag  vui  bti  nondbeiit.  Oe- 
woonl^  bevatte  een  üoeve  looved  Uad,  «k  door 
bet  geiia  beboorli^  bewerkt  hin  worden,  gemid- 
deld een  90  K  A.  bi  omen  t^d  geelt  men  in  bet 
Rlgemeen  md  «en  boeidwij  dêa  ninm  tui  toe**, 
terw^I  iqa  benttei  wtl  eeni  dien  tui  AoMeaaar 
önagt. 

■o«T*i  AAiaa»  Bmérik  van  dtr^/m  Neder- 
landMb  iut^tci,  den  96aten  Murt  1808  geboren, 
TTM  «ent  beetend  vooi  den  faandal,  maar  kwam 
Of  19-jarigen  leeRgd  tot  het  beelntt  om  neb 
voot  da  aeadtmie  ««or  te  bneiden,  Bg  beM^t 
die  4e  Dtreebt  vMk  1035  tot  18S0  ca  ng  ijin  aat. 

wooid  op  «en  <" " '    "-  -■ ■    --■ 

b^rooad.  In  II 


in  1S71  emeritaat,  en  overleed  Ie  Hilveriam  dn 
7d«n  Joli  1898.  Hg  Khieef:  ,J)e  vieiiwr  van 
deo  d^  dee  Beeieo^  (1842),  door  de  lfaat«W 
pij  lot  Nvt  van  't  Algemeen  mat  goad  bekiooaa, 
,4>e  vier  BvumMd.  UMrehdderiT  voor  Cfariale- 
nen  «it  dk  atanden"  (l84S,  met  W.  Immink), 
,J)e  wereU  in  't  klein"  (2de  drok  1857,  2  dln.), 
,Jiet  leven  van  Jeina  tooi  kiadeTen"  (1856,  2 
dln.),  ,Jieveari)edden,  «tbetaen  en  veibalaD'* 
(1858),  JfenacteBwaui  en  Chrielendom"  (2de 
dnk  IflM,  2  a^)  en  Fïet  Veorman,  een  banne- 
ling in  ^B  riges  laad"  (1866).  Venhr  leverde 
bjj  OBdanebeidn  vertaUDgen  en  werkte  aaa  v«i- 
•aüleBde  t^dadirilten  niede. 

BolTall,  WtAier  Boberl,  bar<»  vm,  een  N«- 
deriandeah  ataataman  en  adirgvei,  den  16den 
jjii  1812  te  Deventer  gebeten.  Tetbniade  later 
met  lön  ondei*  naar  Groningen,  waa*  bji  üi 
1880  Bla  atndent  in  de  godgeleeiiUield  wend  in- 
geaebreven.  Zgn  «hidilm  werden  eefater  wridra 
afgebroken,  toen  ook  bi^  ali  lid  van  bet  jagei- 
koi^  der  Orovingi^e  «tadenten  dte]  aam  aan 
den  Tiendaageefaen  Veldtoeht.  Na  ifjn  terugkeer 
werd  rijn  antwoord  op  de  door  de  Utnebticbe 
iioagetefaool  oitgeaehievao  prgavraag:  „Over  liet 
leven  van  Flavioi  Joaephw,  de  btonDtn  tinei 
geMbiedenla  en  ^na  waaide  ah  naebjedaenr^- 
vn"  In  1S35  b^roond.  In  Seplcn^ei  1886  ver- 
wierf hg  den  graad  van  doctor  ia  de  godgeleeid- 
betd  na  de  verdediging  eener  dinertatie  „Over 
bet  leeiatnk  van  de  eenheid  der  kerk  volgene 
IrenaeiM".  Nog  vóör  bet  einde  van  dat  iaat  ver- 
trok b^  naar  IndiS,  waai  hg  onnüdd«liJk  tot 
predikant  te  Batavia  werd  aangetteld. 

In  1887  vereenigde  hq  li^  met  de  beeren  B. 
A.  BiuUingk  en  P.  Meijer  Eot  de  mtgave  van 
een  tjfdeehrift,  aan  de  kennis  vnn  Nederiandadi- 
IndiS  gew^d.  en  nadat  de  gonvenienr-gesetaal 
de  nttMTe  had  toegeetaan.  mit*  men  lieb  van  de 
behanoeüng  van  politieke  ontwerpen  oDihIeld, 
tag  io  Apnl  1838  bet  eeiate  nommer  het  liebt. 


F<m  BoHtü  wu  de  riel  der  redactie,  voerde  haar 
later  lelfa  alleen  so  verrnkte  het  tgdeehrift  met 
vele  boogatbelangigke  bgdragen  van  ei^n  band, 
maeital  van  bistorjacben  en  etbnogr^hiMtieii  ia- 
bond.  Niet  minder  waa  bjj  werfcuam  ala  lid  en 
voorsitter  vaa  het  Bataviaaecb  Oenootaehap  t 


KQDBten  en  Weteoaebappen,  in  welks  „Verhan- 
delingen" bq  ojk.  bet  F«v«rlanmeb  woordenboek 
van  (Jilbertw  Uofpard  en  bet  Haleiaehe  ^edicbt 
„Bidaaati",  de  door  bero  met  bnlp  vaa  frxtdtriek 
vervaardigde  „Beachrjjving  der  Javaanaebe  monu- 
menten van  het  oadbeidkandig  kabinet  van  het 
Bat^iaaaeb  Qenootaefaw"  niteal. 

In  ign  „Beie  over  Java,  Hadnia  en  Bali  in 
bet  midden  vaa  1867",  die  in  het  moederland  bg 
alieveringen  in  het  Mdit  vMaebeen,  bond  hjj  den 
atröd  a»n  voor  een  vrnere  ontwikkeling  ótr  In- 
dJeebe  maatschaNg-  De  atoimaabtip  periode 
in  Van  HoëvtWt  Icrven,  die  met  1848  aanving, 
verhinderde  bem  de  laatate  haod  t«  leggen  aan 
bet  verhaal  ij^ner  reia  over  BaU,  dat  bet  dnde 
deel  «ra  vormen  (bet  eertte  deel  waa  in  1894,  bet 


wMven,  maar  ook  vganden;  in  aQn  etrfid  voor 
ontwikkeling  en  voaroilgang  ootaag  hg  vooroor- 
deelen  noeb  belangen.  De  opgewoiideBbeid,  die 
onder  de  bervomMngageiioden  te  Batavia  ont- 
■toiid,  toen  er  in  Hei  1848  de  t^ding  werd  ont- 
vangen, dat  de  koning  ia  een  raime  heruening 
der  Oroodwet  had  toegeitemd,  en  bet  aanded, 
door  Fan  SoèteÜ  genomen  in  de  pditi^e  demon- 
itratie,  die  ei  op  gevolgd  waa,  boden  aan  ign  vq- 
aaden  gelegei^eio  lieta  van  een  laatigen  tegen- 
atander  t«  «ntdoaa.  Van  Hoêwril  vroeg  eervol 
ontrfag  all  de  veradktUende  door  bem  bekleede 
betrekkingen,  dat  bem  8  Anguatns  1848  werd 
verleend.  In  bet  moederkad  teran^eerd,  had 
Van  HoieaU  bet  genoegen  lich  bg  Koninkl^ 
Beelail  van  S  September  1B49  van  alha 
blaam  genilverd  te  lien.  (Zie:  ,4)0  beaehnl- 
diging  en  veroordeeUng  in  IndiB  an  de  reebtvaai- 
digiug  in  Nederland  van  dr.  W.  B.  van  HoCtcU"; 
Zaltbommel  1860). 

Nog  in  1848  gaf  bg  een  biMboie  uit,  waarbi 
bg  opnienw  bet  booge  gevridit  van  de  unand- 
patie  der  «laven  betoogde.  Ook  werkte  hü  verder 
aan  het  „Tffdaebrih  voor  Nsd.-Iodil",  welka 
nitgave  fn  IndiS  waa  geitaakt.  In  Jaaaari  1848 
lag  bet  eerate  noomer  der  aieowe  aerie  bet  IMii 
Tan  nn  al  waien  ook  politieke  aanfnlegeBbedM 
uet  meer  baitM«etMen,  ea  terwgl  bet  T^d- 
a^ft  voortging  de  kennia  van  luid  ea  *m 
van  den  IiMlia(£an  Ardiipel  te  verrgken,  werd 
bet  tevena  bet  toai^nDt  van  den  atrgd  tegen 
de  mietevikea  en  veriteeidbeden,  in  bet  beetaande 
koloniale  atelael.  Veertien  jaren  lang  redigeerde 
Van  HoëMÜ  bet  ook  tbam  nog  bcataande  Igd- 
lebritt. 

In  1849  werd  hu  door  hst  diitnet  Zdt-Bom- 
mel  naar  de  Tweede  Kamer  afgevaardigd;  lalct 
vertegenwoordigde  b'i  vele  Jaren  het  diatriet  Al- 
melo, en  hjj  bteef  Mialffebröken  ala  lid  der  Ka- 
mer weibuam,  totdat  bd  in  1863  ia  deo  gereor- 
ganieeerdea  Baad  van  State  aittiiH  nam.  Dan 
atrgd,  door  Van  HoStell  in  bef  tSdaehrift  ge- 
atreden,  voerde  hg  veertien  }au-  lang  in  bet  Par- 
lonent,  wwi  h|j  «en  der  wdapnceudste  i«d»- 


DigilizedbyGoOglC 


876 


HOËVEU^-aoeVEN. 


uui  WM.  Tooril  ondeischeidds  hq  lioh  ia  sijs 
diKUMiBn  over  het  in  1854  TMt^taU  ,;Refh- 
ment  op  bet  beleod  der  legeeiing  >n  Ned.-Io(fa6". 
Een  gMenkleeken  tui  Van  HoiwlFt  pailemea- 
Uin  weAuHnbeid  faaitten  wn  in  de  Tiei  dee- 
Ben  «BOT  „Parf«aiealura  cedeioeriogen  om 
Eohuüale  belugen"  (1862—1866). 

Hv  Mliieef  bOTendJen  een  te«kt  tu  ahondei- 
Igke  MMhrifteiL,  ooimU:  „Bedenkiwen  Uigea  de 
mededeelHiff  TUI  den  Uinistei  lu  KoioiiieD  aan 
de  Tweede  Xamer  uDtient  den  Teikoop  tui  Uu- 
den  <v  JaT«"  (1849);  „Tochten  tu  een  Engekch- 
men  door  den  Indisoben  Aichipel,  voor  Neder- 
UndMiie  leiei*  tPweifct"  (3  dfai.,  1B£8),  i«ade 
een  gedeeUelnke  vertaliDg  met  vele  unteekeoin- 
gen  TU  iJUmtÏTe  of  tite  inrTejiM  Toyege 
ot  HJf^.  IV  dooi  Beete  Jvlm,  „Skren  en 
TigeD  onder  de  NwlerUndKhe  wet"  (3  dhi..  1854), 
een  wekprekend  pleidooi  Toor  ie  emuieipatie 
dei  DegeialaTen  in  WeEt-In^  „Uit  bet  Indiêche 
leTen"  <1860),  een  renMoeling  popnlBiie  eeltet- 
een  tui  de  nfttuni  en  bet  IsTen  <^  JftTft,  nit  Tei- 
apteide,  Tioegct  in  het  „Tndeehnlt  voor  Nedei- 
lsDdMfa-IiKii&  en  „de  Qidi''  ratlutete  etnkken 
beetuwA  «n  i»  1868  «ukt  den  titel  „Aoe  don 
IndieehHi  Leben"  dooi  W.  Berg  (Una  Seknei- 
Htri  in  bet  Hoosdnitaeh  lerteftld. 

Toen  ia  1862  bet  liweade  minieteiie  Thorbeeke 


toetertronwd.  Van  Boëwtü  liet  lieh  no  een  vt^te 
jn  den  Haftd  tmi  Stete  wdgereJlen.  De  BmiiD- 
hoodJng,  ben  Mgekcd  ten  wniitti  tm  oelgeen 
in  doM  nienwe  betieuing  aui  lÜa  beaniuieiniiig 
onderwoipen  weid,  muite  hem  lelli  d«  Tooit- 


lettioc  oei  t 
NedeiUndeeb-: 


roiiMn 

;  oei  ndMtie  tu  bet  »TgdMhtift  voor 
eeb-IndiS"  onmosieljik.  Zeei  enkele  mn- 
lea  (cboiric  Fim  BtOtM  SmaM  nog  ewüge  be- 
dingen, wsuren  téka  de  voornaunate  ie:  „Eói 
Uik  op  bet  leTon  mn  Gemdna  Henii  Bett"  in 
den  JMigeog  1868.  Oreii^ne  liield  de  lug- 
eehikking  «n  toelicbtiM  igoer  koloniale  rede- 
ToeiHigen  hem  tot  1965  bêa^.  BoTendien  trnd 
hg  in  ïjjn  laatete  letennjaren  op  ala  Toonittet 
dei  Commiwie  tooi  het  exunen  der  eudidaten 
Toor  den  baiserilifcen  dionet  in  Indit.  Hg  ofwleed 
te  VOnTenbise  den   lOtten  Febiuii    1879. 

Zie:  Vttk.  Ontdekken  en  ondeiweken  (Lei- 
den 1884). 

HiMwen,  OomtUê  Pnnw  van  der,  een  Neder- 
laitdaoh  jeneeaknadige,  den  ISden  Aognctoi 
1792  te  Hotteniam  gebtmt,  wh  de  ondite  mm» 
TU  Abraiam  *m  der  Hotvm  en  Maria  «m  der 
WiOlen  MR  FoUeüAoMN.  N»  bet  OToil^deit  i«n 
i^n  TMler  (1808)  bertioawde  qjn  moed«  in  1810 
met  dl.  Mvlimu  Pngê,  gauMbeer  te  Botter 
dam,  inuna  Oonu^  den  getUehttoaam  Tan 
deKQ  btj  des  iriine  voegde,  lit  1812  weid  bj  te 
Leiden  aie  atadent  iogeedueTen,  waar  hQ  neb 
onder  leiding  der  boo^eeraren  Bnijmatu,  Satidi- 
fort  eni.  op  de  genenknBde  toelegde.  Nedat  hg 
io  1813  ah  ngwilliger  g«diend  had,  pnanoreH- 
de  hij  den  16den  NoTemtar  1816  op  een  diaaerta- 
tie  J>e  conetitntMnia  efiidemicM  doebina", 
waarop  bjj  lieb  ala  arta  te  Rottenkm  veitigde. 
Hier  wjjdde  bj}  tjjn  Trgen  tgd  TOonI  aan  bet 
beatndeerea  dei  mdiriFten  van  Bivpoente»,  en 
nadat  in  1824  ^n  „CSmatematia  EBppoeiatiea" 


in  bet  Üebt  wm  Teixbenen,  werd  hg  in  heteclf- 
de  iaai  benoemd  tot  bnitengeiraon  hoogteerBnx 
te  Leideo  en  aantaaidde  ae  betvekkiof;  don 
iden  December  met  een  oratie  ,lit  sii^ilieH  aen- 
BQ  medidnae  eoltocibaa  imnrimb  exeolüido".  I«- 
ter  werd  hg  tot  gewoon  ooogleeraar  beTOidndh 
ontTing  in  1869  een  eürol  «neiitaat  en  OTerieed 
den  5den  December  1871.  Hq  was  ridder  der  or- 
de Tan  den  Nederian^dwn  Leenw  en  adueef 
bféwlTc  bet  leed»  Teimdde:  „ButonaclK  lewen 
OTer  de  cöotera"  {18S2),  „Initia  dieoipiinae  patbo- 
logkM"  (18»4),  „De  arte  medica"  (1868^1840). 
een  rectoiaje  or^e  „De  inatitotione  aeademi«*" 
(1840),  „Bedenkingen  en  aannwkingen  <w  de 
stukken  betietlende  de  benieniog  der  eeneeAan- 
ikge  wetten  en  TNOideningen  in  IGMl — 1842" 
(1842),  ,fie  hietona  medieinae"  (1842),  ,fle  bia- 
tOTia  moiborom"  (1846),  „De  hiatoiia  medie»- 
eoentoinm"  (1847),  „FadMkgieehe  antfaropalo- 
gie"  (2de  dmk  1664),  ,3iatorioefae  utbropdMTte" 
|2de  dnik  1884),  „Eliai«Ae  «ntbrfpotoew"  (2de 
dnA  185S),  „Cbnatelgke  astbNpok^  (I8S6), 
.J^TewetodiSn"  (18S7)  en  „AcdemieteTeB" 
(1866).  Teidei  adueel  hg  oftat^lMi  in  de  mede 
do«  bem  gwadigeeide  „OÜeeAundige  Bjj^a- 
gen",  akmMe  in  het  „Tgdaduift  tooi  algönee- 
ne  gcMMiUieidnegeUng  «n  geoeeekuBdfae  poli- 
tie", in  1863  en  1854  door  hem  en  di.  L.  ff. 
Ferwef  niteegsren. 

HoeeeM.  Abraham  del  Awtorie  Mn  der,  een  Ne- 
deriandeen  kaneritedenaai  en  broeder  tan  den 
Tooignande,  den  28eten  Febmui  1798  te  Rottei- 
dim  geboien,  Tortiok  op  Ifi-jaiigen  leeltnd  naai 
Leiden  om  in  de  tetteren,  Torrolgena  in  «e  tlteo- 
logte  te  etodeenn.  Tandaai  begaf  hg  aeb  naai 
het  acminaiinm  der  RemuMbanten  te  Amctet- 
dtm  en  werd  in  1819  tot  prapomnt  boToiderd, 
nadat  fajö  in  het  Touge  Jan  <^  een  prJMehwft 
te  GioniuMn  bet  aecenit  Terworren  bad.  Korten 
tgd  waa  h)i  te  Onde-Weteiing  weikaaam  gMKeet, 
toen  hy  in  1820  het  beioep  ontving  naai  BottM- 
dan,  waar  hg  algemeenen  bgTal  oogatle.  Hg  on- 
deraebeidde  lieh  door  een  luÏTeien  en  «enToodi- 


(1^  en  1847),  benevena  enkele  andere  lederoe- 
ringen,  wdke  na  ign  dood  in  qn  „Veimwde 
geaehikten"  (1856)  weiden  opeenomen.  Veedd 
gaf  hg  in  1825  in  het  tiebt:  ,/oannea  CiTSoato- 
mul,  Toomamelqk  beeebonwd  ala  omi  nwibeefd 
Tan  kanedwdqffAoMHieid"  (2de  dn±  1862).  U 
1827  werd  Van  der  Boete»  benoemd  tot  boog- 
laeiaai  aan  het  aoninaiinn  dei  Bemonatianten 
te  Ameteidam.  Nn  wjMde  bjj  aieb  «an  de  <^ilei- 
ding  Tan  todomstigeleeiaien,  doeh  mnneer  fag 
nn  en  dan  den  ktnad  b^bun  ot  bg  pleehtigc  ge- 
kgenhedea  ah  redenaar  optrad,  dan  Ueek,  oim 
*ei  hn  het  »  wdmiAendbeid  had  gdnaebt.  Een 
bandel  Tan  tien  .^odeToeriosen",  ^  bg  ia  bet 
litht.  Zgn  „Feeetrede"  bq  oe  Ttering  *an  bet 
tweede  eenwfeeet  Tan  bet  aeminariiKn  dec  Be- 
monetranten  in  1840  i*  ab  een  „<}edenk«ebrift" 
ter  perse  gelegd.  Hg  overieed  den  2Satan  Jnli 
1865. 

iloeveiL  Jan  van  der,  een  broeder  tbb  don 
Toorgaande,  een  «UcAnn^ge,  den  Oden  Febmaii 
1802  te  Rotteidam  nboien,  werd  ala  leeiiing  »- 
plaatst  bg  AdriaoK  Hartier,  beel-  en  verioakuM- 


DigilizedbyGoOglC 


«  aUmu  ea  woonde  teTeni  de  leaun  bg  dei  ct»- 
Igke  lMtoi«ii  Of)  het  lliMtrani  AutanieiKii. 
iJ  oefende  ndi  onder  leidtiig  vma  den  pnecep- 
toi  BoöÓMM  ia  het  iMtiJK,  (eTwiil  hg  neh  ktei 
c^  het  Griekteh  amfóe  moeite  Ent^weoebe  iêr 
len  toelegde,  en  veitiok  JB  September  1819  nw 
Leklen,  om  aMui  «  de  gMWMknnde  te  atndee- 
nm.  VerwkiOeDde  tgmt  antwoonfeu  op  Mwlemi- 
■dte  ^mrngen  werdw  bekiooad.  U  Hei  1S2I 
aébattt  ng  in  de  Fnuaebe  tud  «en  vufaaixMiDg 
orar  het  «ocelbefedtei  en  ug  die  OHvnomeD  In 
d«  A«ts  dei  LeoiMUioiwh-0^<^&iMM  AodeniM, 
welke  hon  ia  1822  tot  Ud  benoemde.  In   1828 


{ronoreeEde  bg  tot  doetoi  n  de  wW-  es  iwtur' 
DDde  op  het  piwlKhrift:  ,J)«  tcaleto  pwetam" 
e  geneeifainde  op  een  ,  jMievta- 


tio  patttriogick  iunennli*  de  morbii  uiivD 
■oditaeqne".  Oeduowe  ign  atndenleBtgd  bad  hQ 
de  eoüegM  vaa  BiUerdfl  ma  Vaderkndadie  Ge- 
aehiedenii  gerolgd,  teiwgl  bjj  toen  reeda,  tot  to 
1866,  medeweiker  waa  aan  de  „Vaderiaodaeha 
latteroeleitiwen'*,  waarin  bg  een  groot  aantal 
IXMUwooideenngan  acbraef. 

Na  xgn  piosMtie  xeitoiA  fag  met  tgn  Triead 
D«V<M  naai  Parga,  waar  bjj  ■rriendiehappelgfce  faa- 
brafckiigra  aaoknot^te  met  Cumr  e&  ÏAÜreüi», 
beaoefat  StmalibBw,  keerde  orer  Badei^  Karia- 
nrite,  H«d«)b«ig,  Daimatadt,  FianUort  naai  M 
Taderland  teaiw  en  veatigde  lieb  all  gweeibeai 
te  Botteidam.  In  1825  went  bjj  leetoi  ^  bet  Ba- 
taafieh  Oesootaeba»  tooi  FloeloBderriBdflgke 
WgibeMeite  en  ia  1826  boiteiigewooa  boogleei- 
aai  in  de  dieibiiMle  flater  ook  ia  de  aaid-  en  ddf- 
■toflrande)  te  Leiden. 

Sedett  1881  UeM  bq  om  de  2  jaai  een  eoUege 
o*et  antbtofMilogie,  dat  door  «cle  itndeniteiii  ook 
vit  andere  faeAteiteii,  weed  fate«*<N»d.  Zga 
boofdrak  Ueef  «cbtei  de  dieiknadc,  en  door  een 
gHMdige  beoehaiag  van  al  de  oadetdeelen  vu 
deie  Terwieif  bg  om  iit  bet  buitenland  gtoolen 
naam.  Op  dat  «bied  leverde  hg  takjike  opatel- 
len in  de:  ,3gafigen  tot  de  uinaiknndige  we- 
UMcAaf^en",  TemrneU  ioat  E.  O.  wm  Um,  W. 
Vrolik  eta  O.  Muldtr,  alwnede  in  het  doof  ham 
met  W.  B.  dé  Vriue  |ecedigeenie  „Tijdiehiift 
?ooi    natunt^  geaduedMÏa   en   phjaiologte" 


sUgeReren,  en  ook  in  aeo 
ea  oniteobDdeehe    M|d- 


aaatal  aadere  hhuteik-  ea    _       .     ^ 

Khiilten.  0<A  periodieke  werken  Tan  populaire 
ttr^king,  aoodi  .rAllnan  dér  natont",  „Nikkea 
ia  bet  Ier»  dar  natniti",  „Nieuwe  Bgdragen  ter 
bevoidering  nn  iMt  «kderwita  ea  d«  opwiMiw", 
de  „VoUnaïmanak  van  d«  Haateehapng  tot  Nat 
Tan  't  Algemeen",  de  ,J'nktieehe  ViMaahnaaak" 
eni.  bevatten  artikelen  Tan  ign  baad.  '. 
(cbriften  uit:  „Orai  bet  maaksd  der 
■kiafaben"  (1888),  „Oialno  de  aneta  et 
Mtokgia  poet  UnoMi  tempora"  (1848),  ,JfanU- 
liu  IWiliu"  (1866),  „Orer  de  lUhi'e,  Lnran 
of  epooBdteien"  (1644),  „Orer  den  Monobian- 
ebmf  <1867)  ens.,  alamede  «en  klawi<i  boA 
„Orer  den  Negeistmik"  en  eeo  uitgeweikten  „Ot- 
talogm  eraoioram  (KTeiaamm  geDtimn"  (1860). 
BdtalTe  in  een  „Beknopte  handleidiag  tot  de  na- 
touilgke  geiciiiedeaia  Tan. het  dierenrSk"  (9de 
Terheteide  druk  1864)  heelt  hg  de  dieitwtde  in 
haai  griieelen  omTauff  ToorgeateU  in  S  noote 
weriien,  namelgk  in  i^  beioemd  ,3aBifi>ow  der 


dieiknnda"    (2de   Terbeterde   drok    1845—1855, 


met  bgvoagteli  en  aanteekraiDgen  t 


LeHkJurt),  in  iqn  „PbitoBopbia  loologiea''  (1864) 
en  ü  het  deide  ded  der  gcfaeel  Teiaiewwe  aft- 
gaal  Tai  bet  weik  Tan  üüktn»;  „De  Tolmaakt- 
bedot  van  den  Sebeppet,  in  ijJD  scbepielen  be- 
iebmmT'  (1857),  welk  deel  ondei  den  tit«l  JM 
natninlgke  geaebiadeDia  tu  bet  dieientnk",  otdt 
atioadetlök  weid  Teifcrügbaar  eeit^  Hg  waa 
lid  Tan  bet  TooimaiH^  EoDinkt^  Inatiinat  en 
latei  ook  Tan  de  Eoainkl^ce  Academie  Tan  We- 
tenieb^pen,  in  w<tte  laatate  hg  in  1865  Tooiiit- 
tei  agoei  aMeféinff  weid.  De  godedieoattwiaten 
*an  t^a  t^d  ontlokten  hem  de:  „Briefen  OTei 
weten  an  gekraren"  (1S59).  Eent  in  1835  nam 
hg  een  benoeming  tet  Ke*oon  hoogkeiaac  aan, 
hoewel  hem  reeda  to  '18B1  loodani^  betieUuDg 
te  Qroniisen  waa  aangebodeB.  Hó  weid  ecbtei 
■■ n  Eaiwa  beuldigiBg  beperkt  in  bet  a-~ 


en.  Hó  w 

_    „  beperkt  ii 

■duHen  tu  ni^midtMea,  die_  hg  tooi  m  atn- 


^  beuldigiBg  i 
_  ii^midduea,  d 
die  Doodig  had;  aan  ign  wntieh, « 


TOOI  Teiragl 
wefd  ni^  T« 


Igkende  «oHeedkóade  < 


ocA  in  andare  opiicblea  weinig  aannoedigiiig 
ontTJDg;  eindelgk  meende  bg  mmi  gaooodiaakt 
te  nn  «rialag  te  nemen  ala  owerdireetein  thi 
bet  Rgka  Hoaeom  TOOt  natnnilnae  biabxia.  Vim 
(ter  Hoewtn  wai  Ud  Tan  leer  Tele  hiBtenlaadMbe 
itaehappüea  en  genootaebaj^n,  en 
""{a  DmnenlaiiaBabe  beleerde  toi- 
eeruffingen.  fig  oToiked  den  lOden  Maart  1868. 
BottM,  Abraham  dt*  AmorU  vom  d4r,  «en 
Nedeilandidi  godyJeeide  ea  ktterkntdige,  da 
ondsU  loon  Tan  mb  TiotHkatate,  den  15dëa  Fe- 
bruari 1821  te  Rottardam  geboren,  beioeht  de  La- 
tgnache  aettool  ie  Aauteraim,  atndeeide  aaa  het 
Atbeaaenm  en  terena  aaa  het  «aBiaarinm  dei 
Remonatranten  aUaar  ea  werd  in  1843  te  Leidm 
met  den  boogatea  lat  berwAeni  lot  doctw  in 
de  letteiCB  en  ia  de  Bodf^leeidbeid  op  2  dieaei- 
tatiia:  ,X>t  Joanne  Qeneo  et  Fhilippo  a  lim- 
bonii".  Nadat  hg  sgn  ptopoMBteeiamen  bad  af- 
giriegd,  deed  bg  een  lew  <kwr  DuitatbUad,  waai- 
Tu  bg  ToiaUg  gat  in  lijn  ,3erianeriiu«a  Tan 
ngne  aeademiereu  ia  1843"  (1845).  In  in4  werd 
hg  predikaai  te  Boakoop  «a  ia  1845  te  DtteebL 
HQ  OTerieed  reeda  den  2Diien  Haart  1848.  De 
loon,  dien  hg  ab  kanaelMdeDaar  Terworren  bad, 
weid  bereatigd  4ow  de  uitgaTV  dei  „Nagdatw 
leenedenen  Tan  A.  dea  Amorie  Taa  dei  HoeTen 


MsdedingeD  en  t^f&agen  i 
■ehriflCD  ea  «ea  «Bdel  „Pr 


dooi  een  leroaa-  en  kaïaktoi- 
•dwta"  (iStf).  Veidei  aehMel  lig:  ,J>e   goda- 

weien  Tan  ém  mandi"  (184B),  b«- 

1  ia  OBdeiaeheidea  tgd- 
.ProM  ea  potig"  (1850). 
Nadat  Vm  Lmmtf  igB  ,3-)egtt«^'  in  bat  Ueht 
had  gewndoi,  wiebeai  de  O-^iook"  Tan  den 
itodent  Vm  dar  Hoaae*  (1841).  Al  ign  weikea 
ign  later  TenameU  ml^egeTeB. 

Bomn,  Martiiau  md  der,  een  leditagetecrde 
an  tooedei  Tas  den  Tootgaaóde,  dea  22iten  Fe- 
hrnari  IfS3  t«  Rottodam  geboieii,  beaodit  de 
Li^inaebe  aelMMd  te  Amataidam,  rtndeeide  «ndei 
leiding  Tan  D.  J.  wm  Unntf  en  C.  BomAa,  te 
Leiden  onder  die  van  de*  hoogleetaar  P.  Bofmam 
Pterlkamf  en  werd  den  21ften  Jamari  1845 
aan  laatateenodiide  boogeechool  heToideid  tot 
doetor  in  de  letteren  en  in  de  leofaten  op  de  dia- 


DigilizedbyGoOglC 


Hirt»tiGn:  „De  noaanUis  kwia  T«t«nim  MrqttO: 
rum"  en  „D«  fnitis  eecundnin  le^em  Xll  Ubnlft- 
Tum".  All  literator  beweikte  hg  in  1845  „Stndie 
over  de  Seholiin  op  ViigilisB"  en  in  1846  „EpU- 
loU  ad  Tinua  4oeUHimtim  W.  H.  D.  Suiionr 
de  Dourti  eanmeiUuio  in  VitgÜii  Aencidk"  Na 
dien  t$d  bepMtMe  hjj  lidi  meer  tot  ^  beoefe- 
ninK  wr  reeraeeleewUiekl.  Urn  advociftt  te  Am- 
tt^lam  gereatijgtt,  ma^k  b^  w«Un  gm^n 
opguw  door  igo  idnUei«iMle  welapiekeiKiheMl. 
iW  u>  1849  de  boogkerur  Van  HM  na  Am- 
(tenhm  nau  Utrecht  vertrok,  werd  hij  tot  dietu 
m>*oIg«r  bewMmd  en  unvaainUe  hij  iqn  betiek- 
kjng  dea  Men  Oetober  lan  dat  jaar  met  een 
„Ontio  de  »rt«  geiendi  mnnerii  pn>tea*orii".  Hij 
moeet  nu  oollegea  bondan  orei  de  Inatitoten,  nle 
reebUgetctiiedenie,  de  Pawleeten,  de  burgerlijke 
reditsvonkinig,  bet  bnigetljik  ncfat  en  bet  han- 
ddaredit.  TeveitB  werd  liq  een  iJTeds  beoelenaai 
der  wgabegeerte,  die  hij  in  TenaM  traebtte  te 
brengen  met  «kii  gotedienet.  In  18M  idireel  1^; 
,X>ver  het  weaeo  vanden  gmUdienst  en  banu  ia- 
itoed  <¥  bet  staatflbeatnoT"  «n  in  1354  tot  1866 
hield  hq«eDi«^vooTleuDgeii„OverdageMlüede- 
nis  der  wqebegeeHe"  in  Pelix  Heritie.  Opgod*di«n- 
rtig  gebied  Mwoog  hg  sieb  ia  een  «libódox-inT- 
■tieke  riditine  met  een  sterke  owertwHtDg  tot  de 
leer  dei  It.<&tboH^  K«fk,  en  ook  de  wgabe- 
geerte  traebtte  hjj  in  «Ue  liditnu  te  leiden.  Hj 
ontwikkelde  lija  staadpant  in  oen  winter  «an 
1860 — 1861  tn  «ea  nienwe  reeka  vwrdnehten, 
doeh  lijn  ediikken  en  .plooien  <leT  feiten  naar  de 
beqriegelHig  rond  geen  bgnl.  Nn  traditte  lig 
■ieh  tot  «en  nivei  eontemfdatid  leven  te  ver- 
heffen. Zgn  leerlingen  bewcnderden  lijn  welepre- 
kendhnd  en  stonden  TcAaiad  orei  «ün  »>■- 
deilinge  denkbeeUen,  maar  toonden  weinig  lost 


den  twogleemar  en  b^  qjn  «tadenten.  De  inner- 
l^ke  woreteUiw  wie  .t«  ateik  voor  bet  iwakki 
Munm,  aan  beseft  in  1866  nut  werd  ver- 
■ebaft  in  bet  kranknaugeogeetidit  te  UtreebL 
Na  «erlo<9  van  eeniei  mijanden  gevoelde  bj 
■icS  beter,  loodat  1^  leUa  tijo  eoUegëe  weder  op- 
vatte en  de  vergaderingen  van  venchittende  gé- 
noota^uippen   trouw  bMoefat.  Hg   Bchreef  weder 


boeÜwoordoeli 


T, 


de  „Kienwe  Bijdr^n" 


van  1867,  en  sgn  „Tentamiaa  critica  ia  Qajmn' 
weiden  opgenomen  in  de  „ZertMiiritt  für  Reehta. 
gew^dite''  van  1868,  <tenrijl  hjj  in  „De  Q\M' 
een  paai  opatelien  })lmtste  over  Bilderdük.  In- 
middeéa  venwakte  ign  getojMÜwid  by  dén  dag 
en  hij  overleed  plotseling  den  ISden  Oetober 
1868. 

Boeven.  AbnAam  Pntyi  «m  der,  eveneeu  M 
dese  lunilie  befaooreod,  -werd  in  1829  gd>oren, 
fiad  in  1845  in  xaedienit  en  wd  ali  eeheepejon' 

S,  werd  later  etnuiman,  kwam  in  1852  au  sM- 
ig  te  Batavia,  deed  bier  het  gnwt-ambte- 
naaneiamen  en  trad  in  1864  in  etaartadieut  bü 
bet  GinoealïDdedi  Bestuur.  Hg  doorliep  de  -vei- 
Mhilleode  raoffen  en  werd  in  1870  tot  roeident 
bevorderd,  nadat  hg  reeds  in  1359  ate  pJitJek 
agent  bij  de  militaire  expeditie  naat  Bedjang  en 
£npat  LawaiK  de  Militaire  WifletDsoide  had 
venwoTven.  Qecorende  lijn  geheele  iinbtenaara- 
ioofibaan  wu  b^  op  bet  «iund  Somatra  werk- 


amU  bg 

t  bekleedde.  Naai  Boropa  terwgebsaro, 
■   "  )n  teBr»     ' 


laam,  deed  hier  in  JS78  een  catdekkingsreU 
bugs  de  Djambiriviftt  tot  de  grens  van  Djantbi 
en  -wBrd  na  een  kort  -veilof,  in  Eopc^a  dooigc- 
biacht,  in  1880  benoemd  lot  Rrgirringifffmmi» 
MT»  in  Atjeh.  In  1361  ntkgdie  lijn  ^noeming 
tot  goQvemeiu  van  Atieh  ea  Ondeiboorigheden, 
waai  tttane,  volgens  veler  meening  te  vroeg,  bet 
miKtair  bettuni  door  bet  borgerigke  vemngeB 
werd.  In  1883  trad  hg  als  govvemeor  af  «■  ketr- 
de  war  Eniofw  terug.  Ncgmaal*  trad  fajj  in  In- 
diMbeu  <tienet,  toen  DÜ  in  1886  benoemd  wwd 
tot  M  van  deo  Raad  Tan  Indifl,  welk  a 
tot   I —  ■ - 

aidaai  den  aden  Januari  1907. 
Hoepen,  Uenuan  AaatkoeUë  det  AmoHe  mm 
der,  een  reehtigcJeerae  en  broeder  van  Marti- 
tta«,  den  2Qstoa  ^i  1889  te  Amiterdam  g«- 
boren,  itudeerde  in  de  rediteo,  pvomoveenle  in 
1860  en  nwlrdi  als  advocaat  naar  ladit.  In  1859 
keerde  bij  naai  Nederlaad  terug,  omheWe  de 
leer  der  R.-Ea4lMlieke  Kerk  en  werd  in  Jani 
1875  te  Bieda  gekoien  tot  lid  van  de  Twoede 
Kamer  der  Stateo-Generaal,  waar  hü  door  ign 
woltpfetandheid  tot  de  oacbtigtte  MeutpUana 
britooide  dei  derieale  pai^.  Ia  den  lomer  van 
1885  werd  hij  i>eaoemd  tot  lid  van  dea  Raad 
van  State.  Hf  oveiieed  den  ISdui  Oetober  18». 
Hij  lehiMl:  „Het  atroven  der  Indiiohe  radica- 
len" (1869),  „Mijn  terugkeer  tot  de  Serk  «aa 
Chrirtna"  (1870),  ^ei  eeuwige  pausdom"  (1872), 
.,De  eiikelgaog  der  menscfah^'  (1875),  „Over 
Scbopeniianef.  KaaMetkeaingen  op  de  bj^r>8« 
van  pro!.  C.  B.  ^mjt  over  SehopeDbanet «  Be- 
gripsverwarrinc  ^  pmholMiaeb  gebied"  (TeiaL 
en  maded.  d.  Kon.  Akademie  t.  wetensdiafipai, 
idd^letteit.,  Sde  reeks,  dl.  XI,  18«6). 
ran,  Oo»«  ' 

nèoren,  «as  getidmen  tgd  m 
in  de  genie-wetensehappen  aan  de  Konink^ke 
Hiiit&ire  Academie  te  Breda,  wend  ale  majooi 
benoemd  tol  MDMnandaat  vas  bet  koipe  minenN 
en  eameora  en  oveiteed  te  I^^aegen  den  lOddl 
Juni  1863.  Van  ign  gescbiften  noemea  wü:  „Oe- 
wdiiedeaie  der  vesting  Breda"  (1868). 

Hoeven,  Henri  «m  der,  een  Nederlandub  rechtt- 
geleerde  en  looo  van  d«i  Toorgaand^  den  ISdan 
Haart  1843  te  Breda  geboren,  ontving  iga  of- 
leiding  aan  bet  .Atbenaeum  t«  MaailriAt,  >tn- 
deeide  te  Leiden  en  protnoreerde  BMaar  den 
2S>ten  December  1864  op  een  diaaertatii,  geti- 
teU:  „Opmerkingen  over  de  NedeTkndwBe  straf- 
wetgeTÏng  voor  bet  krw«folk  te  lande",  waarvao 
in  1366  een  tweede  drók  vendheen.  Hg  «aa  eeiet 
werkuMn  ai*  athoeaM  en  ieeraar  in  de  «taalbai»- 
houdkunde  en  Btatietiek  aan  de  hoogere  hurger- 
Bcbool  te  Bred*,  weed  in  1869  inbstitaiit-oHicier, 
in  1878  officier  van  Jnititie  te  Brielle,  in  1877 
advocaat -generaal  bq  bet  geieehtahof  te  VOra- 
venba^e  en  in  1879  boogleeraai  te  Leiden,  wdke 
betielLking  bö  den  26«ten  November  vu  dat  jaar 
aanvaardde  met  een  redavoenog  „Over  de  vast- 
Btelüng  en  invoering  van  het  wetboek  van  Btral- 
fecbt".  In  IftlO  werd  hg  op  rijn  venoek  eervol 
ah  boo^leeraar  ontaligen.  Hg  ia  Üd  v«n  de  M«*t- 
ediappii  van  NederltDd»Gbe  letterkunde  en  van 
den  Oemeenteraad  Ie  LcMlan.  lUet  de  boogleeTa- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


aomss-BtMiijK. 


A,    van    Hamel    < 

attiebtei 


ren    M.    T.    Poh,    Q 
Domela    Sieuvenhui» 

„TgèMbrilt  tooi  stmfTeriLt".  Veider  wsni 
dooi  de  rweerin^  J>ekst  mst  het  ontwei^n  tsd 
wn  nisoir  MiUur  Stnfwetboek  tooi  de  lee-  en 
luMkiudt.  Eg  leT«rde  een  «aotel  optMkn  in 
veraeUUeBde  tö<lacbtiften  en  aefaieef;  ,.Onie  Hi- 
UUiie  itntwelcevuig.  Oesehiedenis  haiei  «oi- 
ding  en  Tastohfiiiig,  met  toeetemming  van  Z.  M. 
dBB  Koning  vit  4t  09  Zi.  He.  kabinet  berusten- 
de eo  nit  andeie  omntgcgeien  etnkken  g^rat" 
(1864),  ,Jft«  bet  WeUwiit  nn  Stretieeht  oi«e- 
wgaigd  ingeroen)  woiden"  (1884),  „Onkweipen 
Tftn  wetten  met  todtehting  vu  mHitau  atnlnebt 
en  dMuliB  Mtooiende  wetten  met  totüehting" 
(1869).  Met  C.  B.  Bogaerl  en  H.  P.  J.  Hetutut: 
„Onlweip  «ener  wet  ofi  de  krijgstadit  met  toe- 
lühtiiv''  (1801),  Het  andeien:  ,^el  wetboek 
vu  ■trafredit.  ReditBiuMk  en  NederluMkehe  la- 
tentnnc  tot  15  Uei  <]892  flyetcnmtiiMh gwidend" 
(18^  met  si^ptanent  bqgeweikt  tot  i5  Oetoim 
1809),  „WetgeTiiv,  TerameÜng  dn  stukken  «t 
benftddigiiwen  utieffende  •wor  de  pnetyk  «t 
ut  anderen  «Mide  blöreiKl  bel&ngrök«  wetten" 
(jiuc.  1801— ISOfi),  „Oer  waudeeiüg  en  hec- 
vonning  vut  bet  «traheehf  (Beetonle  nde, 
1002),  „Wetbodf  van  mUitaii  «tafieobt  en  wet 
op  de  kiJMttoeht"  ^006),  „Hilitaii  «tnJ-  en 
toehtieefat,  VeraHneüng  >?•■  ovtweipen,  stiAlcen, 
beTMdriagingen  eu."  (1008-1901,  8  An.).  HO 
ia  med^ndftctenr  rfon  faet  „l^iitaehrift  ikb  atni- 
leehf. 

Ho*T«n-«ii-St.-lbi&rteii»oM«r,  «en 
nmeente  ia  ie  srovinde  NMrd-BtalMnt,  S02I 
H.A.  groot  met  (lOlS)  9287  tiMrooeia,  wordt  be- 
gienM  door  ó»  raneenten  Ondenbofch,  Slnitd- 
oaubniteii,  ZerreBbecgen,  Etten-en-Lear  en  Rnk- 
Tan.  Het  grootote  de^  der  gemeente  èeetut  nit 
diluTiaaj  Msd;  in  iuA  noorden,  wur  i^  door 
de  VaA  benfweU  nrondt,  itielt  men  Uei  eju.  De 
hoofdbemgbeut  der  berolking  is  ImndiMNiw,  ook 
nndt  men  er  eenige  iHfverfieid 

Hof  WM  oorroionk^ó^  de  door  de  gebouwen 
TBik  «en  Uikdsooè  omgeven  vqje  plute,  yitmof 
ndi  hert  gev^  nu  dea  heer  ferumelde,  vei- 
Tolgen*  dst  gevolg  lelf,  htai  de  leeidentie  van 
een  lieei  of  voift,  te»  elotte  de  vorst  eeU  met 
sqn  fsmiije  en  onwevinf.  In  de  Ondbetd  vieJen 
de  plkbten  der  Ht^beMODten  met  die  der  atut»- 
dieiwren  umen,  >oo>ls  onder  de  Bomedneche  kei- 
■era,  btt  wie  de  booffe  militiüie  bereBieUMrs  te- 
gelf^  de  «uniddeUSke  omgeving  en  den  Hof- 
stoet  vomMkn.  Zeer  ingewtttekl  wu  de  H^hon- 
ding  te  Bvunliom,  die  >vecl  onvolgdng  vond.  In 
het  Duilvehe  Bqk  waren  de  kenrvonten  de  eeiste 
Hofbeambten  ttu  den  keiser,  waf  latei  in  de 
ptaetqk  deehts  een  eennrondige  titel  werd.  De 
tegenwooidige  Boven  >}n 


mige  ofuiAten  vooral  wat  de  grootte  dei  Hof- 
hondmg  betieft, 

Hof,  (Stadt  lum  Bof),  een  stad  in  Bderen, 
ligt  aan  de  Sute  ten  N.  van  het  fiebtelgdtergte, 
aan  de  ^worlQiien  Mflneben — Bambeig — Hof, 
Leipiig— Bot  en  Hot—Stebeo.  Uit  1010  41  126 
imraneia  en  wend  na  den  braad  van  1824  nienw 
o|)geboawd,  Hen  viodt  er  v^jf  k«tken,  waaronder 
de  GoUnehe  Hidiaelükeaik  met  mooie  f^MMhil- 


een  Ootiscb  ataKUmia,  mooie  paitea  e 
een  gymoaaiwiB  een  hoog 
weeriiuis,  een  leddingahirig  e 


deiii 

burgeisebool,  e 

Het  ie  een  iadnitTiestad  vooral  met  wol-  en  ka- 
toenlabrictea;  vendei  maakt  men  er  mAehiMi, 
cbemJeaUBn,  giei-  «n  «mkevwaien,  tapqten,  biet, 
oefiidose,  poraelein,  kalkateengroeven  en  graaii- 
handel.  De  stad,  vnegei  iBegnit»4Mf  gcèeeten, 
wend  is  '1080  geetMit  «n  wae  de  hooI<lpHatB  dw 


hertogen  van  Jfertm  werden  de  bnrchtgiaven  vm 
limiretü>erg  daarmede  beleend,  aan  wie  de  voog- 
den «cni  Weida  in  1278  bun  reoht  op  Hol  ver- 
koobtoi.  goedig  daarop  kwam  bet  door  boweli^ 
echter  woer  aan  ITetda,  dat  het  in  1873  nogmaals 
aan  de  bnicMgiaKn  moest  verkoopen.  In  1793 
kwam  het  aan  Pmisen,  in  1803  aan  FrarÉrDk, 
m  1810  aan  Beieren.  Ben  gnwte  tosod  legde  den 
4den  Septuuber  1823  hert  grootste  godedte  der 
■tad  in  de  aatji. 

Hoto«rMWnil««L  Zie  OeremomKet  en  Eti- 
quette. 

BoUHk,  Wtüewt  Jaeob,  een  N«deilaiMlsdi 
Isttafawjige,  den  27sten  Juni  1916  te  J 


er  in  1842  MplMtst  aao  de  «eeretane  d«c  ge- 
meente, ton^  h^  tevens  met  Svet  lieh  toeleedi 


a.innpo»- 
t.  ugeao- 

jk,  böong 


MiUin^   aUaai  ijin  oplekhi^  es  werd 
ae  «eeretane  d«c  t 
,  .      ,     .    .  Bet  Svet  lieh  toeleg 

Of  de  «doldw-  en  diehtkonst.  uatttgemdde  ds- 
hieU  echter  de  «vieThamt,  hoowd  lieh  in.  ijjn  pot- 

lie  de   eijnlder  geenaiina  vetloocbeade.  u 

—  ak  hg  waa  met  xgn  geboortestreek,  t 
-'  'dt  en  ^oed,  wodat  h. 

__  „Uinstred   vaa   Eennemcr- 

knd".  In  1861  >weid  hq  JeetSM  in  Nederlandseh 
BQ  geschiedenis  aan  i>et  gynnasinm  te  Amalei- 
dun,  waar  hq  tot  1888  weiksaam  was.  Hg  over- 
leed den  29Bt«a  Ai«TMtae  1886  4e  Ainbem.  fin 
leverde:  „Roaamnade"  (1680),  „De  braldsdaitf' 
{1842),  „Een  kviBtenaaa-id^"  (1849),  ,;Kta- 
nemsikDd,  BaUadea"  1)2  din.,  met  pUto^  Sds 
drnk  1876),  ,Jle  jtmkei  -van  Brederode"  (<1849), 
,4)e  batate  dagw  van  Heemafceifce  bdeg,  Eia- 
toristdi  dramatHch  gedicht"  (1B51),  „Alddon,  een 
epueh  gediebt"  (l%a),  „Giiflo  de  SaÜei"  (dia. 
matiech  gedicht,  1852),  „OnscÉuedeiria  der  Nedet- 
kmdsehe  letterkoade"  (7de  drnk  1S86),  „De 
bloem  der  waardd"  (1854),  ^elena"  (1854), 
„TbeM'  (1854),  .JietoriaAe  Laadeehwpen"  (2de 
dink  187S),  J>n  fantaiij  nit  de  werkeüükbeid" 
(1856),  ,3et  NederluMie  voik  gesehetet  in  de 
vereehiMeode  ^i^eiken  jgner  ootvnkkdins"  (8de 
drok  1882),  ,3eiwtB  van  de  gesebwlenis  dei  Ne- 
derlanden. opgeheUsid  met  afbeeldingen"  (2de 
dnik  1867),  „Antwupena  dtadel,  een  acèetaboefc 
nit  de  drie-en<twintig  dagen"  (1857).  „Kenae- 
mer  legenden,  gsdrisnatiseerd"  (1858—1865), 
"^      "  '    •  ■  •     i^g  dagelgksch  lei 

drak  187a--1875),  .    __ 

del  gekroood,  iTiiaeh-dramatiaeh  gedidit"  (1858), 
..Sen  vrede  van  800  Jaren.  Historisebe  monogra- 
phie"  (1850),  „Alknvara  beleg  1573.  Htstimseh- 
dramatiach  tafereei"  (1860),  Verspreide  gedioh- 
lea"  (2  'Un.,  1660),  „Oranje  en  ign  keurreodei 
in  1572;  met  16  fcautipdaten"  (1863—1867),.  .De 
Elooateioiden  in  NeJeilaad.  hiatoiiteh  Mirder- 
■oeht  en  geaebetst.  Het  albeeldingen  dooi  D.  van 


DigilizedbyGoOglC 


BOtDUKSOFM. 


dei  E<fiuL  Ji."  (18M),  „Een  Eebo  vit  1579,  g»- 
dkbt"  Oieidnikt  in  1613),  kroniek  der  Keane- 
m«  tifibnituB"  ilSeSi,  „Oeiiliied«DM  im  N«- 
derlualMb»  wlks"  (18S6--1872),  „Toor  T""  ' 
ren.  BktoriHhe  HeriDHringoi  (ISAEi— 
nDe  Traow  fta  Attt  Vigtnitei.  HistoEiMli 
1578"  tl8S7),  ,3«<Hiitiadw  ooliii"  (1867),  „Een 
boow  eed.  HwtoiHdi  diMu'^  (18671,  „Van  L«d- 
nep  heidMht,  eeae  «ücgiDTH"  |186S),  „Een  ge- 
kroonde alnipoMOrdeiiMr"  (J8T0),  „De  triomt 
der  Piraten"  (Sde  drok  1872),  „Aknurw  <ridriz. 
Eionijk  TU  AJkmun  bdeg  in  .1578"  (1878), 
J^eideDB  wee  eo  Mfepmr'  (1874),  „De  Oniqe- 
M«iFee«ten  in  I874'^(1S74),  „BrieUea  OedeiÜq; 
Cf)  NeêrUwh  defde  Jdbilee"  (1878),  „Een  kiwm 
op  dri*  «oamn.  LTriKh-dnoMtiadi  gntieht" 
(1874),  «ele  hj^ngen  ■>  hst  juitioekje  .Jmmn" 
WMiTU  Hotd^k  ledMtcur  wm.  „HouBd"  (Km- 
talift),  in  't  Ddeht-Albom",  «u.  U«t  au.  J.  «om 
Lmmm  nl  bfl  nit;  .Jlerkmuudige  ka«t«e)eit  ü 
NedeiLad"  (met  pbteiK  «  «b.,  8de  «fank  ISSl) 
en  nwt  Jf.  P.  Romadt  (B.  MaÊtbwp)  „On*  vAk 
in  iqne  hittotie  FoauotiMii  geMhiwtri"  (8  dkk, 
1858—1860).  Latei  renebenen  van  bran:  .Jaq- 
weiUaden  nit  NeéiUoite  gtoneknuM"  (1876,  met 
80  ehraoa-litlngra^caft),  ,yDe  EkxMteiMden  - 
Nederland"  (1874),  „Een  InUmiw  m  «en  *< 
■tewraf'  (1868),  „WiUem  IVedeiik  Hendrik, 
PriM  der  Nederiiodn"  (1880),  .Jlalnn  en  m- 
ten,  go^hten"  <2  dk-  1880),  „In 
J»fa"  (1881),  „In  het  gflbwgte  Di-eq 
,J)aJu«  Soéinbi"  (1887). 

HofM-,  Aiidrtai,man>aóti  der  Thdem  l)^ 
han  ofMtiód  in  1809,  Mdarende  den  oortog  tv- 
eehsD  Oostenflk  n  Aeafa^,  An  saiten  No- 
Tenrim  1767  in  d«  habm  „Am  Srade"  te  "' 
Leonhud  i»  bet  Pana^rdsl  gebMui,  ^«el  fc 
■•     p  Hrfl,  en  f 


B  naaiden  ta 
ItwrfdmMi 


«t  w^n  op  t 


1796  Iturfdman  van  «en  eomnignie  Ttxokt 
eehet^edmtteM,  die  um  bet  OMd«meer  te^tn  de 
FnD«dien  optnkfceiiL  IVtn  in  1806  de  ooiiög  ta(- 
eeben  Ooetniqik  «  Franfa^k  wedet  ontbranMe 
en  de  ontevredenbeid  der  Tir^eis  op  de    Beieracfae 


ngeetmg  feentm,  begnmn  «|gs*aafdigilaQ,  wtar- 
«Mer  ook  Holtr  wae,  ncli  io  bet  gMum  nau 
'Weenen,  om  aaiteheitog  JohoH  mededeeUng  -be 


d»  MuWurtoK  entirierp  mi  Utf»  het  pUn 
tot  «en  opetamf  en  een  beroverinfj  van  Tnol.  In 
6  dwnt,  T«i  M — 18  April,  -vat  bqna  de  gtteeJe 
boTollitig  er  mede  b^end.  Nadat  het  aoondeo 
«n  bet  midden  nn  TudI  bewgd  wae,  trekkai 
Ho/er  en  Honuager  naar  het  iniden,  waar  de 
Praneeben  met  noot  teriiee  iraKlreTen  wevden. 
Toen  de  Franeèben  na  de  oTenrinaingen  bfi 
EdunDU  (22  iat»  1806)  en  I^Benebnig.  Wee- 
nen  naderaen,  deden  de  Beieren  weder  een  innl 
in  llnd.  Toen  generaat  Rwka  grtal  wm  Letdte- 

Sii,  die  in  Tir«l  leer  bemind  wae,  landaar  vei- 
eéf,  had  Hoter  g«nrapenderband  tot  itet  be- 
•trqdien  tu  den  vjj&nd  medegewerkt.  Iluna  eefa- 
ter  veracheen  l^j  op  den  Brennerj  en  dooc  den 
wAiranderen  EimiuUdem,  >gn  krggamakker  en 
«yadant,  geleid  en  door  den  dapperen  Speekbo- 
eher  DDdereteaod.  lereide  hK  bQ  den  berg  Iiel 
<den  2fiaten  en  2gslen  Heé  1800  aan  da  Beieren 
8  gareehtén,  waaidoor  desen  g 
<den  Titiü  Ie  ontrnimen.  Kort  t 


Öoetcatmiahe  troepen  en  door  Tiro- 
len  ondei  aaarraeiing  ras  Bofer  onttMt.  Reede 
wae  deae  op  bet  pont  kA  met  ■" 


Tieet  met  Üoaleiunfc  te  ben 
■lag  bö  Wagnm  de  'wepenatiWtand  lan  ZitaJm 
(12  Jidi)  geetotwi  wend,  Toleene  wdbe  de  Ocs- 
tenr^bers  licb  oit  Tirol  en  Vonilbeig  moeaten 
lerwödieieB.  Hierorei  ontetonai  bjj  de  Ttiolera 
groote  onrast,  die  nog  toenam,  toen  generaal 
Lêtibvre  met  80-  ol  40000  man  Franacèeo, 
Beieren  en  S^aen  tas  TeiMhilleade  tfden  Tiral 
binaentrokken.  Boter  bad  «eb  aanTawelJib  in 
een  grot  in  b«t  PeaeeienU  Teteebolen.  Maar 
toen  SjMeUodhar,  de  kapnein  Joaekim  Bm/m- 
JMT  en  Pelnu  Jfoycr  aan  bei  boold  lan  bet  g«< 
wefieode  volk  Tiroi  traetatten  te  TenMimi  en 
f  au  8  t4>l  »  Ai«nMne  1800  de  Tfiandan  bei- 
baaUelp  femloegen,  fediet  ook  ifoto^sfibw^- 
plaain  Nl  tnd  of  m  berelbebber.  Da  at^  tm 
18  AngMtna,  wderom  bij  d»  ben  lae^  Mod- 
laakte  L«/J6«re  Tkol  te  nertsten.  Ao/er  belaatte 
siflb  nn  met  het  militair  en  bamili|k  bentni 
tot  aan  dan  vrede  mt  Weenen  (14  Ootóbet  I80B). 
Toen  diUDa  «attritertog  Joham  aelf  in  een  brtef 
de  Tirokre  tot  oidarweiping  Teimaande  en  ran 

-"■--"-     "     ' in  bun  land  nik- 

1  den  osder- 
....  _)ben  tmedbt- 
de  radElaiiog,  dat  bq  tot  ondêrwei* 
piig  beiMn  bad.  Eroiwel  door  bvitètai  iw 
eireiiwinmngen  en  nn  den  intocht  van  Jokan 
mitleMl,  bcvratte  bn  de  TÖaodemUwden.  Ik  woh- 
wS  Tan  Mtdeieebeideii  imnpoedioe  gevediten 
moeat  ^jn  aebtv  «iadelgk  tooi  de  eroiwdtt 
beMigken.  Oednnnde  3  maMtln  biiU  h^  bA 
onder  oeenw  en  {je  in  een  Jifaenbot  in  Paaaeiw 
Miboigei^  an  geen  bel^rften  of  bedreigingat 
de  Fmarin  geneiMdi  waren  in  ataat  een  Tii 


_    __Timhc 

3  bieneen,  de  iflwilplenh  tu  Baftr  te 
verraden.  Sïniaetgk  venied  een  boei,  ttaffl,  Item 
en  weid  Battr  met  aga  geoin  dan  aOitan  iiama 
1810  gevangen  genomen.  Onder  eteike  bedek- 
king voerde  men  faem  nam  Uantna,  w«a<  bg 
voor  ihn  kiggmad,  ewler  voonittemdiap  van 
BiaMm,  mb  teiedM  etaan.  De  meendeibeid  «tem- 
de inet  vooi  de  doodetiaf,  doeb  de  telegraaf 
' — ^  —'^  ¥itMa  beridit,  dat  bg  binnen  een  H- 
tei  dood  gebiubt  wamten,  opdat  Oen- 
.  -Mbnkenat  in  ctt  geval  te  Iaat  soB 
komen.  Hg  weid  eertt  den  20Mn  FAtvaii  1810 
naar  de  itnfplaati  gdeid.  Bg  bieel  moedig  en 
eterk  tot  aan  bet  laatote  oogêidilik,  wiUe  m^ 
W  men  bem  fafinddodte  m  «enmaadewde  mD: 
,tiinrl"  Zgn  bloedvenranlen  ontvingen  «deUom 
m  goederen  van  den  keicer  van  OiMenr^,  tn 
te  qjner  «en  venem  in  1664  in  de  ke»  der 
IVanêiscanen  te  lanrtirfid  ign  mniraeren  itand- 
beeld,  op  )ut  dea  keloeis  door  pnteaeor  SeAal- 
Ur  te  Weenen  vcrveatdisd. 

lAleraltatr:  SUnnter,  lAndnriitb  Andieaa  Ho- 
fer  (ade  drafe  FreUinig  1801);  SekaiMHr,  Aa- 
dieaa  Hoter  nnd  eeine  Kan^beooaaen.  unna- 
bmek  1900);  PnmU,  Andieae  Hofer  ka  Liede. 
(Innabrack  1884). 
Boltr,  Andrmu  BdUr  km,  een  kleimRMn  van 


DigilizedbyGoOglC 


il  aan  de  Tenhtiguie  van  "^nA.  Hq  etodeeide 
de  iceliÉen  en  wem  ia  187.1  DoUrk  I»  Ajn- 


■Utten.  De  Maaeente  SL  LeoobMd  in  Paeeeiei 
aóiaak  hem  oot  eerebnigemdi^.  Hij  beaat  den 
Saadhof  tk  keien^  leen  en  mwie  des  <titel 


tn  heer  en  landaaünaa  In  1859  en  1866  stond 
hS  aan  bet  tnxrfd  van  «en  oompa^ie  Timlsr 
Mdierpeehntten  in  den  oorïog  tógai  Italië.  Se- 
dert 1870  wae  hq  Ud  T«a  den  lAuddag  i«  T<u»- 
bnrak  en  eedert  1877  wn  bet  Ooatem^kBriie 
Hoie  Tan  AbewaptUgden.  Hjj  OTerleed  den 
25eten  Jnni  1^1. 

HSter  o!  Boeter,  Jébk  Ohritim  Ferdinmd, 
een  FiaMdi  ednvrn,  den  Sleten  Apria  1811  te 
DSaehnite  lu  Thimngen-  grimien,  ontviDc  inn 
Ofilriding  aan  bet  giinnaeinm  te  RudoUMt, 
leiede  wcnigma  in  Dnitaeliknd,  Franicrök  en 
Nedwlu»^  en  mm  ia  1880  deet  aan  de  ei^pedrUe 
naar  bet  aehiereiknd  Hvrea.  In  '~"  -  '  '" 
leenuur  fn  Frtuilti 
»«*•!!  ^  _ 

atndeenle  bq  «o  de  ^«neeaknodé,  wae  daarna  te 
F«r9a  'watiaMD  als  aita  en  deed  in  1846  In  oo- 
ittAi  der  noeeiing  «en  wetenadiamtetöke  tmc 
in  Dnfiadiland.  Oedarende  «enigen  tnd  reageer- 
de liQ  den  ,jDlei|ii4t^  «n  10185]  belastte  hq 


„  „     .    .         _  _     _tH!Bowdeedinl878 

te  BntMT.  ffSfer  aebreet  verder  nog:  „EUmenta 


r  nei  nDtereuaoD  «vrea.  in  loai  wem  ng 
uc  fn  FrailtrSk  en  Tept<oJ|nae,  nadat  hg  een 
aliiK  gclOTerd  bad  T«n  Kant'a  „Eritilc  der 
en  Veraonlt",  eeccetana  tm  Ooutm.  Tercna 


gi^i* 
te  Bra 


dünu  et  de  phyaiqDe"  <Sde  dn*  19S7),  ,fiie- 


die"  (1948),  ,M  ebimie  ena^rnée  mi  la  biegn- 
pUe  de  ees  foBdateaa"  (1865),  ,J«  mondedn 
bna"  (1867),  ,J>ei  eniaou"  (1867—186»,  2  dln.), 
,3i^tre  de  raetnuMmie"  (1670),  „Histoira  de 
la  tntnniqae"  (1872),  .^iatoire  de  la  phmiqBe 
et  de  la  ebtmie"  (1872),  „ffietoire  de  la  Hmltme" 
(1873)  en  „Hietoirs  det  natbématiqiiet"  (1OT4). 
Daamilwven  lererde  h^  yertalingen  van  geiaehrii- 
t«B  no  AritlottU$,  Dtodonu  Sieulut,  mm  Bum- 
boUt  «n  Btrttlm». 

Kolf,  JaaA  Betmau  va»  't,  een  NedeTfawMi 
sebeiknöüAe,  den  SOaten  Aogmtna  1862  te  Bet- 
tapten  geSoren,  etotteenle  enirt  aan  de  Pol^teeh- 
niache  aAool  te  Ddft,  waar  bj)  in  1871  bet  eu- 
men  aflegde  i^  teefanoltng,  en  verrolgent  ta  Lei- 
den, waar  (b)  in  bet  vrigende  jaar  eandidBat  weid 
in  de  wia-  en  natmiikniiide.  Nog  in  betieMe  Jmi 
ging  tii  naar  Boan,  «m  er  de  eoitegea  te  fi«en 
van  KikiM  «m  Btndoidtx.  Reeds  in  den  toop 
Tan  1678  keerde  hQ  naar  hst  ladwland  ten«  en 

nnaar  utrecht,  waar  bfi  bet  doetMaii  enmen 
e  wia-  en-  natnurkniaM  aflegde,  om  daan» 
nogmaals  een  traiteolandatbe  atodiereia  te  aan- 
raarden,  namelgk  naar  ParjJB,  waar  hS  JiojsA 
Wtrh  en  Patltur  hooide.  Na  in  1874  te  UtraAt 
gCDTDinoTeeRl  te  i^n  «f)  het  pmefedifiH,  geti- 
tefd:  „Bvdra^  tot  de  kaniüs  Tan  ^aaougninnr 
en  tnaJmannr",  werd  bq  in  1876  benoemd  tot 
learaar  aan  '■  Rgka  Teeafteengscbocl.  reeds  in  het 
TOtgende  jinr  tot  Jector,  en  een  jaar  daan»  tot 


381 

boogleenar  ia  de  adMiknnde  aan  de  Amsterdam- 
sAe  taoogeadn^  Hier  bleef  l^j  werkzaam  tot 
1896,  toen  h^  beaoond  wend  tot  lid  der  Frai«- 
sdie  academie  van  weteoBchaftpen  te  Betlgn  en 
'M  hoogleeraar  aan  de  hoogeMbool  aldaar.  Door 
ï^  in  1874  *eisebaimk  bcoeboro:  „Voorstel  tot 
nitttrwKng  der  tegenwoordig  in  de  adieiknnde 
geèmikte  «tmetmuiinmnles  in  de  rmmte,  bene- 
Trens  de  dannnet  «amenhangande  ofnoMldag  om- 
trent bet  Taiband  tnsaohai  optiacb  aetief  y 


Cen  dMniaebe  enutitntie  van  organiiehe  beu- 
lingen" legde  h^  dan  iiiiimlAn  tot  de  a( 
chemie  (in  1875  in  bet  Fiansch  nitg^eiei 


iitg^eiei 


der  den  titel:  ,4^  dümie  dana  1'eenace",  in  18 
in  bet  DaUseh  onder  dn  titel:  ,|I>ie  Lagemng 
der  Atome  im  Baame").  Tien  jaai  latei  gal  Fan 
't  Hoft  van  de  Franaahe  Toctaüng  een  tiweeden 
drdc  ooder  den  titel:  ,J)ii  annéea  dane  1'bistairtt 
d'nne  thëofie",  Hienan  vendteen  in  1891  een 
Engelsebe  Tert^ii^  door  J.  E.  Marak.  in  1892 
een  oniweifciag  in  bet  Dwtadi  door  W.  Meyerhoft, 
onder  de»  tètel:  „StereoeheBHe",  en  in  loM  «en 
ToUedige  on^eveikte  nltgarre  onder  dm  oor- 
■pionkolvken  titel  door  den  aefarnrei  idt,  tec- 
wiil  lan  deie  hatsto  in  1808  een  Ëngelaehe  v«- 
tauog  Teneheot  dooi  £Jloar(.  Tradeie  gevdirit- 
ten  Tsa  faem  iBn:  „Anaiebten  fllter  die  oiganïscihe 
ClMinle"  (1878—1861,  2  dio.),  „Verbeetdlnaa- 
kxaebt  in  de  wetanaduo"  (InangnKde  rede, 
1878),  ,3tndw  de  drnamiqne  diimiqne"  (1884), 
,Jxua  de  réqnilitire  ebimiqne  iaat  Vétat  dilni, 
gueoz  on  diasons"  (1886,  later  om^mreikt  in  de 
„Zeitsehrift  ftir  phTstttÜxdie  Chemie"  ondet  den 
titd:  ^e  BoHe  des  osmotieehe  Dmekea  in  der 
Analogie  swiseban  LOraagen  nod  Oasen"),  „Con- 
£tioii«  éleetriqnes  de  réonüfcue  <iiimiqne"  (1866, 
te  bet  Dnitsd  vertaald  do«  Q.  BretUg  in:  „Oat- 
waM's  KlassikeE,  do.  '110,   1900),   „VorieKuieen 


Ober  die  Ri  Hnngarmftilllhiii  inti  der  o 
SalnUagemagen,  inabewuniere  dea  Stas^rtei 
SaUagem"  (n*.  1—50,  1887—1907),  „D«bef  die 
imtetmoMie  Bedaotnng  der  aaorganiacheo  Cbe- 
mifl.  Vorli^"  (1806),  „Vorienngen  Ober  theore- 
tische und  phjoüaüsehe  Chemie"  (dl.  1 — S, 
1888—1900  2te  Anti.  1901— 190B),  „üeber  die 
■ËDtwictiuiig  der  exièten  NatoDwisBeoadialtan 
im  I9ten  JahriMindert  nnd  die  BeUieilignnc  der 
dentaeben'  Qeleteten  an  dieeer  £ntwiel£)iur" 
(1900),  „Znr  BiUnng  der  oeeanisehen  Saliabla- 
genii^n"  (H.  1,  1906).  Voorts  redigeeide  hg 
met  OtfiMiM  de  dow  ben  beide  in  1887  oweiiehte 
„Z^tschiiH  fOr  phnikafieciM  Cbemia".  In  1901 
Tenwierf  hq  deo  Nob^r^  voor  seheikande,  in 

1906  dwong  een  eraetiee  ouMateUbnd  faem  sjjn 
wetenaihappdigk  wok  bgdelqk  te  ondeitwelnB,  m 

1907  werd  hem  deor  de  Tedmiaebe  BooMebooI 
te  Snuwwitjk  bet  eere^oetoraat  Tergeend  en  in 
Deoemher  van  betiaBde  jaar  door  de  Tedinieehe 
HoMKxdiool  te  DeUt.  Vm  'l  Boll  oreiteed  den 
'laten  Haart  1011  te  BoiI^d. 

Zie:  Snuf  OoAen,  Jaeöbna  iHenrieoa  van  \ 
EEoft  (LeifAig  1912). 

HofCa,  Albert,  «en  Dnitaeb  geaeed[n■dig^ 
den  aiet»  Maart  1869  te  Biebnond  in  de  Kaap- 
Koionie  gdmren,  atndeende  te  Uarbnrg  en  te 
Frofanig,  werd  in  1886  diiraig  te  WQiobiirg  en 


DigilizedbyGoOglC 


HOFIU— Bt»THAHIN. 


leidde  cc  een  prirate  kUniek  v<k>i  ootfaopaedif. 
lieilgTmBMtJek  es  nuenge.  In  1M2  werd  hg 
Toor  die  weteiwelufipeii  ah  bcngleenuLr  Mat  Bet- 
1^  metftn.  Door  qo  tek  Teiliaoddii^en  ab 
OM  aooi  nn  .Jiehrbndi  dei  ortlMnIdtfdeii  CU- 
iwgie"  (5de  Ank  StnttgMi  1905)  wend  bn  de 
KTonaSegger  der  Bndenie  cTtfaopMoie  in  Diüueh- 
fiuKi.  Vooral  in  de  behaadeUng  der  Mdioie,  der 
MDgcboreD  bm^MatwEiehtiag,  en  «mdeie  mderoi- 
mingen,  gedeellel^  met  iiieiiw«,  door  faeoi  oit- 
eerottden  toestellen,  beelt  Bolta  tiefa  zeer  w- 
dienMelgk  gtautüt,  cneBtIa  toot  de  patÉnksie 
en  (ttenpie  dec  uekten  tbd  het  knaegewritlit.  Hg 
Bchieef:  „Tectiuk  der  Hunge"  («de  dmk  Btatt- 

Ert  16i12),  ,4)i«  DDdenie  Bëhandlniu  der  anpe- 
men  iHflttg«ient«h)artiionen ,  dee  EltunofiMeei 
owt  der  flpomijAitii"  (Hflnehea  1»]0),  ,4>ie  Or- 
thopftdde  im  Dtenst  der  NerreiAeilkiiiide"  (Je» 
IdOO),  .Jieiitfcach  der  FnUnren  md  LnxAtionen" 
(4de  drok  StottgHt  1904),  „AUh  icm)  Ornndtiai 
dei  VeilMiMlehre"  (5de  diuk  MBDeben  19U). 
Sindi  3692  redageeit  bg  liet  „Zütsehiift  fSr  or- 
tbo(ddiMfae  Chinngie''. 

HBffdlnv,  MarSd,  een  Deeneeh  wgigeer,  den 
t'lden  Maut  1S4S  t«  E<neiitwgeB  géboieo,  atn- 
déevde  tont  io  de  gedgMéeidbeid,  daarn»  ender 
imloed  ^tbji  Kitrkegaard  in  de  wjjAegeerte  en 
pmnoMeide  in  1^70  op  een  dJMcrtatie  „DeStoT- 
iche  opratting  van  den  timd  wU".  BBfIding 
heeft  eensdeeli  ateik  den  iDvloed  ondeisaan  T«n 
Kant  en  Sekoftnhtmer,  todeideeli  y%D  de  Engel- 
idie  iMwitniatiflclifl  en  e>r<datioDJatische  wgwe- 
geerte.  In  xöo  pt^diolDgie  treedt  vooral  de  Mtee- 
kenis  TSB  de  wil  op  den  Tooigraiid.  Het  pncbHeh 
g«4>etiieii  ie  toot  non  identielc  met  het  wviMti 
gAeattn,  beide  loopea  parallel.  De  ethiek  YUk 
Hmtdhig  ia  lodaal  eetint;  de  «ntwikkdiog  der 
naatoehappü  kemt  de  ontwJÜelÜK  dei  indivi- 
dnea  ten  goede.  Gevoelen*  van  utinlgme  ign 
In  den  inenMh  «>en  oorapronkel^k  ab  die  T«a 
^Ihm.  Hg  aehnet:  .4)e  v«bege«4e  in  DnitaBh- 
laod  M  H«sel"  (1379).  „De  EngriMiie  wjjalw- 

Cite  ven  lioden"  (1874),  ,4)e  ffrondelaff  dei 
save  ethica"  (1876),  „Spinosa's  leei  en  leven" 
n7),  „De  ptTchoIbgie  'at  omtrtUen"  (4de 
1888),  „ÉAm"  &it  druk  18&7),  „Chailes 
Darwio"  (1869),  „S.  Kieiiefpaid  ab  wnsgeei" 
(1S02),  „Oeaehiedeiw  der  wenwete  wnccwgeer- 
U"  (IBU— 189S),  „RoDMean  en  ion  wgabegeei- 
U",  „Kleinere  werken"  (1899),  „Wgebegeerte  tm 
d«i  godadienat"  (1901),  „Wgtgeeiige  proble- 
men" (1908)  CD  „Hodecoe  w^eeieQ"  {1904), 
•JjeertMxk  <nn  de  geediiedeiüe  der  nienwere 
wgsbegeerte"  (1907).  Böffding't  weifMo  ign  in 
het  Doita^  vertaald,  «nkek  evrm  ook  in  aïideie 
talen. 

Hoffbun,  Otfo  ChriMttaa»  Frederik,  een  Ne- 
dedaodHt  dJehler,  den  2den  Jmd  1744  (e  E<to- 
tria  geboien,  begaf  ii<^  Jn  1754  mat  ign  ondeia 
naer  iantiierdatD.  ootviog  ei  door  de  soig  t^ 

a"n  oom  een  goede  opvoeding  eo  -weni  ei  eerat 
I  klerk  bij  een  Dot&iie  en  vervolgeDe  op  een 
handekkutoor  gestat.  In  1769  leÏKle  hg  tooi 
zija  patroon  naai  Lkitechland,  betoeht  ign  moe- 
der, die  lieh  ia  de  nabgbeïd  van  Bedq»  gevee- 
tigd  had.  en  keerde  weldra  terng  naai  Amster- 
dam. Toen  hg  in  177S  iqn  beeoek  betiiaalde, 
overreedde  zij  ben,  bg  haai  te  l^ven,  waan» 


hg  >ieh  eent  te  Berlgn  ophidd  en  van  1775  tot 
1778  te  Uthw,  om  zich  in  de  laniHHii«ihoodkmLde 
te  oefenen.  Vem^ens  koebt  hq  e«ni  landgoed 
aan  de  Waithe,  dat  hg  later  met  een  ander  v«i- 
wiaaeUe.  Z^  laatste  levenajaien  bracht  hg  t« 
Pienskiw  door  en  eveileed  üdaai  den  21aten  Ja- 
nnaii  1799.  Holllutm  heeft  luimige  vertoogen 
geleverd  in  het  q>eetatoiale  weekblad  J)e  lin- 
ker", elamede  in  den  „Koamopoltet".  Van  ign 
gesehiLitieQ  veimelden  wg:  „Hekriaehiilten  en 
andere  gediebten"  (1781),  „Al  stood  er  de  g 


'  (17i 


t  eenei  theorie  vaa  Nedeidoiteebe  p 


•  (ade 


Kleine    diehtoriijbe    Haocbdiiiften".    Door   d«  . 
wKg  vao  ign  vriend  Uilenbroek  veiaeheoen  ia 
1801    ign  nagelaten  geoicfaten  oodei  den  titd 
„Boereneeboowborg,  de  khebtige  opera,  tooneri- 
fragment,  gediebteii  en  loMe  gedaeiiten". 

HoKin.  adtter  ^anlenoamen  ia  de  aikertnig 
voor  Hermamt  Boffmmn  (oie  aUaar)  en  Wer- 
nm  Fritdrieh  BoHmtüter  (1818—1845),  een 
«chigTei  «rei  lageonronnen. 

■oftnuim,  FrMrieh,  naaat  Boerlbiam  de 
meest  baocmde  geneeatieer  van  liJB  t^  werd 
den  ISden  Pebinaii  1660  te  Halle  gebopcn,  rtu- 
deerde  te  Jena  en  te  Erfnit  en  keerde  vervol- 
gene  naai  Jena  teing,  waai  b^  Jo  1681  pramo- 
veende  en  ueh  aJe  piivaatdoeent  vettègde.  Om 
ign  geaelMtte  ceioinbeid  te  herstellen,  deed  bg 
een  reis  door  fioUand  en  Engeland  oi  ging  in 
1686  al*  geneesheer  naar  Hiaden,  waar  hij  «<i- 
diB  aangefteld  weid  ab  ffarMMeosarts,  geneea- 
heei  vaa  het  vontendam  Minden  (1686)  en  l^t- 
arta  van  het  Renrvoralelgk  Hot.  lo  1688  vertrok 
hij  ab  geneeriteer  naar  iHaftentadt  en  bQ  de 
iticbUng  der  naivontwit  te  Halte  plaatste  ^ede- 
rik  III,  kearvoNt  van  Drandedbvrg,  bem  in  1696 
aUaai  ab  eent«  boogleenar  in  de  mediójneD 
en  belastte  bem  met  de  Tonning  der  laeaileit. 
Gedorig  werd  hQ  tevens  naat  'vorstelqke  hoven 
oDlboden  «n  geneeek andiRen  raad  te  gcmn.  In 
1708  bood  FrMerik,  innuMeb  koning  gewoiden, 
bem  de  betrekking  aan  van  lijfaib,  maai  hü 
wees  ae  vtm  de  bud.  Toen  editsi  de  koning  in 
'1708  «rnatig  uek  wetd,  vestigde  hg  üA  met 
bebond  van  iHn  hooKléeiaarMmbt,  te  BertQn. 
Spoedw  evenwd  'nu  £ij  bet  boDeven  moede  en 
in  1712  keerde  hij  naai  Halle  terag,  waar  hA' 
den  'laden  Novenibei  1742  oveilee£  H'4  be^ 
sieli  vooral  veidienatelgk  gemaakt  ala  praktbch 
nbeei.  Verder  heeft  hg  vele  geDeeHniddefcn 
onderzont  en  nieawe  bereid;  de  algemeen  beken- 
de Holfmann's  droppel»  (1  deel  aethei  met  3  dee> 
len  akobol)  zijn  naai  hem  genoemd.  Tan  tgn 
weiken  noemen  wü  „Hedieina  raUonalia  sjvte- 
matiea"  (1718—1740,  9  dBn.)  en  „Sladitina  oonr> 
■nltatoiia^'  (1721—1789.  13  dbL).  Zqn  talige 
kkineiB  gesehiitten  zgn  tot  bnndela  vereeniod. 

H«ttBuuut,  Johmt  Ootthifd,  een  «taaUraia- 
boadlnmdige,  den  19den  Jnni  176E  te  Brealan 
gelKwen,  E:ti>deeide  te  Halle  en  te  Leioiig  fn  de 
iecbt«D  en  ging  in  1787  nsu  KondogsDergen  om 
lieh  vooi  £et  bekleedan  van  een  aoademisdiea 
leerstori  voor  t«  beiden.  De  noodiakelijkfteld 
om  in  ign  ondeibood  te  vnonien,  droojB^  bem  i*> 
1792  een  'betrekking  (e  aanvaarden  bg  een  bu- 


DigilizedbyGoOglC 


OiMt-FiniaüdN  Kaatti  vu  Dameineii  en 
booglMnar  ia  4e  ptaetiKbe  wgAegiMito  «n  in 
de  alo»>Mret  gif hwoen  ma  de  nniTeniteit  te  Ko- 
ningabeicen.  In  iSOS  werd  hg  ^eplutit  als 
aU^cnM  bjj  bet  miniaterie  tui  BineeiriJuaWie 
Zeken,  tenq|l  hem  tenni  bet  oilucht  geopend 
werd  op  een  p(«Ienort«t  in  de  etMtswetenaehap- 
pen  aas  de  <i>  te  richten  oflëverüteit  te  BcrUp 
en  op  de  directie  ten  een  itatütieeh  bnreati.  Hg 
umaudde  die  Iwide  betrekkingen  in  IBIO, 
Tol«de  in  1818  den  etwtikaiwetier  mn  Barde»- 
btrg  in  bet  bMUkwuiieT  der  lefboadan  Mo- 
gendheden, Teitrok  nui  Fnnkrük  en  EagriMid, 
IMM  twt  Connea  te  Weenoi  en  in  1815  DOgmaeie 
naai  Faig^  Na  dett  tweeden  *i«de,  UdMi  ge- 
riotei^  wenl  hg  bij  Bniteniandsetia  Zaken 
pkatet,  bebieU  de  leidi^  tmi  bet  atatiitéek 

'  Toodoepig  nngeeteld  Tan  bet 


boudeB  Toa , 

ign  flntrfeg  eD  keerde  4«nig  tet  de  wetkMwn- 
heden  *aa  sgn  prdeBonat,  dat  hg  eehler  in 
1835  wcgeM  TenDioderiag  wn  %&m  gMldttner- 
iDogen  moeet  nederleggen.  Hg  oTeneed  den  IBden 
November  1847.  Vu  iga  MMiiEiEten  vemH^dea 
wg:  „UebeteiifateB  der  BodutUebe  nod  BerQI- 
kBnH«  4e«  pr«iMiiMben  Staato"  (1817),  „Beitri- 
ge  rar  SUtMik  d«  vreoaBiaefaen  StaaU"  11821), 
,J>i«  WitkoBMn  dec  aaieitiaeben  Cholera  im 
preiuaiKhen  Staat  wtfirend  dea  JiAret  ]8»1" 
(18BS),  ,J)ic  Lehre  tou  Oeid"  ^838).  ,J)ie 
Lehre  raa  den  SteDern"  (1840),  „SainoÜDnR  klei- 
Dèi  SctiriKea  etMtawirtachaltUehea  InhalU" 
(1848)  en  ,J4adriaH  kleiner  Schriften  ïlaatewirt- 
eehaftüeben  hhaUa"  (1847). 

BoUmmui,  Sr*»i  Tkêodor  Awutdeui,  een 
Dnitaeb  edirgrer,  tesoa  een  voottreHeJgk  nHMi- 
eoa  Ml  eea  Tendiensteljik  teefeenaar,  werd  den 
24eten  Januari  177(1  te  Eootogabeigeu  geboi«o. 
Zqn  laatate  rcnmaam  waa  oaiq)roDkdSk  Wil- 
helm,  doch  hg  Teraodeide  diea  Met  in  Amadeiu 
nit  veioering  toot  Moxart.  Bet  hnwelgk  igner 
oodera  was  ner  ongelDUtg  en  toen  ^a  T«der  in 
1779  naar  JuterbnrK  werd  overgeplaattt,  Ueef 
Knul  met  ign  moeoer  te  E«aingabeigen.  Zgn 
opvoediog  b^  eea  aekedgke  moeder  en  een  «nm- 
tvomHleo  oom,  een  bekrootpen  aoDderling,  bet 
alea  te  wenadm  over  en  ign  jeugd  was  neog- 
delooa.  Sleefata  i^  mooikale  tante  Sopkie  be- 
dacht hg  met  warmte.  Zgn  reiiMeUiag  moeit 
Teel  aaoTallen,  wat  de  wv^dökheid  bem  «nt- 
hietd  en  ign  gevoeï  Toor  bet  bekcMJike  weid 
door  de  pnaaonlgkheid  tu  ign  oom.  elerk  ge- 
prikkeld. Iteeda  leer  Troeg  tocmde  hg  een  bgioD- 
der  talent  voor  nraaiek  en  aduUerkonet,  wat  de- 
le  laatflte  betreft  vooral  vom  het  cvieataiftle.  In- 


ten  imrioed  op  tgn  laten  weikeo  bad  de  ïl 

Jaiea  oweTatU  Uefde  vvw  eeii  getron>w>de  ttouw, 
Oora  aalt,  vnarTan  hg  neb  in  1796  kamaakte 
om  ign  anJbtelgke  loopbaan  te  Okgu  te  be- 
gkuwD.  In  deacn  tgd  biffm  b^  tobum  te  lehry- 
v«n,  waarvu  echter  «reDniin  ieta  over  ia  ali  van 
lijn  eerete  eompontiee.  Eenige  mibeadieiden  ca- 
rieatuw  hadden  :^  „verbanning"  van  Poaea 
naar  Flodc  in  Polen  ten  gevolge.  Van  Floek  werd 


hq  naar  Wanebaa  vwfdaatat,  dorfi  toen  in  1806 
de  Franecben  Waredwu  beletten,  verloor  hjj  sgn 
betrekking.  Sedert  leed  hg  groote  matberngen 
tot  hg  in  1S08  da  iMtrekkiw  van  fcHximeeatei 
te  BiüibeiK  aanvaavdde,  ten^l  hg  tevens  kaeen 
gaf  en  erétieken  eelueef.  In  1809  veraeheaa  in  de 
„Ailgemeine  Uuikaliadie  Zeitnag"  bet  eerste 
der  werken,  waarin  njn  roem  Oeruft;  „Bitter 
Okluk".  Aan  de  Uene  im  deMQ  tyd  voor  eeo  16- 
jaritR  leerHnge  t^eTat,  danken  v^i  toromige  Tan 
Kboontte  Uadnöden.  Na  een  korte 
.  id  bg  een  in  Letpiijg  en  Dreaden  op- 
Indeod  ofenftiéMMp  ug  hö  >ieb  ik  1814,  te 
Berljja,  aauTukeliik  nog  onDeaoldied,  in  riia 
mnbtelgken  iKikkdte  heioteU  Z^n  üiMtktuA- 


[Uiïag  hemteU.  ZSn  ^tKetkunj 
iomkUda  < 
tpefc  -     - 
« oarf,  die 
Tieek  en  Chamiuo  w  kenóii  hrarfit  eo  vooral 


tangrpe  baten  ti  te  weipeak  Te  Beilgn  aloot 
hg  Tnendaehap  met  tomaui,  die  ben  weder  met 


met   den  benemdeD  tooneelapeier   DtvrUiU. 
1822  (^MofaaaKdeii  aiidi  de  Tenahgueka  tbb  «en 
rnsganergaaandoening,   waanaan  ng  den  24atea 

Boflmmn  heelt  met  een  bnitengvwoon  verba- 
knd  talent  een  groot  aanld  verteUiegen  ei 
•ptoekjet  MtArenen,  die  meerende^  ala  „Fan- 
taaiwtade^  .JladMBdte"  eo  ooder  d«i  titel 
„Die  SerapionabrOdet"  venmeM  iqd.  Zg  onder- 
leheidea  lieh  door  een  taaanoniacbe  veremeking 
van  bet  weikelqlte,  wawoor  Hotfmamn  een  aeet 
fgnen  Mik  heef^  en  bet  wond^bare,  dat  bg  hem 
loowel  lietelnk  ale  aebrikwekkend  kan  ign,  maar 
akgd  Toof  idn  ve«tw«iding  even  reM  ia  ak  biA 
d^ieljjksebe  leven,  Hjj  ia  f^  wowel  aan  Ijjnen 
hmnt»  eb  au  angdende  en  ook  idtbeepoitende 
tronie,  die  bem  loma  tot  middel  wordt  om  de 
fgnite  en  innigite  meneebelgke  aandoeningen  te 
ben*d«i%n.  fat  het  b^adec  moeten  genocnd 
worden:  „Neuette  Sehiekaalen  dec  Handel  Bet-  - 
nisa",  het  epiDokje  ,fitt  goMne  Topf',  „Da* 
Hajorat",  het  Reestige  „Klein  Zachei",  het  kin- 
dereprookje  „l^oaAnaeker  nnd  Ifimektteig"^  es 
de  grootere  Tertellingen  „Prinieaiio  Brambilla" 
en  ,jileiater  Fkh".  Knvadien  aehreet  lm  nog  da 
voortrefrelgke,  leer  tantaitiadie  erlelgüheiano- 
meo  ,',Eliiice  dea  Toafda"  en  i|jn  onvoltooid 
DMeatcnwerk  „K*tet  Unir",  een  daUMle,  sMerat 
ingenkkolde  nanaa,  die  onnrtiQDaanle  etemmin- 
gen  en  atbiUeiugen  geeft,  fat  Dnitaehlaad  ta  do 
invloed  vaa  Botmam,  dJe  ook  by  qia  leven  >eer 
gewaardeerd  w«id,  vooral  in  den  laatatea  tjjd 
merkbaar;  daartmiten  ie  hg  vooral  «terk  goweeat 
bg  D»  Batjoe,  BovdeJoire  vettaaMe  iga  werk  in 
bet  Fraoadi.  Tan  ign  matiA  moeten  vooral  de 
opeM  „Uadine"  (naar  Foagut)  en  venehiUeiide 
Queaen  ta  ke^iliederen  (Bi^fmaim  waa  nochtua 
met  kattMÜek)  geoncmd  vrardan.  Ook  biervoot  il 
de  bekngBtolUng  ilqgerML  Zj)n  gnI9«  en  geettige 
omgang  wordt  lees  geroemd,  vooi  im  vgaoden 
waa  zgn  apót  «Ater  vemietigcDdL  Vw  Bolf- 
•unui'B  werken  beetaan  sedert  1857  vele  nitga- 
ven.  Uet  dê  nittfate  iTaa  ign  brieven  en  dagboek- 
fragmenten  heat  B.  von  Mfükr  een  bqgin  ge- 
a^t  (]dl2). 

Zie:  O.  Ellinger,  E.  T.  A.  Hoffmann.  Sein  Le- 
ben  nnd  seine  Werke"  (ISM)  en  de  bioRratie 
vas  £.  QriMbaek  voot  ima  nifgaTe  van  flof/- 
i'a  werken  fHaiee'a  Klaaüker-Anigahen). 


DigilizedbyGoOglC 


n<H»uwui,  KJB-I  Friedervk  VtAnth,  cea 
DaitMb  MidrökAoDdige,  den  ilSdso  Jmn  1796 
i«  Staqgwd  «bofen,  rtniteende  t«  BeilÖD>  "^^^ 
Imimt  te  mtw^  en   b«laatit«  öéi.  tomlgeiiB, 


Qeompbiscli  Inetihiiit.  In  1829  mid  bjj  pid- 
TatMoeent  ie  MSHdien,  mau  noeat  «««n  qa 
TTwnoediee  oofdwhdlingen  om  bet  K.-Ra(lMi- 
lieiBn»  die  alad  Teikten,  muop  b^  ^ch  «ed«i 
nur  Stnttgart  benf,  wur  hg  io  uitent  be- 
hoelKgv  «tDBtudi^eden  den   20b1 


IStö  i>ve(teed,  nacbt  hq  wuiu^  d*e«a  Ie  lotea 
MD  tMoep  naai  SL  Peterabnrg  en  «en  naar  Doi- 

Et  onWtnMB  bad.  Hq  aehreel:  ,J)ie  Ecda  unl 
<e  BawohMc"  (Ode  drak  1861— I8SS),  ,J)eiitadt- 
laad  uw  Mine  Bewobner"  (I6S4— 1836,  4  dln.), 
„SwoM  nnd  aeJiw  Bombner"  flSSS— IStO,  8 
dln.,  .jDie  ToOer  dar  Ode,  iiir  Leben,  ibre  Sit- 
ten  vnd  Oobrli»^"  (S  dki.,  1840)  en  .J^eitba. 
ESideitQiK  in  die  Enftnnde"  (1840—1841, 
2  dln.). 

HoftBiaiiii,  Augmt  Beinriek,  doo^aoB 
Eoffmann  «ok  raUerAbeK  genaantd,  eenDnitMii 
dicbter  en  taalkeDner,  den  uden  April  1796  te 
PaUc^ebeD  in  bet  laad  vMt  Uncbnq^  geboren, 
beaocht  in  1816  de  nnireniteit  t«  OMttneeD  en 
In  1819  die  te  Bann.  Aaoranktiak  wnBe  Va 
licfa  tan  de  godgdeeidbeid,  doob  tmaude  aln 
wridn  oMwIeDd  by  de  taal-  an  MteAmde. 
Nadat  bfl  oit  Bonn  een  rek  gedaan  bad  door  de 
BQiMtfew  es  N«deTlM>d,  «n  vottdiederen  te 
venamden,  en  bö  eeoigen  tgd  te  Berlgii  TeitocM 
had,  wMd  nS  in  182S  eaatoa  aaa  4e  oaivemtteito- 
btbUedmk  te  Bndan.  w<tt  aobt  Itg  in  1838 
nederfegda,  en  in  .1830  baitensMwooi^   in  168$ 

Kwoon  boogleenMT  in  de  DoilMie  taal  en  letter- 
■de  aan  de  snircnitfU  ahia*r.  Ten  e«T«lge 
van  igB  „ünpditiacbe  Lieder"  w«d  bö  door 
den  koning  oDtalwen,  en  eedorende  de  Wlgende 
jaren  leidae  Bolfmaim,  door  den  «en  gmetd, 
door  den  aader  miiÉeDd  en  vaak  door  de  pMdt 
bemoeilökt,  een  iwerrend  leren  door  Döitadi- 
laod,  Ztritseikod  en  Ita«l.  Etndet^k  veifaeMr 
hq  Teilot  on  in  Mecklenbnrg  te  ««nen.  Il  1848 
w«rd  hg  ia  Pmiien  in  >|jn  eer  herateld  en  ge- 
noot het  hem  toekomend  mMgtlU  ab  mnaioeD. 
Nadat  hj^  va  1849  in  den  ecfat  getreden  ma,  vea- 
tigde  hq  iioti  aan  den  Rün,  eerst  te  Biogeibtttek 
en  daarna  t«  Nenwted,  totdat  hjj  gehoor  s*f  aan 
een  oitooodiging  naar  Weknar,  nar  fajj  met 
Sehadt  bet  „WeinMriHhee  Jahrbneh"  (13&4— 
1857)  uitgaf.  In  1860  verd  bii  biUiotbeearia  Tan 
den  hert<%  ton  BaHbor  op  bet  kaated  Korra 
aan  de  Weier,  waar  hg  den  209ten  JasoHi  1874 
overleed.  Te  FalhielebeD  en  op  BetgoUad  aqn 

C*  mlrteekeDen  roor  hem  opeerirftt.  0(4  4e 
•NednluKlwbe  Mteffa»de  m  aan  deian&m- 
rigen  seherpiinnigen  TeruoeUar  Tee4  Tenehnl- 
difd.  Van  ijjn  geetèrillen  noemen  wö:  „Horae 
B%icae"  (12  &.,  1881— 186e),  „Fondgr^ben 
ftlr  Oeet^ehte  deateeber  Spiaebe  nnd  litentnr" 
(2  dbt.,  1880— I8S7),  .JUtdentetbe  mittei"(met 
Hmpt  2'^n.,  1835—1840).  ,A>eDden  mr  denb- 
eehen  LrtentnTgeaeUtbte"  (2  dia..  1845),  „Fiod- 
Irnge"  (2  dfa.,  1860-1860).  ferder  „Qeediitiite 
det  deotMben  EircbenËedea  bis  anf  Lntber"  (3de 
dmk    18«1)    en    JXa   dentadte    Ttüologw    im 


Omndiiaa"  (1886).  Ook  beelt  im  nitgaTen  gde- 
verd  YNi:  „ReioAe  Tob"  (ade  ^uk  1852),  Tan 
de  .JfononieDta  Efatonenaia"  (1837)  en  ran 
„llteopbilhia"  (2  dliL.,  .1853—1854).  Vefe  ge- 
Khnlten  Ttn  a^n  band  ijjn  bon  ooiapiong  ver- 
Kbnldigd  aan  iga  lietda  tot  de  Hoog-  en  Neder- 
dniteehe  volkspöliie,  looala:  „Sdlesucbe  Voüu- 
lieder  mit  Ueladien"  (1642),  JfiodnUn^sclw 
TolkdJafer"  rade  dn*  18$^,  „ïïöaere  *olkMm- 
Ikheo  liedn^'  (4de  drak  1900),  „Die  deataeben 
OeaeUeebanriieder  dea  16.  and  17.  Jabibimderla'' 
(2  dfai.,  ade  dmk  1860)  en  ,j4eder  der  Laoih 
kMoM*  «Dtei  Fnmdabwg"  (186^.  Zgn  eigei  ge- 
didtten  iqb  in  «fan  traot  van  hst  v^tlM  ««r- 
TaanUjgd  eo  «odencbeideD  xicb  door  eeBvond, 
barafiigfaeHl  en  gtcnoadelöidMid,  en  Tde  liederen 
Tan  UBlhnmm  ago  bet  eögakdom  de*  toUb  ro- 
worden.  Herkwaüdv  it  het,  dat  hfl  tonder  be- 
paald cnderwna  in  de  mnsiek  te  bebben  genoten, 
boogtt  paaMDde  langwöitti  bg  dm  liederea  voeg- 
de. Behalve  iga  „QetUdite"  <Me  dnft  1874) 
noemen  «jl  van  hem:  „AUemanniaefae  liedw* 
(Ub  drnk  1648),  Fttniiig  EJideilieder"  (184S), 
„Fflnfaig  nene  Einderlieder"  (1845),  Strfdaten- 
lieder"  <I8S1).  .JtbeinMiei"  (1865)  en  ,^te 
and  none  Kindarüeder"  (1873).  Ben  aodere  rich- 
ting tnerken  wg  «i  w  sgo  „ünpoüUaebe  Lieder" 


der  S^nreu"  (Me^iA  1845)  en  „StnitHcbter" 
(1873).  Zijn  meeat  beroemd  geiklÉi  ,J)entMii- 
Und,  Deutsefalaiid  tlber  Alles",   diehtte  hg   den 


HoHmuui,    Ftqiu,   een   Doitsdi   aaugver 


ibnfg   gebomi,    atodeeide   te 


geade  jaar  gewoo»  boogteuaar  n  de  wQtbegeer- 
t«  te  WtoAvrg.  waai  bjj  den  23itM  Ootober 
1881  overleed.  Hg  s(biee!o.a.t, 4}iee>iTig«  Selhtt- 
eraewnng  OoHet''  (1886),  „VoibaUe  «nr  ma- 
MHtSnn  Lriire  fVane  vw  BaMleia"  (1886),  ,SHe 
SoeietMsnbJbMephie  Baadet*"  (1SS7),  „Oraod- 
Tia>  der  leioen  L(«tk"  (3de  drnk  1865),  „Baader 
in  aeinem  Verhtltmaa  in  Hegel  nad  SebeUkc" 
f1650),  ,J'Tiedridi  vo»  Baadet  sJa  BegrOndei  der 
FhikKptüe  der  Zi^miA"  (1806),  .JHe  WeltaKer, 
Liditetrahfan  aoi  Frani  von  BaMters  Werkeo" 
(1868)  en  „Kiiebe  nnd  StMt"  (1872). 

Botfnuimi,  Johamtet  Jotepluu,  een  beoefe- 
naar der  CUneeoehe  en  JapaeMhe  t^en,  dni 
16den  F«lmiari  1805  te  Wünlmig  geboren,  tta- 
deepde  abkai  io  de  letteren  «n  ooMng  ign  op- 
lücUng  in  bofenreraielde  talen  te  Leiden  van 
SidHM.  Nwht  bjj  eent  geniimeo  <"'  '"' 


*«ib(HideD.  V«D  iQa  «eacbtilten  vermd^  vg: 
,3tUie4tHea  JwaMa"  met  «on  SiaboM,  6  dkL, 
1833—164.1],  „Catidoen  libfonm  et  naooa- 
onpitoTum  japonieotum  a  de  SieboM  eottaetonm 
etc."  [met  «on  SieboU,  1845),  een  oievwe  oAlga- 
ve  der  „Proeve  eener  Japaaaebe  apiaakknnat" 
van  DoHiber  Ourttiu  (1857),  .3et  Japanaobe  kw- 
eietschritt  Fignrana  ena.^  ('1800),  .^boonat  Dia- 
lognea,   Dntd,   EngliA  and  Jipaneae^  ^861), 


DigilizedbyGoOglC 


ÏumI,  EDgeknd,  de  TaKenigde  SUten 
i|}k  io  1858  te  J«do  geakten  ma."  (tor»),  „ut 
Oroote  studk  (Ta-Hio  o(  Dai-^u)  mat  Holknd- 
Khaa  en  Eo^ladieii  tekat"  (1864)  en  ,Jipaa- 
«ohe  c;>rukl«ei"  (1868].  Soffimmn  ww  Ud  van 
d«  Eoniiildgke  Acftdeaue  «n  van  TCseduAende  ge- 
teerde geDootMdtftppen.  ^  oreiieedte  'i^ntTeo- 
lu^  ikn  23ft«Q  JuMMii  1878. 

Hothnmmi,  Bemrieh,  een  DnitMh  dicUer, 
den  21  Bten  Juni  1 809  te  Fnnkf ort  ft.  d.  H.  g«boreD, 
■tadeei<d«  ia  de  mediröMn  «s  mügde  lüdi  ia 
ijjn  TadenUd,  mu  Iq  tot  18^  «k  gntMiheer 
wertuftm  wm  m  den  SOaton  'SeptembM  IBM 
OTerl«ed.  Httu  dea  geboorteaum  ignei  ttoow 
noemde  hg  neh  flo/fmon-DMtier.  Hij  Bthnef 
den  dMttbimdd  Jad  beUen  Plftden"  ^  drak 
1873),  4it  tmI  gdeien  werd.  Vooral  de  treffende 
behai^eUDg  na  bftllftd«n*dtti^  Mtderwerp^n 
(„Du  HHènensiiÉ)",  ,J)er  QkKkownM  ran  Bre*. 
Ihd"  eni.)  en  «  buDoiin^nlMMev-endrinUïe- 
deren  tielen  xeer  m  den  HniAk.  Aao  Arittopka- 
NM  doeo  de  bofnedie  „Die  HoDdiO^er"  (1844)en 
de  „HaawrMtiMbe  Stadiën"  (1817)  denken,  ««1- 
ke  hatrte  oei  o.  a.  ^e  Kaïtoffelkonteilie.  £ün 
nr  ug  TiaoentM  ht  dni  Akten"  bcTatten. 
Verder  Khreef  im:  „Du  Srcnriain  4er  Ebe" 
(1853),  „MerwflleiibflcUMa''  (1858).  ,J)er  Ba- 
deort  èaldodi"  (1861)  en  „LMettnich  fllr  Nater- 
forBcAeT  nnd  Aerate"  (1847).  Beroemd  ie  ^n 
OMHD  geworden  door  het  kinderboek  ,iDei  8tni- 
vatoeter"  (1847),  dat  ootelibare  malto  benlmkt 
en  in  b^fna  alle  talen  arrer^ebradit  ia,  en  door 
andere  kindepboeken,  looala  ,4ai  Himmd  nid 
auf  der  Erde.  HenlieheB  nnd  SdbeniUtAiea  ane  der 
Eioderweh"  en  .KSoi^  NuntiMKiier  ood  der  at- 
me  Reiahold".  Op  mediadi  gebied  Teraoheen  Tan 
ign  hand  „Beo)>aeMti«en  nad  Erfahrangen  Ober 
SedeMtöning  nad  ËpSeoaie  in  der  Irrenanat^ 
in  Franklort  nM."  (f  SSÖT 

HofftnaJUtt  AUtandtr  FriedriA  Ftohx,  een 
Dai4(di  MtirqTer  Tao  ««lien  tooi  de  jeugd,  den 
Sleten  Febinari  1814  it^  Bembnig  geboren,  etoad 
te  Znrieb,  daarna  te  Oodar  aan  het  boold  Tan  een 
bodliandd.  maar  hieU  lieb  na  1S89  c^  TerMfail- 
knde  plaateen  (Battenatedt,  Stott^ait,  H^le  en 
Deaaaa)  intehiit«Dd  be»g  met  letterkandigen  ar- 
beid. Sedert  ]S5S  woonde  hq  te  Dreaden.  Zjjn 
Tealuteo  T«or  de  iva^  Tonden  ^rooteo  hj^ral  en 
t^B  alraneen  Terepreid  en  zgn  ,^eiier  detit«ebei 
Jngendheund"  beleefde  meer  dan  dertiff  jaaivaa- 
gen.  Hg  oiverleed  te  Dreaden  dea  1  Iden M  ISS2. 

Hottmaim<  friedrieA  Edvard,  een  Dojtech 
indnatrleSI,  d«a  ISden  (Mober  I8il8  te  OrOnin- 
gen  Uj  iBoJberoladt  geboren,  benxlxt  is  laaMm- 
DDemde  itad  bet  g^fmneaiDm  en  bcoaalde  neb 
Terrolgene  bij  de  bouwtcDsBt.  Jn  I»41  belaaUe 
Bmuemam  wta  met  den  aanleg  Tan  tpoorweaen 
ia  lUMawi  en  WeatUen  en  in  1845  met  <£en 
Tan  Beilgii  ww  Hamborg.  Hg  ia  de  nitrioder 
Tan  een  uawren  ringofen  tot  bet  bakian  Tan 
tIchelateeMD  en  later  TemaFdinle  hq  een  paeci- 
matiaefaen  molen  en  een  bjNiraMcbe  hwgenna- 
ebine,  tenrQl  hg  daarna  een  nievw  ttMM  van 
iDoreD  «D  ^Kiorvflgraderen  opeahaai  maakt«. 
Verder  itiditte  hg  met  BUtaelver  fabrieken  Tan 
wirferdiebte  bonwmatcmalen  te  EberawaUe,  HaUe 
aan  de  SsAle,  Maiisechein  in  Bcheoien  «n  Straati- 

IX. 


UNN.  3f5 

bmg  in  den  Ebaa.  Daarenboren  «aa  lig  eigenuw 
Tan  wtdersAeidene  uadere  imiebtingen  Tan  nn- 
Tsrbmd.  In   1865  atichtte  hij  noot  furrtehmüdt 
den  ,J)eutadKr  Vetein  fOr  Fabiikation  Ton  ffi 
getn,  Kalk  and  Zement",  marrata  bi)  tot  18< 
Toonitter  naa.  In  dat  iftN  riep  hg  ^^°  ..Ziegle 
und  SalkbreonerTerein    in  bet  leven.  Voor  dew 
gcoootaihappen  deed  hjj   een  .Jfotiifalatt' 
achgnen,  waarin  bd&ngröke  mededeeUngsL 
den  gedaan  no  proeroi  en  ondarioekiDgen,  die 
hg  in  ign  ,jAboiatoriatn  der  Dentaeben  Tl^Ier- 
and   Zi^lerieUmi^'   door    Tamekiedt,   Steger, 
Aaron,  OmheiMky,  HaueiuehiU  toa.  deed  inatcl- 
len.  Ook  redigeerde  hg  de  .JDcataebe  TSpfer-  nitd 
Ziegleneitmm:".  W  onerleed  te  Bertiin  den  Sden 
DèeambM- mo. 

BotfBMUi,  Htnuntw,  een  Duitedi  jdantÉDS- 
dige,  dm  22(ten  April  1S19  te  ROdeUwim  t^ 
FrCBkUut  aan  den  Maia  geAMfen,  ttodeeide  te 
Qieeien  tn  te  Berlgn  in  de  geneeaknnde,  deed 
daarop  Iragdnrim  reiien  in  het  btHtenlaod  Tea- 
tigde  lich  ia  1842  »k  sriTaatdoeent  te  QJ^eiMD 
en  werd  «r  in  I85S  faoogleeiaaT  in  de  plantkunde. 
Hjj  orateed  den  2aaten  Oetober  1801  te  QiéMea. 
Hg  aohreef:  „Beitrlge  loi  ^Awi^hnwKV- 
•eniehte  nnd  Anatcmie  der  Aftamoneen"  flsAO), 
„UntersDchnngea  fiber  die  Eeunng  na  Pihepo- 
reo"  (1880).  Jndex  langoram"  (TSÖ3),  „loonea 
analjtieae  fongonun"  (18tl1— 1865,  4  ttka.),  „Uj- 
kok^Bcbe  Bmchte.  Uebenioht  der  nenestee  Ar- 
beiten  tMif  dem  Oehieto  der  PÜxkande"  (1862— 
1872),  „ünteramlinnRen  Dbci  den  Pflaoienaehlaf" 

il851),  „PflMMDTeibreitnng  ond  Pflensenwao- 
erniK"  (1652),  „WiMemiK  nnd  Waohatmn,  oder 
GmD&Oge  det  POMMenkUmatologie"  (1857), 
„Nene  Beob*ditni«en  Uer  Baktenea"  (1868}, 
„llwrmiMtie  VegetatiooekeiMtanten"  (1881),  ,3«' 
trlffe  inr  FUÖohigie"  (1884>,  ^eanttate  der 
wièbtiflBten  pflamenphtiMDaiafÉwn  Beobaefatan- 
gen"  (1895)  en  .JPUnotogiaene  CnteianehitiMen" 
Ï18S7). 

H«fftiiaim,  Ckrittiaan  Karel,  in  1841  te 
HeMDMtede  gewmn,  poHDoreeide  ia  1866  to 
Utrecht  ^tot  doctor  in  de  geneeakonde  oo  een 
proelechrïft,  getitM:  „OKr  den  anatwniaebra 
bonw  Tan  bat  leokilgmTliee"  en  in  1871  te  QOt- 
tjngen  tot  doctor  in  de  pbikoolie  op  een  proet- 
Mdtfilt,  getitek):  „Zur  Anatomie  der  Eehinea 
nod  dw  apatangen".  Hg  ma  aanTankelgk  prae- 
tiaeercud  arta  on  bet  geituU  Meerenbeig,  daa 


na  te  Leiden  prosector  bn  de  matonue,  Terrol- 
SMK  woMiiratot  bS  bet  UDoenm  ««n  Batoorlgke 
historie  en  sedert  1875  hoogieeraar  in  de  loUo- 
gic,  vergdfikende  anatomie  en  phjeioiogie  aao  de 
bMgeMhooi  aldaar.  Hg  «rerleed  den  27sten  Jidi 
1908.  Zgn  Toomaamate  geedirilten  ign:  „Bgdra- 
ge  tot  dé  kenaia  der  morpholo^e  van  den  xbon- 
dergtfidel  en  iiet  boratbeea  hg  rurtiliSn,  rogela, 
soogdieren  en  dea  menaah"  (d879),  „ünteraa- 
ohinigen  tlber  den  Ban  and  die  Entwifkhmgege- 
e^iebte  der  Hirudineen"  (Natmrkiuidige  Ter- 
haodeütigea  Taa  de  HoUawh'-be  maatochappij 
Tan  wetenechMpen  te  Haarlem.  N.  8.  IV,  1, 
1880),  Jlar  Ontogeaie  der  Enoebenfiiebe"  (1881 
—1882).  .XHe  Bildnng  des  Ifeaodemw,  die  Aa- 
lage  der  Chorda  doriaüa  nnd  die  Entwiekefauur 
des  Cansüa  aeurenterieoa  bei  Vogelembmonea 
(1883),  OiondtrtUen  der  reigelgkeade  ontwik- 


DigilizedbyGoOglC 


396 


HOFFMANN— HOFHAKN. 


kdiDcageseliMdeDw  na  de  gewwdde  di«ren" 
(18&^1885)  «n  tabgb«  t^rdngeu  ia  tgduiiTil- 
taa  en  in  de  Tert»DdeliDgen  dei  EoninUölcc 
Ak*deo))e  tah  Weteneidi&pipea,  Boven(keit  wu  Mj 
T«}aot«ur  TUI  bet  „Niedetil.  Aïchiv  f.  Zoölogie 
en  medereda(it«QT  nn  het  „Tg<Mirilt  der  Neder- 
ImmMiq  diericQiMUfe  vereeni^iic". 

BoHsuuua-DoiuiaT.  Zie  Hotfmaim,  Smi- 
riek. 

HoffDUUUudmppeLi,  aldus  genoemd  n^u 
dan  medieni  Fr.  Hoffmann.  iöi>  een  iMngtel  van 
Ma  de«l  aetik«r  en  drie  oefieD  afeoiiol,  dit  ge- 
bniikt  w«rdt  om  iemiAd,  die  in  swijm  \»  seiU- 
len,  weer  tot  be«u«timi  te  brengen,  klMok  te- 
gen kniDfi  en  areiprilaeling  Ttn  de  lenitwen. 

.Heffnunaavr,  Johatm  C»»ttiriui,  P**^ 
voK,  een  Dnksèli  plantknnAigv,  dea  ^sten 
AngustDB  17W  te  DresdRii  geboKO.  stndeeFde 
teleipxig,  tnd  in  1?83  «k  Idtenutt  ia  di«iiBt, 
doeb  lum  in  1786  ign  onteluom  xgn  etudie  te 
Oftttingen  -n»it  te  letten.  Hi«i  MpuUe  hq 
neb  loonl  t^j  de  kennid  der  insecten,  dodi  een 
mi*  nou  P(«ïagal.  velke  fiq  a>ei  TiUiin  deed, 

rilde  hem  a^n  tot  het  beoëlenen  der  pJantlun- 
Met  Lwfc  ooiknoetit  liq  gedurende  I'/t  jur 
de  fiora  TSB  dal  Iftud  es  rond  n  bonderdea  nieu- 
ire  f)lantentootteD.  Ook  bleef  hij  er  na  bet  tm- 
ti(É  TUI  Lüdt  nog  een  (mw  jaar  en  ootdette  er 
onderwbüika  aoorten  T«n  inaeeten.  N»  ijjn  te- 
rogkeer  waa  hjj  eenige  jaren  wefkiaam  Ma  bet 
Haaeam  te  BmDmrgk  eo  gaf  toen  met  LinJt,  doeh 
op  iHb  JuMten,  een  praeÉitige  „Flore  PorUigaiae" 
(ISÖÏ^ISM)  in  bet  luM.  TftUn  tebiei  nam 
de  Pnriaieche  fe^ring  de  nil^ve  van  dat  werk 
TOor  haar  i^ening,  waarna  bn  bet  beetmir  bad 
over  de  inriditiiig  tu  bet  ioSlogi««h  mnseom  te 
Berlirn.  lp  1816  restigde  hq  iieh  te  Drexkn, 
waar  bq  den  Idden  December  1849  onrerleed.  Het 
Zntd-imeTikMoeehe  fiknteageala^  flo/fmmii- 
Kggia  'u  naai  bem  genoemd. 

Hottnuuin  tod  FAllanlalMii.  Zie  Boft- 
manu,  Augatt  Ueinriek. 

Hothoorlcliald.  Zie  L^feigentelun. 

HStkan,  OÜiUn,  een  Dniteeh  ataatfukboad- 
koDdige,  den  14den  Jnai  1811  te  HatltinBeo  io 
^t  gnkMuu)  Jfack  griMwes,  ti*d  ia  Pniieuehen 

ijg^dieast,  aoéb "  "  -      '  '  '  '  ' 


krijgsdienst,  <j 
wegen* 


.       _     ..ittHenTCiUten,  omdat  hem 
laUimdige  <nerti«£ageiL  Teatingwtrmf 


Khge  ' 
wia  oogdegd.  In  IS4]  ledigeende  tèj  eenigeD  t^d 
de  ,3heiniadie  ZeUtmg",  bdwoide  lot  de  reike- 

fie  der  „Aasabnrger  Allgemeioe  Zeitnng"  en  der 
,J)eatodie  Zeitai^'  en  Teatigde  liah  ra  bet  be- 
ffia  <Taa  1848  te  Beiddbe^  *!•  priraatdoaenit  in 
de  ■taatfanühAodfcandc.  Wj  wend  atgevaaidigd 
naar  de  Natioade  Veigadeiing  io  Fianklort  en 
nam  er  plaaU  in  het  ecolrmn.  In  Oetober  1849 
weid  hjj  beno«fnd  tot  aetmtMM  van  bot  Handek- 
miiü«l«Tte  te  Weenen  en  bieel  ei,  tot  ,3^i<HM- 
nth"  twrorderd,  tot  in  1602,  toen  iHn  geedufit: 
,J>ie  Oateneichisdw  FiuaiaproUaDe'^  hem  noöd- 
naÉte,  lijn  4»telig  te  oemeD  nit  dm  itMte- 
dienat.  Bq  waa  eeo  $reriff  TanMioer  der  be- 
aebeimende  recÉtteoi.  Van  iqn  getdmiten  noemen 
wjj:  „Tiroeinaden  ejnes  dentscben  Offiiieri"  (4 
dln.,  1S4-1),  „Der  ZoUnereio  in  MÏner  Portba- 
dnne"  (184&),  „E[«landB  Znt&nde,  PdWk  nnd 
Machtentwickelung^  (2  din.,  1B46),  .Fllmitefa 
Bdgieo"   (1&4T>,   ,J)eoted>e  AoewMidiwnng  nnd 


EokiQisation  nut  Hinblik  anf  Ungam"  (1850), 
„DeutadilaDda  Zdf-  oad  aand^eio^oiv"  (1%1) 
eo  „Ueber  das  Stadiwa  der  Bedda-  oatl  Stuta- 
wiMenaeiHften"  (1851). 

Hflfler,  KonilanHn,  ridder  von,  «en  IXiitedi 
geKbiedbuódage,  <^  Sleten  Haart  181 1  te  Mem- 


kdiü _.   ..    _        _     _ 

bg  de  geeehiedenia.  Van  18^  tot  1847  ia  hq 
eeret  bnilengewoon,  eedert  1841  gtmwta  taoog- 
leeraai  te  Mflneben  ^oweeat.  Zgn  cesditift: 
„Konkoidat  nnd  Konatitationseid  der  Kattwlften 
ÏA  Baiein"  (1847),  bad  iqn  <ntalag  «ia  faoog- 
leera&t  ten  gemlge.  Hü  werd  toen  ardiiTada  te 
Bsmberx.  In  1861  benoemd  tot  boogkeraar  in 
de  gea(£iedeai«  te  Praa^  weid  bg  ia  1865  al- 
geraardigd  naar  den  fioheemadten  landikg, 
waar  fag  de  nébUtt  der  Dnitadteia  fenledigae; 
In  1872  werd  hij  tot  lid  mn  bet  HMndiniB  be- 
noemd en  door  ign  «{neming  in  de  Orde  Tan  bet 
IJieien  Krnie  in  den  adwtaod  verhere».  Hg 
orarieed  den  SOaten  DeecnÉMr  1897  te  Pra^. 
Van  ign  geechritten  noemen  vg:  „Die  Oevtaebra 
Pipate"  [3  din.,  1889),  „Eaieer  Friedridi  W' 
(1844),  „OnefienMmniang  fOr  frtnk.  Geadüdi- 
te"  (1849—1853,  dl.  1—4),  ,3fagiat«i  Johau 
Huai  and  der  Abang  der  dentsdien  Profeeaoroa 
und  Stndenten  ans  Prag"  (1864),  „Der  AoftUnd 
der  Caatilianiaeben  Slfidte  gegen  Kai4  V"  (1676), 
„Zur  Eritik  nnd  QneHenkande  der  enten  Re- 
giemngajahie  Kaieer  Eatb  V"  {1876—1882,  8 
atkn.),  ,J)ie  Bomaniacbe  WeHnnd  ibi  Veifatltnia 
fu  deal  Relormtdeea  dec  Uttdalleta"  (1878), 
„KrHiaelie  Untenadraogen  Bber  die  Qndfcn  der 
Oeadiidile  EBnte  FhUif^  des  SehSoes"  0888), 
„Donna  Juana,  SOBw;in  fon  CaaUli»"  (1^)- 

HofnuD,  Jan  Baptüt  iotd,  een  Ylaapiadi 
toonceUidit»,  gebwea  te  Kortrgh  in  1768,  be- 
haalde als  dkhler  tot  meer  dan  lettigmaal  da 
eeieprga  in  den  wedatrgd.  Van  ign  toonedsUA- 
ken  noemen  wg:  „De  ooverwaehte  redding",  .4^ 
onbannhartige  ediakldteher  of  de  denouame  in 
armoede"  (1796),  ,J>«  Tiger  iocroTaUe",  „De 
vehUag  vm  Wat«loo",  „Het  PraMteeb  aoMk- 
tenkwaïtier",  „Chrinde  ooi  de  ramyidige  door 
de  lieMe",  ,jnGtiD»  ot  de  onderwerping  tan  Na- 
men", „Bet  Terjjnken  der  Ooatendauie  poat- 
aebait",  ,J)e  liatige  baUerin"  ea  ,^et  aange- 
naam  geéehenk  vf  bet  Jdhdleeat".  Hg  orerleed 
den  4den  Angoetoa  1835  en  ijn  marmeren  bomt- 
beeid  werd  in  i^n  grtoorteplaata  in  de  rergader- 
laal  dw  lederqken  gaplaatatk 

Hofnuuui,  Mtiekwr,  een  Wedeidoofwr  en 
dweper,  weid  Moelredu  1900  te  HaU  in  Zwa- 
ben  geboren^  peedikie  iai  11524  ia  LgOand  L«- 
theredie  denkbeelden  werd  terdraven  »  Tertni 
naar  Darpat,  naar  Beial.  na«  Stoekbo&n  en 
weid  Tcrrolgens  jMiediket  in  Kid.  Ook  bier  ge- 
nakte bg  in  strqd  don  iga  AKffead-eiiBiaati- 


Na  een  twiatseaprd  U  Fleaa- 

bnig  werd  bn  ook  nit  Kiel  «erjaagd  en  trok  hg 
naar  Oost^rMalaDd  en  Tercdgênn  mbi  Stnata- 
bnig,  tteeds  trachtend  raadcan  lieh  een  groep 
Tan  gelökdenksnden  te  Tormen  dïe  hem  eerden 
ale  den  verkondiger  «i  Toorb«»e!der  lan  bet 
nabije  einde  der  wereld.  In  1580  Tovadieen  bet 
meeat  bekende  gesduift  *an  HofuMMi  „Die  Qt- 
donnantie  Qottes",  waarin  hg  den  doop  der  toI- 


DigilizedbyGoOglC 


BOSViam-WFiiAJiiüsmAL. 


Me  en  loonteUe  ib  een  hmralnk 

mat  Cütriitaa.  In  I53S,  na  M&ige  niien,  weer  In 
StnaMbnig  tenHgdEMid  <m  diótr  bet  nietnK  Je- 
niiilMn  te  atieUeii,  wcvd  Uj  gtnagta  geDomeD 
en  gewtagen  gehowkn  tot  tQR  fterfjur  1S48. 
Het  gm^k  ejnde  ijjaei  geeftrcnruttn  te 
MiMuter  wu  yoot  ijn  uatMngera,  Mtlekioneten 
gtmtMoi,  een  elttke  oirtmMfateriog. 

■obuim.  loMtn»  Okiitiian  Konrad,  een 
Dmtodi  gpdgdeerde,  <iai  Hatta  DeoemiMr  ISIO 
t«  Newmbetg  gtütowa,  atadeenle  te  Erlu^i  in 
d«  neehiedeaH,  4mIi  wöMe  lieb  te  Bertün  aan 
de  ueeiogie.  b  1833  imd  hSi  leenv  ia  de  ge- 
Mfaiedeoie,  het  Btbtttvnnéb  en  dea  goMienit 
MB  bet  gjaamnxa  te  Erle&gni  es  veetigde  ei 
lidi  ak  pnvMtdoeent  in  1S85  in  de  wjjibègeerte 
m  in  1^  ia  de  sodg«leflrdli«d  Intatéehea  wa- 
ren na  bem:  ,J))o  nebiig  Jahte  des  Jerimiu 
m)  dH  Sirimg  MuimdMn  de*  Dmid"  (1886) 
en  „Geecbiebte  de«  Anfanlin  in  den  Cerennen" 
(1887)  ia  het  licht  TenobeMS.  Veider  eehreel  hjj 
een  .^elutniefa  du  WdtoeiehieUe"  (2  <ln.,  2de 
drob,  IMS),  wemi  in  <IHI  bnitengeWoon  boog- 
leenar,  do«h  TCTwiaeelde  ia  het  duucovialBcnde 
jaar  &tangen  nwt  Roetock,  In  184S  keerde  hg 
DMi  ËilMgeu  tenig,  waar  hg  met  Botling  sn 
TliomaMtu  de  ztómtie  -na  de  „Zeitoduift  Hi 
ProtestaMitieaH»  nitd  Eirdte"  op  sieh  naai.  Hfj 


2  dU)  en  4>te  heilige  Sehtift  de*  Ne«Mn  TeM«- 
mentB  m wmm  ent  i  ngend  Doteraodrt"  (1862— 
1886,  11  dln.).  Hn  (nerleed  te  Erkoeen  den 
20ileD  Dweodiei  1877,  na  na  dood  TecMbeoen 
Ibeologiaehe   Ethik" 


ün 
(181 


,    Augntt    WilkebH,    een    DaAaA 
den  Mtan  ^il   1818   te  GieeeeD 


en  de  nniver- 
lei^Ung  iMt  Liêbig 


goboieo,  bewNlit  er  bet 
aiteit,  wj^  w  u<J 

aut    da   aelwiknDde  _  . 

Beeda  in  dien  Ifd  deed  bg  endenaekiagen  em- 
tMDt  de  b«es  van  bet  ateenkiJwleei  en  de  ont- 
(edüflosprodnelen  «ao  de  io^go,  w«ln  den  gKod- 
tlag  Mgdei  «oor  beO  bereiden  naa  Uearatomn  uit 
teN.  Ib  het  TOOtjur  ran  1845  T«ati|^  hg  ^eb 
aie  pnnat-dDoant  in  de  tbmat  te  Booib, 
er  weUta  tot  bnïteagenwon  ' 
en  in  hekellde  jaar  Ma  bet  ooon  gepiaam  tui 
het  ^jal  Coft^  of  Ghcmiati;"  te  Laaden,  dat 
in  korten  igi  tet  mUc  een  bloei  kwam,  dat  de 
!__  ji^^  jj^  jgjj  m«nmm  ala  de  liiemi- 
i  der  Hgoi^ofli  (Bajêl  Sebool  cd  Mi 


rageering  ) 
B^  leeiEie 


ea).  In  1855  weid  hg,  jonter  be*  pmfeMOfaat 
i  *eilieieii,  bekat  net  een  Kooideetige  betrek- 
king hg  de  mnnt.  OenkMB  tüd  wees  bn  óe 
Khitterende  aanbiediagwt  Tan  de  hand,  Mn 
gedaan  door  Doiteebe  r^eeringeit,  ^  ben  aaQ 
Daitaebe  Dwvwptteiten  weneebtea  te  «eri^nden, 
totdat  hq  eiodeljjk  ^«faww  gat  aan  «en  heitM^ 
naar  Bom,  w«ai  hg  aan  bet  hoofd  wan  «taan 
Tan  eea  nog  Of)  Ie  ncbieit  lahontoriam.  Vooidit 
dit  laatite  geieed  was,  wenf  htm  fai  1865  hel 
hoaf^eeraaraamht  in  de  «Awkowie  te  Berign 
als  eprolget  van  MUteherlieh,  wgediagan  net  de 
opdraebt,  ook  <kar  «en  dewelitt  nboratoiivn  te 
BUebton  ak  te  Boiid.  In  1888  weid  hg  in  den 


penoonlgkea  ii 

(rencBflen.   Hjj  .._       ._    

Berïvn.  Naar  faeni  noemde  de  Dcotadie  efaemi- 
aebe  OeeellMdiaft  in  1900  haar  nienw  gtbonw  en 
bethwt  in  1902  twt  he4  «laan  Tan  een  Hofanann- 
medaille.  (Mder  de  «AminiDdige  naeporlngen 
Tan  Ho/numn  beUeeden  ^  avei  ammoDiak  en 
aailioe  een  betaogrljfee  ^Lata.  Beeda  is  .1819 
deed  hg  de  merkwaardig^  ontdefcfeing.  dat  «en 
in  ammoniak  de  watwaülabMnea  gwed  of  ge- 
daeltelgk  TeiraBgen  kan  door  alccttoliadiealen  en 
dat  men  op  deM  wdk  een  groate  menigte  vei- 
bjodioaftn  kan  bereMen,  wiei  keaoii  een  grooten 
ivrioea  had  09  de  ootwikfcaKiig  dei  «igaoii^ 
dwmie  van  d^  nieoweren  tgd.  Zjin  TooilgeBet 
oDdenoek  biacfat  beni  tot  de  oatMikiDg  der  am- 
miiiiiiMJuMiii  (1851 X  waannede  b^  ondMWNÉia- 

Kn  Teibood  orer  de  pbosfiboibaeee,  over  de  po- 
.  HnoKaiakken   o^ei   de    ieocrsueMn   en   orci 
mocterdcdiSn.  Eiadel^  ie  nen  aan  hem  een  reeka 
lodenoeUBgen  TereebaUigd  <ner  de 
nit  het  atewkoiriteer,  wace  een  on- 
„     ebbea  4e  TCoreohÜD  geroei 
lied  d«r  TerT«ig.  iHet  anüinerood^  d 
^    met   den   &aam   van    fadwine    beatempdd 
woidt,  ia  het  ewat  door  ben  beieid  (1858),  ea 
iga    oitinantende    Terhanddingen   OTei    de    be- 
a  het  «dMikviHkg  karaktai  dexet 


gowidtt^ 
kleiKrt««ei 


Toot  eas  algeneene  theorie  der  teeiUeanbirffèB. 
Ook  ontdekte  hg  een  poaditige  paaree  kleoratof, 
welke  naar  ben  genoemd  ia,  n.  It  bet  Hilmana't 
Tielet.  Voor  ign  ontdekkügeD  ontriaa  h)j  on  de 
«efeUlieDtooiMtellk«  4e  Ai^  41807)  een  der 
giooto  pröieo.  Hq  tcbceri  dodendieidea  werken 
over  fajgtèiM  en  mei  diemiiehe  tedmdogie,  o.  a. 
„EinieitaiKr  in  A  modeiH  Gbemie"  (liS6,  Ode 
dnik  1877),  ,3aDdboak  of  ornnie  analjaia" 
(1853),  „The  KIe  aod  woik  «f  Uri>ig  ia  eiperi- 
.    (-JJ,gj^ 


(2de 


philoaophiadNO 
„Znr  Ërianerai 


UM  der  fieiUaer  VeigaagenheH 
t,  J>ie  Fnge  der  T eilüig  der 
Fa£öiUt"  (2de  Avk  1^)  en 


irianerang  aa  foiangeeangeDe  PreoDde" 
(1886,  8  dn,). 

Hotnuui,  Wtdter,  een  Aneidkaaoadi  ethno- 
\aog,  den  14den  Juni  1843  te  WeidiwTiUe  (Pem- 
^haoH)  gcboMD,  atudeeide  in  de  medientienh 
veaügde  neb  afe  aita  te  Beadtng  eu  nam  an  of- 
fieier  van  geaoodheid  deel  aan  den  Fiaaecb-Doit- 
■eben  Oodög.  In  1871  togeieUe  bö  een  rapedi- 
tie  naar  Maom  «a  Netmin,  in  1872  weid  fafi 
all  officier  te  DakoU  geplaatet,  waar  hg  de  taal 
dei  Sku  beatndeerde;  in  1677  kwam  hg  ale 
etbndoog  bij  den  „ÊlhDologieal  Snrrey  en 
in  1879  wend  bg  lid  van  het  „Bnrean  of  Ameri- 
eaa  EtbnokigT".  Ia  de  >TOlgende  jaren  beK>cbt  b^ 
TersctuUeitde  IndiaDenstammen,  em  bon  taal  en 
gebniiken'  te  beatodeefen.  De  reenlta^  Taa  vja 
ondenoekingea  pnbUceerde  1^^  in  de  .Jtepott* 
of  the  Baieaa  of  Etbnology"  en  in  t|}dattinften. 

BafmontiBtluü,  Hugo  eon,  een  Dwtech  di<ii- 
ter,  den  laten  Febrnan  1874  te  Weenen  geboren^ 
rtudeerde  eeiat  in  de  lecbteo,  daarna  ia  de  let- 
terkunde UI  ^  ifl  1893  oiider  den  eehnilDaam 
TheoMl  Mone»  de  dramatiMhc  atndie  „Oeate»" 
(2de  dnik  I9M)  uit,  in  1869  door  „Theater  in 
Vereen",  inhoudend  de  drie  atokken;  „Die  Fm 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BOFUANNTIStAIi— BOamiB. 


&m  Feiutei",  ,4>te  QocbHit  dar  SobBide"  en  ,J)er 
Abeoteurei  anl  die  Siivvrin",  gevakd.  Verdet 
«ehreel  bg:  ^r  Tbor  uod  der  Tod"  (r900),  .fier 
Eaiaer  niid  di«  Hen"  (1901),  „Der  Tttd  d«8  Ti- 
li&o"  (1W1),  „D*«  bleiiK  WehUieftter  oder  die 
GlUokUctiHi"  (li'^)i  ^BD  gentodeniiBeenie  be- 
werking TH  SofiJioJcfef'  „EleUrt"  (1903),  ,J}u 
eeiettete  T«nedig"  (1905),  „Oeduma  nnd  die 
Spinz"  (1906).  Groote  bfteiidfae>d  £eeft  iai  toot- 
ft!  sekiegen  door d«  teksten,  diebq  voorde  ma- 
Mekdmna's  T&n  Riekard  SlTmu»  echreef,  iaicnt- 
derbeid  ,J)er  BosenkaTilier"  (lail)  en  ,^sd- 
ne  anf  Naxos"  (1918).  Niet  minder  dan  ign  dn- 
matiache  neiken  igo  1911  tyriecbe  geddcMen  vso 
belang,  die  4iem  tot  een  Tan  *de  bMte  Daitsehe 
<Ucbl«is  TMi  mratisdt-nnflMlütiacbe  liditing 
atenwelen.  Zg«  .^nagewiolte  Geachte"  Tenehe- 
oen  in  1903,  „OecMnmeUt  Gedidite"  in  1907. 

HofmannswaldAiit  OAmttm  Bointa»», 
t<m,  een  van  de  aticbteN  der  3ik  Süesii^  dkfa- 
teradwol,  den  BSaten  Deeeidber  1917  ta  Bredaa 
geboren,  «Uideerde  te  Leiden.  JU>  teianakker  na 
ee&  Toratelqk  penoon,  deed  hg  e«n  toght  door 
de  Nederlanden,  EJogvUiMl,  Fnnkiqk  en  Italifl 
«n  werd  bg  iga  terugkeer  ^noemd  tot  rtMUteer 
in  lüit  eeboorteplMta.  Hg  orerleed  ala  Toorvfter 
nn  ota  rud  «t  ak  EeiaertHk  nadsbeer  <e  Brefr- 
Im  den  JSden  April  1679.  De  eeavoDd  der  eer- 
ste Sileibcbe  dioUersdiool,  die  wel  eens  aan  plat- 
heid greiwde,  eloeg  fcg  diem  en  bjj  Loheiutei* 
orer  in  geiwoHenbeod  en  weeUerigheid.  Van  iga 
mefarifteii  vermeldea  «Ö:  „Oilante  Oelegen- 
neitagedichte"  „Curiose  Bndenibriefe  md  ande- 
re beniiche  0«dicbte"  (1673),  ,J>ei  ateriMode 
Sokratee",  en  «en  veriaMng  vu  den  „Paator  li- 
do"  ivan  Ónarini.  Zija  en  anderer  werken  Terache- 
nen  in  7  deetmi  tn  1695—1727. 

Hotnislar,  Max,  een  Duttadi  geneeskondige, 
den  SSsten  JaDvaH  1354  te  Zodat  op  BO^en  ge- 
boreo,  etudeerde  aan  Dnitadw  unaveraiteiten  en 
werd  in  1887  boogleenwr  in  de  gvnaeeotogqe  te 
Qieaaen,  in  18SB  te  WiiAnie.  B^aefareef  n.a.: 
,J)ie  Gelbiaeht  der  HengeSomen"  (Ststtgart 
1882),  „Die  HTotomie"  (Stnttgart  1S84),  „Onrad 
cÏGS  des  gTDikolosiicben  Operationen"  fWeenen 
4de  dfok  1905),  .JSaodfaaeh  der  FTauenkntAbei- 
ten"  (TSde  <ft«k  Leipiis  191S,  ak  nieuwe  be- 
w^iog  Taa  SehrOdert  tiaiklboefc  lan  de  tron- 
w«iiiic£t«n).  Sind*  1887  rwBgeert  bg  met  Olt- 
hmittn  het  „Keitschrift  tfir  GetwrlaiiHfe  und  0;- 
nUcohgie"  ^tuthgart). 

Hobneeator  (magitter,  oraettctiu  euHae, 
major  domuif  was  in  de  Mkneleeuwen  een  der 
eerste  ÉnCbeaiubtMt  der  Duitacbe  keiaen  en  ko- 
ningen. Hg  bad  de  JekUng  der  bMiinklgke  huis- 
bottohMT  en  den  dienet  otn  óen  persoon  Tan  den 
vorst.  Dergel^e  beanlHen  kwamen  ook  aan  an- 
dere HoiveB  «n  <>g  kleinere  lorelen  voor.  Het 
ambt  Tan  Hofmeester  kreeg  in  de  tSde  eeuw 
langwmeiitaMl  de  beteekenis  van  mq  «taatsambt, 
en  4*  tnAneeater  was  aan  Dmtaehe  Toratenbo- 
ven  ibijna  weifaaam  als  een  bnis-  of  kabinatsmi- 
nitter. 

T^nwoordlg  Terstaat  men  onder  botoeeBter 
den  intendant  Tan  een  groot  haia;  Terder  de  per- 
som,  dfe  bela«t  is  met  de  *oig  toot  de  tairi  der 
afficierMt  en  op  pasoagi ersbooten  ook  der  pama- 
giera. 


HotmalBtor,  TTilAelm,  een  Dmtsdi  plantknn- 
dige,  den  ISden  Mei  1824  te  Lei^iig  gebonn, 
am  voDT  den  bandel  «orden  imeleid,  nu&r  bield 
licb  bezig  met  de  beo^onine  oer  oatnwknndige 
wetenfcliappen,  Toor&l  der  plantkonde,  soodat  ng 
in  18SS  tot  hoogleeraar  in  de  [dutkande  be- 
mKaid  werd  te  Heidelberg  en  in  1872  te  TObia- 
gen.  Hij  orerieed  den  12den  Janaari  1877  te  Lin- 
denan  bg  Ldmig.  ^  acltreel:  „TIebet  den  Vor- 
gang  der  geMhleoklUdHD  BefnicfatiiDK  dar  Pha- 
brjoi  der  Phanerogamon"  (18491,  „Vergleichen- 
brjos  der  Fbaaierogamen"  (1849),  „Vergleldien- 
de  UDt«r»udtwngeD  der  Eeiumig,  EntfaRong 
und  Frnehtbildung  hShertr  KrTptogamen  nna 
Samenbikkog  der  Eonitwen"  {1861)  < 
Terbandelitigen  in  de  weiken  t 
pelgke  lidiamen.  Sedert  1665  gaf  bjl  met  M 
Bory,  Irmüeft  en  Saeht  een  „Handbndb  der  ph]r- 
molÖgiKfaen  Botaiük"  in  bet  tidit,  waarran  bg 
het  eerate  deel  („IHe  Lebre  tan  der  Fflanien- 
leUe"  en  „A4]g«meine  Ho^ologie  der  Oawieh- 
ee")  bewerkte. 

HofmBTT,  Ja»  Hmdrik,  bggenaMDd  „Onae 
Jao",  een  Suidafrikaaneeh  Staatnun  Tan  Nedei- 
Undaebe  aflcooMt,  werd  den  4den  Joll  1845  bg 
KasfMtad  gebofen,  en  MtMt  «^gOToed.  Hg  wgd- 
de  zi<b  leer  vroeg  aan  de  pera,  was  wenuaam 
lan  de  „VolksTriend"  en  de  „Znid^frikaan",  «e- 
dirt  1871  TBrwmgd  en  nditte  in  1878  bet  „Zaid- 
Alrikaanoebe  Tn^ritt"  <».  dat  hg  tot  1891 
heetoorde.  In  1879  werd  bg  bd  Tan  bet  Eaapeobe 
Padenwnt  en  waa  apoettt^  leider  Tan  de  Eti- 
laodaeh-iAfrikaanaiAe  partg,  in  het  bnaonder  na 
den  Afrikaner  Boo^  luetitegeiwtaaiiae,  en  wd- 
lieht  «Ddat,  bg  nooit  «en  nJolater-ietel  beeft 
wiUen  innemen.  Oedareikk  ^  gebeéie  tot^baui 
ie  iiü  eteeda  kriehtig  -kmk  da  icditen  der  Hol- 
landadie  taal,  die  bjj  nitnemeod  beheeraefate,  0^- 
gtkomen.  Hfj  «ae  geen  Toorstander  van  de  Aki- 
kaanaebe  taalbeweging,  maar  werkte  <"""     *■- 


.  Li  de 


^^ikk 


KM  tjD 

remüiAi 


in -de  eettte 


plaats  KaapkoIoQiat,  geen  i 

berit  bg  Taatgeboaden  aan  oet  omeigemg  der 

Britsdn  kront.  O4J  doot  li^  ren  t^  lang  aan 


behaaiMing  tan  inboorüngen  en  de  eenAraebt 
en  saroeuweiking  fan  Brlteeha  en  HoUandadie 
nattonaëteiten.  Na  den  JometoM'aid  icbeédde 
hn  ii<b  (1896)  Tan  RAode*  af  en  orerwon  dexen 
bg  de  Twkieiingen  tao  1898.  Aao  de  (midoktie) 
onderhandelingen  tnseiïhen  de  Zaid-Afrikaaaacbe 
RepdbUek  en  £i«eluid  (1S99)  nam  bg  ah  be- 
mUMur  ded.  In  1900  b^af  hg  lioh  om  ge- 
sonAeidaredeuen  naat  Enropa,  waar  h|j  twee 
jaren  in  twi^vetrokkeidbeid  leefde  en  eeiet  na 
den  Trede  ke«de  hg  naar  Ea^wtad  tenig,  waar 
bg  geen  bdangröke  vA  meer  speelde,  fi^  onei- 
)eed  den  l&den  Oetober  1912  te  L<»den. 

Hofnar.  Beedi  in  de  dagen  der  Onttekl 
Tond  men  personen,  die  gemmlen  'W*Fen  om 
Torsten  en  aannenlSken  door  allerlei  Uucfalen 


den  tifd  te  korten.  Men  n 
der  dn  Oroole,  Dionytiiu  wm  Sifrautê»,  Angu»- 
(us  en  igo  opTolgua.  In  de  MIdddeeawen  wae  de 
Hofnar  een  onoirtbeerlgk  anètenaar.  Tot  de  tae- 
kemn  van  ign  ambt  b^ioorden  een  meestal  bos- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOfWAil— HOfSTESE. 


389 


t«,  mat  «oi  bMuktm  of  ndaoorai  Tenierde  lott- 
)Mp  cf>  bet  gcMbocen  hoofd,  md  uneoadieptei, 
Bcbelletiec,  Tooral  «u  den  fcip,  es  een  groote 
knutg.  Het  owig  gede^e  tmi  sijn  gtmuia  wu 
niet  un  bepa^de  nMncèiilteti  geboiidei>.  BAêH.' 
T«  de  owMMude  nuien,  van  welke  Tribovlet 
(••n  iiet  J^aDM^ie  Bof  onder  Freiu  I>  en  lön  op- 
ivlgtc  BnogiMl,  KJow  Narr,  wiu»  geettiglMdüi 
meèamtlen  f;«dnt  wecdM,  Ui  kenrront  Frtd»- 
rik  (ba  W^u,  en  SerMoti,  oe  bofnu  tu  ko- 
niiinn  BHÜbtth  laa  ^véUnd,  het  meeit  be- 
kMd  lijn,  Iwd  mea  ook  nog  eeo  boo^e  kkiM 
B«neo,  meeetol  geettigke  muutw,  die  tm  hnn 
TfMieid  T«a  qinkes  g«bnnk  maakten,  «n  de 
gebiciMi  «n  diwaaajwden  Tan  knn  tgd  wo  idierp 
DKigelvk  t«  bekden.  Tot  deaen  beiiooidea  Kunt 
vtm  dir  Roêen  bg  keiwr  JfasMMlMon  L  Johm 
ü»tw>od,  een  tooneWehtei  mb  bet  Hof  nn 
Hndrik  VUl,  ea  ji>»«I«,  «en  Mhiandai  FiaoMh 
bo*ding.  CM  onttirak  Mt  aaa  de  Touleriunn 
Dooit  aa»  maanen,  die,  ratdet  het  nairenUeed  to 
dragen,  dooi  bQtende  nitralkn  de  auatMtuMW- 
Igke  toestMtden  aooder  vendwoiiig  dwldai 
MCMkn,  aooab  geneiaat  Kjnt  in  Keor-SifcaeD  en 
de  gdeenle  TT^eer  wn  mnKUtiiy,  die  door  ko- 
niitf  Frederik  WiOtm  l  tcb  Prniien  met  titela  en 
eeia««ö*™  «nerladeii  wen).  Ook  (dMpte  men  ew 
t^  laag  aM  d«  Boven  groot  baliag«i  ia  «naooae. 
k  en  mianuakte  nnnidien.  EMar,  vooral  in 
DnitMhbnd,  ten  «lotte  b^na  ieder  eidelmaa  sqn 
bofsu  «c  op  na  bidd  en  Tel*  BpitabocTea  aieh 
na  den  eeiaten  den  beaten  edeknan  een  narreii- 
patent  Uetw  gerea,  «tn  ongeatooed  boerenatr»- 
ken  te  knnnca  lathal^  ontaardde  de  laak  ateik 
en  werden  reede  op  de  r^kadagcn  van  1496  tot 
1&7t>  itieoge  veronfenii^igii,  >*oonl  lann  de  ti- 
tnüiie  lattea,  uiteTauaipl.  lo  het  begia  der 
18de  eeaw  walen  de  faofnarroï  bqna  oreral  vei- 
dareneok  Zeer  lang  eehtM,  tot  het  midden  der 
18de  «evw,  blevee  »j  ia  Eeni-Stluen  en  Tomal 
aan  bet  Romaehe  Hof.  Ciaar  Peter  de  QtooU 
hield  ei  loewel,  dat  hjj  hen  'ra  Uaaaw  verdee- 
len  moeat. 

Zie:  Sitk  Die  Hof-  nnd  Tolkananen  (Stntt- 
gait  186].  2dhi.)  en  Sbüing,  Ke  Kahleobemi 
(Beriün  18W). 

Hofmoht.  Zie  U^eigeMekam. 

Hatotada,  JtAatme*,  vertn*  in  1720  vaa 
Znidkiea  «la  pndikaDt  naar  OnmiaMn  en  <ner- 
leed  aUaai  den  Sliten  Mei  1786.  Hg  waa  een 
nitetckend  kaaselredenaai,  die  d<A  nog,  maai  te- 
termfi,  t«  'a-Öiafenhage  beiomen  weid.  HQ 
Mnd  leenedenen  in  bet  Uebt,  aehieef:  „Eentge 
aanleeke^^en  betreffende  meeat  bet  wrfauigea 
leren  toot  d«i  Heeie  tan  S.  Tjaden",  die  in 
1775  <en  4de  nitgave  bdeefdon.  ee  gd  «enige 
,J4ikiangea"  nit. 

Hofntada,  Pvlnu,  een  NederUndKh  godge- 
leeide,  in  I71fl  te  Groningen  geboien,  atnaeerde 
en  procooreerde  in  de  theologie  te  Fianeker  en 
waa  acfateieenTolgena  piodikant  te  Aajran,  Stara- 
wBk,  Ooet-Zaan  en  Rotterdam,  waar  by  in 
1779  beaoemd  werd  tot  hoo^eenai  in  de  god- 
gdeerdbeid,  kerkelijke  geacbiëdenit  en  onifiiedfln 
■aa  de  doorluAtige  «eboad.  HQ  oTeileed  den 
27rien  Norembei  1808.  Hjj  waa  een  man  tbq 
gtoote  grieerdbeid  en  verdraagaaamheid,  en  dsae 
gjng  tAA  *ei,  dat  hg  ia  1775  *aa  oweehtiinnig- 


beid  teidaeht  w««L  Vu  die  wtdriagMmmheid 
Kelnii^  ook  ziJD  geecbiifi:  ,4)e  Beliuiiua  lan 
Manwntel  beoordeckT  (1709).  Sammige  Ddtdmk- 
kingen,  in  dat  weik  gebeiip^  w«kten  eeht«i  het 
minioc^  der  Bemooetranten,  en  toen  bg  dow 
Comekê  Soxewmn  w«id  aangevailen,  ontatoad 
b^  hem  een  <rerbitteriag,  4ie  lijn  tioegcfo  vei- 
draagiiwatirid  in  de  gróotote  onverdraagiaam- 
heid  TMandeide.  Hienoor  achiw  bö  een  oiffaan 
in  „De  NederkndtdM)  BïbHotheek"  (1774  eai.). 
dat  liA  vooral  pbatate  tegeoorer  de  „Vadei- 
laadeche  LeUeioefenin«n".  Het  ^ver  «tiead  bQ 
tegen  Barkeg,  Hoogdnttaeb  prefikaot  te  'a^ln- 
vmhage,  over  de  wiUaiiM;  van  bet  fioo^ied, 
welki  geeatdöken  lin  ffoféfade  w>iUe  gehand- 
baafd  ven.  Teider  deed  hg  in  d«  ,3iUiotheek" 
een  «aoffal  vp  den  Utnehteeben  hoogleeraai  Vm 
Öatiu,  waarom  de  UtiacbtMbe  regeeiing  dat  tijd- 
Bolirift  «en  „MI-  en  faamnWTead  libér  noemde. 
Ala  iJTCrig  vooiatandei  -vaa  bot  Huit  van  Oranje 
Teroordeetde  Ho/eted»  dm  gediebtea  van  Petraa 
BanNOfl,  waaiü  OUaaAonMMUt  en  de  gebroe- 
dere D*  WiU  weides  Tedteerigkt.  Ook  «wialte  hg 
met  des  Lnthetadien  pretikaat  BiUx  en  later 
met  Hendrik  Brvuma,  onderwüier  te  Hoogi^»óa- 
t«m  in  Frieabod,  totdat  d«  tnaacbenkomaf  der 
Pnriaen  in  1787  nut  (gebood  op  kerkelgk  gebied. 
£g  aJ  iqn  latei*  «wontraagMambeid  waa  Bel- 
tUde  een  «Utekend  godg^rde,  aooak  Uijkt  ui* 
tSjpi  „Böionderbtdea  ovier  de  H.  Sduift"  en  uit 
ign  TeinaadeKng  „Over  het  Ueine  getal  dei  ech- 
te maitehuen".  Ook  werd  iga  antwootd  op  eea 
pmanaag  dn  BoUandaglie  Uaataeh^pij  *aa 
Wetenaeb^^CB  in  1778  met  go«d  bdnoMtd,  ter- 


gefaonden  voor  den  aëhrijver  na  bet  geeatig 
■ehimpatiirift  ^aendoabadiona  hodknoa,  ain 
tbeologai  Qroninguna  deteetva".  Bebahe  reeda 
g«nofmde  geaduwan  heett  men  nog  van  hem 
een  aantal  audeie  nweat  ttijjdidtriftai.  Van  do 
overige  Termriden  wn:  „De  waaifaeMt  «a  God- 
lÜkÈeU  der  Bvai^diadn  vohalen"  (1774),  ,3rief 
aan  J.  J.  Ie  Sage  ten  £roek  over  een  nieuwe  ma- 
iii«T  naa  Meen  in  de  gemeente  Rottardam" 
(1775),  .JOet  Tn«n  tm  den  pcofeator  QerhaKdoa 
JehaanM  Nabnya"  (1872)  en  „fieiderlijke  biM 
aan  de  Rottenlamaebe  Oemeente"  (1784). 

HotMtada,  P*tnu,  «en  Nedeilandaeh  ataati- 
nun,  den  14deD  Aom  1755  te  Ooonuk  geiwien, 
ncano-Kerde  in  1775  rte  Gioni^en  in  de  reehtea. 
WeMra  weid  hS  advoeaat4taea«l  by  den  bod- 
droBt  te  Ataen,  4kan>a  Kd  tan  ik  Staïen,  oi  werd 
op  voordracht  van  den  atadhoader  in  1789  be- 
nocntd  tot  aotvang«r  van  den  40eten  peaniiK  <n 
van  de  gemeene  middden  <vaa  W«d«  en  Wea- 
terwoUe.  Benoemd  tot  Kd  der  «nmniaaie  voor  de 
heimmiBg  vaa  bet  hoogste  lechtaeoUege  n 
Urente,  weid  op  grond  van  inn  Teidag  ia  1791 
de  «nde  EMoA  door  een  BM  vu  Jnetitie  t«i- 
Tan^n.  Id  1796  vwrioor  hü  nagenoeg  al  ign  bo- 
dieomgen;  gedurende  5  Jaar  waa  bg  aoabtelooa. 
In  dien  töd  iatM  h^  lieh  bcsig  met  bet  ontgin- 
nen van  beiderelden.  In  1802  werd  HoftUde  at- 
eiBtaiia  bij  bet  Hof  van  Jnttitie  in  Drente.  In- 
middeli  wat  dit  landsofaap  tn  1798  met  Orergael 
veieenigd,  doob  Hofitede  roette  mat,  ivordat  bg 
de  TTOegeK  leUatandigbeid  Taa  Drnttbe  beikre- 


DigilizedbyGoOglC 


B0PSI1E££_ffi)aEiNIX>ItP. 


gen  h*d,  w*t  bem  io  1805  gelakte.  In  1807  be- 


oiMröig  bii  Tan  Holêtèêie  lulk  eeo  gunfttigKi  ia- 
drok,  dat  tiq  bem  suateUe  tot  luddiast  van 
Oremtd.  Na  de  iD'lij^iig'  tui  Jlederiand  bjj 
Fiukr|)k  w«Td  Üg  pietect  van  bat  d«put«ment 
Hooden  van  Ae  IJael,  wat  hij  tot  in  bet  ««orjui 
VU)  1818  bleef.  Hij  bleef  unbtekMs  tot  1814.  Hg 
w*s  UwD  een  d«r  notabeleii,  die  orer  bet  gmtd- 
wet-ontwerp  moegten  besfiMcn.  De  Soavereine 
VoTst  benoeoide  hem  tot  lid  der  cooimiwie -voor 
bet  mtwntw«ip  op  de  aameiuteüh)^  d«r  Pio- 
Tinciak  St«t«ii;  tereos  w«i4  bg  tot  gonvecneor 
TBD  Drente  beiwemd.  In  1831  kreeg  bg  eervol 
tmtalag  ea  veitiok  in  1892  naar  Gro»ngüi,  waai 
by  dea  14dea  AjH'il  van  dart  iaai  overleed.  Hg 
was  ooratoi  der  Groniogsolie  iwaMsohod,  eotn- 
mandeni  dei  orde  via  den  Nedeilaodscban 
Leeuw,  oorreapoDdent  der  Tweede  Uaeae  van  het 
Koninklgk  NederUAdaeh  Inetitinit  en  direetear 
vu  de  BoHaDdflcto  lfaataehani9  vajk  Weten- 
Hof  van  ArMtnv*.  Zie  Arbitrage  (Vol- 
kêHraekMik). 

Hof  wan  Holland  i*  de  saHn  tui  een  hoos 
gerfeebtabol,  dat  vAör  de  imtelbng  vui  óta  Hoo- 

Ci  fta^  (in  1582)  de  boogate  raaUbuÉ  in  Hol- 
d  en  KeelaDd  voimde.  Gewoonlijk  stdt  hms 
de  Ofiriebting  tn  1428,  hoewel  tMD  «geiri^ 
alecbts  een  veel  onder  '"*""  'e^lraTtii  Buit 
w«nl  •ttnonai.  Sedert  1477,  toen  de  baoUfnae- 
tie  van  dien  Baad  bet  nvtoeifenea  dei  rechterlij- 


het  Hot  Tan  Holland,  Zeeland  en 
Frieatasd.  fig  dit  ooUege  bernttte  het  alge- 
meen beatanr  tm  h'et  g«w«ai:  het  waa  beliwt 
met   bet  aaneteUen   Tan  batjirwen,   eoboaten  en 


igke  gwaMea;  wtdika  kwMuen  bedMlde  beooe- 
mingen  un  den  Stadboodei  ea  tietiidd  het  Hot 
d«  Toordraeht.  Het  Hof  whreef  met  den  Stad- 
hondei  de  dagTutten  nit  en  beauMe  wat  dur 
vetbandeM  wn  worden,  het  vaudigik  de  [daUa- 
ten  oit,  hieU  toeuebt  op  de  finandfin,  domeinen 
en  waterwerten.  OnMtceeka  1470  kwamen  onder^ 
tdteideo  ukta  voor,  waarin  het  Hot  ak  een  ge- 
woon Hot  Tan  AfoA  op  lioh  liet  appeleeron.  On- 
der Kard  V  weiQ  het  «en  ïuiver  recbterlgk  K- 
rhaam.  maar  met  ni'ti^reide  reehtemacU.  Htn 
teUe  10  of  12  leden,  tooi  bet  nootete  deed  hoo- 
ge  «delen,  voor  de  Uehiete  bettt  bewoonlgk  4 
of  5)  reetitsgrieerdNi.  Naast  de  Taste  bezol<%de 
raden  Idod  men  voor  aonunige  zaken  ook  de  hi% 
van  anderen  inroema. 

Horartb,  WiMoK^  een  EngdBcb  Bdaldei, 
den  lOdMi  Deeember  1697  Xe  LooMen  gebwen  en 
aldaar  deo  26atea  Oetober  o«ertoden.  Bg  heeft 
eesige  goede  portretten  geeciiilderd,  maar  «knkt 
qn  roem  Tooral  aan  de  leckaen  Tsn  tattriaehe 
koperprentea,  die  bij  het  lieht  deed  üen,  looals 
„TTie  harlot*  ptogieu"  (1735).  „The  rake'e  pro- 
gresB"  {1TS7).  ,3ontbwaik  fait",  „A  modem 
midoi^it  conTemtion",  „The  diBtTeésed  poet", 
,;StrolTit»  aetreaseg  in  a  bam".  „The  enraged 
mnaieian      (1741),    „Hu    maiiage    &   la    mode" 


(1745),  „He  etteeta  <rf  indastr;  and  idlracM" 
11747).  „IIk  martii  to  Finthlej"  (1748),  „"Hm 
^ate  of  Calaia"  (1749),  „Hu  «tifiea  of  erwÜT" 
(1751),  „Fonr  prints  of  an  eleetion"  (1754),  en 
„Tlie  TimeB"  (1762).  Is  17S7  werd  Roaartk  ak 
oprolger  Tan  ijin  sehoonTader  Jamet  Tkornkilt 
tot  bofsdiildei  «eaoeokdi 

Bocwndorp,  Vit»,  ia  de  naam  Tan  een  aan- 
liendgk  NederlaodMb  Malaebt,  dal  reed*  in  de 
14de  eeaw  in  Noontfldland  bteeidB.  Daai4oe  be- 
iworde  Thoimu  wa  Bogendorf,  ridder  en  heer 
san  SpaamtBOud  tn  Pennüateer,  die  lentmeea- 
tet  was  van  PiHpi  dan  Qoed»  en  in  1457  h^  era 
volksoptmp  te  AUanur  om  bet  4e*ea  kwan; 
dieM  achterkleinaoon  O^tbtrt  em  Bogtmdorf, 
werd  in  1S82  lid  van  den  Eoogen  Baad  te  '»43n- 
vcnhage. 

Hogatdorji,  Ofsbert  van,  een  kkknoon  van 
laatetgenoemde,  was  in  xgn  Jeugd  officier  t^j  de 
lÜtwaeht  van  prins  Maunlt  en  verro^ena  gute- 
raaJ  m  Zweedachen  dienst.  Ak  wodaaig  nerde 
hg  in  1635  berel  te  Mainx,  toen  dne  stad  door 
de  keiierlqke  troepen  belegerd  werd.  Hj  moeat 
d«  vesting  bij  verdrag  ovargevea.  Hü  keerae  naar 
het  Tadertand  terug  en  orerleed  te  's-OrwMèaM. 
Hg  ie  de  mii^m  tm  bet  treatapel  .J>e  moonit, 
begaen  an  WÜiem,  hy  de  gratie  Godts  prinee 
van  On^iSa",  waarmede  in  1617  Cosfar'a  Aca- 
demie te  Amsferdsm  werd  iugsaj^ 

Bogendorf,  Dirk  tan,  Ud  van  den  tand  van 
Rotterdam,  verkior  iqd  betrekkiw  in  1748  en 
orerleed  in  1750.  Hg  werd  met  ^n  nahondin- 
gen  door  Korel  VI  in  den  ^avenataDd  opgeno- 
men en  BebreeJ:  „Verbandekiwen  der  lijfatraHe- 
lijke  miAdadm  eo  baar  beiecntii^en,  naar  bet 
ToorMbrift  dea  gemeenea  reelits  getrokken  nit 
de  schriften  van  den  heer  B.  Carpeoviiii  eni.'* 
(3  dln.,  1752). 

Bogendon,  IFtUem,  gnaf  voa,  raad  en  Troed- 
Kbtiif  van  Rotterdam  en  lid  -vao  het  edlege  Tan 
gecomnMtteerde  «aden  vae  HoUand,  vertrok  ia 
1774  in  •Senat  der  Oott-Iadiache  Ooomgaie  met 
den  rang  van  koopnMi  aan  boord  vaa  net  aeh^ 
„I^te"  nuf  Batavia,  werd  vrddta  rendent  van 
Benrt>ang  en  in  1777  atkninistratwr  Tan  de  eta- 
blissementen der  CorafMgoie  qp  Onrust.  Hg  be- 
kleedde deM  betrekkit^  tirt  in  1784  ea  toerde 
toen  met  ibet  sdiip  „Haimonia"  oaw  bet  vadec- 
laod  ternr,  doch  van  dat  vmnUiig  en  tgn  Imnan- 
ning  werdlater  nooit  meer  iets  vernomen.  Hg  wu 
een  man  vso  uitgebreide  kennii,«>o«k  hüfikt  nit 
een  paarTerhandeHngeninde  weiken  van  net  Ba- 
taTiaascdi  Genootsch^,  namelijk:  ..Korte  sebeti 
VBO  de  beiittiogen  der  Nederlandeche  Ooit-Indi- 
sche  Maatsah^jpg,  benevens  een  beacbrgving  vu 
bet  konJDgrijk  Jacatra  en  de  itsd  Batavia"  en  „Be- 
achi^ing  van  het  eihiul  Timor  vooc  mo  ver 
het  tot  no^  toe  onbekend  is,  waarbij  gnoegd  » 
de  beadnrjning  van  «etuge  nabg^egene  «ilaa- 
den".  Verder  aetweet  ii$:  .AiftHÏHaba.  «f  d«  ge- 
héüge  moeder  door  de  tnentiag  vm  bare  dooi- 
Iers  ena."  (1779),  „Redevoering  dei  ioentiDg  lat 
de  ingezetenen  ki  Batavia"  en  „Kraspoekd  of  de 
droevige  gwoigen  van  een  te  vetregaande  stiHig- 
heid  jegens  ds  riaven"  (1779).  Ha  was  gchawd 
met  ÓaroUna  Wühelmina,  een  doditer  vu  Onno 
Zvier  van  Hartn. 

Bogendorp,  Dirk,  graal  wm,  een  s 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HMMi  Tu   den   TMugunde,  dan   ISden   Octobw 
1761  t«  BatAerita  pbotea,  tiad  in  ign  jeugd  'm 
PniiBiBtlien  dienit,  doch  Timg  ign   ontslag 
het  nitbanlen  lui  ikn  Anwril  '       "    ' 


ontslag  bn 

ban  OprtMM 

ootdat  èq  met  de  N«d«lKiden  tegen  EngelMd 

wilde  stTvden.  In  1788  güg  Jig  «k  kwitein  der 

iafaoteiie  bui  Batavia  <n  «adendMMUe  lieh  in 


r  Rioow.  Na  mn  Xengkeei 

oapman  ea  09- 


iafaateiie  laai 

de  expeditie  naai  Rioow.  Na  ijis  J 
Batana,  io  1780,  werd  hq  ofkdaaMi 
pedMoU-TU  Patoa  in  Bennleii,  tn  1789 
adniBiitnIear  «p  bet  «Uaod  Oinwt,  in  1791  re- 
■Ment  yuk  Jaoaia,  ik-lTM  omerkoopman  en  «e- 
■a^raeidei  in  Jata'e  OwlludL  Toen  na  17B5 
de  vtfunsMie  dentibeeldeK  tot  Jaia  doonfcopgen, 
acbUe  bg  den  tod  gebmun  aaa  de  takjjfce  mii- 
tu^kea  dei  Indndu  adBoïnistntie  «en  «mde  te 
maken  en  ectooomde  oiet,  daamiTer  opeid^  s^n 
meeBing  te  leggaa.  De  toeuulige  eommiuans- 
gMieiaal  ffaifartarafc  bnm  daaitmn  in  Tenet, 
loodat  Vtm  HogtMorp  in  1788  in  un  tetnkking 
geectwnt,  Tan  q^  pepteieo  benmld,  tmi  eebt- 
geiHwte  en  Undeten  gvdmiden,  naai  BaUTia 
gebndit  «1  g«Tangtn  Met  wen).  Hg  onUnapte 
m  1799  op  een  Deenaoi  «Up  naai  Nederiaod, 
vaar  hq  vA  aanatonda  tei  tieaehikkuig  stelde 
Tan  bet  UitToeiend  Bewind  en  recttt  eisebte 
tegenover  >ön  Tjjanden.  Zdd  „VerdedigiDs  aan 
het  Comité  tot  dm  OoitJndiieben  bandel  en 
beiittingen"  bawutte  dat  de  lageMJDg  bn  leao- 
ktie  Tan  13  Noiadwi  1800  de  maa^welen  te- 
gen FoM  Hogaidorf  alt  „wedsneebteUE  en  <»i- 
gepMt"  afkewde.  In  1802  weid  Km  Bag»»dorp 
fid  dei  eoDunittie  Tan  adnea  Toot  de  leocgaoiaa- 
Üe  TMt  de  OortOodiadw  teiktiiwen;  in  betidUe 
Jaai  weid bimralinaabtigd minuter t^  bat  Bni- 
Mcbe  Birf.  Het  Tooneaten  hem  ak  goWeneni- 
geneiaal  naai  Indiê  te  ie«lei>,  kwam  niet  tot 
■itToeiiiv,  aoodat  Km  üogemdorf  sich  >d  1808 
net  i^  tweede  genaUn,  een  giwin  «m  Hohe»- 
loiit,  naai  8L  Fetantiwg  begaf,  waai  hg  met 
«DdeiacbeidiBg  ontvangen  «eni.  Bg  ogo  terugkeer 
in  bet  vadènand  benoemde  koning  Lodmt^k 
h«n  tot  «taatstaad  en  vooiaitter  Tan  de  afdee- 
Ang  Oodog,  in  1607  tot  nüniiter  van  Ooikg, 
bereihiUwi  van  bet  legei  en  baitMigewoon  ge- 
nat t^  fart  Ooatenrgksdm  Ooi.  VoFwJkkebngen 
van  dit  Bof  met  Fiiukii^  in  1808  waien  ow- 
laak,  dat  in  1809  qn  peaitie  oiÉMadbaar  en  hg 
Kif  ov«i  de  gienia  gébnAt  weid.  Bjj  lön 
komat  te  Amsteidam  benoemde   Lodaw^k  hem 

Jetaat  te  Beiign  en  kort  dasna  tot  ^evol- 
ligd  nümitei  te  Jfadiid.  Na  de  inlgring 
van  one  laad  bö  Fiankip  weid  hg  ecbter  tong- 
geroepen  en  ta  net  be^n  ntn  1 8I1I  dooi  NofoUoit 
aangeeteU  ab  dmuo^genoiaal  en  later  tot  aide- 
de-ömp.  Verdw  wnd  b^  gonvemeui  tmi  Oost- 
Pommeten,  in  1812  goweiaeni  van  Bietbn, 


voloena  eoatmandHt  Tan  Koningatteieen  Tan 
Wilna  ta  van  Han^raig.  SapoUon  vuhief  hem 
tot  giaal  mn  het  Kdieiifk.  Uit  de  .HUteoire 
du  gdninri  «UDle  de  Hogwdoi|»",  dieniende  am 
i))n  ((edrag  in  Hanbug  te  vurdedigen,  Ugkt, 
dat  hg  bg  het  bentel  Tan  Neeriands  onühaare- 
Igklieid  in  1814  üdi  4ei  besdrikking  heelt  ge- 
■teld  T«i  den  Sovreranen  V«nt.  Bjj  den  terag- 
kefi  Tan  KafoUoH  in  1S15  begif  hg  lieb  etbtei 
weder  in  dienat  dea '  keiien;  doch  dSena  vnl 
maakte  een   «etde    aan    Rogendorf»    o^Mnbare 


loopbaan.  Hg  bted 


..  _. .   hvanke^  te  Paiöa,  Bchieef 

„Staata-  en  haadekkantige  beeOKiuwing" 
T«n  'het  fcokmiaal  Bjnteem  in  Fiankrjik,  ging  toen 
naai  Braüüi,  waai  hg  aeh  beiig  hieM  met  on- 
deinemÏDgeQ  Tan  landbcnw  en  ngveiheid,  Tes- 
tigde  licb  Of  een  eeniaam  bnitengoed  hg  Bio  de 
Janein)  en  orerieed  aUaai,  den  29stan  Oetober 
1822.  Hg  mts  eommaodeoi  en  grootknüa  Tan  de 
oide  dei  Unie,  en  Sapoleon  Temuakte  hem  een 
legaat  Tan  100000  fianes.  Hjj  scbieet;  .^edefat 
Tsn  den  tegenwoordisen  toestand  der  Batarioehe 
beiittiogen  in  Ooet-InKS  en  dan  handel  op  de- 
lelTe"  r2de  dn4  1800),  ,3rief  van  EGik  Vaq 
Hegendorp  aaa  alle  Tigheid-  en  Tadeilandiie- 
vende  Bataven  in  Nederiandseh  Ooit-IndiB  eni." 
(1799),  „Ontwerp  om  de  Ooat-Indiscbe  Compa- 
gnie deiei  landen  in  baien  Toiigen  bloei  te  her- 
etetien"  (1802)  en  bet  toMtoeUtuk  „Kranoek<d 
of  de  Blayenüi,  een  taleieri  dei  leden  van  Neder- 
kDdeeb-Indiê^  (1800),  bewerkt  naar  het  geetAritt 
van  ign  vadei  en  te  'e-OiaTenhage  opgevoerd, 
waai  bet  gioote  opeebndding  verwekte. 

Zie:  D.  O.  A.  Fm  Bog^tdorf.  Mfmoine  dn 
géniial  Dirk  Van  Hogendeip  (Den  Haag,  1887); 
StUem.  Dirk  Van  Hivendoq)  (AmateodamlSSO). 
Hoge»dorp,  Carel  Strerdu»  WitUm,  graat  «m, 
Q  aooa  van  den  viwigiMyle  en  fan  ign  eerate 
echtgenoot»  Sluabetk  UargareUu  Bartlo,  dbn 
15den  Aagntna  1788  in  Beanlen  geboien,  be- 
loAt  een  aailitaire  eebo<ri  inFnuikigk,  daarna 
'e  te  Leiden,  trad  in  1806  ala  kadet- 
«edienst,  en  werd  oidovnane-ollidei 
bg  den  «ttrf  Tan  kening  Lod«*nk  Napoletm.  Hij 
Tolgde  doen  voist  in  den  vewloeht  van  J808, 
kwuD  ak  ade  lodtenant  bg  de  kniaasieis,  woon- 
de in  >1807  de  twtegeiing  tm  Diaiig  bjj,  idemede 
de  stagen  van  Hettbetg  en  Frieiland  en  gedroeg 
lioh  Mei  aoo  dapper,  «kt  bij  loowd  de  mdder- 
otde  TH)  tet  L^ioen  TSn  Ea  als  die  Tan  de 
ontving.  Te  Tibit  wnt  hij  getuige  Tan  de 
lÉomaten  dei  drie  nwnaraien;  na  bet  rtoi- 


bi}  het  Bofiandsebe  legeikwpa  Tan  giener 


den  tot  andatenr  bg  de  léffüie  te  Weenen  be- 
noemd, maai  toen  de  ooiiog  opnievw  tritbaratte, 
begaf  hg  lieb  naar  ign  rwiment.  BU  de  lan- 
«i«  der  Bogriseben  in  ZeeUnd  (1809)  tnk  hn 
als  kafötasi-adjoiiit  van  den  staf  Tan  geneiau 
DiMHHMem  daaibeen.  In  1811  nam  hB  ak  rit- 
meester bg  ign  vwtnnalig  regimurt  kniassiers 
ottdei  maarstbiük  OoHvii»  Bt.  Off  deel  aan  den 
toebt  naai  Snalaad.  Ak  dtena  side-de-eamp  en 
ak  eseadt«a«bef  woonde  bg  de  veUibmn  vnn 
LutKn,  Bantien,  Oreaden  en  Pirna  bjj.  Daat  de 
vfibooaen  mogeni9wden  de  ewitidatje  vnn  Drea- 
den  niet  wilden  erkennen,  werd  hjj  met  den  maar- 
tdialk  all  fciggegetangene  naar  Bohemen  ee- 
biaeht.  Hjj  wiet  te  ontenappen  en  woonde  te  P«- 
rgs  den  intoefat  der  verbonden  mogendheden  en 
van  Lodevijk  XVlll  bjj.  Dooi  den  afstand  van 
Nofohtm  van  ijjn  eed  ontslagen,  etelde  hg  tgn 
degen  ter  iMsebttking  nan  het  Taderiand,  doch 
Toad  hiei  geen  gebooi,  weahahe  hji  een  pkat- 
sing  bg  het  Fiansehe  leeei  aasaam.  In  Hei  1814 
wen]  hJi  «teadnmscbef  Vi  het  7de  legiment  kn- 
rasnaiis,  teiwgl  bg  nocmaak  eoi  pnrteet  indien- 
de, bdiefaende,  dat  ign  Toibl^  in  den  vietrade 


DigilizedbyGoOglC 


392 

„■eroJg  WM  TW  imi  attmai  . 
Bg  de  Uirngkomtt  lut  flaptdeeni  aduftrdc  bq  ach 
Mm  öiena  iQd«  en  locbt  TruchUdoot  den  dood 
op  het  da^eM  nn  W«t«rioo. 

Om  liet  geruu  te  THrngdea  oaii  weder  tagen 
iqn  I&DdgeDooten  <fe  w^mim  (e  -ïoerao,  naai  fafj 
in  JS16  luu  onUlag,  tiegftf  aiob  «mt  sjja  T«der- 
land,  Btekie  lieb  iei  beMtiUitig  dei  konKa  en 
vertrok  in  IS17  iJs  MnbteiMH  der  2de  kluae 
BUI  Jamt.  Baar  werd  hg  in  '1818  benoemd  tot 
lid  der  ^eiiieene  Retenfannet  te  fiataria,  kort 
daania  tot  retideut  van  BoiteiHorg  en  La  1823 
tot  reBident  van  Batavia.  Hji  waa  ittt  bevFtend 
met  den  gomtneai-qtaeta^  Vm  der  Capellê» 
en  maakte  meb  Terdienatd)^  door  bet  orvaiMee- 
ren  vaii  een  aefaititerij.  Toen  rommiisani-gene- 
raal  Du  Bui  <U  Olütigniêi  beionip-ngen  kwam 
invoelen,  welke  niet  met  de  inlichten  van  Fan 
ÜMMdorp  atnMfcten,  Troeg  deie  Jn  ADgVStu 
1827  ijjn  eervcd  ooé^.  Du  Bui  bood  bem  bet 
gotnernement  der  Holokken  aaos  doeh  Van  Ho- 
gndorf  wilde  alt  eerhentel  nieta  aodert  asu- 
aemen  dan  sgn  voonntèigen  poat.  Na  een  2-jarig 
veiM,  vroeg  M  eenol  ontdw,  betwelk  faem  met 
pnaioen  ü  18B0  ten  deel  viel,  afaook  de  «ide 
van  4en  Nederiakdadien  Leeuw  en  de  opneoüng 
in  4kii  adelatand  met  den  4iM  vao  graal. 

De  BeltriMbe  revolntie  berokkende  hem  een 
Momeikdnk  gehMok  wrKea.  wmdat  Aii  Keh  in 
ISai  4e  VÜtéA  vetUsde  «la  oi>mmi*ai«Mir  in 
^beten,  «n  ib  tgn  onderiHmd  te  Toonien  en  aan 
ivn  aosen  gelegeoÉieid  tot  atndie  te  geven.  Na- 
dat tin  omatreela  J^7  iöd  „Tatereelen  van  Ja- 
vaaatehe  leden"  uitgegeven  had.  benoerade  d« 
koaine  Item  tot  raad  vao  Indil.  Hg  vertrok  naai 
Batanu,  nam  er  ia  1338  litting  en  beUeedde 
ar  itgdeivk  loowd  de  betreUing  van  viee^reii- 
dent  a]a  die  van  waarnemend  gouvemanr-gene- 
raaL  Ibt  I  Jannan  1863  Ueed  hg  lid  vm  den 
Raad  van  Nederlandieh-Indii  en  ontvins  toen 
op  x^  v«i»ck  «eml  onüig.  lunddM  bad 
Loiewijk  Pkilifi,  koMsg  der  Franacfaen,  hem 
iMvordevd  tot  oHicier  itm  hei  l^egioen  van  Eer; 
in  Nederland  werd  hij  benoemd  tiot  ridder  met 
de  «ter  vm  de  Bikenkroon.  fig  vvttigde  lieh  te 
Utrecdu  en  ovcrieed  aldau  den  29ateQ  Oetobe» 
1356. 

Hogendorf,  Oiëbert  Karet, 
broeder  ita  Dirk,  den  27aten 
Rotterdam  g^ten,  werd,  op 
de  priniet  «om  Onmle,  met  lijn  broeder  geplulst 
op  de  kadetteucfaool  te  Berl^  In  1778  werd  hg 
vaamdtig  bg  bet  legbnent  vu  prina  AfNdrtk  «on 
Pruum,  onder  wien  fag  deel  nam  aan  deo  i.g, 
BeierKhen  SneeeMie^orkg.  Id  17S2  vertrok  ng 
naar  iöd  vaderland,  waar  hg  officier  bg  de  gaide 
werd.  Het  den  gcoant  Fox  Berkel  ging  hjj  naai 
AiMrika,  leed  acèipbreok,  dobberde  2  maanden 
rood  en  behoorde  van  de  350  peraonen  der  be- 
mBuiing  tot  de  40,  dïe  get«d  werden.  Zea  maan- 
den bleel  bg  in  de  Nievwe  Wereld,  Urid,  op 
aanbeveling  «ao  fraiüdm,  rïn  verblgf  op  de  goe- 
deren v«n  WatkbtgloH,  verkeerde  veel  met  ief- 
ItTêon,  met  wjen  hg  latm  briefwJMeling  «oder- 
hJeU,  deed  venralgü»  w>g  een  icia  naar  Ei^- 
land,  atndeerde  «eni^  tgd  te  Leiden  en  pr«D»- 
v«erde  aldaar  op  lijn  23ete  jau  in  de  rechten. 
In  de  bwgeitwiaten  adiaarde  hg  Hch  au  de  ig- 


de  vao  het  Hwi  van  Onmie  en  werd  in  1787  raad 
en  penoionuia  der  etad  Rotterdam.  Toen  hg  in 
1T95  lÜQ  bedieningen  nederlegde,  tticbtle  hg  te 
Aouterdam  het  bandelahnii  OiJÈbert  Kar»i  van  ^ 
Hogendarp  en  Co.  en  gaf  ood«»cbe)den  g«Mhiif- 
t«ii  in  het  liebt,  »Nak:  „leta  over  de  armen" 
(179B),  .JÜBMove  over  het  Mmenwenn"  (in  1794 
geeetnwen,  gadnikt  in  1905).  „Veriuuideüiig 
over  den  Ooetilndiacbea  tuwlel"  (1801),  „Blie- 
ven aan  een  participaat  io  de  Ooit-Jodiaehe  Com- 
pagnie" (I8(K)  en  „OedacUen  over  '■  kade  li- 
nanoiln",  waarin  1^  tUti  toen  reedt  alt  een  «ww- 
ataoderv^  den  ïigenhondddeedkeaoen  (1802). 
Na  de  ïtaateiegeüiig  van  1801  pleiUe  lig  lewli 
voor  een  oonatitatiooeden  NedeAondachen  Staat 
onder  het  Hote  van  Ormtje.  Hg  was  niet  te  be- 
wegen onder  NifMileoa  euïg  amfct  te  aanvaar- 
den en  voiftMle  mUi  het  plan  aan  de  Kuf  een 
nieuwe  NadeilaDdaehe  v-"* — '--'---  ■ '-■-- 


j  de  ookwenteltng  van  1818  pioiltte  bg  lich 
_.___■ j._.     ---  '--^  boold  der  bowfging 


oi^wetpeo  «ener  groodwet,  onder-vounitter  van 
den  Baad  van  SUte,  Ud  t«n  de  Tweede  Kamer 
det  Staten-Oeneraal  en  vooraitter  van  haai  eer- 
ste veggadering.  De  koning  verhief  hem  tot 
graat  en  aehonk  hem  het  gnratkiuia  der  Orde 
van  den  NederUndcehe  Leeuw.  BS  tehreef  ,3ij- 
dragen  tot  de  hoialMmd))^  tan  staat  van  het 
Koningrgk  det  Nederlanden  ten  dienate  dw  Sta- 
ten-Oeneraal"  (1818—1829.  2do  drok,  beiorgd 
door  Tkorbeoki,  1859).  Zgn  awalfte  gMondhèid 
verooriootde  hem  niet,  de  betrekking  van  vice- 
preeithnt  van  den  Baad  van  State  gemimea  tjjd 
waar  te  nemen,  loodMt  hg  daorfan  in  het  laalet 
van  1810  onttUctn  w«d  met  den  titel  van  mi- 
uat»  vaa  Btoat  en  «eo  }aug>eld  vao  10000  gU., 
een  Utd,  die  benx  wegene  veiadiil  van  i««ii*Hfln, 
bg  Kouinklgk  bealnK  van  22  Mei  1810  weder 
cntnoniaD  werd.  De  Staotannuant  veimeUde 
lalfe,  dnt  de  koning  dit  ut  eigen  beweving  n- 
daaa  liad.  Ook  ign  puiefenille  legde  iM)  nedei 
met  het  dod  da  oowUttitkiiieelo,  vigiinaige  be- 
ginselen in  bet  openbaar  te  vendodigen.  Hj)  deed 
■olki  bg  de  behaaddiag  der  Domeinwet  in  1°°" 


aXwebMo  van  defweede  Kamer.  Vaa 
lidde  fiy  een  ambtekio*  leven.  Behalve 
eenige  kleinere  gvMthriftdi,  gnl  hjj  in  1830  in 
de  Franacbe  taal  lün  .^neven  over  de  openbare 
welvaart"  in  het  Üott,  om  loo  raoMl^  de  Bdgen 
tot  bet  aannemen  vao  bet  vrgoandelitelael  te 
bewMen.  Hg  ovedeed  den  &den  Augnotna  1834. 
Behahe  de  reeda  vermelde  werken  lehreet  hij;  „Ad- 


derlandadien  handeli"  {]B28>  „De  Prina  van 
Oranje"  (1830),  „Het  krediet''  (1880).  ,J)e  Vre- 
de" (1830).  „De  Konii*"  (ISSO),  „De  N*ü«" 
(1830),  „De  ontwikkriing  No.  I— IX"  (13  Decem- 
ber 1330—28  Januari  TS31),  „Siparation  de  la 
HoHaode  et  de  la  B^qae"  (1830),  „Opinion 
imise  Ie  17  Avril  1817  en  auite  de  la  rtnmon  de 
la  BoUanda  et  de  la  Bdgiqne"  (1SS1),  de  laatate 


DigilizedbyGoOglC 


BOGENDOKP— HOGO. 


393 


8  ook  in  bet  NederkodtA.  In  ign  geboortoplute 
TBRece  U  iQoer  mib  een  ralüAteeken  op  het 
Mu  bem  E«noenH)e  ^«üi.  Mr.  H.  vm  Hogen- 
(fora  heeft  de  ,3riwu>  en  Eedenkachrilten  tio 
Van  üogtttdotf"  (7  <9d.,  196S— 1908)  ai4«c«e- 

Ö«:  VoM  R«M,  VerhMtdd^  over  de  rerdieD- 
■l«n  Tftn  G.  E.  pul  vn  HogeDdoip  (Uttoeht 
1854);  JoritM»,  Q.  S.  van  Hogcndoip  en  L.  th 
Limlmig  SUithq  in  de  daeen  th  17  tot  21  No- 
Tcntwr  1813  (Oponingea  Ï860;  wurtcsen  Fnti» 
mkwun  in  de  „Veripreide  Oeschrïften  ,  dl.  V); 
OcUnliraHiUT,  Q.  &.  Tan  Hotfendorp  ofi  Adri- 
elum,   1B06— 1809  (€e  Gids  1907). 

Hogmdarp,  WHkm,  gtml  vam,  ondtte  toon  *aB 
den  TOorgaütde,  in  17S5  te  Bottordim  mbofw. 
■tBde«ide  U  Leiden  in  de  recbten,  tiok  In  1818 
en  1815  nlt  rrgwilliger  ten  stn)de.  Hq  promo- 
Teerde  te  Leiden  in  de  rtebten.  Dmii»  wm  bg 
«erkzBun  uo  de  N«derJniidBefae  uabMotde  te 
Nnpeli  en  l&ler  ondei  den  mmmiunrifrf  enerul  Du 
Buê  'ïD  Ooat-Indie.  Ia  1S20  werd  hg  teterendaiie 
1U  den  Rud  tid  StAte,  Tervolgeni  iid  ru  dat 
lictuun;  hg  overleed  k  1838. 

Uogtmiorp,  Dirk,  gnat  va»,  een  broedot  tu 
den  Toorgaüde,  in  1797  te  .Amiterdun  gebMen, 
pfofnoveeide  In  1922  te  Leiden  in  de  nehten.  Hg 
MMorde  tot  de  wi«nd«n  en  jMMtrorwmten  -jta 
BOderdvk,  weid  wiMlatinit-«fli«ier  bjj  de  itebt- 
bMdf  te  AiMtenluB,  dnania  nwdAeei  ra  bet  Pn». 
Tineiul  Hot  Tan  Znid-HtdUnd  en  in  1840  bnl- 
tengewoon  lid  tui  de  Tweede  Kamet  der  BUton- 
OenenNl.  Hg  werd  «diter  niet  to^Uten.  om- 
dat Warin,  ook  lid  dei  Kimer,  met  een  vao  ijjn 
nniten  wu  g«ba«d  ^ewecit,  hoewel  dit  bnwe- 
Igk  door  MbtadieidiDg  ontbonden  wu.  Hg 
lehreel  durop  „Wederlegging  Tan  de  niUpiuk 
in  de  dubbrie  Teigtdering  tui  de  Tweede  Kuuer 
dei  Stalen -O  enerüj  ap  wrtikel  81  der  «ondwet 
Tan  1840".  Hg  wa*  een  van  de  Zeven  BaagMbe 
beeren,  die  een  T«rkkiing  Tan  h«t  dnbtxdiinnige 
voor  too  VêT  (quatenns)  Tan  de  Synode  Teitoditen 
en  Terlangden,  dat  de  almde  lëerateUiagen  dei 
HeiTormde  Nederlandseiie  K«i  souden  gehaod- 
baafd  woeden.  Hg  orerieed  den  8«les  Haart  1846. 

Hogendorf,  Dirk,  graal  van,  een  loon  Tan  den 
Tooigaande,  werd  dra  loten  Haart  1868  te  Am- 
ateium   geboren,  gal   neds  vroeg   blpen   Tan 


Toimde  S-tA.  Hij  etndeode  te  Leiden 
iedit«n  en  ng  imi  antwoord  op  de  r*"'' 
pT^iaag  dai  Utreebtiohe  faeoltait 
tctio  d«  Jnrii  gentinm  stodio  ia  patria  DOitia 
po«t  Hngoncm  Qiotttan"  (1856)  met  gond  bo- 
kioond.  i}t  eandidaat  in  de  Jetteien  u  in  de 
reebl«n  en  geieed  om  lieh  tooi  de  piemotie  in 
die  beide  Tikken  toot  te  bereiden,  orerieed  h^ 
den  26tten  Jamtari  1367. 

HOKvrtMstS,  Bonütout,  een  reebtagdeeide, 
een  toon  r«n  dr.  Dirk  Btgndrikn.  HogtrbmU, 
eent  sdi^n  en  later  boigKOieetter  Tan  Hoon, 
en  Tan  Moehleld  van  Sleynefiiolm,  den  34alen 
Jnni  1561  te  Hoorn  geboren,  nteeit  leede  op  ■»- 
Ten  jarigen  leeftgd  ign  berromiingigednde 
ooden,  die  tooi  Alva  de  w^  namen,  in  htUiag- 

Kh^i  Terffeiellen.  Deun  Teel 

tA,  waac  ng  lieb  oefende  io 


dat  qj  in  1572  in  bet  bmit  bannei  Terbenrd  Ter- 
klaarde  goedwen  bentdd  waren,  keerde  in  1577 
ock  RoMxmt  tenig  nur  agu  gebooiteatad,.  itn- 
deende  te  Leiden  «n  werd  aUaai  in  1584  tot  doe- 
toi  in  de  rediten  beKcderd.  De  reseering  Tan 
Leiden  droeg  hem  in  1590  de  amSteD  op  vao 
raad  en  penaionadi  dei  itad,  terwgl  de  cnrato- 
ren  der  boomeebMi  ib«m  tot  seeietarii  beooem- 
den.  In  ]B96  venl  fag  lid  tu  den  Hoogen 
Baad  Tan  Holand  en  Zeeland.  In  1608  werd  bti 
net  ign  MnUgenoot  Leomvd  de  Voogd  en  met 
Nieolatu  OromAoHt,  raad  in  dea  HoTe  Tan  Hol- 
land, naai  Amitetdam  monden,  on  deie  itad 
tot  bet  Nniten  Tan  een  £ett«i>d  met  Spanje  ovei 
te  h^en,  en  hjj  lag  igs  tendiae  met  den  ge- 
weiMcltten  «itdag  bduoond.  In  1611  Tormde  bj] 
met  Jaeob  mm  WaMematr,  beer  vos  ObdiaK,  en 
dr.  Dirk  Boe,  bviganeeater  Tan  AmiterdMo,  bet 
"Tan  Denemarken  en 


getaDlaehap  i 
Zweden,  om  ■ 


nngtmeeater 
ar  de  Horen 


jDogelnk  e> 
den  oorkig  tniaehen  <Ëe  beide  Staten.  In  1617 
werd  Bogerbeetê  gcrwiUeki  in  de  godedienittwia- 
tes.  Het  aanbod  van  Leiden,  om  er  weder  ak 
poMtonark  t>p  te  treden,  aanTaardde  hQ  met 
bifdaobap.  In  dit  aaAt  aam  hj)  ofnüeow  titting 
m  de  vergadering  der  Staten  en  wai  met  Hugo 
de  Qroot  «en  j^eiig  medeweiker  Tan  OUettbar- 
neteUt  tot  baodiuwiiw  der  geweatelgke  loaTe- 
nnsitdt.  Hierdooi  haaile  bQ  ^^  ^*^  minoegen 
Tan  print  Ifaiiriti  op  den  hala;  hg  werd 
den  29iteii  Angnatne  1618  op  Iaat  der  Alge- 
meene  Staten  in  heehtenia  gewHnen.  De  le- 
geering  Tan  Leiden  Tenoebt  p'ine  Jfnwnto, 
dat  baai  peMiooaiie  ondei  boigtoebt  moeiit 
ootaUgen  worden,  daai  hetgeen  bg  gedaan 
had,  geacfai«d  wm  op  baar  laat,  terwgl  teT«M 
n^lgena  de  «tadnrWiM^Bn  de  gvrangene  te  Lei- 
den moeet  teieelitetMB.  De  etadbonder  leiweee 
baai  naar  de  9taten  en  waï  tot  geen  toegerend- 
baid  te  bewegen. 

HogerbeeU  wetd  TerootdedU  tot  leTenalange 
genrangcitieatiaf  met  T«ri>eaTdTeiUarin^  agner 
goederen  en  met  De  Orool  naar  Loeveatein  on«r- 
gebrtebt  Hier  bleet  hg  Tan  <1619  tot  I63S.  Toen 
TorwiiaeUe    frederik   Headrili    tgn    geransHik 


op  Loereat 

Hogerbeetë  tenreet  .JEerte  inleidinr  tot  da 
praetgk  iwt  de  BoTen  van  Jnrtitie  in  Hoüand", 
en  aebter  de  ,4nleiding  tcrt  de  Holkndaebe 
Teebt^t«)Mrdbrid"  (1698)  van  De  Qnot  TtnA 
men  >Tan  hem:  „Van  het  aanknen  en  TolroeTen 
Tan  proeeaaen  voor  de  ra^Metwre  Hotm  Tan 
Jvititie  in  Hdbod,  tetUaaid  en  oitgebeid  dow 
een  Hioflandieh  reohkgeieerde".  In.  den  oatalo- 
gnt  Tan  OrononiM  WOTdt  TertneU;  „Copie  Tao 
een  geachritt  Tan  wgkn  den  beet  mr.  Hogn- 
beeta.  tot  gedaehtenk  tan  ifjoe  kinderen  ome- 
■tdd",  terwgl  bS  ook  nog  een  aantal  a&oeie 
handsebriften  betft  nagektea.  Hen  heeft  brieren 
Tan  bem  in  de  „Piaettantinm  ae  einditonim  tï- 
romm  ^ttdae"  (Annterdain  1664),  in  de  „Brie. 
Ten  Tan  lerteheyde  tetinaeide  en  geleerde  man- 
nen deier  eenw'^  (1662)  en  elderi. 

HovVi  Jamet,  bggéniamd  de  SdUupAerder 
mm  EtMok,  een  Sdiotaeh  diebter,  in  December 


DigilizedbyGoOglC 


HOOO—HOOEiNLOHE. 


mO  ia  het  dorp  SttsMk  geboren,  km  een  won 
vao  wn  behoEltjg«ii  «Jutpenfoklcer  en  deed  zelf 
leeds  Troeg  dtenet  ale  s<)hiiapherder.  De  sagen 
en  kedeien  tsq  lijn  vadarlsml  oubvlamdien  eofa- 


hg  een  bandd  igner  gndiditeD 


dit  laatste  om  ign  gedidhten  te  kunnen  optee- 
kenen.  Door  Walter  Seott  »SDgeo»edk|d,  deed 
'  "iten  onder  den  titd 
,001  eigen  i^enisK 
dnikken,  «&t  tiem  «en  «BiuneitèlQk  gridelM 
Teilie*  berokkende.  Dauentegea  brachten:  „Tbe 
moantain  baid"  en  ign:  .Jm*;  «n  «heep"  hem 
300  pond  steriing  op.  Nad&t  hq  io  Tefkearde  on- 
dernemingen ook  dit  ^eld  Tedüen  had,  begaf  hq 
ntb  in  lolO  lutai  EdiobiMgfa,  wmu  bq  bet  week- 
blad „Tbe  ap7"  m  bet  iitbt  ga<,  dat  editer  apoe. 
dig  <^ieM  te  beetaao.  Durna  TMMbeneo  van 
hem:  „Thg  Qu«en'a  wake"  (1S18),  „Tbe  poetie 
mino^'  (laai),  „He  ftiterim*  ot  the  Sun"  (iblb) 
en  „Mador  ol  thé  mo«r'  (IS16),  itióei  legenden 
en  «cbeteen  tmi  het  Sdntadie  mlkakuaktet  in 
proia,  xooah:  „Tbe  bronrnie  of  Bodrireek"  (1S17). 
„Wintererening  tMea"  (1820),  „Tbe  three  peiik 
of  man"  (1822),  „Tbe  three  ipeiik  of  woouui" 
(1823),  beneveni  «en  udM  sndfHTe,  die  bg  on- 
der den  titel  lan  „Ibe  riiefiieTdi  calendar"  (2 
dta,  1S29)  tot  een  boiHlel  Ter«eai|^e.  Hoewel  de- 
le  werken  een  ^root  debiet  Tooden,  had  hg  aan- 
hondend  met  bittere  emioede  te  kampen,  tot  de 
hertog  van  Buceleugh  hem  een  oitltSÊiinatdt  faoe- 
TC  beiorgde,  waar  hg  onbekomamd  het  epMCh 
eedidil:  „Queen  Hjitde"  <v«4looien  en  „A  qneei 
boek"   (1882),   met  gedddhten  togen  de  emanei- 

Ktie  d«i  R.-XaiÜMrfieken  aehryveD  kon.  De  eer- 
wgien,  die  bem  bg  een  beKiek  te  Londan  ten 
deel  Tieten,  braeiften  btm  eehter  weder  op  den 
Twkeexden  weg.  Hü  WMwde  siA  aan  bet  pach- 
ten Tan  nitgeBtrdcte  tanden  en  leed  gvoote  ver- 
lieien.  Ook  een  aitgarve  igner  Tenamene  werken 
bracht  hem  niet*  op  daar  de  mtgevet  bankroet 
ging,  loodkt  bg  den  Sisten  Norember  1685  in 
behoetliee  omatandSgheden  everleed.  H|i  sAreel 
nog:  „Tnt  ckmettie  mannen  and  prlTate  kfe  of 
Waker  Scott"  (1884)  en  „Talei  ot  tbe  wan  of 
UontroM"  (1835). 
Hovjr<  Robert,  een  Etagebeh  tuioboawkwMli- 

5e,  in  1818  te  DonaeiQ  SAoUandMbofen,  It  met 
o*epk  Paston  de  atichtn  der  Britacbe  Pomo- 
kgióU  Societ;.  die  l&ter  oveigiw  in  de  Ro;al 
Eortienltnial  Society.  Hjj  eclüeel.'  „Mann&l  of 
fmite"  (1848),  „Britieh  pwnokwj"  (1851),  „Tte 
dai^a"  (1852).  „The  ivegetaUe  kingdom  and  ite 
prodaeU"  (1358),  .JniH  nxainel"  (5de  dnik  1884] 
en  „He  wild  Sowiers  of  Qieat  Britain""  (met 
Jokiwm  «1  Smüh    11  dln.,   1868—1860). 

Hoi^Mid  of  HOgland  is  de  naam  Tan  bet 
grootate  eiland  in  de  Pioacbe  QdH,  Het  bettoort 
tot  bet  Raeüacbe  ^nremement  Wibocg  en  be- 
■ta«t  nit  ^aoiet,  bier  tn  dan  met  tedaatde  be- 
d^t.  Het  Twtaaot  zich  uit  lae  rie  een  rotattenfi 
met  iteile  wanden.  De  bMMÖen,  die  op  «mmige 
plaatsen  vengien,  TcrdwgMn  cneer  en  meer  en 
worden  door  weiden  venaoMn.  Ifen  heelt  er  een 
k«k,  twee  nortoreiM  en  M6  ivwDnefs,  «He  lich 
mat  eeheepTaart  en  Tiadtvaagat  txa'  ~ 
—  *  '       D  (E^igeiMia  D 


de  Vereenigde  Staten  Tan  NMrd-Amerika  nor 
aJe  =:^  48,  voc»'  bier  ^=  54,  ViKW  andere  rloei- 
rioffen  ^  63  galfens. 

Boli«iifrl0dberv,  een  tUdaa  in  de  Pmiai- 
Behe  fROTJ^aeie  Sütaè,  UU  (l&lö)  107  inwonen 
en  i«  Dekutd  geworden  door  den  slag  Tan  4  Mï 
1745,  wasrin  FretUrik  II  de  OTerwinning  bdaal- 
de  op  de  Ooetem^erg  en  SakMre  OMer  piina 
Kifftl  van  Lotharingen  en  hertog  Jokaiin  Adolt 
•m  Satten-WfUëenleii. 

Hobentaelm  bg  Stottgart-  ie  een  lieroeaide 
boogesdwol  toot  huidboaw,  en  —  tot  1881  — 
oA  TOOT  boacfaedtntir.  Tij  verheft  lidi  op  een 
WQrttembergMh  domein,  dat  voorheen  toebe- 
boonde  aan  een  beroe<nd  addlgk  geaUebt,  waar- 


gtmiu,  die  er  een  kaateet  bouwde,  dü  ia  crootte 
en  in  paiken  wedjjreren  imi  met  het  Slot  ie  Ver- 
MkiBei.  Na  den  dood  -ran  den  hertog  kwam  «1  die 
heerl^kheid  apoedig  in  TerTal,  aoodat  het  gebouw 
in  1814  dimen  moest  tot  een  mtlitMc  bo^taal. 
Id.  1817  werd  Hdienbeua  faeatatut  tot  een  land- 
bouwfchool,  en  v<m  Sehwen  opende  deK  in  1818 
als  direetear.  De  inrichting,  door  den  koning  on- 
dereteund,  onWin^  zelta  uit  het  buitenlaoa  een  • 
(hnik  beioek,  en  in  1820  verlegde  men  ook  de 
.school  TOOT  faowbeulttMir  uit  Stuttgart  daarlMNi. 
Zg  ennat  een  groot  landboowbedtüt,  «m  Uad- 
txMiwproelstation,  een  ptoebtatitn  voor  laadeon- 
IttAe  en  een  voor  laodbonwwoAtiHgMi,  een  Und- 
boDw-  en  een  taiiimiwseÉMioI  en  voorta  een  fa- 
bri^  van  landbonwweiktniffen,  die  veel  toi  de 
verbreiittng  ran  goede  wentnigen  heeft  bgge- 
dregen,  De  inriditing  beachikt  ovei  nitatakende 
verzamelingHi  van  natoaipiodneten  en  wef4:toi- 
gen,  ot«r  proefreUen  en  tuinen  en  over  een  nit- 


a»<nmiuivuM,  '•■•n»»(i  Tkentia  rjkagravin 
MM.  Zie  Karel  Suggmbu,  hertog  van  WUrlte»- 
berg. 

Hohsnllnden,  een  doip  in  Oi^r-Beieren, 
tdt  (1910)  1002  inwoners  en  ia  bekend  dbor  de 
OTerwinoing,  dM  de  rmiaehe  geserul  Mormm  er 
den  3dan  December.  1800  behaakk  op  aacUiertog 

Hobulotafl,  vroeger  een  graatadMg.  later 
een  voratendmn  in  Franken,  wera  in  1806  door 
de  aote  van  den  Rgdbond  a)e  loodanig  opgehe- 
ven en  gedeeHcijjk  asm  WUrttembtra,  gemdte- 
)nk  aan  Beieren  toegowewn.  Het  had  een  oppei- 
vWite  van  ongcrveer  1800  t.  km.  Bet  oude  ge- 
ibcbt  der  heeren  von  Hohenlolu  beiat  aanaien- 
]ij^  goederen.  De  etamvader  «ae  graaf  OoU- 
tried,  een  vertronweling  v«n  Fraderik  II.  Zqn 
■ooen  «nen  Btaravadors  der  Ignen  ffoAemfolie- 
Braunêek,  die  iceda  in  het  4de  tid  oitstierf,  en 
HohtnMu-HMoeh.  Deie  laatste  verdane  tiA 
in  1340  dooi  de  wnea  van  Kntt  71  in  de  löaui 
HokaKfoAe-ffoAmJoka  en  ffotaiioke^raakfaU. 
Tu  ivelke  de  eerate  in  1412  nititieif,  terwöl  baar 
eigendom  door  erldodtteia  <p  anden  geauditen 
oTeqgiogen.  Ëeist  Otorgt,  een  tdg  dei  9de  I|n 
en  de  itamivadet  der  thaoa  noeh  Uoüende  t^neo, 
stolde  in  1510  een  familiewet  vaat,  «m  da  ber- 
haling  van  ieta  deigel^  in  de  toakomat  te  v«t- 
boeden.  Zgn  aonen  stichtten  in  1651  de  bdde 
^HwUdgaea  ffokmloA^JÏMiaMteim  en  fioksitJoJka- 


DigilizedbyGoOglC 


«eid  in  17o4,  de  tweede  in  1744  in  den  BjjksTot- 
itensUnd  «pgcnomea. 

De  Morte  aootdüiD,  0oAmJoA«-iV«)i«iutetn,  den 
ProtctUotMheiL  sodBdie»t  bc^jfdendt,  leriHekle 
■eh  wedti  in  oé  IgiteD  HoMiA>Ae-Vne<M(«m- 
OtArtMWM  en  floAeMoAC'iïeNeMteM-Lmpewbiira, 
Tu  «dke  de  eerste  sch  wedei  nUtste  in  de  lu- 
ken  BtAMhk^-Weiiitrtium,  <&e  la  1756  met 
dm  >tieht«i  oitetierf,  «o  HohemMi».(khriMgm, 
die  in  1805  Teidween,  WMumt  btar  benttü^en 
t«n  deel  viden  un  de  Igi  Hohmthka-Smiatiteiit- 
hmtgtnimrq,  wdke  vit,  S  takken  beebut,  naine- 
MSt  1.  HoMNtoAtf-Lm^nibiu-j  met  be*  Tontea- 
(Mm  Taï  dien  nMU  «n  hel  grMiMtuf  Qleieben, 
Tertegenwooidied  door  Torst  Snuf,  den  ISden 
SiptNDbei  1863  gfiwien,  tu  1907  lot  ISII  lid 
Ten  den  Rgkada;.  3.  HotoitoA«-(Mrti|jm*  ('oor- 
beon  HoAeNioA*-Zii9eI/mjWMj,  TeitecenwoonÜgd 
dwir  rent  OknaHaM  Kn/t  vm  BolMnioh^Oeh- 


riNMH,  hertog  «m  t^Mit  (geboren  21  Haut 
1846),  won  T«n  Friêdnek  WühelM  Bvge»  Karl 
Bugo.  Dient  oen,  ptine  Adcff  wan  "  ' 
gwingti^  geboian  in  1787,  stond  ij 
t^  Mn  net  AooU  lui  ttet  J*nu«iad 


*  Bohmloha4n- 

, >t  J*nu«iaebe  Eabuiet  en 

OTcrleed   in  1879;  en  8.   BQhei^oU-KiTthbtTg, 
die  in  1861  ait>ti«ri. 

De  tweede  bootdlqo,  Bokmtohe-WaidenbuTg, 
die  R.-Kft&Dliek  Ueef  en  in  1757  de  Pboeaii- 
oide  etiobUe,  wdfce  ook  n«  nog  aan  Men  tui 
d»t  gcskofat  weidt  uitgereikt,  Tendeelde  lich  in  2 
tdtken.  De  eerste  tm  dcM  is  die  Tan  Hohsn- 
loh^WiMenbitrff-BarteMUin,  waartoe  Torat  Lud- 
*ng  Aloftitu  vor  Bohenlohe  beiwóide.  Deae,  ge- 


<Uai*t,  «treed  is  apMje,  went  maanriiA 
Tan  Prankrök  «n  oretteed  d»  Sleten  Hei  1829, 
nadat  bfj  reeda  in  1806  bei  Totstencbwi  HoAm- 
Me-SartoMletR  had  algeatean  aan  ijja  tpon,  met 
wien  deie  tak  nitatierf,  toodat  ign  goederen  aan 
de  tftlihi  B<Aeiilolu-BvlmMlwt-Jagilberg  T«r- 
TieleB.  Deae  atierf  etWui  op  baar  htnti  reece  den 
16d«  September  1898  oit  met  den  dood  Tan 
TWrt  AIbtrt  tgeboren  2&  N«>Teniiet  1842),  terwnl 
dieni  broeder  Kard  {gttmtti  2  Juli  1887)  kraea- 
teoa  de  fanatiewet  hem  in  het  loratendiim  Ho- 
beoWte-Bartenetein  cjpnx4gde.  Na  diena  orerijj- 
den  (28  Mei  1817)  TWgde  qn  won  Joluaituê  op 
(gcbMen  20  AiwuBtoi  1B03). 

De  tweode  UJi  is  (Ke  tm  Hohaüoht-Waldem- 
bvrg-SehüiiHgtftnt,  Ut  lieh  ia  da  broedere  Corl 
^J6rflBitt  en  Fran*  Joxaf  (f  in  1843  en  1841)  we- 
derom in  2  Innen  ifdiiiate.  De  eerste  wokK  ver- 
tegcDwoonligd.  door  imwt  FHuiriek  Kart  vo* 
Bokentohe-Waldtmbu^^ehiaêKgfünL  geboren 
den  26etea  SepteulNr  1846,  de  twawbt  dr>ar  Tont 
.  PkOin  Smit  »  BiA«nhh*S<AiUi»gfMr»l,  gébo- 
ren  den  5den  Jnni  1856  en  terem  prins  van  Ra- 
tibor  en  Kontg. 

Bohnüohe,  Philip,  naaf  wen,  heer  wm  Lan- 
^anburg.  den  17den  FebniKi  1560  gvborMi,  trad 
in  het  nonrdjjk  met  een  snater  Tan  JFiUem  I, 


Nederlanden,  waar  bS  aan 

ondememiBgen  met  afwiseeleDd  eocew  ded  bad. 
In  I5B0  werd  bn  door  Btumti^erg  bg  Bonrtan- 
gen  Teralagen.  Na  den  dood  ran  prina  WiUem  I 


39» 

beooemden  de  Staten  T«n  Holland  en  Zedand 
hem  tot  atetmeen  TeMoTerste.  Z^jn  UMltf  m> 
'a-Hert«gen£oMli  miakikte,  die  <n>  Liefken^weji 
gehMe.  Toen  hmeaUr  liódroogd  werd,  Ket  hg 
HohaHohe  het  algnaeen  hiitenantidiap  aanbie- 
den, doch  dete  bedankte  en  T«rkoo«  onder  de 
Staten  te  dienen.  Voorepoedig  streed  h^  in  bet 
■uiden  des  lande  tegen  de  SiMDJaarden.  In  1566 
Teroverde  h^  een  der  acbaneen  wx»  Zntfen  en 
werd  daaibg  g«iNod.  Piins  Mauriti  en  Bolunlo- 
ke  deden  düuna  een  iaTal  in  Brabant  om  Parma 
Tan  het  dooi  deaen  bd^enle  Shiia  ta  TeFwgde- 
ren.  Zjj  plunderden  en  leriDraodden  Tele  dorpen, 
docb  trolken  teng  bg  de  kornet  Tan  Uatilt^t^ 
ttt.  Todi  iloeg  Bok»»lohe  ttet  bcteg  tooc  de  scnaaa 
Engten,  wtai  hg  aan^araUen  werd  door  HauUe- 
penne,  die  er  het  leren  Terkor.  Bah*nlohe  T«r- 
oveide  die  aehaiie  en  gal  haar  de»  naam  Tan 
CrèTemenr  (Hartaeer).  Zjjn  aanslag  op  's-Herto- 
g^iboeeh  mislidite. 

Te  lergeefa  werden  er  pogingen  aangewend 
om  hem  met  Leteuter  te  TmoeneiL  BoAoilohe 
Tioeg  DQ  eervol  ontel«K  met  Teiiol  naar  Doite^- 
land  ol  naar  Denema»en  te  vertirekken.  Hg  be- 
tuigde daarbg,  dat  hg  voor  Heb  tél  nieta  be- 
geerde, maar  Tedaogde,  dat  de  steden,  die  hg 
ontmnnde.  onder  het  geiag  lovden  gesteld  wor- 
den van  de  StaMa  en  Tao  prina  MaariU.  met 
herstel  der  TOoneehten  en  Tqjbeden,  wefte  xj 
Nider  Wmm  l  geooten  badden.  ffg  Ueef  echter 
bg  bet  Staatmlie  leger  en  berond  lieh  in  1598 
met  JfoHriti  bn  bet  beleg  van  Oeertmidenbeis. 
Het  laatste  krwibedcöt  Tan  Bohadoke  was  de 
Gnnep  in  1599.  Hü  oTeileed  kia- 
5den  Uaart  1606; 

BokadiAe,  FrMrieh  Uiduig,  yoist  «On  Ho- 
htmhhe-IngtHmgeH,  generaal  in  Prniüsehen 
dienst,  den  Slatn  Jtnnati  1746  geboren,  waa  in 
1778  kolonel.  In  1794  beluakk  Qj  een  averwln- 
ning  lig  Eaiserriaiiteiii,  en  na  den  Ttede  Tan  Ba- 
lel  in  11S5  werd  hg  bdast  met  het  oppertMrel 
nvet  bet  nentraft-ttataeordon  aan  de  Betne.  In  het- 
er Tan  ign  rader  in 
in  1798  generaal  der 
infanterie,  in  1804  stadMttder  dei  Frankiache 
TvntendotDmen  en  daarna  inmaetaai^eneraal  te 
Bresian.  In  1806  Teifcreeg  hg  door  ertenia  de 
gmderea  dei  l^n  BohMMie-Lamgmtbiitv-Odirvh 
gen.  Tom  in  1806  de  Praïsen  tegen  ds  Ftanadten 
te  Tdde  trokken,  waa  bg  aanvoerder  van  het 
koipB  tassdwn  de  Saaie  en  het  Tfanringenrood. 
Hg  ataakte  den  alag  en  nederlaag  b|j  Jena  mede. 
Op  deun  i€lUen  dw  werd  de  bötog  wm  Brwu- 
w^k  bg  AnerstAdt  ioodd^  gewond.  Bohmtohe 
kreer  on  bet  opperberel  an  bracht  bet  vTerechot 
Tan  het  Pniinsme  leger  naar  de  Oder.  Door  den 
vgand  in  het  nam  Rbiaebt,  gaf  Hohenloke  ndi 
den  22sten  Oetnfcer  1806  bjj  Prenglan  oner.  Deae 
ramp  «ud  bcm  seet  kwalp  genomen.  Hg  nam 
ontsl^,  begaf  lieb  naar  ^jn  goederen,  Tertoelde 
eenigHi  tjjd  in  Frack^jk,  keerde  in  1808  naar 
DoitwiUand  terug  en  oTerleed  den  ISden  Fe- 
bmari  1818. 

Hokaüohe,  Alexandtr  LeopoU  Franx  Smmt- 
rieh,  prins  aon  HoheHMie-WaUenburg-Sehilling- 
Htrêt,  den  17den  Avgnetns  1794  te  Enpferaell 
bij  WaUenbnrg  gebaren,  was  bet  ISde  ktnd  nit 
bet  luawdiök   tu  Karl  Albnekt  en  de  dochter 


DigilizedbyGoOglC 


van  aeo  BcngtMttA  edckiiHi,  Jadilh,  TrqTronwe 
MM  SMexky.  Reeds  Ut  eenjarig  kind  rerkiai 
hjj   lün  vuhr.  Door  ijjn   DMiëdeT  itn  de  Ketk 


gêwö^,  ootih^  hij  liJD  opleidiDg  tbd  dea  vooi- 

'      1t   ft^  bcóoeht   iditeraeDvidMiu 

rbereeiinnm  te  Weown,  <le  aodeiDie  te  Bern, 


i  Jesaltt   i 


het  urtabiaeciboppelijk  MnünariDiD  te  Weenen, 
&«t  MmiBuiom  te  T7TDM1  en  TolUioide  te  EM- 
waogeD  qjn  gtfilgeleerde  stnditn.  N»M  hg  «on 
JMi  kuuMiif  te  OtanDli  geweeit  wai,  werd  iój 
in  1915  lot  «iibdiacoinM  en  kort  disrna  tot  pries- 
ter «wöd.  Ia  1816  deed  hq  een  ra»  nur  Rome, 
«era  er  lid  tan  «enige  Kerkdj^  TereenigiDgeii 
en  begaf  liefa  in  1»]7  SMir  Beieren.  Hiei  beednd- 
digde  men  hem  tan  JemMJsme,  dodi  het  toHc 

E  reet  hem  als  een  troom  man  en  een  «elqtre- 
end  leeraar.  In  1820  werd  hij  door  een  boer, 
Martin  Miehel  eeheeten,  orei^duwld  om  door 
miiUel  tan  gebeden  ak  wondeixkoeuer  op  t«  tre- 
den. Toen  te  Bambetg  de  gemndheidieamoiiaaie 
a  lieh  mede  benweide,  gÏDK  h^  oMt  Boi^arjjl. 
went  doodieer  en  ia  IS®  mot-piOHt  in  bet 


kapittri  te  Petenraideiii,  en  m  I: 

titnkii  van  SanHeae.  Hij  overieed  te  TBilaD  bq 

Ween»  den  14deD  Himmber  1849. 

Zie:  WelUr,  Oeiehiehte  des  iHansei  Hohenlohe 
(2  din.  1S<Hh-lW6). 

HoliMilob*,  friedriek  KarlJo»epk,j4int  tu 
Bolumhht-W<Mtnburpk£okiaiiignnt,  een  ge- 
Dealoag  en  legefcindige,  den  Soen  Haart  1814 
te  Stnttgftrt  geboren,  wm  kii  tenant-ge  neraat  an 
adiadant^enenAl  tan  den  keiiei  tan  Rasknd 
en  oterkod  den  2Siten  Deeenabet  1884  te  Ktip- 
feneU.   Hö    tehreef:    ,JDm  BdienlohiMdie  Wap- 

£:n"  (18S9),  „Sphiagietfiehea  AXmm.  Hittdahei. 
Ehe  'Biegel  der  gegevwBrtig  noch  MHnndeo 
GeaeUeefcter  dei  hobm  deotMben  Adria"  (1869 
— 18M,  4  atnkken).  „MitteUlterliiAe  Fraaen- 
«iegel",  ,^T  OeMhubtc  de*  FflntenbeiKJioheit 
Wappens"  (1860),  ,J>er  Mtiieiache  RantenkTau" 
{ÏOS).  ,J>u  Bertlditehe  PelzweTk"  (2de  dink 
1876).  „ÜebcF  den  Gefaraodi  der  heiatdiKhen 
Hehnrierden  im  Uittriaher"  (1868)  «a  ,J)rei- 
hnndert  mittelalteilidte  8i^"   (1S82). 

BolianIoh«,  Chhdmg  Karl  Viktor,  tont 
iw  BSehiitingmmi,  ptina  mh  RatOxtr  tn  KorttL 
Duitaeh  Rqkdunadier,  den  Sltten  Maart  1819 
te  .Rotenbnrg  geboreD,  studeerde  te  OSttiagen, 
Heidelberg  en  Bonn  in  de  redit«n  en  bekleedde 
daarna  lechteiijlke  betrAkingen  te  Potsdam  en 
Brealan.  Daar  iqn  radere  broeder,  Viktor,  in 
1845  de  heerlijkfaedea  Bctibor  en  Eortel  als  bet. 
log  van  Ratibor  kreeg,  nam  hg  het  beatanr  der 
heerlijkheid  SehillinnfQrt  op  >ieh  en  weid  lid 
Tan  den  Befersehen  Rnktraad,  waarin  hg  een  na- 
tkmale,  Pniieen  tjjaadlge  riditing  tolgde.  Sedert 
184S  geiant  t«  Londen,  shot  hg  lioh  na  den 
oorlog  tan  18M  fajj  Pruilen  aan,  werd  den  Sisten 
December  1866  Beieradi  minister-president  en 
stond  als  loodaoig  een  lederatiete  tereeniging 
der  Znid-Dnitadie  staten  met  den  Noord-Imit- 
sohen  Bond  voor.  Hokenlohe  tvrralde  alle  plich- 
ten, die  het  geti^  waren  tan  het  in  1866  met. 
Pmiaen  gesloten  terbond  en  leorgaaiseerde  het 
Beiersehe  leger  naar  Pniiaiieh  toorbetld.  Toen 
hg  echter  de  schod  niet  langer  onder  toeiieht 
der  Kerk  wilde  honden  en  den  Men  April  1809 
de  Bntopeeiehe  regeeringoi  tot  een  gemeenscha 


pelgk  optreden  tegen  de  Roomidie  plaonan  in 
lake  bet  Va,tieaaiiMbe  Concilie  nitnoodigde, 
haalde  hg  liefa  den  haat  der  trftrainontaDen  op 


de  Tweede  Eamei  een  motte  tan  wantrouwen 
te^n  hem  aannaaien.  Hg  betorderde  in  1870 
Baeren'a  deelneming  aan  den  oorlog,  it«mde 
toor  het  aannemen  der  Rgk^rondwet  en  werd 
tid  tn  onderraonilter  tnn  den  eersten  Rj^idag. 
In  Hei  1874  tertiok  hn  al*  geunt  naar  Par^ 
bracbt  terbetering  in  «e  betiekiiainn  tnaidien 
beide  mogendbeden,  woonde  het  Congres  tan 
Berlijn  (1878)  aU  DoilMh  tertegenwoorïiger  bü, 
werd  ia  Jiüi  1885  stadhouder  tan  Ebaaïotba- 
ringen  en  traebtte  door  beleid  en  takt  de  betd- 
king  met  het  Dniteehe  beetaar  te  tenoenen. 
Einde  Oeober  1894  tot  RpAanielier  an  preu- 
den t  tan  het  PmiéMw  itMtemHiiiterie  be- 
noemd, verwierf  hq  door  i|}o  bniteolaDdaehe  po- 
litiek het  tertronwen  der  nationaalgatinde  _ur- 
tijen;  onder  ign  kaoMliersehap  werd  in  1897 
Maotejan  bcati,  in  1898  8aoioa  tenrorten  en 
werden  in  1809  di  KaroHnen,  PalaneilaDden  en 
Uariaoen  tan  Spanje  gekoebt.  Op  dringend  ter- 
■oek  werd  h|j  den  17den  Oetober  1900  tan  tgn 
aiUbten  ontfaetoi.  Hg  trok  lidi  oit  het  openbur 
leren  terug  en  oterieed  te  Ragai  den  6den  Joli 
""'  "--  -  'Mikacbrilten,  jn  IB06  doo 
uitgegeten,  terwekten  in  e 
m^  ..».  ^u.— wd  Rqk  «ed  i^MebadfiDg. 

HohenUtk*,  Omttaal  AAtU,  print  xu  BoJkMioJka- 
BdtUtmy^Hnt,  broeder  tan  dm  voorgaande  «■ 
kaPdinaaUriascbap  t«  Rome,  den  36aten  Febraari 
1828  te  Rotenbnrg  gd>onn,  itndeerde  te  Bonn, 
Breslan  en  Mnnmni,  lette  sgn  stadiën  toort  te 
Rome  en  onttiag  in  Janoari  1849  te  GUU  de 
piieatefwüding.  In  1866  werd  hg  kardinaal.  N« 
d«  inneming  vu  Rome  door  de  ItaNaanacbe 
trocput  den  30iten  Septenrim  1S7Q  vroeg  Bo- 
k«nbAM,  dien  men  aU  een  tagnulander  der  Je- 
znleten  beKbonwde,  een  lai^srig  verlof  oi 
keMde  «eral  in  1876  teng  naar  Rune.  Bisaürdfi 
voouemeB  om  bet  Dnitietae  RQk  door  kanfinaal 
Uoktnbdu  te  doan  vertegenwoordigen  I^  den  H. 
Stod,  leed  adiipbrevk  op  den  tegenitand  van  den 
Pant,  waarna  ma  ntantaohapepoit  onbnet  bleef 
en  in  1874  verviel.  Lto  Xtll  editer  besoonde 
den  kardinaal  in  Mei  1879  tot  bisschop  van  Al- 
baao  eo  tot  aartaprieeter  der  patinarebale  Baat- 
Ken  Liberiana.  MeermaleD  werd  hg  geraaitoleegd 
bü  de  onderhandelingen  over  een  modna  viveiidi 
met  bet  Dnitidte  Rgk.  In  1884  wen]  hü  aarti- 
ieater  in  de  Sta  llaria  Uasgiore  ie  Rome  waar 
j  den  SOaten  Oetober  1893  overleed. 
HoAenlaAe,  Barmm,  vorst  t%  Hohnütdu-lan- 
gtnburg,  graaf  von  Ofeteken,  den  Sleten  Aogna- 
tna  1B32  te  Langenhntg  in  Wflrttemberg  gebo- 
ren, stodeerde  te  Betlqn  io  de  reehlen,  trad  eerst 
io  Wflrttembergsehen,  daarna  in  Oosten rgkseben 
krjwidittMt,  nam  in  1S59  deel  aan  den  veldtoebt 
in  Itatia,  werd  in  1862  generaal  in  Baden  en 
ab  loodan^  in  1870—1871  t«en  Frankr^ 
U  velde  Sedert  1860  ia  hij  erfelijk  Itd  van  de  Eer- 
■te  Kamer  in  WSrttembeig  en  aedeit  1871  lid 
van  den  Dnitieben  Rijkadag.  Deae  benoemde  hem 


D,o,l,zedb,GoOgle 


in  1878  tot  Iweedm  lóce-piesident.  Voor  een  bn- 
kfating  vooi  die  belreUii^  in  18/79  bedankte  h$. 
Ook  «M  bij  president  Tan  de  dooi  bem  geelichte 
Dentsdie  SnonittlgeuUaeiialt  tot  liij  den  Sden 
Noventber  1SM  tot  stadhouder  wd  EaAas-Lotbs- 
nngen  benoemd  «eid.  Den  8st«n  October  ld07 
rroeg  en  rerkree^  hq  ontslag.  Oednrende  ign 
unbtstvd  werd  de  diotatnni  in  Elus-LolbaTtngen 
al^esriiaft.  In  136S  was  bg  ^troawd  met  pnnsei 
LeOfMine  van  Baden,  die  in  1908  is  overleden. ' 
Hg  ma  verwant  roet  de  Emierin,  da»r  zgi  zatter 
met  hertog  frsiienJI;  van  Sleateyk-BoUleinSoii- 
dtrhaiaen-Aitgtatenbvrg  was  gehuwd.  Den  Men 
Htart  1913  is  h^  OTeiteden. 

■ohwilolia,  prins  Kratt  von  Hohenloke-In' 
g^wgm,  den  Sden  Jasoari  1327  te  Kcncbeotin 
oeboreD,  werd  in  1845  artillerie-lni tenant,  in  1S54 
upitein  bg  den  generslen  etai  en  miVitaii  alta- 
ebj  te  Weenen,  in  1856  famiaiUgk  'vlengeladjn- 
dut,  JB  I8H  maJMT,  Toeide  io  1866  en  1870— 


eanber  1970  den  artiBerle-unTn}  op  Panis. 
dert  1868  genenud-majooi,  «eKl  hg  in  1871  ia- 
■peetenr-^neraal,  in  1873  coüKMmdant  der  12de 
«firisie,  in  1875  adjodant^eneraal  van  den  ksi- 
ler,  in  188S  intantene-  en  in  18B9  artdUerie^- 
ueraal.  Hg  orerleed  den  ISden  Jannan  1692  te 
Drewlen.  Hy  selireef:  „UvlitiriMAe  Briefe", 
.^trat^Hdte  Briefe"  (2  dbi.,  1S87}^  „OemtSdie 
ttber  Miterei"  (1887)  en  „Ane  memein  Leben" 
(1897). 

HÓhfltlMhw&iivati,  een  dorp  in  bet  Bner- 
sdt»  dWtiet  Zwaben  en  in  het  arniDdlMement 
Ftbnn.  Kgt  in  een  nradtig  Alpengeweat,  h  km. 
ten  iDidoosten  Ttn  FOssen.  Het  telt  (1910)  1070 
inweDen,  maat  «s  b^end  w^ens  bet  aMaar  ge- 
legen, enenioo  genoemde  fcaateel  tsb  den  koning 
Tao  Beieren,  dat  wA  op  de  grens  van  Beieren, 
Zwaben  en  Tirol  totertien  meren  en  beiggeTaai- 
tan  leihelL  .De  mde  SdmiwaiibDieliten  (Vor- 
der- en  ?!  nteriMlMDselMrangenf  lagen  aan  de  bêï- 
IJD^  Tan  den  NendecUierg  en  zijn  reeds  laag  tot 

SUM  Terrallen.  Ia  pkats  Tan  dese  «eikreeg  het 
■art^enover,  <^  den  HanDoibers  gel«g«i  kas- 
teel Sotwanstein  (894  m.  boog)  den  naam  Tan 
Hob«adiwangan.  In  1882  werd  de  toenmalige 
kiooi^trine,  latei  ioning  Jfos  //  van  Beieren,  oe- 
sitter  Tan  den  IxnwTal  es  deed  door  QuagUo, 
OUmUIst  en  Ziebland  den  'bnidit  in  ign  m>i- 
KKOokelQken  toestand  faersteJIeo,  waarna  dne 
door  ondeisebeiden  knnstraaart  werd  versierd. 
Koning  Loievfk  II  wm  gvwoon  er  Jaadi^a  ge- 
rijen t^  te  vertoeTen. 

KohmutantMi,  een  Torstelj^  gedacht,  dat 
Tan  11S6  tot  1254  deo  DnitMlien  Seiientroon 
bcArleedde  en  in  1366  met  Komwlgn  in  manne- 
^ke  ^  nitatierf.  De  «tamTader  »  Fiederik  van 
Bwen,  aboo  geiONDd  naai  bet  doif  Bnren 
(thsM  WlsdMnbemen)  in  WflittODberg.  Hn  leef- 
de in  het  midden  der  Mde  eenw,  Tertroh  att  bet 
dal  naar  den  Stanlen,  die  hem  toAcboorde,  en 
ontleende  aan  djeo  berg  en  bet  daaiop  geiUehte 
dot  den  naam  van  Hollm$taufe».  Zqo  >oon  fVe- 
dtrik  van  Stau/en  *«  Hoihcfufau/en,  waseenaan- 
haagei  van  keizer  HemMk  IF  en  gedro^  lieb 
in  den  4ag  bü  Hersenbnrg  (1080)  loo  dapner, 
dat  de  keiKi  ben  met  bet  hertogdom  Zwab» 


397 

beende,  hem  ijra  dochter  Agnee  ten  bnwel^ 

Kf,  en  bem  tgame  iqn  afweiigbeid  in  ItaHB 
t  bewind  over  DoitsCÜand  toevertrouwde.  Hier- 
in is  het  begin  te  loeken  van  de  grootheid  van 
zgn  HtMS,  maar  teTene  Tan  «en  langduiigen  stigd 
tegen  de  IFef^en.  Bertkold,  de  zoon  Tan  den  te- 
Benkoning  RudoU  en  Berthaid  van  Zahringen 
Betwistten  hem  lijn  hertogdom,  dorfi  hö  werd 
daarmede,  na  een  longdniigen  Btind,  in  1097  nog- 
maals pleditig  beleend.  Hertog  FTtderik  liet  in 
1105  twee  ionen  na,  en  keiiei  Hendrik  V 
erkende  dadel^k  den  oudsten,  Frederik  11,  als 
heitog  van  Zwaben  en  beleende  den  'iongsten, 
Koenvaad,  met  bet  heitogdMn  Frai^n.  De  oeide 
broedere  Siteunden  den  keizer  in  den  investitnui- 
stigd.  Na  den  dood  van  Bendrik  V  raaakle  Fre- 
dfTtk  aanspraak  op  den  troon,  maar  ^tAortM  de 
Sakter  werd  gekozen.  Deze  voiderde  de  goede- 
ren teruff,  welke  frederik  onder  Hendrik  V  beko- 
men had,  ea  bierdom  ontstond  een  oorlog,  waar- 
in aanTank^nk  de  kans  gnnetïg  sdieen  Toor  Lo- 
Ihariut,  die  door  maditige  foondgenooten  onder- 
stesnd  werd.  Weldra  ecbter  kwam  Koenrood  mm 
HoAsfutetrfen  nit  bet  fieüige  Lood  terog,  vol- 
biaoht  een  ttonteo  toeht  over  de  Alpen  en  deed 
«ch  ia  1I2B  te  Monxa  kronen  tot  koning  vao 
Italië.  Daar  hg  er  eefater  ign  geiag  tegeaover  de 
Wellen  en  den  paus  niet  iröa  bandhaven,  terwgl 
ia  DnitseUand  de  macht  zjjnei  tegenstsjideri  Ja- 
gel0Ea  toenam,  lagen  de  beide  broeden  tiet  in 
IISS  genoodzaakt,  vengiffenit  te  viagen  vaa  den 
keioei,  Dcoe  was  gereed  <^  te  reileenen,  en  op 
den  R^sdag  te  MObBtMieen  deed  Koenr^ad  af- 
etaod  van  de  UaKaaneebe  Kroon,  dodi  behield  den 
eersten  rang  onder  4e  iMrtogen,  terwgl  san  hem 
en  aan  zgn  broeder  aUe  bezittingen  werdM  te- 
niggegeTen.  Daarop  teigeieUen  t{j  Lothoriu 
naar  ItsMB,  en  na  oen  dood  vaa  LoUuavia  weid 
Koenraad  (111)  tot  Doitecb  koning  gekonn  en  te 
Aken  gekroond  (118S).  De  atrjjd  met  de  WtUen 
hëgoB  weder,  .tnen  Koemraad  van  den  Welfieben 
Hertog  mm  Soben,  Bendra  den  TrvtaAe,  ver- 
latte dat  bg  van  de  beide  hertogdommen  Beie- 
len  en  Sakaen,  waarmede  bg  beleend  wu,  dit 
laatate  zon  «fitaon,  en  bem,  toen  hn  sulkt  wei- 
gerde, in  den  B^elMtn  deed  en  van  al  zgn  henen 
vernSen  Terklürde.  Bendrik  ererleed  tn  11S9. 
Zgn  bnMder  Wetf  VI  -werd  io  1 140  bg  Weineberg 
door  Koenroad  lU  venlaeen.  'Deie  aam  deel  aan 
den  Sden  Kmistocfit  (1147—1149).  die  geen  soe- 
ces  had.  H^  overleed  den  15den  Febntaii  1152 


1 1 90).  Het  gelnkte  hnn  door  zgn  ovenrinDiag  op 
Hendrü:  den  Leem»,  dien  hg  ign  hertogdom  onf- 
aUe«i  Bmnawgk  en  Lnnebnrg  Het  be- 


faouden,  de  madit  der  Wellen  lm  DnitvMand  te 
vernietwen.  Door  zgn  voorspoed  ia  ItaM  bad  hg 
den  naiJveT  tsd  den  pana  opgewekt,  en  hierin  ligt 
de  oomak,  dat  de  pogingen  vu  innioon  en  op- 
volger Bendra  VI,  oin  de  Diiits<^e  iioon  «fel^ 
te  maken  in  i|jn  geslMht,  trote  de  bewiliging 
van  50  Bi^tanden.  eehi^enk  leden,  loodat  h| 
in  1196  met  dan  met  moeite  zgn  wenteh  berre- 
^gd  zag  om  igs  tweejarig  BOontJe  Frederik  tot 
opvulgei  te  doen  benoemen.  *•  Fansen  afteer  van 
de  BtAenMlauten  waa  de  leden,  dat  na  den  dood 
van  BendrOt  VI  (1197)  de  berit^  wm  ZOhrmgeit 


DigilizedbyGoOglC 


898 


a(»EIN8TAUFBN— BOHBM&OLLBIiH. 


in  Tcraet  kwam  tegm  den  tot  röksbeBtDiinlcr 
beDoemdea  Pkitiju  wm  Zwoben.  Dcie,  «on  oom 
van  den  minderjarigen  FrmUrik,  dong  nn  zelf 
nur  de  koomkljjke  wMrdigtieid,  en  loa  in  den 
•trjid  tegen  OUo  IV,  die  wedeimi  door  den  penR 
op  den  VDOigrond  wu  geolaatat,  het  geog  ge- 
feandliMfd  hebben,  fauKen  hq  niet  in  1208  door 
de  iund  Tan  een  nwordwMw  geraUen  «ai.  Na 
kwam  Oliü  IV  aan  het  twwiwl,  doch  toen  hji  in 
IlaliG  iqn  keiaerljfke  rechten  nrilde  doen  gelden, 
haatde  hg  >ich  looieer  het  ongenoegen  fan  pani 
/nHoeenlii»  til  op  den  hall,  dat  deie  den  jengdi' 
gen  Frederikj  koning  «m  Sieüii,  in  ign  faeMner- 
oun^  nam,  Otto  in  den  bas  deed,  en  een  sroote 
partg  in  Duïtaehkiid  teMn  btn  ophitste,  frede- 
rik  begaf  aich  na  naat  Daitadilaoa,  deed  lich  te 
Men  ak  Frederik  U  fcrotes  «n  werd  na  de  ne- 
derlaag Tan  OUo  bg  BoDTinee  (1214)  alleenheer- 
Mher  In  DnitetUand. 

AanTaokelgk  aehenen  alle  omstandtgfieden  de 
teHieffing  Tan  zjn  Hnia  te  begnnatigea.  De  be- 
littingeo  Tan  den  herttig  mm  Zëkrimpe»  liden 
hem  ten  deel;  hn  Deikreeg  de  famUiegoedeiM, 
dooi  i^n  oom  PUlipe  TeiTreemd,  streed  Tooiqwe. 


Mon  Htndfik  hem  lou  qtTOIsen. 
ter  te  Rame  aiïn  gtootaa  c3an 
.__    _  ■  -?__  » 1,1^  j 


t  iqn 


F?' 

üeiierrgk  te  atiebten,  waarrsn  het  iwaarlepnnt 
in  ItaliC  ion  wotden  geplaatst,  Teiietten  de  Wel- 
ft» liob  daartweu  door  oproer  te  verwekken  in 
de  steden  Tan  Nooedelgk-JtaliS.  4aai  onderechei- 
den  tegenkonin^n  in  Dnitachland  te  ttennen, 
dooi  lameniweringea  te  Hneden  tegen  t^a  le- 
ien en  door  hem  hij  heitialing  den  baavioek 
naai  bet  boofd  Ie  riingereD.  Door  snn  geeelkraoht 
faaadhaaUe  hjj  de  ffpoottieid  Tan  het  Huis  der 
Boketulauteii,  maw  bg  ign  dood  nrisde  het  ten 
Tal,  Nog  gedurende  ign  Ieren  (12S7)  had  hn  iga 
tweetÏM]  iDon  Koenraad  te  Spiere  tot  Roontdi  ko- 
ning doen  kiesen,  emdat  de  oadate  kA  dooi 
veiiet  tegen  zgn  Tsdei  dat  Tooirerfit  onwaardig 
had  ^efnüakt.  Koavaad  I¥  metd  dan  ook  hg  bet 
oireilgden  van  ign  Tadei  (12S0)  itoor  de  neeele 
atenden  ah  kdning  eikend.  I>o<li  de  tegenkonin- 
gen en  Tgaaden,  die  op  aanaooriag  Tan  den  pan» 
tegen  hem  opstanden,  es  de  Morloek,  die  op  hem 
matte,  "KriaiadeD  io  DnitaeUand  i^n  maeht,  aoo- 
dat  hg  »eh  naar  ItaliS  bqtal,  «n  ign  ertg«bied 
Afnliê  en  SicnliS  in  bevit  te  netnen.  Hier  weid 
hg  dooi  zgo  dappeien  haUbioeder  Manfrad  met 
kracht  onderateaiMl.  B^  «rerieed  in  1264,  Ter- 
mo^elnk  door  Tersif.  Zgn  eeoige  sooa  Koenraad, 
gewoonl^  Kottmi^in  genaamd,  was  m  de  eenig 
oreigehlereD  telj^  der  BoluiutmifeH,  Terw^  h| 
ond»  de  voogdgeehap  Tan  aijn  oom,  hertog  Lo- 
deteffc  MR  BeiéreH,  opgroeide,  poogde  HoMfred 
ign  erfdeel  in  ItaK)  te  bewuen.  Toen  deae  ktet 
leH  den  troon  van  SidUt  bekkoxnen  had  (1258), 
riep  dto  pang,  Toftsidewl  in  i^  Toomemtn  Mt 
de  Hohemtmüen  ten  rv«l  te  hrengen,  Eorel  wm 
Anian  te  holp.  In  den.  dag  bg  &MT«Dtun  (26 
Februari  1266)  veihnr  Mmfrêd,  door  ign  Rgkt- 

Cten  en  door  een  gededte  tan  het  leger  Ter- 
i,  bet  leTen.  Het  ineede  bestnut  Tan  Karei 
wAte  intuisehen  giooten  alkeei,  loodat  ei  een 
machtige  partg  ontstond,  welke  KemTodgn  olt- 
Doodigde  <ud  nderlgken  tioon  te  bektimraen.  Hg 


gaf  dkaiaan  geboor,  maai  Kartl  wm  Amjoh  imebt 
hem  deo  28«t«Q  Aogiutiii  196S  bg  Tagiiacoiie 
een  gedachte  nederlaag  toe,  nam  Iten  gffrangea 
en  deed  hom  den  29sten  Octobei  1268  te  Nipela 
met  ign  Tiieod  frederik  tbd  Baden,  doot  beole- 
handen  om  het  leren  brengen  Van  de  overige 
nakaneJiogen  der  Boluiutmfen  overleed  Snxio, 
konioc  Tan  SardtniB,  een  looo  Taa  Frederik  II, 
te  BoMgna  in  den  kerker  {Ï2K),  en  de  drie  io- 
nen Tan  Mtmtred  eindigden  eveneene  lino  leren 
in  da  ^aBg«nii.  Margareta,  dochter  Tan  keJKT 
Fredtnk  11,  «loot  «en  iMigenikkig  hawelgk  met 
Albreekt  dia  Ontaarde,  en  ComUmee,  dochter 
tan  Manlred,  trad  in  het  howelgk  met  Pater  IIJ, 
kmiag  thi  Ara^on,  die  lioh  in  12BS  meeatei 
maakte  Tan  Sicilit  en  wraak  nam  OTer  den  dood 
Tan  KoKTod^,  Dieni  besltingea  waten  na  i^a 
dood  ten  deel  geraUen  aan  Beieren,  Badu  'en 
Wflrttadberg. 

Ltferolmir.-  FoH  Baumtr,  Oeaeiiieble  der  Ho- 
benetanlen  nad  luer  Zeit  {5de  drak  Leipaig 
1878,  6  din.);  Jattrtm  md  IPiafar,  Dentedie  Oe- 
eehtclite  im  Zeitalter  dar  Bobeottaafen  (Stntt-  - 
nrt,  18&7— 1901,  3  dln.);  Somm,  Beitrlge  inr 
Geeehidite  der  leUten  Staaler  t^de  dfok  Leip- 
lig  1912). 

HolMBtwl«l,  eengetoolceide,  88[>  m.  boo^e 
phoDoItetkegel,  ia  een  Wflrttembergeeh  enclave  )n 
Baden  net  een  praditig  nitsioht  op  bet  Boden- 
meer en  de  A^n  en  met  de  nilnen  Tas  een 
oude,  TToeger  beroemde  bergreating.  De  Hohott- 
wiel  was  ±  990  de  reaidentie  der  geleerde  her- 
togin Hedmg  «n  AleaMMMl,  wiet  leren  aan 
den  diditet  Selulfel  ttol  gal  toot  inn  bekeiKleii 
roman  „EUehatd",  en  kiwam  in  liS9  in  het  be- 
lit  tan  Wfltttend>erg.  In  1800  gaf  de  comman- 
dant de  Tcating  aan  den  Franteben  generaal 
""""'" ,  die  haar  in  de  lucht  deed  Tlie- 


geboren,  weid  gonrerncar  Tsn  Fïame.  taad  van 
den  fltadhondei  te  Tiente,  in  1860  diittietbeatnnr- 
det  te  iMiMit,  in  1867  itadbonder  ia  Ka^othiC, 
ia  1868  etadbondei  te  Lina  en  dui  laten  Fe- 
btnati  1S71  eeiGte  ministèren  minittet  Tan  Biu- 
Denlandeefae  Zaken.  Beedi  den  SOeten  Octobet 
Tan  dat  jaai  legde  hg  de  poiteleniUe  oedei, 
daar  agn  Tooretel,  om  een  adfitandig  koninkrök 
Bohemen  te  iti<Éiten,  groolen  tegenstand  «it- 
moetite.  Sedert  i]873  wae  hg  lid  Tan  den  R^ks- 
raad  en  leider  Tan  het  reobtet  eentmm.  In  1885 
weid  ImJ  Toom'tter  der  Rckeakeaaer,  jn  1897  lid 
Tan  het  HeerenÉmi.  Hg  orerieed  te  Weenen. 
den  96t6Mt  April  1896. 

Hohsuollsm  of  ZoOem  een  beigvlot  in 
bet  Pmiiaeche  Toratendoni  SDnemoHein^echiii- 
gen,  <*eièelt  lich  nabü  de  stad  Heobingen  op  den 
ZoUeiberg,  eea  ateil,  hegdronmg  geTaaite,  dat 
900  m.  bimn  de  etad  Tei^^  Dat  dot  werd 
noegei  Zofre  gdieeten  en  is  het  ttamalot  Tan 
bet  Hnia  BokensoUem.  Het  ia  gebouwd  in  de 
Ilde  eeuw,  dodi  «t  dien  tj^  is  efeebte  een  kapel 
orergebkyen.  In  142S  werd  het  doot  de  Zwa- 
bio^e  Ri^uateden  veioTerd  en  Terwoeet,  doch 
id  1454  weder  opgebouwd.  Io  den  Dertig]arigea 
Ooilog  weid  het  echter  wedeiran  TernieJd  door 
de  Zweden  en  de  Wflrttembergert,  doch  Frederik 


DigilizedbyGoOglC 


M^tin 


1^  AvAJ-Jm 

-     "pi 


1    t»«i>.     t*«w. 


DigilizedbyGoOglC 


'kn  Bruideiibarg-Sehwcdt  «nt, 
t,  i  1688. 


H«rU  Dor.  *. 


tl7*4. 


?l^ 


.  Loai»e  T.BruoiWgk-Bei 
~  Wilkêtm 


fSi. 


Anhalt-KMbtD. 


S«h.in. 


80S. 


LoMM<,tl876,' 

geh.  m.  print  Fred. 

4.  NadarltndaD. 


p0M,  ^{szafuir^a, 

06.  tl90S,|eh.m. 
loria  T.  Willem  v. 

Mtanl».  M«okl«nb-3chw. 

e.  '1880,  «eb.  m. 

■ Agatba  T.  Ratibor. 

JlmtriétU,      Jfarfaniw, 
918.  MW& 


geh.  m,  Harianna 
d.  Nadsrlaiidaii. 


TFrtfcm,  *  18M, 
,geh.m. 

Saurnaa-JalUch, 
S.  Marg.in 
Hohanbbe' 
Oehringao. 


JTonl,         *  1BD6. 
•18». 


r.XMpoM, 

S«^getl.m. 
■iM  Sapbi  T. 
y.-HolH.-8.-Ait. 


M8«3. '18W^ 

Sophia,  ■  1870, 

gah.  m.  Conit.Tan 

Griekenland. 


D,o,l,zedb,GoOgTe 


HOamraMJJËHN— HOBBNZQIUÏKNSCEE  HTJISOIU»:. 


WUitm  IV,  bniitt  nm  Pruüen,  dwd  bet  ttuB- 
slot  Tin  ign  «ealM^t  in  1850—1867  nau  Ivt 
onde  ttwtek  ea  in  deo  it^  der  I4de  e«uw  vol- 

Esut  <fc  pltQsen  TBB  Slfllo-  bentellen,  looikt 
et  lidi  DD  Tcrtoont  «Jt  «eo  deftig  koainUqk 
ksileel  Bwt  5  tofciiB. 

H»li«uoUam  (h«  de  kurten  bg  het  trti- 
kel  DnitMdK  R$k),  twee  ümi  het  riot  HoiMiiio}- 
lern  (lie  aMMi)  Mnoeaide,  Troeger  Ku*ereine, 
sedert  18M  bn  Pnriieo  ütg^tde  TOriteiidoiD- 
men  fH<iiMBtoUera-He<iiiiigeii  en  H.-Sigmuis- 
gen).  Zg  wnnea  tunen  een  BiaHe,  lu^  tuid- 
«trMk,  <Ke  door  Wtlrtt«nb«ie  en  BÜhn  Higeili>- 
t«i  wordt  en  tkh  In  Z.  O.  Txiitiiw  nu  de  ooet- 
heHing  Mn  bet  Zwwte  Wond  en  iKt  Neekardel 
Int  WfeT  iea  Donaa  en  tot  in  de  Baimbeid  tcb 
bet  BodeuieeT  ait«trekt.  Bofendien  bAooren 
duri)3  Dog  8  eneUvei  in  nsbnrige  iMMlen.  De  ge- 
umeaigfce  epperrliite  bedrugt  1142  T.km.  net 
(laiO)  n  on  inwonen.  Bel  land  ia  orer  bet 
gebeel  betgMhtig  met  den  E^nbOil  alt  booMte 
top  (90S  m.)en  wordt  dooideaDonuendenNee- 
ku  tttapr(»eid.  De  bodem  berat  jfüreili,  gin, 
steencout,  ateenfeolen  en  wen  en  heeft  «enige 
minerale  bronnen.  De  èocrfdnriddelen  Tan  beitaan 
»  en  veeteelt,  de  nQveitieid 


Mihe  regeeringtdiilrict  _^ „._,  ._ 

djeaemenlen:   Sigmaringen,   QMumertii^n, 
ebingen  en  Haigerloeb  TcrdeekL 
OeMhüdeniê  (aie  de   tabeHei). 

der       Eohtnxol- 

•ehjJDliik  een 
tik  Tan  faet  Z>a- 
biadie  gedacht 
der  Burdiardin- 
ge»,  dat  in  de 
9de      eenw      de 

bertogelgke 
wurdighekt  in 
Riiaetii  kreeg 
en  in  de  10de 
eeaw  nan  Zw&- 
ben  twee  berto- 
gen  Bcbonk.  De 
naam  Zt^krn 
wordt  in  de  kro- 
niek Tan  BertM  4t  1088)  bet  eertt  ge- 
noemd bjj  de  TermeUing  Tan  den  dood  Tao  BÜr- 
ehard  en  Wml  ton  Zorolin  (1061).  IFenTa  aoon, 
Adelbart  wm  ZoUem-HaigerUxh,  ttiebtte  in  1095 
Q  Uooiter  bg  Alpirabuti  in  bet  Zwarte  Wond; 


Wapett  van  HoèeMoUern. 


D  doeiiter,  de  t 


e  frmtntntde,  moet  dii 


tak  nitceetorren  tgn,  fredenk  I  vim  Zoln  (t 
1120),  de  non  na  boTengenoemden  Burekani, 
had  onderBebeiden  loou,  waarTan  Burekard  II  de 
stammder  wenl  Tan  jiet  in  1486  nitgeetoFTen 
gedaefat  dei  graTcn  kor  Boksnbitg,  Fredmk  11 
(t  na  1143)  ttiehtU  de  Knie  der  ZoUers. 

Frederik  lil  (t  1200)  een  tleünoon  tui  f  redt- 
rik  II  en  een  tiovw  aarihanger  der  Boitetutaitte» 
Frederik  l  eo  Hendrik  VI,  werd  na  ign  bnwell^ 
met  Sofkie  nm  Raabt,  de  erfiïocbter  ran  bnnAt- 

Sraaf  EoennwJ  II,  met  bet  bnrditgraaltoohap 
en  renberg  beleend  (1192).  Zgn  beide  won».  Fre- 
dtrik  en  Eoenraod,  regeerden  eait  oTer  beide 
landen   gHOteonAÈ^get^,    iticfattea    daarna   in 


122T,  doM  deeling,  den  Zwibiaehen  ea  Fraaki- 
Mfaen  tik. 

Koenmad  I  (t  1261),  de  «tichter  der  Franki- 
ache  Ign,  wai  eerat  «en  vertrouwde  Tan  FmUrik 
II,  die  bem  het  herigdaai  Ooetenrgk  het  bettn- 
ren,  doch  koot,  toen  de  keiwr  in  de  ban  waa  ge- 
daan, de  igde  Taa  Hendrik  Rtupê  vm  rAwwMm, 
den  tegenkoning.  Na  diena  dood  trad  bg  enter 
weder  in  dienit  der  HoketutaUen.  Fredérik  lil 
(1261—4297)    wM    een   aanhawei    Tan    findotf 

-      "-'  ■     -     -   " ■      -        ■  hel 

jjng; 

het  moefat  bëm  eefatei  niet  gehAken  Albrsekl  (1} 
tot  keiier  te  doen  kieaen.  Zqn  toon  fndtrUt  W 


keiierikeoM  de  igde  Tan  Lodamifk  den  fieier  en 
behaalde  een  tehitterende  orerwinninK  bij  ÜOhl- 
dorf,  waarom  lodevfk  ben  den  „Redder  det 
Rgkt",  noemde.  Zün  loons  /oktm  II  (t  ISST) 
en  Aibrtda  aioten  Ti«de  met  Kmri  tV  (1347), 
Tan  wien  Jokm'i  toon  FttdÊnk  V  (1SS&— ISW) 
een  trouw  aanhanger  weid.  Deae  weid  na  bet 
Teikrggen  Tan  Aaebadi  en  fiajTenlh  in  1868 
riiuTOTit  en  liet  bel  bnrefatgrufaohap  na  aan 
igTnona  lohM  lil  en  iVetlenk  vCbt  laaUte 
voegden  in  1415  aan  ign  beaittingen  de  marit 
Brandenlnirg  toe.  Of  hem,  ah  markgraaf  en 
kenrTorBt  Tan  firandenbanr  Fradêrik  I,  ToJgden 
elf  vonten  uit  bet  Haia  HaktntoUtnt;  de  laat- 
ste, Frederik  lil,  werd  als  freifertk  I  in  1701 
koning  van  Fraiaen.  De  leveade  koning,  Wükdm 
l  nam  den  ISden  Januari  1S71  den  titel  van 
DaiUch   keiier   aan. 


d«rik  den  Ridder  en  Frmkrik  van  Mtrktnberg, 
gesplitst  in  de  Hobeniodernsehe  en  Sehalkibgis- 
aebe  xglgaen.  De  UaUte  stierf  in  1408  «t.  Ib 
talrijke  onderrwdeeÜngen  van  de  lijn  kwamen 
eindelijk  de  BohemaUernaebe  beaittiogtn  onder 
ioêt  NiUmu  (t  1488)  weer  io  Mn  band.  Hy  trad 
in  nauwere  betr^ing  met  de  Frankische  Ign 
en  begon  met  bebnlo  van  deie  io  1454  den  stam- 
bnreht  weer  op  te  Donwen.  Dit  goede  verstand- 
boodiog  bleet  onder  JotF*  tooas  beitaan;  iji  be- 

£  lalden,  dat  bg  het  nitsteiTMi  Tan  bon  getlaebt 
on  beaittingen  aan  Brandebbnig  tonden  komen. 
Kant  I  (155ë— 1G76)  werd  in  1584  doM  keiaer 
£areJ  F  met  SiamuHigen  en  Vetaringen  bdeend 
en  bg  lön  dooaatiAtten  lÖB  looaa,  SiUl  fti»- 
driek  lY  en  Kara  II,  de  lj}nen  Htdtinom  en 
SimtMTtaoen.  Belde  Unden  weiden  (iWil  en 
1849)  bij  Pmiaen  ii«diifd.  De  tak  fiokeMtoUern 
— HeeMngen  stierf  in  1669  in  de  maanelgke  Inn 
nit,  met  den  dood  van  vont  Frederik  ITiUtfhn 
Konêlantpi;  de  tak  HokentoUern — Sigmarinaem 
schonk  aan  Roemenie  iHn  koning,  door  de  ne- 
noefoing  van  KoreJ  in  1866  tot  vont  (van  1881 
lot  1914  konii«)  van  dit  laod.  EsreTs  broeder, 
Leovold,  bet  boofd  van  het  gealaebt,  gaf,  on- 
danka  lijn  weiserinK,  in  1870  aanleidins  lot  het 
niAreken  van  Oen  Franseh-Dnitaehen  oonog  door 
agn  veikieiing  tot  koning  Tan  Spanje. 

Helisiiiollamfloli*  Hnlsord*  weid  den 
Sden  December  1841  door  de  vorsten  van  ^okm- 
lolfem  en  Sigmaringen  tol  beloonin^  van  bni- 
geiigke  en  militaire  verdienaten  gealieht.  Na  de 


DigilizedbyGoOglC 


HOBBNWLLSaWSOHï:  HUISORDE— flOL. 


TCKeDigine  *u  Bcbemollern  met  Pnnaen  : 
]85t  werd  ly  ia  ten  koninklijke  baisoide  T«m 
d«rd  en  in  twee  afdeelingen  eespmat.  De  PruüisoAe 
orde  heeft  aU  insignes  eenkrniB  (vooor  militaiTe) 
eD  een  arend  (toot  borgerl'pe  Tcr^UeoEten)  en 
telt  vier  graden  in  tien  tr&ppen.  De  vorttelüke 
RoftentotltTTitehe  bnieerde  om-vat  les  klawen  en 
beèlast  nit  een  krais  met  gooden  TOtetenkroon. 

HOtanel,  Ludwig  ridder  von.  een  OoBtenriikMh 
Afrikueiiiger,  den  6<ien  AngnètuB  1357  te  Fie«a- 
bnrg  g^ren,  beiodit  de  siftriite-UMiemie  te  Pin- 
me,  werd  in  1879  Yundrig  en  benlei<}de  in  1888 
gruf  Bmtutel  TeUki  dut  Ooit-AirikL  Tm  Pan- 
gani  ait  begoaneD  de  rasiger*  in  Febnui  1887 
hnn  reie,  trokkeD  aelitereennrigen»  nur  den 
KiliaiaiMhjar«,  den  Meroeberg,  den  Eeoia  en  bet 
BariBgomeer,  «kiegeii  toen  Noordwaarti  tl  naar 
nog  niet  bewehto  luden,  ontdekten  den  5den 
ICaart  18BS  bet  RttdoH' en  den  30aten  April  het 
Stephanienteer  en  bereikten  den  25eten  October 
weer  de  kuit.  Ia  1802  trok  bij  met  den  Ameri- 
kaan Attor  Chmter  tu  de  Witoeknst  naar  bet 
binnenland  en  bereikte  den  Kenia,  waar  hq  eeb- 
ter  door  een  neaiboom  iM  ematig  gewond  werd, 
dat  fan  naar  lEnnya  oraeet  temgkeeieo.  Hij 
■ehreef:  „BermtroMtafmnlnng  wUireDd  dee  Qra- 
hn  S.  Telekii  Afrika-emifitioB"  {I8»0),  Znm 
Rodolftcee  nnd  maStepflanieMe"  {1892)en  met 
R(mhmU,  Toula  en  Suett  ,3eitrige  ini  gedogi- 
ae&en  Kenntnia  det  Mtiidten  Afrïas"  (1891). 

BoitMma,  Cofiuê,  in  1867  te  Groningen  ge- 
boren, promoreerde  in  1893  MD  de  feoogeadwol 
aldaar  tot  dodcrr  in  de  Kheikonde  op  bet  firoef- 
•ehrirt:  Orer  den  inrloed  van  een  eleetroljt 
oo  de  otjfoeburbeii}  lan  een  tweede  met  een  ge- 
Igk  ioon",  waa  sedert  1S99  Kd  van  het  Mant- 
ewlege,  belait  met  de  fnnetie  ran  inepeetenr- 
eMaieoT-generaBl.  Sedert  f  Jana^ri  1902.  na  op- 
beffing  Tan  bet  Hnnteollege.  ia  hg  mantnieea- 
ter  bg  's  Rük>  Htint.  S^  tebreef  (<met  J.  W. 
A.  Baage»  Smit):  „UqnaUe  (ongeijftelaiAtt^eid) 
Tan  btnairc  m^MlIegeerMigen"  (Verban  d^Logen 
der  Eonink^ike  Aeadeone  Tan  wetenMhinpea, 
afd.  wie-  en  natmirkiinde,  late  aeetie,  IX,  2, 
1905);  met  F.  Feith:  „De  Utrecbteche  mant  nic 
baar  Terleden  en  beden"  (Utreobt  >19il2). 

Boliu  ot  BogM;  Andréai,  een  Nederlandacb 


D  geeehiedenie  te  Dona;.  Valeriia  Andrea* 
behoorde  tot  s^jo  leerlingen.  Hg  oTeileed  om- 
■treekv  bet  jaar  1681.  Men  heeft  Tan  hem  een 
aantal  Latijnwbe  gediiiiten  en  redeTDeringen, 
„Pio  eritieta  aptrfogia  ad  J.  iiiprinm  etc."  (1594), 
.^iatoria  nntTena  aaera  et  profana  ab  orbe  eon- 
diU  ad  Ohriiti  Domini  natalem  etc."  (<16Se), 
„Hattbeni  ae  Haccabaent  bItc  oonetantia.  Tia- 
goediae  laerae  ete."  (IS87) 


prorineie,  die  bet  eiland  Jeio  en 
omrat.  Zg  telt  op  M012  T.  km.  (1906)  495  862 
inwoMra.  De  ooripionkel^e  idM»4>eTolklng 
(1808  :  17  678)  wordt  boe  langer  boe  meer  door 
de   J^)aBD«n   tenig  ge<koDg«L   Oe   provinde 


wordt  Terdeeld  in  drie  iten.-  Nanora,  Sapporo  en 
Hakodate. 

HokkaUne  ie  de  naam  Toor  het  mnd  dat, 
in  het  Toctj&ar  geboren,  ign  eersten  ataltöd  door- 

Hokkovoqrals  (BoendenogeU,  Craddae, 
V  i  g.)  ijjn  ZDid-Amenkaanacbe  vog^  van  bgna 
een  meter  lengte.  Zg  bebben  een  langgeatrekt  lï- 
efaaam,  een  tamelgk  langen  emTel,  korte,  a^^ 


km  en  bale.  Het  gerederte  is  raw,  grot  en 
meeital  donker.  De  bwkoTo^ls  fertoonen  vrer- 
eenkoout  met  de  dniTen.  Zg  leren  io  paren,  roe- 
den licfa  met  Trachten  en  uden,  neatelen  lieii 
meeetal  op  boomen  en  leggen  weinig  eieren.  Er 
zijn  12  getl>dit«i  net  5S  loorten.  vao  de  twee 
onderfamiliin,  SofcitoAoeMien  (Cnehm  Gtay) 
en  ijtikothotiidtTê  (PeiulopimiK  Gi»,j),  Teitoo- 
nen  de  eereten  bnn  Mgen aanligbeden  in  een  ta- 
melijk langen  tnaTel  met  een  wathnid  ua  dei 
wortel,  welke  haid  den  Taak  Toorkomraden  bolt 
bedekt,  terrrnl  de  Tederen  op  den  kop  tot  eeo 
kam  Terlengd  tyn.  De  hoUo  (Ona  oUeUtr  L.) 
wordt  gevonden  in  de  omrondeii  van  Gnjana  en 
Paraguay.  Deze  beett  blanw-iwarte  teeren,  dodi 
de  baik,  de  etnit  en  de  einitaoom  Tan  den  staart 
ign  wit.  Hg  kan  niet  lang  in  gerangen  etaat  g»- 
hoodea  wolden.  Zign  Tleeech  emaakt  leer  goed. 

Hokocmal,  een  Japanseb  lefailder.  tedenaar 
en  faonteraTenr,  in  1760  gwboien  en  ia  1849  oTei- 
leden.  Hg  adireel  Terhalen,  dit  hg  lelf  Terlnehtte, 
en  heeft  ook  boeken  Tan  anderea  Tqrhdil.  7^ 
voornunste  weii  heet  „Hangva"  en  ia  Tan 
1812  tot  1835  in  U  deelen  Tersoheun.  HeAocsM 
ie  de  laatBte  der  ?roote  Jaftansdie  knnetenaan, 
en  beeft  voorot  in  het  «edeigevei  Tan  het  dage- 
Igkadi  Icrren  uitgemunt 

Hoknapokm  i«  een  uit  oh  had  a&ooilige 
nitroep  im  eooeheUan  fcfj  het  TertooMn  litB- 
ner  kunitetnkken.  De  etjiK^ogie  ia  ooehn,  hoe- 
wel de  meening  van  TiÜoUliM,  dat  het  eea  wr- 
baatering  ia  Tan  de  ATondmaalrfonmle;  „Hoe 
ett  eorpHf  mnnn"  (Dit  is  inQn  lickaan),  die  ont- 
itaan  loa  iga  in  den  tgd  der  Herrorming,  Kcr 
waarsehijnlgk  ia.  Anderen  leiden  het  woord  af 
Tan  een  leketen  toovenaBr  Oekxt»  Boeina;  inder- 
daad droeg  een  Engekdi,  in  16S4  Tertehenen 
leerboek  Toor  toorenaarskunsteo,  den  titel  „Ho- 
eoa  Poens  jun". 

Hol,  Riehard,  een  Nededawbeh  eomfwnltt, 
den  SSiUn  Juli  1835  ta  Amaterdam  geboren,  itn- 
deerdc  in  de  theologie,  geroeide  lieb  echter  reedl 
apoedi(f  meer  aangetrokken  tot  de  nmalek  en  oni 
Ting  iiJn  opleiding  aan  de  mmiekiebool  in  ign 
geboortestad.  Reedi  in  1354  werd  bQ  direetenr 
TM  de  aangveteewiog  .^olj^lbooi»."  aldaar, 
een  paar  jaren  later  direetenr  Tan  Amsteli  man- 
nenkoor en  Tan  de  AimtejidMntdie  aNeeling  Tan 
de  Haataehappij  tot  beTordering  Tan  de  Toon- 
kaut  en  werd  directeur  van  «  stadKoneerten 
te  Utrecht  en  otgumt  aan  de  DouAeik.  io  1875 
direetenr  Tan  d«  mnnrtaebool  te  Utrwfat,  ia 
1878  -Tan  „Caecllia"  te  'a^Orarenbage,  latei  van 
de  ,J>iIigentiBeoneerten''  aldaar  ea  m  1B93  Tan 
de  „klauieke  eraeeiten"  te  Amttoidam,  Tcrrd- 
gens  direeteni  van  de  stadwoBeerten  en  Tan  de 
mniieksdMal  der  Maataebat^Q   van  Tooikwwt 


DigilizedbyGoOglC 


HANS  HOLBEIN  BE  JONGE 


De  H.  Mugd,  door  Buigemeciiter  Meycr  «d  lijn  geiiD  veieerd. 
(Grootheitogelijli  Paleii  Ie  Darmstadt), 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOI^^HOLfiEIN. 


401 


te  Utreeht.  Eq  orarlmd  dan  ISdea  Mei  1904 
tUui.  Hol  Bdireef  w«rk«n  voor  oik«Bt,  Toor 
maoDenkoor,  cantaten,  liederen  ent-,  en  toonde 
licb  d&aria  een  vaardig  componist;  duibq  is  lyn 
groote  TerdieD«te,  is  den  tijtt,  d&t.  tiot«  het  werk 
Ttn  Verhultt  ooie  taaJ  onoiiifibur  weid  geacht, 
ign  meeste  Tocale  werken  op  NederlawlBehsntektt 
te  hebben  gee<^reTea.  Ook  was^  eenoitneitMtd 
dirigBnt,  die  ei  veel  toe  heeft  bügediigui,  bet 
mniiekleven  ten  onzent  in  ToomitstreveMen  lin 
te  ontwikkelen.  Verder  beioEgde  hq  een  aitg^T* 
Tan  een  handleiding  tot  4e  ungknoat  onder  den 
titel  T«n  ,J>e  jeof^dige  i&oger"  (1875).  Tan  ijJB 
grootere  composities  noemen  wg:  „Lekiens  ont- 
let".  „Ont  Vaderland",  „Der  Winde  KBnig",  ,j)e 
Tlkgende  BottMMleT",  „Vond^',  „Heiliseries", 
„Viede",  „H<dlaDdt  glorie",  .iËAUniii'  va. 
Ook  tehnat  bjj  de  bnxdiniv  ^.Hnaftale  oinamen- 
tiek".  De  Haataoiiipt^  tot  fceioidering  der  Toon- 
kunst, het  WiDemHonde  te  Qent  en  andere  Oe- 
nooUehapiMii  tieUien  onderieiMiden  ma  ign 
werfcen  met  gond  bekroond. 

BoUld*r  noemt  men  elk  der  beide  aderen, 
welke  liür  aderlgk  bloed,  dat  lan  int  li- 
ebaam  komt,  nitttorten  ïn  den  rechter  hart- 
boezem. 

B(rilHU9b,  PoxJ  Beitirieh  DUtrieh  toron  nm, 

beim  in  de  Beieis(£e  Pi^ts  |geboreD,  kwam  reeda  (^ 
jeugdigen  leeltgd  te  Parge  en  bleet  er  tot  aan 
2gD  doott,  den  2lBten  Jnni  1738.  Aan  ijn  t^'^' 
oDttioR  lii)  de  ediiajidente  mannen  en  beroemd- 
ste ediniTerB  ^ner  eenw,  Coitdoreel,  Didwot, 
Dueloê,  HdveHtu,  Roynol,  Roummw,  Bnflo»  em. 
HQ  lelf  waa  een  «itstcieiHl  edirj^r.  die  oHge- 
breide  kennis  aan  groote  seherpïiflniffbeid  pau- 
de.  'Het  impMiiag  weikte  lii  voor  oe  *erq»rei- 
dtng  Tan  den  natnarlgken  gondiefist  en  Tan  de 
leddeèr,  tenr^l  ttü  bet  CItriateadom  en  u  het 
algemeen  leder  bepaald  ffodsdienatiteleel  be- 
streed. AanTankelgk  nrtiMde  bg  «en  reeks  na< 
tnnrlinndige  werken:  nit  het  Doitsdi.  Toen  in 
1759  Boutm^er,  een  taleotrol  ingewenr,  op  jeug- 
digen leeftffd  weg  orerleden,  bewerirïe  hq 
diens  nagelaten  bandschritten  en  gat  ic  in  het 
Kdit.  Hq  Toegde  er  echter  Teel  Tan  lich  lelf  ^j, 
«Mals:  ,.Le  aiistianisme  déToilé"  (1767),  ,.Bia- 


gion  saerée"  (1767>,  ,4}e  l'^mpoataie  •aeeidot»' 
Ie"  (1747),  „Lettre*  i  Eugénie  on  préserTatit 
contre  les  préjngés"  (1768).  ,Jies  prètret  ddmaa- 
qofa"  (1768),  ^'eacrit  do  Jndaisme"  (1770), 
waarin  de  tegenetrgaiglieden  des  Bgbel*  in  bet 
IJdtt  gesteld  en  de  godwUeneten  »ie  voortbreng- 
selen van  Mtfmefatig  prieaterbediog  besohoutTO 
worden.  Qedeeltelgb  waren  de>e  geiehriften  om- 
werkingen Tan  boeken  der  Engelsche  delslen. 
DaortM  behoort  ook  ign  „Beee  Horao.  Hietoire 
critiqne  de  J^snS'Chriet,  'on  analyse  raieonaée 
des  éTangilea"  (1770).  In  1770  verseheen  ook  lijn 
,£jstèiiie  de  Ia  natnce",  det  «k  ign  hooUweik 
wordt  bescboQwd.  Hg  gaf  daarvan  een  aittrekiel 
onder  den  titel:  „Le  bon  eens  au  tdées  natnreUei 
efiposées  anz  snmaturelles"  (1772).  In  een  reeks 
latere  gesobriftea  trachtte  hg  te  bewgxen,  dat 
de  godsdienst  Toor  de  ledelö^eid  en  het  hiei«p 
roetend  volksgekik  seer  goed  gemiat  kut  wor- 

IX. 


den,  ja,  daarvoor  sdtadelgh  k.  Hiwtoe  bcèooren: 
„Eesai  sur  les  préjuges'"  (1770),  ,Ja  pölitiqae 
natnielk"  (2  dfn.,  1778),  „Sjvtème  soeial"  (3 
dln.,  1773),  .Jj'éthocratie  on  le  gouTernement 
fondé  sar  la  morak"  (1776)  en  ,iUi  inoraJe  uni- 
verselle"  (1776).  Al  <S«  geechriften  versdienen 
gedeeltelük  zonder  nasm  des  sdirgven,  gedeel- 
telijk onder  dien  van  OTerleden  personen  en  Ke- 
deellelj^  ale  vertalingen  uit  het  EngeÏEeb.  Hm- 
boek  stond  in  groot  aonslen  bjj  Oatharina  11 
van  Bnshnd,  die  hem  over  in  te  voeren  wetten 
raadpleegde. 

Bolbalii.  HaiUf  de  oud»,  een  Dnitseh  tehU- 
der,  omstreeks  1400  te  Augeburg  geboren,  ge- 
storven  le  benheim  in  den  Etsae  in  1SS4.  Hg 
Bchtlderda  aanTankelgk  in  den  tiwit  van  Jforfm 
Sefumgausr,  looak  een  aJtaarttnk  in  de  kalèe- 
draal  te  Angabnig  van  1463  bewjjst.  lAter  v  ~ 


de  èjj  ifoM  Siir^tiiMnr,'  in  diens  geest  b 
ign  twee  tehiUwgen  in  bet  SL  Catharini 


r  tote- 
aadeld 


.  .  Catbarina-Uoatter 
te  Angiba^  Tan  1496,  die  tafereelen  nit  het  Ie- 
Ten  Tan  Jforta  en  den  wottel  Pmtbu  veiïiedden. 
Een  «igen  stöt  toont  Holbein  in  twee  eehüde- 
rgen,  dM  van  1512  dagteekenen  en  nu  in  hel 
rotiteHn  te  Augabnrg  ibemeten;  alt  ign  meeater- 
stnk  geldt  een  drieluik  Tan  1616  in  de  Pinako- 
tfaeek  te  ïftntèen,  dat  de  marteliiK  v«i  den  H. 
S^taêtiaan  en,  op  de  Iniken.  de  H.  Barbmv  en 
de  H.  Elitabetk  voontell.  Teekeningra  i&a  Rol- 
bain  heoitten  bet  museom  te  Baiel  en  dat  te 
Berlijn.  Een  mansportret  van  1515  door  Holbein 
liet  men  in  het  mosemn  le  Daimstadt. 

HolbetH,  AT/Arosiut,  een  Duitseh  tehilder,  loon 
van  den  Toorgaande,  omstreeks  1490  geboren, 
MMtreeèe  1530  gestivTen.  Hg  waa  een  leeriing 
van  zgn  Tidet,  en  beeft  Toor^  teekeoingen  voor 
honleneden  gemaakt,  die  ak  verlachting  van 
bodeen,  door  froben,  Petri  en  Gemgenbaeh  té 
Baiel  uitgegeven,  dienden.  Bdiildergen  van  hem 
beiit  het  mnsenm  te  Basel. 

Roibem,  Bana,  de  jonge,  een  Duitseh  sdHlder, 
zoon  Tan  den  eerstgenoemde,  in  I4&7  te  Ann- 
bnrg  geboren,  den  Seten  Oetohet  1543  te  Loaoen 
gee torren.  Hg  was  een  leerling  van  ign  Tader 
en  B'ing  ia  1514  naar  Basd,  wMr  hij  in  1510 
ia  het  SULneasgild  als  meeeter  WMd  aangnio- 
men.  In  1526  Terlrok  Holbetn,  op  raad  van  ïfos- 
mut,  naar  Londen,  waar  fag  tot  1629  Ueef.  Tooi 
keeide  hg  naarBaid  terng.  In  1582  Testigdc 
HMein  nch  toot  goed  te  Londen,  waar  hg  in 
■imS  tót  hoftdiitder  ma  Béndnt  VUI  werd  be- 
iMsmd  Ak  «oodaaig  maakte  èg  vertefaeideiM  rei- 
len naar  het  vastennd,  taa  Toor  den  Jronïng  por- 
tretten te  tehikleren. 

Tot  de  TToegste  weiien  van  Holbein  behooren 
de  teebeninffcn,  die  een  eiemj^aar  -na  „de  Lof 
der  Zotheid*'  door  frotnuu,  nn  in  het  mnHom 
te  Basri,  T^nditen.  Zg  daffteekenen  tan  1516. 
hl  1517  beeiiUldenle  HoOmn  een  gevet  te  Ln- 
oem,  die  niet  meer  bestaat,  dodi  waarvaa  de  af- 
beeMfa^n  b«nvaard  bieren.  Van  1521  dagteeként 
de  ,iDK>de  Chtistos"  in  bet  mnsenm  te  Baael, 
TMi  1522  „Uaria  met  St.  Uaaiten  en  6t.  Ursos" 
in  het  mnaeum  te  Solotbom.  Het  meest  beroem- 
de stok  nit  dit  eerste  tgdperk  van  den  kunste- 
naar is  van  1526.  Het  stelt  ,JfKia,  door  borge- 
meester  Ueget  en  sjjn  geiin  vereerd"  voor  en  be- 
Tïndt  lich  in  bet  pdeie  te  Dannstadt.  Een  oofria, 


DigilizedbyGoOglC 


402 

die  luigea  tijd  voor  liet  onginMl  góti,  bedt  het 
miuenin  te  Drewleii. 

Ook  fn^ie  portretten  cgn  uit  dien  eentoi  t^d 
ftfkointtig,  looiU  dat  tbd  BoKÜaemt  Awurbaek 

II519)  in  liet  mnMom  te  Bud,  dkt  tui  firatM«t 
1523)  JD  öet  Loarre  t«  Parg»,  een  Troowenpor- 
tiet  (152S)  in  het  Uftaritshau  te  'e-GnTenltige 
en  twee  Troawenpoitretten  (1526)  in  het  mmeam 
te  Basel.  Tödeni  ign  eerste  rerblgt  in  Engeluid 
eehiidtrde  HoUmn  de  poitrettoo  tm  autabw- 
■diop  Warham  (1527)  in  Umbeth  Palue  te  Lon- 
den, ven  Qumord  <1528)  in  liet  kaïteri  te 
Win^r  en  tu  Sieolmu  kratur  (1528)  in  liet 
howrn  te  Pirqi.  Toen  Bolbtin  weder  te  Bud 
tera^^eerd  ms,  Bohtlderde  hg  SroÊmtu  (l&SO), 
mi  u  bet  moaenn  te  Perme,  en  de  meeiterlgke 
groep  Tin  ^n  Trouw  mi  twee  kmderen  (1^))  i» 
n«l  moMsm  te  Bsiel.  Tan  de  talr^ke  portretten, 
die  Boibtin  tgdena  sgn  luiste  Teitilgl  in  Enge- 
laad  maakte^  Manen  wg  dat  Tan  den  kot^miaa 
öfite*  (1SS8)  M  bet  moaeam  te  Berlgn,  dat  Tan 
twee  geleerden  (1583)  in  i*  National  OtiUij  te 
Londen,  en  twee  portretten  in  bet  Uanrltlhnia  te 
'<-Or«Tenbige. 

Bolbtin  wat  een  leer  TeeliQdig  knnitenaar. 
Het  tnueam  te  Baid  beait  tmi  Mm  Ted  ont- 


_      _       ikt.  De  prenten,  naar  die  twkenin- 

Kn  *erraat4i*d,  waren  tU  Terhichtingen  Toor 
eken  beetcmd.  De  mecat  beroomde  lön  die  tom 
een  tiübeLdJedoorJfefeAüre&CiityMTrKAeel  in 
I63B  went  mtgegeTen.  Zq  Mjn  door  Bohm  Lülul- 
bmger  in  twat  geiMden.  Dnelfde  «itecTen  ion- 
den  ookde,JinaeiBean>orttt",deif.  „Doodendan- 
ien",  ^e  aldaar)  Tan  flottnniniieflidit.  De  groo. 
la  deeoratime  werken,  die  HMein  in  het  itad- 
bnia  te  Baael  en  in  een  la^  te  Londoi  vitToerde, 
beetaan  niet  meer.  De  teeieningen  bleTen  eefater 
ten  deele  bewaard  en  geren  eonig  denkbeeld  Tan 
de  «diooalicid,  die  de  «rigineekn  moeten  hebben 
tieteten.  Eindelgk  moeten  ne^  de  prachtige  por- 
tretatniKea  genóend  warden,  door  BMMk  ^ 
teefcaBiagen  TerTaardigd.  De  neeite  bertialni  op 
bef  kaateel  te  Windtor. 

■ollMlV,  Lüdmg,  Trgheer  ton,  de  Tader 
der  nieoware  Deenacèe  tetterknnde,  den  Sden  De- 
eamfcer  IS84  te  Bergen  in  Noorwemn  «boren, 
•tddeerde  te  Ko^nbam  ia  de  godgdeernbeid  en 
went  vervdgens  bniaonderwgier.  ZQn  onden 
OTerieden,  terwql  bjf  rieb  aan  «e  ODiTcraitdt  be- 
toikI;  ia  weerwil  tui  qn  benarde  «matandight 


den  iUagde  bS  er  eebtw  Ia  door  bet  geTcn  Tan 
lesaen  tooTcel  bbeen  te  breasen,  dat  nQ  Neder- 
land. DnitMhland  en  FiMBkrQk,  later  ook  Enge- 


land ton  bezoeken.  BQ  ign  terugkeer  te  Kopen- 


n  gaf  hn  weer  eenig«  Jaren  onderwQi 
,  werd  daarna  bniteiwewoon  boogleeraar  en 
ontring  de  ogdraeht  de  Dnitaebe  nniTertiteiten 


talen,  werd  « 


te  beioeken.  HH  ring  ecbler  naar  Pariih,  <r»i 
hjj  jn  1714  en  1716  werkuan  wae.  In  1717  werd 
hg  boogleeraar  in  de  metaphjaiea,  in  1720  in  de 
welapreieDdhekk  in  1780  io  geecbiedenia  enaard- 
rqkainnde,  ia  17S5  reetor  en  in  1737  quaestor 
der  tmiTeniteit  te  Eonenfwgen.  Ni  lM^«efde 
bg  iqn  krachten  aan  4e  aahre  en  nin  daarbij 
jHtmalia  tot  Toorbeeld.  iBij  «ehreet  een  kooaiaeb 
heldendidit  in  JMoben:  ,J^eder  foan"   (1719— 


1720),  dat  beoi  grooten  focm  besergde.  Hieron 
To^gden:  „Huw  Uikkeleena  lire  skjcmtedigte'' 
(1722)  en  later  „HuiaUikkelteniMetanorphoieh 
eller  ForTandlinger"  (1726).  Een  toeTal  briebt  hem 
tot  het  besluit  TOor  bet  tooneel  te  weiten,  en  bet 
bleek,,  dat  bij  daar  bet  reehte  gebied  Toad  TOor 
ign  RkTen.  Hg  aehreel  in  korten  tijd  een  greot 
aantal  bljjtpelen,  die  onder  den  titel  „Han*  Mik- 
keleena  Cfomedier"  (170:3—1754,  7  dln.)  grooten 
bgral  Tonden.  Op  <^  wnw  werd  hij  de  grond- 
lager Tan  het  Xieentebe  iMfsp^  en  de  lerendiee 
Inim,  de  gceatige  aehoFtB  en  de  oorapronkejgn 
karakters  igoerUüapelen  garen  been  een  eerrolle 
plaata  «ider  de  blg^iddicbters  van  den  nieawe- 
ren  tgd.  Z^  bomorMtuefae  lAtgnaefae  roman 
,3icolai  Elnunii  iter  aobtarraneum"  (Onder- 
«ardaebe  reis  Tan  Klaas  Klia)  ie  in  de  meeste 
Elnrapeeache  talen  orergeiet.  Ook  ala  geachied- 
sebrijTer  heeft  hg  groote  Terdienetea  wegena  ign 
.Qeiehiedenie  Tan  Denemaiien"  (3  dtau,  laatate 


in  den  trant  van  Flntardmi"  {1753—1757,  4 
dln.).  Verder  leTerde  hjj  ledelgk-ptmnlaire  verloo- 
gen  ta  liin  ,3rie*eB"  (1748—1754,  S  dln).  Hg 
overleed  oogehnwd,  den  SSeten  Jaoaari   17S4. 

Zie:  Brmdêê,  h.  flolbeig.  Et  Festakrift  (1B84, 
ook  in  het  Dnitaeh  Tertaald). 

HotMior  ia  een  boor,  waartan  bet  werfciame 
gedeelte  in  de  dwartdooranede  de  gedaante  heett 
van  een  baUeiikelToimige  genl,  mvuvm  de  red- 
te  kanten  angdead  ign. 

Helbom,  een  deel  der  stad  Londen,  ligt  ten 
N.  der  Tbeenia  en  telt  als  metropalitaa  borongb 
(1911)  49S57  inwoners.  Het  HottMmnadnetaier- 
bn^  het  8  m.  diepe  dal  *m  da  Theemabeek 
tnaadwn  de  Citr  «b  Oxford-Street  ea  ie  4S0  n. 
lai^  en  25  m.  breed,  flet  HoKwrn station  is  een 
der  booMttations.  Onaitegenover  ligt  de  oode 
HeUige  Orafterfc,  die  oa  den  grooten  brand  ran 
1666  door  Uren  «pnieww  opgeboawd  werd. 


opniewi 
Zoroon 


Zie  Zorggrot. 

,     Edward    SmgUto»,    «en     Aineri- 

kaanteh  sterrenkundige,  den  Sden  NoTember  1848 
te  St.  Lonia  geboren,  atadaerde  te  Waabington  «i 
aan  de  tntiitaire  aeadeate  te  Weatpoint,  werd 
in  1871  luitenant  en  in  1872  faQ  bel  ingenieor»- 
eoips  geplaatst.  In'  1S78  «aa  de  maiine-tlerren- 
waefat  te  WAsbington  verbondeo,  werd  h9  In  1881 
direeteor  van  bet  Washbarn-,  In  18S6  *aa  bet 
Liekobeervatorinm  op  dea  Konat  Hanflton,  wd- 
ke  betrekking  bij  in  1S98  n«l«legde.  Ia  1901 
werd  h^  bibliothecaris  der  militaire  aeadeuMf  te 
Weatpatnt,  Hn  itiditte  de  „AatnnoBiiea]  Soaetj 
ot  tbe  Padtie  ,  onderaoebt  d«  nevalTlekken,  ape- 
ciaal  die  van  Orion,  gaf  goede  pbotograliein  v» 
de  maan  en  schreef:  ,JfoiKigraph  oithe  centre 

Ert  of  the  nebnla  of  Orion^  (IB82).  „Sir  Wil- 
m  Heraehel.  bia  Kfe  and  woiks"  (1881),  „Me- 
moriala  of  Witkam  Crandi  Bond  etc."  (1801)  en 
.jaenwntarr  aatronomy"  {1899);  *etder  ,JIo- 
gal  «mpeiore  of  Hindutaa,  lSS^-1707"  (1804), 
„Primer  of  heraldjT  (1808)  en  «ader  den  sehul- 
naam  SvtgleUm  een  aaatal  bellettriatieibe  wer- 
ken. 
Hold«r,    JmHiu    «om,    een    Wfirttembergach 


DigilizedbyGoOglC 


BOLi:>BIU^B0LBNTUUU. 


40S 


atutamu,  Am  üttm  Hurt  IS19  te  Stntlptrt 
geboren,  BtndMpde  te  Tubingen  is  de  reohten, 
trad  in  1842  ia  dienit  1)9  de  Wflrttembergsdie 
justitie  en  werd  jn  1849  lid  dei  Tweede  KaoMr, 
wMr  hn  tieh  bij  de  demoentfadn  putij  aansloot. 
In  1856  weer  tot  lid  de  der  Tweede  KMnei 
kozm,  wnnde  hjj  <le  ,^ortM*irittip«rtei", 
streed  de  deiieale  politiek  tan  bet  miaieterio- 
Linden  bcTOiderde  het  totstaadkofnen  nn  de 
Dnitsehe  eenheid,  atiehtte  in  1866  de  ,4)ent«die 
Partri",  en  werd  in  1875  tot  «rewdent  der  Ka- 
mer vekoaen.  Tan  1871  tot  1881  wal  ha  lid  Tan 
den  Rnkidag,  waar  hg  tot  de  nationaaUüwraleB 
tiriioorde,  weue  partq  hjj  eehtei  in  1879  feiliet, 
daar  faB  baar  opfKwitie  ia  lake  fcela«(tw)ie>'ior- 
miag  oiet  soedkearde,  en  werd  in  1881  WBrttem. 
bei^di  Duniat«r  vas  BianenlandMÉie  Zakea.  Hg 
oTeileed  den  SOtten  Angaataa  1887  t«  Stnttgait. 

H5U«iUii,  Johan*  Chrütim  FriêJrük,  «en 
Dnitaeh  dittitei,  den  29it«B  Haart  1770  te  Unf- 
fen  ia  WOrttemberg  crtwiea,  atndeerde  te  Tnbia- 
gen  in  de  go^sdeerdheld  «n  Tertoefde  terrolgena 
«ent  aal^  en  toen  te  Jena,  waar  hg  kenaie  aan- 
knoopte  met  SekiUtr.  Ooeth«  en  Herdtr  en  nwr- 
al  met  eeratgeDoeoHi*  wanne  Tiiendeebap  aloot 
De  pogingen  Tan  Mtüler,  om  hem  te  JeDa  te 
doen  Dieven,  mirinklen,  loodat  HOlderlin  met 
veenln  te  Frankfort  aan  den  Haiii  de  beliekUng 
vaa  baiaondenqlMT  MuïTaanUe  dodi  een  aooo- 
lottige  neiging  opratte  Toor  m  moeder  ifiner 
kweA«lingeB,  die  liq  als  Diotima  teiheerlj^te, 
terwfl)  tg  dien  hartttoeht  beantwoordde.  Door  da 
moeiuSkfaeden  Tan  dese  Tertionding  klom  ^n 
wieTel  tegen  de  maataebaf^Ü  tea  top,  ea  ag 
openbaarde  ign  ateifc  gapnuetde  gemoed^e- 
eteldbefd  tn  den  Toaao  ,3y^Tfoi>".  Ia  1798  nam 
fag  atedieid  Tan  DioHma,  ging  cent  naar  Hom- 
bnrg,  toen  aaar  Zwitsenand  ea  eindelQk  naar 
BoiiJeaoi,  om  0(A  Uer  als  baiaonderwgier  weifc- 
laam  te  tgn.  In  lompea  mbald  en  alt  een  mTae 
naar  lichaam  en  ^^nti  Kwam  hg  in  1802  in 
Dniteehland  terag.  Te  midden  xfjaer  Tlaffen  Taa 
raierag  bad  fag  eebtei  ook  betere  ooeenDllkkea, 
waarin  hjj  „Aatigone"  ea  „Koning  Oedipoa"  van 
Sophodéi  TertaaTde.  Na  een  TmebtetooM  po^ng, 
om  hem  de  betrekking  «ui  tHblioAoearie  te  Hmd. 
bnt^  te  beioigen,  werd  hg  in  een  kranktinnigea- 
geetKbt  geplaatst,  doeb  oa  Terloop  Tan  twee  taai 
als  ongeneeslijk  osttlagen.  Daarna  weid  h^  te 
TiAingea  opgenomen  in  bet  bnia  Tan  eea  MfaiQn- 
werker.  Hn  wu  niet  in  staat  geroeid  te 
denken  en  bield  lieh  tteedi  beiig  met  bet  ■ebrjf- 
Ten  Tan  oden,  die  ODberiapelök  Tan  Tonn,  maat 
uiiiniHg  Taa  inhoud  waren.  Hg  overleed  aldaar 
den  7den  Jnni  1848.  Het  Iteat^  dat  wS  Taa  bem 
beiilten,  ign  de  „LTrisehe  Gediebte'^  in  1826 
nitgemen  door  SehwA  en  VUmd;  tg  oader- 
scheideii  lieti  door  ongtmeenen  gloed  en  door  een 
grooten  rjjkdom  van  denkbeelden,  GrootscA,  di^i 
geds^t,  maar  Terrnlit  met  «en  liekdÖken  wre- 
Tel  tegen  Doitaehe  toeetaaden,  it  tgn  roman: 
„!^pperion  oder  der  Erenut  in  Griechenland" 
(1707—1790,  2  dln.).  Zgn  geiament$k<  werken 
^n  bg  heihaliag  Tersdienen. 

HMdlnr-OoinpmiiT  noemt  mett  een  maat- 
sdiappg,  die  aandeelen  Tan  andere  maattehap- 
pjjen  In  beiit  heelt  en  deae  beheert.  ZQ  int  de  in- 
Ttduden  op  de  in  baar  beait  i$tid<  aandeelen  en 


Terdedt  die  onder  haar  «Igai  aandeeUioaden. 
Ueeita]  wordt  een  boiding-eoupanj  epgerieht  om 
te  Toorkomen,  dat  de  aandeelen-  Tan  een  maat- 
üdiappg  te  *eel  Terspreid  worden  of  in  «we- 
wenccbte,    bgvoorheetd   taitenlandsdie,    faaacMn 

Srakea.  Ia  den  re^ri  lat  de  holdii^-eompanj 
n  ook  toodater  cnn  Tan  bet  meerendeel  der 
aandeelen  eener  onderneming,  waardoor  ig  er 
Toor  kan  waken,  dat  het  B^tnor  dier  onderne- 
ming nief  nit  baitenlasden  tieelaat.  Zoo  ia  de 
naamlooie  Tennooticfaap  „Nederlaodsebe  Scheep- 
Taart  Unie"  hondttet  Taa  het  aeerendeel  der 
aandeelen  Tan  de  aamnlooie  Tennootiebappen 
.,StoomTaart  Haataeb^tpg  Nederland",  „Botter- 
dameefae  Llojd"  ea  „Koaifiklgke  Paketraart  Haat- 

■olmi.  Zie  Qrolhn. 

XtHahtr  (UrtUÈ  «mAmm)  is  een  berenaooit 
nit  bet  b^D  TSD  het  dilniale  ^dperk,  die  sieh 
Tan  aadere  Mortea  TOMoamdgk  door  ign  tea» 
aebti^  gnwtle  «a  bat  oatbidwB'Tao  eea  kteia 
tandte  aëhier  dea  boektaad  oadamAeidt.  Ia  Ter- 
aebillende  boln  baefi  mea  boedeiden  tefaedels 
Tan  doM  aoori  nitgegrafen,  «en  bewfs,  dat  de 
bolenbeer  werkelBk  aldaar  ttvlsde,  terwgl  de  otei- 
U^jffaelen  Tan  anflere  dieren,  Taa  dea  holenleenw, 
■tgger,  -wolf  eai.  «eret  dooi-  den  beer  daageen 
geileepl,  of  op  aadere  wgK   er   beea   gebradtl 

HelmdtorMi  noemt  mea  de  ia  bolan  oader 
den  grond  lereade  dieren,  iraarraa  bet  aaatal 
der  bekende  aoorten  reed*  tiaelgfc  aaaiieal^  IJi, 
terwgl  het  nog  *aa  Jaar  tot  Jaar  aangroeit.  AUe 
b<dendieren  hebben  twee  keamarkeade,  baad  aaa 
hand  gaaods  nqatieT«  eigeaaduppaa:  bet  gf> 
brek  aan  klenr  (Mienale  anlno'i)  en  bet  onttm- 
oog«n  of  wri  de  i«er  geringe  ontwikke- 


dieren  der  meest  TeneÉiilleBde  groepen:  Taa 
de  «werrelde  dieren  de  olm  en  «ea  TisOb, 
de  'Noord^Asierikaaaaehe  hoienTiteh  (JatUyopaii 
■pefoeatj,  die  Tolgena  PwttraM,  den  besten  k«a- 
nei  der  fioord-Amerifcaanedie  bolealsaaa,  Tsa 
uefissAen  an  aiet  Tan  soctwaterTiaaeben  af- 
stammen otoet,  daar  geen  Terwantc  vmm  in  dia 
Btt«ek  leeft  ea  een  op  bm  paraaietiirfi  leteade 
kreeft  tot  een  taraiHe  Tan  «eDte  aeekreeften  ba- 
bomt.  Onlang!  ^a  fa  de  hcdea  der  WtttJndK 
sehe  eilanden  en  Tan  bet  Tatteland  Tan  Oost-fai- 
di§  ao^  andere  viasehen  ontdAt.  De  talrgkitt 
bolendieren  iga  gelede  di«raii,  waarTaa  in  de 
holen  van  Krain  52  soorten  iDaeeten,  S  soorten 
dnttendpootea,  20  «ooitea  apiuw  en  17  loortea 
aehsaldierea  TOoAoineii.  Borendiea  kent  men 
eealge  toleami^Dtken,  en  Joaepk  ontdekte  ia  d« 
bden  Tsn  Erain  een  ioetwaterpoli<$  en  een  loet- 
walenwam  (tfongüla  (iygtt'f.  Briialre  de  bden 
Tan  Erajn  werden  Tooral  de  Noord- Amerikaan- 
eebe,  West-Indiscbe,  onlangs  ook  eenige  Ooat- 
iDdieebe  en  die  der  IWreneeSn  ondenoent  ea  al- 
daar een  eoortgelgk  dterenleren  aangetoond. 

Bolanfann».  Zie  HoUnilann. 

Koleuneim  Bo«|it  men  de  ia  oadenardiriit 
miraten  groeiende  planteiL  Door  bon  Mioefte 
aan  lidit  i^n  alle  «lorophjttMvattende  plantea, 
Tsn  de  algen  af,  Tan  ondemardeeha  rnimteD  son- 
der  eeiig  lidtt  baitragoslatni,  daarentegen  beeft 


DigilizedbyGoOglC 


EOLBNFLORA— HOLEEHA   ES    WARËNDORF. 


men  in  mqnen,  diepe  keldera,  pQtt«n  eni.  een 
rioot  unUl  ivtuemen  geT0iMl«D,  wiei  mjeeliln 
iD  de  betimmering  d«i  «aoden,  in  onde  boat- 
deel«n  eni.  wotkeien  en  oiet  leldeo  ook  hun 
vruditlichBcnen  tot  oDlwikkeling  bteneen.  Zoo 
fond  Han  'm  de  Opper- Beierse^  e  b  nu  nkt^nmgn 
HauBbHD  thelepbotaceeSn  (Stereum  tanguinolmt- 
ium,  Cortieittm  ferrugineum),  polyporftceeSn 
{Meruiiiu  vapyraeetu,  TTomete»  iculalOf  Poly- 
ponit  albulitt  en  eoemu).  Ook  de  steriel  blg- 
vende.  aan  hun  snijsgeur  keidiara  Tramelet  odo- 
rata  en  de  lich  door  iiuD  lidiWennogea  ken- 
meilceiuie,  Troeg«r  Rknomorfba  genoemde  m;- 
celitniiBirengeD  mui  Agarieu*  «leUeu*  worden 
niot  lelden  in  de  twtimmeiingen  vin  groeven 
en  Rohaohten  aangetroflen.  BoTeadien  worden 
^lijtzikinmen,  iookl«  b^,  Mieroeoeau  eet- 
larit,  die  v«cbtige  keUennnren  met  een  dik, 
plantiikrdt^  slütn  bedekt,  en  SawoUgmaeeeSn 
■omtydB  in  bolen  of  oi>derwu<leobe  wateren 
un^troflen.  In  «w»k  lerliehte  holen  en  grotten 
groeien  ook  «ommixe  ehk>rofdi;lfa<indeDd e  planten, 
welke  Blümige  ol  drudronaitfc  bekleedaelB  o^  de 
Fotvwanden  vormen.  In  lotMloTen  vrd  hiK  oer- 
gebergte oatwikkelt  cidi  Mmtöd*  }iet  Bmaragd- 


Sroen  glinnMiide  liditmot  (Sckittotttga  otmtm- 
uetai.  £en  lijkc  MMtlgenllora  bevatten  eemge 
Mn  de  xee  e^leg««  grotten  van  Italië,  looals 
byv.  de  Orotta  del  Tuono  iin  Napels. 

HolenmuuKth.  ia  vele  boleo  beeft  men 
overbliJfMlen  «evonden  van  menecben  en  dieren 
ait  den  oertija,  die  dÜnrgte  diep  <HtdeT  leen,  en 
nod  begT»ven  liggen.  Hoewel  men  naar  verboa- 
ding  wcinlf  menMielqke  ovecblgftekn  heeft  nan- 
Setroffen,  beeft  men  toch  van  verBchillende  in- 
m  een  ras  van  den  £nropeesehen  holenmenscb 
willen  vormen  en  vooral  den  in  1856  in  hei  klei- 
ne iNeanderhiri  bg  DBs^eldorl  g«voadea  looge- 
Bumden  Neanderdrisehodel  als  tjpiMben  verte- 
genwoordiger dnaiTBn  aangeiien,  een  meening, 
die  vooral  door  Von  Sckaatiuntten  uit  Bonn  ver- 
dedigd en  door.  Virehoa,  alsmede  door  K.  Vogt 
Kherp  beitraddo  wen^.  De  nieuwste  onderzoekin- 
gen faebban  'de  «erale  opvattinf  bevestigd.  De 
amalle.  viaUe  beraenpan  van  den  Neanderdal- 
iDcnseh  vertoont  een  elltpEvonn  met  boibe&ge- 
woon  groote  voorhoofdholte  en  sterk  vooruit' 
■prisgeitde  wenkbrm^tfttogen.  die  den  kop  «en 
wilde,  b^na  dierigke  uttdti^king  moeten  b«b- 
ben  verleend. 


eebeel  wit,  terwgl  uitwendige  oogen  ontbreken; 
oeie  zgn,  evenals  de  geiichtsiennw,  gebeel  rodi- 
mentair,  hoewel  de  IM  opliei  bü  deie  vischsoort 
even  sterk  ontwikkeld  ign  al«  Oij  vistclien  met 
gmd  ontwikkdde  oc^en.  Het  gemis  van  bet  ge- 
licbtsvennogen  wordt  eclitei  bu  hen  aHgevald 
door  een  ecberp  geboot  en  door  het  beait  vas  een 
groot  aantal  gevDelBpa4)illen,  die  op  lasten  dirus 
over  den  kop  geplaatst  zijn  eo  door  gevodssenD- 
wen  worden  gelnerveerd.  De  Eolenvwcb  bereikt 
slechts  een  lengte  van  12  tot  13  cm.,  en  ia,  even- 
als de  Cjprinodonten,  leveDdbaread.  Hg  achgnt 
in  ftUe  onderaardeehe  stroomen,  welke  door  de 
nitg«8trekte  kalksteen  formaties  onder  de  koten- 
terreinen van  het  centrale  gedaelte  vui  Ametika 
loopen,  voor  te  komen. 

Holr«b«Pt  is  in  de  wapeiAunde  gekapt  (zie 
^aar)  volgen)  een  booglgn. 

BoUtsober,  Atthur,  een  Dnitwdi  tebtüver, 
werd  den  22sten  Augustas  1869  te  Boedapest 
geboren  en  woont  Ihang  te  Berlgn.  Hg  MhTeel  de 
novellen  en  "vertell ineen:  .Jjeidende  lianMben" 
{1893),  „Von  der  Woütist  uud  dem  Tode"  (1902). 
„Dac  eentimentale  Aibenteuer"  (1905),  de  romaoi 
„Weifwe  Liebe"  (1806),  ,J)er  vetgiftete  Brnn- 
nen"  (1900)  en  „Worauf  wartest  du?"  (IBIO).  en 
de  dramatische  weAen:  „An  die  ScfaSDheit" 
(1888),  ,J)a»  *ndere  Ufer"  (1901)  en  ,4)er  Go- 
lam"  (1909).  Verder  de  monografieën:  „Cbarlea 
BandeUire"  (1905)  en  „Leben  mit  Mentcben" 
(1906).  ^unede  „Amerika  heute  und  morgen. 
Reisfr^rlebniRse"  (1912).  Hn  werkt  geregeld  me- 
de aan  de  ,J>eutsebe  RuDOschau". 

Holkema  «o  Warandoif,  «en  uitgevers- 
firma te  Amsterdam,  werd  in  1891  opgericht  en 
'm  ontstaan  uit  de  samensmelting  der  firma'a  Tj. 
van  HolkevM  en  S.  Warêtutorf  Sr. 

Tj.  toH  Uolkema  ihad  in  1867  den  boekbandel 
van  J.  M.  Sehelltma  overgenomen  en  deiea  on- 
der d«  tirma  Seheltema  en  Holkenta  voortoeHt. 
In  1882  verkocht  bg  hem  asn  den  beer  K.  Örotg- 
betk  en  vestigde  lich  toen  wtsluitend  idi  nitge- 
ver.  lo  1886  kocht  Tj.  von  Holkema  van  de  fir- 
ma O.  J.  Holli  Sr.  bet  recbt  van  nitgave  van 
„De  Amsterdammer,  Wed^bUd  voor  Nederland"; 
van  dien  tgd  af  dagteekent  het  aneeei  van  dit 
weekUad. 

De  firma  S.  Warettdort  Jr.  werd  opceridit  in 
1887,  gat  uit  „WarendorTe  funilitfalender", 
„Warendorrs     novelleunbibliotbeek",   de   werken 


Holenvis^  (ware  grootte). 


(Ambiyopeü    iftlaeui)    komt 

voor  4a  de  Mammontbgrot  in  Kentueky  (ai«  de 
aflwelding).  Dow  de  duieternia,  waarin  dese 
vtaeh  leeft,  en  dt  alweiigheid  in  verband  daar- 
mede vaa  geWeurde  pigmenteeHen,  is  het  lichaam 


van  W.  van  Zuyl«ti  fnm*  Nettehtr  e.  ■.  en  kin- 
dei- en  prentenboecen. 

De  t^rma  van  HMema  en  Warendorl  geeft 
veraehillende  periodieken  uit,  veider  ptariitwer- 
ken:  Belletrie  —  Moderoe  Tleologie  —  Jongena- 


DigilizedbyGoOglC 


HOLKËMA  EN  WARËNDORF— HOLLAND. 


en  Mewjesbaeken  —  Prentenboden  —  Tooneel- 

«tuHen.  Tot  de  'voortnamste  mtgftven  dier  iirma 
ibebooren:  „Oude  knust  in  Nederl&nd",  ,JIcder- 
ne  knnst  in  Nedfirlaitd",  „G«Mhi«deni»  van  Am- 
Bterdam"  door  J,  ter  Qouw  in  8d«rien,  Hr.  S.i» 
Roever  eo  O.  J.  Doty't  ,^et  Leven  onier  Toor- 
ondere"  ia  6  deelen,  „Van  Eerae  tot  Scbelde" 
door  Dr.  ff.  Blink  in  4  deelen,  ,J)e  KftthoKeke 
kerktn  in  Nederland"  door  Dr.  P.  J.  N.  Guyperi 
en  Jan  Ktdf,  ,J)e  GeTlloBtreeide  Bijbel"  in  3  dee- 
len, „BiUii  Siiers"  in  3  deelen  ent.  Tot  d«  vsale 
auteurs  der  Eirtna  behooren  Juituê  van  Maurik 
Ir.,  P.  R.  Hugenhottx  ir.,  W.  Q.  van  Nouhmi, 
MareêUu»  EmóitlÊ.  O.  Johan  Kieviet,  Sitxe  An- 
drieiten  e.  a.  Op  Oe  tHitooneteUingen  te  Ameter- 
dam  en  Antwerpen  verwierf  de  fiima  de  boogete 
bekroningen. 

HoUuid,  minahieD-raD  BoUUnul  of  Boüttaitd, 
(lUvia  «tpaludUnu  inhabihibüi»,  d.i.  onbewoootiaar 
door  de  bosseiien  en  moerassen),  een  aloud  graaf- 
seiiap,  ooiBpronkelgk  tot  FrieelaDdbeliooren'^  be- 
sloeg ongeveer  bet  ^ndin^ied  tan  de  tegenirooF- 
dige  provineiBn  Nootxt-HoUatid  en  Zmd-Holiand 
(lie  onder  de»  woordw).  In  den  tjjd  dei  Romeinen 
waa  igo  laidelijk  gedeelte  bewoond  door  de  Ba- 
tavieren en  Kanin^iten,  ign  nooideipi  gedeelte 
door  de  Weat-Friezen.  Terwijl  de  eersten  tijdens 
de  vdhsverhaising  verdwenen,  bandimafden  de 
Friezen  bun  onaiDankelIJkheiA  celfs  tegen  de 
Franken,  die  zioh  van  het  inidelgk  gedeelte  mees- 
ter majdlen.  Pepm  van  Herilal,  Karet  Martet  en 
Karel  de  Qroole  konden  ben  ateebts  tijddjjk  tot 
onderwerping  dwingen,  daar  ig  telken*  han  vroe- 

S:ie  lelfstandigheio  herwonnen.  OndeT  Kard  den 
rootë  «eid  ^et  ChristeDdom  bq  ben  ingevoerd. 
In  de  Qde  en  lOde  eetrw  vond  men  in  Kennemer- 
land  graven,  belast  met  de  kustverdediging.  Een 
zAttt  Oerotf,  die  aamienlijke  goederen  betat  tus- 
seben  Hillegom  en  den  Rfjn,  werd  'bij  sebenking»- 
oorkonde  van  4  Angngtne  888  daarmedi 


eenig«  ungrenaende  landen  begiftigd  door  ko- 
ning Amold  en  levetu  met   de   graïelgl 
digfleid   bekleed.   De   geschonken   lande 


.,tuwel>en  Rgn  en  Svitbardesha^a".  Den  oAain 
„Holland"  vinden  wg  eerst  gebezigd  in  bet  char- 
ter van  2  Mei  1064,  iwaorbg  koning  Hendrik  W 
eeoige  door  graaf  DtVfc  en  inn  ionen  geroofde 
landen,  waaronder  het  graafsoiap  „Holland",  te- 
ruggeeft aan  bet  bisdom  TTttedit.  Dit  charter  is. 
naar  bewezen  ia,  een  vervalsdiing,  tussen  1156 
—1165  te  utrecht  vervaardigd,  met  bet  doel  bet 
echte  diploma  van  30  April  1(>64,  waaifeg  de  ko- 
ning aan  <kn  bisacbop  eenige  scbenkingen  bad 
gedaan,  nog  wat  aan  te  voUeo  ten  koste  van 
Holland. 

Verschillende  grafelgke  Hntien  hebben  over 
Holland  en  Zeeland  ^reg«erd.  In  de  eerste  plaats 
het  HolUmdtehe  Hute.  Ëicitoe  ibehoort  de  reedt 
vermelde  Dirk  I,  die  miae^ien  een  zoon  was  van 
boten  vermelden  Qeroif.  Hg  ia  de  stirditer  van  de 
abdij  E^ood  (tie  aldaar)  en  kreeg  van  Karet 
den  Eenvoudige  eenige  streken,  met  Egmond 
als  middelpunt,  in  vol  bezit  (9^2).  Hji  werd,  vol- 
ins  de  Sgmonds^e  annalen,  in  WS  oj^volgd 
M>r  zgn  zoon  Dirik  II,  die  voorspoedig  streed  te- 
gen de  Frieten  en  van  keizerin  Th^hano,  re- 
gentes voor  Olto  UI,  beaittingen  io  WeBt-Fries- 
land  «D  HtUMland  ontving.  Na  ign  dood  (986) 


Z 


Zgn 

loon  Dirk  III  nam  aan  een  p^iimstooht  □«« 
Paleetina  deel,  vergrootte  ign  gebied  met  een 
streek  aan  de  Merwede,  HoUand  gebeeten,  bonW- 
de  er  een  sterkte  (1015),  hief  tol  van  de  voorbij- 
varende BchepM,  wist  zidi  in  dit  gebied  te  band- 
haven  en  bevocht  door  de  overwinning  bg  Vlaar- 
dingen  (1018)  <^  den  hertog  Mn  Neder-Lotharin- 
gen  sjjn  onafiumkelijklieid  vrb  den  keiier.  Eerat 
van  dit  oogenMik  af  kan  men  van  een  lelfstan- 
dig  graafschap  Holland  spreieoL  Hg  werd  opge- 
v<^d  (1089)  door  zijn  zoon  Dirk  IV,  die  tegen 
den  graat  van  Vlaanderen,  den  bisschop  van 
Vlrtehl  en  keiier  Uenétik  U  oorloogde  en  in 
1049  te  Dordredit  aneuveldei  Dirk  f K  door  ig" 
broeder  Fioria  /,  die  de  worsteling  zijner  vaderen 
voortiette  en  na  een  overwinning  in  IDftl  ge? 
dood  werd,  /tori»  ƒ  door  Benzoon  Bir*  F,  onder 
voogdijschap  ïijrter  moeder  Qeerituide,  welke 
een  tweede  howelik  skwt  met  Roberl  den  Friet,  , 
«en  edelman  nit  Vlaanderen,  die  het  land  vaa 


rdedigde,  doch  [ater  Joor  de  keizerlijke 
hulptroepen,  onder  Ot?dfried  met  den  Bult,  vei> 
jaacd  werd.  Oodlriêd  met  den  Bult,  graaf  mw 
Lotharingen,  terkre^  nn  het  graafschap  H<dland, 
maar  wenl  in  1076  vermooM.  Ook  de  bisschop 
overleed,  en  Dirk  V  verlireeg  het  vaderlgk  graaf- 
eebap.  Ondei  hem  weid  het  graafaehap  in  zgn 
gebeel  voor  het  eerst  Holland  genoemd.  Hg  werd 
oi^vol^  door  ign  toon  Florie  Honier  towdg- 
schap  zgner  moeder  Othilde  vaii  Sokeen.  In  1108 
sloot  iig  met  k^Mr  Hendrik  V  een  verbood  t»> 
gen  Vlaanderen.  Op  hem  itolgde  in  1138  i^jn  oud- 
ste zoon  Difik  VI  onder  voo^goehap  van  lün  moft- 
der,  een  tutter  van  Lolkartue  van  Sokeen,  die  in 
1125  keiler  werd  en  ign  neef  oA  beleende  met 
Owrteigoo  en  Wostergoo.  Dirk  VI  deed  vrudilelooie 
pogingen,  om  Vlaanderen  te  veroveren.  Daar  de 
West-Fiiezen  in  1127  «n  1182  tegen  hem  op. 
stonden  en  ign  broeder  Florit  de  Zwarte  tot  aas- 
voerder  kozen,  moest  Dirk  VI  tegen  dezen  te  velde 
trekken.  Ftorie  overleed  kort  dsaj'Ba,  doch  Dirlk 
geraakte  in  twist  met  den  bissehop  van  Utrecht 
en  overleed  na  ign  terugkeer  vaa  een  tocht  naar 
het  Heilige  Land  in  II67.  Zijn  leon  en  opvol- 
ger Ftoris  11/  voerde  een  rampfipoedigen  oorlog 
tegen  Vlaanderen,  geraakte  in  1168  in  gevan- 
genschap en  lag  neb  genoodzaakt  alle  landen 
ten  westen  van  de  SrfieMe  in  leen  te  ontvangen 
van  Vlaanderen  en  het  eiland  Walcheren  bene- 
vens andere  Zeeuwacbe  eilanden  aan  ign  vijand  af 
te  atoan.  Door  zgn  broeder,  den  bisschop  van 
Utrecht,  werd  bg  ook  tegen  de  West-Friezen  in 
een  noodlottwen  oorl<^  gewikkeld.  iBindelifk  ntra 
hg  deel  aan  den  derden  Ttmislocbt  (1189—1190), 
en  overleed  te  Antioehif  in  !190.  Zgn  lOon  en 
erfgenaam  Dt'ri;  VU  volgde  bem  op,  voerde  oor^ 
log  tegen  zg'n  broeder  Willem,  die  gehuwd  wa« 
met  een  doriiter  van  den  gra^t  «on  Oeider,  on- 
dersteunde hem  echter  later  t^en  den  bisschop 
van  Utrecht,  doch  werd  door  den  hertog  van  Lo- 
tharingen, 's  bissehops  bondj^Dot,  gevangen  ge- 
nomen, loodal  hij  een  aamienlQk  loageM  moest 
betalen,  en  overleed  in  1203. 
Op  verlangen  der  aanzienIQkni  werS  bg  opge- 


DigilizedbyGoOglC 


Tolffd  dooi  ilJQ  bloeder  Wiüau,  hoewel  hg  bg 


met  den  grul  van  Loon,  tegen  wieu  Wiüem  tot 
1206  ooiwg  lOerde.  Deie  «treed  Tervolgeiia  «net 
Skigelud  tegen  Pmtkrülc,  doch  wetd  ia  1214  in 
den  llag  bg  BOnviBct  geTingea  geDomeo,  wurna 
h^  de  lyde  Tan  PrMifrjjk  tsgen  EngeUnd  koos, 
dooi  den  fftiu  »  dei  bu  sedun  weid,  een 
Srniitoeht  TolbruAt  nui  PtteitiDa  en  n»  ign 
teragkeer  in  1222  o*eil«ed.  Zgn  loon  en  opvol- 

5 ei,  "florii  IV,  stond  ■mnvRnkelgk  onder  de  Toog- 
ij  TftB  ijjn  oom,  den  griAf  vm  OMer,  etieed 
TCiTolgeiu  tegen  OUo,  biiscb<^  van  tltreobt, 
daaiiia  legen  Onmiogen  «n  kwam  in  1234  op 
een  atcelupel  om  het  leven.  Zqn  toon  Willem  II 
Tol^  hem  <p  lit  6-Jaiige  knaap  en  weid  «p  20- 
jaitgen  leeftgd  tot  fioomMh-Koning  gckoien.  Hg 
Toeide  een  TOonpoadigen  oorlog  t^en  Marba- 
reUa  mn  Ftanwlareii  C>Z"'"tc  Oiief')  en  wilde 
in  1256  de  opiMi^  Frieien  bedwingen,  doeh 
■ook  «net  lyt  {WMiib^  Hoogwoade  door  het  ij« 
•n  werd  gMooo,  teiwgl  agn  lijk  eerit  in  1288 
gevonden  weid.  Zgn  aoon  Floru  V  volgde  hem 
og  «odet  de  voogdö  van  ign  oom  van  Tadeta- 
sgde  en,  na  dieu  auteiTeu,  Tan  de  weduwe  des 
overledenen,  dodi  toen  <le  BollajMiere  de  Toogdg 
eenei  vrouw  verwierpen,  onder  die  van  giaat 
OUo  van  OtU«r.  <Bi)  bet  aawTaaiden  van  bet 
bewind  waa  FUrU  ale  graal  md  HoUmd  at  Zea- 
bmd  een  machtie  vorat,  die  de  Weat-Frieien 
bg  herbaliitf  tnehtigde.  Hg  voerde  ook  oorlog 
tegen  den  tiiaaetiop  van  Utrecht  en  tegen  den 
graaf  vom  OeUer.  Dtat  hg  de  barseig  aeer  be- 
gonatigde,  weid  kg  in  1206  dooi  den  adel  ver- 
moord. Zgn  nindenaiige  Mon  Jan  overleed  kin- 
derloo*  leeda  in  12v9  «  met  hem  «tieil  het  Hol- 
landadie  HbU  uit.  No  veiviel  bet  gtaaficbui  eao 
MD  toon  van  AMMi,  de  aoalei  van  graai  Wü- 
Itm  II  bovengenoemd.  Baai  aoon.  Jan  mm  ^aea- 
«M,  graat  «on  Btmss/ouvtm,  bracht  altoo  Hollend 
aan  net  HmufOHHiiekê  HuU  (lie  HeutgoHwen), 
waarop  aefatcreenvolgena  bet  BtUrëche,  Baur- 
üonditeh*  an  Ooêtmnktelit  Hnia  volgden.  (V^t. 
deie  aitlkelen,  alamede  Nederland,  Ottehieilentt. 
en  Soord-  en  Ziatt^HoUand.i 

Zie:  fnuM,  Het  guvenrcsieter  uit  het  Adel- 
beitaboek  der  Esmonder  «odg  (Verapreide  ge- 
•chrütcB,  WI,.1880)  en  Oone»,  De  vormine  van 
bet  graafeehap  Hdland  ('a-Oravenfaige  lOIM. 

BollAlid,  een  dwartement  van  de  Itataotiche 
BepuUirt,  dat  «n  1801  gevorntd  werden  tot  IS07 
bleel  beataan,  bad  «lueveer  deieltde  grenien  als 
de  onde  ptOTiDcie  Halland.  (Zie  Holland  en  Weet- 
ffietbind).  Uielatein  en  Leerdam  waren  bg  bet 
departement  luclHfd,  terwgl  Tjanen  aan  Utrecht 
waa  toegevoegd.  Bg  de  invoering  van  de  contti- 
tatle  van  1805  kwam  Uaelstein  aan  Utrecht,  Via- 
aen  weer  aan  Holland.  De  Zecnwaehe  heerlgk- 
heid  Sommeladgk  werd  toen  ook  bg  HoUind  io- 

HoUmuIi    Koninkr^k,    Nadat    door    ' 

Jena  ionaria  van  Sehin  _  , . 
de  Battaftche  Republiek  lei- 
telgk  reeda  een  monarchaal  beetuar  had  verkra- 
gen,  besloot  Sapohon  io  1806  ook  in  naam  een 
einde  aan  de  Tepid>liek  te  maken.  Een  oogitdite 
van  den   raadpM^naiia  werd   ala   voorwendael 


aangegiqiei).  De  keieer  liet  door  «eo  gelant•ehaI^ 
met  den  vice-admiraal  Verkuell  aan  het  boold,  (a 

Juni  1806)  het  venoek  tot  lidi  rieblen,  qjn 
bioeder  als  koning  aan  bet  hoofd  van  het  land 
te  willen  plaatsen.  Napoleon  antwoordde  gena- 
diglgk  toeateaunend,  en  daardoor  werd  bet  land 
dus  een  koninkrijk  {1806—1810). 

Het  was  veideeid  ia  10  departementen,  waar- 
bg  in  1807  ala  Hde  depaitement  Ooat-Piiea- 
land  gevoeed  werd,  'ieder  met  e«n  landdrost  aas 
het  hoold.  Het  Wetgevend  Lichaam  bestond  nit 
39  leden,  gekoien  door  den  koning  uil  een  voor- 
dracht, opgemaakt  door  het  Wetgevend  Lichaam 
en  het  aepartement,  waarvoor  de  verkieiing 
plaats  had.  H«t  beut  alecbta  weinig  maehV 
moehi  slechte  beraadriagen  over  de  wetsontwer- 
pen, die  de  koning  indiende  en  moest  de»  on- 
veranderd aannemen  ol  verwerpen.  De  souverei- 
niteit  beroalte  bg  den  koning,  die  bggeetaan 
werd  door  een  Staatsraad  van  13  leden. 

LodetBÜk  deed  in   1806  ign  intooht    in    Den 


Haag,  waar  hg  met  gejaieh  begroet  weid. 
waa  nog  jong,  aanvaardde  de  hem  opgedionf. 
ta^  met  de  beste  bedoelii^n  en  etreefde  er  naar 


Hollands  welvaart  te  bevorderen,  wodat  hg  meer 
op  de  belangen  van  bet  land  dan  op  die  van  den 
keiler  lette.  Dat  bleek  o.a.  nit  de  verachniving 
van  de  tlBreeeiing  (lie  aldaar)  en  de  contcriptM 
(lie  aldaar).  Door  i'un  bn^vaardigfaeid  bg  ver- 
BchiUende  gelegenheaen,  o.  a,  bg  de  nunp  met 
het  bnskrnitaehip  Ie  Leiden  in  I8D7  en  de  ovet- 
Btroomingen  in  1808  in  Zeeland  en  in  1809  in 
Qriderland  en  Zuid-Holland,  loowd  »i»  door  bet 
aanleggen  van  verecbillende  werken  (droogmake- 
rgen,  kanalen,  atraatwegea,  d^ben  eni.)  wist 
Lodéu^k  de  genegenheid  van  bet  volk  te  winnen. 
Bekwame  mfniaten,  looals  Go^  (financiVn), 
Ktamnholl  en  ianuenê  (oorlog).  Verknal  (ma- 
rine). Van  Maanem  (jnstitie)  atonden  hem  ter 
igde.  maar  lelt  nriate  by  de  eigenschappen,  die 
noodig  waren,  om  in  die  moeilue  (gden  en  re- 
kening houdende  met  de  bijiondere  verbonding, 
waarin  bg  tot  ign  keiieilgken  broeder  atood, 
xgn  legeering  bet  land  tot  segen  te  doen  strek- 
ken. Daarbg  D*d  het  land  leer  te  Igden  door  de 
invoering  van  bet  Continentaals telaei  (lie  JVo^ 
Uon  I)  en  door  een  iofTal  van  de  Engelachen  in 
Zeelaitd  (180S).  die  ten  doel  bad  Antwerpen  te 
vermeesteren,  wat  echter  luslnkte.  De  tinan- 
elBele  loesUnd  waa  bedenkelgk,  reeds  in  1807 
wae  er  «en  deficit  van  40  millioen,  van  1806  tot 
1810  steeg  de  rente  der  staatascbnld  van  SO  lot 
iö  millioen,  de  handel  kwgnde,  de  ngverbeid  was 

Ïebeei  in  verval  geraakt,  en  daarenboven  werd 
e  verhouding  tot  Frankrijk  sleede  alechler.  De 
oaecaigbeid,  die  reeds  lang  tuaaehen  Lodewik 
en  den  keizer  beatond,  nam  voortdnrend  toe,  voor- 
al ook,  doordat  Lodew^k  den  handel  met  Enge- 
land DOgliuhend  toeliet.  Ëigenlgk  was  ledeit  de 
invoering  van  het  Co ntinan taalstelsel  het  ko- 
ninkrgk  Holland  een  ata-in-den-weg  voor  Napo- 
Uon'e  handelspolitiek,  die  de  keiier  gaarne,  even- 
wel tonder  iich  te  compromitteeren.  wilde  op- 
ruimen. Hg  bood  daartoe  Lodewik  idti  den 
Spaaaachen  troon  aan,  wat  Lodevyk  weigerde. 
Bg  den  inval  der  Engelachen  (1809)  ontnam  iVo- 
poieoK  ign  broeder  het  opperbevel  over  bet  IcKer 
en  droeg  dit  aan  maaraenalk  BtmadolU  op.  Na 


DigilizedbyGoOglC 


de  enediti*  in  ZeeUnd  «tand  het  bü  SapoUtm 
Taat,  cat  HolUnd  binitea  kwt  ingeljjld  lou  wor- 
deD.  iHij  liet  de  HoUandMhe  ktHten  met  F»n- 
i^a  troepen  Iwiatteii.  Een  leia  Tan  den  koning 
nui  Parüi  (Murt  I8I0]  bracht  geen  Terbelering. 
Lodevik  teekende  «en  traktaat  «aarbg  Brabtnt, 
Zeeland,  het  land  tnatchen  Hmi  en  Küm^en 
aan  Frankrijk  werden  atgettau  (IS  Maart  1810). 
Teriugekeerd  naar  HoUand,  bespenrde  Lodewik, 
dat  ounnede  weinig  «ewonnen  «aa,  en  de  faooge 
toon  «an  den  FraniMMn  geiut,  de  aanmatigin- 
gen  van  de  Frantebe  douanier*  en  fan  de  be- 
vetbebber  der  Fransebe  troepen  in  Haatland  en 
AfDitcIland,  de  beiatlitig  tu  Rotterdam,  ütredit, 
Leiden,  Den  E**g  door  Ondmoei  troela  ter 
kiMihewaliing,  werd  ten  slotte  toot  den  koning 
ondnutflgk.  Ben  oi»«iblik  daebt  deie  er  oter 
Amite^am  te  verdedigen,  toen  Oadtaol  aanetal- 
ten  maakte  ook  deie  et>d  te  beaetten.  De  mioia- 
terraad  wu  er  t^en  en  toen  bleef  nieti  oTer 
dan  een  TiöwiUige  alatand.  Lodetryfc  deed  dit 
ten  beboere  tm  rïn  loon  Napolmm  Lodemk. 
In  den  nacht  van  2  i^  8  Juli  ISIO  verliet  nu 
beimelgk  Haarlem  en  begaf  lieh  naar  Tepliti 
{BobeBUB).  Het  koninkrijk  HoUand  bad  opgehoa- 
den  te  bestaan,  bet  werd  bö  deoeet  vas  den  Bden 
Jnli  1810  door  Nopokom  tig  Frankrgk  ingelijfd. 

UlarabmT:  Lotuë  Btmofertt,  DoeumenU  hUto- 
rlqnet  et  réfleziom  mr  Ie  gooTernement  de  la 
Hollande  (Parijs  1620);  /orweeii.  Napoleon  I  et 
1«  Boi  de  HoUande  (Parije— Den  Haag  1866);  Jo- 
ritu»,  De  ondergang  van  bet  Koninkrijk  Holland 
(Arafaem  1871);  AMnota,  Napolóon  et  Ie  roi 
Loaii  (Parijs  1S75);  Wiekert,  De  regeeriog  i»n 
koning  Ixidewök  Napoleon  (Utrecht  iS92);  Mat- 
«M  Napoléon  et  sa  familie  <PaTqs  1897—1907, 
7  dln);  RivUU,  La  Hollande  et  Ie  roi  Lonis  Boaa- 
parte  (Bevne  desdesx  Uondes,  1870);  Tonnel,  De 
Unding  in  Zeeland  4n  1809  (Militaire  SpeeUtor 
1009—1910). 

Boüaiid  waa  tta  proirineie  van  het  koninkrijk 
der  NederlBDüen,  lUe  van  1814  tot  1840  be- 
stond. De  gtenien  met  Brabant,  Oelderland  en 
Utrecht  WCTden  bü  de  grondwet  van  1814,  bjj 
besiniten  van  den  20*ten  Mi  1814.  den  lOden 
Februari  ISIS,  den  lOden  Hei  1819  en  den  27Bten 
April  1820  geregeld.  Holland  was  de  eenige 
pForineie,  die  twee  gonveniean  had,  een  voor 
net  suiddp  en  een  voor  bet  noordelijk  gedeelte. 
De  staten,  die  heorteliBgs  te  '«^raveDhage  en  te 
Haarlem  vergaderden,  bestonden  oit  14  sigeiaar- 
digdeo  TDor  ds  ridderschap,  49  voor  de  steden  en 
27  Toor  den  laodelnkcn  stand.  Bjj  de  grondwete- 
lierMening  van  1840  werd  Bolland  gesplitst  in 
twee  firovineifin:  Noord-  en  Znid'Hoiland. 

B«dluid,  ffnry  I&kard  fos,  lord  HoUand, 
een  Bnrekeb  aritUwraat,  den  23steD  Novenrber 
I77S  gvboren,  wu  een  neef  van  den  beroemden 
Oharlu  Jame»  Fox,  veiiooi  reeds  vroeg  lön 
ouders,  slndeerde  te  Ktoa  en  te  Oxtoid  maakte 
tn  ItaliS  kennis  met  Elitabeth'FaMtaU.  de  vroow 
van  sir  Oodtrqf  Wtbiter,  bnwde  met  haar,  nadat 
ijj  na  een  gemehtmakend  proeet  van  haar  eeht- 

Eooot  gesaieideu  waa,  en  verruilde  lelts  ign 
milieaaam  (FotJ  met  den  haie.  Nadat  hij  lit 
1707  xilling  had  gmotnen  in  het  HoogeAuit, 
werd  bn  de  qverige  veidedinr  van  een  vrijiinni- 
ge  staaSkande.  Toen  in  I80S  de  vrede  te  Amtens 


gealotoB  wat,  deed  bQ  ^^  "^*  ""^  )>*'  PTrenee- 
sehe  schiereiland,  om  er  sieb  gedurende  S  jaar 
toe  te  leggen  op  de  Spaanscbe  ^schiedenis  en  . 
letterkunde.  De  vrachten  van  ign  arbeid  ver- 
schenen  in  nitonntende  leveD<be»chr\j vingen  tao 
Oinü*K  da  Catlro  en  Loptt  de  Vega  en  in  de 
Tertailng  van  drie  Spaaneebe  blitspiriea  (1807). 
Na  lijn  tetngkeei  werd  hij  lid  van  het  xooge- 
naamde  ministerie  der  Talenten,  maar  toen  na 
den  dood  van  Ftai  (1806)  de  onderhandelingen 
met  Frankrijk  vrucbtelooe  afliepen  en  de  koning 
Tan  de  emancipatie  der  R.-KalhoUeken  niets  wil. 
de  hooien,  nam  hü  met  ign  ambtsenootes  liin 
ontslag  en  bestreed  gedoreitde  24  jaar  hardnek- 
kig de  staatkunde  der  Tories.  Met  het  miiristeiie- 
Orejf  kwam  hü  in  1830  weder  aan  het  bewind; 
hij  werd  tot  kanselier  van  het  hertogdom  Lan- 
caster  benoemd.  Als   wodanig  behoorde  hq   in 


S 


ook  tot  het  ministerie  Mei 
te  Londen,  den  22stea  O 
sebreef  een  levenAeriebt  van  liJn  oom  fos, 
hü  toet  diens  geschrift:  ,3tB'or7  of  the  earlj 
part  of  the  i««d  of  king  Jamet  11"  (1808)  in 
net  licht  gaf.  Ook  beiorgde  hij  de  uitgave  der 
„Hemoirs  of  Lord  Waldegrave^'  (2  dln.,  1822). 
iüü  toon  Bemm  Eduard  Wttt,  lord  BoUmd,  dea 
7deii  Maart  18(@  geboren  eo  overloden  dea  18dea 
December  1859,  heelt  merkwaardige  reisberinne- 
ringen  („Foreign  reminiKeuces"  1850)  en  ,J(o- 
moirs  ol  tbe  Whig-part;"  (1854),  beide  Tan  ign 
vader,  in  het  licht  gnonden,  en  schreef  ,iFrsg- 
mentarr  paberg  on  «cienee  and  otber  snbjeets' 
(2de  druk  1875). 

Zie:  TA.  W.  Riktr,  Henry  Fox,  liret  Lord  Hol- 
land (1911,  2  dfai.);  FQrstin  LidUentfem,  B61- 
land  House  (1874,  2  dln.);  Sari  of  llekMter,  Tbe 
Journal  of  Eaiiabcth,  Ladr  Holland  (Londen 
1908);  Llofd  Samltn,  The  Bollanl  House  Cirde 
(Londen   1908). 

Holl&nd,  Jotuak  OObert,  een  Amerikaanteh 
BchriJTer.  den  24sten  JuU  1819  te  Beletnrtown 
in  'MasMchusetts  geboren,  stodeerde  in  de  ge- 
ueeAunde,  was  eeni^  )arsn  werki^iam  alt  arts 
(e  Spripgfi^  Ml  w|]dd»  lieb  Terfolgeos  aan  de 
beoefening  der  letteren.  Wj  werd  lid  der  redactie 
van  don  „Springtkld  B^oUiean"  en  schreef: 
„Historr  of  the  Western  llaseaebnselts"  (2  dln., 
1855),  „TioMthr  Titeoinb'i  letters  lo  the  young" 
(1858),  „Bitter  Sweet"  (1858),  „Plain  talki  on  fa- 
miliar  subjects"  {I8^)f  „Katharina"  (een  ge- 
didit.  1867),  de  roouns  „Miss  Qilbert's  eareer" 
(1867),  „Arthar  Bonnicastle"  (1873)  en  „The 
mistress  of  tbe  manse"  (1874)  en  een  levenabe- 
sebrijving  van  lAteoln.  Nadat  biJ  in  1869  van 
een  reis  naar  Enropa  waa  teruggekeerd,  belastte 
bij  zich  in  1870  met  ds  uitgave  van  Seribtun 
.JMoothl;  Hagaaine".  Zgn  venamelde  gedichten 
Torsehenen  in  I87S  en  tbb  sijn  Teriamelde  wer- 
ken kwam  in  1835  een  nieawe  uitgave  in  14  doelen 
in  bet  lidit.  Hü  overleedden  12denOetober  1B81. 

Bolland,  Wühelm  hwdmg,  een  Dailiefa  ger- 
manist en  romsniet,  den  llden  Augustus  1822 
te  Stuttgart  geboren,  studeerde  te  Tubingen  en 
verTolffens  Ie  Berign,  waar  hg  de  leeaen  Tan 
de  gebroeders  Orimm,  tmi  Laékmann,  Kon  ifo- 

CBof^,  Böekh  en  anderea  bywoonde,  terwijl 
lieb  na  aflo«^  lijoer  studiCn  naar  Parijs  be- 
gaf, om  er  de  ^aansche  handachriftM  der  groote 


DigilizedbyGoOglC 


•tos 


H<»XAN<D— HOIXJUflSGHE  USBL. 


bibliotbcek  te  iIooiiMken.  Weldra  werd  hn  hoog- 
leerur  in  de  Germ&ftnteba  en  RomaanMMie  Iet- 
t«rkund«  ts  Tubin^D,  «aai  hq  bg  i  oor  t  du  ring 
mwkfaaaa  bleet.  Hg  overleed  den  228ten  Angui- 
tus  1891.  Van  ign  gwchritUD  TeimeMen  wg: 
„Creitien  *i)n  Troiei.  Eine  ]it«MrgeMiiiditlidie 
üntereutdiiiDg"  (ISM),  CIitHUk'i  „Oh^alier  au 
Ltdu"  (3d«  druk  18^),  „BrnehitCeke  an»  der 
Ciiranik  dei  Allonao  4e  VaJencia",  „La  esliicia 
de  la  siete  infantes  de  Lara"  (1860)  „Ueiater 
Alatwcrt"  (1850),  ,^haa^>tele  des  HeraogsHein- 
tieli  Jaliua  Ton  BraunHhveig"  (1S55),  bet  „Bueh 
der  Beifq)iek  der  alten  Wei«en"  (1860),  de  ,,Biie- 
fe  der  Eenogin  ËIJMbelh  Charlotte  von  Oriéana" 
<I867— 1882.  ö  dlo.)  en  „Scbreiben  dea  Knr- 
fOTBlen  Karl  Lod-wig  von  d«r  Pfalz  uad  der  Sei- 
nen" (1834).  Het  KtUer  en  Pleilter  schreef  bg 
nog:  „Uhtandi  Scfaiiften  lOr  Oeacfakiite  der 
Dieiitnng  «nd  Sage"  (1885— 1878,  8  dln.),  ter- 
wijl liq  ciitiacbe  oitgaTeo  Tan  dien  diditér  be- 
werkte en  als  prwTe  Tan  eocnnentaar  „UcÉier 
Utilanda  Ba)lad«  UhÜb  der  Wilde"  (IST6)  en 
„Zq  Lodnig  lUilMidc  OediclitiiJN,  UitteihinKen 
ans  leiner  ikademiae^n  iLebttltigkeit"  (1^6) 
uitgaf. 

BoUand-Amarlkft-UJn.  Zie  Ntdtrlmdaeh- 
AmerikaanMeht  Stoomvaart-MaalMeiMppii, 

BoUuul  m  Wsat-FrlMland,  de  belano- 

S'kate  proiineie  Tan  de  republiek  der  Yereesixae 
aderlanden,  beitond  uit  bet  vroegere  graatseSap 
Holland  en  de  beerlgUieid  Toorne.  Zy  bevatte 
18  tteden,  welke  ieder  één  stem  uitbrachten  in 
de  Statenvergadering  van  het  gewest,  en  bet 
platteland.  De  «teden  -waren:  Durdre«)it,  Haar- 
lem, Delft,  Leiden,  Amsterdam,  QoQda,  —  dit 
waren  de  lei  „groote  steden"  —  voorta  Rotter- 
dam, Oorinebem,  Schiedam,  Sehoonlioven,  BrieUa, 
AlkmiAr,  Hoorn,  ËnÜMiiien,  Medembikk,  Sdam. 
Uonnikendam  en  Purmerend,  de  twaalf  „kleine 
tteden".  Het  plattelaad  bestond  nit  's-Qravonha' 
ge,  Haag-Ambacht,  verachillende  baljuwiehftppen 
en  heerlokbeden,  bet  dTOstambt  TeiKfaelliDg  en 
het  scboulambt  YÜ  eland.  De  barMiie  IJaelstein 
was  leenroerif  aan  HoUand,  doch  niet  bij  de  pro- 
vincie in^elgfd.  Ook  Leerdam  was  min  of  meer 
xelfstandig.  De  provincie  hebield  deie  nitge- 
strrtdieid  tot  1798,  toen  by  de  InsteHing  van  de 
BataafKfae  repobti^  om  land  in  departementen 
werd  verdeelde 

BoUandsr.  Zie  Palier. 

BoUuidsT,  VlUgeiuU,   Zie    VliagemU  Bot- 

Hollftnder,  Pelü.  een  Dnitsch  iAtgver,  werd 
den  Iiten  November  1868  te  Leobttihati  geboren. 
en  woont  thans  te  Cbarlottenbnrg.  Hjj  idireet  een 
aantal  verdienstelijke  romans,  waarrnn  wg  noe- 
men: „Das  tetiU  GlQek"  (1399),  „Der  W»  des 
Thomaa  Trnck"  (1902),  waarin  de  versehillende 
seestelgke  stroom ingen  des  tqds  worden  behaii- 
dek)  en  dat  sgn  naam  vooral  iiekend  maakte, 
„Charlotte  Adntti"  (1907),  „Unwr  Haas"  (1911) 
en  „Der  Eid  del  Stephan  HflIIer"  (1912),  altme- 
de enkele  toon eel stuken, 

Httlluid-OP-KtlD-nnalit  is  de  voormaligs 
landengte  in  oe  provincie  Noord-Holland  taa- 
achen  net  IJ  en  die  Noordzee.  Door  bet  graven 
van  het  Noardieekanaal  (ile  aldaar)  en  fiet  in- 
polderen van  een  gedeelte  van  het  U  (lïe  aldaar) 


is  dese  landengte  verdwenen.  De  eerste  concessie 
werd  de  EanaaJmaatstJiappg  den  lOden  Decem- 
ber 1861  Terleend.  Den  Ssten  Maart  1365  werd 
met  het  werk  een  aanvang  gemaakt,  dat  in  1876 
voltooid  werd. 

Bollandaoh  dl«p  i«  een  der  Nederlandsehe 
getijdewiCeieo,  tnMCbea  Noord-Biabant  eeaeriÜdB 
en  de  Hoekscbe  Waard  andenijds.  De  breedte 
neemt  van  het  O.,  waar  ig  ongeveer  1500  m. 
bedraast,  in  wettelgke  riditiog  gestadig  toe  tot 
ruim  4  km.  bg  de  Ooeteant  van  Overfidckee, 
waar  het  den  naam  van  Haringvliet  aanneemt. 

HoUandMb*  Hola.  Zie  HoitatuL 

Hollandsoh*  Uord,  Koninkljke,  h  een 
stoom  vaar  tmaatsehappü  met  letel  te  AnEterdam, 
werd  opgericht  in  1908  en  heeft  overgeBomtn  de 
Zuid-Aoierika-lqn;  lij  onderbondt  een  itMMnvnart. 
dienst  tnssehen  Nederland  en  BraiiUS  «o  Argen- 
tinii.  De  maatadiappij  beiat  op  het  einde  van 
1915  vier  paMagieMMiiepen  atti  «en  geiaoKolö- 
ken  inÉioud  van  S6  596  tonnen,  rif  vrachtariiepeD 
met  een  gviaoKnlgken  iDlioiidTan48067  tooneo, 
vier  li^teti  met  een  eeumenlijken  inÉood  Tan  625 
tonnen  en  voorts vgfdeksehniteDen  twealenders. 
De  sAepes  maakten  gedurende  1915  55  rondrei- 
zen, waarvan  24met  depaauraeis-en  SI  met  de 
vraóhtsch^n;  bovendien  werden  13  reilen  onder- 
nomen met  gediaiterde  schepen.  Het  maatachap- 
a1^  kapitaal  der  maatadufpg  bedroeg  op  31 
Gember  1915;  90  mill.  gld.,  waarvM  waa  ^- 
plaatst  en  volgestort  10  millioen;  de  obligatie- 
schuld   bedroeg  6  452000  ^d. 

Hollandsoh*  lbat*Btia^4  dar  VTe- 
taoflobanwii  is  een  Teteenigiw,  gevestigd  te 
Haarlem,  die  in  1752  werd  opgericht  met  bet  dod 
de  etudie  der  wetenechappen,  inwnderii«id  die 
der  natuurwetenschap,  te  oevordeien.  Zg  tradit 
dit  doel  te  bereiken  door  bel  uitgeven  tan  ver- 
handelingen, het  nitsdirgven  van  prgavragen  en 
door  de  uigave  van  een  in  de  Fraowbe  taal  ge- 
schreven tgdsehrilt,  waarin  de  in  Nederland  en 
lijn  koloniln  gedane  wetensdiaqipelüke  onderxoe- 
kingen  worden  wgeaomen.  Protector  der  Maat- 
sdiappij  is  Z,  E.  S.  de  Prins  der  Nederlanden. 

BoUandsolie-Veld  iseenTeenkoloiHe  inde 
gemeente  Hoogeveen  in  de  provincie  Drente,  dl* 
nit  veradiillende  bnnrten  en  gehnehten  bestaat. 
Zg  beiit  een  Hervormde  en.  een  Gerefonneerde 
kerk. 

Bollandsoh*  watorllnls,  IfuaitM,  ook 
Utreehlieht  walerlinU  geheeten.  Zie  Nederland, 
VerdtdigimaiiMML 

■«llandaoh*  UsaI,  «orfpronkelük  «en 
breede  tak  van  dea  Kjn,  die  met  een  noordwaarts 
geriehten  boog  dom  lage  Teenlanden  liep  en  lai^ 
ign  oevers  breede  itTOoten  rivierklei  deed  be- 
'nken,  werd  in  1285  door  een  dam  bg  bet  Rlap- 


staat  hg  oca  met  de  Ldc  in  verlNoding.  Van 
1854  tot  18^  werd  het  gedeelte  te  Gouda  geka- 
naliseerd door  het  leggen  van  een  attlnildgk  met 
■luis  even  boven  Gouda  en  door  het  aaitbrengea 
van  ondersdie  iden  Terrnimingen  en  verdiepin- 
^cn.  Dit  gedeelte,  82,5  km.  lang  en  18  m.  breed, 
IS  deilialve  geen  rivier  meer,  maar  een  boeiem, 
die  bg  Gouda  loost  op  bet  tweede  gedeelte  vun 
den  Holtandt^en  IJsel. 


DigilizedbyGoOglC 


HOLLANDSOHE  USBL-SOLLASO}. 


Dit  twMdc  gede«he,  van  Ooods  lot  i|ja  mon- 
diag  in  <I«  Nieawe  Mus,  kan  ils  wn  getqdenri- 
vici  bescfaoDwd  irorikn,  buwel  ei  geen  leewateT 
tot  hier  doordringt.  De  mier  ii  geheel  bedpkt. 
In  die  dnken  bevinden  lieh  een  20-til  iluiien 
tot  wateiloozing  en  waterialating  van  uogren- 
180 de  poHerB. 

BoUandaobe  IJMran-Bpoorwsjr- 
MaatsoliMMill.  Dne  maatacbappg  weid  in  1^7 
opgericht.  Hare  eiploitatïe  U  opnieuw  geregeld 
door  de  oTere^tkoaiat  met  de»  «tut  der  N«der- 
landen,  bekraehtigd  bf  de  wet  nn  23  Joli  1890 
(6tbl.  1S4).  Ingevolge  die  orereenkonut  bmtt  de 
maatariiaf^ij  eipkiteeien  de  door  faMtr  a«Bge> 
legde  spoorwegen:  AmtterdMO — ^Rotterdam,  lan^t 
Haarlem    Leiden,  'i-OTavMthace,  Haarlem — Dit- 

feeit,  Amiterdam — Znlfen,  langa  Amenloort, 
lilTeimuii — Utrecht,  Velten — IJoniden,  en  't- 
Oiavenhage — SriKTeningen  (Btootntrain);  teTeni 
exploiteert  de  maataebappg  de  door  haat  aang«' 
lüde  TerhimfingabaaD  om  Rotterdam.  Verder  i« 
tjf  belaRt  met  de  eiploitatie  van  de  door  d«n 
Staat  aangriegde  spoorwegen:  Amsterdam — Hel- 
der, lasgs  Ziundam,  Uitgeest  Zaandam— £nk- 
fantien,  Dordrecht — Eist.  vork — ResKU-Sem- 
mel,  i4Deia(ooit — lesteren,  Stavoren — Leeuwar- 
den, Schiedam — Hoek  Tan  Bolland,  en  heeft  iq 
het  medegefcniik  tio  de  door  den  6taa(  eange- 
l^de,  of  wel  door  naasting  ol  koop  Teiiregen 
spoorwegen,  waarran  de  «a^loitatie  ia  of  wordt 
verleend  aan  de  maatsehappg  tot  eiploitatJe  van 
Staatsspoorwegen:  tbu  Rotterdam,  langs  Dor- 
drecht, Zwaluwe,  Zevenbergen,  Roeendaal  naar  de 
Belgische  ^reni,  van  Hengelo,  Ungs  En«chedd 
naar  de  DuilBche  greni,  van  Arnhem  naar  Eist  en 
Tan  Ressen-Bammel  naar  Ngmegen,  Tan  Nijme- 
gen lang!  den  linker  HaameTer  naar  Venlo,  van 
Arnhem  langs  Zevenaar  naar  ËnMnerik.  en  van 
Ulreeht  Isngs  Ooada  naar  Botterdam.  De  maat- 
sehappg beeft  bovendien  de  exploitatie  op  lich 
genomen  van  de  bbq  andere  tnaats^upljeii  toe- 
Dehoorende  spoorwegen:  Zntfen — Winterswijk, 
Nijmegen — Dnitiche  gren»  in  de  richting  naar 
Kleef,  Almelo— Sahfcergen,  ApeWoom— Almelo, 
Dieren— Hiatem,  Winlerïwyk-Ze venaar,  Win- 
terew ijk— Hengelo  met  lijtakien  van  Neede  langs 
Rnurlo  naar  Doetin^em  en  van  Boekelo  naar 
Enschedé.  Hoorn — Modomldik.  Haarlem — Zand- 
voort,  Ens^edé — OldeiMaal,  Enschedé — Ahaat, 
Diniperloo — Tarsse^eld.  Halt«m — Kampen  en  de 
lijn  van  den  Noord-FrlewAen  Locaal  spoorweg 
Leen  wa  rden— H  etalaiF  ie  r — A  n  inm ,  St  ïena — Har- 
liogen  en  Tjnmmarnm— Franeker;  verder  de  Innen 
AaUm eer— Haarlem.  H<iolddoip---I>eideii,  ialt- 
Dieer — Uithoorn — Alpben,  Aai  smeer — Amitaidam, 
Bovenkerk— Oilhoorn — Nienwerilnis.  De  maat- 
schappij beeft  Toorta  het  medegebmïk  van  d« 
baanvakken  Amerttoort— Utrecht  en  Hattom — 
Zwolle  van  den  Ned.  Centraalapoorweg,  en  Tan 
den  apoorw^  Ned.  grenien — Emmerik.  Vetder 
worden  door  de  lfaat«efaaippü  geSipIoileerd  de 
door  haar  aangelegde  apooiweg  Alkmaar — Hoorn, 
Neede — Hellendoom  en  bet  atoomboolveer  Enk- 
huizen — Stavoren,  iJamede  de  tramwegen:  van 
BoMnm  over  Naarden  naarHniien.  van  Olden- 
aaal  naar  Denekamp  en  van  Denekaniip  naar  Qro- 
oan,  TMi  Leiden  naar  KatwiJk-aan-Zee.  van  Noord- 
w^k-asn-Zee  naai  Rgntbnig,  Tan  Lichtenvoorde 


naar  Qioenloo,  van  Alkmaar  naai  Ëemond  en  Ber- 

Sn,  van  KwMÜk  en  Edam  naar  Volendam,  van 
kmaai  naar  Sefaoorl,  vao  Sohoorl  naar  Schagen, 
van  Schagen  naar  Wognom,  van  EwijtÉBloia  naar 
Sehageff  en  van  Hoorn — VeiAaiien  naar  Boven- 
karapel/Oroothroek.  Ook  exploiteert  de  maataehap- 
ng  de  rieetria^e  tmnlön  van  Rotleidun  naar 
s-Oiavenhage  en  Sebeveniugen  van  de  Zuid-Hd- 
landwie  Electiitehe  Spoorwegmaataehappg,  waar- 
van ig  de  aandeden  beeft  orergenomen,  en  verder 
de  eleetiiiche  tnon  AmaterdaiD--^aaTlem— Zand- 
voort.  De  totale  lengte  van  bet  aantal  km.  gpooHQn 
der  Maalsehappli  bedroeg  einde  1915  1589,  van  de 
tramwegen  145,  tennjl  de  lengte  van  bet  stoom- 
bootveei  Stavoren — Ëtkhniien  22  km.  bedraagt. 
De  Maataehappg  heett  haai  letel  te  Aanater- 
dam.  Het  kapiitaü  bedrog  einde  1915  22  500  000 
rid.,  terwql  de  oUigatiesohold  pro  reato  bedroeg 
144400000  ffld.  De  reserve  was  groot 
6  018157,08  gld.  De  ootvaDgatea  hedrowec  in 
191S:    uit  het  reïaigetavervoer   19  230  478,977* 

f  ld,  uit  bagagevervoer  429  679,83  gld.,  nit  goe- 
erenvervoer,      MMrdeD,       vee      en      lijtaigea 

12  75T908,Oe</i,  oU  diverten  140S  847.15  ^d., 
tgnde  te  urnen  33871  809,06  M.  DwrtegenoTei 
bedroamo  de  explottatiekotten  22  35S  75335  gM., 
soodat  set  taldo  der  exploitatie-rekening  bedroeg 
II  518056,70  gld.  Na  aftrek  dei  beta^de  lenle 
op  nldleeningen  met  4  %0  095,07  gld.,  de  be- 
taalde vergoeding  voor  Imni  en  medegebiaik  van 
spoorwegen  met  S  135  496,80*/i  en  andere  nilm- 
ven  bwlroeg  de  netto  winat  over  1916 
1  849  986,087t  gld.,  waarrui  de  Staat  der  Ne- 
derlanden ontving  224  988,04>  gld.;  aM  divi- 
dend werd  nitgeieerd  5  %.  Bet  oereoneel  dei 
MaateehappQ  beatond  op  81  December  1915  nit 

13  891   personen. 

BoUftr,  Wentel,  een  Dnitoeh  plaaUnüder,  in 
1607  te  Praag  geboren  en  den  28Bten  Haart  1677 
te  Londen  overleden.  Hg  waa  een  leerling  vm 
Hallheitg  Merian  te  Frankfort.  Zgn  eerate  pren- 
ten, „Maria"  en  „Eeee  Homo",  veracbeneQ  in 
1625.  Daarna  ouMkt«  hij  afbeeldingen  van  ver- 
schillende Doitaebe  steden.  In  1686  vertrok  Hot- 
lor  naai  Londen,  waai  hg  in  1639  de  leeka  van 
vroa wenk leederdrach ten,    als    „Oinalus  maliei 


Teeid.  In  1S40  ging  HoUar  naar  Aatwerpeö,  van 
waar  hj  in  1652  naar  Bngriand  teingkeeide.  E^ 
is  vooral  beroemd  door  de  ornaaieoteele  eompo- 
aitlea,  die  hg  graveerde. 

Hollartf,  Boger,  een  Franaeh  Proteatulseh 
godgrieerde,  werd  in  18S3  te  Parga  geboren,  atn- 
deerde  godgeleerdheid  te  Fargs.  Laaaanne,  Q6t- 
tingen  en  Beidelberg.  werd  in  1861  hulppredi- 
kei  te  Bordeani.  in  1864  te  Paiijt,  waar  hg  in 
1867  beroepen  werd  aan  de  Egliae  da  Lnx«m- 
bonrg.  waarin  fay  tot  ign  glerMaar  I9U2  net  goed 
gevolg  werkzaam  waa,  vooral  onder  de  weten- 
«ohappeltjke  mannen  van  het  Qpartier  latin.  HQ 
redigeerde  van  1870—1873  de  Revue  théologique 
de  Paria  en  stichtte  in  1373  met  A.  Sabatier  en 
anderen  de  Beole  lihre  de*  «cieneea  tbéologiqnea. 
In  1 891  werd  by  voonitter  van  de  Commlaaion  Sj- 
Dodale  de  1'Union  dea  Egllsea  libre*.  Behalve 


DigilizedbyGoOglC 


«nDgiliqaei  I  ea  II"  (1874,  1891),  „Foi  et  de- 
wit''^  (18W). 

BolU  (vFOUK  Holle,  Holda)  is,  Tolseni  liet 
tiiiiw  oog  voortloTend  volkigeloof  in  Franken, 
Hsuen  En  Thuringen,  een  veien  uit  de  gM^ten- 
wereld.  Zy  was  ootaproQkeljjk  een  oud-DtHliche 
godin,  Dur  «Mnmige  loeenen  een  hjpoitase 
ïriru,  die  volgena  de  ugen  gaarne  but  Terblijt 
houdt  san  meien  en  bronnen,  wuii  ig  haar  gou- 
den ttai  kamt.  Eveoali  Wodan  rijdt  ig  bü  on- 
weer door  het  luehtruun  on  behoort  dan  U>\  b«t 
„Woedende  Legec".  Daarmede  «t«at  in  Teiband 
dat  ig,  anders  een  lief  en  Triendelqk  weiett, 
tnsKhenbeide  ook  leer  ateckrili wekkend  voorge- 
steld woidt,  tl*  e«n  leelfike,  langneuzige  oude 
Trouw  met  boritelig  baar,  eienaU  «en  oude  heks, 
met  wier  naam  men  de  kiDderen  bsn^  maakt.  In 
de  sagen  van  den  EjIIhInier  treedt  sg  naaat  deo 
belooierden  keiser  op.  De  nitdruUing,  wanneer 
het  sneeuwt:  „Vronw  Holle  sehndt  haar  bed"  ie 
bgoa  in  geheel  Dukechland  J>ekeBd. 

Hellabeslr,  SttaU,  een  Nederlandai^  god- 
gdeerde,  in  1719  te  Haamstede  in  Zeeland  gebo- 
ren, itndeerde  te  Leiden  wa*  sehtereenTi^^i 
piadikant  te  Ooatkwelle,  Charloia  en  Hiddel- 
bnrg  en  »eid  in  1752  hoogleeraai  te  Gi 
In  1762  vertrok  t^  als  faoogleeraai  naai 
Het  kradit  venette  hü  sieh  tegen  de  nitploiierq 
en  woordeniilterij  in  de  toennialiBe  preekwgie. 
Hoewel  hij  vele  beïtiöders  vond,  Komt  hem  de 
eer  toe,  dat  hg  'm  ona  vaderland  een  van  de  eer- 
ete  ieiTOHnen  der  ouderwetaebe,  langiliadige 
eredHiwgie  gewent  ia.  <H^  overleed  den  24ateo 
Oetober  17H. 

Hollaman,  AnuM  Frtderik.  hoogkeraar  in 
de  organische  icheiknnde  aan  ae  gemeentelj^e 
universiteit  te  Amaterdam,  weid  den  23eteo  An- 
guatn*  1859  te  Oiiterwjjk  io  Noord- Brabant  ge- 
bóien.  Hü  faeioefat  eerst  At  hoogere  buigeridiool 
en  daarna  het  gymBSsinm  te  'aSertogeiïbosch  en 
werd  in  1879  student  te  Leiden.  Bovendien  ito- 


1867  te  Leiden  c{t  het  proefe^inft:  „Ondenoe- 
Ungen  over  het  loo^naainde  S-nitio«^(d".  Na 
lijn  promotie  wai  hi)  eerat  «enigen  tgd  tasialent 
van  Vm  't  Hoff  te  Amaterdam.  In  1889  werd  hg 
benoemd    tot  directeur  van  bet  Rgkslaaillwuw- 

troetstatioa  te  Oronineen  en  in  1893  tot  hoog- 
leraar in  de  acheiknnae  aan  de  nniveiEiteit  al- 
daar, als  opvolgei  van  Modderman^  welk  acoht  hg 
aanvaardde  met  eep  rede  over  „Twee  rieJitingen 
dei  seheikande  met  elkander  vergeleken",  la  1905 
werd  hij  te  Amaleidam  aU  hoogleeraai  in  de  or- 
ganiaehe  seheikande  benoMnd  sla  opvolger  van 
Lobry  de  Brvj/n.  Hü  aanvaardde  dit  ambt  den 
27aten  Febmari  1905  met  een  rede  „Over  de  be- 


teekenia  der  phjaiaeh  lAemiache  meUioden 
de  orfaaÏHihe  aèheikunde".  Sedert  1903  ia  hg  na 
van  Se  Koninkigke  Academie  van  WeleDach^ 
pen.  Hg  ia  lid  der  redactie  (sedert  1894)  van  het 
„Reeneil  dea  travani  ehimiqnea  des  Pave-Baa 
et  d«  la  Belgir^ue"  waarin  vele  van  zijn  onaerioe- 
kinf^n  gepubliceerd  ign.  Hotleman  deed  uitge- 
breide onderzoekingen  aangaande  Ditro-cfiiiol, 
over  kaneelzDar  en  crotonmni,  verMhiUende  ni- 
trovetbindingen,  o.a.  bet  phenjlnitromethaaa. 
^n  voornaamste  werk  ia,  dat  over  de  aidMtitatie* 


in  het  bensol,  waarvan  d«  reenltaton  tot  dusver 
zijn  neergelegd  in  zijn  hoek:  ,J)ie  diiekle  Ein- 
tóhrang  von  Subsli  toen  ten  in  den  Benzolkern", 
(Leipzig  1910).  Behalve  vele  artikelen  in  *«r- 
scbilleitde  tqdacluitteD  ign  ook  z^u  leerboek» 
over  oigsnische  en  anorgaoiadie  acbeikuude  be- 
langrijk; zij  zijn  ifl  alle  moderne  talen  vertaald 


worden  algemeen  gebruikt:    .Jüeerboek    i)er 

chemie"  (5de  druk  Groningen  1915). 

,Jjeerbo«^der  organische  chemie"  (6de  oruk  Qro- 


tnorganische  el 


ttingen  1915).  aolUimm  werd  dooi  de  St.  An- 
drews Univereit;  benoemd  tot  eeredoctor  in  de 
beide  rechten  en  in  1916  tot  eereiid  van  de 
Spaansche  Chemische  Teraeniging. 

HSllental  ie  de  naam  van  een  dal  in  bet 
Zwarte  Wond,  in  het  Btdensche  arrondissement 
Freibuig.  Het  ia  een  diepe  kloot  met  boMhrijk« 
bergwanden  en  wordt  wxir  den  Bothbach  n- 
Bprond.  Het  meest  woeste  gedeelte  ia  de  HSHen- 
pai,  1  km.  lang,  waarin  Mngs  de  heek  sledita 
even  ruimte  genoeg  ia  voor  den  rqweg.  De  rotten 
rgien  er  aan  weerszijden  sdiier  loodrecht  omboog 
Het  engste  gedeelte  van  den  pas  ia  gelegen  h^ 
iea  Hirachiprnng.  De  rgweg  werd  in  1779  door 
de  Oostenri^aehe  legeering  gebouwd,  en  daar- 
bnga  volbracht  Moreau  ia  1796  zijn  beroemden 
teriutocht.  Het  punt,  waar  men  uit  het  HOIlen- 
tal  het  Dreiiamlal  bereikt,  draact  den  naam  van 
Himmelrich.  In  1877  ia  van  Freiborg  naar  Nen- 
stadt  in  de  Breiwao  een  apoorwt^  door  bet  HOI- 


I9den  Januari  1842  te  Berlüa  geboren,  trad 
in  1857  ia  dienst,  werd  in  1868  kapitein  en  over- 
rompelde in  1872  het  Haltiache  admiraabaehip. 
Bü  behoorde  tot  het  eskader,  dat  tgdena  de 
Spaanache  onlaatan  in  1378  en  1874  in  de  Hid- 
deUandsebe  Zee  krniste,  waa  in  1S81  in  de  Oost- 
Aziatisofae  wateren  commandant  van  een  matro- 
zen-divisie en  chef  van  den  ataf  der  admiraliUit, 
werd  in  1388  acbont-bii-iLacht  en  in  1890  ataaU- 
secietaria  van  Uariae.  Sedert  1890  viee-  an  sedert 
1896  admiraal,  trad  hg  in  1899  als  ttaataaeerela- 
ria  at  en  waa  sedert  1904  lid  van  bet  Piuisisebe 
Heerenhuis.  Hg  overleed  den  21alen  Jannari  1913 
te  Charloltenborg. 

BollowaT]  Tkomai,  een  EngeUeh  grareur, 
te  Londen  in  1770  geboren,  overleden  aldaar  in' 
1838,  ia  voorri  bejcend  door  zijo  prenten  naar  de 
cartona  van  BafaBi  in  Hao^toneonrt. 

HellowftT  PUlan.  Zie  OehtimmiddtUn. 

HoUt  Sl>rliw>i  ^e  hoofdstad  van  den  eono- 
t;  Uamiall  in  den  Noord-Am  er  ik  aauachen  staat 
Hiastsaippi,  telt  8000  inwoners.  Hier  werden  den 
lOden  DecoDiber  1862  de  magazünen  van  het 
kger  van  Oranl,  ter  waarde  van  4  millioeo  dol- 
lars, verwoest,  en  Oronf.  daaidoor  lot  teiugtcek- 
ken  op  Uem^is  genoodzaakt. 

Holm,  Adait,  een  Duitsch  ondheidVnndige, 
den  8eten  Auguatus  1830  te  LObeek  gebaren, 
atudeerde  te  Leipiig  en  Ie  Berlgn,  werd  vervol- 
gena  leeraar  aan  het  gjntnaaiara  ia  lön  geboor- 
teplaats fst  in  1878  benoemd  tol  hoogleeraar  in 
de  oude  geschiedenis  aan  de  univereiteit  te  Pa- 
lermo  en  in  1878  te  Napeb.  Hü  overleed  den 
3den  Juni  1900  Ie  Freibnrg  in  Br.  Hij  sdiree!: 
,J>e  ethieis  politioorum  Ariatotelis  priacipiia" 
(1351).  J>e  ooo^osilione  fiiadis"  (1853),  „Bei- 


DigilizedbyGoOglC 


HOLH— HOLUORBN. 


taflge  MI  BerkhtigDiLg  dei  Earto  de*  altea  Sici- 
liene"  {1861),  „Oeufaichte  Sieiliens  im  AIt«rtum" 
(S  dln.,  1669—1898),  „Du  «Ite  CaUni»"  (1873), 
,J)ei  dóferi  deila  itórieo"  (1877),  ,J1  riauckmeii- 
to  iUlwno  e  U  Oieeii  utin"  (1380),  „Topo- 
gratU  ftrcbeologie»  di  Siiaenu"  (1883),  „Ori«- 
ehiache  Getehielite"  (4  dtn^  1886—1883),  „Die 
Fieie  and  HMseetadt  Ubeek"  (1000),  beB»Teo« 
met  Sottam  „Knltnigwcliichle  dei  klusÏMlieii  Al- 
teitnou"  (1B97). 

Hoim.  Qtutel  Fndtrik,  een  DeenKli  Qioeii- 
land  leisuKr,  den  Sden  Aagotttu  1840  g«beien, 
•UMD  io  1876  deel  ua  d«  gtoloffiadie  expeditie 
tD  Zuid-Oioenlud,  leidde  ii  188l>— 1881  ean  u- 
efaacoIogiMbe  expeditie  dautaeeo  ta  besMcfet  io 
188S— 1885,  met  Ottrde,  Oott-OiMoUnd,  drong 
in  oemiaki  tot  Anginu^ttlik  (66*  N.  Bt.)  d«»  u 
beetadeerde  «en  nog  «et  bdieodea  Bakimoatui. 
In  18M  leidde  hg  een  expeditie  nui  Oroenland 
lot  het  «fiehten  lan  eea  mieaie  en  een  meteoro- 
lofpeoh  itation  in  de  Tulasikbui  (65*35'  N3r}. 
Ha  lehretf:  „Den  Damlce  Konebude-eiseditian 
tin  OronUndi  Oiikjaf  (1886). 

Holmbe»,  CAn«i«*A«r  Amtraat,  een  Nooieeh 
oiilntelist,  den  lUen  Meert  17B6  ia  het  kerqwl 
Waag  geboren,  ttadeerde  te  Chrittianie  In  de 
theologie,  Terrolgeni  aldiai  en  te  Peigi  in  de 
Ooiteitdie  talen  en  weid  na  ijjn  teiugkeei  leelor, 
in  1B85  boogleenat  uu  ik  nnivenitelt  te  Chiia- 
tiaiia  en  diieeteni  van  itet  Kabinet  lan  munten 
Ml  peoDHigen  aldau.  Rolinbo*  oTerleed  den  ^o 
Apiil  1882.  Hg  eehreef:  „BibeUk  geogiaphie" 
(1628),  ,J)e(eriptio  oinamentaram  sareoram  et 
DDmmoinm  VII  et  IX  saec.  in  dioeceai  NoiTe' 
giae"  (2de  diok  1854),  „NorAe  UaiTeiiJteti  og 
Skole-Anniler"  (8  dln.,  1837—1840),  „De  priiea 
ie  moneUiU  Noivegiae"  (1841),  ,4)as  Uteate 
UttniwBten  Noriregena"  (1846),  „Sanskrit  og  old- 
noifke"  (1846),  „Det  noiAe  aprogi  TtaenUigile 
oidforned"  (1852),  „Naiak  eg  Eelliak"  (\9M) 
en  „Tiaeea  dn  Bnddhiaaw  en  Noiiège"  (1857). 

■olmei.  Roberf,  «en  Bogelach  godgeleerde, 
weid  in  1749  te  Londen  geboren  en  atndeerde 
aan  Winebettei  College  en  New  College  te  Ox- 
ford. <Hg  klom  anel  op  ia  keikeli^e  waaidiglie- 
den  en  werd  in  1804  deken  vaa  Windieeter.  E|j 
ia  in  18D5  te  Looden  oTeileden.  Behalre  dooi 
igne  geacbriften  „The  leanneetion  of  the  bedy 
dedneed  fiom  the  rerairectioii  ot  Cbriet"  (2de 
dirnk  1T79)  en  „Foor  tiacU",  heeft  hg  Tooial 
naam  gemaakt  doet  qjne  bewerking  der  Se^u- 
aginta,  wsaivan  hg  alle  bekende  handachiilten 
en  oitnvea  «eigekek,  aJle  aaidialingen  nit  de 
keikiader»  lenamdde,  en  aHe  bronnen  Tan  an- 
dere fertalingen  reeonitrnecrde.  Dit  werk  weed 
in  142  deelen  in  de  BodleiubibUotbeek  te  Ox- 
ford gedeffoneerd.  Het  i>  door  J.  Pattont  Toltooid 
en  Tenchenen  ala  „Tetua  Teatunenlom  Oraeee 
enm  *ariia  leetieoibut"  (1798—1827.  5  dln.). 

KobnM,  Olmr  Wendellt  een  AJoerikunieh 
dichter,  den  29rtea  Angnatoa  1800  te  Cambiidge 
in  Hassachnaelta  gtbonn,  iladeerde  eerst  in  oe 
lecbten,  Tenolgens  in  de  geaeeaknnde.  veitoefde 
eenige  jaren  te  Parga,  «eatigde  lieb  in  1865  ala 
arte  te  Boatoo  en  weid  in  1839  aan  het  Dart- 
moDtb  College  en  in  1847  aan  de  Haivaid  Uni- 
feraitThoogleenar  in  de  anatomie  en  phjiiolo- 
gie.   Hg   orerleed   den   7den    Oetober    1894    te 


Boston.  Zgn  wetentdui^wKike  aibeid  werd  in 
1333  ale:  ,JIedkal  eaaavs'^  nLtgegeven.  Reedi 
in  1836  had  bg  een  bundel  „Poema"  (2de  dink 
1343)  in  het  licht  gegeven  ea  lervolgena  var- 
aebenen:  „Unnia"  (1846),  „Aatiaea'*^  (1850), 
„Songa  in  mtnj  keji  (1861),  „Songs  ot  manv 
seasoD*"  (1874),  „The  iron  gate  and  othei  po«na" 
(1830)  en  „Betcie  the  earfew"  (1888),  de  lomaai 
„Eleie  Venner"  (1861),  „The  gnaidiao  angel" 
(1368)  en  ^  mortal  antipatliy"  (1885),  de  leei 
beroeóide  eaaaja  „The  antoerat  at  tbe  breakfoet- 
table"  (18S7),  ,^  piofeaaor  at  the  breaktaat- 
table"  (1860),  „llie  poet  at  tbe  breakfaat-tabk" 
(1873),  „The  aew  Mitlotio"  (1885)  en  „(her  the 
teaenye"  (1880).  Verdet  tehieef  hg:  „Sonndlnga 
from  the  Atlantie"  (1864),  „UedianiMn  in  tboaght 
and  niorab"  (1870),  ,jcha  iLothiop  UotW" 
(1878),  „Pagea  from  an  old  Tolixne  ol  life" 
(1383),  „Ufe  of  S.  W.  Emenon"  0884),  „Oni 
bnadred  daji  in  Eniope"  (1887),  ^jDorotliy  Q." 
(1892).  Zdq  Tenamelde  weiken  Tenchenen  in 
1893  (13  dln.). 

HoImèN,  Auguit»  Mary  Amt,  een  Franache 
companiste,  den  lOden  December  1847  te  Parüi 
geboiea,    tiad    leeda   op   jengdigan   leettgd    ala 

Eiuijfte  op  en  stadeeide  ^Tervolgena  eompoeitie- 
jj  Lamberl,  Klote  en  OUar  Fmek,  Z|j  idirerf 
de  o^ra'g  „Heio  et  Leftnder"  en  „La  moatagne 
noire'  (ISSS),  ajmpbonirtn  en  andeie  oriüst- 
weiken  en  liederen.  Zg  OTeileed  den  28aten  Ja- 
nuari 1903  te  Pa^a. 

Bolmss,  WiUiam  Henry,  een  Affierikaaaaeh 
arcbaeoLoog,  den  Isten  Deeeinber  1846  te  Harrj- 
aon  Conntj  in  Ohio  geboiea,  bezocht  in  1870  het 
He  Nedj  Norman  College,  waa  daarna  werk' 
laam  ala  leeraar  en  werd  in  1872  aangesteld  all 
gedoog  bg  de  .,Oaologieal  and  Oeogiaphical  Set- 
vej  of  the  Teiritoiiea  .  Hg  nam  den  aan  de  ex- 
pedities «an  Hmden  en  Poviü  en  be»rgde  voot 
oet  giooUte  gedeelte  de  illastiatiea  tooi  de  naar 
aanleiding  van  deie  expedities  nitgegeren  wer- 
ken. Hg  beiorgde  o-a.  teekeningen  voor  den  atlaa 
Tan  de  „Oiand  Canjon"  (Uonegiaphie  2  Tan  de 
„U.  a.  Geologieal  Snnrejl.  In  1881  werd  BiAimm 
chef  Tan  de  „DiTiaion  of  illnatiations"  Tan  de 
„Survej"  ea  in  1882  deed  bij  een  arebaeologisebe 
atndieieis  in  Ueiico.  In  19C^  werd  bj)  diiecleni 
Tan  bet  „Baiean  of  American  EtbDolog;.  Zjja 
atndiBn  otot  archaeologischi  ondei werpen  ign 
Teiacheoen  in  de  ,,AnnaaI  Bepoita"  fan  genoemd 

H«lin«*-Uobt  ia  een  lidit  aan  een  teddiogt- 
boei,  dat  «ichielf  ontateekt. 

BoliDSivii,  Aiarik  FrüUol.  een  Zweedach 
pbjeioloMF,  den  22sl«n  Odobei  1631  Ie  Asea  ia 
Veatra  N7  (OeatergStland).  geboren,  studeerde 
Tan  1850  tot  1861  te  Upaala  in  de  mediennen 
ea  b^;af  licb  Teivolgent  4iaar  bet  buitenland.  In 
1864  lag  hg  ii<^  benoemd  tot  hoogleeraar  in  da 
pbyaiok^ie  te  Upaala.  Hg  deed  tea  deele  baui- 
Diaende  ondenoekin^en  OTer  de  atroomen  Tan 
bet  BetTÜes.  elementajre  kl en raan doeningen  otci 
electiiaehe  stroom wieaelingen  ran  werkiame  apie- 
len  en  speciaal  ot«i  kteuienblindbeid.  Zgn  po- 

S'ogen  om  het  q)oarweg-  en  sebeepsTeikeer  te 
'Teiligen  dooi  een  nanrtemig  eoderioek  dei 
oogen  Taa  bet  pereoneel  vonden  giooten  hg  val. 
Ook   gxerde  hg  Toor  de  gTmnaatiM  bg  de  op- 


DigilizedbyGoOglC 


HOLUOREN— HOUrTBIN. 


voeding  der  jeofd.  Tan  irm  Uirgke  {«dmAdii- 
dige  ges^citten  liJD  de  ,^tad{lQ  o^ei  d«  klea- 
lenbliodheid"  (1S74— 1880]  b«t  meeit  belifDd. 
Ook  leveide  bjj  in  1882  een  bundel  „RedeToerin- 

5 en  en  sedidtlen".  In  1889  stichtte  hg  het  ,^nn- 
innvigme  Airbiel  tooi  Pbysiolt^ie".  Hg  om- 
leed  Ie  UpsaU  dea  Mden  AuguBtna  1897. 

Bolmlnni  ><  ^n  lelduKn  vooikixnend  ele- 
ment. Tegelijk  met  andere  leldzame  elementen 
«OTdt  htt  MUgetrothn  in  de  tnineraleneeriet, 
gtdoliniet,  enieniet,  oitfaiet  enz.,  die  in  Zweden 
en  op  GioenUDd  worden  gtfonden.  Zon  ttoota- 
gewi^t  iB  168,5  en  het  ehenusehe  ïjnwool  Ho. 

Boloo&nQina  i«  een  gtsUdit  van  lecvis- 
aehen,  beboorende  tot  de  familie  der  Beacbobd- 
TÏnnigen  (Sqitamipinmei,  cie  nldur), 

Boloo*ph&i*n  (Okimaeren  ot  Spookvü- 
êehe»),  een  der  beide  onderorden  van  de  fcra^- 
beenTJiMben.  Zie  Terdei  Visteken. 

Bolotemss  waa  volgeni  het  apoeiiete  boek 
.Jaditb"  een  veldbeer  Tsn  den  ^Bjiiaohen  ko- 
ning Sebukadnetar.  Qn  bel€gerd«  d«  ttsd  Bethn- 
lia  en  werd  op  TerTaderlgke  wöie  gedood  door 
Judilk  (th  aloaar). 

Bolonftflsoh  el  olorrkliBoIi  t«cta- 
insiit'  Zie  TBMlamenl. 

BeloctiDiii.  Zie  Heelhetn, 

HolotbarUn.  Zie  ZtekotnkowMert. 

BoloxrUsn  ia  een  ipiingttol,  beelaMtdeuit 
kaliialpeter.  haDttko<d  en  laagiel,  ig  heeft  min- 
dei  nitweiking  dan  bnikinit. 


wordt  ter  bepaling  van  binnenmaten  ran  vcor- 
werpen,  bjJT.  vm  (jliodeis, 

Bolpnti  ia  een  werktuig,  d^  gebrnikt  wordt 
cm  koppen  aan  klinknagela  en  bouten  te  maken. 

Botobcek^nn'  «m,  een  BelgisA  geoeei- 
fcandige,  in  1629  te  Binaael  eraren,  etndeerde 
aldaar,  promoveeide  ei  in  1853  op  een  diaaerta- 
tie,  getiteld  ,,Vons  ne  toerei  paa.  De  Vavoite- 
ment  piOToqué"  en  bleef  in  ign  geboortestad 
gevestigd,  waai  hjj  ala  aimendoctoi,  als  efairarg 
aan  bet  Eotpiw  Sainte  Geitiade  ena.  werkzaam 
was  en  in  September  1879  overleed.  Tan  van  ge- 
schriften vermelden  wg:  „CompeDdiom  d'électri- 
eité  mJdieale"  (1860),  .J^e  mMeein  de  la  familie" 
(1860),  „Traite  d'anatooue  deseriptive,  phTsiolo- 
gique  et  pittoresque  li  1'atage  dei  arti*t«<  (1861), 
„Le  médeeiD  de  TouvrieP'  (2de  drnk  1862), 
„PrCcis  dliygiène  et  de  ro^decine  navalet  &  Tiiaa- 
ce  des  gens  de  met"  (1861).  „L'indDatrie  dentel- 
lière.  Etude  anr  la  coDditian  phTstqne  «t  morah 
dn  ooviJères  en  dentellea"  (1862),  „Code  m«di- 
cal  beige  d'aprèa  les  doeuments  ofticiels"  (1863), 
„Lettres  sni  le  magnetisme  animal"  (186S),  ,Jd 
danie  des  tables  et  les  esprits"  (I86S),  „Des  pa- 
lalysies  et  de  leur  tiai lemen t  pai  Vélectrieité  lo- 
ealiBée"  (1868),  „Eiatoire  de  rbospice  des  vieil- 
larda  de  Sainte  Qertiude  de  Bruielles,  suivie  de 
quelqnes  léflexinnt  sur  les  maladies  de  la  vieil- 
lease^'  (1864),  „La  guensoD  de  la  goutte"  (1865), 
„La  législation  bel^  k  Tégaid  des  aliénéi.  Tade- 
mecnm  des  médecins  et  dea  juriBconsnltes"  (1867), 
„De  rinflnenee  in  dioKia  dans  la  produetion  de 
la  folie"  (1868),  „ün  mot  aor  le  cancer  dn  sein" 
(18S8),  „Etude  sar  la  fotie  an  point  de  roe  médi- 
cal  et  jaiidtqne"  (1869),  „Soavenira  de  la  gnerie 


fianco«U«nan<le.  Considéiations  an  point  de  *ue 
hospltaliei  et  ^irorgieal"  (1872)  en  „Tiaité  pia- 
lique  des  maladies  dn  lan^x  et  de  la  poitrine 
tiïtt  le*  enfants"  (1873).  Ook  redigeerde  hg  d« 
„Annalet  de  réleeMeit<  médieah",  behoorde  tot 
de  stichten  der  Belgisdie  vereeniging  „La  oraix 
ronge",  beiorgde  de  uitgave  van  het  tüdsehrift 
van  dien  naam  en  maakte  liefa  in  den  Fiansdi- 
Dnitaehen  oorlog  wei  veidienstelgk  jegens  de  ge- 
wonden, die  in  bet  barakkenlaaaret  te  Bmasel 
waieo  ot^nomen. 

Bolst,  H<nu  Peter,  een  Deeoieb  diditer,  den 
23aten  Octobei  1811  (e  KopeiüiageD  geboren,  waa 
van  1836  tot  1861  leeraar  aan  een  esdettensdiool, 
van  1859  tot  1860  ook  redactevr  dei  „BeiliD{;^e 
Tidendo",  sedent  1675  diamatai^  van  den  Ko- 
ninklijken Scbo4iD<)ur^  CQ  overleed  den  Slite* 
Uei  1893.  NaMn  maakte  bg  het  eerst  door  ma 
elegie  op  den  dood  van  Fredtrik  VI  (1830).  De 
bandels  „Ude  tx  HjetnoM"  (1842)  en  „Den  lille 
(7de  drnk   1389]  verlioogden  lijm 


man  tik 
eotienen 


'erder  seiit«ef  bg  bödrt^m  ia  „For  Ho- 
og fiistoite".  Ziin  „Udvalgte  Digte"  vei- 
in  1874,  de  .^ilkbel^gte"  in  1864, 
agn  „Udvalgte  Skrifter"  in  1887—1888  (6  dlo.). 
Bolat,   UirmoH*   Edvard  von,  een  I>nittcéi 

Sesebiedkandige,  den  19deD  Jnni  1841  te  Pellin 
jglland)  geboren,  stadeerde  te  Dorpat  en  le 
Eeidelberg,  en  begaf  xieh  in  1867  naar  Nooid- 
Amerika,  waar  hg  alB  oorrespondent  van  de  „KSL 
nisehe  Zei  tong"  en  mederedacteai  van  het 
,  rDeatach- Ameruc  a  n  i  sches  Kon  t  ersations-LexI  koa  " 
werkiaam  was,  In  1872  werd  faij  bnitengewoon 
faoogleeraar  te  Freibnw  in  de  Breisgaa.  Van  1892 
tot  1899  wa*  bü  te  Chicago  ala  hoogleeiaar  werk- 
zaam, doch  in  1900  keerde  hg  naar  Fieitniir  te- 
lu^,  waai  hii  den  20Blen  Janoari  1904  oierleed. 
Wti  Tcrmeldeo  van  hem:  „Teifassnng  nnd  Demo. 
kratie  der  Vereinigten  Staalen  von  Nordunerika" 
(1873—1891),  een  si  andaard  we  ik,  de  hiwiariehi 
„Jobn  C.  Calbonn"  (1862)  en  Jotm  Browne' 
(1888)  en  „The  Fiendi  Itevolntion  teatad  fag  lïi- 
rabeaa't  earaer"  (2  dln.,  1894). 

Bolst,  Hevroow  ff.  Roland  gebaren  Van  der 
Sehalk  den  34aten  Deeetnber  1 969  gwbeien  en  m- 
deit  1896  sehtgenoofeTandenheeiR.  N.  Rolmd 
HaUt,  knnstMAilder  te  I^ren,  is  sedert  1896  M 
van  de  sociaajdemoeiattsehe  arbeideimitU  u 
sedert  1897  medeiedactriee  van  het  tadseniift: 
„Nieuwe  tgd".  Na  k  1910  de  S.  D.  A.  P.  verla. 
ten  te  hebben,  stichtte  ig  in  1915  met  «enig* 
andere  radicale  aoeiaal-demociaten  bet  Revoln- 
tionnair  Sodaliatisch  Tetbond  (spoedig  herdot^t 
in  Rev.  Soc.  Vereeniging),  welke  organisatie  lieh 
in  April  1916  oploste  in  de  sedert  1909  beataasde 
Sociaal-Demoentisefae  Partg  (S.  D.  P.).  Haar 
Toornaamsle  geschriften  xgn:  „Sonnetten  en  ver- 
len  in  leninen  geiehreven"  (1895),  „De  Nieuwe 
Oeboort"  (1902),  „EapiUal  en  arbeid  in  Neder 
Iknd"  (1902,  3de  druk  1909).  „Algeawene  werk- 
staking en  «oei  aal  democratie"  (1005).  „Opwaart- 
sehe  wegen"  (1907).  ,S>v  opstandelingen"  (1910), 
„Thomas  More"  (1912),  „Het  Peest  der  Oedaeh- 
tenii"  (1914). 

Bolstein  (ne  de  kaarten  bg  Didüek*  Mk}, 
een  voormalig  hertogdom,  vormt  thans  bet  Z.  oad 
der  PmitiKtie  provincie  Bleeswgk-Holitein  (an 
aldaar),  dat  de  Eider  en  het  Eaiaei-WUbrimk»- 


DigilizedbyGoOglC 


HOIiSPEIN— HW.TEI. 


A13 


nul  TSQ  het  Toonoftlige  heitogdom  Blseswöik 
■dieidt. 

OnutieekB  800  komt  HuIeteiD  het  eerat  in  d« 
geMbiedeDit  foor.  H«t  wm  toen  ïd  vier  gouwen 
Terdeekl,  Dithmanehen,  Holstein,  Stonnarn  en 
Wogrie.  Nadat  Karel  de  ÖrooU  gtiietl  Sakuia 
onderworpen  had,  bedwoiw  bij  ook  Noord-Elbin- 
gii.  WaeriS  liet  hjj  aan  de  SÜtTitche  Obotrieten, 
*qn  bondgenooten  teeen  de  Saksen,  die  hnn  hoofd- 
stad Oldenbmg  weldra  tot  een  Uoeiende  han- 
delsplaats maakten.  Daarentegen  waien  de  andere 
drie  gouwen  aan  de  Franken  onderwoqMn.  Ka- 
vel d»  OtooU  bouwde  in  800  den  burcht  op  bet 
Eaeiveid  aan  de  StGr  en  italde  twee  maiten  in, 
«en  tégen  de  Dena  en  een  tegen  de  Wenden.  Alle 
pogingen  ran  het  CSuiateDdom  in  WagriB  in  te 
Toeien,  mlalnkteo,  irili  weid  na  den  dood  Tan 
K»oet  Lmeard  (II31)  het  heidendom  dau  nog- 
tnaala  ingeroerd. 

De  drie  ftodere  HoUteiDsehe  ganwen  roiiDden 
een  deel  fan  het  bertogdon  Bakten;  Ditbmv 
•cben  behoorde  tot  het  fiakbehap  Stade,  waar- 
nede  het  aan  het  aaitabiadem  Hamburg-Sr^Mn 
kwam,  terwijl  de  andere  onder  eigen  graven  ston- 
den. De  SatMtehe  hertog  Lotkarvu  schonk  dit 
ambt  in  1110  aan  AdoU  I  van  Schauenbitrg  (t 
1128),  den  staoiTader  van  een  bloeiend  Toreten- 
wslacht.  Onder  J^doU  U  (1128—1164)  werd 
WagriC  veroverd  en  bekeerd  eo  eedeeltelük  met 
koloniaten  uit  Friesland,  HDllaoJ  en  Weattslen 
bevolkt.  Adoit  lil  (f  13^)  kre^  ook  Dithmar- 
aében,  naai  b^  weid  dcor  de  Denen  gevangen 
genomen  en  moeit  in  1208  ign  vinhtid  door  af- 
stand daanui  te  doen,  lAoqwn.  Nu  behoorden 
•lle  vier  HoIateioMhe  gonwes  lot  het  Jxfi  van 
Watdanar  II  en  eeist  na  20  jaar,  toen  deie  door 
graaf  HmiriJt  nm  Sehverin  wat  gevangen  geno- 
men, kon  Adoll  II  het  bestuur  weet  aanvsajrden, 
dat  fa$  bebield  na  dea  fcesUsaendeD  slag  b|j 
BoinhOved  (22  Juli  1227).  Dlthmaischen  kwam 
eebtet  weer  a«i  Bremeo.  Het  eiland  Fehmarn,  in 
1248  door  de  Denen  veroverd,  kwam  eerst  in 
1826  als  Deenscfa  leen  san  bet  HoUteioGefae  Huis 
terug.  Adclf  IV  overleed  in  1261  en  na  ign  dood 
ootstonden  er  vjjl  tynen,  waarvan  ei  S  editer 
weei  spoedig  nïtati  erven.  De  Rendsbnrger  en 
Sehauenbniger  l|}nen  bleven  tot  1459  en  I64D 
bestaan.  De  Isslsle  beut,  'befaalve  bet  stamgraat- 
acfaap  aan  de  Wexer,  sledits  een  deel  van 
Stonnarn;  bet  overige  behoorde  aan  de  earete,  die 
jn  1S86  ook  nog  bel  beitwdom  Sleeawijk  kreeg. 
AdoWt  doehUi  MeeUküd,  hnwde  in  1237  met 
hertog  AM  «tn  SlMt^k,  die  later  (1250—1252) 
ook  koning'  van  Denentaiken  was.  In  de  daarop 
Totgende  oorlogen  om  het  hertogdom  Sleeewp 
booan  de  Eolstelnidie  graven  den  hertogen  ge- 
lokktg  bUitsDd  tegen  de  Deensche  koningen.  Bo- 
tendien  wisten  lü  loowcd  in  Sleeswïjk  als  in  De- 
nemarken, lich  in  het  beiit  te  stellen  vsn  oitce- 
■tiekte  bexittiogen.  Zoo  werd  bet  Deensche  Rqk 
'  gdieel  opgeloit;  ten  slotte  beeriehte  dsai  gruf 
Gtrkard  l,  de  Oroote  (1304—1340)  oabepeikt.  Hj) 
benosmde  i^n  aeal.  den  minderjarigen  hertog 
WMemar  «m  SUtèvvk,  tot  koning  en  regeerde 
all  diens  voogd  over  Deoemerken.  Tevesi  kreeg 
hji  hel  hertogdom  Sleeswök  als  «rtelijk  leen.  Ka 
R'aMflNor'i  atsUnd  in  1330  gaf  Oerhard  hem 
Slesswjjk  terug,  maar  verkreeg  voor  lieb  en  i|pi 


nakomelingen  de  belofte  ertgeaaam  t«  tallen  wor- 
8en,  indien  het  geslaefat  mocht  uitsterven.  In  1S40 
werd  Oerhard  vermoord.  In  1375,  by  den  dood 
van  Hendrik^  kwam  Sleeswijk  aan  de  graven  van 
UoUteiu.  (Zie  verder  Sleetwijk-Holttan), 

Holstoln-Iittdreborc  Ludwii;,  een  Deenscfa 
stsalemsn,  den  lOden  Juni  1839  geboren,  werd, 
nadftt  faij  tndent  lijn  «eihlyf  te  Rome  tot  de  R.- 
Katholieke  Kerk  was  overg^aan,  in  1B72  geko- 
xen  tot  Md  van  het  Folketing.  Aanvankelijk  be- 
streed hij  de  ministeiG,  die  tot  de  nationsal-iibe. 
ralen  buioorden,  mau  voegde  lich  niet  bij  een 
bepsalde  psrtq.  Eerst  later  nam  hij  plaats  aan 
de  linkecigde  en  bevond  zich  weldra  aan  bel 
hoofd  eeoer  gematigde  fractie  van  deie  part^.  Als 
president  der  budgeteommiseie  behoorde  hg  jaien- 
laog  tot  de  meest  gevreesde  tc^ienslanderi  vsn 
het  ministerie  Eetruf,  kgde  echter  in  1890  xijn 
maodast  neder  en  vestigde  *ieb  metterwoon  m 
Freiburg  (Zwitserland).  In  1900  wss  bu  korten 
Ijjd  preii(knt^ntniit«r.  Van  süu  geichiiiten  noe- 
men wS:  „Eva^^sk-httherafc,  ea  Da^tir  Bé- 
stemmelse"  (1872)  en  ,J)et  torenede  Venatie  1 


.  CkriMlm  JohaiHt,  «en  Piotei- 

tanticfa  godgeleerde,  den  Sisten  Haart  1BS5  te 
QDsItow  in  MecUeidMirg  geboren,  studeerde  te 
Leipiig,  Berlijn  en  Rostock  in  de  godgeleertteid 
en  lettereD,  werd  in  1852  leeraar  aan  de  atadt- 
school  te  Rostodc  en  Jn  IS70  buitengewoon,  in 
1871  gewoon  ho<«leerasr  in  de  IbetdogK  (e  Bern. 
In  1876  vertrok  hg  ais  loodanig  naar  Held  elberg, 
waar  hü  den  26elea  Jannari  1897  overleed.  Van 
ign  geschriften  vermelden  wn:  „Zum  Evsngelinm 
des  FsnluB  and  Petrus"  (1368),  „Uolertuebung 
flber  den  Brief  sn  die  PbilkmeoaieT"  (1875),  „Das 
des  Psuks"  (1880—1898.  3  dlo.). 
tprflnglicfaen  wxii  nnfeschriebenen 


Evangeli-a 


..- — , — „ jngei 

Evangeliën"  0883),  „Die  qmoptische 
lien  nach  der  Foim  thres  Inhalls" 
qtrung  und  Weien  der  Keligion' 


der  ï'orm"th'res'lnlïali;"  0886)  «"jSr. 
-  —  -     -  -jion"  (1886). 

HoitAl,    Karl  von,  een  Duitscb  dicfatei  en 


HoltAl,  Kofl  von,  een  Duitscb  dicfatei  en 
schrijver,  den  24sten  Janoaii  1798  te  Breslan  ge- 
boren, trad  in  1815  als  vrgwillifer  in  dienst  bg 
het  Pruisische  leger  en  studeerde  na  den  vrede 
van  Parjja  in  ign  geboorteplaats,  Weldra  echter 
volgde  by  lün  neiging  tot  hel  tooneel  en  ïo  1819 
öebuteeide  hg  als  Morlimer  in  den  schoowburg 
te  Breslau.  Ia  IS21  trad  hg  in  het  buwelgk  met 
de  gevierde  looneelkonstenaree  Lttüe  Rogée  en 
weid  te  Breslau  als  secretaris  en  tooneeldii^ter 
bg  den  sdionwburg  g^laatst.  Daarna  begaf  hy 
zich  naar  Berlijn,  waar  ign  vrouw  zich  asn  den 
k<HiinklJjken  suouwfaurg  verbond,  en  vervaardig- 
de er  „Die  Wiener  in  Berlin"  en  „'Die  Berliner  in 
Wien"  welke  met  grooten  bjjvsl  weiden  ontvan- 
gen. Nadat  bg  ign  «chtgenoote  verloren  had 
(1825),  verbond  hn  lieh  aan  het  KOnigEUdter  too- 
neel  en  leverde  daaraan  ondencbeiden  «takken, 
o.  a.  ,J)er  Alte  Peldhen"  en  „Lenore".  Tevens 
legde  bjj  „Schlesiiehe  Qediohte"  (1830)  lei  pei- 
ie  en  hield  vootleiingen  over  klsuieke  trenr-  en 
blgapelen.  Met  liin  tweede  vrouw,  geboren  EtAt- 
htehtr,  veiöond  hij  licb  t«  DanDsladt.  In  1830 
keerde  hü  weer  naar  Berlgn  terog.  Hier  lehreet 
hü  ,J]as  Trauerapjel  in  Berlin"  en  leverde  aan 
Gldser  den  tekst  voor  de  open  „Des  Adlen 
Horit",  teiwijl  h^  tooi  Ludvig  Devrienl  bet  too- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


H(»>TEa— HOLTinS. 


neelepel  „T)a  dtimnie  Peter"  Tenaudlgde.  In 
1888  nant  hö  het  beriait  lelf  wedar  i>p  te  treden 
en  sefareel  ten  briioeTe  eenei  knnstreiB,  welke 
hü  met  ign  rroaw  wiMe  ondernemen,  e«n  untal 
kleine  kluchten  en  roerende  tooneelspelen,  tu 
welke  imonderheid  „Lorbeerbawtt  nnd  Bettel- 
itab"  (ook  in  ons  luid  onder  den  titel  .Jjanrier- 
boom  en  Bedelstar'  opKToerd)  en  „fibaJieipeftre 
in  <3er  Heimat"  oittitiMig  wei^  totgejnidit.  Na- 
dat fag  Ttn  1S37  tot  1839  den  aeboawbnrg  te  Ri. 
ga  bettoTird  h»d,  waarin  bg  xgn  tweede  Trouw 
lerloor,  Terkeetde  hg  op  Teriehilleode  plaatien, 
totdat  hg  bet  bestanr  van  den  M^onwbarg  te 
Breslan  op  tieb  nam.  DocA  ook  dit  legde  h^  vtA- 
dra  neder  en  TMtiffde  iteh  te  Orai,  terwgl  hq 
nn  en  dan  reiien  deed  door  geheel  Dnitwhland. 
I«leT  echter  keerde  hg  naar  ign  geboorteplnata 
tamg.  Hjj  oTerleed  den  12d<n  FebraMi  1880.  In 
lijn  ,3riete  ans  nnd  naeh  Orafenort"  jl^l)) 
,.Vier»g  Jahre"  (2  dln.,  4de  dmk  189»)  eo  ,Jfoob 
ein  Jahr  in  Sehleaien"  (2  dln.,  4de  dmk  1864) 
tcbiMert  hy  den  tcKituid  Tan  het  tooneel  in  ign 
tgd.  Van  ign  TMnant  noemen  wg:  „Die  Vaga' — 
den"  (4  dln.,  5de  drok  1894),  „CfariatiMi  La 
[etl"  (5  dln.,  4de  drok  1873),  ,^iD  Sehneider'-  (8 
dia.,  2de  dnik  1858),  „Noblesse  oUige"  (S  dln., 
2de  dmk  1S62),  .J)«r  EMlsfrCMer"  (3  dln.,  1860) 
■,Der  letite  KomSdiant"  «n  ,3an>  Treatteio"  <8 
dln.,  1866).  Ze  lön  met  iga  „Criminalgesefaidi- 
ten"  en  ,jCleine  EnlhlanKen"  ook  in  ign  „Er- 
ithleude  Sefaritten"  (89  dhi.,  1861—1866)  opge- 
nomen. Zgn  gedichten  verKbenen,  bcbaWe  in  (' 
reedi  genoemde  bnndela,  nog  in  „Dentaehe  Li. 
der"  (Sde  dwk  ISMt),  „Charpie"  (1866),  „Kö- 
nigilieder"  (ISTO),  ,^achtlese,  ErUhlDDgen  and 
Pltndereien"  (8  din.,  1871),  „Am  Grabea  Rande" 
(2de  drah  1876)  en  „POratbiwlMf  and  Tan- 
bond"  (1882). 

Boltsn,  een  gemeente  ia  de  orovineie  Over- 
geel  6246  H.A.  groot  met  (1915)  8408  inwoneta, 
wordt  begrentd  door  de  Oerjiaelsebe  gemeenten 
Batmen,  Di^enreen,  BaaJte,  Henendoom.  Rgeen 
en  Marketoo  en  de  Qeldetacfae  «meenten  Oereel. 
Tot  1SS9  maakte  BoHen  met  de  gemeente  Bat- 
men een  gebeel  nit  BehalTe  het  dorp  Holten 
berat  de  gemeente  nog  eenige  buarten.  De  bo- 
dem beitaat  hoofdiakelgk  nit  dilnfiaal  land; 
naar  de  ijjde  Tan  R^md  treft  aten  howieen  en 
tanga  de  Schipbeek  beekbeiinking  aan.  Het  noor- 
delgk  deel  der  gemeente,  dat  nog  faeideTelden 
herat,  tl  leer  henTclaebtig.  De  inwon  era  honden 
iich  bezig  met  landbouw,  wererg  en  steenbak- 
kerij. 

Het  dorp  Holten  ligt  aan  den  Toet  Tan  den 
Holterberg,  aan  het  vereen igingspnnt  van  de  we- 
gen Raalte — Hengeloo  en  Deventer — Rgsea  en 
aan  de  ^loorlnn  Deventer — Almeloo. 

Boltlos,  akolaai,  een  Nederlandaeh  godge- 
leerde, in  het  laatst  der  17de  eeuw  geboren,  werd 
predikant  te  Kondekerk.  Hf  was  een  ^verig 
voorstander  van  de  reefatiinni^  Dordtsche  leer. 
Dit  bleek  nit  «gn:  „Dissertationutn  thedogica- 
mm  varii  argntnenti  taseieulus"  (1732).  Ook 
stelde  hn  in  ign  „VcAaodeling  tm  de  rechtvaar- 
diging door  het  geloof*  dit  laatete  voor  als  een 
gevolg  van  het  eerste.  In  1753  verBchenen  van 
flMn  en  Comrie  de  ,Jlerste  samenspraken"  van 
het  werk  „Biamen  van  beX  ontweip  van  toleran- 


I  tie  om  de  leere,  ia  de  Dordreditaehe  Sjnode  aniM 
1619  Tastgestcid,  met  de  Teroordedde  leere  der 
Remonstranten  te  vereenigen  enx.",  dat  ten  doel 
had  de  hoogleeraren  AUtetü  en  SekuUev  vso 
ketterij  (e  besefanldig^.  In  1759  verscheen  het 
10de  stak  van  dit  .^lamen",  doch  daar  in  de 
voorrede  de  n^edaehlenis  van  /.  wnt  <toi  Boiurt 
gesmaad  werd,  gevoelden  curatoren  der  Leidsehe 
boogescbool  tic£  gekrenkt,  en  HoUiui  ontving 
op  last  der  Staten  «en  ernstige  waarsehnwing 
van  den  raadpeasiontris.  Tevens  werd  het  vit^ 
ven  van  naamlooie  gesehriften  van  eodsdlensti- 
ffen  iahond  verboden.  BoUhu  overleed  op  igo 
DuitenTerbltir  Eerkruat  te  Eondekerk  den  lOdeo 
F«4>raari  1778,  nadat  hg  in  1757  emeritus  ge- 
worden was.  Behalve  vennelde  geaehriften,  heeti 
men  vm  hem:  „Godgeleerde  Terhaodeling  over 
bet  Mtreeit  geloef  eni,"  (1747),  „V«i1iu)delii« 
over  de  ampten  van  den  Zaligmaker  en  deiteln 
lalTJngen  tot  die  aabten"  eni. 

RrAtiMs,  Oatkarmw  AdrioMui,  een  Nederiandicli 
rechtsgeleerde  en  acfaterkleiinoon  Tan  den  voor- 
gaande, den  ISden  Octdwr  1786  te  Eoudekatt 
geboren,  verloor  reeds  vroeg  sgn  vader,  naar  ge- 
noot van  1^0  moeder  en  van  ign  atiefvader,  den 
predikant  8*e«ig\iAt,  een  nibmintende  opvoeding. 
Hg  beioc^t  de  scholen  te  Leiden  en  te  Heusden, 
en  werd  op  een  notariskantoor  geplaatat.  Lust 
tot  de  ttndte  echter  was  «onaak,  dat  hH  tiefa  op 
de  onde  talen  toelegde  en  lich  in  1808  naar 
Utreeht  b<^f,  waar  hg  onder  Fm  Seiui»,  Ds 
RAoer  en  Amixettiu»  in  de  rechten  atndecrde. 
Nadat  hg  in  1S1 1  gepromoveerd  was,  vestigde  hQ 
zich  als  advoeut  te  Zierikiee  en  werd  er  lid  van 
bet  etedelgk  betinur.  Ia  bet  volnnd  Jaar  ging 
bg  als  griffier  bg  het  vredegereent  Ba«r  Lo«wn 
aan  de  Vecht,  doeo  vertrok  in  IS14  als  bewa*rdei 
van  favpotheken  naar  Amersfoort.  Td  1815  trad 
hij  in  het  huwelgk  met  Ceeilia  de  Bmeys,  en  toen 
haar  broeder  als  hoorieeraar  van  Deventer  naar 
Utrecht  vertrok,  werd  hij  dient  plaatsvervanger 
en  aanvaardde  aan  het  atheoaenm  ijjn  betrekking 
met  een  „Onktlo  de  literamm  atndio  imprimia 
Qraec»rnm  enm  Jnri  graden tia  eonjnngendo". 
Toen  hjj  er  2  Jaar  gedoceerd  had,  Trocg  en  ont- 
ving hg  verlof  om  te  <MttingeB  de  lessen  te  gaan 
faooren  van  Öuilav  Hugo.  Niet  lang  daarna  werd 
hjj  benoemd  tot  faoogleeraar  te  Groningen,  waar 
hb  een  oratie  uitsprak:  „De  jnrs  praetorio,  eom 
apud  R(»nanos  tum  spud  Anglos  ad  Jns  eivlle 
supplendum  et  emmdandum  ^)tlBaimo  .  Nanwe- 
]g«s  een  jaar  later  werd  h^  te  Lenven  beroenen 
en  hield  er  in  1823  i|jn  intreerede;  ,J>e  Jnris  Ro- 
msoi  studio  etiam  post  renovatnm  Jus  nostrom 
levibus  pemeeessano".  Gedurende  qn  veriilgf 
aldaar  deed  hQ  reiien  naar  Parijs  en  Londen,  be- 
locht  in  1825  Dnitsehland  en  vertriA  in  Juli 
ISSO  met  verlof  voor  een  jaar  naar  het  bniten- 
land.  Toen  hp  Bern  bereikt  had,  ontving  hQ  de 
t^ing  van  den  Belgischen  opstand,  de«b  lette 
ign  reis  naar  Italif  voort  en  beiocht  Milaan,  Pt- 
ssj  Bologna,  Ravenna,  Oeoaa  en  Florenee,  waar 
hg  sieh  in  de  boekergen  <^hield  en  vooral  de  llid- 
deleenwBche  atadBreéhten  opspoorde.  De  vradit 
daarvan  was  „Verhandeling  over  de  voortduring 
van  het  Lotnhardisohe  recht  in  ItaliB  ent."  (1836V 
Te  Verona  trok  het  nieuw  ontdekte  haBdsehritt 
van  Qajuê  ijjn  aandacht,  en  toen  hü  in   1831 


DigilizedbyGoOglC 


de  Paatchweek  te  Bonifl  doorbnclit,  kiteg  bi  b«- 
lieht,  dat  faq  uu  it  leditigeleenie  faealteit  te 
ütreébt  wat  loegeTix^d.  In  1884  beioeht  fag 
Hamburg,  wees  een  beioep  naai  de  nDivertiteit 
fe  BniBtel  van  de  band  en  werd  in  ISEtS  tot  ee- 
wooD  hoogleeraar  benoemd.  In  dat  jaai  wai  tig 
tereni  reetor,  en  bj)  legde  die  'betrekking  neder 
met  een  oratie:  „De  liberaliUte  majomm  noitro- 
rnm,  qnae  aesdemiia  institnendit  angendlMM 
eognita  eat."  Op  een  reis  naar  Hambnrg  en  Ko- 
penhagen, door  Noorwegen  en  Zweden  faad  h^ 
ign  kennii  nilg^reid  van  de  Deenscbe  en  Zweed- 
tehe  taal  eo  letterkunde.  In  1842  beiodit  hg  Na- 
pels en  Sicilië,  in  1848  BehotUnd,  «n  in  1845 
Noorwmn  en  Denemarken.  In  den  lomer  tan 
1847  ging  hg  weder  naar  ItalH,  bradit  den  win- 
ter dMr  te  Naoels,  dodi  kon  wegena  onlusten 
op  Sicilië  dat  eiland  niet  beioden.  Na  md  tocht 
door  een  gedeelte  ran  Spanje  en  Portngal  keerde 
hg  naar  Utredit  terngAeweikte  er  opnieuw  het 
derde  bo^  tan  one  Wetboek  van  Koophandel, 
Terkreeg  in  1856  emeritaat  en  overleed  den  20i(eD 
ïa&rt  1856.  Hij  wai  lid  der  3de  klaate  van  het 
Roninkigk  Nederlandirii  Instituut  en  werd  in 
1852  opgenomen  onder  d«  leden  der  Aeademje  van 
Wet«nieba)9en.  Van  inn  geschriften  venneldeQ 
wg  nog  een  prgaTeilianaeling.  nitoegeven  dooi  de 
Sde  kfaaM  van  bet  EoninUgk  Nederlandich  In- 
■tituut,  onder  den  titel:  „Jnra,  anetoritaa,  dig- 
nitaa  Jnriaeoninltomm  romanonim  iade  a  tem- 

Ïtribni  Caeaarii  Angnili  naqne  ad  decesinra 
Dstinianl  imperatoTia"  (1882),  „Snr  qnelanei 
oDTi^ee  de  oroit  commercial  écriti  en  Hollan- 
de",  MDcvens  een  aantal  andere  in  het  Lnikiehe 
tgdaebrift  „llemiB  on  Btbliotlitene  du  JnriaeoD- 
mlte"  en  een  menigte  verfauidelingea  en  ooatel- 
!eo  in  andere  liJdaehrifteD,  vooral  m  de  „Neder- 
land ach  e  Jaarboeken  toot  Rechtigeleeidbeid". 
Verder  *ertaalde  hg  ,3cde voelingen  van  Eralai 
Tegner"  «it  bet  Zweedaeh,  en  acbreef;  ,3et  wie- 
eelreebt  in  de  I4de  eenw,  volgens  de  Conaïlia  van 
Baldna"  (1840),  „Het  Nederiandaehe  Faillieten- 
TCebt,  volgens  bet  derde  tiock  -van  het  Wetboek 
TM  Koophandel  wetenMbametgk  verklaard" 
(1854),  „Geaefaied-  en  rechtsknodige  vertunde- 
lingra"  (1851)  em.,  terwnl  tgn  „Voorleiiogen 
oter  handels-  en  leeredit"  door  prolesaor  D»  fleer 
(1861,  8  dln.)  rïn  oitgegeven. 

Holtrop, /oMiMM  Wülem,ten  H«derland(di 
bibliognaf,  den  2(Men  Juni  1800  te  Amsterdam 
geboren,  beiocht  het  fTmnaainm  in  i^n  geboor- 
testad en  studeerde  afdaar  tm  Ï823  tot  1829 
aan  bet  Athenaewn  in  de  reefaten.  Reeds  op  18- 
jarigen  leeft^d  gaf  hg  een  uit  het  Franseh  tct- 
taald  boekje  in  het  ütüt,  ntiteU  „Panl,  ot  de 
gevolgen  van  vlgt",  terw^  ng  de  daarbij  beboo- 
rende  plaatjes  voor  den  gtsveur  in  gereedheid 
bracht.  In  1881  werd  hQ  tot  ondeibibliotheearit 
aan  de  Eoninklgke  BibliotSwek  benoemd.  Toen  in 
1835  Ftament  overleed,  w«rd  hQ  belast  met  het 
besttrar  der  Bftliothed.  Weldra  waren  de  druk- 
ken der  JUmen,  Oirnnbft,  EHenne».  Bluvien 
eni.  gerangschikt,  geealalogiiecrd  en  besrfireTeQ, 
iDodat  reeds  in  1638  tol  verkoop  d«t  duplleaten 
kon  worden  overeegaan.  Aan  Holtroa  werd  toen 
ook  de  titel  van  Mmiotheearis  toegetend.  Reeds 
vroeger  had  hg  te  't-Gravenbage  met  eenige  we- 
lensebappelgke  mannen  een  leesmneenm  gesticbt 


H(H/rTD8— H^TT.  41fi 

en  in  1836  stichtte  hij  met  dr.  6.  Smout,  mr. 
P.  SinuMu  en  dr.  W.  Ó.  Sehtg  bet  „Driemsando- 
Igksch  Tgdschrilt",  dat  den  ho<^leerBar  Tkorbeo- 
Jm  onder  lön  medewerkers  lelde,  doch  ileehts  kor- 
ten tfjd  bestond.  Toen  mr.  J.O.f'aJonga  d«  redac- 
tie van  het  ,J)agblad  van  's-Giavenhage"  moest 
nederleggen,  werd  sg  door  HoUrop  opgevat.  In 
1888  vrerd  hg  benoemd  tot  intendant  der  Koniok- 
Ijjke  sdioawtargen  en  door  den  koning  met  J. 
tan  Lenwp,  J.  H.  Burlage,  ff.  J.  Selitmmtl  en 
A.  J.  de  BuU  aangesteld  tot  lid  der  commisaie 
t«t  beraming  en  opgave  der  middelen  tol  heratol 
van  bet  nationaal  tooneel.  Toen  door  besefaikkiog 
van  baron  Van  WettkreeneH  vm  TidUmdt  bet 
,.Miisenm  Heermanno-WesthreeBiaaDm"  tot  stand 
kwam,  werd  aan  Bol^of  het  booMbeatuur  van 
die  kostbare  venameling  opgedragen.  Ook  was 
h^  lid  der  rotfeMor^'eommissie,  en  toen  de  Eo- 
ninklnke  Biblktheek  wederom  aanmeikelgk  was 
verrgit,  berioot  bjj  tot  de  uitgave  van  een  eata- 
lognt.  Deie  versebeen  onder  den  titel  „Catalogus 
tibrorum  aaeenlo  XV*  impressomm,  quoteniot  in 
Bibliotbeca  Regia  Hagana  astervantnr^  (1856)  en 
gaf  aanleiding  tot  oe  bewerking  van  ign  ge- 
schrift: ,4fonaments  t^Mgraphi^ues  des  Fava- 
Bai  an  qninnème  siècle.  Ccüleetion  de  fac^imiw 
d'après  les  oiginBni  conservéa  fc  la  Bibliotbèqne 
Rovale  de  la  Ha^e  et  aiUeun"  (1867—1868,  met 
180  platen).  Inmiddels  veraebenen  van  bem  ook 
nog  „Beicbt  spiegel  naeb  den  «bn  OeboteB" 
(1861),  en  „"niienTUartens  d'Atost.  Etude  bi- 
bliographiqae"  (1867).  In  1868  vroeg  hg  om  ge- 
"iDSieidiredenen  ontslag.  Hg  bleef  echter  in  net 


Museom   Meerman no-Westhreenianum    ' 
en  overleed  den  18den  Februari  1870. 

Boltrop-VMi  ftaUtor,  B*Uy  PkiUffint, 
een  Nederlandacb  tooneelspeelster,  den  16den  De- 
craiber  1866  te  Amsterdam  geboren,  besocbt  van  . 
1S32  tot  1886  de  Tooneeladiool  te  Amsterdam, 
waar  ig  onder  leiding  kwam  van  Maria  Jokanma 
fletHB-florlnuKi,  mevrouw  Stoeh  en  van  Le  Öra». 
Den  Isten  Hei  1886  trad  iQ  voor  het  eerst  op  in 
het  „Grand  TbëAtre"  ran  A.  van  Lier  te  Amaler- 
dam,  kwam  in  1688  Vj  den  „Salon  des  Variétés", 
waarvan  KnuknUt,  Bi^l  en  PoofMm  directeuren 
waren,  en  kreeg  in  Uei  1869  «en  engagement  lm 
de  Eonlnklgke  Vereeniging  „Het  Nederlandau 
Tooneel"  te  Amiterdam,  van  wdk  gnelsefaw  si 
een  der  meest  gewaardeerde  krachton  ia.  In  l89u 
werd  ig  benowtd  tol  hoofd -leerares  aan  de  Too- 
neeladiool,  en  als  loodanig  heeft  ig  veel  gedaan 
voor  een  betere  opleiding  VMt  aeteora  en  aetriwa. 
In  1905  werd  ig  aangesteld  tot  leerares  in  vooi- 
diaehtknnst  aan  bet  „Conservatorium  voor  mt- 
liek"  te  Amsterdam.  Zg  streel  o.  a.:  „Tbcatre 
and  women"  voor  de  Internationale  Tentoonstel- 
ling te  Qiicago  en  ,J)e  vrouw  aan  bet  Tooneel" 
voor  de  Internationale  Tentoonstelling  van  vroii- 
wenarbeld  in  1695.  Ook  als  dedamatrice  ia  ^ 
bdend  geworden.  Zg  wat  gehnwd  met  d«n  too- 
neelspeter  J.  A.  Holtrop  (overleden  In  1917). 

HBItTi  Lvdvig  Bmnrieh  Ohraloph.  tm 
Dnitaeh  dichter,  den  21eten  December  1748  te 
Hariensee  bg  Hsnnover  geboren,  studeerde  te 
GSttingen  In  de  theologie  eo  werd  lid  van  den 
aldaar  bestaanden  dichterkring.  In  1774  onder- 
nam hg  met  /oAonn  Martin  MiUtr  een  reis  naai 
Leipiig,  en  bracht  in  1775  met  sfn  broeder  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BÖLTY-^HOl/rZMAKN. 


416 

bnoek  aiD  i^n  Trienden  te  Hunburs  en  ie 
WandtbedE.  Reeds  toen  was  ijja  geioDdbeid  imi 
geiehokt  en  lün  toeitand  verergeide  dooi  het 
OTerlüdco  fko  tiia  vadei.  Viuchteloot  locht  iiQ 
genexine  Ie  HannoTer,  en  in  het  Tooigevoel  tui 
den  nadcFenden  dood  diditte  fag  aombere  ele- 
meen.  Jniat  maakte  bif  een  bundel  gedichten  tooi 
de  peis  geieed,  toen  h^  den  iBten  Sept«mbei  1770 
(nerleed.  Zgn  venen  ondeneheiden  aich  door  een 
diep  geroel,  door  laohten  weemoed,  dooi  loerende 
dwejMig  met  lielde,  TiieDdaeh^  en  bet  achoone 
in  de  natnnr.  Zjio  „OedLclite"  inn  dooi  Voix  en 
SbMerg  (1783)  nitgegCTen  en  latei  bg  beilia- 
lins  in  het  licht  Tencfaenen. 

H6U$,  Hermmn,  een  Daitwh  dichter  enaCh- 
tenieel  ran  den  Tooigaande,  den  4ds9  Noven^i 
1828  te  Ueliea  geboren,  ttudeeide  t«  QSttingen 
in  de  theologe,  weid  in  1S68  -predikuit  «an  de 
8l.  Jobannetkeik  in  Hannover  en  ovetleed  den 
16den  Augnstn*  1S87  te  Bad  Rehboig  by  Stol- 
■ensQ,  in  de  FiuiBisdie  profineie  HaaiMfei.  Bg 
•ehiMt  de  drKna'i:  ,J}u  QeUbde,  ein  Ifyalc- 
linm"  (18S3),  .JiOois  Saul"  (1865)  en  ,J»iioda" 
(1882).  Vetdei  leterde  hg  de  gedichten:  „Iirwe- 
ge  einea  jangen  Diehteia"  (1851),  ,J'iedei  und 
Balladen"  (1350),  „Alpenaaubei  und  Italiache 
Oabilde"  (1807),  „Ostseebilder  und  Balladen" 
(2de  dink  1874)  en  ,^u(  der  dentuheii  OOttei- 
«alt.  Balladen"  (1877).  Zun  „OegaTomelte  Dich- 
tm^eD"  Tenefaeneo  in  1882. 

Holts,  Witküm,  een  'Duitwh  natumkundige, 
den  ISden  October  1830  Ie  Saatel  bg  Barth 
(N.ioBW-Vooi-Ponuneien)  criMren,  atodeeide  te 
Btilljn.  Dgon  en  Edinbargn  in  de  natunikuode  en 
in  aiHler  weteniehappen,  waarna  hji  te  Beiign, 
waar  hij  lich  bootdiuelgk  beiig  hield  met  pioe- 
TSD  oier  eleetricileit,  de  nui  bem  genoemde  elee- 
tneeeimadune  uitvond.  Na  verdere,  daarmede  in 
velband  «taande  ontdeMciogen  nooduakte  een  ie. 
aa wigden  hem  geruimeo  tgd  rnU  te  neven; 
daama  werd  hg  aBiistent  aao  bet  phyiiBch  iosti- 
iDut  te  Qteitiwald,  waai  hg  lich  in  1881  veetig- 
de  all  privaatdoeent  en  in  1884  tot  boo^eeraar 
in  de  oatDurkuode  benoeoMl  werd.  B'ii  overleed 
dan  27Bten  S^tember  1918.  2iJD  gewhrilten, 
bootdiakell^  handelend  over  elecUiieermacbJDea 
en  deetriacbe  onClanduwen,  lijn  in  vvraehilleiKle 
satan  ik  ondige  tgdRchrilteD  Ofgtaomea. 

BoltHnidorH,  Frani  ton.  «en  DnJtieh  ui- 
Biaaliit,  den  14dea  Octobei  18S9  U  Vietmannc- 
4oit  in  de  Ukermatk  geboten,  begaf  zich  in  1848 
naai  Berlijn  om  in  de  rechten  te  «tadeereo,  zette 
agn  itudiio  voait  te  HeideU>er^  en  te  Bonn,  pro- 
Boveeide  in  1852  en  wndde  neb  4  jaai  aan  de 
«ebtniTaeti^,  doch  werd  in  1857  privaatdoeent, 
in  1801  bnitengenvoon,  in  1873  gewoon  hooeleei- 
aar  san  de  uniTanlteit  te  Beilgn,  welk  atnbt  hg 
echter  nog  datzelfde  jaai  met  dat  van  hoogleeiaai 
te  UDadien  verwisselde.  Zijn  veidiensten  liggen 
looinamelijk  op  bet  gebied  van  bet  atrafiecfat,  waai 
faÜ  liefa  deed  kennen  als  een  tegenstander  van  de 
doodstiaf.  Zgn  aandacht  was  oveiigeni  vooral, 
geveitigd  op  een  hervormiog  van  het  wetboek 
van  strafrecht  en  van  de  geiaoge nissen,  wiei 
toestand  hji  in  het  bnitenUnd  hadgadeseslagen. 
By  oveileed  den  4den  Febnaii  1889  te  MOnchen. 
Van  xga  getehriften  noemen  wg:  „FianiOsiaehe 
Becbtunstande,  insbesondere  die  Reaultate   dei 


Stia^riehtq»flege  in  Frankieif^  und  die  Zwangs- 
koloDiaati<»i  von  Cajense"  (1859),  ,J}ie  Deportft- 
tion  aU  Stiatmittel  in  alter  uiüd  nenei  Zeit" 
(1859)  „Du  Iriecbe  Qef&ngniuBjratem,  iiiibeioii- 
deie  oie  Zwiechenans talten  tDi  Entlaasnng  dei 
Sti&fliDge"  (1859),  „Die  KtUiausfAhtgkeit  der 
Freiheitsatialen"  (1861),  „Die  Belorm  der  Staata- 
anwaltachaft  in  Dentachland"  (1804),  „Die  Urn- 
geataltnng  der  Staa taan  wal  Ucèaft  vom  Stand- 
punkt  unabhingiffei  Stiafjnitii"  (1865),  „Dntei- 
snehoDgen  über  die  Onindaltie  and  Eigebnitsa 
des  Iiisohen  Stiafvolhoga"  (1805),  „Di«  Piinii- 
pien  der  Politik"  (1809),  „Werth  and  Wesea  dei 
affentliehen  Meinnng"  (^e  dink  1880),  „Daa 
Vert)raeben  des  Hordes  nnd  die  Todesstrale" 
(1874),  ,4}er  KeebtslaU  der  FUiatifl  Btbeaeo" 
(1876),  „Ein  engliscbai  Landaqnirs"  (1877), 
„Scbottische  ReiseEdtisien"  (1882)  en  „Zeitaloe- 
sen  des  geinnden  IbnsebenvRrsUndes''  (1884). 
Ook  beweikte  hij  de  „Enejpclopldie  der  Becbiawis- 
aeDsehaft",  ,JSandbnch  des  dentaehen  Stialie^ts" 
(1872—1877,  4  dlo.),  ,3aDdbaeh  des  doutsdten 
StrafprDieasref^U"  (2  din.,  1879),  .JSandbueh  det 
VOlkerrechta"  (1885— I88B.  4  dln.),  ,Jbndbodi 
des  Getlngniswesens"  (2  dln.  18SS).  Bet  geran- 
geniaweien  in  Piuiien  viel  hö  aan  in  „Oeseti 
oder  Verwaltangemaiimef"  (1831).  „Die  BiOdei- 
sehaft  des  Raunen  Bausea,  ein  piotestantiscjiei 
Orden  im  StaaUdienst"  (1801)  en  ,4>er  Biuder- 
orden  dei  Rauben  Bauses  nnd  sein  Wiiken  in 
den  Stisfanstatten"  (1802).  Jn  bet  hekeade  ge- 
schil tnsscjien  Bitmarek  en  siaal  Horry  mm  At- 
nim  in  1874  tiad  hij  looi  deien  laatste  in  het 
krüt,  gelgk  bij  dit  eveneens  deed  loor  de  Roe- 
meeDBche  regeering  in  lyn  brochnre  „Rumfiniens 
Ulerrechte  an  dei  Donau"  (1383).  Bj)  stichtte  in 
1861  de  „Allgemeine  dentsche  Stialiechtsiei- 
tnng",  in  18ÖÖ  mei  Virehov  de  „Sammlung  ge- 
me  inverstSndü^er  witsenEchaftlicher  Voitrige" 
en  in  1872  het  „Jahrbuch  fQr  Oeistigebung, 
Verwaltung  nnd  Recht sptlege  des  Dentscben 
Reichs",  Bg  is  algevaardigde  geweest  naar  den 
Noord-Du  itseh en  Ryksdsg,  behoorde  tot  de  voor- 
naamste groodleggets  van  den  Duilschen  juris- 
tendag  en  bevorderde  bet  onUlaan  van  Mider- 
scbeiJen  nuttige  vereenigingen. 
Hffltih^llW  I  Petrut,  een  Dnitseh  geneeekun' 

Ëin  het  laaUt  dei  16de  muw  te  Deventei 
ren,  ontving  sijn  <f)kiding  te  Keulen  en  be- 
lde er  vervolgens  gedurende  25  jaar  het 
lioagleeraarsambt  in  de  geneeskunde.  Toveos 
was  hg  eerste  geneetdieei  en  laad  van  PhÜipa 
Willem  l,  paltsgraaf  oon  den  U^jn,  hertog  van 
Beierm,  Kleef,  QvlA  enz.,  akmede  visitator  ee 
examinator  van  apothekers  en  chirurgijn  te  Ken- 
len.  Bij  overleed  aldaar  den  30sten  Octobei  1659. 
Hg  schreef;  ,^r<:^osis  vitae  et  mortis  eic," 
(1005),  .J)eacriptio  kntis  inediesti,  vulgo  Tille- 
born  dieti,  ptope  Andemnaenm"  (1620).  „Esseo- 
tia  Bellebori  lediviva  ete."  (1023),  „Ffearmaco- 
poeia  sive  di^Mosatoriiun  Coloniense  etc."  (1672) 
en  „De  admiranda  cuiatione  scroti,  post  gangiae- 
nam  delapsï"  <1627). 

Holtznunii,  Adtdl,  een  Dnittch  laalkeoDet, 
den  2den  Mei  1810  te  Karlsrnhe  geboien,  itn- 
deerde  eetst  te  Balie  en  Berlijn  in  de  godge- 
leerdheid, wgdde  lioh  verTolfens  te  MOnchen  aan 
oad-Dnitsche  taalkunde  eo  legde  te  PaiiJB  onder 


D,o,l,zedb,GoOgle 


EQijmiMm-aoh'ms3>A. 


417 


Bwmout  lidi  to«  op  het  SkoArit,  N&  ign  terug- 
keer werd  bq  ie  leenneeatei  en  opvoeder  vftD 
den  ioDgen  prioa  «m  Baden  en  in  1852  gewoon 
iMO^eerafti  in  de  Daiteehe  tul-  en  letteiknnde 
te  Eetdelberg.  Van  lön  zesArilttn  Teimeldan 
wg:  op  Oosteridi gebied  „Ueber  den  nieetiledien 
ürmniDg  de>  iMiMben  Tieiireivei  (1841)  en 
„IsdiBcbe  8«gen"  (2de  diok  1854),  en  of  «ennii- 
fiUtiscii  gebied  een  uitgave  van  de  ond-Frauiiehe 
veit^ing  van  het  werk  van  Itidanu  ,J)e  nati- 
vitate"  7l8S6),  „Deber  den  Umlant"  (1848),  „Ue. 
ber  den  Ablant"  (1844)  en  isn  hoofiiwerk  ,41t- 
deutsehe  Grammatik"  (onvoltooid,  1870—1875). 
Minder  Keslaa^rd  ign  , feiten  nnd  Geimanen" 
(1855),  uitgaven  van  het  „Nieiwliingenljed"  (4de 
dmk  1901),  van  de  „Elage"  (185S)  en  van  den 
„Qroner  Widldieterioh"  (1866).  Door  tijn  „Un- 
terBnetrangen  tlber  das  NidiehingenliKl''  (1854) 
kwam  dit  vraMitnk  weei  op  bet  tapnt.  Hq  ovet- 
ked  den  8den  Jnli  1870.  Na  ign  dood  venehenen 
nog  van  hem:  „OeimaiuBefae  Alteitflmer"  (1873) 
en  „Dentsdie  Mrtliologie"  (1874). 

Bolttmmm,  Karl  Juivê,  een  godgeleerde  «n 
broeder  van  den  voorgaande,  den  oden  Hei  1304 
te  Karlemhe  geboren  en  aldaar  overleden  den 
tieten  Febmari  1877,  waa  eerat  aldaar  boogleei- 
aar  ia  de  godeeleetcRieid  aan  liet  Ijreevm  en  daar- 
na in  booge  ierkdöke  wiardigheileQ  weitzaara. 
Ala  lid  der  Algemeene  Synode  van  1361,  beeft 
hg  een  belansrgk  aandeel  geiiad  in  het  tot  etaud 
komen  van  tet  nienwe  Sadentehe  Eeikbeitnai. 

HoJlnwimi  Heinrieh  Juitw,  een  godgeleerde 
en  loon  van  den  voorgaande,  den  17den  Hel  1832 
te  Karlembe  geboren,  bekleedde  eedert  1861  de 
betrekking  van  fcnitengewoon  hoogleetwu  Jn  de 
godgeleerdheid  te  Heidelberg  en  werd  in  1865 
gtrwoon  hoogleeraar  aldaar  enin  1874  teStraats- 
bui^.  Hij  schreel:  „Kanon  undTradilion"  (1859), 
„Die  evnmitiaelioQ  Evangeliën,  ihr  Ursprung  nnd 
Hir  eeeehMiÜieber  Charakter"  (1863),  ,^rttik 
der  EpheMr-  nnd  Ci^aaerbriefe"  (1872).  „Die 
Paatoralbriete,  kritisch  nnd  ez^etiaefa  briiandeh" 
(1880),  ,J>^rbiMh  der  hiitoriMh-kritiediea  Eïn- 
leltniu  in  daa  N«ne  Testament"  (3de  drnk  1892), 
„Lehrmiefa  der  nentestamentiache  Theologie"  (3 
dln„  1897),  ,Jt.  Botbei  gp^latnea  ejrtem" 
(1899),  „Die  Ëntattènng  de*  Neoen  Teatameatt" 
^1904)  en  „Das  meuianiwhe  Bewuiitaein  Jesn" 
(1907).  Verder  weiktefag  mede  aan  Buiuen't  „Bi- 
Iwlweik"  en  aan  den  ,<HandkanuneDtar  mm 
Nenen  Testament".  Met  ZOpllel  adireef  hg  bet 
„Leiikon  IDr  Theologie  and  KirclienweMn"  (3de 
dmk  1S95)  en  het  „TkeobviMber  Jahretberieht" 
(1893 — 1901).  Ook  verschenen  drie  deelen  aijner 
,^redi«teB"  (1865—1901).  Sothnmn  is  in  1910 
ie  Baden-Baden  overleden. 

Holtamuiui,  Ofitar,  een  Protestantsdi  god- 
geleerde, werd  in  1859  te  Stottgart  geboren,  was 
•edert  1883  werkiaam  in  de  ken-  en  lehaoklienit 
in  Baden,  werd  in  1889  privaatdocent  in  Gieaaen 
en  is  daar  aedert  1890  buitengewoon  hoogleeiaar, 
H^j  schreef:  „Daa  Johanofflevaogelium  nnteraneht 
nnd  erUSrt"  (I8B7),  „Das  Snde  des  jQditdien 
Staatsweaent"  (1883),  „Nentestamentliehè  Zeit- 
gesdiietite"  (2de  dmk  1906).  ,Jieben  Jesn" 
(1901),  .JÏeligiooBgeaebiehtlielie  Vortrlge"  (1902), 
„War  Jeans  Ekitatiker?"  (I9(BX  „Der  ChristU- 
che  Gottesglanbe"  (1905)  en  „(aristns"  (1907). 

IX. 


Bolub,  Bmü,  een  OostenrSksch  ontdeUinn- 
reiiiger,  den  7den  Oetober  1847  te  Holiti  in  Bo- 
hemen  geboren,  begaf  zich  in  1872  naar  Znid- 
ilrika  en  wist  door  ign  geneeaknndige  praetgk 
in  de  diamantdistrieten  van  £imberlej  en  Dn- 
toitepan  zooveel  geld  bneen  te  brengen,  dat  hn  tn 


vallen.  In  1879  beerde  hg  met  koetbara  vena- 
mriingen  naar  Europa  terug,  om  in  1883  nog- 
maals naar  Zoid-.Afrika  te  gaan.  Van  Kaapstad 
nit  wilde  bg  met  ign  vrouw  door  geheel  Afrika 
tot  den  Soedan  en  Egmte  trekken.  Zgn  plan 
werd  eebter  reeds  vÖór  eg  een  derde  gedeelte 
van  den  tocfat  afgelegd  bad,  vergdeld  door  het 
optreden  der  MaeiehoeioeloeinÉMstammen  au  den 
bovei^oop  van  düi  JEafoet.  Uitgeput  en  nilge- 
pinnderd,  keerde  bq  in  Fd)rnari  1887  naar 
Schoidong  en  kort  d^jna  naar  Europa  temg. 
Zgn  verumrilng  (IS  000  voorwerpen)  werd  e^- 
ter  gered  en  te  Parijs  (1891)  en  Weenen  (I892J 
tentoongesteld.  Hü  oveE4eed  den  2lBten  Febmari 
1902  te  Weenen.  Van  ign  werken  noemen  wg: 
„EnltniBÜiie  dea  Uamtie^Sibejida  Beiehs" 
(1870),  „Tle  VictoriataUs"  (1879).  „Sieben  Jabre 
in  Sfid-Afrika"  (1880),  ,J>ie  Eoloniaation  Afri- 
kas"  (1882).  „Beitrige  cnr  Ornithok^ie  SOdalri- 
ku"  (1882)  en  ,.Von  Kaostadt  ins  Land  der 
MaMbuknlHnbe"  (2  dln.,  1888—1890). 

Holwaida,  Jan  Fokker,  of  Jolianiui  Pko- 
^lideg,  een  Kedertandsch  geleerde,  den  19den 
^braari  1618  te  HolweTd  in  Friesland  geboren, 
stndeeide  te  Franeker  en  werd  aldaar  in  1687 
tot  meester  in  de  vrge  knnaten  en  in  1640  tot 
doctor  in  de  geneeskunde  bevorderd.  In  1639  werd 
hg  er  bnitengewoon  hoogleeraar  in  de  redeoeer- 
kande  en  in  1647  rewoon  boogleeraar.  Reeda  den 
Sisten  Junari  1351  naakte  een  slepende  liekte 
een  einde  aan  sgn  leven.  Hg  eehreef:  „Disser- 
tatie astronomica  in  Lan^Mrginm"  (1640).  „£^- 
tome  astroDomicae  leformatae"  (1642),  „Seiagr» 
phia  logicae  generalis"  ^1043),  ,/CoHwiam  lo^- 
enm,  dimatationrbnt  doodecim"  (1646),  „In  faia- 
toriaffl  Ptiilijipioo-FriHcaim  dariatimi  amplisti- 
Kttqoe  viri  D.  Fieri  Win»«mir  (1646,  een  nitge- 
breid  gedicht)  en  „Elementare  h^enm"  (1648), 
een  niltrdcsel  nit  de  „Seiagia^ia". 

Bolward.  m»  'lorp  in  de  Frietebe  gemeente 
Weetdon*eradeel,  ligt  op  een  hooge  terp  iMga 
den  leedgk.  Men  vindt  er  vmehtbaie  akken, 
waarop  koren,  vlas  en  aanla))f>elen  verboowd  wo^ 
den.  Het  docp  beiit  een  lEervonnde  kerk,  die  op 
het  howBte  gedeelte  van  den  henvel  gelegen  la, 
en  pen  Doopsgeiinde  kerk.  Vun  hier  uit  werd  de 
reeds  lang  weer  «tok  geslagen  dgk  aangelegd  tot 
verbinding  van  bet  eiland  Ameland  met  den  vas- 
ten wal,  in  de  hoop  bierdoor  de  aanslibbing  dei 
Wadden  te  bevorderen,  welke  verwachting  ech- 
ter niet  vervnld  werd.  Uet  Ne*  <qi  Ameland  bft- 
staat  geregelde  verbinding  per  motorboot. 

BolivAtdft,  Ja»  Bmidnk.  een  Nederlandsdi 
letleiktindtge.  den  16den' Saptember  1805  te 
'a-GravenhuM  geboren.  HQ  studeerde  te  Leiden 
in  de  godgdee^heid  en  promoveerde  op  een  dia- 


S7 


DigilizedbyGoOglC 


BOLWERDA— 'BOI^IMliNiaEIN. 


KrUtie  iiOrer  bet  g«iprek  tu  Jeans  met  Nieo- 
dïfDiii".  Hjj  weid  eeiet  prenliksiit  te  't  Wond  bg 
Delft,  toen  te  Aftaen  en  m  1S37  te  Qorincliein  en 
hield  lieh  Toornamelgk  bezig  met  de  Teiklaring 
via  het  Niettwe  Testünent.  In  1866  werd  hij  te 
Ooiinchem  terenB  rector  der  Latgneche  b<£ooI 
en  Weef  deie  bettekking  oog  waaraemen,  toen  b.a 
in  1S72  emeritus  geworden  waa,  totdat  dieeehool 
in  1879  werd  opRebeten.  Daarna  veitigde  h|j 
ti^  eeret  te  Vooracnoten  en  daarna  te  Oegetgeeet, 
waar  hg  in  April  1B86  overleed.  Van  ign  ge- 
schriften vermelden  wg:  „Efflendationom  FUvi- 
ananim  ^)eeiaieD"  (1847),  ,J>e  Jietrekkinf  van 
bet  verstand  tot  het  nilleg-gen  van  den  Bgbel" 
(1S58),  „Uitlegkandige  aantee^eniiigea  m  eenire 

5 laateen  nif  het  Niemie  Testament'^  (18Ö3),  „Bg- 
ragen  tot  de  n-itlegging  van  het  Nieuwe  TesU- 
ment"  (1854),  „De  gedühte  aan  bet  oordeel  des 
Heeren"  (1860),  „Annotatio  critica  in  Xenop4H>n- 
tis  Helleniea"  (IS66)  en  „Herinneringen  van  een 
predikant  na  een  en  veer tjgjari gen  dienit"  (1872). 
Daarenboven  ign  vele  zgner  opateHen  verq)T«id 
in  .Jklnemosjne' ,  „JaartHxicea  voor  weteniehap- 
pelgke  theoWie".  Verslagen  en  mededeelingen 
der  KoninklgEe  Academie  van  Wetenschappen" 

Bolylimd,  een  havenvlaate  op  de  westiqde 

van  het  eiland  Hol;,  dat  door  een  kleinen,  smal- 
len  eont  van  het  eiland  Anglesej  geseheiden  is,  ii 
onregelmatig  van  gedaante,  telt  (16")  10638 
inwoners  en  heeft  kusthandel  en  seheeptbotnv. 
Het  plaatsje  ie  belangryk  ala  de  Jiet  dientet  bg 
Ierland  gelegen  haven,  vanwaar  dagelgks  twee- 
maal Btoombooten  naar  Zisgstown  en  Dublin 
varen.  De  reis  van  Londen  naar  Dublin  dunrt 
14,  van  Hol]4iead  uur  Dublin  alechta  4  uren. 
De  haven  heelt  een  1200  m.  lange  kade  en  twee 
CToote  geltbrdiers.  Een  apoorlgn  verbindt  Hol;- 
nead  met  Anglesey  en  het  vasteland  van  Enge- 
land. 

Holyéake,  Oeorge  Jaeob.  een  Ëngelsah  lo- 
«aal-democraat,  den  ISden  April  1817  te  Bir- 
ningfaam  geboren,  «tndeerde  aldaar,  was  er  een 


kunde.  In  1841  hield  fag  voorkaingen  over  Ouen't 
wHsbegeerte.  Zgn  in  talrijke  gesehriften  (o.  t. 
,3eenlari«n,  its  ortgin  anii  nature,  1897)  en  in 
het  ia  1846  gestichte  tj^aohrift  „The  Beaaoner" 
neergelegde  den^eeJden  huldigen  bet  „Se«iilv 
rismstetsel",  datbetlevNi wilflegiowïraitiien  op 
xedelgfce  en  weteuduiftpelllke  MHhavhig^  nntder 
invloed  der  kerk.  Zijn  orgaan  was  sedert  1874  de 
„Seenlar  Beview".  Hfj  «m  de  lutate  Engeladmwn, 
die  wegens  atfaelsme  gevangen  gtncniea  werd.  Een 
dooT  de  rt^eeriog  tegen  Mm  gevoerd  proeet,  nf 
aanleiding  lot  de  aftebalfing  tm  bet  dagbladie- 
gel;  ook  bewerkte  hg  de  ^Igkitelling  van  de 

Eeloite  met  den  eed  en  de  oitgave  der  blauwboe- 
an  van  de  Regeering  ever  de  arbeid  eratoestan- 
den in  andere  landen,  en  wai  hg  de  stichter  van 
tairgke  arbeiderstiereenigiDgen.  Zjja  werk  „The 
histor;  «f  co-operation  in  Eodidale"  (1658)  deed 
binnen  twee  jaar  250  arbei d e rs vereen  igingen  ont- 
(taan.  Zgn  hoofdwerken  zgn;  ,^ietorv  oi  eoCpe- 
ration  in  Englaod"  '(2  dln.,  3de  druk  1865)  en 
„Fnblic  speaking  and  debate"  (6de  drnk  1901), 
Bolyrood  (Heilig  Kmii]  is   de  naam  van 


ihet  oude  koninklgk  paleis  te  Edinhnigh  «n  ont- 
leent dien  aan  het  daart^nover  gelwen  klooster 
Holyrood-Abber.  dat  in  1128  door  DaM  I,  ko- 
ning van  Schotland,  gesticht  en  met  vele  goede* 
ren  begiftigd  werd.  In  de  14de  en  15de  eenw  w&a 
dit  klooster  meeimalen  de  residentie  der  Sebot- 
sche  monarchen  en  de  meeeten  van  hen  werden 
er  begraven.  Het  paleis  werd  echter  eerst  in  1528 
door  Jaeobttt  V  gebauwd  en  bleef,  nadat  bet 
klooster  in  1544  door  de  Engelselien  bgna  ge- 
heel verwoest  was,  de  woonplaats  van  koningin 
Uaria  Stvart  en  van  baar  toon  Jaeobui  VI,  tot- 
dat deze  als  Jaeobut  I  den  £ngels^en  troon  be- 
klom. Het  werd  echter  door  de  troepen  tui 
CromuieU  grootendeels  vernield,  waarna  onder 
de  r^eeriog  van  Karü  U  in  1660— 1679  faet  te- 
genwoordige kasteel  werd  opgetrokken,  terw^l 
men  het  noordwestelgk  gedeelte  van  het  door  Jo- 
eobus  V  gdmawde  slot  in  zgn  ooratrankelgkeii 
toestand  behield.  Het  nieuwe  kasteel  werd  naar 
het  ontwerp  van  sir  (TiUüm  Btwx  <q>^«boiiwd. 
In  het  oade  gedeelte  van  faet  paleis  bniDdt  web 
de  kamer  van  koningin  Uaria,  nog  geheel  eo  al 
in  haar  oor^ronkeljken  toestand. 

Holz,  Arno,  een  van  de  besu  moderne  Doit- 
sche  dichters  en  schrijven,  den  26sten  April  1863 
te  Rasteobnrg  geboren,  woont  tbans  te  Berlijn. 
Zgn  dicbtbiKKlers  „Elinginahen"  (1SS3)  en  ,Jtea 
Boch  der  Zeit,  Lieder  eines  Ifodernen"  (1885) 
werden  bekroond.  Zgn  theorie  van  den  .Conse- 
quent er  Bealismue"  ontwikkelde  hij  in  ,J>ie 
Kunst,  ihr  Weaen  nnd  ihie  Oesctie"  (1891);  zg 
ie  daarom  van  belang,  omdat  ig'  invloed  had  o^ 
de  eerste  drama's  van  tfinipiinann,  die  haar  uit 
„Papa  Hamlet"  (1689)  leerde  kennon.  HoJi 
schreef  verder:  ,J)eata^e  Weiien"  (met  JericA- 
ike,  1884).  .J^mannel  Oerbel"  (18641,  faet  drama 
,J]ie  Patnilie  Seiicke"  (met  SehJo/,  1890),  „Nene 
Qleise"  (idem,  1801),  „Der  geschundene  P^asns" 
(1692),  „Berlin.  Das  Ende  einer  Zeit  in  Dramen. 
Seaialarietrokraten"  (1896),  „Bevolation  der  L;- 
rik"  (1899),  „Phantaens"  (gedichten,  1809),  ,^. 
B.  M.  Mever,  ein  literarischer  Ehrabschneider" 
(1900),  ,Jóhannea  Sohlaf.  Ein  notgedmngenei  Ea- 
pitel  (1902),  ,^eder  auf  einer  alten  Lante" 
(190S),  „Ans  Urgroaimntleri  Qarten.  Ein  FrlQi- 
lingsatrtos*  aas  dem  Bokoko"  (190B),  „Dalnia. 
Lvrisf^ee  FortrU  ana  dem  I7ten  Jahrhundert" 
(1904)  en  „TcininaliM"  (tngiaehe  comedie  met 
Jtriehke,  1906),  „Preil  E^ne  HtnoerkomSdie" 
[met  JerseUe,  1906),  „Sonnentinaletnia''  (trage- 
die, 1908). 

BolzlDrer,  Bemrieh,  een  Proteftaatacli  god- 
geleerde, werd  in  1863  te  Langenbeig  geborra, 
stadeerde  te  Tnbiogen,  waar  tq  van  1889  tot 
1893  repetent  was.  Sedert  dien  was  hg  eerst  pre- 
dikant, later  leeraar  aan  het  gymnatinm  te  Stntt. 
gart.  Hg  schreef:  „Eiileitnng  in  den  Heiatenek" 
(1899),  benevens  commentaren  op  „Genetii" 
(1898),  .J^iodas"  (1900),  „JoMa"  (1901)  en  .iSn- 
meri"  (1908). 

HolzmindeD,  een  itad  in  het  bertogdon 
Branswijk,  Kgt  bij  de  monding  der  Holzmlnde 
in  de  Weier.  nabfi  hef  Solllger  Woud,  aan  de 
spoorlgn  Scherf  ede — Holaninden  en  Soeat— 
BOrszom  en  telt  (1910)  10  249  inwoners.  Hei 
vindt  er  3  kerken,  een  gedenkteeken  voor  fiis- 
morefc,  een  gjnmaaiiun,  een  paar  vaksdiolen,  ehe- 


DigilizedbyGoOglC 


aOi2UINDEN— aOHE. 


misehe  tabiieken,  TCTTAudiging  tui  Tuiilliite, 
Boiker,  eement,  muihines,  faoat-  en  ijserwu«ii, 
brnggtnbODW,  6t«eiigioeT«D  en  «teeiiUQpflril^ 
benernu  «ebe^afttt. 

HolxMOhloliM-  Ton  Burlaoh,  Rudolt 
Ohrütoph  Kart  Sigmund,  vröfaeer  von^  een 
Daitteh  iMbtieelMTae,  d«n  22sten  Juiiun  1777 
in  de  Trne  r^kaited  Neurenberg  alt  een  ond  en 
SBniienlÜK  geBl&eht  gebotcn.  Btudeerde  te  AltdorF 
en  Jeoft  in  d«  reehten  en  bekleedde  TerschiUende 
betrekkingen  in  zjin  geboorteEtad.  Toen  Neuren- 
beis  in  1806  aan  Beieren  werd  toegevoegd,  Mig- 
d«  h^,  dat  ook  4e  ediold  der  stad  ten  lade  kwam 
dei  koninkrgks.  Sedert  1S25  weid  hjj  bq  herha- 
ling algeTaardigd  OMr  den  landdag  en  QTecde 
er  f  DOT  moDdeli^e  en  openbare  borgerlnke  rechts- 
pleging. Voorts  seiiieet  hj:  „Vertaeb  vergM- 
ehender  Oeeetieakritik  des  frücflsiaehen  mtind- 
Ueben  nnd  geraeiDen  deatiehen  sofarittltdien  Ci- 
vilproietBei  (ISSl)  en  „Ilieorie  nnd  Kaenietik 
dei  gemeinen  Civilreditg"  (8de  dmk  186S — 
]864).  Hij  orerleed  den  90sten  Jnli  1B6I. 

HolsBobuli,  DtetrüA  {oA  Tilt  KoUtp  ^ 
naamd),  een  der  valsehe  Frederiken,  die  zich 
TDOr  den  in  1250  gestorven  keizer  Fretkrik  U 
nitKATen,  trad  bet  eeist  in  1283  te  Keulen  op, 
docb  had  weinig  sneeeB,  waarom  hn  lidi  naar 
Neass  be^t,  waar  de  bevolk  ing  tiem  geloof 
schonk.  H5  waagde  het  Hudolf  van  Habgburg  Toor 
lijn  troon  te  d^n,  om  hem  ale  koning  te  oelee- 
nen,  «tonrf  de  FricTen  tegen  den  graaf  va»  HU- 
land  bg,  trachtte  deel  te  nemen  aan  den  atrijd 
tQBsehen  de  eteden  en  den  koning  en  ging  naar 
Wetilar;  toen  deie  Btad  cieh  e^ter  aan  den  ko- 
ning enderwierpigsl  iq  den  avontarier  pr^a,  die 
den  7deii  Jvli  128a  all  ketter  verbrand  werd. 

Bom.  «diter  diernanen  ie  de  afkorting  1 
■ir  Svêrard  Bome   (9  Hei   I7&6— 31    AognBtni 
1832),  den  ecbrgver  van  „LectnreB  on  conmarati- 
Te  anatomy"  (1814—1839,  6  dln.). 

Hom.  Zie  Vüteheit. 

Honujui,  Johann  Baptitt,  een  DnitBch  aard- 
rgkïknndige,  den  20aten  Jfaart  1063  te  Kamlach 
in  het  Beiersehe  arrondiBBement  Zwaben  gebo- 
ren, beioflht,  als  bestond  voor  den  geettelgken 
Btaod,  de  Jenleteascluol  Ie  Hindelheim.  Om  aan 
het  UoostetleKn  te  ontkennen,  begtï  lm  lieh  hei- 
melQk  naar  Nearenbe]^,  waar  fag  de  Protestant- 
Bche  leer  omhelade  en  in  1087  notariB  werd.  Door 
ign  neiging  aangeq)oord  en  tevens  om  ign  poii- 


stichtte  hg  een  kaartenfaandel,  die  allengs  toe- 
nam in  nilgebreidbeid.  Hg  leverde  omttreeke  200 
kaarten,  die  xieh  niet  alleen  door  nauwkeurigheid, 
maar  vooral  ook  door  iina  lagen  prjie  onderieheid- 
dan,  en  daaronder  bevonden  li^  de  126  kaarten 
van  een  groeten  ,4tlaa"  (1716)  en  de  18  van  den 
,^tia>  metbodieos"  (1719).  OcA  vervaardiffde 
hg  hemel-  en  aardgloben  enz.  H^  overleed  den 
liten  Jnli  1724.  Ook  de  latere  eigenaars  deur 
laak,  welke  tot  1S48  bestond,  hebbüi  lioh  jegens 
de  aardrjjkiÉande  zeer  verdiensfel^  gtanaakt. 

HoBUtropleii  (PkemilglveolfUropilen}  C^ 
HiiN.O.OO.CAtO  is  een  aliülold,  dat  nit  atny 
pien  bereid  wordt,  door  eerst  bet  daarnit  gewon- 
nen tropien  aan  amsndelmir  te  binden,  daarna 
dit  sent  berhaaldelgk  roet  verdund  tontsonr  te 


bet  alkaliaeh  «unaAkte  prodnct 
met  dUoroform  te  behandden,  netwelk  de  homa- 
tropine  uittrekt.  Het  vormt  klenrlooze,  prismati- 
•cM  kristi^len,  smelt  bg  S8*  en  weikt,  evenals 
atn^en,  op  de  oogen,  eebter  is  i^  werking  na 
20  uren  ■voorbj|.  Eet  broomwaterstofinre  lout  ge- 
bruikt «Den  bg  oogziekten  in  den  vorm  van  een 
wit  kristallijn,  oplosbaar  poeder.  Een  dromelvan 
een  oplossing  van  1  %  it  voldoende  om  de  pu|)il- 
verwjding  Op  te  wekken. 

Bombra.  Zie  Omberfvet. 

BombnrVi  *^  '^  ÈBhe^  een  stad  en  bad- 
plaats in  bet  PraisiKbe  distnet  Wiesbaden,  li^t 
aan  den  voet  van  den  Taunns,  aan  de  mo«rlg- 
oen  Hofflhnrg — Frankfort  en  Eomburg— -Usiiigen 
en  telt  (1910)  H  334  imvonere.  Homborg  bestaat 
nit  de  Oud-  en  de  door  landgraaf  Fnderik  II 
aangelM^e  Nieawatad.  Het  veormaUge  residai- 
tiealot  ligt  op  een  de  stad  bebeeridienden  heu- 
vel. Hen  vindt  er  5  kéiken,  gedenkteekeuen  voer 
Wilhelm  7,  keiier  Vftierik  1,  4ieiu  gwialin  en 
den  diditer  ffSUerlta.  De  stad  beiit  een  gjnina- 
sinm,  een  bowere  burgertdtod,  een  mnienm  van 
ondheden,  leder-,  boeden-,  brood-,  cartonnage-, 
axQO-,  mosterd-,  likenr-  en  toodwitfsbrieken.  De 
S  minerale  bronnen  bebooren  tot  de  gieitiondeiid- 
BaliDieehe  lanrlingen  en  bevatten  een  bo<»  per- 
centage aan  koolsanr.  De  ToomaamBte  is  de  Elf- 
zabetbsbron.  Het  bronwater  wordt  gedronken  als 
middel  tegen  maageatarrhe.  aambeien,  vetljjvig- 
heid,  jïeht,  gdeatarrhe,  storingen  in  de  menstrua. 
t-ie,  als  bad  gebmïkt  tegen  sercmholenie  buidnit- 
elag.  Jicht  en  rhenmatiek.  Jaarl^e  worden 
100  000  krnikeD  verzonden.  Het  aantal  badgasten 
bedraagt  Jaarlqks  12000.  De  badgeboawen  tgn 
prachtig,  vooral  bet  Knrbans  met  een  sdionw- 
Dorg,  bet  badbals  Eaiser  Wilbelmd«d  en  bet 
Karhansbad.  ZQ  bebooren  alle  aan  de  Btad.  In  de 
mooie  omgeving  valt  vooral  de  Saalbnrdit  t« 
noemen,  waarheen  een  eleetrisehe  tram  leidt.  De 
stad  en  hnreht  beboordcoi  in  de  'Hidddeenwen 
aan  de  heeren  wn  Bpvetutetn. 

HMu,  Uenrg,  een  <Kngdaeb  wgsgeer  en  sehrQ- 
ver  in  1696  te  Eamea  ïn  het  graafgehafi  Ber- 
wiek  geboren,  werd  in  17^  advocaat  te  Edin- 
borgb,  in  1752  lid  van  het  gere<*tEhof  en  in  1768 
opperre<lhter  van  Schotland  met  den  ^itel  van 
lord  Kornet.  Hg  overleed  den  27eten 


,-  theprfnèipIeB  et  nioralltj  and  natoral  r... 
giott"  flTSI),  ,3Ienienti  of  eritlóm"  <17aa— 
17S5,  8  dln.)  en  „Sketches  of  the  hlstory  of  man" 
(1774). 

Boma  of  Bwne,  BanM  DovgUu,  een  Eo- 
gdaeb  spirititt,  werd  in  IS&6  op  de  Orkne;-ei1an* 
den  geboren,  ala  de  telg  van  een  oud  Siebotadt 

Ïtslaebt.  Reeds  op  4-JariKn  leeftgd  kwam  hg  in 
merika,  waar  hg  xgn  kmdAeld  en  jetigd  door- 
bracht. In  1850  gaf  hij  voor,  dat  hg  de  gave  van 
voorspelling  beiat.  In  1855  ging  Home  naar  Eu- 
ropa en  wekte  door  het  verrichten  van  gewaande 
wonderen  veler  vertjazing.  In  het  -volgende  jaar 
vertrok  b§  naar  Rome,  waar  4ig  aan  den  paus 
werd  voorgesteld  en  den  >R.-Katbo1iekeo  gode- 
dienal  omhelsde.  IntaBseben  wnd  hem  dodr  den 
geest  i^ner  moeder  aangelegd,  dat  hg  ign  tio- 
vennatattrl^k  vermogen  tot  aan  den  lOden  Febrn- 
ari  1857  missen  zon.  Van  Roae  ging  hg  naar 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Par^,  waar  Uj  ia  de  geneegkande  itndMrde  en 
b^kuiB  beiweu  a&n  eea  heiige  lenoiruckte.  Na 
ijjD  hentel  bleef  bjj  venekeren,  dftt  bg  «Uedt 
in  betrekking  atond  met  de  geeatenwereld, 
biekl  er  «éaooet,  die  door  amniienlgke  peiw 
weiden  bügewooad.  Nadat  iiij  in  1864  aogmaalE 
Some  bewcht  had,  doch  door  de  pauielgke  gen- 
'     nen  otet  de  grenKO      -■-        i---.i-«-!j- 

r  Londen,  waar  hij 
haalde,  om  hem,  op  laet 
genoot,  60  000  pond  aterliDg  ter  hand  te  iteUen, 
welke  som  hjj  eenter  na  een  pioeea,  dat  den  22iten 
Mei  1868  têgien  hun  ineeeteld  werd,  inoeat  te- 
nugeven.  In  een  in  186S  door  hem  nitgegeven 
•eheta  Tan  ijjn  leven  betuigt  hg:  „Hef  eenige 

Soede,  dat  ik  dooi  mgne  gare  gewrocht  bri),  ia 
e  overtaiging,  dat  velen,  die  niet  au  een  voort- 
bestaan  na  den  dood  gektofden,  tiiana  door  mgn 
toedoen  xieh  gelokkig  gevoelen  in  de  zekerheid 
Tan  een  toek<»nstig  MTen". 

HomsniB  ia  een  Oriekaeh  dichter,  diaTolgena 
de  eenitemmige  «rerleferiag  der  On^ieid  aan 
bet  boold  itaat  der  Ori^iehe  letteiknnde.  In  het 
algemeen  (eenj^  gttomatiei,  de  OhorisMten, 
nitgemnderd)  hidd  men  door  alle  Troegeis  eeo- 
wen  been  ben  voor  den  vervaardiger  der  twee 
beroemde  bddendiehten  ,J)e  üiag",  en  „De  Od;s- 
•ee".  DuuenboTen  waden  hem  nog  vele  andeie 
sediebten  toegekend,  looali  lofiangen  op  de  go- 
den of  bjmaen,  van  welke  6  grootere  en  28  kb!- 
neie  iüb  bewaard  gebleven,  een  klnchti^  ^h>b, 
waarvan  lekere  Margitet  de  held  ii,  de  „Hniien- 
en  kikvorteheiutrgd"  (aie  Batrae^omyümaekia) 
en  een  aantal  epieehe  gedichten  van  lamelgken 
omvang  (lie  Ogdiêehe  Diditeri).  Wat  omtrent 
den  persoon  det  dichters  wordt  medegedeeld,  ii 
niet  veel  meer  dan  sage.  Zeien  steden  {volgeni 
den  bekenden  beuuneter  ..Snyrna,  Jthodoi,  Eolo- 
fihon,  Salsmii,  Obioa,  Aigos,  Athene)  bestreden 
elkander  de  eer  i^n  ^boorteplaata  te  zgn. 

De  oode  overlevering  noemt  met  vrg  groot  e 
lekerheid  het  Aeolieehe  Smjrna  ala  lün  geMorte- 
plaats  en  bet  Ionische  eiland  Chios  ala  de  plaats, 
waar  hg  ^wcrkt  heeft,  wat  Koed  overeenstemt 
net  den  Aeoliscben  achtergrond  van  de  in  loniaeh 
dialect  opgestelde  «ediehten.  Wat  den  onderdom 
Tan  Bomenu  betrNt,  scbgnt  het  loo  eoed  ala  ae- 
ker  t«  ign,  dat  de  tjid,  waarin  de  epische  poMe 
de  hoogte  bereikte,  die  med  aan  a)a  genie  toe- 
•chrgtt,  omstre^B  BW— 800  v.  Chr.  valt.  Wat 
over  het  leven  van  den  dichter  wordt  verteld, 
mist  iederenhistoriseheDsrondelag,  lellshet  ver- 
haal van  ign  blindheid,  aie  m  de  valsohe  veren 
.  derslelling  beni»t,  dat  de  diditer  van  de  „Ilias" 
en  „Odvssee"  indsntiek  lou  zgn  met  den  blind 
genoemden  dicfater  van  de  hjmne  op  den  Deli- 
Bchen  A{H)llo.  De  „Iliai"  en  „Odvssee"  lün  de 
ondate  voortbrengselen  der  OrieksehB  lelterknnde 
en  de  Kiootste  en  meett  volkomen  heldendichten 
niet  aSeen  daarvan,  maar  van  de  wereldpoCiie. 
Hun  inbond  vormt  slechts  een  klein  gedeelte  van 
den  groeten  Tioiaanschen  eagenkring.  De  „Ilias" 
behandelt  een  tgdsverloop  van  51  dagen  nit  bet 
tiende  laar  vao  den  Trojsanschen  Oorlog  in  een 
eenvoudige,  dtronokwiaebe  volgorde.  B^innend 
met  den  wrok  van  AekiUeut  over  het  wegvoeren 
van  ■^a  «lavjn  BrüeK  door  Agamvnnon,  eehil- 
dert  ig  de  door  het  niet  dednonen  aan  den  ttrifd 


door  Aehilieut  veiooiiaakte  en  lidi  steeds  uit- 
breidende moeilgke  omatandigbeden  der  Grieken 
tot  den  dood  van  Palroelui,  bet  keerpunt  ven  het 
gedicht,*  de  verzoening  van  AehiOem  en  Agamem- 
HoiL  de  wrask  van  den  eerste  op  Heelor,  de  Igk- 
tpelen  voor  Pairoelu»  en  de  nitlevering  en  b^ra- 
fenis  van  Beetor'a  Igk.  De  „Odjtsee"  beiingt  den 
terugkeer  van  Odyueiu  en  omvat  slechts  een 
tijdamimte  van  41  dagen;  de  avontnien  van 
Odystms  op  ign  verijarigen  iwerttoeht  worden 
episodisch  vertelt.  Nituoh  deelt  het  gedicht  in 
vier  afdeelingen  in:  de  eerste  ftioek  I — t)  schil- 
dert de  toestanden  in  het  hait  van  den  beid,  lUe 
lieb  op  het  eiland  van  OtJgpêo  bevindt  en  de  reis 
van  ign  loon  Tdenuieluu  csn  berichten  van  tgn 
vader  te  ki^ïgen;  de  tweede  (boek  5~1B)  bevat 
diena  tocht  van  bet  eiland  van  Oo^rpso  naar  bet 
land  der  Iliaiaken,  aan  wie  hg  ign  avonturen 
vertelt  en  vandaar  naar  Ithaka;  de  detde  (bodi 
IS— 1»)  sdiildert  ons  hoe  de  ala  bedelaar  ver- 
Ueede  held  met  ign  trouwen  sdi^enboeder  S»- 
noeiM  en  7eles>uu;kiu  beraadslaagt  ovei  bet  be- 
atratten  der  vrgers  van  Penehpt;  de  Tierde  AKiek 
K) — 24)  behandelt  de  uitvoering  van  dat  plan. 
Reeds  in  de  Oudheid  beatondde  meening,  dat 
„Ilias"  en  „Odjssee"  niet  van  demelfden  dichter 
en  niet  uit  denieUden  tjid  afkomstig  konden  >gn; 
de  vert^enwoordigers  dier  nwening,  met  de  gram- 
matJci  AeNon  en  BeUaniau  aan  het  bootd  noem- 
de men  de  Ohorixonlm  <aehei denden).  Inderda«d 
bestaat  tnssehen  beide  ^«diehteo  «iet  allten  éen 
verschil  in  toon,  maar  ook  In  leer  veel  b^ion- 
derbedeo,  die  op  een  aamnerkelgk  latere  ver- 
vaardiging der  „Odjntee"  wjnen.  De  voorstellin- 
gen der  goden  ign  bier  edeler,  het  religlens  en 
ledelgk  leven  staat  oti  een  hoogcren  trap;  nuk 
het  hnisel^  en  sociaal  leven  is  meer  ontwikkeld; 
s^ewvaart  en  handel  hebben  lieh  aitgebrcid,  de 
kennis  van  vreemde  landen  en  hun  voortbrengse- 
len ie  toegenomen.  Ook  ontging  het  den  Ouden 
niet,  dat  in  beide  gedioblen  niet  alles  op  deoietf- 
den  trap  van  voknaaktbeid  staat,  dat  er  gwin- 
gen  xgn  in  het  verhaal,  dat  het  aan  tegeaspracen 
niet  ontbreekt.  Terw^  ig  dei^elgke  gebreken 
dikwijls  door  bet  aannemen  van  lateipolaties  uit 
den  weg  tiaebtten  te  mimen,  knoopten  aieowere 
erittci  daaraan  een  reeks  sdierpiinnige  ^fntbe- 
Ben  vaat  omtrent  bet  ontstaan  van  de  BMneri- 
sche  gediAten.  Deze  zoogenaamde  „Hemerisebe 

SnaestK"  werd  opgeworpen  door  fr.  A,  Wolft  in 
e  „Prolegomena  ad  Homemm"  van. 1795,  waar- 
in hij  als  ign  oKening  oitBprak.  dat  mondeling 
ontworpen  liederen  van  Uomenu  en  zijn  school, 
de  Homeriden  c^  Chios,  eeuwen  lang  door  rond- 


!  in  hun  twenwoordigen  v 


n  twee  groots 


gedichten  gebracht  zonden  ign.  Hg  grondde  die 
meening  op  inn  verondersteUing,  dat  bet  gebruik 
van  het  setnift  In  Griekenland  eerst  i 


traditie, 
irdenaar  der 

gedicbfen  noemt.  .In  ieder  geval  is  het  weinig 
waarschijnlgk,  dat  bet  gebruik  van  bet  sehritt  bg 
de  Grieken,  al  U  bet  ook  veel  ouder  dan  Wolft 
«reten  kon,  in  loo  ouden  tgd  reeds  %M  ontwik- 
keld wa>,  dat  de  Homeris^e  gedichten  dadelpk 
van  bet  beg4n  af  op  schrift  gebracht  knnaen  tgn. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BOM^tUS— HOHEYER. 


Doch  w^km  Blnit  dt  iiK««lgklieid  vu  bet  bestun 
TBD  giootan  afioDdeilqSe  ndiebten  niet  uit;  lella 
Ktmnt  bet  «ntstaso  tab  netdendichleii  met  een 
Tedlieid  vu  liederei  oninogelök.  Ook  irijit  de 
tul  in  bet  Kkemeen  kbaohiBt  <q;>  één  tamenhkn- 
geode  tt^Miiode.  Dftt  ig  in  hnn  tegemroOHÜgeD 
rorm  reedt  iMr  bet  faeffin  dei  Olympiaden  (77S 
.  T.  Cbr.)  bestonden,  n  Mier,  dur  nur  bun  looi- 
beeld  en  er  bq  aaoslnitend  -de  loogeniMnde  e;- 
cUwbe  diehteri  (ii«  aldaar)  tiq  groote  belden- 
di«bt«n  <rer>aaT<iM  b^ben.  Dat  eeiit  PiiittfotHt 
ol  de  door  bem  benoemde  eonaniMie  tan  geleer- 
den, aiet  den  dicfatei  Onomaerihu  san  bet  bootd, 
de  „Qïm"  en  i»  ^jtaêt"  als  een  geheel  urn 
hebbeD  geeeb^mi,  een  meening,  welke  na  WoUf 
Toonl  dooi  Laekmam  n  to<»geataan,  ie  iriet  aan 
te  Bemen.  Meei  waancbSnlfik  is,  dat  eerit  ondei 
Piiiêlntiu  een  totale  „Du*''  en  een  totale  „Odn. 
■ee"  tot  atand  t&a  Mkomen,  d.  v.  >.  een  opteeie- 
ning  Tan  bel  gebeel,  in  tegenatelling  tot  de  mo- 

Eenaamde  rhapsodieén,  de  ooor  de  tbuaoden  toot 
on  TooNhaefiteu  uiteekoien,  ahonaerlöke  ge- 
deelten. Het  sebeele  nairinitMa-Teitiaal,  dat  Ter- 
Bcbillende  gelee«len  toot  «en  legoode  bonden, 
hangt  waaiKhiJnlgk  tamen  met  den  ecTsten  aan- 
1^  Tan  ND  bibkotheek  te  Athene  en  de  doot 
XQD  loon  Biffarckvê  getroffen  regeling  Tan  «en 
ToUedige  en  geordende  Toordraeht  der  Homeri- 
acbe  heldeDdioiten  ^  de  Panathenaein.  Daaran- 
te^  Terklaart  Q.  Bermam  de  Maenatelling  der 
Hxbenbare  eenheid  van  bet  gweel  en  de  te- 
mrakea  en  atw^king  w  de  aiionderl^e  dee- 


odooebenbare  eenheid  van  bet  gdeel  en 
genmrakea  en  atw^king  w  de  aiionderl^ 
UD  doot  bet  aannemen  Tan  een  oer-Hiaa  en  een 


oer-Odn 


iD  geringeren  omTang  c 


sr-OdTwee 

_.ldelj^«  nl „    ...     __   .     __. 

Anderen  lemen  een  door  de  loagenaamdi 
kenaaten  later  tot  itMid'  gebrachte  umenatelliiw 
uit  kleine  gedichten,  dt  een  „AebiUeit"  en  „Hiaa 
Toor  bet  cene,  oi  nit  een  „Telemaehte"  en  „Te- 
rugkeer tan  Oibaaena"  «oor  bet  andere  aan.  Dat 
bg  de  tamoDateUing  Tan  beide  Toorhanden  liede- 
ren gebmikt  kunnen  i|jd  en  dat  iq,  alTOiena  bon 
tenniroardigen  Twm  te  krijgen,  in  den  loop  der 
tj^Mt  meermalen  nitf^reid  en  omgeweiit  iqn, 
geTen  lelfa  de  nnitariBrt  toe. 

De  invloed  der  Homeriaehe  gedtditen  op  de 
onttrikkeling  Tan  bet  Grieksebe  volk  ia  bnitenge- 
woon  groot  geveeit,  en  niet  londer  redit  kan 
Btndotiu  beweren,  dat  Homenu  en  Hemorfiu 
Toor  de  Grieten  bun  ^oden  eeadiapen  hebben; 
de  religiën»  Toorstellingen,  die  q  nitamrerkt 
hebben,  iqn  altöd  de  maatataf  toot  de  Bellenen 
gebleten.  In  de  mjtben  Tan  tfoMwriM  Tond  de 


Zijn  tjïwi 

den  all  voorbeeld  Toor  alle  knnateebeppinnn.  In 
het  algemeen  waren  de  gedichten  Toor  de  Grieken 
de  grondslag  Tcor  een  hoogere  geeiteaont wikke- 


ling. Plalo  noemde  Bomeru»  QriekenUnd's  eo- 
Toèder,  en  Toor  bet  nationale  bawsatiijn  gold 
hg  alt  de  dichter.  Van  hem  gingen  de  ttndiSn 


der  Alezandr^nen  nit,  van  wie  de  weiirig  doelma- 
tige indeeling  Tsn  bud«  gedichten  in  24  boeken, 
naar  het  aantal  lettert  Tan  bet  loniaeh  alphabet, 
afkomitiff  ia,  en  aan  bem  danken  de  Dhilologie 
en  eritiek  der  Grieken  baar  ontwiUeling.  De 
drie  bette  gmunatid  Tan  Alexandril,  Zaïodotnt, 


Ariilophanea  en  Tooral  AriiUtrekits  bdAwn  na  elk- 
an^  eritiMdie  nitgaven  Tan  Homent  bewerkt, 
en  tot  in  den  ByuntjjnKhen  tjjd  ia  bg  het  mid- 
delpant  van  alle  ifodiin  gdiloTen.  Ook  de  Bomei- 
aen  hebben  iteedi  leTsntyge  belangttelling  in 
Homeniê  getoond.  In  de  Middeleeuwen  waa  hg 
in  het  W.  aHeen  door  een  metritdi  nittrekeel  der 
,jliaB",  den  mogenaamden  ffomerw  latüuu  be- 
kend. Na  bet  wederopleTcn  der  wetene^tq^n 
Tond  hy  niet  de  hem  totftomende  waardeering, 
daar  VirgHiiu  als  de  grootste  ditliter  beadionvd 
werd.  Het  juiste  oordeel  ging  van  Engdand  uil 
en  weid  Tandaar  OTer  bet  Taateland  verend. 

Tan  de  nitgaTcn  moeten,  bebalte  de  Sditio 
prineef  Tan  OlattowiyliH  (2  dln^  Plorenee  1488), 
genoMid  worden  die  tbs  BrMsft  (6  dln.,  2dB 
drak  [Tan  Düudorn  1824).  Wolt  (7  dln.,  2de  dmk 
1804—1807),  Hmm  (9  dln.,  1602—1822),  Bek- 
ker  (2de  dn&  1868),  Lanelt»  <186S— 1870), 
JVtwdt  (1874— 1877),  LwtowA  (1889)  en  van  on- 
K  landgenooten  Fm  £eMnpMi  en  Mnidet  da  Ooêla 
H  dln.,  2de  dmk  1895),  terwgl  niet  ouTcrmeld 
mag  blgTcn  fisft'a  „Die  JHomeritebe  Hiaa  nnd 
OdjBiee  in  der  nimrllnglïeben  Spraehform  wie- 
der'hergeitelt''  (18^— l%e,  6  dln.),  waarin  bet 
Ionische  dialect  door  bet  Aeoliiebe  is  TcrTaagen. 
De  beste  Hederludidie  vertaling  it  die  *an  Voê- 


uiBuittelUDg  der  I»h  i.,uiu.  •mu,  ».._,,... 
WüamomU,  Homeriaehe  Untertnebnngen  (1894) 
en  Vtm  Leeuvam,  C<«nmentatiDnM  Homerieae 
(1911)- 

BonM  Btilani  Ie  de  naam  Tan  een  staaUcnn- 
dige  part^  in  Ierland.  Dck  is  in  1872  ontstaan 
en  Tcrlanfft  een  lelfstandig  beatnni  Toor  Ierland 
en  een  aRondertQk  Parlement  als»  een  volko- 
men afscheiding  van  Engeland.  (Zie  Oroot-Brit' 
tanniB  ra  Ierland,  QetiAiidviü}. 

HoBMStead,  een  itad  in  den  Soord-Amerl- 
kaoniehen  ttaat  PennsjlvaniK,  ligt  diditbjjPitta- 
bnrg  aan  den  Monoi«afaeU  en  telt  (1910)  I871S 
inwonera.  Hen  vindt  er  staalfobricken  Ten  Oame- 
gte,  die  sedert  1891  ook  nftkelstalen  ^taert 
Toor  de  marine  vervaardiffen.  Hier  brak  in  1892 
een  groote  werkstakins  uit 

Bom«r«r,  Karl  Outlat,  een  Dnitaeh  Jnriat, 
den  l&den  Aogastus  1796  te  Wolnat  in  Nieow- 
VUr-Pommeren  geboren,  studeerde  te  Berljn, 
Oottjngen  en  Heidelberg,  promOTeerde  in  1^1 
op  een  ditaertatie  „Hiatonae  jnrii  Pomeranid 
capita  quaedam",  werd  priTaatdoeent,  in  1824 
buitengewoon  en  in  1827  gewoon  hoogleermar  In 
de  reaten,  in  1845  „Gebetmer  ObertiHAnsalmt". 
In  1860  veikiceg  hg  uit  doe  bwtate  betrekking 
ontslag,  terwgl  hij  in  1868  weid  ontfaeTcn  van 
de  Terplicbtliw  om  college  te  geven.  Toeb  bleef 
by  tot  in  1872,  in  welk  jaar  hg  door  een  beroert* 
getroHen  werd,  enkele  colleges  geven.  Hfl  werd 
voorts  in  1850  lid  van  de  Aeademie  Tan  Weten- 
Bch^)pen,  in  1864  van  den  Staataraad,  tvndieni 
van  de  Kroon  en  lid  van  het  Heerenhnls  tooi 
kTeoslang.  HQ  leverde:  „GniDdrisi  dat  dtni- 
sehen  Redittgeecbiehte"  (een  Tertaling  naar  Kol- 
itomp-Boaewwnasr,  1826),  drie  nieuwe  uitgaven 
van  den  ,.Saehtena|^cgel"  (1827,  1835  en  1871), 
..Dat  tlAaisefae  Lehnrceht  nnd  der  Nchtatcig 
Lehnrechta"  (1842),  ,4>er  Anetor  vetst  de  bene- 


DigilizedbyGoOglC 


422  m 

tieiis,  du  GOrlitiet  RMhtsbneh  ond  du  SyiUm 
d«i  LtbnteehU"  {1S44),  „Der  RiohtsteÏK  Land- 
reehtB  oebat  Cftutela  and  Premie"  (1B57],  „Ver 
zeJebnii  deuUcher  RechUbDcliei  des  UitteiBlteri 
DDd  ihtei  HMdsdirifteii"  (2de  druk  1356).  „Die 
Stellong  des  Suhsen^iegelfi  lam  SchwabeDapie- 
gd"  (IS5S),  ,;Die  Stellune  des  S«ehBeiif¥>(8eli 
lOT  PturentelcnoPdnang"  (ISSO)  en  „Haua-  und 
HotnutiieD"  (ISTO).  £^  oTcrleed  dea  20iteii  Oe- 
tober  1874. 

_',  Bugtn  Ferdiaatut  «on,  een  Daitadi 
:,  den  Uden  NoTember  1800  te  Net- 
din  bü  AniÜun  geboren,  wndde  lieh  un  den 
liDdbonw  en  TciTolKeu  «u  set  verumelen  van 
Toeels.  Hij  wai  op  dit  gebied  met  niUtdiend  ge 
Tolg  te  Stolfi  weAuun,  weid  lid  en  looraitlei 
Tan  het  OinitboIogiKb  Genootsdiw  en  adiieel 
o.*.:  ,J>ie  VOgel  tonuneins"  (18S7),  „Deutsoh- 
ludi  S&ugetiere  und  VSgel"  (1877),  „DieSpech- 
te  und  ihr  Wert  in  lontUehet  Beiiebnog''  (2dc 
dmk  1379),  „Reiae  Dicfa  Helgoland,  den  N«rd- 
«ee  iMdo  Srtt  u  a  w."  (1880),  „Oraitholo- 
giMhe  Briete^'  (1881),  „EHe  Wanderungen  der 
Vt^l"  (1881)  en  ^eneidmu  der  VI%«1 
DeatsdüandB"  (1885).  Hq  «verleed  te  Stolp  den 
Sleten  Hei  1389. 

ffomeyer,  Aktander  von,  een  Dnitaeb  togel- 
knsdige  en  neel  van  den  Toorgunde,  den  lOoen 
Jannaii  18S4  te  Vorland  bg  Grimmen  in  Pc 
meien  gebaren,  l)eiocht  de  kadetteneehool 
Pot»dam  «D  Bertya.  trad  in  1352  in  Pioiiiicben 
kiggedienet,  itreed  in  1866  bg  Skaliti,  Sehwein- 
scbsdel  en  Kitniggr&tz,  weid  in  1876  beirordeid 
tot  mibjooT  en  nam  in  1878  iqn  onttiag.  Ifetvvei 
beoefende  hy  de  Datuorlgke  hiitoiie,  deed  in 
1861  «ndenoek  nui  de  Uona,  iniondeiJieid  nui 
de  TOgels  tui 'de  Baleftnadie  ÉilaDden  en  Tan  de 
knstan  der  Hiddellandtcfae  Zee  en  TerTolgeu 
ook  nui  Tlinden.  In  1874  stond  hö  aan  het 
hootd  eener  Dnittdie  expeditie  u«r  Aliikt.  Hg 
tiok  langi  den  Qnanu  nui  Doodo,  TerTolgeDS 
Dut  PnoM  AndoDgo  (9*  Z.Br.)  en  werd  hier 
MDgetut  door  de  gaikoorti,  loodat  bg  tka  Pogge 
het  bevel  oteidraeg,  die  in  December  I87S  het 
nAiIed  der  Moeatojimbo  bereikte.  In  187g  keerde 
Homtytr  met  een  gioote  lemmelini'  Tlinden 
nuT  Ënropa  terug.  Hij  overleed  Ie  Qreitiwald 
den  144en  Juli  Iffi». 

Koiiill8tl«k  o(  prediüeunde  noemt  men  de 
wetenichep  der  kansel  welsprekendheid,  iniondei- 
heid  de  unwqiing  tui  sQei,  waf  tot  bet  opatel- 
len en  Toondngsn  tui  kerkelgke  redeToeringen, 
bomilita  «n  prölikatiBn  behooiL  Zn  boTat  in  het 
algemeen  4e  Toontelling  Tan  de  beteekenii  en 
de  strekking  dei  leerrede  Toor  de  openbare  godt- 
dienatoefening  en  in  het  bgioadei  de  rtsels,  die 
men  in  acht  moet  nemen  bg  de  kena  der  stof 
fioMnfio),  bg  de  Terdeeling  ^ditpotUio)  en  de 
oitToeriog  (eloeuHo)  der  Terèohiilende  denen,  als- 
mede met  betrekking  tot  de  mondelgke  Toor- 
draebt  en  de  gebtren  (detlamaUo  et  aeUo).  De 
homiletiek  hondt  tieh  «an  de  algemeene  regels 
det  wdiprdendbflid,  maar  wgiigt  ie  bg  de  toe- 
passing Dur  den  inhond  en  bet  doel  der  leer- 
rede. Ook  bet  Aoaden  tu  bnbel oefeningen  en 
Tan  gel^Dftridaleerredenen  baboort  tol  baar  ge- 
bied. De  ^eachiedenis  der  homiletiek  is  dni  de 
gesohiedenis  tui  den  predtrsnt. 


Hemllla  of  rtdevoenn^,  noemt  men  sedert 
de  4de  eeuw  onier  jaartelling  «en  samenbangtn- 

de,  keikelijke  Tcrkliuing  van  een  gedeelte  der 
Oewgde  Schrift  of  ook  wel  een  kerkelgke  leer- 
rede. Thans  Teistaat  men  daaronder  slgemeea 
een  bepaakle  soort  leerrede,  waarvoor  een  Bijbel- 
tekit  tot  tbema  genomen  wordt  en  waarin  de  in 
deieo  tekst  veiwatte  deiAbeeldeu,  ^  sgn  ig  ook 
niet  logisch  gerangschikt  of  verbonden,  «cbter- 
eenvolgens  ter  qirske  gel)racht  en  tot  leerisg  en 
stichting  der  hoorders  behandeld  worden.  Zalk 
een  homilie  is  een  tmufylüehe.  Wanneer  men 
durentegeo  de  godsdienstige  denkbeelden,  in  den 
tekst  Tefvat,  onder  een  algemeen  hoofd  deiA- 
beeld  brengt  en  eerstgenoemde  als  onderdeden 
Tsn  dit  laatste,  met  het  oog  op  de  hoorden,  op 
(oeoasielgke  w^fie  betprew,  dsn  noemt  men 
«lik  een  homilie  een  tiftithelueke.  Het  ie  dtiide- 
l^k,  dat  zg  in  dit  laatste  gcTal  weinig  van  d« 
eigenlgke  leerrede  T«rsehiit. 

Bominal,  £arl  Ferdinattd,  een  Duitsofa  leehts- 
geleerde,  den  6deu  Juuuri  1722  te  Leipiig  ge- 
boren, studeerde  in  igu  geboortestad  eent  in 
'de  medicijnen  en  daarna  in  de  rechten,  promo- 
Teerde  in  1744,  werd  in  ITöO  bnitengewoou,  in 
1762  gewoon  boogleeraai  in  de  rechtöi,  in  1763 
ordinarius  dei  imitsKeleerde  facalteit  en  over- 
leed den  l&den  Hei  1781.  Hi)  was  een  man  T^n 
algemeene  kennis  die  lich  te  Leipiis  sU  hoog- 
leeraar  een  naam  maakte  en  gewaardeerd  werd. 
Van  lijn  geschriften  Tcnnelden  wij:  „Teatschei 
FlsTins,  oder  voUstftnd^e  Anleitui^,  sowid  in 
bOrgerlicheo  sEs  peinlichen  Pillen  ifrtheil  sbin- 
tassen"  <2  dln.,  4de  druk  1813).  „Bbapsodia 
qnaettionnm  in  foro  quotidie  obvenientiniB  etc" 
J7  dia..  4de  druk  1783—1737).  „PsliBgenesia 
libroium  juiis  veteris"  (1767—1768),  „Deber 
Belohnung  und  Strofe  naeh  tOrkiscben  Qesetsen" 
(1772)  en  .,Von  Veibieehen  nnd  Slisfen"  (naai 
■     "  din.,  1 


te  Leipiig,  w»  sedert  1377  weritsum  aan  de 
bibliotbeek  te  HÜncbes,  Tutigde  er  lieh  als  pn- 
raatdocent  en  wend  in  133S  boogieerur.  Hü 
schreef:  „Die  fithiimiscbe  Uebersetzong  des  Ph;- 
aiologns".(I877),  „Die  Namen  der  S&ugetiere  bei 
den  sQdsemitiacben  VSlkern"  (1870),  „Die  semi- 
tiseben  VSIker  und  Sprachen"  (1381— 18S3),  „Qe- 
schiehte  Babjloniens  nnd  AssTiiena"  (1885),  „Die 
Uteste  uabische  BarlsuDTeraion"  (1887V  „Dn 
babvloniscbe  Ursprai^  dei  i^jptiaeiien  Knltnr" 
(1892),  „SOdarabisdie  Chnutomathie.  Uioftiseh- 
ssbsisohe  QiaiDins.tik-"  (I38S),  „Sumertsehe  Le- 
sutQcke"  (1894),  „Qesobichte  des  alten  Mo^en- 
landee"  (2de  diuk  1898).  ..Granddes  d«i  OeogM- 

Shie  und  Gesehiebte  des  Aiteu  Orients"'  ^e 
ruk  1904),  „Die  altisRwlitische  üeberliefering 
in  srfiriftlicher  Belenchtung"  (1897)  eo  „Anl- 
Mm  und  AbbsDdlnngen"  (3  dln»  1893—1901). 
Hommala  (Bombus  L.)  i«  de  naam  ran  een  ge- 
slaoiit  Tsn  bijen,  die  doorgaans  Teel  grooter  en 
niiger  zijn  dan  d«  honigbijen.  Hun  bareo  tdi- 
men  doot  Teisdiil  van  tleni  viak  witte,  gele 
en  roode  dwatabaikden  op  een  iwarten  grond.  Ds 
tioorten  tsd  djt  geelacbt  iqn  seer  talrA.  Zij  le- 
Ten  gesellig  onder  steenen,  bomnwortda,  ooi  in 
mos.  LsngMwn  >weTen  lü  Toort  «n  maken  daar- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BCOaOïtS— HOUDEOPATHIR 


423 


bq  eea  coiiMnd  gdnid.  De  oardAommel  fB.  for- 
reëtrit  £.)  ia  iwut  met  «en  grien  ling  ap  de 
bont  en  een  gele  streep  un  4e  buit  Ttu^  bet 
ubterlöf,  wunan  bet  mteiiwie  wit  ie;  —  de 
«teeNAommel  (B.  lapUarvu  L.)  ie  iwait  met  een 
ftnnjekleniig  «f  geel  oiteiiMle  ven  het  ufaterlgf. 
De  nomükele  behoonn  tot  de  VlitÉvltiigtlige  Jn- 
ÊteU»  (Hymenofterai  ta  tot  de  tunilie  der  B^ 
(Afiden).  De  MTraehte  wgfjea  ol  koninffinnen 
orenrintenn  en  stichten  In  bet  Toorjuu  eu  TOor 
lidi  een  itft&t.  Ze  kAul  deuTooi  eeret  ean  tolte 
en  brengen  biei  atnilmeel  in;  in  de  kloii^  etnil- 
mee]  leggen  m  eenige  eieren.  De  lanen,  die  er 
nit  DDtttsftn,  Toed^L  uch  met  het  stnifmeel, 
wurran  de  ToorrMd  Toortdnrend  door  de  moe- 
dw  Teifneerdeid  wordt.  TeTena  maakt  drae  een  ed 
Tan  was,  om  «r  boning  in  te  bewaren.  —  Zqu 
de  latTen  irnluniann,  dan  qiinnen  ig  lieh  een  eo- 
eott  en  nit  deae  iomen  de  eerne  «erkaten.  De 
werkstere  nemen  bet  voedaelzoeïen  van  de  ko- 
niiwin  over,  die  lieh  na  nitsloitend  net  bet 
eierleggen  béng  bondt.  De  leege  cocddb  worden 
alt  hoBingraten  gebruikt;  de  boning  wordt  niet 
door  de  lamn  gegeten,  raav  Aior  de  Tohraseen  in- 
eeeten,  dte  'afoocgena  «^migen  wat  den  Torigen 
dag  venameld  is.  In  den  hxn  van  den  lomer  ver- 
MhqDen  maanetjee  en  wgfjea.  —  Wq  Tinden 
bq  de  bommels  soms  grootere  werksters,  die  ook 
eieren  kannen  It^en,  wa«mit  uitsluitend  man- 
netjes te  Toorsehqn  komen.  —  EiKenaanlJg  ïi, 
dat  bq  smmige  «oorten,  Mn  h<Hnmel  dienst  doet 
als  „porder"  of  „wekker".  Dese  wekt  dooi  iqn 
Inid  gegons  de  bevolkinK  van  het  nest.  Ckamer- 
kelok  ia  het  eindelqk,  dat  em  ander  geslacht, 
de  koekoeksbommeis,  (Pnthfnu)  len  koste  Tan 
de  hommels  in  de  celien  Tan  deie  leeft  en  loo- 
leer  op  dexe  eelqkt,  dat  het  langen  tijd  net  bet 
gealaat  Bouras  Tereenulvigd  werd.  Aan  die 
roofhonunela  oBM>nien  eohter  de  werktaigen 
tot  het  Tenamden  tut  atnifineel.  Homnelt  notmt 
men  tonu  ook  da  darren  der  honigbqen. 

Bontmar.  Zie  Rondkomt. 

Homaiiiu,  Fatiu.  een  Nederlandseh  godge- 
leerde, den  l&dea  Febmari  1576  te  Jelsnm  in 
Friesland  setwren,  beiodit  in  I5B5  de  booge- 
sebool  te  Franeker  en  woonde  aMaar  ten  fauiie 
Tan  Sibrmdue  Luhberhu.  Daarna  woonde  hn  eenï- 
gen  tijd  te  La  Roebelle  la  Frankrijk,  studeerde 
nog  S  taai  te  Leiden  en  werd  in  1599  predikant 
te  Doliknm,  waar  hq  Urrinu^  „Uitlegginr  Tan 
den  Heidelbei^beB  Catedtiamns"  Tertaalde.  In 
1602  was  hq  predikant  bq  het  Statenlegei  en 
woonde  de  belegering  Tan  Orare  bq,  terwjjl  h^ 
i-D  datoellde  jaar  een  beroep  aannam  naar  Lei- 
den. Hier  werd  hg  gewikkeld  in  de  twisten  van 
^Tuiniut  en  Oomarva.  Deien  laatste,  lijo  leer- 
meester, stond  hg  getrouw  ter  iqde,  o.  a,  op  de 
eonfeientia,  die  in  1605  taiadien  de  twisteade 
boogleeiaren  gehondei  werd.  alsmede  bq  de  on- 
derbandelingHi,  die  Tier  Jaar  later  te  's-OrsTCn- 
h*ge  plaata  voaden.  De  Contra-Remonstranten 
koien  hem  deihalTe  tot  alreTaardigde  naar  de 
Hunefae  eonlerenlia  van  1011,  waar  hg  met 
kraent  twen  Bpiteopiuê  en  Ootmriu  optrad.  Ook 
bgde  DeutaebeeoilereatieiiiISIS  waa  hq  tegen- 
woordig. Beeda  lang  had  hS  aangedran^fen  op 
bet  handen  eeser  algemeene  Kerkrergadenng,  en 
toen  in  laiS  de  Nationale  Synode  te  Dordredrt 


samengeroepen  werd,  weid  Ihq  inet  DamMon  tot 
scriba  gekozen.  Ook  behoorde  hq  tot  de  toTJaoren 
der  nieuwe  BübelTertalii^  en  bradit  met  Wa- 
laetu  de  boeken  des  Nieuwen  Vetbonds  OTer. 
Daarna  leidde  hij  de  Tergaderingen  der  PrOTin- 
eiale  Sjnode  te  Leiden,  waar  Tele  Remonstranten 
terooideekl  werden,  wat  Tan  161Q  tot  1640  re- 
gent Tan  het  StaatteoUege,  terwül  hem  werd  op- 
gedragen  de  gedrukte  TerhsjMMingen  der  Sjno- 
de over  te  brengen  naai  Jaeobtu  1  Tan  Engeland, 
waar  de  hoo^eseno<d  Ie  Ozlord  hem  tot  reetor  be- 
noemde. Hq  OTeileed  den  5den  Jnli  1642.  Wq 
hebtwn  Tan  hem:  „XVU  predieatiEn  o^er  bet 
ghebedt  des  Heeren,  g«da^  door  Gail.  Bar«nns" 
(2de  druk  1658),  „I^  di^Utiooes  theologl- 
cae  adTersas  pontificos  etc."  (1614),  „Specimen 
eontrorecMsriun  Belgicanun  ete."  (16I8)i,THtaaid 
door  Johannet  a  Lodeêtegn  oader  den  titel:  „Moo- 
stei  tan  de  Nedertantaéhe  Teiaehillen",  J^arra- 
tio  liistoriea,  ortus  et  progieasni  eontioTertiarnm 
Belgieamm",  „Oordeel  der  Synode  nationalia  der 
Qereformeeide  Kenksa  Tan  de  Tereeniebde  N<- 
deilsnden,  ffbehonden  binnen  Doidtreeht  ena." 
(1619)  en  „Het  sebaa»oeek  der  Terklarin^hen  ovei 
den  cateciiiBmai  der  Ghristrilke  religie  eni." 
(1617  en  later  bq  berhaUng). 

Homo  dUawU  tasUs,  een  gehnge  vtm  den 
Zondvloed,  noerade  aai  een  geraamte,  in  den  ter- 
tiairen  leisteen  Tan  Oeningen  gevonden  en  door 
SehetiekxtT  besehreTen.  Het  ia  0,92  m.  lang  en 
wordt  bewaard  in  Teylei'e  Mtnetmi  te  Haarlem. 
AanTankelqk  meende  men  daarin  de  OTeiMgfee- 
len  van  een  menaeh  te  lien.  Het  is  echter  ge- 
bleken, dat  dit  gerüamte  ^omatig  is  Tan  een 
salamaj>der,  welke  door  Fan  lier  floeeen  met  den 
naam  Tsn  CryplobrmeAw  privtigeHtiu  werd  be- 
stempeld, doen  ook  onder  dien  Tan  Andriat 
Sehoiektm  bekend  is. 

HomocOMtble  i>  een  door  SohuuI  Hahne- 
monn  (lie  aldaar)  ingevoeede  geneeawgie,  die  het 
beet  gekariiteriseeKr  wordt  door  iqn  woorden  in 
het  „OrgaooB  der  rationellen  Heilkunde":  „Kiet, 
om  lacht,  anel  en  duunaam  te  genezen  in  ieder 
liektegeTid  een  geneemiddel,  dat  een  dergelgk 
Igden  (-mien  vi^f)  vmoonaken  kan,  als  het 
genezen  moeti  Similia  similibns  enrantur".  De 
eerste  grondslagen  deier  geneetwqie  publiceerde 
Hahtuma»n  in  1796  in  het  opstel  „Versaeh  Ober 
ein  nenee  Priniip  lOi  Auflinaai^  der  Heilkrilte 
der  Anneisubstanzen,  nebct  einigen  Blieken  ani 
die  biafaerigen".  Hjj  beacöonirt  daarin  de  wegen, 


licEiaa 
alle  eritii 
der    ziekten 


rieesmiddelen  te  finden.  De  „boven 
TeiheTon"  weg,  om  de  grondoorzaken 
der  ziekten  weg  te  nemen,  n  nog  niet 
begaan,  daar  de  ooisaken  oer  menaebelgke 
zwakte  ten  deele  «eowig  Terborgen  inUen 
blvren.  Een  tweede  geneeewö»,  om  de  liek- 
ten  door  middden,  die  het  tegendeel  bewer- 
ken, naar  bet  grondbeginari  eonttoria  am- 
trarÜÊ  te  bestrSden,  hondt  bq  Toor  die  dektege- 
Tallea,  wdke  de  nataur  binnen  eenige  dagen 
frroatendeeli  lelf  orarwint,  mogdök.  Intussnen 
u  'deze  methode  in  looTerre  bedeiuelnk,  dat  het 
kwaad  by  deze  tiehandeliax  dikwijls  dieper  wor- 
tel adiiet.  De  beste  geneedieeren  tbu  alle  tjjden 
hebben  ateeda  ernaar  geatneeM,  nlddden  te  Tin- 


DigilizedbyGoOglC 


d«i,  ,^ie   niet  ie  lymplanesioUmlMmuitele: 


cpeeüitkc  middeleD".  De  apeeilieke  weiAiMmfaeid 
Mt  gen«e«mHldel«n  ntiosect  en  naowgeiet  te  ba- 
■tndeeren,  ia  tot  on  toe  nog  niat  gelukt.  De 
ho^  det  Mheiknnde,  Mgt  BttkMmmm,  ia  sog  ge- 
ring; de  uiterlnk  «aanieemliue  eigenaehappen 
der  geneeüDiddeleD  leeten  ileetita  ieta  leer  algc- 
meeni,  de  proefnamiogui  op  dienn  ^n  e«n  te 
nnre  meUiooc  dM  dat  men  de  Ignere  wetkiDgen 
der  seneeHiiiiujelen  daamit  Mmnniieii  beoei^e- 
leD.  0(1  grond  Tan  jaranlange  ftodilo,  waarne- 
mingen en  enaiingen  komt  n^  du  tot  de  alot- 
acm,  dat  de  laiTece  en  neeilieke  krachten  det 
geneeamiddeleii  het  beat  40ot  een  tjitematieehe 


]  kannen  wonleB.  Deie  eiMh  *an  een  expe- 
rimenteel, ph^ologiteh  ondenoti  op  den  geioa- 
den  menach  i«  nog  heden  de  gioadriag  tan  bet 
homoeopatliiaeh  atélael  gebt«Ten.  D«  «ntarikke- 
ling««sdiiedenM  der  homoM^Mthie  ia  ala  y<Agi. 
Bq  de  vertaling  vbb  Onüm'i  .Jlateria  m«dica" 
werd  Hahnemimii  door  de  naag,  of  door  d«  wia 
teftoorta  of  door  baar  geneeniuddel,  de  ehinine, 
de  bekende  naaiekt^  de  loogenaamde  wiaadkoorta- 
kaebexie,  woonaakt  wordt,  ei  toe  «btadtt,  dii- 
niae  in  te  Mmea.  Tot  ittn  Terwonderisg  dedea 
licb  bij  bom  ffedntende  die  proef  Terae^nielen 
Tan  «riitelkoorta  Toor.  Deie  erraring  ea  het  feit, 
dat  efainine  niet  iedere  wiaaelkooita  kan  geneien, 
brasten  hem  na  jaieolanea  waarnemingen  der 
werking  Tan  de  geneeimi  Melen  op  het  geiondt 
tiehaam  (ot  het  hierboTen  gemelde  itdael,  dat  h{ 
nadrokkelgk  ala  een  natnuiwet  erkend  wÜde  iJei. 
en  dat  M  net  talrgke  Toorbeelden  toeliebtte.  Op 
berioren  ledematen  legge  men  aneeinr,  lidht  ver- 
brande hnid  boude  meobQ  bet  vaar,  iware  koorta 
doet  qlen,  maar  geneeat  ook  Taak  netteutoornis. 
ten,  pokken  Teroortaakt  êoaa  doolhaid  en  blind- 
heid, maar  deie  werden  er  ook  wel  etna  door  ge- 
neien  eni.  Op  medieametiten  toegepaat:  eTooaU 
groote  dosen  koffie  hoofdpijnen  Teioonaken,  Ter- 
lacblen  kleinero  gaven  deie,  araenieDm,  dat  hnid- 
nittlasen  opwekt,  ia  geaehikt  tegen  haidiiekten 
eni.  Onder  de  moderne  homoeopatben  hebben 
vooral  Antdt  ea  BehmUt  eon  wetena«iappelükai 

frondalag  toot  flaftnMumiu  theorie  mvMOt,  dien 
e  eerate  aldna  formnleeide:  „Kletne  prikkda 
brengen  de  weeleela  tot  verhoogde  werkuamheid, 
gemiddelde  bevorderen  deie,  Mer  groote  vento- 
ren  baar".  SoAalh  heeft  de  geldigheid  Tan  ' 
r«d  ook  voor  arteengen  bewenn. 

De  bomoeopathie  best  een  eigen,  eveneeni  van 
llaknemattH  afkomatige  mettio(i«  voor  het  betoi- 
dan  en  toepaaien  van  waeewiddelen.  Van  plant- 
aardige stoffen  wordt  loo  mogdf^  bet  veredi 
mtgepente  au  aangewend,  mot  "  '"'  '  ' 
(bg  aterk  «lömboBdtöde  net  2  di 
vermengd,  gefiltreerd  en  later  volnna  dê  ^ed- 
male  Terdeèling  loo  verdnnd,  dat  de  loogeoaam- 
de  oertinetnnr  de  geneeakraditige  «tot  met 
den  wgngeeet  in  een  vernonding  van  1: 10  bevat 
Uit  d«  oertinetnar,  reapeetievelgk  eertte  verdnn- 
ning,  verkrijgt  men  een  tweede  dilutie  op  de- 
zelfde wyie  door  1  deel   der  eerate  verdunning 


mi,  mot  gelBke  doelen 
net  2  deelan)  wQngeeat 


1  warden  <ni  deteltde  wgie 
emuJüea  met  meUuoikei  bereid.  Deie  bereiding»- 


wüie  maakt  het  mogelök,  dat  de  homoeopathi- 
acbe  praeparaten  ateede  voor  het  gebrnik  gereed 
kunnen  gehouden  worden. 

Veel  MBtrgding  vond  Hakmentaim'i  Uieorie 
van  de  grootere  werkiaMdieid  van  loogeaaam- 
de  potentiêelfl  artaengmiddden;  hg  nam  n.L  aan, 
dat  de  TOor  het  venoéngon  en  fgn  wreven  benoo- 
digde  apitiknwlit  det  aiBett  sich  aan  de  genees- 
kiaabtiie  praeparatea  nededoelt  ea  bna  werk- 
laamheid  verhoogde.  Dew  loOMnaande  polen- 
tiaaltbeorie  heeft  da  bomoeopathie  on  baat  oit- 
breiding  teer  geoehaad.  Erkend  dient  editer  te 
worden,  dat  van  moeilnk  ofrioabare  en  vaate  ge- 
oeeamiddelen  de  oppettiakte  bg  voortgoMtto  ver- 
deelinr  toeneemt,  en  bgv.  allo  metalen,  kalk,  kie- 
telaaide,  eerrt  bg  een  leer  fgnen  verdeelingagraad 
dooi  bet  oiganiime  kunnen  worden  opgenomen. 
De  wetenaebappelgfc  faomoe^^thiedie  geneeehee- 
ran  weden  «oMit  tJentaUen  van  jaren  in  den 
regel  met  de  oenta  >es  dedm^n,  aan  wier 
wetktaambeid  tegonwooidig  niemand  meer  tw^- 
telt,  die  bgv.  oveitniod  la  van  de  qtedfieke  wer> 
king  van  anenieom  in  een  Ltrieobion,  welke  in 
10  L.  0,0009S  gram  annij^nt  bevat. 

De  moderne  bomoeoaatliiBclie  gcnee^eeren  er- 
kennen allen  de  noodnkeljjkbeid,  dat  geneeamid- 
delen,  die  niet  ala  palliatieven,  maar  in  den 
geeat  van  de  biolofrisebe  grondgedacble  tot  ge- 
neeskraehtige  doeleinden  gekoun  worden,  in  be- 
trekkelijk kleine  doei*  toegediend  moeten  worden, 
want  dit  is  een  iogiaehe  eiadi  van  de  gedaehten- 
wet.  De  bomoeopathie  liet  jnïet  in  faet  grootite 
deel  der  tiekteveraehgnaelen  pogingen  van  het 
organisme  om  lïehielf  te  geneien  en  ig  tradit  dit 
illët  natiniikraditen,  die  hetidtde  doel  nattreven, 
te  onderatennan. 

Een  onpartijdig  oordeel  «ver  de  beteekenis  van 
Hahtumaim  «n  »jn  therapie  is  op  dit  oogenblik 
nanwelgka  mogri^;  teoainato  niet  voor  ben,  die 
de  verutderlgkheid  der  grondatellingeti  on  theo- 
riein  ia  de  geneeaknnde  «i  den  atrqd  kennen, 
die  daarover  van  ovdefaer  g«voerd  ia. 

Volgens  WiUmar  SdmaSt  ign  er  in  Dnitadi- 
"    -'  "*       -   'eer  600,  In  Ooatenrgk- 


land  en  Fiankrbk  oagevi 
"■,34 
.  „  ,        éhe  gei 

heeren.  Homoeopathiacbe  leeratoelen   viMt 


lUliS  2 


1  BelgiS  60  homoeopauiadie  geneet- 


te  Pargt,  Londen  en  Madrid;  liekenhniun  o.a. 
te  Groaallcfatenifeldo  bg  Berlna.  KOtben,  Mfln- 
ehen,  Boedapest,  Oompendorf  tif  Weenen,  Par^t 
en  Madrid.  Ia  Amerika  beeH  bSna  iedere  groolo 
stad  een  hotnooopaüaeh  liekonbais;  ook  vindt 
~  omoeopatUt^  boogeMholen,  alt  te  Obl- 
^  Boaton,  New-York,  aevtlwML  Phila- 
delpfaia,  St.  Lonii,  Cineinnati  an  Ana  Aibor. 

Zie  o.  a.  „Die  Homoeopatbia  in  llMOiie  nnd 
Pruio"  (nitgeg.  door  de  ,3*>anoeopathisefae  Zen- 
tralTer«iu  DeutacUandt",  Berlön  1897);  Bering, 
Homoeopathiaeber  Hanaant"  (34ati  druk  Stntt- 
gart  1914);  „Lehi^nch  der  bMnlSopathiseben  H^ 
lehre"  (Berlön  1900);  Bdfcodf,  Eahnemaan  redi- 
(Leipxig  18SS);  /.  VoorAooM,  Homoeopa- 
I  de  piAtgk  (Zwolle  1005);  A.  •.  Oirtuirdi, 
Hmdboch  der  HomSop^e  (10d«  dmk  1913). 


er  Homèopatbii 


DigilizedbyGoOglC 


HOMOGEEN— BOUOeEXUAUTBrr. 


griiMle  muM  heen  nit  deielide  itol  beaUu.  Het 
tegeaoreisNtelde  vu  komogetn  ii  Aateroyera 
(oDg«Ivbuehti^),  Ook  Tan  penoMD  woidt  dat 
woord  gebrnilft;  men  nMtnt  een  minUUnt  bo- 
DMffean,  wanneer  het  nit  leden  beitaat  van 
lelMe  politieke  b^nwlon. 

Hoiqora*!!  noemt  men  in  de  rekenkunde 
inlke  grootheden,  die  alle  <kKir  deielfde  eenheid 
meelbtuir  ign,  dnt  looTeel  all  g^ktoortigi  8 
ffid.  en  7  gid.  iqn  homoReen;  8  meter  en  8  hter 
daarentegen  helerogtem  (ongelgkwoitig). 

In  de  analyliecbe  meettnnde  vetitaat  men  on- 
der luniageen  lolke  ^rootfaeden,  die  evenieel  «f- 
metingen  beiitten;  z^n  derbalve  s  eo  f  teebte 
ISnen,  du  ijin  ^,  t^  m  f  homogeen,  daar  in 
alle  2  afmetingen  bexitten,  daaientef^  i*  en  ■* 
heterogeen.  Een  algebraliehe  veigelgking  ie  ho- 
mogeeB,  ale  aUe  er  in  Toorkanende  teimen  vao 
denielfden  giattd  ign. 

~  ikolm  noemt  mes  die  koolqiit- 


Bomoc««akal 

i  Toor  oooclMnp 
qJD,  In  têft— 
ingótanKite  ki 
itten.  Bg  de  n 


tiet  beratten. 


iteHiog  qJD,  In  tegenitelling  met  de  kernkoten, 
'e  kern  van  poedenennige  gnt- 

.  _.  ._  .  Je  meeate  gelJikitToombooglaiD- 

pen  ia  de  poaitiere  kool  een  kernkool,  de  negatie- 
ve een  bomogeenkool, 

HomoUt,  1-  THéofhüê,  een  Franieh  ardiaeo- 
loog,  den  19den  December  1849  te  Pargi  gebo- 
ren, bezocht  aedert  1869  de  normaabehool,  werd 
agrigi,  later  lid  ran  iet  Fruache  Arehaeologi- 
aehe  Inatitnnt  te  Atbene  en  leidde  xan  1876  tot 
1887  de  iqigTaTJnKen  af)  het  eiland  Deloe,  waaifcjj 
hg  koatbsre  beeldhouwwerken  en  belanffröke  op- 
«ehriften  Tond;  tmi  186^  tot  1901  waa  hü  werk- 
zaam by  die  te  Delphi.  In  1837  Terwiert  hg  met 
„Lea  arehiTea  de  l'intendanee  aaerie  k  Deloa"  en 
,J)e  antiqniaaimia  Dïajiae  limnlacria  deliacii" 
den  doetortgraad.  Haar  Frankrgk  teruggekeerd, 
werd  hjj  boesleeTaar  te  Nanej,  daarna  aan  het 
ColUge  de  Pranee,  in  1891  directenr  ran  de 
Eeole  frsntaise  te  Atiiene  en  in  1904  der  natio- 
nale mnaea.  Sedert  I89S  Hd  der  Aeadimie  aehreef 
hg  DOg:  ,4«a  f«^llei  <le  Delphe»,  1892—1901" 
{191^ 

H«in«levatl*.   Zie  FaiUüiewtaitl. 

HomologlSi  Zie  Homoloog. 

Bomoloov  ><  afgeleid  tbd  een  aamenvealeld 
Qriekaeh  woord,  hetwelk  gtl^tnamig,  jtmvUm- 
deMi  beteeken t.  Homi^oge  ponten  bÜT,  *qn  lulke 
in  de  meetlcnnde,  welke  emftnder  (i>9  g«lgk  an 
gelgkrormige  Hgaren)  bedckkei.  In  de  aefaeiknii- 
de  Terataat  men  «kder  homotog*  reekaen,  reekaen 
tta  koolttofrerirfndingen,  waarran  de  MiVolganda 
lennen  dSt  in  aamenatellïng  *er*ehillen,  d.  i. 
elke  volgende  term  bevat  per  moleennl  1  atoom 
koolttof  en  2  atomen  wateratof  meer  dan  de  Toor- 
gaftode,  en  alle  temen  van  tnlk  een  reeka  ko- 


in  algen 
en.  Ala  > 


ov«TCen.  Ala  voortieekl  van  hoiHlogie  Uteo  wQ 
hier  de  formnlea  Tolgen  van  de  homologe  re^ 
der  vebnren  en  van  de  daarbg  beboorende  al- 
eobolen: 

CHjO,  Miercnïuur  CHtO  Methylalcohol. 
C,HtO,  Aiijniuur  C,H,0  Aethylalcohol. 
CjH«0,  Propionzuur  CjH.O  Propyl alcohol. 
C,H,0,  Boteriuur  CH,gO  Butylalcohol. 
CfH„Oi  ValeriaaniuurCH„0  Amylalcohol. 
CiaHMO,PalmitineniorC„H,tOCetylalcoliol. 


Deze  overeenitemming  in  eigeneehappen  blgkt 
o.  a.  nit  de  kookpnoteu,  we&e  og  genoemde  vet- 
inren  van  term  tot  tenn  gemiddeld  19*  C.  fei- 
echillen.  Men  beeft  een  groot  aantal  van  inlke 
homologe  reekaen,  en  het  lal,  ieder  duideljjk  iqn, 
dat  de  leer  van  deze,  xooala  ig  door  Laurent  en 
Oerhardt  ia  veorgeiteld.'TaD  ^oot  belang  ia  voor 
een  ateladmatige  rangaebikking  der  koSatotver- 
bindingen.  Zoo  heeft  men  homologe  reekten  van 
vetnren  met  tot  algemeene  formule  Ci>H,i>-f 
,COOH,  vanaleoholen  C>H,i.+iOH,  vanaminen 
CnH,ii-t-,NH„  vanaethen  CiiH,.+,OC,.H,i>.+,, 
vanaminen  Ci !!,.-«-, CO NH.,  vannitrieten  C. 
H,.+,CN,  vanildehyden  C»H,<.-»-iCO.H.  van 
ketmen  C„H..-^,CO.C.H .,-«-„  van  verzadigde 
koolwatentotfen  C.H..,-*-,  enz. 

HomonMlM,  de  meeat  berhaaraehe  Pisidl- 
aehe  atam  der  Oudheid,  woonde  in  de  hoogatge- 
legen  deelen  van  den  Taurna,  tuaiehen  flelge  en 
Kotenna.  De  Homonadea  werden  eerat  ten  tgda 
van  keiier  Augvttiu  bedwongen.  De  door  ben 
bewoonde  vrncnlbare  en  door  ateila  rotaeo  om- 

ÏBven  vlakte  is  door  fi.  £iayerl  in  1688  en  door 
'alick  in  1902  teruggevonden  in  de  Gembot  GSl 
(IS  km.  laidelgk  van  het  meer  van  Bejajehir) 
aan  de  bronnen  van  de  Helaa  (Hanavgat 
Tajai). 

HomonTmra  agn  woorden,  die  alleen  in 
klank  met  elkau  overeenkomen,  looala  lieAl  = 
niet  donker,  en  Jtekf  =  niet  iwaar;  bot  =  viaeh, 
bof  =  heen,  en  bot  =  iton^;  pM  en  nl  enz. 

Bomo  uvlaiui.  Zie  JfcMc*. 

Hotn<MMXiiaJlt*li  noemt  men  de  gealacbte- 
Inke  neiging  tot  personen  van  betieltde  geilacht, 
bnna  alt»d  ten  gevolge  van  een  aangeboren  af- 
wgking  in  de  gealaehtadritt,  leer  lelden  van 
nit  spattingen,  loodat  traitengewone  prikkelt  bet 
ontzenawde  getlaehtaleven  moeten  opwekken.  De 
manoelHce  hoiDoeeineelen,  dikwQlt  Ign  beechaal- 
de,  aeatbetiaeh  taoogttaande  peraonen,  komen  in 
alle  Uringen  der  maatachappn  voor,  bnn  neiging 
voor  hetzelfde  gealacht  ia  dikwnla,  hoewel  lang 
niet  altijd,  een  zaiver  Platonia«aie,  en  tjj  leven 
kniaeh.  Zy  leggen  er  den  nadmk  op,  dat  qj  wel 
biolc^Mh,  maar  niet  etbiaeh  minderwnardig  zQn. 
Zg  betkennen  eikander  aan  tommige  bew^n- 
gen,  vinden  elkander  in  aommige  pantionaten, 
badhuizen  enz.  en  trachten  hun  neigingen  te  be- 
vredigen onder  bet  maaker  van  camava^rtaMn, 
vronwenimitatiea,  heerenavonden  enz.  ülndu 
achildert  de  gevoelene  en  lotgevallen  dezer  „ont- 
erfden van  het  liefdeageli^''  in  ren  broebnre  en 
gtt  bnn  den  naam  ünümgt.  De  vronwelgke  ho- 
moaeineelen  agn  niet  minder  talrgk.  Deoe  trib»- 
den  kenmerkoi  zich  door  een  opvaUeode  neiginc 
tot  jaloezie  en  doot  de  omatandigheid,  dat  ook 
in  bet  niterl^  verkeer  de  eene  helft  meer  de  rol 
van  den  man  wpttlt.  In  vrouw engevangeniaaen 
komen  deigelgke  verfaondingen  meermalen  voor. 
Pogingen  om  over  het  aantal  bomotexneelen  Jnia- 
te  voomteilingen  te  kragen,  leidden  alle  tot  het 
reanltaat,  dat  het  ongeveer  1,5 — 2*  der  bevotting 
bedraagt,  wa&rbjj  gevo^  moeten  worden 
nog  4  %  bi-aexneelen,  waarvan  0,7  %  meer 
tot  homoaeznaliteït  ([enelgd  ii.  Vooral  doot 
het  procea  van  Mntmüiam  Barden  <tie  al- 
daar) wckI  in  1907  de  aand«ht  van  deaknn- 
digen  en  keken  meer  algemeen  op  deze  lirte- 


DigilizedbyGoOglC 


426 


HOMOSEXUALFnar— HOM). 


lijkc  Qci^ng  gewstiffd.  Re«di  in  I8S7  werd 
een  „Wiwenadiaftlieli^tHimBnitaere  K(»ni(ee"  op- 
gericiit,  dat. ook  eeo  aldeeling  in  Nederknd  heeft, 
en  den  slr^d  aanTunlde  tegen  de  itrafbMAliD- 
gen  op  homoseineelen  en  tegen  de  Toorooraeelen 
en  de  Terguiiii^,  wurander  iq  gebakt  gun. 

Zie:  Hirxhfeid,  Die  HomoHiuaJiUlt  dei  Han- 
nes und  öes  Weibe*  (dl.  Dl  <ru  het  „Huidbacb 
der  gcftunmten  SeiuAlwisMnMJiaften"  van 
Boeh,  1916);  AUtrino,  Over  Uruucme  [Ajnstt.- 
dun  1906);  Sehorer,  TweeiiUi  Hut  (Den  Hug 
1911). 

HomoiuloB  en  Itomoloiislos.  Vui  den 
twee  OrieÉeehe  woorden  beteeken t  het  eeiite 
gelgk  in  weien  en  het  tweede  gdykvormip  Ai 
teeu».  In  den  Ariauisehen  strqd  (lie  Arianttme} 
twiitte  men  er  OTer  of  Chriitus  gtlvk,  dan  wel 
gelSkvarmig  van  weien  wu  met  <Joa,  loodat  de 
beide  partijen  met  de  namen  Tsn  Hon 
eo   Homoioutiatltin  wecden  ung«idaid. 

BontMXOb,  baron  ■Remhart  Finamt 
een  Qnlike^  edelman,  omstreeks  het  J4ar  160Ó 
geboren,  streed  üi  genetaal-majoor  onder  Marl- 
borovgh  in  den  Spunschen  Bueeenie'Oorlog.  fljj 
nam  deel  un  den  slag  bvRamilticBin  IIOB;  Na- 
dat hg  Douai  dap^r  Terdedigd  had  (ITI-S), 
moest  hij  zieh  overgeven  en  werd  met  de  beiet' 
ting  gsTankelifk  naar  Amiena  gebneht.  In  1726 
werd  ng  generaal  der  ruiterjj.  De  Staten  Tan  Hol- 
land lonaen  hem  in  1726  ^aar  den  graaf  van 
der  Lippe-Dttlmold,  om  den  koofi  te  siniten  Tan 
de  hooge  heerlijkheid  van  Vianen  en  Ameide, 
welke  door  een  huwelijk  met  Amtlia  van  Dvna 
in  het  heiit  wu  gekomeQ  tsd  deien  graat.  Drie 
jaar  later  werd  Van  Bompeteh  genalaraJieeerd  en 
alt  beer  van  Qenderen  onder  'a  Landi  edelen  be- 
«ehreyen.  Sedert  '1704  wu  hg  gonrenieDr  van 
QraTe.  eedert  17S1  Tan  Oeertmidenherg.  Bij  otst- 
leed  in  1788. 

HompMOb,  Ferdinaiid,  Trgheer  von,  de  laat- 
■te  grootmeeetet  der  Johannieter  Orde,  den  9den 
Noremher  1744  te  Düaseldoif  geboren,  wag  leede 
op  ign  12de  jaar  te  Malta,  wut  hg  eerst  aU 
page  tan  den  grootmeeater  diende,  tot  grootkrnic 
opklom  en  in  1797  door  den  inrloed  Tan  Ooaten- 
cQk  tbt  grootmeeetet  eekooen  werd.  Toen  Boita- 
parle  den  lOden  Juni  1798  «oor  Malta  Terscheen, 
trai^tte  eon  Hompeaek  eeret  bet  eiland  te  Teide- 
digen.  Napoléon  deed  eenige  troepen  aan  land 
Mtten  en  i>[acht  de  soldaten  der  Orde  woedi« 
aan  het  wijken.  Von  HomptKh  Teiloor  het  hoofd, 
eapitnleeide  en  gaf  de  Teiung  LaTalette  un  Napo- 
leon over,  Zoodra  de  iFranscfaen  het  gebeele 
eiland  in  hun  macht  hadden,  behandelden  >g  den 
grootmeester  met  geetrengheid  en  dwongen  hem, 
onder  belorte  Tan  een  jaargéM.  met  tÜB  ridders 
we^  te  trekken.  Von  Hompetek  begaf  lieh  naar 
Tritst,  wa»r  hg  snn  wurdi«heid  oTerdroeg  aan 
Faut,  keiier  van  Bnsland,  die  se  tot  un  ign 
dood  bekleedde  en  Fon  Hompeteh  door  een  jur- 
geld  schadeloos  stelde.  Na  den  dood  des  keiiers 
hield  de  nitbetaling  van  het  jurgeld  op  en  Fon 
Hompeteh  geraakte  in  emnte  Terlegenheid.  Hg 
begaf  ildi  naar  Montpelïier,  om  het  aehtetstaHi- 

n'aaiveld  Tan  Frankt^  te  bekomen,  en  orer- 
aloW  in  het  begin  Tan  1S0S. 
BAma  is  het  Emeea  (lie  aldaar)  der  Goden. 
Bomnnotillis  is  een  mensehje,  klein  mensdi. 


In  Qoetke'i  „Faost"  is  het  een  door  een  chemisch 
proees  ontstane  mensch,  in  OTersenstemming  met 
Faraeeitiu'  werk  „De  generatione  rerum  natnra- 
üom".  waarin  een  methode  tot  de  ehemiaciie  Ter- 
weUing  Tan  den  bwnnncnlni  gegeven  wordt. 

HoDMi,  een  der  fcinnenlüasehe  proTinciea 
Tan  Nioord-China,  Hgt  tussehen  31,5  en  37*  N. 
Br.,  wordt  in  het  O.  doot  den  Bowaiho  en  sus 
igriTieren,  in  het  N.  door  de  Boansbo  besproeid 
en  telt  op  176  000  T.km.  (1910)  1^875  516  in- 
woners.  Het  O.  is  «lak,  teivgl  men  in  het  W.  nlt 
metamorfisehe  gesteenten  en  graniet  samengestel- 
de bergketenï  Tindt.  waarvan  de  ToornasiUte,  de 
Foenioeschan  een  hoogte  Tan  2400  m.  berdkt; 
het  in  bet  Z.  daartiij  aanalnitende  HoaigebeFgte 
is  Teel  lager.  Tussehen  den  Foenioe  en  den  Hoang- 
ho  strekt  lidi  een  met  IBss  bedekt  adwllenland 
nil.  Door  het  N.  stroomt  de  Hoangho  met  dut 
Loho,  de  orerise  riTieren  lo4^u  nur  den  Hoaiho 
of  nur  den  fiankiang.  Het  Uimut  is  neht,  de 
bodem  zeer  Tmebtbaar.  met  name  geldt  de  «lakte 
van  Hoaikingfoe  als  de  tnin  van  China.  De  voor- 
naamste  Toortbrengselen  inn  tarwe,  mals,  rgst, 
gierit,  papaTer  (tooï  opiiHobereiding),  kahien,  de 
heerlijkste  Tm^ten,  waaronder  de  kakieTg«n 
en  de  Boeddbahandcitroenen,  wilde  ijjde  eni.  Het 
Z.  der  proTineie  bevat  rijke  Tsetmqnen,  eireoeeni 
Bteenkoten.  Men  wint  koper,  kwikiiWer  en  talk, 
zoDtfcronnen  liJn  voorhandeo;  groote  stecaaoat- 
mü^su  lallen  waarsehünlgk  nog  seopend  woidoi. 
Wat  de  nnverheid  betreft,  ijin  de  lydeindustrie 
en  de  glssfabricage  van  ibeteekenis.  De  hooMstad 
is  Haifoeng. 

De  stad  Hooan  ligt  op  den  linkeiosTer  Tan 
den  Loho  en  un  het  kruiapnot  T»n  TerachiUende 
belangrpe  Terkeerswegen  en  is  r^  aan  ruinen 
en  aan  grsTen  Tan  vorsten  uit  Troegere  dj^nai- 
tiein,  wier  residentie,  Lojang.  hier  lig. 

Hond  (lie  de  platen)  is  de  naam  eener  dier- 
soort nit  het  geelaohtCanü.betwelk  tot  de  familie 
der  Honden  (Caniden)  en  tot  de  orde  der  Roof- 
dieren (Carnivoren)  toehoort.  Het  ondersehMdt 
lieh  door  een  langwe^igen  schedel  met  «en 
vooruitstek  end  en  snnit,  doot  het  besit  Tan  Toot- 
uitspringende  snljtaDden,  sterke  hoektsjiden,  in 
de  'Dovenkaak  doot  6,  In  de  ondericaak  doot  7 
kieien  un  elke  igde,  door  een  niet  afhelleBdeD 
rug  en  bijna  eren  lange  poolen,  —  Toorts  door 
Toorpooten  met  5  en  aebterpootén  met  4  tesnen. 
In  de  familie  der  Honden  oodetsehmdt  men: 
I,  Wotten  met  een  ronde  piuil  (hond,  wolf,  din- 
go,  jakhals),  —  2.  Voeten  met  een  loodrechte  lan- 
ge pupil  (tos,  hTsenaiiond).  Verediillende  sonr- 
ten  van  de  familie  der  Honden  vfa  op  bmaande 
plut  alffebeeld  onder  het  opwdirift:  Wilde  kim- 
den en  kyaemfi. 

Wg  bepalen  ons  biet  tot  den  kuiêkond  (Cad* 
familiarit),  die  orer  de  geheele  aarde,  van  den 
evenur  tot  dieht  bü  de  pool,  de  trouwe  metge- 
zel is  van  den  meueh.  LtMsosw  besdir|}ft  hem 
op  de  volgende  wgte:  „De  hond  vtoet  vleeKh, 
aas  en  meelrijke,  geene  oliehondende  statten  vit 
het  plantenrijk.  ETg  verteert  beenderen  «n  eet 
—  om  aan  het  braken  te  komen,  drinkt  tlob- 
id,  betuikt  het  aohtardeel  Tan  de  anden 
honden,  ruikt  met  een  natten  nen*  teer  sterk, 
loopt  scheef,  loopt  alleen  op  de  teenen.  iweet 
niet,  lut  by  warmte  de  toi^  nit  den  hik  ban- 


DigilizedbyGoOglC 


HÜISHONDEN  I 


toxUnier.  SDwlMrig*  bstMiitr. 


N«dulMcl«die 


Jong*  St.'BeniIi&rd. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HUISHONDEN  ü 


Doitacln  harder. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


WILDE  HONDEN 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


So,  «Ui^t  met  een  waikkei  Kehoor  en  droomt, 
tt  M  het  setronwcta  dier;  net  woont  bg  den 
mcDBch,  Teriufldt  licb  in  d«  koratt  lan  ign  meei- 
tei,  wi«tit  (tte  beteedieing,  weke  dewn  wordt 
a«igedaui  e&loopt  tooi  Dom  uit,  bjj  eiken  kinii- 
w«g  omiiende.  De  hond  il  Iwruam,  nekt  op 
wat  Terloreo  ii,  wn»kt  bjj  nmeht,  Terkondigt  bet 
oDiud,  bewukt  4e  fpoedeien,  weert  bet  *«e  tu 
het  luid  dqjft  de  Tendieien  TOort,  beicdiennt 
hel  Tomivee  en  <l«  «eh«peit  tegeD  tooldieien, 
Teijaagt  de  leeawen  door  ijjn  geolif,  qwort  hei 
wild  op,  liröft  de  eenden  in  het  net,  biengt  de 
gedoode  Tog«lt  uu  den  jigei  en  bebeuMht 
duitg   ign   oonpnmkel^e  loofmcbt". 

Siet  iwecten,  segt  Ltmumw.  iMt  ii  eenigf- 
sin*  onjuiet.  Br  kunen  «ti  xweetklieieo  Toor, 
doch  ftlleen  Mn  de  Toetxden. 

Teel  il  er  orer  getwiit,  ol  de  t^lrgke  TirKhil- 
lende  hondenruwn  ilkocóitig  sjjn  tu  een  enke- 
le wjUe  looit.  Dr.  B.  SeUegel  wu  laa  meening, 
dit  men  deze  nMf  toesteonnend  moet  beut- 
woorden  en  Tiadt  die  eene  Mort  in  den  bond  di 
AiiitUche  bergatieek  {Cmit  rtitifinMj.  Toch 
neemt  men  tegenwoordig  au,  dit  veridülleDde 
soorten  van  wolTen  «n  jakdiiüten  tot  iJionden" 
getemd  ign.  Reede  in  oreioDdEn  tÖd  —  hyt.  bÜ 
de  pialbewoneis,  bjj  de  onde  Ee^pteniren  eni.  — 
behoorde  de  hond  tot  de  haiMieren.  De  IinSlie- 
ten  en  Arabieren  beeeboniKlen  hem  tlt  een  on- 
rein dier;  bg  de  Cbineeoen  durentegen  'wordt 
bn  ook  nn  nog  gemest  en  gegeten.  In  de  Tntk- 
•ene  itedea  teren  de  bonoen  londer  eigenian 
<^  de  Btriten. 

Hen  hctlt  het  eindelooi  aantal  hondenraaeen 
in  de  volgende  hoofdranen  verdeeld: 

Doggen  en  Bvlhonden.  Deie  ondenebetden 
zich  door  kracht  en  moed.  Zq  faebben  een  kor- 
ten kop,  dikwijls  met  een  diep  geipleten  nem, 
breed  e  k»ken  tnet  iterke  kauwspieren,  korte, 
krachtige  pooten,  ter  helft  geiniÉte  ooren,  iteil 
hasr,  een  opgeriohten  atairt  en  een  loenietien 
blik.  Zg  ign  dom,  doch  xeer  itrQdInitig,  niet 
teer  wrakiaam,  maar  getrouw  aan  bnnne  mees- 
ters. Voorheen  liet  men  hen  Tecbten  tegen  wilde 
dieren;  ook  op  het  randvee  ign  ig  leer  gebe- 
ten. De  thani  hg  na  nitgeitoTTen  mopdionden 
Vormen  eene  earicatinir  tu  dit  krachtige  isi. 

Wituthond«H.  Deu  ign  slank,  hoog  op  de  poo- 
ten en  mager;  ig  faebben  een  langen  sdiedel  met 
een  rechten  snnit,  opstaande  of  halBuuigende 
ooren  en  een  t^aarta  Mkromden  itaart.  De 
stanvraden  der  windbonden  moeten  in  Egypte 
geioeht  worden;  Tolgeni  HilxAeimer  stammen  ig 
van  Tersohillende  jaUitlxeD  at.  De  windfaonden 
ign  in  het  algemeen  dom,  weinig  gdieeht  aan  hnn 
meester  en  ook  niet  wa^iaam.  maar  nititekend 
gmehikt  om  het  wüd  ofi  de  Tlakte  t<  verrolgen. 

Spitthondett.  Deia  hebben  een  spitsen  «nit, 
tpitK  ooren,  lanc  haar,  korte,  iterke  pooten  en 
meestal  een  omgekmlden  staart,  fiet  ign  lehrin- 
dere  en  leename'  dieren,  die  tJeh  door  getronw- 
heid  onderscheiden.  Tot  dese  bebooren  de  her- 
dershonden, TDorti  d«  honden  der  E^imo'i  an 
die  der  UsUnders. 

DatlumdtH.  Deie  hrtiben  een  grooten  kop,  een 
^)itBen  snnit,  een  langen,  sterken  romp,  aeer 
korte,  taak  kromme  pooten  met  lai^  ktanwen, 
steil  haar  en  een   opwaarts  gtiroiMlen   ifaut. 


'ND.  43Ï 

Wegent  bnn  Toortreftelgke  lintnigen  worden 
zij  met  goed  geTol^  als  (^enrhoaiien  gebsiigd. 
Zg  maken  gaarne  jaefat  op  rossen,  daisen  en 
koni^en. 

JtakthotuUn.  Deoe  lijn  groote,  fraaie  dierea 
met  hangende  ooren,  een  bagen  annit,  een  hori- 
lontalen  itaart,  meestal  kort  tiaar,  een  njtmnn- 
tenden  neni,  een  breede  bont  en  steiki  pooten. 
Zg  loc^n  niet  loo  snel  als  de  windhondea, 
maar  ign  geschikt  om  Toor  bet  JMhtbedrgf  te 
worden  afgericht.  Uen  besten^lt  hen  ook  wel 
met  den  naam  Tan  tiaande  hondt»  en  pairys- 
turnden. 

fleemAondm.  Deie  ign  groote,  iteike  dieren 
met  lang  baar,  met  een  hangenden,  langharigen 
staart,    een   langen    innit,    een  iterk  gebit   en 


niet  leeioanm  en  ook  niet  Ign 
Tan  renk.  Tot  hen  bebooren  de  New-f  ouodland- 
lehe  honden,  de  Labradorfaonden  eni. 

Poedel».  Deie  hebben  kroes,  wollig  baar,  slappe 
ooren  en  een  rechten  «taart  en  ign  ongenMon 
leenaam,  schrander  en  getronw. 

Een  bondenras,  dat  tegenwoordig  nn  betecke- 
nis  m^  worden  geacht,  ie  de  trMMMd,  Op  de 
hoDdententoonsteinngen  wordea  tqjv.  ge>^N>- 
leerd  dei^.  Jfaftni  of  mtlrmUeiiee  AondeM,  haaie 


gen,  rond  Toorboofd  en  matig  ontwikkriden  nem. 
Dok  de  DobenMm-PinscAer  ralt  tegenwoordig  in 
den  smaak.  Het  is  een  rrg  groote.  sterk  ge- 
bouwde hond,  meestal  zwart  met  hrnin,  soms  ia 
de  grondkleur  brnin.  Ten  einde  het  misbrnik 
maken  Tin  honden  TOor  Irekdienit  te  beperken,  is 
dauToor  in  Nederland  een  vereeniging  opge- 
richt. 

Merkwaardig  is  het,  d&t  den  hond,  door  hem 
steeds  tot  hetieltde  doel  te  griiroiken,  buaakte 
eigenaehsppen  wonden  ingeprent,  die  lieh  bg  ign 
Ducomelingsch^  als  instinct  Tertoonen.  Dat  -ÉtA 
men  niet  alleen  bg  den  jaefaAond,  ouar  ook  bQ 
de  honden  tui  den  St.  Bernhard,  die  londer  dres- 
inur  de  reiiigera  opsporen,  welke  ondsr  de 
ineenw  bedohen  ^n. 

ia  de  laatste  decennia  heelt  men  lich  begrerd, 
xoiTere  hondenrassen  aan  te  tokken.  Dit  geechied. 
de  in  Engeland  reeds  Toor  jaren  door  d«  Eennel- 
Chb  te  Londen,  en  de  goede  oitkomiten  dier 
pogingen  hebben  in  Dnitseuind  aanleiding  gw- 
Ten  om  dat  Toorbeeld  na  te  Tolgen.  Er  wemKa 
honden  tentoonstellingen  gehoaden  en  men  beeft 
aan  de  eigenaars  der  beste  exemplaren  Tan  vet- 
lebillende  ranen  peilen  toegekend.  In  1876  ver- 
scheen  het  tgdsehrift:  „Der  Hnnd"  onder  redkc- 
tie  Tan  SdiMtedeberg,  en  in  datiellde  jaar  ont- 
stond de  Tereeoigtng  „Hektor"  tot  kweeking, 
bewaring  en  Tcreoeling  Tan  miTere  hondenras- 
sen te  Berlgn.  Eerlang  Terreien  deigelgke  Ter- 
eeni^ngen  te  HannoTer,  Oppeln,  Leipiig,  Dres- 
den.  Frankfort  aan  den  Main,  HIkMiwn  en  in 
Bohiemen.  DaarenboTen  ontstonden  er  difae  tot 
het  ondenoek  Tan  Jacht-  en  dasbenden  eni.  Ke 
Teieenigingm  lochten  haar  oogmeik  te  bereiken 
door  de  Tolgende  middelen: 

1)  Door  bepaling  der  eigeKurdlce  kenmeitaL 
aan  de  besta  exemplaren  der  Tendinieade  rftisea. 
Hiertoe  diende  ToomI  een  aUram  met  phetogra- 


DigilizedbyGoOglC 


HOND— HONDËNSPOftT. 


fiache  dbeeldingen  tui  bekrooikl«  honleB  il«t 
tentooutelling  te  Pnoktort  in  1S78. 

2)  Door  tentooutellingen  met  pnJenitloTiiigeii 
onder  4t  besdniming  der  VeieenigiB«n.  Een  re- 
glement tot  dit  doeleiiMle  ie  leleterd  aoot  de  ver- 
eeniging  ,^AUi^  te  Betlgn.  Er  hadden  den 
ook  boDdeatentMnetellingea  {ilMte  te  Betlgn 
UtgAébotg,  Elberfeld,  WBnborg,  Gna,  Mflttdien, 
Kl^,  Oreiiewild,  Weeoes  en  Znrieh. 

8)  Op  de  teHtwutellingen  kannen  de  leden 
der  ini7  klleen  oordeelen  over  de  •duwshaid  en 
initeilieid  der  rewen,  mMr  niet  oTer  bnn  bmik- 
burbeid.  Omtrent  deie  lutite  wordt  een  «Ikki- 
derlqk  ondenoek   ingeileld,  Tooral  met  betrek- 


king t«t  de  JMhtbonden.  jUn  de  mcdedingeode 
bondei  worden  ffoede  en  iledite  pnnten.  gegeren; 
die,  welke  ia  utrek  der  (iMhte  pontea,  de  mees- 


te goede  panleo  Tcrkregen  bebben,  woidea  be- 
knöad.  I>B  poDlen  beoben  betrddLïu  op  des 
reiA  <deD  neni),  de  meUieid  en  «ierlSkhud  b^ 


bet  «Miei,  op  de  dreiianr,  ep  het  itun  enx. 

4)  Br  moeten  stMUboek»  fan  hondeD  uoge- 
legd  worden,  lootli  die  in  de  Eennel-elvb  te  lion- 
den  Tooibuden  ign.  Daartoe  dient  men  eom- 
miadiii  te  benoemen,  die  dcie  UÊk  QTerig  ter 
harte  nemen.  Voerte  ia  het  Tan  belang,  in  een 
tqdadirilt  de  regelt  Toot  t«  tehrgien,  dit  bg  het 
fokken  Tan  goede  raehandeD  moeten  in  aeht  ge- 
nonmi  woiden. 

Sedert  ongcTeer  1S90  ït  de  belangatelling  in 
honden  ia  Nederland  enoim  toegenunen  en  ign 
een  TÏertal  tfaani  seer  bekende  Vereeniginnii 
tot  ataid  gekomen,  nJ.  Cjnophilia,  NimriS,  Na- 
derlanda^e  Dnitaehe  Doggen-Clnb  es  Settor-dabi 
Vanw^  deie  Vereenigfngen  woiideD  herhaalde- 
lijk vp  ondeneiieidene  plaateen  dtiA  beioeltte 
tentoonitellingen  gehoaden  (ite  ook  bet  art.  Hom- 
tUtuport}. 

Onder  de  (onderlinge  geneetmiddelen,  welke 
in  de  Middeleeawen  gebniikt  werden,  behoort 
ook  het  oUttffi  grateimt,  namelqk  bet  witte  excre- 
ment Tan  bonden,  die  met  beenderen  werden  ge- 
voed. 

Ltferadwr:  A.  StrOM,  Qmndlriiren  der  Husde- 
inebt  (Nendamm  1897);  detOfde,  Uniere  Hnnde 
(Neadamffll902);;.  ParlM.Le  cbien,  hjgiène— 
maladiei  (Parija  190S);  J.  van  de  PuU»,  Le 
cfaien  de  gnerre  et  le  ehitn  de  poliee  {\wJ); 
Tokt,  Le  diien  SaniUire  (1907);  A.  Bébri  en 
O.  Depoóin,  Lei  ehiena  de  ehaeie  k  tir  (IBOS); 
Ttm  Hegmdorl,  Der  QabrMdbabnnd,  aaine  Ei- 
liebnng  nnd  Dreanir  (Berlgn  1910);  P.  Uigimt, 
Noi  riiieni  (Parga  19U). 

Bond.  In  de  aterrenknada  mdertefaeidt  man 
dan  QnoU»  Soitd,  een  itemnbeeld  ten  inidea 
Tan  Otion  en  kenbaar  aan  een  prachtige  ater  tbs 
de  eertte  grootte,  Stnue  ol  de  flOMMar  genaamd. 
Van  bet  gdieele  eteireabeeld  iQn  22  atcrrtn  met 
bet  Uoote  oog  liebtbaar.  Teider  beeft  men  aan 
bet  nooideli^  hemelhalfrond  den  Kleüun  Bond, 
een  iterrenheeld  ten  ooaten  Tan  Grien  en  aan 
den  ooitelgken  loom  Tan  den  Melkweg,  op  de 

tlek  waar  deie  bieedei  wordt.  Ook  dit  ttarreo- 
eeld  bevat  een  iter  ran  de  eerate  grootte,  n-L 
Proq/on,  in  het'Terlengde  gelegen  Tao  de  Ifin,  die 
BtUalri*  en  Belal^eiue  (in  Orion)  Taibindt.  Het 
telt  18  met  bat  Uoote  oog  liebtbare  eterren. 
Hond,  In  de  wqwiüÉnnde  het  ijndiool  Tan 


groote  trouw,  wordt  Tan  ter  ijjde  en  itapmnd  ge- 
lien.  Van  de  honden  komen  Tooral  Toor  ae  bloed- 
hond, de  brak  (lie  aldaar)  en  de  bawwiod.  Dese 
laatate  ia  iteeda  hardloopend  en  met  een  hal*- 
band.  Ia  de  baaewind  londer  b^iband,  dan  atelt 
hjij  een  jongen  haaawisd  voor.  Ook  ala  e^ildboa- 
dér  komt  de  haiewind  Toor,  De  hond  kan  iqn  ge- 
halabaitd,  gekoweld,  loop«id,  opiittend,  aanHe- 
lend,  aprineend,  littend  eni, 
Hondi   rliëgmde.  Zie  Katong  en  FteermM- 

UK. 

Hondai,  eigenlgk  Sm  Bartobmeo  dé  Bomda, 
een  ttad  in  den  ataat  Tolima,  in  de  republiek  &>• 
Inmfaia,  ligt  aaa  de  HagdalenariTJar.  Zij  telt  om- 
itreeki  4000  iawoiwri  en  ii  een  belangrgke  han- 
delqtlaats.  De  onutrekoi  ign  ongemeen  Tmebt- 
baat,  maar  bet  klimaat  ia  leer  warm.  Honda  ia 
d'e  atapelirfaatt  Toor  tabak  Tan  AmlMJema,  kina- 
baat en  alle  Toor  Bogota  bestemde  waren. 
Zie  Shanunu. 

D.  Zie  TanaoBÊtm. 

HonAsoootor,  OiUei  iP,  een  NsdeilasdMb 
aehilder,  omatreeki  1570  waariefagnll^  te  Ibebe- 
len  geboren  en  in  16S6  te  Amaterdün  OTerleden. 
Hij  maakte  landaduppen,  waarvan  het  RJiktmn. 
team  te  Amafardaa  er  een  bexit. 

HomdteoeUr,  OytbraeJU  <f,  een  Nederlandadi 
icbitder.  ala  loon  Tan  den  Toorgaande  in  1601  te 
Affiateiaam  geboren  ta  den  29tten  Angattnt  1653 
te  Utre^t  oTerleden,  Hg  wat  een  leerling  van 
ign  vader,  en  lehilderde,  behalve  landadupput, 
ook  vogela.  Sebildergen  van  hem  beiitten  bet 
Rgkemneenm  te  .Amtterdam  en  bet  Hanrittbaia 
te  't-CraTanhage. 

Hoadeeoêttr,  Mdehior  i,  een  N«derlaiidMfa 
aehilder,  ala  lOon  «an  den  voorgaande  in  1686  te 
Utreefat  geboren  «n  den  Sden  April  1695  te 
Amiterdam  overleden.  Hg  waa  een  leerliw  van 
ign  vader  en  van  ign  oom  ia»  Bvfliat  ITaeMw 
en  aehilderde  vogela  en  atiilevena  die  leer  be- 
roond  ijjn.  Weiken  van  hem  vindt  men  In  bet 
RÖktmnaenm  te  Amaterdam,  bet  Uanritebait  te 
't-Oiavenhage  en  het  Unieom  Bojmana  te  Rot- 

HondmiHpoirt.  Deae  tak  van  ^oct  boodt  neS 
vooreerat  beitg  met  „nottlge  bonden",  in  de 
tweede  plaati  met  laU^e,  die  ile^ta  voor  „bet 
genoegen"  gebonden  worden.  Tot  de  eerate  ca- 
tegorie behooren:  jaebttiooiien,  herdanhonden, 
waakhonden,  trekböden,  oorlonfaonden,  Roode 
Eraiabonden  «n  militiefaonden.  Behalve  de  ker 
den-  en  waakhonden  behoeven  de  overige  aoorten 
alle  een  bniaalds  opleiding.  BQ  ben  omvat  da 
iport  dai,  behalve  het  toUÉen  en  tentooaitallen, 
ook  bet  afriditen,  en  wat  de  jaebtbonden  betreft 
ook  het  bejicen  van,  tet  vanebilleade  jaditma- 
tboden  geMukte  raaaen.  Toen  in  187S  da  Ne- 
derluHlielie  Jacbtvereenigisg  „Nimrod"  — tbana 
met  het  praedieaat  „Koni^^ke"  begiftigd  — 
ontetond,  plaatete  aq  onmtddeUgk  het  honden 
van  bondententoonatelIiDgen  op  baar  program- 
ma. De  eerste  bad  ptaaU  in  1875.  De  eerste  vdd- 
wedatrjid,  waaib^  de  kwaliteit  als  ja^tboad 
wordt  D^maaa,  werd  in  I8T8  gebonden,  fii  188S 
slaafde  .TNimrod"  er  in  te  Soeteren  een  dres- 
leenarichting  te  stichten.  In  1689  werd  een  Ne- 
derlandeeh  HondeBstaroiboek  ontworpen.  De  nat- 
qtrong  van  de  honden^iort  js  In  têntoonstellin- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


g«D  te  lOflken.  Voor  niim  60  jftien 
ontitun,  h&d  in  Nedenluiil  óe  eerste  lerieöu  ex- 
poaitie  in  1878  te  'B-Oianenliage  pluto,  in  1677 
in  DnitsehlaDd  en  in  1882  in  BelgiS.  De  eerste 
intemationak  hondententoonsteUing  in  ona  land 
wenl  dooi  NimTod  in  1877  te  AineteidMa  eeoi- 
ganiaeerd.  Ia  1890  werd  de  N«d«rlandsche  Ver- 
«eniginc  Ttn  lielbebbeis  en  foUen  van  n^on- 
den,  „<^oph>lia",  g«eticbt.  In  den  loop  der  jaren 
tgn  Do^  TenehiUntde  Tereeni^ngeo  ontstaan, 
lich  beztg  hondend  met  bel  TeiMteien  dei  Tei- 
(chillende  rasten.  De  meest  bekende  tentoonitel- 
lingen  dei  laatste  jaien  varen  die  ran  ,Jfiiiiiod" 
en  „Cjmophilik"  jn  bet  Paleis  voor  Volitflgt  te 
Amsteidam.  0(A  in  andera  atedn  ali  Botteidain, 
Den  Haa;,  Haarlem,  Anibem,  Utieeht,  Onmin- 

Sn  enz.  weiden  tentoonstellingen  geoiganiseerd. 
1915  tond  kUs  ten  gteoalAiiMtie  toitoon- 
atellkig  Tan  17  veieenigiiuen  plaats.  Ook  woi- 
defi  jaulqks  eenige  veliëireMtiifden  in  Hedetland 
gehovden.  De  fendüUende  diriw  ijJB  otci  het 
tiftoMta  by  «en  Kasd  van  Beheer  aangesloten. 
Bnld  meD  vioeger  meeidaagsdie  teDtooBsteUia- 
gen,  thaiM  is  men  ran  oordeel,  dat  Mndaagsriie 
tontoonetellingen  tooi  den  bood  beter  en  Tan 
meei  nnt  ign.  In  1907  werd  te  's-QiaTechage  de 
Nederland  Bche  PolitiebondeOTereeniging  opge- 
riébt,  «elie  lidi  Tooijtemeliik  met  het  afiienten 
dei  politiebonden  bemoeit.  I>it  eooit  honden  it 
in  Tele  gemeenten  Tan  ons  land  bn  de  politie  in 
gebniik.  In  1918  was  aan  de  hondententoonslel- 
Un^  te  Ameterdam  een  expooitie  rerboDden  tan 
■ehiUeiijen,  teekeningen  en  aqoaretlen,  betni- 
king  hebbende  op  honden  en  jacht.  Tal  Tan  kno- 
atenaats,  looals  Autf.  Legra»,  die  lelfo  de  Sloeqi's 
nit  AlffóiS  en  Tnnis  hier  te  lande  inroeide,  #0- 
IcM  Mmiê,  üakkn,  BenrietU  Bmuier,  Meri. 
Slorek  Krui/tt  e.  a.  wqdden  «db  aan  dit  ondei- 
werp.  Het  etudaaid-weifc  op  krnoloffitdi  gebied 
ie  DOK  steeds  „Honden  rassen"  (JachtnondeB  Deel 
I  en  Niet-JaehthoMien  Deel  I!)  Tan  de  hand 
Tan  B.  A.  mal  Vm  BylaiuU  {M,  Kluvier,  De- 
Tentei],  behandelende  de  pmten,  besehrQTÏiu;, 
eigensehaf^n,  gebreken  eni.  Tan  den  bond.  In 
bedoeld  weik  Teimeldt  graaf  Van  Bylmdt  706 
eooiten  jachthonden  en  799  soorten  niet-jaehtben. 
den.  In  1908  Tersebeen  bg  de  N.  T.  Eleetrische 
Dmkkerg  ,J,nctor  et  Bmergo",  Den  Haag  „De 
AfriehUng  Tan  den  Politiehond,  den  Ambnlanee- 
hond  en  den  Oorlogshond  dooi  M.  Kttdtr.  Tot 
de  HoBdeoHWit  bdwoien  «Teneeni  de  wedrennen 
TOOT  honden.  Dete  weiden  in  Dnitaehlaad,  ook 
apondiseh  in  Nederland,  maar  Toonl  In  Enge- 
land eehouden.  Stelde  men  deie  eTenementen  in 
Dnitiehland  en  Nederland  tooi  Teraebillende  ras- 
een open,  waarbij  meestal  «p  een  lecbte  baan  ge- 
rand werd,  in  Engeland  nemen  de  GngeUoie 
Windhonden,  en  de  Kleinen  eooit,  de  „Wbippets" 
aan  deie  laees  deel.  Ze  Tinden  plaats  op  een 
groote  nltgeitrekthetd,  en  men  laat  de  honden 
ioopen  aditei  een  losgelaten  bau.  In  Engeland 
atelt  o<A  bet  pnfaliek  gioot  belang  in  deie  ge- 
beniteainen,  en  de  deelmmeDde  honden  worden 
reeds  mHtoden  teToien  Toor  snik  een  wedeli^d 
geoefend. 

HondoDivftOht,  een  aeheMaterm,  tt  de  naam 
TOOI  de  sehe^Mwaoht  Tan  middemaeht  tot  4  nnr 


429 

Hondsrd  ómgva.  Zi«  Cent  Jours. 
Hondexlakta.  Hieronder  Tentaat  men  een 

besmettelgke  liekte  bg  den  bond,  die  Tolgeni 
Ueuringer  nit  Amerika  (Pem)  en  Tolgens  8m- 
noJd  nit  AziB  naar  Eorc^a  zon  jqn  OTerfsbraeat, 
Teimoedelj^  tegen  het  midden  der  ISde  eenw. 
Tbani  ie  zg  over  de  geheele  wereld  «erbteid  en 
woidt  Tooinamelgk  in  de  eteden  aangetioften, 
waar  de  bonden  meer  dan  op  het  platteland  in  de 
gelegenheid  lön  om  besmet  te  woiden  en  dikwerf 
een  mindei  gesonde  leetwgze  hebben  waaidooi  ijj 

Eiinger  woerstandsTetmogen  tegen  stekteoona- 
n  Deütten.  Volfeiie  Topjin  zonden  **ƒ••  der 
aan  bondeiiekte  ^denden  in  hun  eerste  toTena- 
Jaar  ign.  Toch  ign  oudere  honden  er  niet  ge- 
heel ODTatbaar  voor.  Na  kouTatting  worden  de 
dteien  bat  gem^kelgkst  door  de  imetatof  dei 
honduiekte  aangetast,  terwgl  iwtkke  rashondea 
Tan  sniTei  t^e  ei  bet  meest  mede  beh^tt  z^ 
bÏT.  lenehe  Setten.  —  Hondeiiekte  kaa  ook 
Intreden  bï  katten,  tosshi,  wohen,  jakbahen, 
iÓ'ena'i,  an  volgens  Sekmüt  oek  bg  apen. 

De  TeMchSnaelen  t^  bondeiiekte  zgn  vedal 
niteenlotnwnd  en  meoigTnldig,  en  beslaan  in 
boolduak  uit  een  bewoeltelq»  eatairtiale  aan- 
doening dei  oogen,  ademhalings-  en  Terteringa- 
organen,  waarmede  ernstige  bersen-  en  nw^ 
mecg-Teraehgnaelen  beneTena  een  eigenaaidige 
buidnitslag  gepaaid  knnsen  gaan.  &iËen  een 
hond  met  de  emetelof  det  bonoeziekte  in  aanra- 
king is  geJ^oaeeD,  kas  de  ziekte  na  4  fc  7  dagen 
optieden.  Ba  dam  dei  tiekte  bedraagt  meestal  3 
k  4  weken.  In  lidite  gevallen  kan  leeds  in  6 
&  10  dagen  beistel  wanna  gesien.  Bg  ernstige  ze. 
nnwTeisehgnaelen  kH  ij)  leet  langdarig  veiloo- 
pen  en  maanden  vooitaleepea,  ja  «omtjiM  bljjren 
zenuwtrekkingen  het  geheele  leTen  sicstbaar.  De 
gemiddelde  eteifte  bednagt  60  &  60  X.  Zeer 
jonge  banden  sterven  er  het  gemakkelijkst  aan, 
terwgi  oudere  dieren  een  giootei  w eerst andiver- 
cQogea  toonen  te  bezitten. 

De  behandeling  bij  hondeiiekte  hangt  Tas  den 
aard  dei  verseh^nselen  af.  Hoe  ^wedigei  dege- 
lijke geneeskundige  bnlp  wordt  in^roepfen,  dei 
te  grootei  is  de  kans  op  herstel.  Bj)  een  slefpend 
geworden  Igden  ie  herstel  bijna  altgd  nilgêalo- 
ten.  Zie  ook  BondtdoUieid. 

Zie:  J.  Parbti,  Le  chien,  brgiène — maladiea  fPa- 
liis  1906)  en  verdei  de  literatnni  bü  bet  ait. 
BondtdoUieid. 

Hondlns,  lodoou»,  eigenlijk  de  Bottdt  en 
ook  wel  iBmdt,  da  Bond  en  de  Bont  ^e»ebi€- 
ven,  een  Nederlaodseh  aaidiijkskandige,  in  1668 
te  Wackem  in  West- Vlaanderen  g^ien.  tedcMi- 
de  en  graveerde  nit  eigen  aandrift  op  achtjarigen 
leeftnd.  ook  teerde  bg  Latijn  en  Qrieksch,  week 
op  20-iirigen  leeftgd  nit  naar  Londen  en  werkte 
daar  au  gravenr,  vervaardigde  kaarten,  globes  en 
platen:  Ongeveer  9  ^aai  latei  vestigde  hg  lieh 
te  Amaterdam  als  mtgevei  en  vervaardiger  van 
atlaaeen,  was  overigens  werkzaam  üt  te  Londan; 
in  1604  kodit  hü  de  k<^ren  platen  van  den  atlas 
Tan  Menotor  van  de  erfgenamen  van  deie  ea 
voegde  aan  de  atlaaeen  teHcens  nieuwe  kaarteq 
toe  van  eigen  hand;  de  atlaiten  gaf  hif  uit  ander 
den  titel  van:  „Mercator  et  J.  Honmtn  aSas" 
met  Latijneehen,  Fiantebeo,  Dnitsehen  en  En- 
gelsehen tekst.  Er  werden  10  uitgaven  gegeven 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BOMODS-aONDSBOeeCHE  ZEKWERINO. 


de  lite  in  1606;  di«  na  1611  qn  tui  i^a  loon 
Benrieu».  De  8üten-6eneml  tid  dim  land  g&- 
ven  b^k  TSD  waardeerioig  aan  Jodoais  dooi  toe- 
kenning Tan  «en  Tereeiing  bg  de  Me  Bit^aal. 
Ook  g^  hg  den  .^tlas  tninor"  mat  veel  eigen 
kaarten;  deie  beleefde  eTeneens  onderMbtiaea 
nitgaTen.  (UitTOerige  twsehr{j<(ing  en  mededee- 
Hagen  inutrent  de  atUaeen  geeft  ?.  A.  TitU  in 
„Kederluidscbe  bibliografie  vooi  I^nd-  en  Tol- 
kenknnde";  lie  ook  den  eatalogna  van  BUne- 
man:  Oeogiafie  1908  n*  350).  De  weiekftutt 
door  Jodoetu  HoHdiiu  •erraudigd  in  1612  oodei 
den  titel  ,JfoTiuinia  ae  aiactiBBima  totiu  orbii 
terramm  deecriptk)  magna  «nra  et  indmtiia  ex 
«ptimia  qnibnsqne  labmii  OeogTaphicia  et  Hy- 
droCT^tbieis  qnnnsqne  tftbnlie  Qeogntphicis  et 
HfdTDgiaphieii  soperrknij  q.  doctornm  Tirornm 
obBerrationibna  dnofcna  planispbaeriis  deliaeata 
aaget.  J.  Hondio"  i*  in  1907  te  New-ToA  in  ïac- 
«imile  oi^egeTen  ah  Hondina  World  tanp  16II, 
ed.  \>j  E.  J7  Steienson  FtA.  and  J.  Fisseher  S. 
J.  ÏBBiied  andei  the  joint  anBpicee  of  the  Ame- 
tiean  geographical  Societv  and  the  ffiinanie  So- 
eiet;  af  America",  New-Toifc  1907  in  18  aheeti 
in  portefolio.  Tot  de  weiien  Tan  Jodoau  beboc- 
KD  Teider:  „Ileatiam  aitia  aeriibeitdi"  (1594), 
„Tractaet  ot  Handelingen  Tan  het  gebraik  der 
bemelaehei  en  aertaeher  globe"  (1612,  niteave 
Coijn,  .Amsterdun),  kaarten  en  platen  in  „Pon' 
tanuë  J.  J.  Rervm  et  utbia  AmBtelodamenBiniB 
hiatoria"  (Ametepdam  1611),  ,J)eaeTiptio  Italiae" 
(1627)  en  „The  theatre  of  the  empire  of  Great- 
Britain  etc."  (1610).  fiij  oTerleed  te  Amiterdatn 
den  lOden  Febmari  1612. 

Bondüit,  Henrieiu,  een  loon  Tan  Jodoeiu,  in 
1696  geboren,  waa  te  Amiterdam  ni^erei,  Tei- 
vaardiger  van  kaarten  en  globe*  (lie  lodoau); 
bg  graTeeide  in  koper  portretten  Tan  koningin 
fiimbelA,    T4n    Jaeotnu,    WUkm    «m    Oranje 

Htmdiui,  Jaeobut,  in  1661  geuren,  een  kleia- 
loon  Tan  Jodaeui,  wat  werVraajn  ah  predikant, 
laatttelijk  te  Boon.  en  orerleed  in  1691.  Hij 
Bcbieef:    ,|jiebt   idijjneDde  In  de   dniateraiiie 

goorn,  J676),  „OTer  den  grond  der  laligheid" 
materdam,  1679),  ,;Swart  raster  Tan  1000 
londen"  (.Amaterdam  1679),  „Wit  regiatei  Tan 
Telerlei  Tertroot tingen  eni."  (Boom  1685). 

Hotidiut,  Qgrardut  Puppitu,  een  aebtarklein- 
zooo  Tan  Jodoau,  in  1666  geboren,  waa  predi- 
kant, laatstelijk  te  Anaterdam,  «Iwaat  bg  ijja 
50-iarig  jnbikmn  ala  predikant  Tierde  en  is 
1740  orerleed,  H^  beoaende  de  NederUididie 
dicbUninat. 

Hondüu,  Oomdü,  te  Tllwiogen  gdioren,  wai 
predikant  aldaar  in  1673  en  atond  bekend  all 
eeu  geleerd  man^     ^ 

Bondiuê,  Jaeobui,  een  moq  Tan  Comeliê,  waa 
sa  I60S  predikant  te  Tliaaingen.  Hij  waa  (e  Wat. 
tenheim  in  de  Palta  geboren,  waarheen  i^jn  Tader 
ora  dea  ^eloofs  wille  waa  geTincbt.  Bg  ondertee- 
kende  tieb  Hmdiiu.  ZBn  hoofdwerk  ia  „Jacobi 
Hondii  geiatreidie  Fredigten  ani  dem  Nïederl. 
ffberaetzt  .  Ook  beoefende  hg  de  poCiie. 

Bondiut,  Petm»,  een  Nedeilandseh  geleerde  en 
lOon  Tan  Comelü,  werd  in  1578  geboren,  «tn- 
deerde  te  Leiden  in  de  godgeleerdheid  en  in  de 
plaatknnde,  werd  in  1606  predikant  te  Ter  Nen- 


Kn  en  OTerleed  aldaar  in  1621.  ZjfB  liefde  TOor 
de  plantkunde  blgkt  uit  ign  diditweik:  ,J)»pes 
inemptae  ot  de  Uonfeschana,  dat  ia  de  Boetieheydt 
des  BüTtenleTene,  veigeaeltebapt  met  de  bone- 
ken,  afeedeelt  in  10  gangen.  Nienwe  editie" 
(1621).  Hij  droeg  die  gutgea  op  aan  ondeiKhei- 
den  geleerde  ea  aanzieuijke  peraonen.  Ondendieï. 
den  te  Toren  hier  oHiekeDde  flanten  werden 
door  hom  aangekweekt.  Verder  aehreef  bm  „Leo 
Belgiena.  hoe  eet  interioria  Germaniae  PrOTÏn- 
ciaioan  Septemdoeim  atatna  hodiemna"  (1618), 
terwijl  hij  weikiaam  waa  aan  een  dichterl^e  bé- 
BcbrgTing  van  den  SpaaoscheD  oorlog  ai  au  «en 
„Hewarine  Indiena". 

HonditUl,  Bendrik,  de  oud»,  een  Nedei- 
landsefa  plaatesgder,  in  1573  te  Dnffri  1^  Ant- 
werpen geboren  en  in  1648  te  'a-GraTenh«ga 
orerleden.  Zijn  prenten  ÏMTinden  ileh,  onda  4n- 
deren,    in  bet   Kijk^rentoikabinet   te    Amater- 

Honditu,  Wiil»ii^  een  Nederlandaeb  plaatin$- 
der,  ala  wwn  Tan  den  Toorsaande  in  1597  te  V 
GtaTenbage  geboren  en  in  1660  te  Dantiig  orer- 
leden.  Bg  ia  Tooral  beroemd  door  lijn  por&etten, 
waarTan  het  B^aprentenkabinet  te  Amsterdam 
er  Teraeheidene  beiit 

Bottdittê,  Abrahain,  eigenliMc  de  Rondt,  een 
Noderlaiidaeh  aehilder,  ia  1638  te  Rotterdam  ge- 
boren en  ia  1691  te  Londen  OTerleden.  Bjj  aehil- 
derde  dieren,  TOoratelUngea  uit  bet  dagelgkadi 
leTen  en  bijbelache  tafereelen.  Sehilderqen  Tan 
beci  liet  men  in  bet  Rgkamusenin  te  Amsterdam 
en  in  het  Ifaaenm  Hopmans  te  JEtotteidam. 

Honilo.  Zie  Japan. 

HondMiap.  Zie  Aap. 

HondslMnsolis  KsaWerlnf  ia  de  naam 
Tan  feen  der  iwaarate  dgken  in  ona  laad.  B^  be- 
vindt lieh  tnaaefaeD  lEampeidain  en  bet  doip 
Petten  in  Noord-Bolland,  wmf  onrer  een  lei^e 
Tan  meer  dan  5  km.  de  deinen  ontbreken.  Eigen- 
Igk  bestaat  hji  nit  twee  deelen:  de  Rondiboneliê 
Mewmng,  45a6  m.,  en  de  Pettemer  Zeettering, 
ten  N.  daarran.  De  eerste  beataat  nit  een  kimat- 
matig  aangelegden  landdijk,  de  Wakerd^  ge- 
heêten,  en  een  daarvoor  aangelegd  paalidierm- 
weik,  aan  de  leezijde  beschermd  door  eoi  BM 
«teen  beiet  rijrije^ag,  waarrao  op  het  land  29 
hoofden  ijjn  gelegd.  Achter  den  Wtkeirtijk  li^ 
de  korte  Droomerd^k,  ±  500  m.  lang,  deh  nit> 
atiekkende  Tan  den  Wakeid^k  tot  den  ondea 
SeAoorlseAeii  Zeed&t.  Verder  IiBdiMraarta  ten  Z.0. 
Tan  deien  ligt  de  böna  2000  m.  lange  StManltlt 
«an  de  dnineo  bg  urgen  tot  den  oödea  Sehoori- 
aehen  leedgk. 

De  Pattemer  leeweriog  loopt  Tan  den  WiÉe> 
dijk  tot  aan  da  dninen  ten  N.  Tan  Petten.  BJf  ii 
ap  dexelfde  wgie  gebouwd  ala  de  iHondaboitebe 
leewering,  telt  echter  alechta  6  hoofden  «f  Iwt 

De  Hondaboaacbe  zeewering  woidt  onderbondoi 
door  het  hoogheem  raadaebap  Tan  den  Hondibo» 
ache,  de  Pettemer  door  bet  Rgk  (de  ProTiadi).       1 

De  Slaperdijk  dagteekent  reed*  Tan  1526,  de 
DroomerdglL  Tan  1614.  de  Waketdïk  tu  1634, 
doch  werd  eerst  in  de  jaren  18S8— 1849  Tan  paal- 
werk tot  dgkbeMberming  Tooixien,  waarmede  aan 
het  Toortwoekeren  der  lee  en  daardoor  Doodn- 
keliike  Teiplaataing  Tan  den  dijk  een  einde  kwam. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HONDSBOeSCHE  ZËBWBRmO— HONIDSDOLQEID. 


De  d^k  il  in  unltg  76,24 
10,26  m.  tiiêed. 

Hondsolioot*,  een  aUd  in  het  Fmudie  de- 
Belgiiebe  gieni, 

j,  un  de  epoor- 

l^nen  Hondidioote — Rexpoide  en  Hondachootc — 
Bra;<hine<  en  telt  >li  gemeente  ongeTeer  8500 
inwoDflTi.  Hen  vindt  er  een  keik  met  mooien 
Qotigehen  toien,  een  itftdhniB  uit  de  16de  eenw 
en  een  pmeilejbrifi.  Hier  venloegen  den  7den 
en  Ssten  September  1793  de  Franaeben  ouder 
BoueKard  de  Verbooden  Mogendheden  ondei  den 
heitog  nm  York.  Vioegei  wu  het  em  bloeiende 
itad  *ftB  20000  inwone»  met  véle  Ukeniebrie- 
ken. 

Hondsdano,  Doemt  men  de  <l<ig«&  ^u  23 
Jnlitot  23  Aagnitna,  omdAt  dit  tjj^rk^  dooi 


de  Grieken  „Qpoift"  genoond,  t^paaTd  werd  door 

_^    __  ondeigug  vui  de  Hondeter  (Sirioi). 

Hel  ODderMheidde   xieh  Toonl   in  OriekenJand 


den  op-  < 


door  groote  hitte,  en  ook  op  odm  breedte  geMt 
deie  periode  róor  die  Ten  de  grootite  wermte 

Èednmide  het  ge^le  jau,  hoewel  dew  teeen 
et  einde  der  bondidwen  reedi  unmerkelgk  be- 
gint te  TermindeieD,  In  on«D  tqd  echter  ia  Si- 
riuB  in  het  begin  Tan  Jnli  met  de  Zon  in  umen- 
itand,  Modftt  de  hondidaffeb  thans  eixenlgk  lon- 
den  moeten  doren  Tan  hall  Jnni  tot  ball  Jou. 

BoiilUdolh«UI  (IbAiti  eanauij,  ook  vater- 
vree»  (ki/drofhobia)  ol  tvua  kmmma  genoemd, 
il  een  TrêeMl^e  nekte,  die  bg  aOmmige  dieren, 
vooral  lm  fcooden,  en  ook  b^  wolien,  «oMen  en 
katten,  UMok  b^  andere  tioiidieren  —  ateeda  na 
bemettinff  —  kan  ontstaan  en  aan  tino  ipeek- 
ael  TerKJftige  eigenschappen  mededeelt,  loodat 
andere  dieren  en  ook  xoeMcben  dooi  dieieltde  ziek- 
te worden  aangetast,  wanneer  lolk  ipeekiel  in 
aanraking  komt  met  een  Tan  de  oppeihnid  ont- 
bloot li(£aamadeel.  Een  beet,  die  een  beichadi- 
S'ng,  hóe  gering  ook,  aan  de  (^perliuid  toebrengt, 
in  doi  die  liekte  oTeibrengen.  Voornamelgk  het 
»*dtaef  Tin  de  dolle  dieren  ii  vnciftig;  andere 
deelen  of  Tocbten  kannen  moeilöÜ  dolheid  bg 
dieren  of  menaehen  te  'weeg  brengen.  De  oonaak 
dei  liekte  waa  onbekend  tot  191S,  toen  deJapan- 
ner  Bidejfo  Namiehi,  üd  Tan  bet  Boekefeller-in- 
ititnnt  te  New^ork,  haar  Teiwekket  ontdekte. 
Omtrent  de  Teridiqnnlen  deier  liekte  Ter- 
melden  wg  het  Tt^genioe.  Men  ondera^eidt  den 
razanden  TOim  Tan  den  itillen  of  melancholiidien. 
BH  den  eertte  ie  de  hond  eerat  knorrig  en  Ini- 
telooi,  bg  wordt  oninitig  eo  beeft  nei^ng  om 
weg  te  loopen.  De  bj}tnehl  openbaart  aieh  aomi 
eerit  doei  bet  happen  naar  denkbeeldige  tooi- 


igo  eten  «n  dïinken  niet  aan;  lön  item  ii  Mbor 
(i.g.  blafhnilen)  en  het  k  alxH  bjï  no  en  dan 
aan  itiniptrekkiagen  IQdt.  Nog  altöd  kent  h3 
ign  meeater,  maai  b^  la  OBgeimel|jk  <u  kvaad- 
aardw;  bg  poogt  Treemden  ta  ogten,  en  loopt 
miteTooi  rond  net  een  tiagen  of  gejaagden 
gang.  Hq  laat  den  kop  balgen,  ^ya  gluige 
oogen  a^tteren,  ign  bek  ataat  opta  door  ver- 
lamminff  Tan  den  ondeikaak  en  ii  met  aehnimend 
■{leekaef  geToM;  sQn  haar  rgit  itai]  overeind, 
tgn  ataatt  hangt  tnnehen  de  lieenen,  maar  bg 


It—Z  dagen,  waarop 
nog  een  korte  maniaeale  periode  volgt,  met  aan- 
Tulen  van  woede;  hg  Tuegt  op  allef  aan,  bjjt 
menaehen  en  bonden,  kent  tj|n  meeater  niet 
meer,  heeft  itoamiiaen  van  sgn  bewoatiün  en 
vennagert  lichtboai.  Is  inft  een  aanval  voorbg, 
dan  kmnt  een  tijdperk  van  kalmte,  waarin  het 
dier  zelfa  drinken  tan.  Weldra  editer  herbalen 
»^  die  aanTallen,  en  uro  gaat  bet  een  dag  of 
drie  door,  tot  het  nitg^nttë  dier  verlamd  blgft 
liggen,  en  onder  hevigen  ademnood  en  aoma 
o^«r  itnipen  de  dood  volgt  In  den  itlUen  ot 
melMMiHdiaehm    vonn    ontbredA   de  maniaeale 


-  Bg  den  meosefa  witwaait  men  de  volgeode 
veracbgnaelen:  de  ziekte  openbaart  lieh  leMen 
dadelijk  na  het  ontvangen  van  den  beet,  lelden 
reeda  na  acht  ilaeen,  gewoonlijk  na  3  tot  8  we- 
ken, doeb  ook  wel  eeni  na  8 — 6  maanden. 

De  bgtwonde  heeft  aanvankelijk  niets  eigen- 
aardies,  loodat  men  hieroit  omtrent  de  dolheid 
Tan  den  hond  niets  bednïten  kan.  Nadert  editei 
de  hondadolheid,  dan  begint  acmtgde  bet  lidtee- 
ken  rood  en  pgnjgk  te  wordok,  en  te  sweUen. 
De  aieke  wordt  teioeergedrokt,  mismoedig  en 
knorrig,  hg  loekt  zich  at  te  zonderen  en  Teran- 
deit  onmatig  Tan  plaats  en  van  bonding,  terwöE 
gedurig  een  hniveiing  over  zgn  leden  gaat.  Hg 
gevoelt  zich  beoauiid,  Igdt  aan  belemmerde 
ademhaling,  klaagt  over  hoofdpijn  en  ontwaart 
stnipaehtige  aandoe  o  ingen.  Eonde  en  hitte  wis- 
selen elkander  at,  en  de  pijn  i^ner  wonde  strekt 
zi^  nit  OTer  de  ledematen  en  de  wervelkolom 
naar  de  keel.  Doorgaans  ontstaat  eea  etmaal  na 
deie  veradiijnKlen  een  aanval  van  hondsdolheid. 
Een  geweldige  bniTering  gaat  dien  ivooiaf,  es 
een  hevige  pgn  in  de  keel  maakt  bet  slikken  on- 
mogelijk. De  lieke  is  tot  stikken  toe  beklemd, 
zijn  galaat  itaipachtig  verwroi^n;  lijn  oogen 
schitteren  en  knnnen  geen  blinkende  Toorweipen 
veidragHi;  de  poli  fs  vol  en  sterk  en  de  dorat 
ODDÏtstaanbaar.  Hij  beproeft  te  drinken,  doeli 
vreeaeljjke  krampen  ia  ce  keel  doen  hem  het  glaa 
wegwerpen.  Seedi  het  zien  van  vloeistotten  aan 
hevige  trampen  Tan  alik-  en  adembajingatoie- 
ren  opwekken,  Tandaat  de  naam  wafarvreet  (hj- 
drcfboble).  De  ipeekselafacèeidinK  neemt  toe 
en  de  stnïptieti  ingen  wofden  eteiiei.  Somtj^da 
bigft  zolk  een  tieke  bg  i^n  bcwnstzgn,  aomtiidi 


TerTalt  ÏS  tot  gibootdige  raaernQ,  loodat  hg  allea 
om  lieb  heen  powt  te  bgten.  Kort  daarna  keert 
de  kalmte  tems;  de  Igder  drinkt  met  gretigbeid, 
en  de  onknodise 
koeateren.  Weid 
woede  temg,  en  na  die  gestadige  afwiiaeling  be- 
iwükt  de  gebetene  doorgaana  den  Sden  of  den 
5den  dag  ondei  een  algemeene  nitputtlng,  BQ 
de  laatste  aanvallen  ia  de  «laebeïding  Tan  qteek- 
sel  leer  sterk  en  de  pola  iwak;  een  lond  ea  kla> 
Terig  zweet  bedekt  den  l^dei  «n  bg  valt  gednrïg 
in  funwle. 

De  afloop  deiei  li^te  ii  nagenoeg  zonder  uit- 
zondering doodelgk.  De  naaate  oonaak  vao  den 
dood  ia  verstikking.  De  Igkopening  levert  geen 
eigenaardige  keomeiken  Of. 

'De  b^andeling  van  den  beet  van  een  dollen 


DigilizedbyGoOglC 


BONDSDOLOBLD-^HONDUBAS. 


kiHid  moet  durin  beetun,  dat  men  loo  moedig 
moffdgk  de  wonde  mivere  en  bet  Tai^i  tooi 
ofwlorping  oüTatbur  mukt.  Durtoe  beiige  men 
een  K'oeiend  ijzei  om  de  wond  uit  te  bTinden  of 
etsmiddelen,  ali  k&linra  eanitienm,  RUpetenoni 
ol  awBtebnnr.  Ook  kan  men  de  friaadie  wond 
londei  gevaar  aitmigen,  maar  men  tiachte  ver- 
der den  patiEnt  zoo  apoedig  mogelijk  onder  qie- 
dale  hnló  te  brengen.  Want  deie  liekle,  tmm- 
ger  «beolnat  doodelQk,  heett  Teel  tan  hau  Ter- 
tdirikking  verloren,  Binda  faet  Patteur  gekkte 
uit  liet  mggemeiK  van  doUe  bonden  een  enitnnr 
te  bereiden,  die  bg  den  mensch  in^eMoteB  d« 
berwna  onvatbur  maakt  toot  het  «f  dei  iTiaa 
hunana,  H^  begint  metrDggemeig,<latdoor  oit- 
droging  minder  cittig  ia  geworden.  Het  ia  g«ble- 
ken,  dat  het  gifiNi  een  beet  Ungt  de  Mmw 
buten  verder  dringt  tot  bet  centrale  leiMiweTa- 
teoB  en  dan  «ent  ^  verwoeatends  weilinf; 
«penbaart.  Poalew  komt  bet  op  dien  weg  vöói 
door  onderholdaefae  iojeetiei  van  venwakt  lywa- 
gif,  gevolgd  door  ingiet  tan  eteiker  werkend 
gil,  Mt  3e  heitMU  eerder  bereikt.  Sioda  ajjii 
■egenigke  nitvindii^  i*  bet  atertteeyler  aan 
bondadolheid  enom  gedaald.  Troegtodige  be- 
handeling ia  Tooral  bQ  beten  ia  het  geii(£t,  loo 
dicht  bö  de  henent,  van  het  groottte  gewidit. 
Verder  i<  de  prophylazia  van  «eel  gewicht,  want 
bet  verptioht  ateUen  van  den  mniK>and  voor  alle 
honden  in  de  bnnrt,  loodra  een  getal  van  »biei 
il  geeoBitateerd,  kan  reedt  verdere  ongelnlien 
voorkomen. 

Zie:  BOttninghmu,  Ueber  flnadswnt  (Leipiig 
1893);  Sehüder,  Die  ToUwnt  in  !>eiitBohland  and 
Ihre  Beklnqifang  (Hambaig  1904). 

BondsdraX,  (Qtêdtoma  kêdtnuea)  ia  een  al- 

Ïuseen  voorkomende  plant  nit  de  familie  der 
ifbhemigen  (Labiaten),  De  atengel  ia  mio  of 
meer  kruipend  met  opatügende  (loemdra^ende 
takken.  De  bladeren  min  oI  meer  niervonnig  of 
ook  wel  hartvormig  met  gekarteMeo  tand.  De 
bloemen  staan  in  eenijnkranaen,  4  of  6  bg  elkaar. 
en  ign  licbt-violet.  Zg  blqft  met  een  wortelstlk 
den  winter  over  en  bö^nt  weer  te  bloeien  in  de 
eerate  helft  van  A«riL  Er  komen  twee  vonoen 
in  oni  land  voor,  nL  de  tionwelqke  en  de  twee- 
elaehtige  torm. 

HoudflCTft*  (Ofnodon  RIeh.)  ia  de  naam 
van  een  plantengeilaeht  nit  de  familie  der  Orat- 
SM  ((Jramntein},  Het  ondnaeheidt  lich  door 
éénbIo«nige  bloempakjes,  doorgaans  met  den 
aanleg  voor  een  tweede  bloem,  door  bQna  even 

Eoote,  een  weinig  aiteenloopoule,  ongewapeode, 
aeetfformige,  auierpmggige  keftkafjet,  door 
eveit  groote  kroonkafjet,  van  we&«  het  onder- 
ata  samengedmkt  en  eefaerp  van  raf,  ongewv 
peod  of  van  een  ttek^je  voorzien  ia  en  het  bo- 
venate  2  acfaerpe  mgnerveD  beiit.  In  ona  land 
groeit  één  tooit,  bet  Müdtgnu  (O.  DaetgliM  F.), 


een  overblnvende  plant,  m^  een  laRgen,  km^iui- 
den  wortelstok,  kaiovotmig  gebogen  tter-** 
aaAtiiarige,  gewknpeide  bladeren  en  danne. 


a,.ten  getale  van  4  tot  7  op  desdtde  lioogte 
gqriaatat.  Ifen  vindt  dit  gewa*  op  grailge  aand- 
gronden,  langs  dqken  en  wegen. 

Hondflcrot  (QroUa  del  Omu)  Is  de  naam 
van  een  grot  bjj  Napels,  sedert  eenwen  bekend 
wegens  baar  gsMntwikkeling  en  leeda  door  Pti- 


niiia  beschreven.  Zg  bevindt  lich  nabn  bet  ooeo- 
Agnaoo,  niet  ver  van  PDnaoli,  en  heeft  een  leng- 
te van  3  hg  een  breedte  van  l'/i  m.  De  ingftng 
wordt  door  een  deni  gesloten  sn  heeft  een  boogt« 
vaa  mim  8  m.  In  deie  grot  ontwikkelt  aidi  aan- 
hondend  een  groote  iweveelbeid  koohaai,  docJi 
daar  dit  l'/i  maal  aoo  «waar  is  als  de  danq>- 
kringalaeht,  iweeft  het  als  een  diehte  laaf;  mtx 
den  grond.  Brandende  fakkd*  worden  in  die  gaa- 
laag  nilgedooM  en  dieren,  die  niet  hoog  genoeg 
sgn  om  den  bek  boven  de  koolianilaag  te  Teihef- 
füi,  moeten  er  in  sterven. 

Hondaliaalm  (SegUüdam)  vonnea  een  la- 
mllie  van  meestal  kleine,  op  de  kosten  lerande 
haaien.  Zie  verder  Haais». 

HondBiMtd  (Q^aobdaUm  ImUiim)  ie  eest 
vertegenwootdigei  van  de  fasulis  dar  Lipblo»- 
«)•«■  (LaMatoH)  en  vertdiitt  'nn  de  verwante  La- 
minmsoorten  door  de  osbebaude  helmiknoppeB 
I  doordat  de  riippen  van  de  onderste  kiomilqi 


tlaeht  Oalèobdolon  groeit 
tochtige  plaatsen  tniseben  hakbont.  De  Hoida- 
netel  (of  «ele  Doovenetel)  la  oveibljjvend.  Moeit 
in  Mei  en  Jnni,  heeft  een  leelitopstaanden  of  lïg- 
genden  etengel,  die  8— d  dm.  Mog  ia,  Tt^  1a^ 
getteeUe,  eironde  of  laneetiTHinige  Uaden  en  vrg 
groote,  gele  bloemen. 

HoiulBP«toTS*lla.  Zte  Aëtkumi. 

Bondame  is  een  henvelmg  in  bet  O.  van 
de  provineieDiente,  tosseben  de  dalen  van  de 
Haaie  en  de  Drenttehe  Aa  gelegen.  HQ  vormt 
den  howen  «ostelgken  tand  van  het  Dtenttcbe 
plateau  (sie  DmtU)  en  vertoont  vooral  ten  w»i- 
den  van  Znidlaien  bet  karakter  V4n  een  hetvel- 
ne,  is  opgebonvrd  nit  und  en  grint  tsa  bevat 
kolossale  steenen,  die  o.a.  door  de  ondate  fcewe- 
nikt  werden  tot  bet  bon- 
[en,  waarran  er  ne^  vde 
langs  iqn  V-  "^"^^  ■Q"  gtitgea.  Oeleide^ 
daJt  hij  van  Gieten  (17  m.)  tot  ten  Z.  der  stad 
Groningen  (d,52  m.),  om  ten  N.  onder  de  kid 
te  verdwgnen,  waar  men  hem,  sleebts  op  ge- 
ringe diepte  mder  de  oppervlakte,  tot  mnsnm 
kan  vervolgen.  De  Hondsmg  voimde,  molang 
de  Drentsehe  faoogvenen  nog  woeat  lagen,  dei 
eenig  bmlkfaaren  weg  tussehen  bet  Hielen 
(Eoevorden)  en  bet  N.,  waar  op  aijn  dtrinde, 
beveiligd  tegen  overstroomimn,  de  stad  Oro- 
ninf^en  ontstond.  Langs  ign  W.  voet  tnn  een  ge- 
heele  reeks  dorpen  ontetaaa  (sie  de  tavf  sn 
DretiU). 

Bondatonv  (Oynogbuiitm  L.)  is  de  naam 
van  een  plantengeslaeht  nit  de  tainUie  der  Ra»- 
bbtdige»  (BongmtaSn).  Het  endetsdwidt  tiA 
door  een  5-sIipptgen  krik,  dooi  en  troo^tver- 
mige  bloemkioon  met  5  etompa  lobben  «i  5 
schabben  in  de  keel,  door  6  Ingesloten  meeldra- 
den  en  door  afgeplatte  nootjes,  dJe  gewapnd 
ign  met  etekeltfes,  wier  tc^)  met  wennaken  i* 
beiet.  In  ons  land  groeit  de  Sfoelossain  tffid- 
nole  L.  fAoiHltloii^l,  een  tweqange  plant  met 
een  stgl  «meiichten  stengel,  seer  laebte  oi 
lacbtharige,  laneetvomige  bladeren  en  bmin- 
roode  bloemen.  Deae  i^ant  is  op  landgnnden 
in  de  duinen  te  vinden. 

Bondnrns  (sie  de  kaart  van  Centraal-Ame- 
rika),  een  r^nbliek  in  Middd-Amerikn,  woidt 


DigilizedbyGoOglC 


in  het  N.  ovat  md  lewte  nk  t50  km.  iJoor  df 
CanfcisAe  Zat  benoeM  on  wel  doai  Ae  Gott  tui 
Hoidanu,  in  het  t.  OTer  een  lengte  tui  100  km. 
door  den  Oiooten  Oeeui  (QoU  iu  FooBoeft). 

Lig  ging,  orenien,  grootte.  De  iqm- 
Uiek  atr^t  lioh  nit  tavebeiL  13*  10'— 19*2'  N. 
Br.  en  83«n'— 8e»25'  Wi.  gieast  ia  het  N. 
es  N.0.  MA  de  we.  Urwü»  iq  ia  N.W.  ama  Gi»^ 
temalk,  in  het  Z.W.  md  San  Saltador,  in  het 
Z.0.  un  Niean^rna  gnntt.  la  bet  N.  behooien 
nog  de  Baai-eiluden,  in  het  Z.  de  TOoniMmtU 
eilanden  in  ds  Golf  nut.FoBMC»  tot  Hondniu, 
wutTui  de  giootte  op  114670  T.km.  getdut 
wondt. 

BodeiDge«tel4lfaei4}.  HondiiTU  beitMt 
OTSTwegcad  uit  bcKluid.  dat  liet  gebeele  ètoaea- 
land  bedt^t,  terw^  ■leehte  ongereer  5  %  woidt 
iBgeDomen  door  het  moeraMige,  met  etnidkgn- 
Den  bedekte  «n  dikwöU  orei  een  groote  opoer- 
«lakte  orentroomde  «BBtgebiad.  iHet  giondge- 
bergte  tab  hel  laad  wordt  gevormd  dooi  krieul- 
l^ne  leieteengebergten,  die  in  een  aantal  paialld- 
ketoH  da  lepDbliè*  in  O. — W.-riehting  dooisnji- 
den  en  OMt  name  in  den  Sierra  dd  £ipirita  San- 
to en  4n  het  dqwitemeat  Olaacho  lijk  aan  goud 
sÜQ.  In  deieHde  riehting  loopt  het  ood-en^tiMe 
kütgcbergte  Tan  Noora-fioodarai,  dat  in  dan 
CoigxehoTpetk  eot  hoogte  mm  2450  m.  beieikl. 
Onder  den  kriftaUgneii  leiateeD  findt  men  deelt 
krfttalk  en  kiftlMB,  deeli  tiiadeem  meigel, 
eonglMDwaten  en  kalktteen.  Deie  triaalagen  oe- 
Tatten  libw-,  kof»!-  en  gondertaen.  Jonc-emp- 
tiflve  gMteentta  Tonnen  naneljik  in  het  Z,  oen 
belangrnken,  naar  het  OJJO.  loopenden  bewiiv. 
die  in  dan  Cem»  SeUqne  aen  boogt*  Tan  28w 
m.  berMkt  en  veel  lihenujjaen  herat.  Van  de 
Tilkuien  Terdient  eiactita  de  Tigie  op  het  gel^- 
namige  eiland  Termeldiog. 

Wateren.  Naar  den  Atlantiiehan  Oeeaan 
stroomen  de  grootate  rÏTieren,  b.  1.  de  Chamele- 
eon,  Bio  Ulua,  Beman  (Agnan),  Rio  Üfegio,  Pa- 
loea,  Segoira  (Rio  Coeo  ol  Waoks);  oaai  den 
Grootea  Oceaan  d«  OoaaeoraD  en  de  Cholntee*. 
Alle  riTieien  hebben  een  bnitengawoon  ateik  af- 
wiaaelendan  wateritand  en  mu  mecatal  lot  aan 
de  knit  igk  aan  •troemtTennellingen,  terwij]  Toor 
de  mondingen  gtoole  banken  liggen.  Toch  iqn  de 
genoemde  riTieren,  behalre  de  Qoiteoian,  voor 
loeiboataii  ter  itromaopwaartB  bersarbaH.  Van 
de  binnaBBeren  ia  het  Uoioameer  t«  noemen.  De 
ToornaaiMtB  harena  ign  Pneito  Cortex  (Fnerto 
Caballai),  Omoa.  Cwhm,  Ttojillo  en  Amapala. 

K limaat.  Een  Tochtig,  wam,  koortever- 
w^kend  klimaat  Iteeraeht  ^e«n  ia  de  knitetie- 
ken;  het  bergachtige  binnenland  daarentegen  Ja 
ook  TOOT  Ear^Manen  eeiDDd,  tepwnl  bet  feit, 
dat  het  droge  jaatgetgae  (mtomo,  Noranbfli— 
April)  niet  geheel  regenkm  ia,  ia  hooge  mat* 
landbonw  an  Teeteelt  beioidert.  2e«  arm  aan  re- 
gm  aqn  aHeen  de  atreken  bg  de  knat  aaa  dea 
OrootNi  Oceaan.  Het  rgkat  aan  aeer«lu  ia  de 
noordhelling  Tsn  het  gebergte,  loodat  de  land- 
boQW  en  het  Teikeei  bMemanard  woidan  door  de 
hevige  storiiegena  en  den  woeaten  lo<q»  der  ri- 
vierea.  De  tamperatonr  wiaaett  te  Tegndgalpa 
(980  m.)  tnaadmi  32*  en  10*  C.  af,  de  neenltg 
bedraagt  jaarlj^  1219  mm. 

Middelen  «an  btitaan.Dt  landhoaw  ia 


weinig  ontwikkeld  en  bepaalt  lieh  hootditkelgk 
tot  den  tttbaaw  der  noodige  Toedinguewaaaen. 
UitgeToerd  werden  (1912)  t>ananen  (3,ö  nüllioeo 
gU!),  kokoBnoten  (8  millioen  ataka),  tabak  (2,25 
mitlioen  pond)  en  een  weiiug  koffie  (voor  2  mil- 
lioen gld.).  De  veestapel  'beetaal  nit  420  000  rm- 
deten  on  38  000  paarden  en  levert  vleeach  «t 
faniden  voor  den  nitvoer.  Qoud,  lilnei;  platina, 
koper,  lood,  liok  en  andere  metalen  worden  in 
alle  deden  gevonden;  da  mniAonw  neemt  in  de 
laatste  jaren  ieta  toe:  de  oitToar  van  liWer  ea 
andere  metalen  bedroeg  in  1912  3  millioen  gld. 

De  uitroer  (73  milL  gU.)  gaat  voor  87  X  naar 
de  Veieenigde  Staten,  die  66  X  iran  des  invoei  ■ 
(10  mill,  gld.)  lereren.  OTeügena  hebben  Groot- 
BrittanniS  en  Dnitsddand  dauaan  het  grootate 
aandeel.  De  faavena  >$i  (towa,  Poerto  Cortex. 
La  Ceiba,  Trnxillo  en  Progreaoaaa  de  Caribische 
lee,  Amapals  aan  dea  Grootea  Oeeau.  De  At- 
lantisdie  haveM  roeren  vooral  vndten  (bana- 
md)  asai  de  Vereenigde  Staten  nit. 

De  handdevloot  telt  2  etoomtehcfien  met  1688 
toa,  ea  3  leiladiepen  met  868  ton.  In  1911  Ua- 

Gn  771  «toon-  en  2444  aeilaAapMi  At  havea  in. 
1812  wares  er  278  portkaotoien,  245,  tde- 
graat-  en  95  telefMnkaatMen.  De  qraorweg,  4it 
van  Poerto  Cortei  het  ttinnealud  in  gaat,  dient 
vooral  TOOT  het  rerroer  van  ttananen. 

Bevolking.  Tolgeni  de  volbteUIng  van 
1910  bedrOw  bet  aantal  iowaDen  593  440,  waar- 
van *ƒ■  Ladfno's,  een  gemengd  raa  nit  ^lanjaar- 
den  en  Indianen.  Voor  het  ondentiJB  Mrgên  2 
nniversiteiteo,  en  916  vofteadialen  met  40  566 
leerlingen.  De  boTdking  ia  R.-<EathoUek  met  den 
bisBchop  van  Comayagaa  ala  ^eeatelnk  hoold. 

Bestuur.  De  tegeawoordig  gdoende  grond- 
wet dateert  van  1880  en  waid  in  1894  ea  1904 
gewgiigd.  De  wetgeTende  madit  ienut  \^  het 
Congres,  uunengeateld  nit  49  leden  (3  ait  ieder 
dmartement  en  een  Tan  de  Bwü-tfUaden),  die 
Tolgena  algemeen  kiearecht  gekoiea  wordea.  Ola 
kiezer  en  varkieibaar  te  sg»,  moet  men  21  Jaar 
Jellen.  De  aitvoerutde  macht  ia  in  handen  vah 
%en  preaident,  die  voor  6  jaar  gekoien  woidt  ea 
o.  a.  dea  oppeitwrelhebber  van  bet  l^r  en  de 
stadhoodera  der  dqwrtemeaten  benoemt.  Ieder 
bnreer  van  Bondnraa  ii  Tan  ign  21ate  tot  ign 
35ale  jaar  dienstplichtig  «a  daarna  tot  ign  40Bte 
bjj  de  reaervè  ingedeeu.  De  aetiove  tro^wn  be- 
stoadea  in  1914  uit  2000  maa,  de  reaarve  tdde 
81000  manaehaffea. 

fitaatkwiiUg  wordt  Hi»dai»  in  de  volgnde 

veatien  dap    "  .,.—.... 

aehter  gerf t « 


Departemealen 

Bevolking 

Copii. 

40  283 

Sraciaa 

49  9U 

Intibdo 

27  285 

SanU  B&ii»ra 

39  OM 

Cortéï 

23»S9 

Comayagua 

26  339 

28  764 

Valle 

30  479 

D,o,l,zedb,GoOgle 


Ocotepeque.  . 
Chöluteca  .  . 
Teguci(;alpa 
El  Par&iso  .  . 
Yoro  .... 
Olancho  .  .  . 
Colór.  .  .  . 
Atldntida.  .  . 
Islas  de  la  fiahia 


81644 
42118 
18  936 
43  368 


4  893 


D«  booMitad  i»  Tegacdg*hia. 

De  fiDBDden  ^an  óe  rcnabliek  ign  vene  vau 
TOOsUeoriK-  Sinda  1872  i«  van  d«  bDitcnluid- 
■ctie  MJiDtd  geen  resU  l>etaahl,  looilat  deu  ge- 
stegen il  (1  JiDoaii  1914)  tot  30  803  868  pond 
Rterling,  wurmit  25405  298  uo  adtUnt^ige 
lente.  De  faegrootii^  «oor  1913—1914  ia>md<^  de 
inkfxnaten  en  aitga^en  op  402000  pond  aterling. 

Het  vapen  (lie  de  slb.)  be*U»t  uit  een  op  een 
blfttiweo  Mfateigrond  ait  bet  watet  licii  veihet- 
tende  pynmids  T&n  g<rod,  «MTtDor  feidei  op 
d«n  tooTgtood  twee  loode  toieni,  tuiehen  wel- 
ke lieh  een  poe&e  l>eig  Tertoont,  gedekt  dooi  een 
stralende,  roode  yi^heidunnle;  im  beide  torens 

S'in  doot  een  le^nboog  met  ^Bnder  Teibonden. 
et  deiiee  ii:  Dtat,  Unüm  v  lAberlad  (Qod,  Een- 
heid en  Vrjjheid),  De  laodekteuien  igo  bUaw, 
wit,  blanw. 


Wapen  Tan  HondnrM. 

Qeiehiadenia.  Hondoru  weid  neda  in 
1502  door  OobmiMu  ontdekt,  dtkh  eeiit  in  1528 
door  de  Spaniaaidea  in  bent  genomen. 

Men  veifiief  de  kolonie  tot  een  andiCnia  tu 
het  kapit«DBat«eneraal  OnatemaU,  maar  veran- 
derde naar  in  1790  in  een  intendaiitnnr,  waarna 
zn  lioh  in  1824  tot  onafhankelöke  lepnbll^  Ter- 
klaacde,  die  Teel  Tan  bnFsertwiiteii  te  l^den  had. 
Nadat  in  1S45  de  Fedei^e  Kqtabliek  ontbonden 
was,  beproelde  de  federale  party  in  Hondnras 
zich  met  de  vigiinnige  etaten  Niearagna  tn  San 
Salfador  tot  een  fconderepQbUek  te  Tereenlgen. 
Zelf*  toen  deie  beide  in  1853  en  1854  lot  ulf- 
■tandigbeid  waren  gekomen.  lette  fiondnrai  on- 
der aanToering  Tan  pietident  Cabaiku  den  oor- 
log t»en  Qaatemala  Toort,  totdat  deie  in  1855 
door  GttTTtTa  orerwonnen  en  Terbannen  werd.  De 
Tolgende  president,  generaal  Santos   Qturdiola, 


sloot  Trede  (13  F^tmaii  1856)  doeb  hq  leU,  bg- 

Saamd  de  Tfiger  mm  Centraal-AmêrUta,  werd 
Uden  Jannari  1862  bg  een  militaire  om- 
wenteling gedood.  Toen  Tatte  de  TJee-preaident 
VMoriano  OoateUalias  tgdeljik  de  tengels  rao 
bet  bettDnr,  en  na  diens  dood  werd  de  seiuUot 
'Joii  Frmeüeo  Monte*  tot  piecident  gekoien.  T^- 
'dena  den  oorlog  tegen  de  naburige  itaten  moeat 
bg  weldra  de  Tlncht  nemen;  hij  wend  Toorloopig 
TerTsn^  dooi  José  Maria  Madvw,  diea  de  toUu- 
kense  in  1864  in  zün  waardieheid  berestigde  ea 
in  1866  en  1869  beibeaoemde.  In  Mei  1872  weid  hf 
door  een  reTolntie  Terdrairen  en  opgeiolad  dooi 
Ariat,  die  in  1874  tooi  de  troepen  T«n  ïbn  Sal- 
Tador  moeit  wgken  en  door  Ltiwa  ali  voorloopige 

5 resident  Tenangen  weid.  Deie  werd  in  1876 
oor  Qanui  en  laatatgenoemde  ia  1877  opge- 
volgd door  Jf.  A.  Solo,  lUe  Tan  1887—1801  *er- 
vansen  werd  dooi  generaal  Lomé  Boomt.  De  in 
|1S9I  gekoien  Potiaiano  Uiva  legde  in  1893  sg" 
tmtt  neder  en  werd  opgeiolgd  dooi  Vtiaagmei. 
Deie  weid  in  1894  doot  BomUb  ten  Tri  gcbradit. 
die  daarop  ptespdeot  werd  tot  1890,  opeevolgd 
door  Fenneto  Sierra  en  in  1903  weer  aan  Aet  M- 
rwind  kwam.  In  1906  brak  een  oorlos  met  Onate- 
mal»  nit,  daar  de  president  tad  die  republiek 

Slotieliog  SalTador  en  Hondnras  aanviel,  omdat 
ie  stalen  sön  politieke  tegenstanders  steanden. 
Door  bemiddelinff  Tan  de  Ver.  Staten  hwam  u 
6  dagen  eobter  de  viede  tot  stand.  In  Februari 
1907  brak  een  ooikg  nit  met  Nicaia^na,  waar- 
in Hondnias  Terslagen  werd.  In  Hondnras  kwam 
het  daan^  tot  een  omwenteling,  president  Bomü- 
la  Tloflhtteen  nam  in  Apiil  1906  de  wgk  op  een 
N.-AmerikaAnseh  schip,  waarna  spoedig  de  last 
heisteld  weid. 

Na  de  Tlncfat  Ton  Bomiita  stelde  de  preaideat 
van  Niearagoï,  Zelaga,  een  TOorloopig  bewind 
aan  over  Honduras  met  generaal  Migüel  ft.  D» 
villa  als  Toanitter.  Uy  sbot  spoedig  raet  Nieara- 
gna viede  en.  liet  sieb  daarop  in  Auart  190S  tot 
giood  wettig  president  kieien.  Den  7den  Juli 
brak,  naar  men  i^  op  aanstoken  *an  Somll^ 
een  revolutie  oit,  welke  dii»  weken  later  eindig- 
de met  het  innemen  van  Qiolnteca  door  de  op- 
standelingen. Daar  Dapüla  den  N.-Amerikaan- 
Mten  consul  het  ezequatuar  had  ontnomen,  om- 
dat hü  de  levolntie  naar  alle  waarsebgnljjkheid 
bevoideide,  londen  de  Vareenigde  Staten  een 
kruiaer  naar  La  Ceiba.  In  Deeedber  1900  braken 
In  het  N.  van  het  land  nienwe  onlusten  nit.  Zg 
werden  weliswaar  onderdrukt,  maar  in  Haart 
1910  moeat  de  regeering  de  hulp  van  de  Veree- 
nigde  Staten  inroepen  om  «eh  tegen  bet  over- 
slaan v«n  de  refolntte  van  nit  Nleftragoa  te 
kunnen  verMtten.  Overigens  ia  te  Tieeien  dat 
het  land  ook  finantïeel  van  de  Vereenigde  Staten 
alhankelgk  lal  worden.  In  1912  sagen  de  Veree- 
nisde  Staten  liib  verpldeht  troepen  in  Hondnras 
te  landen,  ten  einde  een  spoorweg  en  weit,  eigen- 
dommen Tan  een  Amerikaanseh  burger,  tegen  bet 
gouvemement  van  Honduras  te  beschermen.  Of- 
neraal  Manuel  Bonüla,  sedert  Januari  1912pireEi- 
denl  der  R^bliok,  wae  nu  wel  verplicht  de  pof^ing 
tot  naaeting  op  te  genen.  I^ng  overleefde  tiy  dat 
éehee  niet;  hg  overieed  nog  in  1912.  In  Mei  1917 
werden  de  diplomatieke  betrekkiagen  met 
Dnitscdiland  verbroken  [lie  Wereldoorlog). 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HONDURAS— HONERT. 


4aS 


ItbrodMr:  C.  Ohartti,  Sondniti  (Chlesg» 
16901;  Lombard,  The  new  Hondniu  (New-Tork 
1897);  Jolim,  La  lépvUiqua  de  HondaiH  (Ant- 
iretpw  189$;  A.  ff.  Ktau,  Cntial  ud  Soath 
Amèrie»  (io  ,;8UBtord'i  Cumpendivm",  Losdes 
1901);  0.  Smer,  Dm  oSidliebe  Mittd-Amerik». 
BeiMi  nai  Studies,  1888—1898  (Brnuwqk 
1&99,  8  dis.);  ,J>ui-.ABieriMii  DniM.  Deleue  of 
KOTemneat  <rf  Gnatamftla  in  eate  at  Hondnru" 
(Nnr-Toik  1908);  „Hondnru.  BnDeUiu  tit  Uw 
Bniean  el  Amerieui  RqiwMiei"  (WublngtoB 
1904)  en  de  maudel^ktche  ^nUetiai"  van  het 
BareKB  (Wi^nffton). 

Honduras,  Briüek.  Zie  BrU»tk  Himdimu. 

Honcvtwri  Joktm  Jakob,  tm  Zwlteeneh 
beoetenur  nn  de  RcuhiedcDii  itt  lieeebHing, 
4eB  ISden  Jnli  1835  te  DOrnten  ^nton  Znri^j 
KcAKinn,  itvdeeide  te  Zniieh  en  te  PuQi  en  weid 
in  18S5  docent  to  de  MMbiedsule,  Dnitedie  Iet 
ter-  en  dichtkunde  te  Zorieh  w  in  1874  profet- 
lor.  Hf)  eehreel  o.  ik:'„Vietor  Hoge,  lAmartiae 
nad  die  Itui.  Lvrik  des  19  Jsh^'  (1858),  „Lt- 
tentoi  Qod  Enltnr  de*  19  JahriL"  (8de  drak 
1S80),  „GnndeteHie  einer  lUgemeinen  Eidtnr- 
KeMhicUe  dn  nenesten  Zeit'^  (1868—1874,  5 
dln.),  „Eritiiebe  Geeebiehte  dei  fnni.  KnltnieiD' 
flflue  in  den  letsten  J^rimnderteD"  (I87S),  „Ka. 
(eehiemitt  dei  Knltnrgea^drte"  (1S79),  „AQ- 
gemeine  EnltnrgeediicSte"  (1883—1886,  8  dln.) 
en  „Dh  dentMbe  Lied  der  Nennit"  (1391).  Sa- 
deit  1890  knnkiinnia,  orerleed  h^  te  Znrioi  den 
7dai  Nvrenber  18OT. 

HoiMTt  of  Bommri,  Rodnu  em  den,  een 
Nedeilandaeb  rtaatsiun,  den  ISden  Maart 
1573  te  Dordiedtt  eeboten,  ^Kioefat  et  de  Latnn- 
edu  iduwl,  TUgraude  in  1591  lAptiu»  en  Seriuu 
op  een  nii  nau  DnitwUand,  werd  In  1698  te 
Bnd  UeendMt  in  de  Mchten  en  legde  in  1694 
den  eed  tl  ala  adroeaat  tdot  da  Hove  vu  Hol- 
land. In  1597  werd  hQ  panaiMaiat,  later  tA 

te  Dordrecht-  in  1598  «maditlifde  tan  di» 

te  'i-Gravenhaira  en  in  iWl  en  1603  M  van  Ge- 
committeerde Radeo  TUI  Holland  en  Weat-Priei- 
laod.  Ook  wae  hn  lid  Tan  de  rekenkamer  en 
«NnmiMarii-ixditiei  op  de  Synode  Tan  1618  m 
1619  in  liJB  geboorteatad,  ahmede  op  die  te 
Boom  (1628)  en  Enkiniiien  (1634).  Ook  waa  liq 
enrator  der  hoogeecbool  te  Leiden  en  werd  in 
1627  net  eenige  anderen  naar  Zweden  en  Pden 

Ennden,  om  de  gMchilten  tnisehen  die  ri^en  te 
ileehten.  De  koningen  van  Zweden  eloeg  hem 
tot  ridder,  en  Van  dm  HoHert  gaf  Terslag  tu 
^B  wederTaren  in  rïo  ,J)schtafe]  Tan  mijn  eer- 
ste EezantMbtfi"  <1683)  Na  lifn  terugkeer  weid 
hQ  lid  Tan  den  Hoogeo  Baad  en  TeiTolgens  nog- 
maale  met  een  gexantaehap  belatt.  Wq  OTeileed  te 
'e-OrsTenhage  des  SOeten  Jannaii  1688. 

flö  waa  een  Lat^nadi  dishter,  zooali  bl^kl 
sit  qJB  2  trenrqieleB  „nanwra"  es  ,Jfotea  legi- 
fer"  (1011),  teiir$  h^  is  bandedmift  ook  een 
aaotal  pnstdiditen  heeft  Daedaten,  Verder  hield 
hjj  brieiwineling  met  de  «efeerdete  manoen  Tan 
iqn  t^d,  tooak  Orotiu»,  Barlaeiu,  ffetnmiu.  Van 
Bmumont,  Sefeeotüu,  Bugghetu,  Booft,  eai. 
Laatet^noemde  lond  hem  de  af^werkte  stokken 
Ttn  i^n  „NederlandM^e  BÜatonln"  Toor  de  oit- 
gaie  ter  beoordeeling. 

Btmert,  Johan  van  den,  meester  is  de  reebten 


en  looa  Tan  dra  Toorgaande,  behooide  geinïmen 
tgd  tot  de  leden  Tan  het  steddqk  'beetunr  Tan 
Dordrecht,  ging  is  1659  als  tiartesgewoon  geiant 
naar  Polen,  werd  in  1668  lid  Tan  den  Hore  tbb 
Holland  en  overleed  den  IMm  A01U  A^iril  1667. 
Hji  schreef  een  Rapport  tbb  het  sepacseerde 
omtrent  ifiue  eitniH>rdlnaire  ambaaeMe  na  Polen 


recht  geboren,  atndeerde  ie  Leiden,  profnoTeerde 
in  de  rechten,  werd  lid  Tan  de  TTOedeehap  tqner 
gefaoorteelBd  en  werd  io  16T2sedMioteeide  ter 
Vergaderiog  Tan  Bolland  en  West-Friesland.  Is 
1674  werd  nö  eeeretari»  T»n  Dordre«*t,  in  1678 
seeietaiia  van  den  HoTe  tbd  Zaid'-Holland,  in 
1688  lid  Tan  het  college  tan  Gecommitteerde  Ra- 
den van  HoIUad  en  Weat-Friesland,  in  1703 
bnrgemeester  van  Dordrecht,  in  1708  enrator 
van  de  Leideohe  hoogeeehool  en  in  1706  waardes 
Tan  de  moot  Tan  Holktod  en  Dordrecht.  Hj  wm 
gehuwd  met  Anna  de  Witt.  ondete  doditer  Tan 
den  raadpensionaris,  en  «Teriecd  den  6den  Aogni- 
tne  17S0. 

HoDUt,  Tofco  Bajo  rm  den,  ingenianr  n 
oorloeeeommiwaria  ran  den  Tcist  Tan  Ooet- 
FriesLtnd,  den  ledon  Ifaart  1666  te  Nordes  ge- 
boren, beioebt  de  Latüneehe  school  te  Ehnden,  en 
legde  li^  te  Uarbnrg  toe  op  de  wis-  en  Datnnr- 
knnde  en  eindelök  te  Leiden  en  t«  Dordrecht 
op  de  godgeleerdheid.  Weldra  «anTaardde  hn  em 
beroep  te  Hendrik  Ido-  en  Sehitdmaneambaeht  ea 
Bchreef:  ,J)e  waarachtige  wegen,  die  Qod  met  des 
menscb  houdt",  (2  dln.,  Sde  dnik  1742),  waarran 
Verburg  een  uittreksel  leTerde  onder  den  titd 
„Theologia  naturalis  et  reyelata  per  aphoritmei 
deiineftta"  (1715).  Verder  leïerde  Vm  den  Ho- 
nerf  „Noodige  Toortereiding  tot  de  ontdekking 
tran  de  regte  meening  des  af>o»tela  Panlos  in  sv- 
nen  uitmuntenden  sentbrief  aan  de  Romeinen  . 
In  109S  werd  hy  te  Amsterdam  beroepen,  wur 
hg  16  jyen  werkiaam  bleef.  Hier  lehreef  hq 
EÏy  „Koftbondig  Tcrtoog  van  Christne  afteoiit 
nit  DaTÏd"  eni.''  (3de  dmk  1726),  „Syntagma 
dissertatlonum  de  itylo  NotI  Teetastenti  graeco", 
„Het  Hoogpriettendup  Tan  Chrfetne,  naar  de 
ordeninge  Tan  Mekhli4dei  em."  (1713),  „De 
HeseiM,  Terheerlijkt  aan  dei  Heeren  regterhand 
eni."  (1714),  wegens  weHce  jgesehrif ten  hn  in  ker- 
kelgke  twisten  gewikkeld  werd.  In  1714  benoemd 
tot  boogleeraar  in  de  godgeie«rdheld  te  Leiden, 
aauTaardde  hg  die  betrekking  den  Iiten  Novem- 
ber met  een  rederoering  „De  myiterio  primi  et 
Becundi  Adami".  en  opende  In  1721  ook  nog  lea- 
sen oTer  de  Hebreeuwsobe  oudheden  met  een 
oratie  ,J)e  neeesaaria  ad  reete  interpretaodam 
Seriptnram  Sacram  antiquitatno)  Heoralcttrum 
eognitione",  terwijl  hij  00b  een  paai  maal  bij  het 
nederlwgen  van  bet  rectoraat  redevoeringen  nit- 
H)rak.  Toen  hg  zgn  ambtgenoot  Williehtv»  ver- 
dedigde, die  beecboldigd  werd  een  aanhanger  van 
Spmoxa  te  t^n,  geraakte  h^  daardoor  in  twiit 
met  den  Oroningsebea  hoogleeraar  Antlttmiui 
Driettên  en  lond  eenige  vlogiehriften  in  liet 
licht.  Hg  overleed  den  SSsten  Februari  1740. 
Behalve  reeds  venoemde  «erken,  gaf  h^  onder- 
scheiden leerredenen  nit.  alsmede:  ,.Voorheiej- 
diog  tot  den  SesiKiriet  Pauli  aan  de  Romeinen" 


DigilizedbyGoOglC 


436 


HONERT— HONOAABSCHE  KUNST. 


(]688).  „Vvl  brieven  tiigta  LeaAor  (1104), 
„Noodige  unleekenin^D  op  de  artikelen  fin  de 
SktiaFsetie  vin  den  Eeikeiud  tot  Ziwol"  (1705), 
„Sriet  tegeni  Wittidiiui"  (171S)  en  „DwBeitA- 
tio  de  ere&tione  mindi  aeeiHMlain  utTattonen 
Hoeis  etc."  (1738). 

Hoiurt,  Jokmne»  wvh  den,  een  godgeleerde  en 
lOOn  van  den  TixiiigaaDde,  den  Isten  December 
1693  te  Hendrik-Ido-AnfaMht  gebecni,  vta  un- 
vankelyk  waot  den  handel  betteBid,  maar  begaf 
lidi  naar  de  academie  te  'Leiden,  waar  bjj  lich  op 
de  godgeleerdheid  toelegde.  H|j  wai  aehtereen- 
iol]genB  predikant  te  Katwgk  aan  del  Rgn,  Enk- 
bttÏMn  en  fiaarlem,  wau  hg  in  112Ö  ten  gevalee 
ij)nei  „DisMrIatio  de  gratia  Dei,  non  nniTeitali 
têd  putieulari"  met  ondencheidea  predikanten 
in  twiit  gebikkeld  werd.  Iladat  hÜ  roer  een  be- 
ro^  naai  AnMtetdam  bedankt  had,  aanvaardde 
hy  den  SOsten  October  1727  het  hoo^leeiaanainbt 
t«  Utttebl  met  em  „Oratio  de  divinia  nnptiii", 
terwjil  hg  in  173S  bjj  bet  i^enen  der  leeeen  over 
keritgeediiedenie  een  rede  uil^iraJt  „De  itistoria  e^ 
detiaetiea,  theologie  maiime  neeeuaria".  In 
1730  veracbeiten  lün:  „Inotitationee  tTpieae,  en- 
UenuticM  et  prophetieae"  en  in  IT3Ï  werd  hg 
te  Leiden  de  ambtgenoot  van  ign  Tider.  AIb  leid- 
draad voor  ign  dogmaUicfa  onderriebt  edireef  bjj 
iQn  .JnatitntioneB  theolegicat  didacto-elenehti- 
cae"  (113S).  Hd  overleed  den  Oden  April  1758. 
Hg  heelt,  briulre  reeds  genoemde  weiken,  een 
UÓge  tedu  geeehritten  in  £et  liriit  segeven,  waar- 
van «ij  vermelden:  „'t  Sevlig  BalTel  of  feeetge- 
UBg  dei  Iirallieten"  (1727),  „Verhandeling  van 
de  tiaMBBbsUntiatie"  (1736),  .,L.  Bidloo,  onbe- 
Malde  venitaaguwaibeid  en  verwoeitiag  dei 
DooMgeiinden  eni."  (]742),'„De  Kerk  in  Neder- 
land beeebenwd  en  tot  bekeeiine  Termaend"  (3de 
dink  1746).  ,J>e  leei  der  waerbeid  die  naer  de 
Oodialigbeit  ie  eni."  (3de  drnk  17S3),  „Blieven 
un  dl.  Qerud  EuTpei"  (1751),  „Het  geloof  der 
vadeien  ten  ipooie  der  kiitderen"  (1753)  en  „De 
menaeb  in  ChriitaB"  (3de  diok  1761). 

Bonert,  Joon  va»  den,  een  rechtaseleerde^  en 
klelnioon  van  den  voorgaande,  den  SBiten  April 
1786  geboren,  itudeerde  te  Leiden  in  de  reohten 
en  vestje  licb  te  Aineterdani.  Weldra  bepadde 
hg  lich  aldaar  bjj  den  handel,  docb  wae  niet  voor- 
tpoedig  in  ign  ondememisgeo.  Hg  keerde  der- 
halve lot  de  le^lageleerde  itndiin  terns,  werd 
in  1809  procnieor  og  den  raad  van  judicatore 
over  de  middelen  te  water  en  te  land,  in  1810  bjj 
het  nationaal  geiechtshirf  en  in  1811  ibg  de  recht- 
bank van  eeratea  aanleg  te  Amiterdam.  AU  zoo- 
danig WM  hg  weriiiaam  tot  aan  de  invoering  der 
leehterigke  organisatie  van  183B.  Hg  bleef  toen 
voorloopig  procnrear  bg  de  arroDdiHeinentirecht. 
bank  te  Amsterdam,  werd  in  183B  promicnr  bü 
den  Hoogen  Raad,  ia  1341  commies  en  in  1844 
hoofdcommies  hg  bet  departement  van  Jnatitie, 
en  overleed  den  25eten  Au^uetus  1850.  Hg 
schreef:  „Alphabetieche  naamlust  der  steden,  ge- 
meenleQ  en  plaatsen  in  de  Noordel^e  provin- 
cWn  van  het  Koniiwrgk  der  Nederlanden  eni." 
(IS3S),  „De  wet  op  den  overgang  van  de  vroegera 
tot  de  nieuwe  wetseving  eni."  ^18S8),  „Forma- 
lieiboek  der  ondeiseheidene  akten,  behoorende  tot 
de  bnigerii^e  regtsvoiderins"  (5de  dink  1S05), 
„Handbodt  voor  de  borgeilgke  refti «ordering  in 


het  Eoiingriik  der  Nederkkden,  met  een  voorrede 
Ta«  F.  A.  vu  Halt"  (1841),  ^eeekiedeBia  en  be- 
ginielen  der  Nederlandidie  wetgeving  betrekke' 
Wk.  d«  gwUcbteii  vo«i  krank  lionigen  eu." 
(IMI),  „OeRfaiedeni*  eni.  betiekkelük  de  ontei- 
gening ten  algemeeoen  antte"  0641),  „Qeediie- 
aeue  ena.  be^rekkelgk  de  madit  der  moge  m  la- 
ge heemmadBchappen,  dgk-  en  poldeiOMtureD" 
(1842),  „0««ebiedeniB  ent.  betrekkelgk  het  nota- 
risambt" (2  din.,  1842),  „Het  Uriel  van  jostitie- 
kosten  en  wliriusn  in  bnrgerlgke  taken  sni." 
(1843—1844.  2  dln.),  „Anetten  tui  des  Hoo-  ' 
gen  Raad,  straf recèt  en  etrafvoidering"  (1846— 
I84&,  8  dln.},  ,^et  Urief  «rei  hei  hwefuinm 
der  notaiisaen  eu."  (1B4S)  en  „Het  wetboek  van 
iltatreeht  en^"  (1848). 

Bannmr,  eu  'tid  ia  het  Fraaaobe  depar- 
lement  Calvadoi,  in  NerikandiB,  ligt  aan  de  laid- 
igde  der  Beinemondiw  tegenover  Barflenr,  aai 
de  kpoertfn  Font-I'Biviqae'-fionQeBr,  ie  met 
fiivre  tweeaaal  daaga  door  een  itooiabootdienst 
verbonden  en  lelt  (1910)  all  gemeente  9298  ia- 
wonen,  llea  vindt  er  eaa  bonten  St.  Eathariaa- 
kerk,  een  eollige,  een  i^nbaie  leeataal  en  bi- 
bliotheek »  een  baves,  oie  nit  drie  bekkMt,  een 
groote  voorhaven  en  een  „baatii  de  retenoe"  (om 
venanding  te  voorkomen)  beetaat.  Bdialve  met 
den  baodel  honden  de  inwonen  nA  beiig  met 
■dieepiboaw,  tovmUgerg,  vervaardinig  van  bia- 
eaits  en  suiker,  qurgieterg  en  bet  Weekea  van 
melocaen.  Vervoerd  worden  vooral  bont,  gier  «i 
steenkolen.  De  voortbrengselen  van  landbouw  en 
veeteelt  gaan  hootdiikelgk  aaar  Engeland. 

■onB&arsoIi*  kniuti  Btnaekmut.  De  Hon- 
gaartehe  bonwkanat  begon  licb  in  de  12de  eenw 
te  oatvikkeUo,  toea  de  Bevaaneehe  ttjfl  alg«- 
aeea  wu.  Toen  weides  keiken  geatidt,  die  in 
vele  opiiofaten  aan  de  Daitsehe  van  dien  t^ 
bertnncrea,  «b  die  al«  baiilieken  ijln  oatworpeo. 
Iedere  btA  eindigt  aan  de  oestiöde  ti  ean  nis; 
eu  kraisbeiik  komt  meeetal  niet  voor.  Twee  to- 
rus qjn  aan  den  westkant  geplaatati  de  pgler«, 
luiien  en  portalen  vertoonen  rjgk  beeldhouwwerk. 
De  voornaamate  kerken  lün  die  te  Oeia  bij  Boe- 
dapeaV  te  Libel»;,  te  Weupriot,  te  Neg;  Kiioly, 
te  Zaimbék  en  te  J«k;  tePapoet  iteeoRoauan- 
Kbe  keik^  welker  plattegroM  rond  is. 

Qetieebe  gebonw«D  igs  in  Hoagarge  leldnam. 
De  merkwaardigste  is  de  katttedraai  te  Saajau, 
ia  de  I4de  eeuw  begonnen  «n  in  de  15de  eenw 
voltooid.  Haar  koor  tieeft  een  roken  plattegrond; 
daaraan  slait  lich  aan  een  kort  aemp,dat  door  twee 
torens  reflaukeerd  wordt.  Daar  Hongarge  langen 
tjjd  onder  Tarkwh  bewind  «tond,  vond  de  bouw- 
kunst In  de  16de  en  I7de  eenw  geen  gelegenheid 
licb  te  ontwikkelen.  Ook  de  iMe  eeuw,  die  in 
OosIenrKk  looveet  praditige  werken  lot  stand 
bracht,  leverde  voor  HoBgarge  geen  werken  van 
beteckenia    op.Paana  18fObegon4eHoi^ 


bouwkunst  te  herleven,  toei  Boeda, metPeit ver- 
eeaigd.  een  belangrijke  stad  werd.  -Daar  bonwde 

E.  Sltmdl  bet  Parlement  in  ^tÏKbeu  etgl,  A. 
Htmummn  het  koainklgk  palen  in  Senaituaee 
stgl,  fitt  Faleia  van  Jwetitie,  la  klaasieken  stiit. 

F.  Sehulek  ét  St.  Uatthiaakerk  in  GoüMlien  itgl, 
A.  Sthiektdant  het  Unsenm  in  Oriekscben  atgl. 
Ook  de  nienwe  kathedraal,  door  H.  Ybl  is  een  be- 
langrgk  gebouw. 


DigilizedbyGoOglC 


BONOAABSCm;    KUNST— HONOABIJE. 


BaêbUMntkunat.  In  de  Middeleeuwen  bent 
HaBgiröe  n«l«  bekmwne  beeldfaonwen.  Dit  bt- 
WQMa  de  T^  Teraierde  kerken  te  Jik  en  te  8u- 
MQ.  Ia  de  1  Me  eeaw  pu  kwtm  de  beehttioaw- 
kniiitci  BüdemMl  tot  bloei  ^  FerenetgOlK— 
1B60)  Tolade  de  kliBdebe  Tiehtii«  Tan  Ttor- 
Hrttea,  gdqk  ook  J.  Btma  es  O.  Znto.  Ea 
mees  noderne  (WTattiiw  TeitooDea  de  wcikea  Tin 
A.  Hwtar  (1M&— 18%),  J.  Fadnn  (1B68— 
1908)  m  A.  Stnbi. 

SekiUarkitHai.  Pu  in  de  19de  eeuw  heeft  de 
Honnanc^  adiildeTfeaMt  beleekenia  gekregen. 
O.DeAer  (ISl»— 18M),  L  Honrits,  L  J(i- 
aktütk^  K.  Lotx  «u  vooral  Pk.  Laixlo  nukten 
door  bnn  portretten  naatn.  K.  Marko  (1706— 
1860),  L.  Paal  (1846—1879),  A.  LtgtH,  E.  Mika- 
U,  M.  SuKfM  tB  F.  Kalaaa  qjn  bekend  ab 
landKhafMMhilderB.  iDeeantiere  werkea  ntok- 
ten  M.  Tim  (1838—1860),  B.  Sxik^,  V.  Httfo- 
nm  m  K.  Lotx.  Ah  lu«lotieaehi1der  ie  JfietosI 
Mvitkaety  (1844—1900)  Tontaard. 

Ambaatltkunti.  De  siDba«iiUkan«t  wordt  in 
HoDnrne  nog  door  het  tolk  beoefend.  De  moder- 
ns beeumTing  it  pas  laat  in  het  land  doorge- 
drongen. In  de  meer  tlgelegcn  itreken  wordt 
Loq,  ak  Tan  oodt,  geerfrren,  geaponne»,  g<^r- 
dnord,  daar  worden  tapgten  geouMkt,  daar  wer- 
ken Dog  potleb&kken,  hontanöden,  Bmeden  en 
k{q>erslagei8  in  den  ToarTaderlgktn  trant.  Lin- 
nengoed kwnf  Dit  Seanirk,  Podolioi  Poewwj  en 
UoUcks.  BordnvreelB  worden  te  Nsgj-Enjed, 
Brateö,  Hoeainlaln  en  IfaiDa  Vatarhel;  gemaiakt. 


Teren  Apitfalva  Bollohaoa,  Miekolcz,  Stomta, 
C«iTa,  BaranjaHM^öes  en  HeiStar.  Bekwame 
bontingdere  en  imeden  ilJn  te  Sepe»  Uagm» 
werkiaam. 

Honvutl*  ■(■«  de  kaarten  bij  Ooetenrgk),  in 
bet  Hoogaarteb  Magjf^ortiAg,  in  het  I«tÖD  fiun- 
garia  g^eeten  iBeenkoninkr^idatdeooBtelgke 
hellt  Tan  de  pergoneele  nnie  Ooitenryk-Honguqe 

Ligging,  grenzen  en  grootte.  Bod- 
garge  «ttAt  zich  nit  Tan  44*  6'  tot  49>  S8'  N.  Bi. 
en  Tan  14*24'  tot  26*36'  O.L.  Het  bestaat  uit 
het  eigenlgke  Hongarije  met  het  Toormalige  Ze- 
Tenbotgen,  nit  Finme  met  het  daarbg  behooren- 
dê  gebied  eD  nit  SroatiS,  SlaToniC  en  de  vroege- 
re militaire  grenien.  In  het  N.  grenst  het  aan 
OostenrjjkBcih  SileziC  en  Gslieifi,  in  bet  O.  aan  de 
Boekowina  en  RoemeniS,  in  het  Z.  aan  Roemenil, 
Serrii,  Boenil  en  Dalmatie  en  in  het  W.  aan 
Iitril,  EraTn,  Stiermarken,  Ned er-Oost enrgk  en 
Horafil.  De  opperTlakte  t-ediaagt  824  351  t.  km. 
(na«r  PeNefa  berdeDing  825823  t  km.). 

Bodemgetteldheid.  Het  land  bestaat, 
Èlgaitm  van  Eararimnen  (ne  aldaar),  nit  een 
baigaehtif  en  nit  eea  vlak  gedeelte,  dat  driemaal 
MO  groot  ia.  Het  bngaehtig  gedeelte  wordt  gt- 
TorsM  door  de  Karpaten  (ue  aldaar),  door  de  nit- 
loopen  Tan  de  Oeet-AIpw  «B  door  het  Honna^ 
•che  Uiddalgebe^e.  Ue  Kaï^tsB  ongettB  Hon- 
«uü*  is  e*A  gnmtea  boog.  ZQ  «indigCD  in  het 
Banatergeberrte,  dat  met  da  nitloepen  tan  den 
BalktB.  taMOien  Baaiai  en  Ortewa,  den  Dooan 
{naliit,  waardew  de  Uieren  Poort  gerormd  wordt. 
Da   Toongebergten    van   de  Ooet-Alipen  KtaMMa 


liéh  gedeeltelyk  Tan  de  weetgrene  Tin  Hoagarge 
tot  aan  den  Donan  nit,  waar  i^  mei  het  Leilha- 
gebeigte  en  bet  PlliidiemtMEgte  op  d«  Raip»- 
len  atooten,  gedeeltelük  dringen  tg  Kroatit  «i 
SUvoniC  binnn,  waar  ag  tmtebm  d«  8aTe  ei 
de  Dran  tot  aan  den  Donan  reiken.  Het  Bon- 
gaaraetie  Uiddelgobergte,  dat  nit  Bakony  Woad 
~  Vértetgebeigta  beitant,  Terdeelt  de  Hongaar- 
e  loagTlakle  in  twee  deelen.  Tot  Kroatil  be- 
hoort bet  Eualgelried  (lie  Kartt).  Honnr^e  ia 
zeer  rgk  aan  ga-  en  drniptteengrotten.  Tos  W. 
van  het  Hongaarsdie  Hid delgebergte  TJndt  non 
de  TDKbtbare  Kleine  Hongaareehe  laagrlakta. 
Zg  is  12  000  t.  hm.  groot,  ligt  180  m.  bo^en  ömi 
leeipiegel,  strekt  lieh  aai  Mde  o«Tere  Taa  des 
Donan  ntt  en  omrat  het  PieaAniger  bekken  nut 
de  beide  eilanden  de  Oroote  en  de  KleiaeScMItt. 
De  Qroote  Hongaaraehe  laagrlakte,  die  het  bek- 
ken «n  Peat  o&tat,  is  1«477  t.  ka.  groot, 
wordt  tMgranad  door  de  Kuiten,  het  Hongaar^ 
edie  iHidoelgdMTgte.  de  Save  en  den  Donan.  ZQ 
is  het  laagit  l«ng«  de  Theïst  en  hare  lüriTieren; 
ligt  in  bet  midden  108  m.  bona  de  opperrlakte 
Van  de  lee.en  bettaat  nit  do  landige  Beide  Tan 
Keekakemet',   de  M^nMmde  BAcakAa,   bot  Te-  . 


leeskaer  tandatotnplatean  (169  »■),  ket  Titebr 
plateau  (188  n.),  de  Tmditbar«  Tlakte  Tan  Han- 
kiee,  bet  moerasaig  gebied  Bodrogktti,  het  Eese- 


der  moerat,  het  Mndeteenplatean  ftyirt^,  de  De- 
breciinci  heide,  bet  Sirrfter  moeras,  het  Alihnni- 
rer  moera*  en  de  Deliblater  landwoottgn. 

Qeologie.  De  bodem  bestaat  gnwtendeeU 
uit  dilnriaM  n  allntiale  Tormiogen.  Tooral  In 
het  laagland.  &  omèeen  en  eronder  liggen  ter- 
tiaire uigon,  motendeela  tot  de  tarmatifcbe  eta- 
ge bebooroDo;  ep  deie  msten  jonge  tertiaire 
gesteenten.  Oódere  Tomingen  melen  bg  de  m- 
ra»atelling  Tan  den  bodem  eleoita  een  leer  on- 
deEgeoehikte  rol;  daartoe  befaooren  kri talige 
leien,  in  Toreenigiag  net  graniet,  ten  Z.  Tan  dei 
Tatra  en  in  den  Fraika  gnra,  deTonisebe  ea 
itecnkooUagmi  bn  Doboduui  on  Terder  niidetgk, 
trias,  jnni  en  kiipt  ibg  het  Flattenaeer  en  In  het 
Bakonywond,  hg  PInftircheB  eu.  Van  jonge 
emptiefgesteeBten  Tallen  Ie  noemen  de  trMiiet 
in  de  omstreken  Tan  Sjemaita-Kremaits  en  Bper- 
jei-Tokai.  basalt  in  het  B^onjwood  en  op  vele 
andere  plaateen. 

Van  de  delfttoffea  moeten  fooral  genoemd 
worden:  «teenkool  (FUnnireben  en  Slinrerdorf), 
steenaoot  (bipaten),  lihoriwodeDd  loodelann, 
blNide,  gMrkiea  en  g«nd  in  gangen  Tan  het  Sjem- 
nitier  tra^etgebeigte. 

Wateren.  BebalTe  de  Poprad  ea  de  Dona- 
iee,  die  tot  bot  stroomgebied  lan  den  Weiebsiri 
beboores,  bohoom  alle  riTieren  in  BongarHe  to* 
het  «tMomgebied  *an  den  Doaan.  Linker  iQri vie- 
ren ign  de  Uareh,  de  Waag  met  de  Nutra,  4« 
Qrw\  de  Eipel  en  de  'Riftiai  met  de  linker^l- 
rl Tieren  BoraoTS,  Ijttareia,  laborcsa,  Bodrog, 
Sajo,  Hemad  en  Zan  en  de  reebter  Stamos, 
EBrSs  en  Haraa;  reeiits  ontrangt  de  Dtfnau  de 
Leitha,  Raah,  SirTit,  Di»  (net  Mnr)  en  SkTe 
ot  San.  OfaehooB  de  XJieren  Riort  «erhresd  ie 
en  vele  laag  gelw«  okfeken  droog  gelegd  lyn, 
hebben  er  nog  dikwgli  oTeretroomingen  plaats, 
vooral  in  het  ^bied  Tan  den  llieisa. 

Van  de  tah^jke  kanalen  ign  de  voonwMaste 


D,o,l,zedb,GoOgle 


liet  Fivukanul  toMchen  dea  Donan  en  de 
TlieiH,  iiet  Btgikanul  tDuchen  de  TheiM  en  de 
BegB,  liet  SiTTu  en  bet  faUtiaftlluiiaal  ttUMhen 
Stnjüweisieniiarg  en  Sugu&vd,  het  Kopu-  of 
Ziehykusftl  in  bet  ToInMc  eomitut  en  het  Sió- 
kkuxi  tnweheB  het  Plttteomeet  en  den  Donaa. 
Met  de  voltooiins  -ran  bet  eadert  laag  ontwoipen 
twMde  Doaa  n-TEeioAanul  lal  een  aanvang  ge- 
maakt worden. 

Ia  de  Karpaten  treft  mm  altjjd  een  gzooi  aan- 
tal meren  aan,  van  die  in  de  laa^Uta  noemen 
«g:  bet  Pktteameer,  het  Nemiadlenneer,  het 
Palieaer  an  het  Veleóeieer  meer.  Aan  het  Nen- 
■iedlerveec  granat  het  moerai  Haniig. 

KlimaaL  Door  lyn  ligging  heeft  Hoogaröe 
eeo  TaateUodaklimaat,  dat  ncawel,  doordat  ae 
Karaten  eu  beeehntting  TOnnen  tejniL  de  Noor- 
den- en  de  OutenwiadeD,  een  luiddgker  fcarak- 
lei  veitocM^  da>  bmo  uai  da  geografiiehe  lig- 
ging ion  rerwaehten.  Ook  beiehermes  de  geberg- 
Icn  het  land  tegen  atoimen.  In  de  vlakten  ie  het 
dee  Mnen  Mei  beet,  dea  winten  laei  kond.  De 
gemiddelde  tes^rata  umi  tenten  liggen  tooi  Ar. 
TCTAnlja  in  dea  Tatra  tnucfaen  90*  en  —26*. 
TOOT  Boed^mt  toeeehen  33*  en  — 12*,  tooi  Panf- 
kireben  tnteeben  38*  — 13*,  loor  Agiam  taa- 
adwn  B4*  en  — 14*,  tooi  Finme  tnaaehen  S3*  en 
— 4*  C.  In  bat  ^loofate  deel  t«d  Hongarge  doart 
de  bootdregentód  van  Mei  tot  Angnitva;  in  het 
Z.  W.  heelt  mes  twee  regeuerioden,  n.  I.  in  Jn- 
ni  en  in  Oetobei.  In  de  Tlakten  bedraagt  de  ge- 
middelde laganTal  500—600  mm.,  naai  de  berg- 
achtige lasdei  neemt  deir  anel  toe.  Vooi  Boeda- 


t  tg  670,  .__ 

ïtaegediB  5S0,  toot  OnoTa  920,  tooi  Komeaoak 
lOSO,  Toor  Pretibi^  690  en  tooi  Finme  1S90 
mm.  In  Pinme  konen  dag»  tooi,  waarop  de  re- 
genTal  meer  du  1£0  om.  bedraagt  Tengerolga 
TUt  de  groot*  hitte  e»  de  ete^  teidamping  la 
de  lwa*«ellM>d  legea  in  de  Oroote  Hongaaiidie 
Laagrlabte  dea  «omen  niet  ToMoende,  waardoor 
dikwüla  gtoote  dnwgteperioden  ontataan.  Dan 
kan  bet  teHvantnaiTeraAil  Tan  den  laiMÜgen 
bodem  tnaachan  dag  en  nacht  wd  eeai  meer  dan 
ffl*  C.  bedragen  (fcgT.  dee  middagt  97*,  den  toI- 
gaaden  cditeod  6*).  Somi  komen  ei  in  dien  tqd 
nchtiplagetlngea  tooi. 

Ptttulen-  ën  ditrtnvtreld.  De  Hon- 
gaaradie  laagTliktan  ign  arm  aan  boomen,  tei- 
wgl  de  landen  aan  den  Toet  Tan  de  bergen  biai 
en  daai  tiken-  en  beikenbonehen  Tertoonen. 
Langa  da  itrieres  TÏndt  men  eTeoeana  bonehen, 
Toonl  Tan  popnlieren  en  wilgen, 
beiiltea  een  wei  T^ken  filante" 
Ijjk  TM  riet-  tm  giaeeooiteD. 
atwenHora  rïk  aan  alwleaeliiig.  Tot  de  neeet 
TOoKMnende  planten  behooien,  cebalTe  Teieehil- 
lende  graaaen,  Tliadeibloemigen.  eoheimUoemi- 
gen,  bugewaaaen.  anjelieien.  eni.  In  Hei  prjjkan 
3e  atmen  In  ToUe  piaeht,  in  den  naheilat  Tolgt 
een  kleineie,  kortere  bloeitöd-  De  pianteBwewd 
Tan  het  Blhaigebeigte  wjjkt  gebed  af  Tan  die 
Tan  HonenrQé.  Aaa  den  Toet  foett  men  eikenboe- 
eeben  aan,  daanp  Tolgeo  beakenwoodea,  nog 
boc^i  Tiodt  men  pQnboomen  en  daaina  itioik- 
gewat.  (Orer  de  Don  van  de  Kaïpaten  lie  Kar- 
ratemh 

Van  da  graoters  roofdieren  komt  de  wolf  nog 


in  enkele  deelen  Tan  H«igaq(e,  SroatiB  en  Zo- 
Tenburgen  Toor,  ia  de  lugrlakte  treft  nMn  aoms 
den  jakhali  aan.  Het  Kioatieeh  hoo^and  en.de 
oveiitrooming^^ieden  -ran  de  liTieten  ^fn  r^ 
aan  wild,  teiwgl  de  gioote  hoeveelbeid  watei  te- 
Tene  oonaak  ia,  dat  men  ei  *eel  Togeli  TJndt, 


garge  in  Ten«iillende  toorten  tooi.  De  liTieien 
en  meren  ign  orei  het  geheel  TiMchrgk,  alleen  de 
meien  Tan  den  Tatra  makm  hieiop  een  oition- 
dering.  Van  de  ei^naardige  ateppenfanoa  noe- 
men wg  eenige  mniienaooiten,  (looala  de  «pok» 
(fpUnf  en  de  SvUnthtu  vagtu),  de  JohanMaba' 
gédii   Tlindeii  en  keren, 

DOfiMft».  Zie  JT^bONW. 

■Bevolking.  De  beTolking  bedraagt  (1910] 
20850878,  loodat  Honnrije  onder  de  aUten 
Tan  Enropa  de  lerende  plutt  inneemt  Sedert  de 
iidgTing  Tan  ZaTenbnigm  in  1867  wordt  Eonga- 
lije  in  7  dietiieten  Terdeeld,  n.  1.: 


Grootte 
In  v.km. 

Bevolking 
in  1910 

Het  gebied  links  van  den 
Donau  (DuAninnen).    . 

32  892 

2169  707 

Het  gebied  rechts  vanden 
Donau  (Danintül)   .    . 

44  584 

3  079  269 

Het  gebied  tusschen  Do- 
nau en  Theisi     .     .    . 

36124 

3  775  392 

Het  gebied  rechts  Tan  de 
Thcisï 

31S41 

1  763  916 

Het  gebied  linka  ran  de 
Theiai 

43  316 

2  687  516 

Het  gebied  tusschen 
Tbeias  en  de  Haros    . 

36  297 

2136  668 

higöntdl 

97  243 

2  669  785 

Het  gebied  van  Fiume  . 

20 

49  135 

flongarije  (alleen)  .    .    . 

282  317 

18  231 3S7 

Kroatië  en  Slavonie    .    . 

42S34 

2  619  291 

Het  koninkrijk 

Hongarije .    .     . 

334  851 

ZO  850  678 

Gemiddeld  wonen  <^  1  t.  km.  64  iawonen.  Het 
dichUt  beTolkt  i$n  de  diititeten  Wataadii,  Peat, 
Ceanid,  Oian  en  Oedenhnn,  het  nünat  bevi^ 
Caik  en  Biitrita-NanAd.  Taa  het  totale  bcrrol- 
kingaejitei  ^n  10  845  388  mannen  a  10  541 154 
vronwea.  Hoewel  het  aantal  geboorten  dat  der 
itertoevallen  in  de  laattte  Jaren  net  ongcTcet 
250  000  overtreft,  neemt  de  bevolking  in  Termin- 
derde  mate  toe  dooi  de  aterke  landTerbnlting, 
waardoor  Tan  I9D0  tot  1910  ongereer  I  220000 
inwonen  het  land  Teriietea.  Orer  het  alg«meen 


DigilizedbyGoOglC 


il  4e  toenime  der  bnolking  «sdai  de  Ihgyuea 
■teiker  du  onder  d«  ki>d«ie  bectaBddeelen  dei 
bercdkinK.  De  volkrqkite  iteden  igii  Botd^wit, 
SHgedin,  lUri»-Th<re«iopel,  Debreoia  en  PreM- 

IM  beTolkin^  beftut  tooi  fa«t  gitraUte  ded 
uit  Mftgyaien  (1O06O57K),  die  TovTBUtelSk  is 
ds  lugrlakten  wwcb  en  ueh  met  iudboav, 
TMteett  «  TiKlHugat  beugbovdM.  De  Hwgjta 
u  na  middeibtn  gi«ott<,  n^ehutig  gtbovvd 
ei  beiit  een  idieip  geuwMn  proliel  met  doote- 
le,  vurige  oogen  en  iimrte  butn.  Hg  i>  intelli- 
gent, goedbaittf  en  gutfig,  heett  een  leTendifr 
töafMninent  en  beiit  mb  gnote  male  *ui  va- 
derltndüiefde.  Na  da  Uemiea  Torcaeo  de  Suk- 
ven  het  taoofdbeituddeal  dei  beTolking,  wmitsd 
de  vooinunMte  «tunmea  de  Kioateo  en  SeiTiSi» 
nin  (urnen  3089  638).  Dui  Tolgen  de  SloT&lcen, 
Boetbenen,  Wenden  en  Doitiehen  <2  0S7  tö5).  De 
nat  dei  bcTolkins  beiUat  nit  AnneniSia  Bnlga- 
nn,  Orirfwn,  IbuuHa  en  HuedowalMhen.  De 
Zignuert  (±  M  000)  ipteken  Mag^uisdi,  Sei- 
TiHii  ot  BoaneentdL 

iliddtlen  ««*  bttfaa».  <Het  baofdmid- 
dd  Ta»  beetuD  im  Hongarge  ie  de  bmdbon»,  die 
dooi  de  MW  Tu  den  staat  leer  ii  bloei  toeneemt. 
Ifaüin  08  %  Tan  de  totaJe  beTolking  boadt  lieh 
met  landbonw  betig.  Ia  1012  wat  de  bodem  al- 
dni  Toideeld: 


leltde  mate  in  bloei  toe,  ale  de  lanAoaw.  De 
Teettapel  bodnieg: 


Bouwland  . 
Bosch     .... 
Weiland     .    .     . 

WiJDbergen  .  . 
Rletbosschen .  . 
Woeste  gronden 


.    14  003  3«  H.A 


8S84  033 

7  098  069 

431277 

321  386 

63  831 

I  693  323 


Bet  gemiddelde  en  bet  kleine  grondbeiit  .. 
•teik  beiaat,  het  stoot  giondbeiit  TÏndt  men 
borfdukelijk  in  Wai«ieiÉraig,  Subgks,  Kemf^n 
«1  in  bet  Banaat 

De  oogat  bedroeg  in  de  Jaren  1905—1914  ge- 
middeld per  Jaai: 

Tarwe 46,07  mill   centenaars 

Rogge  en  hal  fgraoen  12,76  ,.  „ 

Gerst 13,07  „ 

Haver 12.73  „ 

Mals 4s,33  „ 

Aardappelen  .    .     .  62,86  „ 

Suik^liieten  .    .    .  30,36  „ 
Lucerne  en  klaver 

(1906)      ....  18,6  ..  „ 

T)U>ak 0,676  „ 

Vlas 0,13  „  „ 

Lijniaad 0,06  „  „ 

Hennep 0,69  „  „ 

Hennepxaad  .    .    .  0,23  „  „ 

Koolaaad   ....  0,21  „ 

W^       4,48  mill.  H.L. 

Verder  Teibonwt  men  Ted  wikken,  pompoenen, 
meloenen,  jioinkommeri,  p^triea  en.  Trachten 
.worden  voornamdgk  in  het  weitel|fk  benTelland, 
Zerenbugnn  en  in  d«B  laatoten  ^  ook  in  de 
laasTlakte  gekweekt 

D^  wefeelt  neemt  in  Hukgarjfe  idet   in  do- 


1904 

1913 

Paarden 

1 892  707 

2  00;  019 

Ezels 

14  731 

Varkens   

4  27S  210 

6  824  657 

Sciten 

206  449 

268  782 

Schapen   

6  843  064 

6  559  858 

Runderen    .... 

S  S21  SgS 

6  045  184 

Hongarije  beiit  beroemde  rgksitoetei^'en  in 
iieaSi^gjei,  Babolna,  Kiibéi  en  Fogaraa,  bene- 
-m»   1042   dekstationa  met  8288  hongatsn.  De 

tToer  Tan  eieren  en  veeran  neemt  toe,  de  leelt 

in  igderupBen  ii  belancrj)k.  Hongaiöe  beiit  rg- 
ke  j&ditTelden,  terwgl  de  igkdom  aan  riach  in 
den  laatiten  tgd  alneemt. 

De  boiolUmtw  is  na  de  wet  van  1879  in  gnn- 
(tiger  omstandigheden  gekomen  en  strekt  lieh 
nit  over  een  of^eiTlakte  van  9,05  millioen  Hjk 
De  opbrengst  woidt  op  210  milliocn  kronen  ge- 
■ebat.  Tan  de  bosadiea  4>eslaat  het 

naaldhout 1,9  milliuen  H.A. 

eiken 2,3 

beulcenenandereloofboomen  4,7        „        ,, 

De  mmbmup  is  i 
Het  land  beiit  bgni  ,         .  -  .   . 

en  kolenmönen,  terw^l  er  aanaienlgke  boereet 
heden,  lood,  kefter,  iilTorei 

len.  Gond  Tindt  moa  hoofdi 

gen,  verder  hg  Nagybinya,  hg  Kremniti  en  in 
de  lÏTieien  Anoros,  Uaroe  en  Siimoe,  lÜTei  l^ 
NagjbénTa,  bg  Kiemaiti,  in  O^Mr-Hongaiije,  in 
Ziventnrgen  en  bQ  OraTicu,  loed  bg  NagyMnya 


ZeTentutgeiL  Tenrgl  de  ojAiengst  t 
kcftermgnei  «»eemt,  w«dt  de  üierpiodi 
stmda  belaD^TJjker.  BehalTe  den  eduopaal,  t 


Tan  Hongaijpe  de 


eenige 
inaAt  1 


vindplaats  Is,  vindt  n 


Ook  TeTert  de  bodem  kwarts,  potlebakkcnUei, 
poiseleinaarde,  leisteen,  molensteei,  marmer,  ha- 
lalt,  graniet,  saad-  on  k^iteea.  Do  uitgestrekte 
kolenmQnn  leveteB  voonuBelfk  hrairtool  on 
steenkool.  Zoatmj)BeB  vindt  men  in  Miramaios, 
waai  de  lontbereiding  een  monopolie  van  den 
staat  is,  en  in  ZeTenbmen,  salpeiei  en  potaadi 
tieft  men  tnsMlien  de  laeiss  m  de  Berettjo,  ne- 
tioleam  in  de  noonlooetelgke  distrelen  aan.  De 
t^ie&gst  Tan  den  m^nbonw  bedroeg  in  1M2  [in 
miUioenen  kronen); 

Goud 9,35 

Zilver 1,02 

Ijzererts 16,37 

Ruw  ijier 46,44 

Bruinkool 80^69 

Steenkool 16,90 

Het  loatmonepolte  leveide  2  mlllioen  cente- 
naar zont,  voor  een  wssude  van  28  millioen  kro- 
nen. Hongarge  bedt  meer  dan  900  minerale  bron- 
nen, waaraan  een  groot  aantal  badplaatsen  boa 
ontstaan  te  danken  hebben. 

fffverlMI  begint  lieh  sinds  1881  metbehnlp  van 


DigilizedbyGoOglC 


it  TAgMring  la  ontwikkehn.  Se  meeett  •abtidie  ge- 
nieten de  textielindoatiie,  de  oietMtliiuliratiie  ea  de 
ehemlMhe  indaitrie.  Toeh  ii  tjj  nog  altyd  nn 
het  buitenluid  &fhuikelük.  Tegenwoordig  hcndt 
lidi  6,5  %  T*D  de  beToain^  met  sgT«raeid  be- 
zig. De  meeate  hbrieken  bezit  Boedapest,  TOon] 
meelf abrieken,  daarai  Tol^n  Preacbnrg,  8z«gedin 
en  Fünlkicchen.  Het  untal  moleni  bedrugt 
20  72S,  (TiATTan  2040  dooi  stoom  gedreten  wor- 
den, de  ipirilusbnndenien  piodneeeren  jaarlöks 
J.7  niillioeu  HJj.,  de  bierbron wergen  2,9  millioen 
EX.,  de  tibaksttbrieken  leTerden  in  1912  637 
millioen  sigaren  en  2,S7  millioen  eigarelten,  de 
nikertabri^en  leierden  4,2  millioen  «MteBaAt 
■oiker.  Onder  de  auebine-  en  giertabrieken  zijn 
die  van  Omu  ew  Co..  SeUiek,  Kidtolton,  VaUcón 
«B  Dmu^MM  U  Boe«UfiMt  de  twUnn^tte.  Ver- 
der Koeten  ug  geMend  worden  oc  fabr'' — 
Tan  Tertefaillend*  ipoOTwegttutMbi^iI^ien. 
ia  belangrij  de  fabtieage  van  eement,  glas,  por- 
•elein,  majolica,  pniier,  laken,  konetnwtl,  petro- 
lenm,  leer,  djniuuet,  atölicl,  eognac,  likenian, 
wtp,  toda,  aalpetei  enz.  Tgdeni  den  oorlw  ii 
de  Ungariaahe  StiekstofldtlBger  Indnstrie  A.-Q. 
opgerient,  die  voor  haat  bedTgf  gebruik  maken 
lalTan  de  aardgaebronnen  Tan  Zevenburgen. 

Bandtt  tn  verkeer.  TengtToJge  van  de 
aiteenlotmnde  belangen  van  den  indaetrieBtaat 
Ooitenrgi  en  den  landbonwelaat  Hon^iüe, 
ttonden  in  de  laatste  Jaren  ernstige  entiaien,  die 
bet  ToorMaren  Tin  tMt  tolverbond  tasseben  deae 
beide  landen  dikwijls  bedreigden.  Da  handel  na 
Hongarge  ia  van  Teraehillende  hctortn,  in  de 
eerste  pkate  Tan  de  opbrengst  van  den  oogst, 
afhankelijk,  waardoor  de  aohlereeoTolgende  jaren 
een  leer  TeT«ehiilendie8aitaatoplaTei«a.  In  1^10 
bad  de  gebeele  oitroer  een  waarde  Tan  1891  mil- 
lioen kronen.  Daarvan  gins  77  %  nau  Ooiten- 
tgk,  sleets  23  %  naar  net  tjnitenland;  naat  Ooi. 
teniifk  ging  Toor  tiaeht-  em  tr«kTee  (TO«r  274 
min.  kronen),  eraan  (TMr  342  mill.  kfonea),  meel 
(toot  226  milt.  kresen).  De  isroeiiirediKteik,  meert 
.  fabricaten,  kwamen  Toor  76  X  nit  Oeiteorfjk: 
in  IftIO  TOor  289  nilt.  kronen  katoenen  itotlen, 


156   mill.   ' 


.   TOor    IIO  mill. 


kronen  genaakte  kleerea;  Tcrdei  leer-  en  vter- 

waren,   maebinea  en  papier.   De   Tolgende  tabel 

't  de  in-  en  nitroer  van  enilge  prodneten  ' 


geeft  d 
igiS: 


Invoer  1913 


Textielwaren  .  .  . 
Leer,  lederwaren  . 
IJzer,  ijlerwaren  . 
Machines     


Koren  en  meel  .  .  .  . 
Slacht-  Trekvee  .  .  . 
Andere  dietlIjlK  pro- 

Suiker   '.'.'.'..'..'.. 


487  523  millioen  kronet 
123,9  „  „ 

116,6  „  „ 

7P,9  »  „ 


662,6   millioen  kranen 


Sedert  1S6T  heett  aiefa  bet  epoorwegTerkeer  ko- 
loisaal  ontwikkeld.  In  1912  had  het  spoorwegnet 
een  lengte  tan  22  000  km.,  «aartao  18  000  km. 
door  óm  staat  gcliphnteerd  worden.  De  tiBgte 
van  de  wsleren  die  voor  de  seheepTaart  in  ge- 
bruik inn,  bedraagt  6010  km.,  van  de  teltmu- 
lünen  36  000  km.,  het  aantal  peitkantoren  6610. 
het  aantal  telegtoiAuitorw  6171.  Bt  werd» 
(1912)  aD6  milfloen  btieTes  ra  brieftaarten  en 
(1918)  13  millioen  telegrammen  renonden. 

De  handel  w«rdt  gertiennd  dwir  een  gtool  aan- 
tal )>aaken,  waaronéer  de  Ooelenrükicfa-HongaaT- 
«che  bank  de  eente  plaati  inneemt. 

B«iekaviiig$i»é$tand.  Tan  de  bevol- 
king belijdt  51,52  %  den  RoeniBch-Sath^ekei 
Fodidienat,  terwgl  men  et  Terder  9,63  % 
Griekseh-Katholinken  ,14,62  X  Griek M*-Ooater- 
aehen,  6.69  %  ProteslaoUn  en  4,42  %  Isretiie^ 
tin  aantreft.  In  1918  kon  43  X  Tan  het  aantal 
inwoners  leun  noeh  eehrÜTen,  80  X  na  de 
sdioolpllehlige  kindéren  bezocht  de  idiooL  Uni- 
Tetiiteiten  bezitten  Boed^iest,  Elaasenbar^, 
Ajgram,  Pozzon;  en  Debreciin,  de  beide  laatste  in 
1912  geitieht.  De  eenige  teehniMÉie  hoegeedioot 
Tindt  men  te  Boedapeit,  waar  men  eofc  eu  Oen- 
teraehe  academie  aantreft.  Veedei  bezit  Bongar^e 
kweekiebolen  roor  leeivnn,  kweekscholen  voer 
onderwqzEn,  47  theologieehe  hoo^ieholeB,  twee 
bandeleaeademién,  een  veeartienQaeademie,  een 
hoogfiehaol  TOor  mgn-  en  boeefabonw,  96  land- 
bouw- en  673  indnstrieieholen,  enz.  Tot  de  in- 
richtingen Toor  knnst  en  wetencebappeu  behoo- 
ren  behalve  de  Hong'aarBehe  aeadeune  voor  We- 
tenschappen, vencèiilende  genootsebawen,  Tele 
musea,  bibliotheken  en  arehieTen.  Tan  de  lehonw- 
bnrgen  noemen  wij  het  Hongaaische  Nationaal- 
theater en  de  koninklijke  open  te  Boedapest.  Er 
versehünen  (1912)  2067  eaurenten  en  tigdsefarit- 
ten,  waarren  1560  in  bet  MagjaaToidi.     ' 

Seitvur.  In  1867  werden  alle  lenden,  die 
tot  de  Stefannekroon  behoorden,  met  bet  eigen- 
lijke Uoniarije  vereeni^d,  alleen  EroatiS-Slaro- 
nii  (zie  aldaat)  behielaeen  eigen  wetgeving  en 
regeering  met  een  banue  aan  bet  hoofd.  Het  be- 
trekking tot  financiën,  handel,  verkeer  en  mili- 
taire aangelegenbeden  ma«kt  het  met  Hangar^ 
een  geheel  nit.  In  1870  werd  Zevenborgen  (zie 
aldaar)  in  15,  KroatiB-SlaToniB  in  8  nieuw  ge- 
vormde eomitaten  Terdeeld.  De  militaire  grenzen 
werden  toen  opgeheven.  In  Hongarye  Mitaat 
thans  overal  de  oude  indeeling  in  eomitaten, 

Hongarije  vormt  sedert  1367  met  Oostenrijk 
Mn  monarchie,  die  uit  twee  onofhankelüke  sta- 
ten met  eigen  bestaar  en  eigen  wetten  beitaaL 
Zq  siJD  efflrter  nleit  alleen  door  den  petmen  van 
den  monardi,  dodi  ook  door  ^emeeneelwHielnke 
aangele^nheden  veAonden  (zie  OoetenrgK-Hon- 
garge).  De  wetgevende  maeht,  wat  betreft  de  ge- 
mee  aiebaj^lijke  aangel  wen  heden,  wordt  gere- 
5ekl  door  de  Delegaties,  oestaaDde  uit  60  leden, 
ie  door  den  Oosten r^kscben  Rnksraad,  en  60, 
die  door  den   Hongaarichen   Buedag  voor  één 

Ï'  «r  gekoicn  worden  (bjj  beide  90  nit  de  fierste 
amer  en  40  uit  het  Hnli  der  AJgevaudigden). 
De  Hoigaarsebe  Röktdag  te  Boedapest  beataat 
Dit  de  SiBgiatentanl  ot  Gent»  Kamer  en  nit 
de  Kamer  der  Tolksvertegeawaordlgen  fTweede 
Kamer).  De  eente  beetaat,  behalve  nit  50  leden, 


DigilizedbyGoOglC 


iit  door  den  koBfii|r  voor  bas  I«tïii  beBoond 
«oidea,  ait  ledea,  die  dooi  geboorte  of  unbt  tot 
deie  waudigheid  geroMwn  i3n.  Het  Hals  dei 
ktgvwiiéigin  telt  4^  leden,  waama  de  40 
afKevaaidiMen  toot  Kroati*  en  31a*oai>  aleehta 
aan  beraadBlagiBjiien,  bon  land  betieflende,  deel- 
aemeti.  De  president  en  de  liee-piMideat  Tan 
het  Hnia  der  Magaatea  worden  door  den  koning 
benoemd,  dk  «an  het  Haia  dei  Atgevaardigdeo 
weidea  door  de  leden  van  dit  liehaun  rekoien. 
KToatie-SlaTOwC  heeft  een  eigen  Landoag  (lie 
aldaar).  Hongaiöe  is  ia  nnntcipiin  (eomitaten  en 
26  iteden  met  nDBieipaalieefat]  Tcideeld,  aan  het 
bootd  waarvan  «en  iiooi  den  koning  btnotBde 
„obeigeepan"  tm  een  dooi  het  nnnieipaaleollege 
gekoseo  „viee-geapan"  of  baigeMMrtei  staat.  Da- 
■e  mnnieipaaleonege'a,  die  tooi  de  hcUt  nit  de 
boogat  aangeilagen^  beataan,  hebban  het  leeht 
van  letRwittnr.  Sedert  1S7C  bactaat  In  dk  mn- 
iiei|)tim  een  nit  SO  leden  gnvnnde  rattd  Tan  toa- 
■idit.  De  oTerige  atedea  en  gcmeenteB  itaan  on- 
dei  het  toeijeht  Tan  de  eonitalen,  di«  in  431  dia- 
trjeten  verdeeld  i^n.  De  Teiantwoordemke  re- 
geering Tan  het  land  woidt  gttonnd  dooi  tien 
niaiitert  b.  1.  d«  MiBtster-Preiident,  Hiaiatei 
Tan  BinnnilandBche  laken,  vu  FinaDeitn,  Tan 
Joalitie,  T>n  Landboaw,  Tan  Handel,  van  Land- 
weer ^oBTèd),  Tan  Eeiedienat  en  Ondeiw^  voor 
EtoatM  en  Slirroait  en  Tan  het  koniBklnk  Hof. 

De  raebtiMaak  ia  aedert  1887  van  bet  baalnni 
geaeheiden.  Hongarfje  bealt  net  Flsme,  KtoatÜ 
«n  SlaToniS  458  distrietsreehtbankm,  76  recht- 
kaï^en  tooi  laken  in  Iste  inetantie,  12  koain- 
U#«  Uita»  (redNbaafan  voor  laken  in  ad«  in- 
Btaatie)  en  Z  rechtbanken  Toor  laken  in  3de  in- 
stantie (koninklfffce  enrie  en  opperste  eastatit- 
en  gcreefatritof  te  Boed^wat  en  Agiam). 

De  finandtele  toeetand,  die  dooi  bet  tiaetaat 
Tan  1MT  b^na  geheel  oaafhanketilk  Tan  Ooaten- 
T^k  geweiden  is.  wordt  in  de  laatste  jaren  aleedi 

Snnstiger.  De  begrootiBg  van  de  nitgaven  tooi 
«t  jaar  1»18  bedrog  20727»  kronen,  van  de 
InkonisteD  2  072809  innea,  alt  vo^  verdefld: 

Inèfwuten. 

Directe  belastingen 326,0  mill.  kr. 

Indirecte  belaatin  gen 798,2  „  „ 

Opbr.  vandestaatsdomelnen  ,  170,6  „  „ 

„         „    „  staatsspooTwegen  496,0  „  „ 

„         „    „  post  entelegr&e  111,2  „  „ 

Uitgaven. 

Hofhouding 11,3  mill.  kr. 

Rijksdag 4,8  „  „ 

Gemeenschappelijke  uitgaven .  13S,I  „  „ 

Pensioenen 45,0  „  „ 

Rente  van  de  staatsschuld   .  .  .  262,1  „ 

Schuld,  van  gegarand.  spoor w  .24,3  „  „ 

BestuurvanKioatieenSlavoniC     32,5  „  „ 

Uitgaven  voordemmisterien  .1278,7  „ 

Het  gtaat^Koit  wordt  op  7261  millioen  kronen 
geaehat,  de  rtaatndiiild  bedraagt  65^  millioen 
kronen,  hietiiij  komt  bet  aaaded  van  30  X  aan 
de  gemeenachai^elgke  achnld  van  Ooslenr^k- 
Hongarjje. 

Omtrent  het  leger  lie  Oottatriik. 

Het  wapen  Tan  de  gezamenlijke  landen  van  de 
HongaarBcne  kroon  i«  een  gevierendeeld  adiild 


IdtUE.  441 

met  een  hartsehild.  Het  faartsehilü  is  Teideeld 
in  MB  reehteibeltt,  bevattende  het  oud-Hongaar- 
sche  wapen,  aeht  maal  gefaast  van  lood  en  titvei, 
en  een  linkerhelft,  voorstellende  bet  nienw-Hon- 
nandie  wapra,  een  rood  veld  gedekt  door  een 
dubbel  krnii  van  lilver  t^  een  gooden  kroon, 
die  den  (op  van  e«n  Kroenan  heuvel  met  drie 
toppen  bedekt.  De  vier  Kwartieren  van  het  hoofd- 
scQild  bevatte*  de  wapeut  van  de  overige  landM 
Tan  de  Hongaartdte  kroon.  Het  bovenstv,  ledi- 
ter  vlak,  het  wapen  van  Eioatii,  bgptaat  nit  vfjl 
en  twintig  roode  en  litverea  mit««k,  het  hovenste 
linker  veld,  het  wapen  van  Dalmatii.  veitoont 
Id  een  blaaw  veld  drie  gooden  gekroonde  leopar- 
dekc^pea,  twee  naast  elkaar  en  de  derde  daar- 
onder. Hat  onderste  reehter  vekl,  het  wapen  van 
Slavonil,  li  door  twee  golvende,  zilveren  strepen, 
die  de  livleien  de  Save  en  de  Drave  voorttellen, 
verdeeld. 

Het  loode  deel  tassehen  deie  strepen  veitoont 
een  naar  le^ta  loopenden  maitei,  in  het  boven- 
Ble  bjanwe  deel  liet  men  een  gouden  lesÉioektRe 
■tei  (UaiB),  het  onderste  blanwe  deel  ii  ledig. 
Het  ondeiate  linker  veld  Tan  het  hoofdaehild, 
het  wapen  Tan  ZeveaJ>nrgen,  ia  door  een  roodèn 
dwarrbalk  verdeeld.  Bet  blanwe  deel  daarboven 
vertoont  een  gonden  adelaar  met  een  ronde  tong, 
die  de  Hongaanehe  natie  vooratelt.  leehta  daar- 
Tan  bevindt  lieh  een  gooden  zon,  die  thans  door 
het  Biddentchild  bedekt  wordt,  en  linke  daarvan 
tm  naar  links  gekeerde  oilveren  halve  maan,  die 
de  fizekler  natie  Tooratelt.  Op  bet  onderste  gon- 
den  deel  ziet  men  leven  roode  kasteelen  met 
twee  zwarte  vensters  en  een  zwarte  poort,  vier 
in  de  bovenste  rfj  en  drie  daaronder.  Uet  nootd- 
Behild  wnnlt  door  de  Stefannakroon  bedekt,  als 
sehilddiagers  dienen  twee  engelen  met  golvende 
zilveren  gewaden,  d«  keten  van  de  Stetaansorde 


is  de  Stefannsoide  (zie  aldaai). 

Qetehiedeni».  Het  Z.W.  van  Hongar^e, 
dat  sedert  keizer  AuguHut  PannoniB  genoemd 
werd,  terwijl  Zevenborgen  na  de  veroTenng  door 
Trajmus  in  107  Daei*  heette,  geraakte  ten  t^de 
van  de  Oioote  VolkererliDizing  in  handen  van 
verschillende  Oeimaansche  stammen.  Omstreeks 
800  werd  het  door  Karel  dtn  Oroole  ats  Avaten- 
land  bij  het  Frankische  rtjk  gevoegd,  totdat  de 
Maejaren  omstreeks  890  ondei  Arjiad  bet  land 
in  bezit  naanen  en  van  daar  oit  ban  rooftoditen 
steeds  verder  naai  bet  weatea  uitstrekten.  Nadat 
x^  door  Hendrik  I  bjj  Riade  en  dooi  Otio  de» 
Oroott  op  het  Lechveld  verslagen  waren,  trok- 
ken IQ  neb  achter  de  grenzen  van  de  Oostniark 
temg  en  namen  ondel  hertog  Öéta  (972 — 997) 
het  Cbiistendofn  aan. 

KoHtairM  «itktlKwvtm  Arpad  (1001—1301). 
In  1001  werd  Stefmnu,  de  zoon  van  Oita,  door 
paus  Silvetler  tl  tot  koning  gekroond.  Daar  h^ 
veel  Toor  de  uitbreiding  v«n  het  Christendom 
deed,  werd  bq  de  heilige  genoemd.  Onder  ign 
opvolcer  Peter  (1038— 1M«)  brak  een  opstand 
van  oe  nation^  heidenocfae  partq  ntt,  die  mrt 
^n  afzetting  eindi^le.  Tan  ign  ^volgers  noe- 
men vrij:  Ladiabmtïde  heilige  (1077—1095),  die 
in  1091  Kioati!  TetoTerde,  en  Koloman  (1095— 
1M6),  die  Dalmatie  1^  bet  rgk  TMgde.  Onder 


DigilizedbyGoOglC 


OéM  II  (1141—1161)  TNtigdeD  tich  T«le  Dait- 
•ehe  koloDiiten  ia  twt  Itud.  De  meeite  koBiageii 
hRdden  ni«t  alleen  met  tiet  Iniitenluid  te  ttrij' 
des,  HKuli  SUfmuê  lil  HlSl— 1172)  met  keim 
Manuel  vu  Byuntium  en  Frederik  Barbarotta, 
nuAT  het  rgk  iiad  ook  van  binnenliiiMledte  twii- 
ten  te  litden.  Andmu  U  (1205—1235)  moest  na 
een  vrndiulooien  kniitocbt  io  1222  id  de  On- 
den  BdI  den  >del  vele  Ttqheden  toestun.  In 
1241  «D  1242  werd  het  lawl  door  invallen  van  de 
Uongolen  geteitterd  «n  ontvolkt.  Door  koning 
Bels  IV  (1235 — 1210)  werd  de  vest^iiw  van 
Doitiche  en  ItalJMJUcfae  koloniiten  leei  bevor- 
derd. In  dien  tjjd  vond  bet  leenitelMl  in  Hon- 
garije ingang.  In  den  atrj^  om  de  Duitsche  kei- 
■erurooD  werd  de  overwinning  vaii  RttdoU  van 
BtAtburg  over  OlMmr  «tm  Bolmnen  in  127? 
door  liet  Eann*»che  leger  faeiliat.  Het  Andraa$ 
III  itierf  in  1301  de  mannelgke  «tam  der  Aifw- 
den  QÏt  en  «erd  Hongarüe  een  kieBrqk. 

KoninoeH  uil  vertehOletidt  Buiten  (1801- 
1526).  Nadat  Hongargo  «en  kiesrijk  Kewordeo 
WM,  bcleeide  het  een  tjjd  van  bloei  onder  Kvel 
Roberl  wm  Animt  (1308— 1S42)  en  Lodewik  l 
dm  OtmU  (1342^1382).  De  laatite  regMrde 
ook  over  Naoele,  werd  tot  kaDiog  van  Polen  gt- 
koMU,  fareidoe  iqa  heerMhappg  over  de  noorde- 
lüke  Balkanstreken  nit  en  oeroverda  Dalmatii. 
Op  hen  «olede  een  tijd  van  verwarring.  Onder 
JlatUtiu  I  Corvintu  (1458—1490),  den  tweeden 
■oon  van  Jokannm  HvHMdi,  den  rükriwttnnrder, 
die  in  rereenwiiK  met  koning  Wladitkne  /  (1440 
—1444)  d«  Turken  versloeg,  beleefde  het  rgk 
een  tweede  tgdperk  van  bloei.  Hü  breidde  de 
gKQKn  nu  bet  rgk  uit,  iwdwong  den  adel  en 
Mvorderde  kunsten  en   wetenseh^jpen.  Na  ijjn 


BongarSe  ondu-  de  Habs&wjB»  (sedert  1526). 
Doordat  oe  lagere  adel  Jokam  Zófotfa,  de  hoo- 
gere adel  Fefdtnmd  I  *aa  OoiUnrfk  tot  ko- 
ning gtkoaen  bad,  oatitond  een  hevige  binnut- 
UÖdsdte  oorlog.  Door  de  hnlp.  die  de  sultan  aan 
JfAtm  ZApdya  verleende,  kr«[en  de  Tarken  vaa- 
ten  voet  in  Hongarge.  In  1541  nu  het  land 
in  drie  declen  verdeeld,  liet  gebied  van  Ferdi- 
nand  met  Preubote  als  hooldstad,  Zev«Dbnrg«n 
met  Weissenhnre  all  centrum  en  het  gebied  van 
den  I%aja  van  Ofen,  dat  aan  FertÜMond  idiat- 
pliohtig  was.  De  Hervorming  bewerkte  ia  dien 
tqd  een  herleving  van  wetenschappen  en  letter- 
kunde. Onder  RudoU  {1576—1603  trachtten  de 
Jeiuleten  de  Hervorming  tegen  te  ma,  welke 
pogingen  door  de  keiierlgke  generaals  gesteund 
werden,  wat  een  natiooalen  opttand  t«i  gevolge 
had.  De  koning  weid  gedwongen  vigheid  van 
godsdienst  toe  te  staan,  de  grondwet  te  erken- 
nen en  een  voor  hem  nadeeligan  vrede  met  de 
Tttifcen  te  ahiiten.  Daar  bq  ign  vei^liditingen 
niet  Dakwim,  werd  hij  in  1603  algeiet  en  opge- 
volgd door  iqn  broeder  Mattkiat  (1608—1619), 
die  «venala  ferdinand  U  (1610—1337)  met  alle 
macht  het  ProtestanUame  bekunpte.  Onder  den 
laatste  verloren  iq  de  meerderteid  in  den  Sqks- 
dag.  In  den  Dertigjarigen  Oorlog  kwamen  de 
voraten  van  ZerenibaTgea  BelUen  Oabor  en  (Jaor- 


eitditan  -tiM  Ferdiiand  II  en  lijn  i^ol- 
ger  Ftrdi»aml  UI  de  erkenning  van  de  grood- 
«et  fentiMONd  III  en  LiofM  I  (16S7— 1705) 
beperkten  de  staatknodige  an  godsdienstige  vrii- 
bflid, .  waarvan  de  KumoenopMand,  die  obor  at 
Tnrba  ondersteund  werd,  het  gcrvolg  waa.  Nadat 
de  Turken  voor  Weenen  ven)ag«n  waren,  gingon 
de  Enmeun  (=  rebeUm)  lot  LêOfoU  over,  ta 
met  faun  fanlp  en  die  van  Weat'Biropa  werd  aan 
de  Torksebe  beersduppg  in  Hongarije,  behalve 
in  bet  Banaat,  een  etiüle  gemaakt  (1399).  Na  de- 
zen oorlog  kwam  bet  Mnieuw  tot  itovim  gods- 
dienetveFvokriDgen.  €^  aen  Preaaborger  Rj^dag 
in  1S87  werd  het  erlwvoïgiigareeht  van  deHabi- 
burgera  inde  manoeljikeliDie  erkenden  werden  de 
rechten  van  dan  adu  verminderd.  Na  h«Aaalde 
opstanden  werd  er  van  1712—1715  te  Prwiboig 
een  IMikidag  gduniden,  die  lieh  met  iiarstel  van 
de  oude  grondwet,  de  invoering  van  geroeide 
i^sdagen  en  de  reorganisatie  van  veraebilmide 
regeeiinsalidiamsn  beiigbield  en  het  «taande  le- 

f er  en  de  krjjgabeLasting  invoerde.  Vaa  1716 — 
713  veroveide  ptina  BmgeiMu  voa  SmfOfê  het 
Banaat  op  de  Turken,  vaa  1736— 17B8  werd  een 
voor  d«  HongaroB  ongetnkkige  oorlog  met  Tor- 
kije  gevoerd,  die  echter  geen  invloed  had  op  de 
gnnsregeling.  In  1722  en  1723  werd  door  de 
Stcnden  de  Pragmatieke  aanktie  aangenomen, 
ten  gevolge  waarrao  na  dan  dood  vaa  Karat  III 
(in  OMtenrSk  KonI  VI)  (1711—1140)  qn  doch- 
ter Mana  Tkêntia  (1740—1180)  de  regeerioR 
aanvaardde.  Zg  trachtte  de  welvaart  vaa  het  land 
te  bevorderen.  Daar  ig  den  adel,  die  haar  bij 
baar  trooncbestöging  krachtig  gettcund  had,  door 
veriehillende  bervorminna  tegen  lioti  in  het 
harnas  Joeg,  riep  ijj  na  1768  geen  Rijksdag  meer 
bjieen.  Haar  opvolger  Jouf  II  (1780—1790)  sette 
de  hervorminpHi  nat  kradtt  door.  Hij  wilde  den 
toestand  der  Igfei^eoeB  verbeteren,  de  macbt  der 
comitaten  ve»leinen,  klooatera  ofiiellen  anx. 
Om  door  den  kroslngteed  niet  gebonden  te  i^n, 
liet  hjj  sich  in  bet  geheel  aiet  KrooeK.  Büna  al 
tga  hervorm!  ngsplaonen  leden  adupbreak.  Hfj 
stierf  tqdens  aen  ongdakkig  gevoerden  oorlog 
met  Turkije.  Zün  broeder  Lê^kU  tl  (1790— 
1792).  die  licb  onfniddellgk  liet  kronen  en  dn 
rijksdag  bijeenriep,  werd  opgevolgd  door  Fraiu  l 
(17S2— 1835).  Dete  regeerde,  vooral  onder  den 
invloed  van  de  nawerking  der  Kebeurlenissen 
van  de  Franeebe  Revolutie,  in  absolnten  geest 
en  riep  den  Rijksdag  slechts  dan  bjjeen,  wanneer 
bü  geld  en  soldaten  noodig  had.  Van  1812— 
1825  deed  MetUmiek  seer  iterk  sgn  invloed  gel- 
den; in  dien  tüd  werd  in  het  geheel  geen  rgas- 
dag  sameogtroefien,  maar  werd  brt  noodige  geld 
door  eigenmachtig  verhoogde  belastingen  verire- 
gen.  Het  optreden  van  de  Relorn^iartg,  waarvan 
eerst  graai  Siettrti  Stéekm^i,  kter  Dtólt,  KUkêd 
en  eindelgk  Lodewijk  KoüiUk  de  leiders  waren, 
had  een  aantal  Rqksdagen  (in  de  juMi  tosseben 
1S2S — 1848)  lengevolge.  waaraan  Hongarne  ^n 
beneheppii^  lot  een  modernen  staat  te  danken 
heeft.  De  liberale  parUi,  die  behalve  den  t^^- 
atand  van  bet  Hol  te  Weenen,  met  de  oonserva- 
tieve  en  reaetionnaire  dementen  in  het  Huis  der 
Magnaten  te  kampen  had,  behaalde  in  1841.  door 
vereeniging  met  de  doetrinairen  o{  eentraliites 


DigilizedbyGoOglC 


«n  dft  comitutMatonomiBtoa  op  den  da^  TÖÖr  de 
«flikieiingeD,  een  sroote  OTeiwinaiag  op  Jfelter- 
MieA.  fenUnand  V  <18S5— 1848}  opende  den 
Rgkadig  te  Preubur^,  den  ISaen  NoTembei 
1EM1,  Toot  het  eent  met  eea  Honguncbe  lede. 
Dt  revobtHe  mm  1848  m  1840  en  haar  gnoi- 

C.  De  Februri-reTolatie  te  Pugi  en  de  gc- 
rteaiaaen  ta  Weanen  in  Ufttrt  spoorden  ook 
de  Hongaanehe  liienlen  tot  krachtig  optreden 
aan.  Zn  eiMhtea  de  invoerinr  na  een  dunoera- 
tiech-libenle  gTondwet  en  deMnoeming  f  mi  Ter- 
«DtwooTdelgke  minisleis.  De»  eieehen  werden 
door  ttriimand  V  inRewilUgd.  De  Bgksdag  B«m 
«bumut  tetsebilleBde  Mdaitea  in  liberalen  geect, 
looali  de  afaehaltiBg  ran  de  Igfeigeniehap,  de 
«lijkheid  van  alle  onderdanen  Toor  de  wet,  de 

R^fnteltj  

U  UToeri  _      , 

werd  bepaud,  dat  de  Volkiveitegenwoordi^ing 
nit  diieeie  Tenieiingen  ion  ontstaan.  Het  ninii- 
teiie  bracht  ign  letcl  naai  Boedapest  over,  waar 
het  «1  ^K>edig  met  de  nietJdagTBanciie  aationa- 
liteitei  te  kantten  had.  Eerst  «oiekldeQ  de  Eroa- 
ten,  daania  de  BoaDeaen  lieh  tui  hst  ri)k  »i.  De 
KrMten  tebaarden  lith  om  den  fan  Weenen  nit 
benoemdeo  banos  JeOaAk^  De  Baatngclen, 
door  den  nieaw  gdcox»  Hoogaateeben  I^iE«d^ 
genomen,  om  de«D  iwetand  te  ondeidrnkken, 
werden  te  Weenen  niet  goedeekenrd.  Jell^Jiieh 
trok  den  Uden  September  1S48  met  een  laser 
voa  Kroaten  over  de  Hoagaataohe  grenien.  De 
EoKUieehe  I^idag  benoemde  na  aattabertog 
MaJin  Btelamu  tot  opperberelbebber.  die  ech- 
ter «p  bevel  Tan  het  Hol  wddta  lön  waardigheid 
neerlegde,  waarna  een  comité,  onder  leiding  van 
Koamth,  de  taak  der  Terdedigiog  op  lich  nam. 
De  oorlog  kwam  tot  een  aiAarsting,  toen  de  door 
den  keiser  benoemde  oppertommandant  *an  Hon- 
garye,  graal  Lamberg,  die  door  den  Rgkidag 
niet  erkand  werd,  door  het  Tolk  op  de  bnw  toa- 
•dten  Boeda  en  Feil  werd  Termoord.  Den  ^eten 
September  werd  JtUaekiek  Terilageu  en  naar 
WeeiMn  temsgedroagen.  Bg  betlnit  Tan  dei  Sdeo 
Oetober  wera  de  Hongaartehe  Bjjkidag  door  den 
keiter  ontbondei,  ijjn  beslnitei  nietig  Teiklaaid 
en  Jeltaekiek  tet  ^M»  «go  Taa  den  keiter  in  Qm- 
gar^e  Ifénoemd.  De  Weener  OMtand  Teifaiaderde 
bet  directe  optreden  tMtti  HoMarQe,  doordat 
echter  de  nog  ongeaehoone  Homrida  Weenen  te 
laat  te  bnip  iwamen  en  tarOggedroBgen  werden, 
Tiel  Weeoen  den  Sisten  OetoSer  in  de  macht  tan 
WUuUêehgraU,  die  in  Deeeo^r  ign  operatie'i 
tegeo  Hoi^r^e  begon.  Den  16den  DeeenAer 
TtfAlaarde  de  Rgkidag  den  troonsalitaad  Tan 
Ferdinaml  V  Toor  ongeldig  en  proteateerde  tegen 
de  ttODnsbeatggiDg  Tan  rroM  Jmef.  Beide  par- 
tfjen  streden  met  afwieaelend  gelnk.  In  Janoari 
Im9  leheen  de  laak  toot  de  ^ogarei,  die  Boe- 
duest  Hioeeten  ontnrimes,  Terloren;  in  April 
1849  befaaalde  hnn  opperberelhebber  OörgH  eea 
reeki  sAittereade  OTerwinaingwi  op  WMiêeh- 
grilU  ea  Wtldtn.  TengeTolge  *an  deae  OTerwin- 
ningen  en  al*  antwoard  op  het  keiierlqk  maoiteet 
*an  den  Iden  April,  dat  de  ialj^ing  Tai  Banga> 
ige  bq  Uostenr^  behelsde,  ging  de  Bgkadag  te 
DebrecHn  den  I4den  April,  op  Toontel  Taa  Kt»- 
ntk,  OTer  tot  de  afdai^ing  Tan  de  Habtbnrser- 
LotharlBgnehe  dynaaUe  en  tot  de  onathankerók- 


heidererUaring  van  Hongarge,  terwijl  iHt  be- 
■lunt  aan  K'ojtutih  werd  opgedragen.  Hierdoor 
ontstond  ODMnigheid  bg  de  Hongaren,  Qörg*i  ' 
o,a.  kenrde  deaenstapal.  Dan  21atenMei,  na  de 
veroTerini;  Tan  Boedapeat,  weid  de  letel  Tan  de 
weer  naar  deu  atad  Terplaatat.  Inmid- 
keixer  frons  Jotef  den  eisar  om  bemid- 
delii^  en  hulp  gerraagd.  Toen  Ruiaische  krggs- 
Uoepen  onder  PtukawiUch  en  Lüder  en  oet 
Ooataorgkadie  leger  onder  Haynau,  van  rerschii- 
lende  kanten  het  laad  bianendtongeD,  «uen  de 
Hongaren  aiet  tegen  de  oTermacht  bestand.  Al- 
leen ÖOrgii  verdedigde  liA  dapper  bS  Komom 
en  Tcrliet  dit  eertt,  nadat  de  n^eeriig  Boedapest 
Toor  de  bweede  maal  ontmimd  had.  Ook  sön  oter- 
winnit^  bg  Waitnn  og  de  Bvtaen  kon  den  toe- 
stand niet  Tcrandaren,  Op  aandrang  Tan  Qètgti 
nam  KoMUlk  lün  ontslag,  waarna  Q^rgti  dicta- 
tor werd.  Daar  hg  de  ODfnogeljjkheid  iniag  Tan 
een  verdere  Tsrdediging,  betloot  hg  lich  niet 
aan  de  gehate  Ooatenrgkers,  dooh  aan  de  Bussen 
OTer  te  geven.  Dm  l^en  Angoshii  gal  hg  lieb 
onvoorwaardelijk  met  32  000  man  aan  eeneiaal 
RMigtr  over.  DamjaMdk  -volgde  den  17«n  Ab- 
gnstu  lün  TDoiiwud,  alleea  £lMlsa  verdedigde 
Somom  hardnekkig,  totdat  bet  dea  27sten  Sep- 
tember eerTid  eapitnleerde.  Ooitenrvk  «ing  nn 
met  gestrengheid  ta  werk.  Da  hooiden  der  mo- 
lutie  werden  terecbtgeateld,  alleen  Oürgn  werd, 
door  bemiddeling  Tan  Bnsland,  gespaard,  terwgl 
KossHtA  naar  Tarkge  gevlndit  was;  Tcle  gcTsn- 
gennemingen  volgden.  De  grondwet  werd  «qige- 
heven,  Hongaige  tot  een  kioonland  van  Ooaten- 
rijk  verklaard,  ZeveDbinsea,  KroatiS  en  Slavo- 
ni<  en  bet  Temeacher  Banaat  tot  lellstandigc 
kioonlanden  veiteven.  Eerst  in  JoU  1S50  werd 
Hojpiaii  tern^eroepen,  doch  pas  nadat  aartaher- 
tog  Albrtekt  in  den  faerlat  ran  1851  tot  goaver- 
neur  benoemd  waa,  en  de  keizer  in  1852  een  reis 
door  bet  land  gedaan  bad,  weiden  saebtere  maat- 
regelen genomen.  Toen  ging  de  keiier  ook  tot 
Teiaehillrade  hervormii^eB  over.  In  1857,  bg  een 
tweede  reia  van  dea  keiier,  werd  de  Hoogaaieobe 


tegni  de  Ooatenritkadie  regeering  beatsan, 

HtrêUl  MM  dm  HoNooarsekM  ëtaaL  Na  den 
oorlog  met  Italil  in  18S9  waa  Oostenrgk  wel  ge- 
dwongen eenige  eoneettiea  te  doen.  Aaitahertog 
Albrtekt  werd  door  den  in  Hongarge  geboren 
generaal  Bntedtk  varrangen,  miaialer  Boek  werd 
oatilagen,  de  grondwet  van  voor  1848  hersteld 
en  de  Kgkadag  t^jeeageroepen,  om  over  een  nien- 
we  kieawet  te  Miaaduagen.  I>e  Oottenrükeebe  en 
Dnitsctae  ambtenaren  werden  gedeeltelijk  door 
Hongaarsche  verrangen.  De  Hongaren  eisehten 
echter  het  herstel  Tan   de  oade  monarchie,   de 

Kondwet  van  1848  en  een  algemeene  amnestie. 
>n  eden  April  1861  werd  de  Rjjkadag  Toor  de 
beide  monarebiein,  Tolgena  de  grondwet  Tan 
1848  gektnan,  geopend.  Da  Tweede  Kamer  iplit- 
ile  tiob  in  twee  paitjjeiL  waarvan  de  een  ouder 
Dadfc  een  adres  aan  den  koning  wilde  tanden  cm 


baar  itandpinit  alteen  te  leUen  en  den  ute  i 
onderhandelingen  te  openen  (Adrenntt),  de  i 
dere  eenToudig  de  wetten  van  1848  dooi  e> 


slail  tot  wet  «ilde  verheffen.  Ha  lange  debattea 
werd  een  adrei  aao  dan  koning  geaonden,  die 


D,o,l,zedb,GoOgle 


dsuop  atwijtead  faescbikte.  Toto  de  B^jkidig  in 
een  tweede  adrei  toet  Tereehillende  etMbes  kwun, 
weiden  de  ondeiiMndeliBgen  dooi  de  legeeiing 
afgebroken.  Nidat  de  RgltBdag  den  31  eten  Avr 
goetni  I8S1  ODtbonden  ma,  weid  wedet  in  ab- 
lolaten  geeit  geregeerd,  totdat  in  19S5  ferBcbil- 
)»de  ometftMïgnedeB  den  vil  -nn  miniitei 
Sekmerlmg  bewerkten.  Na  faet  bcwek  tui 
k«izet  aan  Boedapest  begonnen  de  oDdetWade- 
lingen  met  den  t^ksdac'^  die  door  den  keiier 
den  Uden  December  186^  met  een  Hongasnche 
troonrede  geopend  wai,  opnienw  em  m  waren  nag 
niet  afgeltxwea,  toen  de  BqkKdag,  wegenB  den 
oorlog  met  Pruisen,  den  S6aten  Jnni  1886  gesto- 
ten werd. 


garen  terredeit  te  ïtelten.  In  den  R^edag,  den 
i7den  P«bmaii  1867  böcengeroapen,  weté  het 
heTEtel  van  de  grondwet  nn  184b  en  de  ïnvoe- 
ring  Tan  een  serBntwoordel(^  ministerie  onder 
het  Toonitterschap  Tan  graaf  Jutiw  AmdniÊiy 
aangekondigd.  Zevenbarwo  en  het  Banaat  wer- 
den onmiddellijk  met  Hongarye  vereenigd,  ter- 
wjjl  een  verdrag  «nlrent  KtoatiB  den  ZOsten  Sep- 
tenAter  1868  tot  Btand  kwnm.  Bki^farge  weid  all 
een  selfstsDd^  rQk  erkend,  ^t  door  lekere  ge- 
meen ediamiel^  e  belangen  en  door  eeo  tol-  en 
haad«j0ren>ODd,  Tooreerst  Toor  den  tjjd  van  tien 
jaar  gesloten,  met  Oostenrijk  «eriMnden  wae.  Van 
de  staatsschDM  ea  Tan  de  gemeen Mbappel^ke 
nitnTen  toa  Hongsröe  slechte  90  %  betelen,  ter- 
wjji  fiet  in  de  delegatira  met  Ooetent^  g^fk 
ttond.  Den  Siten  Juni  1807  werden  de  koning  en 
de  koningin,  welke  laatste  Teel  «anderi  san  het 
tel  stand  komen  Tan  de  Tenoening  bad  gehad  te 
Boedapest  pleehtlx  gekrooDd,  en  daaimiede  was 
de  Tenoening  d«i  lbg7uen  met  het  Torstenhnis 
een  Toldonsen  feit.  Door  den  Rjffcsdav,  waarin  de 
^mat^de  DeAk-party  de  meetderheid  bad.  werd 
in  ISSS  een  wet  aangenomen,  Tolgens  welke  de 
Hongaanche  Isadweer  als  HonTddleger,  onder 
bet  oonmando  van  aartrtiertog  Joief,  lellstandig 
genrganiseeid  werd. 

Na  deie  oirerwinning  waa  de  eerste  lorg  der 
Magjaren  hnn  land  odt  innerlök  tot  een  Trq  en 
bloeiend  lök  te  mrteit.  Dooi  bet  unnemen  Tan 
Teisebillende   wetten   en   door   den   aanleg    Tan 

Ïioorwesen  trietitten  z^  dit  doel  te  bereiken. 
engeToIge  hierran,  en  Tooral  ook  door  bet  nit- 
keeren  ran  waarborgrenten  aan  paiUealiere  spoor- 
wegtnuteehai^yen,  werden  de  fjnaneiln  MOieer 
belast,  dat  er  spoedig  nieuwe  belsttlngen  nM<{ig 
waren.  De  ontevreden  beid  hieroTer  en  de  telenr- 
stelliog  oTct  bet  aitbI|JTen  tan  den  Terwaehten 
inellen  bloei  ran  het  land  hadden  de  ontbinding 
Tan  de  DeÜi-partij  tengeToIge,  die  in  den  Rtjki- 
ds^  door  de  loogenaamde  litierale  pattfj,  door 
fnsie  tiit  de  Deik.paiti[  en  de  gematigde  deelen 
Tan  de  oppositie  gsTonnd,  Terrangen  werd.  Het 
hoofd  Tan  deze  party  was  Kohtnan  Tina,  dis 
sedert  18TS,  eerit  ah  minister  Tan  Binnenlaod- 
scbe  Zaken,  Isitei  sU  minister-president,  de  liel 
der  regeering  werd.  Hg  gat  vooral  bijtten  tan 

S"d  stoaftandige  talenten  tijdens  den  Rnssiseh- 
irkseben  oorlog  van  1877  en  1878,  toen  de  neo- 
trale  bonding  tsd  Oostenrijk  de  Tenntwaardi- 
ging   Tan   de  Turkeefagesinde   Magyaren   wekte. 


Het  gelakte  hem  in  den  Sqksdag  de  goedkearing 
omtre&t  een  legerwet  en  omtrent  de  kasten  vma 
de  beaetting  Tan  BosdM  en  HersegowmA  te  vcr- 
werrea,  wacrroor  Oosteirijk  bam  ten  ««miclite 
Tan  de  e*ntraliuti«  Tan  Sosgaiq*  *■>  ^*  '^'SJ*- 
riseeiing  vn  bet  k^nkr^k  de  nrn  liaMi  liei. 
Toch  wekten  i^  legerwetten  m  de  door  hea 
gedolde  eorraptie  de  onlmadeniieid  van  dfc  op- 
positie, die  tot  TOfsdtillcnde  dsDonstrKtieB  »mm- 
leidiig  gaf.  TengeT<^  bierran  mam  Timxa  i> 
ISeO  ign  ontslag. 

Zijn   <^Tolger,   graaf   JnUuë  Smérjff    volgde 
OTcr  bet  gdüel  de  gematigde  politiek  Taa  TitMtL 
Handel  en  indnatrie  werden  Mrorderd  eo  de  in- 
komsten Tan  den  staat  Teiuiucrdeid.  Onder  hoi 
ontstonden   oaeeniglMden   op  kerkdgk-staatkm- 
dig  geldcd,  doordat  de  regeering  optnd  tegwi  de 
Katholieken,   die   Tooral  door  bet   MMgnnMmdt 
„wegdoMien",  d.  w.  i.   bet  eigcnmMfatig    doopen 
Tan  kinderea  irit  zemengde  linrelBkeB,  ar  u«r 
streefden   bon   inTloed   nit  te  fa«iden.   1I«   hei 
aftreden  ren  Saopdry  dieade  lün  <VTolg«r  We- 
kcrU  eenige  wetten  ortr  de  ixroaug  na  dei 
bai^illjken  stand,  bet  Terpliehte  faargnlvk  In- 
wdfk,  de  Trüe  oitoefening  Tan  den  godadiasst, 
en  oTer  den  godsdienst  Tan  de  nit  genzede  bn- 
welijken  gtkoten  kinderen  in,  die  in  de  Tmede 
Eainec   onnüddellgk  Mngenomen   werden,    maar 
waarren  het  HagnalenÉMiiisde  wetten  omtreirt  de 
Trge  nitoefening  tui  den  godsdienst  en  omtrent  de 
emancipatie  der  Joden   rerwierp,   en   de  imdere 
drie   wetten   eenrt  na  veel   tegenstand   aann 
Door  Terschillende  omstandigheden  had  dM  ■ 
nieterie  ecbt«r  het  Tertroowea  Tan  den  kooing 
Tcrbeord,  loodat  het  in  Dewmber  1894  altrad. 
Hot  nicnwe  Karbinet,  onder  Toofsittei«clup  Taa 
baron  Bdn/f^,  wist  de  beide  genoemde   wetta 
door  het  Ho»  der  Magna^ten  te  doen  «Mmemea. 
OTerigens  hadden  er  onder  iQfi  bewind  een  aan- 
tal eonflieten  slaats,  bqr.  met  den  panadiftea 
nnatini  Agliardi,  dal  den  Tal  Tan  dea  tainuter 
Tan  BidtenkiMbdie  Zaken.  Kélttohf,  ten  gevolg* 
bad.  In  bet  laatnt  Tan  1898  kwam  bet  wegens 
d«   hnnienwi^    Tan    het    handels- Aaatknwiig 
Tcrdng   uMt   Ooetonrqk    („Antgleich'0   tot    een 
ernstige  eiisis.  modat  Bdn/fy,  nadat  ook  StiU. 
nru  CQ  iNdnfssv  lidi  Tan  hem  «igetelwiden  had- 
den, den  17den  Febniari  IStS  ign  ontilag  moeel 
~imen. 

Zgn  oprtdgor,  KebMm  SUU,  ^Mwoog  door  de 
bdofle  Tan  iniTnc  veikJaiBgen  de  opsmaHie  tol 
bet  bdlndign  da  obatmetie.  Het  tol-  m  baa- 
delsreilMnd  met  ONtenr^h  werd  tot  1B06,  eren- 
tDod  tot  1907  TerieDgd.D«Teikie(rii^n  van  1901 
gaten  aan  deDcgeeriBgeeD«ootemeetdeTèeid.lB 
Oetober  1903  «ditat.liij  £  ■tamning  om  bet 

'iboogte  reerateneratingOBt,  stiet  de  regeering 
op  een  herige  o^poritio,  die  In  rail  Toor  baar 
toestemming  de  inToeri^  Tsn  de  Hongaanthe 
diensttaal  bij  de  HongaaraiAe  regimeiteB  en  de 
inToerinr  Tan  nationale  Taandels  Terlangdc.  Toen 
de  minoerfaeid  weder  tot  obstnietionisme  orer- 
ging  tnd  &M  den  Iflden  Jonl  1908  al.  Nadat 
mal  Ste/mas  risKi  tvretgeefs  b^iroafd  had  een 
Kabinet  samen  te  stellen,  werd  gnuJ  Kkneii- 
HUervAy,  nadct  de  Kroon  het  wetsratwe^ 
Tin  de  tcrhooging  Tmn  het  lecmtenBoatingal 
had  laten  nülen,  tot  ntinister-pieaident  beaoemd. 


DigilizedbyGoOglC 


Toen  de  i^eering  oiet  nnei^  bkek  de  eisdieD 
TUI  de  i»iNwitie  in  te  willtgeiiL,  liet  de  Ktmer  het 
Eftbinet  Dg  d«  eerite  gelegenbeid  in  den  ete«k. 
Dump  gelakte  het  Tima  «tfi  Efttinet  te  Tormen 
(3  NMemfaer),  dat  eabtet  herigea  tegenit«nd 
oalmoette,  Tooral  toen  Ttna  dTeiide  tot  mutre- 
gelen  vu)  ^«eld  ovet  te  inUen  guin.  Kwlst  hq 
in  de  stonnaelitige  liUing  in  den  ntebt  vku  den 
ISden  NoTenbei  1903  een  wet,  die  het  onder- 
dniklcen  tsd  de  obelraetie  tot  doel  bftd.  doorre- 
dreien  en  daarna  oaniddellj^  den  Bgkednf 
verda^d  had,  Teiibobden  Ternfaillende  partifen 
lich,  om  itjn  lal  t«  bowsilcen.  Op  den  dag  ran 
de  faeropening  Tan  het  IVrkment,  den  ISden  De- 
wmber,  werd  de  tnwuteawMbt  door  d«  (^posi- 
tie Dit  de  M«l  gewoipu  «n  de  tiibnne  Tsn  den 
prwident  ra  d«  nmittenetela  sbnbtoken.  Tim» 
etdde  den  i«ai>g  dump  «en  omioding  Tan  de 
V(iUu*eit«geviroüdiginc     tooi.      OlKhoon     de 

Kmiwet  een  EMuenmttteiliog  ttdeiw  wn  ez- 
■«oestmd  Teilriedt,  weides  dt»  5cbn  Janari 
1904  niem>e  TetkiaingM  nitg«Mhre«eD,  die 
«««■vel  Toor  de  libeiale  party  Mei  ongnnitig  at- 
liepen.  Tina  diende  nog  tiplêni  de  verkienngen 
sgn  oitslag  ii.  Eertt  den  Sleten  Jnni  IBM  Tolg- 
de  de  benoeming  van  een  nienw  miniaterie  onder 


ToonitteiMlu^)  van  fijinarf.  Tegelökerijjd  weid 
de  I^iktdae  Teidaagd,  wat,  onder  neiig  proleet 
van  «  beide  Kamen,  in  faetwllde  j«ai  ncfj  vier- 
maal ftlaati  bad.  Ondw  (Kt  minioteiie,  dat  in  ab- 
eolnten  geeat  regeerde,  ontetonifcn  weldra  gioote 
miibraiken,  wow  omkooperqen.  oiAitiing  van 
het  Toft,  beperkins  Tan  vde  vrfheaen  eni,  Den 
1H«i  Febniari  tlHW  weid  de  Bqkid«K  weder 


,  waartemi,  wagene  den  «>-I««-to«- 
■tand,  Mow^  bet  abnatmiït  ale  de  Tweede 
Kamer  proteateerde.  Het  geweld  van  wapenen 
werd  de  ontMnding  doorgedreTen.  Den  fitten 
April  1906  ««rd  oit  de  leidere  de  geeoaliteeide 
oppoaitie  het  miniaterie  TTaJfcarie  gevormd.  waar- 
Tan  o.  a.  AiÊdrauf,  Awmyi  en  Xoanth  deel  nW 
maakten.  Dit  EabiiMl,  dat  als  oreigangeminiaterie 
met  een  Taat  «nlqDd  ffognmma  tooi  den  tgd 
Tan  twee  Jaar  benoemd  werd,  moeet  iteh  ver- 
pliehten  het  aamengMii  -ran  Ooetenrjik  en  Bon- 
nrjie  ale  eeonomiaeb  griied  te  basdhiffen,  de 
Dudekferdngea,  ireKe  Ooatenigk-BDagarije 
met  andere  magendheden  getloten  hM,  te  latin- 

'  et  algemeen  bieireefat  door  te  Toeren. 


tenrïl  I 
ko-Bq 


'^1  het  de  mllitaite  elMbea  moeet  laten 
"  de  nienwe  Teikieiingen  Terwfert  de  i 


e  Terkiaiingen  geheel  tij  waren,  TeroTei- 
den  «ok  de  aoeialifton  en  de  TersAilknde  natio- 
naJileiten  «enige  letela.  Het  Kahinet  bad  echter 
met  venehiUeDde  moeilökhedni  te  kampen.  De 
£eneenteh^>p«lüke  minlatet  Tan  Bnitentandaebe 
Zaken  tooi  Ooatennik  en  Hongarge,  graaf  Agt- 
nor  OohÊeiomki,  moeet  tengerolg*  lan  de  bon- 
ding der  BoomreB,  die  het  hem  weten,  dat  b| 
de  wdeibandelingen  net  de  Kroon  niet  ateedt 
de  noodige  tact  was  getooad,  ign  antalag  ne- 
men, In  het  begm  «an  Oetobei  1907  kwam  de 
Tetlenging  tan  hef  „Veigelflh"  in  den  IMHE>^(r 
In  benuaeling.  ToA  werd  dat  den  SOeten  Deeem- 
bet  1907  aangenomen.  In  FAmari  IMS  werd 
ees  aanring  gemaakt  met  de  Terwetenlgking  Tan 
bet  piogiamma  Tan  de  coalitie-iegeering.  Eht  re- 


UBUE.  iAS 

glement  tib  erda,  waardoor  een  eiode  uo  de  oh- 
itrnctie  Tan  de  Kroaten  zon  komen,  weid  den 
SSstea  Mei  aangeaoinen.  Het  zon  niet  lan  toe- 
paseing  ^n  bg  de  beapieking  Tan  de  kweatiea, 
die  gemeenadiBroelijk  op  Ooateacyk  en  Hanga- 
rs betrekking  doUmq  en  bij  de  Feerutenkweatie. 

De  positie  Tan  het  Sabinet-lPeJcerie  werd 
voortdurend  onHkerder.  Aanleiding  tot  bet  uit- 
eenapatten  der  eoelitie  waa  de  eiicb  van  de  ^nalA- 
fraetie  in  April  1909  geateht,  «n  van  het  b^in 
Tan  191)  at  een  idtatendige  Hongaaraebe  bank 
te  lieUcB.  De  ministeia  Wekerlt  en  Andriêtf 
noemden,  in  oveieenitemming  met  hnn  partgen, 
Je  opti^ting  gvraaiif^  wegene  de  ongunstige 
conjuetBBi  Tan  de  weielibnaikt.  Dit  itandpnnt 
werd  doot  de  kioM  eededd. 

Het  miiiaterie  bcdoot,  wa^r  een  vatte  meei- 
deibeid  UJikWi  ontbrak,  den  SSales  Apnl  1909 
lijm  ontalag  in  te  dienen.  De  &«oa  «iimte,  dat 
bet  miniaterie  kieuedilherToiming  lou  tot  etand 
brengen.  Het  K^inet  TeiUaaide  licb  daartoe 
eTonwel  niet  hg  madite.  Om  t^d  te  winnen,  weid 
bet  Kabinet  in  Jnli  Tooiloopig  opnieuw  benoentd. 
Den  22aten  Septembei  iBende  tot  «cbtei,  emi- 
eenkorottig  it|n  belolte,  <qmienw  iSn  ontelag  in. 
Den  II  den  Noveenbei  volgde  de  (enentine  ii  de 
OnafbankelgkbeidBpaitq,  doordat   U7   leden,   de 


jaamde  Bankgiom,  lieb  adtaaiden  onder 
de  leiding  van  den  laoiealen  Jutth,  terwnl  nog 
alecbtt  9v  leden  KotrafA  bleven  volgen.  Dienten- 


gevolge  i^  aiA  het  demiacioinaiie  Kabinet  den 
ISden  Deeen'  '  *      ' 

besiootiK  IL    .   __  .   ... 

bebandeld.  Zoo  kwam  bet,  dat  bet  land  lich  met 


i  ■■  te  dienen,  w«Uce  eebtet  niet  werd 


bet  begin  *an  1910  tercni  aan  bet  begin  nn 
een  tweeden  es-fe»-toe*Und  bevond. 

Den  ITiden  Jannari  1910  rerkreeg  bet  eoalie- 
miniaterie  eindelgk  afia  ontriag,  oadat  graal 
EAiwn-ffAfamfrw  »ch  beieid  had  Teiklaard,  een 
Kabinet  uit  de  Ijbeiale  Partjj  te  vormen.  Graaf 
KkmtH  'tiad  op  als  preakUot,  en  minister  Tan 
Binnenlandacbe  Zaken,  minister  bg  het  Hof  Tan 
Kroatië,  Lofavt  kreeg  Finaneien.&^fce^Jnstltie, 
Onderwijt  en  Eeredienat,  Hianmufmi  Handel,  Se- 
renyi  Landbonw  en  Ratai  lADdaverdedigin^.  La- 
ter, dea  Isten  Maail,  nam  ZieAy  Ondeiwqi  en 
Eeredienat  otn.  Teiatond  etelde  Jutth  een  eebei- 
pe  motie  Tan  waitronweD  tegen  de  „taeonstitn- 
tioneele  en  bniten-paileniestMie"  iMeering  voor. 
Na  stormaebUge  debaitten  werd  i^  den  Sleten 
Jannari  met  groole  meerderheid  aai^enomen, 
evenals  «en  motie  tea  gunste  Tan  de  oprieMing 
van  een  leltstandige  Hoagaaiaebe  Bank.  Ei«M 
verklaarde  daarop,  dat  bet  ministerie  lidi  ton 
beraden  over  ontaiagname  of  orer  ontbinding  van 
het  Huil.  Tcvena  reikte  bg  een  koninklgk  be- 
alnit  van  den  20aten  Jannari  ower,  waaibg  de 
Rgkadag  iot  den  34«len  Haart  werd  verdeed. 
De  onaihaakeljjkfaejdapartg  diende  daarop,  even- 
als in  190S,  bi  monde  nui  gnaf  BiMhf^  «en 
vetklaring  in,  nebelsande  dat  deae  veidaging  ge- 
durende den  e*-lec-toeetaod,  in  etiQd  met  art£«l 
X  van  da  OT««enkomat  ivan  1807,  onwettig  en 
een  schending  Tan  de  grondwet  was,  op  giond 
waAnran  bet  Hnie  aan  het  miaiaterie-Ekyen  bet 
reebt  tot  nitoefening  Tan  de  regeeiing,  met  na- 
me het  invorderen  van  de  belaatingen  en  de  re- 
emteerlng,   ontaegtle.  0c4  dit  voorstel   weid  B«t 


DigilizedbyGoOglC 


TooivroDdlud  ^eplntit,  «en  gnwte  niMFdcnirid, 
Al  blMk  de  tegeutelling  tnBBCfaen 


446 

groote  mMideibeid  ■aBgewHuen.  Den  29iten  J»- 
DQui  Bpnk  ook  bet  HafruteiAiBH  een  pleobtig 
protMt  t«^n  d«  Tffidagiiif  uit.  Of  ettB  Tcnoei 
om  ontil^  VBD  bet  mini(terte  antwoordd*  de 
Kroon  met  een  beilait  tot  ontbiDding  tsd  den 
Rjjkgdag.  Khum  b^ioefde  thuii  de  Torming  tui 
een  nieuwe  Kgeenngspartg.  Met  beholp  tu 
grul  Tmm  eUaede  l^j  erin.  Jlen  Uden  Fdirnnri 
poblïeeerden  de  leiden  van  <de  nieowe  vart^,  Na- 
tionale Ari)eidapartq  geheeten,  een  dOOi  graaf 
riiio  gmteMeo  oproep  nn  bet  volk.  Na  stonn- 
aefatigtt  debatten  werd  de  Bökadag  den  Sleten 
Haait  ontbonden.  De  verkieiiDgen  van  dea  21st«ii 
Hei  laiO  TeTMhalten  Klumt,  die  de  lew  Tan 
bandhaTin^r  taa  hei  „Vergrijik"  van  1807  mi*  ~ 
— '      •--•--■-'         — 'e  moerdeRK 

I  agrariln  ea 
mereanti liiten  ook  ia  den  nteuwM  Rotdag  U 
beslaan,  toch  werden  Tereehillendc  wetaontwet- 
pen,  o.  a.  op  de  ttaataexploitatie  Tan  petroleum, 
aardgaieen  en  kalttonten,  aangenomen,  Onwtei* 
moeiljjklieden  bradit  Teedi  bet  ontwerp  tot  bet 
Teriei^eB  van  bet  pritileffe  Tan  de  Oooteorgk- 
HoDgauadw  Bank  tot  1917.  Alleen  de  Tenaachti- 
ge  meerdeibeid  fan  de  N«tional«  Art>eidq>»rt|i 
ledde  bet  ontwerp.  De  nienwe  tegerwet,  den 
239ten  Mei  1911  ingediend,  ileed  de  moeilgktn- 
den  eienwel  nog  to^emen.  Zg  beoogde  de  in- 
Toering  Tan  ein  2-jariffen,  actieTcn  dJensMjjd  en 
,  _._L___.-__  .__  ..  j  iBtingent  Tan 
e  eiaetrte,  dat 
de  troepen  taortaaD  inde  taai  ifeilKnda  «tiiden 
worden  gecommandeerd.  Tlak  Toor  een  partemen- 
taiieanat^eeneeo  benieuwden  ec-Iez4toectand, 
gelnkte  het  Andrötty  den  8«ten  NoTemèer  de 
psrtfjen  tot  een  voTgelök  te  brengen,  dat  tot 
Nienwjaar  1912  Tan  Kracht  ion  ign. 

In  1912  maakte  de  oppoaiti*  Tan  de  beikiegen 
Trijheid  om  (Antinetie  te  roeren  een  «eer  rnim 
Knratk  en  de  behandeKog^  der  logerwet  caf  aan- 
leiding tot  een  k^BetaerieiB.  doordien  de  Ko§- 
milh-pniin  eis^tc  dat  bet  redit  dei  koningi,  om 
zAen  liectingen  na  de  reeerre  o<A  in  Tredei- 
tqd  tot  aetlemn  dienet  op  te  roepen,  mb  verral- 
len. 

'De  heiaer  wilde  de  legeering  niet  machtigen 
aan  salk  een  teaolntie  hawr  goadkenring  te  h^- 
ten.UQ  TeiUaard«aan  desHoDguradien  minister- 
preiident;  ,rAli  de  readntie-kweetie  niet  op  ig  ge- 
sdioreD  wordt,  bijjtt  mg  nieti  anden  orer  dan 
heen  te  g*an". 

Graaf  Kkue*  en  de  i^cm  tt^en  i^«h  nn  ter 
beediikking  Tan  den  kriier,  onder  Toorbehood 
dat  dne  hnn  en  de  regeertngspartg  den  terug- 
tocht wUde  mwelijk  maken.  Aldiw  ontitoiM 
het  keÏMrlijè  scBcüven  aan  den  miniBter-preei- 
dent,  een  gedenkwaardig  doenment  in  de  gesehie- 
denit  Tan  Hongarije.  Over  den  persDOn  T«n  den 
premier,  liditte  tiib  dït  itnk  tot  de  Honffaarecha 
aatiei  ig  moest  bet  den  keiier  gemaÜelgk  ma- 
ken, ign  taak  Ie  TerniUen  <m  een  wgM,  welke 
hg  met  ign  geweten  orereen  ion  brengen. 

Nu  werd  graaf  Kkuett-Hidervdrif  ten  Tierden 
male  minieter-preeident  Tan  Bongarge.  De  Natio- 
nale Aibeidspartjj  «temde  in  met  de  bonding 
door  de  regeering  aangenomen,  maar  de  c^poii- 
tie  berratte  terstond  de  obe^ctie  eo  na  een 
re^e   -van    «tormartitjge   tittingen   bood   Khwn 


den  I7den  April  1U2  ign  ontalig  aan,  dat  werd 
aangenomen.  In  ign  plaata  trad  Lukaet  ala  mi- 
nietér-pretident  op,  têrwjil  Ae  oreri^  miniitera 
nit  het  Torige  kabinet  im  portefeaillet  behiel- 
den. Dok  petaooHTerwiaaelfng  bracht  geen  tst- 
betering  Tas  den  toeitaad  mede,  want  de  oppo- 
•itie  bertieed  Lviaet  eren  hanln^kig  alt  Toor- 
been  graai  Khuen.  De  opwindins,  ook  buitelt  bet 

rlNoent,  nam  (teedt  toe  en  de  weigering  m» 
Bodaliiten  om  Toor  het  (larlemeDtageboDW  een 
betooging  la  honden  tot  TerkrfigiDg  ran  bet 
reedi  «wlang  bdoolde  «n  telkens  weer  nitee- 
■tetde  akemeeB  kieineht,  gat  aanleiding  dea 
38itMi  Mei  tot  een  .jpditiAe  ataking",  die  tot 
een  bloedig  oproei  in  BiMdi^Mtt  leidde,  dat  aleeUa 
met  bAnlp  Tan  een  groote  tracftenmaelit  ei  ten 
koate  Tan  Teel  bloeoreiRieten  ooderdnkt  koa 
wonjen.  Onder  den  iadivk  Tan  deM  gebeaitenf» 
•en  vereeiigden  lidi  in  het  pariement  alle  pa^ 
Igen  Tan  de  oppoiitie  onder  mdisg  Tan  de  Soi> 
snlhpartg  tot  eoherp  Tenet  tegHi  elke  geweidda- 
d^  toepassing  tan  bet  lej^enent  T*n  orde,  Zj) 
verklaarden  de  verkieiing  Tan  Tina  tot  roonü- 
ter  der  Kamer  Toor  onwettig. 

Eiodriqk  kwam  het  loo  rer,  dat  op  4  Joni 
1912  de  Toonitter,  graaf  Tiaxa,  de  hn^  der  po- 
litie inriep  om  86  leden  der  JnslbnaT^],  wt^na 
Tentorin^  der  orde  met  gewelrd  nil  net  parlement 
te  Tcrwgderea.  De  meerded)«d  keurde  Titta'a 
optreden  eoed  en  deie  elaagde  e 
ning  d«t  legenret  doot  te  drgTen 


i.  DurdooT  wa* 


schoten  op  graal  Tista  loste.  Tïsia  liet  den  Ssten 
weder  68  afavTaardiffden  met  geweld  Terwgds- 
ren;  den  Uden  weid  een  Tenoierpt  reglement 
van  orde  aangenomen  en  de  litting  gesleten.  Het 
MagnatenhiHS  nam  de  legerwet  den  I5den  Juni 
met  gioote  meerdeAeid  aan.  Bg  de  opening  Tan 
het  parlement,  den  ITdeo  SeptenA«r  1912,  ter 
verkieiliig  van  de  del«rati«i,  neibaaldeD  tidi  de 
obstnietietooneelen.  Tgitig  atgetaardigden  werd 
voor  een  maand  de  toegang  ontMgd.  Qroot  is  in 
RoD^rge  de  ontenedenbeid  der  Doitaeben  eo 
det  Kroaten  OTer  de  gewelddadige  magjaritee- 
ring  Tan  het  onderwgi.  tfOnoe  kindeien  ,  IntdCe 
h^  in  een  adiei  tan  16  December  1912,  „worden 
door  de  olldeele  onderwqapolitiek,  Tan  hnn  moe. 
dertaai  beroofd.  Zelli  een  Dniteche  echoawbvrg 
weigert  men  ons".  Te  Agram  loste  een  student 
den  Seten  Jnni  op  den  itanna  Von  Ouvaj  een 
pistooliebol;  l^j  ongeluk  doodde  tig  den  hoofd* 
ambtenaar  HervoiUeK  In  Febinart  1913  traden 
te  Franifeld  100  ÊTangeliirfn.  te  Eeiinannit*d 
ruim  200  Katholieke  Duiteefaen  nit  hnn  kerke- 
Iqke  gemeenten  om  de  migyaBeering  te  ontgaan. 
Liever  dan  Hagjaren  wilden  «g  zonder  Eerkge- 
nootsctap  igo.  De  minister-president  Lukie* 
werd  door  den  afgevaardigde  Z^esy  beeehnldt^d 
4  millioen  kronen  nit  de  staatskas  toot  Terkio- 
zingsdoeleinden  (en  behoOTe  der  arbeidspaitg  aan- 
gewend te  hBfbben.  Daar  in  het  (nerop  Tolgende 
proces  Dtgy  Trggespiokea  werd,  moest  LtJeaee 
den  5den  Jnni  1913  aftreden.  De  koning  be- 
noemde  Tina  lot   minister-president.    Om  bem 


DigilizedbyGoOgre 


BOJKijmm-aoxKEBxmm. 


447 


g«raeeii*ehappdgk  piognm  u:  lUeta  «en  pen 
iieel«  Qiii*  m«t  OoitenTJik;  iclfiUndiglind  y\ 
het  HoBgunelM  leger;  Djjicndcn  EongurMhs 
hofhoudiiw.  De  gematiffdeD  oiwleT  gnat  JiufrdMy 
eloten  licE  dut  niet  im  au.  Om  d«D  helligeit 
te^nituMl  ta  Iniken  adnida  graat  Titu  ni«t 
tenig  Toor  invoeiing  Tan  e«n  atienn  peiiwet  en 
Toor  Tennindering  Tan  de  berowdbeden  der  jn- 
ries.  Om  te  TooTkomen,  dat  de  veniitterde  Eroaten 
gemeene  laak  met  de  Setrii»  maakten,  werd  den 
22Btes  Oetobet  1918  de  «rondirettelfjke  legee- 
Ttng,  die  tedert  8  AprU  1912  opgeidiort  waa,  we- 
der ingoTOeid.  Terene  werd  V<m  Ovvaj  ala  banna 
Tcrvanfien  door  Skniea,  <n>  wien  kort  te  voren 
een  aanslag  gepleegd  nu.  De  in  Deeembei  1913 
gehouden  «erkiezingen  gwnn  een  sterke  ministe' 
rieele  meerdeiiteid. 

Het  HoDKaaiielie  minwterie  Tereterkle  iqn 
politie  door  het  betinit  Tan  38  j^nil  1914,  waar- 
dQ  bepaald  weid  dat  voortaan  in  alle  teholen 
het  godadi«nitonderwJifi  in  de  m»edflrtaa1  der 
leerlingen  ion  ^«gvfei  worden.  Ali  terngilag  op 
de  lojale  bonding  d«r  HoDsaaTiehe  KoeineniBn, 
werden  voor  bet  onderwgi  in  de  talen  der  niet- 
magTaaraehe  nationaliteiten  nog 
liea  g«daan.  Den  25Bten  Üei  1914  overleed  Fmu 
Koêêulk.  Daar  Juttk  neb  lensirol^  trad  graaf 
ÜKkatt  Karolfii  als  voorzitter  der  Onaniaiikeigk- 
heidmrty  op.  B|j  wat  vMr  het  nüfcreken  vaa 
den  Wereldoorlog  een  betliit  tegenetaailer  van 
bet  Driovondi^  VeAood.  —  Toen  d«  gemeen- 
Bebappelüke  mjniater  van  Buitenlandene  Zaken, 
graat  BerekUid,  den  ISden  Jannari  1916  lün 
ontalw  ^iMTi  werd  de  HoDgaanehe  miniater  hg 
het  Keiierl^  Hot,  graaf  Burvtn  lijii  opvolger. 
De  oodogatoeatand  bracht  toenadering  tot  Ooi- 
tenrök  te  weeg.  Den  2d«n  September  kwam  «en 
HagTaarseh-KroatiMh  otonité  te  Weenen  ooi  den 
ketzer-loniog  te  fanldigen.  Inmiddela  werd  de 
strijd  in  en  bsiteB  bat  Parlement  twubMi  de 
partöen  weer  heviveT;  vooral  op  uitbreiding  van 
bet  kieiraebt  w«rd  aange^ngan.  Een  d^ttoe 
strefckeiM]  vooretri  van  Tista  kon  de  koninklitke 


goedkeuring  niet  verwerven  en  daat^  nam  fiet 
ministeiie  Ttna  qJD  onleiag  (23  Mei  1917).  Zjjn 
opvolger  waa  Moriit  Etteriui^  («ie  verder  We- 
rMoorloa). 

LUeraiuiiT:  Sehvidter,  Das  KSnigreieb  ün- 
gara  (in  „Die  Under  Oeeterreieh-Dngarni",  Wee- 
nen 1366);  „Die  Oeeterreiehiscti-Di^arigrfie  Ho- 
narebie  in  Wort  nnd  Bild"  (Weenen  1889  v.v.); 
P.  EttnftOvjf,  Etiiitogratie  üngune  (Dnitai!b  door 
SeAtriefer,  Boedapest  1877);  Roti  Gonnard,  Ia 
Hongrie  an  XXe  «lede  (I^  1908);  W.  B.  For- 
iler  Bovitt.  Hnnttarv  and  Oie  Hnngarians  (N«w- 
York  1908);  Ma^tk,  La  Hongrie  rarale,  sociale 
et  politiqoe  (ParSa  1909);  AUtn,  Hnngaiv  to- 
daj  (Londen  1909);  Sayotu,  Hiatoire  gén«raled«« 
HongToia  (Sde  dmk  Boedapeet  1900);  Kaindt, 
Geaebidite  der  Dentaoben  in  üngarn  nnd  Sieben- 
bnrpen  (Qotha  1907,  2  dln);  O.  BèinHeh,  Un- 
ganKfae  Rnndschan  fflr  hiatoriKbe  and  soaiale 
Wistcüscfaaftn]  (Len»iSi  ja^lgki);  „Annnaire 
ttatiatimie  bongroia'*  Oaarlps);  „Stati«tiKbes 
Jafarbudi". 

HoDr*r  (f ome»)  noeiut  men  bet  gevod,  waar. 
door  4e  beboette  aan  voeding  tot  bewnstnjn  ge- 
braebt  wordt.  Het  gevoel  van  honger  Ia  in  den 


be^ne  niet  onaangenaam  <eet1nit},  maar  bet 
wordt  niks  wel,  wanneer  de  bdioette  aan  voed- 
sel niet  borredigd  wordt.  Htt  ^Nobaait  lioh  daa 
aanvankelgk  in  een  serroel  van  matheid,  i{Her> 
wrakte  en  een  pijnljjke  drukking  in  de  nuag- 
sti«ek,  Latei'  nemen  die  onaangename  «waar- 
wordingen  toe,  langer  durende  nonger  kan  tot 
^oote  leniiw^wiDiaing,  gkm  (inanitiedelirinm), 
ja  lelfs  tot  waanzin  en  dolheid  leiden.  De  iwakto 
neemt  daari^  steeds  toe,  de  luieren  weigeren 
dienst,  de  meeste  afadieidingen  verminderen  ui 
bonden  ag,  de  il^jmvlinen  worden  diww.  Honge- 
rende dieren  worden  iM  atomfinnnig,  dat  qj  net 
hun  ten  slotte  voorgemtte  voedad  niet  meer  aaa- 
roeien,  maar  onkt  toenemend*  twaUe  rtetven. 
De  «erite  gowaarwtHdingea  van  den  honger,  met 
name  het  drukkend  geroel  in  de  maag,  worden 
dooT  bet  leegign  van  den  maw  veroonaskt  en 
«man  van  de  gewaarwordings-  oi  gevoelneni 
daarrao  oit.  Zq  worden  na  valling  van  de  n  „, 
lelfs  met  oDverteeibaie  stirften,  niet  meer  ge- 
voeld. De  later  lieh  iqmiïbaiende  geroelena  mo«- 
ten  als  een  gevolg  van  alffemeene  veranderi^w, 
als  een  uitdrukking  ivan  odioette  aan  stot  van 
bet  geheele  oiganiMne  öeaAonwd  worden.  Lann 
weften  weg,  door  wefte  senowbanen  deie  beboeï- 
te  tot  bewustaijn  komt,  is  niet  bekend.  De  ftot- 
'iing  gant  tjfdene  den  hom 
miet  sterk  vermindenle  I 
nitsdieiding  van  atikstot  en  koolst«t  tot  op  do 
beUt  o(  een  derde  daalt.  In  een  gmoed  lidinam 
regelt  lieh  de  uitstraJing  naar  de  opneming;  bj] 
honger  komen  de  vetdeelen  en  het  eiwit  der  oi< 
ganen  daarvoor  in  de  plaat»,  totdat  de  grens  der 
mogelükheid  om  -te  higven  leven  van  het  op  die 
wjjie  uitgeteerde  tiehaam  bereikt  is.  De  dood 
treedt  in,  wanneei  het  liehaamagewidit  tot  drie 
vgMen  van  de  oorapronkeliike  virtnte  vermin- 
derd ia.  De  tgd,  waatim  tnlke  gebeurt,  {<  ateeds 
athankelgk  van  het  indnidn,  vooral  van  ann  vet- 
Toorraad.  Bg  kindnen  en  jonge  dieren  ia  de  atol- 
wieBelitag  levendiger,  ig  kunnen  deibalve  het 
bongerlnden  niet  loo  lang  verdragen  als  volwas- 
senen. Krachtig,  goed  doorvoede  bondai  sterven 
den  iMngerdood  eerst  na  4 — 6  weken,  de  menadi 
na  ±  12  dagen;  b^  bet  gebruik  van  water  kan 
bg  bet  veel  langer  uitfaondeB;  bg  melaneholie 
beelt  men  eerit  na  41  dagen  den  dood  lien  in- 
treden. 

Naar  het  voorbeeld  vaa  den  Amerikaanichen 
arts  Tomtar  hebben  in  den  laatsten  tfid  veitebib 
lende  personen  fSucei,  MtrUOü)  siA,  naar  rï 
zemen,  langer  dan  veertig  dagen  van  voedsel 
ootoouden.  Paarden  kannen  8 — 14  dagen  bon^r 
lUden  londer  kwade  g«vo]gen  te  ortdervinden,  in- 
dien lü  geen  gebrek  aan  water  belAen.  Kond- 
bloedige  werveldieren,  vooral  amphibiein  en  krui. 
pend  gedierte,  kunnen  gednrende  langen  tgd  bui- 
ten voedsel,  dikwgk  een  jaar  lang,  do^  onder- 
werpen lieh  b^  hooge  tenweratunr  aan  die  kont 
niet  100  gemaltkelHc  als  ng  lage.  Het  aandeel, 
dat  de  veradHllende  oiganen  van  een  hongerlg- 
dend  dier  aas  gewirfitsverlies  hebben,  ia  leer  on- 
gelijk verdeeld.  Terwgl  faersenen  en  hart  rieebta 
weinig  verliezen,  ie  de  afneming  van  het  vetweet- 
ael  teer  aansienlök;  nog  aanilüilgker  i*  bet  ver- 
lies, dat  de  apieren  Igden. 

Konserkunr  (CMroUe  per  iiudiam;  Neito- 


DigilizedbyGoOglC 


448- 


HONaBKKUUA-fiONQEBSHOOD. 


fhêrapiai  ia  een  geneeanrijie,  die  den  lüder  b«r- 
Btel  tiadit  te  brengen  doOT  hem  een  «odeelU  vko 
het  Toor  het  lichum  noodife  tocomI  te  ont- 
hooden.  Hen  is  ia  odkb  tüd  in  het  ligemeen 
T>n  lalk  een  geneeawÜM  teinggekomen,  diAi 
men  beeeft,  dat  bet  lieke  lichum  te  lichter  fe- 
newa  ui,  aunnite  iMt  meer  iracht  beiit  om 
aan  den  ioTloed  dei  ongeeteldlieid  weentsnd  te 
bieden.  Daaiom  ia  men  Qibdb  mct  weinig  ge- 
■teid  ap  Mierlattn  en  pnigeeien,  en  op  de  bon- 
gerkcDi  eveunin.  Integendeel,  men  peogt  dooi 
lidit  verteerbare  ^tgien,  looele  melk,  eieren  eni. 
ua  bet  ÜefaMun  kiadit  b^  te  xtten  en  de  leeda 
geleden  nitpnttine  te  heratellen.  Ook  bg  *et- 
iBcht  il  de  Bongeiknui  niet  un  te  beiden,  doA 
ia  het  loldoende  aUe  Tet*onnende  ipqieD,  looale 
Tet,  letmeel,  suiker  laigvaldig  te  TermijdeD. 

■onsvxraood.  Het  rnislukken  q*n  den  oogat 
dooi  droogte,  boTemmtigeB  regenval,  inseeteD- 
plaag,  liekten  der  ^wassen  enx.  had  Troeger,  ia 
Kibaiid  met  de  mtndtr  oitwikkekle  nuataeiia^- 
pelbke  en  TerkeeiitoeatandeQ  en  met  de  moei- 
Inkfaeid  om  groote  grMDToocitden  op  te  ilaan 
4H  anel  toot  Toldoenden  toevoer  te  aoigen,  letr 
liebt  vreeeelgke  hongennooden  ten  ^olge.  De 
groote  K»nj»,  davau  veAondM,  leiddeii  ia  de 
uriekMU  ateden  tot  een  iMr  itrewa  wetgerrii^ 
■  met  beti«kking  tot  4en  gTunhaiMid;  efeDeeos  ii 
bet  tekwd,  oat  de  dtomeinen  tn  tgde  hnoner 
gNotvte  maobt  Tas  den  maDtoeron  int  SieiliS 
en  fignta  aoo  a[bankelgi  «aren,  dat  het  oit- 
bl^ea  na  gtaaoaehepen  eleedi  een  plaataelijken 
boBgennood  vereonaakte.  Bgzonder  hetig  ea  ge~ 
paard  met  ontaetlende  eoeiale  TerB<^D8eïen,  tra- 
den in  de  Hiddeleeuweii  boDgeraDOodeo  op  in  die 
doelen  van  Ennna,  waar  ót  bereiking  asel  toe- 
genomen en  de  utndboiiv  noc  niet  tol  ontwikke- 
ling gekomen  wai.  Zeer  hdende  lijn  die  Tan 
195,  850,  868.  878,  814,  880  ea  889;  ig  heitaal- 
dea  »eh  in  990,  1100,  1187  e»,  in  «M  herige 
mate,  dat  ig  tot  bei  rawete  barbariane  (doodeo 
ea  elea  Tan  meaidiea)  aanleiding  ganen.  De  bon- 
gennood  Tan  I'ISS  deed  de  MTotting  Tao 
Dakaehland  met  de  helft  Terminderen.  Algemeen 
gold  in  de  Middeleeuwen  alt  een  door  de  ge- 
woonte niet  'Tecoojdeelde  holp  der  atedel^e  »- 
geeringen,  om  bg  bet  nitbrekea  Taa  een  bongen- 
Bood  haar  araien  uit  de  itad  te  jagen.  Nog  in  de 
17de  eo  in  de  IBde  eeuw  kwamen  in  Enropa  Tr^ 
veel  hongemooden  Toor;  loo  etienen  in  lï72  in 
Kear-Sakten  160  000  menschen  door  gebrek  aan 
Toedael,  terwql  neg  in  1847  iDfeilaa£to«n()Mr 
bet  miilnkken  Tan  den  oogst  met  een  aardaf^l- 
aiekte  gepaaid  ging,  meet  dan  1  000  000  men- 
•eèes  den  hongerdood  geatoTTen  i|jn.  Bedert  het 
midden  der  19de  eeeow  iga  wg  ed)ler  tooi  bon- 
gersaooden  senywaaid  door  Tcdietering  in  bet 
UsdboawlMiuöl,  TeianderiDg  in  de  aamenitelling 
Tan  ona  dagelgkteh  Toedeel,  Tooraamelijk  echter 
dooi  de  Teibeteiing  en  Teimeeidering  <ïei  tiani- 

Sitmiddden  ea  de  daaimede  in  veroand  ataan- 
legeling  Tao  giaaa.  en  ffleeMhtooToei. 
Andeia  ie  het  echter  nog  in  Aaiê  gesteld.  Het 


keer  met  het  bianenlaDd  woidt  daar  alechta  in  wei- 
algc  stiekea  door  bvraaritaie  itTieiea  TeigamaJc- 
kdökt,  kanalen  ei  wMen  lotm»  geen  Toldoende 
aanTolIittg;  een  uitgebreid  spoorwegaet  bri>ben 
■ledite  B«lieh4ndü,  Java  en  Japan.  Ia  bet  bin- 


oeoland  en  hooge  Hooiden  vindt  men  oitgeetick- 
te  woeatenfien  ol  at^i^n;  goede  oogaten  woi- 
dea  i)«<d)ta  uugi  de  riTieren  of  door  kunstmatige 
be^troeüng  bereikt.  Jn  bet  Z.  hangen  igke  oog- 


leivDnemuuuiaKiio  icu  ifevuige: 
Qsden  licÉi  Tan  vleeachToeding  of 
I  beoaalde  giaaaaooit,  bgT.  rijst 
wordt  de  in  Terst^illende  atreïen 


hgiondere  leTenneihoudingen  ten  geTolge: 
millioeoeii  ontbonden  licÉi  t        '       '        " 
eten  alechta  e 

DientengOTolge  wordt         _     .  _. 

buitengewoon  di^te  beralkicig  des  te  e^ei  door 
iederen  misoogat  gettoUen,  daat  een  nitwisae- 
lin^  met  het  OTeisèttot  Tan  andere  streken  onmo- 
gelijk ia.  Nog  in  de  19de  «evw  weiden  Vooi-In- 
oiB,  Penii,  Aimeni*  en  China  beiliaaldelJik  dooi 
de  lieTigtte  bongeranooden  geteisterd.  Die  Taa 
1866  moet  in  Britsch-Indifi  7,5  miHioen  ofler*  ge- 
eiecht  hebben.  Beo  keeipnnt  tooi  dat  rnk  Tomen 
de  maatregelen,  die  tegenover  den  dieigeaden 
hongertoood   ran  het  jaar   1873 — 1874  in   Bea- 

Ïalen  genomen  werden.  Voor  een  boToIking  van 
5  mtUioea  zielen  moeaten  le«enBm>dd«l«B  tci- 
adiaft  wolden.  Het  gelukte  aan  de  iqeeiing  dool 
toeroei  en  door  een  goed  geoiganiseerden  giaan- 
haadel  bet  uitbreken  van  eui  werkeIjjkeB  bon- 

Kraoood  te  Tooifcomea.  fiebtei  hetbaaUe  lidt 
t  geTaai  Tcel  dreigmdef  ia  bet  Z.  van  ladie; 
in  het  einde  vaa  187$  was  in  Dekaa  ondel  2S 
millioeu  meatcheB  ii  4e  pteeideatiebai^ea  Bem- 
ba;  es  Uadias,  en  daarna  ia  de  piorinde  Hai- 
aoei,  slediti  */m  van  den  gewonea  iMgtl  bionen- 
gebaatd.  De  rarkeemidduen  wann  wel  gnnati- 
gei:  in  plaale  van  genoodaakt  te  xga  mIT  graan 
iDte«oei«i,koBdeiweeiiiiS«i]kaaanden  parti- 
calieren  handel  OTeriatcn  en  had  aleebta  tooi 
arbeid*-  ea  aaknoeienffeideeling  te  aoigen;  maai 
d«  wanTeihouding  tnsaclMs  het  berolkingagetal 
en  den  vooiiaad  leTeaamiddelen  was  Ted  groo- 
t«r;  hel  aantal  ateilgevallen  waa  aaBtiealH  M 
tot  het  einde  Tan  dea4iongeisaood(JaBaanl87S) 
waien  I  800  000  menedien  vaa  gmek  omgeko- 
men. Ook  ia  het  begin  Taa  enie  eernr  weid 
Britecb-Indil  no^  door  «ea  berigen  hoamtaood 
geleiaierd.  Het  is  «chtei  te  bopen,  dat  oe  maat- 
regelen Tan  'heston r,  dooi  de  yawMti  Coaawissww 
tot  veibetering  van  het  veikeei  en  de  bodem- 
cullaur  genomen,  het  land  in  bet  verrolg  *oat 
dergelgke  nuDfwn  lollen  ipareQ.  Persii  Teilooi 
dooiden  bongeisnood  ran  1810  tot  1312  ±  I'/i 
millioen  meneeheo,  d.  i.  een  vierde  der  gebeele 
bevolking.  OoTeratandige  maatregelen  en  heb- 
lucht  dei  Kgeeiingaambtenarea  droegOB  veel  bQ 
tot  dea  omtang  lao  die  ramp.  In  1818 — 1875 
werden  in  Klela-Aiil  de  proTinctes  Ansora  ea 
Komia   awaar  geteisterd.   In    Ohina   \ 


Nooidelgke  prorincies  Sebensl,  Scbansi  en  Hoaan 
een  bevolkiag  Tan  66  millioea  ateteit,  teageiolge 
van  droogte  en  mitowit.  Mdeit  1671  jaienlang 
aan  een  vreeteli^  getwek  frgsgetNrren-  Ia  haar 
vetlwiileling  namen  de  lagerv  ndkdlassen  han 
toerluiiht  tot  onmeBiohelSke  mlddelHi,  «1*  kia- 
dermoord  en  -rerkoop;  plnDdciende  famdeo  Ter- 
woaetten  het  land.  Iten  sdiat  bet  aantal  alatfat- 
otfeis  op  4—6  millioeD.  Ook  de  hev^ing  van 
Java  heeft  ia  de  laatate  jaren,  no  eens  in  het 
eene,  dan  weer  ia  het  andere  gewest,  aoo  Biet 
h<Migersnood,  daa  todi  ernatig  gehrak  aan  le- 
vensmiddelen  te  Teidnien  gehad,  en  betadfde 


DigilizedbyGoOglC 


HOKOEStSNOOD-^HOiNIICI. 


449 


geldt  Tan  Eaispeesch  Rasluid.  Ontrent  de  faoD- 
gergDOoden  io  oade  tgden  TerBcheea  in  1741  te 
Ameterdam  een  boek  onder  den  titel;  „Ëen  iiiato- 
ciescbe  besehrnving  Tan  dnure  tijdenen  honge»- 
nooden,  inzooaerheid  in  de  bedroefde  zomer  Tan 
den  Jaare  1709  en  1740". 

HonrertTVliiui'  ^e  Tjnhtu. 

Hond  <'■>  <1b  naam,  in  a«  Ifotnkken  in  ge- 


muiran  de  bemannïi^  ivaAr  gawuend  en  m- 
heel  ten  etijjde  v&a  toegcioat.  Dut  net  doel  iSof 
en  moord  was,  dragen  de  hiermede  ondeinnnea 
tocbten  den  naam  ran  Hongi-faoUeit.  Voorheen 
nioetten  deze,  onder  unioering  van  dienaren  der 
O.-I.  Compagnie,  dienen  tot  nitioeiing  der  qK- 
eeri^KHimen. 

HenvltoolU.  Zie  Boagi. 

Bon^koiur  (Chineeacdi  Hiem^-Kiang  =  dal 
der  welnekenae  wateren),  een  Butecfa  eiland  ün 
de  znidoostkoflt  laji  <9un&,  ligt  aan  de  ooBtijde 
V4D  de  invaart  in  de  SastonriTier,  ia  18  km. 
iMg,  7 — 8  km.  breed  en  telt  op  een  oppervlakte 
van  68  v.km.  (1911)  366145  tQvoners.  waar- 
onder 11  958  niet-CbiDeeiea.  0»Bri>jj  komt  op  het 
tegenovergelegen,  eleohta  door  een  300  m.  breede 
zeestraat  getoieiden  aehiereihutd  Eauloen,  waar- 
van vroeger  slechts  10  v.  bn.  tot  Hangkong  be- 
boorijen,  wdert  1S98  «en  pachtgebied  van  960 
V.  km.  met  (1911)  91  000  inwonerE.  De  EogelBche 
land-  en  zeemacht  i»  vertegenwoordigd  door  7176 
mansch^en.  Het  geheel  nït  graniet  en  basalt 
opg^uwde  eiland  bereikt  in  den  Victoria  Peak 
een  hoogte  van  560  m.  Het  klimaat  is  leer  warm, 
in  den  zomer  26Vt~34Vi*,  in  den  winter  18'/>* 
C,  en  voor  Earopee^en  gevaarlgic.  De  planten- 
wereld ie  arm,  hoewel  Hongkong  genoeg  groen- 
ten voor  lö"  GÏgen  b^ioelten  voortbrengt;  vergier 
kweekt  men  er  rgst,  yua»  en  «oete  aardappelen; 
mango-,  peren-  en  oranjeboomen  vindt  men  er 
in  groeten  getale.  Aan  dieren  komen  de  wilde 
kat,  de  landschildpad,  de  nuereneter,  eenige  ttan. 
gen,  witte  mieren  en  talrgke  vogels  voor.  Orka- 
nen ritfcten  dikwjjls  grootè  sehade  aan;  die  van 
den  23sten  Se^tecnber  1874  verwoestte  1018  hni- 
len,  33  schepen,  tionderden  jonken  en  kostte  dui- 
zenden mensehen  liet  leven;  ook  in  1908  bracht 
een  orkaan  er  gednAte  schade  te  weeg. 

De  boof-dstad  van  bet  eiland.  Victoria,  dikwü'^ 
ook  Hongkong  g^eeten,  aan  de  N.  knst  is,  ter- 
rasvormig op  de  helling  fan  bei  steil  oprjjiende 
gebeFgt«  geboawd,  bezit  een  paleis  van  den  gou- 
verneur, een  stadtinit.  een  eaioawbuig,  kazernes, 
een  militair  hospitaal,  twaalf  banken,  een  mari- 
ne-depot,  een  eterrenwatdit,  een  kolenmagazgn  en 
is  de  zetel  vaa  den  vice-admiraal  van  bet  Chi- 
neesdie  vloot  station  en  lan  den  comman  deeren- 
den generaal  der  troepen.  De  50  openbare  sefao- 
len  werden  in  1918  door  4198,  de  particuliere 
door  12  000  kinderen  bezodht,  terwijl  men  er  ver- 
der een  politie-  en  een  indnetriesmöol  heeft.  Er 
versAiJnen  twee  Ëngeleche  coarantan,  In  de  laat- 
ste jaren  zgn  er  eenige  ngverbeidson de rnem in- 
gen  (eoikenaftinaderqen,  baCoenspinnerqen,  ce- 
ment- en  lucifer  fabrieken,  dokken,  werven  en 
touwglagerijen)  tot  stand  gekomen,  doch  de  be- 
teekeo»  der  «tad  li^  in  den  bandel  en  de  scheep- 
vaart. Door  zgn  positie  van  vröhaven  begunstigd, 


staat  bet  door  verschillende  stoomvaartlgnen  met 
Enropa  en  de  groote  èaveiu  van  Aiifi  in  verhin- 
iiog.  In  1913  liepen  23  722  schepen  ^waaron- 
der  12  347  Jonken)  met  12  929  911  toa  binnen; 
de  invoer  t>edro<«  (1913)  4,  de  uitvoer  2  mill. 
pond  aterling,  waarvan  de  helft  van  eo  naat  En- 
geland. De  invoer  bestaat  «it  opium,  katoenen 
stoffen,  katoen,  rijst,  zout,  aaidowetk,  sandel- 
hout,  olie,  ivoor,  barnsteen,  betelnoten,  thee,  qj- 
de,  die  meest  alle  weer  uitgevoerd  worden. 

HoDkong  is  een  Britaefae  Kroonkolonie;  het 
land,  dat  zeer  duur  ia,  mag  slecfits  Toor  75  jaar 
Terpacht  worden.  De  inkmngten  bedroegen  in 
1913  851  230,  de  uitgafen  865  801  pondjterliog. 
de  openbare  adinld  341  800  pond  elerling.  Op  de 
znid-westinst  van  het  eiland  ligt  de  kleine  li»ven 
Alwrdeen.  Het  eiland  bezit  een  eigen  munt.  Ma- 
ten en  cewichten  iQn  de  SmgelMae,  behalve  de 
diineesone  lengtemaat  tejioeng  ==  3,715  m.  en 
de  gewichten  pikol,  katti  en  taeL 

Het  tot  1841  elecbte  door  weinig  liescbers 
bewoonde  eiUnd  werd  in  dit  jaar  doot  China  aan 
Engeland  afreataan  en  kroeg  eerat  beteekenia, 
toen  sedert  1349  d«  Chineeübe  emigratie  naat 
CaJifoioii  en  andere  landen  zich  over  Hongkong 
begon  te  bewccen.  Toch  moet  de  stad  Victoria  in 
<len  laatsten  tgd  meer  en  meer  baar  handel  aan 
bet  tegenoverliggende  Eauloen  afstaan. 

Hanlf  noemt  men  de  zoete  stof,  die  de  ho- 
nigbö  f/pie  nteUifera  L.)  ait  de  nectarifin  der 
bloemen  en  nit  de  Buikeralaeiieidende  bladen  en 
andere  organen  van  planten  opzuigt,  in  de  honig- 
blaac  naar  haar  korf  voert,  ddaar  neerlegt  en 
verwerkt,  en  die  dient  tot  voedael  van  haar 
kroost  en  voor  haar  zelf.  De  honig  wat  tot  de 
Middeleeuwen  het  eenige  verzoetingcmiddel,  maar 
werd,  na  het  bekend  worden  van  oen  suiker,  ver- 
drongea.  Honig  is  een  mengsel  van  suikers,  met 
geringe  hoevereden  eiwit,  jjier-,  kalk-  en  ande- 
re zouten;  zjjn  samenstelling  ie  ongeveer:  water 
20—24  %,  stikstofhondende  beatanddeelen  1,5 
%,  vruchlenauiker  87Vi  %,  druivensniker  36,5 
%,  deitrine  of  gomaehtige  sloffen  2,75  %.  zu- 
ren, als  mierenzQur  bescboowd,  0,11  %,  asch 
0,24  %,  organische  etoffeo,  als  was  ea  stuifmeel 
0,14  %. 

Wanneer  de  nectar  door  de  bg  uit  de  bloem 
woidt  genomen,  beait  de  honig  een  hoog  gehalte 
aan  water.  Qedurende  de  vlucht  naar  den  kotl 
wordt  reeds  een  groot  gededte  van  dit  water  ver- 
dampt. In  den  korf  wordt  de  waterrgke  honig 
berhaalddjjk  getroneporteerd  en  toover  ingedikt, 
dat  bij  oog  ODgeveer  20  &  24  X  water  bevat.  De 
cellen  worden  bögevuLd  en  met  een  deksel  van 
was  afgesloten  (verzegeld).  Aldus  door  de  bgen 
veriegJde  honig  wordt  rijp  genoemd. 

Naar  de  bloemen,  waarop  de  honig  voor  het 
meerendeel  gewonnen  is.  wordt  hg  genoemd.  Zoo 
spreekt  men  van  koolzaad-,  Uaver-,  linden,  en 
bo^weit^onig.  Enkele  malen  wordt  hij  ook  wel 
genaamd  naar  den  tijd  van  het  jaar,  waarin  hy 
gewonnen  wordt.  Men  kent  voorjaarriionig,  die 
op  fruitbloesen,  wilg  en  weidébloemen  gNiaald 
is;  zomerboDÏg,  die  op  klaver  en  linde  is  gebaald; 
naiaar^onig.  die  op  beideplanten  gewonnen  ia. 

Heer  wordt  de  honig  naar  de  wijze,  waarop  ijj 

Se  wonnen  wordt,  genoemd.  De  dooi  middel  van 
e  centrifuge  (slinger)  gewonnen  honig  heet  slin- 

«9 


DigilizedbyGoOglC 


HONI«— UONlüS. 


gerhonlg.  Worden  4e  raten  door  dmipen  of  I«Uen 
geledigd,  'dan  spreekt  men  van  lek-,  tap-  of  diuip- 
bonig.  Pershooig  ooUtut  door  bet  ni^ierwn  van 
den  ^elieelen  koifinboQd.  De  honig  ia  at«rk  Ter- 
oDtietnigd  Üoor  ataifmeel  en  polW.  Honig  in 
nieowe  raat,  waarin  nog  geen  nimfenhnidjeB  aan- 
wezig lön,  en  in  dien  toestand  ter  eonranqitie 
aangetwaen,  he«t  raatlionig,  of  honig  in  de  raat. 
Wanneer  de  honig  oit  de  raat  scnaald  woidt 
door  middel  Yan  een  elinger,  of  door  lekken,  of 
druipen,  dan  is  hq  -rloeiliaar.  Slechta  bjj  groote 
uitzonderingen  krietalliseert  hq  in  de  iaat.  Voor- 
junbonig  eo  oude  bonigsoorten  doen  dit  alectiti, 
Wordt  de  honig  uit  de  raat  genomen,  dan  wordt 
de  dikvloeihare  maBsa  na  ecnige  dagen  troebel 
en  krtatalliaeeit  geheel  nit.  ZuÏTere  natuurhonig 
kri«latliteert  na  korten  tijd  geheel  uit.  De  klenr 
van  den  lionig  wordt  gewoonljik  bepaald  in  ge- 
kristalli Beerden  toestand,  eo  kan  Tarioeren  Tan 
bet  witte  tot  donkeHirain.  Bet  ia  niet  op  te  ge- 
ven, welke  kleur  bonig  moet  heiitten.  KiaiTemo- 
nlg  te  in  sniveren  toestand,  zonder  vermengd  te 
tgn  met  andere  bonigsoorten,  «irver  wit.  lerwijl 
boebreitbonig  bgna  iwait,  tot  <fiepdonkeit>rain 
kan  ign.  De  imük  Tan  den  boni^  nangt  geheel 
af  van  de  plant,  waarvan,  en  de  wgze,  waar- 
op bn  gewonnen  is.  Omtrent  de  deogdeliötheid 
van  den  honig  valt  alleen  te  le^gen,  dat  aUe  aa- 
tnurbonigsoorten  deagdelQk  tjin,  en  wefte  de 
smakelgkate  ii,  valt  niet  te  zeggen.  HededeeÜD- 
gen  omtienl  giftige  bonigsoorten  zgn  gewoonl^k 
Af  onwaar  M  overdreven.  In  ons  land  gio«en  te 
weinig  giftig  planten  Mn  invloed  uit  te  oefenen 
op  den  honig,  en  de  meest  giftige  planten,  tJs 
aeonitnm,  digitalig,  rhododeodron  worden  door 
de  biJen  niet  of  hoogst  zelden  Jtezocht.  De  beste 
bonigeoorttn  z^n  raat-  en  slingerbonig.  omdat  de 
bewerkingen  geen  invloed  op  de  kwaliteit  nitoefe- 
nen.  Lek-,  tap-  en  perAonig  lijn  meer  of  minder 
verontreinigd  met  tlnifmeel  en  wai.  Wordt  honig 
hooget  dan  60*  C.  verwarmd,  dan  worden  de  in 
den  benig  aanwezige  fermenten  gedood,  en  ver- 
üeat  hg  voor  bet  menaebelök  lidiaam  znn  groote 
waAüde.  Honig  wor<H  gebruikt  als  voedinga-  en 

Eenolmiddel,  verder  tot  bet  baUcen  van  kodi,  tiet 
creiden  van  mee  en  azün. 
Honltr,  iaeob,  een  Nederlandach  roman-,  no- 
*ellen.  en  geaehiedKh rover,  den  6dcn  Mei  1818 
te  Zaandijk  geboren,  leverde  reed»  op  Jeugdigen 
leeftgd  gedichten  in  tHdsciiriften.  Hg  verhond 
zich  aan  den  nitgebreiden  pwierhande!  der  fir- 
ma J.  Honi^  en  Zoon  en  breidde  op  vele  binnen- 
landsche  reizen  zgn  kundigheden  ntt.  Later  itond 
bg  mede  aan  bet  hoofd  der  Zaanlandidie  Asni- 
rantienmataefaappy  «n  in  zijn  laatate  lerenajaren 
wae  bn  borgemeeiter  van  Zaandfflc.  In  I8SS  le- 
verde hn  i^n  eersten  roman  „Adriaan  en  Harga- 
retha.  oi  de  heldendood  van  Sebaatiaan  de  Lan- 
ge". Verder  sdireef  bg:  „Tmydeman  en  zjn  w§r' 
en  in  1849  een  „Geadiiedenia  der  Zaanlanden". 
Tevens  bracbt  hn  een  merkwaardige  verzameling 
Zaanarfw  oudheden  tgeen,  namelijk  platen,  tee- 
kenin^n,  hand  aeh  rif  ten.  portelein,  kaarten,  boe- 
ten, die  over  de  Zaan  handelen,  portretten  van 
Zaanlanders  eni.  Hij  bezigde  dat  allea  tot  bonw- 
stof  voor  zgn  „Historisebe  ou<Bieid.  en  letterknn. 
dige  BtndiSn"  (1866—1867,  2  dln.).  Bg  overleed 
den  Uden  November  1870.  Bdiahe  de  reeds  ge- 


noemde gesdirilten,  vindt  men  bj^ragen  van  s9n 
hand  in  een  groot  aantal  tödsAritten  en  in  ecni- 
ge almanaUten.  Verder  vermelden  wij  oog:  „Ro- 
mantiiehe  tafereelen,  aan  de  eeschiedeni*  der 
Zaanlanden  ontleend"  (1842),  „Nicolaes  Rnieha- 
ver  of  geloof,  liefde  es  vaderland"  (2  dln.,  1846). 
„De  Hollandera  in  BratiliB  of  lotgevallen  van  ka- 
pitein Alderik"  (1851),  ,J)e  Jonkvrouw  van  Bon- 
aevelt"  (2  dln.,  1854)  en  ,J)e  vlag  der  Inquisitie 
of  Hoorn  in  1565—1573"  (18S9). 

Honlrb&kjai  (neciaria)  of  honimaffe»  xQn 
honigöfameidende  ^lastendeelen,  welke  m  ver- 
sdiillende  vormen  hg  de  bloemen  voorkinnen,  Ma 
men  bnv.  de  bloem  van  liooliaad,  mosterdzaad  of 
dergelgte  KroiAIoeniigen  [Crw^ere»)  nauwkeu- 
rig beziet,  bespeurt  men  tusscben  den  foet  van 
het  vmohtbeginael  en  de  daar  omheen  staande 
meeldtaden,  eteeda  6  in  getal,  4  meestal  ronde, 
groene  kliertjee,  waarop  lich  bg  gnnetige  weers- 
gesteldheid een  droppel  honig_  aJaciieidt  Derge- 

ana)  ia  geheel  bedekt  met  een  fclieraehttf.  ho- 

S'  jfscheideDd  bekleedsel.  Ook  beeft  men  fioniff- 
jes  bn  de  boekweit.  Aan  den  voet  van  oe 
bloemUaaeren  der  4)oterUoeinen  zijn  zij  bedekt 
door  schubbeD,  aan  dien  der  bloemUadeTen  van 
de  keizerskroon  en  van  de  ktervitsbloMn  hebben  lü 
den  vorm  van  bolten,  bij  het  nieskraid  (Bellebo- 
nuj  dien  van  kokertjes.  Bü  de  tabakabloem  koj 
men  ig  voor  als  een  oranjeklenrige  ring,  en  bg 
de  Oost-Indische  kers  en  de  leenwenbekjes  wordt 
de  honig  afgesoheiden  in  de  spoor,  een  verleng- 
sel  der  bloemkroon.  De  honis'baikies  lokken  de 
insecten  naai  de  bloemen  en  bierdoor  wordt  de 
beatuiving  bij  de  z.  g.  tnsdctenbloemen  onmo^ 
Ijlk.  Ook  strekt  de  daarin  aanwezige  honing  met 
alleen  aan  deze  diertjes,  maar  zells  aan  som- 
mige kleine  vogels,  kolibrietjes  en  nectarinün 
(honigvogels)  tot  voedsel, 

Kralrbesr.  Se  Beer. 

— onlrbU.  Zie  Bf. 

"    Il  is  een  r „ 

Jforter*   i 

staat  en  dat  zidi  onderadieidt  door  het  nagenoeg 
volslagen  gemis  van  nitwendige  ooren  en  door 
een  gering  aantal  kiezen.  Dit  dier  is  van  boven 
ergs  en  van  onderen  zwart,  terwijl  een  witte  band 
die  2  kleuren  sdieidt.  Het  voedt  liiA  met  kleine 
looedieren  en  vogele,  pi  nadert  bijennesten  en 
leelt  in  ondenardsche  bolen.  Hen  vindt  bet  in 
het  grootste  gedeelte  van  Afrika  ten  zuiden  van 
de  ^ara.  In  de  noordelijke  streken  van  Benga- 
len heeft  men  een  verseheidenlieid  londer  witten 
band.  De  eerste  soort  laat  zidi  gemakkelgk  tem- 

Ronlrdanw  it  de  naam  van  een  zoet  en  kle- 
verig voCTit,  dat  des  zomers  dikwijle  de  bladeren 
en  takken  van  boomen.  beeeters  en  kroiden  be- 
dekt en  aan  velerlei  insecten  tot  voedsel  dient. 
Dat  voebt  ia  doorgaans  afkocostig  van  de  blad- 
luizen,  die  met  gniiigheid  sooveel  phntenearaen 
opslorpen,  dat  ig  die  gedeeltelQk  weder  atseliei- 

BonlVKi'AB*  ^'*  BiinéUoa. 
Honl^,  Oomelü,  een  Nederlandseh  dichter. 
den  29Bten  Oetober  1845  te  Koog  aan  de  Zaan 


DigilizedbyGoOglC 


gcl)Dreii,  werd  in  1872  leeraar  io  de  Nederland- 
sche  en  Daits^e  Uien  un  de  laBdboawMbwiI 
te  WKgeniogen  en  in  September  189S  directeur 
Tan  de  Rpi  hoosere  barnrtdiool  te  Zvolle.  Den 
4den  April  1896  kwun  ii^  door  een  noodlottigeQ 
Tïl  om  het  IcTen.  Hq  lererde  de  diehthnodrit: 
„HHne  lente"  en  „Oeen  zomei"  (1860),  alimede 
eehi«e  Tértalingen  en  boeken  toot  het  ondermjt 
Verder  was  hg  mederedMtenr  tm  ,J)e(n)  Oidt' 
en  Tersehenen  in  menig  tödschritt  bgdrafeo  tsi 
ign  hand. 

Honlvklavftr  (MtlUolut  Tonrn.)  ii  de 
Daun  van  een  plantengetlaAt  uit  de  familie  der 
Vliitderbloemigen  (PajnlUmaeeitt).  Het  onder- 
edieidt  lieh  door  een  S-tandigen  kelk,  een  stompe, 
ongeinaTelde  kjel,  meeldraden  tkd  welke  9  met 
«lult  vergroeid  zgn  en  één  tr^  is,  een  naakten 
etgl  en  een  1 — 1-zadige,  (^wnapriogende,  korte, 
bnlten  de  kelk  nitstekende  oenl.  Van  de  eoorten 
veimelden  wg:  akker  korngklaver  (M.  ottietiiatiê 
W.)  met  gele,  welriekende  bloemen,  watnan  de 
Tlei^Ie  der  hloeimkraon  too  lang  t^n  aia  de 
vlag,  en  penltjee  die  ipite  in  een  punt  ai-tioopen, 
lenge  den  borenrand  MieTp  g^eld,  min  of  meer 
beluard  en  bg  rg^Aieid  twart,  net-rimpe)ig  ign; 
icille  honigklavtr  (M.  albvê  1)  e  e  t.)  met  witte, 
bloemen  met  ileogcle,  die  ereD  lang  ign  ala.  de 

ver  (M. 

(«omlödt  witte),  welriekende  Uoemen,  en  met 
ylengeli,  die  eren  linr  ign  ftia  de  kiel. 
XotiitC^oAoA.  Zie  Koekoekoehlige  vogel». 
BonlnaleTSit.  Hieronder  veretaat  men  een 
bg  zonder  geslacht  van 
mieren,  waarvan  de  arbei- 
ders in  staat  zgn  jn  han 
«chterlöf  groote  hocïeel- 
heden  honig  op  (e  nemen, 
die  bon  door  andere  ar- 
beiders wordt  Terstrekt 
Het  igri  dm  ware  leien- 
de  honigreBenoiri,  die  in 
tgden  Tan  gebrek  de- 
zen honie  weer  kennen 
afgeven.  Bet  aehterlgf  is 
dan  hlaaavomig  *>Vf^ 
zwollen,  waatop  men  de 
oorepronkelgke  ehitinerin- 
gen  nog  als  plaatjes  ziet 
liggen.  Men  kent  twee  ge- 
Eloditen ;  If ynneooeysfuj 
mexieanwt  Bit  Ueiico  en 
CamponohiB  M/Iatue  nit 
Anstralit.  Zie  voorts  bgg&ande  fie^nr. 
Bonlcnftpfa.  Zie  Honigbakje». 
Honlrraat.  Zie  Bjj. 

■onlntefln  (MeÜKt)  wordt  gevonden  in  de 
brntnkooUagen  van  Hnringen  en  liestaat  tolgeni 
WOkUr  nit  40,S  %  honigeteenzanr,  14,4  %  alnmi. 
uioxied  en  45,3  %  water.  Hg  heeft  een  hardiieid 
van  2,6,  een  loortelgk  gewicht  van  l.S  tot  1,6  en 
is  gekristalliteerd  in  den  vorm  eener  kwadrali- 
sehe  pTiamide.  Bg  is  honig-  of  wae^l,  vetglai 


Konlfvovels  noemt  men  een  aantal  zeei 
nauw  verwante  Togelfanilifln,  nl.   de  honigzni 


gers,  de  »[uievogeIs,  de  snikerrogels,  de  bloem- 
pibiers  en  de  érgpamdideit. 

■onl|:nilK»ra  (MeUfkagüün)  ia  een  fami- 
lie der  honigvogels  met  190  soorten;  de  snavel  ia 
lang,  gebogen  en  van  voren  qjits;  de  vleogeU 
i^n  nu4d«Tmatig  lang,  de  tong,  san  liet  voor- 
einde  in  fgne  Iwartjes  verdeeld  en  kan  nitf^tto- 
ken  «orden.  De  kleor  is  zeer  versdrillend.  Men 
vindt  ze  van  Celebes  tot  de  Samoa-ef landen  en 
van  de  McIiAken  tot  de  Sandwieh- eilanden. 

HBnlr  i*  een  Noorsri»  godheid,  omtrent  wier 
wezen  men  no^  in  het  dnister  taat.  Volgens  d* 
eene  overlevering  briioort  bg  oorspronkdjjk  tot 
de  Asen  en  werd  als  gnzeüaat  naar  de  Tfinen  ge- 
zonden. Hji  had  een  Rinke  ceatalte,  maar  w«i 
verstandetglc  ileeht  ontwikkelcf,  loodat  men  hem 
Mimir  als  raadsman  gal.  iDikwgli  komt  hg  voor 
met  Odi»  en  lokt.  In  de  heraehapen  wereld  wu 
hg  de  beer  van  het  noodlot.  Om  ign  num  is 
nog  niet  opgehelderd. 

Honkbal,  in  Amerik*  Batebaa  (zie  aUsat) 
gdie«ten,  een  ond  nationaal  spel,  wordt  gespeeld 
op  een  vierkant  veld  -van  27,5  X  27,6  m.  De  vier 
punten  zgn  de  honken;  thniAonk.  lt\,e,  2de  «n 
Sde  honk.  De  spelers  (18  k  20)  verdeelen  aleh  in 
twee  groepen:  de  veldpartK  en  de  eUgpartg.  Van 
de  eerst«  ^oe[)  staat  een  der  qielers  in  het  mid- 
den van  het  vierkant,  een  achter  het  ttmishonk 
en  de  overigen  staan  in  het  veld.  Van  de  slag- 
partg  komt  er  benrteliogs  e«n  aan  den  slag,  of 
net  tbnishonk.  Hg  moet  den  bal  (ongeveer  een  erie- 
kethal),  hem  nit  bet  midden  toegeworpen,  zonder 
den  grond  aan  te  r&ken  lemgslaan  met  een  ilag- 
hoat,  een  rond  eiiAet^t,  aan  bet  eind  7'/i  om. 
in  doorsnede.  Daarop  loopt  h3  naar  het  eerste 
honk  en  komt  de  Volgende  meier  aan  slag.  Wie 
geslagen  heeft  moet  de  vier  honken  afkwpen  en 
beeft  dan,  ali  1^  niet  wordt  nitffevangen  d  nit- 
getikt,  voordat  bg  een  honk  veilig  "bereikt,  één 

«pe- 

!  par- 
sportaneve 
~  eeaig  re- 


pnnt  voor  zgn  partg  gemukt.  Als  er  drie 
Iers  van  de  alanartg  „nit"  zgn,  wisselen  de 
(ges.  Een  gosd  oog  en  een  Mkere  tportal 


tget.  „  „ 

aanleg  zgn  noodig  voor  den  apeli 

en) taat  te  bereiken. 

In  I91S  werd  deNedertandseheHonk- 
balbond  o|^richt,  tengevolge  van  pogingen, 
gedoiende  een  tiental  jaren  gedaan  en  ni^;aande 
van  den  Amsterdamseben  Bond  voor 
Liebafflelgke  Opvoeding,  om  een  roed- 
koop  gro^tpel  voor  den  zomer,  op  een  bnrek- 
kelgk  klein  terrein  te  tpdtn,  te  doen  ontataan. 
Een  vgttal  elohs  in  Amsterdam  en  een  eltlb  in 
Enediede  beoetenen  brt  bonUbalspel. 

Honkanr*  L  is  de  naam  van  een  planten- 
gedaebt  vui  de  familie  der  MtniTaektigm  fCaryo- 
pkyOaeêefn).  Het  heeft  een  6-deeligen  kelk,   6 

f  ave  bloeomladeren,  die  iets  kleiner  zgo  dan  de 
elk,  10  honigkliertiea.  die  met  de  meeldraden 
afwisselen,  een  éénnokkige  doosvrnebt,  met  8 
klepjes  <^Knsprin^nd,  en  8  tot  5  groote  zaden. 
In  ons  land  groeit  de  ZÉevotUlein  (H.  vepMdu 
L.)  of  Ammadenia  pepMaet  met  eironde,  spitse, 
vliezüe  bladeren  en  alleenGtaande  bloemen  aan 
zeer  rorte  bloem  at  eelt jes.  Deze  plant  vindt  men 
aan  zee  en  in  de  dninen. 

Honnet,  een  plaatq'e  tegenover  Solandseek, 
aan  den  Bgn,  aan  den  voet  van  het  Zevengeberg- 
te  en  de  apoorlgn  Keolen — Nlederlahnstein  g«- 


DigilizedbyGoOglC 


HONNïï'-^ONOBItlB  I. 


legen,  telt  (1910)  6767  imraiien  en  is  een  ink 
braoclite  badpl&ats  Toor  longljjderi.  De  i-nwonen 
honden  lieh  wzi^  met  wgn-  en  ooltboaw. 

Romieara  ujn  in  bet  ügemeea  eeibewöien. 
lo  den  regel  echter  ^reAt  men  meec  b^kld 
tbh  müilair»  honneuri,  ^«taande  in  die  eeHM- 
«ijzen,  welke  by  bet  legei  ieder  krggBman  ver- 
«inldigd  ia  aan  ïjjd  meerdere  in  nng.  Zy'  be- 
stMD  in  bet  brengen  Tan  den  gewonen  militairen 
gioet,  in  bet  pteaenteereo  T&n  het  geweer  in  het 
onder  de  wapens  komen  tui  de  waebt,  in  bet 
groeten  met  Tundels,  ia  aalantschoten  eni. 

Ook  beiigt  men  de  aitdrukUng  „de  bonnenrï 
waarnemen  Tan  den  gaatheei  «f  ign  plaaterei- 
Tanger,  die  de  gasten  ontTangt. 

lo  bet  ka&rtqtd  noemt  men  bg  whist  honneurt 
bepaalde  kauten. 

Honnr  loU  qnl  nul  V  pmmm.  (Onteerd 
zq  hy.  die  «r  tledit  «rer  deut),  is  de  spienk  Tsn 
de  Orde  Tsn  den  Eonseband,  door  koning  Eduard 
lil  Tan  Engeland  io  1350  geetieht.  Het  geogde 
wal  Teeds  tAói  Eduard  III  in  Fiankrqk  apreek- 
woordelqk  naar  Moleiding  Tan  een  plaats  in  de 
Aela  tanetomnt  UI. 

■onolotfo*,  <le  liooldttad  dei  Sandwich- 
eilanden, ligt  Dfi  4e  ini&vat  Tm  het  eiland  Oa- 
boe,  tn  een  boeoi  Tan  traetilbooiiien,  is  de  letel 
Tan  bet  oppeibestnnr,  Tan  genjtten  en  oongnls, 
van  een  Anglicauiecjien  en  K-Eatholieken  bis- 
achap  en  telt  (1910)  52183  inwoners.  iDe  stad 
beeft  een  Earopeesoh  Toorkomen  en  in  1880— 
1832  werd  er  een  koninklük  kasteel  in  Italiaan- 
edien  «tijl_  (^igetrokken.  Verder  beeft  men  er  een 
B.'Katbolieke  hoofdkerk,  een  sAonwbnig,  een 
museum,  een  'biUiotheek,  een  giergieterg,  een 
maehijielabriei,  eleclrisdie  tiam,  teleioon  en  wa- 
terleidipg.  Haar  baren  wordt  dwi  een  ddbbel 
koraalrif  bcrreiligd  en  iieeft  een  lichttoreo.  Zg 
staat  in  regelmatige  sdieq^aaitTerfainding  met 
San  Fiancisco,  VanoonTer,  Seattle,  Nienw-Zeeland, 
Sjdne;  en  Japu. 

Hoii*rartaiiif  noemden  4e  Romeinen  geuben- 
ken  ia  graan,  wgn  eni-,  door  de  inwoners  van 
een  winseweet  onTerpUeht  aui  hun  bestuurders 
aangebooen.  In  latere  tj^en  der  Bepobliift  wer- 
den zulke  gegchenken  aiet  «Heen  gebiecht,  maar 
lelfs  afgeperst.  Te^nwoordig  gebntikt  men  dat 
woocd  —  op  de  wqze,  als  reede  het  geTal  was  bjj 
de  Romeinen,  bg  wie  bet  loon  t»  degenen,  die 
de  i^.  artet  libtnde*  (de  rrjje  knnstenj  uitoefen- 
den, konorarium  werd  genoemd  —  Tooral  Toor 
bet  loon,  dst  scbrgners  en  dichtera  Tan  de  nit- 
gvrerG  ontTaneon.  Vooral  in  EageUnd  en  Fraok- 
lök  ign  aan  dé  meeat  populaire  schrurers,  zooals 
WaUer  Seolt,  Moore,  Byron,  Diakent,  Dunuu,  Sue, 
VictoT  Hugo  eni.  booge  faonoraria  nitbetaald.  Daar 
de  uitgerer  met  bet  wasrsehjjolült  debiet  tnoet  te 
rade  gaan  «n  dit  bjj  onze  geringe  -beTolking  nim- 
mer ^root  kan  ïüd,  bleven  in  Nederland  de  ho- 
norarja  betrrtkelyk  gering. 

Houorlft,  Jmhi  Orala,  «en  doditer  Tan  f7on- 
tlanUuê  en  Placidia  «n  een  nuter  Tan  Vaün- 
ttnümtts  lU  (425— 15S  na  Chr.),  kre^  reeda 
Troeg  den  titel  Augnsta.  loodat  haar  booge  raiw 
haar  Teibood  een  faaweljjk  te  sluiten.  Zq  gaf  iii£ 
ecbter  aan  baar  kamnilienaar  EugetduM  oTer, 
waarom  haar  moeder  liaar  in  ballin^e^ap  zond. 
Zq  zond  heimelijk  een  ring  aan  Atlila,  om  zich 


als  qja  ecèt^oote  aan  be  bieden.  Toen  in  450 
Alliiii  bui  SQn  band  aanbood  en  tevens  Nschtc, 
dat  VedmtiniiivMS  aan  haar  zgn  geiag  ion  af- 
stMUi,  werd  ig  met  een  man  lonoer  eeni^  be- 
teekenia  in  den  edit  Tei4jonden  en  daarna  m  It«- 
UB  gedurende  geheel  <baar  leren  in  de  goTangenis 
opgesloten. 

Honorla  ftama  (Latijn  —  eershalTel  noemt 
men  die  prranotie,  waonbij  iemand,  die  lion  inlka 
door  zgn  arbeid  waardig  heeft  gemaakt,  zonder 
rooraf^ande  eiamena  en  {iroetsoiTift  tot  doctor 
beTordeid  wordt. 

Honorliu.  Flaviuê,  een  loon  Tan  keizer 
Theodotüu  l,  den  9den  SepUtnber  884  na  Chr. 
geboren,  werd  tot  Augnstni  benoemd  in  393,  en 
2  jaar  later,  na  den  dood  ^na  vaders,  keiici  van 
bet  Weet'Romeinscbe  R^^  (395—423),  terw^l 
aan  xgn  broeder  AtockUiu  de  heeradiappjj  oTer 
bet  Oost-Someinsdie  Bjjik  ten  deel  tiel.  Hg  hield 
aanrankelgk  te  Hikan,  kater  (403)  te  RaTenna 
zijn  Terblgf.  Zijn  Toogd  SlÜieho  [lie  aldaar) 
dempte  in  398  den  oost&iid  van  OUdo  in  Afrika, 
Tenette  lidi  in  Griekenland  en  Italit  met  goed 
geToig  tegen  Alarik  en  orerwos  in  406  de  tülrg- 
ke  Oennunaehe  benden,  welke  onder  aanfoering 
van  Radögait  in  Itaüf  waren  geTalIen,  4o(!h  be- 
iweci  ala  ilaeiitoffer  der  lagen  ysn  den  enan^ 
O^mpifu  in  4€^.  Toen  TcrkieMT  Alarik  de  o]q»er- 
heerschappij  in  IlaJit,  en  de  Weat-Ooten  Terlie- 
ten  dii  uind  eerst  na  xqn  dood  (412)  onder 
Athaulf,  die  in  414  met  '»  keizers  inster  Plaei- 
dia  in  bet  bnwelgk  trad,  en  begiTen  lieh  naar 
Qallil.  Inmiddels  stonden  in  BrittannlE  onder- 
sdeiden  tegenkeiiers  op,  en  onder  dezen  stiekte 
Contaidtit  ^  heersd^ipg  tot  in  Oallit  «it. 
Wel  werd  bH  orerwonnen  door  Coiutamtita,  He 
in  417  met  Pheidia  hnwde  en  in  439  tot  mede- 
keizer irerberen  werd,  dodi  0MwrtM  deed  alstand 
Tan  de  Rotneiasdhe  beersA^tpg  io  BrittuuiiS. 
Hq  oTerleed  den  27BUn  Augaitos  428  te  Ra- 
Tenna, zonder  een  mannelgken  ertgenaam  na  te 
laten. 

Zie:  Hodgkin,  Ilaly  and  its  inTadera  (Oxford 

HonorliUl  Z,  P«d>  (625— (t38),  schaarde  sidi' 

Sednrende  de  toenmalige  keikelqke  twisten  un 
e  zqde  der  Monotbelefen,  die  vatt  stelden,  «lat 
Chriitui  wel  twee  naturen,  maar  slechts  één  wil 
heeit  gefaad.  en  werd  daarom  of  bet  leede  oeen- 
menisme  concilie  te  Eonstantinopel  in  681,  dos 
lang  na  zqn  dood.  als  ketter  Terooideeld.  Leo 
U  heeft  den  banvloek  oTer  hem  nitgesprefcoi. 
R.-EatÉ)olicke  stdiriJTers,  zooals  Baronuu  en  Bel- 
larminu»,  Terdedigen  de  teditsianigfaeid  tab  Ho- 
«oriut  door  de  bewering,  dat  de  acta  Tan  bet 
concilie  TeiTalEClit  i^n,  welke  bewering  onge- 
grond is;  anderen,  zooals  Pagi  en  Qarmer,  door 
de  veiiekering,  dat  hg  niet  veroordeeld  is 
wegens  ketterg,  maar  Toor  nalatigheid  (prof- 
ter  negltgenliam),  omdat  de  TeroordetUngaloi- 
mule  Inidt.  ,.die  neeft  toegelaUH  dat  het  onbe- 
smette geloof  ten  gronde  werd  gerieht"  (imma- 
eulatam  fidem  tubverti  permüit).  Wat  Honorui* 
zelf  betreft  meenen  R.-Eatbolieke  gescfaieAnn- 
digen,  dat  bq  geen  geloofiaitspraak  voor  de  {«- 
bede  kerk  heeft  willen  doen,  en  dat  zgn  wémf- 
Ten  dnidel^  alleen  nïttlait  twee  willen,  die  met 
elkaar  in  strgd  unden  ifn.  m.  a.  w.  dat  bg  aleehta 


DigilizedbyGoOglC 


HONORIUS  I— HONTHBUf. 


1S3 


de  moreele  Mobeid  tan  wil  in  Ckriibu  verde- 
digide.  Door  deze  fonnnle  echter  heeft  hq  de  leer 
T&n  ben,  die  mur  één  wil  aaoTaardden  in  nn- 
merieiieD  zin,  ten  leente  beenngtigd. 

Ronorlva  H,  te  voren  Petna  Cadalu»,  bi»- 
Bcbop  vu  Parm»,  werd  gedurende  de  mindei- 
jatifheid  vao  Hendrik  IP  door  den  invloed  der 
Dtiitsehe  vorsten  in  1061  te  B«zel  Ut  tegenpani 
van  Atexander  11  gekoten  en  deed  zgn  ijrtodit  in 
Rome.  Toen  editer  Hrnino,  a&rtebiGSchop  tan 
Beiden,  zidi  met  het  löksbestuar  belastte,  kozen 
de  DnitBcèe  voreten  eveneens  de  z^de  van  Alex- 
ander  II.  Hoewel  Htmorivë  door  hen  verlaten 
weid,  traehtte  hg  zijn  lecbt  te  doen  gelden.  Hq 
overleed  in  1078. 

V«OT  zoover  Petnu  Oadtdui  als  tegenpaus  geen 

SlMts  bekleedt  in  de  rjj  der  pausen,  geelt  men 
en  naam  van  Bonoriiu  II  aan  LanAêriut 
SeanwAeeehi  te  Fttgnano  geboren,  biesebop  van 
VelJetii  en  kardinaal  van  O^iia,  Eij  regeente  van 
1124  tot  1130,  bemoeide  ziefa  na  den  dood  van 
Hendrik  V  met  de  kaniogskeuze  en  sprak,  om 
zijn  gnnst  te  betoonen  aan  keizer  Lolhariu»  van 
Sakté»,  den  binvloei  uit  over  hertog  Koenraad 
van  Franken,  die  lich  ali  tegenkoning  faad  la- 
ten kronen.  Minder  vooiBpoedig  «aa  z^n  itigd 
tegen  Roger  van  Steiliil,  die  de  ^nselqke  leeoMt 
A{iulifl  en  Calabrii  in  beiit  nam. 

Ho&ortiu  ZZZ  (1216—1227),  te  voren  Omuio 
SmdH,  kardinaal  van  8t.  Jan  en  St.  Pant  te 
Rome,  de  opvolger  van  Innooentüu  Ul^  kroonde 
Fredeiik  II  <tot  keizer  en  kwam  niet  in  verzet 
tegen  dien  vorst,  toen  deie  zön  loon  Hendrik, 
die  reeda  koning  van  Sieiliü  was,  tot  koning  van 
thfitBchland  deed  kiezen.  ZelFs  had  Frederik  ge- 
legenheid om  in  SieiliB  tnn  lang  vergeten  reebten 
oj)  de  kroon  te  doen  geiden.  ifoRoritit  was  een 
hverig  voorstander  der  bedelende  moDsikeaor- 
aen-,  nn  vestigde  in  1216  de  Dominicanen  en  in 
1225  oe  FtBneiseanen.  Verder  begnasli^  bq 
de  Dnitsdie  Orde  en  spoorde  gestadig  keizer 
Frederik  II,  aan  om  te  haren  bdioeve  een  Krais- 
tocbt  te  ondernemen.  Dit  zon  juist  geschieden, 
toen  Bonoriiu  oveileed. 

Honorlni  XT,  te  voren  kardinaal  Oiaeoma 
Savelti,  nu  de  opirolger  -ïan  Martinut  IV  en  re- 
geerde van  1285  lot  1287.  Hg  wist  de  paaei 
rediten  op  Sicilië  te  doen  gelden. 

HoDoarable  (eervol)  wordt  in  Engeland  als 
titel  Kleven  aan  de  leden'  van  den  adel  <ai  an- 
dere booggeplestate  personen,  in  de  Brittcbe  ko- 
loniin  ea  de  Vereenigde  Staten  van  N.  Amerika 
aan  miniaters,  etaatsniden  en  eenstoren. 

Honorer  is  de  moderne,  van  AnviteUi-lhiper- 
ton  afkomstige  renniiddng  van  Akana  mriryo, 
zooals  in  den  ..Avesta"  het  heitgste  gebed  der 
Perzen  genoemd  wordt. 

HoiuUoe.  Zie  Japan. 

Hont  is  de  naam  van  een  Hongaarsdi  comi- 
taat,  aan  deze  zgde  van  den  Donsn,  Insschen  de 
comitsten  Néogru,  <3ran,  Pest,  Bsrs  en  8(dil  ge- 
legen. Het  beeft  een  owervlakte  van  2650  v.km., 
is  meerendeda  tieigacntig  en  behoort  wegene  z^d 
vmehtbiuirheid  en  teèooabeid  tot  de  weWareno- 
ate  dwlen  des  landa.  Men  verbouwt  er  red  wgn 
en  taèak,  en  de  bodem  levert  ondersdieiden  be- 


132  I9S  inwonerg.  Bet  meerendeel  der  inwoners 
behoort  tot  de  R.-Katholi(Ée  Kerk.  De  tiooM- 
plaats  van  bet  eomitaat  is  lpo)j-SAg. 

Hont  of  IFetlerseAeMe  ie  een  inbam  det  ie« 
in  de  provincie  Zeeland,  op  vele  (plaatsen  wel  5 
km.  breed,  waarin  op  de  BeleiM^-Nederlandsebe 

frens  de  Schelde  uitmondt.  In  iiet  O.  Ü^  ten 
.  ervan  het  Verdronken  land  van  Saattmgen, 
(zie  de  kaart  «Km  Zeeiand),  uit  siiborran  en  (^ 
wassen  ontstaan  met  diepere  geulen  ertunriien. 
De  breode  veAinding  mot  de  Ooster-Sdielde  bg 
Batfa  naar  bet  N.  ie  vettend  tot  een  smalle  geul, 
welke  ten  behoeve  van  den  spoorweg  naar  Vlis- 
singen  is  afgedamd,  evei^süs  de  verbinding  (door 
bet  Sioe)  tusscben  Walebeien  en  Z.  Beveland. 
Naar  bet  W.  wordt  de  Host  ibreeder.  Door  een 
groot  aantal  droge  tiaoken  ie  bei  vaarwater  zeer 
kronkeleDd;  de  plaat  van  EBewontsdQli  verdeelt 
bet  in  het  Vaarwater  van  Neoien  en  het  Vaarwa. 
ter  van  Baarland.  Vdör  den  treehtervormigen 
mond  liggen  vern^Uende  fanitenzandbanken, 
waartnas^Kn  vier  vouiraters:  Wielingen,  Spleet, 
Denrloo  en  Oos^t,  waarvan  de  Spleet  niet  be- 
tond is,  toegang  tot  de  Noordzee  geven.  De 
grootste  diepte  en  breedte  bedraagt; 


tuaschen  Vliaaingen  en 
Breakens 

tusachen  Ellewontsdijk 
en  de  keet  van  den 
Nieuwen  Folder    .  .  . 

bi]  Waarde 

bq  Lillo 


Diepte      Breedte 


Met  verscbii   tusscben  hoog- 
bedniagt: 


Vlissingen  en  Breskena  , 

Hoofdptaat 

Temcuzen 

Hansweert 

Bath 


5,1 


BontenlsH  is  een  gemeente  in  Zeenwieh- 
Vlaandeten,  882E  B.A.  groot  met  (1915)  5156 
inwonere.  In  het  N.0.  wordt  an  b^rusd  door 
de  Hont  ot  Westerseheid  e,  aan  de  overige  zijden 
door  de  gemeenten  Oseenisae,  fiangtdgk,  Stop- 
peldgk,  Halst  en  Qranw-en-Langendam.  Tot  de 
gemeente  behooren  de  dorpen  Gioenendgk,  Lams- 
waarde  en  Klootterzande,  benevens  eenige  buur- 
ten en  gehnehten.  Het  dorp  Honteniste  of  Oud- 
Holland  is  in  1511  tengevolge  ven  een  ovet- 
strooming  verdwenen.  De  landige  kle>bad«n  be- 
staat uit  Teisebillende  polders,  die  voor  den 
landbouw  gebruikt  worden. 

HontlMlm,  Johann  Nikotaai  von.  wgbis- 
sehop  van  Trier,  den  27sten  Januari  1701  aÜaar 
uit  een  oud  en  aauienljjk  getlaeht  geboren,  be- 
zocht de  nniversiteiten  t«  Tnvt,  Lenven  en  Lei- 
den en  vrerd  in  1724  te  Trier  doctor  in  de  redi- 


DigilizedbyGoOglC 


BONTHEIM— aOOO. 


t«B.  Hq  Tcrttleef  dunu  drie  jtM  ia  bet  Oerma- 
nienm  te  Rome,  iretd  is  1728  piieBter;  dooi  keni- 
voiit  Fraat  Qtorg  te  Tti«i  werd  h|)  tot  eeeite- 
lyk  tudaheei  ia  hot  consittoru  en  kort  daanu 
tot  faoogleerau  in  de  rechten  beooemd,  terwgl 
bil  lieh  Tcidei  met  tiet  Muuügan  van  vele  ge- 
wichtige aaogelegeDbedeo  belut  en  in  I74S  tot 
w^bisaobop  tu  liet  Mirtabi«doiQ  ferheien  u>^. 
Duid»  MiTeef  ii|)  ajJB:  „Hiitoria  TreriiciUK 
dmloauitia"  (3  dln..  1750)  en  Utei  een  .J*!»- 
diomoa"  (2  dln.,  17S7)  tot  dat  weit  Ook  gat  hü 
ondei  den  oaam  Tan  /wtimu  FebnmiuM  sog  in 
h«t  liebt  ,J}e  ataln  eodeiiae  et  legitima  poteitate 
Romani  Poutitieis"  (17S3),  beitemd  mn  de  bwit- 
tende  paityen  in  de  kuk  tot  lenoenii^  ta  bien- 
ren.  EMt  geaehiift,  «mtü  bg  ala  een  tegenatan- 
dei  taa  oea  pau  en  ala  een  Terdedi^  van  de 
Tigheid  dei  Eerlc  optiad,  en  dat  hg  lelfg  aan 
den  paae  liad  t^geongen,  ««id  op  den  iitdei 
geplutit.  Twen  de  nrederleg^iogen  va 
boek  TerweenM  «ieh  HoHÜuüa  in  ondencÉieiden 
geë^riftoii,  *oodat  deie  tot  een  4-tal  deelen  aan- 
gloeiden.  In  1778  liet  liq  «ieh  OTeibalen  i^n 
Kesduitten  t«  beiroepn.  Zün  „Commentaiiag 
in  Buam  letnetationem"  (1781)  bewqit  ecbtei, 
dat  tii  niet  Tan  meening  -reranderd  wae.  Hg 
oveileed  den  ^den  Septeniber  te  Moolqnintin 
1790. 

Hontliorst,  Qtnrd  «m,  een  Nedeilendaeb 
■ciiiMei,  den  tien  Motefflber  1S90  te  Utieebt 
geboieo,  den  27tten  Aft'd  1S56  aldaai  geitoiTen. 
Hjj  was  een  leerling. na  JbrakiM  BtotTnatrl  en 
f«rtoefde  later  io  'Itadil,  waai  i^  Oarmagsio 
volgde.  Ib  1822  vestigde  fajj  lieh  te  ïïtieebt,  in 
10&  vertoefde  tiii  Jn  «Dgeland  en  van  16S7  tot 
1S52  was  bij  «Aiuder  der  etadhonden  te  '■•Ora- 
Tenliage.  HQ  lehiMenie  tatereden  nit  de  ^ewgde 
en  de  o '"*  — '■'"'' — ■*  — " — '*  ~'"  — 


ea  de  ongewttde  getebiedeoi*,  ontleende  inn  o 
derwemn  «ok  wd  aan  de  godenleer,  en  il  b 
meest  Mkesd  door  ign  portretten.  Om  ign  t 


keni  TOOI  kaaraliebt  noemen  de  Italianen  hem 
„Qherardo  dofte  noth'".  Werken  van  Honthorêf 
beiittan  het  Rqkimuenm  te  Amateidam,  bet 
HiQtitdiDii  te  'a-OTS.Teiïh«^,  bet  craiettm  te 
Haarlem  en  ttet  mnienm  te  Dtradit.  Hmlhortt 
welkte  in  1650  mede  aan  het  beeduHeren  dei 
Oianj«iaal  in  het  Hnii  ten  Boedh  nabg  'a-Qia- 
venbage. 

Hontkonl,  ■  Willem  van,  een  NederïaodeA 
■ehiidet,  bn»dei  «an  den  voorsMode,  ia  1604  te 
Utraeht  geboren,  den  IMw  Pebniaii  1686  al- 
daar matonea.  lETg  «aa  «en  leeillng  y»a  Qerard 
vm  HonMortf  u  eduMeide  poitietten;  men 
Tindt  ei  in  bet  RakHnmeoni  te  Amiterdiun  en 
in  het  mneeom  te  Utieebt 

Honved  [=  TadeilandeTeidedigera)  werden 
in  Hongaqje  Toor  het  eerst  in  1848  die  Tr^wil- 
ligetR  genoemd,  welke  Toor  eenif[e  weken  et  o 
mflteirari;  (=  tot  de  OTerwisning)  in  krggi- 
dienit  truea  vm  tegen  de  SerTitie  en  Kioaten 
ten  Btrade  te  tiekkoi.  Toen  eebter  later  de  itrgd 
boofdiakel^  tegen  Oottenrgk  geiieht  was,  een 
aantaj  van  de  onde  geregelde  regimenten  tot  de 
Honearen  orerging  on  die'  Tigwilligers  deels 
bg  deie  legimentm  ingeljUd,  deels  tot  nienwe 
1   — j__^   diende   de  ""       " '   '' 


Tan  het  Ooitenq^Kii-HoDgaarscbe  leger  na  1866 
heeft  de  landweer  der  StepbanuAnwn  ^onga- 
[üe,  ZoTeabarsen,  Kroatii  en  SlaToniS)  du  naam 
Hottvedug  benouden,  dodi  wordt  in  het  dsee- 
l^keeh  leven  kortweg  Honved  genoemd.  De 
dienet-  en  eommandotaal  der  HoiiTed  i«  de  Hon- 
gaaisehe  en  tooi  de  Eioatiseh-SlaToirisobe  troe- 
pen de  Uadstaal. 

Hoooli,  Pieter  dt,  een  Kederlandseb  sehil- 
der,  is  in  1680  te  Rotterdam  geboienenin  1677 1« 
Amsterdam  orerleden.  Hy  wMmde  f»n  I6S3  tot 
166S  te  Delft,  waar  hg  onder  den  invloed  vaii 
Oaril  Fabritiu*  en  Tan  Jan  Fermeer  lieh  vorm- 
de tot  een  der  meeet  beroemde  schilders  van  bin- 
nenbniien.  In  bet  laatst  vaa  ign  leven  woonde 
hü  te  AmetenlBm.  £eiiige  igner  beate  weiken 
böiit  bet  RiiksmaMam  te  Amsterdam, 

Boodf  SomueL  Tiaeonat,  een  Biilscb  admi- 
raal, werd  den  I2den  December  1724  geboren, 
begon  ign  loopbaan  ale  sobeepejiHigen  bg  de  Ko- 
aioklüke  Hatine  en  wai  bg  het  nitbaiaten  van 
den  ZeveDJaiigen  Zeeooilog  reeds  ki^iteia.  In 
1758  veioverdfl  bg  als  f cegatscommaB dan t  van 
een  Iiegat,  na  langdDtigen  strgd  het  Fransche 
fregat  „Bellona",  waarna  hij  bevelhebber  werd 
van  het  lioieschip  „Afrika"  met  64  etokken.  Na- 
dat hg  in  1778  tot  baronet  en  in  1780  tot  admi- 
rukl  verheveo  was,  bradit  ha  den  Franschen  ad- 
miraal OrasM  bg  bet  eiland  St.  CBiristotfel  «en 
nederlaag  toe  (20  Febioari  1782)  en  behaalde 
met  den  beteWoerendro  admiraal  fiodney  den 
Uden  April  een  overwinning  bQ  Qaadelonpe.  0<A 
veroverde  bü  den  lOden  A^rü  17S2  10  Fronsdie 
liniescbepen  en  2  Ircgatten  bg  de  HooApusage. 
Koning  Oeorge  UI  TOThiel  hen  na  den  viede  rao 
I7S8  tot  paii  van  Ierland  met  den  titel  van  ba- 
ron Hood  pan  OatheringUm.  In  1784  werd  hg  lid 
Tan  het  Lagerhuis,  waar  hg  dooi  ign  vigmoedige 
oppositie  te^en  de  regeeiing  groots  populariteit 
Teiwieif.  Hg  Teiloor  deze  eebtei,  toen  hg  lieh 
door  ïjjn  benoeming  tot  lord  dei  adcairaKteit  liet 
bewegen  de  igde  Tan  het  ministerie  te  kieun.  Bg 
den  aauTang  van  den  oorikig  tegen  da  Fraaiehe 
Reottblitk  onlTinK  it'ï  bet  oweibmel  in  de  Hid- 
deUaadsebe  Zee.  Het  den  Spaansdien  admiraal 
Lmgara  veroverde  bjj  in  1793  Toukin.  doeb  de 
veraeeldfaetd  der  koningsgninden  en  de  oagTei 
der  Spanjaarden  deden  bem  van  rerdere  onder- 
nemlngea  ahien.  Zellsmoeat  hg,  gedroagendoor 
de  ItepdUikeiaeebe  bdegeriogauoépen  en  door 
het  beleid  Tan  4esi  Jengdigttn  Btmt^arU,  de  iw- 
de  van  Toalon  verlaten.  In  1794  nam  bg  Coraica. 
Bg  iga  ten^keer  ia  Engeland  werd  ba  In  1796 
begiftigd  met  den  Mtel  Taa  vieeonnt  Hood  mn 
Wiilky  en  benound  tot  gonveineai  van  het  bos- 

Sitaal  te  Greeawioh.  Hg  «veileed  te  6>th  den 
7sten  Januari  1816.  —  Zgn  bimdei  Jleconder 
1727  geboren,  veiiieeg  eTeaeent  den 
laag  vaa  admiraal  en  pair  en  oreileed  als  vit- 
count  Bridgenorl  den  Sden  Hei  1814. 

Hood,  Tnomai,  een  Engelicb  humorist,  den 
238ten  Hei  1799  k  Londen  geboren,  werd  op 
een  handelskantooi  ^eplulet,  w«t  daarna  leeiKnj^ 
bg  een  grareur  en  bepaalde  liob  sedert  1621  bg 
de  tetteikunde  en  nam  de  redactie  op  litè  van 
het  „London  Hagaiane".  Later  atiebtte  bg  lelt 
een  tSdacbrift  onder  den  titel:  „Hood's  lu^asi- 
ne".   Zgn    iüditl>andel    „Whimi   and    oddities" 


DigilizedbyGoOglC 


£D0OD-^B0C»ïï)iELIJSg    VERBi04TfiNIS8ËN. 


vond  grooten  bqTtl;  «iganMtrdig  was  duiin  het 
gaeitig  gebinik,  <dftt  de  Terraudigei  t*ji  wootd- 
tpelingen  iKuktc  Uit  iiia,^ftlioiua  tWet"  (1827) 
es  ign  roman  „Tylaer  Hall"  (1828)  bleek,  dat 
ijja  talent  minder  geictukt  waa  tooi  deu  soort 
Tan  gescbrÜteli.  Dm  to  meer  roem  batoigden 
hem  Bjfa  diditerigke  Tooittirengaden,  Tooral 
„T^B  dieau  ol  Engue  Aiam"  C\m)  en  „Tbe 
plea  of  the  midranunai  lairiei  (1827).  Zgo 
naam  ala  homoriat  handhaafde  hy  door  de  nit- 
gare  Tan  den  „Comic  Ajuinal"  en  door  ajin  „Up 
Uie  Bliine"  {I8i2),  een  laliie  op  de  BneelsAe  ton- 
lieten.  De  „WbünsieaUtiac,  a  periolueal  gattie- 
ring"  (2  dlD„  1848)  wuea  giootendetla  reedi 
algemeen  bekend  uit  „Uie  new  moDthlr  Ifaga- 


■hirt", 


line".  2|iB  geditdit  „S«Mig  «I  tbe 
in  „Poufa    qigenomNi  es  «en. 

Tkttencle  van  oe  ellende  dat  a. 

nautleia,  maakte  oen  diifwo  ïiKlink.  Hji  dtoi- 
leed  den  Sden  Ifei  1845,  Zjja  ..Poeme"  bcbben 
Tde  iiitgwen  Meefd;  een  Toseedltie  daarran 
veisdieeii  in  1866  in  2  dbelen.  Ees  aitgave  iq- 
nei  geiamwlnke  wwkea  verd  gednikt  in  188^ 
]8U(I1  ^nT 
Bood,  Tluma»,  jiMtor,  een  lOon  Tan  den  Toor- 

Kude,  den  19den  Janoaii  1835  te  Wanitead  ge- 
ren, maakte  lioh  dooi  agn  „Qnipe  and  eiaiie»" 
(1861)  eTmeens  «U  'hoDMiistimt  aehrüTet  be- 
k«Dd,  waa  Tenolgeu  redaetenr  Tan  het  Disnocii- 
tiMÉi  tijduluilt  „Hu  Fm"  es  aedect  1865  Tan 
„PobcA;'  en  orwleed  den  ZOttes  Norembei  1874. 
Van  ijin  «rerige  geaduiftea  vetmelden  «g  oog: 
„The  daogfatere  of  King  Dahei"  (1861),  „Lotet 
fff  Tom  Tnckei  etc,"  f  1862),  ,,A  diqinted  inheri- 
tanee"  (1863),  „Vere  Veteken  Tengevioe"  (1865), 
,JiDglee  and  jokes  {or  the  littte  lolks"  (1367— 
186^,  „{üapUin  Uaatei'a  Ghildren"  (1865),  ,4 
golden  heartb"  (1867),  „Itie  lost  link"  (1868), 
«Ifon^'a  woitli"  (1870)  en  ^tt  and  T^our" 
(1871). 

Hoofd.  '■  Menechen  lichaam  is  leideeld  in 
booEd,  romp  en  ledematen  (se  QermmU).  Tot 
het  hoold  .bebooren  tiet  oor,  faet  ooj;,  de  new  en 
de  mond  (lie  ondei  deie  wooiden),  ali  onganen 
TOOI  de  lintaigeiL  fiet  Èoold  hestaat  nit  twee 
deefen:  iiet  aangeiieht  (lie  aldaai)  en  de  eehedel 
(>ie  aUaai).  Het  giovtete  gadedte  Tan  het  hoold 
wotdt  iagenmien  dooi  de  kermiu»  (lie  aldaar) 
in  de  faeiseoka*,  terwöl  men  omtrent  de  Terschil- 
iende  Toimen  «an  het  hoofd  het  artikel  tehedel 
kan  raadplegen. 


^^^^^^^^^H  dooi 

^^^^^^^^^H      V*    <lei   KhJldfaoc^   te 

^^^^^^^^^B      trekken,  nmdat  het  bo- 

^^^^^^^^^4      T«nite  deel  van  het  lohild 

l  I      inneemt     (aie    de    fig.). 

\  /       Veelal  is  het  hoold  met 

\  /       andere  stokken  beladen. 

\  /  Wanneer  het  lurafd  Tan 

N.        j/  gelÖkeoortig    metaal   i«, 

^^^  als  hot  tefd.  wordt    het 

fiooM  Tsn  het  schild,      aangeiet  genoemd.  Bg  de 

bescDT^Tiiw  Tan  het  wa- 

C  wordt  het  Teld  «eist  behüdeld,  daanta  het 
fd. 
Hoofd  als  liehaam8de«d  ia  in  de  wspenkondi 


Hoofd. 


i  uMcebraeht.    Het 

■  TerschiUend. 

!  om  de  diepe  geul  van 

Q  tnischen  hen  dooi  tot 


paalswjjé,  Tan  ter  inde  «eaen,  met  atoeaneden 
hals  en  naar  lecbt  (heraldLseh  re^te)  ziend  (lie 
de  lig.).  Veelal  heeft  het  een  booUdoek  om  da 
slapen  en  het  Toorhoofd; 
soms  is  het  geblinddoekt. 
Behalve  het  Aignshootd, 
het  Uedusa-  en  Uidai- 
hoofd  komt  Tooial  dat 
Tan  den  Moor  tooi. 
Hoofd  ia  de  naam  van 

Tier  aitstakend  werk 
*an  hont  of  steen,  bg 
ons  te  lande  veelal  tui 
rjjshoot  en  steen,  dwais 
op  den  oever  in  lee  ot  i ' 
dod  van  zolke  hooMen  i: 

Aan  lee  dienen  lö  eomi 
een  rivier,  kanaal  of  'have 
in  het  dienere  gededte  dei  cee  te  leiden,  daar 
die  geul  door  de  faooFden  lelf  tooi  Tecondie^ing 
beechermd  wordt.  Zulke  hoofden  vindt  nten  oiJT. 
bg  Ho^  van  Holland  toot  den  Nieowen  Watei- 
weg,  bg  Umaiden  'Voor  het  Noopdieekanaal,  aan 
het  Eeteldi«¥  (IJael),  Zwoledie'  Diep  (Zwarte 
Wa^er)  eni.  —  In  gróoter  getale  nt^  zgn  langt 
de  zeekasten  hooiden  (loagenasinde  itrimdhoof 
den)  aangelegd  ter  vecdeiK^ne  Tan  het  strand 
of  de  oevers  lelt  of  nran  de  oaarachtei  geifgen 
duinen  af  di^en,  zooala  hjjr.  de  DelftlandBcbe 
Hoofden  van  den  Hoek  van  Holland  tot  Sdkeve- 
ningen,  of  die  voor  de  Hondïbossdie  Zeewering. 
—  Voor  dm  Westh^pelschen  Zeed|}k  xjjn,  om 
den  bevigen  golfslag  te  breken,  fmU»oofden  ge- 
praatef. 

Ook  langs  de  oovera  der  rivieren  zQn  een  groot 
aantal  boMden  aangelegd,  kribben  (zie  Kjih) 
genaamd,  welke  dienen  om  de  fivïér  een  ngel- 
matig  beloop  te  geren. 

Hootdonma  ta  Kampon.  ^e  Inttrv^ie- 
baUüjim. 

Hoofddoek  is  in  de  wapeuknnde  een  smal 
bandje  «sB  alapen  en  vooihooid. 

HoofdeUJke  Oaulac  Zie  Betaitingtn. 

HoofdeUke  varUntonloson  «f  Mlicloü-e 
ver&intenüm.  In  normale  gevallen  beeft  men 
bg  een  veihintenia  één  sdiDMeitdwr,  die  iets  te 
««rderen  heeft,  en  één  sohnldeaaai,  die  iets  ver- 
aAidiUgd  is.  Er  zgn  erenwel  Teibinteniasen, 
waaibg  meei  dan  één  persoon  sdtuldeischeis  ol 
meer  dan  één  persoon  aéhuldenaiien  ign.  Begel  is 
in  loodaaig  gvral,  dat  doder  ednldeischer  areehti 
gedeeitelgke  vtMoening  kan  vorderen  of  ieder 
Bchnldenaar  sleobts  vooi  een  deel  der  schntd  kan 
worden  aangesproken,  soodat  er  eigenlök  even- 
veel slzondedpe  Tei^iiDteniseen  t^n  als  perso- 
nen. Evenwel  zjjn  er  gevallen  waarin  aetig 
tei^ievolee  van  overeeskomst,  belizü  kraehtans 
een  wetwqtaling  ieder  sehnldetscher  bet  gehed 
kan  vorderen  of  van  iederen  sdioldenaai  het  ge- 
heel kan  gOTondend  worden,  met  dien  verstande, 
dat  de  smidd  slechts  eenmaal  voMaan  behoeft  te 
worden  en  dat  «anaeet  aan  een  der  schnld- 
eitcbers  of  door  een  der  schaldenaren  voldaan  is, 
bet  geheele  vorderiogsredit  ia  te  niet  gegaan. 
Dergelnke  verbintenissen  ooemd  men  solidaire  ot 
booldelglre  en  de  BchnÜenarra,  die  op  deze  wgae 
venbonden   i^n,   hoofdel^   aanapiakeljjk.    In   de 


DigilizedbyGoOglC 


HOOFDEUJEE  VESBlNTEiKISSSN— HOOFDFIJN. 


betreffende  contracten  wordt,  boewei  lutelök 
OTeitMMÜig,  Teelft]  gtat^i,  dat  de  GehnldeDareD  al- 
len hoofdel^k  ieder  voor  hel  geherl  aansprake- 
Iqk  lalleo  zijo.  Zg  b^Aen  veel  gcli^enia  met 
ondedbare  vert>inteniB9eD;  het  Tersenil  ligt  hierin, 
d&t  b)]  ondeelbare  verbintenissen  de  leiaeehfiieid 
van  het  vordetingsreeht  of  de  bèta!  ingeverpli  ebt  ing 
voortrloeit  uit  den  aard  der  mei  en  bg  Bolidari- 
teit  nit  den  wil  der  partijen  of  de  wet.  Voorbeel- 
den Tan  solidaire  veittiatenimen  cyn  de  veiiiin- 
tenie  dei  venCbiHende  ooderteekenaien  Tan  een 
wissel;  de  TetbintemssM)  der  leden  van  een  ven- 
nootsohap  onder  firma;  'die  van  .personen,  die  sa- 
men een  uak  in  brniUeen  èébben  ontvangen 
enz.  Be  solidaire  verbintenissen  z^  geregeld  in 
de  arit.  I3U  en  vlg.  Butgerii^  Wetbo**. 


schillende  betedtenis, 
Hoofdsn  van  BobolAn,  Vereeniging  van, 

voor  NedÉrlond,  opgeriebt  te  Utredit,  den  SOsten 
DeeembeT  IS97,  stelt  adi  ten  doel  de  tiebartigin^ 
Tan  de  belangen  der  school,  van  bet  onderwge 
en  Tftn  de  onderwijzers.  Van  die  belangen  acht 
zq  de  Twtmaamste. 

o.  bet  bandluTen  van  bet  beginsel,   dat  aan 
elke  flduml  moeit  xgn  wa  verantwoordei^k  booM, 


door  wettel^  b(|ialing«n  met  genoeg  gnag  be- 
kleed, om    de   Terant>wiMrddl^ftei<l    te   '    

dragen; 


6.  Teibeterinf  Tan  de  positie  d«r  booldwi  van 
tefaolen  en  onderwijieii,  imondeiheid  van  die 
ten  platCriande; 

e.  een  betere  regeling  der  benoeming  ^an  boof- 
den  van  scholen  en  een  betere  <^lekiing  der  on- 
derwgzers. 

De  Tereeniging  tiaciit  dit  óod  te  bereiken 
door: 

a,  bet  besprekm  van  die  tielangen  in  baar 
gaderingen; 

6.  het  gerven  t«ii  Toorliditing  en  advies 
overheid  en  publiedc. 

Het  aantal  leden  bednagl  in  1916  ongeveer 
1000. 

Het  orgaan  dot  Vereesiging  it  het  we^lad 
„Het  OnoerwQs". 

Boofdrsld  [Ardbiioh  djitjat)  is  de  belaa- 
ting,   die  qigehradit  moet   worden  volgei 


nelgk  Christenen  en  Joden)  'van  een  Heïriem- 
schen  slaat.  Zg  mi^n  hnn  godsdienst  Ugren 
bebonden  en  genieten  da  beodienniDg  Taa  d«n 
Staat.  Het  booldgekl  moet  betaald  worden  dow 
elk  meerderjarig  en  vrij  mannelijk  persoon,  die 
in  het  genot  zgner  -verstandel^e  vermogens  ii. 

In  Insulinde  wordt  door  veriehil lende  inland- 
sehe  Torsten,  alsmede  <)oor  het  Oomemeraent 
Tan  de  ibevolkiog  een  boofdg^  geheven.  Zie 
Haitil  en  Beermdientlen. 

Hoofdhaar  van  Borentoe.  Zie  Berenie», 
Hoofdhaar  van. 

Hoofdl&rolandon,  0<iUge  «m,  was  de 
naam  van  een  eoUege  tbo  de  Toontaamste  inge- 
landen of  veitegenwooidigerB  hnmer  belangen  ia 
sommige  groote  wateisduppen  van  Holand,  tei 
contrMe  van  de  iianddingen  der  Iwstaren,  voond 
Toor  xooreel  die  de  Cnsndin  laaUen. 


Hootdfo  {eajAMtm)  noemt  men  in  de  plant- 
knnde  een  Uoeiw^,  waart>ij  de  hoofdas  niet  in 
de  lengte,  maar  in  de  breedte  nitgcgioeid  is;  d« 
bloonen  ongesteeld  zun  en  bet  ^heel  omgeven 
is  door  een  of  meer  transn  van'  ofDwiodseHtla- 
den.  Zie  Terder;  BUaiw^. 

Hoofdkaam  is  fgngirtiakt  Tleeseh  Tan  den 
kop  Tan  een  mnd  of  een  varken,  dat  met  zunr 
wordt  toebereid  en  daarna  in  een  Tonn  gqMrst 

Hoofdkwartier  noemt  men  het  geiamenlQ- 
ke  personeel  ven  den  «t*t  van  den  etMnmandee- 
renaen  offieier  van  een  leger  en  oA  de  plaata, 
waar  ziefa  dit  in  oorioga (ca  ophoudt.  Voor  de  sa- 
menstelling van  bet  boofakwartier  zgn  geen  vaste 
regelen  te  geven,  daar  zatte  van  de  sterkte  van 
het  leger  en  ven  de  omstandigbeden  afhangt.  Ea 
officier  is  eotnmandant  van  het  hoofdkwartier 
en  daari>ij  Terantwoordeii^  tooi  de  veiligbeid  en 
den  ordoBnansendknit. 

Hoofdllnr  was  een  benaming,  in  Frieriuid 
ten  O.  van  de  Laawere  opgekomen  voor  de  Toor- 
nsanisten  in  den  lande,  de  eifelgke  beiitterk  van 
bet  gezag  der  voormalige  ecbonten.  Orer  faon 
jmste  aBcomet  en  beteekenis  beBtaen  versehHlen- 
de  meeningen,  in  ék  geTal  Ml^j[lt  het  te  eenen- 
male  vereerd  te  ign,  ze  met  de  edelliogen  gelqk 
te  steUen,  reeds  dkarom  wnl  bet  aantal  der  laat- 
Bten  in  Friesland  aanzienlijk,  dat  der  booÜingen 
gering  iras.  Eerst  in  de  <lMe  eeaw  ijin  de  lüt- 
sten  zich  als  adel  gaan  verheffen. 

HoofdpUn  (eepKaUua)  is  een  der  veriToI- 
dtget  'voononende  Uaohten,  doordat  de  fgnge- 
Toelige  hersens  vp  de  meest  verMbilleitde  invloe- 
den  reageeien.  Ajgezien  van  ziekten  Tan  ber- 
sens,  henenflieien  of  stbedel  Tinden  wij  de 
ho<^I^in  dan  ook  hg  tsl  van  zeer  'TersebsMende 
aandoeningen,  zoowel  bg  koortsige  ziekten  als  bü 
anaenüe  of  congestie  naar  het  hoofd.  De  anae- 
miscbe  hoofdpijn  Tiodt  men  vooral  i^  bleeknxii- 
tige  meiaieB  (zie  Anmmie},  bq  de  eongestieve  ia 
bet  hoofd  rood  en  opgezet,  de  Uoedwten  p«1- 
seeren,  ile  pyn  wonlt  erger  b8  ibrtfeen  of  persen, 
kortom,  alles  wget  op  een  bloedaaandiang  naar  de 
hersens,  die  door  koode  omslagot,  booge  ligging 
Tcn  bet  hoofd,  warme  liand-  en  Toeluden  enz. 
moet  bestreden  worden.  NerTenze  boob^gn,  die 
bg  elke  lemrwstooniis  kan  ootreden,  eisebt  ge- 
woonlgk  idi7«eke  en  psTclüctie  rnst  (zie  Hysl»- 
rie  en  Neuratheme).  Ook  gestoorde  spgaverte- 
ring  kan  faoo{d]^n  <veroorzaken;  in  andere  geval- 
len is  een  rbenmatisdie  owuok  dnidelgfc  saa  te 
w^n.  NaAtelgke  p^nen  vooral  in  de  oeendeica 
Tan  bet  boofd  konoen  door  ^fbilttisdte  uodoé- 
ningen  van  het  been  ontstaan,  mo&r  ook  rhenma- 
tieein  hoofdpijnen,  en  die,  welke  door  jicbt  of 
loodTer^Stiging  ontrta&n,  worden  des  nadtts 
door  de  bedwarmte  Taak  heriger.  Een  vaak  voor- 
komende bron  voor  boofdfign  Urreren  de  eatariben 
of  etleringen  m  nensboue  of  vooiboofMMezem 
lieltten  van  oogen,  tanden,  ooien  enz.  Bjj  kin- 
en  moet  boofdp^,  gepaard  met  braken  bg 
bet  opricbten  van  het  boold,  aan  bersenaaodoe- 
ning  doen  deoken.  Ook  bg  nraemie  (ae  JVwntefc- 
t)  is  bootdpgn  een  der  vaste  sjmptomen,  en 
oode  menraien  is  >g  ereiunia  zelden  (door 
leroom).  In  bepaalde  aanvallen  treedt  zg  bg 
migraine  (tie  aldur)  ep. 


DigilizedbyGoOglC 


H00M>SJORItI»0-^H00FT. 


4S7 


Hoofdsjorrlnc    '»   i»    d«   tonniiiiuk    en 

aauTerwuite  rakken  de  naam  Tan  de  Tert}iitding 
Tan  twee  un  elkutder  te  kopfielen  SwUea,  mas- 
tea  of  .palen,  ifior  middal  van  een  toDW.  Men  on- 
deiseheidt  de  ^ewqiigde  {Vig.  1  en  2),  die 
begint  miÈ  Iket  leggen  Tsn  een  mastworp  met  liet 
midden  van  het  toaw,  waarna  met  de  overseliie- 


teode  einden  €en  bootd si DTring  wordt  gelegd,  en 
de  gewQTgde  (fig.  8],  tot  bet  verbioden  mt 
twee  rondJwuten,  die  dkander  <mder  een  aAer- 
pen  hoek  Bn^jden. 

Soofdapoel.  Zne  Soofdvikkeling. 

Hoofdstroomdynamoi  Zie  Dynamo'*  en 
Bteetmmotoreit. 

Hoofditroominotor.   Zie   EUctrotnoloren. 

Hoof  datnkhmi,  De  Drie,  «aien  oomak  tso 
een  lerktwitt  in  de  Ode  «enw,  wurdooi  de  scben- 
ring  tnasdien  de  OoeteTBche  en  Weatwaehe  Eetk 
alIengB  werd  TOoAereid.  Genoemde  hooHetnkkea 
waren  de  g«Mhri[ten  Tan  Theodonu  Moptuettt' 
nus,  die  Tan  TheodoreUë  t«gen  OyrÜlu»  en  de 
brid  Tan  lb<u  vsn  Edeeaa  over  de  Kei^verga- 
dering  4e  Eptieene. 

Hoofdtdsfoon  i>  een  telefoon,  die  met  een 
Teer  rood  bet  boold  Uemt,  soodat  men  baar  t^- 
dens  het  küteien  met  met  de  twnd  beboeft  vaat 
te  honden.  Zg  worden  ^diniifet,  daar,  waar  men 
tödens  bet  IniBteren  naar  de  leinen  of  geapro- 
ken  woorden  de  hanien  vrg  moet  liebben,  of^  in- 
dien men  Toortdnrend  moet  lairteren.  Zq  tya  in 
gebrajk  bg  telefoniiten  en  mareonhten. 

BoofdTeld,  noemt  men  bu  e1e«triaebe  weA- 
tnigen  en  (oestellen  dat  m^astiaeh  jtid,  het- 
welk TOOT  ^Ét  toeetel  ot  weftting  Tolgens  ma 
aard  onont}>eer^  is.  Van  hnlpTelden  ipreecf 
men  daarentegen,  da  men  te  miAen  heeft  met 
Telden,  die  of  de  werking  Terbeieren,  of  de  toe- 
eteHen  of  werUnigen  Toor  bgioad«re  doeleinden 
geschikt  maken  door  htin  eigenschappen  te  wnzi- 
gen.  Zoo  worden  bgToorbeeld  hnlpvelden  gebe- 
ugd  om  de  eommntatie  Mn  gel^ftrooouDaeSiDeB 
te  Terboteren  en  on  eenpèaae  aarnduone  moto- 
ren te  doen  aamloopen,  wa«rtoe  ^  bet  aanietten 
een  hnlpwikkeling  wordt  ingeefltükcM,  die,  n^ 
dat  de  motor  znn  ToHe  enelheïd  heeft  bereikt, 
weer  nitgeiebaktïd  wordt. 

BooMwaoht  ie  looweJ  bei  Mbonw  waarin, 
ala  de  w«cbt  zeU.  die  er  Tertio' ^endt,  ter  Ter- 
lekerin^  yan  ord«  en  roet  in  bet  gamiioen. 
BoTendien  bewaakt  de  wacht  de  gainiaoensarrei- 


tanten  en'leTért  i^  de  <noodige  p^ioailles  en 
roodea. 

Hoofdtrikkellnr  re^>eetieTelök  hootd- 
tpoel  noemt  men  die  wiikfceiaig  of  apoel,  die  bg 
eleotrlaehe  toee^elkn  of  wenktnigea  het  hoold- 
Teld  Oipweit.  Dient  de  wlkk«lrng  of  fpoel  ter  op- 
wekking van  een  ÈDlprekl,  dan  apreeVt  men  van 
hnipontnvikkeling  reapeet ievriiik  hulpapoel  (zie 
Hoófdveld). 

BooMirortel  noacit  men  in  de  plantkunde 
wortd,  welke  beschonwd  kan  worden  al> 
lanodenwaaitadh  tm    ' 
die  nit  den  kiemmortei  t: 

Hootf,  Jahaititet  pp  den,  een  Nederlaadatb 
Etaataman,  den  5den  Haart  1795  te  Vianen  ge- 
boren, studeerde  te  Utrecht  tn  de  redrten,  trok 
in  1815  ak  Tr^wUKger  ten  etrjjde,  keerde  in  1S16 
nsar  de  academie  tem^  «n  promoreerde  aldau 
in  1817.  Hg  veatigde  iidi  te  Amsterdam  ala  ad- 
Toeaat  «d  bad  er  weldra  e«n  drukk«  praetgb.  Zgn 
gesiArift:  ..leta  aves  de  vaait  op  den  Rnn" 
(1826)  Mite  Tan  Duitette  xijde  t^ensetiriiten 
nit,  waartegen  Iq  opkwam  in  „Bedenking»  te- 
gen' het  Ehiitsefae  weifcje  «Tei  de  RJinTaart  an 
Rynhandel,  Taonamdgk  met  betMkking  tot  het 
Ktminkrïk  der  Nederlanden"  (1328),  dat  ook  in 
het  Franudi  werd  vertaaU.  In  1829  werd  hö  al- 


sdiei^ng  Tan  BelgiS  bealoton  wend,  wenacfate  bQ 
die  100  tpoedif  mogelgk  op  weitrtige  «ijze  ^re- 
geld te  nen.  Verder  geerde  Itq  tooi  een  ininig 
beheer  en  voor  de  Terbetering  Tan  de  handels- 
wetoerinK  en  Toor  bet  hehutingstelael.  k  '18S8 
werd  hö  IW.  '»  1845  Tioe-presédent  van  den  Hoo- 
gen  Raad.  Hg  OTerieed  den  2lB(en  Sef>tenrt»eT 
1865. 

Hootman,  Slixabeth,  een  Nederlandadu 
dichteres,  in  1664  l«  Haarlem  geboren,  trad  in 
1693  in  bet  hnwdok  met  Püler  KoaUmrt,  een 
rijk  koo^anan,  die  ecMec  weUia  door  veikwiMin^ 
zijn  gezin  tot  annoede  braeht.  Later  Twbeterde 
znn  positie,  toen  l^j  door  forel  I,  lamdgraat  na 
Beasen-Easeej,  benoemd  weid  tot  dïreetenr  van 
koopfuuidel.  Èlitabetk  iTolgide  hem  naar  Kassei, 
do<*i  na  den  dood  rvan  den  Torat  werd  de  Jaar- 
wedde Tan  Koolaart  ixp  de  helft  verminderd  en 
na  het  orerlqdeD  Tan  dezen  g«beei  ingetrokken, 
zoodat  ijj  op  Ter  gevorderden  leeftnd  nogmaals  tot 
behoeftige  omatandigheden  verriel.  Zij  overleed 
te  Eaeael  in  Jnli  1786.  iQaar  nagelaten  gedich- 
ten, waaronder  rich  ook  Latünsehe  berinden,  zgo 
door  W.  Kopi  in  het  liebt  gegeven. 

Rooft,  Oontêli»  Pielen  'in  1547  te  Amster- 
dam geboren,  word  in  1582  schepen,  in  1584 
raad  en  in  1588  en  hAta  meermalen  tméemeeater. 
Hg  ontried  ia  1S88  de  «eiuten  der  Staten  Tan 
Holland,  aan  Willem  l  de  gr^el^ke  waardigheid 


op  te  dragen,  aoolaog  ocfe  ZeelMMt  hiertoe  niet 
besloten  had.  Znn  kbekmoedigheid  in  faat  Ter- 
ndelen  der  aanfiMgen  Tsn  Lej^eeler  op  Amater- 


dam  had  hem  bnna  het  leven  gekoat;  zgn  i 
stond  op  de  Iqst  der  14  Toorstanders  der  TTÜhaid, 
aan  me  de  graaf  een  crmadelgkBO  dood  had  toe- 
gedadit.  Heeimalen  tracbtte  hg  de  Troederfiap 
van    Amater^m  tot  T«r<lnaagii>ainhekl   op   het 


DigilizedbyGoOglC 


'atnk  TUk  godsdienst  te  Iwweeen,  < 


n  TiB- 


loefUgbeKl  getuigt  zijn  gèdng  in  1618,  tmn 
piiiM  MauriU  te  Ametordaoi  vencheen,  om  de 
legeering  bDiteotgds  te  Terandereo.  Toen  geheel 
iMt  ■teoélgk  bettoar  ^t  fliliwQgeii  bewutde, 
Dun  bij  het  voord  «o  itnohtte  den  Piini  tot  ui- 
den g«duhten  te  biengen.  ^  fciecg  ecèter  tm> 
dexm  bat  bondig  betebdd:  „Bestener,  bet  nwet 
nu  toot  deien  iljd  zoo  wenn;  de  nood  en  it 
dienat  wn  bet  knd  Tereigeben  het".  Wegeoe  zqn 
afteer  tm  de  le«  der  TooibeediibkiiigiWas  faq 
nooit  lidmMt  gewosdao  na  d«  Herrormde  ge' 
meente.  H4  0T«rleed  dan  liten  Janaui  IÖ26. 

Boott,  Pitler  Conulin.  fiie  btA  portiet  bg 
ilferferliMMdbc  ItUtTkunde),  een  loon  ymi  des 
TOOTgautde,    naaat    Fomm   de   | 

landsdie  dichter  en  tertu  eea  dl 

Mhiqrer  na  gMdnedrorMliM,  werd  den  loden 
Maift  1581  te  Aauteidein  geborem.  Hg  ontring 
een  MTeiuUige  JduBide  oproeding  en  TotUs 
lidi  reedi  vio^  tot  de  dicMEuDit  aan^tioiJceDi 
reede  op  lÖ-jarigen  l«eft^  maalite  hy  deel  uit 
tao  de  kunet  „de  Ecluitiei"  en  Bchreef  het 
trenr^Kl  „AAUles  en  Prtraena".  Van  15Ö8  tot 
1601  .ondentam  hij  een  leie  door  Fnutkrgk  nau 
Itaiif,  die  niet  weinig  tot  ün  Tonoing  bgdroeg. 
IteJiS,  TDOial  Venetië  en  ï^rence,  inaakte  een 
diepen  indrok  op  hem,  en  09  tttr  «etlijke  wjjK 
geelt  bg  hieraan  ntting  in  een  briel  in  TMaen 
aan  de  Amsierdameabe  kamer.  Na  ijjn  lÉmia- 
bnmt  heeft  looral  Spiefktl  iurloed  gehad  100- 
wd  op  ijjn  peiaoonlijkheid  ak  op  ign  poiiie.  In 
1606—1607  vdtooiide  hg  ign  atudlAn  te  Leiden, 
onder  leiding  Tan  Seaiüer,  Fraieüetu  Juniut, 
P^iadcer  en  anderen.  Ul  1600  werd  hg  door 
Mauritê  benoemd  tot  droat  van  Muiden,  baljuw 
van  Gooiland  en  hoofdotlicier  van  Weesp  en  een 
jaM  later  trad  fag  in  bet  hnwelgk  met  CArtihiu 
van  En,  aan  wie  hg  reada  ainda  twee  jaren  zgn 
minneliederen  wi>dde.  Ak  aoobtawonine  betrok  hg 
het  Hnideialot,  doch  's  wintert  Terbleel  ^  door- 
gsant  te  Amsterdam,  in  evd  biria  op  de  Seiiers- 
graeht.  In  ign  tmwelgk  troIIeD  bem  vele  slagen: 
ubteiMnvolgenB  verloor  b^  vier  kutdeien  en  in 
1624  ook  ign  vrouw.  Dnie  jaar  IsAer  trad  bjj,  nm 
eerst  naar  de  Jiand  van  Sunmn«  vtm  BaerU  ge- 
dongen 'te  hebben,  die  edit«r  aan  den  jongeren 
Hujigtiu  de  voorkeur  gal,  opnieuw  in  het  nnwe- 
lok  met  Leonora  HelUmimtj  wsdawe  Bartelalti. 
Heer  nog  dan  vroeger  werd  nn  het  Ifnklerelot 
het  middelpant  van  een  aantal  van  de  ffputa 
geetlsn,  die  er,  abonderiijk  of  te  Mmen  als  gas- 
ten vertoefden;  tot  de  geregelde  baaoeken  be- 
hoorden vooral  TtMeltehade,  Van  Boerls,  Rtael, 
BrMlerhu^xeH  en  Van  der  Burgk,  da&rnaaat  ook 
Huggent,  Svtlüuk,  Fraaeitea  DiürU,  Fouiw  en 
voor  diens  omeigug  tot  bet  k«tliolic>Mne  Vondel. 
Boolt  overleed  den  21fteD  Hei  1647  Ie  's-Gra- 
veiAwe,  waar  bij  "ÉA  been  bleven  bad  voor  de 
twgrsnnia  van  fnderik  Bêintrik. 

Hoofft  grootate  beteAenia  &gt  in  ijjn  lyriaebe, 
vooraJ  erotisefae  gediciAen.  In  v«r^jning  en  rijk- 
dom vMi  taal  en  ibjibne,  in  iBnigheüT  vu  mt- 
'dmtting  wordt  hg  dooc  geen  ander  overtroffen. 
Zgn  beboette  aan  «(Aioonen  vorm  leidt  hem  wel 
eens  tot  geiochtheid  en  gemanïBreerdheid,  ook 
i^n  oonprnikeljjkiieid  Uijkt,  bg  beetodeeriag 
van  ign  La;Qjns«ie  en  It^iauMiie  voorbeelden, 


wel  eene  miiwiM  dan  op  bet  eerite  geiidil,  al 
bljjft  bet  Mboone  gelnid  ook  <bj  een  Mitleüule 
i.  Verveg  heeft  Hooit  tegen- 
"~'    aktes  gekaraktoiaeerd: 

~    '!  d«   glOOt- 

ijDK,  maar  meer  knnstenaax 
naarmate  de  aitdrufckel^dteid  vu  zgn  uiting,  — 
dan  ia  —  naast  Vondel  den  grootaten  diditer,  — 
Hooft  in  Hallawlgdie  vanen  de  grootste  knnste- 
Doar  geweeet".  Hooft's  bloeitgd  als  Ijrisoh  dirfiter 
vsM  in  hoofdaaak  vMr  en  in  het  begin  van  agn 
eer«te  bowelvk.  Tiao  de  meeete  lijnet  ^id)t«a 
bestaat  ook  «en  jongere  bewerking,  die  eefater 


loac'  en  ign  vers  inn  ook  hier  in  den  regel  voor- 
treffelijk,  maar  in  de  karakterisüci:  van  tön  per- 
eonen  «n  in  de  «basnatiwAie  ontwidckeling  aebMt 
hij  over  bet  algemeen  tekort.  Het  beste  van  igs 
ernetige  tooneelwerken  ia  het  berderspel  „Qnni- 
da",  waarin  uitnemende  lyriek  voorkomt  en  dat 
een  levendige  basiddiag  meft  Op  bistoriaeh  ge- 
bied bewegen  lich  ,,GeeraeiKft  van  Velaen"  (1612 
^1613)  en  „Baeto  «It  Omvprong  der  Htdbunde- 
ren"  {1ftlS~1617).  Vorrvw^  bet  hoogst  eAter 
staat  aJs  looneebmk  bet  b^jepd  „Wnnnar",  U 
I61I6  of  1617  m  negen  .dagen  naar  het  vooibéeld 
van  PlautuB*  „Anldaria"  gedicht.  Ser  vinden 


beeldrijke  volkstaal  van  ign  tild.  Zgn  n ._ 

Betwnield  boven  qjn  voorbedd  koinen  te  slaaa. 
Dezellde  dengden,  «efaoon  in  mindere  mate,  baiit 
de  omstreeks  denielfden  tod  gediehte,  maar 
voouiditi^ekMialTe  door  Booft  niet  nitgege- 
ven  ,^hgnheiligh",  gevolgd  naar  Aretimo't  „La- 
Ipoerito",  ZgdeLiwa  wonn  in  dit  sti^  het  dra- 
ven van  so«ninige  Contra-BeuNDttmotaebe  predi- 
kanten gehekdd. 

A{s  proneriugver  kennen  wü  Booft  in  de  eer- 
ste plaate  uit  iqn  hiatoriadie  werken.  Ter  oefe- 
nmg  bad  hg  lieh  eerst  san  een  veiitaHiig  van 
Taeiliu  geiet,  die  in  1623  bronnen,  in  1635 
nog  niet  gtfaed  v<dtooid  was.  luniddeU  had 
„Het  Leven  van  Henrik  de  Qroote"  het  licht  ge- 
lien  (1626)  en  wae  hn  begonnen  met  lijn  hoold- 
weik  de  „N«derkud8ehe  Biatorieo",  waarvoor  hg 
de  stof  leeds  was  begonnen  te  verwroelen,  eer 
bg  Taeittu  tei  hand  nam.  Zijn  ,,Baiiu»aal!^edei) 
der  Verheffing  Tan  den  HaiM  ICedieie  ver- 
«dieen  eerst  m  1649.  Ale  bis  tori  seebrgver  l>e- 
Bchikt  Hooit  over  een  rgken,  atatigen,  kemaditi- 
gen  en  beeldrgken  stijl,  die  lich  editer  niet  al- 
tijd vokloende  van  die  van  ign  Latijnsdie  voor- 
bêelfd  beeft  losgemaakt.  In  qjn  menwe  woordvor- 
ETLbugeD,  vooia]  in  de  vertaling  TCn  Taabu  Ul- 
rijk,  ie  bij  vaak  aeer  gehAkig,  mau  soms  ls«t 
hg  lidi  door  zgn  ,puri«me  te  ver  voeren.  Verder 
oodereeheidt  1:^  zich  door  de  loi^vnldigheid. 
waaiToede  hg  ijfn  stof  venacnelt,  iQn  onaatnke- 
lijkbeid  en  ijjn  voor  zjjn  tyd  bgioadw  critiseh 
oordeel.  Uit  «oomige  oitbktingen  vaU  op  te  ma- 
ken, dat  de  sdnijveir  aan  dit  werk  meer  waarde 
becbtte  dan  san  lün  gedjcdrten.  Van  leer  groot 
balang  ^jn  ook  HÓolim  brieven,  die  in  gtooten 
getale  b^aard  ign.  Niet  alleen  toooi  hq  lieh 
lier  meeater  in  den  brieMijl  in  de  meeet  veradiil- 


DigilizedbyGoOglC 


l«Dd<  Tonnes,  al  itut  ^ja  babo«fte  un  deguti 
«ie  ^lotftuie  niling  van  lön  geto«l  wel  eeni  i 
den  weg.  maai  bofendien  geren  ai  een  nilate- 
tendan  blik  op  den  peteoon  rut  oen  «efarüier, 
■DO  lyn  fijne  ooounKeit,  ign  manwirfitigneid, 
i^n  troti,  gepaard  au  aAeei  nn  pniJ.  Ten 
opiicète  TU  den  oodsdienat  nam  Hooft  een  aeet 
iMu/haiüttlike  positie  in,  hjj  «at  bj)  g«en  karti- 
genooUdiu  MUig«alirt«k  en  koos  in  den  stijjd 
■tnaadmi  BemiHistnnten  en  CoDtia-Bemonatnii- 
-teo  {peen  partij.  Uiudüen  wa«  hij,  in  crrereen- 
stsmmiog  met  lijn  epienriBtiaehe  levenabeKhon- 
■wing,  wat  al  te  aiweii^  tan  rtiüd  en  het  geren 
Tan  aanstoot,  mikr  men  knjgt  nergens  dm  io- 
dnik  dat  godsdienstige  i>rasgitakken  hem  steile 
bebben  besig  gdwiuén. 

De  laatste  nitesfe  vsn  Booit'»  gedicirten  is  die 
TSB  Stoett  ilWS),  4ie  editei  den  jongenn  tekst 
tot  gTOBdsIsg  aam.  Een  leei  goede  oloemleiiiig 
«lysrwsï  (1898),  „Granida",  „Waienar"  (her- 
haalddnk)    en    J*yi 


:  men  kmgere  bloemkiingen  voor 
acitODigebrndk.  De  bneven  mn,  behalve  in  1738, 
ortgegeTen  door  Van  Vloltn  (1855— .18^7,  4  dhi.), 
een  UoemJeiLitf  i-n  het  „Klassiek  Letteik.  Pan- 
tbeon".  Boot  fa  leren  is  besdueren  door  O. 
Brandt;  een  moderne  monografie  oret  den  mensdi 
en  den  echriJTer  «tilt»ieekt  nog.  Zie  intossdieai: 
Buiken  Bvel,  .J-ilt.  FantasieAn"  1  en  XVIII, 
Bremt,  ,3ooH  sla  sefa^ei  der  NederhndHJbe 
HiitoFiSn"  (18M),  KaÜf,  „OwtU  Lynek"  („Oids" 
1900,  dl.  D,  roopmau,  ,3ooft  als  allegorist" 
„Letterknndige  StodiBn"  (1906). 

Hooft,  Htmdrii,  een  Nederlssdsdi  itsatEmBn, 
den  23sten  Jnni  1716  te  Amsterdam  getmea, 
weid  er  m  1744  benoeotd  tot  scfaepea  en  w  I7fl9 
en  later  bü  bertuding  iot  buBttneestet.  Ook  was 
bg  lid  van  bet  College  dei  AdmirslileU  te  Am- 
sterdam, postmeester  Tsn  bet  HisDbn^ei  kan- 
toor, beemrsad  vsn  de  Beemstei  en  hoogheeni- 
raad  Tsn  den  leedük  beoosten  Muiden.  Na  ITSO 
behoorde  hij  tot  de  bengate  tegenitandesi  van 
bet  Hvii  van  Oranje,  MMersteoDde  net  kit^ht 
de  eiseben  des  Tofts  en  weid  tn  alle  yeigaderin- 

Sm  van  deniocnten  en  pstnotten  ak  „Tsder 
oo/t"  mat  geestdrift  begioet.  Vooral  jjreide  bg 
Toor  sijn  beginselen  in  den  sanrftng  vaa  1787, 
doch  moest  reeds  m  hetseUde  jaar  het  staststoo- 
ned  en  sdfs  bet  land  vedateD,  daai  ook  Deren- 
ter  en  OfoniaMn  hctn  siet  biiMen  bnn  muen 
wilden  dsldeo.  in  kabner  dagen  keerde  hjj  eebter 
terog,  leefde  anUeloos  en  rtMtig  op  iga  land- 
hoeve  Valkeidieiaing  hij  Loenei^oot  en  overleed 
aldaar  den  SOsten  Ai«ütui  3794.  Zoowel  de  le- 
oeering  van  DaUin  als  die  van  8t  Omer  veteei- 
den  htm  met  bet  bwgenediL 

Hooft,  Domei,  een  NedeiUndeob  letteiknndi- 
ge,  dan  2aen  Scftteoiber  1753  U  Amsterdam  ge- 
bOTen,  weid  apoedig  aMaar  gdtoien  tot  edMfwn 
en  nad,  doch  ontving  in  178?  lijn  Mitslag.  Later 
saimardde  hij  de  bmckkhig  thi  ontTanger  van 
's  Landi  middelen.  Hij  ov^eed  den  SOtten  No- 
vember 1S2S.  Zgn  vomleii-ngen:  „Over  de  gMf 
van  iMT<dging  bij  Poot",  „Cnei  bet  lenigai  der 
lielesmarteD  eni.  ,  „Over  den  st^l  van  den  rid- 
der P.  Comelisi.  Hooft",  „Een  troostsnng,  gerigt 


aan  den  heer  itaatsminiitei  mi.  W.  P.  RoUl 
eoi.",  „Over  de  NedeidnitMbe  sjmonTmen", 
„Ovei  de  gesdiiedeiiis  van  het  Atoenaeum  te 
Amst^am  ,  .Jjefeusscbeta  van  mi.  Hiêimjinni 
vaa  Bevemin^"  en  ,^eT  eenige  trekken  vsa 
oveieenkomst  en  vendifl  tusechen  de  dicht-  en 
sdülderkenit"  lüa  iwgcnomeii  in  de  „Weiken" 
vsn  bet  InstitnaL  Ook  werkte  bü  mede  san  het 
„UitlegkniKK^  Wooidenbodt  op  Hooft",  vervasr 
digde  «en  aitmantend  legistei  op  de  S  deelen 
der  .tNedeidiHtsebe  Brienn  v«n  Cbriitiaan  Hnj- 
gbens"  en  hesowde  een  „Bloeorieiing  dei  ge- 
dichten van  H.  Ss.  Pool"  (2  dln.,  1823). 

Hooft,  WiOem  Direknoon.  een  Nedeiluidsdi 
tooneehfidilei,  waaradijjnlÜK  tosscfasn  den 
26Men  Aogwtnt  en  des  5den  Decenber  15M  te 
Amsterdam  gdmren,  een  wdgesteld  riasenmakei 
en  fflaagTaiTeai,  maakte  leeds  viom;  deel  oit  van 
de  kamer  ,4ii  IJefde  Bhwjeade  ,  behoorde  in 
1636  tot  baw  hooiden  en  was  vao  1687  tot  1647 
bootd  VU)  den  AmsteidamsibeD  sdionwbnig. 
Booft  weid  den  23alen  M^  1658  in  de  Nieuwe 
E«ik  te  Am«teidsm  begiavoi.  Hq  sebieet  de 
kincliten  ,Jan  Sah"  ^im),  J)ooi-ttapte  HeUs 
de  Uetsselaei"  (1628),  „AixUea  de  Pieire,  Peerde- 
koopei"  (1628),  „Stgre  Piet"  (1628)  en  ,^  He- 
dendaegMbe  Veiiooteo  Soon"  (1630).  Deie  kheh- 
ten  liJn,  als  de  meeste  van  iga  tiugenoolen,  on- 
belangrijk van  inbond,  maar  adulderaditig  tul 
taal.  Een  viertal  oedidtten  van  hem,  getMkend 
„Een  Hooit  Alleeif'  lijn  OMenomen  in  het  lied- 
bode  „Venns  Hinnegifjes"  blS22)  en  oogeteeken- 
de  moeten  vooikonen  in  ,J)ei  Hinnaen  Harten 
Jaeht"  (1627). 

Hooft,  WiOem  't,  een  Nedeilandscb  vloot- 
voogd, nam  na  het  skiiten  van  den  vrede  van 
Utredit  dienst  bn  den  koning  van  Portugal  en 
oodersebeidde  ii«i  door  de  verovering  van  een 
Algerijnsdi  roolsdiio  na  een  bloedig  geveeirt.  I«- 
ter  in  dienst  der  Staten  temmekeeid,  bebooide 
hü  tot  het  «Aader  van  vice-aaniraal  Van  Som- 
meUdik,  dat  lieh  in  1729  met  bet  Engelsdie  ver- 
eenioje.  Alt  bevelbdibei  van  bet  mia  „'ihie- 
kelo  van  52  statten  wend  hjj  nsai  Al^em  ^ 
londen.  In  1744  weid  hjj  benoemd  tot  Tioe-adöii- 
isi^,  in  1750  tot  luitenant-admirsal  van  de  Maas. 
Hü  overleed  in  1752. 

Hooft,  Franfoii  Xavier  Ridwrd  't,  een  Ne- 
deilandsdi  riootvoogd,  den  29eten  Oetober  1799 
te  'Dordrecht  ^bonn,  trad  in  1814  sla  etnnimau- 
leecling  ia  dienst  \xi  de  Nederlaodsebe  Marine, 
en  ondOTsdteidde  lidi  bjj  een  landing  oji  het 
eiknl  Saparoea  ol  Honimos  tooseei,  d«t  hy  niet 
alleen  den  rang  van  adeRiont  ilste  kksae,  maar 
ocA  nxm  20  jaien  later  de  Militaire  Willcma- 
Dide  onbrJi^.  Id  1819  keerde  hjj  met  ij)e  Evert- 
sen"  terng,  doch  bet  sdiip  wenl  ak  lek  en  on- 
brutkbaai  verlaten  en  ia  Wad  gestoken  bg  bet 
dland  Diégo  Oarcia,  waarna  een  Amerikaanadi 
vaartaig  hem  naar  Iele  de  Ptanee  en  een  En- 

fdsdi  koopvaardij  schip  vervolgens  nasi  Ne- 
eriand  oveibiaebt.  In  1830  werd  hij  a^jodant 
ran  vtee-sAniraal  Qobiut  en  in  1833  hiiteonnt 
1ste  klasse.  Hjj  maakte  een  idi  naai  de  Oostsee, 
daeroB  ondersdiekden  tochten  naar  Oo8t-In<U<  en 
de  HiddcUandsebe  Zee  en  werd  in  1841  «aoBaa- 
dsnt  vso  de  brik  „Arend"  in  Oost-Indit.  Ab 
loodanig  tndttigde  Imj  de  inwoners  van  Koetei  op 


DigilizedbyGoO^lc 


460 


HOOFT-^OOQE  RAAD. 


de  oostkust  Tan  Boroeo  en  beteugelde  ei  den  lee- 
roof.  Ta  1845  wwd  hjj  b^iteiii-commaad&Di  en 
jceenle  in  1846  nSAi  Mt  Taderland  l«riig.  Bwr 
hnré  bg  in  1S49  benoemd  tot  tkdiiidftnt  des  ka- 
lüngG  In  boitengewonen  düenet  en  tot  eommao 
<dftnt  van  ,J)e  Somaitra".  Dsannede  deed  h^  eeni 

f  e  tocbten  in  dni  Atlantieotien  Oceaan,  werd  ij 
351  bofOTdeni  tot  kapitein,  eu  ging  t«en  M&t 
•ie  Hiddellandaóhe  Zee.  In  1S54  vertni  hq  met 
bet  tKgat  ,J)e  Bnjrtei"  nau  Ooat-lndiB  en  fap 
zön  terugkeer  in  1856  werd  tijj  tfft  8(boat-bg- 
nacht  berorderi  Hij  was  in  ondersoheiden  bë- 
langrijke  gouvernementscoininissitn  werkiaam, 
werd  in  1359  viee-admimai  en  voerde  bevel  war 
het  oeleningaeekader.  Daan»  veetigde  iq  liA  in 
Dordrecbt  en  overleeKl  M*»i  op  den  I6den  Maart 
•ISflO. 

Hooft,  Corver.  Zie  Corver, 

Hoor,  Johanne»  Leonarduê  de,  een  Nedei- 
kwiBeh  MiirQver,  ien  ISden  Ort<*er  1797  te 
'Weitii  l^ij  BoeUinIt  in  Westfalen)  geboren,  werd 
anilbtenaar  bg  'e  Rg^  marine  te  ümMerilam  en 
overleed  aUaar  den  ITden  October  1847.  Hg 
B«breet:  ,X>6  ionen  vui  Jeban  via  CAdenbanke- 
vaMt"  (trearspel,  1827),  „Jean  ée  la  Valette  Pa- 
risot  erf  de  twleMring  ivan  Ibha"  (tooneettpel, 
opgenoerd  in  1S38],  „Agia"  (itfenrapel  in  5  be- 
difven,  1888).  „De  mieband el-oma ibu«"  (I83S), 
„De  BtaaÜnmdi^  omiübns"  (1830),  „De  sti^ 
dei  kaspers"  (il889),  ^^eiman  de  Bnvtei  4e  hóè- 
veetein'  (trenrapel).  ,JDe  anAtenaat"  (Wgapel), 
„Wat  doen  niet  liefde  en  geéd"  (1840).  „De  goede 
oom"  (blöspel,  1840),  „Het  hnwelgk  door  de  Con- 
ravt"  (1841),  ,4}e  familte  Ptnernoot"  (1842), 
„Tonwevair  tiwaedipeier"  (1844),  „De  witt«  mi 
roode  rooB"  (1845),  „fitnnibai"  en  ,J)e  samen- 
Bweiing  der  PazEia".  Verder  schreef  Iqj  fde  can- 
tates iiMt  nniziek  van  A.  Berlj/n)  en  ondcr- 
sctieideD  diditsttAken. 

Hoogaltaar.  Zie  Altaar. 

Boor-AzlB  ia  de  -vroe^t  gebrnikel^e  naMn 
TOOT  bet  boocIuKl  ten  nT  van  Voor-IndiS,  dat 
begrensd  wordt  door  den  Himakia,  Earakomin 
en  EwoD  Lira  en  thans  ale  znideli^  <feel  van  het 
Aebter-Aziatiacbe  booglané  wordt  aangeduid, 

Hoocdnüt.  Zie  ReUëfdruk. 

Hoordnltsob.  Zie  Duitt^  taal  en  ktter- 

HooffO-on-IiACO-lwaliiwa,  gewoonl^ 
ZwabuBë  genoentd,  is  een  gemeente  in  de  pro- 
vincie Noord-Brafcaiit  S86S  iH.A.  groot,  met 
S191S)  4828  inwonen.  Zg  waidt  omriiigd  door  de 
Toord-BrabantBche  gvniêeatea  Ihde  ca.,  Ooa- 
t«rhottt,  Terïidden  en  Zevenbergen  en  de  Znid- 
HoIlaDdMlie  gemeentea  Strüen  en  Dobbeidam. 
Tot  deie  gemeente,  die  een  deel  Tan  het  Hd- 
tandaofadiep  on  deu  BiedbosA  omTat,  bebooren 
de  doip«i  Hooge-  en  Lage-Zwalnwe,  een  deel 
van  bet  dorp  Soeidgk  en  eenige  bnntten.  De 
kleibodem  wordt  voor  landbonw  ea  v«eteeK  ge- 
bmikt.  In  de  gemeente  treft  men  hot  atatHm 
Zwaluwe  aan,  eenvereenitnngspnnt  Tan  de  i^ot- 
lifnea  vaa  dea  Moerdqk,  Dordretiit,  Brada,  'sJOIw- 
iDgenboaeb  en  Hosendaal.  Het  otation  werd  voor 
de  eerste  drie  Ignen  den  lst«n  November  1872 
geopend,  voor  de  Iga  naar  BoKoda&l  den  laten 
Sfei  187S. 
Hoocoprtaatar  'as  in  den  IsraMIeUadien 


godAÜentt'  en  bargerstwU  bet  boofd  der  pries- 
AIs  eerste  geldt  ASron,  en  zgo  andit  bleef 


Tletgli  in  ^  geaki^t,  totdat  ia  de  dagen  der 
ilaneinsobe  oveibecrsehias  de  vorst  van  £at  voik 
latjgde,  om  een  faoog^riester  naar  wet- 


geTallen  te  béaoeuen  en  af  te  wtten,  loodat  de 
oorsprong elijke  instellin^^  geheel  en  al  Terloren 
ging.  De  boogeprieïterlóke  wgding  bettond  4ii 
een  zalving  met  welriekende  olie  en  in  een  jdedi- 
tige  bekleding  net  'M.  booge^riMtwl^  gewaad, 
bestaande  ia  een  bemelsblaawen  mantel  londer 
monwen,  waarvan  de  benedenioom  met  driekleu- 
rige granaatappels  en  gooden  schellen  waa  bezet, 
in  den  Epbod  of  de  boretla^  met  12  edelgeeteeu- 
tea,  ea  de  Urim  en  Ttnunmim,  een  soort  van  ora- 
kel, en  eindelük  in  bet  fao<riddeksel  met  een  son- 
den  filaat,  waarop  geedueren  stoDd:  „Aan  Jabwe 
gebeJigd", 

BovensJ  nutte  op  betn  de  'verplanting  wn 
eenmaal  'b  jaars,  op  den  Grooten  Venoendag,  in 
te  gaan  in  bet  Heilige  dei  Hedlisen  van  den  tem- 
pel te  Jenu&letQ,  ten  einde  ae  Tenoening  t« 
bewerken  voer  bet  gebeele  v(A.  Ook  moest  hg 
aan.  ben,  die  mei  vragen  tot  bem  kwamen,  in 
den  naam  vaa  Jabwe  antwoord  geven  en  bet  oci- 
peiste  toezidit  bonden  op  alle  zaken  van  gods- 
dienst. Bg  <Hitsteotenia  van  een  wereldlgk  lKx4d 
ma  meerïoalen  het  hoogste  gezag  in  de  faasden 
dea  boweprieaters.  Voor  de  Israëlieten  was  hg 
■teeds  &  tn«s<lienpeiaooD  tneedten  den  <uiiieht- 
baMD  Oi^rkoning  en  bet  volk.  De  laatste  boo- 

Sqiiieeter  was  Phaimiaa.  B^  de  venMe«tiag  van 
en  tempel  en  de  vemieting  van  den  laraèlieti- 
aehen  B(a»t  verviel  ook  de  bc^epriesterlgke  waar.  - 
di^beid. 

Hoore  Baad.  De  Hooge  Raad  is  bet  hooe- 
ste  recbtseoUege  in  oaa  vaderland,  welka  hoofd- 
taak i«  de  reebtipiaak  in  ecMatU  (lie  aldaar).  Hg 
l^eetaat  uU  een  pnrident,  een  vlee-pteaideDt,  12  ft 
14  raadaheeFNL  een  proenreni-generaal,  dria  ad- 
vocaten^Mierau,  één  griffier  en  twee  sobatititat- 
griffi«rs.  De  leden  worden  dooi  den  Koning  be- 
noemd nit  een  voordracht  van  drie  personen  door 
de  ISveede  Eamei  (^)gemiakt.  Regu  ia,  dat  no.  1 
der  voonlradit  bemoeiiHl  wondt,  loodat  leitelnk 
de  Tweede  Kamer  dé  benoemiiw  in  handen  beeft 
Dit  vroidt  door  veten  bedNftelnk  geacbt,  «Ddat 
daardoor  soms  te  leét  op  polïtieke  riehthig  wordt 
gelet.  Van  den  aoderea  kant  mouit  men.  dat  de 
nmensteUinp  van  dea  Hoogea  Raad,  die  o.  a.  ata 
amtvtemiadiqTee  van  ministen  oordeelt,  niet  nit- 
elaitend  afhankelijk  moet  ^n  van  den  Eooing 
en  de  ministers.  De  Qmndwet  draagi  nl.  aan  den 
Hoogen  Raad,  behaWe  de  tecfatsprsak  in  cassatie, 
de  öetliBsing  op  van  sii]É>tanHadrnven,  door  de 
leden  der  Staten-Oeneiial,  de  bootden  der  misis- 
teiieele  departementen,  de  geaveTneart-generaal 
en  de  hooge  iniAeauea.  onder  anderen  naam  met 
gelijke  maobt  Bdileed  in  de  koloniBn  of  faerit- 
ttngen,  de  leden  vaa  dea  Raad  van  State  ea  de 
CofnnuMaiissen  der  Koningin  in  de  provineiftn 
ie  betrekkingen  ge^Aeegd.  Dese  gevallen  ko- 
men icUen  voor  evenals  de  andere  gevallen, 
waarin  aan  den  Hooeen  Raad  reehtapiaak  in 
eersten  aanleg  ia  opgedr^en, 
Reedj  Füivê  de  Ooede  van  BoitrgondiM  ridttte 
I  1455  een  Hoogen  iRaad  <n,  Oioote  of  Q^kübc 
Itoad  gebeeten  (lie  Qroote 


<n,  Giool 
I  Raad). 


DigilizedbyGoOglC 


fiOOOE  BAAD— HOOGIfi  BBROËP. 


Ttnn  de  nooidsUike  proTineiSn  zich  aui  Spui- 
JM  opperheersdutpiwj  onttrokken,  richtte  Wulem 
Mm  Ortmje  in  1583  een  Eoogen  Kaad  op  oiteini- 
tend  TiMT  de  arresten  t»d  IkI  Bot  mn  Hcllaod 
«t  Zeelood,  als  Eoi  T«n  AippM  dienende.  I^e  Hoo- 
ee  Baad  van  fiatlaod.  Zeetüd  en  Wert  Fciesland, 
door  BUderdyk  een  onde  fnaniieniiuii  genaamd, 
dettgdt  Keker  niet  meer  in  ign  boagsten  bloei, 
Geeft  met  e«e  gednieode  twe^onAud  jaai  be- 
«taao  en  tetde  ondei  aj^  leden  msDneo  ali  Byn- 
kênkoek,  Vat  4er  Dom.'  fnmdfcen  ^oogerbeett, 
'Fan  tUn  Bonert,  Hugo  at  Qrool  ali  fiscaal  werk- 
uam  eni.  De  Stsatategcling  tui  1798  bepaaUe, 
dat  er  in  de  Bataafidie  Bepiitlitk  voor  leer  b^- 
K>ndire  gevaSen  een  Nationaal  Oeieehtshof  zon 
ij^n,  welke  leden  ait  de  Departemontale  Horen 
t)ö  loting  Moden  wonlen  sangeweieD.  Speciaal 
staataoiitdaden  looden  door  At  gereehtshol  wor- 
den bersciit.  De  Btaateregeling  Tan  I80I  bepaal- 
de, dat  dit  Nationaal  a«re«litahirf  tovens  hq  ign 
Hot  TBo  Appèl  es  Caaeatie  en  een  blyvend  ka- 
rakter ion  dtaffw. 

(hue  aanlieaitiiig  aan  Frankrijk  maakte  bet 
Hof  Taa  Caaaatie  te  Parga  tot  boogiten  redit« 
ook  Toor  ons  land.  Bij  de  Testiging  onier  onaf- 
baokdöhbenl  bepaiUeii  de  Otoadwetten  Tan 
1S14  en  1S15,  dat  «r  voor  bet  gebeele  Bqk  loii 
begtaan  «en  opperste  eeiechtsfaot  onder  den  naam 
van  Hoogen  Kaad  der  Nederlanden.  Ëent  io 
1888  eebter  werd  tegelijk  mot  d«  inroeriag  der 
nieuwe  wetgerring  dw  Hooge  Baad  tngest^.  Tan 
1818  tot  1848  waa  tet  HooggereebtBhoF  te  'e- 
Orsrenbage  bet  itoogste  Teehterl)^  eoltege. 

Boer*  BmuI  Tmn  adsl  wud  door  koning 
Wm»m  l  oagöridit.  De  weiUring  tu  dU  h- 
efaaam  ia  sedert  1858  'bqwfkt  tot  het  gsTen  thi 
advies  orer  zaken,  den  «dd  betreffende  (K.  B, 
17  S^t.  1858,  DO.  44). 


1  Jtooger  beroep  wilde 
«tén,  of  Geiieimen  Rai 
genetigd  in  een  Spaa 
gezinde  atad.  Na  Terèéhillaide  pogingen  on  irik 


1de  gaan 

,  den  Hoogen,  Grootén,  «f  Geiieimen  Raad  te 
lèehelen,  ali  sqnde  geveetigd  in  een  SpaaiiMii- 
"  '-'IfSe 


een  boogeten  Raad  Tsn  Beroep  voor  Tersebillen- 
de  gewesten  «ainen  op  te  ridtten,  werd  in  15S2 
door  Piins  Willtm,  met  goedfittden  der  Staten 
Tan  Holland,  een  „Hooge  Raad  in  HoUaod"  Jn- 

reld.  aan  a-iena  nitapraak  lieb  in  1587  otA 
|»«viacie  Zeeland  onderwierp.  iHq  bestond 
nit  een  president  en  9  nadeleden  —  6  wegene 
Heiland  en  3  wcseni  Zeeland  —  en  had  faeimiB 
te  nemen  van  aHe  laken,  dk  b^  upèl  Tan  de 
TODoisien  Tan  bet  Bof  daarToor  gebTaettt  wer- 
den, TOOiU  in  «eiste  inttanUe  Tan  eenige  zaken 
^  de  oiwichting  bepaald.  Brenal*  het  Bof  tbs 
Holland  trad  de  Ho(«e  Baad  echter  niet  alleen 
ala  reebterl^,  maar  in  laken.  wdk«  Toor  dien 
Baad  griiracht  waren,  toint^  ook  ala  admini- 
stmtiH  riehaara  op  door  'hot  gelaaten  Tan  een  of 
andere  regeling  Toor  liet  Terrolg. 

Httorar  baroap  of  app^  in  meer  oitge- 
breiden  »n  noemt  men  ieder  beklag  orer  de  be- 
ali«ing  van  een  Mak  of  Tan  een  gntAtil;  waarb^ 
men  een  ander  persoon,  in  wiens  oordeel  men 
meer  TerttoQw«D  rtelt.  oproept  om  bet  geeehil 
nogmaals   te   onderzoeken  en   de   eetatgegsrene 


Toorbeeld  e«n  trficiJTei,  die  xich  niet  Yereonigen 
kan  met  het  oordeel,  dooi  een  recensent  orer 
xyn  werk  nitgoipioken  tso  boogei  beroep  aan 
te  teekenen  of  te  appeUeeien  oj)  bet  nubliêk, 

In  eimeren  recbtMondigen  zin  is  itooger  be- 
ro«i  of  appèl  de  ioerlnoht  tot  een  booget  rechts- 
college, o<n  Teitidering  te  lerkTijgeD  van  een  b^ 
sliasing,  gewezen  door  een  lager  lechtaeoUege 
bI  door  een  legeren  refètei.  Het  doel  is  om  de 
besliasing  Tan  dat  lagei  college  of  •n.n  dien  la- 

5 eren  reuiter  te  -doen  Ternietigen  of  wjjzïgen,  om- 
at  h^,  die  in  beroep  komt  of  appelleert,  beweert, 
dat  zij  recbtsknndig  of  feitelijk  onjuist  ')s.  Het  boo- 
get bero^  vè  een  kiachl  over  de  rmjuitlkeid  von 
de  betlU*ing. 

De  tegenwoordige  wetgeiringen,  ook  de  Nedei- 
landadie,  oQdetBoheid«n  twee  aoorten  lan  ledi- 
terlijke  beslissingen  of  Tonnissen,  nwnel#:i  Ie. 
Tonnitsea,  die  i«  eertttn  omilag  of  eerste  ressorj, 
dat  ia,  door  den  recfater,  die  bevoegd  is  om  het 
eeiat  van  de  zaak  kemiie  te  nemen,  ook  tcgelqk 
in  het  hoogêU  reuort  geweoen  zijn;  en  2e.  Ton- 
nissen, die,  in  bet  eente  ressort  gewezen,  b«t 
niet  torens  in  het  hoogste  ressort  zgn.  Deze  laat- 
ste ailem  zijn  Tatbsar  tom  HWiL  Zal  et  dU 
sprake  kannen  zya  Tan  boogei  beroep,  dan  die- 
nen er  ook  meeüdeie  lessorten  ot  meerdere  in- 
staatiee  te  ^n,  dat  is,  er  moeten  qin  een  lasere 
en  één  of  aieet  hoogere  rechters  ÖJ  recMertgfce 
colleges.  Een  TMinia  wordt  dus  in  het  eerste  en 
laatste  resstvt  geveld  dooi  den  rechter,  als  de 
wet  niet  toelaat,  dat  partyen  T&a  zyn  beslissing 
Terbeteriflg  Tragen  bif  een  hoogeren  reohter.  Dut 
Tonnis  is  dan  «Teiuuin  Tatbaar  voor  hooier  be- 
roep, aU  dat  Taa  «en  hoogeieo  rechter,  die  too- 
nis  geToid  beeft  in  «en  sask,  waarin  te  Toren 
reeds  dooi  eea  hgeren  toebter  nhtpraak  waa  ge- 
geven. Dit  beteekent  nn  nog  niet,  dat  die  laatste 


kan  sog  wel  aaoleiding  geven  4ot  het  inroenen 
Tan  een  ander,  some  een  bviten^Awoon  rechts- 
middel, bifT.  nasd;  de  tegenwooidjge  Nederland- 
sebe  wet:  Ie.  venet,  wogelgk  tegen  een  Tonnis, 
waaitq  de  ia  reebten  geroeprae  partg  ie  veroor- 
deeld  zonder  gehooid  te  xön  (bü  verstek),  omdat 
IQ  niet  kon  ol  wilde  Tersotgnen;  2e.  rentte  (zie 
aldaar);  Se.  tenet  door  derden,  een  rechtsmiddel, 
dat  aan  derden,  niet  in  het  proces  ak  partij  SS^- 
weest  zijnde  personen,  generen  woidt  om  tioi  t« 
YerEetten  tegen  een  ronnis,  hetwdk  hoo  leehten 
benadeelt;  4e.  reqvett  civiel  {zie  Reqvetl};  en  5e. 
aueatxe  (zie  aldaar). 

Het  appèl  kan  teidei  alleen  gebmikt  wonlen 
tegen  TODnissen,  die  nog  geen  JfcroaU  nut  gewijl- 
de taak  verkregen  hebben;  de  partg,  die  appel- 
keren  wü,  moet  niet  door  woord,  geschrift  of 
daad  getoond  hebben,  dat  ag  er  in  berust,  en  de 
termün  om  in  hooger  beroep  te  komen,  moet  nog 
niet  Terstreken  z^n. 

Appèl  TÏndt  ign  toepsariag  zoowel  in  batger- 
Igke,  als  in  stranaken. 

Oiider  burgerlijke  zaken  (in  engeien  zin)  Tal- 
len Tcdgens  de  wet:  Ie.  de  geaehiHen,  die  er  on- 
der de  DDigeiB  ontstaan  kannen  betrektelgk  rech- 
ten, welke  ToortFTloeien  uit  het  lamikerweien  en 
het  bawe^i  2e.  de  geschillen  oT«r  den  eigen- 


DigilizedbyGoOglC 


BOCKÏËR  BEStOEF. 


_  ^  lot 

duimt  Toortrloeiende  ledrfen;  8«.  ae  geKfaillM 
omlient  lediten  en  T«rplielitjiigen  ia  burgers, 
die  voorUpiniten  uit  de  toMdten  hen  bwtunde 
TeibinteniaBen.  —  BamMnaken  betieffen  meer 
bijionder  de  reehiMn  en  Terplïditiageo,  die  tv  den 
handel  hun  oonprong  Tiitden  ot  dw»  de  wet  tot 
het  handelerecht  ijjn  gebiMiit. 

In  $tnatak«n  tTeedt  de  Sloot  door  mkUd  vut 
het  Openbur  Ifioisterie  af,  om  elntl  t«  eiiehea 
ter  nfce  •na  een  fejt,  dal  door  de  wet  tot  mtt- 
drnf  et  tot  OTertredine  wordt  gesteaufwld. 

Bargerij|k«  en  iMUWiBbsaken  tomen  in  eente 
reteort  4f  toot  bel  KftntonKreebt  il  to<h  de  Ar- 
rMuÜMMDeiiti-Bedrtbe^.  Voor  het  Eentmwe- 
leeht  komen  in  hooldiMlc  alleen  die,  wuAg  Be- 
taling Ttc  200  «M.  of  een  leger  bedieg  wordt  ge- 
vorderd; de  endere  komMi  tooi  de  Anoodlsae- 
mentt-RecbtlMiik.  Van  de  Tcnniesen  tm  bet  Ken- 
tongereebt  ie  hooger  beroep  op  de  ArraodtBee- 
meDtB-RechtbaDk,  belMhe  nn  die,  wuiby  de 
vocderii^  niet  meer  beloopt  d&n  50  ^Id.  V«i  ds 
Tonnissen,  door  d«  Arr<»Mliaaements-Beelribaid[ 
io  eerste  leeeort  geweoen,  ie  hooger  beroep  op 
bet  Gneeht^f,  briulrc  in  de  seTiHw,  wiarin 
de  wet  dat  beroep  nitahiH  f)>9<r.  9$  TOMterinseo, 
de  waMde  t^d  400  gld  niet  te  boren  nrade). 

Ook  Btnbiken  komen  in  eeteteo  Mnleg  ol  eer- 


ste reaaort  U  toot  bet  Kenlongeredit  öf 
ArroDdÏMemente-Reebtbudc.  Voor  bet  Kanton^ 
recht  komen  de  meeBte  overtrtdingm  fd.!.  in 
bet  stgemeen  de  lichtere  feiten);  voor  de  Anon- 
dissementv-Rerfilbenk  ót  müdr^ven  (ewaAidere). 
Ook  lüer  kio  men  van  de  rronniBsen  T«n  het 
Ksaten^ereeht  hooger  beroef)  aanteeltenen  bg  de 
Anondweemeota-ReehllMnk;  ven  tonnieien  der 
Anondlueinents-SeebttMnk,  mi  enate  renort  ge- 
wezen, op  het  OereAtthof.  In  eukiele  gallen  ia 
hooger  beroep  oit^ealoten,  fa^.  waaneer  de  Kan- 
lonieebter  g«ToaBttt  beelt  otct  een  etrafbur  feit, 
woart^D  geen  andere  straf  ie  bedreigd  dan 
getdboete  lan  hoogstena  25  gU.  Van  een  eit- 
Bpiiak  doot  den  lëohter  in  appèl  gegeven,  kan 
men  niet  opoieaw  bij  een  hot^eren  rechter  in 
bcioef)  komen.  Er  is  aleebts  ééomaal  hooger  be- 

Hen  ondersebeidt  in  de  t^enwoordige  wetge- 
Tingen  prineipaal  en  ineüUnted  ^tpèl.  Het  frin- 
eipaal  aypü  ia  dat,  betweï  iogesteld  wordt  dMr 
hem,  die  bet  eerit  op  wettige  wjjw  zgn  verlan- 
gen te  kennen  geeft,  om  ijm  grieren  te^n  det 
eersten  reeiiters  nrtépiaak  Wateld  te  nen,  ge- 
woonlqk  de  partg,  die  naar  haar  inzien  het  meest 
bg  bet  vonnis  in  het  oogdgk  is  geetrid,  Jnoi- 
dênleel  apj>èl  wonh  cfigeworpen  door  de  tegen- 

Sartfj,  de  voor  den  bot^Ten  recbter  gwoepene, 
ie  ook  van  baar  kant  beswaren  tegen  net  geheel 
of  een  deel  van  de  tütspiaak  mag  inbivngen  en 
beproeven  of  wgiigiQg  daarvan  in  gnnatigen 
lin  voor  haar  mogergk  it. 

Die  bet  eerst  appelleer^  beet  aj^èllant:  ijjn 
tegenpaitg  is  de  gelntimeerfc;  vu  deien  kaa 
doe  bet  incidenteel  appèl  oitgaan. 

Vroeger  noemde  men  dit  laatste  appèl  in  de 
praetijk  appil  a  minima. 

De  «nam  van  g^nHnteerde,  den  gedaagde  in 
booger  beroep,  komt  van  bet  Iditgnacfae  woord 
intimare.  dat  ia  veiUaren,  aankondigen,  omdat 


bet  booget  beroep  hem  verltlaanl,  aangtbndigd 

In  het  atrah)raee«  «taan  bet  Owenbonr  MittUU- 
ris  en  de  beklawde  tegenover  okaar  als  partg. 
Eet  Opentwu  iCnistene  en  de  belaagde  kvn- 
nen  beiden  in  Iwoger  bwoto  komen. 

Het  doel  van  het  booger  owoep  is,  looale  bo- 
ven geaegd  werd,  tnn  veibetaiing  te  veibÖB^ 
ÏB  het  voniris  Tan  den  eersten  reehter.  Ifaai  dat 
betockent  niet,  dat  men  er  sidi  in  amèl  nitsini- 
tend  toe  moet  bepalen,  csn  de  gebreken  aan  t« 
w^n.  die  nau  bet  iniieht  van  den  appellant 
dat  vonnii  aankleven.  De  aiqwllant  mag  niet 
slechts  de  on^itte  vooratelling  der  feiten  of  bet 
onTechtakimdige  van  de  redeneering  aan  bet  Hebt 
brengen,    maar    ook    siaawe  feiten  en   nieowe 


andere  grosden  gebniken  en  aldna  ign 
eigen  feiten  in  de  inatnictie  der  mak  in  eerste 
inetantie  beiwleHen. 

Het  is  betn  evenwel  niet  geooriooU,  on  in 
hooger  beroep  ign  eisch  t«  veranderen  ol  een 
nieowen  etsoi  te  doen,  bAalve,  wat  bet  laatste 
betreft,  in  de  gallen,  ck)or  de  wet  opgenoemd, 
waarin  apraka  u  taa  gevo*-™  ""—  ♦-"  •'^^  "■" 
bet  instellen  van  den  oora 
voornen  faHtden  worden. 

Het  booger  befoq>  beeft  een  twededsge  kraebt: 
een  devotuHeve  of  oeerbreamNde  en  een  nupen- 
tieve  ol  tehortênde  kracht.  Door  de  «erate  draagt 
bet  de  kennisneming  dei  laak  fn  geschil,  bg  bet 
eerate  votMiit  beslist,  aan  den  Ixrageren  natter 
op,  I(  het  booger  beioep  onbvankebik  en  n  be- 
hoorll^n  vMm  aangebraebt,  dan  wordt  bet  be- 
twiste vonnis  ondarióeht  en  bt  bekra^tigd,  loo 
de  tweede  reebier  lieh  er  mede  vereenigt,  èf  te 
niet  gedaan  en  de  laak  opnieuw  beslist. 

Doot  de  aeboiMade  kracht  van  bet  appèl  wordt 
de  party,  aan  welke  tn  «ersteo  aanleg  de  vorde- 
ring js  toegeweien,  veifiiDderd  het  Tonnis  ten 
nRToer  te  K«rgen,  buiten  de  gevallen,  waarin 
een  ittudtvoerlegging  bf  voorraad  ia  toege- 
staan. De  beeHssiog  Tan  den  boogeicn  teebter 
moet  aigewacbt  wonden,  «ndM  dur  deien  het 
TMHiis  tOQ  kannen  worden  verDJetif^,  en  paa  aa 
berhadde  Eegeriering  mag  de  tannitToerlaggii^ 
begonnen  ot  vervolgd  worden. 

Het  at^en  van  verwdiitlEnde  inatantiea  dagtee- 
kent  eerst  van  het  Iwtere  Bomeinsehe  redit,  en 
sinds  dien  tijd  ontst«ad  bet  ondersAeid  tosaéhen 
jvdieum  en  reê  judioaUt:  wnoM  en  gtitymh  mak. 

In  den  begione  was  bet  geoorloofd  op  da  te- 
reohtaititing  irif,  waarin  het  Tooaia  waa  gcwt- 
■en,  a  taei»  judieit,  in  't  aangvudit  van  den  reeb- 
ter,  te  appelleeien:  bg  gebreke  daarvan  moeit 
men  binnen  twee  of  drie  dagen  na  de  nitmaak 
hooger  beroep  aanteekenen.  Jtutieauu  verleng- 
de den  terrogn  tot  tien  dagen,  nadat  men  van  het 
Tonnia  kensia  had  bekomen,  opdat  men  ti^  mocht 
hebben,  de  eerst  opwellende  nartatoehten  tot  be- 
daren te  brengen. 

Het  hetielfde  doel  is  bg  ons  recht  ia  bnrger- 
l||ke  uken  bet  hooger  beroep  Tan  een  Tonnis 
binnen  acht  dagen  na  de  nït^iraak  in  het  alge- 
meen verboden.  In  het  onde  Pransehe  redit  wa- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOOGER  BEOtOËP— HOOGEmENSOBiB  TAAÜfT. 


463 


eiftle  igo  zn  temgffebrBeht  tot  drie  nuuudeii. 
Onie  wet  iAm  ittaeltéen  termgn  Tut,  te  tAe- 
neo  Tkn  den  dag  der  niispnak  thi  bet  Tooirii. 
In  Btraheken  U  ^  tennÖD  *^i  H>pU  ^^  Agen 
na  denittDieak  TftD  b«t  TODBis.  NuToet  Romein- 
sebe-,  Ond-HolUndKrhe-  en  Fraaeche  reebt  werd 
de  appellant,  wieiu  beroefi  weid  sfgewcsen.  in 
een  geldboete  yeioonlMM,  ah  't  ware  om  ium 
te  Ei^fEen  n>oi  xqa  rnmeM  aMmlIeii  mi  «en 
lecbteil^  nite^ruk  en  bet  opODthood,  dat  hn 
:^JD  tfeênaartg  in  de  Teikrgging  iin  bur  p>ea 
recht  deed  ondeiTJDden.  De  tegenwoordige  Ne- 
derlaiukdie  wet  kent  die  botte  niet  meer. 

'In  bet  Oud  Qemtaanteh  rtehl  wu  bet  boo^ 
beroep  wA  otAèkeaA.  De  volkigereehten  Tonnia- 
ten  tentond  in  boogtte  reMort;  een  beioep  ofi  bet 
loogenaamde  Oodtgereckt  wm  niet  tooieer  de 
openbaiiiig  van  een  mme  tegen  bet  gerelde  Ton- 
nis, al*  wel  een  sanklaeht  tegen  de  rechtepieken- 
den  lelf:  in  een  eerlgb  Tniatavvecfat  trenJ  de  bidp 
der  GoAeid  van  .weeresQCKD  ingeioepen;  döoi 
tondieakiMnflt  Tan  deoe  zon  uitgemaakt  wiH-deo, 
dat  ik  eerl^UieMl  Tan  hem,  die  ali  OTerwinnaaï 
uit  den  Btrgd  trok,  tmen  «Ikn  twgtel  TeriieTen 
stond. 

Na  yerkx^  Tan  tgden  pa«  ontmoet  men  recbtc- 
middelen,  watjdooi  benieoing  kon  Totknigen 
worden  Tan  een  tottniv,  dat  door  de  in  het  ffife- 
l^k  g«flte)de  partq  geMsholden  werd;  aog  wac  Kt 
g«en  eigeiriHk  aüèl.  'Fegen  het  einde  der  15de 
ceow  werd  lonnéa  fcooget  beroep  in  de  Duitsehe 
landen  iogeiToepd. 

Hoovare  barcanotaool  («  mq  <»kderwga- 
{MteUing,  waaraan  middelbaar  onderwgi  (tie  al- 
dtx)  wordt  geseTen.  De  hooeere  burfferEcholen 
worden  ondeMebetden  in  (H)enbate  en  iDöiaadeTe 
en  naar  de  Ireenrtot  in  dnejange  en  Tjjfjarige. 
Aan  de  laatste  ia.  wat  de  Jongeng  booger  oargtr- 
Bcbakn  betroft,  een  eindeiamen  Terbonden.  Het 
toesidit  is  opgedragen  aan  2  infipeeteDis,  teiwHl 
Toor  iedere  Mbool  een  ^satMlffie  CoinniMie 
TAD  Toezidit  bevtaal  Volgens  de  wet  op  bet 
Midddbaar  OndenFfis  moeten  er  alömna  IS 
rgka^KNVere  bnigendidai  beotaan,  waarran  ten- 
roinete  5  met  Tffjirigen  arnns.  Aan  teboJen, 


^  gemenrte  of  bKiondere  personen 


c^igendit,  kan  een  TJjkaeiAsiaie  warden  toege- 
kend. To^na  het  jongste  regeeringsTerelag  be- 
stonden er  in  1914:  91  boogen  borMrsefaolen  en 
wel  27  rïka-,  49  genuentelgke-  en  15  bgzonde» 
sebokn.  Van  dese  Nfaolen  hadden  19  {6  rnks-  en 
13  ^emeraielgke)  een  driejarigen,  de  overige  een 
Tjjfjarigen  mrsns.  Het  aantal  teerlingen  op  de 
r^kM^olen  bedroeg  S526,  op  de  orenge  1()2S7, 
totoal  1S79S.  Het  aantal  manselnke  leerKngen 
was  1 1  247,  dat  der  vronwelgke  2546.  Het  eind- 
enmen  werd  hi  191S  afee}^  door  1872  leerVn: 
gen.  waarvan  1179  bet  diiiloma  Terwierren.  Het 
aantal  meisjee-ihoogere  baigeracholen  bedroeg 
17,  waarren  11  gemeentel^e  en  6  bjnoodete. 
Samen  telden  lij  «p  1  Jannari  '1914:  1970  leer- 
De  hoogere  tnigendwien  tgn  onMaan  krach- 
tens de  Wet  op  bet  Middettiaar  Onderwga  van  2 
Mei  1863,  met  wmigingen  in  tMere  jaren;  het 
Re^ement  der  KjjkriiWeTe  bnrgenebolen  ia 
TSfftgesteld  b^  Eoninklnk  Bednit  van  SO  AuniB- 
tns  1S64,  later  hertiaaJdelf^  gcmgtigd.  In  Sep- 


temlber  1916  werd  Toor  alle  rijkssefaolên  een  Nor- 
maalprogramma  ingeroerd.  waarbg  de  omrang 
der  leervtot  en  de  Terdeeïrng  daarvan  over  de 
vereehillende  kluten  nanwkenrig  werd  omsehie- 
ven.  Voor  de  overige  aclioha  kan  bet  piognm- 
ma  van  het  onderwm  naar  omatandw holen  wor- 
den gew^cigd,  ingeiFompen  of  nitgnneid. 

Hoomrlmi*  is  de  naein,  die  men  dikwiilt 
in  het  algemeen  geelt  aan  de  Eerste  Kamer  der 
VoUiSivertogenwooidigiDg  in  landen,  waar  een 
twee-ksmer-etelael  bevtaat,  onTertebiBig  wdke 
naam  deze  instelling  in  werkelQUwid  drai^ 
Ben  aamcnTBtteod  oveniebt  oirer  deie  instellin- 
gen, haar  samenstelling  en  baar  grondslag  lever- 
de in  1B86  mr.  J.  Pmlu»  in  i^n  andeo^D  pioet- 
sehrilt:  iJit  HooMihmien  in  Snropa  en  Ameri- 
ka". Meer  in  bet  onsonder  veratsat  men  daaron- 
der het  Ettgrieette  Houi»  of  fords  (aie  Boute  of 
eommontf. 

Booyer  Onderwtls.  Zie  OMdervtfs  en  Vttt- 
vtrgiteit. 

Hoovmehool.  Zie  ünhertUMIen. 

HeoKB  T&tr&.  Zie  KarptOen. 

Boore  T«n*m.  Zie  Alpen. 

Hoor«  Tcmpaimtorui.  Zie  remfwalwir. 

BoonwseD,  een  gemeente  in  de  prturineie 
Drente,  6311  H.A.  gn>ot,  met  (1916)  18029  in- 
wonen, wordt  ingeuotcm  door  de  DientsdM  ge- 
meenten Znidwolde,  Rnines,  Dellen,  Westeri»rk, 
Dalen  en  Koe>vorden,  en  doo*  de  Ovérfiadsdie  ge- 
meenten OrsmÉbergen  en  Aabtfiaraeiiberg.  De 
s«ineeiite  berai  het  rltk  Boogween,  de  kolonie 
Hollandsrïie-TeM  (ne  aUaar)  en  eenige  buurten. 
Vroeger  he«taod  de  bodem  grootendeets  sit  nnd 
ün  böogveen  en  eenige  planen.  Het  grootete  deel 
van  het  hoogveen  ii  algegtvren  en  daarmee  a^n 
odk  de  piaseen  verdwenen.  Het  (dan  tot  atgra- 
ïing  werd  in  1625  door  Roelof,  Éaron  pm  sek- 
ten lot  Eehleti  gevormd,  die  met  dit  doel  een 
maefeehappii  M>ricb>tte,  die  de  ontginning  met 
kracht  ter  lünd  nam.  Hoofdbronnen  van  bestaan 
zijn  hmdboaw.  tnrfbereiding,  lelteepveart,  han- 
del, veetedt,  znirelberehKng,  bgenteelt  en  n^vei- 
heid. 

De  kolonie  Hoogenoen,  aan  de  epoorlgn  Tan 
Me;^  naar  Groningen  en  aan  de  Hoogeteen- 


Nieuw-Ameterdam  en  naar  Ter-Aoel.  De 
bevolking  leeft  Tan  >cl>eepT«art,  veehandel,  «Q- 
verheid  m  Uoemtweekergen. 

Boor«veMwohe  Vaart  !■  een  veenkanaal 
in  de  pro>Tineie  Drente  (xie  de  kaart),  dat  van 
Hef)pel  oiver  Hooge^een  naar  bet  Barger  Ooster- 
veen  loopt.  Het  ia  55,8  km.  lang.  door  «durtshii- 
len  in  9  panden  TcrdeeM,  12 — 18  m.  breed  e* 
1,5  m.  diep.  Het  wordl  gevoed  nit  de  venen  en 
door  enkele  kto'ne  waterïeiditigen.  Set  ondate 
gedeelte  van  bet  kanaal,  van  bet  dorpje  Edites 
tot  Meppel,  i»  «en  vergraven  riviertje,  bet  Oodo 
Diep  of  E^ditinger  Diep,  en  kwam  reeds  ie  1627 
tot  stand,  lerwnl  het  in  iI691  tot  de  venen  werd 
doorgetrokken.  In  de  jaren  1850—1852  werd  bet 
kanaal  verbeterd  en  verengd  tot  in  de  Tenen 
onder  Eramen,  teren*  een  o^anaal  naar  Koe*or- 
den  gepiaven  en  een  waterleiding  naar  Beifen 
tot  voeding  van  de  Drentsche  Hootdvaart;  in 
1880    werd   oonceisie    verleend    tot    verlenging 


DigilizedbyGoOglC 


HOOaËV£EiNSCHE  VAAItT-SOOaUfiD. 


der  Hoog^Hiuehe  Vaart  tot  ua  de  Dniteehe 
grent. 

Hoor*w«rtt,  S.,  een  NederUndMili  Kiiei- 
kundige,  deo  29*leii  Aagnitni  IS47  t«  Rotter- 
dun  g«èoren,  wa*  nn  1869  tot  1885  leeimu  a«a 
de  lioogMe  baigeiKibool  »Uu(,  en  weid  in  bwtn- 
genoeiüid  jaar  benoeoal  tot  hoogleeiaar  in  da 
•ehofainde  aan  de  Polytecfaniadw  lebod  te  ZMIt, 
"ik    vo»r   oTganifdM    MtNikncde.    Hq 

elauigk  aandeel  in  de  leidiDg  tui  bet 

•efaeUniDdig  UEondorinm  dier  mstellin^.  In  1907 
trad  faq  fUr  b«t  bjj  d«  wet  gestekte  tydrtip  af, 
ten  einde  in  een  in  lijn  woning  gebauwd  pri.Taat- 
laboratoriom  M}"  onderzoekingen  Toort  te  letteo. 
Sedert  1882  ia  hg  mederedaetenr  «as  bet  „Be- 
eiietl  4et  traMni  ehimiqnei  dea  Pava-Baa  et, de 
la  Belgiqne".  Hierin  Terschmen  «ol  de  meétte 
^■er  TerhaDdeliogen,  die  böna  alle  de  ttwU 
iga  na  dengemeenachaf^lqaeD  arlMtd  met  ign 
rriend  dr.  W.  A.  mk  Dorp,  die  in  ij)n  eigen  U- 


__   ._    _-,, B  ij)n  eigen 

boralorinm  te  AateteFdam  ireikiaam  ia.  Om  ' 
■dienen  bgdragen  vaa  hem  in  de  „Verriasen 

"       ■       ■  Viniwn" 


.      =  .  „      der 

EonlnUgke  AbMtanie  vao  wetenacbappei    . 
big'i   Annalen",   het   ,J(aandfclad   toor   nainnr- 
weteMdiappen"  eno. 

Boovsujid,  «en  genweote  in  de  Droriacie 
GroDiBgra.  6770  H.A.  groot,  met  (1915)  10  986 
inwoners,  wordt  inseekten  door  de  Oroningaeiie 
geoMtiiten  Haren,  Noorddi^,  SloehtcTen,  Saf^te- 
meer,  HvBtendam,  Veendam  en  Wilderrank,  ea 
de  Drenteeiie  gemeenten  Anloo  en  Zaidlarea.  Na 
haar  vereeniging  met  WindenFeer  berrat  lïj  de 
dorpen  Hoogiwih],  Wiod«weer,  WeKteAroeK  en 
Kropaw«Ue,  tnnereiis  eemge  bnarten  en  gebtuli' 
ten.  Tot  de  gMneente  befaoort  «en  deel  >van  het 
ZBÏ£aardenneer  ea  bet  Foifaotetermeet.  I>e  bo- 
dem beetaat  in  het  outen  nit  afgegraven  boof[- 
Tcea,  in  Bet  snidwetten  nit  diltrnaaloaml  en  in 
bet  Baotdwest«n  nit  laagreen.  De  inwonen  lenen 
Tan  laDdbovw,  Teeteett,  bandel  en  njfTMbeid,  aoo- 
ala  «ebeepetimnerwerren,  leilmakernen,  een  ipa- 
fieterg,  stoomweiktaivllabrieken,  i)rst>dq>niUa- 
brieken,  kalk-  en  dcfioreibranderöen,  tonwsla- 
gergen.  boataaag-,  koren-  en  oOeióoteiie,  een 
stroopapierfabneb,   een  gattafcriek 

Het  vlek  Hoogezand.  aan  bet  Winichoterdiep 
gelegen,  ie  in  1^7  toen  men  met  de  oatginning 
Tas  het  Teen  begon,  on4«taan.  De  jitaata  is  op 
de  beide  oerera  t«d  ^et  WiasdMterdiep  geboawd. 
Zg  becit  met  SappenMer  een  gemeen  Bcbif^Mlö'E 
station  Toor  de  Ign  Winaeboten — Oroningen.  Er 
ia  Teel  ngreAeid  eo  een  lerendig  Tciteei. 

Hoove-Xwalnwe  ï*  md  diKp  in  de  Noord. 
Brabuktaebe  enneente  Hooge-en-Lage-ZwaJuwe. 
De  plaats,  ^  toerboald^ök  tu  o^entrooniogea 
te  Mo  bad,  bezit  een  HerTormde  een  Boomadi- 
Kntholieke  kerk.  Es  is  een  station  Tan  de  ^ji 
'»4ert  agenbot(4i — Ltge-Zwial  uwe. 

H*o|ifM<|lMDto  Itroomen  ign  electrieebe 
wisielitroenien,  die  in  de  t^ieenhfid  een  kr 
groot  aaslal  malen  T«n  riditing  Teranderen.  De 
draadboie  telegrafie  maaÉt  blfTooibe^  T«n  iet- 
gelnke  hoogfrequente  tttoanwn  g^nik.  De  nor- 
mmle  treqoentie  nat  Tao  25  tot  60  dofabele,  peri' 
oden  geuMDd,  èi  50  tot  120  eoloele  wÏMelingen 
per  seoonde.  Vooi  liditsetiten  worden  hier  te 
Mtde  bgna  nitriartend  50  perioden  toegepatt 
{lie  FrequenUemeler). 


Hooifts.  Romey*  de,  een  NodeckndMh  en- 
Teni  en  bcMUm,  in  1645  ol  1646  t«  Auwterdain 
geboren  en  dea  ISden  Joni  1708  te  Haarlem 
OTerleden.  SehiMerweik  Tan  ium  (iet  men  it  bet 
Btadhnis  te  Enkhoiien.  Hg  beeft  Teel  koperpren- 
<ea  gemaakt,  die  etadageiiebtea,  portretten  en  ge- 
tebiedknndige  gebeurtenisaea  Toortteflen. 

Hiurrliatinrnnil    Zie  Beemraai. 

Hoo|(Uuid  is  de  naam,  waarmede  mea,  in  te- 
g«4uteUiflg  met  laagUmd,  de  booger  gelegen  dee- 
len  der  aardopperrlakte  aaodtndt.  En  nanwken- 
rige  grens  Talt  niet  aan  te  g«yen  toMcben  bode. 
Het  DDOgiaod  kaa  weer  in  diieiilet  «onn  optie- 
dani  ale  boogTlokte,  bergland  en  temdaod. 

Hooclandi  oen  gemeente  in  de  prorincie 
UtiecM,  4127  HA.  groot  met  (1916)  2735  in. 
woners,  Ugt  tMid>en  de  Utreebtaebe  gemeenten 
BunaCbioten,  Baam,  Soest  en  Amentoort  en  de 
Oeldersehe  gemeenten  Ho«Hdak«n  ea  Nökeifc.  In 
1857  it  de  gemeente  Duits  met  haar  vereenigd. 
Zjj  bcotaat  an  nit  de  dorpen  De  Ham  ea  langen- 
oord  en  eeaige  banrteo  en  gdiatfilen.  Ia  bet 
W.  wordt  de  streek  door  de  Eea  bemodl.  De 
bodem  beetüt  gnMtendedt  nit  düuTJia]  laod,  in 
het  N.  treft  men  laagrecn  aan.  Landbouw  en 
Toeteek  ign  de  hoofdbronnen  Tan  betfaan. 

Hooclsda,  een  doift  in  de  Belgiacbe  prowtn- 
eie  Weat-Vlafendeien.  logt  aan  de  spoorlya  Ar- 
men tièies — lluuront,  aan  den  stiaatoeg  Tan 
en  telt  t^jna  5000  iowoaei*. 
Fransdien  ondec  Jforeav  de 
Oostenrgkers"  onder  Clerfait  |15  Joni  1794). 

Homrtlad  of,  aooals  de  HAreetMTirfu  titel 
luidt  lUd  der  Uederen,  d.  w.  i.  het  Mbooast« 
lied,  «tioort  tot  de  dicbterSjke  boeken  dtt  Ouden 
TeslMueata.  Het  bettauU  uk  eea  Tenameliig  Ij- 
rinche  btuidsUeder«B  wawia  met  Oaat«n«i«i 
gloed  het  gduk  der  ËeUe  geadtilderd  wordt,  ira 
eens  in  aUeen^raak,  dan  weder  in  beaehi^ug, 
of  ook  in  geapcekken  t«o  twee  aunneadM.  Door 
aile  tödea  been  heeft  men  zeer  veradiiHend  orer 
het  Hooglied  geooideeld.  Terwgt  wranügeD  bet 
hielden  «oor  een  onsamenbangeode  Terzameling 
Tan  minnediditen,  vonden  Bnaeren  daarin  rer- 
bu>d  en  eenheid;  terwg]  er  waisn,  die  bat  be- 
paald aan  Salomo  toekenden,  beweerden  anderen 
op  taalkundige  gronden,  dat  bet  in  latcreo  tjjd 
is  apgest«ld.  Zelis  wilden  sommige  moderne  «le- 
gelen  ei  een  diama  of  zangspel  in  liea,  betg«en 
aet  te  oawaartefagolökier  ia,  omdat  de  Joden  het 
tooneel  io  het  goieel  niet  kenden.  Zeer  oud  is 
bet  ^oTOelea,  waanjbor  dit  boek  oodai  de  gewnde 
Schriften  is  oftgenomen.  dat  de  Tooritelling  der 
aardscbe  Uefde  in 'bet  HoogUod  ileebta  een  ztn- 
nebeeld  ia  van  de  betrekking  toisdien  Jabwe  en 
^n  Tok,  of  séUt  taaacben  Chriëbu  en  de  geloo- 
Tigen.  Die  meening  Tindt  mea  leeA  bg  Origenu, 
en  «ele  R.-SathoC^e  en  Protertantaebe  J«dge- 
leeidea  «olgdea  bet  Toetapoor  Tan  den  SeTkra- 
der.  Intasseben  werd  reeu  door  Botmef  en  la- 
ter door  HertUr  die  tj^isch-allegoriaAe  TerU»- 
ling  Tin  bet  Hooglied  verworpen,  en  ig  viodf  bQ 
de  moderne  -theolwen  geen  aanhangers  meei.  De 
taal  en  bqpaaldelgk  het  gebruiken  Tan  Oriektche 
zegswijzen,  wgzen  ei  op,  dat  het  Tddr  bet  einde 
lïer  4de  eeuw  t.  Chr.  Toltooid  waa.  In  het  Ne- 
derlaodacÉi  wei<d  het  vertaald  door  profeaaor 
Roekttm    (1656).    Vooral    StatuUin,  De  WelU, 


DigilizedbyGoOglC 


BOOOUGD-AOOaSmATEN. 


e: 


Bieald  eD  Bitag  lutiben  f«ortreffeli)k«  aitlcfikon- 
dig«  geaohriftni  of»  het  Hooglied  gdercnf 

Boosmls.  Zi«  Jfü. 

Boocoven.  2w  IJwr. 

~  Tenyas  ie  een 

boogoTent  ontwiUclt. 

Hoor-ralUf.   Zre  ^I(o  nlievo. 

BooK>PKDi>ïlUr-  Hinoikder  hwfi  mm  vol- 
gene  d«  roonelKilten  rui  bet  KoninUnk  Initi- 
tant  nn  iDgeoieiin  te  TeiBtaan  «laotriwlw  qwn. 
ningen,  die  niMr  dan  SOO  Vott  ten  opiiehte  *u 
de  uidc  bedragen. 

Beo vn>WUUiir*Mk*rliir.  Zie  Bleetnêehe 
xekeringen. 

Boontrktcn,  Jaeobiu  van,  wn  B.-K*1Im>- 
Kék  godgeleerde,  omstreeltt  I4«0  in  het  dorp 
Hoogtrtratta  in  BnÉiaDt  geboren,  itndeerde  te 
Leaven,  werd  ei  meeiteF  in  de  Trye  knoatea,  be- 
gaf lici  in  de  Orde  dei  DtnuinieaneD,  en  weid 
▼erroigieni  doctor  en  hoogleenwr  in  de  tbcdwit 
en  keHenneester  te  Keolen,  Hünx  en  THer.  Een 
befceeide  IsraMiet,  PtaHmkom  gefaee«en,  tttd  op 
zqn  UDSpoiing  bg  tfonfnflmm  erop  ungedron- 
dat  de  bwÉen  der  hnBHeten  leAiwad  iod- 
wonlM,  dMT  dese,  nMur  tqn  Teriekning, 
toefa  ni«U  «uderB  beÉieladen  dan  luteiingen  te- 
gen de  ChiiBtenen.  De  keiier  eebtei  iti»Apl*eg&» 
Rewthlin  en  dew  zorgde,  dat  ■!  ^e  boeken  md 
de  eieenann  weiden  teraggeRvren.  ReueJUtit'* 
gesduiElen  werden  na  Tefbraod  en  hg  leH  met 
een  k«tt«rgeTi4bt  bedreigd,  wodat  aüêen  de  ttÖ- 
uiiBak  TU  Lm  X  hem  tui  een  openbate  Terrol- 
ging  kon  vr^wiieii.  In  de  „BpisMae  obKnroiom 
Timnm"  wordt  BoogatnOen  aeei  beq>ot.  Hij 
oreileed  On  21iten  Juiawi  1527  te  E«nlNi.  Hn 
sdireef  o.  &.;  „Haigarita  jJüloiopUae  nMrallf" 
(1S81),  „DeatmctiD  eabake  ete."  flSI8),  „Con- 
tra êiMlagfMa  de  eanu  RemUïBi",  „AtKJogiae 
ali^not  eontra  JUnrfdinnm"  (1518),  ,fltmmo 
Piineipom  HJeoMnniie",  „Adreitut  petentei 
MuiKÓn  a  maletï«ia",  „Cootia  ipieibTtwM  eon- 
ci*>inai)oi",  .4>e  paigatom"  (15S6),  ,J)e  fide  at 
opeiibns",  „Dialognt  de  Teneratione  et  inroea- 
tione  giDctomm"  (1S42),  „CSootia  YHl  Lnthera- 
Dornm  btsFpheoiiae'*  en  „Cdloqnioimn  contra 
tbemm  IJbii  VI"  0524).  7^  vamnelde  ww- 
ken  TeiMbenen  te  Kenlen  in  IS26. 

Boegvtrat«ii(  Samuel  van,  een  Neder- 
landad)  KbiMer,  den  Sden  Anrata*  J6S7  Ie 
Dordieeht  gd»oren,  den  IMeo  Oetober  IS78  al- 
daar geetorrcn,  wat  leerliw  tui  tgn  Tader  Dirk 
vm  BoogtlrateH  en  Tan  Stmbrandf  te  Anwtei- 
dam.  Hif  Tertoelde  Tan  .1651  tot  1668  te  W«e- 
nen,  van  16K  tot  1M6  te  Londen,  en  na  1868 
tot  1671  te  'B-OiaveoÉMge.  H^  heett  par^tten 
en  Toontelliiigvn  nit  het  dig^faA  leren  ge- 
Bobilden).  De  werken  van  Fm  8oog$tnUn  t^n 
te  Tinden  onder  anderen  ia  het  Rj^muewn  te 
Amtteidntn  en  in  het  MamilafaDiê  te  'i-Oranren- 
h^.  In  1S7S  vereeheen  lijn  „InlejMÜng  tot  de 
Howhe  Seiiool  der  S^tildeikonet". 

HoottÊtnttn,  tmu  of  franfoU  vmt,  een  Ne- 
derlandsrii  dichter  en  broeder  tui  den  toot- 
gMode,  in  1682  \m  'a-GmeiAage  geboien,  diekt- 
te  b^na  ■Itrtvitend  geeateiyke  lre£ien.  Ha  oTei- 
leed  te  Rotterdam  den  24^q  Janvari  1706.  Van 


(Hii    wetten    TeimeÜen    wijf 
ititbte^ke  liedeten"  (1708), 


„Zedeaansen   i 
CThiiiteljfe  Ri 


der,  in  Latynsclie  Taefeen  algemaelt  dooi  Hiln>- 
njmme  Tas  %iarte"  (I9Qfi],  „Vooiiiof  det  liele. 
behangHi  met  leerume  prenten  en  linBebeelden" 
(isas  en  1698],  „Serstaiedt".  ,J>eeideriut  Peie- 
grinnB  ol  Begeerden  FelgiimaMlje  naai  't  hnii 
der  lielde"  {\Vt%  „^auiei  Lvdoneiu  Viwi. 
hdeidlDg  tot  de  wawe  wqifaeid"  (1670),  ,^.  Stel- 
la,  veranuKliDg  der  werèldtebe  gdelhëden'',  ,4- 
Gode&Q,  tefereelen  van  Boete"  (1670).  „Boethnie 
Tan  de  Teitroosting  der  pfaUoHphie"  (1854  en 
165S),  „De  eoMolatioiM  FhUowphiae:  of  het  Gul- 
den boeifeen  Tan  de  TeEtroootende  wytheid  eni." 
(1660  en  1680),  „llMma*  Honw,  het  onèekent 
en  wondeilyk  eiland  Ut<^ia"  (1677),  „Jobannes 
Damaseenoi,  Het  leren  en  htAc^  Tan  Barlalm 
den  heremTt  en  Josaphat,  koning  Tan  IndiSn" 
(1672),  ,Jjof  der  totlieit,  beMbreren  door  Brai- 
mos  Tan  RcAterdam"  (173S).  „Den  verreiea  bond- 
Mhen  Diogenee  eni."  (.1660),  J.  Uptioa,  tu  de 
■tanSTaetigfaeid"  (1674)  en  ,4)e  Mboole  det  we- 
reh  geprint  in  CIÓj  TÜegennite  bedenkingen  ena." 
(2de  dnfc  1725).  Ook  Ivreide  hü  teitahogen  Tan 
JtuKnKt  ^m  en  1696),  SOhu^tu  (1688, 
1696)  en«. 

Boog^rattn,  Dand    vat,    een    Nedeilandieh 
diflbtet  en  soon  Tan  den  Toornwide,  den  lUen 


van  La^Ddehe  diditere,  aan  de  poliie  en  kwam 
in  keiraig  met  Pelnu  Rabtu,  Otulaat  en  Jutom- 
dea  vm  der  Qoe*.  welke  laaGete  knraalang  ijia 
Tiiend  bleef.  Reeda  waren  de  „Rjpnoefeningen" 
Tm  hem  en  Pelnu  Sabut  tei  perae,  tMS  hy 
naar  Leiden  Tortrak,  om  liA  op  oe  geneeAnnde 
toe  te  leggen,  terwi^  Iq  er  tmena  de  leaeen  In- 
woonde Tan  Onmovitu.  8teed*  beoefende  b^  de 
dichtkooet,  looali  bljïkt  ntt  lün  „Jaaiget^de  Tan 
de  Tertoeeing  Tto  Leiden",  »  n»  ign  ]»eaM>tie 
TOBtigde  liii  ddi  te  Dordteeht.  Weinig  eehter 
bemoeMe  U^  rieh  met  de  prak^jfc;  hQ  bekleedde 
een  bedekking  aan  het  gTinoaeinm  en  hletd  lich 
ankdfg  met  tiet  Teit^Mi  of  het  bnorgen  t«il 
nitgaren  van  ondereebehhn  I^^iche  getdirif- 
ten.  Ondei  laat«lgenoeatde  ia  Tooril  i&i  nitnre 
T«D  Phaednu  beroemd,  loodat  1$  seUe  in  Ks- 
gelaad  en  Kwitaeihnd  weid  nagedmkt.  Ook 
bewerkte  bij  met  ScmuSf  Bannot  een  „Kieuw 
woordenboek  der  Kedeidnitaehe  en  Latjjoaebe 
taal",  dat  onderMfadden  nitgairen  brieefde.  Wd- 
dra  weid  Fowffoo^nifeiitet  praeceptor  en  Ter- 
TÓlgens  tot  pioiectoi  benoemd  aan  de^t^Dsdbe 
(diml  te  ünterdui  jtn  14  Terraardigde  «r  een 
menigte  LatgnMbe  gédiditiHi,  Hj)  oreileed  den 
Idden  Nimmber  I7£t.  Van  i^  geeehrUten  ver- 
melden wl):  „R^noeleningen  Tan  Darid  Tan 
Hoogfltratcn  en  Fetnii  Rabu"  (1678),  „Oeneea- 
kiww  veibaal  Tan  de  ifroinr  (apfatfaie)  eni.", 
„De  oodiemae  medieiaae  itatn  ,  ,3cheta  der 
geneesknnet".  „Sdwta  der  geleerdheid  en  weten- 
lohap",  „Tafereel  «n  CAee"  (1683),  „Eeopiache 
(abelen  Tan  Fedras  eni."  (1708),  „Hiaedri  An- 
guiti  SlMrti  FAttUntm  Aeaonianini  libti  V,  ete." 
0799,  1701,  1718),  „Nieuw  wmidenboek  <fai 
Nedenkitoehe  en  UtStMbe  taal''  (1706,  en  latet 
bg  herhatJDg),  .^egWierien  o(  kort  begrip  d«r 
reder^kkaoït"  (1721).  „BeMfaiftTlng  der  Heiden- 
tehe  mden  en  godionen"  (1719  en  17AI),  „Cu- 
mina'*  1^1682  en  later  bq  hntuliag),  „Gediefaten" 


DigilizedbyGoOglC 


HOOOSmATEN-^OOOT&SUUAAT. 


(1697),  „AuUDcrkiugan  owi  de  gealuliten  der 
ulfstuid^  Bumwoonkn"  (1708,  1710,  172S  en 
1783],  wuTiu  in  1786  «en  6de  irvk  itnehetn, 
en  „Qroot  akemetn  histoTiKh-geognphudi 
woordenboek"  (7dln„  1725),  wuiru  l^j  «rea- 
wA  ilediti  een  klein  ^ecke  bew«kt  heeft. 
Venfet  besorgde  hjj  de  nitgarfe  der  LatjJDiein  en 
Nedeilaadcche  gediditen  tmi  SrodUNiim,  die 
Tu  de  gedichten  tiu  AnionitUê  wm  der  Qan, 
klamede  een  tui  d«  „Trenripeien"  vu  Pondél 
en  T>n  de  „Uen^lwcrken"  vin  Hooit. 

HoagtlraUti,  Jan  *a>,  «en  NederlsodHli  dich- 
tei  en  bioedu  tm  den  voorgundg,  den  26it«n 
jMtnari  1662  te  Rotterdim  geboren,  beuciit  er 
de  ErumiMnsebe  aAool  en  witigde  rich  ver- 
wtgena  ■!§  boekbuidelur  te  Dordrodit.  Om- 
ttietka  bet  jur  1700  Tetbntsde  hg  naar  Breda, 
latei  naar  Oonda.  Hq  overleed  in  1756.  Hq 
MhietI  ojt.:  „De  kmyiheU  ol  bet  leren  van  den 
nootan  apoateï  PtnAaa,  in  VII  boeken"  (3ik 
druk  1712],  „SpieMl  der  aUersehoontte  conrtiaa- 
Mn  deM*  tiida"  (1701  en  latei),  „Zegepraal  dei 
röddelÖke  ÏÏ^"  {1728  en  1734],  „Staat-  en  le- 
dekott^OT  Kii>n«Dreaten"  (17&]),  „Parnas  aan 
de  Waal  om."  (1726),  „Eseaa  ot  de  oodergang 
van  Troje,  trenispel"  (1710).  ,4)e  geleerde  (gelad- 
derde)  advocaat  ol  de  beóitotte  dnürendlef' 
(1707),  ,J>e  vwKd  t(«en  dank,  blöajtel"  (1710), 
,rUedor  an  Ans;eliea  oi  de  achting  in  de  opeia. 
klBeht^iel"  (1710),  „Tvs  ouventaod  of  de  bmi- 
lott  van  Anne  met  'er  burd,  Uoehtspd"  (1724), 
„De  verliefde  klok  bljjapel",  ,yDapline'a  velduoD, 
tooneeelipel"  (1748)  -"  *"'-"i  W"=.i»i"  7.;.n 
„Uengelpotijj"  verM 
deelen. 

■ooffstvarbraUuniMtor. 
teiUlarieven. 

Ho«Bta.  De  hoogte  van  een  pont  boToi  een 
^liak  noetnt  men  den  alatand  van  het  poot  tot 
dat  vbk,  dat  is  de  lengte  van  de  loodlgn,  nit 
bet  punt  op  bet  vlak  neergelaten.  De  hoogte  vaa 
MD  berg  kta  de  afftMxt  vam  den  top  tot  dan 
voet  of  ook  van  den  top  tot  de  off  ervlakte  der 
ue  ign;  de  eervte  boogte  noemt  men  de  betrek- 
kel^ke,  de  tweede  de  voUlrtklM  IwogU.  Ja  de 
Hcvaartkuude  becigt  men  bet  woond  ooogte  nor 
poobboogte. 

De  hoogte  vaa  een  heni(£l<baam  ii  een  gedoel- 
tevM  den  grooten  drk^  welbe  door  het  Hoith 
gaat,  en  wel  dat  gedeelte,  belwdk  begrepen  it 
tiuadien  bet  hemeUicbaam  en  dui  horiion,  nl 
ook  da  hoek,  d!«n  <«n  vit  het  hemeHiehaaoi  la 
het  oog  dei  waarnemer*  vtUeiMle  liehtatraid  met 
den  boriKHi  mattt.  Elk  baneKefaaam  bereikt  in 
den  meridJaan  qjn  giootite  en  kt«Mte  hoogte. 

ConetpoHdeerendt  hoogte»  ijjn  gelgfce  hoog- 
ten vóór  en  oa  de  egkmnstie  van  een  hvDeln- 
ehaam.  Z^  worden  gebruikt  aU  een  der  methoden 
tot  bepaling  van  den  tBd. 

In  oe  meetknnde  ia  oe  boogta  van  een  drie- 
hoek de  lengte  van  de  loodlön  nit  den  top  op  de 
basia  DeergMaten;  de  hoogte  vao  een  parallelo- 
gram  de  afstand  der  baaia  tot  de  a>ventaande 
iqde,  en  de  hoo^e  van  een  tiapeiium  de  ofaland 
der  beide  evenwijdige  ^en. 

Boortooliiisl  of  VertieaaUirket  aotxat  men 
tn  de  aterreknnde  den  groolen  drkel.  waarop  de 
hoogte   der    eter   woidt   gemeten.    Deie   drkel. 


Zie     EUetriai- 


gaande  door  het  lenith  en  de  atcr,  eUat  lood- 
redit  op  den  horiion. 

Boovtenora.  Zie  AhetJIora. 

■oort«klliiia<it  ol  herMimaat  duidt  de 
klimaattoeatanden  aan  op  ie«re  boogte  bovm 
den  leeepiegel,  in  bet  biJMnder  op  beigan  en 
bergheUingen.  Dat  de  faetorsn,  welke  het  kli- 
maat umenatellen,  in  mAt  stifken  veiKhiHen 


1  die  i 


bet 


.  laagland,  waa  reed*  lang  uit  de 
waunamingen  dei  oeigatatima  (sie  Jfelaorologi- 
wha  tlofioM)  bekend,  maai  eei«t  in  nienweroi 
tifd  il  nwn  faegoanen  den  invloed  daarvan  op  de 
levende  orgaalamen  en  in  het  butmder  op  den 
menteh  ijvlamatiscb  te  «Ddenoefeen.  Zoo  beeft 
men  den  imloed  van  bet  boogteUimaat  on  de 
planten  traebten  na  te  gaan  door  de  veruMTetin- 
gen  te  beatodeeren,  mm»  bg  planten  optreden, 
welke  mt  het  booggebengte  naar  plantentninen 
in  het  Iw^land  ot  naar  {voeftnioea  op  de  lagere 
hergbeHangen  werden  ov«ig«fcraaht,  Vao  nog 
grooter  beteek«oJa  iqn  de  oMeraoekingen,  mtSn 
oetiekking  babben  en»  den  menach  ala  deie  lirfi 
in  on^ekeerde  licbtnig  verplaatst,  nl.  nit  bat 
laagland  naar  het  hooggebergte.  Reeda  lang  wi«t 
men,  dat  Iwt  ber^imaat  een  «igenMrdigM  in- 
vloed op  het  menadidQke  oigastame  nitoefent, 
loodat  het  op  •omanige  licktra,  sooala  bkiedar- 
moede,  hmgtdwtcnlooe,  engelicbe  uekte  ca., 
leer  gontt^  werict,  aódere  daarentegen,  looak 
bAitaandoentngen  en  sewricbtutieuiiM,  TOTHgert. 
Ook  de  eigenaanlig*  Mogtiékte  wa«  reeda  lang 
bekend,  loowel  bü  toeriitcn  jn  het  hooggebergte 
ala  bq  ludibraanlen.  Zy  openbaAtt  ii«  lm  var- 
ediilleDde  penonen  op  ongelqke  boogte,  ileehta 
bg  ni43(MideriDg  «cfater  bNièdai  de  3000  m.  boren 
lewlvean,  aoma  eeUer  io  nün  of  meereia  nial« 
reeds  op  een  boogte  vu  1500  m.  In  de  Alpen 
tre«dt  ^  dooigaana  tnawlmi  8500  en  4OO0  m. 
hoogte  op,  in  gdxHgten,  w^e  ificUei  bg  den 
evenaar  liggen,  meestal  eerst  of»  5000  m.,  bg 
aommiee  peraonen  leUi  eerat  op  v«d  aaniienlg- 
ker  boogie.  De  Teradiqaiaelen,  waarmede  ^  ge- 
paard gaat,  kunnen  leer  «eiatJiilleBd  (tjn,  waarop 
vooral  de  omstaadighetd  van  imloediaot  voor- 
af groote  liehamelfte  inspaiining,  looala  Vi  berg- 
tocbtsD  on>vermiideIi|k  la,  «1  daa  niet  heelt  ;daats 
gehad.  Bjj  InehtbaOonfónn  i«  van  Kdianel^» 
HMfMnniBg  geen  ipnke  ea  nit  xieb  de  ««te 
meêetal  dMi  ook  alleen  in  itoorniaaen  der  fono- 
tie  vao  de  heraenes.  Er  tareedt  groote  Tenmmd- 
heid  op.  welke  tot  een  vasten  slaap  aanleiding 
kan  g^en,  tonder  dat  de  patiint  eenig  lidiame- 
Igk  onbehagen  bebodt  te  gsro^n.  Miael  an- 
ders igo  de  veraohgntckn  bjj  bergbeklimmen 
(lie  Bergiidkte).  Zwnb  en  agn  leerlingen  hafaben 
voor  goed  beiweun,  dat  de  oonaak  Inderdaad  te 
weken  ie  in  gdbiek  aan  laaiitot. 

Op  geringe  hoogte,  waai  van  berniekte  g«ea 
sprake  is,  ondei^at  het  maMcbeTjik  licMara 
enenieer  den  invloed  van  bet  faoogtMlimaat  met 
ign  g'Iera  lucht,  steikere  bestraling  en  nitotn- 
lïr^  der  wannte,  giooter  OMnpebalte  vaa  den 
dampkiiog,  geringere  voehtigbeid,  gew$n^  gt- 
lèidingavermogen  voor  deemdteit,  alweugtieid 
van  etotdeeltjea  en  velerlei  barteiiln  eni.  Zoo  it 
gebleken,  dat  er  Mj  een  eenigailiw  laa^rig  var- 
blgt  een  niet  «naamienlqke  ifermserdenw  van  de 
blóedfonDiag  optreedt,  «wak  bljjkt  nit  toene- 


DigilizedbyGoOglC 


fiOOOTBKUUAAT— BOOOTU. 


467 


mede  yra  de  baemogiobiiia,  wejke  bjj 
haHog  tnlk  een  bdangrjjke  rol  neelt.  Kunute 
de  menieh  hoogtr  •tögt.  wardt  ae  poliiUg  mei- 
Iet,  t«nrnl  de  icmeUiiif  mb  den  polnl«g  door 
liehunriHken  uiwid  eiaweiH  in  bet  boógiÈoA 
UQueiilgker  is  du  in  de  lu^rükte.  Veidw 
voidt  ook  de  ftdentuJiiig  ferueU  en  rtqst  ^ 
IwhwHMteoiper&tirar.  Op  groote  hoogte  woi4t  de 
epgsreitoring  Teitraagd  en  heeft  ee&  Terüei  vu 
eiwit  phwte,  lerwijl  op  gerin^re  hoogte  de  ipqt- 
«ertcnog  mceita]  geen  wgiigiDg  onwgut,  iU4r- 
entegvD  «d  Tefmeeidtfing  vu  eiwit  kui  un- 
gttoond  wolden.  De  UoetUnik  lehfat  weinig 
TBTuideiingen  te  ondergun,  Aan  het  hut  vot- 
den  hQ  be^bekKmmers  booge  «iiehen  pentaM  «n 
vooral  hij  gébTek  au  tninug  -treden  litfat  etoor- 
nisien  durran  op,  welke  Inig  niet  iltlid  Mndn 
gerur  i^. 

Daarentegen  lal  een  veiUqf  op  matige  hoogte, 
du  toaaefaoi  ongmeer  1200  en  2400  m.  hoogte, 
op  de  meeste  mouehen  «on  gmiatigen  inWoti)  nit- 
otienen,  erenala  waadeiiigw  aUMar  over  offen 
ol  nutig  Keaetidenteerd  terrein.  De  voordeelen 
ervan  wrawgnui  wri  ia  waar  grooteaded  weer 
na  tenw^eet  in  het  kaglamt  ooebtaM  ii  de  bi* 
v4oe4i  £e  ig  nitoefenon,  niet  t«  onderMbattoa. 
Dit  g^dt  reede  voor  den  gaoodok  nmiaeh,  mur 
w  nog  hoogere  mate  voor  ivele  lieken.  Prot.  Ham- 
burger vat  het  nnt  van  wb  verblijf  ia  (wt  hoog- 
I&ad  aldni  uffiMi  1.  De  Uoedbweidmde  orga- 
nen ign  ^daar  tot  kradriiger  huwtio  aaagoaet, 
worden  daardoor  tot  meerdere  ptaettatie  ge- 
oefend en  dm  vei*t«ckt,  terw|l  de  overiM  wga- 
k  het  lidiaam  cwkreode  het  venlqf  in 


het  boogland  met  «en  Noed  gevoed  wordM,  dai 
r^er  wia  aan  roode  hloodliehaamjea.  9.  Harti- 
werking,  atohriweMng  en  ndtUbaling  namn  too 


die  veiboofide  fnnëtie  dn  ormnen  kan  nog  ofi 


er  ormnen 
wordende 


ijeweging.  8.  _„       .  .     _ 

de  hnid  in  het  boo^aad  ondenrorpen  !■  aan 
groote  en  anelle  teaiperatsnrwiM^nmn  en  iQ 
ueh  hier  ipo«<Hg  aan  4e  oogembUkfeel^e  tempo- 
ratnnr  der  omgming  aag|Mat,  d«  remlatie  oer 
bnidwaoBte  er  du  loo  veel  aoeller  {uati  heeft, 


TooAomL  Na  terag^eer  in  het  laagland  Ugkt  de 
hoU  geoefewt  en  gehard  te  ijin  legen  plota^n- 
ge  tenperatnnrvenebillen.  4.  In  net>lio^land 
wonU  bet  lennwigeatel  weldadig  aaiwedaaB,  do 


„  aangi  ,  . 
geeit  opgrfrieiiit.  Tooid  lemtwiwakken  en  i), 
die  ingêapannen  geestelqken  aAetd  moeten  ver 
richten,  oodervinAen  in  dit  opiiebt  de  geneaonde 


wertiig  van  een  veiüjif  op  eenigniu  aanlan- 
Ijjke  hoogte. 

Al  die  gnnitige  invloeden  worden  niet  alleen 
in  den  lomer,  maar  ook  in  den  winter  waalgeno- 
men es  dM  heeft  er  toe  gekid^  dat  in  de  laatole 
iuen  het  hoogland  ook  in  dit  aeiioen  boe  langer 
boa  dmkker  door  tieken  en  gezonden  beiocbt 
wordt,  algeCan  van  de  vel«n,  die  dooi  de  winter- 
■port  aUur  worden  aaneelokt. 

Ten  einde  den  invloed  van  bet  boogiaUimaat 
op  de  verKfaillande  fnnetiai  van  het  nMDKbelük 
lidiaam  navwkenrig  te  kannen  n^aan  ta  voor 
de  daarhg  waargeacmen  veraebynnlen  een  ver- 
klaring l«  kannen  geven,  'weiden  door  jfoMo  (rit 


Tnrgn,  Zvaft  nit  Beriqn  t.  a.  weten aehappelj^e 
eipeditiaa  ondernomen,  terwjjl  In  1901  met  dit 
dod  op  den  Voate  Soia  bet  eente  ittternationate 
hoogtM^Mratarkim  werd  oogerieht,  in  1905  ee- 
volgd  door  een  tweede.  Om  wcteDaehappelgie 
Intntreiien  werden  aan  dit  doal  dienetbaar  ge- 
maakt. 

Zie-.  Znmti,  LoewH,  JftiUer,  Oaijuri,  HOhenkli- 
ma  nnd  Beegwanae rungen  in  ihrei  Wiikong 
auf  den  HeniAen  (Berlgn  1906)  en  H.  1.  Ham- 
burger  De  invloed  van  het  hoogland  op  bet  men- 
aebelgk  organiame  (Groni^en  190?). 

■«ogtelltn»  Z>B  lio^fêtm. 

■oocianutar  dient  in  den  boiebhoow  om 
de  hoogte  van  een  boom  te  b^mlen  itaande  op 
den  grond.  Er  qjn  veFacidlleode  hoogtemeter*, 
waarran  echter  die  van  Fmutman,  voh  IFeJee 
«B  van  Jbiuy  het  meoit  bekend  v^'a.  De  eente 
beide  benwten  op  de  gelgkvanaighflid  van  rerfit- 
hoekige  driAoeken,  gevomd  (kor  twee  ijiden 
van  het  initrwnent  en  een  aehietlood  alt  bypo- 
thennaa;  bij  fanimamn  beetaat  die  nit  draad, 
die  Kdtt  door  den  wind  hewogen  weidt,  terwj}! 
men  de  afleiing  in  een  apiegel  moet  doen,  viaee- 
rende  naar  den  top  re^t.  voet  van  den  boom;  bq 
V<m  Wmt  wordt  de  hnothanoia  gevormd  door 
een  dridiodi((  (tnafje,  diu  in  een  gctandtn  rud 
inqKtU,  terwqt  men  door  een  k^er  met  diopler 
Tiaeert.  Het  toestd  van  Abuf  heeft  ook  tta  kq- 
ker,  maar  daar  leeal  men  de  hoogte  al  in  pro- 
centen van  den  alatand  van  den  waarnemer  tot 
den  boon;  tqj  het  viaeeren  baat  men  de  bel  va* 
ren  om  een  iioriiontale  aa  draaibaar  waterpai  in- 

Hoovtnwtliir.  Het  m<(m  eener  hoogte 
kan  op  drietrlei  wgxe  .geaehieden:  trigatomt- 
Uitek,  door  middel  van  vaUrfOÊring  (lie  aUaat) 


ttr).  In  aommige  gMaÖen  lan  i^  seehtatreeke  ge- 
Mhiedei;  men  kan  ^.  van  den  top  «an  een 
toroB  een  meetko««d  neerlaten.  Znibi  ia  editer 
bjij  beiges  onnitvoeAaar.  In  £t  gevnl  neeant  men 
ign  toevioebt  tot  een  boekoieetanairwBent.  Wil 
men  namdijk  de  hoogte  kennen  vaa  B  O  ^e  de 


Hoogtemeting. 

figwu),  dan  meet  men  op  de  Iqn  i4  S  en  haar 
verlenëde  de  hoeken  BAC  fhet  Bnpfilement  van 
C AA^  en  AA' O,  benervens  de  lengte  van  A A'. 
Dit  deoe  geoevens  kan  men  aOe  overige  lünen 
der  beide  dneboeken  —  dn  ook  de  èoegle  B  O 
—  berekenen.  In  de  prMt$k  geschiedt  een  der- 
gelqte  hoogtemeting,  ook  wel  IrigoitottuMiekê 
«MferjMssnt^  genoeiod,  doorguns  door  den  «f- 
BlandB.J'en  den  vertieaalhoA  BjI'0  te  moten. 
SteHan  wq  fl  J'  =^  o,  den  vttitieaathock  =  o  en 
de  gesoebte  Aoogte  fiC  =  A,  duUk^o. 
tang.  o. 

Het  nanwkenrigite  reinltaat  bg  hoogtemetin- 
gen verkrqgt  men  echter  door  middel  van  wa- 
terpaaaing   (^eoMeMaeAe  ttJeeUMrtRsJ. 

HoortU.  Zie  Oeiydaii. 


DigilizedbyGoOglC 


HOOG  VEEN— HOOI. 


Mie  ^ 
,    T«id«T 


Hoorv««lt*  Zie  Vetn. 

KitOKVéUL,  Johannet  Ssndrihu  Bverardm 
Jaeobu»,  een  noi»Dedi-£at)Kdiek  ffodgdeenk  en 
«th^Teer,  werd  den  25Bten  Jidi  1818  te  El<len  Uj 
AiQttMD  geiboren,  beioeht  het  BTmnuinin  te  Ng- 
megen,  atndeerde  ia  de  wijebcgeeTte  te  Calen- 
fcoTg  en  in  de  eodgeleenBieid  >te  Rösenbnrg,  Hn 
TertnA  in  19(n  naar  Rome,  waar  hq  ia  hta 
in  4e  Hhw^ie  en  iji  Narember  duruuTti^ende 
in  At  tiiomietiMbe  vt>^begeerte  pFamoreerde.  Tan 
ApTÜ  IWS  tot  Ai^iuhu  1906  wm  bq  kspelMn 
te  IJBetatetD,  daarna  pn^neot  in  de  wöabege^rte 
aan  het  aartdrïstoboppemfc  Beminarie  te  Cokn- 
boTg,  dat  in  Septemtet  1906  «it  de  hukdea  d«r 
Jezoleten  orerginr  in  die  Tan  den  Utreebtwlien 
Mcnlieren  denu.  BS  weilte  awde 
blad  .jHet  Gentrwn''  en  uo  verachilleBde 
KfariUcD,  Q.a.  MUI  „Van  Onnn  Tgd".  T. 
«dir«ef  hg  de  wgigeerige  orerskhUn  raor  9k 
„Annnaria"  Taa  de  apiriogetiadie  vereeniging 
„Petros  Camaot"  en  in  1916  wai  fafi  madestieh- 
tei  Tan  het  algemeene  RoomMii-Ka^lieke  tijd- 
•cbrift  „De  Beiaard".  Hq  «chreBf  „Thomaa  Tan 
A^ino"  (naar  Qnhmtmn,  1SI4)  en  ,J>e  ni«D«e 
wüsbegeerte,  een  stadie  OTerBergaon"  (1915).  H'g 
ia  aedert  1915  teveiu  docent  in  de  wnebegeerte 
en  paedagogie  aan  de  BoomMh-EatbolMJce  leer- 
gangen te    R-Herto^eriboub. 

Hoevrerruul  w  een  woord,  wtardooi  wor- 
den aangednid  «kere  miadr^en  tegen  de  ni- 
Ugfaeid  Tan  den  Staat.  In  bet  Bomeineehe  Radit 
en  ook  later  «nders^eidde  men  tweeirlei  Toim 
Tan  etAatemie^t:  tnajesteitasebennii  «n  hoog- 
Terraad  (perdutltio). 

Bet  eente  wm  neer  gendk  tegan  den  Tont 
ala  gtdwiKgd  peteoon,  —  het  laatite  braefat  den 
Staat  meer  in  gwaar,  <andat  het  tegen  den  Staat 
recbtetKeks  gericht  ie,  hetcg  dooi  T^nddj^be- 
deo  Tan  boitenUadHiie  mogendhsdea  nit  te  bik- 
ken, Aetsjj  door  het  land  Tan  den  Torat  te  be- 
looren  ens.  Het  Doitiehe  etnfwefl>oek  onder- 
aoheidt  boo^eiiaad  en  landTerraad.  Okder  boog- 
Terraad  Tauen  yoigeag  dat  WetJbo^  aanjagen 
tet^n  den  regcerenden  vorst  abmade  pogingen 
om  het  Rjfk  grfieel  of  gedeeltelijk  onder  vreemde 
heeiartiap^  te  brengen;  laiKWcrraad  pleegt  de 
Doitoeher,  die  gednreiide  een  tegen  bet  Dsit«die 
Üglc  nitgebrofcen  ooriw  opietteKk  den  Tfjand 
hulp  Terleent  of  den  Diutachen  troepen  nadeel 
toebreng.  One  -tegenwooids  Strafwetboek  ge- 
bniikt.het  «ooid  boogrerraad  niet,  nuar  geeft  in 
den  cereten  titel  Tan  bet  tweede  boek  een  om- 
eehriJTJng  laa  een  aanl&l  miBdr^ien  ^en  de 
TeiKgheM  van  den  Staat,  die  met  Tr|j  nrare  atral- 
len  —  ROOM  ievenilange  gerangenieétnJ  —  wor- 
den t>edreigd. 

Be*rTlakt«  i«  de  niotn  Toor  een  nitee- 
ettekte,  boog  gelegen  TJikte.  woal«  hm.  ïn  En- 
roM  die  Tan  Caetilil  (Spanje),  in  AnS  die  tan 
tibet  ol  Inn,  tn  Z.-Ai»erlka  die  van  Qaito  eni. 
Vooral  in  Uimaait.  en  daardoor  ook  in  de  i^anten. 
wereld,  «Ddereeh^dt  lieh  de  boogTlakte  Tan  de 
airerige  Tonnen  der  aarA>n>erTlakte.  De  Indit  i« 
er  ^er  en  iniTerder,  het  mnratotgehaHe  gerin- 
ger, de  beafraling  diMr  de  len  en  de  oitstnliog 
■teiker  dan  in  het  laKtand,  de  Terdampfng  aan- 
zien)^ en  bngevolg  de  Torfitiglield  gering.  Ook 
toeeoben  bet  nimaot  van  bergland  en  boogWakte 


bestaan  aaniienlüke  TersehiMen.  Sommige  hoog- 
Tlakten,  soo^e  in  bet  W.  «an  Tibet,  ign  löd  boog 
gelegen,  dbt  ïg  niet  meer  bewoonbaar  idb. 

Hoarrllet,  AnuM,  een  Nederiandacn  dich- 
ter, den  Sden  Aini  168t  te  Tlaardingen  getHwen. 
was  reeds  Tioeg  klerk  bj  een  notaria,  doen  be^al 
zich  weldra  naar  Dordredit  otn  er  de  betrekking 
te  aanTaavden  Tan  schrqTer  <rf  boekhooder  bg  dé 
bank  Tan  leening.  Hier  tweni  hij  in  aanraking 
met  eenige  dicblere,  leerde  Latjjn,  om  de  wer- 
ken der  Sotneinsdbe  diditere  te  lesen,  en  Tertaal- 
de  de  „FeeeMagen"  Tan  OMiuê.  Op  S^jarigen 
Ieefti|d  kwam  hg  te  Amsterdam,  waar  t^i  aJi 
boekhooder  weiteaam  wag  In  een  tnikeiraoi  na- 
der^. Daarna  wae  hg  boekhmder  bji  wintSunlel- 
maatkcliawjien,  bü  wier  t«1  hQ  i|n  TennogeB 
Terloor.  t6t  werd  ng  de  plaMaTerranger  Tan  ^ 
broeder  in  een  condmidBaak  te  TlaariUngen  en 
tsTeDB  talelbooder  ran  de  bank  tas  leening  al- 
daar. Hier  ToUooide  h^  ^  meeat  bekend  dieèt- 
weik:  „Afcnèam  de  AartOTadei".  In  1750  werd 
bg  tot  raad  en  TroedNfa^)  nknen  en  hS  cfrer- 
leed  den  17ifen  Oetobei  1763.  Men  heelt  vaa 
hem:  „OridiiiB  Naso'e  Feestdagen  in  dictit  Ter- 
taald"  (2de  dn*  ITIS),  „Abraham  de  Aartera- 
der"  (11de  dn>k  1841),  „IbogeUelitett''  (2de 
dn*  1138],  .Terfolg  der  MeDg^iefaten"  (J753), 
„ZQdebaien,  hofdichf*  (1740)  en  „Eerdrroon  Toor 
de  itede  Tlaardingen"  (2de  dnik  1771).  Oh*oon 
geen  diehter  Tan  wgden  Uik  of  groote  oorsproa- 
le^kheM,  heeft  Boogvliet  menigimaal  teer  goede 
Teraen  geeehreren.  In  elk  ^er^  behoort  l^j  tot 
de  beete  diditers  van  ijjn  tfjd. 

-  ~  ~.W.)    I 

1  Tioed  bg  elk  getg.  Zie 


Bji.  groot,  net  (1915) 
9054  inwonen,  wonft  beneud  dooi  de  ZnideTwe 
en  door  4e  g«meeiit«i  Wiofcel,  Nienwe-NiedDip, 
Oode-Niedorp,  Heei-Hngowaud,  <^meer  en  Ae- 
békeA.  Tot  de  gemeenten  behooren  de  donpen 
Hoogwood  en  Aartswond.  deelen  Tan  de  dorden 
Lambertsdiagen  en  De  Weere,  benerena  eenige 
buurten  en  geliuditen.  De  bodetn  bestaat  nit 
Tmehtbare  leeklei,  die  tSt»  oogtten  Toortttrengt 
en  leer  geeefaikt  is  Toor  de  Teeteelt. 

Het  fraaie  dorp  Hoogwond  bent  een  Henorm- 
de  en  een  Bocmeeè-EatboK^e  keA.  Het  is  be- 
kend, doordat  et  de  iRoomwh-koning  Willam  II 
den  26iten  oi  SSaten  Januari  1256  tegen  de  Wert- 
Frieien  eneoTdde. 

H(M>1  is  gedroogd  grtt.  Ook  ander  gechoogd 
groesTOer  wordt  noo  genoemd,  onder  bgvoeging 
Tsn  den  naam  van  het  gewae,  waarren  het  af- 
koiDetig  ia. 

De  waarde  Tan  bet  booi  ie  leer  TerMhiBend 
en  hangt  at  van  den  aaid  en  de  gesteHbeid  Tan 
het  hoofland;  akmedc  Tan  den  graad  van  ont- 
wikkeling, wsaibg  bet  gras  is  gemaaid,  de  wg- 
ee,  waarop  en  bet  weer,  waait^  het  i«  gewen- 
nen. Het  beete  bod  wordt  geiroDien  Tan  de 
zware,  goed  ontwaterde  en  goed  beneite  ktei- 
gronden;  dat  van  de  licktere  gronden  is  Tan  ge- 
rineete  kwaliteit,  erenale  dat  tan  drassige,  itire 
,  gewoontgk  annr  booi  genoefnd  en  Toor 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOOI— HOOIHAM. 


469 


atnn  tMBtaixt  is  Maneden  en  de  ireerBgmteM- 
ffedoreiKk  liet  booiea  gnuetigci  it  g«weMt. 
Seb«i£ii>dige  BatntnskUing:  »e  Landbouwpro- 
dueten. 

Ten  einde  met  bet  booi  de  grootste  hoeTeeUieid 
verteeri»ie  Tcedende  etof  pei  lekere  ofiiKFTlaite 
te  winoeo,  ia  het  gewensciit  het  gras  te  OMclen,  i 
sl«  het  meeren<lMl  det  gnueea  i«  begonnen  met 
bloeien.    Ooed    gewonnen    hooi    ie    gefeemoerkt 
door  een  gioendditiee  tint.  Tea  eiwfe  mik  booi 
te  Doeeten,  moet  faet  gemiAKle  gru  zoo  weinig 
mog^k  aan  de  iawemng  v»a  regen  en  dauw 
woiden  fclootgeateU,  ToonI  aU  bet 
leeda     een    gedeeUelqke    droging 
heeft  ODdeigMO.  Zoodis  dee  fooi- 
gena  de  danw  Tan  bet  veld  ia,  kan 
bet  bg  droog  «eer  worden  nitge- 
apreid,  om  bet  aan  de  Ineht  en  de 
zonnewarmte  Uoot  te  stellen,  ten 
einde  het  OTertoUige  rwetstiewa- 
ter  te  doen  Teidui^wn.  Teffen  den 
avond  moet  het  in  kleine  noopiea 
worden  aamen^iacbt,  om  bet  den 
volgenden    morgen    weder    oit  te 
apreidea    en    bet    dei  avonda  tot 
grootere  hoopen  bgeen  te  garen.  De- 
ze bewei&iog  woidt  loo  vad  her- 
haald tot  hetbooi  voldoend  droog  it. 
Daarbg  knnnen  de  hoopjea  dee  te 
KTOoter  worden  gemaakt,  naarmate 
net  booi  droger  ia  geworden.  Aii 
er  regen  dreigt,  worden  de  boopen 
100  f[TOot  raogelvk  genomen  om  zoo 
weinig   mogelijk  hooi  nat  te   doen 
worden.  Het  faooi  ia  'voldoend  droi^,  ala  het  by 
wringing  enpereii^geen  vo^tmeernit  doet  tre- 
den. Het  mag  niet  brooa   zjjQgeworden.  B|j   warm, 
drogend  weer  ie  het  booien  goedig  algeloopen.  B|j 
her&aMe  r^^ena  gaat  bet  met  groote  moeilvUHden 
gepaard,  daai  bet  nilgeeprudc  hooi  dan  aeer  djk- 
wpa  moet  worden  gaeenl,  in  hoopea  geut  en 
weder  nilgeqireid  moet  wWen,  wat  met  opoffe- 
ring nn  veet  'tqd  en  koeten  gepaard  gaat  en 
wainbf  door  berhaalde  bmoditiging  en  daamiedc 
gepaard  gaande  onlbindiiw  een  minderwaanNg 
prodaet  wordt  gewonnen.  Deie  beaw&ren  kunnen 
grootendeela  wOrden   onderraogen  door  het  ge- 
maaide graa  ot  wel  de  klftver,  OMkt  ze  g«dnren- 
de  enkele  etmalen  verwelkt  ign,  af  atokken  te 
dro^.  Dese  zgn  otnetreeka  2  n.  kng  en  worden 
8  bgeen  in  den  vorm  van  «en  pjiamide  op  het 
land  geut  en  ^  ±  60  cal  hoogte  van  imr^ 
stokken  voorden,  waarop  bet  te  drogen  groen- 
voer  tot  boven  den  top  der  pjramide  worat  op- 
gestapeld. Zoo  kan  het  bleven  staan  tot  bet  droog 
geno«ig  is,  om  te  worden  ingabaald,  ola  hat  ten> 
minste  niet  in  in-  en  uitwendig  té  natten  toe- 
stand ia  opgestapeld  .Het  nitwenaige  van  den  hoop 
wordt  wel  blediengeel.maarbet  ui»end)geb1j)Ê 
een  gewwaehte  groenaebtige  tint  behouden.  Boven- 
dien wordt  bjj  dese  wgie  van  oogtten  bet  voor- 
ded  veitoegon,  dat  leer  weinig  blad  verloren  gaat 
en  daarmede  bet  metst  voedume  deel  der  plant 
wordt  bewaard.  Er  worde  vooral  lorg  voor  gedra- 
gen, dat  de  hoopui  niet  te  ^loot  worden  geno- 
men, in  't  bözoDder  niet  bg  nog  vrg  waterr^ 
booi  en  booi,  dat  licht  tot  e«i  eotnpade  massa 
ineenaakt,  looab  grasfaocn. 


Ten  einde  bg  het  hooien  aan  arbeid  te  winnen, 
wordt  bjj  het  uitapr^iden  en  koeren  van  het  hooi 
gebruik  gemaakt  van  hooiaeliudderB  en  iwad- 
keerders  eo  ig  het  bgeengaren  van  faooiharken  en 

Seeombineerde  hooihark-iwadkeerders:  machines, 
ie  door  paarden  over  het  veld  worden  getrok- 
ken en  preven.  De  geeomèin eerde  booibaik- 
iwadkeerder  kas  zeer  geschikt  worden  gebmikt 
bjj  het  mAea  ot  wierden,  d;w.s.  tot  bet  b^een- 
breiuen  van  bet  booi  tot  diikjet,  tervq!  l>et  vao 
de  likjes  vhg  in  n^en  of  ofipers  kan  wordoi 
gebraciit  door  middel  van  bet  leemtuig.  Dit  ««rk 


Hoi^bark. 

wordt  teemen  genoemd. 

Zie:  E.  Qrain  <m  D.  Bneq-Rouneu,  Traite 
des  foin*  (Parijs  1912). 

Hnokamtbnu^  Zie  HooUcoortt. 

HOAlliArk  is  oen  landbonwweiklnig,  dat  be- 
staat nit  een  tw«ewidke  kar,  wtuudn  «on  groots 
hark,  voorzien  van  sten  gebogen,  vevende  tw? 
den,  is  aangflbracbt.  waarmede  het  hooi  bQeoi 
kan  worden  g«barkt.  De  tsAdeo  tQa  toodanlg  in 
de  hork  bevestigd,  dat  ie  ieder  alsonderlöh  of  bg 
paren  op  en  neer  koiraen  worden  herwogen  om  de 
onellenbeden  van  den  bodem  be  ktmnea  volgen. 
De  hark  kan  doer  middd  van  een  stebal  van  nel- 
bo(Hnen  door  den  bettnnióer,  die  acfater  de  ma- 
ebine  gaat  ot  er  op  lit,  met  hai>den  en  voeten 
om  een  aa  zoodanig  wwden  gewenteld,  d«t  d« 
ponten  der  tanden  worden  opgéUebt  en  bet  lw<ri 
door  eigen  gewicht  oit  de  IuuIl  valt  of  ar  dooi 
overlangs  indemaehineaangebraAtestangMt  nit 
wordt  gestreken.  Door  opzetten  aan  deie  atangea 
wordt  verhinderd,  dat  de  tanden  er  met  de  pon- 
ten overheen  springen.  De  madune  is  ook  dïk- 
wglg  zoo  ingericht,  dat  bet  wentelen  van  de  hark 
door  het  paard  kan  worden  verricht  en  in  dat 

feval  wordt  gesproken  van  een  iclfweikende  fcooi- 
ark.  Door  het  versteUen  van  de  widen  of  van 
het  lemoen,  kan  zorg  worden  gedragen,  dat  de 
tanden  van  de  bark  onder  alle  omstan^hedea 
op  de  juiste  hoogte  boven  den  grond  h^  grat 
k nonen  grgpen. 

Bij  het  vervoer  van  de  hoeikaifc  in  niet-wer- 
kenden  toestand  kan  de  hark  in  baar  boogsten 
stand  door  middd  van  oen  haafc  worden  vastg» 
zet 


DigilizedbyGoOglC 


HO0iIEOC»VrS— QOCW. 


Hooikoorts.  In  de  wmermuiMlen,  tootsI 
ia  de  eeraU,  krijeca  tMnrni^  mensetieD.  iraDneer 
zg  baiten  in  de  Moeiende  weide  gebopen  bebben, 
unvallen  Tan  eaUrrb  in  dcdb  en  oogen;  de  neni 
loopt  en  DTikkelt  tot  veelTiildiK  nieien,  de  oogen 
tranen,  xnn  liebtschaw  en  rood,  dt  oogledeD  ee- 
iwollea;  iielite  ilikbcnraren  en  bnnden  in  net 
Rlikdiimhoofd  worden  geioeld  en  odiiib  breidt  de 


cidiTeert,  loodra  de  patiBivt  sidi  «eer  &an  ^ttar 
Uootatelt.  Dat  gevaar  beataat  in  het  «toitmeel 
*an  bloeiende  gianen,  voora]  van  lOgge,  dat  lioh 
in  de  lucht  veibreidt,  in  nene  en  oogen  dringt 
en  in  het  aecreet  van  deie  organen  ian  aange- 
toond worden.  Dunbar  IcTerde  bet  bewj^,  dui 
bij  nit  het  «taifnieel  ^d  gittife 
stof  Teikreeg,  die  in  elk  jaargefq- 
de,  op  het   Blymvliet  van  vatfiare 

Eereonen  gebracht,  een  aanval  van 
ooikooilï  Teioorzaikte.  Dcwr  bet   , 
in  de  adera  raa  kongnen  in  te  apni- 
ten,  gelukte  bet  nit  hun  bloed  «en 
Mrum    te    Terkijjgen,    dat  bij   pa- 
tiSuten  «oder  de  huid  ingespoten, 
den  aanval  verkort  of  slechte,  een 
tÜdel^ke  onvatbiaiiieid  voor  nieu- 
we aanvriien    verscbalt.    Daaixiaoi 
en  ooidoordep^nlgke  twrilinc  van 
de    plaatt    det    intpoilia^  Iteett 
bet  poliantine  nog  maar  gennse  practiache  waar- 
de gekregen.  De  vatitaarneid  la  echter  niet  aeei 
verbreid,  arbeiden  en  de  gewone  plattelaniMw- 
Ttdking  igo  er  ongevoeKg  voor,  ineeatal  ign  de 
patiBoten  nit  de  Setchaude  stadektingen,    tva- 
Rcben  de  16  en  30  jaar  oiid.  Een  andere  vorm 
van   booikoorte    is  bet  hooiasthma,  welke  niet  van 
een  gewone  aatbrna-aanval  Teraebilt,  maar  er  be- 
•laan  overga ngsvonnen   tusceben  den   asthmati- 
ichen    en   den   catarrbalen  Yonn.    Prof.   Koiier 
Tond  veel  baat  bg  de  inademing  van  menthol;  oofc 
tracht  men  wei  met  eoeaTne  el  laortgeHjke  pra«- 
paratea  de  itifaiivlieien  onmoelig  te  maken  ot 
met  praeparaten  van  de  bgn:er  als  adrenaline,  die 
den   Dloedrgkdom  en  de  iweüing  etvan  tegen- 
bonden.  Hm  tracht  ook  wel  door  lalvui  de  nens-. 
gaten  voor  het  pollen  ontoegank^ük  te  maken 
of  Eoeht  in  den  gevaarleken  tj^  aireken  op,  <ke 
dan  vrQ  van  dat  etnifaneel  s^n.  Een  ipeGÏfiet 
middel  locht  men  in  het  ^noemde  voUaniing, 
waarmee  men  ook  wel  in  poedenrorm  ol  in  oploa- 
tiitf  de  sljjmvlietea   beetrgkt.    Er  beitaat    een 
„höoikoortevereeni^ing  van  Helgoland",  een  Ter- 
eeniging  van  patilnten.  die  in  Jaarigkaehe  be- 
richten elkaar  op  de  booste  van  de  befaanddinga- 
ffletboden  honden  (voorzitter  ie  Otto  ScAtiffi  te 
Bannover). 

Liltntuur:  Dtmbar,  Zur  Druche  nnd  neiifi- 
scben  Heilai«  dee  Efenriebera  [HflncheD  1903): 
Lvda,  Dae  Benfiebei  (Bertfia  1911). 

Booliwra.  Zie  Hyctraulwefte  pen  en  Per«. 

Hoelscfandder  ia  een  Undfconw  werktuig, 
dal  beetaat  nit  een  tweewlelige  kar,  waarin  een 
dwarriiggende  ae  ia  aangebrauit,  om  welke  bas- 
pels  kunnen  wenteles,  die  aan  de  uiteinden  voor. 
kien  lijn  van  barken  of  rattels,  welke  het  grae 
kunnen  grgpen.  De  han>el«  worden  in  beweging 
gebracht  van  oit  de  wielen  door  midld  van  kam- 


raderen,  die  loo  kunnen  worden  gesteld,  dat  de 
haspels  het  graa  dl  aehteruil  öf  vooruit  en  om- 
boog bunnen  werpen.  De  haAen  of  giftele  wor- 
den door  een  veer  in  hun  noimalen  stand  gehou- 
den, zoodat  ie  bü  oneffenheden  van  den  bodem 
kunnen  nitwgken.  Aan  de  machine  is  een  atelin- 
richtin^  om  ie,  'bijv.  na  verwisseling  van  paarden' 
op  de  jniete  hoogte  boven  den  grond  in  net  grat 
te  kunnen  doen  grgpen  en  tevens  is  een  zetel 
voor  den  bestniiraeT  aangebracht.  Van  Ameri- 
kaanseben  oorsprong  zijn  de  hooischnddera,  die 
van  gaffels  zgn  loonien,  welke  in  een  loodanige, 
acbommelende  beweging  kunnen  worden  ge- 
bracht, dat  ze  met  bun  tanden  het  graa  grjjpen 
en  achteruit  omboog  werpen.  Deze  werktuigen 
j  worden   wel  „tedden"  genoemd.      Deie  galfela 


knnnen  hooger  ot  lager  worden  getteld,  Zg  wor- 
den in  een  «ehommclende  bew^ing  gebracht, 
door  middel  van  een  in  versebillende  vluken  ge- 
bogen krukas,  die  haar  bewegiuf^  ktggt  van  nit 
de  wielen.  De  wielen  werken  bg  voorwaarUclie 
beweging  van  bet  werktuig  door  middel  van  een 
palwerk  op  een  as,  die  dware  door  de  machine 
loopt  en  vooriien  ie  van  een  inwendig  geland 
cjhndervormig  rad.  Daarin  grgpt  een  nmdad, 
hetwelk  geplaatst  il  op  een  tweede  dwarsae,  waar- 
op tevens  een  ^ettingrad  is  bevestigd.  Orer  dit 
keltingrad  loopt  een  ketting,  die  voert  naar  een 
ander  Icettingrad,  hetwelk  mtlutst  is  op  de  ved- 
voDd{g  geb^en  krakae.  iWehen  rondeel  en 
eerstgenoemd  kettingrad  op  de  tweede  dwarsas 
is  een  losse  kof^ing  aangebracht,  door  midd«l 
waarvan  bg  voortgaande  beweging  van  het  werk- 
tuig de  gaffels  in  en  nit  het  werk  kunnen  wor- 
den geet^.  De  gaffelt  aga  behahe  aan  de  kruk- 
as aan  hnn  boveneinde  bewee^lgk  bevestigd  aan 
een  lange  verbindt ngsEtang.  die  meer  naar  voren 
lelt  beweeglijk  in  bet  vrerituig  ie  bevestigd.  De 
tanden  der  eaflete  zgn  veerend  aan  den  «teel  be- 
vestigd, zoodat  te  kunnen  uitwnken  als  ie  tegen 
hindernissen  slaan.  Dooi  middel  van  een  t{lim^ 
laar  kan  het  vooreinde  van  bet  raam  hooger  ol 
lagei  ten  opiichte  van  het  lenxten  worden  ge- 
plaatst, opdat  de  afstand  der  gaf  Iel  tanden 
van  den  grond  kan  worden  gereild, 

BoolWftt«t>  (PhaUmgiidéH)  is  de  naam  voor 
een  gtoep  spinachtige  dieren,  ook  wd  baiterd- 
spinnen  geheeten.  Zg  bezitten  geen  spinklieien, 
tóinnen  derhalve  geen  web  maken;  sg  gaan 
's  avonds  op  roof  uit  en  voeden  lidi  hooraüke- 
li^  met  kleine  insecten.  Met  hnn  leer  laiwe,  van 
haakjee  voorziene  pooten  hangen  ie  overdag  aan 
moren,  schuttingen  enx. 

Bock.  achter  natannretenachappelgks  namen 


DigilizedbyGoOglC 


HOOK— HOOEBR. 


is  de  «Ikortiog'  toot  W.  3.  HoiAer  (lie  aldui). 
Book,  Theodor  Edward,  «en  GneelMh  ro- 
miDMbrgTeT,  den  22itaii  Septetub»!  1788  te  Lon- 
den geboren,  onWiBg  igQ  opleiding  op  de  tebool 
te  Hftnow,  wM  ü  Tioeg  een  geeetiff  impToriMtoi 
eo  trad  reeda  in  1805  als  tooneeMiehter  op.  In 
1S12  weid  hy  benoemd  tot  oobranBer-gtneTMl  en 
kaaiier  op  het  eilaiid  Manritini.  Nadat  hü  6  Ja- 
ren die  betrekking  bekleed  had.  maakte  een  ig- 
ner  ondergeeehikte  ambtenaTttn  misbrnik  Tan  Ter- 
trouwen,  loodat  bg  een  aaniienljjk  t^oit  in  de 
kaï  nioeet  dekken.  Bg  ii}n  tendeer  in  Ense- 
land  (1819)  werd  een  ondanoek  ingeiteld  en  D«t 
Tonnis,  eeret  in  1823  nitgeipioken,  TerpUetttte 
hem  tot  teni^taling  eener  mm  van  12  000  pond 
sterUng.  Inmiddeli  wae  hij  ledactenr  geworden 
Tan  b^  dabkd  ^ohn  Bo^,  waarin  hj)  de  belAn- 
gen  der  toriei  Tentedigde.  Niettenin  kwam  hjj 
"    "  'i  de'  gernngenia  schreef  hq  de 


,   welke-  onder   den   üifi   .^jinge 
doings"  (1826—1829,  9  dln.)  bi)  bet  [ndiliel 


[ieki 


rrooten  bgral  Tonden,  dat  ig  hem  een 
4000  pond  elerling  Tertchafteo.  Bg  herkreeR 
daariM)  weMra  liin  Trgheid,  wgiMe  lich  gehea 
aan  <fe  letteikonde  en  sehreet:  „Muwel"  (1S83) 
„The  panon's  daogliter"  (1883)  én  .Jatc  and 
pride"  (1833).  In  1836  fcebutte  hü  tieh  met  de 
redaetje  Tan  het  „New  Honthlj'  Hagaiine",  waai. 
tooi  M  „Qilbeit  Oninej"  en  het  minder  Ter- 
dienetemk  verTok  „Qnme;  manied"  lehieef,  die 
later  ook  afioadérUjk  ign  oitRegeTen.  Daarna 
Tendwnes:  ,Jaek  Brag"  (f1B86).  „Urth,  deathi 
and  maitiaget"  (1889)  «n  „Fathen  and  iont" 
(1840).  ffljn  laaUte  roman  „Peie^ioe  Banee"  (8 
dis.,  1842)  Tenehcen  eerst  na  igD  dood.  Al  ign 
gesebriftan  getuigen  Tan  ifin  meudienkenBii  en 
geeitigheid,  maat  ook  Tan  de  Ttaehtigheid,  waai- 
mede  iQ  gesehieTen  i^n.  H^  oreileea  te  Fnlham 
den  24«tea  Augnatnt  I84I. 

Hook,  Jam**,  deken  Tan  Woicheater  en  aidii- 
diaken  Tan  Huntlngdon,  een  broeder  Tan  du> 
Torige,  in  1771  geboien  en  in  1828  OTeiIeden,  wae 
eteneens  een  vverw  aanhanger  der  Torn)*rtii. 
Men  bedt  Tas  hem  2  roinaiH:  „Pob  Owen"  (1822) 
en  „Perqp  HaUoi;"  (1823),  waaiin  hjf  de  (tMt- 
kondise  aangelegenheden  Tan  den  dag  bebtndrit, 
alemeoe  een  aantal  TlngMhriften  en  teeiredenen. 

Book,  IFotter  Farquhar,  een  Mon  van  den  vo- 
rige, in  1708  geboien,  stwleerde  te  Ozford  in  de 
godgdeeTdhera  en  werd  aehteieesrolgeni  dom- 
heei  tt  Linecdn,  kapelaui  der  koningin  co  in 
1866  dekaan  Tan  Cliiehe*tei.  Hg  ovaileed  den 
20eten  October  1875.  Ali  HArjjyei  beeft  hjj  een 
goeden  naam  TerworTen  door  ijjn  „Chnich  Die- 
tionary"  (15de  drak  1896),  ^a  eeeleeiaRtieal  bio- 
grarfij"  (1845—1852,  8  dln.),  „LiTea  of  the 
arehbiebops  of  Canterbory"  (1861—1876,  12 
dln.)  en  „The  ébattb  and  it«  ordinanoeB"  (2 
dln.,  1876). 

Books,  flo6erl,  een  Engdaeh  aahmifcnndlge, 
den  18den  Jnli  1685  te  Freiwal«i  op  het  eiknd 
Wight  geboren,  studeerde  te  Oifonj  en  wat 
«enigen  tjid  aniatent  Tan  Bojrte.  In  1662  werd 
hjj  TeiiioiMeB  aan  de  pat  <^geiiehte  „Bo^l  So- 
ciety" te  Londen,  aan  welke  initelling  hg  spoe- 
dig tot  tecretarii  werd  benoemd,  In  167S  wi  ' 
hg  hoorieeraai  in  de  wiiknnde  aan  de  aniTei_ 
teit  te  Lntden,  waar  bg  den  Sdoi  TtaaxX  I70B 


OTerleed.  OnutreAs  1658  Terbeterde  Book*  de 
toenmalige  uknnrwerken  door  het  aanbrengen 
Tan  een  ipiraal  in  de  onmit;  in  1660  Tond  bg 
de  naar  hem  genoemd«  wet  der  elutieiteit.  Een 
Btndie  OT«r  de  klenren  bg  dunne  plaatjes  werd  in 
I66S  door  hem  gepubliceerd,  terwijl  in  1684  de 
eerste  optische  telegiaal  door  BaiA*  werd  ge- 
en nstrneerd.  ' 
BtM^er,      WUUiim    Jaekton,    een    Engelwb 

Clantkundige,  den  6deD  Juli  178S  te  Norwlch  ge- 
oren,  deed  in  1809  een  plantknndige  reii  naar 
IJbIsmI,  welke  hg  beecfaree!  In  lün  boek  „A  Jour- 
nal of  8  tour  in  leeland"  (2da  dmk  1813,  2  dln.). 
In  ISI5  untaaidde  hü  het  hoOKleeraarü&nbt  in 
de  plantknnde  te  Qiawow.  Hjj  IcTetde  'een  ver- 
Tolg  Tan  bet  „Botanieaf  Hanune",  in  1787  door 
CuftU  gesticht,  redigeerde  de  „Botanieal  Hiteel- 
Isny"  (1830 — 1868)  en  het  „London  Joninal  of 
Botan?"  (1834— 184S)  en  schreef  ,J(a«eoIogia 
BriUnniea"  (2de  druk  1827),  .Jlora  Beotica" 
(1821),  „Fkra  boi«ali-americana"  (1833—1840, 
2  dJn,),  „Tbe  Brittsh  Flor"  (8ste  dmk  1860,  S 
din.),  „Oenera  filleum"  (1842),  ,A)eciet  filienm" 
(1846—1864,  5  dln.)  en  .JiKces  eiotieae"  (1859), 
Wegens  ign  wetenscbif^elgke  Terdienaten  werd 
hg  ridder  en  Ister  direetenr  Tan  den  koninklijken 
hortus  te  Eew,.  waaromtrent  hg  Terslag  gaf  in 


OTerleed  te  Sew  den  12den  Aogvitni  I86S. 

Booker,  Joteph  DaUon,  een  plantknndige  en 
Hwn  Tan  den  Tooittaande,  den  SOttrn  Jam  1817 
te  Halemrorth  (SnHolk)  geboren,  studeerde  in  de 
medidinen,  vergeielde  ü*  geneesheer  in  1839 
— 1843  kapitein  Ross  op  ign  todit  n&ai  de  Zuid- 
pool en  leTerde  als  Tracht  xgner  nasporingen 
„Flora  sntaictica"  y844— 1847,  9  dln,),  „Fkra 
NoTse  Zeeiandiae"  (1853— I8GS,  2  dln.)  en  ,71o- 
la  TaRDanica"  (1860,  2  dln.).  In  1847  ondernam 

aeen  botanische  reis  naar  IndÜ,  bereikte  in 
8  Calcntta,  beklom  het  Himalajag^rgte  en 
drong  door  tot  in  Tibet,  wur  bjj  een  groot  aan- 
tal nieuwe  planten  ontdekte.  Hg  betehreef  dete 
in  „Himalayan  Journal"  (1854,  2  dln.).  Na  den 
dood  ijjns  Taders  Tolgde  hg  deun  op  als  direc- 
teur Tan  den  plantentnin  te  Kew.  In  1871  be- 
loeht  hg  ManAko  en  beklom  den  Orooten  Atlas, 
TSDwaar  h9  een  menigte  planten  naar  Eew  me- 
detiraeht  Deie  reit  beschreef  hB  in  het  „Joamal 
of  a  lonr  in  Horocco  and  the  Qieit  Atlas" 
(1878).  Veider  leverde  hg  nog  „The  itododen- 
drons  of  Kkkim  HünalsTa^'  (lg49— 1851,  8  dln.), 
„He  flora  ot  British  in^a'"  (dl.  1—10,  1872 
ens,)  n  met  BnUkam  „Genen  plantai^m"  (1862 
—1888,  8  dln.). 

Bookar,  Joteph,  een  Mooid-Ameriksansdi 
generaal,  den  ISden  Narember  1814  te  (Hd-Had- 


Fe;  in  Hasüehamtta  geboren,  ontving  tQn  oplei- 
'ine  aan  de  militaire  aead«n>ie  t«  Weetpoint  ex 
era  tn  1S87  mtlaatct  als  onderin!  tenant  t^  de 


artillerie.  HQ  Sleet  aan  boTengeaoemde  academie 
verbonden  tot  1S46.  HR  naln  als  kapitein  deel 
aan  den  vridtocht  tegen  Heiieo  en  bleef  tot  1858 
in  werkelijken  dienat.  Toen  b^on  h{j  sich  in  Ca. 
lifomiB  op  den  landbonw  toe  te  leggen.  Bg  het 
nitbaraten  van  den  Burgeroorlog  werd  hg  tot 
brigade«enerasl  der  vrgwitligers  benoemd.  Aan 
het  hoofd  eener  diritie  Terdreel  hji  de  Znidelg- 


DigilizedbyGoOglC 


BOOKBB-iHOOP. 


keu  oit  y«ikti>wit  dn  lerecde  hnn  met  £«artiey 
d«ii  faloe^^«n  Blag  bij  WiUiuuBbars.  Ook  uo 
den  Zevenéugiehen  sW  nam  hjj  deel,  iiuon- 
derbsid  bü  SuUmo-HiU,  wuu  hg  i^a  aanvui- 
keljjlie  nederlMg  in  mq  overwicniDg  Terandei- 
de.  Ook  ondenuieidde  hij  lieh  in  den  veldtocht 
bg  den  Rappafaannoek.  Tot  generaal-majooi  be- 
vordeni,  droeg  hq  den  17den  Septunbec  1362 
door  ign  wel^elukten  aanTkl  op  Stoneirall  Ja*^- 
(OD  niet  weimg'  bg  tot  de  lege.  Ali  eonimandant 
Tan  een  Kioots  dÏTisie,  leed  hq  des  ISdeu  De- 
eeinbei  lBÖ2  bjj  Fiedeiikabnrg  de  nedeilug.  In 
Jannari  dsaraaoTolKende  weid  hq  in  plutt  van 
Bunuidt  tot  oppecbevdbebber  benoemd.  Tegen 
het  einde  van  April  opende  bn  den  veldtocht  in 
Viiginia,  welke  reeds  den  Sden  Uei  met  iqn 
Toüomen  nedeilaag  eindigde.  UaAer,  die  neinig 
geschiktheid  beiat  om  met  een  groot  leger  te 
werken,  trok  over  den  Eappahumodi  ten^  en 
bleef  den  igand  in  het  oog  honden.  Deie  echter 
dcong  tegen  het  einde  van  Juni  onder  betel  van 
LeÊ  door  het  ShenandDabdsJ  in  Harylind  en 
PennsjlTaniS.  Hookar  tolgde  met  Tersnelde  mir- 
sehen  en  waa  gereed  om  hem  shg  te  lefeien, 
toen  bq  d«n  2D8ten  Juni  1863  bet  oppeAevel 
aan  Mmute  moest  afstaan,  die,  naai  d«  oooi  Boo- 
leer  beraamde  plannen,  eenige  dagen  latei  d^n 
vijand  bq  aettjeborg  verslof.  Van  na  at  bleef 
aoóktr  enkel  als  eoipaeommandant  werkzaam 
en  werd  ah  EOod«nig  in  het  najaar  Tan  18S3  met 
het  Mde  en  I2de  lorpa  naar  Chattanooga  ge- 
losden,  waar  hg  tot  de  aveiwinningen  Tan  Tho- 
HUM  en  Sfiemaa  bgdroeg.  Tegen  het  einde  Tan 
'1B64  werd  hg  militaire  gonTcrnenr  Tan  Ohio  en 
latei  alt  loodanig  te  New-Yoik;  hq  nam  in  1866 
ign  oDtalag  en  overleed  te  Garden-City  op  Long- 
Idand  den  Kisten  October  1879. 

Hookari  jVmmf,  is  Mn  berg  in  de  Canadee- 
Bche  Body  Uonntaina,  in  het  biongebied  Tan 
den  Athabaaea  on   de  Cofairobia,   die   3460 
hoogte  heteikt. 

Hook-CU.  aditei  natuarwelensdiamelöke 
namen  is  de  afkorting  voot  i.  D.  Book*r  (ti«  al- 
daar). 

Hoollran  ia  een  «edett  onutieeke  18&8  Toor 
het  eerst  te  Londen  gebniikt  woord,  met  d«  b«- 
teek«nis.  Tan  .Arntaal  menaeh",  goweldenaai. 
Het  is  waanebgolök  ontleend  aas  den  naam  tbi 
een  persoon,  die  in  het  LoBdentciie  itadigwlwlte 
St,  QileB  of  Soathwack  tooi  't  eerat  ijin  wanda- 


beiigd  wordt  tooi  iemand,  die  prognou  Teroor- 
laakt  en  bintale  gewelddaden  pleegt  (ehotUgaaf. 

Hoop,  Van  der,  ie  de  naam  van  een  aanzien- 
Iqk  N«aerland*ch  geslacht. 

ifoop,  Adriaoit  wm  d»,  em  'Nederlandaeh 
ataatenian,  den  Sden  April  1701  te  'i-GiaTenhage 
geboren,  atadeeide  en  promovoerde  in  de  lechtoi 
en  wera  toen  leerelarit  der  generalJteite reken- 
kamer en  was  tot  1748  Mcretaiii  Tan  den  Baad 
Tan  State.  Daai  iój  lieh  niet  ouieiwerpen  kon 
aan  het  legeeringgbeMd  Tan  den  stadfaonder, 
Troeg  hg  toen  ontalag  en  leidde  een  ambteloot 
leven.  Hoogit  belangrgk  zgn  de  door  hem  nage- 
laien  handachiiflen,  welke  thani  op  het  Bökaai- 
chief  belasten,  Tooral  ujne  bouwstoffen  tooi  een 
gesehiedenii  der  verdediging  Tan  ona  land.  Hg 


'  oreileed  «i  ign  buitengoed  Dgeheiwaal  bg  'a-Gift- 
Tsaande  den  ISden  Kovmber  17S7. 

Hoop,  Frnnfm»  nm  der,  een  loon  van  den 
Tooigaandc,  den  2]«ten  Jaaoati  1747  te  'i^ra- 
veohage  geboren,  atndeerde  en  promoveerde  in  d« 
rechten,  waa  aanvankelgk  eerste  seeietaria  der 
generaliteitaiekenkamer  «n  werd  in  1787  raad 
en  tbetauriei-generaal  der  Vereenigde  Neder- 
landen. Hij  werd  de  eenige  ertgeoaam  Tan  Frao' 
foiê  HemtUrhuU,  doch  raionk  de  handsehtiften 
aan  de  Leldsche  academie  en  het  oveiige  der  na- 
lateneehafi  aan  de  weinig  bemiddelde  oeti^kin- 

Sn  Tan  den  erflater.  Hü  overleed  iea  Baten 
ii  1703. 

Hoop,  ioan  Corntiu  van  der,  een  broeder  tu 
den  voorgaande,  den  18den  Mei  1742  te  'a-Gra- 
venhage  geboren,  atudoerde  te  Leiden  en  werd  in 
1763  doctor  in  de  beide  rechten.  In  1776  werd 
hq  benoemd  tot  landsadvocaat  Toor  den  Kaad 
Tan  State.  Nadat  hq  in  1779  odi  no§  adjonet- 
eeeietaris  van  de  geoctrooieerde  soctlteit  van 
Suriname  «aa  geworden,  benoemde  de  legeeiing 
van  Amsterdam  hem  kort  daarna  tot  poorter  en 
tot  boekiiouder  der  gainJioeneD.  Hq  nam  zijn  ont- 
slag ale  landaadvoeaat  en  werd  in  1781  aange- 
steld tot  raad  en  advoeaattiMaal  van  het  collcm 
der  Admiraliteit  te  Amatetdam  en  een  jaai  la- 
ter tot  medelid  en  raad  van  adsietentie  van  den 
Stadhonder-admiiaal-generaal  voor  de  laken  der 
Marine.  In  1795  verloor  hg  iqn  betrekkinnn  en 
werd  hq  gevangen  genoman.  Na  bet  herirqgen 
zgner  vrgneid  leidde  hg  nabg  Amsterdam  een 
ambtelooa  leven.  Toen  den  ISden  NoTembei  ISIS 
de  Fnnsehen  de  hooldatad  Terlielen  <n  17  boU- 
bele  ingeietenen  het  voorloojNg  bewind  aanvaard- 
den koien  ig  Va»  dar  Hoop  tot  knn  voonitter. 
Nadat  het  vooriot^ig  bestnar  den  SOttea  De- 
cember daaraanvolgende  ontbonden  waa,  werd 
Van  der  Boop  den  Men  April  1814  dMi  den 
Sonverainaa  Vorst  benoemd  tot  seeretaria  Tan 
Staat  TOor  de  Marine,  belastte  lidi  in  JoÜ  tooi 
korten  tgd  met  de  portefenilie  vaa  Eokmiln  en 
ontving  in  Septefflbei  1815  den  titel  van  minin- 
tei  van  Marine,  alsmede  het  grootkiuie  der  oide 
van  den  Nedeihndscben  Leeaw.  Hg  oveileed  te 
'e-QTaTenbage  den  ISden  Maart  1825. 

Boop,  A£iaan  van  der,  een  loon  van  den  voor- 
gaande,  den  28sten  April  1 778  te  Amsterdam  ge- 
boren, wM  in  1814  lid  van  de  vecgadeiiog  vaa 
notabelen  tooi  het  vaststellen  der  Orandwet. 
daarna  lid  van  de  Eerste  Eamei  en  van  de  Pro- 
vinciale Staten  van  Nooid-fiolland  en  gemimen 

tSA    .\.^t  .._   L.l  I...J.Ik_l.    II j  nJT  1.    i_ 


1354.  Aan  igo  geboortestad  veimaakte  hg  iqn 
mnseom  van  Bchüdergen  en  een  aantal  belangrg- 
ke  handsdiriften,  van  iga  vader  en  grootvader 
afkomst^. 

Hoop,  Adriaa»  van  der,  Jutüar,  dan  2den 
Jnni  1802  ie  Rotterdam  geboren,  gaf  een  groot 
sAntal  dichtstukken,  waaronder  vooral  Tde  gele- 
genheid sverzeu,  in  het  Heht.  Sommige  werden 
met  geestdrift  ontvugen  en  beieeldeo  een  2den 
of  Sden  druk.  Tot  zgn  beste  voortbiennelen  be- 
hoort: „Warschan,  diAterlöke  krggstaiereelen". 
In  1832  nam  hg  met  SekuÜ  op  lich  de  redactie 
van  het  tqdtehnit  ,3ödragea  tot  boeken-  en 
menecbenkennia",  dat  ook  na  den  dood  van  laatst' 


DigilizedbyGoOglC 


HOW-^HOOBN. 


geuoentdc  oaivt  ign  letdiog  niftwun.  Vaider 
Tiudt  men  löo  Tenen  in  oaderntKidene  jur- 
boekJM  iu  1830  t«t  1S42.  Na  ign  dood  vet- 
scbenen  nog  „Lente  en  herfst,  nagelt  ten  en 
Tenpieide  raKehtea"  (4  dln.,  Ig5»-I8ai).  Hq 
oTCileed  te  Rotteidun  den  idon  N»T«mJMr  1841. 

Boop,  Jrtt^  Adriaan  «m  der,  een  «wn  tui  dan 
rooigüixk,  w«Td  ia  1826  te  Rotteidim  geboren, 
Toltooide  liJn  stndiin  niet  en  oveiiMd  té  Heai- 
doi  den  ISden  Febniiri  1862.  Vks  ijjn  wertei 
noemen  wg:  „Twaalf  DagnernitjrpeB"  (ISSl), 
„Oelootabelgdenis"  (1S51),  „Nienwe  Dagveno- 
tjpen"  (1858),  „&èeUen,  proia"  (1864),  „Ver- 
hielde gedichten"  (1854).  „EiDderpoCiS.  MjiBic- 
Tingen  en  lusen  nit  bet  kindeileTsn",  „Voor 
HoilaiMlMhe  kn^ten  en  mnajea"  (3d«  dnik  1868), 
.M-  Heine,  Potejj  en  prou"  (1866),  „Pnnten- 
albnm"  (ISSfi)  ,J>e  uienve  ijuchool"  (1856), 
.,EledoiTeD  kinderen"  (1856),  „De  niewwe  Hm- 
dn  de  Qu»  of  de  gonden  eieren"  (1867),  „Ge- 
4kehtML"  (4  dln.,  1850—1862),  „Waariwid  en 
knnt,  MbetBen  en  fantaiietn..  (1862)en  „Pofag" 
(1862). 

Boorde,  Joxet  nm,  een  Vtaamtch  letterkas- 
dige,  den  ISden  Oetober  1648  te  Ocnt  g«boi«ii, 
ontTJng  ign  «fJeiding  aan  het  AHienaeniD  in  ijjn 
geboortMÜd,  weid  in  1862  hnl^nderwÖHi,  ouuft 
nam  in  1866  qjn  ontslag  en  werd  het  Tolgende 
jaar  ledaeteni  van  den  „G«ntseben  Ueienriiu". 
Io,i870  werd  hQ  lid  dei  redactie  tan  de  „Ö*- 
letle  Tan  Q«nt".  Onder  den  admilnaam  Paul 
KKi  Elen  ecfaieet  hij  met  S.  Bloek:  „Zieleiudel, 
comedie  in  één  bedigf'  (1869),  „Nnd  en  hoog- 
moed, toonetUpel  in  Tier  bediijven  (1871)  en 
,J)e  «tiefdoditer.  toonedtpel  in  liei  bediSren" 
(1872).  Onder  ijjn  eigen  naui  lererde  bg:  ,3iiwt 
de  TioDw  Tan  nw  bart,  emnedie  in  een  bedrgr'. 
„Twee  Tioawenl»eeIden,  comedie  in  een  bedTJ|f', 
,J)e  lenlootene  doehtei,  eomedic  in  een  bedint", 
„Een  wooid  otk  de  itrekking  Tan  bet  Nedei- 
landtdi  tooneel"  (1872),  „Vieton  nichtje,  blg- 
■pel  met  lang  in  twee  bedr»T«n"  ^t  Fm 
Óoethem,  bekiocotd,  1874).  „J.  B.  J.  Botman  Tan 
Eortrgk  iqn  leTen  »  iQne  weihen"  (bekroond, 
1876),  „Ken  ttTi)d  tniiehen  twee,  eoinedie  in  een 
bediqr'  (bekroond,  1676),  —  en  „Qninteit  Vet- 
■fja,  tooneelipel  in  drie  bédrgren"  (1877). 

Hooiivvn-   Zie  Ly/e^Munkiy. 

Heorlvlwld  wu  in  vroegei  eenmn  d«  in 
Tenehillende  Toimen  looAomende  oieigiuiga- 
toeatand  toMehen  Tijjheid  en  mfeigenadi^i  ^e 
aldaai). 

Hoorn,  Kaof.  2at  Vuurtmtd. 

Hoorn  een  kopeien  blM^nitmnmt,  be- 
staande nit  een  bnU  met  talii^e  windingen,  nit- 
loopend  in  een  wgden  treditei  (bekei).  Het  beeft 
lieb  in  den  loop  der  ttjden  oatwikÉeld  nit  de 
beeïtenboren,  werd  later  nit  bont  en  eiadelijk 
nit  koper  Terracrdïgd,  en  diende  nog  lang  faootd- 
ukelgk  Toor  het  geTen  Tsn  nfialn  (jaeht- 
boorni.  wovdhoonu).  Eerst  in  de  laatite  helft 
der  17de  eeow  weoden  de  JMbtbooni  (tnunpet 
de  ohaase)  meer  bepaaldelijk  ali  nniiekini^- 
mentsn  fnuikt,  ia  d«  18de  eenw  kigpt  de 
hoorn  een  plaats  in  bet  orkest.  De  Aoom  i*  een 
i.g.  Batnar-fnstnimBnt,  endat  de  TtraebiUwde 
tonen  alleen  door  Tereichillende  itelling  dei  lip- 
pen (tn^onehmrt)  kwuen  woidea  Toortgebraetit, 


en  dan  nog  wel  alleen  een  fa^ikt  aantal  iianiar- 
lonen  (lie  aldui)  kannen  worden  gebniikt,  nj. 
de  2e,  3c,  4e,  5e,  6e,  8e,  9e,  10e,  12e,  15e  en  ISe. 
Daarbn  ii  de  hoorn  aan  eeo  tMpaalde  stemmiitg 
gebonden,  al  oaangelang  van  den  oouw;  zoo  onder- 
sebeidt  men  boom  in  F,  Es,  E,  eiu.  Op  een  F- 
hoorn  kunnen  dn«  alleen  geblaien  worden  de  to- 
nen P,  e,  1,  a,  e^.  P,  g»,  a\  e»,  e",  P.  Het  »et- 
mogen  Tkn  den  Iwoin  waa  dns  leei  beperkt;  wel 
kon  men  enkele  tonen  door  het  itekan  tu  de 
band  in  den  beker  (a.g.  „etof^en")  een  halTen 
toon  TeiUgen  en  op  ttie  manier  enkele  gapingen 
Banrnllen,  doch  dit  waa  een  geraftilök  eiperi- 
ment,  voord  Hndal  bet  den  kUnk  aUesbehalTe 
verfraait.  Okn  d<w  lOOTeel  mogelijk  „open"  tonen 
te  kannen  gefamiken,  echreten  de  eomponieten 
de  ateBiniiBg  der  hooma  tooi  in  Teiband  met  den 
hoofdtooneoort  Tan  bon  werk  (ïn  een  werk  ia 
l>-dur  doe  hoorns  in  D).  Dooi  bet  eebrniken  Tan 
loste  inutitokken  kui  men  den>elt<Mn  hoocn  wel 
Tan  stemming  Terandeten  (een  kleinere  windtog 
of  beogel  maakt  den  buia  korter  en  Tcrboogt  dat 
de  atemmin^,  een  grootere  ben^l  verlaadt  den), 
doch  dasrbg  moest  de  componist  rekening  bon- 
den met  de  ematas^glield,  dat  de  nieaw-inge- 
lette  bengel  lieh  eent  dient  aui  te  ptMea  au 
de  tenperatnai  van  bet  inttinment;  dnt  mag  de 
Teiwieeéüng  niet  «nel  of  TeetTnldig  tgn.  Latere 
eomponi»ten  (büT.  BeeUovMl  tracbten  het  be- 
iwau  tegemoet  te  komen  door  in  een  wedt 
booint  Tan  Teitebilleade  atemmingei  te  gebni* 
ken,  «aardooi  tv  een  grootci  tantal  tonen  ter 
beschikking  hebben.  Eertt  de  nï^iading  dei  >.g. 
„TeBtielen  beeft  alle  beawaien  oogeheTan.  Dooi 
die  Tentielen  kan  met  een  enktien  Tingeidiuk 
een  gedeelte  Ttn  de  buis  tigeiloten  warden  en 
de  itemming  wordt  dan  ondei  bet  blaian  gew^- 
zigd;  dit  sTtteem  Teirtngt  doa  het  f^rmik  Tan 
loaee  beogele  en  maakt  het  mogelgk,  op  dcA 
hoorn  bgna  alle  tonen  Ttn  at  den  Teminoerden 
qnint  onder  den  tweeden  natnnrtoon  ebroaiaUaah 
tot  en  met  den  hoogtten  toon  (op  den  F-hoon 
dna  Tan  B  tot  en  met  P)  Toort  t«  bmuen. 

Door  qjn  grooten  «mT&ag  en  ün  beloer,  week 
klankeoloriet  Is  de  boom  qtoedig  een  gelief- 
kooad  en  enmiibaar  oikeatinitnmait  geworden. 
De  klataiekc  eompODlsten  gdmikten  meental  «ea 
paai,  BtÊikoMn  la  den  ngü  twecL  4e  latere 
eomponiiten  breiden  het  aaatal  Taak  tot  dria. 
Tier  en  meer  paren  nit  Vooral  Wêbtr  beeft  dM 
hoorn  alt  orkettinatnunent  getaudpeerd  •■  «r 
de  biJKndeie  kluktdukieeringen  lan  oatdekt. 
Ook  aU  obligaat  instrument  wordt  de  boom  Teel- 
Toldig  aangewend. 

Hoorn  ■>  de  wa^en- 
konde  is  boogromig, 
met  den  boog  naar  bene. 
den  {lie  de  tig.).  De 
hoorn  heeft  gewoenivk 
een  band,  die  DOTen  eu- 
kelTonnig  ii  omgetlagen, 
en  it  veelal  bealagoi  met 
ringen  van  een  ander 
email.  Hel  mondatak  en 
de  opening  Tan  het 
monditok  ii  tornt  Tan  een  ander  email.  Zie  Ter- 
der  Jaeklhoorm  en  WMhoom  in  de  wa^enknnde. 

Hoota,  «en  gemeente  in  de  provincie  Noord- 


DigilizedbyGoOglC 


ZuideisM  nl  bet  HooTitKha  Hop.  Tot  da  ge- 
iDcMita  bffcoort,  behftlTe  d«  lUd,  de  Hoorner 
btn,  wur  landboaw,  taiabomr  en  fMteelt  wordt 
niWeoelend. 

De  Btid  HoDoin,  in  de  16de  eeaw  een  dei  Toor- 
DumBle  kooMteden  Tin  HoUuid,  bebooit  Uuni 
lot  de  „doode  iteden"  langs  de  Znidenee.  Er 
worden  dmkke  kus-  en  Teenurkten  gejioaden, 
terwjjl  niea  er  ook  nog  H  seheepTurt  en  eenige 
ngverheid  heelt.  De  atsd  is  de  letel  *an  eeo 
ksDtongtredit  en  bnit  een  gemeen telqke  hooge- 
re burgerschool  met  Tgtjarigen  earsns  en  ver- 
sdiillende  kerken.  De  Oioote  Kerk  bevst  het 
prulgTBl  van  den  Tiee-&dmirs&l  PUler  tiotin. 
De  Toornumste  gdMDwen  iQn  Terder  het  itad- 
hnii,  wur  een  arinkbdcer  van  Botnt,  een  por- 
tret van  Jan  Pieterix.  Koen  en  eenige  merkwaar- 
dige sehildenjen  t«wuud  wonira,  de  Waag,  het 
Ziekenfatiii  en  het  Weeehtiia,  dat  Tan  1573  tot 
1576  Botêu  tot  een  gedwongen  terbljjf  diende. 
De  stad,  die  het  karakter  eener  oad-fioUaDdsehe 
plaata  bewaard  heeft,  beiit  vele  mooie  geveltJM 
en  sen  atandbeeki  tooi  den  eertten  gonvernenr- 
generaal  Tan  Nederlandteti-lnM,  ^im  Piaierti. 
Koen  die  in  1587  te  Hoorn  e^ren  werd,  ver- 
TBuaigd  door  ferdimmd  LmÜkoH.  Terder  Tindt 
men  er  een  gedenkteeken  Toor  Lambtrl  MMn. 


stoomtram  met  E^khaiien   Terbonden. 

Volgens  Tto^re  {[eaohiedsehrgTen  san  de  stad 
omitrMki  1816  gcaticht  liJn,  waarfchgnlnk  ech- 
ter ia  ijj  onder.  In  1416  werd  bet  groote  naiing. 
net  te  Hoorn  uitgerondeQ.  Den  24tten  September 
IS69  werd  de  stad  door  de  Spanjaarden  beiet, 
den  IMen  Jnni  1572  ^n^  ig  tot  de  Staatadie 
sgda  OTCT.  In  haar  nabgbeid  viel  den  lldan  Oe- 
t^r  1578  de  alwm  de  Znidenea  toot  den 
17den  September  1799  werd  ig  door  de  Engel- 
sehen, onder  generaal  Abtrvnmbj/,  OTerraiü»eld. 

Höom,  Arnobbu  «m,  nlt  een  ood-adelliji  ge- 
slacht geboren,  iMTOnd  sieh  in  1871  te  Home, 
toen  hg  door  de  ^taslaten  en  kanonniken  te 
Utrecht  tot  aartabiaschop  gooien  werd.  Fans 
OreoortNS  XI  bcTcstigde  deie  kens.  waarna  Ar- 
naldut  teiogkeerde  en  in  de  Harialcerk  den  eed 
aflegde.  Hg  voerde  oorlog  tegw  Gelderland  en 
Hothnd.  In  1879  benoemde  ürbamu  VI  hem 
lot  bisschop  Tan  Laik.  Hj}  orerleed  den  Saten 
llMrt   1880. 

Boom,  ^oAonnet  Mm,  sedert  1484  alt  J<^iai¥- 
nes  IX  bisschop  tan  Lnik,  werd  wegens  een  twee- 
tal mededingera  eerst  na  Tecloop  Tan  2  jaar  ge- 
huldied.  Intasschen  «otetond  daardoor  «en  oor- 
log, die  eerst  in  1492  eindigde.  Hfl  oTsrleed  te 
Maastricht  den   16den  Jannen  1606. 

Hoorn.  JohoH  nm  — ,  graat  mh  BosM  en 
BatÈtgnv,  neeet  mr  Lokmn  ens.,  behoorde  tot 
het  yerbond  der  Edelen,  werd  kapitein-generaal 
en  gODTernenr  van  Dordrecht,  recsterkte  de  atad, 

GI  onderricht  in  den  wapenhaDdel  en  bracht  een 
jer  bgeen  Tan  ruim  4000  man,  waarmede  bg 
de  Staten  diende,  Daarna  werd  ng  beTcIhebber 
TsD  'ï-Hertogenboecb,  waar  hg  den  BeligieTrede 
deed   afkondigen   en   wegens   ongesteldheid  sgn 


waardigheid  t^roeg  aan  sön  ■ 

Hg  overleed  te  Utrecht  in  1600  of  1606  en  werd 

te  Vianen  in  den  grafkelder  der  BmUroit'»  bg- 

geiet. 

Boonii  WilUiH,  graaf  *aM,  baron  tan  Kea- 
aeJ,  beer  «on  Balüibitrg  generaal  der  artillerie 
en  kolonel  Tan  een  regiment  infanterie,  leefde 
in  de  2de  helft  der  17de  eeow.  Hg  nam  deel  aan 
dan  tocht  naar  Bocfaester  en  bewees  san  onilud 


Ïroote  diensten  in  den  oorlog  tegen  Ftankrgk.  In 
976  bad  hg  als  generaal  der  artillerie  het  wper- 
bciel  oTer  het  kiSgSTolk  der  vloot,  en  beTona  bg 
lich  op  bet  eskader  Tan  Tromf,  bestemd  om  de 
WestkQBt  van  Frankrjjk  te  bedreigen.  Fm  flooni 
landde  eerst  op  Belle-Isle,  nadat  hij  's  vgands 
kaslrrerMhBnaingen  vernield  bad,  doch  het  kasteel, 
op  een  rota  attegen,  bleef  onaangetast.  Daarna 
ontscheeple  hg  krijgsTolk  op  bet  eiland  Noimon- 
tier,  ten  tniden  ran  den  mond  der  Loïre.  Hier 
maakte  hg  sieh  meester  tsd  de  battergen  en  van 
het  katteel.  Toen  de  Frantchen  Utrecht  hadden 
Terlaten,  nam  bg  deie  stad  in  naam  Tan  IFiUeM 
UI  in  bezit  en  bdileedde  er  het  bevelhebbentii^. 
Hg  OTerleed  den  4den  Haart  1694. 

Hoorut  Joon  MK,  gonverneor-generaal  Tan 
NederlandMb-UdiS.  den  ISden  Noveaiwr  1658 
Ie  Amsterdam  geboren,  veigeaelde  reeds  vroeg 
sgn  vader  naar  Oost-Indit,  waar  hjj  in  16S8  aan- 
kwam en  langa  de  vertchlUende  tn^pen  van  oa- 
derassistent,  onderkw^man,  opperkoepman,  eer- 
ste klerk,  eerste  seeretari*,  raad  vai  IndÜ  ei  di- 
rectenr-geneiaal,  eindeljk  in  1704  den  hoogsten 
tran,  dien  van  godvemenr^^eneraal,  bereikte.  Hg 
had  nog  vMr  ign  laatate  DCTordering  twee  ge- 
untschappen  bg^  den  koning  van  Bantam  waar- 
genomen. In  1714  keerde  ng  naar  bet  vader- 
land terug,  volgens  sommigen  op  eigen  versoek 
om  ontalag,  Tolgsns  anderen  ontboden  door  de 
bewindbeMeia.  Hjj  overleed  te  Amsterdam  den 
21sten  Febrnari  1711,  toIsnis  bet  gerocht  niet 
minder  dan  10  millioen  gnlden  nalatende,  die  hg 
in  OoatJndil  beepaard  nad.  Onder  ign  bcBtnnr 
kwam  West-Java  aan  de  Compagnie  en  werd 
de  koffieenltnar   nitgdireid. 

Hoonuuir  (Vetpa  cnbro)  of  lurmUit  noemt 
men  een  soort  Tan  wespen,  die  lioh  door  haar 
grootte  Tan  de  eewone  wesp  ondettcheiden.  De 
sprieten,  bet  schildje  en  de  Icop  ijjn  bmiiaebtig 
rood,  de  bont  alleen  aan  den  voorsten  rand  en 
het  midden,  en  bet  achterijjf  aan  bet  nit^n- 


waarta  loopendc  stippen.  De  horentjet  bonwen  haai 
papieraeUige,  nit  honlinaasgel  vervaardigde  nes- 
ten in  bolie  boomen,  in  oude,  droge  wallen,  boven 
in  de  daken  van  hoiien  en  e^nren  en  onder  dak- 
goten en  knnnen  met  baar  angel  leer  pgnljjke 
wonden  toebrengen.  Zg  benadeelen  het  joïgc 
plantsoen,  doordat  sjj  den  batt  alknabbelen,  voor- 
al van  esaehen,  en  lergaaten  sieb  aan  f  jine  vrnefa- 
ten,  sDOals  sappige  peren,  penlken,  pmimen  ent. 
Men  kan  n  t  gemakkelglÊst  verdelg  door  dei 
oehtenda  voordat  ig  ni^vlogm  sgn,  een  pot 
met  brandenden  iwaiel  onder  het  neet  te  hou- 

Hoombook,  Johmmf,  een  Nederlandaeh 
godgeleerde,  den  4den  Novembet  1617  te  Hsar- 
lem  geboren,  besoeht  de  hoogeadmlen  to  Leiden 


DigilizedbyGoOglC 


BOOÜNBESE— HO(tftiNBU£eEIUMljBn)EIte. 


475 


en  te  Utrecht  en  werd  i  1638  propoDent,  in  1639 

firediksnt  te  MOhlheiin  1iq  Keales.  Door  ds  «oe 
ingen  der  SooDHchgniDdeii  geoDodiaakt  tnt 
AnójilaAU  te  Terlaten,  keerde  bü  Dur  Utrecht 
terug  en  verwierf  er  den  leng  vtn  doctor  in  de 
godgeleerdheid.  In  1644  werd  hem  het  proteieo- 
raat  ungcboden  te  Harderwijk  en  te  Utrecht.  Hg 
bealiate  ten  ganete  van  iaatst^enoemde  stad,  waar 
men  hem  bet  Tolgende  jui  ook  bel  leecaarMimbt 
o^roeg,  dotb  reeda  in  1Ö54  ontving  hy  een  b«- 
loep  naar  de  Leidscbe  boogesohool,  dat  bg  aan- 
vaardde. Nadat  h^  hier  12  jaar  werkzaam  waa  ge^ 
weeit,  overleed  hij  den  23sten  Aognatua  166S.  Hg 
waa  een  aanhan^r  van  Voeliui  en  lehreef;  ,4)! 
pntaliones  anti-Jadaicae"  (1644),  „De  paiodoxia 
et  beterodoxis  Weigelianii  eommentarioi  (1646), 
,J}iapatationes  de  baptiemo  Tetemm"  (1647), 
i^inianiimi  conTntatio"  0e!>0—1664,  3  dln.), 
„EnthaDuia  ofte  wel  iterven",  „Examen  Bnllae 
papalii,  qna  pontifex  Innocentiue  X  abrogare  ni- 
titnr  paeem  Oermaniae  etc"  (1652),  ,3iKnma 
oontroTeraiarnm  religionia  entn  infidelibos  etc." 
(1653  en  later),  „Inatitionee  Uieologteae"  (1653)', 
„lleidogiRe  prsotieae  tomi  II"  (1663),  .jfetbo- 
dns  live  traetatna  de  rationa  eoneionandi"  (1S69 
en  later)  en  „Vetera  et  nova,  live  exeercitationnm 
tbeologiearum  libri  Hl"  (1772). 

Boombeek,  ItaBk,  een  loon  van  den  vorige,  atn- 
deerde  te  Leiden  in  de  rechten  en  werd  weldra 
penaionaria  van  Rotterdam.  Toen  In  1730  de  raad. 

Cionatii  AnUmie  Beümui  overleed,  weid 
■nbeek,  hoewel  reedi  64  jaren  ond,  tot  tgn 
opvolger  éekoien.  Hg  vereffende  de  geMhillen 
tuaachen  de  drie  kwartieren  in  Gelderland,  waai- 
om  men  hem  een  gooden  drinkbeker  vereerde, 
trachtte  TTDchtelooi  de  benoeming  van  WilUvt 
IV  tot  Btadhonder  te  verhinderen  en  overleed  den 
17den  Jnni  1727. 

Hoornblad  (Cfratofhfüum  L.)  ii  de  num 
van  een  plantengeïtacht  nit  de  familie  der  Boom- 
bladaekixgen  ICeralopkyIlaeeeën)Mtt  ooderaebeidt 
ileh  door  in  (ransen  geplaatate  I-  tot  3-maal  ge- 
gkttelde  bladeren  met  getande  ali{>[)en  en  enge- 
vlengelde  vrnchten.  In  ona  land  rioaien  gtdoomd 
hoornblad  (O.  demernm  L.)  met  S-doomige  vmeh- 
ten;  de  2  dorens  aan  den  voet  ign  gekromd 
en  BOo»  door  koobbele  verranfen.  terwgl  de 
topdoorn  recht  en  even  lanr  of  langer  dan  de 
vrncht  is,  —  en  ongédoorm  hoornblad  (C.  nb- 
irumm  L.],  welkt  vrnchten  enkel  aan  den  top 
van  een  doorn  voonien  ign,  die  korter  ii  dan  de 
vrnAt.  terwgl  de  bladeren  liditer  groen  en  aUp- 
per  lifn  dan  die  dei  voorgaande  toort. 

Boombladaobtlcen  (Ceralopkvllaeeein)  ii 
de  naam  eener  plantenfamilie.  Zie  Oeratophylh- 
eeeën. 

Hoomblondo  of  amphibool  ia  een  nit  eal- 
cinm,  ma^neainm,  almniniom.  Bier,  mangaan- 
oxied,  ailiciomoxied  bestaand,  nalf-doonichtig 
tot  ondoorxicbtig  mineraal,  hetwelk  in  monoUine 
inilen  (xie  de  afb.)  voorkomt.  Het  is  grof-  en  Ign- 
korrelig,  gedeeltelgk  eenigsiïnt  ichelpachtig  op 
de  brenk  en  groen,  grga,  zwart  of  wit  geklenrd. 
Men  vindt  dele  delfstof  in  kristallgne  massa's; 
ig  smelt  voor  de  blaospqp  tot  een  zwart,  groen- 
achtig brain  of  groenaeotig  wit  glas.  Men  ender- 
lehelat:  ttraaUUen  (aetinoliel)  m  veraehillende 
acbakeeringen  van  groen  of  bntin;   gnmmtttiel 


(tremidiet),  meestal  in  dolomiet  en  korreligan 
kalksteen,  ofaeboon  ook  wel  in  gangen  en  beddin- 
gen met  ertsen,  en  leet  verschillend  van  kleur; 
eigenlikt  hoombieHÓe,  die  meestal  pikswart,  door- 

Kana  zeer   ^on- 
r,     maai    oA 


zwart  tot  donkerblauw  geklenrd  ea  meestal 
lailvormig  van  stractnnr.  De  elgenl^ke  hoorn- 
blende is  algeiMen  verbreid  en  eea  bestandded 
tan  vele  gesteenten,  wo^  nenlet,  dioriet  ens. 
IntDsacben  vormt  i^  ook  selnta>dii  bat  hoom- 
blmdeguttentt  en  de  hoembhMeUi,  terwgl 
men  ie  ook  aantreft  in  batalt,  lava,  melafier  enz. 
en  in  losse  kristallen  in  vulkanische  tnl. 
Hflff  rnW  Ifcttm  tifltHltrt  Mjn  toestellen, 
die  dienen  om  in 
eieetriiehe  gd  ei  din- 
gen of  inatallaties  op- 
tredende spannin- 
«n,  aanmsitell^ 
hooger  dan  de  nor- 
male bedrqtapan- 
ning  (i.  g.  overqwn- 
ningen),  oasdiade- 
Igk  te  maken  door 
ben  nur  de  ainle  af 
te  leiden.  Deu  over- 
spanningen beboeten 
niet  nitslnitead  het 
gevolg  Ie  ign  van 
atnaoHeilsrte  ontla- 
dingen, doch  knnnea 
ook  andere  oorsa- 
ken hebben  (zie  Over- 
(MmNiROen). 
iit  doel  r^  -' 
.  ia  de  hoombliktemafleider  de  meest  ge- 
brnlkte,  vaak  «ok  In  eonlHnatie  met  andere  in- 
richtingen. De  figiint  geeft  eei  blikaemafleidet 
voor  een  Inchtleiding  aan,  wauvai  de  weikiDg 
als  volgt  is.  DQ  d  en  £  ign  2  sebogen  koperen 
staven  aangebiacht  die  hg  a  en  b  leer  diehl  bQ 
elkaar  komen,  naar  boten  toe  eetiter  aterk  uiteen- 
gebogen  z9n.  De  een  woidt  bii  d  aan  de  t«  be- 
■rfieimeB  leiding  verbonden,  at  ander  h^  B  door 
een  gzeren  beagel  naar  de  aarde.  Daartoe  wordt 
aan  C  een  keveren  dt>4d  beveiUgd,  die  door 
middel  van  een  in  den  grond  ingegraven  aard- 
plaat roede  deetrische  vrabinding  met  de  aarde 
heeft.  Ue  afstand  a — 6  is  zoo  geregeld,  dat,  alt 
overspanningen  optreden,  een  vonk  tuMehen  a 
en  b  over^ringt  en  dna  de  lading,  die  de  over- 
ipanning  veioonaakt,  naar  da  aarde  kan  af- 
rloeien.  Waar  a  en  b  nn  twee  klieren  bollen  tgn, 
dan  MD,  daar  de  Indt  na  het  overalaan  van  een 
vonk  geleidend  geworden  Es,  de  vonk  blgten  be- 
staan en  dus  een  aardalnlting  der  Inchtleiding 
ontstaan.  Bg  den  boornblikacmafleider  echter 
wordt  door  het,  door  de  vonk  lalf  opgewekte  mag. 
netitdM  teld  de  vMtk  naai  omboog  afgeatooten, 


DigilizedbyGoOglC 


476 


H00It}IBUK8ElUFLEliDER&-B00fifiL0CH). 


loodat  de  vonk  onUux^  tnwchen  de  hoorni  itggt, 
steeds  Ungei  woidt  en  ten  tlatte  afbreekt,  til  da 
alttsnd  te  groot  woidt.  Dit  omboo^tggen  wordt 
teTCDB  oog  HTorderd  door  de  opstygende  wume 
lucht. 

Hoombloun  fOtrotttNin)  it  de  oum  ita 
een  pluitengeilseht  nit  de  faiailie  der  Muuraek- 
tigat  (Oarmphyllaeeeini,  Bet  oDdeisebcidt  lieb 
doot  5  oit  4  kdUiUden,  door  6  of  4  tweeniletige 
ot  ipiti  nitgerknde  bloembhden,  door  10  of  3 
meemraden,  door  5  of  4  etglfla  t^fenmer  de 
kelkbladen  en  door  een  10-  ot  S-laodige  dooi- 
vrneht.  Vu  d«  inUadeehe  soorten  noemen  wg: 
C.  onwnw  L.  (akkerhoornbloein}  met  bloembl& 
den,  die  dnbbel  coo  iBDf  ijJB  sla  de  beÖc,  Ign 
laBtetvoniige   bladeren^   fcortharige   bloemstelen 


it  de  opstwende,  vivchttwre,  —  Boorn- 
btoem  (O.  bimaUTjiai,)  met  ei-luiectirormige, 
stompe  of  getude  k^bladen  met  eea  b^na  lot 
den  top  doorloopcBde  groene  streep,  met  aitstua- 
de  bleemetelen  en  au  nbegeo,  foreeheii  stengel, 
nit  eu  lignnden,  imÜ  wortelenden  Toet  oprg- 
■end,  —  ZaHdkoornbloÊM  (C.  temtdMmdruin 
L.),  met  KhntbUden  met  leer  breede  Tlieiige, 
un  den  tt^  nitgevreten,  getande  Tsndett,  breed- 
Tliuige,  san  den  top  nitgeneteB,  getande  kelk- 
bladeren,  stgve,  na  den  bloei  teraggeslagene,  la- 
ter weder  opgerichte  bloemstelen,  Ueine,  opge- 
richte of  opttggende  stengels  en  meeital  6  ddmI- 
dnden  xSn,  —  u  KluiettilutonMoetK  {O.  gtttm»- 
nttÊm  TnnilL]  met  miditateleB  die  korter  of 
nanwelgks  langer  s^n  dan  de  kelk,  gebaarde 
keUjlaadjee  u  nitatünd«,  eu  weiaig  gebogen 
faloeMteles. 

Hoorn  das  oworrtoads  i>  de  wapenkBS- 
de  il  Mader  band  eo  mondstuk,  maar  duobd  ge- 
bogu  en  MhoeDjjnig  gegroefd.  Deie  hoorn  b«eft 
een  bieede  moBdopening,  waamit  bloemen,  irnch- 
tu  eu.  Ie  TOoriêlifB  komen. 

HooriMf  PkmpÊ  U  vm  Uontmormeif-Nitelle, 
grut  MM,  ifl  lfil8  geboren,  was  een  won  van 
/•••pJk  MM  Mtmtmorinm,  giaaf  mn  NiirelU.  en 
Tan  Amm  mr  Sgmimt.TQta  deie,  na  den  oood 
«u  haar  echtgenoot  eu  tweede  hnwelgkneAin- 
tenii  aanging  met  JoAmmi,  domheer  nn  Lnik 
u  dit  iHnidJjfc  kinderkna  U«ef,  besloot  haai  ge- 
maal de  beide  loaen  nit  het  tente  bowelgk  als 
de  ijjae  aan  te  nen«n  u  hen  te  begiftisu  met 
de  titels  en  goederen,  welke  hg  inmiddeU  van 
tgn  broeder  JoBob  UI,  giaaf  «m  Uoom  of  fioor- 
M,  geirfd  had.  Daardoor  Terkreeg  Pküim,  be- 
hawe  het  giaafiehap  Hoome,  de  heerlijkheden  AI- 
tena  ea  Weert,  terwgl  hn  Tanolgeoa  ook  in  het 
beiit  kwam  van  bat  giaauehM  Nnenai,  Hearsen 
Baverdam.  ^n  aftomit  ea  rgkdom  strekten  hem 
tot  aanbvfriug  b^  het  Hof  «d  bg  werd  er  met 
eeraiditu  an  waardi^edea  b^ftigd.  Eerst 
werd  hjj  hopman  nn  de  lifwacht  *an  den  koning 
,  TU  Ebpanjc,  daarna  stadnonder  van  Gelder  u 
eïndalj^  admiraal  der  Nederlanden,  Pkiliju  ff 
schonk  hem  de  orde  tan  bet  Qnlden  Tliee  u  be- 
lastte hem  met  het  oppeAevel  over  de  vloot, 
waarmede  hö  naar  Spanje  stevende.  De  graaf 
vertoefde  aldaar  van  15&»  tot  1563,  keerde  ala 
lid  van  don  Raad  vu  State  naar  de  Nederlan- 
den  terog,   verbond   lich   met  de   edelen   tegen 


OriweeHe  en  deed  met  Willem  leaKgmont  den 
eersten  slap  om  dea  kardinaal  te  verwgderen. 
Hg  behoorde  niet  tot  de  ondeiteekenaars  van 
het  Verbond  der  Edelen.  Ka  het  vertrek  van 
OroKveilt  nam  hg  wedei  zitting  in  den  Raad 
van  State.  Toen  de  Spaanscbe  Jnquiütie  i^  be- 
vel des  koiiings  ingevoerd  werd,  b^f  Btxtnu 
lieh  naar  ,sgn  goederen.  Toen  de  beeldenstorm  te 
Doornik  woedde,  begaf  de  graaf  oor  Hoonu  lieh 
daarheen  en  bracht  bet  loover,  dat  de  opstande- 
lingen de  wapent  nederl^den  en  lieh  van  alle 
baldadigheid  onthielden,  onder  voorwaarde,  dat 
ig  Tiigheid  loadu  heböen  om  tiaiten  de  stad  een 
kerk  te  bouwen.  Eet  toestaan  vu  deze  voorwaar- 
de verw^te  het  ongenouFu  der  lanivaagdei  eo 
vooral  dat  des  koning.  Dit  braeht  hem  tot  het 
beslnit,  lich  van  al  ign  bedieningen  t«  ontdoen 
u  ijeh  op  qn  kasteel  t«  Weert  te  vestigen.  Alwc 
Het  het  gemeht  verspieiden,  dat  de  koning  voor- 
nemens was  Boonu  tot  «ndeikoniiu  vu  Milaan 
te  benoemen.  Dit  rgk  bezoldigd  ambt  \okte  Hoor- 
ns, die  als  de  meeste  edelu  destjids,  diep  in  de 
sohaldeo  etak,  nsar  BroaseL  De  hertog  ontving 
hui  met  de  grootste  miDzaamheid,  noodigde  bem 
op  den  ddu  September  1567  ten  eten,  Soüi  liet 
hem  na  den  maaltijd  door  BÜronimo  de  Soüm*, 
barehtvoogd  van  Fortorole,  gevangen  nemen.  Te 
vergeefs  beriep  bg  lich  op  ign  bèireien  dienatcB 
en  op  de  Tooneehten  der  ridders  van  bet  Golden 
Vlies.  Eg  en  Bfftnont,  werden  eerst  te  Bmaaal  in 
afianderlgke  vertrekieD  opgesloten,  daarna  on- 
der een  aanzienlijke  krgg^Mdekking  naar  Oent 
grtiracht  en  den  Sdu  Jnni  15S8  naar  Bmseel  te- 
rng^evoerd.  Hier  werden  63  onnten  van  besdiol- 
diging  tegen  bem  iivgebiaent.  Geen  tnssehen- 
komst  had  eenigen  invloed  om  het  doodwon- 
nie  af  te  wenden.  Twee  dssen  later  wend  het 
volvoerd,  eeret  aan  Egnuml,  daarna  aan  floonML 
Gekleed  in  een  nwarten  mantel  en  met  ongedek- 
ten  hooide,  ongdioeid  en  door  niemand  vastge- 
bonden, betrad  hg  het  schavot,  beleed  ^n  ton- 
n»ar  weigerde  te  'bekennen,  dat  hg  Bcbnldig 
jegens  den  koning.  Na  het  afl(^S[en  van  qa 
mantel  knielde  hg  op  Jwt  kneaen,  tiok  een  wti- 
lu  mots  over  zgn  oogen  en  leide  in  het  Latgn: 
„Heer,  in  nwe  handen  beveel  ik  mÖBtn  geeitl" 
Daarna  trof  hem  de  doodelqke  slag.  BS  bad  du 
leeftgd  van  50  jaru  bereiit.  Zgn  it^lnk  over- 
sehot    werd   in  de  hoofdkerk  te  Weert  c^geiet, 

ur  het  grof  ia  1839  temggevonden  ii. 

Ook  qjü  broeder  Floriê  Boorne  werd  in  1570, 

de  gevangenis  te  Simaoeas,  ter  dood  gebracht, 
waarmede  het  geslacht  Vati  Boonu  nitgeatorren 
"  as. 

Hoomorts.   Zie  OUoorxiher. 

HoomklaTsr  (Trigom^bt  L.)  is  de  naam  van 
een  plantengeslscht  nit  de  familie  der  Vlimder- 
bloemigen  (Pamlionaeetin).  Het  beeft  veel  aio- 
eenkomst  met  bet  geslacht  Klmer  (TriloliiaK  L.) 
n  onderscheidt  zi^  door  een  klokvomrigu,  5- 
pletigen  kelk  en  door  eu  zeer  kleine  kiel,  ter- 

g'I  oe  vlengele  en  het  vlagie  euigsiins  ópen- 
laan  en  als  het  ware  een  S-Uadige  bloemkroon 
vormu.  De  ijenl  is  langwerpig  samengednikt  of 
rolrond,  ^eepltst  en  veehadig.  In  ons  land  groeit 
in  de  daioeo  T.  eoendea. 

Hoomlood  is  een  andere  naam  TOOtOMoor- 
lood.  Zie  aldaar. 


DigilizedbyGoOglC 


HOORNUEtBL-^HOOS. 


Heommeel.  TeneÏDiie  liT&I  th  hootn  vooti 

btmegting  geschikt  te  maken,  moet  hrt  in  meel-  j 
Tonn  worden  gebraebt.    Het  loo  verkregen  pto-i 
dnct   wordt  hoocnmeel  genoemd.  Om  hoorn  te 
kaanen    malen,    moet  liet    worden 
■roorbereid  door  het  te  roosteren  of 
te  etoomen.  Bg  het  roosteren  wordt 
het  op  üzeren  platen  oikder  doorioe- 
TGD  sterk  verhit.  Het  wordt  daar- 
door donker  en  na  aflcoeling  bros  en 
Cafckelijk  te  malen.  Het  looïteren 
ook  geschieden  in  gesloten  mim- 
ten  onder  toestreding  T«n  verbraa- 
dingagMBen    of   heete    Ineht.    Het 
Btoomen  eee^iedt  ook    in  gesloten 
ruimten,  oigesloren  genoemd,  onder 
een   BtöooMnik  van   2 — 3   atinoBfe- 
ren.  Het  duitg  verkregen  product 
lut    lieh    ook   gemalkelök    malen. 
Zuiver     lioornmeel     is     geela^ig 
gr^    van    klenr    met    een    tint    in 
€et    groene    en    bevat    IS — 15    % 
stikstof;  het  is  gewoonlök  loo  onzuiver,  d«t  het 
in  den  regel  niet  meer  dan  10  %  stikstof  bevat. 
Het  kan  alt  itikstotmest  worden  gehmikt.  Hoe- 
wel aijn  werking  in  geroosterden  of  gesloomden 
toestand  aanmerVelük  beter  is  dan  In  ritwm  «b- 
behandelden  vorm,  sbuit  die  toeh  ver  bij  die  van 
meer  oplosbare  «tikstobiMitstoffen  ten  achteren. 
Volge»  Wagtier  «ra  de  werking  van  hoornmeel- 
stikstof  op  65  X   van  die  van    salpeterstikstof 
mogen  worden  gesteld. 

■•omsoh*  Bop  !■  ces  inham  van  de  Zui- 
derzM  tasschen  Sriiudam  en  De  Nes;  aan  de 
noordel^e  bocht  ligt  de  stad  Hoorn. 

Beonuitccn  ia  een  soort  van  kwarts,  die 
meestal  in  onregehnstige  gedaante  en  dikwglB 
in  londerlinee  vormen  voorkomt.  Hen  vindt  desc 
4e1f«tof  vaak  als  verst  een  ingntiddel  van  plant- 
aardige voorwerpen,  loodat  men  wel  eens  geheele 
boomstammen  aantreft,  die  in  hoomateen  veran- 
derd zgn.  Zq  is  splinterig  ol  schel penachtig  op 
de  breu,  veelal  grgs,  doch  ook  geel,  rood,  bruin 


tcbe  Ertigebergte.  In  Zweden  komt  hg  voor  als 
hoofdmassa  van  sommige  porfiersoorten  en  wel 
onder  den  naam  van  hoorn steenporfier.  Sommige 
soorten  kunnen  fraai  gepolijst  en  als  agaat  he- 


ao groen  van  kient,  somtgds  gewolkt  of  gestreept. 
Ifen  kan  er  met  staal  vonken  nit  slaan,  hoewel 
1  hard  is  dan  fcwuts;  li)  it  ondoor- 


ifehtig,  op  ign  meest  aan  de  kanten  doorschg- 
'    '  I  Klaprolh  bestaat  t^ 

ried.   */•  %    alamtsinmi 


doorschg- 

t  B8V. % 


Bftnd.  Vofeei 

kieaelinnrhTdried  */«  %  alDtoi»fnmoiied,  '/■  % 
ÜMTOiied  en  Vi  ^  water.  Men  vindt  den  faoora- 
stMO  In  den  Han,  in  Bobemen  en  ii  het  Saksi- 


Balistea  vidoa. 


Zie  Itmd. 

{Seltrodenun)  is  eeo  groep 
van   niet   seer 
groofte  of  klei- 
ne       leevis- 
schen,       alge- 
tropen       en 
meer  leldiaani 
ap       hoogere 
breedte     voor- 
komende,    Zg 
behoort  t«t  de 
Voêtkakigen    Ostraeion  boops  (sterk  verkleind). 
(aie     aldaar) 
en  omvat  londelinge  vormen  (lie  de  atb.).  Zie 
verder  Vastkakigen. 
BoomTll«B.  Zie  Oog. 
HoonuUTsr     is    een    andere    naam    voor 
CkioornWer.  Zie  alda«r. 

Booa  of  WinMooê  ft  de 
naam,  dien  men  geeft  aan 
eigenaardige,    hevige    bewe- 

SingsverscD^nselen     in    den 
ampkring,  waarvan  de  kern 
gevormd    wordt    door    een 
krachtig  opttygendcn  locht- 
slroom    van    geringe    door- 
enede.   Een    aooa    is    niets 
anders  dan  een  eycloie  (lie 
Wind)  met  leer  eteileii  gra- 
diint  (aie  aldaar),  doch  fSB 
geringe  Of^rvlakle.  De  van 
«Ue  ^den  met  groot<  snel- 
beid  loeatroomende  Incbt  be- 
sehr^ft    schroefvormige    lij- 
nen   rondom  het  minimum 
der  depressie  (evenak  b(|  een  gewone  ertlone)  en 
stggt  in  bet  mlmmnmtnshooff.  lade  verticale  be- 
weging   seer  krachtig  en  de  lucht  rgk  aan  water- 
damp,  dan    worden  inde  hoogere  deelen  der    boos 
wolken  gevormd,   die  als  lange,  smalle  ukken   tot 
op  de  aarde  omlaag  hangen  en  waaruit  dikwijls  re- 
ges  of  hagel  ontlast  wordt.  Somtijds  komt  het  ook 
tot  electnsdie  ontladingen.  Door  de  kracht  der 


DigilizedbyGoOglC 


478 

weivelende  bswegiog  worden  licbte  Toonrerpen 
mede  omhoog  gevoerd,  aomtijdt  tot  groole  hoog- 
te, oro  later,  dikirgh  met  een  gskoret  è^leed, 
weer  neer  te  "(allen.  Trekt  ajj  over  een  waterop- 
pervlak, dan  'brengt  qj  ook  bet  water  in  eea  wer- 
velende l>ew(^ing  en  doel  bet  kegelvomiig  oprn' 
zen,  zoodat  zn  daarmede  2  kegeU  vormt,  met  de 
toppen  naar  elkander  gekeerd!  Zalk  een  water- 
hoot  wordt  das  wel  vetpUatst  tot  over'betland, 
zaodat  viiBchen  aldaar  aangevoerd  worden.  Hoo- 
zen  knnneo  eomtgdï  gioole  verwoeBtingen  aan- 
richten. 

Hop,  Hitmului  Lupuitu  L.,  familie  Urliea- 
eeeën,     kraidachtige,     ovevbl^tende,     2-baiiige 

Slant  met  4 — 12  m.  langen,  naar  redita  winden- 
en, van  klimhaken  voonienen,  ruwen  itengei  en 
langgeBteelde,  3— 5-lcA)bige  of  -«pletige  aan  den 
voet  hartvormige  bladeren.  De  voor  de  cnltunr 
DDttelooze  mannelöke  planten  bebben  de  bloe- 
men in  losse  pluimen;  de  vronwelöke  dragen  ze 
io  kegelvormige  bloeiwüien,  die  Mpbellen  war- 
den genoemd.  De  Kbntbladeren  van  dese  (zie 
lig.  1)  z\in  met  barsachtige  klieren  bezet,  (sterk 
vergroot  algebeeld  in  fig.  2)  die  de  voor  de  bier- 
bronwerlj  nuttige  stof  het  bojuDeel  of  de  lupali- 
ne  leveren.  De  oovenaardsebe  deelen  gterven  jaar- 
lijks tl;  de  overblgiende  wortelstok,  die  een 
dikte  van  20 — 30  e.m.  taa  l)ereiken,  schiet  tel- 
kenjare  nieawe  ait- 
loopeti,  soms  100 
iaar  oehtereeo.  De 
nop  groeit  in  de  ge- 
matigde tODe  van  de 
oude  en  de  nienwe 
wereld  in  bet  wild, 
in  voditig  kreupel- 
bont,  vooral  aan  ri- 
■  '^ü-  "■         vteroeveta    en    wordt 

Sop-  in  genoemde  streken 

tevens  gecultiveerd. 
In  de  afbeelding  fig.  3  stelt  a  een  nanaelüken,  6 
een  vroawelöken  btoemtak,  op  '/«  der  nataurlgke 
grootte,  e  een  manneljike,  d  een  ttnndel  viouwe- 
lijke  bloemen,  e  een  'VronwelQke  bloem,  8  maal 
vergroot,  f  een  doorgesneden  vrucht  7  maal  ver- 
groot, ^oor. 

Er  worden  onderaeheiden;  roode  en  groene, 
groot-  en  Ueinvmditi^,  boo^e  en  loge,  vroeg-, 
middelvroeg-  en  laatigpe  variSteiten.  De  vroeg- 
r^pe,  kleinvruditige  leveren  in  bet  algemeen  een 
fijner  product  dan  de  laatrijpere,  groot vrucblige. 
B.  joponieu»  S  i  e  b.  e  t  Z  n  c  e.,  met  diep  5 — 7- 
qitetigï,  getande  bladeren  die  in  China  en  Ja- 
pan en  op  de  naburige  eilanden  voorkomt,  bezit 
geen  lupuline,  doch  is  wegene  haat  baitengerwoon 
snellen  groei  en  haar  in  den  herfst  nog  fraai 
donkergroene  bladeren  als  aierplant  aan  te  beve- 

De  bierbereiding  is  dverond.  Eet  gebruik  van 
bop  in  bier  en  de  cultaur  van  bet  gewas  datee- 
ren vermoedelgik  eerst  van  de  8ste  eenw.  De 
ealtnuT  waa  onder  Pepün  d»  Korlt  omstterts  bet 
jaar  78S  bekend.  In  N.-Dnit«ehland,  vooral  ech- 
ter in  Vlaanderen,  waren  reeds  in  de  Hiddel- 
eeirwen  meerdere  steden  wegens  haar  bopbiec  be- 
kend. Naar  Engeland  kwam  de  bop  vermoedelgk 
niet  vddr  den  t^d  van  Hendrik  VIII.  De  hop 
wordt  hoofdiakelvk  gdbroikt  voor  de  bierbrouwe- 


rij; alleen  de  bellen  van  de  vroawelijke  pUnten 
hebben  daarvoor  waarde.  Jn  sommige  atreken 
worden  ze  no([  van  de  wilde  hop  verzameld.  Deze 
zjjn  echter  minderwaardig.  De  jonge  ondeTaard- 
Bche  uitloopers  kunnen  in  het  voorjaar  l^  wijse 
van  asperges  worden  gegeten.  De  bladeren  wor- 
den door  net  vee,  in  het  bijionder  door  schapen 
gieten,  als  ze  xieb  eraan  gewead  hd>ben.  De  ait- 
gekookte  bellen  worden  ook  als  veevoeder  ge- 
bruikt, do4:h  zijn  meer  geschikt  voor  den  amnfeg 
van  broeibakküi. 
De  kwaliteit  van  de  hop  hangt  at  van  de  hoe- 


Fig.  3.  Sop. 

veelh'eid  lupuHne  en  de  fjjnheid  van  geur.  De 
beate  hof  wordt  geprodneeetd  in  Bohemeo.  De 
in  Beieren  geteelde  is  in  het  algemeen  krachtiger 
maar  minder  fgn  dan  de  eerstgenoemde.  Belang- 
rijke hopeul turen  worden  verder  gevonden  in 
WQiltaine^,  EbaeJ^tharingen,  HeMen^  Po- 
sen, Altmark,  Baden,  Engeland,  Belgifl,  nonk- 
rgk  en  Noord- Amerika. 

Ooede  hop  ii  roodachtig-  of  groenaehtig-ge«l, 
bij  het  fgnwrüven  sterk  harsachtig  en  kleverig, 
en  verspreidt  een  miveren  geur;  tin  het  ineenkan- 
pen  Wt  ze  te  lamea,  maar  ia  ia  etastiaeh.  Ze 

diett  b^  de  bewaring  snel  hur  goede  kwali- 

it  en  houdt  zich  gewoonlijk  niet  langer  dan 
Mn  jaar  goed. 

Het  klimaat  moet  voor  hopenltnur  vochtig  lün, 
vooral  regenachtig  in  de  maanden  Uei  en  Jani; 
van  den  bloei  tot  de  rijpheid  moet  hel  weef 
droog  en  warm  lijn.  Droge  zand-,  iware  klei-,  sia- 
mede  znre  veon^onden  sgn  voor  hop  weinig  ge- 
schikt. Beter  iqn  de  in  goeden  cnUnurtoettand 
verkeerende  fanmuigronden.  Aan  natheid  mogen 
ie  niet  lijden.  Qoede  doorlatendheid  en  losheid, 
op  groote  diepte,  zijn  wel  de  eerste  eiseben 
den  grond  te  stellen.  Diep-lotte  landige  leem- 
Ismige  zandgronden,  met  een  vrg'  boog  ge- 
halte aan  humus  en  kalk,  zqn  wel  de  beste  hop- 
gronden.  Ze  moeten  rgk  zijn  aan  plantenvoedM, 
vooral  op  een  diepte  van  40 — 80  e.m.  Bij  den 


DigilizedbyGoOglC 


aimleg  van  een  iH^tnin  moet  de  giooi  vMr  den 
winter  tot  op  die  diepte  woideo  leweikt  en  be- 
mest. De  stekken,  die  nitiliiitend  Tsn  Tronwelgka 
planten  worden  genomen,  bestftaa  in  een  onge- 
teer  10  cm.  lang  en  ±  1.5  cm.  dik  ondeiB«rdKh 
deel  van  een  nitlooper  en  moeten  van  krachtige 
oogen  iqn  Tooiiien.  Ze  worden  fcg  fenen  of  Eg 
tweeCn  geplant,  op  afstanden  Tan  1,2 — 2  m.  in 
gaten  van  80-^  cm.  diepte  en  met  het  boven- 
einde 16—20  cm.  onder  de  opperYlakte.  Daarna 
woiden  de  gaten  geleidelijk  met  ]oBBe  aaide  ge- 
vold. Hakken  Tsn  den  grond  tnucfaen  de  planten 
is  leei  aan  te  bevelen.  De  o^^rengst  is  faet  eerate 
jaar  gering.  Meestal  wotdt  de  wortelttok  jaar- 
iQke,  bq  voorkenr  Jn  het  Toorjaar.  blootgelegd 
en  besneden,  waarbg  tevens  bemesting  met  sUu- 
mest  kan  plaate  hdbben,  omu  briiorite  aange- 
vald  met  knostmest.  Tegen  of  b^  h«t  doorbre- 
ken der  joi^e  Mhenteo  warden  naMt  de  [danten 


en  in  de  ]u>nd  eamengeknepen  miachen.  Elke  bel 
wordt  ahonderl^  gepinkt,  TOonïen  van  een  1,5 

em.  langen  Bteel. 
De  èeilen  worden  op  een  lolder  of  op  gestellen 


gedroogd.  Droge  hop  iwelt  m  het  ineen- 
knöpen  vanzelf  weer  op  en  heeft  een  broien 
steel.  Hop  broeit  licht;  daarbn  gaat  het  tgne 
aroma  verloren  en  gaat  ie  gemauelgk  schimme- 
len. Om  ie  een  blankere  klenr  en  grootere  duur- 
laamheid  te  geven,  wotdt  ze  dikwgU  geiwsveld. 

De  opbrengsten  varifleren  al  naar  de  kwaliteit 
van  901^-1500  kg.  p.  H.A. 

Bij  de  intrede  van  den  winter  worden  de  ach- 
te^ebleven  hopstengek  nabg  den  grond  afgesne- 
den en  de  staken  venameld  en  opgeborgen. 

Zieklm  en  bewhadigingen.  De  nop  kan  worden 
aangetast  dooi  iwarbwammen  en  meeldauw.  Ver- - 


^        '       •        •     i 
*'       '       '       '     ^ 


Fig.  4. 


rechte,  aan  het  oodeieinde  8 — 9  ejn.  dikke  eta- 
ken  in  den  grond  gezet,  die  boven  den  grond  een 
lengte  van  5 — 9  m.  moeten  hebben  en  van  ijj- 
takken'ign  ontdaan.  Ter  vervanging  van  de  koet- 
bare staken,  worden  ook  wel  op  zekere  hoogte 
boven  den  grond  draden  over  het  veld  geqnn- 
nen.  Vanaf  de  plekken,  waar  de  planten  staan, 
worden  naai  genoemde  draden  andere  recht  of 
schnin  naar  boven  geleid,  waarlangs  de  fa<^ 
sleogels  omhoog  knnnen  groeien  en  slingeren. 
Als  de  nitloopers  60 — 70  cm.  lang  ign,  worden 
2  of  8  der  krachtigste  aangebon^.  Daarenbo- 
ven kan  één  vootloopig  voor  reserve  blijvoi  staan. 
De  andere  worden  ±  15  cm.  onder  de  oppervlak- 
te van  den  grond  afgesneden.  Oedarende  den 
groei  wordt  de  grond  tnasehen  de  planten  gehakt 
en  worden  dexe  sangeaard.  Verder  moeten  de 
planten  nog  herhaalde  malen  hoogei  worden  aan- 
gebonden, terwijl  ie  tot  op  ongeveer  8  m.  hoogte 
van  de  gevormde  tgscheQten  worden  ontdaan. 
Fig.  4  vertoont  een  gedeelte  van  snik  een  vol- 
gens bet  Ptriiuelu  HeUel  aui^elegd  ht^veld  (de 
fetallen  dniden  de  afstanden  in  meters  aan),  fig. 
de  dwaisdooisnede,  lig.  3  een  igaanziebt  der 
eUcandei  kmiwnde  draden,  waarlangs  de  faop- 
stengels  zich  omÉioog  slingeren. 
De  bopbellen  worden  geoogst,  als  ie  geelach- 
-  tig-olgfgroen  ign  geworden,  de  klieren  goed  met 
bet  secreet  ijjn  gevnld  en  de  bellen  bjj  net  wrij- 
ven tasaehen  de  vingers  sterk  aiomatiaob  rieken 


enaer- 


der  ondervindt  ie  schade  van  waterratten, 
lingen,  ritnaalden,  van  de  wortelmps  van 
(Htpit^g  HumtJi  h.),  van  de  lops  van  de  dag- 
panwoog,  van  de  qtringrDpa  (Pj/rtUU  roetrolitLO, 
van  de  mps  ven  Mtaneitra  Ptrüearim  L.,  van 
fcladluiien  (Aphit  Rvmvli  Bchrk.),  van  de  hop- 
waitts,  van  mülioenpooten  en  van  de  [dantaardige 
parasiet  Otucuta  ewovaea  L. 

Zie:  O.  FTUwixth,  Hopfenbaa  nnd  Hopfmbe- 
haadlBOg  (Berlün  1880);  Qtou,  Der  Bopfeu 
(Weenen  1899);  Zorngiebet,  DieFeindedesHop- 
fens  in  Tier-  nnd  PfUnzenreieb  (Berljn  1902). 

Hop  (Upupa  Bpom  iL.)  ie  de  naam  van  eea 
vogel  nit  de  familie  der  BopaekHgen  (UpupideH}, 
Hi]  komt  voor  in  geheel  Europa,  doeh  meer  in 
bet  iniden  dan  in  net  noorden,  verder  in  'Rgjf- 
te,  Abesainie  en  in  het  Atlasgebied.  Deze  fraaie 
vogel,  die  de  grootte  beeft  van  een  lijster,  is  op 
den  kop  versierd  met  2  rgen  lange,  awartgetopte 
vederen,  welke  hjj  als  een  kuif  kan  opzetten,  ^gn 
bek  is  lang  en  gebogen,  ign  klenr  op  den  kop, 
den  hals,  de  borat  en  den  log  losaehtig  en  op  ae 
vleugels  en  den  staart  iwsrt  met  witte  strqwn. 
Z|jn  naam  is  ontleend  aan  ign  geroep.  Bij  voedt 
lieh   met  insecten,  vooral  met   larven,  i 


wringen,  daar  hü  dikwgis  met  den  bek  op  den 
grond  leunt.  De  hop  is  een  trekvogel,  die  even 
vóór  den  koekoek  herwaarts  komt;  tig  maakt  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


480 


BOP-BÖPBPOWW. 


nwt  TkD  BM  in  holle  bwHnen,  wtuin  het  wfitj* 
vu il-gnwiuiehttg- witte  eieren  leg:!,  tenrql  faet  door 
een  emettklier  op  htt  atürtbeen  een  stof  kI- 
Mheidt,  welke  een  ondrageljj^en  sUnk  veroor- 
Makt. 

Hop,  Cornelu,  den  SCeten  Haart  1620  te  Am- 
sterdam  geboren,  etndeerde  en  pToin<rreeFde  in  de 
rechten  en  werd  in  166S  peniianirie  van  i^n  ge- 
boorteitad.  Tot  halir  beTeiliging  lorsde  bü  voor 
de  «ertterking  tu  NMirdeB,  en  werd  TsrTolnu 
benoemd  tot  raadsheer  in  den  Hoogen  Baad.  Ben 

EHChtl  tnsschen  dien  Rwd  en  htt  Sol  Tan  Hol- 
.nd  wikkelde  hem  in  groote  oaaan^naamheden, 
welke  echter  door  tusseheD kornet  der  bnrgemeei- 
ter»  van  Ajagterdam  werden  uit  den  wm  ge- 
ruimd. Hg  overleed  den  5den  Novemtter  1704. 

Hop,  Jaeob,  een  Nederlandech  itaatiman  en 
loon  van  des  voorgaande,  den  Sleten  Juli  1654 
op  een  hotttede  bg  Veben  geboren,  atndeerde  te 
Leiden  in  de  rechten  en  wat  TerTolKens  voor  de 
groote  gereebtshoven  van  Holland  aU  pleitbeior- 
ger    weniaam.  In  1 679  vergezelde  hg  Bunmymuj 


ri*  van  Antterdam.  *□  1680  was  hg  gemengd 
de  geschillen  tnseehen  den  prins  «on  Ortmja  es 
Amsterdam  ovei  het  werven  van  16  000  man  en 
over  ds  geheime  onderhandelingen  met  d'Avma. 
Het  gepenpel  begon  hem  met  het  lot  van  de  De 
Wilk»  te  dreigen,  doch  het  bleek,  dat  h^  niete 
bniten  den  last  der  stadsr^eering  gedaan  bad, 
loodat  h^  na  den  dood  van  fagel  voor  de  betrek- 
king van  raadpensionarie  werd  aanbevolen.  Ha 
behoorde  tot  de  gevolmachtigden,  die  in  1884 
een  verdrag  sloten  met  tFAvaux,  en  8  jaar  .later 
vaardigden  de  Atgemeene  Staten  hem  al  als  bni- 
teng^woon  geiant  naar  den  kearvorst  van  Bran- 
denburg te  Berlgn,  die  sjjn  bemiddeling  had  aan- 
K boden  ter  veretlening  van  geschillen  tQsiehen 
nemarken  en  de  Nederlanden.  Tevens  moest  hg 
er  het  recht  bandharren  der  Nederlandsebe  West- 
Indisehe  Compagitie  op  Oninea.  Te  Berlfjn  ge- 
noot Uopmo  ^rool  aauien,  dat  hg  een  der  pee- 
ten van  Fred^nk  WSlem,  den  loon  van  den  keni. 
Torst,  werd.  In  1688  vertrok  Hopnaar  bet  keiier- 
Ijjk  Hol  Ie  Weenen,  omonze  bemiddeling  aan  te 
bieden  tussehen  den  keiier  en  den  sultan  van  Tnr- 
kge,  en  om  met  den  keiier  een  verbond  tegen 
FrankrQk  te  siniten.  Tan  Weenen  ging  hg  in 
1691  naar  Londen,  om  Engelande  koning  tot  toe- 
treding tot  dit  veibond  te  bewegen.  Hier  verge- 
lelde  hjj  koning  Wiltan  op  den  krggstoeht  naai 
Ierland,  In  1698  lond  men  hem  naar  de  Hoven 
van  D«temarken  en  Branawqk-Lnnebnrg,  om  de 
beide  mogendheden  tot  venoening  te  brengen, 
Bg  ign  tenigkeer  deed  hg  verslag  van  de  nit- 
komsten  inner  bemoeiingen,  en  daar  nog  niet  alle 
moeilfikhedeD  vit  den  weg  geruimd  waren,  woon- 
de hg  het  volgende  jaar  de  onderhandelingen 
van  Deensehe  en  HolsteinKhe  gevolmachtigden 
te  Hambnrg  t>g,  In  1698  ging  hjj  negmaala  als 
boitengewoon  geunt  naar  Weenen.  Hg  gaf  er 
(en nis  van  bet  verbond,  door  de  Alnmeene  Sta- 
ten met  Prankrgk  en  Engeland  gesloten  over  de 
veideeling  der  Spaansehe  monarchie  en  bet  be- 
waren der  rnst  van  Europa,  doch  slaagde  er  niet 
In  ook  den  keiier  daaraan  te  doen  deelnemen, 
Deze  huldigde  echter  ign  verdiensten  door  hem 


te  verhellen  tot  baron  van  het  Roonnsehe  Rgk, 
terwgl  de  Staten  hesa  benoemden  tot  thesanriei- 
generaal  der  Tereenigde  Nederlanden.  Deie  be- 
trekking verhinderde  evenwei  niet,  dat  men  hem 
met  onderKbeidene  undingen  belastte.  In  1703 
werd  hg  naar  DflsseldorI,  naar  den  kearvorst  con 
df.  Paltê,  geionden,  teekeude  met  Maibormtgk 
de  capitulatie  van  Bonn  en  woonde  als  gedepn- 
tcerde  te  velde  den  slag  van  Ekeren  bg.  In  1706 
vertrok  hg  naar  Brussel,  in  1712  met  den  heer 
van  IFeUerM  naar  Henegouwen  voor  oorlomaan- 
gelegenhedsB.  In  het  vaderland  temggdcerd, 
wist  hg  het  door  den  Successie-oorlog  geschokte 
staatierediet  te  handhaven.  Hg  overleed  den 
27sten  Oetober  1725.  Hjj  heelt  vele  beUn^gke 
brieven  nagelaten.  Een  aantal  van  dese  u  in 
1850  door  den  hoogleeraar  VrêttU  in  het  licht 
gegeven  onder  den  titel  „Correioondaoee  diplo- 
matiine  et  militaire  du  duc  de  MarHwrough,  da 
grand-pensionaire  Hepieius  et  dn  trésorier-gini- 
ral  des  Provinces  Unies  Jaeqnet  Hm". 

Zie:  Den  Ta,  Jaed>  Hop,  geunt  oer  Ver.  Ne- 
derlanden (Utrecht  1861). 

Bop,  Comeli»,  een  Nederlandsch  staatsman  en 
zoon  van  den  voorgaande,  den  Sden  Juni  168S  te 
Amsterdam  geboren,  studeerde  en  promoveerde 
in  de  rechten  en  kreeg  achtereenvolgens  zitting  bg 
de  tiesorieren  extraordinair,  in  het  college  der 
commissarJssen  van  hawelgkssaken,  als  schcfien 
in  de  rechtbank  en  in  bet  eoUege  van  kleine  la- 
ken,  dofdi  ging  in  1718  als  afabassadeor  naar 
Frankrgk,  waar  hg  7  jaren  bleet.  H^  bewees  er 
gioote  diensten  aan  de  HervorradaB.  Bjj  ign  te- 
rugkeer in  het  vaderland  nam  bq  weer  litting  in 
bet  collie  van  kleine  zaken,  en  werd  in  1728 
afgevaardigd  door  Hnnne  Hooz-Uogenden  naar 
Soisaons,  vanwsiBr  hg  Pargs  heioent  om  met 
graaf  von  Zinxendorfl  over  OoBtenrjiksche  laken 
te  onderhandelen.  Ook  vertrok  hjj  in  1739  met 
anderen  naar  Frankrgk  on  den  koning  lm  de  {n- 
boorte  van  den  daaphin  eelnk  te  wensébes.  In 
1780  keerde  tqj  naar  Holland  terug,  werd  in 
het  volgends  jaar  weesmeester,  welke  betrekking 
hjj  tot  in  1748  bekleedde,  en  in  17S3  door  Hol- 
Isnd  afgevaardij^  naar  den  Raad  van  State,  ter- 
wijl hg  ook  bg  faerbaling  behoorde  tot  de  ge- 
committeerde raden  te  's-Oravrnhage.  In  1749 
verkreeg  hfj  ziltinff  onder  de  thesanrteren  van 
Amsterdam  en  in  1758  onder  de  raden  der  Ad- 
miraliteit. Sedert  1720  behoorde  hg  tot  den  raad 
der  stad  en  tot  viermaal  toe  bekleedde  hu  er  de 
waardigheid  van  burgemeester.  Ook  was  ng  van 
1716  tot  17SS  bewindhebber  van  de  West-Tndi- 
sehe  Compagnie,  Hg  overleed  den  Md»  Juli 
1768. 

Map,  Johan,  een  iNederlandscb  staatsman  en 
kleinsoon  van  eeretvermelden  Oonuüs,  den 
19den  Januari  1709  te  Amsterdam  geboren,  ver- 
kreeg den  rang  van  meester  in  de  rechten  en 
werd  in  1784  raadsheer  in  den  Hoogen  Raad  van 
Holland.  Zeeland,  en  West-Friedand,  in  1748  se- 
cretaris van  den  Raad  van  State  en  in  1758  the- 
Muri er-generaal.  Hg  legde  den  grondslag  voor 
den  bloei  van  's  Landi  geldmiddelen,  werd  kort 
voor  ign  dood  benoemd  tot  «arator  der  Leidsche 
hoogesêbool    en   overleed    den    17den   December 


een  district  In  de  Kaapkolonie 


hoogese 
1772. 


DigilizedbyGoOglC 


HOPETTOWN— BOFFERe. 


481 


ten  Z,  en  West-Oiiqaalud  en  de  Or&njeiiTier 
telt  op  11  U2  T.km.  rnim  7000  inwonen.  Het 
land,  een  boomlooie  hoogrlskte  met  «nkele  Xop- 
pen,  WIS  TToegei  een  rgk  jachtgebied  en  dient 
thanB  iIs  ireiae  TOor  schajKn  en  BlrniBTOffeli.  De 


Kelijtni 


i  hooldatad  (751 


en)  ligt  aan 


ae    epoorl^n    Ka^itad — Eimlerle; — Qabuli 
jo;  een  bmg  mer  de  Otanjerivier  wordt  als  eeü 
meesterwerk  der  techniek  beMhonwd. 

Hopf,  Kart,  een  Daitteh  g«tehiedichrnTec, 
den  IQden  Februari  1832  te  Hamm  {n  Weatlalen 
eeboren,  «tadeerde  en  promoveerde  te  Bonn.  leg- 
de zieh  hooldzakelpi  toe  op  de  geiehiedeDis  van 
Oriekeoland,  werd  eerit  docent  en  bibliotheeatit 
Ie  Qreifawaid  en  daarna  hoogleeraar  in  de  ge- 
■ehiedenii  en  oppeibftliottieesrii  aan  de  oniTer- 
siteit  te  EoDingabergen.  Hg  Kbreef:  ,iDe  hia- 
tOTÏae  dncatui  athenienali  fontibm"  (1852).  „Ve- 
netobnantiniBche  Analekten"  (1S5S),  ,^iitoTiMh- 
sreneaJogÏBcheT  Atlai"  (1858),  „Chroniqnea  Or<eo- 
RomaneB  inéditei  an'pen  eonnnei"  (1b78)  en  een 
Qeechiedenis  dec  Ifiddeleenwen  van  Griekenland 
ih  de  „Eneyclopadie"  van  Erseh  en  Ontbtr.  Hg 
overleed  den  SSaten  Aagngtne  1S7S  te  WieBbaden. 

Boph»,  koning  van  Egjpte,  Zie  ApriiÊ. 

HApltal,  Miekel  de  F,  een  Fransch  etaatB- 
man,  redenaar  en  diobter,  in  1505  t«  Aignepene  in 
Anrergne  geboren,  studeerde  te  Padna  en  Bolog- 
DB  in  de  reebten,  bekleedde  eenïge  jaren  een 
reehterlgk  ambt  te  Rome  en  keerde  in  15S4  naar 
FrankriJK  terng.  Nadat  hg  drie  jaien  te  Par^s  de 
reehtapraetijk  had  uitgeoefend,  werd  b^  raads- 
heer in  bet  Parlement,  welk  anAt  hg  edifer  spoe- 
dig neerlesde.  In  opdracht  nu  bet  Hof  woonde 
hg  in  1547  bet  Coodlie  Tan  Tiente  fctf,  bekleed- 
de verrol^ns  de  betrekking  tm  opperintendant 
TBD  FinanêiSD  en  werd  in  1500  benoemd  tot  kan- 
selier. Hg  waB  in  die  betrekking  7  ja*r  werk- 
saam  en  lag  met  leedweien  den  godediensthaat 
tnsschen  R.'Katholieken  en  Proteitanlen  toene- 
men. H^  wendde  al  iQn  invloed  aan  om  daarte- 
gen te  Btrgden,  doch  toen  tgn  pogingen  geen  ge- 
weneehte  gevolgen  hadden,  trok  hji  zich  in  1568 
in  het  ambteloos  leven  femg.  Ternaowemood 
ontkwam  hg  aan  de  slachting  van  den  St.  Bar- 
tholomaenanaeht,  doch  men  meent  dat  de  indrak, 
dien  deze  gebeurtenis  achterliet,  de  oonaak  is 
geworden  van  zgn  dood.  Als  etaatoman  heeft  hQ 
niets  dannaame  tot  eUnd  gebracht,  als  minister 
van  Justitie,  wetgever,  oiganïaafor  van  de  Ptan- 
sche  rechtspraak  groote  dingen  verricht.  Hg 
«Terleed  arm  op  iBn  land^ed  Vignay  nabg 
Rstampei  den  ISden  Maart  iSTS.  ZQn  „Oenvret 
eomplïteB"  zgn  oeret  in  1824 — 1826  in  5  deelen 
door  Duf  eg  nitgegeven. 

HmUnsoB,  John,  een  lEngelseb  ingenieur, 
den  27sten  Juli  1849  t«  Manefiester  geboren,  stu- 
deerde te  Cambridge  en  Londen,  was  van  1872 
tot  1873  werkuam  hg  de  firma  Chance  md  Co. 
fe  Biimingham,  bracht  dair  vele  verbeteringen 
in  lieht  toren  toestellen  aan  en  vestigde  zich  daar- 
na als  ingenienr  te  Londen.  Nadat  hy  lieh  eertt 
met  tbermodTnuniea,  electroetatica  eoi.  had  be- 
lig  gehouden,  maakte  hn  vooral  studie  van  de 
dynamo's  en  toonde  in  1879  de  beteekenis  aan 
iei  aU  karakterieliek  iiekende  kromme  Innen  voor 
de  theorie  der  dynamo's.  In  1888  leverde  hil  een 
Terbetering  vis  Edi»o»'$  maehinei,  in  1884veen 

IX. 


theorie  over  den  wisselstroom  en  in  1885  onder- 
loekingen  over  het  magnetisme.  £Q  kwam  den 
22Bten  Augustus  1898  om  het  leven  «g  een  berg- 
hestgging  in  Zwitserland. 

Bopfelns  UnlTersltTt  Johne  BopkinaVni- 
veriity,  is  een  Ameiikaanaehe  on derwga instelling 
Ce  Baltimore  (Haryland),  in  1867  gesticht  door 
den  koopman  John  Hofkitu  (1794—1878).  Zjj  be- 
gon haar  werk  in  1878,  na  den  dood  van  Hop- 
kins,  en  werd  in  1876  geopend.  Zg  kwam  ter- 
stond op  den  voorgrond  te  staan  in  Amerika  door 
haar  seminarie- instellingen  en  laboratoria  en 
geeft  verschiliende  publicaties  uit  op  het  gebied 
van  ge«chiedenis,  philologis  en  tecbnJBcbe  weten- 
schappen. Haai  finantiSn  bestaan  uit  de  inkom- 
sten van  het  sticht ingafon ds  geBteund  door  snb- 
sidie  van  den  staat,  fn  1908  telde  ig  683  inge- 
schreven studenten, 

Boplleten  waren  in  de  Ondheid  de  xwaar 
gewapende,  in 
gesloten  linte 
strijdende  voet- 
knechten  in  het 
Oriekscfae  leger, 
waarvan  ig  de 
kern  vormden. 
In  Ustoriiehe 
tg  den  bestond 
bun  bewapening 
uit  een  groot, 
ovaal  schild,  een 
pantser,  een 
helm,  beenst uk- 
ken, een  7 — 8 
voet   lange  lans 

zwaard.  Z^  lieten  Bopliet  uit  den  Berolnt|jd. 
hun        bewape- 

niag,  ±  24  kg.  iwaar,  op  marsefa  dikwgli  dooi 
de  kypofpitfeN  dragen. 

Hoppen,  Joaekim  of  Hopvena,  de  afstam- 
meling van  een  oud  Frieach  geslacht,  welke  stam. 
vader  Ivo  in  1350  aaniieolgke  beitttingen  beut 
ten  wcaten  van  Stavoren,  was  een  uitstekend  Ne- 
derlandsch  rechtsgeleerde  en  werd  den  Uden 
November  1523  te  Sneek  geboren.  Reeds  vroeg 
verloor  hg  sgn  ouders,  loodat  sQn  grootvader  Feike 
Piertma,  burgemeester  van  Sneek,  lieh  met  ign  op. 
voeding  belastte.  Op  13-jarigen  teeltgd  weid  l^) 
naar  Haarlem  geionden,  wa&r  hg  lieh  verder  ont- 
wikkelde onder  leiding  van  Oonietit  Oroeus,  eea 
voorstander  van  de  JeiaTeten  en  door  Loifola  leK 
in  hun  Orde  opgenomen.  Na  een  vierjarig  ver- 
blgf  te  Haarlem  ging  hg  te  Leuven  in  de  reebten 
en  wgsbegeerte  etndeeren,  beiocht  de  hoogesefao- 
len  te  Pargs  en  Orleans  en  keerde  in  1549  naar 
Leuven  tenig,  waar  hg  tot  licentiaat  in  de  rech- 
ten, daarna  tot  hnitengewoon  en  in  1554  tot  ge- 


ten  tUad  van  Hecbelen,  aan  het  hoofd  i 
ign  landgenoot  en  vriend  FipJiii»  wm  Aytla  stond. 
Lafer  werd  hg  bevorderd  tot  voonitter  en  tevens 
tot  lid  van  den  Geheimen  Raad  te  Braatel.  Hg 
onderscheidde  licb  door  gematigdheid  en  ver- 
draagwamheid  en  gaf  stma  de  voorkeur  aan 
zachte  maatregelen,  terwgl  er  txA  ign,  die  hem 
zwakheid  van  karakter  tegenover  de  landvoogdes 


DigilizedbyGoOglC 


482 


HOPPERS— H0B4TIUS. 


TeTvgtett,  wit  hem  den  tifJDiiam  btzoigde  tah 
„Oui  Madame! " 

Id  156!  weid  hq  belast  met  de  stichting  dal 
hoogeseliool  te  Dodhj  ea  in  1566  rertrok  hg  naar 
Madrid,  om  het  bestuui  op  zicb  te  nemen  ovet  de 
Nederlandsche  Zaken.  Hy  stond  in  hoog  aaniien 
bn  Phiiipi  II  en  weid  zegelbewaaider  dee  ko- 
niDga.  De  koning  benoem<u  hem  tot  heer  Ttn 
Dalem,  scbonk  hem  het  reeht  van  vrge  iaebt  in 
GuBterUnd  en  verhief  hem  later  tot  ridder  Vfto 
de  Gouden  Spoor.  Bü  oveileed  den  ISden  Decem- 
ber 1575  te  Madrid.  Eet  schjjnt,  dat  hij,  hoe  ook 
begaan  met  den  tieuiigen  toestand  Tan  ign  va- 
derland, aan  bet  Sp^nsche  Hof  geen  invloed 
'  genoeg  beiat  om  daarm  Terbeteiing  te  brengen. 
Van  ign  geschiiften  veimelden  wq:  „Recaeil  et 
mémoiial  dee  troubles  des  Ps;s-Bsb  du  Roy" 
(1773,  in  de  „Analeeta  Belgica"  van  Hoynek  van 
Paptttdreehlj  en  „Joachimi  Goppeii  Fiisü  Epia- 
toUe  ad  Viglivm  ab  Avtta  2hrichemum  etc" 
(1765),  terwyl  hier  en  daar  nog  bandsebiiften 
van  Éomnu  te  vinden  sgo- 

Zie:  TTmtfera,  Uémoires  de  Vigliua  et  d'Hop- 
péiDS  (Brnuel  1S5S). 

Hoppe-rapskl»Tar.    Zie    MedieagQ. 

Boppe-SeTler,  felix,  een  I>üit«cb  phjsio- 
locur  en  leheikDndige,  den  26sten  December  1825 
te  Freiborg  aan  de  ünstrnt  gebocen.  studeerde  te 
Ealle,  Leipiig,  Berlijn,  Praag  en  Weenen  in  de 
natunr-  en  geneeakunde,  wai  veivolgens  van  1852 
tot  1S54  verkiaam  als  arts  in  het  werlchois  te 
Berlijn,  van  1854  tot  1856  als  prosector  en  pri- 
vaatdocent  te  Greifswald  en  van  1856  tot  1861 
onder  VWehow  alg  assiatent  en  directeur  lan  bet 
scheikundig  laboratorinm  aan  het 
inslilnnt  Ie  Berlgn.  Nadat  hg  hier 
bnit^ngewooii  hot^leer&ar  aan  de  nnivertiteit 
«aa  benoemd,  vertrok  hg  in  1861  ala  gewoon 
hoogleeraar  in  de  toegepaste  acbeiknnde  naar  Tu- 
bingen  en  in  1872  ala  gewoon  hoogleeraar  in  de 
ph^siologische  cbemie  naar  Straat^urg.  I^  over. 
leed  den  Uden  Aognstaa  18^  op  zijn  bnitenver- 
blgF  Wasserburg  aan  bet  Bodeomeer.  De  phjsio- 
logiiche  en  pathologische  chemie  hebben  aan 
hem  een  reets  belangrijke  nasporingen  te  dan- 
ken, vooral  lijn  onderzoekingen  over  de  kleni- 
itof  van  bet  bloed,  over  de  eigenschappen  der 
eiwiletol,  over  de  umenslelling  der  protoplaa- 
ma's,  over  de  werkzaamheid  der  murttol  en  orer 
de  gisting.  Behalve  vele  opstellen  in  tüdsehiit- 
leD  leverde  hij:  „Handtmen  dei  phTaiologiieh- 
nnd  patfiolo^isch-chemischen  Anaijse  (7de  drak 
1903),  ,JJediiinisch-ebemiKhe  üntersDebnngen" 
(1866— -1870,  4  stkn.)  en  „Fhjsiologisehe  Che- 
mie" (1877—1881,  4dln.}.  Dadreuboven  redigeer- 
de bü  de  ,,ZeitBchritt  fOr  phTsioIogiscbe  Chemie" 
(dl.  1-21.  1877-1895), 

Hopmwants  (OapÈOt  vaudaliau)  ii  eene 
insect,  dat  gaten  in  de  Itltderen  en  takken  van 
de  hopplant  ete^t. 

Hopiprlnvrnps  (PyTalit  ot  Hy^ena  roilra- 
lia)  ia  de  naam  van  een  groen  rapsje,  dat  met 
zwarte  haren  dragende  wratjes  bexet  is.  De  rups- 
jes lijn  zeer  levendig  en  spiinsen  en  slaan  hnn  en 
weer  ala  men  ie  op  de  hand  heeft.  Zg  ign  Kba- 
delijk  voor  de  bopplant,  welks  bladeren  »  vre- 
ten. Hen  bestrijdt  deie  pla^  wel  door  bespui- 
ting met  loadaTseniaal  of  Farijseh  groen,  wat 


echter  niet  later  dan  in  't  begin  van  Juli  mag 
gebeuren,  daar  dan  de  boppebellen  nog  niet  aan- 
wezig lijn. 

Hor  >B  in  het  Oude  Testament  de  naam  Tan 
een  bewtop  op  de  grene  van  Edom,  waar  AOron 
itierf  (Namen  20  :  23 — 29).  Uü  is  waarschnn- 
1^  de  Dsjebel  Nebi  Baroen  (Aronsberg)  bij  F^ 
tra,  op  welks  top  (1329  m.)  een  modern  boDW- 
werk,  naar  men  wil  Aaron'a  graf,  staat. 

Borae  outooloa*  ^tijn  =^  kanonieke 
uren  of  Aorae  regvlare»)  no«nt  men  in  de  Katho- 
lieke Eerk  die  uren  van  den  daff,  welke  voor  de 
gebeden  van  ^eesteliiken  en  krooaterlinKen  be- 
stemd xijn  en  m  de  kloosters  door  klt^elaï  wer- 
den aangekondigd,  daar  het  bezin  en  net  einde 
van  het  eerste  en  laaUte  nurgwed,  naar  gelaaf 
van  het  jaargetgde,  vervroegd  of  verlaat  w«n 
en  lieb  dus  niet  naar  den  waren  tud  richtte.  Oe- 
d  arend  e  de  Middeleeuwen  vormden  de  horae 
eanonicae  de  eigenlijke  indeeling  van  den  dag  vu 
±  3  nur  'e  ochtends  tot  6  of  7  uur  's  avonds.  Op 
die  uren  werd  telkens  een  deel  van  het  brevier 
fiiB  aldaar]  gebeden. 

Boratlns  ie  een  geslachtsnaam  van  Romein- 
Bche  PatrieiSrs.  Daartoe  behoorden  de  drie  Ro- 
ralii  uit  den  Romeisschen  sa^ntijd,  die,  naar 
de  overlevering  wil,  onder  koning  Tuüus  Uo»ti- 
tiui  tot  beslissing  van  een  atrijd  tusseheo  Rome 
en  Alba  Longa,  tegen  de  Curialii,  eveneens  drie 
broeders,  in  bet  krgt  traden.  Beeds  waren  twec' 
HomtiBn  geEDeuveld,  toen  de  derde,  door  Livta* 
met  den  naam  van  Publiiu,  door  anderen  met  dien 
van  Mareui  bestempeld,  de  overwinning  behaalde 
door  lijn  met  wonden  bedekte  tegenstanders  van 
elkander  te  verwijderen  en  daarna  den  één  na 
den  ander  te  doen  vallen.  Toen  hg  i^vierend 
terugkeerde,  barstte  ijjn  instei,  die  aan  e«i  der 
Curialii  verfoofd  was,  in  tranen  uit,  waarover  bü 
zoo  vertoornd  werd,  dat  hij  haar  doorstak.  De  rech- 
ters veroordeelden  hem  Ier  dood,  doeh  het  volk 
sprak  hem  vrjj,  en  hij  boette  zijn  misdrijf  ^oor 
onder  een  juk  door  te  gaan.  Dit  juk,  opgericht 
hÜ  de  altaren  van  Juno  Sororia  en  van  Jatiiu 
Ciinaliu»,  het  tigiUum  «oronum  genaamd,  werd 
eeuwen  lang  op  losten  van  den  Staat  onderhou- 
den. Ook  de  graven  der  Boratii  en  Cunatii  wa- 
ren ten  tijde  van  Livitti  nog  foorbanden. 

Tot  de  nakomelingen  van  deien  HoraUt/s  be- 
hoorden Mareiu  BoraHui  Palvübu,  dien  wü  na 
het  verdrijven  der  Targuinii,  waartoe  hg  mede- 
gewerkt had,  vermeld  vinden  onder  de  consuls 
van  het  eerste  jaar  der  Repnbliek  (509  t.  Ou.]; 
en  lijn  broeder  Publiut  HonUóu  OocU»,  van  wien 
verhaald  wordt,  dat  hg  in  507,  toen  Ponemta 
Rome  bedreigde,  de  brug  over  den  Tiber  loolang 
verdedigde,  totdat  liJ  afgebroken  was  en  daarna 
zwemmende  tot  de  ijjnen  terugkeerde,  waarna 
een  standbeeld  te  zijner  eer  verrees  en  hg  met 
zooveel  land  begiftigd  werd  als  hg  op  één  dag 
kon  omploegen.  Yan  de  overige  BomHi,  die  in 
de  3d«  en  4de  eeuw  v.  Chr.  te  Rome  aaozienlgke 
waardigheden  bekleedden,  vermelden  wg  nog 
Mamti  Eoraliua  Barbabu,  die  na  den  val  der 
Tienmannen  consul  was  met  Cactus  Viümiu  Pu- 
biteola  (449  v,  Chr.],  nadat  hg  dit  ambt  reeds 
tweemaal  had  waargenomen.  Met  zgn  eollega 
vaardigde  bg'  belangrgke  wetten  uit.  de  „Lem 
Valeriae   Horatiae"   genaamd,    waardoor    de   oe- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Bluiten  iti  eomüia  tributa  ondei  bepulde  tmi- 
wtarden  kracht  Terkregen  looc  het  gehccle  toUe, 
de   Terkieiing  tiq   oveiiuden   londer   oproeping 


TerixMlen  werd  en  een  Tloek  werd  nitKe^Token 
over  hen,   die  plebejiBebe  rcgMt'      '  '    ' 

den  kienkan.  Na  87B  t.  Chr.  Te 
Iridieh  geilacht  der  Honitü  nit 


HoratliiB  (Quinttu  HoraliM»  Flaeau),  ees 
RomeioMh  dichter  en  «mb  tu  een  Trq^elaten 
elatf,  werd  den  Saten  Dwemèer  na  het  jiar  65 
T.  Chr.  in  "St  Bomeiniehe  kolonie  Tetmiis  in 
AptüiB  gefcoren.  Zyg  vader  terkiKht  iqn  kleine 
beiittingen  en  ging  niet  den  knaftp  naar  Ronte, 
waar  deie  het  onderwga  genoot  tbd  Orbüau 
Pufilbu,  ees  nitatekend  ta^nndige.  In  het  Jaar 
45  begaf  hg  lich  naar  Adiene,  de  leeieebool  der 
wgib^eertc  en  welspiekendbeid.  Toen  na  bet 
Termoorden  lan  Oaetar  de  Romeinsehe  jongelin- 
gen door  Brubu  ter  Tordedigiog  der  Repwliek 
ofider  da  wapene  weiden  geroepen.  Behaarde  ook 
HoratiuM  liêh  in  bun  gelederen  (43  t.  Chr.), 
waarna  hg  deelnam  non  de  krJigibedriJTen  in  iait 
en  Maeedonit,  alsmede  aan  den  noodlottwen  alag 
hg  Philippi,  waai  hg  door  «fe  ïliiehl  tgn  Icfen 
redde.  Nadat  hg  te  BÓnie  temsgekeeid  wsa,  kocht 
hj)  looT  het  overadot  van  het  vermogen  ign* 
vaders  het  aaibt  van  echrgTer  hg  de  qnaeatoren 
(aeriba  ^luMttoritMj,  doch  bepaalde  lich  weldra 
{waaraehgnJijk  na  41),  gedeeltelijk,  looali  hy 
verklaart,  uit  gebrek,  het  meeit  echter  nit  nei- 
ging, tot  de  beoedening  der  dlehtkanit  ea  tehreef 
epoden  (naar  het  vooineeld  van  Areküoduu)  ea 
hekeldichten.  Eerit  la«  hjj  agn  gedichten  voor 
aan  vrienden  en  bekenden,  iock  weldra  weid  h|j 
bekend  In  de  letlerknndige  wereld,  en  Fonw 
«D  VirgUüu  hraditen  hem  in  aanraking  met 
MoêMnai  (lie  aldaar).  Het  gelukte  iiem  de 
vriendidiap  van  deaen  Romein  in  zoo  hooge 
mate  te  verwerven,  dat  bg  Horathu  met  e» 
klein  landgoed  b^Higde  en  bem  aanbeval  aan 
Augiutut. 

In  36  V.  Cbr.  tehieef  Boraliu$  het  eente  boek 
zijner  bekeldiehteit,  welke  bg,  omdat  rj  geapiak- 
ken  bevatten,  „Sermanee"  noemde,  en  het  werd 
in  bet  Jaar  SO  door  «en  tweede  boek  gevolgd. 
Vermoeoclgk  heelt  hg  omatreekt  dien  t^d  ook 
de  veruuDeling  ijjner  „JuBben"  ot  „maden"  nit. 
gegeven.  Na  dien  tgd  beoefende  hfj  de  iTritebe 
pofizie  en  wjjdde  in  bet  jaar  24  of  23  de  eerate 
drie  boeken  i^ner  „Oden''  of  „Carmina",  looals 
hq  ie  noemde,  aan  Maêemtu.  Daarna  volgde  bS 
weder  een  didaktiiehe  richting,  ontdaan  cveDwel 
vaa  de  hitterheia],  welke  wij  in  de  voortbreng- 
selen van  jengdim  leeftgd  aantreffen,  khmÏi 
bigkt  Bit  ign  diehterljke  „Brieven",  waarin  h^ 
op  kalmen,  vaak  op  sehertaenden  toon  leteen  van 


scheen  in  20  v.  Chr.,  sn  daarop  vi^e  in  rön 
laatete  levenajaren  nog  een  tweede  boek,  welks 
derde,  leer  nitvoerige  biiet  (476  hezameteri)  on- 
der den  naam  van  ,|^istola  ad  Pliones"  (Onaeu 
Püo,  eonan]  in  13  r.  Cbr.,  en  iqn  sonen)  ot  van 
..Ars  poëtica"  (omdat  daarin  de  beainselen  der 
dicbtkiinit  ontwikkeld  ign)  gewoonlgk  als  een 
afzonderlek  weck  beaehonwd  wordt.  In  17 
Chi.  vervaardigde  hg  q»  laet 


*IÜ8.  483 

gelegenheid  vu  de  door  deien  verordende  eenw- 
spelen,  bet  „Carmen  taeeolare"  (Êenwiang)  en 
in  17 — IS,  evNieens  of  aansporing  van  den  kei- 
zer, het  vierde  boek  der  „Oden".  Al  die  gedichten 
lijn  tot  op  onien  tjid  bewaard  gebleven;  ot  hg 
nog  andere  vervaardigd  beeft,  ie  onbekend.  Hg 
overleed  den  27st«n  November  van  het  ^au  S  v. 
Chr.  en  werd  bg  de  EeqDiljjnsche  Poort  ter  aarde 
besteld,  liet  ver  van  de  plaatt,  waai  een  jaar  te 
voren  het  (toHelgk  oversebol  van  ign  vriend 
MaeeeiMM  een  rait{tlaati  had  gevonden.  Te  Ve- 
nosa  werd  in  1897  een  standbeeld  voor  bem  op- 
gericht 

Horatiut  befaoort  tot  de  redeaeerende  dieh- 
ters;  de  heidere,  de  verctandelgke  betehonwing 
heeft  doorgaans  bg  bem  de  overhand  op  het  ge- 
voel en  de  verbeelding.  Daaroin  slaagde  hg  vMr- 
al  in  het  hekeldiebt  en  het  leerdicht.  Zgn  voort- 
brengselen <^  dat  gebied  onderscheiden  xieh  niet 
door  de  vermeldbeid  van  Ltteüiut,  igo  voor- 
ganger op  den  «eg  der  satire,  evenmin  door  een 
diepzinnig-zedelgke  strekkinc,  maar  vooral  door 

i'oiiUieid  van  waamemiag,  door  kearigbeid  van 
arakterteekeiing,  door  getitige  adicrta  en  door 
eierli^lieid  van  tonn,  eigoudiappen,  die  wj 
overal  bg  htm  teruvinden,  behalve  in  ijjn  eente 
gediditen,  de  „Bpodea"  ea  ecai|^e  „Satiren"  van 
net  «erate  boA.  Boe  voortreffelijk  «gn  verheven 
lj[rische  gedichten  ook  ign  mogen,  men  gevoelt 
bg  de  lenng,  dat  zg  hem  inipannina  gekost  heb- 
ben. Trouwens  hjj  erkent  zelf,  dat  nq  inlke  ge- 
dichten enkel  op  aandrang  van  ign  bcgnnstigen 
en  vriemden,  ZMwls  Auguatiu  en  Matenm,  ver- 
vaardigd heeft.  Zeodra  1^  echter  in  eenigsaini 
lagere  sfeer  afdaalt,  openbaart  hg  in  ernst  en 
luim  een  verwonderl^e  beralligheid  en  een  fg- 
nen  smaak.  Uit  al  ign  gediehlen  bigkt  ign  on- 
geëvenaarde faearachappg  over  taal  «n  verabonw, 
terwijl  hg  bjj  deien  lutsten  lich  vormt  naar  het 
voorbeeld  der  beite  Qri^Khe  diehters.  De  in- 
bond der  gediebtw  ran  RoraiiM  tiewc^  aidi  in 
de  „HdeMiehten"  ea  „Brieven"  (^  iniver  Bo- 
meistch  gebiMl,  terwfl  bjj  in  lön  „Oden"  dik- 
wijls de  Grieken,  inaonderbeid  JUosiw.  heeft  na- 
gevoled.  Onder  de  „Sefaolila"  ter  veihWing  der 

Sediehten  van  Uontiui  inn  die  van  Pormhfrio 
e  belangr^kste.  Die  gedinten  hebben  aeoert  de 
„Ëditio  priBcepB"  (1460)  tallooie  oitgEtven  be- 
leefd. Tot  de  begte  behooren  die  van  Bentitf 
(1711),  die  van  Petrlkamv  (1884),  die  van  (hm 
(3de  druk  18S0),  die  van  Jfeimeie  (1864),  die 
van  Hm^t,  die  van  MiUUr  (2  dln.,  1900)  en  die 
van  S.  ÈttMUHg  en  R.  flciue  (8  dln.,  1908— 
1810),  terwijl  men  voortrettelijke  nitgaven  beeft 
van  de  „Oden"  van  Petrltamr  (1862),  Keüer  en 
BeUUr  (1864),  «i  voor  de  lebolen  van  ffowt 
(4de  dmk  1863),  voorts  van  de  „Hekeldiebten" 
van  Btindort  (3de  dmk.  door  DOderleüi  bezorgd, 
1859),  Kirekn»  en  Tmitlel  (J8U—1347),  DöAr- 
lm  (1850)  en  Xrüger  (1898)  en  van  de  „Brie- 
ven" van  DOdtrlm  (1896—1858)  en  Krügtr 
(1901).  De  gediditen  van  Bontiua  itjn  in  nage- 
noeg alle  Boropeeiche  talen  overgebracht.  Neder. 
landedie  vertalingen  van  de  „Oden"  leverdes 
onder  anderen  Vowlel,  N.  8.  «n  Winter,  Ooder. 
d^k  en  Va»  OeUsren  („Beweging"  1916). 

Zie  verder  o.  a.:  WaUitnaer,  Histoire  de  la  vi< 
et  dee  podsiee  d'Horaee  (1858);  V.  Oirmd,  hes 


DigilizedbyGoOglC 


484 


HORATmS-aORENe. 


idéei  monles  d'Sorue  (1907);  ƒ,  J.  Eattmm, 
Beatoi  ille.  fien  boab  loor  iedereen  over  Hora- 
tiaa  [19  IS). 

Hordv  beteekent  een  ongeregelde,  «iUe 
Bchui.  Het  il  een  woord  van  Tataanebe  ifkonut 
en  weid  tot  ±  1700  alleen  yDoi  Tartaienbenden 
gebraitt. 

Horde  il  de  naam  Toor  plat  ilechtwerk  Tan 
Fjjshoat  om  paaltjee,  dat  geoniikt  woidt  bjj  hel 
nuken  Tan  kistingen  (lie  KUHng)  op  dgken. 
ten  einde  deie  tegen  OTeiloopen  te  brachennen. 
Ook  bedekt  men  er  beiode  dgkglooiiugen  mede, 
om  ze  tegen  golfslag  en  ge  te  beschennen.  of  om 
beschadigde  djiken  voor  verderen  afilafr  te  behoe- 
den, waartoe  xe  daarop  met  ataken  worden  he- 
vea Ugd.  Ook  worden  horden  toegepast  om 
laBdrera  tui  vingen  aan  den  voet  der  dniiHiL  tegen 
te   gaan  en  faet  aanwaiaen   daarvan   te   bevor- 

Horden  worden  op  gelqke  w^  alt  vhekttui- 
«en  (lie  aldaar)  vervaardigd;  iq  ijin  meeetal 
0.70  m.  hoog  tjj  een  lengte  van  2,80  m. 

Hflrde,  MD  >tad  in  het  Pnrieiach  dietriet 
Arnaberg,  ligt  aan  de  Enueher,  «an  de  aooorljj- 
aen  BöliTOrt — Holswidede  en  Langenareer — 
Dortmnnd  en  telt  (I9I0)  82  791  imroaers.  Ifen 
vindt  er  Lnthersehe  en  Katholieke  kerfcen,  eai 
synagoge,  een  onden  bateht  van  1229,  vroeger  de 
residentie  van  de  graven  wn  da  Vorfc,  een  pro- 
gvranaaiom  en.  IDt  stad  is  de  xetcl  van  den 
„HOrder  Ber^erke-  nnd  Hfittenrerein"  met 
groote  indnstniele  inrichtingen;  de  Hermanne- 
Dfltte  {gier-  en  etaalgietery)  en  het  Eisemrerk 
(hoogovens).  DaaibQ  lomen  nog  de  eteenkolen- 
mgnen  Sleetw^  en  Holiteln  en  vereebiUeBde 
gsereTtagioeven.  HOrde  werd  in  1840  tot  aUd 
verheven. 

Bordsolmn.  Zie  Ziekten  van  M  oog  onder 
het  art  Oog. 

HordMüB.  Kie  Qerit. 

HordVk.  Ooneüe  Pwnadcer,  ean  Neder- 
landaefa  etaatsman,  deo  lUen  April  1847  te 
Drampt  geboren,  ttndeerde  en  «romoveerde  te 
Otreeot  in  de  rechten  en  werd  noogleeraat  aan 
het  athenaeam  te  Amsterdun.  ^  aanvaardde 
die  betrekking  met  een  redevoering,  getiteld: 
„Nederlands  behoefte  aan  meer  dan  Ma  hooge- 
sebotd".  In  Maart  1881  weid  hg  als  hoogleeraar 
beroepen  te  Utrecht,  waar  hy  sprak  over:  „De 
taak     van    den   ^Moefenaar    der    Nederiandsehe 


c,  by  de  aftreding  vai  het  Kabinet  nedei 
It^ae.  Hü  werd  1d  I8B5  eommissaris  des  Ko- 
■inga  in  de  provincie  Drente  en  vertrok  in  den 
nasomer  van  1688  naar  Oost-Indifl  als  gonver- 
nenr-generaal  (tot  1898).  Van  1894  tot  IS02  was 
hn  lid  van  de  Eerste  Kamer.  Hg  overleed  den 
4aen  Septanber  1908.  ZQn  voornaamste  geschrif- 
ten ign:  ,  J)e  taak  van  den  beoefenaar  der  Neder- 
iandsehe reehtsgesdil edenis"  [Inaagnreele  lede, 
1981),  „Keehtsbronnen  der  stad  Zntphen  van  het 
begin  der  14de  tot  de  tweede  helft  der  16de 
eenw"  (Werken  dei  Veieeniging  tot  nitgave  der 
bronnen  tan  het  onde  vadeiIaMschs  lecht,  Iste 
reek),  no.  2.  IB81V  „Qnaedam  narratio  de  Gro- 
ninglie,  de  Thientne,  de  Covordia  et  de  diveisis 


aliis  enb  diveiais  episeopis  Trajeeteasibna"  (Als 
boven,  Nieawe  Serie,  no.  48,  I83S). 

Hoiab  is  in  een  deel  van  de  verhalen  vaa 
den  Pentatench  de  naam  van  deo  be^,  waar 
Jfotei  zgn  opentiarin^en  ontving,  welke  berg  in 
andere  vertialen  Sinat  genoemd  woidt. 

HorAbont,  Oerara,  een  Vlaamseh  schilder. 
omstreeks  1470  Ie  Oent  geboren  en  in  1540  te 
Londen  oveileden.  Ia  dienst  van  MargarttMa  *aN 
Ooiletuyk  veilnchtte  hg  veiKbeidene  handsehril- 
ten;  in  1522  ging  hjj  ovei  in  den  dienst  van  £f«s- 
drik  Fflf,  koninff  van  Engeland.  Sehildergen  in 
het  museum  te  Antwerpen  en  verlnehtingen  van 
het  Breviariom  Qrimani  te  VeaetÜ  gelden   als 

Boren  noemt  men  in  de  Giieksehe  mytholo- 

5 ie  die  godinnen  dei  orde  in  de  natnor,  welke  de 
aaigetgden  in  hun  aatnnilSke  volgorde  doea 
wederkeeren  en  alles  op  ijjn  tgd  laten  ontkiemen, 
bloeien  en  rüp  worden.  Bg  Homênu  bewaken  ig 
ale  dienareesen  van  Zeus  en  Een  de  poorten  van 
den  (Hyii^ns,  de  wolken.  Heaiodm»  noont  haai 
dochters  van  Zeue  en  Themi»,  Kmoada  (regel- 
maat], Dike  (recht)  en  Irene  (viede),  namen,  die 
tevens  de  regelaarsters  der  drie  gewoonlgk  aan- 
genomen jaargetgden  (lente,  lOmer,  winter)  aan- 
dniden,  evenals  haar  moeder,  de  beiehenutei  der 
tedelgke  orde  in  het  menMfaenleven.  In  Attiea 
vereerde  men  twee  horen:  Thailo  (bloeigodin  der 
lente)  en  Oarvo  (vmditengodin  van  den  anner), 
aan  wie  het  feest  dei  H  o  i  a  e  a  gewgd  vaa.  Zg 
wolden  vooigeateld  ali  lietelgke  meitjea,  noet 
bloemen  en  nnehten  getooid,  dikwgis,  evenals 
de  Oharieten,  samen  met  endere  goden  {Afkndi- 
le,  ApoBo,  Beüoi).  Als  böiondere  lente-  en  hloe- 
inengodin  komt  ÓUori»  (lie  aldaar)  voor. 

Horst»  noemt  men  nitwatsen  op  dm  kop  van 
vele  dieren,  die  iniondeiheid  dienat  doen  ala  wa- 
pens van  veidediging  en  aanvaL  Vooral  vindt 
men  ie  hg  de  hoefdieren.  fig  sommige  geslachten 
lën  alleen  de  mannetjes  van  horens  voonien,  cA 
afthans  dis  der  wQtjet  anders  van  vorm.  Ven  de 
einnlgke  hoiens  ondeiseheidt  lieh  het  geitei  (lie 
aldaar).  0^  bj)  sommige  visaeben  en  insecten 
treft  men  aomtgdt  hoomaehtige  nitwaaaen  aan. 
De  boiens  bestaan,  nit  een  echeikandig  oogpunt 
beschouwd,  volkomen  uit  deadfde  seHstandi^- 
heid,  loogenaamde  hoomstof  (kentine),  als  die, 
waaruit  het  baar  dei  dieien,  de  nagels,  klauwen, 
boeven,  aehildpadschalen  en  vederen  bestaan.  In 
de  horens  eehtei  veitoont  i|{  lidi  middelmatig 
hard.  hoigtaam,  veeiiraehtig,  nlglbaai,  door- 
Bchgnend  en  verschillend  van  kleur,  terwjjl  iB 
door  warmte  week  wordt  en  in  delen  teestana 
door  buigen  en  persen  in  een  willekeniigen  voim 
kan  gebiecht  woiden,  die  ijj  na  lAacling  be- 
bondt.  'De  lioreos  beetaan  uit  hoomsehMden. 
die  ais  een  veivormd  gedeelte  van  de  i^>perhuid 
i^  te  beschouwen,  uit  de  van  bloedvaten  vooi- 
nene  leeihnid  en  nit  de  hoörnpit,  die  met  den 
sehedel  vei^nden  is.  De  lélieeden  aga  al- 
leen aan  de  bovenste  uiteinden  massief. 
Vooial  van  dit  laatste  gedeelte  vervaardigt 
mea  veleilei  vooiweipen,  looala  pwienroeren, 
knoppen  vooi  wandelstokken,  i^n-  en  lonne- 
scheimen  eni.,  terwgl  bet  holle  gedeelte  lot  be- 
keii  (drinkhorensl.  kmithorens  enz.  kan  gebe- 
ligd  worden.  Veelal  eehter  wordt  dat  holle  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


H<»tEN8— QCKtlZiOINTAALgLINGËR. 


483 


d«elte  oreiUngi  openf^sneden  «s  in  e«n  platten 
vorm  gebiMht,  trattrna  men  het  Mnwtndt  tat  bet 
mtkeo  van  kammen,  l^ela,  dooien  eni.  De  alval 
levert  een  voutrefteiyke  meitBtot;  doch  gewoon- 
Iqk  lut  men  ie  week  woides  in  metalen  vormen, 
waarna  u,  in  g^nteh  toestand,  weder  tot  het 
vervaardigen  van  knoopen,  tafaaksdooHn  eni.  kan 
dienen. 

Bonnii  MD  vlek  in  bet  ZwitaeFsche  kanton 
Zoiidi,  ugt  <m  den  linkeroever  van  hrt  neer  ivan 
Zarieh,  aan  de  KwotliineD  Zniieh-^Liathal  an 
Thalvrieb—Zng  en  Uit  (1910)  8043  inwonen.  Hrt 
plaataje  beiit  een  mooie  keii  en  een  baven.  Het 
vormt  het  eenttnm  der  Zoiichadie  iqdeindnitrie 
met  iqdeweveTtïen  en  -ververjjen. 

■orixoD  of  QttkkUind».  Wear  men  lidi 
ook  op  de  aardofqiervlakte  tfevindt,  steeds  over- 
liet men  ileehti  een  deel  daarvan.  Ii  saai  alle 
igden  het  aiUieht  onbeleanmeid,  dan  bevindt 
men  lidi  in  het  middelpnnt  van  een  eirkelvlak, 


Fig.  ].  Hoctzon. 

welkt  omtrek  daar  ligt,  waar  de  aardoppervlakte 
en  het  bemelgewelf  eltiander  aebqnen  te  snöden. 
Deten  eirkelomtrek  noemt  men  horiton  of  ge- 
tichteinder  (B^  in  fig.  1).  Deie  vormt  den  om- 
trek van  hei  Aommbue  vlak  of  het  vlak  van  den 
koritoH,  dat  gewoonlijk  echter  kortweg 

liorixon  wordt 
aangeduid.  We- 
gene de  bolvor- 
mige sedaante 
dei  aarde  heeft 
elke  plaats  haai 
eiren  borizDii. 
Deie  verdeelt 
den  schijn  bai 
hemelfaol 
twee  volkomen 
gel^e  deelen, 
oniichthaie,  daar  wg 
het  hemelgewelf  knnnen 


ng.  2.  Boriton. 


een    lichtbare    en 

slechte  die  pnnten __  ..  . 

zien,  welke  zieh  boven  onzen  honion  bevinden. 
Het  horiiontale  vlak  wordt  aangeduid  door  de 
oppervlakte  vu  elke  tieh  in  mst  bevindende 
vloeistof,  b^v,  water,  vandaar  ook  de  naun  w  a- 
terpas  en  waterpaavlak. 

Naast  den  boven  beachreven  of  Kh^nbartn  ho- 
riion,  ondenAeidt  men  den  wanm  (of  geoeen- 
trisehen)  horizon,  d.  i.  die,  welken  men  i!ch  even- 
wijdig met  eerttgenoemden  door  het  middelpunt 
der  aarde  gelega  denken  kan  (fifl  in  Gg.  1],  en 
den  luttuurlfkeH  horiion  of  km,  d.  i.  de  cirkel. 
die  ons  geiiditaveld  begrenst  ale  w^j  ons  op  een 
hoogte  boven  de  aardoppervlakte  bevinden  (HB 
in  ng.  2).  Het  gedeeUe  dat  w$,  c^  zekere  hougie 


itaande,  Oiversien,  bedraagt  meer  dan  de  helft  van 
het  hemelgewelf;  de  nataurlgke  horizon  ligt 
steeds  onder  den  achünbaren  en  bet  bedras  daar- 
van of  de  diepte  van  de  kim  ondei  den  sebünba- 
ren  horizon  heet  kmttuikittg. 

BozlsontaAl  of  waterpas  noemt  men  elke 
Ign  of  elk  vlak,  evenwgdig  met  den  horiion,  dus 
ook  met  de  oppervlakte  van  een  etilstaand  wa- 
ter. 

BorlxontaalUJnsii.  Zie  l»ohypten. 

HorllOStealaUnser  is  de  naam  van  een 
inalmment.  in  1831  nitgevonden  door  Beugier 
te  IMndien.  Men  kan  er  kleine  krachten,  die  een 
verandering  In  den  atand  van  den  verticaal  ver- 
oorz^en,  mee  aantoonen  en  meten.  Gedurende 
den  eersten  t^d  maakte  men  geen  gebruik  van 
dit  Instmment,  totdat  Parrol  en  ZöUner  het  op- 
nieuw ontdekten.  De  tiorizontaalslinger  van  Z6Ü- 
net  is  in  ftg.  I  afgebeeld.  Aan  een  glaaataaf, 
die  aan  het  eene  einde  een  gewicht  draagt,  zijn  2 
Tgne  staalSiadan  o  en  o*  «evettini,  waarvan  de 
vrge  einden  aan  een  op  drie  sldsehroeven  ms- 
tend  statief  ign  vastKemaakt.  Door  het  gewiebt, 
dat  san  de  glaeataaf  nangt,  worden  de  beide  dra- 
den gespannen.  De  glasstaat  neemt  een  horizon- 
talen stand  in  sn  lal  in  het  verticale  vlak,  dat 
door  de  twee  ophan^nnten  gaat,  gelegen  zijn. 
Liggen  die  pnnten  juist  loodrecht  boven  elkan- 
der, dan  tal  de  slinger  in  onversebilli^  evenwicht 
ijjn,  loodat  de  glustaat  iederen  willekenrigen 
stand  kan  inaemea.  Door  draaiing  van  de  stel- 
tehroeven  kan  men  dezen  evoowiehlsBUnd  zoo 
dicht  naderen,  als 
men  wil,  waardoor 
de  gevoeligheid  van 
den  slineer  grooter 
wordt.  Iedere  ver- 
andering in  de  rich- 
ting van  den  verti- 
eaal,  hoe  klein  deze 
ook     il,     zal     een 

verplaataing      van 

den  even  wieb  te- 
stand  ten  gevolge 
hebben,  die  met  m- 
hnlp  van  een  aan 
de  glautaaf  beves- 
tigden spiurel  met 
een  k^ker  kan  ge- 
meten worden.  Om 
geen  binder  te  tteb- 
ben  van  de  tpriie 
der  draden,  die  de 
gevoeligheid  van  bet  Fig.  1.  Horizontaalslinger. 
instrument     kleiner 

doet  worden,  heeft  VonAefreMrPoK&wUi  aan  het 
eene  einde  van  den  iliiuer-een  metalen  dwamtnk 
aangebracht,  waaraan  2  konkaaf  geslepen  agaten 
plaatjes  zijn  bevettigd,  waarin  twee  stalen  pnn- 
ten grijpen,  die  aan  het  statie!  verbonden  ign. 

Om  voortdurend  de  verandering  van  den  ver- 
ticaal na  te  kuonen  gaan,  worden  de  slingerin- 
gen photografiecb  op  papier  gebracht,  dat  door 
een  narwerk  wordt  bewogen.  De  horizon  taal  slin- 
ger van  Von  RebaiT  (fig.  2),  die  in  aBismologi- 
sche  stations  veel  gebruikt  wordt,  rust  op  ae 
stalen  punten  i,  en  i'  en  draait  «n  en  dooi  de 
beide  pnnten  gaande  verticaal.  Aan  het  uiteinde 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HORIZONTAAÏSLINOEB— aOiOIAYËR. 


diutft  het  den  epiefjel  t.  Een  tweede  spiegel  *'  it 

met  net  iwtre  boefqKTrormige  gietüzereD  gestel 
T»et  veiboDden.  Een  lli^tstrul  wordt  door  de 
beide  spiegele  gereflecteerd,  en  de  (emcgekftïtBte 
atralen  Tallen  op  een  lens,  die  de  beide  beelden 
tot  één  pnnt  veieenigt,  dst  op  geraelig  papier, 
hetwelk  door  een  wsU  rondgeara&id  wordt,  valt. 
De  'terugrgekiatste  strul  van  den  Tasten  spiegel 


Fig.  i.  HoriioiitaalsIingeT. 

lal  een  redite  Ijjn,  die  Tan  den  met  den  slinjfer 
verbonden  apiegêl  een  kretrune  Ign  op  het  papier 

SeTen.  De  loop  Tan  de  laatste  ten  opiicbte  Tan 
e  eente  «eft  de  slingeringen  van  den  slinger 
aan.  Aar^waringen  in  de  lichting  van  den 
slinger  inllen  door  dit  initinment  niet  opgetee- 
kena  worden.  Durom  iqn  door  EUert  drie  inl- 
k«  initmmentan  tot  één  vereenigd,  die  met  «Ik- 


Fig.  3.  HoriwuitMlBlinger. 

ander  een  hoek  Tan  120*  insluiten.  Een  minder 
nanwkenrig  inatiDment  is  de  Straesburger  hori- 
lontaaUliDger  JTig.  S).  Deie  beslaat  uit  een  1,3 
m.  hooge  en  w  t^.  mrare  gietvseren  luil.  Hier- 
aan is  een  stalen  spits  bevestigd,  waarop  een 


messing  buis,  met  een  10  kg.  iwaar  loodan  ge- 
wicht, rust.  Dit  gewieht  wordt  gedragen  door 
een  draad,  die  aan  bet  boTeneinde  Tan  de  inil 
draaibaar  is  Tastgemaakt.  De  lAinKeringeii  wor- 
den door  een  lichte  pen  (een  stroonakn  met  alu- 
ninioiD  punt)  op  met  roet  bestreken  pi^iei  opge- 
teekend.  Het  papier  ia  op  een  trommel  Tastge- 
maakt,  die  eenmaal  in  het  anr  om  lutar  aa  draait, 
terwnl  het  papier  tegeljjkertöd  iQdeltngs  wordt 
TerEcnoTen  loodat  men  een  roiraalvormige  Ign 
rerkrggt.  Altjjd  worden  twee  aTingers  Tan  geljike 
afmetincen  onder  een  hoek  Tan  90*  met  elkander 
Teibonden  (in  de  meridiaan  en  loodrecht  daar  op), 
om  de  beide  componenten  Tan  de  horisoitale  Sé' 
weging  op  te  kannen  teeJienen. 
HorliontKle  prt^Mitls.  Zie  Kant/r^eti- 

ie  een  bg  de  Hongaren  en  Zigen- 

^brnik  ignde  doedeliak;  ook  it  dus, 
bg  de  muiiek  lan  dat  instroment  nitgeToerd, 
draagt  dien  naam. 

Horloce.  Zie  ünneu-k. 

BomiMWr,  Jotepk  vrgheer  wm,  een  Dnilsch 
geschied KhrjJTer,  den  20steD  Jcnoari  17S&  te 
Innsbrflck  geboren,  studeerde  Tan  17H  tot  1797 
aldaar  in  de  reehlen,  diende  een  paai  jaar  b^  de 
Tiroolsche  landweer,  werd  beTorderd  tot  majoor, 
in  1301  te  Weenen  eepla«t8t  bg  bet  ministerie 
Tan  BDiteaiandache  Zaken,  waarna  hu  in  1803 
tot  EotseeretariB  en  arcbrraris  benoemd  werd.  In 
1809  werd  hg  ter  beaehikking  gesteld  van  aarts- 
hertog Johan,  om  den  i^tand  in  Tirol,  Torarl- 
berg  en  later  ook  in  Sabburg  te  orgtniseeren. 
Horvutyr  bad  het  plan  tot  beTijjdinc  Tan  Tirol 
met  looveel  soakkennis  ontworpen,  dat  bet  |:e- 
lukki^  slaagde.  Na  xgn  terugkeer  in  Weenen  wgd- 
de  hu  cich  aan  geschiedkundig  studifin,  totdat  de 
gtaatkundige  verwikkel) ogen  in  18IS  bem  en  *de 
anderen  uit  Tirol  en  Vorarlberg  in  de  geraiwe- 
nis  brachten.  In  1816  echter  Mnoemde  de  ^i- 
ler  bem  tot  historiograaf  Tan  het  I^k  en  van  het 
Eeiierlijk  Euïi,  waarna  hg  te  Weenen  leefde,  tot- 
dat koning  Lodeu^k  van  Beteren  hem  in  1828 
naar  Hflndiea  riep.  Hier  werd  hn  geplaatst  bg 
het  ministerie  van  Baitenkrulselie  Zakra,  In 
1832  werd  hg  minister-resident  van  Beieren  te 
Sannorer  en  van  1889  tot  1846  bg  de  Hanseste- 
den te  Bremen.  Daarna  werd  bg  directeur  van 
het  Rnkaarchiel  Ie  IMneben  en  overleed  akkar 
den  5aen  November  1848.  Van  ign  talrijke  ge- 
schiedkundige ges^rif  ten  noemen  wg:  „KritisUi- 
diplomatiecfae  Beitrige  lur  Oescbichte  Tirolt  im 
MitteUlter"  (2de  druk  1305),  „Geschiebte  dei 
gelOrsteten  Qralschaft  Tiio!"  (1806—1808), 
„Aidiiv  IBt  Qeecbichte,  SUtistiek  nnd  8taaten- 
kunde"  (1809—1828,  20  dln,),  hetgednreade  eeni- 
gen  tüd  met  Mednyantki  uitgegeven  „Tasehen- 
buch  fUr  die  TaterllndisAe  Geldiiehte"  (1811  — 
1848),  ,JVUgeméine  Geschiebte  der  nenestèn  Zeit, 
TMn  Tode  Friediidi's  des  Grossen  bis  inm  nwei- 
ten  Fariïer  Frieden"  (Sde  dmk  .1831,  3  dln.). 
„Wien,  seine  Geschiebte  nnd  Denkiwürdigkeiten" 
(1823—1825,  9  dln.).  „UbeubiUer  ens  dem  Be. 
freiongskriege"  (I84I— 1844,  8  stukken).  ,J)as 
Laud  Tirol  nnd  der  Tirolerkrieg  von  1809"  (2 
dln.,  1845),  ,, Anemonen  ""  '-■■'" 
alten  Pilgennannes"  {2 
Frani  una  Uetternich" 


DigilizedbyGoOglC 


BORUl^AS-^ORN. 


487 


Bonnlsdftfl  (in  bel  Fehkwi  Ohrmaxd)  is  ile 
vaam  vsn  Tgf  Petiische  kaning^en  uit  de  dvnes- 
tie  der  Sanaitidtn.  Zij  regeerden  MhteresuTOlgena 
in  de  jsMn  272—273,  802—319,  457—459,  578 
—590  en  6S1— 682,  Homudat  IV  wist  ïÖ"  '^ 
noch  tegen  de  Oost-RomeiDen,  noeh  tegen  de 
Scftfaen  en  Tnrken  ie  beechetmen  en  weid  duT- 
om  ilguet  UI  leimoord. 

Bormlsdas  is  de  naam  nn  den  Mns,  die 
den  RomeiiclieD  bÏMehi^Metel  vtn  Sli  tot  523 
beiette.  I^ens  ign  episcopwit  kwam  er  een  ein- 
de UD  ^et  sedert  484  beatMude  i.g.  «etciun- 
sehe  Bcbisma  met  Byiitiitiam. 

Hormoes.  Zie  Onnon. 

HormoDtn.  De  studie  der  inwendige  nttchel- 
ding  (lie  Afteheidxng),  wwLrbg  etolfen  nit  Ter- 
spuiende  klieren  die  geen  afroeriiuiien  hebben, 
in  het  bloed  woiden  o^^enomen,  beeft  ïn  de  laat- 
ste jaten  groote  vordeiiitgen  gemaakt,  loowel 
door  het  bestndeeren  van  de  Tenchgnaela,  die 
optreden  na  het  wegnemen  der  klier  als  van  die, 
welke  Tolgen  op  het  inbrengen  van  ertmcteD  dier 
klieren  in  het  organisme.  De  prikkelende  alachei- 


sjmptomea  van  mTzoedeni  op  (lie  aldaar),  maar 
verwndert  men  de  Tier  bg-soilMklieTen,  die  aan 
de  achterrlakte  van  de  sehildkUeT  litten,  dan  toI- 
gen  trekkingen,  trillingen  en  krampen  in  de  qiie- 
ren  en  op  bet  laatst  spierreilsiiirDJageu  ((etoiiiel. 
Dat  mjToedem  kan  men  Toorkomen  door  de 
aeUUkliertabletten,  die  in  den  handel  iqn,  te  la- 
ten innemen  ot  gedeelten  tsh  ^een  friasebe 
•childÉlicr  ia  de  buikholte  te  brengen.  Het  jodo- 
th7rine  van  de  schiMklier  sebqnt  d&arbg  een 
groote  Tol  te  TerTollen,  maar  toM  sebjjnt  de  af- 
tcheiding  Tan  de  echildklier  meer  een  pS  OMcha- 
delSk  te  maken,  want  in  bet  bloed  van  het 
•ehikIklier-looK  dier  eiienleert  een  ^it,  dat  in 
normatd  Mosd  niet  voorkomt.  Verw^dering  van 
de  banieren  verooruftkt  den  dood  onder  sterk 
linken  van  den  bloeddruk  en  gioole  i^ierawakte, 
terwijl  de  «bebeiding  tan  den  panereas  snikei- 
liekte  voorkomt.  B^on  maakte  een  veFbindiDg 
tnsscfaen  de  faalaalagaders  van  twee  honden,  wasi- 
van  de  één  door  eistiipatie  tmi  den  pancieaa  aan 
snikenkkte  leed,  die  aoo  door  de  ifekraiate  eir- 
eniatie  genazen  werd.  Een  eiffenuidig  henen- 
aanhangsel,  de  hypi^TsiB  eerefcri  {«ie  Uwkm) 
veTooTuakt  als  het  zitv  woidt,  Tereefaijnsels  alt 
die  der  eietirijatie  Tan  Ao  sehildklier  en  boven- 
dien vergTooting  van  de  bovenste  ledematen 
(akromegalie,  ite  aldaar).  Bg  verw^ering  Tan  de 
taadballen  (eaêtratie)  bq  knapen  ontstaan  atoor- 
nissen  in  de  ontwikkeling  der  pnbertnt  bn  vol- 
wateenen  nervenM  stooTDisBen.  Die  eenadelijke 
gevolgen  worden  voorkomen  als  men  den  geeae- 
treerden  dieren  «tnkfes  van  den  laadbal  onder  de 
huid  of  in  de  bnikholte  riani  o(  eitraet  ervan 
inspoot;  men  meent  dat  drt  hormon  identiek  is 
met  bet  spermine  van  het  laad.  Steinaeh  nam  bq 
manlgke  dieren  de  gealachtsktieren  weg  vMr  fael 
aanbreken  der  puberteit  en  plantte  hnn  eierstok- 
ken in.  Die  dieren  toonden  later  alle  liehamelvke 
en  eeeetel^ke  eigenschappen  van  vronwelgke  in- 
dividnen  en  ook  de  omgekeerde  proeven  geluk- 
ten: bet  geheele  liehamelgke  voorEomen  «n  selta 
TersdtUlende  hoogere  hersentnneties  worden  dos 


bepaald  door  stoften,  alt  de  geekehtsklierea 
stammend.  Verwijdering  van  de  eierstokken  bg 
meisjes  heeft  dezelfde  gevolgen  ten  opzichte  van 
de  puberteit,  bjj  vronwen  onta&rden  de  gealaebts- 
organen;  bjj  begin  van  awangeiEch^  nltgeroerd 
gaat  deoe  niet  verder  en  ook  hier  kon  in- 
planting van  eierstoksirbstantie  de  sebadelgke 
fevolgen  tegengaan.  Eet  bloed  ran  zwangeren 
evat  hormonen,  die  de  borsten  tot  metkafschej- 
ding  prikkelen,  wat  op  leer  eigenaardige  wgie 
bewezen  werd  bg  de  in  de  bekkenatreek  vergroti- 
de  tweelingznsters  BUaek.  Toen  de  eene  zwanger 
werd,  werden  ook  de  borgtklieren  der  andere 
grooter  en  scheidden  melk  al.  Praetiecb  werden 
de  hormonen  toeigeput  bg  de  <BaaedowKhe  ziek- 
te (zie  aldaar)  in  h«t  semm  van  MObin»,  verkregen 
nit  dieren,  wien  de  schildkHer  ontnomen  was, 
verder  in  het  mjxoedem  en  bg  hartzwakte  es 
bloedingen  in  den  vonn  van  odrenoftne  en  ex- 
tract van  de  bijnieren,  dat  de  Uoedraten  ver- 
nauwt. Die  werking  vindt  men  nog  sterker  bg 
pthijfrtn,  ten  prseparaat  nit  de  hTpecèysii  ee- 
rehri  veikregen  en  vooral  in  de  verlosknnde  toe- 
gepast. OA  als  arine-aan drijvend  middel'  vindt 
het  toe{>Reging,  daar  het  joiat  de  nierarteries  niet 
beïnvloedt,  me  nu  bü  Temanwicg  der  orerige 
bloedvaten  sterker  f anct ioneeren.  Een  hormon, 
nit  het  maagBlijmvliea  maar  vooral  nit  de  milt 
verkregen,  prikkelt  de  darmen  en  wordt  dan  ook 
met  eaeces  bg  verstwping  gebruikt. 

Zie  Bxedl,  Innere  Sekretion  (2de  drnk  Hfln- 
chen  I91S). 

Hom,  Qu»laat,  graal,  een  T/wetdedk  veldheer 
in  den  Dertigjarigen  Oorlog,  werd  den  28»ten 
October  1592  te  Oeibrbne  m  Ucdand  geboren, 
stndeerde  te  Bostock,  Jena  en  Tnbiagen,  trad  in 
dienst  bfi  het  leger  van  Gtulaoi  AdoU,  terover- 
de  in  1625  Dorpat,  in  ISSO  Kolberg  en  was  ver- 
volgens aanvoerder  van  de  eene  helft  van  het 
Zweedeehe  leger.  In  den  slag  bfi  Breïtenfeld 
(1631),  voerde  hij  bevel  over  den  linkerTleugel; 
ook  nam  bü  deel  a^n  den  slag  bij  den  Ledi.  Na 
den  dood  van  Qvttaal  Adoü  onderstennde  hij  de 
plannen  van  zgn  eeboonvader  Ocenaftirtia  en 
vereenigde  lich  in  Zwoben  met  berlog  Benard 
non  Weimaf,  die  tegen  ign  raad  in  1634  den  slag 
van  NOrdlingen  leverde.  Hier  werd  Hom  go«an- 

fen  genomen  en  eerst  in  1642  nitgewisseld.  In 
844  vertrok  hü  aan  het  hoofd  van  een  leger 
naar  Schonen  en  noodzaakte  de  Denen  vrede  te 
sluiten.  Ook  ten  tijde  van  koningin  Chriitüia  en 


Etadhooder  van  Lijfland  en  Schonen.  Hg  overleed 
den  lOden  Met  1659  te  Skara. 

Hom,  Fram,  een  Dnitsch  sobrgver,  den 
SOsten  Juli  1731  te  Bmnswök  g^ren,  studeerde 
te  Jena  in  de  reohten,  te  Leipzig  in  de  wgsbe- 

f^eerte,  geschiedenis  en  aesthefiek,  werd  in  1806 
eeraar  aan  een  gymnasium  te  Berlgn,  waar  hjj 
aU  privaatdocent  voorlezingen  bien  over  Sha- 
ketpiare  en  over  de  geschiedenis  der  Daitidie 
letterkunde.  Hij  OTerieed  den  19den  Jnli  1837. 
Zijn  romans:  Raakten  weldra  in  vergetelheid. 
Van  Teel  meer  belang  ign  de  „Ümrisse  inr  Oe- 
Bchichte  und  Sri  tik  der  sdiBnen  Literatur 
Dentseblaods  von  1790—1318"  (2de  drnk  1821), 
„Die  Poeeie  und  Beredsamkeit  der  Dentsohen  von 


D,o,l,zedb,GoOgle 


Lnther»  Zeit  bi»  idi  QegedwsTt"  (1822~-1829,  4 
din.)  CD  i^hftkupMres  Schuapiele  eiliutert" 
(1823— 1S31.  5  ün.).  SeAiro»  «n  FönUr  bébhea 
«en  bloonleiiiis  nit  ign  naffriaten  geBclirihenge- 
leTeid    onder  den  titel  van  ,)P«yehe"  (3  dln.,  18<1). 

Hom.  Eduard,  een  Hongaaradi  ataatnin  en 
Tolksbuiilioudknndigc,  den  25iten  September 
1825  te  Wug-Nen«tadt  getwien,  beiocht  de  I«- 
laitietiedie  en  LaIjjnEche  ecluden  te  Neutm, 
Ptaag  en  Preiübur^  en  tisd  leedi  vroeg  op  als 
jonrnalist  en  alt  yreraar  Toor  de  emancipatie 
der  Jodea.  Hg  schreef:  „Znr  Judenirtge  in  Un- 
garn"  (1847)  en  «tiehtte  het  weekblad  ,^r  un- 
gaxische  Isnelit".  Met  geestdrift  nam  hg  deel 
aao  de  vrijheidlieiende  volksbewegins,  eerst  te 
Pest  en  verfolgene  te  Eomorn,  wau  Xiofka  hem 
tot  Teldprediker  benoeiode.  Na  de  upitnlatie  tan 
Somoro  bleet  hg  onophoadeliik  Uootgeitdd  aan 
de  Terv^ngen  der  poHtie.  Vaa  Preesboig  ver- 
trok hg  naar  Weenen,  Tsnliier  naar  Praav,  in 
1350  naar  Leipiig  en  in  1851  naai  Brussel.  Hier 
schreef  hn:  „Statiïtisehes  Oemilde  des  KSnig- 
reichi  Betgien"  (1863)  en  „BerSlkeningBiTiBeen- 
Khaftliche  Studiën  ana  Belgien"  (1854).  AU  eor- 
renrandent  Toor  Doitsehe  dssbladen  b^f  hij 
lien  in  18SG  naar  de  wereldtentoonetelung  te 
Pargs  en  Terkreeg  door  tnaschenkomst  —    "' 

"   ■  "■       ■■  de  todi 

s  leverde  hjj  op- 
atellen in  Franeche,  Daitacba,  Belgische  en  Hon- 
gaandw  tgdtcbriften  en  Imitreea  in  een  reeks 
vlogtehriftea  bet  abMlBlittieeb-Mntralistiseh  re- 
geeringsbeleid  in  OoatenrgK.  De  ,;Boei4t4  d'Beo- 
nomie  «o  de  ,;8oeiét4  de  Statiati^e"  t«  Pargs 
benoemden  hem  toi  lid  es  de  „SoeietT  ot  Statis- 
tics"  Ie  Londen  nsm  bem  Of  onder  nau  eerete- 
den.  In  ISSfi  keerde  hg  temg  naar  Honnrije  en 
werd  in  1875  benoemü]  tot  staatsiecretarte  bg 
het  ministerie  van  Handel  en  Ngverheid.  Ook 
werd  bg  gekozen  tot  afgevaardigde  naar  den 
Rgksdag.  Bg  overleed  eebtei  reeds  den  2den 
November  1875. 

Hoin.  W.  O.,  is  de  achoilnaam  voor  P.  F.  W. 
OerUl  (iie  aldaar). 

H omboatel,  TAMNlor  km,  een  Ooatenrjjkscb 
indnatriSel  den  29tten  Oetober  1815  te  Weenea 
geboren  beaoeht  «Uaar  de  polyteehniedie  Mhotd 
en  werd  weldra  een  vaa  de  seeretariasea  van  bet 
Qenootacbap  van  Növerbeid.  In  1848  behoorde 
hg  tot  het  stedelgk  beatunr  van  Weenen,  doch 
wees  de  benoeming  tot  lid  vbd  het  Parlement  te 
Frankfort  van  de  hand.  In  Jnli  van  Uats^ 
noemd  jaar  belutte  bg  zitb  met  de  portefenule 
van  Eooi^aDdel  in  het  ministerie  Doblhof,  dodi 
legde  ie  reede  in  October  noder,  behoorde  daar- 
na tot  bet  beituar  der  Ooetenrgksehe  ngverheids- 
vereenigiiw  en  werd  toen  vooiiitter  van  de  Ka- 
mer van  Koophande)  te  Weenen.  Van  1857  tot 
1883  was  h^  direetenr  van  de  eredietbank  voor 
btodel  en  nvverheid,  lid  van  liet  beatnnr  VAn  den 
Qizabeth-Weeternoorweg,  en  ontving  in  1860 
de  oide  vso  de  IJzeren  Kroon.  Hg  overleed  te 
Weenen  den  2den  Jnni  1888. 

Home,  JahatiHet  von,  een  Nederlaodacb  ge- 
neeskandige,  in  1621  te  Amsterdam  geboren,  stn- 
deerde  te  Utreebt,  deed  een  reis  door  ItaliS  en 
Zwitserland,  en  werd  te  Baiel  tot  doctor  ia  de 
geneeakande  bevorderd.  Daarna   beiodit   ItQ   de 


hoogweholen  te  Uontpellier  en  te  Orleaas  en 
werd,  na  ign  terugkeer  in  1651  tot  buitengewoon 
en  een  jaar  daarna  tot  gewoon  hoogleeraar  te 
Lebden  benoemd,  waar  bg  den  5den  Januari  1671 
overleed.  Hg  iciireel:  J>e  aneuriamtte  epiatola" 
(1644),  „Novum  dnetnm  ehvüfenun,  primnm  de- 
lineatDm  atqne  deseri^itum  ,  „miKpokosMOie, 
id  est  breviseima  chixuigiae  metbodtM"  (2de 
drak  1675),  ,FLeonbardi  Botalli  opera  omnia 
ele."  (1660),  „Galenus  de  osiibna"  (1665),  ,4'ro- 
dromui  obBcrrationum  circa  partei  genitale*  etc" 
(2de  druk  16S5)  en  .^Otiaervationes  anatomieo- 
medicae"  (1674).  Al  ign  werken  «gn  in  1707 
ODder  den  titel  van  ,jOpnscnla  anatomieo-chirur- 
gica"  in  bet  licbt  venenenen. 

Homo,  Riehard  Uemry,  een  £ngelieh  dichter, 
den  laten  Januari  1S03  te  Landen  geboren,  be- 
socbt  de  militaire  eebool  te  8andbnrft,  tr»d  ala 
adelborst  in  dieikst  op  de  Uexieaanache  vloot  en 
nam  deel  aan  den  oorlog  tusichea  H^eo  en 
Spanje.  Na  ujn  terugkeer  in  Bofeland  wqdde 
hg  aéi  aan  de  letteiiunde,  gaf  ,i£i^sitioa  of 
tbe  ftdse  medium,  and  butieni  Bidadug  menM 
geniua  trom  Lbe  public"  (1883)  en  een  staatkun- 
dige satire  on  koning  WüÜam  TV  in  liet  licht, 
onder  den  titel  „Spirit  of  peera  and  people" 
(1834)  en  schreef  vervolgens  een  reeks  iaOÈti- 


„Qeorgj  VQ''  (1840,  Sde  druk  1849),  ,Judu 
lacariot"  (1848),  en  „Alargia"  (1856).  Verder 
leverde  hg  ,4^fe  of  NuwleM"  (1841),  het  epieeh 
gadiebt  ^ion"  (lOde  drvk  1874),  „Ballad  and 
lomanees"  (1S46)  en  „The  dieamer  and  the  work- 
er"  (2  dln.,  1851).  In  1852  vertrok  lig  met  flo- 
wüt  en  andeien  dut  de  ftondianden  in  An>- 
traliê  en  schreef:  „Anstr^ian  tactk  and  pros- 
pecti"  (1B59),  ,J>rómetheDa,  the  firfrèringer" 
(1864)  en  „The  South  Sea  aiiters"  (1806).  In 
1869  teruggekeerd  Ineide  hg  nog  „Laura  Dibal- 
»>"  (1880),  „Eing  NihU'e  rmnd  taUe,  or  the 
regicide's  svmposiom"  (1881),  „Bifale-tragediei" 
(1881)  en  ,3inron.  the  sUr-atricfcen"  (18%).  EQj 
overleed  den  ISden  Haart  1884  te  Uaigstc. 
Homook,  OUokar  wm.  Zie  Ottokar  mm  Slür- 

HBniOS,  SudoU,  een  Ooitenrgkaeh  geoloog, 
den  7deD  Octoiter  1850  te  Weenen  geborei,  rtn- 
deerde  aldaar,  begeleidde  in  1878  ae  arehaeolo- 
giacbe  expeditie  van  Ooiae  naar  Bamotbraee,  waa 
van  1874—1876  werkaaam  aan  bet  geologieeh 
inttitout  te  Weenen  en  werd  in  1876  baftMige- 
woon,  in  1883  «woon  boi^leerau  in  de  gëdo- 
gie  en  palaeont^ogie  4e  Oraa.  Ia  1902  ea  1903 
bereiade  hg  de  door  aartlMTiDgen  iwaftr  geteis- 
terde streken  van  UacedoniS.  Hg  aefareef:  ,J)ie 
Qattetopoden  der  Meereaablagerungen  dar  I.  ond 
n.  mioelnen  Uediterranstafe  ia  der  Oeatenel- 
ebiêch-Unguisdien  Monarchie"  £1879),  ,J)ie  Erd- 
bebentheorie  Rodolf  Falbi  nnd  fflre  wiaieaadiaft- 
liehe  Onmdlage"  (18SI),  „Eleoieate  der  PaUoa- 
tologie"  (1881],  „Erdbebenknnde"  (1803).  ,JhM 
Erdbeben  von  Laibach  nnd  seine  Um^en" 
(1895)  „Pal&ontologie"  (Sde  dmk  1904),  .3as 
Qnd  Bild  der  Ebenen  Oeteneii^i"  (Weenen  1903) 
en  ,J)as  Aussterben  der  Arten  nnd  Gattangen" 
(Oria  1911).  Hn  overleed  den  20stan  Angottni 
1912  te  Qrai. 


DigilizedbyGoOglC 


HÖUNiES— BOBS  irOEUVitE. 


HBrnt»,  Jfortfa,  een  ettuxwiMl  en  1)ioeder  tu 
den  imrgUBde,  den  29«teD  Jtnnaii  18d2  te  We»- 
nen  eeboren,  atndeerde  ftldiai  en  te  B«rlqii  in 
de  klaMieke  letteren,  doefa  wgödt  zieh  Toonl 
un  de  iichaeDlogic.  Hij  nam  dèel  un  den  feld- 
toebt  in  Bosnil,  waar  hg  ook  in  1879  en  1880 
archaeologUche  ondenotikiDgen  deed,  erenali  in 
EuiDthia,  Kraln  en  Istiil.  Sedert  1899  ii  hg 
builenxewoOD  bowleerMT  te  Weenen.  JSg  Mbied: 
.JMnanidie  Wudeini^n"  (1888),  ,3oaiiien  and 
die  Hen^wviD»"  (18^),  JHt  Ctgetdiidite  dei 
HeMchen  ueh  dem  hestigeD  Stude  dei  Wi(- 
BenMhkft"  (18S2),  „UrKeteluchte  dei  Uenicbheit" 
(1895),  „ürÈeBchiebte  der  tiildenden  Ennet  in  Ba- 
lopa"  (I6M]  en  ,J)ei  dikiviale  Hemeb  in  Ënni- 
pa.  Die  KuhniBtnfen  der  iltern  Steinieit"  (1903), 
„N*tnr-  and  Urseaebiehte  des  Ifeniefaen"  (1909). 
Ook  redigeert  h^  de  „WiMenaduttliehe  Uittei- 
' n  aas  Boinieii  unid  der  Benegowisa"  (1893 


lutfen  a 


BonM-Took*.  Jokn^a  Engelseb  tutknn- 
-  dige,  den  25iteD  Juni  1^  te  Londen  geb<»e&, 
etndeetde  in  de  godgeleerdheid  en  kocht  een 
piiefaende  in  het  gntafsehu)  Kent.  Het  «ent 
maakte  hii  lieh  ali  Khijfrer  «ekend  door  in  1765 
tei  Teideaigiu  van  den  Tolkileidei  Wilket  op  te 
treden,  teiwgl  hg  groot  opiiea  burde  dooi  in 
dea  oorlog  der  EngelKhen  i«gen  de  .Amerikvien 
,  de  ijfde  Tan  laatstgenoemden  te  kieoen.  Wegens 
een  iiiiaoieJinK  tu  geld  ten  beboere  dei  opatan- 
delingen  werd  hg  Tan  laiKheiiaad  beecbnldiffd 
en  in  1777  tot  één  jaar  gevaiigenie  verooideeM. 
Nadat  hg  ign  vrgheid  heiki^en  had,  «gdde  hg 
tifi>  B«D  de  leditnreteDathap,  hoewel  bet  hem 
als  geestel^e  niet  Tigatond  ala  pleittwioigei 
weiksaam  te  iqn.  Intneièhen  gaf  lig  venebeidene 
staalkundige  TingMbriften  in  het  lieht,  loodat 
opnienw  een  aaikladit,  en  wel  Tan  hoogreiraad, 
tegen  ben  ««d  ingediend,  doeh  dJtmuJ  «prak 
men  beat  fijj.  Na  TeraehilleDde  Trnebtelorae  po- 
eingeo  gefokte  het  hem  een  beooemiag  tot  Pai- 
Jementslid  te  verkijjgen,  docti  iS  weid  nietig 
verklaanl.  Bjj  o?erleed  den  >18den  Jlaart  1822  U 
Wimbledon.  Van  ign  geschriften  worden  de 
'Xmr  wrttétrra  oi  the  diTersions  of  Pniley" 
(3  dln^  178»-1806)  teer  g«preien. 

BBml*,  Avgutl  Fritdriek  RudoU.  een  oriio- 
taliit,  den  ISden  Oetober  1841  te  Seeandra  bjj 
Agia  aU  de  loon  lan  een  missionaria  zeboren, 
stadeerde  te  Baiel  en  Londen,  Teitiok  naai 
Britach-Indii  en  werd  eerst  ho<^]eeiaaT  In  het 
Sanskrit  «n  wöib^eerte  te  Benaies,  daaina  di- 
reetear  der  MobammedaaDsehe  nnÏTersiteit  te 
Caleotta  en  eere-Mcretaris  Tan  het  Asiatiidi  Qe- 
Dootsebap.  Hg  aehieef  oa_-  „A  eompaiatiTe  gtfem- 
mai  of  tne  Qaodian  langaaees"  (18S0),  ,4  nm- 
i>aiaUTe  Bihari  dietiouuV'  (1685,  onToltooid). 
In  de  ,3ibliotheea  indica  gaf  hg  het  Hindoe- 
uws  „Piitbiiaj  Rasan"  van  Ohand  en  de  beide 
Frakiitweiken  „ÜTasandatao"  en  „Piakrita 
Lakshaaam"  nit  en  leTeide  Tersebillende  opctellen 
oTei  Indiedie  munten,  opichritten  en  bandtebiif- 
tea  in  tödsohrilten.  Ook  «ebreef  hg  het  hoofdstak 
orei  Indische  ondheidkande  in  de  „Centenai7 
teTÏew  of  the  Asiaüe  Society  of  Bengal"  (1884). 
In  1889  keelde  hg  naar  Europa  teing  en  vestig- 
de licb  te  Oxford. 

Honil*v«r  heette  in  Friealaod  oonpionki 


1^  het  bewoonde  en  beboowde  gedeelte  Tan  het 
eif  eeoer  boeienboeve,  dat  iets  hooger  gel^n 
was  dan  het  omiingcDOe  land.  Bet  diende  teTens 
tot  legeiplaats  Tsn  bet  hooioTce,  dat  daarop  te- 
gen den  »Tond  werd  teioggetrokken  —  vandaar 
ion  de  naam  afkomstig  ign. 
•  Homplp*  !■  een  oude  Engelsdie  dans,  aldm 
genoemd  naar  een  aUeen  bn  saam  Éiekend  iostia- 
ntent,  dat  «ooial  in  de  ISJe  eeuw  popnlair  was. 
In  Wales  geeft  m«n  den  naan  homfripe  aan  een 
honten  blaiatinatnunent,  dat  dea  Toim  Tan  «u 
POP  vertoont  roet  een  boom  aan  dk  aiteinde. 


Il  liMf .  een  stad  in  faet  Engelsche  giaaf- 
tiap  MiddTeiei,  "  ■  "  '      '     "  ^'  ™ 
looon  Bridge  t 


schai 


ligt  9  km.  ten  N.  N.  V 
„.  jn  tdt  (1911)  45^7  inwoners. 
Hen  Tindt  er  een  nieawe  Qolisehe  keik,  het 
'Alexandrapaleis  (een  navdging  van  het  Cristal 
Palaee)  op  den  Unswell  fiiil,  het  Aleiandra- 
weesbais  en    een    bo^iitaal    tooi   faesmettelgke 

■omUi  een  ^aatsje  in  de  Sel^sehe  provin- 
cie Benegonweu,  ligt  in  de  Borinige  aan  de 
ipoorlgn  FiameiieB— St.  Qbislain,  telt  bgna 
12  000  inwoners  en  heeft  koteomgnen,  maefaiae- 
fabrieken  en  soikerindaatrie. 

een  maiktvlek  in  Galicil,  ligt 


bouwMhool,  stoonuneehnolene,  brandeigen,  at^n- 
en  kof  f iesnirogaatf krieken,  bniawevenjeD  en 
handel. 

Borock.  Zie  Barbvoua. 

Hormwaop.  Zie  Slerretneiekehtii. 

■orowltB,  een  distriet  Is  Bohemen,  teU  op 
682  T.km.  70  000  meest  Ciechisehe  inwonen 
verdeeld  over  81  gemeenten.  De  gelgknamin 
hoofdstad  ligt  aan  een  sgrlTiertJe  van  de  &• 
raam,  aan  de  apoorlgn  Praag-niaen  en  telt  (1910) 
4009  inwoneis.  Hen  vindt  er  een  dekanaatskeik 
met  «en  Gotisch  pieAvtetian,  een  kaatsd,  ia 
17S7  door  graaf  iïoberi  Wrbna  gefaoawd,  met  een 
mooi  trapportaat,  énoail-  en  lueiterefabridM, 
biooweigen,  molens  en  landbonw.  Bet  „Qotige- 
biet",  waartoe  Boiowiti  behoorde,  ia  eigendom 
der  Torsten  txm  Hmm. 

■orrooks  o<f  Homx,  JemtüA,  de  eerste 
wsarnemoi  tsd  een  vooibijganger  Tan  Veons 
vooibg  de  ion,  in  1619  te  Toxteth  hg  Liteipool 
gAoien,  studeerde  te  Cambridge,  werd  pastoor 
te  Hoole  bif  UTeipool,  maai  keerde  wcMia  te- 
rog  naat  ign  geiMorttfilaats,  waar  bjj  reedt  dan 
Sden  Jannsri  1641  overleed.  Volgens  eigen  waai- 
nemingea  veibeteide  hg  de  tafels  Taa  Kepltr  en 


dies  te  Hoole  teec  coed  waainemea,  tMwjH  de 
waainemiagtn  van  ma  Triend  Crvblrw  te  Man- 
diester  door  de  bewolkte  Intdkt  werden  belet.  Zga 
„Venus  in  Sole  visa"  werd  ia  1622  door  Bevil, 
tegelijk  met  dient  ,3feietiiiaB  in  Sole  visns"  in 
bet  hebt  g^eTen.  Ook  leTetde  Watlü  een  nit- 

fave  van  „Jeiemiae  Honocii  opera  poathnma" 
1S72).  In  1875  werd  te  tgner  eer  een  gedenk- 
steen ge4)lastM  in  de  Weelminsterabdg. 
Horssi.  Zie  He»gitt  en  Hotêo. 
Bor>  d'o«iiTT«  noemt  mea  in  dt  kookknnat 
de  lichte,  den  eetlust  prikkelende  gerechten,  die 
aan  een  sitgebreid  diner  vUr  de  soep  worden 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HORS  D'OËUVRë— BORST. 


gepresenteeid.  Ze  heUieo  ten  doel  den  «etliut 
op  te  weUen  en  worden  altgil  koud  gegeren.  De 
gerechten,  die  meo  voor  hors  d'oeuite  kjett,  moe- 
ten aitmaiLten  door  e«n  fraai  niterlgk  en  door 
een  ateik  uitkomenden  smaak;  o.  a.  komen 
in  aaDmerking:  komkominer,  tomaten,  hard  ge- 
kookte eieien,  oliJTen,  garn»Ien,  ansjovie,  kaviaar, 
oesters  eni.  Éi  irordt  geroosterd  biood  en  botei 
bü  gepresenteerd.  Oeeters  worden  apart  geg( 
Ten  en  op  bet  menn  onder  haar  naam  aangeanid. 
Elk  Bodet  Toorgereeht  wordt  tlechte  aangeduid 
als:  hoTE  d' oeuvre.  Bectaat  de  aebotei  ait  rei- 
eehillende  groDdatoffen,  dan  duidt  men  dit  aan 
ala;  hora  doeavre  Tariés. 

BorM-Oti«rds  fEngelaeh  —  garde  te  paard) 
ign  de  oudste  csvalerieregi meutes  van  het  Engel- 
•che  leger,  tot  de  „boaeenoMtroops"  bdworende. 
Het  eene  «ordt  om  de  in  Enselaud  ongewone 
Uauwe  nnitorm  mee«tal  „the  Blues",  genoecod. 
De  Hoise«uaids  zga  van  ktdoniale  diensten  vt^- 
geïteÜ.  Bg  kolonide  eipeditiee  [ca.  Zuid-Afn- 
la)  worden  echter  wel  gemengde  detachementen 
der  tieide  regimenten  nitgewnden.  In  de  wande- 
ling noemt  men  te  Londen  liet  Miniaterie  van 
Oorlog,  waar  de  bekende  rniters  op  schiUiraeht 
ctaan.  eveneens  „the  fiorse-gnarda' . 

HSrvel,  een  ziJTivier  van  de  Werra  in  Tha- 
ringen,  ontspringt  als  Kleine  Leina  bg  Fiuater- 
bergen,  heet  van  het  don)  Leina  af  Leina  en  van 
het  don>  Hörselgau  af  HBrsel.  Zg  stroomt  langa 
de  N.WTbelling  van  het  Thuringerwond  en  neemt 
ala  igrivieren  de  Laueha,  Emae,  Ertwtroni 
Neite  09. 

HorSMU,  MD  «tad  in  het  CeenHdie  ambt 
Aathut,  ligt  aan  den  mond  van  de  Bjgholmb  in 
den  Horseoafjord,  is  een  kruispunt  van  apoorwe' 
sen  en  telt  0911)  23  840  inwonerB.  De  «tad  heeft 
Ereede,  rechte  straten  met  mooie  paiticuKeie  ge- 
bouwen, een  ^Tmnasium,  een  tucntsehool,  leven- 
dige teitiel-nnveiliGid  en  eenigen  handel. 

Borst,  achter  natnnrwetenseh appel jjke  namen 
fs  de  afkorting  voor  Thomat  BorttUld  (lie  al- 
daar). 

Horstleld,  Thomm,  een  plant-  en  dierkondl- 
ge,  den  IZden  Ifei  1778  te  Bethlebem  in  Penn- 
sjlvasiB  geboren,  kwam  als  sebeepsaits  op  een 
AmerikaanKh  vaartnig  naar  Batavia.  Twee  jaren 
later  keerde  tig  naar  Jarva  terug,  met  het  dód  ei 
ala  natuurondenoeker  weikiüm  te  zijn.  Ge- 
steand door  de  Nedeilaudarfi-lDdiaehe  regeering, 
hield  hn  er  liefa  van  1802  tot  181S  met  weten- 
schappelgke  «toditn  en  onderzoekingen  beiig  en 
trok  daarna  naar  Looden,  waar  hg  een  aanstel- 
ling kreeg  bg  het  Indisch  mnBeiHi).  Van  de  tal- 
rgke  opstellen,  die  Horitield  tgdena  zjjn  veAlgf 
in  Indil  schreef,  zgn  de  meeste  opgenomen  in  dl. 
Vn  en  Vin  der  Verband,  v.b.  Bat.  Genootsehap. 
Zgn  naar  Engeland  meegenomen  verzamelingen 
zgn  beschreven  in  een  mooi  ^eTHustreerd  kwarto- 
werk  „Flaotae  Javanieae  raiiores"  (Londen  1888 
— 1852),  zgn  ho<rfdwerk  op  loMoeiceh  gebied  ver- 
scheen te  Landen  onder  den  titel:  ,iZoologicaI 
researchea  in  Java  and  the  neigUMurincr  islands" 
(1821—1828).  Hij  overleed  te  Looden  den  Uden 
Juli  1859. 

Hointord,  Bbenexar  Norton,  een  Ameri- 
kaanscb  nAeiknndiee,  den  27sten  Juli  1&18  te 
Moscow    (New-York)    geboren,  werd  civiel-inge- 


nieur, studeerde  gedurende  4  Jaren  aan  de  Alba- 
n;  Female  Academy,  bezodit  in  1844  het  la6ora- 
torinm  van  Liebig  té  Giessen,  werd  in  1846  pro- 
fessor aan  Harvard  College  en  sfond  er  16  jaren 
aan  hel  hoofd  der  seheiktindige  werkfilaata.  Zgn 
onderzoekingen  strekten  zich  vooral  uit  tot  aan- 
gelegenheden, die  bdangcgk  znn  voor  het  maat- 
schanpelgk  leven.  In  1856  maakte  hg  een  minier 
van  Droodbereiding  bekend  met  inur  pboalomiDt 
cakiom  en  daUwllioolznur  natrinm  (in  plaats  van 

K'st).  Hg  poogde  verder  het  verlies  van  loalen, 
itwelk  het  koren  bg  m»len  en  de  afscheiding 
van  temelen  ondergaat,  bg  iiet  ii^kep  van  brood 
aan  te  vullen  en  gaf  daardoor  aanleiding  tot  een 
nijverheid,  die  in  1875  ongeveer  2  raillioen  pond 
phosforzunr  calcium  beaigde.   VooraJ   ook 


Kaïu  leer  Ie  pas  kwam.  in  ISM  weea  hg 
een  methode  aan,  om  door  een  behoorlük  gebruik 
van  iwaveligiunr  calcium  de  giating  Dg  liet  be- 
reiden van  cider,  wyn  en  hier  te  bebeeradten. 
Voor  het  leger  bracht  hg  marsehrations  tbs 
vleeacb  en  meel  in  gereedheid.  In  1850  leverde  hg 
een  lanq»,  geaehikt  tot  bei  branden  ^an  ontplof- 
bare vloeistoften.  Hg  eehreef:  „The  diseovery 
of  America  l^  Northmen"  (1887),  „The  problem 
of  the  Northmen"  (1890)  en  „Leife  hotue  in  Vi- 
neland" (1393).  Hg  overleed  te  CanÉbridge  den 
Isten  Januari  1893. 

Borvkr,  FroHx,  ridder  »om  Honhtftld,  een 
Ooatenr^sch  landbonwkn&diee,  den  29BteD  Sep- 
tember 1801  te  BiKn  in  BoheoMn  geboren,  be- 
xocbt  de  Jandbouwtehool  te  Eruman  en  waa  ver- 
volgens werkzaam  ala  bestuurder  van  veraefaillan- 
de  goederen.  Hg  overleed  den  6ilen  Anril  1877  te 
Kolin.  Hij  schreef;  „Neues  Haekfrucutkulturver- 
fahren"  (Praag  1850),  „Vervollkomninete  DriH- 
kultur  der  FeMfrilehte"  (id.  1851),  „Neues  Ae- 
kernngacjatem"  (id.  1852),  ,JTeue  Dflngerbehand- 
lungamethode"  (kl.  1858),  „CSiarakteriatik  der 
wichtigaten  AiAerknlturgerile  and  Drillmaachi- 
nen"  (id.  1855),  ,4AndwittM!hafUiehe  Prodnk- 
tioneberechnungaweise"  (id.  1856)  en  ,JCein 
Streben.  Wirken,  meine  Reanttate  u.s.  w."  (id. 
1873).  In  1863  werd  hg  in  den  adelstand  en  in 
1867  in  den  tiddcrstana  (^igenomeo.  Het  ataats- 
domein  Kolin  in  Bohemen,  in  1S02  door  hem 
aangrdroebt,  wist  bü  in  korten  tjjd  in  een  model- 
boerderij  te  heraeheppen. 

Bor>o>&kr««l  (Caranx  hachuTU»)  of  Motê- 
banktr,  is  een  aan  ome  knat  vooTkonienile  lee- 
vlech,  behoorende  'tot  de  familie  Carmgüün  (zie 

BorsDUUi,  Edward,  een  Britsch  staatsman, 

den  Ssten  Februari  1807  griroren,  studeerde  in 
de  rechten,  werd  adrocaat,  in  1836  lid  van  het 
Parlement,  waar  lig  tot  de  M^ha  behoorde,  en 
waa  van  1856  tot  1857  oppersecretaris  voor  Ier- 
land. Toen  in  1866  de  Tr^iunige  hervormings- 
plannen van  Öladttone  in  ign  oog  te  ver  gin- 
gen, srfieidde  hjj  zich  af  van  de  liberalen  en 
vormde  met  Lowe  de  fractie  der  loogenaamde 
AduUaznieten.  die  echter  weMra  verdween.  Door 
lijn  welsprekenAeid  en  zgn  edierpen  humor 
oefende  hg  grooten  invloed  nit  op  den  loop  der 
zaken.  Hg  overleed  den  SOsten  NoTcmtier  1876. 
Horst,  een  gemeente  in  de  pro*iMie  Lim- 


DigilizedbyGoOglC 


HORST— HOKPiat. 


491 


burg,  777S  H.A.  groot  met  (1915)  5924  inwo- 
nen, ligt  tusBehen  de  Limbuwcbe  gemeenten 
Venraai,  Meerloo,  Brwkhniien,  Orabbenrorgt  en 
Sevenum  en  de  Nooid-B»bintBobe  gemeente 
Denrne.  BebaUe  bet  <loip  Hoiït  bevat  4t  ge- 
neente  veitehillende  buurten  en  het  ^huctit 
Afhang.  De  bodem  bestaat  deels  uit  dilttriaal 
zand,  aeelR  nit  hoogTMn  Tan  de  Peel.  Hootdmiid- 
delen  vin  bestaan  ign  laniUiouw  en  industrie. 
Het  doip  Hortt  beeft  een  fraaie  RoomMh-Ka- 
tholieke  kerlc,  een  klooster  en  een  marediansaee- 

Horst)  Juliui  TT^en  «on,  een  OoBtenrijksdi 
-'--' --in,  den  12den  April  13S0  te  Heimann- 


■tadt  geboren  trad  reë£  vroeg  in  dienit,  i 
leeds  m  1864  maioor  en  werd  in  1867  bg  het 
miniiterie  -van  Oorlog  |e;ARatst.  In  1871  werd  hg 
kolonel  en  teven»  minister  Toor  verdediging  dei 
lande  in  het  ministerie  Avertperg.  In  1878  wad 
hii  in  den  «taixl  der  vrghecTen  opgenomen  en  in 
1879  btfrorderd  tot  generW«aa}oor,  Ook  in  het 
miniBterie  Tadts  behield  hq  zgn  betrekking  tot 
in  Juni  1880,  toen  hg  door  graaf  von  WèUer^- 
heimb  vervanfen  werd.  Da&ma  trok  hq  lieh  nit 
het  (^enbftte  leven  terng,  en  eehreef  ovei  mili- 
teire  vragen  Tan  den  dag,  o.  a.  in  1&0S  ovei  de 
Hongaarscbe  commaitdotu].  Hq  overleed  te  Gru 
den  6den  Febnuri  1904. 

Borat,  Adnamu  vtm  der,  een  Nederlandtcb 
tooneelspeler,  den  IMen  Jnli  186S  t«  Dordrecht 
geboren,  beioefat  de  Tooneelsctiooj  te  Amater- 
dam,  was  van  188? — 1S90  verbonden  aan  de 
Nienwe  Rotterdamsehe  9ehonwbu^-MaatEcbBp- 
pj,  daarna  aan  den  Tivoli-Sehouwbarg,  traar  hn 
tevena  als  ade  regiaeeur  werizaam  was.  Vervol- 
gens vertrok  hij  naar  Amsterdam,  waar  hij  eerst 
vefbonden  was  aan  het  TivoligeielsAap  van  Ds 
la  Mar  en  daarna,  sedert  den  Isten  Septembei 
1898,  aan  de  NederlandBche  Toon eelvereenig ing 
van  Cfcmpfn,  van  welk  gezdadiap  hij  eerst  Bocii- 
taiie  en  adminiatratenr,  vanal  den  laten  Mei 
1897,  na  het  vertrek  van  CAriipün,  directeni- 
voonitter  was  en  snds  1904  regissenr.  In  1911 
werd  hjj  waarnemend  directeur  en  regisseur  bg 
Het  Tooneel,  onder  leiding  van  Bogaard*  en  een 
jaar  later  aanvaardde  hg  de  directie  van  den  Ne- 
deitandschen  Schouwborg  te  Antwerpen.  Na  het 
uitbreken  van  den  Wereldoorlog  keerde  hg  naar 
Nederiand  terug  en  veiiiond  hg  zich  alt  regie- 
seuT  aan  het  Nederlandseh  Tooneel,  terwgl  hjj 
tevens  leefaar  werd  aan  de  tooneel  school.  In 
1916  ginghg  over  naar  de  „Tooneel ve ree niging" 
"- 1  Muxlt.  H^_  trad 


oud  et  11 


ifmerwuM 

n  de  tol  van  Pvt  in  „Vorstensrfioor 
MuUatuli,  van  Amandu»  in  „Jeugd"  van  Max 
Halbe,  van  Mtivotio  in  „Driekoningenavond"  van 
Shakupearej  van  Avler  in  ,/8leanpilaren  der 
Haatsehappg",  van  De  Filoioot  in  „Burger-Edd- 
man"  van  Molière,  Autee  in  Breéra's  „^aansche 
Brabander",  Jon  Jiupern  in  Aueljpi'i  „Jan 
Klaasi",  crefierde  Cobut  in  „Op  Hoop  van  Ze- 
gen", Stam  in  „Het  Pantser",  CometU  in  ,,Bloei- 
maand",  Broitk  in  „AHeraielen",  Bauti  in  „Uit- 
komst", speelde  Cf^u»,  Bronjt  en  Banet  te  Ber- 
Ign  {giwtvoorBtdlingen  Ned.  Tooneel  Ter.  te 
Betliin  in  het  Eebbeltheater  April  1908),  Verduin 
in  Mevr.  Boudier  BoJtfcer'a  „Verteden",  Sank  in 
.,NMft"  eni. 


Borat-Van  der  Lnrt  Helsert,  Wiihel. 
mina  Elüabeth  Jaeoba  van  der,  een  Nederlandsch 
tooneelapeeltter,  den  S4sten  FeJjiuari  1871  te 
's-Qravenhage  gritoren,  was  van  1885— 1890 -ver- 
bonden aan  de  Nieuwe  Rotter  dam  aflbe  Sebouw- 
burgmaatseh^xpg,  werd  na  de  oprichting  vanden 
TivolischouWborg  aldaar  aan  dit  geielscbap  ver- 
bonden, maakte  van  1S91— ISftS  deel  uit  van  het 
gezelschap  van  Oh.  de  la  Mar  en  kwam  In  laatst- 
genoemd  jaar  bg  de  Nederiandsehe  Tooneelver- 
eenif^ing.  Zg  is  gehuwd  met  den  tooneelapeler 
AdTtmuê  van  der  Uont,  met  wien  sg  in  1912 
naar  Antweipen  trok,  om  in  1914  terug  te  kee- 
ingagonent  b^    bet  Nederlaadttè 


Tooneel   te   aanvaarden,    vanwaar 


1916 


overging  naar  de  „Tooneelvereeniging."  Van 
baar  meest  bekende  rollen  noemen  i^:  Ban- 
na in  „Vorsten  school"  van  Multatuh,  Anna 
in  „Jeugd"  van  Max  Halbe,  Külke  fodca- 
Tüth  in  „Eenzamen"  van  Houptmtmn,  (z^ 
speelde  deze  rol  o.  a.  te  Berlijn  Dg  de  Qast- 
voorstdlingen  det  Ned.  Toon.  Vet.  in  "het  Dent- 
Bche  Theater  in  Juni  1895),  Vwia  in  ,J)rieko- 
ningenav<HMl"  van  Shaketoeart,  SieoU  in  „De 
Burget-ESeknan"  van  Molière,  Dina  Mmink  in 
„WèiiiBtaking"  van  Brandt  van  Doona,  tetwjjl 
zg  in  de  tooneelBtukken  Tan  He^ermani  de  vtou- 
welgke  hoofdroHen,  oooals  die  van  Rom,  Loltt, 
Syhke  enz.  creBenle  en  de  viirnwelgke  hoof<hx)Ileii 
speelde  in  Shakegpeartfe  „Uaat  voor  Maat",  Heb- 
bel'i  „Maria  Magdalena",  Moüire't  „Ingejieelde 
Zieke",  Brtewv'  ,4)oehters  van  Dupont",  Bauft- 
mmrn's  ,.VAÓr  ZÓoaopRang",  Bjönuont  ,^onn 
Mensehelgke  £radit  i",  Semtlein's  „Langs  een 
Omweg",  daarenboven  Sva  in  Mevr.  Boudier 
Bakker'e  , hoogste  Recht",  Jfeto  ia  van  Biemê- 
dyk'a  „Hoog  Sóel",  Bertha  in  Frons  Jfytuam'i 
„Uit  Eigen  VTil",  Klaar  in  het  „Wedengds  Ha- 
welgkri>edrog"  van  Pieler  Langend^k  erefisrde. 
Hort,  Fmton  John  Anthomi,  een  Engelseh 
godgdeetde,  den  28aten  April  1828  te  Dublin  ge- 
boren, ontving  ign  opleiding  aan  het  Trinity- 
College  te  Cambiidge  en  werd  in  1852  tot  diaco- 
nus en  in  1856  tot  prieater  der  Anglikaansehe 
Kerk  gewgd.  Hg  was  van  1857—1872  viear  U 
St.  Inwljts,  in  1671  kapelaan  van  den  bisschofi 
van  Ely  en  behield  dit  ambt,  loen  loaUtgeooem- 
de  op  den  bise«hopeietel  te  Wineheitet  werd  ge- 
plaatst. In  1873  werd  lip  tot  Hnlsean-professoi 
in  de  theohwie  te  Candridge  benoemd.  Hg  is  in 
1892  overleden,  na  ^o  leven  te  hebben  gew^ 
aan  de 'kritische  studie  van  bet  Nieuwe  Testa- 
ment. Hg  was  een  der  voornaamste  leden  van  de 
Engelsdh-Ametikaansche  commissie  tot  herzie- 
ning van  den  Bgbel  en  sdireef  de  Teihsn delingen: 
„On  itoMynli  hsc  in  seriptare  and  tradition  en 
„On  the  Constantinopolitan  and  other  Eastern 
ereeds  of  4fie  fourtb  centnry"  (1876).  Met  IFest 
eott  leverde  hg  een  menwe  ctitiscbe  nLtg»ve  van 
het  Grieksebe  Nieuwe  Testament  (2  dln.,  3de 
dnik  1832;  beknopter  uitgave,  1885).  Bet  tweede 
deel,  dat  een  ooide^nndige  inleiding  en  een 
aanhangsel  bevat,  ia  alleen  door  Bart  gescliTe- 

Horta,  de  hoofdstad  van  het  Aïoreneiland 
Fajal,  telt  oi«eveer  7000  inwoners. 

Horten,  een  etad  in  bet  Noorache  ambt  Jails- 
berg-Laurvik,  ligt  aan  den  iQiriatianiafjoid,  telt 


DigilizedbyGoOglC 


(1010)  9S28  inwonen  «n  it  atdert  1818  het 
boofdttition  du  Nooriehe  maiine  met  wenrEn, 
diaken,  werk^uttcn,  otiMTVfttoTiom,  mtgaiq- 
nen,  liekeahDiB  en  mnMom.  Het  geheel  wordt 
dooi  Teriteifcingtn,  EarUofauwifttn,  beteheimd. 

Hortwua.  Zie  BawnU,  hodew^k,  koning 
TM  HoIUnd. 

HortuutA.  Zie  Bydranjfta  h. 

Hortaiwliu,  Quinttu  Bortmtnu  HorlalHë, 
«en  faeroemd  BomeiDtcli  redenur,  een  tqdgenoot 
Tu  Marau  Ttdliut  Ckero.  in  114  t.  Chi.  gebo- 
ren, trad  reeds  op  ijin  19de  jur  op  ali  ledenuu 
en  wfta  in  69  eonBoI.  Hq  w&»,  evenals  iMttlge- 
Boefflde,  een  Tjjand  tm  Clodiiu  en  overleed  in 
het  jur  50  t.  Ctu.  Zqn  redetociiDg«n  werden 
leer  geroemd,  miAr  lyn  ftHe  Terloren  gogun. 

HortenallW,  LoMAerhw,  een  NMcrl»ad»ch 
gtMÉiiedknndi^e,  in  1500  o(  1501  te  Amenfoort 
geboren,  ontving  ijjn  oipleiding  te  utrecht  en 
wenl  er  ««rvolxeD*  feg  e«n  beekllKiDwer  ge- 
pUatit.  Hg  begaf  rich  nui  Lenven,  wiai  hn  de 
<Htde  talen,  JniMtderheM  het  Gtiekach  JMstndeer- 
de,  waarna  hg  in  152?  benoemd  werd  tot  leeraar 
van  de  Hlironjinauehool  te  Utredit.  Nadat  hQ 
hier  tot  prie»t«r  gevM  ***i  aauTaardde  hg  in 
ISM  bet  rectoraat  te  Naarden.  Hg  behoorde  lot 
de  7  aleeTaardigden,  die  den  Isten  Deeembet 
1612  te  Laag^nssam  met  Romtra  een  oiereen- 
komvt  ilotei),  volgen»  welke  aan  de  ingnetenen 
van  Naarden  bg  overgave  der  stad  ooder  bepaal- 
de voorwaarden  behoud  van  eoed  eo  leven  werd 
toegeaegd.  Uen  weet,  boe  eehandelgk  de  Spaan- 
Mhe  bevelhebber  dat  verdrag  geschonden  neelt. 
Zelf  ion  bg  een  der  riaebtMfen  geworden  ajjii. 


indiei 


de  voonpni^  van  Lvtm  Wi 
"    rlin^,  hem  nïet  had  gered. 


maligef 
wooiue  1 


na  wooiue  bg  eenigan  t^d  te  VtiMht  bg  ijln 
oom  Jolum  «on  Hogritmdtn,  d^en  «an  de  Kei- 
Miljjke  kerit  van  St.  Maria,  es  «verleed  te  Naar- 
den ia  1574.  Hoewel  bif  de  R.-K«tholieke  Kerk 
niet  «erliet,  b<Aoorde  hg  tot  de  bwnnatigeri  der 
Hervonning,  loodat  de  fandüeden  flem  deo  naam 
gaven  Tan  Lutktriehe  paap.  Tan  ijjn  geeehriften 
noemen  wg:  ..Seeesaionnnt  eiviliun  Ultrajectina- 
mm  et  bellonHn  ab  anno  1524  nsgoe  ad  tranda- 
iitiouHn  £piKoii»tni  ad  fim^ados  IHtri  iep- 
tem"  (2de  drnk  1653),  ,^istone  ofter  wnder  ver- 
Utriaghe  van  de  ÜtieehtMhe  gcMihi edenissen, 
oorlogen  en  veranderingea  eni."  (vertaald  door 
SlrisE,  152S),  „Tnmnltunm  inabaptiitamm  l%et 
noai"  (8de  dnik  1637),  „Het  boeek  van  het  op- 
roer der  wederdot^wren  (1624^  een  vertaling  van 
het  voorgaande  bd  ook  later  bó  bethalii^  uitge- 
geven], ,Xambeiti  Hortenaii  Montfortii  Bisto- 
lici  de  Bello  Qennanieo  libri  Hfiteni  etc."  {1560 
en  later]  en  ,ySatyrae  Vin  ad  nobilem  virtun  J>. 
Theod.  Znlennm  D.  a  Zevendei"  (1552],  „Elpitha- 
lamiotnm  liber  naat"  (1552],  „Enarrationes  in 
tex  priores  libros  Aeneidoi  Vii^lianae  etc." 
(1559),  ,Jf  Annaei  Lneani  Pharsalin  libri  X, 
etc"  (1678)  en  een  -viertal  bigioelen  vao  Arüto- 
fkmu  (1556—1561).  Zqu  onvoltooid  handschrift 
,J>e  origine  et  interitn  Mpidi  Nardeni  hiet«ria" 
ie  in  de  werken  van  het  Historisdi  Oeoooteehap 
te  Utrecht  nitgegeven. 

HortaiudiUI  ot  «m  den  Bom,  Jfarltiin(,  een 
Nederlandsdi  BterrenkDndig^  in  1605  te  Drift 
gebaren,  fceoetende  reeds  vroeg   de  wis-  en  na- 


'  tnnrknnde  onder  kiding  van  Beeokmam  te  Dor- 
drecht en  tan  Laubtraeit  in  Zeeland,  werd  in 
1634  benoeDtd  tot  boogleeraar  te  Anuterdam  en 
deed  een  wetensehappelgke  reis  naar  ItalÜ.  Bar- 
Untitit  overleed  den  17dea  An^nst»  1089.  Tan 
ign  hand  verschenen:  „niilipfu  l«Mbergij  eom- 
mentationee  in  motnm  lerrae  diommn  et  an- 
nnum  etc,  in  Latinnm  veisae"  (1630),  „Beepon- 
sio  ad  Kc^leri  Bdditiancnlam  ephemendi  a.  1624 

fraemiuam  de  astronamiae  lestitutione  etc" 
[631),  „De  Ueieurio  sob  sole  vito  et  Venere  in- 
visa"  (1633),  ,^e  ocnlo  ejosqae  praestantia  etc" 
(1635),  „Efibemerides  motnvoi  eoeleatium",  „De 
Qtjlitate  et  dignitate  taatheeeos"  (1634),  „Qnil. 
Blaea,  Inetitntio  astronoiaica  de  dbd  globoram 
eodeatiom  ae  terrettrinm  etc"  ^1634  en  later), 
„BpistoUe  ad  Petmm  OaMendun"  en  .^eiado- 
gnphia  sive  Pleiadum  deseriptio".  Ook  besoigde 
Djj  een  nitgave  der  „Doetiina  Iriangiiiomm  caao- 
niea"  van  SiuUiiu. 

■ortls,  Atlüia,  een  Italiaantcii  letterknndige, 
in  1850  te  TriSst  gebonn,  itndeeide  te  Pavia 
in  de  phLlolf^ie  en  reehten,  bereiMie  Prankigk, 
Dnilechland,  &igeland  en  Nederland  en  irerd  ia 
1878  stadd>iblii>tbecaris  te  TiiSet.  Van  iqn  wer- 
ken noRoen  wg:  „Seritti  jnedtti  di  Fr.  Petrarca" 
(1874),  ,fi.  Boccacd,  ambaseiatore  in  Atignone" 
(1875),  „Cenni  de  Q.  Boeeacci  intorno  a  T.  Li- 
vio"  (1877).  „Le  donne  famose,  deseritte  da  O. 
Boeeacci"  (1877),  „Aeeenni  alle  scienie  oatnrale 
neUe  opera  di  Q.  Boeeacd"  (1877),  „M.  T.  Cice- 
rone aéüo  opere  del  Fatrarca  e  del  Boeeaed" 
[L8T8],  „Stndj  soHe  opere  latine  di  O.  Boeeacci" 
(1879).  Borlü  redig:eerde  ook  het  tgdidmft  „Ar. 
cheogratieo  Triestino". 

Horton,  Robtrt  Forwuit,  een  Sngelaeh  geei- 
tdgke,  weid  in  1855  geboren  en  ia  tune  predi- 
kant te  Londen  aan  de  CoDgregationalistenkeric. 
Behalve  door  igs  predik- werksaamheid.  oefent 
hg  grooten  invloed  aoor  voordrachten,  die  b4  te 
Oitord  en  in  Amerika  hoodt.  Hg  idireet  o.a.: 
,Jn^)[ratton  and  the  Bible"  (1888),  „Ttt,  book  of 
ProTedM"  (1891),  „Ibe  (eaching  «f  Jeios"  (1895, 
1905;,  „The  eanmandments  ol  Jesni"  (18S8), 
„The  paitoral  epistles"  (1901,  1905)  en  „The 
Trinitf'  (1901). 

BortolOi  rnnimmo,  „lieletuintje"  is  de 
naam  van  een  gebedenbod,  dat  in  de  16de  eeaw 
leer  veel  gebrniM  werd.  Een  praciitigs  nienwe 
nitpve  hiervan  is  in  1907—1909  met  konstfais- 
tonadie  toeliebtingen  te  Dtreeht  verschenen  van 
Fr.  DOnOun». 


■onu,  de  luuun  eener  Egj^tische  godbeii^ 
ia  hiliogljphiiche  ^weiiriften  Bar,  Bar  of  Bet 
genoemd  en  afkomstig  van  den  ond-Ijgj^tiMhea 
en  Semietisehen  stam  hor  (licht),  wordt  leeda  bg 
Berodohu  vermeld  en  voor  denielfde  gehonden 
als  ApoUo,  waarom  men  in  het  QriekeeÉi  den  did>- 
belea  naam  Borapoüo  aantreft.  Het  sjrabool  de- 
ler  godheid  ii  een  valk  of  een  sperwer,  waarom 
ig  meermalen  met  een  iperwentop  voorgesteld 
(lie  fig.  I)  en  baar  naam  door  dien  vogel  aange- 
duid werd.  Tolgeni  de  ESgyptisehe  tabeUeer  be- 
staan er  2  godheden  van  dien  naam,  vooreent 
Uitroer  ot  de  oudere  Borw,  in  het  Qdekseh  Bm- 
roeri»,  de  tweede  loon  van  Se6  (Kromt)  en  vaa 


DigilizedbyGoOglC 


Noel  (Rhea)  at  een  broeder  tsji  Oriris,  en  in  de 
tweede  pluis  de  joncere  Horv»,  ali  kind  Barvo- 
kratu  geheeten  (lie  lig.  2),  eea  n>on  fsn  Onrit 
en  Ifit.  In  beide  ronuen  ia  Borug  doorguni  het 


Kg.  t.  Horos. 


Fig.  2.  'HoruB. 


sinnebeeM  der  Zod,  Toonl  der  Tuiende  morgeD- 
ion.  Toen  0«im  die  te  varen  «1b  ooperste  zonne' 
god  regeerde,  ooor  zgn  broeder  Stth  (Typhon) 
gedood  «u.  nam  Borw  wraak  op  den  gewelde- 
Duir  en  aanrïaTdde  lelf  de  beeTschwi^,  wuirn* 
Onrit  het  ambt  tan  oppeneehter  in  Je  onderwe- 
reld bekleedde.  Eorm  werd  veriolgeH  tot  voor- 
beeld gesteld  der  I&tere  koningen  Tan  Ë^pte. 
Hg  regeerde  volgens  de  -tudrekenjag  der  priesters 
SOO  jaien  over  Egjpte  en  ms  de  laattte  Tan  de 
eerste  dToaitie,  nameltik  van  die  der  opperate 
goden. 

Horvitli,  Uieht^l,  een  Hongnarsch  geschied- 
knndige,  den  20Bten  OeMber  1809  te  Sientea  in 
het   eomitaat   Csongrad   geboren,    studeerde   t< 


jur  als  pastoor,  voorts  bg  de  graven  Keglevieh 
en  EfMay  als  opvoeder  werkiaam,  In  1844  werd 
hg  hoogleeiaar  in  de  Hongaarsehe  taAJ  en  letter- 
kunde aan  het  ThereBianam  (e  Weenen,  in  1847 
^oost  te  Hatran  bjj  Boedapest,  in  1848  bisechop 
van  Caanad.  Na  de  onafbankelgUietdsverklaring 
van  den  Uden  April  1849  werd  hij  met  de  porte- 
feuille van  Eeredienst  en  Openbaar  Onderwgi 
belast.  Toen  de  Hongaren  de  wapens  moesten 
nederle^en,  ontsnapte  bg  en  leefde  13  jaren  in 
België,  Pargs,  Montmorencj,  Qenna,  Pegli.  Flo- 
rence, Livotno  ot  Niua.  In  1866  kreeg  hg  ver- 
lof naar  zijn  Taderknd  terog  te  keeren.  Bg  her- 
haling weM  hfi  vervolgens  door  Sie^din  naar 
den  Rgkadag  a^evaardtgd,  waar  hg  tot  de  partg 
van  D«6k  béboorde.  Hg  schreef:  „Oesehledenis 
van  Hongarge"  (4  dln^  2de  drnk  1871—1673), 
„Honnmenta  Hnngariae  bietoriea"  (4  dln,  18S7 
eni.),  een  meer  nilgebreide  „Geschiedenis  van 
Hongarije"  (8  dln.,  2de  druk  1871—1878).  „Vgf 
en  twintig  jaren  uit  de  geschiedenis  van  Honga- 
rije" (2  dln.,  1863),  „Geschiedenis  van  den  onaf- 
bankelgkbeidwmrlog  in  1848  en  1649"  (3  dln., 


493 

1865).  Hg  overleed  den  19den  Aligastus  1878  te 
EarUbad. 

RorvatoTio,  Qeorg,  een  Servisch  krggsmaD, 
den  2Östen  Jannari  1^35  te  Oradisea  seboren, 
trad  zeer  vroeg  in  krijgsdienst  en  nam  deel  isn 
den  Itsliaanschen  veldtocht  vao  1859.  Verbitterd 
door  de  nederlagen  bg  Magenta  en  Solteiino,  ging 
hij  in  18^  over  in  dienst  vsn  het  Servisidie  leger 
en  klom  op  tot  den  rang  van  koLonel.  In  1876 
streed  hg  met  goed  gevolg  te^n  de  Tnidten  en 
ook  in  den  veldtocht  van  1^77  tot  1878  onder- 
scheidde hg  zidi.  tn  1S61  werd  hg  benoentd  tot 
buitengewoon  gnant  te  St.  Peterabnrg;  van  1886 
tot  1887  was  ng  minister  van  Oorlog.  Hg  over- 
leed den  12den  Uaart  1895  te  Belgrado. 

Bonebi  fOestriden)  vormen  een  familie  der 
TweetleugeUge  Inseefen.  Zij  worden  naar  de  die- 
ren, waaraan  zij  !inn  eieren  leggen,  onderschei- 
den in  paarden-,  rnnder-  en  sehapenhonels.  De 
paardenhorsel  (Qaetrophüui equi) legt  sgn 
eieren  aan  de  voorpooten  van  bet  paard;  dit  dier 
slikt  ze  in,  en  in  de  maag  worden  ie  lot  larven, 
welke  lieh  aan  den  maagwand  vasthechten  eo 
daar  blgven,  totdat  ie  geschikt  ijjn  om  in  den 
popttiestand  over  te  gaan.  Ze  verdwgnen  dan 
met  de  eieremenlen  nit  het  litdiasm  van  bet 
paard  om,  op  den  grond  terecht  gekomen,  zïcih 
daarin  te  verocfyen.  —  De  rnnderfaoriel 
fHypodemto  bom»}  legt  deren  op  de  huid  van 
het  mnd;  de  daaruit  gevormde  larven  worden 
(^igelikt,  dringen  door  den  slokdarm  na^r  het 
niggemeigskanaii  waar  ze  een  poos  vertoeven, 
om  tieb  vervolgens  naar  de  huid  te  begeven, 
waar  zg  bniten  veroorzaken;  deie  bolten  krngen 
een  opening,  waardoor  de  dikke  larve  ten  slott« 
ontwgkt,  om  zidi  in  den  grond  te  verpoppen.  — 
De  schapenhoriel  fOetlru»  ovi»)  l^t  lün 
eieren  aan  de  randen  van  de  nenagaten  van  het 
Bcbaap;  de  larven  krnipen  in  het  neoekanaal  om- 
hoog, veroonaben  een  overvloedige  stgmafsehei- 
ding,  welke  baar  tot  voedsd  veratrekt.  en  breiden 
daarna  haar  fioptoestand  in  4eo  grond  door. 

Hossft,  jnister  Hoejat  is  1*.  de  vroegere  naun 
van  Joxua,  2*.  die  van  den  laatsten  koning  van 
het  Noordel^  rgk,  8».  die  van  den  profeet,  op 
wiens  naam  een  boek  in  het  Oude  Testament  ge- 
steld is  en  wiens  naam  ook  Boxea  wordt  ceapeld. 
Boita  is  bet  eerste  der  twaalf  profetiscne  ge- 
schriften, die  düwgle  wegens  han  gerjngen  om- 
vang „de  kleine  profeten"  worden  genoemd  en  bjj 
de  Joden  één  boek  vormen.  Van  den  Hchr^ver 
weten  wg  teer  weinig.  Hoewel  hg  ig^  Znidïflk, 
Jnda,  enVele  keeren  vermeldt,  bondt  hg  ifdi 
toch  meest  met  Israël  bezig,  ïoodat  hij  gewoon- 
Igk  voor  een  burger  van  het  Noordelijk  r^  wordt 
gehouden.  Waarsehgnlj^  is  dit  gesdiritt  om- 
streeks 740  v.Cbr.gesehreven;  de  vermelding  der 
konia^smoorden  tüt  dien  tgd  geeft  althans  re- 
den dit  te  Termoeden.  De  val  van  Jehii'ii  huis  en 
de  daarop  volgende  ellende  waren  voor  EoMea 
straffen  van  Jahve  en  TooAoden  van  nog  grootet 
rampen  ten  teeken  van  Jahtee'i  toorn.  Den  toorn 
van  Jahwe  hsd  IsraEI  zich  op  den  hals  geha^ 
door  xgo  zonden.  Jahwe  had  Israil  van  Ben  be- 
ginne af  liefgehad,  maar  IbtsSIs  sebnld  moest 
eerst  gestraft,  voordat  JahtM  aan  Isrsll  vergitEe- 
nis  stuenken  kon.  Door  kastgdin; 
komen,  moet  lei«fll  tot  Jahtee  i 


DigilizedbyGoOglC 


het  gMchrift  i^ii  vele  daiaters  plultcn,  wi 
YOQt  tot  DU  toe  geen  TerkUriiiR  U  gemndeD. 
Het  begia  ii  gekleed  in  Jiet  beeld  van  een  onge- 
luUtig  Jiairelgk,  wdk  tweld  ook  veider  teiag- 
keort.  01  Botea  i^n  eigen  bnwelqk  tot  Toorbeeid 
heeft  frakozea  ot  ia  beéldipruk  ipie^  fa  niet 
met  xwerheid  nit  te  nuken. 

B«M»,  loon  TUt  Ebij  wu  de  lMtst«  koaiog 
T>D  Uraii.  Id  734  y.  Car.  rennoordde  l^j  ign 
Tooiganger  Pekah  en  werd  door  den  hcenehet  dei 
Agsjriirs,  Tiglatk  PiUtar  II,  ak  koning  erkend. 
Op  Ëgjptieene  hn^  veriroawend,  atond  hg  in 
726  t^en  Sfümamum  IV  op,  onderwierp  lieh 
eehtor,  toen  deie  met  een  legei  in  SjiiS  ver- 
BtAieen,  an  «enl  in  geTingenaehap  weggeToend, 
waarop  na  ten  driquiffe  belegeTing  SMnuia  in 
722  Terorefd  en  het  iflk  Iiriéi  Teinietigd  werd. 

Boalll  Tont,  ««n  J^iwnKh  itaattman,  werd, 
toen  iijj  in  1891  ondeiTDonitier  van  faet  I«gei- 
hnie  wh,  van  de  littingm  aitge(lotel^  omdat  hg 
liefa  tla  advocaat  geoompromitteerd  had,  Kweldë 
nochtans  in  de  libeiale  ipartü  en  bq  de  Teikiesin- 
gen  een  groote  rd.  In  18w  weid  hg  geiant  Ie 
Washington,  maai  hg  legde  in  1S98  dit  ambt 
neer,  om  ii<4i  weer  aan  het  gtaatkaodiM  l«Ten  te 
«gden.  Nadat  mariws  Ito  hem  io  1900  ale  mi- 
niïlei  van  Veikeei  in  i^n  nienw  Kabinet  hadop- 
genamen,  onttlond  een  loo  krnehtige  owoeitie 
tegen  hem,  dat  bg  nueat  altreden.  Toch  tneeï  bg 
alt  partgleider  in  het  Lageihoii  en  in  het  ■taatff' 
beetoDr  giooten  invloed  oeienen,  totdat  hg  den 
22sten  Juni  1901  vermoord  werd. 

Ho^na,  een  keikleeraar,  ±  257  gebopen, 
weid  bisschop  te  Coidova,  waar  bg  in  356  ovei- 
leed.  CoHBtmttyn  tU  Qroote  gebrnikle  tgn  dien- 
sten all  bemiddelaar  in  de  Aiiaansebe  twistea. 
Hotiiu  wilt  de  büeenioeping  fan  bet  Concilie 
van  Nieiea  (82S)  door  te  drgven.  Ook  dat  te  Sar- 
dien (343)  presideerde  hg  en  gverde  voor  de  gC' 
loofibelgdeai*  van  Nieaea,  maar  moest  in  857 
die  van  Sinnia,  welke  lich  tegen  het  homoatioi 
verklaarde,  ondeiteekenen. 

Hodui,  SfoHMfaiM.  een  S.-Katholiek  geeate- 
Igke,  den  Men  Uei  1504  te  Kiahan  nboren,  «tn- 
deeidc  aan  de  academie  fan  ign  gèbooiteplaats, 
(e  Padna  ec  Bologna,  werd  dmAeer  te  Erakan 
en  teertaiii  van  StjwnwiKf/,  koning  van  Polen. 
daarna  hiwclMp  van  Calm,  en  ia  1551  biaacbofi 
van  Ermeland.  Hier  geerde  hg  met  kra<iit  tegen 
de  HeiTOiming,  en  op  de  Synode  te  Petiiian 
(1551)  bracht  bg  ijjn  „Conlessio  eaÜiolicae  ti- 
dei  eniittiana"  t«i  tafel,  die  in  nagenoeg  alle 
Enro{wesdie  talen  is  orergeaet.  De  pane  liep 
hem  naai  Rome  en  aond  Bern  vervolgens  naai 
keiler  Ftrdiiuiml  l,  b^  wien  hg  gnijg  aandrong 
op  het  honden  van  het  concilie  te  Treote,  Hier 
vertegenwoordigde  hg  de  belangen  der  hi8iar- 
,  chie,  Beede  in  1561  was  hg  tot  kardinaal  be- 
noemd. Na  lijn  tenigkeer  in  ign  bisdom  trachtte 
hg  de  heivonniog  in  Wcst-PniiBen  te  oi>derdrak- 
ken  en  «tiehtle  tot  dat  einde  in  1583  te  Branne- 
beig  het  eerste  Jeinletflncollege  in  Polen,  dat 
tater  in  een  acidemisch  gvmnasiam  heischapen 
werd.  Veidei  bewees  hg  belanginke  dteDilcD  aan 
SiffimiNHd  A«giut,  koning  van  Polen,  bg  diens 
onderhandelingen  met  Pnisen  en  be^I  lich  kort 
daarna  nogmaals  naai  Rome.  waai  hg  den  ISden 
Aognatus    1579  overleed.  Zgn   „Ojiera  omnia" 


weiden  in  15S4  te  Eeokn  in  2  deelen  nitige- 

eaven. 

1  het  Zwitseische 


Bensi,  heeft  oueve.. ,  „ 

kerk  en  een  onden  Longobarden  toren. 

Hoaplofl,  Eotfitvan  of  gesticht  voor  vreem- 
delingen, noemt  men  gebouwen,  welke  hier  en 
daai  op  de  hoogten  der  Alpenpassen  door  monni- 
ken opgericht  werden  en  tot  opneming  en  ver- 
idegia^  van  reiiigera  in  d«u  onherbergume  «tie- 
ten dienen.  Het  ondste  bo^tice  is  dat  van  den 
Grooten  St.  Bemaid;  bet  kwam  in  1825  in  het 
beiit  van  de  geestelj^en  van  het  kaoton  Wallis. 
Ook  bet  boipiee  op  den  St.  OolÉiard  beslmid 
reeds  in  de  lade  eeow;  verder  vindt  m«n  er  op 
den  Mont-Cenis,  op  den  Sin^ilon,  op  den  Kleinen 
St.  Bemard,  op  den  OrioMel  en  irp  den  Lnk- 
manilr. 

HoipitaaL  Zie  ZJakMikMit. 

HomltudkoortV  ■•  Mn  eoUeeUef  naam  voor 
tersehiUende  koortBaehtige  kwaadaardige  liek- 
ten  all  pjraemle,  iool  vlektn^iu  en  hocpitaal- 
brand  (sie  voor  den  Óa»gnm),  welke  ia  bet  bg- 
iMHÜer  in  groote  hoipitabu  ontstaan,  vooral  als 
deie  oveivuld  of  alewt  geventileeid  iga,  en  tot 
gcvaailjjke  efiidonieln  aaideiding  kannen  geven. 

HoflpltaAlsoUp  ia  voor  ooilogtvloten  een 
tot  opneming  van  lieken  en  gewonden  bestemd 
sehip  en  voert  in  den  top  van  den  grooten  malt 
een  witte  vlag  met  rood  bols.  De  nospitaaliebe- 


'onden  en  met  leer  vuledige  aitrnsting.  Ook  ter 
begetekiiDg  van  de  viuAerqvloot  heeft  men  te- 
genwoordig hoqiitaal-  (en  keik-)  schepen  in  de 


._',  een  Slaviech  woord,  dat  Jleer  be- 
teekent,  was  voorheen  de  titel  der  voiaten  inllol- 
daviB  en  Walaebge.  Ook  de  vorsten  van  Litbanen 


BÜnt,  Jou  Kngk,  een  Deeaaoh  geadiied- 
sehmvcT,  werd  den  15den  September  1772  op 
St.  Thomas  (W.  Indiê)  geboien.  Van  hem,  OnU- 
berg  en  HiuU  Is  bet  denkfaedd  tritgegaao  om  de 
Zweden  en  Denen  op  hit  gebied  dei  letteikindc 
te  veibroederen.  Hiertoe  stichtte  hj}  met  Kftmf, 
Pram  en  Bo^jeaeii  het  Skandinaafsdi  Oênoot- 
lebap  van  Letterkniuie,  waarvan  het  ,,Skandi- 
naafich  MnieDm"  bet  oigMn  was.  Van  bem  agn 
0.8.:  ,3*t  leven  en  de  legaeiing  van  Oaitaaf 
Adoir'  (1608—1809),  „Ontweip  eenei  geaehie- 
denis  der  Deensehe  monaiehie  onder  Christiaan 
VU"  &  dln.,  1813— 1B1Ö),  .Jlerirwaaidigbades 
nit  bet  Ieren  en  de  regeering  van  Froderik  V" 
(1320),  „Staatkunde  en  geadiiedenls"  (5  dln., 
1820—1822)  en  elndeiyk  bet  bêbagrfflie  werk 
.,De  geheime  Kabinet imini ster.  Oraal  stmeosee, 
en  lifn  bewind"  (3  dln.,  1824).  Nadat  hg  geml- 
men  tgd  bg  Holbeck,  bier  te  BoeBkllde  gswoond 
had,  keerde  hfj  in  1835  naar  St^nhagen  tenv- 
Hij  oveileed  op  een  landbnii  den  26sten  Haart 
1842. 

Boato,  JvUut,  een  VlaMudi  ichnjver,  den 
23aten  Jannari  1848  te  Tidt  in  Weit-Vlaanderen 
geboren,  wa*  koopman  te  Biutel,  waai  hj|  di- 


DigilizedbyGoOglC 


BOOTE— aOTTBNTOTTEN. 


lecteuT  TU  den  Nedeiluidceheii  Bchoawbaig  en 
in  1868  boofdTedaeteni  hm  bet  YUamadie  tnd- 
Bdiiift  ,4^  Zw«ep"  wenl,  w&aiin  hg  onder  aen 
BrfinilDUm  JalivÊ  van  Tkielt  aehieef.  In  1688 
■lichtte  h|j  te  Binssel  bet  da^bkd  ,^et  luttte 
nJenwB".  B^aNe  eenige  Uuuiten  en  melodi 
ms'e,  tia  ,J)e  Brnsselwhe  stnatjancen"  (1881,, 
schreef  hü  bet  geksenheidEituJf  ,^e  Zonlotis" 
(1879). 

■ofltls  <1^  boitia  s=  iluiitolfer)  bet«ekent 
in  de  R.-K«thriieke  keri  het  euebariitiKbe  brood 
(iie  Eu^tamUt),  Terriiidigd  nit  iniïer  tarwe- 
meel  en,  sinds  de  8«te  eenw,  in  de  WetterwAie 
kerk  uitilntlend  ongedeesemd.  OonproiAel^  wu 
dit  brood  naar  den  Toim  niet  Tan  faet  geirooD 
gebraikelöke  bTOod  onderteheiden.  In  de  12de 
e«uw  blnkt  algemeen  de  oawelToim  in  g^iaik 
te  liin.  Deie  onwels  woiden  m«t  t«ekeDen  b.T. 
ew  lam  of  krnis  veraierd. 

HoBtmp,  Jen»  Ckriitian,  een  Deeouh  didi- 
ter,  den  208ten  Mei  1818  te  Kopenluwen  gebo- 
ren, maakte  üeb  leeds  als  student  in  de  godge- 
leeidheid  door  lai^^len  en  talrjjke  stn<unten- 
liederen  bekend.  Qiooteie  iblgqielen  volgden,  die 
dooi  hnn  natnailökbeid  TeriaBtes,  d.L  ,^  na- 
baten"  (Ode  drnk  1882),  „Een  mnsch  ondei  de 
kraaoToeels"  (1846),  ,phTontaren  op  een  TOet- 
reis"  (1847),  .MixaUi  en  leerling"  (1352),  dat 
groote  beweging  Teiooczaidcte,  en  bet  treuiwel, 
„Droom  en  Wukelnkheid"  (1854).  Sedert  1855 
te  Silkeborg  in  JoUand,  sedert  1862  te  Frede- 
TiksboTg  op  Seeland  ala  piedikaot  weridawn, 
nMD  hg  WO  ijverig  deti  md  de  beneging  van 
Qrundtvig  om  het  volk  te  verlichten,  dat  hg 
eeiat  op  boogen  leeftjid  t4|d  en  lust  vond,  om  liah 
weer  un  het  tooneel  te  wgden  met  de  succesvolle 
tooneelspelen  ,^Ta"  (1882),  „Karens  Oaide" 
(1386)  en  ,4d  den  sneeuwstorm".  Intniddels  wa- 
ren in  1852,  1872  en  1885  diditbondeh  met  hei- 
jnneiingen  nit  ino  stodenlentüd  veriebenen.  In 
1312  lagen  ign  herbaaldelgk  opnienw  gednikle 
..Popnlaire  voordrachten"  bet  lidit.  In  1805  bad 
hg  vier  deelen  „Verutnelde  werken"  nitge^ven, 
in  1839  verscheen  de  5de  drak  van  igo  tooneel- 
werken  en  in  1898  een  ded  ni^^ten  gedichten 
met  een  autobiografie  en  „Brieven  aan  en  van 
Hoetruo".  Hü  ov«i1eed  den  21iteu  Noveofcet 
1892. 

BatohkiM,  Btüjamin  Berketjf,  een  Amerl- 
kaanicii  artilleiie-ingenieai,  werd  in  1828  te  Cfaa- 
ross  in  Connectieut  gabaren.  In  1859  leverde  b^ 
voor  Uexleo  getnAken  kanonnen  en  in  den 
Noord-AmerHcaanscben  Burgeroorlog  munitie  voor 
getrokken  voorbtders.  In  1867  veitiKde  bij  een 
mnnltielabriek  te  Weeneo,  wette  bg  in  1870 
overbneht  naar  Parös.  In  1875  deed  RoUhlau 


mnnitie.  Hji  cooBtrueerde  het  naar  hem  genoem- 
de snelvnuiianon  (i ie  bet  art.  Oetdtutjj  een  e«n- 
looptsnelvaurkfnon  en  een  magaiÓDgaiKer, 
Hotekkiu  overleed  den  ]5den  FAniari  1885 
te  Parijs. 

Hotela  Morr  el  DMoime  ie  de  naam  van  een 
plantengeslacht  nit  de  familie  der  Saxifraga- 
ettën.  Het  onderscheidt  arfi  door  een  5-^let)gen, 
oveiblgvende  kelk,  door  een  5-Bpletige,  met  de  10 
meddnden  sehönbaar    op    den    kelk  bevestigde 


nelyk H.  iafoniea  H o r r  et 
teri)lvvende  Japaneche  plant 


met  een  kruidaditigen,  Nnstreefes  3  dm.  hoogen 
stenaiel,  die  tusseh«a  een  groot  aan-Ul  bladeren 
opschiet  en  met  een  plumtvormïge  bloei wjj ze 
gekroond  ie.  Zg  draagt  een  gioat  aantal  kleine, 
gewoonlijk  witte  bloemen  en  kan  bet  klimaat 
van  Uidden -Europa  veiduien,  wanneer  men  ie 
slechts  1«gea  vorst  beveiligt. 

HAtftl  was  oorepronkeli^  een  groot  buis,  een 
soort  paleis,  dat  door  hoc^  staatebeambten  (bgv. 
gezanten)  of  een  rgke  aristocratisdie  tamiSie  be- 
woond werd,  en  dat  lidi  in  Frankrgk  in  de  17de 
eeuw  op  eigenaanUge  wgie  ontwikkeld  beefi 
Van  de  straat  wae  bet  door  een  ijieren  bek  of 
een  la^e  poort  en  de  cour  d'honneur  geeeheiden- 
Ter  ijjde  van  deze  dlkw^l«  met  tuintjes  ver- 
sierde cour  lagen  de  vertrekken  van  de  bedien- 
den. De  booldnoitw  (eorpt  tt»  hgit}  bevatte  aan 
de  straatiöde  de  woonvertrekken,  aan  de  tetren- 
overliggende,  treinijjde,  de  feettlokalen.  ^tei 
beeten  ook  groote  oftenibare  gebcnwen,  bgv.  bet 
Hólet  dei  Invalidee  te  Fargg,  Hólel-Die»  (sieken- 
buis)  met  name  dat  te  Pargs,  H6hl  dtt  omm.- 
notes  (muntgebouw),  Edtei  de  viUe  (stadhuis) 
eni.  Thans  noemt  men  hAtel  een  gebouw  waar 
men  logeeren  kan. 

Hottlaohakftlaar  ie  «en  daa»«ehakdaar 
(zie  Sleetritehe  gehakêUiaT»),  die  km  ia  ingericht, 
dat  men  een  eleotriscbe  lamp  op  twee  Tersflbii- 
lende  plaatsen  gibeel  onafbankelnk  van  elkaar 
naar  believen  kan  aan  of  uitdraaien.  Dit  iropdt 
veel  toese^rt  bg  verHditing  vaa  gangen  en 
trappen.  Bg  dè  laatste  brengt  nten  dan  een  hotel- 
scbacelaar  bader  en  een  boven  aan  de  trap  aan. 

Hotonuuuii  FroHif  of  Botlommin  ook  Hot- 
num,  een  beroemd  Franadi  rechtigeleeide  en  Iet- 
terkimdiget  den  23aten  Angnstns  1524  te  Patga 
geboren,  was  leeds  op  2S-jarigen  leeftijd  docent 
in  bet  RomeinsfA  rerftt  té  nr^s,  osniielade  in 
1547  de  HervormioR,  begaf  ziofa  naar  Lyon  en 
onderwees  daarna  poiüdogie  te  Lansance,  werd 
hoogleeraar  te  Straatsburg,  waarna  bg  eenigen 
tijd  aan  bet  Hof  van  den  liOD|ag  van  Navarra  ver- 
blijf hield.  In  1563  werd  hü  noogleeraar  in  de 
rechtsgeleerdheid  te  Vollenee,  in  1567  te  Bonr- 
ges.  Ka  den  Baitbolomaeusnaebt  nam  hü  de  wgk 
naar  ^itserland  en  overleed  te  Bazel  den  12deD 
Februari  1590.  Een  uitgave  igner  gezamenlüke 
gesebriften  U  ia  1599  in  3  doelen  in  het  licht 
verschenen.  Duaitig  bevjndt  zidi  zijn  „Papae  fnl- 
men  bmtum  in  Henricum  regem  Navaiiae"  (Lei- 
den 1SS0).  Hij  muntte,  gelijk  meerdere  cel^ri- 
teiten  van  de  Fransdie  sebool  in  de  16de  eeuw 
meer  uit  als  jbUoIoog  dan  als  jurist. 

Hotrls  (Sanekrit)  is  een  zinnebeeldige  naam 
voor  de  zeven  zinnen,  in  de  ^nugita"  de  levsD 
priestere  genaamd.  De  zinnen  vervullen  het  vuur 
van  het  gemoed  (de  b^eeite)  met  de  ofteri  van 
uiterlqke  genoegens. 

Bottentottan  (zie  de  plaat  VoUulypen  bü 
het  artikel  Atrika)  voimen  een  volk,  oat  vAór 
de  vesting  der  Euroiieanen  aan  de  Eaap  de 
Goede  Hoop  het  zniden  van  Afrika  bewoonde. 
Zg  noemen  licb  zelf  Khoi-khom  (d,  i.  meneeben) 
en  werden  wegene  bun  taal  door  de  Nederland- 
sche  koIoniiteD  het  eerst  Hottenta4ten  (d,  i.  stot- 


DigilizedbyGoOglC 


HOTTENIPOTTEN— aOTTONIA. 


teture)  geaoemiï.  Met  de  BoubjesmaoMQ  (tte 
sldur)  Taimen  ig  een  eigen  raa,  dat  aeherp  Tan 
de  Nerera  feeeheidea  ts.  Door  de  Kaffeie  en 
later  door  de  Bhoken  werden  ig  erwtemleels 
aitgeroeid  en  zg  Tonuen  nog  slechts  de  ruTne  Tan 
een  Tolk.  Men  -Terde^t  lien  in  3  afdeelingen 
namelgk'.  de  Kolonie-Hotten  totten  of  Qnaqna, 
welke  in  de  Kaapkolonie  wonen,  de  Eorana  of 
Kontqaa  {Korenmnnen),  ten  W.  van  d«n  middel- 
loop der  OianjeriTJer  tot  aan  de  Walfisehbaai. 
7Ji  znn  leH  leeli^  en  bdlben  een  TDi1-olüftl«a- 
rige  nnid,  een  lü^  Tooriioold,  een  hoekigen  ge- 
iMttsTorm,  dikke  liften,  een  plstten  nena  eo  een 
kleine  tfe8talt«.  De  Kora  agn  «ittft  kraehtiger 
gebonwa  en  ook  meei  ontwikkeld  dan  de  oreri- 
gen.  Hun  tul  beitast  nit  keelgelaiden  en  toog- 
Dowegingen,  hnn  kleediog  Ttoegec  nit  een  dieren- 
Tel  DTei  den  rng,  een  ioSk  om  de  lemden  en  rnwe 
sandalen  a«nde  roeten.  Devronwen  ïU&n  de  die- 
lenbnid  om  tot  een  kap,  waarin  ig  ^^  kinderen 
dragen.  Hnn  hutten  geloken  op  bgenkorven  en 
ijjn  met  Tellen  en  matten  gMcJct,  terwgl  de 
baaid  er  lïtii  in  het  midden  beTÏndt.  Een  aan- 
tal Tan  inlke  wotüngen  rarmen  een  kraal.  Zg 
ijjn  onbekend  met  den  laodboaw  en  Toeden  zich 
met  het  TleeiA  en  de  melk  der  kodden.  Hoewel 
men  Troeger  meende,  dat  alle  godadienst  hnn 
Treemd  ion  xqn,  ie  kter  gebleken,  dat  sq  niet 
aUeen  een  boogeren  geeet,  Tiuigoab  vereeren, 
maar  ook  ma&n-,  stenen-  en  dierTereering  bg  hen 
Toorkomt.  Door  sommigen  wxtiden  ig  geroemd 
ate  eerlHk,  waailieidlieTend  «>  goedaanlig;  ande- 
len  bescDoldigen  hen  van  dietachtigteid,  lengen- 
aditigiieid  en  groote  zinnelgkheid.  Zö  xgn  van 
natare  TiooIj}k,  honden  Tan  geieiligheid  en  fees- 
ten en  sgn  volstrekt  niet  Tan  aanleg  onMoot. 
De  armoede  faanner  tegenwoordige  woonpiaatBen 
heeft  editer  hnn  verdere  intelleetueeie  ontwikke- 
ling onmogelgk  gemuit.  Ook  heeft  de  sterke 
drank,  die  lii  Tsn  de  Nederlandera  leerden  ken- 
nen, een  Tenieffeigken  inrloed  op  tien  gehad.  De 
ouderdom  wordt  geierd  en  de  vrouw  ia  meesteres 
in  hots,  heeft  eenter  ovk  het  grootste  deel  van 
den  arbeid  te  verridhten,  da&r  de  man  lich  alleen 
met  veeteelt  en  jacht  beiïg  houdt.  VoHdoed-Hot- 
tentotten  vindt  men  thans  nog  ileeiits  In  liet  H., 
vooial  onder  de  Nsma.  Die,  welke  het  gefcied 


der  Kaapkolonie  bewoonden,  zmi  dooi  de  nveri- 
ge  pogingen  van  den  lendeüng  Philipp  den  iTden 
Ji^  1828  met  de  Uanken  gelijk  gesteld,  na  wel' 


ken  tgd  ig  «ieli,  met  daie,  voorte  met  de  Kaffers, 
Maleiers,  Negers  enz.  vemengd  heèfcen  tot  de 
loogenaamde  Baitaardt,  wier  taal  een  samenstel 
ie  van  Hottentotseii  met  Eiwelscfa,  Ncderiandsch 
en  Kaffersdi.  Hun  aantal  is  klein.  Uit  de  vermen- 
ging 'van  Hatlaitden  met  Hotten  totsehe,  alsook 
met  Eatfersehe  en  Ualeiaclie  Ti«nw«R  ontstonden 
de  Qriqwfe,  die  in  bet  midden  der  voorgaande 
eeuw  een  afzonderlgken  stam  vonndM)  en  in 
1770  naar  de  ovenjjde  der  Oranjeiivier  verhuis- 
den. Hier  begonnen  tg  weldra  te  verwilderen, 
doch  door  de  zorg  der  zendelingen  fteAerer  en 
Kmmer  kozen  zjj  vaste  woonplaatsen  en  begon- 
nen lieh  op  den  landbouw  toe  te  leggen.  In  1S14 
vonnden  iq  een  republiek,  die  door  net  Britsehe 
gouvernement  erk«nd  werd.  Het  autal  Hotten- 
totten,  met  inb^ip  der  gemengde  vvlken,  be- 
draagt hoogstens  8O0O0O,  dat  der  luivere  Hot 


tentotten  veimoedeijik  meer  dan  60  000.  De  aan- 
raking met  de  Enrt^Manen  is  ook  voor  ben  nood- 
lottig geworden  en  voert  hen  den  ondergang  te- 
gemoet. 

Hotttncer,  iohantt  HeJMrieJL  een  Zwit- 
serseh  geleerde,  den  lOden  Haart  1620  te  Znrich 
g^ren,  beiociit  in  168S  de  niuversiteH  te  Qe- 
nève,  deed  een  reis  door  Frankrqk,  studeerde  te 
Groningen  en  te  Leiden,  bezodit  EnKeland,  werd 
in  1642  te  Znrich  benoemd  tot  howleenar  ia  de 
keikelgke  gesdiiedenis,  later  in  Oe  Ooatenehe 
talen,  in  de  godgeleepdhnd  van  bet  Onde  TmI»- 
mant  en>.  en  vervrierf  te  Baiel  den  rano'  van  doc- 
tor in  de  Iheolane.  Tgdelgk  (1655--T65S)  »as 
bü  werksaam  te  HeidellKig,  reneidde  in  1658 
den  kearvorst  'van  Paits  naar  iea  R^kadag  te 
Frankfort  en  keerde  in  1661  naar  Znneh  temg. 
waar  hg  vooraitter  werd  van  de  eommisGie  lei  re- 
visie der  Bgbehertaling.  Korten  tqd  vwtorfde 
hn  in  ons  land,  maar  toen  het  na  Tsle  veigeef- 
Bche  pogingen  eiodelgk  «an  de  enratmen  dei 
Leidsehe  hoogtsehool  gelokt  «as  bem  te  bewe- 
gen t^elgk  aldaar  werkiaam  te  iqn,  verdronk 
hij  met  B  ^er  kiadeien  in  de  linüut,  volgens 
anderen  in  net  Zmiebei  Ueei,  in  1667.  Tan  zgn 
geschriften  noemen  wg:  „'nMnaru  phiDtoiaeoa 
Bive  clsvU  stiiptaraa"  (8de  drok  IMO)  «n  ,^- 
mologienm  oriëntale,  rire  leiie<«  haimonieaB 
hept^lotion"  (1861). 

Van  ign  zonen  is  bekend  Johamn  Jaeob,  ge- 
boren in  1662  en  overleden  ila  hoogleeraai  ii 
de  theologie  den  18den  Deeembei  1735,  vooral 
door  zjjn  „Helvetiadie  EittèengMohiciits''  (1708 
—1729,  4  dln.). 

Holtinger,  Joham  JaetA,  een  aehteikkincoon 
van  den  vooigaaitde,  den  2aea  Pebnari  I7S0  ge- 
boren, overleed  als  bo^leeraar  en  kooibeer  te 
Zurieh  den  4den  Febinaii  1819.  Hij  adireel:  „?er- 
and)  einer  Tergleidiune  der  deutscben  Didter 
mit  den  GriecÉien  nnd  ROmem"  (HISB),  Blblïo- 
tbe^  der  nenesten  tbeokigiBchen,  lAiiloaofiliiaefi» 
nnd  sdiSnen  Literatur"  (1784— 17B6,  8  dln.), 
„Aeroama  de  J.  J.  Etodmer"  (1788).  „Salomon 
GesMiei"  (1796)  en  „Opuscola  oratoria"  (1816). 
terwgl  hg  met  Witlintd  en  Jaeobi  het  „Nenee 
attiedies  Husenn"  nibgaf. 

Bottliirsr,  JohmM  Jaèeb,  een  Kwitsendi 
gesehiedknndige,  den  ISden  Mei  1783  te  Znriefa 
geboren,  stodeerde  aldaar  en  te  Leioiig.  Hg 
schreef  vele  weiken  over  opvoeding  en  fetterkon- 
de.  De  „Gesehiedeiue  van  Zwitserland"  van  J. 
ton  Mütier  weid  door  faem  vecvolgd.  Hg  wat  lid 
van  den  Rasd  van  Opvoeding,  van  den  OrootH 
Raad  vsn  Bestnni  te  Zorieh.  Eer«t  tmitengewoon, 
was  iig  sedert  1844  gewoon  boc^leeraar  aan  de 
universiteit  aldaar.  Hö  overleed  den  ISden  Hei 
1860.  Van  sijn  gesebriiten  venMUes  wn:  ,.Hatd- 
reieh  Zwingli  and  seine  Zeit"  (1841),  .iRelorms- 
tionsgeMjfaicbte"  (met  Vilgdi  dL  1—3,  1840), 
„Arehiv  fflr  sebweizer  Oesehichte  nnd  LandeAnn- 
de"  (met  Steker  3  dln.,  1827-1829)  en  ,&iiwei- 
lerisehes  Musenm  ffir  iMttoriiehe  WisasnsJiaf- 
ten"  (3  dln.,  1837—1889). 

Hottonla  L.  is  de  naam  van  een  plantenge- 
•iocbt  nit  de  familie  der  SleuUlbloemigm  (Pti- 
mulaeeefii).  De  metkwaaidknite  toort  is  de  Wa- 
tsrtrtofier  (B.  pabatrii  L.).  Zg  groeit  ook  in  ons 
land  in  slooten,  met  tabgke  groote,  kamvonngb 


DigilizedbyGoOglC 


HOTTONiA— flDUiCKaaEST. 


«7 


onder  water  gedokan  bl&den,  wurboreD  pwre- 
roae  bloemen  met  gde  keel  lieh  op  haf^eatMMe 
trouen  ter  hoogte  tid  2  of  S  dm.  TeAelfeii.  Bg 
deie  pUnt  komeii  kort-  en  kngetölige  Tormen 

Hott  Bprins*  {Warme  bTtmnen)  tl  <ie  hoofd- 
stad van  het  Ameiftaangehe  eonntrj  Oailand  {At- 
kanuw),  ligt  in  een  naowe  kloof  van  het  Oiarï- 
gebeigte,  beiit  71  beete,  heldere,  nuak.  en  kleor 
looie,  leer  geneeskiarfitige  bronnen  •na  53*~ 
87*,  een  groot  miUtair  ko^itaal  en  teh  tl»10) 
H4S4  inwonera. 

Hotiaa,  ieOe  ol  OelUiu,  naar  ign  geboorte- 
[dula  (6neek)  ook  Qelliiu  Sneemtu  jKbeeten, 
WM  een  der  vierigite  beiTonnera  in  nieilaod. 
Hg  bekleedde  de  betteWng  van  pastoor  te  Qie- 
kerk  (valgent  anderen  te  TTrijork),  weid  wegene 
ijjn  ii^nomeiheid  met  de  HencTming  in  IG 
verlisnnen,  nam  de  wök  nut  OtwtiFriecIawl,  wi 
hg  Tcimoedelv^  te  Borden  dienst  deed,  en  ont- 
ving in  1569  een  beroep  naar  Leenwatden  met 
de  Terpliditing  om  in  Frieiland  de  Torq>reide 
getneenten  te  oeaoeken.  Het  volgende  jaai  ging 
bq  nau  eUeie;  AoA  in  1573  ea  1578  verkondig- 
de hö  weder  het  Ëraneelie  te  Leeuwarden.  Later 
had  DJi  te  NjUnd  hg  Bokward  een  Tute  staod- 
plaate  an  in  1563  wae  tiü  Tan  hier  atgeTa«idig- 
de  naar  de  FrieHhe  Sjnooe  te  Prandcer.  In  15^ 
werd  aan  hem  en  aan  eeuge  wtderen  Tan  wege 
de  Sjnode  een  beniening  opgedragen  van  het 
..Fondamentboek"  van  Jfenno  Simotu;  in  1590 
woonde  hg  te  Frandiei  en  in  1596  Ie  Leeuwar- 
den. Zgn  eterfjiftr  ia  onbekend.  Vmi  ^a  geeebrit- 
ten  noemen  wg:  .Jfelhodiea  deaeriptio  et  funda- 
ment am  trinm  loeomm  eommDDintn  Saeiae  Seris- 
tniae"  (1534,  in  het  Nederlandeeli  15S8),  ,Xe- 
l^odiea  deecriptio  ei*e  doetrina  de  Ohriatiana 
eorrectione  et  eieommnnicatione  ete."  (15S4),  „Le- 
gitima  ratio  interpretandi  et  ad  eeeleaiae  edif iea- 
tionem  propoiiendi  S.  Scriptaram"  (1588),  „Com- 
mentarina  brevie  et  neceMarioa,  4n  (joo  ...  demon. 
stratnr,  non  nunus  in  Eeelena  Christi  nnne  mb 
NoTO  Teatamenfo  eaae  poMe  ae  debere  magiatra- 
tnm  qnam  olim  «ob  Vetere  etc"  (1584),  „Com- 
mentaiina  de  artifieio  dialeetieoram  et  ratiioram 
ad  ecTiptnraio  reete  aecooMiMdaiMlam"  (1588), 
„iMgoge  in  noDom  easut  Epiitolae  Paal)  ad  Ro- 
manoa"  (1596,  ook  in  bet  NederlandKh}  en  „He. 
tbodiea  deaeriptio  aive  tnadMDeirtnm  praedpoo- 
rum  loeomm  eommnninm  aot  do^atmn  8.  Scrif- 
lurae  de  eogoitione  IM  atone  bominis  ete." 
(I59S). 

BonUrant,  Ckarkë  fnm^a,  een  Roomaeh- 
KatbctiA  godgNeende  werd  in  1886  te  Parge  ge- 
boren, trad  in  1704  in  de  eongregatie  van  de 
prieatera  van  bet  Oratorium  en  waa  aedert  1722 
leider  van  het  aeminariom  St  Magloiie.  Dooi 
doofheid  lot  werk  in  ^aondeiing  gebiaeiit, 
eohreef  hg  een  aantal  «erken,  waarin  hg  een 
eigen  nieuwe  meeniiw  verdedigde  betreffende  den 
Hebreenweehen  bgbeltdfst,  dat  namelgk  de  over- 
geleverde panctoatie  veelal  onjaiat  was  en  de 
tekat  ook  verder  eorr«eties  eiat^te,  dia  echter  tot 
flieloof-  en  ledeleer  nieta  afdeden.  Zoo  achreef 
ng:  .JUeinea  de  )a  langne  béfatalque  eana  pointi- 
voyellea"  (1732),  „Prolegomena  in  Seriptnram 
aaeram"  [i1T46).  „Conférencee  de  Mets  entre  un 
Jnil,  un  Pioteatant  et  denz  doctenit  de  Sorbon- 

IX. 


ne"  (1750)  en  ij^  belangrj^ete  HBiUia  tiebralea 
enm  notie  eritiaa  et  veiaione  latina"  (1758,  4 
dim.)  met  „Veteris  teatamenti  veiaio  nova"  (6 
dln.).  jU  fing  de  metttode,  waarnaar  hn  weriit 
nifi  iuist  ign  geweeat,  ign  «ibeid  heelt  de  nood- 
ukdyUi^d  van  Ood-Tettameiitiadie  teketeritiek 
dnidelgk  aangetoond.  Houbigimt  ia  in  178S  over- 

HoobrakMi,     AmoU,     een     Nederlattdaf^ 

eehiidei  en  eehrgvei,  den  25>ten  Haact  1660  te 
Dordrecht  geboren  en  den  liden  October  ITIB  te 
iimaterdam  overleden.  Hg  waa  een  leerling  Tin 
8inRii«J  «on  floojulrotM  en  lehilderde  portret- 
ten, bübekcbe  lofeieden  eo  voora tellingen  uit  het 
dagel^aeb  leven,  waarvan  hei  R^muaenm  te 
Amaterdam  a  een  faeait.  Ho«i5niieN  ii  het  meeat 


m"  (ITIS  en  1721,  S  dln.). 


iehe  R^nbU^,  in  1740  te  Foit 
gen  grtMwea,  diende  in  den  Zevanjariges  Oorlog 
ata  goneen  soldaat  bij  de  Fraaattie  eavaUeriè, 
weifl  venoigena  naar  Comica  verplaatat  en  atond 
hg  het  niUmraten  der  Rerolntie  ala  kuitein  b^ 
een  icgiment  dragocKkra.  Reeds  in  '1792  waa  hg 
belaat  met  het  bevel  over  een  regiment  ruiten 
bjj  bet  legMkoipa  t»n  Cuêtine,  en  hg  onderteheid- 
de  lidi  aan  den  Btnedan-Rgn  loo,  dat  hem  wel- 
dra het  opperbevel  over  het  nooiderleger  weid 
toevertiaawd.  Nadat  hg  dit'  koma,  hetwelk  meer- 
malen door  de  Geilliteiden  gealageu  wat  ea  aieh 
in  een  tienrigen  toeatand  bevond,  gereoiganl- 
aeerd  had,  trok  h)}  den  «den  September  1798  uit 
ign  poaitie  van  Steenvorde  en  Baillenl  en  nood- 
laakte  het  obaerratiAoTpa  van  veldmaareetutt 
Frtftag,  onder  bloedige  gevedtten  naar  Hond- 
aeboote  terug  te  trekken,  dat  hij,  2  dagen  later 
bemachtigde.  £enige  dagen  daarna  behaalde 
Bowkofd  wederom  een  overwinning  op  de  Ne- 
derlandera  in  een  bloedig  gwecht  hg  Meenen, 
do^  den  15den  September  werd  hg  bg  Kortrgk 
den  Ooatenrgkacben  generaal  Beatttie*  vei- 
loodat  de  Franaehen  in  de  giootate  wan- 
wgk  namen  onder  de  wallen  van  Rgaael. 
Howhard  moge  niet  geaAitteid  hebben  door 
groote  veldbeeratrienlen,  hg  waa  een  dapper  ge- 
neraal en  tmiabnldig  aan  die  nederlaas.  Door 
Barrire  ea  Jemi-BoH  Smnt  Andri  beteouldiffd 
van  verstandhouding  met  den  vüand,  werd  hg 
den  17den  November  1798  geguillotineerd.  Zj^ 
iDon  reeb t vaardigde  hem  in  een  „Notiee  hiatoii- 
qoe  ot  iuatificatiTe  eur  k  vie  imlitaire  da  gtaé- 

1  Hooehard"  (1809). 

HoDokreut,  Oerard,  een  NederUndaeb 
sebilder  en  eteer,  die  <»aatce«ka  1600  geboren 
werd,  waarM^iJnlgk  te  'a^ravenéiage,  en  na  1658 
te  Delft  overleed.  In  1625  vrardt  ög  in  Den  Haag 
vermeid,  ainda  1680  te  Delft.  Hg  aehiMeide  voor. 
al  de  Delltache  kerken,  vooral  de  Nieuwe 
Eerii  van  binnen.  Hen  vindt  hier  te  knde  o.  a. 
werken  van  ign  hand  in  het  Hanritriiuia  en  het 
Kgkamnseuan. 

BonokcSMt,  ioeque»  Pierre  van  Braam,  een 
Nederlandüb  geneeakundige,  den  19den  Novem- 
ber 1838  te  Amalerdam  geboren,  alodeeide  te 
Utredtf  aan  de  lehool  voor  mHitaiie  artaeo,  be- 
loeht  de  leaaen  van  Flea  en  van  de  hoogleeraren 


rlij^  » 
>rde  de  ' 


DigilizedbyGoOglC 


BOÜCKGEffiar— HOUSSAYE. 


Harting  m  Donden  en  «eid  in  1859  tot  officier 
van  gMondheid  benMtnd.  In  1665  werd  fag  leer- 
Mi  in  de  ODtleedkunde  un  boTenffenoeiDÖe 
•ohool  en  in  1877  èoogleerur  in  dat  vak  un  de 
nniveniteït  te  Groningen.  Hij  overleed  den  ISden 
Uurt  1889,  Beh^ve  Jiüdnwen  in  bet  „Ardiiv" 
T»n  Pfiüger  en  ia  het  „Tjidsehrift  voor  Genee»- 
kuDde"  leverde  by  een  nieuwe  bewerlcin^  vu  het 
„J.  A.  Fle«'  HawHMek  van  de  elel»rinwtig  be- 
sebrgveode  ontteedkande  v&n  den  menidi"  (Sde 
nitg.,  gelieel  opnienw  hnrerict,  3  dln..  1881-1886), 
„P&i«nolog)«  en  loealiutie"  (Bectorale  rede,  1886), 

Boodwic-QCMVnlsBi  een  gemeente  in  de 
BelgiMbe  provioeie  Benegovwen,  liet  aan  de 
Bpooriüiien  Hal — Ergnelinnee  ea  Camières— 
BrtequegDie»,  teil  8000  inwonen  en  heeft  iteen- 
groeven,  üierindiistne  en  4oawB]weroen. 

Bondon,  ^«m  Antoime,  een  Frueoh  beekl- 
faonirer,  in  1741  te  Tersullef  grfioien  en  den 
16den  Joli  1828  te  Pnrjia  overleden,  wm  een  leer- 
ling van  JeoH  BapHite  Pig<dU  en  studeerde  ook 
in  Itaüe.  HondoH  ia  vooral  vemurd  <hmr  >^n 
portretten,  «wak  dat  van  VoUaire  tn  het  Thél- 
tre  Francais  te  Parijs,  en  die  van  Btiffon,  Frank- 
H*  en  Mirabeau  in  het  Lonvre  aldaar.  Deielfde 
feiHineling  beiit  van  hem:  Diana,  Amor  en 
Psycfae,  Psjehe  met  de  lamp,  een  borstbeeld  van 
JeoH  Joogwe*  Rovaeov  en  een  van  den  abt  Au- 
berl.  OiA  de  iwroemde  „Eeorehé",  een  stadie 
der  menaebeiyke  spieren,  ia  van  Boitdon. 

Honsliton,  Ibehard  Monekltm  Milna,  lord, 
een  Engeladi  stMttman  en  Mbrj^ver.  den  lOdeu 
Jnni  1809  te  Fryrton  Hall  Rehoren,  stndeerde  te 
Cambridge  en  werd  lid  van  bet  Uget-  en  in  1863 
van  bet  Hoogerhnia.  AanvankelgE  was  hg  een 
aanhan^r  van  Ptel,  doch  voegde  licb  later  ti|j 
de  partg  van  ^okn  SutwU,  mi&r  weigerde  deel 
oit  te  maken  van  het  kaiiinet  PtdmêrêUm.  Hjj 
bM)aBlde  lidi  vooral  bg  bniteidaDdsehs  vken  en 
bg  de  hervorming  der  gevangenÏBBen,  Ook  wss  bn 

ëesident  van  hot  gioote  vei4>eterbiii<  Ie  Red 
ill.  Hg  leverde  eenige  dichtbuodelB,  ïooala: 
.^emoriaU  of  a  toar  in  Qreeee,  ehteflj  poëtica!" 
(1S34],  ,/Hemorials  of  a  leaidence  on  the  conti- 
nent and  biatorieal  poema"  (1838),  „Foems  of 
manT  vears"  (1838),  ,, Foems,  legendarr  and  his- 
toricaV'  (1842)  en  „Fabn  leaver  <1844).  Verder 
schreef  höt  ,Xite,  letters  and  literarv  remaina 
of  Jobn  Seata"  (1848),  ,3e*l  nnion  ol  Ei^laad 
and  Iieland"  U94S)  en  „Honogra^du,  peraonal 
and  critieal"  (1878),  Hg  overdeed  den  Uden  Ao- 
gustns  1885  te  Tichj. 

Zie:  Sir  Wemyu  Beid,  The  life,  letUn  and 
triend^ipi  of  Riobard  Honekton,  Milncs,  finat 
Lord  HoQghton  (Londen  1890). 

Hmiiaf  nlffi  een  rivier  in  Noord -Amerika, 
onlaprlngt  in  de  Green  Hannts  (HasudiuBetts), 
stroomt  tuescben  de  Taghonie-  en  Hoosachen- 
vels  door  een  vmeblhaar  dal  en  mondt,  na  den 
Nauntuek  opgenomen  te  hebben,  na  een  loop 
van  210  km.  bn  Strattord  in  den  I«ng  lelandiost 
nit.  De  18  m.  hoogs  vratervailen  leveren  de  drgf- 
kracht  voor  talr^e  fabrieken.  De  rivier  ia  tot 
Derbj  bevaarbaar, 

Honsa  of  Oommoiui,  Eois  der  Gemeenten 
(I«geihnls)  en  ffoiue  ot  Lord»  (Hoogerbnis)  lijn 
de  beide  Kamers  van  het  Britaehe  Parlement. 
Zie  Öroot-Brittotinië  et»  Ierland,  But»ur. 


ot  IfOldS.  Zie  floHje  ol  Commoiu. 

BotiiMaye,  ATtène,  een  FraiMch  schrgver, 
den  28steo  Haan  l&IS  te  Bnijire  bg  Laan  ge- 
boren, kwam  reeds  vroeg  te  Fatqa,  studeerde  at 
daar  en  schreef  reeds  in  1836  den  rooian  ,X^ 
péeheresse",  in  1840  door  „La  couronoe  de  bhi- 
elo"  gevild.  Daar  hjj  steon  en  belangstelling 
vond  bg  Julet  Jatiiit  Th.  Oaulier  en  Jultt  Sow- 
deait,  kreeg  hg  weiara  al«  sdirijver  een  goeden 
naam.  Het  de  stasitluiiuKge  wodiogen  van  1848 
bemoeide  bg  xicb  eledits  weinig  en  in  1849  wend 
hg  op  aanbeveling  van  SocAef  belaat  mot  het 
bestuur  der  Coméaie  Franfaise.  Hg  bleef  in  die 
betrekking  werkiaam  tot  1S£6  en  werd  toen  se- 
cretaris-ge o  eraai  der  sohoone  kunelen.  In  I8SI 
aanvaardde  hybet  lidmaatschap  der  redactie  van 
de  „Presse".  Hg  overleed  den  ÏOatan  Februari 
1806  te  Fargs.  Van  ign  roamoa  noemen  vrg  aogi 
„La  vertn  de  Rosine"  (1844)^  ,Jje  viokn  de  Pran- 
jolé"  (1856),  ,^ad<«noiselle  Hariani"  (1850), 
„Uademoiselle  CUopltre"  (1864),  „Hm  grande* 
dames"  (1868),  „Lnc?"  (1373),  .Jlietoire  étrangt 
d'une  Ijlle  dn  monde"  (1876),  ,J.'éventail  bri^é" 
(1879).  „Contes  pooi  les  femmes"  (1885—1886, 
5  dia.),  „Rodolfihe  et  Cjntiiiee"  (1886).  .Jnlia" 
(1891),  „Les  femmes  comme  eiles  sont"  (1802), 
„Les  larmes  de  Hathilde"  (1894),  „L'amoar  com- 
me il  eet"  (1895)  en  „Lee  femmes  Mmaequéee". 
Van  ign  deels  leer  ioteresaante  en  kritische  wer- 
ken noemen  wg:  ,/}alerie  de  portraits  du  XVIIIe 
siècle"  (2de  druk  1858,  5  dln.),  „Histoire  de  la 
peintuie  flaraande  et  bollandaise"  (1846),  waar- 
over A.  MiehieU  hem  van  plagiaat  aanklaagde, 
waartegen  bg  zich  in  „Un  martjre  Httirairc" 
verdedigde  , .Histoire  dó  41e  taatenil  de  1'Aca- 
dioiie  franfaJse"  (1855).  .,Le  roi  Voltaire"  (1868), 
„Histoire  de  i'art  franje  du  XVIUe  siMe" 
(1860),  ..Lee  Charmeittes:  J.  J,  Roussean  et  Mme 
de  Warens"  (1863),  „Eietoire  de  Léonard  de  Vin- 
ci"  (1868),  ,.UDlièie,  «a  femme  et  sa  fille"  (1880). 
Zgn  levensberinneringen  gaf  h^  in  „Les  contea- 
siODS,  souvenirs  d'an  demi-siècle,  1830—1880" 
(1885~r891)  en  ,3ouvenir«  de  ieuneeae"  (2  dln., 
1B96). 

Bouuage,  Htnry,  een  Franech  lettsrknndige, 
een  looa  van  den  toomande,  den  24aten  F^ma- 
ri  1848  te  Parijs  gtforen,  wgdde  lich  aan  de 
studie  der  geiBobiedettis  en  der  knnsteeschiedeitia 
en  schreef:  ,3istoire  d'Apellei"  (1867),  ,3i«toi- 
re  d'Akibiade  et  de  la  t^Uiqne  athinienne  de- 
puit  la  mort  de  'Péridès  msqn'  li  Vavénemenl 
dee  trente  tyiaDs"  (5*  ttruk  1882,  2  dln,)  door 
de  Académie  liekroond,  ,Jie  premier  siège  de  Pa- 
ris, en  52  avant  l'Are  ehrètienne"  (1876).  ,4thè- 
nes.  Rome  et  Paria,  lliiBtoiie  et  les  raoeun" 
(1S78),  „L'art  francais  depnis  dix  ans"  (1382), 
„1B14  Histoire  de  la  campagne  de  Franco  at  de 
la  cbnte  de  1'Empire"  (9de  diuk  ISdl).  .,1815. 
La  première  Restanration.  Le  retour  de  1'tle  d'£3- 
be.  Les  cent  jours"  (1893).  „1815,  Waterloo"  18de 
dmk  1905),  „NapoUon,bommedeguerre"(1904) 
en  „léna  et  la  campagne  de  1606".  Verder  was  hg 
medewerker  van  deo  „Joamal  des  IMiate",  de 
„Revue  des  Deni  Handes".  den  „Artiste"  en  de 
„Gazelte  des  beaui  arts".  Tn  den  FranschJ)niT- 
schen  Oorlog  heeft  b»  deelgenomen  aan  de  verdedl- 

S'ng  van  ParjJB.In  IS94  werd  hg  lid  der  Académie. 
g  overleedden23BtenSept»iiber  1911  te  Pargs. 


DigilizedbyGoOglC 


UITHEEMSCHE  TIMMERHOUTSOORTEN 


1 

2 

s 

S 
S 

k 
9 

10 

Amerika) 

2.  HoodhQutfCawo^inJa^Afrl 

B).  3.  Eikeoho 

ul(t 

atrcua: 

lUliei,    4.  MahoDihout  {Su^ielenia 

mahagon 

ogarus). 

Amarik 

).    1.  Ab 

hout  (Acer;  Z 

Liid- 

msrika, 

Juglan-; 

Bruine,  Afrika,  Indië).   10.  IJwr- 

ot  Koniogïhoui  (Fragraea  pertgrina;  lodlë.    11. 

Uacaranda       \ 

brntili 

na;  Brailllë). 

, 

D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


DOORSNEDEN  VAN  HOUTSOORTEN 


1.  biifrtcdMimwde  door  hst  bont  na  AiUnthai.  gg  ntea,  t  trmclwlde,  If  IlbrlfoniiTenIs,  p  hoatpuudixm, 
■t  dwan  ioorgamtdaa  mcrgatnlen.  —  2.  Onderala  Muk  r*a  md  gtlMlwrd  tM  ima  Pterli.  —  4.  LengMiliMniMda 
door  bM  boiit  TID  PIdui  >ltTaitrLa.  t  de  hafrtlppaU  der  tncMIdeiu  bU  tt  Eewon»  «tippeU,  welke  ud  marg- 
~.  Oclaaleerde  Bl«mentoD  van  bat  bout  -no  Rhododendron,  t  tnowde,  l  llbrtfonncallan, 
mwgilna]aA 


R  lierfliboDt,  J  Jurgreniea-,  de  In  da  afbaaldlng  8  Lu  bat  Terloop  dar  margMnleo  getaekende  bolle  rulnteii  ilJn 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOUSTON— HOUT. 


Booaton,  de  ia  I8S8  g«sUelit«  boofdiUA  *u 
tiet  Noord- AmerikuDMhe  erutiehu  Bftnig  (Te- 
ub),  ligt  un  den  4)«*MiMr«n  Batfaki — Ba,j<m, 
is  een  kmi^Mot  tan  elf  tgooTmtgea  en  telt 
(1910)  78  800  iBwonera.  Ifeo  Tiadt  »  een  gioot 
Btadhnis,  een  katoeiAeiira,  mooie  geredittgcbon- 
wen  en  een  TTvmeteelMisloge.  Z$  tonnt  de  groot- 
ste trinnenlandMbB  katoenaurkt  dei  Vere«ngd< 
9Uten.  De  induRtrie  omnt  Tooraamelijk  katoen 


■oiuton,  SoTttHltl,  piesident  der  RepnbHA 
TexBi,  den  2den  Nuit  1798  <te  Boekbiidge  in 
Viiginia  geboren,  wu  de  loon  na  behoeftige 
oBden  en  leelde  5  jui  bq  de  Creek  Inlanen. 
Dsuna  tiad  bjj  in  1813  in  het  Ieg«  T«n  gme- 
nai  Jaektm,  en  etjeed  dapper  tegen  de  Engel- 
sdien,  Toorsl  in  den  üm  un  de  Hone-8hoe.  Op 
bnel  Tan  dien  generMl  sloot  hq  >n  1S17  een 
Terdrag  met  de  Cieek-IndiaDea  Na  den  vrede 
stodMnJe  bji  te  NaebviUe  is  de  rechten  en  weid 
weldia  een  ïmoemd  pleitbezorger.  In  1821  werd 
hg  beno«Did  tot  generaal-duajoor  der  militie  in 
Tenessee,  in  1823  en  1826  tot  algeraanK^  naai 
bet  Gongres  en  io  1827  tot  gooTerneni  Tan  Te- 
nessee. Toen  JD  1836  Tmub  ia  t^stand  kwam  te- 
gen de  MnieaaMAe  Regeeri'ng,  werd  hjj  met  bet 
oppertsevel  beUsL  H^  versloeg  de  HexieuieD  bq 
San  Jaeiolo  (AprH  1^),  werd  na  de  «naSiuike- 
Ijftrerklanv  -ma  Texas  den  Isten  S^tenber 
1886  fOM  2  jaar  en  vsd  1841  tot  1844  nogmaaTs 
tot  piesident  gekoien.  Sedert  1845  was  hï  Toort- 
daiend  Kd  van  den  Senaat  te  Washin^n.  Ia 
1859  werd  hn  gooremeni  .Tan  Texas.  Hg  overleed 
den  26sten  Jnli   18ft3  te  HantoTiHe. 

BoiUtonlA  L.  ie  de  naam  Tan  een  planteH' 
geslacht  nit  de  familie  der  öenHat^ettlt,  uit  20 
soorten  beatMDde  en  baUitmikige  {danten  om- 
vattend. Het  ondersdieidt  lieb  door  een  4-epleti- 
geo,  oveibl^TOnden  kek,  door  een  tTeebterror- 
mige  bloeoikroon  met  een  verlengde  bois  en  door 
een  koiten  alql  met  een  ^ritsen,  2-«4etigai 
stempet.  Het  omvat  oveiUijveDde  Nooro-Amni- 
kaansebe  krniden,  Tan  welke  «onmige  in  Ifid- 
den-Ëaropa  sis  eierpla&ten  woideo  gekweekt, 
vooRÜ  H.  eoendea  h.,  met  btaswe  bloemen  ia  de 
moerassen  van  Virginia  en  Caiohna  groeiende, 
en  B.  mtffHTM  h.,  wier  paaiie  bloemen  aan  het 
aiteinde  van  den  stengel  tot  bgseiiennen  veiee- 
itigd  xQn.  Hen  pta&tst  deie  piraten  des  tomen 
in  de  open  loeht,  diMh  beveiligt  se  des  winters 
t^en  de  vorst.  De  vermeerdering  heeft  door 
stneorcn  plaats. 

Ront  (sie  de  platei»).  Onder  bont  verstsat 
men  het  bg  de  QymntMpermen  en  Dieotgle»  voor- 
komende boatlichaam,  dat  ontstaat  door  de  wei- 
king  van  het  eambinm  (teeltweefeel).  Het  be- 
staat in  hootduak  nit  hontveiels,  hontvsten  en 
hontparendiTmeellaa  '(lie  plaat  I,  f ig.  1,2,  4,  5), 
alle  drie  nit  cBmbiomeellen  ratstaan:  de  houtvt- 
iels  nit  eenige  boveo  ettaai  gelmn  cellen,  waar- 
van de  tosscbenwaoden  geiesoifeeeid  i^n  en  de 
inhood  bestaat  vit  loelit  of  watei,  waarin  loaten 
opgelost  zgn;  ig  qjn  ^melvoimi^,  hebben  een 
verdikten  wand  met  stippeh,  tiofstij^els,  of  deie 
is  wand-,  spleet-,  net-  ol  apiraalvormig  verdikt. 
—  De  houlvaten  igo  giooter,  loowel  in  lengte 
als  in  doornede;  de  wandveidikking  en  inhond 
zgn  als  die  dei  veaels.  Ds  naaltHwnt  soort  en  misMU 


vaten,  maar  beaitten  tnuAaden,  sie  pi.  I,  fig.  8, 
die  lieii  dooi  geiinge  lengte  ondeiaelHiden,  maai 
wel  te  ondersefieiden  ign  fan  de  barsgangen,  die 
aQe  met  elkandef  in  Teiitinding  staan  sn  ham, 
d.  i.  een  seeietieprodnct,  bevatten.  Het  houlfa- 
fBHcAym  ia  dnnwandig  en  meestsl  vedboekig,  en 
vvlt  in  boofdiaak  de  mimte  tnssdien  vaten  en 

Besiet  men  een  stam  op  (tnttise  doorsnede 
(pL  I,  fig.  6,  7,  B),  dan  onderscheidt  men  meer 
erf  minder  dnideltjk  coDcenlriKhe  kringen,  ieder 
naar  buta  a^esloten  dooi  een  dijtere  Isjig;  in 
normale  gevallen  bevat  iedere  kring  het  bont  in 
den  ïovp  van  één  vegetatietgdpeii  gevormd  en 
beet  daarom  jaarring.  Bg  somnüge  Itonteoorten 
komen  de  vsten  voornMnelnk  fn  bet  bont  voor, 
dat  in  bet  voorjaar  geronnd  is;.men  qiieefet  dan 
van  hontsoorten  met  ringvonnig  gelegen  porifln. 
DsArtoe  bebooien  o,  a.  ei£,  iep,  aeaeia,  eteti,  tam- 
me kastanje;  bq  de  ovenee  hontsoorten  komeo 
de   vaten  gdgkmatig  in  den  jaariiog   verdeeld 

In  bet  algemeen  hebben  dus,  met  oitsoaderiag 
van  beuk  en  baagbenk,  alle  inlandscbe  tiarde  hont- 
soorten ringTomi^  gelegoa  pmrlta. 

In  radiale  riditing  loepen  in  den  stsan  meei 
of  tnindei  dnid^Ee  liaMeit,  merg$^al«*  ge- 
naamd, die  tiestaan  nit  bontpaKnehTm,  dat  in 
iwlEale  riditing  de  grootate  lengte  beeft.  Zg 
vsibiidon  do  jaairingen  ondorling  en  dienen  tot 
bet  bewaim  van  leserveroedsd.  Oewoanlgk  ign 
iq  sleebta  een  of  twee  celhgen  breed,  msv  ban 
ho<^te  is  veelal  aeei  belangi^fc,  oa.  bg  eik  en 
els;  ook  hnn  lengte  is  versehillend  {Uof  bi|  elk 
en  bonk),  naar  de  bniteugde  v«n  den  stam  neorol 
hnn  aantal  toe,  soodat  de  onderlinge  afstand  on- 
gsveer  gdqk  bljjft  Zg  lot^wn  door  tot  in  de 
selioR,  vandaar  het  kaappoDde  gcMd  bqbet 
aftreUcen  van  de  «choia,  a.a.  bq  eil. 


De  breedte  van  den  jaaning  is  afluukdjik 
van:  1*.  de  Uggmg  «m  «m  groid:  op  inidelgie 
belliagn  «onMB  bteedere  jaatriBgen  gevonud; 


2*.  dê  grtMdgKÖekUteii:  op  frissehen  grond  is  de 
jaarring-breedte  grooter  dan  op  dn^n  en  op  te 
natten  grond;  9.  den  ouderdom:  hg  ondere 
boouMD  i«  de  jaarring-breedte  kleiner  dan  b^ 
boomen  van  jongeren  leeftfid,  omdat,  niettmn- 
stasnde  de  vaak  grootere  Uathnasa»,  het  bont 
om  een  grooteren  omtrd  afaeset  wordt;  4^. 
deit  vrifen  ot  gesloten  stand:  «g  vrgen  stand 
faeelt  de  kroon  grooter  osnvang,  dna  meer  btad- 
massa  en  wordt  er  dm  meer  innt  gevormd.  5*. 
beeekadiging  door  insecten,  vorst  eni.;  alk 
invloeden,  dBe  de  blsdmassa  veiminderen,  bebben 
een  veriileiaing  van  de  jaairing-ibreedte  ten  ge- 
volge; e*,  hêt  klimaat:  in  een  kmd  Uimaat  is 
het  vegetatie- tgdpert  korter,  de  jaanii^-bTeedt« 
dns  klein  ei  dan  onder  oveiigena  gel^e  ometan- 
ii^.^~  ■■ — -.  »--.--  • 


I  lengte  toenefsnt  en  ia  gerioten  stand  alsat, 
M  de  jaarring-breedte  bom  in  den  stam  ge- 
woont^k  grooter  dan  beneden,  vandaar  de  gun- 
stige invloed  van  gesloten  stand  op  de  voUieid 
van  den  stam. 

De  (diaikmdige  samensteHing  van  het  hout 
is  van  geringe  beieekeius  voor  de  technische 
braikbaaniad.  Alleen  het  watei^ebalte  is  ver- 
schillend: bü  de  harde  looflioatsooiten  40— 55K, 


DigilizedbyGoOglC 


b^  de  nMldbontaoortuk  45—69%.  T^tn  dra 
tj|d,  d*t  de  bUdeieu  v«i  Ueat  TemwJeieii,  iihet 
waterj^eh&lt«  het  gennRst,  om  dan  TOortdaitnd 
te  stjiKen,  tohkt  de  Uftdeien  lidi  beginnen  te 
ontwilaelen. 

Bü  velebcutsoocteD  i)«t  men  opdedwRttedoot- 
eii«de  meei  of  mindei  duidelök  ondaiaebeid  tu>- 
eehen  het  biniwMte  (kenüuml)  en  het  bniluttte 
(ipüUKotit).  Het  eerste  w  iwMnter,  tiudei,  duar- 
umei,  donkeider  geblenid  <lan  het  lutste;  de 
«engug  «UI  apint  in  keu  heelt  met  altgd  toI- 
nni  een  jaairing  pluti  (leeï  daïdeljft  hq  iop); 
Wnbout  U  da)de^|k  wui  te  nemen  bg  eu,  iep, 
■CMia.  eaeh,  wilg,  luikt,  acate  d^a,  en  pok- 
bont. HoutaoDDten,  «Mrbij  bet  mdeiteöeid  niet 
duidelök  i*.  noemt  ma  r^Aotrièoomcii. 

De  meeate  houtwoitM  digren  in  het  wtAeD,  of- 
Mboon  het  lOOTtelük  ^tmitbi  iu  don  hontTetel 

Cter  dui  1  il.  Bg  ntaidhontnorten  ia  de 
dte  van  bet  t.g.  hirtilhimt,  dat  in  de  tweede 
hellt  T*a  4en  «etnar  gemnnd  wordt,  bj)  alle  jaar- 
ringen  eveD  groot,  terwjjl  die  Tan  bet  voorjaar»- 
lumt  Tetechilt;  augeaien  bet  iMtate  Teel  lieht« 
en  lotwi  Tan  bouw  it,  lal  Bt«Ufa<ntt  met  bnede 


maat^  dna  met  laat  aanrandend  an  kort  legeta- 
tie-tqdpeik  segroead,  tedimaeh  b*t«i  bninaar 
en  waudeToUer,  Vurwmkaut  ie  het  hout  Tan  den 
ffjnen  ^i,  die  hier  te  lande  weinig  foiuikbaar 
hónt  lerert;  grenenluMt  ia  bet  Iwat  Tan  éen  gn- 
Ten  den,  waanan  het  inlandaehe  hout  Teel  ge^ 
rJnger  wsanle  heeft  dan  het  boïtenlandHtie.  Bg 
hontioorien  met  ringroimig  gelegen  poriln  heeft 
bet  omgekeeede  PlaatBi  boe  brewhr  de  jaarrine 
hoe  iwaaidei  en  aBanumer  hoot,  omdat  de  breed- 
te lan  het  Tttarjaanhoiit  steetk  gelqk  ie.  Daai- 
om  ia  rikedboat,  nf  troehtbaren  gtond  in  een 
uideljjk  klimaat  gegroeid,  meet  wa«Fd  dan  het 


bont.   Hit*  het  Wee) _  ,  .      . 

nwer  landkümaat  gegroci^  ia  reedi  teduriadi 
meer  waard.  Daarom  Ttikrggt  men  êikenteagen- 
tchat  Tsn  boomeD,  die  in  een  kod  kümast  regel- 
matig en  leer  langiaam  gegroeid  tgn  en  knntt- 
matig  iQn  gedood  (o.a.  Pranktnrter  StadtwaM). 
Bq  hontsoorten  met  Toiqtreid  gelegen  poriln 
beeft  de  jaaningbreedte  geen  inrioed  op  de  dmir- 
MamheU  eu. 

Oleoboon  de  kardMd  Tan  hst  hout  in  bet  al- 
gemeen in  reehtatroelMehc  Teebonding  itaat  tot 
Eet  loortdök  gewleW,  ie  ook  he4  É»elaop  der  boot- 
vezel  van  gvooten  invloed;  dooreenloopende  Te- 
teli  Terbooeen  de  bardheid  (hout  uit  den  wortel- 
hala).  Ook  «et  «atergehahe  ie  van  Iftrloed;  groen 
eiken-  en  GeukeDbont  ie  gemakJMlijker  te  bewer- 
ken dan  droog. 

Hont  kan  ign  veerkrachtig  ot  taai  buigzaam. 
De  VMTknekt  wordt  veiboogd  door  reibtt  hont- 
Teiela  en  droogte  en  Teiminderd  door  hange- 
halte  en  Tortt;  —  taaiAeid  wordt  T«Éioagd  óoot 
rechte  hoDtvetela,  voebti^eid  en  bang(luU^ 
verminderd  door  ront.  SjAütbaarKeid  ii  alleen 
mogelqk  bq  rechte  boatrezcde  en  wonk  Terhoofd 
door  iterk  ootwêkkride  mergetralen.  0(ntr«iit  de 
mêtteid  zqn    eeen   lügecneen  geldige  regele   te 

Kveni  wel  hebben  de  «waardere  houteoorten  in 
t  B%Nneen  een  grooter  draagrenoogen  dan  de 


liditere,  maar  daarentegen  hadt  benkenlbaut  wei- 
nig, fijne  den  ved  draagwnnogen.  Door  opname 
van  vocht  iweit  het  hont,  door  verlies  krimpt 
bet  („trekt');  bet  laatste  kan  reel  vermindeKi 
worden  door  het  hout  te  wateren  of  uit  te  Moo- 
men:  hoe  laiigumer  bet  toebt  uit  het  hont  gaal, 
dee  te  geringer  it  het  gevaar  Toor  aebenien. 
Dtarom  wordt  bet  boot  na  bet  TcUen  niet  of 
ileebta  pMugowïpe  tan  de  sehora  ontdaan  en  de 
eindrlakken  van  den  Btsm  worden  met  verf  ge- 
atrekeo  ol  met  papier  beplakt.  De  dw/naiBiUieid 
van  bet  hont  wordt  verhoogd  door  middelen, 
waardoor  het  tegen  de  inwerking  van  dierlijke 
(iiMoeten)  ol  plaiit«ardiee  (xwamiDen,  baeteriln) 
organismen  beeobat  ia,  b^r.  verkolen  vaa  de  op- 
pervlakte, impregneeren  met  vergiftige  itolfen 
Koala  kopervjtriool  (volgena  metbMe  Boooherie), 
linktdiloried  (Ba rnetti weren),  met  kwikeUoried 
(aid)limaat),  kjaniaearen,  sware  steenkolen- 
teemlie  (eteoeoleèren),  beetrQk«i  met  ioebtal- 
alnitende  atofisn,  wwala  vcri,  kool-  ol  bontteer, 
earbolioeom.  Tegen  pulworm  wordt  het  beat 
met  grontto^ge  ipijken  beslagen. 

Het  vantUffePtitd  vtrmogm  staat  niet  altqd 
in  veubBod  met  bet  soortelgk  gewicht,  daar  ber- 


brau&tont  gevraagd,  heeft  «en  wet  gering  wann- 
tegeptond  vermogen.  De  tamme  kaatanje,  Isriks, 
tpu  en  Mk  kdietteren  hg  het  branden  ten  gemri- 
ge  Tan  de  met  lucht  gevulde  holten,  andere  ge- 
ven veel  roet  looili  de  DsaldhonUoorten  (gro- 
ve den  meer  dan  spar  en  beok). 

Maxelkoul  ontitaat  door  woekerioR  van  knop- 
pen, heelt  een  fraai  genrlarod  aiterlgk  «o  m  seer 
geioebt  voor  kleinere  gedraaide  voorwerpen  (ta< 
oakspotten,  geweerladcn  en  paneelen  Tow  meu- 
bela)- 

De  ■veriohillende  boutaoor.ten  hdbben  nit  den 
aard  der  Mak  Teraehilleode  gebniikiweaede,  hoe- 
wel voor  éénseiMe  doel  in  verscÉiillende  ntieken 
aan  vereohillende  bontaoorten  de  voorkenr  geee- 
ven  wordt;  loo  gobruikt  men  in  Bohemen  og 
Tioorkeot  berkakdieselboomen,  tenrgl  die  tiiec  te 
lande  van  eik.  eeeh  of  iep  gmaakt  worden;  ia 
Rusland  gebruikt  men  linde^nnt  tot  doeleinde» 
(nsj^MD,  vB»twGrk),  waartoe  m«(i  in  Noorwegen 
voren,  in  Zweden  eédidootn,  in  B<]iMmen  bettken- 
faont  besigt.  In  Tbnrin^n  prefereert  men  het 
fijne  denneiAont  voor  het  hoawen,  in  het 
Söhwarcwald  het  liWerdennen.  Hieronder  n^t 
echter  een  opgsaf  Tan  de  doeleinden,  waartoe  de 
meest    voorkomende    hoatsoorten    gebrnikt  wor- 

Eik  Toor  wagenm akers wert  medbelen,  bei- 
ningposten,  bergtoeden,  iieMtioeiingen,  s«üieepG- 
bout.  be^E,  vaten,  parketvloeren,  waterwerk  en 
m^nliDut.  Beuk:  boter-,  krentenvateo,  molemna- 
kersweit,  besla,  kegrfs,  beitrating,  btiogdek,  doo. 
meUtgereedsfloap,   meid>elen   ^eener),   wha< 


Ten,  Bohaataen,  nappen,  ^eoeta:  palen,  wBnbeiv- 
palen.  wielepaken-  Èêeh:  waffenmakeiwwerv,  seel- 
randen,  roeirianen,  hamentden,  fuikstoUken    ge. 


palen,  wielepaken-  Ètak: 
randen,  roeirianen,  hameiituïu,  lunnw^AEu  g 
reedsdispsstelen.  Berk:  meubelen,  wagenmaker 
hout.  Linde:  smfwerk,  garenkloejei,  etois.  Eb: 
snijwerk,  sinrenkistjee,  aehuieiboat,  garenUoa- 
je«,  voor  bekleedins  Tan  onderaardeche  werden. 
PojniJter-'  klompen,  loei  f  eis,  kindenpeelgoed,  tim- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOÜT- 

medioat,  meii4)den,  wiuiiMimit,  pakkiatan,  Tut- 
weik,  krniplai&en,  gtreAdsetuptstelen.  Wilg: 
klompcD,  maodenweii,  faoepda.  lep:  wagenma- 
kemrark,  kenkenattMlen,  kaaaTonneo,  beatntmg, 
MturivrboQl.  Haagbeuk:  kesten,  iwmen.  EdtikM- 
Umie:  wQDÉwtgpatsn,  timnMahoat.  Etekdoom: 
■nhwerk.    nameo.   mmickinttnnneDim.    Kertt*: 

_ meabelen  ^et  AmarikaKiscbe 

ïtaiÜaaMdiej.  Awel  ta  fser:  meubelai), 


ot,  het  daaael  der 

in  land  en  toiiibDtiir,  bai-,  telemaf-,  bomn-,  hei- 
niD(n>^n,  mgnbonw,  beaU,  blMbonl.  fifne  tpar, 
mmihovt:  timmeThont,  ruananzhoat,  roaleaux- 
■IruMi,  BpaneodoDKii,  noordactw  aappen,  boatatof. 
harikê:  grol  timmeAont,  hciiuiigpUïn.  Zilwrdm 
{»fm-),  denttenkiml;  timmerhouten  veel  doel«in- 
doi,  waaFToOTOok  fgn-deDsenhoDt  gebiaikt  wordt. 
Otdêr:  ni«Dbel«D,  Ngaraokirtja^  mUoodbost. 
Pofc/koHf;  kflffeHnUea,  ntmAmm.  Sbbtn:  dtt- 
hfl  Tan  mniiakinatnuiientui.  PaUmmdtr:  ali  ti- 


naeibont  toot  iDoidMla.  Z«.  PtimluMi:  hedilen, 
doiaiabUen.  PaardmUuuttmje:  ragweik.  Ttak: 
beab,  TOOT  denm,  bMitnanring  Tan  «agona  en 
aobcfWD.  Mahag<mit:  meri»rien.  Eitior;:  land- 
btnwwBcktni^eo,  gereedechapaatelen.  Een  taslal 
van  de  mooiate  wtfieemBciie  boiitKiarten  Tiadt 
men  op  de  plaat  afgisbeakl. 

Zie:  Sj^tha,  Dae  Hc^,  deenn  Seneontiagen, 
EI«eaaehafteI^  Kianktieiten  ood  Fehl»r  (Pnae 
1883);  Print»,  Die  Ban-  nnd  Nq»M1mt  (Wet- 
mai  I8M). 

Hont,  Jon  vm,  «en  inwoner  vaa  Leiden,  ge- 
boren in  1542,  werd  in  1505  wcieUriB  van  Lei- 
den, een  betrekking,  ook  door  inn  ladei  bekle«d. 
Boam  ODtiloeg  bom  in  1569;  lig  nam  de  w|jk 
n«ar  Bmdei>,  waar  bn  ak  notana  werkiaam  waa. 
In  1572  lanTaaidde  nij  weder  i^  anitt  te  Lei- 
den. Gedurende  bet  beteg  atond  hg  Van  der  Werf 
ter  söde  en  na  de  atiebting  der  Imogeechool  weid 
hj)  terena  aeeretarii  Ttn  eniatoren,  welk  aadtthg 
waaraan  tot  in  1596.  Vooral  oA  bebartüde  hq 
de  bdangen  der  boeker^,  terwj^  hg  bet  coQegiam 
theologienm  met  een  Tederoering  pleebtig  inw^- 
de.  Met  Van  der  Werf  ging  bg  naar  Utredit,  om 
LegeetUr  te  orertnigon  Tan  bet  onreebt,  dat  Lei- 
den zou  worden  aangedaan,  ia<yen  de  academie 
naar  Dtieebt  Terplaftttt  weiid.  Ook  btttikl  fcg  de 
palieren  der  etad  in  o^d^  Tepnardigde  bet 
.4)tenatboek"  en  Tenamride  de  kenr»!  en  de  be- 
richten omtrent  de  gilden.  Ond»  de  baadacArif- 
ten  vaa  Vtm  Hout  op  het  raadhnii  te  Leiden  be- 
rntt  xj}o  beaetiniTlDg  Tan  het  tideg  en  ontaet, 
waarran  ayn  neef  Ortsr*  waandiüugk  gebruik 
gemaakt  beeft.  Verder  letenie  iig  het  reMi  ver- 
meUe:  ,J)icnittWDA  der  Stadt  Lerden,  innebou- 
dende  Terelarinee  Tan  't  weaen  eiode  gtielegen- 
heyt  eni.  Tan  deaelve  stadt  en  van  d«  geetitten 
tot  geeateljeke  otte  godWniefatige  werken"  (1602), 
„R^tonatraneie  ol  vertoog  hj  die  Tan  Lejden 
den  Staten  'e  I^mk  Tan  Hollandt  in  Febrnarr 
1582  hare  roedeüdmaten  gbedaen  nopende  't  Ter- 
handMde  der  Predieanten  ena."  (in  de  werken 
Bor  en  CoornAeft  en  ataonderlijk  in  1697).  Z^n 
gedichten  Tindt  men  in  onderêoheidene  werken 
Ter^ireid.  In  1506  legde  hn  ign  ambt  ala  teere- 
taria  Tan  enratoren  neder;  bq  overleed  ia  1600. 

Zie:  J.  Prineen  J.  L%n.,  Be  Nederlandeebe  re- 


naiasanee-diebter  Jan  van  Host  <Amelerdam 
1907). 

HontaiUn  it  de  acgn,  die  door  droge  destil- 
latie Tan  bont,  ale  neTenprodnet  Tan  de  melhvl- 
alcufaolbereiding  veikre^n  wordt  (lie  JfetAyJól. 
eohol). 

Rontoawla.  Zie  Coano. 

Boiitooiu«Tve«rliir.  De  daarzaamlieid 
Tan  Tenebillende  hontaoorten  loopt  eterk  uiteen. 
Het  Tereaan  Tas  bont  in  den  lo^  der  t^den  te 
in  het  algemeen  te  Terklaren  uit  een  rottingapro- 
cel^  dat  leroonaakt  wordt  door  de  aantaating 
van  bet  bout  door  baeteriSn  en  owammen.  De 
hoateoDeeneering  heelt  nu  teo  doel  dit  rottinM- 
proeea  tegen  te  gaan.  De  aanwezigheid  van  vodit 
in  het  hont  onder  toetreding  Tan  kicht  ffeeft 
aanleidUng  tot  dit  rottingqiroeea.  Vottomen  <>»■<>(? 
bont  in  droee  tnefat  ie  Toor  onbeperklen  tgd 
houdbaar.  Ook  onder  water,  doe  b|)  buitenalui- 
ting  Tan  lucht,  ia  hont  eeowea  lang  in  goeden 
staat  te  eonierreeien. 

Het  watergebalte  Tan  hout  loofit  eterk  uiteen 
en  bangt  at  Tan  de  aoort  bout  en  Tan  de  wgze. 
waarop  bet  bont  sa  bet  «elleit  der  boomstam- 
men befaanddd  ia.  Behatre  bet  Batnurlgke  droog- 
5n>ees  in  de  buUenlMht,  wendt  «en  tegieowoor- 
ig  Toelal  kvnitmatige  droogproeeaaen  aan,  door 
bet  hont  te  terhftten  in  gróete  raimten.  Deae 
wgw  van  drogen  gaat  ineller  dan  de  oude  me- 
thode. 

Van  belang  Toor  het  eonserreeren  van  hont 
il  o«A  bet  mtloogeo  der  sappen,  aanmien  bacte- 
riën en  iwanmen  daarin  e«o  goeden  Toediigs- 
iMdeai  Tinden.  Dit  gew^iedde  tmU  door  Set 
hont  in  atroomeiHl  water  te  laten  uittrekken',  «f 
ook  door  het  bout  uit  te  atoomea. 

Het  eomerreeren  van  hout  geaidiiedt  Toorna- 
melgk  op  twee  principieel  Teniétüllende  manie- 
ren: a.  door  bet  santirengen  van  een  beaehermend 
opperrlak;  b.  dooi  impregneering  i(doordEinging) 
Tan  bet  bout. 

a.  Betehermend  opftrvlak.  Het  te  oonserTee- 
ren  hout  moet  droog  ign,  of,  indien  dU  niet  het 
K»Taj  ie,  moet  de  bedelücende  laag  loodantg  ign, 
dat  bet  hout  lerder  kan  uitwasemen,  aadeis 
wordt  bet  „Mraltftt".  Teneinde  het  bont  te  bedek- 
ken. Terft  men  het  of  het  wordt  geleerd.  Voor 
het  teren  Tan  hout  ie  bruine  teer  ol  hoatteer 
te  Terkieaen  boven  «warte  kootteer.  Een  uitste- 
kend dekmiddel  ia  horendien  earbolineun,  een 
uit  koolleer  bereide  dunne  olie,  die  gretig  In  het 
bont  trttt  en  kraciitag  bederfwerend  werkt.  Ook 
wordt  Tan  karvuiê  (^e  aWaar)  Mbruik  gemaakt 
Het  oppervlakkig  Teitolen  Tan  tiet  te  eoneervee- 
len  bout.  dat  Troeger  Teel  in  gebruik  wae,  ii  ae- 
ker  te  ontraden. 

SoDM  wordt  bet  bout  ook  met  metaal  bekleed, 
looals  in  den  sebeepsbouw  en  TOOr  eommige  wa- 
ter^uwkundire  doeleinden  bet  gebruik  is.  Ten- 
slotte wordt  bet  'bout  oc^  bestreken  met  bars, 
was.  parafine,  talie  en  andere  vette  zeUatandig- 
heden,  doch  wegeiH  de  dunrte  komen  voor  deae 
beweiting  aHeen  fgne  bonteeorten  (meiAeli)  ia 
aanmerking. 

b.  Im^egneering.  De  atott«i,  welke  toot  de  im- 
pregaatie  van  bont  in  aanmerking  komen,  laten 
zifii  in  twee  groepen  verdeelea:  1.  oplesaingen 
van   metaal  lottten,    looals    kvikehloriMl.    koper- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BOUTOONSËiBVBiEKINO. 


lulftat,  iJDkchloiied  en  andere ;  2.  antiBeptisch 
WerkfiDde,  (»li«aahtige  «toffen,  naaionder  creoaoot- 
DÜe  een  voorname  plaaU  inneemt. 

1.  D»  imprtgneêmig  mei  oplotÊinam  nm  me- 
tooJMuleit.  Dew  dateert  reeds  v»a  1332,  toen  in 
ËDgelaod  Kjfan  bout  met  een  oplossing  Tsn  kwik- 
(Ailoried  (oablimMit)  iinpregD  eerde,  welk  proces 
lindsdieo  kf/mtyteeren  geDo«iiMl  wordt.  Dgaitoe 
wordt  Kitiniikt  een  oploesiag,  welke  0;3 — 0,1  % 
HgClt  oerftt.  Het  houi  wordt  in  die  oplouinf;  in 
'  houten  bakken  te  weeken  geleed  en  blgtt  durin 
12 — 14  dïf^ii.  De  ikfiie  tsh  indringing  v&nhet 
kwikdüoried  bediMKt  gewwnlök  niet  meer  dan 
eenige  milKmetere.  Ia  1841  atelde  Pa]pu  voor, 
twee  lODten  te  gebruiken  umi  !bet  imptegneersn 
na  bont,  <lie  in  M  inwendige  fan  het  liont  lidi 
kenden  verbiiMien  tot  een  oooploibaar  oeerdw. 
Voor  dit  proces  werden  optoesingen  vsn  yaenm- 
faat  en  iwiToUisriinn  gebruikt,  <loeh  (Ut  proeea 
is  slecjits  'braikfcaar  voor  Meine  atidken  bouL 
Van  bekag  is  de  methode  van  Bomditrie,  welke 
odk  nit  ImI  dateert  en  Ttdgena  welke  bet  bout 
met  «ea  oplowiig  van' kopersu)  Iaat  wordt  ge«>n- 
serreerd.  Daarbf  wordt  een  kopersnlfaatoplossing 
onder  bydranHsoien  druk  in  de  hellend  liggeode, 
pas  gerelde  boonatainineD  g^nt,  loodat  oe  ou- 
der dmk  Tetkewende  cfhwiuiig  de  in  bet  bost 
aanwerige  sappek  voor  %ub  nitdrgit  «n  tenslotte 
aan  de  andere  töde  tmi  den  stam  oilpertt.  Deie 
wgip  Tan  impregoeeren  moet  bg  tooik nu  binnen 
bwee  dtgan  na  bet  ^eMen  der  atanamen  pUate 
hebben;  tiet  edioraeit  der  stamiDni  gteêbiedt 
eerst  na  jh  impiegneeriBg,  welke  bcBindigd  ia, 
wanneer  men  «wn  de  andere  x||de  Tan  den  etam 
de  blanwe  k^temUBaloploBiing  liet  uittreden. 
Men  beiigt  een  oploning  *an  1— S  pereent  Ik^mt- 
■nllaat  en  dn  dnnr  deier  bewerking  hangt  af  Tan 
de  lengte  dei  te  impregoeeren  stammen  en  de 
Hwrt  Tan  het  bont,  Deie  methode  T«n  impregnee- 
ren  vindt  vooral  toepassing  bg  bet  oonserveereB 
Tan  telegraaf-  en  teleiooapalen,  welke  on  deze  wg- 
ae  genuodeld  gedurende  18  jaar  bminiaar  ign. 
De  meeate  beteekenis  onder  de  metiioden  vttn 
impMgneering  met  metaakovtofkMaiBgen  bexit 
echter  die  van  Bunutt,  welke  «a  1888  *oorttiide 
het  bont  te  iinpregneeim  met  «eo  oplosaing  van 
aiikehloiied  fZnCb),  vandaar  den  naam  Burnel- 
tttrtn,  Daiibg  wordt  de  bederfwerande  oploMÏi^ 
onder  boogen  dnk  ïn  bet  bost  g^rtt  in  eeo 
^oote  imfiiiegBeereyliader.  Het  boot  «ordt  ofge. 
■t^ld  Of  em  wagen,  welke  in  den  impregneer- 
cjluwier  wordt  gereden  en  doM  wordt  gesloten. 
De  stadia  der  bewerking  igu  de  volgende: 
a.  iMen  la*t  eerst  stoom  in  den  eylinder  en  gedn- 
reode  ongeveer  3  aur  wordt  bet  hout  ba  een  dink 
van  ]'/■  atmosfeer  uitgestoomd.  Deie  i>ew«iking 
beeft  ten  dori  bet  bont  aibwending  te  reinigen. 
6.  Nadat  de  stoom  is  afgekten,  wortH  de  ketel 
door  middel  van  hebtnompen  geèvacneerd,  totdat 
de  dmk  ongereer  6u  cm.  kwik  bedraagt.  Dit 
heeft  ten  doel  de  Incht  nit  het  hottt  weg  te 
pompoB,  aangtuen  anden  de  in  bet  bont  aan- 
weiigie  Incbt  de  daar^  volgende  smpregneering 
onder  dmk  ion  tegenwerken  en  de  kwregnee- 
rlngiTloeiatof  weer  ion  nibpersen  nat^hefiing  van 
den  dnik.  e,  Nn  wordt  de  bederf «ei«nde  rioeistof 
in  des  Q'linder  gepompt  en  de  drnk  laagiaam  m- 
gevoerd  tot   8 — 10  atmoeteren.  Nadat   een   vol- 


doende bosveelbeid  vloeistat  door  bet  bont  ïa 
i>pgenomen,  —  hetgeen  men  op  «en  peilsobaal 
kan  waarnemen  — ,  woidt  de  ornk  Tcimii>der4 
de  Tloeistof  afgelaten  en  het  bont  oit  den  eytinder 
gfAiaald. 

Een  voordeel  Tan  het  t)nm«tteeren  ia,  dat  het 
bont  na  dirogii^  geschikt  is  om  geverfd  te  wor- 
den en  deie  wjjze  van  oonserveerinK  goedkoop^  ia. 
Een  nadeel  ie  daarentegen,  dat  bet  gebraikte 
ziDkchloried  in  water  tamdf^  <^4o8baar  is  en  <^ 
den  dunr  door  regen  wordt  uitgeloogd,  ev«n^ 
kopersnlfaat.  Oebnrnetteerd  bont  is  dtis  niet 
bruikbaar  Toor  wateiboawknndige  doeleindes.  De 
gebeoigde  linkdüoriedopknaing  is  ongeveer  S  % 
sterk  en  wordt  voor  hel  gebrsik  tot  60*  C.  ver- 
warmd. Soms  voegt  men  er  S  X  eieoaootolie  aan 
toe. 

2.  ImfregmtHMg  met  antMptUeh  wtrke»^ 
olitaehHffe  êtollen.  Zeer  belangrgk  op  het  gAied 
der  boQteonicrveerIng  ia  bet  g^niik  vkn  er«o- 
MofoUe,  dat  in  1840  door  BMel  werd  uabovo- 
len  en  oeer  veel  toepassing  vindt.  Creoaootolie, 
een  product  van  de  iteenkolenteerdestillatie  (lie 
OreoÊOot)  ontleent  baar  marde  aan  de  aterk 
antis^tiscbe  werking  en  aan  bet  fedt,  dat  q 
ziidi  met  water  niet  meer  laat  uitloogui.  Het  im- 
pregneeren  met  creosootolie,  atotoiaere»  ge- 
naüid,  geschiedt  ook  onder  drvk  in  <7linder% 
nadat  bet  bont  ia  nitgesloomd  «n  geèracneerd,.  De 
creoêootoUe  wordt  vooraf  «p  10C*C.  verwarsd, 
de  denk  bedraagt  6 — 8  atmmfeer.  De  hoeveelheid 
creoaootolie,  die  in  bet  bout  n^etet  wordt,  is  al- 
haok^k  van  de  boutsoort.  Man  rdent  eldiaal 
voor  naaldhont  200  L.,  voor  loolbont  100  X.  per 
kob.  m.  £eD  naded  van  dese  metbode  ia,  dat 
ie  leer  kostbaar  is.  Een  groote  verbetering  werd 
dan  ook  door  Rv^ng  aan^^raeht,  die  waaruaa, 
dat  men  na  imprègneerine  ongeveer  de  helfi  der 
creosootolie  weer  nit  bet  bout  afioigui  kan,  ion- 
der  dat  dit  aebade  doet  aan  de  eonserveering. 
Een  naded  van  met  creoaootolie  geoonaerveeid 


'Hout  bestemd  Toor  den  mÜDbonw  wordt  wemia 
den  be^rkten  levenidaur  niet  ^eereosteerd,  doeh 
gewoonigk  met  metaalioaten  gmmpr^neerd.  Ook 
worden  biervoor  somi  kieielflnoomalrinm  en 
andere  fluoorhondende  loeten  sJe  imfn^natie- 
middelen  gebruikt. 

Ted  beW*teUii«  w«kt  ook  de  door  Po»tU 
uitgeTonden  wg»  Tan  bontemieFveeriag  met 
melaMe  uit  de  «nik«rfiJ>raekea.  Men  Iaat  bet 
bont  ongmeei  15  uur  Uggan  in  een  op  100*  C. 
Teriiitte    nwlassestroop,    welke   van    arMnignre 

lonten  Toonien  is,  teneinde  inseetenvraat  t 

te  nan.  De«e  metbode  wordt  in  Iitdil  e: 
stralil  met  enccee  aangenvend. 

In  Amerika  ia  ook  een  methode  van  bonleon- 
serveering  in  zwang,  welke  daarin  beataat,  dat 
bont  gedrenkt  wordt  in  parafine,  dat  met  nafta- 
Kiie  en  i^asoriB naarde  is  vermengd.  Door  dit 
mengsel  WD^den  de  hoot^rifn  gesloten,  waardoor 
het  water  niet  meer  in  tiet  bont  ksn  -aringen  en 
tevens  wordt  door  de  antiseptische  werking  rotting 
voorkomen. 

Tennlotte  ig  ook  vem^  dat  pogii^ea  in 


'i.'r 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOUTCONSBRVKESmO-^OUTBN. 


003 


bet  weik  ij)n  geiteld  om  bont  Uiigi  eleetriBafieii 
weg  tegen  roltiog  te  woKirKren.  Nordm,  «en 
Ainetikikn,  ion  ei  iit  eealiagd  inn  een  metbode 
uit  te  weiken  om  op  ine  wgie  Doitt  te  «onwt- 

Behaln  tegen  rotting  k&n  men  bet  boai  ook 
eonierrèéien  tegen  brudgerui.  Deie  wlpe  tib 
coneepreeien  werd  leede  ti^  de  Bomeinen  ge- 
bnikt.  In  1821  beraj  Oog  Liutoe  unmoninm- 
pfaoifut  TOOI  dat  doel  un,  en  êinda  Aen  tqn 
UI  dit  gebied  meet  dna  6O0  pttnitea  TeiteeiM. 
Dew  wgie  Ten  boateonaeireeiing  bennt  ook 
weer.  betig  op  iiet  unbrengen  t&q  een  besehei- 


aAeet,  of  ook  werkume  trifmeogMli  Miitteo, 
welke  meerendeek  04A  toot  de  hnpregnntie  wol- 
den gobroikt.  Van  de  veradtillende  lontea,  welke 
in  opk)uing  tooi  in^iegn&tie  van  bet  faont  in 
aanmerkiDfc  komeiv  ign  oe  TOonMaimte:  ammo- 
nmmooatei»,  boonnni  en  bonten,  anlfaten,  ear- 
bonateo,    phogfaten    en    lonten    Tan    titaan    en 

EenftdMb  onUedeft  deae  lOoteB  'bg  hooge  tem- 
pemtnren  en  lereien  'daai4>g  luet-brandbare  gaa- 
ten,  looali  koobuai  ea  ammoniak,  die  de  TUm 
daoreo,  anderdeela  anwlten  ig  tot  glauehtige 
nMin'a,  die  bet  bont  tegen  de  Tlanmea  beeefaer- 
men  (boonnni  en  boiatna).  Ditroetige  ptoefen  in 
deM  iL^ting  werden  genomen  dooi  bet  rqkda- 
Iwratoiinm  vooi  bontondenoek  te  Hadiion  in 
Noord-Anerika,  waaAS  bleek,  dat  ammoniam- 
ehloiied,  -anlfaat  en  -paoiFaat  fa«t  beat  eoneer- 
Teerend  in  deae  liebting  weiken.  Temlotte  ig 
opgemerkt,  dat  IFoJnum  getiadit  beeft  een  im- 

SKgneeiingvrloeistoI  te  Tinden,  wdke  ^etijktg- 
ig  het  bout  l«gen  biaadgeraar  en  rotting  bë- 
i^ennt. 

lAttmltmr:  J.  A.  vm  dar  Kloe»,  On»  bonw- 
materialen,  dl.  IT  (3de  dnik  Maaufaia  1&I2);  S. 
TroaeAel,  Handbneh  dei  HoIikooMiriernng  (Ber- 
Ifin  1916)  en  voorU  artikelen  in  bet  tQdMbritt: 
„KnaataloHe",  jig.   19I&  (UDnehen). 

HoaMnU.  ZTe  Dmmt. 

Hontem,  een  gemeente  in  de  piorineie  Lim- 
bnig,  869  a.K.  groot  met  (1915)  1S8I  inwonen, 
wordt  begienad  door  de  gemeenten  Meersan, 
Schimmert,  Hnlsberg,  ValkenSnrg  en  Berg-en-Ter. 
Ugt.  Tot  de  gemeente  bebooren  de  dorpen  Hon- 
tem en  St.  Geilaeh,  de  bnorten  Stnbeek  en 
Broekom  en  de  gehalten  Bontemeièerg  en  Hda- 
wqk.  De  bodwi,  <Ue  nit  Limbmigselie  klei  en  beek- 
beiinking  beitaal;  wondt  «oor  landbonw  ge- 
binikt. 

Het  dorp  Hontem  ligt  «an  den  qworwcK  Tan 
Haaetriebt  nur  Aken  en  aan  bet  riviertje  de 
Oed.  Er  ia  een  fraaie  Room«ob-Eatli(4ieke  keik, 
die  beeehilderd  ii  met  voontelHnmn  «it  het  to- 
ten Tan  den  heiligen  Qtrlaau.  In  den  onttiek 
Tindt  men  Ttle  TiUa'B,  en  bel  dmk  Treemdelin- 
genterkeer  ii  oonaak,  dat  men  ei  Tele  hoteli  en 
penRione  aantreft. 

Hontm,  ConuU»  vm,  een  Nederlandacb  wii- 
en  natunik nodige,  in  1662  te  Zwammerdatn  ge- 
boren, Terseielde  al«  knaap  lün  Tader  naar  Ken- 
len,  waai  oeie  piedikant  wai  bji  de  Staataebe  ^- 
geunten  tot  de  vredeMitdeihaitdeling,  beioeht  bet 


gymnaaiom  te  Qonda,  de  boogeaehaol  te  Utrecht, 
waar  bg  4  jaar  in  de  theologie  en  teTena  in  de 
wis-  en  natunrknnde  atodeerde,  en  promoveerde 
in  1686  op  een  diaeertatie:  ,J>e  bodo  et  de  audi- 
tn".  VeiTolgena  bracht  hii  itog  5  studieiarea  te 
Leiden  door,  werd  in  1690  conrector  te  Haariem, 
aaOTaardde  in  1701  het  ambt  van  boogleeraar  in 
de  wgabegeerte  aan  de  boogeaebool  te  Haider- 
wgk.  Hg  weid  er  tot  ë-maal  toe  bekleed  met  bet 
reetoraat,  qtrak  ondeTtebsiden  rederoeringen  uit, 
eohreel  Termoedelgk:  „Gion^egelen  der  dooi- 
liftknnde  en  petneetief"  fl7M)  en  orerleed  den 
Sliten  Ai^natns  17U. 

Hontan,  ViUem  wm,  den  24aten  September 
1778  te  Rotterdam  geboren,  ferseidde  ala  knaap 
Taak  ign  Tadep,  die  als  binneuooda  Toei.  Hier- 
door ontTing  hg  een  nifgebreide  praetÏHbe  ken- 
nis der  xeeraart.  Weldra  werd  bg  als  leerling  ge- 
S laatst  in  een  aaniienl^  Botteidamtcb  han- 
elBbnig,  waairaD  bg  later  ei^naar  werd.  Hg 
weid  makelaar  en  vestigde  dauna  met  2  tgner 
ionen  een  nitgebreiden  handel  in  sehee^iamate- 
rialen  te  Rotteidam.  Zjpt  Tr^en  tgd  wgdde  bg 
aan  de  studie  dei  belaögen  van  handd  en  aee- 
vaait.  In  1824  atiehtte  hg,  door  eesige  woMmH- 
ge  iiw«aeteneB  van  ign  woonplans  «ndeialeund, 
de  „Zakd^Hallandsehe  HaatseAappy  lot  leddinf^ 
van  schipbienkellngen"  en  geraunen  tgd  waa  hg 
haar  voonitter,  waarom  hMi  in  18M  nit  naam 
ignei  stadgenooten  dooi  prins  Bendrik  dv  Ne- 
derlanden «en  fraai  voorwepp  in  rihei  aangebo- 
den werd.  „The  Kt^al  Inatitation  for  the  preser- 
vation  of  life  from  abi»wi«<fcs"  te  Londen  sehonk 
hem  de  gooden  medaille  vooi  bet  onbweip  eener 
doelmatige  reddingaboot.  Hg  overleed  den  2deB 
Juni  1857.  Van  ign  geeehriften  noeoMn  wg:  „Het 
stoonKwerktaig,  dêsaelts  oor^iong,  voortganK  en 
umenctelling,  bMcbreven  «1  toegepast  op  tsbrie. 
keu,  iloombooten  en  stoomrütnigea"  (1830),  ,J)e 
balans,  of  dnidel^e  voorsleilinr  vsn  de  wgte 
Tan  aafmnateUiog,  de  werking,  it  lolTeibeid  ea 
de  oorzaken  van  onsorveibekl  van  dit  in  soo  T«le 
opaigten  alleibelangrgkat  ea  onmiriianr  weik- 
tnig^  f2de  <lnik  1^1),  „De  tebeqiTurt  of  eene 
dviddgke  voorsteUing  van  laken,  die  daarop  be- 
trekking hebben  ol  ei  mede  in  velband  ataan" 
(18SS),  ,3eaehiÜTiHg  van  den  gieren  moorweg 
Inaaehei  Liveipoolen  VausfaetUi"  0834),  „Wis- 
kundige aardnjksknnde"  <18S3),  wMathematical 
geogTwhj"  (lm4X  „Oedacbten  over  bet  ontwerp 
tot  opngtinR  van  een  entiepOtddi  te  Rotterdam" 
U885),  ,JteiB  van  Rotterdam  naar  Londen,  beae- 


ge  beéeÜrvviag  der  veraehillende  laken,  welke 
^lop  betrekfing  beUieil''  (1886),  ,4)e  Neder- 
laodsate  Handelmaatacbmü,  haar  bestaan  en 
werking,  in  veitwnd  met  oen  algemeenen  handel 
beaehonwid"  (I8S8),  ,A»okkelen,  het  oomiriMU 
gevolg  van  booge  en  veibodsrigten"  (1S41),  „Blik 
op  de  handeiskriüs  in  1887"  (1BS7),  ,Jteai  naat 
Londen  eni."  (18SI)  en  ,,Ifedwands  koopvaardg- 
vloot"  (1853). 

Konten,  Ooenraad  Jolumm  Mn,  de  atiehter 
dei  beFoëênde  fabriek  van  de  firmn  O.  3.  van  Ho»- 
feu  «M  Zoon  te  Wee^i,  werd  in  Haart  1801  ge- 
boren te  Amateidam.  Zgn  vadei  bieU  daar  een 
tbeewiskel  en  verkocht   tevens  d»eolade.   Daar 


DigilizedbyGoOglC 


HouTEaï-^ounaN. 


ÓT«t  de  hoedanigheid  tsd  deie  tekens  geklaagd! 
werd,  besloot  de  zoon  naar  eeo  minldel  te  loeken 
om  deze  te  ierbeter«n.  Na  iele  Tnieiitelooie  po- 
gin^n  gekikte  bet  faem  in  de  eerste  helft  oer 
vorige  eeinv  de  caMoboooen,  londec  bjjmengiiw 
Tan  vreffode  etcflei^  niet  alleen  van  bet  OTertol- 
-Uge  vet  te  bevrijden,  maai  de  OTeiMifvendi 
standdeden  in  zoodanigen  vorm  te  brengen,  dal 
de  cacao  haar  voedende  waarde  bcJiield  en  tct  een 
aangmaam  utmkenden  drank  kon  «orden  bereid. 
De  neer  Van  Houten  Doetode  zgo  product,  dat 
den  vorm  van  een  zeer  lün  verdeeld  poedei  had, 
„(Aaeoia(k.poeder",  een  naam,  die  in  latere  jaren 
dooT  dien  van  „Van  Houten's  cacao"  werd  ' 
vangen.  By  kemofclijk  <bestait  van  4  April  1: 
verwiert  hg  Toor  dea>  tijd  van  tien  jaren  octi 
vooi  atjit  vitvinding,  die  bg  reeds  dadelgk  tot 
mik  een  volkomenheid  had  weten  te  brengen, 
dat  siitdi  dien  tijd  niet  eenige  noeroeoswaaFdige 
veibelering  ia  aansebracbt  Sedert  dien  tqA  heeft 
de  tinna  haar  lelatiea  voortdarend  uitgebreid. 
yam  Houten  overleed  in  Hei  1887  ie  Weeep. 

Hontan,  SamuSl  van,  een  Nederlandecb 
staataman  en  Hhrjjver,  den  ITden  Februari 
te  Groningen  geboren,  ctudeerde  t«  Oroningen 
in  de  rechten  en  pramoveeide  aMaar  in  1869  ov 
een  dissertatie:  „Over  de  waarde".  Nadat  bij 
zich  te  Qronin^n  als  adivocaat  gevestigd  liad, 
blo^f  faq  zich  v^den  aan  de  Btudie  der  ataatbaii- 
hondknnde  en  leverde,  als  vrachten  van  zyn  ar- 
beid, belangrijke  opstellut  in  t^fdaebriften.  Hjj 
werd  in  1869  gekozen  tot  Vid  van  de  Tweede  Ka- 
mer der  State n-Generaal,  waar  bg  lieh  onder- 
sAeidde  door  zijn  .vooruitfitrevenae  gewoel  en  s. 
Van  Houten  wend  in  1875,  187Q,  1888  eo  1884 
heriiazeii,  wa«  vaa  1894  tot  -1807  minister  van 
Biiinenlandsehe  Z^en  en  van  1904  tot  1907  lid 
der  Eerste  Kamer.  Met  Kerd^k  en  anderen  redi- 
geerde hij  het  tgdecbrift:  ,!Vragen  des  Tüds" 
en  streef  bovendien:  ,J)e  staatsleer  van  Mr. 
Tlioibecke"  ('1872),  „Staatkondige  Briwea"  (se- 
dert 1883  versebiHende  reedisen)  en  „Büdragen 
tot  den  strijd  over  God,  eigendom  en  tamirie" 
(1888),  „Ontwerp  van  wet  tct  berzienin^  der 
grondwet  bij  de  Staten -Oeneraal  aanhangig  ge- 
maakt" (1S84),  ,jD»»  CaasaliUte-Oeaetiz  in  der 
Soiial-WisaenaiAaft"  (1888),,  ,J)e  sUatsteer  van 
Mr.  J.  K.  Tborbeeke"  (2de  drnk  1888),  „Weta- 
voorttel  t«t  nitlweidin^  en  nadere  regeling  van 
het  recht  van  onteigening  ten  algemeeiten  nntta 
door  gemeen tebestu  ren"  (1890),  , Staats-  en  atraf- 
reehtelüke  uistrilen"  (1897).  ,J.iberaal  ot  vrj- 
zinnie-aoeiaal-democraat"  (1S99),  „Nieuwe  staat- 
kuDdige  btierven"  (1899—1901),  .^eboett  onie 
onteigeningswet  bertienii^  met  het  oog  op  de 
bevordering  van  het  klein  KronfiMtit  en*.¥" 
(Vereeniging  voor  de  etatlfanieboudicniHie  en  de 
statistiek,  PraeadmeuD,  1901),  „Heidnikken  be- 
treffende Deo-maltfansianisme  en  vron  wen  recht" 
(1903).  „OnberadtiijdaaDen"  (1908).  „VHI  en 
twintig  jaar  in  de  Kuiter"  (Iste  periode,  1903), 
„De  wet  der  eanariiteit  in  de  sociale  wetenschap" 
(1905)  ,J>e  Staal-erisie"  (1907)  en  „Vijt  en  twin- 
tig jat«n  jo  de  Kamer"  (dl.  II,  late  Mdeelte, 
1908).  Aan  zijn  initiatiet  was  bet  te  dai&en,  éa» 
in  ons  land  de  eerste  wet  op  den  kinderarijeKl  tot 
etaw)  kwam.  nA.  de  „wet  nondende  maatregden 
tot  bet  tegengaan  va»  ovennatigen  aiMa  en 


verwaarlooiing  van  kinderen"    ffitbl.   1874.    n*. 
139). 

Hontatt  aoUP-  ^'^  Belup. 

HotltrMitrSe  MMfUüooM. 

Hontcruilct  noemt  men  een  tnateriaai,  dat 
voor  vloeibekleeding  wokH  ^ebmiht  en  van 
eeoigGzins  steena<^igen  aard  u.  Het  wordt  als 
een  natte  sti^e  zeUatandigfaeid  «aiig«bi«afat  en 
versteent  vtg  spoedig,  in  verband  met  de  beatand- 
deelen,  w^e  het  bontgianiet  voimeii.  Een  deser 
beBtaaddeelen  is  laagael,  waaraan  bet  matariaal 
den  naam  ontleent  en  waarvan  men  de  korrels  in 
een  afgeweiiten  vloer  kan  zien.  Zie  ook    Doloment, 

HoatCTftvnr*.  Zie  HoutmgkuneL 

Hontln,  Alberl  Jule»  Henri,  een  Franseh  R.- 
Kairaliak  godgeleenk,  werd  in  1867  te  Ia  Fli- 
ehe  geboren,  atndeerde  aan  de  seminaria  te  An- 
gers  en  w«rd  «bar  in  1891  priester  en  leeraar  in 
de  geschiedenis.  Bij  de  bestndeering  van  d«  voor- 
geschiedenis van  de  kerk  te  Allgen  („Lee  originee 
de  l'égliH  d'Angers"  1901  en  „La  ligende  de 
Saint  Kené"  1901),  kwscn  hg  met  den  bissebop 
van  Angere  in  conflict,  was  eenigen  tfjd  bnlppre- 
lUter  te  Pargs,  waar  bn  in  '1 902  publiceerde  , JiB 
qnestion  biblique  cbez  lea  Catbtbques  de  Fraaee 
au  XIX  siècle  .  Dit  was  een  reden  om  hem  af 
te  setten.  Eet  weikje  werd  in  1903  op  den  lodei 
van  verboden  boeken  gezet.  UouUn  leeft  sedert 
dien  ah  schrijver  te  Parijs.  Hjj  is  eea  der  belang- 
rijkste verte^enwocnligeis  van  bet  modemisme 
in  de  Eatbolnke  kerk.  Verder  schreef  bn:  ,4)am 
Coutnrier,  abbé  de  Solesmes"  (1899),  ,!Un  der- 
nier  Oalliean,  Beuri  Bernier"  (2de  dnik  1904)^ 
,^ea  difficnllés  avec  mon  övéqne"  (1903),  .J^ 
oontroveree  de  l'AfiofitDlicité  des  égliaee  d«  Fraa- 
oe  au  XIX  aiècle"  (3de  druk  1903),  ,J,'América- 
nianke"  (1904),  „I«  qnestion  biUiqne  an  XX 
siècle"  (2de  drnk  1906),  ,M  crise  dn  deigi" 
[2ile  druk  1908),  ,J}veqnM  et  dioe«aes"  (I  eo  II 
1907—190»),  „Un  pr«tre  marie,  Charlea  Per- 
raud"  (1908)  en  „Autour  d'nn  arétre  marie" 
(1910). 

Hontlny  (Coregonut  oxurkynehiu)  ia  «en  be- 
kende rivierviseh,  bebooretkde  tot  de  lunilie  der 
Zalmvtsaehen  (zie  akjaar), 

Hontmscl  noemt  men  een  uit  la^te  boot- 
soort  verkregen  prodnct,  dat  voornamelijk  ge- 
bmikt  woidt  om  er  bebangadpapier  en,  vermengd 
met  magnesiet,  bontgranict  van  te  maken. 

Hoailiilswi  (Pioeideii)  4s  de  naam  van  een 
.naectealamilie,  die  tot  d«  orde  der  knaaginaectcn 
{OonodenUeni  beboort,  w«fte  een  onvolkomea 
geiSaanteTerwltaeling  lubben.  Sommige  aoortMi 
lÜB  oagenieugeM  andere  babben  4  glasachtige 
'leugeis,  van  wdke  de  voorvte  2  grooter  zijn  dan 
Ie  Bcbterate.  Men  vindt  er  op  oe  ttammen  es 
onder  den  loelatenden  bsct  van  boomen,  in  oode 
boekei^  meiriwien,  balken  eu.  Eenige  ziJB  fraai 
geteekend  en  ondeacbeiden  zich  door  lange,  hor- 
stehormige,  fijubebaarde  sprieten.  Tot  de  onre- 
vlengelde  soorten  behoort:  Clolüla  fmlaalorw,  die 
door  kloppen  met  den  kop  tegen  bet  bout,  een  tik- 
kend gelald  geeft  en  daarom  ook  wel  doodMop- 
pertje  ts  geooeiad,  alboewet  okdei  dien  naam  ge- 
woonlijk het  kh^ceMrtjê  (Anobium  ttriahtm) 
wordt  bedoeld.  Zie  voort*  DoodtldoppeHie. 

Hsntnuui,  Corndi»,  een  NederiandKb  reiri- 
ger,  omstieek*  bet  middm    der  16de  eeuw   te 


D,o,l,zedb,GoOglc 


BOUTUAN— HOmeEOOL. 


SOS 


Oondi  geboren,  deed,  toen  hjj  in  1598  met  liJD 
biowler  Fredtrik  otn  handel  uan  gelegen  heden  te 
Liuabon  Tertoefde,  onderzoek  nur  de  faftodeU- 
betrrickingm  der  PortngeefeD  in  Ooel-IndiS.  Zoo- 
dn  ^n  toeleg  Ueek,  werden  de  beide  broedere 
MVMgen  gtotHotn  en  lot  een  aftmienlgke  geld- 
boete Tetoordeeld.  Niet  te  vergeetg  e«hter  ver- 
wobten  iq,  bij  het  eewen  der  door  faen  veikie- 
gan  inliehtiogen,  oDderstsnd  van  fann  vmnden 
te  AjDilcidam.  wurna  xg  in  1^94  in  het  Tader- 
land  terugkeerden  en  de  loogenaamde  Comragaïe 
VM  Verre  stiehtten.  Den  li(en  -A^l  1595  rer- 
tiokken  ijj  met  vier  echten  van  Tesiel.  Cortie- 
tit  Houtman,  aan  bet  boofd  deiei  expeditia  g«- 
plaftUt,  Tolbraeht  een  toch  rondom  de  Kaap  de 
Goede  Hoop  en  door  Stra»t  Soenda  en  landde  den 
24atea  Jnm  1596  te  Bantam  op  Jarra.  De  Nedei- 
landen  «epden  in  den  beginne  door  de  ialftndeTB 
vriendelijk  onttacgen,'  doch  weldra  door  de  Pot- 
tdgeewn  Tardsobt  gemaalct,  zoodat  Houtman  ge- 
Tkngen  innomen  en  eleebte  tegen  een  «rooten  los- 
iwjfc  TiqgelateD  werd.  Desrop  beioeot  hÜ  nog 
BawMD  en  Bali  en  keerde  in  1591  naar  Neder- 
land tenig.  Houtman,  die  d«  rei«  als  kommies- 
Ud  had  med^fmaakt,  waa  geenmiiK  de  ziel  der 
onderneming,  droeg  zelte  icor  een  goed  deel  de 
lehirid,  dat  de  toent  gedeeltelijk  op  een  miïluk- 
king  nitliep.  Haar  hoewel  dese  reit  niet  véél 
voordeel  opleverde,  werd  aiq  gevolgd  door  ïele 
andere,  die  groote  rijkdomïnen  aanbrachten  en 
den  grondaUg  k^en  voor  de  etitAting  der  Oost- 
Indisehe  Compagnie.  Het  letbaal  van  deae  reis 
is  in  1611  bi)  MiehUl  Colyn  te  AcoeUrdam  in 
bet  licht  gegeven  en  opnieuw  door  Houffaer  en 
IJtermaa  als  dl.  VII  der  werken  van  de  Linaeho- 


ekêTo»,  een  Zeenwaeh  koofiman,  een  tweeden  loeht 
met  2  (cii^eD.  Oeze  wu  leer  ran^t^toe^g,  daar 
de  Miltsn  Tan  Atieb,  door  de  Portngeeien  opge- 
bitat,  den  laten  S^tanber  1699  liet  aebip  van 
ffoutmoM  deed  overromftden,  aoodat  bg  en  on- 
deracJKideo  andere  Nederlawlera  verraderlijk  ver- 
moord werden.  In  1880  werd  rt  Oooda  voor  hem 
en  liJn  èroeder  Frederik  (lie  aldaar)  een  monu- 
ment opgeiiiAI. 

HoHMttm,  Frederik,  een  broeder  van  den  voor- 
gaande, werd  in  1599  ook  dooi  óta  sultan  van 
Atjeh  gevangen  genome^  slaagde  «r  in  op  de 
scbepeo  van  PouAm  «m  Oaardtn  te  komen  (1600) 
om  deien  voor  de  Atjehen  te  waanebawen  en 
keerde  daarna  YrtJwdH^  dut  Atjeb  terug,  werd 
echter  opnieuw  ^vasgen  genomen  «n  eerst  in 
December  ISOl  bj  het  verröhgnea  ^an  een  niea- 
we  vloot  door  den  sultan,  die  met  de  Portagee- 
zan  in  onmin  wat  geraakt,  Yi^elateB.  Oedmende 
zgn  gevangenadiap  bad  bq  uah  otet  taal-  en 
sterrenknade  beiig  g«b<mdeB  en  de  plaats  vaa 
een  groot  aantel  stenen  van  bet  saidenhalfrand 
bef)aa)d.  In  160&  naar  Nederland  beroggekeerd, 
vertrok  hg  in  Oecemèer  1608  opnienw  naar  Oost- 
In(Ki,  werd  ia  1605  door  Van  der  B.a^ett  auig«- 
iteld  tot  eersten  landvoogd  van  AndtoiM,  keenle 
na  zee  jaren  naar  bet  vaderland  terng  met  eeni- 
ge  inboorlingen,  die  tot  sdioohneesters  zonden 
worden  opgeMid,  was  )ni3609  commandant  eener 
vtoot  van  23  eefamen  in  Ooat-Indü  en  wsrd  in 
16IS  gonvernenr  der  Mohkken  en  Saad  van  Iiv 


die.  Toen  hjj  in  1625  dia  betrekking  nederlegde, 
werd  hem  een  gooden  medaille  vereerd.  Nu  keer- 
de ht)  naar  bet  vaderland  lenig  en  overleed  te 
Alkmaar  ia  1621.  Hü  schroef  een  „Spraeek  ende 
woordboeck  in  de  Uakvsehe  en  Madagaakan^e 
talen  met  vele  Acabiswe  ende  Turcksche  woor- 
den em."  (Amsterdam  1603),  in  1680  hevdnikt 
onder  den  titel  ,J)aetJonarium  olte  woord-  en 
spraeekboek  in  de  Dujteche  en  Malejsdie  tale 

Roatmpa.  Onder  de  rupsen,  die  in  het  bont 
leven,  is  vooral  de  wif^enAotifnips  (Comu' eot- 
nu)  zeer  bekend.  Dit  insect  behoort  tot  de  orde 
der  vlinders.  Deze  rups grult inde  ftammen  van 
populieren,  «Inn  en  wilgen  en  ia  gemrtkelijk  ken- 
baar aan  een  eigenaardigMi,  bot^t  onaangena- 
men  reuk.  Voorts  ijn  de  kop  en  2  platen  Vf  den 
hris  glimmend  zwart,  —  de  mg  la  rood  mi  bij 
bet  Tolwaseen  dier  bruin,  terwgl  de  ii)dea,  ds 
buik,  de  midden-  en  de  aditerpooten  vleesahklen- 
rig  zijn.  De  pc^  in  bet  mofan  der  boomen  g^e- 
gen.  is  donkerbruin,  aan  het  achterlqf  'van  rijen 
tandjes  voonien.  Be  vlinder  is  grqs  met  doake- 
re  dwarsatreepjea  of  netwerk,  zeer  dik  en  log,  sit 
meestal  rustig  twen  den  «tam  en  beboott  tot  de 
grootste  inlandsene  vlinders.  De  boutrnpa  berok'- 
kent  groote  schade,  omdat  4ij  niet  alleen  wilgen, 
maar  ook  eiken  en  oottiMMMnen  aantast,  —  voor- 
al daar  zij  vaak  in  vrij  K^'X^  aantal  in  denseirdra 
boom  aanwezig  ia. 

Rontsobrottt  i»  ee>^  ÖMren  of  messing 
adiroef  met  driekanton  diaad,  waarbij  ^^  gan^n 
zeer  dun^  zeer  diep  en  eeberp  gerand  tnoeton  zgn, 
maar  ver  van  elkander  Uggen,  opdat  zij  in  bet 
bont,  waarin  een  ^ad  rond  gat  is  vAórgeboord, 
xit  bü  bet  insehroerea  de  gangen  in  de  moer 
anqden.  doch  tenna  zooveel  bont  laten  staan, 
dat  men  ze  er  niet  uit  ksn  trekken. 

Houtskool  weidt  verkregen  deer  droge 
destillatie  van  bout,  dal  is  verhitting  zonder  toe- 
treding van  ioefat,  of  dow  onvolkosnen  verbran- 
ding. Vroeger  en  togenwoordig  nog  in  bosahrgke 
landen,  geschiedt  bet  in  zoogenaamde  met- 
iers, die  in  het  boseh  gebouwd  wondeD.  Om  eoi 
of  meer  houten  palen,  &  kwandel,  wordt  bet 
gekapte  bont,  waarvoor  dleen  de  takken  en  de 
dunne  stammen  gebraikt  worden,  zorgvuldig  in 
den  vorm  van  een  stompen  kegel  gestapeld  en  bet 
gefae|I  met  plaggen  en  «arde  bedekt.  Middenin 
beeft  men  een  ruimte  opêngeboodcn,  wdkc  als 
sefaoorsteen  djeaat  doet  en  vandaar  loOfMn  kua- 
len  naar  den  omtrek  van  den  «neiter.  Dne  dienen 
ervoor  om  de  gassen,  die  bg  de  ve^oling  van  het 
bont  ontstaan,  weg  te  leiden.  Het  geheel  wordt 
aangestoken  met  droog  harnacbti^  bout,  dat 
meestal  ia  den  sdKwisteen  gesdiiedt.  De  op- 
brengst bedraagt  ongerreer  20  %  van  bet  ge- 
bruikte bout.  Andere  primitieve  wgxen  ter  berei- 
ding van  faontskwl  iqn  bet  verkolen  in  boopen  en 
in  Kuilen.  Deze  melAiodeB  worden  aUeen  nog  ge- 
vcted  in  streken  waar  bet  vervoer  van  het  nont 
to  kostbaar  ion  ttja.  T^enwoordig  veibit  men 
ifet  bont  veelal  in  gasretorton,  waarbij  nien  be- 
halve hontskood  ook  nog  hoatgeeat  (methjlaleo- 
hol),  Bzijnzonr,  aoeton  en  houtteer  verkrijgt.  De 
samenstelling  van  de  Itontakoot  bangt  af  van  de 
tom|>eratitur,  wsaibg  sij  onletaan  is;  naarmato 
deae  tempertrtmir  at^gt,  neemt  bet  koolstolgriial- 


DigilizedbyGoOglC 


HOUTSKOOL-aOUraNUEUNST. 


Ten^ifttmii  th 

het  ressort. 

hoDükool. 

200-280«C. 

«8X 

280-880*  C. 

78» 

380— 500*  C. 

8i% 

500— 700»  C. 

S»% 

700-900»  C. 

91  X 

Het  raxleaient  mb  bonlAool  u  turtanrlgk  klei- 
ner l>jj  hooger  tsmperatm.  Qoede  iionteknitaoor. 
t«D  ^B  op  de  èi«Qk  Klinttoreiid  svart.  Zjj  ler- 
brandes  loiKler  nxA  m  Thm.  Bet  roortelQk  ge- 
wittt  Tuieert  tDisdien  0,100  ea  0,208.  Dit  hangt 
af  van  de  bonUoortot,  die  men  h^  de  bereiding 
gabrvikt.  De  g^ien  getalles  heUwn  betrekking 
op  de  etokken  faoatakool,  waoMei  de  porita  met 
Inoht  geruid  inn.  Verder  heeft  de  bont^ool  de 
eigenMOap  lied  gemiJifceUik  gueen  en  dampen 
te  aiMoriweien,  Tooril  ammaniaÉ.  £én  Tolnme 
hoottkool  absortieert  ongereer  90  TolomiDa  am- 
moniak. HoDtakool  wordt  gritroikt  als  brandatof 
en  *enler  Tjndt  liet  toepaaaiog  in  de  metaalMoel- 
tergen  om  me  taaloi  leden  te  redueeeren,  In 
Amerika  en  Zweden  wordt  bet  leer  veel  in  de 
gierlndiiBtrie  gebmikt.  Hel  teekeDboutikool  ii 
vu  lindeniiont,  dat  loor  boakmltfabiinge  bq 
Tooikenr  laa  elienhont  aftomstig. 

Zie:  Klar,  Teohnolwie  der  HolvTeit<^iiBg  nnd 
der  Fabrikation  von  Gtaiganre,  Aeelon  ete.  (2de 
druk  Berlgn  1910). 

HontaUp.  Zi«  RonUM. 

Hontnia,  Mvtüuu  TJUtdoni*,  in  1851 
ta  Iminm  geboren  itadeeróe  aan  de  noogeMhooI 
te  Lnden  en  protnoTeerde  aUaar  In  1875  tot 
doctor  in  de  godgeleerdbeid,  op  een  proefeehrift, 
getiteld:  „De  atmd  onr  bet  dogma  in  den  IiUm 
tot  op  el  Aifa-ari  .  Hij  was  aan  genoemde  nnirer- 
■iteit  leetor  in  het  Peniaeb  en  bet  Torfcieb  en 
sedert   1B74   Mijnloi   legati   Wameriaiu.   Sedert 


tsl,  EneomMD)  Omj^dantm"  (187S),  ,4ii>-W«d- 
httt  qni  diritor  Al-Ja'qnbï  historiae"  (1888,  2 
dln.],  „Uit  de  Ooatereebe  correspondentie  y«a  Ei- 
pebioB,  Jae.  OoHns  en  Lev.  Warner"  (1887).  „Re- 
eneit  de  textei  relatift  k  lïistoire  dee  Seidioaei- 
dei"  (1887—1902,  4  <&a.),  „Bin  tOtkiwb-aratH- 
lehe*  OloMac"  (1894).  Verder  geelt  hg  (met  A. 
Sehaadë)  uit  „Eitt7kl(»>aedre  dee  lalam.  —  Qeo- 
gra[:èitebei,  elhnograptiiïobn  und  biograf^iKfaes 
WSrteDbDch  des  MiriiamDieilanis^n  VoHtet" 
(1906  T.  T.). 

BontniBda.  Zie   BonUnihaut. 

Hontmtlkiinst  of  lioulgrave«rhin»l  «telt 
lich  ten  doel,  een  plank  iM  nit  te  snijden,  dat 
daarop  eea  veifaDcode  teekeniiw  onlBtaat,  die, 
na  met  inkt  tiestieken  te  ign,  «mr  een  pers  op 
papier  kan  worden  overgebraébt.  Palmhout  ter 
difte  van  25  ram.,  dwar«  op  de  TMeU  uit  den 
stam  geiasffd  — »togena«md,Jiope(ibhoat" — ,  is 
r  deie  bewerking  het  m«mt  g«sidiikt.  Nadat 


gereed  toot  het  aanbrengen  der  tekening.  Dï» 
teekeniog  werd  voorheen  door  den  knnstenaar 
met  een  gauunpea  in  inkt  op  de  ^tat  nilge- 
Toerd.  In  de  lEne  eenw,  toen  de  bonlsngknnst 
weder  herleefde,  werd  otk  van   potlood,   bouta- 


teekeoing  op  bet  bont  worden  OTeigebrseht.  De 
taak  van  den  hontsngder  is,  alle  deel«n  der  plank, 
waar  de  IgmTerf  liditöaar  bleef,  tot  een  leiere 
diepte  te  Teiwgdereo,  wat  hg  doet  door  beitels, 
gnTeerstiftei^  messen  en  boren  te  gebmiken. 
Deie  wgie  Tan  werken  ÏB  de  eigenlgk«  bontgra- 
TQpe;  in  de  19de  eenw  weid  ook  Tan  andere  ge- 
reedéebappen  gebruik  remaakt,  waardoor  mta 
de  effecten,  die  gtmtsaaiea  teekeningen  oplmt- 
ren,  kon  reprodnceeren.  Daar  bet  pakcÉiont  niet 
in  gfoote  stukken  kan  worden  Terkreffen.  motA 
men,  Toor  giaTvree  tbd  aamienlgke  annetingen, 
vele  «tokken  i^  een  pkok  lao  bard  bont  t^jeoi- 
Toegen.  Oorqtroakelgk  weed  *an  de  bonten  plaat 
lelt  Kedrukt;  in  de  1 9de  eeuw  maakte  meoeébter 
metalen  reproducties  der  plaat,  die  voor  bet  druk- 
ken gebeiigd  konden  woiden. 

Rmds  leer  vroag  hebben  de  Chineeien  tooi 
bun  lettersduitt  en  ook  TOor  «fteeMingen  de 
hontangkunst  toegepast.  Bet  duurde  tol  de  14de 
eeuw,  eer  in  Europa  dit  TOorbeelA  gerolgd  werd. 
De  eerste  boeken  ireiden  eedrukt  van  booten  pla- 
ten, waarin  loowel  de  tekst  als  de  albeeUingeft 
warea  gesneden.  Later,  toen  ia  bet  midden  der 
15de  eenw  de  kase  letten  in  nbmik  kwünen, 
werden  de  verluehtingen,  in  afionderlqke  blok- 
ken dunt  geMieden,  tuMhen  den  tekst  geplaatst. 
De  hontsDMen  werdea  net  dediti  tot  Terlnditinr 
Tan  boeken  gebrnikt,  doeb  dieodeit  o<A  tot  hel 
Terraaidigen  fan  pr«it«B,  die  op  jaannaiitMi 
Ted  aftrek  ronden,  Qodadienstige  wHTstellingen 
werden  bet  meest  getrtagd  en  OM»m  veHoonai 
de  oodtte  hoatsitepientendanoekdikwglB  Ckrtt- 
tua,  Maria  of  heiligen.  Docb  oiA  TOor  de  eeicbie- 
deoia  Tan  den  dM  was  veel  belansstelling  en 
daarom  werd  otik  die  spoedig  als  ouérwerp  toot 
bouttnAeprenten  ^«len, 

Deie  prenten  ign  meest  in  enkele  Ijjnen  be- 
handeld, met  slefbia  teer  weioiig  aehaduw,  waa^ 
door  ie  iets  leer  karakteriatteks  hebben.  De  oad- 
Bte  houtsnêeprent,  die  bewaard  bleef,  draagt  het 
jaartal  1423.  Tjj  stelt  den  H.  €kri»tolttt  tooi. 
die  het  kóndeke  Jmu  door  bet  water  diaagt. 
Links  is  «en  wateitnolen  afgebeeld,  waaibeen  een 
boer  xgn  eiel,  met  laUen  beladen,  leidt  Een  an- 
dere boer  dnagt  een  uk  ikaar  ign  huia.  Rechts 
knielt  een  kloiienaar  toor  sjjn  ktnia.  De  terte- 
"II  wilde  Tooral  duideligk  ign.  Daarom  hebbn 

boomen  slecbtB  een  paar  ^oote  bladen,  opdat 
de  betebouwer  lou  kunnen  iien,  welk«  aoort  be- 
doeld was.  In  het  water  cwemt  een  baan,  een 
kon^n  krn^t  vóór  den  klniieoaar  nit  ign  hol. 


Later  gaan  de  graTcnis  lioh  op  het  weergeren 
van  Bt^aduwea  toeleggen,  dodi  steeds  blgtt  de 
bebsndeling  breed.  Door,  met  bdinlp  Tan  een 
tweede  plaat,  hier  en  daar  «en  vlakke  tint  op  de 
prent  aan  te  brengmi,  werd  een  nc^  ij^er  eHeet 
reiknsen. 

De  bloeitnd  Tan  de  boutsnqkuntt  valt  in  bet 
laatat  der  15de  eeuw  «n  bet  begin  der  16de  eeow. 
Omsüeekt  1475  iwas  ig  tot  haar  Tolle  ontwikke- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOUTSNUKUNer— HOTJTSTOT'. 


liog  ^eknmeo.  V«or*l   te  ATigAnig  ugeo  toen 

Erubtigc  boeken,  door  boDiMiMpTeDten  vailnebt, 
at  liefat  by  JoAoMi  SekOntferger;  hq  Het  ét  l«e- 
keDÏD^a  makea  dow  Lwmiugd  B«ek  en  Daidtl 
Ilopltr  en  sebraAte  Jotl  Diemedttr  om  ie  in 
iwat  te  uöden.  Tekst  es  Terioetitiu  duer  boe- 
ken Tonnan  een  onoteitnlfeB  ^becL 

Ook  Httnê  Bmkmair  faeelt  Teel  loor  hontsny- 
Aen  «eteekand.  Sonu  maakte  hg  ontweqwn  tooi 
beginlettera,  titels  «n  oml^tingen,  do^  ook  leek- 
aen  Tupienten  zjjn  door  btta  Mmuudigd,  loo- 
ali  de  „weisikfinir'  en  een  deel  vui  den  „tciomE- 
todit  TtB  keiier  Maximiliaait".  De  eertte  teeke- 
aiam,  die  AB>Ttekt  Dfirer  toot  faontiBfderi 
iiUHt«,  tqn  die  toot  vgltien  prenten,  in  1498 
vendunen,  welke  d«  Openbaring  na  Joktpne* 
TeiIndilBi.  VooT  bet  eerat  «en  wS  bier  de  bont- 
•a^ninat  sicii  bmighooden  met  net  wecigeTen 
Tan  eonqiMitiea,  die  een  leeka  Tonuea.  Boeveel 
MTS  de  bontnöders  aan  Ait  «erk  ook  lidiben 
beiltnd,  Uer  eft  daar  liet  men  torii,  dat  hu 
knuAt  te  kort  lehoot.  Doch  al  mo^  dese  prea- 
ten  dan  ook  niet  o*eral  de  nitroeiasbeid  Tan  Dft- 
rer*!  teekenatift  nabgkoniea,  to«h  ooen  iQ  daide- 
1^  de  ^Toote  Tertweldinnktaeiit  tau  «i  meei- 
ter  lien.  De  scdierpe,  hoekige  teekening  Jurianert, 
Tooral  in  de  gewaden,  nog  aan  de  middeleen- 
wen.  Men  moet  dit  wd  in  bet  oog  hooden  bn  bet 
beÏMPdedeB  van  deie  reeks,  vaarran  m  1511  een 
nieswe  dtok  Teisdieen.  Kort  daarna  gU  IMrer 
de  reeksen  Tas  hontmê^renten,  als  „de  eroote 
Paaiie"  en  ,Jiet  hrreD  vaa  Alaria"  bekend,  ait. 
De  „groote  Pasiie",  dt»  graoend  naar  bet  for- 
maat der  prenten,  beataat  ait  twaalf  aeer  dtama- 


titobe  «HKMMitiea.  De  twiatiff  prenten  Taa  „het 
I  van  Maria"  getea  bet  Nenreaberg  nit  ^— 
l  Taa  IMrer  te  lien.  k  l&IS  «eracMen 


IMrer  een  bootenleprent,  die  keiler  MatimSiaa» 
Toontdt.  Ook  ia  Dürtr  de  ontwerper  van  de  98 
hootanêeprenten,  ah  de  „groote   eerepoort"   Tan 

w : -tL l-J I i..u_:_   J..    1QA 


nrenten,  die ., 
den.  Bmu  SelunJttnn  en  Leimkard  Btdt  maak- 
ten de  teekeniogeB  toot  den  „Teneidank",  Hom 
Burgkmair  di«,  welke  de  Toorraderen  Tan  Man- 
mibom  Toorstrilen. 

Ook  Htm»  Holbew  lieeft  T«el  Toor  bontBnj^en 
severkt,  waaronder  ffam  LtUaeOniTger  de  meeit 
Mktttde  ia.  Beroemd  ign  de  reeksen  Tan  prenten, 
ala  Tertnehtingen  Tan  oen  b^bü  gemaakt,  en  die, 
welke  den  „DiwdendaDt"  (iie  aldaar)  TOoiatelt. 

Hier  te  lande  heeft  Jaeob  CornelUx  in  bet  be- 
gin der  16de  eeuw  fraaie  teekeningen  Toor  hont- 
•nydera  gemaakt.  Van  1544  daffteekent  een  bont. 
snede,  die  Amsterdam  in  TogeiTlneht  doet  lien, 
en  Tan  OonuUë  Anthomn  aftooatig  ii.  Jan 
Swirf  teekende  Toor  hoatsnede  «en  r«eks  Tan 
Terlnebtingen  Tan  den  b^tel,  die  in  1628  Ter 
eefaeneB. 

Ib  de  tweede  Aelft  der  I6de  eenw  begon  het 
graTeeren  in  koper  de  boatan^kasst  te  veidrin- 
gen,  die  ia  de  zeTentiende  en  scbttieiide  eeuw  al- 
leen nog  maar  toot  Underproiten  «&  leer  goed- 
koope  Tolkabodcn  in  gebniik  bleet. 

De  faontanükanst  werd  tot  «ieaw  leren  gewekt 
door  den  EngelsehmaB  Thoma»  0enfük  (i75S — 
1^8),  die  TerselieideDe  boeken  rerlachtte.  In 
FranuQk  *fflg4e  Thompmm  ign  Tooibeeld,  toen 


bij  in  1620  Terlaehting«i  toot  Rabelaii  en  in 
1b2S  Toor  fa  Fonbrine  in  bont  sneed.  Andere 
Frantehe  boutanjiders  der  19de  eenw  iqn:  La- 
itoigmal,  Lebtir,  Btvtièrt,  Bnignol,  Ohevmtekél, 
LeüMlt,  Ponêt  en  Smuk.  Hnn  weik  is  Tolgens 
het  in  de  lastieade  eeuw  gebraikelnke  atelsel 
TerTaardigA  Omstre^s  1860  ontwikkelde  riek 
de  nienwe  ieehiüek,  die  niet  alleen  Ignei^  doeh 
ook  tinten  weergeeft.  Zq  werd  beoefend  door 
Borbtnl,  Batide,  florian,  Frommt,  Huyot,  LtveU- 
lé,  Méaille,  Pannem4iktr  en  Ptttm. 

Door  de  sJtTinding  der  antotTpie  is  de  hont- 
sngkuDst  in  onbrnik  geraakt.  SlMtita  enkele  knn- 
stenaaii  beoefeaea  bur  nog;  bier  te  lande  moe- 
tui  K.P.O.deBaxel,  O.  A.  Liom  Cachet  eaJ.Q. 
VeldlueT  all  bedendaagtefae  hontangdere  genoemd 

Hontste*!!  il  in  booruteen  veranderd  bont, 
dat  Tooral  is  de  landateenTomiing  wordt  aaage- 
troffen,  welke  mest  met  dM  naisn  Tan  Bot-  <rf 
Totliegendes  besteo^lt.  Daarin  TJadt  men  wel 
eena  boomitammeB  —  aoBtjfda  oreieind  staande 
—  ter  lengte  Tan  10  m.  Het  Tan  kieidnni  door- 
drongen,bont  is  meestal  bmin,  grgi  of  rood  Tan 
klenr,  itiklen  rwart  ol  groen,  doch  ook  wel  eens 
bewcAt  en  geTlamd.  Uen  TÏndt  itilk  bont  tooisI 
in  den  EyUiinter  in  llinringan,  bp  Obemniti 
in  Saksen  en  op  Antigita,  eveneena  in  de  aaad- 
woeatqnen  ran  Afrika  en  AiÜ  eo  op  bet  Taate- 
land  Tan  Amerika.  Algemeen  bekend  ia  bet  ,, Ver. 
steende  boteli"  niet  Ter  van  den  Njjl  bq  Kalro. 
Ook  de  kautomaal  behoort  tot  deae  soort  van  ver- 
Bteeningen.  Van  anlk  Tenteend  bont  worden  al- 
lerlei sterlgke  TOorwerpen  verTaanüni 

Hontstot  of  htmMm  is  bet  prodóet  dat  men 
Terkrggt,  wanneer  men  hout  lai^  mirer  meoha- 
nisc6en  weg  tot  kleine  veiela  TerweAt.  Daar  de- 
le  honttlgp  de  iMraiteerotde  beatanddeelen  van 
bet  bont  nog  OBVMandcrd  berat  (ongereer  50  %) 
wordt  deie  boatdjip  aBéén  ^ebrniki  toot  de  fa- 
brikatie  Tan  goeAoone  papieraoertNi  ala  kran- 
ten- en  pakpapier.  Oe  herei^ng  der  bontd^ 
kan  ia  drie  booUbewerkingen  veideeld  worden: 
1".  het  sigpen  van  iiet  bont,  2*.  bet  aortaeran  en 
8*.  bet  iniTeren  en  waterrrS  maken  Tan  veaela. 
Meestal  gebruikt  men  naaldlioat,  dat  tUt  mM 
bet  gaat  sigpen,  Tan  de  sehois  oatdaan  most 
wonden,  (erwgl  alle  knoesten  en  bmin  geworden 
ukken  aorgriildig  Terwgdeid  dienen  te  worden. 
Het  boot  wordt  dan  in  stakken  Tan  ^i  m.  ge- 
laagd sn  deae  Terder  verwerkt  ia  de  algpmaabine 
(lie  fig.  1).  Dete  beataat  uit  een  grooten  dgp- 
steen  Tan  landsteen  gemaakt,  die  een  omtrei- 
sneBieid  beeft  tss  7W  m.  in  de  mivonl.  Tegen 
doMn  steen  wordwi  de  atnkken  boot  met  betaal- 
de kradkt  gedmkt,  waardoor  bet  hont  in  read* 
oiteenTalt.  De  steen  wordt  tegelgk  mst  water  be- 
sproeid. Het  aandrnkken  van  het  bont  gesthied- 
de  TToegeT  door  miwiebten  of  kettingoi  doeh  in 
dê  nienw«Te  maaWnes  nitshiitend  door  middel 
Tan  hTdranliseben  dmk,  wdke  8 — 3  atmosfeer 
bedras^.  De  met  water  Termengde  tckIs  tÜ- 
len  in  een  Qteren  trog,  die  nit  «enige  metalan 
platen,  ran  conische  gaten  voonien,  beetaat.  Door 
een  excentriek  wordea  die  platea  ia  «en  schnd- 
deade  bew^ng  gebiadit.  De  gaten  agn  loo  gmot, 
dat  alleen  de  ttnUten  op  de  f^ten  Ugvan 
liggm.  TMtdsar  wordan  de  TOMb  naar  eui  aor- 


DigilizedbyGoOglC 


SOS 


HOUTSTOP-^HOÜTTEEIT. 


!  (Fig.  2]  geblikt.  Deae  bestMt  uit 
tww  boven  elkAitder  ^eplutste  M>eii,  die  «Ten- 
ttas  dooi  een  eioentiiel  een  s^uddende  bewe- 
ging aitioeren  (ongcTeer  500  maal  in  de  minuut). 
De  faontreule  wwlen  m  de  fcoTenite  zed  ge- 
braeht  eo   worden  met  Winip  tbd  een  waler- 


Fig.   I.   HjrdianliMhe  lioiitslqpDiMiiii 

etraal  door  de  f^oe  apeningeD  getpoten.  De  tb- 
lela  wolden  das  in  drie  aoorlen  tad  "veraehillende 

STOotte  g«Miietd«tt.  De  grootate  atukken  worden 
ooT  den  rftttinenr  wederom  gegleoen.  Deie  be- 
et«at  nit  twee  feoriionUal  bmm  elkander  liggen- 
de iteenen,  waartniB^n  de  veids  kleaner  ge- 
maakt worden,  waarna  lij  noffmaala  geieefd 


den.  M«t  zulk  c 


i  U  1 


Fig.  2.  Soutatofmaefaine. 

1000  kg.  hontatof  verkrggen.  'Dese  hontalgp  wordt 
van  tiet  otertoUige  water  ontdaan  en  m  pap- 
Torm  ^oor  de  p^tieilabrikatie  gebraikt.  Voor  oe 
berging  Tan  loogenaamd  bntxMlijf  wordt  de 
Tcrkreeen  hostalöp  gedeeltelijk  »an  de  inoruatee- 
mtde  WtMddfelen  cwrröd  ooor  faaar  gednrende 


B — 12  uur  b|i  een  drnk  van  4 — 5  atmoafeieo  watt 
watet  te  koken.  Deie  brninslüp  hondt  bet  mid- 
den toBBchen  de  boolelijp  en  de  bontcellnloae  (sie 
CMtilwe),  De  berüding  van  houtalgp  werd  in 
1856  door  KeUer  nitgevoaden. 
Hoiitt*«lt  omvat  het  deel  van  de  boadiweten- 
«cbap,  dat  lich  beiigboadl 
met  beC  aanleggen  en  onder- 
houden van  bocacben.  De 
gronden,  die  voor  de  bont- 
teelt  bestemd  worden,  ign 
door  hun  ligging  en  geit«ld- 
heid  voor  inteneievere  cnl- 
tnnt  ongeschikt;  bet  kapi- 
taal, dat  met  bosch  bedek- 
ten grond  vertegenwoordigt. 
geeft  slechta  een  maUge  ren- 
te, maar  e«n  lekera  besit- 
ling,  die  na  verloop  van  een 
retta  van  Ju«ii  ient« 
geeft;  bg  doelmatige  be- 
handeling van  het  boecb 
wordt  bovendien  de  grond 
veiieterd.  Voor  kleine 
grondbeiitt«rB^is  boutteelt 
geen  nanbevelingBwaardïge 
exploitatie,  omdat  de  met 
bosch  bedAte  grond  geen 
courant  artikel  is,  dat  dade. 
lijk  reAliseerbaai  ia;  boven- 
dien nemen  de  wegen  en 
randboomen  een  te  groot 
percentage  van  den  grond 
lu  beilig,  dan  dat  bet  ge- 
heel rendabel  lou  kunnen 
zgn.  Aangezien  bet  klimaat 
een  leer  grooten  invloed  op 
den  groei  der  boomen  heeft, 
zal  de  l«ei  der  houtt«elt  slechts  binnen  bepeiite 
grenien  eenzelfde  toepassing  kunnen  vind«n.  wel- 
ke nog  kleiner  wordt  door  verechil  in  grondioort. 
ligging  van  den  grond,  economische  toeatanden 


By  den  aanleg  van  bosschen  moet  onder- 
Boheid  gemaakt  worden  toaaciwn  de  bdiandeUnz 
van  woeeten  grcmd  en  dien,  welke  reeda  in  eol- 
Inur  is,  betiq  voor  landiKmw-  of  bosciiniltaur. 
In  hel  Mivte  geval  zai  de  i^^siaobe  toeatand  van 
den  grond  vaak  verbeterd  dienen  te  worden,  hei- 
ig er  een  ondooilatende  laag  van  landoer,  leem. 
grint,  dargveen,  of  e«n  atariele  laag  van  lood- 
land  ia  voorkocnt,  of  dat  de  konelgrootie  te  ge- 
ring is,  om  de  Indit  en  het  water  toegang  te  ver- 
leenen,  ol  dat  de  grondwater^rie^l  te  hoog  ttaal 
eni.  De  bewerking  vandengrondkangesdïieden 
door  handenarbeid,  dooi  gcreededwppen  vooTtl>e> 
wogen  door  trtivee,  ot  door  stoomkracht.  De  eei- 
ete  bewerking  kan  tot  op  onbepeAte  diepte  ge- 
scèieden,  maar  io  in  de  meeste  gevallen  de  koat- 
baarate;  met  door  trrtveo  43eipanBen  ploegen  kan 
men  in  den  regel  niet  dieper  dan  tot  50  cm.  den 
grond  bewerken,  terwijl  «toooqilowen  tot  I  m. 
djmte  gaan,  maar  in  den  regej  slemta  lendeepen 
bg  bewerking  van  gioole  eomidexen  van  aaoeen- 
getloten  gronden. 

De  baweiking  kan  zga  Tolledig  of  strooksge- 
wgze.  De  eerste  is  meeetal  onnoodig,  ofaeboon  ie 
hier  te  lande  nog  vaak  toegepaat  woidt,  de  Inree- 


DigilizedbyGoOglC 


dt  il  Mwooolnk  TokloeDde,  ooxht  de  giond  tu- 
•dten  de  itiookui  door  «quiame  md  hiciit  nif  de 
bewericte  fttiooken  kAn  venreren.  Ë«d  specikle  be- 
werking Tereisehen  ie  da j oen  en  undTentQifm- 
gen,  w4aTTMi  4iet  Mod  aan  de  oppenrlakte  tteeds 
door  den  «iod  iMwoKen  «ordt;  dooi  beleggen 
met  wiardelooien  thii  na  bocMben  of  faeide,  ol 
benaien  met  lapinen.  >«rdt  de  groitd  tot  mit 
eebncbt,  waan»  ig  kan  worden  oftgebouht  om 
daa,  Toonl  op  de  opgettoten  hoogten,  «itsleken- 
de  boiKben  roort  te  brengen;  de  aitgvitoven 
laagten  lijB  én  in  natuaikawMgen,  én  in  eehei- 


De  aanbouw  der  boisdien  kan  ign  een  natnni- 
l|)ke  ol  kuDitoiatige.  Vooi  de  eerste  w|fie  ia  bet 
Toorhanden  tyn  van  een  beitaaad  boaoh.  betig  op 
dien  grand  ol  aan  den  rand  er  Tan,  een  vereiidite; 
natmrlqke  aanbouw  Ïb  rationeel  b(j  booge  «i- 
beidalooBen  en  tevens  lage  bontpröien  fbgT.  ia 
berntrek«n),  b|)  aasixtuw  tan  houtsoorten,  die  in 
de  jengd  beaefaeuning  Terlangen,  bg  een  'iggij^ 
Tan  d«n  grond,  die  e«o  kaalfaakken  onwenidelgk 
maakt  (ateite  helliiwea).  Enufteatige  aanbonw 
dMrentegen  ia  op  lilB  plaati  bg  boatmorten,  die 
lieh  niet  door  laM  laten  TermeiMgvuMigen  in 
bet  groot,  bg  aanleg  Tan  gemengde  iMMsehen,  bg 
bet  opboaidien  van  dainen  en  undïentai Tingen 
I  itaitreen,  t>g  bq>lanting  van  wegbennen. 


^nd  YeiTDogen  af.  Z^  een  fcoich  natmrlgk  TOr- 
jongd  worden,  dan  wordt  allereerst  een  dnnning 
toegepast,  wuuiig  de  gnind  vatbaarder  wordt  otn 
het  zaad  een  gD«d  kiembed  te  teretrekken,  m.  a. 
w.  de  booroen  komen  loorer  uiteen  te  etaan,  dat 
de  grond  aan  de  werking  van  ion,  vorst  en  re- 
gen bloot  staftl;  de  gioodbeddcking,  4iit  moi  be- 
staande, verdwijnt  en  wordt  vervangen  door  olan- 
ten,  dit  een  hdite  «cbaduw  geven.  Vervolgene 
heeft  na  «enige  jaren  een  bezaaiiogBhai  plaats, 
waarbg  alleen  de  moederiMomen,  die  bet  zaad 
inllen  teveren,  t>l|rven  staan;  ie  de  laaüng  gelukt 
(hetgeen  moh  eerst  na  ettdgke  jaren  het  geval 
kan  ign),  dan  beeft  de  ontruuniDgehak  pUats, 
waarbg  de  moederboomen  verwgdeid  worden, 
wftnneei  de  jonge  ^nten  de  beMierming  knn- 
nen  ontberen.  ^  Wanneer  bet  laaddragen  der 
moederboomen  langer  ait  bigft  dan  waarop  ^ 
rekend  ii,  kan  een  stoomia  in  het  geiegeide 
boedtbedrgt  vooiioQKo. 

Bg  den  kunstmatigen  aanbonw  kannen  2  wg- 
Hn  ondersebeiden  worden,  n.1.  aanbonw  door 
uaiiug  en  door  pottng.  De  voordeelen  voor  de 
ecnte  wgw  ini  de  qetaige  kosten,  tanniinete  ale 
het  stad  goedkoop  is;  de  voor-ofitirengBten  door 
danning  verkrogen,  ign  bg  genaaide  boseebeo 
grooter,  maar  NnaneiM  geven  de  eente  donnin- 


i^n,  haar  door  taaiing  aan  te  bouwen,  bgv.  hont- 
■oorten  met  een  penworlel  op  miiider  frieeehen 
groad. 

Bg  poting  heeft  uMn  de  vetboBdin|  der  hont- 
soorten  in  gemengde  boisehen  geheel  in  de  hand; 
wik  ii  de  kaïu  van  oitvriCMn  veel  kleiner  dan 
bjj  laaiing,  vooral  bg  honUoorteit.  waarvan  bet 


wortrinet  lich  in  de  eerste  jaren  weinig  ontwik- 
kelt, Sunmige  hontioorten  laten  iieh  door 
zaai  ing  zeer  noeilnk  vermenigraldigen,  looali 
iep,  populier,  wilg;  Dg  deze  en  op  pla^tceD,  waar 
bet  plantsoen  aan  beïohndtging  Uootstaat  (w^- 
beranenl.  n  poten  de  eenig  mogelijke  wijze  van 
aanbouw. 

Voor  de  bewaring  vtm  het  laad  is  een  koele, 
droge,  goed  eeventileerde  rnimie  noodzakelijk. 
Van  Boniiiiige  hontsoorten  hljjft  bet  zaad  tieebtg 
zeer  kort  ki«ntbaar,  o.  a.  van  oliebondende  za- 
den fbenk);  van  andere  kiemt  het  zaad  eeret 
in  het  2de  jaar  (eMbdoora,  linde,  meidoorn,  eseh. 
haagbenk.  Finne  Cemibra).  De  vermenigvuldiging 
door  stekken  kan  pUats  hebben  bg  die  hontioor- 
ten, die  een  ttak  ontwikkeld  metv  bezitten,  zoo- 
als  wilg.  populier,  vlier;  door  afËggni,  hg  die 
hootsooften,  die  gemakkel^  worteU  ontrwikke- 
len  nit  wondrar»deik,  looah  iep,  eik  en  wilg. 

By  de  hontteelt  ign  in  hoofdsaak  3  bedrgfs- 
metboden  te  ondersdielden:  a.  opgaandhont 
(HoehmM),  b.  hakhoat  (NüderwM},  e.  hakhont 
onder  opgaandhont  (MUttimdd).  Zn  ign  gden- 
merkt  door  de  volgende  eigenaardighedeo:  1*.  bg 
opgaandhont  krggen  de  stammen  hnn  natonrlÜke 
ontwikkeling  en  vaak  aaniienlqke  afmetingen; 
bg  hakhout  wordt  die  ontwikkeling  regehnatig  na 
een  bepaald  aantal  jaren  vewrofcen,  tervrgi 
bg  hakhout  onder  opgaandfaout  de  omloop  van 
bet  opmawttwot  tteedi  een  veeWond  van  dien 
van  faaUwnt  il.  2*.  Wanneer  legdmatig  een  ge- 
Igke  bontmassa  ^hakt  wordt,  ie  het  grootite 
boutvoorraad  kapitaal  bg  opgaandhont  aanwezig. 
8*.  Opgaandhont  brengt  in  denieUdea  t^d  en  op 
duelrae  oppervlakte  grooter  hontmassa  Toort 
dan  hakhonl.  HakbostDoueben  brengen  daaren- 
tegen sorteeringen  voort,  die  sleehti  b@  korten 
omloop  verkregen  kvooen  worden.  4*.  De  voort- 
brengende kraebt  van  den  grond  wordt  in  op- 
KBiHle  boncben  beier  bewaard  dan  in  hakbont- 
•Btdien.  vooral  bg  natnnrlghe  besaaiii^  of  on- 
derplanting.  S*.  De  vertiondiag  4«n  de  opbreagit 
tot  de  oogstkoelen  is  hg  atwaandhont  gnnetiger 
dan  bg  b^bout.  O*.  OpgaaixHunit  beeft  meer  van 
ineeeleo,  storm,  brand  en  «neeowbesehadiging  te 
Igden.  maar  hakbont  in  sommige  gwvallen  meer 
van  vorst.  7".  Veneweg  de  meeste  hootaoorten 
kunnen  als  oogaandbont  hebaodeU  worden,  be- 
trekkelijk eleiAt*  weinige  da  hakhont.  8*.  Kleine 
grondstnkken  kunnen  met  meer  voordeel  met 
hakhont  dan  met  opgaandhont  aangebouwd  wm- 
den.  Bouwland  ondervindt  van  aangrensend  hak- 
hont minder  nadeel  dan  van  opgaandhont.  B*. 
AaOgeaien  baMiont  onder  opgaaodhout  in  zidi 
vereenigt  de  voor.  en  ladeelen  van  de  tieide  an- 
dere hMlrfifsmelhoden,  ii  deie  voor  kMngrond- 
beiitters  de  meest  geadtikte. 

Aangezien  niet  alle  houtsoorten  dezelMe  eieehen 
aan  haar  standplaats  stellen,  is  het  ooodig  den 
grond  te  onderzoeken,  aWorens  faetn  op  te  bos- 
seheo.  VAtt  men  eebter  tot  bewerking  overgaat 
dient  l«  worden  overwogen,  ot  de  rente  op  rente 
van  de  daartoe  bestede  koeten  in  gonstige  ver- 
bonding  staat  lot  de  vermoedelgke  eindt^- 
bcengst,  venneerderd  met  de  som  der  geprolon- 
geerde vooropbrengsten. 

Bg  de  keoie  van  de  bontsoorten  lehatte  men 
bet  voortbrengend  vermogen  vaa  den  grond  voor- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


610 


BOUmmSUF—BCfUTWOL. 


tl  nitt  tt  boog  en  htmAe  men  in  bet  oog,  dat  bot- 
■chen  T«D  nuUhotitaooTten  en  looffaoatioorten 
geUMDgd,  niet  •lleea  óe  piodnctiTiteit  tad  den 
grond  betei  bewaren,  mui  ook  "vmIiI  W4ftrde- 
voll«r  atMumen  lereren  eo  meet  boutmuM  pee 
ikkle-eeDbeMl,  hoewel  de  behandeling  dier  boi- 
Mben  meer  kennis  en  lorg  Tereiiehen  dan  «M 
boBscfaen  Tan  Mn  boutwort. 

Veidet  dient  in  unoierkiog  genomen  te  wor- 
den de  mate  T>n  bcMbttdawtne,  dia  de  TeTtehil- 
lende  boatsoorten  Terdr^en,  de  gesteldheid  tui 
haar  w«rtelnet  (tUi  ctrnkend  of  iM^iguDd),  de 
kans  op  beeebadiging  door  insecten  of  lagere 
planten. 

Literatmur;  O.  E.  H.  TiifeM  NoUkenbu  Hand- 
leiding TOOT  bet  unleggen  en  behandelen  Tan 
«Kne  deanesbo«eebea  (Ainfaem  J891);  O.  O. 
Sftngler,  Handleiding  Toor  botehenltunr  (Zwol- 
le I^);  A.  Rïek«90r»el,  De  hontteelt  iAnhem 
ISQJi);  A.  1.  «m  SeftermWIt,  Het  boeeb  (Breda 
1898);  H.  Semier,  Tropieehe  nnd  NordameNkani- 
adM  Waldwirtwhaft  und  Hcdzkniide  (Berljin 
1888)-,  Carl  Heyer,  Der  Waldb&n  (Leipilg  1006 
—1909,  2  dln.)i  Albtrt  Fron,  SylTiegltare 
f1909);  M.  du  Patquier,  VmUitmta  en  Dr  G»n- 
dre,  Uannel  d'éeonomie  toreBtièie  (1909); 
ScWieA'»  Maouel of Foregtry (Londen  I906t.t.); 
P.  Tratthawi  Mme,  The  praetvce  of  loresti;  (Ltm- 
den  1909). 

Bonttnrn.  Adrioon,  een  Nederlandse  leehta- 

fieleerde,  te  Amsterdam  geboren,  was  WMraehgn- 
ijk  a(hocaat  te  'a-OraireiÉiage  en  leelde  in  de 
2de  heltt  der  I7de  eenw.  Van  ign  gesehiitten 
noemen  wq:  ,J*a]itiea  eootraeta  generalis,  notia 
illoatrata  etc."  (1681),  .jfonaidiia  HebraiEonini 
etc"  (I68fi)  en  .Jleijmblieae  Bstavae  Hber  pri- 


,_,  MarUmu,  een  'Nederiandeah  na- 

tuorkondige,  ia  1720  geboren,  studeerde  te  Lei- 
den, waar  AÜ  een  ,J}isBeTtatio  spaamoloeica"  ver- 
d«dig<de,  vestigde  aieb  als  geneetJteer  to  Hoorn  en 
IfTTerae  er  een  Tertaliq^  Tan  bet  „STstema  natu- 
rae",  Tan  Lintuieiu,  Hq  wa«  lid  Tan  de  HoUand- 
adie  MHtsehappg  T«a  Wetens^ppen  en  lan 
het  Zeenwsch  QenootMbaf).  BebalTe  reeds  ge- 
noemde: „Natnarljjke  bistoiie  ot  QttToerige  be- 
adir^ing  der  dieren,  planten  en  mineralen,  Tof- 
gens  het  aamenstei  Tan  den  beer  LinnaeoB,  roet 
nanwkearige  afbeeldingen,  37  slakken"  (1701). 
leverde  hg;  „Handleiiding  tot  de  cbirarRie  of  heel- 
konet.  Tcigena  het  HoogdaitttA  van  Platnenu" 
(1764).  „Het  raieroseot^  jemakkelSk  gentukt 
door  H.  Baker"  (1778),  „De  echte  benioTnboom 
en  kamterboom  Tan  Samatra"  (1784)  in  de  wer- 
ken der  Hollandacbe  Maatacbappq.  waarin  ook 
vele  andere  veibamlel logen  T«n  ign  band  wer- 
den g^Iaatst,  een  TerTolg  (net  Sefp)  op  het 
werfc  Tan  Jfoxeman:  .Jfederlands  vogelen".  „Fan- 
jaa  de  Saint  Fond,  beaehr|JTing  der  proefnemin- 
gen met  konatige  Incbtbollen"  (3  dl..  1734). 
„Bedenkingen  oter  ót  eterflükheit  en  bet  getal 
dea  Tolki  in  Amaterdun"  (1783).  „Afbeeldingen 
Tan  in-  en  aif]and»abe  bonten"  (1791)  en  „Ani- 
malinm  moaaei  Houtthojniani  indei"  (1787).  Hg 
overleed  in  Januari  1794. 

■ontverblndliifsiii  Hieronder  Terataat 
men  de  verbioding  van  twee  atokkeo  bout  door 
middel  van  een  bepaalden  Torm  der  aanrakiogi- 


opperrlakken,  met  of  londer  gebraikmakiing  Tan 
epykers,  sehroeTen,  banden  eiti.  Bjj  het  veihin- 
iea  van  2  ot  meer  atnkken  hovt  worden  drie  ver- 
scbillende  gevallen  ODder^eheiden:  1*  verbinding 
van  imee  «takken  hoat  in  de  lengte  ri  ebt  ing,  2* 
verbinding  van  twee  stokken  bont  naast  of  legen 
elkaar  voor  versterking,  8*.  Terbïndiag  van  twee 
■tukken  onder  een  beduiden  boek,  betiq  redit, 
scherp  otstomfi.Bg  deeerateeooit  Tan  verbindin- 
gen moet  er  op  gelet  worden  of  er  krachten  in 
de  balken  werken;  werken  er  geen  krachten,  dan 
kan  men  hnT.  de  schaine  laseh  toepassen,  wer- 
ken er  knuiten  in  de  lengtecichting,  dan  patt 
men  veelal  de  adimDe  haakliitb  toe,  bg  kneb- 
ten  loodrecht  op  de  balken  moet  men  er  TOOr 


.     _    _  ten  aan 

Om  bet  doorbnigen  tegen 
te  gaan,  worden  er  dtkwgla  wiggen  tuuehen  ge- 
slagen. Bg  verbindingen  onder  een  bepaatoea 
hodt  maakt  men  gtiiraik  Tan  pen  en  gat,  swa- 
la  w  staart,  vitobb^  ena. 

RoatTsrkaoUnv-  ^^  Boulikool. 

Hotttraatar  is  een  ambtenaar,  die  in  een 
bepaald  district  belast  is  met  de  adminietratje 
lan  het  boscbbedijif. 

BontwMMD  fSiriBMM)  w  een  familie  nit 
de  inseetenorde  der  VlienUugeUge*.  Het  achter- 
Ijjf  is  met  een  breede  basis  san  het  boritttnk 
verbonden,  de  voorTleo{[els  besitten  een  Uneet- 
oe4.  de  aehtervlengels  drie  wortdeeUen.  De  Toor- 


Hoatweep. 

s<Aeoen  ign  vut  een  doorn  Toonien.  de  onder- 
kaken  kort  en  sterk,  terwgl  de  wgfjet  een  l<g- 
booT  beiitten,  die  bviten  de  pont  Tan  bet  at^ter- 
Igt  oitBteekt  (sie  de  atb.).  Zg  gelgken  veel  op  blad^ 
wekten.  Van  deie  familie  konten  twee  ge«laehte]i 
{Xipkydria  en  Strex)  in  ons  land  Toor. 

Bontwol  is  de  naam,  dien  men  geeft  aan  de 
donne  gekroeade  bontspaandera,  weUie  bet  eerst 
in  Amerika  Tervaardigd  werden  en  tooral  als 
verpakkingamateriaaJ  dienst  doen,  boewei  ijj  ook 
gebmikt  worden  ala  vnlling  bjj  ruggen  en  sittin- 
gen  Tan  meabelstnkken  en  tot  het  nltreeren  van 
vIoeistotleiL  Ook  als  veibaBdmiddel  in  hoapita- 
len  TÏndt  de  hontwol  toepaaaing,  en,  g«Terfd,  tot 
bet  vervaardigen  van  alterlti  vlecbtwetk.  Even- 
eens wordt  bet  ale  alalstiMnsel  gebruikt 


DigilizedbyGoOglC 


HOÜVB— HOUWW.AFBHEH. 


Sll 


HoQT*,  /mfcar  MattkSt  txni  dar,  tchild- 
ku^  en  Iteei  lot  Oompeii,  in  1577  Ie  't-Onvan- 
hage  geboren,  is  de  tcorgTer  tid  da  ,3&n(heit 
of  riiarterdiTODyk  tmi  de  landeD  t«d  oad-B»tft- 
Tüa,  ond-VrHtlaad,  oud-FmicenliiHl  na  Hol- 
Iftttd,  Zeeland,  Weat- Vriesland  en  de  andere 
VriaalNidea  Qelderluid,  Utiedit  ende  Orerguel, 
maeefcende  net  vire,  heemdiende  lereougde  Ne- 
deilutd"  ^  dlD.,  1636  en  klet).  D»  lolgende  drie 
deelen,  door  den  sehrgT»  tot  de  nit^aTo  in  ge- 
reedheid gtbitebt,  be«ta«ninlian<hehnft:  „flaod- 
fvaten,  priTikgiêó,  ende  eoetnjmen  der  itede  en 
lande  van  Toole",  TSimeerdenl  door  Alkemade 
nm  der  Sekelling. 

HoaTan,  Hendrik  Chriitiam  vom  der,  een 
NedeilandHli  koopman,  den  26sten  Novembei 
1773  te  Nien v-Beierland  gebwen  en  den  9den 
DeoenÉKr  1852  te  's-Oravenhage  orerledeo,  be- 
gaf lieb  reeds  vroQg  naar  Rotterdam,  om  licfa 
aldaar  aan  den  koo^nandd  te  iirjjden.  Niet  alleen 
slaagde  hjj  nitmnntend  in  ijjs  oOdemcmungen. 
maar  hfl  werd  ook  weldra  preaideDt  Tan  de  reeht- 
banÉ  Tan  koopbandel  en,  sjj  de  opriohting  der 
NederlsDdMAe  HandelaoiaatMiiappö,  direeteur 
Tan  deie  Toor  Rotterdam.  Achtereen Tolgena  weid 
hg  benomid  tot  staatsraad  in  bnitengvwooen 
dienst,  lid  Tan  de  Eerste  Kamer  der  Staten-Oe- 
nenwl  en  conmsTHteni  dei  oide  Tan  den  Neder- 
land seben  Leenw. 

HonvlU*.  QtTord  if,  ia  de  •Ghnilnsam  van 
de  Fransche  diohteres  en  sdtr^hter  Jfone  Lohïm 
AnUmtetU  de  Beredia,  eefatffenoote  Tan  den  dich- 
ter Hemi  de  SignieT,  den  aOsten  Deeembei  1875 
te  Paiqa  gAoreni.  Zn  sebreet  de  lomana  „L'In- 
eonitante"  (1903),  „ËaelaTe"  (1905),  „Le  Twips 
d'aimei"  «lOOSJen  „Jeans  Fille"  <iai5),  aismede 
venen  in  de  ,4ieTne  des  Denx-Mondes". 

Honiv.  Zie  Hakken. 

■onwftcrt,  ^o<t  Boflitta,  een  Nedeilandsdi 
dieiifer,  weA  in  1538  te  Binwel  cetiOKai  en  nam 
daai  ld  spoedig  onder  de  rederijkeiB  een  eerste 
plaaU  il.  Aaffrankfelqk  aloot  lig  tidi  bq  de  par- 
tij van  den  Ofxtaod  aan;  ög  was  bekend  mot  Mar- 
ttix  en  WilliM  vm  Oranje.  In  166&  weid  hg  met 
vele  anderen  of  Trearenboioh  eeTBngen  geiet.  Uit 
deien  tjjd  dagteekent  iqn  «Sditwerk  „Miteno* 
claabte,  waeiinne  de  groote  tirannie  dei  Romej- 
nen  verhaell  ende  (fen  haE>del  van  desen  tegen- 


'rdigen  töt  elaerlTck  ontdeckt  woidt".  om 
-  n  aui  deo  prins  van  Oranje  «n  in  bódekf 
Uagesde  tirer  de  Spaanaebe  onderdinkking. 


Later  kgde  hg  rieh  by  den  beetaanden  toestand 
neei,  verwieil  de  betrekking  Tan  laad  en  meea- 
tei  der  nkeningen  en  betrok  tiet  buiten  „Cle^n- 
Venegien"  in  bet  SoniSafaoadi.  Bq  da  intochten 
yan  Don  Jvan,  MaUhim,  Anjon,  Parma  en  Smtt 
van  Ooitenr^k  Teileende  fag  ign  medewerking, 
niet  Hindei  Taak  tot  gn»e  vleieij  te  Terrallen. 
Hmnoaerl,  die  bjj  xno  leven  en  n<^  een  tfid  daai- 
na  een  leei  genierd  diehtei  waa,  beeft  Teel  ge- 
sdireven,  doc£  zQn  weik  bestaat  bgoa  eebeel  uit 
igmdaig,  oretladen  met  achöngeleerdfaeid.  Den 
meestea  roem  oogstte  bj)  in  met  „Pegssydei 
Plejn  ende  den  LnsHiof  der  Maeebden"  (^583.  4 
dln.],  een  soort  leefregel  tooi  meisjes  en  tiod- 
wen.  Terdei  noemen  wjf-irag:  ,J>en  generalen 
loop  der  weielt"  (.1582).  Jh  wer  ütente^'  (1583), 
bet  liuMepel   „Van  Jupiter  ende  To"  (1583), 


„Een  Tragedie  Tan  dei  Oorloghen"  (1S99)  ea 
..Een  Cotnedte  van  d«n  Pe;*"  (159S).  Hg  over- 
leed in  1599.  Zgn  boistbedd  ia  geolaatat  «p  een 
fontein  op  het  Hoawaertplein  in  de  Biosselsche 
voorstad  8t.  Jossa  ten  Oode. 

HonwBld.  Ckrittoltel  Bnit  Trgbeer  von, 
een  Dnitseh  toon eelscèrg Ter,  den  29sten  Novem- 
ber 1778  te  Stavpitz  ia  de  Nedei-I^nsiti  gebo- 
len,  bekleedde  ooMleiBeheiden  adauniatratieTo  be- 
tr^kingea  en  leverde  aanrankelgk  onder  den 
naam  van  Waluhdo  verseheidene  stnkjes  in  tpd- 
sehiiftsn.  Verder  scbieel  bg:  .Jtomantitcbe  U- 
konJe"  (1817)  en  een  ,3a<^  Hr  Einder  geAlMe- 
ter  Sttode"  (3  dln.,  1819),  waar<9  hg  een  aantal 
tooneelslnkken  Uet  volgen,  van  welke  ondeisdiei- 
den  met  grooten  bgval  werden  ontvangen,  tooals; 
„Das  Bild"  (1321).  J>ie  Heimkehr"  <l821],.JIei 
Leoobtloira"  (1821),  .iFiaA  ond  S««en"  (1821), 
.J)ie  Feinde"  (1825)  en  „lUe  Seerittbei"  (1880). 
ZiJD  „Veimiscbte  Schriften"  inn  in  1825  in  2 
deelen  uitgegeven.  Hg  overleed  den  28steB  Ja- 
nuari 1845  te  NeahMis.  Zgn  venamelde  werhan 
YeFsebenea  in  1868—1860  (5  dln.). 

Honwenlnjran.  Eitje  van,  de  dienstmaagd 
van  Uugo  de  Öroot  (sie  aldaar),  is  Ibekend  ge- 
worden, doordat  lö  diene  ontvtochfing  uit 
Loeveslein  bevorderd  beeft.  Zg  volgde  hem 
naar  Fargs^  waar  Maria  van  Rngermirgen,  de 
etiitgenoote  van  De  Groo^  haar  meer  als  vrien- 
din dan  alg  diens&ode  benandelde.  I«tei  bowde 
ig  te  's-Gravenbage  met  WÜIetn  van  de  Velde. 

Honwenlnnn.  SraaniMs  van.  een  Neder- 
landseh  peupingtaadiee,  omstreeks  het  jaar  1540 
geboren,  waa  tt  Dordreebt  werkiaam  als  liher- 
smid  en  gravear.  Eg  verumekk  gedurende  een 
halve  eeuw  een  gioole  menigte  munten  en  pen- 
ningen en  adireef:  „Pennindcboek,  inliotideade 
alle  figuren  fan  lilvere  en  goode  p«iningen  ^t- 
slaegen  tir  de  Oraeven  van  HcJlaodt.  van  Die- 
rick  de  7de  van  dien  oaem  tot  Pbilif^os  Tan 
Bourgondien  toe,  met  bet  leven  in  't  eort  van 
desehe  Oraeven"  (2de  dmk  1S27). 

■oawltMr  ia  een  geaebataoort,  die  in  het 
gebmik  staat  tussoben  unon  en  nartiei  en  ia- 

Eevolge  xgn  constructie  tot  d«  korte  kanonnen 
ehoort.  Bet  gewone  lading  gei>raikt  men  bem 
als  vlakbaan.  met  veitidode  Isïding  als  aleiibaan- 
gMchot.  Onderacbeidde  men  vroeger  gladde,  lan- 
ge en  korte  houwitsers,  na  de  iuroering  van  bet 
oetrokken  g«8cbut  spreekt  men  alken  van  korte 
Mnwitsera  (kaliber  van  IS  en  21  va.).  Een  soel- 
vunrbouwitsei  van  12  em.  (Onuon)  wordt  dooi 
Fiaokrgk  te  'velde  medegevoeid,  waai  tegentrrei' 
Daitsehland  zgn  15  cm.  stelt.  Ook  Nederland 
beeft  TeldbovwitMia  ingevoeld.  Zg  hebben  ten 
doel  bet  Tiiandel^  Testinegesdint  te  bestrgken. 
Honwitsei  komt  Tan  het  slvvisdie  ,^aawita"  wat 
wil  leggen  „slieenbus".  frederik  Oelkanl,  hoofd- 
ingenieni  -van  Wladiebu  VU,  koning  van  Folen, 
w«rdt  als  de  uitviDder  beschouwd,  terwijl  Johan 
Mauriti,  giaal  «on  NaetaaSiegen,  bet  in  1668 
v«rbeteide  nMt  behulp  van  dni  meestei  vnat- 
weiiei  AdtM  Sleevooekt.  !□  1668  wtiden  ei  in 
Holland  12  gegoten  en  in  gebiuik  genomen. 
Zie  verder  onder  Oemskitt. 
Bonwwapsnm  (anbels)  noemt  men  die 
blanke  wapenen,  welke  beatund  ign  om  den  vg- 
and  door  middel  Tan  een  bonw  te  treffen.  Zg  bê- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BOUWWAiPEHEN-^aOVEA, 


die  T 


«en  sUleo,  van  Toren  gebogen  kling, 
D  tot  100  «□.  'tang  en  ongeveer  1  kg. 


met  de  huid  «niat  en  diA  greep  genoemd  woidi, 
en  voor  een  ander  deel  de  faand  tegen  slageo  ba- 
adiennt  en  daarna  handbedekking  woidt  gehee- 
teo.  De  indringing  woidt  begnnetigd  iknr  een 
wigTonnige  Bnede  en  door  bet  &waart«viint  aan 
den  Toork&nt  van  de  greep  te  brengen.  De  ecfaee- 
de  is  genroonlök  van  Etaal  en  >van  binnen  met 
bont  geboerd,  om  de  kling  vaat  te  letten  en  den 
aelieipen  kant  te  bercdllgen. 

Hoiu*ui  da  XtélMyu,  Jtan  CkarUa,  een 
B^tMh  atericnknw^.  den  7dea  Oetober  1S20 
te  Bewen  fHons)  geboren,  etndeeide  aldaar,  te 
BwBsef  en  Ie  ParQS  en  werd  in  R43  twistent 
en  in  )B46  aid^^atroninDe  aan  de  aterremradit  te 
BiitG«el.  Ej)  werd  wegene  ign  demoeratiMhe  ge- 
voelens vervolgd  en  ging  in  1S48  eerst  naar 
DaitBchland  eo  Tervoigene  nav  EïnKeland  en 
Noord- Amerika,  waar  bg  gverde  saar  de  aftohal- 
(ing  der  davemg  en  drie  jaar  hoofdredacteur  van 
de  „TribuDe"  wai.  In  >1876  keerde  fag  ab  direc- 
teur der  eterrenwacÉit  terug  nau  Brnuel,  nadat 
bg  iu  1856  reedi  lid  geworden  wat  tan  de  Bel- 
giiebe  Academie.  De  Belgieche  Venoeexpeditie 
naar  Tvtu  in  1882  stond  ondei  iqn  leiding.  Dij 
nam  ign  ontelag  in  188S  en  overleed  den  ISden 
Joli  18S8.  Hg  eebreef:  ,J)ei  tuibinea,  de  leur 
eonetruction   et   dn    ealenl   de   leur   poinanoe" 


(1889),  „Eeaai  d'noe  géograpbie  pbriique  de  la 
Belgiqne"  (1864),  .^letoine  da  lol  «TEnrope" 
(I8l7),    ,Ja    terreur   tijaoehe  et  man  «vati     " 


(1862),  „Etndei  sur  les  faenltte  mentalen  des 
maai  comparéea  i,  eetles  de  rhomme"  (1872,  2 
dln.),  ,Jje  eiel  mia  &  fortée  d«  tont  Ie  moDde". 
„Etnde  de  la  natnre,  sei  eharmei  et  aes  dangers" 
(1876),  „Uranoméirie"  (1878)  en  met  Lmeatler 
„BiUiogr^ihie  générale  de  l'aatroiMïMe"  (1861 
eni.). 

Hova  IHovoa),  een  volk  o^  Uada^aekar,  be- 
woont de  Wrgaentige  proriiteie  Imenna  in  het 
binnenlaod.  Bet  is  van  Haleisehe  aftomst  en 
vormt  een  sterk  contrast  met  de  Negers,  boven 
wie  het  ook  in  i&telleetneel  Maiefat  uitmunt.  De 
Hova'a  ign  Iga  «boawd,  twboea  een  bruinachti- 
ge of  oljilgeie  bnidkletir  en  dnn,  gelokt  baar.  Dat 
tjj  tot  iden  Hakffcben  «tam  behooren.  bew^Ko 
de  verwantseb^  van  hun  taal  met  de  Maleieebe, 
de  ook  bg  de  Polypesilra  gewone  taboegebmiken, 
bet  smelten  van  ip«r  met  bafflboeien  blaasbal- 
gen es  het  Mken  van  bnlfels.  Bg  hnn  komst 
op  Madagaskar  vonden  i^  er  een  Afrikaanscbe 
b«*o1kigg,  waarmede  ig  iieh  alecbts  gedeeltelgk 
vennenMen.  of  die  ig  onderwierpen,  «wals  de 
doDkerlcleang«,  door  ben  naar  bet  W.  verdromgen 
Sakalaven.  In  de  bloedige  oorlogen  «n  d«  opper- 
beertchupg  (1810— '1B28)  ontwikkdde  licb  het 
Hovavolk  tot  een  kraebtigen  «taat.  die  door 
Frankrijk  in  1893  vernietigd  werd  (lie  Jfi  ' 
ikorj.  Sedert  1861  beeft  bet  Chriatendom 
Knropeesdie  besebaTing  groote  vorderingen  on- 
der hen  gemaakt,  waarmede  vele  oude  gMrniken 
Terdwcnen  «n  de  leden  laehter  werden. 

HoTftsna,  Jnfottni*,  ook  van  Hote  of  nm 
den  Roel  gelweten,  waarKhgulük  alsw  genoemd 
naar  lijn  geboorteplaats  Egmond  op  den  Hoef,  in 
hel  laatst  der  ISiie  of  het  begin  der  16de  eenw 


BorUaabu, 


Ïeboren,  werd  monnik  in  de  abdf  van  Epnond. 
1  1560  wilde  men  faem  tot  «bt  verfci«ieii,  wat 
eehter  niet  gesehiedde,  daar  de  abdg,  tencërolge 
van  de  nieirwe  kerkelöke  indeding  van  1559,  met 
het  nieowe  bisdom  ^arkm  vereenigd  werd.  Tol 
eehadeiooastelling  sflbonk  Philipi  II  bem  de 
abdö  van  Eebtemaeb  in  Luiemfaurg,  waar  bg 
den  8«ten  Oetober  1568  overleed.  Uen  beeft  vaa 
bem:  „Zaennondiui  tel  de  temporis  nottii  atatn 
ae  conditiona  dialogns,  tortasee  ob  amabilem  re- 
rum  varietatam  noo  injueondut"  (1564),  J>e  si- 
te amandi  Deom  etc",  (1566)  en  „Historie  val 
de  edele  welgAoren  beeren  ende  graven  vai  Eg- 
mond,  uyt  de  oude  boeken  bjjeeitvergadetd  ea%/' 
(1664).  Ook  bedt  men  nog  *aa  hem  in  hand- 
eehrjft  ,J>)e  ohiOD^rdce  ofte  historTut  der  edele 
welgeboren  faeeren  ende  baronnen  «an  Egmond 

Hovs,  een  stad  in  het  Elngelsebe  graafsdiu 
Ooit-Smsei,  ia  een  voontad  van  Brighton,  beeft 
verschillende  nieuwe  kerken,  een  Gotisch  stad- 
huis, een  openbare  leeitai^  «n  (1911)  41 -I7S  in- 

HoTS,  Antoiniu  «o».  Zie  Bi»amtt,Ai 

Hov«,     Martmuë  mm   dsM,   Zie   flor 
Martintu, 

Hov«,  Bartholomeut  Jokamut  mm,  ea  Ne- 
derlandteh  schilder,  den  SStten  Oetober  1790  te 
's-Oravenbage  geboren  en  aldaar  den  SatsH  No- 
vember 1880  «verleden,  was  een  leeriiag  -na  J. 
K.  A.  A.  Brtekanktuner  en  laann  tgd  direeteu 
der  HaaMche  Taekenaeadcmie.  Botboom,  S.  Ver- 
veer, J.  M.  Weieeeitbnieh,  Bmbert  wm  flOM  e.  a. 
waren  ign  leerlingen.  Van  njn  aebilderqett  ign  er 
hier  te  lande  o.  a.  ia  bet  B^smnseDm  t«  Anrter- 
dam,  het  Oemeentemuwuin  te  'a-Oraveduge  en 
het  Museum  Boymana  te  RirtlerdaaL 

Hote,  Buberhu  vm,  een  NederlandMb  Mfail- 
der  en  Kthograal,  den  3den  Uet  1814  te  'a-Grv 
venhage  geboren  en  den  14den  Novonber  1865  te 
Aotweifien  overleden,  waa  een  looit  en  leerling 
van  Bartholomeui  mn  Hok  en  ^ng  daarita  in 
de  leer  i^  H.  van  de  Samk  Baeampe».  Hg 
seiulderde  landsdi^tpen  «n  interieort  im  dei 
trant  van  Pisler  ds  Booek,  Sinds  1854  woonile 
hji  te  Antwerpen.  Het  OemeenteoiDBeuni  ie  's- 
Qravenbage  en  het  Mnseom  Bojrmans  te  Botter- 
dam  beaittRU  werken  van  bem. 

Hots,  Bart  van,  een  Nederlandufa  beddhoB- 
wer.  den  17den  Maart  1850  te  's-GraveBhage  ^ 
boren,  was  een  leerling  van  Jtnef  Qed*.  Tot  ign 
werken  behooren  bet  standbeeld  van  ion  wt 
SeMfdaat  te  Barnevedd  en  van  WOUm  AdaU 
vaa  Natiau  te  Leeuwarden  en  de  boratiwelden 
van  Roekvêten  en  Boeboom  (in  bet  Stedelgk  Mi- 
seiun  te  Amiterdam).  Hü  overteed  den  27ttcn 
Fd>rDari  1914  te  Amiterdam. 

Hovea,  R-  Browx  is  de  naam  van  een  plan- 
tengetlaeht  nit  de  familie  der  JfiMoaaeesAi,  nil 
11  soorten  bestaande,  meest  overblö*»de  planlen 
omvattende.  Het  ondeneheidt  lich  door  een  2-lip- 
pigen  kelk  met  een  ii^e^kte  bonrenlip  en  door 
een  onnsteelde,  buikige  peul.  Het  omvat  «en 
aantal  Nienw-fiollandsebe  sierjdanteK.  Tan  de 
soorten  noemen  wg:  H.  purpurea  Lodd.  met 
blaowaebljg-paarse  geelgeviekte  Uoemen;  —  en 
H.  raeemidaea  Bentfa,  met  vnil-blanwe  bloe- 
men. Zg  vereischteu  des  wintert  een  temperatnot 


DigilizedbyGoOglC 


HOTBA—^OWB. 


613 


T&D  S*  lot  8<>  C.  De  TermeenleriiiR  ^ctehiedt 
door  zaden  en  sUkken  van  kotte  igtwggjeB  JQ 
het  Tooijur  of  den  heifst. 

Hovélaoaoa,  Akxmdre  Abel,  een  PitDBch 
BDthiopoIoog  en  taalroiscèer,  den  ]4den  NoTein- 
ber  1843  te  Psrö*  geboren,  studeerde  in  de  redi- 
ten,  Teigel^eode  taahretenBchaip  en  v«rg«!öl<B>i~ 
de  Bn&tomie.  Ns  het  eimk  ignei  etudiSn  tr&d  hu 
in  «Itdel^ken  dienst  en  werd  in  1886  en  1838 
bnwemeeBter  tui  Pftiifg.  Tevens  doceerde  bij  de 
tatmetenKhap  un  de  „Ëeole  de  1'anthn^olo- 
gie".  AIb  kuDerlid  befaoorde  Bowetaeme  tot  d« 
nltente  retnAlikeinen.  Hg  oretleed  den  23il«n 
FebiDui  1896.  Hg  sehreel:  „GiMnouiiTe  de  la 
Ungne  lende"  (2de  dntk  1878),  „L'Avesta,  Zo- 
roulre  et  Ie  Maidiisme"  (1880).  ,Xa  lingnisti- 

!ine"  (4de  drak  1888).  .JtAOgaw,  rseee,  nttiona- 
liéa"  (2de  dnik  1874),  „Notre  ftneétre.  ReriieT- 
ebes  d'anatomie  et  d'ethntdogïe  sai  Ie  préeorsent 
de  lliomme"  (2de  drak  1878],  ,Jf«Ungea  de  lio- 
gnftUque  et  d'anthrDpoIogie"  (1860),  ,Jj'l]oinine 
primiMf  MDtemponir'  <r382),  „PrAèii  d'anthro- 
pologie"  (1886).  „Lee  nteres  de  1'Afriqoe  eoasé- 
qoatoriile"  (1880)  en  „Reefaerehee  ethnologiqaei 
>nr  1«  Momn"  (1894).  Met  Ckatie  e.  a.  eticlittc 
hg  in  1866  d«  „Beine  de  lingniitiqne  et  d«  phi- 
lologie  eetnparée",  liter  den  ,4}ictionnaipe  de 
1'utbTOpoIogie",  de  .^ibliotbèqM  anthtopologi- 
qie"  en  de  „Btïdiothèqne  dei  acieneei  eontea^M- 


,  Aê^iu*  tan  den,  een  Nederiandudi 

diehter,  leeïde  in  den  aaDranr  dei  18de  eenw  en 
•efareel:  „SsbiiMi,  tieurspel''^  (1702),  „De  vet- 
warmde  minnaan,  b]nq>el"  (1704),  „De  etndent 
italkDMlit,  klncfateper  <I700),  ,J>e  gdnkle  fti- 
mofmniDg,  kln^tapel"  (1701)  en  ,Jiof  der  mn- 
siek,  kamerapel"  <16d9). 

HoTan,  Joh  van,  nu  omitreeks  1720  (M- 
reetear  van  een  troep  tooneelipelen  te  'a^ra- 
Teirii^e  en  tarens  toonaeldtAter.  Hg  lemde: 
,J««diee  nrea"  (1730),  ,J)e  tienrende  llieeiDS 
hersteld,  treni^id"  (1714),  ,Jh  grinktc  Het  op 
Dtiekoningena'niad,   khiohtspel"   (1715),   ,&liil- 


derï  van  de  HaogsAe  lennii"  {1716),  „Voor- 
spel op  AfamemDOn,  koning;  Tan  Uyeene"  É1711), 
,J)on  Quiehote  Terlosgin^  «it  Sierra  Horena.  blg- 
inel"  (1721),  ,J)e  helleTaert  van  doetor  Joan 
Faneloa^    trenrepel"    (1721),    „Kriepgn  soldaat. 


koopman  en  aéroeaat",  ,Jjóf  der  takak"  (1783), 
,.Zes  lienaogen  van  Horatins  Flaeens"  en  .J)ielif- 
(chets  Tan  den  hnjae  des  faeeien  Fagels  en." 
(1744). 

BOTWI,  Therète  StüiAeth,  een  Nederiandseb 
romansditgtsteT,  den  2den  A^ttil  1860  te  'a-Qra- 
veniiage  gebeten,  werd  opgeleid  toot  het  onder- 
wg*  en  was  als  pTiTaatléerares  werkuam  eerst 
hier  te  lande,  daarna  te  Londen  en  eindelök  van 
1890  tot  1891  in  Ned.-IndiB.  Sedert  baar  terog- 
keer  in  het  Tsderland  wgdde  ig  lieb  aitslmtend 
aan  de  beoefening  det  letteren.  Zg  was  eenigen 
tgd  redactrice  van  ,J)e  HoUandscbe  Lelie",  „Voor 
«me  Meisjes"  en  „St,  Nicotaas".  Zij  heeft  een 
groot  aantal  mdsjea-  en  kinderboeken,  noTcUen 
«n  romans  gesebreven  en  is  medewerkster  Tan 
Ter«e))>Ilende  Nederlaodsobe  tgdsebritten  en  eor- 
reipondente  tan   Indtacbe  bladen. 

Bovsrbeok,  LetrpM,  Triiheer  von,  een 
Duitieh  staathnan,  den  26iten  Juli  1822  te  Eo- 


ningsbeiven  geboren,  studeerde  te  Koningsber- 
gen en  Berlgn  in  de  redhten.  Hg  heeft  lieh  je- 
gens den  landboDW  xeer  Terdienatelgk  getnaakt 
en  werd  in  1862  «recteur  Tan  het  Oost-Pmisi- 
«cbe  landschap.  Van  1858  tot  1870  waa  bg  lid 
Tan  4tet  Fruieisrii  Hnis  Tan  Afvaardigden  en 
stiefater  Tan  de  fractie  „Jnng-Litaaen",  waaruit 
later  de  „Fortscfarittspsrtei"  is  ontstaan.  Sedert 
1B67  behoorde  hg  tol  den  Noord 'Dnitseben  en 
sedert  1871  (ot  den  Duitsdien  R^ksdag.  Hg 
overleed  den  12den  Anguitue  1875  te  Oeceao  in 
Zwitserland. 

Howa.  Zie  Hovo.  ■ 

Howard,  John,  een  Engelscfa  philanthroop, 
den  2den  September  1726  te  Haeknef,  niet  Tsr 
Tan  Londen,  geboren,  werd  eerst  Toor  den  handel 
opgeleid  en  deed  na  den  dood  sgna  Tadera  een 


1  geneeaknnde.  Zoodia  iig  bericht  ontTÏng  van 


de  aardbering  te  Lissabon,  ar^eepte  hg  lieh  in 
naar  Portueal,  maai  jgn  schip  werd  dooi  een 
Frana^en  kaper  genomen  en  Howard  te  fireet 


den  kerker  geworpen.  Hier  leerde  hg  door  oa- 
deiTinding  bet  tnarig  lot  der  JHggagerangenen 
kennen  en  toodia  hg,  op  ign  woord  Tan  eer  ont- 
slagen, Engeland  bereikt  Jtad,  deed  hg  i*a  de 
Regeering  voorstellen  tot  veAetering  Tan  den 
toestand  der  gevangenen,  voorstellen,  die  in  faet 
Parlement  byval  vonden.  In  1765  veitlgde  hjj 
lieh  op  ign  vadeilök  laiwleoed  Cardington  nabg 
Bedford  en  werd  in  1773  tot  «herif  van  het 
graafseh^)  Bedford  gekosen.  Nadat  hg  ia  deie 
Betrekking  adh  Stekend  gecoasAt  had  met  de  ge- 
stelAeid  der  gevangenissen,  bracht  bg  daaioi<<er 
een  verslag  uit,  dat  aanleiding  gat  tot  het  ont- 
werpen van  2  wetten  ten  behoeve  der  gevange- 
nen. Daarna  lette  hij  ign  ondenoek  omtr«nt  de 
gevangeoiasen  fan  Engeland  Tooit  en  sehieet: 
„State  of  the  prisons  in  Eneland  and  Wries  (Sde 
druk  1784).  Met  betielfde  doel  rdide  hij  4-maal 
naar  Dnitaebland,  5-maal  naar  Nederland,  S-maal 
naar  Frankii}k,  2-msail  aaai  ItaliB,  Spanje,  Por- 
tugal, Nootd-Amerika  en  Tnrkge.  Ook  deed  b^ 
ondenoek  naar  de  peatbniien  en  lauiets,  be- 
sodit  in  1785  nogmaals  ItaliS  en  Tnrkge  en  {^ 
toen  ign  „Account  of  t^  prindpal  kiaiettoa  in 
Europe"  (1789)  in  het  licht.  Om  lieh  in  AtiB 
met  de  peet  bekend  te  maken,  reisde  liq  in  1789 
wederom  daarheen,  doch  werd  te  Oberson  in  faet 
luiden  Tan  Rusland  dooi  een  besmettelgke  liek- 
te  aancetaat  en  oTeileed  aldaar  den  20eten  Ja- 
nnari  1790.  Te  Oberaon  en  in  de  St.  Pieterakerk 
te  Londen  verrees  een  gedenkteeken  te  zijnei  eei. 

Howud,  Cathariita.  Zie  Bendrik  Vlll,  ko- 
ning van  Etweland. 

Howa,  Riehard  graaf,  een  Britsch  vloot- 
Toogd,  den  8sten  Haart  1726  geboren,  trad  in 
1739  in  zeedienst  en  weid  in  1749  kapitein.  Jn 
den  ooiioK  tegen  Frankriik  nam  bg  onder  sir 
Edvard  Hawke  in  1756  deel  aan  de  TeioTering 
van  het  eiland  Aix  en  Temielde  de  haven  van 
Cliertwaig.  Ia  1770  werd  bg  bevorderd  tot  eohoat- 
bg-na(dit  en  opperbevrih<4)ber  van  het  eekader  in 
de  Hiddeltandeebe  Zee,  terwgl  hg  litb  in  1776 
ondersdieidde  in  den  Amerikaanecben  oorlog.  In 
1782  Toonag  hg  bet  belegerde  Qibraitar  Tan  le- 
vensniiddelen  en  na  bet  elniten  van  den  vrede 


D,o,l,zedb,GoOgle 


werd  hj}  benoemd  tot  eeraten  lord  d«t  Adminli- 
teit,  een  betrekking,  dn  hg  in  1788  nederle^e 
en  Itter  weder  aanTaardde,  terwjjl  hij  toen  in 
d«D  graTenatand  opgenomeD  werd.  Al(  admiraal 
der  witte  ritg  ontTïng  hg  in  1798  bet  be?el  over 
de  Tloot  in  het  Kanaal,  blokkeerde  de  ha«en  van 
Bteit,  Teraloeg  de  Fianscheo  bg  Oneuant  (I  Jo- 
ni  17M)  en  werd  in  1796  generaal  dei  maniH- 
■oMaten.  OfBotioon  bg  leedt  alitand  had  gedaan 
van  het  commando,  wist  hg  deur  ign  geug  orei 
de  matrozen,  die  hem  nwoonlijk  Zmrle  Dwk 
noemden,  een  oproer  op  oe  Tloot  Toor  Portmonth 
te  deoipen.  Hn  overleed  den  Sden  AnguatuB 
1799. 

ffowa,  (CtUtoM,  loid,  een  BritMb  ecneiaal  en 
jongere  broeder  vao  Riekard,  den  lOden  Aognt- 
tn»  1729  grtwreiK  trad  in  1746  in  dienst,  werd 
spoedig  gcDcraal  en  voerde  gedurende  den  Ame- 
rikaaMehen  vröheidioorlog  bet  opperbevel  in  den 
dag  bg  Bnnkerriiill.  Hg  werd  in  Botton  belegerd 
en  door  gebrek  tot  de  oreigave  gedwongen.  Hq 
trok  tenig  naar  het  Stateneiland  bg  New-York, 
«loot  met  WaihingtoH  een  oveieenkomit  tot  tüt- 
wisaeling  van  gttvangenen,  Miaalde  in  1774  n>et 


hand  en  nam  Ffailadelpliia  in  beiit.  Niettemin 
mM«t  Ilij  bet  opperiievel  aan  Ctinlon  alstaan, 
omdat  hg  naar  bet  gevoelen  der  BrJticbe  rsgee- 
ring,  geen  voldoend  gebruik  gemaakt  had  van  de 
behaaMe  voordeelen.  Na  keerde  bg  naar  Enge- 
land terug  en  werd  gonvernear  van  Fljmoath, 
waar  hg  den  12den  Juli  1814  overleed. 

Howe,  Sliat,  de  Ditvinder  der  Amerikaan- 
Bebe  naaimadiine,  den  9den  Jnli  1819  te  Spenoer 
in  Uassachoeette  geboren,  wai  van  1BS5  tot  1836 
in  een  katoenfabriek  te  Lowell  werkiaam.  Daar- 
na be^  hg  lieh  naar  CaoibridKe,  waar  hg  werk 
vond  in  leen  niaefainefabriek.  Hier  (telde  hg  in 
1845  de  eente  naaima^ine  «amen,  waarop  hg 
patent  nam.  Het  piAliek  stelde  ^ter  geen  ver- 
tnnwen  in  de  uitvinding,  loodat  hjj  lich  in  1847 
naar  Engeland  begal,  waar  bg  ign  patent  aan 
WUliam  TkomoM  verkocht.  Hier  vernMD  hn,  dat 
redorende  ign  afweaigbeid  andere  Ameriianen 
nun  voordeel  hadden  ^aan  met  ign  nitvindiog. 
Hg  verkreeg  vrienden  en  beaebermert.  die  b«m 
■ijn  rechten  bielpen  handhaven,  loodat  bg  in 
1854  octrooi  ontving  voor  de  door  hem  aitge- 
vooden  niaimacbine.  Toen  de  tijd  van  dit  octrooi 
in  1867  eindigde,  beist  b|j  een  vennogen  ran  2 
milüoen  dollars.  Bg  het  uitbarsten  van  den  Bnr- 

S er-oorlog  trad  hg  onder  de  vnjwilligert  als  sol- 
i»t  in  dienst,  terwj^  hg  aan  de  regeering  der 
Vereenigde  Staten  ba  herhaling  aaniieiill^e  lom- 
men  voonebool.  Hg  overleed  te  BrooklTn  d«n 
Sden  Oetobtr  1867. 

Howltt,  WiUiam  en  iftuy,  ia  een  £i«el«di 
diohterpaar.  WUliam,  den  18den  December  1792 
te  Heanor  in  Derbvshire  geboren  en  in  de  leer- 
«telKngea  der  Kwakers  opgevoed,  hawde  in  1823 
met  een  gelootsgenoole,  Jfory  Botkam,  gebo- 
ren den  12den  Maart  1799  t«  Coleford  in  Qlon- 
cestershire.  In  1823  pkten  tg  samen  een  dieht- 
bundel  nit,  getiteld  „I%e  foreat  minstrel",  welke 
met  grooten  hgval  antvangen  en  door  „The  deso- 
lation  ol  Ejam"  (1827)  gevolgd  werd.  In  1831 
gat  WüUam  ign  „B<nk  of  tbe  seaMHi"  in  het 


licht,  dat  bg  bertudine  gedrukt  werd.  Op  iga 
„Hiïtory  ol  priesters  f  t'^ 'f  Sele  dnik  1392),  volgde 
.Jfairal  life  in  England"  (1836,  2  dln.)  en  „VisiU 
to  remarkable  plaeea.  old  halls,  battlefields  and 
seenes  illustrstive  of  Engligh  bistorv  and  poe- 
tr7"  (2de  dmk  1856,  2  dln.).  Vervolgeus  bega- 
ven lieh  de  e<Atgenooten  naar  Dnitsehland.  waar 
ig  tot  184S  te  EeideUwrg  woonden.  De  vrodit 
van  WiUiam'»  veihlnl  aldaar  was:  „Tbe  atndast 
lile  «f  Oermanj"  (1S4I),  ^ural  aod  domestie 
life  of  Oermanj"  (1842)  en  „Oerman  «iperien- 
oes"  (IB44).  Na  sgn  terugkeer  schreef  hg:  „HaU 
and  hamlet,  or  seenes  and  ebaracters  ol  conntr; 
life"  (1847,  2  dln.),  ,^omes  snd  hannU  of  the 
British  poeta"  (1847  2  din.)  en  „Hie  yeaibook 
ot  the  eountrj''  (1956).  Zgn  roman  „Madam 
Dorrincton  of  tbe  Bene"  (1S51,  S  dln.)  geeft  een 
treffeadB  voorstelling  van  bet  leven  eener  ood- 
adellgke  dame.  Nog  meer  belangstelling  wekte 
een  werk  van  beide  eehtgenooten,  getilud:  „U- 
terature  andromanee  ot  Northern  En rope"  (1S51 
—1852.  2  dln.).  In  het  voorjaar  van  16S2  vertrok 
WiUiam  naar  Australië,  om  goud  te  toeken,  doeb 
keerde  in  het  laatst  van  1854  telenrgetteld  in 
Engeland  terug,  waar  bg  cent  „Land,  labonr  and 
gold,  or  two  ;eart  in  Victoria"  (1355,  2  dln.)  en 
daarna  het  lAoetraliseb  verhaal  „Tallangetta" 
(T857),  „Tbe  historr  ot  discover;  in  Australia, 
Taamania  and  New-Zealand"  (1865)  en  den  rn- 
tfian:  „The  man  of  the  peo^e"  (1860,  3  dln.) 
in  het  lieèt  deed  verscbgnen.  Na  dien  tjjd  sohreef 
hg:  „HïRtOTY  ol  the  aDpetnataral  in  all  ages  and 
nattons"  (1863,  2  dln.)  en  „Woodboin  Qranee 
A  story  of  English  coantry  life"  (1867.  3  dlni), 
terwgl  tgn  ecntgenoote  den  roman  „l^e  ooatt 
ot  Caergwjn"  (1884,  3  dln.)  in  het  ÜAt  gal. 
H'illüm  overleed  den  Sden  Maart  1679,  Mary 
den  30sten  Jannart  1B88. 

Howraii,  de  hoottbtad  van  het  gelijknamige 
district  (850514  inwoners  op  1233  v.km.)  in  de 
Britse^-Indiwbe  provineie  Bengalen,  ligt  aan  den 
Hoegli  tegenover  Caicntta,  waamede  bet  door 
een  tebipbmg  veibonden  is.  Tot  bier  kunnen  aee- 
eehepe'n  komen;  verder  stroomopwaarts  b^inl 
een  levendige  rivieracfaeepvaart.  De  plaats  telt 
(1911)  179000  inwoners,  besit  4  scholen  voor 
Enn^eanen,  groote  jul«-  en  katoenlabrieken  <a 
vormt  de  indasIriSele  voorstad  van  Calcntts. 

HBxtar,  een  stad  in  het  Pmiaisehe  distriet 
Minden  en  de  vroegere  hoofdttad  van  het  vor- 
stendom Korvei,  ligt  aan  den  linkeroever  van  de 
Weier.  aan  de  «poorlgnen  Soest — Boeismm  en 
Sebertede—Westminden  «n  telt  (1910)  7891  in- 
woners. Men  vindt  er  4  kerken,  interessante  hou- 
ten gebouwen  nit  de  15de  en  16de  eeuw;  een 
gedenkteeken  voor  ffo/miniR  vo»  FaUertMten, 
een  gjminasinm,  eenige  vakscholen,  cement-,  pa- 

Eier-,  gnmsni fabrieken,  gzcrgietergen,  pottenbak- 
erijes  en  scheepvaart. 
Hora  R.  Brown  is  de  naam  van  een  planten- 
geslacht met  ongeveer  50  toarten*irit  de  familie 
der  Aidepiadaeuen  in  Azië  en  Australië  thnis 
befaoorend  en  gebeeten  naar  Tkomitf  Hou,  een 
Engelsdi  tuinbouwer.  Het  onderscheidt  tieh  door 
10  stuitmeelklompjes,  welke  op  eigenaardige  wg. 
ie  lich  aan  de  insecten  vasthechten  en  door 
een  stervormïge  bloemkroon  met  een  5-bla- 
digen  krans  van  honignapjes.  Het  omvat  neder- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOYA— HHABAHUe  HAÜRDS. 


liggende  of  slingerende  tieetten,  die  in  h«t  lu- 
den  Tin  Axii  en  in  Nieaw-Hollnnd  gioeten.  Tot 
de  BierplRDten  t^oort  de  waibloem  (R.  ear*o»a 
K.  Br.,  Schollvi  erauUolia,  Jftcq.),  in  OostJn- 
diS  en  Oiina  te  TÏnden.  U.  eonmana  BI  ai 
«en  glingerpUnt,  4ie  op  Java  en  d«  UolnUen 
groeit  en  een  scherpe  melk  oplevert,  welke  mt 
&ls  geneesmiddel  WiKt-  H.  Rumpkü  B  1  n  i 
vindt  men  in  de  Holnkkea  th  woekerplant  vp 
boomen  en  g«ell  een  detgelyke  melk.  H.  viridiflo- 
raR.Br.  groeit  op  Ceylon  is  kreapelhont  en  ha- 
gen, en  men  gebruikt  den  wortel  oeier  plant  als 
tegengif  bij  oen  beet  dei  alangen.  Tot  de  lier- 

S lasten  betioort  ook  nog  B.  tralema  6 1  n  n.,  een 
avaaneche  slingerplant  met  xeer  groote.  el- 
liptische, dikke,  leaeraditige  bladeren  en  fraaie, 
geelaohtig-roienroode  bloemen.  Verder  iqn  nog 
vermeldenswaard  B.  glohmlom  «n  H.  imftriaiii. 
De  Tenaeerdering  geaebiedt  dooi  atekken  en 
•lukken  Tan  de  wortels. 

Har»,  WQ  Toonnalig  giaafiefaap  in  HunoreT, 
tOMchen  de  Weier  en  de  Hnnte,  grenat  in  het 
N.  aan  Bremen  en  Oldenbnig,  in  het  O.  fan 
Venkn  en  Calenberg.  in  bet  Z.  aan  Mindea  en 
in  het  W.  aan  Dtepfaolz  en  OMenbnig  en  bestaat 
gedeeltelijk  nit  veen,  heide  en  land,  gedeeltdgk 
ait  marsdilaDdeii,  die  lijke  oogiten  geren  en 
mtmnntend  geschikt  ign  voor  veeteelt.  De  of- 


bet  eerst  in  ót  I3de  eenw  veimeld  worden, 
grootten  bun  gebied  in  de  14de  eenw  met  de 

fiaafsehappen  Alt-  en  Ncn-BraohhanHD.  Toen 
eiier  Jfoxtmtltaon  in  1502,  na  het  nititerren 
van  den  mannelgken  tak,  het  giaafsc^ap  aan 
Bt^drik  MM  BntnMtUk  aehonk,  ontitoMMn  ei 
oorlotfen  en  eerit  in  1519  kwamen  de  ^aven 
mm  Zfoyo  langsameihand  weer  in  bet  beiit  tu 
hnn  gebied.  Toen  bet  geaUefat  in  1582  nitstierf, 
kwun  bet  giaatsdiap  aan  Brnnawgk. 

Hojm*,  lokaiM  Qoltfried  mm.  «en  Dnitaeii 
beoefenaar  'der  krügawetenscbap,  4en  9den  Mei 
1767  te  Dreaden  geboren,  tr«d  in  dienat  b^  bet 
Saksiaebe  legei  en  werd  wegen*  de  verdediging 
van  Wittenber^  tegen  majoor  Sehüt  weldra  be- 
Torderd  tot  nutjooi  en  niet  lang  daamA  tot  Inite- 
nant-kolonel.  In  1818  weid  hjj  alt  kolonel  gfr- 
pl»atst  btj  het  PiDiaiaehe  korps  ingenienrs,  nam 
deel  aan  den  teldtoeht  van  1S15  en  werd  in 
1S18  gen eiR«I -majoor  en  in«])eeleui  der  vestin- 
gen in  Pommeien.  lJ»dat  bij  in  1825  gepeneion- 
neerd  wai,  woonde  hn  te  Halle,  waar  hg  voor- 
lexingen  hi^  over  de  krijgsweteuehappen  en 
den  7den  Maait  134S  oirerleêd.  Van  igo  getebiif- 
ten  veraielden  wq:  „Handbneh  dei  Pontenier- 
wiaaeneehaft"  (2de  dtnk  1830.  3  dln.),  „Ge- 
adiichte  öer  Kriegakonat  aeit  der  eisten  Anwen- 
dnng  des  SchiesapnlTeii  tiis  aam  Ende  des  IS 
Jahihnnderta"  (1797—1800,  2  dln.).  ,j^llgetDei- 
nei  Wöiterbnch  dei  Artillerie"  (180*— 1812,  2 
dln.),  „Allgemeines  Waiterbneh  der  Erimbaa- 
knnet"  (1815—1817,  S  dln.),  „Allgemeines  W6i- 
teibntb  det  Kriegabaokonit"  (1817—1818,  2 
dln.).  ,^featigniigaknnst  nnd  Fionierdienat" 
(1882),  ,Jjitentnr  der  Kriegewisaenaehalteii  nnd 
Eii^agesehrebte"   (1831—1840,  S  dln.).  Boven- 


Hoynok  van  Pap«iidr*olit,  OornsJif  Pait- 
lut,  een  Nédeiiandseli  geeebiedkandige,  den  laten 
Januaij>l686  nit  een  «aniienlgk  getuoht  te  Doi- 
drecht  geboren,  ttndeeide  te  M«ehelen,  Paderborn, 
Antweipen  en  Leuven  in  de  letteien,  wgabegeei- 
te  en  godgeleerdheid,  werd  licentiaat  in  bet  ker- 
kelijk recht,  ontving  de  priesteiwjjding  en  werd 
vicarii  van  Jm  Bi/Uvett  te  'e-Giavenliage.  Op 
aanbeveling  ■van  den  BoUandial  Jaa  BafHit  ini 
Sollier  werd  hö  gwlaatst  als  tecietaiis  og  Tho- 
mot  Phüirpttt  irAuaee,  eu  in  17U  door  keiMi 
Karel  VI  aan  den  paaa  vooigediagen  alt  urta- 
biesflhop  van  Meefaelen.  Hg  vergeidde  den  aartt- 
bissebop  naai  R(«k,  om  voonGhiiflen  lan  Oh- 
mens  XI  te  ontvangen  ter  beatnring  van  de  Kerk 
in  België  (bnt  „Dnigenitoa").  Hoyiuk  oefende 
lioh  in  de  Italiaansebe  taal,  kieeg  oB  ign  teing- 
keer  in  BdgiS  een  piaebende  in  bet  kapittd  vu 
SL  Rombout  en  weid  vicai ia-generaal  van  den 
aartabiiseliop. 

Zgn  gver  legen  de  Jansenisten  werd  beloond 
dooi  a«rtaberlogin  iforia  ïlianfrelJk,  gonvemante 
van  BelgiR,  met  een  gouden  medaille  en  door  deo 
urtsbisMbi^  van  Mediden  met  een  fiiaebende 
vao  gegradueerd  kanunnik  en  met  een  beaoeiDiBg 
tot  aart q>ii etter.  Eg  overleed  te  MedMlen  den 
ISden  December  1756.  Hg  schreef:  „Honitnm 
eompleetens  sjuopsin  histoiiae  eeriesiae  Ultra- 
jectinae  moi  t<n>ii  vnLgandwe"  (1724),  „Hittoria 
eceleaiM  Ultiajeetinae  etc."  (1725,  ook  in  het 
NedeiUndaeh),  een  aantal  „E^i8t<Jae"  (1728), 
„Hiitoiia  Janaenismi  in  Bevio,  docnmentia 
autfaentieia  eomprobata"  f2  dh.^  „An^eeta  Bel- 
giea"  (1743,  8  dln.).  In  deae  .^nalecU"  bebin- 
den lieb  onder  aitdeien  bet  kven  van  ftaJiiw, 
blieven  van  deien  aan  Hopperwen  aan  anoeien, 
een  geMbrift  van  Bopfenu  ovei  den  «pttand  in 
de  Nedeilanden,  enz. 

Homok  van  Fapendrcoht,  Jan,  een  Ne- 
deilandich  aehildei,  den  ISden  ^tembei  1858 
te  Amsteidam  geboren,  wna  leerling  der  aeade- 
miefin  te  Antwerpen  en  te  Mtinebra.  Bj  heeft 
vooral  ala  veilnditer  naam  gmaakt;  illnstntiee 
van  bem,  <Ke  meest  aan  het  kijJgBmtBsleven,  doeh 
ook  wel  aan  Zwitseriand  ign  ontleend,  vindt  mes 
in  „Eigen  Eaaid",  „Elaerien  Maaadadirift", 
„Ifce  Giaphie"  en  „The  Daily  Qiaphic".  <M 
..Onie  Schntteisvendele  en  Schntteiöen  van  vroe- 
Kei  en  latei  tgd"  ('s-GraTenliage  1908]  werd  dooi 
nem  verlucht.  Znn  tcbildeigen,  vooral  gesehied- 
kundige  krggst'"''^^^'''  konten  in  veneheidene 
venamelingen  bier  te  lande  voor.  E«n  der  meett- 
bekende  is  een  drielnik  io  het  Stodelgk  Mvtenm 
to  Amsterdam,  dat  aan  de  Amtterdamwiie  Sdint- 
teig  ia  gewgd.  Daaiop  is  vooigesteld  bet  deelne- 
men  dier  sdintlern  aan  bet  beleg  van  Naarden 
(1814),  aan  den  Tiendaagtefaen  Veldtocht  (1831) 
en  bet  laotate  aittrekken  viör  baai  ontbinding  in 
het  begin  dei  20tte  eenw. 

Hoi«a.  Zie  Heaea. 

Brftbanna  Muinu,  een  beroemd  geleerde 
nit  den  tjjd  van  forel  den  OrooU,  omttieeka 
776  te  Marni  geboieo,  ontving  inn  opleiding  in 
het  kloostei  dei  Benedietgnen  te  Fulda  en  begaf 
lieh  vervolgeni  Da»r  Toars,  <nn  onder  de  lening 
van  Alevïnu»  ign  atodien  te  voleindigen.  Na  ijjn 
terugkeer  in  803  stiditte  hg  een  kloosteiboekerg 
de  eeiate  openbare  kloosteiaeboo?  in  Dnitsdi- 


DigilizedbyGoOglC 


516 


HRABANUS  UAURQS—HUBAY. 


land,  vaar  ooderwbeideD  aita  tekende  minneD, 
«»bU  Walafriedj  Slri^,  OUried  eni.  bon  •lei- 
ding oDtTJngen.  Na  vele  wed  e  rwaardi  gebeden  werd 
hü  in  322  tot  abt  Tin  Fulda  g«wi^  en  bekleedde 
g«dnrei>de  20  jaKn  «teie  waardi^eid,  In  842 
Mgde  hij  lijn  ambt  neder,  ooi  ijjn  overige  lereni' 
daven  ia  kahnte  door  te  brengen.  Eoniog  Lode- 
Vr^k  de  DitilaeheT  benoemde  hem  editer  in  S47 
tol  asrtsbiucAop  T«n  Haïni,  naar  hü  lU  looda- 
nie  den  4den  FWtrnari  B56  te  Winkel  in  de 
Rneingan  OTerleed.  Hy  wordt  met  redit  de  leer- 
meester  van  bet  Dmts^e  volk  genoemd,  (tei 
Bjjbelkennii  te  Termeerderen,  spoorie  hg  lijn 
hndB|eDM>t«n  krachtig  aan  tot  i>eoefeniag  der 
OrjeKKhe  taal.  ImondeHieid  echter  trachtte  hy 
bet  Dnitseh  te  besoharen  en  TerUsg<{e,  dat  de 
kerkelgke  leerredenen  in  tiet  Dnitaeh  londen  ge- 
bavden  worden.  Toorts  TerTaardisde  4i|j  een  La- 
tgnKfa-Dnltaeh  woordenboek  met  aet  oog  i^  den 
Bgbel.  Dit  werk,  voor  de  beoefening  Tan  bet 
ond-Dnitseh  booffit  belangrqk,  ü  meeimalen  ge- 
drnkt.  Zijn  oreri^  ffesehrilten,  meerendeeU  van 
godgeleerden  iirfiond,  syn  door  Calvoneriia  (6 
din.,  I62T)  in  bet  licht  gegeren.  Daaronder  be- 
vindt lich  bet  Ung  ffebmAte  „Tret  Itbri  de  in- 
atitutione  elericonmi  beneTena  een  eoort  eney- 
elopaedie  ,J>e  nniiem  libri  XII  life  opus  etj- 
mologiamni'', 

Hndajlli.  Zie  ProB^. 

HrMwltlia  of  Rottnlka,  een  geHÜedsehrjlf- 
iter  en  di<Ateres  nit  de  10de  eenw  en  de  telg 
Tan  een  adellgken  SakRisohen  itam,  nntt  reeks 
935  geboren,  nam  den  alnier  aan  in  het  klooster 
der  Benedietyner  nonnen  te  Qandereheim  en 
oT«rleed  aldaar  in  1002.  Zg  eebreef  ondeMohei- 
den  elegiefn,  6  tooneelspelen,  beetemd  om  bg  het 
leiend  {mbliek  die  fan  Terentivt  te  TerTansen, 
„De  gestie  imperatorie  Ottonis  I",  door  OnnMatsk 
in  1894  in  het  Dnitseh  OTcrgebradit  en  „De  pri- 
moidiis  eoenohii  Oandersbeinienei«"  in  1691  op- 
genomen in  de  „Q^eehichtsehreiber  der  d«nt- 
seben  Toraeit".  ^ar  weiken  tgn  bQ  herhiding 
uitgegeven,  het  lulete  door  P.  «m  WtnterteM 
(iml  en  Slreeker  (1906);  de  tooneeUt ukken  af- 
zonderlgk  door  Bendiren  (1867). 

Kttg.  ot  Htc-  achter  plantennamen  is  de 
afkorlinff  voor  Tk.  Harfing  (lie  aldaar). 

Bsl  bg  Ohineeiebe  nunen.  Zie  Si. 

H.  Sn.  achter  de  namen  van  gewerrelde  die- 
ren is  de  afkorting  voor  den  Britsohen  dierkun- 
dige BamahM  Smilk  026  DeMmber  1776—21 
Sf^tetnber  1859). 

Bat.  adhter  wetenKharoelgke  namen  is  de 
afkorting  Toor  Joh.  Friedrtok  Herbtt. 

HsÜMt-tauiC,  «en  Cbineesch  Boeddha-mon- 
nik, reisde  Tan6T9— 625  van  Peking  uit  door  de 
landen  ten  W.  Tan  China,  ToornMn^jik  in  IndJB, 
om  het  Boeddhiame  in  bet  land  van  xgn  ontglaan 
idf  te  beatudeeren.  Op  die  reis  bezocht  hij  ook 
het  Hot  van  den  Ohan  der  Honcolen.  Na  lijo 
terugkeer  beschreef  bg  tSjn  tocht  «oor  186  kleine 
rijken  en  liet  657  godsdienstige  werken,  die  h^ 
RKdegebracht  tod,  in  bet  Ohinewch  vertalen.  De 
toenmaale  vervsacd^de  „Gest^iedeais  der  Wes- 
telijke landen",  is  nit  lijn  dagboek  (^gesteld  en 
ii  leei  belaogr^  voor  de  kenni«  der  toenmalige 
toestanden  in  ladiS. 

Ha,  met  den  bgiiMiii  Ht/gadran  (de  krachtige 


Hu),  ia  de  hooldgodheid  der  oude  Britlea,  de  be- 
tdiermer  van  lamlbaiiw,  beschaving  en  póiiie. 

Hiuüiln»,  een  der  aan  Fiankigk  belioorende 
O  ezel  Hebapsej  landen  in  den  Orooten  Oceaan,  tot 
de  Eilanden  beneden  den  Wind  befaoorende,  ligt 
ongeveer  172  km.  ten  noord-westen  van  Tahiti. 
Eet  telt  op  73  t,  km.  1400  inwoners,  is  door 
koraalriflen  omringd  en  draagt  hooge  beigen. 
Het  eiland  ia  verdeeld  in  twee  gewesten,  name- 
Igk  Bnahine-Nui  (ten  noorden)  en  Hnibine<Iti 
(ten  tuiden).  Zg  zgn  aan  de  oostiifde  door  d« 
haven  Ëffari-Roa  van  elkander  gesoheiden. 

HnallavA  is  een  lijrivier  van  den  Marallon 
en  stroomt  in  het  oosten  Tan  Peru  naar  den  rech- 
ter oever  van  deie.  Zg  ontspringt  in  den  Cerro 
de  Pssoo.  loopt,  evenwijdig  aan  den  bovanloop 
der  Uaraiton,  door  een  lengtedal  der  Andes  van 
bet  loiden  naar  het  noorden,  breekt  bü  den  Cer- 
ros  de  Otanahni  dooi  de  Cordillera'a  en  mondt 
Of  5*6'  Z.  Br.,  1500  m.  breed,  in  den  Haralion 
uit.  De  rivier  ii  1010  km.  lang  en  voor  vaartui- 
gen Tan  l'/i  m.  diepgang  tot  Ynrimagnaa  be- 
vaarbaar. Beneden  deie  plaats  ii  de  scheepvaart 
we^ns  ttFoomveivDellingeu  OTer  40  km.  onmo- 
gdgk,  daarna  is  de  rivier  nog  tot  Tingo  Maria 
voor  booten  bevaarbaar.  De  Toornaanste  igrivté^ 
ren  liJn  de  Huajabaioba,  de  Majo  en  de  Parana- 

BunoavsUo*,  een  departement  der  Zuid- 
Afoerikaansebe  repiriili^  Per-u,  ligt  in  bet  ge- 
bied der  Cordillera'a  en  omvat  de  bronrivieren 
van  den  Uca;ali.  Het  klimaat  is  •»)  de  bergwei- 
den,  waar  talrijke  kudden  van  aehapen,  runde- 
ren en  iHua's  Rraien^  guur,  terwgl  in  de  wanne, 
diepe  dalen  lelli  suikerriet  groeit.  De  rijkdom 
des  laods  ia  vooral  gelegen  tn  lijn  dellitoflen; 
men  wint  er  lilTer,  kwikiiher,  coper,  Termil- 
joen.  iJHr  en  lood.  Het  departNueat  telt  0^23  967 
V.  km.  ongeTeer  250000  inwonen.  De  gelgknami- 
ge  boofdatad  verheft  tieh  S798  m.  boven  de  «p- 
perriakte  der  lee  en  telt  omatreeka  8000  inwo- 
nen, die  liefa  hootdukdgk  beii^  hosden  met  de 
ontginning  der  nabggelegen  kwikiilveimgnen. 

HnanohaAft,  een  stad  in  bet  P  "  '    ~ 


de  ^worlijn  Orura — >Antofagaata.  In  de  nabghetd 
Tjndt  men  borai-  en  zilvenngnen. 

Hnannoo,  een  departement  in  Pem,  telt  op 
36331  v.km.  ongeveer  150000  inwoners,  omvat 
het  brongfbied  vin  den  Harafion  en  den  Hoalla- 


I,  de  boofdatad  ^an  het  Peroaanadie 

departement  Aneichs,  ligt  aan  den  Bio  Santo, 
heelt  druk  beioehie  baden,  een  nnrveraiteit,  een 
homitul  en  (1908)  7646  inwoners,  die  Tooma- 

elgk  land-  en  tuinbouw  uitoefenen. 

HoatImi  te  de  vroegere  naam  van  het  Peru- 

.nsehe  departement  Aneubs  (zie  aldaar). 

Hnbay,  JenB,  een  Hongaarsch  vioolvictuoos, 

den  ISden  Septeunber  1858  te  Boedapest  geboren. 

~s  een  leerling  Tan  Joaehim,  trad  het  eerst  of 

xgn  vaderland  en  daarna,  o^  aanbeveling  van 

Liexl,  te  Parjja,  waar  bg   t^rqke  vtiendtehafie- 


DigilizedbyGoOglC 


HDBAY-aVBEK. 


517 


iMtrtkkii^n  tanknoopte  o.  i.  met  Vieuxtemp», 
Id  1S82  werd  4iq  Tioollecra«r  jmb  bet  eonterva- 
toin  Ie  Bnii»e],  in  1S8Ö  kwem  bij  in  dezelfde 
betiekkine  ft&o  de  nraïiekaeademie  te  Pest.  Uet 
von  H«nfeU,  Waidbum  en  Pofftr  vormde  fag 
een  itrjjkkwftrtet.  Hij  eehreef  eenige  opera'i  «b: 
..Alienor"  (1801),  „Der  Gei«ewo»eher  tob  Cre- 
mank"  (18S5V  „Der  Dorfkmip"  (1896),  „HowrOs- 
cben"  (IQOS)  en  ,J>ie  erate  lUebe  L&yothaR" 
(1906),  vier  iMMleoneerten,  tal  tsd  kleinere  etak. 
ktn  Toor  tIooI   met  b««eleidiDg   tad  orkMt  of 

Siano,  liederen,  een  sjnuonie,  eni.  Ook  redigeer- 
e  hq  nitgRTen  tsd  etadiewetken  van  KreuUtr, 
Rode,  Mofmder  en  SaitU  iMbin. 

Bnbbard,  Nteoloi  OwtoM,  een  Fruisdi  gt- 
Bchied-  en  alaathaiihODdkaodi^,  in  1828  teFoor- 
qneni  (Seine-et-Oiae),  ^boren,  uhreet  bg  de  op- 
nefring  der  Eoole  d'adroinistration  al$  haar  k««e- 
kcling  de  broebnre  .JMfenn  de  l'Ectrie  d'admi- 
niitrstion"  (1349),  irerd  verrolg^ne  adtotaat  en 
in  1851  »eerelaris  van  het  eomiU  voor  de  pt» 
pRganda  der  Sociétés  de  prévoyanee.  Hji  eetireet: 
„De  l'oiganiiatiDu  de«  toeiéiét  de  privoyanee  et 
dei  seeonrB  mntnels"  (1852,  bekroond).  „Saint- 
Sinton,  ea  vie  et  aet  travani"  (1857),  .^iRtalte 
conteo^wraine  d'Espagne"  (1869—1883,  6  dln.), 
ea  ,3)>toire  de  la  littératnre  contemporaine  en 
EMMfne"  (1875).  Later  «ae  lijj  één  van  it  hoold- 
reaaetenreii  tan  de  „Indaitrie"  en  de  „Ripabli- 
qne  franfaise",  medewerk«r  aan  de  „Preise"  en 
•an  bet  „Journal  des  éeoDOiniBtes".  Hg  overleed 
den  21aten  Fefatnaii  18S8  te  Parge. 

Bob*,  RomutM,  «en  Poolwii  TecJit^[eleerde, 
den  7den  F^ruari  1808  te  Wateehan  geboren, 
stnd eerde  «Maar  en  te  Ber4ijn  in  de  reohten, 
keerde  in  1825  naar  znn  Keboorteftad  terne  en 
werd  et  eerrt  lector  in  de  Mgemeene  geeehiecfenia 
van  het  recht  en  in  1829  gvwoon  hoogleeraar 
in  het  «tra^eefat.  De  g(^>earteniMen  vaa  1831 
beroofden  hem  van  iqn  boaeleeraartambt  en  hf) 
ontving  in  1832  een  ret^terljjke  betrekkin?. 
Reodt  in  kei  voleende  jaar  «efater  werd  hü  ali 
Itd  der  wetgevende  eommiseie  voor  Polen  na 
St.  Peteniborg  geroepen,  waar  hq  verBcfaiïleDde 
wetborten  voor  Polen  ontwierp.  Daarna  werd 
hg  op  de  Eeisert^ke  kaneelarg  geplaatit,  tot 
staatsraad  id  werkelnken  dienat  benoetnd  en  bad 

frooten  inrioed  op  it  wetgeving  in  Rmlaitd.  In 
848  veif^eielde  njj  graaf  Bltidav  naar  Some; 
in  1877  werd  bg  lid  van  den  Rijkerawi  te  St.  Pe- 
terebnrg.  Hg  overleed  te  Warsehaa  den  6den  Au- 
gnetns  1890.  Bube  sebreel,  meestal  in  de  Pool- 
Bcbe  taal,  verscheidene  werken.  In  de  hier  vol- 
gende opsooMning  ign  de  titels  der  in  die  taal 
gesebreven  werken  in  bet  HoHHideeh  vertaald: 
„Over  itratiedittbeotieën"  (1628),  „PooIsAe  cri- 
minaliaten"  (1880),  „Beginselen  van  bet  straf- 
redit"  (1830).  „Antiqnisiimae  eonstitntiones  tj- 
nodales  provineiae  Qnetneaais"  (1856),  „Loi  Sali- 
goe"  (1867),  „Histoire  de  la  formation  de  la  loi 
Boargnignonne"  (1867),  „Droit  romain  et  gréeo- 


Pooliebe  recht  in  de  14de  eenw"  (1881)  en  „Ver- 
zameling van  de  oudste  gerecbtelijke  eedeformn- 
lieren"Tl888). 

Haber.  Sanntël,  een  Frotestantseh  godgeleer- 
de, in  1547  te  Bern  geboren,  werd  in  1570  be- 


recfatei  1 


hg  braoend  tot  hoM^raar 
na  bij  Hg  8  maaMen  te  S 
vervolgens  ijjn  èetrekking  e 


noemd  tot  god sdieaaU eeraar  te  Saanen  en  in  1581 
te  Bargdorf.  W^ns  de  hartstochtelgkheid,  waar- 
mede bj  in  1586  den  deken  Mutailus  te  Bern 
aanviel  ter  lake  van  diens  atwgfcins  van  de  Cal- 
Tinietisdie  uitverkieiingsleer,  wenTbiJ  in  1588 
ontwt.  Hg  ging  naar  Tvhiogeo,  waar  bji  even- 
eens in  twist  geraakte  met  de  godgeleerden,  en 
werd  daarna  twnoemd  tot  hoogleeiaar  te  Witten- 
berg.  Doch  ranieaw  waren  toeologiaAa  twiaten 
oorzaak,  dat  ng  in  1594  tjja  bo^leeraarsaoiit 
moest  needeseen.  Daarna  iwjerf  bj)  rond  ea 
overleed  den  25iten  Haart  1624  te  Osterwick. 

Hnbsr,  Ulriau,  een  Nederlandsoh  reohtige- 
leerde,  werd  den  ISden  Haart  1636  te  DoÉkom 
geboren,  ontving  lijn  opleiding  te  Leeawarden 
en  «todeerde  daarna  te  Franeker  en  te  Utrecht 
in  de  rekten.  In  1655  verdedigde  bg  te  Frane- 
ker in  het  opoibaar  een  ,4)isputatio  d«  actioni- 
bue  bonae  tidei  «t  stiieU  juris",  beiocht  vervol- 
^UB  Mariisrg  en  Heidetbeig  en  werd  in  1657 
—  laatatoenoemde  stad  tot  doctor  in  de  beide 
btei  bevorderd.  Ongeveer  tnseHdenjjd  werd 
iraar  te  Praneker,  waai- 
Straatsbnrg  bleef  en 

-„..-.        .   „  aanvaardde  met  esn 

., Oratio  de  bona  menie  aen  uneero  genainae 
emditioBia  amore".  Tot  tweemaal  toe  ontving 
fajj  een  beio^  naar  iLeiden,  en  toen  hg  dit  voor 
de  tweede  maal  van  de  band  geweien  bad,  ver- 
hoogden de  Staten  liJn  jaarwedde,  terwijl  pnn- 
K»  AlbarH»e  lorgde,  dat  bij  tevens  tot  raads- 
heer in  het  Provineiaal  Qerecfatsbof  benoemd 
werd.  Nb  moest  hg  lijn  veibigt  bonden  te  Leea- 
warden, doch  na  verlon^  van  8  jaar  keerde  faü 
naar  Pianeker  temg  met  den  titel  van  ond-raads- 
heer  en  met  vrjiateiling  van  de  openbare,  lesaen. 
Hjj  overleed  *)èur  den  8Bten  Iwember  1894. 
Hg  bekleedt  een  eersten  raag  onder  de  reehts- 
geleerden  der  HoUaadaehe  aohool,  daar  hg  ticfa 
onderscheidde  door  een  veeligdige  kennis  en  lieta 
vootal  verdienstelijk  maakte  dooi  de  atvdie  van 
bet  staalerecht.  Zgn  hoofdwerk  ««er  dit  onder- 
werp (, J>e  jnre  dviUtia  libii  tres")  maakte  groo- 
ten  opgang.  Tan  t|jn  (^eehritten  noem»  wn:  ,J)e 
geiKiina  aetate  AssjTioiam  et  regno  Ifedoinm 
diasertatioDea  VU"  (1662),  „Diq^nUtiooee  jnrie 
fandamentalis"  (1668),  .Jligreaaiones  Jnstinianeae 
in  homaniora  jnris"  (2de  dnA  1696),  .Jh  jare 


te^emwooedi^  toestaat  des  vadeiUnds"  (1672), 
„Leetiones  jnria  eontiactae  ad  institationes  Jas- 
tinianeas"  (1678),  „Poaitiooes  jnria"  (1083  oi 
later),  „An^ida  domettiea,  exendtationnm  etc" 
(1682),  „Gevoelen  van  eenige  beroemde  Gere- 
formeerde UKologsnten  ende  andere  wgie  man- 
nen ntmens  de  dansoefeningen",  een  atrgdeehtitt 
tegen  Tkeodonta  PohtdoMiu,  ,J)e  ratione  diseendi 
atqne  doeendi  jnris  diatribe  in  modnm  dialogi" 
(1SS4),  „HedcDdaegm  reehtsgeleerthejt,  «oo  el- 
ders ala  in  Friesliodt  gebmikelijk"  (2  din.,  1686 
en  later  bij  herhaling),  ,3pocimen  pbikwopdiae 
civjlis  et  etndendi  bonos  libros  etc."  (1S86), 
„Positiones  jnridico  the<riogieae  de  avetodtate 
Saerae  Setiptnrae  etc."  (1686),  ,J>e  concnnu  ra- 
tionis  et  Saerae  Scriptvrae  libet"  0667),  ,Jle 
foedeiitms,  testamentis,  liherationibns,  eatistac- 
tionibos  etc,"  (1688),   „TVaeleetionnm  jariB  Bo- 


DigilizedbyGoOglC 


mani  pin  Mcniid»"  {\98i)  eo  „Pan  UrtU' 
(1690),  „Ba>ÓBiia  RomiiM  etc."  (1700)  <n  „Ope- 
ra minan  et  pr»ati"  (2  dln.,  1746).  De  laatste 
2  inn  na  ijja  dood  aitgegoea. 

HNfcer  i*  tweemaal  eebawd  geweeit,  eerst  met 
Agiula  AUlmixe*  en  daaina  met  Jiidith  va»  der 
téf  «n  beeft  nit  beide  buweljjken  elf  kioderea 
genad.  Z&d  loon  Hermonitiu  (nic  iqn  eerste  ha- 
irelnk  geboien  in  1663  en  oierleden  in  1730) 
weid  Mcretarit  der  3taten  Tan.  Prieriand.  bncge- 
meester  Tan  Sn  eek  en  lid  van  Qedepateetde  Sta- 
ten Ttn  dat  gewest;  een  dochter  Tan  deien,  Ju- 
ilitk  A*tia  genaamd,  werd  de  editgeuMtc  Tas 
Hifforngmiu  van  Alphen,  predikant  te  Aouter- 

Bubw,  Zaekaria»,  ee&  zoon  uit  het  tweede  ba- 
welvk  'Tan  OMek  en  rechtsgeleerde,  den  29sten 
Angutns  1669  te  Frsneker  «eboreo,  studeerde 
te  Traneker,  Utrecht  en  Leiden,  Terwierf  aan 
eerst^noemde  seademie  in  1690  het  doetoiast  in 
de  faeida  rechtenen  Testigde  sich  te  Leeuwarden  ale 
adracaat.  Vier  jaar  later  werd  hg  gewoon  hoog- 
leeraar aan  de  academie  in  ijjn  geboorteplaat*. 
Hg  wees  in  1707  een  beroep  naar  Oroningen 
Tan  de  faaod,  wad  in  1716  rasdslieer  in  bet  Hof 
Tan  PrieeUwl  en  óTerleed  den  Uden  October 
1732.  Hjf  gaf  eeU  aantal  geschrilten  van  iga 
vader  in  liet  Keht  en  scfarüf  telt,  behalve  een 
aantal  werken  Tan  kleinereo  omTans:  „Disser- 
tatioae*  jnridieae  et  {^ilotogieae"  <1702,  en  la- 
ter t>g  berhaling),  „De  casibus  enacleatis  qnaesti- 
onum  foreosinm  ei  jnre  Romano  et  taodierno  li- 
bet  singularis"  (1712)  en  „Obserratiooes  rerom 
forensium  ae  notabilinm  in  saprema  Frisionim 
enria  jndieatBnlm"  (2de  dmk  1727.  2  din.), 

HnlMT.  Marit,  een  Fransoh-Zwiteersch  sebrgt- 
ster,  in  16(^  te  Oenère  geboren,  opeitbaaide 
reeds  Troeg  4en  onweerstaanbare  neiging  tot 
l)eqiiM|elingen  ^an  het  boTennstnarlgke,  soodat 
ijj  lion  in  1712  in  de  eeniaamheid  ationderde. 
Zij  Volde  met  haar  besehonwiDgen  versciieidene 
gesebritten  en  verliet  eindelgk  de  Protestantsebe 
Kerk,  om  tot  de  R.-Katholieke  oTer  te  gaan.  Later 
vestigde  sjj  lieli  weder  te  QeniTe;  ig  overleed  in 
17&8  te  hjon.  Zjj  verwierp  de  leer  Tan  de  eenwie. 
beid  der  straffen  en  «n  aet  >vs^aat  en  voerde 
faieroTer  een  hardnekkigen  strgd.  Zg  schreef: 
„I^ttrea  «nr  la  religion  essen  tieüe  i  l'homme" 


baar  dood  Teieeheen  een  „Recueil  de  diverses 
piiees,  «ervan  t  de  BWplAmeDt  aui  lettres  snr  la 
religion  eeaentielle  &  Ihomme"  (1754). 

Hnbar,  fnmfoit,  een  Zwitserscfa  natuuiken- 
ner,  den  2den  Juli  1750  Ie  Genive  geboren,  was 
al  vroeg  asaiitent  ia  het  laboratorimn  van  een 
ijjner  oIoedTcrwanten,  die  li^  met  alchemie  «p- 
bield,  en  werd  reeds  op  15-jari^en  leeFtïd  blind. 
Niettemin  wgdde  hg  lich  met  nTer  aan  ae  beoefe- 
ning der  natnurkennis.  later  bbgeataan  door  irjn 
echtgenoot»  Aimée  Lullin^  en  door  ign  bMieniK. 
ifet  hnn  hnJip  M^reéf  hg:  „Howellea  observi- 
tiona  sur  k*  abeillei"  (1796)  en  vervolmns  met 
hnlp  van  SeMtebisr;  ,Jf4moire  snr  1'inftaenee  de 
l'air  et  de  diverees  sabstanees  gatenses  dans  la 
geimination  de  différentes  plantea"  (1801),  Ook 
stichtte  h3  te  flentve  een  genooteehap  voor  na- 
tnnrknnde  en  natnnrlgke  historie.  Hjj  overleed  te 


Prcgn;  den  21steB  DeeeoAer  1831.  Van  ign 
overige  geschriften  noemen  wg  nog  bei  uit  bet 
Eneelseb  vertaalde  werk:  ,j:i<sai  sar  l'histoire 
et  les  moeors  des  fonrmts  indigènes"  (1806). 

Hnbar,  Lttdmg  Fenünamt,  een  Duitecb  s^rg- 
ver,  den  14den  September  1764  te  Parga  gebo- 
ren, ontving  eoD  half-Duitadie,  halt-Franscfae  op- 
voeding. Nadat  hg  pruimen  tgd  te  Dresden  oe- 
woond  had,  «enl  hg  jn  1788  secretaris  bg  het 
Saksisch  geiantschap  te  Maini  en  bleet  er  ook  na 
het  vertrek  van  den  Ssksischen  geiant  (1791)  tot 
de  komst  der  FransriMo  in  de  ooedanigheid  van 
Keur-Saksisch  resident.  Te  Haini  had  hg  vriend- 
sehap  gesloten  met  Foriter  en  diens  eehtgeooote 
Therite  en  trad,  na  den  dood  van  eerstsenoemde. 


1  kttorkandige  beiigheden.  totdat  bg  in  1 
naar  Stottgart  vertn»,  waar  h^  lioh  met  de 
redactie  vsn  de  „AUeóneine  Zeitnng"  belastte. 
Een  verbod  van  de  WflrttemliergBclM  regeering 
DOodtaakte  bem,  het  dagblad  naar  Ulm  te  ver- 
plaatsen, waar  hg  den  S4sten  December  1804 
oTerleed.  Hg  wa«  op  bet  gebied  der  letteren  een 
nitstekend  beoordeelaar,  smals  bl|^t  nit  de„V«r- 
misehle  Schriften  von  den  Veiiasser  des  beim- 
lidien  Qeriehts"  (1793,  2  dIn.).  Zgn  tooneelar- 
beid  is  Tergeten;  merkwaardiger  trouwens  qjn  4e 
staatknndige  gesehrittsn  van  ign  band  in  de 
„FriedensprkliminariSn"  (  1793—1796,  tO  dlo.) 
en  in  „Klio"  (2de  drnk  1819,  3  <Un.). 

Bubir,  Thmte,  een  Dnitadi  sebröfster  en  de 
eebtgenoote  van  den  woorgaaode,  nadat  sg  eerst 

?ehnwd  wss  geweest  met  Oeorg  Fonter,  werd  den 
den  Kei  1764  geboren  ^i  dochter  vas  deii 
eloloog  Beyu  te  Oöttingen,  Tlurite  vol^ 
r  eersten  ecblgeooot  naar  Wilna  en  3  vaar 
later  naat  Mainx.  Toen  in  1782  de  FiansUen 
een  inval  deden  in  Dnitscbland  en  Fonter  sich 
tot  de  republiek  voelde  aangetrokken,  aond  hg 
vrouw  en  kinderen  naatStraatsbnrgen  toennaar 
NenfebiteL  Na  den  dood  van  Forattr  gaf  sg  agn 
„Brietweehsd"  benevens  ign  levensgetdüedenis 
in  het  Udit  (1829,  2  dln.).  Oednren(&  baar  vei- 
hlgf  te  NentchJLtel  sag  sg  lieb  genoodtaakt  de 
toevluAt  te  nemen  tot  haar  pen  en  sehpeef:  „Die 
Familie  SeldorT'  (1795.  2  ^n.),  „Loise"  (1796) 
en  „Eialhlungen"  <1S00~1802),  die,  op  naam 
van  haar  echtgenoot  in  bet  lidit  ^even,  tot  de 
beste  vooitbiengMlen  op  dit  gebied  der  letter- 
kunde behooren.  Na  den  4k»d  van  Uitber  tnoest 
ig  wederom  door  bet  eehrjjven  tbd  romans  in 
haar  behoeften  voorzien,  Zelfs  nam  sg  in  1819 
te  Stottgart  de  redactie  tsq  het  ,JloTgeablatt" 
op  ztdi.  In  1824  ging  sg  naar  Augebaig,  WMt 
sg  den  15den  Juni  1829  overleed.  Haar  latere 
geüchriften,  zooaU:  .3annah"  (1821).  „Ellen 
PereV'  (1822.  2  dln.).  ,Jngeudmnt"  (1828,  2 
dln.),  ,J>ie  Eheloaen"  {1829,  2  «n.)  en  „ErOb- 
Inneen"  (1820,  2  dln.)  dragen  haar  eigen  naua. 
Zg  oevatten  een  groot«n  rgkdom  van  mensdien- 
kennis.  Een  venameling  barer  „Verhalen"  is  na 
baar  dood  nitgegeven  door  haar  loon  (1830 — 
1833.  6  dln.). 

Uuber,  Vietor  Aimi,  een  Duitsch  letteikondige 
en  toon  van  de  voorgaande,  den  lOden  Haart 
1800  U  Stuttgart  gdMren,  vrgdde  sidi  te  Würs- 


DigilizedbyGoOglC 


bnig  «n  te  QBttiDgen  aao  d«  «tadi«  dn  genees- 
kQMe  en  nienwe  Uien,  be^  lich  in  1B21  aux 
Pargs  en  leisde  tot  182S  ia  Spanje,  Foctagal, 
SdiotUnd  ea  Engeland.  In  1828  werd  by  leenwr 
UB  de  baBdelii^ool,  in  1S29  aan  het  gjrmna- 
siam  te  Br«meB  en  in  1833  hoogleeiaar  in  de 
g«achiedenis  en  letterkande  tt  Rostoc^,  in  1S36 
te  Ifarbnrg,  en  ma  van  1843  tot  1850  piofeasot 
t«  Berlgn.  In  1861  TUtiode  b^  tieh  te  weTDife- 
lodfl  in  den  Ham,  «aai  hg  den  19den  Jnli  1368 
«Krleed.  Hq  wai  Tooral  grondig  bekend  met  de 
Spaanselie  taal  en  letterkunde,  looale  blgkt  nit 
,/Qetehieht<  dee  Cid"  (1829),  „Cioniea  de  Cid" 
(1344)  en  ,J>e  primitita  eantilenaram  popnla- 
linm  epiearnis  (vnlgo  lomancee)  apud  Hiepanot 
forma"  (1844).  Zgn  „Skjuen  aoe  Spamen"  11S28 
— 18S5,  4  dln.)  behooren  tot  de  beele,  die  men 
over  Spanje  ^oTeid  heeft.  Verd«r  noemen  wg 
van  hem;  ,.Die  nenromantiwhe  Poeaie  in  Fiank- 
leieh"  (1833),  ,J>ie  englischen  UniveMiUten" 
(1839—1840,  2  dln.),  ,^kiiieQ  ane  ItUnd!'  (18S0) 
en  pBeiiebriefe  ane  Belxien,  Frankreieb  nnd  Eng- 
Isnd"  (1855,  2  dln.).  OcA  «ai  hq  «eikuam  op 
■oeiaa]  gebied,  ido^  blgkt  nil  iqn  bToehoret, 
„Biuefa  mit  der  Refolntion  and  Ritteiaohaft" 
„Ueber  die  Atfaeiteiliage' 


des  tiühtta  te  venpieiden. 

HnlMr,  Johmn  Ntf/fmuk,  een  DnitMti  «ga- 
«ei,  den  18den  AagoBtni  1880  ta  MOndMi  ge- 
boren, wetd  beetemd  tot  4ien  piieateilgken  atand 
«B  atndeeide  aan  de  nnivenitait  ia  iQn  geboorte. 

Slssta  in  de  «gabtgeerte  ta  godgeleeidbeid.  Na- 
at bü  in  1S58  den  theolo^MlieB  enrrai  Tolein- 
digd  bad,  proinoveeide  hfi  In  Juli  1854  «b  rea- 
tifde  aieh  te  HOneheo  ala  priTaaldoeent  in  de 
wnabegeeite,  bij  «elk«  gdegei^eid  ign  geaehrift: 
„Ueber  Platon  f  Lehie  Ton  einem  penOnlieben 
Ootte"  (1855)  in  het  licht  Teiaebeni.  Bq  het  jn- 
bilenm  van  Thiarteh  leverde  hg  ign  verhande- 
ling  ..Uebei  die  Willenalreibeit"  (1858),  en  nadat 
lig  een  jaar  later  tot  buitengewoon  boogleeiaai 
in  de  «gabegeette  te  IfQnenen  benoemd  wac, 
•ehreef  hg  ign:  „niiioaophie  der  Kiicbenv&ter", 
een  boek,  dat  in  1S60  op  den  iidei  geplaatct 
ve«l.  Toen  Htibtr  aioh  niet  wilde  voegen  naar 
den  «il  dei  geeatelökbeid,  trachtte  men  de  stn- 


denten  in  de  godgeleeidbeid  tan  xgn  less' 
veiwüdereD.  Ib  1861  vera^een  aiin:  ,J«bt 
Scotni  Eiigena.  ein  Beitrag  ini  Oesebichte  dei 


,J«bannea 


I%iloaoptiie  md  Tbeolwe  im  Mittdaltei".  en 
ofi  de  vergadering  vaB  R.-Katholieke  geleeidea 
te  Uündien  in  I86S  waa  bü  de  eenige,  die  in 
veraet  kwam,  daar  hq  het  (tandpnnt  van  vrg  on 
denoek  terenover  bet  aatoiiteitweioot  wilde 
fiaiuUiftven.  In  1364  gal  hg  ign;  „laee  der.  Un- 
aterblichkeit"  in  bet  licht  en  werd  in  datieltde 
jaai  gewoon  boogleeiaar  in  de  wijsbegeerte  en 
optoedknnde.  Daar  hg  aan  de  bewerking  van 
.4>er  Papst  and  das  SoniiL  von  Janna"  (1869) 
en  aan  oe  „BCmiBcbe  Biiete"  in  de  „Allgemeine 
Zeitnng"  een  Iwlangrj^  aandeel  bad,  gold  hg 
ledert  ala  een  leider  der  Ond-Eatholieken,  in  wier 
geest  hg  streef:  ,J)ai  Papattnm  and  der  Staat" 
(1870)  en  „Die  Frttheiten  der  trauiliiicfaen  Kir- 
ohe"  (1671).  Ook  xgn  ,J)er  Jeanit«norden  oaeh 
aeiaer    Verfassang    nod  Doktiin,    WïMeniebaft 


und  Qesehiehte"  (1873)  werd  op  den  index  ge- 
plaatst Tegenover  de  natnurwetenscha^ielgke 
wereld veAlaring  k«am  iuj  op  in  „Die  Lebie  mt- 
wins  kritisoh  betraohtet"  (1871),  „Dei  alte  ond 
der  neae  Olanben  kritieeb  betiaditet"  (1871), 
„Die  religiOw  Fiagc"  en  „Znr  Kritik  moderner 
Sehöpfongslehre"  (1875).  Verder  achteel  hij  ,J)ei 
Piolelarier,  lar  Orientieiung  in  der  soiialen  Fra- 
ge"  (1865).  „Kleine  Sdiiitten"  (1871),  „Die  Foi- 
aehnng  nach  der  Materie"  (1877)  en  ,J)m  Ge- 
dScbtnii"  (1878).  Hq'  oveileed  den  20sten  Haart 
1879  te  MQnehen. 

Hnberi  S%aen.  een  Zwitieiach  reebtigeleei- 
de  deo  13den  Juli  1849  te  Stantmfaeim  (Znrieb) 
gelwren,  vestigde  lich  ala  piivaatdoeent  ie  Bein, 
weid  in  1830  buitengewoon  en  in  1381  gewoon 
hoogleeiaai  te  Basel.  In  1888  ging  hg  u>  loo- 
danig  naar  Balie  en  in  1892  naat  Bein.  Toen 
het  voor  geheel  ZwJtierlaBd  geldende  verbiale- 
nisseniedit  in  de  praetgk  goed  bleek  te  vtddoen 
werd  uit  den  aard  der  laak  de  drang  om  na  ook 
de  andere  deden  van  het  piivaatieebt  —  het  pei- 
toneo-,  laken-  en  eifieèfat  —  te  eoditieeeien 
grooter.  Aan  Huber  werd  opgedragen  een  ontwerp 
te  vervaanligen,  waarin  ook  deie  oo<)erdeelen  van 
bet  privaatredit  werden  geeodifieeecd.  Hq  kweet 
lich  van  dese  niterst  moeilüke  taak  op  buitenge- 
woon verdienstelijke  wgze  en  het  ii  aan  de  vooi- 
treftelgkfaeid  van  het  ontwerp  te  danken,  dat  de 
Bonderaad  ei  in  ia  geslaagd  dit  —  hoewel  na- 
tuuilgk  niet  lortdei  eenige  wgsigingen  —  dooi 
de  wetgevende  madit  te  doen  aannemen.  De 
Zwitseraehe  codificatie  ie  nitatekendgeslaagd  en, 
otachoon  de  invloed  van  het  Doitscbe  Bniser^jk 
Wïtboek  tl  te  beapeonn,  werd  het  een  lelfauadig 
nationaal  werk.  Hg  schreef:  „SjBtem  nnd  Oeacbich. 
t«  des  sehweixeriicbBnPrwatreehta"  (1886— 1893, 
4  dln.),  ,4)ie  schweiierisehen  Erbreehte  in  ihrer 
Entwicklnng  aeit  der  Abl6«nng  de«  alten  Bundes 
vom  dentaehen  Beiehe"  (1872),  ,J)ie  hiatoriaebe 
Grundlage  des  eèelichen  OOteneëhts  der  Beroer 
Handleste"  (1884),  ,J)aa  Friedeniiehtersambt 
nnd  die  gewerblichen  Sehiedsgeiiebte  im  sehwei- 
aetiïehen  Rerfit"  (1886),  „Die  Bedeutnng  der  Ge- 
«erbe  im  deuttdien  Sacheniecht"  (1mI5),  „Be- 
tiaehtnngen  ttbei  die  Vereinbeitliehang  dea 
sehweiieriscdien  Ërbiecbts"  (1395).  „Betiaehtun- 

SB  Ober  die  Vereiobritliehang  dea  Bch«eiterischen 
FundpfandrecbU"  (1893)  en  ,JNe  Eigentümei- 
dienstharkeit"  (1902).  Hg  behoort  tot  de  ndac- 
tenren  van  de  ,^itsehiitt  ffii  sehweiieriadiea 
Beeht". 

Hnbar,  Bmu,  «en  Zwitaeraeh  componiit,  den 
288t«n  Jnni  1852  te  SchOnewen}  geoortn,  «m 
van  1870  tot  1374  leerling  van  Riekler,  Reineekt 
en  Ifeiuel  aan  het  eontervatorium  te  Leipiig, 
vestigde  lich  daarna  ala  nmiiekonderwgier  te 
Wesaerling  en  was  teveni  leeraai  aan  de  muiiek- 
school  te  Thann.  Later  kwam  hg  aan  de  mn- 
lieksefaool  te  Baiel,  waarvan  hj}  in  1896  direc- 
teur werd.  In  1892  verleende  de  nniveniteit  van 
die  stad  hem  het  eepedoetoraat.  Buber  is  een 
vruchtbaar  en  vedzgdtg  cotnponiil;  bet  aaBtal 
zgner  «erken  bedraiêt  ver  over  de  honderd  en 
op  elk  gebied  beeft  hg  lich  bewogen.  Wg  noemen 
hiei:  7  sjmfonielD,  een  serenade  en  een  bljjq»el- 
oovertnre  voor  oAeet,  vier  piano-co  neerten,  een 
vioo]-eoneart,     kameimaiiek-ensemblewerkeB,     9 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HUBER-^HÜBNER 


TkralBonalw,  4  ^ioloneelscDatei,  tal  Tan  kleinere 
wetken  voor  veiMhillende  iaBtrnnienteD,  liederen, 
öe  noen's  „Weltfrttiilinfr"  <1S94),  „Kadrnn" 
(1896),  „SimpücinB"  (19121  en  .Jrolta  di  mare" 
(1914),  liet  OTstoriDDi  „WeiBBaguog  und  'ËrfSl- 
lang"  (19IS),  werken  toot  mannenkoor  en  or- 
kest, vronwei^oren,  eni. 

Hnbertibars  of  HiAerlvibiirg.  Tooiheen 
een  kearrorsteJiJk  jaehtslot  by  het  vlek  Werma- 
ilort  in  het  dielriet  Leioïif  van  het  koninkrijk 
Saksen,  weid  in  1721  Joor  den  latercn  koning 
en  kenrverst  Augiut  lU  giebouwd,  in  1746  ver- 
groot en  verfraaid,  doch  ia  1760  door  de  Piniien 
nagenoeg  geheel  verwoest.  Nadat  het  gedeelte- 
igk  hersteld  was,  diende  het  gedareniJe  de  oor- 
logen, door  Napc^eon  gevoerd,  tot  laiatet,  terwnl 
faet  legen wooritig  tot  verbeterbuls,  bo^itaal, 
krankiinnige^eeti^t,  pleeginsterecbool  eni.  in- 
serieht  is.  Eet  is  algemeen  bekend  door  den 
Vrede  van  HabertriHtrg,  die  er  den  5den  Februa- 
ri 1763  door  Pruieen,  Oostenrijk  en  Saksen  ge- 
sloten werd,  waardoor  de  Zevettjarige  Oorlog  een 
einde  nam  en  Prnisen  een  plaats  verwierf  onder 
de  groote  MogeiuHieden  Tan  Earopa. 

Habertns,  Oe  heilige,  bisschop  van  Lnik, 
wae  de  afetammding  van  een  aaniienlük  ge- 
slaoht,  diende  unvankelgk  als  Hofmeester  (fen 
Frankisehen  koning  Theodorik  lil  en  tiawde  met 
de  sehoooe  Flortbtme,  welke  h«n  een  zoon 
sehonk,  die  na  hem  den  tuucbopsietel  bekleedde. 
Trenrende  over  den  dood  van  zijn  eohtgenoote, 
begaf  hij  zich  op  raad  van  Lampreekl,  bisei^M^ 
van  Maastricht,  in  bet  klooster  Stabloo.  Toen 
«chler  Lampreekl  te  Lnik  den  marteldood  gele- 
den bad,  koos  men  Hubertun  tot  tgn  opvolger, 
waarna  deie  ter  eere  van  den  martelaar  de  hoofd- 
keti  aldaar  deed  verripen.  Hij  overleed  in  728. 
Vele  jaren  daarna  vond  men  zijn  l^k  in  een  on- 
veranderden  staat,  en  bet  werd,  nadat  hQ  heilig 
verklaard  wig,  in  &2i  b^zet  in  bet  Benedietg- 
ner  klooster  Ardenne.  Zijn  naamdag  valt  op  den 
3den  Nbvonber.  Volgens  de  legende  was  hij  te 
voren  een  haiUtoahtdiJk  liefhebber  van  bet 
jaditvermaak,  dodi  de  verB^jjntng  van  «en  bert 
met  gooden  horens,  tn»dien  welke  lieh  een 
kmis  bevond,  leidde  hem  tot  een  be^iiegelend 
leven.  Niettemio  ie  faü  nog  altgd  de  patroon  der 
jagers. 

Hnlmrtiisbnrv.  2ie  Bu6er(«bury. 

HnlMrtnBBlaatel,     een     retiqnte-drasi 

alentel,  if  de  slenlel,  die  St.  Hubertvê  (t  728),  de 
«chntpa troon,  tegen  de  hondsdolheid,  ten  ge- 
sdienke  beeft  gekregen  van  den  paoc;  vandaar  ' 
de  heelknnde  de  naam  voor  den  üzeien  horen  „ 
het  taorentje,  dat  hij  bondadi^beid  gebruikt 
wordt,  om  de  wond  uit  te  branden. 

Hntwrt  van  BlflanbaTvh,  Witltm  PeUr, 
den  llden  Jali  I8B1  te  Zwolle  geboren,  de  eerste 
Nederlander,  die  een  offieieelen  graad  behasMe 
in  de  lidiamelijke  opvoeding,  w«Pd  in  1902  artil- 
lerie-of f  iei  er  bb  bet  Nederiandsch  leger,  etndeer- 
de  gednrende  S  jaar  aan  de  Uarveraiteit  te  Oent, 
waar  bg  in  Jnlj  19IS  piomoveeide  tot  „Lieen- 
eié  en  Edncation  Physiqne".  VMr  dien  tgdmnnt- 
te  hij  vooral  op  aebernige'bi«d  nit.  Hij  twam  drie- 
maal voor  Nederland  in  de  Olympische  9pelen 
nit.  was  in  1910  tweede  in  den  personeelen  wed- 
strijd op  d«  wereldtentoonetelling  te  Bniaael  om 


1914  twee  kampioeniehappeii  v 
Amerika.  Q«dniende  bet  eurMisiaar  I91S— 1914 
volgde  hü  aan  de  hDogesehool  te  Spriiwfïeld 
(MaasaiAasetts,  U.  S.  A.)  nl.  het  „Young  Heu's 
Chriitian  Aaaoeiation  Training  College"  eoliegec 
oit  de  drie  verechillende  Mndiejaraa,  en  pro- 
moveerde in  Jnli  1914  tot  „Master  ol  Pfayticsl 
BklucaUon"  op  het  proefschrift  „A  critical  stodj 
of  Swedkh  OTmnaatiet"  met  den  graad  „Worthy 
ol  very  high  pri<e".  H^  is  thans  bü  de  Marine  aan- 
^steM  als  aoviaeni  voor  de  liefaamelgke  opvoe- 


ding. Van  zqn  hand  Tersehenen  de  navolgende 
werken;  „Een  poging  tot  betordering  «mi  de 
S^ermkunst    in    Nedailand",    „Bet    Zweedacbe 


stelsel  van  Qfmnastiek".  „Beschouwingen 
gymnaetiek,  naar  aanleiding  van  het  Rapport  der 
SÓboommiesie  voor  de  gjmnaatiek,  ingesteld  dooi 
de  StaatseommiMie  tot  reorganisatie  van  bet 
Onderwijs"  (brocbure).  „Snr  Ie  rAle  dn  Pied  dut 
l'éMvation  sni  les  pointes  des  piodt"  (broehnre) 
en  verder  publiceerde  hjj  tal  van  bgarageit  in 
buitenlandsche  Ijjdsdiriften. 

Hnbtn,  Jeon  Hubert,  een  Belgiadi  ietterkui- 
dige,  den  I6den  Jnli  1764  te  Hoei  geboren  en  den 
2dea  Fri>rnari  I8S8  t«  Brnasal  overledea,  sebraef 
eeni^  Fransebe  romans,  gedichten  en  too&ed- 
atvkies.  £en  bloemleiing  nit  lijn  «erken,  door 
A'.  Loumyer,  met  een  levensbericht  van  den 
BchrifveT,  verscheen  te  Binssel  is  1852. 

Habmaler,  Batlhatar,  een  Wedeidoi^ter  nit 
de  dagen  der  Hervorming,  omstreeks  bet  ja«r 
1480  te  Freiberg  b|j  AngsBarg  geboren,  atodeer- 
de  te  Freibarg  in  de  Breiagan,  volgde  in  1512 
lijn  leermeester  Sek  naar  T^olstadt  en  werd  al- 
daar god»dieoetleenaT  eo  proleosor  in  d«  theolo- 
|ne.  In  1516  was  bij  pastoor  in  de  Dunkert  te 
Regensburg,  moest,  ale  verdacfit  van  hciror- 
mingagezinde  gevoelens,  de  etad  v«rlaten  en  werd 
in  1522  ^tMr  te  Waldahat  aan  den  B^o.  Hier 
schreef  hij  „Aebtzehn  Scfaloasreden,  aie  betreffen 
ein  gani  ebristljcb  L^Den,  woran  ea  gelegen  iat" 
(1624),  bracht  de  burgers  van  WaldalMt  tot  het 
aannemen  der  Hervonning,  maar  ring  idf  ver- 
der door  den  kinderdo(^  te  bestrijden,  Üet  over- 
heidaambt  te  verwerpen  «nz.  Tegen  bet  einde 
van  15^  nam  bij  de  vlucht  naar  Znridi,  toen 
naar  Moravil,  kwam  er  in  1527  in  de  macht  van 
koning  fsrdinand,  werd  met  zijn  edit^noote  m- 
vankelQk  naar  Weenen  gebraebt  en  stierf  op  M 


HUbnsT,  Ji^unn,  een  Dnitsdi  paedagoog  ea 
sehTqver,  den  ISden  April  1668  te  TBrehan  in  het 
district  Bantien  geboren,  werd  in  ISM  benoemd 
tot  rector  aan  een  echo<^  te  Mersebnig  en  later 
te  Hamburg,  Van  ijJD  band  bestaan  „Zweimal  52 
Buserleeene  biblitcbe  Historiën",  het  eerst  nil- 
gegeven  in  1714,  maar  wel  lOO-maal  herdrukt  of 
«ngewerkt,  alemede  „Kone  Frigen  aus  der  alten 
und  neoen  Qeograi^ie"  (1693),  welke  nog  voor 
lijn  dood  36-maal  taerdmkt  werden.  Daarenboven 
beeft  bij  een  aantal  andere  geschied-  en  aaidrgks- 
kuDdige  geschriften  in  het  licht  gegeven.  Hg 
overleed  den  21sten  Mei  1731.  Zgo  methode,  om 
landkaarten  slelseknatig  te  klenren.  ia  bet  eerst 
in  1702  door  Homanii  te  NetirenlMig  in  toepas- 
sing gebrast 


DigilizedbyGoOglC 


HÜBNëK-^ÜBRËCBT. 


Zijn  lOOD,  JoAimn  Hübner,  oTerled«D  ali  «d- 
THflat  te  HiuubDTK  den  26fiten  Haart  1753,  heeft 
onderKbeiden  weneo  vaa  zgn  vader  vervolgd  of 
opnieuw  aitgegeven,  zooaU  het  „UneewD  geogra- 
phicam"  (1726),  en  schreef  lelt  „BiUioUieca  ^ 
nealogica"  (1728),  benevens  een  „Vollat*ndige 
Q«ogra{Aie"  (1780,  3  dln.). 

HttbDST,  AlesmideT,  graaf  vM,  een  Ooiteo- 
rijbscfa  lüuttBinan,  den  2e«ten  Noveoibei  ISll  te 
Weeaen  geboren,  studeerde  «Maar  en  trad  in 
1833  in  den  diplomatieken  dienst.  In  1849  wetd 
bjj  gevoliuaejitisd  minieter  b||  de  2d«  FraoBche 
Bepubliek,  een  oetrekkiog,  welke  hij  ook  na  de 
stichting  van  het  Tweede  Keiieirijk  behield.  'Hg 
vertegeowoordigde  Oostenrijk  op  het  Congres  te 
Parijs  in  1856.  De  woorden  die  tIapoUon  lil  op 
de  nieDWJaarsreecfjtie  van  1859  tot  hMn  qirak, 
werden  algemeen  opge>vat  aU  een  aanwjjiLDg  op 
den  naderenden  oorlog  tnaedieD  Prsokrqk  en  Ita- 
lil.  Bij  bet  nitbarsleo  van  dien  ooriog  keerde  vrm 
Hübner  naar  Weenen  terue,  mur  werd  weldra 
met  een  bnitengewone  lending  naar  Napels  be- 
last. Nadat  hg  eecige  maatMJen  ali  OoatenrijkKb 
Ïtzsnt  te  Rome  vertoefd  had,  werd  hij  den  ^sten 
iU*istuB  1859  belast  met  de  portefeaille  van 
Politie  in  bet  kabinel-RMAberj,  doeh  tegde  h 
reeds  na  2  maanden  neder,  en  werd*  tegen  het 
laatst  Tan  1865  geunt  bij  den  paos.  Hier  maakte 
hg  overig  gebrnik  van  belangrijke  gesefaiedknn 
dige  bronnen,  «Male  bigkt  ait  iqn  voortreffelöki 
biografie,  getiteld:  „SiituB  der  FDnfte"  (2  dln.. 
1871).  In  1867  nam  hü  zija  ontslag  ait  den 
staatsdienst,  werd  in  1879  lot  levenslang  MA  van 
het  Heerenhuis  benoemd  en  in  1888  in  den  gra- 
venstand  opgenomen.  iHg  setireet  nog:  „Ein  6pa- 
lieigang  om  die  Welt"  (7de  dmk  1891),  „Dnrch 
das  Britieebe  Reicè"  (ade  dmk  1891)  en  „Ein 
Jahr  meines  Lebens,  1848—1849"  (1891)  en 
„NeanJahre  Grinnerungen;  1851—1859"  (2  dln. 
1904).  Hij  overleed  den  SOsten  Jnli  1892  te  Wee- 
nen. 

HttbiMT,  Ewwt,  een  iDnitiefa  philoloog,  den 
7den  Jnli  1834  te  DQBieklorl  geboren,  stadeerde 
te  Berlgn  en  te  Bonn,  reisde  van  1855  tot  1857 
in  Italit,  vestigde  lich  ala  privaatdoeent  te  Ber- 
lgn. beioeht  in  1860  en  1861  S^nje  en  Fortngal 
en  werd  te  Beiign  in  ISflS  buitengewoon  en  in 
1870  gewoon  boogleeraar  in  de  oow  letteren  en 
tevens  secretaris  van  het  ontttieidknndig  ^noot- 
schap. Hiibner  overleed  den  2lEten  F«braan  1901. 
Hij  sdireef:  „Eptgra^iacbe  'Reiseberiohte  aas 
Spanien  nnd  Portal"  (1861),  ,J)ie  antiken 
Bildwerke  in  Madrid''  (1362).  „Inseriptiones  Hia- 
paniae  latinae"  (1869),  „Inseriptiones  Bispaniae 
chriatianae"  (1871),  „Inseriptiones  BriUnmae  la- 
tinae" (1878).  .jDscriptionee  Britanniae  diristia- 
nae"  (1875),  „Qrnndriss  ïh  Vorleeungen  tlber  die 
lateiniaehe  Orammatik"  (2de  druk  1881),  „Omnè- 
rise  in  Torleanngen  fiber  die  Qetchiehte  nnd  En- 
ijklopidie  der  klassisehen  Philologie"  (2de  druk 
1889),  „Grnndiiss  in  Vorlesangen  Ober  die  rS- 
misobe  Literatargesehiebte"  (4de  drnk  1878), 
..OrnndriM  in  Vorlesnngen  Itber  die  Orieehisehe 
Sfntax"  (1882),  „Eiempla  seriptarae  epigr^^i- 
eae  latinae"  (1885),  „Argneologia  de  Espsna" 
(1888).  , J)ie  lömiecbe  Herrsehalt  in  .West-Earo- 

fia    (1890)    en    ,Jionumenta    lingnae    ibericM" 
1898).  nahner  redigeerde  Tan   1866  tot   1881 


„Hennes"  en  van  1868  tot  1873  de  „ArobAologi- 
scfae  Zeitnog". 

Hnbraolit,  Ptml  FranfoU,  in  1829  te  Leiden 
getwren.  atodeerde  aan  de  LeidBche  hoogesdiool 
en  promoveerde  aldaar  in  1860  tot  doctor  in  de 
tieide  reditcn  op  een  proefsdirilt,  getiteld:  ,J)e 

ë.re  qaod  dicitnr  eonunentatio  apud  Romanos". 
Ü  vestigde  jieh  in  iietxelMe  ja«r  als  advocaat 
te  Rotterdam  en  was  daar  »n  1859  M  1869 
r«(Ater-pla*t8verTaDger.  In  laatstgenoemd  jaar 
werd  hg  benoemd  tot  secretaris-generaal  van  bet 
departement  van  binnenlandsdie  zaken.  Van  1891 
tot  aan  zijn  dood  was  hii  lid  van  den  Raad  van 
State.  Htj  overleed  den  7den  Juli  1902.  Zjjn  voor. 
naamste  gf«eiiriften  ign:  ,J>e  kloosters  in  Ne- 
derland en  de  Tr|jheid  van  belijdenis"  (1861),  ,J>e 
grondwet  met  aanteekeniogen  der  gelijksoortige 


Nederland  en  hare  nitvwring"  (1879—1884,  15 
dln.),  „Draper'e  geschiedenis  van  <fe  worsteling 
tnaadien  gwlsdienet  en  wetenschap"  (ait  hst  En- 
geUeh  voor  Nederland  Iwwerkt,  1877.  2de  dmk 
1887),  ,4)e  wet  op  het  la^er  onderwjis  en  de  daar. 
bij  beboorende  verordeningen"  (1838,  Isle  ver- 
volg, 1889),  „Ons  eomeentei«ebt  in  gevaar.  De 
toepassing  van  art.  144.  4de  alinea,  van  degrood- 
«et  op  de  gemeenten  Weststellingwerf  en  Opstei- 
land"  (onder  den  sehnilnaam  Jfeneiinit  Agrippa, 
18M),  „Kiesrecht  en  onderwija"  (OvetdrnJi  nit 
,J)o(n)  Oidg",  Uei  1899),  „Het  laalige  pont" 
(1901).  Hq  was  mederedaetear  van  de  „B^ngea 
tot  de  kennis  van  het  «taats-,  provindaal-  en  ge- 
meen tebestnnr  in  N«der]aiMl"  on  rodaetenr  van 
het  , jaarboek  van  bet  onderwgs  in  Nederland". 

BnbrMdit,  Bemi  FrmfoU  RwMphe,  in  1344 
t«  Vlaardingen  geboren,  was  van  1868  tot  1880 
direetenr  der  openbare  haDdelsscbool  te  Amster- 
dam, richtte  in  1881  de  Nedeilandaehe  Bell  Te- 
lefoon MaAtschapDg  op,  waarvan  hij  no^  steeds 
directeur  is.  is  séaert  1875  lid  der  Ciuumissie  be. 
last  ntet  bet  afnemen  d«r  eiamens  voor  de  be- 
tiekking  van  teerling-eonsal,  sedert  1889  lid  der 
Kamer  van  Koo^andel  en  Fabrieken  te  Amster- 
dam, sedert  1893  lid  der  Provinciale  Staten  vas 
Noord-Holland  en  sedert  1901  lid  der  Tweede  Ka- 
voor  Amsterdani  I.  ffii  aiAreef:  ,3<t  Neder- 
landsch  cosanlaat wezen.  Beseheiden  betreffende 
ijjne  organisatie"  (1890).  Hg  is  medeoprichter 
en  was  eenige  jaren  mederedaetenr  van  het  tijd- 
schrift „Eigen  Haard". 

Hnbrsoht,  Andiromu  AnuM  Wültm,  een 
Nederland  ecb  dierkandigc,  den  2den  Haart 
1358  te  Rotterdam  geboren,  werd  in  1869  student 
aan  de  Polyteefanisohe  school  te  Delft,  ging  ia 
1870  over  naar  de  aniversiteit  te  Utreeht,  was 
gedurende  den  cursoa  1878 — 1874  leerling  Tan 
-rof.  Saknka  te  Leiden  en  daarna  assistent  van 
eze  te  Erlangen  en  voltooide  in  1876  iga  st«- 
dien  te  HeidetSerg.  Den  22Bten  Oetober  1874  pro. 
moveerde  hg  te  Utrecht  in  de  plant-  en  dier- 
kunde op  het  proer«(Arift:  „Aanteekeningen  over 
de  anatomie,  histologie  en  ontwik  kei  ia  g^esclile- 
denis  van  eenige  Nemertinen".  In  187S  werd  hg 
conservator  voor  vissehen  aan  's  RHks  Hosenm 
voor  natnorlgke  historie  te  Leiden.  In  1882  aan- 
vaardde bg  het  ambt  van  hoogleeraar  in  de  loO- 
logie,  ^eigelijkende  anatomie  en  phTsialogie  aan 


D,o,l,zedb,GoÓgle 


HTJBSBOffr— HUCH 


At  nniTcniteit  te  Utrecht  met  de  rede:  ,J)e 
sDeld«  ODtwikkeliog  door  «eistgebooite".  In  1910 
TerwJMehle  h^  dit  unbt  toot  het  bniteD^twoon 
lioogiMnanMnbt  urn  dezelfde  luiTereiteit,  om 
liefa  geheel  te  kannen  i*)jden  aan  het  embr;ol( 
gisch  ondenoek.  Al(  loodanig  bleef  hij  weTkisMD 
tot  iqn  overiqden,  den  2lBten  Uurt  1915.  Vol- 
gena  lün  «enidi  werd  ign  (toffelgk  oTeibljjftel 
ter  bcBChikking  Ttn  de  weteDecbap  gesteld.  I/h- 
breeht  wu  een  OTettnigd  Danriniet,  ale  hoedanig 
hg  groot  beline  atelde  in  de  Tiug  na&r  den  «or- 
■prong  «D  de  afitunming  der  gewervelde  dieren. 
Eerst  bad  hg  dcK  vraag  traohUn  op  te  helderen 
door  agn  ttndiin  omtrent  Nemertiaen,  later  door 
een  ondersoek  der  embryo's  Tan  loogdieien.  In 


1»U  uur  Zuid-Afrika.  Verder  werkte  . 
1874,  1878  en  1906  aan  bet  ZoSlogiMh  station 
te  Napels.  Hubrtekt  was  doctor  Aonoru  eauta 
Tan  Ttraehillende  Engelsohe,  lerBche  en  Sehot- 
•ebe  boogCKhokn.  M»  aeeretarii  Tan  de  „Maat- 
•ebappg  ter  bcTordaring  Tan  natunrkaodlg  on- 
denoek der  Nederland seoe  koloniin",  welk  ambt 
hg  bqna  20  jaren  TeiTulde,  maakte  hg  liefa  leer 
Teidiensteltfk.  In  -1911  richtte  hg  het  „Institut 
international  d'Smbryologie"  op,  dat  te  Utrecht 
werd  gevestigd  en  waarran  Dg  lelt  aeeretaria 
w<rd.  Sji  wae  lid  Tan  tairgke  cooiiniisita,  o.  a. 
Tan  de  staatscommissie  tooi  het  lalmrraagitik, 
vao  de  eommlute  Toor  de  invoering  Tan  den  Mid- 
den-ËBropeeMben  tgd  hier  t«  buide,  em.  Van  aün 
tairgke  geaehriften  noemen  wij:  „Dai  Roobkelet 
der  Huloc^balen"  (1S76)),  „Itis  genera  oi  Earo- 
pean  NemerteaD*  etitieallj  reTiaed"  (1679),  Ter- 
aebiliead*  Terbandelingen,  aan  de  anatomie  der 
Nemertinen  gewijd,  „Report  «n  the  Neniertea,  col- 
leet«d  br  a  M.  S.  Oh^lenger"  (1881),  „Proneo- 
menia  Kuiten  with  remarkt  on  the  aaalomj  of 
tbe  Ampbinenra"  (1881),  „Tbe  aneestral  froms 
of  the  ChordaU"  (IB8S).  ,j'roeTe  eenei  ontwik- 
kel! BoageaehiedeniB  van  Linena  obscorns"  (1385) 
en  ,.Dond«rsia  Eestiva.  genos  «t  species  nova" 
(1888).  Hg  was  mederedactenr  Tan  het  „lijd- 
•ebrilt  der  Noderlandsche  dierkandige  vereeni- 
ging"  en  Tan  „De(n)  Oidi",  terwijl  fa^ngrüke 
studies  Tan  ii|o  hand  in  de  „Verband  el  i  ogen  oer 
Soninklüke  Academie  Tan  Wetenschappen",  bet 
„Qnarteny  ionrnal  of  mieroieopial  seienee"  eni. 
Teiaeben en.  Verder  vallen  te  noemen:  ,J)ie  Kmoi- 
blaae  von  Tarains"  (OTerdmk  ntt  .^eatsehiitt  für 
Carl  Gegenbaner"  1896).  „Tbe  deseent  of  the 
primates.  Leetnres"  (1897),  ,J)e  eTolutie  in  nieu- 
we basen"  (Reetoiale  redevoering,  1902),  „De 
plaats  der  TergelükeDde  embrjotape  in  bet  hoo- 
ger  oDdetwgt"  (Rede.  1910). 

Tflllwfilimtiiii.  Johaitn  Htiarieh,  eenDnitsch 
taalkundige,  den  Isten  Juli  1848  te  Erfnrt  ge- 
boren, stadeerde  te  Jena.  Tnbingen,  Leipiig  en 
Haoclien,  teatigde  tieb  in  1875  te  Leipiig  als 

frivaatdoeent  in  de  Arische  talen,  werd  udaar  in 
876  baitengewoon  en  in  1877  te  Straatibnrg 
gewoon  boogleeraar  in  de  Teigetgkeade  taalkun- 
de. Hij  OTerleed  den  21sten  Januari  1908. 
Hij  (chreet:  „Ein  Zoroastrtaehes  Lied"  (1872^, 
^nr  Kaanstebre"  (1875).  „Zur  Oesehichte  Arme- 
aiens  nad  der  ersten  Eri«ge  der  Araber"  (1S75), 
,J)ifl  Umacbiettinng  der  iianischen  Spraehen  and 


des  Armeniscben"  (18S2),  „Armenische  Stndien" 
(1 883),  .J>aB  in  do-ge  rmani«ehe  Vokalsystem" 
(1885),  „Et;inoloeie  nnd  Laatlehre  der  oaaeti- 
fichenSpracbe"(1887),  „Peiüieebe  Siudien"  (1695) 
en  „Armeniscbe  Orammatik"  (1897). 

Hdo,  EvaruU  Regii,  een  Franuh  KndeÜng, 
'       Isten  An^nstos  1813  te  Toaloase  geboren. 


trad  in  de  Orde  der  Lazaristen  en  begat  licfa  in 
naar  C^ina  waar  hjj  als  lendeling  werk- 
bleef.  Vandaar  deed  bodeen  tocht  naar  Ti- 
1  keerde  in  1B5S  naar  Frankrijk  terug.  Hve 
oTerleed  te  Psiijs  den  26sten  Maart  13S0.  Hij  be- 
schreef de  door  bem  beiocht«  landen  in  onder- 
scbeiden  belangrijke  werken,  xooals:  „Souvenir 
d'an  vojage  dan«  la  Taitarie,  Ie  Thibet  et  la  Cbi- 
ne"  (1850.  2  dlo.)  en  .Jj'empire  cbinois"  (185S, 
2  dln.).  (Xik  aehreef  hü:  ,jJe  Christianlsme  en 
Chine"  (1858,  4  dln.). 

HoobaUiU  (Üekubatdw  of  übddut),  een 
mnziekgcleerde  en  monnik  in  bet  klooster  8t. 
Amand  in  Vlaanderen,  omstreeks  S40  geboren, 
werd  in  880  tot  priester  gewgd  en  overleed  den 
25iten  Jani  of  den  21sten  October  9S0,  of  dea 
aOsten  Jani  932  te  St.  Amand.  Zün  naam 
speelt  een  rol  in  de  geechiedeni<  Tan  bet  Orga- 
num  (zie  Orpel),  daar  hg  den  Ttgeren  vorm  van 
deie  orimiticTe  Teelstemmigbeid.  te  oordeeten 
naar  de  bem  toegetdi reven  werken  .Jlarmonica 
iuBtitotio",  „Musiea  enebiriadis"  en  „Scbolia  ma- 
sica  enohiriadis",  lan^iacnerhand  meer  tot  roort- 
geiette  parallelbéweging  in  qninten  en  octaTen 
sebematiseerde.  Werielgke  Terdtensten  beeft  bg 
als  Tooriooper  der  hervorming  van  het  noten- 
schrift door  Quido  tan  Arttto.  Borendien  liet 
bü  gedichten  en  leveaabetebni vingen  van  Heili- 
gen na.  bgv.  „Vita  S.  Lebnini  ,  dat  belaagrgk  is 
weRens  de  daarin  med^edeelde  ond-Sakaiscbe  in- 
steTüDgen. 

Bnoh,  Riearia,  een  Dnitsoh  tebirijfster,  den 
18den  Juli  1867  t<  Brunawgk  Beboren,  studeerde 
te  Znriefa,  promoveerde  er  in  de  philosofie.  werd 
in  189]  seeretaresw  aan  de  etedeQ|ke  bibliotheek 
en  was  tot  1896  ook  aan  een  meisjesschool  werk- 
taam.  In  1898  huwde  zg  den  arts  If.  Ceeoid  en 
woonde  tot  1900  te  TriEst.  Tervolgens  te  Vfln- 
ehen  en  vestigde  lieb,  nadat  haar  howdgk  in 
1906  weder  ontbonden  was,  te  Brunswijk.  Haat 
eerste  werken:  bet  falgspel  ,J}er  Bandesi^wnt" 
(1891),  bet  drama  ,^041"  (1892),  baar  „Gedich- 
te" (1694).  onder  d«n  s^DilnaUD  Tan  Rvshard 
Hugo,  „ËnMilnngen"  (1897)  en  „Fra  Celeete 
und  andre  NoTellen"  (1899)  trokken  niet  bijzon- 
der de  aandacht.  Andera  was  het  met  den  leei 
levendig  gesebieTen  fataliBtiseben  roman  „Erin- 
nemngen  tod  Ladolf  Ursteu  dem  JOngeren" 
(1892),  waarop  Tolgde  het  stemniagrgke.  in  de 
oude  volkawgaen  van  Tritst  spelende  „Aas  der 
Triumptigaase"  (I90I).  Haar  beste  werk  is  „ViU 
Bomninm  breve"  (1902),  eveneens  een  fafalisti- 
scbe  roman,  ongemeen  rijk  aan  geest  en  innig- 
heid en  van  een  levendige  maar  niet  buitenspo- 
rige vertieelding.  Hinder  bevredigde  het  faoUs- 
liscbe  ,.Von  den  Königen  imd  der  Krone"  (1904). 
Een  leer  fgne,  weemoedige  bomor  kenmerkt  den 
bandd  ..SeitenblaBen"  (1905),  die  soms  aan  Holf- 
numn  doet  denken.  Sedert  heeft  de  sehrijfster 
lioh  op  het  gebied  van  den  bistoriwben  roman 
begeven  en  wdiswaar  zeer  persoonlgke  en  fris- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HOCH— HDDSON. 


afbreuk  deed.  Deie  weiken  lün:  ,J)ie  Verteidi 
gaag  Roms"  (1906),  ,;Det  KMnpt  nm  Itom" 
(1907),  ,J>»8  L^n  des  Qnfen  Federigo  Conf&- 
looieri"  (1910)  en  ,J)er  groue  Kiice  in  DeatBch- 
laod"  (1912).  Botendiea  sdiieef  ih:  „None  Qe- 
dicbtc"  (1907),  „Der  ktite  Sommee',  een  Tertel- 
ling  in  brieTen  (1910),  benevens  de  etudiSn,  „Die 
Biateteit  det  Romnntik"  (1899).  „AusbieitnnK 
nnd  Verfall  der  Boinsntik"  (1902),  tiree  fanndelt 
schitterende,  vooral  pnohologiBebe  literaii-hiB- 
toriidie  eisftji  „Ootttned  Keiler"  (1904)  en  „Aut 
dem  ZeiUlter  de»  lUsoigimuto"  (1908). 

Hnohtonbnrsli,  Jtm  *<ni,  een  NederUadieh 
aehilder,  in  1646  Ie  Hurlem  geboren  en  in  1733 
te  Amiteidam  overleden,  wu  een  leeiling  Tan 
TAoMM  tffofc.  Hü  schilderde  portretten  en  mi- 
teigeveohtan,  waarvan  het  figkamnsenm  te  Ani' 
sterdam  er  eenige  beait. 

Hndda,  JoMN,  lieer  wm  WenteraH,  een  Ne- 
derlandMii  wiakaMige,  in  16SS  (vtdiMiB  anderea 
in  1640)  te  Aauteidión  geboren,  stndeerde  in  jgn 

Cortettad  in  de  rediten  en  in  dn  wiaknnde  en 
F  licb  in  1659  ter  voltooiing  iqner  stodiln 
naar  Sanmnr  in  Frankrijk.  Te  Amsterdam  tenig- 
gekeerd  werd  hq  eerst  tot  sefa^en  en  in  167^ 
tot  burgemeester  gekoien,  welke  waardigheid  hq 
daarna  nog  19  maal  b«Ueedde.  Wegens  ign  be- 
kwavDheta  in  de  wiiknnde  werd  nem  meniee 
belangrnke  taak  opgedragen,  looala  bet  toeiient 
op  het  lemen  der  Amstelslnia,  in  1672  bn  den 
inval  der  Fransehen  iiet  «tellen  der  inandatiên 
ter  beveiliging  der  stad,  het  heramen  van  een 
ontwerp  tot  een  nieawe  waterkeerin^  aan  het 
V  eni.  Hg  deed  belangrijke  ontdekkingen,  die 
hq  in  memoriaal  opteekende,  dat  «ehter  is  ver- 
loren gegaan.  Hen  oeeft  oog  van  hen:  ,J)e  de- 
dnetioM  aeqoatloanin"  en  ,J>e  maiimia  et  mini- 
mie epistolae  II"  welke  laatste  verhamleliag  ver- 
taald en  onder  d«i  titel  .Jlethode  des  tangen- 
tcs"  in  het  ,4oamal  littéraire"  van  1713  opge- 
nomen is.  Zqn  „Aanmerkingen  over  het  bewnien 
der  eigenaehtppen  van  den  drkel"  werden  40or 
Vm  Sekooleu  nitgegeven,  terwöl  hg  in  1S89  een 
werktuig  uitvond  oen  bet  water  van  de  Amster- 
damsebe  grachten  te  intveren.  Leilmtt  beaocht 
bem  te  AÜMterdam  en  getni^,  dat  hg  de  eerste 
was,  die  een  volledige  oploaemg  gaf  van  de  qua- 
dratnnr  van  den  hn)erb<>ol,  alsook  van  het  vrug- 
Btnk  om  de  lergell^ing  eener  kromme  te  vinden, 
die  door  een  onbepaald  aantd  pnnt^n  kan  getrok- 
ken worden.  Hg  overleed  den  ISden  April 
1704. 

Hnddaistleld,  een  stad  in  bet  Engelsshe 
eraafBchap  York  ligt  op  een  henvel  op  den  lin- 
keroever der  Colne,  aan  den  spoorweg  van  Man- 
chester naar  Leeds  en  aan  het  Hanchester'Hud- 
derstieldkanaal  en  tdt  (1911)  107  S21  inwoners. 
Zg  beiit  vele  aaniienlqke  g^onwen,  kerken,  een 
koepelvoimige  lakenhal,  3  colleges,  een  band- 
werlcBsehool,  een  groote  tornhal,  een  stekenhniB 
en  een  atandbeeld  van  Soberi  f  eeJ.  Zg  is  een 
hoofdsetel  der  vervaard! giv  van  wollen  atoflen, 
vooral  van  lakens  en  fgne  damtskleedereB,  katoe- 
nen stolfen  en  tapgten.  Ook  worden  er  linnen 
es  igden  stoffen  geweven. 
Hndlc,  ferrand  IFioIey,  den  26sten  Decem- 


ber 184S  te  Botterdam  geboren,  beiodit  van  1858 
tot  1361  het  EoDinklgk  Institnut  voor  de  Uari- 
ne  te  Willemsoord,  mukle  daarna,  op  versohil- 
lende  oorlogsBchepen,  reiien  aaai  West-  en  Oost- 
lodie,  Anetralia  en  Japan  als  luitenant  ter  lee 
2de  en  1ste  klasse,  en  had  een  werkzaam  aandeel 
aan  de  expeditïea  naar  Simonoeeki  en  naar  de 
kust  van  Oninea  waarvoor  hg.  door  zgn  dapper 
gedrag,  benoemd  werd  tot  ridder  ia  de  Militaire 
WillemBorde  4de  klasse  «n  later  het  eereteeken 
voor  belangrüke  krngBbedrüven  ontving.  In  187S 
werd  hg  aangesteld  als  coef  van  de  afdeeling 
Uateried  aan  bet  departement  van  Marine  te 
Batavia,  daarna  te  'B-(}tavenhage  toegevoegd  aan 
den  Inspecteur  van  'e  Ilgks  Stoomvaartdienst  en 
Tn  I88I  werd  hg  benoemd  tot  Inepectenr  van  de- 
zen dienst.  In  M«i  1S&4  werd  hg  benoemd  tot 
Directeur  der  Koninklijke  fabriek  van  Btooin-  en 
andere  werktuigen  te  Amiterdam,  welke  betrek- 
king hg  6  jaar  bekleedde,  om  daarna  als  Direc- 
teur der  Bell-Teletoon  Maatschafwg  weder  in  sün 
geboorteplaats  leing  te  komen.  Daar  genoNnde 
Haatsehappg  in  1896  door  de  gemeente  Rotter- 
dam wera  overgenomen,  fing  ook  hg  in  gemeen- 
tedienst over.  Hji  beeft  dit  ambt  vervuld  tot  een 
ongeneeslijke  ziekte  hem  dwong  in  1904  ontriag 
aan  te  vragen,  Btidig  overleed  den  Sisten  De- 
cember 1904.  Hö  was  in  1889  medeopriehter  der 
Nederlandacbe  Vereeniging  van  Werktuig-  en 
Scbeepsbouwknudigen  en  vanaf  1692  met  ueehts 
korte  onderbrekingen  haaj  voonitter;  ook  maak- 
te hg  den  overgang  deier  vereenigang  tot  Vakaf- 
deeling  van  bet  Koninklijk  Instituut  van  Inge- 
nieurs mwelgk.  Verder  wa»  hij  o.  a.  Directeur 
van  hel  „Bataafscb  Oeuootsehqi  der  Proetonder- 
vindelijke  Wgebweerte". 

Zie  ann  levennesdirDving  in:  „De  Ingenieur" 
(I9M,  Wi.  74  V.V.). 

HndSi  achter  natnurwetenBc^ppelgke  namen 
is  de  afkorting  voor  WilUmn  Hudmm,  een  En- 
gelseh  nlantkundige  (1730—1798),  den  sehrgver 
van  „Flora  auliea"  (2  dln„  3de  druk  1798). 

HUdson,  de  voornaamste  rivier  in  den  Noord- 
Amerikaansdien  staat  New-Tork,  ontspringt  In 
bet  Adirondae  gebergte  ter  hoogte  van  ongeveer 
1200  m.  boven  de  oppervlakte  der  lee  uit  3 
takken,  welke  xieh  65  km,  beneden  hun  oorspi«nff 
vereenicen.  Na  een  luidwaartscben  loop  wendt 
ig  lieh  b|j  de  JewiHtswatervallen  oosiwaarta, 
beschrglt  bg  de  Hadlejwatervallen  een  grooten 
boog  en  neemt  bij  de  (ilenswatervalten  weer  een 
luidelgke  riditing  aan,  totdat  ig  in  de  Baai  van 
New-York  uitmondt.  Z^  is  slechts  521  km.  Unc, 
doch  een  der  gewichtigste  waterwegen  van  Noorc- 
Amerika.  Van  de  Q  lens  watervallen  tot  aan  Ttot 
beeft  lij  onderscheiden  stroom  versnellingen,  docD 
na  dat  punt  vertoont  a  lieh  als  een  aaniienlgke 
rivier  ter  breedte  van  500  tot  700  m.  Haar  verval 
is  Eoo  gering,  dat  ebbe  en  vloed  lot  boven  Alba- 
ag  bemerkbaar  xgn.  Tot  aan  de  stad  Eudsou  is 
zg  voor  zeeschepen  bevaarbaar,  en  groote  atoom- 
booten bereiken  Alban;  (240  km.),  tetwgl  kleine 
vaartuigen  tot  Waterford  (268  km.)  kunnen  ko- 
men. De  Mobawk  Teibindt  den  Budson  door  mid- 
del van  het  Er  ie-  en  Onondagakanaal  mei 
bet  Erie-  en  Ontariomeer,  terwijl  een  an- 
der kanaa]  hem  in  verband  brengt  met  het 
Chan^lainmeer  in  Canada,  en  bet  Delaware-  en 


DigilizedbyGoOglC 


HUDSON— HÜE. 


Hudsonkanul  met  de  itMnkdea^«t)i«dca  vaD 
Peaneylvanie  en  DeUwkre.  Hjj  Tonnt  voor  ign 
moDdiDg  de  Bui  van  NewTork,  wucdiwr  den 
sUd  tot  een  der  beste  hiTeas  tad  de  wereld  be- 
hoort. 

Hodsoii,  Renry,  «en  Enzelich  leeman,  deed 
in  1607  met  «en  ktein  sobip,  bemand  met  10 
matToten,  een  ontdekkingstocht  otn  een  noord- 
oostelijke dooivsAtt  naar  Ohin*  te  Hteken,  drong 
Toi  in  de  Pooliee  door,  doeb  moest  in  September 
niBT  Engel  md  teiugkeeren.  Op  een  tiweeden 
tocht  in  1608  bereikte  hg  Nora-Zembla.  Era 
derde  leii  TOJToerde  bij  in  1609  op  kosten  der 
Nederlandsch  Oost-JndJsdie  Compagnie.  De  faoop, 
om  etn  noordoostelüke  doorvaart  te  vinden,  li^' 
b'i  varen,  stevende  naar  Straat  Davis  en  bereikti 
op  U*  N.  Br.  den  mond  der  naar  hem  genoemde 
Hadtonriiier  in  Amerika.  Zgn  laatste  reis  deed 
hjj  met  een  Engetseh  vaartaig;  in  April  1610 
uitieilend,  bereikte  hg  in  Jnni  Groenland,  vond, 
westwaarts  koershondend,  de  straat,  die  eveneeni 
IQU  naam  draagt,  kwam  aan  de  kast  van  Labra- 
dor, en  ontdekte  daarna  de  groote  baai.  thans  de 
Hndsonbaai  geheeten.  Hoewel  ijjn  voorraad  van 
levensmiddelen  niet  groot  was,  nam  fag  bet  be- 
slait,  hier  te  overwinteren  en  in  het  voorjaar  ign 
ontdekkingen  voort  te  Ktten.  Het  harde  leven 
bracht  zün  manschappen  echter  aan  het  muiten 
en  toen  eg  dreigde,  sommigen  aan  land  te  ml- 
len  letten,  maakten  de  matroten  lieh  van  hem 
meeatir  en  gaven  hem  met  ign  loon  en  eenige 
aanhangers  in  een  boot  aan  <k  woede  der  golven 
frgt.  Wel  werd  die  euveldaad  door  Priekef,  den 
s^ecfwklerk,  bekend  gemaakt,  d««h  alle  pc^n- 


gen,  om  hem  oo  te  sporen,  bleven  vmehteroos. 
Zie:  H.  C.  Mur^jf,  Henry  Hndson  '    "  " 


HoHand 


.__     .__.„     ___    ^.^,    Den 

Haag 

Hndaonbaal  is  een  groote  binneniee  in 
Noord-Amerika.  Zj}  heelt  een  oppervlakte  van 
±  1  220  000  T,  km.  en  ligt  tasedten  Ubrador, 
Keewatin  en  de  Fooigewesten.  Zq  is  löOO  kfn. 
lang,  960  hreed  en  gemiddeld  130  m.  iliep.  en 
door  de  Hudsonetraat  met  den  AtUnliseben  Oce- 
aan, door  bet  Foikaoaal  met  de  Foolzee  verbon- 
den. Er  ign  onderscheiden  kleinere  baaien,  too- 
sIb  de  Jamesboai  in  het  zniden  en  de  Fort-Nel- 
aon-,  Button-  en  Cbesterfieldbaaj  in  bet  westen; 
iji  is  vol  zandbanken,  klippen  «n  eilanden,  van 
«elke  laatste  Sonthampton  bet  voornaamste  i«. 
Ondeiscbeiden  rivieren  monden  er  in  uit,  looals 
de  Churchill.  Nelson,  Severn,  Albany,  Uoose,  Bu- 
pert,  East-Main  en  Oreat-Wbale.  Oednrende  4 
maanden  is  zg  bevaarbaar  en  den  overigen  tgd 
van  hel  jaar  met  d  rij  f  öe  gevuld.  Toch  wordt  voor 
den  korenuitvoer  nit  de  Prairieetaten  van  Canada 
een  spoorweg  aangelegd  van  Wïnmpeg  naar  York 
Factorj.  De  Hndsonstraat,  wellicht  ook  de  Baai, 
werd  reeds  in  1517  ontdekt  door  Cabol,  doch  be- 
varen en  van  een  naam  voorzien  door  Ifenry  Hud- 
MM  in  1610.  Andere  leevaaidert,  die  deie  baai 
bezochten,  waren  Button  en  fn^om  (1612),  Bylot 
en  Baftin  (1615)  Jfunft  ait  Denemarken  (1619), 
Fox  en  Jamei  (1631)  en  later  Pany  e.  a. 

HndaonbaallMideii  noemde  men  vroeger 
het  by  den  vrede  van  Utrecht  (1713)  aan  Enge- 
land toegewezen  gebied  rondom  de  Hndaonbaai, 
dat  behalve  de  guoloniseerde  provinci»  {tettted 


Cvineeti  in  het  Z.  O.  (Canada,  Xieuw  8^ot- 
d  ent.)  en  de  eilanden  der  Poolwereld,  grteel 
Britech-Noord-Amerika  (lie  aldaar)  omrvatte.  Na- 
dat reeds  in  185S  het  N.W.-nltietl  of  Nieow- 
Caledonil  onder  den  naam  Britsdi  Columbia 
(ue  aldaar)  met  bet  eiland  VaDConver  afgeadiei- 
den  waa,  «telde,  na  de  overnenine  (1860)  Tan  ^ 
Hvdsonbaaicompagnie,  de  EneeUne  regeering  ia 
187U  de  provincie  Mautoba  ^ie  aldaarj,  in  16^ 
de  distrieten  Aasiniboia,  Alberta,  Sauatebewan 
en  Athatiaska  (lie  de  alionderlgke  artikelen)  «■ 
later  Eeewatin  (zie  aldaar)  ia,  hoewel  ook  de 
oude  naam  toor  de  jachtgebieden  der  voormalige 
Hudsonbaai landen  in  ffebrnik  Jbleel.  Het  geogia- 
fiseh  onderaoek  dier  landen  werd  eenigen  tgd 
belemmerd  door  de  gverzncht,  waarmede  de  Had. 
■onbaaicompagnie  haar  rechten  bewaakte.  Eerit 
na  <ie  boven  vermelde  bestunraindecjiitgen  ea  i>et 
aanlegen  van  de  Canadeesriie  Paeifieipoorwegen 
is  onie  kennis  omtrent  deze  laiulen  grooter  ge- 

HiidM>n-Fiilt«zi-t««(t  is  een  in  New- 
York  in  September  en  Oetobet  1900  te  laad  en 
te  water  gevierd  feest,  ten  eerste  ter  eere  van  de 
ontdekking  van  de  Hndtoorivier  door  den  Engel- 
sehen  zeevaarder  Henry  Budion  op  een  zgner  ont- 
dekkingsreizen (1609),  wat  van  beteekenis  waa 
voor  de  stichting  van  het  latere  New-Yoil:,  aan 
die  rivier  gelegen,  en  aan  de  uitbreiding  der  ko- 
lonisatie in  iet  binnenland  voornamelgk  richting 
beeft  gegeven,  en  ten  tweede  ter  eere  van  den  eer- 
sten tocht  van  bet  door  Soberl  Falton  gaboawde 
stoomschip  „Claremont"  op  den  Hndson  in  An- 
gnitue  1307,  waardoor  de  stoomaebepen  onder  4e 
verkeMHüiddelen  werden  opgennnen.  New.Toik 
hield  zidi  voor  de  viering  van  dit  dubbele  feect 
niet  aan  de  historische  oata,  maar  ccMobineeide 
beide  gebeurtenissen  en  verlegde  ze  naar  den 
mooisten  tgd  vaa  het  jaar  aldaar  de  weken  vMr 
en  na  4en  Isten  Oetober  1909.  Het  indmkwA- 
kende  feest  werd  georganiseerd  onder  leidintf  van 
Herman  fiüMer,  de  uit^ver  van  de  New-York- 
B^e  Staataeonrant.  'Door  verschillende  mogend- 
heden werden  oorlogwebepen  en  vert^enwoordi- 
Grg  ter  gelegenheid  van  dit  feest  geionden.  Er 
jen  in  de  New-Yorksehe  haven  geurende  deze 
feestelijkheden  54  Amerikaaugehe,  5  Eagelidie, 
4  Dnitsebe,  3  Pranscbe,  3  Oostenrgkache  en  2 
Italiaaneehe  oorlogssebepen  en  van  Nederlaad. 
Argentinië  en  Cuba  ieder  een.  De  water- 
optocht, die,  behalve  uit  de  oorlogsschepen,  alt 
hottdetden  koopvaardgsdiepen  bestond,  werd  voor- 
atg^Mn  door  twee  aehepen,  die  getrouwe '  na^ 
boÓtsingen  waren  van  Hudttm'a  „Halve  Haan" 
en  FulUm'»  „Claremont". 

Hodaon  SsOW»,  Zie  Lom. 

HndaenstraAti  Zie  Btidtonbaai. 

HnA  of  Hoei,  ook  Tkoea-Thien  genaamd,  de 
hoofdstad  van  Ansm  in  Aohter-Indii  en  teveas 
de  voornaamste  handelsplaats  van  Coebinebina. 
ligt  aan  de  rivier  van  dJen  naam.  15  km.  van 
de  kust,  en  telt  (1914)  60611  inwoners.  De  itad 
Fiansehe  ingenieurs  leer  versterkt.  Zg 
heeft  voortreffelgke  buiten-  en  biDueawerken, 
een  citadel,  een  muur  ter  hoogte  van  20  m.,  bree- 
de  gratAten,  een  getehulgieterq  en  groote  ma- 
gazijnen, arsenalen  en  seheepstimmerwerven,  aan 
een  door  de  etad  gelegd  kanaal  gelegen.  Op  de 


DigilizedbyGoOglC 


weneo  boowt  men  oorloguehefwn  in  Europee- 
Mben  trant.  De  koning  bowoont  een  rnim  en  ver- 
atetkt  pdeis,  terwijl  it  meeste  woningen  tu 
Iwmboe  verTaardigd  ign.  Door  liet  trutait  Tan 
Mei  1884,  tuwdien  Frankrijk  en  China  te  Tien- 
tin  gesloten,  waardoor  Frankigk  faet  protecto- 
raat lerkreeg  orer  Anam  eu  Tonkin,  fieeft  dexe 
ttad  TOOT  Frankrgk  een  gioote  bet«ek«iiis  gekre- 
gen. Het  protectoraat  «erd  door  een  opatand  be- 
twist, waarna  de  oorlog  in  Anam  uitbarvtte,  die 
echter  in  1885  door  «en  vredearerdrag  met  (%ina 
«en  einde  nam. 

Hnsbnatonuiffo,  een  depaTtemenl  der  re- 
publiek Guatamala,  telt  125  000  inwanera.  De 
seljjkaamige  hDofdïtad,  op  een  hoogvlakte  gt- 
^en  in  bet  brong^ied  tu  den  itio  Chizor, 
telt  ongeveer  10000  inwoners.  In  de  nabglieid 
vindt  men  loodgioeven  en  mlnen  van  een  onde 
IndianeHtad. 

Hmlvai  een  Spaaneehe  provincie,  ligt  tn>- 
eeben  de  provineiea  Cadii,  Sevilla,  fiajadoi,  Por- 
tngal  CD  den  Atlantisehen  Oceaan  en  telt  op 
1013S  T.km.  (1910)  309  627  inwoners. 

HnalTK,  de  hoofdstad  van  het  gelijknamige 
district  (lie  aldaar),  ligt  op  den  linkeroever  van 
den  Odiel,  die  li^  iets  verder  benedenwaarts 
met  den  Bio  Tinto  vereenigt  en  alt  iRio  de  Hael- 
va  in  den  Atlantiaehen  OcMan  uilmondt,  aan  de 
^oorljjnen  SevHla— Sneiva  en  Huelva — Zafra  en 
telt  (1910)  28  392  inwoners.  Hen  viadt  er  een 
kerk  (vroeger  modiee  met  een  minaret),  over- 
bljjtwlen  van  een  onde  Romeinsche  waterleiding, 
een  middeUtBre  sdiool,  een  edioowtiarg,  maehine- 
labrieken,  maimetalijpenjen.  e^Mitortechterijen, 
TiK^vangat  en  een  levendigen  bandel.  De  ge- 
middeld */«  km,  breede  haven  ie  niet  tegenstaan- 
de de  landige  monding  voor  Mb^>en  van  7  m. 
diepgang  te  Mreiken.  In  1911  liepen  1435  sche- 
pen oinnen.  Uitgevoerd  worden  koperkies,  gier- 
pjriet,  eementkoper,  mannaoerts,  kopervitriool 
en  wnn.  Znidelijk  van  Bnelva  ligt  aan  den  mond 
VBQ  oea  Bio  Tinto  bet  klooster  Sta.  Maria  de  la 
Babida,  waarin  Coiumbnt  eenmaal  een  toevlucht 
gezocht  beeft,  thani  eigendom  ivan  den  Jiertog 
wm  Momlfenaier,  met  een  gedenkteeken  ivoor  Oo- 
Amibw  an  een  prachtig  mtiiebt. 

Bnraa,  Kor),  Trgheer  von  Hoimngea,  een 
Dnittdi  staatsman,  den  24sten  Oetober  18S1  te 
Keulen  geboren,  studeerde  te  Berlgn  in  de  redi- 
tea  en  koos  vervolgens  de  militaire  k>0f4>aan.  Hg 
maakte  develdtoehtenvan  1364.  1366  en  1870— 
1871  mede  en  nam  in  1873  al»  majoor  ign  ont- 
slag, om  lieh  aan  hel  tiebeer  van  z|ja  landgoed 
Groei  Hahlendorf  in  Cki>per-Sileiie  te  wgden.  Se- 
dert 1S77  bdworde  hij  bgna  onafgebroken  tot  het 
Hnia  van  a^vaaidigden  im  Prniaen  en  van  1884 
tot  1896  was  hg  lid  fan  den  Bgksdag.  In  beide 
Iteliamen  voegde  hij  zich  hg  het  centrum  en  toon- 
de lieb  bevriend  tegenover  de  regeeiing.  Hij 
heeft  «eh  bekend  gemaakt  door  de  naar  hem  ge- 
noemde „Lei  Huene",  vin  14  Mei  1885,  waarttg 
de  verdeeling  van  de  inkomende  rechten  op  graan 
en  vee  tmaetien  den  Pruisiseben  staat  en  de  ge- 
meenten geregeld  werd.  Door  de  belastinghenio- 
ning  van  1S93  werd  deie  wet  weder  afgeschaft. 
Sedert  1890  was  bü  lid  van  den  Pruisischen 
Staatsraad.  Hü  overleed  te  Oossensass  in  Tire) 
den  ISden  Haart  1900.  Hg  «bTeeti  „Beitrige  lur 


lESCtA.  52S 

Qesehichte  des  OardegrenatUeisregiments  KOnigin 
Eliaabeth", 

Hneppe,  Feniimmd  een  Duilech  hygiënist, 
den  Sisten  Angnstns  1852  te  Heddesdorl  in  de 
R^iu)roTincie  g^ren,  studeerde  te  Berlün  eo 
werd  ia  1890  hooeleeraar  in  de  hygifine  te  Praag. 
Hij  ondeiioofat  ue  veranderingen  in  de  melk, 
werkte  oy  het  gebied  van  waterverzorgiog,  eport; 
desinleetie,  maar  vooral  op  dat  dei  bacteriologie. 
Eg  toonde  aan,  dat  bepaalde  liektekiemen  para- 
sitaire aai^ussingavomen  ign  van  microben,  die 
allerlei  vannen  kanoen  aannamen,  en  dat  hnn  inlec- 
teercnd  TemMtfennithnnBaprophytiaine.d.i.  Ihun 
ontwikkeling  boiten  levende  organismen,  af  te 
leiden  is.  Hg  trachtte  immuniteit  te  verkrngen 
door  inenting  met  soortgelgke,  onsehntdige  oac- 
teriSn.  Hg  schreef  o.  a.:  „Die  Methoden  der 
Bakterienloreehung"  (WJeabaden,  5de  dnik  18911; 
,.Ue^  Beiiebangen  der  FSnlnis  ia  den  InleK- 
tionskrukheiten"  (Berlgn  1887)i  „Handfaneh 
der  ^ffiene"  (Berlgn  1899);  „U«ber  die  moder- 
nen Sdonisationibeetrebuagen  nnd  die  Anpas- 
snngmOgliehkeit  der  <Ëuropfter  in  den  TroMn" 
(Berlijn  1901);  „AlkoholmiMbraneh  nnd  ^sti- 
neni''^  (Berlvn  1904). 

HnaTOAl-OT*r%,  eeü  stad  in  de  Spaansehe 

Eiovincie  Ahneira,  Ugt  in  een  dal  aan  de  inid- 
elling  van  den  Sierra  de  la  Jara,  aan  de  qwor- 
Iqa  Lorea — Baga  en  beeft  een  nieuwe  Bomaan- 
sdie  kerk  «a  ongeT«er  16  000  inwoners. 

Hnarte  (SpaaDseh  =  Ut.  kortuÊ  =  tain) 
noemt  men  in  het  Z.  van  Spanje  een  besproeid  en 
beboawd  stuk  land,  in  bet  bqxonder  de  naaste 
tninrük«  omgeving  der  steden. 

Hnarts,  Vineente  Qareta  de  la,  een  Spaanseb 
dichter  en  letterkundige,  den  9den  Maart  1734  te 
Zafra  geboren,  «tndeerde  te  Satamanca,  werd  be- 
ambte aan  de  koninklöke  bibliotheek,  aan  het 
staaUsecretariaat,  lid  der  Xoninklijke  S^aanecbe 
Acadernie,  der  Academie  vMr  Oeschieaenis  en 
der  Academie  lan  San  Fernando.  Hjj  was  een 
verdediger  der  oud-Spaaosche  letterkunde  teg«i 
de  toenemende  Franseh-ktaaBteke  richting.  Hq 
overleed  te  Madrid  den  12den  Maart  1787.  Hg 
schreef:  „Biblioteea  militai  eapahola"  (1760). 
..Obras  poeÖeas"  (1778—1786,  2  dln.)  en  „Tea- 
tro  espaflol"  (1785—1796.  17  dln.).  Taal  an  Tcrs- 
boaw  geven  getuigenis  van  lijn  talenten.   ''^~ 


hoort  nog  altijd  tot  de  beste  ^>aaDaebe  stukken. 
Ha«>ca,  een  Spaansebe  provincie  in  Aragon, 
grenst  in  het  N.  aan  Frankrgk,  in  het  O.  aan 
de  provincie  lierida.  in  het  Z.  en  W,  aan  San- 
gossa,  in  bet  N.W.  aan  Navarre  en  telt  op  15  144 
v.km.  (1910)  248'^7  ini 


den  Isnela  -(een  zijrivier  Tan  den  Aleanadre)  be- 
sproeid <hl.  aan  die  apoorlijn  Tardienta-Huesca- 
Jaca  en  telt  (1910)  12  329  inwoners.  De  stad, 
die  door  muren  omgeven  is.  bezit  een  Ootiscben 
dom  ait  de  15de  (met  een  albasten  hoogaltaar  van 
Damiatnu  Forment),  een  RtHnaansche  kerk  nit 
de  ISde  eeuw,  een  voormalig  paleis  der  koningen 
va»  Aragon,  een  priestei«aminariDm.  twee  eole- 
gio's,  een  st^onwbnrg  en  een  circus  voot  stieren- 
gerechten.  Hoesea  ie  bet  Otea  der   Romeinen, 


DigilizedbyGoOglC 


S26 


HÜESCA-^BÜBT. 


wur  ia  72  t.  Chr.  Sertornu  Termctord  werd.  Se- 
dert 713  in  het  liexit  der  Aiabiereo,  kwuD  de 
Gtad  in  1098  veder  onder  Oiristeljjk  beitnnT  en 
werd  de  residentie  tu  hau  bevrgder  Pedro  1. 
De  in  1354  door  Pedn  IV  gestichte  aniTereiteit 
werd  in  1645  met  die  te  Sanooiu  vereenigd. 
.  Hnet,  Pierre  Danitl,  een  FraDM^  geteerde, 
den  Seten  Fefiniari  1630  te  Cmd  geboren,  ont- 
ving ijin  (^leiding  aan  een  Jeinletentehool 
verf^ielde  in  1652  Bccliart  naar  het  Hof  ' 
CkTutitta,  koningin  van  Zweden.  Later  werd 
met  BoMuef  aan  het  Hot  ran  Lodeiejk  XIV 
deiwgzer  Tan  den  Danphgn,  te  wiens  behoeve 
h|j  met  deien  de  nitgiTen  der  ovde  Kbrnvers  tn 
tinim  Dttrhaii  beiorgde.  Nadat  hij  in  I67S  de 
wgding  ontTangen  bad,  verkreeg  hg  in  1678  3t 
ftbdjj  Anaij  en  In  1685  het  bisdom  Soiuoni,  faet- 
w«lk  hg  later  met  dat  tiq  Avranehes  Terwiiiel- 
de.  Evenwel  deed  li|j  in  1699  afatand  vaa  ign 
fandom  en  werd  abt  van  Fontanj  bij  Ciwn.  Om 
zieh  geheel  un  de  studie  te  kunoeo  wqden.  be- 
gaf hjj  lieh  Tervolgens  in  het  gestiobt  der  Je- 
loleten  te  FarQs  en  overleed  aklaAr  den  26«ten 
Jannari  1721.  Sedert  1674  was  by  lid  der  Acadé- 
mie. Sn  Ecbreef:  „De  Ofitimo  genere  interpretan- 
di  et  de  claris  interpret  ibns''^  (1661),  en  „Sur 
l'origine  dei  lomaas"  (1670,  2de  druli  I7&9).  In 
IDD  „Demonstratio  evangelica"  {Ï619),  „Censiira 
ptiloeopbiae  cartMiaDoe  (1689J  en  .jfémoires 
ponr  servir  k  I'hietoire  da  cutéiiaDiime  (1693  en 
Uter)  bestreed  hg  de  wijsbegeerte  van  Daearteê, 
waarvan  bg  vroeger  een  aanhanger  geweest  waa. 
Tot  igo  tegenetüideTfl  behoorden  vooral  Regie  en 
Uuratari.  I^arenboven  eehreel  hg:  ..Canmna  la- 
tina  et  graeca"  (TTtre<At  1664).  „Hiatoire  da 
eommeree  et  de  la  navigation  des  aneieiM"  (2ds 
dmk  1763)  en  ,J>i«sertitioni  inr  divervei  matiè- 
re(  de  religion  et  de  philosophie"  (2  dln.,  1714). 
Daarenboven  Tersehenen  na  ign  dood  de  „Hnetia- 
na"  (1722).  Zgn  leveiuloop  heeft  bg  zelf  beeehre- 
ven  in  den  „Commentarias  de  rêbai  ad  enm 
pertiaentibns"  (Amaterdam  1718). 

Huel,  Qidéoa,  een  FruBch  godgeleerde,  in 
1622  geboren,  was  Hervormd  predikant  te  Biet  in 
Booroonnais  en  verkreeg  in  1685,  eenige  maan- 
den vA6r  de  opheffing  van  het  Edict  van  Nantea, 
verlof  om  ign  goederen  te  verkoopen  en  met 
vronw  en  kinderen  Prankrgk  te  verlaten.  Hg  b»- 
gaf  lidi  naar  Zwitserland  en  was  vervolgen!  eerst 
te  HaAarg  en  toen  te  Saint-Lambeit  in  de  Paltc 
als  predikant  werkiaain.  De  inval  der  Fnniehen 
aldaar  in  1668  nooduakte  hem  tot  een  overhaaste 
vlnebt.  loodat  hg  beroofd  van  zgn  beiittingen 
naar  Marburc  temgkeerde.  Nu  begaf  hg  iich 
naar  Dordreoat  en  weid  aldaar  minislre  anffra- 
getnt.  In  antwoord  op  een  ituk  van  Pitünm  te- 
gen het  ProfeBtantisme  schreef  hg  „Lettre  terïte 
■at  Saiaee  en  Hollaade  ponr  suppleer  aa  défant  de 
Ia  réponse.  que  l'on  svait  promis  de  donner  i  un 
eertain  onvrage,  qne  M.  PéKsMn  a  pablié  etc" 
(1690).  ..Aatte  lettre,  «erite  de  Snieae  es  Hollande 
etc."  <1690),  „Analogie  potir  les  vraie  tolerante 
ete."  (1690)  en  ,.AnaWie  pont  l'apologjtte 
des  toléranta"  (1690);  doch  die  geeehriflen 
waren  oorzaak  dat  lün  ambtgenoot  Jtirieu  bem 
Tan  onrechtzinnigheid  beschuldigde  en  de  B7no- 
de  te  Leiden  in  1691  hem  achorate,  waarna  h|i 
zi^     met    letteitandigen    aièeid    bezig    hield 


en  in  1698  beroepen  werd  tot  paitenr  adioint  f« 
's-Oravenhage.  Verdei  lehreef  hg:  L  aniqne 
mojen  d«  parvenir  au  ciel  etc."  (1695).  In  1698 
was  bg  weder  te  Dordrecht,  vroeg  er  wegens  II- 
ohaamuwakte  oBtbeffiiw  van  zgn  ambt  en  over- 
leed den  15den  November  van  dat  jaar. 

Hiiet,  TUodore  FnmfoU,  een  zoon  van  dea 
voorgaande,  den  2>den  Maart  1698  te  'a-Oravenha- 
gt  overleden,  werd  er  in  1728  predikant  bü  de 
Waalacbe  gemeente,  ging  in  1781  als  zoodanig 
naat  Amsterdam  en  overleed  aldaar  den  2lBteD 
October  1733.  Hg  heeft  zieh  vooral  bekend  ge- 
maakt door  een  twist  met  tna  Haagichen  ambt- 
genoot Sourin  over  de  noodtengen  en  aehre^: 
.fSemoQs  snr  divers  textes  de  l'Ëcritnre  Saiote" 
(1727—1728,  8  dln.)  en  „Sermuni  mr  let  mc- 
tions  dn  ealéchieme  de  Calvin"  (4  dln.,  1762). 
door  zgn  ondeten  zoon  uitgegeven. 

Hvet,  Daniël  Théodore,  een  zoon  van  den  voor. 
gaande,  den  Isten  October  1724  te  VQraveabag» 
geboren,  studeerde  in  de  godgeleerdbetd,  wwd 
in  1748  benoemd  tot  predikant  bg  de  Waaladie 

Semeente  te  Tliaaingen,  vertrok  in  1763  naar 
ie  te  Utreebt,  en  orerleed  aldaar  den  12den  Hei 
1795.  Hg  sehreet;  „Lamentationnm  Jeremiae  pa- 
raphraeia  poëtica"  (1770),  „Inbnidiging  van  Z. 
D.  H.  Wiflem  Karel  Hendrik  Frizo  ^s  erHieer 
van  Vliesioffen,  op  den  5den  Juni  1751"  (1754), 
waarvoor  de  Btaïil  Vtitsingeo  hem  50  dncaten 
■chonk,  ,J)e  goddelgkbetd  dea  Evangelies,  afse- 
letd  van  detielte  vertMngeDfaeden"  (1772).  .jU- 
fleiions  snr  la  nouvelle  apologie  pont  Soerate  de 
Mr.  J.  A.  Eberfaard"  (1774,  ook  in  bet  Nedet- 
landseh)  en  „Bermont  anr  diven  textes  de  l'Eeri- 
ture  Sainte"  (1797)  na  zgn  dood  ia  het  licht  ver- 
schenen. 

Buel,  Dmiit  TUodore,  een  Meiniooa  van  den 
voorgaande,  ^n  ISden  Augustus  1790  te  VliasiB- 
gen  geuren,  beiodit  aldaar  de  Fransehe  lehool, 
ontving  onderwga  in  de  oude  talen  van  zjin  va- 
der, studeetde  te  Leiden,  werd  pniponent  bü  de 
Waaladie  sjnode,  in  1814  door  zgn  vader  beves- 
tigd als  predikant  te  Breda,  in  1820  naar  Mid- 
delburg beroepen,  in  1822  naar  Rotterdam  en 
bleef  er  84  jaar  werkzaam,  waarna  bg  emeritaat 
kreeg  en  den  ISden  Januari  1874  te  's-Oravenha- 
ge  overleed.  Van  zgn  geschriften  noemen  wfj  d« 
bundels  leerredenen;  ,Sermons"  (1841)  en  „Ser- 
mons  de  circonstanee"  (184S),  „Verhandeling over 
de  d«irzaambeid  van  het  Protestantisme"  (1883), 
door  bet  Haagseh  Oenootsehap  met  goud  be- 
kroond, „Overlevering  aangaande  den  Rok  zonder 
naad  in  de  domkerk  t«  Trier  enz."  (1844),  ,J)e 
stem  van  Maria,  dienstmaagd  des  Heeren,  tot 
Fios,  bisBcfaop  te  Kome"  (1353).  „Wenken  op- 
liehtelgk  moderne  theologie"  (1855)  en  een  aan-  - 
tal  opstellen  in  „De  Protestant",  „De  Fakkel", 
de  „Qadgeleeide  Bgdragen",  de  „Vaderlandsehe 
Letteroefeningen",  ^fk  Recensent  ook  det  Recen- 
senten", ,J)e  Morganater",  en  de  „Keitelgke 
Courant". 

Buet  Pierre  Jotui  Louis,  Waalaeh  predikant  t« 
Amsterdam,  een  bloedverwant  van  /'terra  DaniBl, 
den  26sten  Novefuber  1799  te  Amitetdam  gebo- 
ren, studeerde  aan  bet  atbenaenm  iJdaar,  bdaal- 
de  te  Utrecht  een  gouden  medaille  en  werd  ia 
1824  te  Leiden  bevorderd  tot-doctor  in  de  godge- 
I.  Hü  werd  in  1825  predikant  te  Doi- 


DigilizedbyGoOglC 


drecbt,  in  1S26  U  Amaterdam,  «n  «verleed  aldau 
d«n  12deii  Mo*«mb«r  1846.  Hij  Mhrecl:  ,4>« 
verwelkte  bloem,  een  kort  beiiaht  omtrent  Clo- 
mentift  CiiTier  eni."  lïB4S,  na«i  het  En^elseh 
Tan  itann)  en  „Het  leren  Tan  Jc^annet  CuT^n" 
(1847,  2  dln.,  ntu  bet  Hoogdaitseh  van  Bmry). 
Htiftt,  CoKTod  Basken,  een  NederlandKti 
KhiMTGT  en  criticns,  een  neet  Tan  den  voOTgaao- 
de,  den  28sten  Deeemier  1826  te  VOraTenba^c 
geboren,  veid  in  1844  fltndeot  in  de  theologe 
te  Leiden,  welke  atodieii  hn,  met  bet  oos  q>  inn 
aanstaande  irerkuamheid  in  de  Waalsdie  ketk. 


te  LaauuiDe,  Toltooide.  Reeda  alt  alndent  bad  h3 
it  belangateUine  Toor  de  literatnai,  tooibJ 
r  de  Franube,  dan  Toor  de  theologie  ud 


dag  gelegd  en  onik  teede  eenigê  aeeetaen  ge- 
scbreTen,  die  later  ondei  den  titel  „Rgp  en 
Qroen"  en  oadei  den  Behnilaaam  TAran&uIua  het 
licht  ugen  (18S8).  Zjjn  godadieneti^e  denkbeel- 
den baddeo  tich  inmidüela  sterk  in  moderne 
richting  ontwikkeld,  en  toen  b^  in  ISEl  WaaUeh 
predikant  te  Haarlem  wat  geworden,  voelde  hg 
lieb  daar  al  spoedig  niet  op  ijin  plaatt;  tig  nam 
in  1862  iqn  ontslag,  waarna  ng  nog  gednrende 
een  tweetal  jaren  bet  meest  nwderne  deel  van 
ijj^n  gemeente  tileet  toespreken.  Inmiddels  waa 
hg  redactenr  van  de  „Opregte  Haatlemnet  Con- 
rant"  gewordea,  doeh  ^noot  in  dien  irerUiring 
weinig  onaf  baak  elgfcheid.  Daarentegen  kon  igo 


.   ia 


enlgke  tuent  lieb  gelnkkig  ontwikke- 


in  hg  de  aehgn grootheden  Tan  den  dag  ge- 
ducht onderhanden  nam  en  belangwekkende  itn- 
difin  leTerde  over  schrgvers  nit  d«  17^e  en  18de 
eeuw.  Id  1803  werd  HA  in  de  ledactie  opgeno- 
men, doeh  reeds  in  186a  moeat  hg  die  weer  ver- 
laten,  omdat  een  paai  artikelen  in  invloedrgke 
kringen  aanstoot  badden  gegeven.  Dit  gat  Pol- 
gieter aanleiding  eveneens  nit  te  treden,  loodat 
„De  Gids"  haar  belangrnkheid  voor  een  groot 
deel  inboette.  Ruet'9  eiiiieken  versebeoHi  in  da 
eerstvolgende  jaren  vooraamelgk  jn  ttet  tqd- 
schrift  „Nederland".  Behalve  van  Potgteter  ge- 
noot bg  ook  de  vriendschap  van  het  echtpaar  Bot- 
boom,  van  Van  Vloten  en  aitdere  tiekende  per- 
soonlgkheden.  In  1868  versebeoen  een  aantal  ig- 
ner  opstellen  in  twee  deelen  onder  den  titel  ,J^t- 
terarische  Phantasiefin"  en  de  roman  „Lidewjide" 
die,  door  een  vrgere  behandeling  van  het  sezneele 
teven    dan  men  destgds  g«wooD  wb«,  veel  atutstoot' 

f  af.  Oftofaoon  licb  kenmerkend  door  een  rnimeren 
lik  en  meer  begr^  van  karakterleekening  dan 
de  meeste  romans  van  ijjn  tgd,  iriiiet  het  boek  in 
compositie  aanmerkelijk  tekort  en  i«  tket  in  liin 
romantische  ricmenten  al  leer  onwaarsebgnlgk. 
In  iietKlfde  jaar  aanvaardde  Bitet  ds  redactie 
van  .J)e  Javaoode",  hetgeen  om  de  conaerratieve 
lichting  Tsn  dit  4)lad  nogal  optien  baarde;  vier 
jaar  later  ttiehtte  bg  het  „Algoneen  Dagblad 
van  Nederlandtch  IndiS".  Ook   in    deze  bladen 

f  laatste  hg  ign  stndifin  en  critieken,  waarvan  in 
874  wederom  twee  deelen  ida  „Nieuwe  litterari- 
sebe  phatatietn"  het  licht  la^n.  In  1876  verliet 
hg  Indifl.  vestigde  tidi  te  F&rgs  en  wijdde  tidi 
verder  geheel  aan  letterkundigen  ariwid.  Zgn  ver- 
blijf in  4iet  bnitenland  be^nttigde  de  verrniming 


doorloopen,  verschenen  aanvankelijk  nog  onder 
TersebiDende  titels,  do<ji  werden  berdrnkt  ala 
ééne  reeks  „Litterariscbe  tantasieSn  en  kritieken" 
in  26  deelen.  Bebalre  de  Nedetlandsche  literatnnr 
Tan  den  dag,  waarover  zgn  oordeel  zeer  acheip 
bleef,  beGandelde  hg  ook  enkele  ondere  en  een 
aantal  buitenlandsebe.  vooral  Fcansche  schrgvers. 
Door  zijn  breeden  kgk  en  scherpen  blik,  door  agn 
rijkdom  van  gedachten  en  fnwien  stql,  beeft  hü 
voor  de  znivering  en  verdieping  van  het  lelter- 
knndig  inzicfat  in  Nederland  meer  gedaan  dan 
iemand  anders,  althans  vMr  Van  Deyisel  en 
Kiooê,  maar  toch  kleefde  znn  critiek  wat  te  veel 
intelleetnalisme  en  rationMieoie  aan.  om  baat 
ook  Toor  bet  nageslacht  geheel  beTiedigend  t» 
doen  zgn  en  hem  toot  vergissingen  te  beooeden. 
Het  name  de  veiiionding  tossdien  inhoud  en 
vorm  liet  Huet  niet  zM,  als  de  tegenwoordig  gel- 
dende opvatting  is:  bq  Iet  te  veel  o^  den  eerst* 
en  zgn  gevoel  voor  den  laatste  is  niet  volledig. 
In  bet  geheel  is  bg  tionwens  meer  een  fgne  geest 
dan  een  eigenlgk  artist.  Op  ander  gebied  aureef . 
h^:  „Van  Napels  naar  Amsterdam  (1877),  „Pv 
rgt  en  omttrnen"  (1878),  een  degrigke  hiitori- 
s^e  en  knnsthiitorisdie  atndie,  eveaala  Jüti 
tand  van  Bvbens,  Belgisebe  reiaherinneiiogVD" 
(ISTS)  «n  vooral  „Het  land  van  Kembrandt" 
(1383),  een  ffieesterlgke  betehavingsgesehi edealt 
Tan  de  Nederlandscbe  Middeleeuwen  en  de  17de 
eeuw,  een  boek  dat  in  historisch  opiicbt  bier  en 
daar  verouderd  is,  maar  door  den  uitstekenden 
kijk  op  menscben  en  toestanden  en  de  schitteren- 
de Toorstelling  een  eenige  plaats  inneemt  in  on- 
ze historische  literatnnr.  Voorts  op  tbeologiaeh 
gebied:  „Jaqnes  Sanrin  et  lleodore  Hnet"  (1855), 
..BricTea  over  den  Bifbel"  (1858,  2de  dnik  1868), 
„Kanselredenen"  (1861),  „Toespraken"  (1863)  « 
„Polemisefae  fragmenten"  (1864).  Verder:  „Over- 
dmkjes,  sdietsen  en  verWen"  (1858),  .jfovel- 
len"  (1875)  en  „Po^eter.  Persoonlijke  berinne- 
rii^n"  (1877).  Zijn  van  1875  tol  1877  getchte- 
ven  romans  ,fh  familie  Bruee",  ,J)e  Brnee't.  Jo- 
eefine"  en  „Bobert  Bmce's  leeraren"  zijn  eerst 
in  1898  ah  boek  verschenen.  Hoe  verdienstelijk 
ook  in  menig  opiieht,  toonen  ig  opnieuw  dat 
Hnet  ^n  romansehrgver  was.  Hwl  overleed  den 
Isten  Uei  1886  te  Pargs.  Na  zgn  dood  yerache- 
nen  nog:  „Brieven  van  Busken  Hnet"  (1890)  eo 
„Brieven  aan  Busken  Hoet  (1901—1902  2  dln.), 
terwijl  een  aantal  zijner  werken  onder  den  titel 
„Hiitorisebe  en  romantitebe  werken  en  rcitherii- 
neringen"  opnieuw  werd  uitgegeven  (1899 — 190Ü, 
18  dln.). 

Zie:  Qvadi  in  ,J)e  Gidt"  1886,  dl.  H,  A.  Pür- 
son  in  „De  Qids"  1890,  dl.  H;  A.  O.  van  Hamtl 
in  „Mannen  van  Beleekenii",  dl.  18;  JVa6er, 
Vier  tijdgenooten  en  Klooê  in  ,rNieuwere  Litera- 
tanrgeB<£iedeni«",  dl.  I,  II  en  III  en  Van  Dey*- 
tel  in  „Ven.  Opstellen",  dl.  I. 

HtMt,  Dopuiet  Pierre  Maria,  een  Nederlandtdi 
eehrijver,  den  7deD  December  1827  te  Amsterdam 
geboren,  studeerde  te  Leiden  in  de  godgeleerd- 
heid, werd  ia  1858  predikant  te  LadVsmith  en 
te  Pietermaritiburg  in  Nata]  (Znid-Afrika),  in 
1870  te  Veenendaal,  in  1671  te  Dirksland,  daar- 
na te  Nunspeet  in  1875  en  U  Ooea  in  1878,  waar 
bij  dea  Men  April  1895  oTerleed.  Hg  aehreet: 
„Paarlsebe  gedioitjeiis"  (oud  en  nieuw,  1868), 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HUET-aUFELAND. 


,^ofan  BnDjan's  sMstelijke  liDnebeelden"  (1868), 
.^tichtelgke  v«raj«i  naar  O.  Tenteagen"  (1S69), 
„Het  lot  d«r  iwarten  in  TiBUTMa"  (I&69), 
„Ptentl)ift)el  Toor  kiaderen"  (1870),  „Twulftsl 
■liehtelqke  g«dieht«n"  (1870),  „Nieuw  banthltje 
•tiehtelqice  gediditcii"  (1871),  „AfrikuDsche 
Kedicbten"  (H»de  diuk,  1891),  „Na  Tjjf  jaren" 
(1891),  ,J.  A.  James^  Bestaui  en  sanmoedicmg; 
«OOI  ieder,  die  ernstig  de  zalig'beid  loekt"  (4d« 
druk  1894).  Hy  waa  redacteur  van  „Het  eeuwige 
loTen.  TüdKhritt  gmiii  aan  4iet  chriateiök  spiii- 
tisme"  Jat  in  1887  gestaakt  werd  ea  gaf  ook 
«en  aantal  TlogaeliiilteD,  kioderweilljeg,  opstellen 
io  tg(bebrift«D  eoi.  uit. 

Htwt,  Quülatimê  Dmiël  Lokü,  een  Neder- 
landseh  geaeeskandige.  den  29sten  AaguatuB  1831 
ta  AfURterdam  geboren,  beiocht  bet  gymnasiam 
in  ign  geboortestad,  studeerde  aan  bet  at^enaeum 
aldaar,  ptomoTeerde  in  1856  te  Leiden  op  een 
diaaeTtatie:  „Varia  de  cdoHm  «jphilitieo",  vesti^- 
de  lieh  als  geneesheer  Ie  Amsteidam,  werd  er  in 
1862  eerate  geneeeheer  aan  bet  Buttengastbnia 
en  in  1872  coagleeraar  in  de  geneeiknnde  ta 
Laidan  Hq  aanvaardde  ign  betrAking  met  een 
ledevoeiing  „Over  de  noodaakelgkbeid  om  de  ge- 
Deeskande  als  natnniweteiwchap  op  te  vatten". 
Zjin  w«tenKhappelöke  Teièandenngen  ign  in  vet- 
scDilleade  geneeskundige  tgdsehriiten  verspreid. 
W<«ent  ten  «nstige  ongetteMbeid  ug  bg  licb 
in  Jnli  1890  genoodaaakt  ign  eervol  ontslag  als 
hoogleeraar  aan  te  vragen.  In  Uaart  1891  ves- 
tigde bg  lieh  te  's-Giavenhage,  waar  bg  den 
20sten  Angostus  overleed.  Beieit  1862  was  bü 
mederedacteur  van  bet  „Nederlandsefa  tgdsdjritt 
Toor  geneeskunde".  In  18S5  verscheen  van  hem: 
„Verdeeling  van  den  arbeid  in  betrekking  tot 
wetenschap  en  onderwgs"  (Beetorale  rede). 

Host,  Adrien,  den  15den  April  1S3Ö  te  Am- 
sterdam geboren,  bexooht  de  militaire  Academie 
te  Delft,  waar  bg  i|in  stndie  ia  1859  voltooide. 
In  1864  werd  bg  oenoemd  tot  leeraar  in  de 
Werk toicbonwku ode  san  de  Polrteehnisebe  «obool 
en  in  1896  bevorderd  tot  hooKleeraar.  Huel  kan 
beschouwd  worden  als  de  sticntei  van  de  sfdee- 
ling  Werktuigbouwkunde  aan  de  Polrteehnisebe 
fitbool.  Zooala  oit  ign  gest^riften  blgkt,  verloor 
hjf  de  belangen  van  ign  geboorteplaats  nimmer 
uit  het  oog:  met  gver  pleitte  bg  o.  a.  ivoor  de 
open  vei4)inding  van  Amsterdam  met  de  Noord- 
■ee.  Hvet  overleed  den  5den  J^ili  1899;  in  1901 
werd  te  igoer  gedaebtenis  een  gedenk  teeken, 
door  A.  Le  ComU  vervaardigd,  te  Delft  «{we- 
ridit.  Hn  schreef  o.  a.:  .Rolland  op  ign  smafsl, 
«en  mededeeliog  betreffende  de  vorming  van 
Megsten  aan  de  Nederlandsche  kust"  (1874); 
..Amsterdam  een  leestad"  (18S0);  „De  Delftsobe 
Academie  en  de  Polyteehniiehe  School"  (1880); 
.vStoombemaling  Tan  polders  en  boeiems"  (1885); 
„Het  nationale  vraa^tuk.  'De  wedstrgd  tnasehen 
Amsterdam  en  Antwerpen"  (1888);  „Amsterdam 
en  het  Zn ideriee vraagstuk"  (1898). 

Hnatsr,  Karl,  een  Duitseb  heelkundige,  den 
27sten  November  1838  te  Marburg  geboren,  sta- 
deerde in  ign  geboortestad,  deed  een  weteosehap- 
pelgke  reis  in  Duitsehland,  Eogelsnd  en  Fraak- 
rgk,  werd  in  1863  assistent  aan  het  pathologis<4i 
iutiiuot  te  Berlgn,  in  1864  aan  de  kliniek  van 
LamgÊnbeek,  vestigde  lieb  in  1865  aldaar  als  pri- 


leeraar  in  de  heelkunde  e 
heelkundige  kliniek  naar  Bostoek  en  vras  sedert 
1869  in  dergelijke  betrekking  werkzaam  te  Oreifa- 
wald.  Sedert  1881  was  hg  lid  van  den  I^jksdag. 
Hg  beeft  lich  jegens  de  chimrgie  hoogst  ««r- 
dienstelnk  getaaakt.  Behalve  vele  o^tellea  in 
tgdschriften  schreef  hij:  „Ueber  die  Formereni- 
wicklung  am  Skelett  des  meoscblidiien  "niorax" 
(1865),  „Die  aeptich&mische  und  pjimisdie 
Fieber"  (1889),  ..Tradieotomie  und  Larrnealo- 
mie"  (1875),  „Klinik  der  Oelenkktankheiten" 
(2de  druk  1878),  „Allgemeine  (Airurgie"  (1873). 
,J)«r  Ant  in  seiaeo  Beiietiungtn  iQi  Natorfor 
sehung  und  der  Natu rwissenicoaf ten"  (1878)  ea 
„QrundrieG  der  Chirurgie"  (2  dln„  6de  dnik 
1889—1892).  Hij  overleed  te  Berlgn  den  12dei 
Mei  1B82. 

Hafalaodi  Ooltiieb,  een  Duitsch  reefatgeteei- 
de,  den  19den  Oetober  1760  (e  Daniig  Keborea. 
etodeerde  te  Leipiig  en  te  Ofittingen  in  de  rtxh- 
ten  vestigde  lieh  te  Jena  ds  {trivaatdoeent  eo 
werd  in  1788  tot  buitengewoon  en  in  1793  tol 
gewoon  hoc^leeraar  benoemd.  Zgn  eoll^es  over 
natuurrecht,  rechtsgesohiedenis  en  Doitseh  redii 
vonden  groeten  bgvil  en-  Ktmt  was  bguader  in- 
genomen met  ign  „Veisnch  Ober  den  Qmndsati 
des  Naturiechts"  (1785).  Toen  Lodtr,  Poidma, 
SeKütt,  Eriek  en».  Jena  verlieten,  vertrok  Hm/c 
lowf  in  1803  als  boogleersar  naar  WSrAnrg.giag 
vanhier  ah  loodaoig  naar  Landdint  en  liet  lin 
in  1808  ovei^alen,  om  de  betr^king  van  presi- 
dent en  eersten  bnwemeester  in  ign  geboorte- 
stad te  aanvaarden.  In  1812  echter  l^de  hg  ie 
neder  en  keerde  hg  terug  naar  LaBdshiit,  waar 
Fritdtvih  Karl  w»  Satimi/  ign  opvolger  «as 
geweest.  Eindelgk  ging  hg  in  1816  als  hoogleer. 
aar  in  de  reobten  naar  Halle  en  overleed  sHaar 
reeds  den  25iten  Febrnari  I8I7.  Tot  xgn'belang- 
rgkste  getdiriften  behooien:  ,Jjehtbneb  des  Na- 
tutrecbts"  (1790;  2de  druk  17«).  .Jnititelio- 
nen  des  gesammten  positiven  Seehts"  (1898;  2de 
dmk  181»).  „Abrisa  der  Wissenecbaftskoade  and 
Methodologie  der  Reahlagdebriamkeit"  (1797). 
.Jithrbuoh  der  (3eschieh(«  der  Ëneykli^Adie  aller 
in  DeutBchland  geitenden  positiven  Iteehie"  (Ute 
stuk,  1796),  „Ldirbach  des  in  deutseben  Lin- 
de m  geitenden  vemeinen  und  subsi diarischen 
Recht/'  (1806—1814.  2  dl n,), '„Ueber  den  eigen- 
Ihamlii^en  Oeist  des  rSmisdten  Hechts"  (1815— 
1817,  2  dln.),  „Einleitong  in  die  Wiasensehift 
des  dentschen  Privatreehts"  (1796).  „Die  Lebre 
vom  Qelde  und  Oeldumlaufe"  (1798;  2de  dmk 
1820)  en  ,.Handbacb  der  Staatswirthschaftkanst" 
(1807—1813,  2  dln.;  2de  dmk  1820).  Met  Snek 
was  hg  werkzaam  aan  de  uitgave  der  „Allgemei- 
ne Encyktopidie". 

HuCsluid,  Cktialoph  Wilhelm,  een  Daitsdi 
geneeskundige,  den  12den  Augustus  1762  te  Un- 

Snsalia  in  Thuringen  geboren,  studeerde  te 
na  en  te  QBttingen  ia  de  genetskaode  en  ver- 
kre»  io  1783  de  doctorale  waardi^id.  Daarna 
begaf  hn  lich  naar  Weimar,  om  lun  vader,  die 
inmiddels  blind  was  geworden,  te  helpen.  In  1793 


scheides  aanbiedingen  uit  Leipiig,  Kiel,  Pavia 


DigilizedbyGoOglC 


EDFSiAND-nHUa. 


S29 


«D  Si.  PeUrriiniv  7sn  de  bud  geweien  had,  ging 
bg  in  1798  ali  dÏMctear  tan  bet  Collegium  im- 
dieam,  sla  voonittei  dei  eiamencommiuie,  ala 
Iqtarta  dea  koning,  ala  eerate  geneeebeer  un 
het  hoepitaal  en  ^a  lid  ran  de  AeuUnie  van 
WeteDsehappen  met  den  titel  <raa  geheimraad 
naai  Beilün,  waap.lig  bü  ,de  atiehting  dei  nni- 
nniteit  in  1809  lieb  beUalte  met  bet  ondeiwija 
in  da  patbtdogie  «b  tbeiuic.  In  1810  weid  bo 
•tutaraad  ¥oor  geneeakonaice  laken  en  overleed 
den  25ateD  AngnatH  18S6.  Zjjn  weten achappelü- 
ke  weikiaamheid  omMtte  nagenoeg  alle  deelen 
dei  geneeaknnde  en  hij  genoot  aoowel  ala  piactiecb 
aria  ala  dooi  ijjn  omlerwija  en  ijjn  geBchriltea 
de  hoogate  aehtmg.  Hg  onderocbeidde  lich  dooi 
oDgemeene  bMchaTing,  nitgebreide  kennia,  e«n 
diepen  Uik  in  bet  leven  dei  natnni,  een  geeat- 


liekbed,  oa  den  leeratoel  en  bg  bet  beweiken 
igner  geaduilten,  iu<  welke  TCiachillende  ook 
dooi  n^t-gen«e«k«Ddigen  met  belangatelling  wei- 
den geleien.  Daartoe  beboonn  Tooral  iga  „Ha- 
kiobiotik,  odei  die  Kunst  daa  menaeUiehe  Leben 
10  veilin^rn"  (1796;  nienwate  diuk  1896],  een 
boek,  dat  ia  bgna  alle  Earopeescbe  takn,  ja  telfa 
in  bet  (ïineeacb  Ie  oTeigewt.  Verdei  eebieel  bg; 
„Ueber  die  Uiwewiuheit  des  Todea  (2(le  druk 
1824),  „Uebei  £e)Iatui,EAenntDia  nnd  Heilait 
d«  SkropbelkianUMit"  (3de  druk  1819),  „Qatei 
Bat  an  Mfittei  Mier  die  widitifftlen  Pankte  der 
phniacben  E^iiehnng  der  Sindei  in  den  enten 
Jahren"  (12de  dmk  I87S),  „Oeaehiefate  der  Oe- 
anndheit"  (&de  dnk  1816),  „Praktiicbe  Uebei- 
«icbt    der    ToriQgli ebaten    Hei Iq nellen    Deatach- 


dion  medicum,  oder  Anlsitung  tnr  mediiiniaehen 
I^«iia,  Vermiehtnia  einei  60-jUiiigen  Erfab- 
lung"  (10de  drak  1857).  Zgn  opalejlen  van  min- 
deren omvang  werden  Teiiamera  in  ign  „Kleine- 
re meditiniaehe  Sehrilten"  (1822—1828,  4  dln.); 
ook  gat  hij  bet  .Jonnal  der  praktiseben  Arinei- 
nnd  Wundanneikonde"  (1796—1835,  88  dln.) 
en  de  „Bibliotbek  der  praktiadien  Heilkunde 
0799— 18S5,  88  dln.)  nit.  Oveng  beeft  hg  me- 
degewerkt tot  bet  boawen  van  Igkenbniien  en  lot 
den  invoer  dei  koepokinenting. 

Hflffar.  1/ersunM,  een  Dnitecb  rechtageleei- 
de  en  geaebiedaebigTer,  den  24iteQ  Mairt  1830 
te  MuBiter  in  Westfalen  geboren,  atudeeide  te 
Bonn  en  Ie  Berlgn  in  d«  reenten,  deed  een  «eten- 
«ebappelgke  reia  in  Italië  en  Franktgk  en  veatig- 
de  iieh  in  I8S5  ala  docent  ia  de  reofatigeleeid- 
beid  te  Bonn.  In  1860  werd  hg  er  tot  buitenge- 
woon, in  1S73  lot  gewoon  hoogleeraar,  in  1SË4 

._.    __,:..___.      u .     ^.,     ,    ...    .       .y    jn 

1  Af- 
gevaardigden in  Pruisen  en  vsn  1867  tot  1870 
tot  die  vsn  den  Rgksdag  van  den  Nooid-Duit- 
schen  Bond,  Hg  stdiieef:  liBeitiSge  lur  Oegehichte 
der  Quellen  des  Ki  reben  rechts  und  des  römi- 
•ehen  Rechts  im  Mittelalter"  (1862),  „Forsehun- 
gen  anf  dem  Qebiel  dea  Iraniöaischen  und  rheini- 
•efaen  EErehenrecbta"  0^^)'  „Oesterreicb  und 
Prenasen  gegenllber  der  Frsni&siscben  Revolution 
bi«  inm  Abseblosa  des  Piiedens  van  Campo  For- 
mio"  (1808),  „Rbeinitdi-Weatriliiebe  Zoetlode 

IX. 


lur  Zeit  dei  FramOaiariien  Bevolntion"  (1873), 
,J)er  Baslster  Sowreaa  and  die  iweite  Soaü- 
tion"  (1878,  2  dln.).  ,^us  dem  Leben  Heinrich 
Heine'a"  (1878)).  „Zo  Goethe's  Campagne  in 
Frankieirii"  (1888),  „Die  neutalitaoische  Repn- 
blik  1799"  (1884).  „Annette  voo  Droste-HOlsboff 
uod  ibre  Werke"  (1887),  „A.  L.  Meneken,  der 
QroMvater  des  FUraten  von  Biamarck"  (1890), 
„Die  Kaki  nets  regieiung  in  PieoBsen"  (1891),  „Der 
Rastalter  Oeaandtenmord"  (1896),  „Quellen  lur 
Qeacbiohte  des  ZeitaJtera  der  FraniOeiMben  Re- 
voluüon"  (1900  T.T.).  ,J)ei  Krieg  des  Jahiea  1799 
nnd  die  zweite  Koaliton"  (190{.  2  dlo.)  en  „Al- 
ferd  von  Beumont"  (1904).  Hg  overleed  den  ISden 
Maart.  1905  te  Bonn. 

Hof  vao  Bnrsn  is  de  sebnlloaani  van  /o- 
hanneg  Adriamu  Hmift  Ax.,  den  Sden  Haart 
1843  in  hel  Nedei-Betnwaeb  dorp  Aveiaatb  ge- 
boren. H9  beioebt  de  deat^t  aldaai  bestaaode 
koïticbool  en  vervolgens  een  de^elgke  «ehool  te 
Delft.  Tan  1861  tot  1866  was  hg  student  aan  de 
Eoninkiqke  Academie  en  aan  de  polytedmiiehe 
school  te  Delft  en  woonde  later  doorgaana  in  i^n 
geboorteplaats,  waai  bü  liob  toelegde  op  letter- 
kandige  atodjfin.  Eerst  werkte  bn  voor  bet  too- 
neel  en  aebreef.  bebalvf  eenire  Ueineie  atnkjea, 
het  drama:  „Bnat",  dat  in  1870,  en  bet  blgapel 
,4>e  speculanten",  dat  in  1874  door  bet  geiel- 
•ebap  ran  den  atadaKhouwbnis  te  Amsterdam 
voor  bet  eerst  ingevoerd  werd.  Hg  overleed  plot- 
seling in  1910.  In  bet  tijdwhrift  van  het  Too- 
neelverbond  en  elders  zgn  ondeiadieiden  opstel- 
len van  ign  band  over  het  tooneel  ten  onaent  en 
in  den  vreemde  oprenomea.  Verder  leverde  bjj 
inige  romans  en  venialen.  «waU:  „Ia  't  u 


tot  een  bnndel  vereenigd  onder  den  titel:  „Groot- 
heid en  val"  (1881).  Utei  beeft  bg  lieb  het  meest 
toegelegd  ^p  den  btatoriaehen  roman;  van  bem 
veraebenen:  ,.De  Kroon  van  GeMMlasd"  (1877), 
reeda  in  Delft  begonnen,  ,^  mannen  van  Sint- 
Maarten"  (1882),  „De  Laatste  der  Arkels"  (1885). 
„Hertog  Adolt.  Historiaebe  roman"  (18S7),  „Oom 
Frederu"  (blg^iel,   tooneelbibliotbedi. 


„Gekroonde  hoofden.  Historiespel"  (1897),  „Oran- 
je en  Nederland.  Leven  en  daden  van  vorsten  en 
volk"  (1897-1898). 

Hnv,  Johmn  Ltonkard,  een  K-Ka  (bol  ïek 
godgeleerde,  den  laten  Jnni  1765  teConatani  ge- 
boren, stodeerde  te  Fieibuie,  en  ontving  in  1789 
de  prieaterwgding.  Nadat  og  eenigen  tgd  bet 
berderj^k  anibt  had  waargenomen,  werd  hij  in 
1791  tot  hoogleeraar  in  de  Ibeologie  te  Fieiburg 
benoemd  en  overleed  aldaar  den  Uden  Maait 
1846.  Hg  schreef:  „Einleitung  in  die  Scbriflen 
des  Neuen  Testaments"  (2  dln..  4de  druk  1847), 
een  werk  dat  in  faet  Engelaeb  en  Franaeh  vertaald 
en  ook  dooi  Protestantsebe  godgeleerden  hoog 
gewaardeerd  werd.  „Das  Hobe  Lied  in  einer  noen 
nnveisnchten  Dentung"  (1814)  en  „Outaehten 
Übei  das  Leben  Jesn,  kritisch  beaibeitet  von  dr.  ' 
Fr.  Slraaaa"  (2de  druk  1854,  2  dln.].  Met  Werk, 
Hineher  en  anderen  redigeerde  hü  de  „Zeitsebrift 
»i  Theologie"  (1S39— 1S48),  Jleen,  de  ,>it. 

34 


DigilizedbyGoOglC 


HDG-^HDGENOTEN. 


Mlirift  fflr  ille  Geistlidikcit  <■«)  EnbiatoaiB  Fiei- 
burg"  (1828—1835). 


kkDion  Zurich  seboren,  (tndeerde  te  Zurieb  ea  te 
Bonn  en  werd  in  tSSS  )inlpl«etur  te  Stettin,  in 
1856  learur  ud  htt  ^TtDDMiDoi,  Uter  pioree- 
tot  te  WinterthoT,  in  1867  te»en»  priTutdoeeot 
t«  Zurieb  en  in  1869  zewoon  hoogletmi  in  da 
ODde  letteren  atduT.  Hug  overleed  den  ITden 
Jnoi  1895  te  Zurieb.  Hn  mukte  lich  Tooral  itt- 
dlensteltjk  door  Toortienelijke  nitgiven  T>n  de 
werken  van  Aetieag  Taelieut  (1871)  T*n  het 
„SvmpMion"  Ysn  Plalo  (1876),  ffto  de  „Anaba- 
aii'''  Tan  Xenofkon  (1378),  van  diens  „CyrapM' 
dia"  (1888)  en  „Stadiën  ani  dem  klaaiischen  Al- 
teitnm"  (I8B1). 

Htlcwl.  Karl  Alexander  Anttlm,  vrntieer  «on. 
een  Dnitaeh  natnnrkDDdigie,  denQSgten  ^tII  1796 
te  Regensbo^  geboren,  atvdeerde  te  Heidelberg 
in  d«  Kcbteo  en  werd  daarna  officier  in  Ooatea- 
rjjkMben  dienit.  In  1814  trok  bjj  ala  kapitein 
binnen  Panja  en  werd  toen  bria«t  met  een  xen- 
ding  naar  Sktodioarit.  I^ter  ^g  een  regiment 
hniaren  geplaatst,  biaefat  de  oorlog  Tan  1815  hem 
eeret  in  bet  tuiden  *An  ItaliS  en  Tcrrolgena  in 
het  iniden  Tan  Frankrijk,  waar  hg  commandant 
WB»  Tan  Arlet  en  Tarueoa.  In  1621  nam  hn  deel 
aan  de  eipediUe  naar  Napeli  en  bleef  er  aU  at- 
taché bg  het  Ooitennjkêcb  geaantiefaap  tot  in 
1824.  Daarna  nam  hg  ign  ontelag  met  den  rang 
Tan  majoor,  om  lidi  te  Weenen  en  te  Hietiing 
door  de  itndie  der  natunrlgke  hittorie  ov  een  we- 
tenaehappelgke  reii  Toor  te  bereiden.  Nadat  hg^ 
in  1880  cerit  Engeland  en  daarna  Frankrijk  be' 
locbt  bad,  Terliet  hg  in  Vei  1831  Toulon  en  ver- 
trok OTer  Griekenland  en  Kreta  nur  BgTple. 
Van  Anttoehii  trok  hg  door  Syrifl  en  Paleitina 
en  reiade  TerToIgens  van  Snei  oTer  Aden  naai 
Ooat-IndiH.  Vgf  maanden  beateedde  hg  aan  Gej- 
lon,  en  in  Oetober  1833  trok  hg  door  den  Indi- 
«ehen  Ar^tpel  naar  AnitraliC  en  Nieuw-Zeeland, 
Ttuwur  hg  over  Manila,  MacM  en  Canton  naar 
Calentta  terugkeerde.  Daarna  bezoebl  hH  den  Hi- 
malaTa  en  Kasjmir,  drong  door  tot  in  Tibet,  en 
Pendijaab  en  eing  van  Attok  orer  L&hore  en 
Lndiana  naar  Delbi,  vanwaar  hg  lieh  door  wei- 
nig bekende  itreken  naar  BooAa;  begat.  Ns  een 
kort  veiblgt  aan  d«  Kaap  de  Goede  Ho<^  en  o^ 
St.  Helena  etapte  'hg  na  een  S-jarige  afweiig- 
faeid  te  Portamonth  aan  land.  Zgn  vertamelingeD 
TOOI  natuarlgke  hittorie,  Tolkeren-  en  penning- 
kande  schonk  hij  aan  bet  Keizerlgk  Eaiilaet  en 
de  Hofbibliotbeek  te  Weenen.  Een  gedeelte  Tan 
ign  reis  beachreel  fen  in:  „Saaebmïi  ond  dai 
Reieh  der  Sikhs"  (1340—1848,  4  dln.).  Zgn  na- 
aporingen  <Sp  bet  gebied  der  natumlgke  historie 
werden,  dooh  slechts  gedeeltel^,  door  Sndlieher, 
Heekel  en  anderen  bewerkt.  Later  gat  hjj  nog  in 
het  licht:  „Das  Beeken  von  Kabnl"  (1S51— 1852, 
2  dln.).  Na  ign  teragkeer  wijdde  bij  zich  hoofd- 
zakelgk  aan  tuinbouw  en  bloenikw«eker|j.  In  1850 

f  ing  hy  als  Oostenrgkach  gesant  naar  Florence  en 
leef  er  totin  1859.Daanubekleedde4iij  een  der- 
gelijke betrekking  te  Brasael.  die  hg  echter  in  1869 
nederlegde.  Na  dien  tgd  woonde  ^  bg  alwiaaeling 
in  het  iniden  van  Engeland  en  te  BnitM]  en  over- 
leed den  3den  Jniu  1870  in  laatst^noemde  atad. 


Hanntaolti,  PMip  Reiakant,  «en  Neder- 
landse godgeleerde,  werd  den  Ssten  November 
1821  te  Woudenbetg  geboren,  ontving  ign  op- 
leiding aan  bet  rannasium  te  Rotterdam  en  be- 
loeht  daarna  de  Aoogesobool  te  Uttcebt.  In  1847 
werd  fag  predikant  te  Cillaarshoek,  later  aehter- 
eenvolffens  te  Geervliet  en  te  Haarlem; 


derlandsehe  Kerk  verliet  en  licb  metterwoon  te 
VOraTenhage  Testigde.  In  1875  verleende  de  Se- 
naat te  Leiden  bem  «ershalve  het  doetonat  in 
de  theologie.  Van  zün  geichrilten  vermeldei  wn, 
behalve  eenige  opatellen  in  het  „Theologisch  T^d- 
schritt"  en  een  Terbandeling  OTer  „Godsdienst  en 
Wetenschap"  in  de  „Vaderlandsctie  Letteroefe- 
ningen", „Het  geweten"  (1861),  „Zekerheid" 
(twee  bricTen,  18$4]  en  „De  londe"  (1871).  Hg 

KI  ign  Tenamelde  tbeologisehc  geechriften  i 
t   licht   onder  deir  titel:   „Stn<H§n  of 

dienstig    en    t» ' 

3    dln!).    Van 


der  deiF  titel:  „Stn<H§n  op  goda- 
ledeknndig  gebied"  (1884— T889, 
n    bem    Terseheen    nog;    „Geloof t- 


2    dln.).   Hg    overleed    den    ISden 


RugtnMlt  Jr^  PeUu»  HviMiuua,  een  broe- 
der Tan  den  voormnde  den  3tsten  Juli   1834 


beid.  In  1857  tot  proponent  heToiderd,  werd  hg 
aêbtereen volgens  predikant  te  Hoenderloo  0858), 
te  RenBwonde  (1861),  te  Leeuwarden  (1862)  en 
eindejgk  te  Amsterdam  (1866),  waar  hg  tege- 
lijk met  ziJD  broeder  in  dexelfde  betrekking  werk- 
zaam was  tot  1878,  toen  ook  hg  bet  leeraarsutibt 
in  de  Nederlandeebe  Hervormde  Kerk  nederlegde 
en  ,,De  Vrge  Gemeente"  stichtte,  alt  Toorganger 
waarvan  hg  tot  1909  optrad.  H^  overleed  in  1911 
te  Seem slede.  Hg  schreef:  „Vertaalde  leer- 
redenen van  Colani"  (1858),  „Ter  gedaehtenia. 
toespraken  tot  de  Hervonnde  Gemeente  t« 
Leeuwarden"  (1666),  „Schetsen  en  Tafereelen" 
(1872),  .LeTenslicht.  etiehtcliike  bloemleiing" 
(1882,  4de  druk  1901),  „Earkkterbeelden  t 
BciieUt"  (1886),  ,J.icht  en  sehadow"  (1888),  , 
delgke  religie.  Bewerkt  naar  W,  M.  Salter'a 
ligion  der  Horar'(1688),  en  met  anderen:  „Het 
Ttaagslnk  T»n  de  Tenorging  der  verwaarkioide 
kinderen"  (1896),  „üit  natnnr  en  leven"  (1900). 
„Godsdiensten  leven"  (I90I),  ,^thi«fa  pantheïs- 
me. Een  studie"  (1903),  „Indrukken  en  herinne- 
ringen" (1904),  „LeTenslicbt  nit  den  bgbel" 
(1904),  „Religion  and  lifaertr"  (1904)  en  Ter- 
Bcheidene  opstellen  en  Terbandelingen  in  de  „Va- 
derlaDdBche  Letteroefeningen",  „De  Tjjdspiegel", 
„Ons  Onderwijs"  „Het  Morgenlicht",  bet  Theo- 
logisch Tijdsdjrih".  het  „Christelgk  en  Qoda- 
dienstig  Album",  de  „Taal  des  geloofs",  „Man- 
nen Tan  beteekenia",  alsmede  in  de  „Volksbiblio- 
Iheek",  uitgegeven  van  wege  de  Vereeniging  tot 
handhaving  en  voortplanting  van  het  liberaal 
beginsel  eni.  Sedert  1878  trad  hij  op  als  redac- 
teur van  het  tijdschrift  „Steomien  uit  de  vrge 
Gemeente"  en  later  *an  „Zieleleven". 

Hnvcnoton  (Franseb  Hugumtolg)  was  Troe- 
ger  in  Fraakrgk  een  «dwldnaani  van  de  aanhan- 
gers der  HeiTonning.  Volgens  de  vottsoverleTC- 


den  ge- 
8).  ,&■ 


DigilizedbyGoOglC 


rioK  ontfingen  ijj  <lf«ii,  omdat  liJ  aaBTiokelnlt 

eoOMienEtige  Teifaderingen  hieldeo  op  een  heide 
Dg  Toun.  wur  volgeng  Ae  legende  augo  Capet 
«pookte.  Watrsefagolqk  ia  hei  echter  een  verbu- 
terioK  Tin  IgnoU,  ImenoU  (eedgenootep),  xwHi 
de  HerTonnden  te  Genèïe  genoemd  werden,  om- 
dat zü  in  den  strjjd  tegen  SsToje  itenn  loehtea 
t>jj  de  Zwitsers  en  daarom  ab  de  {lartg  der  Eed- 
getiooUn  (in  bet  Franseh  veriiaaterd  lot  Hugue- 
nole)  werden  aaogednid. 

Reeda  dadelnk  bü  het  opkomen  der  Heivormicg 
in  DnitGehland  Tond  deze  Toorstandera  in  Fiank- 
riik.  Onder  de  bescherming  Tao  Margarelha  van 
Navane  verkondigde  sedert  1523  Melehior  Wol- 
mar,  een  Zwitser  Tan  geboorte,  de  leer  yan  Lu- 
ther,  ea  Qtrirrd  R<nt»»el  en  Jaeqaei  Lefivre  deden 
er  LntlHrBcbe  gemeenten  yerrnien.  Toen  later 
Calv^  optrad,  natn  de  atvalli^id  van  de  B.- 
Kst^olieke  Kerk  onder  den  adel  en  den  buraer- 
Btand  aanmerkel^k  toe.  Doch  reeds  Ftom  Ivx- 
Ietl«  de  Terbreiding  d«r  Hervormde  leer  en  deed 
Tele  kettera  naar  den  brandstapel  TOeren.  Eet 
verbond  van  Hendrik  11  met  de  Duitsdie  Protes- 
tanten schonk  eenige  lerademing.  Doeta  dit  ver- 
anderde, toen  bet  gedacht  der  Ouüc's  aan  het 
Hof  de  overhand  verkreeg  op  de  Bourbont.  Se- 
dert I5S5  bedreigde  een  edict  de  ketterg  met  den 
tiTBndsta.pet  en  ten  tgde  van  Front  II  waren  te- 
reeb  tatem  ogen,  verben  ld  verklaringen  en  verban- 
nin^n  aan  de  orde  van  den  dag.  Dit  deed  ein- 
delgk  de  Protestanten  tot  verzet  bealaiten,  en  zg 
koien  print  Lodevyk  l  Condé  tot  fann  aanvoer- 
der. Den  leten  F«èrnari  1560  werd  te  Nantea  be- 
sloten den  koning  te  viagen  om  godadienstvrg- 
hek!  en  verwgdering  der  Öutae's,  teiwgl  men  in- 
geval van  weigering  den  koning  nvangen  nemen 
en  ComU  tot  «tadiMiider-eeDeiaal  benoemen  zon. 
Het  Hof  echter,  van  die  plannen  onderricht,  nam 
de  vlucht  van  Bois  naar  Amboiae  en  benoemde 
hertog  fnmfOM  de  öuiu  tol  e tadbo ader-generaal. 
Toen  eenige  benden  gewapende  ProteaUnten  naar 
Amboiae  opmkten,  werden  ig  veialagen  en  ge- 
deeltelgk  geTaogeo  genomen,  waarna  1200  van 
dezen  door  beolBhanden  omkwamen.  De  Ouiw'a 
traefatten  na  de  wederinvoer! ng  der  Inqnialtie  te 
bewerken,  doeb  konden  slechte  geduin  krijgen, 
dat  door  het  edict  van  Romorantin  (1560)  de  be- 
voegdheid tot  kettervervolging  van  het  Parle- 
ment op  de  hissedi^pen  overging.  Iiuniddelt  be- 
klom de  minderjarige  Korel  IX  den  troon,  en  de 
koningin -moeder,  Calharina  dé.  Media,  onthield 
aan  de  heersehinditige  Ovite'i  haar  gunat,  loo- 
dat  deze  het  Hof  verlieten  en  de  zwakke  Antoine 
de  Bourbon  tot  si ndh onder-generaal  werd  be- 
noemd. Ook  de  Ouiee's  aloten  nn  een  verfiond, 
het  Triumviraat,  zoodat  Catlumna  zich  genood- 
zaakt zag  stenn  te  zoeken  bn  de  Protestanten.  In 
Jnli  1561  verscheen  een  edict,  waarbg  het  ter 
dood  brengen  van  ketters  en  het  gebrnik  van  den 
scheldnaam  Hugenoten  afgeschaft  werd,  terwijl 
bet  Hof,  om  den  godsdienststrüd  geheel  te  doen 
eindigen,  den  Sden  September  te  Foiaa;  de  ge- 
legenheid opende  voor  een  twistgesprek  over  den 
godsdienst.  Daar  waren  de  kardinaal  van  Lotha- 
'  ringen  en  Theodoor  Bèta  de  voornaamste  kan^- 
veebtera.  Het  gevolg  daarvan  wa«,  dat  de  Fran- 
sche  Protestanten  zteh  onder  den  naam  van  Cal- 
vinisten  vereenigden  en  sUenga  stoutmoediger  wer- 


den. Verder  werd  Calharina  gedioiwan  om  meer 
dan  ooit  gemeene  uak  te  maken  met  de  Protestan- 
ten, en  <len  ITden  Januari  1562  verscheen  bet  Ediet 
van  St.  Qermaia,  waarbq  èun  geweteDivrgh^ 
en  aan  den  adel  vrijheid  van  godsdienstoefening 
op  de  kasteelen  werden  toegestaan. 

Het  misnoegen  van  de  Ouite's  en  van  bun  aan- 
hangers nam  daardoor  toe  en  deien,  gesteund  door 
Spanje,  besloten  ^t  verder  veldwinnen  der  Her- 
vorming te  beletten.  Den  Ssten  Maart  1562  ont- 
stond te  Vass;  tussehen  bet  gevolg  van  den  her- 
tw  van  Quite  en  de  Protestanten,  die  in  een 
schuur  godedieoaloefening  hielden,  een  bloe- 
dig geveent,  wal  de  Protestanten  als  een  stennis 
van  het  Edict  besehouwdeQ.  Dit  was  het  aein  tot 
den  «etsten  Hngenot«iioorlog.  Condi  begaf  zich 
naar  Orleans  en  riep  zijn  geloofsgenooten  te  wa-. 
pen,  terwql  de  Outse's  zieh  meester  maften  van 
den  koning  en  xgn  moeder  en  de  Protestanten 
voor  opioerlingen  verklaarden.  Nadat  de  troepen 
van  het  Hof  den  Uden  September  1562  na  een 
vreeset^  bloedbad  Roaaan  veroverd  hadden, 
werd  den  19den  December  bg  Dr<eni  een  veldslag 
geleverd,  waar  de  Protestanten  na  hevigen  tegen- 
stand de  nederlaag  leden.  De  hertog  van  Oufte 
eloeg  nn  het  beleg  voor  Orleana,  om  door  iet 
veroveren  van  deze  vesting  aan  de  Protestanten 
den  genadeslag  toe  te  brengen,  doch  verloor  er 
het  leven  den  24sten  Februari  1568.  De  koningin. 
moeder  aloot  nu  snel  den  vrede  van  Amboise  (19 
Haart),  waarbQ  aan  de  Protestanten  in  bepaalde 
districten  en  steden  vrijfaeid  van  godsdienatleer 
werd  toegestaan.  Catharina  zelf  echter  haatte  het 
nieuwe  geloof;  zq  had  zich  van  de  Protestanten 
enkel  als  werktuigen  bediend,  om  de  Oidae's,  wier 
madit  zg  vreesde,  te  verzwakken,  llians  aloot  ig 
een  verbond  met  Spanje,  beperkte  de  nauwelüki 
verleende  vrgbeid  in  Au^stus  1564  door  oet 
Edict  van  Roaasillon  en  Dedreigde  gestadig  da 
vrgbeid  der  Hervormden.  Deze,  bevreesd  voor  éea 
ernstigen  aanslag,  namen  eindelü'k  het  besluit 
zidi  den  29sten  September  1567  te  Honeeaui 
van  den  persoon  des  konings  meeeter  te  maken. 
Het  Hof  vluchtte  echter  naar  Paige,  en  deze  stad 
werd  gedurende  een  maand  door  Condé  belegerd. 
Den  lOden  November  bad  tussehen  laatstgenoem- 
de en  den  connétable  de  Montmoreney  bg  St.  De- 
nis  een  gevecht  plaats  (tweede  Bugenolenoorlog) 
waarin  2700  Protestanten  zieh  tegen  een  7-maal 
sterkeren  vijand  met  den  grootsten  heldenmoed 
verdedigden.  Oondi  trok  daarna  naar  Lotharin- 
gen, vereenigde  er  zieh  met  hu^troepen,  ten  be- 
drage vaa  10  000  man  door  Johm  Cagimir,  keur- 
vorst van  de  Palts  gezonden,  en  bedreigde  weder- 
om Pargs.  Daarop  sloot  Calharina  den  vrede  van 
Longjumean  (27  Haart  1568),  waarbij  bet  Ver- 
drag van  Antboise  hersteld  werd.  Niettemin  ver- 
volgde zn  bij  voortduring  de  Protestanten,  ter- 
wgl  Condi  en  Coligny  lieh  nauwelijks  tegen  de 
aanslagen  Tan  sluipmoordenaars  konden  beveili- 
gen. Beiden  namen  de  wgk  naai  La  Rochelle, 
waar  ook  koningin  Johanna  non  Navane  met 
haar  IS-jarigen  zoon,  later  Hendrik  IV  van 
Frankrijk,  een  schuilplaats  vond.  Nadat  de  Pro- 
testanten soldaten  uit  Duilschland,  geld  en  ge- 
schut uit  Engeland  hadden  hekomen,  maakten  ifj 
zich  gereed  tot  den  derden  Hugenolenoorlog.  Den 
ISden  Haart  1589  verloren  zg  ecfater  tegen  den 


DigilizedbyGoOglC 


hertog  MR  Anjou,  later  koniDg  Bendrik  III,  bj} 
Jarnte  eea  beUagrjjkeo  veldilag,  wui4)ü  Gondé 
door  tlnipnioonl  om  Jiet  levea  kwam.  Hierdoor 
loak  de  moed  dei  Pioteatanteo.  De  koDJDgiii  van 
Navarre  evenwel  poogde  op  een  veigtdering  te 
Cognsc  h««r  gelootcgenooten  door  een  Torige  toe- 
■pruk  op  te  beuren  en  plutste  hur  loan  un 
het  boola  der  Piotestaatuhe  laak,  teiwöl  Co- 
Ügity  het  beiel  over  bet  leg«T  op  lich  nun.  Nad&t 
hg  lich  den  ISdeo  Jauï  1S69  met  een  hulpkorpi 
van  11  000  man  Duitscbers  onder  saavoeriae  • 
•on  Matufeld  lereenigd  bad,  tloeg  bg  bet  bel  _ 
TOOI  Poitiert,  doeb  de  hertog  Mn  Anjou  bradit 
bem  den  Sden  Octobei  bg  MoBOontoor  een  ge- 
dachte nederlaag  toe.  Bet  Hof  maakte  echter 
geen  geèruik  van  deie  OTerwinning,  en  Colia- 
wyontTiDg  uit  Engeland,  ^iteerland  en  Duiticb- 
land  aaoiienlijk«  versterk iogm,  Teroveide  in 
156S  NImea  en  ontiette  La  Rochelle.  Bji  dien 
tooitpoed  der  Proteitant^n  verlangden  Calkarina 
an  baar  loon  naar  den  vrede;  het  'verdrag,  den 
Btteo  Anggstus  1570  te  St.  Germain-en-Laje  ^ 
■loten,  verleende  «an  de  Protestanten  amne«lM, 
vrübeid  van  ftodidienitoafeniiw,  b^alve  te  Pargi, 
en  onderieheiden  veatin^  (veiligheiduledcn). 
Nn  Tolgde  een  korte  tgd  van  rust,  waarin  Co- 
■^fm  groeten  invloed  op  den  jongen  Kartl  IX 
aitoetende  en  tot  een  buweljik  tUNCben  Karelt 
luater  «n  Uemdrik  van  Napam  beiloten  werd. 
Oatharina  eebtei  lag  met  miinoegM  haar  invloed 
«eer  en  meer  op  Colignjf  overgaan  en  bedoot 
diATom  de  Hervormden,  die  ijj  in  het  open  veld 
aiet  bad  kanoen  ovcrwinoeo,  door  mooid  en  ver- 
laad te  vernietigen.  Xadat  de  aaniieulükate  Pro- 
tettaalen  ter  gelegenheid  van  bet  huwelyk  van 
Hendrik  mm  tfavoTTe  met  'i  konin^i  zoiter  naar 
Parga  gelokt  en  door  gewaande  vriendiehapsblg- 
kftD  zorgeloos  cemaakt  waren,  volgde  in  den  Bai- 
tholomaeoa-nadit  (24  Augaitnï  1572)  de  alge- 
meeie  k«ttermoora,  waartoe  de  iwakke  koning, 
«nder  den  iavkied  van  Calkarina  ea  Anjou  ign 
toeatenxniDg  gaf.  Omitreeki  2000  Protestanten. 
«a  onder  deMO  Cotigny,  werden  te  Parij*  omge- 
bracht en  binnen  de  daartHtvolKende  2  maanoen 
noe  mineteDG  20  000  in  Bn<kie  deeleo  van  Frank- 
rgk.  Wd  waren  de  Proteitanten  door  die  gruwel- 
daad tan  hun  aanvoerden  beroofd,  maar  ijj  gre- 
pen noehtana  naar  de  wapenen,  (vierde  Hogeno- 
tenoorlt^)  sloten  de  poorten  van  bon  belangrgk- 
ite  veitiugeo  ea  veriledigden  deie  tegen  de  tioe- 

Esn  van  net  Hot  met  groote  bardneikigheid.  De 
ertog  van  Anjou  latf  voor  La  Bochelie  inn  le- 
ger wegsmelten  en  daar  bg  tot  den  Poobeben 
troon  geroepen  werd.  sloot  bg  den  24sten  Jani 
1573  vrede,   waaibg  aan  de   Frotestanten   vrije 

S)dsdienstoefeniDg  in  de  vestingen  Montauban, 
Imea  en  La  Roebelle  en  volkomen  gewetens- 
vrgheid  werd  toegekend.  Een  R. -Katholieke  Êdt- 
partg  met  den  bertog  van  Alenfon  den  jongsten 
looi  van  Catkarina,  aan  btt  boofd,  verbond  lich 
DU  met  de  Protestanteo  tegen  de  heeraehappg 
Tan  de  koningin-moeder  en  van  de  Outse's,  uw- 
dat  Catharina  terstond  na  des>  dood  van  Karel 
IX  baar  looi  Hendrik  lil  aauspoorde  om  den 
Btrgd  te^en  de  Protestanten  te  hernieuwen  (vgfde 
Hugenotenaorlog).  Deie  nam  een  tooi  de  Huge- 
Doten  gnnstige  wending;  in  den  loop  van  1S75 
verloren    de    koninklijke    troepen    oitdenoheiden 


vestingen,  werden  bg  Oordea  door  Monlbmn  th- 
■lagen  «n  vroegen  vmchteloot  Trede.  Print  Hn- 
dnk  I  Condi  bracht  met  Johan  Catimir  van  de 
Palli  een  machtig  leger  ait  DuitseUand  naar 
Fraokigk  en  vereenigde  lioh  in  Maart  157S  met 
den  ontevreden  hertw  van  Aleneon,  soodat  het 
Protestantscbe  leger  ojjna  dobbel  loo  sterk  wat 
als  dat  van  bet  Bof.  Daarenboven  maakte  Uet^ 
drik  van  Savarre  belawri^e  vorderingen  ïn 
QuTenne.  Om  die  reden  sloot  het  Hof  den  6den 
Mei  1570  te  Beanlien  een  verdrag,  dat  eindelgk 
aan  de  Protestanten  een  onbeperkte  vigbeid  van 
godidienttoefening  en  een  groot  aantal  vestin- 
gen verleende.  Tevens  betaalde  de  koning  de  tol- 
dg  der  Duittche  bulptroepen.  Hertog  Hendrik  l 
van  Quut,  hierdoor  m  het  voivneren  igner  staat- 
kundige plannen  belemmerd,  bracht  Dn  editer 
een  verbond  van  R. -Katholieken,  de  Heilise  Li- 
gue,  tot  ttandj  en  ook  de  koning  moest  tpt lund- 
bavinK  van  ijjn  geiag  daaraan  deebemen,  waar- 
door ae  Hide  E^genoteDOorlof  nitharttte.  Docb 
reeds  in  September  1577  werd  de  vrede  oj>  dan 
grondslag  der  vroegere  voorwaarden  bernienwd, 
waarna  Oalkarina,  om  den  bertog  «m  Okise  te- 
gen te  werken,  te  Nerae  gelieime  onderhandelin- 
gen met  Hendrik  eon  Savarre  aanknoopte  en 
hierdoor  aan  de  Proteslantea  nog  eeni^  vettin- 

Etn  bezorgde.  Daar  echter  de  Hotparlg  ileb  om 
et  gesloten  verdrag  weinig  bekommerde,  opende 
CotiM  in  1578  den  levenden  Hugenotenoorlog 
met  de  verovering  van  Lafére  en  Hendrik  va»  Sa- 
varre in  April  1^  met  de  inneming  van  Cabori. 
Door  bemiddeling  van  den  bertog  mm  Anjou 
[Alen(on)  aloteu  «diter  de  Protestanten,  die  de- 
len  strgd  overbodig  oordeelden,  opnienw  vrede 
te  Flei  den  12den  September  1580  en  bedengen 
daaibg  de  vroegere  rechten. 

De  langgewentcbte  wapeDstilstand  dnurde  tot 
1534,  toen  door  bet  overlgden  van  den  hertog 
van  Aletifon  het  «itii^t  op  den  troon  geopead 
werd  'voor  Hendrik  van  Kavarre.  Aanstonds  be- 
ijverden lich  de  Ouiêe't,  om  ofinieuw  een  Ligne  te 
stiobten,  en  sg  verbonden  iich  met  Spanje  en 
met  den  pans  om  de  ketterij  uit  te  roeien,  waar- 
na in  den  kardinuJ  van  Bourbon  tot  troonopvol- 
eer  benoemden  en  in  venet  kwamen  tegen  den 
koning  en  tegen  de  Protestanten.  Op  aandring 
ignsr  moeder  moest  Hendrik  lil,  na  het  sluiten 
van  een  overeenkomst  te  Némonre  (7  Jali  1585). 
de  Protestanten  vervallen  verklaren  van  bon  red- 
ten.  De  Protestanten,  die  weder  geld  nit  Enge- 
land en  soldaten  uit  Duitsehland  gekregen  had- 
den, begonnen  daarop  den  achtsten  Hagenoten- 
oorlog.  Van  de  drie  legerkorpsen  van  het  Hal 
werd  den  Seten  October  1587  bg  Coutras  door 
Hendrik  van  Savarre  geheel  en  al  verslagen,  doch 
de  veldheer  verzuimde  ign  voordeel  te  doen  met 
deze  overwinning,  zoodat  bet  Hof  gelegenheid 
kreeg  bet  Dnitaehe  leger  nit  Frankrgk  te  ver- 
jagen. De  hertog  van  Outse,  die  gedurende  den 
oorlog  lid)  in  net  beiit  bad  gesteld  van  het 
slaatsgeisg,  noodiaakte  nu  den  koning  den  ISden 
Juli  1588  tot  de  onderteelening  van  het  Réo- 
nioosedict  van  Rouaan,  waarin  Oe  uitroeiing  der 
ketters  door  het  iwaard  en  de  uitsluiting  van 
Hendrik  van  Savarre  van  den  troop  was  vastge- 
steld. Inlnsseben  kwamen  de  eeiiucbtige  bedoe- 
lingen van  den  hertc^  ixm  Quiie  loo  duidelgk 


D,o,l,zedb,GoOgle 


asn  den  (Lig,  <iftt  de  kaning  faem  en  ign  bTOeder, 
dim  Itirdinaal,  in  8ept«mMT  1588  op  den  I^jks- 
dig  te  Blois  d«ed  veriuoordeD.  Dut  de  koning 
nn  geheel  en  al  verlaten  werd  door  de  R.-Ea- 
tholieken,  moest  iig  zich  in  de  armen  werpen  Tan 
de  Protestant«ehe  pnrtij.  Hendrik  Ilt  trok  met 
de  PioteiUntiehe  troepen  naar  het  opioerige  Fa- 
rijs,  maar  werd  ffednrende  de  belegerins  den 
Iflien  Angaetns  1589  door  Clement,  een  aireeii- 
lieken  monnik,  om  het  leven  gebraent,  loodat  ae 
kroon  Tan  Frankrgk  nn  ten  aeel  liel  aan  Hen- 
drik van  Navone,  het  hooH  der  Hervormden. 
Toen  Hendrik,  tot  bet  verkrngen  der  kroon,  tot 
de  IC.-KatboIieke  Kerk  overging  (Jnli  IS93).  be- 
icfaoDwden  de  Protestanten  dien  atap  aU  een  ge- 
wetentooa  verraad,  loodat  in  de  zijde  dea  konings 
verlieten  en  plannen  maakten,  om  een  ander 
hoofd  te  kiezen.  Eindelgk  onderteekende  Hendrik 
IV,  nadat  h^  alle  gemeenschap  met  de  Ligne  af- 
gebroken had,  gedarende  de  vredeaonderhandelin- 
gen  met  Spanje,  den  13den  Afiü  1598  het  Edict 
van  Nanteg,  oat  in  91  open^re  en  51  gebeime 
artikelen  de  reebten  der  Pioleetanten  waafbors- 
de.  Het  nitiondering  van  enkele  iteden,  looala 
Rheims  en  Soisaons,  ontvingen  zg  vrijheid  van 

Kdedienatoefening,  terwgl  het  hun  tevens  geoor- 
ifd  waa,  Ejnoden  samen  te  roepen.  De  Staat 
verleende  hun  jurlffka  een  aanzienl^'ke  som  tot 
onderhoud  der  geestelgkheid  en  hnn  kinderen 
konden  alle  seholen  hezoeken.  Ook  «aien  z^  be- 
noembaar voor  alle  ambten  en  vraardigheden  en 
londen  zn  voor  de  helft  zitting  hebben  in  som- 
mige reefatbanken  (ehambret  mi-fortiet},  tenrgl 
ig  de  vestingen  nog  8  jaar  zonden  bezitien.  Het 
Fïrlement  beveatigoe  ilit  Edict  den  25aten  Fe- 
brnari  1599. 

Onder  de  legeering  Tan  Hendrik  TF,  iviena 
minister  Sutty  zelf  tot  de  aanhangers  der  Her- 
vorming behoorde,  bleven  de  Protestanten  onge- 
deerd. Toen  echter  Maria  de"  Medici,  de  gemalin 
van  Hendrik  1V^_  lioh  gedurende  de  minderjaiig- 
heid  van  Lodevi^k  Xltï  met  het  bewind  belastte, 
wekte   onafbankelgkbeid    der    Protestanten    den 


Edict  van  Nantes,  maar  znn  hnwelgk  met  een 
Spaansefae  prineea  deed  de  bezor^beid  der  Pro- 
testanten dermate  kliromen,  dat  ig  gemeene  lask 
maakten  met  den  oproerigen  prins  Hendrik  U 
vtm  Condi,  Otaofaoon  door  bet  verdrag  Tan  Lon- 
den (4  Hei  1616)  hnn  godidienstvrnheid  nog- 
maals bevestigd  werd,  wachtte  het  Hof  gleehta  op 
een  gnnslige  gelegenheid  om  ben  van  bnn  rech- 
ten te  berooven.  Reeds  in  Juni  1617  gaf  de  zwak- 
ke koning  door  een  Edict  bevel  tot  vernietiging 
der  Protestantsehe  kerk  en  der  haar  verleende 
voorrechten  in  zijn  erfland  Béarn.  De  kaneelarg 
te  Pan  weigerde  het  Edict  als  wettig  te  erkennen 


en  de  z 


(  bleef  rnaten.  Op  a 


w^onng  ei 


van  de  JeinTeten  en  van  ÏMyne»,  s  koning  gun- 
steling, die  langs  dezen  weg  de  waardigheid  van 
eonnifable  wensebte  te  verwerven,  gat  de  vorst 
in  1620  in  persoon  door  geweld  van  wapenen  uit. 
voering  aan  zgn  Edict.  De  Protestan taaie  kerken 
werden  omvergehaald,  de  geestelöke  goederen 
verbeurd  verklaard,  de  R.-Katholieie  godsdienst 
ingevoerd  en  dit  gewest  ingelgfd  h^  de  goederen 
der  frantehe  Kroon,  De  Protestanten  verklaar- 


den die  daad  een  etdienrtls  van  het  Edict  Tan 
Nantes  en  bielden  te  La  Roebelle  een  veigade- 
ring,  welke  door  het  Hof  ala  een  poging  tot  op- 
roer verboden  werd.  Toch  gaven  de  Protestanten 
niet  toe.  Zjj  handhaafden  hun  rechten  onder  aan-- 
voering  van  den  hertog  van  Rohtm  en  den  prins 
de  SoubuB,  twee  broeders,  en  het  Hof  maakte 
in  Mei  1621  een  aanvang  met  den  oorlog.  Roka» 
vond  editer  geen  groote  geestdrift  hn  ign  ge- 
loofsgenoot en,  en  aTlengs  viekn  alle  Protestant- 


Hontpellier  ^I  Octobec  1322]  volgde 
algemeene  vrede,  waarbg  het  Edict  "van  Nantes 
betrachttgd,  maar  h«I  recht  tot  het  houden  van 
vergaderingen  aan  de  Protestanten  ontnomea 
werd.  Het  Hof  bekonunerde  zich  evenwel  zoo  wei- 
nig om  de  bepalingen  van  dit  verdrag,  dat  de 
Proteetanten  gebmi<  maakten  van  de  verwikke- 
lingen der  r^eering  in  Ttalifl,  «Ai  inhet  begin 
van  1625  de  wapens  weder  op  te  vatten.  Soubite 
overwon  met  een  sebee^smaeht,  door  de  alad 
La  Roebelle  nitgeniBl  bn  herhaling  de  zwakke 
koninklpe  vloot.  De  kardinaal  de  Riekelien,  dis' 
aan  het  hoofd  der  laken  stond,  zag  zich  zelfs  ge- 
noodzaakt, den  vrede  aan  te  bieden,  die  van  de 
hand  gewezen  werd.  Daarom  nam  htj  het  be- 
sluit, iieh  van  La  Roebelle,  het  helangrgkste  bol- 
werk der  Protestanten,  meester  te  maken.  Nadat 
bn  van  gebnnrde  Engetsefae  en  Nederlandsehe 
seoqwn  een  eskader  gvormd  had,  iebaalde  Jfont- 
moreney  in  September  1625  een  besliaaende  over. 
winning  op  de  van  bondgenooten  verstoken  ver- 
dedigers van  La  Roebelle,  waarna  door  tnseefaen- 
komet  van  Engeland  den  5den  Febmari  1626  de 
vrede  gesloten  werd.  Weldra  echter  was  men  er  te 
La  Roebelle  van  onderricht,  dat  de  kardinaal  aan- 
stalten maakte,  om  de  stad  in  zijn  macht  te  bren- 
gen. De  daar  aanwezige  Protestanten  zochten  be- 
seberming  en  ondersteuning  bij  Karel  I.  koning 
van  Engeland,  en  deze  zond  hnn  in  Juli  (627  een 
vloot  van  40  Bthepea  met  10000  man,  onder  aan. 
voering  van  den  hertog  van  Buekingkam.  Doeh 
de  geringe  bekwaaodieicl  van  dezen,  het  ontbreken 
van  ervaren  bevelhebbers  en  de  vrees  der  overige 
Protestanten  voor  een  algemet^n  ooiiog  verlam- 
den de  kracht'  dezer  onderneming.  Den  lOden 
AugDstus  nam  de  belegering  van  La  Roebelle,  in 
tegenwoordigheid  van  den  koning  en  van  den 
kardinaal,  een  aanvang.  Nadat  de  Engelsehen 
den  8Eten  November  van  het  eiland  Ké  verjaagd 
waten,  deed  Biehelieu  de  stad  ook  van  de  zeezg- 
de  insluiten  door  een  dam,  met  verbaiend  groote 
moeite  en  kosten  in  zee  opgeworpen.  De  beleger- 
den verdedigden  zich  met  dapperheid  maar 
waren  aan  groot  gebrek  ten  prooi.  In  Mei  1628 
vertoonde  zich,  onder  het  bevel  van  graaf  Den- 
bigh,  een  Engelsebe  vloot,  die  evenwel  na  verloop 
van  weinige  dagen  moest  aftrekken.  Een  andere 
van  140  schepen,  in  September  te  hulp  geiondea, 
kon  ook  niets  uitrichten.  De  bitterste  nood  dwong 
eindelgk  den  28sten  October  1628  La  Roehelle 
tot  de  overgave.  Van  de  24  000  inwoners  wartn 
slechts  4000  in  een  uitgehongerden  toestand  over- 
gebleven; deze  ontvingen  volledige  amnestie, 
doch  de  stad  verloor  haar  voorrechten  en  vea- 
tingwerken.  Nog  alt^d  was  De  Bahan  meest«T 
van  een  aantal  versterkte  plaateen,  tooalc  Ntmes, 


DigilizedbyGoOglC 


HÜOENOTËN— HDGHES. 


MoDtanban  «a  Castrci,  doch  ook  hg  moeit  <!«& 
27stca  Jani  1629  te  AlaU  een  f«rd»g  sluiten  en 
lioh  op  dergelijke  roorwiaiden  OTergeveD.  Na 
mren  de  Proteitanleo  ^ebeel  en  si  «eerloos  cd 
uo  de  willekear  Tan  RxehdUu  ondeiworpen,  die 
eTeavel  hun  KcweteniTigtieid  weinig  beperkte, 
Eetit  twtetnf*  ïïï'  liet  ïict  door  M"'»  da 
MainUnoH  en  ign  biechtiadcT  Lae/iaüe  oierhs- 
lea,  om  de  Protest&ntea  te  Teitolzen  (lie  Drago- 
nadat),  Lannuneihknd  ontnam  aq  bnu  gelgk- 
feeid  voor  de  wet,  en  nftdeo  dood  van  Colbert, 
(1634)  beraamde  bjj,  met  den  kuiseliei  Letellier, 
plannen  om  ben  uittetoeieii.  Erggtbeuden,  dooi 
monniken  Tergeield,  trokken  nu  door  de  zuidelij- 
ke geweiten,  noodiukten  de  inwoners  hun  ge- 
loof af  te  averen,  bsAldea  de  kerken  omver  en 
doodden  de  predikanten.  Honderdduiienden  Pro- 
testanten namen  de  Tlueht  naar  Zwitteiknd,  d« 
Nederlanden,  Engeland  en  Duitaehland,  waar 
men  bea  taet  opea  amen  ODtving.  Vmohteloos 
poogde  Loutoii  door  bevaking  der  grensen  ds 
«migratie  te  beletten.  Telen  ook  omoeliden  in 
lohgn  den  R.-Katholieken  godadienit  maar  sjj 
«erden  bg  bet  geringste  bewgs  van  tentgkeei  tot 
bet  Protettantiame  londei  varsefaooning  terecht 

Kteld.  Toen  Lodnifk  eindeluk  meende,  dat  de 
ten  verdelgd  waren,  biet  oq  ^'l  ediet  ran 
Nantes  op  (23  Detobei  168S).  Dit  was  de  aanvang 
van  een  nieuwe  vluebt  ea  van  dor  vreeselgker 
veivolKing  der  Pioteatanten.  Uit  de  omstreken 
van  Ntmes  namen  duiienden  de  w^  naar  bet 
Cevennesgebergte,  om  er  de  godsdienstoefening 
voort  te  seCten,  en  in  1702  nam  de  oorlog  der 
Cifnisards  (lie  aldaar)  een  aanvang,  die  onoer  de 
vreeseljikal«  gruwelen  tot  1705  voortduurde.  Het 
Hof,  door  den  ^taaneehen  Sueoessie-Oorlog  be- 
dreigd, maakte  ten  «lotte  een  einde  aan  des 
(tqja,  aehonk  amnestie,  en  bemoeilnkte  de  Pro- 
testanten niet  langer  ia  het  heimelijk  voortietten 
der  godsdienitoefenlngen.  Fiankr^k  bad  meer 
dan  een-  millioen  van  lön  vlijtigste,  welvarend- 
ste en  bekwaamste  borgeis  verloren,  en  omstreeks 
2  millioeo  waren,  in  «püt  der  vervolgingen,  ge- 
iTOQw  gebleven  san  bnn  geloot, 

Be  inst,  die  de  Piotestanten  in  bet  daarop 
volgende  tiental  jaren  eenoten,  deed  vooral  in 
Provenea  en  Danphin^  Inn  aantal  aanmerkelijk 
toenemen.  Dientengevolge  eebter  liet  Lodtwjik 
XV,  op  aandrang  der  Jcinleten,  in  1724  «en 
gestreng  Edict  te^n  hen  uitvaardigen,  doch  de- 
ie  aiaatregri  was  in  strgd  met  den  geest  des  tijds. 
Ben  Ediet  van  1752  verklaarde  bet  huwelijk 
en  den  doop  der  Protestanten  onwettig  en  veror- 
dende, dat  deie  plechtigheden  door  een  R.-Eatho- 
lieken  geestelüke  moesten  geschieden.. De  emi- 
gratie, welke  hierdoor  qinienw  ontitond,  wekte 
echter  zelfs  bij  de  R,-Kathalieken  zooveel  weer- 
lin,  dst  genoemd  Ediet  ingetrokken  werd  en  de 
vervolging  ophield.  Beschaving  en  verlichting 
traden  voor  hen  in  bet  str^'dperk;  mannen  als 
Montêtifaieu  en  VótUnre  rieden  tot  verdraag- 
saamheid,  en  Lodtw^li  XVI  erkende  door  een 
Ediet  van  1TS7,  dat  echter  eerst  in  1789  uitge- 
vaardigd werd,  de  rechtsgeldigheid  Tan  het  du- 
weiijk  en  den  doop  der  Protestanten  en  hersielde 
hen  in  hnn  burgerlijke  reehten,  hoewel  ig  nog 
altijd  van  bet  bekleeden  van  openbare  ambten  en 
bedieningeD  bleven  uitgesloten.  Doch  hoewel  in 


1789  een  voorstel  tot  volkomen  emancipatie  der 
Protestanten  in  de  Nationale  Vergadering  ver- 
würpeD  werd,  namen  er  Piotestanten,  zelfs  Pro- 
testantsche  godadienstleeraars,  zitting,  terwijl  do 
Vergadering  in  1790  de  teruggave  beval  van  alle 
sedert  Lodtteyk  XIV  verbeurd  verklsarde  goede- 
ren der  Diet-R.-Satha1ieken.  De  „Code  Napo- 
léon" B^onk  aan  de  Pioteatanten  in  Frankrnk 
dezelfde  bnrgerlüke  en  «taalkundige  lecbtea  UB 
aan  de  B.-KathoIieken.  Ofaeboon  later  de  grond- 
wet, door  de  Bourbons  uitgevaardigd,  de  vrijheid 
van  den  Protestantsefaen  eeredienst  waarborgde 
en  den  Staat  zelfs  verplichtte  tot  bezoldiging  det 
leeraars,  werden  de  Protestanten  gedureBoe  de 
Restauratie  meermalen  verdrukt  en  vervolgd.  In 
de  inideiijke  provinciSn,  bepaaldelijk  in  het  de- 
partement dn  Oard,  veroorloolde  zich  het  ge- 
meen, aangriiitst  door  nltra-koningsgeiinden  ea 
dweepiieke  priesters,  'bloedige  uitspattingen  ten 
opziMite  der  Protestanten.  E^rat  ie  Jnli. omwente- 
ling van  18S0  bracht  hnn  volkomen  vrgbetd  ea 
deze  bleet  er  tot  heden  gehandhaafd. 

Litarotuur.-  Meaui,  Les  lattes  religieoeea  <n 
France  au  XVIe siècle  (Parijs  1882,  4dln.);  Piunw 
en  Sabatier,  Etudes  sur  la  révoeation  de  l'édit  de 
Nantes  (Pargs  1886);  Sander,  Die  Hogenotlen 
and  daa  Edikt  von  Nantes  [Breslan  1885);  O.  W. 
Baird,  Histor;  of  the  liie  of  ihe  Hngnenota 
(Londen  1880,  2  dln.);  dexelfde,  The  HngnenoU 
and  the  révoeation  of  the  Edict  of  Nantes  (Lon- 
den 1895,  2  dln.);  /.  W.  TAompao»,  The  wars  of 
leligion  in  France,  1559—1576  (Londen  1909). 

Hocenotenoorloran-  ^'*  Hitgenolett. 

Knacginm,  Wüliam,  een  Engelsch  sterre-  es 
natuurkundige  den  7den  F«^raari  1824  te  Lon- 
den geboren,  stichtte  in  1855  een  actronomisdi 
observatorium  tn  Tulae  Hill,  hield  sieh  heiig  met 
bet  waarnemen  van  dubbelsterren  en  planeten  en 
bepaalde  zich  aedert  1S62  bij  een  onderzoek  der 
hemellichamen  met  bebalp  aer  speet raalanalyse. 
Op  dit  gebied  beeft  bjj  veel  belangrgka  geleverd. 
Nadat  hg  de  spectra  van  26  aeheikandige  elemen. 
ten  bestudeerd  en  in  teekening  gebraeht  had, 
nam  hij  met  JffUsr  de  ^teetra  waar  van  meer  dan 
50  sterren  en  ve^eleek  die  met  de  spectra  van 
aardsebe  zelf  stand  igheden.  Vooral  stelde  hü  den 
gasvormiren  toestand  vaat  van  ondersdieiden 
nevelvlekken  en  merkte  op,  dat  zij  hootdiakelgk 
bestaan  uit  stikstof  en  waterstof.  I«ter  onder- 
soebt  hü  de  apectra  van  kometen,  maakte  ge- 
bruik van  de  spectraalanaljae  tot  bepaling  van 
de  eigen  beweging  det  sterren,  vestigde  igne 
aandacht  op  de  protuberaneen  en  poogde  de 
hoeveelheid  wannte  vaste  te  stellen,  die  van  de 
vaste  sterren  onze  aarde  bereikt.  Huggitu  over- 
leed den  12den  Met  1910  te  Londen.  Hij  schreef 
„^ectmm  anal;iis,  applied  to  the  heavenlv  ho- 
diee"  (1866),  „On  tbe  spectra  of  some  oi  the 
fixed  stare  and  nebnlae''  (1863—1868),  .JSir- 
tber  observations  on  tbe  spectra  of  some  of  tbe 
stars  and  n^ulae"  (1868).  „Atlas  of  represen- 
tative  stellar  spectra"  (1900),  „The  Rojal  Soeie- 
tj,  or  eeience  in  the  «tate  and  in  tbe  schools  (Lon- 
den 1906).  De  „Scientific  papers  of  8ir  William 
and  Ladv  Huggina"  verschenen  in  2  deelen  (Lon- 
den 1399— IW»). 

Bnrlisii  Thomat,  een  Engelsch  schrijver,  den 
20Bten  October  182S  te  Dtflngton  (Berksbire)  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


boren,  itndMrde  t«  Ozfard  en  wgdd»  lieh  te  Ids- 
eoln  't-Inn  us  de  itadie  d«T  rechtigeleeiiHieid. 
Sednt  1S48  wu  hq  aU  pleitbeiorgtr  weikiuun 
en  in  tan  vrve  uren  hi«la  hü  lieh  oeiig  iD«t  let- 
terkandigen  irbeid,  lehreet  ttrtikelt  voor  ,Jfags- 
line'e"  «n  ..Review'a"  «n  mukts  xieh  bekend 
door  „Tdid  BrDwn'i  c^ooldt^s"  {1856,  S  din.), 
een  leTendige  es  in  ukeren  iin  kluskke  schilde- 
tiog  van  het  leren  op  de  groote  koitteholen  in 
EngeUnd.  Zy  wenlen  zevolgd  door:  „Tom 
Brown  at  Oiford"  (1861).  Ook  Deubreel  by  iga 
to«iit«n  door  bet  weaten  tui  Eneeknd  in  „Scoa- 
ling  ot  the  ifhite  boise"  (ISSS).  Ns  de  ontbin- 
ding TiD  het  Perlenent  in  1865  «erd  hg  lid 
van  het  Uffeibni*,  wat  b^  tot  1874  bleef.  Hjj 
uhreef  in  dien  tqd:  „Alfred  the  Greot"  (1869) 
..The  old  Chnrch,  irhatt  «iall  we  do  wi*  it?'' 
(1878)  an  „The  muliDeea  of  Chmt"  (1879).  In 
1880  «lichtte  hg  in  den  Noord-Amerikaanaehan 
ataat  Tenneaaee  de  kolonie  Bngby,  die  eebter 
wegens  financieele  moeiljjkhedeo  weer  «^griieTen 
werd.  Later  verieheen  van  hem  „A  memoir  of 
Danill  He  Hillan"  (1882),  .J^ile  of  Bishop  Fra- 
•et"  (1887),  ,^Tingitone"  ^1889),  .JiOvola  and 
the  «dneationsJ  ejetem  ot  the  Jesnita"  (1892)  en 
„Vaeation  rambles"  (1895).  Hg  oveileed  den 
28sten  Maart  1696  te  Brighton. 

Hoffhas,  fia*üt  Sdmn,  de  nitTÏnder  van  den 
letterdrnktelegraaf  en  Tan  de  mikroFoon,  weid 
den  ISdea  Hei  1831  te  Londen  eeboren.  In  18S8 
Teitrok  hg  met  ign  onders  naai  Viiginia  en  weid 
leeds  in  1850  pioteMoi  in  de  mnxicE  aan  de  boo- 

gesebool  te  Barnditown  (Sentneky).  Tevens  legde 
g  lieh  toe  op  de  natunikunde,  legde  in  1853  lijn 
betrekking  neer  en  begaf  lieb  naai  Bowlinggreen 
om  ign  tgd  te  besteden  aan  het  TeiTtardigen 
Tan  een  nieaw  tekyiaattoeatel,  waardoor  men 
met  «en  «nkelTondigen  atroon  de  depêches  in  de- 
selfde lAtqneehe  ediiiftteekeu  ion  Kannen  ovei- 
'    ig  waren  opgetteld.  BQ  de  oploa- 


d«  (oeate)  in  een  Toltomen  oyereen  «temmen  de, 
gelgkmatig  snelle  beweging  té  biengen,  bet  tooi- 
naanute  betwaai.  Het  gelnkte  hem  ecètei  in 
1654  dit  te  boven  te  komen,  In  dat  jaar  deed  hg 
te  LonisTÏlle  ign  eersten  typend  rok  telegraaf  ver- 
vaatdiffdeD  en  in  1S55  ontving  hij  daarvan  oc- 
trooi. Weldra  ontstond  te  New-Yoik  een  maat- 
aduwy.  die  dit  toestel  in  gebmik  bracht.  Na 
1657  was  hg  een  jiaar  jaai  in  Engeland  om  ook 


relem^l 

dat  alle  intiéinationale  telMiammen  tleelit<  door 
middel  der  toettellen  van  Bugkêt  en  van  Jforee 
londen  verzonden  worden.  Later  vestigde  lich 
Hughe»  te  Londen  en  hield  er  lieh  heiig  met 
de  verbetering  van  de  telefoon.  Het  ondenoek 
van  WiUiam  Thonuon  over  de  verschillende  om- 
standigheden, die  tnvlbed  hebben  op  de  ver- 
meerdering  van  den  weerstand  der  geleiding, 
«pooide  HwheM  aan  tot  proefnemingen,  om  dien 
weerstand  door  middel  van  klank  trillingen  te 
verfterkea  en  deie  op  den  telefoon  over  te  bren- 
gra.  De  nitkomtt  dóer  proeren  wat  de  nftrin- 


ding  van  den  mikrofoon,  die  door  middel  van 
een  galvanische  batterg  en  van  een  telefoon  het 
zwakste  gelnid  waarneembaar  maakt  voor  'a 
mensehen  oor.  Hugket  overleed  den  22slen  Janna- 
ti   1900  te  Londen. 

HnrhM,  Charha  Evatu,  een  Ameiikaansch 
reohtsgeleerde,  den  llden  April  1862  te  Glen 
Fallg  (New-York)  geboren,  ale  zoon  van  een  on- 
bemiddeld predikant,  bezocht  de  Btown-n Diversi- 
teit te  New-York  en  onderscheidde  zich  door  aan- 
leg en  ^ver.  Om  de  middelen  vooi  z^n  reehta^- 
leerde  studiSn  te  vinden,  beeteedde  hg  zgn  vigen 
tgd  deels  aan  bet  geven  van  piivaaCIessea  in  wis- 
kunde en  Qrieksch,  deels  aan  kanlooiwerkiaara- 
heden  bg  den  rechter  Qleaton.  Vervolgens  be- 
zocht hg  de  Colombia  Law  School  en  verkreeg  er 
een  lectoraat  in  de  rechten,  werd  compagnoB  der 
advoeatenfirma  WaUer  S.  OarUr,  doch  aanvaaid- 
de,  nadat  hg  in  1888  gehnwd  waa,  in  1891  een 
l«ei»toel  in  de  rechten  aan  de  Cornell  Universi- 
teit, doch  spoedig  keerde  hg  weer  naar  de  firma 


leiden  van  een  oodeiioek  naai  gioote  schandalen 
in  de  xakenwereld  van  New-York  De  seherpsin- 
nigbeid,  onveieehrokkenheid  en  eerlgkbeid,  waar- 
van hg  bq  dit  onderzoek  blgk  gaf,  had  in  1906 
zgn  verkiezing  tot  gonveineui  'van  'New-York  ten 
gevolge.  In  1908  herkozen,  werd  hg  in  1910  be- 
noemd tot  rechter  in  bet  hoogste  gerechtshof  der 
Unie.  Hg  trok  ziob  thans  geheel  nit^het  openbare 
leven  temg,  en  trad  daarin  eerst  in  1916  weer 
op  den  vooiffTond,  toen  de  Rennblikeinsehe  nar- 
tg  hem  eandidaat  stelde  voor  net  presideatsniap 
der  Unie.  Onmiddell^k  nadat  de  parlüda{|  te 
Chieago  hem  als  eandidaat  der  Republikeinen 
had  benoemd,  nam  hg  sgn  ontslag  ala  rechter.  BQ 
de  verkiezing  in  NovenAer  1916  leed  hg  wel  de 
nedetlaag  tegenover  WÜKm,  maar  het  stemmen- 
verschil  waa  zdd  gering,  dat  aanvankelgk  Hugku 
de  meerderheid  «ebeen  behaald  t«  hebben. 

HncbM-talsfraaftowtal.  Zie  TeltgtatU. 

Bnd,  frma  JoMfk,  een  Zwitaeisch  natnnr- 
knndige,  den  23«(en  Jannari  1796  te  Orendien 
in  het  kanton  Solothnrn  geboien,  ontving  aldatir 
zgn  opleiding  en  atndeerde  4  jaar  te  Landahnt, 
waarna  hjj  eanigen  tjjd  te  Weenen  doorbraoht. 
Van  een  reis  dooi  het  anid-oosten  van  Duitseh- 
l&nd  en  door  Hongarge  in  zgn  geboorteplaats  te- 
roggekeeid,  stichtte  hg  het  kantonnaal  Oenoot- 
Be£^)  voor  Natnnrlgke  Historie  en  legde  er  den 
grondslag  voor  een  mneenm,  hetwelk  hg  in  1830 
afstond  aan  de  stad  Solothnrn.  Daarenboven  deed 
h^  er  in  1836  een  plantentnin  aanleggen.  Nadat 
hg  eenigen  tgd  de  betrekking  bad  bekleed  van 
direeteor  van  het  weeshuis  en  leeiaar  aan  de 
noimaalsebool  te  Solotbam,  werd  fajj  er  benoemd 
tot  leeraar  aan  het  Ijcenm,  doet  zgn  overiranr 
tot  bet  Proteatantisme  bezorgde  hem  i 


nam,  begterde  hg  zich,  waarnemingen  te  doen 
omtrent   de   gletachers,    terwgl    bij    teven*    het 

Cgnoatisdi  en  palaeontologiach  kabinet  te  So- 
lura  verrgkte.  In  het  bnitenland  maakte  hg 


ecber  nnd  itie  erratischen  BlScke"  (164S).  In  II 


DigilizedbyGoOglC 


deed  hg  een  weteiiMh&roelgke  i 


aDsiefat"  (T841),  „NatarbiiUiTiKtie  Alpen: 
(1830)  en  een  groot  unt»l  v«rhaiid<liiigen  in  de 
,J)enkKbrift«n  tu  het  Zwitieneb  NatnHiknn- 
dig  QeiMotMhBp.  Hij  «tetteed  te  Solothiun  den 
aSïten  Hei  18». 

Hnvo,  de  QrooU  af  de  Abt  — ,  grut  mh  Po- 
rf(  en  bertt^  tan  Fmteia,  een  loon  Tan  graal 
Roberl  van  rarijt,  wat  eedeit  928  de  machtigste 
beersefaer  in  Noord-Franirgk.  Na  d«D  dood  vaa 
ign  zwager,  koniiw  SuiMt,  stelde  hg  {936)  den 
Karoling  Lodewijt  IV  d'Oulrewier  aU  koning 
Mn  en  verkreeg  toot  zich  BoargoodiS.  Toen  Lo- 
deink  lieh  Ugtn  z|jn  toogdgietu^)  verzette 
hg  hem  in  MS  getangen;  keiler  Olto  I,  b.  . 
zwager,  legde  in  M6  den  twiit  bg.  Ook  na  Lorfe- 
tTfirt  dood  (B54)  maakte  hg  geen  aanipriak  op 
den  troOQ,  die  nu  aan  Lodat^'t  zoon  toikariut 
kwam.  Ungo  overleed  in  Jnni  956. 

Üugo  Coftl,  de  itiehter  van  het  Ga'pelingteke 
Haia,  gr>ai  nn  Par^t  en  hertog  rnn  froneia 
{95&-— 996).  wai  een  zoon  van  d«n  voorgaandi 
Toen  Lolharitu  in  986  door  den  kinderlooien  Lo- 
dewi}k  V  opgevolgd  werd,  en  iete  oog  in  hetzelf- 
de jaar  overleed,  liet  Hugo  zich  te  8enli«  door  de 
i^kagrooten  tot  koning  uitroepen  en  den  3den 
Jali  987  te  Reima  kronen.  Wel  waa  er  nog  een 
broeder  van  Lotkariti»,  Karel,  over;  deze  waa  ech- 
ter een  Dnitioh  vaaal,  daar  OUo  II  hem  met  Ne- 
der-Lotharingen  beleend  bad.  Kard  viroveide 
Iiton  éa  Retma,  werd  hier  echter  door  f/Kjro  be- 
legerd, tot  ovei^ve  gedwong»  en  overleed  in 
gevangeniehap  in  991.  JTorefi  »nen  maakten 
geen  aanspraak  op  den  Franaeben  troon.  Hugo, 
die  AqniianiS  verloor,  overleed  den  24iten  Oeto- 
bei  996. 

Bnso,  koning  van  lUÜB  (926—947),  wat  van 
RaioJingKhe  afkomst,  drong  lieh  all  koning  op 
van  Ned er-Bon rgond tl,  in  de  plsftta  van  zgn  neef 
Lodev^k  lil,  en  nam  in  925  ook  diena  aanspra- 
ken over  Dp  lulil  tegen  Rudott  II  van  Opper- 
BourgondiS.  Tot  koning  gekroowl  (926).  verzoen- 
de hg  lieh  met  RudoU,  wten  hg  in  929  Neder- 
BonrgondiB,  in  rail  voor  Italil,  afstond,  fig 
trachtte  nu  (932)  door  een  bnwelgk  met  Jforonia, 
dochter  van  Tkeodora,  Rome  en  de  keiieiakroon 
te  verkrijgen,  maar  hg  werd  door  iforona's  loon 
Alberiek  11  verjaagd.  Te^en  zgn  be^tanr  verhief 
zich  in  945  de  L«nbardiatA«  adel  onder  Berm- 
^oHuf  fl  van  Ivrea  en  riep  Otlo  l  te  halp, 
voor  wien  H««  vlnehtte.  Hg  overleed  te  Arles 
!n  947. 

Haro,  Hermataiue,  «en  Znid-Nederlandaeh  let- 
lerknndige,  den  9den  Hei  1586  te  Brussel  ge- 
boren, atadeerde  te  Lenren  en  verwierf  er  den 
graad  van  meester  in  de  vrije  kantten,  bepaalde 
zich  vervolgen*  bjj  d«  go^leerdheid,  begaf  lieb 
in  1605  in  de  Orde  der  JezuTeten  en  onderwee* 
gedurende  5  jaar  de  taal,  diebtknnat  en  weispre- 
kendbeid  te  Antwerpen.  Nadat  bg  in  1613  de 
priesterwgding  ontvangen  had,   was  hg  6  of  7 

Ciar  prefect  der  klasten  te  Brussel,  werd  toen 
iechtvader  van  Pküife  «on  Aremberg,  beer  oom 
Aeriekot,  vergezelde  Oeien  naar  Spanje  en  werd 
na  zgn  terugkeer  benoemd  tot  biecntvader  en  aal- 
moeienier  van  AnArotio  Spwofo.  fig  stond  dezen 


ter  igde  is  vendiillende  Moedige  gev«efataB  en 
legde  daarbg  een  be wosderens waard  igen  moed 
aan  den  dag.  Toen  de  pest  in  bet  leger  uitbrak, 
lorgda  hg  voor  de  zieke  soldaten,  tengevolge 
waarvan  hg  zelf  den  Uden  S^t«ml>er  1629  ua 
deie  ziekt«  bezweek.  Van  iga  werken  vermelden 
wg:  „De  prima  acrihendi  origine  «t  noiveraa  lei 
literariae  BDtiqnitate"  (1617),  ook  ia  bet  Franieh 
vertaald.  „D«  vera  tide  eapesaenda  contra  Baltba- 
sarum  HeiiDemiD  InUtenumm  et  Henrienm  Bian- 
dinm  calviniitam  etc."  (1620),  „Pia  desideiïa" 
(1624  en  later  bg  herhaliiur),  ook  in  het  Praaaeb. 
NederUndseh,  Spaan  acb,  Eneelsdi,  Ho(^Ditsefa 
en  llaliaansoh,  „Obsidio  Bcedana"  (1626),  even- 
eens in  veFGchilIende  talen  over«iet,  ,J>e  nilitia 
equeatri  antiqua  et  nova"  (1630),  „Viu  P.  Caroli 
^nolae"  (1630)  en  ,,Vita  Joanaii  Berehmanni 
etc."  (1630).  Ooit  heelt  hg  eenige  handiehrifteD, 
waaronder  „Hiitoria  Rraiellae"  In  8  dceleo  sa- 
ge laten . 

Huo,  Qiulat,  een  Duitteh  jnriat,  den  23«ten 
November  1764  te  Llnaeh  in  Bad«n  geboren, 
ontving  lijn  opleiding  te  Hontbéliard  en  te  Karla- 
rnbe,  stadeerde  te  Gfittingeu  in  de  rechten,  de 
wgtbegeerte  en  de  gesebiedenis  en  werd  in  1786 
de  leermeester  van  den  eifprina  LeofM  Fried- 
riek  froBi  voH  Deutm.  Èa  verwierf  gtooten 
roem  door  de  uitgave  der  „riagmenta"  van  ül- 
vianta  in  1788,  werd  in  dat  jaar  bnittng«woon. 
in  1792  gewoon  boogleeraar  in  de  rechten  aan 
de  hmgesehool  te  OSttingen,  verkreeg  daarna 
den  titel  van  „Geheimer  Jnstisrsth"  en  overleed 
dea  ISden  September  1844.  De  beoefenaars  van 
het  RomeinadU  recht  ibn  aan  hem,  Haihold  en 
Savigng  veel  verschuldigd.  ZJ^  hoofdwerk  Jt 
„Lebrbueb  einet  eiviliatiKhen  Sniins"  (1792 — 
1821,  7  iHn.).  Verder  lehreet  hg:  „Civilistisehes 
Magazin"  (1814—1887,  6  dln.),  en  „Beitrige  zor 
eivilietiie&en  Bfleberkenntnis  der  l«tzt«o  40 
Jahre"  (1828—1845,  3  dln.). 

Hnro,  Vielor  Mant,  een  Franicb  dichter  en 
iroiatehrgver,  werd  te  Beaaofon  geboren,  waar 
lijn  vader,  toen  kolonel,  later  generaal,  in  gat- 
mioen  lag,  den  26«ten  Febnari  1802  en  bracht 
zgn  kindsheid  gedeeltelgk  door  bü  ign  moeder 
Sovkie  Tribueket  in  een  nonnenklooiter  te  Parijs, 
gedeeltelgk  in  ItaliB  en  Spanje  bg  zgn  vader, 
die  hem  voor  den  militairen  «tand  b«Bt«mde.  Ter- 
wgl  d«  knaap  zich  toelegde  q>  de  wiskunde,  ont- 
waakte tgo  aichterlgke  geest.  Reeds  in  1817  dong 
bg  naar  den  AeademiscEen  nriis  met  het  gedicht 
,Xes  avantagn  de  rttnde' ,  arew  een  oervolle 
vermelding  en  ontving  van  zgn  vader  de  veina- 
ning  om  de  militaire  loopbaan  nut  de  letterkoB- 
dige  t«  verwiaaelen.  In  de  jaren  1819  tot  1821 
verwierf  hg  bg  de  Aeadtoiie  des  jeni  floranz  te 
Toulonw  telkens  den  prgs  met  de  oden:  ,Jjes 
viergea  de  Verdaa".  ,Jje  rétabliasement  de  la 
ilstue  de  Beuri  IV",  en  „MoTse  *nr  Ie  Ni]". 
Spoedig  daarop  zagen  tgo  „Odes"  (1821),  het 
licht,  die,  klaaaiek  van  vorm,  romantitdi  vaa 
richting,  godsdienstig;  en  koningtgezind  van 
kleur,  door  bnn  welluidebden  toon  een  diepen  in- 
druk maakten.  Hg  verwierf  daardoor  de  gnntt 
koniogsgetinde  partij,  en  Lodev^k  XVllI 
schonk  hem  een  jaargeld.  Onwil  lek  eoring  echter 
gerukte  hü  ia  den  liberalen  stroom;  zgn  „Odei 
et   ballades"   (1826)   gaven   daarvan   getuigenis. 


DigilizedbyGoOglC 


Ook  nam  hg  «tulKid  van  de  klanieke  totiimd 
ea  lietd  de  romanB  „Han  d'IiUnde"  (4  dln.,  1823) 
en  „Bus  Jsigal"  {182fl)  in  het  liebt  Tcwrfi^neii. 


rliJkT 


n  de  kluiieke  rientini 


Ü  de  QJtKBTe  T«n  ign  dmu  „Cromweü"  (1&27] 
lerwgl  by  ia  de  voorrede  tid  dit  «tok  de  Msthe- 
tÏKbe  theorie  dei  nieuwe  richting  ontwikkelde. 
Nui  i|jn  inzteB  moest  het  drftina  geboren  war- 
den nit  een  Tereeniging  tan  het  Terberene  met 
het  groteske  en  den  stempel  dragen  van  ooien 
t^d.  „Cromwell"  wm  niet  ïoor  het  tooneel  be- 
Btcrod,  doch  oodervond  als  letterkundig  Toort- 
hieugael  Teler  afkeuring. 

In  1828  gaf  Vielor  Hugo  een  nieawen  bundel 
oden,  .,L«B  Orientolee",  in  bet  lieht  en  bewees 
daardoor  zgn  meeBtersehap  OTer  taal  «n  maat.  Zg 
werden  doot  «Momigen  hemelhoog  verhefen,  ter- 
wnl  anderen  betnigden,  dat  de  opgesdiroelde 
khnkklank  skchts  diende  om  de  armoede  aan 
denkbeelden  en  bet  gemis  van  alle  geToel  te  be- 
dekken. De  bewondeiaari  des  diefat«ri  terlang- 
den  iets  deigetQki  Toor  het  tooneel,  en  deie 
scbreet  bet  dtama  .Jlarion  Delorme",  dat  door 
de  eensnnr  verboden  werd,  terwgl  de  Acadtaiie 
selfe  den  bgatand  dee  koninss  inriqi,  om  de  op- 
voering van  „Hernani"  Ie  beletten.  Dit  laatste 
w«rd  niettemin  den  26sUn  Februari  1830  in  het 
Théitie  Franfais  ten  tooneele  gefaraeht,  en  de 
tooi-  en  tegenstanden  der  nienwe  riofating  wer- 
den  handgemeen  bö  die  gelegenheid.  De  eersten 
behaalden  echter  de  overwinning  en  „Hernani" 
handhaafde  ffednrende  10  jaar  een  «eievlaata  in 
den  Fianschen  sehoawbnrg.  „Harion  Deloime" 
modit  eindelgk  in  1861  woiden  opgeroeid,  doeh 
beantwooidde  niet  aan  de  overspannen  verwach- 
tingen. Daarentegen  weid  het  drama:  „Le  roi 
s'amase"  (1832)  na  de  eerste  opvoeriog  van  Re- 
geeringswege  verboden.  Daarop  volgden;  „Ln- 
crèce  Borgia"  en  „Marie  TndoP'  (1^).  „Ange- 
lo"  (1835),  „Rny  Bias"  (1838),  „Lea  Burgraves" 
(1843),  de  gesebiedknudige  roman  ,J4otre-Dame 
de  Paris"  (1331)  de  dichtbundels:  .  jenilles  d'an- 
tomne"  (I8SI),  ,Xei  cbants  du  erépaeeDle"  (1885), 
„Tois  intfnenret"  (IS3T)  en  „L^  rayons  et  les 
ombres"  (1840).  Onder  de  proiaechriften  bekleedt 
.Jïotre-Darae  de  Pari»",  onder  iga  dichtbundels 
de  „Feuilles  d'antomne"  met  de  „Voix  inttrieu- 
i«e"  de  eereplaats.  Z|jn  populariteit  beioigde  hem 
ia  1841  een  setel  in  de  Académie  Francaise  en 
Lodewik  Pküifi  verleende  b«m  in  1645  de  waar- 
digheid van  paii.  Na  d«  Febiuari-iHDwniteling 
(1848)  werd  tig  te  PaiQe  algevaaidigd  naat  d« 
CoDsütneerende  Teigadeiing  en  behoorde  er  eer 
tot  de  monarchale  rechter-,  dan  tot  de  demoerati- 
sebe  linkenljde.  Toen  hg  vervolgeoB  lid  werd  van 
bet  Wetgevend  Lidiaam,  veranderde  h^  ptotseling 
van  ririitinK  en  schaarde  sich  weldra  onder  de 
vurigste  redenaars  van  de  aiterite  tinkeragde.  B3 
den  staatsgreep  van  d«a  2den  December  ISS) 
weid  hji  oj  de  proteiiptielqat  geplaatst,  loodat 
hg  met  ^n  geiia  eeret  naar  Belgit,  v«rvol- 
geiM  naar  Jersey  en  eindelgk  naarOnerneseT  trok 
en  aldaar  bleef,  hoewel  de  amnestie  van  1859  hem 
veroorloofde  naat  Frank rqk  temg  te  keeren. 
Znn  „Napoléon  le  jwtil"  en  ign  dichtbundel 
„Let  ebltiments",  die  in  18BS  te  Bmsiel  uit- 
kwamen en  van  ataatskundigen  hartstocht  getui- 
gen, weiden  in  FrankiQk  verboden.  Daarna  ver- 


seheneni  „OenvKs  oratoires"  (1852),  „Lei  eon- 
tempjalions"  (2  dln.,  1856),  „La  legende  des 
sièeles",  een  ignei  voornaamste  werken  (1859 — 
1888,  4  dln.),  het  zeer  popnlaiie  „Les  mi«érables" 
(40  dln.,  1862),  „William  Shak^eare"  (1864), 
„Lee  cbanaons  des  rues  et  des  bois  (1865),  „Les 
travailknis  de  la  mer"  {3  dln.,  1866)  en  „L'hom- 
me  qui  rit"  (4  dln.,  1869). 

Oedutende  de  gioote  tentoon  stelling  te  Pargi 
in  1867  werd  ign  drama  „Hernani",  dat  velen 
reeds  vergeten  waanden,  gedurende  4  maanden 
eiken  avond  in  bet  Théttie  Fiaufais  ingevoeld. 
To«n  ten  gevolge  der  gebenrtenisten  bq  Sedan 
in  Septemoer  1870  het  tweede  Keizerigk  in 
FrankrÖk  bezweken  was,  becaf  PieJor  Huffo  zich 
nsar  het  bedreigde  Pargs.  Ook  hg  was  met  vele 
kortzi^tigen  dwaas  genoeg  om  te  denken,  dat 
Pruisen  «nkel  streed  legen  Napr^éon  UI  en  na 
den  val  van  dezen  aanstonds  zon  teingtrdkeB. 
Hg  deed  dan  ook  in  „Le  Raf^wl"  van  12  Septem- 
ber een  krachtige  proclamatie  versehgnen,  waarin 
hg  de  Duitsebers  opriep  om  af  te  zien  van  een 
belegering  van  Pargt.  dat  hg  de  stad  der  steden 
noemde;  iH  had  ewtei  geen  gevolg..  Geduienda 
bet  beleg  der  stad  behoorde  hg,  loodcr  evenwel 
lechtetreeks  aan  de  commaaistiache  beweging 
deel  te  nemen,  tot  de  tegenstanders  van  het  Voor- 
loopig  Bewind.  Na  de  veroveriog  der  stad  werd 


zgn  mandaat  neder  gedorende  een  onitnimiga 
vergadering,  waarin  de  wettigheid  der  benoeming 
van  Otiribiddi  betwist  werd.  Daarna  vestigde  hg 
zich  te  Arcachon,  waar  hij  zgn  oudsten  zoon  Okar. 
Ui  VietoT  Hugo  door  den  dood  verloor.  Niet  lang 
daarna,  bij  liet  nilbarstee  van  den  mitand  te 
Parns,  vertrok  hj]  naar  Brussel,  waai  ng  fn  een 
brie!  aan  den  redaeteni  der  „Ind^iendanee  beige" 
van  den  26gten  Hei  1871  zich  tot  verdediger  op- 
wierp van  de  Commune  te  Paigs  en  een  faevigen 
aanval  deed  op  het  Belgisch  ministerie  wegens 
zgn  weigering  om  aan  de  voortvlnchtige  opatan- 
delingen  een  schuilplaats  te  verleenen.  Tot  in 
NoTMitber  van  dat  jaar  toefde  hg  voorts  op  Jer- 
sey, doch  verliet  toen  dit  eiland,  om  in  per- 
soon bjj  Thiert  genade  te  vragen  voor  de  veroor- 
deelde Communisten.  Tevena  plaatete  hf  in  „La 
Raffel"  een  republikeinsch  manifest,  waarin  hff 
op  «en  wedergeboorte  van  Frankrgk  aandrong, 
nog  minder,  looale.  hg  betuigde,  om  Fraakru 
leli  dan  om  de  wereld,  iaaondeihekl  om  Doitadi- 
land,  daar  Frankrijk  het  lieht  der  wereld  is  het- 
welk dooi  Dnitschland  nitgeblazen  werd.  Bg  de 
veikieringen  van  1S72  waa  njj  eandidaat  voor  Pa- 

a's,  doch  kon  de  meerderheid  niet  verkritoen. 
lar  al  was  ook  ign  itaatknndige  rol  nitge- 
apeeld,  hij  liet  niet  na  bg  voorkomende  gelegen- 
heid over  den  polJtieken  toestand  van  Frankrgk 
te  spreken,  zooals  bgv.  in  April  1875  fajj  de  be- 
grafenis van  BdgarQuingt.  Den  ZOsten  Februari 
1876  werd  hg  benoemd  tot  Senator  der  Republiek 
en  sprak  als  zoodanig  den  Iftden  Mei  1^7  een 
krachtige  redevoering  nit  tot  beitrgding  van  den 
ultramontaanscben  staatsgreep.  Het  groots  eer- 
bewgzen  vterd  hH  overladen,  toen  den  25iten  Fe- 
brnari  1880  in  het  ThéAtie  Franpiia  het  halve 
eeuwfeest  werd  gevierd  dei  eeiste  opvoering  van 
„Heiuant",  akmed»  den  26sten  Febmari   1882, 


DigilizedbyGoOglC 


S38 


HUQO— HDOO  VON  TRIHBEBO. 


toen    een  ^roote   Tolktdemonitiatie   bHn  inUds 
brubt  (^  iqn  tftehtigBten  Tcrjunlag. 

Nft  inn  terugkeet  t«  Fsryg  vetuheDen  faa 
Item:  .Ji'uDëe  terrible"  (1872),  ..QuiterTiDgt- 
tieiie"  (3  dln.,  1S74),  ,Jf«t  fiU''  (1874),  „Ael«( 
et  paroles  aTint  1'ezil,  1841—1651"  (1875),  „Ac- 
U(  «t  parolM  pendant  I'ciit,  1852— 1870"  (3  óln.' 
1875—1876),  bet  beroemde  ,Jj'art  d'êtte  gnnd- 
pète"  (1877),  .Jj'biïtoiie  d'on  erine,  d^positions 


D  Umoin"  (1877),  die  in  één  jur  65-inul  se- 
orakt  werd,  „Le  fwps"  (1878),  „Actes  et  patotes 
depnii  1'eiil,  1870^1876"  (1877)  en  „La  piti« 


■aprème"  (1879).  Hjj  overleed  te  Parus  den  22ateD 
Vei  1885,  en  ijjn  atoffelp  overichot  werd  met 
groote  plechtigheid  in  het  PiDthëan  bggeiet.  Na 
tqn  dood  Teracfaenen  nog,  onder  toelicht  Ttn 
Paul  Mturiee,  „Oenvrei  iniditea"  (1886),  „ThU- 
in  en  liberté"  {1886),  „Toote  la  Ijre"  (2  din., 
1889),  „Dien"  (gedicht,  1891).  ,^lpei  e(  Pjré- 
néei;  Fraaca  et  Belgiqoe"  (reiien,  1890—1892), 
,JiM  anntea  iDDMtei"  te>ïdichten,  1898),  „Cor- 
rewondanee"  (18&S— 1S98,  2  dln.),  „ChoMi 
Toet"  {1897—1900,  3  dln.),  ,J«ttre  k  ta  lias- 
eée"  (1901),  „Poat^Seiiptom  de  ma  Tic"  (1901), 
en  „Deniitre  gerbe"  (f^idit,  1902).  Den  2eiteD 
Febinari  1902  werd  ign  honderdate  ceboortedag 
van  tegeeringaw^e  op  leer  laiaterrjjae  wgw  t« 
Parjji  gevierd.  Ëen  voUedise  Tenameling  Tas 
■nn  werken  TcTieheen  ia  1^0—1889  (48  dln.), 
en  1889  eni.  <70  dln.). 

Fiefor  ü%go  bekleedde  ala  bet  hoofd  der  to- 
mantiicbe  icnoal  een  bqiondHe  plaata  op  het 
gebied  der  Fraiache  letteiknnde.  Hg  heeft  toot 
goed  gebioken  met  de  letterkundiae  traditie,  die 
tan  de  klaHieke  Toorbeelden  nog  ueefata  de  niter- 
Ijjka  Tonnen  bcMt,  en  daarTOor  de  Trge  keu» 
der  atol  en  de  ongehinderde  beweging  Tan  den 
geeit  in  de  plaata  geitald,  wawdoor  Sjj  aan  de 
frantehe  dichtkunst  nienwe  kra^t  en  ni«nw 
leTen  «chonk.  Daarbn  wai  hg  een  meeiter  OTer 
de  taal,  «wals  Bleehtt  wainigen.  De  bierdoor 
verkreMn  Tröbeid  werd  intosicEen  door  qjn  min- 
der talentTolle  naToleen  niet  itlden  miabruikt 
Ook  Talt  niet  te  ontkennen,  dat  men,  Tooral  fa 
ign 'proiaaehriften.  Taak  holle  klankao  Tindt,  die 
lugenoeg  niet*  beteekenen,  terwgl  men  den  Tin- 
dingrgken  aatenr  bewondert,  di«  in  loo  vele  woor- 
den MO  weinig  weet  te  i^gen.  Van  den  anderen 
kant  trett  men  onder  lun  g» 
die  wel  ateedi  tot  de  jnweeW  loUen  behooren 
van  de  Fraatdw  poBxie. 

Zie  Toorta:  P.  Bmtdoit,  Vidoi  Hago;  »  >ni 
see  oennM  (1886,  Ode  druk  1907);  E.  Diifm,  Vis- 
tor Hnso.  rhomme  et  le  poète  (1886);  J.  ClaretU, 
Victor  Hugo,  «onTenira  intimea  (1902);  F.  Bru- 
Mlière,  Victor  Hngo  (1908). 

Twee  broeders  Tsn  Viclor  Hngo  hebben  lich 
«Teneena  ala  letterkundigen  bekend  gemaakt. 

Hnoo,  Eugène,  in  1800  geboren,  en  overleden 
in  1887,  Terroardigde  een  aantal  gedichten;  en 
Jule*  Abel  H*go,  overleden  in  1855,  schreef: 
„Hieloire  de  la  eampagne  d'Bapagne  en  1823"  (2 
dia..  1824),  en  „Hiatoire  de  r«nperenr  Napoléon" 
(1833). 

Hnpo,  CharUt  Vielor,  een  loon  Tan  Vielor, 
den  2den  Noven^er  1826  te  Pargs  jieboren,  ont- 
ving met  ign  broeder  ton  opleiding  aan  bet 
Ljeée  Charlemagne  en  beiden  treden  na  de  Fe- 


bmari-omwenteling  op  als  daghUdscbi^vcra. 
Charlet  was  gedurende  korten  tga  secretaris  van 
de  Lamartine  en  tot  1851  medewerker  aan  het 
dagblad  ,Jj'ËTén«ment",  dat  door  ign  vader  ge- 
redigeerd werd.  Wegens  artikelen,  waarin  bg  de 
doodstraf  beatreed,  werd  hjj  tot  een  gevangenia- 
strat  Tan  2  maanden  veroordeeld.  Na  den  staats- 
greep Tan  1852,  werd  hg  loowel  als  sgn  broeder, 
Terbannen.  Ckarieê  schreef:  „Le  cochon  de  Saint- 
Antoine  (3  dia.,  1857),  „La  B<^ème  dorée"  [2 
dln.,  1859),  „La  chaise  de  païlle"  (1859)  en  „Doe 
familie  tiagioue"  (1860)  terwjjl  hg  bet  drama 
,rLei  miaérablea",  aan  den  roman  igna  Tsdera 
ontleend,  en  bet  blgniel  „Je  tous  aime"  (1861) 
te  Brnaael  ten  tooncele  braehL  In  1869  slichtte 
hg  met  iqn  broeder  bet  ui  tra-democratisch  das- 
bUd  „Le  Rappel",  dat  in  1871  geschorst  werd. 
Toen  hg  den  16den  Maart  van  laatstvermeld  jaar 
een  beioek  wilde  brengen  aan  ijjn  vader  te  Area- 
chon,  werd  h^  door  een  beroerte  getroffen  en 
dood  in  bet  rgtaig  gevonden,  dat  hem  van  het 
spoorwegstation  naar  de  plütt  xijner  beatwa- 
ming  lov  brengen. 

augo,  Franfou  Vielor,  een  broeder  van  den 
Toorgauide,  den  22aten  Octttber  1828  geboren, 
schreef:  ,JLlle  de  Jersej"  (1857)  en  ,!SoaneU 
de  Shakspeare"  en  een  vertaling  van  al  de  wer- 
ken TSB  dien  Engelscben  dichter  (1860—1864, 
13  dln.)  Het  Hetme*  deed  bg  het  geachonte  dag- 
blad „Le  Üappel"  weder  in  liet  licht  'versehg- 
nen.  Hit  overleed  den  SSaten  December  1873. 

Bnso  vao  Ut.  Vlotor,  een  mjsticoe  en 
seholaatiseh  wnsgeer,  werd  is  bet  laatst  van  de 
11de  eenw  geboren  en  trad  in  II  IS  in  hetklooeter 
St.  Victor  bg  Parga,  werd  daar  leeraar  aan  de 
beroemde  klooaterMhool  en  overleed  in  1141. 
Zjin  mjatieke  geachriltan  ijin  ,J)e  arca  Not  mo- 
raii",  „De  arca  NoC  mjstie»'',  ,J>«  vaniUte  mnn- 
di"  en  ,^1iloquiiHn  de  arrha  animae";  meer 
scholastiek  getint  ia  sgn  geschrift  „De  aaera- 
mentia  ehriatianae  fidei".  Z^n  theologische  opvat- 
tingen i|jn  neerselegd  in  iqn  „Summa  aententia- 
mm",  indien  althaaa  sgn  auteurschap  biervan 
vasletaat,  waaraan  getwgleld  wordt.  Verder 
schreef  hg:  „De  eraditione  didaacalica",  waarin 
hg  een  overiicht  geeft  van  alles  wat  in  lön  tgd 
all  wetenstvaardig  gold,  benevens  een  inleiding 
op  den  Bgbel.  Zgn  werken  ign  nitKegeven  in 
1648  (3  dlo.)  en  vormoD  deel  175—177  van  de 
Pstrologia  latina  van  Migne. 

Hnro  Ton  TrlmlMrjri  '^  Dnitach  dich- 
ter, in  de  eerste  helft  der  iSde  eeuw  in  het  dorp 
Trimberg,  niet  ver  van  Wfiriburg,  geboren,  werd 
in  1260  benoemd  tot  magiat«r  en  rector  eener 
aehool  in  een  voorstad  van  Bamberg.  Hg  heeft 
lieh  vooral  bekend  gemaakt  door  het  vervaardi- 
gen van  den  „Kenner",  een  leerdicht,  hetwelk  hg 

13O0  voltooide.  H«t  bevat  een  aebets  der  ie- 
_  j  van  die  degen  en  vooral  een  beriaping  van  de 
toen  hecTsehende  gebreken.  Dit  gedicht  onder- 
sebeidt  lich  door  vele  voorbeelden,  ^Igkeniases, 
fabels  en  verhalen  en  geeft  getnigenia,  dat  Bug» 
groole  belezenheid^  en  toen  reeds  faeencba^ 
pii  over  de  Dnitaehe  taal  beiat.  De  „Renner"  ia 
in  bet  licht  gegeven  door  bet  Hiatoristb  Qenoot- 
Bohap  te  Bamberg  in  3  stukken  (18S9 — 18S6. 
nienwe  druk  1901).  Ook  is  dit  leerdicht  in  1649 
(maat  niet  door  StboMtian  Bromt)  in  Protectuit- 


DigilizedbyGoOglC 


HDOO  TON  TRDIBERO—  HmD. 


eeban  gecat  omeewtrkt.  Andere  werken  Ttn  Hu- 
go,  wokls  de  i^mnei"  (Simmki),  ign  Terlorea 

gCgUQ. 


'trieht  geboren,  werd  leedi  i^  ijjn  17de  iau  tot 
tweeden  luiteiwDt  der  «rtiUerie  benoemt^  wur- 
na  hg  lieb  op  de  krjjgBweteiiKb^)  toelegde.  Is 
1782  tiracbt  hij  d«  TestiDgen  VlUiiogen  en  Veere 
onder  gen  e  rul -majoor  Do//  in  etaat  van  Teidedï- 
ring,  in  1787  werd  hü  OTergeplutst  ale  adja- 
4ant  en  controleur  vao  den  tekltrein  in  bet  kamp 
van  Zeilt,  ooder  de  berelen  Tan  laitenant-koIoDel 
Oerhad»,  ontfing  in  hetielfde  jaar  dea  rang  Tan 
kapitein  en  wat  in  1739  belast  met  de  opricliting 
eener  artillerie-  en  genieichool  te  Breda.  In 
1708  kwam  hg  aan  liet  hoofd  e«ner  eolI^)agnie 
Tin  bet  korpa  radende  artillerie  en  in  17M  wii 
bg  te  Amertfoort  onder  generaal  Parmiieini  di 
Capelli  werkzaam  aan  de  Teraterking  der  Greb- 
belinie.  Verder  voerde  4ig  liet  bevel  over  de 
artillerie  in  de  veiting  Naarden,  welke  hij  eerat 
na  berhaalde  iwveleo  van  iiet  nienwe  Bewind 
aan  de  Franichen  overnl.  Ale  aanhanger  Tan 
bet  Huil  Oranje  nam  bg  in  1795  ign  ootilag  en 
y«aligde  lieh  met  ig»  echtgenoot  en  5  kinderen 
te  Brnniwgk.  Nadat  bjj  een  aanbod  Tan  Rniland 
fa^ad  algewcwD.  kwam  h|j  na  een  examen,  door 
R«neraai  TemfieihtiN  afgenomen,  als  kapitein  in 
Pniiaiiehen  dienst;  in  1797  werd  hij  benoemd  tot 
eommandant  eener  compwnie  rgdsade  artillerie 
te  KeniDgabergen,  waar  Eem  tevens  liet  onder- 
was der  otlicieren  van  ign  regiment  opgedragan 
werd.  Id  weerwil  van  ign  Ulr|jke  beiigfieden 
bleef  bij  lieb  aan  de  wieknnde  wgden,  zoodat  in 
i°<^*)  ign  ,JlathematiKbe  BeitrftÈe  mr  weitern 

KiMnKff   ■na>*)wi(r]i>r    (ïpririuihir''    in    li>t   Il^ht 


dedïging  te  brengen.  Ook  werd  hg  naar  Qran- 
deni  geionden  om  de  artillerie  mobiel  te  msJten 
«D  het  bevel  OTer  een  divisie  van  dat  wapen  op 
aieh  te  nemen,  waarmede  fag  in  1806  bg  liet  korps 
van  den  Rnsiisehen  generaal  Btmnigttn  gevoegd 
werd  en  de  veldilaj^en  van  Pnltuek,  Altenstein  en 
Prnisiicb  Ejlan  bywoonde.  Na  liet  sloiten  van 
den  Trede  van  Tïliit  vroeg  hg  om  redenen  Tan 
geioodheid  onUlag  en  in  Sefttember  1807  keerde 
ng  met  ijjn  gezin  naar  bet  Taderland  terug.  Daar 
werd  hg  aangecteM  tot  chef  Tin  de  4de  divisie 
van  bet  departement  van  Oorlog,  weid  üd  Tin 
het  eentraal  comité  der  artillerie  en  genie  en  na 
d«  {olgving  Tan  ons  land  in  FraBkrgk  laïtenant- 
koland.  Bg  den  ommekeer  Tan  saken  in  1813 
bevond  hü  lieh  te  St.  Omer,  doch  Troeg  aan- 
stonds tgn  ontslag  en  keerde  naar  Nec^ilaod- 
teraff,  waai  hg  geplaatst  werd  als  luit«nant-ko- 
loncd  en  kort  daarna  opklom  tot  kolonel  en  in- 

rtenr  der  Belgische  artillerie  en  directenr  Tan 
3de  divisie  van  het  ministerie  Tan  Oorlog. 
Gedurende  den  veldtocht  van  181G  vooriag  hg 
bet  Iwer  van  materieel  en  bg  do  vereenigins  Tan 
Noaro-  en  Zuid -Nederland  organiseerde  hg*  de 
stapel,  en  construetiemagaiyMn  te  Antwerpen, 
waarna  hem  in  1816  het  beatnnr  van  de  getenat- 
gietern  te  Lnik  werd  toevertrouwd.  Toen  hg  in 
l8S0  deze  itad  moeat  T«rlat«n,  werd  hg  directeur 
der  militaire  magugnen  te  Delft  ea  ook  daar 


zorgde  by  voor  de  oprichting  eener  nMTgieterö 
om  in  de  eente  beboetten  der  artillerie  te  Toor- 
lien.  In  1833  werd  bg  gepensionneerd  als  geoe- 
raal-majoor  en  vestigde  hg  zich  te  Ngmegen, 
waar  hn  den  7den  Naven>ber  van  dat  jaar  over- 
leed. Van  ign  geschriften  vermelden  wg  nog: 
„Eiamen  de  la  wlntion  da  prohlème  de  la  pres- 
lion  d'un  corps  eiereée  sur  trois  ou  plusieurt  ap- 
puis"  (1811),  „Verhaodeling  over  de  rieoehet- 
echoten"  (1818),  „VerbaDdeling  over  bel  gebruik 
van  gloeiende  kogels"  (1816),  „Verhandeling  over 
de  ontwikkeling  van  eenige  trigunometriaefae 
reeksen"  (1823),  „Verhandeling  over  bet  Neder- 
landedie  gzer"  (1823),  ,3et  gïetweun  in  'sRgki 
geschntgieter^  te  Luik"  {1326)  en  „Bi^dTagen  tot 
het  gietweua  in  'i  B^ka  gurgesebatgielerg  te 
Luik, 

HnyvM,  CUmi,  een  Pranarit  itaatiman,  en 
dichter,  den  Sden  November  13S1  te  Méaerbet 
(Taudnse)  geboren,  wu  sedert  1B69  werkzaam 
aan  radinle  bladen  en  werd  is  1870  door  den 
Krggsraad  tot  3  jaar  gevangenisstrsf  en  2000 
Irs.  boete  veroordeeld  wegens  een  artikel  in  ,Ja 
Fraternitd",  Vrggelaten  verbond  hii  lich  aan 
„La  Jenne  Bépubliqpe".  Sedert  1881  was  by, 
uitgezonderd  van  lSS9  tot  1893,  steede  lid  der 
Kamer,  waar  hg  tot  de  niterste  linkenijde  be- 
hoorde. In  ISSSwaahgBonlangwt  In  de  UaUta 
tgden  had  hg  als  staatsmaa  weinig  ineeea  «D 
stelde  iL<A  daarom  bg  de  laatste  verkiezingen  niet 
meer  candidaat.  Hooger  dan  als  etaatunan  stond 
bg  ale  diehter,  vooral  in  bet  tueoliicfa  genre. 
Hugutt  overleed  den  Uden  Juni  1 907.  H^ 
schreef:  ,J^  petite  mute"  (1877),  „Poèmei  dé 
prison",  „Les  soirs  de  bataille''  (1882).  „Let 
joars  de  eombat"  (1883),  „Les  «voeations"  (1885), 
"-'        Phaeton"  (1888),  ,Jja  ehanaon  do  Je- 


faiae  4)ekroond,  het  drama  „Le  aommeil  de  Dan- 
ton"  (1839)  en  de  novelle  ,3onsi«nr  le  gendar- 
me" (1891).  Zgn  Provenfaalsebe  Redicbtea  stem- 
pelden hem  tot  een  der  eerste  „Péltbres". 

HnU  vormt  bg  meaichen  en  dieren  een  sa- 
menhangende lichaamsbekleeding,  die  bij  de  ope- 
ningen van  het  lichaam  in  een  slgmvlies  over- 
gaat, hetwelk  alle  aan  de  oppervlakte  uitkomende 
holten  bedekt. 

De  huid  vertoont  in  doorsnede  (zie  de  afb.)  3 
lagen,  nj.  de  opptrhmid  (epidermis),  de  Uderkuid 
(corium)  en  bet  oitderkutdêek  eelweelttl  (lela  cel- 
iuloaa  subeutanea).  De  belansrgktte  van  de»  ïi 
de  lederbuid.  Zg  bestaat  uit  doortlkandei  go- 
Tlochten  bandela  blnlweeftel  en  daartniMheii 
netten  van  elastische  vezels.  Naar  de  boTeninde 
is  het  vlechtwerk  dichter,  doch  naar  de  beneoen- 
zgde  vormt  het  ruimer  maien.  Ven  vindt  deie 
evenzeer  in  het  onderhaidseh  eelweefael.  ook  esB 
los  vlechtwerk  van  bundels  bindweefsel,  welka 
ruimten  met  groepen  veteellen  aangevuld  igo. 
Dat  vetgehalte  wieielt  sterk  bg  verichillende  men- 
sehen. Bg  vette  menaeheD  zet  licb  vooral  In  dU 
laag  bet  vet  af,  onder  de  huid  van  den  buik  méér 
dan  eldera.  In  het  ondetbuidicbe  weefsel  vindt 
men  de  OMtUdUrtje»,  elk  bestaande  uit  een  een- 
Toudige  buis,  lot  een  kluwen  opgewonden  en 
welker  nitToerbuis  door  het  eorinm  heen  spiraal- 
Tonnig  naar  en  door  de  epidermis  trekt.  De  dik- 
te der  lederbuid  it  seer  TenehiUend,  doch  die 


DigilizedbyGoOglC 


TM  <le  Tellaag  dok  veel  atti.  Op  alk  olutten, 
«aar  de  haia  ii«i  di^l  tin  de  beenderen  ol 
kruk  been  deren  berindt,  tooal»  aan  den  lebedel, 
op  bet  borstbeen  «ni.,  ii  die  dikte  leei  gering, 


Sdwmatiiehe  Tertinle  doonaede  door 
de  inensebelQke  hnid. 

tenrgl  ig  elderi,  nhu  tanmerkelyke  vetToiming 
plaatt  beeti,  leer  ^oot  kan  zgn.  De  gevulde  vet- 
eellen  in  het  ondeHiuidseh  celwcefiel  Teroonaken 
de  beTallise  ronding  der  lichaameTormen.  die 
mes  ToonT  bjj  het  Tronwdük  geilaebt  opmerkt. 
De  andertt«  laag  van  dit  oelweefael  ia  gewoon- 
Igk  «at  Taster  en  met  de  daaronder  liggende  dee- 
len  Tertionden. 

In  de  boTenste  laag  der  lederhaid  wotden  de 
veieli  Tan  het  bindweelsel  allene»  onduidelijker 
en  eindelyk  liet  men  aldaar  enkel  een  geljjkgoor- 
tige,  hal  f  doorzichtige  massa,  waarin  keeelformi- 
^  TerheTenheden  —  gevoehUpeh  (papilUe)  — 
m  de  onderste  lagen  der  opptrfanid  opruiende. 
Deu  tepelg  z|ja  bet  talrijkst  en  bet  meest  ontwik- 
keld op  die  plaatsen,  «aar  het  geToel  het  fQDSt 
it,  zooaU  aan  de  Tingertoppen  en  aan  de  lippen. 
Zg  xgn  afzonderlgk,  in  inen  ol  groepsgewgs  ge- 
plaatet,  zoodat  oaderseheidene  deielMe  tiatii  heb- 
ben. Elk  lepeltje  heeft  een  baarrat,  hetwelk  naar 
zgn  top  opklimt  en  dan  weder  afdaalt  of  ook  een 
geToeleorgaan,  z-g.  tastlichaampjes,  waarin  Mn 
of  meer  zenuwTetels  eindigen.  I>e  ta^gtliehaampjes 
bestaan  nil  Terseh  il  lende,  elkander  bedekkende 
ichalen,  welker  lagen  gescheiden  ijjn  door  een 
Tloeistof.  Bjj  drnk  op  een  tastliehaampje  dmkt 
waarMbgnl\jk  die  Tloeistof  op  de  zenuw  en  wekt 


ook  zeer  vertehiltend  tan  dikte,  doorgaan*  bet 
dikst  onder  de  Toetzolen.  Zü  bestaat  uit  een  lelf- 
slandigheid  zonder  hloedTaten  en  zenawen,  dns 
zonder  geToel,  en  dient  tot  bekleediel  Toor  de 
gevoelige  lederhnid.  Van  bniten  is  zjj  Tast,  droog 
en  zelfs  hoornaehttg,  doeh  naar  beneden  wordt 
zg  Toefatiger  en  lirt  eindelgk  als  een  algmerige 
massa  op  de  ledemnid.  Hen  ondersebeidt  in  de 


opperhnid  Tier  lagen:  de  buitenste  J 
(«tratnm  eorneam),  uit  Tlakke,  Terboomdè^ 
kernlooze  cellen,  du  To)gt  een  dan  stratnm  Ind- 
dum  Tan  dichte  lagen  Terboomde  plaatjes  n  dan 
Tersebeiden  lagen  Tan  keinboudende  cellen,  de 
tf^mlaag  geheeten  (reU  Malpighi).  Tosa^ea  de- 
ze epidermis  en  het  eoriam  ligt  een  bataalmera- 
braan.  De  kleine  achnbbetjes,  welke  men  Tan  d« 
bnid  Tetwgderea  kan,  inn  brokjes  tsb  droge 
eetlengroepen.  waaruit  de  nooralaag  bestaat.  Lest 
men  znlke  «ehubbetjei  in  natronloog,  dan  >wri- 
len  hunne  afuDderluke  cellen  op  en  Tertoonen 
lieb  als  bolTOrmige  blaasjes.  Het  Terlies  Tan  deze 
cellen  aan  de  oppervlakte  der  hnid  wordt  aange- 
Told  door  de  vorming  Tan  nienwe  eellen  in  bet 
onderste  gedeelte  der  slgmlaag,  welke  alleoga 
meer  naar  de  oppervlakte  komen  en  daarbg  Ter- 
hoornen,  haar  ronden  vorm  Tcrtiezen  en  meer  en 
meer  afgeplat  worden.  Na  bnidziekten  als  bgT. 
roodvonk  is  de  nieuwe  Tonnin^  dier  eellen  leer 
sterk,  zDodat  er  dan  ook  een  sterke  afichabbing 
of  TerTelling  plaats  heeft. 

De  huid  dient  lot  orgaan  van  bet  geToel,  toorts 
om  Tloeistoffen  nit  bet  bloed  te  Terwgderen  door 
middel  van  het  zweet,  dat  in  de  cirea  2  nillioeo 
zweetklieren  afgesebeiden  wordt  en  eindelgk  tot 
bekleedsei  t«d  de  dieper  gdegen  deelen,  terwgl 
sg  tevens  gelegenheid  geelt  tot  vorming  en  op- 
hooping  Tan  Tet.  Ook  gesebiedt  de  opneming  Tan 
zuurstof,  TOor  gezond  bloed  onmisbaar,  gedeelte- 
lijk door  de  huid.  Door  bare  talrijke  bloedvaten 
met  wisselende  vnlling  en  de  door  hen  bewerkte 
iweetafseheiding  is  de  hnid  tevens  een  onmisbare 
régulateur  voor  de  lidiaamstemperatuDr.  Door 
haar  hnidsmeer,  dat  uit  Tetten,  vetzuren,  «holes- 
terine,  siwlt  sn  zouten  bestaat,  hoodt  zij  de  op- 
pervlakte vet.  De  reinbeid  en  de  doelmatige  be- 
handeling van  dit  belangrijk  orgaan  staat  der- 
halve in  bet  nauwste  veroand  met  onze  gezond- 
heid, daar  verwaarlooiing  der  huid  velerlei  ziek- 
ten ten  gevolge  beeft  en  een  Tolkomeo  werkcloo- 
ze  huid  zelft  den  dood  veioonaakt. 

de  huid  moet  de  strekking  beb- 


bing.  'Mm  dient  die  onreinheid  door  middel  Tan 
water  en  zeep  of  nog  liever  door  baden  (minstent 
elke  week  één  bad)  te  verw^deren  en  levens  ge- 
durig van  onderkleederen  te  verwisselen. 

Ztekten  van  de  huid.  Ofschoon  in  Tele 
algemeen  bekende  infectieziekten  als  mazelen. 
'    ibns.  pokken,  sjphilis  enz.  de  aandoening  van 


de  hl 


todi  tegenoTcr  de  alpettwena  versebijns 
den  achtergrond  en  daarom  worden  die  ziekten, 
al  «orden  ijj  «ok  wel  acute  etantkeme»  ge- 
noemd, niet  tot  de  eigenlijke  huidziekten  gere- 
kend. Ein  infectieziekte  ecbter,  de  Root  (eryrift- 
hf),  rekent  men  er  wèl  toe,  ondanks  de  zware,  al- 
gemeene  Teracb^iwelen,  die  niet  lelden  met  de- 
ze fanidontiteking  gepaard  gaan  {zie  Roem). 

De  kennis  Tan  ds  huidziekten  in  engcren  rin 
ia  vooral  door  Bebra  leer  toegenomen.  .Hg  on- 
derscheidt in  de  huiduitstagen  bwee  soorten,  n.1. 
de  primaire,  door  de  ziekte  telt  verooraaakt. 
en  4e  s  e  e  u  n  d  a  i  r  e,  uit  de  eerste  ontstaan,  Wg 
zullen  Sebra'B  indeeliDg  volgen  en  daar%g  enkele 
minder  vaak  voorkomende  ot  minder  gewiehtige 


D,o,l,zedb,GoOgle 


'hoidtiékten  soemen,  Toor  de  udsrc  hmt  de  tiq- 
xondere  artikelen  Terwüiend  (lie  Eeteesi,  Erg- 
tkêtm,  Luftu,  MeUnUekheid}.  Onder  de  primaire 
'Oadersebeidt  Btbn: 

I.  De  ritk  (maoÊia).  De»  kan  ODlttsao  dooi 
.ovetTDlliBg  det  blMdiaten,  heUü  Ten  tijdeljjken, 
hetxil  tan  bliJTeadeD  urd.  Tot  de  eeiste  «oort 
behoort  het  Erytkiêm  (ii«  aUur),  en  de  Roitola 
(lie  KÜaai),  die  met  den  vinger  voot  een  oogen- 
blJk  ig  weg  Ce  drukken  en  bö  mazelen,  roodionk, 
(Tphilis  eni.  optreedt.  Tot  de  blnT«ide  behooren 
de  moedereleiJuH,  die  «efatei  ook  vaak  door  op- 
höoping  TUI  kleontof  ootttaan.  Ook  bloednitalor- 
tingen  geven  vlekken,  looala  de  beet  van  de  vloo. 
Giootere  blMduitetortiogen  vindt  men  bg  de 
Puffura  rktHmatiea,  die  vooroamelgk  ean  de 
onderbeenen  voorkomt  en  meestal  met  rhenmati- 
'lehe  gewriehtiptjnen  gepaard  gaat.  Die  vlekken 
veidvgnen  langumeraand  na  allerlei  klenreiei- 
aaderingen;  een  zwaardere  vorm,  de 
hmmoirhagiea  gaat  met  J)loedingen 
vlieien  gepaard. 


it  de  uijm 


2.  De  pmel  (pavnia},  die  lich  door  locale  cel- 
ophooping  Doven  net  nivcan  der  haid  veibeft. 
lleettal  ie  de  omgeving  van  de  nitvoerbnie  der 


baamkken  de  letel  der  euadatie.  Komt  het  tot 
ontiteking  van  de  haar-  en  imeerlollikele  en  bun 
MOgevi^,  dan  apre^  men  van  piUitje  (aaie), 
die  vau  door  Oomedonm  wordt  veroorsaakt. 
Zoo  noemt  men  het  Xï.  geworden  afeefaeidingspro- 
d«et  ,der  smeeiklieren,  dat  in  de  nitlooiiagebni- 
aen  vaatiit  en  er  ali  wonnpjee  nitgedrakt  kan 
worden.  De  eoaMdonen  ontwikkelen  licb  vaak  in 
de  fmberteitsjarea  en  knnen  dikwgis  de  omlig- 
(endo  bnid  prikkelen  tot  de  genoemde  kleine 

Sniatjee.  Behalve  door  vetatopping  van  de  uilmon- 
ingebnisja  kannen  de  eomedonen  ook  door  «b- 
Bornte  velieeietie  «ntetaan,  zoools  die  vaA  bQ 
•cropbaloee  en  bleekioeht  voorkomt.  Deie  moet 
dan  met  flink  waacchen  met  leep  en  peneeelen 
met  alkoliedie  middelen  beperkt  worden.  Met  de 
nagwla  der  bwee  duimen  ot  met  een  instrumentje, 
bj|v.  een  horlogeelenteltje.  kan  men  de  e(»nedooeii 
uitdrukken.  Q[o<^ie  papeU  beeten  htobMt  (lu- 
bereiAim}.  Door  nitlreaing  van  sema  nit  bet 
Uoed  in  de  fanidweefiela  oatilaat: 

6.  De  urUoa,  alt  een  roode  of  bleeke.  min  ot 
meer  doorsehgnende  verbevenbeid  op  de  baid.  De 
meert  bekende  vorm  ervan  ie  de  iieMroM,  welks 
Tlekkeo  een  paar  on.  groot  kunnen  ijjo  en  wuna 
lamsnvloeien  (lie  luUttueht). 

4.  Bg  het  Maatje  (tetievlaj  worden  de  boven- 
ite  epidermiilagen  door  een  aitstorting  van  voefat 
fettvdaati  qwelidit  in  den  vonn  van  blaaajee, 
welker  inbond  eeret  dooraehqoend  is,  maar  later 
cttnig  wordt.  Zqn  die  blaaajei  tot  beulde  groe- 
pen gerangsdiikt,  dan  spreekt  men  van  g^4»l- 
root  (btrpeë  toiter}.  Hier  baraten  ijj  spoedig  en 
laten  een  korstje  achter,  maar  het  eigenaardige 
il.  dat  lö  licb  altgd  honden  aan  bet  gebied  van 
«en  bepaalde  huidtenuw,  of.  bg  verdere  verbrei- 
ding, ovenpringen  op  hei  bnidgebied  van  de  vol- 
gHide  lennw  es  dat  ig  altgd  ééaigdig  tgn.  Zoo 
omgeven  zg  de  borst  van  ro^ewervels  af  tot 
boratbeen  toe  als  een  halve  ffordel  mnneer  ijj 
op  het  gebied  der  tnaeehenrOwzennw  opkomen, 
dok  volgen  ïg  vaak  een  tak  van  den  nervna  tri- 
geminnt  in  bet  geticht  of  bepalen  lich  tot  een 


H>.  S41 

ander  lenuws^ied,  en  ign,  bdalve  bg  kinderen, 
altgd  gepaara  met  bevige  lenuwpgnen  op  dat  ter- 
rein. Qewoonlgk  is  de  aandoening  na  eenige  we- 
ken over,  maar  die  pgnen  kunnen  nog  veel  lan- 
ger duren. 

EiAele  vormen  vaa  furpa,  zooals  de  herpei 
taeiaUt  aan  mond  en  neut  eni.,  en  de  Kerpea  gt- 
Mtaiit  op  de  gealachtsorganen,  hebben  niett  met 
de  uitbreiding  eeoer  mdqw  te  maken,  evenmin 
ale  de  herpe»  hhriiit  bij  koortaen.  Gebeel  alion- 
derljjk  staat  de  n'n^onn  (karpet  totuurata).  die 
ontstaat  door  de  woekering  van  een  schimmel,  de 
triehopkslon  lanturan»,  in  de  bnïd  ol  haren.  Door 
de  woekering  in  de  bovenste  lagen  der  epidermie 
worden  die  in  acbilfers  afgestooten  onder  matige 
inelling.  terwgl  getroffen  haren  broos  worden, 
en  getroffen  nagels  brt^kelig.  Op  onb^aaide 
buia  vormt  de  herpes  tonaurans  ronde  ieh|jven, 
bet  oentrnm  met  senilters  bedekt,  welke  scbgven 
door  sameavloeiiog  kringen  knnnen  vormen,  van- 
daar d«  naam  van  riogworm.  Woekert  de  schim- 
mel «p  bet  behaarde  tioofd,  dan  breken  de  ha- 
ren op  de  üeke  plaataen  dicht  bg  de  bnid  at,  loo- 
dat  ig  als  «toppelB  tnsscben  de  konten  staan.  Ook 
de  baim  in  de  omgeving  verliewn  bon  glans  en 
lien  et  stoffig  nit.  Hier  ontstaan  geen  kringen. 

De  herpe»  toneuraiu  van  dea  Daard  (baard- 
wonn),  levert  w^l  vaak  kringen  en  gaat  boven- 
dien gepaard  met  ontstekingsverschgnscls,  hetig. 
als  aene-pnistjes,  bettg  ala  aamenvloeiing  van 
dexe  tot  groote  etterige  infiltraten.  die  den  ge- 
beelen  baard  ot  eea  groot  deel  ervaa  kunnen  in- 
nemenj  de  bnid,  die  de  infiltraten  bedekt,  ie 
daarb|]  meesta]  rood  en  beiet  met  puiatjes.  Ook 
vertoont  ig  tonde  opiwelüogen  met  roode,  voch- 
tige oppervlakte,  die  lieb  door  den  gemakkelijk 
ondei  net  mifcroecoop  te  herkennen  seaimmel.  üi 
herpea  totuuroMi  (ook  we)  ifcoiit  parasifana  ^■ 
notimi)  onderscbeiden  van  de  nut  parasitaire 
ejeosis.  De  laatale  ia  een  in  etlering  overgaande 
ontsteking  van  d«  baarfollikels,  vooral  van  de  be- 
baarde deelen  van  het  geiieh't.  De  paoels,  en  la* 
ter  de  puistjes,  xgn  dan  ook  allen  in  net  midden 
doortword  door  een  baar.  Ook  deie  niet  parasitai- 
re puiatjes  knnnen  tot  infiltraten  aamenvloeien, 
bedekt  met  etteiiilaasjes,  koraten  en  tobilfere.  De 
baren  gaan  in  het  verloop  deier  ehroniicbe  aiekle 
meest  verloten,  terwnl  ig  na  een  parasitaire  sj- 
cosis  allen  ot  bgna  allen  weer  aangroeien.  De  her- 
pes toninrans  wordt  van  menseb  op  meoseb,  maar 
ook  niet  lelden  van  de  huisdieren  op  den  mentcb 
overgebracht  en  dikwgls  door  het  seheermea  van 
den  l»rbi«r,  vandaar  dat  zij  zoo  vaak  op  kin  ol 
wan^  begint.  Somg  komen  er  lelts  bepaalde  epi- 
demiefio  voor.  Qrooter  dan  de  veaicula  is. 

5.  De  blaar  (buUa),  die  den  omvang  van  een 
ei  kan  bereiken  en  later  vaak  etterig  van  inbond 
wordt.  Men  vindt  lolke  groole  blaren,  die  spoedig 
bataten  en  erosies  acbteilaten,  bg  Pemfkigtt»,  die 
ook  wet  bg  paageborenen  o^tteedt.  Bij  v^wasse- 
nen  ia  de  acute  voim,  waarbg  onder  booge  koorla 
■teeds  weer  nieuwe  blaren  ontstaan,  zeldiaam, 
maar  ^enail^k.  Meer  komt  voor  de  pemphigv» 
vulgant  op  bnid  en  itgmvlieien,  die  vaak  ge- 
neest, maar  eoms  na  langen  tijd  nog  lecidiveert. 
Somtgds  verloopt  ook  dezcaletuit  ot  beeft  de  hnid 
op  de  plaats  der  gebarsten  blaren  geen  neiging 
tot  vernienwing,  loodat  d«  bnid  van  den  patiSnt 


DigilizedbyGoOglC 


IiD^uineriMnd  itgesdiilIeTd  woidt  (femfhi^ 
fotvKeUÊ)  en  te  gronde  giftt.  Tot  deie  nibnek 
behoort  ook  d«  imfeti^,  een  beimett«Iqke  hnid- 
liekte,  «urbg  op  seiicfat  en  briiuTde  boofd  eent 
waterige,  dkn  ettengv  bluwjei  onttUait  met  wei- 
nig of  geen  ontttekiDgiYeridinQHli.  Zg  groeien 
tot  de  grootte  tm  een  kwirtje  un  en  drogen 
in  enkele  dagen  uit.  Teel  enHtiger  U  de  impeH- 
go  Aarpeltfonni*,  die  onder  iiooge  koorti  In  d« 
fies  b^Dt  en  wucbg  de  poiBten  Mmenvloeien  en 
tol  groene  korst  indrogen,  aan  welker  randen 
weer  nieuwe  pnieten  geTiirmd  worden,  loodat 
spoedig  groote  deelen  der  huid  liek  ign.  Zq  komt 
b^na  alleen  bjj  iwangere  Tronwen  voor  en  wordt 
byns  altijd  doodelgk  door  de  ai^ntting. 

9.  De  pm»t  (jnatiOa}  heeft  ?an  het  be^n  af 
etterigen  inbond.  De  aetu  (ïie  deie),  den  xlein- 
tten  vorm,  hebben  wij  bg  de  pafela  uitmoet,  all 
infiltratie  Tan  de  folltkeU,  die  meeit  in  eltering 
oieigaat.  Het  Teelvuldigil  komen  de'pniitjes  In 
het  gezielit  Toor,  n.1.  met  de  paberteittperiode, 
nooit  TÓ6r  deie  en  dnren  dan  meeital  Jaren. 
Ifeeital  gian  ig  met  eomedonen  gepaard,  en  t«- 
*eng  is  de  atKheiding  door  «meerklieren  oiervloe- 
dig  (teborrhoe),  waardoor  de  ïieke  huid  «r  »et 

Ëen  aeoe-poiet  in  bet  groot  k  de  funmkel,  die 
Tooral  in  den  nek  Toorkomt,  leker  tengevolge 
Tan  de  prikkeling  der  hard  door  den  boordrand 
(lie  Bloèdviti).  Tan  coeer  belang  ia  de  Karbunket, 
als  het  waie  een  gtoote  tnmnkel.  waarbH  het 
onderhnidtehe  biodweeftel  afsterft  en  ook  de 
haid  in  grootere  of  kleineren  omTang  gangrae- 
neateli  woidt.  Hg  kan  lelfe  het  leven  in  geTaar 
brengen. 

Tot  de  eeenndaire  hnldnitslagen  rekent  Rebra 


.     „     ,      Jie,  de 

rha^adt  en  de  nveer.  Al  die  Tormen  nn,  de  pri- 
maire en  de  aeeondaire,  In  allerlei  groepeerin^, 
overgangen  en  loealieatiei,  t>OQwen  de  hnidiiek- 
ten  os  waaitg  nog  komen  de  -woekeringen,  de 
geiwellen,  de  afw^ELngen  in  de  klenritof,  de  pa- 
raiieten  en>. 


(iiAthyoMs)  kent  men,  waart^  nieuwe  itakken 
vnn  epidermiiweefiel  gevormd  worden,  welke  ala 
witte  en  dnane  of  donkere,  rnw  aanvoelende 
tehnbben  vaet  op  de  hnid  litten,  loodat  deie  op 
een  viaeh-  of  tlsngenhnid  gelgken  ku.  Het  mecH 
en  het  vroegst  toont  lieh  de  iiJithToiïi  aan  de 
■trekiij  der  leden  en  der  gewrichten.  Tooral  van 
knie  en  elleboog,  aan  hala  en  rag,  terwgl  gelicht, 
handpalm  en  voetzool  gewoonigk  vrg  bleven.  De 
liekte  it  meestal  erfelijk  en  kan  zelfs  de  vrneht 
in  de  baarmoeder  treffen,  zood»t  het  kind  met 
idinbben  bedekt  geboren  wordt  en  na  eenige  da- 
gen «teift.  De  erfelgkheid  treft  soms  alleen  de 
manlijke  nakomelinj^  en  springt  wel  eent  een 
gedacht  over,  de  nekte  begmt  gewoonl^k  reedi 
in  de  eerite  levensjaren,  dnnrt  levendang  en  la 
opgeneeslgk.  Een  verharding  van  de  huid  telf 
vindt  men  b\i  Kleroderma,  waarbjj  winder  eenige 
ontsteking  de  huid  geheel  of  gedeeltelp  hard 
wordt  en  daarmee  baar  elasticiteit  Terliest,  loo- 
dat  bgv.  bet  neiicbt  stgf  en  onbeweeglgk  ii,  de 
mond  nauwelijks  geopend  kan  worden  of  de  lede- 


maten onbrnikbaar  inn.  Later  gtst  de  lieke  hnïd 
in  atropiiie  oirer,  tonder  daamee  haar  eUilIdteit 
teing  te  krggen.  Tot  de  meer  eenvondige  woeke- 
ringen van  de  huid  beboort  de  hvidhooni  feorm 
aibmevtf  de  eell  (eallug),  die  een  woekering  van 
de  hoomtaag  alléén  is,  en  de  likdonm  femitaL 
nit  betielfde  weefsel  gcToimd  en  ook  doot  dnu 
ontstaan,  maar  in  welks  midden  lieh  een  hoorn- 
ke^el  beTindl,  die  in  een  iniinking  van  de  leder- 
haid  indringt  (lie  SM).  De  toral  [«emtenl  be- 
staat nit  een  hTpertrophie  van  de  nnidpapillen, 
met  een  verdikt  ^idennnaweMiel  bedekt  (lia 
Wrallm).  Tot  de  leldiamer  hnidiiekten  behoo- 
ren  nog: 

iMhen  ruher,  een  cbroniKbe  nekte,  die  de  ge- 
heek  bnid  kan  aantasten  en  gekarakteriseerd 
wordt  door  roode,  wasaehtig  glaniende,  min  of 
meer  jeukende  papeli,  konisrii  gevormd  ea  san 
de  pnnt  door  epidermisidillters  mw  aaiTOelend, 
of  glad  en  rond  en  van  een  kleine  Iniinking  voor- 
zien. De  lidie*  »erophv1o»onnH  beeft  in  groepen 
geordende,  njet  Jeukende  papels  en  verdwöot  hg 
genezing  van  de  scri^hnlose,  de  IfeAe*  mbêr  aat- 
minalvt  beeft  u«r  spitse  papeltjes,  zoodat  de 
bnid  raw  aanvoelt;  hier  kan  de  hevige  jenk  tot 
sl^>eloosheid  en  uitputting  leiden,  maar  inwen- 
dig^ gebruik  van  arsenicum  geneert  dezen  vorm. 

De  Pntnjpo  levert  op  de  strekigden  der  lede- 
maten talnjke  kleine,  donkere,  hevig  jeukende 
papeltjee,  dia  spoedig  exeoriêeien,,  terw^I  de  Pra- 
HfiM  eenvondig  een  heftige  jeuk  beteekent.  die 
bt  hg  andere  hnidiiekten  bf  op  liohielf  voorkomt 
bjj  verscbillende  inwendige  nekten  en  bQ  oode 
mensehen  ook  londet  deM.  De  Pioriafi»  levert 
aan  de  «trekiyden  der  gewriohten  en  op  bel  be- 
haarde boofd  witte,  on  elkander  geho<^te  sdiob- 
Jes  on  roode,  licht  bloedenden  tiodem.  De  bnid 
scÉiiltert  op  die  plekken  voortdurend  at.  Da 
zieke  plekken  worden  grooter,  maar  in  hrt  een- 
tmm  worden  de  korsten  dunner  en  vallen  af  en 
ook  de  roodheid  verdwgnt  daar.  Door  verweeking 
met  olie  verwgdert  men  de  lebubben  en  gebmin 
daarna  xalven  met  chiTsarobine  of  pyrogaHol.  Het 
eerste  wordt  echter  soms  door  de  huid  sleeit  ver- 
dragen. Oct  op  de  tong  komt  zQ  voor,  bier  vaak 
als  teeien  van  sTpbilie,  wat  zg  alttjd  is,  wanneer 
sg  op  handpalm  of  voetzool  lelelt. 

Onder  de  afwijkingen  in  de  kleurstof  van  da 
huid  behoort  bet  Albinitme  {ii«  Albino).  T^en- 
over  die  pigmentatrophiein  staat  d«  plgmenthj- 
pertrophie.  looals  in  de  moedwhk  faaemiij, 
die  soms  niet  vlak,  maar  vrratvormig  en  dan  met 
haren  is  begroeid  (zie  MoadenUkken).  Ook  de 
tomertproetea  (epkdiden)  bebooren  ertoe,  die 
haast  alleen  op  d«  onbedekte  huiddeelen  voorko- 
men en  lieh  eerst  tegen  bet  8de — 8ste  leveu- 
jaar  ontwikkelen,  vooral  bij  roodharige  personen 
met  teere  huid.  Meestal  kan  men  erfelgkheid  eon- 
stateeren.  Bg  bepaalde  toestanden,  als  iwanger- 
scbap  of  ziekten  der  geslachtsorganen,  treden  bQ 
vrouwen  tijdelijke  opeenboopingen  van  pigment 
op,  vooral  op  vooiboofd  en  slagen  (ekhatma  ule- 
nnam);  ook  bfj  nitpottende  siekle,  bg  verschil- 
lende huidziekten,  nij  prikkeling  dooi  versdiil- 
lende  stoffen  of  inwendig  gebruik  ervan  (looali 
van  arsenicum  en  van  lilverpraeparalen)  vindt 
men  dergelgke  vlekken. 

Liieraluur:  Bebra,  Atlas  der  HantkraoUieiteB 


DigilizedbyGoOglC 


(WecDsn  1876);  Leawr,  Lcètbnch  der  Haat-  nnd 
QetleehtikiBDkheittn  (19de  dnik  Leipiis  1914); 
Banier,  Bneq  «n  iaequet,  I«  pntiqne  wmito- 
lagiqne  (Piriji  1900—1902.  8  dln.);  JaoobL  At- 
\n  der  HtntkniiUieiteii  (Sde  drak  1913);  Bloek, 
Die  Pmiii  dei  Hantkrinkbeiten  (1908);  ^nriadk, 
Die  Hintkrukbeiten  <2de  itvk  tid  het  24ite 
deel  *an  NoUinagdt,  „Spmidle  Pathologie  nitd 
Thenpie"). 

HnUan  noemt  men  in  den  bftndel  de  li- 
riiumabekleediog:  tan  grootere  dieren  (randeFen, 
paaiden  enz.),  die  later  tot  leder  verwerkt  «or- 
den. Zn  wolden  Tooral  uit  Znid-Amerika  en 
Britaob-IndiB  na&r  Eniora  ffCToeni. 

Bnldklleran.  Zie  Bm»d. 

Hnldtnoiidjes  noemt  men  in  de  plantknode 
de  spleetTOTmige  openingen  in  de  opperhuid  der 
planten,  waardoor  de  bnitenlneht  met  de  lacht  der 
inteieellultire  raimten  In  «emeenMhap  staat. 

Bnldtapel  of  QevoeMefd.  Zte  Hml, 

Holdwomt  (FHaria  JfMtttmni  h.)  ii  d( 
naam  tan  een  dunnen,  tot  een  batten  meter  lan- 

Een  worm,  die  in  de  keerkringelanden  lijn  ter- 
lijf  hondt  onder  de  opperhuid  der  menscben.  Hü 
beboort  tot  de  klaiBe  der  Boitdvoniten  (NenU' 
thelmintet),  tot  de  orde  der  ^MliMN-mefi  (Nema- 
todea)  en  wordt  in  ateenMbiig  AribiB,  hg  den 
Qangu  en  aan  de  Eaapiiebe  2ee,  in  AbeaiiniC, 
aan  de  knit  tan  Oninea  en  aan  die  tan  Qayana 

E  avonden.  Zulke  woimen  knnncn  jaren  onder  de 
aid  aanwezig  i^n,  tonder  dat  men  er  eenig  na- 
deelig  getolg  tan  ondertiodt.  Wanaeec  i^  ech- 
ter met  gctoelige  deelen  in  aanraking  komen, 
kunnen  zq  betige  pQnen,  iwelliugen  en  ttnïp- 
trekkingen  teroorzaken.  Vertoonen  zg  zidh  aan 
de  oppervlakte,  dan  kan  men  hen  tooniehtig  alt 
het  lirfiaam  trekken.  De  hnidworm  brengt  leven- 
de jonnn  ter  wereld,  die  io  gedaante  van  bet 
moederdier  tereehitlen. 

Hnldstaktan.  Zie  Huid. 

Hnlr  (Lstnn  umia  =  druifje)  ia  een  4iegel- 
tormig  nitsteeiRel  van  het  weeke  gehemelte.  Zjj 
beiit  voor  haar  bewegingen  een  eigen  uier  fmua- 
eulw»  axygot  uvuloe^  en  i«  zeer  gevoelig,  zoodat 
m  aanraking  met  een  vreemd  voorwerp  dikwijle 
braking  onlitHt.  Zg  ii  met  een  iiymvliea  be- 
kleed en  belpt  aan  heide  ijlden  de  gehemelteho- 
gen  vormen. 

Hnlk  was  een  lange  mantel,  zoowel  voor 
mannen  als  trouwen,  die  tot  de  voeten  reikte  eu 
waaraan  een  kap  toor  bet  hooM  tieteitigd  waa, 
die  den  torm  had  tan  een  hootn. 

In  de  plantkunde  is  huik  een  kap)e  of  mntaje 
over  de  vrucht  of  bet  aporedooeje. 

Hntlabalk  wm  iemand,  die  hS  een  begiafe- 
nii  B^uurd  werd  om  te  huilen;  ook  wel  ean  van 
de  dienaren  des  huize*,  die  het  overlnden  tan 
een  aaniienlgk  persoon  •Mizegde.  Verder  noem- 
de men  aldui  een  vilten  ronwhoed  met  ronden 
bol  en  zeer  bteeden,  stappen  rand,  die  van  toren 
met  een  koordje,  weartan  de  drager  het  einde  in 
de  hand  hield,  omlaae  getrokken,  werd,  zoadat 
hg  het  aangezicht  teihorg. 

Bullla,  een  atad  in  het  diitriet  Moziam- 
medee  der  Portugeetehe  kolonie  Angelo  in 
West -Afrika,  is  boog  en  gezond  gelegen  en 
kan  zeer  goed  door  EnKipeanen  bewoond  wor- 
den. Zjj  Is  door  een  straatweg,  die  door  Hnm- 


pata  (zie  aldaar)  loopt  met  de  kust  verbonden. 

HnUlArd-SrAholifl*,  Jtat  Lottii  Alfhtm- 
te,  een  Franseh  gesehiedsehrgter,  den  8tten  Fe- 
bruari 1817  te  Vïiiit  geboren,  was  van  1838  tof 
1842  boogleeraar  in  de  geschiedenis  aan  het  lyeée 
Charlemaine  aldaar,  hield  zich  vervolgens  bezig 
met  oodïeld kundige  ttudiSn,  werd  chef  eener 
afdeeline  hg  het  staat aarcfaief,  in  1869  lid  Tan 
de  Académie  des  Inscriptions  en  overleed  den 
28sten  Haart  1871.  HH  schreef:  „Reeberdies  snr 
tea  monuments  et  1  histoire  des  Normanda" 
(1844),  „Ld  fondation  de  k  maiion  d«  Souito 
dans  l'It*lie  meridionale"  (1844),  „TIe  et  correa- 
pondanee  de  Pierre  de  la  Vigne"  (1864)  en  Ti- 
tres  de  la  maiioQ  dneale  de  Bonrt)on"  (1896). 
Ook  leverde  fig  een  Franaelie  vertaling  van  Mat- 
Uteaeue  Parii  onder  den  titel  „Grande  ehroni^tue 
de  Matthien  Paris"  (1840—1841,  9  dln.),  alsme- 
de ,,Historia  diplomatica  Frederiei  aeenndi" 
(1852—1861,  12  dln.)  en  eindelgk  „Cbronieon 
Placeatinnm  et  cbronieon  de  rebua  in  Itatia  ges- 
tie" (1867). 

Hnlfl  is  in  de  ruimste  tteteekenii  tan  het 
woord  éen  gebouw,  dat  tot  woonplauts  bestemd 
is  voor  den  mensdi.  Het  is  aan  alle  it|d«n  op 
duurzame  wnze  van  de  buitenwereld  afgeiloten 
(wanden  en  dak)  en  ondericheidt  zich  tan  de  hut 
(of  tent)  daardoor  dat  het  inniger  met  den  t>odem 
is  vertwnden,  dus  niet  zoo  licht  afgebroken  ea 
verplaatst  kan  worden.  Het  buis,  moet  niet  al- 
leen dienen  om  de  bewoners  tegen  weer  en  wind, 
maar  tevens  tegen  de  aantalten  tan  dieren  of  de 
lagen  tan  ign  uatnu^nooten  te  tteschermen. 
Zulk  een  wgqilaata,  woning  of  tinis  beantwoordt 
alzoo  aan  een  bepaalde  behoefte  en  kan  naar  ge- 
lang van  het  klimaat,  van  de  tjjdea  en  zeden  zeer 
verschillend  z^n. 

Oorspronketuh  weiden  de  huizen  zeer  waar- 
«chgnlgk  uit  hout  opgetrokken  (bbAhititf,  daar 
h^v.  de  oud-Orietisehfl  steen aiehiteelnur  in  vele 
punten  een  navd^ng  der  houtconstructie  te  zien 
geeft.  Overigens  is  tan  de  buizen  der  oude  vol- 
ken, bgv.  der  Grieken  en  Romeinen,  zeer  weinig 
bekend.  Hen  meent,  dat  die  der  Grieken  hoogst 
eenvoudig  waren,  teiwgl  dit  volk  zgn  bonwknn- 
etig  genie  hoofdzakeink  san  openbare  gebouwen, 
zooaJs  tcmpets.  enz.  besteedde.  De  Romeinache 
woningen,  die  wg  uit  de  bescbrqving  van  Fttm- 
viu»,  maar  tobnü  uit  de  opgravingen  te  Pom 
peji  en  Herenlanum  kennen,  waren  praditig  en 
weelderig  ingericht.  Door  een  hoofdpoort  kwam 
men  in  een  voorportaal,  dat  naar  net  afn'uin, 
een  gedeeltelük  overdekt  binnenplein,  toerde. 
Rondom  dit  binnenplein  bevonden  zich  de  woon- 
vertrekken. T^enover  den  in^ng  had  men  het 
voornaam  vl  e  tertrek,  bet  tAliiutm.  Tan  het 
atrium  ging  men  in  aanzienlijke  huizen  door  een 
smalle  gang  in  een  zuilengalerg  ot  {lerulyjum, 
die  den  tuin  omsloot.  Hier  Ëad  men  dikwgls  ook 
nog  tertrekken,  looals  de  eetzaal,  de  gezelschaps- 
zau,  de  keuken  enz.  Oeljjktloers  woonden  de  eige- 
naars, terwgl  de  dienstknecht  en  en  dienstmaag- 
den op  de  terdieping  bun  verblijf  hielden. 

De  huizen  der  eerste  Oiiigtenen  kwamen  met 
die  der  Romeinen  overeen  met  dit  onderscheid, 
dat  de  kamers  der  trouw  er  niet  afgetooderd 
waren  van  die  van  den  man.  Gedurende  de  mid- 
deleeuwen begon  de  gedaante  der  huizen  aaamer. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HUIS— HUI«)IBREaf. 


kclgk  tt  TerandereD.  Eigenaardig  il  in  dien  tgii 
hanne  RomaanHèc  boaworde  net  erooto  Toothai- 
sen,  waar  lich  aan  wwrngden  de  wooukamen 
IwTinden,  Uiwql  de  trappen,  veelal  in  den  lonn 
«an  niltrappen  ia  öepaaUe  gedeelten  van  het 
baii,  bgT.  in  tonu  ign  gepuuttit,  op  Tenehil- 
lenden,  hetiu  orenietiteljjke  of  onoTeniehtelüke 
wnieni,  met  bet  TUrfaais  in  terbinding  gefarainL 
AÜengi  etelde  men  b'oogeie  eiseheD  aan  «erlieh- 
ting  et  ODderlinge  ligging  der  Tertrriiken  en  mo- 
nninentalen  boon  du  trappen  en  kwam  Tooral 
door  den  invloed  der  Ilaliaaniohe  bouwtn eetten 
dn  ISde  en  17de  eenw  een  geheele  wniiging  in 
btt  grondplan  der  woonlmizen  tot  itand,  door  de 
waderimoering   Tan   bet    i.g.    klaftieke   grond- 

JUn,  d.  w.  I.  de  woning,  geboawd  is  den  tnnt 
er  Romeinen,  waarbn  de  vertrekken  ijjn  gele- 
gen rondooi  een  reg^matige  fcinnenpltatn  mat 
galerö. 

Vraagt  men.  in  ons  klimaat  naar  de  eiMhen 
Ttn  een  gotó  hnit,  dan  ditnt  in  de  eente  plaati 
gelet  te  worden  op  de  eiicben.  die  tot  behoud 
«uei  geiondbeid  mogen  getteM  warden.  Bet 
bnii  moet  alioo  dicht  iqn  en  ontoegankelijk  voor 
M^,  «Beeow  en  tocht.  Verder  moet  bet  droog 
ign,  in  den  lomer  koel  en  in  den  winter  warm. 
De  vertrekken  moet  men  onder  ho^  lolden 
tirongen,  en  bet  mag  in  de  kamen  niet  ontbreken 
tan  licht,  noch  aan  gvleffinheid  om  ie  van  frii- 
acÉie  Inebt  te  Toonien.  Voegt  men  daubg  een 
■maakrol  front,  een  fraaie  deur.  een  gMnakkelqke 
trap  en  een  aantal  vertrekfkeD,  d«t  met  de  groole 
van  bet  geiin  overeeutemt,  dan  ml  men  kan- 
nen beweren  een  goed  hnit  te  beiitten,  Toorai 
wanneer  ook  de  inwendige  inriebting  en  terdee- 
ling  BÏett  te  weaiehen  overlataD. 

Hes  kan  bel  boii  beicbonwen  aU  beitaande 
■it  bet  fondameMl,  de  muren  en  bet  dak.  Bet 
fondMMnt  moet  aterk  genoeg  iqn  «d  den  laet 
van  bet  geheele  gebonw  te  dragen  en  teteni 
bestand  (wen  de  rnadit  van  water  en  vanr,  van 
koude  en  nilte.  De  muren  of  wanden  moeten  een 
voldoende  dikte  hebben  en  nit  hechte  bonwttol- 
fen  worden  opgetrokken,  terwgi  vooral  ook  bet 
dak  de  nauwlettende  lorg  van  den  bonwmeeeter 

In  het  uitwendige  voorkomen  vau  een  bnii 
vordert  men  eenvondiglieid,  evenredigheid  en 
hannonie.  Zie  venier  BoertmerI,  KatUel,  Pidm» 
en  Wo»im$. 

ni  in   de  wapenkunde 


•pleten  of  omgektulde 
«teinden  (lie  de  fig.). 
In  bet  Iiatite  geval 
wordt  bet  dubbel  ge- 
bogen genoemd.  Qe- 
woonlijk  is  bet  email 
ubel. 

HniMrbdd,  kviain. 
tbalrie,  \»  een  vorm  van 


ala  de  fabriek.  Worden 
in  de  fabriek  alle  werk. 
lieden  feiimen  gebracht 
in  enkele  lokalen  van  den  fabrikant,  zoo  doet  de 
hniiinduitrieel   daarentegen    ijjn    goederen    ver- 
vaardigen in  de  fauiien  igner  min  of  meer  tslrg- 


Buiianker. 


ke  arbeiden.  De  lantete  ii  meer  faaadelHoan  dtta 
fabrikant,  want  ign  leiding  ii  niet  van  tcehni- 
Kben  aard.  Hoe  ijjn  werkBeden  willen  werken, 
met  welke  werktuigen,  boe  lang.  waar  en  met 
welke  hulpkrachten,  last.bem  geheel  onvenefail- 
lig.  Waarop  hg  toeiiet,  ia  alleen  daarop,  dat  bet 
■beleverde  werk  aan  mintmnm-eiaeben  voldoet. 
Zgn  werklieden  i^n  als  bet  ware  kleine  onderne- 
meri,  die  werk  voor  hun  patroon  aaonemfl).  Deie 
laatite  koopt  in  den  regel  de  groodatotfen.  die 
hi)  aan  ign  werklieden  t«r  bewerking  geelt.  Diar- 
om moet  hg  evenali  elke  goede  haadeliman  de 
kunit  vaiitaan  om  de  büte  en  voordeeligate 
adreiaen  te  vinden,  w«ar  hg  ann  ^ondatoffen  aan 
koopen  en  terena  voortdorena  nienwe  débonefaéi 

Hnisindutrie  ia  in  Nederland  reeda  lang  be- 
oefend. Onie  beroemde  draperie  van  Leid^  «n 
Ütreriit  wa*  bniaindnatrie.  In  den  uwvasg  der 
19de  eenw  werd  ome  linnen-,  katoen,  en  wol- 
weverij  voor  rtiening  van  fabrikanten  door  thoii- 
werkrade  arbeiden  uitgeoefend.  In  Hei  1891 
bedroeg  bet  untal  op  sandweefge touwen  tbnii 
werkende  wollenweveri  te  TIHiarg  nog  I8S5. 
Onie  uitgebreide  beeien-wntedie  te  Amaterdam, 
Rotterdam  en  Qroningen.  en  een  ^oot  deel  on- 
lei  meubeliDdnitrie  ia  haiaindnatrie.  Toeb  laat 
het  liefa  aawien,  dat  langaamerhaad  de  moderne 
huiaiodaitriè  het  veM  moet  mimen  voor  de  fa- 
brickang verbeid  door  den  drang  -vu  de  arbeiden 
lelven  of  door  de  boogera  eiitnen,  die  door  den 
wetgever  aan  de  woning  worden  geitekj.  En  dit 
lal  voor  de  fauitaibeiden  in  den  regel  vooruit- 
gang beteekeoen.  Want  do  hniiarbeider  we^t 
thani  bgna  altgd  in  kleine,  bedompte  vertrekken, 
welke  tevena  aU  woon-  en  ilaapkamer  dienen,  te- 
gen lage  loonra  gedoiende  overmatige  aiteidstg- 
im.  met  bebtilp  van  alle  banden,  die  het  geiin 
beEchikbaar  beeft.  De  bni&arbeid  onttrekt  de 
hoiavrouw  aan  baai  {dichten  tegenover  haar  ge- 
lin.  HuJMrbeid  ia  onvereenigbaar  met  een  ^ciond 
en  alerk  vereen igin(|s)even,  waaraan  jmal  de 
werkman  van  de  MineksiDdutrie  w  die  van  bet 
ambaebt  verbetering  in  ijjn  toeitand  te  danken 
beeft. 

HidsdUrMi  ign  dieren,  welke  tot  nut  of  ge- 
Boe^ien  der  mentdien  worden  getoeU  of  altbana 
gehouden.  Daartoe  behwren  vooreerst  de  dieren 
van  den  veeitapel,  looali  bg  om  mad.  paard, 
varken,  lebaap  en  geit.  in  andere  landen  ook 
kameel,  muildier,  eiel,  buffel,  olifant,  jak,  lama. 
zebra  en  rendier,  verder  het  pluimvee,  looali 
kippen,  eenden,  ganiea,  dniven,  kalkoenen,  pau- 
wen en  zwanen,  dan  kooQnen  en  vooral  bonden 
en  katten,  maar  ook  lang-  en  aiervogeli  en  vii- 
aehen.  In  aommige  landen  moeten  door  bgion- 
dere  omstandighedeQ  dieren  daartoe  gerekend 
worden,  welke  bet  volgeni  de  gewone  opvatting 
niet  lün.  wo  bgv.  (^  Java  een  tweetal  nagcdia- 
aen.  nl  de  tokkè  of  gekko,  welke  jacht  maakt  op 
muilen,  en  de  tiitjA,  welke  de  inaecten  in  de 
woningen  looveel  mogelijk  opruimt.  Tot  bettrg- 
ding  der  muizenplaag  wordt  bg  ona  de  egel  in  de 
woningen  gedola,  in  Egjpte  de  ichnenmon.  In 
liidiB  en  PeriiB  wordt  voor  de  jacht  op  gazellen 
het  luipaard  gebruikt,  looali  bij  om  het  fret  voor 
de  jiebl  op  wilde  kongnen.  Ook  inaecten.  looali 
bgen  en   igdempien,  moeten   tot  de  faniidier«i 


DigilizedbyGoOglC 


HUU^IEBEN— BDüaDIHItSNTUIN. 


645 


rkeod  woiden  «d  feitelijk  geldt  hetiellde  tib 
eidereend  en  tot  iek«re  «oogte  i&n  wilde 
iwgiieii  en  herten.  Ben  «lierpe  greiw  Tklt  dan 
ook  niet  au  te  eeren. 

De  teelt  Tan  «Te  tegeawoordig  het  meelt  voor- 
komende iaiMiiereD  is  reeds  teer  oud,  nn  enkele 
zU  ood,  dat  de  afstunmiog  niet  meer  met  u- 
kerbeid  kan  worden  aangetocnd,  on>dat  de  oar- 
Torm  nilgestorieii  ia  en  de  soort  aUeen  nog  all 
baiidier  Eebondeu  ii  gebkren.  Zoo  treft  men  bet 
wilde  paard  alleen  no^  in  enkele  itreken  Tan 
Centraal-AiiS  md,  terwsl  bet  in  de  dilnviale  po- 
riode  Ter  Teibreid  was.  Reedi  zeer  yroeg  komt  de 
hond  in  tunmen  loestutd  voor,  niet  Teel  -Uier 
rand,  ichiften,  geit,  terwyl  paard  en  Tarken  eerit 
later  getemd  weMlen.  Soiomige  dieren  daarente- 
gen werden  Troegei  ab  faaiidieren  gebonden, 
maar  tbani  niet  meer  bgT.  antilopen  (in  bet 
Onde  Egypte)  en  Terechillende  togeli,  looali  da 
ooievaar  (bü  de  Romeinen].  * 

W«t  de  Tert>reiding  der  faniedieren  betreft, 
komt  de  ^ond  OTsral  Toor,  waai  mensdien  wonen 
en  Tormt  naaat  bet  rendier  bet  eenige  huiiilier 
Tan  de  Pooholken.  Bijna  eTen  ver  ii  de  kat  Ter- 
breid;  alleen  in  konde  ttreken  komt  ig  niet  Toor. 
Hetidfde  geldt  Tan  het  varken  en  vooral  het 
Iidiiebe  iwg"  '■  'o  ^^  beete  Inchtstreek  Ter  ver- 
breid; verwilderd  komt  het  varken  op  de  eilan- 
den van  OeeaniS  voor,  terwijl  op  soounige  eilan- 
deA.  evenals  in  menige  etreeV  van  Inaalinde  big- 
getjes tot  de  lievelingsdieren  der  vionwen  briioo- 
ren  en  door  haar  geioogd  worden.  Niet  minder 
oitgeitrekt  ie  het  verbreidïngieebicd  van  bet 
raiia  in  ign  vele  loorten  en  van  bet  schaap;  het 
laatste  wordt  te^nwoordig  vooral  op  gioote 
êditti  in  Anitralil  gelokt.  Van  de  geiten,  die 
even  ver  vertireid  lijn.  cïn  sommige  loortMi,'  loo. 
all  de  Angora-  en  Kaïjmie^reit  wegens  hun  lang. 

S"deaeiitig  haar  beroeiDd.  De  olifant  epeelt  voor- 
in Voor-  en  Aebler-IndiS  als  huisdier  een  rol, 
wordt  echter  in  de  laatste  jaren  ook  in  Atjeh  ge- 
temd en  als  lastdier  gebmikt.  Kameelen  toa  be- 
peitt  tot  Noord-AIrika,  West.  en  Centraal-Azii, 
waar  lü  als  last.  en  rijdieren  bjj  woeitönreiten 
onmisbaar  ign.  In  Australil  werd  het  in  de  laat- 
ste jaren  ingevoerd.  Zeer  aitgestr^  il  het  (er. 
lein  van  het  paard,  dat  tot  dusver  alleen  in  Afri- 
ka weinig  talrijk  is.  Daarentegen  kMnt  bet  ren- 
dier illeeB  in  de  poolitceken  van  Ënropa  en 
Axie  voor,  waar  het  voor  de  bewoners  van  het 
grootste  bela^  ia. 

Bet  gH>mik  der  huisdieren  stemt  lang  niet 
overal  overeen.  Terwgl  in  Europa  het  rmd  als 
slacht-  en  melkvee  gc^mikt  wordt,  dient  het  in 
Oost-Aïi8  alleen  ala  slacht-  en  trekvee.  in  Weit- 
Afrika  daaientexen  vooral  als  melkvee,  daarnaaal 
ook  all  rij-  en  Jaeldier.  Het  paard,  bij  ons  alleen 
all  rij-  en  trekd^er  in  gebruik,  levert  in  Centraal 
AilB  melk  en  vieeicb.  Ook  de  bond  wordt  door 
sommige  volken  vetgemeet  en  gegeten.  Daaren- 
tegen worden  door  unwnige  onbestdiaafde  volken 
kippen  alleen  Toor  de  gezelligheid  gebonden,  zon- 
der dat  bon  vleesch  of  eieren  genuttigd  worden. 
Ook  andere  dieren  worden  door  vele  natourvol. 
ken  hoofdzakelijk  of  nitslnitend  ter  wille  van  hun 
geselschap  gehouden,  zonder  dat  op  practische 
Toordeelen  gelet  wordt  en  de  tegenwoordige  we- 
tensebappelgke  opvatting  is  dan  ook,  dat  in  den 

IX. 


oertijd  bg  bet  temmen  van  hnisdieien  de  znciit 
naar  gezeliefa^  een  der  drüfveeres  was  en  men 
eerst  langtamerhand  bg  de  getemde  dieren  eigen- 
schappen ontdekte,  waarvan  «oen  besloot  prac- 
tiich  voordeel  te  trekken.  Later  iverd  di  teelt  van 
huisdieren  een  bedrijt  en  tegenwoordig  geschiedt 
tg  volgens  wctewtdiappe^ké  regels,  vooral  van 
die  dieren,  welke  b^  beicbaatde  vohen  den  eigen- 
lijken veestapel  vormen  <Eie  verder  hg  VeeUelt). 

Lileraluur:  Jlakn,  Die  Hanitiere  nnd  ihre  Be- 
liehungen  sur  WirtMhaFt  dei  Meniehen  (Leipaig 
1896);  Ktiler,  Die  Abitammung  der  ftkestiE 
Baustiere  {Znricb  1902);  JfWer,  Studiën  nnd 
Beitrige  tnr  Qeognmiiit  der  WirtschalUtiere 
(Leipiig  1903  v.  v.);  Vtetor  Bek»,  Knlturpflauen 
nnd  HauBtiere  etc  (8«te  drnk  Berlün  1911);  Kei- 
ler, Utninuig  der  enroplisefaen  Hamtiere  (Ver- 
handl.  des  VIII  Intern.  Zot^ogen  Kosgte«ies  n 
Qnz  in  1910.  Jena  1912). 

BnlHllamittiiii  >s  de  naam  van  een  hulp- 
middel tot  Terbetering  Tan  het  fokken  van  vee. 
Zn)k  een  inrichting  werd  in  1668  gesticht  doot 
JuHiu  Kühn  aan  het  landbouwinatitnut,  ver> 
bonden  aan  de  uniTeraiteit  te  Halle.  Daar  braclit 
hü  allerlei  raiien  van  tiniidieten  bgeen,  om  het 
ovenieht  van  die  raisen  gemakkelgk  te  maken 
en  vooral  ook  om  e«i  doelmatig  fdtken  van  vee 
be  bevorderen,  terwijl  ^  tvvena  gelegenèeid  nn 
zijn  de  ziekten  van  het  vee  naawkenrig  waar  te 
nemen.  In  den  dierentuin  4e  Halle,  die  een  voor* 
tieltelijk  hulpmiddel  voimt  bij  bet  onderwijl,  <!*( 
nergens  elders  wordt  aangetroffen,  vindt  men 
±  600  dieren,  welke  de  voornaamste  rassen  van 
het  rand,  het  schaap,  het  paard,  den  eiel  eni.  in 
KirgTuldig  QitgezocAte  exemplaren  ivert^enwoor- 
digen.  De  tuin  is  tevens  bet  eente  proefstation 
voor  itelsehnalig  onderzoek  der  veeiokiierö  en 
wordt  loowel  aan  praetisdie  ala  aan  gestreng 
wetenschappelijke  doeleinden  dienstbaar  gemaakt. 
De  skeletten,  de  bnid  en  andere  deelen  der  die- 
ren worden  na  hnn  dood  bcnraard  en  «Ter  ban 
boDw  en  hnn  ontwikheüng  nauwkeurige  berich- 
ten verzameld  en  bij  hnn  ^lotogr^ihisaie  afbeel- 
dingen gevoed.  loodat  hier  voor  em  ondenoek 
omtrent  de  Teetokkerj)  bouwstoffen  voorhanden 
zijn,  welke  men  nergens  eidere  aantreft. 

EteUngrük  is  voonl  het  oDdenoek,  dat  men  al- 
daar heeft  iiweetetd  omtrent  de  bastaarden. 
Het  nauwgezetneid  heeft  men  er  de  eigensebap- 
pen  gadegeslagen  van  den  bastaard,  afkomstig 
Tan  den  paart&ei^il  en  de  eiehnerrie.  Beeds  de 
BomeinBene  schrüvera  OTer  den  laixttionw  maken 
gewag  van  den  maileiel  (Equut  hinnwi)  en  ge- 
ven aan  den  bietaatd  tsd  den  ezelhengsf  en  de 
S aardmerrie  den  naam  van  muildier  (Equiu  mK~ 
u).  Schrgvers  van  lateren  tgd  vemelden  even- 
eens die  beide  hastaarden  en  geven  zelfs  afbeel- 
dingen van  den  tnailezel  en  toch  werd  geen  on- 
betwistbaar bewijs  geleverd,  dat  zoodanig  dier 
weikelgk  van  den  paardehengst  en  de  ezelmerrie 
afkomstig  was.  Er  dienden  dus  paringsproeven 
te  worden  genomen  en  als  gerolg  daarTan  werd 
in  de  huiadierehtoin  te  Eallc  in  1879  een  Tioaw«- 
Igke  mnilezel  geboren,  die  allen  twijfel  omtrent 
dit  dier  ophief. 

Een  ander  vraagitnk  was  de  betrekkin  van 
den  jack  (Bot  grumnau)  tot  het  Enropeeiehe 
rund  fBoi  taunu).  Tot  aan  het  tijdstip,  waarop 


DigilizedbyGoOglC 


M« 


HUISEtEEBENTUIN— BüiraOUDeCOOOL. 


de  „Vorttlgc  tttwr  Viehnieht  nnd  BuscDkannt- 
Bi»"  v>D  ff.  NM  Natkuiim  in  bet  lieht  tsnehe- 
nen  (1812),  wuren  de  OAtuaioiidenoekaia  een- 
gtammig  tu  ^groelea,  dftt  de  Tsck,  die  in  de 
hoogluiden  tbh  Tibet  in  het  wild,  mur  ook  in 
een  taaxnen  itut  Tooikomt,  een  sbonderlijke 
Booit  Tonnt.  Alleen  met  beti^king  tot  de  -plakti 
in  het  stelsel  waren  de  meeninsen  Tetsebillend. 
Terwijl  Bommigen  den  jack  tot  de  batlcU  reken- 
den, Toegnlen  raderen  hem  ba  de  bieoni.  Hienwer 
echter  w&s  men  bet  eens,  dat  de  jacfc  in  geen 
nanwe  betrekking  stut  tot  ons  rund  {Bot  launuf. 
Groot  opiien  baarde  alioo  de  verklaring  van  Sa- 
lAtutiM,  dat  bg  den  jadk  bettboowde  ali  beboo- 
i«nde  tot  het  mnd,  omdat  bet  tot  nn  toe  niet 
gelnkt  WM,  kenmerken  aan  te  wQien,  waardoor 
men  dat  dier  van  het  rund  oDdereeheiden  kon. 
Het  veiediil  van  baar  toch  lou  men  kunnen  be- 
sobonwen  als  een  oodersdieid  van  raa.  Om  over 
de  joietheid  <K«r  verklaring  nit^nak  te  knnnen 
doen,  moeït  men  cndenoeken  «f  de  afstammelin- 
gtü  van  den  wk  en  het  mnd  onderling  vrnebt- 
baar  waren.  Dit  gesdiiedde  in  den  baisdier«n- 
toin.  iUen  verkreeg  fan  een  paar  volbloed  yaek- 
■tieren  en  eenige  koeien  van  verscbillende  rossen 
Mn  groot  aantal  bastaarden,  namelQk  9  van  het 
mannelijk  en  8  van  het  vronweljjk  geslacht.  De 
draefat  duurde  gcaniddeld  249  dagen  en  de  bat- 
taatden  ontwikkelden  lich  voorepoedig.  Het  bleek 
echter,  dat  lij  «aderling  oonDehUiaw  bleven,  ter- 
wijl 'de  TTOuwd^  baataaiden  lieb  vrnchtbaar 
toonden  bg  paring  mrt  Aortfaornitieren.  Die 
proeven  heroën  alioo  beweien,  dat  de  yadc  en  bet 
Europeeeche  rnnd  verscbillende  soorten  ign.  De- 
ie  inaniei  om  ait  te  maken,  of  dieren  en  planten 
tot  Wn  aoort  bebooren,  is  in  den  laatiten  tjld 
meer  en  meer  verlaten.  Men  ^baseert  lieh  tbani 
meer  op  de  ertelgkheid  der  eïgenuJiappeo. 

Ook  neeft  men  ten  beboeve  van  latere  proe!- 
aemiagen  bastaarden  gefokt  van  den  Indiaehen 
garal  (Bot  frbntolttj  met  bet  Earopeesobe  mnd. 

MerkwaardtK  lÖn  verder  de  proeven,  die  men 
genomen  heeft  ooor  jwring  van  den  fnoeHlon 
fOti*  mwimoii}  met  bet  Ëaropeesehe  «ebaap 
(Ovi*  arie$).  De  bastaarden,  hierdoor  verkregen, 
droegen  reeds  hij  de  onde  Bomeiaen  den  natun 
van  Min6n.  Sootmjgeii  hebben  dan  «fc  ivmiwed, 
dal  de  moefUon  de  itamvader  is  Tan  faet  gewo- 
ne eebaap,  wat  dom  anderen,  Tooral  ook  door  Ha- 
thutim  wordt  ontkend.  Man  heeft  ia  dea  bnia- 
dierentain  de  paring  bevorderd  >van  den  moeHlon 
met  «en  gioot  aantal  sebapenraHen,  loodat  men 
145  baataarden  verkreeg.  De  haUbloed rammen 
waren  vruchtbaar  bq  pnring  met  gewone  slapen 
en  ook  met  halfbloedooien;  Daaruit  leidt  men 
al,  dat  de  moefflan  en  faet  Emopeei^e  stbaap  tot 
dexelMe  eooit  bebooren  en  dat  men  den  moeiflon 
voor  den  etamvader  der  scÉiapen rassen  loo  mogen 
honden. 

Hoogst  belangrgk  t^  eindelgk  de  waarnemin- 
gen, welke  men  gedaan  heeft  bg  het  stepfwn- 
ichaap  van  midoottelljk  Europa  (óvit  aria  ttea- 
lopfifa  Pallas.  By  dit  dier  ontbreekt  de  staart 
nagenoeg  en  op  de  plaste  van  dezen  bevindt  licb 
een  van  bo^en  met  vo\  bedekt  en  van  onder  on- 
'  bebaard  vetkussen.  Dit  eigenaardige  kenmerk 
ontstaat  volgenihet  gevoelen  lan  PaUai  door  het 
gebruik  van  lontpknten  en  bittere  kruiden  in  de 


steppe,  en  Dorwm  leidt  daarnit  de  gtToigtrA- 
king  af,  dat  de  aard  van  het  voedael  oonaai  ksn 
ign  van  de  ontwikkeling  vau  lolke  «ig«iu>iidig'- 
heden.  Het  vet  in  deie  knsaena  <^>gdioapt,  dïenl 
evenals  het  vet  in  de  (taarten  van  iodhdi^  «eha- 
psnraaien  [breed  staarten)  ak  reserve-voedael  ia 
tgden,  dat  er  in  de  steppe  weinig  voedsel  ■«&- 
weiig  ia.  IntnBBcheD  hmben  in  des  huUdienn- 
tniu  steppeeefawen  deie  eigenaardigheid  lot  in 
bet  derde  gealaeht  blonden  ifl  weerwil  *mu  een 
geheel  ander  voedie]  dan  de  planten  der  ateppe. 
Toch  i«  de  lidtaamtbouw  deier  dieren  geenniu 
acbtemitgegaan. 

Hnlsen.  een  gemeente  in  de  «roTineie  Gel- 
derland, 1969  H.1,  groot  met  {1916)  4610  in- 
wonen, ligt,  daar  ijj  door  den  Rgn  en  den  Utel 
doorsneden  wordt,  gedeeltelijk  in  de  Betnwe,  cv- 
deeUelnk  in  de  Teluwe  eo  gedeeltelgk  in  de  £^ 
mere.  Zg  wordt  ingesloten  door  de  gemeenten 
Ambed,  Weitervoort,  Duiven,  Bunmet  cb  Elat 
De  bodcót,  die  uit  vrucfatbare  klei  beetaat,  wordt 
voor  den  veibonw  van  landboawprodvcten,  vaa 
tabak  en  voor  de  veeteelt  gebmikt. 

De  atad  Hniaen  een  der  aodate  beiittingen 
van  Kleef,  behoorae  afwissend  aan  Pmiaeo  en 
aan  Nederland  (van  1795  tot  1800  behoorde  if 
aan  Frankrnk),  tobdat  ijj,  tengevolge  Tan  het 
beeinit  van  net  Weener  Congres  van  den  I6den 
Haart  1815  den  12dett  Juni  1816  irooigoed  aan 
Nederland  kwam.  De  attd,  die  vroeger  onmiddel- 
Igk  aan  den  Rgn  lag,  ie  nu  doot  een  ettook  wei- 
land vau  de  rivier  geaeheidm.  Zn  beiit  een  Her- 
vormde en  een  It-KatholielK  kerk.  Op  de  plaat« 
van  het  voormalig  kasteel  ataat  thana  eeo  Domi- 
nieaner  kioosler. 

Hnlsfodan.  Zie  Lara  en  PenatM. 

BttlahoodonderwVl.  Zie  HuühaitUekooL 

Hnlahondflohool.  Onder  een  haEifaood- 
sobool  verataat  men  een  school,  waar  onderridit 
gegeven  wondt  in  alle  vakken,  die  voor  een  aan- 
staande buis  vrouw  of  dienstbode  van  belang 
knnaen  lifn.  Zij  stelt  liefa  ten  doel  hniarronwaï 
en  dienatboden  te  vormen,  met  gtJtotgumt  be- 
kwaamheid en  liefde  voot  haar  werk  om  een  hiis- 
hooding  te  kannen  beitam  M  daarin  bebs^naan 
te  tjjn.  Hiertoe  lal  aan  de  meeste  ■cfaoten  onder- 
wjje  gegeven  worden  in:  koken,  voedingsleer,  wa- 
rükenBis  in  veibaad  met  one  voadineamid  delen 
en  on>  hnii  en  hnisraad,  geiondbeiasleer.  ver- 
bandleer.  behandeling  van  het  jonge  kind,  onder- 
houd van  huis  enbniaraad,  waaehbrfianddiig, 
naaien  en  veratellen  en  boekhouden;  terwül  aan 
dit  programma  aomc  wordt  to^emgd  oproed- 
konde,  plant-  en  djeikaode  en  nataor-  en  sciiei- 
knndc.  Het  onderwqs  wordt  meettal  gegeven  in 
volledige  curinsaen,  die,  als  bet  tndemdit  net 
vrucht  is  genoten,  of  na  een  voldoende  eianea 
reebt  geven  op  een  diploma  als;  bnirfioiidittr 
(hDishoadkun<)ige).  hulp  in  de  hni^ooding  of 
dienstbode  (keukenmeid,  tweede  meid.  werkmeid. 
linneomeid,  of  kamenier-linnenmetd).  Denclnke 
(^leidingen  dnren  alt^d  2.  aoma  8  jaar.  veider 
wopdt  aan  een  buiriioudaehool  ook  gelegenheid 
gegeven  om  in  korten  tQd  in  een  ol  aader  onder- 
deel eenige  vakkennia  op  te  doen. 

De  eerate  8i±ool,  die  of  bovenbeeehreven  rich- 
ting gine  «erken,  was  de  Haagaebe  Koekaehool, 
die  in  1887  wend  opgeridit;  de  eerste  tehool,  die 


DigilizedbyGoOglC 


HUISHOTIDSCDOOL— fiinSHIIH>EIiEN. 


den  nauD  tui  HnMioadKiKK)!  dioeg,  ww  de 
Jüi)>t«rduaidie  huishondiehool  (Zux^d),  di«  in 
September  1891,  med«  op  ioitiitiet  Tan  JonlcTi./. 
de  Boteh  Kemper,  w«id  geopend.  Kort  durop 
Tolcdan  Rotteidam  (tfaina  cogciteiTen),  AinlMm 
(1894),  N^megen  (ISU),  Att^r  (1896),  Den 
Hug  [HnidwudsAool  „Liftn  7an  MeeideiTooit" 
189^,  terwijl  nien  Uuni  in  1916  ook  tdbolen, 
waai  HDÏAomJoDdeTwjja  woidt  geeraren,  heeft  te 
Amerefoort  (1905),  Amiterdam  (Nieawe  Haii- 
hondMiKiol  1904,  2  Openfaaie  Weifc-  en  Leen^o- 
len  1905  en  1915),  Breda  (1899),  Cakn^ig 
0905),  DeimteT  (190G),  Donlreeht  (1901),  Den 
Haag  (TaksdiDol  tooi  meisjes  (19(Ki),  GioDingen 
(1898),  Haarlem  (1910),  Harderwök  (1810),  Leer. 
dun  (1914),  Leenwavden  (1906).  Middelburt;, 
Schiedam  (1900),  Utiecfat.  Zntfen  (1900),  Zwolle 
(1899).  Enkele  deiet  «holen  ign  met  eea  Indn- 
strieMhooI  Terboinden  en  dragen  daoidooF  den 
naam  van  IndQ»trie-  «n  Hniaboodtefaool.  Al  deie 
fcholen  bestaan  door  bet  aeiioolgdd  dei  leertin- 
gen  en  door  partlenliete  londeen  of  door  lobd- 
d!es  nn  igk,  gemeente  en  pTorineie.  Nog  iledris 
een  enkele  tehool  (de  Openbare  Weik-  en  Leei- 
seholen  te  Anuterdam)  wordt  door  de  gemeente 
geAxpkiiteen]. 

.  Haiehondonderwni  wordt  teg«nwootdtg  ook  ge- 
geven meer  meciaal  toot  TTonw«n  en  meisjei  op 
het  platteland  (lie  daarroor  lanAoawhniihoQd- 
knwie)  en  aan  kinderen  op  Berhaliwscholen. 
Door  het  Imiibondcwlerwgs  op  de  Herhating- 
echool  te  bren^n,  ig  voorzeker  een  groote  stoot 
gegeten  aan  de  meerdere  4>ekendlieid  met  de 
ejsohen  aao  een  goede  fdksToeding  (e  stellen. 
Dit  onderwjjs  werd  Tolgene  «en  opgaaf  T«n  1916 
gegeven  in  Amersfoort  (aan  9  leerlingen),  Am- 
sterdam (±  500),  Delft  (ISS),  'Doidredtt  (8),  Qon- 
da  (52).  Den  Eaég  (±  350),  Qroningen  (82),  Lei- 
den, Njjnxeen  (22),  Sditedam  (24),  SefaereDiD- 
gen  (±  80)  en  Zntfen  {±  45). 
Om    het    HniehODfcnderw^'e    te    brengen    on 

S laateen  n  dotpen,  waar  geen  Eoiehondsehool  oi 
sarmee  gelükstaande  school  ia  gevestigd,  heeft 
de  HaatMappö  tot  Not  Tan  het  Algemeen  ge- 
zorgd TÓor  i«.  reilende  kenkens,  die  earsnssen 
geren  «en  6  ol  8  weken. 

Het  hnishond onderwijs  wordt  gegeven  door 
gediplomeerde  krachten,  die  opgeleid  kun- 
nen worden  san  de  Hoi  ihood  scholen  te 
Amsterdam  [de  Nienwe  Hoiehondaehoiri),  Ameis- 
loort,  's-Oravenhage  {de  Hu  ishood  school  L. 
T.  M.)  en  Nijmegen.  Het  eiamen  wordt  stge- 
Domen  door  een  ezarmencoDunissie,  benoemd  dooi 
den  Bond  van  Leeraressen  bij  het  Hnishoodondei- 
wiji.  Het  Rjjk  steunt  deze  Boadsexsimene  door  ie 
te  snbsidieeTen.  De  eischen  van  bekwaamheid  tot 
hel  veririjgen  van  een  diploma  als  leerares  of  on- 
derwijieres  bn  het  Hnishond  Onderwijs  ign  aan 
boTenceoioHnde  oirieiding««obo1en  te  k  rijgen. 
Aan  <(e  HnishoodsdiDten  te  Ameterdam  (Zand- 
pad) en  Utrecht  worden  schooldiploma's  voor  leer- 
ares in  een  der  huiehoadelijke  vakken  uitgereikt. 

HnlBlndDBtrla.  Zie  Bm»arböd. 

BntBlook  (5»nipemeum  L.)  is  de  naam  van 
een  plantengeslaoht  alt  de  familie  der  Oramta- 
eeUn,  meerendeels  op  Hadera  en  de  Canarieriie 
Eilanden  ÜiaiAehoorend  en  in  ongereer  40  soor- 
ten voorkoÏDend.  Het  groeit  bg  Tooiienr  op  lie- 


ten daken,  onde  muren  en  dergeli^e  plaateen'  en 
onderscheidt  lieh  door  sün  Tleexige  bladrötttleii, 
«aamit  stengels  opschieten,  die  een  groot  aan- 
tal tot  bjjseheiinen  vereenigde  Uoonen  dragen. 
De  kelk  Tan  dexe  is  2-tot  20^ee]ig.  Ei  ign  even- 
moreel  bloembladeren,  welke  aan  den  Toet  onder- 
liog  en  met  2  maal  looTeel  meeldraden  samen- 
gegroeid  liJn.'De  Simfernvum»  worden  in  twee 
frocfien  verdeeM,  n.1.  die  met  roodachtige  en 
ie  met  geelachtige  bloemen. 
Tot  de  eerste  behooren:  S.  Uelonm,  S.  eol- 
Mreum,  5.  ^meam,  S.  aOanlieum,  8.  tnoalo- 
niim,  S.  flagUlUorme,  8.  fumilum,  S.  ariuhnoi- 
demm;  tot  de  tweede:  5.  Rtilhemieum,  8.  grandi- 
flontn,  S.  Heulttlii,  8:  gUMterum  en  aratanutn. 
De  plaat  heeft  meer  sierwaarde  dan  de  bloe- 
men, die  over  het  algemeen  kkin  ijjn  en  voor 
bloemisten  weinig  wauds  hebben.  Voor  rotebe- 
planting,  het  atietten  van  randen  op  bloemperken, 
het  beplanten  van  ternria  sijn  de  Semperrirams 
«er  gewild.  Zij  groeien  op  eiken  grond,  teriai^en 

En  iware  besenadnwing  en  ijjn  niet  alle  winter- 
d. 

Bnlmurkm  komen  bii  alle  Oermaanscfae 
cnltnnrvolken  sedert  de  ondste  tgden  voor.  Zg 
ontleenen  bnn  ooiepiong  waarschijnlijk  aan  de 
ti^a,  Tan  de  5de  tot  de  Ode  eenw  in  gebmik,  en 
lijn,  op  de  wüze  als  de  adellgke  wapens,  familie- 
teekens,  of  staan  in  Terband  met  een  bepaald  vak 
of  beroep,  dat  zij,  die  >e  voerden,  uitoefenden,  of 
ook  ontleenen  sg  —  en  dit  bepaaldelijk  op  hei 
land  —  hun  oorsprong  aan  bet  Dexit  van  een  le- 
ker  grondstnk,  voornamelgk  in  Terband  met  eeni, 
hetzelfde  teeken  dn^ende,  buis.  Bet  hnismeik 
bestaat  nit  eenvondige,  ong^lenrde  lijnen  en 
werd  en  wordt  nog  wel  gebrnikt  met  de  bedoe- 
ling, om  aan  te  gCTen,  dat  hn,  die  dat  teeken  ge- 
bruikt beeft,  een  bepaalde  wilsdaad  heelt  Toltiok. 
ken,  de  vervaardiger  is  van  een  bepaald  werk  of 
lieh  besehoawt  ali  heer  van  een  eoed,  levend 
(runderen)  of  dood,  hetzQ  roerend  ^creedschap- 

Sn)  of  onroerend  (een  hms,  een  stuk  land,  op 
grenspalen  waarvan  het  teeken  dan  is  aange- 
bradit). 

De  f&milieteekeuj  gaan  meestal  over  naar. bet 
recht  van  eerstgeboorte;  de  overige  leden  dei  fa- 
milie Toegen  aan  het  merk  een  teeken  toe.  De 
tami lieteekens  worden  dikwijls  verfraaid,  in  ieget 
ringen  aangebracht  en  evenalt  de  adellijke  wa> 
pens  gevoerd,  doch  ig  'Ö"  Reen  bewijs  Tan  adel- 
dom en  slechts  leer  betrdkelgk  van  voofname 
geboorte,  vooral  niet  in  den  tegen  woord  igen  tijd, 
na  velen  tidb  dergel^e  „familie wapent",  die 
vaak  een  fictief  karakter  dragen  en  kunstmatig 
met  den  familienaam  in  vert)aad  gebracht  wor- 
den, doen  vervaardigen.  Duidelgke  voorbeelden 
van  met-adellgke  familiewapens  vindt  men  in  de 
aithangende  legeU  vnn  niet-adellüke  schepenen 
aan  charters  betreflende  koop  ot  huur  van  vaste 
goederen,  schenking  enz.  uit  vroegere  eeawen  en 
aanwezig  in  verschillende  archieven.  Verder  zie 
men  het  ,.StMn-  en  Wapenboek  van  aanzienlijke  Ne- 
derlandsiehe  geslachten"  van  yorsterman  van  Ogen. 

HalsmlddeleD  zijn  loodaniKe,  welke  men 
bjj  ongesteldhedeo  in  bnis  o!  onder  lifn  bereHi 
heeft,  om  se  aan  te  wenden  zonder  een  acts  te 
raadpleeen,  hoewel  het  ook  wel  gebeurt,  dat  de 
arts  leït  loodanig  middel  oai^veelt.  Ten  ogi- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


548 


HUI^dDDELEN— HUI8VBBDE,  Hni8rBra)GBREUE. 


rechte  cTenwel  worden  tie  loogeiUMnde  nbeim- 
middelen  onder  de  haijmkldelen  geiekeDO.  Jniit 
omdat  men  ban  bestawMeelen  niet  kent,  il  het 
getiniik  booget  geTiarljjk.  Oeheel  anders  ie  bet 
met  de  eigenlijke  linisniiddelen.  Deie  (och  ijjn 
betendte  «tolfem.  van  welke  de  wetensebap  Mm- 
tqde  erkend  beeft,  dat  aq  in  be{)aalde  liekt^e^ 
vallen  goede  dieneteii  kunnen  faewijteD. 
Men  aan  de  faniamtddeteo  Terdaelen  in  i( 

Et,  die  invetidig  en  in  lolke,  die  uüteendig 
ruikt  worden.  Tot  de  eerete  afdeeltng  be- 
ren: tloelgangbevorderendé,  looals  honig,  ala- 
en  ricinuaolie,  stroop  en  aodawater;  itopuendt, 
■oobI*  afkooksels  Tan  sertt,  aakb,  rjjfrt  of  tiarrer, 
eiwit,  eikelkoltie,  eikeleauo  en  thee;  nfeeUry- 
M»dt,  looals  warm  water,  wamne  melk,  warme 
rgewgn,  Hier-  en  kamilléntbee  en  koffie  met 
rnm;  oploMende  b^  hoeit,  wxttii  afkooksel  van 
iltheewortel  en  loettiont.  tbee  van  IJslandseh 
en  Carragheenmos  water  met  aniker,  eidooier 
met  iniker,  amandelmeHc  en  drop;  tnaagvergUr- 
lumte,  looals  tbetnur  van  oranjes^iUen  en  gem- 
ber; verikoéJsNde,  looals  kond  water,  limonade, 
eremor  tartari  met  water,  tiiee  van  kamillen- en 
van    Tateriaao;    aputkkende,  looris   wqn,   Hoft- 


ïerfpa  _       ._   ., _  _ 

genuU;  bUtediUlpetide,  looals  >wam,  f^ne  «pons, 
alniipoader,  compressen  met  koiid  water  en  «net 
Bi;  ontiUkingwerende,  sooals  water  en  aiQo, 
leodwater,  wanne  nappen  van  tiavergort,  kamil- 
len, Ijjameel,  lemelen,  wittebrood  en  melk,  en 
flindelgk  vtmdhetUnde,  looali  pluksel,  linnen 
eompreemi  •■  feitandeD,  heehtpleiiter,  Engelieh 
pleiater,  eollodiam.  watten  «n  lacÉrte  lalien. 

Het  cflbrnik  van  hoismiddden  rereiscbt  eAtei 
de  Doodige  oimiditifbeid,  vooreerst  omdat  som- 
mige niet  too  oneanldig  ign  als  ig  schijnen, 
dan  ook  omdat  lomtyds  ongeaoh^te  of  aelts 
schadeli^e  middeten  worden  aangewend,  einde- 
l^k  oot  omdat  daardoor  wel  eens  Tcnnimd  wordt 
tgdig  geneeskundige  huip  in  te  roepen  in  ^val- 
len, waar  luhs  beslist  noodig  ia. 

■alsenlB  vaa  Oruile  is  in  190S  inge- 
steld door  de  koningin  der  Nederlanden  ah  hoofd 
van  het  Hnis  van  Oranie-NaBsaa.  Qrootmeeiteies 
der  Huisorde  is  Hare  Majesteit  de  Koningin.  De 
orde  is  verdeeld  in  vijt  klasseo :  Grootkruis, 
Grootolliciei,  Commandeur.  Officier  en  Ridder. 
Qelük  in  rang  met  de  b«<eede  klasse,  die  der 
Groototlieieien,  «taan  diegenen,  wien  is  toege- 
kend de  goudm  eeremedaille  vooi  kunst  en  we- 
tenschap; gelvk  in  ran^  met  de  vierde  klasse,  die 
der  officieren,  staan  diegdnen  wien  ie  toegekend 
deie  medaille  in  lilver.  Het  versiersel  dei  Orde 
bestaat  in  een  glinunend  gooden  kruis,  gebiesd 
met  rood  émail;  in  het  midden  van  het  kruis  een 
mat-^uden  hartscbild,  vertoonende  aan  de  voor- 
lede het  wapen  van  Oranje  in  imail,  aan  de  keer- 
ii)de,  en  relief,  een  gekroonde  W;  tnssebea  de 
armen,  in  een  doorloopenden  dubbelen  gouden 
ring,  op  wit  émail,  in  gonden  letters  de  ken- 
spreuk:  „Je  Maintiendrir'. 

De  eeremedaHIe  voor  Kunst  en  Wetenschap, 
ter  middeflijn  van  50  millimeter,  is  van  goud  of 
silver,  vertoonende  smi  de  voongde  den  beelde- 


naar, uar  links  gekeerd,  fan  de  konio^n,  aaa 
de  keercijde  het  wapenschiM  van  Or«nje,  waar- 
boven <Je  kenipreuk;  „Je  Mainttendïai",  en 
waaronder  de  woorden:  „Voor  Knnst  en  Weten- 
schap." De  versierselen  der  orde,  alsmede  de 
eeremedailJe  voor  Kunst  en  Wetenschap,  wonden 
gedragen  aan  een  aranjelint. 

Aan  dames  kan  de  orde  worden  verleend^  doch 
sonder  aanduiding  van  kUtse;  baar  titel  w  als- 
dan: Oredame  in  de  Huisorde  van  Oranje.  Het 
versiersri  is  voor  haar  het  kmii  der  orde,  gelijk 
aan,  doch  een  weinig  kleiner  dan  dat  der  ridden, 
gedragen  aan  een  strik  van  bet  orddint,  op  den 
linkeTKhonder. 

Bovendien  bevat  de  orde  nog  diegenen,  die  doei 


lo.  het  gouden  of  lilveren  1 


1  met: 


1  Verdiei 


metul,  tonder  émail,  met  de  kenspren 

grond   van   betieltde  metaal,  gedragen  aan   een 

lint  als  dat  dei  redders; 

2o.  de  eeremedaille,  ter  msddellgn  van  80  mil- 
limeter, in  glimsneod  ^ud,  iHver  of  brona,  ver- 
tooaende  aan  de  tooiiöde  een  hartachild  met  het 
wapen  van  Oranje,  waai^veo  de  kenspreuk:  „Je 
Haintiendrai"  en  waaronder  twee  gekroiste  oran. 
jetakken,  aan  de  keengde  een  gd^roonde  W., 
waarboven  de  woorden:  „Voor  Verdienste"  en 
waaronder  ter  weersijjden  een  kleine  oranjetak, 
gedragen  aan  een  lint  als  dftt  der  ridders. 

Het  het  gouden  of  tilveren  Kruis  van  Ver- 
dienste, alsmede  met  de  eeremedailles,  kunnen 
ook  damei'  begiftigd  wonden;  bet  kruis  is  voor 
baar  bet  bovenomsdirevene,  doch  een  weinig 
kleiner,  d«  medailles  iqn  déietfde  als  de  boven 
omtehieTene.  Kinie  of  medaille  worden  door  haar 
ffediagen  op  desdfde  wü>e  als  de  eeredamei  in 
dk  Huisorde  van  Oranje  dit  doen. 

HnlBspln.  Zie  Smmen. 

HnlBTllav-  Zie  Kfie^eii. 

HnlaTrada,  hnlawrAdabrMik.  Under 
bnisvrede  verstaat  men  de  oneehendbaarheid  van 
de  woirinK  die  onie  wetten  aU  een  der  grondrech- 
ten *aii  ie  burgers  toekennen.  Het  hinnentreden 
in  een  woning  legen  den  wil  van  den  bewoner  — 
legl  art.  158  der  Grondwet  --  ii  alleen  geoor- 
loofd in  de  gwallen  hg  de  wet  bepaald,  kraefatena 
een  bijtonderen  of  algemeenen  last  van  een  macht 
door  de  wet  aangeweien,  terwgl  verdei  de  wet  ook 
de  vormen  moet  regelen,  waaraan  de  uitoefening 
van  deu  bevo^dbeid  gebonden  is.  Versobillende 
wetten  kennen  aan  daarin  genoemde  ambtenaren 
ol  eollegca  het  recèt  toe  om  woningen  binnen  te 
treden,  meestal  om  etiifbare  feiten  op  te  sporen 
of  om  te  onderzoeken  of  de  wet  l>ehoo[1ijk  wordt 
nageleefd.  Vooral  de  laatste  tgd,  die  in  bet  tee- 
ken etaat  der  sociale  wet^ving  [Arbeidswet, 
Stoomwet,  Ongevallenwet,  Steenbouwerswet  e.  a.) 
levert  hiervan  tal  van  voorbeelden  op.  Het  lidh 
onbevoegd  bevindeo  in  eens  anders  woning,  lo- 
kaal of  erf  stek  in  bepaalde  geval)»  den  dader 
bloot  aan  een  itrafvervol^ng  wegens  mitdrüf- 
dat  gewoonlijk  kuitvredebretUt  wordt  genoemd. 
Art.  138  Wetboek  van  Strafreeht  legt  dienaan- 

fiaande:  „Hij,  die  in  de  woning  of  het  besloten 
ok*al  of  erf,  bij  een  ander  in  gebruik,  weder- 
leebtelQk  binnendringt  of,  wederrechtelijk  aUaar 
vertoevende,   lieh  niet  op  de  vordering  van  «I 


DigilizedbyGoOglC 


HUISVBEDE,   mnSVDBOÜBRfiüE-aUIZINOA. 


Ttnwtge  «kn  ledtllMbbeiiide  tustoDds  *erw|jd0rt, 
wDidt  gerti«It  met  ^«mDgcoKit»!  van  ten  «oog- 
tte  6  nuADden  of  geldboete  v«i  ten  boogite-  800 
fid.  Hij,  die  zich  den  to^tng  beeft  feriehatt 
door  middel'TiD  bnak  of  inUtmmiog.  tsd  t«1- 
■che  slcnteU,  vkn  «en  Tal«ehe  ordei  of  een  Talseb 
koitnnm  of  die,  xondet  Tooikmnie  van  den  recht 


ia  den  loor  de  nachtniBt  bestemden  tjjd,  «oidt 
geacht  te  ign  binnengedrongen".  De  straf  kan  tot 
een  jaar  worden  Teraoogd.  indien  de  doder  be- 
dreisingen  alt  of  lioh  bedient  van  middelen  m- 
MhiEt  WQ  «rees  am  te  jagen,  terwijl  bij  het  ple- 
een  Tan  het  miadiijf  door  twee  of  meer  vereeBig- 
de  penenen  de  straf  met  '/i  kan  worden  ret- 
hoogd.  G«<ranffeniistra(  vaa  3  maanden  of  gdd- 
boete  Tan  ten  hoogste  800  gld.  is  bedreigd  t«g«n 
het  wederrechtelijk  bionendriiigeD  in  of  lieh  niet 
Terwijderen  nit  een  Toor  den  t^nbaren  dtentt 
besteind  lokaal. 

Onder  binnendringen  Terstaat  onze  Reebl- 
sptaA  zoowel  bet  bmnenkonken  langs  een  onge- 
brnikelljken  wef  (bgT.  door  een  openstaand  raam) 
alt  het  binnenktmen,  nadftt  dit  door  den  leeht- 
hebbende  ia  Tcibodea  —  ■fbg'.  iemand  is  nit  een 
eaf<  Terwijdeid  ta  gaat  di4  daarna  londer  vertot 
Ie  heUKQ  bekomen  w«er  binnen).  Tolgent  een 
Ditepras4  Tan  het  Oeredit^of  te  Amsterdam 
maakt  ook  hij.  die  tegen  het  TCibod  van  bel  be- 
T0eg4e  kericbeituur  een  begraatplaata  betreedt, 
licb  adinldig  aan  haisTredMrenk. 

BnllTiat.  Zt«  SUjd.' 

Hnluofllrttir  i>  bet  doonoeken  tbb  een  w«- 
ning  of  ander  gëlMUw  ten  eiode  na  Ie  gaaa,  of 
er  ook  sporen  te  linden  liJn  Tan  een  gepleegd 
mi«drqf.  Qdïjk  reeds  onder  „hnisTrede  is  Ter- 
meld,  il  Tolgens  de  Grondwet  het  binnentreden 
van  een  woning  tegen,  den.  «il  u* 
aHdr  giiwiliwnr  is  de  geraHen  bg  de  wet  be- 

rld  en  kraehtens  een  tart  van  een  nwdit  door 
wet  aaogeweien.  In  OTereen stemming  nut  dit 
laatste  bepaalt  art.  110  Tan  ons  WettMek  Tan 
Strafvordering,  dat  botten  bet  geral  van  betrap- 
ping op  beeterdaad  geen  hniBMeking  zal  mogen 
plaats  hebben  zonder  Yerlof  Tan  de  anondisse- 
ments-Reehtbank,  In  geral  Tan  dringende  nood- 
lakelgkheid  mag  eTenwel  zonder  dit  Terlof 
door  den  Reehtei-Commissapia  ter  tequisitie 
Tan     den     Ottleier    Tan     Justitie,     hniszoeking 

feschieden:  1*.  in  de  woning  Tan  den  bè- 
ta aede,  te^n  wien  rechtsingang  is  Ter- 
leend;  2*.  tn  de  woning  waann  het  misdrijf 
gepleegd  is;  8*.  in  herberzen,  kolflehnizen  en 
andere  openbare  plaatsen.  De  huiBioekingen  ge- 
schieden door  den  Reehter-Commieearis  in  tegen, 
woordiffheid  Tan  den  Officier  Tin  Justitie;  bg 
terhindering  kan  de  eerste  lïch  door  den  Kan- 
tonrechter, de  laatste  door  den  Burgemeester  la- 
ten TerTsngen.  Oeedtriften,  boeken  en  andere  pa- 
pieren mogen  bg  een  hniszoeking  niet  onder- 
locht  of  in  beslw  genomeD  worden,  tenzg  oiA 
daartoe  sitdrakk^k  door  de  Reeb^Mnk  maehti- 
ging  is  verleend.  Qeldt  het  de  boeken  ot  de  pa- 
pieren Tan  den  beklaagde,  soo  heeft  deze  net 
tecbt  daaibg  in  persoon  of  bq  gemacbtigde  te- 
genwoordig te  zijn.  Indien  het  gelift  een  misdi^f, 
waartegen  een  geTaagenisatraf  Tan  Tier  jaar  of 


&19 

meer  ia  Iwdreigd  en  hetwelk  op  beeterdaad  is  ont: 
dekt,  loo  ie  de  beToegdheid  tot  iiaiaaoeking  lui- 
mw  en  kan  ig  behalTe  door  den  leebter-eomiDit- 
saris,  zoolaiig  deze  niet  'ter  plantte  it,  ook  wor- 
den uitgeoefend  door  den  Officier  Tan  Jnatitie, 
in  het  bgcijn  Tan  den  Kantonrechter  ot  don  Bnr- 
gemeetrter. 

Dit  hnisondenoek  laj  zich  ook  mogen  Dititrek- 
ken  tot  de  papieren  Tan  den  beklaMJde,  ook  lelfs 
wanneer  hel  onderzode  niet  in  dieni  woning 
plaats  vindt. 

Nog  een  bi>iondere  wqie  van  bniszoekisg  is 
mogergk  Toor  alle  gev^leu  van  ontdekking  op 
heel^idaad.  AJBdan  mogen  alle  tot  aanhouding 
boTOegde  ambtenaren  weggenomen  goederen  na- 
apenren  en  in  beslag  nemen.  Zij  mogen  echter 
famzen,  w«rkplaatsen,  getimmeiten  en  de  daar- 
aan belendende  oms^ntte  en  omiieLude  plaatsen 
niet  binnentreden  dan  in  tegenwoordigheid  Tan 
den  kantonrechter,  den  Cimtnittaria  tm  politi« 
of  den  Bingemeeeter. 

Bnlaxwaoi  (MerMlitu  laen/matu  8  c  h  n  m.) 
i«  een  Ewamsoort  nit  de  orde  der  jEfyiamOMyecfm. 
Zjj  is  toeatkleorig,  langs  4le  randen  wH  en  doet 
bi)  weligen  groei  waterdroppela  ontitaaa.  Toorts 
is  baar  boed  .ileeaig,  met  ^le  rvginde  TMlge- 
groeid  en  met  bet  netiormix-gegnefde  tporen- 
Tlies  bekUad.  Zij  heeft  een  dompigen,  onaanM- 
namen  renk  en  groeit  bg  yoorkenr  op  TOehtige 
plaatsen  onder  bonten  Tloeien,  waaraan  ig  sleh 
TAStheeht,  loodat  m,  allengs  zieè  nitbreidend, 
deie  aU  met  een  Tiliig  kleed  bedekt  on  het  hout 
Terwoest.  Niet  alleen  ie  zij  oorzaak,  tiat  zoodani- 
ge 'Tioereo  gedurig  vernieuwd  moeten  worden, 
maar  lij  ii  ook  door  baar  nitwaaeming  hoogrt  na- 
deelig  voor  de  geioniSieid  Tan  hen,  die  het  door 
haar  aaogetaite  buis  bewonen.  Als  middel  tegen 
deze  iwam.  wor^  aatibeTolen.  ea&  nnnrli  laehiasi 
-wM«la^-jKkr  it  Tfoemt  en  het  ifienksa  Tas 
bet  hout  met  petiolenm  of  oaibol. 

Hnltfeld,  Htnrik  JOrgen,  een  Noorach  ge- 
sefaiedkondige,  den  2den  Februari  18ö4  te  Chtis- 
tiaoia  g^wren.  werd  in  1868  assistent  aan  bet 
Noorseh  Rükssrehief  en  in  1896  arcbirBris  daar- 
van. Sinds  1880  noemt  bü  zich  HuiUiU-Kaai. 
Hg  sdbreet:  „Christiania  lËeaterhiatorie"  {1877). 
„Biskop  Ejsteins  JordebCg^r  In  del  16de  Aar- 
huodrede"  (1885—1903,  4  dln.)  ,^orske  aigitlw 
fra  Middelaldereo"  (IS9&— 1902)  en  ,J)iplomata. 
rinm  norïegienm"  (met  Uager  en  StoriH,  17  dln., 
1861—1908).  Hg  OTerleed  den  20aten  Mei  190$. 

HnltzUopoobtli  of  WihUopoekai,  de  stam- 
god  der  onde  Heiicanen  of  Axteken,  sou  deien 
uit  bun  land  Aztian  naar  hnn  latere  woonplaatsen 
io  Mexieo  KOToeid  faetAMo.  Oorspronkelijk  was  1^ 
waarsehgn^k  een  wolkeodaemon  of  «en  modifi- 
catie van  dea  oorloge-  en  Tunrgod,  want  aii  wa- 
pen en  BTmbool  draagt  bjj  een  Tunrelag,  de  tink- 
eoatl.  Tolgena  de  sage  zou  bij  op  gebeimtimige 
wgze  door  een  Tan  den  benied  komenden  hu, 
dien  ign  moeder  in  baar  boezem  droeg,  onmn- 
gen  en  gewapend  geixHen  zijn. 

Holxlnra,  Dirk,  een  Nederlandsefa  pb;sio- 
loog,  den  t6dèn  October  1840  te  Hom  geboren, 
werd  in  1857  ingeschreven  als  atndeiit  aan  het 
seminarium  der  Doopsgezinden  te  Amsterdafn. 
Toen  hij  zijn  studita  in  de  godgeleerdheid  bijna 
Toletndigd  had,  bigaf  bg   zith  et^ter  naai  de 


DigilizedbyGoOglC 


BSO 


HUI2INGA— HULL. 


boogeaeboal  te  Groata^n,  wur  hq  ÜA,  rctoral 
ondei  Mdinf!  wa  prolMtoi  Van  Deêa,  un  da  ge- 
BMiknnde  wqdde.  X^Ut  h^j  ^vmunttti  wa- 
op  «en  diMertklie  „OadenoekiüeD  otsi  mod' 
(1867),  biMf  hg  wetkuHu  b|j  luUtgeDMiiitleB 
hooglMrur  ala  uaUttnt  in  ^üeni  pdiTatologisdi 
laboHtoriam  en  weid  is  Dteenbti  1869  ais  op- 
volgei  Tan  deieo  boogleeiur  te  Oraoinren  be- 
noemd. Hg  ma  bdut  met  de  kwen  in  f  njsiolo- 
gie,  hiatdoffie  en  pfaunucodjaMaiek.  ""  -»•  '>■' 


Tolkins  howH  lieti  met  landbonw  en  vieieheqj 

bMÏa.  Ten  b^wenre  »i      " 

Hl  uiTeB  tuwelegd. 


1  b^wenre  T*n  de  viMclieni  ii  i: 


18M 


Het  dorp  tfóiien  ^Miit  twee  kelken  en  het 
OentaimeMde  Oranje-weedimi.  Dooi  itnstwe- 
g«n  ia  het  met  Nurden,  Blaiikam  en  de  hum 
Terbondeo.  Het  ligt  aan  de  ttoomtiuiljjn  Tan 
Anuterdam  naai  Ëilreniun. 


HtllaKil  of  Hoelagoe.  bügeDaamd  Ilekmt,  we~ 
gent  ign  alkomit  uit  ae  dyr""'""  '"  "-'—-" 
OM,  wu  een  toon 


tent  ign  alkomit  uit  ae  dynaatis  dei  tMwtiii- 
IM,  wu  een  toon  «an  Toelóti  en  een  klnnioon 
Tan  Dii«ngu-Klum  «n  Teikreee  bjj  de  tioooabe- 
klnnming  lan  iqd  bioeder,  Mongoe-Khim,  het 
hAeer  (ner  de  weatelgke  proTineiin  Tan  het  igk 
der  Mongolen  (1251).  Hq  vernietigde  dooi  een 
Tetdtodit  (1256)  de  aeete  der  Aaaaaagnen.  Ter- 
ovaide  en  plunderde  B^dad  (1258)  en  maakte 
ijeh  meestei  >«n  liet  latdweatelgk  gedeelte  Tan 
Intn.  Bg  orerieed  in  1265. 

Hnlda.  Zie  Holle. 

Bolde  «aa  in  deo  tgd  van  bet  Leenatelsel 
de  eed,  waaifig,  ter  gdegenbetd  tiq  de  inTes- 
tituQT  [lie  LtetuUliel),  de  leemnsn  zgn  leeoheei 
trouw  swoei.  Een  andere  hulde  wsa  die,  welke 
leeda  bg  de  Flanken  Toorkwam  en  waarbg  de 
onderdanen  hun  TOiet  trouw  iwoeien,  xoowel  bg 
de  troon tbettggdog  ala  na  het  onderdroUen  Tan 
een  opstand  eni.  Na  de  TeitigiiK  der  ertelffke 
monaicbie  kreeg  vi  een  etaatknadtee  beteekenia, 
onder  aaderen  door  de  in  Tsle  landen  ol  gewea- 
ten  beataande  bepaling,  dat  een  nieuwe  voiat  geen 
iee«eTiiig*dad«D  mo<£t  uitoefenen,  liroreDB  igo 
oi^aidanen  den  hakÜgrogaeed  hadden  algelagd. 
In  den  modernmi  itaat  heett  de  hnlde  haar  be- 
teekenia Terloien,  én  waai  ig  nog,  looals  in  torn- 


TeiBChSlende  geteerde  nnootwh^pen.  We- 

?ena  Toortdarende   ongeeteldheid   moeet   ''"    '~ 
H)l  ign  «nieiitaat  nemen;  hg  orerieed 


190S.  UutMuga  lererde  tal  Tan  hgdiagen  OTer 
phyaiologiaebe  ai  ehemÏBche  onderweipen,  tooi- 
namel^  aan  het  „ArdiiT  lür  Phyiiologie",  een 
rMka  ondenoekingen  ovei  abiogenecia,  alsmede 
osdertdieidcn  popnkire  i^teUen  in  „De  Gïda", 
in  bet  dooi  bem  geiedigêeide  tgdeehtift  „laia", 
ena.  Verdei  adireefhg:  „Een  en  ander  orer  me- 
dii^'  (1877,  2de  druk  1882),  „Stiietaen  nit  het 
leTon"  (1876,  8de  drok,  heiiiea  dooi  dr.  O.  J. 
PeJuikatiM,  1906),  „Uneeie  Enilhitug.  Oemein- 
Tentindliefae  Vortrige"   (1878). 

Holisii,  een  gemeente  in  de  prarinde  Nooid- 
HoUand,  1610  KA.  graot,  met  (1915)  5780  in- 
wonen, wordt  dooi  de  Znidenee  en  dooc  de  ge- 
meenten Naarden.  Hilveieum  en  Haiiknm  be- 
gienad.  Behaère  het  dorp  HaiMn  tiefat  de  ge- 
meente de  lanitevedeien  Oad-Bnsanm,  Nooid- 
Ciailo  eo  Znid-Ciailo.  De  hooggelwsn  bodem, 
die  hootdaakelgk  uit  klei  bestaat,  Beiit  kieine 
heuTclen  en'  gèaeelteigk  een  hooge  kn«t.  De  be- 


mige  Dailaehe  itaten,  Tvorkomt,  U  bet  een  ui- 
Tere  lormaliteit  geworden. 
Hnlln,  Pürr»  AugiutiH,  giui,  een  Piaueb 

Kneiad,  den  Uen  Septead»ei  1758  te  Qeafere  ge- 
ren, kwam  ala  Dnrwcrkmakeiagull  naai  Paiga, 
nam  deel  aan  de  beatonning  der  BattiUe,  tiad  is 
17M  in  krggadianst,  wa«  in  1796  adjndaat  ge- 
neraal TBu  Nafolttm,  Tan  1797 — 1798  comman- 
dant Tan  Milaan  ea  nam  deel  aan  dei  itaati- 
gre^  Tan  18  BramaiM.  In  1800  bielï»  ba  Um- 
Béna  fag  de  heldhaftige  reidediging  lan  Genna, 
in  1804  weid  hg  biigade-genenial.  HuU»  pies!- 
deeide  den  krjj^aad,  die  den  ongriokUgen  her- 
tog «OH  Enffkun  tei  dood  moest  Terooideelen. 
Hg  oodereeheidde  lich  in  dn  slag  bg  Jena  en 
werd  kt  1807  dtvisie^enerMl,  in  1608  giaal  Tan 
het  kMieiigk,  in  18M  acbl«i«ean>kMM  plaata- 
eommaadaiit  Tan  Weenen,  Berign  en  PaiSa.  Toen 
hg  in  den  nacht  Tan  20  09  21  Oetobei  1812  wei- 

Ïirde  lidi  aan  te  ilniten  bg  den  opstand  Tan 
oUet,  TerbrgieUe  deie  bem  dooi  een  piatool- 
tehot  de  ondëikaak.  Hg  bkel  oommaadant  Tan 
Farga  tot  Maart  1814  en  Teogeielde  toen  de  kei- 
leiin  naar  Blois.  Na  den  t«1  Tan  ffoyoleon  tsi- 
loot  hg  ijjn  amiit,  maar  bg  den  teingkeer  des 
keizers  trad  hg  aangtonda  weder  in  dienst  Bjj  de 
tweede  Bestanistie  werd  hM  utt  Pxankigk  ver- 
bannen. Bg  ging  eeret  naai  Bioesri  en  toen  naar 
Hankbnrg,  waar  een  kieine  handel  temaaweinood 
in  ign  onderbond  voonag.  Zgn  editgenoote  wiat 
te  bewerken,  dat  bjj  in  1319  TeigiHeaie  kreeg; 
halfblind  keerde  hg  naar  Frankrj^  ten^.  Ce 
stiöd  over  de  Teroordeeling  tui  Bngkiat,  aood- 
aaakte  hem  in  1828  lii^  in  een  gesduilt:  „E^i- 
cationi  offertes  anz  hammet  impaitiani  an  snjet 
de  la  commisaion  militaire  en  I'aa  XU  poni  ji^ei 
Ie  dne  d'SiwIiien"  te  leditTaaidigen  oi  Satièiry 
ala  den  sidinldige  aan  te  wgien.  Hf  oterleed  den 
9dea  Januari  1811. 

Hulk,  Tioeger  een  groot  en  log  knjpTaaidg- 
atiup,  il  thans  nog  decbta  in  ti^arlgke  betea- 
kenja  in  gebioik,  sooals  ataatihnïk,  loTenriiidk. 
Hnll  (Kingtion   upon   HuU),  een    atad    en 
giaalsctiap  in  het  O.  van  Engeland,  ligt  op  den 
UakeroeTei   van   den   Humber,   die  hiei   3   km. 
breed  ia  en  den  Huil  opneemt,  32  km.  van  de 
en   telt   (1811)   277991    inwonen.  De   atad 
laag   gelegen,    gedeeltelük    lelfa    onder    den 
waterapiegel  (tgdena  den  Tloed),  loodat  aluiien 
haar  tooi  overstroom  ingen  moéten  beschermen. 
Het  oudate  deel  der  atad,  met  kromme,  nauwe 
straten,    woidt   door   de   dokken   en.  den    Hnll 
ingealoten.  Beneden  dit  gedeelte  ligt  de  citadd 
vooral  naar  het  O.  en  N.  atiekken  lieh  de 
)i  gebouwde  voorsteden  met  prachtige  tuinen 
Van  de  vele  kerken  ia  de  Diieëenneidskerk 
(1492)  de  merkwaardigste.  Haar  dwersschip  moet 
de  oudste  bakateenbouw  van  Engeland  ign.  De 
Gotische  Mariakerk  ia  ook  nit  de  Middeleeuwen 
afkomatig,   de  overigen  alle  uit  den  pieuweren 
tgd.  Verder  vindt  men  er  een  statig  atadhuia 
{1860),  een  Beurs  en  een  Korenbeurs,  een  aie- 
kenhuis,    het   Trinity    Hospital    voor   leeliedcn, 
eenige    weeshuizen,    een    doofstommen  instituut, 
een  zeevaartschool,  een  museum  met  bibliotheek. 
botanteche  en  loOlogisebe  tuinen,  S  groote  par- 
ken, twee  ecbouwburgen    en    standbeelden    van 
Witietn    lil,   koningin    Fielorta,   den    prins-ge- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HULL—HmiVANKEN. 


mul  Albert  ta  Wübertoree.  Huil  ia  de  toot- 
ükainite  tuTcn  tui  NA.-JBi^aUiid,  wiu  bet 
Teikeai  met  bet  N.  vu  Eniopa  aleli  eoneen- 
tnert.  OtA  met  Nederiud,  bepMMelqk  met  Rot- 
terdam en  Harliogen,  djiöft  xg  *eel  buidel. 
Naast  de  O  leede  txataande  dokken  weid  in 
'  1B14  het  Joint  Boek  geopend  om  in  het  toene- 
mend KbeepTnutTerkeeT  te  voldoen.  De  totale 
scbeepnuutbeweging  bedroeg  in  1913  6  691  818 
ton,  wauTui  NedeiUnd  na  Roeland  het  groot- 
ste aandeel  had,  nJ.  348  etootneehepen,  meten- 
de 730215  H*.  en  9  leilMh^en,  metende  259S 
kab.  m.,  die  binnenvielen  en  363  stoom-  en  leil- 
Bchepen  met  resf.  7S5  939  knb.  m.  en  259S 
knb.  m,,  die  vertiokken.  Uitoevoerd  woidt  Toor- 
oamelqk  steenkool  (in  1913  4519289  ton),  ver- 
dei  Engelaebe  indnefarieprodneten.  Uit  Nederland 
vorden  hooldi^eljpc  ingevoeld:  kaaa,  margaii- 
oe,  Rtiooeaiton,  buit,  grooiten,  aardappelen, 
nien  en  geslachte  varkeng. 

Het  i«  de  deide  vitaehenbiiven  van  Ebgeknd; 
men  visdit  hier  vooinamrijik  in  de  Witte  Zee 
en  bq  Usland.  Bovendien  beeft  Hall  «en  bdang- 
rgke  nijveifaeid.  Vaa  betekenis  iqn  de  maefaine- 
ubriekea,  tdieepeboinr,  alieelageij^,  katoenfa- 
brisken,  ^leEgieter^jen  en  verder  nac^vannt. 

Vroeger  heette  de  etad  Wqke  npoo  HnH;  haar 
tegvnvoardigen  naam  daakt  ajj  aan  Séwi  I, 
die  haar  in  1296  itwkredrten  Ycrleende.  Ia  de 
14de  eeaw  wu  ig  met  Londm  en  bittol  de 
dmkit  booehte  terren  van  Engeland.  £arèl  l 
belegerde  in  1642  de  dtadel  tever^eeli.  De  bowr 
der  doUoB  b^on  «ent  in  177S.  Tot  1888  be- 
hoorde HnH  tot  het  gnaïmibêf  YoiUiire. 

Hall,  een  etad  in  de  Gaaadeeiclie  provincie 
Qnriwe,  ligt  tegenover  Ottawa,  alt  wier  voot- 
Mad  het  beadtoawd  kan  worden,  aan  de  Otta- 
waiivier,  waaiover  hier  twee  èncRen  nl 
en  telt  (1911)  18  222  mwoners.  Hes 
groote,  dooc  den  waterval  vui  de  Qnmde  Cbau' 
dtère  gedreven  hontiaagmoleni,  hont-,  papier-  en 
wolfabrieken  en  ecA  ImeDdigen  hoatliandel.  lo 
de  Mböbekl  wordt  phoabmnre  kalk  gewonnen. 

HnliMDMi,  J<«t  &fTÜ,  een  Néderlaadieh 
letteikoBdige,  4e  Utrecht  galxiren,  betodit  aMaai 
de  Jioogeiclioid,  waar  hij  mder  leiding  van  Fan 
Bmüde  en  fiowloMer  luè  toelegde  op  de  lette- 
ren en  in  1886  zm  antwoord  op  een  aeademiKfae 
prgiTiug  ut  bekrooDd.  Den  20sten  Jnni  1838 
ptomoveerde  ng  in  de  letteren  op  een  ,A>trlbe 


ïelegdï 

1   vindt 


in  T,  Fomponlom  Attienm"  en  kort  ittxat  werd 
hg  góplaatat  aan  liet  atttenaeom  te  Uaaitrieht 
aU  bnMeo^wooi  leeiaai  -in  het  Qriekufa,  wtu 
hö  lieh  wgdde  aan  het  «ndeno^  der  geiohied- 
■enrgven  uit  het  tgdperk  van  AktatuUr  4em 
Qrooh.  In  1841  vmébeen  v«i  hem  een  uilvave 
van  de  weikeo  van  Durii  Sonuuf.  Deie  werd  in 
1344  gevolgd  dooi  agn  .J^lemaei  Eoidaei,  Aria- 
tobuji  CamndrenHs  et  Cliuetit  Mytelenaei  rell- 
qDiae".  Hg  (>bat*te  in  de  „Sjnibolae  littérariae'' 
igo  ,4)iipDntio  de  vita  et  senptia  Jnbae  Itaara- 
■ii"  (1845)  en  bewerkte  een  ,J)iqiDtatio  eriloea 
de  Alciandiida  Ddpho".  In  1846  werd  hg  con- 
rector aan  het  gTmnasiom  te  imitepdam,  wauna 
hg  lieh  Iwlavtte  met  de  redactie  van  het  tiende 
deel  der  „STnAioIae",  tMw|^  hg  in  1851  met  Ek- 
ker  en  Boot  de  .JGscellBnea  ntilolagiea  et  Pae- 
daliogica"  nitg^  Bjj  bet  Jaarrenlag  van  1855 
omtrent  bet  nmauNioin  voegde  hg  een  „Ditpn- 
tatio  eritica  de  aunalihus  m«zimii",  welïe  veel 
uitlokte   en  aanleldii^  gaf  tot   het 


lebieef  hg  lecensiee  en  witteHea  Ïb  tjjdiêbriften, 
werd  Üd  van  de  Koninklgke  Atademie  van  We- 
tenMba{i{>ea  en  aanvaardde  4iea  30Bten  Haart 
1858  4iet  hoogleeraaraaBobt  te  Leiden  met  een 
„Oratio  de  literamm  piaesertim  latinarom  apnd 
Romanna  stadiis,  Nena  Trajano  imperatore". 
Daar  eehreel  hg  nog:  „Bedenkingen  tegen  de  echt- 
heid van  dea  M^naamden  riwMt  van  Ariatote- 
lee".  Hg  overleed  den  SOiten  Hei  1862  U  Utrecht. 

Hnlpbuikra  ign  pbilaathmpiiche  of  coBpe- 
rMieve  inttelliagon  tot  het  vedeenen  van  kleine 
eredieten  aan  pgiwaeii,  lÜe  <kMr  eiedietbaaken 
niet  worden  genolpen.  Tot  de  hnliAwikea  moeten 
ode  de  boerenleeabaakes  gerAend  ««tden  (lie 
onder  6oer«ile«Nbaiikeii).  Dit  de  eegnena  van 
de  SUtiettek  der  ^mt-  en  Leenbaofen  over  1918 
bigkt,  dat  er  toenmaak  in  N«deriand  189  na  de- 
le  banken  baiteo  de  boeieuleMabuiken  bwtondu, 
die  aan  aanriagera  tegen  penooalöke  of  nkell^e 
zekerheid  (borgtocht  of  paad}  kiene  voorwliol- 
ten  verleenea,  waarvan  net  maiimam  bediow 
van  50  tot  4000  gld.,  tegen  een  renU  van  2'/*.  3, 
i.  4Vi,  5  en  7  X. 

Niet  al  dew  baakea  verttrakten  aaa  het  Cen- 
traal Bnreaa  voor  de  Statiitiek  de  aoodige  gege- 
vens. Aan  de  bovengenoemde  pnhliealie  en  aan 
de  Jaarqjferi  onileenen  wg  het  volgende: 


Aantal 
bekende 
Hulp- 

Kapitaal  0.  h. 

eind  V.  h.  jaar 

banken,  die 
gegevens 

Aantal 

Totaal 

Gemid- 
deld 

Verschuldigd 
aan  aandee  - 
houders  en 
geldschieters 

Aan  de 

banken 

verschaften 

bedrag 

bedrag 

Banken 

1870 

4* 

4a 

8041 

f     638000 

f     79 

f      267000 

f   106000 

i87S 

46 

46 

8017 

„     714000 

„     276000 

,,  134000 

So 

SO 

9700 

„     902000 

;:,'i 

,.     333  ooo 

„  156000 
,.  183000 

1885 

8zo8 

„     868000 

„     388000 

iSqo 

SI 

51 

7873 

„     883000 

„    112 

„      391 «» 

„  109000 

iSgs 

67 

11517 

„  1  S94000 

,.   138 

„  254000 

1900 

94 

76 

'O  738 

„  1404000 

.,  333  000 

1905 

100 

7a 

10448 

„  3370000 

.,  aa? 

„  2600000 

„  330  a» 

1910 

"3 

7' 

118.7 

„  3  S70000 

..  302 

,.  4310000 

1913 

139 

II  790 

„  4247000 

„360 

..  4933 «» 

D,o,l,zedb,GoOgle 


HULPOAT-flOiaHOFF. 


Hnlprat  noemt  mtn  de  (^oiiw,  die  in  Mn 
dgk  woMt  gMDMkt  in  gml  T«n  dooitnak  en 
OTeratrooming  der  landen  binn«idqk«,  om  het  in- 
gtÊtnoaide  water  op  bet  bniteiimter  te  Isten  ■!- 
itroomen.  Ook  vorden  «el  in  ^ev»l  van  ofer- 
rtrooming  ia  it  boeucnkadeii,  diebt  bq  ^  nit- 
vateriugKBlniMD  hnlpgaten  gestoken,  om  het  in- 
seetroocnde  water  Bpoedigcr  dooi  die  alniMQ  te 


kaniten  laten  afloopen.  Verial  ii  vooral  -wtge- 
■teld,  waar  die  holpeaten,  loo  noodig,  lallen 
worden  geiloken.  AU  de  dgk  ait  moeilgk  te 


werken  grond  bestaat,  vervangt  men  deien  ter 
plutte  der  iMiIpgaten  dikwijlB  roorat  door  und 
met  een  dnnne  kleilaag  bedekt. 

Hnlpleon  ia,  evenals  bergUton  (lie  aldaai), 
een  belosaing  voor  weAuambeden  van  een  bg- 
londere  Mort,  ten  faefaoeie  tu  Mhiv  en  Iftdin; 
verricht.  Zq.  die  aaupraak  op  die  belooHng  km- 
atn  maken,  hebben  een  frwilege,  een  bevoorreefc- 
te  sdinld  op  het  Mhip.  ten  behoeve  waarvan  ijj 
den  dienit  beweieii  nebben.  Halploon  kemt  te 
DU,  wanneer  schip  en  ladiiw.  in  gevaar  igndi 
tietiy  te  umeg,  hettg  af«Miderlgk  na  louitü  i 
Iiehterach((ien,  weder  in  volle  lee  in  veili^etd 
of  in  tMÖooden  haven  worden  gebracht.  Het  be- 
drag van  het  loon  ui  worden  ibepaaM  met  het 
oog  op  den  spoed,  «aumede  ig  de  eerste  ontdrii- 
king  van  het  gevaar  de  holp  ii  «angebitteht,  den 
tüd,  die  daaraan  ia  l)eate«d,  faet  aantal  penones, 
dia  daarbg  noodiaketqk  hebben  moeten  werk- 
laam  znn,  den  aard  der  daubg  verriehte  diensten 
en  eiaoelJTk  het  gevaar,  waaraan  men  lidb  heeft 
moeten  btootstellen.  In  geval  van  nnehil' tna- 
«ehen  de  betrokken  partijen  over  de  hoegrootheid 
van  het  hnlploon,  moet  de  rechter,  lettende  op 
al  de  genoemde  omstandigheden,  deiooode  na 
voorKditing  v«n  deekandtgen,  het  bedrag  be- 
grooten  en  vBetstellen.  Halploon  ODderseheidt 
lich  dns  hierdoor  van  bergloon,  dat  van  hnln- 
loon  wrake  is,  loolang  de  hnlp  geatrekt  beeft. 
om  vAói  het  ivoorvallen  van  de  leeran^  het  goed 
ot  het  Kfaip  aan  het  drinsend  en  dreigend  gevaar 
te  «nttr^ten,  terwgl  oergloon  betaald  wordt 
«OOT  werkzaMoheden,  die  Mdit  de  ramp  beelt 
plaata  gevonden,  dienen,  om  looveri  mogelijk  de 
oveittljjiselen  van  schip  en  lading  te  redaen.  Teel 
van  het  hg  btrghon  vermeMe  geldt  ook  voor 
halploon. 

HnlpphftB*.  Een  hidpphHe  wondt  o.  a.  aan- 
gebracht  hg  eenphase  asynchrone  wisselstroom- 
motoren.  Om  deze  motoren  in  gang  te  brennn, 
wordt  door  een  daarvoor  speciaal  aangebracète 
wikkdtng,  de  wikkeling  dei  halpphaae.  een 
eelrtroom  geetnurd  die  90*  [Hiuenrenctiai  ._„ 
(zie  aldaar)  beelt  tegen  den  hoofdstroom.  Zoodra 
de  mofoi  inn  normale  snelheid  beeft  bereikt, 
wordt  deze  ADlppbase  weer  baiteo  werking  ge- 
■tekl. 

Bnlppool  dient  ter  <^w(4king  van  een 
hnlpvela  t)Q  electriaehe  toestellen  en  werfctnigen 
(zie  Hootdveld).  Zoo  worden  bg^v.  hg  gdgkstroom- 
machine«  hulppolen  aangewend  om  de  eommata- 
tie  te  verbeteren,  d.  w.  i.  het  ontstaan  van  von- 
ken duT,  wsai  de  boietels  op  den  eommniatoc 
sleepen,  legen  te  gaan. 

Hnlpspoel.  Zie  Hoofdvikktling. 

Hnlpveld.  Zie  HootdvOd. 

Hulpwlkkallnr.  Zie  Hootdmldcüing. 


Httlsen,  Haletw  rok  een  DnitKh  sohintstw, 
den  ]6den  Febniari  1829  te  filankenlelde  gAoren 
aU  de  dochter  van  graaf  km  HOuUt,  huwde  in 
]Ft49  roet  Bolko  «m  Hai»tn,  en  trad  onder  den 
tehuilnaam  Helene  als  sehigister  mi.  Zg  overleed 
te  Berlgn  den  8sten  Mei  1892.  Van  iiaai  band 
verschenen:  „Aus  Herz  oud  Letten.  Gedichte" 
|1B«7),  „Novellen  und  Skiiaen"  (1809),  „Aas 
alter  and  neuer  Zeit"  (1872).  „Ungeso<iit-gef lin- 
den. NovellBn"  (1874),  en  onder  haar  ogen  naam 
„Truun  und  Wahrtiett"  (roman,  1874),  de  novel- 
lenbundeli  ,.Obne  Flitter"  (1877),  ..In  Licht  und 
Sehatten"  (1878),  de  romans  ,£lintar"  (2de 
drok  1880).  „Neweeia"  (1883).  „Bilder  ana  der 
modernen  Welt"  (verlelingen,  183S)  en  ,J>rei 
Lebeosepisoden"  (1892).  Verder  sehieet  ^:  „Un- 
ter  zwei  KSaigen"  (1888),  herinneringen  aan 
haar  eebtgenoot,  en  „Ünter  Friedrieh  dem  Gros- 
sen. Aas  den  Memoiren  des  Aeltervaters  1752 — 
1773"  (1890)- 

RaUhon,  AUard,  een  NedcrlaDdscA  godge 
leerde,  in  Febroari  1734  te  Groningen  geboren. 
atndeerde  aldaar  in  de  genees-,  wie-  en  nataur- 
knnde  en  werd  in  1755  «evoideid  tot  doctor  in 
de  wnsbeffeerte.  Daarna  oefende  hg  xieb  in  de 
godgeleerdheid  aan  de  kweekaebool  dei  Doopa. 
getinden  te  Amsterdam,  werd  in  1758  tot  pro- 

Snent  bevorderd  en  beioepen  tol  predikant  te 
akknm.  Vanbier  vertrok  hjj  in  1760  als  looda- 
nig  naar  Amsterdam,  waar  hg  gednreode  45  jaar 
werkiaam  «h  en  den  SOaten  Juli  179&  overleed. 
Zgn  richting  was  een  Chrittei^k-wiisgeerige.  loo- 
als  blglit  uit  zgn  „Kerkel^ke  redevoeringen",  in 
4  dealen  een  jaar  na  zgn  dood  uitgeven.  Ge- 
durende zgn  leven  gaf  hg  in  hel  licht:  ,.Be- 
sehouwing  der  beste  wereld"  (1758),  ,.Verhande- 
liutf  over  de  zede^gke  opvoeding",  bekroond  doof 
de  Haatscbappg  van  Weteneehappen  te  Haarlem. 
..De  fnodamento  potestatii  Da  tegiilatoriae" 
(ITG6),  cD  een  drietal  andere  lAtgnsebe  verhan- 
ddingen,  verder  veibnn delingen  in  het  Hol- 
iandseh  door  Tejlers  QeMOlsehap  bekroond. 
VoorU  viadt  men  van  hem  gesdiriflcn  ü  de 
„Verhandelingen"  van  het  HatgMh  Qefiooltchap. 
in  de  „H4moirn  de  l'Académie  Royale  des 
seienees  et  bdlee  lettres"  ma.  EÜndelgk  noemra 
wg  nctg:  „Zeno  wei  oogrioof  en  teden",  „Hii- 
loKocMsehe  ge^irekken  oiver  de  voldoening" 
(1791),  „De  beelMnbare  Pfolestant  r«gtiinnig" 
en  „Lgkrede  09  Klaas  de  Vries". 

HuUhoff,  Maria  AUtta,  een  dochter  van  den 
voorgaande,  den  SOaten  Juli  1781  te  Amsterdam 
geboren,  liet  zidi  in  een  veelbewogen  tgd  veriei- 
oen  tot  stsatknodtge  dweperg,  zood*t  sg  in  180S 
een  „Oproeping  aan  het  BatAatscbe  volk"  in  hel 
licht  gaf,  weHc  groot  ornien  baarde,  als  gericht 
tegen  de  FraoBote  overaeersehing.  Zg  zelf  werd 
dooi  de  Jastitie  bedreigd,  loodal  haar  moeder, 
om  vervolgingen  te  voorkomen,  tot  de  Amster- 
damsche  regeering  het  verzoek  riditte,  baar  doA- 
ler  in  een  krank linaigengesti ebt  te  plaateen. 
Hierop  echter  wen!  geen  beslait  genomen,  en  de 
Jastitie.  onderriebt  dat  zg  zich  in  een  keider  00 
de  Bcouweiegradit  verborgen  hield,  trachtte  zich 
van  haar  meester  te  maken.  Den  nacht  te  voren 
evenwel  was  zg  reeds  naar  elders  gebradit.  Niet- 
temin geraakte  ig  in  de  omstreken  ^an  Bentheim 
in  hechtenis  en  werd  over  Deventer  en  Harder- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HULSBOPF— aULOT. 


.    -  ™  j  het  T 

ItooT  aehttt  ig  lich  niet  lerplicht  (>p  alle  ongeil  te 
«Dtwoorden.  eD  de  rudpeMionaris  oordeelde  het 
TCD  beUng,  het  daaibeeffl  te  leiden,  dftt  des 
ouders  of  nu8tl)est»aiiden  fan  het  meisje  een- 
voodig  gdut  werd  hur  te  doen  bewaken  t«gen 
de  nadedige  nvolgen,  die  een  xoodanige  gelul- 
tecpde  ferMeFdiiieWNeht  kon  te  weeg  breng«n. 
'NiettemlD  rooeat  ig  geraimen  t^d  in  d«  gono- 
genii  dDoibrengeD.  Zjj  «rerleed  te  Anteteidam 
'onutieeke  het  jaar  1840. 

Hnlsliu,  Loemntia,  t«  Gent  geboren,  voerde 
den  titel  Tan  keirerlgk  notaris  en  heeft  lidi 
bekend  geamakt  ala  een  beoefenou  der  aardrijka-, 
wie-,  gebied-  en  letterkande.  Hij  deed  in  }602 
een  ren  naai  ons  land  en  Engeland  en  vestJKde 
rieh  Tervolgena  te  Frankfort  aan  den  Hein.  Hij 
eeiireef:  „Deseriplio  tHne  *iatorii  et  horologii 
■olarit",  „De  tien  quadrati  et  qnadrantis  geome- 
tiiei  ae  dhroni^ogici",  „InstnUDeoita  meehaniea", 
„Erster  Traktat  der  meehaniaehen  bistrumenteii" 
fl6(M),  „Drei  Traktaten  der  roetiianNdieB  In- 
strumenten" {1604),  „Vitae  impentoiDm  roma- 
normn"  (1507),  „XH  primonnn  Caeeatnm  et 
LXIV  ipsomm  nionun  et  ^rentum  ei  sntiquis 
nnmismitibat  in  aere  ineteis  elfigies  ete." 
(1596),  „Sertei  namieinstiKn  iraperatoram  Roma. 
nbnnn  etc."  (1603).  „Tfaa«rïlTCiiiae,  MoMavise, 
Vnalaehiae  deseriptio  etc."  (1595)  en  „Chranolo- 
giae  rernm  memorabiHum  in  Hnngaria,  TraoMil- 
tani»  etc.  geBlarwn  ete."  (1597). 

BdI^Iiu,  Anlmiiit,  een  NederkodM^  godge- 
leerde en  oriintalist,  in  1615  te  HHden  in  hel 
berto^om  Berg  geboren,  ontfri-ng  lijn  opleiding 
te  Weiel,  studeerde  te  Derentet,  deed  een  reie 
door  Engelaitd,  FraiAig^  en  Zwitserland  en  werd 
in  1644  predikant  bj]  de  Waaledie  gemeente  en 
hoogleersar  in  d«  H«breeiiwe^e  taal  aan  de 
doorlnditige  school  te  Breda,  in  1661  regent  tsu 
bet  Sta  ten- College  te  Leiden,  kort  daarna  bol- 
tengewoon  boogleeraar  in  de  Eebrecnwsche  taal 
en  in  1676  gewoon  booc^eenar  in  de  godgeleerd- 
heid. Hfl  overleed  in  Febraari  1685.  Van  ign 
geediriflen  yennelden  wgr  „PsaJlerimn  BebHIce 
et  Latioe  eum  annotationibue"  (1650).  „Noaien- 
elaloT  Biblieua  H^raeo-Latinns"  <16S0),  „An- 
thentia  abeoluta  teitne  Hebraei  vindieata  oontra 
Is.  VoBaimn"  (1669),  „Theologia  Judaica  A 
Uessia"  (1655).  „EiameD  oatechetienm  didactico- 
poletmctun  ete."  (2  «Ihi.,  1676),  „Speciinina  tJie- 
ologia&  bypotihetieae"  (2  dln.),  „Systema  eontro- 
TeraiamiD  tiieoloeieBrnoi  vte.",  „Non  ens  praea- 
damiticum"  (1656),  „Nucleos  propbetiae  Veteris 
Testamenti  etc",  ,J)isBerta(io  de  eaitu  Dei"  en 
.,Ani<DadTer«ioneg  in  tustoriam  Coneilii  Triden- 
tini  ete."  (1686). 

ffulnua.  BeitTieus,  een  broeder  ran  den  Toor- 
Kaande,  den  lOden  Oetoler  1654  gt^rcn,  etn- 
deerde  te  Duirtrarg,  Marbare,  Leiden  en  Earder- 
wgk,  verkreeg  in  1679  te  Hacderwp  den  grasd 
Tan  dvctor  in  de  godgeleerdheid  en  werd  in  16Sr 
hoogIee»ar  te  Duisbarg,  waar  hg  den  4den  April 
1723  overleed.  Hg  schreef:  ,Jnta  QnMelmi  111  in 
regnum  Angliae"  (1697). 

BultiuM,  Paulut,  een  loon  van  bmenvennel- 
den  Antoniui,  den  25Rten  December  1653  te  Bre- 
da geboren,  studeerde  te  Leiden  en  wetd  in  1672 
proponent,  waarna  hij  achtereenvolgens  bet  leer- 


aarsambt  bekleedde  te  Aardenbuig  en  te  Uiddel- 
bnrg,  waar  bg  teveoa  tector  waa,  waarna  hn  in  1691 
de  betrekkin;;  van  hoogleeraar  in  de  godgeleerd- 
heid te  Oronmgen  aanvaardde  met  eva  oratie  „I)e 
modeetia  tfaeol^".  Hg  o^rerleed  aldaar  den  Uden 
Oetober  1712.  Hg  schreef  o.a.:  „De  ^oneatate  Ie- 
gom  ele."  (1702),  „Traetatw  de  Spinoxiamo",  ,i)e 
corpore  bominis  in  qno  v^vit  et  resuigit  nnieo", 


delingen  over  1  Cor  XV"  (1714),  „Jeaus  het 
ware  brood  deB  Hemels"  (1717),  „Over  de  heUt- 
ge  liederen  fan  het  O.  en  N.  Teatament"  (1726), 
„Uitleming  van  de  brieven  aan  Timotheua"  (2 
dio.,  1727),  „Uitlegging  nran  den  iiriet  aan  de 
Oaiaten",  „Over  18  ailgelexne  psalmen"  (1727), 
..Heilige  menedsehiilten  of  verzameliDg  van  pie. 
(Kcatian"  (17^),  .Over  de  AittinonriaDeif "  (17S9) 
en  „Een  Christelgk  gebed  tot."  (1747). 

Hnlat,  een  getneente  in  de  provinae  Zeeland, 
1S2  HX  ^oot,  met  (1915)  3546  inwoner*,  m>rdt 
ingesloten  door  de  getneenten  Stoppeldgk,  Bpn- 
tenisse,  Oranw  c.  a.,  Elinge  en  8t.  Janeteen.  Zg 
bevat  aHeen  bet  stadje  Hnlat. 

De  oude  stad  Hulst  was  sedert  1618  een  ster- 
ke vesting,  na  de  omwenteling  van  1785  editer 
werden  de  verdedigingswerken  niet  meer  ooder- 
hooden.  Het  midde^tunt  der  stad  ii  de  Oroote 
Markt.  De  voornatunite  gebmiwen  igo  de  Oroote 
Kerk,  een  kmi^ebouw,  waarvan  het  scbip  door 
de  Herromden  en  de  kruMfunden  door  de 
Rooaiaeh-KatiMlieken  gebmikt  wordt,  het  Stad- 
huis en  het  Landahuis.  Er  ie  een  kaittODgere^t 
en  een  maiediantseekMeTne.  De  bevolking  houdt 
lieh  bezig  met  lanttwnw  en  nvverheid.  Op  de 
weekmarkten  worden  meest  boter  en  eieren  ver- 
haodiM.  De  plaats  ligt  aan  den  spoorweg  van 
Temeuien  naar  Mechelen.  Zg  werd  in  verschil- 
lende oorlogen  faerhaaldeiö'k  belegerd. 

Hnlct,  Abraham  inm  der,  een  Nedeilandacb 
zeeheld,  den  llden  April  1619  te  Amtterdam 
geboren,  klom  op  tot  den  raag  van  vice-admiraal 
HoUaod.  Hg  vetgesdde  Da  Ruiter  ala  ki^i- 
van  een  achip  van  50  stokhan.  uaM  4»  knt 
Portaal  en  wenl  in  1665  in  plaats  van  O. 
Trom^  vice-admiraal  onder  het  oolWe  der  admi- 
raliteit te  Amsterdam.  In  ihet  wlevnde  jaar  voer- 
de hg  bevel  over  bet  eohip  „De  Spiegel",  b^oo- 
rende  tot  het  eAaider  van  Initeuant-admiraal 
Tromp.  In  den  leeslag,  die  op  den  llden  Joni  van 
dat  jaar  plaate  greep  en  den  volgenden  dag  werd 
hervB-t,  verdedigde  Fm  dtr  Hvhl  lieh  tegen  3 
groote  Engelaefae  eehepeo  en  sneuvekJe,  door  een 
musketkogel  in  de  borst  getroffen.  Hq  werd 
op  'e  Unds  koaten  ia  de  Onde  Kerk  te  Amaterdam 
begraven,  waar  een  praciitig  maimeren  praalgraf 
te  igner  eer  verrees. 

HoIM,  Pieter  Ttfler  van  der.  Zie  7«yler's 
Hiehting. 

Hnlst,  Mmuio»  Letage  d^Hautwoekt  <f,  «en 
Pransch  Bomnieh-KatMieik  godgeleerde,  werd  in 
1841  te  Pargs  geboren,  in  1865  tot  prieeter  ^ 
wijd,  beklee<Üe  veisdiilIeDde  keitelgke  waardig- 
heden en  was  eenige  jaren  loyaliatisch  afgevaar- 
digde. In  1875  was  hg  medeopriehter  van  het 
Imtitul  catkolique  te  Parijs.  In  aanalaiting  aan 
pogingen  van  paos  Leo  XllI  t^t  verdringing 
de  heidensdie  wetenadu^  en  wijitiegeerte. 


DigilizedbyGoOglC 


HDI£T— flüKAÏTA. 


hldp  hq  made  tot  den  torngkeei  sur  de  rtndie  nn 
Thomat  Aqwniu,  waamtn  de  ki^idieke  tröe  nni- 
Tenitoit  vu  Fkrö*  btt  middelpunt  weiA.  Hij 
wu  tet  die  d«K  oniventtftit  kneiitig  wiit  dooi 
te  Ktten,  oiut  faiNdooi  ook  met  een  deel  der 
Praniehe  geeatelQkheid  in  eonfliet  kmm,  wMifaj) 
hem  de  lialp  vu  Lm  XUl  leer  te  itade  kwun. 
Ook  fooc  at  omsiatie  d«i  katbdieke  wetan- 
sdup  faeek  tÜMat  weel  gedus  dooi  de  „eoogrte 
leientifiqnei  intenutioiuiii  ntholiqset"  in  1888, 
1891,  1894  en  1897  gehooden.  ffHtiM  ii  in  1896 


Ie  divit  ntodecae"  (1886),  ,^'Mneatioii  ■opiriea- 
le"  <1888),  ,4>n  pmgrti  en  fAüoMfiliie"  (18ST), 
„L'ornnifstioD  de  lü  eodété  ehrétienne"  (1887), 
„ConHrenee*  d«  fMtttüttat"  <3de  drnk  1900), 
„)Mai«et  phileuniiiqaM''  (3de -dn*  1908),  .Jfé- 
Uwea  oratoiiei"  <2de4nik  1901,  2  dia.)  en  „Non- 
telua  milangea  ontoiiei"  (5  dh.  1900). 

Hnlit  fffe*  L.)  il  de  num  van  een  pUnten- 
gedadit  nit  de  IimiHe  dei  AqmIMaeetiiii.  Het 
onderacheidt  licfa  door  een  meeatal  4-tuidigen 
kelk,  een  eterraimiffe,  4-  ol  S-alippige  Uoem- 
kiooD,  4  of  6  meeMnden,  met  de  kroondippen 
afwiigetend,  4  ot  5  tittende  etempeli  op  «en  »- 
Tenetaodig  vmchttMeinid  en  een  4-  of  5-atee- 
nige   itee&Tracht.   ^n  de   toorten   noemen   wQ 


haUMo  un  de  buitengewone  aaanaTeiwani^ 
der  Ilei.  var.  een  einde  gemaakt  dooi  mtema 
te  pdbliceeien,  die  beden  nog  dooi  dendiokgen 
wolden  gevolgd.  In  de  kwceieigen  ondett^H- 
den  de  lóweekeia  «Ue  JMhten  in  moMa-  tgêt-, 
kuntr-,  karlihoont-,  hoUtladige  m  thtekuhten. 
In  den  laataten  töd  tiekl  een  Tariitut  >taik  de 
Hsdaebt  dooi  haai  kraditigei  gioei  en  tteik  bee- 


len  Toortbrengend  vennogea, 
lium  tanigala  folyearta.  Ee 


igioei 
nlde 


lltt.i 


iien  «wmM 
T  of  DOtH»  mf 


■  knUt  (1.  tiqititoUttm  L.),  een  tieet- 

_     net  altftd  cióene,  glauige,  eironde, 

doorgaan*  etekelige  UadeTea,  wUte  bloemen  en 
Toode  benen.  H^  groeit  in  ons  land  in 
vele  tainen;  ook  in  bet  wild  en  rooral 
-ook  ia  hagen;  eveneena  in  geheel  Nooid- 
DoittehlaDd,  alemede  in  Japan  en  Viigioia.  Au 
het  bont,  dat  leei  bard  en  mor  de  draaibank 
ieer  geccfailit  ii,  kan  men  door  bqtniiddelen  de 
klenr  van  ebbetutont  geren.  Andere  loorten.  loo- 
ale  f.  ofoea  A  i  t..  groeien  in  Nootd-Amerika;  I. 
Paragvaymtit  8 1.  H  i  1.,  lereit  in  igo  Uadeien 
de  in  Amerika  loo  hoog  geaehatte  Paiagnaythee, 
dooi  de  Spanjiaiden  mati,  dooi  de  inbooilingen 
eaengt  ffentamd;  de  /.  tomUona  A  i  t.,  voimt  een 
p^ramidalen  heester  ter  hoogte  van  4  tot  6  m. 
wieai  bladeren  braking  *eroonak«i. 

IDe  holet  wordt  Tenneerdeid  door:  taden,  dit 
een  jaar  of  langer  gntratifieeerd  moeten  tgni 
lUkken,  die  in  ooi  land  niet,  in  Noord- Amerika 


enting  onder  glaa  of  door  «{deetenten  *a»  ondere 
rtammen  in  het  voorjaar. 

Engeland  en  Amerika  tragen  veel  holit  met 
t«nen  tmetreeke  Eeritaria  voor  verrierings-  en 
in  het  voorjaar  voor  beplaotingedoeteiqden.  Het 
gelukt,  planten  met  uaa  te  verkrQgen.  wejineer 
men  ze  om  de  2  }area  verpiant  of  ie  tgdd^  in 

f[>tten  kweekt,  OéwenecÉit  ^)n  de  groene,  gioot- 
ladige,  zaadvormende,  tterkgroeiende,  winter- 
harde varitttsten,  looali;  I.  A.  OoMeUiattolia,  I. 
A.  UtHtoiia,  1.  A.  nigrioaiu;  of  giUenid  falaiÉge 
varitteiten.  ate:  I.  A.  lati/oKa  okt,  mur^'tuila,  I. 
A.  mgtutUoUa  arg.  mar.,  l.  A.  terox  arg.  marg., 
I.  A.  rotandifotia  albo  wurg.,  I.  A.  éUgant  aut. 
marg.,  Oolden  Queen  en  Perarda.  Soorten  met  Af- 
vijlend bUd  liJD:  Ite*  deadua,  l.  montieolor,  l. 
kmtgata,  l.  9»rtiettMa,  I.  tübMi  en  I.  Pemit. 
Proteeior  Qoefpert,  in  1K2,  en  JToore,  in  1874. 


^        ...         -B  goede 

handelavanSteitea  ijjn:  vt^oende  taidheid,  mel- 
is groei,  HMoie  vom,  groot  blad,  goede  beevor- 
ming,  «teA  ign  tegen  ■onnobiaaf  «eiplanting 
goed  konnend  Terdngen. 

Boltaiaii,  Carl  Otnad,  «en  Nededandaeh 
reditigeleerde,  den  lOden  Juli  1752  te  Zotfen  ge- 
boren, etndeerde  te  Leiden  «n  werd  i^daar  in  1772 
bevorderd  tot  doetor  in  de  rechten.  In  1779  weid 
Iq  tweede  en  daarna  eerate  gritfiei  bg  bet  Pro- 
vificiaai  Hof  van  Qdderland  te  Arnhem,  bekleed- 
de die  betrekking  Xot.  1796,  weid  toen  lid  van  de 
Nationale  Vengadering,  en  bebooide  tot  hea,  die 
bjj  den  ataatagieep  van  den  22Bten  Januari  ITSë 
in  heditenie  genomen  en  «f  het  Haii  ten  Boidi 

rrioten  wenlea.  Na  den  Sdea  Btaatureep,  van 
I2den  Jani  1798,  <weid  bii  teerctanageneraal 
vaa  het  Ditvoetend  Bswind.  Ten  töde  van  koning 
ladtw^k  werd  ii|j  diieetenr  van  aóhoone  kouten 
en  wetenKfaappeu  ot  etaataiMd  ia  buitengewo- 
nen,  vepvolgena  in  gewonen  dienat  en  lanttdrott 
van  Maadend,  onder  ffopoIeoH  pieteet  van  Tan- 
ekiae  en  latei  van  bet  deMttement  van  de  Ibnden 
van  den  Uiri  en  eiadelgk  onder  koning  WiOem  l 

Ïonvernenr  van  Noord-fiimbaot.  Dit  ambt  be- 
leedde  hg   tot  aan  uin  dood,  den  6den  Haart 


denoek  over  den  ^öd,  wanneer  lÜiilipi  U.  o^ 
hield  hen  der  Vereenigde  Nederlanden  te  ign" 
(1781].  —  Zjjn  Mon  wa*  vde  jaten  president  van 
het  HoomieTeditifaof  van  Neirlandaeh  JndiB,  ea 
ook  ign  kleinioon  werd  veivolgena  lid  vaa  dat 

Hnttsoh,  Fnedneh  Otto,  een  Ouitsoh  liiilo- 
loog,  den  22iten  Juli  1838  te  Dietden  geboren. 
ttndeerde  te  Leipiig  in  de  letteren,  weia  leenar 
aan  bet  gTmnaeinm  aMaar,  vervolgeu  te  2wic- 
"  en  toen  te  Dreaden.  Hier  waa  hg  van  1898  tot 
)  rector.  Hü  overleed  te  Dreeden.8tneien  den 
6den  April  1906.  Hij  acbreef;  „Oiiecbiadie  nnd 
rSmisehe  Ifetrologie'^  (1B62),  bewerkte  een   alt- 

Ïave   van   de   „Sëriptoree   metrologiei"   ^864 — 
B66,   2  dln.),  een  kiitieehe  bewerking  van   de 
„Qeometrici  et  steieometrici"   (1864)   van   Hero, 
van  ,.De  iït  natali"  (1867)  tao  Ctn»orinu»,  van 
de   .^ietoriae"   (1867^1872,   4  dln.)  ven   Poly- 
hiui,  van  PapfM  (1876—1878,  3  dki.),  van  ^ir- 
tolyetu'  .J}e  aphaera  onae  movetni  Hber"  (<I88S) 
der    „Scholien    mr    Sphirik    de«    Theodotios" 
(1887),    „Die  eizBhiendèn   Zeitformen  bel   Poly- 
bloï"  (1891—1893),  ,J>ie  Elemaitig  der  IgTpU- 
KhMi  Teilnngarrebnnng"  (1895)  en  ,^ie  Gewieb- 
te  dee  Altertumt"  (1898). 
Bmiuilta,    een    vetting   in   de   Zutd-Ameii- 
tanicbe  repoblirt  Pangnaj,  liet  aan  den  Rio 
Parageay,  42  km.  boven  de  monding  in  den  Pa- 
a,  werd  in  1855  aangelegd  en  later  versterkt 
speelde  in  dea  ooilog  vaa  1886  tot  1870  een 


DigilizedbyGoOglC 


HmiArrA—ffnuBEiRr. 


BNiiUuiiadie  mooitoN  iea  dooDgug  en  bewdio- 
ten  AtnetoD,  in  Juli  1868  riel  ig  iea  ferbon- 
d«nea  in  hud«ii. 

BnmuilmM  noemt  men  die  vettudiftppe- 
l^ke  riehting  der  RenfttssMtee,  i»elk«  ntt  de  «en- 
smKgheid  en  beperktheid  mn  het  Midddeenw- 
sdie  dnkeD  tot  ««n  atgeowen  meBtdieliJke,  ,^n- 
BMne"  betehftTing  en  faoofjsdMtting  tu  de  vur- 
de  dei  peraoonlgUieid   tndttte   te  komen.  Het 

r>te  g««itdrift  wiei9  hot  licli  op  de  itndie  van 
letteifcniMie  der  Oiieken  en  Romeioen,  ideali- 
■eerde  het  lefen  der  klMci^e  idkeren  tot  een 
Toorbceld  van  menioheli^t  Tolma^Uieid  en  volg- 
de dat  op  ietteifcDitdig,  itastkond^  en  êoaul 
pebied  na.  Surdoor  maakte  het  bnmaniame  de 
naaeieke  Ovdheid  weei  levend  voor  de  kanit  en 
de  wetaniehappgn  der  Enrapeescbe  volken,  en  al 
moge  het  ia  enkele  opiiclHen  iot  een^digheid 
vervallen  qn,  te  orrtkeonen  ia  niet,  dat  het  den 
gtondelag  «eeft  gelegd  vooi  onu  modsme  be- 
Ktuving.  Het  hnmaniame  becon  in  de  14de 
tenw  in  Italifi  en  breidde  lien  in  de  15de  en 
16de  eeaw  —  meeatal  gericht  tegen  d«  Uiddel- 
«cnwaehe  lehokatiek  en  den  beeeoavingttoeetand 
van  dien  tgd  —  nit  ovei  eehetl  Bnnqta,  Ook  in 
om  laad  vond  het,  dank  ig  Oeert  QrooU  en  itjn 
•ebool,  reel  ingang;  de  groote  homaimt  vaa  dan 
wA  de  Kederlander  ErotMiie.  In  'de  OermjuuiHtie 
bnden  kwam  bet  hnnMnieme  ook  in  «trgd  met  de 
theologe  en  wiit  het  de  wetenschappen  van  de 
voogdgediap  dei  Seik  te  bevröden.  Daaidoor 
baande  bet  den  weg  voor  de  bervorming,  boewri 
latei  de  wegen  der  Hewoitnen  eo  hamaDirten 
meei  uiteen  liepen.  Een  andere  gioote  veidienate 
van  het  humaDime  ia  de  beFToimiiig  vui  optoo' 
di^  en  ondeiwgi  Mireeet,  waarbq  hetdeUaMi^ 
ke  atndÜD  tot  niddelpnnt  maakte.  De  beteekenrt 
van  bet  baawniBme  valt  vooi  een  goed  deel  met 
die  dei  Renaiaaaaee  samen.  Wetken  ovei  de  Rc- 
naistasee  brengen  dan  ook  nadere  kennis  van  dei 
inbond  d^r  hnmanietïMlie  denkbe^en. 

HnBUalflton.  Zie  Bimmnitme. 

Htunuiitalt,  alkonutig  van  bet  lAtgnsebe 
wwid  kummtitoÊ  (roeneebelgkheid),  betedieat  het 
edele,  hetwelk  den  menseb  kenmerkt,  in  ondei- 
B^eiding  van  de  dieren.  De  htimani<teit  ie  d&a 
een  lamenvatting  van  'e  mensehen  ledclpe,  wt> 
etandel^ke  en  aoöiale  eigeudhufKn,  waardoor  Ig 
nadert  tot  de  vwiitelling,  welke  wg  Tormen  van 
den  vofanaakten  meneeb.  Imonderlieid  noemen  wg 
JeouDd  Immaan,  die  bigken  geelt  van  aelRtebeer- 
lehing  en  beoadigdbeid  en  van  belangitelliDg  in 
bet  lot  van  iQn  natanrg«nooteo.  Vol|ena  de  op- 
vatting van  de  Ouden,  vooral  van  Cicero,  open- 
baart lich  de  bomaniteit  in  weldadigheid,  vnen- 
delgkhMl,  beleeldbeid  en  hoHelf^beid. 

Htunanii,  Jeom  Qtorget,  een  Fnneeb  staatt- 
man,  weid  den  Bden  Aognatn*  1780  te  Sttaate- 
boig  ceboren.  Aan  hem  vooial  dankt  de  Bhaa  het 
Rga-SiOnekHiaal.  In  1320  algevaardi^  naai  de 
Kamer  van  Oedepoteerden,  beweide  bg  lirfi  vooi- 
al  met  aangelegenbeden  nn  ünaneieelen  aaid. 
Toen  in  1^2  SouK  aan  bet  hooM  der  laken 
kwam,  weid  Bumann  miniitei  van  Pinaneiln.  Z^n 
{^an  van  eonvenie  der  staatere  irteD  fcottte  bem 
lijn  portefeuille.  In  1837  nam  hg  aÜting  in  de 
Eatnei  der  Pai».  Na  het  aftieden  van  Tkür»  in 


1S40  wenl  bg  in  bet  minitteiie  Ouixot  qniieaw 

met  de  poitrfenille  van  Finaneifln  tielaat;  bg 
overleed  reedi  den  2£sten  April  1342.  De 
Frangehe    ngveiheid   beeft    lig    kiaefltig    bevor- 

Hnnb.  aehtei  plantennamen  ie  de  (Korting 
VOOI  Aittmdtr  va»  BumboUt, 

BnmlMr  i*  een  uei  hieede  livteiarm  aan 
En^laad's  ooeUnet  Hg  ontetaat  door  de  ver- 
teniging  4an  de  Onae  «n  de  Trant  en  ttioomt, 
taaaèiwD  de  giaaf>eba|iiien  Yoik  en  Lineoln,  eeitt 
loidwaaita,  daarna  loidooatwaarta  en  mondt  u 
een  loop  van  SQ  km.  bg  Spnin-iHead  in  de  Nooid- 
lee  nit.  De  Hnmbei  ontvangt  op  den  liidLeioever 
den  Hall  en  op  den  rechter  de  Amholme  en  de 
Skillei,  tfliwgl  K^  door  middel  van  kanalen  met 
de  voornaamite  iwieien  van  Engeland  verboDden 
is. 

Bninbert,  ^em  £mtZ(L  eenNederiandaoh  and. 
beidkaodige,  iax  28aten  Jnli  1771  te  'a-Graven- 
hage  grtioren,  was  in  1795  Initenant  der  genie 
in  dienst  der  Staten-Qeneiaal  en  ivertrok  toen,  op 
venoek  van  den  bey,  naat  Tante,  om  aldaar  de 
veraterking  van  bet  lort  la  Oodette  te  leiden. 


deiland  bet  Fraoaehe  Jok  bad  a%eaehiid.  HS  weid 
toen  bq  one  leger  seplaatat  ala  kapitein  oer  ge- 
nie, later  bevopdenf  tot  des  rang  van  loiteuDt- 
koloDel  en  ontving  de  orde  van  den  Nederland- 
«cbeo  Leeuw.  Toen  ia  1820  te  Leiden  een  ataon- 
derlijk  kabinet  van  oudheden  geopend  werd,  be- 
lorgde  ha  daaraan  4  belangrgke  Fnniiche  mona- 
menten,  aoor  hem  19  de  pl(É  wan  bet  oude  Cai- 
(bago  (niet  ver  van  Tnniij  ontdekt,  waarover  hg 
leedi  in  1812  getdireven  had  ,Jfotiee  sur  qnatie 
cippee  a&iulcbranx,  décoaveite  eni  Ie  lol  de  I'an- 
eianne  Cartbage".  Ook  weiden  ag  afgebeeld  ea 
dooi  HamaktT  en  ReHvvfu  besefareven.  Vervolgeoi 
weid  Bitmbat  naar  Italië  geionden  om  ondhoden 
te  vetumelei,  en  hg  biacbt  veel  merkwaardig! 
bgeen.  Zgn  antieke  en  iUddeleenwsche  medaille* 
vonden  een  plaats  in  bet  koninklgk  penningkabi- 
net te  'a^ravenhage,  latei  door  hem  M^cspooide 
«tokken  in  de  verrameling  van  dea  hoogMeraai 
V<m  dtt  Chat  te  Leiden.  lïambert  weid  door  HU- 
buhr  geraadpleegd  ovei  de  ligging  van  bet  onde 
Caithago.  Ook  was  de  boogleeiaar  Reurens  van 
plan  om,  gAiApea  dooi  beUngigke  bouwstoffen, 
uit  de  papieren,  van  Hwnbert  aftometig,  een 
noot  werk  over  Cartbago  te  schriJTen,  toen  h9 
door  den  dood  werd  weggeiokl.  Bumbert  lelf, 
aan  het  laehte  klimaat  van  bet  «uden  gewend, 
keerde  telkens  niar  Italia  teing,  vertoefde  veeld 
te  Pisa.  en  overleed  den  aOsten  Fefcrnatt  1839  te 

Hnmbart,  Reinier  Karet  BnvanOt  Johan 
Maria  Ferdiitaiid  Svgeiutu  (eigenli^  [fmbertoj, 
koning  van  ItaliS,  een  iood  van  Vietor  Bnumnll 
en  van  aaitahertogin  Adetkeid,  deo  Uden  Maart 
1844  geboren,  toonde  reeds  vroeg  gioote  belanp- 
iteHing  in  krggsaaneelegerkbeden.  ifadat  bg^  in 
1856  deelgenomen  had  aan  den  oorlog  tegen  Oos- 
tenrük,  werkte  bjj  met  gver  aan  de  bevordering 
dei  Italiaaniche  eenheid  en  verwierf  hierdoor  al 
lig  een  groote  populariteit.  In  den  stag  van 
OHa  (24  Juli  IB66)  voerde  h^  als  luitenant- 
generssl  bet  bevel  over  een  divisie  onder  CtoUi- 


DigilizedbyGoOglC 


HUUBËnr— HUUBOLOT. 


D  dekte  hy  dra  aftoebt  Tan  Durmido.  Na  di 

vcroTetin^  van  Rome  (September  m70)  aanvaard, 
de  by  het  of^i^iel  orer  de  beaeKing  aldaar. 
Verder  wqdde  hq  lieh  eedert  1866  booMiakriijk 
aan  de  beTHdeiing  Tan  den  vrede,  Tin  weWaait 
eu  beBcfaaTing,  daar  ba  wer  goed  inug,  dat' lU- 
Itt  JD  d«  eerite  piaati  behoefte  had  aan  deopben- 
ring  Tan  laodbonw,  haodel  en  nöreTbeid.  Na  dea 
dood  van  ign  vader  deo  9deD  Annari  187S,  be- 
klom hg  den  trocD.  Den  ITden  NovenAwr  van  dat 
jaai  werd  hq  in  Napeli  dooc  den  kok  PatmoKmte, 
die  hem  wilde  dooden,  aan  den  arm  gewond.  In 
Ootofcer  18S1  dc«d  hg  met  de  mintcten  Defrrelii 
en  Ifaniniit  een  reis  naar  Weenen,  ontrlng  in  1883 
te  Rome  een  beioek  van  den  kroonprini  van 
DnitwèUad  en  verwierf  froote  poftuianteit,  toen 
hg  in  1884,  bg  bet  woeden  der  cholera  te  NafeU, 
dele  Btad  beioriit.  Meermalen  werden  tuMchen 
hem  eo  den  Duitscben  keiier  beioelien  gewisseld. 
Hg  werd  den  29aten  Jnli  1900  te  Honia  door 
Braaa  vermoord.  Sodeit  22  April  1888  wai  h^ 
geAiiwd  net  agn  nicht  Margareta  Maria  Thtretia, 
HD  dochter  van  ign  oom  rerdinaiul,  hertog  nm 
Oenka,  en  ipriimm  Eli»ab€lk  vm  SakteH.  Zgn  loon 
Vietor  Emamiël  III  volgde  hem  ali  koning  van 
lUlii  op. 

Hmmbart,  Oiulaw  Amidie,  een  Franach 
teehtigel eerde  en  stutam^,  den  28iten  Jnni 
1822  te  Heti  geboren,  waa  repetitor  in  dé  rechten 
te  Parga,  toen  hg  in  1B4S  tot  onderprefect  4e  Die- 
denfaofen  benoenid  werd.  In  1851  algeiet,  hervat- 
te ha  zgn  .voorlezingen  te  Pariji  eo  werd  in  1861 
hoagleeraar  t«  TodIoum,  waar  men  liem  in  1871 
vaar  de  Nationale  Vergadering  afvaardigde  aan 
welker  ÜiAerigde  fag  lieh  plaatate.  In  1875  werd 
hg  tot  levenslang  senator,  in  1877  tot  proeurenr- 
xeneraal  bg  het  Bol  van  Canatie  öenoemd.  In 
bet  ministerle-PreyetHef  i&i  Januari  1882)  aan- 
vaardde hg  de  portetentlle  van  Jnstitie,  doeh  tiad 
eea  halt  ^  tetat  «1  es  ««4  aalui  iwiiilllu  taa 
des  Senaat,  in  1890  president  van  de  Rahenka- 
mer.  Hg  overleed  te  fieaniHle  Ofante-Ctaronne) 
den  24Bten  Sep(«nber  18M.  Behalve  een  reeks 
tjjdscbnltartikelen  sdireet  hg:  „Eaiai  snr  let  ti- 
nances  et  la  Domptabili>UpuhlJ(}ue  ehei  lei  Ro- 
nuna"  (2  dln..  1887)  en  „Organisation  de  I'eropi- 
Te  romain"  (1892).  Hg  heeft  medegewerkt  aan  de 
,j)ietionnaire  des  antiqnitéa  romainea"  van  Da- 
Temberg  en  Sa^io. 

HnmbeUt,  Wilhein.  vrgheer  ron,  een  Unitseh 
geleerde  en  staatsman,  den  22sten  Jnni  1767  te 
Potsdam  geboren,  «tndeeróe  te  Frankfort  aan  de 
Oder  en  daarna  ie  OSttingen  in  de  rechten,  terwgl 
hg  ileh  tevens  toelegde  op  de  archaeologie,  de  aes- 
thetiea  en  de  Xantiaansae  wgsbt^eerte.  Deja- 
i«n  1789  en  1790  bracht  hij  te  Erfurt  en  Wei- 
mar  door  en  kwam  daar  in  vriendeefawppelgke  be- 
trekking met  Balberg,  SehilUr  en  Óoetke.  Hg 
bnwde  in  1791  mei  de  fgnbeschaalde  KoroitMeon 
Daeheröden.  In  1794  trok  hij  naar  Jena,  wn  in 
Schiller'e  nabijheid  te  zgn.  Een  kostelijk  gedenk- 
teeken  van  de  vriendschap  dier  beide  mannen 
vormt  de  later  uitgegeven:  „BriefweAael  awi- 
sdien  Si^iller  und  WiUielm  von  Humboldt"  (Sde 
drnk  1900).  Na  ondersoheiden  reizen  woonde  von 
Humboldl  van  1797  tot  1799  te  Pargs;  hg  begal 


sieh  vervolg«si  naar  Spanje  voor  wetenseb^pe- 
Igke  nasporingen.  In  1801  werd  hg  Praiuaeb 
miniiter-reiident  te  Rome,  waar  hg  van  1806  tot 
1808  gevolmachtigd  otinister  wat.  Hg  hield  lich 
daar  oootdiakel^i  beiig  met  weteniehap  en  knnsl. 
tecwgl  hij  jeii^ig«  geleerden  en  knnstenaara  op 
edelinoedige  wgie  ondersten ndC.  Met  den  titel  van 
gdieim  «taatiivad  naar  Berlgn  geroepen,  werd 
nn  in  het  miaiaterie  van  Binnenbadaoie  Zaken 
bMast  met  Eeredienst  en  Onderwga;  voor  dit 
tiAtate  heeft  hg  ved  gvidaan  en  d<  tnüveniteit  te 
Berlgn  m  aan  hem  baar  atitditing  verschnldigd.  In 
1610  echter  legde  bg  ign  ambt  neder  en  werd  rc> 
volmaehti^  miniater  te  Weenen.  Van  dien  tgdaf 
had  hg  grooten  invloed  op  de  getehiedenit  van 
l>ottaefalukd.  In  1812  was  hy  op  het  Vredeteon- 
gres  te  Praag,  in  1814  op  dat  te  Cfattillon,  alsme- 
de bg  hel  sluiten  tan  den  Eeraten  Vrede  van 
Parga,  in  1815  op  het  Congres  te  Weenen  en  in 
1816  en  Uter  te  Frankfort  aan  den  Hain  bjj  bet 
regelen  der  Dnitaehe  aangetefenheden  en  bj  de 
sijcliting  van  den  Bondsdag.  Daarna  werd  bi|  lid 
van  den  itaaUraad,  toen  geiant  .te  Londen,  ea  in 
1818  nam  hg  deel  aan  bet  Congres  te  Aken.  Ovei. 
al  was  hg  werknuHD  als  onbevooroordeeld,  ver- 
licht en  vnjiinnig  staataman.  la  1819  waiiig  lid 
van  het  Kabinet  doch  reeds  in  hettcllde  jwr 
nam  hg  i^n  ontalag  daai  hg  ia  meer  eoaatitnüa- 
neelen  lin  regeeren  wilde  dan  aijn  eoMcga  «oft 
Hardenberg  wenaehte.  Eerat  in,  1830  krow  hg 
weder  zitting  in  den  staatsraad.  Sedert  1819  bad 
hg  schier  onatgehrolien  gewoond  op  het  landgoed 
Tegel,  dat  hg  door  een  uitgezochte  verzamding 
beeldhouwwerken  verfraaide.  Hg  overleed  den 
Saten  April  IBSfi. 

Zgn  eerate  letterkundige  geschriften  heeft  hg 
verzameld  in  de;  „A esthetische  Vemehen 
(1799);  hierin  vindt  men  o.  a.  een  opstet  over  den 
„Spaziergang"  van  Sekiiler,  over  „Bermann  vnd 
Dorothea^'  van  Qixthe,  over  ,Reineke  Fncha"  an& 
Z^n.  „OMaMMsM»  miW  ftiavwr  vHg**«  Axir 
de  Beilönadie  AeadcaaieYan  Wetenseha^ien.  1003 
vlg.),  bevatten  ook  een  gededta  van  ann  talr^ke 
gediebten.  Zgn  „SprachrniiloBofiaehe  Werka"  >gn 
in  1884  door  Sleinthai  uitgegeven.  Zgn  hoofdwerk 
op  dit  gebied  ii:  „üeber  die  E«mspraehe  aaf  der 
Insel  Java"  (1886 — 1840,  3  dln.).  Zgn  vevMme- 
ling  handschriften  en  zgn  werken  over  bniteo- 
landsehe  letterkande  -veitnaakle  hg  aan  de  Ko- 
hiiAliike  bibliotheek  te  Berlijn.  Zgn  edel  karak- 
ter bljikt  vooral  uit  „WiUielm  von  HumfaoMt's 
Briefe'an  eine  Freundin"  [14de  drnk  1905;  Lteaa- 
mann  2  dln.  1909).  Dele  brieven  zgn  gericht  aan 
Charhtte  DUde,  welke  hg  in  1738  te  ^apont  had 
leeren  kennen  en  met  wie  hjj  tot  aan  ino  dood 
een  ona^br<Aen  briefwisseling  onderhield.  Ook 
van  hem  zgi)  md  groot  aantal  brieven  vetMbe- 
nen;  te  Berljjn  is  «en  standbeeld  voot  hein  opge- 
richt. 

LiUfaltMr:  QAhardt,  WiUiebn  vm  Homboldt 
als  Staatsman  (Stuttgart  1896—1899;  2  «Ho.); 
Sprang^,  Wilhelm  von  Hnsuboldt  and  die  Hn- 
mani-titsidee  (Berlgn  1909);  Wim,  Caroline  von 
Hamboldt  (Bielefeld  1912);  Hamaeit,  Wilhelm 
von  Humboldt  (Berlgn  1913). 

Humboldl,  Prifdrieh  Heinriek  Attxmider,  vrü- 
heer  von,  een  broeder  van  den  vorige,  een  Doitaco 
natnntonderzoeker,  den  14idBn  S^taoaber  17Q9  te 


DigilizedbyGoOglC 


B«tljJD  gtbonn,  TerlooT  te«ds  op  lO-jatigen  leef- 
t^  ign  T»der,  doeb  genoot  met  ><jn  ondereB 
broeder  e«n  i>tt*tekend«.  weteDsdiappeljjk  oproe- 
dins  t*D  Terscbillende  Dnitscbe  boogetehalea  en 
deed  daftTUa  reiieii  ^oor  veHchitleDde  kaden  tab 
Enropa.  Ten  slotte  viel  lün  kena  i>p  dea  ni\jn4>onw 
«n  ontrJDg  bg  Terlof  ia  1791  de  mjjnuadeaiie  te 
Ffeibertr  te  Vioeken.  AIb  Tracht  T«n  ign  lerbigf 
in  het  Ertsgebergte  versdiewi  ign  „Flor«  subter- 
nnea  FribergensiB  et  aphorismi  ei  phyiioloffiR 
dieimiea  phntanim"  (17£»3).  Reeds  io  1192  werdfag 
benoemd  tot  isseasor  in  bet  mgndeparteaieDt,  en 
wddn  ging  fag  kIs  Mpenagndirettear  naar  Ba^ 
rcnth,  waarhjj  tot  1797  bleet.  Hier  venamelde  bij 
boairstoffen  voor  bet  nitff^Tewle  werk:  „Deber 
die  sereiite  IfnAel-  nnd  NerTenlaser,  nebel  Ver- 
mntnaogen  ttber  den  chemiMben  Prozets  des  Le- 
bemin  der  Tier-  nnd  Pflanienwelt"  (1797—1799, 

2  dlQ.). 

Ni  het  orerlgden  Tan  sgn  moeder  in  Novem- 
ber  1796  Tatte  hg  bet  plan  o^  om  een  weten- 
■ehappelghe  wii  naar  de  keorknngBlaoden  te  on- 
dernemen. Nadat  lig  in  1797  ig»  ontdiag  oit  den 
'  ataatAdienat  genomen  bad,  om  lieh  onverdeeld 
aan  de  studie  der  natnar  te  kauiea  wgden,  bracfat 
fag  8  maanden  ia  gezelschap  vaa  Ooellu  en 
SeftiUer  te  Jena  lioor,  waar  bg  onder  leiding  van 
Lorfer  de  ontleedkunde  beoeleode;  daarna  begaf 
hg  xiflh  naar  ItaliS,  om  ÜA  hier  bekend  (e  ma- 
ken met  de  Tunrepawende  benden.  De  oorlog  be- 
lette een  verdere  reis  door  ItaliH  en  daarom  nam 
hg  bet  fceelnit,  om,  bgi;eetaan  door  Leopald  t<m 
Buek,  te  Salsbnrg  en  Cergteezaden  meteorologi- 
sche waarnemingen  te  doen.  liim>dde]s  ontving 
hf)  Tan  lord  Britlol  een  nitnoodiging  om  deel  te 
nemen  aan  een  ei^itie  naar  f^Tple.  welke  8 
maanden  ion  doren.  Reeds  wsb  hg  te  Pargs,  om 
met  bet  «og  o^  lijn  deelneming  instromenten  te 
koopen,  toen  Bonaparte  in  Mei  1798  naar  Egypte 
vertrok  en  lord  BrUM  te  ÏÜlaaa  in  hechtenis  ge- 
nomen werd.  In  FranVr^ks  booldstad  ondervond 
Von  Hwmboldt  van  de  igde  der  g«leei<dete  man- 
nen de  meest  voorkomende  bejegenlog  en  sloot  er 
vründsehap  met  den  Fransehen  plantkandig]e  Aimi 
BoHflmd  \t\t  aldaar).  Van  bier  reisde  bg  naar 
Spanje  en  ontving  er  van  de  regeer  ing  toestem- 
ming om  een  reis  door  de  SpaansiAe  kolooiSn  ia 
Amerika  te  doen.  Den  5den  Juni  1799  scheepte 
hg  tieh  met  Bonpkmd  aan  ttoord  van  den  .J'iiar- 
ro^'  in.  stapte  den  19den  Jun!  te  Sta  Cma  op  Te- 
nerilfe  aan  wal.  waar  iq  den  Pic  testben,  en  be- 
traden den  16den  Jnli  1799  bg  Comana  het  vas- 
teland van  Zuid-Amerika.  Zg  doorkraieten  Vene- 
.xuela,  en  kwamen  door  d«a  Caseiqaiate  in  den 
Orinooo,  ukten  de  ririer  af  tot  Angostura  en 
kwamen  weder  te  Cnmaoa  na  een  tocfat,  die  voor 
bet  eerst  een  op  astrcnomiedie  bepalingen  ge- 
gTMde  kennis  van  de  biForeatie  van  den  Orinoco 
<^IeT«rde.  Nd  scheepten  sg  sieh  in  naar  HAvanna, 
waar  ig  eenige  maanden  bleTcn.  leilden  in 
Maart  1801  naar  Cartagena  en  voeren  geduren- 
de 54  dagen  de  Magdalena-rivier  op  tot  aan 
Honda,  om  Tandaar  de  boc^lakte  van  Sogota  te 
bereikn.  In  September  reisden  lij  verder;  iQ 
trokken  over  Ibague.  de  Cordillera  de  Quindiu, 
Cartago,  Popayan.  den  Paramo  de  Ahnaf^aer  en 
de  nitgebreKle  hoogvlakte  Tan  Los  PasCos  en  be- 
reikten na  Terloop  Tan  4  maanden  de  stad  Quito 


(6  Januari'  1S02),  5  maaoden  wgdden  de  reiiigerf 
aan  bet  doorkmisen  van  bet  fraaie  hoogtedal  van 
Quito  en  aan  het  oodenoek  der  nal^jgelegen  vul- 
kanen, beklommen  onderscheiden  van  d^,  o.a. 
den  dhimboraio,  tot  de  vroeger  oid)d(ende  hoog- 
te van  5810  m.  Over  den  Andeapaa  van  Paramo 
de  Aesua;  over  Cuenea  en  door  de  kinawouden 
van  Loja  kwamen  ig  in  bet  dal  van  den  boven- 
loop der  Amaion  en  rivier  ba  Jean  de  Bracamoroi 
an  begaven  zidt  over  de  hoogvlakte  van  Casa- 
marea  oaar  de  bergitad  Micuipampa  en  naar  de 
westelijie  helling  der  Cordillera  van  Peru.  Hier 
zagen  zq  van  den  Alto  de  Ouangamarca,  ter  hoog- 
te van  3000  m.,  voor  het  eerst  de  Zuidzee,  bereik- 
ten hij  Trujillo  de  kost  en  trokken  door  de 
schrale  woestenij  van  Loae-Peru  naar  Lima.  Xa- 
dat  zg  den  ovei^ng  "au  Sferenrius  over  de  ion- 
nesehgf  hadden  waargenomeo,  steivMiden  ag  in  bet 
laatst  van  December  1802  Tan  Callao  naar  Ouaya- 
qaii  en  stapten  den  23iten  Haut  1803  te  Acapul- 
co  aan  Jana.  ÜTer  Taeco  en  Cnernavaea  berefliten 
lij  in  Apiil  de  hoofdstad  van  Meiieo,  «aar  ig 
eenige  maanden  Tertoefd«i,  waarna  zij  Ooana- 
luato  en  Valladolid  bezoeiiteii,  de  prOTineie  He- 
choaean  doorkruisten,  nogmaali  tot  de  Zuidzee 
naderden,  de  lioogte  van  den  Jorullo  bepaalden 
en  over  Toluea  naar  Mexico  terugkeerden.  Hiai 
rangschikten  zg  ban  verzamelingen  en  waarne- 
mingen, bekipmmen  vervolgens  den  ^vulkaan  van 
Tolaciï  (470O  m.  hoog)  en  den  Colre  de  Perote 
(4000  m.  boog)  en  trokÉen  door  de  eikenwonden 
van  Xiriapa  naar  Veraornz.  Vanhier  zeilde  V<m 
Humbotdl  den  7deD  Maart  1804  naar  Havana, 
waar  hg  een  paar  maanden  bleel.  om  de  bouw- 
stoffen voor  zgn:  „Essai  folitiqoe  «ut  111e  de 
Cuba"  (1836).  te  Tetroeerderen,  waarop  hg  lieh 
naar  Philadelpbia  begaf,  waar  hg  eenige  weken 
de  ^astvrl^ekd  genoot  van  JeftertoH.  Eiadelgk 
verliet  bij  den  9den  Jali  den  mond  der  Delaware 
en  den  Sden  Ai^stus  1804  landde  hij  le  Bor- 
deaux met  een  aantal  kostbare  verzamelingen  en 
niet  minder  kostbare  waarnemiDgen  op  het  ge- 
bied der  nataurlijke  historie,  aardrijks-  en  volke- 
lenkunde. 

Von  ÜumbobU  vestigde  zich  na  it«  Pargi,  wau 
hg  zgn  verzamelingen  en  handeehritten  ordende, 
aan  het  aeheikandig  onderzoek  van  Ooff-Luëiae 
omtrent  de  be«tanddeelen  der  dampkringsluebt 
deel  nam  en  tot  Haart  1805  Tertoetde.  Toen  ging 
hij  met  laalttgenoemde  naar  ItaliE;  zg  bleTen  er 
tot  den  17den  Deeen^r  1805  en  gingen  met 
Leopold  vtm  Bueh  naar  Berlijn,  Hiar  ontving  Von 
HuMboUf  de  of)dradit  prins  Wühtlm  van  Pnti- 
ten  in  bet  najaar  van  1807  bg  een  belangrgke 
zending  naar  Frankrgk  te  vergezellen.  De  prins 
bleef  er  tot  in  1808,  doch  daar  de  aitgave  der 
gesohriflen  Tan  Von  Eumboldt  op  Duitsdi  grond- 
ge4)ied  beawaarlgk  kon  ge«aiieden,  ontving 
laatstgenoemde  verlot  in  Frankrgk  te  blijven.  Hg 
maakte  hiervan  gebruik  tot  in  1827.  Te  Pargs 
verscheen  nu  zjjn  reisbeeebrgving  in  29  deelen 
met  1425  kopergravure*.  Het  eerste  gedeelte 
daarvan,  getiteld:  „Vojage  aui  rteions  éqaino- 
lialea  do  nouveau  continent"  (1809—1825),  be- 
vat bet  gesril iedkoodig  overzicht.  Hoewel  hem 
in  1810  te  Bertgn  een  boogst  gewichtige  betrek- 
king aangeboden  werd,  gaf  bjj  de  voorkeur  aan 
een  volkomen  onafhankelijkheid,  vooral  daar  hjj 


DigilizedbyGoOglC 


wiehtJM  atutknndigfl  gflbaniteniiHii  taHc£«n 
den  ESraten  en  Tweed»  Tiede  tui  ^ijji  Ter- 
teinlten  un  Von  Bmnbotdt  de  «eltgertieid  bq 
herbklinf  nur  Engelutd  te  reilen.  De  «renttli  van 
den  koBiig  fn  AniieD  Hwh&oUI  uo  iQb  Hot 
te  TBTÜnden,  bleef  Tooieent  nog  anvemld.  Eent 
in  1S27  pog  bö  nur  Berl^n,  wmt  hjj  T0orlexi~ 
gen  hield  tner  den  Eomoe. 

In  1820  ondeniam  Fon  ffMNboUt  in  opdrulit 
Tan  nut  JITüoIaaf  ean  eipedltie  duu  liet  noor- 
den TH  AM,  dot  Oerd,  den  AlUI,  CbineeMh 
Dijoengarve  en  de  Ka^iisehe  lee.  Een  ondeno^ 
nur  cand-  en  pUtisa-ertKn  wm  het  hoofddoel 
der  reis,  die  diuenboTen  in  de  ontdekking 
diamaoten,  in  iterretAnndige  plaatabepalingen, 
magnetieebe  waaratmingen  m  het  Tenamelen 
Tan  Toorwarpen  uit  liet  r^  der  planten  «n  dat 
der  delhtoffen  de  belasgn)kite  nitkomiten  oirie- 
Terde.  Fm  HumboMt  reiade  toen  in  het  gnél- 
Mbap  Tan  2  igner  .TriendMi,  EhrtHberg  en  Out- 
tm  Ros*.  Deie  reta  gednrende  wetke  in  9  maan- 
den meei  dan  11 OOO  Inn.  weideo  atgele;^,  ia  be- 
aehreren  in  de  .,Hinerakwiaeh«eognoatiscbe  Rei- 
le  na^  dem  ïïral,  Altai  nnd  dsoi  Kaïfiitehen 
Heere"  (1887—1842,  2  din.)  en  door  Vtm  Hom- 
boldt  in  iqn:  ,.Aiie  centrale,  redKrehea  snr  lei 


mingen  opgeleTerd  ootiMit  het  aaivniagnetiMne, 
die  dooi  de  oprichting  Tan  talrijke  mignetiiehe 
itatione  werden  ofgeydgi. 

De  Tolkibewegingen  Tan  bet  jaar  1830  gaTen 
aan  de  werkxaamheden  tan  Vo»  HumboUl  een 
ataatkaodige  riehtiog,  lioewel  hg  lidi  niet  liet 
aftrekken  Tan  èet  beoefenen  der  wetanHhappen. 
Na  de  troMfbetlimming  ran  Lode%pfk  Phtlipt 
werd  hQ  naar  Parjja  afgeTaardigd,  ten  einde  lan- 
daar  ataatkondige  faericbten  nur  Berlgn  te  len- 
den. Dit  geadiiedde  jaren  lan^  en  telkent  moeit 
hy  4  of  G  maanden  in  FTBnkqjka  hootditad  «er- 
toeiren.  In  dien  t^d  beior^e  bjj  de  tweede  nitra- 
Te  Tan  ign:  „Examen  entiqae  de  Ia  géograpAie 
dn  noDTean  continent"  (tSSS— 1838,  5  din.].  Hij 
Tergeaelde  den  koning  Tsn  Proiien  in  1841  naar 
Engeland  en  in  184S  naar  Denemaiken.  Voor  het 
orerige  Teatigde  hjj  zjjn  TeiblSt  te  Berljfn  of 
op  het  Taderlgk  landgoed  Tega.  waar  bj|  lieh 
gteed*  met  ijver  aan  de  etodie  w^de  en  sijn  we- 
reldberoMDden  „Koacooi"  echreef.  Hq  oterleed 
te  Berlijn  den  Sden  Uei  1859.  Ofecboon  op  het 
nanwet  met  het  Bof  Tan  den  letlerli  arenden 
Friedrieh  WilMm  W  Teitmnden,  bleef  hij   ijjn 

EiladienAtige  en  etaatkandige  onathankelifthetd 
odbaTen  en  gcbraikte  liJn  iiiTloed  om  ac  we- 
teniehap  te  betoideren  én  Jonge  mannen  Tan 
TeeH>eloTenden  aanleg  te  onderatennen.  Daar  hQ 
ijjn  aantienliik  Tetmogen  aan  ijjn  wetenHhappe- 
li)ke  Rtndiea  had  ten  offer  gebracht,  liet  h^  geen 
stoffelijke  bezittingen  tan  waarde  aohter.  Znn 
kostbare  boekerjj  en  lijn  Terunnelin^n  Termaak- 
te  hij  aan  liJn  tronwen  dienaar  en  reiamakker  io- 
hannti  Sedert,  die  de  geheele  bibliothe^  met  de 
kaarten  aan  den  boekhandelaar  Aihtr  te  Berljjn 
Terkoeht,  terwijl  de  oTcrige  Tertamelingen  open- 
lijk onder  den  (lamer  gebraefat  weiden.  lien  28ttea 
Juni   1859   ontitMid  te  BwlgD   een   BitmMdt- 


eftehfma,  aan  de  boTordering  der  aatnurknadige 
weten  Kbappan  gewjjd. 

FoM  Bumbotdt  Tenamelde  een  onmetelijkea 
rgkdom  Tan  bonwatotfen;  met  {daatabepalingen 
én  hoogtemetingen  Teibood  h9  het  oödenoek 
naar  de  getteUheid  Tan  dea  bodem,  en  bet  ver- 
lamelen  Tan  planten  eo  dieren  giw  TcrgeieM  Tan 
meleorolttnaae  waamemingra.  Hg  en  Kart  Ril- 
Ur  (lie  aldaar)  iBn  de  gn»dlMigert  der  moderne 
aardrökakniide.  wat  bg  op  phüitknndig  gdMed 
böeeriiradit,  leidde  bMi  tot  het  lehej^ien  Tan 
een  nienwe  wetenechap,  die  der  jrianteDgwgrafie. 
Vooral  ook  heeft  bij  d«t  ÜTloed  Tan  het  pknten- 
r^  op  den  bodem  en  op  de  ontwikkeling  Tan  bet 
meneéheli^  geilaeht  dniddf^  aangeveien. 

Tot  de  b^n«|jke  Tmehten  van  löa  wetcn- 
aehappelijken    amid    behoorea   meer    daa    700 

«laatWMMingen  in  de  Spaanadic  koleniSn  der 
lienwe  Wereld.  Zy  lün  door  Vm  ff)m6oMI  Ter- 
rieht  en  berekend,  later  door  OUmoimi  naguiea 
en  Tormen  onder  den  titel:  „Obaerrationi  aitrb- 
nomiqnei.  oftérationt  trigométriqnei  et  meearet 
barométtiqnet,  redigteg  et  calenléei  par  Jabbo 
Ottmanne''  (1808—1810,  2  dIn.)  de  4de  afdeelin^ 
T>n  ign  reiebeaArgTtng.  De  kaarten  Tan  den  On- 
nieo,  Tan  de  Atnawnen-riTier,  het  grootale  gedeel- 
te Tan  den  Atlae  Tan  Ueiieo  eni.  ign  door  Fow 
HumMdt  leltgeteekend.  De  meteorologie  ie  door 
hem  leer  Terr$fet,  terwi^  hg  de  gronditasen  legde 
Toor  de  wetenaehap  der  ireegeljikende  klkulolo- 
gie.  Ben  deiselQke  atodie  dw  dclfitofkande  atelde 
hem  in  ataai,  een  Toonlriling  te  geren  Tan  dea 
boden  Tan  Amerika  in  ign  „Phy8l(|tie  générale  et 
geologie"  (1807),  met  zijn  „Suai  géognoatiqae 
aoi  Ie  giaement  dei  rodiee  dana  lei  denx  btaia- 
phtrei"  (I82&— 1826)  en  .J'r^ments  de  géolo- 
gte  et  de  dimatologie  aaiatiqne"  (8  dln..  1831) 
de  6de  afdeeüng  Tan  lijn  reiabeadiryTing  nitma- 
kend.  B^  weikte  daardoor  niet  alleen  mede  tot 
een  meer  nauwkeurige  kennia  der  Nienwe  Wereld, 
maar  inionderheid  ook  tot  de  ontwikkeling  Tan 
de  nog  jeugdige  weteaaebap  der  geologie.  Cbder- 
itennd  door  Sonplmd,  die  aiofa  met  Mt  bgeen- 
Ineneen  der  Tonamelingen  had  belast,  deed  Vo» 
Bumboldt  in  Amerika  belangrijke  waarnemingen 
omtrent  de  Tenpreiding,  het  nnt  en  den  bonw 
der  planten,  wetke  hq  ^errolgena  in  Teibaad 
bracbt  met  de  Teraohiliende  meoaelienTaaaen.  Tot 
xijn  geadiriften  op  dit  gebied  briKioren:  „Esaat 
anr  la  géograptiie  dea  ptantet"  (1805)  en  vooral 
„De  diatrnntiODe  geographiea  plantanun  aeeon- 
dnm  eoell  temperiem  et  altitndinem  montinm'' 
(1817).  Het  beibarinm.  door  bon  en  Bon^htid 
Topaaneld,  beTatte  5000  aoorten  Ten  bloeiMide 
planten,  waaronder  lieh  8500  nieotN  beronden. 
Zij  ign  beiebreTen  in  de  6de  afdeeling  der  reie- 
beaehr^Ting,  namel^  in  de  praditwetken:  „Flan- 
tea  fqninoxialea,  reeaeilliee  an  Ifexiqne,  dana  l'tle 
de  Cnba  ete."  (1809,  2  dln.,  met  144  platen).  ,Jlo- 
nogr^>hie  dea  tnélMKUnaeéea  et  antrea  genrea  dn 
mème  otdre"  (1306^1828,  2  dln.,  met  120  gM. 
platen),  „Nore  genera  et  ^eciee  plantamm,  qnai 
in  peregrinatione  ad  pla^am  aeqninoetialem  or- 
bia  noTi  oolligerunt,  deacnpaernnt  et  «dombraTer- 
ont  A,  Bonmand  et  Alei.  de  Hnmbold,  in  ordi- 
nem  d^maait  C.  C.  Knnth"  (1815— 182S,  7  (Dn., 
met  700  platen),  .Jlimooea  et  antiea  plantw  Ugu- 
mincoaea  dn  NonToan  Continent  rédigie*  par  C. 


DigilizedbyGoOglC 


HOHBOLDT— aüHE. 


8.  EnnA"  (1810—1824),  nut  90  nUanrds  pU- 
ten),  „SjDopiii  |daKtaiiini,  qua  In  itinera  ad 
plagtm  MqDiDoetialem  oitU  novi  eoUtgarxiDt 
HuDÉwldt  et  Boivlud"  (1822—1826,  4  din.,  en 
„BéTidMi  An  ntmiDéet  «te.,  préeédée  <1'od  tra- 
vail  inr  eette  famms  par  C.  S.  Knnth"  (1829— 
1334,  8  dln^  net  220  {Haten).  Ocdc  de  dieiknnde 
U  hem  Teel  Tenchnldi^,  ioobIb  bl^kt  nit  de  2de 
atdeeling  der  reilbeMhivTiiw,  ign!  .^Reetieil 
d'obMTTationi  de  loologie  et  4'anatomie  Boona- 
lée"  berattende.  Een  ander  boo^i  belangrgk 
werk  fan  Von  HuimbobU  Tcimen  igni  „Voei  dêa 
Cotdillère*  et  monumenta  deijMDpei  indirimt 
de  TAndriqne"  (1810,  69  platen).  Volkenkunde  en 
statistiek  verden  niet  Tergeten,  maar  in  liet: 
„Ewai  politiqnê  mi  Ie  rt^nme  de  la  NooTelle- 
Eapagne"  (18il,  2  dIn.,  met  atla»)  op  e^naavdi- 
ge  en  aantrekkelijke  WVK  behandeld.  Uurenbo- 
Tan  leTerde  hg  de  nitkomiten  Tan  gewiehtise  m- 
sporingen  omtrent  de  plaatewaarde  der  Indieeiie 
setalteekenB,  omtrent  oe  nantitcèe  geogtalie  in 
de  Middeleeuwen,  deed  Mimknndi^  proeren  met 
Oojr-LüMoe,  bqtaalde  de  lieeing  t«d  den  ma^ne- 
tisehen  erenaar.  en  deelde  CQionderliedea  mede 
omtrent  de  eleeiriidie  vleeehen,  oTer  de  adeoibt- 
linK  der  Tiseehen  en  der  jonge  krokodillen. 

At  ^>oedig  na  i^n  lerogkeer  nit  Amerika  liad 
hq  in  popnlairen  trant  de  indnÉÉen  en  erTSrin- 
gen  van  lön  reis  traefaten  neder  te  ieraen  in  iQn 
TDorlreffelgke:  „Aniiditen  der  NAtat*'^  (1808  en 
later  bg  heibaliu).  VerrolgeH  èield  hy  te  Pa- 

{riii  en  daamc  oA  te  Berign  Tootleiingen  over 
n}wiedie  aard rfikibMohr^ ing.  fiieibg  eefater 
leet  h^  niet,  mur  bg  itwatn  op  het  denkbeeld, 
een  veMldbeiiehrjJTing  te  leveren,  die  bet  geheel 
iti  tdiepping  omratten  zon,  van  de  neTelilciken 
af  tot  het  geringste  mosje  toe.  Zg  vereebeen  on- 
der deo  titel  tan  „Kosoiob"  (1845—1862,  5  dln.), 
en  otsobooD  4iu  die  voltooide,  moeht  b^  de  Ter- 
Ecdiijning  tan  het  laatste  deel  niet  beleTen.  Een 
omvangrijke  briefwisseliiig  ie  na  ign  dood  ter- 
Kcheoen.  Standbeelden  werden  o.  a.  Toor  hem 
opgericht  te  Philadel[AiiB,  fit.  Looii  en  Berlgo. 
liiUTatmir:  Bruhna,  Alexander  Ton  Hnmboldt, 
eine  wieiensohaftliebe  Biogr^ifaie  (teiuunen  met 
Avé-LMemenl,  Oanu,  A.  Dove  ca.,  L«piig  1872, 
S  dln.];  Klnekt,  A.  von  HwAkiUU  Reisen,  Le- 
ben  nnd  Wissen  (7de  dmk  Leipzig  1882);  JtdwtU 
Bauer,  Lives  ol  tbe  biolbera  fiumboldt  (Londen 
1B52);  Lowemberg,  A.  Ton  iHnmboldti  Beieen  in 
Amerika  oad  iUien  (2de  dmk,  Berlgn  1843,  8 
dln.)  en„WliseQBcbartliebeBeitri^inmOedlebt- 
nis  der  lOO-jlhtigen  Wiederkehr  des  Antritti  von 
A.  Ton  BumboldtB  Keiae  nadi  Amerika  (niteeR- 
door  de  „Oeulleehatt  Ittr  Erdknnde  in  BerUn", 
Beilgn  1899).  Een  biografie  van  A.  ton  Bum- 
botdt  Tereebeen  van  de  band  Tan  S.  Oüntker  in 
de  .Xïeiitesheklen"  (dl.  39,  Bedgn  1900). 

BTunboldt-Aoadeaüe  ie  een  in  1868  te 
BerljjD,  op  aanaporing  van  Mm  Bindt,  ^ettieb- 
te  wetentebappelj^e  wereeniging,  die  ueh  ten 
dorf  stelt  aan  oei,  die  niet  in  etaat  lijn  de  hoog»- 
school  te  besoeken,  alsook  aan  anderen,  een  bree- 
de  weteiuebappel^  opvoeding  te  geven.  Onge- 
veer V»  der  toenoordera  sijn  vronwen. 

HomboldtlMUU  i>  «en  baai  op  de  ooord- 
knst  Tan  het  eiland  Nieaw  Gnine»,  aan  de  niter- 
■te   grens   van   het   Nederlandaefae  g*bied.   Een 


kampongB.  De  haisen  lün  «11e  vg  palen  in 
boowd.  de  mannen  lijn  flink  geapierd  i 
kraebtigen  Uohaaaubonw,  gaan  geheel  naakt, 
eirenals  de  mei^JM,  terwip  de  vioawen  «en 
eehaamgordel  dra^n.  DaArastegen  dragen  beide 
gealaditen  allerlei  tieraden.  Hun  voomaamite 
weiituig  is  een  steenen  fcnl,  waarmede  ig  allen 
■waren  arbeid  -veiiiditen.  Uier  ia  vM  goed  alt 
onbekend  en  in  bet  algemeen  ie  bet  peil  hunner 
ontwikkelins  aeer  laag.  iDe  baai  wqidt  geregeld 
(I  keer  ie  de  8  weken)  beioeht  doer  de  eebepen 
der  Koninklijke  Paketvurtmaataohappi},  terwfil 
er  in  de  laatste  Jaren  onderscheiden  weteneebap- 
peltjke  expeditie»  nmai  deie  etrAen  bebben 
plaats  gdiad,  e.  a.  door  proleuot  WUkmetM  te 
utrecht  tot  bet  inetellen  ivan  een  onderxodc  naar 
de  langt  de  baai  gevonden  eteeakooL 

HiilDb«Utc«lwnt«  il  Ben  booge,  met  eeu- 
wige cneenw  bedekte  bergketen  in  CentracIiAiiS, 
bet  N.W.  deel  van  den  Naseehan  aan  de  N.  gieu 
van  Tibet  en  de  Doct«lgke  Tooitiettin^  der  water- 
scheiding tneeehen  de  Wdcttgii  en  het  Tibe- 
taanecfa  üoogland.  ZÜ  werd  aldns  in  1880  dooi 
pTfcAetniUfcy  genoemd. 

■mDboUit  Banre  ogn  twee  ber^etencn 
van  bet  Oroote  Bekken  in  den  AmerikaMiChen 
«taat  Navada,  n.1.  de  Baat  Bange  fUonnt  Bon- 
pland  8452  ta.)  «an  den  bovenloop  der  Humboldt- 
tiviei  en  de  Weit  Range  (Star  Peak  8026  m.)  aan 
den   benedénloep.   Beide  bebben   een   kern   Tan 

Saniet  en  wovden  door  takgke  eaSons  doonne- 
n;  de  eerate  ie  verder  uit  kolenkalksteen,  de 
tweede  uit  triaslagen  o^geboowd.  Slechts  de  hoo- 
gere deelen  zgn  eenigxsin*  bemoeid. 

HnmboMtrlTler,  een  nvier  in  den  Noord- 
Amerikaanaehen  staat  Nevada,  ootniriiwt  aan  de 
oostelijke  lielling  van  het  HonriboMtgeMcgte,  en 
mondt  na  een  loop  van  460  km.  nit  ii  bet  hel- 
dere Hnmboldtmeer.  Langs  haar  oevers  loopt  de 
Cential-Faeitie  «poorweg. 

Hniuhny.  een  woord,  hetwelk  nit  de  plat- 
Engeleche  voIk>taal  (tUmg)  in  de  tdirnttaAl  is 
overgenomen,  betekent  loowel  swendelarij  en 
blnffeiij  all  een  wendelaar  of  een  blaffer.  Om- 
trent den  oorsprong  thi  het  woord  bestaat  geen 
enkde  aanwgiing.  De  ondete  bekende  plaatsen 
van  het  gebinik  ign  nit  1751,  bet  waa  toen 
blijkbaar  al  een  leac  veifcieid  woord,  dat  ook  als 
werkwoord  gebmikt  werd,  in  den  lin  van  beet- 
nemen, bednegen. 

Hmna,  Dmwf,  een  Engeleeh  wgageer  an  gê- 
lehiMlkandige,  den  26sten  April  1711  te  Edïn- 
bni^  gtAxiien,  waa  eerst  koopman  en  giog  Tervol- 
gene  naar  Frankigk,  om  znn  intelleelncele  opToa- 
ding  te  voltooien.  In  1745  werd  hg  gonvemeui 
Tan  den  «wakhooldigen  maikies  Tan  Anmaidale, 
later  eeeretaris  van  generaal  Saint4Jlair  op  diana 
tatbten  langs  de  Fransebe  knst  en  lijn  diploma- 
tieke reilen  naar  Weenen  en  Turijn,  nadat  aijn 
poging  om  te  Edinbnrgb  den  Icerctod  in  de  ethi- 
ca te  verkrijgen,  op  den  tegenstand  der  geeotalSk. 
beid  s^ipwenk  geleden  had.  In  1749  keerde  Ag 
naar  Schotland  temg  an  werd  in  1752  oplichter 
dei  adTocaten4)iblioUieek  te  Bdinbnrf^.  In  1769 
b«^Iei3de  bü  gtaaf  Hertford,  den  En^plaeben 
getant  aan  het  Pransehe  Hof,  naai  Fat^t,  was 


DigilizedbyGoOglC 


560 

Tin  1707  tot  1768  ondentutsuoreUris  en  keerde 
iaknp  nur  EdinbaT^  '^'%'  **"'  ^^  *'"'  ^^t^" 
Angutna  1776  oterleed.  Z^d  eeiite  werk,  „A 
trettiK  on  hDmin  nature"  (1739—1740,  S.  dln.), 
een  pBjoholosHMh-kiitisetie  itndie,  maakte  liueo. 
Eent  tiJD  „Eaeays,'  moral  and  poUtieal"  (1741) 
naaklen  hem  beroemd.  Later  werkte  hg  het  eei- 
ite  deet  «an  ign  ^Treatiw  on  haman  natare"  om 
en  liet  het  ali  „Pbilosopbiul  tiuja  ooDcerning 
liiitiiaii  nndewtaitdii»"  (1743),  in  1758  ais  „Au 
enqurr;  coneerning  awnan  anderitanding"  Ter- 
'"      .  Verder  Khreef  hy:  „An  enaoiry  eofwer- 


reli^ion"  (1754).  Sedert  1752  «ijdde  hjj  liefa 
ook  mb  geeehiedk nodige  ttitdiei.  Eerat  beiebreet 
hg  de  geMdiiedeoia  Tan  Engeland  aedert  de  tioons- 
beitwina  Tan  het  Huit  Sttart  (1754—1756). 
daariw  die  van  het  HnU  TMdor  (1759).  Zgn  hoofd- 
werk op  dit  g^ied  ii  „Hiatoi;  ol  EDglud  trom 
the  inmion  of  JnKni  Caesar  to  the  reTolution 
of  1688  '(1763,  8  dln.j.  Na  iqn  dood  Tcrachenen 
ii}B  autohioKrafie  (1779),  ,J)ialDgue«  cone 
natura]  religton"  (177&)  en  .,0n  raieide  ai 
mortalitr  ol  wol"  (1783).  De  beate  nit«ai 
aijn  wÜBgeerige  weiten  i«  die  Tan  Qrtai  en  Orom 
(1875,  4  dln.). 

ffkma  aluit  in  Engeland  liet  tgdpeiï  der  t 
lidiling  af.  In  de  Aeoretitofae  wqrtKgeette 
■gil  leer  de  meeit  Tolkomen  uitdrukking  der  door 
Baron  en  Loek»  ingeilagen  enwiriwhe  richting; 
hq  tenreipt.  op  grond  der  onderaoek-in^n  Tan 
Loeke  en  BtrtxUf  iedere  OTereenitemming  der 
menaehelgke  Tooratellinsen  met  een  Tooropce- 
ateide  abaolnte  werkeluiiheid  en  tracht  het  «e- 
wge  te  leveren,  dat  alle  ToaritelliageB  ileebt* 
Terbindingen  zjjn  der  oorapronhdijke  tndn^ken 
(imwruioiuf,  der  lintnigljjke  waarnemingen. 
De  Mtrekkin^n  der  subataDtialiteit  en  der  ean- 
aaliteil,    folgene    welke   wq   onxe  TooratellinReo 

£  legen  te  onlenen,  iQn  Toor  htm  derhalve  tlecbtB 
et  gevolg  van  een  lich  altijd  gelijk  blijvende 
werkiumhaid  van  het  bewwtign.  (Ut  de  xieis- 
indrukken  deeU  gelijktijdig  tot  de  Tooratelling 
Tan  bet  ding  (luïstaatie),  deeli  ia  vMte  regel- 
matigheid  ten  opticbte  Tan  faun  tijdelijke  op- 
•envotging  tot  de  categorie  van  ooriaak  en  ge- 


buiten  DDB  waarnetnend  en  oordeelend  be«aibi|jn 
om,  geen  tprake  kan  zijn.  Alle  wetenachappen 
hebben  due  elefiitB  ïn  loovei  een  zekeren  grond- 
slag, als  ig  öf  de  verbonding  der  begrippen  de- 
monifratiet  ontwikkelden,  waartoe  alleen  de  wie- 
kaode  in  itaat  is,  öt  indien  ig  aan  de  feitelijke 
betrekkingen  van  niterlgke  ea  innerlijke  waar- 
nemingen vasthouden  (empirische  wetenschap- 
pen). De  overtuiging  van  een  baiten  ons  te- 
■taaude  werkelijkheid  is  niet  te  bewijies,  maar 
ten  laak  Tan  het  geloot.  Daar  Hume  de  wavr- 
de  Tan  iedere  builen  de  erTaring  gaande  meta- 
phjslea  beetrgdt,  Keett  men  hem  een  scepticns 
genoemd,  ook  omdat  hij  op  godsdienstig-wgsgee- 
rig  gehied  alleen  aan  het  psychologiaeb  gezidhts- 
pnnt  waande  toekent,  den  godvdaenet  uit  de  in- 
nerlgke  bdioeften  en  het  voorstelllngsmeehanisme 
der  menschen  afleidt  en  de  zoo  behandelde  leer- 
stukken Tan  alle  godsdienstige  stelsels  aan   een 


meedoogenlooie  eriliA  omtrent  han  zedeljjke  ge- 
volgen onderwierp.  De  moreele  nitiek  uU  grond- 
Tesi  bij  ten  slotte  op  de  weriuaamheid  Tan  bet 
moreele  gevoel  van  welbehagen  ol  atsehaw  bg  de 
beoordeeling  van  karakters  en  bsndelingen  en 
ontTrikkelt  daaruit  een  re^  deDsden,  die  bü  io 
naluuTiifke,  bet  weliijn  van  ieder  aftonderlijk 
individu  he*ordersnde,  en  toeiale,  de  nnscne 
mentefabeid  ten  goede  kamende,  verdeelt.  Hn  legt 
iterk  den  nadrnk  op  het  nuttig  effect  dat  ledelgk- 
good  handelen  heeft  voor  het  indiTtdu  en  de  maaV 
schappij  beide.  Langen  tijd  door  de  kerkelyke 
vooroordeelen  zijner  isodKenooten  acètemit  geaet, 
beeft  HniHt  eerst  in  de  iSde  eenw  de  waardeering 
gevonden,  die  bj)  veHKende. 

Zie  o.  al:  Stirfey,  Hnme  (Londen  1885),  Cot- 
der^eood,  Dwrid  HiMne  ^nden  1898),  Mmumg, 
Hnme-Stndien  (Weenen  1377—1882,  2  &a\ 
Sekatx,  L'oeurre  éeonomiqne  de  Davtd  Hnme 
(Parijs  1902).  Orr,  Dairtd  Home  and  his  inDoen- 
ee  on  pbilosopii;  and  theolog;  fLonden  1903), 
alsook  nog  bet  oudwe  w<erk:  Jaeobi,  David  Hnme 
Ober  den  GUobei).  oder  Idealiamna  nnd  Bealis- 
mos  (Breslan  1787). 

Htunsi  Jottfh,  een  Engelseh  berToimer,  werd 
in  1777  te  Montroee  in  Sebotland  geboren,  ver. 
loor  reeds  Troeg  zijn  vader,  waarna  zijn  moeder 
in  bekrompen  omitandighéden  adhteAleef.  Ei 
deed  in  1796  zijn  examen  ale  ohiratggD  en  trad 
in  1799  in  dienst  van  de  Ooit-Indiaehe  Compag- 
nie, welke  liem  naat  Bengalen  sond.  Hier  l^e 
hij  zidi  met  looreelijvet  toe  op  de  Indische  talen, 
dat  hij  na  het  oitbaisten  van  den  ooilc^  tegen 
de  Hahiatten  (1803)  tot  tolk  hiJ  de  divisie  van 
generaal  Povtll  benoemd  werd.  Hg  bleef  tevens 
ah  officier  van  gezondheid  in  dienst  en  werd 
weldra  bevorderd  tot  betaalmeester  der  troepen. 
In  1808  keerde  hg  als  een  vetmogend  man  naar 
ign  vadertand  temg.  In  1812  werd  hg  lid  van  het 
Parlement,  doch  lag  licb  na  de  kort  daarop  vol- 
gende ontbinding  niet  herkozen.  No  'wjjdde  hg 
zich  hoofdiakelgk  aaa  de  bevopdering  van  het 
Laneaatersehe  stdeel  van  onderwgs,  alimede  aan 
de  bezigheden  van  ijjn  aofct  als  direetear  der 
Oost-Indische  Compagnie,  waartoe  hü  io  1813  be- 
noemd was.  In  181S  weder  afgevaaidigd  naar  het 
Parlement,  maakte  bij  zldi  door  sgn  nanwgeiette 
beoordeeling  der  etaalenilgaTen  gevreesd  bij  de 
Tories,  die  geen  middelen  onbeproefd  lieten,  ora 
zidi  -van  hem  te  ontslMn.  RHnw  bleef  echter  on- 
wrikbaar en  verloor  telFs  den  moed  niet.  toen  Jokn 
Ru$ieU  en  andere  vrgzinnige  Parlementsleden  au 
de  gewensehte  gevolgen  hunner  bemoeiingen  be- 
gonnen te  twijfelen.  In  1830  werden  de  vooruil- 
ïiehten  heter.  Hume  waa  «pnienw  tot  afcevaardig- 
de  gekozen,  werd  jn  het  Lagerhuis  de  lei4er  der 
radicale  partij  en  vernietigde  in  1835  door  xg» 
invloed  den  Oranjebond,  die  de  -vrgzinnige  prin- 
ses Vielort'a  van  de  troonwpvolging  wilde  nitslui- 
ten,  OTQ  den  hert<^  van  Cumberland  de  kroon  te 
bezorgen.  Deswege  vervolgiden  hem  de  Tories  met 
onrenoenl ijken  haat  en  het  gelukte  hnn  hem  hü 
de  Terkieiingen  van  1337  te  doen  Tallen.  Door 
den  invloed  vau  CyConnell  werd  hg  nu  io  de  ler- 
sAt  stad  Kilkenny  gekoien.  doeb  faij  verwijderde 
zich  weldra  van  den  lerscben  agitator  en  werd  in 
1841  niet  herkozen.  Het  volgende  jaar  nam  hg 
weder  zitting  voor  het  district  Montrose,  en  dit 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BmiE-AnUOR. 


beihMJde  in  1847  «n  1853  d«w  keni.  Ifet  onbe- 
■wcken  iJTer  «tieed  Hume  na  tegen  den  aUceii- 
èandel  en  in  het  algemeen  tegen  &lle  moDopoliee 
en  HKht  de  staatkandige  Trglieden  uit  te  bieideD. 
Ah  betTomer  der  fiundSn  heelt  hg  led  ge- 
daan; aan  hem  ii  hel  te  danken,  dat  de  itaatsrMce- 
ning  en  ferantwoordlng  thaneindnidelqkeiToim 
wordt  eveigelegd  en  dat  het  Mnortieatietoada 
werd  op^dieven.  EB  overked  te  BnrDley-Hall  in 
Nortolk  den  20iten  ÏArnari  IB65. 

■ome,  flamiftoM,  een  Anttralieeh  reiiigei, 
den  ISden  Jnni  1797  te  Paramatta  in  Nieuw  Zoid 
Walet  geboren,  trok  in  ^1824  met  HoveU  *an 
Sjdnej  nit  over  de  Blauwe  Beigen  naar  de  Znid- 
knat,  wuibtj  hg  het  «eret  den  IwtenlDep  der  Hnr- 
la;  en  de  Anitraliicfae  Alpen  lag,  en  i>eKeleidde 


'April  186S.  Het  BoreU  Mèreet  hg:  „Joome;  of 
diseorerj  to  Port  Philip"  (1887),  alleen  „A  brief 
«tatement  ot  fade  in  eonneetion  witti  an  «rerland 
expedition  fiom  Lake  Qeorge  to  Port  Philipp" 
me  dink  1B74). 

HmiMk  Smilk  ia  de  naam  Tan  een,  uit  Au- 
atralie  afltooiBt^i,  plantengedaekt  ait  dio  tamilie 
der  BaAmgegUldiilotmigen  (Oompoêiten).  Het  en- 
derKheidt  lieh  door  em  naakten  bloembodem, 
een  rolrond,  S  ef  4  baisrotmige  bloempiet  om- 
ilnitend  omwindid  met  dakpani«wqK  blaadjes 
en  on^eHiaielde,  oobehaarde  vnictiteD.  De  eenige 
MOrt  ie:  H.  elegatu  3m.  fCalonuHa  amaranlhoi- 
du  Ve&t.),  een  Iraaie  immortelle  nit  Znid- 
Walei  met  een  opgaanden,  ronden,  vertakten,  tot 
2  m.  boogen  (ten^,  atwisielende,  ileiwekmTat- 
tende,  lancetrormige,  gaafrandJge  bladeren  en 
•eei  yele  glaoiige,  rood-  en  bminatlhtig  geklem- 
de blo^neii  die  sroote,  eindetin^eehe  aren  net 
néeihanfeiMe  taksen  TOimen.  Zn  woidt  als  2- 
jarige  plant  gekweekt,  dui  in  Aogoitai,  maar 
dan  in  potten  gtsaaid.  De  Jonae,  meermalen 
TeipUnte  Hnmea^  worden  in  hddere  kondc  kaa- 
een  oyerwinteid  en  in  het  voorjaar  in  een  gewo- 
nen bloonpot  met  undi^  bladgiond  gekwe^. 

Hnmcnüs.  Zie  Amtet. 

HnmlllatMi  (I«tgn  =  deemoedigen)  noemt 
men  de  leden  eenei  veieeniging,  die  oe  Lombar- 
disebe  adel  na  ign  terngke^  nit  de  gevangen- 
sehap  in  DvileeUand,  in  de  llde  eeirw,  deels  tot 
boetedoeningen,  deels  tot  gemeeneehappelj^eD 
bandenarbeid  «onnde.  In  de  12de  eeaw  gcheidde 
lich  em  kleine  kring  Tan  eoelibatairen,  naar  de 
regelen  der  Benedietgnen  leiende  af.  Daarbg 
kwam  later  een  congregaUe,  waartoe  sleebta  «ea- 
telBken  bdioorden.  Smnmige  'Hnmiliaten  iloten 
sich  aan  bg  de  WaMemen  en  werden  dooi  pana 
LtietiM  in  Terootdeeld.  In  de  I6de  eeuw  ontiton- 
dea  tlleriei  miibmiken  in  de  oude;  toen  kardi- 
naal Borronuo  ie  wilde  berroimen,  ple«gde  de 
e'ietCer  La  Faritui  een  moopdaanalag  op  hem, 
ieDtengerolge  hiel  Tiv»  V  in  1S71  de  congre- 
gatie op. 

Beeds  dadelgk  in  het  begin  faaddes  de  ttod- 
wen  der  Humiliaten  lieb  ereneena  tot  boetedoe- 
ningen Tereenigd;  ijj  noemden  lieh  Sumiliahn- 
«im,  of,  naar  haar  stiebteter,  Olora  Bttutom,  Blo*- 
vmueht  nonnen;  in  Italifl  bestaan  vijf  Tan  elkan- 
der onatbankelgke  klootten. 

,   Zie   BvmiüideK. 


Humniet,  Jokann  NepoMuk,  een  Hongaaradi 
pianiit  en  componist,  den  14den  NovendKr  1776 
te  Pieuiintg  geboren,  ontving  aanvankelük  Tan 
tiin  T»der  «Dderwgs  in  de  maiiak.  Toen  deie  ala 
direetenr  van  een  mmiridcorpe  te  Weenen  yer- 
trok.  wekte  bet  talent  van  den  knaap  de  belang- 
stelling van  MotarL  loodat  de  groote  componist 
hem  als  leerling  in  huie  nam.  Reeds  io  1788  deed 
hg  roet  qjn  Tsder  knnstreisen  in  Duitschland, 
Engeland  en  Nederland.  In  1795  keerde  b|j  ech- 
ter naar  Weenen  temg,  waar  fag  onder  leiding 
van  AlbrediUbergêr  en  van  Salieri  lieh  of  da 
compositie  toelegde  en  ondersebetdene  sonaten, 
rondo's  en  trio's  in  het  liebt  deed  versdignm. 
Hg  kwam  in  1803  als  kapelmeester  in  dienst  bü 
Prins  SiUrhaxjf  en  beproefde  agn  kraeht  aan 
dramatisdie  en  kerkelijke  mniidc.  In  1811  ech- 
ter legde  hB  die  betrcsking  neder,  om  aidi  aan 
het  onderwm  in  de  compositie  te  wgden.  TocA 
werd  hg  in  ml6  weder  kapdoMHter  te  Stnttgait, 
all  hoedanig  hg  in  181S  naar  Waiatai  ternok, 
waar  hjj,  sis  men  iga  reilen  naar  Rnaland  en 
Engeland  niet  medei^ent,  liJB  overige  leTeoida- 
gen  doörbraeht.  Hg  OTerleed  den  17den  Oetober 
1837  en  beeft  een  nitroerige  „Pianöfortetehnle" 
alamede  een  groot  aantal  eompoaitica  nagelaten. 

Hititun«lM»-€D-K«HWl,  een  gemeente  ia 
de  prorineie  OeMerland;  4601  BA.  groot,  met 
(1915)  309S  inwoners,  ligt  tneedien  Doeri)Qrg, 
Angerloo,  Weel,  AmbtJDoetinebem,  Zelbem, 
Steenderen  en  Rbeden.  Zg  wordt  door  den  Uael 
beapoeld  en  door  den  Onden  Uael  deomneden. 
Tot  baar  gcftned  behooren  bet  vlek  of  dorp  I^ag- 
Eeppel,  de  dorpen  Hnmmehw,  Drempt  en  Hom- 
Eeppel  en  de  bnnrt  EUerik.  De  boiem,  die  mt 
klei  en  geuMngdea  grond,  in  het  ZX).  nit  diln- 
Tiaal  laad  beataat,  wordt  booldtakelgk  toot  lasd- 
bonw  gabmikt. 

■nmor  ia  feitelnk  iietidfde  woord  als  ku- 
mtuT  en  beteekent  aat  eigenlök:  een  bepaalde 
mengi]^  van  da  Toehten  in  bet  mensefaNgk  li- 
diaam,  die  Tolgens  de  oude  geneeAondigea 
iemands  temperament  en  stemmingen  beheerteh- 
ten,  verrolgena  etenming,  bamear  en  bepaaldelgk 
opgewekte  stemming.  In  de  bgaondere  beteeke- 
mi,  die  sedert  algemeen  gangiMUtr  is  gewordut, 
is  het  in  Engeland  in  de  18de  eeuw  en  ia 
den  aanvang  der  19de  eenw  ook  bier  te  lande 
in  ffebmik  gdomsn.  Het  dinkt  mt  een  be- 
paaue  soort  lan  geeetigheid,  namelgk  oog  en 
gevoel  Toor  atillen  laehinst  i^wdtkende  tegen- 
slrgdigbeden  tnasefaen  voorkomen  en  btdoeUnK 
of  beteekènis  -van  een  uak  of  gebenrteitia,  of 
ttuscben  de  onderdeelen  daarvan.  Het  behoort 
tot  het  weiai  van  de  hnmoristiBdie  niting,  dat 
men  bg  anderen  een  lelfde  etemsniag  opwekt  v>£- 
der  agn  indruk  lechtetreeka  mede  te  aeelen.  Van 
de  ironie  onderscheidt  de  humor  lieh,  doordat 
onTrienddyke  bedoelingen  et  Treemd  aan  qjn. 
HumMistiflobe  uitingen  vindt  men  bg  lebrlivert 
van  alle  tgden,  bgv.  bij  Ariilopliaitet,  OfvUtit, 
Boeeateio,  OervatUu,  SkalMfart  eni,   Als  be- 

Ssald  genre  ii  de  bnmoi  echter  nanwelgks  ooder 
BQ  de  18de  eenw,  als  een  van  de  grondlegers 
kan  men  Slerne  beaehouwen.  De  bDmorietieche 
roman  bloeide  vooral  in  Ettgelaod  [Thaekerag, 
Diekmê)  en  nog  steeds  bevatten  de  meeste  Gn- 
gelscbe   romans  een  knehttg  bnmoristisdi  ele- 


DigilizedbyGoOglC 


S62 


HUUOB— HUlfUSOBONDEN. 


mut.  Onder  de  Fiuiiche  «dunreii  moeUii  Toor- 
al  Oug  tU  Mmpamant  ra  AwitoU  Franee  gt- 
«oemd  wordcD,  oadet  de  Dnitscbe  Jem  Pmd, 
Hoffmarttr  en  ff«tne.  In  ome  lettenn  beeft  de 
tiuDMr  nooit  bijiondet  gri^loeid,  de  beaU  Toor- 
beelden  TÏndt  men  bïj  WMf  en  Deken,  BUde- 
bratut,  Mvtlaluli  en  Von  Looy,  toot  Belgil  bg 
Tony  en  H.  Tewlindc.  Ook  in  de  moiiek  en  4e 
■ehildn-  tn  lieeldhomknntt  Itent  men  des  fau- 
«or.  Vooral  in  de  tetJienkanst  treedt  ig  op  den 
Tooigiond  (CmiktltaiJt,  Caldeeott  BuêiA).  Tan 
de  DDmorialiBdhe  bladen  itoan  .^vadt"  (Eoge- 
laod)  en  de  meet  satirieke  ',^  Riie"  (Frank- 
rijk)  en    ,,8iiiq)lieiraiinnB"  (Duitediland)  boven- 


Homorssks  noemt  men,  iniondetheid  in 
Dnitochland,  een  met  tinmor  ontwoipeb  Tettelling 
of  gdtüderin^.  In  de  tniuiA  is  bet  een  pbantaaie- 
•lak,  dat  nit  Teraohillende  ^ToeieoB  ii  lamen- 
geiteld,  luimig  en  melanch<riiel[. 


kolonie  Angola,  ligt  op  etn  hoogvlakte  tuuehen 
den  Serra  da  Mnnda  in  bet  N.  en  den  Seira  da 
Sehilla  in  het  Z.,  aan  den  linkeroEvet  van  den 
Kahoelovar  en  is  door  een  atraalwe^  met  Mos- 
samedes  verixmden.  Hier  Kitigden- xidt  in.lSSO 
270  Tranavaalsehe  Boeren,  die  tbana  «en  aan- 
lieotöke  femeenle  vennen  en  lawUmow 


■atDMrdlnok,  Engelberl,  een  DDit«ch  mm- 
ponlst.  den  Islen  September  1354  te  Sie^urg 
seboren,  oDtvJng  lijn  optekliag  te  Eeaieo  «i 
Hflneiien,  behaalde  de  Houit-  (1S19),  MendeU- 
eobn-  (187S)  en  Me^erbeer-  .(1881)  prjJMn  en 
werd,  na  afloi^  van  vjo  «tudieieiien,  leetaar  aan 
het  congervatoriom  te  Barcelona  en  in  1890  aan 
dat  te  Frankfort  a.  H,  Als  componist  vestigde  hü 
lijn  naam  met  de  in  1898  voor  bet  eerst  te  Wei- 
mar  opgevoerde  sprookjesopera  „HSnsel  nnd  Qre- 
tel",  dat  een  fwereld-snecee  behaalde.  Daarop 
volgden  ,JDie  si«ben  Qeielein"  (1697)  en  ,J)ie 
KSnigsklóder"  (1S9T;  eerat  ali  melodrama,  later 
als  opera  oragemerkt).  Andere  eompoHtiei  van 
hem  t^a:  „Dag  QHek  van  Edenhall".  ,J)ie  Wall. 
fahrt  naeh  Kevelaar",  „Die  Heiiat  wjder  Willen" 
(1906)  en  ,J>ie  Marketen  der  in"  (1914).  Ook 
schreef  hg  moaiek  bg  veridiillende  tooneetstck- 
kea  van  Shaketptare  en  Maeltrlinek.  In  1900 
werd  hg  direCttnr  van  e«n  mviekschool  te  Bn- 


rlog  van  QkmettUr,  vierde 
loon  van  nenanit  iV,  m  1391  geboren,  werd  in 
1414  hert«|^  van  Oloncester.  W^  nam  deel  aan 
den  alw'  bg  Azineoart  in  1415,  vaar  hg  gewond 
werd.  Van  1413  tot  1420  leidde  hij  den  veSdtooht 
t«gen  de  Ftansehén  ;  Cherbonrg  werd  door  hem 
ingenomen.  Meermalen  verving  hij  BaOord  als 
regent,  tijdens  de  minderjarigbetd  van  HeHdrik 
VY.  Het  Parlement  en  de  Xoninklijke  Baad  wa- 
ren hem  vijandig  gezind  en  stonden  hem  slechte 
den  titel  van  protector  toe  met  beperkte  maehl. 
Ondanks  het  vertet  van  Bedford,  die  Boorson- 
diB'a  bnlp  tegen  Frankrgk  niet  wilde  verspelen, 
hnwde  Hum^krey  in  1422  met  Jaooba  tan  Beie- 
ren, die  deetqds  aan  het  Engelsche  hof  Tertoefde. 
Het  een  legeraCdeeling  viel  Humfkrey  in  1424 


in  Henegoawen  om  JaeoMi  rechten  te  handha- 
ven. Veel  richtte  hg  niet  nit.  In  1425  verliet  bp 
lün  gemalin  en  keerde  met  een  ^rer  hotdamea, 
Bleonora  Cobham,  (lie  aldaar]  naar  'Engeland  te- 
rng.  Daar  geraakte  hjj  weldra  in  twist  met  ijjii 
oom  Hetuy  Beaufort  en  met  den  Koniidclgken 
Raad.  BeaiUort't  wg«  beleid  en  BedforiT*  temg- 
kornet  nit  Frankrgk  voorkwamen  een  burgeroor- 
log. Toen  BetUord  in  1427  vertrok,  bernieowde 
Humphrey  zjjn  intrige*.  Daardoor  ra  door  ijja 
huwelgk  met  Eleonora  Cobkam  vetminderde  lijn 
popolariteit.  De  Raad  liet  in  1429  den  jeugdigen 
loning  kroneai  met  Humpkrey'e  protectoraat  was 
het  nn  gedaan.  Hoewei  HumpArfv  na  BedtonT» 
dood  in  1435  het  hoofd  der  ooriogapartg  werd, 
was  ign  Dolitic&e  invloed  niet  groot.  Deie  ver- 
dween geneel  toen  Eleonora  Gobham  in  1441 
w^ene  toorenarg  veroordeeld  werd.  Beaulort't 
opvolger,  de  hertog.vaii  Sul/olk,  braebt  Bumphreg 
ten  val.  In  de  parlementsiitting  te  Dnrj  8^  Ed- 
munds,  in  1447,  werd  Humpkrey  van  hoogverraad 
besohuldigd.  Drie  dagen  na  zijn  artestatie,  den 
2Ssten  Februari  1447  overleed  bg.  Ot  hg  een  ge- 
welddadigen  dood  of  tengevolge  van  iüb^ nitapat- 
tingen  is  gestorven,  bleef  oooitgranaaki  Hg  werd 
io  St.  Albane  Aifce;  begraven. 

Humphreif  wm  een  voorstander  van  de  Re- 
na LBsance4>ewegrng.  Hg  was  bevriend  met  Engel- 
Bche  en  vreemde  geleerden.  Het  leven  van  Hen- 
drik V  beeft  hij  laten  te  boek  «tellen.  Zijn  biblio- 
theek was  vermaard.  Om  lijn  gulheid  noemde  bet 
votk  hem  „den  goeden  hertog  Humphre/'. 

Zie:  Von  Löker,  Jaeoba  von  Bavern  und  ibre 
Zeit  (1869);  Vitkere,  Hnmpbrey  Dnke  of  Qlon- 
eesler  (1907). 

Biimiihr«TSi  Heitry  Noel,  een  En«elwli 
schrijver  en  teekenaat,  den  4den  Januari  1S10  te 
Binningbam  geboren,  studeerde  aldaar  en  op  bet 
vasteland  en  leverde  na  een  lang  verblijf  t«  ttome 
als  eerste  werk  de  hesohrgvingen  bg  de  „Viewa 
of  Rome  and  ita  lurroundin^  Bcenerj"'  (1840)  van 
Oookt.  Bierop  vcdgde;  ,3titiah  hntterflies  and 
their  transIormatioiK"  (met  Weelnood,  3de  dmk 
1360),  .^ritish  moths  aod  their  trantteimatiaDs" 
(met  WuttDood,  2  dln,  2de  dmk  1860). „The 
ninminated  illnrtratione  of  Froiasart'i  Qirani- 
cles"  (IS44),  „T^e  illumiDated  bo:4:e  ot  the 
middle  agee"  (1344—1849),  „Aneient  c 


(1850),  „The  coin  ooiled^r's  manual"  (3 
dln.,  1858),  „The  coinage  of  the  Britkh  cmpin" 
(1854),    „Storiee    bj    an    archaeolo^ist  and  h 


frienda"  (1856),  „Oeean  gardeos"  0857),  „The 
butterfly  vivarium  or  insecthome"  (1358),  „Ooe- 
the  in  Sttasbourg"  (1860),  „Hiatory  of  the  art  of 
printing"  (1867)  „fiolbein  and  the  Danee  ot 
death"  (1868),  „Masterpieees  of  the  earlj  pMn- 
ters  and  engravera"  (1869)  en  ,3emftiranidt  and 
bis  etcbii^s''  (1871).  Eg  overleed  den  lOden  Jn- 
ni  1879. 

HtuotU.  Zie  Qrond. 

Bomiurroiideti  worden  die  gronden  ge- 
noemd, waarvan  het  s«halte  aan  nnmns  (lie 
Orond)  hooger  is  dan  20  X.  Onder  de  faomns- 
ffronden  bebooren  de  veen*  en  de  darggrondra. 
Zg  hebben  hun  eigenaebappen  te  danken  aan 
faun  hoog  gehalte  aan  hmnna.  Goed  geenlttveetde 
hnmusgrondeD  beiitten  een  goede  Iruiraelatme- 
tunr.  De  loehtvooniening  ia  'in  onwandetden 


DigilizedbyGoOglC 


HülfUSQBOimBH— HUNIBBElEHffiJH. 


»63 


bmnna-  dI  TeengioDd  ileeht;  door  twhaorlijkc 
drowIeKgiog  wo^t  deie  beToixkrd.  E«t  water- 
houdeDa  Termogen  ie  tteeda  «d  bet  waterg^alti 
dikwijls  tioog.  Id  met  wttei  Terudigden  toeetAnd 
k>D  het  wateis^di&lte  het  veelToiidige  fin  het  ge- 
wicht uiD  Tute  beetaBddeelen  bedragen.  Desniet- 
tegenstaaode  kan  de  iKvenlaag  deier  gronden  in 
het  drc^e  jaaigetyde  «omB  te  sterk  aildiogen. 
t)oor  een  beündtng  —  bedËkkiog  of  menging 
met  uod  —  kan  dit  bezwaar  worden  lermin- 
deid;  aUmede  —  in  het  byxonder  op  graaland  — 
dooi  een  heihaalde  bewerkias  met  zeer  iware 
rollen.  De  sponuohtige  iiovenUag  der  Teengron- 
den  ÏB  ia  den  regel  eoed  doorlatend  voor  water; 
in  de  dienere  lagen  innnen  echter  zeer  moeilüli 
doovlateDiie  la^n  van  zwartveen  ol  van  ipaller 
voorkomen.  Deze  moeten  ten  behone  van  de  eni- 
tour  worden  verwijderd,  en  ala  dit  niet  loonend 
is,  worden  gebroken.  Ten  gevolj[e  van  de  donke- 
re klenr  der  o^^tervlakte  nemen  de  finmnsgroa- 
iea  de  warmte  wel  h  waar  gemaUcelijk  op,  maar 
ig  stralen  deie  ook  licht  wed«r  nit.  Dientenge- 
volge kannen  ze  in  erge  mate  aan  opvriezen  en 
aan  nachtvorsten  lijden.  Ook  dit  bezwaar  kan 
door  een  bezanding  worden  veiininderd.  De 

'leid  dezer  gronden  it  overtgens  gering 


halte  en  de  hooge  soorlelgke  warmte  der 
miistlot  zelf.  In  geen  grond  heeft  de  verwanuing 
der  diepere  Iwen  zoo  moeilqk  pIsAte  ali  in  den 
bmnns^nd.  De  voor  ale  ontwikkeling  der  plan- 
ten geqrengebte  ten^eratnnr  wordt  lelfs  op  ma- 
tigt  diepte  eerst  laat  in  het  voorjaar  bereikt. 
Vandaar  ook  het  laat  ontwaken  der  vegetatie  op 
dCM  gronden.  De  behoefte  aan  plintenvoeileade 
stotten:  kali,  phostarzunr  en  stikstof,  is  op  deze 

Snden  in  den  regel  groot,  ia  bet  b^zooder  op 
.  welke  In  «unenildling  het  boogieen  na- 
clei«B.  Zie  ook  FeM^oniJen. 

Hnmtumren  zgn  in  de  Kheiknnde  die  zu- 
ren, welke  zich  achtereenvolgens  ontwikkelen  it 
humns.  die  in  een  vooitgaandeu  itaat  van  ontbin- 
ding verkeert. 

■midMhafan,  Karl  Bemhard,  een  Dnitsoh 
godeeleerde,  den  SOsten  Jaonaii  ISIO  te  Friede- 
waM  bjj  Herafeld  geboren,  bezodit  ide  gjrmnasia 
te  Tiftiingen,  Fulda  en  Oieseen  en  studeerde  aan 
de  universiteit  in  laatstgenoemde  stad  in  de 
letteren  en  in  de  godgeleerdheid.  Hg  zette  sijo 
stndiEn  voort  te  Balie,  promoveen]e  daarna  te 
QieaseB  en  vestigde  zich  daar  als  privaatdoeent 
in  de  kerkgeichiedenie  en  nitlegknnde.  In  1834 
werd  hg  baite&gewoon  faoogleeraar  te  Bern.  in 
1847  te  Heidelbeiff,  in  1867  te  Bonn  en  overleed 
aldaar  den  2den  Jnni  1ST2.  Van  zijn  geschriften 
noemen  wij:  „Die  Eontlikte  des  ZwinglianiBmus, 
Lnlbertnms  nnd  Calvintemns  in  der  berniscben 
Undeskirehe  1532—1558"  (18*2),  „Der  d«at«che 
Frotestantierous,  seine  Vergangenheit  and  seine 
hentigen  Lebenefragen"  (3de  dnA  1850),  „Die 
BekenDtnitgrundlacen  der  vereinigten  evange- 
lisdian  Kirriie  im  OroesherM^tam  Baden"  (1851), 
„Dai  Princip  der  freien  Schriftfors^nng  in  sei- 
nem  Verbaitnis  zn  den  fiTTobolen  uud  der  Eir- 
ehe"  1(852).  ,.Ueber  die  Natur  nnd  die  ge- 
sehiebtlic^e  Entwickelnng  der  HomanitSteideen" 
(1852),  „Der  Weg  m  Cftrirto"  (1853)  en  „BeitrfU 
Se  ïtu  EirehenverfaMnng^eeebiebté    nod    Êir- 


ebeapolitik,  ind»sODdere  des  ProteitantiMnns" 
(1864).  In  186S  belastte  hg  zich  met  de  redactie 
van  de  „Theologische  Studiën  and  Kritiken". 
Uit  zgn  nalatenschap  verscheen  „Ausgewïiilte 
kleineie  Sciiriften  and  JU>handlDngen"  (1874 — 
1875,  2  dln.). 

Knndrsd  of  honderdiehap,  tig  de  Angelsak- 
sen een  oaderatdeeUng  van  een  streek  ol  giut- 
schap  (shire),  kwam  overeen  met  bet  Fiankitche 
baoderdsehap;  verder  doi^e  tbet  (Bundrelum, 
hundreta)  de  vergadering  der  vrije  mannen  nit 
zuU  een  district  aao,  die  tot  uitoefening  van  de 
rechtspraak  iedere  maand  plaats  vond;  ten  slotte 
was  Hundred  een  oorspronkelijk  nit  100  leden 
'bestaande  af  deel  ing  vrede -Jbatgerechap  {Fridk- 
borg),  welke  de  verplichting  op  litit  genomen 
luMl,  diegenen  harer  medeleden,  die  zich  aan  een 
misdaad  hadden  schuldig  gemaaikt,  voor  het  ge- 
recht te  brengen  en  eventaeel  voor  de  schade  is 
te  staan,  voor  zoover  deze  niet  nit  de  goedeiea 
van  den  dader  geddt  kon  worden.  Aan  het  hootd 
van  elke  hundred  stond  een  hvdreder  {Hundr»- 
darüu). 

BnndrMlwali'lit.  Zie  Maten  en  Qeviehlen. 
Tabel  VH. 

Bnndarllok  (beter  Huntrü^  —  booge  im) 
is  een  gebergte,  gelegen  tnssebea  den  Rgn,  M 
Hoexel,  Saar  en  Nahe  in  de  Kijnprorincie  en  in 
het  Oldenbatgsehe  Torstendom  Birkenfeld.  Het 
wordt  door  ieo  Sijn  van  den  Taunos,  door  de 
Moezel  van  de  Eilel,  door  de  .Nahe  van  het  Palt- 
eer bergland  geaohekiea  en  vormt  een  breed  tot 
600  m.  hoog  platean  van  leisteen,  waarin  zich 
begroeide  kwartsiet ruggen  'verheffen,  die  alle  van 
het  Z.W.  naar  het  N.0.  lo<q)en.  De  hoogste  top 
ia  de  Erbeskopt  (816  m.).  Al  deze  raggen  zjjn  met 
nrachtige  boaschen  bedekt,  voornsfnewk  nit  loot- 
Qout  bestaande.  De  dalranden  san  de  Nahe,  Moe- 
zel en  Rgo  lijn  steil,  die  aan  de  Saar  zaditer  af- 
bellend. Up  de  »teile  dalhoogten,  vooral  aan  den 
Rgn,  vindt  men  talrgke  kasteelea  (liheinstein, 
Stolzenfels)  en  barchtrulnen.  De  lagere  gedeelten 
van  den  HanerilcA  ign  meesial  zeer  -vruchtbaar, 
en  in  beschutte  streken  gedijen  ooit  en  wijn.  Het 
gebergte  levert  ^ererlsea,  agaten  (Oberelein)  en 
steenkolen,  vooral  tnssehen  Ottweiler  en  Saar- 
brflcten.  Ten  tgde  der  Romeinen  leidde  een 
straatw^  over  bet  gebergte  van  den  I^a  naar 
Trier.  'Fegenwoordig  wordt  het  aan  alle  zijden 
door  epoorwc^n  ingesloten. 

Bnaabsdden  of  Hunnebeddtn  ie  de  naam 
door  bet  volk  gegeven  aan  groote  begraafplaat- 
wn  nit  voorhistorische  tijden.  Men  owierseneidt 
onderscheiden  soorten;  vooreerst  groote,  nit  ru- 
we, onbehonwen,  op  elkander  gettwelde  eleenea 
opgetrokken  boawwepken,  van  een  deksteen  voor- 
zien (dofmenj;  vervolgens  bmaalplutsen,  welke 
sleehla  door  geweldige  steenoltdiken  worden  in- 
gesloten (eigenl^ke  kanebedden);  dan  de  kring- 
vonnige  sleenriJeD  (cromieeAJ;  vervolgens  fle 
gaoffgraven  en  eindelijk  de  beovelgraven  (zie  het 
artikel  Graten,  praekitloriKhe). 

De  eigenlgke  hanebedden  bestaan  uit  regd- 
matig  geniDgsehi'kte,  ruwe  eteenklampen,  die  In 
oas  land,  bebalve  een  bij  Noordwolde,  in  de  pro- 
vincie Qroningen,  en  een  bg  Boam  in  de  pro^ 
vincie  Utrecht,  uitsluitend  in  de  provincie  Dren. 
te  Ie  vinden  ^n.  Qroote  brokken  van  ^andinn- 


DigilizedbyGoOglC 


HDNBBEU»»f-^n7N09tFOitI). 


Ttieh  graoitt  Bqo  '"  '^^D  "Tonn  Tan  md  Mtr  Une- 
wespig  TJeikant  naut  «Uindai  eepluUt  en  de 
beide  Ungste  tjj<l«B  van  boTen  dooi  d^ste«iien 
verbonden.  £00  beeft  men  ei  o.  a.  f«  Tinaarloo, 
waar  het  beet  bewurde  woidt  aangetiotten,  Oie- 
tea,  Rolde,  Boigei,  waai  men  bet  grooUte  bune- 
bed Tjnilt,  eni.,  in  bet  ^ebeel  niim  50,  en  wiet 
nootste  ateenen  somtgda  50000  kg.  wegen. 
Volledic  behouden  ii  geen  enkel  gebleTen,  en 
reedi  Pieordl  wgat  ei  <l690)  op,  dat  de  kleineie 
■teeneQ  wef^ehaald  werden  en  men  alleen  de 
grooteie  liet  li^en.  Daaiaan  ïb  eent  een  einde 

fekomen,  toen  iq  tot  eigendom  Tan  het  rqk  wei- 
en veiklasid.  Bg  het  ondenoeken  diei  hnaebed- 
dee  beeft  men  nnen,  wapens  ent.  ungetroffen, 
loodat'men  met  lekerheid  mag  aannemen,  dat  lö 
in  het  steentgdpeik  tot  begnaEpla«t«en  hefaben 
Mdiend.  Men  beeft  gorraAgd,  hoe  het  mogel^k 
iit  in  een  t|^,  waaiin  de  werktnigknnde  lieb  tn 
baai  kindsheid  benend,  inlke  iware  dciiteenen 
op  de  wanden  t«  btengen?  fiieiop  ia  evenwel  ^e- 
intwooid,  dftt  lolks  dooi  middel  ran  eenTondige 
hefboomen  wel  gesehieckn  kon,  nadat  men  eent 
den  bodem  tot  aan  de  kiaiB  dw  wandtteenen 
had  opgehoopt,  xoodat  men  ds  ddttteenen  tegen 
een  tlanwe  helling  omhoog  kon  nMen  of  met  m- 
bnU)  Tan  tonwen  trekken. 
'  De  hunebedden  Tjndt  men  bet  talrgkit  in  Skan- 
dinaviS,  verder  in  PMnmeien,  op  het  eiland  RU- 
gen,  in  de  Proiiiicfae  niovineiee  Bekeen  en  Hanno- 
vei,  alemede  in  lEngeland  en  Fiankigk,  aleook  in 
bet  iniden  Van  Beland  en  in  den  Eiim.  Be 
ïaameoonpiong  ii  Het  volkomen  leker;  volgen* 
'•ommigen  beteekent  het  wooid  hunebedden  een- 
Tondig  jniMR  der  Hunen,  volgene  anderen  reu- 
iengrmen.  WellieJit  ware  er  verhaod  te  vioden 
tneëdien  den  naam  Aimefred  en  de  wooiden  hene- 
kleed  (dooddileed)  en  fceaeraj  <doodkiit),  in  Dren- 
ie  gebmikelqk.  Veimoedeli^  weiden  ijj,  in  ona 
land.  alUisna  de  oodate,  opgerieht  door  de  vMi- 
Oennaanadie  bewoneia  van  oni  land,  de  latere 
wellicht  nog  in  den  ondtten  Oennaanaehen  tnd. 
Zie:  J.  H.  Hoheerda,  Oqm  hunnetiedden  (in 
Dientecha    ToUculmanak",    1914,    bli. 


19    T 


'■)■ 


HtmfftlvTt  ''"■''i  een  Hongaaiaeh  taalknndl- 
gt  en  etfanograaf,  den  ]2den  Maart  IBIO  te  QroM- 
Bchlagendoil  geboien,  w^dde  ii«h  op  h«t  Ijeenm 
te  KIsmark  en  daarna  aan  de  antveniteit  te  Peet 
aan  de  Bfndie  dei  leehtegeleetdheid.  In  183S 
werd  hfj  adtoeaat  en  in  1842  boogleeiMi  in  de 
rechten  aan  bet  college  te  Ktamaik.  Ala  atge- 
vaardigde  naai  den  HongBareoiien  Landdag  van 
1848  bleet  hg  lid  van  de  Nationale  Veigadeiing 
tot  aan  de  cataatiopbe  van  Vilagoe  en  vestigde 
lidi  veiToIgene  te  Peet,  waar  hg  werkuam  waa 
ale  hibliotbeearii  der  HongaaiBche  Academie  van 
wetenat^mwD.  In  1856  stiebtte  hjj  het  taalknn- 
dig    tüdiebrift    .Jlagrar    N;elv4net"    („Hon- 

faandie  taalweteDitliap"  6  dln.,  1856—1861), 
at  in  I86Q  voorlgeiet  werd  «Ia  ,  JlyelvtiidomiDTi 
KOiIemények"  (,7I^Iknndi(^  Uededeelli^en"). 
Teider  vennelden  wg  van  hem:  „Chieatomatia 
Fennica"  (1861),  „Keie  door  de  Baltiedie  landen" 
(1671),  „Reit  door  de  OoetzeepiovineiBn  van  Rna- 
land"  (18''3),  ,£e  taal  dei  Eonda-Wogoelen" 
(1872),  „De  taal  dei  NoordeiykeeUetjrten"lI875), 
„Etbnogiapbie  van  Hongaige"  (1817),   , J>ie  Un- 


5f"??""S]ï'S 


n  „Die  Bamimn  tind 


Thre  Anwrflëhe"  (1883).  In  1859  werd  hjj  gvwoon 
lid  dei  fiongaaieetie  Academie.  Hg  overleed  den 
SOaten  Nvrembei  1B91. 

ffun/olvy,  Johmn,  een  aardig  aknndige  en 
broeder  van  den  vooffiUDde,  den  8éten  Jnni  1830 
te  Oioet-Schlagendorf  in  BcHwaige  geboien  werd 
in  1846  boogleeiaai  in  de  etaTiitiek  en  geiatiede- 
nii  aan  bet  Ijteeom  te  Klamaik  en  nam  Üveri^ 
ded  aan  de  vt^ibvweging  van  1848.  Nwut  h^ 
eenÏMn  ttid  in  de  gevangenis  had  dooigebiaebt, 
keerde  bg  in  1850  naai  £i«nark  teing,  maar 
itrekkingen  in 
omdat  b^  vooi  de  lelt- 
leid  dei  Piotéatantsehe  Miiolen  gegierd 
had.  ^ii  vestigde  lieb  in  I8SS  te  Boedapeit,  wau 
hg  in  1866  hocwleeiaai  in  de  aandigkakniHle  en 
statistiek  «an  de  poljteefanisdie  hnogeidiool,  in 
1870  aan  de  nniveiriteit  weid.  BQ  «veileed  den 
6den  Deeembet  1888.  Van  iQn  gêsebriltan  noe- 
men wg:  „AI^DMoe  geadiiedenia"  (2de  drek 
1862,  8  dln.),  ^ongaifie  en  ZevMbnigen,  ia  001- 
epronkelijke  sdietaeo"  (1856)  en  Toenl  „Natani- 
knndige  besehigving  van  het  'HengaarMhe  BSk" 
(1868—1866,  3  dln.).  Ook  leveide  hg  in  1880 
atodien  over  de  atkomit  dei  imronen  vu  Boe- 
meniB  en  over  de  Sxtlera.  In  1884  veisdieen  van 
hem  tiet  eente  deel  eenei  „Algemeene  urdrgka- 
beeebrgving"  die  „Znid^Sirooa"  behandelt,  in 
1886  het  tweede  deel  ovei  „Hongarge  en  aao- 
gieniende  landen",  nit  ign  nalateniehaD  in  1890 
het  «kt  ovei  „Weit.  en  Nooid-BnTopa". ' 

Himv«r.  Óunganu  of  Bungartuê,  eenPriei 
van  geboorte  en  de  oprolgei  van  Lwtger  Of  den  - 
Utiecbtacben  biMehopeietel,  unvaasdde  i|jn 
waaidigheid  in  S54.  Kort  daarna  weid  d«  stad 
door  de  Noonnannen  ingenomen  ea  verwoest, 
doob  Bungtr  bad  de  vlneht  genomen  naai  Ln- 
i«mbuig,  waai  Lolhariui  U  hem  in  ÜS  aan  bet 
hoofd  pUatste  van  de  St.  Pieter  te  Boennond. 
Het  vo^nde  jau'  bevond  hg  lidi  op  een  Teiga- 
deiing  van  «aniienlöke  praelaten  te  Toni  en  in 
363  werd  bg  naar  een  veisadeiing  te  Ueti  geroe- 
pen, om  ovei  de  howelgksaasgdegenbeden  van 
hotkariuê  II  te  laadplegen,  doen  doei  ongeiteld- 
beid  veihindeid  daaiun  gevolg  te  geven.  Het 
aehgnt  intneiAen,  dat  hn  in  vieednmei  t^den 
naar  ütieeht  temggrteerd  en  in  886  overleden 
ie. 

Hnnverford,  Margaret  WoUê,  een  lersdi 
tehtqfeter,  ali  doébtei  van  Bamüton,  in  Septem- 
ber 1855  te  Milleen  geboien,  wa«  eerst  gt^nnrd 
met  den  advocaat  ^^gle»  te  Doblin,  latei  met 
TkomoÊ  Hungerford.  Zij  overleed  des  24aten  Ja- 
nOBil  1897  te  Bandon.  Zü  schreef  de  romans: 
..Phjlliï"  {1876),  .Jïolty  Bawn"  (1878),  „Ain 
faiiy  Lilian"  (1879),  „A  kom  eoqnette'*  (1890). 
,.An  aniioQs  moment"  (1880),  „'tht  eoming  of 
Chtoe"  (1897),  „Heioine"  (1892),  ,^e  Honora- 
ble  Hrs.  Terecker"  (1888),  „Lady  BimntemMre" 
,A  lile's  reoioise"  (1890),  „Loye"  (1B8S), 


„A  modem 

„A   tiODblesome  gitl' 
„Tle    dnoheet' 


,üader  ennentg" 
„The  hoyden" 
18B3);  „Lady  Vemer'g  flight""{1893),  „A  ïonelv 
■iri"  (1896),  „Loviee"  (1897),  „A  mad  prsaik'' 
1898),   „Nor»  Creinst"   (1892),  „PeUr"!   wife" 


DigilizedbyGoOglC 


<18M),  „Porti»"  (1«6),  „Th«  profewoï'a  «roe- 
TinMat"  (1895),  „'Tbt  net  bonie  lOTalerr"  (IS^), 
.Jtonmi^e"  (1888),  „Tbe  Aitt  graeet"  (1895), 
„Au  niiMtittaetoiT  loT«r"  (1894)  es  ,4  ti«  of 
wm"  (1896). 

BniiliiM,  /oAattNM  Eramut  een  Ned«t- 
UadfehKètatM;«leeFd«,  in  1583  pefcoten,  onUing 
op  de  lAtÜHebe  school  te  Oittunsen  bet  onder- 
wgi  nn  Emmüw,  studeerde  in  de  rechten  en 
weid  ia  1614  benoemd  tot  hoogleerau  te  Oronio- 
fCen,  bg  de  inwgdiag  der  Rideaije  optredende 
met  ten  roderoeiina  ,J}e  Pritioram  omninm,  im- 
priioii  Tero  de  dntatia  hvini  sgri  Tieini  Inndi- 
bnt".  Vtrder  beeft  hjj  lökiedenen  in  het  licht  g«- 
{^en,  gebonden  bq  bet  nfiterren  Tan  Pkebiiu 
•n  TM  Frtderik  Cot»dtn  «m  Bilpen.  In  1620 
werd  hg  lid  tu  den  itedelöken  lud.  «una  hg 
bot  faoogleeraariambt  en  de  waanügbeid  tu  ik- 
toi  nuttnifleni  nederkede.  OtA  mt  hg  %9  ker- 
baling  lid  Tan  de  Hootdmsnnenkamer  en  nniffe- 
meeatet  tu  Qioningen.  Hg  oveileed  den  90» 
Jnli  16S9. 

Haulnnn,  m  hat  Frantch  BuMKgue,  een 
stadje  in  ^ën  Éliaa,  op  den  linkei  oevei  Tsn  den 
Bqn  es  aan  de  qmoilgn  SI.  Lndwif— Lftrraeh, 
telt  (1910)  8588  inwi>ne».  Orer  den  iMJn  ia  een 
aebipbnig  en  een  gieien  qiooiwtiri)nig  geelagen, 
8  km.  van  Hfiningöi  li^  de  geLgknamige  visch- 
teeltiDriehting.  Wenna  ign  ligging  op  «en  plek, 
wa«r  4e  Bgn  oematkeljk  <ner  te  trekken  ia,  wai 
HOningea  reedt  vroeg  Tan  belang.  Eerst  beboo- 
lende  aan  de  bisselHq^n  tmi  Baiel,  kwam  bet 
l»t«r  aan  de  Habrixugcre  en  in  1680  aan  Frank- 
rijk. Lodffik  ZIV  liet  bet  door  Vanban  Teritei- 
ken.  Ha  den  tetogtoebt  -van  Mortau,  die  hier  den 
26at«s  Oetober  1796  otoi  den  Bjjn  trek,  namen 
de  Oostenrgken  de  «hans  in  beiit,  maai  werden 
weldra  door  generaal  Abatutd  Tcrdrercn.  Intni- 
seben  werd  i^  den  2d«a  Febmari  1309  bü  e« 
tnlatfe  fa  banden  Tan  de  keiieilgke  troepen  gel 
Terd.  Den  ITden  December  1813  trcdrkeo  er  de 
Ootteuüken  en  Beieridien  otoi  den  Bgn,  bele- 

feniei  de  Teating  Hniungen  en  bemachtigdeii 
aar  den  14dên  Ipril  1814  door  de  upitiuatié 
Tan  Barbou.  Later  werd  ig  nogmaals  door  de 
Ooitenrgkers  ingcaloten  ondei  «anToering  ran 
jUrtabortog  /oAm,  en  boewei  generaal  Barbmi^ 
gn  haar  duper  verdedigde,  mèett  lö  den  26sten 
Awuatns  loiS  eapitnleeren,  wiuna  baar  vesting- 
w«ften  TOOI  goed  wenden  gesloopt.  In  1871  kwam 
Haningen  weer  aan  DnitaehlaDd. 

Htuuwcns,  AHgiutm  of  Ahmj,  o^  Magde- 
kmut  genaamd,  naai  ^  «eboort^laats  Heche- 
len,  waar  hfi  den  S7steii  Jnli  1522  geboren  werd, 
waa  een  R.ïatboUek- godgeleerde.  Hg  studeerde 
in  de  abdn  BMtessa  en  latei  te  LeoTen  en  werd 
bier  TerTojgeiia  boogleeiaar.  Daarna  bekleedde 
iüj  ondeiaeneklen  kendöke  waaidigfaeden,  tci- 
Tiog  in  1567  /o&onnas  fleisebs  als  Eoninkigk 
hoogleeRMi  in  de  leholaatiek  en  ovetleed  in  1577. 


Van  >i|n  gesduiften  nocaoen  wjj:  „Dialectica  een 
generalia  logiees  piaeeepta  omnia  etc,"  (2de  diok 
1608),  ,JjOgiees  inndamentom   etc"    (6de  drok 


ma  totins  tbeok«l»e  ete."  (1569,  3  din.),  later 
bg  herhaling  nilgegeren  en  in  1580  tot  7  dln. 


S6S 

tgvbisid  en  „De  saetamentis  eeelesiae  <%iisti 
axinnata  ete."  (1570), 
■muwlMddea.  Zie  Hunebtddtn. 

Hnnnemuuabi  Sveet  ia  de  nasjo  Tsn  een 

Êlantengeslaebt  oit  de  familie  dei  Papaperaeteën. 
[et  oBdarscheidt  lieb  dooi  een  4-blailige  blaean* 
kroon  en  een  lÜnTOimige,  rolionde,  aan  beide 
einden  dnnnei  nitloopende,  onfaebaarde,  2-klep- 
lige  doosTm^t  met  vele  gladde,  bohormige  ta- 
len. De  eenige  soort  is  H.  hanariatiolia  6  w  e  e  t, 
een  2-jarige  nallbeestei  in  lleiiso,  met  «en  sten- 

§el  ter  hoogte  -ran  I  tn.,  ^rijsaebtig-gioene,  leer 
iep  T  indeel  [ge,  reel^iletwe  bladeren  en  gele 
bloemen,  ationderlgk  op  reehUtandige  stelen  g^ 


De  TeraMerdeiing  heeft  plaats  door  laden. 

Hunan  een  Aiiatisêh,  nomadiseeiend  rui- 
terTotk,  dat  leeda  1800  t.  Chi.  aan  de  gienien 
Tsn  China  leefde  en  omstieeki  1200  een  tgk 
Tormds,  dat  in  da  3de  eenw  seer  bloeide.  Om- 
atredi  50  t.  Chr.  werd  bet  in  een  N.  en  een 
Z.  deel  gcaplitst,  waarran  het  laatste  onder  CSii- 
neeaohe  neórtehamy  kwam  te  (taan,  lerwjit  be^ 
eerste  tot  84  na  Chi.  i^jn  onafhankelükheid  wist 
te  benraien.  Dooi  de  Chineeoen  en  Sibeiischa 
ToHcen  in  bet  nanw  gebneht,  trokken  de  noor- 
'  'nke  Hunnen  westwaaits  en  TesCigden  lich  tea 
.  sle  aan  het  Animeer,  ten  deele,  d»  eignUpk» 
HiMNM,  ten  N.  der  Kaspische  Zee.  Door  andere 
Totken  Tsn  het  O.  nit  aangevallen,  Terhnisdea 
ig  omstreeks  350  na  Chr.  Terder  westwaarts, 
trokken,  onder  aanvoering  van  Boiomü,  na  df 
Alanen  OTerwonnen  te  hebben,  met  deien  ver- 
eenigd,  in  376  over  den  Don,  onderwierpen  de 
Oost-Ooten,  en  waren  daarna  bgna  80  jaai  lang 
het  beeracbende  volk  ten  N.  van  den  Donan.  Dé 
jaren  433 — 454,  d«  regeering  van  AUila  (lie 
aldaar),  vormden  de  glüsperiode  hnnnec  maeht. 
Oad«i  hem  waren,  behalve  de  Oegilsebe  atan;- 
men,  ook  de  Akatiieren  of  de  voorvaderen  der 
Chaxaren,  een  groot  deel  der  Slavischs  en  der 
Germaansche  volken  vereen  igd.  Na  ign  dood 
(454)  brak  er  twist  nit  tnssehen  zijn  sonen,  waar- 
van de  onderworpen  volken,  met  name  de  Ge- 
pideo  en  Oost-Qolen,  gebmik  maakten;  de  Bun- 
nen werden  verslagen  en  tot  achter  Pioetb  en 
Dniepr  teioggedrangen.  fliei  stonden  lij  weder 
onoer  aliondeiigke  voraten;  een  van  dese,  Dint- 
no  ol  Dengmeh,  JUtln'a  loon,  snenvelde  ±  488 
tegen  de  Oost-Ooten  en  dunnede  verdwijnt  het 
Hnnnenrgk  in  Eonqta.  In  Romeinaehen  dienst 
waren  er  nog  Hunnen  In  bet  leger,  waarmede  JVor- 
SM  tegen  de  Ooat-Qoten  optrok.  Het  volk  lell 
komt  nu  onder  den  naam  Koetoergoeren  of  £oe- 
trigoeren  voor  ten  W.  en  onder  dien  van  Oeloer- 
goeren  of  Oeti^oeren  ten  oosten  van  den  Don.  2g 
sehgnen  dezelfden  te  igi  *^  ^'  Bulgaren,  die 
ach  na  den  aftodit  dei  Ooat-Ooten,  in  het  Bo- 
ffleinsdie  Bgk  Testigdcn  en  in  den  loop  der  tgdea 
geslaviseerd  werden. 

Omtrent  de  nationaliteit  der  'Hnnnen  lün  de 
meeningen  der  geleerden  verdeeld.  Terwgl  De- 
mt^rxw  ™  JVaMfMMN  ie  voor  de  fiioeng-noe  der 
Cbtneesdie  aehrgveia  houden  en  das  als  van  Ifoa- 
godsebe  afktnost  beaehonwen,  meenen  anderen, 
ioskIb  Kb^roth  en  Emiaivg,  hen  als  Finnen  in 
bst  algemeeh  en  al*  de  ToorTadeiwi  dei  Ma- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


566 


SOStfEN—^JSTR. 


^»ea   in    het    bjjiOQder   Ie    moeten    opTatt« 

lAUratmr:  Cvnningham,  EfthllMlitet  or  White 
finne  (1893);  Partur,  A  thoitind  ytiit  of  thi 
TatUrt  (1905). 

■mmitw,  fidUtmtiw,  een  Nederlaiidsch  god- 
geleerde, den  ISden  Februari  1654  te  StuTeniete 
geboren,  beweht  de  iiooseediool  te  Ooetfcurg  ir 
StwitsVisandereB  en  te  St.  Liucen»  by  Middel 
burg,  wur  h|j  den  leten  October  1719  OTsrleed. 
Van  i^n  talru^e  geschrittea  vermelden  wg:  „De 
wagen  dei  Gherubim  o(  't  gelichte  tsd  'faeol '"' 
eni."  (1707),  „Ziow  lolgejnich  eni."  (1709) 
,J)e  weegKhale  dea  heiligdöme  eni."  (17H).  Ook 
heeft  hg  een  asntiJ  hiodechTiftea  nagelaten  van 
welke  Bommige  door  Oerard  van  Uemerl,  boog- 
ieeraar  en  predikant  te  Miildeltinrg,  lyn  aitgege- 
ven. 

HoDilnKoo  of  Hmutgoo  ii  de  num  voor 
het  noordiweetelgk  deel  van  de  provincie  Gronin- 
gen.  Id  de  10de  eenw  wm  het  «en  grufecbap, 
waanwer  de  keiler  Undvoogden  of  grareii  aan- 
■t«Ide.  In  de  13de  eeuw  behoorde  Middacht,  dat 
later  tot  het  Weeterkwarlier  gerekend  werd,  bg 
het  landiehap.  Na  de  afs^eiding  van  dit  gedeel- 
te bestond  HaneiDgoo  uit  TÏjt  diitrieten  n.  I.  Ub- 
bega,  De  Marne,  't  Halfannt  't  Ootterambt  en 
Innersdök.  Deie  indeeliog,  die  in  162S  vervie], 
werd  in  1749  hersteld. 

HnnBrtlok.  Zie  Biuutirüek. 

Wnnt,  Jamet  Hemy  Lti^  een  BBgeltcfa 
KbrqveT.  den  19den  Oetobei  1784  te  Sonthnte 
bn  Londen  eeborea,  deed  ak  eehooljoogen  oMer- 
•eheiden  „EaeajK"  en  .^uvenile  poema"  in  den 
„Jovenile  Preceptoi"  opnemen.  Nadat  bg  gerai- 
nen  tgd  bg  «en  attoraey  gewerkt  hsd,  vettreeg 
hg  een  staatsambt,  docb  le^de  bet  weldra  neder. 
om  lieb  aan  de  journalistidi  te  wjjden.  Zonder 
veischooniag  nrsK  hij  over  kerketgke  en  itaat- 
kondige  aangelegenheden  en  personen;  „Od  the 
hïlj  aitd  danger  ot  methodism"  (1809)  en  „Titt 
retormiit'e  replv  to  an  artiele  on  the  state  of 
parties  in  the  Ëdii^aigb  Review",  (1809)  ei 
was  een  geestig  vertegenwoordiier  dw  radicaii 

?ers.  vooral  in  den  ,iEiamiDer  ,  door  hem  ir 
803  met  iga  broeder  John  gesticht.  In  1812 
werd  h^  w^ens  een  brochure  over  den  prins-re- 
gent, later  Qeorge  IV,  tot  een  2-JBrige  gevange- 
nisstraf veiooideeld.  Op  vrjje  voeten  gesteld,  be- 
paalde hg  zich  bu  de  diehtÉnnst  en  verwierf  door 
ajjn:  „Slorjf  of  Rimini"  (1818),  welke  prarfitige 

fedeelten  bevat,  groeten  roem  alt  dichter.  Zgn 
wartaalsehrift  „The  Befleetor"  en  een  ander 
„The  Libera!"  maakten  geen  opgang;  daarente- 
gen viel  zgn  boek:  „Lord  Bjran  and  eome  of  his 
contemporariei,  with  lecolleetiooe  of  the  author's 
life  and  hie  visit  to  Ital;"  (1828)  leer  in  den 
•maak.  Nadat  hg  een  vertaling  van  Tium's 
..Aininta"  uitgegeven  en  vereoheiden  opstellen  in 
t^Kfariften  tot  een  bundel  van  2  deelen  veree- 
Digd  had,  ecbreef  hg  het  drama:  „A  Wend  of 
Florence"  (1840)  en  verder:  ,Jfotices  on  Uoion'a 
edition  of  the  dramatic  works  o!  Wycherly, 
Congiaïe,  Vanbrugh  and  Faranhar"  (1840),  als- 
mede het  diehterlgt  verhaal  „The  pallre;"  (1842), 
waarin  hg  loowel  schitterde  door  xjin  rgke  ver- 
b««lding  als  door  ign  macht  over  de  taal.  Van 
ign  latere  werken  noemen  wg;  „One  hundred 
I  of  reat  life"  (1843),  „Imagination  and 


faDCT"  (1844),  „Wit  and  homonr,  selected  from 
the  Engliah  poete"  (1846),  „Stories  from  the  Ita- 
lian  poete"  (l84S),  „A  jsr  of  honey  from  mouDt 
Hyhia"  (1848),  „A  boak  for  a  corner"  (2  dln.. 
1848)  en  „Readingg  for  raUways"  (1849).  In  iqq 
boek  „ReligioD  of  the  haart"  (1848)  deelde  hg 
zijn  gevoelens  mede  over  den  natnnrigken  gvde- 
dienat,  en  in  „The  old  eonrt  sobnrb"  (2  dln., 
1855)  gaf  hg  een  beeeiir^ving  van  de  Londeniehe 
voorstad  Kensington.  0«k  gaf  hij  werken  van 
ondere  aehrgvers  in  het  licht  en  leverde  in  ign 
„A'ntobiogrM>hy  aiul  reminiseences"  (3  dlB„ 
1860),  een  weiend  tafereel  van  den  etr^d  ignc 
levens.  Hg  overleed  te  Pulaey  den  28ften  Aogni- 
tna  1859.  Na  ijn  dood  gaf  ^jn  zoon,  Thonton 
Hunl,  de  gedenk  sehritlen  en  het  dagboti:  van 
liin  vader  in  hét  lieht.  ^n  venamelde  „Poëtica! 
Works"  verschenen  in  1875, 

Hont,  Wiüiam  Botman,  een  £ngel«è  aehil- 
der,  in  1827  te  Loikden  grtMren,  itndeerde  aan 
de  Academie  aldaar  en  eteldf  in  1849  „Christe- 
nen, een  zendeling  tegen  de  vervolgingen  der 
Druïden  beaehenneDd"  ten  toon,  een  der  eercte 
werkm  van  d«  praerafaClititebe  richting.  Het 
RosutÜ  en  MUimt  stichtte  hg  de  school  der 
PraerataBlieten  (lie  aldaar).  Na  het  Oosten  be- 
loebt  te  hebben,  achilderde  hg  in  1854  „Het  liriit 
der  wereld",  waarvoor  te  Oriord  een  afionderlnke 
kapel  gebouwd  werd,  in  1860  „Ohiistns  in  den 
tempel '.  Door  leer  persoonlijke  stokken,  meest 
van  religiensen,  dikwgla  lalta  mystieken,  hoewel 
ook  van  gesehiedkuDdigen  «ard,  bestreed  bg 
krachtig  de  academische  richting  en  oefende  een 
grooten  invloed  Dit  oj)  de  verandering  van  den 
Ëngelscben  smaak.  Hg  overlead  den  7den  Sep- 
tember I9I0  te  Londen,  Van  xgn  werken  moeten 
nog  vermeld  worden:  ,JIa  lonsondergang  in 
Egypte"  (1867),  ,JDe  sehaduw  dee  dowle'^  (1872), 
„De  htturling",  „Vlucht  naar  Egypte"  en  „Won- 
der van  het  Heilige  Vnnr  in  de  (irtlkerk  te  Je- 
ruzalem. 

Zie:  „Leaders  of  the  Sngliah  Pr^^phaelites: 
Holman  Hnnt,  ^toesettr  Jfillais  (Londen  1 909)  en 
fViUiatrucm,  Holman  Hnnt  (Londen  1910). 

Hnnt,  itAn,  een  Engelseh  godgeleerde  eb 
sehrgver,  in  1827  te  Perth  geboren,  werd  na  het 
voleindigen  igner  stndiBn  geplaatst  als  god ■- 
dienatleeraar  te  Otford  b^  Seven-Oaks.  ^  le- 
verde vertalingen  van  de  „Oeestel^ke  liederen" 
Luther  (1847),  van  gedichten  vstn  Ooetke, 
SekülsT  en  Burger  {1861)  en  aehreel  .JEssay  oa 
panlheism"  (1866),  ,Jieligious  tbought  in  Ëng- 
land  from  the  Refonnstion  till  tèe  close  of  the 
laat  centary"  (1871—1878,  8  din.),  ,floaiaopty- 
raiT  essaye"  (I87S),  „PanÜieiam  and  ehriatianj- 
ty''^  (1884)  en  „Retigions  thought  in  Ei^fkitd 
in  the  nineteenth  centurV'  (1893),  Ook  nam  hg 
gverig  deel  aan  de  Ond-Xatliolieke  fcewegine  en 
vertAAlde  de  geschriften  van  DöUinger^  ReöiSma, 
Sehulle  en  anderen  in  het  Sngelecb.  ^n  eehtge- 
Doote  Elim  Meadowi  Shepjtard  heeft  aieh  bekend 
gemaakt  door  den  hisioriseben  roman  „Tbt 
wards  of  Plotinus"  (1881,  3  dln.). 

Hnnte,  een  linkerzgrivïer  van  de  Weier,  «nl- 
ipringt  in  fiannover,  5  km.  ten  W.  van  Bner, 
stroomt  in  een  noordelijke  richting  door  het 
DSmmetnieer,  votmt  daarna  de  grenzen  tnasekra 
Oldenbnrg  en  de  Prnisiaehe  provincie  Bannorer, 


D,o,l,zedb,GoOgle 


BDMK-HDMTNCnON. 


667 


vloeit  verro^eDt  nooiidwHtwiartfl  «loor  fHdeo- 
bnrg  vooibg  4e  sUd  trd  dien  nsom  en  mondt, 
na  ecD  loop  vhn  18S  km.,  bü  Elsfleth  uit  in  de 
YTeier.  Van  liet  DOmineniieeT  af  i«  de  Hunte  be- 
Tuitaar.  Door  «en  kanul  itaat  ijj  met  de  Leda, 
een  ignrier  der  Eems,  in  TerbinJing. 

Himter  tjag*')  >«  de  naam  toot  het  Bngel- 
Bcbe  jsehtpaard.  Het  vordt  verkreKen  door  krai- 
•in«  Tan  TolUoedbenMton  met  landiDenieB;  tooi- 
al  Ierland  ia  b^end  wegetu  bet  UAkea  dcMr 

Hnntar,  WiUiam,  een  firitsch  oatleedknndi- 
m  den  2SBten  Uei  171S  te  Loiw-Caldarwood  in 
Set  8choi«4ie  graalichap  Lanark  grtwren,  be- 
loebt  de  acfaool  te  OlaMfo^  en  itnde«rde  aldaar 
vervolgent  in  de  godMleeidheid.  Op  «anqtoring 
<ran  CuUên  TerwisBeldt  hg  deze  met  de  geoMt- 
kande  en  begaf  itdi  ten  behoeve  <Tan  ign  rerdere 
opleiding  in  1740  naai  Bdinbaigh  en  in  1741 
naai  Londen,  waai  bÜ  «eldia  tweede  geneee- 
heer  weid  aan  bet  8t.  Oeorge'e  hoipitaal  en  in 
1744  geneeakundige  TOOileaingen  hield  In  IT4T 
deed  hq  een  wetenuhuipelijke  reis  door  Neder- 
land en  Frankigk  en  (Kpülde  lïch  vervolgenB 
bootdi^elQk  bji  de  ontleM-  en  verloakunde.  Na- 
dat hij  de  koningin  bü  haar  beTalling  had  bgge- 
ataan,  werd  hg  in  I7&4  tot  Igfarta  en  bg  de 
atiehtiug  dei  AeademJe  lan  3cboone  Ennsten  in 
1768  tot  hoogleeiaar  in  de  ontleedkunde  benoemd. 
Nu  besteedde  h|f  ign  aaoiienlgk  vermogen  un 
het  bonwen  Tao  een  theatmm  anatcunienm  (ont- 
leedknndige  gehoonsal)  TOor  sgn  leesen,  waar 
tevens  plaata  wa>  voor  ign  anatomigehe  praepa- 
laten,  tooi  ign  boeken,  dellstoflen  en  mnnteo, 
die  na  znn  dood,  den  SOiten  Haart  1783,  eerst 
bet  eigendom  weiden  ivan  zijn  neef  en  TeiTolgens 
Tan  de  nnirersiteit  te  Qliegow,  Zgn  hootdwcik 
ia:  „Anatomia  hnmani  giavuli  nteii"  (1774). 
Daarenboven  aehreef  hg  tele  ferhandelingen  in 
de  „Philosophical  Traneaetiona"  en  in  zijn  „Me- 
dieal  eommentariea"  <17e2,  anppluaent  1764). 

UunUr,  John,  «en  anatoom  en  broeder  van  den 
voorgaande,  d«it  Uden  Janaari  I72B  geboren,  wae 
«nst  timfnermansleerliog,  maar  ging  in  1748 
naar  Londen,  waai  hg  tot  ign  broeder  het  ver- 
toek  lichtte  om  hem  als  asti^tent  hg  lieh  te  ne- 
men. Hg  l^de  lioh  nn  toe  op  de  ontleedkunde, 
etndeewJe  vervolgens  te  Oilord  en  weid  in 
1756  chiiuig^n  aan  het  9t.  OeorgeVboBfütaal.  In 
1760  nam  hg  als  officier  van  gezondheid  dienst 
hg  het  leger  en  woonde  bij  de  expeditie  bü  naai 
Belle-Isle  en  de  Tetdtochten  der  'Engehieben  in 
Poitngal.  Bg  lijn  temgkeei  te  (Londen  w^dde  lig 
lieh  aan  de  heelkandige  piaetök,  alsmede  aan  de 
stadie  dei  Teigelgkenoe  anatomie  en  physiologie. 
In  1768  werd  ng  ehinnön-drieetenr  Tan  bet  8t. 
<jieoige's4ioipitaal,  in  1776  hedmeestet  dos  ko- 
ninga,  in  1786  tweede  en  in  1790  eeiite  chiini- 

£"n-genenwl  van  het  legei  en  inspeeteni^geneiaal 
r  militaire  hospitalen  en  In  1792  vice-pieaident 
Tan  bet  genootaenap  voor  veeait«enij  te  Landen. 
Hg  overleed  den  Ifiden  October  1798.  Zgn  groote 
veriameling  ontleedkundige  praeparaten  weid  na 
ign  dood  door  oankoc^  eigendom  der  r^eering. 
Een  uigave  zgnei  geiaffleDt^ke  geschriften  weid 
in  1888  doot  Palmêr  bezorgd  en  hevat  4  dealen. 
Tot  lifn  betangrgkete  werken  b^ooten;  „Na- 
tnial  bittor;  of  hnman  teeth"  <1771— 1778,  2 


dis.).  „On  the  venereal  ditease"  (1786)  en  „On 
the  natnie  of  the  hlood,  inflammation  of  gnnahot 
wonods"  (1794).  Van  ign  nagelaten  gescbriflen 
werden  nc^  „£su]ra  and  dbsenationi  on  natu- 
lal  hictoi7,  anatomj  etc  (2  dln.  I86I)  door  Owen 


—Innter,  Wüliam  Witton,  eea.£ngdBebe(w>ts- 

man  en  sehrgver,  den  ISden  Juli  1840  geboren, 
studeerde  te  Glaagow,  Fargs  en  Bonn,  begaf  zich 
ala  ambtenaar  naar  IndiB  en  waa  tgdens  den 
hongersnood  van  1866  heiast  met  liet.tOKJcht  op 
het  openbaar  onderwga  in  Orissa.  D«  Vmcht  zg- 
ncr  ervaringen  deelde  hn  mede  in  i^n  „Annals  of 
rursl  Beng^"  (1868—1872,  8  dln.)  en  in  ign 
„Compantive  dietionaiy  of  the  nonarvan  lan- 
goagee  of  India  and  Hi^^la"  (1868).  Nadat  hg 
ondecseheiden  ambten  aad  bekleed,  weed  hg  in 
1871  directenr-generaal  van  het  t)uieau  voor  sla- 
tietiek  in  Indit  en  bezoigde  de  ni^ave  van  een 
daarop  betrekkeliik  weck  in  20  deelen:  „Statitti- 
Cftl  ïcceunt  on  Bengal"  (1875—1877).  In  1888 
werd  hO  lid  vsn  den  Geheimen  Raad  van  den  on- 
derkoning; hij  nam  in  1887  onUlag  «n  betrok  zijn 
bnitenverblijl  Daken  iHolt  ibrj  Oitoid,  waar  nij 
den  oden  Fdbruari  1900  onrerleed.  Verder  aehreet 
hjj  o.  a.;  „Orista:  the  vicissitadea  of  an  Indian 

frovince  ander  native  and  Biitish  mie"  (2  dln., 
B72),  ,4mperial  gaaetteer  ol  Jndia"  (9  dln..  1881 ; 
14  dln.,  1885—1887),  „Famine  aspeeta  ot  Ban- 

Ïsl  distrieU"  &óf  drnk  1874),  „The  Indian 
[nanlmans  (3de  drnk  187S),  .J^nglanda  -work  in 
•  '■  "  (10de  druk  1890),  „Btief  historj  of  the 


Indian  people"  (20tte  drnk  1902)  es  „Histoiy  of 
Britieb  India"  (1899— I90O,  2  dlni  Ook  gat  hg 
bet   biogratiBcbe  versamelweik    „The    luun   oi 


India"  nit. 
Hnntlncdon,  een  dar  oostelijke  en  na  Bot- 


telt op  929  T.km.  <t911)  48105  inwonera.Het 
bestaat  in  het  midelgk  en  westelgk  gedeelte  uit 
een  golvende,  vruehtbaie  vlakte,  terwgl  men  in 
het  nooidoostelgk  gedeelte  vele  meien,  looala 
Whittlesea  en  het  Rsraeeymeei,  benevens  een 
aantal  poelen  en  moeiaasen  aantieft,  die  echtei 
door  dio<^1eggjng  in  goede  weilanden  liJn  her- 
schapen. De  bevaavbare  Ouse  sttoomt  dooi  het 
znidóostel^  gedeelte;  de  Neo  vormt  de  noonl- 
weatelgke  giens.  De  inwoners  honden  zich  bgna 
nitslaitend  met  den  landbonw  beilg.  De  fgnate 
Engetsebe  kaas,  de  StiltonksM,  wordt  hier  ge- 
maakt. Het  giaafstdiap  vaardigt  2  vertegenwooi- 
digers  af  nua  het  Pailement. 

Himtbirdea,  de  hooEdetad  van  het  gelgk- 
namige  graafsohap,  op  den  liidter  oever  van  den 
Oase  gel^n,  waarover  8  bruggen  ijjn  gebouwd, 
die  Hnntingdon  met  de  voorstad  Oodmanchester 
verbinden,  heeft  een  onderwetseh  voorkomen,  een 
Latgnscbe  schoot,  een  letteiliandig  genootsebw 
met  een  mnsenm  en  een  iioekerg  es  telt  (1911) 
400S1  inwoners,  die  een  levendigen  wol-  en 
graaithandel  drgven,  ^  iraa  te  voren  veel  gcoo- 
tei,  loodat  er  lieb  15  keiken,  een  kasteel  en 
onderscheiden  kloosters  verhieven.  De  plaats  ii 
bekend  ala  de  geboorteplaats  van  OromwaU. 

Ww n t<«y**wi ,  een  stad  in  den  Noord-Amen- 
kaanscAen  ataat  Weit-Vitginia,  ligt  aan  de  mon- 
ding van  den  OuTandotte  in  dm  Obio,  ie  een 


DigilizedbyGoOglC 


66S 


BdmNOiiON— anFCGLD. 


irniipQDt  THD  «poorw^en  telt  (1910)  81 161  in- 
.  wonen.  Zg  b«iit  md  eoU«^,  ooimulKholen, 
^HMnrflgrjjtaigsn.   m   mMhinefabriiieD. 

Hnntlnrton,  «en  itad  in  deft  AmerkMn- 
•eben  itut  Connertknt,  faeelt  paoietlibrjefcen  en 
ülTemnedecqen  en  tdt  (WO)  6545  inwonen. 

Htmtturtviit,  **»  *^  '"  ^^  AmeiHwas 
«hen  «tütSalfolk,  op  (Long  Jtknd,  ii  met  New 
lork  door  een  epoorweg  veiixHiden,  telt  mim 
10000  inwonen  es  heeft  graot«  eteenbakkergen. 

BnntltiStOii  ie  verder  de  nasm  Tkn  een  itkd 
!n  Conneetiept,   (1910)  6545  inwonen,   v&n 
in  IndiuR  (1910)  10  272  inwonen,  en  tui  ee 
Feon^liraiüB,  (1910)  6861  inwonere. 

Hnnyad,  e«n  HoDgaarsch  eomitut,  in  Ze- 
venborgen gelegen,  gtenit  ten  N.  aan  Torda-An- 
njos,  ten  O.  aan  UnterweJMeiÉiarg  en  Hermans- 
aUdt  eni.  ton  Z.  aan  Walachöe  en  ten  W.  aan 
And  en  KniaofitStéDj.  Hel  ie  het  grootite 
eomitaat  van  Zevenbnigen,  telt  op  3698  t.  km. 
(1910)  840132  imoners  «n  omtat  4  maifctvlift- 
keo  en  10  distrieten.  Hoofdstad  is  Deva.  Het  land 
ia  betgaehtigi  voonl  in  bet  midelQk  en  nidflree. 
teigk  gedeefis  heeft  men  boose,  bosetugke,  nage- 
noeg onbewoonde  betgen,  welke  men  in  de  Hq- 
njsder  Alpen  es  in  de  Pareng-,  Vulkaan-  en 
Betjeiatgroepen  verdeelt.  Tot  de  hoogste  t<uipeii 
Miooren  de  Jfandn  <aG20  m.].  de  Pelega  (&506 
m.)  en  den  Betjeiat  <2490  m.).  De  westelijke 
beigen  *an  het  eomitaat  Iwboonn  tot  de  Rnska- 
en  Ceniagtoep,  de  noordelitte  tot  bet  Zevenboiy- 
Bcbe  Ert^gebeigte.  De  Vulkaanpaa  leidt  van  Hu- 
nvad  naar  Walaehge  en  die  van  de  Usenn  Poort 
uhnnoen),  bekend  wt  de  oorlogen  t^en  de 
Tntken,  naar  fiangarge.  De  Uaros  stroomt  door 
bet  noordelijk  gedeelte  van  bet  eomitaat  van  het 
oosten  naw  bet  w«slen.  Het  tweede  hoofddal 
il  bet  HitiMger  Bekken,  bekend  wegens  ign  over. 
blgtsden  nit  d«i  tnd  der  Romeinen;  bet  woidt 
bestrooid  door  den  Ëtieioe  en  lyii  tgrivieren;  het 
Cernadal,  daaraan  evenwijdig  loopende,  tev&t  een 
onoitpnttelgke  maaea  gienteen.  In  bet  luiden 
vindt  men   het  Oioelo^»ekken  met   uitgestrekte 


goad-  en  lüveimqnea  met  tellorinmertsen,  vooral 
te  NagYte.  In  laser  gelegen  dalen  groeit  de  wgn- 
■tok.  Verder  is  de  bergstiedc  voonien  van  goede 
alpenweiden,  loodat  een  gedeelte  der  inwonen 
lieh  nitalnitend  met  de  veeteelt  beiig  bondt. 

HtmTMIv,  Johamet  Corvimu,  een  Hon- 
gaaraah  kiQgmsn,  de  lOon  van  den  Walach 
Woffk,  die  van  koning  Bigümitd  in  1400  den 
bnrebt  Hnnyad  geregen  had,  werd  in  1488  dooi 
keiier  Albriehl  Mnoemd  tot  banns  van  Seveiin, 
waar  hji  in  den  oorlog  legen  de  Tarken  dapper 
streed.  Na  JlbredAI's  dood  koos  Btmyady  de  in- 
de van  WladUUnc  l  en  in  1442  behaalde  hq  een 
schitterende  overwinning  op  de  Tarken,  die  hff 
in  1443  over  den  Balkan  joeg.  Nu  meendo  de 
pans,  dat  men  de  UiueknaiLnen  nit  eeheel  En- 
ropa  UQ  kannen  verdrijven,  doch  Wtaditlaia 
Bloot  met  hen  een  10-jsrigen  wapenitihtaDd,  die 
ook  door  Bunifadjf  irêti  goedgekeord.  Door  ve^ 
raad  leed  fiw^wly  den  lOden  Noveodier  1444  bg 
Vama  aan  de  Zwarte  Zee  een  jp9w«Idige  neder- 
laag. IFIadttfawIeneaveMeenStNiytM^briaettK 
lich  met  het  rgkabestunr  ten  twboeve  van  Wta- 


Hongarne  tegen  d«  herbaude  aawvaUt 
ken.  W<i  leed  bg  den  lOden  Oetober  1448  in  Ser- 
vil  weder  een  sedachte  nederlaag  en  werd  hg 
lelts  door  den  Serriichen  deepoot  Qeorge  Bron- 
kotmtsj  gevangen  genenen,  maar  door  tneaeben- 
komst  der  HDogaandte  fitenden  herkreeg  hg  de 
'rgheid  en  kon  hg  ign  toom  aan  den  descwot 


koelen,  fin  handhaafde  ign  roem  tegen  de  Tor- 
ken door  de  beldbaltige  verdedieing  van  Bdgra- 
do  in  1454  en  door  een  vemetue  ovenompeTing 
van  bet  Torksehe  leger,  waardoor  hji  snltan  Mo- 
kammei  II  noodsakkte  temg  to  trekken.  flim«a- 
dy  overleed  te  3«nlin  den  Ilden  Annitni  1456. 
Zun  ondste  soon  Wladiila»  HMafaig  werd  den 
I6den  Haart  1457  te  Ofen  teteebtgerteJd,  oiudat 
ign  dienaren  den  vgind  igns  vaders,  graat  CO- 
ün,  gedood  hadden,  en  ign  tweede  loon  beklom 
in  1458  als  MaUkioê  l  Oonmui  den  Hongaar- 
fchen  troon. 

■niu*,  Oosf<nnoerseA«  «oorl  of  DrtnUeht 
Dief  ia  een  riviertje  in  de  provincie  Drate,  dat 
gevonnd  wordt  door  de  vereeni^^ng  van  het  Voor. 
ste-  of  Bor^euliep  en  bet  Qroote-  al  Aehtorite- 
diep,  geecheiden  door  bet  inideljjk  gedeelte  van 


benedenloop   gekanaliseerd,  .    _  . 

maakt  van  het  Sehnitendiep,  dat  naar  Groningen 

Hmulksr,  Otto,  een  Switeerseb  g«sdiiedlinn- 
dige  en  paedagoog,  den  ISdes  Angnstns  1841  te 
Bottingen  gAoren,  «tndeerde  in  de  godgeleerd- 
heid, wae  van  1867—1871  pastoor  te  Untorstraat, 
daarna  in  versefaeiden  betrekkingen  bjj  het  on- 
denrgi  werkieam  en  werd  in  1890  bo^Ieeraai 
te  Znrich,  waar  bg  den  24sten  'Hei  1M9  over- 
leed. Hg  sdreet:  „Zur  iRe^ierong  nnd  Cbiieten- 
veifolgnng  dee  Eaisen  Dioeletianns  nnd  aeiner 
Nachr<^er"  (1S68),  „PestaloHi  nnd  FeUenbeng" 
(1879),  „Oeeehichte  der  sebweiMrisdien  Volb- 
•ehole"  (8  db-,  2da  dmk  1387],  ,41ons*eau  nnd 
Peetaloiii"  (1885),  „Bilder  mr  nenem  Oesdiieh- 
te  der  ichweiieriseben  VolksKhole"  (1389).  „H. 
Pestaloui,  hiognphiaehe  Ekisie"  (1896)  en  „Z^t- 
genoasioche  Dantellungen  der  Unrahen  in  der 
Lsjidsehaft  Zflrid  1794— 1798"  (1897).  Hg  redi- 
geerde van  1880  tot  1890  bet  .^chweiierisehes 
eebularchiv"  en  de  „PestaloiiibUtter". 

HnpfeU,  flermmm,  «en  Dnitsch  godgeleerde 
en  oriëntalist,  den  Sisten  Muii  1706  U  Haitmw 
geboren,  studeerde  aldaar  in  de  letteren  en  goiT 
geleerdheid  en  werd  in   1S19  prol«s»or  aan  hel 

rnaainm  te  fianan.  In  1622  echter  legde  hg 
betreding  neder  en  vestigde  lieh  in  1824  Xe 
Halle  als  privaatdocent.  In  1335  keerde  hg  ech- 
ter naar  Marburg  temg  en  werd  er  weldra  bui- 
tengewoon en  in  I82T  gcnvoon  hoogleen«r  in  de 
Ooitencbe  fslen,  in  I^  m^  in  de  nidgeleerd- 
beid.  In  1848  werd  hg  opvolger  van  OeaMtNS  te 
Halle  en  overleed  aldaar  den  24sten  April  1866. 
Van  ign  geschriften  noemen  wg,  behalve  een  on- 
voltootde  „AnsIQhrliehe  bcfcrUaehe  Onmmatik" 
(Iste  dl.  1841),  tjjn:  „Ezereitatlones  Aetbiopicae" 
(1325),  „De  emendanda  ratiooe  lezieognpbieae 
«omiticae    commentatio"    (1827),    „Uebeitetiong 


D,o,l,zedb,GoOgle 


OBd  Analtflnng  <I«r  PMUmen"  (1865—1861,  4 
dln.)  ,J>i«  QaelleD  iet  Oeneaii  aafi  nene  nnter 
■ncht"  (1863),  „U«b«  B^H  vai  Methode  der 
■ogenuinteii  biblitebeB  Binleilonj;"  (1S44],  ,J)ie 
feentim  tbeoMpbiwhe  and  mjUioliigiMbe  Tbw- 
Iwie  DDd  SehnttefU&nui^"  0661)  en  „Gommen- 
Uüo  qiu  lestornm  meoKinae  tfvA  lennn  tiebrki- 
eanun  MriptoreMtm  legibni  moiaieit  «uminan- 
tnr»  (186Ï-186S). 

Hnr»  L.  (toHdktAwboom)  is  de  nMU  vu  een 
pUnteMtulteht  ait  de  funilie  der  Supkorbia- 
eeein.  Het  lijn  eenliuiiige  plutea  met  oloenun, 
die  ileb  oodcneheiden  door  een  kmikTMmigen 
kelk,  tot  een  inil  SMnengroeiende  meeldrtden,  een 
rolronden  etgl  met  een  eehiidformwen  iteiiipcl 
en  een  boatige,  TeeHioUi^  Tmeht  Van  de  «oor- 
ten  Tennelden  wq:  B.  erepitaiu  h.,  een  boom, 
die  in  West-lndiE  en  op  de  AmerikMnsehe  keer- 
tri ngeei  Uu  den  groeit.  Sg  ie  ongei««r  30  m.  hoog 
en  beeft  bj}  een  reehten  etMn  ni^eapreide  tak- 
ken. De  groote  bladeren  ign  liartToraiig  eirond 
en  eel^matig  gelaagd,  de  mannelnke  katjee 
neêrnangead  en  langgeatéeld,  met  een  Dloedroode 
meeldradeninil  de  Tionwelpe  <Uoemen  geateeld, 
opataand  en  blanwaebtigdonkerrood  ol  f«ara.  De 
Tnieht  i«  voonien  Tan  12  tot  18  groote  hokkeoi 
loodra  ig  '^  id  ^^^^  '9  ™*t  groot  (^draiwb  lot 
en  clingert  oe  platronde  uden  oa  aicb  been.  Al 
de  Boorten  beratten  een  leer  «dicrp  melkup.  Olie, 
waarin  bladeren  van  deien  boom  gckoofct  ign,  ge. 
brnikt  men  t^^  tlieniutisclie  aandoeniasen, 
terw^l  de  aangenaam  «makende  taden  bnikloop 
en  fcraking  lervekken. 

BttMirftT,  Hanhpor,  eigenljik  Baridwa 
(Poort  Tan  Hari  ol  VUjMe)  en  <m«  QaitgadiBara 
(Oanmpoort)  gebeeteo,  ia  een  onde  en  Inaie 
•tad  in  net  diatrict  Saharaiqtoer  in  de  Nooidnree- 
telgke  PrOTineMn  ito  Britiefa-laidie.  Zg  ligt  aan 
den  inidelöken  Toet  der  Sewalüchoogten  en  op 
den  rechtetoefer  Tan  den  flangee,  welke  hier  een 
bergüool  Terlaat.  Jaatlgka  komen  et  meer  dan 
2  miUioen  pelgrima  uit  alle  ooiden  van  Indifi. 
wel  eens  300000  te  geWt,  «n  lïA  te  baden  bjj 
de  heilice  riTlertrao  brika.'Fsjaia.  Alleen  de 
aaniienlgkcten  Tinden  een  ondeiiamen  in  de 
itad,  tepwnl  de  oterige  pelgrima  lieb  onder  ten- 
ten behelpen.  Bg  Telen  is  de  bederaart  teTeni 
aan  faandeMwlangen  gpwQd.  Jaarlj^a  wordt  er 
in  Aoril  een  gioole  markt  gebonden  en  om  de 
twaalf  jaar  een  leer  groote.  Men  Tindt  er  dan 
Toonl  Tde  paarden,  mt  Saboel,  FenÜ,  Arabll, 
Boekhara  en  Toerkeatan  aftometig.  Het  tegen- 
woordige Hntdwar  omvat,  behalve  de  oode  stad; 
de  dorpen  Dajawalapoer  en  Kutkbal  en  telt  od- 
gsToer  20  000  inwoners. 

■orfTOida.  Okrigtiaan  Snowt,  den  Ssten 
Febman  185?  te  Ooataitiont  geboren,  atndeerde 
te  Leiden  in  de  theologie  en  de  wmitiiebe  tul- 
en ktterknnde.  HQ  pramoT«erde  aldaar  den  34«ten 
NoTimlier  1880  op  het  proefaehrift:  .JSet  Mek- 
kaanaehe  fectt".  Reeda  ^wedtg  na  iQn  prmnotie 
werd  hg  belast  met  lief  gsvea  van  ondenwgi  in 
het  z^.  HoBlimade  tedit  aan  de  inRlelling  tot 
opleiding  Tan  ambtenaren  voor  den  Indieehen  ad- 
ministruisTen  dienst  te  Leiden,  later  ook  aan  die 
te  Delft;  hetieUde  tié  doceerde  ^ü  in  een  utder 
tgdpeA  als  leetor  aan  de  I^tnnivereiteit  te 
Ltiden.  Daar  bet  hem   waa   gebleken,   dat  hj) 


den  Itl&m  eerit  recht  kon  doorgronden,  door 
dien  te  beitndeeren  in  aqn  geb<xirteland,  ver- 
trok hg  in  1884  daarheen,  ile  reenltaat  van 
üu  Terbliif  ridaar  vetMbeen  o.  a.:  .Jkfekka" 
(1888—1889,  2  dn.].  Na  een  Terblgt  van  en- 
kele jaren  in  Europa  vertrok  t^j  in  1889 
met  een  'bnaondere  regeeringtopdraelit  naar  Ne- 
derlandeeh-lndie,  waar  hg  vele  jaren  vertoefde. 
De  benoeming  tot  hoogleeraar  te  Cambridge  ale 
opvolger  van  Robvtmm  Smuk  werd  door  hem 
van  de  hand  geweien;  aan  een  loepttem  uit 
DuitMhland  gaf  hjj  evenmin  gehoor,  terwigl  hg 
odk  bedankte  toot  den  ham  aangeboden  leerstoel 
Toor  de  Haleisehe  taal-  en  letterknnde  te  Leiden. 
In  Maart  189]  werd  hg  definitief  aan  den  Indi- 
•ehen  dienst  Terbonden  als  adviaenr  voor  Ootter- 
sehe  talen  en  AfohamniedaMiMh  recbt,  ^  opvol- 
ger van  mr.  L.  W.  O.  vm  d«n  Berg.  Tan  Jnli 
1891  tot  Februari  1892  dnurde  zgn  verblgf  in 
Atjeh,  waar  het  hem  eelnkte  een  grondig  iniiebt 
te  vwkrflgen  in  de  Deteekenia  van  den  Iilam 
voor  de  Atjehere  op  al*attnndig,  maatschappelgk 
en  godedienatig  gdbied,  looala  binken  kan  nit 
ign  werk:  „De  Atjebera"  <1803— 1894,  2  dln.; 
in  1906  in  het  BngêlHh).  In  April  1898  werd  hjj 
benoemd  tot  adviseur  voor  inlandsehe  en  Arabl- 
lehe  laken.  Zgn  ferblqf  in  Atjeh  werd  in  1901 
atgewiaseid  met  tochten  in  DjaoÉii  en  kortston- 
dige verblgven  te  Batavia.  Toen  hg  in  1006  werd 
aangeioeht  om  prof.  fis  Qoej*  te  Leiden  op  te 
volgen,  liet  bg  lioh  hiertoe  overhalen;  hg  aan- 
vaardde ign  ambt  met  een  rede,  getiteld:  „Arabiè 
en  Oott-Indil".  In  Jannari  1907  werd  hg  daar- 
enboven benoemd  tot  advieenr  der  Nederlandsehe 
regeering  in  Indische  en  Arabische  aangelegen- 
heden. Behalve  de  genoemde  werken  verschenen 
jj^   ^._    _„_    ,..    :,       ™  u..  «_  _    ._    ._ 


t  ijjn  baud:  ,J^ele  ngawDien  4 
'     "  "         eten"  (in  des  Feeatl 
I  aan^boden 
B9I},  „flet  Gajoland  «n  agne  be- 


Feeatbnndel, 
'     t.«Miige 


ra&dsel  der  Hadhrsfnieten"  (in 
Prof.   U.  J.  de  Go«y«  i 

ond-leerlingen,  1891),  ,,£ . , 

woDers"  (1903),  „Nederland  en  de  Isltai.  Vier 
voordrachten"*^  911),  benevens  een  groot  aantal 
tijdaehriftattlketen,  bioehniee  eni. 

BnreiMD  i>  de  naam  van  een  Indianenstam 
in  Noord-Ameiika,  tol  den  hooldstam  der  bo- 
keeien  beboorende  en  oortpronkel^  Wyandots 
gebeeten.  Zg  ontvingen  dien  van  finronen  (wilde 
iwgnikoppen)  van  de  franecben  wegens  hun 
eigenaaraige  haardraoht.  In  den  aanvang  der 
.   j    was  deie  stam  in  ondenoheiden  afdee- 


lingea  gesplitst,  die  op  den  oostd^oi  oever  v 
het  naai  ben  genoeiöde  Hnronmeer  81   doipen 
bewoonden.  In  net  midden  dier  eenw  werden  ig 


en  leedi  vioag  door  Fraaeehe  tendelingen  lot 
het  C3irltl«ndom  bekeerd,  woonden  nog  lang  in 
Ohio,  Miehigan  en  Canada.  Thans  echter  bevin- 
den xieh  no^  «leebta  enkele  hniageiinnen  van 
deien  stam  in  het  dorp  Jenne-Loretta  aan  de 
St.  Chaileerivier,  niet  ver  -van  Quebee  in  Canada, 
in  het  graafschap  Eesei  en  in  de  Quapaw-reter- 
vation  van  het  Indisnenterritorinm.  De  Tionon- 
Ute,  een  ded  der  Hniostn  oït  Obio.  inn  in  1832 
lm  getale  van  687  mta  Kansas  vertrokkni,  van- 
waar ig  in  1^55  naar  bet  loiËan  ent  erri  tori  nm 
overgqilaatst  ign. 

il  het  derde  van  de  fi  groote 


DigilizedbyGoOglC 


I  het  N.  de 


meren  tsd  Canada  en  behoort  half  tot  Canad», 
half  tot  d«  V«raeaigde  Staten.  Bet  gteatt  tea 
ooaten  aan  den  staat  Hiehigan  en  heeft  een  om- 
trek Tan  1375  km.  en  «en  o^^crrlakte  van  ± 
62  000  v.km.  Het  ligt  177  m.  boven  de  oppeT' 
rlakte  der  lee  en  is  gemiddeld  230  m.  diea  Ten 
DOordweBten  itaat  het  doot  de  Straat  lan  Maoki- 
nae  met  het  Uichiganmeer  en  door  de  tmalle, 
75  km.  lange  en  wegeni  haar  «troomTeTinellin- 
Ken  leer  eeTaarlijke  Straat  Tan  St.  Marie  met 
Bet  BoTen-Meer  (Lakê  Saperiot]  in  Terband.  Ten 
luiden  is  bet  door  de  52  km.  lange,  bevaarbare 
rivier  St.  Clair  «et  bet  St.  Clairmeet  vereenigd. 
Uit  dit  kleine  meer  leidt  bg  de  stad  Detroit  een 
waterweg  met  de  Dilmnnlende  baven  Amhent- 
bargh  aan  de  Canadeeidie  igde  naar  het  Erie- 
meer.  Op  de  Oostknat  Tindt  men  de  volkrükete 
deelen  van  Canada,  terwyl  de  noordknat  met  xgn 
■teile  granietrotnn  tot  de  onheibengzaamate  stre- 
ken van  Amerika  behoort.  Het  ruwe  klimaat  en 
de  talrgke  stormen  hebben  de  ontwikkeling  der 
seheepTaart  belemmerd;  A^eiangiük  is  de  vissehe- 
ig  en  de  hontrgkdom  op  het  schiereiland  Hiehi- 

gan.   Van   de  talrnkc   nTieren,   di"   '-   '"' 

nitstroomen  ign  de  Toornaamste: 
FrenchriTiei,  in  hel  O.  de  Sevem. 

Hnronsobe  tomuiUs  ia  de,  naar  tiet  Hu- 
ron-neer  geDoemde,  bovenste  afdéeling  der  Ar- 
ehaelaebe  formatie.  Zji  vormt  een  eirea  8000  m. 
dikke  laag  van  kriitallijne  lei  en  wel  voorn  ame- 
Ink  van  ^limmerleien  eb  phyllieten  met  inge- 
sloten gneiB,  kalksteen,  kwaitssteen,  hoornblende, 
gierertsen  eni.  Vaadt  is  deie  formatie  rgk  aan 
tethniseh  belangrgke  ertsen,  looals  ijserglani, 
roodgtertteen,  magneetgier  eni.  Wat  de  geogra- 
fische verbreiding  betreft,  komt  zq  voornameliik 
voor  in  de  Alpen,  het  Fichtelgebeigte,  Skandi- 
naviB,  de  Sierra  Nevada  en  het  Andesgeber^te. 

BnirloaA*  (van  bet  Indische  woord  Huirrni- 
nicani  noemt  men  de  wervelstormen,  die  va»  de 
Antülen  nit  over  de  Z.0.  etaten  van  Noord- 
Amnika  waaien.  Zij  ontstaan  5 — 15*  ten  N.  van 
den  eqnator,  volgen  eeret  een  IN.W.  richting  en 
maken  bH  het  Dveieehrijden  der  pastaalgrens  (25* 
— 80*  N^r.)  bgna  een  rechten  boek,  toodat  iji  in 
N.0.  richting  gun  en  over  den  Atlantiecben  Oce- 
aan trekken.  De  hnrricanes  komen  in  alle  jaarge- 
tijden, het  meest  in  Juli — Oetober,  voor  en  rich- 
ten aomtöds  verschrikkelSke  verwoeBtiagen  aan. 

Hartado  de  Tolsdo,  LaU,  een  Spaansch 
dichter  en  Bcbryver  der  lOde  eeow,  omelreekE  het 
jaar  1530  te  Toled o  geboren,  was  er  werkiaam 
aU  pastoor  der  kerk  Mn  Vicente  en  oferleed  na 


(1557),  „Cortes  da  la  nnerte"  (1557),  ,3iBtoria 
de  C.  Joseph"  (1589)  en  „Palmeirim  de  Ingla- 
terra"  (1547),  (dit  laatste  werli  is  niet  wker  van 
Burlado,  miuehien  van  den  PortngeeB  Moraea). 
Hart6ri  früdrieh  Smanuü  von,  een  Duitsen 
geschiedschrijver,  den  19den  Maart  1787  te 
Sebaffhaosen  geboren,  stadeerde  te  OOttingen  in 
de  theologie,  werd  in  I80B  predikant  te  Beggin- 
gen.  in  1810  te  LOhningen  en  in  1825  deken  te 
SdiaffhanBen.  Men  beschuldigde  bom  van  Jexnle- 
tisme  en  Papisme,  daar  hij  in  stjn  „Oeschichte 
Papst  lonocenz'  III  und  seiner  Zeitgenossen"  [4 
din.,  1884— 1S42)  de  hitrarchie  en  den  Hiddel- 


eenwBchen  toestand  verdedigde.  Ook  hield  hg  toi- 
tronweijjk  omgane  met  Qörreg  en  Jareke.  ver- 
tegennrooTdlgera  der  ultramontKansche  ricnting. 
Daar  hq  meer  en  meer  verdacht  vrerd  van  kryp- 
to-kat^olieiBme.  •ehreet  hn  ter  verantwoording 
,4)er  Antistes  Hnrter  von  SehaffhauBen  nnd  «eine 
Bogenaonte  AmtabrQder"  (1840).  Dit  baatte  hem 
erater  weinig,  loodat  hg  licb  gedwongen  gevoel- 
de in  1841  ign  beb'ekkiog  neder  te  lemen,  waar- 
na hg  in  1844  te  Rome  den  R.-Eatholieun  gods- 
dienst omhelsde.  Hg  trachtte  deira  stap  te  ver- 
khireo  in  het  geaehrift  ,^flbDrt  nod  Wiederge- 
bart.  Erionervngen  aas  metnem  Leben"  (184^— 
1846,  2  dln,),  In  1846  benoemd  tot  keiierljft  ge- 
schied schrijver  te  Weenen,  werd  hg.  in  1848  kor- 
ten tijd  geschont,  doch  kwam  in  1852  weder  in 
dienst.  Hg  overleed  te  Orati  den  27sten  Angn*- 
tni  1S65.  ZBo  belangrijkste  weA  is:  „Oeschichte 
Ferdinands  II  nnd  »einer  EUUrn"  (1850—1864, 


(1S40),  „Znr  Oeechi(4)te  Waliensteina"  (1855)  ea 
„Wallensteins  vier  lelite  Lehensjabre"  (1862). 

Htu.  Zie  Bitu,  Jokonnit. 

Hasohke,  Oeorg  PkiUfp  Eduard,  «en 
Dnitscb  jurist,  den  2«sten  Jnni  1801  te  Mandan 
^(^Mren,  itodeerde  ett  promoveerde  te  QSttingen 
in  de  rechten,  Nadat  bij  hier  bet  onderwga  van 
Hugo,  te  Berign  dal  «an  Savignjf  genoten  had, 
werd  hjj  in  1^1  privaatdoeent  te  OSItingen,  in 
1824  gewoon  bo(«leei«ai  te  Roitock  en  in  1827 
Ie  Breelau,  waar  hij  eervolle  academische  ambt«n 
bekleedde  en  den  titei  van  „Oebeimer  Justiirat" 
kreeg.  Een  crimineel  proces,  in  1836  wegens  ker- 
kelgie  twisten  tegen  hem  ingesteld,  eindigde  met 
ign  vrgapiaak.  In  1841  trad  hg  op  all  (fireetenr 
van  bet  hoog«te  collie  der  in  1845  ook  door  den 
Staat  erkende  Evan^telisoh  Lnthersehe  Kerk  in 
Pruisen  en  ontving  in  18S2  eerahalve  den  graad 
van  doctor.  Hg  overleed  den  Baten  Februari  1886 
Ie  Breriau.  Behalve  een  groot  aantal  opateUen 
in  tgdsehrilten  leverde  hg  „Stodien  des  rOmï- 
sehen  Rechts"  (1830),  .JMe  Verfaignng  dei  KS- 
niCB  ServjUB  Tnllins.  als  GmndUge  einer  Qt- 
•eniehte  der  rftmisriien  Slaataverfatinng"  (1838), 
een  uitgave  van  het  ,Jnetrumentnm  donationis" 
van  Flaviut  Syxfrophus  (1838),  „Ueber  den  snr 
Zeit  der  Oebnrt  Jesu  gehaltenen  Censua"  (1840), 
„Uaber  das  Reefat  des  Neiam  nnd  daa  alte  rOmi- 
sche  Sdinldrecht"  (1846),  „Ueber  den  Census  nnd 
die  Stenerverfaesong  der  frübern  rSmiieheo  Eai- 
seneit"  (1847)  „Omub.  SeitrSge  zur  Kritik  nnd 
Verstlndnis  seiner  Insütntiooen"  (I8&5),  „Jvria-* 

frudentiae  antejuatinianeae  quae  supennnt" 
IS6I,  5d'e  druk  18S6),  „Jnetiniani  inititntianniB 
libri  IV"  (1868).  „Die  Dekischen  and  aaibelliselien 
Sprachdenkmiler"  ^1856),  ,J)ie  Ignviachen  Ta- 
feln  nebat  den  kleinern  miibrischen  Insehritten" 
(1859),  „Zu  den  altiUliaehen  DUIekten"  (1872), 
„Die  nene  eskisehe  Bleitafel"  (1880),  ,J)as  alte 
rOmisebe  Jabr  and  seine  Tage"  (1869),  „Die 
Mutta  und  dat  Sacramentum"  (1874),  „Daa  Recht 
der  Pnblieianischen  'Klage"  (1874).  „Zur  Pan- 
dektenkritik"  (1875),  .,>Ihe  jflngtt  anfgefBndenen 
BmehatOcke  aua  Schriften  rOm.  Juristen"  (1880) 
en  „Die  Lehie  dee  rfim.  Rechts  vom  Darletin" 
(1882),  Ook  heeft  hij  vele  bndragen  geleverd  in 
onderieheiden  kerkelgke  blatKa  en  tgdMèrittcn, 


DigilizedbyGoOglC 


ïoobIb:  „Was  lebr«t  flottes  Woft  über  die  Bhe- 
wheidan^?"  (1860),  „Dm  Bnch  mit  den  sieben 
Siegeln  in  der  Ofteóbaniuff  8t.  Johannis  V" 
(1860£  en  ,.Die  atreitigen  'Lehren  von  der  Eirche, 
dem  Kirchenamt,  dem  Kiicbsn regiment  nnd  der 
Eirehenregiernag"  (1863). 

Htuemaim,  Theodor,.  een  DnitBch  phaima- 
coIoQg,  <ien  ISden  Januari  1333  te  DettDold  ge- 
boren, Btndeecde  te  QBttingen,  WOnbnrg,  Ber- 
1^  en  Praag,  vestigde  zicti  in  1855  ak  arts  te 
Lippe,  in  1865  als  priïaatdocent  in  de  pharma- 
colM[ie  en  toiolagie  te  GSttingen  en  werd  in 
1873  hoogleeieBT  alda&r.  Hn  schreef:  „Handbueh 
der  gccMoteu  ATineimittellnire"  (3de  drok  1392), 
,  jtandbneh  der  Toiikologie"  (met  tqn  neet  Av- 

rut,  1862—1867),  „THe  PHanzen stoffen"  (kten 
din.,  Sde  diuk  1883— I8M}  en  „Die  EslDiachen 
Phannak(»een  aai  Jhre  VertaEser"  (1899).  Hij 
«Terleed  den  ISden  ï'ebrnari  1901  te  OOttingeD. 
Hnxklsaeii,  Wüliam.  een  Ëngelseli  ataata- 
man,  den  Uden  Maart  1770  in  bet  graateebap 
Worceater  geboren,  kwam  op  jengdigen  leeftijd  te 
Paqis.  Voorstander  Tan  de  Franactie  Revolutie, 
werd  faji  lid  van  de  conBtitntioncele-monarehale 
„clnti  van  1789"  en  waa  hy  een  tegenstander  van 
de  twgiDEelen  der  Jacobijnen.  H^  maakte  naam 
door  een  „DiscDuTB"  in  1790  gehouden  naar  aan- 
leidina;  van  de  nitgifte  der  assignaten.  In  1792 

abjj  all  aecretaris  van  den  Eogelaeben  gezant, 
Oower,  naar  Londen  temg  en  werd  ^^piaatst 
bf  bet  emigrant  eikbureau.  Hier  weid  hg  bekend 
met  Camiing  en  Vitt.  In  1795  werd  hij  eerste  se- 
cretarÏB  van  den  miniater  van  oorlog  ïhmdm  en 
in  1798  door  den  invloed  van  Pitl  lid  van  het 
^rlement.  Daarna  verbiet  Pilt  bem  tol  onder- 


misBaris  van  bel  hsndel^nr«BU.  Bij  het  aftreden 
van  PttI  legde  hg  die  betrekkiogen  neder  (1801) 
en  verloor  in  1802,  bg  de  ontbinding  van  bet 
Farleanent,  xgn  zetel  in  bet  Li^erbnis,  dien  hg 
echter  heraam,  toen  Piti  in  1804  opnieuw  de  teu- 
gela  van  bewind  in  handen  kreeg,  terwql  bij  be- 
noemd wetd  tot  BeeretarLs  der  sMatkamer.  Onder 
bet  ministerie  QrenvüU  moeet  hg  alstand  doen 


n  dat  ambt  (1806),  doch  bij  herkreeg  het  c 
den   hertog   van   Portland   (1807).   Na   die 


tgd 


bleef  hij  steeds  lid  van  het  Parlement,  maar 
Canning  in  1809  de  portefeuille  nederlegde,  nam 
ook  HutkUtoH  lijn  ontslag.  Zoodra  erhiet  eerst- 

K noemde  in  1814  met  een  gezantaebap  naar 
>rtnga]  belast  werd,  liet  HuScUton  zicD^  ot«t- 
hakn  om  direetenc-generaaj  der  bossehen  *en  lid 
van  den  Privy  Couneil  te  worden.  Na  den  dood 
van  Catllereagh  (1822)  w«rd  hg  voorzitter  van 
den  Boaid  of  Trade  en  na  dien  van  Canning 
(1827)  ataatsseereCaris  voor  KoloniBn,  doch  in 
ÏUi  1823  zeide  hg  het  opeiAiaar  leven  vaarwel. 
Hg  is  de  grondlegger  van  een  meer  vrgiinnige 
handelsstaatkuDde.  Hfj  kwam  den  I5den  Septem- 
ber 18S0  bj)  de  opening  van  den  ^Kwrweg  tus- 
flchen  Liverpool  en  Uancbeeter  om  het  leven.  Ben 
bloemleiing  uil  zgn  „Speecbea"  is  in  1881  in  3 
deelen  in  bet  licht  veraohenen. 

■tulT,  Jaeob  Otten,  een  Jfederiandaeh  bouw- 
meester en  teekenaar.  omstreeks  1730  te  Amster- 
dam geboren,  werd  in  176E  lid  van  het  college 
Tan  MttDarders  dei  teekenaeademie  aldaar.  Hij 


»7i 

is  ontwerper  van  het  gebonw  „Felii  Meritis"  te 
Amsterdam  en  heeft  stadhnizengebonwd  leOn>- 
ningen.  Leeuwarden  en  Weesp,  en  werd  bekroond 
voor  zijn  antwoord  op  een  prgsvraae  omtrent  de 
verandering  der  vaarwaters  biJTessel,  nitgMchre- 
ven  door  de  Hollandsehe  Maatschappij  van  Weten- 
achappen.  Butly  overleed  in  1795.  Hij  schreef: 
„Lotgevallen  van  de  Academie  der  teetenkunst  te 
Amsterdam"  (1768)  en  „Bedevoering  over  de 
tempelen  der  Grieken  en  Romeinen"  (1770). 

Hvaly,  Hans  Jaoob,  een  Nedeilandsdi  bouw- 
meester, die  met  zijn  zoon  Hendrik  Huilfi  tua- 
schen   1130  en    1770  vele  prachtige  buizen   te 


terwerken,  in  die  buisen  aanwezig.  Het  voormalig 
Logement  der  Amaterdamsche  af  re  vaardigden,  nn 
het  Ministerie  van  Bnitenlandsdie  Zaken  te  's- 
Oravenhage,  ia  eveneens  «en  werk  dezer  kunste- 
naars. Hendrik  Riuly  was  de  vader  van  Jaeob 
OlUn  Hutljf. 

Husly  Viervant,  Leend«rl,  een  Nederlandseh 
bouwmeester,  omitre^a  1740  te  Arnhem  geboren 
en  in  1790  te  Amsterdam  overleden,  ontwierp 
TcTlers  Hofje  te  iHaarlem,  in  1785  voltooid,  en 
de  kerk  te  Onderkak  aan  den  Amatel,  die  van 
1774  dagteekent. 

■hm,  juister  Hhi  fCzMhiseh  =^  gans],  Jo- 
AonnM,  de  Hervoitner  van  Bohemen,  den  Sden 
Juli  >1369  te  Huainetz  geboren,  als  looji  van  een 
arme  boerenfamilie  alodeerde  sedert  I38S  ie 
Praag,  werd  tot  priester  gewgd,  in  1393  bacca- 
laureus in  de  vrije  kunaten,  in  1894  in  de  theolo. 
gie  en  in  1396  magister  in  de  vrge  kunaten.  In 
1398  begon  hij  voorlezingen  te  bonden  aan  'de 
universiteit  en  was  gedurende  S  maaivden  reetor 
daarvan.  Reeds  bg  een  twistgesprek  in  1399 
bleek,  dat  Russ  het  in  versehillende  opzichten 
met  WieleTa  leer  (zie  Wielef)  eens  was.  Na  zgn 
benoeming  tot  pastoor  der  Bethlehemskerk  te 
Praag  (1402)  trad  hü  steeds  kraebti^t  tegen  de 
verwereldlijking  dar  Eeii  i^.  Toch  ging  bg  in 
den  beginne  niet  buiten  de  perken  der  Kerk  en 
verlan^e  slechts,  dat  door  een  hervonning  der 
Kerk  in  hoofd  en  leden  de  misstanden  zouden 
worden  weggenomen.  Dasmit  is  te  verklaren  dat 
bjj  niet  alleen  de  gunst  van  het  volk,  maai  ook 
dje  van  den  koning  en  den  aartAissabop  genoot. 
Eonin|^  Wentel  benoemde  hem  tot  biechtvader 
van  Tgn  gemalin  en  aartri)iasebop  Sbynke  dioeg 
hem  het  onderzoek  op  naar  het  wonderbloed  van 
Wilmack  en  verbood  op  zgn  aanraden  de  bede- 
vaarten naar  die  p1aal«.  Tot  een  conflict  kwam 
het  eerst  aan  de  universiteit.  Hier  weiden  in 
1403  45  stellingen  uit  de  geaehiitten  van  Widef 
voor  ketterst^  verklaard.  Tevergeefs  hield  Hut» 
To),  dat  die  stellingen  door  Wieleff  niet  geschre- 
ven waren  in  de  beteekenis,  die  men  eraan  gat. 
Slechts  de  Bohomers  kmen  zgn  zijde,  terwijl  de 
drie  overige  naties  het  over  de  veroordeeling  eena 
waren,  die  in  1403  opnienw  uitgespriAen  werd. 
Tegelijkertijd  besliste  koning  Weniel,  ten  einde 
van  de  Praa^sche  universiteit  steun  te  kr^en 
voor  zgn  politiek  jn  i^e  het  pauselijk  schiama, 
dat  de  Boheemsche  natie  in  alle  aangelegenbeden 
der  univertitèit  drie,  d«  overige  drie  naties  (Beie- 
ren, Saksen  «n  Polen)  samen  slechts  Mn  stem 
zouden  bebben.  Het  gevolg  was,  dat  duizenden 


DigilizedbyGoOglC 


S72 


Hues-^soesEiN  iivm-MSXA. 


■tadeatcD  mtt  hnn  hoc^leerareD  Priug  TCTli«t«ii 
en  U  Leipijg  <«d  hoogeHliDoI  stichtUa.  Welk 
tandeel  Huti  md  dit  beiluit  heelt  g(h»d,  ii  niet 
nit  te  luken,  docb  bg  heelt  liter  lell  TeikUud 
het  oitgclokt  t<  bebbên,  en  de  nninriiteit  kooi 
hem  teiitond  oa  d«»  gebeorknii  tot  reetw.  Ook 
de  adel  leluude  lieh  ffrooteDdMlc  Mn  ign  Üde, 
terwijl  d«  geutelgUHto,  die  lieh  in  bui  beuin- 
een  bedreigd  ng,  iteedi  meer  Ugm  hem  «ptiad. 
TengevolM  nn  tbMr  klachten  ontiette  de  urts- 
biuchi^  nem  nit  tl  ign  geeitel^e  bedieningen 
en  wist  ptni  AUxmder  V  «ver  te  tnleo,  io  den 
bul  tan  den  SOeten  Decenlbei  1409  de  Teripni- 
ding  Tin  de  leer  van  WieUf  en  bet  prediken  op 
andere  dan  de  gewone  plaateen  op  itralle  van  ex- 
eommnnieatie  te  Teibieden.  Dien  tenge*  alge  liei 
de  aartibiiKhop  den  ISden  Juli  1410  meer  dan 
200  deelen  Tan  Widefe  werken  «eDbrandea,  en 
toen  hq  daarop  docr  bet  ToIk  gefaoond  werd, 
daagde  Jokaiuu*  XXllI  Btut  naar  Rome,  om 
lieh   te  verdedigen.  Niettegenitaande  alk  voor- 

Snak  Tas  koning,  adel  en  nniTeniteit  werd 
Mt,  omdat  bj  niet  veradienen  waa,  Teroordeeld, 
en  Sbj/nko  qtrak  den  I8den  Juli  den  tuLOTlod 
over  hem  oit.  Hum  kwam  «chter  tteeda  met  meer 
kracht  voor  een  herToimins  der  Kerk  op.  De 
dood  Tan  den  aartrtiiaidiop  [28  8«ptemi>er  1411) 
Terooriaakte  n<^  een  kleinen  itilatand  in  den 
ttnjd. 

Toen  echter  pani  Joltauu*  XXIIl  in  dm 
herfet  T«n  1411  Toor  «en  Smiitodit  tegen  koning 
Laiitlau  van  N^ieli  een  aflaat  aitaenreef,  trad 
BiMë  met  alle  kracht  daartegen  i^.  Er  ontiton- 
den  Tolkiophnpen,  waarig  de  paoaelüke  bollen 
Teitnand  werdui,  loodat  de  nienwe  «artibiiscfaop 
Aünk,  in  opdracht  van  den  pau,  fiwi  mA  nog 
met  DaUinnebap,  de  atad  met  bet  interdict  he- 
dtdgde.  iHentengcTolge  verliet  flua*  IVaag  en 
■am  ign  iBtrdc  op  bnrditen  Tan  bevriende  edel- 
lieden. Dnea  roittgd  gebmikte  hg,  om  ign  deok- 
beeldcB  in  «en  reekt  geKhriften,  waarvan  „De 
eecleaia"  het  meert  beiende  ia,  te  Terepreiden. 
Hg  toonde  lieh  daarin  «en  leerlii^  Taa  Wiehf. 
De  wet  Tan  CArutui  d.  i.  de  Opmbaiing  Ooda  in 
de  Heilige  Schrift,  it  de  ODToorwaardelgke  Tono 
en  bron  Toor  ome  godedienitige  kennia  en  beeft 
een  veel  grootere  autoriteit  dan  de  traditie  der 
Kerk  of  ae  uitspraken  Tan  den  pau.  De  Kerk  Ia 
het  eoo^tlei  der  uitverkorenen  en  niet  de  niter- 
Igke  gemeenaebap  van  hen,  die  den  pau  ali  bon 
oppeAooId,  de  Boomaeh-Eatboli^e  hiSr*icbie 
alB  het  ware  priaaterdom  te  beadunweD.  In  tegen- 
•telling  lot  WieUf  hield  Huai  aan  de  tranastib- 
atantiatie  vaat. 

Toen  het  Condlie  van  Conttani  naderde,  moeat 
ook  de  oploiaiiw  der  kerkelgke  veiwariing  in 
Bobemen  MproeM  worden.  Butt  wai  bereid  lich 
te  verantwoorden.  Koning  Sigitmmnd  gal  hem 
een  vrggeleide  en  drow  drie  BobeemicDe  groo- 
ten  op  "voor  ign  veiligneid  aorg  te  dingen.  Den 
Sden  NoTomber  1414  cwam  hg  te  Coniunx  aaa. 
Daar  hjj  hier  de  mie  laa  en  in  «ledieatiSn  inn 
meening  vrg  nitaprak,  werd  hg  den  38it«n  No- 
vember 1414,  op  Uit  Tan  den  paoi.  geran^n 
genomen  en  den  6den  Deeember  m  het  Domini- 
canerklooeter  ofwealoten.  De  voorspraak  van  den 
Bobeemachen  «Ml  en  de  toorn  van  Sigttmund 
hielpen  nieti.  In  den  nacht  van  Palmionaag  1416 


_.    in  '._    

naar  ign  bnroht  OotUiaben  brengen,  (Aama''(31 
Hei)  naar  het  Fnmciscanenklooiter  te  Conttani. 
Op  de  t^ding  van  ign  gevangenneming  aneld* 
uiat'  ivnend  fltiroi^iiiia  vam  Praag  naar  Con- 
ttani, om  hem  bg  te  etaan.  uU«  aanklagen  vaa 
Hiut  waren  t^  bitterste  Tganden,  waarMder 
ün  Troegere  Tiienif  Sl^kóuu  Poten,  naar 
Citnatani  gekomen.  Baedi  den  4den  Hei  had  bet 
Coneilio  den  peraoon,  de  getehrilten  en  de  leer- 
stellingen van  WieM  vervlookt.  Den  5den,  7dea 
en  Balen  Hei  werd  over  Buaë  beiaadilugd.  Ben 
reekt  atellingeu  nit  ign  geaehriften  weroen  als 
ponten  Tan  aanklacht  voorgelegd.  Tan  sommige 
verklaarde  Biui,  dat  lij  in  ign  getehrilten  met 
TooAwamen,  andere  eike&de  iuj  ala  de  igne  en 
hg  verkltude  lieh  bereid  deie  te  herroepen,  in- 
dien men  hem  uit  den  B^bel  bewees,  dat  ^ 
dwalingen  bevatten.  Zich  onvoorwaardolgk  aan 
het  Concilie  te  onderweipen,  looalt  aommige  le- 
den van  het  Condlie,  die  roimere  opvattinges 
hadden,  maai  voor  ign  ladiealÏHna  terngtcbrik- 
ten,  bem  aanraadden,  weigerda  fiiiBi  bedist. 
Daarop  werd  hg,  ook  door  den  keiier,  om  poli- 


oordeeld.  Het  Tonnia  werd  nc^  denieltden  dag 
voltrokken,  en  fiiui  onderging  met  groote  itano- 
TMtigheid  den  dood  in  do  vlaümen.  Zgn  sterfdag 
werd  in  Bohemen  lan^n  tgd  ala  ren  nationaal 
en  kerkeljik  leett  gevierd  en  eeist  door  de  faei- 
ligTeiklaring  van  Johmtne»  mx  Nepomuk  Ter- 
diongan. 

Ook  all  bevorderaar  der  Cieehtacbe  taal  neemt 
Ïms  een  eerste  plaata  in.  H||  gat  haar  een 
nieawe  ortbognfie,  die  met  weinig  veranderin- 
gen tbani  nog  in  gebroik  ii.  Door  den  meetter- 
uiken  ttgl  van  ign  pieeken,  traetaten  en  brieven 
(Uittra  Jaoa  Hnsé  Sdbrani  cpisy  oeaki,  3  din.. 
Praag  186S— 1888,  wenwe  drok  1903  v.v.)  be- 
hoort hg  tot  da  beite  Ciechiscbe  MhrgveTs,ZgB 
en  anderer  geaohrilten  ign  t«  vinden  ia  de  „Qs- 
toiia  et  monnmenta  Joannis  Huii  et  Hieronjmi 
Pragensit"  (2  dln„  Nearenberg  1558;  nienwe 
vermeerderde  druk  1715).  In  IHS  ii  begonnen 
aan  een  nieuwe  nitgave  der  weiien  van  Hust 
door  FUujhaai. 

Baas,  Jfoonw  «on,  een  Zweedseh  genees- 
kandige,  den  25iten  Oetober  1807  U  Toip  in  He- 
delpad  gebortn,  ttodeeide  te  Upula,  werd  leer- 
aar aan  het  Carolinitcfa  Iwtitant  te  StocUiokn, 
in  1840  eertte  geneadieer  aan  bet  laiareth  al- 
daar.'in  1846  hoogleeraar,  io  1860  ebel  <vaii  de 
ceneeikundige  eonxniMie  en  was  van  1860  tot 
1876  directeni-geneiial  der  Zwesdacfae  ktaoikxin- 
nigengeitichten.  In  1857  vas  hij  in  den  adelstand 
opgenomen.  Hg  overleed  den  ZSsten  ^ril  1890 
te  Stoekholm.  Tan  qjn  geaehriften  Tormelden 
wg:  „Alecboliimus  ebronicu"  (1849— 18S1,  2 
dln.),  „Om  Sverigei  endemi^  sjnkdomar" 
(1851),  „Om  Typbna  och  Trpoidfebenit  tUtistie- 
ka  fOibUIanden  och  beban<ning"  (ISSS)  „SiU- 
irntara  ejnkdomt  fall"  (1856)  en  „Om  Lnngin- 
flammatiüiens  itatistiika  lorhiHanden  odi  bt- 
handling"  (1860). 

BüMtalo  Awni-Pula,  een  Tnrkteh  gene- 
raal en  ttaatnnan,  in  1619  in  het  dorp  JDost-ESi 
bg  Isbarta  (KIein-Ati>)  geboren,  beiocbt  de  mi- 


DigilizedbyGoOglC 


HUSSEIH  AVHI-iPASJA-^HDSUH. 


S78 


1858  ik  luiteitant-kolonel         ..    _ 
yaateAiDg  van  de  BftlkaaptsEen  en  vtn  EaUftt. 
weid  in  1854  eh«f  tsd  4ea  f[«i)«r&lea  «taf 
Ferik  Aehmed-Patja,  wu  brigAde^neroal  oadei 
Omar-Piuja  io  AimeniB  en  werd  m  1856  dir" 
tenr  der  militaire  achool  te  Konetantinopel 
chef  TsD  den  generalen  etal  tan  het  leger. 

1859  Toerde  hg  het  bevel  over  een  tMTisie  ia  den 
oorl»  t^en  de  Montenegijnen;  in  1664 — 1866 
mu  hg  eommaodant  der  Igfwadit  en  plaatareT- 
Tangend  miaiater.  In  1867—1869  dempte  hg  den 
«pBtand  op  Kreta  en  werd  daarop  miniatec  Tan 
(A)tIog.  Na  den  di>od  ran  zgn  b^nnatiger,  Ali- 
Patja  (^ptember  IBTI)  tnoett  hg  Aftreden,  werd 
nur  IiUrta  Teittunen,  tnutr  reeds  in  1878  be- 
noemd tot  gonTeraenr  tui  Sm;nia.  In  dat  Jaar 
ootfing  hfj  de  portefenille  Tan  iHarine,  dawna  die 
Tan  Oorltw,  werd  in  1874  grootTiiier,  maar  onl- 
TJDg  den  25iten  April  1875  ign  ontslag.  Ala  gon- 
vernenr  Tan  Broeasa  knowte  hij  betrekkingen  aan 
met  Midhat-Paija,  nam  in  1876  deal  aan  de  aa- 
menzweriiw  t<f;en  Abd-oel^rix  en  TerTnlde 
daarbij  «n  M  '^^  TOriKffing  Tan  Moerad  een  wetk- 
same  lol.  1^  werd  gednieode  een  ministerraad 
ten  linïie  Tan  MidMt-fmja  door  een  ottieiei, 
Howon-Bei,  in  den  naeht  van  den  15den  vf  den 
Iffden  Jnni  1876  om  het  leTen  gebracht. 

Hiualateit,  dikwqla  ook  BelhUkemietm  [lie 
aldaai)  genoemd,  ie  de  naam  der  aanhangers  Tan 
/oAonnM  Bun  ^xie  aldaar)  in  £ohemen,  wiena 
iHdoodbienging  ben  leer  Terbitfetde,  In  Septem- 
ber 1415  londen  452  Boheemsohe  edellieden  een 
proteat  naar  het  Concilie  Tan  0>natanz  en  iloten 
onderling  een  Tert)ond,  om  de  tt^c  prediking  van 
fiet  woord  Qode  op  bnn  besittingen  te  beaehei- 
men  en  Terordêningen  van  de  l)isschoroen  en  den 
pana  aleehte  in  lomerre  te  erkennen,  alR  zij  orer- 
eeukwaoten  met  de  Bohrift.  Pan»  Jforfintis  F 
wiet  koning  Wetnel  te  bewegen  handelend  tegen 
ben  Op  te  treden;  deze  OTerleed  eehter  den  I6aen 
Augnstne  1419,  .en  ign  broeder  Sigismund  wil- 
lien  de  Hnuieten  niet  ala  koning  ereennen,  daar 
fiq  het  aan  Hittg  Terleende  vrggeleide  geschon- 
den bad.  Een  re^a  tiloedige  oonogen  (Hanieten- 
oorlogen]  was  het  geTolg.  De  Tan  godadienatige 
en  nationale  geeetdrift  teiielde  Hanieten  sloe- 
gen van  1420—1427  alle  aanTallen  der  Dniteehera 
al;  nadat  ig  hg  den  Zïskaberg  (1420),  Pankrati 

il420),  Deoteeh-Srod  (1422),  AnsBig  (1426)  en 
fiets  (1427)  oTenronnen  hadden,  gingen  ig  hon. 
netz^'ds  tot  den  aanval  cTei  en  richtten  in  de  na- 
bnrige  Dnitsehe  landen  geduchte  verwoestingen 
aan.  Hnn  Teldheeien  Ziika  en  Prokopiui  waren 
flinke  legeraanvoerder»,  bedienden  lieh  met  groo- 
te  bekwaamheid  iran  geschat  en  arganieeerden  een 
Toortretlelgk  Toetvolk.  Met  snccea  g<A)rnikten  de 
legert  der  Hnesielen  tot  verdediging  gesdiikte 
wagens  tot  dekking  van  de  Icgerftlaatt  tqdent 
dan  tlag  en  op  marseh. 

Toen  o<A  de  Krnittoeht  tegen  de  Hassieten, 
door  kardinaal  Oeêoritii  geleid,  met  de  nederlaag 
bg  Taos  eindigde  (14  Angnetns  1481),  begon  faet 
Concilie  Tan  fiaael  te  onderhandelen,  hetgeen 
leidde  tot  onderlinge  twieten  bij  de  Hatsieten. 
Van  den  b^inne  af  had  onder  hen  een  gematigde 
en  een  strenge  richting  bettaan;  terwgl  de  ]aat- 
tte  elechts  wilde  laten  geUea,  wnt  de  Sebrift 


nitdnikkelnk  TooiRcbieef,  lieten  de  gematigden 
ook  Tele  dingen  toe,  die  niet  in  de  Schrift  ston- 
den, doch  daarmede  niet  in  ttrgd  waren.  Zg  fie- 
ferkten  hon  ei»clien  tot  de  erkenning  der  Tier 
raagsehe  artikelen  (Jali  1420):  vrge  prediking 
van  Qoda  woord  in  de  Undttaal,  het  AvondmaJ 
beide  gestalten,  het  ontnemen  van 'wereldlijke 
aardtehe  goederen  «an  de  geestelijk- 


amhten  e 


beid,  bettraffing  Tan  gceatelgken  door  wereldlgke 
rechters  wegeni  doooiMiden  en  handelingen  in 
Btrgd  met  Cloda  ToarecAriften.  W^ent  hnn  «iadi 
Tan  den  kelk  (ealix)  ook  voor  leeken  bg  het 
Avondmaal  heetten  ig  CaUxtünen,  wegens  hnn 
eiach  ^et  Avondmaal  dns  in  beide  gestalten  te 
ontvangen  {sub  utraque  specü)  ütraquitteo.  De 
etrengeren  verwierpen  ook  de  leer  van  het  Ta- 
gevnnr,  de  aairiiidding  der  Heiligen,  den  beelden- 
dienet  eni.  Zg  hadden  bnn  stennpnnt  in  de  ves- 
ting Tabor  en  heetten  daarom  Taherieten.  Hon 
eerste  laider  wae  Nikolaia  wm  Btuüiebi,  de 
tweede  Ziska.  Na  dien»  dood  <11  Oetober  1424) 
kooB  de  meerderheid  Pro/eopwt  den  önoU  tot 
leider,  terwgl  een  klein  aantal,  de  loogenaamde 
Weeien  (Orphaniet«i)  londer  «anTOeraar  bleef. 
Teen  no  het  Ooncitie  van  Bsöel  tot  OBderbande- 
len  genoodudt  weed,  gelokte  bet  door  de  I^aag- 
tebe  CMDMetatH  de  gunatigden  tevreden  M 
stellen  (80  Noremba  llS3).  &  leekenkelk  werd 
toegestaan  en  ook  omtrent  de  Trge  prediking  Tan 
Qooa  woord,  bet  gedrag  der  geeetelfjkbeia  eni. 
werden  beloften  gMaan. 

Baanaede  wat  de  eenheid  der  Hntaieten  ver- 
dwenen, want  de  Taborieten  en  Weeoen  weiger- 
den op  deie  Toonraarden  vrede  te  ilniten.  In  de 


nen  ale  afaonderli^e  partij,  doch  doken  later 
ah  Bobeemsriie  Broedere  (zie  aldaar)  weer  op. 
De  Caliitgnen  behielden  de  oTcthand  en  de  Com. 
paetaten  werden  door  den  Landdag  Tan  Iglan 
plerfitJg  bcTettigd  en  door  Sitfitmund  beiworen, 
die  nu  ala  koning  Tan  Bobemen  erkend  werd  (5 
Juli  1436).  Weldra  eefcter  trachtte  hg  de  ^ 
dane  concessies  weder  op  te  beffen,  evenals  ign 
opvolger  AU>reehf  71  (1437-1439).  Na  dient 
dood  ontstond  in  Bobemen  inlk  een  groote  Ter- 
warring,  dat  de  Hnstieten  ia  1458  de  kenze  van 
Qeorge  Podtebrmi  tot  koning  van  Bobemen  wis- 
ten door  te  zettcD.  Wel  i»  wsat  Tcrklaarde  Piut 
U  den  Slaten  iHaart  1462  de  Compactaten  voor 
opgebeven  en  wilde  hö  Qeorge  PodAebrad  alecht» 
dan  erkennen,  indien  ng  lim  verplichtte  de  ket- 
terg  in  Bobemen  nit  te  roeien,  doch  de  tegen 
Bohemen  ondernomen  ^Kruistocht  werd  volkomen 
atgeilagen.  (kk  de  <Eatbolieke  opvolger  van 
Qeorge.  de  Poolaohe  prina  WladiOaw  U  (1471 
-^1516),  moest  op  den  Landdag  te  Kattenberg 
(1485)  de  Compactaten  heaweren,  en  de  Rgksdag 
Tan  1512  atond  aan  de  Bnstieten  en  R.-Katholie- 
ken  gelijke  reehten  toe.  Toen  de  Hervorming  veld 
won,  kwam  er  onder  de  Hnaaieten  een  ecfaeiding; 
Booimigen  keerden  lot  de  Hoederierk  terug,  an- 
deten sloten  zich  bg  de  Protestanten  aan. 

Zie:  /.  Loëerth,  BeitrBge  lur  Qeachichte  der 
Hnswtenkri^e  (1877—1885,  5  dln.). 

Htutnin,  een  atad  in  Sleeewgk,  ligt  aan  de 
Hoeumer  Aa,  4  km.  van  de  Noordzee,  aan  de  - 
^«orlgnen  JOfcek— TOnmng  en  Ehnthom— 'Hvid- 


DigilizedbyGoOglC 


BÏ4 


HUSUM— HÜTIEN. 


ding  en  telt  (1910)  M35  inwoarri.  Men  Yindt 
gedenk  te  ebenen    tooi    Storm   en    Woldiert,    een 
gymnBsinin,  het  d«p4t  toot  d«  op  ttutsdomeinen 
geT&ngen  oeiteis,  groote  wee^arkten,  Teeuitroer 
en  ö<^K'Bterüen. 

Hnssar,  Adolt,  een  Hongaarsdi  beeMhoawer, 
in  1843  te  Neusobl  g^ren,  m»  leerling  vtn 
Femkont  en  Qauer.  BehklTe  t«lT|)ke  porbetten 
T«rvs&idigde  hg  de  gedenk twkenen  Toor  ElitvOi, 
Petm  en  Deak  U  Boed^est.  H|)  etieif  in  1885. 

Hnt,  Bons,  een  Weiierdooper,  werd  te  Hain 
in  FrajikenUnd  gefcoren.  Ala  Terspreider  «n  hro- 
^urea  met  de  Doc^rBche  denkbeelden  bekend 
gewowfen,  wetd  hij  nit  lijn  voonplutt  Yerdre- 
Ten  wegens  ijjn  weigeiing  ign  kind  te  laten 
doopen.  Op  ziJD  iwerftochteo  Inram  hg  in  utn- 
rakiog  met  DsneJL  «n  Thomm  MUnxm;  later  veid 
hjj  een  der  Tori^Bte  TerkoodigerB  tui  de  meeit 
fantastieebe  etüisatieche  deoKbeeldeD,  wat  hem 
in  elrüd  biacbt  met  de  meet  voorzichtigen  onder 
de  wederdoopers.  In  1527  werd  hg  te  Augsbarg 
g«TaBgen  gsDomeni  hg  kwam  in  ign  gevange- 
nis om  het  leren. 

Hatohsson,  Franeit,  de  etiehter  van  de 
whool  dei  z.g.  ScbotBChe  moraalphilosolen.  den 
Saten  Angnatna  1694  in  bet  noorden  -ran  letUnd 
gdboieo,  Btadeenie  te  fllas^vw,  keerde  TerroleüiB 
naar  Ierland  terug,  waar  hg  «enigen  tqd  sIb  ïeer- 
aar  t>g  een  gemeente  van  dissenteia  werkiaam 
waa,  en  begaf  lieh  Toivolgeni  naar  Doblin,  om  er 
een  Bchool  te  atiebten.  In  1720  werd  hg  piofeaear 
te  Olaagow,  waar  hg  in  1747  OTerleed.  Hg 
trachtte  aan  te  toonen.  dat  terwgl  «fj  in  de  on- 
zen wil  bepalende  motieven  twee  groote  groepen 
osderHAeiflen,  die  der  leJfiQchtige  en  Hie  der 
onbaatiachtige,  wg  Btechta  de  laatste  en  d«  daar- 
uit Toortapruitende  handelingen  mogen  goedkea- 
ren  en  dat  zulki  aleehta  op  een  ona  dooi  de  na- 
tunr  ingegeTen  zedelijk  gevoel,  „moial  aenee" 
kan  l>erDaten.  Zgn  gevoelens  zgn  vervat  in  zijn: 
„EsBa;  OD  the  Datnie  and  conduet  of  paationa 
aod  affeetionB"  (1738).  Zg  agn  oiWoeriger  onl- 
wiUceld  in  ign  door  Leeekman  nitgegeven:  „Sva- 
tem  of  morai  pbilosophy"  {1755,  2  db.).  Be- 
langrgk  ia  04A  igoi  „Ew^nirj  jnto  the  original 
of  oor  ideaa  of  beauty  and  virtne"  <1725).  Zijn 
gezamenl^e  werken  ign  in  1772  in  5  deeleo  uit- 
gegeven. 

Zie:  W,  B.  &oU,  FraneiB  Hatdieaon  (1900). 

■ntoblnson, /oAn,  een  EnBelaeh  godgeleer- 
de, in  1674  te  Spenmthorne  (Yorkahire)  gobo- 
len,  aanvaardde  de  betitdiking  ivan  hnishofmeea- 
(er  hg  den  hertog  nm  Somentt,  dien  ba  op  lijn 
reizen  door  Gnropa  vergezelde.  Om  zich  op  de 
theologie  toe  te  leggen,  verliet  hg  den  dienst  van 
den  hertog,  en  deze  bezorgde  hem  bg  Öearge  l 
een  jaargeld  van  200  pond  aterlii^.  In  1724  gaf 
hg  het  eerste  deel  van  „Uoees'  pnneipia"  in  net 
lieht,  waarin  hg  het  sdieppinga verhaal  ran  ifo- 
*e*  Terdedigde  en  bet  stelsel  van  ifeuhni  be- 
streod;  het  2de  deel  verscheen  in  1727.  Verder 
aehreet  hg  nog  een  aantal  andere  werken,  welke 
van  174S  tot  1765  in  13  deelen  verzameld  lijn. 
Hg  overleed  den  28Bten  Angoatus  1737.  Zijn 
godadienstig  stelsel,  dat  vele  aanbangera  {Hut- 
ehiiuoaianÊ}  vond,  ia  het  daidelgkst  -ootwiMceld 
in  de:  „liioagfits  coneeming  religioa"  (174S). 
Daarin  ligt  de  bewering  tot  gioadslag,  dat  de 


Bgbel  da  beginselen  bevat  van  de  ledelgke  wg»- 
b^eerte  en  van  den  warengodsdienat. 

■ntBobanraTter,  WouUr,  een  Neder- 
landacb  toonkunstenaar,  werd  den  15den  Aa^ns- 
tna  1859  te  Rotterdam  geboren,  waar  bg  ign  tq»- 
leiding  genoot  en  onderwgs  ontving  van  €.  voit 
der  Smdt,  F.  Qenuhnm,  Th.  Verhiy  e.a.  Op 
twintigjarigen  leeftgdwerd  hg  i>enoemd  tot  2den 
kapelmeester  van  de  Rotteiaams<die  schntterg. 
waarvan  iga  vader  1^  kapekneeater  waa,  ter- 
wgl hg  tevena  directeur  werd  der  langrereeiu- 
ging  Ëunhonia  en  iets  later  leeiaar  aan  de  Rot- 
terdamaene  muiidiaehool.  In  1890  ontving  bg 
zgn  benoeming  tot  2den  kapelmeester  aan  bet 
Coneeitgebonw  te  Amsterdam  onder  Willem  KeM. 
Hier  bleef  bg  tot  October  1892,  toen  lig  ala  dj- 
leetear  van  het  „Stedelgk  Orkest"  naar  utrecht 
over^ng,  welk«  functie  hg  in  1007  beeft 
veiwiaaud  met  die  van  direetenr  der  Toon- 
kunstinniieksehool  te  Botterdoen.  Huttdunnt^ 
ter  maakt  zieb  vooral  ook  zeer  verdienatelgk 
door  bet  nitvoeren  van  weiken  van  t«)ent- 
vollc  jonge  NedeilanderB.  Van  liin  eompo- 
sitiea  veimelden  wg;  Opna  I  en  2  „Vierhandige 
KlavieiBt ukken".  3  en  4  „Sonaten  voor  viool  en 
piano",  E  „Pianoconcert",  6  „Feestmarich",  7 
„Cone,  oavertnre",  6  „Saite  voor  Orkest".  Hg 
onderscheidde  zieb  ook  als  scbigvcr  over  mniiec 
en  leverde  vele  bgdragen  voor  'verschillende  tgd- 
aehriften.  Voor  „Mannen  en  Vrouwen  van  betee- 
kenia"  bewerkte  bg  de  biogratieön  van  Riehard 
Slraiu  en  Felix  Weingartner.  Afionderlgk  ver- 
sebenen van  hern  „Orkest  en  Oikestapel"  en  oen 
J/onir(.biogratie. 

Hntton,  Übieh  ton,  een  moedig  strgder  voor 
de  vrgbeid  des  geestes  in  den  tgd  der  Herrar- 
ming,  waa  afkomstig  van  een  and  geslacht  welks 
stambnrcht,  Steckelberg  genaamd,  in  Kear-Hcf- 
sen.  3  uur  gaans  ten  laiden  van  Fnlda  lieh  vrr- 
hiet.  Daar  weid  hg  den  21sten  April  1488  ge- 
boren en  genoot  een  weteDselufipeliike  opleiding 
in  bet  klooetei  te  Fulda.  fig  bad  editer  lalk  een 
afteer  van  dra  stand  der  monniken,  dat  hg  in 
1504  de  vlueht  nam  naar  Senlen;  in  1506  ging 
bq  naar  Erfort,  Tanwaar  hem  Rkaginë  volgde  naar 
de  nieuwe  aniversiteit  te  Fiankfoit  aan  de  Oder 
en  naar  Leipzig.  In  1511  bezocht  hg  Wtteuberg, 
waar  hg  een  werk  over  de  dichtkunst  nitgaf.  en 
vertrok  toen  naar  Pavia  tMn  in  de  leehten  te  atn- 
deeren.  Juist  in  dien  t^d  weid  Pavia  veroverd 
door  de  Zwitsers,  bezoldigd  door  keizer  Manwti- 
liaan  I,  en  daar  hij  bg  die  gelegenheid  van  al  het 
igne  beroofd  werd^  vertrdk  hg  naar  Bologna.  Ge- 
brek aan  middelen  om  te  leven  dwong  bem  ia 
1513  dienst  te  nsnen  in  het  keizerlgk  leger,  doch 
hg  bleef  er  eleohta  é&n  jaar.  In  Doitschland  maak- 
te hg  zioh  nu  bekend,  doordien  hg  in  gedichten, 
blieven  en  redevoeringen  ■onderveischooningber. 
tog  Ulriek  von  WUrllemberg  Ban:viel,  omdat  de- 
ze een  zgnei  neven  had  <Httg^raeht.  Z^n  roem 
klom  door  zgn  tnasdienkomBt  in  de  verwikkdii^ 
tan  Reuehlin  met  den  Dominicaner  monnik  Biio§- 
êtmlen  te  Keulen;  hg  sprong  namelgk  voor  den 
vervolgden  lUuehlin  ooor  sgn  hekelschriften 
krachtig  in  de  bres.  Om  ign  vader  genoegen  te 
doen,  ging  bg  in  1512  oogmaalt  naar  ItaliC,  «ra 
in  de  reenten  te  piomoveeren.  Hg  bezocht  ceist 
Rome  en  daarna  Bologna,  dodi  reeds  in   1SI7 


DigilizedbyGoOglC 


HDTPm— HüUBCHRTOB. 


S7S 


kMrde  hj  OTer  Tenetii  niu  lön  nderland  terii^, 
wiar  CtHUfonlü,  de  sehooDe  doehter  tad  Pnitin- 
p«r,  hm  te  Aoffsbnre  uit  oaam  tsd  keiz«T  Maxi- 
miliam  tot  dieoter  lauwerde.  In  It&liS  had  bg 
de  Teneguflde  Terdorveotieid  der  moDniken  lec- 
na  keDBen,  en  dtn  toestand  dei  geeBtelgkheid 
had  bem  met  afEchuw  Tennld.  Nadat  hü  bet  ^e- 
sehrift  tan  LaUTtnliut  Valla:  ,iDt  talsa  eredita 
ementita  donatione  CoDstantini"  in  het  licht  ge- 
landen  had.  dat  hij,  rermoedel^k  uit  apotteruü, 
aan  pan  Leo  X  opdroeg,  trad  hg  in  1518  in 
dieatt  van  den  OBrt^iBBebop  Albreeht  van  Uainx. 
Id  1519  voegde  hg  ziehh|j  net  Swabieeb  Veibo&d 
en  trok  daarmede  ten  itrgde  tegen  i|ja  ouden 
igand,  hertog  Ulfieh  von  Württemherg,  bn  wel- 
ke gelegenbeid  hjj  Frma  «o«  Siekingen  leerde 
keanen.  Na  iiet  eindigen  van  dien  oorlog  ging  hg 
weder  naar  Maini  es  Terrolgens  siar  ijjn  barcht 
9teek«lberg,  waar  bg  met  Mbulp  van  een  haod- 
dmkperï  het  eene  geiehiift  na  het  andere  in  bet 
licht  -zond,  om  <len  hoogmoed  en  4t  ongebonden- 
heid der  priesteit  te  geeselen.  Toen  men  hem  nn 
nit  Bome  i)ij  aartabissehop  Albredtt  aanklaagde, 
Terbond  hS  tieh  openlgJt  met  Lulher,  terwgl  hg 
lich  in  ign  geaeb riften  Tan  de  valkataal  („Oe- 
BpT&ehbflehlein",  „EUg  nnd  Vennshnnng")  be- 
gon te  'bedienen  en  niet  langer  iu  4iet  Latgn. 
achreef.  Toen  hg  neigeas  meer  veilig  wai  voor 
ign  vijanden,  verleende  Front  tron  Siekingen 
hem  een  wijfcplaats  <^  inn  bnreht,  doch  het  voor 
von  Siekingen  ruapspoedig  einde  van  ign  etrjjd 
teg«n  aart^tBKhop  Hiehard  van  Trier,  noodzaak- 
te Von  Hutten  een  ander  toevlocbtsootd  Ie  zoe- 
ken. Hij  hoopte  dit  te  vinden  in  Zwitierland, 
maar  Eratmtu,  die  tevoren  lot  ign  vrienden 
behoord  had,  liet  hem  nergens  met  raat,  loodat 
hg.  van  plaats  tot  plaats  gedreven,  den  2SstMi 
Angnstns  1523  op  bet  eiland  Utnan  inhet  Meer 
van  Zarich  overleed.  Hg  was  «en  der  vrgmoedig- 
ste  en  stoutste  manoea  van  zgn  tgd,  een  voorloo- 
per  der  Hervorming  en  een  steun  voor  Lulker, 
wien  hg  de  grootste  aehting  toedroeg.  Wg  bezit- 
ten van  hem  45  geechriften.  Ben  volledige  vei- 
umelin^  igner  werken,  Toerafgegaan  door  een 
„Index  bibliographicns  Hntteniaaus"  (1S58),  is 
door  Boeking  uitgegeven  <I869— 1870,  7  dln.). 

Htttlen'a  leven  is  bMehrerea  door  D.  F. 
Slraau  (6de  drnk   1895). 

Bnttsntnt.  Zie  Dedsnaad.     ■ 

Hntt^T,  Ltonhard,  een  Protestantseh  godge- 
leerde, in  Januari  1563  te  NelHn*en  hjj  Ulm  g»- 
boren,  stndeerde  te  Sti«atahnig,  Leipztg,  Heidel- 
berg  en  Jena  en  verwierf  op  laatstgenoemde  plaats 
in  1594  den  rang  van  doctor.  Twee  jaar  later 
weid  hij  booglee^aar  te  Witfenberg  en  verdedigde 
de  „Formnla  Concordiae"  tegen  de  Calvinisten. 
Hg  sebi«ef  t^n  de  „Concordia  diseors"  van 
ffoapmvMtis  ign  „Coneordia  codcots"' (1614),  en 
toen  keurvorst  /oAonn  Sigirmvnd  eon  Branifen- 
burg  in  1604  zich  aansloot  aan  de  Hervormde 
Kerk.  deed  hij  inn  „Calvinista  anlieo-poIitienB 
alter"  in  het  li^t  veraehijnen.  Groolen  bgval 
vonden  isionderbeid  ign:  „Oompendium  loeormn 
theologicornm  ei  «cripturis  saeris  et  iibto  Concor- 
diae colleetam"  (1610),  dat  later  hg  herhaling 
gedrukt  werd,  en  „Lod  eommunes  theologie!" 
(1619).  Hjj  overleed  den  23steD  Oetobet  1616.  Hg 
«ai  een  gverig  Tooritander  van  de  govoelens  van 


LufAer,  waarom  Baie  aan  zgn  vowitelling  der 
oud-Luthersche  kerkleer  den  titel  heeft  geqena 
ran  ,^attenis  redivivns". 

Button,  Jame»,  een  Ëngelsch  geoloog,  den 
Sden  Jani  1726  te  Edinbnrgh  gehoren,  studeer- 
de aldaar  en  te  Leiden  in  de  geneeskunde  en 
vestigde  zich  in  1749  op  zgn  huitenverblijt  in 
Berwiekshire  en  later  te  Ëdinbnrgh,  waar  hg 
den  26Bten  Mtert  1797  overleed,  fig  ia  de  grood- 
le^ier  der  i.g.  PlDtonisebe  «diwl,  welke  aan  de 
Neptunische  school  van  A,  Q.  Werner  een  einde 
maakte  (zie  Nepttmitme).  Rulion  wees  aan  hoe 
de  oorspronkeLjJKe  gesteenten,  die  aanvankelijk  in 
een  gloei  end -nloeibaren  toestand  hadden  verkeerd, 
door  de  nit  het  wafet  bezonken  la^en  waren 
heengedron^n,  vooral  op  grond  der  waainemin- 

Èen,  die  hg  met  betrekking  tot  het  graniet  in 
et  Onunpiangebergte  in  1785  had  volbraeht. 
Zija  „Theor;  of  the  earth"  <2  dln.,  1796]  maakte 
weinig  oj^ng,  maar  ign  leerling  Plagfair,  wiene 
„ninstrations  of  the  Hntlonian  tbeor;"  in  1802 
verschenen,  en  Hall  waren  «eitzaam  in  denzelf- 
dcn  geest,  waarna  vooral  LtofoU  von  Baek  in- 

Sing  wiat  te  versdiaffen  aan  het  Flntonisme. 
utlon  schreef  daarenlboven  „Consideratie ds  ob 
the  nature,  qualit;  and  distïnetions  ef  coal  and 
enim"  (1777)  en  „On  the  phllosorii;' of  light, 
heat  and  fite"  {IIH). 

Hntton,  CharUt,  een  Engelsch  wiAundige, 
den  Uden  Aogustua  1737  te  New-Castle  npoB 
Tjne  geboren,  verwierf  dooi  eigen  oefening  een 
gTOote  mate  van  wieknndiee  kennie,  maakte  zich 
bekend  door  zijn  geschrift  over  den  bouw  van 
bruten  en  wend  vervolgens  l>d  van  het  Konink- 
lijk Qenooieehafi  te  Londen  en  hoogleeraar  in  de 
wisknnde  aan  de  Ktminklj^e  Academie  te  Wwd- 
wich,  welke  betrekking  hj)  tot  1807  bekleedde, 
waarna  hg  examinator  dei  OosUIndische  Com- 
pagnie wehl.  Eg  overleed  den  278ten  Januari 
1823  te  Londen,  fiij  heeft  zich  verdienttelgk  ge- 
maakt door  verbeteringen,  bg  de  genie  an  artil- 
lerie aangebracht  en  bepaalde  met  Maikelyne  het 
eerst  (1774—1776)  de  gemiddelde  diehtbeid  der 
aarde  door  meting  der  afwijking  van  den  slinger. 

Hnnroertcr.  Hieronder  verstond  men  In 
vroegeren  tgd  het  geschrift,  wanrbg  bet  sluiten 
van  een  hunrorereenkomst  werd  geconstateerd. 
Tegenwoordig  ie  in  de  Groninger  VeenkoloniBn 
de  benaming  „recht  van  hnnrcertei"  nog  in 
zwang  om  aan  te  duiden  een  rectit  tot  geomik 
van  gronden,  in  eigeDdom  toebehoorende  aan  de 
gemeente  Groningen.  Drae  gemeente  heeft  n.  I. 
sinds  de  17de  eeuw  groote  hoeveelheden  aan  haar 
toebehoorenden  veengrond  te  Boogeund.  Sappe- 
meer,  Fekela,  Stadskanaal  enz.  aan  fiartieulieren 
uitgegeven  om  te  vervenen  en  veivolgens  eifelgk 
te  gèbrniken  tegen  betaling  van  een  jaailijktehe 
bani,  terwgl  ingeval  van  overdracht  van  het 
recht  een  zeker  petcentsjge  van  de  waarde  (twin- 
tigste of  dertigste  penning]  aan  de  stad  Gronin- 
gen moest  worden  iKtaald.  Dit  leeht  bestaat  be- 
den ten  dage  nog  voort  en  is  veiwant  aan  eif- 
paeht  en  betleaiming.  Over  bet  karakter  van  dit 
lecht.  ook  wel  Stademeieiiecht  genoenwl,  be- 
staat veel  verschil  van  gevoelen  en  de  leehtmn- 
id^eitteid,  die  daarnit  vooitvloeit.  heeft  er  toe  ge- 
leid, dat  velschillende  geieehtigden  met  de  ge- 
meente Groningen  overeenkomsten  hébben  aange- 


DigilizedbyGoOglC 


HUUBCSEHTER-«ÜUB  BN  VBBHUUB. 


giu,  wikAg  het  leeht  van  haareerter  «oidt  om. 
gciet  in  een  rtéht  tu  eifpuht. 

Hnnr  «n  varfaanr  u  —  in  rnimcD  lio  ge- 
nomeii  —  een  OTereeitkoBut,  wuutiji  mkuiuI  liet- 
x|j  eenig  roereDi]  cl  onroereiul  goed,  betig  ijjn 
ufceidekrieht  tqdelgk  t^en  betJiDg  ter  beeehik- 
king  TkD  Mn  ftodei  gteU.  Beeda  ip  bet  Bomein- 
i^  recht  oodersdieidde  oen  hmur  Mm  ^oedersm 
en  kuur  van  dieniten,  welke  lutite  weer  onder- 
(eheiden  weid  in  die  weubg  bepuüde  dieail- 
Terriciitingen  het  onderwerp  der  OTereenkomit 
nitmmkkten  en  4ie  wiwbn  het  aanltwkni  op  het 


rentUoat  tm  den  te  verriotten  ftrbeid  (aanneminff 
Yftn  werk).  One  m  1838  ingeroerd  BnsgerlSli 
Wetboek  hoUigde    detetlde   indeeliog  en  «telde 


■•n  hst  booU  Tanden  titd  i.Vui  hnnr  en  iw- 
haar"  de  Iwpaling:  „Er  beetMu  tweederlei  ioot- 
ten  Ten  oTereenkomrien  tid  haar  en  Tertmnr: 
tiaor  Ten  roederen  en  haar  «u  dieniten,  weik  en 
nörnheid".  Na  over  de  hnnr  T&n  goederen  ge- 
handeld te  hebben,  besprak  de  wet  den  eehtei- 
eenTolgens  de  hunr  vtn  dJenetboden  en  werklie- 
den en  de  Msnemlng  tmi  weA.  In  den  loop  der 
tgden  heelt  men  meer  en  meer  ingeiien,  d*t  dete 
Teiiehillende  a^ereenkomiteu  aeer  weinig  ge- 
meen heUien  en  dat  bet  geen  unbereling  ver- 
diend M  onder  één  hoofd  uaea  te  brengeo.  Bij 
de  wgiiging,  die  het  fiurgerlnk  Wetboek  in  1907 
beeft  ondngun,  beeft  men  de  benaming  „hnui 
en  Terfaonr"  dan  ook  beperkt  tot  hnnr  van  goeda- 
ren, en  aandoTro^ere  „hnnr  Tan  dieniten,  werk 
en  ngierbeid"  deo  aatm  gegeren  Tan  „ofereen- 
kmiitea  tot  liet  Terriehten  Tan  aiiieid",  waarran 
de  wiA  dan  twee  hootdtonnen  oodereeheidt:  de 
artieidaOTereenkomit  en  de  aanneming  van  work. 
Hen  lie  -rerder  over  die  OTKeenkomiten  Arbtid»- 


Hnnr  en  teihnur  wordt  lliane  door  de  wet  om- 
■ehrcTen  ali  een  orereenkomst,  wiarbt  de  eene 
partg  lieh  Terbindt  om  de  aodere  bet  genot  eener 
laak  te  doen  hebben  gedurende  een  b^»aalden 
tgd  en  tegen  een  bepuMen  prge,  welken  da  taatgt- 
'gemeMe  aanneemt  te  betatra.  De  overeenkomst  ii 
gesloten  loodra  partgen  bet'  otbi  d«  Toorwaar- 
dén  eens  ign,  ook  xonder  dal  een  getehrift  cp- 

gimaakt  of  de  haardei  In  bet  genot  gesteld  is. 
et  opmaken  Tan  een  BcbTifteil^  bnniconlTaet 
Tetdient  alteen  Mnbereling  nH  een  oogpnnt  Tan 
bew^.  Men  kan  allerlei  «ooit  Tan  goederen,  loo- 
wel  onioerende  ali  roerende.  Terbnren.  De  wet 
Reeft  evenwel  alleen  nadere  tjepsliogen  over  Tet- 
ominf  Tan  onioerende  goederen.  Versehlllende 
Torpliehtingen  tegf  zij  aan  den  verbnoider  en 
(fen  hnnnier  <9,  doeb  de  wettelijke  bepalingen 
gelden  alleen,  voor  soover  partgen  lelf  niet  an- 
ders «gn  OTeieengekomen.  Op  den  verhaurder 
rust  de  veiplitliting  om  bet  verhaarde  goed  aan 
den  bnurder  te  leveren  in  alle  opiiehten  in  goe- 
den staat  van  onderhond  en  verder  om  godoren- 
de  den  bnortjid  alle  reparatién  te  laten  doen, 
noodig  om  het  te  does  dienen  tot  bet  g^ruik 
waartoe  hst  verhanrd  ie.  Bg  vexhaiing  van  hnl- 
len  ijjn  e^tei  geringe  en  dacel^ksdie  iMiaretitn 
voor  rekening  Tan  ilen  bnnidei,  ala  hMdanig  de 
wet  o.  a.  beeehouwt  reparatiSn  aan  winkelkaeten, 
de  «Initing  der  Injken  ol  Uiitden,  de  bmnenalo- 
ten,  de  venatergluen.  Het  eefaoonbonden  van  put- 
ten, regenbakken  en  sekreten  komt  ten  laste  Tan 


den  Teibauxder,  tenrgl  het  sehoonhonden  tui 
sdiooisteasien  ten  laste  Tan  den  baaidei  komt. 
Een  verpliehtÏDg  van  den  verbnnrdei  is  ook  om 
den  hnncder  bet  nstig  genot  van  het  grimnide 
te  doen  hebben,  zoolang  de  tmnr  dnnit.  Hq  moet 
iaataan  voor  gebrAen  van  het  goed,  wette  bet 
Kebmik  veriiinderen,  vA  al  waren  die  gebreken 
hem  bij  het  sluiten  dei  fannr  onbekend,  en  moet 
den  hnarder  schadeloos  stellen  voor  alle  nadeelen, 
door  dia  gebieken  veroorta^t.  Maken  desden  in- 
bienk  op  bet  genot  van  den  haaidei,  sonder  eenig 
recht  te  beweren,  dan  moet  d«  hnudet  lelf  tegen 
die  derden  optreden;  doch  beweert  degene,  die  de 
stoornis  heelt  teweeiradiraAt,  teven*  eenig  reefat 
op  het  verhoovde  goed,  dan  kan  de  linnrder  den 
verhnnidar  in  vrijwaring  roepen  en  moet  de  ver- 


van  den  huurder  rïn  in  hoofdiaak  tweeérlei:  1*. 
om  bet  gehnnnJe  als  «en  goed  hoivrader  en  over- 
eenkomstig tjjn  besteoMning  te  gebiniken;  2*.  om 
den  hnnipqjs  op  de  bepaalde  teimqnen  te  beta- 
len. De  bestemmiig  van  bet  gAemde  bl|^  nit 
de  hunroreieenkomat  of  nit  de  omstandigheden. 
De  hnnrdei  is  aanspnÉelgk  ifooi  alle  schade,  ge- 
durende den  hanitód  aan  het  verimande  toege- 
bradit,  teniij  hjj  bewfjet,  dat  dit  sehade  niet  aan 
1^  adintd  te  wgtea  is.  SehnU  van  de  bnia|e- 
nooten  of  van  personen,  aan  «ie  de  fenutder  agn 
hnui  beeft  ovengedMU,  wordt  als  achnld  Tan  den 
hnnrder  beediouwd.  Voor  brand  is  de  hnnrder 
niet  aaDq)nAelgk,  teug  de  Teihnnider  bmgst, 
dat  de  brand  door  de  •ehaU  Tan  dea  buorder  is 
Teroonwakt.  Qaat  het  goed  door  eenig  tooral 
geheel  te  niet,  dan  Tenalt  de  iDoroTereenkomst 
en  betast  de  hunider  tlechte  over  den  ^d  ge- 
dniende  welken  bg  genot  gdiad  heeft.  Qaat  het 
goed  ten  deete  te  met,  dan  beeft  de  hantder  de 
leni  «ra  Teimindeiing  van  den  hnuprüs  of  ver- 
nietiging der  buDTOverBeiikomat  te  vorderen. 

'Uwlnkt  bij  hoai  van  landergen  de  oogst,  dan 
is,  toolang  niet  de  bahe  oogst  Terlorm  is,  de 
bnurder  tot  betaling  van  den  Tollen  bnnnirns 
gehouden;  is  de  oo^t  geheel  of  Toor  de  hellt 
verloren,  dan  geeft  de  wtt  onder  be{>aalde  om- 
standigheden een  leclit  op  korting.  Bg  de  hnnr- 
oveieendiMnst  kan  evenwel  de  hnurdü  van  dit 
ledit  op  korting  afstand  doen  en  alle  tooTallea 
vooi  ign  rekening  nemen,  hetgeen  inderdaad  bq 
de   meeste   hnmovereenkMoeten   gesebiedt.   Dooi 


e  hnnrder  Tan  bet  recht  op  korting  at- 
._it.  nl  verbieden.  De  hnnider  mis,  in- 
dien tiem  de  bevoegdheid  niet  door  den  veAnnr- 
der  is  toegekend,  net  goed  niet  weder  aan  em 
derde  verfanten;  'alleen  mag  hü,  als  bet  ^huurde 
in  een  huis  of  woning  bestaat,  welke  bj|  sdf  be- 
woont, een  gedeelte  daarvan  onder  ign  verant- 
woordelijkheid aan  een  ander  in  hnnr  afstaan. 
Wat  het  eindigen  der  bunr  betreft,  oDderacheidt 
de  wet  toisehen  idiriftalijke  en  mondelinge  hvw. 
Is  de  hnni  mondeling  aangegaan,  dan  eindigt 
t|j,  ook  al  is  er  een  tgd  bepaald,  eent  wanneer 
de  eene  partg  aan  de  andere  de  hnnr  beeft  op- 
'•exegd,  met  inachtsMning  der  termiinen,  welke 
jet  plaateelgk  gebruik  meebrengt.  Sehriftclüke 
bnar  eindigt  daarentegen  op  den  bepaalden  dag, 


DigilizedbyGoOglC 


HUUR  EN  TOIRHUUR-hHÜWEUJK. 


fi77 


sfok  ioDd«r  dat  w  een  opxegRÏiiK  Doodig  is.  Blglt 
DB  het  eindden  «ener  eehiiitel)^  ungeeaoe 
huur  Je  Jiauijei  in  bet  beait,  dan  autstafit  our- 


3  huur,  waarvan  de  gevolg*     „ 

regeld  wordaa  dooi  <k  artikelen,  tot  uMndelinge 
TerburiuKen  betreklielijt.  iDooi  den  dood  van  den 
TeriiuuideT  of  t&d  den  huoider  eindift  de  hnor 
niet.  Ook  veiioop  van  bet  verliuarae  doet  de 
huniovereen][amst  niet  Tervallen,  maar  de  koo- 
pei  tieedt  in  de  leehten  en  TeipliohtiDgen  Tan 
den  Teihuurdei;  onse  ivet  ^nMtgt  in  dit  opiiebt 
den  ouden  tegel:  „koop  bleekt  geen  baat'. 

De  vret^ever  g«ett  denieabunriei  totwneke- 
ling  van  tqn  Totderingen  op  den  bnardei  een 
voorrecht  i>p  de  viachten,  die  zioh  op  het  ver- 
huurde  bevinden  en  op  hetgeen  dient  tot  Btol- 
feeiing  van  het  gehuurde  huJe  ol  de  landhoere 
en  tot  beboawins  en  gebruik  vui  het  land,  lells 
kl  bdiooit  het  aen  huurder  niet  toe.  In  veittand 
hiermede  verplicht  de  wet  den  hnuider  van  een 
huis  <dit  te  voorzien  van  voldoend  tmieraftd,  bg 
gebreke  waarvan  hy  tot  ontiniraii^  kan  worden 
genoodzaakt,  tenijj  tg  voldoende  lAeiheid  stelt 
voor  de  betaling  der  hnarpenuiugen.  Oveiigena 
tgn  beide  partQen  bevond  om,  iodieD  de  twen- 
paitg  hue  verplichtingen  niet  nakomt,  ontSin- 
oii^  der  haniovereeidoaiat  te  Tordeien. 

HnwsUlk  it  de  volgens  wettelgke  vootschrif- 
ten  MDgegWH  Tereeni^ng  tui  man  en  Trouw 
tot  een  levenslange  en  ongedeelde  gemeeoidiap 
Tan  alle  leTeMonutsDdigheden.  Da  ^ondalagen 
Tao  het  hmreljjk  moeten  UeMe,  aehting  en  we- 
deiieerige  oreigaTe  2Ön.  In  dazen  eisrfi  iigt  op- 
gesloten, dat  het  huwelf^  ign  4>estemmbing  elechts 
all)  ntoDOguute  ^uwel^k  vmi  één  man  met  één 
TioDw)  ToUcMDen  bereiken  kan,  dur  op  deie  wijie 
^een  een  door  wedetiödwdie  sanTulliiig  Tetkre- 
gen  eenheid  denUiaar  is. 

Het  hnwelgk  beeft  niet  alt^d  in  de  tegeawoor. 
dig  heenchende,  gn^eUe  Tormen  bestaan;  loo 
wordt  Tan  de  Scythen,  Aethiopiérs,  Babyloniérg 
en  ook  Tan  sommige  in  Oriecenlsnd  wonende 
atammen,  benebt,  det  zg  geheel  andere  huwelijke 
begrippen  hadden  dan  wij,  faj^T.  Tan  een  algemeen 
prgegefren  der  vrouwen  bg  godsdienstig  feeaten 
te  Babyion.  Ook  in  den  uieuweren  ti^  bestaat 
hg  vele  natuurvolken  een  vig  geslichtelök  ver- 
keer, dat  men  hetaeritme,  vrouugngenteeiueluip 
ot  gemêenêduroêkuwelifk  noont. 

^paalde  leaen  en  gewoonten,  reehtsbegrippen 
en  denkbeelden  «Hntrent  Uoedverwantsabap  trelt 
men  niet  alleen  bg  de  tegeMrooHÜM  natuurvol- 
ken Tan  Atnerika,  Afrika  en  AustraUl  aan,  maar 
ook  bjj  de  bewoners  van  Ond-Eumpa  en  AziB,  loo- 
■Is  birv.  (xntrent  het  geven  twi  den  naam  en  bet 
erlredit  (Tan  beiit,  etand  eni.)  naar  de  moeder 
al  den  oom  van  móederBigde  in  plaats  van  naar 
den  TSidei,  loodat  de  waardigheid  ran  opperhoofd 
niet  op  den  eigen  loon,  moAi  op  den  neet  OTor- 
.  nat.  biX  4>raeht  Boehottn  e.  a.  tot  de  meeniog, 
dat  Vlieger  de  moeder  vrgwel  alganeen  Mn  het 
hoofd  der  familie  iieeft  gestaan,  dat  doe  bet  ma- 
triarehaal  of  moederreekt  aan  bet  patrvrrehaat 
of  vaderreeht  i«  ToorsEgegsan.  Ook  de  oode  ^ 
woonte  der  adoptie  en  eitenning  der  eigen  km- 
deren  door  den  Tader  -wyst  erop,  dat  vroeger  de 
kinderen  eweodom  det  moeder  waren,  wier  naam 
ig  eriden.  Tot  hetaelfde  resultaat  leidden  de  taal- 


kundige studÜD  omtrent  de  beRrwpen  van  de 
verwantsohapsgraden  der  familieleden,  mo  bgv. 
de  zeer  TerHireide  meeuing,  'dat  de  vader  -vol- 
strift  zeen  oloedverwuit  ie  van  ign  kinderen, 
xoodat  oe  kinderen  bg  Aziatische  en  Amerikaan- 
sebe  volken  wel  met  de  verwanten  van  hun  vader, 


de  wtfze  Tan  toespnieii  der  nataarvolken, 
aonen  en  'dochters  dikwijls  in  bet  geheel  niet 
van  neren  en  nichten,  zem  oiet  ram  vroemde  kin- 
deren onderscheiden  worden,  dat  zg,  evenals  de 
vaders  en  moeders,  de  gFOotvaders  en  grootmoe- 
ders, veel  meer  aan  het  griieele  geslaehtegenoot- 
sch^i  gemeen  zgn  geweest.  Volgens  sommigen 
hebben  lich  eerst  lai^amerhand  uit  de  gemeen- 
sohap  groepen  en  paren  algescheMlen,  die  in  po- 
lygfnische,  polyaaarische  ol  monogamische  nn- 
wefgken  begonnen  te  leven,  wat  echter  elecfcta 
kon  geschieden,  wanneer  de  mannen  lieh  door 
root,  gewoonlgk  uit  vrennde  stammen  (lie  exoga- 
mie)  van  Trouwen  mee«tu  maaUen,  waardoor  de 
gewoonte  Tan  alen  braidiool  iveifclaard  zon  ign. 
Tegenover  deae  opTatting  hAben  echter  ande- 
ren, ojfv.  Wettermarek,  erop  geweien,  dat  de 
monogamie  een  xeede  hg  vele  dieren  vooitomen- 
de  verhonding  is,  die  ook  aan  den  mensch  door 
natuorlgke  oon^en,  looals  bet  gelgk  aantal  der 
bekle  geslachten,  moeilöUtetd  Tan  huishoiiding 
en  eigukdomsverhoudingen  en  torene  door  het  se- 
delgk  gevoel  iooig««(lireven  wae  en  <van  oods- 
her  bestaan  beeft,  dat  aan  het  nroortduiend  over- 
wicht van  den  man  in  het  huwelgk  niet  te  twgfe- 
len  valt  en  dat  de  «tfelnUheid  van  namen  en 
waai<digbedeai  in  Tronwelgke  l^n,  de  latere  adop- 
tie der  kinderen  door  den  eigen  vader  en  meer 
dergelgke  gewoonten,  alleen  voortgekomen  ign 
uit  bet  wantrouwen,  dat  tnen  in  de  tronw  der 
vrouwen  stelde.  Welliebt  kunnen  den  beide  te- 
genstrjidige  meeningen  met  dkaoder  in  verband 
worden  gebracht  door  aan  te  Manen,  dat  bg  la- 
gere tKechaviDgstoeatanden  de  monogamie  uit 
gebrek  aan  Taèïbeid  van  den  hnweljjkrfHuid  ge- 
makkdgk  in  toestanden  oveigaat,  du  de  Tron- 
wenguneenschap  nabnkomen.  "Dii  geldt  in  het 
hg««der  van  de  gesbeht8gesootieli*{if)en,  fami- 
lie- of  greepenhnwelgken,  looals  die  onder  den 
naam  Poetudtea  o$  4e  Hsnrai-EUanden  heeraehen, 
en  waarbjj  de  broedera  hna  Tioawen,  de  insters 
haar  mannen  geoMen  hebben.  In  den  weetelgken 
Himalaja,  op  Ceylon  en  eldei«  vindt  men  dik- 
wijle 4---6  bToaders  met  één  >vronw  tot  één  familie 
Teteenig;d,  waarraa  de  oodfte  broeder  bet  hooM 
is;  de  kinderen  onderMiwiden  dan  oudere  en  jon- 
gere vadere.  Êen  dergelj^e  vedmenner^  (polyoK- 


meer  znn.  _ 

Toda,  Kong-Nsni  en  andere  stammen  in  het  Nil- 
gitigebergte,  in  Ttbet,  aan  de  knat  van  Ifalabar, 
bg  de  Eskimo's,  Eoljoeschen,  Anstralisebe  en 
Amerikaaneebe  lódianenstunmen,  bg  de  Herero's 
eni.  (^  Tahiti  bestaan  geheime  genootschappen 
(Arrtou),  wier  leden  hnn  vrouwen  gemeenechap- 
peUik  hebben. 

Bg  de  Oostereehe  volken  vjnden  wg  bgna  ener- 
al  polygamie  en  wel  in  den  Tonn  van  polygynie 
(Teelwijverji),  doeh  meestal  alleen  bg  welgeetel-- 
den;  want  sleets  in  enkele  gorallen  is  de  man 


DigilizedbyGoOglC 


878  HDTO! 

ia  «tut  raecT  dkD  Mn  TroDW  te  ondertiotidtD. 
Zoo  i«  ijj  tiq  d«  CluD«eaen  geoorlootd;  ereneeoB 
il  in  ȟe  BoeddhistiBofae  ctaUn  het  iiooden  v>a 
bvrronweo  toegMtau.  By  de  Penen  wm  lelfi 
*oor  <1«  TorBt«n,  «Tenftli  in  Egypte,  een  iinwelöh 
met  hun  iiutei  geoorloofd,  ieU,  «at  men  ook  bg 
de  Qiieken  (Cimon)  en  oude  Slann  vindt.  De 
toestanden  onder  de  IndiBrt  zgs  urgirel  gelijk 
Mn  die  der  Chineeien,  pt^gamie  is  toegestaan, 
maar  komt  weinig  toot.  Hier  bestaat  bet  one- 
delnke  kinderbawelgk  d. i.  een  huweijjk»- 
verbinlenig  in  de  prilete  jeu|rd.  Ib  Ggnte  was 
de  poIjgamJe  beperkt  en  men  behiiMielde  daar 
de  Trouwen  met  meer  eerbied.  Aan  de  prieitcTs 
wa*  polygamie  veiboden. 

Bq  de  Joden  werd  de  TeelwnTerjj  ook  door 
JfoiM  niet  atgeccbaft;  g«woonlgk  had  de  man 
vier  TTonwen,  twee  weikelgke  en  twee  slavinnen. 
Zonder  eenigen  vorm  van  proeea  kon  hg  Tan 
ign  Trouw  «beiden  en  hjj  was  niet  Terplicht  de 
reralMileae  te  ondeifioaden.  De  «eisjei  werden 
Teiloeht,  lome  tegen  xeer  wcHtderlgke  koopprg- 
len  (lie  1  Samnel  I8  :  21—27).  Eerst  na  de  Ba- 
bjlonisebe  goTangenwtiap  Tmdween  de  poljga- 
mie.  Door  den  ooogeren  ttap  tan  besMiaiJDg 
waarop  d«  Oriekkn  en  Romeinen  stonden,  was 
bg  hes  4e  Trouw  in  twoger  aansien  en  ook  het 
hnwelgk  beter  geragek].  Van  een  «igenluk  fami- 
lieloreD  wat  ooi  e^ter  bq  ben  geen  sprake.  Door 
den  hnn  aangeboren  politieken  gteat  werden  de 
Grieken  tot  mosogamie  gebracht.  Bg  de  Bomei- 
"    '  'lande  de  pogingen  Tan  som. 

te  voeren,  het  ha- 


n  bleef,  niett^enstaand 


mige  keiaers,  de  foljvamie 

well^  mono^amiseh.  Op  liet  coelibaat  werd, 

als  op  het  kinderloos  huweljjk,  tj^dens  ktiMi*Au- 

SuliM,  e«i  boete  gesteld  ipoenae  eoelibatvt  el  or- 
latii},  vrnehtbare  hnwelgken  daarentegen  wa- 
ren ooraMk,  dat  aan  den  man.  en  in  «ommige 
gevallen  ook  aan  de  Tronw,  bepaalde  Toorredrten 
werden  «Mleeod  {jui  liberorum). 

Het  strenge  fiomeineehe  rmAt  erkent  Tan  oade- 
her  aleehts  Mn  soort  van  huwelijk,  de  juMlae  ntip- 
Hae  of  malrimomhtm  jtulum,  bet  wettige  bowe- 
Ijjk,  bg  het  alaiten  waarvan  aan  alle  door  de  wet 
gestelde  eiaehen  waa  ToUaaa.  Dit  hnwel^  was 


badden,  en  taaaeben  leiden  onderling.  Dit  leebt 
misten  de  patriejBia  en  plebejers  atuiTankelgk  on- 
derling,  ioA  de  les  Vattult^  <44S  t.  Chr.)  «tond 
h«t  biMTelük  ook  taneben  deten  toe.  Ook  vreem- 
dell^eo  01  RomeiiMdta  1>nigers  «n  Treemdelin- 
pn  konden  aasTaokelgk  ^een  matrimonium 
jtulurn  alniten.  Een  oonelitntie  van  keiMr  Oaro- 
oaUo,  welke  bepaalde,  d*t  alle  innronen  van  bet 
Bomeinacfae  r^  het  bnigerreeht  aotidMi  hebben, 
maakte  echter  dat  het  eonnobinm  grootendeela 
(iJD  kraebt  verloor.  Verdere  veieisehten  war«ii: 
meerdeijarigbetd  (eonoebeD  mochten  niet  trou- 
wen); toestemming  van  de  partgen  es  dengene 
in  wiena  maeht  deien  stonden,  weüte  toestemming 
later  niet  willekenrig  modht  worden  osttioadeD, 
en  het  beait  van  de  ^oUe  veietandeljike  vermo- 
gens. Dwang  tot  huwelijk  waa  Terboden,  terwijl 
verder  als  beletsel  gold  te  nanwe  bloedverwant- 
sebap  en  g«weien  swagerachap.  In  het  wettige 
Riniieinariie  buweljjk  waren  ten  opzichte  Tan  de 
verhouding  der  Tionw   tot  den  man   tweeflrlei 


toestaoden  mogelgk,  n.  1.  dat  ig  en  haar  Ternio- 
gen  met  het  buwelgk  geraakte  in  de  maebt  Tan 
Oen  man  fin  monum  eonventio),  waarToor  een  af- 
londerlgke  handeling  noodig  wat  en  waardoor  lü 
ten  opiichte  van  bet  erfrecht  tnet  een  doefater 
werd  gelgkgeBteid,  of  dat  tjj  bleef  Jn  de  maebt 
van  baar  Tader  of  grootvader  ftii  palria  fotalo' 
U).  In  het  eerste  gvnl  bad  er  o^rvolging  onder 
algemeenen  titel  plaats,  d..w.  i.  al  haar  goederen 
gingen  over  aan  den  man  —  met  nitaondering 
echter  Tan  baar  schulden.  Bij  een  bnwelük  met 
tn  nMmm  eonventio  heette  oe  vrouw  mater  fa- 
müiiu,  terwjjl  ly  in  het  andere  geval,  in  tegen- 
stelling niet  het  malrwwnium  jtutum  genoemd 
fna'n'mont'utn  jarit  genlium,  uxor  weid  genoemd. 
Later,  met  het  verdrwijnen  van  den  mattut,  kreeg 
baar  echtgenoot  elecbts  die  refhten  van  beheer  en 
bewaring,  welke  hem  door  liJn  vroaw  waren 
toegestaan,  beUü  dadel^k  bg  bel  eluiten  van  het 
hDwelgk,  hetij)  later. 

Een  gebeele  ot  gedecllelökt  gemeeoichap  Tan 
goederen  kent  bet  Romeineehe  leeht  niet,  maar 
van  oadsfaer  werd  vanwege  de  vroow  aan  den 
man  een  hmTelöksgeaebenk  {dot)  gegeven,  ter  te- 
gemoetkoming aan  de  kosten  der  baishoodinff,  OB 
later  ook  vanwege  den  man  aan  de  vrouw  (dona- 
tio  propUr  nupltai  ol  do»  lütera^^  wuraAü°lÜk 
met  dit  doel  gegeTen,  dat  er  ^It^fd  iets  voor  de 
Tiouw  aou  ovei£ljjven.  Door  een  ediet  van  den 
praetor  rerknven  d<  eeblgenooten  het  later  door 
net  ju»  eivile  Sevestigde  recht,  om  elkaar  bg  ont- 
Btentenis  van  erfgenamen,  met  uit«lniting  Tan 
den  staat,  als  erfgenaam  op  te  volgen. 

Tödene  keizer  AaguttiU  ontitond  nog,  ter  be- 
Tordeiiog  van  het  aanital  geboorten,  het  i.  g. 
eoneuMnoai.  een  verhintenis,  die,  hoewel  feitelqt 
een  fanwelija,  in  zooverre  daarTan  TersehiMe,  dat 
de  eoneubina  geen  uror  was  en  ten  alen  tgde 
kon  worden  TSrlaten;  de  kinderen  nit  lulk  een 
gemeenschap  geboren  misten  in  enkele  gevallen 
voorrechten  in  bet  erfTccht.  Hot  kon  door  een 
wettig  huwelijk  gevolgd  worden,  waardoor  tevens 
de  kinderen,  nit  die  verbintenie  gesproten,  gewet- 
tigd werden.  Dit  concubinaat,  dsrt  m  vderlei  op- 
lioht  verschilt  van  wat  wg  heden  ten  dage  onder 
dit  woord  verstaan,  werd  echter  door  de  christe- 
lijke keiiera  met  minder  gnnitige  oogen  aange- 
tien;  door  keiaer  CofwtorUimu  tegengewern, 
werd  bet  nog  door  Jurijnioiuu  als  een  geoor- 
loofde gemoeniehap  boitcn  bet  huwelijk  (Ueila 
eonmtetudo)  beschouwd,  om  tenslotte  in  de  9de 
eeuw  door  keiaer  L»o  PhÜoaopkut  te  worden  Ter- 


bemium  en  had  geenerlei  reebt^effolgeo  dan  al- 
leen, dat  het  Toor  de  kinderen,  nit  lulk  een  hn- 
welj^  ffcaproten,  na  Trglating  ala  een  bnwelgka- 
beletsef  goild. 

Bg  de  C>«].Oerm«antcbe  "rolken  was  de  pol^- 
gume  geoorloofd,  doeh  kwam  alet^la  weinig 
voor.  I^  Germanen  stonden  bekend  «n  bun 
hiiweli|k8traaw  en  om  de  «ware  ttraffen,  die  <^ 
het  schenden  daarvan  gesteld  waren.  Bg  aom- 
mige  etaminen  bestond  de  gewoonte,  dat  allem 
maagden,  ceen  weduwen  mocbten  tioawen. 

Steunende  op  Teraebillende  uitspraken  Taa 
Ohrittiu  en  de  Apostelen,  erkende  de  Chiistelgke 


DigilizedbyGoOglC 


Kerk  tkh  clou  beginiu  «I  slecht)  i)e  monogamie, 
ia  lelfB  werd  of  gioai  Tsn  Bpbeu  5 ;  82,  wmu 
bet  liDwelvk  m»  fturyii^fw  genoemd  wordt  — 
iit  de  Volf  ata  met  «aerammtwn  Tertaald  —  aan 
bet  hairel^k  bet  praedieaat  Êoeramentum  ver- 
leend,  en  nog  hedeD  erkentdeR-EathoUeke  Kerk 
bel  JiDwelgk  als  één  der  teren  «aeramenten.  Van 
itiet  bljjrende  beteekenis  wae  in  de  eerste  t^den 
Tan  bet  ChiiRtendom  bet  oTeidreren  paiisme,  dal 
alle  linneli^beid  en  doB  ook  het  geilaehfelök 
Terkeer  ate  iets  zondig  fjeEchonwde,  en  bet  ha- 
welök  eigelijk  ele<Ata  als  een  noodzakel^k  kwaad 
duldde.  Eerel  in  de  Middeleeuwen  Toiröde  lieb 
in  bet  htrwedi^  «en  Iamili«leie]].  Het  conenbinaat 
werd  dooi  een  rgk^verordening  in  1517  voor  on- 
ledelgk  en  geraatlgk  TSiklaanl. 

NaMt  bet  gewone  bnwelnk  k^mt  bij  de  Oei- 
maanselie  volkeren  do^  bet  bawelijk  met  de  lin- 
kerbADd  (morganalnièn  hawel^k,  fnalnsHmium 
ad  morgwtaUèom,  mafrMHMmiffi  ad  Ugem  tali- 
eam)  toot,  waarbü  d«  Tioaw  niet  den  lana  en 
den  stand  van  den  man  ideell  en  de  kinderen 
geen  Tolle  rechten  fbijr.  erfredhf)  hebben.  Oor 
spronkelük  lot  het  baweljjk  Tan  een  Trije  met 
een  onTröe  beperkt,  komt  bet  morMsatiiKb  bu- 
welnk  Ibane  nog  bü  den  boagen  adel  Toot.  Bij 
de  Mohemmedanen  beereeitt  poljernie,  dodh  al- 
leen onder  de  rgke  klassen.  De  rqKe  Tnrk  heefi 
volgcM  de  nitnira«k  van  de  Tierde  soere  tsd  den 
Koran,  gewoonlqk  Tier  Trouwen  en  t>OTendien  oog 
slavinnen,  die  terens  eoncubinen  ign.  Da  Monno- 
Den  besohonwen  de  polygamie  als  een  Qoddelgkc 
inslellin^. 

Het  hawelgk  ij  juridiaeh  «en  trargeiiqhe  han- 
deling —  geen  gewoon  contmet,  waarTan  bet  in 
aapd  en  geToInn  Teraehilt  —  die  op  foimeele 
wtjae  tot  «laiid  komt  o«n  haar  Tèralrekkenijen 
inrloed  op  den  bniig«rlgken  «(ut  der  eebtgenoo- 
ten,  op  boD  familie-  en  Termogen  sieehlen,  too- 
mede  op  de  rechten  van  de  kinderen  die  uit  dat 
hnwelgc  geboren  worden.  Wg  laten  bier  de  voor- 
naamete  beginselen  ^an  het  Noderlandsehe  bn- 
_  .„u._  ....      jj^j^    Qjj^  wet  et  ■■ 

,k  alleen  beeebonwt    _ 

itsndpnnt,  als  bnrgerl^ke  inatelliag,  onsfhan«e- 
Ijjk  van  de  beeclüu  wingen  van  een  of  ander 
kerkgenootschap.  Zg  belet  niet,  dat  de  aanetaan- 
de  -eehtgenooten  bet  als  sacrament  laten  (leilageD 
door  keikelnke  plechti^ieden,  alleen  TeAiedt  ig, 
dat  dergdiJRe  ^ecbtiglieden  plaats  bobben  tMf 
de  Toltt^klng  Tan  bet  bnngerl^k  buwel^,  en 
aan  dit  Terboa  set  ij)  kradil  bg  door  de  bedrei- 
ging Tan  «Irat  tegen  geectelüken,  die  tol  bet  elni- 
teo  Tan  het  zoogenaamd  keikel^  bnwel^  o*er- 
saan,  voordat  hnn  Tan  de  voltrekking  Tan  het 
bDweljjk  dooi  de  bnrgerlike  oTeibeid  geblden 
is.  De  wet  liet  in  bet  howelSk  een  Tei«ani^i^ 
Tan  één  man  «□  één  Troaw,  Tot  het  weien  dier 
Tereeniging  behoort  de  Tolkomen  Trije  toestem- 
ming der  partüen.  Dit  beginsel  worm  ook  con- 
seqnent  gAandhaafd  in  de  bepaliiK,  dat  —  ma 
afwgking  Tan  het  bier  rroeger  geldend  ood-Hol- 
lanikch  i«eht  —  tionwbelolten  geen  reohtflTorde- 
ring  goTen,  nodi  tot  het  aangaan  Tan  het  hnwe- 
Igk,  nodi  tol  sehadarergoeding  wegens  het  T«r- 
breken  dier  belotten.  JJleen  tan  beritel  Tan  bet 
wetkelgk  geleden  Teilies  gsTraagd  worden,  loo  na 
de  eerste  afkondi^Dg  van  bet  bnwelijk  de  «ene 


partg  lid  zonder  aannemelgOce  reden  terugtrekt. 
Zeer  nanwkenrig  worden  de  Tereiscbten  tot  bet 
aangaan  Tan  een  taaweli^  door  de  wet  omsohre- 
TCD.  Volitrekte  beletselen  tegen  bet  aangaan  Tan 
een  hnweliik  in  bet  algemeen,  althans  tgdel^, 
ign:  1*.  Het  nog  tiestaand  bawelyk  Tan  één  der 
aanstaande  eehtgenooten,  omdat  bigamie  (lie  al- 
daar] hier  Terboden  en  zelfs  strafbaar  is.  79.  Hel 
gemis  Tan  den  Tereisohten  ouderdom,  tooi  een 
man  IS,  toot  een  Trouw  16  jaren  "-  teug  de 
Koning  bierman  rfupenealte  (aie  aldaar)  Terleent. 
3".  De  Tronw  moet  SOO  dagen  na  de  ontbinding 
Tan  een  vorig  howel^  waditen,  Toordal  zij  een 
Tolgend  kan  aangaan,  omdat  bestasode  zwanger- 
sehap  andere  aanleiding  zou  kunnen  goTen  tot  de 
zoogenaanfde  bloedvermenging,  eonfuiio  êongui- 
nii.  4*.  De  niet'^errnlling  der  miUtiepliehten.  — 
Betrekkelgke  beletselen  ten  opzichte  tan  bepaal- 
de penonen  zijn:  I*.  Te  nanwe  bloed rerwairt- 
scha»  of  zwslgerschap.  Volstrekt  en  onTooiwaai- 
deliiHt  is  tot  bnwelijk  veAoden  loss^en  allen, 
die  elkajadei  in  de  ^gaande  en  nederdalende  li- 
nie, ten  geTolge  van  wettige  of  onwettige  ge- 
boorte door  bloed veFwant«ebap.  of  aanhnweïjjking 
bestaan,  tnseeben  broeder  en  zoster.  wettig  oT 
onwettig,  hahe  ot  volle;  'Toorwaaidelgk  bestaat 
bet  Toitod  Toor  «ehoonfcroeder  en  scboounster, 
wettig  ol  onwettig,  tnascben  oom,  oodoom  en 
niobt  of  aebtemiwt,  en  tueschen  moei  of  ond- 
moei  en  neef  of  aehterneet.  De  koning  kan  toot 
de  laatete  kla«se  om  gewichtige  redenen  dispan- 
salie  Tan  hel  Tcrbod  Terleeneo.  2*.  Het  bg  vonnis 
geconstaleerd  oTern>el  bc^t  bet  sluiten  van  een 
later  hnwelgk  tasaeben  de  overspeligen.  8*.  EtoiI- 
leer  ie  een  vroeger  door  echtadieiding  ontbonden 
bawel^  een  beletsel  tegen  een  later  huwelqk 
tnmehen  dezelfde  partgen  (niet  de  ontbinding  na 
sebriding  Tan  tafel  en  bed). 

De  wet  vordert  tot  bet  beelaan  Tan  het  hnwe- 
Igk,  bebalTe  de  volkomen  rr^e  toestonming  der 
aanstaande  ecbigenooten,  vrg  Tan  alle  dwaling 
en  dwang,  «oom  ook  de  toeetemmiiig  Tan  ande-  . 
ren.  Minderjarige  wettige  kinderen  odoenen  in 
bet  algemeen  de  toesteoHning  hunner  beide 
oDders.  Is  een  Tan  beiden  overleden  o(  in  de  on- 
mogelgklienl  ign  wil  te  Terklaren  dan  kan  T<d- 
staan  worden  met  de  toestemming  Tan  den  an- 
deren onder.  Gemis  van  loestesneunr  als  hieilw- 
ven  omschreTon  vetbindert  bet  bowdgli  zelfa  alt 
een  van  beido  of  beide  ouders  Tan  de  onderl^e 
madil  ontboTen  zgn. 

Z|}n  de  ondere  beide  ot  een  van  beide  van  de 
onderllike  macbt  onthoTen  of  daamit  ontzet,  daii 
is  boTendien,  indien  een  Toogd  benoemd  ie,  diens 
toeeteomiiog  noodig.  Indien  echter  de  Toogd  of 
toeziende  Toogd  of  de  van  de  ooderlgke  maebt  of 
Tan  de  Toogdg  ontzette  vader  of  moeder  de  in 
het  algemeen  Tereischte  toestemming  weigeil  of 
zich  niet  ToAlaart,  kan  de  kantonvecbtei, 
binnen  wiens  urortdissement  de  woonplaats  van 
den  minderjarige  is  gelegen  de  veraeebte  toe- 
ilemming  geven,  mits  de  onders,  voor  zoover  zn 
iriet  Tan  de  oaderlgke  macht  of  Tan  de  voogdg 
ontzet  zgn   toeiteBuning  belri>en  Terleend. 

Zgn  beido  onders  overleden  of  op  andere  wjpe 
rerbinderd  hun  wil  te  verklaren  dan  is  de  toe- 
stemming van  alle  in  leven  zgnde  grootonderA  en 
ien  vereitehl.   Teniü    deze   dien   eenparig 


DigilizedbyGoOglC 


wsigeien,  il  er  du  «ehter  bn  weigering  btto«p 
op  den  ktntoDreehW.  Zgn  ula  grootooden  en 
ouden  TeihiDdeid  faan  wil  te  -rerkUren  ita  is 
alleen  ie  toeitemmiog  der  roogden  Tereisetit  doch 
de  iniDderjuiee  k*n  steeds  in  beroep  gun  hg 
den  kanton  reen  ter.  ïeeider juinen  benoeTen  tot 
30  jaren  do  toeeteinming  geJQkelgk  tui  beide 
ouders;  wordt  de»  gerweifferd,  <Un  kan  deiniet- 
tesHu  het  howelgk  TottraAen  worden  na  imk- 
roepen  tnasebeakutMt  van  <len  kantonrechter.  De 
beulingen  betreffende  toeetemming  Toor  natuur. 
l|)ke  kinderen  Ternieht,  lyn  eenigBiiiM  afwgkend, 
men  zie  hieromtrent  de  artt.  97  en  98  Tan  bet 
Burgertak  Wetboek. 

De  aaoetaaode  edrtgenooten  noeten  Tan  hun 
rooritemen  aamgitte  doen  Vq  den  Hibtenaar  Tan 
den  Burgerl^eo  Stand  ter  woonpUatt  Tan  een 
hunner.  Op  die  aangifte  yoImb  twee  openbare 
afcoDdigingen  Tan  het  buwdgk  ter  woonplaat- 
■en  T>n  de  aaottaande  eeht^eiwoten,  en  hUi  op 
hun  vroegere,  wo  ig  d«  laatete  nog  geen  lei 
maanden  gehad  hebben.  Van  de  tweede  atkoodi- 
cing  kan  diepeiwatie  verleend  worden  door  den 
Koning  of  den  Officier  van  Jntitie.  Verloopt 
een  jaar  na  de  eerite  afkondiging,  under  dat 
het  Ëuwelgk  voltiokken  ii,  dan  ign  de  afkondi- 
gingen TerTallen.  Ter  tooikofning  Tan  een  hawe- 
^k,  «aarteseD  eenig  iwletael  beetaat,  geeft  de 
wet  gelagenneid,  om  dautegen  beiwaren  in  te 
breqgaa,  nel  t«  ituiten.  De  radenen  van  ituiting 
•n  «  personen,  bsroagd  om  die  te  doen  gelden, 
narden  naawkedric  Ïd  de  wet  opgeBOmd.  Ook  het 
Openbaar  Miniiterie  ie  aomi  tot  itniting  van  een 
hnwelSk  Terpüdit  en  iMToegd.  Ovei  de  reehtm» 
tigïeid  der  itniting  oordeelt  de  reeb  ter;  de 
ambtenaar  mag  bet  huwelijk  niet  voltrekken, 
voordat  de  atuitinff  vigwillig  of  bjj  vonnia  ie  op- 
gefacrren.  VMr  de  voltrekking  moeten  de  noodige 
(tukken  den  aidbtenaat  worden  overgelegd,  waar- 
nit  blijkt,  dat  «an  de  vereiachten  nieti  ontbreekt; 
weigert  de  ambtenaar  op  grond  van  het  omol- 
doende  dier  «tvUien  tot  de  voltrekking  over  te 
gaan,  dan  moet  vooraf  een  gen oe^aam verklaring 
van  den  rechter  worden  uiteelokt.  De  voltieUing 
van  het  huwel^  moet  Menieden  voor  den  amb- 
tenaar van  den  Bawertöten  Stand  ter  plaatK 
waar  de  aan^fte  geaohiedde,  in  het  openbaar  ten 
gemeentehniie  —  bebonden*  in  enkele  gmaUea, 
dat  IQ  in  een  byiondei  huis  kan  plaats  hebben 
—  en  in  tegenwoordigheid  Tan  minitena  twee  en 
hoogstens  vier  getuigen. 

De  aanstaande  echtgenooten  moeten  in  persoon 
Ters^ijnen  om  hnn  toeetemming  te  geven;  met 
veigunninc  dea  Eoningi  kan  men  zich  laten  ver- 
tegen wootoigen  door  een  bg  authentieke  acte 
durtoe  aangestekkn  epecialeo  kathebber  (kutee- 
tak  met  den  hmiUeluttH).  De  eigenigke  voltiek- 
king  beetaat  in  de  vwiklaring  van  den  amUe- 
naar,  dat  de  aanatunde  etbteenooten  man  en 
vrouw  tgn,  wdke  nitspiwtk  vMgt  op  de  toeittn- 
mende  beantwoording  door  biudegom  eo  bruid 
gegeven  op  ign  vraag  of  ig  elkander  aannemen 
als  man  en  vromr.  TerttoM  na  die  verklaring 
wordt  van  ds  pleehtigheid  de  kmeelykaakle  op- 

g:maakt  en  ingeechraven  in  de  AtiweJvit«re^(«ra. 
et  huwelgk,  voltrokken  in  strgd  met  verHieh- 
ten,  door  de  wet  ^teh),  Itfdt  veetal  aan  een  oor- 
nak  van  nietigheid;  maar  dat  hnwelgk  ia  tocb 


niet  T«n  leU  nietig  —  alt^d  moet  de  nteli^ver- 
klarinff  er  van  dMr  des  rechter  «otdei  uitge- 
spnAen.  Bn  ook  hier  ign  bepa^  de  redenen, 
waarom,  en  de  personen,  door  wie  die  nietigheid  ge- 
vraagd kan  worden,  engeaomd.  Een  nietig  ver- 
klaanl  hnwelgk  beboodt  ign  gewolgea  tot  0{i  bet 
oogenUik  der  ontbinding,  altbant  ten  opiiehte 
van  ben,  die  volkomen  te  goeder  tronw  oeU)en 
griiandeld,  en  ook  ten  ofaivite  van  hnn  afstam- 
melingen. 

Het   huwelijk  beeft  svwiehüge  gevolgen.   De 
ecfatgenooten  ijjn  elkander  wedmeerig  getrou 


hun  msDderjarige  kinderen.  Maar  de  man  wordt 
het  hoofd  (Mr  Mhtvereeniging,  behat  met  en  al- 
leen gereehtifd'tot  bet  bebeer  der  MDeeniebap- 
pelgke  goederen  en  de  nitoeteniig  att  ooderlgke 
mauat;  ijjn  wooaplaala  wordt  in  den  lin  der  wet 
die  der  vronw.  De  man  verleent  beaehermingeo  on- 
derhond naar  stand  an  vermogen  aan  de  vronw;  de- 
ze il  hem  gehoonaamheid  veraeholdigd.  Zg  oKtet 
hem  volgen,  hg  haar  overal  ontvangen.  Over  en 
wéér  kunnen  man  en  vrouw  elkaadeta  erfge- 
naam worden  volgene  testament  of  volgena  de 
wet;  het  doen  van  schenkingen,  de  een  aan  den 
ander,  cedvrende  het  hmrelm  ia  verboden. 

Het  nnwdgk  maakt  de  eebtgenooten,  voor  loo- 
Ter  ig  het  nog  niet  waien,  meerderjarig.  Oveii- 
gene  Tarmeenlert  bet  de  faandelingwevoegdbeid 
van  den  mu  en  vermindert  die  van  de  meerder- 
jarige Trouw.  DtK  ketnt  onder  de  madit  Tan  baar 
man,  de  mariUde  maekt.  Zjj  wordt  onbevoegd  om 
in  en  hniten  rechten  ter  sake  van  burgerlijke  ban- 
delinf^n  op  te  treden  aonder  lijn  machtiging  — 
of,  bn  gebrdce  daarvan,  maehtigng  van  den  redi- 
ter.  De  man  heeft  bet  bebeer  der  goederea  van  de 
gemeeniebap,  ook  dat  vm  de  goeiteren,  der  vrauw 
persoonlijk  toebehoorende:  ig  mag  londer  hem 
nieti  vervreemden,  verpaadea,  vermilen  of  «dten- 


die  ig  doet  als  openbare  koopvronw,  «i  voor  de 

Sewone  uitgaven,  die  de  huiehonding  betreffen; 
e  man  ^  "^     '■  •■  ^ "-  "  —  --'-  ''■-  -'-• 

(reuen.   Voor   het  maken   van^oitentê  wilsbe- 
schikkingen heeft  de  vrouw  geen  maditiging  noo- 

Niet  alleen  op  het  bebeer  en  de  bandellBga- 
boToegdheid.  maar  ook  op  den  eigendom  van  de  . 
goederen  der  eebtgenooten  heeft  net  hnwelgk  in- 
vloed. Voonoover  n.  I.  de  eebtgenooten  vUr  bet 
hnwelgk  geen  andere  bepalingen  by  huwriüksehe 
Toorwaaiden  gemaakt  bebben,  woidt  ten  gevolge 
van  bet  hnwelök  alles  tusscben  de  eehlgniooteu 
gemeen.  Deze  teeUelfiAe  g«metiaekap  m  * 


goederen;  het  actief,  loowel  ala  het  passief;  de 
KdiuMen  zoowel  van  voor  all  die  na  het  hnwelgk 
i;  alle  TOOideelen  «i  latten,  aUe  winsten 
TerliewD.  AJlea  blijft  geme»  gedurende 
de  gemeenichap;  paa  na  bür  ODtbiadiag  —  niet 
te  Terwarren  mot  de  ontbinding  Tan  bet  buwelgk 
—  komt  ei  een  aeheiding  en  verdeeling  te  pat. 
De  man  heeft  het  b^eer  der  gemeenediap  ah 
hoofd  der  echtvereeniging;  lelfi  nandelt  kj)  met 


D,o,l,zedb,GoOgle 


de  gemeen  Mfa&pigosdereii  meesUl  ale  eenig  cife- 
nur.  By  ontstenteniB  tib  den  Dun  kaa  de  Trom 
met  maehtiging  vtn  dta  rechter  Toor  bet  beheer 
d«  gemeeiud^  optreden.  De  Imwel^wemecD- 
sAap  wordt  ontWideiL:  1.  door  de  ontbinding 
TRn  oet  hnwelnk;  2.  door  «^iding  ya.ii  tafel  en 
bad;  8.  door  eMeiding  vu  goederen.  De  gemeen- 
t^ftp  is  nn  loigemukt  en  hur  «erfcing  hondt 
op;  Daide  partgui  kannen  nn  hur  scheÜing  en 
verdeeling  vngen.  Om  de  vrontr  te  wutborgen 
tegen  naoselwe  ge*«Igen,  die  Toor  èaar  nit  riecM 
beneer  of  wiMekenrige  handelingen  «ao  den  man 
ontttatn  knnnen,  heeft  d«  wetMrer  liaar  da  be- 
toegdbeid  to^^end,  om  ataaode  de  gemeeneehap 
b^  den  reeiiter  teheiding  tan  goederen  t«  tra- 
gen, en  om  na  ontbinding  der  gemeensetiap  dur- 
lan  aftbmd  U  doen.  Die  afetand,  nsti  tffdig  in 
bciioorlüken  vorm  g«dMB,  ontheft  haar  Tan  de 
Terplitbting  om  mede  Ie  dragen  fn  de  f^een- 
KhapuchaTden,  maar  doet  haar  terens  afnen  Tia 
alle  baten  der  gemeeniehap,  behoadem  bur  lin- 
nengoed en  kle«deren. 

De  vettügke  gemtauehap  van  goeiertn  be- 
ittat  «leehts,  TooriooTCr  de  e<Mgenoateo  niet 
vUr  het  hawelgk  bii  ftiiwelybeAe  vooneaarden 
daarvan  qn  afgenreken.  IKe  trowemkadie  voor- 
waarden moeten  door  de  eefatgenooten  sdf  vMr 
het  hnwelgk  bg  notariêele  akte  'vantgettekl  i^n. 
De  werking  dier  Toorwaarden  ia  van  de  voltrek- 
kiw 

valfeL .    . 

bon  inbond  gedniende  het  hnwelt^  ia  onmoge- 
1^. 

Het  bfiwelökacontraGt  werkt  tegenover  derden 
niet  eerder  dan  van  den  dag  dat  de  inbond  ter 
kennia  van  het  pirbliek  ii  gflbraeht  door  Insehrti- 
ving  in  een  daartoe  beatemd  regieter,  beniiteiMie 
ter  griffie  van  de  reehlbank.  Zoolang  en 
Mowdvtnho^  mMiagei  '" 
genover  derden,  ook  bQ  Mt 
welqkwontraet,  de  regelen  van  de  welM^kt  al- 
geheeie  gemeenschap  van  goederen.  De  beper- 
kingen dezer  gemeenaehap  knnnen  loo  al^eaieen 
en  Boovele  gemaakt  worden,  alt  Aan  fcmidegom 
en  bmid  goeddunkt.  Z^  kannen  ook  zelfa  alle  ge- 
meenKbap  nitainiten  of  een  gewijzigde  gemeen- 
iehap invoeren,  mite  ijj  maar  nanwkanrig  om. 
■dirgren,  boe  q  hun  hDweli^egemeenntiap  wil- 
len inriefaten;  tg  knnnen  niet  vohtaan  met  daar- 
<ünirent  eenroadig  te  verwöaen  naar  een  vtoeger 
beataan  hebbend  of  nog  elden  geUeod  vader- 
landseh  ot  bnitenlandKh  teebt.  Om  het  den  a«n- 
ataanden  editgenooten  gemakkelijk  te  maken,  be- 
handelt de  wet  twee  dei  nieeat  voorkomende  be- 
perkte gemeeitedi^tpen:  die  ivan  witut  en  verliet 
en  die  van  vrue&fén  en  inkovuleii.  Men  behoeft 
nn  sledite  êtn  dier  twee  bn  hmDelfkgvooneaar- 
den  te  bedingen,  «n  de  gevolgen  dan  verder  doot 
de  wet  lelf  te  laten  regelen.  De  ecfatKcnooten 
knnnen  elkander  of  de  een  den  ander  bg  de  bn- 
welijkaeÉie  voorwaarden  begiftigen,  Kbênkingen 
doen  ter  uke  des  hnwelQkB  ftiMMlikigiften  ma- 
ken), die  xoMvel  tegenrwoordig»,  reede  beataande, 
of  toekonntige  laten  —  bet  ^eel  of  een  deel 
hnnner  nalatenaebap  —  knnnen  (HDvatten.  In  bet 
laatate  geval  etaat  zoo'n  twaebiJ^ing  geink  met 
een  niterate  wilaheBcbikking,  testttment,  behalve 
dat  iQ  niet  benoepen  ban  worden.  Ook  derdes, 


oudere,  bloedverwanten  ot  vreemden,  kunnen  dei.- 
gelgke  tauwetijkegiften  doen. 

De  wet  behelit  veider  nog  bepalingen  omtrent 
de  huwelijk «gemeenMÈap  en  de  bnwel^flnciie  voor- 
waarden bg  tweede  en  -verder  burwelgk.  Het  hoofd- 
doel dier  bepalingen  ia  de  torg  van  den  weieever, 
om  de  belangen  der  kinderen  uit  vroeger  ouwe- 
lök  te  bescèermen  tegen  nwgelgke  benadeeling. 
Daaiom  etel{  hg  een  maiimnm  vaat,  tot  betweHc 
de  nieuwe  echtgenoot  uit  den  toedel  van  den 
hertrouwde,  hetig  door,  betin  bnlten  de  gemeen- 
aehap mag  bevoordeeld  wornen. 

Het  hnwelgk  wovdt  ontbonden  —  wel  te  on* 
deraehaiden  van  de  nietigverklaring  — :  I.  door 
den  dood  van  een  der  ecAtgenooten;  2.  door  het 
aangaan  tan  een  nieuw  huwelgk  met  verlof  van 
den  rechter,  verkregen  op  grond  van  langdurige 
of  KWH  TI»  korte  afweiigheid  «n  daaruit  atoe> 
leid  varmoedelgk  oTerlöden  van  den  anderen  edt- 
genoot.  Deie  w^ie  van  ontbinden  komt  bier  te 
lande  voomantelgk  in  toepaeiing,  om  aan  aebter- 
gebleven  vrouwen  van  viaacbere  «i  leelieden  iiet 
aangaan  van  een  ander  buwel^jk  mogdgk  te  ma- 
ken. De  deide  wgie  van  ontbinding  ia  de  eaAt- 
lekeiding  (lie  aldaar);  de  vierde  door  reehterlgke 
nitqiraak,  die  door  een  der  partyen  kan  nitge- 
lokt  worden,  nadat  leker  tgdaverloop  na  de  nit- 
■praak  van  «eAeicfno  rm  tafet  en  bed  U  verko- 
pen (lie  EehUeheidmg). 

Het  buweli^  van  pemonan  uit  bet  Voretclgk 
Stanhuia,  die  aan  bon  daaruit  geboren  afstamme- 
lingen bnn  aanranken  op  de  Kroon,  voor  loover 
ig  die  te  paa  nülen  tnuMn  brengen,  willen  ver- 
zekeren, beeft  de  'voorafgaande  goetteoriDg  der 
Ststen-Generaal  noodig.  Het  Imweljik  gedt  in 
ocM  recht  overige»  geen  v<oorr«ehten  b^en  den 
oDgehuirden  itaat.  Ook  (xetaan  geen  bendere 
premiSn  op  het  beat  van  wettige  kinderen.  De 
UtuUnmtet  irta  KivAae  « 


Xm,  biet  te  Unde  ezeeutoir  verklaard,  ia,  na 
eenmaal  door  den  Hoogen  Raad  tegen  de  meeninx 
der  regeMiag  toegepast  te  ign,  in  bet  jaar  1847 


eenmaal  door  den  Hoogen  Raad  tegen  de  meeni; 

der  regew'  ~ 

afschaft. 

Ook  in  de  B.-Ka1liolieke  Kerk,  die  ten  allen 
tgde  een  groolen  invloed  heeft  gebad  op  het  fa- 
mrlieweien  en  op  het  bmdgk  leven,  ia  bet  bu- 
welqk  ateede  door  canonida  (keitelnke)  inrieb- 
tingen  befaeeriebt  geworden.  Aan  de  Kerk  ia  het 
voorrecbt  voorbehouden,  om  de  {iteditiKheid  van 
het  aluiten  van  een  huwelijk  te  Tieren;  net  hoold 
der  Kerk  met  xgn  ondedioorigen  waa  de  eenige 
bevoegde  rechter  in  alle  kweatieo  omtrent  hu- 
«elgkazaken,  looals  de  wettigheid  of  nietigheid 
van  bet  huwrigk,  de  gevol^eu  van  lief  huwel^ 
voor  de  ecbtgenooten,  de  kinderen,  de  goederen, 
de  funilie  eni.  Het  Kerkelgk  recbt  befadade  een 
menigte  bepalingen,  die  betrekking  hebben  op 
het  «uiten,  de  gevolgen  en  de  ontbinding  v«n 
het  huwelf^.  Een  uitgebreid,  zeer  naawkenrig 
gefonnnleerd  huwelgkaieeht  ontwikkeMe  lieh  in 
de  Htddeleenwen  onder  bet  gezag  van  de  kerke- 
Igke  macfat  en  in  den  str^^,  dien  deoe  met  de  we- 
reldlgke  overbeid  had  nit  te  'vechten,  trecbtte  de 
Eerkeinke  macht  met  alle  inspanning  Tan  krach- 
ten hef  terrein  van  bet  huwaHkarent  voor  lioh 
te  bebonden,  boewei  de  wereldlgke  madit  even 
kraeiitig  begeerde  om  het  uit  de  banden  der  Kerk 
loeie  naken.  Nog  ie  die  atrjfd  niet  volatredan,  voor- 


DigilizedbyGoOglC 


HUWUELUK— SUYBBBT. 


kl  in  de  R.-Ettholi«k«  liadeD.  Al  moge  in  de 
ligt  eeuw  de  imloed  der  Eark  op  liettiiiwelök 
het  bDwelijl[(Teeht  gBToelie  ijJD  ing^ort,  kl  Aeelt 
ook  Jwel  11  in  Ooitenn|k  h»t  bnigerlnk  hnwe- 
)gk  en  een  bargerigk  JmwdgkBiMlit  in  oei  leieo 
geroepen,  Btap  tooi  ttap  heeft  de  Kerk  ook  <})t 
teirein  heioieid,  en  bet  in  1855  door  Oostenivk 
met  den  paus  geeloten  eoDOOidut  faeelt  bet  ker- 
kdijk bDwelök  en  het  kerkdijk  huwelijkireehf 
in  Ihun  volle  trurde  beistsU.  De  Kerk  beaofaonwi 
foleeDB  haar  recht  bet  hawelijk  als  reHgieue  han- 
deling, aie  svr*ment,  dat  de  tuMohenkomst  der 
Kerk  aoodig  beelt,  om  ala  zoodanig  te  best&an 
en  iüs  loodaodg  de  daaraan  ook  door  de  hurgerlij- 
ke  wet  lerboDden  gevolgen  te  kannen  faeUwn. 
Het  burgerlgk  ihawelnk  brengt  mede  de  vo4tid- 
king  fan  het  huwelvk  door  de  werdiflgke.  bar- 

SerUjke  autoriteit  tvp  de  «Öie  en  naar  de  vannen, 
oor  de  bnrgerlJiHie  wet  vooigeechfeven. 

HmreUlk,  Qeneedamdig  onderxoek  vóór  hel. 
Zie  QeiUMhmdig  otuUnoek  vóór  hel  huvelgk, 
Comitee  Ur  btvordering  van,  en  Eugeniea. 

HnwvlUlulniraain  >•  de  naam  voor  een  in- 
riehtii^,  welke  lidi  bezie  houdt  met  het  tot 
staixHTrengea  itn  hnwelgïen  toeaehen  eHrander 
onbekende  peisoDen  tegen  beUling  van  een  be- 
paalde «om  ot  een  lekw  paicentage  dei  hnwel^s- 
gift.  Door  het  pkateen  vaD  advertentiee,  het  ver- 
apreiden  van  proapeetoeaen,  bet  ait^even  van  hn- 
wdj^iBouranten  en  vooral  door  reizende  of  vas- 
te agenten  tracbten  dergelgks  huweltfkabareau'e 
een  groote  elientéle  te  verlirögen. 

HüWftUlksoba  Toorwaardan.  Zie  Ruwe- 
m. 

Htlxl«Tt  Thomae  Benni,  een  Engekeb  ybj- 
■ioloog,  den  Iden  Mei  1626  te  Ealing  in  Hidd- 
letax  geboren,  ontving  onderwö*  aan  de  acholen 
aldaar  en  itadeerde  m  de  geneeskunde  mi  een 
hoBpitaal  te  Londen.  Hü  werd  als  aaeiatent-arts 
gsplaatrt  op  bet  oorlogaeehip  .^altleanake"  en 
nam  van  1g46  tot  1850  deel  aan  een  expeditie 
naar  AMtralK  en.de  Torreeetraat,  By  lyn  terug- 
keer in  Engeland  werd  bü  in  1S54  de  opvolger 
tan  Edvard  Forbee  ole  ieoiaar  ia  de  natnurlmie 
hiatorie  aan  de  koninklijke  müosohool  Ie  Londen 
en  in  1855  hoogleeraai  io  de  physiologie  en  ver- 
seljjkeDde  ontleedkunde  aan  de  univerwteil;  te 
Londen.  Van  1863  tot  1869  wan  hij  hoogleeraar 
in  de  vergelijkende  anatomie  aan  het  „College  of 
Snrffeone  ,  sedert  1870  lid  der  oommissie  tot  be- 
vordering van  wetencchappelijk  onderwiJB  en  se- 
dert 1892  lid  van  den  Qeheuiien  Raad.  Eü  over- 
leed den  2SiteD  Juni  1895.  Van  Ejjn  geecuriften 
noemen  wij:  ,3iitorj  ot  the  oeeanLe  hydroMa" 
(1358),  ,Xaa's  place  in  nature"  (1863),  „On  onr 
knowledge  of  Ihe  caueeo  of  the  phenomena  of  or- 
ganie  nature"  (1863),  „£3emente  of  comparatiTe 
anatomv"  (1S64),  .JJéssone  in  elementarv  iifavsio- 
logy"  (1886),  „The  phyweal  bwis  of  liV'  0868), 
waarin  bg  agn  protoplaBma-theorie  ontwikkelde, 
.iaj  eermone"  (1870),  „Critjqaes  and  addresaeg" 
(1873),  „Home"  (1879),  ,£eienee  Fruners:  Iniro- 
ductory"  (1380),  „Scienee  and  euiture"  (1880), 
„Ënayi  on  eontroverled  qaeatione"  (1892),  „Evo- 
luljon  and  etliiaa"  (I8S8),  „A  manual  of  the  uw- 
tom;  of  vertebrated  animals"  (1871).  „Practical 
instmetion  in  elementarj  biology"  (1875),  „Jüne- 
riean  adr«sBeB"  (1877),  „Anatom;  of  invertebra- 


ted  animals"  (1877),  „Plijaiograph;"  (1877). 
„The  uavfisb"  (1877),  ixnevena  een  ^oot  aaafail 
eaeajs.  Na  lün  dood  Teisebenen  nog  „Selentïfie 
papers"  (A  dW,  1897)  en  .^enUfic  meatoirs" 
(1898—1902,  4  dln.). 

Bnr  ot  Hoet,  een  « 
viocie  Luik  aan  de  beide  c .  . 
aan  den  mond  der  fioyoux  en  aan  de  spoorlunen 
Luik — Namen  en  Landen — Cine;  gelegen,  telt 
(1912)  M474  iswonen.  Hen  vindt  er  een  keifc 
in  apitBÖoogatüI  nit  het  begio  der  14de  eeuw,  een 
aüiecaenm,  een  indnstrieschool,  een  tnsBdiop'pe- 
li^  college,  een  Mmioariiun  voor  onderwgieKs  en 
middelbare  scholen  voor  jongens  en  meisjes.  By 
de  plaats  verrast  de  ecbilderaditig  geiteen  cita- 
del. Op  de  promenade  staat  een  standbeeld  van 
Lebeau  (door  Oeeli).  De  stad  heeft  belangrijke 
papierfabridcen,  ö^rgieterüen,  (ink-  en  I00O&- 
brieken,  giaan-  en  veehandel.  In  de  nabqheid 
vindt  men  minerale  bronnen,  jaer-,  link-  en 
■teenkolenmijneu.  De  stad  werd  in  1595  door  Bi- 
laugüree  in  naam  der  Generale  Staten,  in  1675 
door  de  Pransehen  onder  maarschalk  Crequi,  in 
I6{>3  nogmaals  doUr  deiMi  onder  ViüenA  «a 
eindelijk  d«n  22sten  Aagtufne  1703  door  Mati- 
borough  en  CoeAoorn  iveroverd.  Id  een  dei  voor- 
steden verhief  licb  vro^r  de  abdg  Neumonstier 
of  NieawmuDster,  door  Pefer  dan  Ëiuüeiuuir  ge- 
sticht, die  er  vervolgeiu  b^raven  iFerd.  In  1858 
heeft  men  te  lijner  gedaohtmis  in  den  tnin  dei 
oade  obdq  een  standbeeld  q)gerid>t. 

Hnybert  is  de  naam  van  een  miaiwii^ 
Zeenwseh  geslaefat. 

Huybert,  Jan,  Jaeob  en  Herman,  3  tiioeders, 
die  in  de  ISde  eeuw  te  Zierikiee  de  «BDiienll^- 
ste  wurdigfaeden  bekleedden,  braehten  in  1506 
aartshertog  Philipt  den  Sehoone  met  agn  gema- 
lin op  een  door  lien  gebouwde  vloot  van  50  ccbe- 


1  aartthertogin  Margareta  belangigke  eeibewg- 
len,  o.  a.  vergunning  tot  het  voeren  eener  vlag 
met  de  leus:  „Waak  HuylKrl". 

Httvberl,  Lieven  de,  een  loon  van  Jaeob,  be- 
kleedde bü  heibaling  de  betidiking  van  bane- 
meester  van  Zierikiee,  en  loen  Kta-ei  F  in  1540 
deoe  fltod  beiocht,  genoot  t^j  de  eer,  dien  Tont 
te  huisvesten.  Ook  was  hjj  opfieod^jkgnaaf  van 
het  land  van  Sohoawen. 

Buybert,  Antotüuê  de,  te  Zierikiee  gebotaa. 
stodeerde  in  1607  aldaar  in  de  rediten  en  legde 
i'uAx  tevens  met  öjti  toe  op  de  Hebieeowwie 
taal.  Omstreefcs  1620  veiieeide  lig  te  AmslerdaB 
in  den  Muiderbriiif;,  doch  vertrok  later  «eder 
naar  Leiden,  om  hier  toeiidit  te  houden  op  de 
uitgave  van  lüa  geschrift:  „De  Psalmen  des  pro 
pheten  Davide,  in  't  Hdtreaws  genaamd  bet  Bof- 
bouok  enz."  (1624). 

Huyberl,  Juetui  de,  een  stMtamon,  is  1610  t* 
Zierikiee  geboren,  stadeerde  en  promoveerde  Ie 
Leiden  in  de  rechten  en  vertrok  in  1660  met  De 
Merode,  Van  Rhede  van  Ameronge»,  BumiMa, 
Van  Oendt  en  Firn  Beuningen  naar  Franbtjjk, 
om  onde  Terbintenissen  te  hernieuwen.  Hg  wód 
secretaris  van  de  Staten  en  van  gecommitteerde 
raden  van  Zeeland  en  oTerleed  den  4den8ept^ 


Bugbert,  Anthoiat  de,  heet  hm 


DigilizedbyGoOglC 


HUTBEBT— ; 

omBtreelti  bet  jui  1S40  geboren,  studeerde  te 
Leiden  in  de  lechten  en  werd  durna  baljuw  yaa 
Veere  en  ruMkheer  in  den  iHoogen  Rüd.  Hg 
iciireeE  een:  .J^ednotie"  orer  bet  recht  dei  am- 
baohtsheeren  yu  Zeeknd  en  OTeileed  in  1703. 

Huybert,  Petnu  AnthtmiuÊ  de,  een  zoon  Tan 
den  Tooigaande,  den  25aten  Jancaci  1693  te  's- 
Gravenhftge  gooien,  wm  iieet  van  Kiuininffen 
en  Billand,  diotsaart  en  kastelein  ran  Uai<ien, 
baljuw  eo  dijkgiaal  Tan  Gooiland  enz.  en  acbieel; 
„Athenals,  trenrntl"  (1711),  „'t  BoeieobedroB, 
Uucbtspel",  „De  dubbele  «dtaking,  bl»^el",  ,iDe 
TetmiBte  raolenaftr,  Iduchtqtel"  (t713),  ,J)e  ge- 
waande aatroltwUt,  kkohtqiel"  (I71S),  „Zalde, 
treuiepel"  (1718),  ,J>e  dwue  strijkster,  Huchtiff 
blijepd"  (3de  druk  1746)  an  „Per  giadua  ad 
Mientiam;  brief  tegen  4e  Ungwqligheid  in  bet 
pre«lieD"   (1714). 

Havdsoopar  >■  de  naun  Tan  een  aannenli^ 
Neder Jandteb  geslacht. 

Bavdeeoper  Johan,  ridder  vaü  St.  Hiehiel,  beer 
«m  Tftomen  en  Btokland  van  Uaaraeveea  en 
Heerdgk,  werd  in  J644  eonepen,  in  1651  bnrge- 
meeffter  yan  Anutardamt,  beuaette  lidi  met  een 
KüAiag  naai  ledaad  en  nau  bet  Bot  van  den 
keurTOirst  van  Brandenburg,  in  1660  met  ande- 
ren na&r  '«-OraTenhage,  om  Rarel  11  geluk  te 
wenschen  met  zgn  heiatelling  op  den  EngeUchen 
troon,  werd  dooi  Chriêtitia  Tan  Zweden  tot  rid- 
der geslagen  en  was  bewimihébbet  dei  Oo«t-In- 
disebe  Compagjue. 

Buydeeoper,  Baltha»ar,  een  Nederlandsdi  dich- 
ter en  letleiliundige,  in  1695  te  Amsterdam  ge- 
boren, studeenfe  Mm  in  de  rechten,  werd  in 
1740  ecbepcn  der  atad  en  yerTolgene  baljuw  Tan 
Teasel  ea  dökeheemrMd.  Hü  OTeileed  den  248ten 
September  1778.  Van  liJn  gedichten  y  e  melden 
wg:  „Aiaaeea  of  't  edelmoedig  verraad,  treur- 
spel" (1715  en  later],  „Be  triompberende  staod- 
Tastigheid,  ot  yergdelde  wiaakzndht"  (1717), 
„Aohillee,  treurspel"  (1719  en  later)  en  —  „Edi- 

Ci,  treor^el  naar  Oomeille"  (1730),  terwijl  ook 
tünec^e  gedichten  Tan  zgn  band  in  de  „Deli- 
ciae  poetieae"  yan  Van  Santen  zjjo  opK^nomen. 
V«rder  gaf  hö  een  proza  en  een  inetriscne  yertd- 
ling  in  net  h<iit  Tan  de  ,rEekeldiditen.  biieTen 
en  de  DichtRun«t  tau  Q.  Horalius  PlaccW  {1?37). 
Na  zijn  dood  Terzchenen  zqn  ,,QedLchten"  (1788). 
Hoogst  belsjigrnk  is  zjin  „Ptoere  yan  taal-  en 
dichtkunde  op  Vondels  Hersi^eppiogen  van  OtI- 
dins"  (2de  druk,  bezorgd  door  Fratu  van  Lely- 
■  vüd  en  Hin\op^  4  dln.,  1782—1788),  waarop 
Bilderdgk  in  1828  „Korte  aanmerkingen"  ge- 
■chreren  beeft.  Ook  leyerde  hn  eeti  ,, Brief  i*egene 
den  ablatiyns  abeolntni"  (1772),  beneyenz  een 
nieuwe  uitgave  met  aanteekeninzen  Tan  de  „Rijm- 
krongk  yan  Melis  Stoke"  (3  dln.,  1773).  Deze 
wecken  kannen  beschouwd  worden  als  het  begin 
Tan  het  wetenwiiappelük  taalonderzoek  hier  te 
lande.  Eindelijk  lererde  bü  nog:  ,J)e  brieven  yan 
P,  C.  Hooft"  (1738),  „PriTÜegiSn  en  handyeaten 
yan  Teszel"  (1745),  en  „Hengebchriltea".  Hg 
was  een  van  de  eerste  leden  ran  de  Maatcchap- 
pg  yan  Letterkunde  te  Leiden. 

Huydeeoper,   Theodoor   Conteli»  Beinier,   een 
NederlandÓA  godgeleerde,  den   ISden  Febra~~' 
1805  te  Hoorn  geboren,  stndeenle  te  ntre<dit 
de  Uieologie,  promoveerde  op  een  dissertatie  „De 


Woud«nfaei^,  daarna  te  Zutfen  <18S4)  en  eiode- 
Ivk  te  's-Giaiyenhage  (1833),  waar  hjj  in  1865 
emeritaat  ontying  en  den  ]6den  Januari  1866 
OTerleed.  Hji  ^yerds  t^en  bert  misbruik  Tan 
sterken  draoc  en  sclhreei;  „Woord  van  ernet  en 
liefde"  (1854),  „Opmerking"  (1844),  .^ej  koran 
en  de  jeneyei"  (1847),  „QeKiiekbn  Toor  mili- 
tairen OTer  den  sterken  drank",  „Het  huisgezin 
Tan  vader  Reinbard",  «enige  ,4jeerredenen"  enz. 

Hnyreiu,  Chrittiaim,  een  Nederlandsch 
zUatMian,  ODHtreeks  bet  jaar  1555  te  Ter  Hei- 
den bg  Breda  geboren,  stodeerde  te  Dousj,  be- 
wees aan  zijn  yaderland  en  aan  ihet  Huis  Oranje 
belangrijke  diensten  en  werd  op  zgn  27ste  jaar 
secretaris.  Tan  prin«  Willem  l  en  venvolgene  van 
den  Raad  van  State.  H^  boTordeide  de  ontsnap- 
ping van  bet  kind  van  Wülem  Jantt.  van  Hoorn, 
dat  zich  bü  den  S|iaanseben  gezant  te  Landen  in 
gijzeling  bevond,  waarom  de  Prins  hem  een  gon- 
den  gedenkpenning  scbonk.  Hg'  overleed  den 
TdeiL  Februari  1624. 

Hnrsfliuii  ContUmt^j  ibeer  van  Zvyliefiem 
(zie  het  portret  bij  het  artikel  Nederlandeehe  Ut- 
terhinde),  een  Nederlandsch  dichter,  de  tweede 
zoon  van  den  voorgaande,  werd  den  4den  Septem- 
ber 15S6  te  'fl-Oravenb^  geboren.  Hij  ontving 
een  voortreffelijke,  veelzijdige  opvoediitt.  waaAg 
zgn  vader  een  deel  van  bet  onderwijs  zelf  in  han- 
den nam  en  die  zich,  in  weerwil  van  den  Calvi- 
nistiscdien  geest  van  het  gezin,  zelfs  tot  dansen 
uitstrekte.  Toen  bij  dui  oo^  in  161S  met  ilJn 
bloeder  Maurila  naar  Leiden  ging,  kon  hü  reeds 
na  een  jaar  zijn  rechtsgeleerde  etudiBn  met  een 
openbara  disputatie  voltooien.  Tot  de  recbtsprae- 
tgk  voelde  ng   zicb  weinig  aangetn^en,  doch 

Ïaarne  greep  bü  in  1618  de  gelegenheid  aan,  met 
en  BoKelscbea  gezant  Carltton  itaai  Londen  te 
reizen.  Nog  viermaal  bezocht  hü  in  de  eerstvol- 
gende jaren  Engeland  als  lid  van  gezantschap- 
pen  en  verkeerde  te  Londen  veel  bjj.  de  lamibe 
Killigrew,  waai  hü  tnet  veisohiUende  van  de 
grootste  mannen,  o.  a.  met  Bacon  en  Donne  in 
aaniaiing  kwam.  In  1619  bezocht  bij  VenelJS,  sis 
secretaris  van  Aeruen  van  SommeMgk.  Oen  vat- 
ten  werkkring  kreeg  hg  in  1625  ala  secretaris  vsn 
Frederik  HendriJt,  met  wien  hg  op  vertronwel^- 
ken  voet  stond.  In  latei  jaren  beeft  hg  bet  in  tgn 
tadbt^  dat  bij  tot  onder  Willem  Hl  met  groote 
toewifdinf  en  werkkracht  bleef  bskleeden,  niet 
gemAkelgk  gehad.  Inmiddels  had  hg  reeds  naam 

femaakt  als  diditei.  Eerst  bad  hg  IdtünBCbe  en 
lansche  verzen  geschreven,  ma&r  van  1618  da- 
teert ,4)oits  oft  Serder-sUobte",  dat  men  4d 
Têtband  brengt  met  ign  liefde  voor  Dorothea 
tan  Dorp.  In  1621  volgde  de  zedeschets  ,.BataTa 
Tentpe"  of  „'t  Voorbout",  in  het  TolgMid  jaar 
het  hekeldicht  „Costelick  Mal";  vsji  I6^en  1634 
dateeien  de  „ZedeprioteD"  en  ,,Stedeetein]iien". 
Met  eenige  andere  zacen  deze  gedichten,  zeker 
niet  de  minste  van  Huygent^  in  I62S  het  licht 
onder  den  titel  ,^ia  of  Ledifhe  Uren".  In  bet- 
zelfde jaai  tiad  hij  in  bet  ouwelgk  met  zgn 
nichtje  Siaanna  van  Baerh,  door  hem  berhaal- 
delgk  ais  zjjn  „sterre"  bezongen,  die  reeds  tien 
jaar  latei  overleed,  hem  vijf  eindezen  nalatend, 
aan  wier  opvoeding  hg  groote  aorg  besteedde.  At- 


DigilizedbyGoOglC 


leiding  es  ttnot  raat  d&  iqn  ambuiijke  bcilom- 
merii^en  loctit  hü  in  het  ttaileDlereii :  in  de  eerat. 
ToWende  jar«n  legde  hfj  het  tiaitsn  „HoFwjck" 
onaei  VooAui^  aan.  Zjjn  eigen  leren  uit  den  en 
de  'TolgeDdt  ju«D  behaodelt  faq  in  ,J)&gh'Werek" 
(1827—1886)  en  „Holwrek"  <1651),  un  ifo  wel- 
Kealugde  bemoeiingen  Toor  de  beetntiaf  T&n 
den  weg  Tin  Den  Haag  naar  Sefae*«DiDeen  her 
innert  „Zeeetraet"  (1666—1667).  Van  ïifn  o»eri- 
ge  cediehten  moeten  noff  atioodeilök  genoemd 
mMen:  bet  ïoortretfelpe,  terneAtige  allezo- 
riache  gediehtM  ,SeheepnTaet"  ()62S)  het  ht- 
apiegelende  „Ëntraaia"  ot  „Oogetrooit  (1651), 
het  nagdaten,  eerit  in  de  19de  eeawnitsegeTen 
„Cfoyj^erek*'  (168S),  de  leer  geslaagde,  een 
nit nemende  keniM  Tan  het  AntwerpKhe  dialeet 
Terradende  klncht  „Tritntje  Carnelii"  en  de  15 
boeken  „Sneldiebt",  cantdirfitBn  en  sehertaen 
van  verschilleDden  aard.  Hg  OTerleed  den  2Beten 
Haart  1687.  In  1896  is  aan  den  Scheien ingechen 
Weg  een  4>or(tbeeld  Toor  bem  opgeriebt.  Een 
groot  dit^tei  wa»  Buggetu  niet,  daarroor  waa  hg 
te  practiiA  en  Teietandelgk  aangelegd,  betehikle 
hg  oter  te  weinig  Tlneht  van  leibeelding.  Haar 
wel  laat  bg  lieh  in  i^n  weifc  kennen  al*  een  Toor- 
treffelijk  opmerkei  es  een  man  ^an  fgnen  geeit 
en  ook  Tan  maak.  De  Torm  Tan  iqn  gedietiten 
ia  teer  Tenorgd,  hg  atreeft  eebtei  me«r  naar 
tehitdeTaebtige,  geeitdrittige  en  kernaebtige  ait- 
drottingen  dan  naar  «eboaDfaetd  Tan  klank  en 
ibjtbme.  Zgn  kernacbtigheid  ontaardt  wel  eena 
in  gewrongenheid  en  ign  geestigheid  in  geioeht- 
heid;  doch  vooral  in  de  gedichten  nit  iga  eerste 
periode  tilgft  hij  dooigaam  leirendig  en  friseh. 
Zö«  latere  werken  ign  dikwgls  wat  hng  mtgt- 
iponnen.  In  sgn  bee{)ie^elingen  toont  Buygeiu 
iiiii  een  oprecht  CalTiniit  en  een  wel  eens  wat 
erof  Tjjana  Tan  Rome.  Qroote  Termaardbeid  hrf>- 
Den  ign  puntdicèten  «erworren,  toch  iQn  er  niet 
Ted  weikeli^  geestige  onder,  niet  lelden  zjn  de 
woordspelingen  al  te  gemaUcelyk  en  een  Trg 
groot  aantal  tijo  plat  en  grol,  Tgdene  ign  leven 
werden  ign  gedi(*ten  in  1656  en  Termeerderd  in 
1672  onder  den  titei  „Korenbloemen"  uitgegeven. 
Een  volledige  nitgavs  beiorgde  Iforp  (1892— 
1899,  9  dln.),  die  tnane  ook  Huyoent^  orïefwiase- 
lii«  in  bet  licht  geeft  («edeit  1911,  4  d]n.  ign 
Teisehenen}.  Z^  „Hémoires"  ign  in  1878  door 
Jorissen,  i^n  ,4)asboek"  ia  in  1885  door  Vnger 
nitffegvven  (in  „Ond-Holland").  Van  Huygeny 
veideie  seHJirilten  moet  nog  genoemd  worden 
bet  Rtrgas^rift  „Ohebmjd  of  ongebrnyek  Tan 
't  orgel  m  de  fcercken  der  Vereenigde  Nederi*n- 
den"  (1660),  waarin  bg  voor  bet  o^el  ipartij  kiest. 
Zie  verder:  Th.  Jonnen,  Constantin  Hajgen». 
StndiBn  (1871))  H.  J.  Eymael,  HnjgensvtndiCn 
(1886);  H.  /.  Poldt,  CoMtantin  flnjgeni J„Öid<" 
1889,  dl.  I  en  Q);  Q.  KaUf,  Conatantgn  S(];geiM 
(1901). 


wat  eerst  all  atnibtgeoot,  later  als  oprolger 
zijn  Tader.  in  dienst  bn^  den  stMthonder  Willem 
lil.  Ook  bg  beoefende  dé  diditknnst,  maar  heeft 
lieb  vooral  bekend  gemaaikt  als  metgeiel  van  zgn 
broeder  Ckrütiaan  ie  Parge.  Hier  bielp  hjj  de- 
len  bg  het  elgpen  vin  vergrootgUien  en  «enreel 
reisaan teekeniióen,  waaraan  bg  UO  lehetsteeke- 


ningen  toevowde,  meerendeels  verviardigd  gedu- 
rende den  tjd,  toen  bjj  ViUem  171  op  ign  veld- 
tochten in  Brabant  en  Vlaanderen  vergeieMe.  Be- 
halve handig  teekenaar,  wis  hg  ook  een  verdien- 
itelgk  portretschilder.  Hg  overleed  in  1697. 

HujrtaBUl,  Chrtriiaan,  (ne  het  portret  bg  het 
arl.  Haiuurkutide),  een  Nederlandscb  na- 
tanrknndige  en  broeder  vas  den  ToorgaaiMle, 
werd  den  llden  Atiril  1629  te  's-OraventiBge  ge- 
boren, toonde  reeds  ah  knaaf)  veel  aanlee  Toor 
de  werktnigkunde.  In  1645  werd  hg  te  Leiden 
stndent  in  de  rediten  aan  de  Leidtene  onwerti- 
leit,  terwgl  hg  tevens  de  lessen  in  de  wisknode 
van  den  hoo^leeraar  Van  8du>U*  irolgde.  In  1647 
letle  bg  zijn  Rtndifn  Toort  aan  het  „CoUege 
Araasiaenm"  te  Breda  en  in  1648  maakte  Vj  d^ 
nit  Tan  een  gezanleehap  naar  Denemaiten.  In 
1655  ffing  hij  naar  Fiaiftrgk  om  ain  de  protea- 
tsntsche  academie  te  Angers  den  graad  van  doc- 
tor in  de  beide  rechten  te  verwerven.  Te  Pargi 
knoopte  hg  betrekking  aan  cnet  de  meest  beken- 
de wisknadigen  van  dien  tgd.  Na  een  betoA  aao 
Engeland  gebracht  te  helA>en,  keerde  hg  ia  1665 
op  uitnoodjging  van  Cotberl  terng  naar  Par», 
waar  bg  lid  werd  Tan  de  pas  opgerichte  „Acadé- 
mie de*  Scieneei",  terwnl  hem  tevens  een  woaing 
in  de  XoninElgke  Bibliotheek  werd  afgestaan. 
Na  de  herroeping  van  het  Edict  <van  Naates  keer- 
de hg,  in  16&1,  naar  'e-Oravenhage  terug,  wau 
hg  den  Ssten  Juni  1696  arverlaed. 

De  voornaamate  ontdAkingen  van  Hitfgent 
li^en  op  het  gebied  der  weiktaigknnde  en  dat 
der  optica.  De  theoretische  meehaniea  heeft  hq 
aaniienigk  nitsebreid  door  ign  besebonwtnxen 
over  de  mi  dddpnnt zoekende  kracht,  ^n  ondei- 
zoekii^en  over  den  phyaisehen  ilioger  en  de  al- 
leiding  dei  wetten  voor  de  elastische  botsing. 
Voor  de  piaetische  werktnigkunde  waren  de  door 
hem  aangegeven  veAetenogen  der  norwerkei 
van  groot  belang.  L«ngs  winondigeD  weg  toon- 
de bg  aan,  dat  de  «lingertgd  van  een  fingerend 
punt  slechts  dan  onafbsnkelgk  is  van  den  hoek 
van  aitwgking.  als  het  punt  gedwongen  wordt 
«en  cycloïde  te  doorkopen.  Zjin  in  1078  venehe- 
nen  „Traite  de  la  Inmière"  Mvatte  een  geheel 
nieuwe  lichttbeorie.  In  tegenstelling  met  de 
emiitülheorie  rvsn  Nevton,  die  aannam,  dat  de 
iichtversdii(nselen  veroonaakt  woeden  door  zieh 
snel  bewegende  kleine  deeltjes,  ging  de  undula- 
tUtheorie  wm  Bvygmt  uit  van  de  >eronderstet 
ling,  dat  het  liAt  ion  qjn  een  trillingsversdiün- 
se!  in  een  de  geheele  ruimte  opvullende  stof,  de 
aether.  Terwgl  voor  nadere  b^ndarheden  ver- 
weien wordt  naar  het  artikel  LtdiL  zij  bier  sUeea 
vermeld,  dat  gednrende  langen  tga  de  undnlatie- 
theorie  weinig  aanhangers  ivond;  eerst  in  de  19de 


w  werd  de  groole  waarde  e 


'SS 


;eiien.  Alt 


iterreiAundi^  verwierf  Hvj/geHt  zich  groeten 
naam  door  ign  waarnemingen  der  planeet  3atnr- 
nn«.  Hg  hield  üeh  ijverig  bezig  met  de  verbete- 
ring der  toenmalige  kQkert  en  het  gelifte  bon 
een  instromeot  van  13  voet  lenMe  te  eonatmee- 
ren,  dat  aUe  andere  van  dien  tgd  verre  overtrof. 
Den  5den  Haart  1655  nam  h^  voor  bet  eeist  een 
satelliet  van  Sataniui  waar;  een  jaar  later  deelde 
hg  in  een  klein  geschrift  „De  Satoroi  ana  obser- 
Tstio  nova"  de  ontdeUtiiw  Tan  den  Satnmusring 
mede.  In  bet  drie  jaren  later  nitgegeven  ,3jete. 


DigilizedbyGoOglC 


ma  SatDmi"  gaf  fluygviu  de  «erklaring  d«c 
(^jjngMtalUo  en  de  TannTeranderin^  via  den 

ring;  wA  beistte  dit  nreik  een  sfbeeldmf  tkd  de 
nereWlek  van  Orion,  met  de  lekeiteid,  dat  dew 
lichtvlek  «eb  niet  in  kteiae  Bteiren  liet  ontbin- 
den. Van  de  talri^e  wiekondige  bijdiigen  ter- 
dient  hel  reede  op  28-jangen  leeftjja  gndireTen 
„Traetaet  Tan  rekening  in  melen  v&n  g/heind" 
ahonderlgke  vermeldinf.  In  oit  wenk  legde  Huv- 

r*  den  grondalag  toot  een  geheel  nienwe  lak 
viakuDde,  n.  1.  de  kanerekeDing.  Al  zgn  hand- 
•ehriften  had  Huygem  venna^t  aan  de  aeademj- 
Khe  bibliotheek  te  Leiden,  terwq]  hg  aan  Sur- 
eher  de  Volder  en  Bemard  FuUeniu»,  ho<^leeraren 
te  Leiden  en  ie  Fran^er,  had  opvediagen  daar- 
Tan  het  licht  te  doen  lien,  wat  ig  hieiroor  ee- 
«ehikt  oordeelden.  Zg  hebben  in  1700  aan  die 
opdracht  voldaan,  doch  24  jaar  later  werd  door 
't'QrareiamU  een  voUedige  nilgBve  der  werken 
van  Hitfgetu  beiorgd.  Twee  bo^deelen  ander 
den  titel  „Opera  iraria"  bevatten  in  i  afdeelingen 
de  meefaaniuhe,  geometritahe,  aatronnmiaehe  en 
mragelaobriften  van  dien  eehrirver,  lerwfjl  in 
1728  nog  8  deelen  onder  den  titel  „Opera  reli- 

![ua"  gevolgd  liJn,  die  hoofdzakelgk  over  het 
icht  en  de  iffaartekraeht  handelen.  De  HollBad- 
Bcbe  HaatKhappü  van  Wetensohappen  deed  een 
nieuwe  nitgave  van  ïgn  weien  tetïehjjnen 
(„Oenvree  eon^lètea",  188S_1905).  Ook  voerde 
BvygeHg  een  O) (gebreide  brietwisBeling.  Die  van 
hem  met  Leibnü  en  FHójrital  ie  in  18S4  in  2 
deelen  dooi  dea  boogleeraar  Uylenbroek  in  bet 
lieht  gezonden.  In  1S£7  it  op  ign  graf  en  dat 
van  ign  vader  een  vierkante  iwarte  gedenkateen 
geftlaatat,  waarop  met  gouden  letters  te  leun 
staat;  „Gralplaate  van  (fonetantjjn  en  (%ri«tiaan 
BuTgens".  Hg  scbreet:  „1%eorema  de  qoadrstu- 
ra  by.perbotei,  ellipaie  et  cirenli  etc."  (1S47),  ,.De 
eireah  magnitndine  invênta  etc."  (1664),  ,J}e 
Satnrni  luna  obaervatio  nova"  (1656),  „De  ratio- 
ciniiB  in  Indo  aleae"  (1657),  ,3revis  institatio  de 
nen  horolt^iornm  ad  inveniendaa  longitndineg", 
„Horologium"  (1658),  „S^ema  aaturojnam 
etc"  (1659),  „Lettre  de  Flvrier  16%  enr  lee 
horloges  i  (wndole"  (in  het  Jonmal  dea  Scien- 
eei),  „Relartion  d'nne  obmrvation,  faite  daoie  Ia 
ffibliothèqne  da  Sm  A  Paria  Ie  12  Hai  1664 
d'nn  balo  etc."  (1867),  ,Jiettre  «ur  Ie  monvement 
qoi  est  prodnit  par  la  reneontie  dee  corps"  (1669), 
„Lettre  tonehant  la  figare  de  la  planète  Sainr- 
ne"  (in  bet  ,.Jonma1  dèe  Savanfs"  van  1672),  „Let- 
tre tonchani  me  nonvelle  maniere  de  barotnètre 
S'il  s  inventée"  (in  gemeld  Journal  van  1072), 
..  ortdoginm  oaejUalorJiun"  (1678),  ,JLettre  ton- 
ehant  nne  noovelle  invention  d'horlogee  trèa 
jnstes  et  trAa  portativei"  (in  genoemd  Jonmal 
van  1675),  „Lettre  tonehant  nne  nonveUe  maniere 
de  mieroseope"  (in  dat  Jonrnal  van  1678),  „Nou- 
velle invention  d'nn  niveau  K  Innette  ete."  (in 
dat  Jonniai  van   1680),  „Solution  du  problème 

Sroposé  par  mr.  de  Leit)n{x,  trouver  une  ligno 
e  deseente,  dans  laqueUe  Ie  coipa  pesant  dee- 
cend  nnifoimément  et  auiroehe  égalHOent  de 
rhorison  en  tempa  égaoi"  (in  de  Nouvelle»  de  la 
Bépuèliqne  des  lettree  van  1687),  „Astroeeopia 
eoiwenaiaria,  tnbi  oiptid  molimine  Ilberata" 
(1684),  „Traite  de  la  lamière  od  soni  eipIiqoéeB 
lea  eanaes  de  ee  qni  anivc  dans  la  léfleelion  et 


ËH8.  ssa 

dana  Ia  réfraetion,  et  partienlièrement  dans 
1'étrange  létraction  dn  eriatal  d'Ialande,  aiee  nn 
diaeonra  anr  la  peeantenr"  (16&1),  „Sotntio  pro- 
blematia  de  linea  catenaria"  (in  de  Acta  Erudito- 
rnm  van  1691),  „Conatmetion  d'un  pri*lème  d< 

Séométrie:  tronver  nne  ligne  é^ale  A  nne  partie 
onnée  de  la  Vigne  logariflimétjque"  (1698),  „Do 
problemate  BernouUiano"  (16^).  „CouBtrnetio 
unirvetsaliB  problematia  a  Joanne  Bemonltio  pro- 
poeita"  (in  de  Acta  Emditomin  van  1694),  „Coa- 
motheoros.  «ive  de  terrïa  eoelesfibua  eainmque 
omatn  eoniectutae,  ad  Constant  inum  fratiem, 
Guilielmo  III  Magpae  Btitaoniae  r^is  a  seere- 
tis"  (1698),  ook  in  het  Franach,  Ëngelsdi,  Dnitseh 
en  Nederlandaeh  vertaak^  „Qpascula  posthoma" 
(17031,  „Opera  varia"  (1724),  „Ofera  reliqna" 
(1728)  en  de  „Eieereitationes",  uitgegeven  door 
Uylenbroek.  Verder  iieeft  men  een  menigte  hand- 
senriften  van  hem  <ci  de  Aeademiscbe  boekeiq  te 
Leiden,  waaronder  Sdeelen  brieven,  door  koning 
WiUem  I  in  1822  aan  die  4)ibliotheek  gSMboD- 
ken. 

Hayrens,  OomÜu  LydU,  den  ISden  Juni 
1848  te  Haarlenmerliede  gciwren,  bracht  bet 
grootste  gedeelt«  tmi  haar  jengd  door  te  Brossel,  . 
waar  ie  werd  opgeleid  foot  piano  en  lang.  Later 
vestigde  iq  lieh  te  Breda,  waar  lü  met  ket  ge- 
ven van  pianoles  in  haai  onderbond  voorsag  en 
vervolgens  te  Amstendam.  Ben  tgdlang  nam  iq 
Ijverig  deel  aan  de  aodaaUomoeratisme  bewe- 
ging, doch  in  haar  laatste  levensjaren  bleet  ^ 
meer  co  den  achtergrond.  Zjj  oveifeed  in  Novem- 
ber 1908.  Haar  naam  ala  sehrüfster  werd  geves- 
tigd door  den  met  veel  overtUj^ng  in  socialisti- 
KiKO  geest  geselirsvenj  maai  in  meer  dan  éen 
optieht  seer  onwaarach^nlijken  roinui  „Barthold 
Herjan"  ^897,  4de  dnd  1908).  Verder  achreel 
zij  nog:  ,3eltae  van  Bentinok.  Boman"  (2  dln., 
1877;  2de  drnk  1889),  „üit  den  strgd  des  le- 
vens" (1878.  2de  dmk  1887).  „AraibericRi"  (1SS4, 
2de  drnk  1885],  „Regina"  (1884,  Sde  drnk  1895), 
„Een  huwelgk"  (1892),  „Hoogenoord"  (2  dln., 
1B92),  „Zomer"  (1895),  ,/Éen  woord  aan  da  Ne- 
derlandsohe  vrouwen.  'Bede"  (1886),  .Socialisme 
en  teminisDK"  (1898),  „De  liefde  in  bet 
vrouwenleven  voorheen  en  tbana."  Naar  aMilei- 
ding  van  .J)e  liefde  in  de  vronwenkweatie"  van 
Anna  de  Savomin  Lohman"  (late  en  2de  drnk 
1899),  „Darwin~<Han.  Bemslein  ah  een  bestrS- 
dei  van  eene  natnur-philosopiiiaehe  leer"  (1901). 
Bovendien  schreef  ijj  bjjdiagen  in  „De  Oids"  en 
„Eigen  Haard"  en  vertaalde  verschillende  romaDs, 
~  iiui.  Btgifutl  wm.  PMat  sieh  in  san 
trillende 


foltoppervlak  elk 
eeltje,  dat  in  tril- 
ling geraakt  is,  te 
beschoDwen  als  een 
nieuwe  trillings- 
bron, dat  is  een 
middelpunt,  waar- 
van nieuwe  tril- 
lingen urtgaan.  De- 
ze voorstelling  van 
de  voortplanting 
van   trilhng^iolren 


DigilizedbyGoOglC 


HUT0EN8— HOZABEN. 


de  Toortplutiag  tm  golIopfierTlakkeo  in  de 
[niinte.  Waaneer  rut  uit  O  (iie  de  tig.)  een  tril- 
lende bew^ing  iii^aAt,  d&n  zullen  de  deeltjes 
a,  b,  e,  d  ea  e  ge^^ktqdig  den  inTloed  d«aiTaii 
aitdeninden  en  nn  ieder  een  nieuw  middeipnnt 
Tonnen,  lanwAar  trillingen  nitgun.  Deie  loUeu 
d>n  skmen  het  goltoppecTlak  mnopq  termen. 
Dit  beginiel,  dat  het  eeiit  dooi  Bitvgóu  it  nit- 
gecproken,  ^^'t  '»  ^*  theorie  tsd  het  licht  een 
groote  rol.  Zie  verder  de  utikelen  Buigingm 
wAvnwIen  en   LieU. 

HarclienB,  Ruiger,  heer  van  Clarênbeek  en 
burgemeeeter  van  Ainfaem.  in  1592  geboren,  wm 
reede  in  1630  lid  der  SUten-Gener&al  en  gedn- 
rig  met  beUngrqfce  conminién  belait,  100*11  in 
1683  «Is  geitot  Dur  de  Dnittdie  HoTen,  in  den 
Tweeden  Engelaeben  Oorlog  tl*  gecjimmitteerde 
tot  de  uken  tu  de  Me  en  in  166S  met  De  Witt 
en  Boreel  &ls  geTolnuetitigde  op  de  vloot.  H^  wu 
de  itichter  ven  dsrenbeek  en  overleed  den  2leten 
AngnatuB  1666. 

Harrli*iUi  Oomanu,  een  Rooimch-Eatlioliek 
godgeleerde,  in  1631  te  Lier  eehoren^  atadeerde 
te  Léaven,  werd  er  in  1652  uoogleeiear  ia  de 
wg^Mgeerte.e^i  verwierf  in  1668  den  rang  van 
doctor  in  de  god^eerdfaetd.  Nadat  bq  te  Rome 
de  rechten  en  vrgheden  der  nnivertiteit  te  Léa- 
ven verdedigd  bad,  oelende  hu  veb  verder  in  de 
godgeleerdheid  en  werd  ia  ]67?  teeter  van  bet 
college  van  paaa  Adriaan,  in  16S2  kanunnik  der 
3t.  Pieterskerk  en  in  1687  lid  der  bbeologisehe 
laenlteit.  Hg  overleed  te  Lenven  den  27sten  Oc- 
tobet  1702.  Van  ïnn  geschriften  noemen  wji: 
,JIetbodi]B  Temittendi  et  reti^endi  peecata"  (2ae 
druk  1686).  ..Brevee  observationea  oe  actibiu  hu- 
maois  etc."  (1694),  „Conlerentiae  tbeologieae" 
(3  din.)  en  „Cuitns  theologiae". 

HnrlMibnraok,  Alphoiue,  een  Znid-Jfeder- 
land^  godgeleerde,  den  2den  Angnatua  1667  te 
Brussel  geboren,  tnd  in  1684  in  da  orde  der  Je- 
inleten,  werd  leeraai  aan  bet  seminarium  te  Oent 
en  daarna  bieebtvadei  vao  urt^ieeefaop  Thomai 
Philipt  van  Alialie  te  Medielen,  alimede  biblio- 
thecaris Tan  het  museum  Bellarmini.  Na  den 
dood  van  Qlemena  XI  vergezelde  hg  den  aarte- 
bistchop,  teven*  kardinaal,  naar  LEi«me,  doch  over- 
leed op  de  terngreii  den  Sisten  Hei  1723,  Van 
ign  geuèrilten  vermelden  wg;  „Mémoire  tou- 
ehant  Ie  dessein  qu'on  a  d'introdnire  Ie  foimnUi- 
re  d'Alexandre  Vil  dans  l'églÏH  des  Pajs-Bas", 
„Vindicationee  adversus  tamaeoi  libellos  sub  ti- 
tulo  Artea  Jesuiticae",  „Vindicationes  alterae  ad. 
veraQG  famoBOi'  libellos  et  novam  eomm  collec- 
tionem  sub  titulo:  Tuba  magna,  novum  elangens 
aonum"  (1715),  „Brrores  et  synopste  vitae  Pa- 
scboeü  Qaesnel"  (1717).  „Qaaestionee  de  eonsti- 
Intione  nnigenitus"  (1719),  „Haeresie  Jansenia- 
nae  praecluea  eflngia"  (1708—1709,  2  dIn.),  en 
„Imago  primi  eaeculi  JssBenistarum"  (in  hand- 
■chrift  op  de  bibliotheek  te  Meehelen). 

RiiTB«ii,  Oomelit  van,  leeraar  bg  de  Doops- 
geiinde  gemeente  te  Emden,  schreef:  „Korte  in- 
boud  VBD  de  leere  des  geloots,  geschikt  naar  de 
olgetDeeiie  belijdenissen  van  de  Doopageiinde 
Christenen"  (1705),  .^i'torisetie  verhandeling 
rau  de  ofAomst  en  voortgang,  mitsgaders  de  goiT 
geleeT<Hieid  der  Doopsgesinde  Christenen  enz." 
(2de  druk   1784),  „L^dias  lapis  doctrinaa  Men- 


nooitarnm"  [1718],  ook  in  het  Nederlandach, 
,J)e  grondslag  van  de  leer  der  Soopsgeuide 
Christenen  verdedigd  en  bevestigd  lagen  de  ver- 
dioajjingen  van  Haunen  B;nskê«  van  Overwgk 
en  zgn  aiscipd  Douwe  Donwes  Mnji  eoi."  (1715) 
en  een  paar  leenedenen.  Hg  overleed  den  25sten 
Januari  1721. 

Butmduu,  genaamd  flvyfaunufu*  Medte- 
len,  Gomelit,  een  Vlaamach  «diilder,  werd  den 
2den  April  1648  te  Antwerpen  geboren  en  over- 
legd ta  Uechelen  den  laten  Jani  1727.  In  ign 
tgd  wat  hg  zeer  in  oansieu.  Laads^appen  van 
zqn  band  vindt  nten  te  Antwerpen  en  Bruaiel, 
in  het  Lonvre  te  Porgt,  in  de  musea  te  Berlyn, 
HQnchen,  Weenen  eni. 

Hamnaiui,  Joris  Karel,  een  Frauch  sehrn- 
ver  den  3den  Februari  1848  nit  een  Vlaamadi 
geslacht  te  Farqs  gebofen,  werd  na  afloop  i^nei 
ru^tagel eerde  «todiin  aitd)tenau  in  het  ministe- 
rie van  Binnenlandsebe  Zaken  en  w^de  treh  in 
ign  vrgen  tqd  aan  den  ultra-ieolistiscben,  later 
aan  den  mvstii^-eaotberücben  r(»nan.  In  beide 
genrea  heeft  hg  meesterwerken  geleverd.  Zjja 
naam  werd  tegelgk  met  dien  van.  De  MmipaittnU 
bekend  door  de  ,^iréN  de  UMan",  waarvoor  hg 
de  novelle  „Soc  an  dos"  <18S8)  adireef.  Toen 
een  vnri^  vereerder  van  ZoU,  werd  by  van  1887 
af  zgn  bittere  vgand.  Naturalistisch  ign  „Le  dra. 
geoir  au  épieei"  (1874),  .Jfarthe"  (1876).  „Lei 
soeura  VaUrd"  (1879)  „En  ménage"  (1881)  en 
„A  rebours"  (1884).  Nadat  hjj  een  tg'^  iang  ge- 
zwegen had,  trad  h^  in  1891  in  ign  „LUiat"  te- 
gen de  Bwarte  magie  op,  wier  tegenwoordig  we- 
zen met  al  haar  godriasterlgke  orgiSn  hg,  naar 
zegt,  natnnrgetroow  schildert.  Daarop  werd 


„L'  Obli.i"  C1903).  Over  lehildeiinnst 
handeh  hg  in  „Troi*  primitiFs"  (1904).  Sedert 
1908  was  hü  het  oudste  lid  van  de  Académie  dea 
QoneoarU.  H^  overleed  den  ]2den  Mei  1907  te 
Pargi. 

HDrsnin,  Jan  van,  een  Nederlandseh  tehil- 
der,  den  15den  April  16S2  te  Amsterdam  gebo- 
ren en  aldaar  den  7den  Februari  1749  overle- 
den. Hij  was  een  kerling  van  agn  vader,  den 
bloea»iAilder  Jvittu  van  fluyntm.  Jan't  iHoeder, 
Jaeob  van  ffuymm,  «diüdeide  gdieel  in  ign 
trant.  Hg  b(^n  bet  eerst  met  het  schilderen  van 
blounen  tegen  een  lichten  in  plaats  van  een  don- 
keren aditergrond.  Het  iRgksmn.se«n  te  Amster- 
dam en  bet  Manritshuia  te  's-Oravenhige  beut- 
ten  o.  a.  weiixn  van  zgn  hand. 

Hqkuvii  ia  de  benMniog  van  een  bepaalde 
eoort  ruiterg.  Het  woord  ie  afkomaUg  van  liet 
Hongaarache  woord  huas  of  twintig,  omdat  ieder 
20-tal  huizen  in  1458  op  laat  van  Malllüat  Oorvi- 
ntM  één  ruiter  voor  den  tgd  van  S  maasden  aan 
bet  leger  leveren  moeat.  Oorspronkelök  gehar- 
nast en  zwaar  bewapend,  werden  ig  latet,  at  oa- 
tianale  dracht  —  bewapend  met  hst  zwaard  „Ara- 
bella"  —  gekleed,  in  lidite  ruitKÜ  veranderd  en 
in  1688  en  1696  door  Oostenrgk  tot  regimenten 
vereenigd.  Sinds  1721  bezat  PmUen  2  ait  Hon- 
garije gerecruteerde  en  daar  bereden  gemaakte  re. 
gimenten  huzaren,  door  frederik  II  tot  10  re- 
gimenten van  100  eskadrons  uitgebreid.  Zn  wa- 
faekend  om  hnn  geweldig  langt  knevelt  en 


DigilizedbyGoOglC 


HUZAREN— HYALIBT. 


hnn  booggc^nitde  liaren.  Toen  men  ecfatei 
elk  aoort  caf&ieria  ia  tgd  vu  ooilog  het» 
verlangde,  iiielden  de  hnnien  op  een  ipeeiaal 
mpen  te  iqd.  De  NederUndselie  eiTalerie  be- 
etaet  gciieel  nit  hazaien  {i  regimenten),  Duitseh' 
lud  teh  no^  20,  Baaluid  2,  Roemenie  6  regi- 
menten (Hosioii).  iDe  overige  'EaK>peeg(die  mo- 
gendheden g«Ten  hnn  eafaterie  uideie  èeounin- 
gen.  Ale  groote  bnzuen^uiToeiden  lijn  betend 
gBwwBt  ZUlktH,  SefdlUx,  Kküt  en  BÜleher. 

Zie  voDtta:  Nederland  (leger}. 

BnmlMi.  een  BtdieenBche  ToIkeatHD,  be- 
woont de  N.0.  hellingen  der  Etupaten  in  O.  Oa- 
lieie  en  de  BoAewina  en  èeoefent  Toornamelgk 
*«eteeh.  De  HunlenpHurden  zqn  <bekend.  Hnn 
uotal  bediugt  ongeTeei  200000. 

HtWD,  een  Zweedsdi  dl&nd  in  den  Oreiont, 
fen  N.W.  van  lAadArona,  telt  op  7,5  y.kat. 
tnim  1000  inwoners  en  werd  bij  den  vrede  na 
Boeekilde  (1658)  door  Denemaiken  abeetaan.  In 
1576  liet  Tt/eho  BnAe  er  het  kasteel  Uranienborg 
met  de  sterrenwacht  te  Stjern^org  bauwen, 
«aarv&n  de  oveililijfBelen  in  1901  door  opgra- 
ringen  blooteelegd  qjo.  E^n  boate  van  'OraAe 
werd  er  in  1901  «nthnld. 

Bwuifym,  een  stad  in  de  Chïneeeche  pro- 
ineie  Taje! '     "    """'  "  •■■■•! 

n  de  Bui  i 
inwoners. 

Hraolnt   (ByaeinthiuTo 


n.)  ie  de  naam 

„     i  met  Jijn- 

Tormige,  gegroefde  faladeren  en  een  naakten 
bloem  iteotfd  met  een  tros,  klok-lreohterTormig, 
B-epletig  bloemdek  en  6  in  de  bloembnis  beves- 
tigde meel  draden.  De  vracht  ie  een  3-haekige,  S- 
bokkÏKe,  meeetal  6-zadige  doMTmeht.  Al^èvaeen 
TBrspreid  is  de  Oofteraeke  kyaeinl  (H.  orienlih 
Ue  L.)  met  welriekende,  blaawe,  pearse,  witte, 
node  en  gele  bloemen  ie  vele  hteuTschakeeringen. 
^  groeit  in  Elein-Aiïfi.  Syrii  en  PeniS  en  Hiuis 
ook  in  bet  zniden  van  Frankrijk.  De  caHunr  van 
Hyaeinten  is  echt  NederUndseh.  Zy  wordt  al- 
leen in  ons  land  nangetroHen,  hoe  vaak  ig  ook 
in  bet  bmtenUnd  ia  oeproetd.  Zd  komt  voor  in 
de  etreek  tnssdien  Beverwijk  en  Leiden.  Vroeger 
WM  Haarlem  om  lijn  teelt  van  dit  bkiengewaï 
door  beel  de  werdd  o^nd;  mi  dauentegen  heeft 
de  enltunr  zic^  verplastet,  zoodat  de  gemeenten 
Lisse  en  Hiilegom  meer  als  'bet  eentrom  van  de 
ByaeinteHleeU  te  beschouwen  zijn. 

Se  teelt  slaagt  alléén  ap  liiAte,  maar 

bemeate  UDdgronden,  50  cm.  boven  bet  water 
lifKtnd.  In  den  r-egel  worden  date  gronden  «ven 
vMr  of  na  den  winter  3  ik  4  «teek  diep  omge- 
werkt, waarbij  de  veracbiHende  lagen  gemengd 
worden.  Op  deze  wqze  veitr^gt  meu  een  b^zon- 
dere  düke  laag  teelaarde.  Nu  volgt  een  zeer  zwa- 
re bemesting  met  «talmeet  ter  waarde  van  1000 
5 ld.  per  SA.  of  400000  kg.,  welke  wordt  on- 
eigew«rkt.  In  October,  November,  Decemlber 
wordt  galant  en,  «oodra  vortt  te  vreezen  is,  de 
grond  met  los,  nienw  bladriet  bedekt.  In  het 
voorjasi  heeft  bet  ontdekken  plaate.  Zoodra  het 
looi  rijp  is,  haalt  men  de  bollen  uit  deo  grond, 
oogst  ze  en  brengt  ze  in  Boburen  van  bijzondere 
ooDstrnctie,  om  te  drogen.  De  Hvacinten  ver- 
meerdert men  door  tinpee  kleine  (wlletjes,  die 


lieh  ten  gevolge  van  diet  z^.  „holien"  en  „tng- 
den"  vormen  {zie  BhembciUnUelt). 

fiyorinten,  die  in  enkel-  en  dubbelbloemige 
worden  onderscheiden,  dienen  voor  veraiering  van 
tuin  en  kamer,  veneteAanken,  «az.  In  de  tuinen 
versieren  zy  ^^  voorjaarsperken.  In  de  kamer 
komen  zij  meestal  in  getrokken  toestand.  Daar- 
toe is  het  noodig,  dat  ze  met  weinig  bind,  maar 
flinken  bloemtros  prjjken.  Zij  worden  in  den  herfst 
bï  op  glftMn  met  water  èf  In  bloempotten  met 
grond  eeplaatst,  ±  6  w^en  lang  in  bet  donker 
en  koel  weggezet,  zoodat  de  ontwikkeling  der 
wortels  die  der  bladeren  ver  vooruit  is,  en  dan 
in  een  booge  temperatuur,  ±  15-~20o  C,  ge- 
bradht.  Zie  verder  BloenAoüenteell. 

Braolnt  is  de  naam  van  een  edelgesteente, 
en'  wél  van  byacïntroode  of  gele  verscbeiden- 
beid  van  den  lirkoon.  Het  ja  oooizicbtig.  beeft 
dubbele  straall) reking,  wordt  4)ij  wrijving  positief 
electrisch  en  voor  de  blaafipijp  rooder,  zonder  te 
smelten.  Zjjn  aoorteli^  gewicht  la  4.4  en  bjj  be- 
Btaat  uit  ziikoniumsilieant,  Zr  Si  Oi.  Reeds  bQ  de 
Ouden  was  hij  bekend,  en  voorheen  bezigde  men 
hem  tot  versiering  van  uurwerken,  dMizen  ringen 
enz.  Ook  komt  bj  wegens  zyn  Jiardbeid  (7*/i)  te 
paa  aU  steunpunt  voor  fijne  baUnsen  en  voor  de 
Kptllen  van  uurwerken.  Ijikwijls  worden  aan  on- 
kundigen bessoniet  (kaneeljleen)  en  andere  roode 
Bteenen,  zelfs  rood  glas,  voor  hyacinth  vetkoeht. 

HTftolntlift,  Pére.  Zie  iLoyson,  OharUt. 

Hyaolnthiuii  de  zoon  van  den  Spartoanacben 
koning  Amyebu  en  van  Diomede,  bezat  als  jon- 
geling een  bgzondere  schoonheid  en  was  de  gun- 
steling van  ^potfo  en  Ze^hyrut  (of  Boreai)  boe- 
wel  hij  de  to^enegenheid  Tan  lantstgenoemde 
niet  beatwoordde.  Toen  nu  ApoUo  zijn  lieveling 
onderwees  in  de  behandeling  'van  den  diBcua 
(wen) schijf),  be^tnurde  Zephyme  nit  wraakzucht 
den  lo<9  der  dooi  ApoUo  geworpene  achnf  zooda- 
nig, dat  zg  b^t  hoofa  van  Hyaeinlhu»  trof  en  deze 
dood  ter  aarde  stortte.  Daar  ApoUo  hem  het  le- 
ven niet  kon  teruggeven,  vereeuwigde  hjj  de  na- 
gedaobtenia  van  den  jongeling  door  uit  lyn  Uoed 
een  bloem  te  doen  ontluiken,  die  zijn  naam  zon 
dragen.  Dexe  bloem  ia  eebtei  niet  die,  welke 
wq^vaeintli  noemen,  maar  de  blauwe  zwaardle- 
lie. Te  zijner  eer  werden  in  Sparta  diiedoagedie 
feesten.  Hyacint  Ata,  gevierd. 

HTftden  zijn  in  de  Oii^ehe  mjUiologie 
njn:q)hen,  wier  aantal  en  afkomet  zeer  verschil- 
lend opgegeven  wordt.  Beeiodui  spreekt  van  vijf, 
met  de  Onarieien  overeenKomende  hjaden,  Tha- 
let  van  twee,  Pherekydei  van  aes  of  zeven,  die 
Diottynu  op  Iaat  van  Zeiu  moesten  verplegen  en 
later  door  hem  aan  den  sterien^emel  geplaatst 
werden.  Volgens  Eurijiideé  waren  liet  drie  doch- 
ters van  Ereehtheua,  voJgena  anderen  moet  de 
OeetMtde  Aethra  ol  PkUme  aan  Atlas  twaalf 
dochteis  en  een  zoon,  Bya»,  geechoiAen  hebben. 
Toen  deze  op  jacht  door  een  leeuw  of  een  slang 
gedood  was,  weiden  uit  medelijden  door  Zeui 
vijf  ïUBtera,  die  zieb  dood  geweend  hadden  on- 
der de  sterren  opgeoomen.  Zooals  baar  naam 
reeds  aanduidt,  zgn  de  hyaden  (Oriekscb  ino 
—  regenen]  regen  schenkende,  wollcengodinnen 
en  als  zoodanig  de  zoogsters  van  Dionygut,  den 
god  van  den  plantengroei. 

Hïallat  of  glaa^aal  noemt  men  een  opaal- 


DigilizedbyGoOglC 


HYALIET— HYDRA. 


soort.  Zg  ia  gluglaniig,  waterheldcr,  dooniehtig 
of  hilfdooniefati;,  irii,  gteï  of  gr^a  en  wptdi  iir 
votEohilleDde  Tonnen  in  Disalt-  of  trufiietk loten 
gGTonden.  Hjftliet  besUtt  nit  watettaondend, 
uooit  fciezeUttur  en  ii  een  leer  jonge  ToimiDs. 
Het  gehalte  mu  wftter  bedrugt  SS%,  de 
hardheid  is  6  en  het  eoortelp  gewidit  2.1.  H«n 
geeft  dien  naam  ook  aan  een  leei  harde,  ondoor- 
lichtige  glassoort,  dooi  giaaf  Buquon  nitgefon- 
den. 

Br»10jrratla  (OUudmkj  ii  de  Tdgens  Km- 
mig«n  in  1829  teeda  door  Bann  in  Wanehaa  toe. 
gepaste,  volgens  andeieo  door  Bsllgtr  en  Bro- 
meiê  eerst  in  1844  nitgeronden  kunst,  om  op 
glasplaten  toot  den  dmk  getehikte  ti^nten  te  et- 
sen.  Op  het  glas  wordt,   evenals  bjj  het   etten 


in  metul,  een  laafje  etagroDd  aangebrMlit,  waar- 
in de  gewenschte  nguren  ward«n  gegraTeerd,  die 
Terrol^s  doot  middel  Tan  een   Dgrtende  Tkwi- 


stof  in  bet  glas  «Mden  gelttt.  Daarna  wordt 
de  etsgrood  met  terpen t^n-ol ie  afgewatsefaen  en 
de  glasplaat,  om  het  springen  daarTan  tegen  te 

Kan,  met  gips  «p  een  yiereo  ^laatlKteïtigd.  T 
n  daardoor  het  «prin^n  niet  geheel  Tooitoi 
«oideii,  waarom  ia  de  Weener  etaattd nikker^, 
waar  o&dei  leiding  vao  Auer  Tooral  de  hnlogra- 
fle  in  toqxMÜDg  werd  giebraefat,  door  nri4fM  der 
MlTanoplasfiek  Tan  deie  glaien  elidit'a  lepro- 
aoetiM  werden  gemaakt,  waarmede  dan  gedrnkt 
werd.  Hen  drnkt  met  deie  byalografisehe  ellehé'i 
op  koperdmkjpenen  met  iniier  geslepen  marme- 
ren i^aen.  Daai  bet  glat  leer  gd^Tormig  is, 
ign  de  ge>t(t«  flgnren  «er  regehnatig  en  wor- 
den sg  m  den  dntk  inirer  weeigegeTen;  de  al- 
dmkken  ijjn   oebter  leei  eentonig  en   nul.  De 


bjalosralie  wordt  ieg«iiwoordig  weinig  meer 
don  omk  toegCMtt,  eentdeele  omdat  het  etien, 
door  gebraiknwking  daaibg  Tan  Tengiftige  tIocï- 


Hyatt,  John  Walty,  de  aitrinder  th  het 
thana  tooi  talrijke  doeleinden  toegepaste  eellu- 
lold  (lie  aldaa^,  werd  in  1837  te  Staikej  in 
den  staat  New-Toifc  geboren  en  ontTÏn^  in  1914 
wegena  sgn  groote  T^dienaten  de  Perlbut-medail- 
1e.  AanTuikeInk  boekdrukker  Tan  i^n  amèaefat, 
bield  hg  lieh  Msig  met  het  zoeken  naar  een  sar- 
rosaat  Tan  ÏToor  Toor  de  lAricatie  Tan  biljart- 
ballen. Hg  TOnd  in  1869  dat  door  menging  Tsn 
nitroeellaViie  en  kunfer  in  half  opgelotten  toe- 
stand DR  drogen  «n  Terwarmen  onder  hoogen 
druk  een  uitstekend  bruikSwre  «tot  ontstaat,  die 
Ifttet  algvmeen  onder  den  naam  Tan  celldoTd  be- 
kend werd.  Talrijk  waren  de  technisebe  moeitf^- 
heden,  die  Hyatl  moest  orerwinnen  lootdat  de  fa- 
bricatie Tan  eeUnloM  in  bet  groot  in  1673  een 
aanTang  kon  nemen. 

Hybrldlwdi  noemt  men  datgene,  wat  van 
indriidneo  atetamt,  die  in  ertelJKe  eigentchap- 
pen  TericbiUen.  Zie:   SrM^khHd. 

HrtfaaMS  ia  de  Oricksebe  naam  TOor  den 
Dsjelam,  de  meest  wMteljjke  der  Tgf  rÏTieren 
Tan  Pendijaab  (lie  aldaar). 

Brd«,  een  stad  in  het  Engelsehe  giaafsdiap 
Cfaester,   Il  km.  ten  Z.0.  Tan  Manchester,  li^ 


aan  den  Tame,  telt  (ISll)  S34S7  inwoners  en 
heeft  katoenindnetrie  en  steeokole&mjjnui. 

HTd»  de  Vsnvlll*,  Jmm  GmUbhbh,  graal 
MDi,  ook  graaf  van  Btmmotta  genaamd,  een  aaa- 
hsnger  dn  oodere  ffoMrooM,  den  24at«i  Januari 
1776  te  Ia  Charit^sur-Loire  geboren,  onder- 
sdieidde  liefe  reeds  in  ^n  jeugd  ala  Tnrig  ko- 
ningigetindt.  In  17ft8  gterde  bg  TOor  de  emigra- 
tie Dit  iiet  republikeinedie  Fraakrgk.  Na  den 
ISden  Brumaire  etelde  h$,  faoowel  teteiwH&t 
den  Eiersten  Consul  het  herstel  Tan  het  Hnia 
Soxrbon  Toor.  fieedinldigd  Tan  medqtlidtticbeid 
aan  den  aanslag  op  BotutforU  met  ,,de  huwb* 
maehine",  moeat  bg  naar  de  Vereenigde  Staten 
uitwijken.  In  1814  keerde  hg  naar  Frankrgk  te- 
rug,  werd   in   1615   lid   Tan   de   „ehambro   f 


<ran  de  Kamer  tan  atgtTaandigdon,  nadat  hg 
een  korten  tgd  geiant  te  Liaaabon  wu  geweeat, 
waar  hü  de  partg  Tan  JoAm  VI  t^n  Jon  Mi- 
gwl  stennde.  In  bet  kabinet-JfortiffMe  was  kf 
minister  tan  -Marine.  Na  1830  nam  hg  gan 
deel  meer  aan  de  politie.  H^  otetleed  don  38<tea 
Mei  1857  te  Fargs  .Jlémoires  «t  SouTenira"  na- 
latende, die  in  188»— 1890  nitg^eTen  aijn. 

BvdspMk,  een  S8  HJk,  groot  park  in  bet 
W.  deel  tan  Londen,  onder  koningin  Blaabttk 
nog  een  jaehtakmein,  ia  tbaoi  de  Terumelplaats 
der  toomame  wereld.  Jn  18S1  had  er  do  eerate 
wereldtentoonstelling  plaati. 

HrtfanbAd.  T\t  Baidenbad. 

Hyd«r  AU.  Zie  flmfar  AU. 

Hydra  is  de  naam  tan  een  klein,  langwer- 
pig eiland  met  een  «fiperrlakte  tan  56  t.  km. 
en  ongeTeer  7100  inwoners,  aan  de  Z.0.  kost  van 
Argolis  gelegen.  Het  heette  in  ouden  tijd  Hydrea, 
heeft  een  somber  en  woelt  Toorkomen,  steil» 
oete»  co  e«B  nasMaw  oiiHiAlbswkiiLM  mm^ 
der  boomen  of  bronnen.  In  de  15de  en  lUo 
eeuw  bevolkten  de  Atbaneeien,  de  wijk  neiMnde 
Toor  de  Turken,  de  eilanden  H^ra,  Speuia  tm 
Poros,  bencTena  de  daar  t^enovw  gelegen  kua- 
"  >an  Horea.  De  KOTaart,  waardoor  de  Hydrio- 
n  hun  onderhoud  toonagen,  teranderde  wd- 
D  knstbandri,  en  deae  breidde  lieh  Toor  dm 
RnsBiseh-Tnrkaehen  oorlog  (1769)  nit  tot  den  At- 
ehipel,  de  Zwarte  Zee  en  Bgrple.  Toen  na  het 
eindigen  Tan  dien  strfid  do  Ruisen  het  (ohior- 
eiland  Morea  Torlaten  badden,  loodat  de  TnikoB 
er  lieb  wederom  Testigden,  terlieten  tele  inwo- 
ners Tan  Morea  dat  ongelukkige  land  en  een 
groot  aantal  tan  hen  begu  lidi  naar  Hydra.  Hior- 
op  breidden  handel,  s^eepibonw  on  aebeepraart 
iitb  nit  en  de  Hjdrioten  stonden  w^ra  bekmd 
ds  de  beete  matroxen  tan  de  Middellandeebt 
Zee.  Daari>g  waren  ig  eerlqk  en  tronw  in  haa- 
delnaken,  loodat  ig  weldra  betrekkugen  aan- 
knocvten  met  Italil  en  Frankrj^,  met  de  etedoi 
der  Oootiee  en  Amerika.  Ten  tgde  der  FraDsehe 
Omwenteling  braditen  ig  koren  uit  de  Zwarte 
Zee  naar  de  getilokkeerde  haTsni  tan  Frankr^ 
en  Spanje  en  Terdienden  Teel  geld-  Bg  het  nitbü- 
slen  Tan  den  Tr$)ieidsoorii%  in  Gri^enland  rorai- 
de  de  handdemarine  Tan  Hjdra,  Spenia  en 
Fsars  de  Gridiiehe  oorlonThmt.  en  tooral  de 
Hfdrioten  waren  met  opofferende  geectdrift  bo- 
zield  toor  d«  onaDunkdi^heid  dea  mderlandi. 


DigilizedbyGoOglC 


HYDRA— HYDRANT. 


5S9 


—  Be  gdvknamige  en  eenige  plaats  op  het 
dluid  Terhelt  zich  uiiphitfa«ateiE^aiTÖ«  ba*eD  de 
'hiKD  en  onderidieidt  lieh  door  n&uive  msAr 
delgke  straten  en  gedeeltel^k  met  aiRrmer 
■Mide  huiien.  Ven  heelt  er  ondeiac^eiden  ker- 
k«i  en  BCÉiolen  eo  «iweveer  7000  inwoneis,  die 
in  veisebillende  taibrieken,  alsmede  in  handel  en 
adieepTaaft  beziefaeid  vitiden. 

HTdr&.  Zie  Watenbing. 

Hydra  woidt  in  de  wapenkunde  Toorgesteld 
dooi  een  slang  met  7  keepen,  terwg]  de  staart 
in  een  «eeiAasÉ  eindigt.  Oevoonlök  ia  het  email 
tinopel. 

Hydra  ie  een  koenwoolitieche  loatwateiipoljp 
nit  de  orde  der  Bydrmden,  Zq  planten  lieh  het 
grootete  gedeelte  tah  heit  jaar  voort  door  knop- 
TOrming;  slechts  op  bepaalde  tq den  vetktggen  ig 
geilMhttOTganen.  Zie  Terder  KwalU». 

^^draat  noemt  mén  een  s^eiknndige 
binding  van  water  met  een  bMis  (kalUi^draat), 
met  een  innr  (nraveliDurhjdraat)  of  met  een 
element  (diloorh^iaat).  Thans  eenter  wordt  <b- 
se  benaming  niet  veel  meer  gebruikt. 

HydraoaUiM  of  mrodine  ie  een  der  nieu- 
were kooctsDiiddelen.  hetwelk  eelrier  niet  nwer 
gebfralkt  woidt  naiw<ege  de  g«iaarlöke  b$T«ir- 
sehgnselen  als  braken,  diarrtiee,  geeliucht,  eol- 
J^M  e.  a.  Het  ie  aeetTlptienjthjdraiine  en  wordt 
verkregen  oit  phenrlhjdiaiine  en  jjsazgn.  Eet 
Tonnt  witte  knstallstjes  >onder  ama^  ol  reuk. 

Hydraetnls  noemt  men  üi  de  geneeskunde 
een  ^normaal  groot  water^ebalte  van  het  bloed. 

Rrdrainlnsii  iqn  aaieobasee,  die  aan  bet 
aleoholradieaal  no^  fa jdroijlg  roepen  bevatten  en 
ndi  dos  gclQktödig  als  bases  en  atcobol  gedra- 

fen.  Phjsiohigiseh  belangröke  stotlen  behcoren 
iertoe  o.  a.  het  cholien  uit  de  gal  (CiHiO). 
N<C(B.)..(OH). 

Hydranvea  L.  (Borletitiaj  is  de  naam  van 
een  plantengeslaett  nit  de  tamiJie  der  Satifraga- 
eeeSn.  Zijn  soorten  ign  beeaters  en  halflieestera, 
welke  in  Noord-Amerika,  Ooat-IndiB,  China  en 
J^pin  groeien  en  «ch  ondendieiden  door  t^en- 
oveigeBtelde,  enkel  tod  dige  bladeren  zonder 
steiuRtlaMijee  en  tot  sehermvormige  tuilen  Teree- 
nigde  Uoemen,  vau  welke  de  buitenste  geslacht- 
loos en  met  een  grooteren,  bloemkroonaehtigen 
kelkrsnd  voonien  xgn.  De  ved  kleinere  twee- 
dacbtige  faebbeu  een   halbolvoTmigen,   5-tandi- 

Sn,  10-iibbigen  kelk,  5  bloeEOUaderen  en  meel- 
aden  en  %  gescJiBiden  etglen  op  een  door  den 
kelk  omgeven  vniehtbeginael,  waaruit  een  2^k- 
kige  dooaviueht  ontstaat,  waarin  lich  vlïeaige  za- 
den bevinden.  Van  de  voornaaaute  soorten:  H. 
hortenti»,  E.  mmdtekarica,  H.  panieulaia,  H. 
qtttreitolia,  E.  arboreieent,  E.  cmtemeM,  B.  ra- 
tvUa,  E.  teriata,  E.  pubeieen»,  E.  hirta  E.  vu- 
Hta,  H.  involueraia,  B.  alttMima,  E.  arboreteeM 
aiba  gratidiflora  en  H.  fetiolarU  bestaan  ver- 
■tliillende  variGteiten  en  vormen,  die  voor  den 
tninèonw  van  groot  belang  zjju.  Als  voornaam- 
ste knnnen  beü^owd  worden:  Bydrangea  hor- 
Unrii,  Otakta  en  ThomoM  Bogg,  en  Bydrangea 
fonieidata  gnmdUlora. 

De  variGteiten  vau  horleiuia  worden  veel  iu  de 
bloemiaterji  voor  pot-  of  kaqienltnnr  en  snybloe- 
men  en  laatstgenoemde  jpanieulala  bovendien  nog 
loor  den  aanleg  van  tuinen  gebruikt.  Beide  knn- 


nen door  stek  <vermeerdeid  worden,  boewei  eerst- 
genoeinde  lieh  daartoe  beter  leent  dan  de  foni- 
tiilata.  Het  afleggen  ot  enten  wordt  bjj  den  vorm, 
geecJiikt  vooi  tuinaanleg,  het  meest  toegepast.  In 
den  laatateu  tgd  zgn  belangrgike  variSteiten  in 
den  handel  g^radit,  die  voor  de  Moemieterg 
groote  waarde  bezitten  en  daarom  zeer  gezocbt 
zqn,  z«odat  in  ons  land,  met  name  in  Bodot^  en 
Aalameer,  leer  veel  aan  de  tedt  gedaan  wordt. 
Het  züo:  La  Fraieheur,  met  wit  rosé  bloemen; 
Denteüt,  wit  roon^leurig;  Ornement,  rosé;  'Bou- 
quet  Tote,  donkerroie  bloemen;  La  Lorramef  le- 
vendig rosé;  Moveseltne,  malva  rosé;  Radtant, 
wgnrood;  Li7i JfoutZCére,haa^oodebk)emen;HD" 
Emüe  MouiÜire,  laobt  èrainrood;  H""  A.  Bi- 
veraitt,  blauw;  M"c  Mtmriee  Hamar,  blauw. 

Hydrant,  ook  wel  brandkraan  gcbeeten,  is 
een  waterleidingkraan,  met  een  monding  vao  5 
tot  1  cm.  w^dte,  waaraan  geJegeobeid  bestaat  tot 
het  aankt^elen  van  brandslangen.  Hjj  kan  ge- 
heel    bovei^^nds 
ign  geplaatst  tegen 
een  maur  of  in  een 
vrijstaande    kolom 
of  in  bet  voetstuk 
van   een   lantaarn- 
paal, zoodat  de 
slangen  direct  ign 
aan   te    schroeven, 
docb    meestal    be- 
vindt   zg    zich    in 
den  grond,  waarbg 
door    een   afneem- 
baar   tussehenstuk 

de  ttandpgp  — 
de  verbinding  van 
hydrant  en  elang 
plaatst  vindt  (lie 
lignur). 

De  standpijp 
tvDidt  geplaatst 
tusschen  de  klan- 
wen  K  van  de  hy- 
drant en  daarna 
aan    de    armen    A 

rondgedraaid, 
waorby  de  moer  L 
omhooggaat  en  de 
zittingen  Z  en  Z' 
vaat  op  elkander 
worden  gedrukt.  In 
dezen  stand  ligt 
het  staatje  e,  van 
de  sleutefatang  tns- 
scheo  de  groeven 
e  van  de  dubbele 
moer  M  van  den 
hydrant,  zooüat 
door  draaiing  van 
den  sleutel  S  deze  Hydrant. 

wordt  bewo- 
gen. Bij  het  draaien  der  moer  gaat  tij  lelf  om- 
boog en  wordt  tegelöikertöd  de  buis  P  van  baar 
zitting  <^)gebeven  en  de  leiding  geopend,  loodat 
het  water  volgene  de  riohting  der  pijltjes  uit- 
vloeien kan;  het  draaien  der  bnia  P  woidt  door 
de  nokken  n  belet,  die  in  «en  paar  groeven  slechts 
op  ot  neer  knnnen  bewegen. 


DigilizedbyGoOglC 


HYDBANT— HYDRAUUSCHE  RAM. 


De  meeatt  itan^öpen  i^n  tct  hel  uutkoppe- 
j._  — _  jiang  jngerittt;  de  niet  ge- 


len 

bnikte  opening  wordt  dia  met  een  do  _, 
wel  door  een  bgwndere  krun  in  ds  standpnp  >l- 
geeloten.  Aan  enkelTondige  itkodp^n  pU*t«t 
men  een  broeit-  ol  tpruiUhtk  wanneer  met  twee 
■hogen  moet  worden  ^werkt.  Het  feoveafte  ^e- 
dëelte  van  een  itandp;»  kui  niM  alle  richtin- 
gen wolden  gedraud.  Nk  het  gebraik  na  den 
bnndkn&n  ilnit  men  de  lekiiitf  en  ne«int  de 
■tandpgp  weg,  doch  dan  blgfen  de  bniien  P  en 
ook  de  kolk  toI  witei  stuu,  dat  In  den  winter 
beTriest,  loodat  de  h^drant  onbraikbaar  wordt. 
Om  dit  water  ai  te  tippen  i«  in  boii  Peen  af- 
sluiteitje  a  geplaatet  waardoor  bet  adtteigeble- 
Ten  watei  nur  o  en  Terrolgens  in  den  grosd 
wegult, 

Hydrarohoi  beeft  men  een  £«  genoemd, 
waarvan  bat  groote,  Toorwereldlgke  f^eraande  af- 
komstig is,  dit  dr.  Koek  ia  de  tertiaire  lagen  Tan 
Alabami  gtToaden  heeft.  Aanrankelök  me«nd« 
men,  dat  bet  aan  een  hagedis  ol  aan  een  ilang 
hid  tocbahoord,  doA  b^  nader  onderioek  bleek, 
dit  bet  een  OTeiganRsaebakel  vormde  taiaeben 
de  robben  en  de  walrnsaen.  Oemeld  geraamte 
wordt  thani  bewuid  in  het  maaenm  te  Berlijn. 
Zie:  Zeuglodon. 

HrdrartTiiTCrbliidlnraii.  )Zi«  Bydrar- 

HydrarcTrewarblndliivan.  *    wwn.     , 

BvdrargTniiD  ^  ^^  Lat^niehe  MDuning ' 
voor  kwikzilver;  vandaar  ook  h?t  ehemi- 
Hcbc  aymbool  Hg  voor  kwik.  De  kwiktil- 
veroiyduulverbindiiipïB  worden  kydrof' 
gyra-,  de  oxiedverbin dingen  kydTargyri- 
verbindingen  genoemd. 

HydraJrtU  oanadKiuls  of  Cma- 
dee$ek  watcrkruid  is  de  naam  van  een 
Noord-AnierikaanBche  plant  uit  de  familie 
der  Ranunculaceein.  De  wortelstok,  be- 
kend onder  den  naanl  van  Rhixama  Uy- 
drattii,  wordt  in  de  g-eneeskonde  gebmikt. 

Hrdranllo»  of  kj/drodynamica  ia  de 
mechanica  der  vloeistoflcn,  In  ruime  be- 
teekenJB  omvat  de  hydraulica  de  weten- 
acliappel^ke  beschoawing  van  alles,  wat 
betrekking  heeft  op  de  beweging  van  vloei- 
stoffen; in  engercn  zin  houdt  zy  zich  beiig 
met  de  piBctiacbe  toepassingen,  die  van  de 
beweging  van  het  water  gemaakt  worden, 
en  omvat  dus  d«  waterbouwkunde,  het  on- 
derzoek van  bronnen  enz. 

HïdranllMdia  oonpnuor.  Zie  Oom- 
pfutieinaekinê, 

Hrdraollsolis  dmk  ii  de  iiak  dooi  een 
vloeistof  uitgeoefend. 

BydranllBohe  kalk  ia  een  kalkïoort,  wel- 
ke het  vermogen  beeft  onder  water  te  Tersteenen. 
Voor  nitvoering  van  metaalwerken,  welke  ni  de 
vertaardiging  aan-water  inwerk  ing  worden  blootge. 
steld,  loader  dat  men  er  de  eigenadiap  van  wa- 
lerdtditfaeid  van  eischt,  kas  een  mortel  worden 
gebeiiffd,  waarvan  hydraulische  kalk  een  der  bind- 
middeTen  is.  Zie  oofc  Oement. 

Bydr«QllMho  mortal  of  WtOermortel.  Zie 
Bydraulüehe  kalk. 

BTdraoUsolia  pan,  ook  wel  sert  Mn 
Brakma  gebeeten,  bestaat  (lie  de  afb.)  in  booU- 
ziak  dit  een  kleinen  saiger,  of  dompelaar  a,  die 


als  perspomp  weifct.  Hii  wonit  loodreeht  op  eR 
neer  bewogen  door  den  netwom  O.  Bg  bet  naar 
beneden  gaan,  wordt  het  water  Dit  den  eylinder 
door  de  sjjdelingsebe  bni«  weggepent,  liAt  d« 
klep  nn  op  en  net  water  komt  ooor  de  bnii  d 
in  net  reservoir  B,  wiardoor  de  ffrootere  iniger 
O  naar  boven  bewogen  wordt.  ^  net  naar  boren 
gaan  van  a  wordt  de  klep  nn  weei  gesloten, 
daartegen  t  geopend,  door  de  drukking  der  Inebt. 
Het  water  nit  net  reservoir  A  st^gt  dan  in  de 
poanpbnis  eni,  iDe  schroef  z  dient  ervoor  om  bet 
water  uit  de  droktniis  d  weg  te  Laten  loopen, 
waardooi  de  groote  iniger  kan  dalen.  Volgens  de 
wet  van  Piueal  is  de  kracht,  wiarmede  de  iiüer 
t  naar  iMven  bewogen  wordt,  evenTed  malen 
grooter  dan  de  kracht,  die  door  den  luiger  a  uit- 
geoefend wordt,  als  de  doorenede  Tan  n  op  die 
van  O  begrepen  is.  Wordt  na  bgv.  de  heftwom 
met  een  kracht  van  25  kg.  bewogen,  en  ii  de 
hefboomsarm  nan  de  macht  tienmaal  aoo  groot 
lis  die  van  den  latt,  dan  oefent  de  kleine  miger 
een  dmkkinfr  nit  van  250  kg.  Is  de  oppervlakte 
vin  den  kleinen  aniger  bgv.  1  v.cm.  en  die  ^an 
den  grooten  1  r.dm.,  dan  wordt  de  laatste  met 
een  kracht  vu  250  X  100  ^  25  000  kg.  naar 
tieweof  bewogen.  iBjdraalisehe  persen  worden 
veel  gebmikt  voor  het  uitpersen  van  oliin  ea 
sappen  uit  planten,  voor  het  In  elkaar  persen 
van  katoen,  booi  enz.,  voor  het  beproeven  vin  de 
sterkte   van  kabels  en   voor  het   optieffen  van 


Hydranliscbe  pers. 


i  metalen, 


iware  lasten,  voor  het  bewerken   ' 
bgv.  bevestigen  van  kinkbonten  eni. 

BTdranllsolia  run  is  een  werktuig  door 
Monlgolfifr  uitgevonden,  waarmede  men  water  nit 
een  reservoir  aatomatiseh  kan  persen  naar  plaat- 
sen, gelegen  bovenden  waterg^egel  in  het  remr- 
voir.  Fig.  I  stelt  een  doorsnede,  lig.  2  het  geheeie 
toestel  voor.  Vanaf  het  reservoir  a  (zie  fig. 
1)  lo<^t  een  bnis  b  naar  bet  eigenlgke  toestu. 
De  baifl  is  Tooriien  van  twee  kl^)peD  e  en  tt.  Da 
laatste,  die  toegang  geeft  tot  den  windketel  /, 
gaat  naar  boven  open.  terwjjl  e  naar  benedea 
opent,  waardoor  dm  de  buis  b  met  de  buitenjnefat 
in  gemeenschap  staat.  Door  het  eigen  gewidit 
lal  Uep  d  den  toegang  tot  den  windketerafdm- 
ten,  terw$  e  geopend  zal  ij>n.  Het  water  stroomt 
'    n  door  bnis  b,  en  vloeit  door  kl^  e 


DigilizedbyGoOglC 


HÏDRAULISCHE  EAM— HYDROCHraON. 


S91 


>f;  Ijj  een  bepuld«  Buelheid  lal  klep  e  plotse- 
lin;  VDrden  gealoteii,  en  ui  bet  «troomende  wa- 


Fig.  1.  HydnuüKhe  ram. 

lei  io  tmia  b  een  stoot  krggen,  waardoor  het  in 
atut  il,  klep  d  te  liditen  en  in  windketel  f  te 
vloeien;  de  lueht 
in     dezen     ketel 
wordt  gecompri- 
meerd,   terwgl 
het    water    door 
o  kan  afvloeien. 
Wanneer  de  snel- 
heid vm  het  wa' 
ter  in  bnis  6  is 
uitgeput,  lal  klep 
d  vanzelf  sluiten, 
en  kiep  e  door 
zijn  eigen  zwaar- 
te openen,  waar- 
door   het    water 
Fig.  2.  Hjdranliaebe  pen         weer   kan    w^- 
stroomen  en  te- 
vens snelheid  verkregen.  Door  den  luclitdmk  in 
den  ketel  zal  het  water  door  buis  g  worden  om- 
hooggedmkt,  wanneer  klep  d  gesloten  ia. 

BTdrftnllsoha  ren  ii  een  inrichting,  die 
dient  tot  het  opvangen  van  ttooten.  ^  beitaat 
ait  een  met  gl;eerine  govnlden  jjieren  cilinder, 
waarin,  ten  gevolge  van  een  stoot,  een  drijfstang 
nordt  gedreven;  door  een  naawe  opening  kan 
de  gljeerine  iangiaam  ontwaken,  lOOdra  de  drijf- 
stang in  den  cilinder  binnendringt.  Deie  rem 
il  bat  eerst  gebmikt  door  W.  Siemeiu  om  het 
terngia<^)eD  van  gesrimt  te  beletten. 

Bydranllsolis  Teortatnwlng.  Hoewel 
de  voortstuwing  van  een  vaartuig  door  middel 
van  een  roeiriem,  van  een  schroei,  van  raderen 
en  van  een  pomp  op  hetzelfde  b«^nse1  berusten, 
D.1.  het  opweUen  eener  reactie  (door  bet  achter- 
uit werpen  van  een  boeveelieid  waler],  die  het 
schip  voorn itdnwl,  wordt  onder  hjdnnliaehe 
voorlstawing  meer  in  hel  bgionder  die  door  mid- 
del eener  eentrifogaalpomp  ventaan,  welke  het 
water  aan  de  voonijde  aanzuigt  en  aan  ds  ach- 
terzijde nitwerpl  ol,  bg  a^teruit  varen,  on^ 
keerd.  Be  economie  van  een  de^elgke  inriehling 
ten  opzichte  van  andere  wgzen  van  voortstuwing 
il  slMhls  gering;  de  tonwssing  wordt  dan  OOJC 
beperkt  tot  enkde  gevallen,  waarb^  het  uitste- 
llen van  de  ariiroef  of  van  raderen  ibuiten  het 
schip  niet  kan  toe|eataBn  worden.  O.a.  is  een 
van  onie  stoomreddiitfboatan  voor  ds  Noordzee- 
knsl  van  een  dergelijke  inriehting  voorzien. 

BrdiwitMi  (diamied},  HtN-N9>,  veikrngt 
men  dooi  nit  «jn  foltaat,  ïliHtStBOi,  door  be- 


haodeUng  met  kaliloog,  eerst  het  bjdraat  NsHt 
HiO  te  winnen  en  dit  te  behandelen  met  batiom- 
aiied.  Eet  vormt  aan  de  Incht  rookcnde  kristal- 
len, die  bn — 1°C.  smelten.  De  geimollen  massa 
kookt  bg  114°.  Hjdrazien  is  iwaarder  dan  water 
en  laat  zich  daamee  mengen,  terwg!  de  tempe- 
rttonr  daarbg  venhoogd  wordt.  Zwavel  wordt  er 
in  opgelost  met  bruinroode  kleur.  Da  zonten  van 
hjdrazien  zQn  zeer  giftig  "«oor  lagere  organia- 
men.  Bg  hoogere  dieren  storen  ze  het  bewostzgn, 
verlagen  de  lichaamstemperatunr  en  breogen 
zelfs  stilstand  van  bet  hart  en  de  ademhalingi- 
werktnigen  teweeg. 

Bydr&zloen  liJn  organische  bases,  die  zicfa 
van  hjdrszien  (zie  aldaar]  laten  afleiden.  Zg  be- 
vatten twee  fltftstof atomen  in  hun  moleenle,  tün 
f;emakkelük  oiydeerbaar  en  rednceeren  dva  Fen- 
ing's  koperoplossing.  Men  kent  primaire,  secon- 
daire, aliphatisehe  en  Bromatisehe  hvdrazinen.  Zq 
zjjn  vloerbaar  of  gemakke^flc  smeltbaar,  t^loa- 
baar  in  alcohol  -en  aether.  De  aromatische  zgn 
moeilijk  oplosbaar  in  water,  de  o^rige  beter.  Ver- 
vangt men  in  beide  amtdogroepen  van  hjdn- 
zien  een  atoom  waterstof  door  een  aromatisni  ra- 
dicaal dan  ontstaan  hjdraioveitindingen, 
C«H..HHJfH.C«Ht,  die  met  de  secundaire  h;dTa. 
zineD  isonteer  liJB. 

BTdrazobenzol,  €«Es.NE.NiH.C»HB,  oat^ 
etaat  nit  azobentol  en  iwavelammonioni  of  nit 
nitrabeoiol  en  ainkstof.  In  vasten  toestand  ijJB 
het  klenilooze  blaad(e«  met  kamfeiaehtigen  teok. 
Het  is  gemskkeljjV  oploriiaar  in  alcohol  en 
aether,  smelt  bij  131*  C,  oijdeert  nel  tot  aio- 
benzol  en  geeft  met  natrium  amalgama  anilien. 
Met  zoutzuur  behandeld,  geeft  het  een  isomeei 
benzidien  NiHt— EtC*— ÓAtNHt.  (beniidienom- 
zetting).  Het  is  een  der  hydiazoverbindingen  (zie 
Bydraxintit). 

HydroDftla.   Zie  Waterbreuk. 

BydroohartsweflCn  ii  de  naam  eener  ta* 
oiüie  van  ovevbl^vende  wateif  lanten  met  de  vol- 
gende kenmeiien:  worteMandige,  nn  eens  zit- 
tende, breed -lintvomiige  en  vieml  gerande,  dan 
weer  gesteeMe;  kromnervige  blader»),  eensladiti- 
ge  bloemen,  vöór  het  ontkiken  in  vliezig  bloem- 
scbeeden  besloten,  een  3-bladigen,  kruidschtigeai 
kelk  en  een  8-bladige  bioemkroon  met  S  (ol  een 
veelvoud  van  S)  meeldraden,  voorts  met  een  I-  tot 
6-hokkig  vruchtbeginiel,  hetwelk  ondentandig 
en  met  een  groot  aantsl  eitjes  gevuld  ii.  Dd  za- 
den heiiben  een  reciite  kiem  en  veen  kiemwït. 
Tot  dpze  familie  behooren  onder  anderen  het  duit- 
blad  (HydTochariê  Morsiu  ranae  L.),  de  merkwaar- 
dige VatliÊneria  tpiridig  L,,  voorte  de  geslachten 
Elodea  fWaierpeti)  en  Sira(io(e«  (ScAeeren). 

Bydroobaiis  L.  Zie  Duilblad. 

HTdrooUnoa  of  paradioxybenxol,  CtBt 
(0H>),  wordt  het  gemakkelgkit  verkregen  dooi 
rednetie  van  ehinon,  CaHtOt,  met  zwavddioiied, 
dat  zelf  nit  anilien,  C«Ht.NHt,  door  oi;datie  be- 
reid wordt.  Het  is  een  vaste  stof,  die  nit  weinig 
warm  water  in  beit^onale  prisma's  kriatallieeert. 
Het  smelt  bj  169°  C.  In  wann  water,  alcohol  en 
aether  ie  het  goed  oplosbaar.  Door  ijzerchloried 
en  andere  oiydeerende  stoffen  gaat  bet  in  «hin- 
hjdron,  daarna  in  ehinon  over.  Eet  is  das  een 
rédueeerende  stof  en  wordt  daarom  in  de  pboto- 
grafia  als  ontwikkelaar  getiniikt. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HYDROCOTÏLE— HTfOROSTATISCHE  DRUK. 


BydrooTon  tonfcaJUl,  de  tideiid«  „EeU>- 
el-4)«fir"  of  „K^lul-iMyeh",  een  nwhieeh  uit  den 
Njl,  bebooreiid«  tot  dehmilkder  Ch^aeinideti. 

BrdrodTiumtoa.  Zia  B^timüita. 

Hrdrofoon  ie  de  num  nn  een  teJefoontoe- 
atel,  dat  dient  om  de  nadering  van  seh^en 


een  qMKn,  UiAformig  omfanleel, 
plaat  aanveiig  ia,  die  trillingen,  door  de  Mhroet 
TM  een  tehip  veroonaakt,  ttf  SOO  m.  atettnd, 
kan  opvangen  en  «e  uut  een  telefoontoestel  mee- 
deden. Het  toeitel  wetdt  bg  iet  gHiniik  tot 
«en  diepte  Tan  9 — 80  m.  ondei  water  gebnebt 
Hrdrofenlnm.  Zie  Wattrtlof, 


Hydrorratle  of  beêehrüving  va*  het  waUr 

il  dat  deel  der  alKemeene  a&rdtgkaknDde,   het- 
welk lieh  net  de   oeadtröring  der   wateien   op 


utde  beiig  bondt,  bepMldelgk  inet  die  der  bron- 
nen, riTMien  en  meien.  Zö  woidt  ook  vd  ali  Jiy- 
drologit  aangednid.  De  Mi^rqfing  der  laels 
draagt  Meer  bepaald  den  naam  tbb  oeeaHograH». 
iDtnasdien  wordt  deie  oA  wel  onder  de  ejdro- 

Eafie  begrepen,  inooDdetfaeid  wanneer  er  apra- 
ia  na  betgeen  m«i  belangi^  adit  toot  de 
MbeepTaart.  In  «ndei«  buiden  noont  men  lee- 
Taartseholen  ook  wel  lijdragrafiKhe  Mbolen.  By- 
dngn^iêehg  luurUn  f^  futte,  waarop  de  ele- 
menten   der   fajdrogiafle   kartograliidi    worden 


BFdrslorls.    Zie    Eydrogn^ie. 

ByArolTB«>  'Hieronder  veietaftt  men  ii 
eerste  plaata  de  ipltiaing  ran  aooteo  in  ba» 
■aren  onder  inrloed  van  water.  iHet  gemakkeljjkat 
hydroljieeren  de  latiten  van  awiile  luien  «n 
•beTke  uaei,  die  in  opksBing  adkalieA  reageeren, 
bjJT.  de  alkaJiiooten  ^an  Koolnnt,  cTunwater- 
atofiaar,  boononr  en  de  meeite  lonten  .lan  oiga- 
niache  laren.  AlnoiininialonaiMt  «alt  by  «o- 
king  geheel  niteon  in  aiumininmhjdioxied  en 
miereainur.  Onder  bydrolyie  wordt  ook  getdcend 
de  splitaing  van  orgaDiBcoe  stoffen,  woala  kool- 
lijdraten,  glneoiieden  ens.,  door  inwerking  *an 
Tflnlond«  luren  of  fermeoien,  door  opname  Tan 
water.  Het  ^Ineoeled  nit  de  bittere  amandelen, 
het  amygdalieu,  wordt  door  hydrolyse  geaplitst 
in  glncose,  benialdehyd  en  biauwxnur,  saeeluuose 
in  glaeoM  en  finetoee. 

HTdromACiiMilet  is  een  mineraal,  dat  ait 
waterhonden  d  baeiech  migneBiumeatiboaaat  be- 
staat volgens  de  formule  8MgCOt.Mg(OH),.3HiO. 
Hen  vindt  bet  o.a.  in  het  Zwarce  Woud  en  in 
Stiunnarken  in  kloven  van  serpentijn.  Het  treedt 
op  in  den  Tonn  van  ileino,  rbombisehe  kriital- 
len,  meeital  in  witte,  dichte  masia'i  met  icbelp- 
•ehtige  breuk.  De  hardheid  bedraagt  1,5—2,  bet 
aoortelijk  gewicht  2,14—2,20. 

HrttraniMdi&iiloa  it  de  weten sehap,  die 
den  inrloed  van  ktaohten  op  vloeiatoften  onder- 
soekt.  Zü  omvat  twee  hoofdafdeeltngen;  de  even- 
widitaleer  der  vloeistoffen  of  de  h^roafofteo.  en 
de  leer  van  de  beweging  der  vloeiatotfen  of  de 
hféradytiamiea. 

Bvdrotn«t«oraii  noemt  men  den  voditigen 
oecrtlag,  die  door  veidiehting  van  den  in  de 
Incht  aanwezigen  watetdamp  ontataat,  looali 
dauw,  nevel,  wolken,  legea,  ineenw,  hagel  eni. 


■VdrOBUtar  is  een  inatmmsnt  toi  fact  me- 
ten van  da  snelheid;  waarmede  het  water  stroomt. 
Ook  noemt  men  aldus  toestellen  tot  het  bepalen 
Tan  het  loortelök  gewicht  van  Woetstetfen. 

BydropK.  iieWatenueht. 

EydroifsAr  is  de  naam,  dien  men  peeft  aan 
het  eleebU  op  sommige  plaatsen  aanweiige  vloei- 
bare omhulsel  dei  aardkoret,  in  teg»utelung  met 
atmosfeer  en  lithoafeer.  Sointöda  dnidt  men  er 
ook  de  gebeele  hoeveelheid  waterdamp  mede  aan, 
die  i\A  in  den  dan^ring  bevindt. 

BïdrostetlOA  ie  ée  teer  van  bet  eraiwidrt 
der  vloeistoffen.  Den  leer  beniat  op  de  Wat  «on 
Paieal  en  op  de  Wet  wm  AreUmedet.  De  eerste 
aegt,  dat  een  druk,  op  een  vloeistof  niitgeoelend, 
licn  in  aHe  richtingen  ooveianderd  voortplant; 
de  tweede,  dat  een  Uthaam,  in  een  vloeiatof  on- 
dergedompeld, een  wvrearttehen  itak  onderrindt, 
die  gelyk  ia  aan  net  gewii^t  der  verplaatste 
i^oeUtot. 

Bytfrostatlsoli  bsd  ia  een  holle  matiaa  van 
eaontehonc  in  den  vorm  van  een  badkuip,  gevuld 
met  water,  dienwnde  om  bet  doorliggen  van  lie- 
ken  te  voorkomen.  Deie  inridting  u  uitgevon- 
den door  een  Engelsdi  goBeeaheei. 

HTdrostatbolie  b«lMis.  Deie  baUni 
dient  Toor  bet  bepalen  vut  het  K>ort<ljjk  gewidit 
van  een  vaat  lichaam.  Het  ia  een  gewone  weeg- 
schaal, waaraan  aan  een  der  aebalen  onderaan  een 


van  ecQ  draadje  opge- 
hangen worden.  Door  nn 
ip  de  andere  schaal 
looveel  gewicht  te 
plaatsen,  dat  de  balans 
■"  evenwicht  is,  kan 
L  liet  gewicht  bepa- 
Vervol^ene  wordt 
onder  het  lichaam  een 
glas  water  geplaatst, 
waarin  men  zooveel  wa- 
ter giet,  dat  het  li- 
chaam jniRt  eeheel  on- 
der gedompeld  is.  Door 
den  opwaartBcben  druk 
dien  het  lichaam  onder- 
vindt, wordt  het  even- 
wicht verl»Dkeo,  wat 
men  kan  brrsteUen, 
door  op  de  schaal  ge- 
wichten Ie  plaatsen.  De- 
ze geven  de  grootte  van 
iwaartechen  drok, 
Iet  quotÜDt  van 
het  gewicht  van  het  li- 
chaam en  den  frevonden 


het  lichaam.  Is  dit  in  water  oplosbaar,  dan  neemt 
men  een  vloeistof,  waarin  het  niet  t^loet.  Het 
soortel^k  gewicht  vu  deu  moet  natnarlgk  be- 
kend lyo.  Het  aoorteiyk  gewicht  van  een  efon- 
ttof  bepaalt  men  door  den  opwaartschen  druk, 
dien  een  glazen  voorwerp  in  deze  vloeistof  onder- 
vindt te  deelen  door  die,  welke  hetzelfde  voor- 
werp ondervindt  in  zuiver  water. 
HrdroatatlBOlu  dmk  is  de  dmk  door 


Hydrottatitdie  balans. 


DigilizedbyGoOglC 


H  YEN  A'S 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HYDROSTATISCHE  DRUK— HYEBISCHE  E1I.ANDEN. 


S93 


een  kolom  water  nitceoefend.  Ia  het  beidiouiriie 
Tiafcjfl  boriioDtul,  4>ii  ii  deie  dmk  gelgfc  aan 
het  gewidit  tsd  een  TloeÏBtofkoIom,  die  dit  ilA- 
je  tot  baiis  en  den  verticalen  als  tand  hiemn  tot 
den  YltwiBtobpiegel  tot  hoogte  heeft.  Ooic  t^  een 
willekeDiigtD  etand  van  het  flalcje  gekit  deie  te- 
gel, mits  men  ais  hoogte  neemt  den  afstand  ran 
bet  iwaaitepottt  lan  het  T^akje  tot  den  Tloeialot- 
^iegel. 

BrdrotlierApla.  Zie  Koudteatergtneukun- 
de. 

Brdr«xl«d«ii.  Zie  Btati. 

Hydroxyl  i*  in  de  aeheiknnde  de  Mnwaar- 
dige  atoomgioep  OU,  die  als  een  éénwaardig  atoom 
optreedt  en  b^T.  diti^ih  in  Mheilcnndige  vei- 
bindingen  ebloor  ol  andere  Mnwaardige  atomen 
en  stoomgioepen  Torangt  ol  daardoor  vetvan- 
gen  woidt. 

Hjdroxylamleii  ïb  een  base,  die  slechts  in 
waterige  oplosiing  «t  in  TsTbindiog  met  laien 
bekeod  is.  De  focmnle  ia  NHi.OH.  Het  wordt  ge- 
vormd door  inwerking  van  waterstot  in  wotdings- 
toestand  op  ttikitofoiied  volgen*  de  Tergeli^ing 
aNO=8HX2NH,.OH.  Het  stiketofoiied  bereidt 
men  het  best  nit  zuur  gzervitriooi  en  salpeterzunr 
en  leidt  dit  gas  in  flessehen,  waarin  nit  ge^rsnn- 
leerd  tin  en  loatianr  de  waterstof  ontwikkeld 
wordt.  Het  gevormde  hjrdroijlamien  bindt  liefa 
aan  het  lontinnr.  De  Terkregen  Oflomag  borat 
ook  nog  tineblornnr,  dal  door  iwarelwateritol 
als  tin  tol  lied,  8d8,  wordt  neergealagen.  Dit 
wordt  atgeliltieeid  en  ^et  liltroat  oroag  gedampt. 
Het  residn  woidt  met  aAsolnten  alconol  behan- 
deld, waardoor  hat  loutaure  hjidrosjlauten  op- 
gelost en  het  gevormde  chlooiammonium  onop- 
gelost achtertilglt.  Om  Ueinit  de  Terbinding 
lell  te  maken,  wordt  de  lonlxnre  oploEsing  eersi 
met  iwaYelinnr  Iwhandeld  en  bet  daardoor  ont- 
stane iwaTelioar  hjdToxjIaniien  met  barftwatei. 
ordt  TDoral    in  de  organische  sctbeiknnde 


terstol  tot  water,  teiwqi  de  groep  N.OH  de  plaaU 
Tan  bet  laaratotatoom  inneeail.  De  gcpromde 
Tsrbiadütfen  lieeten  oximen.  De  inwerking  op  al- 
diiijden  bgv.  wordt  vooigeEletd  door  de  vergelij- 
king RC=2-|-Nflrffl=H.0-l-iW:^^0H. 

Hyenft  (Syaena  L.,  «ie  de  plaat)  ib  de  naam 
van  een  geslacht  van  dieren,  die  tot  de  orde  der 
floofdteren  (Carnivoren}  behoor«n.  HH  ii  tJiani 
alleen  in  Azii  en  Afrika  te  "rinden,  hoewel  hg 
in  Tioeoere  geologische  tüi^eiken  geheel  Europa 
bewoonde.  Zjjn  kop  ii  aan  de  acaCeriijde  dik, 
zgn  snnit  Toornitstekend  en  s^n  gebit  vherp  en 
sleik;  hg  beeft  groote,  scherpe  sngtanden,  groo- 
te  hoektanden  en  scherpe  kiezen,  wdke  werken 
als  de  bladen  eeoer  echaai,  kleine  otwen,  groote, 
opstaande  ooren,  lange  voorpooten,  kortere  aeh- 
terpooten  met  klauwen,  die  niet  opgetrokken 
knnnen  worden,  een  sehnin»  afloopenden  rug  met 
een  borstelige  maan  en  een  gluiperig  voorkomen. 
Drie  toorten  ^an  due  dieren  ijin  takend,  name- 
lijk: de  gatreeptt  kyena  (H.  tiriata  Zlm- 
m  e  r  m.),  die  vooral  in  Abessinii  voorkomt,  de 
gtphkU  (B.  eroeuta  Z  i  m  m  e  r  m.)  of  tgger- 
woll,  die  over  geheel  Afrika  Tertpreid  is,  en  de 
bnim  ffl.  brmuua  Tbnuti.),  ook  de  itrtnd- 


wolf  genaamd,  die  in  de  Kvaplanden  te  hais  be- 
hoort. Deie  S  soorten  volgen  dezelfde  leTenswjjs. 
Bg  dag  'verbergen  zg  lich  in  holen  en  rotaklonn, 
en  des  nachts  vwarven  sg  hg  troepen  rood  om 
bnit  te  veroveren.  Behalve  levende  dieren  sporen 
zg  de  Iqken  van  begraven  meouben  op,  dodh 
doen  miet  tonder  noodzakelijkheid  een  aanval  op 
levende  mensdien.  Wanneer  zg  bg  <tag  in  bun 
sdinilplaataen  overvallen  worden,  ign  zg  verba- 
zend vreesachtig.  De  Arabieren  kruipen  met  een 
knuppel  en  een  touw  in  bna  holen,  waar  ig  hen 
knevelen,  naar  buiten  sleuren  en  doodslaan,  Bü 
nacbt  ign  deze  dieren  minder  gedwee  en  weten 
IQ  licb  van  hun  tanden  en  klauwen  uitmuntend 
te  bedienen,  Zg  geven  een  blatend-lachend  ge- 
luid. In  de  dierentuinen  heeft  men  meestal  de  ge- 
vlekte soort,  wette  men  gemakkelgk  kan  tün- 
men.  Gedurende  bet  diluviale  tgdpe»  woonde  in 
Europa  een  groote  soort  van  hyena,  wier  over- 
blgtaelen  in  heandennholen  gevonden  worden, 
WHLrom  men  baar  met  den  naam  van  AotenJbjwna 
(H.  ipeUtM)  bestempeld  heeft. 

Byemülotid  (Lfeatm  pietua  Desm.)  of 
ttepfenhond  is  de  eenige  vert^enwoordiger  v«n 
een  geslacht  >van  dieren,  dat  den  overgang  vormt 
van  den  hjena  tot  den  hond.  Hjj  beeft  een  slank 
en  krachtig  liehaam,  voorste  en  achterste  ledema- 
ten, welke  even  lang  en  van  4  teenen  voorzien 
zgn,  een  dikken  kop,  «en  stompen  anuit,  breede, 
opstaande  ooren,  groote  oogen,  een  staart  van 
middelmatige  lengte.  Van  den  snnit  tot  aan  de 
oogen  is  de  k<^  iwart;  ook  loeien  er  zwarte 
strepen  tusBcben  de  oogen  en  ooren,  laDes  den 
tebedel  en  langs  den  nek,  bet  overix  gedeelte  van 
bet  Keboam  kan  awart,  wit  of  gori^t  ign.  iBg  be- 
woont een  groot  gedaelte  van  Afrika,  zwerft 
rond  in  troepen  van  30  tot  40  stnks  en  iteiit 
groote  verwoestingen  aan  onder  Se  antilopen  en 
onder  de  schapen  der  boeren,  daar  hg  meer 
doodt  dan  hg  opeten  hait.  Bg  voorkeur  verslindt 
hjj  de  inKewawleD.  AUe  pt^ngen  om  hem  te 
temmen  bleven  vruchteloos. 

Byèm,  een  stad  in  het  Franadn  departe- 
ment Var  {1  rovence),  aan  de  spoorlünen  Hyères— 
La-Pauline— Lea-Sslins  d'  njrères  en  St.  Raphael 
— ^Hjères  en  4  km.  van  d«  zee  gelecren,  is  ampbi- 
theateiagewga  sAoowd  aan  de  helling  van  een 
kcgclvormigen  oeie,  welke  aioh  ter  hoogte  van 
298  m.  veiheft.  Zg  telt  als  gemeente  (1911) 
21  339  inwoners,  tieeft  een  ond  slot,  een  biblio- 
theek en  museum,  een  eedenkteeken  van  Matiit- 
lon  en  een  dierentnin.  iDe  stad  ia  bekend  wegens 
haar  taebt  klinmat  en  haar  praditige  ligging, 
waarom  vooral  vek  borstlgders  nit  bet  noorden 
zich  daubeen  begeven.  Znidvrachten,  zooals 
oraojeappela,  citroenen,  granaatappela  en  olgvea, 
groeien  er  in  de  open  tocht,  en  men  beeft  er  oit- 
mantendfl  ooft-  en  wijngaarden.  De  bewoners 
houden  zich  vooral  bezig  met  tuin-  en  ooftbonw, 
zyderupsen  teelt  en  zijdespinnerg,  benevens  met 
de  DOtKinning  der  oude  en  nieuwe  zoutbronnen. 
Bg  de  kust  heeft  men  de  overblgfaelen  opgedolvcn 
van  een  Romeinaehe  stad.  De  reede  van  H;ères, 
tuaaehen  het  schiereiland  Giens,  Kaap  Benat  en 
de  Hjerische  Eilanden  gelegen,  is  de  plaats, 
wa«r  de  Franache  Ifidd^hudsdie-Zecrvlooit  >ieb 
gewoonlgk  oefent. 

Hycrlsolw    EUaudcUi    door    de    Goden 


D,o,l,zedb,GoOgle 


S94 


HYERISCHE  EILANDEN— HYGBOMETER. 


1  gei 

(kngrMp  un  de  ni«Dtt  vu  FiRDkrnk.  DuitM 
behooren  S  ^oote  «n  ondeisehewlen  kLeioe  eilan- 
den, lle  de  Levant  of  du 
Titan,  h«t  ooftUlütote, 
ia  129  m.  how,  met  dich- 
te bowdaen  wgroeid  en 
IflTCDt  kristal,  granaaAt 
toennilgn  aabéetena.  Ook 
ia  ei  een  Tuartonii  en  een 


en  wild,  207  m.hoog  en 
tdt  120  iDrWonen.  Porque- 
TvlUê,  bet  frestelj^ate  en 
KTootaU,  h«eft  >Mn«nlq- 
im  vstingweiÉen,  een 
wortoreit    «o  SOO  i«i*<o- 


n  óe  Griek- 
■efae  fabetteev  de  go- 
din der  geaondheid.  Hen 
hield  haar  voor  een  doch- 
ter van  Atdepikt  en 
bracht  na  den  tjjd  van  Pia- 
Hjgiea.  dantt  aan  beiden  godde- 

lijke hnlde.  Doorgaans  wa- 
ren luni  tenqtelt  en  atandbeeldui  met  die  vu 
haar  vader  TereNiigd.  Zij  wordt  voorgeateMI  (aie 
de  atb.)  aJi  een  nonende  jonkvrotn*,  die  een 
alang,  het  linnebeehl  der  geoondbeitl  laat  drinken 


Brclniu,  CaJMt  Juinu,  een  geleerd  Bo- 
meinioi  taalkandtge  uit  de  eenir  Tan  AngtuUu, 
leerling  van  Ahxmider  PoljfHufor  en  vriend  Tan 
Owidiuê,  wu  een  irQg^ten  slaaf  van  den  keiier, 
di«  hem  wer  hoog  schatte  en  tat  bednnrder 
der  Palatjjnsche  boekerij  benoemde.  Hg  Tervaar- 
digde  een  reetg  geleerde  werfcen,  waarran  slechts 
overgebleven  ign  „Fabnlarum  liber"  (oorspronke- 
lijke „Oenealogifte"  geheeten],  een  venamelinf* 
van  mjUiDlogitehe  mededeelingen.  aan  Qriekaefae 
tohrijveiB  ontleend  en  merkvaaiaig  door  aaotiB- 
lingen  uit  dramatische  geaehrillen  ea  „Poetieon 
astronomiewn"  of  ,J}e  ostronomia"  de  beginse- 
len bcTattende  eener  besehrgTinj  des  nitapan- 
sels,  Tolffens  Qrieksehe  leerboeken.  Beide  wer- 
ken weldeQ  in  de  Middeleeuwen  veel  gelezen,  en 
men  vindt  daarvan  goede  nitgaven  in  de  „Hy- 
thographi  Istiai"  van  Muneker  fAmsterdam,  3 
din.  1681)  en  van  Vait  Staveren  (Uiden.  2  dln. 
1742).  Id  1S57  zün  de  ,.Fst>aUe".  in  1875  de 
„Afitroaomia"  uitgegeven  door  Btinte. 

HT^lnna  WO  rot  nsar  Roomseh-Katholieke 
opvatting  d«  9de  paus  ffenoemd.  die  van  136  tot 
140  den  Bomeinscfaen  uiisBebopsietel  beiette  en 
als  martelaar  stierf.  Van  andere  ijjde  wordt  be- 
treffende Hyginvt  niet  meer  ^b  vaststaande  aan- 
genomen dan  dat  hiJ  in  het  midden  van  de  2de 
ecDW  behoorde  tot  net  college  van  ondsten  te 
Rome. 

Bmomatar  ol  Hygroaeoop  is  een  toestel, 
waarmede    men    den    vochtigheid stoestand    van 


Pig.  1.  Hygrometer  van  Bronnen. 

ait  een  wfaaal,  welke  zg  in  haar  linkediaDdhondt.  1  de  lucht  kan  bepalen.  Hieronder  retstaat  men  de 

HtcUds.  Zie  Qmmdheiditetr.  1  verhoDding  Tan  oet  gewicht  van  den  in  de  lucht 


DigilizedbyGoOglC 


HTGiElOICEniR. 


aonwczigen  wat«tdamp  tot  het  gewicht  van  den 
damp,  men  de  lucht  bü  de  gegeven  temperataur 
ion  kunnen  beTfttt«n.  in  plwta  Tan  de  Terhou- 
ding  der  gewichten  l»n  men  ook  de  Terhoa- 
ding  Donen  ran  de  werkel^e  dampiipanDiDg  tot 
de  rouimiMDipknmng 
bq  de  heetachendc 
tMnperatum.  Men 
kftD  doe  den  Tocbtóg- 
heMhtoeatand  befia- 
len  dooi  het  gwwiciit 
na  den  aanweaigea 
wat^rduDf)  1«  meten 
of  ziJA  Eftttming.  Het 
gewidit  Tan  den 
aaatp  yeikrggt  men 
döOT  een  ÉHi«ïeelhe«t 
lucht  te  voeren  door 
baisjee,  die  met  hy- 
gioKopieefae  stoffen 
gevuld  zqn;  de  ge- 
Fig.  2.  Hmxemeter  wiehWenoeerdeiing 

TMi  D(ud^  dei  boiejes  g«eft  het 

gewidit      Tan      den 
aanwezigen  damp.  6g  den  hTgiometec  van  Brun- 
tier  (fig.  1)  wordt  met  fadinlp  Tut  een  aapirator 
O  O  een  bekend  volumen  lacht  door  de  [/-vormi- 
ge  bnizen  gesogen. 
Om  de  Bpanning  van  den  aanwezigen  watei- 
damp       te     bmalen 
maakt    men  georaik 
van      eondentalieiij- 
giometert.    Deze    be- 
rusten op  het  begin- 
ael,  dat  door  ta^e- 
r&tuanveTÏaging    een 
onv^radigde      damp 
ten   dotlc   TiODzadiglt 
wordt.      Aleet     men 

de  taasetataui, 
waarbij  de  veraadi- 
giDKsta>eetuMl  i&- 
tieedt,  dan  ia  de  hier- 
bij buioonnde  mazi- 
nraraspanniiig  de  ge- 
lochte  ^kanning  van 
I  den  onvenaiËgden 
vait^idamp. 

De  ecaraeneatie-tiy- 
grometac  van  Daniëtt 
(zie    fig.    2)    beetaat 
alt  2  boUen.  die  door 
een   rechtÉtoekig  om 
gebogen  buie  met  elk- 
aar   ia  gemeenBrinp 
Btun.    De   bol   B  M 
van     buiten  vergold 
eo     ie    gevuld    met 
■ether.      Hierin    it 
een    UMfmome^er    O 
mria^et    De  gebee- 
ie     toeetd     is    g«- 
vnld      met      aeth  er- 
damp.    Drucpelt  men    na  op   deo  iral    D,  die 
met  gaaa  bedekt   ia,  aetibei,  dan  lad  de  aéffiei- 
dainp  in  D  condenseeien,  in  A  isl  aether  verdam- 
pen, waardoor  deie  ruimte  wordt  afeekoeld,  Uen 
bepaalt  nu  de  temperatnni,  waaibq  op  den  bol 


Fig.  3.  Condeneatiie- 
Hygrometer  Begnaall. 


de  waterdamp  uit  de  lucht  zich  afzet.  Bq  die  tem- 
peiatnni  —  het  dautepuat  —  ie  de  waterdanqt 
nit  de  lacht  vcriadigd.  Meestal  4>espeait  men  het 
doE  worden  van  den  bol  ieta  te  laat,  daarom 
neemt  men  de  temperatunr  waar,  waarbij  de  wa- 
teidamp  weer  van  den  bol  verdwenen  ie  en  neemt 
het  gemiddelde  van  de  twee.  Uit  t&bellen  kan 
men  de  maiimamspiinning  bü  deze  temperatuur  en 
die,  behoorende  bq  de  temperatuur  van  Det  vertrek 
aflezen;  het  quotiënt  van  beide  waarden  geeft 


Fig.'  4.  Psychrometer  vui     Fig.  5.  Volumen- 
Angust.  hygrometer  van 

Tsjaplowitz. 

den  gevraagden  vochtigbei  ds  toestand.  Nauwkea- 
rigei  weikt  de  hygrometer  van  Regnaatt  (fig,  8). 
aén  gbien  baia,  geplaatit  in  een  dunwandigói 
zilveren  dop  met  goed  gepolijaten  wand  is  geslo- 
ten door  een  kuiÉ  met  drie  doorboringen.  Dooi 
de  middelste  opening  is  een  thermometei  gesto- 
ken, door  de  tweede  een  glazen  bats  B,  die  tot 
onder  in  het  met  aether  gevulde  buisde  leikt, 
door  de  derde  een  bnisje,  dat  onder  de  kark  ein- 
digt. Dit  laatste  is  door  een  eaoatchoaealang  A 
met  een  aspirator  verbonden  ,die  op  grooten  af- 
stand van  den  hygrometer  geplaatst  is.  Opent 
men  de  kraan  vsn  den  aspiiatoi,  dan  wordt  de 
lacht  door  den  aether  gezogen,  waardoor  iq  gaat 
verdampen.  Men  neemt  de  temperataur  waar, 
waarbij  de  dop  beslaat.  Elvenals  bg  dien  vsn  Do- 
ttiëil  bepaalt  men  ook  de  temperatnor,  wa8ri)ij 
de  waterdamp  weer  verdwijnt.  Het  gemiddelde 
van  de  twee  is  de  ware  temperataar.  Het  tweede 
gelijksoortige  baisje  F  dient  voor  vergeli^ing, 
om  beter  bet  oogenblik  te  kannen  bepalen,  waar- 
bij de  vingeriioed  dof  wordt  Fig.  i  stelt  den 


DigilizedbyGoOglC 


S96 


HYGnOMETBR-iHYaBOaOOPracaE  STOFFEN. 


Fsyehromtter  van  Augutt  voor.  Deze  bestAAt  uit 
fw«e  goed  OTeieenstemmende  UienDometera.  Eet 
leierToir  trd  den  eeii«  is  met  eeo  tlanelleu  doek 
omeeren,  die  met  twee 
w<iflen  drftden  in  >reriNi>- 
ding  stut  met  bet  door 
w»t«t  gendde  Tst  A. 
De  Ikuwilea  doet  lal 
dos  To«dLti£  volden.  Hoe 
kleÜKo:  de  todiUgJieidB- 
toest&Dd  T«n  de  ktmoaleer 
na  ia,  boe  meer  het  wi.teT 
B&o  de  (^ervljAte  isa 
4iet  Feserrau  ui  T«rdAm- 
pen.  Dsu  tooi  hot  Tet- 
dunpen  wumte  noodig 
is,  iil  het  bvik  in  den 
tbemNcnetei  dklen.  Uit 
het  v«r6dii]  in  stautd 
fui  de  tieMe  thennatne- 
-tert  w  de  nxbtigtbeide- 
toestaod  t«  bepilea  De 
volumenky^rometer  van 
TfcAapfowits,  Üf .  5,  be- 
«tut  nit  «en  giueu  bol 
a,  die  dooi  een  glasen 
etofi,  wurun  ee&  tber- 
mometei  bsrwtiKd  i^  ge- 
sk>ten  ku  iroiden.  Aaa 
den  onderbnt  is  een  bn- 
tiet  bereflti^.  hieiaui  een 
cmgèbogen  gieaea  buis. 
Fig.  6.  Hurhygro-  De  bol  a  wonft  gonild 
metM  fin  ^obbuk.  met  d«  lucht,  dËe  men  wil 
ondeiaoekeni  Icruo  e 
Is  dan  guloten.  VecToleens  wonft  de  buret  met 
watei  geTold,  de  toestel  omgekeerd  en  kraan  O 
gmpvoi,  vurdoot  het  wa- 
ter in  den  ballon  komt.  Hen 
schudt  «wlang,  tot  de  hidit 
in  den  bol  venadigd  ia  met 
wdlepdomp.  Daarna  breogt 
men  den  toestel  in  d«n  oor- 

ronketjjkan  st«nd,  neemt 
oiDgwoffen  buis  onder 
water  er  sJ,  en  leeot  het 
Tohime  vaa  de  lodit  al, 
wanneer  het  water  in  de 
bnret  en  daarbnitM  ewen 
hoog  etaan.  De  tohmienffer- 
meeideriqg  i«  de  Teedamp- 
te  bo«(veelteid  water.  Kent 
men  nn  de  spaninng  vu 
den  waterdMop  lig  de  t«Dq>e- 
ratnur,  die  de  thermomeUs 
aangeeft,  dan  ia  daaruit  de 
hoereellreid  wateidamfi  te 
berdieDen,  die  de  Incht  be- 
■nX.  Tidct  men  daarran  de 
hoerreelieM  af  dóe  et  dooi 
■ehndUen  met  water  bg  ge- 
komen in,  dsB  weet  men  de 
boereelbeid,  die  de  Indit 
oonfironliBlijk  beaat  Teel 
gemakkel^er,  hoewel  min- 
der naawkenriff  bcf>üh  men  de-rochtagbeidstoe- 
atand  met  behulp  (KT  haarkygrometerÊ.  Deze  be- 
initen  op  de  eig«nseliap,dateeftliMrlangii  wordt, 


wnukeer  de  tvditigheid  dei  omgaring  toeneent. 
De  barea  moeten  Toonnt  eerst  graoATerd  woiétm 
Tan  de  vette  atollen,  die  het  opnemen  rran  w«ter- 
damp  verhinderen.  Dit  geschiedt  het  beste  door 
de  haren  eenige  nren  in  aether  te  laten  liggn- 
Een  der  meest  gebruikte  haaih;eiometera  ia  dii 
Tan  Sauteure  (zie  tig.  6).  Het  naar  wordt  tnci 
een  zijner  uiteinden  in  t  faatgeklemd  en  ia  on 
een  katrol  c  gewonden.  Door  een  klein  gewiebtje 
P,  ongeveer  0,2  gr.,  wordt  het  geBpannen.  (^  ar 
as  tan  de  katrol  is  een  wgiei  bevestird,  waanaa 
een  uiteinde  zich  langa  een  verdeelden  graden- 
boog beweegt.  Door  deze  inriehtii^  m1  de  wg- 
zei  naar  boven  gun,  wanneer  het  luar  langer 
wordt,  nur  beneden,  wanneer  het  inkrinopt.  De 
wyzer  moet  in  onveTscbillis  evenwicht  squ,  na- 
den zon  het  hur  bg  verscnilleDde  (tanden  vaa 
den  wgiei  min  of  meer  gerekt  worden.  Het  zwaar. 
tepant  moet  in  de  a>  gelegen  ijjn.  De  graadver- 
deeling  van  den  hygrometer  geschiedt  proefon- 
dervindelqk  Aior  hem  in  mimten  te  plaatsen. 
wur  de  spanning  van  den  waterdamp  bekend 
is.  Aan  den  bjgrometer  is  een  thermometer  be- 
vestigd, die  in  de  ligunr  niet  geteekend  ia.  Op 


Fig.  8.  Hygrometer  van  LSwe. 

hetieltde  beginsel  berust  de  tfiraalhggromeUr 
(fig.  7).  Een  koperen  spirul  is  bedekt  met  een 
stof,  die  b^  toenemende  voehtigbeid  uitiet,  waar- 
door de  wqzer  verplaatst  wordt.  De  LOweki/gni- 
tntter  (fig.  8]  is  een  gewniigde  psjchrometer  van 
Augutt,  waaitiij  de  Toehtigheiastoestand  diied 
wordt  afgelezen  op  de  tnsacnen  beide  thermome- 
terg  aan^ebraobCe  schaalverdeeling. 

Byrroom.  Zie  ffeura. 

nvjrraaooop  (Otiekaeh  =  vo<iitigheidime- 
ter).  Zie  Hygroneltr. 

BvrroMiopUoIi»  stofffln  iqn  f<iXk.t.  wel. 
ke  min  of  meer  gretig  water  nit  den  dampkring 
opiDÏgen.  zonder  er  zich  mede  te  verbinden.  Aan 
de  Incht  blootgesteld,  v^  dergelijke  stoffen  nooit 
geheel  droog.  Tot  idtera  hoogte  zjjn  alle  stottes 
hjgroteopisch,  lelfa  glu  en  metalen,  maar  toni- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HYGfiOSCOPISCSB  SrOPPBN— CïaiiAÏIS. 


mige  zouten,  looalB  ehloormlciuirt)  nemen  zoo- 
veel veter  nit  den  danwkring  op,  dat  ijj  durin 
geheel  oplouen,  Teriloeien.  Andere  lieh*- 
men,  tqJT,  bet  meniehelöi  iiaar,  kiggen  door  op- 
name Tiui  water  een  grooter  volnme.  Sommige 
Tan  dergelnke  hjgroscopiiobe  sloffen,  xooalt  Ke- 
eoneentreerd  ivafeliunr  en  ong^lnsehte  kalk, 
«ordeD  gebruikt  om  in  een  bepaalde  raimta  de 
Ineht  ónog  te  honden. 

BTkaos  of  Berderskomngen  noemt  men  in 
de  geBcbiedenis  >aD  Ond-^Egrpte  een  Bedoelnen- 
Tolk,  dat  omrttwkg  1700  t.  Chr.  E^pte  verover- 
de en  na  een  legeeriog  fan  200  jaar  weer  Ter- 
Jaigd  werd.  Volgens  MoMlha  Tormem  fann  konin- 
gen de  l&de  en  16de  djnaitie.  Hdq  heersehappQ 
■tr^te  lidi  niet  baiten  Boven-Egypte  nit.  Zie 

Biflaea  ^Griekscb  =  Wondland)  noemt  men 
in  de  slaotengeogralie  bet  groote  woodgebied 
Tan  de  Xndes  tot  den  Atlantigènen  Oceaan  en  van 
de  bronnen  van  den  Orinoco  tot  dan  rand  Tan  bet 
Braiiliaana^  Tatelland;  het  ie  de  grootste  en 
best  samenhaBgende  wondetreek  in  de  Tropen, 
die  aleetite  dooi  rivieien  doorsneden  «oidt.  De 
bootdnuMsa  bestaat  nit  een  bnitengewoon  rjjke 
Tersebeidenbeid  Tan  dikotyle  loofboomen,  waarbg 
licb,  hoe  meer  men  den  aeqnator  nadert,  des  té 
meer  palmen  aaaalnitea.  De  etammen  lü"  'o'  ^ 
m.  boog,  voordat  bet  loofde  begint,  loodat  plan. 
ten,  die  tehadnw  beboeven,  Tan  10 — 15  m.  be- 
rei4[en,  velke  op  baar  beurt  kleine  palmen  en  va- 
rens van  2 — S  m.  betehatt«n.  Karakteristieke 
planten  ign  volgens  MarHu»  de  Tiuobroma  Ca- 
eao,  esontelioucbooineii,  de  BerlAo/Iefui  axeelaa, 
die  de  Paranoten  levert,  en  palmen,  in  de  eerste 
plaats  de  MmriHa. 

H7laa,  de  uboooe  aooa  vat)  Thtodamai,  wm 
een  lieveling  van  Beraetei,  dien  bg  op  den  ArgO' 
santentotbt  vergeielde.  Toen  bij  aan  den  Piopoa- 
tos  aan  land  was  gestapt,  om  water  te  balen, 
troUcen  de  Najaden,  door  ijjn  eehoanbeid  ver- 
rokt, hem  in  baar  «aterpaleizen.  Lnid  jamme- 
rend zoebt  Heraelee  hem  overaJ  en  zoolang,  dat 
bet  schip  „Argo"  xonder  den  held  vertrok.  I^ter 
wetd  op  die  plaatB  ter  gedachtenis  van  HyUa 
feest  geTierd. 

Hyla  is  volgens  de  Oriekeche  wnsgeeren  de 
ëfot,  de  vonnlooie  materie,  die  eerst  door  de  we- 
reldziel (hybmhot  ^  stofbeheersoher)  tot  alion- 


Tan  Heraeles  en  Deianira.  Op  beid  sgns  vaders 
huwde  hy  na  diens  dxiod  met  lole,  die  hem 
Bvaeehne  Kbonk,  later  de  gem^n  van  PoIvBoon 
en  ülendaeut.  Wegens  de  vganddgke  gezindheid 
Tan  Svrjftthau  vlood  M  met  ijiQ  Uoedvwwan- 
ien  naar  Athene,  wtn  hg  door  Theteui  of  Demo- 

{hon  gactwrq  opgenomen  werd.  Toen  BurytiliJsut 
an  verwiidering  nit  Athene  traditte  te  bewer- 
ken, offerde  Maearia,  Reraek^  doehter,  lieh  op 
Toor  de  baren,  die  nn  met  behuUi  htinner  gast- 
heeren  Bvryttheiu  en  lijn  zonen  doodden.  Hyüiu 
wat  TerTolgena  aanvoerder  bg  den  tocht  der  Be- 
raeUden  naar  de  PeloponnesDs  en  snenveUe  in 
een  tweegeveobt  met  Sehemu»,  koning  van  Te- 


meening,  dat  de  materie  zelf  en  ook  elk  stoftelgk 
objeet  bezield  is.  Het  hjloxolsme  neemt  dus  een 
plaats  in  tusschen  het  materialisme,  dftt 
mnerlgke  gemoede-  of  zielsaandoeningen  loo- 
chent of  toewdirijft  aan.  iwerkin^en  van  stoffelgke 
ooneken.  en  het  dttaliatiecbe  ipiritnalitme, 
dat  tegenover  do  ipaterie  den  bezielenden  geest 
stelt.  In  lekeren  lin  kan  men  reeds  de  ruwe  mj- 
tbologisebe  natnnropTatting,  die  aan  de  lioba- 
men  gevoel  en  wil  toekent  (aie  Anthrofontor- 
fkime)  als  ftyfoiolnne  besebonwen;  in  weten- 
■ebai^ljjken  vorm  is  het  het  eerst  ali  tegenstel- 
ling tegen  meohaniMh-materialiatiiehe  natanrop- 
Tatting  «^getreden.  Zoo  schreef  EmptdoeUi  te- 
genover Demoeritoi,  die  alles  door  toevallige  be- 
wegingen van  levemoou  atomen  wilde  veiflaren, 
aan  die  laatste  „bart"  en  „liefde"  toe,  als  oor- 
zaak van  afstootin^  en  aantrekkinf.  In  lateren 
tgd  nep  de  dnalittiiehe  natnnrphilosotie  van 
Deêeartet  bet  bylozoTsdie  eteltel  van  Cudtaortk 
in  het  leven,  terwijl  bet  in  onzen  tjjd  hernieuwd 
is  door  ZOllntT,  Baeékel  ens.,  die  de  bewogingen 
der  atomen  laten  overeenkomen  met  gewaarwor- 
dingen en  gevoelens. 

Hymam,  Lonv,  een  Belgisch  sdirg'Ver,  des 
3den  Maart  1829  (e  <Rot(erdam  geboren,  vertr(* 
reeds  vro^  met  zjjn  familie  naar  Antwerpen,  waa 
van  1S53  tot  1861  hoogleemar  in  de  geschiede- 
nis te  Bmssel,  van  1S57  tot  1861  redaetent  van 
de  liberale  „Etoile  beige",  van  1866  tot  1878  van 
den  „Echo  dn  Parlement  beige"  van  1869  tot 
1870  lid  der  Kamer,  werd  in  1880  tot  lid  der  Eo. 
nitftlgke  Belgische  Academie  gekozen  en  ove^ 
leed  den  22sten  Hei  1884  te  Brussel.  Behalve 
Tertalineen  en  romans,  looals  ,J«  tamiUe  Bn- 
Tard"  (f858,  2  dln.),  „La  eoorte  Echelle"  (1869), 
„And»4  Bailly"  (2de  druk  1862,  2  din.),  ,3irta'' 
(1878)  en  „Sii  nouvellee"  (1882)  schreef  hg; 
„Histoire  du  marqoieat  d'Anvers"  <1848), ,  Jj'EWi- 
se  et  les  libertés  belges"  (3de  drnk  1868),  iXe 
Bhin  monoaieBtal"  (1857—1861,  2  dki.),  „Hi*- 
toire  popniaire  de  la  Belgiqne"  (20a Ie  druk 
1880),  „Hiatoire  piwalaire  da  règne  de  Léopold 
1"  (6de  druk  1882],  ,3fannel  de  Tbiatoire  de 
Belgiqae"  (1868),  „Histoire  politiqne  et  parle- 
mentaire de  la  Belgique,  1814—1830"  (1869,  1 
dl.,  onvoltooid],  „Notes  et  eouvenira"  (2de  drnk 
1877),  „Types  et  silbonettea"  (1677),  „Hiitoire 
parlementaire  de  la  Belgiqne  1831—1883"  (1877 
—1888,  8  dln.  voortgwet  door  zgn  zoon  Pmd 
en  Delerou),  „La  Belgique  contemporaine"  (2de 
drnk  1884),  „Le  congTès  national  de  1830  et  la 
constitntion  de  ISSf'  (1882),  „Brnielles  4  tra- 
ven les  Iges"  (6  dln.,  1883  en  1389  met  i^n 
broeder  flettH  en  sijn  zoon  PokI),  „Jonmal  d'oa 
TOTtge  en  Basale"  (1884)  en  „8ain>»iira  de  vova- 
ge*'ll  884— 1885). 

Bymant,  Benri,  een  Betgisoh  acdirjiver  en 
broeder  van  den  voorgaande,  den  Ssten  Angustus 
1836  te  Antwerpen  geboren,  studeerde  te  Brnssel, 
werd   in    1867  bg    net    etsenksbinet  aldaar  ge- 

S laatst,  in  1876  hoogleeraar  in  de  aestiietlea  aan 
e  Kunstacademie  en  in  1886  aan  bet  „Institict 
sapérlenr  des  beaox  arts".  In  1896  werd  fafl  di- 
recteur van  de  Koninklijke  bibliotheek  te  Bma- 
sel,  waar  hg  den  28sten  Januari  1912  overleed. 
Hg  heeft  bijgedra^n  aan  vele  gtoote  nationale 
nitgaven  van  België,  met  name  twee  grootere  ar- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


HYMAN6— HYMETTDS. 


ebaeoIoeUehe  IcoDstwerkeD  nitgepTen:  „Doen- 
nsDta  de  U  Bibilothèqae  royale  de  BelKiqne" 
(1864)  GD  „CompoBitions  déeoiativei  et  ftllAgoTi- 
OUM  d«a  gTMidB  maltr«8  de  tootw  In  écMea" 
0870— IBM).  Boiendien  sehteef  hjj:  ,JIiatoir« 
de  Ift  gtiTure  dans  l'éeole  de  RubeDa"  (1ST9), 
die  hem  het  üdmaataehap  der  EoDinkLijke  Bel^i- 
■che  Audemie  b«iorg«le,  „Le  réalUnK,  gaa  m- 
flaeoce  eni  U  ï.eiirtnre';  (1834),  ,3ubeiii"  (1886), 
„Lueu  VorsteiBUn.  Catalogue  raüonné  de  eon 
oeitne"  (1893).  ,3nKeE  et  Ypre«  (1904),  0«nd 
et  TouiDfti"  (1902).  ,3i«toiie  de  l'ut  beige  an 
XlXe  lièele"  (1906).  Ook  vertaalde  hg  Itmder'B 
„SAMtT^xtA"  (1884—1885,  2  d!n.),  sohreef  hq 
het  derde  deel  vaa  het  werk  lao  ijjn  broedei 
.  „Broielles  k  tnTeis  lei  kgta"  {1889)  en  leverde 
vele  l^jdragen  in  tödsehiifteii  em. 

Hnwn  o'  AymmoiM  fkj/mttaeu*)  noemde 
menbü  de  Qrieken  bet  brniJottslied,  dat  de  apeel. 
nooten  der  braid  wogen,  wanneer  ig  nÜ  het  nuii 
van  liaat  vader  naat  dat  van  den  bruidegom  ee- 
bneht  werd.  Later  werd  Bymt»  de  naam  van  den 
god  van  het  hnrwelgk.  Zoo  krant  hy  het  eerst 
voor  b|j  Sappho  en  wordt  dan  een  loon  der  Ma- 
len genoeód.  Volgene  anderen  wat  hq  een 
aehocn  jongeling,  die  vroegtijdig  stierf,  of  hg  het 
hnwelgkifeett  van  BaeekoÊ  en  Anadne  na  bet 
iiDgoi  van  bet  bmiloftalied  de  atem  en  bet  le- 
ven verloor.  VoImqb  de  Attiiche  sa^  wu  hg  een 
•dioon,  maar  behoeltig  AtheeniA  jongeling,  die 
eeo  hopeloDie  liefde  koeiterde  voor  een  aaniien- 
Igke  jonkvrouw.  Om  in  haar  nabijheid  te  iqn, 
volgde  hij  baar,  aU  meisje  verkleed  naar  de 
feeaten  van  Dtmeter  te  Ëleusie,  waar  bg  met  de 
daar  aanwezige  maagden  door  zeetooveta  werd 
weggevoerd.  Toen  deie  echter  op  een  eiland  aan 
wal  itapten  en  zidi  aan  den  slaap  aveigaven, 
werden  zif  door  Bymen  gedood.  Dece  begaf  lioli 
nn  aanitondz  naar  Athene  en  beloofde,  dat  fag  de 
geroofdan  ion  teragbrengen,  indien  hem  toestem- 
ming werd  gegeven  tot  een  htnvelgkivei^intenit 
met  xgn  geliefde.  Dit  geschiedde,  en  nn  verheer- 

3kte  men  bem  in  brnilofteliedeien,  totdat  hq 
len«a  als  een  godheid  beschonwd  werd.  Men 
■trit  nem  voor  als  een  gevleogelden,  met  kransm 
versierden  knaap,  ala  een  emetigen  Eroê,  met 
een  brnidsfakkel  en  een  krani  in  de  band. 

Bymsn  m  de  Qiiefcaabe  naam  van  bet  mnag- 
devlies,  een  halve-maanvormig  vlies  aan  den  in- 
gang der  sebeedevanmenBcnendier.  Bgde  eer- 
■te  getlaehtelgke  gemeenschap  wordt  bet  g^ 
woon^k  ingescbeord,  zoodat  de  intactheid  ervan 
een  bewgg  ie  van  maagdom,  zij  het  dan  geen  abeo- 
Inat.  Want  het  kan  «el  eena  bgionder  elaatiech 
■ijn  en  due  niet  scbenren,  terwgl  bovendien  een 
poging  tot  gemeenschap  ook  bg  miilokling  toch 
iwangerschap  ten  gevolge  kan  hebben.  De  bloe- 
ding Mi  het  inschenreuuunéérgeriitgiga,  mo- 
dat  net  bewgs  van  maagdom,  dat-volgens  Jifoiee' 
wetgeving  aan  de  schoonoaders  moet  getoond 
warden,  ondengdelgk  i*-  ^Ü  kinderen  blgft  bet 
hymen  trots  geslachtel^  verkeer  vaak  onge- 
iéhonden,  daar  de  engte  van  alle  deelen  van  den 
ingang  een  doorboring  van  het  er  achter  verseho- 
lan  vliei  bemoeilqkt,  terwiji  het  door  ontnebti- 
ge  handelingen  of  onanie  ook  zonder  geslacbta- 
gemeenschap  kan  acheuren.  Wel  verschaft  het  hy- 
men een  deugdelijk  bewgs  van  voorafgegane  be- 


valUng,  want  .daarbij  wordt  het  dooi  de  kinde- 
deelen  op  enkele  teaten  na  vernietigd.  Bier  ia 
men  echter  niet  meer  ^leen  op  den  toestand  van 
bet  hymeo  aangeweian,  want  ook  de  mond  van 
Je  baarmoeder  vertooi'  i-..."^--   -i.--j 

kleine  inschenringen  i 
beele  leven  blijven. 

HTmenaea  ^.  is  <)e  naam  van  een  planten- 
geslacht uit  de  familie  der  CaettUpiniaeeèSn.  Het 
omvat  boomen,  die  in  Zuid-Amerika  en  o^  de 
Antillen  groeien  en  rnim  20  m.  boog  worden. 
Van  de  soorten  noemen  wö:  den  ffewonea  tprinlt- 
AombooM  (H.  CoUTbarü  L.)  met  een  donkengrg- 
zen  stam.  welke  een  omvang  beeft  van  3  m.,  met 
een  zeer  vertakte  kioin,  atianune,  dikke  Itinine 


Eymenaea  ConibariL 

takken  en   langwerpig-epitae,    lederaehtig,    van 
onder  bruine,  kortgeateelde  bladeren.  De  bontigs 

penl  wordt  !'/■  dm.  lang,  is  donkerbruin,  met 
korte  atdtels  gewapend  en  met  een  bminaehtig 
blauw,  meelacntig  merg  gevuld.  Hel  getal  taden 
is  niet  groeier  dan  8.  I>eie  boom  levert  het  Ame- 
rikaanacne kop^  {Ruina  eofol),  bekend  all  gowt 
amine,  een  harseoort  die  oit  d«i  baet  te  voor- 
schijn treedt  en  door  de  inboorlingen  bü  droppelt 
venaneld  wordt.  De  grootste  stokken  vitkdt  men 
onder  de  wortels  van  oude  boomen;  zn  zqn  wel 
eens  3  ol  4  kg.  jnraar  en  hebben  een  barnateen- 
acbtigea  teuk.  Uen  gebmikt  het  tot  het  berei- 
den van  kopalveinis.  In  de  afbeelding  atelt  a 
een  tak  voor,  6  een  peul,  e  een  dooigesneden  penl, 
d  een  zaadkorrel,  e  een  doorgesneden  zaadkorrel, 
alles  op  '/i  der  natunrlgke  grootte. 
Bynunoptara.    Zie    Vlieiwleugdig»    intte- 

Bymettoi,  een  berg  in  Attica,  was  in  ouden 
tijd  beroemd  wegem  zöd  genrigen  honig  en  lün 
Toortreffelgk  marmer.  Thans  draagt  bg  den  naam 
van  Trelovoeni.  Hg  ligt  ten  znidootten  van  Athe- 
ne, heeft  een  Z Jf.  richting  «o  ia  1087  m.  boog. 
Ook  nn  nog  wordt  er  uitmuntende  honig  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


HTlfNË— ATPïSAEffiB. 


S99 


_, I  ol  kyaunu  noemdeii  de  onde  Grie- 
ken een  loQied,  <Ut  tei  eere  tm  goden  of  hel- 
den Cg  leeatel^e  ottarandeQ,  ondei  beRvieidiog 
Vin  moiici  en  dtu,  weod  unxebeven.  Zg  droe^ 
nuT  de  fenehillende  godhedu  en  niu  hau 
uid  Tenchillende  nunen,  «loali  dithyramfaai,' 
paean  etn.  De  Qiiekiehe  bymneD  h&dden  un- 
Tankeljj^  een  epiieb  karrtter,  looals  die  van  flo- 
«wnu;  ijj  Tenoddden  de  mjtlien  der  godeo  en 
gwren  van  desen  on  vao  de  daden  dei  mentdien 
een  sanBchooirelgkc  vooTatelling.  De  Ijitere,  zooals 
die  van  Pindoru*  en  Calümaehui,  zijn  meer  ly- 
liaeh,  ja  dtdaktlBeh.  Het  woord  komt  in  het 
Nienwe  Teitameat  op  twee  ploatien  voor  {Bpb. 
5  :  19  en  Col.  3  :  16),  beteeient  daar  loflied  tot 
Qod,  In  de  ou^^AtiietelJjke  liteiataur  woiden  in 
dien  lin  ook  d«  Psalmen  ligr.  tmnnen  genoemd. 
Langaunerband  kre^  het  woord  een  engere  be- 
tekenis, n.  1.  vaa  een  godedienetig  Ijriacii  ge- 
dicht. Nog  b^rktei  beteekent  hymne:  de  geee- 
telijke  btzangen  in  bet  bierier.  De  geaehiedenia 
van  de  hynxieD  in  de  Ooeteiedie  Kerk  ia  nog 
100  goed  ala  oc^bekend.  Over  die  der  Weitenebe 
Eeik  beataat  een  afzondeii^ke  wetenschap,  de 
hfmnologit,  beginnend  in  de  12de  eenw,  todii] 
in  de  laatste  vqttig  jaar  gverig  beoefend.  Een 
viMrname  bronnenpublicatie  is  de  ^italeela  kifm- 
niaf',  in  1886  begwnnen,  waarvan  reeds  meer  dan 
50  deelen  rerscbenen. 

Er  ign  meer  dan  80  daixend  Latgnsche  hym- 
nen bewaard  gebleven.  Hen  onderaeheidt:  de 
êettle  periode,  D^isnend  by  HilariuB  van  Poi- 
tiert  en  loopend  tot  den  tgd  dei  Sarolingen;  be- 
kend is  o.  a.:  Ambforitu,  Prndenliat,  Fortunatus; 
de  ttetede  feriode  tot  de  kruistochten,  waarin  o.  a. 
optreden  Paulus  Diaeontu  en  vele  lereche  monni- 
ken; de  derde  periode  tot  bet  Humanisme,  waar- 
in o.  a.  Thomas  van  Aquino  en  BonaventuTu  voor- 
komen. Het  Evangelisch  kerkgezang  liet  met  de 
LatiJDSclie  taal  ook  'de  hymnen  vsren,  hoewel 
LullUT  en  Qerhardt  eenige  oude  hymnen  in  ko- 
lalen  benehiepen.  De  diditers  van  den  nienwe- 
reo  tijd  Iiebben  ileehts  selden  met  geliAkig  ge- 
Tolg  non  fcraditen  aan  de  hymne  beproefd. 

Brocolamlan  is  een  aualoid,  waarvan  de 
formule  is:  CitHuHOi.  Het  eerst  is  bet  in  de 
laden  VMt  iiet  hilientinid  (fffoaqmnu*  niger) 
gevonden,  terwg!  het  ook  in  Airopa  Belladma  en 
in  Datum  ttrammiuni  voorkomt.  Het  ii  iiomeer 
met  atropien,  dat  bet  byoeeyamien  altgd  in  de 

ÏÏ'  nten  vergeielt.  Door  inwerking  no  aleohoUache 
li  woidt  het  ook  in  atropien  omgeiet.  Uit  cfalo. 
reform  kristalUaeert  bet  in  ^degjanaende  naald- 

S,  die  bq  mim  108*  C  smelten.  De  oplossing 
«it  het  polarisatievlak  links.  De  vr^e  oase  en 
baai  lontNi  ign  iwaar  vetgiftig. 

B^oaoTunoB-  ^*  Bthttiknud. 

HnMtlA  TM  AlexandriC,  de  dochter  van  den 
wisknndige  TAeon  en  de  «chtgeooole  van  den 
wgageei  Iiodorui,  was  evenieer  beroemd  wegens 
haar  sehoonheid  en  wegens  de  leinbeid  harer  m- 
den,  ala  w^ens  haar  geleerdheid.  Zy  wgdde  lidi 
te  Athene  aan  de  4>eoe[eniug  dei  w^jiÉwgeerte  en 
trad  na  haar  temmeer  in  haar  vaderstad  op  als 
leeraies  in  deie  wetenschap,  fiierhjj  traefatte  lü 
vooral  de  Mw^atonisebe  wQtbegeerte  is  overeen- 
stemming te  brengen  met  de  leer  van  AjiMtoMet, 
Haar  woning  was  de  venamelplaate  der  geleerd- 


ste en  uDiienlöktte  mannen.  Onder  beaebnldi- 
ging,  dat  ig  van  haar  goede  verhoading  tot  den 

Sraefect  Oreeta  gebmifc  maakte  om  dewn  tegen 
e  Christenen  te  stemmen,  weid  zjj  door  de 
Christenen  fel  gehakt  en  ia  415  na  Ctu.  op  straat 
aai^eiand  en  op  eruwelgke  wg»  vermoord.  In 
hoeverre  bissdiop  Oyrülu»  aan  deze  daad  schuld 
heeft  pefaad,  is  niet  uit  te  maken.  In  een  coltnnr- 
histoTisehen  roman,  die  haar  naam  draagt,  heeft 
KingsUy  haar  lotgevaUen  beschreven. 

Hrpcrswmia  noemt  men  een  overvloedige 
vnlling  der  vaten  met  bloed.  Zgn  al  de  vat«i 
van  bet  lichaam  overvloedig  met  bloed  voonien, 
dan  spre^t  nten  van  een  algemeene  hyperaemie 
(plelhora,  votbloedigheid),  maar  heeft  er  hyper- 
aemie pUats  in  slechte  enkde  deelen  van  hef 
lichaam,  dan  noemt  men  haar  een  plaateelqke. 
Bq  deie  laatste  bevinden  sieh  alleen  de  haarva- 
ten en  de  nabggelegen  kleine  alagadercn  en  ade- 
ren in  een.  oDgewonen  toestand,  lun  onderscheidt 
een  actieve  hyperaemie  (eongeitie)  door  bloeda- 
aandrang  en  een  pasaieve  door  stuwing  van  ader- 
iQk  bloed.  De  hyperaemie  kan  kort  of  lang  dn> 
ren,  een  liekelgke  en  ook  een  gezonde  toestand 
weien.  Het  slqmvlies  van  de  maag  bgv.  verkeert 
gedurende  de  spijsvertering  in  een  staat  van  hy- 
peraemie. De  verschgoeelen  van  actieve  (arteriïe- 
le)  en  paisieve  (veneine)  hyperaemie  sgn  ver- 
schillend. Bg  de  eerste  worden  de  betrokken  dee- 
len rood,  warm,  swellea  op  en  kloppen,  terwql 
de  pgn  doorgaans  gering  ie.  Aderinke  hyperaemie 
daarentegen  maakt  het  lichaamadeel  Vlanw  en 
koud,  doch  ook  hier  ontataat  iwelling.  Deie  pas- 
aieve, de  veneuie  stuwing,  wordt  in  de  laatite 
jaren  veel  toegepast  tegen  ontsteking.  Uen  wekt 
haar  kunstmatig  op  door  de  ouderwetsche  kop- 
pen of  door  venanden,  centraal  gelegen  van  ae 
plaats  der  ontsteking  en  liet  dan  door  dei  groo- 
teren toevoer  van  Bderijjk  bloed  leer  raaik  ees 
gustigen  invloed  op  het  ontstekingsproees  <iBter'j 
stnwincsmethode).  Het  centraal  gelegde  verband 
moet  dagelijks  minstens  10  nur,  in  zware  ge- 
vallen aelfs  meer  dan  20  nor  sitten  blgven,  de 
ktuipen  Mn  of  tweemaal  digel^s,  telkens  een 
half  unr  tot  drie  fawartier,  maar  het  opiuigen 
self  mag  maar  5 — 10  minuten  duren,  telkens  ge- 
volgd door  een  panie  van  vqf  minntm.  Zells  de 
hevigste  pqnen  verdwKnen  onder  de  Bier'sche 
methode  haast  plotseling  en  aan  een  verder 
voorteehrgden  van  het  ontsta ingsproees  wordt 
reeds  na  de  eerste  behandelingen  ean  eiad  ge- 
maakt. Was  er  nog  ^n  ettering  opgetreden,  im 
komt  bet  er  ook  cgiia  nooit  meer  toe  maar  ge- 
neest de  ontsteking  londer  deoe;  ttestond  er  reeds 
ettering  dan  houdt  die  veel  sneller  op.  Maar  voor- 
al van  gewicht  is  het,  dat  bü  deze  behandeling 
de  functie  van  de  zieke  organen  lieb  lurstelt  op 
een  wgie,  die  men  nanwelgks  had  durven  bopen. 
Behalve  voor  ontstoken  weelael,  beenderen  en 
gewrichten  is  de  hyperaemie  n.  1.  de  actieve,  oiA 
toegepast  op  de  longen,  bet  eerst  door  KUkn,  te- 
gen tuberculose  en  katarrhale  pnennomie.  Hq 
gebruikt  een  masker,  dat  mond  en  neus  Incht- 
dieht  afsluit  en  de  inademlialing  alleen  moge- 
Igk  raaiJit  door  een  in  de  neos  gestoken,  van 
buiten  rnimer  of  nauwer  te  maken  spleet,  maai 
de  nitademing  door  ventielen  geheel  vr^Iaat. 
Daardoor  wordt  de  dmk  in  de  borsthcJte  leer 


DigilizedbyGoOglC 


HTPERAEAOE— HTPBBBOREEEBS. 


veiUkgd  en  vindt  er  een  vennMrderde  toestroo- 
mins  VU)  bloed  in  de  longen  plaats.  AIb  lulk  een 
masker  weken  lanx  gedureooe  eenige  uien  pei 
d*g  gedrigen  wöïdt,  óna  itet  men  weikeljjk  eeo 


SiMtigen  iOTloed  op  de  mnoemde  jiioeeaMn  lon- 
r  B»ni«  schadelgk  g«TO^,  lelli  met  tig  neiging 
t  bloedipuwing.  H«t  ktaJéhtiger  vorden  tm  M 


licb  iaipannende  ademtultngMpierei)  werkt  gim- 
tig  op  aeo  ademnood  en  maakt  den  ilaap  ru«ti- 
ger,  terwyl  de  Terdaaning  van  de  kdemlucht  de- 
ulida  gevolgen  heett  ali  het  T«ri>l^l  in  hoogge- 
kgen  strekea  al(  DaTot,  n.  1.  eea  flinke  venneet- 
daring  Tan  de  roode  bloedeellen  en  vergroot  liae- 
ffioglobine-gebtlte.  Vandaai,  dat  de  itnwing  ook 
met  succes  l)jj  anaemiein  weid  toegepast.  Ook  de 
werking  van  tnbennliiK  Khgnt  hoaldukelgk  te 
bernttea  op  een  groat«n  faloedtoevoer  juiit  naai 
de  tnbeiGQlenu  weetieli,  looala  het  duidelükit 
bg  InberculoH  tan  de  baid  liehtbaai  wordt.  Die 
veiraeeidering  tan  den  toevMi  van  ilagadeilgk 
bloed  woidt  ook  bij  ebronisch  gewielittrtkeuma 
toegepast,  door  faet  sicke  deel  in  een  kaït  te  leg- 
gen, welker  opening  eromheen  algesloten  kan 
wolden  en  dan  heete  Ineht  te  laten  toestroomen 
in  het  kastje;  maar  ook  Bier'i  powieve  hypeiae- 
mie  wordt  <bg  itötheid  jn  de  ^wriehten  ontste- 
kiDj,'cn  of  taberculose  ervan  met  succes  toegepast, 
evenall  hg  sweren  aan  bet  ondeitteen,  eewmen 
eni.  Het  lieke  lid  kan  ook  in  een  sterk  glaien 
kaatje  (^bracht  worden,  dat  ei  Inehtdieht  on- 
tleen i&it  en  waainit  dan  lacht  weggepompt 
wordt,  de  veiminderde  lachtdnik  bewcikt  dao 
sterker  bloedtoevoei  en  heeft  dus  deiellde  wer- 
king als  de  heete  lacht 

Literatuur:  Bier,  Die  EvperamiS  als  Heilmit- 
tel  (6de  druk  Ltifiia  1907);  iouph,  L^bneh 
der  H^MiimiebebandlnDg  (Leipiig  1911). 

BTpara«sth«al«  noemt  men  in  de  geneea- 


,        .  Atheensch    Tolkimmner, 

was  van  geringe  afkomst,  verwierf  ali  lampenfa- 
brikant ^otu  rgkdom  en  bemoeide  lich,  hoe- 
— '  nog  jong,  met  staatkundige  aangelegenhedf~ 

I  Kfoón'      '    '^"  '    '-  --■  ■'-'■  

ten  bq  hf  ,  __ 

lieh  aan  tiet  hoofd  Ie  plaatsen  der  menigte,  ter- 
wiH  hjj  de  achteoiwaardigste  mannen  met  laster- 
Igte  'besehnldigiiigen  vervolgde.  Toen  h|j  echter 
het  volk  wederom  wilde  cveriialen  om  op  som- 
mige aansienlgken  het  ostiacisme  toe  te  passen, 
wMrbg  hji  bet  insondeiheid  gemout  had  op  Ni- 
eia»  en  AÏeüiiadei,  vereenigden  lieh  de  aanliui- 
geri  van  dcie  beiden  om  BjfjwMiu  lelven  te 
veibanoen  [417  v.  Cbr.).  Zes  jaar  later  weid  fan 
door  Ssmiaehe  en  Attische  oligarchen  vermoord 
en  tgn  Igk  in  »ee  geworpen. 

BnMrbool  (lie  de  tg.)  is  een  kromme  Ign, 
die  de  eigeniehap.  beiit,  dat  bet  verschil  dei  af- 
standen van  elk  punt  van  de  kiomme  tot  2  be- 
paoJde  pnnten  een  constante  is.  Deie  pnnten  F 
en  Fi  heeten  de  biandpnnteD  van  de  bj'perbool. 
De  kromme  is  een  kegelsnede,  die  men  veikiügt, 
wanneer  een  kegel  door  een  vlak  aan  weeisigoen 
van  den  top  gesneden  woidt.  Zg  bestaat  nit  twee 
geaeheiden,  zich  in  het  oneindigde  uitstrekkende 
takken.  De  veibinding  tnssehen  de  beide  brand- 
punten is  de  hoofdal,  het  midden  bierrao  bet 


middelpnnt  van  de  hypeibooL  De  Ign,  die  in  bet 
middelpont  loodieeht  op  de  boofdae  staat,  is  de 
bjjas.  De  twee  takken  loi^ten  i;nunetiiacb  ten  <o- 
lichle  van  deic,  teiwgl  iedeie  tak  door  de  hoofd- 
as in  twee  ssmiMtriKbe  deeleo  verdeeld  wordt. 


de  hoofdas,  dat  tnsseben  d  .  „ 

legen  is.  Een  favperbod  is  dus  bepaald  doei  e« 
reehls  Ijjn  =:  2a  en  2  punten,  de  brandponten. 


De  vergelgking  vau  de  hyperbool  is;   ~-  _  ^- 

=  1,  waarin  s  en  fi  de  afstanden  van  een  punt 
van  de  kromme  tot  de  beide  auen  vooratellen  (de 
hoofdas  is  de  t  as],  b  is  een  bepaalde  constante 
en  gelijk  V^e* — o*,  terwql  e  de  aistand  is  van  het 
middelpnnt  tot  een  der  btandpuntcD.  De  lonen 
a  en  O]  lijn  la^dgnen  uit  het  midddpont  getrok- 
ken aan  de  beide  takken,  die  deie  m  het  onein- 
dige raken.  Men  noemt  se  de  asjmptoten. 

Hyperbool  noemt  men  in  de  de  stglleer  een, 
in  den  legei  opiettelijk,  sterk  overdrijvende  term 
of  beeldspraak,  bgv.;  „Zgn  roem  reikt  tct  aaa 
de  sterren"  of:  „Een  Wg  drukte  op  mjjn  borst". 

HTParboraeSra  was  volgens  de  tyvatting 
dei  Onden  de  naam  van  «en  mytiscben  volks- 
stam. Hnn  sage  sluit  lieh  oven]  aan  bjj  de  plaat, 
■en,  waar  iltioUo  vereerd  werd,  voornamelgk  bg 
Delphi  en  Delos.  Sedert  Henodui  nam  men  meest- 
al aan,  dat  Apoüo  gedurende  den  winter  in  het 
land  dei  HjperboreeCn,  dat  ign  eigenlgk  vader- 
land was,  verblijf  hield  en  daatnit  in  de  lente 
terugkeerde,  alsook  dat  Hjpeiboieescbe  geianten 
mei  oFFeraiideii  niai  Qriekenland  kwamen.  Daar- 
bg  werd  bet  land  in  het  uiterste  W.  of  O.,  latei 
tengevolge  van  een  afleiding  mn  den  nsam  van 
Boreiu  (=  Noordenwind)  in  het  N.  gedacht.  Hel 
volk  weid  als  een  volk  van  gelakialtgen  geseliil- 
derd,  dat  in  eeuwigen  vrede  bg  vioolgke  oiferma- 
len,  ter  eere  van  Apoüo.  tgn  leven  doorbrengt  en 
liekte  noeh  onderdom  bende. 

üfet  den  naam  Hjpeiboieetis  duidt  men  tegen- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


womdig  JD  <k  foHceokimde  da  ToAastumnos  io 
bet  aitertle  N.0.  Tan  AiiB  aan. 

HrpariOAOMSn,  Herlihooiaehtigtit,  h  de 
naam  eeaei  pUntenlamilie,  die  kiutden,  haUhae»- 
ten,  beeateia  en  boomen  omTat,  welke  dikwjjU 
een  geel,  baraaehtig  aap  hebben.  Zq  onderacheidt 
tich  door  de  Tolgende kenmerken:  de  atengel  en 
takken  iqn  geleed,  dtkwijU  knoopig  geleed,  de 
bladeren  tegen oTergestelo,  enkelvondig,  meestal 
nalisndig  of  door  langs  den  land  geplaataU 
■liei«n  fun  gekarteld,  t<rwgl  de  Etennbladen  ont- 
breken; de  Dlotmen  iQn  regelmatig,  meeatal  in 
eind-  of  okielatandige  toilen  geplaatst  en  gewoon- 
IHk  geel;  de  6  (lelden  4)  kelkbladeien  ign  Trjj 
01  aan  den  Toet  aamengegroeid,  crertiliJTend, 
meeatal  gdjik,  gevoonlgk  geatippeld  ot  met  kliei- 
aebtige  tandjes  buet;  de  5  (leklen  4)  bloembla- 
deien  «iiielen  al  met  de  kelkbladen,  ijjii  i°  <^^ 
knw  aehoelTomig  (geplooid,  leiwelken  en  vallen 
at,  de  meeldradei  ign  talrgk,  li;pog;niaeh,  aan 
dan  Toet  tot  S  ol  meer  bundelt  tsmeng^roeid, 
Hlden  tiq  ol  éénbroederig;  de  helraknoppeo  itjn 
klein  en  2-hokkig,  liefa  OTerlangi  openend;  het 
traehtbeginael  bestaat  uit  8  et  5  Tmeh (bladeren; 
de  stengel  ia  enkelTondtg,  lelden  knotïiMimg; 
de  doostioeht  ol  bes  io  B-  of  5-,  somtgda  ook  1- 
bokkig,  terwijl  de  binnenwaaits  gebogen  Tanden 
dei  TtQchtbladen,  die  tnatchensdotten  vormen, 
niet  altqd  het  midden  der  vrucht  bereiken  en  de 
bokken  stslnlten;  de  laden  inn  talrijk,  zeer  klein 
en  aan  den  jnÜTOimigen  «aadarager  en  aan  de  ran- 
den der  kleppen  TMloehecht;  de  kiem  is  recht 
met  naar  den  navel  gMeeid  worteltje  en  de  laad- 
lofcben  zijn  Uadvormitf.  De  HnKrieaeeefin  bevat- 
ten een  roode  of  gele,  alömeiige  barssoort  en 
Toorts  ftetbensohe  olie  en  wat  looi-  en  bittere 
eztraetiefatof. 

HTparicnm,  behoort  tot  de  familie  der  fljr- 
pertaioieSN  en  wordt  gekenmerkt  door  r^elmaU- 
ge  bloemen,  S  tot  5  bnndeli  lan  meeldiaden, 
tegenover  elkaar  slaande  bladeren,  die  etherische 
olie  bevatten.  In  Noord-Amerika,  West-Aiifl  en 
Zuid-Europa  komen  meer  dan  200  soorten  voor. 

In  de  tuinen  komen  ±  25  soorten  voor,  waar- 
van echter  de  meeste  waarde  hebben:  H.  moserio- 
num,  B.  ekmenaii,  H.  tlarilnmduM  es  U-  mvUt- 
tturmm,  H.  Hookerimtuvi  ook  wel  H.  Itiflorum  ge- 
beeten,  IL  androtaeanum,  H.  ealyeinwm,  H.  da- 
tum, If.  aareum,  H.  audifhram  en  H.  virginieam. 
De  laatste  afwijkeDd  van  de  andere  door  rosé  bloe- 
men, terwijl  &lle  andere  gele  bloernen  bezitten-  De 
jilanten  ijju  vrijwel  alle  overblijvend.  Een  lonnige 
stendplaata  en  een  zaïudige  of  veenaehtige  bodem 
zijn  zeer  gewenpcht  voor  het  slagen  der  cultuur. 
Vooral  //.  moseriativm,  met  de  boute  en  driekleu- 
rige vormen,  heeft  veel  waarde,  hoofdzakelijk 
voor  de  bloemisten.  De  Hyperieutn  wordt  verme- 
nigroldigd  door  scheuren,  afleggen  of  stekken. 

HTP>rid«s,  een  Oridseh  redenaar  en  een 
zoon  van  Olatikippvs,  omstreeks  890  v.  Chr.  in 
den  Attisehen  demog  KoUt/tog  geboren,  weid  een 
leerling  van  laoerate».  Hij  voegde  zich  bij  de 
partü  der  pslriotten  en  bleef  aan  deze  getrouw 
te  midden  der  veelvuldige  stormen,  welie  Phi- 
Ufg  van  Macedonië,  Alexand»  en  AtUipater  aeh- 
tereenvolgens  over  Athene  deden  losbarsten. 

Na  den  dood  van  PhiUffu»  verbond  hü  zieh  met 
hen,  die  ter  veibtdcing  *tn  bet  Ifacedoniscbe  juk 


601 

o ndeihan delingen  met  7%ebe  aanknoopten  waar- 
om Alesattder  ign  uitlevering  voideide.  Niette- 
min waagde  fajj  het,  toeu  dit  gevsu  geweken 
was,  sicb  te  verzetten  te^n  den  euch  van  Alexan- 
der,  dat  de  Atheners  hg  den  toebt  naar  PerziS 
hem  met  bun  schepen  zonden  büstaan.  De  zaak 
van  Hartalu»  verstoorde  de  goede  verstandboa- 
diiig,  welke  te  voren  tussi^en  Hyperida  en  De- 
mottheneê  had  bestaan,  ia,  eeistgenoemde  tiad 
als  beschuldiger  tegen  dezen  op.  Latei  echter 
verzoende  hg  zieb  weder  met  den  giooten  rede- 
naar. Na  den  dood  van  Alexandervtiiooide  b^ 
tot  de  voorstanders  tan  den  oorlog  eu  na  den 
dood  van  Leotlhettet  hield  hjj  een  l^rede  tei 
eere  der  gesneavelden.  Eerst  na  den  slag  bjj 
£iannon  (322),  toen  de  laatste  hoop  op  de  trii- 
beid  van  Atfaene  verdwenen  was,  nam  hij  de 
vlucht  naar  Aegina,  maar  werd  dooi  de  handlan- 
gers van  AtUipaler  gegrepen  en  ter  dood  2e- 
braeht.  Hen  had  77  <52  sJs  edtt  erkende)  rede- 
voeringen van  hem,  van  welke  slecbta  één  in 
baar  geheel  is  overgebleven.  Drie  fragmenten, 
vooral  een  groot  deel  van  bovengenoemde  lijkre- 
de, dat  Of  een  Esyptisehe  fwjmsiol  gevonden 
en  o.  a.  door  den  noogléeraar  Oobet  te  Leiden  in 
1858  nit^egeven  is,  zjjn  in  1847  gevonden;  een 
5de  redevoering  werd  in  1888  eveneens  in  Egypte 
gevonden.  De  geaamenlgke  fiasmenteo  vindt 
men  in  de  „Oratores  Attici"  (184^1852,  2  dlo.) 
van  Uülkr  en  in  de  uitgave  van  fifosz  (8de  druk 
1894). 

Hneiiiu,  Andrttu  Qtrardi  of  Andriaa  Ofiee- 
raerm  van  Yperen,  een  Proteatantsch  godge- 
leerde, in  1511  te  Yperen  geboren,  ontving  on- 
derwijs in  de  oude  talen,  was  werkzaam  op  het 
kantoor  van  zqn  vader  (een  advocaat),  bleet  nn 
het  overlijden  van  dezen  nog  drie  jaar  bij  ijjn 
moeder  en  begaf  zich  vervolgens  naar  Parijs,  waar 
hg  zich  eerst  op  de  natuurkunde  en  daarna  op 
de  godgeleerdheid  todegde,  terwgl  hg  met  Fian- 
sebe  en  Spaansefae  jongelieden,  aan  wie  h|i  lei 

fat,  velschillende  boogeacbolen  in  Fiankrijx  en 
taliB  bezocht.  Nadat  bg  zich  geoefend  bad  in 
de  geneeskunde  en  in  bet  kerkelijk  redit,  ging 
hij  in  1536  weder  naar  Yperen,  leen  naar  Leu- 
ven, vervolgens  naar  Dnitschland,  kwam  in  1537 
m  zgn  geboo^pUats  tern^,  bezocht  in  1540  de 
univeruteit  te  Canduidge  m  Engeland,  wilde  in 
1541  ook  die  van  Oitord  beioeken,  maai  keerde 
terne,  om  naar  fitiaatsbnig  terug  te  gaan,  doch 


bleef  tiier  en  werd  tot  opvoWer  van  dezen  be- 
noemd. Hy  bekleedde  die  oetrwking  tol  aan  zijn 
dood,  den  laten  Februari  1564.  Van  zjjn  talrnka 
geschriften  noemen  wq:  ,J>b  cosmographia" 
(1532),  „Aritbmetica  qnaedam",  „Geometriea", 
„Optica",  ^stronomiea",  „Abetorica"  <1S66], 
,J)ialeetica"  (1566),  ,4'hTsiea",  „Compendium 
phvsicea  Aritotelieae"  (1574),  „Ad  decem  libroa 
Ëthieorum  Aristotelis  scholia"  <(Bde  druk  1600), 
„De  formandis  concionibus  saeris  etc."  (1553),  de 
beste  homiletiek  der  16de  eeuw  ,J>e  theologe  sea 
de  ratione  etndü  tbeologid  libri  IV"  (1556),  de 
eerste  wetensch^peli^e  enejelopaedie  en  metbo- 
logte  der  theologie,  „Topica  theologica",  ,J>e 
studioeorom  vita  «t  moribnt",  „De  Saera  Seriji- 
tun  e  leclione  et  meditatioae  quotidïana,  ebns- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


602 


HTPBRIUS— HTFNOnSlCE. 


tiuit  omnibng  neeesaaria  lïbri  II"  {1S64),  „He- 
thodi  tbeolo^JM  libri  ill"  (I5M),  .J'erionim 
(colaBticoinm  lïbri"  en  „Opusenla  tbeologiea" 
(157(>— 1571,  2  diD.].  De  Teninielde  gesciiriften 
TftD  Hyfmju  lija  in  1582—1584  in  3  deelen  ait- 
g^eT«n  door  i^n  looa  Lauretu. 

Hrr»nnanymfiT""''fc*^t"™-  Zie  Kalitan- 
fwmangaiiaat, 

HTPartaatropls  iver-nendkeid),  ia  de  n»»m 
v«D  «en  door  Dondert  nanwkcarig  ond«noebt 
gebiek  in  b«t  TefractieTenn<^D  Tan  het  oog, 
waarbij  liebtstialeo,  die  eTemrQdig  op  b«t  hoorn- 
vlieg  T^len,  zich  eent  aekter  bet  netvliea  ver- 
eeoigen.  loódftt  op  dit  lutate  geen  aeherp  tie- 

f'reiud  bedd  wordt  geyotntd.  Wk  aan  dat  gebrek 
gdt,  kan  niet  dnidelqk  lien,  ten^  hö  door  een 
actieve  inspanning  van  het  aeeoaunodatievermo- 
gen.  overeenkomend  met  den  graad  der  byperme. 
tropie  (ol  passief  door  een  eonvexen  tiil)  de  lont 
vetnetert.  Vandaar,  dat  de  benraren  van  de  ver- 
liendheid  lieh  vooral  doen  voelen  als  tiet  ae- 
commodatieTermDgen  vermindett,  dus  na  de  45 
jaar  (zie  Aeeomoaali»).  De  hvpermetTopie  ii 
aangeboren  afwij^ng  en  ii  bet  gevolg  vat 
te  kort  lijn  van  d«  lengteaa  van  bet  oo^,  wat 
in  erge  graden  vaak  reeds  uitwendig  te  iien  ii, 
daar  het  oog  Ie  klein  Igkt.  Tcor»]  wanneer  de 
oogen  door  den  aard  van  het  èeroep  veel  voor 
diehtbg  moeten  worden  gebmikt,  l^jv.  bjj  aehrgf- 
werk.  «tndie  eoi.  wordt  er  ie  veel  van  de  ac- 
eommodatie  gerargid  en  wotdt  geklaagd  over  ver- 
moeidheid van  de  oogen  voor«l  OÜ  kaostlieht,  loo- 
AaX  de  patiint  tdkena  een  poos  moet  ophouden. 
Is  dit  onmog^k,  dan  worden  de  oogen  pgnlqk, 
rood  en  beginnen  te  tranen.  Behalve  van  net 
werk  en  van  den  l^Itqd  hangen  de  klaehten  odk 
■f  fan  den  graad  der  verziendheid  en  van  den  al- 
gemeenea  toestand,  want  bg  spierzwakte  wordt 
oA  de  aceommodatiemier  spoedig  vermoeid.  De 
hjrpermetropie  «tut  due  tegenover  de  mjopie, 
de  bgiLendtieid,  waar  de  lengte-as  van  hef  ooe  te 
lang  is,  maar  de  eerste  biytt  constant,  teFwgl  de 
mjopie  vaak  verergert.  Veelal  eaat  de  hTperme- 
tropie  van  de  ouders  o(i  de  kinderen  over  en 
slechts  zelden  ontstaat  zij  door  ziekten  van  het 
<NW.  Het  gebrek  ii  alleen  te  verhelpen  door  het 
gebruik  van  convexe  brilleglazen.  , 
HypsroxlMl.  Zie  Osiedtn. 
Hrmrst*an  of  foiUiet  ii  de  naam  van  een 
delfatoT  Eet  kristalliaeert  in  rhombisehe  zuilen, 
komt  echter  doorgaanB  ongekristalliBeerd  in  kor- 
relige aggregaten  of  ingesprenkeld  in  andere  ge- 
steenten voor.  Het  is  braehjdiigonaal  ^lytboar 
en  vertoont  op  het  gladde  iplijtvlak  een  schit- 
terenden meiaalglans,  op  de  overige  vlakken  een 
vet-  of  glasglans.  Het  is  iwart  tot  ^roenachtig 
iwart  en  in  xleine  schilfers  dooraehgnend.  Zgn 
hardheid  is,  8,  jyn  aoottelffk  gewicht  3,3 — 3,4, 
Het  smelt  voor  de  blaaspijp  tot  een  gtoenachtig 
iwart  glas  en  vordt  door  zuren  niet  aangetast. 
Het  ia  magneiiasilieaat  en  gzeioxyduulBilicMt. 
Stukken  met  een  fraaien  weerschijn  irorden  tot 
sieraad  gealepCD.  Hjpereteen  wordt  gevonden  in 
Auvergne  (Mont  Doré),  bg  het  Loacher  meer 
(Eifel),  in  Penië  en  in  fraaie  stukken  aan  de 
kust  van  labrador  en  op  bet  eiland  8t.  Paul 
(vandaar  fouliet).  Ooi  '-  "     ' 

bet  aangetroffen. 


Hyparstsnlat  is  een  geateente,  groote&dedi 
uit  plagioklaas  en  hypenteen  (zie  aldaar)  samen- 
gesteld, waamaaat  ook  jjierverbiBdingeu  en  sama 
augiet,  olivgn  enz.  optieden.  Het  is  nauw  vn- 
want  met  gabbro  (lie  aldur)  en  kont  niet  veel 
op  aarde  voor. 

HTpertrofla  (overmatige  voeding)  noemt 
men  den  overniBtigen  groei  van  een  lichaómEded, 
welke  ontstaat  door  een  vermeerdering  der  ele- 
menten van  bet  ooppronkelgk  weefsel,  ol  ver- 
grooting  ervan,  ol  door  beide  tegelgk.  Zg  kan  het 

Sebeele  lichaam  treffen  by  reaiengroei,  enkele  le- 
ematen  of  slechts  bepaalde  weefsels  looaU  bijr. 
overmatige  haargroei.  I%;siologiseh  en  dos  nat- 
tig  werkt  de  hypertrofie  van  weefsels,  die  ver- 
meerderden arbeid  moeten  leveren  waarvan  bgv. 
de  bjpertrophie  van  den  wand  der  linkerkanur 
bg  vernauwing  van  de  opening  dei  aorta  een 
sprekend  voorbeeld  is.  Zoo  ook,  wanneer  bn  ver- 
lies van  een  nier,  de  overgeblevene  het  wen  van 
beiden  moet  doen.  Onechte  hjrpertrafie  van  een 
oïgaan  bestaat,  als  hel  wel  vergroot  is,  maat  niet 
door  vergrooting  van  zgn  pareneliymj  loo  kan  ds 
lever  grootei  worden  door  toename  van  het  bind- 
weetsd  erin,  ten  koste  van  de  eigenlöke  levei- 
eellen,  of  doordat  tolrjjke  kleine  rondoellen  lich 
bji  sypbilis  tnssehen  bet  weefsel  nestelen.  Bg 
dese  onechte  hypertrofie  wordt  dan  ook  de  func- 
tie van  een  orgaan  verzwakt  in  plaats  van  v«r- 
steifct. 
HTphomyoaton.  Zie  Draadxwamuun, 
Htpüim  ^atgn  —  Sommu)  is  in  de  Qriek- 
scba  mythologie  ds 

fod  van  den 
la^,  de  H)OD 
van  den  Nacht 
(Nyi).  een  twee- 
lingbroeder van 
den  Dood  rTAana- 
lot).  Hg  wonit 
meestal  voorge- 
steld als  een  mooie 
jongeling  (zie  de 
afb^  met  vl engel» 
aan  Bcfaonders  of 
slapen,  een  tsk  en 
een  slnimerhoren, 
wanmil  hg  den 
slaap  doet  drup- 
pelen. Andereu 
stellen  hem  voor 
als  een  gev4«ugel- 
den  grÜBHird  met 
baard,  die  over  de  i 
pers  den  slaap  uitgiet 

Hypnotlim*  noemt  men  de  wetenschap  dia 
zich  bezig  houdt  met  de  studie  van  aan  den  uaap 
verwante  (oeotanden,  waaibjj  asai  de  wHsnSttngni 
belMnmeringen  worden  in  den  weg  gdeg'  ~~ 
■ bewn 


Hypnos  (Bronzen  beeld 
gevonden  te  Etajdes). 


1  ïiJQ  seboot  liggende  do- 


dikwgle  een  duidelgke  storing  i: 


valt 


iwnatsSo 

nemen.  Dat  deze  wetensehnp  leeds 

ld  is,  blgkt  uit  het  feit,  dat  de  onde  Indische 


fakirs  door  concentratie  van  bun  blik  of  ge- 
dachten een  bypnotisehen  toestand  wisten  op  te 
wekken.   Verwant  met  het   hypnotisme  ign    d« 


DigilizedbyGoOglC 


HTraomsMB. 


Zgn  iriarneiiiiDgen  genakten  eehtei  geheel 
TNgBte>hei4,  hoewel  iomoiigs  ftrtSBn  <1«  iijpDo 
bg  ouiitiu  toepiBten.  £ent  in  lateien  t^a  heb- 
ban  ae  Mntationcek  openbue  TertooniBgea  «au 
floMM  d«  aaodaeht  w  gdeaden  weder  op  het 
hjpDOtiime   gevestigd     (WmMM,    Heidenkmn, 
Éérger,  Preyer,  Bitunfonger).  Onafhankelijk  Tsn 
deieB  maikten  Okareol  Ie  Patjjï  en  SemAetm  te 
Nanc;  het  hjpnotisme  tot  onderwerp  Tan  . 
studie.  De  sehool  te  Nancy  toonde  met  Dsme 
gTOOten  inTloed  der  suggestie  op  de  hypnose 


en  leert,  dat  alle  bypnotieehe  lertehgiiBeleD  dooc 
■aggettie  tot  itasd  Kamen. 

Tot  het  Tsiwekken  der  hjpnoBe  gefarnikt  men 
tairjjke,  Khgobaar  verKhillead  wenende  midde- 
len, die  men  ia  eomatiiehe  (liehamdQke)  eo  pi;- 
diiaebe  kan  lerdeelen.  Aan  de  laatste  kent  men, 
In  t^geMlelling  met  vroeger,  thans  de  grootste 
werking  to&  Brmd  bijv.  paste  in  ijjn  tijd  bg 
Tootkent  het  lange  staren  op  één  schitterend  too> 
werp  toe,  terwül  tegenwoordig  de  hnnoge  opge- 
wekt wordt,  doordat  men  de  voorstelling  daar- 
van WO  levendig  mogelyk  aan  het  medimn  in- 
prent door  woorden  als:  „Tracht  te  slapenl" 
,J>eiik  aan  den  «laaol"  [voonUnggMtie).  Het 
wikker    maken   geseniedt   Af  dooc    lintnigelijke 

SrikkeU  (blaxen,  electrieiteit)  ét  door  een  eeuvon- 
ie  bevel.  Tot  het  verwekken  van  een  hjftnoti- 
MBen  toestand  en  het  doon  ophonden  daarvan  tl 
niet  altijd  een  hypnotiseai  noodïg,  daar  eommige 
personen  liehielf  in  bTpnoie  brewen  {autokgp- 
se)  en  nit  liehzelf  ontween.  In  de  séances  van 


en  de  omgeving  veelvuldig  voor,  londer  eenige 
tnsBchenkomst  van  anderen.  Wat  de  ontvanke- 
lijkheid aangaat,  wordt  tiet  verhoodiagwetal 
leer  venchillend  gegeven  (80  tot  100  %).  Qees- 
teljjk  Ewakken  en  hrankiinnigen  iqn  moeili^  te 
hypnotiseeien.  Dat  lennwaehtise  en  hyateriaehe 
personen  bqionder  oBtvaDkelijk  souden  lijn,  is 
•on  dwaling.  Zq,  die  de  vaste  overtuiging  hebben, 
dat  tg  niet  ontvankelijk  ijin,  en  lij,  die  niet  in 
daap  gebracht  tnlleii  worduL  lijn  in  den  regel 
niet  te  hypnotiseeren.  Hoeili^er  is  het  iemand 
wakend  in  hypnose  te  bnngen  (wieluuggalion) 
alléén  door  fiieeren  en  hem  met  open  oogen  tot 
«en  willoos  werktuig  te  m^en.  De  veiandarin- 
gen,  die  de  lielstoestand  van  den  menseh  door 
ojpnoee  ondergaat,  liJn  leer  Tersehillend.  Men 
heeft  de  diepte  van  den  hypaotiseheo  slaap  ver- 
deeld in  1.  somnolentie,  den  liehtsten 
f;aad  van  slechts  even  netkbare  fajpoOEe,  2. 
jpotaiis,  d.  w.  z.  de  gehypnotiseerde  ge- 
hooruuunt  aan  alle  snegesties.  maar  herinnert 
tich  na  het  ontwaken  al  het  gebeurde,  S.  som. 
uambnlisme,  diepe  hypnose  met  amnesie 
(geen  berinnering)  na  net  wuker  worden  en  na- 
hypnotische  verschijn eelen. 

Tot  de  versehgnsekn  der  oonnale  hypnose  be- 
hoort een  sterke  beperkinf^  der  associatieve  faer- 
senwerking.  Wel  worden  indmUen  opgenomen, 
maar  niet  verwerkt,  sooals  in  wakenden  toestand. 
De  ontvinketök^eid  vooi  hypnotische  invloeden 
heet  snggeitibiltteit.  De  allereerste  voor- 
waarde luervooT  is,  dat  de  te  hypnotïseeren  per- 
soon met  den  hypnotiseur  in  rapport  blgft, 
d.  w.  c.  hem  hoort  en  verstaat. 


De  willekenrige  bew^ngen  ondergaan  in  den  * 
toestand  van  hypnose  steeds  verandering.  Op 
bevel  voert  de  g^ypnotiseerde  t^en  lifn  wU  a 
bewegingen  uit.  Eveneens  kan  men  bewegingen 
verhinderen,  dus  den  gdiypnotiseerde  verbieden 
qjn  arm  of  been  te  bewegen,  waarop  onmiddeUiik 
het  bedoelde  lichaamsdeel  verlamd  eehqnt.  Ook 
is  bet  niet  moeilgk  een  bepaalde  ftmetie  van  som- 
mige spieren  te  beletten,  terwijl  aij  verder  nonnaol 
zijn;  wanneer  het  faem  verboden  wordt,  kan  de 
gehypnotiseerde  niet  sehrgven,  hoewel  fa^  ign 
hand  verder  vrp  bewegen  kan.  Hoe  de  hypnoti- 
seur de  suggestie  nitdrokt,  is  onversehilligj  noo- 
dig  is  alleen,  dat  het  medium  hem  verstaat.  Al- 
geiien  van  de  suggestieve  veranderingen  der  wil- 
lAeurige  bewegingen,  heelt  de  hypnose  nog  een 
tweede  eigenaardigheid,  liedere  spierbeweging 
heeft  n.1.  de  neiging  eenigen  tjjd  aan  te  houden, 
soodst  een  wiflekenrige  of  suggestieve  onder- 
breking dikwijls  op  moeili^heden  stait.  Die  nei- 
ging openbaart  iieh  daarin,  dat  de  ledematen 
van  het  medium  de  hun  gegeven  houding  lange- 
len  tüd  blijven  blonden  ffcotofapsie),  en  <aat 
bepaalde  bewegingen  langeien  tqd  aüriianden, 
waardooi  de  lOOgenaMnde  antofflstisebe  bewegin- 
gen ontstaan, 

Naast  de  will^eurige  spierbeweging  onder- 
gaat ook  de  gewaarwording  dikwijls  veranderin- 
gen. De  zintnigeljjke  gewaaiwoiding  (gelicht, 
gehoor,  reuk  enz.)  kan  beperkt,  maar  ook  tot 
bel  OBgeloofelijke  veischerpt  worden.  Ot^  kan 
de  hnid  bÜ  diepe  hypnose  geheel  gevo^oos  ge- 
maakt worden,  v«rdei  kan  in  zulk  een  toestand 
linsbedrog  ontstaan.  Hen  laat  den  gehypnoti- 
seerde dooi  suggestie  gelooven,  dat  hjj  menschen 
of  dingen  liet,  die  niet  voorhanden  lijn;  hij  hoort 
melodiein  ot  schoten;  een  onaangenamen  reuk 
of  xoeten  sfnaak  wekt  men  gemakkelijk  op.  Som- 
tgds  treedt  het  liasbedrog  als  halluei  natie  op, 
d.  w.  I.  het  heelt  plaats  londer  dat  een  werkelgk 
aanweii^  object  waaisenomen  wordt;  de  ^eb^ 
notiseerde  gelooft  een  fiond  te  lien,  waar  mets  is. 
Veel  meer  echter  komen  illusies  voor:  er  worden 
vDorweq>en  wuisenooien  maar  verkeerd  weerge- 
Mien;  een  stok  hout  wordt  voor  een  ^pel,  een 
hond  voor  een  bo^  aangezien.  Is  het  linsbedrog 
volkomen,  dan  ondergaat  bet  doen  en  laten,  de 
gelaatsuitdrukking  een  geheele  verandering.  Ben 
Treeselijken  angst  ziet  men  op  het  gelaat  van 
hem,  die  meent,  dat  een  leeuw  op  hem  afkomt. 
Dergelgke  weikingen  vsn  het  linebedrog  komen 
zelfs  voor  in  veranderingen,  die  van  den  wil  on- 
afhankelijk i^n.  Suggereert  men  bijv.  iemand, 
dat  hg  een  ni  mikt,  dan  krijgt  hij  tranen  in  de 
oogen,  dat  hij  een  seer  onaaD^namen  smaak 
heett,  dan  begint  hg  te  braken.  Kan  men  de  tot 
dusver  besproken  versriignselen  positieve 
noemen,  de  volgende  bebooren  tot  de  negatie- 
ve, d  w.  1.  tot  de  categorie,  waaibg  voonianden 
lijne  voorwerpen  niet  waargenomen  worden.  Zoo 
worden  door  suggestie  personen  en  taken  oniicht. 
baar,  een  muii^tuk  onhoorbaar  gemaakt.  Even- 
als de  gewaarwordingen  staan  ook  gevoelMis  als 
honger,  dorst,  wdbenagen,  smart,  vreugde  ena. 
onder  invloed  van  suggestie.  Ot  de  ademhaling 
en  de  polsslag  gedurende  de  hypnose  spontane 
veranderingen  onderaan,  is  nog  niet  uitgemaakt. 
Verschillende  afvrijkingen  worden  door  de  psy- 


DigilizedbyGoOglC 


ehiseh*  prikkeling  verklaard  en  iqn  das  niet  Tai 
de  faypDOBe  arhai^elgk.  De  invloed  der  inggHti 
18  nog  nirt  voldoende  o&denocht.  Daarenteeci 
kan  men  door  Boggestie  meermalen  het  «demtuuei 
eenigen  tijd  doen  ophouden.  Ook  is  ii«t  magelgk 
anggeetiet  brakiogm  <n  stoelgang  te  veiwekkui. 


Het  te  Toorgeli^n  roepes  van  roode  plAken  op 
de  hvii  ia  aan  meer  dan  Mn  bTOnotiMiiT  gelukt. 
Het  aoggeitief  venehgnen  van  brandblaren  moet 


met  het  noodige  Toorbehood  aaoTaatd  worden. 

De  hTpnoM  vormt  ean  loeitand  van  verteheipt 
herinnenngivwmogen.  Qet  gdiAit  n.  1.  in  dien 
toestand  berinneringen  wakker  te  roepen,  die  aan 
het  geheagen  in  wakenden  toestand  reeds  lang 
onlinapt  waren  of  by  normaal  bewQitifin  nooit 
sonden   ign   opgekomen   {hjpn  oti  sen  e   hj- 

Sermnesie).  Terwql  men  vroeger  MUrnam, 
at  na  faet  eindigen  dei  hninoae  de  herinnering 
tan  het  gebeurde  ontbrd,  heelt  men  later  ini 
lieo,  dat  in  de  meeste  gevallen  geen  amneaie  I 
itaat;  van  volkomen  herinnering  tot  amneaie  ign 
«T  tronweot  veel  tnuchentrappen.  Hoge  ook  al  in 
wakenden  toestand  amneaie  Mstaan,  dan  herin- 
nert lieb  toeh  het  medium  in  een  latere  hjpnose 
bgna  altgd  dat,  wat  in  een  vroegere  faj^noee 
geiehied  Is.  In  deie  beitaat  editer  ook  de  herin- 
nering aan  datoene,  wat  ÏD  wakenden  toectand 
Chiedde,  looaat  de  hjpnotiaebe  en  de  niet- 
.,  lotitehe  toestand  een  versehillenden  inhoud' 
van  bewnetign  beiit.  Men  noemt  dit  verschgnael 
dubbMemutvn  (lie  aldaar).  Hen  kan  een  ge- 
hypnotiseerde  nepaalde  feiten  doen  vergeten  en 
daarvoor  andere  in  de  plaats  stellen,  waardoor 
herinneringibedrog,  de  retroactieve  sng- 
g  eet  ie,  ontstaat. 

De  poithvpno  tisehe  toestand  bestaat 
hierin,  dat  geanrende  de  hypnose  ieti  geanne- 
reerd  wordt,  dat  eerat  na  het  wakker  worden 
nit^voerd  moet  worden:  een  g^ypootiseerde 
kr^  hgv.  bevel  na  drie  dagen  naar  een  biblio- 
theek te  gaan  en  daar  een  l>emald  boek  te  vra- 
gen. Een  dergelijk  bevel  wordt  stipt  opgevolgd, 
ofschoon  de  oerinnering  aan  de  opdiacht  ont- 
breekt. De  posthypnotisehe  sn^geities  worden 
lelfi  na  een  jur  aitwijls  nog  ui^voerd.  Even- 
als handelingen  kan  men  ook  posthypnotiaeh  lina- 
bedrog  Rugg:ereeren,  en  ook  n^^tief  suggereeren, 
bgv.  dat  bg  het  ontwaken  een  der  aanwezenden 
TOOT  den  patlSnt  niet  lal  beslaan.  Deie  aangewe- 
len  peraoon  wordt  dan  door  de  lintnigen  volal»- 
g«Q  genegeerd,  lelfs  b|j  rnwe  aanraking. 

Nam  men  vroeger  aan,  dat  het  bewattign  tg- 
dent  de  hypnose  verdwenen  was,  later  moest  men 
die  meening  opgeves.  toen  men  ia  wakenden  toe- 
stand of  in  een  tw«ede  hypnose  liet  gehengan 
weer  lae  optreden.  Evenmin  als  de  hypnoae  een 
toestaod  van  bewosteloosheid  is,  erenmin  i«  iq 
er  een  van  volkomen  wiUoosheid,  al  ign  de  irils- 
nitingen  dan  ook  leer  iwlemmerd.  Vele  anggea- 
ties  gelnkkm  eerst  dan  wanneer  tairgke  proeven 
gedaan  ign  en  de  gehypnatiseerde  aan  de  drei- 
snur  onderworpen  is.  Haar  lelfs  na  vele  pogin- 
gen koDoen  tenminite  handeb'n^n,  die  In  «tr^d 
met  het  karakter  van  het  individu  ign,  niet  ge- 
■oggereerd  wotdei. 

De  theoietisehe  verklaring  van  het  hypnotisme 
is  nog  teer  verschillend  en  iiangt  gedeeltelgk  na- 
men met  de  physiologische  opvatting  vui  den 


sUap.  Bndenhaui  mende,  dat  de  n 
van  den  gr|fien  beraenfaaat  gectooid  wordt; 
WumiL  dat  de  werkuamheid  van  sommige  het- 
sendeelen  vannioderd,  die  van  andere  versteiit 
wordt  en  dat  de  bloedaomloc^  veranderingen  on- 
dergaat. Qvmef  vatte  de  hypnow  als  een  toe- 
stand van  psychische  reflex weik saam heid  op.  Ter- 
wgl  sommigen  in  de  hypnoae  een  liekelgken  toe- 
stand lien,  beschoawen  anderen  haar  als  een  met 
den  gi 
atand. 

In  nieuvreren  tgd  is  een  streven  merkbaar  om 
van  het  hypn<iti«me  praetiMh  nnt  te  trekfcen  in 
de  geneeskunde.  In  den  beginne  sefae^i  het  ge- 
vaar de  toepaiting  der  hypnose  te  vertreden;  doeb 
later  erkende  men,  dat  gevarm  slechts  dan  te 
vreeien  itJB,  vranneer  de  proefnemingen  onhan- 
dig geaehieden  en  dat  het  hvpnotisme  in  de  hand 
van  psychologisch  soed  onderlegde  doctoren  een 
waardevol  bDlpmidael  is.  Tot  de  liektea,  die  door 
hypnotisme  geneian  worden,  behaoren  talijïkv 
lennwiiekten,  waarbjj  geen  oiganiKbe  ttoringea 
optreden,  loóab  hyateritebe  veilammingHi,  s«- 
nnwbootdpgnen.  neoralgie,  rhenmatiieiM  pgnen. 
Hiertoe  kan  men  vnder  bet  stotteren,  het  mor- 
phinisme,  bet  alcoholisme  eni.  takenen,  di«  dlk- 
wgls  door  hypnotiidie  suggestie  geneien  kunnen 
worden.  In  verband  met  de  benandeling  door 
hypnotische  suggestie  staat  de  raggestie  londw 
hypnoM. 

In  den  all«riaalKt«i  tfjd  heeft  men  bet  hyfno- 
tisme  wA  voor  piyehologisehe  ttodiln  van  het 
tiekel^e  en  normale  lielslevan  gebruikt  en  t^ 
deel  zeer  belangrijke  resnltaten  ten  opsichte  der 
natuur  van  lekere  liekelgke  toestanden  (hyst»- 
rie)  verkregen.  De  Italiaan  Bnttivegni  he«It  op 
de  civiel-rediterlgke  beteekenis  van  net  hypnotis- 
me geweien,  terw|)l  ook  d«  strafrechterlgke  inde 
niet  vergeten  mag  vrorden.  Qehypnotiseerden 
kunnen  het  slaehtofKr  of  wetktaig  van  misdaden 
sgo.  Practiaehe  beteekenis  hebben  tot  nog  toe  de 
^vallen  van  de  eerste  soort  gehad.  De  vrug  erf 
iemand  door  suf^^Ue  een  ander  een  misdaad  tan 
laten  begaan,  wordt  verschillend  beantwoord. 
Door  sommigen  wordt  de  mogelükheid  bestreden, 
omdat  niemand  door  soggestie  gedwongen  kan 
worden  tot  een  handeling,  die  met  sign  Karakter 
in  stigd  is,  maar  de  onmoreljjkbeid  van  inlke 
crimineele  snggesties  kan  toen  niet  bewemi  wor- 
den. Het  gevaar  van  retro-actieve  snggestiea  (lie 
boven)  tot  bet  afle^^n  van  valsehe  verklaringen 
wordt  door  verechillende  antoriteiten  voor  wer 
groot  gebonden. 

Evenals  bg  alle  physioloj^aeh  ondenoek  beeft 
men  de  hypnotische  versebnnselen  ook  op  dierea 
ondenoeht  en  werkelgk  is  door  allen  het  bestaan 
van  dierl^  hypnotisme  aangenomen.  Reeda  ia 
1686  bescnreef  SekumHdltr  een  experiment  om 
kippen  geheel  onbeweeglijk  te  macen  door  ie 
plotseling  te  grmwn,  op  een  tafel  Ie  leggen,  den 
snavel  neer  te  drukken  en  beginnende  bg  den 
snavel  een  krntstreep  over  de  tafel  te  trMkon, 
Na  die  manipnlalies  bleven  de  kippen  in  de  meert 
onnatnnrigke  houdingen  liggen.  Deie  pro^  in 
1S4B  door  Kirektr  herhaald  en  sedert  «jpwiwii- 
(tiin  Mirobik  van  Kireli^  genoemd,  genakto  in 
vergetelheid,  tot  Cxermak  er  is  1872  desandadt 
weet  op  vestigde.  Nieuwe  proeven  wetden  g«o- 


DigilizedbyGoOglC 


HtPN0TBMB--HTPO8lIU?IEfrEN. 


men  en  het  bleek,  dat  talrjike  andeM  dieren  in 
snik  een  toestand  gebracht  knnnen  worden.  Preger 
teikUftrde  de  beweginglooibeid  toot  kataple- 
z  i  e  (Terlamming  door  nhril),  Heubd  foor  slutp. 
Om  i/tX  TerectijJDsel  te  Toondign  te  to^mk,  han- 
delt men  looala  StAuendter  deed;  de  dieien  blg- 
len  dan  in  die  honding  liegen,  welke  zg  aanna- 
men, om  hnn  gewone  hondiw  weer  tem^  te  krq- 
gen,  d.  w.  I.  de  spieren  zqn  plotaeling  bij  die  po- 
ging in  een  MOit  van  atqCbeid  {tontu)  tneigt- 
gaan.  Uet  menacike^^  hjpnoae  heeft  dat  ^er 
dieren  editer  niets  gemMn,  want  kikvoreeheQ  en 
hoenders,  die  men  de  sroote  Itersena  had  afgeno- 
men, toonden  de  vers^neela  mg  beter  dan  de 
normale. 

IdUrattatr:  Forel,  Der  fijpnotiemna  (öde  drnk 
Stnttgart  lÖll);  Wvndl,  Hypnotiuuue  nnd  Sng- 
Bcstion"  (8d«  drnk  Leipiig  1911);  LOwtnfeld, 
Der  Hjrpnotfsmni  (Wieebaden  1901),  J.  Lappemi, 
L'hjpnotisme  et  Ie  epiritisine  (IÜ07);  J.  Orattel, 
L'hypBotisnie  et  la  su^eation  (dde  drak  1900). 

HTpnon,  aeetophman,  C*HsO00Ei,  is  het 
eeoTondifiste  aTomatisohe  keton  en  kan  verkregen 
worden  door  destiHatie  tan  een  men^Hl  van  t^n- 
loêinre-  en  aigninre  kalk  of  gem&kKel^er  door 

3<  benioi  aeetjrlehloried  te  laten  inwerken  met 
nmininmebloried  als  kalaljaator.  Het  ii'  een 
gekriitalli Beerde  stof  T»n  aangenamen  reuk  wei- 
nig In  water  opkwbMr.  flet  smeltpant  li^  bj 
90*  C.  In  de  geneesknnde  wordt  het  als  slaapmid- 
del toegepa«t. 

Btpqdiii.  Zie  Dtkmot. 

Hypo,  Zie  BypondlteUn. 

BypooalTPtBB  Thvnb.  is  de  Duun  van 
«en  plantengeslaefat  nit  de  familie  der  flinder- 
bloemigea  (/'spüfoiweeiAiJ.  Het  onderscheidt  licb 
door  een  korten,  S-slippigea  kelk,  door  2'4)roed«- 
rige  meeldrtden  en  door  een  sa^ngedmkte,  lan- 
cetTormige  penl.  De  eenige  eoott  H.  obeorda- 
tuêThnob.  groeit  uo  de  Kaap  en  is  een  fraaie 
tierplant  met  paarsporperroode  in  eindstand ige 
tuilen  gepiMtite  bloemen.  De  plant  it  half  atmtk- 
Mfatig.  Dé  Jonge  icheaten  kunnen  in  het  Toorjaar 
gemakkelijk  wortels  slaan.  Datielfde  geldt  tan  de 
bqna  hont^  geworden  deelen  in  den  nazomer.  De 
«verwinlering  heeft  plaatst  in  konde  kM«en  on- 
der toevoer  vu  steeds  friaaehe  Ineht. 

RnNMhloiiatra.  Zie  OMoomtreR. 

■TPOOboeriS.  Zie  Biggenkruid, 

Bypochonder.  Zie  lii/poehondrie. 

HTpoohondrla,  afkomstig  Tan  een  Qrieksch 
woord,  dat  de  on(far(>H«l»tr«eik  bettA«nt,  is  een 
sielsziekte,  die  zich  openbaart  in  een  weinig  Re- 
fiTonde  lorg,  dat  men  ziek  ie  of  ziek  z^  worden. 
Wie  aan  deie  kwaal  lijden,  hebben  een  algemeen 
gevoel  van  ongesteldheid,  ontstaSA  door  te  groote 
oplettendheid  op  de  fanetie  hunner  organen,  en 
■odten  dan  ds  oorzaak  van  die  i.  g.  ongesteldheid 
op  te  sporen  en  vervallen  daarbjj  tot  de  somber- 
■te  voorstelling.  Z^  mieren  over  hartii^te, 
tering,  sTphilis,  mggemeifs-  en  henenziekten 
enz,,  waartoe  vaak  een  ons(£nldige  hartklopping, 
hoesthni  of  neuralgie  de  directe  aanleiding  geeft. 
Hoe  langer  zg  daarover  peinzen,  des  te  Moevel- 
der  wordt  bao  oordeel,  des  te  minder  gevoelen 
sjl  zich  gesdiikt  tot  geregelde  werkzaamheid.  Z^ 
loopen  van  den  eenen  dokter  naar  den  andere, 
daar  geen  hnn  voldoende  kan  geratt  steUeo  of 


van  populair-medische  geschriften.  Deze  ziekte 
ontstaat  vooral  hg  mannen  tassehen  het  20ste  en 
40sle  levensjaar.  Dikwgls  is  de  di^ositie  aaoge- 
boren,  ook  is  zij  wel  eeiui  een. gevolg  van  ver- 
iw^ckin^  en  vaak  zyn  de  hypochondrische  waan- 
foorsteUingen  slechts  een  der  versehjjnsels  van 
een  geeateeiiekte  (zie  aldaar  en  by  dem«nlia  pa- 
Ttdytiea},  waaitin  het  dolzinnige  van  de  klachten 
(afgesloten  fundament,  elazsn  beenen,  vervloel- 
ing  van  de  hersens  enz.)  bet  karakter  ervan  reeds 
aantoonen.  Zoo  komen  er  ook  voor  bg  melancho- 
lie en  paranoia.  Gebrek  aan  voeding,  gemis  aan 
vrm  Ineht,  zittende  levenswijs,  onmatigheid,  ver- 
veling en  teleurstelling,  chronische  maag-  en 
darmontsteking,  geelaehtszi^len  en  vooral  het  le- 
zen van  populair^eneesknndige  werken  daarover 
knnnen  de  aanleiding  tot  hTpoebondrie  worden 
bg  daartoe  gedi^neerde  personen.  Ook  kan  hier 
ala  bjj  hvslerïe  en  melancholie  de  „erfeljjke  be- 
lasting" den  doorslag  geven.  Zn  «laort  gewoonlj^ 
het  geneele  leven  en  neemt  vaak  alle  intellectoSe. 
Ie  krachten  in  beslag,  de  patiSnt  verwaarloost  om- 
gevioff  en  beroep  en  broedt  slechts  over  znn'kwa- 
leo.  Sö  kan  dan  ook  ia  werbelöke  krankzinnig- 
heid of  geesteszw^te  vervallen,  waarbg  vooral 
neiging  tot  zelfmoord  de  opname  in  een  gesticht 
noodi^  maken  kan.' De  lienandeling  kan  alleen 
psychisch  zgn:  den  patiënt  trachten  in  te  lich- 
ten, hem  vooral  nauwkeurig  onderzoeken,  werke- 
1^  bestaande  afwijkingen  nauwgezet  behandelen, 
afleidingverschaffcn  enz. 

Zie:  WoUeaberg,  Die  iHjpoehondrie  <fWeenea 
1904). 

HTpoffSMamiar,  CidHaA,  komt  ala  glyee- 
ried  voor  in  de  olie  van  araehü  kj/pogaea  en  ont- 
staat door  amelten  van  stearolzuur  met  kali.  Het 
vonnt  kleorlooze,  reoLlooze  kristallen,  is  onop- 
losbaar in  water,  doch  oplosbaar  in  alcohol  en 
oether,  smelt  bü  SS'  en  kookt  bij  2S6°  C. 

Hrpovnüsoh.  Zie  Bloem. 

HTPODltiisten.  Zie  Satpalerturen. 

Hrponomanta.  Zie  Stimeimotjei, 

HypopliOBtletsD.  2ie  Fhottonurên. 

HTPOBpadto  is  een  aangeboren  gebrek  der 
manne^jke  pisbuis,  waardoor  de  Mwning  lieh  niet 
aan  het  einde,  maar  in  het  midtMu  of  zelfs  aan 
den  wartel  der  roede  bevindt  en  de  urine  doet 
wegvloeien. 

HirpostaMH  noont  men  personifieatiee  van 
bovennatunrl^e  tiegrippen,  van  goddel^ke  eigen- 
schnppen  en  weikzaainbeden,  die  hierdosr  als 
lelfstandige  wezens  gedacht  worden.  Zjj  danken 
hun  bestaan  aan  de  pofitische  en  theologiseeren- 
de  veiiieeldjng  en  komen  in  bet  Oade  Testament 
en  in  het  Jodiendom  voor  onder  invloed  van  het 
polytheleme  op  het  monotheïsme.  Het  monotheïs- 
me iileeF  hien>ij  gehandhaafd,  doordat  men  zich 
bewust  bleef  van  net  poltisiii  karakter  der  voor- 
stellijigen  en  deie  penonifieaties  aan  den  hoog- 
sten  <Tod  ondergeaobikt  maakte.  Zie  verder  het 
artikel  OhrüMogie. 

Hyvomlfleten  zjin  feitelijk  de  zouten  van 
het  onderzwav^gzonr  H>S«0«.  Oewoonlijk  echter 
worden  door  deze  benaming  de  zouten  van  het 
thiozwavelsnur  HtStOi  aangeduid,  hoewel  ten 
onrechte.   Het   natrium thioanlfaat,  Na«8*0i,  het 


DigilizedbyGoOglC 


«06 


HTPOSUUIErrEN— HYPOnBEmS. 


utnnmioiit  Tftn  tbioiwavelaiiBi  noemt 
meesUl  oatciambypoatiltMt  of  kortweg  veelal 
„hjpo".  Het  il  MD  bekend  liieenniddd  in  de 
phmapmTie.  De  lonten  van  onderMlpetengnar, 
omleid  lonpanr  en  onderloelorigin»  worden 
TespectieTelgk,  hjponitrieten,  hjpoehlorieten  en 
hypopboBtieten  genaemd. 

HTpotbsek.  Het  leebt  Tan  hjpotbeek  ot 
imdenelUng  ii  een  ukelqk  recht  op  eeu  andeii 
bepaalde  en  daartoe  nitdrnkkelgk  verbondeo  on- 
roerende nak,  strekkende  om  oaarop  de  voldoe- 
ning e«n«  idiald  bjj  Toorrang  te  verhalen.  De 
hjpotbeek  wordt  doa  verleesd  tot  lekerbeid  lan 
de  TeTTnlIing  eener  verbinteois  en  geett  «an  den 
■cbuldeiieher,  die  haar  bedongen  heeft,  een  voor- 
rang boven  andere  Mholdeiteiien,  om  de  ichnld 
te  verbalen  op  de  opbrengit  van  het  goed  dat  bet 
voorwerp  van  bet  reeht  nitmaakt.  Hypotheek  kan 
■leebti  op  onroerende  laken  gevcat^d  wordai  en 
het  reeht  van  den  aehaldeiaclwr  wordt  door  ver- 
vreemding van  de  uak  door  dea  aehnldeaaar  niet 
verkort.  Zjj  kan  elechtt  bcctaaa  in  verband  met  een 
verbintenw,  die  er  door  gewHuteugd  worH;  niet 
ala  zelfstandig  bestaand  recht,  maar  als  een  aoces- 
Boir  ieti,  afhankelgk  vaa  het  beetau  eener  var- 
bintenie,  waarmede  bet  verbonden  bljjlt  en  waar- 
mede het  t«  niet  gaat.  De  hypotfaedi  geeft  g«en 
reeht,  on  lieh  den  eigendom  der  taak  toe  Ie 
eigenen,  te  naaalen,  en  ilnil  t^  lieh  lelf  — 
der  bBkomend  beÉng  —  geen  reeht  van 
vreemding  in  >ich:  het  gteü  geen  reeht  van  be- 
,  lit.  noch  van  genot.  Zg  wordt  geveetigd  op  het 
goed  van  den  ïchnldenaar  of  van  een  derde,  die 
ten  behoeve  van  den  eeboldenaar  tgn  goed  Ier 
beiwaring  atitaat,  ronder  daaiom  perBoonlök  voor 
de  nakoming  der  verbinteoii,  lelfa  niet  aU  borg, 

e  honden  te  ijjn.  üit  haren  aard  it  tg  ondeel- 
ar  toodal  lelh  gedeeltelijke  voldoening  der 
lehnld  de  hypotheek  niel  van  lelt  voor  dat  deel 
opheft.  Zij  wordt  eleehU  verleend  op  btfoaU 
aangewezen  goederen  en  voor  een  btpaald  aan- 

Sïweien  aam,  die  door  haar  gewaarborgd  nl  wor- 
eni  eenmaal  vtrUmd,  wo»t  ig  paa  gtvetHgd 
door  iiudtrjMiig  in  openbare,  daarvoor  beatamde 
restera.  (Voor  bel  i.  g.  bnotheeair  erediet  ver- 
wgien  wg  naar  bet  artikel  Bonifceit,  9de  afdeeliiiK, 
BnpotluMxnJeen^  In  deu  vooradiriflen  lön  oe 
boofdvereiMhlen  voor  een  goed  hTpotheekatelnl 
neeigdegd,  namelQk  de  epieialUeit  en  de  pubU- 
dlril;  een  ieder  moet  ten  allen  tgde  konnen  na- 
«aan  öf  en  tot  welk  bodrag  eenig  goed  met  hypo- 
theek il  beiwaard.  Toor  de  vetli^ng  en  hand- 
having van  een  goed  georguiieerd  grondeiediel 
il  dit  van  het  hoogate  bdang.  Het  Fruuehe  reeht 
in  den  Code  Napolfon  Itende  beide  bengelen 
evMiieer,  maar  handhaafde  H  niet  eosieqae&t 
door  er  alleen  aan  vast  te  houden  voor  de  eon- 
ventioneele  de  nit  eontraet  gesproten  hypothe- 
ken, terwgl  het  voor  de  daaroeTene  erkende  uel- 
tel^ke  en  gereehMgke  hypotheken  die  vereiaeh- 
teo  liet  varen.  De  gereekui^ke  wu  een  gevolg 
van  een  voDnit  ot  van  een  in  rechten  erkende 
acte;  haar  rang  hing  wel  af  van  de  inaehrgving, 
maat  xi  matte  op  alle  onroerende  goederen  van 
den  ichnldenaar,  ook  die  hg  liter  verkreeg.  De 
leellelike  bestond  ten  behoeve  van  getroowde 
vroDWen,  minderjarigen  en  onder  earateele  ge- 
itelden.  van  den  Staat,  da  gemeente  «i  andere 


openbare  insteUingen  op  alli,  ook  later  verkre- 

Sn  goederen  in  het  algeneen,  tonder  bepoiüig 
t  een  bepaald  bedrag  —  ten  deele  lelti  londer 
iniebrgviDg.  Bg  ons  Deitun  geen  ^eredUeiate 
hypotheken,  en  wtUeljikê  alleen  in  deun  lin,  ut 
de  wet  wel  aonunige  petionen  tot  hypotbeiAitdr 
ling  verplicht  —  tot  zekerheid  voor  het  voena 
van  een  beheer,  looata  bgv.  vaa  den  voogd  — » 
doch  ook  deie  hj^thekeo  moeten  tot  een  bepaald 
bedrag  worden  verleemt  en  worden  door  iniehrg- 
vtng  oaa  gevaHtfd.  De  pmbUeiUU  ii  venek«td 
door  de  inacbrgving  in  bepaalde  opeolMre  rerö- 
tere;  een  ieder  kan,  ook  zonder  dat  hg  een  oe- 
paald  belang  behoeft  aan  te  toonen,  iniage  of 
aisebiih  too  de  r^iitera  nemen  of  een  verkla- 
ring eiaehen,  dat  er  geen  hypothecaire  iasebig- 
vingen  op  tekere  goederen  beitaan.  H^otheèk 
wotdt  bedongeD,  toegesUan,  verleend  hg  Bota- 
rieele  acte;  ooor  ini^njving  dier  acte  wordt  i| 


wei,  ogv.  voor  oen  vooga  en  oen  cniauir,  ai  voor 
een  rekenplichtig  ambtenaar.  Hj,  die  aan  igs  ver- 
pliehting  om  nrpotheek  te  atëUen  niet  voldoet, 
aan  hg  vonnit  (uartoe  genoodzaakt  worden;  het 
vonOii  treedt  dan  in  pliata  van  de  acte.  De 
schnldeiBcher  kan  nit  kracht  der  acte  ot  van  bet 
vonnis  voor  de  intehigvin^  der  hypotheek  mt- 
gen,  ook  londer  medewerking  van  den  ichnlda- 
noai.  De  iDBchrgving  geschiedt  in  regiiUr*.  Des» 

aiitera  der  hypotheken  qjn  te  vinden  in  ver- 
illende  hool^l^atn  en  worden  beheerd  en 
bewaard  door  eeo  rgkaambteaaat,  dea  bmMorder 
der  kfpotkeken,  die  teveni  belast  ii  laet  de  b»- 
wating  en  de  aaaliotMlingTaiilietiadasler.  T»- 
einde  de  iniehrgviag  Ie  beweiicitelligen,  wordai 
door  of  nameni  den  crediteur  aan  den  bewaarder 


lesnd,  hoegeoMffid  geen  kradit,  maat  de  eau 
gedane  insehrJiTing  aoet  haar  ook  atand  bonden, 
totdat -z^  te  niet  gaat,  en  geen  vemieuwing  der 
inaehrgving  na  leker  tgdiverloop  ii  daarroor 
loodig.  fiet  Franiche  le^t  in  den  Code  Hap»- 


lAon  eiechte  tot  initand bonding  vernienwiu  d 
'     '■       ■         '   ■  'mi  Tl 

de  goederen  gemakkelgker  en  naowkenriger  «j 


inichrüving  om  de  tien  jaar;   het  voordeal  van 
dit  stelsel  it,  dal  de  staat  der  insehrÜTingw  tr 


te  Maden  is,  zoodat  de  veiklaringea  der  bewaar- 
den omtrent  de  beawaMd-  oj  oid>«>waanlheid  vaa 
zeker  vast  goed  beter  te  vertronwen  zgn.  Tenein- 
de een  iniveren  toestand  te  verkiggsn  bg  de  vde 
insdirg vingen,  die  eigenlgk  reeds  lang  vervallen 
waren,  omdat  de  verbintenisien,  waarvoor  ae  daa- 


la^w! 


ven,  onderwierp  de  wet  van  5  Jnni  1878  ( 
90)    alle   beitMnde    hypothecaire   inschrjJTiiQUi 
aan  venienwing  binnen  2  yaren  na  bet  in  war- 
kiog  treden  di«  wet  op  1  Januari  1879. 

De  datam  vaa  imehrgving,  niet  die  der  acte, 
bepaalt  in  daa  regel  —  bahondana  een  paar  ait- 


DigilizedbyGoOglC 


HYFOTQE&IK— STFOlBBfiB. 


607 


sonderiBgen  —  den  nog  dei  hypotheken  oodflr- 
.  liag;  dB  inichigviag  geeft  een  Toon&ng  niet 
ftUaui  hmea  hen,  die  een  hypotheek  hebben,  nuui 
ook  boven  hen,  die  een  latere  insehrijiing  heb- 
ben geDomen.  Dft&rdoor  wordt  dan  imaafd,  wie 
e«a  eente,  een  tweede  en  volgende  nypotbeek 
beeft.  Da  teholdeiseher  kan  de  gewaaièotgde  in- 
■chnld  op  de  «qtbrengBt  Tan  het  Teibondün  goed 
«erhalen  beien  alle  andeie,  odt  latere  bTjwthe- 
eaiie  creditenMn,  behalve  waar  de  wet,  bg  ait- 
loadering,  aan  een  piivilegie  een  hoogeien  rang 
heeft  to^ekend.  Door  eieentie  kan  de  eteditear 
iqn  recht  op  goed  Tervolgen,  ook  waar  het  ii 
overgegaan  ia  banden  tan  een  d«Tde.  De  derde 
beiittei  kan  de  nitwinsing  Tooikomen  al  itniten 
door  betaling  en  treedt  dan  van  rechtswege  door 
tubrogalü  in  de  rechten  *an  den  ereditear. 

Het  beding,  waait)ij  de  hypotheeure  ereditear 
lieh  het  recht  Tootbehoodt,  om,  iageval  van  wan- 
betaliiw  of  om  welke  andere  reden  ook,  bet  goed 
tot  lieE  ia  eigendom  over  te  nemen,  te  naaiten, 
Is  nietig.  Overigeni  mogen  de  partqen  ter  lake 
dei  hypotheek  wodanige  bedingen  maken,  ab  ijj 
goedrinden,  maar  sleeDtB  «an  drie  lolke  bedin- 
gea  kent  de  wet.  voor  zoorer  iq  mede  gepahli- 
eeeid  ign,  werking  toe  t^enorer  derden.  De  eer- 
ite  (maar  ook  alleen  deze)  creditenr  kan  bedin- 

Sn  bg  bet  Terlecnen  lan  de  hTOotheri^  —  niet 
Ier  — ,  dat,  bg  gefcrde  der  beboorlgke  voldoe- 
ning der  hootdiom  of  van  de  betaling  der  rer- 
Mholdigde  renten,  hg  owAcrroepe^i  ui  ijtn  ge- 
machtigd, om  het  verbonden  personeel  ia  net 
openbaar  te  doen  verkoopen.  Dit  beding  leidt  tot 
■poedigei  en  gemakkelqker  executie,  dan  de  ge- 
woae;  liet  brengt  besparing  van  kosten  mede  en 
it  dni  in  het  belang  van  alle  partgen,  omdat  het 
d»  belegging  van  gelden  op  hypotheek,  vooral 
ook  op  kleine  pereeekn,  bevordert  De  sdinlde- 
naar  veriieat  daardoor  de  bevoegdheid  tot  ver- 
koop niet,  evenmin  ala  andere  ereditenren  daar- 
door belemmerd  worden  in  bnn  reebt  van  eieentie 
op  dat  goed;  maar  toch  moet,  in  geval  van  eie- 
entie, de  eertte  hypotheeaire  eieditenr,  die  zoo- 
danig beding  beeft  ingeschreven,  gewaarsdiawd 
worden  ten  einde,  deaverkieiende,  van  ign  recht 

Sehmik  te  kontwn  maken.  —  Een  tweede  beding, 
it  ingeeehrevenen  ook  tegm  derden  werkt,  is 
hel  beding,  waatiifl  de  sehnldenaar  beperkt  wordt 
in  de  bevoc^beid  om  bet  verbonden  goed  te  ver- 
haren, betig  hg  het  londer  toestemming  van  den 
BehnMeischer  in  liet  geheel  niet  mag  verhoren, 
«f  slecht*  voor  enkele  nepaalde  doeleinden  of  w^. 
Mn,  heti3  er  beperkende  bepalingen  gemaakt  iga 
omtrent  den  tgd  van  verhuring  of  de  wgze  van 
telling  der  hnnrpenaingen.  iDergelgke  bedingen 
zijn  na  ook  voor  den  hnnider  verbindend.  — 
Het  derde  beding  kan  wederom  sleehts  door  den 
eersten  ereditenr  b^  het  verleeoen  der  hypotheek 
gemaakt  worden  en  ibestaat  hierin,  dat  bg  vrg- 
willige  verkooping  geen  nivering  van  het  per- 
eeet van  de  daarap  rustende  hypotheken  kan  ge- 
vraagd «orden.  Bg  gebreke  van  dat  beding  heeft 
de  kooper  van  het  bezwaarde  perceel  het  recht  te 
vorderen,  dat  het  gAoehte  perceel  worde  ontlast 
van  alle  hypothecaire  vorderingen,  voor  zoover 
die  den  in  geld  bepaalden  koopprgs  te  boven 
gaan.  Nog  is  een  zeer  gewoon  door  de  wet  erkend 
beding  —  dat  evenweiniet  ingeschreven  behoeft 


te  worden,  —  dat  in  geval  van  brand  de  eiedi* 
tenr  tot  het  beloqi  sgner  vordering  en  renten  da 
asenrantiepenoingen  zal  ontvangen,  —  welk  be- 
ding ook  voor  den  verzekeraar  vn^indend  it,  mits 
het  hem  vMr  den  brand  behoorlgk  it  beteekend. 

Is  de  Echnld,  waarvoor  de  hypotheek  verleend 
il,  afgelost  of  ïs  de  hypothese  door  een  andere 
oorzaak  (bgv.  tnivering)  te  niet  gegaan,  dan  moet 
de  inschrgving  in  de  registers  van  den  hypotheek- 
bewaarder worden  doorgehaald.  Blijft  evenwel  de 
daothaling  aehterw^e,  dan  is  desniettegenstaan- 
de de  hypotheek  te  niet  gedaan.  De  doorhaling  be- 
staat in  een  op  den  kant  der  inschrgving  gestel- 
de, gtdagteekende  en  ondergeteekende  veiklariag 
van  den  bewaarder,  waarin  melding  wordt  ^ 
maakt  vsn  de  daartoe  overgelegde  stukken.  De 
doorhaling  geschiedt  slechts  op  verzoek  van  be- 
langhebbenden,  in  den  regel  den  schuldenaar,  en 
ten  zgnen  koete,  uit  kracnt  eener  toeetemming, 
atgegeven  door  de  bevoegde  belanghebbenden,  of 
van  een  vonnis. 

Het  boven  uiteengezette  systeem,  dat  het  be- 
staan der  inschrgving  van  een  hypotheek  geenet- 
lei  bewgs  geeft  voor  bet  bestaan  der  schuld  noemt 
men  het  neoaiievi  stebd.  Bg  het  poritiave  tUl- 
lel,  dat  de  Dnitaehe  wet  kent,  geeft  het  feit  van 
de  inschrijving  een  irennoeden  vmi  waarbdd. 

Meer  nitvoedge  bebandeling  van  (fit  onder- 
weip  en  opgave  van  literatnar  hieromtrent  is  te 
vinden  in  Mr.  C.  Auer'a  „Handleiding  tot  de  be- 
oefening van  het  Nederlandsch  Bot^rljjlr  Recht", 
Tweede  Deel,  5de  drnk,  bewerkt  door  Mr.  Fmt  . 
Scholttm,  1913. 

Met  pandrecht  heeft  het  recht  van  hypotheek 
gemeen,  dat  het  slechts  een  aoeessoir  lurakler 
beeft  en  te  niet  gaat  dooi  het  tenietnan  der 
vordering  tot  zekerheid  van  welker  voldoening 
het  is  verleend.  Ben  naar  voren  tredend  onder- 
scheid is,  dat  hypotheek  alleen  op  onroerende  ta- 
ken wordt  verleend  terwgl  alleen  roerende  zaken 
in  pand  worden  gegeven  en  dat  het  in  pand  ge- 
geven voorwerp  niet  in  handen  van  den  schulde- 
naar kan  blijven  terwgl  degeen,  die  hvpotbeek 
op  zgn  goed  verleent,  in  het  algemeen  de  bes^k- 
king  daarover  behoudt. 

HjpoUtMkbankui.  Zi«  BmikM  (9de  at- 

HntOtlw«klMWaRnl6T  is  een  rnksambte- 
naar,  die  de  hypotheken  van  z^n  arrondissement 
bewaart  en  tevens  belast  is  met  de  bewaring  en 
aanhouding  van  bet  kadaster. 

Hnottaentwa  is  in  den  re^tbodtigen  drie- 
hoek de  tegenover  den  rechten  hoek  gel^n  en 
dus  de  langste  zgde.  De  overige  2  beeten  neht- 
AoeJcKifdeis.  Voor  de  hypothennsa  geldt  de  eigen- 
schap, dat  het  kwadraat,  beschreven  op  de  i^öo- 
thennsa,  gelgk  ia  aan  de  «om  der  kwadraten,  be- 
acbreven  op  de  rechthoekszgden  (Stelling  van  Pf- 
thagoroê). 

Hrpoth»**  of  ondêrtMüng  noemt  men  in 
de  logica  een  stelling,  welke  aangenomen  wordt, 
om  d&aruit  verschillende  verschijnselen  te  verida- 
ren.  De  hypothese  kan  betrckkiw  hebben  op  ver- 
hondingen.  die  men  ni^  niet  ooor  waarneming 
als  wenelqk  bestaande  vastgesteld  beefi  (proti- 
soriadU  hTfpothen},  of  ook  op  verscbtjnselen, 
waarvan  men  de  oorzaken  niet  kan  nagaan  (tkeo- 
reiuelu  kyfothete).  De  eemte  geeft  aanleiding 


DigilizedbyGoOglC 


606 


STPOTSËSEhSYWIL. 


tot  ODderioekIngen,  «urdoor  ig  weerlegd  ot  be- 
Teiligd  eo  wurdoor  ig  in  het  laatste  geral  tot 
een  waatheid  verbeten  wordt.  De  laatite  kan  uit 
den  aard  der  zaak  nimmer  direet  en  volledig  be- 
weien  worden,  wel  nhter  een  meerdere  ol  min- 
dere waaisehjjnlükheid  Terkrggen. 

Hrvoxlx  L.  in  de  naam  van  een  plantenge- 
•ladit  nft  de  familie  der  AmarfUidaeêeSit  nif  on- 
geveer 50  Booiten  bestaande,  Het  ondereeheidt 
neh  door  een  6-deelig,  vretbljrTeiMl  Uoem- 
dek,  aan  den  voet  imallei  wordende  dooïrnieht 
tn  Mn  Q-kleppige  bloemaeheede.  Het  omTst  bol- 

Ïnraseen,  die  aan  de  EaaD,  in  Noord-  en  Znid- 
merika  en  in  Nienw-Solund  groeien.  B.  slef- 
lata  h..  aan  de  £aap  groeiende,  draagt  fraaie, 
■terrormige,  witte,  maar  aan  den  roet  iwarte  of 
donkerbrnine,  blanwe  ol  gröaceTtekte  bloemen  en 
il  een  seboone  gierplant.  Alie  Hyponnoorten 
Tereiaehen  des  winters  een  temperatanr  van  4 
tot  6*  C.  Zg  kunnen  TOontl  dienen  bg  de  beplan- 
ting Tan  TotBwerken.  De  Termeerdering  geaebiedt 
door  uden.  Zandige  en  steenachtige  gtond  geven 
bij  de  eoltnnr  goede  reanltaten. 

HtpbIPtU  '**  volgens  de  Qrïeksche  fabel- 
leer een  doènter  van  Tkoai,  koning  van  Lemnoe. 
Toen  de  vronwen  aldaar  weigerden  offeranden  te 
brengen  «an  Apkrodih,  beioebt  deie  haar  met 
een  kwalgkri  eken  den  adem,  waarom  ijj  door 
baar  mannen  verlaten  werden,  die  ïieb  vaa  Thra- 
eiache  slavinnen  voonagen.  Hierdoor  verwoed, 
vermoordden  zü  alle  mannen,  en  bet  gelukte  al- 
leen aan  Hymipyte  haar  vader  Ie  redden  door 
hem  naar  Chios  te  brengen.  Toen  de  Ar^naoten 
op  LemnoB  aan  land  «tapten,  werden  an  met  de 
meeste  voorkomendheid  «eJEgend,  en  HfpMpyU 
êcbonk  un  Jamm  twee  ionen,  Euneug  en  Thöiu. 
Na  het  vertrek  der  Aigonanten  ontdekten  de  ove- 
rige vronwen  van  Lemnos,  dat  Hmipyle  haar 
misleid  en  haar  vader  aan  den  doc<r  ontrokt  had, 
toodat  zj  haar  van  het  eiland  verbanden.  Op  lee 
vtel  ig  in  handen  van  leeroovers  en  werd  aan  Ly- 
eurguê^  koning  van  Nemea,  als  slavin  verkocht. 
Aan  diens  loon  Ojihettet  strekte  ly  tot  min.  Toen 
het  leger  der  Zeven  Helden  naar  IWx  trok,  ont- 
moette het  Ryptipyle  in  een  wond  op  het  grond- 
Mbied  van  liyiewgHa.  Zg  legde  het  kind  ter  aar- 
de, om  de  dorstigen  te  verkwikken,  en  het  'werd 
door  een  slang  gedood.  Hypnfgle  werd  wegene 
dit  ongeval  in  den  kerker  gewor^n,  waarait  zg 
vervolgens  door  haar  zonen  bevrgd  werd. 

BTPSomster  noemt  men  een  door  Regnaull 
aangegeven  toestel,  dat  dient  voor  hoogtebepa- 
lingen. Zie  verder  Hyptomttrie, 

melijï  .       „ 

vlrtte  der  zee.  Men  beaigt  daartoe  veelal  den  byp- 
someter,  fijpsothervnometer  of  een  aeer  gevoeli- 
gen  thermometer.  Men  weet,  dat  deze  voteena  de 
Bchaal  van  Ctlwi*  l^j  normalen  Inchtdmk  in 
damp  van  kokend  water  aan  de  oppervlakte  der 
lee  100*  aanwgst.  Op  grootere  hoogte  zal  de 
kwikiilverinil  van  den  thermometer  in  den  damp 
van  kokend  water  minder  hoog  staan,  omdat  het 
water  aldaar  wegens  de  gerin^re  Inehtdrukking 
by  lagere  temperatnnr  kookt.  Uit  de  bg  het  ko- 
ken van  water  waargenomen  temperatunr  op  een 
bergtop  kan  men  alzoo  de  boogie  van  deien  be- 
palen, indien  men  nit  tabellen  de  met  die  tem- 


petsti 
oen  1 


itstanr  overeenkomende  spanning  van  Terttdig- 
_»  waterdamp  of  met  andex  woordea  den  lodit- 
dnrit  kent.  Zie  verder  Batamgier» 
ge*. 

Hn>»othermoiiwtaT. 

HrrcMUili,  een  aloud  gerwest  van  Irmo.  oat- 
vatte  de  landen  tnssehen  het  Elboorageber^te  ea 
de  Eaepliche  Zee,  alioo  de  zuidkust  van  deie,  het 
hedendaagaehe  Masenderan,  en  lag  tnasehcn  het 
voormalige  Hedii  ten  inidwesten  en  ParthÜ  ten 
oosten.  Befa^ve  de  lage  kuststreek  was  het  laad 
vrjj  woest,  doch  door  vele  kleine  rivieren  mild 
beaproeid,  zoodat  de  dalen  er  veel  graan,  ooft  ea 
wgn  opleverden.  De  bewonera  behoorden  in  den 
onden  tgd  tot  de  Parthen  en  wam  wegens  taen 
rnwëeid  bemdit.  Dit  Und  werd  reed*  vroeg  door 
de  lieden  en  Penen  onderworpen  en  deelde  ab 
Perzische  provincie  in  de  lo^vallen  van  dit 
ri^,  met  nitsonderins  van  een  klein  tgd^eik, 
waarin  bet  onder  de  neerscfaappii  van  ewen  ko- 
ningen ign  onafiiankelükheid  nandhaaide  ta 
meermalen  die  der  Parthra  bedreigde. 

Hyre&niu.  Zie  Jfuacufceefa. 

Bttü,  Joieph  een  Ooitenmkieh  ontleedkno- 
di^,  den  7den  ot  dan  lOden  Deeembcr  1811  te 
Eisenstadt  in  Hongarge  geboren,  studeerde  te 
Weenen  en  l^de  sich  vooral  toe  «p  tBalmnie. 
Ia  1383  werd  hQ  benoemd  tot  nroaeetor  au  de 
universiteit.  Gedurende  4  jaar  wtleedde  hn  dio 
betreUiii^  ea  verrokte  bet  moMom  met  bui^- 
rgke  praeparaten.  Kadat  hg  inmiddela  in  1.835 
gepromoveerd  -was,  ontving  hi  In  1887  eea  aan- 
itellii^  tot  hooffleeraar  in  de  Mtfeedkude  te 


Praag,   waarna  M  in   1645  als  ■oodanie  u 
Wesien  terugkeerde  en  twee  jaar  lafer  Ha  wi 


de  Keiierlgke  Academie  van  Wet«iMha{^ea. 
In  1874  ontviog  hg  een  eervol  emetitnt  (n  vet- 
tigde  zich  te  Perehtoldsdorf  bji  Weeken,  waar 
bg  den  17den  Juli  1894  overleed,  vlel  meitt- 
waardigt  heeft  hg  gdeverd  met  betrekking  tot 
de  OBtleedkande  van  het  oor,  tot  de  leer  der  va- 
ten en  tot  de  vernlnkende  anatomie,  inxindn- 
beid  der  vissehen.  Behalve  een  aaatal  vwhande- 


jbSrorgan  des  Üensehen  uiid  der  Singethïe- 
(1S45),  „L^idotiren  paradoza"  (1845).  .in- 
trige   mr    vetgleichenden    Angjolagie"    (I^^)- 
"  ■   -  ■**   "'  l«ie  der  ürc^enitrf 


.Beitrfige 


Horphdogie  dërUrogenitaloigaae 
der  Fisébe"  (1850),  ,J>aa  nropoBtiiehe  Sjttem 
der  Knoehenfische"  (ISSS),  ,fLehrboefa  der  Ana- 


tomie des  Menaehen"  (SOtte  druk  188S>.  , 
bnch  der  topoKnohiseben  Anatomie"  (2  dln.,  7de 
dmk  1882), .,7Deber  die  aeeenoriseben  Kiemea- 
organe  der  Clapeaceen"  08fi6),  „Anatomisch 
Hitteilungen  über  Moimjnu  nnd  Oymnaidraa" 
(1B56),  .jHandbneh  der  praktiaehen  ZetgUede- 
rnngsknnst"  <(I830),  „CrTptobnuioiiDs  Japoniew" 
(1865),  „Die  Kotgefiaae  der  meaadiliebea  Maek- 
gehnrt"  (1870),  „Craniom  crvptae  Hetdieenaia" 
(1877).  „Daa  Arabitdie  nnd  Habiliacbe  in  der 
Anatomie"  (1879),  .^Onomatoloflda  aaatomÏEa" 
(1830)  en  „Die  alten  dentadieQ  Ennatworte  d« 
Anatomie"  (1884).  Het  mnienm  voor  vergclök» 
de  ontleedkunde  te  Weenen,  door  fffrtl  eeatidtt 
en  beMbreven,  is  wegens  de  door  hem  geleverde 
praeparaten  werddbwoemd,  evenals  ign  micro»- 
eopiaehe  injeeti^raepaiaten.  Nog  i^j  i^  leven 


DigilizedbyGoOglC 


HYItlli— fiYSTBRIE. 


609 


ir«rd  te  Weenoi  «en  meer  óma  Ivrenggioot  etaad- 
beeld  Toor  bem  opgeheht  <!884). 

ByMOpa*  L.  ia  ie  d«ud  van  een  plmntM- 
KuUeht  uil  de  f&milie  d«T  Upbtotmigem  (La- 
hiaten).  Het  onderaeheidt  itehdbca'  een  boisTor- 
migeo,  Tan  benen  iele  irgderen  kelk  loet  6  drie- 
hoeiif"    '^"~~    —   ' '--•—    —   n,.-__j__ 


bige  öoven-  en  e«n  nitMpnide,  S-^ippige  a>dei> 
lip,  wier  middemte  illj)  veel  grooter  '  '  ~  ' 
andere  2  en  nit  een  nuddeaatn  net 


Mt«r  U  dai  it 


bestaat,  4  ver  honn  de  UoemkroOn  mitAekMide 
meeldndeD.  Een  inlandKbe  toort  ii  kj/uof  (H. 
oltiempliÊ  L.).  een  heeiteracfatise  plant  tMt  lui- 
eettomige  bladeren  en  henMlwlaDwe,  in  idqjn- 
kiiDssn  gerangiehikt»  bloemen.  Hen  TÏndt  baar 
op  onde  mnrea. 

HjltaBpCB,  de  vader  van  den  Peruieben  ko- 
aing  Dariut,  di«ng,  Tolgena  het  reihaal,  door  is 
ooMkende  geweibm  van  Opper-Indit  weid  ~~ 
■ogewjid  in  de  weteniehappen  der  Brahmanen  ._ 
deelde  dïe  bq  ojn  temgVeer  mede  um  de  Ha- 
gi*n. 

Hyatorla  >>  •>■>  xielnidite,  een  mjcIioh,  _  _ 
■ieh  editer  niet  alleeo  op  bet  gebiea  dn  p^cke 
■fipeelt,  maar  ook  den  ibvIocqtu  de  lielspro- 
cesaen  op  Tersehitlende,  niTer  liebamelgke  foae- 
liec  aan  lieb  onderwerpt.  Vudaar,  dat  p^ebi- 
•dw  proeetaes  tm»  bat  ontdus  en  bet  venoop 
der  brtterie  van  groot  gewicht  ign.  Zel(i  kaa 
bet  b^n  der  liekte  lieh  aanilniten  aaa  eei  he- 
vige emotie  of  t^  ontttaat  langiameihand  doot 
Ungdtiriffan  kommer  of  overapanniDg,  maar  dan 
moeten  deie  inwerken  op  een  bepaalde  diapoil- 
tie,  op  een  Koawffettel  van  >wA  weeretandi- 
vermogen.  en  die  diipodtie  ia  in  leer  veel  ge- 
vallen geCrtd.  Bet  ign  dan  04^  de  door  leaaw- 
üeke  ondera  „erfelgk  betaaten",  die  het  grootite 
getal  ve'n  hviterieae  leveren,  ofaebooo  ocA  een 
oorspronkelük  gezond  leouwgeitel  bedorven  kan 
woiaen  door  eea  verkeerde  opvoeding,  waarbg 
elke  laim  bevredigd  iwordt,  de  wilifcradit  en  het 
lelfbedwaog  venlapt  ot  de  kiaderlgke  pjiantaaie 
overprikkeid  en  op  vei4:eerde  padea  wordt  ge- 
braent.  Heeital  treft  de  hjeterie  de  vroowen  en 
treedt  gewoonlijk  op  jon^diKen  ol  Bemiddelden 
leettöd  op,  maar  onjaiet  is  de  meenmg,  dat  al- 


.  T  wel  eens  bjj  voor. 
Daai  het  gtbied  van  elke  itonw  bTiteriaehe 
vtriehljnseli  tan  opleveren,  ijjn  de  BjrmptooMn 
der  bjBterie  verwarrend  in  ban  verieheideoheid, 
det  te  meer,  daar  bon  voornaamste  eigenschap 
Jnist  hnn  veranderigkhaid  ii  en  de  invloed  van 
Toorttellingen,  gedaehlea  en  andere  onbereken- 
bare invloeden  lich  op  de  symptomen  doet  gel- 
den. Enkele  bepaalde  veraebgntels  komen  echter 
iM  veelvaldig  voor,  dat  iQ  voor  de  diagnose  van 
gewicht  ign  va  door  Olutreot  byiteritche  itigma- 
ta  werden  genoemd,  vooral  omdat  ijj  niet  als 
loovele  der  andere  symptomen  lich  tgdeljjk  ver- 
toonen,  maar  voortdurend.  Daar  wg  hier  met  een 
pqrebose  te  doen  hebben,  is  ook  bet  weien  en 
net  gedrag  van  den  patiint  vaak  genoeg  karak- 
teristiek en  dragen  de  prikkelbaarheid,  4e  snelle 
wisseling  in  stemming,  de  sterke  neimiw  liebiell 
interessant  voor  te  ooen,  bet  oppervlaUige  van 


alle  indrukken,  de  avsrdrgving,  kaaiaan  i^  sïeb 
bg  elk  verhaal  aehnldig  maken,  het  renommee- 
ren  met  hon  liektevarsagBseh  t«t  de  diagnose 
bg.  De  ineht  om  iwlangstelling  op  te  wekken 
wordt  soms  wM  krachtig,  <iat  d«  patiSnten  voor- 
geven bgv.  iets  t«  hebben  ingeslikt  ol  op  andere 
wüie  traebtea  interessant  ta  worden.  De  vei- 
sehgnaeli  van  meei  blgvendu  aard,  de  stigmati, 
beetaehaB  v«oral  ia  de  gevoelsaleer  en  op  het  ge- 
bied der  sintu^n.  Tot  de  Mrate  leeka  behoort 
de  gevoelloMbeid  tegenover  f^n  foHolgtne),  die 
op  enkele  liebaamsoéelen  optteodt,  wodat  men 
et  een  naald  kan  ^looralAeD  loadeF  dat  de  pa- 
tiSnt  ^ö»  ••Bgeett;  bepaald  kaïaktertitiek  is  de 
kfUnteht  kaMtaiMMtM«Ht,  waarbg  de  eene  helft 
van  het  lichaam,  precies  tot  de  middeflgn  toe, 
Kcen  prik  voelt,  de  «ene  nensholte  geen  reok,  die 
oelft  der  toss  goen  smaak  heeft,  bet  oor  aan 
dien  kant  sleèbt  hoort,  bet  oog  weiirig  of  niets 
liet  en  ook  de  apienin  verloren  gaat,  soodat  de 
patiint  als  hg  ign  oogen  alnit,  dui  ongevoeligen 
arm  niet  bewegen  kan.  Verandert  men  passi«f 
dea  «tand  van  den  Mm,  dan  blgft  hg  in  dien 
staod  slaan  (bOakpm).  Ook  afgeiien  van  de  he- 
mianaeitkeaie  koméi  er  in  de  b]rsterie  lintnig- 
•tooiUBsen  voor:  atnsBe  vai  het  getiehtaveimo- 
gea,  spoedige  vennoeidbeid  bg  ket  lien,  verlies 
van  taaik,  reuk  eu.  Tegenover  die  afstomping 
van  gevoel  staat  de  overgevoeUgbeid  van  aiMeie 
plaatMn  (k|rp«r»MU««M^,  soms  gelegen  midden 
tassehen  oigevoelige  dwea  in.  Vooral  kenmer- 
kend ie  d«  ovoEgevocligbeid  van  eenige  ol  alle 
niggewervels  bg  dmk  en  bg  vronwen,  van  den 
DU«rbDik.  Over  het  algemeen  bestaat  er  een 
overgevoeligheid  bg  de  hyMericae,  waardoor  bgv, 
rike  bloem  hnn  te  iteil  mikt,  bet  daglicht  ta 
steik  voor  hnn  oogen,  een  Inide  toon  bun  onaan- 
genaam is;  vandaar  ook  de  neiging  tol  lenuwpg- 
Mn  (migraine,  itcbias  tat.)  en  vooral,  ids  min 
of  meer  typisch,  bet  gevoel  alsof  hun  om  ipgker 
in  bet  botdd  gedreven  wordt  {dawvë  kuÊUnau 
=  bysteriscbo  spqker).  Treft  de  gevoel igneid  een 
gewricht,  dan  kan  dit  iM  pjUnlfk  bg  aanraking 
worden,  dat  bet  oppervlakkig  een  enstige  ge- 
wrichtsontsteking Inkt.  In  de  iwaardere  vonnen 
van  hysterie  komt  Set  tot  vwlaamiBgen  en  ver 
stgvingen  vsn  spiereiu  De  verlammingen  fMra- 
{ysenAoonen  baar  hTtteriseb  karakter  door  baar 
plotselinge  venebnn ing  en  bet  plotseling  verdwjj- 
Ben,  vaak  onmiddellijk  tieb  aaneen  hevige  omotie 
aanslnitend.  Bet  nweat  komt  toot  een  onmacht 
om  te  lo^wn,  torwgl  is  bed  de  patiSnten  de  beenen 
leer  goed  bewegen  kunnen,  maar  ook  d«  verlam- 
ming der  stembanden  met  plotselinge  stomheid 
is  leei  gewoon.  De  verstgvingen  der  spieren  foon- 
tracluren)  tiieeren  meestal  hand  en  voet  ia  bnig. 
stand,  de  ^roote  gewrichten  in  slrekstand,  en 
Terdwqnen  in  diepe  narcow,  om  onmiddellük  bg 
bet  ontweken  uit  deie  weer  op  te  treden.  Ook  de 
inwcodige  organen,  vooral  de  maag-  en  darm- 
functies lijden  aan  „nerveuie"  stoornissen  en 
itaaa  niet  leiden  op  den  voorgrond  in  bet  tiA- 
tebeeld. 

Tot  de  symptomen  van  meer  tüdelgken  aard 
bebooren  de  kyittriteKe  oanvaUeti.  In  ijin  lich- 
ten vorm  is  iDo'n  aanval  een  tjjdelgk  verlies  vsn 
do  heerschappij  over  het  lichaam  en  linkt  de  pa- 
tiSnt   met  gealoten  oogen  op  lÜQ   stoel;    in   de 


DigilizedbyGoOglC 


HTSmRIE— HTTQB. 


iwaie  Tonnen  lijkt  de  bbotaI  leel  oj)  T&llende 
liekte  mtir  de  ttoiptiBkkin^n  lijn  niet  löö  z«- 
beel  aoclloos  sU  hg  deze,  want  vük  ign  liet  be- 
puUe  {wweginj^en,  ali  alaan.  lieh  Tastgrnpen, 
ToUen  eni.,  en  gaaa  lö  gebaard  met  taiwIeiuDu- 
■en,  hik,  kreanen  el  &lletlei  andere  gelukkig,  wat 
bq  epikpgie  niet  Toorkomt.  Ook  is  er  geen  ge- 
^eele  bewuBtel ooiheid,  maar  ie  de  patiBnt  onder 
den  ïnvloed  Tan  waanToorstellingaii,  en  etrifdt 
hq  met  woede,  wihrik  of  bedreigingen  tegen  iete. 
Jaiat  bi}  deze  aanTallen,  waarin  men  nog  eenigs- 
liM  met  den  paliSnt  'kan  praten,  ia  hq  leet  ^e- 
m»kk«1ük  t<  BBggeieeren  en  kan  men  bem  in  ign 
YerbeeldiDg  brengen,  waar,  of  doen  doorleven,  wat 
man  wil.  Elke  iteiinnering  duraan  ia  na  den  aas- 
va]  Toorbg,  maar  in  den  volgenden  komt  die  weer 
te  Toanehjjn,  waarom  men  dan  ook  van  „doublé 
eotudene^'  preekt  {lie  Dubbel  Bemulxyn}.  Ook 
meer  geloealiseerde  kramptoeRtandea  komen  bjj 
bvaterie  voor,  bgv.  van  bepaalde  «pieren  aan  halt 
01  nek  en  Tan  adembalingupiei«n,  waardoor 
faoeatkrampen  ontalaan  of  dagen  en  weken  aan- 
bondende  bik.  Ook  de  ,*rop  in  de  keel",  waar- 
aan de  patiBnloi  vaak  lijden,  bernet  op  kramp 
in  de  ipieren  van  bet  glakduinhoofd  en  van  den 
■lokdwm  (gUibu»  hvtterieut). 
De  behandeliBg  der  bjtterie  moet  in  de  eeiete 

Ïilaati  pBjchiMh  zqn  en  er  op  gericbt,  de  ver- 
eren gegsne  wilakracbt  es  de  heerechappq  over 
het  lichaam  te  hentellen,  door  bgv.  bg  verlam- 
mingen der  beenen  den  patitnt  te  dwin^  tot 
oefeningen  in  bet  loopen,  tot  spraak  oefen  ing  bg 
verlamming  der  stembanden  eni.  Eleetriseeren, 
masaage  en  kondwaterknni  kannen  hier,  evenali 
bij  de  eontraetnren,  de  kanr  ondenteunen.  Het 
moeilgkst  ie  de  behandeling  van  de  meer  alge- 
mecne  hjaterie,  die  tot  allerlei  licbte  nervenie 
ctoornieeen  en  etemmingen  aanleiding  geett;  al- 

Ceent  taradiaatie  en  metbodiaebe  kondwatei^ 
tn  zijn  ook  hier  vaak  van  nnt.  FranEebe  ps^- 
ehiaters,  de  adiool  van  Nanejf  vormend,  hebben  iD 
de  bebandelin?  der  bjeterie  de  bjpooie  ingevoerd. 

Zie:  LOaenlêld  Pathologie  nnd  Therapie  der 
Neurasthenie  nnd  Hysterie  <Wieri)Bden  1893— 
1B94,  2  d]n.)i  „Seznalleben  nnd  Nervenleiden" 
(«de  dmk  Berlgn  1906);  SollUr,  Genese  et  na- 
tnre  de  ItiTetérie  (Farqa  1807,  2  dln.);  „L'HjBti- 
rie  et  son  traitement"  {Parqs  1901). 

HTBtar«Bla  noemA  men  het  vereehqDsel,  dftt; 
toodra  in  een  mimte,  waardoor  een  eleetriKheB 
ttroom  voerende  geleider  gikt,  jjtennaasa'i  un- 
«eiig  iqn,  bet  door  rieetriscbe  atroMnen  opge- 


wekte veld  niet  meer  evenredig  it  met  dien 
stTOom.  doch  een  geheel  andere  wet  volgt.  Naar- 
mate de  stroom  sterker  wordt,  wordt  da  ver- 
bonding  van  veld  tot  stroom  kleiner,  mes  legt, 
dat  'het  gier  verzadigd  wordt.  De  kromme,  me 
aangeeft  op  welke  wqie  het  veld  met  den  stroom 
verandert,  noemt  men  byetereairtromme  (lie  ook 
Sketrotnagnetüme). 
Hystereslsooiutents.  Zie  flireterentiei^ 

BYmtmnmUkromiam-  Zie  Bytiereri*. 

Hr»tflrMd*vm-ll*SMi  ^jn  energieverliem, 
die  in  gtermatta't  optreden.  loodn  deie  lieh  ii 
een  wisselend  magnetisch  vdd  bevinden:  Zg  i$n 


aehe  machines  een  groote  rol,  daar  ig  het  nnttig 
efteet  van  Avto  madiines  ongunstig  beïnvloeden. 
Zq  snn  evenredig  met  hel  volnme  van  bet  gier, 
met  de  frequentie  van  den  eleetriaehen  elroam, 
die  het  veld  opwekt,  en  ongeveer  met  de  1,6  de 
macht  van  de  veldsterkte.  De  constante  ttctor, 
waarmede  het  product  van  deze  etootbedes  ver- 
menigvnldigd  moet  worden,  om  bet  bedrag  der 
veilieien  te  ktqgen,  noemt  men  hjstereaiseon- 
stante.  Samen  met  de  foncanltverliezen  (zie  Firn- 
eaidlsehe  Stroomen)  vormen  deie  hysteresisver- 
lieien  de  z.  g.  gierverliezen. 

HTBteron  protsron.  Deie  twee  Griektebc 
woorden,  die  hetiellde  beteekenen  wat  wq  met 
achterêtevoreti  te  kennen  geven,  dniden  een  taal- 
knndige  figunr  aan,  volgens  welke  men  de  na- 
tnnrlqte  orde  verAireekt  en  datgene,  wat  eigenlgk 
aebteraan  moeat  kmnen,  voorop  plaatst.  Bg  mo- 
derne aehrqvers  komt  deze  ügnnr  weinig  voor, 
bij  sommige  Qriekaehe  klassieken,  vooral  ojj  Ho- 
menu  i»  ig  zeer  gewoon,  doeb  dan  eigenlgk  meer 
een  eigenaardigheid  van  den  stql  dan  een  bewast 
gebraikte  lignur.  In  de  logiea  ie  bet  zooveel  all 
pelitio  priMoipii. 

Histerotomi*  ia  de  naam  van  een  ehi^l^ 
giscbe  kunst  bewerking,  waardoor  de  geheele  baar- 


graafschap 
Portt  (si« 


moedw  wordt  weMei..    ._ 

BTtlis,  em  stad  in  bet  Engelsebe 
Kent,  was  vroeger  een  der  Cin^ue 
aldaar),  doch  ia  thans  door  een  kieietttrand  van 
de  zee  gescheiden.  Zq  beiil  een  onde  kerk,  eoi 
militaire  sehietschool,  teebaden  en  telt  (1911} 
6387  inwoners.  Oostelgk  van  Hjtbe  ligt  Shom- 
eliffe  Camp  met  een  staand  leger  (5000  man), 
meer  noordelgk  vindt  men  de  rnlnen  van  8alt- 
wood  Cast  Ie. 


DigilizedbyGoOglC 


I  il  9de  leller  van  ooi  alfabet,  alssMde  Tan  het 
LtttqoMli,  «n  de  10de  na  het  Otitkteh  en  He- 
breenwieh  alfabet,  teiwjjl  ig  de  Me  plsala  be- 
kleedt in  de  IQ  der  UiniEeti.  De  i  wordt,  by  e«n 
nau  het  phemelte  geboecn  tongrng,  TMr  in 
den  mond  geTonnd.  Zg  beooort  tot  de  i. ;.  pala- 
t&le  kliakers,  d.  w.  t.  ig  heeft  d«  neigintf  een 
foonlgaanden  keelklank  tn  een  gehemeltMlank 
<pslaUal)  (e  Teranderen,  gelgk  doidelök  nilkoml 
in  de  nittpraak  Tan  0  en  g  toot  t  ia  de  Sonuan- 
aebe  talen.  In  het  Oriekaeh  en  Latqn  gaf  de  i 
ook  den  haltklinker  op  palatale  uchte  epiiant  ; 
weer,   waanan  later   een  ahonderlgk   teeèen  in 

februik  kwam.  Ali  qjlei  beteekent  <  b^  de  Qrie- 
en  bet  getal  9  en  bg  de  Romeinen  I  het  getal  1. 
De  I  viór  het  telken  X  (tien)  wg*t  un,  dat  tan 
bet  bedrag  tén  moet  worden  afgetrokken,  een  of 
meer  I'i  achter  het  teeken  X  geten  te  kennen,  dat 
er  evenwoTele  eenheden  bgferoe^  moeten  wor- 
den. All  maotteeken  op  da  onde  Fransehe  mnn- 
ten  beduidt  een  I  Linioge».  op  nieawe  Daittehe 
Bamfasr^. 

^fcortM^m.- 

I.  =  fmperaior  (keiier). 

Ib.,  lUd.,  IMdMB  =  op  deidide  ylatti, 

Z,  0>  =  /mIïim  Cattar. 

Z.  O.  V.  =  l*  Ohriëti  NomtM  (In  OhrMu^ 
naam). 

U.  =  Idtm  (hetielfde). 

I.  D.  A.  =  Immorlalit  Dti  auapien  of  mtxili 
(=  onder  beKbeiming  of  met  beholj)  lan  den 
oniterfelgken  Qod). 

l.».  =  idMt  (dat  il). 

1.  f.  =  ifM  feeit  (hg  uil  beeft  het  gednan). 

Z.  H.  S.  =  (voor  het  Ori^whe  I.  B.  £.) 
de  drie  eerste  lettere  vao  Jexu/  naam,  Tooral 
Teel  TOoHtomende  op  de  ppofeshniien  der  Jeiole- 
ten,  mat  Terechillende  beteeteniisen,  xooali  Je- 
«M  ffomtfiKm  Sahator  (Jeat»,  de  redder  der 
menaehen),  /erna  EortaUtr  SoMtorum  (Jen*  de 
Termaner  der  Heiligen)  en  In  Boe  8abu  Pierin 
il  heil). 

I.  M.  D.  fO.)  =  In  mmine  Dei  (OhrUUi 
(in  naam  Qod*  of  dea  Heeran  Ohriatiui. 

int.  =  In/ra  (beneden,  lerder  ia  bet  boek). 
.  I.  M.   J.   =  Iw  Komitu  Jou  (=  in  Jêxut' 

Z.  M.  M.  Z.  =  Jttiu  Naiaraeuë  Rex  Jwdae- 
orum  .{=  Jeatt  uit  Naiareth,  de  koning  der 
Joden)  of  Tolgeni  de  Carbonati  luihim  netar» 
regel  Italiae  (Eet  ii  reehtyaardig  de  koningen  tu 
ItaliS  te  dooden). 

Z.  >.  B.  T.  =  In  ROMtttc  Bmetae  Trimtatü 
(in  u*m  der  H.  Driefeobeid). 

Z.  O.  O.  T.  =  iMiepenifent  order  ofOddfii- 


l.  ^.  =  id  gmd  (dat  wat)  t.  o.  t.  d.  =  td 
qnod  erat  demonetrandom  (wat  te  MWÜkd  waa). 

Z.  B.  =  Imferator  Rex  (keiier  en  koning). 

It.  —  Item  («Teneene). 

I.  V.  D.  —  Jitrit  )7(rtii«9iie  doelor  (doetor  ii 
de  beide  rediten). 

Za.  ia  de  afkorting  toot  den  ataat  lowa  (lie 
sldw). 

Zombllohiu,  een  Nieaw-PUtonÏKh  wgageer 
nit  Chalcii  in  Coelet^riB,  waa  een  leerling  ran 
PorpAyriw,  woonde  in  Sriil  en  OTerleed  om> 
itreeki  bet  jaar  S30  na  Ghr.  Hg  heeft  grooten 
invloed  geoefend  op  keiier  Jtdianut  den  afTallJ- 
ge.  Ala  wgageer  atond  hg  bij  ign  tgdgenooten  in 
ooog  aaaiien,  hoewel  ign  leer  Tolatrekt  niet  op 
die  Tan  Plato  gelgkt,  maar  een  mengael  beval 
Tan  Ooitenefae  Tooratellingen  en  ran  de  ge- 
Toelena  van  eenige  Helleentene  lehden,  intonder- 
beid  Tan  die  ran  Pftkagom.  Door  ign  Tolgelin- 
gea  werd  hg  ala  wonderdoener  vereerd  en  „de 
goddelijke"  tqj^enaamd.  Het  e«iige.  wat  ran  ign 
talrgke  geaehnften  bewaard  bleet,  behoort  tot 
een  groot  werk,  dat  nit  10  boeken  bestaat  en  over 
de  wgcbegeerte  van  Fylhagonu  handelt.  Wg  \» 
litten  daarTan  nog  5  boeken.  Het  Ede  ran  deie 
befielat  een  nitToerige  leienabeaebrgTing  Tan 
Pfthagorat.  bet  3de  een  inleiding  tot  de  Plato- 
niiche  wjjiMgeerte,  het  8de  fragmenten  Tan  onde 
Pjthagoriiten,  ioionderheid  Tan  PAyloIoiii  «b 
Arehibu.  De  6  bo^Mi  liin  door  Teraehillende 
ktterknndigen  en  op  terMiiillende  tgden  in  het 
licht  gegeTen.  Ook  wordt  aan  lambUeluu  nag 
toegekend  een  d«  Emtitehen  prieiter  Abtan- 
mom  in  den  mond  gelegd  antwoora  op  een  brief 
tan  PorpAyrnu  aan  lün  leerling  AneooH,  waarin 
tw^felingen  omtrent  <N  tEgYptisebe  godenleer  en 
omtmt  den  ecredienat  weoerl^d  worden. 

ZajMtiu,  in  de  Griekiehe  tabelleer  de  loon 
van  Ürmuu  en  Qaea,  een  der  Titanen,  een  faro»- 
der  van  Okeanu»,  hnwde  met  een  dochter  vu 
laatatgenoemde.  Agia  genaamd,  wette  hem  4  io- 
nen, Atbu,  Promttheu*,  SfimeOieHë  en  Mem» 
tiai  aehonk.  Ala  vader  van  PrometheUÊ  ia  hg  de 
stamvader  der  Hellenen,  en  ign  nakomelingen 
dragen  den  naam  vati  Japetidtn. 

Zason,  een  ond-tiriekache  beid,  waa  de  toon 
Tan  AüoH,  koning  Tan  Jolcna  in  TheaaaliS,  en 
Tan  Poljpnede.  Zi|n  leermecBler  waa  de  eentMr 
Ohinit,  en  reeda  in  ign  jengd  nam  hg  deel  aan 
de  jacht  op  de  Ealydoniaehe  iwgnm.  Nog  vMr 
den  tgd  igner  meerderjarigheid  I^de  ign  vader 
de  regeering  neder,  en  deie  werd  aanvaard  doot 
Ptliai,  den  oom  en  voogd  van  loroa.  Pelia»  no» 
digde  op  lekeren  tgd  al  ign  bloed vanran ten, 
dna  ook  fa«on,  nit  tot  een  plechtige  offerande 
aan  Poteidon.  Toen  de  jongeling  op  ign  weg 
nau  Jolea»  de  ririer  Anaoma  bereikte,  ontmoette 
hg  er  Bem  in  de  gedaante  vu  een  onde  vronw^ 


DigilizedbyGoOglC 


612 


lASON— lATBOUA'mïUATICL 


die  hem  «enocht,  bui  otgt  de  livier  te  dragen. 
leton  Toldeed  un  dien  wenseh,  doeb  liet  duibü 
een  ijjoei  Bchoenen  in  het  «Itti  achter.  Zoo  ver- 
scheen  hü  root  Peliat  di«  door  uhrik  bevanmn 
werd,  daar  het  orakel  hem  verkondigd  bad,  dat 
hjj  »an  troon  en  leïen  zou  worden  berootd  door 
dengene,  die  ongeschoeid  tot  de  otlennde  kwam. 
PeJio*  lichtte  na  tot  Ituon  ie  Traaff,  wit  hn 
met  dengene  zon  doen,  die  volgens  Det  orakel 
ign  mooriJenBBi  zou  lüa?  Hierop  antwoordde  de 
jongeling  op  ingeving  van  Hera,  dat  hq  hMn 
oaar  KoTchis  moeit  lenden  om  bet  "Gulden  Vlies 
te  bemaebtigen.  Na  ontving  laton  dien  lut  van 
i*eJM«.  —  Volgeos  anderen  bad  Pelitu  iqn  broe- 
der Aetott  vBD  den  troon  geetooten  en  gedood. 
Toen  loMOn  meerderjarig  geworden  waa,  raad- 
pleegde hn  bet  orakel,  hos  nq  zich  weder  in  bet 
bezit  ion  lunnen  stellen  van  ign  rechtmatig  erf- 
deel. Hjj  ontving  ten  antwoord,  dat  hjj  in  bet  ge- 
waad van  een  Hignesitr,  met  een  pantervel  over 
den  schouder  en  met  2  lansen  gewapend,  licb 
oMr  het  Hot  van  PeUag  te  Joleai  moest  begeven. 
Dit  geschiedde,  doch  hg  verscheen  er  met  één 
aehoen,  daai  hg  den  anderen  op  boten  vermelde 
w|)M  verloren  bad.  Toen  Peliat,  die  bem  niet 
kende,  vroeg  naar  ign  geslacht,  antwoordde  hg 
stoutmoedig,  dat  bg  d«  loon  van  AeaoH  was,  liet 
ateh  bet  bais  van  lün  vader  aanwüien  en  vierde 
«r  met  een  aantal  bloedverwanten  gedurende  5 
ilagen  bet  leest  des  wedeniens.  Daarna  begaven 
ig  lich  naar  pgüag  en  verlangden,  dat  hg  a&tand 
>ou  doen  van  het  rgk,  waart^  déie  antwoordde, 
dat  bij  biertoe  bereid  waa,  zoodra  loaon  het  Gol- 
den Viies  naar  Thessalif  had  temggebraehL  1^ 
den  tocht  daarheen  <iie  ArgimmUen)  schonk 
Btfptifgle  op  LemnoR  hem  2  ionen.  iDoor  Medea 
geholpen,  bereikte  hg  het  doel  van  ign  tocht  en 
teerde  met  haar,  als  gemalin,  na  lange  omiwer- 
.viogen  in  zgn  vaderland  temg.  ffier  nam  hg 
wraak  over  het  vermooTdeo  igner  ouders  en  van 


Hg  moest  dien  alstaan  aan  Aeatlut,  den  loon  van 
Ptliaa  en  met  ign  echtgenoote  de  wgk  nemen 
naar  Korintbe.  Hier  leeFden  ig  gedurende  10  ja- 
ren zeer  gelukkig,  totdAt  laton,  verliefd  Op  Qlmi- 
ke,  volgens  anderen  op  Creuta,  de  dochter  van 
Oreon,  koning  van  Korintbe,  met  den  in  bet  fau- 
welgk  trad  en  Medta  met  haar  kinderen  verstiet. 
Mtdea  nam  een  gedochte  wraak  op  haar  mede- 
minnares, en  toen  Jaaon  haar  hiervoor  wilde  straf- 
fen, vlacbtte  ig  op  een  wagen,  door  draken  ge- 
trokken, naat  koning  Aêgeu»  te  Athene,  nadat  sq 
vooraf  MerrMTV»  en  Pkwe»,  kinderen  van  haar  en 
loMfi,  had  gedood,  Volsens  sommigen  bracht 
jwon  lich  daarna  uit  wannoop  om  het  leven,  vol- 
gens anderen  doolde  b(j  aanhoudend  rond  en  werd 
aan  het  strand  in  de  schaduw  van  het  schip, 
waarmede  hg  vioc^r  oMr  Colchis  was  geste- 
Tend,  gednrende  den  slaap  door  een  nedervallen- 
den  ban  verpletterd.  Nog  anderen  vertekeren,  dat 
hü  sieh  later  met  Medea  verzoend  heeft  en  met 
haar  naar  Colchis  is  temggekeerd  om  er,  na  den 
dood  van  sgn  sehoonTader,  den  troon  van  dezen 
te  beklimmen. 

loNM  (het  woord  beteekent  kólMd)  is  de  red- 
der, die  aan  bet  dorre  land  r^en  brengt;  de 
jongere  verban  hebbeo  bem  tot  heroi  verlaagd; 


SwrindM  laat  hem  tells  een  onwaardige  rot  spe- 
len. Dit  schgnt  de  r«den  te  zgn,  waarom  foson, 
al  werd  hg  dan  in  eenige,  faavenateden  ti*  een 
beros  vereerd,  door  de  OMldeode  kunst  veron- 
achtzaamd.is  geworden. 

Xatroobamla  noemt  men  het  ebemisch  stel- 
sel, dat  zich  in  de  I6de  en  17de  eeuw  voorname- 
lijk roet  de  verklaring  der  ph^iologiBAe  en  pa- 
thologische versebgnselen  van  het  menschelgk 
lichaam  door  chemiicbe  processen  bezighield  en 
lif^leD  door  chemische  praeparaten  trachtte  te 
genezen.  De  :voor4oopen  van  dit  itebd  waren 
de  alchimisten  (lie  aldaar),  terwgl  BwifiKs  7o- 
tatlmu*  den  overgang  vormt  vao  de  alchimie  tot 
de  ialrochenie.  De  ekealjjke  iti<iit«t  dn  iatro- 
diemie  is  ParauUia.  lo  aanslniüng  aan  de  tbeo- 
rieln  omtrent  de  latnenstelling  der  metalen  uit 
kvikiilver  en  zwavel,  beschouwde  bn  deie  met 
bet  lont  als  de  voornaamste  bestanodeden  van 
aUe  organismen.  Een  joiste  vermennng  van  die 
drte  grondstoffen  vormt  den  normalen  obysiolo- 
giteben  toestand,  waarvan  de  versebgnselen,  met 
name  despgavertering,  dooreen  vanden  mensehe- 
Igken  wil  onafhankSgk  wesen,  den  oreAens,  ge- 
regeld worden.  ledere  verandering  in  deaMngver- 
bondingen  veroorzaakt  ziekten.  De  taak  van  den 
geneesbeei  is  het  die  lerhoudingen  te  leeren  ken- 
nen en  met  goed  gekosen  ehemliehe  geneesmid- 
delen de  abnormale  vermengingen  door  verwgde- 
rjng  van  bet  overvloedige  ol  toevoeging  van  bet 
ontbrdande  te  henldlen.  De  vowaaamste  verte- 
genwoordigers van  dit  stelsel  waren  L,  TAwnqw- 
sen,  TKTqutt  de  Moyeme,  Ubariuê,  F.  de  la  Boi, 
ToMmiu  en  met  name  *m  BelmoHl  (lie  aldaar), 
vroeger 


logie  beoefenden  en  deze  laatste  wetenacbappen, 
hetzü  uit  bggeloof,  hetig  om  zieb  meer  muuiea 
te  veTMhaffen,  met  de  geseeAunde  verbonden. 
In  Interen  tgd  werden  met  dézen  naam  of  met 
dien  van  lalrowtedumiei  zij  aangednid,  die  uit- 
gingen van  de  stelling,  dat  de  verriebtiiwen  van 
bet  getande  en  zieke  Itebaam  hootdzakeljife  sfhan. 
kelgk  zgn  van  natanikandige  wetten.  Voor  ben 
was  de  ontdekking  van  den  btoedsomloop  door 
Banm/  een  aegema^.  Beeds  Sontorio  &mtort 
(t  IÖ3<S)  deed  ondertoek  naar  de  pbjaiscbe  wet- 
ten in  'b  mensehen  lichaam,  en  later  verklaarde 
BorMi  (t  1S79)  in  iqn  wetk  .jDe  motn  anima- 
limn"  de  versebgnselen  van  bet  levend  oi^nia- 
me  door  de  wetten  der  statica  en  dei  bvdranlica, 
loodat  hg  het  lichaam  bg  een  eenvoadig  weA- 
tuig  vergeleek.  Hg  vond  de  meeste  auihangera 
in  Italia,  en  tot  ben  behoorden  Betlini  tt  1104) 
ea  Baglivf  (t  1707);  verder  waren  er  ook  in 
Engeland  (Jomet  Keüi,  Jurin  en  Oeorge  CItesne), 
Frankrijk  en  Duitiehland.  Intnssc&en  «as  de  na- 
tunrkunde  van  die  dagen  nog  te  weinig  entwik- 
ktid,  om  tot  hechten  grondslag  voor  oe  geneee- 
knnde  te  strekken.  In  omen  ^d  ii  ^  daarvoor 
meer  geschikt.  Trouwens  geen  weteDBCb^)petgk 
geneesheer  zal  loochenen,  dat  vele  belangrgke 
verrichtingen  en  vsrsehgnsden  in  gezonde  en 
zieke  organismen  in  natonr-  en  eateikandige 
werkinffen  bnn  verklaring  vinden.  Mea  zou  aan 
die  richting  in  de  geneeiknade  den  naam  kun- 
nen geven  van  nieawe  iatromalbematische,  doch 


DigilizedbyGoOglC 


men  Tetli«ie  niet  nit  b«t  oog,  dtt  lig  eienieer  d« 
schtiknndiffe  wetten  toeput  en  dat  ag  ook  de 
OTerige  deelen  der  nktmtAondige  wetenaelup  uu 
ndi  Bienstbür  tnukt 

XlMtoh,  Johaim»t  Adolt,  een  piuiofftbnkuit, 
den  SOtten  Oetobet  1766  ^eboKD,  richtte  in  1794 


Oetober  1S8S)  mie  deelMman  tnden.  De  lutfte 
nun  in  1869  de  oldeding  ck^b  Toor  eigen  leke- 
ning,  in  Ritdoff,  de  onda^  xoon  tui  eerri^enoem- 
de,  Btond  un  bat  toolA  dei  ptsnofsfanek,  die 
ondei   iQn    Wding   een   der    vaornsamite    vn 


Tsn  Johmnet  AdoU  (f  U  Beptember  1848),  Ottc- 
fa»,  itichtte  in  1862  een  eigen  fabriek.  Sinds  Ru- 
doWt  dood  (81  Jnli  1692)  voidt  de  ende  fabriek 
door  ign  wednwe  eo  ign  ionen  RudiM,  Max  en 
Htmê  ondei  den  num  fimu  Rud.  Ibaek  8ohn 
Tooitgeiet 

ZlMftdUstMi  is  Mn  Uk  tui  de  Chtridejitie- 
■die  (eete  der  Mobunmeduien,  tlda»  nooemd 
Dinr  Abdaliak  ibn  Ibadh,  die  onder  den  luUten 
OmdjsditehBn  iSiüit,  Jfennm  II  leefde.  De  Chft- 
ridsjietea  in  Onutn,  ZuiiibM  en  het  Usabltod 
behooien  tot  da  Kcte  der  SMdhieten. 

Ibagni,  de  loofdttad  T&n  het  deputenHnt 
Tidinu  der  lepnbliA  Colnmbi»,  dicht  bg  den 
Kio  CombeinM,  liM  un  den  ««g  nur  den  Qt ' 
dinpu,  1280  m.  hoog,  en  telt  12  000  inwom 
die  een  levendigen  hutdet  in  Tee,  eaeaa,  suiker  en 
koffie  drgTen.  Men  vindt  er  een  hooffeiehool, 
iiraTel-,  xilver-  en  kwikiilTetgroeveD.  In  1660 
geiticht,  werd  Itugni  in  1864  de  hoofditid  der 
repnblidc. 

IlHuiex,  Oorloe,  mnrkiee  MuUiaetn,  een 
Sptuiteh  geodeet,  in  182G  te  Banelona  geboren, 
beioebt  <M  genie-*eademie  te  Gnaladajara  en 
kwun  danme  in  dienit  hij  het  corps  iDgenienre. 
Sedert  I8Ö2  leidde  bQ  de  geodetieehe  werkium- 
heden  in  Spuije  en  stond  aan  bet  hoofd  Tan  bet 
geodetisch -«tatittiBeb  institant  t«  Madrid.  In 
1879  Tolbrariit  hg  met  Perrier  de  beroemde  Ter- 
len^ing  van  ds  «pote  Fnnaehe  giaadmeting  tot 
Algiera.  Hg  werd  in  1886  Toonitter  der  interna- 
tionsia  RTaatmetlng^,  nwtat  hg  in  1872  reedi  pr» 
eidevt  der  inteioationBle  maat-  va  mnnteommia- 
aie  geworden  wal.  Hg  orerlMd  te  Niiia  den 
29sten  Jannarl  1891.  Behaln  tgdaehriftartikelen 
gat  hij  een  „Tableaa  géographiqae  et  itatiitiqne 
de  l'Ëipagne"  (l«S&). 

HmtI.  Zie  Kauai. 

Ibam  of  ImbahtÊTO,  de  hoofdstad  van  de  pro- 
vincie Imbabnra  in  d«  Zuid^AmerikaaDKhe  r^u- 
bliek  Beaador,  ligt  100  km.  ten  N,0.  van  Qnita, 
ten  N.  van  den  vnlkaui  Tbarra  (4682  m.)  en  telt 
10  000  inwoners.  Men  vindt  er  een  hoogeacfaoot, 
landbonw,  veeteelt,  wol'  en  katoeneoinneigen. 
Ibarta  werd  in  1606  gesticht  en  den  6den  An^t- 
tni  186S  door  een  aardbeving  verwoest. 

Ibamt,  /mnwm,  in  1725  te  Ssrwosta  ge- 
boren en  te  Madrid  overleden  alt  Hofboekdrak- 
ker  den  23aten  November  1785,  bracht  ii  Spanje 
de  boekdmkkitut  tot  een  te  voren  ongekende  vd- 
maakUieid.  Bg  leverde  praehtaitgaven  van  den 
Bgbel,   van    net  HogariAiielM  iWsetal,  van  de 


lTIOI— IBEIRIË.  618 

„Qeaehiedenis  van  Spanje"  van  Mariana  (2  dln., 
1780)  van  ,J}on  Qniehote"  (4  dln.,  1780)  en  van 
een  vertaling  van  SotlnsftiM  (1772)  door  den  in- 
fant don  OobniU. 

Ibu,  bisMhop  van  £dens  in  d«  5de  eeaw, 
ofs^oon  verdacht  van  Neetoriaantehe  ketterg, 
werd  in  448  i^  een  concilie  t«  l^s  reAtxinnjg 
bevonden.  Hg  werd  echter  door  de  ijnode  te 
Epheiae  in  449  veroordeeld  en  in  den  kerker  ge- 
worpen. Het  eoneihe  t«  Cbaleodon  bwsMdehem 
in  461  in  i^n  waardigheid,  doch  reeds  in  458 
werd  hg  met  Theodonu  van  MopttutUa  en  TAeo- 
dorfhu  van  Oyntê  op  last  van  den  fcisaehop  van 
Gaeaarea  opnienw  ale  ketter  veroordeeld,  loodat 
tu«rdoor  een  schenring  in  d«  EeA  ontatoiid.  Ibat 
is  in  467  overleden. 

IlMrU  is  bij  de  Onden  de  naam  voor  de  bqna 
geheel  doot  büven  ingesloten,  door  den  Cynu 
(Koif}  beaproeiae,  leei  vmehttwT«  vlakte  van 
den  Kankarischen  iithmni,  die  in  bot  N.  door  den 
Kankasni,  in  4iet  W.  door  Sol^ii,  in  het  Z.  door 
Arroenil,  in  het  O.  door  AlbanJI  b^iensd  werd, 
en  die  wdert  de  11de  eenw  den  naam  Geoigii 
(lie  aldaar)  draagt  Be  inwoner*,  van  niet-Ariauie 
aikorott,  dreven  voomamelift  landbonw  en  wa- 
ren in  den  BomeinGcheD  lijd  in  vier  kasten  ver- 
deeld: edelen,  priesters,  vrjjen  en  igfeigenen.  &e> 
kend  werd  hnn  land  door  een  veldtocht  van  Pom- 
jeJMi  in  66  v.  Chr.  Van  TrajeKHs  tot  den  dood 
van  Jvliatuu  (863)  stond  het  land  onder  ïto- 
meinscbe  heerschwig,  daarna  werd  het  doot 
den  P«nj*eb«D  koning  Sapor  II  in  beiit  geno- 
men. Onder  erkenning  der  Pertisefae  opperhoog- 
heid  'behield  IberiS  ign  nationale  vonten,  die  in 
de  5de  eeaw  de  nienwe  hoofdstad  Tbilisi  (thaai 
TifUs)  bonwden. 

IlMrlM,  bet  land,  dat  door  den  Ibenu  (Ebro) 
besproeid  wordt,  werd  bewoond  door  de  Iberiirs, 
Zg  strekten  lioh  nit  over  geheel  Spanje  en  Lnsi' 
tanii,  lelfs  orer  bet  niden  van  Óallië  (Aqnitf- 
niS)  en  de  noordwestelijke  kusten  en  eilanden 
van  de  Middellandwhe  Zee  tot  aan  den  beneden- 
loop der  Bhdne  toe.  Zij  vormden  eenielfden  volke- 
sCam,  die  in  vele  afdéelïngen  was  gesplitst;  de 
hedendaagsche  Badien  stammen  van  ben  af.  Uit 
de  nasporingen  van  W.  von  Hvmboldt  en  latet 
nit  die  van  Kitpert  ie  gebkien,  dat  men  de  tot 
ons  gekoroen  Iberische  namen  van  {daatsen  en 
personen  doorgaans  leer  goed  nit  het  Baskiseh 
verklaren  kan.  Op  het  Pjreneesclie  Schiereiland, 
door  de  Onden  ook  /beria  genoemd,  bestonden 
OQdersch«dan  staten  vui  IbeiiBrs,  uowel  met 
een  monarchalen  ali  met  een  repnblikeinaeben  r»- 
eeeringsvorm.  Bg  velen  van  deze  bloeiden  land^ 
bonw  en  veeteelt.  Ook  werden  mgaen  ontgonnen 
en  vormde  de  knnstmaitige  bewerking  van  meta- 
len een  belangrgken  tak  van  nijveAetd.  De  fte- 
riSrs  hadden  een  eigen  letterschrift  en  we!  2 
hoofdsoorten.  Tot  de  meest  besiAaafden  onder 
hen  behooTden  de  Tardetaners,  die  htatorisehe 
aanteekeningen,  on  de  liederen  en  geschreven  wet. 
ten  bezaten.  Ook  de  Tnrdnlets,  in  gedeelten  van 
AndalnsiS  enLnsitanil  gevestigd,  Blonden  op  een 
vrg  faoogen  trap  van  ontwikkeling.  De  krggsbaf- 
tigste  stam  waa  die  der  Cantabriln  in  het  noor- 
delgk  gedeelte  van  Ond^astilii;  ig  hebben 
lieh  iberoemd  gemaakt  in  den  oorI<%  tegen  de 
Romeinen  (24 — 18  v.  Chr.).  De  voorvaderen  der 


DigilizedbyGoOglC 


bedenducKlw  fiaekeD  ign  de  Vwcoaeo,  Tudn- 


teheiden  muBten  over^leTeo.  betcbit 
Hein  in  lifn  ,J)MeTiption  sénfoale  de« 
ftntiqoM  4e  I'ËnMgne"  (1870)  «n  Dtlgado  ._ 
„Ndcto  metodo  <I«  clMcilitadoB  de  1m  medalU» 
Mtosomu  d«  ËnkfiA"  (1871—1679). 

2m'.  Phütipt,  Die  EiDwudenuff  der  Iberer 
in  die  p7i»n.  Balbiawl  -(Wevnen  iSTO). 

nwrl«r«.  Zie  Ibarië. 

ÜMiia  L.  (Seke^Uoemi  ii  een  plurtenge- 
lUcht  nit  d«  tireeiud lobbige  tHuUie  der  Cruei- 
fertn.  De  bloemkroon  is  wit,  de  blMiwQW  een 
tros.  de  blftderen  lijn  luigweipig  wigTwinig,  de 
liBawtjei  lond  en  un  dü  top  iets  inseMeden. 
Op  undig  boawlasd  «iDdt  men  ia  bet  Z.  vsb  oh 
laod  /.  omare,  terwj}!  I.  iimbdMa,  met  een  meet 
•ebMin*otittig«D  tros  een  welbek«ide  aierplsnt  is. 

IbMlMth  iMnlMid  noemt  men  het  noord- 
WMtelgke  en  ooit^lJike  rsndgebeigte  tso  bet  een- 
tnk  tatelUnd  tm  Spugen  Het  loopt,  io  tegui- 
sl«lUng  nMt  de  andere  bra^elseli  vu  bet  sehier- 
eiUnd  in  de  liditing  N.W. — Z.0.  en  gut  nksi 
bet  Z.  en  ZX).  orei  in  bet  beigbitd,  d«t  dsn 
benedenloop  Tan  den  Ëbio  in  bet  Z.  intlnit  an  ali 
MMritcb  bionaeolud  wordt  ungednid.  Het  noor- 
ddökste  gedeelte  wordt  geyormd  door  da  oH 
kslk  bestunde,  Itge,  maar  op  een  hoog  «lateu 
galdgen  fiiem  de  Boreba  ia  de  proviacfe  Bvr- 
«os.  T<n  Z.  daarvan  Terheffen  licb  de  uit  Jnn- 
ialk  en  Silnriaebe  geeteenten  saDMBgettelde  Sier- 
ras  de  Oea  N)  de  la  Demanda  (2306  m.).  Zn  vor- 
msa  bet  be^n  van  den  beegmnor,  die  de  noog- 
vl^te  Tan  Caitilii  van  den  Eawo  icbeidL  maar 
dowr  ririeidalen  en  depressies  in  ationaerlfike 
deekn  Terdedd  «ehgnt.  De  Toonuunste  deel«Q 
Rvan  lön:  de  Sierra  de  Urbion  (2252  m.},  de 
Sierra  CHwUera  (2176  m.)  en  de  hoogste  verhef- 
Uog  fso  bet  ateltel  de  Sierra  de  Uoneayo  (2340 
m.).  De  keni  van  dese  keten  bestaat  uit  silnriaebe 

Enawakka,  aan  de  bellingen  bedekt  dooi  Jam- 
alk. Aan  gene  inde  vaa  den  Jalon  bwint  de  nit 
Jnnttalk  bestsaode  Faramera  van  IfoTina.  Daar- 
aan sluiten  ii<di  inidvsarts  aan  de  Sierra  d«  Al- 
bartaein  en  de  Sierra  de  Cveuea,  die  lieh  tne- 
eehen  het  Nieaw-CastiliaanKh  tatdland  en  het  Z. 
deel  van  bet  EbrobeJcken  uitstrekken.  De  kern 
tan  dit  bergland  is  de  nit  Jur^alk  gevormde 
Unala  de  San  Jnan.  Het  dal  Tan  den  Qnadalavisr 
en  bet  bekken  van  Terael  scheiden  bet  berg- 
land van  Atbarraein  nn  het  Noord- Valenei«an- 
scbe  lense.  Dit  bergland  wordt  naar  het  Efcro- 
beJiken  toe  trapsgewijie  lager,  terwijl  het  naar 
de  kast  Isagxaam  afhelt.  Dauop  verbelfen  lieh 
bergkcrtenen,  die  in  de  PeDagoiosa  een  hoogte  van 
1818,  in  de  Sierra  de  Qudar  1770  ta.  bereiken. 
Het  Zuidelijkste  deel  van  het  stelsel  bestaat  nit 

i geïsoleerde  ber^etenen,  die  (en  deele  tot  de  knst 
oopen  en  sJs  steile  kapen  eindigen.  De  hoogste 
toppen  lijn  de  Mooeabrer  (1366  m.)  en  Ëi  Car- 
die  (1371  m.). 

IbarlBOh  broiUlMdAlid  is  de'  naam,  dien 

men  aan  bet  nKMijk  gedeelte  van  het  Iberiech 

gebergte  -(lie  aldaar)  geett,   wegens  de  vele  ri- 

Tieren,  «dke  «i  onttpnngen. 

IbMlaolM  Ie*  is  het  weGtelgk  deel  der  Mid- 


dellandsebe  Zee  Tan  de  Balearan  tot  de  Stnat 
Tan  Gibraltar. 

Ibvriaoh  KohlardUiid.  ^e  Sfmje. 

Ibbi  ilin»  C.)  il  de  naam  van  een  Togelge- 
slacht  uit  de  familio  dar  ïhitaMi^en  (IMen), 
die  tot  de  ooieTaarvTogiia  behooren.  Het  onder- 
sebeidt  lich  door  een  ronden,  oiechoon  naai  iKt 
aiteinde  meer  hoogen  dan  ireeden,  steii  naar 
beneden  g^jomden  snavel  met  twee  groeven,  die 
Tas  den  neoswortel  tot  aan  de  waTelpnnt  Toort- 
loopeo.  Het  omvat  een  autal  moerairogels  uit 
de  wanne  gewesten  van  AiiB,  Alrika  en  AiDerika. 
De  meestberoemde  aooit  is  de  hüUge  üfi$  (I 
attkiopiea  LathJ,  die  in  ügTpte  dea  naui 
draagt  vatn  Aboe-Humes  ^ader  Johannes).  Men 
Terpleegde  deu  vogels  ia  dm  tempel  met  een 
au  aanbidding  graniendeB  eerbied  ea  balaemdc 
ie  na  den  dood,  volgena  sommigen  omdat  deae 
TOgel  de  slangen  verde^de,  voteeiis  anderen  Mndat 
iqn  Tedwen  op  de  sebgngest^ten  Tan  d«  maan 
geleken,  en  vdgens  nog  andere,  omdat  uia 
komst  <het  wassen  van  den  Ngl  aankondigde-  Og 
it  wit  met  nitiondering  van  iqo  kalen  kop,  ijio 
hals,  den  top  van  ign  staart,  de  pooten  en  dêa 
snavri,  welke  een  iwarte  kleut  hebben.  De  vles- 
geitoppen  en  de  staart  qjn  Tersierd  met  luute, 
iwarte  dekveeren  met  een  paarsen  weerachSa.  fijj 
is  ruim  40  cm.  boog  en  OTer  geheel  Alrika  rer- 
spMtd.  De  roods  ibu  (1  ntbra  V  i  e  i  1 1.),  nit  de 
keerkringagewesteit  van.  Zoid-Amerika,  is  ge- 
kroond doot  fraaie,  rooda  vederen  met  iwarte  vles- 
gelbmpen.  Zqn  iongen,  umvaiikdi^  met  een 
lichtbruin'  dons  Md«1,  worden  sJtengs  asefa- 
granw  en  eerst  in  bet  2de  jaar  vertoont  lieh  bet 
rood,  dat  langiamerhand  Turiger  wordt.  Doe 
soort  veriiuist  niet,  maar  leeft  in  troepen  in  moe- 
rassige streken  en  aan  de  monden  van  rivienn. 
Men  kan  ie  gemakkelijk  tam  maken.  De  ge- 
wORs  ibis  (I.  /aldneUu),  is  rnim  een  iial- 
Ten  meter  lang.  Zgn  onderl^f  it  bminaditig, 
ign  vleugels,  rog  en  lün  staart  ign  groen  nwt 
metaalglans.  De  snavel  is  groenachtig-grgs  en 
de  pooten  hebben  deoeUde  kWr.  Deie  v<^  be- 
woont in  den  Eomer  d«  kuiten  van  de  Eaapioehe 
en  Zwarte  Zee.  wnar  hg  in  bet  liet  nesten  ooawt 
en  broedt,  mi  trekt  in  Augastus  met  ign  jongen 
naar  Egrpte.  Ea  voedt  licti  met  insecten  en  wor- 
men, trect  van  net  eene  moeras  naar  het  andere, 
waadt  gaarne  door  bet  riik.  maar  iwemt  tdden 
en  vli^  langiaam  met  aehterwiarta  gestrekte 
pooten  en  voorwaarts  ^rd^ten  hals.  De  van  riet 
vervaardigde  nesten  ójo  dikwgis  dicht  op  elkan- 
der geplaatst,  en  elk  Tan  deie  bevst  3  donker- 
blauwgroene  «eren.  Zgn  vleeseh  is  eetbaar,  doch 
de  jager  krjjgt  bem  niet  gemakAdDk  onder  schot. 
Tot  de  Ainerikaansebe  soorten  benooren  I.  aOH- 
ootlu  Uareq.  met  een  achittetend  witten  kt^ 
en  hals  en  voor  hE4  OTerige  asehgranw  met  een 
weenehgn,  /.  jilumbea  Temm.  met  een  lood- 
klenrigen  hak,  een  onderiijf  tbd  dezelfde  kien. 
een  iwaiten  snavel  eo  oranjegele  pooten,  en  /- 
eayennentU  C  n  v.  met  iwarte  vleogels  met  pvr- 
pergroenen  weerschijn,  een  donkergroenen  kop  en 
grasgroene  pooten. 

Iblza,  het  Ebtuuê  der  Ooden  en  bet  grootste 
eiland  der  Pitynaen,  in  de  Hiddellandadie  Zee 
plegen,  telt  met  FormeDteia  op  610  t.  km.  U  000 
inwoners.  De  hoogten  ign  er  mMital  met  boo- 


DigilizedbyGoOglC 


IBIZl-lBN  TIBBQH. 


man  en  itniikBn  iMgroeid;  «  OBttpringm  vek 
kteioe  beken,  en  de  voonuanute  lö^dom  d«r  in- 
woMCB  i«  gelden  in  hon  MUtmoemaan.  Het  Ui- 
ma*t  is  er  ueht  en  trewiid  en  er  worden  gramn, 
hsTei,  oUe,  vqgen,  sinMUopelen  geweekt,  ook 
■oat  en  viach  nM^eroetd.  De  gd^knualga  boold- 
«Ud,  de  letel  tan  een  bieMbop,  list  uo  de  nld- 
Mttiifde,  un  de  liuie  Bmu  tu  Ibizm;  man  tteett 
er  een  dtidel  met  hechte  maren,  een  hoofdkeik 
eK  S  Midere  karken,  ondetacheiden  kueniee  eit 
UOO  ïnwoDeTR. 

Ibn  al  AtUr,  In  at^füt  Mi  ü»t  Mokamw^^d 
tU  DajuMari,  een  Aiabiidt  neehiedaciuÖTei,  in 
1160  n»  Cbi.  W  Di)eaiMt  Ibn  Omu  in  Meiopo- 
tunie  geboien,  Tettiëde  lidi  Utei  te  UoAoel,  wwf 
h|i  ia  1280  OTecleea.  Bn  ii  de  vervurdiger  vu 
drie  belinprgke  ge«ehi«dweiken.  Een  vtn  deie  i> 
<ndei   den   titd   „lim-el^tiüii   ehronioon   qnod 


rien.  Andere  werken  lö»:  .iUsd  al-ghabe"  (S 
1286  der  Hedsjfft)  en  hel  woordenlioA  „Ki- 
ttb-kl-HMnua". 

Dm  Al«lM}ata,  Akmed  ibn  Mokammad,  een 
Ankieeh  s^Tyrei,  in  1888  te  Duubcw  gebo- 
ren, wHd  M  de  TeioTeiing  tui  SyiÜ  dom  rutoef- 
Sfufcelgh  oui  8uiukuid  oeToerd,  wur  hy 
Ifohuuitediuuebe  weteaecowpen  bettndeet- 
de  eo  tgn  tulkranii  met  het  Taikadi  en  P«- 
siteh  Terrfkte.  Qroote  leiHn  braehtea  hem  nau 
MengaÜI  en  Aatnfaa;  «rer  den  Stim  leUde  hf) 
naar  Adriaoopel,  waar  hj)  dooi  den  enltao  tot  vet- 
teer van  Anhiiehe  w«ien  in  het  Tnikaeh   — 


drnk  1^8),  in  het  Latgn  door  Mmg»  (Leeawai- 
den  1767—1772)  tertaald.  Ëm  ander,  door  fr^ 
lag  nitg«K?en  werk,  getiteld  „Fraetni  imperato- 
rnm  el  joeatio  ingentowran"  <183a— 1852,  2 
"i.)  twbandelt  ethiiehe  itaagetnkker 
-       -  -*  iSWJoA 


bniui  1804  te  Tesirer  in  UaioÜo  geboren,  we^ 
OMerreehter  te  Deuii,  ging  al3  geunt  tu  den 
UKKit  Jlogol  naar  China,  iwede  in  Bvelaod,  P«r- 
^,  den  Tndiuhen  Archipel  en  het  binnenlaDd  Ttn 
Afrika,  WHUT  hö  lijn  tocht  tot  Timboektoe  nit- 
■trekte,  en  keerde  na  een  alweiidMÏd  van  80  jaar 
naar  lijn  vaderlaod  terng  waar  hj)  een  belangrg- 
ke  FeiaMsehrgTuig  verTaardigde,  nitgcgevcn  door 
Dtfrém»y  en  Scnguimetti  in  18S3— 1858  in  4 
doelen.  Hij  oTerleed  te  Fei  in  1377. 

Ibn  OhnUona,  WaU  al-din  Abü  Zeid  Abd 
dl-ohnum  al-Hadiirimi,  een  nitetekend  Arabiecb 
geschied^chriJTer,  in  13S2  na  Chr.  te  Tunis  gebo- 
ren, genoot  een  voortreffelijke  opvaediDg  en  trad 
in  dveost  bij  den  Boltan  <ran  Fei.  In  1362  wu  hjj 
faq  den  enltan  van  Oranada,  Toor  wien  hg  vredee- 
onderhaDd«lingen  voerde  met  don  Ptdro  van 
Castilii.  Twee  jaar  later  nam  bji  deel  aan  de 
BtaaritDDdige  woelingen  in  Noord-Alrika  en  werd 
gevangen  gencmeD.  In  1S82  deed  hji  een  pel- 
^im^ocht  naar  Mdika,  doeti  bleet  ODdeTwqgdrie 
jaar  ïn  Egypte,  werd  aldaar  hoogleeraar  en  la- 
t«r  opperkui  der  Halakieten.  Na  i^n  pelgrfme- 
tocht  leefde  bj)  ia  Egypte  en  SjrriB  en  kwam  daar 
in  het  l^er  van  rimoer.  Hg  orerieed  t«  Kalro  in 


1408.  Zjia  belugijjkite  werk  \i  een  getehiedeaii 
van  het  eerde  ontataan  der  volkeren,  inionder- 
heid  van  de  Arabieren  en  Barben.  Hooget  merk- 
waardig ie  vooral  ign  inleiding,  en  deze  ie  bg 
herhaling  uitgegeven  met  een  vertaling  Tan 
Qvdmt  dê  Statu  (Parge,  1862  en  Beiroet,  1882), 
aliook  het  geheele  g«Mtiedwerk  met  een  verla- 
ting van  laatstgenoraMle  ^arÜB  en  AJgiers,  1847 
—1851,  en  Al^,  4  dlo.,  1^2—18»). 

Ibn  OhalUUn,  Sjiam*  ol^mAboePAbbm 
Ahm«d,  een  ArabUch  getchiedMhtfjver,  werd  in 
12)1  t«  Arbela  geboren,  beUeedde  aaniienlgke 
rechterlijke  bettekkingen  te  Ealro  ea  te  Damat- 
ea«  en  OT«r)eed  in  1^.  Van  i^n  g«idiriflen  ia 
bet  biogiafiich  woordenboek  „Sterfjaren  van  de 
meest  beroemde  ^personen  <n  geiehiedenii  der  to- 
nen  Tan  dMen  Iqd"  een  bela^röke  bron  tow  do 
Anbiiefae  literatnaigeeehiedenui  van  de  2de  tot 
de  7de  eenw  der  Hedtjtab.  Het  werd  heriiaalda- 
iven  o.a.  dow  Wüiteiatld  (OUtiogen 


tÏÏTu' 


II 

1838—1843),    tevens  door  den  laatste   vertai 

(Pargs  1842  t.v.). 

Ibn  Dnnd,  Abraiom,  ol  JbroAoM  6eii  Da»id, 
een  Joodaoh  geleerde  Dit  Toledo,  leefde  tan  ma- 
rtr»efci  IHO  tot  1180.  Volgens  de  oferlevering  ia 
hü  iJb  martelaar  gestorven.  H|  ntnntte  ait  all 
:niÜTer  en  stenenknndige.  Be- 
ls hjj  Tooral  om  ij)n  in  bet  Arabiaeh  g«- 
seni«T«n  werk  oter  de  wytlMeeerte  van  den  gods. 
diraat  (,3ot  Teibeven  ^om"). 

Ibn  DonU,  Abo»  Btkr  Molummed  ibn  al- 
Hatêm,  een  Arabisch  diefater,  werd  in  887  te 
Basra  geboren  en  overleed  in  984,  schreef  bebal- 
Te  vek  andere  dichterlöke  vrerken:  „AU  Makat- 
ra",  nitgegeven  in  1828  door  Boysni,  alsmede 
een  „OenoilogiKb  otymoliwiKh  huidboek".  nit- 
gegeven door  WfUlmaM  ^GSttingen  1658— 1864, 
2  dln.).  Van  ijjn  gedicht  „All  UdciOra"  werd  een 
Nederlandtebe  vertaling  geleverd  door  Biiderd%k 
(1798). 

nm  Bnrft.  Zie  Abtn  Etra. 

Ibn  Fnrldh  of  Ib»  et-Faridk  Omar,  een  be- 
roemd Arabisch  dichter,  in  1181  te  Ealio  gebo- 
ren en  in  12S5  overleden,  ie  de  vervaardi^r  van 
een  groot  aantal  gnkehten.  Van  deie  is  inn  nit- 
gd>nid  „TaTlet"  (het  Arabisch  Hooglied)  door 
floMmer-Pw^ataf  in  1834,  een  kleiner  gediefat 
door  IFaUen  in  1850  en  qjn  .JHvan"  door  sjeik 
ÜMJMMJMiah  in   1858  te  Muveille  nitgege- 

Ibn  KMtnlb»,  Abo»  Mohaaiwitd  AbdaUak 
ibn  Momtim,  een  Arafciseh  taalfaindige  < 


.  .  rechter  en  overl«ed  te  Bagdad  in  883  of  889. 
Zgn  meest  beroemde  werken  lijn  het  taalknndig 
vrerk  „Adab  al  Eatib"  (nitg^eren  door  Orllnert, 
1900],  het  gesebiedwerk  „Eilab  al<ma  'trir'  (= 
het  boek  der  kennis,  uitgegeven  door  WUiten/eld, 
1850)  en  biografieSn  van  oud-Arabieebe  dichters. 

Ibn  Uu*.  Zie  Avieaum. 

Ibn  TlbbMi  (afslammeUag  van  Tibbon)  is 
de  familienaam  Tan  eenige  Joodedte  sditgT«n 
ait  ZnidJ^Mikigk,  die  in  de  lade  en  ISide  eeuw 
de  watensehappelijike  werken  der  Arabiena  en 
der  Arabisch  eehrijvende  Joden  voor  de  christen- 
heid  toega^^'k   maften   doM   ban   vertaling 


DigilizedbyGoOglC 


«16 


IBN  TIBBON—IBSSN. 


{mMBt  in  bet  H«brc«Dwt«h).  Hen  noemt  voonl 
Jvda  Ibn  TibboH  (omrtrMki  1150—1200  te  Ln- 
Del)  lün  (oon  Somiwf,  dient  loan  M<nei  an  dient 
schoon  won  Jaeob. 

Xbo  Totail,  iboe  BdtT  Mokammtd,  een  Acl- 
biach  diebtM  en  wntgeer  ook  Abubaeer  genoemd, 
in  het  begin  der  12de  een«  te  Qudix  in' Onna- 
da  geboren,  oTerleed  te  Uarokko  in  1185.  Zgn 
wötgeerige  Tonut  ,,Haij  ibn  Jakdhan"  nitgege- 
ven  door  Poeoek  (1671),  wordt  ie«r  geroemd  en 
ia  dcor  J.  Q.  Eiehkorn  in  iiet  D&iteeh  Tcrtaald  all 
„Der  Natnrmenaeh"  (1781). 

IbrslilinBwar,  nocffei  Choj/a-  ol  Kodja- 
metr  (Oita  Süm)  gcbeeten,  »  t««enwoar- 
Hg  de  naam  van  het  meet  op  het  Oo■^AI^ikaan■ 
aAt  hoogland,  dat  lieh  ten  N.  tm  het  Vicloria- 
meer  beviDdt.  De  Babr  el  Dejebel  (Borenloap  van 
Ata  Njjl}  valt  aan  de  nidigde  in  het  meer  en 
vetlaat  het  «eer  aan  den  weitelüken  oerei. 

Xbrahbn  Pft^a,  een  «aDsenomen  loon  lan 
Mektmed  AH  (lie  aldaarV  in  T789  te  Kavala  in 
Macedonië  geboren,  gal  falgken  ran  ign  Teldbeeri- 
talent  in  den  oorlog  tegen  óe  oproerige  Wahabie- 
ten,  die  hq  in  1819  tot  ooderwerpiBg- bracht,  en 
verTdgeni  is  Semuar  en  Daifoer,  wMr  hg  cven- 
eent  de  overhand  behield.  AXn  het  hoofd  ran  een 
Enrptitcb  leger  de*d  bq  in  Febnurl  1824  een  in- 
val in  Uorea,  om  Griekenland  voor  Mehenud-Ali 
te  veroreren,  docb  het  tractaat  der  Groote  Mo- 
gendheden, in  1828  gesloten,  noodsaakte  bon  dit 
plan  op  te  gefen.  Toen  at,  den  vrede  van  Adria- 
Bopel  <1829)  Mehenud-Ali  het  T«»nenMn  opvat- 
te SttÜ  tot  een  voorminir  te  maken  voor  bet 
Ni  en  we  EgTptiecb-Eretentiielie  Rök,  ontving 
Ibrehim  den  laat  om  die  laak  met  bet  nraard  tot 
«ea  goed  etode  te  breogen.  Den  29eten  Oetober 
1B31  overeehreed  hg  met  een  leger  de  grenien 
van  BgTpte,  beiette  In  korten  tjjd  PaleithM,  nam 
den  27tten  Hei  1832  Akka  stonnenderhaiul  in, 
maakte  lieh  vervolgens  nMctter  van  geheel  SyriB 
en  verslof  de  Tarken  achlereenTalgenB  hg  Homg, 
Beilan   en  Eonia,  totdat  de  landing  der  Bnaaen   in 


gewetten  beilg  hield,  bMttte  er  wenme  de 
ring  van  de  eontctiptie,  een  opriand  nit,  die  met 
hulp  van  Jfeitemed  AU  gedenkt  werd.  De  span- 
ning tnaiehen  Mehemed  AU  en  aoHan  Makmoed 
Il  bleel  voortduren,  en  in  April  I8S9  verscheen 
een  Tnikach  leger,  onder  aanvoering  van  Hafix, 
op  8;rin;h-Egyptitch  gebied.  Ibrakim  versloeg 
de  Tarken  den  24sten  Juni  bjj  Nisib  voUiomen. 
Nogmaak  echter  verhinderde  de  tusscbenkomtt 
der  Ëuropee«che  Mogendheden  Ibrahim  Ptuja 
gebrnik  te  mt^en  van  xgn  overwmning.  Toen 
eindelijk  in  den  zomer  van  1840  een  Engelscb- 
Ooitenigktch-Tuiksche  vloot  nsèij  de  Syrische 
kast  verscheen,  de  havensteden  veroverde, 
bergrolken  tot  opstand  aanapoorde  en  de  Eg 
naren  nit  alle  vaste  plaatsen  aan  zee  verdreej. 
raakte  Ibrakim  in  een  benarden  toestand  en  werd 
hg  genoodzaakt  tet  den  terogtocht  naar  Egypte. 
Van  Damaaens  trok  hjj  door  de  woestgo  en  ot^ 
daarbij  "^  ongdootlg<e  bcBwaren  te  worstelen. 


«  ^pte- 
rdreef,  ge- 


Na  dien  töd  hield  lieh  IbraAtm,  althans  in  tchjJB, 
op  den  aaitarCTond  en  bcmoeióe  lich  alleen  met 
bet  lüdbonwbediüf  op  xgn  goederen.  JfeAemerf 
AU  had  door  geheime  overeenkomst«n  met  de 
Porte  ^lorgd,  dat  Ibrahim  erfgenaam  ion  «eien 
van  igo  troon.  Toen  Mekewud  AU  oud  werd  en 
óngetdiikt  voor  de  legeeriiw,  tead  Ibrakim  meer 
en  meer  ap  den  vooigrona  als  bestuurder  des 
Isnds,  en  toen  AU  in  l»i8  krankiinnig-werd,  reis- 
de Ibnhim  naar  Eoottastinopel  en  werd  er  in 
Jnli  van  dat  ^  -  "*  --'-'--■-- 
overleed  tel 
daaraanvolgende,  en  werd  opgevolgd,  met  vooibv- 
gsan  «an  s^a  naJumeHngen,  door  Abba»  Patja, 
een  kleinioon  van  Meitmtd  AU. 

Zit:  E.  OowH,  L'Egypte  au  XIXme  aitele  (Pa- 
Ti)s  1841). 

Tltnii.  Benrik,  de  meest  beroemde  acbrgver 
van  Noorwegen  en  een  der  grootste  achrsvera  na 
oaien  tgd,  den  20sten  Maait  1828  te  Skiën  ge- 
boren, was  de  oudste  aoon  van  een  vermogoid 
koopman.  Na  diens  faillisteaient  bracht  hg  ign 
jengd  in  moeüöke  omstandigheden  door,  ontving 
te  Skiën  een  gebrekkige  epvoedixg  enkwam,  l5 

{'sar  oud,  als  apothscergleerling  te  tirimstad. 
iier  ontetonden  ijjn  eerate  dichtwerken,  spotver- 
len,  die  den  sehriK  der  inwoners  waren,  lyrieehe 
gediehten,  «Ke  door  de  dames  der  plaate  veel  ge- 
MKn  en  vigtig  ventmeld  werden,  en  bovenal 
„Catilina"  (ISw),  een  dnma,  waarin  tieb  de  be- 
wogen tgdsomstandjglieden  en  de  bmiaende 
kracht  van  den  dl^ter  openbaai^n.  In  1850  ver- 
trok hg  naar  Chriatiania,  kreeg  een  betrekking 
bg  BMbtrg't  „Pen"  en  deed  reedt  na  vgf  maan- 
den ijjn  propaiédeuttach  eiamen  in  de  -^neeAnn- 
de.  Dtaitig  vond  hö  nog  tod  het  kleine  drama 
iKjoempehoien"    (Hnnengiu)    te  achrgven.   Bo- 


vendien gaf  hn  met  BotUn-Hanten  en  Viltje  een 
pol Itiek-sati riek  wedd>lad  „Manden",  gewoonlük 
„Andkrimer"  genaamd,  nit,  dat  evenwel  reeds  na 


negen  maanden  ophield  te  bestaan.  Deie  tqd  wat 
echter  voldoeade  geiweest,  om  de  aandacht  op  den 
jongen  J6«en  te  vestigen.  In  1851  riep  Ok  BuU 
haa  oaar  den  NatsouJa  Sebonwbn^  te  Bergen, 


stiehtingsdag  van  den  schouwburg,  leverde  h^ 
een  nienw  itvk.  Zoo  ontstonden  ,j>e  Jobannea- 
nacht"  (ongedrukt  1858),  „Fm  Inger  til  Öetraat" 
(De  heera-^res  vonOstraM,  18M),  „Oildet  paa 
SoRiaug"  (Het  feest  op  Solbaug,  1855)  en  „Olaf 
Liljekrsju"  (1856).  In  I85T  vertrok  bü,  al>  artie- 
tiek  leider,  naar  den  Noorschen  Schouwburg  te 
Chriatisnia  en  in  1858  trad  hg  in  het  hnwelglc 
met  Siaann»  Daar  Tkorae  uit  Beigen.  Zgn  ver- 
bluf te  Chriatiania  duurd>e  tot  1864  en  in  dien 
tgd  schreef  hg:  „HtermsendcDe  paa  Eelgoland" 
(De  helden  op  Helgoland,  1358),  onder  d«n  in- 
vloed van  IJflandsche  familiegescbiedeaissen,  met 
name  de  „VSlBUngaaaga",  een  meeaterweit  van 
dramatische  techniek,  „Ejaerligbedens  Somedie" 
(De  comodie  der  liefde,  1882),  een  scherpe  satire 
tegen  de  nationale  opvattingen  omtrent  liefde  en 
hnwelgk,  die  een  storm  van  verontwaardiging 
verwekte,  en  .^ongsaemneme"  (De  kroonpreten- 
denten", 186S],  Ibien't  eerste  gioote  dichtwerk, 
waarin  hg,  socaIs  Woenar  segt,  veriiondigt,  dat 


DigilizedbyGoOglC 


IBSBN— BYiCDS. 


„de  k«nhigigedMht«  van  een  nieniran  töd  ftHijd 
oi«rwint,  en  dat  er  gwa  hoap  ie  Toor  ban,  di« 
Blechts  het  verledeoe,  bet  leeds  bHtau  bebbeo- 
da  kans«a  beifialeii".  QekreiAt  doot  de  iqiikeD- 
ning  Tan  het  publiek  en  de  eritiek  en  leer  ver- 
bittepd  a>T«r  de  ibonAng  na  Nooiwegeii  in 
bet  Deenïch-Ptiiiswcbe  eonfiiet,  Terliet  hq  io 
April  1864  Christisnia  tti  gniff  uar  Kome.  BQ 
werd  los  »nsjjnUnd;dewereldgMehi«deni>  ontr 
roerde  hem.  In  bem  weiden  thu«  (te  kiemen  n- 
l«gd  voor  een  druna  over  den  ondfrmng  Tan  net 
Bomeineehe  keiiernjk.  In  de  eerste  plaats  maakte 
hg  zich  kra  thi  de  l«TenebeechoawHigen,  die 
nit  ScaadinaTiD  bad  meikgt^aebt,  door  twee  dra- 
ma's in  Tenen  „Braad"  (1866)  en  ..Peer  Gynt" 
(1867).  In  beid«  werken  woidt  het  NixirKhe  t(^ 
gegeeeeld;  sleehla  wordt  in  „Brand"  de  NMrtebe 
slapheid  tenminste  door  een  ideale  Nooraebe  fi- 
gaur  leroordeeld,  terwjjt  in  „Peer  Gynt"  de  held 
als  de  ^isebe  rertegenwoordiger  Tan  Nooreebe 
wilskracht  en  grillighetd  getehwen  is;  ook  e 
onaitffeqtroken  protest  t%en  de  idealiseerins 
Tan  NooTsehe  boerMtigareii,  looali  in  dien  tjja 
BiOnuon  gaf.  sebemert  in  bdde  stokken  door.  In 
1863  verliet  Ibsm  Bccoe  en  vertrok  nur  Drea- 
den,  waar  bq  bet  blqspel  „De  Unges  Porbnnd" 
(De  bond  der  jeugd,  1869)  scbreet.  Eerst  on- 
dar  den  inrloed  van  de  groote  g<l>earteniMen, 
die  het  ontstaan  Tan  bet  Dnitsehe  Aijk  tengeToI- 
ge  badden,  kon  hg  het  gesehi«dkaDdige  tooneel- 
■pel  in  twee  deelen  „Keiser  og  Oaliloeer"  (Keixer 
en  Galilaetr,  1878)  Toltooien;  het  schildert  den 
strjjd  tuBBcben  de  antieke  denkbeelden  met  bet 
Christendom,  den  ond<Brgang  van  Juliatau  den 
Aftaltige,  en  is  Tolgena  iSdUentAer,  „het  fonda- 
mant  Tan  het^n  76fen  Uter  gesehapea  heeft, 
waardoor  hg  eigenlgk  eerst  liehidt  geworden  ia", 
een  werk,  waarin  veel  te  ïiildeo  ie,  dat  ïijn  la- 
tere stukken  rerklaart  en  aanTnlt,  en  dat  baan- 
brekend is  geworden  «oor  ean  nieowe  dramatieche 
koDst.  8«dert  1S75  woonde  Ibun  atwisKlend  te 
Rome  en  t«  München,  besoebt  echter  ook  Scaadi- 
naTJB,  waar  men  bem  als  een  triomfator  onlTins; 
sedert  ISdl  woonde  hg  te  Cbristiuiia.  Hn  schreef: 
„Samfnndets  Stotter"  (De  steunpilaren  oer  maat 
Bchappö,  1ST7),  „Et  Dukkeshjeoi"  (Een  Pt^pen- 
huL«,  Terk'e«rdelipf  ten  onzent  „Nora"  geheeten, 
187fl).  „Gjingangere"  (Spoken.  1881),  „Een  Fol- 
ketiende"  (Ben  Tolkergand,  1882),  „Viktanden" 
(De  wild«  eend,  18S4),  „Bosmersholm"  .(1886), 
„Fnien  tra  Hafet"  (De  vrouw  van  de  >ee,  1888), 
,3«ddB  GaUet"  (1890),  .^rcmeater  Solnese" 
(Bonwmeeiler  Solness,  1862),  „LilleËToir  (Klei- 
ne Ejolf  1894).  „John  Qabriel  Borkmano"  (1896) 
en  den  dramatigohen  ^ilooe  „N&r  vi  Dode  vlg- 
ner"  (Als  wg  dooden  ontwaken,  1698).  In  al  de- 
ze weiken  worden  sociale  en  menscbelgke  veriiou- 
dingen  van  oneen  tgd  b^andeld  maar  piobleem- 
ot  tendenistnkken  ^jn  het  niet  Het  nitgangspunt 
ligt  steeds  in  de  bescbonwing  van  meuscnelijke 
karakters,  van  belangigke  lötgeTalien.  Danrbg 
geven  de  liefde  en  de  haat,  die  den  dichter  ver- 
Tullen,  aanleiding  tot  uiteenzet  tingen,  eritiA 
Tan  oude.  onderziwk  van  nieuwe  denkbeelden.  De 
grondtoon  van  al  ign  werken  is  intnsachen  een 
groot  optimisme,  een  onwankellnar  geloof  aan 
„bet  derde  rj^".  waarin  „de  geest  der  waarheid 
«1  die  der  vrgbeid  luUen  beeisehen".  De  techniek 


1  liin 
1.201 


drama's  Blnit  zich  aan  li 


IHn  laatste  bedrgven  ontsluie: 
vergelgkelgke  logica  lange  leven  sgeschiedeniesen 
en  lossen  die  op.  Te  noemen  vallen  nog  ign  „Dig- 
te"  (Gedichten,  1871),  waarnaast  v^  afzondei- 
Igke  gediofalen  in  tjjdsehiitten  Tersehenen.  In 
1900  werd  j&  ign  tegenwoordigheid  een  bii»uen 
standbeeld  van  nem  voor  den  nationalen  schouw- 
bn^  onthold.  Hg  orerleed  in  190Ö  te  Cbrietia- 
nia. 

Ibie»  ia  d«  stichtw  der  oataralistiscbe  school, 
niet  slechts  in  ScandinaTÏB,  maar  ook  in  Duitech- 
land.  waar  men  o.  a.  te  Beiign  een  ,Jtisenge- 
meente"  aantreft.  Sij  heeft  met  zeldzame  scherp. 
zinnigheid  vele  fouten  der  mensehelgi^  samen- 
leving bloot  gelegd  en  londer  varschooning  aan 
de  kaak  gesteld,  daarttg  hon  verderfelgke  gevol- 

Kn  onw«deilegbaar  aantoonend.  'Alleen  wordt 
m  door  velen  rerweten,  dat  zgn  „waarh^ds- 
drang"  niet  zelden  oveielut  l«t  „vraarbeidama- 
nie".  Naast  he4  naturalisme  mat  door  sommi^ 
van  liin  werken  een  m;etiMe  strooming,  die 
somtq<b  als  symbolisme  te  voorschnn  treedt  en 
met  de  teekening  der  werkelgkbeid  een  schel 
contrast  vormt. 

Zgn  ,3am!ede  Vaeiker"  verseheneD  in  10  dln. 
(Eoperiiagen  1898 — 1902),  ign  brieven  onder 
toelicht  van  iqn  soon  in  2  dln.  in  1904;  een  eri- 
tisebe  Dnitsehe  uitgave  van  ^  werken  met  goe- 
de inleidiDcen  van  Brandet,  SlioM  en  Sekknlher 
<9  dln.,  1898—1908),  waarna  in  1904  een  10de 
deel  verscheen  met  een  bloemlezing  nit  Ibteit'a 
iirieven.  Een  Nederlantkehe  VMtaLns  v-   -"- 


afmnderlgke  stukken  vindt  men  oo^  in 
„Wereldbibliotbeek. 

Zie:  Ö.  B.  Show,  The  Qninteseence  ot  Ibsen 
(Londen  1SS>2)  en  R.  Lothar,  Henrik  Ibeen  (Dich- 
ter n.  Darsteller.  VUl,  2de  dr.  Leipaig  1902), 

Ibteii,  Sigurd,  een  Nooredi  staatsman  en 
schrqvei,  zoon  van  d«n  voorgaande,  weid  den 
SSsten  Deeesnber  1859  ta  (Aristianis  g^ren,  en 
verliet  in  1864  met  zgn  ouders  Noorwegen, 
woonde  tot  1884  in  Italië  en  Dnitschland  en  stu- 
deerde te  Rome  en  te  Hitaichen  in  de  rechten. 
In  1385  werd  hy  aan  het  ministerie  van  Buiten- 
landsche  Zaken  te  StO(ibolai  geoUatst,  werd 
daarna  geiantschapaattaché  te  Washington  en  te 
Weenen,  doch  nam  in  1889  sgn  ontslw.  Van 
1896  tot  1897  hield  hg  aan  de  hoogescËool  te 
Christiania  voorleiin^  over  sociale  cnidetw«r- 

Gn.  In  1899  kieeg  hg  weer  een  betrekking  aan 
t  ministerie  Tan  Binnenlsndecbe  Zaken,  werd 
in  1902  lid  van  den  Noorechen  slaataiaad  te 
StoAholm  en  verving  den  Sisten  October  1908 
Blehre  in  het  KaJiinet  Hagerup  als  minister;  ech- 
ter trad  hg  met  het  Kabinet  in'  Maart  1905  af. 
Aan  de  liew^ng,  die  den  7den  Juni  1905  leidde 
tot  Noorwegen's  aticbeiding  van  Zweden,  nam 
hg  geen  deel,  Sedert  1906  is  hq  lid  van  bet  Hzn- 
sehfl  Hol  tbh  Arbitrage.  Van  1892  tot  1895  was 
hg  mederedacteur  der  „N;t  tidsskrift"  en  van  1398 
tot  1899  van  de  „Ringeren".  Hg  Echreef:  „ünio- 

m"  (1891)  en  „Hoendog  magter"  (1894). 

Xbyoiu  (ltnil">*},  een  Griekeeh  lierdichter, 
geboortig  nit  Rb^nm  in  Beneden-ItaliB,  was 
tijdgenoot  van  Anakrton  en  besoebt  in  het 


DigilizedbyGoOglC 


IBTCÜS— KBTHTOtjOGIE. 


Biddes  der  Me  ««air  *.  Cbr.  ti«t  Boï  tu  Polf- 
enUi  be  Suuoa.  Nulst  hg  venolgeiu  vrie  reïMn 
gedun  hMl,  keerde  hq  têng  auw  iqn  gciMtort»- 
plaftte.  Tolmna  e«a  m«,  door  6«UU«r  ia  ijJQ 
tallftde  ,.Die  Erui«be  det  Ib;kaa"  behutdeld, 
werd  hSjW  r«i»  4oor  hmtc»  oïemllon  en  wr- 
moord.  Hg  evnk  duri[>ü  de  bedrngi^  uit,  dftt 
de  kiMDVOgeM,  wette  1^  <ii«  gele^éit&eid  voor- 
bÜTlosen,  bon  wraak  loiideii  Tersduitlen.  Dit  ge- 
Khiedde  te  EorinAe.  Toen  de  moordeitMrï  aldui 
een  troep  knuiTo^ls  ugea,  letde  een  tui  ben 
spottend;  ,^iedMT  de  wiekere  vtn  ïhyeutl"  Het 
noemen  tko  deo  n&am  dee  vermoorden  gaf  «an- 
leiding,  dit  die  mannen  in  beebtenit  genomen 
BD  nft  bet  belijden  tm  hnn  misdud  gedood  wer- 
den. Volgens  de  bericbten  der  Oudheid  heelt  iby- 
au  7  boeken  lierdi<faten  geaehMten,  T&n  welke 
ileehts  eenige  fregmenten  tot  oo*  ly^  gekomen. 
Men  Tindt  ie  in  de  ,J>oet««  Ijriei  gneei"  {4de 
dmk  I8S2)  T»  Bergk. 

Im,  ook  PuimNo^  eenwund,  een  liJTitier  fftn 
de  Ani*u>Den rivier  m  Zuid-Ameiikt,  ontipringt 
(B)  de  O.  helliw  dbr  Ooat-Cordillen's  Tkn  Colum- 
bie,  itroomt  Z^.  wearte  m  nuwdt  o*  een  loop 
TUI  1580  km.  uit  bq  Sfto  .Antonlo  do  left  in  de 
BruiliuuKhe  ptotiaete  Amatonu.  De  Ifa  Toert 

fond  mede,  loopt  meestal  door  oerwouden  en  Ii 
400  km.  ter  bevMrbur. 
19a,   een   departemcnto  der   repabliek   P«m, 

Jvnit  un  Lim».  HoanekTeliea,  Ajseneho  en 
requipa,  omTit  de  helling  der  Andea  tul  Aja- 
enebo  en  de  kuitvUkten  ea  tdt  op  2!  5B6  t.  km. 
90  000  iDw<mer«.  De  gelgknamige  hoofdstad  liot 
in  bet  dal  der  Ica,  beeft  ±  801X1  inwoDets  en  it 
door  een  spoorweg  met  de  haven  Piseo  verbonden. 

lomrlMU  noemden  lieh  de  Tolgelincva  t*b 
den  Pranschen  commnniet  Cabel  (lie  aldaar). 

Xoftrlni  {Ikarv}*),  een  der  Atbeensehe  heroin, 
bereidde  tgdeni  de  regeering  Tan  PandUm  san 
Dwmytm  een  gsitTtye  ontvangst,  waarom  deie 
hem  bekend  maakte  met  den  "wynbaDW.  Toen  hg 
bet  aitgeperete  en  in  ukken  bewaarde  dniiveonat 
aan  lyn  atadgenooten  liet  proeren,  smaakte  dit 
100  soed,  dat  ig  te  t««1  aetimikteD.  Na  meenden 
^,  dat  feoritia  hen  Tergittigd  bad,  loodat  iq  in 
bon  dronkenschap  bem  doowlen  door  hem  in  de 
bron  AnjrgToe  te  wer^n,  waarna  ig  hem  onder 
een  boom  begroeren.  Zqu  dochter  Srigone,  bgai 
fciankiinnig  ran  ifroefb^d,  hing  zich  op  aan  dien 
boom.  ZcM*  of  Dtonynu  plaataCe  na  Sngone  aU 
„De  Haagd"  onder  de  sterren,  alsook  haar  ge- 
troawen  hond  Hadta,  door  «is  „Siriaa"  Konasmd, 
en  haar  Tadet  ale  „BoOtee"  of  „Areturna".  De  on- 
dankbare Atheners  werden  gestraft  met  de  pest 
of,  Toigens  anderen,  door  een  razernij  onder  de 
jonge  dochters,  loodat  deze,  eyenala  Srigone,  zicb 
door  ophanging  van  het  (even  berooiden. 

loanu  (Imot),  een  aoon  Tan  Daeikdui  (ue 
aldaar),  werd  met  zgn  Tader  in  den  doolhof  op 
Ereta  gevaageQ  gehouden.  DattUUui  echter  ver- 
Taaxdiede  kunatige  vlengeda,  die  met  was  aao 
bet  lichaam  vastgehecht  of  lelfe  van  waa  bereid 
waren  en  waarmede  zg  zicfa  boven  de  aarde  kon- 
den Terheffen.  Toen  Eg  in  de  Incht  zweefden, 
naderde  leamt,  ofschoon  Tooraf  door  Daedalut 
gewaarachnwd,  te  dicht  bq  de  zoa,  zoodat  bet 
wal  Won  te  smelten  en  hg  niet  ver  van  het 
eiland  Samos  in  lee  TieL  Dne  droeg  later  den 


naam  van  learUoke  Zee.  Daeialiu  begroef  i^u 
loon  op  bet  kleine  etlaod  Jearia,  Uiaoe  Nikaria, 
ten  wetten  van  Samot. 

XohnmiBsn  IHerpeite»  III.)  ia  de  naam  Tan 
een  roofdieren^eslacbt,  tot  de  familie  der  Givet- 
kalltn  (Vitemde»)  bebooreode.  Het  wdecsebeidt 
lieh  door  een  ipittea  cnnit  ewt  een  voomitate- 
kenden,  ronden  nens  tegen  den  k<m  aangednAte 
ooren,  een  rawe  t<»g,  een  alank  liefasMD,  korte 
poolen  en  swarte  n  witte,  bontelige  haren,  eea 
mj  den  romp  (fikken,  maar  altenfs  donna'  nit- 
loopeoden,  langen  staart  en  d«or  Aieren  aan  den 
aam.  De  dieven  Tan  dit  gealaeht  leTen  in  het  zui- 
den va»  AirC  en  in  Ooit-Afrika  ia  o«deraaidaefae 
holen  eo  Toedeo  lieh  met  kleine  loc^dieien,  vo- 
gels, eieren,  inaeetes  eni.  Van  de  soorten  noe- 
men wn  den  Sgyptüehea  ieftiietnaoii  |£f.  ieluum- 
tmm  Wagn.)  of  de  Pharaorst.  Deie  is  geeladi- 
tig-^T^  met  zwarte  «kkken;  het  onderbaar 
brnmaebtig-geel  en  de  stskelbarén  ign  awsit  en 
geel  gerii^,  en  wel  zoo,  dat  lieh  op  deo  kop 
meer  de  zwüte  en  onder  dan  bnik  meer  de  gele 
klenr  vertoont.  Z^n  poolen  en  staart  ign  nnn- 
neeg  (wart  en  ign  klauwen  donkeibmin.  Het 
dier  beeft  een  lei^te  Tan  65  CB.  net  een  45  cm. 
langen  staart.  Hggelght  wel  wnt  «9  den  baniing 
en  dringt  ook  even  vermetel  als  dete  door  in  de 
hokken  es  stallen  van  bet  plaimgedierte  om  iqn 
vraatineht  te  bevredigHi.  Verder  verdelgt  hg  vde 
ratten  en  maiMD.  Vro^r^r  geloofde  meit,  dat  ïjj 
krokodilleneieren  opzocht  en  opvrat  en  dat  hg  ia 
den  muil  kroop  van  (Ëe  slapeode  diemn,  om  te 
zoo  te  dooden.  Om  die  reden  werd  de  idinen- 
mon  door  de  oade  EgyptenaFoi  als  een  heilig 
dier  gehuldigd,  lerwgr^le  bedendaagscbe  itevo- 
nem  vui  dat  land  hem  vaak  lanmen,  Mn  lieb 
van  ratten  en  mnifen  te  bern^dbn. 

XoluMimisiildMi  ia  de  naam  van  em  fami- 
lie, van  vKesTleugeligen,  waartoe  veiwhillende 
gesUdbten  van  tbajntenem  behooren  (lie  aldaar). 

lotatbrodoDMn  (Grieksch)  zgn  foadele  na- 
aebentanden;  de  van  haaien  afkomstige  noemde 
men  vroeger  (JliMsopefra  {tongeteenen)  et  ook 
wel  slangen  tangen,  omdat  meo  ze  beeefaouwde  als 
ait  den  oemel  gevallen  tongen  van  slagen.  ^ 
wefden  als  amnwtten  tegen  epilepsie  gedragen. 

XohtliTol  (viaeholie)  vindt  ah  geneesmiddel 


toepassing.  Bet  wordt  Tei4[t^{en  nit  de  droge 
destillatieprodncten  van  een  bItraniMns,  aaphaft- 
aehtig   gesteente,  dat  in  groote  hoeveeibedeB  i 


Tirid  eevonden  wordt.  De  rnwe  olie  bevat  klnne 
hoeveelheden  stikstofhoDdeDde  basen  en  «igani- 
Bche  zuren.  Chemisch  zgn  de  vwsehillende  stof- 
fen vaa  deze  olie  nog  niet  bepaald,  wel  ^a  eeni- 
ge iwaTelboadende  stoffen  afgeachelden,  maar 
de  natuar  van  deze  heeft  men  nog  niet  kannen 
Tastalellen.  Voor  bet  bei«iden  van  bet  genees- 
middel wordt  de  dn  met  steik  zwavekunr  be- 
handeld, waardoor  bet  zoogenaamde  iehlyi^gul- 
foinur  gevermd  wordt.  Dit  de  waterige  opuwsing 
wordt  mt  door  kenkeniont  «(geseheiaen.  Hetam- 


is  een  roodbrniiie,  heldere,  atrocmerige  vloeistoi. 
Het  wordt  veelvnldig  gebruikt  bg  baanuoeder- 
katarrh  en  andere  Tronweniiekben,  ook  bg  brand- 
wonden, hnidiiekten,  gewricbteontsttkiogen  enz. 
XobUirolovl*    **  ^  kemiH  der  visaehen. 


DigilizedbyGoOglC 


KeUHYOffiAOSN-JDl^ 


619 


Xchthrsphkr»it    «Jn^Kh  =  Viaehetere) 


bedendugnbe  BeloedvJMtu,  tan  A»  Aiftbiwh- 
Ftniaebe  Zee.  een  ander  in  Aethiopit  aan  de 
Anbieebe  Qolt.  Nau  w«l  beweerd  «ciil,  boaw- 
4ai  1%  tinn  woningen  van  ïiBchgraten  en  moisel- 
«eüelpen. 

XolitllTOnilfl  'B  <^  naam  ran  een  fowiele 
TogelgToep  uit  de  Noord-Amerikianwbe  knjtloT- 
inatie.  Deze  dieren  badden  de  grootte  van  een 
dnif  CD  waren  goede  vliegers,  wat  nit  de  lenste 
van  het  oppetarmbeen  «n  de  sterk  mtwikkelde 
kam  op  het  borBttieeD  ii  at  te  leiden.  Hnn  weiv«li 
«aien  dobbel-hol,  dus  kwamen  in  dit  «piiebt 
«etrigszinB  met  di«  d«r  viMcben  overeen.  De  naam 
beteek«nt  dan  ook:  Tisehvogel. 

lobUiTOS&nnu  of  viichtiagediê  noemt  men 
«en  nitgeatorTNi  ord«  der  Reptielen,  waarrao 
oierblglwlen  vooral  m  de  tiaa  in  DaitKhland  en 
E^igelau]  voorhanAen  ign.  De  ieblhyosacrai  (lie 
de  afb.)  beelt  een  leer  grootm  kop,  en  zijn  lawe 
kaken  ign  gewapend  met  bonderden  gt^looide, 
kegelvormige  tandMi,  die  in  een  tandgroeve  ge- 

Ctdt  i^n.  Beo  beenijie  ring  omgeeft  de  ontzet- 
groote  oogen.  Zi)n  hals  ia  leer  kort,  ign 


XolUtu  of  Qetu  leüia,  ie  de  naam  van  een 
ond-Bomeiaaeh  plebejiaeh  getUcht,  dat  lich  door 
een  gverife  veraediging  van  de  reebten  dee  vtdks 
verdienstelgk  beeft  gemaiit. 

Efuriiu  leUiu»  irard  met  U.  Deeiui  en  L. 
Juniut  Brulut  dooi  de  plebejers,  die  de  wgk  had- 
du  genomen  naar  den  Heiligen  B«tg,  ala  tS- 
Ïevaardigde  naar  den  Senaat  gezondcai.  In 
92  dro^  hg  een  wet  voor,  voldoe  welke  de 
Iribtuuu  flebu  fvolkitribunn)  ieder,  die  hem  ge- 
durende i^n  boetpraak  tot  bet  voik  in  de  rede 
viel,  voor  het  gerecht  kon  dagen.  AIb  aiedilis  (49S) 
ontving  hg  met  ivo  HnbtKenoot,  L.  Juniui  Bnt- 
bti,  van  de  tribunen  bevel  zish  van  Uareiu  Co- 
rioianuê  meester  te  maken,  hem  naar  biet  C^ti- 
tooi  (e  brengen  en  van  de  Taiffejiscbe  Bott  te 
werpen.  Dit  werd  echter  met  gew«d  door  de  pa- 
trieilrs  belet 

Lueiu»  ItUiu»  Ruga  wu  in  456  v.  Obi.  valk«- 
tribaon  en  maakte  met  ijjn  eollega  voor  de  eerate 
maal  gebrnik  van  bun  reebt,  tyta  den  Senaat  aa- 
men  te  roepen.  Verder  lette  h^j  door,  dat  bg 
de  wet  de  Avent^^be  henvel  aan  de  Plebejen 
werd  toegeweien.  In  449  trad  hg  op  als  de  ver- 
loofde der  door  den  tienman  Ajifüu  i>edreigde 
Vw-ginia.  Bjj  haar  Igk  spoorde  hg  het  volk  naa 


lehthyot 

buik  dik  en  ign  «taart  leet  laiyg.  In  plaats  van 

rten  had  het  dier  vinnen.  Dit  dier  bewoonde 
lee,  voedde  liefa  met  vieeh  en  wetd  wel  eens 
10  en  lelfs  meer  meters  lang.  Het  bracbt  waar- 
eehgnlgk  levende  jongen  ter  weield.'Uen  vindt  in 
bet  lias  gebeele  lagen  van  vcnteesde  uitwerpse- 
len (k oprol tetben)  van  deie  dieren,  en  daarin 
ontdekt  iben  de  overblgtselen  der  dieren,  welke 
ig  gennttigd  hebben. 

XohtliTOlifl.  Zie  HuidtiekUn. 

Xoloa  Aubl.  is  de  naam  van  een  plantenge- 
■lacht  nit  de  familie  der  BuTteraeeeén.  Het  om- 
vat hars-leverende,  Amerikaansche  boomen  met 
onevengevinde  bladeren  en  witte,  aarvonnig  ver- 
eenigde  bloemen.  Van  de  soorten  noemen  wg:  L. 
Araeoveliini  A  a  b  1.,  die  >n  de  bossehen  van 
Qujana  5  m.  hoog  wordt,  met  een  gladden,  gtij- 
len  be£t,  waaruit  een  térpen tjjnachtige,  welde- 
kende,  maar  bitter  smakende  balsem  vloeit,  die 
onder  den  naam  van  araeonebinebalsem  als  ge- 
neesmiddel gebezigd  wordt;  I.  Caraniut  H  n  m  b. 
et  Bonp.,  een  boom  aao  den  Orinoeo,  die  den 
carannahars  oplevert,  /.  guianeiuit  Anbl..  een 
middelmatig  noogen  boom  in  Znid-Amerika  en 
Weet-Indii  en  den  Amerikaanecben  wierook  (Oti- 
banum  trmenmntnn}  opleverend;  I.  leieariba 
De  e.  of  den  elemiboom,  van  welken  wg  een  soort 
van  elemihars  verdrogen,  en  /.  Taeamahaea 
X  n  n  t  b,  die  in  Colnnriiia  tehuis  behoort  en 
ons  voorziet  van  een  leer  welriekende  barssoort, 
in  Zotd-Amsrika  tacamahac  genaamd. 


lieh  tegen  de  tirannen  t«  verzetten,  wist  het  le- 
ger afvallig  te  maken,  dat  teesn  de  Sabgnen  wa# 
opgetrokken,  en  ondoThaodelde  daarna  met  Va- 
lertHj  en  Horatiui,  algeianten  van  den  Senaat, 
over  de  voorwaarden  Mr  verwening. 

XoolmkUl  is  de  lersche  naam  vooi  lona  [lie 
aldaar). 

Iconlnm.  Zie  £01110. 

loosuidrlA  of  Tvintighelmige»  is  de  naam 
van  de  planten  der  I2de  klasse  van  het  stelsel 
van  Linnaetu.  Daartoe  behooren  de  planten,  wier 
tweesladitige  bloemen  20  of  meer,  onderling  vrge, 
niet  met  ^ën  stamper  vargoetde  en  ,iOp  den  kelk 
ingeplante"  meeldfaden  boEitten- 

lotenu.  Zie  Qeeltuehl. 

'Xd  (Arabisch  =  feestdag)  noemen  de  Arabiseh 
sprekende  Mohammedanen  oe  door  de  Turken  met 
den  naam  Bairam  aai^eduide  feestdagen. 

Ida  is  de  naam  vsjt  een  houg  gebergte,  dat 
licb  van  Phrjoii  over  H;sie  en  dus  0^  ovei 
bet  landschap  Troas  oitetiéjct.  Aan  igo  voet  lag 
de  stad  Troj«  en  sgn  helling  vormde  tot  aan  de 
lee  een  vlakte,  waarop  d«  belegeraars  lieh  ves- 
tigden. Dit  g^ergte  is  bet  tooneel  vss  vele  ver- 
hMen  nit  de  Oii^sehe  mytholegk.  Op  den  boog. 
sten  top,  Qsrnnoa  genaamd,  lag  een  heiligdcm 
van  Kfbele.  Hier  besliste  Parii  den  strgd  tae- 
ecben  Apkrodite,  Hera  en  Paüa»  door  aan  eerst- 
genoemde den  goaden  tip^  toe  te  wgien,  en  hier 
werd  ook  aanymede»  geechaakt. 

Emi  ander  gebergte  van  dien  naam,  liians  Pst- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


kuilit  gefaeeten.  loopt  door  bet  eiland  Kreta  Tan 
het  Weïlen  naar  bet  Oosten.  De  bcH^te  top  van 
dit  geberete  ia  3456  m.  Volsena  de  «age  werd 
Zma  in  dit  f[ebergte  opgevoed,  dat  men  daarom 

als  de  Teiblylplaata  besehouwde  —   — ' 

daemooen,  Idaei  Daetyli  genaamd. 


.  wordt  ineealoten  door  de  gemeenti 
Leeuwarderadeel,  'mtjerkjteradeel,  Smallinger- 
land,  Utingeradeel,  Bauwerderbem  en  Baardera- 
deel.  Tot  de  gemeente  hehooren  bet  hoofddorp 
Qronw  en  de  dorpen  Warga,  Waitena,  Roordahui. 
MD.  Friene,  Idaaid,  Egam  en  Warstiens.  Het 
weelelifk  deel  van  den  bodem,  een  gedmlte  «an 
de  onde  Hiddetiee,  faeataat  uit  kki,  het  midden 
nit  klei  met  sand  vermengd,  bet  Z.  O.  nit 
en  meien,  in  bet  N.0.  treft  men  dilnviaal  land 
aan.  Laodbouw  wordt  er  iweiiüg  nitg«oeteaid,  vee- 
teelt en  laivelbereidiDg  ign  de  hoofdmidddea 
van  beataan.  De  «poorweg  van  fieerenveen  naar 
leeawardM  en  de  kanalen  van  Sneek  en  Leenwar- 
des  naar  Oruiingen  doorsngden  de  gemeente. 

Uftka,  een  der  Vereenigde  Stalen  van  Noord. 
Amerika  en  als  loodanig  opgenomea  den  3d«n 
JnU  1890,  ligt  tnaeeben  llf»  en  117"  10'  Wi. 
T.  Gr.  en  42*  en  49»  N.  Br.  Het  wordt  in  het  O. 
door  Montana  en  Wvomtog,  in  het  Z.  door  Utah 
en  Nevada.  in  bet  W.  door  Wasfatagton  en  in  bet 
N.  door  Britech  Cohimbia  begrensd.  Idabo  telt 
op219ö20  v.km.  (ISIO)  S25  594  inwonen,  waar- 
onder sleebtt  651  neceis,  S4S3  Indiuien  en  2334 
Aiiatan.  Het  land  ia  Dergaebtis  en  in  het  N.  vrQ 
dicht  met  boseh  bedekt.  De  ^lake-Rifer,  bij  d« 
Indianen  Etttoshone  genaamd,  vormt  de  grens  in 
bet  W.  en  neemt  Teehts  den  Boiee,  den  SalntoD' 
River  en  den  -Clearwater  op.  De  geologiaebe  ge- 
sleldiieid  is  nos  slechte  zeer  OMnuwkenrig  on- 
denoeht.  Bet  klimaat  is  leer  geiond,  de  gemid- 
delde jaartemperatnnr  18*;  tempeiatnren  van 
42"  en  — 2fio  C.  werifcn  als  aitersten  waaigeno- 
men.  londer  dat  echter  de  hittie  en  koude,  wegens 
de  dioge  en  luiveie  laeht,  leei  ateifc  sevoeld 
worden.  In  de  boogirelegeii  iKatrieten  lijn  de  iwin- 
teri  streng.  In  het  Z.  moet  de  bodem  konttmatig 
besproeid  worden  en  brengt  aledsn  tarwe,  aard- 
api^len,  haver  ea  gerst  voort.  Ooit,  met  name 
pmimeft,  wonit  veel  uitgevoerd.  Veeteelt,  vooral 
schapenteelt,  wordt  ook  op  groote  aehaal  gedre- 
ven. Een  hooldiiron  van  inkomsten  is  de  mjjn- 
bonw,  die  in  1914  voor  25  millioen  dollar  <m- 
brseht,  waaronder  voor  7  mill.  zilver,  en  1  miO. 

Cid,  18,5  m^l.  lood,  en  3  mill.  link.  De  itaat 
it  19  mill.  aciea  wond  en  beeft  daardoor  be- 
langrgke  bontindustrie.  Ben  drietal  apoorwegen 
doorsnijdt  den  staat.  Idabo  is  verdeeld  in  23 
conntiee.  Een  ttaatinniversiteit  bestaat  in  Mos- 
eow.  De  etaat  kiest  21  aenatoren  en  49  afgevaar- 
digden, die,  evenals  de  goavemenr,  voor  twee 
jaar  benoemd  worden;  hg  lendt  één  lid  naar  het 
eongres.  De  hoofdstad  is  Boise  Cit^.  Idabo  waa 
oorspronkelök  een  deel  van  het  in  1B0S  va 
Pfankrgk  g^ochte  Lonisiana.  Den  Sden  Maart 
1868  werd  bet  als  territorioin  georganiseerd  en 
den  8den  Joli  1890  als  staat  o 


koD  lien,  deel  aan  de  Caledoniacbe  jacht  en  deo 
Argonan  ten  tocht,  ontvoerde  llarpetm,  de  doch- 
ter van  den  riviergod  Euentu,  op  welke  ApoÜo 
verliefd  was  en  richtte,  dooi  dezen  achterhaald, 
den  boog  op  den  god.  Zeu»  laat  de  kenie  sas 
MarpeÊta  over,  die,  bang  voor  ApoUa't  ontrouw, 
Idai  4[iesl.  Sedert  baat  Apollo  luar;  ig,  loowel 
als  baar  dochter  Alegtme,  sterven  vroeg.  In  een 
Btrijd  met  de  Dïoeknren  wordt  Ida»  door  een  blik- 
semetnal  v«ji  Zeiu,  Lj/neeiu  door  Polydeuee»  ge- 
dood. 

Zdd*klnvha,  Pieter  Rembt  van,  een  looa 
van  Rembi  van  Iddekinghe,  burgemeester  vaa 
Oroniogen.  in  1683  gebaren,  werd  m  1719  Keko- 
len  tot  lid  van  den  raad  ijjoer  geboortestad,  in 
1736  tot  burgemeester  en  was  in  6elangrqk«  eom- 
miseiBn  te  'e-Oiaveohage  werkwam.  Oednraida 
de  onlnstea  van  1747  ea  170  .ondervond  h^,  ab 
aanbaoger  vn  d«n  prins  va»  Orante,  ia  mime 
mat«  de  toegenegenheid  van  bet  volk.  Door  qn 
staoivaetigbeid  «d  onverKbreUenheid  rwiat  n| 
het  oproer  tot  bedaren  te  brengen,  en  toon  de 
volmaehten,  in  1749  aanjpesteld,  de  afiettiog  det 
meeste  regenten  in  fironisgen  verlangden,  deed 
hg  in  de  etaats vergadering  bet  voorstel  aUe  amb- 
ten neder  te  leggen  en  ter  beaebikking  van  den 
rtaidboader  te  stellen.  Qü  werd  ecbbei  lal«r  ber- 
koien  en  b^eedde  ign  ambt  tot  aan  ign  dood, 
den  6d«n  Jali  1758.  Tevens  waa  hg  loitenaot- 
bontvester  en  cnrator  dei  hoogeaehool. 

Iddekinghe,  Anlou  Adriaan  van,  een  looa  m 
den  voorgaande,  in  1711  geboren,  werd  na  bet 
békteeden  van  oaderscbeiden  behtngTJjke  waardig- 
heden ook  tot  buKemeester  vu  ign  «eboorte- 
plaata  aai^esteld.  Verder  bdaatte  men  bem  net 
gewiehtige  lendingen  naar  prins  WHUm  IV,  ta- 
wijl  later  de  prinaes-gonvemaate  hem  en  ando'^ 
de  loti^  opdroeg  voor  de  opvoeding  van  baar  min- 
derjangen  w»n  Wütem  V.  In  1755  algevai 
naar  de  Staten-Generaal,  bekleedde  bq  ait 

bet  voorïitterachaj).  Hü  overleed  den  28*t.. 

bmari  1789.  Ook  bg  was  curator  der  boogeadioeL 

Xdd«kliiv*i  J"»  Srnst  Henrie  Hooft  vtn, 
UI  Nederlandaeh  munt-  en  penmnxknndiga,  du 
den  Joli  1842  te  Maaatrieht  geborei^  beioèht 
het  gymnasinm  t«  Oroningen,  legde  iieh  vooral 
toe  op  de  mant-  en  peuaingkaade,  werd  in  1871 
diiecbsDr  van  fa«t  mant-  en  MDniogkabinet  dn 
Leidsche  hoogescbool  en   in    1873  secretaris  va» 


Apkareu»  van  Ueeseiufl  en  Arele^  nam  DMt  inn 
broeder  Lyneeiu,  ^  tot  in  bet  diepste  der  aaide 


bet  college  vao  SjiiMdviteur*.  Uet  dr.  

beiocht  A^  de  faanebedden  en  vetkwi  in  1878, 
bq  ostbioding  van  bovengenoemd  college,  qa 
betrdlisg.  Hq  overleed  te  'a-Oravenbage  dea 
21sten  December  1881.  Van  xön  geacfariftea  ver- 
melden wjj:  ,J^eeland  en  de  Fiieien  in  de  Mid- 
deleeuwen. BHdragen  tot  de  geechiedenis,  recfata- 
keniue,  muntxanoe  en  geographie  der  I^Vieaebe 

fewesben  inoonderheid  gednreude  de  etide  eenw" 
1881).  Verder  leverde  hij  een  groot  aantal  op- 
stellen in  de  „Revoe  de  la  namieinati()ae  be<o* 

den  „Nederlandschea  Spectator",  in  de 
dragen  voor  Vaderlandsche  geechiedenis  Ok 
heichunde",  in  de  „AmbemBcbe  Courant"  en  ia 
de  „Handelingen   en   mededeelingen   der  Haat- 
echappg    van    NederlandEebs  Letterkande",    tot 
wier  leden  hij  behoorde.  Ook  wat  faü  lid  van  de 
„Société  rojale  de  namismatiqpe"  in  BelrÜ. 
UdMUUft,  Sii  Sta/ford  Hmm  NortknlÊ, 


l 


D,o,l,zedb,GoOgle 


btmI  van,  een  Britseh  etaaUmfto,  den  27Bton  Oe- 
ïober  I81S  geboren,  etudeerde  te  Oifoiil,  wm  tih 
1841  tot  18Ï5  partieulier  secreUris  van  óen  tóen- 
ima]s  110^  «AwerTatieTsn  OladêUme  in  het  mi- 
nüterie  van  Hamiel  ea  Teeti«d«  lieh  ia  1847  te 
Iioikden  als  adrocut.  In  1851  eitde  hg  d«  «ur- 
^beid  TUI  iwronet  en  i*m  Beeretaris  vao  de  eer. 
■tfl  «erddtentooiiBtelling.  In  1856  wend  hjj  3><1 
Tin  bet  'Lagerhaft  ea  irae  van  Januari  tot  Jani 
1869,  onder  loid  Derby,  secretaris  Tan  de  Sebat' 
Uat.  Id  liet  derde.  minMterie  van  deten  vtxé  hij 
in  Jan!  1866  president  Tan  het  ministBrie  Tan 
Sandel,  in  I887  miDisteT  vin  Todie;  in  Febroiri 
1874  werd  hq,  eoder  DtBraeli,  kaneeliêr  der  Sehat- 
kiat  en  nam  in  1876,  toen  DisraeU  lid  tu  het 
Hoo^etlinie  wrad,  in  bet  L^ertitiia  4e  teiding 
cp  iich.  Ia  April  1860  trad  hq  met  het  conseirv 
iiere  ministerie  at  en  leidde  de  <^p<Hitie  in  het 
Iiageihnis;  daai  hg  eehte^  t^n  die  taak  niet 
'opgewuien  bleek,  werd  liii  bq  de  Tomtin^  na 
een  oienw  i>ehoadend  Kabmet  ia  1885  met  den 
titel  Tftn  naaf  tot  peer  en  tot  eersten  lord  der 
Sehalkist  benoemd.  In  Febrnari  1886  tiad  hq 
met  SaliihuTy  al,  doch  tmd  in  den  zomet  tu 
dat  Jaar  met  deun  «eei  op,  nn  all  minister  van 
BnileDlandMhe  IZaken.  Hg  oTerleed  den  I2den 
Jsnnari  1889.  Hij  «hreet:  „Tmnty  jears  of  tl- 
saneiil  poUct"  pNiden  1868). 

Zie:  tmig,  Iele,  letters  and  dian  ol  Eatl  ld- 
ikalei^  (ëde  dn*,  Londen  1809,  2  dln.)  en 
Bryee,  Stodiee  in  eaatempororr  bioeraphT,  10de 
Mr&jaaiai  IWB). 

XdMUtl  {atg:d«d  Tan  bet  Orieksdie  idea)  be- 
toekent  eigwilqk  aU  b^voegl^  naamwoord:  oter- 
«enkomstig  de  idee;  als  Wiitandig  naamwoord 
wordt  het  wooTd  dikirgU  «ttruikt  in  den  lin  van 
de  Platonische  idee  (lie  Idee),  d.  w  1.  het  meer 
volkomen  oei4)eeld,  dat  w^,  betig  bij  bet  schep- 
pen tan  knnitwerken,  betig  hg  ledelgk  hanM- 
len,  hetifj  bg  ons  denken  in  de  ^eduhte  hebben 
Ml  nastreren,  dodi  dat  wg  nooit  Tolkomeo  be- 
reiken knnnen  wegens  de  materie,  waaraan  w^ 
gc^nden  ign.  Deie  tegenstelling  i«  in  de  nhile- 
■ofie  Tan  Plato  en  Kant  zeer  ver  ontwikkeld  en 
beeft  in  de  wgs^eerise  gedichten  Tan  Sehiller 
haar  hoogste  nitdrakking  geTonden.  Het  ia  eTcn- 
«M  een  Mdaelite  van  SdtÜier,  die  echter  reedi 
ia  EdHfs  leei  wortelt  dat  tenminate  in  de  knnat 
de  te^Dstelling  tasKtien  het  ideaal  en  de  weike- 
l^kbeid  in  zweien  lin  vrenwoDnen  is. 

IdMdlums  is  een  leer  niim  begrip  dat  in 
uer  verwante  en  toch  soms  Ter  nitéenloopende 
beteekenissen  wordt  gebraikt.  In  bet  algemeen 
TCTstaat  men  «sder  idealiame  die  denkwgH, 
waarbij  nien  hel  ffedaehte  en  het  geestel^.  onsen 
bewnitigneinboaa,  tu  groote  waarde  en  befeeke- 
mie  ariit  tegenoTer  bet  liehbbare  en  materieele. 
Te  ondertebeiden  is  er  tnsschen  bet  metsphj- 
■  i  e  e  b  of  ontologieeh  idedisne  en  bet  idMlitme 
vp  bet  gebied  tan  de  theorie  van  oni  k en t er- 
mogen.  Osder  mefapbytieeh  ideaüeme  Twatast 
mMi  die  wereld  besebon  wli^,  Tolgene  welke  hst 
gedachte  of  geesteljike   (de  berrii^n]   het  be- 

E'nsel  en  den  grond  Tan  alle  dingen  ailmaken. 
it  in  leei  TereebilleDde  TOimen,  zooala  bij  Plato, 
TOOï  wien  de  ideein  begrippen  waren,  waaraan 
een  hoogere  werkelgkbeid  toekwam  dan-  aan  de 
üehtbare  wereld  en  die  toot  de  Behtfaare  din- 


sen  tot  model  dienden,  lóoala  bjj  Eêgel,  bg  wien 
bet  wereldgebear«a  licG  «qibit  in  een  logisch  pro- 
ces en  bg  Sehopenlutuef,  Toor  wien  de  wil  bet 
eenig  werkelijke  was,  waartegen  de  wereld  der 
Terechgnselen  slechte  een  looretelling  ia.  Volgens 
het  idealione  op  bet  gebied  der  theorie  van  het 
kenveimtwen  bestaat  er  buiten  het  bewnstzgn 
geen  kenbare  buitenwereld.  One  kennen  beslaat 
slechte  nit  den  iabond  Tan  ons  bewnstign  en 
nit  kennis  gew^  door  de  werkingen  Tan  dit 
bewnstigo.  verder  kan  odk  wetenschappdljke 
kennis  niet  gaan.  De  juietbeid  —  bier  denke 
men  bgT,  aan  de  logica  —  deier  werkingen  be- 
slist OTer  de  betronwbaarbeid  der  keonii.  Hier 
gaan  dan  wederom  de  aanbanxers  van  deien  ge- 
dachteugang  niteen.  Zoo  bgT.  als  snbjeetieTe  idea- 
listen, wanneer  men  bet  iodïTidneel  bewaitijjo 
onderwerp  Tan  betdiouwing  maakt,  en  als  objectief 
Idealisme  wanneer  de  gedaehte  gerieht  is  op  bet 
bewMttgn  in  bet  algemeen,  waardoor  men  we- 
derom terecht  komt  bg  bet  met^ysiieh  idealia- 
me. Eén  Torm  bierrao  noemt  men  tmUI  bet 
Dnitsche  idealisme,  begonnen  meAfntl'a 
denkbeelden,  Tolgen*  weRe.allea,  waarTan  wg  om 
bewust  warden,  door  mw  bewnst^n  ^n  «om 


beeft  geprikkeM,  J.  O.  fitkU  bonwde  hiercni  ign 
denkbeeklen:  de  menscbelgke  geest  schept  de  wo- 
retd  Tan  ign  bewDstqjn,  maat  ode:  de  geest  dea 
menseben  is  ledelgk  handelen.  De  wereld'  vaa 
het  bewnstcgo  ia  de  plaats  Toor  bet  xedeljk  han- 
delen; de  geest  en  ign  inbond  is  het  eisenlgke 
weien  der  wereld.  SêhtUittg  gin^  Tan  deie  ([e- 
daebte  nit,  SehleürmaiAer  wilt  q)n  godsdienstige 
denkbeelden  hierop  te  bonwen  en  ook  Hegtl  gaat 
verder  op  dezen  m*g,  bet  „denken"  all  handelen 
verklarend. 

Ook  in  de  sedeknnde  anreekt  men  van 
idealisme,  wanneer  men  meent,  aat  iemand  han- 
delt gedreven  door  ign  geloof  in  ledelgke  idea> 

In  de  kit  nat  stelt  men  tegenoTer  lealisnie 
idealisme  ter  aandviding,  dat  iemand,  meer  dan 
door  ZDCht  tot  het  weeigeTen  der  werkelgkheid, 
woiih  bezield  door  den  wenseb  aan  ideeBn  uiting 
of  gedaante  te  geren. 

Idsa  (Oriekieh  =  etdo»  of  idta)  is  een  aan 
Plaio'ê  wysbegeerte  ontleende  uitdrukking,  d^ 
het  wezen  van  een  ding  of  Tan  een  soort  van 
dingen  beteekent;  100  is  bgT.  de  idee  van  een 
ImIb  =  bet  samenvattende  begrip  Tan  alte  we- 
senlgke  kenmerken  van  een  hiue.  De  ideefin  be- 
staan echter  Tolgena  Plato  niet  alleen  in  het 
denken  als  abstracties  van  de  concrete  ationder- 
lijke  dingen,  maar  ia  beirtteo  een  xeltitaudige 
realiteit  buiten  't  snojeetieTe  denkon  en  ouder 
dan  de  dingen  lelf;  de  IdeeSn  worden  niet  Eoozeer 
bepaald  door  de  dingen,  ala  deze  door  de  ideeta, 
die  in  hen  op  min  of  meer  volmaakte  wjjte  b»- 
Jiehasmd  zijn  (ideeinleeT),  In  de  Ëngeleche  en 
Fransche  filosofie  beeft  intnseehwi  het  woord 
deze  beleekenti  geheel  en  al  Terloren  en  duidt 
(ledert  Lodce  en  DetearUt)  eenTondig  bet  beeld 
san,  dat  de  geest  licb  van  een  Toorwerp  maakt, 
dus  de  voonteUtBg  in  tegenstelling  tot  net  ding 


D,o,l,zedb,GoOgle 


n>BB— KtBHTITErrSKAAItTSN. 


■elf.  In  de  Dnitaebe  philoMfie  nadert  echter  ee- 
dert  Eanl  het  «oord  weet  meer  tot  igit  oortpioo- 
kelijke  betefienu.  Kant  komt  hierin  met  Plalo 
overceB,  det  ook  hq  bem  de  idee  en  de  ideeSo- 
ker  een  boogeten  rang  bekleeden  dto  it  wereld 
der  TerKhfneelen.  Terwgl  echter  Tolxene  Plalo 
de  idee  ■)■  de  eenheid  in  de  Teelheid,  mla  bet  bln. 
vende  in  d«  Teruideilvkbeid  der  (Knffen  tegelgk 
het  iWMrtehtig  xgndeis,  enltet  liDnert^-ecnerete 
durentesen  aleeht8Khiji>,dieft]3eendurdoDr  un 
het  innde  deel  beeft,  doordat  de  idee  liehdurin 
heeft  Mliehumd,  elniten  Tolgeoa  Kant  eerder 
de  ideeln  het  iqd  nii.  in  looverre  all  een  voor- 
werp, dat  daaraan  Ksbeel  beantwoordt,  tolatrekt 
niet  Toortgebraefat  kan  warden;  het  i^n  eleehtt 
Toorlfcrengeelen  van  onie  denktnnctiei,  die  bui- 
ten en  boren  de  liimelqke  wereld  (die  ^lees  rea- 
liteit beiit),  werken,  het  iQn  aleehts  de  nomum 
van  ban  werkuambeid,  de  doeleinden,  waarnaar 
ijj  etreren.  Zoo  wordt  bet  theoTetiiehe  terband 
bebeereeht  door  de  weield-idee.  het  praetisehe 
door  die  der  ledelgke  vrijbeid,  d«  oordeelskracht 
door  die  der  doelmatigheid.  De  Ihiiliebe  wjjagee- 
ren  na  Kant  sloten  fieh,  behalve  Herbart,  n<H 
nauwer  bji  de  Platonische  tenninologie  aan.  Vol 
^ene  Jaeobi  tonden  de  ideeEn  haar  wortel  hébben 
10  d«  ervaring  en  derhalve  ale  ideeSn  van  het  va- 
re, Mhoone  en  goede  onmiddellvk  op  bet  bestaan 
van  die  laatste  wgien.  Zie  verder  Schelling,  Seho- 
mhauer,  Hegel,  wm  Harltnann,  Ideaal  en  Ideo' 


mmAoi 
Ittme. 


IdsMn,  Aeaodotie  mm.  Zie  AimxiaHe  van 
ideein. 

Idtltr^  Chrittian  Ludmg,  een  iDnitieh  ster- 
ren- en  tQdnkenknndi^,  den  21tteD  September 
1766  te  QrosS'BreM  bij  Perleberg  gcfeorMv  werd 
in  1704  door  de  Prnisiecbe  regeering  betast  met 
de  berekening  van  den  kalender.  In  1321  werd  hij 
hoogleeraar  aan  de  nniversiteit  te  Berljjn.  nadat 
hg  reeds  vroeger  benoemd  was  tol  lid  der  Aca- 
demie van  Wetenschappen  te  Berlijn,  en  in  1839 
werd  hg  opgenomen  onder  de  buitenUndeehe  le- 
den van  bet  Fransebe  dnstttnut.  Hg  schreef: 
.^ietorisebe  TTntermchoagen  Ober  die  astcpno- 
miachen  Beobaebtnngen  der  AHen"  (1S06),  „Un- 
tar<nehnng  fiber  den  Ursprang  nnd  die  Bedetf- 
tnng  der  Stemnamen"  (1809).  „Handbneh  der 
mathematiacben  nnd  techniechen  Ohronologie" 
(1825—1828,  2  dln,).  „Lehtöneh  der  Chronolo- 
gie" (1881)  an  „Die  Zeitrechnnng  der  Chineten" 
(1839).  Hg  overleed  te  Berlnn  den  lOden  Angn»- 
tna  1346. 

Ideler,  IvUui  Luiwg,  een  zoon  tan  den  voor- 
saande,  den  8den  September  1809  geboren,  stn- 
deerde  aldaar,  eent  tn  de  geneeskunde,  verrol- 
gena  in  de  natnniknnde  en  daarna  te  Koniogaber- 
gen  in  de  wiskunde.  Nadat  hg  lïch   te  Berlijn 


der  SvTptisebe  oudheidkunde,  dótji  overleed 
reeda  den  ITden  Jnli  1342.  Van  ign  geschriften 
vermelden  vrg:  .^eteorologia  vetenHn  Qraeco- 
nun  et  Romanorum"  (18S2),  benevtne  nüfaven. 
van  de  „Heteoralogia"  van  AriMlolelet  (1834— 
1836.  2  db.)  en  van  de  ,J^7tiei  et  medid  grae- 
ei  miDores"  (1841—1842.  2  dln.),  „Hermapion" 
(2  dln..  1841)  en  de  uitgave  van  een  Koptisch 
psalmboek   (1887)   en  van   „Leben  nnd   Wandel 


Kari'a  des  Grotten"  (2  dln^  1839)  Tan  r^M- 
Aard. 

Id«ler,  Karl  WiiMm,  een  Dnitsch  pnehia- 
ter,  den  SSsten  October  1795  te  BendwMeh  ge- 
boren, was  „geheim  Medieinalrat"  en  ftrofeaaot  ïb 
de  geneeAonde  to  Berlgn,  tevens  direetenr  der 
atdeeling  voor  krankiinnigai  in  Ia  Cbaritfi  <■ 
overleed  den  39ttei)  Jnli  1860  te  Samloaen.  Tot 
lijn  belangrnkate  geschriften  èehooren;  MGrand- 
rias  d^^Mlenhei&node"  088^-1838,  2  ÜmX 
„BiograiAien  G ei ttesh ranker"  (1841),  ..Vennek 
eioer  Theorie  det  religiOsen  Wahnaïnni"  (1848 — 
1850,  3  dln.)  en  .Jjefarbnch  der  gerictatlidtaa 
Psjchologie"  (1857). 

Idanborr.  ^-  ^-  f;  >»  1S6I  te  Botterdan 
geboren,  werd  in  1881  benoemif  t«t  2den  Inite- 
nant  der  genie  hg  bet  Nederlandseh-Indiadi  le- 
ger, in  1883  bevopderd  tot  Isten  laitenant  en  in 
1892  tot  kapitein;  hg  was  aehtereenvolgena  ad- 
jndani  van  de  l^reommandantan  Vetter,  Swn  I 
en  De  BrKyn.  In  1901  werd  hg  lid  det  Tweede 
Kamer  voor  Ooada,  en  in  1902  opvolger  van  dn 
overleden  minister  Tan  koloniSn  mr.  T.  A,  J. 
van  Aeek  van  W^ek.  Na  het  aftreden  van  het  mi- 
nisterie-KnHMT  in  1905  werd  hjj  gonvemeni  vaa 
Saiinome.  Toen  in  1908  het  miniiterie-De  Jfeea- 
Ur  plaats  maakte  voor  het  miniaterie-ffentakert, 
kwam  hg  weder  aan  het  hoofd  van  het  departe- 
ment van  Kolonito.  In  1909  werd  hg  benoeiód  tot 
sonvemenr-generaal  van  Nederiandaeh  Ooal-Ia- 
diB,  in  welk  ambt  hg  maatregelen  nam  on  de 
kerstening  van  Nederündaeh  IndiS  te  bevordeiek 
Hg  werd  in  1916  opgevolgd  door  mr.  J.P.  giMif 
«m  Lmburg  Stirtan  en  keerde  naar  het  xtóer- 
land  tenig.  Km  Idenburg  is  een  der  meest  geite- 
ne leden  der  anti-revobtionaire  staatapart^. 

Idflstlek.  Zie  Identiteit. 

ïdantlUlt  ie  een  wjjegeerige  nitdrakking 
vooT  de  gelgMieideverboodin^.  In  uitgebreide! 
lin  bestaat  ig  tnsschen  begnppMi,  waaneer  deu 
met  elkander  verwisseld  kannen  worden  (wiatdr 
begrippen),  in  meer  beiterkten  lia.  wasMN  qj 
een  en  iietielfde  begrip  ijjn.  De  eerste  aoort  vixH 
men  bji  begrippen,  die  bg  «en  veraehilleodea  ia- 
bond  denaeltden  omvang  beiitten,  de  laatite  bf 
die,  welke  denielfden  ioboDd  en  omvang  bebbM. 
De  denkwet  der  identiteit  (priHetfimm  idemti- 
tatie),  gewDontgk  door  de  tormale  A  =^  A  aaa- 
gedoid,  eiecht,  dat  slechts  bet  in  begrip  overeen* 
stemmende  tot  een  eenbeid  eamragtvoegd  woi4t. 
Aan  de  vrösbegeerte  van  SekiCui^  w  ffcfti  geeft 
men  den  naam  van  identiteit^hilasofïe,  omdat 
lij  het  absolute  weun,  het  beginsel  van  al  hel 
beslaande,  beschoowen  als  de  identiteit  van  oatc 
grondbegrippen,  n.1.  van  de  begrippen  van  irit- 
|eet  en  object,  van  het  ideale  en  reiele,  van  im 
geert  en  van  de  natnur,  v«i  bet  draken  ea  vaa 

IdantltaltakAkrtMt  dienen  Ux  vaalatelUag 
in  de  identiteit  van  degenen,  4e  wier  nane  m 

Ïesteld  ign.  Voornamelijk  daar,  waar  gddswaai- 
en  aan  een  uMt  name  aangeduid  putoon  me- 
ten uitbetaald  irorden,  lal  men  bjj  voorkeur  «aa 
Idratiteitakaarten  laten  gebruik  maken,  opdat  er 
Hkerheid  in,  dat  inderdaad  betaling  aaa  da 
rechtbebbenae  getehiedl.  Bg  de  Poltergen  fcier  te 
lande  kannen  bij  alle  kantoren  identiteitakaar- 
ten,  waarvoor  een  recht  van  50  sent  versefaaldigd 


DigilizedbyGoOglC 


IDENTITBnBKAAirraN— IDIOOT. 


it,  aaagvrrugd  worden;  doe  sgo  geldig  gvdareii- 
de  esD  JMr,  unvftDgemle  iset  dea  d«g  vu  tt- 
giïtit.  H«t  Bnk  <tdt  ndi  niet  MHuprakelgk  tooi 
■elude  dooT  Det  nitgevoi  vut  «en  imtI  ot  door 
het  gdnvik  lan  miibnik  daamn  ontstun.  De 
NederUndiebe    identkeitakuuleti    knnneo    mede 
dienen  in  EMgÜ,  BoiDifrflenegowiiw,  Denemu- 
kes,  Dnitsehlau,  Daitseli  Oost-Afrik»  en  Dniteeti 
Znid-Wett  AIrfta,  Hoiiguü«,  Noorwegep,  Oostea- 
rqk,  Puuwj,  RoemeniJ.fierTie,  Spanje,  Zweden 
«n  ZwHieiIaiid. 
IdsntltaltBphUMofU.   Zie  UmU«(, 
Zdaolorcn  noemt  men  die  FtiMci»  wgwe»- 
len,  die  ilTe  mctaphysic»  Terwierpen  en  de  plij- 
Biolofrliebe  leer  der  idee4n,  d. «.  i.  d«T  gadaehte 
ToorateUingen    en   bewoitijJBrrenebHMeien    t 
lioofdiniMod  hanner  wji^erarte  maakten  en  i 
aalhropologie,  phjnologie.'kennitleer  en  psjtho- 
logie  tot  ondsrwerp  bamar  atodiea  Teikoian.  Tot 
de  ideoloffen  r^enl  »en  gewoonlijk  DettiUt  dt 
Troef,  OoMMtt  en  Ctmdontt. 

UlOMBtoriMtha  twwerliWMi  noemt 
men  4ie  apieibew^ngen,  welke  m«n  onbewaet 
uitvoert,  t«rwgl  man  ie  neh  ierandig  nwratelt. 
Zij  spelen  een  groote  rol  hli  bet  gedaehtenkoen, 


den  tafeldans  en  deml^'kB  dingen, 
Idloeu  (Qriekaen  =  eigenaan 
men  een  taal,  dia  Tan  de  a%emeene  taal  alwqkt, 


niaardigbeid),  noemt 


Het  woord  ^Mteekent  dM  Tr^wel  betzelfde  aU 
dialect.  Daamaaat  wordt  wüoom  ook  j^ebniikt 
Toor  bel  gebeel  der  legawjien,  aitdmkkingen  en 
Terbindingen,  die  een  bepaalde  taai  in  oDde^ 
•eheiding  van  andere  eigen  agn. 

Idioot,  afgeleid  van  bet  Qrieksehe  woord 
*/>Mt  (eigen),  noemen  wn  den  ooodanige,  die  ran 
■iJB  kindKieid  af  aehterlgk  bleef  in  de  ontwikke- 
ling van  ign  lielarermo^ena,  *an  verstand,  wil 
en  gemoed,  loodat  faö  met  in  staat  ia,  om  iqn 
ledelöke  handelingen  te  regelen.  De  liehtü«  gra- 
den worden  meer  onder  imbtaHttil  aaamgeTM. 
De  eigenl^ke  idioten  worden  in  3  klaiaen  Ter- 
deeld.  De  eerste  is  geheel  stompiinnig  en  onge- 
voelig TOOT  de  indrucken  tan  baiten,  de  tweede 
toont  sieefats  dierlQk  instinct  londei  verstaade- 
^ke  icnnogena.  terwgl  d«  linlaigelijke  waame- 
mingen  teer  gebrekkig  ijjn,  de  «ide  ope&baart 
b^  zwakke  en  beperkte  lerstandsni tingen  faeiige 
dierlgke  driften. 

In  alle  (Tniden  lan  idiotiame  Tlndt  men  zoowel 
de  Tentandelgke  vennogens  als  het  gemoedsleren 
en  den  wil  Terminderd  en  afgestompt.  Daar  de 
ontrankeiykheid  en  bet  verwerken  van  indruk- 
ken onvoldoende  is,  komt  bet  bg  hen  niet  tot 
heldere  voontellingeo'  en  ti«^ppen;  de  ind 
Toorbggaande  en  twakke  indrnkken  bektten  de 
ontwfttding  tan  opmeibauDbeid,  gclieaBcn  «i 
taalronnlng.  In  den  eissten  graad  m  ei  volsla- 
gen apathie  en  brengen  de  lintaigen  de  tlanw  op- 
gevangen indrukken  lelti  niet  over,  en  ia  hnn 
gemoedsleven  al  even  weinig  ontwikkeld  ah  bat 
verstand;  tegenover  slechte  nelgii^en  alt  lengen, 
aehtigbeid,  diever^  en  drankzucht  zjjn  ig  zonder 
•enig  weeretandevermogisn,  ook  bepaalde,  gewilde 
"   '      '      g  of  lelft  ontfoelmstlg 


bewegingen  geacbieden  traag 
en  Butomatiseh.    In  den  laagstt 
onversehtllie  voor     " 


D  den  laagsteu  graad  agn  zQ 

ehtllie  voor  allee,  wat   om  hen   heen   ge- 

icbfedt,  rewk  noch  amaiJc  hebben  beteekenii  voor 


hen,    de  gealaehtidrift   ia   meestal   geheel   w^. 


Tegenover  deien  „toraiden"  vorm,  die  men  vooral 
hg  groote  scbedel*  {makroeephalenj  vindt,  staat 
bet  leveodige,  „veEsame"-tjpe,  die  in  den  ergateo 
graad  wel  even  weinig  vatbaar  ign  voor  nitarenr 
diffe  indrnkken,  maar  daarbq  een  groote  beweeg- 
Igkbeid  beiitlen  en  even  groote  spraakMUunbeia; 
de  indrnkken  komen  en  gaan  hier  te  enél  en  igB 
te  oppeiTlakkig  ou  werkelj^  in  de  boten*  dooi 
t«  dnagen  en  Unvende  heinneringen  achter  te 
laten.  Hen  vindt  dit  Qrpe  iDeer  t^  de  mtenweyka- 
len,  de  kleine  sebedels.  Tan  Abm  laatste  vormcti 
tot  de  lichtste  loopt  een  onalgebrokoi  •ebakea- 
Fing;  lelfs  teebniaefee  bandigneid  kan  er  bf 
voorkomen  ol  iteigdige'  begaafiHieid  in  schilde- 
ren, musieeeren  of  rekenen,  evenale  bet  eemoeda- 
kven  kan  stggen  tot  aaahankelgkbeid.  Om  in  bet 
oiterljjk  kan  men  die  twee  t}^n  ondemcfaeiden; 
d«  stompe  idioot  lit  in  ign  boA,  kwglt  en  be- 
vuilt zich,  kauwt  op  ign  nagels  en  pinkt  aan 
iQn  kleeren,  terwQl  de  geagiteerde  voortdwend 


of  moedwillig  omver  werpen. 

De  toettaod  waarin  de  idioten  veikeeren, 
draagt  des  naam  van  idtoliMiM.  De  oorzaak  is  in 
het  algemeen  gelegen  in  een  gebrekkige  ontwik- 
keling der  beraenen,  ontstaawle  door  ziekelijke 
aandoeningen  van  den  acbedel,  van  de  bemen- 
vlieien  of  van  de  heiMnen  zelf.  Bü  nonnale  0»> 
steldbeid  van  die  doelen  is  er  doorgaans  erfelgk- 
tieid  in  helspel,  sooals  vallende  siekte  der  ouders 
enz.  Die  ziekelijke  aandoeningen  knmien  het  gerolg 
■gn  van  schokken  en  verwondingen  bq  ot  na  de  ge- 
bootte,  van  plaatselgke  ongesteldbeden  in  bet 
foetus  of  gedurende  de  aanvankelijke  ontwikke- 
ling des  liehaams  of  w^  van  aangeboren  gebre- 
ken tn  bot  eeotraatorgaan  en  sgn  bekleeastUn. 
De  gedaante  en  de  omvang  van  dan  schedel  ign 
b|j  de  idieten  teet  TetaehilleBd,  doch  in  den  re- 

Stl  is  Iwt  hoofd  eer  te  klein  dan  te  groot.  In 
et  eerste  geral  g«eft  men  d«  lehoU  aan  een 


men  er  bmaalA  <dtedelt;pen  als  bet  Eskimo- 
tjpe,  iiet  AMeken-tjpe  enz.  onder.  Het  Azt^n- 
tjpe  heeft  een  niteist  Jaag  aehedeïdak,  aehfenitt- 
wjjkend  voorhoofd,  voomitspringende  oog^,  spit- 
ee  nens  kleine,  aehtemitwukende  kin  en  doet  ia 
zgn  geheel  aan  een  vogelkt^  denken.  Met  den 
stilstand  van  de  geestelijke  ontwikkeling  nat 
meestal  een  aehterblgven  in  groei  gepaara.  Ook 
de  ontwikkeling  der  tanden  is  vertraagd,  teiwgl 
andere  aangeboren  misvormingen,  zooals  gesple- 
ten gehemelte,  b(|  hm  meer  voorkomen  dan  b^ 
normale  kindmen.  Zg  zgn  niterst  gevoelig  vóór 
den  invloed  van  alnAol. 

Tot  de  idioten  bAooren  de  cretins  (lie  aldaar). 

Toi  do  ongeateldbeden,  die  men  met  idiotime 
verbonden  vindt,  behooren  vooral  vallende  ziekte, 
8t.  Titosdana,  contractie  of  verlamming  van  som- 
mige liehaamsdttelen  en  hysterische  krampen. 

Sleehts  zelden  kan  men  bg  tdiotiame  volkomen 
herstel  verwachten.  De  toestand  der  idioten  ia 
intaaseben  voor  aaomeikolgke  verbetering  vat- 
baar, vooral  wanneer  ig  in  dwrtoe  bestemde  in- 
richting worden  of^^ënomev.  waar  verpleging, 
opvoeding,  onderwjjs  en  leiding  op  de  meett 
doelmatige  wQie  aan  dat  oogmerk  worden  dienst 


DigilizedbyGoOglC 


n>ioar— iD6iN(u. 


•^MiMilwid  vui  hoIparidddeD  toe,  om  dien  ta 
TetbtteieiL 

Ooder  de  «tMtttestidileft  tgo  ei  twee  laei  be- 
kende, ^utelgk  BuberMnirg  in  bet  koniDknJk 
Saknn  en  Saoueidttrgh^  Swerin. 

Ltieratavr;  SoUter,  Psjcbologie  de  Tidiot  et  de 
l'iinb«dle  (Parjji  1890);  Wtfgendt,  Die  Behud- 
lD>g  IdiotMcbei  nnd  imbeziUer  Einder  (WQn- 
.barg  1900);  StrüUr,  Die  Heilenwhnng»-  nnd 
PD^reoMtaltai  fQr  Mhwaebbefihiffte  Kindei 
Idioten  nnd   E^ileptikei   in^  DentMhiutd  (Hun- 


bnrg  1901,  Terrclg'lBtH);  Wtggmdt,  I£otie  aai 
Immiltitit  (in  het  „Handbnch  det  Pijcbifttrie" 
vu  AtekaflêHbitTg,  191S), 


XdlepKtUsoh  noemt  men  loodaoige  üekt»- 
TCnehguelen,  «rrike  onmidödlük  uit  ie  ooiuak 
dei  liekta  ToortTkwien;  lij  atMn  das  t^nover 
de  raUexvéTÊtili^iuel»».  WuriMei  «*eri*dutf  dei 
mug  lieh  dooi  bnkhiK  vm  booldpjfa  openbuit, 
du  1*  het  eente  een  ioiowUuaeh  en  bet  tweede 
een  tenezTeiiehvnMl.  Hét  omg^eerd»  bedt 
plute  bg  lieiMiMdiDddtnK.  Bet  ie  tooi  den  êit* 
*Mi  bet  hoogite  belug,  Düde  eaoiten  T4n  ver- 
■eh^uMten  Mawkearig  te  ondovdieidev. 

Ulosmenud*  Uttterlgk  Teituldt  eicen- 
untige  meng^)  WM»t  men  een  eigenurdige 
gflTOUigtteid  «ru  tiet  geiteL  De  teim  wjjit  op 
een  tjfdpei^  wMuin  men  tu  'Ie  jniete  mêngii^ 
ia  nppei  de  geiondbeid  wilde  ■tieiden.  Wie 
duitu  lüdt,  ondeTTindt  bqiMlde  prikkelt  op 
en  ladeie  wgu  du  de  gewone  meneeli.   Men 

nkt  ^T.  *an  «en  idioiynenne  twenoTer  een 
tdei  medieunent,  »ia  het  dboi  den  patiënt 
niet  Tet^egen  wordt,  8«mnige  maneehen  beUieD 
eek  idioiTnciMie  ten  optidite  van  aaidbeien  en 


1  andeie 
„roelighe 
gebrniüt  • 


nitalag' 
e  TiMhl 


Üjke  on- 


itek.  Ook  tooi  pettoonlijke  on 

—'-'-'      --  "^  -mMs  tn6iM«n 

Ie  peitonea  lede* 

o  koDckn  Ooeenr  en  WalUiuMn  net  t«. 

Êen  bet  miaowaD  laa  een  k*t,  Motarl  niet  tegen 
at  geluid  van  een  lromp«t. 
UUotoB,  Öetliekten  voor.  Zie  Aekttrlfke  kin- 
deren en  Idtool, 

Mlotlcon  noemt  men  een  «ooidenboek,  dat 
de  woordenichat  van  een  dialect  tleeiite  briian- 
4telt   ToonooTci  die   van  de  ligemeene   taal  af- 
wükt. 
--    ■■         .  Zie  Idioo*. 


IdlotUni*  noemt  men  in  de  taalweteDtcbap 
tedflien  eigenaardigen,  van  bet  algemeene  gebniK 
alwnkenden  TOrm,  beteekenia  of  uitdrukking,  het- 
^j  die  eigen  ia  aan  een  bepaalde  atieek,  aan  een 
loeiale  gioep  of  aan  een  kwft^d. 

Ufm  il  oon  Tnlkuiaeh  gebergte  op  Jan  en 
wel  in  de  aldeehng  Banjoewangi  der  reiidentie 
Beaodu  plegen.  Het  omtat  een  aantal  werku- 
me  en  nitgeoootde  Tnikanen  en  Terbindingenig- 
gra,  waaivtn  de  wetktuie  Herapl  (2799  m.)  en 
widodaren  (3109  m.)  den  Idjen  in  anderen  tin 
nitm&en.  De  raggen,  bergen  en  TnlkaautMMen 
dnilttt  aamen  een  halfmaanrormige  faoogTukte 
in,  het  Ujen-plaUau,  dat  tooi  bel  groolaie  deel 
met  lang  giaa  ie  bódtkt,  afsewiaKld  ^ooi  kale 

5 lekken  vu  wit  land.  Osdanu  de  hooge  ligiging 
■nim  1800  m.)  it  het  klimaat  tu  bet  pbJean 


Toor  den  aanplant 
van  koffie,  hetgeen  dan  ook  r«edi  Mubiedt. 

Idjoak  ie  de  naam  loor  de  baatautige  nrarte 
veuletor  tuMeben  des  itaa  ei  de  bladcMen  van 
den  arenpalm,  die  in  Inanlinde  Teel  gebeiiffd 
•roidt  tot  dekking  vas  faoiien  W  tot  Terraardi- 
ging  Tan  dnnnaam  tonw.  dat  doi»  leewatei  niet 
woidt  aaagetatt.  De  haide  neireB  worden  alge- 
meen grinnikt  ala  pennen  <tooi  het  leliigTsn  van 
Haleiich  met  AiablMbe  Mt«r. 

UooTMM.  Zie  Kmmmom. 

Idololktrl*.  Zie  Beeldeiuiieiut  ta-  BmUten- 


IdomcDMUi  koning  nu  Gnte,  de  aoon  Tan 
DeiteoluM  aa  de  U«n«ion  tan  JfiMW  II,  biaeht 
met  JfarioMM,  4«a  loon  tmi  agii  haUbroeda,  in 
80  adiepen  de  OnUiuer»  tmu  Ttoje,  om  a 
belegenng  deel  ta  nemea.  P-  *^ — ' 
de  wpcnte  belden.  Na  dei 
den  de  b«d«  aanvoMden  naar  hnn  Taderland 
tem.  Volgeaa  de  lerhalen  na  KiOBaig«n  werd 
hü  «Jtrtin  op  Me  doot  een  etoim  oTeirallen  en 
deed  bq  de  gelofte  au  Ptaridon,  dat  bj)  bg  be- 
honden  OTeiiomat  aas  deiait  góddeneBno  ion 
otteren,  dien  hg  op  i^  gebonrumnd  Mt  «ent 
ion  ontmoeten.  Dia  eente  waa  <$>  mo».  Toen 
eehter  na  bet  Tolbneirai  Tam  het  oUer  de  peat 
b^on  te  woeden,  w<öd  Idomtnn»  door  de  Cre- 
tenaen  TcidMTsn.  Hg  begaf  lieh  ewtt  naar  Ita- 
IH,  TerTolgent  naar  Ooto^um  es  weid  op  den 
beig  Cerea^boa  begraTas.  Volgeni  Diodonit  waa 
ign  graf  te  Cnoeana  op  Creta  en  werd  hg  al- 
daar all  een  beiot  gehnldigd. 

Idrui,  Jmn  iTane  Jntoime,  een  Franaeh 
bealiHionwer,  in  1849  te  Totdooaa  geboren,  atn- 
deerde  onder  leiding  tu  <htiUamn^  OomÜ»  en 
f^giÊitn.  Zgn  meect  beende  werken  agn  een 
„Oewoide  Amoi"  en  een  „Salammbo".  Idroe 
overleed  te  Par^  dei  28etM  December  1884. 

IdrU,  aen  atad  in  bet  Ooitenr^kaebe  hertog- 
dom Krain,  telt  (1910)  6090  inwoners  en  ia  be- 
lugrgk  weguu  de  rijke  kwikiilrermnnen,  aldor 
in  1497  ontdekt.  Zjj  ligt  in  een  djep,  keidTormig 
dal,  dooi  de  Idii<a  beaproeid,  en  haar  hniien  iqn 
oTet  eenige  benTels  TentiooJd.  Gr  is  een  acbonw- 
bnig  «n  een  gebouw  Toor  het  miinbeetnar  (het 
•  ■  "       ■  •    "i^g  Tiodt  -   - 


Tioegete  abt  3eweikeDegK)-  Hieitig 

de  Tooraaamite  opening,  <ne  leidt  naa 

1497  ontgOBnea  kwikiHTermgaen.  wdke  Jaarlgk* 

bgna  100000  ton  kwiktilTei  leToen,  Onder  de 

deltalolfen,  die  et  Tooikomen,  befindt  ilcfa  het 

tdriolMf,  waarin  men  een  nieuwe  aoortvu  kool- 

watentof,  tdrinliu  genaaiBd,  ofttdekt  beeft. 

Hlriny.  Saao  Sanun  wm,  een  Nederlandseh 
neblagrieeide,  dm  lOden  Pebmari  1714  te  Har- 
lingen  gebOTcn  afndeerde  te  Fianeker  in  de 
rechten  en  Terdedigde  is  17S6  aldaar  een  dianr- 
tatie  oTfli  bet  panoreebt,  londur  eTenwel  te  pio- 
moveeren.  fig  Mleedde  een  betr^king  bg  bat 
TOidahiiia  te  Harlingen  en  schreef:  „Kort  ver- 
toog OTcr  de  FrieMhe  haven  pachten,  waarin 
wordt  aangetoond,  dat  een  gednste  negotie  moet 
Bfnemen  en  dat  intMndeel  de  tangweaiging  Tan 
deie  «en  land  doet  bloeiu"  (17U>.  In  1748  be- 
hoorde hg  tot  de  gecommitteerden,  te  Harlingen 

ikoten,  on'te  Leenwarden  bet  erlelgk  atadfaon- 
I,  de  afschaffing  der  pachten  en  bet  bcr- 


DigilizedbyGoOglC 


mSDIQA— HffiAEBIU. 


625 


eUl  dei  oude  wetten  te  Tngen.  Hg  »ard  in  het 
daarop  Tolgcnde  jaar  beiweiiHl  tot  rudsheer  id 
het  pioTJiicual  gBiMhtshof  t«  Groningen.  We- 
send  igti  hettigbeid  kwam  hjj  in  onmin  met  de 
Staten  Tan  FriealaiKl.  fig  overleed  in  ]67fi.  Van 
ign  geschriften  vennelden  wü:  „VBrJorum  jaris 
eiTilU  liber  Ringolarie  «te."  (1738),  ,^et  staaU- 
reeht  der  Vereenigde  >I«deilu>den  eni."  (1758 — 
1765,  S  dln.).  „Bedenkingen  over  de  leiine,  bet 
ferstand  en  den  lin  tu  t  Selweider  Lant&eeht. 
Ubo^,  art.  20  eni."  (1778)  en  „Zedig  en  vrg- 
inoedig  onderioek  of  de  volmaditen  t«n  Landa- 
dage  in  Friesland  Tojgene  de  fnadameDteek  wet- 
ten van  die  proiiDcie  en  de  pToenrattên,  welke 
jaarlök»  aan  de  votmaditen  ge^Ten  worden,  tot 


tigd  en  bevoegd  lön  enz."  (1777). 

Idslnn,  Balauuer  DmtUl  wm,  een  lOon  van 
Meintrl  Johim  vmt  Idtinga,  gonTemenr  Tan  Am- 
boina,  den  SSaten  Aogutu  1745  te  Batavia  ge- 
boren, bekleedde  van  1767  tot  17»  in  de  ütad 
Groningen  vele  gewichtige  twtrek kingen,  werd 
door  die  itad  en  provincie  algevaardigd  naai  de 
vergadering  der  Staten-OeDmuJ,  waa  lid  van 
liet  provinciaal  bestaur,  in  1803  van  bet  depar- 
tementaal bectnar  van  St»d  en  L«nde  en  -werd  in 
1815  borgemeetter  van  Oioningen.  Zgn  wontog 
is  nog  bekend  onder  den  natim  van  Jdsinga'a 
Hof'.  HS  overleed  te  Gronii^n  den  litea  I)e- 
eembei  1818. 

Xdstadt,  een  dorp  in  de  Pmi«sehe  provincie 
SleeswgknHolitein,  telt  (1910)  441  inwoners  en 
i*  bekend  door  den  slag  van  24  en  2S  Jnli  1350. 
Toen  Pruisen  na  den  vrede  van  Berlgn  de  fileei- 
wÖk-Holsteinera  «an  hun  lot  overliet  en  generaal 
BoHxn  terugliep,  belastte  het  bewind  der  hertog- 
dommen generaal  WiUiten  met  het  opperbevel 
over  de  troepen.  Na  den  aftocht  der  Proieen  vie- 
len de  Denen  in  Sleeswnk  en  kwamen  Inueben 
Flensbuig  ea  Sleeswgk.  oQ  Idstedt  in  aanraking 
met  de  troepen  van  Willuen.  Na  een  toorposten- 
gevecht  op  den  24slen  Joli  nam  de  veldslag  den 
volgenden  dag  een  aanvang.  De  Denen  ondei  ge- 
neraal «DU  Krogk  telden  88  000  en  de  Sleeswgk- 
Holileiners  27  000  man.  Toch  behielden  deie  laat. 
•ten  tof  op  het  middagnnr  de  overhand,  doch  op 
het  beslissend  ocmnblik  ontbrak  bet  WiUiten 
Mm  beleid  en  volbarding,  loodat  de  Denen  de 
overwinning  briiaalden  en  bet  land  veioveiden 
tot  «an  de  Bider. 

IdnnuMln  ol  EdomieUn.  Zie  Edtym. 

Xdnua  of  Idkmt,  een  godin  nit  de  Nooredie 
fabelleer,  een  dochter  van  den  dwerg  IvaUi  en 
de  echtffenoote  van  Bnii^  den  god  d«i  diditknM:t, 
was  de  bewa«i«t«r  der  gooden  appelen,  aan  wier 
beiit  de  goden  bon  eeuwige  jeogd  ontleenden.  De 
rena  Thiaxi  dwong  bg  lekere  gelegenheid  den 
door  hem  gevan^n  gnomen  Loki,  om  Iduna 
met  baar  appels  in  i^n  handen  te  leveren.  LoJN 
zorgde  evenwel,  dat  ig  weldra  naar  de  goden  kon 
terngkeeren. 

Unfl  heette  bg  de  Romeinen  de  15de  dag  der 
maanden  Maart,  Mei,  Jnli  en  October,  en  in  de 
overige  maanden  de  ISdfl.  Hifj  was  «an  Jupiter 
gewpd. 

Idrllc,  afkomstig  van  het  Orickadie  woord 
ilii^^m  (een  klein  beeld),  noemt  men  een  di<li- 
termk  tafereel,  aan  den>  eenvoadigen,  aartsvadet- 


Igken  t(|d  ontleend.  iHoe  meer  de  menadien  liflh 
van  de  natnurlgke  levenawgie  en  Tan  de  een- 
vondige  leden  der  vroegste  dagen  verwgderen  en 
boe  meer  ig  de  on^mAken  Mr  toenemende  be- 
ecbaving  met  de  hieraan  verbonden  vormen  on- 
dervonden, det  te  grooter  moeet  hnn  verlangen 
worden  naar  den  ioéalen  natnniitaat,  als  een  le- 
ven van  onaebnld  ea  oprechtheid,  als  een  toe- 
stand, waarin  men  lich  in  de  bevrediging  der 
eenvoudigste  beboetten  gelnkÜK  gevoelde.  Uit 
dat  verlangen  ontstond  de  id^e,  welke  men 
ilechta  aantreft  in  tjjden,  waarin  inlk  een  aaila- 
aderlgke  levenswgae   reed«  Ung  tot  de  idealen 


den  «enw.  Zulke  gedichten  weiden  dooi  i 
ken  ook  wel  met  den  naam  van  „bnkoliaebe  poS- 
lie"  bestempeld.  De  eei8t«  eporen  daarvan  vindt 
men  in  het  Oosten,  nu  eens  in  den  vorm  van  een 
epos,  looaU  ia  bet  boek  ,JUitii",  dan  weder  in 
dien  VMi  een  drama,  looals  in  Kalidata'ti  „8a- 
knntala".  OtA  bjj  de  Orieken  had  de  idylle  aan- 
vankelijk een  epiaehes  vorm,  doch  later  werden 
er  Ijriscbe  elementen  aan  toegevoegd,  looals  door 
Sltiiehonit,  die  het  Igden  van  Doplnu  tot  onder, 
weip  koos.  Ala  zelfstaniUge  dicbtsoort  vertoont  de 
idylle  lich  eerst  bg  het  tiegin  van  bet  Akzan- 
drgnsehe  tödperk,  en  wel  in  ThttAnlo»,  die  keu- 
rige tafereelen  van  het  berderaleven  aebetate. 
Naaet  hem  verdienen  Bion  en  JfoacAo*  een  plaats. 
Onder  de  Romeinscbe  ïdyllendicbter*  belcleedt 
yirgiliu»  den  hoogsten  rang,  en  na  hem  vermel- 
den wg  Calpmiut  ea  JientnatM»,  daar  de  loo- 
genaaiöde  idyllen  van  jlutonint  tot  de  beKfaijj- 
vende  poiiie  befaooren.  De  beste  Italiaanaebe 
tdyllen,  aooata  die  van  Tosao  en  Ovdriit^  betabeQ 
een  dramatieehen  vorm,  hoewel  ook  epische  en 
lyrieche  geschreven  werden  door  Santuaato  en 
AUtmanni.  De  Fransehe  idylle  maakte  te  veel 
Jacht  op  sierlgkbekl.  om  natunrl^k  te  Ujjven, 
en  de  Engelsche  idylle ndieh tere,  met  nitsondering 
van  Sfeneer,  waren  navolgen  dei  Onden.  De 
Spaaneche  idylle  veitooM  tieb  het  liefst  in  het 
kleed  van  den  roman,  en  in  Dnitsebland  Blond 
gernimen  tgd  Salontem  Oettner  aan  bet  boofd  der 
idylltudiehtera,  totdat  Maller,  VotM,  Qottht  en 
anderen  lyn  roem  deden  tanen.  In  one  vaderland 
draagt  de  idylle  veelal  een  karakter  van  navol- 
ging, vooral  Broekhiaptn,  WeUektm»,  Sehermer 
en  Poot  hebben  lieh  op  dit  terrein  bewogen,  docb 
ook  MooH,  Vondtl  «n  anderen  hebben  idyllen  ge- 
dicht. 

Iduerda,  Baertt  van,  een  Nederland  scb 
staatsman,  in  I52S  vennoedeli^  te  Ter  Tdierd  in 
Friesland  geboren  itndeerde  in  da  rechten,  on- 
derteekende  bet  Verbond  der  Edeten  eo  werd  in 
1572  lid  van  bet  College  van  IMeputoeide  Sta- 
ten, later  van  het  Hof  van  Friealaoft.  Hj}  behoor- 
de tot  de  seheidslioden  in  den  twiat  tnsscbeu 
Jooat  van  Sehometnbwg  en  Dirk  voti  BronkkorH, 
terwQl  bg  in  1578  met  Doutet  Sixtna  door  Fries- 
land afgevaaidigd  werd  naar  de  Unie  van 
Utrecht.  In  1580  kreeg  hg  de  opdracht  bet  kas- 
teel te  Stavoren  te  elecbteo,  en  moedig  venette 
hü  lidi  tegea  de  venadcrlgke  plannen  van    den 

40 


DigilizedbyGoOglC 


IDKAEKDA— OatSEXE. 


gnal  WIN  ÜMmmbcTji.  Het  umenatelleii  tku  de 
eerste  LuMlMidoimuilie  werd  in  1602  aan  hem 
en  QtUiiu  van  ffiUema  i^eihagen.  Hq  «Terleed 
den  ISden  Uei  1603. 

IdMttrda,  Memtje  van^  een  taoa  vu  dea  Toor- 
nande,  stiMkerde  te  ti&mbridge,  was  reede  in 
1S92  Tolmacht  ten  Landidage,  werd  in  1600 
grietroan  tm  Weststeiliagwerf,  wa«  tgdena  de 
onderhu delingen  over  het  Bentand  met  Spanje 
(1607)  lid  der  Stat«n-QeDeraal  en  weid  in  1615 
benoemd  tot  lid  der  Qedeputeerde  Staten  Tan 
Frieelaod.  Te  Ter  Idieri  woneode,  werd  hg  alge- 
vaardied  naar  de  Sjnode  te  DordMeht  en  ovei- 
leed  udaar  in  161S.  l^a  «»d  flomme  Tolgde 
bem  op  all  grietman. 

X«p  ol  XJp.  Zie  Olm. 

X«riMid.  ^«  Qroot-Brittannie  m  lerlmd. 

I«rsoh«  taian.  Zie  Ketliteiie  lalen. 

X«rsoh*  Xaa  «tr^t  lich  m  een  bgoa  oiaal- 
ronden  Torm  uit  taaecben  Engeland  en  Ierland 
en  staat  in  bet  Z.  door  bet  St.  Qeorgekanaal,  in 
bet  N.  dooi  bet  fit.  FatiidU-  en  bet  Noordkanaai 
met  den  Atlantiscben  Oceaan  in  Terbinding.  Zq 
ODtTnngt  bjjna  geen  watei  van  riTierao  en  i« 
een  kaun  watetbekken.  De  lencbe  Zee  ia  tot  152 
m.  diep;  in  het  NooTÓkanaal  komen  echter  diep- 
ten van  263  m.  tooi.  De  giootete  eilanden  lijn 
Hao  en  Angleaej. 

Xaraoli  kmla  of  Kniit  von  Palriek.  Zie  Kruit. 

Xcrsob  niM.  Hieronder  Teistast  meo  d«  wie- 
ren Chttndnu  erwBu»  en  Oigarlina  mamiÜoK  nit 
de  groep  der  Rkoaopkyeeeën  ol  Florideeün  (Rood- 
mieren),  «elke  planten  veel  aan  de  leteehe  kast 
veriameld  woiden.  Het  in  verBchen  toestand  rood- 
achtig loof  JB  Tiak,  berhaalde  malen  gaffelvormig 
Teitait,  oniegëlmatig  ingesneden  en  ^ekroeed,  in 
gedroogd  en  toestand  is  het  geelachtig  en  broi. 
Hot  wordt  bij  het  koken  g<ehe«1  lot  een  gdei  en 
TÏndt  toepassing  in  dé  arlsenübereidkonoe. 

lerBota-BomcliiBoh  bad  noemt  men  een 
iweetbad  in  waime,  droge  Incht.  Zulke  baden 
waren  reeds  bij  overoude  volken,  looala  de  Eeyp- 
tenaien,  CharaaeCrB  en  Pboentciira  bekend.  Door 
de  Romeinen  werden  in  vandaar  oTergebraeht 
naai  Spanje,  Fraofcrök,  Oioot-Brittannifl,  Daitsdi- 
land  eni.  Te  Rome  werden  ten  tijde  van  Anloni- 
laii,  CaraoaUa,  DioeUtvmu»  en  andeieo  Teibaien- 
de  sommen  aan  bet  bouwen  Tan  luHie  „Theimae" 
beatee*!.  en  selfs  de  aimete  Romein  kon  lich  da- 

EJjjka  bet  genot  van  tnlk  een  had  verschaffen, 
et  gebmik  werd  ten  laatste  haast  een  mitbini^. 
Ook  in  Oriekenland  hadden  de  Romeinen  inlke 
baden  gebonwd,  en  de  Tnrken,  die  ae  te  Eoa- 
stantinoDel  TODOen,  brachten  se  in  veihand  met 
han  goasdienrtige  gebruiken.  Daarna  werden  i^ 
oikdei  den  naam  van  „Tarkiebe  baden"  algemeen 
in  het  Ooeten  vertiieid.  Znlk  een  zweetbad  <Kent 
den  Tnrken  tot  geneesmiddel  en  tevens  tot  bevor- 
dering der  zindelgkheid.  Nadat  -de  Engelaebe 
staatsman  Urqukart  deze  baden  in  Frankrqlt  had 
keren  kennen,  spoord«  hjj  ign  landgenooten  ain 
d«ie  o(A  in  Engeland  op  te  lichten.  Zyn  denk- 
beelden vonden  OQval  bg  dr.  Rtehmd  Baxter  in 
Ierland,  en  deze  opende  eeret  te  St.  Ann'a  HiU 
bjj  Coik  en  vervolgens  ook  eLdera  loodanige  baden, 
wier  inrichting  hij  aamnerkelgk  verbeterd  had. 
H^  verbond  daarmede  een  aitmiint«nd  ventilatie- 
stels^,  en  zoo  kwam  het  lersoh-Jtomeineefae  bad 


gens  ook  in  Dnitsehlai 

Het  lersch'Romeinsch   bad  i_  „ .. 

eenTondig  bad,  maar  omTat  een  leeka  baden,  die 
met  warme  en  koode  Incht,  warm  en  kond  water 
worden  toebereid  en  veigeteld  gaan  Tan  het  mas. 
seeren  of  kneden.  Men  heeft  aithane  drie  vertrek- 
ken noodig  voor  deze  versebïllende  Teirich tingen. 
Doch  ook  de  Romeinen  badden  reeds  een  fri^ 
dtmum  (een  vertrek  mei  konde  Incht  om  iieh 
te  onikleeden),  een  tefidarium  (een  vertrek  met 
lauwwarme  Incht),  een  sndatortum  (zw«etkamer) 
en  een  lavaerum  (een  vertrek  voor  atwasseben 
en  voor  het  nemen  van  koade  baden). 

Bg  inlke  badiniich tinoen  is  d«  jaiate  tempe- 
ratnur  der  Incht  een  hooMzaak.  Veiwairode  loèbt 
woidt  door  buiten  Mtdei  den  Tloer  en  langi  de 
wanden  van  het  badTeitrek  geleid.  In  bet  t^ida- 
rinm  Jtlimt  de  hitte  der  lucht  tot  U*  C.  en  de 
badgast,  die  er  lieh  ontkleed  nedenet,  is  in  25 
tol  40  minuten  in  't  zweet.  Nu  begeeft  hg  lieh 
naar  bet  aadatorinm,  waar  een  hitte  heeisdil  van 
56o,  en  hlgtt  er,  totdat  het  zweet  hem  langa  het 
lichaam  stroomt,  wat  in  12  tot  18  minuten  ge- 
schiedt. Voor  trisBche  heht  is  door  ventilatie  ge- 
zorgd, Zoodm  nn  de  badgast  in  het  cndatoiinm 
voldoende  uitgewasemd  is,  wrijlt  een  haAne^ 
hem  mei  een  oikken  wollen  baitdschoen  het  iweet 
van  de  huid  en  dinkt  daarna  gedurende  4  tol  6 
minolen  alle  epieren  des  Uchaams.  Daarna  ver- 
laat d«  badgast  het  sudatorium  en  begeeft  sïch 
3>aar  het  aaDgieuiende,  niet  verwarmde  lavaerum, 
waar  de  badknecht  eenige  emmers  lauw  water 
boven  i|jn  hoofd  uitatort,  daarna  het  lichaam  met 
zeep  afwascbt  en  dit  vervoIgeiLS  met  lauw  wat« 
of  met  een  koud  stortbad  abpoelt.  Ook  kan  men 
zich  ten  slotte  ia  een  kom  met  koud  water  af- 
wasschen.  Op  dew  w^e  «fgekoeld  en  gereinigd 
keert  men  naai  het  fngidarium  {een  kleedkamer) 
terug,  waar  men  zich  eenigen  tgd  op  een  matras 
in  de  gemak  kei  glu  te  houding  néderlegt.  Hierdoor 
Tsrho^  men  een  herhaling  der  uitwaseming  eo 
de  huid  hnkrggt  haar  natnarlgke  kracht,  die  ig 
door  bet  sterke  zweeten  verloren  bad. 

De  werking  van  bet  lerseb-Romeinseh  bad  <^ 
het  gezonde  en  lieke  lichaam  is  leer  krachtig, 
daar  het  de  nitwaseming  nog  veel  sterker  bevor- 
dert dan  het  Russisch  stoombad-  Hoe  droger  de 
lucht  is,  des  te  gretiger  doet  ig  bet  water,  waar- 
™=j»    .!;    ;_.    Miraiing    komt,    tot    waterdamp 


overgaan.  Daarom  onttrekt  het  dioge,  warme  bad 
met  groote  snelheid  het  water  aan  het  lichaam. 
Als  een  krachtig  zweetdnjvend  middel  ie  bet  dus 
bgzonder  gesc^kt  om  de  stolwisseling  te  be- 
vorderen. Vooral  dient  bet  lerteh-Romeinech  bad 
om  de  doode  deelen  der  opperhuid  weg  te  nemen, 
de  werkzaamheden  der  huid  te  vechoogen  en  deae 
Ie  harden.  Het  ver^^entaanbevelingfiij  ondersdiei- 
den  soorten  van  chronische  buiduitelag  an  tooi- 
al  bg  jicht  en  rbeumatiek.  Maakt  men  van  zulke 
baden  een  aanhoudend  gebruik,  dan  wordt  de 
huid  ongevoelig  tooi  afkoeling.  In  bet  algemeen 
bevorderen  ig  de  gezondheid,  vooral  van  beo,  die 
een  litteitde  levens wga  leiden. 

Zeraoh  stoUel.  Zie  Qevangenü. 

ZenMke,  een  gemeente  op  bet  eiland  Zuid- 
BeTclMid  in  de  provinde  Zeeland,  1357  H.  A. 
groot,  met  (1915)  4113  inwoners,  wordt  in  het 


DigilizedbyGoOglC 


lE9t8ES3Ei — MWi*'!!»'- 


627 


O.  door  de  Ooataisebekh  ïeapoeld  en  mar  óe 
hndinde  begruud  <h)Or  d«  ^mMnten  Wtmeldin- 
ge,  Eapelie.  Sehore  «n  Krniaigea.  B«halve  fa«t 
ooni  lera^e  bevat  lij  de  banrt  lera^eiidam.  De 
iwdem  beatut  uit  klei,  die  in  bet  N.  min  of  meei 
iBTelig  ia,  en  wordt  toot  den  Isndbonw  gri)niikt. 
Van  aas  DMcr  beteekenia  ia  «ehter  de  oealerieelt. 

'Het  oom  larrnkt,  dat  tio^f  een  leer  aan- 
lieniökv  phata  trai,  ia  later  acDternitgcgaan.  Het 
beiit  «en  HerTormde  en  een  G«KforiiieeTd«  keik. 

If,  een  eiland  ia  d«  Bau  van  Haneille,  is  2 
km.  Tan  de  tnat  Terwuderd  en  heeft  een  door 
fVtnu  I  g«baiiwd  kasteel,  dat  Uter  ak  «taatage- 
vangenia  dienst  deed  en  waarin  o.  a.  Mirabeau, 
hertog  Phüippa  BgaliU  en  maanchaft  Boniine 
Ke?nsen  geieten  hebbMi.  Tooral  ia  h«t  bekend 
door  Dkhuu'  ,Jt3nMÏ  fan  Uonte-Christo". 

Ifflaad,  Augiut  WühelM,  *m  Dnitseh  kon- 
atenaai,  tooneeldithter  «n  beoetenaar  der  tragi- 


sebe  konst,  den  ISden  April  1759  t 
geboren,  was  aanTant^ijk  y 
'.  Uit  a 


i   HaiMOTer 
„  ,  ir  de  itodie  der  god- 

Crdheid  bettemd.  Uit  afkeer  van  deM  en  uit 
tot  bet  tooneel,  begaf  bij  lich  oii  IS-j&rigen 
leett^  heimelijk  naar  Ootha,  waar  big  oiüierw^ 
kreeg  nn  Ekhof,  en  werd  in  1779  lid  Tan  het 
tooneelgeielMhap  te  Ifannheim.  Hier  behaalde 
bij  grooten  bijval  en  vermeerderde  dien  door  het 
geven  van  gastrollen  in  de  v<H>maamite  ateden 
van  Dnitaehlaod.  Outaogeiuamheden  met  den  in- 
tendant en  vooral  de  «oricvdwwegingen-  war«i 
oonaak,  dat  hg  lieb  in  1796  als  direetenr  van 
den  nationalen  aaboDwbnrg  naar  BeHgn  begaJ. 
Hg  werd  er  in  1811  benoemd  tot  directeur-ge- 
neraal der  Eoninklgke  Mhoawbnigen  en  over- 
leed den  22«t«a  September  1614.  JÜ»  Looneelspe- 
ler  bekleedde  hij  een  beogen  Tang  door  de  dieb- 
teilöke  opvatting  van  ign  rol,  door  zjjn  geniale» 
gloed  en  door  het  eritiseb  overleg,  waarmede  hg 
tgn  apel  beheertehte.  Hjj  was  vooral  een  meeatet 
in  komiaehe  tollen,  alnnede  in  roerend  eenvoadi- 

K,  welke  lieb  ia  den  kring  van  bet  burgerlgk 
<tB  bewegen.  Miitder  ^oed,  ook  w^ens  tgn 
voorkomen,  ebtagde  hg  in  heldenrollen.  Öoetk» 
beaebrgtt  hem  als  een  man  ran  middelmatige 
lengte,  evesredüea  liebaamaboaw  en  eea  rond 
en  tol  gekat.  De  door  bem  getehreveo  tooneel- 
alnkken  bebbeii  meestal  een  ledriijkB  sti^king; 
iq  ijJD  tweiend,  vol  gevoel  en  bqtalen  lieh  tot 
den  hoiielgten  kri&g.  Hjj  ondenebeidde  lieh 
Toomi  door  meDecbenceniHt.  Vele  van  die  stuk- 
ken cgn  lang  op  bet  repertoire  geUeven,  looala: 
.4>ie  Jager",  „DieMtpflieht",  „Der  Spieier",  „Die 
MQndel''  en  „Die  Hagestolien".  Al«  bevorde- 
raar der  tooneelknnat  beeft  hjj  veel  goeda  ge- 
leverd in  zjjn  „Almameh  fOr  dü  Theater"  0807 
—1809  en  1311— 1812).  Op  de  geiamenlgke  nit- 
gave  lijner  ,J)nimatreehe  Wn-ke"  (met  een 
,£(ttiBtbiagrt^ie.  16  din.,  1798—1802),  volgden 
qin  „Nene  dramatitehe  Werke"  <180T— 1809,  2 
dln.).  Ook  is  daarvan  een  bkiemleiing  in  bet 
licht  venehenen. 

ZvlAOi'een  ttad  in  Moravil.  ligt  aan  de  Bo- 
faeemMbe  greni,  aan  de  Iglawa,  waarover  een 
brng  is  geslagen,  aan  de  spoorlgnen  Weenen — 
Kolia— Tetteben  en  Iglas— Tabor  en  telt  (1910) 
25  914  inwontre.  Men  vindt  er  mooie  plantaoenen 
op  den  Frau-Earla-Bergj  een  groots  markt 
(87  892  T.  m.),  een  gTnuuwium,  een  hoogere  bor- 


gersdiotd  «b  euüge  vakacbolen.  Van  de  i^miba- 
re  gebonwen  ign  te  noemen ;  de  6t.  Jacobskeik, 
de  Hinorieteokeik  met  een  oude  kmiwang,  de 
St.  Janskerk,  de  kleine  kerk  aan  den  Jofaannes- 
benvel  nit  799,  bet  stadfanis,  de  groote  kaïeme 
(vroeger  klooster)  en  bet  lakeDwevershais.  In 
plaats  van  den  aédeit  den  Dertigjarigen  Oorlog 
verdwenen  mjji^oDW  ontwikkelde  lieb  de  laken- 
indtistne  tot  boogen  bloei;  verder  xgn  er  *pin- 
neigeo,  ververüen,  wolwevergen,  broawergen,  ri- 
garenfabfieken,  glasslgpergen,  gtoommolens  en 
pottenbakkergan.  De  handel  in  graan,  laken  en 
wollen  goederen,  vUs  en  haat  ie  vrg  beluigt^. 
De  etad  hondt  vier  jaarmarkten. 

Iglan  moet  reeds  in  799  mgnbonw  gehad  heb- 
ben. Zeer  oud  ia  öet  stade-  en  münreebC  <l>t  reedt 
in  1250  door  koning  Wensel  I  nemieawd  en  be- 
vestigd werd.  Den  5den  Juli  1436  werd  de 
„Iglainr  Veigleieh"  geeloteo,  .waarbij  keizer  5t- 

ruind  de  Praagiehe  Eompaktaten  beiwoer. 
1470  werd  de  stad  door  koning  Oeoree  Po- 
dUbrad  van  Bohemen  beland,  in  1G23  door 
brand  verwoest  en  gedureniie  den  Dertigjartgen 
Oorlog  tweemaal  belegerd.  Den  4den  Deeemner 
1805  veraloeg  hier  sartebertog  FerdinoHd  iEtU 
een  Beieraeh  eorps  onder  Wrede. 

IfTlMUMi  een  stad  in  de  Italiaansehe  pre- 
vinete  Cagliari  (Santimfl),  ligt  aas  de  ipoor)^ 
Oa^iari— ïglesias — Fortovesme  it  de  letel  van 
een  blt*eb<v  en  telt  {1911)  21  iu  inwonen.  Men 
vindt  er  een  kathedraal  (ISde  eenw],  een  kasteel 
(14de  eenw),  overbigfaeten  van  den  onden  riog- 
mnnr,  twee  technische  scholen,  lood-  en  linkgroe- 
ven  en  handel  in  wgn  en  olie. 

Tfimltt.  Migvel,  president  van  Pem,  den 
18den  Aognstas  1822  [e  Cajamarea  geiMrea,  stn- 
deerde  in  de  rechten  en  beheerde  de  groote  fami. 
liebeiittingen,  tot  hn  in  1861  lid  van  het  Con- 
gres, later  van  d«n  Senaat  werd.  In  den  oorlog 
met  Chili  (1879)  ondersebeidde  hij  lich  als  leider 
en  als  mimster  van  Oorlog.  In  18SS  koos  de  Con- 
«titueerende  Vergadering  hem  tot  president  der 
republiek.  Hg  miakte  een  einde  aan  den  oorlog 
en  trachtte  door  strenge  maatregelen  en  door  een 
eerlgk  en  spaarraam  beetanr  de  orde  in  het  land 
te  beratellen.  Een  revolntie  dwon^  hem  echter 
in  Smtember  1885  at  Ie  treden.  Hn  ging  daarop 
naar  Spanje  en  overleed  te  Madrid  in  1901. 

XrlMlAB  d«  la  Oasa,  Joii,  een  Spaaneeh 
dichter,  den  Sisten  October  1743  te  Salamanea 
geboren^ sticht to  gedurende  zjjn  «tndieind  aan  de 
universiteit  aldaar  met  ign  vriend  Jfelmdsi  en 
anderen  den  diehterkring,  die  tater  onder  den 
naam  van  „School  van  Sauuuanea"  beroemd  werd. 
Hg  vormde  lieh  vooral  naar  de  klassieke  diebtera 
van  ijjn  vaderland,  inionderheid'  naar  Balbuena 
en  Qvevtdo.  Na  het  volbrengen  van  ign  studie 
werd  hg  priester  te  Laradtiga,  later  te  Ckrbajo- 
sa,  in  het  bisdom  van  Salamanca,  doch  overleed 
reede  den  26atea  Augnstna  1791.  Eerat  7  jaar 
aa  ign  dood  werden  zgn  gediditen  verumeld  (2 
dIn..  1798),  maar  later  hg  herhaling  gedrukt. 
Hg  behoort  tot  de  geliefkoosde  v<^sdieb(era; 
vooral  ign  luimige  gediditen,  waarin  hg  ia  uit- 
muntende taal  rde  gebreken  igner  laadgenoo- 
ten  san  de  kaak  stelt,  leven  in  den  mond 
des  Tolks. 

Xcnune  noemt  men  onderscheiden   sooiten 


D,o,l,zedb,GoOgle 


62S 


lONAUE— lONATJBW. 


T«ii  het  MiUeht  Dioteorta,  »o*li  D.  mitiva  L., 
D.  idata  L.  en  D.  bulbUera  L.  Zie  Dioaeorao. 

Irnatliu,  D«  üeUige,  biseehop  tui  AntiocbiS, 
wu.  nair  men  meMt,  een  leerling  vui  den  ^mm- 
tel  Johannei  ea  wordt  om  die  leJen  tot  de  Apos- 
tolisdie  Vaderen  getekend.  Ook  ontTing  hg  den 
bgoMun  t*»  Tktöphorui  (Ood  in  bet  nart  dra- 
gende), omdat  hg  gtÉMadea  weid  Toor  bet  kind, 
door  Jeatë  aan  ign  Jon^ren  ten  Tooibeeld  ge- 
■teld.  De  oTerleverin^  deelt  mede,  dat  faö  in  den 
tvd,  toen  Trajmiu  oorlog  voerde  tegen  de  Par- 
then,  in  tegen  woord  igbeid  van  den  keiiet  in  den 
eifCDE  te  Antiocbifi  door  leenwen  veiKbenrd  ia 
(20  December  IIS).  Valgeaa  een  ander  bericht  ia 
ntki  geaehied  te  Bome  in  104  onder  het  eon- 
anlaat  fan  Stdmnaut  «o  MantUtu.  Deie  Mge 
ia  gegrond  op  iirieTen,  welke  ijjn  naam  dragen. 
Ifen  ontmoet  deM  in  drievondigen  vorm;  de 
grootste  bundel  bevat  13  briefen,  die  Tolganabet 
■Jgemeen  gevoelen  f;edeeHeljjk  oneebt,  gedeelte- 
lijk leiralseht  ign.  Dat  geToekn  ia  Tooral  be- 
veatigd  door  het  teingvinden  nu  een  kleineren 
bundel  vaa  7  brieven  (aan  de  Epbeüëra,  Magne- 
eiira,  PhiladelphiatB,  TnJiiaoen,  Smjrnalia  en 
Romeinen  en  aan  Polyearpus),  een  bundel,  die 
teedB  aan  Eutebiiu  bekend  was,  doch  ook  de  eeht- 
iieid  lan  deie  brieven  ia  reeida  door  Dtüiatui, 
voorta  Kloot  Sernhr,  Btmmatm  ea  ErnetH  en 
in  den  laatiten  tjjd  door  Bour  bestreden.  Een 
kleinere  handel  van  eleehta  drie  ttrieven  {aan  de 
Romeinen,  Bpheien  en  aan  PtAyearpa)  werd  in 
1845  door  Cunton  met  Sjriaebeir  tekst  nitgege- 
ven.  Tegenwoordig  it  men  het  er  vtgwel  ovet 
eene,  det  de  7  bneven  de  ondete  dei  drie  veru' 
melingen  iqn,  waarvui  de  andere  afhankelqk  ign. 
Orer  de  ecËtbeid  van  de  7  brieven  —  d.  w.  i.  of 
deie  werkelgk  van  Ignatiiu  ign  —  loopt  de  mee- 
nipg  no^  oiteen.  Het  sterk-persoonlgke  element 
erin  pleit  «(eik  hietvooi. 

Ziei  f.  X.  Funk,  Die  Eebtbeit  der  ignatiani- 
sehen  Briele  (IB83). 

XfiiKtlas,  patriarch  van  Konstantint^l,  een 
lOon  van  keiier  Miehad  I,  omstreeks  790  gebo- 
ren, wend  dooi  Leo  den  Armenitr  ontmand,  om- 
helode  den  geestelgken  stand  en  werd  in  847  be 
noemd  tot  patriarch.  Hg  itreed  teffoi  de  gewei- 
denarjj  eo  de  udeloosheid  van  JfieAoel  UI  en 
van  ign  oom.  keiiei  Bardai,  die  de  gewade  ge- 
hmiken  der  kerk  bH  drinJigelagen  bespotte.  Dien- 
tengevolge verloor  hg  ign  waardigheid,  en  Pho- 
Hiu  wera  patriaicb  in  lijn  plaats  (857).  De  ver- 
deeldheid, nierdooi  ontetaan,  trachtte  men  door 
bemiddeling  van  paas  tfieolatu  I  nit  den  weg  te 
rnimen.  Daar  deie  evenwel  de  igde  van  Ignatiiu 
kooi,  werd  die  verdeeldheid  bet  begin  van  de 
gioote  scheuring  dei  Keik.  Keiier  Batiliut  ber- 
(telde  Igmtliiu  weder  in  inn  bediening  (867).  De- 
ie overleed  in  878. 

IrnAtltU  d«  Lorola,  eigenlgk  Imgo  Lo- 
pe>  de  Reecdde,  de  atiehtei  van  de  Orde  der  Je- 
nieten  (zie  aldeai),  in  1491  op  bet  kasteel  Loto- 
la  in  de  Spunsebe  provincie  Ouipuicoa  geboren, 
biacbt  ijjn  jengd  door  als  page  aan  het  iBof  van 
Ferdiiumd  oen  EolftoJteAe.  Duma  diende  bg  tot 
iqn  SOate  ja«r  als  soldaat.  Bg  de  belegering  van 
PamploDa  door  de  Fiansehen  (1521)  aan  beide 
beenen  'iwaar  gewond,  liet  hg  nadat  hg  leeds 
genezen  was,  den  eenen  voet,  ftie  niet  volfcoaien 


recht  geworden  wae,  nogmaals  breken.  Qedorende 
ign  herstel  had  dooi  het  leien  van  een  levenri>e- 
sehigving  van  Chrietni  en  van  de  leveu  van  Hei- 
ligen een  ommekeer  in  bem  plaats.  Zoodra  hg  ge- 
neien  was,  verdeelde  bg  sgn  goederen  onder  de  m- 
men  en  deed  een  badevsKt  nasi  Hontf  eit«t,  waat 
hf  aan  het  wonderdadig  Uariabeetd  van  wapen« 
wgdde,  lich  een  ridder  dei  heilige  Maagd  ver- 
klaarde en  ia  bet  hospitaal  te  Uutresa  idd  in- 
tr^  nam.  Hier  en  in  een  nabarige  grot  leidde  hg 
gedtuende  eenigen  tgd  een  aseetiscb  leven  en 
vertrok  in  1523,  tot  Mt  doen  van  een  bedevaart, 
ntu  Palestina.  Intasscheo  werd  znn  plan,  om 
lieh  aldaar  aan  de  bekeering  dei  Hooammedanen 
te  wgden,  door  den  bewuer  van  bet  Heilige 
Oisi,  den  prorinciaal  der  Franciscanen,  afge- 
kenid,  loodat  bg  in  1524  over  Venetit  naai  Bar- 
edona  tetaj^eerae.  Hiet  begm  hg  lidi  te  oefe- 
nen in  de  L*tgnBcbe  tul.  }Is  veiteop  van  2  jaren 
begaf  hy  lieh  naar  de  hoogesebool  (e  Aleale  (Oom- 
plntnm),  waar  hg  anderen  tot  geestelijke  oefenin- 
gen opwekte  en  ^(odedieiistonderwgs  gaf  aan  het 
volk.  De  Inauisitie  liet  bem  echter  onder  veideD- 
king  van  lid  te  tgn  vui  de  geheimiinnige  aeete 
der  Atnmbrados  meermalen  in  hechtenis  nemen. 
In  1528  vertrok  hü  naar  Psiös,  waar  hg  in  1534 
met  eenige  landgenooten  en  E'ranBcbni,  looals 
f  riMs  Hmer,  Launex,  BobadiUa,  Rodriguex,  Pier- 
r»  Lefeere  ens.,  net  plan  ontwiero,  om  in  Pales- 
tin» vDor  de  ongelooTigeo  te  ptedaken.  Daar  even- 
wet  «onnnigen  van  ben  Iran  etndiSn  nog  niet  vol- 
tooid haddes,  begaf  LoyoJa  lich  zoo  lang  naar 
Spanje.  In  1537  kwamen  zg  te  Venetii  weder  bg- 
een,  waar  bg  in  de  overtaiging  versterkt  werd, 
dat  de  inwendige  lending  in  de  ketk  belangrq- 
kei  was  daa  de  uitwendige.  Te  Rome,  waailwen 
Lojfola  ticb  in  15^  begaf,  werd  aanvankelijk  de 
iniveibeid  van  ign  leer  en  ign  plannen  in  twg- 
fel  getrokken,  en  eerst  den  27sten  September 
1540  verkregen  ig  van  paus  Pauliu  lil  een  voor- 
looplge  en  in  I54S  een  volkomen  bevestiging  der 
Oioe,  Loyola  werd  in  1541  tot  eersten  generaal 
der  Oide  benoemd.  Ook  als  generaal  volbtaefat 
Lojfola  io  de  kerk  va»  ijjn  Oioe  te  Rome  de  ge- 
ringste diensten,  bemodde  tich  met  bet  ondeiw^ 
van  kteine  kindeien  en  verzamelde  aatmoeien  ten 
behoeve  van  Israëlieten  en  pnbtieke  deernen,  in 
wiei  bskeering  hjj  het  grootste  beluig'  steUe.  Bïi 
oveileed  den  Bisten  Jnli  1&56.  en  werd  in  1609 
door  Pduliis  V  lali^,  in  1628  door  Ore^orïits  XV 
heilig  verklaard.  Zyn  gedenkdag  valt  samen  met 
ign  sterfdag.  Men  neeft  van  bem  2  werken  in  de 
Spaansebe  taal:  „De  eonatitntie  der  Orde"  en 
„Oeeetelpe  oefeningen"  (1544). 

Xvnatliuboonan  {Fahae  Seli  Ignatü,  Fit- 
bae  ftbritugaei  noemt  men  de  laden  van  een  hees- 
ter of  boom,  aie  te  huis  behoort  op  de  Philippgn- 
sehe  'Eilanden  en  tot  de  familie  oe  Lo^antaeeeiii 
behoort,  namelgk  StryeAnos  I^nofïi  Bev  {Igna- 
Ha  amara  L.  F  i  1.)  m«t  t^euwwgeetehfe,  spite- 
eivormige  bladeren,  3-  tot  4-bloemige,  okselstaD- 
dige  bloem  tuilen  en  oeervormige  onbehaarde 
vrnchten.  De  laden.  in  die  peren  aanwezig,  ign 
leer  vergifUg  en  bezitten  deielfde  ^ensefiappen 
als  de  kraanoogen  of  bnaknoten,  aftomstig  van 
SlryektuM  niui  «omiM, 

Xviia.tJ*w,  JVteofous  Paidomtii,  een  Roe- 
giecfa  lUplomaat,  den  29sten  Junari  1832  te  8t. 


DigilizedbyGoOglC 


IGNiATJEW— IGÜANOnON. 


Feteisbarg  geboTen,  trtd  op  17-JMigeii  leeftQd  in 
di«ut  bq  het  regiment  hDiftren  der  garde,  werd 
in  1852  gepÜAtst  l^j  den  geiwraleD  atef  en  wu 
sedert  1^  adjaduit  hn  grut  Berg,  gouvernenr 
der  OoBtz«e'pr«ïiiiciiD.  Na  den  Krimixtrlog  werd 
hii  kolonel  «n  militair  attaeU  te  liooden.  Eg 
nam  deel  aftn  het  vndeseongree  Ie  Paiija  en  ont- 
wikkelde hier  op  diplomitiek  gebied  lolke  uit- 
stekende talenten,  dat  hïj  op  loorstel  Tan  prine 
Oorttjakow  in  1857  als  eliet '  ran  een  seiant- 
Bchap  naai  Ehiwa  en  Boekhara  afgevsArdigd  en 
in  1S5B  als  generaal-majoor  aan  den  goDTerneu 
Tan  Oort-S^iiE,  generaal  Uoermejev,  toege- 
voegd werd.  Het  Kniws  en  Boekhara  sloot  hg 
Toordeelige  handelsMPdragen  en  van  China  Ter- 
kreeg  hg  door  het  verdrag  T»n  Aïgoen  (28  Uei 
18S8),  den  atetand  van  het  Amoergebied.  Daarop 
werd  hg  in  1859  geiant  te  Peking  waar  hü  wi«t 
te  bewerken  dat  China  de  geheele  Kuet  tsd  Hand- 
■joerge  aan  Kueland  afstond  en  den  landhandel 
vrg  verklaarde  (14  November  1860).  Na  zgn  te* 
rngkeer  werd  bij  adjadant-generasl  van  den  czaar 
en  den  26Bl«n  Jnli  1864  benoemd  tot  geiant  bg 
de  Forte.  In  1365  werd  hg  loitenan I-generaal  en 
ÏD  Haait  1867  buitengewoon  gevolmacbtigde  te 
KonstaotiDopel.  Hier  maakte  bg  alle  be«uiikba- 
re  DÜddelen  dienstbaar  aan  Mn  deel,  n.  1.  de 
vernietiging  van  Tackge,  en  kreeg  den  bgoaam 
Jfmteur  Paija. 

Hg  bad  de  band  in  den  opstand  van  de  fiene- 
gowjna  (1875),  en  na  den  dood  van  Abdoel  Am 
in  1876  in  dien  der  Bulgaren.  In  1877  tiwshtte 
hg  de  mogendheden  tot  neutraliteit  in  den  Rns- 
siseh-Tnikschen  oorlog  over  te  halen.  De  vrede 
van  San  Stetano  was  grooteudeeU  liJn  werk.  En- 
gelands  nrotest  tegen  dien  vrede  en  de  voor  Rns- 
tend  naJeelige  bepalingen  van  bet  Congres  Ie 
Berlijn  brachten  Imaljew  weer  op  den  achter- 
grond; bjj  leefde  &uop  op  ign  goederen  in  het 
goavemement  Eiew.  In  den  laateten  tgd  der  le- 
geering  van  AUxander  II  was  Ignaljea  gonver- 
nenr-generaal  van  Nisjint-Nowgorod.  Onder 
Alttmdrr  UI  werd  bij  minietCT  der  Domeinen 
en  den  Isten  Mei  1881  van  Binnenlandsebe  Za- 
ken. Hg  eon^ioraitteerde  sieb  «ehter  door  pan- 
slavistiiche  knoeiergeo  en  bet  toelaten  van  Jo- 
denvervolgingen, loödat  bg  in  Jnni  1882  moest 
aftreden.  Hg  overleed  den  Sden  Jali  1908  te  St. 
Petersfanrg. 

Imlfl  «t  aqiiM  Intardletlo  flatgn  = 
ontzegging  van  waler  «n  «uvr).  Zie  Verbanning. 

XCnoTMitflB  of  Ignorant^nen  (Frirtt  igito- 
roMttiu,  Broeders  voor  onwetenden)  noemt  men 
•oma  de  leden  van  een  oongregatie,  die  tot  doel- 
baeft  godsdieDetoDderridtt  te  ^en;  ook  ge- 
noemd Padri  della  dottrina  enatiaiui  of  Pèreg 
doetrinairee  of  Doetnnariërg.  Soms  wordt  de 
Mam  ook  gebmikt  voor  de  trère*  des  ieoUê  ekré- 
(iMnet,  gesticht  dooi  Jeatt  Baptiit  de  la  SoUe. 
Zie  hierover  Sehoolbroedert. 

XcnoraaUs  beteekent  woorMqki:  Mieetend- 
haid,  onkimde.  Hen  spreekt  in  de  taal  der  jaria- 
ten  wel  eens  van  igaormtia  faeti,  onbekendheid 
m«t  M  feit,  en  van  t^noranfta  jtirie,  onbekend- 
heid met  kei  reehl.  De  ignoranHa  juriê  ie  in  bet 
atrafreehl  geen  reden  tot  vrgati^ing  van  straf, 
want  daar,  evenais  io  bet  btcrgeiigk  recbt,  geldt 
de    regcj,  datiedargeaofatworotdewettelceiuien. 


IIST  geboren  en  overleed  in  liÖ2.  Hö  was  een 
zoon  vso  voist  StBJattmla»  II  vsd  Teiemigow 
en  vervnlt  in  de  geeehiedenis  der  RosciecDe  volke- 
poiiie  een  merkwaardig  rol  als  boof<%)ersoon  van 
net  ,Jjied  van  den  krggstocht  van  Igor",  waarin 
zïpi  ongelokijge  veliHocht  tegen  &  Polowcers 
(1185)  bezongen  wordt.  Daaruit  ademt  ons  de- 
zelfde heidenseh-Noorscbe  ^eest  tegeirwet,  dien 
wg  in  de  liederen  'van  Oenan  ofmteAva,  zoodat 
bet  door  Eommigen  als  een  stnk  van  leei  ooden 
tgd  beschouwd  wordt,  terwgt  anderen  zgn  eoht- 
beid  i^  twijfel  trekken.  iHet  weid'  in  1795  ortt- 
d«At,  in  een  nit  ide  14de  i(volgens  soamieen  16de) 
eeuw  dagteekeaend  hondsebrift,  in  bet  eeiit  van 
een  klooster  te  Jaro«law,  en  ie  in  1800  te  Hos- 
kon  uitgegeven,  later  beriiaaldelgk  opnieuw,  ook 
in  anJeie  talen,  en  ibaarde  veel  opiten.  Het  hand<- 
schrift  is  in  1812  bg  den  brand  van  Ifoekos  ver- 
loren gegaan. 

IjTotToton,  een  Haliiscbe  Tolksstun  in  \iii 
N.W.  van  bet  «land  Lnioa  (FlüKmQDeii),  wordt 
op  S5  i  40  000  eielen  geschat.  Zij  hebben  een 
ineengedioogen  gestalte,  een  kastanjebmine  hnid- 
kleui,  snn  op  handen,  armen  en  borst  getatoneerd 
en  trutten  bet  zwarte  haar  (behalve  van  bet 
hoofd)  uit.  Hon  kleeding  bestaat  uit  een  schort 
om  de  benpeo,  een  mantel  en  een  sooit  tutband. 
Als  wapenen  gebruiken  ag  eigen  gesmede  gieren 
messen,  speren,  bogen  en  oóuten  echihten.  Zg 
wonen  in  groote  püddorpen  en  verttonwen  door 
middel  van  kunatinatige  besproeiing  rgst,  mals, 
bataten,  tabak,  op  eammige  plaatsen  ook  eoiker- 
riet,  mango  en  oranjeappelen.  Hnn  huisdieren 
zgn  marden,  varkens,  rundeten,  bonden  en  kip- 
pen. Zont  wordt  oit  bronnen,  tilcohollsche  dran- 
ken uit  rgst  en  suikerriet  gewonnen,  huisraad  nit 
n»et,  kopet,  leem  en  hout  vervaardigd.  Zg  sprei- 
den een  ^oote  knus  (vaardigheid  ten  toon  in 
sngden,  epmnen,  weven  en  vlechten.  In  mgnbonw 
overtreffen  zg  alle  andere  Haleiache  volken.  Ds 
Igerroten  leven  in  moDogaioie.  De  ziel  wordt  een 
anilo,  een  spook  in  menscbelgke  of  dierlijke  ge- 
stalte; dat  van  den  ondete  der  familie  wo^t  leer 
gevreesd.  Zg  vereeren  een  op  de  ion,  maan  en 
sterren  wenenden  god,  doch  zonder  eeredienst. 
Ala  sjamanen  fungeeren  mannen  en  oude  vrou- 
wen, die  elkander  nun  kennis  mededeelen  en  met 
de  rgksten  het  doi^  beeturen.  Bg  rechtsvragen 
beslissen  godsoordeel  en.  In  de  oneer  afgelegen 
streken  vimK  men  nog  koppen snellerü.  Het  Chris- 
tendosn  ka^gt  meer  en  meer  aaiAangere.  De  Span- 
jaarden kwamen  met  de  Igorroteo  het  eei«t  in 
1660  in  aanraiing,  doch  kregen  pas  in  1S29  vas- 
ten voet. 

Inalada,  «en  stad  in  de  Spaan sche  provin- 
cie Barcelona,  70  km.  ten  WJI.W..  van  Bareelo- 
na,  ligt  aan  den  voet  van  den  Hontferrat,  aan 
den  No;a  en  aan  de  spoorlgn  Hartorell — IgaaJa- 
da  en  telt  oi«eteer  10  000  inwonere.  Men  vinill 
er  katoenspinnergen,  Unnen-,  finweel-  en  wolfo- 
bridnn  en  ijzergielergen. 

XCHuiodoii  (lie  de  atb.)  is  de  naam  van  een 
reusachtige  fossiele  hagedis,  wsarvan  ovei4)lgf»e- 
len  ontdekt  zgn  in  bet  Hastingsiand  en  de  weal- 
denvoTmlDg  in  bet  inidoosten  van  Engeland,  in 
BelgiS  en  in  Hannover,  Afgaande  op  de  lengte 
der  dgbeenderen,  meende  men  de  lengte  van  fet 


D,o,l,zedb,GoOgle 


630 


IQUAMODON— IKBAL. 


gebeelt  diec  t«  mogen  Kh&tt«n  (^  meer  <i«ii  SOI  apreirit;   ,.I)nreh 

m.,  doch  Owen  heelt  die  Khitting  op  9  m.  terog-   R5roi6ehe  Recht 

gebncbt.      Te     oordeelen     uai     lön     teaden   en  hg  heeft  nog 

waa  de  ignanodoo  (l.  angliaim)  een  piaoteiieteDd  | 

dier,  dat  liob  ondeiKheidde  dooi  plomp 

Bteike  pooteD  en  door  een  knchtigeo  6' 

lang  au  de  geheele  lomp.  De  bonw  vai 

laamte  heelt  groole  o*eteenkomat  met 

het  geraamte  der  rogela.  Het  blqkt  ni 

dat  de  ignanodon  licn  op  lön  lang*,  d: 

aefaterfwoten       tiewoog.       maar 

Struekmann  iiettt  ook  Toetsportn 

ns  dit  dier  in  de  weaMeniaiming 

in  HannoTsr  ontdekt,  welke  Tolko- 

men  op  die  Tan  Togela  gelden. 

Zgn    hand    wm,    ir 

pUata   nn  m«t  «ei 

ditim,  met  een  stet 

kt,  dolkTormige  spooi 

gvirapend  en  ^  Mnl 


Ignanodon. 


92  tanden,  die  niet  reikt«n  tot  aao  het  tiiteindc 
Tan  den  snuit.  Vennoedelgk  wu  de  ignanodon 
een  Treeduam  r^tiel,  dat  Q^  tDatkeni  in  de  moe- 
rauen  londiwom,  maar  ook  op  den  oever  kwam, 
om  xiéb  met  groen  looi  te  roeden. 

iKnvUnaoha  taiaU  {tabulae  iguwittae)  zgn 
teven  groote  koperen  tatele  met  Umbrisohe  op- 
schrilten,  in  d«  UmbriBcbe  stad  QuUjïo  (het  ouae 
Iguvium)  in  1444  in  een  gew«l{  gcTonden,  die 
tbaoa  in  het  atadhuia  worden  be^raard.  Behahe 
de  b«ide  kleinite,  zjin  iq  op  beide  ijjdeD  beachre- 
Ten.  terwgl  het  aehritt  «eer  goed  te  leien  ie.  De 
optehriften  ign  de  oudste  OTerblüfaelen  Tan  het 
Umbiisch  en  Toor  de  liturgie  van  Mlang,  daar  de 
inhoud  betrekking  beeft  op  den  godidienit. 

Xhartns,  Riidolt  tos,  een  Duitscb  rechtoge- 
leerik,  den  22cten  Aaguatoa  1318  te  Auricb  ge- 
boren, Tsstigde  lich  in  1843  te  Berlu'n  als  prt- 
vaatdocent  inliet  Bomeinsehe  recht,  ging  in  1845 
ala  proleacor  naar  Baiel,  in  1846  naar  Rostoek. 
in  1849  naar  Kiel,  in  1352  naar  Oietsen,  in  1868 
naar  W«enen en  in  ISTSmetdentitel  Tangeèeim 
justitieraad  naar  Oöllinmn,  waarfanden  ITden 
Sa)tem4)er  1892  oTeileed  In  1872  werd  hg  in  dra 
eifelijken  ridderstand  opgenomen.  Hg  werd  Toorts 
lid  van  de  Ragsisehe  Academitn  Kasan,  St.  Fe- 
terabarg  en  Moskou  en  co  rrea  pon  de  erend  lid  vso 
die  t«  Weeoen  en  te  Amsterdam.  Ihering  wm  een 
teer  impulüeve  natuur  en,  oFscJioon  geenszins 
blind  voor  de'  eiaeben  der  practijk,  toch  voorna- 
melijk dogmaticus.  In  den  eersten  tgd  van  zgn 
optreden,  toen  de  historische  school  nog  heersch- 
te,  eo  men  —  vol  ijver  om  het  zuivere  Bomein- 
sehe recht  terng  te  vinden  —  te  zeer  vergat,  dat 
de  wijzigingen,  die  dit  ia  den  loop  der  eeuwen 
had  ODOergaan.  to^  ook  vruchten  der  historie 
waren,  had  hg  het  Mmtgde  moeilük.  Op  den  duur 
T«rkreeg  hij  echter  meer  en  meer  invloed.  De  ja- 
ren, die  hg  in  Weenen  hoogleeraar  was,  vormden 
het  glanspDut    van  ign   loopbaan.  De   beende 


das  BOmische  Recht  fiber  daa 
hinans"  is  van  bem  afkomatig 
beleetd,  dat  de  waarheid  daarvan 
werd  tngnien.  Van  ign 
geaehrilten  Tcrmelden 
wg:  „AUiandlungen 
aas  dem  rtaiiscbeo 
Recht"  (1844),  „Civil- 
rechtsfalle    ohne    Ent- 

echeidungen"  (9de 
driA  1900,  „Qeist  des 
rOmisches  Redits  au  f 
den  verschiedenen  9ta- 
fen  seiner  Entwicklung" 
(3  dln.,  5de  drok  1899), 
in  het  Italiaansoh,  £n- 
gelsch,  Fransril  en  Rus- 
si  sdh  Tertaald,  „Der 
Ktmpl  ums  Recht" 
(4de  druk  1900),  „Ue- 
ber  den  Oniad  det  Be- 
si  tischutzes"  (2de  diid: 
1809),  ,4>ie  Jurispru- 
<len«  im  tftgl.  Lebeo" 
»12de  drnk  I903,,J)ei 
aw«ekimRe<*t"(edln., 
9de  drnk  1893,  ,.Ver- 
miscbte  Schriften  iniiatischen  Inhalts"  (1879). 
,4)aa  Trinkgeld"  (5de  drak  1902),  ;,Schen  nnd 
Ernst  in  der  Jurisprndenz"  (8ste  druk  1900). 
.lOesammdte  AnfgStte  ani  den  JahitiflcheiD  ffir  die 
Dogmatik  des  heutigen  römischen  und  deutschcD 
Beehls"  (1881— 18^.  3  din.),  ,^er  Beaitiwille. 
Zugleieh  eine  Kritik  der  henichenden  juristi- 
«eben  Methode"  (1889).  „Vorgesehiehte  der  In- 
do-ËaropSer"  (1394)  en  „Entwiddungsgesehiriite 
de*  rOniscben  Rechts.  Ëinleitnng"  (1894). 

Xtana,  Wilkdm,  een  Duitaeh  geschied schrg ver, 
den  2den  Februari  1821  U  PQrlh  geboren,  was 
van  1843  tot  1847  onderwgier  in  Engeland,  van 
1847  tot  1849  leeraar  te  Ëlberfeld^  van  1849  tot 
1863  dir«etenr  van  een  school  te  Liverpool,  leefde 
daarna  te  Heidelberg  en  werd  er  in  1873  boog- 
leeiaar  en  tevens  lector  in  het  EngeUeh.  Ikne, 
die  den  22stea  Mei  1902  te  HeideLberg  OTcrleed. 
schreef  o.  a.r  „Poriehungen  aof  dem  Oebiet  der 
rOmischen  VerlsMungsgeschiehte"  (1S47),  ,.Rö- 
mische  Qeschichte"  (8  dln.,  2de  druk  1893— 
1896  dl.  I— II),  een  critische  geschiedenis  der  Ro- 
meinsche  Republiek,  en  „Earlejr  Rom,  to  his 
destructionc  b|j  the  Gauls"  (1876). 

Ik,  in  de  wgsgeerige  termintJogie  dikw^la  als 
sübstantivam  gebruikt,  ia  de  nitdinkking  TOor 
het  zelfbewustzijn  (lie  Bevnutt^f.  Kant  maakt 
onderscheid  tuaaehen  een  empjrisea  en  een  taat- 
eentaai  Ik.  H«t  eerste,  het  aan  iedereen  eigen,  in- 
dividueele  iDenustagn,  ie  eigenlgk  alechta  een 
sooit  terugwerking  der  persoonlöke  ervaring,  een 
zeker  complex  van  herinneringen  uit  het  eigen 
leven,  wsardoor  de  samenhang  ons  Toor  oni  ogen 
bewuïtsijn  bewaard  blgft.  Uume  noccode  dit  em- 
piriBche  Ik  een  ,A>undd  van  voorstellingen".  In 
teeens  teil  ing  daarmede  beteekent  bet  traneenden- 
tan  Ik  niet  zoo  lOei  een  individueel  bewuatiijn 
als  wel  de  Torm  der  bewustheid  (Ikbeid). 

Ikbal  noemt  men  in  Mohammedaan tch e  lan- 
den een  der  meest  geziene  Trouwen  in  den  harem. 


DigilizedbyGoOglC 


mecmuA— IU3EN. 


631 


tfcJMiiiTna.,  een  Uein.  nuu  Her  dicht  bo- 
Tolkt  Jipanseb  eiland  ten  N.W.  tu  KiiMsioe,  telt 
op  138  T.  km.  86  000  inwonen  (276  per  v.  km.). 

Ikonoirane  of  ikonologie  noemt  men  de 
wetenecbiip,  die  litè  beiig  bondt  m«t  fMt  bestn- 
deeien  der  afbeeldingen  Tan  penonen  ait  vroegt- 
na  tijd.  Haar  doel  it,  vut  te  stellen,  welke  per- 
ionen door  de  kuaatenaars  weiden  afnbeeld.  Be- 
oefenaan  deier  weteniebap  wuen  Miehdatigelo, 
fuhiiu  Oriintu,  Otmtnt,  ViaeoHU  en  Btnunnüy. 
Hier  te  landa  heeft  £.  W.  Moet  (t  1S12)  lich  be- 
kend ftemaakt  door  ign  .Jnsonographia  BKtftra". 
Ondei  ikomologie  ittelAtA  men  ook  de  kennii  dei 
iinnebe«lden  van  de  li^oien  dei  godenleei  ol  T«n 
de  Cbiiatelijke  heiligen. 

IkonoUafltaii  of  beeUenbretten  noemt  men 
dj«  kden  dei  oude  Oiiekscbe  Kerk.  welke  loo- 
leer  tegen  de  beelden  io  de  kerkgebouwen  gwi- 
den,  dat  ijj  die  met  geweld  TemieMeD.  Van  bun 
lyde  was  dat  bedrnt  hootdiakelgk  een  venet 
te«en  de  beeieehincnt  *an  het  opperhoofd  der 
W«itei'sebe  Eetk.  Hun  tegenstanaere  droegen 
den  naam  van  ikonodoelen  ut  beeldenaanbidders. 
Zie  ook  BeeUktidieiut  en  BeeldBnvereering. 

IkonolAttl«<  Zie  Beetdendientt  e»  Beelden- 
wreeeriMg, 

Ikonologie.  Zie  Ikonogratie. 

XkosaMer  (Itenttigtlak]  ie  de  naam  Tan  een 
der  TÏif  legelnutiKe  TeelTlacken  in  de  Etereome- 
trie.  Het  wordt  o^^iensd  dooi  20  geljjkindige 
driehoeken,  beiit  30  ribben,  waarin  de  iqfMken 
onder  een  iioek  ytta  ISS*  11'  88"  eamenkomen  en 
12  TijfTlakehoeken.  Ale  krirtalToim  komt  de  re- 
gelmatige ikosaeder  niet  loor,  tooh  gebruikt  men 
in  de  kriataJlogralie  den  naam,  en  wel  tooi  d« 
coDtbinatk  van  pentagoondod^iaider  en  oetaBdei, 
die  Teel  ofeieenkomat  heeft  met  de  meetkandige 
tigDor.  Voor  de  theorie  van  de  Tetgelgkingen  van 
den  5den  graad  ia  de  ikoaaBder  Tin  groot  be- 
lang. 

IkOBlt6traMer  of  nerentunntigttak  ie  in 
de  kiietallogratie  de  algemeene  naam  «oor  de 
Terschillende  kristal  Tonnen  Tan  bet  regnlaire 
(leUel.  die  24  vlakken  hebben.  Daartoe  behoort  in 
meer  beperkten  lin  de  ikoeitetraëder,  ook  wel 
leaeiloeder,  trapexoüdef  «n  lietfoled  toontetriiï- 
der  geheeten,  begrensd  door  24  geljjke  deltoleden 
of  vierhoeken,  waarvan  de  u)d«n  twee  aan  twee 
geip  i|ji).  Het  beelt  twee  soorten  Tan  ribben, 
naari^  24  langere  en  even  uwveel  kortere,  ver- 
der drie  scorien  van  hoeken,  namel^k  6  vier- 
vlakkiae,  8  drlevltdckige  en  12  ongelijk  ri bh ige 
TierTJaliklge. 

Iktluos,  een  QriekMh  boowmeester  nit  den 
tgd  van  Perieke,  bouwde  met  Callierates  het  Par- 
tbenon  op  de  Atropolis  en  den  tempel  van  ApoUo 
KpikourioM  te  Bassae  bg  PbigaHa  in  Arkadii. 
Ook  het  ontweip  van  den  tempel  tsu  Demeler  en 
Pertephone  te  EleuBis  wordt  hem  toegeschreven. 
Met  Gorpioa  heeft  hg  een  verhandeling  over  het 
Farthenon  gesebreven,  die  echter  Terloren  gegaan 

UdefoMO,  San,  een  kleine  atad  in  de  Spaan- 

■cbe  provincie  Segovia.  ligt  aan  de  eooarlün  naar 
Madrid,  telt  8500  iowonere  en  is  bekend  dooi 
de  prachtige  Ildetoneokerk  met  praalgraven  van 
Pkuipe  V  en  inn  gemalin,  alsmede  door  liet 
paleis,  aldaar  gebouwd  door  koning  Philifi  V. 


Men  vindt  daarin  een  ko«tbai«  verumeling  van 
schilderden,  alsmede  een  Tan  oodbeden,  afkom- 
stig van  Okrulma,  koningin  van  Zweden. 

Xlfl  da  Bonrbon.  Zie  Réunion. 

n*  da  Frajtoe.  Zie  Iele  de  frimee  en  Mau- 

Ile  de  Fr&noe,  het  noordelijkete  grootere 
eiland  aan  de  oostkust  Tan  Groenland,  werd  in 
1905  door  de  expeditie  *an  den  hertog  Phüifë 
van  Orleatu  ontdekt  en  vertoont  vele  Terschynae- 
len,  looal»  motee'nenuin,  welke  er  op  wijzen,  dat 
het  eenmaal  met  gletEcberija  bedekt  ia  geweest. 
Het  oostelijkste  punt,  kaap  Philip,  ligt  op  71»  38' 
N.Br.  en   17»36'  W.L.T.Gr. 

Uerd»  (thans  Lerida}  was  een  «ode,  versterk- 
te stad  der  Heimeten  in  Hispania  TariaeoneiMis; 
daar  belegerde  in  49  v.  Chr.  Oaeaar  de  legaten 
Afrimitu  en  Petrejui  en  dwong  faentti  cqtito- 
latie. 

Tiaiiiti-  Zie  Dom. 

Zleni.  Zie  ZieklêH  van  den  darm  onder  Darm. 

Zl«x.  Zie  HuUl. 

Hg,  Albert,  een  OosteiHqkech  beoefenaar  der 
knnstgescbiedenia,  den  Hden  Oetobei  1847  te 
Weenen  geboren  en  aldur  den  29iten  November 
1896  overleden.  Hn  schreef;  „Ueber  den'  kunst- 
hlstorisriien  Weit  der  HTpnerotomachia  Poliphi< 
li"  (1872),  ,J>ie  Glasindoetrie"  <fnet  Lobmeytr 
en  BoeAeim,  1374),  ,J)ie  kunstgewerblichen  Faeh- 
«ehulen  dés  k.k.  fiandeUministerium"  (1876), 
„Geschiohte  und  Terminologie  der  alten  &>itMn" 
(1876),  „OruMnente  fflr  Aiehit«ktui  und  Eanstin- 
dnatrie"  (1876),  .,Wiener  Scbmiedeweik  dn  18 
Jafailiunderts"  (met  Kdbdebo,  .1B7S),  „Zeitstlmaien 
flibei  Kunst  nhd  KOnstlei  der  Veigana^beil" 
(1881),  „■MeseersehmithB  Leben  und  Werke" 
(1885),  „Kanathistorische  Charaktertnlder  atu 
Oeeterreich— Ungarn"  (1898)  en  „Die  Fischer  von 
Eriaeh"  (1895)rSedert  1888  gaf  hg  de  „Queilen- 
schriften  fQr  Kanstgesehicbte  ,  waarvoor  hg  veel 
artikelen  schreef,  sedert  1892  de  „OesterreicAi- 
acfae  Bibliotbejc"  uit. 

Hk,  AVred,  een  Abeaiinisch  etaatsman,  om- 
streeks 1855  in  Zwitserland  geboren,  beiocht  het 
polyteehnienm  te  Zntieh,  werd  ingHweur  te  Bern, 
ging  in  Mei  1873  als  ingenieur  naar  Abetainie, 
legde  daar  bmggen.  kaneen,  wegen,  telegiaal, 
telefoon,  vestingen,  IcrnitmolenB  en  w^enfabrie- 
ken  aan  en  was  spoedig  een  der  Tertrouwdete 
raadgeTvrs  tbu  itendik.yhv.  1896  tot  1908  was 
hg  als  ataatsraad  belast  met  de  leiding  der  le- 
geering. 

nren,  Sail  David,  een  Duit«ch  godgeleerde 
en  opToed  kundige,  den  26st<n  Februari  1768  te 
S^na  in  Thuiingen  geboren,  studeerde  te  Lew- 
lig  in  de  theologie  en  philolo^e,  werd  in  1789 
rector  aan  de  stadssehool  te  Nanmbnrg  en  in 
1794  hoogleeraar  in  de  Oostersehe  talen  aan  de 
oniverwteit  te  Jena.  In  1802  vertrok  hg  als  rec- 
tor naar  de  I^ksschool  te  Pforta.  Hier  trad  hg 
op  als  een  tnnirti^  hervormet  der  verslapte 
Bchooltlicht  en  bracht  in  dit  optieht  veel  goeds  tot 
stand,  fn  1830  nam  hg  Eijn  ontslag,  begaf  lieh 
het  volgende  jaar  naar  Berlgn,  werd  blicid  en 
oTerleed  den  17den  September  1884.  Van  rijn  ge- 
achiiften  noemen  wg  de  philologisehe:  „Hjmni 
Homeriei"  (1796)  en  ,£cholia,  sive  earmina  eon- 
Twalia  GiaeeonHn"  (1798)  en  de  theologische: 


DigilizedbyGoOglC 


ILOjSK—OJLBCESRUU. 


„Naton  ktqoe  viitates  Jobi"  (1789),  „Uikniiden 
dca  erEten  Boclw  Moti»  in  ihTer  UrgecUlt" 
(1798)  en  „OpnscaU  Taria  philcl(«in"  (2  dtn. 
1797). 

Hl,  «en  rivier  io  Hiddel-Aiifi,  ontstaftt  op  43* 
23'  N.  Br.  in  het  Chineesche  Uadschsp  Eoeldsja 
uit  de  samen  T  loei  lag  ran  den  Emuk  en  den  Te- 
kee,  atToomt  door  het  Chineeecbe,  dan  <looi  het 
Ruasiiehe  Koeldsjasebied  en  de  provincie  Semi- 
reUjiiMk,  komt  bg  Iliidt  in  een  iteppengebied  en 
loondt  met  een  13  000  t.  km.  gioou  delU  in 
het  Balkasjmeer.  Alleen  de  xnidelijkate  boold- 
itroom  ia  angd  met  water  ecTuld,  terwijl  de  ove- 
rige armen  meestal  droog  iWen.  De  lengte  van 
den  Ili  bedraagt  1500  km.;  bg  Eoeidcja  ii  hy 
160,  ferder  itroomafwaarts  1000  m.  breed;  de 
helft  van  den  hwp  ie  voor  kleine  aebepen  bevaar- 
baar. Van  belang  ii  hg  voor  de  knnatmatigc  be- 
sproeiing der  heete,  regenarme  landstreken  aan 
lyn  oevere,  die  rijkelgk  graan,  tabak,  katoen  en 
vruchten  Toort4)rengen, 

Tii,  een  Chijieee^  grensgebied  tegen  Rnaaisch 
TuikesUn,  omvatte  v66r  I86S  bet  gebied  van 
den  Issjk-Eoel  en  wenl  daarna,  i^  ±  80*  OX., 
door  den  Boroeboedsir  begrensd,  teiwgl  sedert 
1881  de  grenj  in  bootdi^  door  den  Chorvoe, 
tiHscben  80>  en  SI'.OX.,  wordt  aangeduid.  Het 
aantal  inwoners  bedrasdrt  op  een  oppervlakte  van 
70  000  T.  km.  70000.  Het  vormt  thana  een  deel 
der  'Chioeeeehe  ptovineie  Sin-kiang. 

ZUjuk  Zie  Bomenu. 

nirui  «n  BanJoMsln  is  een  aMeeliog  van 
de  residentie  Palemoang  op  bet  eiland  Somatra. 
De  aldeeKne  omvat  bebatve  de  delta  der  Moesi- 
mondingen  Oi^na  bet  geheele  stroomgebied  der 
Banjoeasin.  Zq  bestaat  in  bef  N.  en  O.  nit  een 
moerasland  met  oerwoud  bedekt,  loodat  de  door 
voetjMden  verbonden  kampongs  alleen  in  het  Z. 
en  W.  worden  aangetroffen,  terwgl  bet  verkeer 
overigeoi  alleen  te  water  geeehiedt.  Hoofdplaata 
ie  Talang  Betoetoe,  door  een  goeden  rgweg  ver- 
bonden met  de  stad  Falembang,  IS  km.  luid- 
ooetwaarls  gelegen.  Lantft  de  Ldang,  die  d« 
Djambi  met  de  Banjoeann  veiiindt.  wonen  de 
nog  heidensohe,  leer  onbesebsafde  Eoeboes  (lie 
al^r).  Het  land  is  rjjk  aan  nitstekeöde  hout- 
soorten en  beiit  sedert  18S0  eeoige  partieuliare 
onderneiiiiDgeo  t«t  het  bewerken  van  tabak  en 
klappers. 

lUsoli*  tef*l  (Tabula  lliaaai  ie  de  ~  naam 
van  een  merkwaardig  baerelief  van  marmer,  d<U 
men  in  de  I7de  eeuw  ia  de  btmwvallen  van  een 
ouden  tempel  aan  de  Tia  Appia  bg  Rome  aan- 
trof. Men  noemde  het  alioo,  omdat  daarop  de 
Toomaainete  gebeurtenissen  van  den  Trojaanachen 
oorlog  waren  voorgesteld.  Het  geheel  is  volgena 
de  zangen  van  de  „IliaB"  in  vaikkcu  verdeeld  en 
wordt  daarenboven  in  3  deeiea  gescheiden  door 
2  initen,  waarop  men  in  klein  schrift  een  ver- 
klaring der  afbeeldiiigen  aantreft.  E^n  derde  deel 
ecbtn  bij  de  zuil  aan  de  linkerhand  ie  verloren 
gegaan.  Waaisehgnlök  werd  het  gebrnikt  Üi  bet 
ooderwgi  in  de  scholen,  waar  men  de   „nias" 


ken"  (1875). 

niMos,  een  kleine  rivier,  door  de  vlakte  van 
Atbene  atioomend;  ontspringt  op  den  Hjowttiis, 


loopt  lugs  de  niuren  van  Athene,  vereenigt  lieh 
met  den  Kephiesoa  e  "  '      '"■■■■ 


mondt  in  de  Phaleriscbe 
OöH  uit. 
ZUtliTla,  beter  güeUkyi 


lUhTiA,  beter  StleUhma,  w  in  de  Uriekaehe 
Romeinacne  fabelleer  de  godin  der  geboorte, 
welke  somtgdi  helpend  en  somtijds  ook  vijandig 
optreedt,  terwqL  ly  nu  «ene  ala  een  lellstandige 
gódio  béachonird,  dan  weder  met  Hera  ot  ArU- 
mts  veieenielvigd  wordt, 

XUniB  ia  de  Latgnaebe  naam  v>m>t  Trote  (ii« 
aldaar). 

111,  eea  reehteiig rivier  van  den  Bön  in  Vor- 
arlbeig,  ontepringt  uit  de  gleticbers  op  den 
Pil  Biiin  en  den  Solviettaborn,  elroomt  m  een 
noordweatelgke  richting  lange  die  noordelijke  bel' 
lii^  van  den  Pbaetieon  door  bet  ICoatainnerdal 
en  mondt,  na  een  loop  van  75  km.,  beneden  Feld- 
kireh  in  de  hoofdrivier  urt. 

ni,  een  linkengrivier  van  den  Bgn  in  den 
EUiae,  (Hitspriagt  in  bet  Jnngebeiigte  ten  inid- 
westen  van  Basel.  strotMnt  met  talrgke  kronke- 
Ui^D  evenwndic  aan  den  Rga  noordwaarts,  ont- 
vangt lelf  talrqle  riviertjes  nit  de  Togenn  en 
veieeni^t  lich,  15  km.  b«nd«n  Straateburg.  nwt 
den  Rjjn.  Zy  is  205  km.  lang  en  over  99  km. 
bevaarbaar  en  bespoelt  de  grootste  steden,  die 
lieh  op  den  linkeroever  van  den  Rqn  verheffen, 
«Male  MOhlbauwn,  Colmar  en  Stiaateburg. 

m.  ia  de  afkorting  voor  den  ataal  Illinoia  (lie 
aldaar). 

XUftwarra,  een  stad  in  den  Britaeh-^natra- 
lisehen  lUat  Nieuw-Zuid-Wales,  ligt  ten  Z.  van 
Sydnev.  aan  de  spoorlijn  daarheen  en  telt  (1911) 
ruim  8500  inwoners.  Hen  vindt  er  iteei^Foeven, 
rgke  Bteen4iolen-  en  ü^rmgnen  en  handel  in 
steenkolen,  boter,  kaas,  ham  en  viach.  Het  gelgk- 
namige  diatrict,  zeer  vraiAtbaar  en  dieht  bevolkt. 


lange,  5  km.  breede  Illawarrameer,  dat  door  een 
kanaal  met  den  Oceaan  in  verbinding  staat. 

Zlle,  Eduard,  een  Duitaob  teekenaar,  den 
I7den  Hei  1823  te  Mflncben  geboren,  beaocht  al- 
daar de  Academie  van  Sehöone  Kunsten,  ie  voor- 
al bekend  door  ign  illutratiln  voor  de  ,J^iegen- 
de  Blfttter",  de  „HQnebener  Blltierbo^n",  den 
„Hfinchener  Puiuch"  eni.  AU  dichter  leverde  hg 
de  diama's  ,JCaiser  Joseph  II"  (1850)  en  „Eunat 
und  Leben  "(1862),  alsmede  „Unverboftt  kotnmt 
oft"  (1878),  een  bundel  „Oedicbte"  [1S55)  en  den 
teket  voor  de  opera  NagUler:  „lEenog  ^iediieh 
mit  der  teeian  Tascbe".  Sedert  1864  was  h\i  me- 
deredacteur van  de  „Fliegende  Blitter".  Hg  over- 
leed den  ISden  December  1900  te  llODchen. 

nieoflbnun  is  de  naam  van  een  plantenge- 
slacht uit  de  familie  der  GaryoBhyUaeteën.  Het 
ondereebeidt  lieh  door  een  5-deeligen,  blgvenden 
kelk  met  vleeiige,  aan  de  binneugde  gealenfdc, 
boven  kapvormige,  met  een  naald  gekroonde  slip- 
pen, ^5  draadvormice  bloenAladeren,  10  meeldra- 
oen,  2  byna  iHtende  stempels  «n  een  Mnbokkige, 
ééozadige,  5-  tot  1041e[^ige  dooavrneht.  In  ona 
land  groeit  I.  verUeitlattim  L.  (gromUler)  met 
liggei^n  stengel,  kleine,  tegeneveiir'*^^,  f"^- 

Seïeerd  eironde  of  bgna  cirkelvonnige,  onbehaar- 
e  blaadjes  en  litverwitte,  in  de  (Aaela  opeen- 
gehoopte,  in  kluwens  geplaatste  bloemen,  waar- 
van elk  aan  den  voet  voonien  ii  van  2  vlieitge 


DigilizedbyGoOglC 


IU.ECSBBUM— lUJENOIS. 


633 


Khntblaadjet.  De»  plut  vindt  men  op  loebti^ 
Hod-  en  heidegronden. 

Ille-et-Vllalne,  een  departement  van  Fiank- 
rnb,  DUT  2  riTicKii  genoemd  en  het  noordooste- 
li)k  gedeelte  ailm^eDde  Tut  Opper-fretagne, 
grenrt  ten  N.  au  het  Kanaal  en  aan  bet  depar- 
tement la  Manche,  tea  O.  aan  Ua^enne,  ten  Z. 
aan  Lciie-Inléiieure  en  ten  W.  aan  Morbihas  en 
CAtei  du  Noid  en  tdt  op  een  opperrlakte  tan 
e»92  T.km.  (1911)  608098  inwoner».  De  lUe 
stroomt  ei  laidnails  in  de  Vilaine.  Het  depar- 
tement is  een  nog  al.eenvonnig  gnuiiet  plateau; 
in  bet  nooTden  loopt  er  een  bergreAe  OTei  heen, 
die  etenwel  neixeBS  hoogei  woidt  dao  250  m. 
OnseTeer  de  helft  dei  oppervlakte  ia  bedekt  met 
heideTelden,  weiden  en  wouden;  ooh  xgn  «r  on- 
deneheiden  kleïjie  raeren,  moeraawn  en  aan  de 
kust  «nite  pltMcn,  De  livieioeTen  en  de  vrucht- 
bare Tlakte  van  Doi  kveren  een  ijjken  oogit. 
IJierMaelteiuen,  linDenweieTjjen  en  landboow 
brengen  Teel  welTaart.  Daarenboven  heelt  men  er 
vekilei  andere  ngverheid,  «raale  Mbeepabouw, 
viiehvangsl,  oeeterTiMcberi)  bg  Cancale,  en  in  de 
Bteden  veel  handel.  Het  departement  is  verdeeld 
in  6  arrondiBsementen  (Remteg,  St.  Halo,  Monl- 
fort,  Redon,  Vitré  en  Faugèree]  en  heeft  Rennes 
tot  hoofdstad. 

niafi  een  rivier  in  het  luidweBten  van  Beie- 
ren, ont<taat  nit  8  bronnen,  de  Braitag,  de  Stil- 
lach  en  de  Trettaeh,  die  door  nauwe,  woeste  dalen 
stroonten  en  lich  bg  Obberstorf  vereenigen.  De 
rivier  stroomt  nu  noordwaarts,  veriaat  bg  Im- 
menstadt  het  gebergte,  wordt  bij  Eempten  be- 
vaarbaar, vormt  de  graas  tusBchen  Beieren  en 
Warttembeig  en  mondt,  na  een  loop  van  165  km, 
boven  Ulm  uit  in  den  Donan.  Het  dal  der  lUei 
heelt  d&wgle  veel  te  Igden  van  orerstiooniiagen. 

Zllloliim  L.  is  de  naam  van  een  plantenge- 
slacht nit  de  familie  der  Jfo^noitoeeeAi.  Het  on- 
dewebeidt  iteb  door  een  3-  tot  S-bladigen  kelk. 
9  tot  27  UoembladereD  en  6  tot  8  Btervormig  in 
een  kring  eeplaatate,  vleeiige  ktAervruehten.  Het 
omvat  onbebaarde  heesters  ntet  kerachtige,  glan- 
Kige,  altgd  groene  bladerai.  Van  de  soorten  noe- 
men wg  de  gewone  «leronyj  (L  oitisaliifn  h.), 
een  tteester,  die  in  Japan  en  China  groeit,  2  of 
3  m.  hoog  wordt,  omgekeenteironde,  wigvormige. 
welriekende  bladeren  draagt  en  met  gele  bloemen 
pr^kt.  De  vruchten,  onder  den  naam  van  «ter- 
angsiaad  bekend,  bevatten  een  atomatisehe,  aethe- 
lisëbe,  vette  olie,  een  eitraetiefstot  en  een  looi- 
stof, alsmede  hars,  g<»n  «n  appeliunr  ealeinm. 
De  renk  en  emaak  i^  leer  speoergaehti^  en  aan- 
genaam.  Den  gArnikt  se  tot  het  bereiden  van 
likeuren.  De  aetherieebe  olie  komt  onder  den 
naam  van  Ofeitm  mm  tUUati  ook  in  den  han- 
del voor  en  iKelti|rt  wel  wU  op  kaneelolie.  —  I. 
tUtridanum  Ëllis  of  onechte  eterangs  ia  een 
heester,  die  aan  den  Mississippi  in  het  W,  van 
Elotida  groeit.  Hü  draagt  breede,  lanoetvormi^ 
toegespitste  bladeren  en  fraaie,  brainroode,  Uog- 
gesteeld«  bloemen.  De  vruchten  heU>en  een  ang» 
achtigen  reuk,  welke  tevens  naar  dien  van  korian- 
der Eweemt,  en  men  gebrnikt  in  Amerika  den 
bast  in  plaats  van  dien  van  caBCarilla, 

mirar,  JolumM  Karl  Wilketm,  een  Dnitwih 
dicitnndige,  den  I9den  November  1775  teBmns- 
wgk  geboren,  wa*  aMaar  gemimen  tö<l  privaat- 


docent  overleed  den  lOden  Mei  1SI8  als  boogleer- 
aar  en  directeur  van  bet  saOloKisch  museum  te 
Berlgn.  Hj)  schreef;  „VerMiehnisa  det  KIfet 
Preoseene"  (1798),  „Entomologie,  (12  dln, 
1800),  „Hagazin  fOi  Ins^tenkon^:"  (1800— 1806, 
5  iHn.)  en  „Prodiomus  systematis  mammalium 
et  avinm"  [1811). 

^Hlttftnl,  een  berg  in  de  Cordilleni'a  van 
Bolivia,  ligt  20  km.  ten  iniden  van  La  Psi  en 
il  ±  6400  m.  boog.  Hg  werd  in  1893  door  Con- 
iray  beitsen  en  op  6405  m.  hoogte  berekend. 
Aan  den  voeit  breekt  de  Bio  de  la  Paz  door  de 
Andes  heen. 

XlUaotS)  een  rivier  in  het  noordwesten  dei 
Vereeaigde  Staten  van  Noord-Amerika  en  de 
hoofdrivier  van  den  gelgknami(|en  staat,  ontstaat 


en  loondt  na  een  loop  vsji  800  km.  in  den  Uissii- 
slppi  uit.  !^  is  een  diepe  en  breede  rivier,  die 
weioig  verval  heeft  en  890  km.  ver  voor  stoom- 
booten  lievaarbaar  is.  Boven  den  mond  der  Ver- 
million  wordt  echter  de  «ebeepvaart  door  etroom- 
verenellingen  verhinderd,  waarom  het  150  km, 
lange  lUinois-Micbigankaoaal  naar  Chicago  aan- 
geksd  is.  Zijrivieren  ignreehts:  Fou,Spoon  en 
Crooked-Creek,  links:  Vermillion,  Uaokinaw  en 
Sangamonp 

ZlUnol*^  eea  der  Vereenigde  Staten  vaa 
Noord<-Amerika,  ligt  tneachen  Mtanasippi,  Ohïo 
en  Wabasb.  grenst  ten  Z.  aan  Eentuckv,  ten  O. 
aan  Indiaaa,  ten  N.  aan  Hiebigan  en  wisooomn 
en  ten  W.  aan  lowa  en  Ifissouri  en  omvat  een 
gedeelte  van  het  voormalig  Ohiolükd,  «aar  »e- 
oert  den  aanvang  der  I8de  eeuw  Franache  kolo- 
nisten uit  Canaaa  zich  vestigden,  benevuis  de 
landen,  door  hen  van  1708  tot  1716  van  de  In- 
dianen gekocht.  Deze  staat,  die  zgn  naam  ont- 
leent aan  de  rivier,  welke  hem  besproeit,  werd 
in  1809  tot  een  territorium  verbeven  en  in  1818 
als  staat  in  de  Unie  uigenomeo.  Hg  telt  op 
146  720  v.km.  (1910)  ^591  inwoners.  Deie 
lijn,  op  109  000  UeniliB^  na,  allen  bfauken, 
die  lioi  boofdzakel^k  benghondói  met  landbouw 
en  veeteelt,  gzergieterg  en  woUpinneig.  De  bo- 
dem il  grootüideela  vlak,  in  het  niMPden  heuvel- 
achtig, maar  zeer  vruchtbaar,  en  in  tiet  midea 
ni]^  van  bosschen  voorzien.  In  bet  noorden  vindt 
men  er  droge  en  vochtige  prairiin  «u  vette  klei- 


veider  allerlei  penlvinchten,  benevens  tabak,  vlai 
en  hennep,  hooi  en  aboinsniker,  terwgl  het  kli- 
maat, otaêhoon  streng,  nkt  ongunstig  ia  voor  den 
wijnbouw.  De  ptairiSn  zgn  bedekt  met  hiddeB 
tunderan,  iwgnen  en  schapen,  en  men  wint  er 
veel  wol,  boter  «i  kaas.  Het  noordweefen  bezit 
loodmjjnen,  terwgl  de  itaat  tewMii  behoort  tot  hert 
groote  steenkolengebied,  dat  zich  van  Eentoek; 
noord  westwaarts  tot  aan  den  Uiisissippi  uit- 
strekt. Een  atuital  bevaarbare  rivieren,  zooals  de 
Mississippi,  Ohio,  Wabaah,  Dlüois,  enz.,  bene- 
veiH  bet  meer  Hichi^n  begunstigen  er  bet  ver- 
keer te  water,  terwgl  een  aantal  apoorw^en, 
«aaronder  de  bekende  niinois-centraalspoorweg, 
het  land  doorsnijdt.  De  gezamenlnke  lengte  det 
■poorwegen  was  in  1914:  19820  km.  IlltDois 
zendt  ^  vertegenwoordigers  naar  bet  Coitgn». 


DigilizedbyGoOglC 


nj.renm— njf. 


De  gOOTeiDenr  en  de  54  •enttoien  worden  toot 
4,  de  153  vertegen woordi^rs  voor  2  j*ar  geko- 


g«wel(i  TADdiAr  T«Mlr«Ten.  Hod  tempel  kwftm 
TeTTolgena  in  hel  beiit  Tan  F^aoKhe  eonuDnais- 
ten  (Ic&riens),  maar  ook  deie  kotoDÓe  ia  er  vei- 
dvenen.  De  letel  der  regeeiing  ia  Springfield, 
maar  de  TDomaamrte  stad  Chingo, 

XUlnols-MloUran-kAii&ml  Teibindt  Cbi- 
eago  aan  liet  Miebigao-meer  met  Peru  aan  den 
niiDoifl,  die  hier  bevaarbaai  wordt,  beeft  aan  de 
<9perTlakte  eeo  èreedte  Tan  18,8  m.  en  i»  164 
km.  lang.  V6ót  Ohieago  bereikt  het  door  16  riui- 
len  lijn  hoogste  pont  (44  m.)  en  Tol^t  dan  den 
Detplanee  Rivet  en  den  Illinois.  OoTspronkelqk 
1,83  m.  diep,  it  bet  kt«r  tot  2,18  m.  nilgegra- 
Ten.  De  aanleg  (18S6— 184B)  kmtte  15  millioen 
gulden. 

ZUmnlnaton  (Latyn  ^  Terliehten)  noemden 
lieh  de  leden  Tan  Tier  Terrebillende  genootsebap- 
nen:'  U^o  het  eiode  det  16de  eenw  de  Alom- 
bradoi  in  Spai^e,  in  1623  de  Ouerienlê,  een  aoort 
dweepiieke  geesten li enen,  in  FraDkryk,  in  de 
2de  helft  der  18de  eenw  de  Myêtieken  in  BelgiS 
en  wdert  den  laten  Mei  1776  de  leden  van  de 
Oitie  dei  lüumituUn,  welke  in  Ingolstadt  ont- 
stond en  ïich  over  geheel  Dnitsebland  Tcrgpreid- 
de.  IiHondeibeid  aan  iMtstfenoemden  geeft  men 
dien  naam.  hoewel  de  «tient«T  dner  orde  haar 
aanvankelök  dien  Tan  ParteetibüitUn  sat.  Adam 
WtUhaupt  (zie  aldaar),  ^roteuor  in  de  rechten 
te  Ingoktadt,  een  scberpiinnig  denker,  doeh  mot 
weinig  mensclienkennis,  Tatte  het  denkbeeld  op, 
een  Terbond  te  stichten,  dat  de  beersehappg  der 
rede,  alsmede  de  godsdienstige  en  staatkundige 
Terlicb-ting  moest  tievorderen  door  bet  kerkge- 
loof  en  den  eeredieost  te  Ternietigen  en  een  na- 
tunrlijken  Gvdsdienat  in  te  voeren  en  door  le- 
pnblikeiDsche  denkbeelden  te  beTeetigen  en  Ie 
verspreiden.  Deze  Orde  vond,  vooral  toen  Knigge 
toetnd  en  het  vertwitd  der  vrijmetselaars  haai 
bedoelingen  onderstennde,  looveel  bgval,  dat  in 
liaren  bfoeitijd  meer  dan  2000  ontwikkelde  Ihiit- 
sebere  tot  hssr  leden  behoorden.  De  orde  vreid 
den  2den  Maart  1TS5  opgeheven.  Weuliaupt  werd 
afgesvt  en  verbannen  en  onderBcheidea  leden 
streng  gestraft,  hoewel  het  niet  bleek,  dat  ijj  zich 
aan  eeni^  miedrijt  hadden  schuldig  gemaakt.  Na 
veracbillende  ver^Ische  pogingen  ie  de  Orde  in 
1B80  weer  opgericht;  zij  zebélt  te  Diesden  ea  tw- 
tit  lecht^KrsoonlIJfcheia. 

lUnmliieereii.  Zie  Verluehlen. 

Illiula  is  op  het  gebied  der  schoone  kunat 
een  mieleidiog  der  zintuigen,  welke  ons  er  toe 
brengt,  den  sangenamen  schjjn  voor  waaibeid 
te  bouden.  Zy  is  dsn  alleen  aealhetisch,  wanneer 
tij  als  middel  wordt  aangewend  om  het  schoon- 
heidsgevoel te  streelen.  Wanneei  men  op  het  too- 
neel  water,  boomen  eni.  door  fiaai  geaehilderde 
sehermeD  voorstelt,  ontstaat  hierdooi  bg  den  toe- 
achouwer  een  aestbetiaebe  illusie.  De  grondslag 
van  het  aaivename  der  illnaie  is  daarin  gelegen, 
dat  men  nén  met  zgn  Teibeeldin^  in  een  Teel 
aehooner  wereld  Tenlastat  dftn  die  der  werke- 
lijkheid. 

In  de  psfefaiatrie  is  de  illusie  een  soort  zelt- 
misleiding  en  wel  de  valscbe  (illosorisebe)  waar- 


neming van  werkelgk  voorbanden  sgnde  TOOtwer- 
pen  en  feiten  tengevolge  Tan  de  samenkoppeling 
van  de  daardoor  opgewekte  liatniglüke  indruk- 
ken roet  levendige  phantwieToorsi«tlingen,  zoo- 
dat beide  Één  geheel  vormen  (zie  Ballueiitalie). 

nitutrated  Zaondon  Vewa  is  het  ondste 
eelllDstieeid  weekblad,  dat  in  1842  door  Her- 
hert  Ingram  gesticht  werd.  Na  sgn  dood  ging 
hst  in  1860  over  aan  lifa  ionen  Wülimm  en  Ohtr- 
lea,  waarvan  de  eerste  en  diens  loon  Bmee  nog 
leven.  Tot  de  medewerkers  behoorden  o.  a.  Joktt 
Gilbert,  Birket  Foriler,  Mülmi,  Berkomer,  Itike 
Fildet  enz. 

niTTti,  een  koninkrijk,  tot  de  Oostenrgkseh- 
Hongaarsche  monarchie  beboorend,  grenst  ten 
nooraen  aan  Salzbuig  en  Stiennarken,  ten  oosUn 
aan  KroatiB  en  de  Adriatische  Zee,  ten  aaiden 
aan  laatatgenoemde  lee  en  ter  westen  aan  Ita- 
lië en  Tiiol.  en  telt  op  28  251  v.km.  1815  092 
inwoners  (1910).  Men  verdeelt  het  in  2  bestnnrs- 
sfdeelingen,  welke  5  Kroonlaoden  omvatten,  na- 
melijk: het  hertogdom  Earinthifi,  het  hertogdom 
Kraln  en  bet  Kuatland  {zie  de  ationderiöke  ar- 
tikelen). 

Eet  land  is  genoemd  naar  de  oode  UlTiitrs, 
wier  hoofdstad  Seodra  (Skoetari)  was.  Het  zni- 
deljjke  deel,  tot  de  riTier  den  Drilon  (Drin).  het 
lllyru  groeea  der  RMDeioea,  was  eedert  Pküipt 
U  en  Alemnder  den  Qroole  tijdelgk  met  Mace- 
donië veieenigd;  noordelgk  daarvan  la^  lUyii 
barbara,  weet  gesplitst  in  IstriS,  JapjdjE,  Liba- 
reia  en  Dalmatii.  Reeds  in  de  Sde  eeow  v.  Chi. 
kwamen  de  lootincbtige  lUjriers  in  botsing  met 
de  Bomeinen  en  in  299  werd  kontnein  Teubi 
dooi  Rome  overwonnen;  in  188  v.  Ohr.  werd 
Zuid-lIl;iiS  een  Romeinsehe  provincie.  De  ytAiy 
men  onderwerping  dei  IIIjtlSib  had  echter  eeist 
oiNler  Auguitvt  plaats  (35 — 83).  Onder  hem  om- 
vatte TUyrii  niet  aHeen  Moesji,  Dalmatii  en  Pan- 
nocii,  maar  ook  Noricum  en  Rhaetium.  Consbnt- 
iinui  maakte  vsd  Illyrieum  één  der  vier  groots 
praefecluren,  en  het  omvatte  toen  alle  Oost-Ea- 
ropeesche  provineiin,  behalve  Thraeit  en  het 
eigenlijke  Uljricum,  sinds  dten  tikl  lUyrievm  oe- 
eidentaie  gelweten,  dat  aan  bet  Weatlfomeinsdae 
keizerrijk  bleef,  bn  welks  vsl  (476)  bet  uu  Odoa- 
eei  en  Theodmk  kwam,  na  den  v^  vui  het  OoeC 
Gotische  ryk  echter  weer  san  bet  Oost-Bamein- 
Bche.  In  de  7de  eeuw  werd  het  land  door  Kroaten 
en  Servitia  beiet,  wien  het  spoedig  gelokte  zich 
van  het  Bjuotynsehe  rgk  onafhankelijk  te  ma- 
ken en  zelfstandige  rt^en  te  vormen.  Zit  verder 
Dalmatië,  KroatiM  en  Servië. 

Toen  Napoleon  I,  na  den  vrede  van  W«enen 
(14  Octobei  1809),  de  door  Oostenrijk  aan  Frank- 
rijk afgestane 'landen  als  een  afzonderl^  regM- 
ringsg^ied  or^iseeide,  noentde  h^  dese  de 
Illyriscbe  provincies.  Deze  bleven  onder  Frsn- 
Rche  heeisehsppü  tot  den  val  van  Napolem, 
waarna  Oostenrgk  nit  dit  gebied  (Dalmatii  nit- 
gezoodêrd)  het  koninkrijk  iflyrie  Tormde.  In  1822 
werd  de  Hongursche  kust  met  Fianie  en  bet  bg 
IlIjriS  ingeluide  deel  van  EroatiB  aan  Hongu^ 
toegewezen,  daarentegen  in  1825  Slagenfnrt  asn 
IlIyiiB  toegevoegd. 

nm  een  livier  in  Tbnringen.  ont«l«Bt  san  de 
noordelijke  heliing  Tan  het  T%nriagervrond  bij  het 
dorp  StOtseitMch,  ter  faoogte  Tsn  nrim  500  n. 


DigilizedbyGoOglC 


bofui  de  opperrlAkte  der  «e,  uit  de  MmenTlaei- 
■ng  TiD  S  wondbekeo,  n.l.  den  Freibaeb,  <l«n  Taa- 
bach  en  den  L«ngwiti.  De  Tereanigde  wateren 
■troomen  Tenolgena  op  het  gebied  tab  bet  groot- 
hertogdom W«imM:  dooi  den  mooieii  Ibneoacher 
Ornnd,  verlaten  bg  Qmenu  het  ^abeigte  en  mon- 
den, na  wn  loop  van  180  km.,  m  de  Saaie  oiL 
Het  dal  Ilm  Ügt  bgna  eeberi  tuBsehen  boiehrgke 
ho(^D  en  is  rjjk  aan  bekoorlnks  landaehappeo, 
vooral  in  den  omtrek  Tan  Berta.  De  paiken  te 
Weimai  en  t«  Tteturt  njp  bon  bekoorlqkfaeid 
grootendeels  aan  dew  lÏTiei  TeiBcboh^d. 

nmatiaii  Mn  «tad  en  badplaate  ia  Sakten- 
'Weimai-Eiaenaeh,  ligt  aan  den  wwidvoet  vaa 
het  Thnringer  Wond,  san  de  «pootlgnen  Nendie- 
tendotf — Ilmesan,  Hinenaii — Seiileuinxen  en  D- 
menan— OioHbieitenbKh  en  telt  (1910)  12  302 
iowoneri.  Men  vindt  er  8  kerken,  een  kaeteel, 
■tandbeelden  van  wn  Seheffel  «n  Fr.  Bofmam, 
een  twhniicbe  lebool,  een  boogeN  bnigeiMhool, 
eenige  Tak«cboien,  ten  komhrateriniichtiDg,  een 
unatoiium  voor  lennwwekeii,  fabrieken  van  per- 
•elein,  glas,  glaien  werktnigen,  tenalith waren, 


spedgoèd,  poraen,  faandedioenen,  idioenen,  eai- 
ton,  etnii  en  ledei;  verder  elqpeigen,  laagmol 
en  ontginning  van  vloeiapaat.  Het  aaittal  Dad{ 


tm  bediaigt  jaarlgki  ± 

Unwnliuii  ia  een  mengiel  van  niobiDm  en 
tuttalinm,  dat  vioeger  voor   een   bgionder  ele- 


r  i<  een  xieeT  in  bet  RaesJEoh  gon- 

venkement  Nowgorod  met  een  oppertlakte  tan 
918  V.  km.  De  grootste  lengte  bedraagt  48,  de 
grootite  breedte  39,5,  de  omtrek  198  ka.  Eei 
Umenmeer  is  nergens  diep  en  heeft  troebel  vra- 
ter,  doeb  bevat  veel  viseh.  Drie  belaogrjke  rivie- 
ren monden  er  in  uit.  namelgk  de  Suta,  de  Lo- 
wat,  an  de  Sj^n.  Iht  meer  met  ign  kanalen  be- 
hoort tot  de  belangrgkete  waterwegen  van  Rne- 
land,  doordien  bet  W^sjsjL-Wolotejock-Eanaal  de 
Hflta  met  de  Twena  (een  igrivier  van  de  Wol- 
ga)  en  alsoo  St.  PeterÉiarg  met  Aetiafcan  ver- 
bindt, lerwi^  het  Wetikie-Lo«ti-lianaal  bet  door 
middel  van  de  Duna  en  de  Lawti  Riga  in  veitand 
brengt  met  St.  Peterebnrg. 

Dorin,  een  sUd  in  N.W.-Afrika.  in  de  En- 
geleche  kroonkolonie  Koord tNigeria,  ligt  aan  den 
Aea  en  telt  volgent  Rohlfi  70000,  volgene  an- 
deren GO  000  inwonera.  De  omvuig  der  atademn- 
ren  hedrtairt  20  km.  De  tneecte  inwonen  ign  Jo; 
roeba  en  Tappa;  verder  vindt  men  er  Noepe,  Fel- 
Ista.  HaoBBa  en  Eaniki.  Zg  vormden  vroeger  een 
republiek,  die  onder  leiding  der  Fellata  baar  lelf- 
standigheid  tegenover  de  omringende  staten  wilt 
te  bewaren,  tot  t(j  in  1897  door  de  Engdicben 
veroverd  werd. 

npendam,  een  gemeente  in  de  provincie 
Noord^oUand,  2B98  Ë.A.  poot  met  (1915)  2164 
inwoners,  wordt  begrenu  door  de  gemeenten 
Formerend,  Monnikendam,  landsmeer  en  Wgde- 
Wonner.  Zij  bevat  de  dorpen  Ilpendam,  Pnrmer- 
land,  de  lip  en  bet  Z.W.  deel  van  den  Parmer. 
Het  oude  tand  bestaat  oit  tendeele  nitgebaggen} 
laagveen,  de  Pnrmer,  met  nitiondering  van  de 
Nes,  lüt  klei.  Veeteelt  en  «niveBwreidiDg  ign  de 
hoofdmtddelen  van  beitaan. 

Het  dorp  Ilpendara,  aan  den-  loom  van  den 
Pnimei  en  aan  het  Nooid-SoUasdseh  kanaal  ge- 


legen, beiit  een  fiervonnde   en   een  Roomsefa- 
Katbolieka  kerk. 

Usa,  «en  riviertje  in  den  Opper^HaiH,  ont- 
■pringt  op  de  noordsgde  van  oen  Broden  «n 
mondt  in  bet  diatriet  Hildedieim  uit  in  den  Oo- 
ker.  lEet  lltedtd  neemt  een  aanvang  op  de  oos- 
telHke  helling  van  den  Broeken,  ter  hoogte  van 
1000  m.  bg  de  Baube  Sehloi^  van  bet  Bdinee- 
loeh,  waarin  het  water  van  den  Hezenborn,  op 
den  top  van  den  Broeken,  valt.  Het  beeft  over 
een  horiiontalen  alstand  van  2000  m.  een  ver- 
val van  8S0  m-,  loodat  bet  ImiiMild  ea  tehoi- 
mend  over  n>tsbloki«n  snelt  en  met  ign  water- 
vallen hier  en  daai  alleitMAoorlHkete  laadoefaw- 
pen  Toimt  in  het  bowhrvke  du,  waaiknga  de 
reiiiger  den  Broekentf^  beklimt.  Het  mooiets 
punt  ie  lUautem    een  met  tHeht  geboomte  be- 


Sroeid  granietgevaarte,  dat  lich  hxMueebt  nit  het 
al  verheft  en  gekroond  ia  met  een  groot  gieren 
krnia,  aldaar  den  19den  Oetober  ISft  opgericht 
door  graal  Anbm  voh  WenUgerode,  ter  gedadi- 
tenia  van  ign  in  den  vryheidöooikg  geinenveldo 
vrienden. 

nsatiuuuilet  is  e»  mineiaal,  dat  ala  een 
verweeringiprodQet  van  molybdeenertien  voor- 
komt en  ontstaan  is  door  de  redneeerende  inwer- 
king van  ^servitriool  op  geeltoodetta  en  moljb- 
deenglanz.  De  samenitelling  wordt  aangegeven 
door  de  formule:  2HoO> JfoOt  of  ook  HoaOa+za^. 
Het  iLaemonniet  geldt  voor  een  hTdioaol,  het  eeni- 

5e  tot  doBvei  in  bet  mineraalrgk  bekende  hj- 
roBol.  Het  beeft  een  donkerblanwe  tot  twarte 
kleur  en  komt  voor  in  nqngangen  in  KarintbiC 
en  S^sen. 

Zmarlnalr*  vetallwi.  Zie  Oompltte  gê- 
UOien. 

ImadllM  noemde  men  bq  de  oude  Bometnen 
de  koppen  of  boralbeelden  van  meosehen.  Men 
vond  ie  b^,  de  Grieken  reeds  ten  tgde  van  Jiezim- 
lier  (ten  Oroofe  en  bg  de  Bometnen  vooral  in  den 
tgd  der  keiiera.  Z^  ign  baar  ontstaan  venchnl- 
digd  aan  een  tweetal  gebrniken.  Het  eerste,  loo- 
wel  bg  de  Grieken  als  ^  de  Romeinen  in  iwang, 
was  dat  men  de  portretten  van  uüatekende  man- 
nen en  leliel  of  geiehilderd  op  schilden  plaatste 
en  deze  In  de  tempels  ophing.  1^  droegen  den 
naam  van  imaginei  tiipeatae  o!  eJtpei  en  werden 
van  gond,  lilver,  marmer,  leem  enz.  vervaardigd. 
Het  andere  gebruik,  alleen  by  de  Romeinen  beer- 
«ebende,  was  de  gewoonte  der  edelen  «n  volgens 
hnn  recht  (jw  imaginumj  de  beelden  van  nna 
voorvaderen  in  het  atrium  in  nissen  (armaria)  te 
plaatsen.  Onder  die  niseen  las  men  de  namen  der 
voorgestelde  personen  en  een  kort  bericht  van 
de  feiten,  waardoor  ig  lieb  veidieoslelgk  hadden 
gemaakt  jegens  den  staat.  On  baar  tegen  stof 
en  beschadiging  te  beveiligen,  waren  deze  nissen 

doten  en  werden  alleen  bg  plechtige  gelegen- 
en geopend.  Bg  begrafenissen  droeg  men 
lulk  een  beeld  naast  den  doode  oi  hnlde  bet  in 
koatbare  parperen  kleedei«n.  Het  sebgnt  dat  men 
aanvankelgk  inlke  boiatbeelden  van  was  {eeraj 
boeleeerde;  later  evenwel  werden  iq  ook  vervaar, 
digd  van  marmer,  sUver,  goud  en  brons.  Befaalve 
in  het  aJriuffi  plaatste  men  ie  ook  wel  in  bet 
woonvertrek.,  in  den  tempel  of  op  de  begra^- 
plaats. 
Tmam  (Arabiecb  =^  voorganger,  hoofd)  is  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


636 


IMAH— UBRIANI. 


ÏD  bet  HoluiimMduuMe)»  rechts-  cd  Mdadieiut- 
weien  gebraikelijk  woord  tui  TerwhiUeade  be- 
teek«nig.  In  ik  eertte  plaita  noemt  men  aldoa 
alle  Mnbtenaiea,  in  de  moskee  met  <ka  «eiedienit 
beliit.  StMtn«éhterli^  ii  imun  de  perioon,  die 
het  opperste  wereldlóke  en  tbeocratiKhe  geug 
bekleedt,  decbaNe  4e  khakf;  de  eultan  T«n  Tor- 
kije  Toert  dan  ook  dien  titel.  De  Tcaag  omtTent 
de  wurdigheid  raa  imam  U  een  dei  meest  be- 
streden ptiDten  d«T  MobuDinedaanache  seeten  en 
paiijjen.  Imam  beet«n  ook  beroemde  antoiiteiten' 
op  weteasehsj)pfl^k-theolo«sdi  gebied,  DMt  name 
de  Bliebters  «r  Tier  orthoaoie  rechtsscholen. 

I  (Aiabiscb,  verwant  met  ons  am«n)  is 


den 


het  geloof  un  Ood,  Zqb  engcleB,  Zjin  geunt< 
(proulen),  Zgn  (gcmenbaarde)  boeki-  —  ' 
Jongsten  Dag.  Zie  IfoAammedoMfaM. 

Imandim  is  de  naam  van  een  gnwt  meei  in 
het  Enropeeeeb-Rnisisch  Mn«eroement  Arcban- 
gei  op  het  sebjereiland  Kola.  Het  is  80  km.  lang, 
gemiddeld  10  kn.  breed  en  853  t.  km.  groot, 
böu  gedvi«Bde  bet  gtheele  jaar  met  ö«  bedekt 
eo  staat  door  een  reeke  liTieren  en  meren  in  *er- 
baad  met  de  Eandalakajabaai,  het  noordwestelök 
niteinde  Tan  de  Witte  Zet.  Zwervende  LapUn- 
ders  beuwkea  des  lomers  daien  waterplas  oni 
TJtd)  te  Taneen,  en  op  ^n  oitireatrekten  oever 
TÏMlt  men  «leclits  een  5^  doi^n. 

Imatm,  een  wsterral  in  het  grootforstendom 
Finland^  in  het  Un  Wiboig  bg  9t.  Peters,  door 
de  Wnoien,  nit  het  Ssimameer  komende.  geTormd, 
ia  TemMedelDk  de  prachtigste  etroomTeisnelling 
in  Europa,  De  ririerbedding  Temaawt  lieh  van 
405  tot  4S  m.,  en  het  water  neelt  0T«r  een  lengte 
van  850  at.  een  verval  Tan  19  m.,  wurbg  uefa 
een  loodrechte  Tai  beTindt  van  10  m.  De  gol- 
ven braiten  er  eehirimend  «n  rasend  langs  gra- 
nietgeTaarten,  dennen  en  berken  unlijalen  dit 
iixkakwekkend  natnnrtooneel.  Aan  de  oevers  tsq 
den  waterTal  TÏndt  men  een  menigte,  door  den 
golfslag  alnronde  ateenen,  waaraan  men  den 
naasD  van  tmatragUtittn  gegeven  beeft. 

Tiaiw  is  de  Qrieksuie  en  Latgnsebe  naam 
voer  den  Himakja  (lie  aldaar). 

ïüifri huilt,  de  noordelgkfte  provincie  van 
Eenador,  telt  op  10  700  v.km.  68000  inwoners, 
die  voonuuselgk  van  landbouw  «i  veeteelt  (ran- 
deren,  schapen  en  muildieren)  leven.  Haar  naam 
omlecDt  de  provincie  aan  den  slgk  en  heet  wa- 
ter nitweip«nden  valkaan  Imbabnra  (4582  m.), 
die  licb  iD  haar  rakMen  Terbeft.  Ook  Tindt  men 
er  d«  Catoeacfai<4M6m.)endenOaïsmbe  (5B50 
m.).  De  boofdatad  k  Ibarra. 

ImbaolUUlt.  Zie  Idioot. 

XmlMrt.  Bartkihmeji,  een  Franseh  fabeldich- 
ter, is  1747  te  NImes  ^boien,  wjjdde  lieh  nit- 
slnitend  aan  de  )>eoefetiiDg  da  fraaie  lettervn  en 
maakte  lieh  weldra  bekend  door  ign  „Jngement 
de  Paria"  (Amsterdam  sn  Pargs  1772).  Vooral 
inn  fabels  beurgden  bem  grooten  roem.  Een 
bloemleiing  nit  deie  vindt  men  in  vn  „Oeuvres 
poétiqoes"  (2  dln..  's-Gra»enha««  1777).  ^n  bljj. 
spel  ,Jie  jaionz  aans  amonr"  bleef  geruünen  t|)d 
op  bet  repertoire.  Hg  slaagde  minder  ^ed  in  het 
iéhröven  van  romans  en  overleed  te  rarg*  den 
23sten  Aognstne  1790. 

Zmbert,  Baguet,  een  Franseh  mtMÏeoIoog, 
den   Uden  Jannari   1842  t«  Monlins  Eagilbert 


(NièTre)  geboren,  is  «e»  oi 
liekcritici  en  sedert  1900  hootdredactenr  tod  den 
te  Bnissel  veisehgnenden  „Gnide  mnaieal",  Hq 
ontving  bet  eerate  mDtiekooderwgi  van  agn  va- 
der en  stadeerde  later  te  Paigs  bg  FaaekeHg  en  Bi- 
ehard  Uammer.  Op  ign  initiatief  werd  in  1875  in 
de  bibliotbeek 'te  OrenoUe  een  Berlioi-bDste  ge- 

E  laatst  co  in  1897  een  tnsehrijving  geopend  voor 
st  Braihau-gedcnkteeken  te  Weenen.  Behalve  re- 
dactcDT  van  den  „Ouide  OHisicsl"  was  hg  mede- 
werker aan  een  groot  aantal  tgdteluilteK  (,JI«i- 
que  popttlaiie",  ,3«vne  tllostrée",  „L'artiate", 
„Revne  d'art  ancien  et  moderne",  „La  Ldbeité". 
„La  Qrande  Revue",  eni.).  Zgn  voornaamste  wer- 
ken ign:  .J'rolili  de  musieiens"  (drie  reckian:  I 
Ttiaiioltki,  Brakmi,  ChAritr,  tPlmdy,  Fmri, 
SamtSaüiu  [1888];  11  „Nonveaa  prafib  de  mnti- 
eteoa":  Boitdtftre,  Duboit,  Oounod,  Augiuta  Bei- 
mi»,  Lalo,  Rtgtr  [18921;  UI''  ..Piofils  d'attietM 
contemporains":  A.  <U  CattiUoti,  P.  Laeombe,  CA. 
Lelebvre,  3.  Uauaut,  A.  Rubinitrin,  Bd.  Sekwé 
[1897];  .J'DrIraiü  et  Mndes"(I8M),  stodieawn 
Bnkma^  Bittt,  BeMArowM  en  Wagntr,  JjMnn- 
phouie  après  Beetbovn  (Rfconie  k  Ifr.  F.  Wein- 
gartner)''  (1900),  „lUikitloM  «ontemporaiM" 
(1902),  Imbtrt  «verleed  den  ISda  Jannri  190B 
te  Pargs. 

ImiMrt  d*  ■ftlnl-Anuuidi  Arlkur  Liom-  ■ 
baron,  een  Franach  lettcrknitdige  en  diplomaat, 
den  22BleD  November  1834  te  Pugs  geboren,  atn- 
deerdc  in  de  rechten  en  lettoten  en  kwam  ia 
1855  aan  bet  ministerie  van  Buitenland sehe  Za- 
ken, waar  hg  in  1882  tot  gevolmachtigd  minis- 
ter Iste  klasse  opklom.  Hg  overleed  t«  Pargi  in 
1900.  Van  lijn  werken  iwemen  wg:  „Portraits  de 
femmes  fraufaises  dn  XVIQ  et  XIX  siècle" 
(1869),  ,J}eu  Tictimes  de  la  Cktmmone"  (1871). 
„SouTeniis"  (2de  dmk  18S6).  .Jbdame  de  Girar- 
din"  (1874).  „Les  femmes  de  Versailles"  (1875— 
1379,  5  dln.),  „PoitrwM  de  gTaodes  dames"  (3de 
druk  1886)  en  ,Jies  femmes  des  Tnileries"  (1880 
—1899,  16  dln.). 

laiUbItU  (lAtgn:  tmidging,  bnoeXHghig) 
is  het  Teimogen  Tan  lieoamen,  om  vloeistoffen 
tnssehen  de  ruimten  hunner  kleinste  deeltje*  (po- 
riën, kanaaltjes  eni.)  op  te  neoten,  waarbg  de  li- 
chamen omwellen  <lym.  stijtiel,  hout)  of  bnn 
Tolnme  behouden  (c^illaire  imbibitie).  De  kracht, 
waarmee  de  opgenomen  vloeistof  wordt  vaatge- 
booden,  kan  leer  groot  ign  en  is  atbankelgk  van 
den  aard  van  de  stof  en  van  dien  der  vloeistof. 
De  imbibitie  speelt  \m  b«t  openspringen  van 
vruehteo  «en  groote  rol,  oaar  in  de  wanden  tn  bg 
bet  opnemen  van  water,  èn  bQ  bet  opdrogen  van 
het  opgenomen  vocht  sterke  spanningen  ontstaan, 
waardoor  ig  lieb  Menoi, 

Imbrluil.  FifMrto,  em  Italiaanteh  dichter 
en  schrgver,  den  27>ten  October  1840  te  Napels 
geboren,  studeerde  aldaar,  te  Znrich  en  BerlöB, 
nam  in  I8G9  en  1866  ah  vrijwilliger  deel  aan  de 
veldtochten  tegen  Ooatenrgk  en  werd  in  1884 
protesBOr  in  de  Italiaanaehe  letterkunde  aan  de 
universiteit  te  N^>ela,  waat  bg  lich  reeds  in 
1862  ala  srivaatdocent  had  ^vestigd.  Hg  was 
echter  reeds  soo  liek,  dat  hb  den  leerstoel  niet 
meer  kon  innemen  en  oTerleed  den  Islen  Jannart 
1886.  Van  ign  geschriften  Bonncn  wg:  „Caati 
popolari    ddle   firovinne   meridionali"    (2    dln. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IHBnUM— IHHOPF. 


637 


1871—1872),  .Podiei  «mti  j»>migli«n«ai"  (1876), 
„Ia  DOTellï  floTeiitin&"  (1877),  ,iFuD«  nsaipate" 
0877).  „U  DovelUia  milawse"  (1878),  „QoHido 
Mcque  Dante"  (1879),  ,JjS  petresa  Beatrice  fi- 
gliool»  di  D«nte"  (1882),  „Powleeheata  d\  Pom- 
peo  Saroelli"  (1885),  ^mede  den  dichtbniHlel 
„E^ectiij  di  progodia"  (18741.  Zgn  atrydscAtif- 
ten  en  boekbeoordeeliogen  b«Dben  Ikhi  meerma- 
len  tot  een  IweegeTecht  ^dwongen. 

Imbrioni,  Matteo  Renato,  een  ItAÜaanech 
Btutsmin  en  broeder  vfn  den  voorgaande,  den 
38aten  Nevember  1848  te  Nttpela  geboren,  wm 
in  1861  luitenant  in  het  Sar<ldiuBeh«  leger,  «treed 
onder  OortboUt  ïn  SidlH,  nam  in  1870  «otalag 
«n  wijdde  lich  grfieel  aan  de  ruditaal-democra- 
tiMhe  beweging.  In  1878  richtte  hij  met  Bovio 
ta  aiKieren  de  Irredenta  (ne  atdasr)  op,  gaf 
„L'Italia  dezli  Italiani"  uit,  schreef  tegen  de 
Hitaiieae  rei '  van  Haumerh  met  Bovio  en  Met- 
taeapo  „Pro  Patria"  <2de  drnk  1879)  en  leidde 
*an  I83I— 1884  te  Nt^eh  een  dagtilad.  Sedert 
1889  Hd  der  £amer  brariit  bjj  door  sgn  heftige 
unvallen  op  Ooateniigl:  de  reëeetting  meermalen 
in  moeilijk neden.  iHü  overleed  den  18den  Sep- 
tember 1WI. 

Xmbrioaria  Lam.  ie  de  naam  Tan  een  pUn- 
tengealaeht  Dit  de  familie  der  Sapotaetetn  en 
wordt  vooral  vertegen wooidigd  door  f.  eoriaeea 
A.  D.  C.  die  hier  en  dur  ia  O.-IndiB  gekwedt 
wordt  en  eetbare  vmehten  draagt. 

ImbrlOAtiu  of  dakpantgew^g  is  een  plant- 
knndice  «tdrakking,  wette  aanduidt,  dat  ptan- 
tendeelen  elkander  op  dergelijke  wijie  bedeliken 
all  de  dakpannen,  namelii«  dat  tij  met  de  ran- 
den over  elkander  lim  pelegen. 

Imbri»,  bij  de  Tnrkea  Imro»,  een  TarkuA 
eMand  in  de  E^elsSbe  Zee,  ten  aoordweaten  van 
den  mond  der  Dardanellen,  heeft  een  oppervlakte 
van  256  v.k.m.  ntet  9500  inwonera.  Het  i«  berg- 
Kchtig  en  in  het  binnenlind  een  weinig  boscn- 
igk.  De  inwonera  houden  zich  met  gei  ten  fokkerij 
en  büenteelt  bezig.  Aan  de  oostzijde  lag  de  onde 
■ttd,  eveneeni  Imoro  geoaamd,  en  op  haar  pnin- 
hoopen  verheft  lieh  Kasttvn.  de  tegenwoordie« 
hoofdstad  van  het  eiland.  In  1913,  gedurende 
den  eeraten  Balkanoorlog,  werd  bet  door  de  Qtie- 
ken  beiet,  maar  bü  den  vrede  weer  aan  Torkije 
afgeataan. 

Im*r,  EdoHord,  een  Franach  schilder,  den 
SSsten  December  1820  te  Avignon  geboren,  sloot 
sich  e«r«t  bü  Dupri,  later  bij  Belly  aan  en  stelde 
fn  1850  zgo  «erste  stukken  in  den  Salon  ten 
toon.  Hij  beeft  Undachappen  in  Frankr^k  en 
EgTpAe  jreachilderd.  fmer  overleed  oo  een  slodie- 
— s  te  Haarlem  den  IBden  Jnni  1881. 
'.  Zie  Qtorgü. 


Mraal,  den  24sten  September  1827  ale  de  telg 
wa  een  vorstelijken  stam  geboren,  die  vroeger 
1b  ImeretiB  (gonvemement  Koetals)  heerschappij 
loerde,  werd,  Mulat  hü  deel  frenomeu  had  aan 
den  strijd  tegen  Polen,  in  1869  generaal-majoor 
en  chef  van  den  etaf  in  het  militair  diatriot 
Warsehan.  In  1877  werd  hü  als  Ini tenant-gene- 
raal, commandant  der  8ste  divisie  infanterie,  die 
in  den  oorloc  tegen  Turkije  Plerna  bed^erde,  ,eQ 
nam   den  Saen  September  deel  tan  de  twstór- 


ming  van  Lovee,  aan  de  ver«vertn£  van  Plewna 
en  aan  den  overtocht  «ver  den  Buban.  iN*  den 
vrede  van  San  Stefano  werd  hg  adjudant-gene- 
raal  en  was  hy  eenigen  tijd  weilzaam  als  chef 
van  den  g«nera]en  staf;  in  1881  werd  hij  be- 
noemd tot  procureur-generaal  bg  het  militaire 
gerechtshof  en  in  1897  tot  gouverneur-generaal 
van  Warschau,  als  hoedanig  lijj  gematigd  tegen 
de  Polen  optrad.  Hp  overleed  te  Warseban  den 
l7den  November  1900. 

Imenm  is  de  naam  van  bet  geestel^k  hoofd 
van  een  moekim  in  Atjeh. 

Imtaoff  is  de  naam  van  een  aanzienlijk  Ooet- 
Frieseh  geslaebt. 

Imhon,  Outtaaf  Willem,  baron  em,  den  8sten 
AUgostus  1705  te  Leer  aan  de  Eema  geboren, 
zoon  van  WiUem  Hendrik,  baron  van  Imholf,  , 
geheimraad  van  den  vorst  van  Oost-Friesland  en 
droeeaart  ivan  Leer  en  Leeroort,  en  ^an  Itabella 
Sopkia  Boreel,  vertrok  op  20-jarigen  leeftijd  als 
2de  kommies  der  Ooat-Indisebe  Compagnie  naar 
Batavia  en  werd  in  17S0  waterltscaal,  in  1732 
buitengewoon  Raad  van  'IitdiB  en  in  1736  gou- 
verneur van  Cejlon.  Sier  deed  h^  een  boekdrnkke- 
rg  crprichten  en  Vet  faij  denBöbel  in  het  Cinga- 
leest»  vertalen,  knoopte  betrekkingen  san  met 
den  koizer  van  Candj  en  llot  in  ITS8  inj  lijn 
vertrek  naar  Nederlüd  de  zaken  in  gnnstigen 
toestand  achter.  Bij  zijn  kornet  in  bet  Vaderland 
stelde  hij  aan  de  Compagnie  onderscheiden  plaa- 


reldia  met  den  r 


n  Raad 


Java,  waar  fag  eAter  in 
eonfliet  geraakte  met  den  goavemeur-generaal 
Valkenier.  ï)ete  beschuldigde  Van  ImAotf  ter 
gelegenheid  van  den  moord  op  de  weerlooie  Cbi- 
neeien  gepleegd,  (1740)  van  misbruik  van  macht. 
Hij  werd  in  nechtenis  genomen  en  naar  Neder- 
land geionden.  Daar  echter  waa  men  van  een 
snder  sevoelen  en  na  een  onderzoek,  waaruit  zijn 
ontchnU  bleek,  ontving  Valkenier  lijn  ontslag 
en  ging  Van  Imhotf  ala  gouverneor-generaal  naar 
BaUvia.  Met  bet  nieuwe  oorlogasehip.Jïe  Heratd- 
der"  vertn^  hg  in  1742  daarheen  en  nam  et 
verschilleode  betangr^e  maatregelen,  T«r«gl 
hij  de  vrijheid  van  handel  Koveel  mogelijk  be- 
vorderde, wiet  hij  agn  gezag  hij  de  inUndeebe 
vorsten  zeer  goed  te  bandnaven.  Ook  werd  tijdens 
zgn  bestnnr  de  invloed  der  Compagnie  aantnw- 
këlgk  veieroot  door  het  sluiten  van  een  ver- 
drag met  net  gTOot«  r^k  van  Mataram.  Verder 
is  de  Hervormde  Kerk  in  IndiB  veel  aan  hem 
verplicht,  terw^l  hij  tevens  bot  prachtige  Bojten- 
zorg  deed  verrgzen.  Hij  werd  door  prins  Willem 
IV  in  zgn  w«ardigheid  bevestigd,  in  1748  be- 
noemd tot  generaal  der  infanterie;  bij  overleed 
te  Batavia  den  Isten  November  1750. 

Jmhott,  Qtiriaat  Willem,  baron  san,  een  klein- 
zoon van  den  voorbande  en  zoon  van  kolonel 
Jan  Willem,  baron  Van  Imhotf,  en  van  Chriêlina 
Emerenee  Lewe,  werd  den  20Bten  November  1767 
te  QrDoingen  geboren,  iVoor  de  staatkundige 
loopbaan  bestemd,  studeerde  hij  in  zijn  geboorte- 

fUats  ia  de  reikten  en  promoveerde  in  Jnni 
738.  Bij  de  komst  der  Franeebea  (1795)  be- 
kleedde bjj  de  betrekking  van  gedeputeerde  naar 
de  Staten -Generaal  van  wege  Stad  en  Lande. 
Daar  bg  zich  echter  met  de  nieuwe  orde  van  sa- 
ken  uet  vereMügen  kon,  leefde  hg  uobteloo* 


DigilizedbyGoOglC 


ÜUBOIPF— lUUBItittANN. 


Tu  1795  tol  1803,  w«T^  toen  McieUrii  vin  nlea 
Rud  *ui  FiDanden  in  de  prOTiMic  Qroniiwen, 
bleet  all  Modani^  weifcium  tol  1807,  werd  ooor 
koDins*  Lodemmk  tot  lid  t«ii  dea  Stutsrud  be- 
Doema  cd  ns  de  inlifviag  tui  om  land  in  Frank- 
rijk lid  Tan  bet  WetgnTend  Lichaam  te  Paiga. 
De  koning  Tcnierde  hem  mat  de  orde  dei  Unie 
en  de  k«iHi  met  die  yan  de  Réanie.  Na  de  om- 
wenteling TRo  1813  behoorde  hq  tot  de  oommia- 
aie,  aan  wie  het  ontwerpen  ecnei  groodwet  wai 
opgedragen,  .en  in  1814  werd  hij  aangesteld  tot 

êoavernenr  Tan  de  prorineie  Qroningen.  In  deie 
strekking  heett  hy  eedarende  de  IS  jaren  vaa 
lyn  beatnnr  Teel  ^oeds  tof  itand  gebracht.  Hjj 
wai  bovendien  directeur  Tan  de  Haatachappg 
Tan  Landeigenaren  en  beklemde  Meiers,  voonit- 
ter  Tan  bet  College  Tan  enratoien  der  hooge- 
achool,  Tan  het  Bgbelgenooteehap,  T«o  het  Colle- 
ge Tan  toeiicbt  op  de  kêdelgke  administratie 
dei  Eerrormden,  Tan  de  Commiewe  van  onder- 
wga.  adminietratear  Twr  de  (humeiaitder  kaa, 
h(^ehermbeer  van  het  Oroninger  Qenootscbap  tei 
bcTordeiing  tbd  uhilder-,  graTeer-  en  beeld- 
bonwknnst,  ridder,  daarna  oommandeur  der  or- 
de Tan  den  Nederlindeeben  Leenw  en  Stiali- 
raad.  Hij  overleed  den  13den  Februari  1830. 

Zmtaoot-BliuiMr,  frvdriek,  een  Dnitseb 
munt-  en  penningknnoige,  den  Uden  H«i  1888 
te  Wintertnnr  geboren,   waa  bestemd  Toor  een 

Craktiach  beroep,  maar  w^dde  lich  weldra  aan 
lauieke  «tudJBn.  Ficn  van  tija  jeugd  af  veria- 
melde  eolleetie  Zwitiersche  munten  en  medaille* 
(±  11  000  >taki]  «ehonk  hg  in  1871  aan  het  mn- 
ieum  Tan  ijjn  geboortestad,  waarna  hij  lieh  voor- 
namelijk op  de  «tadie  van  Qriekache  munten  toe- 
legde. Op  ign  uitgestrekte  reiien  bracht  hij  f^roo- 
te  verianieUDgen  oud-Qtiefctcbe  munten  bgeen 
(meer  dan  20  000  stuks),  die  in  1900  voor  bet 
koninklijk  MuntkabJnet  te  Berlijn  werden  aange- 
kocht. Zij  zijn  door  hem  beschreven  in  „Honnaiea 
nuea"  (1883)  en  „OriecbiicheUan^ien"  (1890). 
>r  levarde  hjj  nog:  „Zur  Hünikunde  nnd  Pa- 
lio^aphie  Böotiens"  (1871),  ,J)ie  ÏIBnien  Akar- 
nanione"  (1878),  „PortrttkOpfe  anf  rOmischen 
HOnien"  (2de  druk  1898).  ,,Portritk5pte  auf  an- 
tiken HOnien  helleniacbei  nnd  helleHawter  VOl- 
ker"  (1885),  ^ur  MSniknnde  QroRR-Grieohsn- 
iMda,  SUikeoa,  Kretas  n.sw."  (.1886>,  „Tier- 
und  Pflanienbilder  auf  UOnien  und  Getnmen 
d»  klataiiehen  Altertams"  (met  KtUer,  1889), 
„Lydisebe  StadtmOnien"  <1897)  en  „Kleinaaia- 
titehe  Kansen"  (1901  v.v.),  terwgl  hg  de  nit- 
gaTe  leidde  Tan  ,4}ie  antiken  iMflnien  Nordgrie- 
(AenUnda"  (1899  v.v.)  en  JAt  antiken  HOnien 
Hjaiena  (Berlijn  1913  t.  t.),  beide  oitgegeren 
doot  de  „kgl.  Akadanie  id>er  Wissenschaften  . 

Inüiotap  (Imuiket)  ii  een  oud  Egjptisch 
wg^«eI,  die  onder  de  regeering  van  koning 
Zo«er  {TotorlhTOa,  3de  dynastie)  geleefd  heeft. 
Na  liJn  dood  werd  hg  als  een  heilige  veieerd  en 
later  voor  een  zoon  .van  Plak  gehouden,  naast 
wien  hg  te  üempbJe  een  tempel  had.  De  Qiie- 
ken  identificeerden  hem  met  Atklejnoi.  Hij  gold 
alt  de  beschermgod  der  ichrgvera. 

Tvlailim-  Zie  Stiktiof. 

Ztnltatle  in  de  muiiek  ii  het  herhalen  Tan 
e^  motiet  ol  motieldeel  in  een  andere  «tem.  of 
de  nsboolnng  ervan   op  een  andervn  toontt^ 


of  in  anderen  vorm  (het  motief  of  motictded 
omgekeerd,  in  grootere  of  kleinere  notenwaarden). 
Een  voorbeeld  van  imitalit  op  verspillende 
toontrappoi  vijtdl  men  in  het  voorapol  tot  bel 
derde  bedrüt  van  Riehard  Wagiur'»  „Die  Heis- 
tersinger  von  Nfirnberg". 

In  de  canon  en  de  fnga  apeelt  de  imilati»  een 
voorname  rol. 

iBimutMit  noemt  men  datgene,  wat  in  een 
laak  ia  en  blgft,  in  tegenetelltog  van  Ironaeen- 
tUnt  ol  datnöe,  wat  buiten  en  ooven  een  laak 
bestaat.  In  de  wgalKMerte  heeft  het  woord  im- 
maumt  meer  dan  Mn  betortenis.  Men  oftdci- 
ceheidt  bgv.  nttweadi{|e  (tmsoendente)  oona- 
ken  Tan  inwendige  ot  immanente,  nanulük  loo- 
danige,  welke  in  net  TOranderende  voorwerp  lelf 
gelegen  ijjn.  Spinota  noemde  -Qod  den  immanen- 
ten  schaper  der  wereld,  om  aan  te  duid«i,  dat 
Ood  in  SQR  weien  niet  van  de  wereld  Tcraehill. 
Kaïtt  tpreekt  van  een  immanent  gebruik  der 
rede,  nametgk  van  «en  eebrnik,  dat  de  grensen 
der  ervaring  niet  OTersenTJjdt,  in  tegenoveratel- 
ling  van  een  transcendent  gebruik,  dat  lich  in 
het  borennatiwrljike  verliest.  Op  dengeljjke  wqm 
spreeki  men  over  «en  immanente  metËode,  na- 
melijk zoodanige,  die  de  eigenschappen  en  V- 
trekVingen  van  een  voorwerp  ntt  ign  eigen  be- 
grip tracht  te  ontwikkelen;  van  een  immanente 
kritiek,  die  een  gedachte  van  haar  eigen  bedoe- 
lingen ait  beoordeelt,  eni. 

Wanneer  men  4iet  «oord  immanent  gebruikt 
ten  opiicbte  van  Ood,  dan  verHeze  men  niet  Dit 
bet  oog  dat  dit  onderBchetdenlqlt  bedoetd  fcan 
tijn  van  bet  wx»tt  van  Oiod  en  van  het  verken 
Tin  Ood. 

ImnujitiU  of  Ood-met-om  ie  een  naam  van 
oen  geheimiioiug  kind,  Tan  welks  geboorte  ea 
lotgevallen  de  profeet  Jeiaja  (7  ven  14)  epreekf 
en  over  de  l>eteekenis  waarran  onder  nitle^era 

Seen  eenstemmigheid  bestaat.  V«eUl  denkt  men 
ier  aan  het  MtMiaêkiitd  in  aansloiting  met 
MatthaeoB  1  vers  23. 

IflunaniMl  b«i  Soloiaotl  is  de  oaam  van 
een  Hebi«enwseh  dichter,  die  tn  Roow  woonde 
ongeveer  van  1265 — 1330.  Hij  waa  tgdgenoot 
Tan  en  bevriend  met  Dtmtt,  en  lelireef  wtMhil- 
tende  commentaren  op  faqoelboeken  (Sprenken, 
Psalmen,  Job  e.  a.),  op  dezelfde  wijie  opgerat  en 
Toorzien  Tan  STmhoLscbe  verklaringen  aU  mt 
Dofite's  geeebriften  bekend  z^n.  Eet  mee»t  be- 
kend aijn  liJn  gocdmoedig.«atirieke  gediefates 
op  het  leven  der  Joden  geworden  fUehabbendk 
gebeeten). 

Xmmwiitult,  een  (tad  in  het  Beiersche  dis- 
trict Zwabeu.  ligt  op  de  plaaU,  waar  de  liter  de 
AlgSner  Alpen 
eben — Lindau  e 
(1910)  5 

in  richt  ing,  bïndnren 
te  veemarkten.  De  i 


Men 


vindt  er  een  Eneipp- 
laafabriekea  en  gno- 
bekend  wegens  naai 
bcTallin  ligging  en  als  uitgangspunt  voor  Al- 
pentochten,  looaat  lij  door  pleiz ierrei zigers  dmk 
wordt  bezocht.  In  haar  nabgbeid  bevinden  xieh 
de  ruïne  Rothentels  en  de  Alpsee  en  men  ge- 
niet er  van  den  OrOnten  en  den  Stuihen  nit  een 
prachtig  panorama. 

Xmmermum,  Karl  Lebtnekt,  een  Dnitaeh 
tooneeldietiter    en    romanachr^vw,    duL    24atea 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IMIKfBRM  AWW— FHWTggPFÏÏ  g  .WW 


639 


April  1796  te  Uaagdenbiug  geboiwi,  btnt  lieh, 
Dft  het  KTBUMBiiun  aldur  t«  hebbeo  Mioeht, 
naar  de  haagMchool  te  Hklk.  docb  voegde  lich 
in  1813  bij  de  TetdedigeiB  des  TuterUnda.  Na 
lün  teiugkéei  te  HaUe  weid  hij  gewikkeld  in 
de  oneenigbeden  onder  de  itodenten  met  betiek- 
kJDg  tot  de  BurtcbeDictisft,  uo&Ib  blgkt  ut  ijjn 
geBchritt  „Ueber  die  Stieitigkeiten  der  Slodie- 
renden  in  Hiile"  (1817).  dat  ap  het  Wartbo^- 
feest  Teibnnd  werd,  Weldn  trad  hy  als  Tel» 
rendarie  i»  itaattdienat  te  Haagdenbarg,  werd 
in  1819  ftDditenr  te  MOoster,  in  1823  leehter  te 
Maagdenbarg  en  in  1827  ,4«ni)e(genciitsiat"  te 
DQsBeldorf.  Hiei  nam  bg  op  bdangelooze  wijte 
het  bestunr  T«n  den  «dwuwba^  op  lieh.  H«t  ^- 
lakte  bem,  ait  ttrtike  doelen  «eo  goed  geheel 
te  Tormen;  doch  dit  lt»t(te  voldeed  nog  luet  aan 
de  eischen  van  het  pub^^,  loodat  hij  met  groot 

Eeldelnk  verlies  afiag  van  lijn  plaMMD.  Terwjjl 
ü  zich  bezigr  hield  loet  het  MiiiiJTen  van  lifn 
.Jiemorabilien"  (3  dln.,  1840—1843)  overleed 
faO  onverwacht  den  SSeten  Avastua  1840.  Hg 
had  doot  liJn  dramBtiaehe  atatken  een  goeden 
naam  verworven.  Zijn  treni^wlen  liragen  de 
blyken,  dat  hjj  met  vracht  de  werken  vui  Shakt- 
neare  geleien  en  beileien  beeft.  Zü  onderaehei- 
oen  licfi  door  juistheid  van  karakterteekening, 
door  diepte  van  gedachten,  doch  tevens  door  een 
lekere  niwheid.  In  het  algemeen  liJn  lü  beter 

Seschtkt  om  -te  leien  dan  voor  de  opvoering. 
[ij  Khreet;  „Die  Piinxeo  van  Syrakug"  (een 
blvBpel,  I8ei),  de  3  trenrepelen  ,.DaB  Thai  von 
Ronceval",  „E^in"  en  „Petnrca"  (1832),  „Eö- 
ni^  Feriander"  (een  treurspel,  1823),  „Ëin  gani 
friseh  tehSn  Trauerapiel  von  Pater  Brej  dem 
talschen  Piopbelen  <-18t^),  bet  blijmel  ,4)a« 
Auge  der  Li'ebe"  (1824),  „bet  trenrepel  „Carde- 
nio  UDd  Celinde"  (1826),  het  dramati ach  ge- 
dicht „Traner^iel  ia  Tirol",  het  treotepel  „Km- 
ter  Friedrieh  Tl",  de  blijapelen  „Die  Verklejdnn- 
gen"  (1828)  en  „Die  Sehule  der  Frommen" 
(IS29),  de  trilogie  „Aleua"  (1832),  de  diepzin- 
nige mythe  „Merljn"  (18S2)  en  bet  trearspel 
„Ohiimonda  oder  die  Opler  dea  Sehweigena" 
(1839).  Ook  tehreef  hij  „Das  PapierfensleT  einet 
Eiemilen"  (1822),  „Miacellen"  (1830).  „Raiie- 
jonrnai"  (il833— 1835),  „Gediehte"  (.1825)  met 
een  vervolg  (1S30),  het  spimokje  „TulitGnteiien'' 
(1830),  „Der  im  Irrgarten  der  Hetrik  umherUn- 
roelnde  Cavalier"  (1829),  „Epigonen"  (3  dln., 
2de  dmk  185^  en  „HUnchhaaBen"  (4  dln.,  2de 
druk  1841).  Zgn  ,.Qe«unmelle  S<diriFten"  (20 
dln.,  2de  drok  1883)  werden  door  Boxberger 
ni  (gegeven. 
ImmeralMtyatveiii.  Zie  Mieroteoop. 
Xmmerxeel  Jr.,  Johannet,  een  Nederlandeeh 
letterkundige,  den  2den  Juli  1776  te  Dordrecht 
geboren,  genoot  een  uitmuntende  e^voe(UDg  eo 
aanvaardde  in  1805  een  betreltkii^  bji  het  mi- 
nisterie van  Binnenlandeche  Zaken  t«  VQ raven- 
hage.  Vervolgens  wgdde  hij  aeh  aan  den  boek- 
en kunathandel,  eeret  te  Rotterdam,  daarna  te 
'«-GravechEKe  en  eindelijk  te  Amaterdam,  wasj- 
hü  den  19deD  Jnni  1841  overleed.  Eü  bewoog 
li^  op  velerlei  gebied,  iDzonderheid  echter  op 
dat  der  po4iie  en  der  beeldende  kunst.  Van  liJn 
geschriften  vermelden  wij:  „De  KOedertierenbeui 
van  Titoe"  (tMneelspel,  i301),  „Bonajiarte  en  de 


algemeene  vrede"  (1602),  „De  i»sterfeljjkbeid  der 
tiel,  naar  Delille"  ent.  (1303),  „Het  mededoogen, 
naar  Delille"  (1304),  „Soeratea  in  den  tempel  van 
Aglaara,  naar  Benouard"  <1304)  „Hotlands  wa^ 
tersDood  in  den  jare  1809"  (1309),  ,J)e  Uinde- 
man"  (2de  druk  181S),  „Eoenraad  Rozendal  ot  de 
gewaande  geestenverschijnine"  (1810),  „Baltba- 
ui  Knopias,  een  romao'*^  (2de  dmk  1842),  „Voor 
□pgeruintden  vhi  geest"  (1818),  ,3ugo  van  't 
Wond,  in  4  langen''  (2de  iruk  1833),  „De  inoe- 
derliefde,  in  4  wngen"  (1819),  „Gedichten"  (2 
dln.,  1824),  „Hollaodi  Leeuw  ontwaakt.  Taferee- 
len  en  heriDnerinKen  uit  den  Belgiichen  opstand" 
(1830),  .J)e  lof  der  Belgiacbe  vrijheid,  aan  hau 
toegeiongen"  (1331),  „Oesehiedenie  der  bel^e- 
ring  en  espitolatie  van  bet  kaeteel  te  Antwer- 
pen^' (18S3),  „Oediebten  van  Matthias  Clandioa" 
(1836),  „Giediehten  bgionder  voor  declamatie" 
(1838),  „Lofrede  on  Remfeandt"  (1841)  en  „De 
kvena  en  werken  dei  Uollandsche  en  Vlaamsehe 
buDBtschildeia,  beeldhouwers,  «ravenrs  en  bouw- 
meesters van  het  begin  dei  iMe  eeuw  tot  op  de 
helft  dei  I9d«  eenw'^  (3  dio..  1822,  1343),  uitge- 
geven door  lijn  ionen.  Tot  ign  nitgaven  behoor- 
de de  „Huien almanak". 

XmmlvTfttle,   Zie  LmuivtTkuinng. 

iDunobUlA.  Zie  Onrotrtnde  gotdtrtn. 

XmmortaUan  (^  rmtlerfelfkin)  noemt  men 
loodanige  bloemen,  die  dooi  de  dioiwvlieiige,  ge- 
kleurde omwindselbladen  ook  in  getuvogden  toe- 
stand haar  fiiech  voorkomen  behouden  en  om  die 
reden  tot  bloeminikem  «q  knuiNn  in  den  winter 


fiongaaraehe  bmMitelle. 

en  vooral  tot  versiering  van  graven  gebengd 
worden.  De  meeste  immortellen  behooren  tot  de 
familie  der  Saamgeateldbloemigen  (OomponUn), 
inaonöerbeid  totbetgethdtt  HétwArysKm  Dee., 


D,o,l,zedb,GoOgle 


TMMnTtTTRTJ.TBW — OEUCNflOHT. 


<l«t  lieti  onders^idt  door  ign  omwindedMMdjei, 
w^k«  in  teraehndni  knnBeo  dakpuugewüs  ovei 
«Ikandet  Belgen,  dtoog  en  gcÜenrd  lijn.  In  ons 
IsDd  beeft  m«D dt goudgele fl.nreiuTtiim  Dec, 
ook  w«l  ilrooUoem  gebeeten,  Toorts  in  Zaid~ 
Europa  B.  angutUfoSium  en  un  de  Kup  de 
welriekende  H.  odoratunmum.  Voorts  worden 
LninoiUilen  geleverd  door  het  g«<lacht  Xtrm- 
themum  T.,  Mnj&riBe  planten  met  rooskieurige 
of  witte  onwindselbkadjeB.  Van  d«  soorten  vu 
dat  geslaefat  vennelden  wn  de  Bongaarteke  im- 
KOrteiUn  of  tevenjaanbJoemen  (H.  Todiatum 
Lam.),  die  in  Uoravil,  Bobemen,  OosUnrifk  en 
Hongarfie  te  hais  behooren.  In  de  afbeelding  is 
o  de  plant  in  aatnurlijke  grootte,  b  een  twee- 
alaehtig  bloempje,  e  een  vrouwelA  bloempje, 
beide  S-Toodig  veigioot,  d  een  belmdraad,  10- 
Tondig  vergroot,  en  t  een  strooachnb,  8-Toadig 
Teigroot.  Zeer  fraaie  immortellen  leveien  de  soor- 
ten TMi  de  geilaebten  Aerodiitium  «n  RhodanU. 
Ook  MEomige  soorten  ran  de  geslaebten  Ovapha- 
liuM  en  QoMphretia  worden  ala  immortellen  ge- 
bntikt. 

Immmiltoit  beteekent  omehendbaarkeid  of 
vrtjdom.  In  de  eerste  beteekenie  spreekt  men 
van  de  immnniteït  van  het  grondgebied  Tan  den 
Staat,  of  ook  wel  ran  een  persoon.  In  d«  tweede 
beleekenis  is  i^  Tr^dom  of  beTrgding  Tan  lekere 
psbliek-recbtelgke  lasten,  diensten  of  belastingen. 
Knlke  Trgdommen  Tan  lasten  en  belastingen 
w«rden  in  de  onde  reciiten  d^r  Middeleenwen 
toegeataan  aan  de  goederen  van  den  Koning  en 
Tan  andere  gioote  fieeren,  terwyl  daarmede  vaak 
Terbonden  vrag  het  voorrecbt,  om  lelt  de  recht- 
Bpraak  alt  te  oefenen  over  fann  geheel  gebied, 
dat  alioo  aan  de  juriadlctie  van  den  gewonen 
rechter  onttrokken  was.  Het  recht  van  as;!  ver- 
schafte aan  T/Aert  'plaatsen  imniDniteit  voor  bat 
opsporen  en  vervolgen  Tan  misdadigers. 

Ut  Toor  de  immaniteiten  van  bet  Volken- 
recht: J.  dê  LouUt,  Het  stellig  Volkenncht  (2de 
dl..  1910.  Ml.  88V.V.1. 

laUDnnltelt.  De  mhandeling  en  Tooral  het 
ondenoek  der  infectie-nekten  (iie  aldaar)  staat 
in  den  laatsten  t^d  geheel  onder  dea  invloed  vid 
de  Traag  der  immuniUil,  d.  i.  de  ouvathaarheid 
van  het  lichaam  voor  het  gift  eener  bepaalde 
besmettelijke  liekte.  In  ruimeren  lin  verataat 
men  tegenwoordig  oitder  immuniteit  de  oovat- 
baarheia  tegenover  eea  vreemde  «tof.  hetig  <He 
stol  een  liekte-wekkende  bacterie,  een  aan  het 
lichaam  vreemd  eiwitUchaam,  of  een  toiine  ia. 
Wg  znlIeD  ons  bier  met  de  itnmnniteit  tegenover 
infectie-iiekten  bezighouden.  Voot  eike  infectie- 
liekte  neemt  men  het  bestaan  van  een  specifieke 
bacterie  als  oorzaak  aan,  ook  waar  die,  loo  als 
bÜT.  bü  pokken  en  roodvonk,  nog  niet  gevonden 
is,  llen  Doderschoidt  een  aangeboren  immoniteit 
van  die,  welke  verkre^n  wordt  door  het  door- 
staan van  de  inlectiezi^te  ol  door  de  inenting 
ertegen.  Een  voorbeeld  van  (tgdeljjke)  aangebo- 
ren immuniteit  is  die  tegen  mazelen  en  rood- 
vonk  gedurende  de  eerste  Isrensmaanden,  Naast 
de  aangeborene  staat  de  kunilmaHge,  looals  die 
het  eerat  tegen  pokken  door  Jenner  in  gebr  '' 
ia  gekomen.  Door  een  detgelüke  kunstmatige 
fectie  ontstaan  koortaen,  dse  aomc  aan  de  aieife 
Kif  herinneren,  maar  vaker  geen  bgionder  karak- 


ter heUxn.  UetwknikoK  gaf  het  eerst  een  aan- 
nemel^e  verklaring  van  de  immuniteit,  toen  hg 
aanto<H>de,  datmiltvnaibacillen  na  inenting  terog 
te  vinden  waren  in  de  witte  bloedlichaampjes, 
die  hg  als  de  vernielers  van  de  bacteriBo  be- 
schouwde (vhagoq/lme  is  de  naam  igner  leer). 
Haar  die  leer  was  niet  houdbaar,  toen  blèrt, 
dat  ook  het  bloedseram,  oelvrg  gemaakt,  de  bae- 
teriln  doodde.  Bovendien  kon  ook  aerum  van 
dJeren,  die  wèl  voor  nultvnnr  vatbaai  waren, 
toch  miltTunrbacillen  dooden,  evengoed  als  het 
sernm  van  voor  mittvuur  onvatbare  dieren.  Te- 
genover die  ieer  der  phagocjteQ  «taat  de  i^kelen- 
tkeorie  van  Ekrliek,  die  in  elke  molekuni  een 
eigenlgke  kern  en  liiketeos  aanneemt,  te  lerge- 
Iglcen  met  een  henaolkern  en  ^n  lijketens.  Het 
die  igketens  xonden  lich  de  toiinen  der  bacteriBn 
Tertnndeii;  de  cel  gaat  ten  gronde  als  er  te  veel 
toiloan  ijjn,  loo  niet,  dan  komt  er  een  nienw- 
Tornhng  van  igketeos,  maar  nu  in  vergroot  ge- 
tal, o  vereenk  ODM  tig  de  wet,  dat  bg  lager  dieren 
verloren  gegane  lidiaamadeelen  door  grootere  ver- 
vangen worden,  een  principe,  dat  men  bg  de 
wondgeneiing  bg  den  menach  terug  vindt.  Die 
overbodige  reactjeproducten  Tan  bet  orgaoisme 
worden  nu  door  de  oei  afgeetooten  en  circuleeren 
als  antjtoiinen  in  het  bloed,  waar  zg  bun  bin- 
din^vermogen  legen  een  nietnren  toevoer  Tan 
toxiDen  behooden  en  het  lichaam  dus  immuan 
maken.  De  vreemde  stoffen,  die  bet  lichaam 
aanvallen,  heeten  anttgeneH,  de  verdedigers  iga 
anlüiekamttt  van  verschillende  sooK.  De  eerste 
groep  ign  antiiotinen,  optredend  tegen  de  gif- 
tige atol wisseiingsprod  neten  van  sommige  bae- 
teriln,  «Jb  van  drptitJMrie,  tetanus  «n  «taphWoeoe- 
eui,  loowel  tegen  dierlgke  toiineo  van  slangen 
en  wespen  als  tegen  plantengiften,  als  rieine  en 
abrine  ot  fermenten.  Die  antitotinen  (ün  eiwit- 
aehtige  lichamen,  die  evenals  de  meeste  eivrit- 
stoffen  bg  70*  smelten  en  dan  onwerkwam  wor- 
den. Het  de  toiinen  verbinden  i\j  sich  tot  on- 
schadelgke  stoffen.  De  tweede  groep  vonnen  de 
agglutininsH  en  de  proeetpilineN.  De  eerate  iqn 
die  sobstantiea  van  net  immuunsernm,  die  bae- 
teriEn  hun  beweeg! gfc beid  ontnemen  en  aan 
elkaar  doen  kleven  (agglulinaUe),  de  laatsten,  die 
bgv.  in  cholera-  en  tjpbuseerum  voorkomen,  ver- 
oorasken  een  neerslag  (prateijiitatie)  van  bet  ei- 
wit, ala  men  ie  in  kiemvrije  tiltratén  van  chole- 
ra- lesp.  tvpbnsbacilleneultnur  brengt.  Ook  d»e 
groep  verliest  haar  werkkracht  bg  70*.  Een  9de 
groep  is  samenge«leldeT  en  bestaat  uit  een  spe- 
cifi«[en  amboeeptor,  die  tegen  hitte  bestand  is 
en  uit  een  niet  specifiek  eompIemeiU,  dat  l^  56* 
in  een  half  nnr,  bg  kamertempetataur  in  24  nnr 
te  gronde  gaat  en  na  agn  verwijderiDg  uit  het 
immuunsernm  door  elk  frisch  dierlgk  of  men- 
achelgk  serum  kan  worden  vervangen.  De  ambo- 
eeplor  bindt  tieh  dus  loowel  aan  het  comple- 
ment ala  aan  de  bacterie,  die  vernietigd  moet 
worden,  en  aan  die  dnUtele  functie  mtleent  bg 
ign  naam;  door  die  vernietiging  gaat  ign  ver- 
mogen niet  verloren,  wat  wel  het  geval  ia  met  het 
eomplemenL  Die  complementen  komen  soowel  in 
normaal  serum  ala  in  bacterie- vernietigend  im- 
muuoserum  voor  en  kunnen  door  b^iaalde  be- 
handelingen door  de  vorming  Tan  asti-corople- 
menten  in  hun  weiiing  gestoord  worden.  Deie 


DigilizedbyGoOglC 


derde  ^0^  *tui  anti-liduuMn,  «{e  baeterieiêtUn, 
Ten]e<bg«ii  om  argftmsine  Ugeo  eellea  lietiu  tu 
bacteritn,  tbd  vreemd  Uoed  of  endeie  licbuma- 
celieu,  die  opgelogt  wonkn  door  «.g.  baeterioly- 
ftne  lesp.  Memoiyritx  ol  gedood,  Een  Mukn 
groep  Tormen  oog  de  opsottmen  ot  baeteriotropi- 
nt*,  dje  de  phagoejtose  door  de  lenkaeTten  be- 
Toidereo,  in  tiet  Donnale  Mniiii  leer  labiel  v^a, 
en  by  bewuen  nui  bet  Benim  «f  fenruming  rei- 
nietigd  worden;  maai  ia  bet  immaiineeiiun  tre- 
den opaooJnen  w,  die  tegen  veiwanning  bestand 
lÖ»-  Bq  stapbjloeoeeen  en  tubeikelbMilleo  «pe- 
len de  opBooinen  een  gioote  lol.  Veiediillende 
Tan  deze  grotfwn  van  anti-H  efaunen  sollen  «ü 
in  de  eenuDdiagnoitMi  (tie  deie)  weer  ontmoe- 
ten. Nb  worden  bg  de  ptuftem  immnniteit  de 
tegengiften  in  bet  liehaam  cretineht,  looaU  bg 
de  Beram-iaspnitinff  tegen  ttphtberitïs,  bjj  de 
aetisot,  tooalB  ds  de  ioenting  te^en  de  pokken, 
«oiden  die  antitoiinen  doot  en  id  bet  ticbaun 
lelf  gïTonod.  In  het  taatite  geval  ootetaMi  ijj 
langiaam,  maai  bleven  lang  in  bet  lidiaam,  too- 
dat  men  lee  tot  tien  jaai  ODTatbaai  bljjft  tooi 
pokken,  terwjjl  de  paeaiel  vaikr^^  immaDateit 
maar  koit  dnnrt,  oau  die  antitoiinen  spoedig 
weei  mt  bet  Ucbaam  Verdwgnen.  —  Vooi^ 
faitettf  heef-t  de  kennis  dei  Terki^en  immuniteit 
Terrqkt  dooi  proeTeo  tegen  miKvani  en  bonda- 
d(dhetd  (tguaj.  Hg  droogde  en  Teihitte  bet  log- 
«meig  fHD  doUe  braden  en  Tenwakte  bet  gut 
daannee  loodaoig,  dat  bet  bgv.  nog  wel  kongnen, 
maar  geen  bonden  meei  kon  dooden  {lie  Hond»- 
dolheid).  Het  de^elgk  venwakt  gift  weidut  de 
door  dolle  bonden  gebeten  men«eben  ingespoten, 
maar  daat  men  de  doeeering  niet  Taat  in  de 
band  had,  is  die  methode  niet  gebeel  geTau-looB. 
Veiliger  ia  in  dat  opzicht  ienmUlierapie,.  w&ar- 
bq  dieren  onratbaar  worden  gemaakt  tooi  de 
door  d«  baeteriBn  geTormde  atofwiMaliogspro- 
dacten.  Behring  tom,  dat  het  bloed  Tan  een 
knnatmatig  geTmmoniaeud  ^r  (tetia  anti- 
tozisehe,  beeebermende  eigSDichi^pen  IimI  en  dat 
bet  in  itaat  was  bg  inspniting  die  eigenaehappen 
op  een  «fider  (K«r  over  te  bretwen.  Bhrliek  ge- 
bruikte voor  ign  pioeTen  giftige  plantaai^ge 
eiwititotfen  laoala  rieine  en  afrnne,  en  maakte 
witte  mniien  ei  ooTatbaar  todi  door  ben  er  mee 
in  Btijgende  doüe  te  Toederen.  Het  bloed  nin  die 
muilen,  met  abriiM  ot  ricine  geToed,  maekte  die 
stollen  onachadelgk  Yoor  gewone  dieren,  ww  wik 
de  injectie  «an  dat  bloed  in  bet  cog  niet  iounnne 
dier.  Er  werden  epeeifieke  avtitoiioen  geTormd, 
wsnt  het  bloed  van  bet  tegen  riekte  inunnun  ge- 
maakte diei  heBchermde  allééa  tegen  lieine.  tjal- 
melU  kreeg  deielfde  resultaten  met  inepniting 
Tan  slugengift  hg  kongnen  en  eieU,  en  niet 
alteen  immaniteeiend,  ook  genexand  kon  bet 
bloed  nog  weiken,  b^T.  nog  een  unr  na  den  beet. 
Dergelgke  antitoiinen  werden  ook  na  bet  door- 
staan van  een  infeeti e-ziekte  geTODden,  en  ook  bö 
geiowlen  werden  zg  wel  eeni  berkend,  waaibg 
tg  een  bewgt  van  natanrlf^e  ïmmaniteit  zonden 
zijn.  Door  vereiTing  kanneo  ig  op  het  volgend 
geslacht  oveigaan,  d.  w.  i.  niet  dooi  den  Tider, 
maar  door  de  moieder,  want  de  gelmiiiDniBeerde 
moeder  geelt  antitoiinen  mee  aan  baar  kindaren, 
die  ze  weer  enel  aleeheiden.  SMUh  toonde  anti- 
toiinen  in  de  moedermelk   aan,   vandaar  mis- 

IX. 


«ehien,  dat  zuigelingen  zoo  uiterst  zelden  infec- 
tie-ziekten kigsen.  Te^  diphtberitiB,  tetanus 
en  peit  weid  de  blaedeemmtnerapie  reedt  met 
BDceea  toegepast. 

Voor  het  bereiden  vam  zalï  serum  worden 
TTMral  paarden  gebroikt.  Deze  dieren  knnnen 
zöó  onvatbaar  gemaakt  worden,  dat  ig  een  doi- 
lendvoDdige  hoeveelheid  vaa  de  andeia  doode- 
Igke  dosie  kunnen  veidiafien,  ja,  de  „immnni- 
teitswaoide"  van  bun  bloed  kan  tot  1 :10  tnillioen 
gebracht  wolden,  d.  w,  z.  dat  een  muis,  die  20 

fiam  weegt,  bet  doodelgke  gift  van  den  tetani» 
an  verdragen  ale  men  haat  24  noi  te  voren  het 
10  milüoe'nite  van  haar  sewJcbt,  dus  2  miUiocn- 
«te  knb.em.,  serum  ine^itl  Tegenover  dergelgka 
antitoiliebe  Idoedaera  etaat  b^  badtrieud»  se- 
rum, dat  de  bacillen  zelf  doodt  door  de  reeds  ge- 
noemde baelericbden.  Pfrilfer  verkre^  bet,  door 
dieren  levende  culturen  van  choleia-baeillen  toe 
te  voeren  in  etögende  dosis.  Spoot  hg  later  zulk 
een  di«r  levende  ebolera-badllen  in  de  boikholte, 
dan  werden  de  bewecglgke  kommabadllea  direct 
oobewaeglgk  en  waren  na  een  half  unr  uit  de 
hnikbcdte  veidwenen.  Een  op  deze  wöze  veikra- 
gra  eholera-aemm  bezit  die  dooden»  weriiin^ 
alléén  tegen  eehte  eholera-baeiUen.  De  baeteii- 
dede  aera  bebboi  no^  weinig  praktische  toepas- 
ting  gevonden, ^antitoiiiche,  waaAg  niet  de  ver- 
swakie  edtoten,  «Mar  de  gesteriliseerde  griiinU 
worden  (waarbij  men  dos  alleen  met  de  oh«ma<lte 
prodneten  bnnner  atotwisseling  werkt),  veet  roeer. 
Ook  bet  lemm  van  JToeA  t«en  tnberenloee  ia 
een  •DtitoiisDhserum;  tegendaveat  endeeholera 
warden  baeterineden  aan^ewena  De  heschreven 
geneesmethode,  die  men  in  't  algemeen  *enim- 
Ikerapie  kan  noemen,  woidit  luet  alt^  oive- 
strvft  totg^ast,  want  niet  zelden  reageert  bet 
lichaam  hevig  op  elke  ruenwe  doais,  dooidat  zich 
na  de  eeiste  Hnuntoedtening  een  overgevoelig- 
heid  ertegen  ontwikkelde,  die  men  amiphylatte 
noemt.  Ook  de  baeteriSn  zelf  of  bun  stofwitse- 
liogeproi^eteD  (vooral  bet  ond-tnberkuline)  kun- 
nen die  anapbylaiie  verooizaken,  die  lich  oitalui- 
tend  richt  tegen  de  atof,  waardoor  m^  ontstond 
en  dni  van  zeer  specifieken  aard  ia.  Ëvanals  de 
immuiutnt  ontstaat  zü  eerst  eeoi^e  dogen  na  't 
inbrengen  van  de  vreemde  atof,  stggt  daarna  nog 
eenigen  tgd  om  dan  langzaun  te  Tarmioderen 
en  eerst  na  Tcle  vdcen  te  verdwgnen.  Ook  op  ab- 
dere  dieren  kan  zij  door  bet  bloedsemm  overge- 
bneht  wonlen,  vooral  de  •ernm-anapbjlaiie,  waar- 
bij die  dieren  dan  dezelfde  OTergevoeligbeid  t.0. 
van  betieltde  serum  vertoonen  als  de  eerste.  De 
anapbjlaiie  wordt  het  gemakkelgkst  door  intra- 
Ternenze  inbrengin^  van  bet  serum  veroorzaakt 
en  openbaart  zich  in  lokale  prikkelingsvetzehgn- 
se!s  of  in  koortsen,  zelfs  kan  in  eenige  minuten 
de  dood  ondei  krompen'  intreden.  Vooral  bj  de 

Eaasieve  imnmnioeermf;  treedt  lü  op,  daat  men 
ierbg  altgd  een  dierl^  serum,  meestal  paarde- 
aerom  gebruikt  en  ook  de  tnberenliiK-reaetiet 
[zie  longzi^ten)  zjjn  niete  ander  dan  veisehön- 
zeis  van  anaphylazie.  Die  „semmtiekte",  zooals 
de  anaphjlaiw  dooi  Pirquel  en  ScAie^  werd  ge- 
Doenyl,  treedt  eehter  ook  vaak  reeds  bg  de  eerata 
seinm- injectie  op,  na  1 — 2  weken  ontetaan  klier- 
en ge wticbtsi wellingen,  oedemen,  matige  kootte 
en  albnminotie.  De  ^emeeoe  toestand  kan  zelti 


DigilizedbyGoOglC 


642 


TllilHTiK'm<rr— imPTfRT-Afi  FI9DIE8U.'IÏ0N  lëaoug. 


ernatig  woiden,  ai  wetd  nog  nooit  een  doodelgk 
geval  Tilt  teromiiekte  met  lekerbeid  TMtgeitelil 

Liltraltiitr:  KolU  vad  WaMiermann,  Büdbaeh 
der  pfttbogeBen  Uikrooiguismea  (Jcna  1902 — 
1004,  verrotg  1906),  MelMshnüum,  yinuannité 
dkns  1m  nMOadiei  infoetneate*  (FArQi  1001); 
„G«umtnelte  Aibeit«B  mr  ImmnniUtiIoiMbatif  ' 
nitgegcren  door  EhrlüA  {Berl^a  1904);  Wol 
Biiner,  Klinische  Immmiititriehie  nod  Serodiw- 
noitiek  (MaDcfasn  1910);  „ImmiinotbeT^iiff' 
(1916). 

Zmola,  de  bootdttkd  fan  bet  gelgkimiiwe 
urondUiement  in  d«  lUliuneehe  proiinde  Bo- 
logiu,  ligt  tan  de  spoorlöit  Bologna — Bimini,  Of 
een  klein  eiland  in  den  Sankrao  ia  wn  pnehti- 
re  laoditreek.  Het  i«  het  onde  Fornm  Coraelü, 
door  den  dielatot  SuJtageitieht.  Ook  (hantnog  U 
ijj  door  TMiren,  toceni  en  giachten  omgeien.  Zij 
il  de  letel  vaa  een  biaiehop,  telt  (1911)  S490S 
inwonen  en  beiit  een  gTinnatiam,  een  teehni- 
Bche  aehool,  een  and  kaïteel  on  ondeciebeiden 
aaniienlqke  keilen.  Men  bondt  er  lieh  vooral 
bezig  met  den  «ijnboaw;  de  luer  bereide  wnn- 
iteen  wordt  onder  den  naam  van  tartaro  di  Bo- 
logna  IA  den  liandel  gebracht.  Yerder  beeft 

■   '        * '  jdeindoatm. 

matiS.  62  km.  ten 


I  telt   1500  inwonen. 


ri 


1  de  Henegowi 


a  van  groote  beteekenii; 
jBBftttfliui  l/-  >■  de  naam  van  een  planten- 
geslacht nit  de  familie  der  Baltmninaee^.  Het 
onderacheidt  iteh  door  een  lanawerpige,  open- 
■pringende  dooivnicbt  met  veerkrachtig  inkrul- 
lende  kleppen.  Het  omvat  aappige,  eeniarige  krni- 
den  met  enkelvoudige  bladeren.  lm  Middel-Enro- 
pa  en  ook  in  ona  land,  groeit  alecfata  één  soort, 
namdjjk  bet  tpringtaad  (I.  noliUmgert  L.)  mei 
dnnne,  nitttaande  bloematelen,  waaraan  3  of  4 
gele  bloemen  bangen;  ^  middelste 'van.deae  zjjn 
groot  en  beUien  een  aan  den  top  gekromde 
«poor,  de  xödelingaehe  ajjit  klein  met  «en  onvol- 
komen tiUemdek,  maar  vriiebtbaat;  de  bladeren 
■ija  gotteeld.  eivormig  en  gekarteld.  Deie  plant 
draagt  haar  aaam,  omdat  d«  rgpe  dootvrnebt 
bg  een  geringe  drokking  lieb  veerkrachtig  went 
en  haar  laad  naar  alleliantea  -wepslingert.  Ver- 
•eb  11  lende  soorten  worden  ali  sierplanten  ge- 
kweekt. Vooral  de  mort  1.  Btdiamina,  nit  0<wt- 
Indii  afkomstig,  is  bjj  ont  bekend.  Deze  wordt 
tn  't  voorjaar  in  wunwn  bak  geiaaid,  als  kleine 
laailin^  eenige  koeren  gepikeerd  en  daarna  aan 
do  baitenlucht  gewend,  wanaeer  sjj  voor  de 
bloemperken  bestemd  is.  Anders  gewent  men  ae 
aan  «en  kamertemperatnnr.  Een  anders  wort  I. 
JtrdoHiae,  eveneens  nit  Oost-Jndif  aftomatig,  is 
een  lage  warme-kasplant  die  een  vrq  eiKistante 
temperatonr  van  16 — ^20*  C.  verlangt,  d&aAj) 
een  vochtboudende  lacht  en  leer  veel  tiebt.  Bei- 
de gewassen,  vier  enltanr  overigens,  alleen  met 
nitiondering  van  de  temperatnur.  vrgwel  gelü* 
is,  knvneD  echter  ook  door  atekken  vermeerderd 
worden,  waartoe  men  bet  best  Jonge,  onder  vrq 
hoog»  temperatnnr  gegroeide  acbenteti  gebruikt, 
welEe  met  4>odemwarmle  aan  den  woitel  worden 
gebracht.  Andere  bekende  aocKten  ign:  I.  HoUtU, 


.  /.  (Xweri  r.  ptatmida^  I.  viola- 
eea,  I.  Ha»km,  L  SuUami,  I.  Uooktnana  en  I. 
RoyM. 

ImMdantI*.  Zie  Zt^ndttOi»  b^  het  art. 
WitÉOitToönun. 

Imp«ratlviu  of  ^ebiedeiuJe  wgs  van  een 
werkwoord  is  die,  waardoor  een  bevel  nitgespro- 
ken  wordt.  Zg  beeft  ïa  bet  Sanrikiit  drie  peno- 
nen,  in  het  Grieksoh  een  iweeden  en  derden  per- 
soon, in  het  Latgn  alleen  oen  tweeden  peiaoon 
en  in  het  Nederlandeeh  eveneens.  Deie  ia  in  bet 
enkelvond  gelgk  aan  den  stam  van  het  weAwoord, 
welke  in  bet  meervond  een  (  tmtvaogt 

ImiNBmtmr  noemden  de  Bometnen  in  het  al- 
genweft  ieder  overbeidsperaoon,  die  het  tnperüm 
(oppecMieer)  voerde,  vooral  den  opperbevelheb- 
ber van  bet  leger.  In  meer  beperkte  beteekenia 
gebroikte  men  het  woord  van  hem,  die  als  over- 
winnaar op  bet  alagveld  door  de  aoldaten  tot 
imperator  verheven  werd.  Deie  «eretitel  werd 
dan,  toodn  de  Senaat  er  iQn  legel  aan  gehecht 
bad,  achter  den  naam  van  den  veldbeer  gevoegd, 
doeh  verdween  na  den  daaropvolgenden  trinmf. 
Op  «en  anden  wrae  «ehtcr  verkroctf  JmUuê 
Caemr  na  ign  tangkeer  nit  Spanje  ^46  v.  (%r.) 
den  titel  va»  imperator  voor  levenslang.  Oeie 
word  voor  ign  naam  geplaatat  en  dnidde  aan, 
dat  hein  gedurende  ^n  l«T«n  het  boogtte  geng 


Itgtt  waa  toegekend.  Ook  OetoMMW  ont- 

a  den  slag  bg  Actinm  dien  titel  van  óa 

Seüat  (29  v.  Chr.).  terwfl  de  volgende  keiaen 


ving  I 


hem  all  titel  vóör  bon  naam  voegden. 

XiBperfMjtnm  of  OKPclmaakl  tertede*  Ifd 
noemt  men  den  tgd  vao  het  weijcwoord,  die  een 
handeling  oitdrakt,  welke  in  bet  verleden  on- 
voleindigd  il.  In  het  Noderlandscb  wordt  het  im- 
perfectum der  aterke  werkwoorden  gevDitttd  door 
veianderiDg  van  den  «tammedeklinker,  dat  der 
zwakte  werkwoorden  door  aehlervoeging  van  de 
otU. 

ImpAiial,  een  Rasaiscbe  gouden  mnnt,  wordt 
sedert  1897  in  stukken  vak  15,  7Vi  en  5  roebd 
gioalagen,  waaAg  de  ia  dat  jaar  in  BnslaDd  inge. 
voerde  gonden  «tandaaril  ten  giondalag  jRlogd 
iB,  dua  meteen  waarde  van  19,44,9,73 en «,w  gfd. 

IlBp«riala  ia  bet  boveastd  van  een  rgtnig  of 
diligenee,  dat  van  litplaataen  voonien  ia;  ook 
het  hekwerk,  dat  dient  om  de  bagage  tegen  te 
bonden,  draagt  <dien  naam.  Ook  een  bedbnoel 
noemt  men  wel  eest  imperiale. 

Xmpeiial  Pedcntlon  I.«Mme  heette  een 
in  t8o4  opgerichte  veieeiuging,  wier  doel  het 
wss  een  nanweren  band  tnssdieD  Oroot-Btittan- 
nie  en  de  kolonlSn,  die  lalfbestHnr  beiittsn,  te 
leggen.  In  1B91  werd  een  eommisKe  met  de  nit- 
weri^ing  van  een  (pedaal  programma  voor  de  ver- 
eeniging  belast.  Dit  programma  stelde  de  oprich- 
ting van  een  Rgkaraad  in  bet  voorn itiiebt,  wau- 
in  Oioot-BrittanniS  en  de  athankelgke  kolonitn 
door  leden  van  het  BngeUobe  ministerie,  de  au- 
tonome koloniln  door  ledea  harèr  regeeringen 
vertegenwoordigd  londen  worden;  <Be  Raad 
moest  met  name  maatregelen  nemen  voor  de  ver- 
dediging van  het  rijk,  de  venterking  der  vloM 
en  bet  verschitfen  der  dautoe  aoodigi  geldmid- 
delen. Nadat  dit  programma  aangenomen  was, 
werd  den  Sleten  December  1883  faedoten  de 
League  te  o'ntbinden,  waarvoor  nienwe  veieeni- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


mPBRIAL  FEIMBRATION  LEAGDE-IMPBIMATÜIt. 


Kingen  in  4e  pluts  tonden  komen,  om  prtktiKh 
i«  igiteereo  *oor  <!«  in  het  frognmmi  oDlwik- 
kelde  gezichtspnoten.  Het  plin  nn  een  „tolmie" 
tnsKhen  moederUwi  en  fc<rf<niea  wuitoot  Jo- 
lepk  Ohamberlain  (ii«  ajilaar)  qrerde,  vae  een 
aitrloeUel  t&h  de  ImperUl  Federation  League. 

ImpertallMnie  noant  men  dien  ptditieken 
toettaod  der  ataten,  waarin,  eTenale  onder  de 
Romeinaehe  keixere,  niet  dé  «et,  maar  de  op 
militure  macht  bernatende  irlliekeiiT  trd  den  bê- 
■tnnrder  heerseht.  Tegenwoordtg  bent  bot  wooid 
echter  een  andere  beteekenia  en  rerttut  men 
daaronder  het  stieTen  trd  eommige  ataten,  v<i 
nnnelgk  van  Eïngeland,  om  door  nitbreidinc'  ^ 
hnn  eebied,  Tooral  tioiten  Enropa,  een  wereldrijk 
te  stichten. 

Imperlal  fteirloe  Order,  ia  een  ridder- 
orde van  Britaefa  IndiS,  den  8«ten  An^stne  <I90S 
geitieht  door  koiÜBC  Bdmrd  VU  Tan  Oroot-Brit- 
tannie  en  Ierland.  DeordelMGtaat  uitéén  klaaae, 
mag  ten  boogtte  425  leden  i>«TatteD  en  wordt  nH- 

Eereikt  aan  Den,  die  ridi  ten  ofnidrte  iran  tiet 
eiterrqk  IndJI  bgiondet  ^rdienatel^  Vbbco 
gemaakt. 

Imparlnm  wie  bg  de  Romeinen  het  hoogste 
geiaff.  Het  onderecheidde  lich  vtn  ooUêUii,  om- 
dat oow  dat  woord  de  beps&lde  taacbt  werd  aan- 
gedaid,  aan  ieder  OTerbeidssmbt  Tertmnden.  Hel 
werd  gevoerd  door  «onmle  en  praetoren,  door  op- 

5erbevdh(d>bere  van  het  leger,  verbolgens  dooi 
e  keilers,  alsmede  door  de  stadhoDder«  der  win- 
fewesten.  Oewoonjgk  werd  het  imperimn  owr 
et  leger  door  een  Ux  mrtafa  voor  den  töd  van 
Mn  jaar  aan  een  bepaald  pectoon  opeedrasen  en 
daarna  dikwijls  verlengd.  Het  gaf  deniMiveMiebber 
recht  over  het  leven  en  den  dood  i^ner  onder- 
hoorieen.  In  Rome  lelf  werd  dit  reefat  aUcen  aan 
eOQ  dictator  toegekend.  ï)e  Hetoren  of  bnÜtnndel- 
dragers  vormden  het  ondeiKfaeidingiteeken  van 
het  imperinm. 
Xmpetlvo-  Zie  BwdjKktm. 
XmMtnono  (ItBliaooech)  of  «m  i'mpeto  is  een 
maiiekterm,  waarmede  te  kennen  gegeven  wordt, 
dat  de  voordracht  krachtig  en  onstnimig  moet  ign. 
Xmplorajit  is  een  verooderde  uitdrukking 
voor  hem,  die  in  rechten  een  venoek  doet,  in 
tegenitelling  van  tmpefrmtt  voor  hHn,  die  een 
orits  instelt,  een  «üeA  doet. 

Xmponderabilla  (I«tgn:  otiWÈtghart  $tot- 
fen)  noemde  meo  vroeger  de  hypothetisch  aan- 

fenomen  stoffen  londer  gewiekt  tot  verklarioe 
er  verschÖDselen  van  licht,  warmte,  cleetriei- 
teit  en  magnetisme. 

bnpest,  aricomslig  van  bet  Latnosche  woord 
impotitus  (opgelegd),  is  hetielfde  ab  aeey na  (ïie 
aldaar). 

XmiH>tentl*.  Zie  Onmaeht. 

XmprerneeraD  {Latjjn:  drenken,  hexwange- 
ren)  ta  het  drenken  van  otoften  mobIs  wol,  hont, 
eni.  met  vloeistoffen  «f  oplossingen,  teneinde 
deze  stoffen  tegen  bedervende  invloeden  ot  brand 
te  vrgwaren.  of  in  4iet  algemeen  om  eisenschsp- 
pen  aan  een  bepaalde  stof  te  geven  of  te  ont- 
netnen.  Zoo  worden  bnv.  klederen  geïmpreg- 
neerd, teneinde  ie  waterdicht  te  maken;  het  weei- 
<el,  dat  voor  de  fabricatie  van  anto-  en  rü'wiel- 
biritenbanden  dienaf  doet,  wordt  geïmpregneerd 
met  een  aploiiing  van  mbber  ia  henio^  en  hont 


wordt  met  veraehiUende  stoffen  geïmpregneerd, 
teneinde  het  tegen  bederf  te  vröwaren.  ^ie  Hout- 
etmteTveering). 

Impreaarto  noemt  men  in  Itolii  den  diree- 
lenr  van  een  tooneelgeielachap,  die  op  eigen 
kosten,  alioo  op  eigen  risico,  ondenemer  is  vtui 
het  geven  van  tooneel voorstellingen,  waartoe  hg 
een  gebouw  bonrt  en  het  perwmeel  byeenbrengC 
In  ons  land  noemt  men  aidns  een  ondernemer 
van  pnblieke  vermakelgkheden. 

Imprentonnlama  noemt  men  een  richting 
in  de  ech  i  klerk  on  st,  die  er  naar  «treefde  de  ver- 
•chgning  der  dingen  in  de  raimte  weder  te  ge- 
ven, en  daarom  den  ïndrak  van  één  oosenblik 
vast  te  bonden.  Het  imprettionnitme  is  m  Frank- 
rijk omstreeks  1S70  ontstaan  onder  den  invloed 
van  Uonet,  Courbel  en  FaitHn  Latottt.  De  eerste 
tmpressMmnial  was  Cimde  Monet,  (gek.  1840), 
die  in  1874  ondw  den  titel  iJmpresMon"  een 
zonsondergang  op  lee  ten  toon  stelde.  Aan  dit 
stuk  ontleent  de  rlditing  haar  naam.  Vonet  tracht 
in  lijn  werk  de  etemmii^  van  één  oogenblïk 
weder  te  geven,  waarom  hq  aan  de  details  mio- 
der  waaroe  becht,  dan  aiui  het  geheel.  In  dien- 
lelfden  geest  welkte  CamiUe  Piatarro  (1829— 
1908),  die  lich  vooral  op  het  schilderen  van  boom. 
gaarden  in  bloei,  en  moestuinen,  door  een  helder 
lidit  hesdienen,  io^egde.  In  1890  ging  Pissarro 
tot  het  nMgenoemde  „pointilleeren  over,  waar- 
bij hg,  door  de  ongebroken  kleuren  ala  stippels 
naast  elkander  op  het  doek  te  brengen,  een  nieaw 
effect  wiet  te  «ereiken.  Hij  geMt  als  de  vader 
van  bet  „seo-impressionniBme  .  Renotr  4ieeft  op 
impressioonittiscDe  wjpe  tafereden  uit  het  da- 
gelgkseh  leven  te  Pargs  geschilderd,  Dc^os  (goh. 
I8S4),  nM^te  vioawea  en  baUeldansereBseo.  Potil 
Cévimw  (geb.  1841),  ia  bekend  door  zija  impres- 
aionnistiecM  landeehappen  en  stillevens,  Sisley 
(1840 — 1899),  door  «iin  riviergeiichten.  Andere 
impresaioniristen  waren  QMlaumin,  CaiUebolte, 
Lehourg,  Vignon  en  •Bazüle.  AU  impressionnis- 
tisehe  teekenaam  hebben  IMtatlU  en  Forain  naam 

Semaakt.  Tot  de  volgers  van  bet  reeda  genoem- 
e  „neo-imfirtssionhisme''  briiooren  Seunt,  8if- 
tiae,  Angratd,  Liictsn  Pinano.  Ook  Paul  Qaugutn 
(1848—1908)  wordt  er  toe  gerekend,  ofschoon  hq 
een  ei^en  manier  heeft.  Ook  op  andere  dan 
Fransehe  sctiildert  heeft  ftet  impressionRisme  in- 
vloed gehad.  Wü  noemen  slecbte  den  Belg  Theo 
van  Reyfselber^  en  den  Nederlander  Ftneent 
«on  Gogk,  Sommigen  reenen  eveneens  de  mees- 
ters der  Haafsche  scbool,  looale  J.  Mari»,  W. 
MarU  en  vele  booner  tgdgenooten  tot  de  im- 
presnonnisfni. 

ZmprlniBtnr  (Latgn  =  worde  gedrukt) 
noemt  men  daar,  waar  de  eensnnr  op  t  uitge- 
ven van  tioeken  en  andere  gedrnkte  werken  be- 
staat, d«  vergunning  van  den  censor  tot  het  druk- 
ken van  een  boek  of  diens  hand  teeken  ing,  als 
hlqk  van  die  toestemming;  loo  ook  bijv.  tn  de 
Room  ech -Katholieke  Kerk,  waar  een  benaal  de 
geeslelijbe  met  de  eensaur  is  betast.  Het  impri- 
matur zegt  niet  meer  dan  negatief,  dat  in  oet 
boek  niete  staat,  wat  in  strijd  ia  met  bet  katho- 
liek geloof,  de  wetten  der  kerk  of  de  goede  leden. 
Alle  boeken  van  heel  de  geestelijkheid  hebben 
deze  goedkenring  notxUg,  van  leeken  alle  wer- 
ken, me  handelen  over  den  Bijbel,  theologie,  kerk- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


DCPBIMATUB— INAMA-ffTERNEOO. 


leeht  en  Mdeiecr,  ot  die,  «Miia  ieti  ait  «en  deier 
gebicdtn  wordt  buptoken.  Venter  ii  het,  op  een 
ornkDcoet  geicbreTea,  de  toeitemniiiig  tot  bet  at- 
drokkeo  vao  een  geoorrigeerde  drukproef. 

Zmpromptn  i*  de  duhd  tui  «en  snedig  ge- 
legde of  TBD  een  geeatig  iiitwooiid,  dat  onvoor- 
bereid  oitge^rokeQ  woidl.  Het  heeft  rooral  <9 
hel  tooneel  en  in  de  pieitiasl  een  treffende  wer- 
king. 

Id  de  iniNiek  noemt  men  aldna  een  ilidi  in 
liadfonn,  meealal  alleen  Toor  «piano  tieateoHi. 

ImpropaiiSn  {nienw  Utijn  =  Terwijlingen, 
begriümpingen  imaadiedenen)  noemt  men  in  de 
fi.-Satbolieke  kerk  de  klushten  dei  leende  liet- 
de  aan  het  KiuU,  die  ia  den  mrd  tbd  antipho- 
sen  en  leiponooriSn  b|)  de  plechtige  EiaÏBver- 
eering  op  Qoeden  Vrgd^  geiongen  wuden. 

XmprOTlBatle  noemt  men  net  voor  da  vuiël 

rekêm  of  bet  ooToorbernd  behandelen  lan  een 
ander  onderwerp  in  proM  of  poliit,  in  de 
mniiek  het  epelen  van  invallende,  matikale  ge- 
daehten.  De  g»af  der  inqrroTiutie  tindt  men 
Toorai  bg  Tolkeren,  die  met  «en  levendige  ver- 
beelding ign  toegeroet  en  teveng  beechikken  kan- 
aen  over  ees  wellaidende  taal.  Zg  bestaat  bjj 
MDimige  Negeretammen  en  bg  d«  Arabieren,  doeh 
fooral  in  lUlil  heeradite  van  onda  een  groote 
belangitelliag  in  gelmprori «eerde  LatiJDBcbe  ge- 
dichten, inioiKletheid  Mn  de  Hoven  van  Urbino, 
Ferrara,  Mantua,  Milaan  ao  Napelt.  Tot  de  vroeg- 
ste betende  improviutoren  r«ent  men  Fetrarea 
(geboren  in  1S04)  en  Loremio  ó^  Utdid.  Toen 
oe  Orieksebe  geleerden  in  de  I5de  eenw  ait  Kon- 
ttutinopel  naar  ItalÜ  de  wSk  uunen,  voerden 
iji  er  de  ijmpotia  in,  waarbg  net  tafelgenot  door 

5 eeltige  improviiatie  verhoogd  werd.  Voou]  on- 
er  da  geleerden,  die  liefa  aan  da  tafel  van  pan* 
Leo  X  venamelden,  ondeiecbeidde  >icti  Andrio 
JfaroRS  (geboren  in  1474,  overleden  in  1527)  ali 
improviutor.  Na  den  dood  van  genoemden  Kerk- 
vorst traden  ei  improviutoien  op,  die  de  volke- 
tftal  (lingtta  volgare)  beaigden.  Hwrdoor  verwierf 
Sürio  Ambmitmi  (geboren  te  Rome  in  1540) 
grooten  roem  en  den  bgniKn  U  Pocfino.  Een  der 
vennaardtl*  improTiiatoren  waa  de  ridder  Pcr- 
MH  (geboren  te  Siina  in  1680,  overleden  te 
Rome  in  1747).  wieni  voor  de  vnist  nitgeiproken 
gedichten  in  1748  in  2  deelea  in  bet  lieht  ver- 
teheoen.  Ook  Jfetotfiuto  beiat  in  ign  jengd  Ïd 
groot  mate  de  g«*t  der  improviaatie.  Btrtuuaxi 
w%e  een  iM  handig  tooneeHmproviaator,  dal  hg 
(tokken  in  vgf  bedrgven  achter  elkander  voor  de 
vuist  ipeelde.  Andere  uitetekende  Italiunwhe 
improTiMtoren  waren  Zueeo  (t  1764),  de  abt 
Lorenti  (een  leerling  van  den  voorgaande),  de 
advoeaat  fiemordt  te  ICome,  Ludovieo  Seno  en 
Ludovieo  Botti,  beide  in  1799  t«  Napels  terecht- 
gesteld, Franix$eo  <?uiRn>  (geboren  in  1760),  Tom- 
puuo  Sgrieee  {goboren  te  Aresio  in  1798,  over- 
leden Ie  Florence  den  23«ten  Aiw»tuB  1836), 
wiens  gelmijroviwerd  tren repel  „Heetor"  door 
den  snelachriiver  Delpino  (IS23]  is  uit^geven, 
Cieemi  en  Bindoeei.  Onder  de  impro  visa  tri  eet 
bekleedde  Maddatena  UoratU  Femand^i  (t  ISOO) 
de  eenta  plaata;  ig  droeg  in  de  Academie  dei 
AmdiCn  den  aaam  van  Corilla  Olimpiea.  Ver- 
der behoorden  tot  de  improvieeerende  vrouwen 
Tereia  BandetlM  (1768—1837),  Forliuuita  Sut- 


ghtr-FantiuUei  alt  Livorno,  Rota  Taddei  uit 
Rome  en  vooral  Matui,  geboren  Lanti,  die  lieh 
wowel  door  den  rjjkdom  van  gedachten  all  door 
de  ■niverbeid  «n  welloidendbeidbaiei  venen  on- 
deisdieidde,  Beatnee  di  Pion  degli  Ontatii  en 
OiOMawiiia  MillL  Van  de  Doitselie  improviinto- 
ren  noemen  wg  O.  L.  B.  WoUf,  D.  SABwmaun, 
M.  Lmtgentehwarx,  K.  Richter,  Karoline  Leom- 
kardt-Lfttr,  Eduard  BeermoH  nit  Oinabrfld,  die 
ook  ons  vadeiUod  foeioeht,  profeswr  Wilhelm 
HerMomi  nit  Bmniw^  en  Rieik.  Netbtmr,  van 
de  frauche  Bugène  de  Pradet,  die  inionderheid 
de  komt  veritoód  om  op  eindrijmen  te  improvi- 
eeeren,  en  in  ooe  land  Willem  de  OUrtq  v«n  Am- 
Bteidam,  den  proeureor  ifodderaum  van  Gronin- 
gen, De  Breuk  en  den  dichter  /.  /.  L.  te»  Kale, 
tarwgl  onder  de  inwrovieatoien  in  prou  de 
naam  van  wglen  den  noogleeraai  7.  J.  wan  Oot- 
terue  niet  onvermeld  mae  blgven. 

ZtiAolttiJi,  een  held  cm  Grieksehe  fabelleer 
en  e«D  riviergod,  waa  de  loon  van  Omomh  en 
Telh]/e,  de  vi^er  van  Phoroneue  «n  lo  (volgent 
sommigen  ook  van  Argia  Paiuipleê)  en  de  atam- 
v&dei  van  het  oudste  vorstelijk  geelacht  van  Ar- 
got, dat  gedntende  382  jaren  (tot  1511  of  1474 
vUr  Chr!)  reeeerde.  Hg  ion  na  den  vioed  van 
DeueaUon  de  Mwoneri  vmi  bot  kod  weer  vu 
bet  g«bergte  naar  de  vlakte  gebracht  hebban. 

TiiKIWK  Bt*rn>|'l'i  Ü^ort  Theodor  eon,  een 
Dnitaeh  ataatbaiafaondinndige  en  atatistieus,  den 
20sten  Januari  184S  te  j^netburg  gaboreo,  atn- 
deerde  te  MOneben  in  de  rechten,  geichiedenia  en 
■taattweteDsebappen,  bekleedde  daain»  betrekkin- 
gen bg  de  magiatrktnnr,  veatigde  lich  in  1867 
ala  privaatdoeent  aan  de  universiteit  te  Müneben, 
en  werd  in  1368  bnitengewoon  hoogleeraar  ia  de 
a  taats weteniebappeu   te  Inntbnck   en   in   1871 

SewooQ  boo^heraar  aldaar.  In  1880  vertrok  hg  in 
ie  belrekking  nuti  Praag  en  in  ISSl  werd  hg 
benoemd  totHofrudendirecteurderMkninittTa- 
tteve  «tatietiel  te  Weenan  an  tevens  tol  faono- 
rair  profeMor  aan  de  univeraiteit,  in  1884  lot 
praiident  van  de  ttniiatieche  eantr»le  commisMe, 
in  1890  afdeeliogtehaf  en  in  1891  levanilug  üd 
van  het  Heerenhnia.  BS  aehieef:  „Verwaltmgs- 
lehre  in  Umriaaen"  (1870),  „Uoterauchung  Uber 
du  Hofsyitam  im  Mittelaller"  (1872),  „Die  Ent- 
wickluog  der  denttchen  A^endBifer"  (1874), 
„Ueber  die  Quellen  der  deDtseben  Wirthschaftt- 
geecihiohte"  (il877),  „Die  AuAnldung  der  grossei 
Q  rund  her  [schaften  in  DeuUchland  wihiend  der 
Karolingeneit"  (1878),  „Deutsche  Wirthtchartt- 
geeehichU"  (3  d)n.,  1879— lÖOl),  „Zur  Verfaa- 
SDDgsgesehichle  der  deutsehen  Salinen  im  Mit- 
telJtar"  (1886),  ^aHandKisdien"  (1889),  .^briit 
dei  dentschen  WirtbaehaftsgeschichU''  (1889), 
„Die  peraCnlichen  VeihftUiritie  der  Wiener  Ar- 
nen"  (1889)  en  „StaatswiBsenachaltliche  Aibhand- 
Inngen"  (1903).  Mei  Zingerle  gaf  bg  de  „TiroU- 
icbe  WeiBtQmer"  {3  dlo.,  1875—1880).  Verder  gal 
bjj  artikelen  in  de  door  hem  geredi^rde  „Sta- 
tittitebe  Honattaebtift".  Üe  ambtelgke  pabHea- 
lies  der  atatietiaehe  centrale  oommiatie:  ,^)ester- 
reichiache  Statistik",  „Statiatischea  Handbuch" 
en  „Oeaterreichiachea  Stftdlebncfa"  sgn  door  hem 
in  het  leven  geroepen;  ook  it  hü  de  uitgever  der 
„Zerteebrift  fUr  Volks wirtsohaft,  Soualpiditik 
nnd  VerwaHnng"  <1892  eni.).  Sedert  1900  waa 


DigilizedbyGoOglC 


INAMA-STBBNBGO— INOA. 


hjj  DKflident  T&n  het  Intd'tuf  inlemaliimal  de 
Stattêtique  en  Iqj  b1«ef  dit  'tot  un  3$n  ilood, 
den  28ïten  NoTembet  1908.  Zie  avei  zqn  Gta^t- 
hniahoudkundi^n  en  «tstJstiBchen  ubeid  het  ax- 
Ukel  T>D  F.  von  Juriuehek  in  het  „Bulletin  d« 
rinslitut  inteinfttian&l  d«  «tstistiqoe",  deel 
XVHI,  iBte  »fl.  (PaiiJB.  1909),  bli.  «39—659, 
wasihij  ook  een  iQst  Ib  opgenomen  van  Inama'» 
geachniten. 

Inambarl,  een  riTier  op  den  gr«ne  van  Boli- 
via en  Peni,  werd  Ttoeger  als  een  ïnriTier  van 
de  Madte  ét  Dioa,  thant  als  de  hootdoroo  daar- 
vaa  betehouwd.  De  oDToIdoende  keiuiis  lan  baai 
loop  heeft  grensiiii>eitjikh«deii  tusechen  Pern  en 
BoMTia  veroorza^t,  die  rolgent  de  oTeieentiomat 
van  den  25ïten  April  1901  Bcfaeid«reehtel|jk  uit 
den  weg  londen  gernimd  worden.  iHet  gebied  van 
den  Inambari  ii  behngrijk  door  het  vootkomen 
van  caonlchone. 

Inanltls  (van  bet  LatÖDWhe  inanis  =  ledig] 
noemt  men  in  de  geoeeskiiiid«  iritpntting,  vern- 
gaande  verzwakking,  krach telooBheid,  hongerdood; 
'.D  de  theologie  den  toeitand  van  vernedering  van 
Chrittut. 

Inbrenr  o'  collatie.  Wanneer  iemand  nwei 
dan  één  erfgenaam  lal  hebben,  dan  belet  dat  hem 
niet,  om  reeds  bq  ijja  leven  één  of  meer  hunner 
te  bevoordwlen,  —  en  zoo  dit  geschied  is,  dan 
is  de  omstandigheid,  dat  de  bevoordeelde  later 
met  anderen  ala  erfgenaam  tot  de  nalatenaebap 
wordt  geroepen,'  op  lich  zei!  geen  grond,  oen  bem 
het  (re noten  voordeel  temg  Ie  doen  geven  of  het 
op  TJa  «rtded  te  korten.  Maar  de  mogelökbeid 
tKitaat  ook,  dat  bevoordeelii^  van  den  één  boven 
den  ander  niet  in  de  bedoeling  van  den  erflater 
beeft  gelden,  maar  dat  hn  de  schenkingen,  een 
één  of  sommige  zijner  erfgenapien  gedaan,  be- 
schouwde aU  een  vooncbot  op  hnn  erfdeel.  Dan 
wordt  de  ongelökheid  hereteifl  door  den  inbreng, 
waardoor  bet  vroeger  ontvangene  wordt  terw- 
gebraeht  in  den  boedel,  die  i>n  tusschen  alle  eii- 
genamen  zal  verdeeld  worden.  De  inbreng  is 
geheel  iets  andere  dan  de  vermindering  der  git- 
ten, waardoor  het  teeltel^k  erfdeel  verkort  it  gti- 
worden  (zie  Erfdeel).  Eveneens  verschilt  by  van 
de  voldoeoinfT  of  verrekening  van  hetgeen  een 
erfgenaam  aan  den  erflater  schuldig  was  en  thana 
aan  den  boedel  moet  betalen.  Beide  uken  lijn 
onafhaoielijk  van  den  inbreng.  Deze  komt  eleehta 
te  paB  van  hetgeen  de  erflater  bii  n^  leven  aan 
een  erfgenaam  beeft  gegeven.  De  verpliebting 
tot  inbreng  is  afhankelijk  van  den  wii  de«  schen- 
kers en  erflater*;  alleen  als  die  wil  niet  nitge- 
drnkt  ii,  gelden  de  bepalingen  der  wet.  Onze  ivet 
bepaalt:  „de  erfgenamen  in  de  nederdalende  li- 
nie ign  tot  inbreng  verplicht,  loo  zg  niet  nit- 
drnkkell^  tgn  vrijgesteld;  alle  andere  erfgena- 
men  lijn  er  niet  toe  verplicht,  tenzn  het  aitdruk- 
kelp  door  den  erflater  is  befiaald."  De  wet  on' 
dersteit  dos,  dat  door  het  feit  eeoer  ^benkiog 
aan  erfgenamen  in  de  nederdalende  linie  de  erf- 
later en  lehenker  lijn  wiJ,  om  d«  hegUti 
boven  anderen  te  bevoordeeleu,  niet  beefl  „ 
openbaard;  ten  aanzien  van  andere  erfgenamen 
«preekt  ig  h^'  tegenovergestelde  vermoeden  nit. 
De  verpliehtine  tot  inbreng  «nvat:  a.  al  wat  de 
erfgenaam  heeft  gekregen  door  schenking,  hoe  en 
wanneer  ook  gedaan;  b.  andere  vootdeelen,  die, 


loereer  in  vorm  geen  schenking,  in  weien  en 
itrfkking  daarmecte  geheel  overeenkomen.  Dit 
laatste  geldt  van  hetgeen  is  verstrekt  aan  deS 
erfgenaam  lot  betaling  van  ijjn  schulden,  van 
hetgeen  hem  ten  hnweMJk  ia  gegeven  of  verstrekt 
tot  nét  bekomen  van  een  stai^,  een  hedrgf  of  be. 
roep.  De  verpliehting  tot  inbreng  met  alecbts  op 
hem,  die  èn  erfgenaam  én  twgiftigde,  of  verte- 
genwoordiger van  den  bigifti^de  is.  De  erfge- 
naam moet  zelf  de  begiftigde  i^n  of  door  pUiat$- 
vervulling  dezen  vertegenwoordigen;  evenmin  ala 
men  verplicht  is,  meer  intebrengen  dan  men  er- 
ven kan,  evenmin  is  middellijke  bevoordeeliog 
door  een  aan  een  ander  gedane  aebenking  vol- 
doende om  iemand  tot  inbreng  te  noodzaken.  Zoo 
behoeft  bet  kleinkind,'welks  ouders  erven,  in  de 
nalalensehap  der  grootouders  niet  intebrengen, 
wat  het  van  deze  heeft  gekregen,  omdat  het  nun 
erfgenaam  niet  il,  en  de  ouders  zijn  niet  tot  in- 
breng gehouden,  omdat  ijj  njet  begiftigd  ign. 
Zoo  zijn  ook  de  e^tgenoolen,  zelfa  in  de  nalaten- 
schap hunner  ouden,  niet  tot  inbreng  gebonden, 
zoo  de  één  hunner  erfgenaam,  de  ander  begiftig- 
de is,  al  deelt  ook  de  eerate  door  de  huweljiki- 
gemeenschap  in  bet  aan  de  andere  betpririiea 
voordeel.  De  verpliehting  bestaat  ook  alleen  te- 
genover mede- erfgenamen,  niet  tegenover  legata- 
rissen en  sehuldeitebere.  De  inbreng  heeft  plaatt 
U  door  bet  ontvangene  tn  natttra  of  de  waaide 
er  van  in  den  boedel  terog  te  brengen,  öf  fictief 
door  looveel  minder  te  ontvangen  dan  de  waar- 
de der  intebrengen  zaak  bedraagt.  De  keuze  be- 
hoort aan  hem,  die  tot  den  inbreng  verplicht  is. 
De  wet  verklaart  niet  aan  inbreng  onderworpen: 
de  kosten  van  onderbond  en  opvoeding;  de  uit- 
keeringen  tot  noodzakelijk  levensonderhood;  de 
kosten  tot  het  aanleeren  van  eenig  handwerk  of 
bedrijf  aangewend;  de  kosten  van  stadie;  de 
bmUoftfikoBten  en  de  hleeren  en  kleinoodita,  tof 
bnweljjksuitzet  gegeven. 

Xnca  is  de  naam  der  heerachende  kaste  in 
Peru,  vóór  de  veroveiine  van  het  land  door  de 
Spanjaarden.  Votgens  de  legende  stammen  de 
fnea's  van  den  Zon- 
negod zelf  af  door 
bun  stamvader  Man- 
co Oapae,  die  aan 
den  berg  Qnaoaeau- 
re  bjj  Cuczo  den 
grondslag  legde  van 
het  Incar^k.  Capdt 
beteekent  in  de  Qae- 
chna-taal,  het  offi- 
cieel idioom  van  den 
Inca-ataat,  „de  itjke" 
of  „ma^tige".  Van 
Maiteo  Capak  ver- 
haalt de  legende,  dat 
bjj  den  zonnedienst 
invoerde  en  \itagi 
vreedzamen  ^eg  lyn 
rgk  nil breidde;  zelfa 

zou  de  geheele staats-  Fïg.  l,Inca{Hdeeenw). 
inrichting    van    hem 

aftomatig  zi^.  Hg  leefdo  in  faetbegindei  13de 
eeuw.  In  werkelijkheid  schijnen  de  Inca  s  «en  kleine 
stam  der  Aymara  te  liJn  geweeet,  die  in  het  hoog- 
land  van  Peru  de  naburige  Eeshoeastammen   aan 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INGA— mCABVIIIJlA. 


lich  oDtkrwierp  en  lugumeiiuuid  ign    heerwbap- 

£g  uiU)r£idd«,  iooda.t  bgdekonutiieTSptuijaudeD 
et  geheele  Uod  tuiicben  den  Oceaan  ea  ik  oo»- 
lelüke  Coidille»'!,  tan  (Jnito  tot  Chiti.  aao  ben 

?elu>oriaamde.  De  oieiIeTeiiiig  maakt  van  10 — 
S  iDca-koDiagen  melding;  biiCoriich  iek«r  ataaa 
«lechtt  de  laatste  Tjjf  iaat,  n.1.  Buiraeoeha,  Yu- 
pmki,  Tmae  Yapaüki,  Huasaiui  Capae  en  Ata- 
hvallpa.  Ztei  merkwaaidÏK  wai  de  inwendige  in- 
richting Tan  ti«t  rjjk.  H«t  il  eresvel  Tolko- 
men  onjniit  daarin  een  Terweienljiking  yan  bet 


«oeialittiiebe  staatsid«aal  Ie  willen  nen;  het  waa 
Mn  theoeratiecbe  monarchie,  iraaiia,  aU  bvrooz- 
nehl«  kaata,  alle  leden  Tan  hot  Inoagulaebt  een 
«tionderlüke  plaata  inaamen.  Onder  hen  echter 
bettond  Toor  de  matta  lan  het  *olk  inderdaad 
een  voor  allen  gelgke  verplicbtinff  tot  weiken, 
waailegenoTer  bet  recht  op  ondeAond  en  Tcr- 


Fig.  S.  locapaleia. 

nleglog  itond.  De  ataatagodsdienit  vat  de  lODiie- 
dlenit;  de  Inca,  ala  afitammeliog  en  hooge- 
prietter  van  den  lonnegod,  itond  aan  het  haold 
Tan  de  bierarriiie  en  Tan  den  staat;  eTenwel  wer- 
den daarnaast  onder  de  laattle  loeaTorstea  ook 
andere  godtdieniten  gednld.  De  Staat  bernitle 
Toornamelijk  op  den  Undboow,  die  seer  hoog 
ontwikkeld  was  en  ala  een  heilige  plicht  gold; 
lellt  de  heeiiehende  Jaea  nam  daaraan  deel. 
Daarnaast  bloeiden  edHer  ook  veeteelt  (lama's 
en  TÏcDnna'i)  en  mSidwuw,  In  de  ooren  droe- 
gen de  Inea'a  iware  hangen  (tie  lig.  I),  waar- 


om  >|j    door  de  Spanjaarden  Onjcma  iLw.i. 
„Orootooren"  genoemd  werden.  Tan  een  hooge 
beschaving  getuigen  de  paioboopea  van  ontiag- 
l|jke  opslagplaatsen  en  tempela  (lie  fig.  2  en  3) 
en  de  groote  Incaweg,  die  over  den  kam  der  An- 
det  dooi  bjjna  20  breedtegraden  liep  en  nog  he- 
den ten  dage  gebruikt  wordt.  Ondei  Hvojfatui 
Capae  (147^1525)  bereikte  de  ataat  bet  top- 
pnat  Tan  bloei;  ign  opvolger  echter,  Atahtiaüjia, 
Terloor  in  1533   liin  rgk   aan   de  Spanjaarden 
onder  Pixarro.  De  Inca'e  lell  etierTen  ni(;  eeni- 
ge  PeruaansciM  tamüiei  To«rea   thans  nog 
baar  stamboom  tot  faea  terug.  De  uitTOe- 
ligste,  boewei  niet  de  meeat  betromrhaie  be- 
riditMi,  ijjn  wy  TersebuldiKd  aan  OareUiuo 
de  la  Vewi,  Tan  moederaüjde  een  afstamme- 
ling der  Inea's,  in  iQn  „Commentarioi  Bea- 
lei  de  lot  Ineas"  [Lissen   1609,  Coidora 
1617,  in  bet  Eiwelsctie  veriaald  door  OU- 
menU  Markhaai,  Londen  1869). 

LUerattatr:  llarkhoM,  Bitei  and  iawi  ot 
the  Incas  fflaklnyt  Soeiet;,  Londen  1873); 
R.  Brekm,  Das  IiAareicfa  (Jena  1835);  Jem 
da  Neltrm  [O.  de  TrayneU/,  Fouilles  an 
paTi  des  Incat  {1886);  Cvnou,  Die  soitale 
Verfassnng  des  Inkareicbes  (Stdtlgart  1896); 
Oroetheek,  The  Incat,  the  children  of  the 
•nn  (Londen  1887);  ffoetler  in  dl.  I  van  fleJ- 
moUa*  „WeltgeKhiehte"  _A«ipiig  1899)  en 
CiemtnU  B.  Mvkham,  The  Incat  of  Peia 
(2de  druk  Londen  1911). 

InoKTdlntitl»,    beteekende    Tioeger   de 
Taste  aanstelling  van  eengeettelökeaaneen 
keik,    wordt  na  in  het  kerkelijk  redit  ^raikt  om 
aan  Ie  geren  de  on  voor  waardel  ük  e,  blgrende  c^oa- 
me  Tan  een  geestelijke  in  een  oïocesaan  rerband. 
Treedt  hj)  uit  dat  verband  op  wettige  wgie.  dan 
wordt  hq  door  den  biatchop  ge-eicardineerd. 
ïnfrnKKtUwvwr    Zie  iiaver. 
Inoarocrfttla  (Inklvinmmig),  Zie  BrtMk, 

InoaniAtla  ot  tlteackvording 
noMut  HMD  de  Tert^ninr  Tan  een 
booger  weien  in  een  ttolfelgk  li- 
chaam. In  diMt  lin  wordt  gespro- 
een  in  het  vUetek  wr- 
ran  Jeiu  CArttJvt,  alt- 
de  opTolgende  menteh- 
wordingen  van  BoeaUio. 

ItMMUTÜl*»,  gebeeten  naai  F. 
d'IiioarBÜte,    een   Jetnietiteb    mit- 
tionails,  die  China  in  1757  bereit 
de,  behoort  tot  de  familie  dei  Btjr- 
ntmuueeSn,    waartoe    Terschillende 
sienilantea      alt:   Bignonia,  CoUa 
en  Teaima  l^ehooren.   Het  geelaefat 
IntarvüUa  omvat  10  tooiteo,  die  alle 
uit   Centraal  Aiil  komen.  Het  lyo  meeatal  oreTbijj- 
Tende   planten,  die   in   ona   klimaat  bedekking 
tegen  de  vorst  eiscben,  om  na  den  winter  eerst 
na  de  noodjge  ontwikkeling  btar  bloemen  voort 
te    brengen.    De    Termeeidering   gcKhiedt    door 
uden  ot  deeling  der  planten.  De  belangr|jkcle 
soorten  zjjn:  l.  Detevayt  met  prachtige,  gloxinia- 
achtige  roie  tot  karmönklearige  bloemen;  /.  «o- 
riabilit  met  bleekrote  bloemen;  en  /.  granditlora 
met  donkerioode  bloemen.  Nog  Terdient  vermel- 
ding I.  tttieatu  uit  China,  een  tweejarige  plant 
met  lilageklenide  bloemen. 


«eAvKM  ' 


DigilizedbyGoOglC 


mCE  IN  MAKERFIHL»— HTOORPOTATIE. 


647 


Xn«e  lu  IbkMtlald,  ««n  fnbriekuUd  io 

IdQcaBhire,  dicht  bg  Wtgan,  telt  (19)1)  22  0S4 
inwonen.  Hen  vindt  ei  twee  moderne  kerjien  in 
OotïBcheu  tt^,  kitoenapinneiöcn.  tjiertabrieken, 
fabrieken  tui  ipoorweginggoni  en  u  de  lubg- 
heid  iteenkolenmönea. 

Xnotabald,  EÏitabelk,  een  EngelMhe  tooneel- 
speeMsT  en  ficUeiM.  den  ISdea  Oetobei  1753 
te  StanningÜeld  gaboien,  TeiLiet  ieed«  vrotg  het 
huie  Tan  Hur  Tadei,  d«n  pftchtei  Simpton,  in 
het  grulKlup  Suffolk,  om  la  Londen  in  den 
aehoQwbnifi  op  te  treden.  Dui  hawde  zg  met 
den  tooDadepeler  Inekbald,  dien  ij)  echter  op 
een  reia  dooi  het  iniden  tu  Frutkrgk  door  den 
dood  Teiloor.  Duma  keeide  ig  nau  Londen  (e- 
ng  «D  (peelde  tot  in  1789  loowel  dUr  alt  te 
EdinbniKii  en  te  Dnblin,  waai  tg  dooi  htu  talen- 
ten en  ioot  haki  achoonheid  giooten  toem  ver- 
wierf. Nadat  lü  het  tooneel  hmd  vaarwel  eeiegd, 
ichreet  iji  ODderaebeiden  big-  en  tooneelipelen, 
vaa  welke  aommige,  looals  „The  Hogal  tale" 
(]T84)  en  „I'Il  teil  70a  whAt"  <1735},  nog  niet 
Tergeten  lijn.  DaarenboTen  leverde  ig  een  vent- 
roeling  Tan  de  fceete  tooneelstukken  met  geechied- 
en  oordeeiknndige  aanmerkinf^  onder  den  titel 
„The  Britieh  Hieatre,  «ith  bi(»rapbieal  and  eri- 
Ijeal  rematka"  (35  dln..  1806— 18OS],  alsmede 
een  „Ccdleetioa  of  faree*"  (7  dki.,  1802)  en  „The 
modem  the^e"  (10  dln.,  1811).  Verder  leverde 
ig  de  romaD*  ,Ji  aimple  itotr"  (4  dln.,  1791] 
en  „Nktnre  and  art"  (2  dln.,  1797).  Zg  OTcrleed 
te  Kenaington  dan  laten  An^itua  1811;  haar 
..Memoiri''^  (2  dln.,  188S)  werden  Uter  door 
Boadtn  in  het  licht  gegeien. 

XnoMmt  ü  een  tnaicheuproeea  in  een  pro- 
ee*.  Bet  onderwerp  Taa  eeo  incident,  hoewel  met 
het  booldondeiwerp  ran  het  geding  in  veibud 
ataande,  ia  meestal  lan  iDodan«en  aard,  dait  het 
Tóór  het  verdere  ondenoek  der  Boolduak  kan  en 
lelta  moet  afgedaan  woiden.  £Uc  der  procedee- 
rende  partgen  kan  lolk  «en  incident  opwerpen 
door  het  inatellen  eener  ineidenteele  Tordenng, 
die  dao  aaoleidinr  geeft  tot  een  ineidenteele 
procedure  en  beëindigd  woidt  bg  een  incidenteel 
Tonnii,  100  althaiM  <ie  «amanhang  met  de  hoofd- 
taak niet  loodanig  Ib,  dat  deM  tegelgk  met  bet 
incidenrt  bg  eindTonnit  afgedaan  kan  worden.  De 
■tiekking  van  zulk  een  ineidenteele  Toidering 
kan  leei  Tersohillend  ign.  Zoo  kan  loowel  de 
etadier  all  de  gedaagde  incidenteel  vorderen, 
dat  de  laak,  waaroTer  in  het  hoofdgeding  ge- 
Iwiit  woidt,  geaeqneatteeid  —  d.  i.  in  gerech- 
telöke  bewaring  gesteld  —  worde,  of  di(  door 
den  rechter  aMere  maatregelen  bevolen  worden, 
waardoor  gedurende  de  procedure  de  rechten  en 
belangen  ran  hen,  die  het  aaiwaat,  ongeechonden 
bewaard  bleven.  Zoo  kan  een  &  partgen  inciden- 
teel vordei«n,  dat  iq  bg  vonnie  van  den  rechter 
worde  toegelaten  tot  het  bezigen  van  leker  be- 
wQsniiddel  tot  «taTing  van  de  grondslagen  van 
hür  beweringen,  wat  Tooral  te  pas  komt,  waar 
twijfel  bettaat,  of  leker  bewgemiddel  in  't  ^ege- 
Ten  geval  toelaatbaar  ii  of  niet.  In  eehttcheidinga- 
procMnrea  worden  dikwijle  iDcidenteele  vorae- 
rinpn  ingeateld  ten  einde  een  beslLsting  te  vei- 
krwen  om  de  nltkeeringen  door  den  man  gedu- 
rende het  geding  aan  de  tiodw  te  doen,  over  de 
Terblijfplaati  der  tioqw  en  orer  de  vraag,  aan 


wie  hangende  het  geding  de  kinderen  lullen  wor- 
den toevertrouwd. 

Xnolliuitle.  Zie  Magmlime. 

InoUtUitorltuii.  Zie  Magnetinu. 

iiminpan  of  recJuMH,  een  Griekach  woon), 
waarnaar  oni  woord  klaizenaai  ia  gevormd,  noemt 
mea  de  vromeiL  die  lidi  levenilatw  deden  op- 
sluiten (inmetselen),  om  loo  in  v^riledige  alion- 
dering  lieh  te  wgden  aan  beepiegeliag,  gebed  en 
handenarbeid.  Het  de  bnitenweield  stonden  ig 
in  vertiinding  dooi  een  laampje  of  luikje,  In  de 
3d«,  4d<  en  5de  eeuw  Tond  deie  opeliiiling  voor- 


de Middeleeawen  weiden  de  cellen  der  inclunn 
wel  aan  de  muren  der  kerken  «eboowd.  Het  ver- 
blgf  in  hun  cel  maakten  de  incluien  lich  dikwiili 
Dog  harder  door  gordel*  met  prikkela  eu.  Tot 
in  de  17de  eeuw  waren  ei  nog  enkele  incluwn. 
Zn  ooena  dvmlill  ol  avoidmaalibiU,  is  een 
verzuDeling  van  eieommQnicatieui'ispiaken,  die 
lai^en  tj^d  jaailjjka  door  de  pausen  op  Witten 
Donderdag  (vaiHMar  de  naam:  in  coeno  domi'ni 
^  bg  den  maaltjjd  de*  Heeren)  werden  afgekon- 
digd. Zg  ii  oDtalaan  in  de  Middeleeawen.  Hel 
eerate  exemplaar  ii  a&omctig  van  Urbanaê  V 
en  lUteert  nit  1364.  DH  bevatte  leven  vecooi- 
deeUngen.  Herbaaldelgk  werden  wijzigingen  aan 

febracnt,  de  katele  redaotié  is  van  Urbanut  VIII    . 
1627).  De  bepalineen  der  bol  hebben  in  vele  lan- 
den venet  geTon^n.  Sedert  1770  wordt  zg  niet 
meer  atgAondigd.  Eenige  Tan   haar  straibepa- 


lingen  ign  oTeivenomen  in  de  latere  bul  Avotto- 
Iteae  Seaiê  (]8o9),  andere  ign  reiTallea.  De  re- 
dactie van  Urbanuê  VUI  bevatte  20  etralbepa- 
Itngen,  o.a.  tegen  kett«rg  Terraliching  Tan  pan- 
tel uke  brieTen,  miahanoeling  van  kardinalen, 
heffing  Tan  onwettiffe  beliatii^  Tan  kerken,  aan- 
vallen op  den  kerkelgken  staat  enz. 

XnoroTable  fFiantdt  =  ongek»ofelgk)  is  de 
naam  Tan  de  tweepuntige 
hoeden,  met  groote, 
ten  en  naar  aehte  ~ 
gen  randen,  die  i 
onder  het  Directoire 
mode  waren;  verder  ii  bet  ook 
de  naam  voor  de  Dionkers  all 
dien  tgd  met  broeken,  die  tot 
over  de  knie  reikten,  rokken 
met  enorme  panden  en  hooge 
kragen  en  Tersotiillende  witte 
baltdoden,  in  de  boTentte 
waarvan  de  kin  stak,  lange 
pmiken  en  den  „ongeloofeljj- 
ken"  hoed  (lie  de  afb.).  Het 
vroawelgk  pendHil  ia  de  mer- 
veiUeuse. 

InoorporatU  ia  in  fae>  Ineni7abl«. 
keiielgk  recht  het  veit  in- 
den Tan  een  beneficiom  met  een  keifceljjk 
institnirt,  ala  kapittel,  klooiler,  anÏTereiteit  ena. 
Sanu  genoot  het  inatitUDt  het  inkomen,  terwijl 
het  anderen 'benoecMle  tol  het  wbvoeren  der  plich- 
ten, loma  Toeule  bet  lelf  de  ««tbaamhaden  uit. 
Üit  de  incorporatie,  vooral  in  den  eersten  vorm, 
dreigen  vele  miabruikeii  en  »m>w«1  bet  deide  L4te- 


DigilizedbyGoOglC 


IKC(»lPORATI&-INI»:X. 


nUDiehg  eonciïe  (1179)  al*  dkt  taa  Trente  traden 
legen  deienüsbrniken  op.  M«t  de  iMolftrUitie  dra 
kerl(elijk«  goeder«i  ii  (rak  in  de  meetts  Uodeii 
d«  beiitBTorm  der  ineorporfttie  Terdweiwt).  Al- 
leen Id  OMtcnnJk  heeiioit  deu  nog  hed«n  ten 
.dage. 

Inonutetle.  Zie  Omkonting. 

Inonbatle  Do«nde  men  in  de  dazen  der  Ond- 
beid  liet  alapen  ip  tempek  op  de  Tellen  trp  pat- 
ffeofferde  dieren,  om  alwo  met  Toonpellende 
dioomen  tt  woiden  beganatigd.  IMt  geKhieilde 
bq  de  Grieken  en  Romeinen  Tooral  in  den  tem- 

Gl  TiD  AieUpnii,  om  in  den  droom  te  weten  te 
men,  «elke  middelen  men  ter  geaeiiiig  moest 
aanwenden.  Somtqda  rxA  waren  ot  prieatera  be- 
reid, lich  met  de  ineriiatie  te  belasten.  Tegen- 
woordig verstaat  men  onder  een  ineubalielgdperk, 
den  Iqa,  welke  Tcrloopt  toMchen  het  ootiangen 
der  emetatol  en  ttet  nitbarelen  van  een  hierdoor 
Teroonaakte  ttekte.  Zie  Terder  Ittlettit  en  in- 
leeHtxitkte%. 

Xnomiftbalwi.  Zie  WUgtdnkk»». 

Indamlnan  iqn  groene  tot  bUawe  Tcrtitof- 
len,  welke  ontstaan  mot  inwerking  Tan  ehi'non- 


lamin  moet  «pTaltes,   worden   in  alkaliiehe  op- 
loaiing  reedt  door  de  innrstof  uit  de  lucht  ge- 

oxTdeerd   tot  de  geweneehte  hlenratof.   Hi 

wondt  gebruik  gemaakt  b^  het  TerTen  Tan 
len,  door  deie  met  genoemde  oploaaingan  fan  de 
lenkobaMit  («  briiandeleo,  w«arna  men  deie  door 
de  iDchtiaaritoI  ot  met  b^nlp  vaa  kaliumbicfaro. 
maat  iMt  oiydeeren.  Het  «enroDdigite  inda- 
min,  het  diinoa-aniliitdiimied  «t  pbenyieenblanw, 
ontstaat  door  oxjdatie  Tan  een  inengvel  Tan  Dara- 
phenjleeodiamin  en  aniline.  Het  ttttramethj^lderi- 
Taat  bierTan  ia  het  loogenaamde  dimeth^lphen;- 
leengroen  Cl  (CH.),  N  =  CH.  =  N  ~-  Cfl.  — 
N  (CHi)t.  Het  onUtaat  dooi  cxjdatte  Tan  paraa- 
m  ld  odi  methyl  aniline  en  dimethylaDiline.  Een  an- 
dere bekende  kleurstof  Tan  deie  groei  ie  bet  to- 
lujIeenbUaw   HN:C7H.(NH,):N.C.H..(0H,).. 

Indwnnltolt  of  ttratftloothad  TerTolt  in  de 
Brittehe  conatitotie  een  belangrüke  xA.  Wamieet 
de  Regeering  ie^s  gedaan  heeft  londeryerlol  der 
Vertegenwoordiging,  terwjji  deie  daartoe  Terlot 
had  moeten  geven,  en  wanneer  zulks  in  het  belans 
dee  Janda  gesebied  ie,  dan  kan  het  mtmaterie  b^ 
het  Parlement  een  indemnity-hill  indienen,  bg 
welker  aanoeming  de  Vertegenwoordig ne  Tan 
een  beMhaldïging  wegene  on geoori oorden  naitdel 

Indépsuilajio*  Belre,  vroeger  een  der 
Tooraaamate  coaranten  tbo  Europa,  werd  in  1881 
onder  den  titel  „L'indépeDdant  opgericht.  Zjj 
vereehijnt  te  Brnteel  driemaal  daagt,  nam  onder 
Berardi,  die  Tan  1366—1884  eigenaar  en  lei- 
der Tan  het  bUd  wtti,  een  gtoote  tlueht  en  wm 
een  der  meest  geTreeade  oppoaiti«4>laden  tegen 
VapoUon  1U,  Z|j  beeft  ooit  thana  nog  een  zekere 
in  Ier  nationale   beteekenia.    Voor   het   buitenland 


Xnflepsndenteii  >s  de  nsMn  eener  herkelg- 
ke  lekte,  die  Mdert  1610,  bepaaMeltjk  door  de  be- 
moeiangen  Tan  Jok»  Robinion,  uit  de  Browiut- 


ten  ontatond  en  TOoral  in  Eogelaad  Tele  aanhan-  _ 
gers  verkreeg.  Z^  Terhief  lieh  het  eerst  in  de  * 
Nederlanden,  bepaaldelqk  in  Leiden,  Rotterdam, 
Arnhem  en  QelMr  en  teibreidde  lieh  over  Eaee- 
land,  waar  i{)  met  geatrenge  TerTolgingen  be- 
dreigd  werd,  waaroen  Telen  tieh  naar  Amenlia 


verbonden  heeft.  Zij  bonden  vaft  aan  de  letter 
des  Rebels  en  dragen  iImi  naam  t»  Intependen- 
len  (Onaf  ban  kei  ijken)  omdat  naar  bnn  meeniog 
elke  gemeente  een  lelutaidig  lichaam  ia,  dat  on- 
der leiding  *an  Chrütuë  itaat  en  voor  het  oTerige 
lelf  lijn  lakan  bestnren  moet  (TUkdaar  hun  en- 
dere naam  eongreyolioiuditleii,  die  later  meer  in 
gebruik  ia  gckonMu).  Zq  verweioen  ook  aUe  b»- 
Ijjdenjeaen  en  formulieren,  oordeelende,  dat  de 
H.  Schrift  Toldoende  ie,  om  de  geloovigen  in  alle 
waarheid  te  leiden.  Hun  ing«wm«i(ieid  met  den 
Böbel  bracht  ben  er  toe,  om,  even  ala  de  We- 
derdoopere,  pogingen  aan  te  madeo,  «a  bet  le- 
ven van  den  tegenwoon^en  MM  naar  de  «oor- 
alellingen  dier  aloude  ooKonden  te  .vormen.  In 
lateren  tjjd  echter  lyn  velen  Tan  ben  door  den 
etroom  der  moderne  gevoelens  medweahept.  Zg 
koien  sielenTeraornra,  leeraan,  oaderlingen  en 
diakenea  en  hanabaafden  de  kerkelake  tucht, 
doch  ertenden  geen  geeateljjken  «taod.  Mra  Tindt 
bun  gevoelens  uiteengeiet  in  de  „Apologia  jntia 
et  neeeiaatia"  (1619)  van  Robinon  en  in  de  ,3a- 
voT  Confession"  O^^-  Zie  «ok  OromwtU. 

Tegenwoordig  worden  ook  wel  alle  niet  tot  de 
Staalakerk  bebooreode  geundten  met  het  woord 
Indcpeitdeitleit  aangednfd. 

iDdetormlnlMBe  beet  ia  tegenttelling  tot 
bot  delerminiame  de  meti^hTaitefae  theorie,  toI- 
ceni  weüe  de  wil  dea  tneuflien  door  geen  uiter- 
lijke of  innerlijke  oonaken  dwjnrend  braaald  kan 
woideo,  loodot  de  menedi  (e  allen  tijd  ook  bet 
tegendeel  mq  knnnen  willen  van  dat,  wat  hjj 
werkelijk  wil.  Het  ind  e  termini  eme  kent  dus  den 
meneeh  als  wtllend  weien  een  ahonderlgke  plaats 
in  de  natuur  toe,  daar  bet  diene  baodeliagen  bui- 
len  den  algemeenen  aamenliang  yta  oonaak  en 
gevolg  slnit  en  hem  het  Termo^n.  geelt  ala 
amia  frima  (scheppende  oonaak]  in  den  wereld- 
loon  in  te  griJiKn.  la  dit  reeds  een  bedenkelijlie 
lyde   Tan   bet  indeletminieme,   een   ander  iwak 

Eanl  bestaat  daarin,  dat,  wanneer  de  mensch  iQn 
andelingen  naar  willekeur  bepalen  kan,  daar- 
mede een  elememt  vao  bet  toeval  in  de  wereld 
gebracht  wordt. 

Zndax;  (Latqa:  mmwvier)  ie  in  het  dage- 
I^sefa  leven  de  naam  Toor  de  infaondcaanwiliia^ 
Tsn  een  boek,  om  bet  naslaan  te  Tergemanelii- 
ken.  Het  ^brek  vaa  Tele  indioee  ia,  dat  lij  niet 
volledig  tgn  en  daardoor  den  loeker  vaak  telear- 
iteHen.  In  de  natuurkunde  duodt  men  er  alle  in- 
alrumenten  mede  aan,  die  een  bepaalden  stand 
aannven,  b^.  een  nontui;  in  de  teiihinde  ge- 
bruikt men  ali  indices  cgfere  (en  lettert),  om  aan 
den  voet  van  letters  te  plaatsen,  teneinde  daar- 
mee een  beter  OTeriieht  te  geven,  of  bet  gebrek 
aan  letters  op  ie  beffen;  in  de  krütaUogrme  be- 
palen de  indices  den  stNid  vaa  een  kristalvlak 
en  ijjn  lit  omgekeerd  evenredig  met  de  etukken, 
die  het  vlak  van  bet  aang«iomen  aeaenkrnis  af- 
en^dt.  Tm  ristte  gebrnikt  men  in  de  onMropolo- 


DigilizedbyGoOglC 


INDEX— INDfiX  NtnCBERS. 


git  ««n  iDd«i  in  den  tonn  tftn  «en  trenk,  dl«  <h 
TeriioudiDg  TBn  twee  schedelm&ten  iHtdiukt. 

Indmc,  CDngrtgatie  voor  den.  Zie  Jndtt  li- 
bromm  prohibilonim. 


een  eatilacDi  T«n  weiken,  wainan  de  Itiing 
door  kericelljke  ol  bnrgeilöke  overbeid  Teiboden 
i«,  100  biJT.  de  iodez  Tftn  Hendrik  Vilt  ia  Eiigi 
land,  van  TertehilleDiïe  prateeUntsdie  Tonten  i 
DuitKhlitnd.  Heer  in  hot  byzonder  «diler  wordt 
deie  nwun  eebrottt  toot  de  l^at  Tufao^en.die 
de  R.-Katholieke  keik  aakii  haar  oeloorigen 
biedt  te  leien.  Reedi  in  de  audete  t^en  der 
Kerk  vindt  men  een  optreden  der  oTeiteid  tegen 
geeckrilten,  die  ijj  gevaarlijk  achtte,  maar  meet 
uitgebreide  en  syvteaiatiKhe  inaatiegelen  werden 
eerit  getroffen  na  de  aittindiofr  der  twekdrok- 
konat,  met  aame  toen  de  Kerk  in  de  irnehriften 
van  de  Hervorming  gevaar  Mg  dretgen.  Een 
eerate  iMtex  werd  in  1S59  door  paai  Paulut  IV 
gepubliceerd,  die  echter  weinig  beteekenii  heeft, 
daar  bet  Concilie  van  Trente  lieh  met  hetielfde 
vnagitnk  beiighield.  In  1564  werd  door  pant 
Piu»  IV  de  Trentaehe  lindei  goedgckeord.  Deie 
ir  toeteneenBunr  «d  vei- 
.  .ken  in  drie  klassen  ge- 
rangeehikt.  Door  pani  Oregoriu»  XllI  werd  ean 
„eongregatie  van  den  iiulex"  ingesteld,  die  tot 
taak  had  de  t^st  der  verboden  boeken  bg  te  hon- 
den. Er  ign  nMeu  nog  ongeveer  veertig  nienwe 
uitgaven  verBchenen.  De  JMtgite  regelhOg  kwam 
tot  ftand  in  1900  door  pani  Leo  XIII,  die  atenn- 
d«  op  de  „MHtafittilM  offt«ianifli  et  mimertiffl"  in 
1897  gepiUieeerd.  De  Index  vao  Leo  XIII  bevat 
in  het  eerste  deel  de  algemeene  regelen  over  de 
keikeljjke  boekeneenranr;  het  tweede  deel  bevat 
ongeveer  8000  boektitdi.  Werken  vMr  1600  ign 
wenelalen.  Na  het  verseh^en  van  dezen  index 
geeft  de  iDdeieangregMie  geroeide  aanTultiD- 
gen.  Dat  ign  werken,  die  derhalve  „nominalim", 
met  name  op  den  index -worden  geplasM.  Van 
meer  belanr  echter  zqn  de  bovengenoemde  alge- 
meene bepalingen,  kraebtMU  welke  de  leiii^  van 
een  boek  voor  katholieken  kan  verboden  (^n, 
ook  tonder  dat  het  door  de  congregailie  te  Rome 
il  veroordeeld.  De  katholiek,  dte  hei  lezen  tan 
boeken  doiH'  den  index  verboden,  nuttig  of  noo- 
dig  arirt,  vraagt  daarvoor  verlof  aan  de  ïerkeljike 
overheid,  die  voor  wetensehi^ipelijk  onderlegaen 
teer  rnim  i«  met  dat  verlof.  Alleen  de  leiiog  van 
onxedelilke  werken  wordt  niet  dan  by  abaohile 
noodiakelgkheid   toegettun. 

Zie:  F.  H.  Rtuuh,  Der  Index  der  verlratenen 
BOcher  (1888— 18S6,  2  dln.)  en  4.  Slamw, 
Veneieh'nii  eSmtlieher  auf  dsm  rSmïMhen  Index 
■tehenden  Bftcfaer  (4d«  drak  190&). 

Indsx  nninlMn  ijin  getallen,  die  de  ve^ 
houding  aangeven  van  den  pr^  eener  koopwaar 
op  een  bepaald  oo^enldlk  lot  den  prSi  van  die 
waar  op  sbq  tgdatip  of  in  een  IgdpeA,  dat  ait- 
gekoten  ii  als  grondalig  of  «tantaard.  Nemen 
wjj  b|}v.  het  tijdvak  1781—50  als  atandaatd  aan 
en  weten  wg,  dat  de  gemiddelde  tarweprg*  op 
een  bepaalde  markt  ^Mdroeg  ƒ89,50  per  toit  en 
daarenooven.  dat  de  marKprös  voor  diezelfde 
een^Kid  in  1896—1000  bedroeg  ƒ  9S,  dan  is  het 
veiiwn^ngagetal  of  index  numhtr  van  dit  laatits 


^vak  240,  indien  d«  prg*  in  het  atandaardlgd- 
perk  op  100  gesteld  wordt.  Op  deze  wjjze  kan 


goederen.  Door  samenvoeging  en  optelling  i 
een  groot  aant^  index  nnmbera  v«n  zeer  in  aard 
venoiillende  goederen  beeft  men  een  middel  mee. 
nen  te  zien  om  de  koof^raeht  van  bet  geld  te  me- 
ten. Immers,  zoo  redeneerde  man,  ia  net  total 
index  number  van  20,  60  ot  meer  soonten 
goederen  bijv.  sedert  1860  gedaald  van  100  tot 
75,  d«a  kan  men  diane  voor  eenzelfde  som  geld 
*/i  maal  zooveel  goederen  koopen  ala  in  1860  en 
ae  koopkracht  van  het  geld  is  dui  evenzooveel 
geiCegen.  Reedt  hier  moet  worden  gezegd,  dat 
dtoe  redeneerin^  <^  dwaling  beruit,  daar  hierbj) 
geen  rekening  ii  gehouden  met  de  gewgzigde 
VDortbreBgingamoeite  en  voortbrengiogA oston. 
De  geldprj^n  toch  ign  niet  alleen  atbankelgk 
van  de  waarde  van  het  geld  als  ruilmiddel,  maar 
ook  van  de  produetiemoeite,  welke  vsn  Krooten 
invloed  is  op  de  aanbiedingen  der  fKbrikajiten. 
Dat  een  nienw  proeéd^^  tigv.  lm  de  VHvaardiging 
van  gier,  eene  wijtigiiifr  'U  «e  prodnetiemoeite 
kan  brengen,  behoeft  geen  betoog. 

Toch  )«  het  eoastateeren  -van  prjjisebommelin- 
^n  van  groot  belang  voor  handel,  landbouw  en 
industrie.  Taodaar  M  van  index  nnmbera 
tegenwoordig  een  dmk  j^bmik  wordt  gemaakt. 
Index-n  umbers  ztpt  reeds  in  IriS  doot 
Sir  Qéorge  SkueUturgk  gebruikt  in  zgne;  „En- 
deavonrs  to  aseertain  a  atandaid  of  weights  and 
measuret."  De  regebnMJge  tierekening  en  pitbli- 
ceering  van  lulke  egfen  dateert  echter  eerst  nit 
de  laatste  80  jaren  van  de  19de  eeuw.  De  meest 
bekende  notewingen  ign  van  Sautrhtck  (sedert 
Januari  1013,  toen  SoverAsefc  zjjne  pnUieaties  in 
de  „Timet"  ataakle,  voortgezet  door  het  Engel- 
•ehe  WeekbM  ,^k«  8ta^),  van  den  Engel- 
■eben  „Economist",  van  Pattüer,  Sotlbtw,  PA- 
grote  en  van  frol.  Alleen  over  de  beide  eeratge- 
ooemde  een  enkel  woord. 

Soverbeefc  gaat  uit  van  middelpTgien  in  het 
tüdvak  1807—1877.  Znn  Ijist  omvat  46  aoortsn. 
Hg  eonalaUeert  de  volgsnje  beweging  van  bet 
lolal  imdet  number: 

1878—1887  =  70  1910=   78 

1888—1897  =  87  1911=    80 

1808—1906  =  70  1912=    8S 

1907  =  80  1018=    8d 

1908  =  78  1914=   86 
1909=c74  1915=108 


81  Dec  31  Dee. 
1914    1915 
Plantaardig   voedsel   (koren,   aard- 

anpeleo,    rgat   ena.)   9S,2  117,6 

DieHgk    voedsel  (vleeteh  en  boter)     104,8  128.1 

Sniker,   koffie,   thee  68.0    693 

Deltstotlei)       99,8  180,0 

Producten  textiel  ntiverheid 7?3  111,7 

Bniden,   Jeet,    <^b,    soda,    iadi- 

go    ent.    97,7  138,9 

Totaal  46  artikelen     9I,«  118,4 


DigilizedbyGoOglC 


IKDGX  mJUBEB5-IM»AfiEN. 


D«  „EcoDomist"  urn  TA6r  het  Jut  1911  ali 
■Undurtltvdpcii  de  jftren  1845—1850  «o  no- 
teerde 22  waienaoorten,  wurvui  de  middelprg- 
nii  in  dKt  tijiitk  =  100  geMeld  «aieo.  Sedert 
1911  Dolaert  de  „EeoDcmMt"  44  «aiuuoorten, 
wiarTRD  tiet  gemiddelde  Tan  elic  attüel  OTer  bet 
tjfdnk  1901—1905  «p  100  geiteld  ii.  Om  teige- 
Ijgkiog  met  het  T6di  net  jku  1911  berekend  getal 
ecnigtains  mogeiijfc  to  nuikea,  deelt  de  „Ewhm- 
miit  bet  uit  de  44  uUkelen  Tukiegan  indei- 
cght  dcFor  twee. 

Ondentunde  «tut  ttevat  d«  middeleüten  oter 
de  lutUe  II  juan  op  cii>de  Deeembei: 

gemiddelde  1901—1905  3200 

einde  Dwembn       1906  2499 

1907  2310 

„  „  190S  2197 

1900  2300 

1910  2513 

1911  2586 

1012  2747 

1013  2623 

1914  2800 

1915  8034 
„           „             1916    4908 


oorlog, 
flet  Kgt  Toor  de  band,  dat  e 


!  eeoTOBdi^i 


wikei,  gier,  tIÜ,  italbak,  indigo,  wol,  thee  ra  nog 
een  uotal  andere  goederen  een  totaaleglei  geett, 
dat  geen  nkening  boadt  met  bet  iMtitUieljjka 
■tot,  dat  «Ike  waai  afwerpt  toot  de  meniehelike 
•anienleTing.  Be  atöging  «t  daling  r&n  den  p^i 
?an  diamant  ii  Tan  minder  belang  dan  de  prïa- 
eehommelinx  van  de  tarwe.  Om  on  met  die  be- 
trekkel$ke  belaiigTQkiieid  der  Tersehilleitde  «aten 
td:eninff  te  hoiMra,  beeft  Pal^rmt  de  methode 
aan  de  oand  gedaan  om  elk  cgfer  te  TetmdHg- 
Tnldigen  mat  «en  belaagrjjkbafiIeeoiftieieBt,  die 
afgeleid  wordt  nit  de  geCMunmeeide  boefeel  be- 
den nu  ^e  waai.  PatifctMr  bepaalt  dien  eolt- 
ficiênt  naar  de  nitgaTen,  die  in  «en  gemiddeld 
welgeateld  geiin  in  de  Tereeoigde  Staten  aan  de 
aanMbaffing  Tan  verMblllende  waren  werden  be- 
•tead.  De  waarde  Tan  lulke  berekeningen  i«  niet 
gering  <te  «ebatten.  Toch  mag  men  aannemen  dat 
een  Jnlite  belangigkbeidwotltieiBiU  nog  niet  ia 

SBTODden  en  wel  nooit  geTondra  lal  worden.  By 
e  berekrainno  van  Ptdgrave  en  falkner  bleek, 
dat  ban  TMoltaal  niet  in  die  mate  alweek  Tan 
bet  rekenkanatig  gemiddelde  Tan  Smerbeek  en 
Tan  den  „Economiêt",  dat  aan  de  indtt  «umber» 
Tan  de  laataten  alle  waardo  moet  worden  ontie^d. 
Intnneben  ligt  in  de  kenie  Tan  de  warenlijat, 
waajTao  men  ile  TerbondingntBira  Taatatelt,  de 
loOTnaamate  maatatat  Toor  m  Iwoopdeeling  van 
de  waarde  tan  bet  tofot  ütdes  nwnber. 

Indluut.  een  der  Tereeoigde  Staten  «an 
Noord-AjneriVa.  tnsaehen  Uichigan,  Ohio,  Ken- 
taekey,  IllinoiB  en  bat  Uiofaiganmeei  gelegen, 
atelde  aicb  reeds  in  17S8  oader  besebermiog  der 
Unie  en  werd,  nadat  de  kolonialen  in  1706  bet 
land  aan  den  Wabaab  Tan  de  inboorlingen  ge- 
kocht hadden,  in  IBll  4ot  een  tenitoriam  Ter- 


men. De  «taat  telt  op  94 140  t.  km.  (1010) 
2  700  876  inwfmerB.  Altera  de  ocTeis  Tan  den 
Ohio  ign  beQTeluhtig,  toor  't  OTerise  bestaat  de 
bodem  er  grootendeela  nii  prairieUnd.  Qeologiaeh 
behoort  Indiana  'tot  de  gilnni-,  devoo-  en  iteen- 
kolenformatie.  In  1900  lererdra  de  ateeokolen- 
mijDan  6,45  miilioen  ton  ter  waarde  Tan  6,65 
miUoen  dollara,  in  1SI4:  16,6  milliora  t<m  tet 
waarde  Tan  18,3  miUioen  dollars.  De  prodoetie 
Tan  aardgas  en  petroleum  neemt  af  en  had  io 
1914  een  waarde  Tan  respeotierelyk  0,7  en  1,5 
milliocn  doliara.  De  •teengroeTen  leT«rra  Toor 
4  millioen  dollars  land-  en  kalksteen  en  Toor 
8  aiiiliaen  dollars  portland  ennent.  Wegene  iqb 


ligging  tusacban  3' 


porU 

1^47' 


en  41*  46'  N.Br.  U  bal 


klimaat  er  gematigd;  Terdet  is  de  grond  er 
Tracfitbaar  en  Toor  alle  gewaaaen  Tan  Uiddel- 
Amerika  geaohikt.  Verbouwd  worden  male,  tar- 
we, haiTer,  hooi,  aardappelen,  roggv  en  tabak. 
Bq  de  laatate  telling  (1916)  werden  854  000 
paardra,  672  000  melJLkoeien,  1059600  schapen 
en  4167  000  xarkeng  afgegeTen.  De  nyTerheid 
neemt   steeds   toe.   Te   noemen    lön   koren-   en 


laagmolraa,  enwrtalagenjan,  fabricage  ran  wag- 
gons,  wagens,  landbonwgereedseh^^n,  glaa,  va- 
ten, tneoMla  en  «piritualiln.  De  ataat,  die  te 
Bloomingtoa  een  oniTeieiteit  beiiit,  is  Terdeeld 
in  92  eoantiei.  By  een  «et  Tan  dan  9dcn  Haart 
1907  werd  Tastgcateld,  dat  op  krank  linnigen, 
twakiinnigen  en  misdadigen,  van  wiet  nako- 
melingen tevoren  vaat  loa  staan,  datt  ig  geraar 
of  last  «oor  -de  maataehapptj  aonden  (^leTeren, 
een  loodaoige  opetatie  loa  wordra  toegepast, 
dat  sü  niet  in  ataat  aonden  iqo  nakroost  tt  Ter- 

Da  hoofdatad  i>  Indianapolis.  'Indiana  lendt 
13  Teitegenwoordigera  en  2  senatoren  naar  bet 
Congres.  De  gooTeineur  en  de  50  senatoren  wor- 
den Toor  den  tgd  Tan  4,  de  100  Teitegenwoor- 
digers  voor  den  tjid  Tan  2  jaar  gekoien.  De  Irag. 
te  Tan  bet  spoorwegnet  bedta^t  (I9U)  12400 
km.,  die  der  eleettisehe  banan  3540  km. 

TmllBimgfflli.  de  hoofdstad  Tan  den  Noord- 
Aneriksanscheo  staat  Indiana,  ligt  in  een  Ttaebt- 
baar  daJ  aan  d«  aamenvloeiing  Tan  den  Pall 
Creek  en  den  White  BiTei,  ia  het  kruispunt  Tan 
18  «poorlijaen  en  telt  (1915)  265  578  inwoDers. 
Hen  Tindt  er  een  groot  hoofdstation  (Union  Dt- 
fot),  een  mooi  staatseapitool,  een  monument  Toor 
de  gevallen  strijders  in  het  Cirele  Park,  een 
krank^onigen-  en  blindengectiebt  en  een  doof- 
stommen! nstitnut,  een  taigonis,  een  propjlseom, 
era  klassieke  sebool  voor  meisJM,  een  atedelgke 
bibliotheek,  een  mniiek-academie  rai.  De  in- 
dustrie, door  de  nabqheid  van  toke  ateenkolen- 
veideu  boTOtderd,  bondt  (1009)  32  000  arbeiders 
beiig  en  leTent  voor  126,5  miUioen  dollars  waren, 
Tooral  Tieeachwaren  <i&  1909  Toor  39  millioen 
dollara).  In  1912  weiden  er  l,6iiiiilioen  Tvkens 
aangeToetd.  Terdeiiijn  belangrgk  de  meel-  en 
de  machineindustrie.  In  18IS  gesticht,  werd  In- 
dianapolis, in  1825  de  hoofdstad,  had  «ehter  in 
1840  sleehta  2700  inwonera  ra  kwam  eerat  na  den 
aanleg  Tan  apoorwegen  tot  ign  legrawoordige 
beteek  en  is. 

IndlAnen  (u«  de  nUtra  ra  de  plaat 
FoUbityfwii  bg  Amerika}  Is  at  naam  der  ooupron- 


DigilizedbyGoOglC 


AEIZONAINDIANEN 


K^^--^-- 


■—tfiK""''        i 


Een  groep  Indiaaen  te  Arizoua. 


D,o,l,zedb,GoOglc 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISTDIAANSCHE  BESCHAVING  I 


»  alt  9iuüun>.    3.  OortogibUI  der  GaTeTO-Indluwn 


n  BrulUë.    S.  OMMdea  drinknt 

1  BnuUluswhe  lodlanea.  1.  Vlechtmrk  t*d  ïndiuiea  la  Guyana.  5.  Uieran  dolk  Dit  MoordwaitelUk 
LinsrlkL  e.  Tstakiptjp  uit  lal  gMoadea  tu  da  KanlnglD  ChvIotta-eltBDdim.  1—9.  BeeaSD  geraedMhap  en 
«peni  uit  Vunrl&Dd.  10.  TsakeDlDg  op  bean  (Dagboek)  der  Tijoekajen.  il.  Oereedachap  tot  bet  vemwdlgea 
an  ptJIpaDtan  nlt  kwarts  bij  de  Esklmo'a.    13— IL  BaanEn  bijl  en  bonireel  dar  Eakimo'a 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDIAANSCHE  BESCHAVING  II 


IB.  lodiumcba  kootMD  nit  Daminn.  1&  PronkbjJI  dar  OaTers-IndlueB  In'BraiUll.  f).  G 
urdan    vutwcrk    uit   BruUifi.    IB.   Vlschtverk   T>n   Indiusn    In    Onyut.    IS.    HouUd    paotaa  dar 
Tbliflklal^Iadlaaen.    20>3I.   Julaïatliunar  m   krabber  [dar   Rakltno's.    ü—O.  Baaoea  btjl  en  hoowwil 


DigilizedbyGoOglC 


kelgke  beTolking  Tin  Amnikft,  die  gegtna  werd 
door  de  Spanjiarden,  ireU<  de  Nicu««  Wereld 
«Il  e«n  deel  trd  lodie  'beKbouwden.  Niettegen- 
abuuide  gioote  Ters^illeii  in  lichamelijke  en  ia- 
teÜeetneele  ontwikkelii^,  worden  ijj,  roet  inbe- 
grip TBa  de  Eskimo't,  tot  iéa  nt,  beit  AtnerikuD- 
flche  KBiekend.  Blgkeni  ikeletieBten  in  de  ioter- 
glaeiue  pnin-  en  lOiBlasen  in  tiet  N.  Tan  Nooid- 
Amerika  en  palMolitiaue  gereedaebappen  aan  de 
Delaware  geTiwden,  leefden  «t  in  het  diluTinm 
hier,  leedi  menschên,  die  li^  in  niets  onder- 
scheidden  Tan  d«  tegenwoordige  Indianen.  01  de 
CalaTeraucbedel  en  de  ttaenen  gereedseh^pen, 
die  onder  tertisiie  bialagen  in  Caltiomil  ge- 
vonden ijjn,  weikelqk  Tan  den  tertiaiien  measdi 
alkomitig  ign,  wordt  door  Erdiieka  betwjfeld. 
OfKboon  de  Indianen  eoma  eakeU  kenmerkea 
Tertoonen,  die  aan  d«  Uoagolen  daeo  denken, 
dooa  de  ^it«bUg  TooraituitingeDde  adelaanneus, 
de  grootere  oogen,  de  sefdea  «beelstaaiKte  oog- 
qrfeten,  de  langere  lederaaten  en  andere  kenmer- 
ken ÏAmiraidk  tol  bet  bealnit  komen,  dat  ie  na- 


der aan  bet  Kankadwhe  dan  aan  het  Uongwl- 
aebe  ra*  lerwant  san.  Het  Indiaansebe  trpe  heeft 
veb  du  in  Aneriu  aclf  oatwiUield.  Alleen  de 


Sakimo'fl  en  de  ïnttstammen  in  h«t  noordwes- 
ten achjjnen  meer  ondei  UongoolMhen  ioTloed 
gMtiwn  te  heUten. 

Hdq  haidktear  Tarieert  Tan  liefart  tot  donker- 
broin;  de  naam  roodbniden  beriDDert  aan  de 
klear,  waarmee  enkele  stammen  lieh  heiehilderen. 
De  kaken  steken  Toorurt,  d«  oogen  ign  ^lein  en 
■dieel  geplaatst,  de  neaa  dikwgli  krom,  bet  «oor- 
hoold  las^,  de  adiedri  meestal  mesoe^haal.  Over 
het  algemeen  iqn  ajj  van  gemiddelde  grootte  en 
beiittan  een  ineengedrongen  gestalte.  Hno  gees- 
telijke begaafdbeden  süb  niet  gering,  docb  qj 
schikken  lich  niet  .gemakkelijk  in  een  vreemde 
beiehafii^.  Hun  karakter  toont  deugden  (moed, 
standTastigbeid,  eergevoel)  en  gebre^n  (laiheid, 
wreedheid  en  Tdsenheid).  Zie  T«rdet  AmerHui, 
BevoUcütg. 

Het  beeld  Tan  den  LÜaan,  sooals  wü  dat  nJt 
do  romans  van  Oooptr  «.«.  kennen,  heelt  betrek- 
king op  de  Noord-Ameiikaansahe  jaffervoUien, 
do^  is  m«t  de  werkelykheid  in  strijd,  In  het  al- 

r~  emeen  is  geslotenheid  de  griHidtrek  van  ban 
srsktei.  De  Indianen  spreiden  oiterlqke  osver- 
sebHligheid  ten  toon,  maar  geven  lieh  geheel 
aan  hun  hartetoehl«n,  als  liefde  <n  spel.  Leed 
dracen  liJ  met  bewonderenswaardige  geestkraebt; 
in  den  onlang  ijjo  rï  afgemeten  en  boltel|^, 
doch  spoediK  beleedinl  en  wraakznchtïg,  tooi 
weidsden  zelden  dankbaar.  Zij  beiUten  een  aan- 

feboren  rodenaarstalent  met  dichterl^e  nitdrok- 
iogen.  Eon  zin  voor  phastaiie  tomen  lij  in  de 
beechilderiog  tbq  fann  gelaat  met  «ebieeowende 
kleuren,  boa  baardraebl  en  de  versiering  van 
hun  Ueeding.  De  voornaamste  eieradilo  ign  de 
wampoemt,  arm-  en  halsbanden  van  gekleurde 
parels,  die  oorspronkelijk  ntt  schalen  tm  mos- 
sels en  slakken  vervaardigd  werden.  Dit  sieraad 
dient  ook  sis  belaalmiddel;  in  den  oorlog  stond 
het  sanbieden  daarvan  geljjk  met  een  verioek 
om  viedei  onderworpen  volken  betaalden  daar- 
mede hun  schatting.  De  vroegere  pelsen  ign  door 
wollen  kleederen  vetdroBgen.  Hno  woningen  lijn 


deels  van  hout,  deels  lichte,  van  boomschors  of 
samengenaaide  bnllelboiden  vervssidigde,  kegel-. 
Tormige  tenten  (wigwatu)  met  een  stookplaats 
in  bet  midden  en  ean  <^n!ii«  tot  doorlsting  van 
den  rook  in  het  dak.  Naast  jacht  en  visehTangst 
beoefenen  büna  alle  Indianen  den  Isndbonw;  io 
bet  O.  Toorsl  de  AWonkins  en  Irokeexen,  in  bet 
Z.  de  Yoema,  PaBbU  en  Pims.  Verbouwd  wer- 


hond  b^end.  De  besebsvin^  bevond  sieb  ten 
tgde  der  urtdekking  in  het  tgdTsk  der  geslepen 
steenen  Toorwerpen.  hoewel  ook  koper,  brom  en 
edele  metalen  voor  verschillende  doeleinden,  voor- 
namelgk  ueraden,  gebesigd  werden.  Ds  wapenen 
(^eei,  knots,  bijl  en  boos)  werden  nit  nont, 
beenderen  en  steen  veivaaraigd.  ntus  i|jn  daar- 
voor gieren  bglen  CtomotowC),  messen  en  geiro- 
ren  in  de  idaats  gMomen.  De  meeste  stammen 
waren  met  tiet  pottenbskken  vertronwd;  geweven 
en  gevloebten  stoffen  werden  met  eenvoudige 
ho^middelen  meestal  door  rroowm  Torvsardigd. 
Uit  uitgeholde  boomstammen,  boomschors  ol  hol- 
den maakten  tjj  ruime  kano's,  doeh  ig  kenden 
^een  leUen  ol  roeren,  maar  msakten  tot  voortbe- 
Hegiag  van  een  soort  riemen,  foiuie»,  gébmik. 
Zjj  badden  TerKhillende  mniiek-,  maar  geen  soa- 
reniaitrumenten.  £en  auital  voorwerpen,  die  van 
hnn  kanstiin  getuigen,  vindt  men  op  plaat  I  en 
II  afgebeeld.  De  grondslag  van  bet  masticbappe- 
lijk  leven  der  Noord-Amerikaanfche  Indianen  i 


\)  gesvml 

wordt.  Een  aantal  van  ïnlke  gedsuiten  vormt 
dsn  stsm.  Ieder  geslacht  ie  tot  op  lekere  booste 
onsthankelnk  en  kiest  zün  eigen  hoofd,  dat  ul« 
aangelegenbeden  van  sjjn  geslacht  regelt.  De 
stsm  wordt  bestunrd  door  een  raad,  waarvan  de 
leden  door  de  afsonderlijke  geslatfaten  gekoien 
worden.  Deie  raad  benoemt  ook  het  boofd  van 
drai  stam,  meestal  nit  een  bepaaJd  geslacht,  ter- 
wgl  voor  dan  oorlog  een  desknndige  leider  wordt 
aangewezen.  Hnwelgken  binnen  de  getlaefaten  i^n 
verboden.  De  erfopvolging  geschiedt  meestal  in 
vroDwelgke  Ign;  op  hetjEestoiven  hoofd  Tolgt  de 
zoon  van  lijn  zuster.  Dese  instelling  Teihoo^ 
de  positie  der  vronw,  die  volstrekt  niet  de  slavin 
Tsn  den  man  is.  Haar  stem  il  lelts  in  den  raad 
niet  looder  invloed;  in  sommigs  gevsllen  hebben 


ztj  zelfs  wel  de  waardigheid  van  stamhoofd  be- 
kleed. Het  bnwelijk  wordt  door  koop  gesloten; 
slechts  rijken  hebbeoi  meer  dan  Mn  vroow.  De 


reeds  geslaehurijpe  meisjes  huwen  ongeveer  met 
haar  elfde  tot  twaalfde  jaar,  doch  worden  spoe- 
dig daarna  leelnk.  Eet  aantal  kindeten  ie  gering. 
Bij  bijna  alle  lodisnen  werden  slaven,  meestal 
krggBgevBnKenen  gehouden.  Hun  godsdienst  open- 
baart lich  in  een  aantal  mythen,  waarvan  de 
vfwniaamrie  spreken  van  een  goed  weten,  dat 
als  schepper  vso  het  heelal  en  ui  stamvader  van 
tiet  volk  geprezen  en  dikwqli  in  de  gedaante  van 
een  dier  (r»af,  haai,  wolf)  voorgesteld  wordt. 
Bij  de  meeste  stammen  vindt  men  in  den  een  of 
snderen  vorm  ook  den  zonnedisnst;  zeer  ver- 
ureid  is  de  mjthe  van  een  dondervogel.  Boven- 
dien gelooven  ig  aan  een  aantal  hoogere  en  la- 
gere geesten,  die  den  mensefa  deels  goed,  deels 


DigilizedbyGoOglC 


mDIAMEN— nnHOATBÜR. 


dcdit  geiind  liJD.  Ds  benreiing  der  booK  gcM- 
ten  en  de  uilochnlng  fan  den  Kredientt  benitt 
bjj  de  geneetkDDdigui  (tjamotien),  di«  all  MO- 
danig  «n  al>  mot^eUe»  d«r  loekomct,  rtgea- 
maken,  leiden  lan  geheime  senootichappeD  eni. 

rrooten  iDfloed  hebben.  T«t  de  godedienitiee  ge- 
raikea  bebooren  cok  de  oproeiing  tbd  oanieii 
«n  dikwjili  Treeielqke  lelkir^Dgeo,  (lieh  op- 
hangen aan  toawen,  die  door  de  doorboorde  aptc- 
loi  Tan  ledemilen,  borat  en  nig  getrokken  luu). 
Het  kven  biersamiala  werd  ali  een  ToortieUIng 
Tan  het  aardeehe  beeehoDvd,  waarotn  men  den 
doH>den  bon  lieielingetocinrerpen  en  apgten  mee- 

Van  de  vroegere  eigeiiuidigheden  ii  iirtai- 
Kheo  doot  de  onofriwudelgke  aanraking  met  de 
blanken  Teel  Terloren  gqgaan;  tegenwoordig  ii 
het  grootate  deel  der  Indianen  tot  bet  Cbritten- 
dom  bekeerd,  alleen  in  de  meut  afvegen  stre- 
ken Ttn  Noord-  en  Zoid-Amerika  ign  itamneD 
orergebleTen,  die  nog  niet  onder  den  ÏUTloed  der 
Earopeeaebe  betefaiTiog  gekomen  tjjn.  De  be- 
bandeling,  die  de  Indianen,  met  name  in  Noord- 
Amerika,  tan  de  blanken  ondeTTonden  hebben, 
il  aehandelök  geweeit.  In  de  oorlogen  tnttchea 
beide  ratten  bleita  >Q  natnorlf^  in  de  minder- 
heid en  werden  tot  afmaaide  gebioden  (rfo- 
tetioiu}  bMWiU;  dikw^Ia  eehter  werden  vj  ook 
weH  nit  de  bns  toegeweien  woonpUalten  Te^ 
jaagd.  De  don  het  Coigrei  ten  gQitte  der  In- 
dianen nitgcTaardigde  wetten  kwamen  leld»  tot 
litToering,  en  in  1825  werd  ondet  preiident 
Jfowroa  biuloten  de  ten  O.  Tan  den  Uittiitippl 
wonende  Indianen  naar  het  W.  te  Teiplaatten;  de 
Seminolen  in  Florida  gaTan  eertt  n  barden  ittji) 
toe  en  de  Tajerokeeien,  die  in  Qeorgit  weltaren- 
d«  dorpen  beiaten,  wektn  eent  na  lange  miahan- 
deling  in  1S38.  De  kotten  Tan  alle  door  de  Ver- 
éenigde  Staten  tegen  de  Indianen  KCToerde  oor- 
logen beeft  men  op  een  milliard  doTlan  eeiebat. 
In  meer  dan  40  oorlogen  Tieten  14  000  Slanken 
en  80000  klearlingen.  Het  spreekt  »antdf,  dat 
hun  aantal  ledert  de  komit  der  blanken  ainilen- 
1^  afgenomen  ie;  TersehiHende  atammen  lijn 
nitgettorTen,  andere  lamengetmolten.  Een  groot 
aantal  it  ook  door  Termenging  mei  blanken  en 
Negen  Terloren  gegaan,  f^rentegen  ia  de  In- 
diaantebe  beTolkina  Tan  Zoid-Amerika  Trijwel 
eonitant  gebltfen.  Het  nheele  aanl*l  Indianen 
Khtt  men  op  9 — 10  milDoen. 
De  nitgaTen  der  Ter.  Staten  iten  behocTe  Tan 
.de  Indiaaniehe  bcTolking  bedroegen  in  1901: 
10  905  073  dollar.  De  58  atmwiet  t«ilaan  een 
opperTlakte  Ttn  24  millkien  H.A.,  waarTan  eebler 
ileehte  ±  160  000  bebouwd  tqn.  Het  land  ligt 
in  kleine  pereeelep  ten  O.  Tan  den  Uieiitaippi 
in  New- York,  Noord -Carolina,  Michigao  en  Wit- 
eoniin.  in  grooteren  lamenbang  ten  W.  tan  ge- 
noemde riiier  <iie  Indkmmlemlorium).  Bgna 
oTeral  ii  een  toeneming  Tan  de  bebouwde  opper- 
Tlakte, opbnnget  Tan  den  «ogat  en  den  vee- 
itapel  merkbaar;  het  besehaTingeproeei  ion  nog 
eneller  in  ina  werk  gaan,  indien  xieh  niet  onder 
de  betere  elementen  der  blanke  bevolking  leer 
Teel  ileebte  bevonden,  loodat  eenïge  etammen 
aan  den  welïtwaar  door  atrenge  wetten  Terboden, 
maar  toeh  tiinnengeeraokkelden  brandewgn  en  de 
eveneeni   isgeroerde   getlaefatniekten   te  gronde 


C.  Dodi  terwj^  het  aantal  Indianen  in  de 
enigde  SUten  van  1860  tot  1900  aehterait- 
gipg  Tan  339  421  tot  237  196,  waren  er  Tolgau 
den  eenini  Tan  1910  weer  265  683.  Het  aantal 
Indianen  in  Canada  wat  op  den  Sisten  Haart 
1S12:  104  956. 

lAttratuHT:  O.  B.  ÖrinneÜ,  North  Ameiiean 
Indiana  ot  to  daj  (Ghicago  1900);  deKlfde,  Tbe 
■    ■  of  toda7(New^rkl9Il):JV.P«rro(,In. 


nerleben.  Gl  Qrtn  Cbaco  (Lei^ig  1912);  S.  Cklin, 
Otmea  ot  the  North  American  Indians  (Accom- 
pan;ing  paper  to  the  24tfa  Beport  ot  tbe  Borean 
ot  American  Bthnologr,  1907);  F.  flooj^  Hand- 
boek of  American  Indian  langnagee  (Waahing- 
(on  1911  T.T.}. 
IiuUuisntaiTltoriam   wia  de  naam   tooi 


16den  Jnli  190S  mat  OkLahoma  Toreenigd  veid 
tot  een  nieowen  itaat  onder  den  naam  (Mabo- 
ma.  In  deien  itaat  woonden  in  1910  w»  74825 
Indianen.  De  «ooteodeeli  tot  d«  ateenkolantor- 
matie  b^ooieiMe  bodem  U  golTesd;  het  kKmaat 
geMmd  en  aangenaam;  het  land  Tmchtbaai  en 
Toor  landbonw  en  neeteek  getehikt,  die  aaut  de 
Jaebt  de  hoofdbeiigbedeD  der  Indianen  totdmb. 
Verbonwd  worden  male,  katow,  tuwe,  haT«i  en 
aardanielan.  SteeBkolenmifiieo  Tindt  men  in  bet 
Z.  en  O.  Otik  wordt  er  aaphalt  gewonnen. 

IndlA  Bnbber  in  de  Engeliehe  naam  voor 
eaontehone  (lie  aldaar). 

ZndlOMn  ie  bet  glncoiied,  dat  in  de  blade- 
ren der  indigf^lanten  (indigofen  tinetoria  en 
leploetyeha)  Toorkomt  en  waainit  het  indigotioi, 
de  eigenigke  blanwe  kleantof  Tan  de  indigo  Ter- 


bij  ainweiighrid  van  water.  De  tormnie  it  Cu 
HiTNOfSHtO.  iDoor  inwerking  van  water  oader 
ioTloed  Tan  indimaleien,  een  easyim,  dat  teveni 


stof  <ran  de  IneM  oxtder  ataeheiding  Tan  water 
overgaat  in  indigo  (Ct^uNfO*). 

Zndloa>t«ar  ie  een  initmment,  dat  dimtToor 
het  opnemen  van  di^rammeu  (tie  aldaar)  Tan 
itoommaehinei,  raamotoren,  oliemotoren,  pom- 
pen, eni.  Een  indieateur  van  nienwe  eoattmotit 
II  die  Tan  Z)reyer,  Roeenitrafii  en  Droop  te 
Haanover  {lïe  de  tig.  1,  2,  S  en  4).  Het  toot- 
naamate  deel  hierTan  ii  de  ejlinder  a  (fig.  1), 
die  op  den  atoomcründer  beTittigd  ii  en  door 
een  kraan  h  {tig.  2)  met  deien  in  geraeeniehap 
gebncht  kan  worden.  Hierin  kta  een  iniger  b 
met  geringe  wryTing  op  en  neer  bewegen.  Di 
iniger  moet  eehter  den  itoom  Tolkomen  afilni- 
ten.  Om  te  Toorkomen,  dat  bq  ongelijke  nittetling 
van  den  ïndieatenreylinder  en  den  iniget  de 
laatste  aieh  niet  meer  Trq  loa  kunnen  bewegen, 
il  de  inietejlinder  a,  aangebracht.  De  BuiigeT 
wordt  door  «en  Teer  t  omlaag  gedmkt,  terwfl  de 
atoomdrak  hem  omhoop  wil  bewegen.  De  ttand 
—"■  den  iniger  geeft  od«  de  ipanning  Tan  den 
n  :n  den  stoom^linder  aan.  De  verplaatsiB- 
gen  Tan  den  iniger  tgn  leer  klein  en  moeten  dat 
door  een  hetboomenitelael   Tergroot  worden.   Zy 


D,o,l,zedb,GoOgle 


worden  op  een  bhd  papier,  det  op  een  ejïioitz 
TUk  metBioe  h  {tig.  1)  geBpennen  ib,  aatomatiieh 
opgeteekend.  De  q'Iindei  wordt  door  een  koord 


heen  «n  weer  gedraaid.  Dit  geBohiedtmeldeioo- 
genaamde  reduotieiol.  Het  koord  8,  dat  om  de  rol 


kleine  lol  r,  die  op  de  as  Tan  R  benetigd  ie. 
Wordt  door  de  machine  het  koord  8  naar  IJnkB 
getrokken,   dan   wordt   de  rol  gedraaid  en  liet 


Fig.  8.  Isdicateur. 

koord  i  wordt  op  de  rol  r  gewikkeld.  De  papier- 
trommel  krjj^t  dan  een  beweging,  die  kleiner, 
maar  evenredig  ie  met  die  ran  den  etooroiuiger. 
De  teruggaande  beweging  wordt  verooriaakt  door 
een   spiraalTeer,   die   in    de  trommel   it   aange- 
bracht. In  plaats  Tan  een  reduotierol  wordt  ook 
aeer  veel  een  betboometeleel  toegepast, 
om  de  kruiek<q)beweging  Teiileind  «vei 
■te  brengen    oó    de   papiertrommel.   In 
iig.  1  iB  duidelijk  te  zien,  boe  de  bewe- 
ging tan  den  xaiger  b  (^  bet  papier 


op   < 

einde  g  door  middel  tap  twee  heftwomi. 
armen  recbtlönig  bewogen  wordt.  Zoo- 
doende krggt  g  een  beweging  gelf^- 
Tormig  met  die  Tan  den  iniger  b,  maar 
eenige  malen  grooter.  Bg  g  is  een 
«eb roei  met  meiaingen  etilt  aange- 
bracdit,  die  een  lijn  op  bet  papier  be- 
echigtt.  Fig.  3  alelt  een  indieatenr  van 
Drejw,  RoMtiironi  ^  Droop  Toor,  die 
gebrnikt  wordt  by  liooge  dninlogen  en 
OTerrerhittea  etoom.  De  Teer  /  ia  hier  bni- 
4en  den  c;linder  aangebracht  en  door 
il  Tan  een  bengel  b  aan  de  ini- 
ag  k  TeifaindeD.  Voor  aitelloopen- 
iMinea  wordt  de  lichtatraalindiea- 
teai  of  monograaf  ran  HotpiMUr  en 
CarpmtUr  (^g.  4)  gebruikt.  Ben  tp»- 
'  op  drie  ponten  a,  b  en  e;  a  ia 
irbonden  met  een  diafragma, 
waarop    de  drnkking   Tan   den    atoom 


Iieu  den 
middel  t 


«■I 


B  {tig.  2)  gealagen  ia,  wordt  aan  den  krniakop  |  ataat,  o  krqgt  een  beweging  gelnkTormig  met 
Tan  de  machine  vaitgamaakt.  Het  koord  t  loopt  lan  de  ma(£ine.  De  atand  Tan  den  api^el  ia  c 
«Ter  een  fchgt  Tan  de  papiertronimel  en  oTer  de  |  albankelgk  Tan  de  beweging  rss  de  maebine 


die 


DigilizedbyGoOglC 


miDICATBÜR— DnaOATIEIJltDIAORAM. 


Tta  de  ip&nnin^  tid  den  «toom  in  den  ejlinder, 
eveniiKi    de    riehtkig  tui  den  ternggekutsten 


Fig,  4.  IikdieAteni. 

l'tchtitTtal,  dien  men  op  pfaotogntfMli  papier  kto 

op Tingen.    . 

Indloatanrdlarnun  "  ^^  diagram,  dat 
met  behulp  tan.  eeo  indieatenr  genomen  wordt 
Tan  kracht-  en  arbeidawerktDigen  met  inigerbe- 
we^ing.  Het  «eeft  een  beeld  Tan  de  dinkveran- 
deringsn  in  oen  «ylinder,  in  ttiband  met  den 
weg,  dien  de  zuiger  heeft  alcelegd.  ot,  wat  op 
hetieltde  neerkomt,  in  verband  met  het  Tolnmen 
Tan  bet  gaa  {de  iloeiitof),  dat  (die)  de  dmtrer- 
anderingen  ondergaM.  Fig.  1  itelt  een  dingram 
Toor  Tan  een  ééDcylinder  ttoomwerktnig,  werken- 
de xonder  condeniatie.  Twee,  loodrecht  op  elkan- 
der Btaande  aiaen,  angden  elkaar  in  O.  In  de  rich- 
ting der  horizontale  as  zgn  de  TOlnmina  nitge- 
»et  tan  den  etoom  in  dien  eyünder,  en  In  de  rich- 
ting der  Tertikale  aa  de  arukklngen.  Onder  de 
honiontale  ae  is  nog  «en  lijn  geteekend,  die  de 
inigerweg  s  Tooretelt;  «  ia  ae  cchadelijke  rnimte, 
die  eteedi  met  etoom  gerold  is.  Staat  de  zniger 
in  1,  dan  is  de  atoomdrnk  aa'.  De  stoom  treedt 
att  de  sehailkast  door  de  atoompoort  in  den 
itoomeylinder,  totdat  de  naar  ükb  bewegende 
iniger  in  2  gekomen  ia;  de  toelaat  eindigt  en  de 
expansie  begint  Oedorende  den  toelaat  ii  de 
dmk  Trgwel  conatant  geblcTen,  en  on^oTeer  ge- 


Igk  aan  die  in  de  aehnifkut;  bg  de  ezpaniie 
daalt  hq  atuk  van  6('  tot  m*.  Ala  de  niger  in  S 


Pig.  1.  Indiealeordiagram. 

il,  bwint  de  uitlaat  en  daalt  de  drak  (nel  tot 
eTen  SoTen  de  atmesfeiisdie  Iqn;  doch  de  ini^r 
bedt  dan  bet  eiode  Tan  den  dag  (4)  al  bereikt 
en  is  reeds  op  den  tenuweg.  oli  dit  geTal  ia.  De 
dmk  werkt  nn  tegen  de  beweging  Tan  den  zni- 
ger in;  men  preekt  dan  ook  Tan  tegendnA.  De 
l^endrnklnn  bl^ft  eTenw^dig  loopen  aan  de 
atmosferiaebe  Ijjn,  tot  e  (xniger  in  5).  Be  nM- 
laat  eindigt  hier  en  de  nog  aanwezige  atoom 
wordt  gecomprimeerd  tot  t  ^miger  in  6).  Hoewel 
de  laiger  den  terugweg  nog  niet  geheel  beelt  al- 
gelt^d,  wordt  toob  al  Tersehe  «toom  toegelaten 
om  te  zotgen,  dat  de  druk  weer  oa*  is  by  net  be- 
gin Tan  tal  TOlgenden  sUg.  Vaak  wyken  de  ge- 
nomen diagrammen  af  van  het  in  tig.  1  getee- 
kende;  men  kan  dan  nit  de  afwijkingen  nagaan, 
welke  fonten  de  machine  beelt.  Zoo  knnnen  de 
sloomTerdeelingiorganen  ol  de  zni^r  lek  ign, 
de  tloonpoorten  te  nsnw  zgn,  de  In1a»t  of  de 
nitlaat  t«  vroeg  of  t«  laat  beginnen  of  eindigen, 
eni.  Uit  het  diagram  ii  verder  de  gemiddelde 
drnk  te  bepalen;  eene  grootheid,  die  noodig  js 
bji  de  beiekenii^   Tan  het   indicateurreimogen 


^i 

4^ 

"<!   «^ 

i    ^.A 

f? 

Fig.  2.  Indieateuidiigiam. 

tan  de  machine.  Fig.  2  geeft  het  diagram  lan 
een  lucbteon^reaaor.  By  het  begin  Tan  den  «lag 
staat  de  iniger  in  1,  en  beweegt  dan  naar  linki; 
de  loriit,  die  nog  in  de  schadeljjke  ruimte  Is,  en 
een  drak  oa'  beeft,  expandeert  tot  66',  waarna 
buitenbcht  wordt  aangetogen.  Bn  den  lernggau- 
dcn  slag  Tan  den  iniger  wordt  de  Jneht  gecom' 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDICA'raxntDUORAM— INDIË. 


priineeid  totdkt  d«  diot  dS  is,  wurna  i^  in  de 
perileiding  wordt  geperst.  In  Rg.  1  ii  de  infaoad 
van  abedef  de  arbeid,  welke  de  (toom  tct- 
rieht  op  den  tuiser.  In  lig.  2  is  de  inbood  tkd 
abed  de  trbeid,  door  Ma  niger  op  de  lucht 
Terricht. 

XndlMtcnrvsanlekraeht  is  de  «enbeid, 
wMUin  het  -rermogen  tu  een  stoommaehtDe,  gu-, 
beniioe-,  pefrolenmmotor,  eni.  wordt  nUgedrnkt, 
looalt  die  Tolgt  ait  het  disgnm,  genomen  met 
een  indiettenr. 

Zndloktle.  Indicatie  beteekent  „isnwgiing' 
en  il  een  term,  die  in  de  geneeekunde  Teel  ge- 
bruikt wordt,  alt  men  loekt  naar  d«  w^ie,  w 
op  een  liekte  bestreden  moet  worden.  Hen 
defBcheidt  een  ïndieatio  emualit,  sU  aanwgiiog 
Tsn  de  bestTJjding  van  d«  ooruak  ran  de  siekte, 
nssst  een  huUeatio  «ym^toiMittBa,  ale  er  reden 
voor  il  een  det  Tereéhgnsels  na  de  liekte  te 
beitrjden,  bjJT.  boest  of  pgn.  Verder  kan  er  een 
ittdieatio  vitalit  lün,  alt  het  leren  van  den  pa- 
tiiot  iKdreigd  wordt.  Men  ii  niet  altjjd  in  staat 
aan  een  bepaalde  indicatie  te  Toldoen  door  bel 
dsarroor  paiaend  medicament  to(  te  dienen,  want 
loma  is  er  een  tieletsel  tegen,  een  i.g.  eonlra-in- 

IndloatlwHB  of  aanloottendt  tirgj  tsd  een 
iweiiwoord  drukt  uit,  dat  de  handeling  zonder  eani- 

fe  nwrwa*rde  plaata  beeft.  Hg  ondertebeidt  lieh 
ierdoor  Tan  de  aanvotgende  wiji,  die  een  Toor- 
wssrdelgke  hsDdeling  aaodaidl. 

Indloator.  Hieronder  rerstaat  men  in  de 
scheikunde  een  etot,  die  door  klearMiaiIag  of 
door  bet  doen  ontstaan  Tan  karakteristieke  neer- 
slaan het  einde  van  een  reactie  u,ngr«U.  Ue 
veraer  Analyte,  ehemiÊcht:  Titreemuthode. 

iBdlolnm  of  aameymg  it  een  bewgsmiddel 
in  etrafiaken;  de  wet  Teistaat  daaronder  daad- 
laken.  gebenrtenissen  of  omstandighedep,  wel- 
ker bet^Q  en  orereenstemming,  loo  onderling, 
sis  met  bel  ten  Isste  gelegde  feit  lelt,  klaarblgke- 
Ijfk  aantoonen,  dat  er  een  etrafbaar  feit  gepleegd 
is  en  wie  bet  hedreren  heeft.  De  Banwgiingen 
tqn  te  Tergelgken  met  d«  rermoedens  tbd  de  cl- 
TÏeie  bew^oering  waarbij  echter  Tooral  dit  P'in- 
cipieele  Teriehil  Ïd  bet  oog  moet  worden  gebou- 
d«D,  dat  tegen  aanwijzingen  altijd  tegenbewqs 
\i  toegelaten.  Het  bestaan  der  saDwöiingen  lelt 
moet  ook  beweien  worden  door  de  middelen,  die 
de  wet  daaTTOor  saneeeft.  Deze  middelen  1^"= 
1*.  getaigeo;  2*.  achrittelgke  bescheiden;  S*.  jwr- 
soonlijk  ondenoek  of  beiiebtising  door  den  rech- 
ter; i*.  eigen  erkentenis  Tsn  den  beklaagde,  lelti 
buiten  bet  reebt  gedaan.  Een  aanwgiing  taag  dm 
niet  worden  bewezen  door  een  andere  aanwqiin^ 
of  met  aodere  woorden,  de  reebter  mag  niet  ntt 
bet  bestaan  Tsn  een  »ker  feit  het  beslaan  tsu 
een  ander  feit  afleiden  op  grond  ran  welk  laat- 
ste dan  geeonclndeerd  wordt  tot  het  beweien  iqd 
Tan  het  ten  laste  gelegde.  De  beoordeeling  der 
kracht  Tan  bewgi  eener  aanwijiing  ligt  in  elk 
geral  aan  den  peehter.  Zgn  geweten,  legt  onie 
wet,  wordt  op  bet  eraetigste  belast  met  de  inadit- 
nemiog  van  de  slleraflente  lorgTnldightrd  en 
nauwkeurigbeid  in  dat  ondenoek.  Zie  Bewtft  en 
Aanwinng. 

iHdlotl*,  RomeinseAe,  ft  d«  ammggmg  Tan 
het  bedrag  der  te  betalen   belasting,   welke  de 


Romeinen  onder  Conttmtpi  den  Oroote  moet- 
ten  opbrengen  en  die  op  een  OTer  15  jaren  loo- 
peode  ^ndbelastine  gebsseerd  was.  'Dsarns  werd 
die  periode  lelf  ittdietie  genoemd.  De  indietiBn 


Tsngsjsar  onier  jaartelling  terngkeert,  Tjadtmèn 
dat  dit  OTereenkoml  met  liet  4de  eener  indictie. 
Om  nu  de  indictie  tsu  het  loopende  jssr  te  be- 
rekenen, moet  men  et  S  bg voegen  en  de  som  door 
15  deelen,  wsama  de  reet  bet  getal  der  indictie 
aanwQst.  Is  er  geen  rest,  dan  is  de  indictie  = 
15.  De  indictie  werd  gedurende  de  Middeleeu- 
wen steeds  in  de  openbare  stukken  rermeld.  Het 
indietiejaar  nam  een  samang  met  den  24sten, 
later  met  den  Islen  September  en  eindelijk,  toI- 
geoe  een  verordening  tan  den  paus,  met  den 
Is  ten  Januari. 

XndlV  (tie  de  kaarten)  it  in  de  ruimste  be- 
teekenit  de  algemeene  naam  Toor  het  deel  Tan 
Aiifl  van  den  luidoosthoek  tsb  Fenit  tot  aan  de 
luidwettproTinciBn  Tan  China,  wsarran  iu  het 
noordm  de  grens  MTonnd  wordt  door  de  geber^* 
ten,  dte  met  den  Elboers  hennen,  oTor  de  sw- 
delgke  keten  Tan  den  Hindoe-Koh  en  den  Hinw- 
laia  loopt  en  met  de  Alpen  in  Tnnnan  eindigen. 
Eierbg  lomen  nog  «en  aantel  eilanden  en  eilan- 
den^oepen.  In  de  Oudheid  weiden  deie  landen 
IndiB  genoemd,  later  kregen  sq,  in  tegenatelling 
met  West-IndiS,  den  naam  Oott-IndÜ.  Bjj  ons 
wordt  onder  laatalgen 

'    "  '  "    t-inJa 


rndiS 

reeds  Troeg  handelsbetrekkingen  hadden,  waren  de 
Grieken  in  oudere  tödeo  roet  IndiS  sleebts  be- 
kend door  berichten,  die  sij  «rei  Penit  (i»}i.  door 
Clesios)  kregen,  flerodofus  kende  Tan  Indifi  tleehlt 
de  itreken  Isngt  den  Indns;  bij  de  betcbrqTing 
Tan  Zersea'  leger  maakt  hq  melding  Tsn  „don* 
kergeklenrde"  Indisdie  hnlptioe^  en  noemt  ben 


de  Jsmana  (Dtjamns)  doordrong,  en  door  Mega»- 
Ihetus,  die  als  geiaitt  Tan  Sehiau  gentinen  tijd 
te  Patalipoetra  vertoefde.  Erabutkewet  (f  198 
T.  Cbr.)  kende  reeds  de  laidpunt  Tan  VoorJndÜ 
en  Taprcbane  (Cejion),  maar  gat  den  Oangei, 
als  de  ooatel^ste  grensrivier  op  in  de  nabSheid 
Tan  Thinai  (China).  Onder  keiier  Obmdivg  (f  54) 
kwsjnen  geisnten  vsn  koning  SocAtnt  vsn  Cej- 
lon  naar  Rome.  De  beroemde  aardrijk  tknnd  (ge 
Ptokmaau  (2de  eenw  na  Cbr.),  die  leedt  Voor- 
en  Achter-lndii  ondertebeidt.  maakt  melding  Tan 
den  „Gooden  Chersonesos"  (Halska)  en  Tan  JaTa 
en  andere  eilanden.  Natnnr-  en  kanatproducten 
waren  reedt  onder  de  Seleokiden  in  groeten  ge- 
tale naar  Europa  gekcsnen;  in  de  MiodeleenweB 
kwamen  er  deels  langs  karavaanwegen  door  de 
woestijnen  Tan  Hiddei-AiiE  naar  de  kuttlanden 
der  Ksspische  en  Zwsrte  Zee.  deels  door  de  Ara- 
bieren naar  Egypte  en  vandaar  door  de  Vene- 
tiiuien,  Genaeeien  en  Fioientonen  naar  West- 
ËoFt^a.  De  belangetellinp  in  indii  werd  weer 
opgewekt  door  de  reisbenebt^  Tsn  ifareo  Polo, 


D,o,l,zedb,GoOglc 


INDIE,  I.  VOOfUNDlIE. 


(kbtriek  mm  PorinoM  en  Sieota  iff  Ooidi.  V«ot- 
■1  OhiDft  «D  Japu,  die  moi.  ueh  dtebt  «b  tot 
Aehter-JnÜt  benooreuik,  lüa  gandUaden,  wekten 
gnote  belangtteUing.  Het  Tinden  tu  dan  *m- 
weg  door  Fok»  da  Omm  (1498)  wu  het  lein 
TOOT  de  veroTering  en  koloniiatie  «u  Indit  door 


I  «niTH 


Z.  Voor-IlldU  (i>e  de  ktut)  Tormt  een  on- 
TegdiintigeD   TteAoek,  die  door  het  Htnktlftj»- 

Eibergte,  dea  Indni,  wuuMht»  lieh  het  Bo<w- 
nd  Tin  Inu  Terheft,  de  Artbieehe  Zee  en  de 
Qolf  TU  Beogtleii  begieasd  wordt.  De  oppei- 
Tlftkte  bediwvt  ongeveer  3  57SO0O  T.km. 
OntdtkkxttgtgtÊeki»-'---'-  -"  < 
onl^eikktling.  Zie  Ani. 

Bodtmgett^liktid.  Het  noorden  tbd 
Toor-lndiB  lonnt  het  TOoiknd  tm  het  Himilftja- 
gebeigte,  U  leer  TiQcfatbui  en  heelt  wn  gnn- 
■lig  kllmict;  diAii^  Toigt  Hindoeettn,  oogt- 
*eer  1,9  mïllioen  T.km.  groot,  een  eindelooie 
lugrUUe,  welke  de  ooithellt  Tan  het  Indaege- 
bied  en  het  etroomgebied  Tan  de  Ga&gee  omvat. 
DcM  ^liJrte  bestaat  in  het  wsaten  uit  een  gioo- 
tendeeli  landiK  deppen-  en  woeetjgngebied;  al- 
leen de  N.  helft  enu,  Pendijajè,  ii  vtuehtbaai. 
In  het  N.W.  Ttodt  men  een  uttgeitiekt  geher^te. 
Ten  O.  Taa  den  Indu  breidt  lieh  de  woeotyn, 
Thai  of  Uur,  welke  in  het  mtden  een  groot 
lootmoeiaa,  Ban  «f  Saa  geheeten,  ronnt,  nit- 
Het  ootten  «ao  deie  vlakte  wordt  door  een  moe- 
raeaig  wowHaadadiap  yaa  den  fiimalaja  geeehei- 
den,  daaraan  «eiut  de  Tlakte  van  den  Ganget 
of  het  «genldie  iHmdocta%  die  leer  vinehtbaar, 
doeb  ongewnd  ii.  Aan  den  rand  Tan  de  Qangte- 
delta  Toman  de  SoBderbvadi  een  aantal  moerat- 
•ige,  met  dieiite  ocnroaden  bedekte  eilanden. 
Het  hoogland  van  VoorJadiS,  dat  bet  grootete 
deel  van  het  «ehiereiland  iuieemt,  bettaat  nit 
on  gefioleetd  plateaa,  nJ.  dat  van  Dekan  of 
Dekhan,  met  Cejlon  aamen  ongcTeer  1,7  millioea 
T.  km.  groot  Het  wordt  in  het  O.  door  de  Ooat- 
QhatL  in  het  W.  door  de  Weit-Ohati  begrened, 
terwgl  het  in  bet  N.  door  het  W.0.  gerichte 
Satpoera-  en  Vindhyagebeigte  geeehnden  wordt 
van  een  noordelgker  gelegen  plataan.  Waar  de 
bttde  Ghati  in  het  Z.  eamen  komen,  rljit  sit  de 
laagte,  Gap  geheeten,  het  Nilgirigebergte  op, 
dat  lieh  door  middel  Tan  de  rotsen  der  Adami- 
brug  Toortiet  tol  op  CeWon.  fiet  Deksnplatean 
ligt  iD  het  W.  lOOO— 1300  m..  in  het  midden 
500 — 800  m.  hoog.  Alle  rivieren  ontspringen  in 
bet  W.  en  monden  uit  in  de  Golf  van  Bengalen. 
De  bodem  ïi  vmefatbiar,  doch  moet  knnitmatig 
besproeid  worden.  Langs  de  kasten  van  Toor-In- 
di<  TÏndt  man  ilakten,  waarvsn  dis  lann  de 
DOstknit  Teel  breeder  is  dan  langs  de  westkust; 
beide  worden  rijkelgk  besproeid  en  ign  hg  uit- 
stek T  ruchtbaar. 

Oeologii.  Zie  AxU. 

R  t «  j  e  r  e  K.  De  voomaamtte  wateren  Tan  het 
land,  de  Gsnges,  de  Brahmapoetra  en  de  Indaa 
met  sijn  lijrivier  de  Satledej,  ontspringen  aan 
den  noordelgken  voet  van  den  Bkntlaja  en  stroo- 
men, nadat  lü  door  dit  gebergte  heen  gebroken 
lün,  door  de  groote  laagvldtte  van  het  noorden. 
Alle  andere  rivieren  oatsprineen  in  het  land 
lelt.  In  de  Arabische  Zee  monden  de  Sabarmati, 
de  Hafci,  de  Narbada,  de  Tapti  en  enkele  korte, 


woeslo,  uit  de  Weat-Gbats  komende  rivieren  nit, 
op  de  ooitiyde  van  Voor-IndiS  4reft  men  de  Ha- 
hanadi,  de  Godavaii,  de  Kistna,  de  Pennar  en 
de  Kaweri  aan.  Alleen  de  Oanges,  de  Brahau- 
poetra  en  de  Indu*  lön  voor  de  scheepvaart  van 
groot  belang.  Het  land  is  arm  aan  meren. 

KlimaaL  Voor-IndiS  ie  een  van  de  warm- 
ste landen  van  de  aarde;  de  hotste  temperatu- 
ren komen  in  het  droge  N.W.  Toor,  de  gemid- 
delde temperatuir  is  ia  het  Z.  het  hoogste.  Te 
Hadras  ii  ds  gemiddelde  jaartemperatuar  27,9* 
C,  de  temperatnnTsi  Ie  raten,  die  er  wi 
men  werden,  bediocgeo  43,7*  en  16,1*;  i 
bore  lijn  deie  egkrs  i«sp.  M,9*,  47,9*  en  —0,1*  C. 
Het  kHmaat  wordt  beheeradit  door  de  moesoos. 
Ifen  onderscheidt  3  jaargetijden  een  koele  ft- 
riode,  ongcTeer  Tan  Oetober  tot  Haart,  «en  wu- 
me,  Tan  Afril  tot  aan  den  regont|jd,  en  den  re- 

Entgd,  waarTan  duur,  begin  en  einde  Teisehil- 
id  ign.  De  meeste  r^en  valt  in  de  dalen,  die 
Toor  den  tnidwestmoeaon  toegankelnk  sjjn,  voor- 
al ran  d«  Weal-Ohate  en  Tan  den  Himahtja.  Te 
Tsjerrapoendji,  de  i^eniükste  plaala  Tas  de 
aarde,  bedrawt  de  gemiddelde  regenhoeveelhud 
jaarl^B  12  530  mm.,  en  werd  wri  eens  op  ééa 
dag  een  regenval  Tan  1036  mm.  gemeten,  ia  féu 
maand  van  bgna  10  000  mm.  Het  nitblijvai  van 
den  regen  heeft,  vooral  op  bet  hoogland  Tan 
Dekan,  somtnda  verseh  rik  telg  ken  hongersnood 
ten  gevolge.  Tgdens  de  kenteringen  richten  cj- 
elonen  vaiik  groote  verwoestingen  t*a.  Pest  en 
cholera  komen  dikwqls  voor. 

Plamt*Hri k.  In  den  Himalaja  kan  men 
verschillende  plantengordels  onderscheiden.  De 
laidvoet  ia  met  ondoordringbaar  atruikgewas  be- 
groeid, varder  naar  ïoven  treft  men  aebtereenvol- 
gans  een  tiopisebe,  een  sohtropischa  an  een  ge- 
matigde flora  aan.  De  boomgrens  li^t  er  op  on- 
geveer 8600  m.  hoogte,  waarboven  xieb  tot  4500 
■n.  de  btoemenrgke  Alpenweiden  aitstrdken.  In 
de  vUten  langs  den  Indos  en  ign  igrivieren 
komen  nsast  uitgestrekte  woeitgnen,  tamarisken- 
wonden  en  seaeia'!  voor.  In  Bengalen  en  ia  de 
Truehtbare  vlakten  «n  kuetitreien  Tan  bel  schier- 
eiland beeraebt  daarentegen  een  weelderige  ptso- 
tengroei.  Daar  groeiden  aurantiaeeeSn,  citroenen, 
orsnjeappels,  Tggen,  gommiboomen,  snikerriel, 
ksneelboomen,  bananen,  peper,  rgst,  palmen,  ssn- 
dethout,  tei^hant  «ni.. 

Dierenwereld.  Tot  de  Toorstamate  roof- 
dieren, waaraan  Vooi-Indil  leer  r{jk  ia,  bebooren 
de  tgger,  de  panter,  de  hyena,  de  wolt,  de  wilde 
hond.  de  olitaot,  de  neuihoorn;  verder  ign  er 
lalrük  ipen  en  wilde  iwgoen,  op  Goedsjerat  komt 
ook  de  leeuw  voor.  Voor-India  heiit  yle  vogels 
en  rentiliCn.  vooral  slangen.  In  de  livierca  leven 
talrgka  krokodillen. 

Dêllitoftt».  De  rijkdom  aan  mineralen  is 
leer  croot,  eerst  in  ita  Isataan  tQd  eehler  trekt 
men  daarvan  meer  voordeel.  In  de  rivieren  wordt 
op  sommige  plaatsta  good  gevonden;  koper  wordt 
tagenwooraig  alleon  nog  in  Badsjpoelana  ei 
Tsjoetia  Jfagpoer  gedolven;  verder  vindt  men 
lilver,  lood,  anIinwMiun-,  nikkel-  en  kobatlert- 
aen.  Uier-  en  mangaaaerta  en  steenkool  bevat 
de  bodem  op  leer  vele  plaatsen,  evenala  petro- 
leum. Indit  )•  van  endahai  beroemd  wegens  lijn 
diamanten.  Tegenwoor^  vindt  men  er  nog  sma- 


DigilizedbyGoOglC 


D,o,l,zedb,GoOgle 


a 

z 

a: 
o 
o 
> 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


a 

z 

I 

O 
O 

> 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDIE,  I  VOOBhENDIË. 


ngi,  ti^ut,  robjJD,  utfier,  JMpia,  igut,  gn- 
Dut  «ni.  Ode  Inert  de  bodem  lont,  mica,  »I- 


Bevolking.  Het  untal  inwone»  »n  Voor- 
lodifl  il  niet  itioiHletlük  opgegeTen.  Vrii  Rriticti- 
ladiS  of  Britseh-Ooit-IiHl»,  wutfu  Voor-IndiB 


bet  grootste  deel  aitniMkt,  bednuwt  dit  met  ii 
IwKiip  yen.  Me  leenitaten  (1911)  SIS  084  000, 
d.  1.  oogeveer  >/s  Tan  de  beTolkiog  der  gebeele 
uide,  wurvaa  244  267  000  m  de  osder  recbt- 
streekteb  beituar  geplutete  en  70  888000  in  de 
laulitatao  wonen.  In  eeritgenoemd  gebied  telde 
de  beToIkin^  124  873  000  mennen  en  110303 OOD 
vconwen.  Boewei  sedert  1601  jeren  leng  in  tele 
■treken  de  beTolking  door  peit  en  hanaerinaod 
eteik  i>  scbleroitj^enen,  looale  ook  uit  de  Tolke- 
telÜDg  TUI  1905  geleken  is,  nam  de  bevolking 
fan  het  geheele  gebied  geitadig  toe,  want  i^  be- 
drog in  1901  oog  «lechts  294,86  millioen.  In 
eigenlijk  iHindoetan  Tormen  de  Aiisefae  IndiBti 
of  eigenlüke  Hindoe'e  bet  boofdbeetanddeel  van 
de  befotting,  (in  1901:  219,8  millioen),  in  Dekan 
de  Dravida^e  <in  1901:  56,5  millioen).  Verwant 
met  deien  lijn  de  Eolarifitt  {in  lOOI:  8,2  mil- 
lioen) in  Bengalen.  Nust  deie,  tot  ót  oadite 
beTolkiw  behoorende  ttammen,  b ebben  lich  in 
VoorJndii  latei  een  aantal  andere  itanunen  ge- 
veetigd,  looali  de  nakomelingen  Tan  de  Ifokem- 
meduniebe  TerOTerura,  &it  4tels  van  Mongool- 
echen,  deeli  Tan  PeiiiKb-Turkidien  oorsprong 
iQn,  de  Afghanen.  de  Arabieren  eni  Het  aantal 
TieemdelinKen  bedraagt  (1011)  650  502,  waaron- 
der 122  919  Britten  en  8076  andere  Europeanen, 
Amerikanen  ot  blaid:en  uit  AD»tralil.  De  iterfe- 
lijkheid  il  leei  ^oot;  in  1004  kwamen  24  037 
menieben  door  tggers,  slangen  enz.  om  het  leTen. 
Voor  de  alionderl^ke  gewesten,  bnn  opperylakte 
«n  beTolking,  lie  bet  utikri  BriU^Indill. 

Haar  den  godicKenet  onderscheidde  men  (1011) 
217,6  mill.  Hindoei,  66,6  miU.  Uobammedaneit, 
10,7  mill.  Boeddbieten,  10,8  milL  natunraanbid- 
ders,  8,9  mill.  Christenen,  8  mill.  Siktii.  1,2  mill. 
fiijaina,  btina  100000  Pu«i,  16183  Joden,  eni. 
Er  lÖB  80  lendlngigenootschappen  werkzaam. 
Naar  de  talen  bestaat  er  nog  Teel  grooter  on- 
deiBcbeid  dan  naar  den  godsdienst,  daar  er  83  ta- 
len door  meer  individnen  gesproken  worden  dan 
Eïngelech.  daarran  bet  Hindi  door  62,  het  Ben- 

Sli    door   48,87,   bet  Telngn   door   23,54,    bet 
srathi  'door  10,81  millioen  menseben. 
Slaalkmdig  behoort  geheel  Voor-IndiS  aan  En- 
geland, met  nitioDdering  Tan  enkele,  weinig  be- 
langrijke beiittingen  «an  Frankrijk  en  Portugal 
(lie  die  artikelen  Franielte  en  Porhi^eeseke  iold- 

Beiehatingttoeiland.  Oer  bet  alge- 
meen itaat  dé  beTolking  op  een  laeen  trap  Tan 
beMfaating,  wat  een  gerolg  ia  Tan  ik  onderdruk- 
king door  Treemde  stammen,  Tan  de  Terwarde 
BiDnenlindsehe  toestanden,   Tan  de  heeriehende 

dsdientten  en  tan  het  door  den  godsdienst  ge- 
igde  kastenweien.  In  1911  konden  ileebli 
18,5  millioen  bewonen,  waaronder  1,6  millioen 
vronwen,  leien  en  sehr^Ten,  en  Terstonden 
slechts  1,7  mill.  pereonen  ieti  Tsn  de  Engelsehe 
taal.  Het  land  Deiit  Tgf  hooee  lebDlen  en 
185  584     andere    onderwgiinatellingen     (18870 

IX. 


Toor  meiijes),  aamen  met  7,5  mill.  leerlingen 
(6,4  milL  mannelüke,  1,1  mill.  TTonwelijke).  On- 
der deze  onderwQsin stellingen  waren  1S1444  la- 
fere  scholen  met  5  522  043  leerlingen,  daarbij 
4  731  Toor  meiijes  met  909  657  leerlingen.  De 
nitgaTCD  Toor  onderwijs  bedroegen  in  het  jaar 
1913—1914  £  6,7  millioen.  Van  de  leerplichtige 
kinderen  bezochten  slechts  82,8  %  tsd  de  jongens 
en  5,9  %  der  meiijes  een  school.  Met  de  volks- 
ontwikkeling is  het  dan  ook  trearig  gesteld.  Toch 
Tcriaont  bet  Toik  in  zijn  yoortbrengselen  tan 
poizie,  beeldhouwkunst  en  sichitectnar  nog  spo- 
ren Tan  zijn  Troegere,  hoogstaande  beschaving. 
In  bet  BritKh-Indisebe  r^ik  rerschijnen  1447 
conranten  en  tijdschriften. 

Middeltn  van  bet  laan.  Tengevolge  van 
de  vrnebtbaarheid  van  den  bodem  is  de  Umd- 
bouw  het  voornaamste  middel  van  bestaan,  Tan- 
daar  dat  224-7  nuU.  menschen  Tan  landbouw  en 
Teeteelt  leTen.  Deze  staat  eebler  nog  op  een  la- 
gen trap  Tan  ontwïkeHng;  eerst  sedert  1891 
trscbt  de  regeeriog  door  het  oprichten  ran  land- 
bcawcoUegei,  proelitationi  enz.  alsook  door  een 
betere  beiproeiing  bierin  Terlutering  te  bren- 
^n.  De  voornaamste  prodneten  zijn  rgit,  tarwe, 
katoen,  oliezaden,  jnte,  lardnoten,  suikerriet,  in- 
digo en  thee. 

De  oppervlakte,  door  de  Toomaamita  landbonw- 
gewauen  ingenomen,  en  de  opbrengct  bedroeg 
in  het  Jaar  1918— 1914: 


I_ 

tal 

GcwassCD. 

in  tonnen 

gi.ax 

X  1000 

o 

Ril« 

7S42S 
M47S 

38790 

Tarwe 

8358 

iCatoen 

25033 

5066  (balen) 

Lijniaad,  zuiver 

3664 

3Ï7 

„      ,   gemengd 

367 

59 

Papaper  en  mosterd- 

zaad, zuiver    .    . 

4II3 

760 

dera,  gemengd  .    . 

3IS4 

3Ï7 

4234 

361 

„        ,  gemengd 

850 

4a 

Aardnoten.    .    .    . 

3106 

749 

[ate 

3911 

8894  (balen) 

indigo 

173 

37 

Suikerriet  .... 

3S4S 

3391 

Thee 

6io 

307  249  (ponden) 

De  gebeele  blowde  «^perrlakte  bedroeg 
246  989228  acres,  de  bcTloeide  landerijen  be- 
sloegen meer  dan  45  mill.  aeret,  waarran  l^ina 
20,5  mill.  bevloeid  werden  door  middel  Tan  Ka- 
nalen, 6,3  door  middel  ran  stowbekkens,  13,7 
door  patten  en  6,2  nnll.  eeres  op  andere  wijie. 
Tan  regeeringiwege  werden  ongeTeer  25  milL 
acres  bevloeïd.  De  vëeUeil  ii  van  Teel  mindn 
bete^enii.  Rnnderen,  paarden  en  schiqwn  wor- 
den geteeld,  doch  leTeren  ^n  fraaie  rassen.  De 
zjjdenqtienteelt  U  aebtemitgqaan.  De  boeiebea 
worden  sedert  1877  door  een  ijk^MNehdeparte- 


DigilizedbyGoOglC 


INDIË.  I  VOaR-WMË. 


ment  Toor  uitroriiig  bcMbenad.  In  1914  waren 
246  612  vierkuile  EngiÜKbe  mqlen  met  boKh 
t«dekt  en  bedroegen  ae  legMTingainkomiten  nit 
de  boMhcnltmiT  ruim  £  1  jnillioen. 

De  avveriUid  hftogt  luow  met  den  kndbonw 
•unen.  De  ïolandK&e  bevolking  hondt  lidi  dr 
den  bndbouw  bet  meeit  beiig  met  bet  wwan 
TU  kitoenen  stoffen;  TeideT  w«rdt  door  bui 
inde  responnen  en  feweven,  weeft  ijj  shcwls  en 
Tloerkleeden,  verrurdigt  ig  bontsnüweifc  en  be- 
werkt meUlen.  Velen  nnden  een  betttu  bjj  de 
theebereiding,  in  1»14— 1»16:  676000  pereoneo. 
Ei  werd  thee  gn>lnkt  Tan  566  «eres,  de  op- 
brengst bedroeg  313  nrill.  ponnds,  de  nitioer 
802^  mill.  Verder  rindt  men  in  BritMh-IndÜ: 
fabrieken  voor  katoen,  jute  (64),  wol,  papier  (8), 
indigo,  sniker,  rnit,  machines,  petroleum,  gier, 
eni.,  in  1014  in  het  geheel  2S2u  met  meer  dan 
50  arbeiders,  waarran  alleen  de  katoen  fabrieken 
350000,  de  jutefabrieken  216000  arbeiders  tel- 
den. De  Indiaehe  nüveriieid  is  reeds  leer  oud. 
haar  katoenen  weefsel»  waren  Tan  oadJier  we- 

r«  fgnheid,  Ueui  en  teekening  beroemd.  Door 
Ennipeesehe  eoncnrrentie  ie  ib  echter  leer  «eb- 
teruitgegaan,  sleeitts  enkele  lakken,  «raals  de 
shawls  en  tapgten  Tan  Kasjmier,  de  t^öten  en 
zgden  ttoflen  van  Hoeltan  en  Benares,  Teischil- 
lende  soorten  mouseline,  hebben  hnn  onden  roem 
gehandhaafd. 

De  mnbfNiw  gaat  in  den  laatsten  t^  flink 
Tooniit.  In  1918  werd  gedohen  toot  een  waard* 


Steenkool    £  3798137 

Goud    ,    2291916 

Hangaanertten    „    1211034 

Petroleum    „    1034  586 

Zont     541 447 


Mica     

Balpeter      

Lood  en  loodertsea   . 

lEdelgesteenten    

Tin  en  tinertsen   ... 


347  451 
200  596 
71597 
66  542 
46  401 


HÖDbouwprodoeten   £101tó597 

Oe  hanM  ia  in  de  laatste  jaren  sterk  Tooruit- 
gegaan.   Ingeroerd   worden  io  de  eetite  plaalt 


katoenen  goederei^  metalen  en  metaalwaren,  Toe- 
dtngamiddelen,  oliln,  sniker,  macbinea,  i^miea- 
IMa,  zode,  kleederen  en  wollen  goederen.  De  Toor- 
naamete  nitToeiartikelen  ign  graan,  penWrueh- 
ten,  rnwe  katoen,  laden,  Jute,  opinm  eni.  Tot 
1894  weiden  bj^a  Keen  inTOerrediten  geheren, 
tegenwoordig  ign  alleen  »%  katoenen  goedeiea 
Tig.  De  omraag  van  den  oteneesdien  handd 
met  het  baitenland  bednxg  in  toepfen  (X  100(^ï 


1913 
1913 
1914 
191 S 


I  601  747 
I  734416 
1975361 
3384614 
1317476 
1667390 


Uitvoer. 


1943673 
3  170885 
3  383  637 
3  568500 
1560903 
1874654 


Set  aandeel  dw  verMhiUende  Undeit  aan  den 
baitdel  bednwg  in  1918 — 1914  in  ro^en 
(X  1000); 


Groot  BritUnnie 
Frankrijk    .    .    .    . 
Duitse  hland     .    .    • 
Oost  Honearlje  .    . 

luliE 

België 

NeoerUuid     .    .    . 

Spanje 

China 

Japan 

Ceylon 

Strait  ScttlemcnU  ■ 

Java 

Verecnigde  Staten  . 
Australië  .  .  .  . 
Mauritius    .... 


175  8" 
36916 

116657 
43904 
11954 
42578 

»531 

1880 
16876 
47801 

8085 

34.aa6 
107  45* 
47903 
9165 
15170 


939385 
17  617 
46495 


128^ 

932 
35  149 
44419 

7915 
33750 

81103 
4*799 
8506 
17365 


en    uitvociartikelen   bedroeg   (in  roefriten  x  lOOO)  in 


Waarde. 


Katoenen  slolTen  en  garens.    .    .  489989 

Metalen  en  ertsen 137694 

Suiker 105 114 

Speorwegmaterieel 100835 

Machines 60404 

OliCn 46773 

Zijde 3090S 

Uierwaren 35600 

Levensmiddelen 31  073 

Wollen  atolTen 18  847 

Alcoholische  dranken 18368 

Specerijen 17  186 

Instmmenten 13360 


Ruwe  katoen 

Katoenen  stoffen  en  garens 

Kuwe  jute 

Juten  stoffen 

Rijst 

Tarwe  en  tarwemeel.    .    . 
Andere  granen  en  meel    .    . 

Thee 

Oliezaden 

Huiden  en  vellen 

Ruwe  wol 

Wollen  stoffen 

Opium 


334854 
80105 
1J9103 
358101 
>7i  595 
9238a 
16511 
155284 
146539 
' as  559 
33690 
1697 
17634 


DigilizedbyGoOglC 


mom,  I  TOOB-raciEË. 


Invoer. 

Wurde. 

Uitvoer. 

Waarde. 

Papier  en  cuton 

Vmchten  en  groenten 

13  189 

11433 

10736 
10170 
10243 
10340 

Koffie   .                  

«995 
16037 
8  59S 

Indigo 

ÏCleedingitukken 

Automobielen  en  motorrijwielen  . 
Chemicdi«a 

Veekoeken    

Olifin 

&".  :::::::: 

9934 
9S79 
938S 
9330 
7S30 

De  waarde  van 

Jaren. 

Invoer. 

Uitvoer. 

Totaal. 

I9>3 
1914 
191  s 

ioo7"S 

8s.8a 

198754 
19a  475 
185  «97 

Voor  de  -ontwikkeling  van  het  verkeersweien  heeft  de  Britsche  regeering  veel  gedaan, 
loovel  door  verbetering  van  havens  als  van  apoor-  en  andere  verkeerswegen.  De  omvang 
van  het  oveneesch  scheepvaartverkeer  bedroeg: 


Aangekon. 

en. 

)913 

1914 

1915 

Naüonaliteit 

Aantal 

Inhond 
in  tonnen 

Aantal 

Inhoud 
in  tonnen 

Aantal 

Inhoud 
in  tonnen 

BriöKhe 

Britsch  Indische 

Vreemde 

3554 

6SÏ1537 

188977 

1953047 

«5  076 

•SS 

in 

6198848 

153678 

3309491 

63063 

3368 

SI 

793 

4903067 

"49  333 

1  304  945 

56310 

Totaal    .    .    . 

4408 

8  717  627 

4394 

8634079 

3937 

6313545 

1913 

1914 

191» 

Nationaliteit. 

Aanta, 

Inhoud 
in  tonnen 

Aantal 

Inhoud 
in  tonnen 

Aantal 

Inhoud , 
in  tonnen 

Britsche 

Britsch  Indiache 

Vreemde 

Inlandiche 

'02 

703 
765 

'S 

6486283 

145316 

3066960 

63871 

11 

5 '76751 
117058 

Totaal    .    .    . 

434' 

8757764 

4333 

8  763  339 

4033 

6S4S340 

Bst  ipoorweaiMt  had  in  190S  een  lengic  van 
26  958,  in  1915  nn  35  285  Eng.  mj^en.  In 
loatitgienoemd  jaar  werden  451    milKocn   reiii- 

fiers  Terroerd  «n  80  972  000  ton  goederen  en 
s<reiid  vee.  De  brnio  ant<rangslen  der  spoorwegen 
bedroegen  £  40,28  millioen,  de  mtgaTen£2I,82 


Diillioen,  de  netto  winst  £  3,21']  mjlliwn.  In 
1915  beut  het  land  68448  postkantoren  xa  wer- 
den ruim  940  millioen  poitstakken  TttMuden, 
beneveni  68,9  millioen  dtffbUden  en  mim  60 
miltioen  postpakketten.  Het  aantal  telegiufkaa- 
toceo  bedrog  10  661,  de  tel^raaldradea  hadden 


DigilizedbyGoOglC 


660 


INDIE,  I  VOO&INDIE. 


een  lengte  tah  880  033  mijIeD,  d«  Ignen; 
tan  Bi  l2i  mglen,  de  inkomsten  bedioegen 
£  1  187  297,  de  uitg«Ten  £  928  388,  hel  auUl 
verionden  tele^vnmeo  ruim  IB  miilioen.  Er  be- 
atonden  11  pirticuliere  en  175  opeubftre  -teleloon- 
kantoren  met  retp.  9710  en  5766  unilnitingen. 

BettuuT.  Tot  1B58  wu  Ooat-Indil  een  be- 
litling  Tan  de  Ooat-Inditehe  Compagnie,  vervol- 
gena  weid  het  een  BritBcbe  proTincie,  in  1876 
oam  koningin  Vieloria  den  titel  keiieiin  tèd  In- 
die  aAn.  Aan  het  hoold  vao  het  beatnnr  ttaat 
e«D  gouTeinenr-g«neraal  ot  onderkoning,  die  dooT 
een  Uitvoerenden  Raad  (Sxeeutite  Couneil)  en 
een  Wetgevenden  Baad  (Legiilalive  Ooutteitj  ter 
ijjde  gestaan  wordt. DegoiiTernear-g«Deraalfieefl 
het  recht  oorlog  te  verklaren,  doch  ia  verplicht 
binnen  een  bepaalden  t^d  daarvan  aan  het  Ed- 
gtlfcfae  Parlement  kennis  te  geven,  ook  kan  hq 
vrede  alnitcn.  De  etaalesecietaria  voor  IndiB  te 
Londen  heeft  het  recht  alle  in  Isdit  genomen  b«- 
alniten  weder  op  tt  beflen.  De  «onvemeura  van 
Bombaj  en  Hadraa,  die  onmiddelljik  met  den 
alaattaeetetaris  in  verbinding  «taan  worden  even- 
•eni  door  een  Wetgevenden  Raad  terzijde  ge- 
■taan,  de  goa ver ncui -generaal  moet  echter  de 
door  ben  «angesamen  wetten  goedtenien.  Na&al 
de  wertten  van  li«t  EngeUche  Parlement  en  van 
de  Wetgevende  Rad«n  ilJn  ook  iHindoeacbe  en 
Ifohammedaanicbe  wetten  van  kracht.  De  hoog- 
ste reehtera  worden  in  Engeland  Iwnoeand,  de 
overige  ambtenaren  door  de  Indiaehe  regeering. 
Het  aantal  Indische  vorsten  bedraagt  601,  de 
voornaamste  ijjn:  de  nitam  van  Haiderabid,  de 
m  aha  radja's  van  Sin  dia,  D^aipoer,  Travankor, 
Kasjmier.  Dsjodhpoer,  Patiali.  Oedepoer,  Bhart- 
poer,  de  holkar  van  Indor,  de  gaikwar  van  Baroda 
en  de  begum  van  Bhopal.  Tot  1912  was  Cslcutla 
de  lioolditad,  van  genoemd  jaar  al  is  het  Delhi. 

Volgens  de  begrooting  voor  1915  bedroe- 
gen de  inkomsten  £30158  000.  At  oitgaven 
£  82  943  000.  De  ctutsaebold  bedroeg  in  1916 
£  mo  729  028. 

Legtr.  Het  Engelseh  Ooat-Indiache  leger  be- 
staat ail:  het  gewone  leger,  dat  uit  52  batail- 
lona,  9  cavalerieregimenten,  45  veld-,  II  rijden- 
de, 8  bergbMttwj^n  en  6  bespannen  voetartill«- 
ije-batailloos  nationale  Engelsêhe  troepen  en  nit 
140  bataillons,  89  eavaleri e-regimenten,  10  benr- 
batleröen,  <«n  Toetar^illeriecompaguie  en  20 
frionierft-compaenieCn  aangeworven  inbooilingen 
iB'iamen^teld,  uit  de  reserve  van  de  inboorlin- 
gen, uit  oe  rgkatroepeD  (Imperial  terviee  troopii 
ot  tro^n  van  ialandMhe  voreten,  die  in  geval 
van  oorlog  ter  beaehikking  van  de  regeering  gC' 
steld  worden,  en  uil  de  vrjiwilligeri,  dia  nit 
Earopeaoen  en  kleurlingen  bestaan  en  bestemd 
i^n  de  spoorwegen  en  Europeescbe  koloniln  bg 
opstanden  ie  beschermen.  Sedert  1907  beataat 
faet  leger  uü  een  luidelijke  en  een  ooordeljike  al- 
deelLog.  De  e«rst«  telt  41  466  Britsche  en  87  316 
inlandaehe  troepen,  met  inbegrqi  van  de  officie- 
ren, 180  426  manschappen,  de  laatste  88  S02 
Britache  en  70  788  inlandaehe  troepen,  teiamen 
105  946  manaehappen.  Het  geheele  Indische  le- 
ger is  dna  230  372  man  sterk. 

De  vli^  van  den  onderkoning  is  de  Britache; 
daarop  liet  men  een  blauw  lint  in  een  gouden 
veld  met  de  woorden  „Heaven'a  llght  our  guide". 


Er  beataan  6  ridderorden,  a.1.  de  orde  van  de 
Ster  van  IndiB,  de  Eeiierlgke  orde  Tan  bet  Indi- 
sche rgk,  de  Eeiurlgke  orde  van  de  kroon  van 
Indiê,  de  Orde  van  Britaeh-Jndit,  de  Orde  vso 
verdienste  voor  inlandiche  soldaten  en  de  Mili- 
taire orde  voor  de  inboorlingen  van  Brilaeh- 
Indil. 

De  vloot  beataat  uil  een  aantal  veronderde 
schepen  ,ionder  gev  echts  waard  e,  loodat  het  rgk 
door  de  Britsche  «loot  ter  lee  becehermd  moet 
«orden, 

Q eickiedenii.  De  oudste  geschiedenis  van 
Voor-IndiS  ia  leer  onieker.  Omstreeks  3000  t. 
Chr.  veroverde  een  tak  van  den  Indo-Germaan- 
schen  stam,  die  uit  het  N.  W.  kwam,  faet  gebied 
van  den  Indna  en  ontleende  daaraan  den  naam 
IndWrs.  Deien  trokken  in  de  14de  e«nw  v.  Cbi. 
naar  bat  O.  en  veroverdMi  het  Oaage^bied,  met 
weJka  inwquers  ig  ook  later  veel  atrnd  moeaten 
voeren.  Langiamerhand  kreeg  de  atand  der  pries- 
ters of  Brahmanen  grooten  invloed  op  het  volk, 
waardoor  de  krögahaftige  geest  verloren  ging  en 
bet  land  in  een  aantal  ataten  uiteenviel.  In  de 
6de  eeuw  veroonaakte  het  BoedMisme  een  le- 
vendige beweging.  Wel  moeat  deie  leer  ten  slot- 
te onder  doen  voor  het  Brahmalame,  doch  niet  . 
londer    op   vele   vooratellingen   en  denkbeelden 

{rooten  invloed  uit  te  oelenen.  Aan  bet  Igdelgk 
ar^ter  van  het  vo&  veranderde  dit  etfater  niets. 
Tn  517  V.  Chr.  veroverde  Dttritu  1  van  PeniS  een 
deel  van  bet  Induag^ied,  Aiexander  de  Oroole 
bevoer  den  ludna  tot  aan  inn  monding,  verover- 
de dit  land  en  liet  er  Macedonische  troepen  ach- 
ter. Deie  werden  verdreven  door  koning  Tajan- 
dragoepla  (31S— 296),  die  bijna  bet  geticele  noor- 
den van  IndiB  vereenigde.  In  de  laatste  eeuw 
T.  Chr.  maakten  Skythische  volkeren  lich  van 
den  Pen'dsjaab  meester.  Noodlottig  voor  IndÜ 
was  bet  optreden  van  den  lalam,  waardoor  van  de 
lOdê  eeuw  al  een  reeks  veroveraars  het  Und 
binnen drongvn  die  de  ontwikkeling  der  eigen- 
aardige Indische  cultuur  belem meroen,  de  onaf- 
hankelijkheid der  noordelgke  staten  vernietigden 
en  vreemde  godsdienstige,  staatkundige  en  so- 
ciale elementen  invoerden.  Alleen  io  het  luidely- 
ke  Dekan  hieldon  cieh  onaThankeiiJke  Indiscbe 
dynaatiin  staande.  Omstreeks  1000  stiehtU  Mah- 
moed  van  QKiuni  een  groot  rijk;  iqn  opvolgers 
regeerden  tot  1183,  daarop  volgden  eerst  de 
Ohoridtn,  later  verschillende  Af^hanische  ver- 
overaars, todat  Tfmocr  in  139S  een  groot  deel 
van  Indie  bemachtigde.  Een  van  iqn  nakome- 
lingen, Babar,  stichtte  in  1526  bet  rgk  van  den 
Orootmogol  (lie  aldaar). 

De  ontdekking  van  den  leeweg  naar  ludil  door 
Fufco  da  Oama  {1493]  bracht  de  Europeanen  in 
nadere  aanraking  met  dit  land.  Eerst  waren  het 
de  Portugeeien,  die  den  handel  met  IndiB  be- 
heersehteni  in  het  be^ia  van  de  17de  eenw  tra- 
den de  Nederlandera  in  hun  plaats.  Zg  hadden 


ten  voet  kregen.  De  Engelseh s  Ooat-Indiscfae 
Compagnie  oefende  van  1624  af  ook  staatkundi- 
ge madit  uit.  0<A  de  IFraniche  Oost-In disefae 
Üompagnie  ontwiUrelde  tidi  and  en  verwierf  P<m- 
dicherv  en  Tsjandernagore  ia  Bengalen  en  tgde- 
Ij^  OM  Madras.  Het  aebean  gouverneur  Dnfimz 


DigilizedbyGoOglC 


r 

5i 


ACHTER-INDIE. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


muBÈ,  I  vocHi'DiDiË—iKDrË:,  II  achtbr-indib; 


1  U  TordriJTen 
B  iweertDg  te- 
ruKgeroepen  werd.  iHet  r^  tu  den  Orootmoffol 
wu  Bteeai  meer  ach  term  tffeguD,  ondeiKheioen 
•tden  hidden  lieh  onafliAokdqk  gemukt.  Euee- 
land  wist  door  Terwbiliende  leroTeriDgen  onder 
lord  Clin  ign  gebied  «teede  meei  nit  t«  breiden. 
Na  de  OTerwinoiaK  bij  Pluae^  (1757)  op  den 
Dibob  Soerftdsj  ed-d«uUh  Terwieif  bet  de  eeigte 
territoriale  rtebtcn  in  Bengaten.  Durn&  dwong 
'  Clite  den  Franicben  genenwl  Lalig  ToUendal 
terog  te  tiek-ken  «n  ontnun  fan  den  Franieben 
Terschilluide  pluttien.  Bij  den  vrede  van  Parqt 
(1763)  ontving  Teliivaar  Frankrijk  Poudicbery 
en  Tsjindern&gore  terug,  doch  in  1770  werd  <fe 
Franicbe  Oaet-Indische  Compagnie  ontbonden, 
waardoor  de  Franaehen  hnn  invloed  in  Indit  ver- 
loren. In  1773  werden  de  lerbondingen  van  de 
Engelaehe  Oott-Indtacfae  Compagnie  door  bet  Ed- 
geltcbe  Parlement  geregeld  en  bepaald,  dat  ver- 
dra^n  over  nitbreidiog  van  groidgcbied  aan  de 
Engeluhe  regeering  voorgelegd  moeiten  worden. 
Aan  bet  hoofd  van  de  regeetiog  ion  een  gou>ei- 
neur-ganeraal  (taan.  In  17&4  werd  een  Raad  van 
Toelicht  (Board  of  control)  aangeiteld^  waarvan 
de  preeident  een  verantwoordelifk  minister  was. 
De  eerste  gonvernear-generaal  «as  Warren  Hat- 
ting»  (I77S— 1785),  die  bet  gebied  nitbreidde, 
het  bestnnr  organiseerde,  dodi  de  bevolking  on- 
derdrnkle.  Ook  ign  opvolgers  vergrootten  Enge- 
Linds  macht,  lord  ConiuaUU  (ifSS— 1793)  be- 
dwong Tippoe  Sakib  van  Maitoer,  den  lOOn  van 
Haidtr  Aii,  lord  W»iU$Um  (1798—1805)  en  mar- 
kies HtuHngi  flSlS— 1^)  wisten  fer»ehillende 
inlandsebe  vorsten  tot  onderwerping  te  brengen. 
Onder  lord  Auekimid  (1836—1843)  nam  de  met 
afwisaelend  geluk  gevoerde  oorlog  met  Algha- 
nittan  (tie  wdaar)  een  aanvang,  onder  lord  El- 
Imbormigk  (1842—1844)  werden  Sindb  en  in 
1849  het  rijk  det  3ikhs  veroverd,  daarna  verschil. 
lende  andere  streken  aehtereenvolgent  ingelgfd. 
Deze  veroveringen  en  de  plotselinge  hervormin- 
gen, die  lord  DalhouM  (1848—1^6)  wilde  in- 
voeren, wekten  groots  verbittering,  die  onder  ijjn 


opvriger  viteoont  Cmning  (1856—1862)  tot  een 
aitbarstine  kwam.  De  aanleiding  tot  deten  looge- 
numden  ac^y-opttand  was  het  invoeren  van  pa- 


tronen, ilie  in^etmeerd  wuea  m«t  randen«t,  wat 
de  godidieDstige  oTeitniging  der  Hindae'a.  en  met 
varkensvet,  wat  die  der  Mohammedanen  kwetste. 
Te  Hirat  bq  Delbi  brak  den  lOden  Mei  1857 
een  oproer  nit;  d«  opstandelingen  trokken  naar 
Delhi,  waar  8  inlairasche  lagimenten  lich  bij 
ben  aansloten.  De  Enropeanen,  die  niet  gevlucht 
wareD,  werden  vennoord,  de  grootmowl  Moham- 
vted  Bahadotr  tjak  werd  aan  bet  hoofd  van  den 
<^»tand  geplaatal.  Weldra  veitiieidde  deüe  lieh 
over  geheel  Hïndostsn.  In  de  presidentschappen 
Madras  en  Bomba;  sloten  slechts  enkele  troepen 
lieh  bQ  de  beweging  aan,  o<A  in  Pendsjaab  kon 
men  betrouwbare  soldattn  tegenover  de  opstan- 
delingen plaatsen.  De  betlisting  hing  0  van  bet 
bezit  van  Delhi_  Dit  werd  door  de  Engelscben 
belegerd  en  na  een  bloedige  beatorminK  ingeno- 
men. Daarna  werd  HindostaD  lanfiamerband  on- 
derworpen en  aan  de  Mhijnbare  neeraebappg  van 
den  Qrootmogol  een  einde  gemaakt. 
Het  bestuur  van  Indil  werd  nu  bg  de  wst  van 


den  2den  Augnslus  1858  aan  de  Engelsche  kroon 
overgedruen,  terwgl  de  Oost-Inditehe  Compag- 
nie werd  opgeheven.  De  goaverneur-generial 
kreeg  den  titel  van  onderkoning.  De  gistine 
hield  onder  de  Mohammedanen  nog  eenigen  tJia 
aan,  doch  werd  ten  slotte  ook  bedwongen,  Bü 


nam  koningin  VieUtria  den  titel  van  Smpreu  et 
ttidia,  Kaiter-i-Hind  aan,  en  den  Isten  Januan 
1877  proclameerde  lord  hutton  te  Delhi  de  oprich- 
ting van  het  keiierrqk  IndiS.  Ten  opzichte  van 
het  bioDenlandseh  bestuni  kreeg  het  een  gtoatt 
mate  van  zelfstand^beid.  De  onderkoninrai 
trachtten  de  ontwikkeKng  van  de  materiSele  hulp- 
bronnen te  bevorderen,  het  belastlngiteliel  beter 
te  regelen  en  bet  binnenlandscb  bestuur  te  or- 
ganisseren.   Steeds   treden    nog  hongerinood  en 

Krt  als  gevMrl^e  v^anden  cp.  In  1906  werd 
fflgalen  in  twee  provïnciSn  verdeeld  wit,  on- 
de  Hindoes  een  hevige  verontwaardiging  V' 


ooruakte  en  in  1906  en  1907  tot  een  gevaarljjke 
gisting  en  toen  en  later  tot  anarchistische  dadea 
aanleiding  ^f.  Steeds  meer  wordt  bet  gevoel  van 
nationale  eigenwaarde  bq  de  bevolking  wakker, 
hetgeen,  in  verband  met  de  drukkende  belastin- 
gen en  de  verarming  vao  een  aanzienigk  gedeelte 
der  ^Mvolking,  de  jHMitie  van  de  Britstbe  t«gee- 
ring  uiterst  moeilgk  en  gevaarbgk  maakt.  De  ver- 
wachting van  velen  dat  bet  tgdena  den  Wereld- 
oorlog m  Britseh-Indie  tot  arnitige  troebelen 
ion  komen,  werd  echter  niet  vervuld;  integen- 
deel ontving  Oroot-Brittannii  van  ign  Inditeh 
rgk  kracbtigen  aleua  in  geld  en  manschappen. 

II.  AohUr-IndU  (zie  de  kaart)  ligt  tus- 
echen  92»— 109»  Oi.  en22"— 1»85'  N.Br.  Het 
wordt  begrensd  dooi  China  en  Assam  in  hst  N., 
de  Chineetche  Zee  met  de  Öolf  van  Tonkin  en 
Siam  in  bet  O.  en  Z.  en  door* de  Straat  van  Ma> 
laka  en  de  Ooit  van  Bengalen  in  bet  W.  De  op- 
pervlakte bedraagt  2173  800  v.  km. 
Ontdtkki»gêge*ekititniÊNiK*it. 
ontwikkeling.  Zie  Aii». 

Bodemgeiteldkeid     en     Rivitrtn. 
Aehter-IndiS  wordt  doorsneden  door  een  aaBlnl 


beigketcni,  welke  hun  oorsprong  i 
Z.  O.  van  het  plateau  van  Tibet  eti  in  bet  alge- 
meen van  het  N.  naat  het  Z.  loopen.  Naar  hst 


Z.  toe  verbreeden  en  verruimen  lich  de  vlakten, 
welke  igjnsloiten,  loodat,  meer  in  het  büundet 
in  het  W.,  ruimte  ontstaat  voor  de  breede  en 
vruchtbare  vlakten,  looals  lengtedalen  van  de  Ira- 
wadi en  haar  zörivieren.  De  bergketenen  iqn 
grootendeela  met  dichte  boatehen  o.a.  van  djati- 
notit  bedekt,  waarin  vele,  ten  deele  nog  weinig 
besefaaatde  stammen  leven.  Tnsaehen  Neder-  en 
Opper-Birma  verheft  tieb  het  Artkan-Jomage- 
beigte.datinkAan  Nagnüi eindigt. Ten  0.  daar- 
van vindt 'oMn het beuen  vanden  Irawadi,  dat 
in  bet  O.  en  N.  begrensd  wordt  door  het  Pegoe- 
Joma-,  het  Poeng-Loeng  en  bet  Sjan-Joma-ge- 
bergte.  Het  SalnSnbekken  ten  O.  hiervan  wordt 
door  bet  Tanen-Toeng-Ojigebergte  met  iqn  voort- 
Mttiagen  ingesloten.  De  rivier  heeft  e«n  too 
smal  stroomgebied  alt  geen  andere;  ig  loopt  bij- 
na geheel  door  een  diepe  kloof  en  ia  ondanks  haar 
groote  lengte,  loo  goed  als  onbevaarbaar.'  Het 
bekken  van  de  korte,  maar  goed  bevaarbare  Me- 
nam,  dat  Siam  omvat,  wordt  door  de  West-S!» 


DigilizedbyGoOglC 


662 


INDIÉl    II.  ACBTBR-IINIMË— INDIFFEELEN'niBFDNT. 


mtetebc  en  dt  OiHt-fiiuneeMba  benen  be^enid. 
Deie  iMtste  Tormen  de  grens  met  Eet  itrimmge- 
•  bied  »n  de  hnge  Mskong,  dftt  in  het  O.  door 
ile  Anamketen  begrenid  wordt.  Ten  O.  Tan  deze 
kelen  ttrekt  licti  eea  «m&Ue  fcustTUkte  nooid' 
wa&rtï  tot  bet  iMsiaiMl  Tan  Tonkin  nit.  M  deM 
betgketeni  t^n  lelden  hooger  dan  250 
halve  de  Inwadi  en  de  Songkoi,  de  r 
Tonkin,  lün  de  TiTieieD  toor  het  verkeer  van 
weinig  belaag. 

Qeolvgxe.   Zie   AnX. 

Klimaat.  Aehtat-IndiB  (taat,  wat  ijja  Ui' 
Buutt  betreft,  ondei  den  invloed  der  moesoni.  De 
droge  moeion  dnart  van  November  tot  April,  de 
natte  van  Mei  tot  Oetober.  In  Akvab  ie  de  ge- 
middelde jaartempentnor  26,1"  C.,  de  kendite 
maand  (Januari)  «eett  een  tcmperatnar  van  21,7*, 
de  warmste  (Mei)  van  29,S*,  voor  Bangkok  is  de 
gnniddelde  jaartenperatnnr  26,7*,  de  koadite 
maand  (December)  heeft  28,^,  de  warmste  maand 
(April)  28,«*.  Mandalai  heeft  md  gemiddelde 
jaartemperatnnr  van  37,2*,  de  kondite  maand 
(Janaari)  beeft  21,7*,  de  wamste  maand  (April) 
82,8*.  De  «emiddelde  regenhoeveelbeid  bedraagt 
vooi  Akyab  jaarlijks  SOSO,  voor  Bangkok  14HI, 
voor  Mandalai  700  mm. 

?  J  a  n  ( e  n  r  ir  fc.  In  het  N.W.  'vindt  men  vooi- 
namelnk  akijdgroene  boasehen,  die  uit  djatiboo- 
meD,  oipteroearpeein,  eiken,  ticnt  eni.  beitaan. 
In  Siam  en  Annam  vindt  men  vele  gareinia's  en 
aonntiaeeeSD.  Gekweekt  worden  moerbeiiln- 
boomei,  r^tt.  wol,  Ace,  angntlea  en  fneloe- 
oen. 

Dierenttereld.  In  Aehter-IndÜ  vindt  men, 
met  aitsoDdering  va  nda  orangoetan,  bqna  alle 
karakteristieke  dieren  van  OMt-Aiië  in  groot 
aantal,  looaU  bgv.  j^ibbonB,  olifanten,  nnehoorns, 
Ualeiscbe  beiwi,  tygers,  panters,  wolven,  trilde 
honden,  buffels,  herten,  Tleermuiien,  eekhoorns 
enz.  Karakteristiek  voor  Achter-ilndii  tgn  de  bin- 
toerang,  de  scbabraktapii,  het  kantjil  of  dwerg- 
hert en  de  ami  of  renienbuffel.  Vogels,  reptfliSn, 
«B^itueBn  en  inseetei  iüd  in  groote  veracMiden- 
heiü  aan  wei  ig. 

Dalfttottem.  In  de  eerste  plaatt  moeten 
edelgeateenten,  looala  emangdeo,  saffieren  en  ro- 
bjönen,  genoemd  wotden.  Tetdei  vindt  mm  gond, 
«ilver-,  lood-,  koper-,  antimonJQm-,  kobaOt-  en 
Qierertfen,  die  noi  weinig  ontgonnen  worden,  en 
tin.  In  de  westeliue  bergen  treft  men  lout-,  pe- 
troleom-  en  nattafironnen  aan. 

•Bevolking.  Het  aantal  bewoners  bedraagt 
(1911)  bijna  40  miUioen;  bet  bert  bevolkt  is  het 
aai  Frankrjjk  hsboorende  oosteljike  deel  van  het 
•ehiereiland.  Op  bet  sehiereiland  Malaka  wonen 
Malriera,  overigens  wordt  Aehter-IndiS  bewoond 
door  Indo-Cbineeien,  die  in  een  aanta!  atammen, 
looals  de  Anamieten,  Thai,  Binnanen,  Khamen, 
Moeong,  Moi,  Pocm,  Kha,  Orang-Binoea,  Orang- 
Semang  ens.,  verdeeld  ign.  Daarbg  komen  nog 
oqgeveer  3  miUioen  Chineeien  en  een  klein  aan- 


het  grootste  deel  tot  de  Boeddiristen,  Er  iqu  on- 
geveer 400  000  Katholieke  en  90  000  Protestant- 
tehe  Cbrittenen, 

Slaalkundighthoort  Achter-lndi»  totEa- 
gelaad    (ti«    BriUeh-lnia),    tot    Frankrqk    <ue 


Franieh  Indo-OUmt)  en  tot  het  nog  onafhankelg- 
ke  Siam  (lie  aldaai). 

Oeiekiedenii.  In  de  gesebiedenii  heelt 
Achter  Indil  geen  belangrijke  rol  gespeeld.  De 
bergen  waren  oonaak,  SmA  bet  idiiersiland  ii 
verschillende  landschappen  gesplitst  was,  die 
staatkundig  nooit  een  gHieel  vomdeo.  In  het  be. 
gin  van  de  ISde  eeuw  vertdienen  er  de  Portn- 

KBHD,  doch  kregen  alleen  vaateu  voet  op  Htli- 
.  In  de  vdgende  eeuwen  breidden  versenillende 
staten,  looali  Anam,  Iao.  Birma  en  Siam  hun 
macht  uit  In  1821  veieenigde  Engeland  üwti- 
Astam  met  ign  Indtach  njk  en  gan^te  in  1824 
in  een  oorlog  met  Birma,  waardoor  dit  nik  ver- 
tebillcode  deelen  van  lijn  gebied  aaa  Enselaad 
moest  afstaan,  welke  vereenigd  werden  tot  m  pro- 
vincie Britieh  Birma.  ■M»l»^»  waa  nit  de  baaden 
der  FortngeeuQ  in  die  der  Nederlanden  ovetge- 

rn,  die  het  in  1824  aan  Engeland  afstonden. 
1B19  waa  lUt  laatite  dooi  aankoop  ia  bet  be- 
sit  gekomen  van  Singapore,  feitelgk  en  Neder- 
landiche  beiitting,  die  wij  na  vrnehtelooie  -  pro- 
teitMi  in  1824  aai  S^eland  alstonduL  Ii  1S8S 
lijfde  dit  rqk  geheel  Kima  bit  itjn  Indisdie  be- 
iittinnn  ia  en  verkeeg  in  1909  bg  verdrag  vsi 
Siam  de  lebatpliehtige  ataten  KelanUn  en  Treng- 
ganoe. 

In  1862  stond  Anam  de  vruchtbare  Hekoag- 
delta  aan  Frankrijk  at,  dat  daaruit  Pranseh  Co- 
chioehina  vormde.  In  1S64  erkende  Canbodsjs 
het  protectoraat  van  Fraakrijk.  Nadat  Anam  ook 
Tonkin  aan  Frankrijk  afgestaan  had,  kwam  het 
In  1884  onder  de  besebarmheergebuipij  vaa  dil 
rgk.  In  1893  moett  Siam  tengevo^  vaa  een 
eoofliet  met  Frankrijk  den  linkeroever  van  den 
Mekong  en  zijn  eilanden  abtaan,  wat  door  dt 
verdragen  van  1896  en  1902  bekrachtigd  werd. 
In  Maart  1907  werden  bij  verdrag  door  aiam,  in 
rail  tegen  ander  groad^ebied,  d«  pravindes  Bit- 
tambang,  Angkor  en  Sisophon  aan  Frankrgk  af- 
gestaan. 

LiteratMur:  SIwm,  India  and  the  Indiuis  (I^- 
den  1912);  Wêgeiur,  Daa  bentÏM  Indien  (Ber- 
lijn ISliA;  FuUer.  Tbe  Empire  ol  ladia  fLonden 
1913);  Meg$af-Tkotnpiim,  Indiaof  To-<DaT  ^n- 
den  1913);  Batdeka'i  Indien.  Handbneh  fflr  Rei- 
sende  (Leipiig  19ia)i  Bamüton,  'Rirongh  Won- 
derlal  India  and  Bevond  (Londen  191S);  EMer- 
nest,  Peoplea  and  Problems  of  In<Ëa  (Landen 
1912);  Onm,  The  Mnties,  Asoetiei  and  Sainti 
of'India  (Loaden  19(6);  Bmnm,  lodian  nationa- 
lim  (Londen  1913);  Dujt  'Economie  bister;  ol 
British  India  (Londen  1902);  mUot  Hietorj  of 
ladii  as  told  bj  hts  own  historians  (1867); 
SmilA,  The  earl;  faietory  of  India  from  600  B-  C. 
to  tbe  Muhammadan  oonqnect  (Oiford  1914): 
Stanlê^  Lmt  Poot,  Mediev^  India  <19aS);  EyoU, 
Tbe  Rise  and  Eipaneion  ol  tlie  Britiah  dMninion 
in  India  (4de  druk  Londen  1907);  MKtr.'IlK  Ha 
king  of  British  India,  1756—1858  (afan<die«ler 
1915);  Reed,  Tbe  Indian  Teai-Book  (ILonden, 
jaarl^e)f  Statietieal  abstract  for  Britiah  India 
^nden,  jaarlijks). 

XodU,  Nederlandtok  Ooit-.  Zie  limdind». 

ZndlS,   Nedérlandêek  Wut-.  Zie   Weit-Itidi». 

Indlttcrmt.  Zie  In^/ereMfMtite. 

IndUtarMitlapBat  <>  bet  pnnt  van  een 
magaeet,  dat  gelagen  ia  in  bet  middan  toaeeben 


DigilizedbyGoOglC 


INDIFT'ERBNnEPUlJT— INDIGO. 


de  Bootd-  an  inidpool  «n  du  gcm  Diago«titelM 
wtrkiog  uilMfeut. 

ItlllUf*rmti*m*  of  oitMTêekülighad  ootmt 
men  de  lundelwiJK  tu  hem,  die  op  itutkon- 
dig,  «gagearig,  godsdienitig  ot  ledeiök  gebied 
voor  geen  enkel  etebel  p*itg  kiest.  Zulk  een 
indi  tieren tigme  kan  oit  «ikunde,  hoagmoed  en 
ODKeToeligheid  rooit  vloeien. 

In  de  «eAnfaHub  noemt  man  inlke  stoften 
(bgT.  parattine)  inditteietit,  die  weinig  ot  geen 
ebemitcbe  leaetie  *eittionen. 

In  de  mtehmiea  ipreekt  tam  tu  iitdHterent 
evtnmeht,  til  een  hebum  nj.  in  elkan  etand 
den  eteniriebtiloeftand  behondt. 

Indifferenta  broime»  qjn  wume  bronnen,  wiei 
«eter  géén  bepaalde  loaten  in  oplouing  bevat. 

Zndlcastla.  Zie  S^tverterMj;. 

XndlclAK,  een  riviei  in  Ooet-SiberiB,  ont- 
tpringt  op  bet  Stanowoigebergte  nit  twee  bron- 
iiTienn,  den  Koejdoeioen  «n  den  Omekon, 
itTOomt  eerst  westwaarts,  dan  nooidwaaits  tot 
Sasehiwersk,  daarna  naai  het  N.0.  en  mondt  met 
een  gioote  delta  in  de  nooidelgke  IJsiee  nit.  De 
rivier  is  1046  km.  lang  en  ha»t  stooomgebied 
beslaat  een  oppervlakte  van  8W010  v.km. 

IndlfO  is  een  vertstol  van  plantaardigen  oor- 
«rong,  welke  grootendeeli  veAregen  wordt  nit 
Indigoferasoorten,  beboorsnile  4ot  de  familie 
dei  PaviUonaetelln.  Op  Somatra  rwordt  ook 
indigo  Mreid  oit  Martdenia  tbi^oria,  in  (%r- 
na,  Japan,  den  K»afawns  ait  FolTgonomaoot- 
ten.  PtoetnMoingen  met  de  aanplanting  van 
Polygottmm  iinotoriNm  in  'Eaiopa  gnomen,  keA)- 
ben  gem  piaktiich  resultaat  opgeleverd,  teiwgl 
de  „weede  {Itati*  lineloria),  ycoegei  in  Bnropa 
TOOI  indigoverven  van  gioote  beteekenii,  tegen- 
woordig alleen  nog  dienst  doet  bg  de  loo^ 
naamde  „weedeknip  on  de  redaeeeieude  gisttng 
t«  bevordenn. 

De  indigo  leverende  IndigoiMOorten.  bjjv. 
Imdigottra  atreela  ign  heetten,  die  2  m.  hotste 
twreiken  met  slanke,  onbeburde  takken,  samen- 
gestelde, 7 — 10  em.  lange,  oneven  gevinde  bla- 
deren, spiiaalsgewgie  op  2 — 8  em.  alitaod  om 
den  steegs]  geplaatst  en  aan  ban  voet  van  bor- 
■tdvoimige  atennblaadjei  voonien.  De  gaafran- 
dlge,  fgnbebaarde  blaadjes  ijjD  ongeveer  2  em. 
lang  en  «taan  in  ±  9  paren  met  een  eindblaadje 
aai  de  hoofdspil,  Zü  ign  meestal  omgekeerd  ei- 
vonnig-langweipig  en  hebben  somtfds  een  fgne 

EOBt  aan  net  einde  der  boofdnerf.  De  kleine, 
ongesteelde,  vlinderbloemige,  roteroode  bloem- 
pjea  ttaan  in  trossen  in  d«  oksels  der  bladereo. 


De  gele  ol  donkerbruine  pealtjes  ign  ongeveer  2 
cm.  ung  en  2  mm.  dik,  redit,  bjwa  rolrond,  on- 
behaaid  en  sprii^n  met  twee  ileppen  open.  Z^ 


bevatten  ongeveer  8  donker  gAIeorde,  door  schoC 
ten  geecheiden  boduge  uden  ter  grootte  van  1 
—  2  mm.  Als  indigo  leverende  soorten  tgD  be- 
kend: de  l.  Hnetoria  L.  en  pteudoltneloHa,  I. 
oHgotperma  iD.C.  (de  op  Java  aangeplante  Qnale- 
mala-iadigo),  L  anata  (de  op  Java  aangeplante 
„Na  tal -indigo")  en  I.  anil  L.  De  meeste  detei 
aoortsn  ign  in  Oost-IndiS  inheemseh  en  ïn  het 
algemeen  tn  de  tropische  landen  leei  verspreid. 
vt  meeste  indigo  woidt  van  ondahei  dooi 
Biiteeh-IndiS  geleverd,  tn  bet  bgionder  door  Ben- 
galen, tomtgds  in  één  jaar  meer  dan  5  mill.  kg. 


Na  de  BritKh-Indiaehe  ia  de  Javaanscbe  de  be- 
langrittste,  waartoe  de  tjjnere  kwaliteit,  hoog  ge- 
halte Djj  laehtheid  en  Ignheid  van  deeg,  in  ver- 
gelnking  met  die  ait  Beogalen,  meer  dan  de  hoe. 
veelheia  bgdraagt.  De  prgs  is  gemiddeld  veel 
boogei  dan  die  van  de  Biitscb-Indisehe.  De  Ja- 
va-indtgo  voor  de  Ëuropeesehe  maitt  komt  groo- 
tendeele  uit  de  Voritenluiden;  voor  de  inUnd- 
sehe  markt  vindt  men  overal  aanplantingen,  de 
meeote  in  Soeeabaja  en  Eediri.  Vrg  beUBgrgke 
hoeveelheden  indigo  van  mindere  kwaliteit  wor- 
den door  OnatemiUR  en  San  Salvador  uitgevoeid. 
Ook  in  Franieh  Indo-Obina,  Japan,  China,  de 
Philippgnen,  Egypte.  BraiiliC  en  Mexico  is  de 
indigooeieiding  van  belang. 

Terwgl  de  Bengaal-indigo,  na  meestal  eerst  op 
de  markt  te  Calentta  in  de  tweede  hand  te  ign 
overgegaan,  hootdiakelgk  op  de  Loodeneche  markt 
veihaMcld  woidt,  gesëhieoen  de  verkoopen  van 
Java-indigo  voo^  een  gedeelte  te  S«naiang  (meest 
voor  Dnitichland  en  Hnslandl  en  verder  Ie  Rot- 
terdam en  Amsterdam  ol  wel  te  Maieeille  ot  te 
HAvie. 

Het  hoold bestanddeel  van  handdsindigo  is  in- 
digotine  of  indwoblanw  (lie  aldaar),  dat  de  sa- 
meiuteUing  CiA*N>0«  beiit.  Daarnaast  komen 
in  de  baoaelrindigo  nog  voor  indigolqm,  indigo- 
briun  en  indigorood,  welke  stoffen  door  uittrek- 
ken met  water,  alcohol  eo  alkaJiln  ign  te  verwg- 
deren,  daar  indi^ohlanw  in  deie  onoplosbaar  is. 
Het  gehalte  aan  indigoblanw  varifart  dü  verschil, 
lende  indigoioorlen  van  40  tot  meer  aan  80  X. 
De  eigensehappen  van  verschillende  soorten  lUn 
leer  ongelgk,  netgeen  in  veiband  staat  met  de 
soort  en  de  kwaliteit  vu  de  planten  en  de  berei- 
dingswvie. 

&p  Java  ie  de  indigobereiding  reeds  leer  oad, 
en  waaischgnlgk  door  de  Hindoes  ingevoerd. 
'Dooi  de  Oost-Indiselie  Compagnie  werd  de  enl- 
tnnr  leei  aangemoedigd,  maat  eer»t  door  bet  Cal- 
tnnrstelsel  tot  een  der  voornaamste  van  Insulin- 
de  gemaakt.  Voor  de  iulandsehe  bevolking  ven 
Java  WBi  de  goavemenHntecnltgnr  echter  een 
iware  last,  en  daar  de  winst  voor  bet  goaveme- 
ment  niet  «oo  groot  was  alj  bjj  de  koffie-  en  «ni- 
kerteelt,  werd  ig  in  1865  opgeheven.  Inmiddels 
was  in  de  VoTstenUnden  door  toedoen  ven  Eqto- 
peeaehe  landverhnnrders  de  enltnnr  toegenomen 
en  deie  leveren  thans  de  grootste  hoeveellieid  in- 
digo voor  de  Earapeesehe  markt.  Terwgl  voor- 
heen de  stek-indigo  de  hoeldiol  speelde  werd 
dele  na  1865  verdrongen  door  de  laad-indi^, 
uit  Natal  en  later  nit  Gnatemala  ingevoerd.  De  m- 
laadeebe  eoltnii  osdersebeidt  licb  van  die  op 
groote  ondernemingen  vooral  door  minder  inten- 
rieva  grondbewerking,  weinig  vng  voor  goed 
taad,  gebreUcig  onderaond  van  den  aanplant  eni. 
Ook  worden  daarbg  vrg  veel  onbewalerbare  gron- 
den gebeiigd,  terwgl  op  de  Eoiopeesche  plantages 
de  indigo  meestal  na  fiadi  op  sawah'a  wordt  gt- 
teeld.  Daartoe  wordt  de  bodem  nadat  de  paai 
geoogst  is,  behoorlgk  gedraineerd,  bemest  en  om- 
geploegd, terwgl  op  versehilleDde  plaatsen  kweek- 
bedden ign  ungelegd.  Deie  worden  in  de  Yor- 
stenlanden  einde  Hei  ol  Joni  l>eiaaid,  en  een 
maand  later  worden  de  jrage  plantjes  op  de  door 
bevloeiing  sliühat  gemaakte  velden  overgebracht, 
indien  men  niet  de  vootkenr  er  aan  btétt  gege- 


DigilizedbyGoOglC 


leu  op  de  velden  direct  itit  ta  uuea.  D«  lelden 
mMten  goed  Tan  on^rnid  Mhoon  gehooden  Mi 
ook  Tcidet  bcwarkt  wordtn,  terwgl  TóAr  het  ba- 
gïB  T«n  den  itKNitqd  het  uiDaardeii  dieDt  ie  ge- 
■ehieden.   In   NoTember  hebban  d«  pluten  een 


afttand  bo^cn  den  grond  afgesneden  worden.  De 
grond  woKit  daarm  tniKben  de  pUntennien  op- 
nieuw Bewerkt,  en  ongaTeet  3  maanden  later  kan 
de  2de,  weer  8  maasden  Uier  de  3d<  snit  plasti 
hebben.    Voor    de   uadbereidine   laat    men    een 
voldoend  aantal  goed  ontwikkelde  janken  atau. 
De  indigo  komt  ali  loodanig  niet  in  de  plaa- 
l«D   voor,  iloch  ODtstaat  eerst  bq  de  latere  be- 
werking. In  de  indi^planten  vindt  men  n.l.  het 
indicaan,  een  glneoside  dat  daarnit  door  üooge- 
wtrfl  en  Ttr  Mtulen  in  iniveren  toeetand  ie  atee- 
acbeiden  en  ilwt  4le  smnenateUing  CitHiTNO*  be- 
lit.  O&dei  invloed  van  ten  in  de  planten  vooi- 
komead  eaijm,  wordt  dit  geaplitat  in  indoiyl  en 
gineoie.  Uit  dit  eerste  ontstaat  nn  door  oxydatie 
met  bebnlp  der  Inehtinnrstof  het  indigotine,  de 
.:___i«i..    -_ jf-.ti...  ...    Tt-    .     j^ritkttAiige 

,1  te  werk:  De 
gesneden  planten  worden  in  boieen  gebondMt 
en  aimiddeUyk  naar  de  labrick  vervoerd  en 
hier  de  boasen,  van  de  banden  ontdaan,  in  schnin- 
Khe  riebting  in  de  f  er  men  teer  bakken 
geplaatst,  waar  bet  geheel  door  bamboestokken 
of   bamboevleehtwerk   mat   bonten   balken   laeht 


vang  neemt.  Dit  dnnrt  met  kond  water  7  i 
unr.  Door  het  wegnemen  van  bonten  stoppen, 
Uftt  men  bet  gevormde  gele  extract  in  de  lager 
gele^,  tot^enaomde  klopbakken  vloeien, 
terwgl  de  nitgeloogde  indigoplanten,  die  tot  be- 
meating  dienen,  uit  de  bakken  genomen  en  deie 
schoon  gemaakt  worden.  In  de  klopbakken  wor- 
den door  stoom  of  een  waterwiel  een  aantal  ar- 
men met  hoDten  scheppers  in  beweging  gebrieht, 
waardoor  bet  vocht  looiMr  aan  de  inurstot  der 
lacbt  wordt  blootgesteld,  dat  binnen  een  niet  te 
lans  tijdsverloop  (1 — S  nnr)  aUe  indieo  lieh 
beeft  atgeacheiden.  Hén  laat  deie  nn  töd  om  te 
beiinfcen,  tapt  er  de  bovenstaande  vloeiatot  af  en 
brengt  de  tol  een  dunne  pap  laowngeloopen  in- 
digo op  een  doekfiller,  om  haar  looveel  mogelgk 
van  alM  vocht  te  bevrijden.  De  dan  verkregen 
ranwe  pap  wordt  in  bet  kooUiuis  met  een  6- 
k  7-voDdige  Boeteelbeid  watei,  onder  omroeren, 
lot  het  kookpnnt  in  een  Qieren  pan  verhit,  op- 
mienw  gefiltreerd  en  in  tonnen  m  emmers  naar 
de  persen  gebracht.  Daarin  wordt  sü  binnen  1 
k  2  etmalen  door  lachte  en  vervolgens  sterkere, 

.t_i.  ™.i!iL — t:-» ingiMver  van  vocht  be- 

k  ontstaat,  die  20—25  % 


eeds  eelijkmatige  persing-  e 
'Öd,  dat  een  platte  koek  ont 


merk  voonien  en  daarna  eerst  binnenahnis  en 
verrolgeni  in  de  volle  ion  of  in  de  met  stoom  ver- 
warmde droogkameri  tot  «en  eonatant  gewicht 
gedroogd  en  eindelijk  met  een  laebten  Doistel 
eepolgtt,  Mn  vervolgens  in  bonten  kisten  voor  de 
ËDropeesehe  markt  verpsÉt  te  wonlen. 

Bij  een  paar  nieawere  procédé'i,  die  voond  bij 
planten  der  Natal-soart  toegepast  wonlen,  mukt 


men  van  kalk  gebmik^  die  door  wassehing  met 
snnr  weer  woriH  verwqderd.  Ook  wordt  wel  b^ 
Qoatemala-indigo  vUr  het  kloppen  ammoniak 
toegevoesd.  De  bewerking  in  Britieh-Indil  komt 
in  boomaak  met  die  ov  Java,  hierboven  beschre- 
ven, overeen.  Alleen  wornt  er  langer  gefermenteenl 
en  in  Madras  uit  gedroogde  planten  indigo  bereid. 
Het  gebruik  van  indigo  voor  het  verven,  even- 
ali  de  edtnnr  van  indigo  leverende  planten,  wta 
in  Znid-Aiil  reeds  sedert  onheuglqke  tijden 
bekend,  dagteekent  daarenti^en  in  Europa  eerst 
uit  den  Romeinaeben  tgd.  De  Romeinen  noemden 
de  in<Ëko  Pigauntvm  indieiim  (IndiaAe  verf- 
stof), waarvan  de  naam  blijkbaar  is  afgdeid  en 
waaruit  ook  de  oorsprong  der  klearslaf  Dlqkt.  (^ 
grootere  schaal  werd  ig  in  Europa  het  eerst  in 
oua  land  gebruikt  en  wel  aedert  het  midden  der 
16de  eeuw,  hoewel  de  indigo  reeds  in  de  I3dt 
eeuw  uit  AxÜ  naar  Europa  werd  ingevoerd.  Vu 
Nederland  nit  veritreidde  siefa  het  iDdigovervea 
over  Engeland,  Ftankrgk  en  Dnitaehland.  Werd 
lÜ  aanvankelgk  alleen  gebruikt  om  bg  de  loo- 
genaamde  pasielververj),  d.  i.  het  blauwverven 
met  het  extract  uit  de  bladeren  van  de  weede, 
het  klenrend  vermogen  te  veiaterken,  een  betere 
en  vaatere  kleur  te  verkrggea  en  ^oedkooper  Ie 
verven,  langsamerhand  b^n  de  indigo-ververg 
deie  geheel  te  verdringt,  hoewel  buiten  Neder- 
land eerst  na  het  overwinnen  van  veel  en  veler- 
lei Ugenttand,  daar  bgv.  in  1609  in  Frankri^ 
sells  de  doodstraf  op  het  gebruik  van  iodigs 
werd  gesteld,  en  in  Neurenberg  de  ververs  elk  jaar 
moesten  sweren  alleen  met  waede  blauw  te  ver- 
ven. Eerst  in  1737  werd  bet  gebraik  van  indigo 
in  Frankrijk  vr^geiteld,  hetgeen  spoedig  in  an- 
dere landen  navolging  vond,  al  deed  fart  Cooti- 
nei^taalatdsel  van  NofoUon  I  ïn  het  begin  der 
vonge  eeuw  de  beteekenis  van  de  weede  tijdelijk 


tot  beden  behouden,  ondanks  de  talrgke  a 
kunstmatig  bereide  verfatoflu.  De  prodnetie,  ia 
looals  nit  onderstaande  twee  tabellen  te  lien  la, 
sedert  de  fabrieknutige  bereiding  van  het  indigo- 
blanw  (lie  aldaar),  sterk  afgenomen.  Toeh  ^etoi 
sommige  fabrikanten  voor  speciale  doelemden 
nog  aan  natnurlijke  indigo  de  voorkeur,  loodat 
de  indigoeoltnar  nog  steeds  niet  tan  doode  is 
opgeeehreveiL  Merkwaardig  ie  la  dit  verband 
ook  dat  de  prijian  der  Java-indigo  geheel  alhaa- 
kelgk  ign  van  die  der  kunstmatige  indigo. 

TABEL  I. 
Indigo-oogiten  in  Britseh-Indii  (in  maonda). 

1898    mSM 

1699    86800 

1900    111700 

1901  esioo 

1902  43100 

1903  68000 

1904  89000 

1908  26000 

1906  28000 

1907  28000 

1908  27000 

1909  16600 

1910  20000 


DigilizedbyGoOglC 


INDIGO— INIDI8CSE  AROQOÏIL. 


665 


1891  ....111000  E.0.  1901  ....498  000  E.G. 

1892. ...638 000  „  1902  ....  484  000  „ 

1898  ....  632  000  „  1908  ....  547  000  „ 

1894. ...496000  „  1904  ....  488  000  ,, 

1895  ....  604  000  „  1905  ....S56000  „ 

1896 680  000  „  1906 192  000  „ 

1897  ....811000  „  1907  ....  180  000  „ 

1898  ....  904  000  „  1908  ....  141  000  „ 

1899 660000  „  1909 92000  „ 

1900....  595  000  „  1910....  60  000  „ 

Liieratuur:  Felsen,  Der  Indigo  und  seinc  Eon- 
kuirenten  (Berlgn  1909);  Van  Lookeren  Campag- 
ne in:  ,^.  W.  mm  Qorkom'a  Oost  Indische  enl- 
(ures",  dl.  III  (Aniiterdkm  1913);  lie  Terdei  een 
artikel  in  bet  EnEelsehe  (üdschrilt  „Nïtare", 
1916,  M.  96,  bil.  545. 

Indlfoblanw,  of  indigotine  met  Btiuctanr- 


formale  (\B(  i. 


W,    UI 

,  CO 


c=o 


/CO^ 


CA, 


is  een  boofdbeitanddeel  vu  de  indigo  en  komt 
ook  wel  eens,  «1«  liekelüke  afscheiding,  Toor  in 
nrine,  iweet,  etter  en  koemelk,  itita  reikiggt  het 
uit  indigo  door  sublimatie  of  door  alle  «ndère 
bestanddeelen  daaraan  te  onttiekken.  Het  bestaat 
Dit  donkerblauwe  kristallen  met  kopeiiooden  me- 
taalgiani.  In  amoifen  loeitand  is  bet  een  blanw 
poMer,  dat  dooi  wiyTing  denielMen  metaalglani 
verkrggt  als  de  kristaSen.  Indigoblauw  aabli- 
meert,  bezit  renk  noch  smaak,  reageert  niet  op 
lakmoes  en  lost  niet  in  de  gewone  oplosaings- 
middelen  of,  «rel  in  ehloToform,  nitioËeniol  en 
phenol,  ook  in  heete  aniline  en  terpentijnolie  ot 
IQ  kokende  paraffine.  Met  geconoentieerd  iwa- 
if«liuar  Tormt  het  twee  sulfoniuren  {tie  Indigo- 
bUnuD-iviavehuTen).  Boor  oi^datie  wordt  indi^ 
blauw  OTergevoeid  in  isatine,  dooi  veriiittiiw 
met  kali  op  SOO*  ontstaat  salicjliuur,  dooi  destit 
latie  met  loog  aoiline  en  door  reductie  indigowU. 
De  WO  belangiqke  kunstmatige  bereiding  Tan 
indigoblauw  gelakte  het  eerst  aan  Sngler  en  Em- 
merUiig  in  1870  uit  iaatine  met  behulp  van  phoa- 
pborchloride.  In  1874  verkreeg  Neneki  bet  uit 
indol  door  oxidatie  met  oion.  Baej/er.  bereidde 
bet  in  1880  op  veisehillende  wgien  uit  kaneel- 
luui,  terw^l  de  praktiiebe  bereiding  in  de  Ba- 
densebe  aniline-  en  sodafabtiek,  volgena  d«  pro- 
cédé'! van  BMinumn,  na  jarenlange  onderioetin- 
g«n,  werd  verbeterd.  Bg  Heummrii  eerste  me- 
thode werd  uitgegaan  van  phenjlglToocol  <dat 
veiïimn  werd  door  inwerking  van  iniline  op 
monochloaraiqniQQr)  en  dit  door  imelting  met 
natrinmamid  in  indigo  omgezet.  Bq  de  andere 
voel  toe^aate  methode  wordt  antiinDiliuni  met 
cblooraijjnznnr  iupben7lglyeine-o.eaii>onzuuiom. 
geut.  Door  venhitting  met  kaliamhjrdioxied  wordt 
bieiuit  indoijleavboDzniiT  veiiregen,  dat  in  alka- 


zaldehyd  als  aitgangsmateria^  voor  de  labiiefc- 
matige  bereiding  in  aanmerking. 

IndlcoblAnwiwavttlmren  of  Indigotul- 
fonxme»  noemt  men  de  beide  luren,  die  l^j  in- 
werking van  geconcentreerd  iwaveliuui  op  in- 
digo en  indigoblanw  ontstaan.  Door  veibitting 
van  indigo  met  gewoon  zwaveliuui  ontstaat  een 
donkerblauwe  oploasing,  indigomottomUonmar, 
waaruit  licb  dooi  verdunning  met  water  indigo- 
furper  afscheidt.  Weikt  rookend  zwaveliuur  op 
indigo  in,  dan  ontstaat  indigodiitdloMuur,  dat, 
evenals  het  andeie  indigoblaowiwavelznnr,  voor 
het  verven  van  wol  en  ijjde  wordt  gebruikt. 
Wordt  de  oplossing  van  indigo  in  zwavelzuur 
met  water  verdund,  na  filtratie  met  soda  geneu- 
(raiiaeerd  eo  met  keukenioat  vermengd,  dan 
teheidt  sieh  tndigodianlloHure  natron  af,  dat  als 
indigokarmfn  io  den  handel  komt  en  voor  bat 
verven  van  hout,  leer,  enz.  gebraikt  waidt.  Ver- 
mengd met  itgfsel  levert  bet  een  blau  weel  soort. 

Zudlrof •!*  L.  is  de  naaan  voo  een  planlen- 
geslacbt  uit  de  familie  der  VUnderbloetnigen  (Pa- 
pilionaeeeen).  Het  onderscheidt  zich  ooor  een 
roode,  uitgeiande  vlag,  door  priemvormige  spa- 
ren aan  beide  lüden  van  de  kiel  en  door  een  rol- 
ronde,  platte  ot  4-kante,  veeliadige,  2-k[epp)ge 
pen],  met  eivormige,  aan  de  uiteinden  aigeknotto 
zaden.  Zg  telt  ongeveer  280  soorten,  die  tot  d« 
Mnjarige  of  overbluvende  kruiden  ol  tot  de  hees- 
on  wegene  het  gehalte  oi"  '-^-  - 


jarige  i 
t  beboo 


te  achiaal  verbouwd.  Dit  gewas  is  een  halfheet- 
ler  met  oneven-gevinde  bladeren.  Doordat  tegen- 
woordig de  kunstmatige  bereiding  der  indigo  een 
Sroote  vlucht  heelt  genomen  is  de  teelt  der  in- 
igotera  aebteruitge^n  en  is  zy  welHeht  haar  ' 
ondergang  reeds  nabg.  Zie  ook  Indigo. 

IiuU(oId«n  lijn  kDipkleuisloffen  evenals  in. 
digo  ea  daarmede  saombangend.  Zij  lün  door  re- 
ductie in  oplosbare  bydroprodueten  om  te  zetten, 
die  door  de  plantaardige  en  dierlijke  vezel  uit 
hanne  ofdossiogeit  worden  aeabsoibeenl  en  door 
oxydatie  weer  in  de  onoplosbaie  kleurstof  worden 
oveigevoerd.  Het  buten  der  vezelstof  is  dus  ge- 
heel overbodig  bij  het  verven  met  dergelgke 
kleurstoffen.  Üle  indigi^den  bevatten  de  chromo- 
gene  groep  ~-CO.C  =  C.00— .  Zeer  bekend  ii 
het  sjmmetiisehe  dibroomindigo,  het  purper  dat 
vroeger  Terki«gen  weid  uit  de  puTpentag  (nutret 
brmdariê), 

Xndlyoluziiitlii.  2ie  Indigoblaitwaeavelai- 
r«R. 

Indlroptirpcr.  Zie  IndigobtamimcasetxuTin. 

laóitCoOnm.  Zie  Indimblamo. 

Indlrowlt  ontstaat  ^loor  reductie  van  indi- 
goblauw (lie  aldaar)  biJv.  met  natriumhydrosol- 
fiet.  Hen  vetkiggt  het  oU  een  wit  kiiital^jn  poe- 
der door  het  oit  de  kleurlooie  alkalische  oplos, 
sing  door  inren  neer  te  slaan,  fiet  lost  met  gele 
kleur  op  in  alcohol  en  aether  en  oijdeert  aan  de 
loeht  snel  tot  indigoblauw.  In  de  anal;iisehe 
chemie  woidt  het  daarom  meermalen  als  leagens 
op  vrije  zuurstof  gebeiigd, 

Indlreote  balastliiKan,  Zie  Btlutingen. 

Indlsoha  AmbtenstreiiÉ  Zie  Ambteriann 
(Indisekej  en  Candidaat-Indie^  omblenaarmAap. 

IndlBOb*  AroUpaL  Zie  IntulMt. 


DigilizedbyGoOglC 


INDI80HB  BAL8EU— INDISCHE  KUNST. 


B richt   by   KoniDklijk   Beiluit   tan  den    Uden 
uit  1907.  Zg  il  te  'i-OraTeDbage  gereitiH  en 
geeft  MO  RmbteDaren  tsd  het  bianeDlsadKn  be- 


1  NedeiUndteh-IiidiS  g^legcDheid 
Toor  hau  tuk,  inionderbeid  in  de  hoogi 
gen,  verdei  te  bekwameD.  Jiulgka  warden  dooT 
den  gouverneur-^uenal  van  Indil  twaalf  amb- 
tenaren, looieel  mogelgk  een  relük  aantal  van 
het  binaenlandieh  beitunr  op  Java  en  Madoeia 
•n  Tan  dat  in  de  Bui tenbeiit tingen,  Toor  de  itn- 
die  aan  de  beatanraaeademie  aangeweun.  De 
dnnr  van  den  itndietgd  is  twee  jaar.  Er  wotdt 
a.a.  onderwijl  gegeven  in  de  leriehillende  stel- 
leli  van  koloniaal  beatnar,  in  het  Nederlandseh- 
iDdiieb  geeodilieeerd  privaat-  en  tlratreeht,  in  de 
itaatbuiriioudkande  en  in  de  statittiek,  terwgl  er 
gelegenheid  beitaat  tot  oefening  in  het  omgang*- 
gebruik  der  Engeleehe,  Fianwhe  en  Dnitaehe  taal. 
Xndluhs  ffodsdlsQBt.  De  goden  der  naar 
Voor-lndiê  geëmigreerde  AriSrg,  lOOaU  de  Ve- 
da (zie  aldaar)  hen  leert  kenoen,  zgo  overwegend 
nataargoden,  de  krachten  der  natuur  in  haar  ver- 
«ciiillende  uitingen:  zon,  mor,  onweer  ent.,  hoe- 
wel haar  beteekenii  reedi  toen  niet  helder  meer 
voor  den  geett  stond.  Zolke  goden  ign;  Agni, 
Indra,  Varoena,  Pardtjtmia,  Oetckat,  Soerja  en 
de  vroawelyke:    Aditja,  Maroel  en  Afvim.  Het 


naast  itut  het  geloot  aan  allerlei  geesten  t 
dnivek  en  d«  wreering  der  algestorvenen,  want 
bet  geloof  aan  een  Jeven  na  den  dood  was  tiq  d« 
IndiBrs  voorhanden.  Aan  goden  en  geesten  wo> 
den  eenEnnda  ollers  en  gebeden  gebracht,  andeis- 
'  igds  geloofde  ttien  in  sUat  l«  lijn,  in  het  bgion- 
der  de  minderen  onder  hen,  naar  ign  eigen  wil 
te  kannen  dwingen.  Ethische  elementen  vindt 
men  in  den  Vedisehen  eeredienst  nog  niet.  Reedv 
JD  den  oudsten  Vediseben  tyd  legden  de  leden  van 
sommige  families  beilag  op  bet  uilslaitend  be- 
kleeden  .van  priesterlijke  lancties;  ig  maakten 
licb  meester  ivan  d«  ■t«eds  moeiigker  worden- 
de taak,  om  de  voor  de  geeompliceeide  offers 
noodzakelijke  gebeden  en  ceremoniin  te  beheer- 
•ehen.  Uit  die  families  ontaproot  de  machtige 
kaste  der  Brahmanen,  van  wier  hoogmoed  en  bni- 
tensporige  eisehen  de  jongere  teicsten  van  den 
Veda  vol  ijjn.  In  dieiellde  teksten  treedt  ook  de 
aan  het  onde  geloot  vreemde  leer  der  lielaver- 
huising  het  eerst  op  den  voorgrond;  liJ  bevatten 
verder  pantbeTitiscne  besebouwingen  over  Brah- 
ma,  de  wereldiiel.  Tegen overgeetelde  riehtinKen 
vinden  baai  nitdrakking  in  sekten,  looals  in  net 
Boeddhisme  (lie  aldaar)  en  de  gemeente  der 
Dsjaiaa  (lie  aldaar);  na  een  strgd  van  meer  dan 
1000  jaar  moest  het  Boeddhisme  voor  het  Brah- 
maniime  wijken.  Den  uit  het  Vedageloof  ontsta- 
nen  godsdienst  vorm  noemt  men  het  Brahmaniame 
(lie  aldaar).  Onder  de  beersehsppü  daarvan  loak 
het  volk  steeds  meer  en  meer  in  rnwen  atgoden- 
dieoBl.  In  VoorJndiB  tellen  de  velschillende  gods- 
diensten de  volgende  aantallen  aanhangers:  Hin- 
dnes  ongeveer  307  millioen,  of  72  %  der  bevol- 
king; Mohammedanen  63  millioen,  ofsebonn  eerst 
in  de  11de  eeuw  de  IslamitiBCbe  zending  in  tn- 
dié     binnendrong;    geest envereerden    nog    om- 


streeks 9  nillioen;  Christenen  3  millioen;  de 
Sikhs  met  2  millioen  aanhangers  vormen  een  ge- 
mengd Mofaammeda&nseh-Hindoeiitische  seeve; 
Dsjaina's  rnim  1  millioen;  de  Boeddbiiteu  tqik 
lot  ongeveer  290000  geduld.  Bet  Chiistelgk  ge- 
loot il  met  een  kleine  uitzondering  eerst  in  het 
begin  der  I6de  eeuw  naar  Voor-IndiB  overge- 
bracht, toen  ia  1542  de  Jozalet  franetsMU  Xate- 

^»1  

irbeid    is  begoDL.._.     _..      

ZUgmbalg  en  PIüIkIuiu  in  1705  en  Gkr.  Fr. 
Sekwarfx  van  1750—1798  die  van  de  Ëvangeli- 
Eche  missie,  wier  werkxaambeid  in  IndiS  eerst  se- 
dert I81S  door  het  Parlement  toegestaan  is  en 
&iêX  nog  later  door  de  Engelsche  regeering  be- 

f;iin«tigd  ia.  In  de  laatste  jaren  msg  de  Christe- 
ijke  zending  op  een  toenemend  succes  bogen 
looalï  het  aantal  (fristenen  aanwijst. 
Xndiioba  Blroon,  Orde  tan.  Zie  Ktoonorde. 
Indisoba  kanAt  (zie  de  platen).  BrmwItMntt, 
"  idate  voorlbtcDgselen  oer  Indieehe  bonw- 
'  '  '  l  Atoka  omstreeks 
BoetUki  te  Delhi. 
Allahabad,  Bakhra,  Mslhia,  JRadhia  en  BhiUri 
aan  de  rivici  de  Ganges  liet  oprichten.  Deze 
zuilen  hebben  kapiteelen,  die  min  of  meer  aan  de 
AEsyrische  en  Perzische  doen  denken,  en  worden 
door  zittende  leeuvren  bekroond  (zie  PI.  II,  tig.  8). 
Tegelükertgd  met  deze  zuilen  werden  ook  de  z.g. 
>l«epa'*  of  lofe*  aangelegd,  d.  z.  grarhenvels, 
waarin  leliqoieln  van  BoeMha  verborgen  werden. 
Aioka  zou,  volgens  het  veibaal,  bet  stotfelgk 
overschot  van  Boeddha  in  meer  dui  80000  dee- 
len  veideeld  hebben,  welke  hg  oveial  heeniond. 
De  grafheuvels  kregen  den  vorm  van  een  halven 
bol,  de  gedaante  eener  waterbel,  volgens  Botdika 
het  zinnebeeld  van  de  vergaDkeljjkheid.  Meestal 
bestaat  het  hinnenste  van  znlk  een  ttoepa  uit 
aarde,  en  is  alleen  de  bekleeding  van  steen.  De 
beroemde  stoepa  t*  Toeparamaja  op  Cejlon  (PI. 
I,  lig.  1).  omstreeka  250  v.  Chr.  gebouwd,  bevat 
volgen I  de  overlevering  de  rechte ikaak  van 
Boeddha.  Het  gebouw  heelt  18  m.  middelljjn  en 
15  m.  hoogte;  het  is  zondei  aieraad,  doch  door 
znilen  omgeven,  die,  oorspronkelgk  meer  dan 
100  in  getal,  nu  nog  slechts  gedeeltelgk  overeind 
staan.  Naaat  bet  Boeddhitme  wist  het  BredmtiU- 
me  t\A  in  Indii  te  handhaven;  de  Bmbmanen 
bonwden  tempels,  waarvan  er  verecbeidene.  meest 
uit  de  Middeleeuwen  afkomatig,  bewaard  bleven. 
De  Europeanen  noemden  deze  tempeb  wagoden, 
een  uitdrukking,  die  een  verbaaterj^  aenijnt  van 
„bazoewati",  dat  is  ,rheilig  huis".  Deze  pagoden 
zijn  meeatal  groote  groepen  vso  gebouwen,  die 
door  pleinen  en  ringmuren  omgeven  worden.  Be- 
halve all  tempels  en  kapellen  dienen  deze  ge- 
bouwen ook  ala  verblgf  voor  pelgrims.  Meestal 
vormt  een  koepel  of  een  piramide  de  bekroning. 
De  pagoden  hebben  vaak  teci  aanzienlijke  atnje- 
tingen;  die  te  Tiioevatoer  ia  284  m.lang  en  210 
m.  breed.  De  iteenen  lolderingen  der  zalen  wer- 
den door  talrgke,  met  velerlei  zinnebeelden  ver- 
sierde inilen  gedragen.  De  bekronende  pinumden 
lijn  soma  60  m.  hoog,  en  prgken  met  een  over- 
vloed van  beeklhouwwerii.  De  Brafamaansche  tem- 
pels van  Oriisa  in  het  noorden  van  IndiB  bestaan 
slechts  uit  één  hoog  gebouw,  dat  min  of  meer 
den  vorm  van  een  n|jeskorf  vertooDt  DeigeMHce 


DigilizedbyGoOglC 


D,o,l,zedb,GoOglc 


D,o,l,zedb,GoOgle 


(E      OCEAAN. 


*^ 


Digilizedb,  Google 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDISCHE  KUNST  I 


1.  SiMp*  (Tope)  op  OyloD. 


&  Iii(uic  Taa  Mn  grot  ta  Sanhtrl. 


4.  RoUImI  ta  D*jui 


&  Routampvl  te  Ellorm. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDISCHE  KUNST  U 


10,  IIaU«r  na  dao  temptl  ta  KatU. 


Baaldliouwwecfc  nu  md  roUtenpeL 


3l  Otilcht  In  d*D  umpel  te  KftrII.  z.  BMidboawwerK  la  Amnvaü. 


8.  Kapitaal  vao  aao  niil,^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


mI 


llf 


m 


■E-g-85 


i'4 


lïlt 


§5^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDISCHE  EUNST— INDISOHE  OCEjLAN. 


667 


tcmpelB  bleven  vooial  t«  BobaneBwar  bewaaTdi 
lÜ  aagteekenen  vaa  ongeveer  600  dr.  Chi.  (PI. 
I,  li^  S).  De  Boeddhigten  wsien  van  onda  ge- 
woon, banne  OTerpeiDiingaB  in  grotten  te  hon- 
den, zaoals  ze  io  de  bergen  wenlen  aangetrotfen. 
LaDgumerband  werden  die  grotten  veigroot,  en 
in  Teraebülende  lertiekken  verdeeld,  wa*Tva~  ~'~ 
tniddenite  d«  tempel  «aa,  tecwgl  de  andert 
cellen  voor  de  klujienaara  waren  ingeriebt.  Ia  de 
lalen  worden  ie  lolderin^n  door  in  de  rotaen 
uitgMpaarde  luilen  of  pglera  gedragen  (Pi.  I, 
tig.  8,  4  en  5).  De  meeat  aanzienlnke  Boeddbia- 
tiaehe  rotatHapel  is  <£e  te  Earli,  welke  ometrerfn 
150  V.  Chr.  werd  gemaakt  (FI.  n,  fig.  3).  Later 
Tolgden  ook  de  Brabmuen  dit  voorbeeld.  Hun 
meett  beroemde  rotalempel  ia  die  te  Ellora  bjj 
BomiMj  (PI.  I,  fig.  6),  «nstreeks  1000  n.  Chi. 
gemaakt.  De  iDilcn  van  dezen  tempel  beiitten 
seer  eigenaardige  kapiteelen  (PI.  II,  lig.  5  en  6). 
Big k baar  bebben  de  veivaardigera  aan  conetruc- 
ties  in  hout  uitgevoerd  gedacnt.  Somi  ign  ook 
herinneringen  aan  de  Griek eeh-Rom ei neebe  konat 
in  deze  kapiteelen  bewaard  [PI.  II.  fig.  7).  In  de 
vormen  der  pglers  heereebt  groote  verscheideB' 
heid;  ijj  t^n  nn  eens  Tieriant,  dan  weder  veel- 
hoekig; overgangen  van  vierhoek  op  achthoek  en 
cirkel  zijn  niet  zeldzaam.  De  tempel  te  Ellora  ia 
met  bgzoDdet  rgk  beeldhonwwerk  veraierd.  Blgk- 
bsar  is  deze  boQwkuDSt  in  steen  een  navolging 
vui  vroegere  constTustiee,  die  in  bout  waren  tut- 
^evoerd.  Want  de  ombeiningea  der  lopee  liJn 
IQ  steen  gemaakte  houten  bekken,  en  ook  de  zol- 
deringen dei  rotatempela  bootsen  houtconstiuc- 
ties  na.  Verseheideoe  tetn^a  zgn  uit  één  rots 
gehouwen;  dergelijke  „monolithische"  gebonwen 
vindt  men  te  Ellora  en  bji  Madras.  Ook  Achtei- 
lodiS  en  Java  bezitten  vele  vooitbrenzselen  van 
boawkuuBt,  welke  voor  die  van  Voor-ludiS  niet 
onderdoen.  Een  der  qikate  pagoden  is  die  van 
Angkor-Vat  in  Eambodsja,  terwjjl  de  vermaarde 
Boro  Boedoer  o»  Java  een  reusachtige  tope  is, 
die  door  piramidaal  opgestapelde  temasen  wordt 
gedngen.  (Zie  verder  Boeddkiititekt  kutul). 

Beudhouvkvnst.  De  beeldbouwkunst  heelt  in 
ladii  een  belangrijke  taak  gebad  bij  het  versieren 
dei  tempels  en  nunne  onderdeelen.  Al  bet  beeld- 
houwwerk dei  IndiEra  heeft  een  zinnebeeldige 
beteekenio,  en  is  dikwijls,  geljjk  dat  der  %jpte- 
naren,  didactiaeh  van  aard.  De  Indische  oeeld- 
houwers  zgn  steeds  meesters  geweest  in  bet  stj- 
leeren.  Reeds  de  leeuwen,  welke  de  suilen,  die 
dooi  koning  Atoka  omstieeks  250  v.  Chr.  werden 
opgerieht.  bekronen,  gsvao  daarvan  fraaie  voor- 
bedden  [FI.  n.  fi^.  8).  Ook  de  olifanten,,  die  aan 
vele  werken  ala  ziMebeeldige  versieringen  voor- 
komen, zijn  dikwijls  prachtig  uitgevoerd  (PI.  II. 
lig.  7).  Beroemd  zrin  vooral  de  olifanten  der  pa- 

5 oden  bü^  Madras.  Olifanten  vormen  ook  een  deel 
ei  versiering  vao  de  steenen  poort  te  Sanchi, 
die  blökbaar  een  nabootsing  van  een  èouten  poort 
is,  en  omstreeks  150  v.  C%r.  werd  gemaakt.  De 
veideie  leliêfs,  hier  aanwezig,  geven  tateieelen 
uit  het  leven  van  Boeddha  wedei;  even  als  In  de 
middeneeuwen  zgn  versehillende  gebeuiteniaséa 
hiei  tot  één  tafereel  samengevoegd.  Het  beeld- 
honwwerk heeft  een  eigensardig  karakter;  de  na- 
lunt  is  op  naïeve  wjjze  gevolgd.  Boeddha  zelf  is 
hier  nog  niet  afgebeeld,  inaai  slechts  doot  tinne- 


beelden  aangeduid.  Pas  omstreeks ' bet  begin  der 
Christelijke  jaartelling  kwam  te  Pesjavrar  het 
maken  van  BoeddAa-Seelden  in  xwang.  Bg  het 
vervaardigen  daarvan  werden  de  Griekscfae  beeld- 
honwwerk en  ala  voorbeelden  genomen,  doch 
slechts  zeer  uit  de  verte  gevolgd  (PI.  II,  fig.  4). 
Dit  type  van  Boeddha  bleef  tot  de  derde  eeuw  in 
zwang.  Toen  werd  het  vervangen  door  een  onder, 
d'at  vastgebonden  is  tot  de  dertiende  eeuw.  De  fi- 
guur is  liiei  eenigszins  schematisch  voorgesteld; 
alleen  de  handen,  de  voeten  en  het  hoofd  zijn 
meer  uitvoerig  bewerkt.  In  deze  beelden  is  het 
Boeddhistisch  ideaal  van  lankmoedigheid  en  lasl 
voortreffelijk  wedeigegeven.  (Zie  BoeddhUtUeke 
kunst,  PI.  I).  Onder  den  invloed  van  de  Eoesja- 
no's,  die,  uit  Turketlan  afkomstig,  omstreeks  200 
n.  Ohr.  IndiS  overbeerscblen,  weid  de  beeldhouw- 
kunst meer  ruw  en  primitief,  waarvan  PI.  II,  fig. 
9,  een  voorbeeld  geeft.  Ook  het  leliSt  in  tig.  2 
voorgesteld,  behoort  tot  dit  tijdperk.  Omstieeks 
600  kwam  een  andere  opvatting  in  zwang;  de  ti- 
guien  kregen  toen  grooter  slaiUteid,  en  weiden 
meer  naar  de  natuur  gevolgd.  E^n  zekere  zinne- 
lijke uitdiukkin^  komt  nn  vaak  voor  (PI.  H,  lig. 
10  en  11).  In  dienzelfden  tijd  neemt  ook  het  oi- 
namenteele  beeldhouwwerk  in  beteekenia  toe,  en 
vertoont  een  haast  ongeloolelnken  rnkdom  (PI. 
II,  lig.  1).  Den  laatstgenoemden  stijl  ziet  m» 
aan  het  beeldboavrwerk  ivan  den  Boro-Boedoer  op 
Java,  die  uit  de  9de  eeuw  dagteekent.  Hg  beeft 
zich  tot  den  buidigen  dag  gehandhaafd  op  Bali, 
waar  een  gewgzigd  Boeddhisme,  met  elementNi 
van  den  Brabmaansehen  godsdienst  vermengd,  in 
zwang  is  gebleven. 

Atrtbaehiikutul.  De  amboebtskanet,  zoools  tg 
tegenwooidig  in  IndiS  'beoefend  woidt,  beett  zich 
ontwikkeld  na  de  verovering  van  het  land  doot 
de  MoJiammedanen.  Er  zgn  dus,  looals  van  zelf 
spreekt,  vele  Arabische  elementen  in  waar  té  ne- 
men, doch  een  eigenaardig  karaktei  wordt  toch 
niet  gemist.  Eet  zilverwerk,  dat  gdmaiUeeid  of 
met  andere  metalen  ingelegd  is,  vertoont  soms 
Perzische  motieven  (PI.  III,  lig.  1),  naturaliitisehe 
planten  [PI.  III,  fig.  2),  doch  ook  wel  een  leer 
eenvoudig  geometrische  opvatting  (PI.  III,  tig.  6). 
Deze  Perzische  motieven  vindt  men  ook  bg  de  vn- 
eiering  van  aardewerk  [PL  UI,  fig.  S]  en  houtwerk 
[FI.  III,  fig.  4).  Bij  het  bordnnrwerk  (PI.  UI,  lig. 
5  en  7)  wordt  in  hoofdzaak  van  geometrisdie 
vonnen  gebruik  gemaakt  Daarentegen  bebben  de 
waaiers  (PI.  III,  fig.  8)  een  Perzisch  karakter. 
Het  bedrukken  van  katoen,  dat  leeds  vroeg  in 
Vooi-Indie  te  Soeiatte  werd  beoetend,  gaf  tot  het 


(PI.  lil.  tig.  11)  woidt  aan  ^eometiische  tigureit 
de  voorkeai  g^ven.  Realiatis^  behandelde  figu- 
ren in  gekleurd  aaideweik  (PI.  UI,  lig.  12)  ^ 
blijktiBar  ood«i  Enropeeschen  invloed  ontstaan.  Oe- 
stjleerd  plan tenorna ment,   met  geometrische  ti- 

Kren  veroonden,  vertoonen  bet  srtilderweik  eenet 
MS  (PI.  QI,  tig.  18)  en  een  gelrarduurde  schoen- 
Ofl.  ni,  tig.  14).  Een  eigenaudigbeid  dar  In- 
dische ambaehtskanat  ia  haar  voonear  voor  le- 
vende kleuren,  die  op  smMkvolle  wgxe  met  elk- 
ander verbonden  zgn. 

Indlaoh*  Ooaaan  (zie  de  kaart)  is  bet  gioo- 
te  zeebekken,  dat  in  het  W.  door  Alrika,  in  het 


DigilizedbyGoOglC 


M8 


INDISCHE  OOEAAN. 


N.  door  Aii>,  in  het  O.  dtrai  de  Qtoote  Soenda- 
eilaDden  en  AutlnUl  en  in  het  2.  dooi  een  lyn 
van  il«  Zuidpunt  van  AtTika  nutr  den  Zaidweit- 
hoek  TBD  AnitralJi  b^reoad  woidt.  Deie  mid- 
greni  ii  geheel  willekeurig;  lommige  geoRiaten 
nemen  dun  ook  «Is  loadsaig  den  Zuidpooleirkel 
urn,  tenri)!  de  W.  en  O.  gten«  den  Terlengd 
worden  Unn  den  meriditan  T«n  kup  AgnlbMen 
dien  Tan  (uZ  'kaMrT*nTumaniB.''DeoppeiTlak- 
te  Tan  d»  oceaan  bedraagt  78S25  872  T.km.  ol 
2Vi  maal  die  Tan  Afrika. -De  dieote  it  door  ver- 
eebillende  weteniehappelqke  eipeaitiei  (lie  DUp- 
tuotuünoêk)  ondenocbt,  loodat  men  een  goede 
TOortteHing  heeft  lan  den  leebodem.  Zoo  Tindt 
men  in  het  O.  Tan  dezen  Oceaan  een  5000— 6000 
m.  diep  bekken,  dat  lieb  uitstrekt  taatehen  5'  en 
40*  Z.Br.  en  Tan  85*  OX.  tot  bü  de  kuat  tbu 
Auitiaiie,  terwijl  bet  lieh  in  den  hoek,  gevonnd 
tuncben  N.W.  AoBtralil  en  Ininlinde,  Tooiliet, 
CTenals  in  den  Z.  inham  Tao  AnatraliS.  Het  diep- 
ste pnot,  dat  tol  1906  gelood  werd,  ligt  ongeveer 
1000  km.  ten  Z.0.  der  Kokoe-ei landen,  waar  in 
1900  op  18*  6'  Z.Br.  en  101'  54'  O.L.  een  diepte 
van  B4S9  m.  geTonden  wnd.  In  AnguatDi  1906 
werd,  250  km.  ten  Z.  Tan  JaTa,  oo  10*1,5'  Z.Br. 
en  lOB*  5'  O.L.  een  diepte  Tan  7000  m.  gepeild. 
Aan  dit  diepe  AaitralÏKbe  bekken  alail  tieh  in 
het  Z.  een  platean  aan  met  een  diepte  Tan  3000 — 
4000  m.,  dat  in  het  W.  door  de  eilanden  St.  Paul. 
Nienw-Amaterdam  en  Kergnelen  hegienad  wordt 
en  lich  tot  in  de  IJaiee  aehqDt  TOort  te  letten. 
Het  grootate  overige  gedeelte  Tan  den  Indisehen 


Oceaan,  Toora]  de  geheele  weatelgke  helft,  beiit 
meestal  diepten  Tan  4000—5000  m.,  terwijl  ten 
Z.  Tan  de  PiinsEdward-eude  Croiet-eilaiiden  een 
leer  diep,  op  OO"  Z.Bi.  6000  m.  diep  bekken  ge- 
renden werd.  Langt  d«  knit  van  Afrika  loopt 
de  bodem  tamelijk  steil  omlaag  tot  op  groote 
diepte;  slechts  tusseben  Mads«a*ear  en  het  raite- 
land  Tindt  men  een  plateau.  De  Arabische  Zee  is 
gelijkmatig  diep,  ongeveer  3500  m.,  de  Golf  lan 
Beiigalen  eTeneens.  loopt  echter  trap^ewüi  naar 
het  Taateland  op.  De  grootste  diepten  der  Roode 
Zee  li^gn  in  het  midden  eo  vinden  ban  maii- 
mnm  in  een  diepte  Tan  2190  m.  De  gebeele  aee- 
bodem  heeft  den  Torm  van  een  V-vormig  kanaaL 
De  Feniiehe  Goll  daarentegen  ia  zeer  Tlak,  ge- 
middeld ileehlt  100  m.  diep.  Volgens  ErüvuHtl 
bedraagt  de  gemiddelde  diepte  van  den  Inditehen 
Oceaan  3929  ra. 

De  temperatuur  aan  de  opperTlakte  van  den 
iDdiscben  Oceaan  is  Teel  booger  dan  die  Tan  den 
Atlantisehen.  Ben  reusachtig  gebied  aan  beide 
lÜden  Tan  don  aeqoator  heeft  een  temperatonr 
Tan  27*  tot  23*.  Enkele  kleine  onregelmatighe- 
den ijjn  het  gevolg  Tan  den  invloed  van  lee-  en 
InehlstrooDieD.  De  afname  der  temperatuur  met 
de  diepte  geschiedt  ook  hier,  evenati  bij  de  an- 
dere oceanen.  <^  hwe  breedte  sneller,  dan  op 
hoogere;  evenwel  it  de  temperatuur  der  bovenal* 
waterlaag  (tot  100  m.)  veel  hooget  dan  in  den 
Atiantiaènen  Oceaan.  Een  vergelijking  van  de 
temperatnnr  in  de  diepte  onder  den  aeqaatoi  in 
beide  leein  geeft  de  volgende  tabel: 


Diepte  in 

meter» 

0 

y> 

loo 

200 

400 

tooo 

4O00 

bodem. 

Atlantische  Oceaan 

^:! 

i9*,o 
37*.S 

'4*.o 

"•,9 
I4",3 

ïo'.3 

A'A 
6».i 

3M 

' 

De  gemiddelde  aeqaatoriaie  giena  van  het  drql- 
Ö*  oTcraehrijdt  overal  den  60tten  br«edt«graad; 
ten  Z.  van  Afrika  den  50aten,  en  op  45*  Tindt 
men  nog  v»^  ijsbergen.  Uit  de  lage  temperatnnr 
van  het  water  op  den  bodem  laat  lieh  afleiden, 
dat  het  kond*  water  van  de  pool  toegang  heeft 
tot  lelb  in  de  Arabiiche  Zee,  De  veronderstel- 
liDg,  dat  licb  bier  rroeger  een  vasteland  (Lemu- 
na)  lou  bevonden  hebben,  waarvan  Madagasear 
aan  de  eene,  Ceylon  san  de  andere  igde  nog  over- 
blijfselen loaden  lijn,  vindt  geen  steun  in  oen  bo- 
dentTorm  of  de  temperatnnr  der  diepte. 

Wat  de  MMtroemen  betreft,  vertoont  het  lul- 
deljjk  deel  tm  den  Indliehen  Oceaan  sooilgelu- 
ken  klingloop  als  de  Atlantische.  In  het  noorde- 
lijk deel  wisselen  de  richtingen  tengeTolge  der 
moesons  af.  In  bet  gAied  van  den  Z.0.  pasiaat 
Tindt  men  een  Aeqnatorialen  stroom  van  O.  naar 
W.  tustehen  S*  en  23*  Z.Br.,  die  lich  in  de  buurt 
Tan  het  eiland  Rodrignei  in  twee  takken  splitst, 
waarTan  de  eene  naar  het  Z.W.,  langs  het  O. 
van  Madagasear  omibnigt  en  verder  naar  het  Z.0. 
naar  hoogere  breedten  voert;  de  andere  tak  gaat 
ten  N.  van  Hadaeatear  en  splitst  lich  weer  in 
IweeBn;  een  gedeelte  gaat  naar  bet  Z.  en  atcoorot 
onder  den  naam  MoumbiaDe-stroom  langs  Afrika 
door  de  straat  van  Moiamtique,  bereikt  als  Agol- 
haa-  of  Kaapitioom,  met  een  aneibeid  rnn  1 — 4 
leemglen  per  uor,  bijna  de  Kaap  de  Goede  Hoop 


'  en  is  all  warme  stroom  van  grooten  invloed  op 
het  klimaat  van  Z.0.  Afnika.  Het  andere  gedeelte 
Tan  den  tweeden  lak  Tan  den  Aequatorialeo 
stroom  richt  aieb  Tan  10*  ZJBr.  af  naar  het  N.  en 
iet  lieb  in  den  tjjd  van  den  Z.W.  moeson  (April 
tot  Oototier)  Toort  tot  Kaap  Ouardatui,  om  venler 
de  kuat  der  Arabische  Zee  en  der  Qolf  van  Ben- 

Jilea  te  voUen.  Gedurende  den  N.0.  moeson 
sarentegan  beweegt  lich  in  deze  beide  leebek- 
keni  een  stroom  in  tegengestelde  riehting,  dus 
van  O.  naar  W.  Tusechen  den  aeqnator  en  onge- 
veer S*  Z.Bi.  bestaat  ean  aeqoatoriale  tegen- 
stroom, evenals  de  Gnineaitnom  in  den  Atluiti- 
icben  Oceaan. 

Tan  groeten  invloed  op  den  toestand  der  win- 
den lijn  de  uitgestrekte  landmassa'i,  die  deX  In- 
diseben  Oceaan  in  het  N.  begrenien.  Slechts  ten 
Z.  van  10*  Z.Br.  waait  het  geheele  jaar  door  een 
Z.0.  paaiaat;  tan  N.  van  den  aeqnator  wisselen 
de  winden  met  de  jaargetgden  at.  In  den  lomer 
waait  een  Z.W.  moeson  in  de  tropische  streken 
naar  het  ateiiverhitte  AiiatisdM  vasteland  toe, 
in  den  winter  is  de  wiodriditing  juist  omgekeerd, 
waait  de  N.0.  moeson  naar  het  aterter  ver- 
warmde xuidelüke  halfrond.  Op  deielfde  wijie 
waait  tusschen  den  evenaar  en  Anstralil  een 
N.W.  moeson  gedurende  den  lomer  van  het  Z. 
halfrond,  die  van  AustraliC  afkomstig  is.  In  bet 
algemeen  ijjn  de  winden  van  den  aeqoatorialan 


DigilizedbyGoOglC 


INDISCaE  OOBAAM— INDISOHE  WUdBSaBBBTE. 


669 


iDdiceben  Oeeau  xtrak  en  worden  door  ttmelgk' 
lange  perioden  tbu  windvtilten  onderbroken.  Tocb 
iQn  OTiïnen  niet  idduMn,  Toonil  niet  in  de  wa- 
teren len  MaaiitioB  cedurende  den  winter  tbd 
het  DDOTdeliJk  halfrond.  Ten  Z.  Tkn  35°  Z.Br.  be- 
gint de  breede  lone  van  den  bestendigen  („bnt- 
Ten")  weatenwind,  die  licb  onafgebroken  rondom 
dit  halfrond  voortzet. 

In  den  Indisehen  Oceaan  tindt  men,  vooral 
tniseben  40*  en  50*  Z.Br.,  de  zrootere  Terkeers- 
wegen  det  loor  Indil  en  AnttraliB  beatemde  leil 
uhEpen,  die  hier  nog  met  de  etoomscbepen  kan- 
nen cODCurroeren.  Sedert  de  doorgtating  der  land- 
engte Tan  Snei  wordt  eehter  bet  noordelijk  deel 
lan  den  Indisehen  Oceam  bet  dmket  beraren, 
daar  alle  itoomeriiepea  naar  InanlEnde,  Ooat-Afri- 
ka,  Voor-  en  Achter-Indiê,  Ooit-AziS  en  AnatraliB 
bier  langs  gaan.  Het  inidelgk  gedeelte  doorkrui- 
Mn  ilecbta  BtoomKhepen,  die  naar  of  Tan  Austra- 
liS  laren.  De  Toornaunste  atoomiaaTtlüDen  loopen 
door  de  Roode  Zee  naar  Cejlon  en  van  daar  door 
de  sCrsst  van  Malaka  over  Singapore  naar  Bata- 
via, Hongkong  en  andere  CMneeséhe  of  JapaoBEhe 
havens,  verder  direct  van  de  Roode  Zee  naar  de 
Voor-Indieche  havena,  ol  naar  de  Ooatkuat  van 
Afrika  en  Madagaaear.  BelangrHke  ijjtakken  gaan 
van  Ceylon  naar  Anatralii  en  Manritins.  van  Sin- 
g^>ot«  naar  verspillende  piaataen  van  Inantinde, 
Nienw  Oninea  en  Queeosland.  Verder  ioopt  een 
belangrüke  Ign'  van  Kaapstad  naar  Nienw-Zee- 
land  (van  ait  Engeland).  De  belangrijkste  havens 
i|jn  Aden,  Karataji,  Bomba;.  Colombo,  Uadraa, 
Calcutta,  Rangoen,  HonlmeJn,  Poeloe-web.  Pe- 
nang,  Singapore,  Padang  {Koningin-Emma'ha- 
veo),  Freemantle,  Albsnj,  Adelalde,  Melbonrne, 
Poif  Louis  OlanritÏDs),  Tunatave,  Port  Eliia- 
beth.    Eaat   London,    Port    Natal.   Lorenfo-Har- 

Siez,  Beira,  Dai  es  Salem,  Zaniibar,  Tanga  en 
sjiboeti.  Twee  kabels  loopen  van  Hun  naar 
Aden,  twee  van  8aez  naar  Soeakim  (met  aan- 
sloiting  naar  Dsjeddah)  en  Obok,  drie  van  Aden 
naar  Bomba^.  een  van  Earatsji  naar  Aboeseh^r 
met  aansluiting  naar  Haskate,  twee  langs  4e  O. 
kast  van  Afrika  van  Aden  over  Bagamojo  naar 
Dar  es  Salem  en  over  Uozambique  en  Loren^o- 
Uarquei  naar  Natal,  verder  een  kabel  van  Baga- 
mojo over  Hahé  naar  Hanritina,  een  van  Natal 
over  Afaoritius,  Rodri^Hz  en  KiAoseiland  dooi 
de  Straat  Soenda  naar  Singapore,  een  van  het  Ko- 
knieiland  over  Perth  (AuatrallE)  naar  Adelalde, 
een  van  Singapore  over  Banjoewaogi  naar  B^o<^ 
me  (Augtralil)  en  twee  van  Banjoawangi  naar 
Port  Darwin.  Verdei  bestaan  noc  vele  plannen 
tot  aanleg  van  verschillende  kabels,  welke  plan- 
nen echter  dooi  de  nitvinding  der  draadlooze 
telegrafie  waiischynlgk  gewgiigd  sollen  worden. 
IndlsolM  telsn  noemt  men  de  talen,  welke 
in  Voor-  en  Aehter-IndiC  gesproken  worden  en 
die  met  nitsonderiag  van  het  Diavidasch  en  de 
Eolariiebe  talen,  van  Indo-Oermaanscbe  aEkoms^ 
njn.  Aan  bet  hoofd  daarvan  staat  bet  onde  of 
'Vedisehe  Sanrtrtl  (lie  aldaar],  waainit  door  lang- 
urne  afalijping,  gedeeltelijk  ook  onder  den  in- 
vloed van  autochtone  elementen,  de  veisehillende 
Jongere  volkstalen  (voorzoovet  ig  tot  bet  Indo- 
lermaanseh  bebooren)  ontstasm  syn,  teiwül  het 
eveneens  dsaiop  belastende  Sansknt  meer  us  een 
knutToim  la  besefaoawen  is.  Wanneer  dit  iMtste 


ophield  een  volkstaal  te  ign,  is  niet  roet  lekei- 
heid  uit  te  maken;  doch  wg  vinden  leede  in  de 
rotsin  schriften  van  den  Boeddhistiscben  koning 
Afoka  {3de  eeuw  v.  Chr.)  een  dialect,  dat  vtg 
sterk  afwijkt.  Ook  seer  afwijkend  van  het  Sans- 
krit  en  armei  is  het  Pali,  de  heilige  taai  van  het 
Boeddhisme  <qj  ^^lon  en  in  Achter-Indi§;  nog 
jonger  syn  eindelj»  de  vooral  nit  de  Indische 
drama's  Dekeode  Prakrittalen,  waaiin  een  ooste- 
lijke en  een  weatelgke  groep  te  onderscheiden  is, 
ieder  met  atsonderlgke  dialecten.  Daamit  xgn  de 
volgende  moderne  talen  ontstaan:  van  de  ooste- 
lijke gioep:  bet  Assami  in  Aaaam,  het  Bengali  in 
Bengalen,  bet  Orija  in  Orissa,  het  Maratbi  in 
Mahratteniand,  aan  de  kast  in  bet  Eookani  over- 
gaande, het  Oost^indi  af  Bibari  in  Bibar,  ten 
W.  van  Rentalen;  van  de  westelijke  groep:  het 
Wesl-Hindi.  in  een  bgvoim  Htadoitani  genaamd, 
iii  hel  middelste  deel  van  Noord-Indii  (72— 80> 
O.L,  V.  Qi.  en  22— S2*  N.Br.),  tevens  de  omgaitfs- 
taal  dei  beschaafden  in  geheel  Indii;  het  Qoeds- 
Jarati  aan  den  benedenloop  der  Nartweda  en  op 
tiet  schieteiland  Goedajarat;  het  Katsji  op  het 
schiereiland  Eatsj;  het  Eonkani  van  Qoa;  het 
Sindbi  aan  den  benedeDJoop  van  óea  lodiis;  tiet 
Pandajaabi  in  Pandsjaab  en  het  Naipali  in  Nepal. 
Meer  naar  bet  N.  W.  voornitgeachóven  qjn  bet 
Kaejmiri,  ten  N.0.  van  het  Pandajaabi,  het  Paseb- 
toe  in  Afghanistan,  de  taal  der  Kafir  in  Hindoe- 
koesj,  verner  het  Dardistani,  Oilgtti,  Astori,  Arn- 
jia.  Ten  slotte  behoort  ook  de  taal  det  Zigeuners 
tot  de  Indische  taalgroep. 

Da  leer  verschillende  en  talrgke  alpbabets  sijn 
van  Semietischen  ooraprong.  Het  waarschijnlijkst 
is.  dat  de  IndiBrs  ban  schrift  ontwikkeld  hebben 
Dit  hel  Aiameesche,  dat  reedt  io  de  Saté  eeuw 
in  PerziB  en  Babjlonii  gebruikt  werd.  Da  ond- 
ste  overblijfselen  van  het  Indische  sehiitt  ign 
bewaard  gebleven  in  de  gesehrillen  van  koning 
Afoka,  die  deels  rechts-,  deels  linksloopend  ge- 
schreven zgn.  Van  de  reeb  tal  nopende  stammen 
alle  latere  alpbabets  af:  bet  Devanagari,  de  al-  ' 
phabets  der  moderne  talen,  looals  Bengali,  Hïndi, 
eni.,  die  weer  in  talrijke  onderaf  deel  ingen  g»- 
splitst  lijn,  verder  die  der  Drwvidische  talen, 
Eooala  het  Tamil,  Teloegoe  enz.  Het  Boeddhisme 
heeft  reeds  spoedig  vormen  overgebiacbt  naai 
Aehter-IndiS,  Cejlon,  delefies,  Sumatra  en  de 
Philippijnen.  en  later  naar  Trbet,  vanwaai  de 
Mongolen  hun  eerste  schrift  (Pannepa)  ontleen- 
den. Overigena  heeft  de  Islam  ook  het  Peniseh- 
Arabische  schrift  naar  Voor-  en  Acbtei-Indil  ge- 
bracht, dat  met  name  rooi  het  Hindoeatanl, 
Pandsjaab!,. SIndhi  en  vooi  het  eigenlgk  Ualeiseh 
in  gebruik  ia. 

Zie:  Sehlagintweif,  Oeograpbisebe  Verlireitung 
der  Spraehen  Ostindiens  pHneben  1875);  Cutt, 
The  modern  langua^ea  of  the  Eaat  Indies  (Lon- 
den 1878);  fraxer.  Literair  taistoiy  of  India  (Lihi- 
den   1907). 

Xndisoh*  vor«ln«BteD.  Zie  SiAmgam. 

Indlsohs  w4al>*r«*rt*.  De  endere  Indi- 
sche bespiegeling,  die  het  eerst  optreedt  in  de 
longere  deelen  van  den  Rigveda  (lïe  Vtda)  au 
naar  hoogtepnnt  bereikt  in  de  Oepaoisjada,  houdt 
sieh  voornamelgk  beiig  met  Brahma,  het  Eenwig- 
Eene,  de  Alsiel.  Terwgl  de  leeiüngm  van  ds 
Oepanisjads  atelselloos  waren  en  eliandei  dik- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


670 


INDISaBE  WUSBDQEEernE— INDIVOUAUaUE. 


wgla  tegenspriken,  werden  later  lei  atelieU  ge- 
■uapea,  die,  in  tegenstelling  met  bet  Boeddhit- 
ne,  aU  orthodoi  en  net  h«t  Bnhnuuniebe  ge- 
lool  Tereenjgbur  werden  TerkJaard.  Zg  nng- 
lehikken  lien  telkens  twee  aan  tw«e  alt  Foerra 
en  OetUra-Vinianca,  Sankhja  en  Joga,  Kjaja  «n 
Vai^eijika.  De  Poeira-HimanM  ixa  Dtjaimi»* 
be>at  faeBcfaoa wingen  «ver  den  Veda,  die  «Dg«- 
■cbapen  en  Mnwig  verklaard  wordt,  o*er  de  daar- 
in voorgëBchreTen  oeremoniin  en  orer  liet  loon, 
dat  daaraan  terbonden  is.  De  Oettara-Himanta, 
meestal  VedanU  (=  doel  ot  einde  Tan  den  Veda) 
genaamd,  is  gettiebt  dooi  Badaajaiia,  wiens  wtrk 
„Brahina  en  Soetra",  door  den  grooten  eievMt 
Cankara  Tan  een  commentaar  vooriien  is.  Geheel 


digen,  ODTeranderljihen  Brabma.  Bniten  died 
Genen  is  er  geen  Zqn.  De  Teetbeid  dei  Tersehg- 
ningen  is  sleebts  een  waan  en  werk  Tan  Terblin- 
ding  (Ha/a,  lie  aldaar);  de  ware  kennis  Ttrai»- 
ligt  dien  waan.  TegenoTtr  liet  monisme  Tsa  dw 
Vedaota  leert  de  Sankhja-philosofie,  die  wau- 
Khjjnlök  at  eerder  in  een  Tast  stelsel  Tsstgele^d 
was,  het  dualisme.  Naar  men  wil,  is  in  afkomstig 
Tsn  een  mjthiichen  wgie,  Ka^üa.  Ondei  haar  25 
grondstellingen  fMfniJ  staat  eeoengdB  de  liel 
fpoeroetja)  ot  liefer  een  oneindige  Tcelbeid  «an 
indiTidaeele  tielen,  anden|tdi  de  oermaterie  ol 
natnur  (fratrifi)  en  de  nit  baar  atgeleido  23  an- 
dere principes.  Ziel  en  natnar  ign  eeuwig,  maar 
ffene  eeuwig  onTeranderljjk,  deie  eeuwig  Teran- 
derlijk.  De  liel  beeft  kennis,  doch  geen  sebeppen. 
dn  kracht,  de  natuni  juist  het  t^enoTergestslde. 
Het  Iqden,  dat  al,  wat  leeft.  trelC  berust  op  bet 

Smis  Tan  onderscheid  iniseben  ikl  en  oatunr; 
w)}sbegeerte  Terlost  Tan  deien  waan  en  be- 
Trgdt  daardoor  Tan  Igden  en  lielsTerhuiiin^.  Het 
Jogastehel,  waarTao  FabnuUjali  ris  (k  stichter 
betehonwd  wordt,  leert  op  den  metapbyeiscfaen 
grondslag  der  Sankhja-ieer,  doch  met  lovrMgiotf 
Tan  het  denkbeeld  Tan  een  persoonlijken  soa 
ftftara),  de  praktgk  Tan  het  ioga,  d,i.  van  nel 
streTOn  om  door  Tcrdieping  des  geestei  allerlei 
wonderkraehten  en  *erlo»ing  te  Teifcrij^n.  Voor- 
tebriften  tot  bereiking  Tan  dat  doel  ign:  onop- 
hondelgk  inhouden  Tan  ^ea  adem,  bgKondere  hou- 
dingen, hjpootiscbe  oefeningen.  Daardoor  loo  de 
menieb  acht  bOTennatnnrtjjke  hoedanigheden  krg- 
gen:  lich  oneindig  licht  of  iwaar,  klein  of  groot 
te  maken,  TerTnUing  Tan  alle  wenicben,  Tolko- 
nen  beerschappg  oTcr  het  lichaam,  etcueens  oTsr 
den  natunrloop.  oTeral  heen  te  kunnen  gaan.  De 
aanhangers  deier  leer,  grootendeels  TcreerdertTS 

f^iwa      nilnïaiin    lii-liult    oa.nu    .n    .H-    fujult^l;; 


*a,  puugen  lichielf  gaarne  en  ign  gedeelteigk 
tui  goochelaara,  waarieggers,  droomuitleMeri  ena. 
geduld.  De  Njaja  Tan  öotama  i*  Toor  aUcs  logi 


ea.  De  leer  tan  de  kentheorie,  sjlloglsmen  ons. 
wordt  leer  uitToerig  behandeld.  Het  Vaieesjika 
Tau  Kmada  is  een  atomistiBcbe  natnurphilosofie. 

Indlaoh  wiL  Zie  BuxanihUntuur. 

Indlaoh  G«nootaK>liap,  den  26sten  Hel 
1854  opgericht,  stelt  lieh  ten  doel  de  beTonlering 
Tan  het  gemcenschappelgk  belang,  dat  de  Neder- 
Itudsebe  koloniën  en  oetittingen  aan  bet  moeder- 
land Torbindt.  Dit  gemeensehappdük  belang  liet 
bet  Genootschap  in  de  stotfelgie,  maatsefaappel^ 
ke  en  intellectueele  ontwikkeling  dier  koloniln  ea 


beiittingen  door  Nederlandteb  kapitaal  «i  Nedet- 
landfcbe  krachten,  onder  beaehermina  Tan  een 
liberaal  NederUndseh  gonTeraement.  Het  Oenoot- 
•cb^  heelt  «en  groote  koloniale  tnfaliothee^  en 


TCnhagc. 

ladlam.  Dit  metaal  werd  in  het  jaar  186S 
door  Reiek  en  Riekler  in  linkblende  uit  Fretbsrg 
gOTonden.  Om  het  daaruit  te  bereid^  bchanden 
men  de  linkblende  met  looreri  loutiuur,  dat  een 
klein  deel  ooopgeloit  blglt,  waarop  na  ongeiTeer 
30  nur  al  het  iidlum  neergealagen  is.  Hen  «libt 
het  temggebleTea  link  at,  waarna  men  bet  leaidi 
met  talpeterennr,  daarna  met  swarehuor  behan- 
delt. Men  dampt  de  Tloeiitof  in,  tot  al  het  aal- 
Eetenuar  Terdwenen  is,  filtreert  en  Toegt  aait 
et  tiltraat  een  OTermaat  tan  ammoniak  toe,  waar- 
door bet  indium,  liet  lood  en  het  gier  neergeaU* 
gen  worden,  terwyl  link,  cadmium  en  koper  in 
oplossing  bltJTen.  Het  neerslag  wordt  opgelost  ia 
loutinur  en  bet  fütraat  met  een  natriumsulfiet- 
oploasing  gekookt,  waardoor  indinminlfiet  wordt 
neergulagoB.  Na  getuiTcrd  te  ign,  wordt  dit 
pegloekj,  waardoor  net  oiied  ontstaat,  dat  Terhit 
in  een  waterstofst  room,  het  metaal  geelt.  Het  is 
een  wit,  niet  kriitsllgo  metaal,  leer  rekbaar  ea 
lichter  nog  dan  lood.  Het  soortelük  gewicht  ia 
7.42,  bel  smeltpunt  1 54*  C.  Aan  de  lucht  oijdeert 
het  niet.  In  loutiour  en  Tcrdund  iwaTelsnnr  lost 
het  moeilijk,  in  talpeteriuDr  gemakkelgk  op.  Het 
indium  oxwd  IniOi  is  een  geel  poeder,  dat  bg  Tsr- 
warmen  broio  wordt.  In  warme  luren  loet  bet  ge- 
makkelijk op.  De  Tooroaamste  louten  sgn  ïndinm- 
chloriecr(lDCli),iudiumsulIiet  (In^SOi)i),  indinm- 
ammonitmuloin  (InJaO)()).(NB«)>S0t.24HiO)  ea 
iodiumnitraat  (Inf(N(^)i).  De  kleurloote  Tlan 
wordt  door  indiumiouten,  na  bcTochtigd  te  iga 
met  loatsnur,  hlaaw  tot  Tiolet  gekleurd,  waaraaa 
indium  te  herkenoen  is.  Het  ipeetram  bestaat  nit 
een  indigo-bUnwe  en  Tiolette  streep.  Het  atoom 
gewicht  is  114.9. 

IpdlTldti  is  een  voorwerp  als  ondeelbaar  ge- 
heel, Moali  bet  xieb  door  sgn  eigenaanligc  eigen- 
schappen Tan  andere  grigksoortige  Toorwerpen 
onderscbeidt.  Het  indiTidu  wordt  alioo  Tan  d« 
soort,  het  individuetU  van  bet  algemeene  onder- 
scheiden, lerwgl  individtialiteil  juist  het  gebeel 
der  eigenschappen  lanwgit,  waardoor  een  voor- 
werp sich  als  lelfstsndig  wesen,  als  indiTidu  on. 
dereebeidt.  Zie  verder  IiufiMdiMltsme. 

In  il  JTl  dn  al  lam*  is  een  leer,  die  ia  de  psj- 
ebologiicbe  eigenschappen  Tan  het  indiridu  den 
noodsakelgken  en  den  eeaigen  grondslag  liet  Taa 
de  menschelgke  samenlering,  dte  den  maatschap- 
pelgken  Toornilgang  tracht  te  beTorderen  door 
de  Trg'e  ontwikkeling  der  pcreoonlgkbeid.  De  vol- 
making  Tan  den  menscfa,  de  beriMoing  en  Ter- 
betering  door  en  in  hemselt  is  de  eeni^-mogelgke 
en  de  beste  waarborg  Toor  een  gelukkige  saiiKn- 
leTÏng.  Het  indiTLdualiime  is  erenieer  de  tegen- 
stelling TBD  het  eolleetiTisme  als  Tan  het  ituts- 
Boeialisme.  Het  is  als  het  ware  een  protest  tegea 
de  neiging  om  bet  indindn  te  brengen  onder  de 
Toogdg  Tan  den  Staat.  En  daarom  juist  is  bet 
geeniöodern  TeiMhgnael,  maar  bet  tréedtentrad 
steedi  op  als  reactie  tegen  OTcrdreTcn  staatain- 
menging,  telkens  als  deie  bleek  een  bdemsneriDg 


DigilizedbyGoOglC 


INDIVIDUiLISUE— INDO-G-BBUANBN. 


671 


te  zfjn  TOOT  de  muUcbappelüke  ontwikktlin^. 
Toen  in  it  16de  «n  17de  eeuw  bgna  ovenl  m 
Europa  de  Staat  neb  tiad  opgeworpen  als  de  rege- 
laar der  itoftelijke  belangen,  ging  het  veiiet  uit 
van  de  PkfaiokraUn  en  Tan  Admi  Smt'tA  en  de 
op  aque  denkbeeldeo  voortbouwende  liberale 
teho<4  der  eeoDomtsten.  Toen  in  het  midden  der 
]9de  eenw  het  eolleetitisme  het  hoofd  opstak, 
werd  de  etigA  daartegen  aangebouden  door  libe- 
nden  en  ananUsten  en  thans  ziet  het  üidivi- 
dtialitme  ign  Tganden  in  het  ataattgoeiaümie  en 
.  de  aociaalderooeratie.  Een  beliebamin^  Tan  het 
e^Iame  i«  bet  indirtdualimie  allenninst,  erven- 
min  alï  liin  tegenitaudera  lich  altratïten  mogen 
Doemen.  Ëen  algemeene  verbetering  van  maat- 
Khappelgke  toeitsnden  wenariit  het  evenieei  all 
ig,  die  aan  den  Staat  min  of  meer  het  Btoffelöki" 
lot  der  men  teben  in  handen  willen  geven.  Het  on 
derseheid  tnaschen  beide  ligt  in  het  middel,  dat 
ig  aBnwenden.  (Zie  ook  Anarekietne,  OotUtiiviê- 
me.  Liberaal,  PkftioeraleH,  SocMimu,  Staiüuo- 
etalUwte). 

iDdo-BrltBoh  Kttk.  Zie  Indie. 

iDdO-OltilUU  Zie  Franteh  lndo-Cki»a. 

Indo-OUnsawdi*  t&lsn  noemt  men  de 
met  het  Chineeieh  een  geheel  vormende  talen,  die 
geaprokeo  worden  doot  een  reeka  volken  in  Ooat- 
iiifl,  waarvan  de  meerderheid  onder  den  Invloed 
der  Voor-Indie^e  beschaTing  «taal.  Men  vetdeelt 
haar  in  drie  groepen:  de  Tibetaanidi-Binnna)i- 
«ehe  talen,  die  der  Tai-Tolken  (Siomeeioh  eni.) 
en  het  Chineenefa.  De  Uon-Anamische  talen,  die 
er  vroeger  ook  toe  eerekend  werden,  behooreu 
waM-Mhgnlgk  niet  b|j.  De  keunerken  van  demn 
taaletam  lijn;  MnlettergTc^ige  gtamwoorden,  iso- 
leerende  nnaboitw  en   (meestal)  lingende  klem- 

Indo-Enrepaanea.  Zie  Indo-Oehnanen. 

Iiulo-Ctonii&iisii  noemt  men  de  nitgebreide 
Tolkerentamilie,  die  bjina  geheel  Europa  en  een 
deel  van  Voor-Aiiê  (PeniB  en  Voor-lndie)  be- 
woont en  lieh  in  de  laatete  4  eeuwen  ook  over 
Amerika,  Australië  een  deel  van  Noord-  en  Ooat- 
Ane,  Afrika  en  Pol;nesie  verapreid  heelt.  De 
meerdere  of  mindere  verwantsenap  der  takken 
Tan  den  grooten  ttam  onderling  blgkt  zoowel 
uit  den  liehasmBbonw.  als  uit  vele  karaktertrek- 
ken, tooal*  wg  die  in  kunst  en  wetencchap,  in 
godsdienst  en  zeden  en  in  het  alecmeen  in  dé  ge- 
schiedenis der  arionderlgke  volkeren  opmerken. 
Zy  berust  echter  in  de  eerale  en  voornaamste 

f  laats  op  de  taatverwantiehap.  EvenMer  ale  de 
nd o-Germaan sehe  talen  op  een  oertaal  terug  te 
TOeren  ign,  zoo  ook  de  Indo-OermaaDHhe  vol- 
ken op  «en  oervoft,  dat  echter  in  den  loop 
der  eeuwen  vele  vreemde  elementen  in  zieh  heen 
opgenomen.  Met  de  studie  der  Indo-Oermaansehe 
taten  heeft  vooral  Sehleget  een  aanvang  gemaakt 
en  ign  werk  werd  door  Front  Bopp  en  inn  toI- 
gelirtgen  voortgezet.  Naast  den  naam  Indo^r- 
maaniehe  volkeren  vindi  men  ook  dien  van  Indo- 
^Stirmieeache  en  van  ArUehe,  terwgl  de  namen 
Batukriimhe,  Japhetiëehe  en  MiddeUttwitehe, 
3oor  anderen  ingevoerd,   weinig  ingang  beÜen 

Êevonden.  Volgena  de  nieuwste  onderioekingen 
an  men  de  levende  en  nitgeatorven  takken  van 
den  grooten  Indo-Qêmuantehtn  taristam  ver- 
deeleo  in  S  groepen  of  fmnilien,  waarbij  iedere 


taal  eener  groep  meer  overeeokomst  heeft  met 
de  overige  talen  dier  groep,  dan  met  een  taal 
van  een  der  overige  groepen.  1.  De  Arüehe  fa- 
milie omvat  de  Indische  talen,  van  welke  het 
Sanekrit  de  ondate  en  meA  waardige  te  is,  en  de 
Iranisehe  talen,  ook  wel  de  Fetzisdie  genaamd, 
met  het  ond-Periisch  en  oud-Baetriseh  ^end). 
2.  De  ArmeniBche,  vroeger  voor  een  Iranisehe 
taal  geboudé'j,  wordt  thans  ala  een  alzonderlgke 
gro«fi  iKechoDwd.  3.  De  AlbaneestÉke,  vromer  ten 
onrechte  tot  de  Qrieksche  gerekend.  4.  De  Oridc- 
cehe,  omtrent  wier  oodale  vormen  niets  bekend 
ia,  hoewel  ig  vermoedrigk  reeds  vroeg  een  lell- 
standi^n  takgbhad  faébbeDiabetlUTriseh-Tbra- 
ciseh.  5.  De  Italiaehe  talen,  met  het  Latgn  aan 
het  hoofd  als  de  bron  der  ntenwe  Romaansehe 
taten.  6.  De  Keltische  talen,  welke  nagenoeg  ver; 
dwenen  tnn.  7.  De  Qermaansche  talen.  8.  D« 
Baltiaehe-Slavisehe  groep  met  de  fialtisehe  ^- 
thaulseh,  Lettiteh  en  OtM-Pruisisdb)  en  Slaviaehe 
talen.  Van  de  uitgestorven  talen  behoorden  het 
Thraeieeh-PbrjgiMh  en  Illyriaeb  zeker  tot  den 
Indo-Oermaansuten  taaistam.  Ook  in  het  Lign- 
riach,  Etrnekiseh  en  eenige  Klein-Aiittisebe  taïeii 
heeft  men,  deels  ten  onreehte,  Indo^ermaansdit 
idiomen  gezien. 

Hoewel  het  boven  allen  twnfel  verheven  is, 
dat  deze  S  taalgroepen  zich  in  den  loop  der  een* 
wen  dit  een  oorsaronkelgke  Indo-Oermaansehe 
taal  ontwikkeld  hebben,  toch  kan  men  niet  aan- 
nemen, dat  zü  gelöktgdig  naaat  elkander  tgn  ont- 
staan. Volgens  net  gevoelen  van  &iU0teAer  maak- 
te zich  van  het  oervolk  bet  eerat  die  hoofdtak  los, 
welke  zich  vervolgens  weer  splitste  in  Germanen, 
lijthaoera  en  Slaven  en  langs  de  Kaspische  Zee 
langzame rtiand  voorwaarts  rukte  naar  Europa. 
De  tweede  hoofdtak,  die  later  nitschoot  van  aen 
stam,  bevatte  de  jongere  familiin  der  Keiten, 
Grieken  (met  de  Tb  raciacfa  dl  lyrische  atammen)  en 
Ttslianen.  Deze  baande  zich  door  KleinAAiii  en 
over  Thraeie  een  weg  naar  Europa.  De  midden- 
Iwjig  van  deie  was  dis  der  Kelten,  terwgl  de 
Orieien  en  Italianen  nog.geruimen  tgd  dezelfde 

Seweaten  bewoonden  voordat  zg,  hg  verdere  ver- 
eeling,  de  schiereilanden  der  Apenngnen  en  lan 
den  Balkan  ia  bezit  namen.  De  katste  groep,  die 
de  oorspronkelgke  woonplaats  verliet,  was  de 
Arische,  die  der  Indilra  en  Irainlrs.  De  eerste 
trokken  over  het  Himalayagebergte  in  de  Pend^ 
jaab,  waar  de  oudste  hymnen  der  Veda  ontston- 
den, en  verspreidden  zich  verder  over  de  gewee- 
ten  van  den  Qanges.  De  Iraniirs  daarentegen, 
ni^ande  van  bet  oude  BaetriC,  namen  de  gebee- 
le  Hoogvlakte  van  Iran  in  beiil. 

Sekléieher  verdmddgkte  die  meening  door  een 
atamboom,  waarnaar  zgn  theorie  de  stam- 
boomtheorie geooenód  wordt.  Eg  nam  dai 
drie  gromen,  de  Noord-Eurofwesohe,  de  Znid- 
Europeesche  en  de  Asiatiaebe  aao.  Omstreeks 
1870  won  de  meening  veld,  dat  de  taalstam  zich 
eerst  in  twee  groepen,  de  Aziatiscbe  en  Europee- 
sche,  verdeeld  oeeft  en  dat  de  laatste  zich  vervol- 
gens in  onderdeelen  splitste.  Beide  theoricin  gaan 
van  de  veronderstelling  uit,  dat  de  afzonderlijke 
groepen  en  famililn  door  vertrek  en  werkelgke 
scheiding  van  tiet  oerrolk  ujn  cntstaan.  Een  ge- 
heel andere  meening,  volgens  welke  tusschen  de 
afzonderlijke    Indo-Germaanscbe    families    geen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDO-aSIOIiANEN— INDONISISCSE  TAAL8TAH. 


■cherpe  Khetding,  doch  aleehta  geleidel^ke  over- 
gangen liJn  aan  te  Demen,  vond  «eiug  bjJTtl. 
llanB  heeft  de  tt>mboomtheori«  de  meeete  aao- 
fatogeiB  en  men  kan  met  lekertieid  Iwm  eroote 
dialecten  aannemen,  een  weiteljjk  (Grietsch,  Ita- 
liteb,  Eeltiuh,  Oermaanicb  en  miMehien  lllj- 
TÏich)  en  een  ooatei^k,  waartoe  de  OTeiige  talen 
behooicD.  BioDen  die  groepen  nienwe  anderrer- 
deelingen  aan  U  nonen  ia  nog  ni«t  gelokt. 
Sieehia  it  het  waaraehgnljjk,  dat  Keltiieh  en  Ita- 
Itaeh  nanw  aamea  hangen. 

Door  Terc;el^iDg  der  ia  de  Indo-Oenoaanaebe 
tal«n  etjiDologiKb  oTereenkomende  woorden  heelt 
men  gelraebt  den  faetcÉiaTiDgitoeetand  ran  het 
lodo-Oeraiaaniehe  oenolk  r66c  idd  ubeiding 
Taat  te  atellen.  Maar  wat  d«  tad  leenle,  waa 
metital  onroldoende  «u  onbetronwiaar,  iood«t 
et  een  groot  Tendiil  lan  meemogen  twataat  en 
men  lelia  de  mogelgkhekl  ontkent  ooit  ieti  posi- 
tiela  op  dit  gebied  te  weten  Ie  komen,  Met  be- 
hulp Tin  de  ondite  beriehlen  cmtrent  bet  leven 
der  Tolkeien  en  de  praehiatoriache  londalen  kan 
men  vaatatellen,  dat  de  Indo- Germanen,  ten  deele 
tenminit«,  landAoow  ui toelenden  «p  kleine  aehaki 
en  daarbg  eenigv  tamme  haisdieren  (rund,  acbaap, 

Seit,  hond  en  misicbien  varken)  beulen.  Zg  ken- 
en ook  het  paard,  maar  gebrniklen  bet  noch  tot 
trek-,  noch  tot  rijdier.  Kat,  maileiel  en  pltrimTee 
«ntbiaken.  De  drank  waa  d«  mede.  De  rieeht-, 
apin-  en  weefkunit  waren  reeda  uitgevonden.  Van 
de  metalen  was  alleen  het  koper  bekend.  Hen 
woonde  in  eenvondige  hutten.  UïtdrakkingenTan 
den  milhandel.  voor  bet  iMgiip  maat  ea  voor  de 
getallen  tot  100  tgn  «oorbanden.  Hen  kende  boo- 
ten en  roeren,  de  zee  en  het  lont.  De  op  bet 
koopen  der  vronw  bernatende  familie  wat  tuiver 
agnatiacb.  Er  waren  beaamingen  voor  vader,  moe- 
der, lOon,  doehter,  broeder,  initer,  oom,  ichoon- 
doebter,  voor  de  ondert  van  den  man  (niet  van 
de  vronw),  vooi  twager,  acbooninater,  weduwe 
(niet  weduwnaar).  Men  leefde  in  claat,  weer  on. 
derverdeeld  in  groepen  en  familitn.  De  baaia  van 
het  reebt  was  de  bloedwnak.  De  godadienat  be- 
atond  nit  de  aanbidding  der  natuurkrachten  en 
de  vereerisg  der  vooroaden  op  grond  van  een 
*ear  aterk  geloof  aan  de  liel.  Welke  de  antbro- 
pologiiche  lenmerken  der  Indo-Oermanan  ge- 
weest lijn,  ia  moeilijk  uit  te  maken,  daar  lij  in 
de  nieuw  bezette  landen  licb  sterk  met  de  oor- 
apronkelijke  iawonera  vermengd  hebben.  De  oude- 
re geleerden  waren  geneigd  bet  oervaderland  der 
iBdo-Gormanen  in  Ceiilraal..AziR,  ongeveer  in  d< 
hooglanden  langa  den  bovenloop  vau  den  Oiua 
te  toeken,  wat  eebtei  abioluut  onmogeliik  ii; 
nienwere  geleerden  nemen  ons  werelddeel  aan, 
docb  omtrent  de  juiste  plaats  lijn  evenveel  mee- 
niagen,  ala  er  landatieken  lijn,  hoewel  ds  thaorti 
van  bet  gebied  rondom  de  Oost -Zee  veel  aan- 
ban^ri  telt. 

Zie:  Joh.  Sekmidt,  Die  Urbeimat  der  Indoger- 
maoen  (Berlijn  1910)  en  Berm.  Hirl^  Die  IndoKer- 
manen.  Ibre  Verbreitung,  ihre  Urbeimat  nnd  inia 
Knltor  (Sfraattburg  1(^5— 1»07,  2  dln.). 
Indol  (Cja>N)  behoort  tot  de  cTcUscÉit 


pjrrolkem.  Het  ataat  in  nanw  verband  met  de 
indigo,  ondat  men  dete  laatate  verbinding  van 


indol  afgeleid  kan  denken.  Het  eerst  is  het  be- 
reid uit  oiindol  '(dit  uit  indigo)  door  genoemde 
verbinding  met  linkstof  te  destilleeren.  Later  is 
het  pok  verkregen  door  reductie  van  ortbonitro- 
kaneehnnr,  C.H^NO.)GQCIHGOOH,  en  nit  pbe- 
nvlgljeocoU  door  deatillatie  met  kaliumformiaat. 
Uit  ligToIn  kriatalliwert  indol  in  glaniende  blasd- 
jea,  die  bij  S2*  C.  amelten.  B^  den  gewonen  dink 
kookt  het  onder  ontleding  bq  ongeveer  245*;  on- 
der verminderden  dmk  is  net  met  watetdamp 
gemakkelijk  te  vervlucbtigeo.  Bti  herit  een  on- 
aangenamen  reuk.  In  eigenschappen  komt  bet 
veel  overeen  met  pjrriA.  Het  i«  een  Met  nraUe 
baae,  niet  in  staat  om  met  verdunde  nuen  touten 
te  vormen.  Zijn  dampen  klenren  met  loutiuur 
bevoebtigd  dennenfaont  rood.  Verhit  men  indol 
met  chloroform  en  natriumaleoholaat,  dan  ont- 
staan eb i nol ien derivaten,  evenab  pTnol  pyndien- 
deri  vaten  geeft. 

XndolMitl*  noemt  men  ongevoeligheid  voor 
eiken  prikkel  en  een  hietnit  voortvloeinde  on- 
verschilligheid, traagheid  en  lustelooaheidi,  «ea 
toestand  dus,  wauin  de  mensch  niet  licht  door 
aangename  of  onaangename  gébeartemaaen  tol 
handelen  opgewekt  wordt,  maar  het  liefst  In  on- 
gestoorde rust  volhardt.  De  indolentie  kan  aan- 
seboren  i|jn  of  door  afstomping  dar  gewaarwor- 
dingen ten  gevolge  van  inapanning,  lorgen  of 
uitspattingen  ontataaa. 

IndoiMBUI  ia  de  bet  eerat  door  Baatian  ge- 
bruikte benaming  voor  de  eilanden  van  den  In- 
diadtea  ol  Maleiactien  Archipel. 

ladotUMUoh*  tutlatam,  ook  wel  JfnJetaeA- 
Palynetitehe  taaUtam,  noemt  man  de  grooie  taal. 
familie  van  het  Maleitehe  raa  waartoe  ook  behoo- 
ren  de  talen  der  Papoea's,  Negrito'a,  MelaneaiCrt 
en  HieroneaiBrs.  Dit  ras  bewoont  de  eilanden  der 
Austraal-Aiiatiaehe  Middeliee,  van  de  PhiUppü- 
neo  tot  en  met  Nieuw.<}QiDe&,  samen  wA  wel 
/«foneatü  geheelen,  benevena  MelaneaiB,  Microne- 
si<,  Poljneaii,  Njenw  Zeeland  en  Madagaskar,  ala- 
mede  het  achiereiland  Malaka  en  bet  binnenland 
van  Formosa  en  omvat  bgna  SO  miilioen  men- 
aehen,  waarvan  3S  miilioen  onderdanen  van  Ne- 
derland ign.  Alleen  Java  met  Madoera  telt  meer 
dan  80  miilioen  bewonen,  waarvan  ongeveer  20 
miilioen  een  en  deielfde  taal  apteken,  het  Ja- 
va a  n  a  e  b,  terw^l  in  bet  W.  van  dit  eiland  de 
Soendaneeaebe  taal  door  6  miilioen,  in 
het  O.  en  op  Madoera  betHadoereeaeb  door 
4  miilioen  zielen  gesproken  wordt  (lie  Java).  Het 
Ualeiaeh  (xonder  het  Menangkabanaeh)  wordt 
door  minstens  3  miilioen,  bet  Balineeach 
door  l'/i  miilioen,  het  A  tj  ehsch  door  */>  ">''- 
lioen  menachen  gesproken,  terwgl  de  overige  3 
miilioen  bewoners  van  Jntulinde,  wier  taal  tot 
deien  atam  behoort,  uit  BaUka,  Redjangere, 
Lampongers,  Niaasera,  Dajaks.  Boegineeien,  Hi- 
kasaren  en  Alfoeren  op  Celebea,  de  bewoners  de 
Kleine  Soenda-eilandHi,  Kieuw  Qninea  eni.  be- 
staan. Vooral  in  O.  Insulinde  en  bniten  den  Ar- 
chipel is  bet  aantal  dialecten  en  gouwapraken 
leer  groot,  en  enkele  worden  alecbts  door  eenig* 
bonderdea  of  daiienSen  inlanders  gebruikt.  Hel 
Tagalaaaeh  wordt  door  Vt  miilioen  men- 
achen op  bet  eiland  Luion,  bet  BiBajaascb 
door  2'Jt  miilioen  menaeben  op  de  eilanden  tna- 
adien  Luion  en  Hiadanao,  het  B  i  k  o  I  op  het 


DigilizedbyGoOglC 


INDONESISOHE  TAAL8TAM— INDRAOIRI. 


673 


Z.0.  Bchiereiluid  Tin  Loion  door  '/«  raiUioen,  het 
Hftlagaiiseh  door  6  miOioéii  op  Hadagukar 
gesprokoi. 

Bö  bet  H&leisehe  ru  hebben  de  kroeshuise 
sttmneD,  die  hiei  ea  daar  te  midden  ot  in  de 
nabjibeid  der  IndonesiSrs  woaen,  boa  ooripn»- 
kelgie  taal  Tenriascld  met  die  «eoei  Indonssiicbe 
goirwtpnak,  loodat  hier  dnt  rufergchïl  en  taal- 
Teracbil  niet  lameDnan.  Daarentegen  hebben  de 
etammen,  die  ten  O.  ran  Celebee  tat  md  de 
gnn»D  Tan  Oeeanit  wonen,  tin  het  Toortwaart«- 
treUcn  een  deel  der  medeklinkera  van  den  oor- 
apronkell^en  taaliehat  Teiloren,  loodat  de  klin- 
ken  in  de  nitloopert  *«n  den  onden  taalïtam 
OTerheeTtehend   ign   geworden.   Verdei   leert   de 


teiteh»  in  het  W.  en  de  AUotnefm  in  het  O.  van 
den  Archipel,  welke  tarnen  de  Indiiehe  af- 
deelin^  uitmaken,  terwgl  de  Oeeanitek» 
aMe«Itnjr  e*eaeent  twee  tamiliSn  omrat, 
voortgekomen  nit'de  Alfoeraehe,  n.  1.  de  Mdmui- 
tehe  en  de  Polynetiicht. 

Geen  der  pogingen,  dooi  Senbromur,  Van  dtr 
Tuuk,  Dt.  Brandt*  e.  a.  gedaan,  om  een  Kheiding 
en  onderteheiding  in  den  Indoneiisehen  taaietam 
te  maken,  beeft  algemeene  instemming  geTonden. 
De  Maleitehe  tsalhnilie  kan  weer  in  onderschei- 
den groepen  geiplitat  worden,  n.l.  I.  de  Snma- 
tiaantehe,  omrattende:  o.  het  Haleiich,  6. 
bet  Menangkahanaeh,  e.  het  Batakieh  en  d.  het 
Atjehtcb;  2.  de  JaTaaniche,  beitaanda  nit: 
a.  het  Soendaneeseh,  6.  het  Javumeb,  e.  bei 
Madoeieeseh  en  d.  het  Balineeech;  8.  het  Da- 
jakech  op  Bomeo  met  iqn  tairnke  dialecten  en 
goDWipniken.  Bg  de  Altoersebe  familie  vallen  te 
oDdeiuheiden:  1.  de  Phi  1  i  ppq  n  lehe 
gioep,  2.  deNoorikAlIaereflbegioep 
op  de  Sangir-  en  de  Talaoelei landen  en  in  de  Hi- 
nabass.  8.  de  Z  n  i  d  -  A  1  f  o  e  r 
Z.-Celebet,  4.  de  O  oi  t- AH oeiiclie  in  de 
Holnkken,  met  nitionderiug  na  fi.  de  Teina- 
taanaehe  op  en  Dabg  Temate,  en  6.  De 
Klein-Soendaiehe  na  Bali  lot  Timoi. 
Tot  de  AlfoeiMhe  familie  behooren  verdei  bet 
ïliaêeh  en  het  Matagasifeh.  Het  HelanesiKbe  om- 
vat twee  gioepen;  1.  de  Papoea'icbe  cp, 
om  en  beoosten  Nienw-Ouinea,  en  2.  de  M  i  e  i  o- 
netieehe  in  Mieioneaie.  Bg  de  Pol^esiiche 
taalfamilie  f  allen  de  begiippen  groep  en 
familie  eaoten,  deze  tieboort  thuis  in  Polv- 
neeie,  op  HieQ  w-Zeeland  en  op  de  Sandwieo- 
eilanden. 

In-,  door-  «n  nltroerraohtan.  Zie  Be- 
tehtrming  en  Tariefteelgeving. 

Indoplwnelan  tjjn  evenals  indaninen  (lie 
aldaai)  gtoen  lot  blanw  geklemde  veifet^ten.  Z^ 
onlriaan  evenal»  de  laatste  door  inwerking  van 
ehinonehlooitmied  en  dergelijke  ttottei]  on  phe- 
Doleo.  Teehniteh  belangrgk  Ji  het  in  den  handd 
Tooikomende  indopheiMl  het  napbtoHtUnw,  dat 
door  ozydatie  van  dimethvlparapbenjleen'-dia- 
mine  en  «-naftol  in  alkalieehe  oploBiing  ver- 
kregen woidt.  Men  beieidt  hieroit  door  verhitting 
met  dmiveniniker  en  loog  het  loogesasmde  In- 
dophenolwit  dat  als  «en  gele  pasta  veibandeld 
wordt.  Het  vindt  alt  zoodanig  in  de  verveigen 
toepauiog,  daai  het  lieh  op  de  veieU  tot  ia- 

IX. 


dopbenol  oxydeert.  Het  wordt  dikwgla  in  de  in- 
digoknipen   toegevoegd. 

Indor  (Indore,  Indaur),  een  Britsch-Indisehe 
vaulstaat  in  de  prorineiei  Nimar  en  Halwa,  be- 
staat nit  viei  gebieden,  samen  21  755  v.  km.  croot 
met  een  bevolking  van  (1911)  979360  iielen, 
meest  Mahiatten,  weinig  lEindoe'e,  lerdec  Oond, 
Bhil  eni.  Het  land  woidt  goed  beuiroeid  door 
den  nui  den  Gangee  stroomenden  Tsjambal  en 
den  Narbada.  In  de  boBseheti  en  dsjungela  vindt 
men  koitbtie  houtsoorten  (teakhoat)  en  een  me. 
nigte  wilde  dieiei  (t^xere,  Uipaarden,  buffels 
enz.).  De  vrnehtbare  bodem  brengt  tarwe,  rgst, 
olieiaad,  tabak,  inikerriet,  opinm  en  katoen  voort: 
dit  laatste  wordt  ïn  verschillende  fabrieken  ver- 
werkt. Eea  op  kosten  van  den  vorst  aangel^de 
spoorlgn  bni^  bg  Khandwa  van  de  Bomba; — 
AUabadljjn  al  en  gaat  over  de  stad  Indor  naai 
de  lijn  Baroda — ^Khupoer.  De  vorst,  een  Mahrat, 
voert  den  titel  koUcar,  be«dukt  over  8590  man 
met  24  itnkken  geschut  en  heeft  een  jaarljfkteh 
inkomen  van  70  millioen  roepgen;  ign  betalingen 
aan  de  Brittehe  regeering  voor  een  militair  con- 
tingent heeft  hjj  afgelost.  Br  zetelt  een  politieE 
agent,  die  recbtstreekt  verantaoordelgk  Js  aan 
den  gouvernenr-generaaJ. 

lador,  de  hoofdstad  van  den  gdgknamigen 
staat,  is  gezond  gelegen  aan  den  linkeroever  der 
Katki  en  aan  de  epoorlijn  Ehandwa — Baioda — 
Kbanpoer.  Zg  bezit  een  paleis  van  den  holkar 
met  een  groot  park,  een  mnnt,  een  hot^sehool, 
een  groole  katoentabriek  enz.  Op  eealgea  afstand 
ligt  op  een  aan  Engeland  afgestaan  stok  grond 
het  paleis  tan  den  politieken  agent,  een  bazaar, 
een  groote  opium opslagpUatB,  een  hospitaal,  het 
Radsjkumar  College  en  Daly  College  tot  opvoe- 
ding van  voorname  jongelingen  nit  Centraal-In- 
diS,  en  de  kazernes  tot  beteherming  van  dea 
agenl.  De  stad  lelde  in  1911,  toen  er  de  pest 
beeraehte,  44947  inwonert,  doch  een  daarna  ge- 
houden lelling  gaf  een  totaal  van  68733  inwo- 


disehen  tijd  vereerd 
werd,  was  voorn amelgk 
eert  oorlogsgod,  die  in 
den  strgd  met  den  dae- 
mon  Vilra  (oorspronke- 
Igk  de  veipersoonlö- 
king  der  drw^te,  zege- 
viert, evenals  in  den 
Hanneuslag.  Vandaar  ii 
hg  bet  ideaal  van  een 
strijdbaren  held  en  de 
lieveling  van  bet  om 
woonplaatsen  itr^ende 
volk.  In  den  Brahmaan- 
eehen  tgd  ii  hg,  even- 
als vele  andere  Tedf- 
eebe  goden,  tot  een  der  .  j 

acht       wereldbewakere  ""*"■ 

verlaagd    en     wel    van 

het  Oosten.  SS  heeft  een  praebtig  paleis  in  den 
Svarga  (Hemel);  zgu  gemeliu  is  Catsji. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INDBIflABI— INDRE-ET-iiOIIIE. 


ot  de  ri*ie[  tu  Indnigiri  met  haar  igtakken  «a 
Rranit  ten  O.  md  d«  mc,  t«n  Z.,  W.  en  N.  ub 

da  UadKhappen  Reteb,  EwaalaD,  Mandih  en 
QMCDg.  Het  Mitut  ait  iMglud,  dat  in  de  na- 
b^heid  Ata  kaït  leti  moenni^  ii,  tervgl  ook 
het  gebied  luss  den  KwHtan  dikwjjle  dooi  over- 
gtroomingen  det  imn  oadet  water  wordt  geiet. 
OreriMDt  «ertoont  de  iradem  liettellde  karakter 
all  elderi  in  de  laagtlakte  lan  Ooit-Snmatra  (lie 
aldaar). 

Indragiri  ii  leer  lehraal  bewoond,  aoodat  het 
lielental  op  SO  i  40  000  wolUt  reKhat.  De  be- 
TolktDg  wordt  ondeiMbeiden  in  Ualeiert  en  Ha- 
maq'i;  in  de  hootdplaati  en  verder  langs  den  be- 
nedenloop van  den  Kwantan  woont  een  klein  aan- 
tal Chineeien.  De  Maleiera  wonen  lang*  ol  nabjj 
de  gToote  rifieren  en  lijo  Uohammedancn,  de  Ma- 
maq'e  daarenl^en  lieidenen;  faon  taal  is  tetwut 
met  bet  Menangkabaoseh.  Zg  ign  verdeeld  in  9 
•oekoet.  Hootdmiddel  Tan  beitaan  ii  landboaw. 
TOoral  rÖBlbonw,  hoewel  ook  sago  beieid  en  ta- 
b^,  koffie  en  katoen  aangeplant  worden.  Verder 
TenairaeleD  ïjj  boschprodaelen  en  Toeren  hout 
nit.  Op  een  paar  Europeescbe  ondernemingen 
worden  liberiMotfie  «n  gambir  gekweekt. 

Eet  rokje  wordt  beaUnid  door  «en  loltan  en 
gtaat  aeoert  1838  onder  Nederlandich  opperge- 
ug.  Eent  in  1878  werd  er  een  NederkudMli 
ambtenaar,  n.  1.  een  eontrolenr,  te  Bengat  geTee- 
tigd  en  Tan  toen  af  nam  ome  inTloed  er  meer  en 
meer  toe. 

Xiidr*Clii  ie  de  naam  eener  afdeeling  Tan  de 
residentie  Ri 00 w,  omiattende  het  rokte  van  dien 
naam  (lie  aldaar).  beneTeoi  de  landMtiappen  Re- 
teh,  Quieng,  Iga),  tUsndah,  Eatcman  en  Danei 
op  de  Oostkust  lan  bet  eiland  Sumatra.  Zg 
wordt  bettnnrd  door  een  controleur,  die  in  de 
hootdplaati  Rengat  tetelt  en  rechtitreeks  onder- 
geschikt is  aan  den  reeident  tan  Riouw. 


eiland  Java.  Zn  beslaat  een  opperTJakte  Tan  471 
T.  km,  en  wordt  begrensd  io  net  N.  door  de  Ja- 
Ta-Zee,  in  bet  W.  door  de  residentie  BataTia, 
in  bet  Z.  door  de  Preanger  R^nttehappen,  in 
bet  O.  door  de  afdeelingen  Hadjalenka  en  Che- 
riboD  der  residentte  Cheribon  en  door  de  JaTa- 
Zee.  Indiimajoe  Tormt  één  contrSle-atdeeling,  Ter- 
deeld  in  S  goHTernementediit rieten:  Indramajoe, 
R»rangampel  en  Sleman,  beneTens  8  districten, 
bebootende  tot  de  particuliere  landergen,  en  wel 
4  tot  Indramajoe  West  (lie  aldaar)  en  4  tot  Kan. 
daKbaoer  (lie  aldur).  De  bodem  ii  Tlak  en  in 
het  W.  moerasne,  De  Tji-Hanoek  atroomt  Tan  Z. 
naai  N.  er  doorheen.  Het  land  IcTert  nitalaitend 
rgit  en  wel  Tan  een  Toortreflelgke  hoedanigheid. 
Tot  deie  afdeeling  behoort  o<A  het  in  de  Jata  Zee 
gelegen  Boompjeieiland.  Bootdplaate  is  Indra 
majoe  (zie  aldaar). 

Xndramajos  ia  de  hoofdplaali  der  gelijkna- 
mige afdeeling  (lie  aldaar)  Tan  de  residentie  Che. 
ribon  op  het  eiland  JaTa.  Het  aantal  inwoners 
bedraagt  (1905)  15  672,  waaronder  54  Enropea- 
nen.  1972  Chineeien  en  733  Arabieren.  Thini 
een  plaatsje  Tan  weinig>behnc,  Tormde  bet  bg  de 
komit  der  Portugeezen  en  Nederlanders  in  den 
Archipel  «en  helangrgke  handehplaats.  Toen  lag 
bet  Termoedelgk  dichter  bg  de  kuit,  waarvan  het 


door  de  aanslibbing  der  XJi'Manoek  steeds  teider 
Terwgdetd  raakte. 

XDAramaJo*  WHt  is  de  naam  Tan  een  der 
grootste  pattiCDÜere  landergen  op  Java,  75  000 
Douws  groot  met  een  bevolking  Tan  73  000  zie- 
len. Het  land  is  gelegen  in  &  afdeeling  Indra- 
majoe der  residentie  Cheribon  en  Terdeeld  in  4 
districten,  n.  1.  Pasekan,  Lobenec,  Oedjong  en  Dia- 
ti-Toedjoe.  Rgstland  bg  nitnemendheid,  prodo- 
ceert  het  een  der  beite  rgetsoorten  Tan  JaTa,  de 
bekende  Indramajoe-rjiit. 

Xndrapoar»,  Pitk  van.  Zie  KoniUji. 

Zndrs,  een  tg ri vier  Tan  de  Loire,  geeft  haar 
naam  aan  2  departementen  in  Middel-Frankrgk 
en  oDttpringt  in  de  bergen  van  6t.  Marien  in  het 
departement  Cher.  Zg  stroomt  noord  westwaarts 
OTer  La  Cbltre,  ChAteanronx,  Loches  en  Uont- 
baion  door  een  Troebtbaar  en  mooi  dal  en  mondt 
30  km.  beneden  Tonrs  in  de  Loire  ait.  De  rivier 
is  245  km.  lang  en  niet  beTaarbaat. 

Indr»,  een  Franseh  departement,  gevormd 
door  bet  weetelgk  gedeelte  van  de  o^ide  prorineie 
Berrv  en  kleine  gedeelten  Tan  Oiléannais  en  Har- 
ehe.  telt  op  6795  T.km.  286  673  (1911).  Het  land 
Il  Tlak  en  verheft  lich  in  het  iniden  slechts  ter 
hoogte  Tan  459  m.  en  behoort  met  de  Cher,  de 
Indre  en  de  Crense  tot  het  stroom^bied  van  de 
Loire.  De  rechter  atyti  der  Indre  is  bedekt  met 
poelen  en  moerassen,  die  door  ecbadelöke  uitwa- 
semingen de  Ineht  ongetond  maken.  In  de  OTerige 
deelen  des  lands  is  bet  klimaat  laebt  en  aange- 
naam en  de  bodem,  met  oitiondering  van  eenige 
landvlakten  en  bossehen,  zeer  vrachtbaar.  Toeb 
staat  de  landbouw  nog  op  lagen  trap.  Verbouwd 
worden  graan,  haver,  inikeibieten,  beroemde  ku- 
tandes,  wrft,  hennep  en  wga.  Uen  vindt  er  uit- 
gestrekte wei.  en  hoDilandêa,  loodit  dé  Teeteelt, 
inionderheid  de  schapen  fok  kerg,  bloeit.  Het  delf- 
stDfFmrnk  levert  gier.  steenen  en  marmer.  De 
belangrgkBte  takken  Tan  ngverheld  tgn  gier»mel- 
terg  en  lakenveverg,  verder  vindt  men  er  papier-, 
katoen-  en  hoe  den  fa  brieken,  tp  inner  jjen,  looierg- 
en, pottebakkerijen  mz.  Het  verkeer  wordt  bevor- 
derd door  de  spoorwegen  Tonloose — ^Parqs  en  La. 
Cbltre — ^Tonrs.  Het  departement,  dat  Chlteau- 
roui  tot  hoofdstad  heelt,  wordt  verdeeld  in  de  4 
arrondissementen  Chiteauroni,  Le  Blanc,  La  Chl- 
tre  en  Issoudin. 

Xndr«-4t-Iiolr«,  een  Franseh  departement, 
gevormd  nit  de  voonnalige  provincie  Touraine 
met  kleine  gedeelten  van  Orliannaia,  Poitou  «n 
Anjoo.  (eit  op  6114  v.km.  (1911)  341205  inwo- 
ners. Hel  land  is  bgna  geheel  vlak  en  behoort 
tot  het  stroomgebied  der  Loire,  die  het  nagenoeg 
in  2  helften  verdeelt  en  er  den  Cher,  Indre  en 
Visnne  opneemt,  De  landen  nahn  de  Loire,  be- 
dekt met  rivierslib,  »gn  zeer  Truehtbaar,  waarom 
Tonraine  den  naam  ontving  van  „Tuin  Tan  Frank- 
rgk".  Het  plateau  van  Falunières  levert  een  nit- 
mnntende  soort  mest.  De  hooger  gelegen  streken 
zijn  rgk  aan  wouden  en  wnngaarden,  maar  bevat- 
ten ook  landige  heiderelden,  die  eehler  langaa- 
merhand  worden  ontgonnen.  Bjjna  '/«  der  opper- 
-lakte  levert  niets   op.    De   belangrijkste  voort- 


brengselen zgn  er  graan,  hennep,  tui,  ooft 
bovenal  wnn.  Aan  den  wgnbouw  namelgk    -  ' 


DigilizedbyGoOglC 


INDiBEiEn'iOIBE— INDtTCTïïBOTROOTfBN. 


eia.  nsD  aeen  ei  laoiicKea  ibd 
idea  itoffen,  looienien,  BpJIker-,  vn- 
1  papieif&bnden.  BeUngrók  ign  a« 
[en  <a  boekdrakkergeD.  Oe  iikaiü 


vMleelt  ia  er  *mi  mlnig  b«Iuig,  ereDal»  <k  ta- 
brieksDgverheid.    Hen    heeft   ei    fahriekeo    tad 
woIlcD  an  vjioi 
fen-,  ketel-  en  p  _ 

gewgerfftbricken  <a  boekdrakkergeD."!^  üaiü 
wordt  door  Koede  watenregen  en  75  ipooTlgDen 
bevorderd.  Het  departement,  io  de  3  anondiase- 
menten;  Toon,  Cfainon  en  Loch«i  verdeeld,  beeft 
ToQTg  tot  hoofdatacL 

Indriyam  >b  de  ttebeeciching  der  linnen  io 
de  Yogaibëoetening.  ÜÜt  ign  de  tien  niterlijke 
handelende  krachten:  de  Tïjf  linnen,  die  gebruikt 
worden  voor  WAarDeming  beeten,  Jndt\a-indriyam, 
6»  rgf  Toor  fa^andcling  Karma-indriyam. 

Indaotlckhw.  Zie  RHkmkortf. 

IndDetlamaolilii»  ii  in  het  algemeen  elke 
machine,  welker  werkwgie  benitt  op  het  Ter- 
MbqnMl  der  eleettomagnetiKhe  indncüe.  Zie  ook 
Ehetriteermaekine. 

IndDOtlsmoter  ii  eea  andere  naam  toot 
ati/itekrone   dTaaütTDommotor    (lie   Sleelromolo- 

Isdnotle-OTan  wordt  gebrnikt  bg  de  berei- 
ding Tan  metalen  t.  n.  1.  vas  etaal.  Het  staal 
wordt  bierbg  ten  gevolge  der  door  de  Epoelen 
Tloeiende  wiggelitroomen  opgewekte  Foaeamtgehe 
(troomen  loo  boog  verbit,  tot  het  metaal  de  voor 
het  proces  verelKhtt  temperatnnr  bereikt  (lie 
Eleeltitehe  Oven  en  fowouJtaefte  Stroomen). 

IttdaetleTavelaoT  is  eeo  verktnig,  dat 
dient  om  in  een  electriach  wieeeUtroomnet  phaae. 
vertehniving  tnsschen  stroom  en  spaanjng  (lie 
Induetie)  te  kunnen  regelen,  meestal  om  deie 
phaMTerichniTing  zoo  gering  mogelgk  te  doen 
^n.  AIb  indnetiuegelaar  zgn  uitstekend  te  ge- 
brniken  op  het  net  aangealoten  eynebroDe  moto- 
len  (lie  Sl«etromoloreH),  die,  zoo  men  den  t«- 
krachtigingsstroom  Tan  bet  veld  verhoogt,  of, 
looaU  men  dat  nitdrukt,  het  Teld  OTerbekraeh- 
tigt,  een  zelfde  werking  niloefenen  ala  erai  in  het 
net  eeiehakelde  condensator  <iie  Imtaetie),  zoa- 
dat dns  de  phaseTeraehaiving,  die  door  de  in- 
ductieve belMtïDgen  (ne  tndueUemye  veentand) 
wordt  teweeggebracht  door  de  etpaciteitswerkiné 
van  den  iynenroneD  motor  weer  woidt  verminderd 
of  opgeheTen. 

ZndVQtlMtroonwn  noemt  men  de  door 
Faraday  io  1831  ontdekte  electrische  stroomen, 
die  ontstaan  door  de  bewef^ing  Tan  een  geleider 
in  een  magnetïMh 
veld.  Verplaatst  men 
een  koperdraad, 
waarvan  de  uiteinden 
met    «en   gevoel igen 


3üE 


s 


klvanometer  T«rbón- 


den  iqn,  door  een 
masnetiscb  veld,  dan 
wqkt  degslvanometeT 
at;  in  d«n  draad 
wordt  dns  een  elec- 
iromotoriache    kracht 

"•'-l'-^TT™"""  opgewekt.  De  groot- 

stroomen. t,^%,„    j^^   |^3^h( 

Ugkt  evenredig  ts 
ign  met  bet  aantal  krachtlqnen,  dat  de  ge- 
leider b^  de  beweging  doorsngdt;  een  inule 
verplaatsing  geeft  een  kraehligen,  maar  korten 
stroomstoot,  terwql  een  langzame  beweging  een 


Bwakkeren  stoot  van  langeren  dnnr  geelt.  Vooi 

d«   lichting  van    deze  kracht   geldt   de   regel: 

Plaats  de  linkerhand  uto,  dat  de  fcraditlijnea  aen 

rng  binnendringen  en  de  gestrekte  dnim  de  rieb- 

ting     der     beweging 

aangeeft,    dan    geeft  ts 

de  wijïviagec  de  rich-  \ 

ting  der  kracht 

Yerplaatst    nten 

geleider  A  B  (fig. 


treedt  er  een  indne- 
tieatroom  op  volgen: 
de  lichting  der  pgl. 
Als  de  geleider  A  B 
C  D  (fig.  2)  om  de 
door  (k  sUi^lga 
BS     ge- 


r.  1)   1;:.^-:| 

dt     N     :J-:   Z 

ïe?,s    I-  -  ^  -  -I 


i;r 


draaüi  wordt,  dan  inf- 

tendeisilBenCi).  Fig.  2.  Indnetie- 

opgeweklfi       «loetro-  stroomen, 

motorische   krachten 

elkaar  versterken,  loodal  de  indnetiestroom 
krachtiger  wordt.  Deie  stroom  is  echter  oiet 
voortdurend  even  sterk,  want  na  een  draai- 
ing van  90»  lal  de  beweging  vwi  A  B  en 
Ou  evenwijdig  aan  de  magnetische  krachtinnen 
zijn,  er  worden  dan  dos  geen  krachtlijnen  door- 
sneden, zoodat  de  stroomsterkte  nul  is.  Bg  ver- 
dere draaiing  neemt  dete  weer  toe;  nu  is  de  rich- 
ting efbter  joist  tegengesteld.  De  maïimnmaterk- 
te  wordt  bereikt  na  180»  draaiing,  om  tot  270» 
weer  at  te  nemen.  In  den  slnitdraad  ontstaat  diu 
een  wisselstroom.  Door  een  Btroomwisselaai  (sis 
aldaar)  aan  te  brengen  kan  deie  wisselstroom  om- 
gezet worden  in  een  gelgkstroom.  Vervangt  men 
den  magneet  door  een  electiomagneet  en  den  en- 
kelen geleider  door  een  drsadktoe,  dan  is  bet  mo- 
gelijk cp  deie  wgze  krachtige  rnducties troomen 
te  verkrggen.  Op  dit  beginsd  berusten  de  mag- 
neto't  en  dynamt/i  (zie  deze  artikelen).  De  rich- 
ting van  dea  ind  acties  troom  kan  ook  gemakkelijk 
afgeleid  worden  mt  den  door  Haswell  gegeven 
regel.  Ziet  men  in  de  richüng  der  kraehtlgneD 
naar  den  geleider,  dan  ontstaat  bg  draaiing  een 
tegenviV'eTÊtToom,  als  het  aantal  kracbtlgnen,  dat 
dooi  den  geleider  omvat  wordt,  loeneemi,  en  een 
wjiwsfrooin,  ais  dit  aantal  afneetnl.  Volgens  de 
*eet  van  Len%  hebben  de  ^Indnoeerde  stroomen 
steeds  een  zoodanige  richting,  dat  de  bew^lng, 
waardoor  ig  ontstaan,  wordt  tegengewerkt.  Het 
electriseb  arbeidevermagen  van  deie  stroomen 
wordt  dns  geleverd  door  den  parsoon  of  de  ma- 
chine, die  den  ffeleidei  in  draaiing  boadt. 

Hen  ksn  wA  een  isdnctie^room  opweUwft 
door  den  geleider  in  rost  te  laten  en  het  magne- 
tisch veld  te  bewegen.  Wordt  bgv,  een  m^neet 
van  bniten  at  gebracht  in  de  holte  van  een  draad- 
klos  (tig.  S),  dan  loopt  er  in  de  windingen  hier- 
van een  stroom,  zoolang  de  beweging  van  den 
magneet  danrt.  Bg  verwüdaring  is  de  indncUe- 
Btroom  tegengesteld  gericht. 

Tot  dusver  werd  öt  de  geleider,  èl  het  magne- 
tisch veld  verplaatst.  Het  is  echter  dnidelgk,  dat 
ook  een  indnetiestroom  in  een  ^leider  Ül  ont- 
staan, als  in  een  nabnrigen  geleider  een  stroom 
word*  gesloten  of  verbroken.  Immers  ook  hier- 
door wordt  de  eente  geleider  plotseling  geplaatst 


DigilizedbyGoOglC 


INDUCnËSTBOaUUN— INDDS. 


in  een  Éugnetiieb  TeM  ot  plotteling  faiernit  *er- 
«gderd.  Id  bet  ««nt«  ^«nl  ia  de  riehtiog  vu 
dcD  isductiestroom  ■!■  b|j  Didering  vu  een  mw- 
neet,  in  het  tweede  gevii  lU  bg  Tenrgdering.  Ds 


I 


Fig.  3.  IndnetiMtroomen. 

dubbele  pjjl  in  fig.  4  geeft  den  inductiestroom 
UD  b|j  ilnitine  vu  den  prtmairen  atioom,  de 
diieroadig»  pöfdien  bg  veAreking.  Dur  de  ver- 
andeiing  van  het  mi^etiteh  veld  leer  loel  ge- 
■ebiedl,  ttl  de  indnetiestroom  krachtig  ign,  maar 
Bleebte  kort  duren. 
Om  op  deie  wg^ie 
leer  eterke  iodnetie- 
stroomen  te  k^gen, 
legt  men  enkele  win- 
dingen »«n  een  dik- 
kea  primairen  diaad 
A  om  een  week  jjie- 

een    leer   ^root   aan- 
tal     windingen   van 
een  dunnen  geeandai- 
Fig.  4.  Indnetie-  ren  draad  B.  Wordt 

ttroomen.  nu   de   etroom  in   A 

beurteil  nea  gesloten 
en  verbroken,  dan  ontstaan  in  B  krachtige  indnetie- 
atroomen.  Hiervan  wordt  rebmik  gemaakt  bij  den 
MdueficUot  van  BHkmkorft  (lie  Rukmkortt), 
Niet  alleen  echter  in  den  seeandsiren  geleider, 
maar  ook  in  den  primairen  draad  lelve  lal  bg 
■Initing  en  verhrekins  van  den  stroom  een  indne- 
tieairaam  optreden,  daar  ook  rondom  deien  ge- 
leider het  magnetiteb  veld  verandert.  Ale  de 
'stroom  in  een  geleider  gealoten  wordt,  lal  de 
eerste  hoeveelheid  eleetriciteit,  die  door  den  draad 
gaat,  een  iwak  magnetiseb  veld  opwekken;  dit 
veld  veroo naakt  een  induetieatroom,  die  den 
hoofditrocm  tegenwerkt.  Daar  deie  echter  elechlB 
<^tr«edt,  loolang  het  magnetisdi  veld  verandert, 
ui  de  itroomsterkte  voortdurend  toenemen  tot  de 
maximumwaarde  bereikt  is.  Is  B  de  electromoto- 
risehe  kracht  vu  den  hooldstroom,  e  die  van 
den  isdnctieitroom,  en  t  de  ttroomtterkte,  du 


is  j  ^  lï  —  e.  Na  eenigen  tnd  —  die  altp  mi 
Uein  ie  —  ie  e  ooi  geworden  en  behondl  dt 
stroom  dus  iga  maximum  sterkte,  Bg  het  vedn- 
ken  treedt  er  een  indnetieitroom  op,  'dit  g^ 
gericht  is  met  den  hoofdatroom.  Deie  ainub» 
men  luUen  aauiienlgk  kunnen  worden  ala  rondiw 
den  geleider  een  steik  magnetiieh  ttU  ontttu: 
(bgv.  bg  windin^n  rondom  een  gieren  ken)  h 
■b  de  verandering  der   stroomsterkte  leer  ehI 

Seiriiiedt.  Om  laatatgenoemde  reden  ii  ie  ii- 
uetiestroam  bü  het  verbreken  steedi  veel  krul)- 
tiger  dan  die  bg  het  alniten  (ue  verdei  Z«Ui» 
dtictU). 

Toor  de  inductieitroomen,  die  optreden  in  aw 
«t«H  geleiden,  verwjjien  w«  uai  bet  artitd 
FoiteaMt$ehe  ttroomn.  Omtrut  de  nhjaiolagiiib 
werking  der  inductiestroomen  lie  ÉtMttiÜenfii. 

IndnotlawTtla  w—ratooJ.  E»  tii^ 
scfae  stroomketen  beiit  een  indnetievrgn  ncr- 
itand,  (Il  die  ketea  geen  leUiDdDetic  Mt 
MeetUI  echter  noemt  men  den  weerstaid  iidv- 
tierig,  ale  deie  lellinduetie  piaetiseh  leei  geiif 
is;  100  bgv.  faeiitten  doeilampen  een  viïwd  It- 
ductievrgen  weeritana.  Toor  nanwkearip  m 
tingen  worden  weerstuden  vervtaidi^rd,  die  ii 
nog  veel  hoogere  mate  indnetievrg  ign,  i.  g.  Ui- 
laire  weentuden,  waarbg  de  weeittudidiiid  ii 
bet  midden  gevou- 
wen is,  en  de  tiree 
dna  ontstane  helften 
vUk  tegen  elkander 
ign  aunlegd,  Kodat  Indnctievrge  i 
er  touuien  die  twee 
diaadhelften  bjjna  geen  kracbtlgnen  unét 
ign  (lie  lig.). 

Wiaaelatroomweeritud  en  Obmiehe  ■«'»'' 
ign  bier  dna  vigwel  volkomen  gdjk  (lie  laö» 
tie).  Il  durentegen  wel  leirindnetie  aaieoig,  »> 
noemt  men  den  weenttuid  iadnetiet 

IndnotlawMntaiid.  Zie  l^iKlmr 
weertUmd. 

Indnllnm  vormeB  een  gro^  vu  f*™"! 
•toflen,  beboorende  tot  de  ebineniniid  Ucarw- 
len.  De  stmetaar  vu  deie  itoQei  {■■)«{■■ 
lekerbeid  bekend.  Men  veArggt  h  tq  ^aw- 
ming  vu  pTramidoaMlicbamen  met  "'^'^ 
in  tegenwoo^igheid  van  mioerale  iiRi-  *~.~^ 
van  deie  verfstoffen  is  minder  moei  dn  y*  *" 
andere  teerkleuutoffen;  >|j  ign  eetW  *t  S°™ 
beiUnd  tegen  bet  lonlicbt.  Men  gehrtiU  »  w 
in  de  inkU  en  lakfabrieage.  De  eenveedigite  mt 
deie  groep  is  bet  uodiphenjiblanw  (B»^' 
dat  verkregen  wordt  door  inweAing  na  W"""^ 
aniline  od  amidoaubeniol  in  een  ci|dMn4  ™ 
aniline.  Éen  udere  klenratot  nil  d<"  r°^.^ 
het  nigrasin,  waarvan  de  itmctuni  osbeiud  «■ 

Indnntl»  is  in  de  geneeiknmk  de  m» 
vooi  een  verharding  of  een  geiweL      ^^^ 

Zndnrlst  ia  de  num  voor  een  soort  bxw™ 
kruit,  dat  bestaat  nit  een  meogiei  *"  ^ 
cellnloae  en  nitroJMOiol.  Het  ii  in  Smi-i» 
rika  in  gebruik.  . .  , 

Zndiu,  in  het  Suikrit  SMkot  t=  "^ 
de  hoofdrivier  van  weatelgk  Toor-IadA  "^ 
een  lengte  van  8180  km.,  tarwH  »gi  •t™»'^ 
bied  965  000  v.  km.  bealatt.  Hg  oetqiriwlj» 
N.  van  het  meer  Manawarowar  op  d*  ■"'*^ 
helling  vu  den  berg  Garingbot^Je,  etn»«  ^ 


DigilizedbyGoOglC 


DfDÖS— INDT. 


het  N.W^  neemt  na  «en  loop  nn  252  km.  den 
Qartok  of  Okttang-tijoe  op,  loopt,  onder  d«Q 
OMMM  mi  Singb-ka-baD  (Leeuwenpoort)  door  een 
hoogvlakte,  inagt  b^  den  psi  La-6ans-KJel  in 
een  eo^  ^alkloof  lauehen  den  Kwen-Lon  en  den 
Himalaja,  neemt  achtereenTolgeni  des  Zaekar  en 
DUs  op  en  komt  in  Baltietan,  wosi  tiQ,  na  lieh 
met  den  Sebajok  Tereenigd  te  hebben,  den  naam 
Tan  Aba-Sin<jh  {i.  w.  i.  eigenlijke  Indn)  au- 
neemt;  40  km.  Terder,  b^  de  ttad  lekurdo  ot 
Skardo  mondt  de  Sehigar  in  den  Indna  i£t,  Tan 
Skudo  af  (tioomt  h^  1S5  km.  naar  het  NJf.W., 
neemt  den  Gik-bit  ep  en  tiigt  om  naai  bM  Z., 
itroomt  footbg  de  Bngeleehe  Testing  Atak  en 
wordt  Tenterkt  door  de  Kaboelriiiei.  flier  heeït 
da  Indni  een  breedte  van  250  m.  bji  hoogen  in- 
teistand  een  diepte  tu  20 — 25,  bj}  lagen  van  10 
— 12  m.  Tot  Al«k  gaat  de  Ecbeepvaart  itroomop- 
«auts.  Tan  de  bron  tot  biei  heeft  de  rivier  een 
verval  van  6 — 7  m.  op  1,5  km.,  in  haar  verderm 
loop  aleebtt  vu  0,38  m. 

Beneden  Atak  breekt  de  Iwlne  door  het  Zoot- 
gebergte  met  een  90  m.  breed  en  60  m.  diep  dal 
en  komt  Mj  Kala-Bagh,  186  km.  beneden  Atak, 
met  een  breedte  van  450  m.  in  de  ilakte.  On- 
geveer 6  km.  boven  Uithan-Eot  veifciidt  hq  lidi 
met  den  Fandsnad,  ontitaan  mt  de  eamenvleeUi^ 
van  DijiLam,  TsjiuA,  Bawi  en  Satlsadij,  die  in 
hun  bovenloop  met  doen  van  den  Indae  het  be- 
roemde ïnduche  Pendijeab  (Tqfgtroomenland) 
Tomten.  De  bitedte  tan  den  PandBnul  is  1700 
m.,  terwnl  die  van  den  Tndn»  aleehts  BOO  m.  be- 
draagt Boven  de  stad  RoehDi,  in  het  landschap 
Sindh,  echeidt  sich  de  OoetJ4aia  af,  die  naar  bet 
ZX>.  door  de  woeetgn  stroomt  en  slechts  bq  hoog 
water  de  zee  bereikt  Tervolgene  breekt  de  Indos 
door  een  laag  kalkgebergte,  waarna  lieh,  30  km. 
beneden  Boenri  de  West-Nara  afiehtidt,  die  lieh 
echter,  na  bet  Jfant^armeer  gevormd  te  bebben, 
weer  met  de  kootdrivier  vereenigt  Beneden  Tatta 


deelon.  In  bet  geheel  beeft  men,  untder  de  kana- 
len en  onbednidende  armen,  dertien  mondingen. 
De  waterwegen  van  de  delta  itjn  aan  de  grootste 
veranderingen  onderworpen.  Tegenwoordig  is  de 
Htdsjamro-arm  de  voornaamste,  aan  bet  uiteinde 
waarvan  een  liebttoien  etaat.  Zeeeehepen  kannen 
er  eehter  niet  binnenkomen.  De  lengte  der  delta 
langs  de  kast  bedraagt  250  km.  Bjj  hoogwater 
fi  oe  geheele  delta  aan  oventooomingen  hloot- 
gesteld.  De  hoeveelheid  vaste  stoffen,  welke  de 
lodns  Jaarlijks  in  see  voert,  is  leer  aaniienlfik. 
Het  eerste  Brilsehe  stoomschip  bevoer  den  laant 
in  1835.  Sedert  1B43  en  1849  kreeg  hg  als 
grensrivier  steeds  meer  beteekentt  in  staatknitdig 
en  strategisch  opsieht.  Gioote  handelsplaatsen 
ontbrekui  editer.  De  parallel  met  de  rivier  loo- 
poide  spoorweg  beett  de  sdieepvasit  doen  ver- 
minderen. Tan  strateoisehe  beteekenis  i^n  de 
■poorweghmmn  bil  Atak,dieb9Pes}awar,entiq 
Sakiar.  die  den  Bolanpat  en  Cpietta  met  IndiS 
verbinden. 

iDtfiiBlStikalk  It  een  kalkrteen  der  tertiaire 
loetwaterformatie  in  Aovergne,  met  talrijke  korte 
kanalen,  die  van  phryganeein-larven  stkomBlig 
ign-  Het  gesteente  ie  opgebouwd  nit  samenge- 
pakte kleine  slakken  (P<ifanitiia>. 


IndutrUelen  elcendom,  Bureau  wor 
den.  Dit  borean,  bestemd  voor  Nederland  en  ijjo 
koloniSn  en  besittingen,  werd  ingevolge  de  «ret 
van  den  30eteQ  September  1898  (SIbl.  146],  ge- 
wijzigd en  aangevuld  bg  de  vretten  van  den  SOsten 
December  1904  (Stbl.  284),  van  den  lOden  Fe- 
brneri  1910  (Stbl.  56),  van  den  7den  Januari 
1911  (Stbl.  5]  en  van  den  Ssten  Februari  1912 
(Stbl.  64),  wdke  wet  den  naam  draagt  van  „Jfer- 
kvnvel",  te  's-Oravenhsge  ingesteld.  Het  bnrean 
bestaat  nit:  a.  den  OeUooiraad  en  de  aan  deien 
toegevoegde  teehnis^e  en  rechtsgeleerde  ambte- 
naren; b,  een  Burta»  voor  d*  hbriekih  en  handeh- 
merkm;  e.  een  AdminittraHeveii  düntt,  soowd 
voor  den  Oetrooiraad  als  voor  het  barean  voor  de 
fsbrieke-  en  bandelsmerkni  dienenden.  Het  de  al- 

Cmeeoe  leiding  van  het  bareau  is.  "onder  voor- 
hond van  de  ogiondere  voorsehntten,  geldende 
voor  den  Oetrooiraad  en  de  «an  dezen  t^^evoeg- 
de  ambtenaren  belast  een  Directear,  die  door  de 
Koningin  wordt  benoemd  en  aieh  ba  bedoelde 
leiding  gedraagt  overeenkomstig  de  b^alingen 
van  een  reglement  en  minieterieele  voorschriften. 
Dit  r^lement  is  vastgestdd  bij  koninklijk  besluit 
van  den  9den  Maart  1912  (Sthl.  102), 

Zie  veidei  voor  de  octrooien,  de  Octrooiwet  en 
den  Oetrooiraad  onder  Oetrooun:  en  voor  de  fa- 
brieks-  en  handelsmerken  onder  nit  woord. 

IndT,  Paul  Marie  TModare  Vinetnl  d',  een 
Fransen  eomponist,  den  27sten  Haart  1851  te 
Parus  geboren,  verloor  hij  tijn  geboorte  tijn  moe- 
der ea  werd  toen  bfj  lijn  groobnoeder  opgevoed. 
Tan  1862  tot  1S65  was  hq  leerling  van  Diimer 
(piano)  en  daarna  van  Mannonttl  en  Latignae 
(theorie),  terwjjl  hg  met  Dumre  speciaal  de  wer- 
ken van  Baeh,  BerlU»  «n  Vootier  bestudeerde. 
Gedurende  den  oorlog  van  1870—1871  maakte 
hg  deel  nit  van  de  „Garde  mobile";  na  het  slui- 
ten van  den  vrede  nam  bn  In  Tan  Oétar  Franek 
en  faewefat  van  1878  tot  1875  ook  het  eonserva- 
torinm.  Inmiddels  fnu^eerde  bq  als  organist  der 
8t.  Len  en  als  pankeniet  rn  het  oifcest  van  Co- 
lonne; ook  kwam  hjj  (in  1878)  te  Weimar  met 
Ltstf  in  aanraking  en  woonde  in  IB76  de  eerste 
Bayreuther  „Festspielo"  bq.  Zqn  eerste  succes  als 
eomponist  behaalde  hq  met  de  eerste  uitvoering 
van  rijn  ouTertnre  „Piccolomini"  in  1874  door 
Patdeioup;  dit  werk  werd  later  bet  tweede  deel 
der  „Wallenstein-trilogie"  (op.  12);  in  1882  de- 
buteerde hjj  als  operaeompomst  met  de  komieehe 
opera  „Attendez-moi  aons  I'orme".  Zgn  naam 
vrerd  evenwel  in  mHneren  kring  bekend  door  het 
koorwerk  „Le  ehant  de  la  eJoche"  (op.  8),  waar- 
voor bij  zelf  den  Uksi  schreef  en  waarvoor  hij  in 
1886  bekroond  werd  met  den  eersten  eompositie- 
prqs  vso  de  stad  Parjjs,  Lamoureux  irseht  bet 
volgend  jaar  er  de  eerste  uitvoering  van.  In  1887 
vwnf  hq  koordirigent  der  Lamoureui-coneerten 
en  hij  leidde  de  studies  der  „LohengTio"-op voe- 
ring. Na  den  dood  van  Gitar  Proneft  (1390)  weni 
hq  voonitter  van  de  „Sociale  nationale  de  moei- 
que",  welke  hq  jn  1671  met  Franek,  SainlSaent, 
Dt  CaetUlon,  Ftatri,  Dapare  en  Chaufton  had  op. 
geridit.  In  opdracht  van  de  r^eering  werkte  hg 
een  plan  uit  tot  reorganisatie  van  het  conservato- 
rinm,  doeh  de  nitvoering  stietepdent^enstand 


DigilizedbyGoOglC 


INDY— ENENTINO. 


dcT  l«eru«D.  Ia  1896<Ui:htteliiimetBordet  en 
Owimml  de  ,3c>i<^  Cftntornm",  die  oodcr  ijjn  lei- 
ding MD  beroemde  imtelliDg  i«a  maiiekoiwler- 
wge  werd. 

fflndf  ia  een  der  meeit  karakteriatieke  Terte- 
genwoordinTi  der  FraoKhe  mniiek  ui  Franelc. 
Hij  ichreei  o.  m.  twee  mazjekdmna's  op  eigea 
tekst:  „Fetraal"  (1897)  en  .vL'étruiger"  (IWH); 
oitmlwerken:  ,J«kn  HnnTwle"  («P- ^.  ou«rtuw 
„Antonins  et  Cléopatre"  [oo.  8),  Walleiute is- tri- 
logie {op.  12),  „Sangefleniie''  (op.  21),  twee  sym- 
phoniHlD  [G-dnr  op.  25;  Bei-dur  op.  57),  „htar" 
(op.  42),  ,^ooT  i-m  1  k  montagne"  (op.  61), 
„CbanioiM  «t  dxDMB"  toot  bluAinatnuiienten 
(op.  50),  een  Suite  roor  trompet,  2  fluiten  en 
atrgkkwartet  (op.  24),  twee  strijkkwarletten,  een 

Sianokwartet,  TLOol«>nate,  «erken  Toor  piano,  tie- 
eten,  cantaten,  koren.  Voorta  rerideerae  hg  een 
aantal  werken  voor  de  complete  Ronieati-nitKaTe 
en  Iwweikte  hy  ook  opera't  van  Montnerdi.  Ab 


theoreticoR  Ïb  luj  bekend  door  iqD  „Coari  de  k 

potition  mnsitale"  ("'   "  "'  " 


'  (Dl.  I  1902,  Dl.  n  1900);  ook 


._  een  tiitwrafie  van  ign  leermeester  Céw 
Fronek  (in  „Lei  maltrei  de  la  mntiqne"  2de  druk 
1907). 

Zie  ds  artikelen  van  A.  Sérieux  (1B14)  en  O. 
SM  (in  „Mniieient  franfaii  d'aDJoard'bai", 
1911). 

Tn  wnBflli  K  k  iiH  w  tWTiit  »"»"*»■*»  Bjj  ko- 
mi^lQk beclnit  unden  21eteBMaart  1903  werd 
iogeiteld  een  eommiwie  tot  het  voorbereiden  ran 
Toontellen  aan  de  regeering  tot  reorganuatie 
ran  lager-,  wüddtlbaar-  en  Aoojref-oniferwjja,  voor 
loover  deie  tot  een  betere  ineenscbakeling  lan 
de  ondeneheiden  deelen  van  het  onderwgs  noodig 
lou  blgken,  met  bepaling,  dat  het  door  baar  nit 
te  brengen  vetalag  iod  vergeield  gaan  tmi  een 
beredeneerd  voorstel,  bevattende  cle  uitwerking 
vsn  baar  denkbeelden  in  den  ronn  van  ontwer- 
pen van  wet. 

'  Zg  had  vql  eobeommissiei  ingeiteld  om  haar 
voor  te  lichten  a)  omtrent  een  eteataeele  leor- 
ganitatie  van  het  M.0.  en  al»  aaulniting  daar- 
van aan  de  andere  deelen  van  het  onderwgi,  b) 
omtrent  «en  eventueele  teorganiiatie  van  het 
L.  0.  en  de  aaoainiting  daarvan  aan  het  X.  en 
voorbereidend  H.  O.,  e)  omtrent  een  eventneele 
rrarganiaatie  van  hét  voorbereidend  H.  O.,  d} 
omtrent  een  wettedi^e  organisatie  tan  het  tech- 
nisch onderwjje,  e)  omtrent  de  beste  inriditing 
van  het  gymnastiekonderwgt. 

Het  verslag  van  haar  werkiaamheden  ie  in 
1910  in  twee  doelen  TerwdieDen,  dodtia  nog  niet 
gevolgd  door  een  indiening  van  wetsvoorstellen 
omtrent  reoiganiMtle. 

Zn  attide  (Latgn  =  in  beeld)  gehangen  of 
verbrand  worden,  was  vroeger  een  wjjie  van  t»- 
teefatstellen,  waarbg  de  beMtenii  van  den  »fw«- 
ligen  misdadiger  aan  de  galf  gehangen  of  in 
het  opei^aar  verbrand,  ja  leliB  onthoofd  werd. 

Inmttnv  (Vaeeinatie).  Lang  vöór  de  inen- 
ting tegen  pokken  geregeld  we^  toegepaat,  had 
men  rrads  pogingen  gedaan,  die  liekte,  welke 
de  bevolking  somt  decimeerde,  tegen  te  gaan  door 
geionden  opiettdjjk  te  betmetten,  omdat  men 
waaieenomen  had,  dat  een  deigelgke  infectie  ge- 
woonlijk gnnitiger  Tediep  dan  de  toevallige.  Het 


was  de  eerate  a^rode  op  een  weg,  waarop  eent  in 
de  laatste  tjjden  meer  licht  geworpen  werd  door 
bet  hestüdeeten  der  immnaitert  (xie  aldaar),  liady 
Monlagve,  de  echt^noole  van  den  Engelschea 

Ïeiaot  in  Konatantinopei,  liet  in  1718  haar  kin- 
eren inenten  en  velen  in  Frankrgk  en  Engeland 
volgden  haar  voorbeeld.  Men  ^ebroikte  echter 
het  gift  van  menschelüke  pokoaisten  (variolalie) 
en  stelde  dna  niet  alleen  liclt  lelf  aan  ^vajj 
Uoot,  maar  ieder  iogeinte  kon  een  tnfectiebron 
worden  voor  sjjn  «mgeving.  Die  variolatie  werd 
dan  ook  door  de  «et  verboden  en  vervangen  door 
de  vaeeinatie,  «aarbg  het  pi^kengift  van  koe- 
fokken  gebniikt  wordt  aio  onschadelijk  voor  den 
lOgeCnte  en  lijn  omgeving  en  evengoed  beveili- 
gend tegen  menecbenpokken.  De  koeookkee  ko- 
men alleen  md  de  niera  voor  en  kunnen  op 
menschen  en  verachsllende  andere  dieren  over- 
g^raeht  vraidML  De  sdhoofaneeater  PUU  bg  Ski 
«as  de  eereta,  die  eeaige  kinderen  inentte  en  met 
sacces  (1791),  nadat  ng  bad  «aatgeMnnen,  dat 
melkmeiden,  die  ptApniiten  aan  do  handen  kre- 

S,  vrg  bleven  van  de  echte  pokken.  Haai  eerst 
ner  opende  aan  de  wereld  de  oogen  voor  het 
belang  en  de  veiligheid  der  vaeeinatie,  toen  hq, 
de  poistof  nemend  nit  de  koepok-puiiten  van  een 
meisjesarm,  daarmee  een' jongen  entte  (1796). 
Toen  de  pnieten  van  dea  jongen  geneien  «aren, 
entte  Jenner  hem  met  den  etter  van  meiueAely- 
Jce  pokatof  —  en  hg  bleek  ei  onvatbaar  voor! 
Reeds  in  1799  werd  in  Londen  «en  inentingiin- 
«tjtaot  geopend,  «au  in  datidide  jaar  roede  6000 
menachen  werden  behandeld.  9et  duurde  toen 
niet  lang  meer,  of  de  vaeeinatie  was  door  Bnro- 
pa  verspreid  on  werd  in  sommige  landen  bij  de 
«et  verplicht  geateld. 

In  de  inentiDgsbriehtingen  gebruikt  men  ook 
wel  retroToeeifuifieJympbe,  d.  w.  i.  anea  ent  de 
koepokstof  nit  de  puieten  van  een  menaehcaiarm 
over  op  de  hnid  Tas  den  haik  van  kalveren  en 
grtrnikt  de  lymphe  van  de  fcalverpniaten.  Voorde 
tmivtaU  lymphe  ent  mes  origineele  koepokstnt 
op  de  bnikbnid  van  kalveren.  De  pokvloeintol  der 
bilveren,  met  een  glyeerine-oplotaing  gemenTd, 
wordt  in  fijne,  toegesmolten  glaebaiejea  afgele- 
veid,  een  enkel  kalf  levert  een  15  000  inentinga- 

Eorties.  Hen  «rijlt  de  lymfihe  in  leer  oKtervlu- 
kge  insnydingen  m  de  huid  van  den  bovenarm 
en  «acht  liefst  tot  de  kinderen  minatens  een  half 
jaar  ond  iqn,  of,  bjj  iwakke  of  ifaaehitssche  kin- 
deren   tot  ig  geionder  lijn. 

Tüdens  «en  eptdomie  behoeft  men  geen  reke- 
ning met  den  leettgd  te  honden,  lieer  dan  tien 
jaar  kan  men  niet  op  onvatbaarheid  rekenen  en 
IS  revaccinatie  gewensefat,  lOoder  dne  loopt  men 
dns  opnieuw  gevaar  voor  een  pokken-aanval,  al 
verloopt  deze  bg  eenmaal  gevaeeineerden  ook  veel 
lichter,  n.  1.  in  den  vorm  van  variololden  (zie 
Pokken).  Bü  de  inenting  maakt  men  met  een 
lancet  miiut«na  vier,  2  cm.  van  elkaar  verwijderde 
en  1  cm.  lange  leer  oppervlakkige  in«nijaingen 
in  de  hnid,  of  steekt  het  lancet  schuin  onder  dt 
oppervlakkige  Isgen,  zoodat  er  hoogstens  een  en- 
kel droppeltje  bloed  te  voorsehgn  komt  en  wrgtt 
dan  de  pokstof  met  hetzelfde  lancet  in  de  «onde 
al.  Bg  een  geregeld  verloop  van  de  inenting  ont- 
staat op  den  vierden  dag  een  rood  pi^teltje,  op 
«elke  een  dag  later  een  UaMJe  gevormd  -wordt 


DigilizedbyGoOglC 


INENTDW3— MRANTBRIE. 


Den  xeeden  dog  wordt  het  gmoUi,  xgo  inhoud 
troebel,  ign  omgeTiog  lOod.  Den  vtAgesden  itg 
is  het  blaatje  een  paiit  geworden  en  ds  roode 
tand  erfHnbMB  ii  giooter  en  Ueht  geiwoUen.  Op 
den  tienden  dag  ii  de  pnist  tot  Tolle  otitirikke- 
lii^  gekomen,  den  twullden  dae  begint  hut 
etteiige  inhoud  te  drogen  tot  een  kont,  <lie  drie 
weken  ne  de  inenting  atvalt.  Een  wit  litteeken 
blijft  bet  geJieeJe  leien  «ehter.  Durom  neemt 
men  bg  mewjet  vaak  faet  boienbeea  iffl  plaats  lan 
den  bovenarm.  Het  u  gewenieht,  de  inentingt- 
nUats  met  lairere  watten  tegen  wrörlne  dooi 
de  Ueeien  te  besehermen  en  hsvige  jenk  ie  ter- 
Hchlen  met  loodmteromilwen. 

Tijdens  de  etterToifnlng  ia  de  pakt  en  in  de 
eerste  dagen  koroen  er  lichte  stjjgü«en  van  de 
t«n^eratnnc  m»r  en  de  locale  nMUeveisehiJD- 
sels  kunnen  leer  TersebiUend  io  git*d  igo,  maai 
Tergeleien  met  de  millioenen  TMcinaüe*  Talt  het 
aairtal  UMer  enntige  eemplicstiea  «eg;.  Loeaal 
k«n  een  Taccine-fnrnnkri  ot  een  «aecine-Eweer 
ontstaan,  of,  bg  iwakke  klnderfn,  een  ecieein, 
niur  ernstiger  i(  de  lelduune  .«oadroos  ieryH- 

Ela»),  een  infectie,  die  doodclök  kan  w«den.  Zn 
n  ontstaan  dooi  Terontrednigin^  der  wonde  of 
der  Ijmpbe  want  de  laatele  ia  niet  iM|e«I  kiem- 
irg  te  maken,  al  Terminderen  de  b^na  altgd 
onsehnldige  kiemen  der  pokkentymfibe  in  rnim 
een  maand  ook  leer  «tem  door  de  toegcToegde 
gljeerne.  Geheel  kiemvrije  fx^stot  kan  men 
raak  op  den  lesden  dag  nit  de  inentingspnisten 
Tan  kinderen  verirögen  en  kent  men  deie  als  ge- 
heel getond,  dan  ie  <Ke  pokitof  Toor  private  en- 
tingen leker  de  beste.  Ondanks  baar  zoo  geringe 
geTaren,  die  legeniwer  een  nekte  als  pokken 
Diawelgka  meeteUen,  bestaat  er,  om  principifiele 
Mdenen,  wa  agitatie  tegen  de  Terp^itdite  inen- 
tii^,  waarbij  Klfs  de  invloed  Tan  vaccinatie  op 
het  verdwijnen  van  de  pckken-«pidemietn  ont- 
kend wordt.  Het  ontbreekt  editer  niet  aan  bewij- 
len.  dat  ^demieBn  nog  altijd  knanen  nitliFeken 
en  boe  de  vaccinatie  erop  inwerkt:  in  den  ooilog 
van  1870—1871  stierven  tuim  23  000  Fransdie, 
«iet  ingeente  «oldaten,  tegenover  260  Dnitsche, 
gevaceineepde  en  grootendeels  gerevaccineetde  nti- 
utsiren.  Van  die  260  waren  de  meesten  oit  Beie- 
ren, waar  de  vaccinatie  niet  >oo  etreng  gehand- 
haafd werd.  De  inpoeitie  tegen  de  inenting  had 
waéh  ndeft  vu  bestaan,  toen  nog  menechelüke 
pokitot  werd  gebmAt,  waMbij  altfaao*  de  kans 
op  het  overbrengen  van  sjpbslis  ol  tabercnloee 
ntet  te  ontkennen  was;  kalveren  echter  iQn  enrat- 
baar  voor  syphilie  en  de  v«or  de  IjmfAe  grtirnik. 
ten  «orden  eerst  naowkenrig  op  tnbercnHse  on- 
denocht  en  ni  het  afnemen  hnnner  pokatof  Re- 
slacht  en  opnienw  op  tnberenlote  nagekeken.  Zie 
verder  PoUcn  en  Imvamiteit. 

Zie:  BorntrSgtr    Ou  Bneh  vom  Imnfen  (Ber- 
Inn  1901);  AUm,  Die  Vakrintberapiejbre  Ifteo- 
Ti«  and  prafct«i<^  Anwendnng  {ia  'tDoitaeh 
JTroAti,  Berign  1914). 

Inerti*.  Zie  Traaghmd. 

InM  d«  Oactro.  Zie  Oosfro. 

InfUDl*  (eeriooehud).  Onder  het  artikel  Ser 
(lie  aldaar)  ign  op  voldoende  «gxe  bet  weien  en 
ds  grondslag  van  de  eer.  zoomede  de  ooisprong, 
de  werkiiw  en  de  gerolgen  van  de  eerlooiAeid  nlt. 
eotgeiet.  De  Fransdw  Code  Pénal  van  1810  deel- 


de, looala  daar  betooffd  is,  met  zeer  kwistige 
'  >nd  op  onmensebkundige  «ijze  de  dnfamie  nit 

o  allerlei  soort  van  veroordeelden  «e^eos  mis- 
drifven,  die  met  de  eer  niet  in  het  minete  ver- 
band staan.  Ons  tegenwoordig  Strafwetboek,  dat 
in  1886  den  Code  P<nal  beeft  vervaitfen,  heeft 
met  de  inlamie  geheel  gebroken  en  koit  geen 
ont«ei«nde  straffen  meer.  De  rechter  is  wel  be- 
voegd om  bij  lotnmlge  miadrijren  ais  bgkomende 
stru  de  ontzetting  ran  bepaalde  rechten  uit  te 
spreken,  t. «.  van  bet  bekleeden  van  ambten  ot 
bepaalde  ambten,  het  dienen  bn  de  ge«apeode 
macht,  bet  kieien  en  de  verkieebaarbeid  bü 
krachtens  «ettelijk  voorschrift  iiitg«scb reven  ver- 
kieiineen,  het  ziin  van  raadsman  at  gcrechtelgk 
bewindvoerder,  alsmede  ten  «lotte  de  oitoefenlng 
van  bepaatde  beroepen,  maar  tü  is  hiertoe  nim- 
mer venliekt  en  de  ontzetting  werkt  èlechts  tij- 
delijk. Aan  geen  enkde  straf  is  het  verlies  van 
eer  of  van  eenig  recht  vanzelf  verbonden. 

Infant,  vroDwelgk  Iniante,  alkomatig  van  het 
I<atgiHche  tn/aiu  (kind),  -aiat  reeda  vroeg  in  Por- 
tnga]  en  Spanje  de  titel  der  prinaen  van  het  Eo- 
ninklgk  Hnia  en  intanU  die  Oer  prinsessen.  Daar- 
enboTHi  ^eet  in  ^anje  sedert  ae  14de  eeuw  de 
troonopvolger  pnina  van  Atturii,  terwgl  die  van 
Portagal,  vóór  de  aficbeiding  van  Braiilil,  den 
naam  van  prine  van  Braiiiië  droeg.  Het  domein 
van  den  infant  of  van  de  infante  noemde  men 
Inttmtado. 

Infantado,  PmirodeSüva,  ^laanscb  staala- 
man,  hertof;  va»,  in  1768  te  Uadrid  geboren, 
werd  door  sgn  moeder,  Maria  Victoria  van  Saltn- 
Salpi,  in  Frankrgk  opgevoed.  Hg  keerde  m  17S3 
bg  het  nitbaraten  van  den  oorlog,  naar  Spanje 
terug,  bracht  o^  etgen  kosten  een  regiment  bg- 
een,  waarover  og  bevel  voerde,  en  nam  ded  aan 
den  vaMtocht  in  CataktniB.  Bevriend  met  prins 
Ferdinatid,  don  lateren  Ferdinand  VU,  vei^eiel- 
de  faü  dezen  in  1807,  na  het  mislukte  komplot 
van  het  Bscnrial,  naar  Bajonite,  waar  hg  de  over- 
eenkomst met  Napoleon  onderteekend  e.  N»  de 
eapitniatie  van  Bsjlen  (Juli  1808)  stlhasrde  hö 
lieb  aan  de  igde  van  de  nationale  partg.  In  1609 
werd  hg  ale  bevelhebber  van  een  Spaansch  le- 
gerkorps tweemad  bij  6t.  Sebastiaan  veralagen. 
De  Cortes  benoemden  hem  in  1811  tot  president 
ran  den  Raad  tu  IndiS.  Voorvtander  van  de  ab- 
Bolote  vorstel^ke  macht  «end  hg  in  1813  door 
Ferdbtand  Vil  als  voonitter  van  den  Raad  van 
CastiliR  aangeeteU.  Ife  de  revolutie  van  1820 
werd  hij  naar  Mnjoroa  verbannen;  de  tegen-revo- 
Inlne  van  1S2S  bracht  hem  naar  Madrid  terng, 
waar  bij  president  van  den  Saad  van  regentsch^ 
«eid.  In  1825  beooemdede  koning  hem  tot  voor- 
zitter van  den  ministenraad.  Door  de  apoetoliscbe 
partij  bestreden,  le^  Intantado  in  1826  inn 
waardigheid  neer.  Hg  overleed  den  27aten  No^ 
vember  I84I  te  Madrid. 

Infantorta  ia  de  oudste  van  alle  «apensoor- 
ten en  voimt,  met  het  oog  op  het  getal  en  de 
veeliijdige  braikbaarbeid,  het  hoofdbestanddeel 
van  alle  legers.  Zg  voert  het  gevecht  van  verre  en 
van  nabg  en  kan  licb  zoowel  van  de  geekiten 
als  van  de  venpraide  veehtwgK  bedieoen.  Van 
alle  «apens  ie  zij  het  minst  aan  bet  terrein  ge- 
bonden, lood&t  zg  bijna  overal,  althans  in  ver- 
spreide orde,  te  gebmiken  is.  Daaibg  kan  zg 


DigilizedbyGoOglC 


lOTANTBEStE— lUrABCT. 


k«n  vui  d«  deftjngen,  ««Ike  bef  teireui  o^eveit, 
tHwql  zg  Dofc  bö  het  naehtelp  ^leeht  gocd« 
ditnaten  ku  bewQMD.  Bh»  werking  doet  licè 
reeds  op  een  eletw)  tui  2000  m.  geToelen.  B^ 
het  Teimhidereii  dei  afitMtden  neemt  hue  oit- 
werUnx  toe,  zomlst  ig  op  600  dl  reeds  bedic- 
lend,  4JUI  beneden  vernielend  ktn  wonden  ge- 
noemd, indjen  sllbuw  de  etrüd  in  bet  open  iM 
wordt  ^TOeid.  Ofilerie  is  têgcDoter  ongetehok- 
te  infenterie  Tolkomen  onmeebtig,  mdien  'Jeie 
lich  niet  lüt  TernaieD,  en  (kA  de  ertUlerie  ken 
>ieh  niet  nndei  bet  weikzaua  Tnarbereik  der 
iofknterie  wagen,  wil  ig  niet  geheel  Ternieligd 
worden.  Dunntegen  i>  4e  infintetie  t^enoTer 
laatitgeDOenkle  wapeuoort  op  ilettiKien  boven 
2000  n.  geheel  wwrfeoe.  Deie  eigeneehappen 
■Daken,  dat  ig  de  «><ler«teaniiw  Tan  aadere  w«- 
peM  niet  onToonraarddgk  aoooig  heeft  en  ge- 
heel leUetaDdig  kan  optreden,  teug  den  tegen- 
itftnder  tgd  werd  gelaten  ignengik  bet  terrein 
Toor  hel  gneebt  in  te  riditen.  te  venterken.  Dit 
neemt  niet  weg,  dat  haar  kracht  door  toevoeging 
Tan  artiHcrie  «n  mitraillenn  beUnsrjik  Ter4ioogd 
wordt,  Mowel  in  bet  auTallend  ala  in  het  ~  ~ 
dedigend  KCTerftt 

Verder  ii  de  iolairterie  Tan  «lle  w^waioorleo 
het  goedkoopst  en  het  anelit  te  Tormen,  uit  te 
tulten  en  te  oefenen.  In  vde  leg?ri  werd  ig 
ocKlerseheiden  in  iwMe  en  liehte  infanterie  en 
jagers,  doeb  gaandeweg  geraakte  deie  Teideeliag 
Tcrloreo,  bet  eerst  in  kleinere  Staten.  Waar  men 
Tereebillende  benamingen  ^oor  de  infanterie  be- 
houden heeft,  il  dit  een  oordeelkundigv  huldiging 
der  traditie. 

De  infanterie  ie  tbana  OT«ral  met  repeteerse- 
weren  bewapend,  die  T«or  bet  geteeht  Tan  nasg 
Ttn  een  bajonet  of  bartsrannr  kunnen  worden 
Toonien.  Öin  de  bvweegbaarhekl  Tan  bet  Toet- 
ToHt  op  kunttmatige  wqm  te  ferhoogen,  verroer- 
de men  het  op  kameeleo,  olifanten,  paarden  en 
rgwiden;  men  jftreekt  dan  Tan  bereden  infante- 
rie. Men  raadplege  Terder  de  artikelen  gevecht 
en  kondMmrwapetMM.  !De  naam  is  afkomitig  lan 
het  Spaanscbe  woord  Manie  (onnMniUge,  knecht 
ol  knaap);  het  reg^matig  Toetrolk  werd  in  de 
15de  eeuw  in  Spanje  Maitteria  de  la  onlenaiua 
genoentd,  welke  niuun  latet  ook  bg  de  overige  le- 
gen in  iwaï^  kwam. 

De  uitnuting  der  Mtmterie  moet  beamteroocden 
aan  de  eiuhen  Tan  bet  oorlogroeren  en  vediten 


n  het  Toetrolk  b  enien  tüd  en  daarbij  rekening 
oden  met  de  Miondfaeidaleer,  met  bet  beipa- 
a  4ei  licbaamBkiacht  en  looveel  moge^k  met 


het  gemak  van  den  infanteriat.  De  Tenneerderde 
snelheid  van  bet  varen  met  bet  rc^teergeweer 
TereiBcht  een  T«imeerdeniig  der  meegeottfen 
munitie  (100  tot  162  patronen).  Het  hierdoor 
verhoogde  gewicht  moet  leigoei  weiden  door 
vermindering  van  het  gewicht  der  overige  laken. 
De  munitie  moet  van  alle  overige  dingen  ge- 
scheiden zgn  en  vMr  de  band  liggen.  Daar  de 
infanleriet  zooveel  mog«lgk  dekking  moet  loe- 
ken,  moeten  de  draagbare  dekkin^middden  in 
alle  lichaamsverboudingen  gebraikt  kunnen  wor- 
den. Hg  moet  op  geeneilei  wgze  door  ign  nitrat- 
ting  belemmerd  worden  in  het  hasteeren  van 
ign  wapen.  Voorta  ii  het  van  belai^,  dat  bjj  wd- 


nig  ^d  Boodig  heeft  om  gebed  uitgerust  te 
zgn.  Ook  moet  hg  onder  bemalde  omttandigbe- 
den  mmakkelgk  alle  laken,  die  hg  in  bet  gevecht 


oog  iraUende  deelen  te  verwgderen,  die  4ot  mik- 
punten  zonden  kannen  dimen  voor  den  vgsnd. 

De  uitrnating  moet  tot  het  boog  noodige  be- 
perkt blgven,  zoodat  het  totaal  fewiebt  der  be- 
lasting 2S  kg.  noode  nu^  overs^rgden.  Zg  be- 
itaat,  l>ebalve  oit  de  munitie,  uit  de  in  een  wa- 
terdichten nueel  of  zak  leipakte  levensmiddelen 
voor  1—3  dagen,  uit  voorwerpen  tot  enderbond 
vso  kleedüig  en  wapeneo,  att  een  verbandpakje 
en  enkele  reserve-  of  verwisselitakken,  aiunedc 
ait  eetketel,  Teldfleach,  broodiak,  pionie^ereed- 
seh^,  laodisk  en  soms  tentinaterieel.  De  lait 
moet  geciwkkelj^  gedragen  en  daartoe  bet  ge- 
wicht gelgkmatig  over  heupen  en  schoitderi  ver- 
deeld kunnen  worden,  wodat  de  man  in  geea  sg- 
ner  bewegingen  belemmerd  wordt.  In  ^e  wa- 
penrusting moet  hg  niet  osaanaienlgke  fainder- 
nitSBu  Toetstoole  oTerwniDen  en  ^^roote  afstanden 
afleggen  zonder  last  Tan  drukking  of  buitenge- 
wone vermoeidheid. 

Een  bgna  eren  onmisbaar  deel  der  uitrusting 
alt  de  munitie  vormen  de  pioniergcreedechappen 
(schoppen,  bglen,  k^messen)  bestemd  om  de  ge- 

'itskracbt  van  den  troep,  ioowd  hg  den  aanval 


sis  hg  de  renledjging,  knnstmatig  te  leiboogen. 

De  kleeding  behoort  doelmatig  te  ign,  te  *oI- 

doen  aan  de  oooi  de  hwüae  gestelde  etschcQ  en 


bovendien  sierlijk,  goewoop  eo  nationaal 
Het  «ehoeiiel  moet  deugdel)^  en  doelmatig  ignj 
het  hoofddeksel  licbt  en  stevig  sitteo,  niet  vaa 
blinkend  metalen  mmitnu;  ign  voorzien  en  Toqr- 
al  niet  hinderen  bg  het  vuren  in  liggende  hou- 
ding. Schelle  kleuren,  blinkende  monteeiingttift.- 
ken,  sebitlerende  wapenen  en  ramm^ade  voor- 
werpen moeten  ten  strengste  vermeden  worden. 

Zie  verder  Nederland  ^egtr). 

InfantlUam».  Hieronder  verstaat  men  een 
tgdelgk  of  Toor  het  geheele  loTcn  staan  blijven 
vaa  de  ontwikkeling  vmi  lichaam  en  ^eest,  die 
niet  boven  den  kinoerlgken  toestand  nitffroeien. 
De  Puberteitspenode  lirengt  slechts  weinig  taib 
krai^t  in  de  «pieren  of  iteikte  in  de  beenderen, 
ook  geen  veraadering  rao  «tem,  öl  die  Tcraade- 
ringen  treden  eerat  leer  langwam  op.  De  gnei 
van  bet  lichaam  gaat  leer  laigiaam,  ook  de  ge- 
sladitaorganen  ontwikkelen  lich  onToUromen  of 
laat.  Het  karakter  toont  deseltde  neiinng  te  big- 
~  ~  ataan  op  het  kinderlgk  niveaa.  De  oorsaken 
het  infantilisme  kannen  erfelgk  ut  verkregen 
zgn,  niet  zelden  is  echter  vooral  het  gemis  aan 
lichaamsgroei  te  wgten  aan  onvoldoende  werking 
van  de  Bchildklier  en  kunnen  schildklieipraepara- 
ten  den  toeetand  verbeteren. 

Intmmt.  Onder  een  haemorrfa^iaeh  infarct 
Tcretaat  men  de  infiltratie  van  weefsciB  dooi 
bloed.  Het  komt  Tooral,  tot  de  grootte  ran  een 
Tnisl,  in  de  longen  Toor,  verder  in  milt  en  meren, 
maar  veel  kleiner.  Het  ontstaat  door  een  plotse- 
linge verstopping  van  do  eindtlagader,  die  dat 
weefsel  voorzie^  door  welke  entbone  (sie  aldaar} 
dan  gewoonlgk  een  kielvormig  iluk  van  het  ge- 
troffen orgaan  vaa  bloed  verstoken  raakt.  In  aat 
gebied   dnngt   laa   de   fjjnite  bloed«aatjee   der 


DigilizedbyGoOglC 


INFARCT— INFBCriEZIEKTEN. 


omMTin^  bloed  vrsiml  dow,  Tuiduf  het  Uo«d- 
roode,  Toebtig«  niMfU  van  mo'd  istiret,  dat 
Utei,  bjj  bet  atoUen  tsd  bet  bloed,  droger 
Ttster  en  op  den  iwu  geel  wordt.  Het  tebiompelt 
eindeljft  te  urnen  «i  lut  een  diep  Htteekeo  m. 
Treft  de  embolie  d«  leng,  dan  Jromt  eeo  deel  tad 
het  bloed  in  de  tAken  Tkn  d«  laeiitpgp  en  wordt 
opgehoett.  Vandut  bet  Uoedipuwen,  dat  bart- 
patilnten  kan  treffen;  vandaar  otA  bet  Toorbg- 
gaand  Uoedwateien,  dat  iQde»  aan  aiei-infant 
iomi  Teiloonen.  Milt-  en  nier-embtrfiela  itaiMDen 
uit  de  linker  kaoMr,  long-etnbolieëniqQbloedctol- 
eels,  die  nit  de  reebter  kamer  dooi  den  bloed- 
ttïoom  TOrdea  lo^ewoeid  en  meegeileept  (xie 
Nari tukte*),-  in  die  gevallen  hebben  we  aHeen 
met  de  béEchieTen  gerol^n  te  doea  maar  i 
embolut  een  prop,  die  Qrt  een  etterhaard  it 
en  dm  infeetiekiemen  meesleept,  dan  vetettert 
het  iufaret  en  Terergertdmtoeetand.  Zoo  komen 
er  vele  lafareten  tkg  pyaemie  Toot. 

Infsetl*.  Het  wokh  tad  iofeetie  (beemet- 
Ung]  it  Toomamelgk  bekend  geworden  door  den 
adieid  van  Roberl  Koek,  nit  wiena  ondenoelüo- 
gen  beider  bleek,  dat  elke  kiteetie  Ttii  een  wonde 
ontitoad  door  bacteriën  en  hnn  «tofwiiieling!- 
producten.  Hg  voerde  DUtwkeuiige  methoden  in 
om  caltorei  aan  te  l^gen  van  elbe  eooTt  buil- 
l«i,  de  aooTt  te  herkennen  aan  den  vorm  btrar 
kolonïei,  aan  de  bonding  teeeitover  venehillende 
klearttotten,  aan  haar  onhrftkeling  op  veiiebil- 
lende  voedannbodemi  ila  gdktÏM,  ioo«nioa,  agai- 
agar  en*.  Kon  bjj  bewjjien,  dat  een  bepaalde 
bacterie  alleen  bn  een  bepaalde  inleetie-itekle 
voorkwam  tn  waa  oii  in  itaat  met  de  eulturea  er- 
van deieltde  lirtle  of  gesobde  dieren  op  te  wek- 
ken, «Jan  WM  aan  den  eiadi  vtddaan  en  mocht  hy 
de  bedoelde  bacterie  ale  de  oonaak  dier  liekte 
aannemen.  Van  vele  inleotie-iiAten  kennen  wg 
de  Bchnldige  lagere  onganiamen,  crooral  van  de 
wond-LDFeetiee  |zl«  fn/eette-^iieJifeR)  eo  ook  van 
andere,  die  niet  met  wonden  te  maken  hebben, 
of  waarvan  wg  ahliani  de  ingangipoort  der  ba- 
cillen niet  100  nanwkenriff  keaMB,  lön  ig  reedt 
gevonden,  tooali  van  tjphni,  tt^rciOoK,  diole- 
ra,  malaria  ent.  Wg  mogen  dol  aiüDemen,  dat 
(xA  de  andere  nAteo  van  betmettelgken  aaid, 
uoali  maielen,  loodvonk,  pokken  e.  a.,  welker 
or^iame  nog  niet  gevonden  ia,  toeh  op  deieltde 
witie  ale  de  vorige  ontataan  en  woidea  verbreid. 
Mkt  ioleetie  nm  het  Hebaam  openbaart  lieh  door 
kooTta,  die  ontataat  doordat  de  baeteriin  of  hnn 
itofwiwelingtprodnelen  geieaorbeerd  wordea  in 
het  bloed,  et  giitinet-  en  tottingeproeeeaen  In 
veroonaken  en  de  witte  bloedeellen  oploteeu.  De 
door  de  bacteriën  ontitane  etoften  werken  ila 
iware  vergiften,  als  fermenten.  De  kennii 
van  de  oonaak  der  wontttirartien  gat  d» 
■toot  tot  een  diq)er  doordringen  in  h^  weiea 
van  infectieziekten  en  gaf  tevens  de  richting 
aan,  waarin  ig  met  enccee  konden  worden  be- 
streden, al.  het  toeken  van  middelen  om  öf  de 
bacteriën  te  dooden,  öf  bet  liehaam  voor  ban  in- 
vloed onvatbaar  te  maken. 

fig  de  bettrgdiig  van  ^bni,  djpbUieritis, 
tnbercnloie  en  andere  meer  inwendige  inleetie- 
lidten  moest  de  laatste,  langer  en  moeil^er 
weg  worden  gevolgd,  en  werden  reeds  leer  be- 
moëdigeade  reaaltaten  bereikt,  vooral  door  BsA- 


rin;  tegen  di|ibtheriti«  (lie  ïnummUeit),  maar 
die  beteekenen  nog  weinig  vergeleken  bg  den 
grooten  triomf,  die  de  antiaeptiHbe  wondbeban- 
deling  behaalde  in  den  etrgd  tegen  de  wondin- 
feclie-iiekte.  Later  heelt  joen  ingeiien,  dat  Liê- 
Ur  te  ver  ging  en  legt  men  lieh  er  tegenwoordig 
meer  op  toe,  streng  tueftitek  (lie  JeMuic)  te 
opereereo  (lie  verder  Ittttetiwieklen  to  Wond). 

InfvotlMdaktan.  Qewoonl^  «orden  hier- 
onder betmettdnke  tÊuemdige  sinten  verstaan, 
maar  ook  de  infecties,  (Ëe  van  een  wonde  mt- 
gaan,  behooten  er  toe  (lie  WomUnteeti»}.  Ben 
overgane  tnssehen  beide  groepen  vormen  de  in- 
feetiea,  «e  soowel  van  een  wonde  uit,  tl*  langs 
andere  wegen  ons  lichaam  knnnen  binnendrin- 
gen, bgv.  het  mtlfmar  <ave  aldaar),  een  wond-i«- 
leetie,  die  echter  bg  lompenaorteevders  ak  sware 
pnetunonie  kan  optreden  ei  de  mond-  en  ktauw- 
xitkle,  die  soowel  inwendig  door  de  melk  kan 
wordói  overgebracht,  als  uitwendig  do«  het  mel- 
ken. Bjj  da  inleetieiiekten  kan  vaak  de  plaata 
van  herkomst  der  bacillen  worden  opgespoord, 
wat  voor  de  propbylaxis,  het  vooifcomea  ervan, 
van  doordaaode  oeteekenis  kan  weien.  Zoo  weet 
men,  dat  de  ehdera  vooral  door  bel  water  wordt 
verbreid,  de  tj^rfins-baeil  door  de  melk,  andere, 
all  de  tetanas-baeil,  kven  «p  deo  bodem, 
weer  andere  worden  door  den  sten  van  insecten 


reete  aanraking  met  den  patiënt  of  ^n  tütwerp- 
sels  besmettena  werken  (eomtagieHU  isfeetieiin- 
ten);  andere  iofeetiAiemen  ala  van  roodvosk,  ma- 
leien  en  pcAken  kunnen  nog  langen  tgd,  soms 
jaren,  hnn  inleetesrend  vermogen  behouden  na 
bel  verlaten  van  het  lieke  lichaam,  terwijl  er  ook 
ign,  die  sieh  daarna  ook  op  dood  voedrngemate- 
liaal  knnnen  vermeerderen  (mihvuarj  en  das 
een  Jodireete  infectie  kannen  verooruken.  Nog 
langer  wordt  de  w^  als  een  tosscbenwaard  noo- 
dig  is,  in  wiens  liehaam  de  kiem  sieh  eerst  ver- 
der moet  ontwikkelen,  looab  bg  malaria,  in  welke 
gevallen  men  wel  van  teto-  of  aogtiu  infectie 


van  alle  inleetieiiekten  knnnen,  d»  i^  eenmaal  in 
OU  8  lidtaam  ign  doorgedrongen,  »ch  ontMg- 
Igk  vermeerderen.  Voonl  de  alsdieidiogsprod ne- 
ten der  patiënten  bergen  hst  ^aar  vu  be- 
smetting, aoo  de  hoidaehiUets  «y  roodnnk,  de 
faeees  bg  tTphos  en  eholera,  het  spntnm  bg  tn- 
bercnlose  en  djpbtherie.  Wel  gaan  oaarin  teel  in- 
feetiekiemen spoedig  door  nitdroging  of  door 
inwerking  van  bet  sonlieht  ten  gronde,  maar . 
andere  kunnen  maanden  of  jaren  lane  gevaar. 
Igk  blgven,  sooale  bg  roodvonk  en  (tokten.  Ver- 
der kan  dlee  wat  de  patiënt  hanteert  of  aan  ign 
liehaam  heeft,  de  infectie  overbrengen,  of  de  kiem 
ervan  in  ign  vertrek  verspreid  raken;  loo  vond 
Eoen  vaak  den  toberkribaeil  in  bet  stof  der  wo- 
ningen. En  nog  verder  knnnen  de  kiemen  komen, 
ab  irj  b^.  met  de  laeees  weggovoerd  worden  en 
dan  kanalen  of  wateileidingen  bessMlten;  deie 
weg  is  vooral  bg  cholera  de  gewone.  Een  andore, 
dis  men  alUcht  ion  vermoedeo,  de  iofeetie  van 
den  bodem  door  de  begraven  I^en,  vroidt  alge- 


DigilizedbyGoOglC 


INFECTLEKEECTEN— INFUIËNZA. 


sneden  door  dt  rotUngrincteritB,  die  leer  mei  de 
tiektekieroen  lerdriAgen.  Hen  onderecbeidt  ge- 
woonlijk een  ineubaUe-X^ipeA,  mui  de  infeetie- 
kiem  «el  biDnengedtongeD  mur  nog  niet  iit  wer- 
king getreden  ie.endftttigde  fcraëhiHeDde itek- 
tea  leer  lerechillend  na  dnnr  is;  bjj  cboleni  duart 
bet  eenige  Dien  tot  «eni^d»gen,bg  pokk«D  12 — 
14,  bgmaielenS — 14,1)0  roodTonk  4~7,bg  honde- 
dolheid eebteT40 — 60 (Ugen. Durop  rolgen  ge- 
woonlnk  de  Toorboden,  de  frodrotnen,  waanu 
tich  de  eigeolyke  ziekte  untlnit,  die  4t  voor 
het  geheele  lerren  iem>nd  Toor  een  nienwen  aan- 
tal bescbat,  6f  slechte  tcot  ees  bepaalden  tgd 
«I  in  't  geheel  niet.  Naast  die  lasgs  deien  weg 
veAregen  immumleil  (lie  deie)  staat  de  asngebo. 
tme.  ue  broiAME  personen  onvaVbaai  mnriii  Toor 
een  bepaaloe  inleetieriekte.  Daartegenorer  ataat 
een  praedUporiHe  bq  tele  menacben  toor  bepaal- 
de infeetietiekten  lit  tnbeienloie,  welke  gnwte 
oniyankdnkbeid  ook  door  eleehte  hf^Dtst^e  om- 
ttandigbedeB  oaUtaati  kan,  waar  iq  luet  aange- 
boren il.  WUr  i^  binnendringen  in  het  liduuui, 
i«  niet  altqd  leker  bekend;  boe  hgr.  bq  de  epi- 
demische  DertenruggenieigstlieKinteteki^g  de  ba- 
etllen  bet  eentraal  lennwejBteem  bereiken,  ii  nog 
niet  lekei  opgelost.  Dooi  wondjes  Tan  de  nitwendi- 
ge  hnid  o!  dömlieien  diingen  d«  woDdinfectie- 
liekten  binnen,  waarondei  om  ejpbijis,  al  is  het 
wondie  namreJI^s  of  niet  sebtlbMi,  dooi  de  lon- 
gen de  bacillen  der  pnenmonie  en  meestiü  ook  die 
der  tnbeKuloM,  door  de  dannen  de  typhns-  en 
de  cbderabaeil.  Onder  de  infadieBiekten  oaiet- 
aeheidt  men  die,  welke  met  katskteristieken  nit- 
ilig  gepaaid  gaan,  ak  de  aeute  Mtetuetite  extm- 
lAemen,  n.  I.  nunelen  (morbilli).  roodwmk  (Seor- 
laUnal  roode  hond  fmbecla),  vUktgphu  (Iffkui 
efottlhemalieuêi,  root  (eryripeliu),  «oUen  fnzHo- 
la)  en  uindpoÜes  (varmÜae),  wetker  ipecilieke 
badllMi  onoAend  qfn,  bdmlve  die  lao  de  looa 
<de  itreptoeoeeiu  eryrifdabnua).  Shtu  onbekend 
ii  de  oonaak  Tao  het  acnte  jrewrKrA(srA«iif>Hi  dat 
ook  aU  intectieiiekte  beschouwd  woidt.  Bekend 
tjjn  die  Tan  mahria,  ran  ;pes(,  ttnKut  abdrmina- 
lit.  dyphtkeriHi,  dytentent  en  eStohra.  Ook  bet 
genetm  van  de  tifphüU  is  dooi  den  baeil  lan 
Lustgarlai  ttpgtbtna,  terwj^  de  gonorrhi  (dmi- 
per)  door  den  gonoeoceut  Tan  Neiuer  word*  orer- 
gebraebt,  de  luberemtoie  door  den  fi>berits{-6aeil, 
door  R.  Koek  ontdekt.  Zoolang  bet  iinnDiuaeeien, 
d.  i.  bet  ODTstbaat  maken  Tan  het  liebaain,  oog 
dechts  ten  opiiehte  tw  enkele  ioIeetieri^leD  ie 
gelukt  (lie  Immunileit),  loo  lang  bigft  er  mete 
andere  ovef,  iun  hst  Toc*4oinen  Tan  de  wtbrei- 
ding  dooi  bet  abonderen  Tan  den  patiSnl  eo  Tan 
tqn    omgoTing,    wanneer  de  ernst  der    infectie 


1  met  besmette  «cbepelinKen.  In  BoslaMt  tiok 
men  bq  pest  some  een  cordon  Tan  aoldstCD  om 
een  besoiet  doip.  Bq  sammige  inlectieiiekten  is 
het  mogelqk  de  oma  te  ontdnken,  loo^  bij  cho- 
lera het  besmette  water  ot  b^  tj^i^iK  de  ecanldi- 
ge  melk  en  kan  men  eijn  maatregelen  dumsai 
nemen,  efenale  men  zich  tegen  müaria  weert 
door  den  itrJid  tt^n  insecten,  die  baai  orer- 
biengen,  en  door  bet  dempen  tod  poelen  en  moe- 
mssen,  waai  tq  bnn  bioadplaateen  hebben.  Zoo 
is  bqT.  Haianna  dooi  de  Amenk^anache  doktoren 


Tan  de  gele  koorts  berTqd.  Bq  de  pest  moeten 
de  haitntten  Teraieligd  worden,  wiei  i&ooten  den 
peabbaeil  OTeibreogen.  Veider  dienen  bq  bet  beei- 
Bchea  eenei  e^idönie  groote  büeenkonsten  toi- 
boden,  de  setiolen  gesloten  en,  ook  in  eHi  sfion- 
derlük  goral,  de  kioeim  Tan  den  Igder  ontsmet 
of  Teibrand,  Teiirekken  gedennfecteerd  te  wor- 
den. Daar  elke  infectieiiekte  lieb  vooral  ver- 
breidt in  Tuile  slof^n,  stegen  en  elaapsteeta  xljn 
speciaal  in  de  groote  steden  hjgilnïtehe  maatre- 
gelen noodig  <»n  alle  opboopiogen  isn  tuH  te 
Tooikomen.  Het  snccès  Tsn  de  stsdshTgiine,  die 
in  d«  laatste  ttive  eenw  steeds  ïerder  dooige- 
Toerd  werd,  ie  dan  ook  met  oitigebleTen  en  toont 
zich  juist  in  de  terminderiag  <vaD  rnfeetieiiekten 
als  typtiufl,  maar  ook  de  tuberealose  Tlndt  min- 
der alaehtolfert  door  de  grootere  zors>  tooi  de 
openbare  gewndheéd  en  door  den  itrqd  tegen  de 
penoonlifte  dispositie  eriooi. 

Zie:  Behrino,  EinfQhmng  in  dei  Lehie  Ton 
der  Bekimplnng  dei  In  fektivnsk  rank  heiten 
(Leipsig  1912);  (kid/de,  Therapie  der  Inlektions- 
krankbeiten  (Weenen  1899);  Roger,  Les  raaUdiee 
infectieuses  \Puw  1902,  3  dln.);  Jodtmam, 
Lehrtiaeh  dei  InfektioDBkTaiikheiten  (Beriqn 
1915). 

Tn  f  In  1 1— 1  Hl  >  k1  ralrnTl  lltr  o'  de  aiuiftt 
van  Ket  oneMiin  berat  de  dSferenliaatrdtenuig 
(zie  aldaar)  en  de  iitUgraalr«ketiin</  (ko  aldaar). 

InnnlUviu  ot  oRMpaaUe  wyi  noemt  men 
dien  vorm  van  bet  werkwoord,  waardoor  de  han- 
deling of  bet  ondergaan  durran  in  bet  algeneeen 
wordt  aaogednid,  zonder  Teiband  met  eenig  oo- 
detweip.  Daar  editer  de  hsndeling  of  bet  iJiden 
in  een  bepaaMen  tSd  moet  filaata  bebben,  ' 
men  «en  tegenwoordige  . 
onbepaalde  wija  hebben.  De  t 
tinibTui  ia  in  TersebiUende  tdm  z^w  .»-»— 
lend. 

Jntlammatla.  Zie  OnUtdüatg. 

Inflatlomlatoii  ^tqn  =  inoIazeTB)  noemt 
men  in  Amerika  die  pMtg,  weHM  een  MO  groot 
mogdüke  vermeerdering  ma  de  op  erediet  be- 
lasteitde  omloopemiddeleD  veihogt,  modat  tg 
daaiTan  een  prijaTerboogiog  der  waren  verwiacht. 
die  de  zaken  zal  <k>en  bloeien,  de  prodnoenten 
een  TerlidiUng  van  hm  lasten  vertehatleB  en 
ook  den  belattingsdinfaliffen  t>q  de  lentdwtiliiig 
en  ddging  dei  6tMtueb4d  ten  gnede  komen  nl. 
De  tegenpartq  heet  die  dei  cont  lae  t  ioni  i- 
t  e  D.  Terwjjl  de  eei«te  de  «chaldeMkn  ten  koste 
Tan  de  lehaldeisehers  begonatigt,  doet  de  tweede 
het  oiDgekeeide. 

Inflazla,  Zie  Buiging  en  Interterentie  wam 
hel  Keht. 

ZntliMnHa.    Zie  EUetriteke  M/lMntte. 

InflnantlaiiUMililiiai     2te     ïleetriseervM- 


trede  in  Europa  gedaan,  waat  m  sedert  1857 
slechts  weinig  was  opgetreden  en  oqna  Tergeten 
was  ^laakt.  De  eerste  «lidemie  dateert  van  1387; 
na  dien  tgd  trad  ig  beiiiaaldelijk  in  venehillende 
landen  op  in  de  19de  eeow  Tan  1800— 180S,  van 
1830  tot  1837  en  ook  Dog  in  1857  en  1858.  In 
1889— 1890  ttof  zq  ^s  een  echte  psjtdemie  de 
bevofting  ran  Europa  «n  Amerika,  nadat  ig  in 


kz.  tyd  der 
raa  den  in- 


DigilizedbyGoOglC 


INMiUENZA— IHF1i,AIMP6AItn. 


«83 


Tamafe  <S!berie)  nitgabToken  wob.  Binnen  Teertien 
da^D  bad  zq  licb  «lor  g«heel  W.-Enropa  iet- 
bieid,  twee  weken  later  waa  leeds  New-ïoik  aan- 
^ta«t.  Zöd  BDel  Teri>r«idde  lieh  de  epidemie  van 
iDtlaeoza  en  löó  leel  meniehen  weiden  er  door 
aangetut,  dat  men  gedwongen  wm  «es  —  nog 
onbekend  —  mikroOiganisme  «la  oonaak  aan  te 
nemen,  dat  ikh  oneindig  vemenigTaMifde.  In 
1893  Tond  Pfeiffer  «es  nitent  kleine,  etaafToimi- 
ge  bacterie  in  bet  opgehoeaU  aljtm  «üa  oonaak 
dei  liefcte,  de  bacil  gu\  buiten  het  liAaam  inel 
ten  gronde,  de  Teitidding  geeebaedt  dan  ook  lel- 
den andere  dan  door  het  verkeer  tuciehen  de  men- 
tehen,  de  eene  4oor  den  andere  infecteereiMl.  De 
dispoaitie  ie  algemeen,  geen  leeft^d  beaehermt  er- 
Tooi;  op  flommig«  püataen  weid  75  K  tu  de 
berolknig  aangetaat.  iHeeatal  crrerTalt  de  giiep 
4m  meatèb  plótieHng  met  hnWering  en  kooita, 
met  herige  booldpijnen  en  pmi  in  den  rug,  loo- 
d&t  de  patJInt  iien  zeer  zuA  gaat  -roeien.  Ook 
pgnen  in  de  spieren  en  gewiiuiten  van  armen 
en  beenen  en  VQ  bewegingen  dei  oogen,  doen 
licb  gelden.  Ifoeita!  etaon  naast  die  Tenehqnae- 
len,  wetke  alle  het  gevolg  tmi  de  inlectie  van  het 
UchaAm  igo,  ooJi  nog  k>eüe  symptomen  van  be- 

CUe  organen.  Het  veeividdiget  ijjn  de  ademha- 
jsor^nen  aaogetoet,  hetzij  neu»  on  keel  (ver- 
koudheid, faeeech^eid),  betzn  de  lijneie  laehtjii^* 
jei,  met  hoeaten  eitz.  Jwst  tin  den  laateten  vorm 
ontetaat  vaak  de  katarrhale  m  de  cronpenie  pnen- 
monie,  die  de  influenza  tooi  Ewakke  ol  siekelg- 
ke  pemonen  loo  leTenKeraartqk  kan  m^en. 
Soms  tredeo  naaat  de  a^oneene  verMh^neelen 
meer  die  na  mMg-dun-etooniisaen  op,  aoms  i|^ 
de  spier-  en  gewnditq)gnMi  iM  herig,  dat  men 
van'  een  rhettiMtiadiNi  norm  der  jnfloenia 
spreekt,  maar  gvwoonl^k  ie  de  mekte  een  eomfci- 
natie  van  die  vorsehtUende  ^^ptoomgioepen. 
Toch  kan  men  drie  groepen  ODd«MfaeideD:  des 
katarrkalen  vorm  (met  verkoudheid,  bronohitia 
enz.),  den  goÊtrcitUeitiiiaUn  vorm  met  op  den 
VDOigrond  maag-darm- Btoomiseen  en  den  nerveit- 
%en  vom,  met  iware  nerveuze  itooniiMen.  Het 
hart  woidt  niet  zelden  in  de  tiekte  betrokken, 
waardoor  de  pole  VM^ndeil  en  ikh  groote  hwt- 
zwakte  vertoont.  De  aandoening  vaai  de  baitmier, 
die  de  aaoleidiog  daartoe  as,  daart  vaak  nog  lang 
na  de  ziekte  vooil.  Bg  tabercnioee  wordt  de  gnep 
vaak  chronisdli  en  beeft  tg  een  zeer  slechten  in- 
vloed UI  de  ziekte,  en  de  ziekte  treft  vaak  juiet 
deigelgke  phutsen  Tanminderen  weerstand:  men- 
aehen  met  gestoorde  mgsrertering  vertoonen 
voornamelqk  de  gMtrisctie  vendignHlen,  men- 
«ohen  met  bronchitis  en  tt^renloae  voornamelijk 
de  longaaudoeomgen.  Meestal  gaat  de  griep  met 
koorts  eepaaid,  die  met  de  ii«te  atggt  en  daalt 
en  gelgk  deie  'li — l^/i  week  dnnit.  Het  dnurt 
echter  meeet^  nog  gernimen  .t^d,  vMr  de  patilot 
weer  c^  krachten  komt,  en  somti^e  stort  hg  weer 
in.  De  ziekte  laat  geen  onvfttbaarheid  voor  latere 
epidemiefD  achter,  wel  verloOTien  volgende  aanval- 
len zachter,  en  tg  kan  nag  lang  hinderlgk  zgn 
door  naziekten  en  ontstekingen  op  het  oog  en  in 
het  oor  ol  door  pnist vorming  op  verscMllende 

Baateen  van  de  huid.  Ook  de  ognen  in  het  ge- 
ed  van  veredrillende  ^ennwen  Kunnen  nog  laie 
plagen.  De  bdiandding  kent  geen  specifieke  mkT- 
oelen;  bedrnst  en  lOigviddige  verpleging  zgn  het 


voornaamete.  Na  een  twuen  «anval  is  liet  ook  in 
de  periode  van  herstel  noodig  zioh  zeer  in  acht  te 

In  folio  no«ut  men  het  bodifonna&t,  waarhg 
de  bladen  nit  een  halt  vel  beetaan,  soodat  twee 
bladra  ol  vier  bladagden  een  vel  vormen. 

Informatie  behoort  tot  de  eerste  periode 
van  het  ond»ioek  van  stralzaken.  Id  die  nerïode 
worden  n seringen  gedaan,  die  er  toe  cnnnen 
leiden  om  uit  te  maken,  of  er  een  misdrnf  is 
gepleegd  —  loo  ja,  welk  misdrqf  —  en  wie  daar- 
van verdacht  moet  worden.  In  dit  tijdvak  wordt 
et  nog  geen  geding  gevoerd  tegen  één  ol  meer 
bepaalde  pereonen.  Eet  hier  bedoelde  onderzoo 
ie  te  onderecbeiden  in  een  politieonderzoek  en 
een  gerechlelgk  oaderzoek,  wdke  laatste  bestaat 
in  het  inwinnen  van  voorloopige  inlormatiSn 
door  den  Recbter-Oominisarie  op  -veraoek  van  het 
Openbaar  Minietwie.  Het  pMitie-onderzoek  it 
meestal  niet  -voldoende  om  de  zaak  tot  klaarheid 
te  4)rengen,  Immera  bet  Openbaar  Uinisterie 
mist  de  bevoegdheid  getmgen  voor  iJth  te  dotn 
brengen  en  kan  eerder  ook  niet  tot  «anbending 
van  den  verdachte  overgaan,  tenzij  b^  betrapping 
op  heeterdsad.  Tqdatë  de  voorlöaptge  informa- 
ti&n  kunnen  tegen  onwilHge  getnisen  dwangmaat- 
regelen wonjen  genomen  en  kan  de  Rechter-Com- 
misaarie,  op  requisitoir  vmi  het  Openbaar  Hinia- 
terie  de  aanhouding  van  den  verdachte  bevelen 
in  die  gevallen,  waarin  aanboadiag  in  het  alge- 
meen toegelaten  te.  Dit  bevel  ie  slechts  geduren- 
de 6  dagen  van  kracht,  doch  kan  nog  ééne  voor 
eenielfden  termgn  door  de  Kechtbank  warden 
verleend.  De  Recliter.Ocnimi«Baiiia  is  een  lid  van 
de  Rechtbank,  die  voor  den  tijd  veji  twee  jaren 
belast  k  met  de  instnictie  van  stratirten.  Leve- 
ren de  voorloopige  infonmatifin  voUoende  beswa- 
ren op  tegen  befMaUe  personen,  dan  volgt  de 
'eigenlvke  instructie  of,  indien  deze  onnoodig 
wordt  geacht,  kan  ook  terstond  de  bdiandeling 
ter  terechtzitting  'vol^.  De  anAtenaar  van  het 
Openbaar  Wniaterie  is,  nadat  de  voorloopige  tit- 
formatién  zjjn  ingewonnen  en  de  Rechtbank  dna 
nog  geen  kennis  van  de  zaak  gekregen  heeft,  be- 
voegd dezeJve  in  te  trekken.  Zie  verder  Insfrtio- 
tie. 

InfonnatlobnroanK  dienen  om  »ch  te  mi- 
gtfwiesea  lan  de  omstaiwligheden,  waarin  deie  of 
gene  persoon,  firma  -  of  maataeiiappij  i«rkeeii. 
Men  heelt  er,  ^  inllehtiiigen  eevien  omtrent  de 
sdiditeit  van  knopüeden,  wjnleliers  eui.,  ook 
sgo  er  ten  lïeiHte  der  araienvenoiging,  waar 
men  mededeelingen  kan  betmien  aangaande  de 
behoeften  van  hniegezinnen,  die  onderstand  vra- 
gen. De  meeste  groote  bankinstellingen  hebben 
tegenwoordig  «en  afdeeling,  «Iwaai  oon  cliknten 
inlicblingen  omtrent  fcoo^ieden  Terschaft  wor- 
den; dïrgelgke  informaties  worden  dan  veelaJ 
aongednid  met  het  woord  „baakinfofmatie". 

Xnfr&lapMrll  ol  btnedtMxUdrfnn  nosnt 
men  in  de  Hervormtfe  Kerk  die  aanhangen  tmi 
de  leer  der  voorbeschikking,  w«lke  aannemen, 
dat  God  zgn  raadsbeslait  omtrent  de  reikieung 
en  verwerping  der  menechen  eerst  ten  gevolge 
van  den  voornitgezienen  zondevnl  heeft  vaitge- 
steid,  terwijl  de  ttipralaptarii  of  bownvaldr^ven 
tveweren,  dat  genoemd  rMdsbealnit  reeds  vöAr  den 
■ondeval  genomen  en  Adam  dne  tot  dezen  val 


DigilizedbyGoOglC 


IHFBALAP8ARII— INOBBORO. 


beatemd  wu.  De  inlnilapMrii  tehielden  de  Mer- 
baod  op  de  Sjntodt  te  Doediecht  in  1S18. 

Infnla  of  ^itta  iieetle  itg  it  Romeinen  «en 
iwihooMiMod  itn  witte  wol,  «umede  de  priea- 
ten,  4le  TeilHUehe  mugden  en  de  otferun  bq 
wgie  TM  toHMUid  bel  iioold  (imwiUeLden.  Au- 
Taokdijk  WM  dex  twnd  een  taeken  tui  ootmoed, 
latei  TUI  beillgbeKl  en  ontehendbHfbeid.  Oltei- 
dieren,  keiken  en  aHaien  «n  ode  imeekeJineui  en 
Tiedaboden  gebnikten  bem.  In  hteren  tgd  etiHc- 
te  hg  un  ketierijjke  itadhondeit  tot  een  tecken 
hunner  wuidigheid.  Verdei  gina  hg  Tin  de  Hei- 
dfiBKlM  prieeteia  of  nn  de  JooOMfae  (ih  Exodns 
28  :  U;  29  :  9  en.)  OKc  op  de  Chriitelgke  bis- 
(chonpeD  en  OBlrinf  den  num  tid  bieulioptintiti 
ot  mMer  (mitn).  Dck  beetuti  nit  2  plktt^  booge. 
vu  boTCn  «pitt  toeloopende  platen  lan  Uik  of 
kart«n,  bekleed  met  «e»  sjfden  «tot  nn  dergelq- 
ke  klenr  «b  bet  miigewaad,  igk  gestikt  en  dik- 
iTJjli  met  ^nd  en  edelpitMBten  oeiet.  De  tooi- 
ite  igde  li  TeiaiMd  met  een  kraia,  eTeoali  de 
twee  naai  aehteien  neêrbaagende  4«iiden.  De 
biaaebopsnats  ia  bg  alle  «mfclererikiitingen  het 
eigenaatdig  boofdbedekaeliTaaden  bitecbop,  «nren. 
ala  Tan  den  pau,  enden  beeft  liet  leoht  om 
04^  aan  aadeie  booge  geestdgkeii  de  berroegdbetd 
te  goren  tot  bet  aSi^en  tm  de  btaBcbopamnta. 
Deie  pn^  ook  in  bet  iwapes  xan  ben,  «e  baar 
dnflon. 

Infnals.  Bg  een  blo«heiKea,  löö  groot,  d»t 
de  dood  door  veibloeding  itreigde,  t»ehl4e  men 
Tioeger  bet  geTUtr  at  te  iweaden  door  bet  in- 
tpniten  Cmfiute  ook  trautuiU  geDoemd}  van 
maocebeMjk  bkiad.  Het  bleet  echter,  dat  het  in- 
brengen na  Uoed  wei  geraailgk  wu,  want  de 
iDgeunlen  roode  Uoedeelleu  gaan  ipoedig  te 
gionde  en  het  nn  geworden  haemoglöbine  Ter- 
«onaakt  nkgelnetae  Uoeditolnla  in  de  bfeedu- 
ten,  terwöl  Uoed  Tta  elke  andere  dienoart  een 
direct  git  bleek  te  ^jn.  OA  bleek,  dat  niet  loo- 
leei  bet  diieet  T«rli«t  aan  tAoed  de  ooruak  Tan 
den  dood  door  TeAloeding  wai,  ali  wel  bet  lin- 
ken Tan  den  tdoMldnik,  de  wavreiboodiiig  tna- 
icfaen  inbond  en  wödte  Tan  bet  Taate^teem, 
«awbjj  bet  hart,  ali  een  le^e  pocnp  weitend, 
bel  bloed  niet  lóldoeode  kan  Toottatowen.  Het 
htten  drinken  Tan  TkwiatAften  om  bet  lerltee  ie 
henteUen,  ii  daaAg  dooi  bownct^ooiheid,  braak- 
neiging ol  aodeie  omttandigfaaden  ruk  ondoen- 
Igk.  Men  gebnikt  dan  ock  tegenwoordig  lierei 
een  alkaliaebe  keakenioatc|>loeaing  Tan  0,7  %, 
met  of  aooder  3  lot  5  Jï  eniker,  WMidoor  de 
bloeddrok  «tel  etggt  en  de  roode  UoedeeUenaiet 
aangetait  worden.  Men  ipnit  500  tot  1500  gram 
Tan  de  lontoploeeing  in  een  groote  ader  en  past 
de  methode,  behahe  bjj  ebitoigiKbe  geveilleii 
en  Tcrloakande  ,ook  met  loeeet  toe  bü  eboler», 
iware  maag-danneatarrb.  inwendige  tuoedisgen 
door  maagzweer,  maar  o(A  TergiUigingen  door 
kooloxiedgai,  etr^ehnine,  inenienm  e.a.  worden 
wel  too  Mbandeld,  eTenali  de  aoto-intoiieatiei 
bg  niaemie,  inikeniekte,  eelampiie  en  infectie- 
liékten.  om,  dooi  Toidonning  tu  bet  bloed  ook 
het  gift  te  Tetdunnen  «a  bet  te  doen  aladieiden 
dooi  Teibetcrde  wNfcing  Tan  nieren  en  iweet- 
klieren.  De  genoemde  gioote  boereeHieden  Tfaiei- 
■tof  kannen  in  een  ader  ot  ondei  de  hnid  inge- 
Epoten  «orden;  de  laatate  neUiode,  waarroor  al- 


leen holle  naald,  btiii  en  trechter  noodig  ign,  kan 
ook  buiten  bet  boqtitad  gen^kelnk  geroigd 
leoiden,  voor  de  eerste  moet  een  ader  blootgelt^ 
en  geopend  «oidM,  waarna  men  een  kaanle  w 
baar  bdte  iteekt  en  Tactbindt  Het  ia  doelmatig 
om  een  miine  adeiiating  te  latea  voonlgaaa,  •!■ 
tbane  bg  leiifitti^ngeB.  Ook  nnietof  wordt  ixf 
bepaalde  veigiltigingen  «m  in  de  aders  gebracht. 

InftWorUii.  Zie  AlgiaUMurtja. 

lutiuoilCliAard*,  ocA  Bergmeel,  Diatomt*- 
'étiaafdé  en  fieteijoer  gebeeten,  ie  een  geeteea- 
te,  dat  in  hootdiau  is  samengesteld  nit  de,  nit 
amori  kieulinnr  beetaande,  pantiei*  (in  atge- 
stonren  dktomeeên.  Het  Tormt,  een  Uchte,  mea- 
aebtige  maaaa,  beUjj  wit,  grgi,  bminadrtig  «t 
lichtgroen  T&n  klenr.  IntasMifinaasde  is  onamelt- 
baar,  aiet  TsebraodbaM,  bntt  «en  groot  waten^ 
dorpend  Tennogen  en  biedt  bg  gewone  lempeta- 
tnnr  weerstand  aan  de  meeate  memicaliênk  Bet 
beetaat  nit  75—80  %  kieaelnni  en  8—18  X  wa- 
ter en  Toimt  somtgds  nilgestiekte  baaien  in  tor- 
tiaiie  en  qnaitaire  loimatiea,  dikwgk  in  de 
bnurt  Tan  brainkocl-  of  Teenlagen.  Het  wordt  ge- 
bndkt  tot  TeTTaaidigiafr  na  iljaainiiil,  oltrama- 
rgn-,  aniltne-  en  aliiannoTerTen,  vooral  ook  Tan 
waterghw.  In  brt  laboratOTiom  Tindt  bet  Teelsl 
toepassing  als  adeoibeerend  middel  voor  het  ont- 
Meuien  van  qrioaaingen  eni,  Ofk  bg  de  bei«i- 
ding  ,Tin  steenkü,  oemenl  knnatateaiea  eu. 
Tindt  bet  toepaasing,  eveaati  bg  bet  tiltieeren, 
het  afwateiea  van  Todrtige  terrerneo,  bet  aan- 
biengen  van  adioibeeieode  lagen,  bet  bereêden 
Taa  goedfcoope  klenitMten,  in  de  paniertabriea- 

E,  die  Tan  getab  pertja.  en  eaoatoioncartike- 
I.  0(A  üt  poelsmiddel  van  metaal  en  glat^  ab 
Miiigingamiddd  vao  vettige  vooiweipea  en  dee- 
len  van  macbinea,  b^  hot  Tenaardigen  Tan  poi- 
aeleia,  papietmaebi,  glaniren,  kunatmatige  pnim- 
iteen  en  alHprteenen  éno.  bewgat  bet  goede  dien- 
•ten,  altmede  ia  dea  landbotiwi 

Inva  Wüid,  il  de  naam  van  oen  plantenge- 
■laebt  stt  de  familie  der  JftaHwaOeUiMii  (Jfimo- 
taeeein).  De  vmAt  ie  een  breedJgavonnige. 
saamoediukte  peul  met  in  eea  brij  Mlegen  »- 
den.  Het  omvat  meaetal  ongedooiwM  neealeia  en 
hoornen  nat  de  AmeiikaAadu  keeikringslandea 
met  loode  en  witte,  is  aiea  geiangiehikte  bloe- 
men ol  bfeemhoofdiea  en  eetbare  peiden.  Tan  I. 
big*mhia  W.,  een  fioogen  boom  in  Halabai  ea 
op  Java,  sebnikt  inen  de  onrgpe  ladw  en  de- 
jonge  Underen.  t.  BowgoHi  Dee   is  een  fraaie 

boom  lei  "^^ •"-    -    =■ '-  ™ -"-^'• 

en  Znid-j 
en  cetbai 

XnVftaTOnmi  ign  bg  Tadhu  de  oooiddgke 
Tdhaetammen  der  oude  Qermaneo^^  die  Tan  de 
mmdcn  van  den  Rgn  tot  aan  de  Ooetaee  «n  op 
het  Bcbieieiland  JoUand  wooaden,  derhalve  de 
Frieten.  Chanken,  AngmTaiilm,  AnBivariiia,  Aa- 
gden,  Tentenen  eni. 

Inv'boiWi  koningin  van  Frankigk,  de  doeb- 
tei  Tas  konii»  WaUtmar  I  Tan  Denemarkea, 
werd  io  1198  M  Amieni  de  tweede  f^alin  nn 
koning  Pkilai  Avgutba  Tan  Fmnkrgk,  dia  ech- 
ter ODmiddwift  na  den  bmUanaeht  een  oaovei- 
winnelgken  afteer  tegen  baar  kreeg  en  baar  niet 
all  gónalin  w3d«  erkennen;  wegens  beweerde 
bloedverwantiebap  ooMwad  de  auMnnadiop  vaa 


lei  booote  van  10  m-,  gio^  in  Weat-Iadil 
'Amenka  m  bent  ia  ^n  penlea  een  loet 


DigilizedbyGoOglC 


Keimi  bet  hmrriök  «n  nvrd  Ingeborg  oa/u  bot 
kloMtat  BeauiepiiH  ^tibunen,  tenin  Pkilipi 
itt  ]]^  met  Agnea  «on  Maran  hnwde.  Pau  Coe- 
lettinuê  TtiUurde  intDudMii  d«  eeheiding  on- 
wettig en  toen  Pkilipê  weigerde  Ingeborg  weer 
fth  gccoilio  ua  te  Demsn,  «prak  Innoemtiut 
Itl  in  1200  bet  intcrdiet  orei  Frankrijk  nit.  Ni 
Uagen  tegenatrad  moest  PkiUfi  in  Novenriwr 
12W  TftD  Agne$  tebeideD;  eent  in  )218  weiid  In- 
geborg  na  een  17-j«Tige  gevuigenschap,  te 
Btunpes  un  bet  Bot  Migtiwmen.  Zg  »ierlMd 
kindeilooi  fe  Coibeil  in  1^. 


ItftliauMih  «H^Mnist  der  16da  eeuw, 
154S  te  Terou  Mboran,  wm  tedert  1676  kuMl- 
meeiter  der  Eatnednal  te  CiemoM  en  overleed 
■Idui  den  laten  Jiü  1592.  Hg  «omponeenle  mi*- 
■en,  madrigaJen,  „eantjonea  aaeraa  ,  itsponsaria 
en  ojnmnen. 

Tnyywrt  AngMo,  een  Italiaanteh  dichter, 
ometreeks  bet  laai  1550  te  VeoetiB  gelboren,  wa« 
jn  dienat  lan  4e  hertogen  wr  Öwutalbi,  Urbino 
en  Snoye  n  weid  ten  «latte  aeeretarri  Tan  kardi- 
Bul  AtdobroÊdiM  te  Kame.  Hg  «cbreet:  „Ls 
danca  di  Teneiit''  (1589),  ,4>e1  buon  lagretkrio" 
e  del  modo  di  r^ipietentaie  la  faTole  Meniebe" 
(ISOS).  Hn  Tersehalte  Torquato  Tauo,  boen  deie 
in  1678  all  Tlnchlding  te  Tnrgn  kwam,  een 
wgkriaAta,  ea  Iwionde  de  eeiate  uitgave  der 
Tooribran^elen  ita  atma  dichter.  Hg  oreileed 
te  Bon»  omttntka  101B. 
Iltir«ll(Mkt  {^  de  aft.)  noemt  oen  in  de 
wapenknnde  «en 
■ehild,  dat  door  een 
tigzaglön  in  tweetn 
it  verdeeld  en  wel 
MD,  dat  de  beide  dee- 
len  met  leherpe  hoe- 
ken in  etkandeT  grj}- 
pen;  de  beide  deelen 
ign  Tan  Tenehillend 
email. 

ZnfclandaB 
leekent'.    xf   die  ge- 
land  (ÏM   n,  d.  w.  I. 
grondbnit       hebben 


E 


logAoekt. 


in  een  streek,  een  watereehap  eni.  Het  wootd  wat 
TToeger  Tooial  in  Holland  in  gebmik;  in  Zee- 
land, Voome,  Putten,  QelderlaiM,  tJlTeehl  foorsl 
geBrtden,  in  Orergael  ook  dikwgh  erfge- 
namen. 

Invalmfliutor,  een  tUk  «  de  Belgiaebe 
proTinde  Weat-Tlaaadeien  (arrondiMement  Roe- 
■daere),  ligt  aan  At  ipooriynen  IngitJmBnal«t — 
Aiiaegnem,  Bnine— Korti^k  eo  IngebnOnster— 
Tbieft  en  tdt  f1»10)  S962  inwonen.  Hen  Tiodt 
er  een  kasteel,  Unnenwenrï,  tspgt-  en  kantla- 
brleken.  Oen  lOden  Hei  17M  werd  hier  een  ge- 
Teeht  gelerent  tniadien  de  Pranedieii  en  de  ver- 
bonden  Bngelstben  en  HannoreTanen. 

Invalow,  Jem.  een  Engelaeh  dichteres,  in 
1820  te  Boeton  geboren,  trad  op  met  een  ban- 
iM  Tcthalen,  f^etHeld:  „Tsles  ol  Orris"  (IS60) 
en  behaalde  diie  jaar  dauna  met  den  didttban- 
del  „Round  of  da;«"  wo  groolen  roem,  dat  die 
Tenameline  binnen  Tgf  jaar  tot  14-maal  toe  werd 
berdrokt.  ^  schreef  Tcraer:  „Home  itbonghti  and 
luHne  «oenet  and  atoriea  UM  Xo  »  eh^"   (2de 


druk  1892),  „A  ttetr  of  doem,  and  otbet  poemi" 
(1867),  ,JÏM>sa,  the  Urr"  (1867),  ,JiitIe  won- 
derhoni"  (1872),  „Off  tbe  Sketliga"  <4  dln.. 
1873),  ,J'ated  to  be  fiee"  (3  dln.,  1875],  .Am 
John''  (3  dln.,  1876}  en  JSutix  de  Berenger"  (4 
dln.,  1881).  Haar  geiamenlgke  „Poema"  Teraehe- 
nen  in  drie  deelen  (1885).  ^  onrerleed  te  Londen 
den  20sten  Joli  1897. 

Znvamum,  Bemhard  Severitt.  een  Deenteti 
dichter,  den  28sten  Me  i1789  te  l^rkildstrop  op 
bet  eiland  Fabter  geboren,  beioeht  de  sebool  te 
Slagelte  en  begaf  neb  in  1808  naai  de  nnireiii- 
teit  te  Kep«ibag«L  Als  Btadtot  gat  hg  een  bnn- 
del  gedkhten  wt,  «n  Mdat  b^  in  1818  en  1819 
e«i  gtoole  reis  door  DnitseUan^  Fraoirgh:,  Zwit- 
serland en  Itaül  gedaut  bad,  werd  hj  in  1822 
lector  in  de  Deensehe  taal  en  letterkunde  aan 
de  academie  te  Soroe.  In  1842  werd  hjj  er  met 
het  bestanr  der  boogeiehool  belast  en  hg  Miield 
het  tot  aan  hare  ojmefting  in  1849.  Hg  OTerleed 
den  24sten  Fsbmari  1862.  Als  dichter  beeft  hg 
op  elk  géUed  der  poliie  ign  krachten 
Op  inn  heUendidit:  „WaUemai  de 
Stoie  og  hamt  Hind"  (1824)  TcAgde  een  redct  n>- 


beprMt 


inoeff  op  el 
Mtd.   Op   : 


mant,  aan  de  H«ldeleeiiwsdi'{>eenMhe  eescbiede- 
nis  oBtleend,  Daartoe  bebooren:  „Waldemar 
Seier"  (1826),  „Erik  HenTed's  Barodom"  (1828), 
„Kong  Brik  og  de  FredlSse"  (18S3)  en  „Priods 
Otto  at  Danmark  og  hanc  Samtid"  (1835),  In  de 
Tolgende  jaren  Teridienen  bet  dramatisch  ge- 
dicht „Renegatea"  (1838).  het  dramatisdi  ver- 
haal „Salomons  £ing"  (1839).  alsmede  de  3 
roman tiieb-bistoriscbe  gednchleo  .Jïronning  Mai- 
grete"  (1836)  en  ,3olger  DanAes  Sange"  ?18S7). 
Uitstekend  geslai^d  ii  „Knnnrii  og  Naja"  (1842J, 
een  Qroenlandsche  romati.  Verder  dicMte  b^  Tele 
stiehtcinke  liederei^  en  eehreef  den  roman 
„LandèDybOmene"  0658),  alsmede  „Coniirma- 
lionsgaTc"  (1856)  en  de  beide  osdichteD  „Tanke- 
bicTe  tra  en  AldM"  (1855)  en  „Qvktoefclet" 
(1856).  Zijn  terumelde  werken  sgn  in  4  aldee- 
lingen  (1643—1865)  In  het  Ig<Ért  TersebenMi.  Na 
ign  dood  werden  ihk  ign  aotoblogr^iie  ,3fiB 
Lefnetsbog"  (1862)  en  „Tifeweblik  paa  uit  Ut 
og  min  Fortatterriiktendied  tra  1811— ISST' 
(1863)  nitgegeTen. 

Jnrsnlioiuii  J"*,  Mn  NederlHidsdi  natnnr- 
en  «eneeeknndige,  den  Ssten  Deeenri>er  1730  te 
Breda  gtioren,  stodeerde  te  Leiden  onder  leküng 
Tan  ömiinut  en  AlhtMu  en  b^af  >ieh  veiwoJgens 
nasr  Londen,  om  de  wgse  Tsn  inenting  TSn  Stt- 
(on  te  bestodeeren.  Op  asitbeTeling  Tsn  Pringlt, 
Tooriitter  van  de  Konii^lgke  Ifaalnehappg  te 
Londen,  weid  hg  in  1768  naar  Weenen  geroepen, 
om  deiiiderenTanlfiviaTksrBsia  la  te  enten, 
Tsa  welke  reeds  2  aan  de  jtokken  wsien  faetwe- 
ken.  HJi  daagde  hiei  naai  wensdi  en  veikreeg 
met  de  titels  Tan  Eelierlgk  Hofraad  en  Inlaits 
d«c  keiieilgke  familie  een  jaaigeU,  dat  hg  tot 
aan  ign  dood  bchicM.  Vele  Toernsfne  pentmen 
lieten  lich  dooi  hem  inenten,  o.a.  in  1772  de  erf- 
pr««  «oa  ToMbme  en  ann  iHter,  b^  welke  gele- 
genheid h^  NapelB  en  Venetii  besocbt  Na  ign 
tero^eer  te  Weenn  hield  tq  ikb  met  weten- 
eehappclöke  natporingen  béng.  H'g  stond  in  hoo- 
gs BohtiDg  bg  Jouf  ZI.  Later  eing  tngenkamti 
naat  Nederland,  doch  Teitrok  w<Mra  naar  Frank- 
rgk  en  «kama  iméx  Dnitsiibland.  Ta,  1797  ging  hj 


DigilizedbyGoOglC 


nnïEINaOD&E—INQErVANDSWIOItlUIEH. 


MtwL  B^  oTeffecd 
TBilitgf  Tu  maikiet 
Lmdtdomu,  <leD  Tden  8epl«mbei  1799.  Hg  heeft 
lich  T<idieD>telgk  gcmiw  <doot  de  aitnodinK 
*aii  een  oieawen  eodiometer  en  ^wn  het  beiri- 

£a  vkD  pkite  giteait^ea  ia  p^t«  tu  ToJtoo- 
Toor  ae  dectiUeeniuKfaiiie.  X)oor  ud  ie  too- 
■en,  dat  de  groene  pUntendeeleD  in  bei  licht 
hxdmur  opnemen  en  inniatof  atgeren  en  de 
koolstof  Tut  het  koolzuur  in  ïan  orginieme  "rer- 
werken,  ii  Ing^H^tmn  de  grondle^er  Tftn  de 
ehemMEhe  pbntei^ib7«k>l<me  gawoKtan.  De  Eo- 
oinklüke  HutBehqf>g  te  Landen  si  andere  ge- 
leerde mwoteduippett  iMBoanden  bem  tot  M, 
Haria  Theretia  nam  liem  op  in  den  tdeletand 
met  den  titel  tui  baroD  en  iiet  plaDtengealaeht 
IngenkoHiia  heeft  ijjn  naam  aan  han  te  danken. 


EngelKhe   teifaandeÜnc 

Trannetiona"  ia  het  N 

/.  rati  Breda  (2  dln.,  1785),  <»iderKheiden  ,JH«- 

moirea"  ia  4iet  „Jonrnat  de  Ph^nqQe"  en  een 

aanlal  Nederlanduhe  opateHen  in  de  „V»der1and- 

Bche  Letteroefeningen",  de  „Seheiknndige  biblio- 

tieek"  en». 

Zie:  /.  Wietner  Jan  JngeihfiDU».  Sein  L(fcen 
nnd  eein  Wiiken  ala  NatnrloiMfaer  nnd  Aiit  (met 
anderen,  Weenen  1905). 

XnVsnliOTan,  Jo»,  een  NaderUndaeh  eompo- 
Kat,  werd  den  IMen  Mei  1876  te  Breda  ^tibo- 
ren.  In  ign  jened  beoefende  hq  de  mnaitk  ge- 
heel  air  antodidaet',  op  leati  en -jarigen  leettijd 
weid  hji  leider  vaii  een  harmonie-  en  langveree- 
niging,  IMei  fsn  het  maiHienkoer  en  de  oifcett- 
Tereeniging  te  £reda.  Eeret  in  1902  >rerkreeg  hjj 
toeitemming,  lieh  geheel  aan  de  mniidi  te  wij- 
dm;  h^l  nam  iota  lee  bg  L.  F.  Brandla  Bu^t.  In 
1905  atodeert  tin  inj  Fela  MatU  te  Mftncèen  en 
wordt  spoedig  oireetear  Tan  den  ,^ODiert-V«r- 
ein"  aldaar.  In  1908  leidde  hjj  de  «yniffbonieean- 
certen  Tan  bet  Mttndiener  Philharmoniach  Or- 
keet;  in  1909  wordt  hq  ditectenr  Tan  de  .M^a- 
ehener  HadrigalTereinÏBvng".  'RiaiM  ie  hq  ge- 
Tertigd  te  St.  aond  hn  Panja. 

IngtithoMn  il  boTendien  etmnpoaiat  Tan  liede- 
ren, werken  Toor  gemengd  koor  B  capella,  een  drie- 
lal  .jSTnphoniicbe  TonetOeke"  Toor  oikeet  {ao.  1 
„Lyrisdi',  do.  2  „Dramatiach",  do.  8  „Bnnan- 
tiaeh"),  twee  werken  voor  zang  en  oikeat  („Sjm- 
pboniseÉie  Fsntaeöe  Ober  Zarathnatra'a  Nachtlied" 
en  „Elaoi  Hnk"),  een  itrgkkwaiKet,  een  kwintet 
Toor  piaJH  eo  blaaainstrMoenteQ. 

Xnsantenrs.  Zie  TieAnfKk*  Boogegehoot. 

Xaranlenra,  KoninkJ^k  Inetttimt  «on,  werd 
den  Slen  AujvBlui  1847  opgericht,  Toond  door 
toedAen  Tan  Fredenk  Willem  Conrad,  in  -reree- 
niging  met  Atttonitu  van  der  Kun  en  dr.  Oerrit 
Simoni,  en  onder  besohennheeiachsp  Tan  des 
prjne  van  Oranje.  Bet  eteltiidi  ten  doel  de  kanet 
en  de  weteneehap  Tan  den  ingenienr  te  beronle- 
len.  Tot  18S0  was  kradtens  iki  reglement  de  ie- ' 
tel  Tan  het  InAtitntrt  ter  pkatee,  wsat  de.  Eo- 
ninklgkie  Academie  toot  eiriele  ingenieurs  ge- 
Teeti^  ion  xgn.  in  genoemd  iaar  weid  de  Eet«l 
naar  's-OiaTenhage  overgebracht,  waar  ook  door- 
gaana  de  Tergnderingen  |daata  heUben.  Aan  bet 


boofd  Btaat  een  Eaad  van  Bestuur,  bögeetaaii 
doet  een  bnéten  dien  raad  nit  de  ledeDjgekoien 
bezoldig  leeretarw.  BesdieniiTroDiW  is  HT  H.  de 
Keoingin,  ttetdieimheer  Z.  E.  H.  <k  print  der 
Nederlanden.  Sedert  1851  beiit  het  Inelitunt  een 
op  lieb  lelf  etaande  aldeeling  in  Insolinda,  ver- 
der ign  er  vier  afdeelingen.  Behalre  het  week- 
blad ,j>e  Iitfoiienr",  geeft  het  InetituDt  (sedert 
1852)  een  Juitioekje  nit,  terwql  in  de  jarea 
1654—1867  tta  „Bépertoire  de  Cartes"  teneheen 
en  de  Catalogoe  der  omfaogröke  boekeig  eren- 
eens  gedrnkt  werd  (bet  batet  in  1887  met  een 
inpplemeDt  in  1895.  een  tweede  sopfilement  in 
1905  en  een  derde  in  1914).  Het  Instituut  ataat 
met  talrgke  genootse&^rpen  in  betrekking,  neemt 
aan  tentoonstellingeo  en  eraffTvaaen  deel,  keeit 
om  de  5  jaren  een  ftranie  ut  aan  bet  lid,  dat 
gedarende  dit  tq^ferloop  de  4>eate  TeibandeUng, 
memorie  of  ander  gesdinft  in  de  weiten  ran  het 
Inaütnat  lal  hebben  gclererd  «f  de  nitttigete  Tia- 


ding  in  het  Tak  nwt  den  ingenienr  laf  hebben 
mcdende^  (ConiBd-^renrie)  en  doet  op  ign 
TergMeringett    beUngiqke   onderwerpen    bespre 


iT  ««legenfaei 
n  ^JTiggedei 


lid  Tan  bet  Tqttïgjarig  bestaan 


bouw  («pgerieht  den  15dên  J^  1S99);  Afdeeüng 
T«or  Eledrotetdimek  <(»gericht  den  l&den  Jwi 
1899);  Atdeeling  Toor  Spoorwegboaw  en  Spoor- 
wwexpkitatie  {opgerieM  den  TUen  NoTwriber 
1899);  Atdeelii^  toot  Bouw-  eo  Wstetbomwknnde 
(opgericht  den  lOden  Januari  1906);  bcestcna 
een  Afdeeling  Nedlerlandaeh  IndiS.  Op  1  Januaii 
1916  bedroeg  bet  isnial  leden  im  het  loititnnt 
3137;  dat  der  aUeeLingen  B05,  6S0,  731,  717  en 
321. 

Xnrsrmajtland  ie  4e  Zweededte  naam  toot 
bet  gewest  tnaaeben  het  meer  Tas  iAdoga,  de 
Newa,  de  FinKbe  golf,  d«  Nara>wa  en  de  gouver- 
nementen Pskftw  en  Nowgorod.  Het  Tormt  tegen- 
woordig het  grootste  gedeelte  Tan  het  gouTerne- 
ment  9t.  Petersburg  en  ontleent  ign  naam  aan  de 
Ingriira,  tot  den  Eaielischen  tak  der  Baltische 
Kiroen  beboorende,  die  een  tongwal  Tan  bet  Kv 
leliecb  spr^en  en-  ±  20000  «den  tellm.  De 
naam  Ingennadand  werd  eerst  gebeoigd  in  1617, 
naiht  het  door  Rusland,  waaraan  het  sedert  de 
13de  eenw  bebooid  hadu  san  Zwada  was  atm- 
•taan.  Door  Peler  den  Oraote  werd  het  in  1702 
wiederem  Temnerd  en  in  1788  bq  bet  gonrent^ 
ment  3t.  Peteiriinrg  gevoegni 

Xnnwuidfln  nooot  men  alle  organea,  die 
tot  befaftod  of  tot  iToor^riantiiig  Taa  bet  liefaaam 
dienen,  dns  wowel  sUe  epüfffertering»-,  alt  de 
adcmbalin^iganen  en  gwIaditoweifctnigeiL  In 
engeren  an  woiden  gawoonl^k  de  dansen  be- 
doeld, althans  de  ingewandeo  vao  den  bnik  en 
Terstaat  men  dan  onder  jugemmdtr^tkln 
meeittl  de  aiekten  van  den  dUm  (lie  Ziekten  mn 
den  darm  «nder  bet  art.  Darm). 

larawandswormsn  (Enltnoa,  Fermea  »■ 
ifsftnales)  is  de  na«m  van  ondersdieiden  wor- 
men, die  hun  TerUqt  bonden  in  andere  torende 
dieren.  Hen  ion  ce  tHweiutige  parmiete»  knnneB 
noemen. 

Eet  ia  moeielgk,  bg  de  khwM  der  ing«wai>d» 
wormen  algRoeene  kenmerken  aan  te  getven.  Som. 
mlge  heUten  geen  darmkanaal;  bg  andere  ver- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


iNiOEWAMnwoRUEN— nraeiRAM. 


toont  bet  lich  ia  de  ndunte  tui  trwee,  Martödt 
in  taUen  TeideeUe  DuiKen,  iterw^  w^  iDdêre 
een  meer  Tolkomen  (hrmduuiaal  MÓJtten.  De  «e- 
riBohtodeelen  lija  bj)  Htnmige  soortea  «p  hetzelf- 
de mdirido  rereenigd,  bg  abdere  geacbêiden.  Bg 
eenige  ontwaart  men  geeoeTlei  mtnröiing  van 
ee&ig  lenawatelsel,  bg  utdeM  geringe  sporen. 
lAnnamu  TOt^«  bg  <!«  klane  der  wonnen  4  ge- 
slacMen  im  iDgewandswonnen,  nsmeLij^  Faieiola, 
Oordimi,  Aaeanë  en  Taaiia,  «n  telde  in  de  laat- 
Bte  door  h«m  boorgde  Ditgwre  tbd  het  „Sj<te- 
ma  Natarae"  [1667)  12  «oorten,  doeh  Rudotpki 
omitre«É«  een  ikkn  eenw  later  i«ed«  899,  tenrgl 
na  dien  tyd  ban  aantal  imw  aanmeikfdgk  'ver- 
meerderd w.  Zg  ijja  <ioor  Zeder  in  5  groepen, 


eideeld, 


Zg  «l  .      . 

mei  ijk  êpoeliBOnneH  Inetnatoidea), 
I  (aeanthoeephala),  %uiguiormen  (tre- 
maloda),  linheormen  (ixHoidea)  en  bbKuieorme». 
L«tat«lg«ttoeinde  gro^  ie  eebtér  Terrallen,  toen 
bet  bleek  (lat  ijj  sleebti  de  onTolwasMn  Tonnen 
Tan  de  linlwoniien  lün. 

De  neeat  ontwikkelde  wormen  vindt  men  bg 
de  bdde  eerate  groepen;  bn  deie  a^n  de  ge- 
aladten  gcMheiden,  terwql  de  laatste  2  henna- 
pbrocKote  dieren  onrratten.  De  blaMwonnen  le- 
Ten  aile«n  in  wannbloedige.  Tooral  phtalenetende 
dieren,  en  de  hierut  Toon^omende  lintwonnen, 
tot  het  placht  Ttunia  ibefaooiende,  in  Tleesoh- 
etende  dieren,  vooral  ook  in  <Ien  menech.  De  lint- 
worm  van  de  kat  (Taenia  ermneollit)  teWe  all 
blaaswDTm  {Ot/itieeretu  fateioiarii)  in  de  maie,  de 
Imiworm  Tan  den  borMi  (Taenia  lenata)  alablaafl- 
woim  (CyitioBTciu  pitifomtii)  öt  basen  en  konn- 
nen  en  de  llntwonn  Tan  den  menadi  (Taenta 
aolium)  ala  Uaaeworm  (Cyilieerut  mUuImim)  in 
het  taóime  Tvïen. 

'De  ingewand swormen  worden  aaneetrotten  bg 
veTEchilknde  dierUaisen.  Vele  aoorten  lomen  Toor 
bg  Togeb  en  TwaebeD,  tooral  eoorten  Tan  de  ge- 
riaebten  Diitoma  en  Eektnorkj/nehu.  Deae  twee 
met  de  geelaeht«n  TomJa  CltnfiMinH)  en  Atearit 
(melvormi  omratten  de  meeat  bekende  eoorten. 
Zg  leren  in  terschilleade  liebaiaDadeelen,*  bet 
Dteeit  ewenwel  op  algnnliaen  in  het  dumianaal 
en  de  longeD.  Ook  ia  de  faerseoen,  de  oogen,  bet 
bart  en  de  bloedvaten  komen  ig  Toor.  Zie:  Aard- 
worm,  Aitkfloitomian»  en  lAnhporm. 

XnÉasstanan.  In  plaata  Taa  de  «teer  alge- 
meene  en  onbepaalde  ooderaitwKng  toweben 
burger  (zie  aklaar)  en  «iet-bvrgtr  onder  de  in- 
wonen   T«n  een  knd,  beett  one  >leg<ennpoordig 


>  het  gio»dgebi«d  tmi  den  Staat  opbonden. 
Tweeledig  i«  thana  de  enderscheiding:  men  ia  Ne- 
derbrnder  ol  vreemdelmg  en  tngtieten  of  nkt- 
ingeuUH.  Hen  kan  dn»  («gelgk  ign  Treemdeltng 
en  toch  ingezeten,  Nederlander  en  toch  niet-in- 
ceieten.  f)e  dnbbele  ondereeheiding  ie  tm  be- 
lang, loowel  in  bet  bnigerlgk  ab  in  het  «taats- 
reebt.  De  oitoetening  Tan  oaderacfaeid«i  recbten 
en  de  verTnlliiig  Tan  TerscbiUende  püchten  is  af- 
hankelgk  Tan  bet  NederhMker-  en  bet  iDtgeietea- 
sdiap,  zoowel  in  bet  prirate,  alt  in  het  pi^lieke 

De  Toombriflen  Tan  bet  burgerigk  recht  en 

special  Tan  het  bnigeijdjk  proeeareeht  leveren 
meer  dan  één  veiBcluI  op  tnasehen  Treem deüngen 


allee  met  ii>ge- 
zeteneD  gelijk.  In  het  politiAe  leren  —  bgT. 
Toor  bet  kiesrecht  —  ie  de  dubbele  onderschei- 
ding nog  Tan  grooter  beiaog.  Daarom  geeft 
de  Grondwet  in  éen  van  haar  eetcte  artikelen 
deze  hepaUn^:  „de  wet  Tei%l&art,  wie  Nedetiao- 
detB  en  wie  ingezetenen  sgn".  Am  dit  lODrscfarift 
dar  Groodwet  is  gerolg  gegeren  door  de  w«t  Tan 
12  December  1892  (Stbl.  no.  268)  op  het  Neder- 
landerscfaap  en  het  ingezetensebap.  Wat  het  ince- 
leteneeh^i  betreft,  bqiaak  die  wat  het  volgende: 
logeeetenen  tsa  het  Kok  9^n  ig,  die  bmuie  woon- 
plaatB  in  bet  Bgk  hebben  en  baar  gedurende  de 
TOorafgaande  18  munden  yn  het  Rgk  of  zjjn  ko- 
loniGo  ot  beiittingen  in  andere  wereMdeelea  ge- 
had heM«n.  Het  RgkeingexeteDecbap  houdt  a^ 
door  -  vesti^io^  der  .woonplaats  buiten  het  R|ik. 
Een  minderjarige,  wiens  Tader  of  Toogd  Rgkan, 
geietene  is,  woidt  ala  loodaniff  aaagenwrfct;  meer- 
derjarig; geworden,  faeboodt  bg  de  boedaoiffbetd 
van  Rf^aingeietena,  indien  bg  iljn  wooiqüaata 
in  bet  Rgk  Tsatigl.  In  «omanige  bóumdere  wet- 
ten komen  andere  omscbr^Tingai  Tan  ingaMten- 
schap  ivoor,  welke  «venwet  alleen  geMen  Tvor  de 
in  die  wetten  bdiandeMe  ondepwerpen.  Voor  da 
oitoetening  Tan  bet  kiesrecht  en  de  vetkiedbaar- 
beid  voor  de  ProTinciale  Staten  en  den  Qeraeen- 
teraad  wordt  gevorderd,  dat  men  ingezeteoe  iQ 
der  proTineie  of  gemeente,  betgeen  Tolgens  de 
Pronnciale  en  de  Oemeentewet  wil  leggen,  d»t 
men  een  jaar  in  de  proTJneie  of  gemeente  ge- 
woond heeH.  Zie  venler  NederlanderÊcluip. 

XncUrunl  ia  de  naam  eene^  funiiie  Tan 
Toekaanaebe  pa4iriciii«  nH  Voiterra. 

Ingkinmi,  Tomnoso,  in  1470  te  VoKerra  ge- 
b<M«n  en  den  6den  Septéoiber  1516  te  Sotne  over- 
leden, bekenl  tïe  Latgoeeh  diiliter  en  Phaedra 
hggenaamd,  omdat  li^  lidi  bg  het  Tetvnllen  Tan 
deoe  rol  oat  den  ,3ipf>el}'tDS"  van  Seneea  leei 
onderscheiden  haaf,  werd  door  Aiextmder  VI  en 
Leo  X  met  eerbewgien  OTerladen  en  ontTing  Tan 
keiier  JfaxtmiJiaan  I  de  dichterkroon  met  den 
titel  van  eomee  polatinos.  Zgn  tödgenooten  Brat- 
mui,  Eem6o,  &üiolet  en  andsren  tanldigdan  hcan 
in  iuin  werken.  Van  ign  geachTiften  braitten  wQ 
stecbts  7  redflToeringeD,  lerwgl  een  apologie  na 
deero,  een  Bomeinscbe  geaehiedeniB  en  een  com- 
mentaar op  de  „Are  poëtica"  tan  fiorajia*  iga 
Tedcven  gegaan. 

l*gkirvm*,  Franouoo,  is  1773  te  Vvlteisa  ge- 
boren, waa  eerst  UalteKf  ridder  en  onderschMdde 
zieh  io  1799  in  den  oorlog  tegen  de  Franaeben. 
Later  b^)aaUe  bg  lidi  bg  de  studie  der  kunst 
es  oudheden,  oefende  lieh  onder  de  leiding  tan 
Haekert  in  bet  aohildeien  en  werd  UbltothwiTis, 
eerst  te  Vokerra  ea  later  te  Fkirence.  Na  1811 
wijdde  hij  zich  aan  het  onderzoek  der  EtnuU- 
eehe  oodbeden;  hg  atiebtte  in  de  opgebeven  tbi^ 
tan  Fiesoia  een  school  toorfainatenletterkande, 
die  tot  vorming  van  jeugdige  konstenaars  en  (e- 
vene  tot  de  uitgave  igner  werken  moeet  dienen. 
Van  deze  laatete  Tcrmelden  wg:  „Ifonumenti 
eatmsei"  0820—1827,  10  dln.)  „OaJteria  Ome- 
riea"  (8  dln-,  18SI— 18S8  met  390  koperen  pla- 
ten), „rtttnre  dei  Taai  titlali"  (4  dln.,  1831-- 
1837,  met  400  koperen  plateiv).  „MoBeo  etnwco 
ehinüso"  (3  dln.,  18SS,  met  216  koperen  platen), 


DigilizedbyGoOglC 


INOHnUHI— INOMOTADT. 


iJjMétt  di  etniMS  emUiioie"  f18B3--I889)  en 
„Storia  delli  Tokiim"  (oavohooi^  16  dlo..  iS41 
—1845,  met  tilm).  Hö  b«ft  TerbMend  Teel 
boDwaloffïD  Tcrumeld,  boewei  ^le  eritiek  en  de 
Dauwlieurigbeid  iti  aflweUiDgeti  niet  bomn  illa 
bedenking  T«faeTea  ign.  Hq  cwerleed  den  17den 
Hei  1846  te  FloreOM. 

Imgkiromi,  Ototaimi,  «en  broeder  tbd  den 
vooigunde  «n  lid  na  de  Orde  der  SebocibToe- 
den  (ColUgia  dei  Seolopjt,  den  t6den  April  1779 
te  Vokern  Mboreik,  wu  werkuaot  Mn  het  ob- 
Mfmtoriwa  oer  Bren  ie  Uilaaii  «»  lattf  enndat 
te  Florence.  Zjjn  .^femerHÜ  ddl"  oeeaUMÏOM 
deHe  piorile  itcle  aotto  Ia  Inu"  (1809—1880) 
Tcnelulten  hem  era  'Enn^teeedten  num  en  „Et- 
temeitdi  di  Tenere  e  QioTe  ad  oeo  dei  nkvigaoti, 
pel  meeidiaBa  fi  Pariei"  (1621 — 1624)  en  ^n 
medeweiking  mq  den  wetreekwligen  itla>  van 
BeFlgo  Tertiooeden  xgn  roem.  Verder  Tenaanli^ 
d>  faf:  „Taiole  aabraMtmiehe  oaiTeieali  pottati- 
li"  (1811)  en  een  TOortretlelijke  „Caita  topogn- 
Hee  e  geonetiie»  delU  ToMana"  (18S0).  Hg  ofei- 
leed  den  IMen  Angwtni  1851. 

UlvtebT,  CkwuiU  MwuliM,  een  Engcfach 
adiröm  den  2Sate>  Oetobei  18!»  U  Edjgbutan 
t^  Birmingham  grfMien,  ttadeerde  4e  Cambildge 
in  de  wti-  ea  nataniÉnnle  en  wa>  tm  1S55  tot 
18&B  ptoleteor  in  de  togiea  en  met^himka  aan 
het  IGdUod-IiHtitBte  in  qjn  «ebooiteiitaat*.  Hel 
beitadeeren  fan  Shakentan  mid  sdd  hoofdbe 
liKbud.  Hq  eehreef:  „OnUiDee  of  lode"  «1856), 
.„u  introdnetion  into  jnetaphTaies"  (1864 — 1869, 
2  din.),  „The  whtbI  of  pÉiitoiofifa;  at  CaoAirid- 
Ct"  (1878),  „Tlie  Shjikfiepeare  labiieatiMu" 
(1860),  „A  eomplete  Tiew  ot  <he  »ukeM>eare  eoa- 
tTOTen7"  (IS6I),  „The  8till  Lion"  (Sde  ixA 
18741,  „Wm  TlKanM  Lo^  an  aotor?"  <]8«7), 
„Skake^waic'a  eentnrr  ot  pra/ae"  <1874),  „Sha- 
keapeen  hwme'nentlei*'  iXvlh),  „ffliakemeare,  the 
man  a«l  bia  t>ook"  (1877— ISBI^  2  dln.),  ,^Bha- 
kenieen'i  tionee"  (1883)  «n  .^hikeifwaie  «nd  the 
enelonite  of  Gcmnum  liekb  Ht  WelenniUe"  (1885). 
Hö   oreileed  te   Londen  den   26atea  Sept«nl)er 

Sir 

.  1  1820  te  Che^niiam  ge- 
boTen,  nam  in  1834  dienstig  de  Jfarin^  btaoeht 
de  wateren  Tan  Zoid-Amerika  en  West-IodiB,  nean 
deei  aan  de  Engeleeh-Praneobe  espeditie  op  4e 
Panna  en  deed  in  1852—1854  drie  nooidpooi- 
tociil«B.  In  1852  beioebt.  bq  net  dt  itooniboot 
„laabd",  door  LadT  Fnmklin  nitgemit,  de  Wfia- 
le-,  Jonet-  en  Laneastersonnd,  *n  eeretgeooemde 
doordrinKende  4ot  1»  N.Br.  In  185S  ateTeade 
hg  met  M  Khroetatoomftioat  ,J*boenix"  naar  het 
BeeebeTeiland,  wabma  hjj  lai4enaiit  Crervett  tan 
den  „Iffrcetigator"  van  Mae  Olure  weder  oaai 
Enfopa  bram,  en  <m  sqa  derd»i  toebt  in  1854 
■tiehtte  hq  op  het  Beeebf-eilanl  «en  anmment 
ter  eere  van  Btüot  en  braebt  een  gedeeüe  der 
bananiMng  Tin  Btkhir,  die  fu  iqn  Tjjf  sehepen 
Tier  ia  het  qt  ferloren  had,  weder  eaar  bet  va- 
detUnd.  Hji  werd  in  1875  4ot  TÏce-admiraa]  be- 
Doemd  et  eehreef  o.  a.:  ,pA  enmmet  eearcti  ht  Sir 
John  FranUin"  (1B58)  en  „Report  on  tbe  return 
of  tbe  babel  from  tbe  aretie  timou"  (1S5S).  Eg 
overleed  dea  5den  SepteMber  1894  te  Londen. 
Invlls,   Jok»    EanUy   Wümot,  «en    Briteeh 


14  op  Nienw- 
lilitaire  oplei; 


generaal,  den  ISden  Norembei  1814  o 
SotMtlaDd  gelwren,  oatvuig  «en  milita 
dinf  en  traid  jn  1833  ali  Taandrig  in  dienst  bq 
de  Engtlache  infanterie.  Hg  «nderaeheidde  ueh 
in  1848  in  den  TeUtoeht  in  de  Pendajaab,  vooral 
Üj  den  aaoTij  Of  de  Tgaadelqke  verachanaingen 
bg  Hoellan,  alamede  ala  oonunaBdaat  van  een  ie- 
giment  infanterie  in  het  gwecbt  Iqj  Sanbjkocned 
en  in  des  «Lag  bq  Ooeawrate.  Toen  bet  «^roer 
dei  Sepojt  in  1857  oitbvette,  wu  bQ  cnaman- 
dant  van  een  regiment  te  Lncknow.  Toen  generaal 
ÜÉiirji  Laiermuê  dm  Sden  Joli  doodcigk  MWODd 
werd,  belaatte  ii«h  ImgUt  met  het  «werVevei  over 
d«  ingesloten  finn^ieanen,  en  TCmedigde  de  ttmi 
87  dagen  tegen  Mn  Teel  mden  iteifceren  vgand. 
In  Febninri  1858  bncbt  InalU  bg  Kalpi  aan  d« 
opatandeKngen  een  beriiiMnae  aedertaag  toe;  nog 
in  hetaelMe  jaar  enMng  hq  de  IWhonde.  Kort 
daaiofi  werd  hq  eanmandaBt  der  Engeltehe  troe- 
pen op  de  loniiehe  Eilanden.  Epj  overleed  den 
27Men  September  1862  te  fiambnig.  In  1899  g»t 
t^n  weduwe  haar  danboek  ,i,Siege  of  Lvdoow" 
mt. 

Xngmuui,  SmterL  «en  Fineeh  acèrqver,  den 
M^lnli  1866  te  SÖdaokvU  (Upland)  g«boren, 
atndeeide  io  de  genehieaeiiii,  progtoveerde  in 
1894  ea  weid  tedutenT  vu  bet  latei  veifaodeii 
Jong-Pintehe  dagblad  „PiivMebti"  en  vooniUciï 
dei  aibddersddegatie.  Zgn  noveHen  „Ia  de  adie- 
meriog"  en  „In  de  renerviitenkaaeme"  hebben 
hem  leer  popolair  gemaakt  «Jnbo  Teaalnen" 
(1894)  en  „Anna  Itanming"  (1900)  iqn  de  eer- 
ate  hiatoriiehe  romaae  tn  het  Finaeb. 

Inroda,  e^  mier  in  het  Romiadi  Ooit-Si- 
beriich  gebied  Tiantbaikalil,  ii  000  fan.  l«ng, 
ontspringt  op  de  anidelqke  heUing  van  bet  Ak- 
bloDoi  gebeigte,  attoomt  ia  een  noordoeatd^e 
«n  vaa  de  stad  Tsjita  a!  in  «ot  oaetdtte  rieh- 
Mng  en  vonnt  aa  haai  vereenigiag  met  dea  Onon 
de  SJilka.  Z^  be*at  niet  veel  vkcli,  auar  men 
vindt  er  kteutea,  die  in  alle  vMder  weetwaarts 
gelegen  rivierea  va»  SibenB  tot  aaa  den  Oeral 
niet  iwHkonen. 

InvOlatedt,  een  «tad  en  fvatiif  in  het  Beie^ 
•ebe  arroDdlascüent  Oj^r^eieien,  Hgt  op  den 
oevei  vaa  den  Donan  bq  dm  mond  der  Sclmtler 
en  aan  de  «poorlvnen  HIlnebeB— flenrenbetg, 
Ingoletadt— Neaoffuwen  en  Uegensbaq' — Aogi- 
buig  en  tdt  (1910)  W  745  inwoners.  Io  de  Lieve 
Vronwenkerk,  tn  1425  in  Qotisehen  etgl  opge- 
trokkei^  vindt  raen  fraaie  praaigravtfL  Tan  de 
overige  sebonwen  iqn  het  onde  caateel,  het  Je- 
iDletencdlege,  in  1555  gebonwd,  het  voormalige 
nniiwwtvitegéhHMr  en  net  nieawe  militaire  höi- 
pitaal  merkwaardig.  Ubb  heeft  er  verder  een 
monniken-  en  «en  nooMnUMüter,  bttde  <van  de 
Francieeaner  Oide.  Ook  ia  er  am  Latqnsdbe 
•ebool  en  een  indnatrieadiod.  Uen  vindt  er  ver- 
icbilteade  mJlitaire  etaUiaMmentm.  looala  een 
bMkrDÜ-  en  gesebnttahriek,  een  laboratorinm 
eni.  Gesticht  in  806,  kre^  Ivolatadt  in  1250 
■tadareefaten  en  wend  in  1892  de  reaidmtie  der 
hertogen  «on  Seieren-fiijolttadl.  Na  bet  nitater 
ven  "ran  dit  gedaibt  veniel  Ingiektadt  aan  de 
hertogen  nm  Landëkut  en  Münektn.  In  1472 
itiebtte  /.odewyk  de  figke  van  Landehnt  er  een 
booeeschool,  waaraan  beroemde  boogleerarea 
wemtaam  warm,  w  in  1S89  werd  de  atad  van 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IN00I5TAOT— WBÜATIE. 


T«»tia^w«ken  vooraieD.  In  1549  belMtten  liA 
<1«  Jezuïeten  m«t  bet  theohwU^  «nderwjje  uu 
d«  uMversiteit.  De  hoog«Bchod  weid  in  1 300  nau 
Lamkhnt  en  tkithier  in  1828  naai  Hfiiwhen  «rei- 
gebracht.  In  1827  liet  koning  Lodetrgk  I  ^e  Te«- 
tingveikeu,  fbe  alooi  de  FranadKn  verwoest  w&- 
ïen,  henteUeo.  De  opbouff  dannte  21  jaren.  Na 
1872  bouwde  men  «r  een  meer  uitgebiwden  Yes- 
tinggvrdd  met  gioote  torte». ' 

~  I  ^.  Keili,  een   EneelBch  ataathr- 


houdkandige  en  philolóoK.  den  ^en  Juli  ISSS  in 
bet  lerwdie  graafsefaM  Itonecal  geboien,  etndeei- 
'de  Ie  Dufclin,  weid  u  1862  boogl«eiuff  in  bet 
'Encdech,  in  1866  in  bet  «rkfeHb  en  ia  1879 
UlbUotbeéaii*.  Eg  sehTeei;  „Tbc  preaent  poaition 
knd  pKwpeds  of  iwUticsl  eeommij"  (1883),  „A 
lietoiy  o!  iHjIitical  eeonomj"  <Ediiitargh  1898), 
'„Histonr  of  riBT«ij  and  aerklcni"  (1395),  „Oot- 
linee  ot  bislory  «t  le^ïon"  (1900),  „Emian  na- 
tnie  antt  maiaW,  Moording  to  A.  Comte"  (1901), 
^n  deel  „Sonnete  and  other  poeme"  (1900)  en 
Teitiandelii^en  over  fli^bebe  ]ett«rininde  en 
Orielc«ehe  en  L»tqDecbe  etymologie. 

Ingram  waa  «en  man  Tan  givote  «Jgemeene 
'en^tiopediaAe  kemii.  In  1878  waa  bg  Toornt- 
'ter  dei  statwliscbe  aMeelins  der  BriUêh  Auo- 
'eialtOB.  Uenig  avükel  in  de  ËngelMbe  „Diotkma- 
'ty  of  poUticM  eeooomT"  is  Tan  zgn  band.  Hq 
'aTerieMiiD  1907  ^  onder-ifireoteQi  va» bet  hTti-- 
nity  Cdlege"  te  DiibKn. 

'  Znnwii  Jean  Augtate  Dominime,  een  Fr&n«li 
'EcfaiMer,  den  29Bten  Af^Mtae  1778  te  UonUa- 
ivh  gabaren  en  den  3óen  Jannari  1867  te  Farga 
'overleden.  Ingres  w«rd  jn  1796  een  leerline  van 
David,  bö  wiea  hii  tot  '1801  Ueet.  Daana  beeta- 
'derade  hg  de  aati^en  ia  bet  Lonvre  te  Parna,  tot 
bg  in  1306  ak  winnaar  tso  den  Prix  de  Kome 
Mar  de  eenwige  stad  giog,  waar  hq  tot  1820 
bleet.  Na  een  rerUgf  van  Tier  jaar  te  Floreiice 
-rcattgde  In^ei  neh  te  PargB.  Van  1884  tot  1841 
Vertoefde  hg  weder  (e  Roine,  ooi  daama  zich 
Voor  goed  te  Fai^a  te  vestigen.  Odder  de  wbiUe- 
rgen  yao  Ingre»  mnnten  voord  de  Tronwelijke 
saakttignien  en  de  ooitiettNt  nii.  Beroenkd  ig*' 
„rOdttlioque",  „1*  Baignenao"  en  „La  6ouree", 
alle  in  bet  Loavre  te  lÜJB.  Ondw  de  portretten 
iqn  de  meeet  belunde:  vao  H  •!>•  Zéke,  >n  bet 
mnenm  te  Booaan.  van  U"»  RivUre  in  hot 
Tjouvre.  van  M  »■  Detxmeay  ïd  bet  musenm  te 
Chaotill?  van  den  beeUiMitwei  BarUAini  Jn  de 
Uftiei  te  Florence,  van  H  *■*  ife  Situmne»  'm  bet 
mneeom  te  NanteB  en  ran  Berlm  omé  in  bet 
Loavre,  dat  aie  iqn  me^eretak  geldt.  De  hieto- 
riecbe  en  mjlholoffisebe  stokken  van  Ingrei, 
looada  „Thetia  ea  Jnpiter"  im  bet 
-AJI,  „FiMi^iee  de  Runini"  in  het 
Angen,  „Aiig^ique"  ia  hfrt,  Loavre,  ^La  Chapelle 
Sjtine"  en  ,Jie  Triomphe  d'Homère",  berden  in 
dezelEde  Knameling.  worden-  tegenwooniig  min- 
der gewaardeerd  dan  vroeger.  Ingres  was  een  nit- 
manlend  *eAeoaar,  vooral  van  portretten.  Hg 
wae  een  groot  liefhebber  van  mnziek  en  meende, 
dat  hij  au  TJoolepelei  meer  Tendienete  bad  dan 
alB  BcbiUer.  De  bekende  nibfrokking  ,4e  violoD 
d'Iogrea"  ontstond  door  dcoe  eigenaüdi^eiitTaa 
den  lansteoaar. 

iBCTOHOoren  noemt  men  het  knAröv«i>  in 
het  register  van  bypotbeken. 


itoom-  of  etotvonmge  medicamenten.  Zg  ( 
EDowel  bjj  algemeene  liekten,  aU  vooral  bjj  plaat- 
telüke  ongesteldbeden  "uta  de  luchtwegen  (rtrot- 
teahoofd,  lachtpüp  en  hebtpij^akkenX  wnnt  de 

felniialeerde  atouen  dringen  niet  tot  in  de  long- 
laMJee  door.  De  eerste  iohalfttiepioeTen  geroai- 
ten  weldra  weer  in  verget«ihe>d.  Wel  waren 
kamfeidsowen,  in  den  vorm  van  eigareUefl  ^e- 
brnibt  en  door  BasfM  a&nbavolen,  «enigen  tgd 
in  den  smaak,  en  men  gebrat&t  reede  lang  den 
rook  -van  belladonna,  atramoniwn  en  opimn  tegen 
astfama  en  verkoudheid.  Hot  meer  algemeen  se- 
bmik  der  iAbahiie  dag>teekent  editer  vmi  1S66, 


FIg.  1.  Infaadatie. 

toen  Solei-Oironi  ^n  „Thötspeiitiqne  reepiratoi- 
re"  in'voerde.  Deze  Franecfae  geneesheer  itiebtte 
op  ondereebeiden  badplaateen  m  Frankrgk  inha- 
latiezalen  [taÜM  iPaipiratifm)  voor  borstlöden. 
Hier  was  de  luoht  vermengd  met  gaeaen  nit  de 
broiuien,  en  de  lieken  moeeten  er  tdkens  gedu- 
rende eenige  uren  verboeren.  Een  indialatieloeetel 
in  eenvoudigen  vonn  ie  in  flg.  1  >voorgeftt«id. 
Algemeen  ia  tbana  de  atoomi^alatietoegtel  van 
Leiein  te  Berlgn  in  gebraik  (Üg.  2).  Deoe  be- 


Fig.  2.  Inhalatie. 

staat  nit  een  klelaen  atoomketel,  door  een  ipi- 
ritoelamp  verwannd  Een  geelkoperen  bnia,  oip 
den  ketel  geechovefd,  eiadi^t  in  een  fgne  pont. 
Een  gkien  buia,  naar  boven  ia  een  baaïfciüfl  nk- 
loapeodi  ie  roet  een  kleinen  arm  Modanig  aan  de 
koperen  bain  vaelgehedit,  dat  ifj  daarmede  een 
lecbteo  hoek  mMkt.  terwj^  bet  atidere  uiteinde 

44 


DigilizedbyGoOglC 


690 


INHALATIB— nnriATIEP. 


diei  gluen  biM  in  «en  slu  met  gaoeettneliügc 
lioeiatof  ie  RedoiDftdd.  Biengt  mea  nn  den  met 
water  gertMea  keM  md  het  kAta,  d«n  ont- 
wgkt  oe  «toom  door  de  koperen  baie  en  aleept 
de  TloeMot,  lüt  bet  aipiUsi-ie  oiteinde  der  gU- 
len  bnw  'heiend,  in  [ÜDe  etofjee  met  üeh  made. 
Op  deigelfke  'wdk  went  ook  een  leer  cbelm»tif 
toeitel  ras  ii.  Sie$U  te  Stnttgart.  Tas  meer  af- 
gtneenen  invloed  op  itet  lichaam  ia  de  inhdMtie 
vao  oson,  wamm  men  4>g  faaitswakte  gtliTwfc 
maakt,  terwgl  inbalatie  van  aalmsepente  ol  Tei' 
dande  locbt  dient  i>ij  *enehiUeB«  bontaandoe- 
ningen,  ala  «mfÉiyaetni,  aathma  aa. 

InhkinlMuiS,  «en  et*i  mm  de  kntt  van  Foi- 
tneeeaefa  Ooat-Afcika,  ligt  moot,  maar  ongeaow^ 
onder  23*  50*  Z.  Br.  aan  -de  Bad  raa  Inliambane, 
teU  ruim  3000  inwoneTS  en  heeft  een  goede  lia- 
*en.  E^  woidt  faaodel  gedreren  in  eaootdun^  ko- 
pal, wae,  ki^oe-  en  aardnolen. 

Inlicolitanlmsiiiliir-  ^i'  ArrMlaUe  en 
QevmgeHineeten. 

InlialdlBlBr*  ^^BM  Oroadwet  bepaalt,  dat 
de  Eoting  «a  de  aanrraardmg  tan  de  Xemeriag, 
loodiTa  mngelqk  (riaebtig  wordt  lieBadiga  en  in- 
pbuMigd  Dtonen  de  atad  Ainatardam,  in  een 
openbare  «o  'rereeoigde  vet^aderiog  der  Staten- 
Oeneraal.  Ia  deie  verradenne  wordt  door  den 
K«iiiu  de  v«lgeQde  «ed  «I  belofte  op  de  Grond- 
wet atgdogd:  ^  aweer  ^béool)  aan  bet  Netkr- 
landMbe  volk,  dat  Ik  de  Orondiwet  steeda  uJ 
onderbonden  en  landbaTen.  Ik  awear  >0>eloof), 
dat  Ik  de  onalhatAelgkiwid  en  bet  grondgebied 
dee  Rqka  mef  al  mgn  Teimogen  zal  verdedfaen 
en  bewaren;  dat  Ik  de  algemeene  en  bijeoDdere 
Trijbeird  en  de  reebt«n  Tan  alle  Hj^  oiMier&aen 
uu  beachenneTi,  en  tot  inataadboiMling  en  bevor- 
dering van  de  algameene  en  b^uodere  welraart 
alle  nüddelen  lal  aanwenden,  wette  de  wetten  te 
mjjnet  beaebiUing  »tellea  zooïJb  een  goed  ko- 
ning aéaUig  is  te  doen,  2oo  waarlük  helpe  Hg 
0«d  Abaacbtiig"  (,J)a,t  beloof  dk").  >Iadat  de  Ko- 
taing  deaen  «ea  of  belofte  iweft  aletjegd,  wordt 
bg  in  dezelfde  Teif[w)eTing  ^ehnMigd  door  de 
Staten- OsMraal,  wier  Voorutter  de  Tolkende 
^eehtige  veikUdog  nitqnvekt,  die  vervolgena 
Boor  bem  en  elk  der  Men,  boold  Toor  hoold,  be- 
be<^d  of  bevestigd  woidt:  „WG  imtvangen  en 
1inb£g«D,  in  naam  van  het  NadeiluKbohe  TOlk 
en  krachtene  d«  Grondwet,  TJ  ali  Soang;  vrji 
tweren  (befeTen)^  dat  <wij  Uwe  <HijdKD(tt>aaiheM 
en  de  recht«n  Uwer  EÏw>a  nUen  haDdhwren; 
Wg  Bweren  {beloven)  allee  te  ndlen  doen  wat 
'goode  en  trouwe  Slaten-0«iteraal  achaldïg  ign 
Ie  doen.  Zoo  waari|ft  belpe  ons  God  Aimaottig  . 
(„Dat  beloven  wg".) 

Een  eigenlijke  kroning  heeft  biei  te  lande  bq 
de  inhaldigiog  niet  plaats.  Ook  behoeft  de  Ko- 
ning met  het  nitoefenen  van  Kegeeiingedaden 
niet  ite  wachten,  totdat  de  tidiiwMgin^  heeft 
plaats  gehad.  Eg  aanvaardt  de  Kegeeiing  ter- 
stond bij  het  overlijden  van  ign  voorganger,  of, 
wanneer  hg  op  dat  oo^nblik  aiijlderjarig  is,  <^ 
den  liag  igner  meerderiarigheidk  Onae  tegenwoor. 
dige  Koningin  beeft  de  Regeering  aanvaard  of) 
31  Angnatiu  189S,  baar  ISdea  verjoaid^,  «n  ie 
6  September  d.  a.  v.  in^ehnldi^. 

Jn  mnuniige  andere  landen  u  in  de  eonstitatie 
bepaald,  dat  socdang  de  Vorst  niet  ia  ingAnldigd 


i)f  gtèroood,  een  staatminiaterie  bet  vorstelgk 
geoag  ai  waanienien. 

In  Engeland  worden  den  Koning  bq  de  inbtd- 
digio^  bepaalde  vragen  vowgelegd,  n.l.  of  hg 
pkcbtig  wil  b<l(>v«n  bet  land  volgens  de  Statuten 
van  bet  Parlement  en  de  beataande  wetten  en 
gewoonten  te  regeeren:  of  hginalign  bealiesin- 
gen  harmfaartighaul  wil  toonen  »  die  waatadili- 

Kbdgdenis  van  bet  Evangelie  wil  handhaven. 
t  berinoeit  nog  aan  bet  eontraetueele  karakter, 
dat  de  isInUinng  noeger  in  versehèJleDde  lau- 
den had-  Ook  hier  te  luide  noeet  de  Vorat  in 
vioq^e  eeuwen  beloven  de  privikgiBn  en  rediten 
te  inlkn  ontzien. 

Onae  Grondwet  bepaaU  niet  meer  zooals  die 
van  1815,  dat  de  inhoMiffuig  moet  geaehiaden 
„onder  den  bkmterf  Ecmel;  gewoonte  ie,  dat  ig 
plaats  vindt  in  de  Nteorwe  fiat  te  AmsteodMO. 
Ook  k  siadi  1848  vermlfen  de  bepaling,  dat  na 
de  inAHédieing  door  de  Staten-Oeneraal  nc^  moest 
piaata  hnben  een  bnUi^iag  door  de  Staten  van 
ette  prtnincie  afsoadeilok. 

Initlalmi  ^ao  bet  lAtguAe  tittltum  =  be- 
gin) ign  de  begSnlettere  vas  de  baDdaehrif^en  der 
HiddeMenwen,  die  (^  bgoondere  w^  werden 
versieid.  De  ondste  lüMen  nJB  niie  ivan  eeo 
i«ra«è  handMbrift  nit  de  6de  eenw,  dat  nn  in 
Trimt;  Cottege  te  DubCn  bemat,  en  ak  „Tbe 
Book  ol  Edw'  befceod  is.  Doe  initialen  voHen 
een  gioot  gedeelte  der  Uadzgde,  en  ign  bnioDder 
rgk  versieid.  I«ter  weiden  de  initialen'  kkioer, 
en  dikwnla  in  rood  geteekend,  waaromheen  daa 
fgnbewent  omanMDt  werd  aangebracht.  Naar  bet 
vemtiljoen  of  miiitHin  Ju«geB  deie  beginletters 
den  naam  van  mwüdHrm,  die  latei  op  de  ver- 
luchtingen der  bandsAnften  overging.  De  roode 
kleur  (rubntm)  der  letten  gaf  ook  asaleiding  tot 
de  rubrieken  als  oandwüng  der  boofdriukken 
van  een  bandadirift.  De  'vemiebtiiweD  co  de  be- 
gioiettcrs  vormen  dn  de  faandstii ritten  der  144e 
en  ISde  eeow  meeet  Mo  geheel.  Toen  in  de  15de 
eenw  de  boekdriAkmat  waa  nitgenonden  werden 
aanffaakei^k  de  beginletten  uit  de  hand  getee- 
kend.  Later  werdea  daanvow  bontoieden  ge- 
bruikt (tie  ook  BoekterbtclUing  en  Miniatwen). 

XnltUtlet.  Onder  ,4iet  ini4tati«f  nemen"  ver- 
staat men  in  het  algemeen  het  op  touw  letten, 
het  geven  <van  den  etoot  aan  een  onderneming  of 
gebmtenia.  In  bet  Staatsrecht  epredct  men  van 
net  „redit  van  ioitiatier',  d.  1.  da  bevoegdheid 
tot  het  indienen  van  wetaontwerpen.  Ke  bevond- 
hud  kamt  hier  te  lande  iot  aan  den  Koning  en 
aan  de  Tweede  £amer.  Terreiweg  dte  meeste  wets- 
Dotwenpen  gaan  ait  van  den  KoDiog^  d.  w.  i.  vaa 
den  Koning  en  de  Umiaten  teiamen;  dit  ia  dan 
o6k  de  meeat  wenacbe^^  toertasM^  ofodat  de  Hi- 
niaterieele  boreaui  meer  dan  de  l«d«s  der  vdke- 
vertegenwoordd^ing,  de  beBcUkkto^  hebben  ower 
de  gegevens  die  voor  de  voodwreiding  van  eea 
wetsoBtwerp  noodig  ign  en  over  personeel  dat 
voor  die  voorbereiding  geadiikt  ie.  De  Koning, 
Mgt  art.  110  ouMT  Onmdwet,  lendt  Zijne  voor- 
stellen, bett^  van  wet,  batig  anderet  aan  de  Twee- 
de Kamer  bg  een  acbrillelgke  boodschap  of  door 
een  ConmiMie.  B^  altvd  geecbiedt  de  indie- 
nii^  bij  schriftelgke  bomhiAap,  waarvoor  een 
vaat  toioHdier  gebruikt  wotdt.  In  de  meeste  an- 
dere lajiden  kan  bet  Hoofd  van  den  Staat  de  ont- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INITIATIEF— INJECTEÜB. 


veTpeD  bg  een  der  bekk  B 


1,  naar  «ijn  keoic 


eerst  in  de  Tteeede  Kamer  plaats  bebi 
in  DTeTcentt«inmiiig  fnet  de  plaati  die  de  Eerste 
Kamer  in  ons  Staataredit  rnneerat;  een  Teiga- 
derJQ^,  die  door  d«  Tweede  Kamer  i^aannn 
besluiten  dokmm  apnieaw  >t««tst  aan  bet  Landi- 
belang.  In  dit  etekel  OMt  ook  de  oret-todieimiDg 
van  het  leciit  wa  initiatief  aas  de  Eerste  Kamer. 
Wel  kunDea  andere  Toordiacbten  dan  roorstellen 
Tan  «et  door  e&e  Kamer  ahooderl^  aan  den 
Koning  worden  gedaaiL  tnav  de  Toordrarfit  lot 
Toorstellui  Tan  uet  behoort  —  ook  hier  anders 
dan  in  de  meMte  andere  Staten  —  uitalnitcnd 
aan  de  Tw«ede  Kuner.  Tolgens  het  ReKlMnent 
Tan  Ord«  '«oor  de  Tweede  Kmmt  kaa  «ik  lid  Tan 
die  Kamer  w«tswont«Um  by  de  Kamer  aanhan- 
gig maken.  TeO'  aaniien  Tan  tommige  onderwer- 
pen mist  de  Tweede  Kames  het  re^t  Tan  ioitia- 
ticf,  n.1.  het  btengen  tu  w^^og  in  de  erfoo- 
Tolging,  bet  benoeiÉMD  Tan  «en  trooiu)()Tolg«r,  at 
algemeene  li^rootfng«al>et  Jostellen  van  ridder. 
ordeo.  VeomeMea  van  wetten,  di«  aan  bet  ini- 
tiati«I  van  de  Tweede  Kamer  te  danÉen  190,  ign 
de  Wet  op  den  Kinderarbeid  Tan  1874,  Toorge- 
Bteld  door  Hr.  S.  mm  Bouten,  en  de  wet  tot  wq- 
liging  TM  het  Wetboek  Tan  Boigerlqk  BecMi- 
Tordering  Tan  1996,  Tooigestield  door  Hr.  A.  F. 
K.  Bartogh,  wsaivan  het  aoA  wat  de  proeeasen  te 
verkorten  en  te  Tereennondigen.  Ben  beroenHle, 
r  niet  geslaafde  poging  om  door  middel  -" 


andere  Kameileden  in  1844  gedaan  (Toorslel  der 
neren  mannen). 

In  ZwitaerUnd  komt  ook  aan  bet  Tolk  adf  een 
reebt  Tmn  initMiet  toe,  aoowel  is  den  Bood  ala 
kn  de  TerMhillende  kantooa.  In  den  Bond  konnen 
bQT.  50  000  ateoigeTeehtiede  hnigen  md  Toorstel 
tol  gnntwetaberiiening  aoto,  d«t  dan  in  de  wet- 
gOTende  vergaderingen  moet  worden  behandeld 
en  vervolgem  aan  een  TcVuttemming  worden  <m- 
derwwpen. 

Znjeotmr  ia  een  toeetel,  dat  mornameljik  ten 
doefineeft  het  yoeüaemniei  in  den  atoomketel 
te  brengen  met  befai^  nut  den  stoomdruk.  De 
eerste  ^oede  iDjectetiT  is  die  van  Oiffani.  In  bet 
inwendige  van  dtt  toeMd  tierinden  neh  twee 
ringrormige  rnimteD  boTeo  dender,  waarTaa 
d«  eene  in  gemeenschap  ataat  met  de  stoomlei- 
dijig,  de  andere  door  een  boia  met  het  reservoir, 
dat  het  voedingswater  bewat.  Bekle  roimrien 
staan  met  ekaar  on  veibindiid;  door  een  bu'u;  in 
de  stoommimrte  'beut  d«M  kleine  opemngen,  in 
de  watermhate  euxKgt  wj  JD  deo  «Mgenaamden 
atoomkoDiK,  die  door  een  naald  vernawwd  kaa 
worden.  De  watemrimte  «odigt  onder  aan  in  den 
mengkonna^  die  met  de  Iwhtkamer  on  Terbrnding 
staat.  Wordt  na  atoom  in  bet  toeatel  geblazen, 
dan  stroomt  doK  ia  de  acg  met  lacht  gernUe 
w^erraimte,  neemt  deie  mede,  waardoor  een 
iDChtrerdanning  ontataat  en  bet  water  wordt  dan 
opgezogen.  Dit  mengt  lieh  dan  met  den  etoom  en 
oondeneeett  het  grootste  gedeelte  er  van.  Door 
buiOen  iTordt  bet  dan  langs  een  voadingskjep  naar 
dén  atoonüetel  gAmiii.  Tegeawoord^  wordt 
meer  de  oniTetsaal  iiyeetenr  Tan  Körling  ge- 
brtiOft.  (Fig.  1  doorsnede,  lig.  3  aaaiicht).  Hg 


be»taat  nit  tnree  naast  «ttander  liggende  injee- 
tenra,  die  ia  één  omhnleci  opgesloten  ign.  I>e 
eerate  moet  het  wat«r  opiaigen  en  n^r  den 
tweeden  brengen,  terwül  dêoe  bet  onder  Termeer- 
deü^  van  diak  naar  den  ketel  moet  persen.  De 


Fif.  1,  höe<rtear. 

stoom,  die  muntene  een  «pannin^  van  !*/«  alntot- 
pheer  moet  hebben,  stroomt  bq  H  in  en  k<Hnt, 
nadat  men  bet  tentil  V  met  behulp  Tan  den  hef- 
boom B  heeft  geopead  in  de  ruimte  F,  de  meng- 
mi  ml  e.         Hierin 
komt   ook  de  aan- 
voeibnia     van    bet 
Toedinga water   nvt 
loodat     dit     door 
den    atoom    wordt 
opgei^n.  Het  wa-  j 
ter    en    de  gecon*  | 
deneeerde       stoom 
komen    dan   in   de 
rnimte  M  en  knn- 
nen  door  de  kraan 
E,  die  tegelgk  door 
den  hefboom  B  ge- 
tand il,  wegvloei- 
en.   Door    v«rdere 
diaaiTog     van     B 
wordt    net    kanaal 
M  door  B  gesloten 
en  bet  water  komt 
dan  laogs  M  in  de 
ruimte      T.      Ge- 
met  het 


Inktgdig 
glnrten 


het    atoom ven- 
1  V    geopend;  de 

dan  nogmaah  bet  water  verder.  Door  dto  li 
T«n  het  water  wordt  het  ventil  Q  ge(^)end,  waar- 
door het  water  dow  de  traia  K  io  den  stoomke- 
tel kan  vloeien.  In  lig.  2  kan  men  de  pkataug  * 
Tsn  dezen  iqjeeteiu  zien.  De  toevoei^nas  J  be- 

S'nt  m  een  mot  gaatjes  nooTiienen  cjiLnder  !f, 
t  lieh  pndet  water  in  reservoir  O  beTintk.  Door 
het  openen  van  den  etoomafslniter  P  wordt  bet 
water  opvlogen  en  doorgeperst  naar  den  stoom- 
k^<4.  Bn  het  in  werlcing  zetten  van  den  injee- 
teor  'heeft  het  water  oog  geen  druk  genoeg  om 
den  gdieèlen  weg  af  te  l^gen.  Daarom  is  een 
boii  E  aangebracht  om  dit  water,  het  zooge- 
naamde moiBwater,  weer  in  het  reserroir  te  bren- 
gen. De  waimte  van  den  verbruikten  stAom  ia 
niet    verloceo,    «adat    dne    het    voedingswater 


D,o,l,zedb,GoOglc' 


mJECTEÜE— INKT. 


m  betrekkelqk  naideel  ia,  d&t  ie 
voor  witei  met  vrjj  booge  tampeiataai  niet  ge- 
•ehikt  «qn.  Bg  böxcwder  in^nditc  KOitin^Mbe 
injeetenreD  loui  d«  tempecfttoui  tot  65*  C.  atijgeD, 
muir  bg  de  gewone  caD»tniGti«s  ma^  ótK  niet 
Teel  boogei  <lau  40*  C.  ago.  De  mAzimimi  tnig- 
hoogte  tiedTMKt  7Vt  m. 

Kojsotla  (ifupiiUna).  Wü  men  een  der  ka- 
nalen Tftn  bet  menBcbelök  lichiMn  mot  «en  nM- 
dicament  beluodden,  ^a  snatt  dat  Iuwb  den 
weg  Tan  inapnitiiig  geBctneden,  bjjv.  bg 
de  behandeling  Tan  aeat,  ooi,  pisbois, 
■DQs  eai.  M«eat*l  TenUat  men  onder 
injectie  een  ondeiJiDidodie  inapnitiog 
(lubeulime  injêeUe)  van  «en  oploMing 
Tan  een  ol  anoer  Rterk  welkend  en  anel 
gereicnbeerd  geneesimddel,  looala 
moifiae,  kamfer,  eoealoe  eni., 
hetig  om  een  algeme^K  wer- 
king, iaJ7.  b^  moiline,  hetsg 
TOOT  een  plaataelf^e  werking, 
bqv.  bet  ongeroelig  ntaken  Tan 
de  Iniid  ttg  oneraties.  Voordi« 
ondeitiuidsche  injeetiea  ge- 
bniikt  mui  bet  ^raitje  *an 
Pravax  (tig.  1),  dat  één  gram 
water  kan  beTatten,  TOonien 
M  Tan  een  (öne,  bolk  naald 
(lig.  2).  en  welka  etenifMl  door 
etieepjee  inlOdeelen  Terdeeld 
il,  aoodat  men  nanwkeuii^ 
kan  doseeren.  Behalve  die  klei' 
ne  hoeT«elhedeti  in  kanalen  en 
onder  de  hnid,  gebruikt  men 
-■{de  groote  iojeeüw  in  de 

eren  of  onder  de  bnid  van 

Fig.1.  een  oplouine  Tvn  keukeniont  Fig.  2. 
iBJeetie.  bq   swaar  bToed*erlt«8  en  b(j  Injectie, 

CDolen  {tK  Infutie)  en  wendt 
men  infra'iniiMuIaire  injeetiea  (d.  i.  in  tMt  apiei- 
Tleeach)  aan  Tan  oplomare  kwikcÜTerpraeipara- 
ten,  om  bg  «jphiUa  een  em\  effect  te  verkive^"' 
XnkMMAtt  ia  een  beweiting,  wAe  ia  tiet 
metaehMnbodrgf  wordt  uitgerróenj  en  wellie 
dienaüg  ia  ter  TeAioding  Tan  muren  of  monr- 
weiken.  De  oteest  gtfcruikelijke  en  tevens  de 
meeat  soliede  wgse  via  Teitiinding  Tan  munc- 
«erii  geactiiedt  door  «f.  intanding,  d.  w.  i.  door 
het  metselTetöandTanceneenenmaur  indat  ran 
den  anderen  te  doen  OTergaan.  DikwglB  is  deie  wj). 
ze  Tim  Dbtvoeiing  ecbter  te  laaldg  cJ  onuitraei- 
baar,  o.  a.  indien  de  aan  elkaadei  te  Tertiindeji 
nraren  niet  in  materiaal  iran  deoeUde  afoietin- 
gen  i|jj]  gemotseld.  Dit  laatste  kan  lïct  voordoen 
bg  gewone  woonhiBBen,  waarbij  de  ToorgereJ 
.  doorgaans  tad  beter  en  frater  materiaal  ie  uit- 
geroerd, dan  de  zÜDMiren.  In  een  dergeljic  ge- 
Tal  kan  intanding  niet  mngdgk  zgn  en  worden 
de  maren  in^andergewerktdoaraan  deneenei} 
maar  stukken  metsalwerk  van  lAeie  almetiji- 
f^n  te  doen  oilsleken,  w«Ike  dan  moeten  aluiten 
in  kasHn,  welke  daartoe  dn  den  anderen  maar 
worden  aitgeapiard;  deze  muur  ia  dan  in  den 
anderen  ingekaat. 

ZnkBnnui,  een  oud^  tot  pain  TemJIon  atad 
in  den  Erim,  aan  de  oostzijde  der  tisai  van  Se- 
baetopol  en  op  beide  oeyere  ^an  de  lyjepnajo,  ii 
bekeuidoor  deondehcdenwoningen  (±  SOO),  eta- 


gegewgie  boT«n  elkander  en  daartaascheD  twee 
m  de  rotsen  grïioiiwen  kerken,  die  ach  Tooroa- 
meli^  <^  des  reehteroerer  bevinden,  benevens 
door  de  o^erttlüfaeten  van  een  oode  Qnaeeadw 
stekte.  Op  de  booglen  Uote  <TaB  den  Tneraaja, 
waai  de  Engdaetwn  den  Men  NoTcmftwr  1854  een 
nederlaag  leden,  liggen  thant  de  nerrt  voornit  ge- 
aeboren  verdadiguwsweiken  imi  SebastupoL 

InfcliK^n  ia  de  luutdelatenn  voor  het  aangifte 
doen  T*D  de  doot  een  tüoneiAamend  MUp  aan- 

G voerde  la<Kng,  on  de  inkMneade  reebten,  wel- 
ervan  gdteven  worden,  uu  Miooren  te  kun- 
nen ToUoen. 

InkosutsnlMlaatlnv.  Zie  BdtaUnge». 

Inkt  i«  de  naam  van  vloeiatolfen,  waarmede 
geadireTen  wordt.  Zal  eon  vkieiitof  «batvoor  ^ 
schikt  ign,  dan  cooet  iq  dnn  TJoeibaar  ijjn,  met 
uit  da  pen  Ttoeten,  geen  betkksel  aditerlatcn, 
een  Ternisaehtige  kag  og  Ai  [len  Toimen,  niet 
TerbleekeA  ot  ait  te  wMMtwn  qn  met  water  eo 
aleoboi,  bet  ataal  van  de  pcD  eo  het  papier  niet 
aantaatca.  Oe  gewone  inkt  bestaat  Toornamelqk 
Dit  gaUoBiuni^ioijidaiil,  dat  veakiegen  worat 
door  metLgtag  thl  een  bepadde  honeellieid  tan- 
nine of  een  waterig  aftreuel  tan  galaftpela  met 
een  ferroiuIfaafoploBting.  Behalve  het  yienoat 
Tan  looiiMir  Mrfalaat  oc£  het  fjienoot  van  gallna- 
nur,  weli:  Uatete  een  aplitaingiprodnet  Tan  looi- 
innr  ia.  Beide  looten  lun  oplowaM  «n  Ueurlooa; 
bji  het  atvan  aan  de  locot  vonmit  lidi  apoetUg  een 
donketUanwe  vioebtof  door  vorming  vml  de 
jjaironed  en  üieroiiedoi;dualioirien,  welke  lieh 
langiamerfaaDa  ala  neert^  afietten.  Het  aohritt 
Tan  den  verseh  bereiden  inbt  ie  in  bet  b«gi  n  nau- 
welüke  zicfatfaaar,  de  oploesing  dringt  eoiter  good 
in  het  papier  en  wordt  spoedig  door  oxyoatje 
iwart.  Ooit  en  geoxvdeerde  inkten  vormen  ved 
beiinkiel.  Om  de  oivdatie  te  Terlugiamea,  wordt 
een  kleiae  hoeveellieid  ^wsrelomir  of  lODtnmr 
toegevoegd,  om  hei  neerslaan  van  boffen  teeen 
te  gaan  een  weiniff  gom  ot  deitrine.  Veraer 
wordt  om  sdiimffleieu  te  ■roorkMnea  kartiol  ot 
aublimaat  gebruikt.  Voor  1  L.  idct  Tuidoet  bet 
volgende  rempt:  23,4  gr.  taaaune,  7,7  gr.  gaUna- 
luur.  30  gr.  gzervitriool,  10  gi.  arabiedhe  gook,  2,5 
gr.  aoutaaar  en  1  gr.  kaïfai^  Deie  inkten  moeten 
oafcr  ablmting  vnt  de  hieht  bnraard  worden. 
Elen  Terbetering  werd  in  1355  do.oi  LeonAordi 
aangebracht.  Zgn  aJixorineinJU  tiovat,  naact  looi- 
en gaUiueuur,  ook  vrg  indi^oeuIfoDKUir  in  «plos- 
aing.  De  paa  Jwreide  inkt  «  daardoor  blauw  ge- 
kleurd, eu  dooi  de  aauweiigtieid  wi  hel  inai 
kan  men  biar  lang  bewaren.  Het  aebrift  ia  dns 
aanvankdgk  met  bwidp  van  een  klenralol  acht' 
baar,  terwgl  de  edvte,  niet  meer  te  vepwgdertn 
ioitUeui^tof  eerat  lat«r  in  het  papiw  optreedt 
tengevolge  van  de  luebloiplatiei  tiet  toegevoeg- 
de imun  wordii  in  het  papier  door  de  daarin  aan- 
wezige kleiaarde  geneutraliseerd.  (htdanockiBgen 
van  SehiulHg  en  Neumaui  hebben  aangetoond,  dat 
behalve  gaUai-  en  looimor  ocA  pjrogallol  of  ^ 
bromeerae  en  gesuifooeerde  pyro^lloiveiiiindia- 
gen  TOOT  inIcbbeTeiding  geschikt  ign.  Oallnszuai 
geeft  over  het  algemeen  swacteren  inkt  dan  looi- 
luar.  Tegenwoordis  worden  de  eunpfiebeboutink- 
ten  ook  veel  gebrdikt  Het  eitr&ct  van  eamptohe- 
hout  geeft  het  giervitriool  een  eterk  gekleurde  o{^ 
lossing,  die  door    oiydatie  nog  doiweider  wordt. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INTT— tHLEGWERE. 


TosTO^n^  vin  tiq  mor  is  hier  ook  ooodiakel^ 
om  TornuDg  Tan  bezinksel  tegen  te  gsao.  Dut  de 
inkt  oüt  moei  nrut  ie,  worat  een  mengsel  tui 
dwe  en'Ae  eeal^eoaaaie  soort  gemikt.  NJgro- 
Bin.  en  indnline-iiikten  oqn  oplossingen  'nin  ck- 
M  (toffen  im  «>ter.  Voor  loode  ijikten  gebrnikt 
men  bnuUMiont,  «iDin,  wQniteen  en  gom,  of 
kannva  <^  £<^  op^ott.io  UDmonnk  of  een 
mttoMing  vsn  fnehHoe  ol  eosine  in  gomnrater. 
Violette  aoilineinkteo  beratten  ^iIoabuiT  aniline- 
TKilet.  Blaowe  inkten  «eikrggt  men  door  oploaKn 
I   Teiteh   beieid  en  met  io(ittQar_  ntgewas- 


Bcben  Berlqjnedi  Ueow  an  onahnur.  Koptwnnlrt 
bevat  deieltde  atoften  als  g«woD«  inkt,  ae  o| 


^'^. 


nog  te  ecbter  geconeentieerdei;  de  hoBTenbeid 
gom  il  ook  giootec,  terwql  nog  glycerine  toege- 
TOegd  wonlt. 

aUratmr:    S.  Uhner,  Die  rinlenlabrikatkm 
(Weenen  an  Lnpng  1909);   F.   Margital,    Lei 
encree  (Par^i  1912). 
Inkthoom  kcaot  sle  «tuk  ia  de  wipenkonde 
Toor   en    herinnert   «*n 
den    als     loktkekei    ge- 
bruikten   innderhoorn, 
9oob1b  die  door  de  kler- 
1  de  Mddeleenven 
aan  den    koppel    wenden 
gedragen  l/ae  de  ïig.). 

InkWisoIl.    Zi«    Ce- 
fhabtpoden  en   Se^ia. 
Inknllen.   Zie   Enn- 


Inkthoorn.  Inkwartlerin»  om- 

'i«t  de  hnieTeeting  ran 
kiqgivoft,  met  Teiitrekking  van  nachtligging,  van 
■mat  en  licbt  of  plaate  san  tko  raneenen  Mand, 
met  of  tODder  TCetUng,  het  at&Uen  Tan  dienet- 
paarden,  bet  alleev  Terachalten  tbo  sftje  en  dnnk 
ui  betgeen  tot  bet  gereadmaken.  van  qt^aen  tst- 
^leht  vordt. 

mag  om  inkwartiering  toot  krögtrolk 
Il  gceebiedt  aan  den  bDwemeetter,  die, 


nad&t  de  verstrekking  geiefaied  is,  Bchadelooa- 
Bteüing  ndtgekeeid. 

De  wet  r^lt  wie  tot  bet  ^en  van  inkwar- 
tiering ver^Mlit  of  daamn  vrggceteM  qJD. 

InlkatdalkeT  ü  de  naam  van  een  duiltei, 
veeUl  met  een  viaUt  gesloten,  waardoor  men 
««ter  kan,  inlalen.  Zoo  beaitten  At  meeite  pol- 
ders inlutdoften,  «m  's  Moers  Iqj  wktergrinek 
water  ait  den  boesem  «f  nit  aan  aangienienden 
p^er  met  booger  ped  te  kannen  inkten.  Bij 
V^  bQ  Dnnivtede  wordt  bör.  w&ter  uit  de  Lek 
op  den  Rromown  Bqn  ngiCMiteD.' 

XslandMoha  camesiitan  noemt  men  in  In- 
Boliode  Üeioe  groepen  van  onder  eigen  bo(dden 
pkatBelgk  samenwonendon.  La  de  goDremomeat»- 
landeii  op  J&Ta  en  UlMkiera  heeten  die  gemeen- 
teD  of  dorpen  dtvfs  («e  ï)evx),  op  de  bnitenbe- 
tittingen  gampong,  nagari,  doeioen  om.  Terwijl 
tot  in  bet  Mgm  ijraer  eetiw  tiet  beatnur  over  aile 
andere  gebtedsdeelen  wn  bwoKnde  tn  («genstal- 
Knn  met  dat  orer  de  gebaedadeelen  in  bet  moe- 
demnd  (pTcniiiciBii,  gemieenten,  wnterw^bappen) 
aitslnitend  werd  gevoerd  door  het  centraal-gexag 
uogttttAde  en  durmn  afbanfce^e  ambtenaien. 


(un  iMhoirdene  goedkeming  nn  bet  geètrtelük  be- 
llaar haar  bo(»den  ol  bMtnordera  te  kiesen  en 
hare  binalioDdet^ke  beUneen  met  inachtneming 
der  van  den  UoaneiDeD-r- Oeneraal  en  bet  gewea- 
'  ""  geug  aitgiwane  verordeiüagen  te  regelen, 
bèneer  over  oe  inlandwiie  gemeenten  op  Ja- 
Ta  an  Mttdoera  wondt  uitgeoeleM  <daor  bet  desa- 
of  gemeentdbootd  (petinggi,  loerak,  b^el).  Hg 
«oidt  bierin  bijgeataan  door  enk^  daartoe  aan- 
gewezen peraonen,  die  met  hon  bet  genieentabè- 
ahiUT  uitmaken.  Het  deseboofd  beuist  in  alk 
a&ngeiegenbeden  van  gemeentdwlang,  de  orerige 
laden  van  bet  gemeentebegtwir  treden  meer  ala 
raadRerers  of  baiwUw^te  m.  Het  eenlraal  ge- 
zag uie  Intulütdtj  Bettuur)  lïfMnt  enkel  in  rewt- 
itreeksofae  aannlnng  met  bet  de«aboof<l.  Het  de- 
eahoofd  bebutigt  de  <beUjigen  van  lijn  ge- 
meente en  haar  inwoners  o.a.  door  bet  bebeer 
vaa  eagendomaieft  m  goUoüddekn,  bet  optreden 
voor  de  gsneante  in  en  bniten  reebteQ  en  net  bg- 
kggen  *Mi  geringe  gosdaËen  tneadMn  de  dorp»- 
hewonera,  en  verleent  moits  inadeireiUng  aan 
bet  centraal  iMfftnor,  soowel  op  het  gAiod  van 
politie,  all  op  dat  van  belastingen  en  petBoonln- 
be  dienilen.  Bet  deaabeetnui  draagt  urg  voor  de 
gemeenteljjlie  openbare  weiken  {w^en,  broggeiK 
Keboowen,  marktterreinen,  w«terktdingen  enz.^. 
Naar  beeriebend  oebrnik  wondt  de  bentoeienu 
met  deie  taak  onder  de  leden  nu  het  deaabe- 
itonr  verdeeld.  Het  desabooU  noch  de  andere  le- 
den van  hel  deiebeetcrar,  belAiui  een  vaate  beiol- 
digjQg.  'De  inkonutMi  aan  deK  anAten  Tertton- 
doi  Ml  taan  voomamdijk  nit  ambtellik  landbezit 
en  Dit  te  bnniMn  behoene  f  erriehte  dientleo.  Ver- 
der genieten  de  deaafaooMen  ale  loon  voor  bon 
arbeid  8  %  tan  de  door  hen  geinde  beiaetiiigen 
en  in  de  deaa's,  ingedeAb  bij  de  gonvemefaeiita- 
koffieenltnni,  cultnarpereenten. 

Iiil«KV«ii>  Zk  djleggen. 

Inlevlllxt  ia  de  naam  van  een  bonten  lijat- 
weik,  dat  aan  dearen,  larabriseerlngen  ea 
andere  betJosnerijigen  kan  worden  aangebracht, 
tm  einde  deze  een  fraater  aaiujen  te  geven.  De 
inlegljjeten  lijn  soodonig  van  proFdeenogen 
voorzien,  dat  deee  boiten  net  vlok  der  betinme- 
ring  oiUiAeaó,  niet  aan  bet  atjil-  en  regehvetk 
van  dit  laatste  kunneo  worden  geediaalo,  dodi 
atimdeTlgke  löitfarerk«n  moeten  vomwn,  welke 
met  groeven  in  bet  regriwerk   zgn  bevestigd. 

bdarnttles  ü  <^  buid  voor  ktrine,  vaste  xil- 
verwitte,  prikkelend  vleeeeh  beuttende  nitjei,  die 
in  lauTof  zout  ingelegd,!Bngen  tnddeiegewenKti- 
te  eieenach^ieD  behouden.  On  de  allerbeste  kld- 
gronoen  slaagt  de  teelt.  Te  Zwgndreeht,  Rotter- 
dam en  Dordrecht  vindt  men  de  fabrieken,  waar 
zij  in  vaten  of  in  fleeechen  worden  g«eonserTeerd^ 
Da  in  4  grootten  te  z^n  gesorteerd. 

Xnlerwark  kan  van  verechiSende  stoffen  ge- 
maakt w<»den.  Inleggen  met  TerwftnSend  ge- 
kleurd mansei  notaat  roes  mowAek  (xie  aUaar). 
Dit  irtlegweik  wordit  op  vtoecen,  mnsen  en  gewel- 
ven in  gébovwen  aangdbiadtt.  Omatreeka  1I0O 
kwam  te  Ratne  het  inleggen  nm  wilmanneren 
beibnenb^Mi  in  awang;  ieae  tedmé^  bLeef  tot 
ofnstreeka  1300  in  gxbnnk  en  weiid  door  de  le- 
den van  het  geahmt    Ooama  nltgeoofau).    Men 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INL&OWEatS— INNOCENTIDS. 


niemierk  in  bont,  dwc  lis  ÜklUneii  in 
de  15de  en  lode  «enw  gemMkt  woidt  Dur  het 
artikel  Intorn  veiwezen.  lik  de  Fianecfae  meabel- 
kiiBct  werd  bet  inkgverk  ingvraenl  door  d«n 
IMttcher  SuU,  meut  Bouf*  genoemd  <1642 — 
ITSS).  Hq  mukte  niet  «lechti  ran  boot,  doch 
ook  TUI  aclnh^d,  kop»  en  tin  gebruik.  Deoe 
«ijie  ran  Me^vak  i«  ook  Mdorende  de  18de 
e«uw  te^raldig  toegtfact.  Bntdelqk  moet  nog 
bet  I.  g.  damafeeereH  tenotU  ivofden,  wsauindet 
bat  itJeggen  rnt  vur  ol  hmm  met  ^nd  of  lil- 
vei  TeisUaa  irtKdt.  Dcoe  kont  onlitoiid  t«  D«- 
maaeu,  «n  tawMH  door  de  Uoona  nwu  het  wes- 
ten TMi  BoTOpa.  Toonl  de  DailMiie  wapensae- 
den  T«n  «OBbedn  1500  beUien  faur  beoefend. 
Bösonder  ttMi  tuiegvtrk  weid  gMmwIrt  door 
Dwk  nm  ÜviKyefc  te  AmBtudam  (1596— 1580). 
VoottbreogMlen  vm  deien  kMtstonaor,  die  door 
FomM  beioogw  weidan,  rindt  oien  in  bet  Rgka- ' 
nniMam  te  Moateidam  ca  ia  bei  Neoe  Pakb  te 
Potadam.  Van  Uvnt^tk  miittn  b|j  Tooitent  van 
paarlinoer  gAnM. 

ïii1JiiHt«ii  noemt  men  een  bewetkina, 
UB  timmerwerken  attgaroead,  welke  tot  reaid- 
taat  heeft,  dat  biwia  T«nliept«  {«aeelea  ontataan, 
welke  doa  niet  lijn  lefkiegen  op  de  gamxnïSA 
gAruike^jka  wfie  nw  peüehreric  t«  vecraardi- 

nn.  1.  Tan  mi  regelweii  en  paaeelTullingen, 
door  de  paneelen  nit  de  ikkte  Tan  het  te 
braigen  mateiiaal  mU  nt  te  dicpeK.  Tengendge 
Tan  de  bepeiUa  diktealaMtingan  kumen  i£e  in- 
lanieeriDgen  daa  Dimmei  ahaetwgeo  tu  betee- 
kxnii  bobeo  en  liJD  4  ^i>  <x^  ^^  bedoeld  tooi 
bet  veiirjjgn  nn  een  wteri|)k  aaoiien,  behntt 
Toar  de  gawmte  eaoatraelie  no  regriweik  oundeT 
geëigend  ia.  Natnar^^  kan  men  inlinieeiingeo 
ook  in  Hideie  materialen  doen  nibrovnt  daa  in 
hout,  mita  dcse  een  detgeljjke  baweiking  moge- 
Igk  maken. 

XniDlIiMii,  iB  het  inkoopen  van  zijn  eigen 
goederen  ep  een  openbare  Teifawfiuig,  ten  «inde 
ïe  belettM,  dat  ui  te  goedkoop  Teikocbt  wonden. 

Inn,  dooi  de  Doden  Ontu  genoen»^  «en  b»- 


breede,  met  eilukdcn  beoette  bedding,  Tedal  toa- 
urhen  liooge,  landige  oeveu  of  rotswanden  dooi- 
been  atioomt,  terwgl  uj  de  Aki  nit  bet  Cbian- 
meer  en  de  Salia  of  Saliach  nit  Saldiuig  op- 
neemt. Bü  Passao,  waai  ijj.  na  een  loop  «mi  510 
tan.,  in  de  faooldriiriet  Ttut,  ia  ig  aanmeikeigk 


Iwogte  Taa  2480  en.  aan  de  tnadtnetel^e  h^ïag 
*an  den  Septimei  w  BaiTen-£ngwfin,  atroooit 
door  «tn  leogtodü  en  door  een  aantal  meien 
aoovdooabwaart^  baant  neb  in  een  dnrandal  een 
weg  dooi  den  beigpaa  tmi  RnatermBni  en  loopt 
ah  een  woeste  beisatiooni  oaai  'ÏSaoi,  waai  ig 
het  C^ei-  en  Benedea-Inndti  be^iroeit,  die  ticii 
door  grootadie  en  beTallige  naton italereelen  on- 
denckeideD.  22  km.  beneoen  Fnateimilnz  wendt 
ig  tidi  pitotB«Jlng  oooidwestwaaita  en  etiooml 
dooi  e«n  nauwe  dwardiloot,  iuxDl  bü  Landeck  nÜ 
deae  in  een  groot,  noordooetwaaits  geiicÉLt  leng- 
tedal met  Tiueiittiare  landen,  steden  en  doipen 
en  stroomt  .Taobiei  kng»  looabiDek,  Hall,  3«dnna 
en  Battenfaerg  nau  Enlatein.  Bcoeden  de»  T«a- 
tii^  komt  de  riniei;  in  nooiddöke  rkbting  naat 
Beieren  loopend  is  baai  oodente  dwandal,  dal 
lidi  nitatrai  tot  aan  Raaeaheim.  Hier  is  iq 
leeda  seet  breed  en  beieiki,  met  den  grooten  Bo- 
senbeimer  Mmvbnidh  itiite^^,  de  golvende 
Tlakte  aan  den  Toet  der  Alpen,  waar  xq,  vreuls 
de  lïei,  Lecdi  en  Iaat,  tn  snellen  loop  en  met  een 


Innooentltu,  ie  de  naam  van  13  pauaen. 
/anocniftus  I  (402—117).  In  den  stigd  tna- 
Boben  Augmtiimt  en  Fêlaaiuê  b«rveetigde  hq  de 
bedniten  der  •rnaden  van  Milete  en  CbjUhago  en 
verwiem)  bet  PebgiaBiBme.  IWeigeefs  tiaAlte 
hij  in  410  den  OotenkoiÜDg  Alinik  II  af  tebren- 
1^  lan  tijia  Toornemen  om  Roaie  te  [dnndeiea. 
H^  b^uwct  tot  de  hoUgen  der  R.-Estjiuieke 
Kerk;  xyn  naamdag  Tslt  op  den  2Seten  JidL 

Itauxtntiui  II  (Ï130— lUSk  te  Toioi  Grega- 
ruu  Papareteki  gemoenid,  te  Bóme  g«jboieD.  wsa 
At  dei  BenedietÜDen  te  8t.  Nioolal  in  Bone, 
weid  in  1118  linliiMaililiiliiii,  moest  aaDTsnke- 
tjik  ativden  tegen  ign  mededinger  AnaeUtu*  // 
en  diens  beadiermei  Boger  van  SieilS  en  lelb 
naai  Fiankrjjk  Tinehten,  doch  werd  Tooial  door 
den  JATloed  van  den  heiUgen  Btnüiarduë,  l^pia 
OTeial  in  ign  waaidi^faüd  cskend.  De  Dnüscfae 
keiaer  Lothóriut  onbriog  b(j  iqn  kmnini^  (M33) 
de  alfodiale  eoedeien  "ma  gnma  Malkilde  Tan 
hem  »  leen.  Mog  in  hetaelrae  jaai  Mog  hU  Tei- 
Ü^Midsh^Te  naai  Pisa,  en  noomaak  Terscheen 
LoMwJus  om  htsn  te  hd^en  in  Italil;  dtx^  Atui- 
oMhs  hield  stand,  en  na  ma  dood  (IrlSS)  be- 
DOcsnde  de  tegenpsitjj  Vielor  IV  tot  psus  die  edi- 
tei  na  twee  nmuidea  afetaod  dieed.  Ijl  1139hietd 
Intioeentiu*  het  fweede  Latetaansdie  ConeUie, 
waarop  de  besloiton  en  bepaUogen  Titn  AnaeU- 
tiu  ongeldig  Tetklaaid,  Bomr  nni  SieUië  ia  den 
ban  g«laan  en  Peter  van  Bruyt,  Abelatd  en  Ar- 
nold  ifan  Brueia  T«ioon}eeM  werden.  lo  dea  ooi- 
log  tegen  Bogêr  ROnogen  gewanen,  kon  1^  ai- 
teüi  tegen  TÜaehiUeniK  eonaessiet  igs  rrnneid 
koopen.  H^j  onreileed  den  24aten  Septemibei  1143. 
Imoeentiut  UI  {1198—1216),  te  T«ren  Lo- 
Iharvu,  giiêl  vtm  Stgni,  was  een  teig  dit  den 
stam  T«n  Cottli  in  Ana^  en  wen)  in  1161  gebo- 
ren. Opgeiood  te  Pargs,  Bon»  «n  Bologna,  se- 
dert lldO  kardiiMtl,  Tenwiert  hg  ak  tbeoloog  «n 
als  jurist- groolen  foem.  Hq  bra^  hdt  pauaKgk 
g«sag  tot  een  booce  ontwikkeling.  Hg  maeüe 
Tan  de  zwdibeid  éec  keiaerlqke  maoht  gdbiaik 
om  Aneona,  TueeiB  en  flfxdeto  te  fceoetlMi;  ook 
berrgctde  iai  Italii  tsh  de  beeiscb^^ü  ^^  ^^■ 
sohen.  In  Benedei^talii  bad  hg  bét  4>swind  in 
handen  als  Toogd  Tan  den  kteieo  kedser  Frederik 
II.  De  (lubb^  keiaerAeuae  Tfrn  Phüipi  t>an  ZtM- 
ben  en  Otlo  IV  (1198)  gri  Imoemlw»  MoMdii^ 
■idt  in  de  augielegenheden  Tan  Dnüsdüand  te 
mengen;  eerst  eknt  èg  tkb  b^  Otlo  aan;  liier 
kMs  hg  Toof  PAtftps  par^,  toeni  deie  meer  maeU 
kr««.  Na  diens  dood  (1208)  Tenoende  OUo  p'dt 
met  den  paos  en  werd  in  I2Ó9  1«  Rome  gekroond. 
Doch  toen  hg  aanpraken  maakte  op  ItaUt,  deed 
fn»oeen(tiM  bem  in  den  hta  en  lond  Fredtrik  II 
ak  t^nkoning  naar  Dojfecbland,  die  in  1215 
te  Aken  gekroond  waid  en  OUo  tot  i^  erfknden 


DigilizedbyGoOglC 


bepeikte.  No^  meer  mkcm  tmd  Itmoeeittiitt  in 
BngeUDd.  Toen  bniiiig  Jan  deo  door  deo  pans 
benoezudea  urtAwAofi  van  CanterbiiTT,  Sfo- 
fhan  Langton,  niet  «ttdb  eritcniwiij  epni  li^  den 
Marlotk  «T«r  bon  uit,  wei  Eomuod  liet  inMr- 
diet  (1208)  en  ■dtook  het  Und  un  PAtlifM  71 
TM  Fnmkrqk,  totdat  i<m  EiwelMd  nu  d«n  faoa 
ala  leen  Msnam.  In  I^uikrifc  dwong  Ug  PkifijH 
JiijpMfu  igik  g«iD»Kn  l»gthots,  die  lijj  in  11  Kt 
Tentooten  lud,  in  1201  mva  mhi  te  oemen.  Ara- 
gon  «n  Port«nl  moetteo  hen  een  jaarijiluche 
■ebttting  faeMn;  den  Bnlgnnn  en  Wakehen 
sal  bfi  een  koningi  in  Polen,  Hon^rj}e,  Didma' 
Ml  en  Noorwegen  trad  bq  tin  Mkeidarediiter  op. 
Hg  gaf  den  bUmM  tot  den  4den  Kmriatorfit  (1202 
—19)4),  die  de  etïAtiiv  iu  het  LatgnMfae  Eei- 
teribfc  te  Eooatantiimpel  tan  «erolge  had.  Ook 
roeide  hg  de  kokfceetDreo  en  het  klooeterbeooek 
en  tiektaêbtigde  ondaieebeiden  Orden,  eo  be- 
paalde tcmno,  d»t  mem  woitaan  geen  ntenwe 
•tiditen,  nuar  wA  hg  een  dei  beetüuide  Toegen 
ion,  ^  gwide  t^fen  de  jUbkenien,  Katharen  en 
Wetdenxn.  Zgn  geeduiU»  q^  in  155S  en  15S7 
te  Keirien  ra  het  Kebt  vennienen,  ijjn  .brie- 
fen" in  18S3  door  B<A>tM  agn;  J>e  miterk  eon- 
ditionis  hnmanae"  i.  i.  „Ovei  de  ellende  Tan  het 
ntensehelök  1ev«n"  door  HudoU  in  het  Dottedi 
(1887)  nitge^nen. 
ItMMm&t*  IF  (124S— 1254), 


nt  d«D  etam  der 


na  in  de  ledtteo,  wffd  TJeeAaoadier  dei  KaHw- 
lieke  Kerk,  daarna  kaïdinaal  eo  na  CoêUttimi* 
IV  pani.  Hq  «tieed  met  «eertalnlre  en  wereMij)- 
ke  wtoene  tegw  fnderiktt  ea  dteoa  loon  Kottt- 
raad,  dodi  a»der  hen  Ie  oneiwuuMn,  Jft,  hg  oMn. 
doot  de  Qemieeaen  oadetateaDd,  de  -rtiMdit  naar 
Lyon  (1344),  bidd  Uer  een  elgemeene  ketk/rtr- 
gHeiing,  eprak  den  ban  en  bat  tmmw  der  «bet- 
Ung  nit  OMei  Fndmk,  deed  np  StdKS  een  oproer 
ontataaii  t<gen  den  kriuii  en  oitdentMMUe  in 
DnitMUand  de  teraikoiiingen  Rtitiriek  Ratf» 
en  Wültm  vm  BoUmd.  Daar  hg  de  ffoAenabw- 
feti  wiMe  doen  Tallen,  streed  iq  na  den  dood  ~  - 
'KoatToai  tegen  Mmired  en  f  onraifyii,  a 
Boodef  i||d  doel  te  berenkon,  en  keerde  «eK  ia 
I25I  naar  Rome  temg.  Op  de  KeikTerndering 
deed  hg  Tmthtelooae  pogrui^D  om  de  QriekMA 
SatbelJeke  Keii  weder  met  de  R.-KettMUeke 
te  Tenenigen.  West-Pmieen,  in  >^n  löd  tot  het 
Cbnatudan  beleerd,  Tendeeide  hg  in  de  hiadotn- 
men  Qrim,  PomenuuB,  EmdMid  en  Skmlaod  en 
•ebonk  aan  de  kardinalen,  eli  onderacfeeidiogstee- 
ken,  den  rooden  hoed.  Hg  was  w»  dooikoeed  in 
het*keikelgk  reebt,  dat  men  hem  PaUr  et  orga- 
mnm  vtritöüt  no«mde.  Odk  adueef  hg  een  e 
meittMtr  op  de  ,i)eenitalea"  «an  Oregoriut 
(147B).  Hg  or^eed  den  7dBn  DecenÉier  1254  te 

IHRoeonfüu  V  {21  Janoari— 22  Jooi  1276), 
te  TOren  Pelnti  van  TaranUuia,  te  Honlner  gé- 
hoien,  weid  eeiet  prorinciaal  der  Daminieaiien, 
toen  atatéiiaBttof  tta  Lyon,  kardTnaal-tiieeeboi) 
TBD  Oitii  en  grootpooiitentiarie.  Ale  ^ne  vrer- 
de  hg  Toor  de  faeieeaiging  wn  de  Giieken  met 
Beme.  Hg  Mbieet:  „Céomentaiia  in  IT  lünoi 
•ententiaram"  (8  din.,  '145Q). 

/muxmftiu  VI  (1852— 18S2),  Ie  mien  Sftpia- 
lUH  Aubtrt,  te  Umh  in  LimooMn  geboren,  be- 


kleedde  de  betrekkingen  yu  biMdbop  mi  Nojon, 
lafw  ma  Cleiiaoat  en  vecrolgenB  tbo  kardinaal 
en  grootpoeniUntianB.  Hg  seteUe  te  Airignon, 
wae  eimtien  in  de  reeht^ieleenlieid  en  gestreng 
van  leden  ei  {wogde  aan  de  behoefte  aan  herror- ' 
ming  tegemoet  te  kemn  door  beperking  der 
weelde  aan  ign  Bof.  Veidei  hiMbt  hg  de  steden 
in  den  Eeikelgfcen  Staat  tot  OBderwepping,  <rf- 
•dioon  hg  er  de  wuordelgkhedeit  niet  kon  dem- 
pen. HH  oreileed  te  Aviirnon  den  ISden  Septem- 
ber  1362. 

Innoeantiiu  VU  (1404—1406).  te  Toren  Corimo 
det  Miglionli,  te  Sulmona  in  de  Abnixzen  gebo- 
ren, «a*  aehtereeomrigene  biacbop  Tan  Bokign», 
pawelnk  tehalmeeatei  en  kaïdinaal,  en  werd  ge- 
darende  velerla  Terdeeldheden  door  de  Italianen 
gek«Mn,  (erwgl  de  Franeben  Benedielw  XIU 
tot  paos  leihieven.  In  Aognatni  1405  moeethS  we- 
gene een  opïtaod  dm  Romeinen  nau  Vitait»  Tlneh-  - 
ten  J[g  «verleed  te  Rome  dan  6den  NoTembei  1406. 

Imutemtiiu  Vlll  (1484—1492),  te  voren  Oio- 
MMw  Battüla  Ciba,  wae  bimAt»  van  Poito, 
dawna  van  Amalfi  en  levene  karftnaal.  Terwgl 
bg  iteed)  eeroepin^  deed  lot  een  eoiJog  tegen 
de  Tniken,  hield  hg  den  broeder  en  mededingei 
van  wiltan  Bajmt,  welke  laatate  bem  daarvoor 
betaalde,  in  de  gevan^eiüé.  Ook  verniemvde  hg 
de  wetten  tegen  toovem  «n  ihekserg  en  benoemde 
de  inqnieitoren  Beinrieh  Kramer  en  Jaeob  Spren- 
oer  tot  rediten  over  de  toonreoaare  en  bekeen  in 
DniteeUand. 

iMoemJttw  IX  (29  Oet«bei^-80  Deeenfcei 
1501]  heette  te  voren  Anhmio  PaeekineUo  eD 
werd  te  Bologna  geboren. 

ImumttHtu  X  [1644 — 1665),  te  voren  Otovmni 
Battitta  rom/tft,  te  Rome  geboren,  werd  eerat 
DiintiM  te  Napds, '  daarna  faoeeiyk  datarioe  in 
FiaiAqjk,  venTolgene  patrianb  In  AnHodnE  en 
kaïdinaat.  Door  bet  pansdvk  graanmonacNrfie 
riebtte  hg  den  landboitw  in  den  Serkelgken 
Staat  te  gronde.  In  19S1  vendMnde  hq  in  een 
bnl  eommge  bepalingen  van  den  vrede  van  Hun- 
eter  en  in  166S  vgf  rtethngen  van  Jonaentiu. 

IimoeenHtu  XI  (1676—1689),  te  vvren  Sene- 
dïeAu  OdtteaUhi,  U  Ocmo  geboren,  wae  eerat 
krngeman,  davna  geeatrigke  en  werd  aAtereeo- 
Tc^ne  ^MMteÜMhe  piotoDOtHw  en  gdtMoueere- 
taua,  kardinaallegaat  van  Fertaia  en  bieecbop 
van  Novaia  en  emdelSk  pana.  Hg  wae  «en  mau 
'vaa  geatnnff-aedelgke  heguiaden  en  bestreed  bet 
lazime  In  de  moiaaltheriogie  en  bet  qnietiffne, 
Tervena  poogde  fag  de  ftnandln  «ran  den  Eeike- 
ll^en  Staat  dooi  epaamamheid  te  vertteteien, 
onderetennde  Ooetrai^  tegen  de  TatHten  ea  ver- 
oordeelde da  vier  stelling  der  Oalüeaanadie 
Ketk,  door  eem  vergadering  vaa  BiM<JKippen  en 
baronnen  te  Patqe  (1682)  nitgevaardiëd.  Tegen 
Lodmnk  XtV  voeade  fag  etryd  over  de  koninklg- 
ke  rechten  bU  bet  beletten  fte.  ivaeante  biadcm- 
men  ena. 

/mtotwKtiit  Xll  (1691— f1700),  te  voren  Anli>- 
nia  PignatelU,  ta  Napele  gAona,  hÜMbop  van 
FaSnia,  legaat  van  Bologna  en  kaïdinaal-aaito- 
iHiecbop  aehidte  bet  Hpoliame  en  de  benoeming 
van  knv^nalen  gAeel  af  en  sloot  vrede  met  lo- 
dme^k  XIV,  nadat  deae  de  paoMlpe  aampia- 
ken  in  den  atrgd  «m  de  TrjjhédeB  det  Gallicaan- 
«die  Kei*  bevredied  bad. 


DigilizedbyGoOglC 


696 


INNOCEMTroS— DJO. 


Inmxxmtiui  XIIl  (1721— ITM),  te  Toren  Mi- 
ekatloHgelo  Conti,  een  opmdit,  Dkwir^>set  en  md- 
dkdig  kertniNt,  idht  te  wwmk  tegenover  Fnak- 
tijlk,  beleewk  <)eD  knoer  met  N^»eU,  maar  pro- 
twteenle  «i  Trudit^loos  tegen,  dit  Pann»  en 
Piaeenu  al«  rjjbdeen  un  deo  nfent  don  CnrJoe 
eeactionkeD  werden.  i)en  Jeinleten  Teiiiood  hq 
oet  opDeraen  tid  meer  oideiedeo. 

Xniisbiiick,  de  booIdiUd-veo  Tirol.  ligt 
dnfat  bq  den  Inn  ea  den  nwad  tMi  den  SiU,  in 
het  midden  van  een  breed  dil,  dal  ten  noorden 
door  iteiJe  kalksteen wtodeo  in  boogde  van  ± 
3000  m.,  ten  inidten  door  minder  hooge,  maar 
bofebr^e  bergen  begrensd  wordt,  veidet  aan  de 
■poorljiDen  Koleteta— AU,  SaUiiug — Bregeni  en 
Berg  Iiel — Ball,  ia  door  <bie  gKien  farnggen  met 
de  ToontedcD  HariaheU  en  Si  Nikolaits  teibon- 
den  en  beeft  mooie,  Jireede  >tr«ten  en  aaoiien- 
Inke  «boQwea.  De  atwi  4elt  «ederl  de  ulQTiflg 
Tan  WiHeo  eo  Pi«dl  fiaiO)  53 1M  Inwonen.  De 
cjg«nlghe  ttad  Teiheft  xicfa  4^  den  teAteroerer 
der  rrrier.  Daaronder  berindl  tich  de  Franeiaca- 
aer-  «f  Hotkeik,  Tan  1553  tot  1563  in  Renawu- 
ee^jjl  opgetnokkei^  met  een  freAlgraf  Tan  Man- 
wtiliaan  I.  Bet  bestaat  nil  een  sareuihaag  Tan 
marmer  met  het  bronoen  at&ndbeeld  dee  keiien, 
in  1542  door  dd  Duea  gegoten.  onweTen  door  28 
hooge  Btaadberiden,  weutiftdef  2  (irtAur  en  The- 
odorik)  Tan  Petar  Viteker  te  Nenrenfaerg.  Cklod- 
vig  Tan  Christopk  Amberger  te  AngAurg  <ge- 
goïen  door  Lettler)  en  de  orerige  gedeellel^  van 
SMtUehreiber,  gedeeltelift  van  de  Mbroaden 
OodI  (1513— tSSS).  Tot  de  24  mameren  Mtiifa 
aan  de  liiden  t%d  den  earecphaag  bAooren  20 
meeaterlijke  kane^eiken  Tan  Ahtmdtr  Ctdin 
uit  Mechele».  b^  welke  de  4  orenge  ran  Ber- 
nard  ea  AmM  Abel  uit  Kaden  leer  aditeretaan. 
Verder  heett  men  in  dece  keii  de  «iheikapel, 
■hoo  genoemd  wegena  een  oiheren  atandbetid 
wn  de  Haagd  Varia,  aUmede  het  praalgraf  Tan 
asrtahertog  Ferdmtmi,  naar  men  meent  aFkom- 
stig  Tan  Oolin,  dat  Tan  PkUipfime  Walter,  bet 
gedenkteeken  van  AndTtOM  Boter,  de  fraalgraTeo 
van  Sptekbadter  en  Baipinger  en  een  gedenktee- 
ken Toor  de  in  1790—1809  gerallen  TirolicAe 
landtTeidedigere.  In  dsK  kerk  oatoétdt  Ohriê- 
Una  TM)  Ziwéden  den  Sden  NoTsnber  1654  dni 
R.-KaUiolieken  godadienit.  De  UnmreLt«il(-  ol 
Jeinletenkeii  (1627—1640)  beiit  een  60  m.  iwo- 
gen  koepel,  de  St.  JakoèiÉeric  een  Manafceeld 
Tan  OowimA  en  bet  praalgraf  -ran  aartahertc^ 
Masiwtiliaaii,  Terraaidigd  «Mor  den  beeUtn)>Dwer 
Onu  en  gegoten  door  RmtAorf.  Van  de  wereld- 
lijke g^nwen  lön  te  noemen  de  Hofbnrcht  met 
een  gToo(e  iiiü  en  poacJitige  tieeoo'e,  de  Fflreten- 
bnrg  met  een  mooieu,  marmeren  eiker  en  een 
verguld  koperen,  het  beroentde  „Qondea  Dak". 
In  de  Nienwslod  Teilirit  licti  een  gedenkinl 
(Annaouil)  met  fignren  van  Benedefft,  in  den 
lanTnng  der  18de  eenw  «eeticbt  ter  gedaciiteni* 
van  de  antnümnng  door  ie  Beieren  en  Pranschen 
in  1708,  aan  het  einde  ran  tie  atnat  een  triomf- 

Crt,  in  1765  ter  geleeenbeid  Tan  de  te  bm»- 
ek  geeloten  hunrdqurvenbinteDie  van  den 
grootbertoK  Leopold  «an  Totkane  met  de  infante 
Maria  Ludovika  geetittit.  Op  bet  oude  keiUwf 
vond  men  Troeser  bet  pnal^af  van  Ooitn,  door 
hem  lell  bewenkt,  dat  naw  bet  oiienwe  kerkhof. 


in  1857  aangelegd,  aTCi;gid>rarfit  ia,  Daar  Tedief- 
fea  ii«fa  fenens  mooiegidenktMèeoen  vanEiiaóf, 
(ïdMer,  MUlier,  Oriutmmn  nu.  In  1908  werd  te 
InnabrUck  een  gedenkteeken  epgerieht  «oor  den 
dicbter  AdoU  PteUer.  E^  groote  aebonwtmig 
werd  in  1846  voltooid.  Verder  TÏndt  men  er  mg 
bet  palda  Tui»,  den  Ottoltarrfit,  een  eroote  ka- 
lerne,  een  groot  weeshnia  (1889)  eni.  Innebmck 
ia  de  leteï  van  een  otadboader  en  van  bet  hoogate 
geieebtdiof  van  bet  Kroonland  Tirol  en  Verarl- 
beig,  en  de  TirolKhe  LatMUag  vergadert  lOdaar. 
De  Leopold-FnuA-iuuffenitNt,  waaraan  in  1869 
een  geneeakoDdice  laeidteit  werd  toegevoegd,  'a 
in  1677  door  keiwr  UopoU  I  gesticht,  in  1782 
door  keiier  Jou!  Il  ïh  een  Ijoeom  Teranderd,  in 
1792  fierateM,  in  ISIO  nagnuab  («tehtnien  en 
eindelvk  in  1836  vvnienrwd.  Zn  telt  Tele  benr- 
aen,  bestaat  nit  een  godgeleerde  (aan  de  Jwaleten 
toererlFrDQwde).  pbiioaopbiactte  en  reefatageleerde 
faculteit  en  een  genee».  en  heelkundige  «bool, 
teTeae  ak  faeuUeit  gerekend.  HM  aaiUal  leeraren 
bedraagt  (1913)  111,  dat  dei  atndenten  1365,  ter- 
wijl de  boekera  258620  deelen  en  1150  hand- 
•oiriften  telt.  Verder  vindt  men  n  een  g;mn*- 
«i«n,  een  hoogore  btHgeiwebool,  een  noimaal-, 
fciuwUiÜ verbeid-  en  eadettensebool  en  een  bandeJs- 
leademie.  Gonvernenr  Karl,  graat  CkoUk,  «ticÉit- 
te  er  in  1842  een  laodMnaeeam,  betiw^  uar  den 
toenmiligen  kroonprioa,  later  keiier.  het  Ferdi- 
nukdegm  genoemd  wordt  en  merkwaardige  -tn- 
lanM^ngen  beiit,  die  op  Tirol  betrekking  héb- 
beo,  bensTeot  steenen,  brouen,  geogiuHiidi-paiae- 
ontologiMfae,  anhaeelopadie,  wa|ien-  en  kaorten- 
veriamelingen.  Op  den  linkeroerw  van  de  Inn 
Teibett  titn  het  fraaie  eehntterigebonnT. 

Icnibmek  heette  Ad  Oenitm,  Öeni  font  of 
OenipofiftiM  (brag  over  de  Ina)  ui  werd  tu  1234 
4ioor  OUo  I,  hertog  von  Jferan,  ini  stad  vedie- 
ven.  Toen  Tirol  aan  OoBtenrqk  kwwn  (1363), 
was  het  geraimen  t^d  de  letel  der  Ooetenqjk- 
(che  hertogen.  Zij  genoot  haar  lelnttenDdat  bgd- 

ferk  onder  de  regeedng  van  den  piaebt.  « 
utatMevendeo  aactAertog  ferdinaad  II.  OeAi- 
rende  den  opitand  der  Tirulere  tegen  de  Beieren 
en  FranadMn  werd  de  etad  meermalen  door  beide 
pari^jen  penronnen  en  wvec  verloren.  In  htAr  oa- 
DÖheKl  ligt  de  praAti^  efcdq  def  FnemuiBtr» 
tenwTB  WüUn  of  TFeltö»,  benmeni  het  beroemde 
bnitanverblqt  Ambnu,  tCTwql  een  fraaie  keUing- 
brag  beneden  de  etard  orec  de  rivier  naar  het 
dorp  MUUm  iB  gelegdl 

Imu  of  Oonrt  noemt  men  in  Engdand  de 
asBociatiea  Tan  reebtigeleerdea  en  studenten  in 
de  iK^teii,  «ooeia  men  ec  te  Lnkden  vier  Tiadt 
.(«e  Batriiter).  Ook  Le  bet  de  naam  vw>r  de  gw- 
te,  praehtige  gebouwen  af  oam^ilexea  van  gMmn- 
wen  -KKir  ie  leden,  dei  Inue  of  Conrt. 

Ino,  de  dochtKZ  Yf,a  Codmuê  en  Hamonia  en 
de  2de  g<Miiaiui  vnn  Atlunuu,  maakte  door  hri 
ofiToeden  ran  den  jengdig<en  Dtottyma  ffera  ver- 
ioomd  op  haar  en  haar  gwnaal.  Nng  heriger  deed 
af  de  woede  der  godut  onAraadbn,  toen^if,  em 
haar  eigen  kinderen  te  boroordeeleiK  haar  stief- 
kinderen PArtzu  ««  HetU  wUde  doen  ombren- 
gen, dSe  CTTenwel,  door  hnn  moedw  S^AeU  in 
den  droem  g«waars(iia«d,  kA  door  de  vfochl 
radden.  Toen  Alkotmu,  door  Bera  raaend  ge- 
maakt, den  OBibten  zoon  Tan  bem  en  Imo,  lèar- 


DigilizedbyGoOglC 


ehua  genaamd,  tfgen  de  ntaea  veqi)ett«rd«,  um 
xg  met  baar  jongsten  zoon  MileeerU»  de  wgien 
stoitte  ïiehinHwariaTaneen  klip  met  hem  in 
Me.  Bet  Jqk  Yéa  iea  aoon  wtxd  door  een  dolpbjjn 
DMf  dan  OOKT  gébratdit,  watr  kooiiiK  Sitgphui 
bet  deed  bemTen  en  te  i^ner  e«r  de  IttiMÖMdie 
^en  instekk^  nad»t  cf)  voorapruk  T«n  Aphro- 
aite  de  »iii{Mpi>édige  Ino,  die  er  htet  ood^  den 
num  ms  £«wdU«ii  gvbiidigd  weid,  en  MeUeer- 
U»  onder  de  iMgoden  ««Rit  cogtatmai. 

Inoslansanr,  CuHuN^,,  bmt  -roor  » 
vlceaeliBU).  is  HDorf  «n  lort  gvaMUe^jfc  op  m 
wftt«r,  niet  in  klotlMl  m  «etbsi.  Bg  TCrwumeo 
wtudt  het  ooUeaiL  De  alkftUioaten  iqn  in  w«ter 
ii()lori>ut  en  innnm  kristaUueeren. 

Inoslat,  beitoiyliexainetlijlean,  CA(O0)«, 
H  ftigclerd  nu  bet  beumettiyleen,  C«Hu.  Bot 
wordt  in  ket  «pieiDat  «n  Mdn«  diei^ke  iloei- 
BtoHen  gerooden,  mi*r  komt  oth  in  phsten 
TOOT,  bö*.  in  ounpe  tioonen  en  erwten.  Het 
*oratt  monotliDe  kriitallen,  die  wftterTrjj  bf) 
334*  C.  meiten.  Ondei  TeimindeTdeB  druk  kan  bet 
b^jiM  MDdei  oalledioK  mdeatiHeent  woideo.  Het 
joodweteretofinni  geelt  liet  trjioodptienol  «n  ben- 
id,  met  Mlpetenaur,  tet  tetieozTchisoin  en  het 
(fioirdiehiooo.  De  dimetlijbetlier  nn  het  ktosjet, 
bet  damboniet,  komt  ia  ewaMwae  nn  Qabocn 
Toor.  Er  beaiut  een  reefats-  en  esD  linkvdruieBd 
inoeiet  en  bet  rauniKlH  nengael  (mengeel  Tin 
geS^ke  boereetbeden  lechlB-  eo  iMAs-diMiead), 
wet  iaertwTen  becetirvnn  is.  Het  r«<U«draueiMie 
ken  ait  de  pimet  Terkreeen  warden,  dat  in  een 
hemoort  gcTooden  woim,  bet  linke  diaaieDde 
nit  qncÉn-ediiet.  Beide  TerttiwliDgen  xnn  de  ne- 
tbjteelfaer  len  het  ÏDMÏel.  Met  jooowaterstof- 
iDUT  krqgt  men  de  genoemde  'reibiMfineen. 

XnOUTSi  Kaoioe,  een  Jafiaiueh  sieattman, 
Troe^et  ali  laotiye  Boeitda  befceml.  in  1885  te 
Choriwe  grfxireD,  giitf  iv  1661  met  llo  (zie  al- 
<kar)  naai  Bngriaod.  Na  bun  teiwkeer  braehtten 
1$  TOOI  SAnKMMWeiit  ak  bcmMdelMri  op  te  tre- 
den tTHsdien  den  Toret  van  CboAoe  en  de  uit 
FiaDM^e,  Nederltodeehe,  AmerikaaDaebe  en  Ed- 
geledie  aelMfKii  beataaada  vguiM^e  «toot,  dofli 
aonder  meoee.  In  1806  Teralow  bjj  faet  temo 
Choïboe  ffeioDden  leget  iwt  den  ajoffoen.  Hq 
werd  in  1878  miniater  nn  (tooibare  Weiken,  in 
1880  Tan  BnitenlaiidMlM  Zake»,  is  1886  graaf, 
is  1888  ninietef  Tan  Lawlbonw,  in  18SS  ren 
BinnenlaDdactw  Zakien.  In  1888  itichtte  tq  de 
eerite  eooetètaUooecle  partjj,  de  J^  Vootüi  in 
finandeele  aangelogeiÉtêden  was  tig  een  specia- 
liteit, tftrem  op  hk  iiMoi  nn  kiuaL  Toen  in 
1894  de  ooilog  met  China  aitbiok,  wend  Iq  tot 
gesutt  in  Korea  benoomid,  en  wae  tot  Angutui 
1885  teitelqk  beatnnnlei  tu  dat  Imd  Sedait 
w^fdde  faq  liefa  aan  de  botonterinc  Tan  den  w- 
eiMen  Toonritgang  van  Japan.  In  de  eerste  helft 
Tan  1898  wae  bq  vüinBler  tsa  Finanoien  in  het 
ksbinet-Ifo.  In  1908  hixttt  bq  jnet  markke  Mat- 
toekala  bet  minieteiie  Saionji  ten  Tal  wiegene 
dieiu  finandtele  politiek.  Hg  behoorde  tot  de 
meest  Tertronwde  raadgorcii  dea  keiaers.  Zijn 
aangenomen  tova  Kattoennotoeke  waa  Tan  1898 
tot  1907  Japanaeh  geiant  te  Berlijn,  fnoiiye  oirer- 
leed  in  Sefytendber  190B. 

Inewradaw,  atnA  1905  IMieDniba  ge- 
beefnn,  een  itad  in  de  Proieisebe  pi«Tinde  Po- 


INO— INQO^nE.  697 

een,  ligt  aan  de  spoorlijnen  Poeen— Tbom  en  lao- 
wraiUw— Bromberg  en  t<dt  (1910)  25  604  inwo- 
nen. Ifen  Tindt  er  TÏer  kerköi,  een  gedeiAteekea 
Tan  den  fi.  Adalb^l,  een  eUndbeeld  Tan  WWtelm 
I,  een  gwinaRam,  «en  boogere  meiejeewlwol,  een 
kweekaénool  toof  ooderwÜMra,  «en  iteik  jodiom- 
en  broomhoudend  MDtbaa,  gieigieiciqen,  mattn- 
ne-,  «oda-  en  snik  erf  abrieken  en  atoommolena,  In 
1871  werd  bq  Inowraclaw  op  een  dimte  van  180 
m.  een  leer  ryke  tontlaag  ontdekt.  De  itaateea- 
line  leTeit  jiarlöke  20  000  ton  sont,  de  ateenaoat- 
laag  60  000  ton  kenkeuiout. 

Zn  partllnia  Inf  IdaUnm  ot  in  de  getetilem 
der  oH^elooMjiien  (algikort  i.  p.  i.],  ie  een  titnla- 
tutir  Toor  Ueedioppen  in  de  B.-KaUK>Iieke  Kerk, 
die  Ut  1882  in  ^bniik  waa.  Zg  ontTiogen  de 
biaeebofimivke  whding,  maat  geen  gebied>  waar- 
0T«r  >g  nan  maiBl  konAn  artoefeneD.  Ali  eere- 
titel  werd  htm  dan  een  diocees  toegewtaen,  dat 
rroeger  bad  beataan,  maar  Terloren  was  gevaan, 
daar  die  geweeten  >n  banden  der  UUiomeoenen 
waren  genekt  (vandaai  de  naam:  ,^t  oageloo- 
Tigen").  Zolk  een  qnari-matthlogebïed  weid  toe- 
geweaen  higf.  aan  w^bieadioppe*.  apoetoUacbe 
Ticariaeen,  nnotineaen  ent.  Ia  1882  neelt  Leo 
Xm  dei^  titel  TerTangen  door  «piteoftu  ÜtM' 


den«  bet  leVen  Tan  Kja  vooinanger,  lee^  bn^ 
biitflhofi  met  den  tltd  van  oisMiop  Tan  Oaia 
(in  PileatiDa]. 

ZnatüsltlA  (Latijn  =  Oodenoek),  InqHitüio 
haeretieae  pravtiatt*  (rechtbank  *oor  ketteie]  of 
het  HeUig  offieium  noemt  men  in  de  Koomteb- 
Katholieke  Kerk  de  geioofereehtbank,  belast  met 
bet  opsporen  «n  atr^len  Tan  ketters.  Haai  ge- 
sdiiedeius  neont  leede  een  aaiuaog  onder  de 
keizers  TAeoiioetiM  de»  Oroote  en  JuêUniaiuu. 
Dese  benoemden  br  opepoiing  bepaaMe  perao-  ' 
oen.  die  den  naam  van  wquieitores  (ondenoêkeca) 
droegen.  De  bisadiflffwn  Btiaften  de  Mtdekle 
kottere  met  den  ban,  en  de  wereldje  macht 
voegde  er  bnrgetljjke  atratlen  b^.  Tan  de  Eerk- 
vkdeis  was  Toonl  Jn^wUms,  met  bet  oog  op 
de  DmiatieUn  (aie  aldaar),  toot  een  geweMoadi^ 
(^treden  tegen  de  ketters.  Daar  de  hieaitHMten 
. ,_  -•-  -MTBnbet 


(1184)  naowkeni^r  »- 
atmetiee  ontrent  de  teffen  de  ketten  te  nemen 
maaüegideD,  en  toen  onoeraebeiden  eeeten,  ioobIb 
de  Eatbateo.  Wdtdemen  en  AUrigenoen,  met 
groote  kracht  optmtfcn,  lond  pena  Innoeenttua  III 
de  OiataroitaeeTa  Rainer,  Qutdo,  Petnu  van  Cae- 
tdMM  en  KoouJ  ak  legaten  naar  bet  miden  Tan 
ElraiifaA,  on,  geateund  dboe  de  weiddlnke 
matbt,  de  bieac^Hniea  in  bet  ofoporen  ml  etitften 
Tan  kettert  beibnkpaaam  te  tam.  De  bediening 
Ttn  deie  legaten  weid  tot  een  uör^nde  g«maakt 
op  bet  'VierBe  LateiaHoeoncilie  (m5>,  waai  ook 
bet  ofxporen  en  beetrdfen  Tan  ketibén  ak  een 
Toomame  ftliofat  der  biaadti^i^n  werdTastgeateld. 
Zoo  waa  en  bleet  de  Inqói^e  nog  altad  em 
MsaeAoppeJgke  bevoegdheid,  en  het  ooHilie  Tan 
Toulonee  (1229)  «tginiteerde  deoe  itKtdIiTig  dooi 


D,o,l,zedb,GoOgle 


U  b«f»ka,  dit  de  biaadiafipei 
te  gemeentea  «en  piioBtei  en  2  ol  S  «id^MJi 
leeken  xoaden  unstellen,  «m  in  hnn  kang  de 
ketteM  op  te  apoteD  en  ite  beititffioK  orer  te 
leTerau  mb  de  werehUqke  «reAenl.  mgeu  de 
toegerenAeid,  w^e  de  biasduppe»  wdKebt 
oelendea  jegraa  luuuw  «Bdwbooti^ra,  bciuNmd* 
echter  Or«jfortiM  Jl  puwe^ke  ioquaitoTen,  neeat 
DominicHtBii,  «ent  in  -  DoitMUÜd,  Anigon  en 
OoetcRTÖk  (1232),  feivolsent  in  Loml»Tdqe  eo 
het  niden  nn  Fnoki^  (1238).  Dtm  Dcrainia- 
nen  m*»kXe  hü  «naSiuucelQk  tu  de  bJMdioppen, 
plutite  dcM  luUten  mUb  ondu  bet  geMg  der 
geloofcTeehÜMjik  en  *eraodepde  akoo  £  InquiH- 
tre  in  «en  fouil^k»  iaateVin^  wier  bettuar 
boofdiikelqk  in  de  handen  der  DoaaineuieD 
Ueef,  wdke  ia  landen,  met  ketterü  beamet,  oft 
een  ongcfcowde  w^  hnii  faUdei.  De  ToHtek- 


en  k<M«r  FrKlerA  U  met  graal  Ragnmnd 
TWoiwe  tei  hAndÉmring  *aa  de  leditzionidieid 
Tan  hnn  geloof  de  wetten  Yut,  TotgenB  wefe  de 
wereMIqke  Mditbanken  de  Tonnissen  der  Inqni- 
■tie  moeiten  uitmereo.  De  gewone  sUmtlen  wa- 
'  s  bednanrien;  i-a  awaie  ge- 


„  _.  ;  kettenA  wimd  geoordeeld, 
dan.  To]s<den  «erloosTeiUaniw,  Teiliea  Tan  atle 
bui^erlqke  en  keikelökfl  remten,  Terbeuidrer- 
kUnng  Tan  eoede^BI^  leTeneknge  geTugeniain 
<ftn  kuker  M  op  de  galeien  <en  Ae  dood,  meeelAl 
op  den  bnndetapel.  De  pcooednre  «efd  leei 
wieed,  toen  klteringen  weiden  ingeroeid  om 
bdtenteniaaen  al  te  peiaen,  wat  door  ImommIhm 
W  in  1258  nitdiiUii^  berrardeid  werd. 

Cta  die  inpe  iogencbt  ea  bekleed  met  tolk 
een  MToegdheid  em  te  atrafteo,  woedde  de  In- 
qniaitie  net  eei«t  in  fVnnkrijk,  toor^  in  Z. 
Fisnkijjk.  Mau  ree&  in  1234  kwam  bet  Tott  in 
NariMnne  en  in  1242  dn  ATdgnon  er  tegen  in  <ret- 
set,  en  teedt  is  de  ]4da  eemr  aan  ig  «ea  «inde, 
teiwql  flienwe  poginren,  «m  haar  te  befateM«n, 
door  MOi  PfMiut  tv  <lfi67)  «a  de  keniogen  fnaw 
I  en  atndrik  II  tot  ondeidnAking  dei  Hngeita- 
tca  ungeweiid,  aondei  MTolg  btareo.  Wel  weid 
«ea  bütaneetwone  leebttniA  {Ohambre  ardenU) 
dooi  de  koningen  tot  TeirolgiDg  en  bestralfij^ 
na  betten  ingesteld.  froM  IJ  droeg  die  tuk  in 
15Sd  aao  hrt  PUlMuent  te  PÜ^a  09,  en  in  1772 
hield  de  inquisitie  is  Fraakiqk  «oor  goed  «f»  te 
beahau.  De>  te  Uui^  tÉM  ta  staad  in  Swnje 
en  Poitunl.  waar  iq  db  TMfoeiE|jhte  iwraedfaedêa 
bedreef.  In  Smade  waien  de  iBaBlieten  en  Hoo- 
ien Kdeit  1391  met  gwM  tot  bet  CBuiBtendom 
bekeeird,  docfa  veden  tmi  ben  Moren  in  bet  ge- 
bedn  getrouw  awi  liet  Toonraderl^  gdoM.  öm 
ben  te  dwJngen,  bndit  dweqnieke  gelooleörer  de 
Inqoiutie  ia  ttwang.  Dit  geeefaiedde  het  eerat  in 
1477  dooi  kaïddnasJ  Pedro  Öoiaalet  dt  Mendoia, 
die  vele  bewonen  Tan  SeTtlin  Tsa  IsraSlietiecbe 
afkomst,  op  bet  Temoeden,dntsg  nugaltjidTaat- 
hieldeD  «an  de  wet  na  JHoses,  beinielqk  en 
adgk  liet  elMffen.  Db«os  legda  hg  aon  c' 
[•enag  het  ontMreqt  tooi  Tan  een  Wj/renc 


„    _  _.    .  ,       ._      _   .  _i  Wj/rende 

felootsreèhöiank  en  Tan  een  geestelgke  politie. 
Kt  Tiel  in  den  «maak  na  ferAmmd  en  IsobeUn, 
sowUt  het  op  den  Rqkadag  te  Toledo  In  1480, 


in  weerwil  tsd  bet  venet  nn  tele  leden,  auge- 
aoawn  werd.  De  koning  en  de  koninnn  waren 
te  meer  ii^eoomen  mrt  de  iaTomag  der  loqni- 
ritie,  MOdat  sg  daarin  een  nitainnteDd  middel 
isgen  om  de  mMbt  T«n  den  kenadel  en  *an  de 
geesteljJkheid  te  fnatken  en  bet  koninkljjk  geiag 
uit  te  cieidee,  daar  paoB  Sühw  ÏY  «ergnnning 
Terieend  had  aan  bet  kouiiUqk  eebtpaai,  om  in- 
qoUitoien  aan  te  etdko  en  al  te  letlen  en  de 
TesbeordrerUaarde  goederen  ten  b^oere  dei 
Staslikst  'in  bexit  te  nemen.  Zoo  wetd  de  ^P^a- 
icbe  litqtiitUU  dut  een  koiiiaUijk«  üraSettiiig. 
ferdinand  eD  Itabdia  benoemden  in  1480  twee 
iDqoisitoren,  die  echter  in  14S3,  in  weerwil  Tan 
han  btoedigen  gTer,  Temugen  werden  door  den 
iDqnieiteDT-generiol  Tkomoi  ife  T^ttaumada, 
mioi  der  DominieaiMn  te  SegoTÏa.  BieFdoor 
twam  DMT  eenheid  en  Tastheid  in  de  ketterTer- 
Tolging.  Reeda  het  Tolgeode  janr  wn4  de  Alge- 
n>eene  Inquisitie  te  SeriUn  geopend,  wAe  kort 
daarna  hs«i  eerste  anlo-ds~fé  («ie  aldaar)  bJeU, 
waMhjj  7  peiaonen  lenend  Terbiawt  werden. 
Spanje  weid  van  na  al  aan  het  Uutieke  land  der 
aato-da-tta.  Ben  der  gnerigste  kettcfjsgers,  Pe- 
ler  VOD  Arbwa,  weid  in  1486  dooc  het  miinov- 
de  T(A  Termooidh  Fans  Sitbu  IV  Tenette  lidi 
wel  is  waai  aanTankeEjk  tegen  deM  Spaanaebe 
InqnÏMtie  en  onttmod  TerqiUiaaia  naw  Rome, 
'doeh  g^  to^  OiMmkhi  TorfnemiiilQ  net  eens 
Tencheen,  maar   slechte   een  nnied<g«r   aond. 


Hji  hcHsIsgde  laatstsenoeflide  ia  ign  aniit  1 
oelaoiHechtei  ovei  UMtoUit  en  Leon,  Teiieenoe 
non  de  madit,  <m  de  nog  weikiame  geloof» 
rechters  al  te  letten  en  aaai  s^  geedMnken 
door  andere  te  Tiemngan  en  onderwieqi  ook 
Aiagon,  Vflleneia  en  SkHiS  aan  wa^  getag.  In 
aSe  hooti^lMtaen  wenlea  na  (^elooMfecelbuken 
gesticht,  wdke  aan  den  inaDiaiteai-generaal  oD- 
oenrerpen  waren  en  een  «enriktiewiad  Toneaden, 
dat  elke  Ti^e  gedadita  ia  Keik  en  Staat  Temie- 
li^de.  Zelle  uniienl^  peiaonra  warden  Taüig- 
hwdshalTe,  onder  den  naam  Tan  fisniliarea,  tot 
bandisDgeEs  dei  inqaisitie  benoemd.  De  geran- 
naasten  ontringan  den  naam  tsu  heiHge  nniaen 
(éoaos  madoM),  en  in  1492  was  de  laqueitse  ia 
geheel  Spanje  ingwroerd. 

VsA  ^B^je  ait  werd  de  inateDing  ook  naar 
de  Amerikaaiwebe  koloniln  orergehfacht,  en  hoe- 
wel in  NedeiluMl  de  Sfoaiaekt  inqnis^e  niet 
wenl  ingoToerd,  liritben  ook  bia  tahqke  men- 
Bihen  hnn  lewco  Twloren  en  waa  de  gëloofiTei- 
Tolpisg  mede  éfe  der  oonaken  van  den  lailatig- 
jansen  oorlog.  Op  bet  Pjreneescbe  schiereiland 
eisotte  de  inquisitie  ook  in  de  17de  ea  ISdlt 
eevw  nog  offerB,  doch  toonde  baar  g«a«  meer 
door  boekancensnni  dan  door  bimndet^Kls.  lio- 
lenU  'heeft  berekeniogen  gemaakt  oirer  bet  ee- 
M  der  riaditoffers  der  ^laanadie  inqaisitfie;  njj 

Sal   o.  a.   man   30   dusent  Teroorderiiogen   tot 
en  brandatsfel  Tan  1481   tot  1808.  üit  Uteie 
ondenoekingea  is  gebUken,  dat  qn  f^jien  ge- 
bed en  al  faotasUaai  qjn^ 
De  rechtspleging  dei  Spaanadie  Inqniatiehad 
-'  ~~' — '''  yiüaofx  een  beadmldigde  werd  tol 
gedaaod,   bq    niet^eiadiöiring  ia 
reroDioead  en  bq  Terethgning  in 
„    Mnen.    De   garanecMienuBg    kod 
eehtN  oiA  londet  dagraarang  geecMedrav  Des 


DigilizedbyGoOglC 


gevftngeiw  went  bet  baar  van  bet  boofd  geadio- 
ran  en  hn  lelt  in  den  keiker  ginrfH^fiNt,  terwyl 
ineD  iqn  beiiltingen,  imonlarttefd  np  papieren, 
nauwkeurig  oD^iioéfat  en  ikuiM  TeitwBPd  ver- 


een tmntige  wi&rëchafflriJM:,  meestal  nMt  Terliee 
Tan  ^JD  Termoffen,  in  Tiijneid  geeitid,  maar  be- 
kende hö,  "^t  "^  *'<^  "■!>  ^ettleqj  bad  echuhU^ 
gemaakt,  deie  eveiwel  lEiiiroer,  Jan  moeet  by 
een  iMpuilliea  t^d  den  eanto  beml»  drefpen,  aa- 
tatH^  een  boeteiilead)  londer  mouwen,  met  een 
Andrea^niiï  geteekend.  B^  eeu  temgrallen  in 
iqa  kcMerg  ewter  werd  l^j  tet  dooi  itiotn- 
deeld.  Wie  t^  het  eerste  Teiiioor  geen  Mbold 
wiMen  bekennen,  lodkt  men  daiKtoe  te  diwiogen. 
De  getuieen,  die  te^  ten  ontraden,  behoeföen 
tinn  TerkUrJagen  met  te  bewjhen,  en  getaigen 


__  _,_»  bevoegd  Mtniga  MDge- 
meiÉL  WÜde  de  aangttlMgide  ook  na  de  aan- 
t^ingen  der  getuigen  ftieti  bekennen,  dan  werd 
lin  op  de  pönbank  gelegd,  en  wai  ook  dit  vruch- 
ttdooe,  ihn  wttA  ^  «omtqde  todi  lerooideeM. 
Bekende  bjj,  dan  weid  bq  torn»  opnienw  gefü^ 
nigd,  om  bem  tot  bet  aaMvvaen  itaa  mede^itn- 
tigen  te  noodiaken.  Zelle  40  jaren  na  den 
dood  kon  ienMod  m^  veiootdiMdii  worden;  dan 
bieren  ïqn  Uoediverwanten  wel  is  waar  in  het 
brait  «an  bet  g«6rUe  goed,  maar  werden  eer- 
loos Teiklaard  en  waren  niet  beaM«mbaar  tot  een 
^wnbaar  ambt.  Eet  gebeente  wn  den  o^eilede- 
ne  werd  of)  last  der  Iinqn)«tie  omegraTCn  en 
net  iqD  beiEttenis  jloor  iW  benl  veivrand.  Ëeref 
in  de  18de  eeow  verloor  lü  aHIengB  haar  graag, 
en  een  aato-da-té  werd  gedoiig  lekbamer.  Ko- 
ning Karel  III  verbood  baar  een  vonnis  te  vei- 
len noder  xia  mikf.  De  mnister  gnaf  Armda 
beperkte  haai  in  1770  dennate,  dat  ig  geen  on- 
derdaui  dea  Ikkuiws  in  bedhteine  kon  necoea, 
voordat  de  besduiknging  ten  volle  bewesen  waa, 
en  in  1784  volgde  de  bep&ling,  dat  iq  de  aoten 
van  elk  proeea  tegen  aanueinAe  personea  aan 
dea  koiriHg  moest  -v«oi4egaen.  Ëecet  dooi  koi^og 
Joteph  Bonaparte  weid,  door  een  beelnit  van  i 
DecemiMr  1808,  de  Inonieitie  gdieel  en  al  o^ 
gebeven.  Ferdmand  Vli  hersteUe  haar  wd  a 
waar  na  zgn  terogkeer,  doch  in  de  constitntie 
der  Coitei  v&n  IëSO  nand  nj  weder  afgeaehbH. 
Na  de  reatanratie  van  182o  trad  evenwel  de 
Junta  der  IiuDisi-Ue  weder  op,  en  in  1826  wenl 
de  alande  recbtlMnk  t»  Valenóa  herstdd.  Niet- 
tenia  weid  zij  ia  1384  in  geheel  E^nje  opgege- 
ven CD  werden  faaie  goedeiu,  volgMis  een  Ko- 
iHoklgk  beshnt  van.  lS8fi,  tot  brialing  der 
etaatochuU  beeteed. 

'  In  FortDC^  weid  de  ImuiaHie  eeivt  ia  1557 
iDgevoerd.  De  oppente  geioobteditbank,  waar- 
MD  aHe  andere  reeUbuiKen  dea  r^  onderwor- 
pea  wBiei^  bmood  lich  te  Lieeabon.  De  gnoot- 
inqi>nM«ar  werd  door  den  koning  beooerail  en 
door  den  paos  in  t|)n  wuiCiK^ekl  beiveetigd, 
Koning  iohait  IV,  nit  het  Hois  «on  Bragaitvi,  waa 
wel  ia  waar  na  de  afweroiog  ku  het  Sfiuaisdie 
juk  (1^0)  voorumena  de  likqniKiüe  op  te  bel- 
len, doch  het  gelakte  hem  eleêhts  haar  te  belet- 
ten, dat  ig  KdCL  van  de  beoiUHigen  dor  veroor- 


e 


SmE.  699 

doffden  cueeatM:  mukte.  Na  lija  dood  werd  hq 
deew^e  in  den  ban  gedaan.    De    Portiigeeien 

biacbtéo  de  Inqmtitie  naar  IndJB,  waar  zy  ba- 
ten zetcfl  had  te  Qoa.  In  de  13de  «euw  weid  'haar 
macht  door  mknatei  Pombal  in  »>»ver  bepeiki, 
dttt  de  aanklager  den  beednili^gde  de  ponten 
der  aanklacht  en  de  namen  dei  getaigen  voor^ 
modedeelde,  dat  de  besdbatiSgde  de  bevoegdheid 
bftd  licb  door  een  ledtlfiKeleeide  te  do«i  bq- 
ataao  en  met  deaen  te  spiéteni^  en  itet  geen  vni- 
nk  Kndei  bekracbtigiDg  van  den  Kaad  van 
State  moeht  mriitKikken  .wwden.  De  Inouiutie 
woid  echter  door  koning  Johan  TI  niet  alleen  hl 
Torlogol,  maar  ook  in  BraiiCi  en  lodiB  oipgefae- 

In  ItaliB  bestond  iq  ook  reeds  vro<^,  hoewel 
jö  hier,  bg  den  meer  ingenrikkalden  staatknn- 
idigen  toeatui4  niet  hm  versdbrikkel^  werkte 
ak  in  Spanje.  Zij  werd  «r  leod*  ineealieJd  door 
'Oregoriiu  IX  in  1235,  A>eh  vooraf  Paidut  IV 
gebmAte  baar  ab  wapen  tegen  bet  Ftoteatan- 
tivne.  Naaet  deie  ledioiailk  iveifaiel  lich  de  kort 
He  voien  omder  Pauitu  lil  ingeatdde  ea  door 
Süliu  V  nitgebreWle  Coogiegaue  van  het  Hei- 
Üg  OtËeimn,  betwelk  ook  na  nog  bestaat.  Bet 
ia  saitwneeeield  uit  12  k&idtnalen  en  i»nsaHato- 
len  (qQBlificatoien)  en  werd,  na  in  1808  dnoi 
SaptièoH  te  zon  opgeheven,  in  1814  door  Piut 
Vil  opiüeuw  bckradbtjgd.  In  de  ii«f)abliek  Ve- 
iKtiB  waa  de  Inqnisitie  meer  dan  «ideia  ooaHnn- 
keljjk  van  de  hi&rarebiei  iq  stond  er  ondei  bet 
opacbt  van  3en  Staat  De  paoaelifte  nnnCiua 
waa  ei  wel  is  waar  voorzitter,  doeb  8  oiveifaeiids- 
peroooen  bdtooiden  tot  de  leden  van  dat  la- 
ehaam.  Te  Napels  kwam  ig  wegens  de  gedurige 
voeeaigtiadeD  tasMben  den  Staat  en  de  pausen 
met  tot  vaalheid.  In  SiciliB  werd  ig  in  1782  op- 

Seheven,  en  in  Saidirai,  waar  Qn^oriui  Xtv 
aai  in  1833  faentelde,  vendwaen  nj  eerst  in 
1848.  Des  te  fveriger  weikte  qj  na  de  staat- 
kondige  leaetie  van  1849  m  Toakaae,  waar  bvv- 
nog  ia  1852  de  ecbtgenooten  Madim  wegene 
overgang  tot  het  Fiotestantiamej  tot  gakistraf 
verooideeld  werden.  Eerrt  de  inaivine  van  Toa- 
kane  in  het  koninkri^  Italië  (1359)  beeft  daar- 
aan een  «inde  g«naakt. 

In  Enselaiid  kon  lü  niet  ÏQgcnoerd  worden, 
en  in  Polen  (1327)  ban  xg  g;een  langeo  duur. 

In  Baitadiland  werd  ig  ingoTOerd  kort  na 
haar  ontstaan  in  Frankr)^.  Daar  waren  Komad 
voH  Marburg,  in  1238  door  het  volk  omgeibraebti, 
en  de  Straatdiniger  dominicata  Konrad  Dorto 
de  eerate  inqiriutoren  «i  vofbracliteD  hnn  bei£s- 
wetk  met  venegaande  wreedheid,  Eeiatgenoon- 
de  gebruikte  het  geoag  der  laqdiaTtie  om  een 
kiuietocht  tegen  de  Stedingera  (in  bet  heden- 
daagscbe  OUénbung)  te  prediken,  da<ii  wAte  te- 
vens luk  een  envtsK  verzet,  dat  de  DuitacbeiB 
geniimeD  töd  van  de  getoofsiedribanken  ver- 
BBfaDood  bleven.  Eeret  in  de  14de  eeuw.  ii^  het 
optreden  der  Begbarden,  wendai  ig  weder  inge- 
steld. In  1367  benoemde  ürbanut  V  no^atOs  S 
dDuiJftieaDen  tot  inquiallorejt  voor  Duitacbland, 
van  wefte  iioondeittoid  WaUktr  Karling  he- 
rwet werd  Keiaer  Karel  17  v«i4eende  door  3 
edicten    aan    de    inquioitoren    een    kiacfatigen 

Ltferotuur:  Bem.  Qutdonia,  FiaoÜea  inqrari- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ÏOO 


INQUISITIE— INSECTEN. 


tioDJ*  bMi.  pnT.  (mtgegeTen  dooi  Domit,  F»- 
i^  1885);  Paramo,  D«  orif^  Loquintiont  (Mx- 
AM  1598);  J.  i4.  Uortttte,  Hiatoire  critigiM  de 
rinanmtioD  d'Ëqwgiie  (Pari)»  1817—1818.  ' 
dln.);  durtegen  lehteef  Cnmieero,  L»  Inqn 
eion  jiMtMiKDte  raUUedd*  o'  iii]f)iig>tiMUHi  de 
!■  obn  de  D.  Jnaii  Atrtoikio  Uoiente^'  (Madrid 
J816};  Oami,  Zaï  Oeecfaicfato  dei  MiusAen 
fitutainqauitioD  (Bwenriuiff  1878);  g.  Sekata; 
iBeKrlgc  ini  GnehMbte  des  ^uuMben  Prole»- 
tantiMaiQB  nnd  der  InquisitVoa  im  Ifitan  Jita- 
hnitdert  (3  dlo.,  1902);  Lm,  A  hiitor?  of  tbe 
iBcmiiitioit  dl  the  mrddle  a^  (N«w-Yoit  1888, 

5  d!D.);  LangbA*,  L'ii^aisHH»  d'Hiite  du  tr»- 
TAUi  i4eeiit«  (Paröa  1908).  Voor  NederUitd  tie 
P.  fTtderieq,  ,fio^MM  docDtnentonim  inquie^tio- 
nis  faMKtioe  pnnt&lM  Neerkodicu",  uiteeM- 
Ten  doof  rredêriM  ('g^nTenh^   1889—1908, 

6  dln.)  oi  De  Oeeebtedents  der  inqniritw  in  da 
NederUndes  fO«iit   1898—1896,   2   dlnO- 

Xiuolil«tm  doet  aoowel  infuiterie  ifc  u- 
AVerie  en  beeft  ten  do«l  dooi  nütid  tid  pio*f- 
«dnten  gegvreu  te  venamefeD,  die  ooanrtbeer- 
'  Jqk  ijin  TOOI  «at  bdworiiike  i«(^Uiik  van  het 
Tnar.  Die  gegereni  belieften  den  utixoA,  At 
^anpeerifl^  dü  grinMrtkartetBai,  de  ^deline- 
êA»  riebtiDg  ten  ofiiichte  Tin  eenig  (AMdeloB 
aicbtbatr  puo4  in  het  teirein  en  den  teireudiDtï. 

Al  ia  de  atttand  Ttttomeo  bekend,  dan  knnDen 
tempeiatnnr,  dicbtbeid  en  l^rgroimpiwhe  toe- 
»tand  T«n  de  loAt  oonaaÉ  ign,  dat  ilechta  bq 
aitBondering  de  op  dien  alitaöd  gef)taftbrte  doe- 
len op  de  Tooideefigate  wgu  «et  düelfde  opost- 
jioogte  ODdec  Tnui  genomen  iroiden.  OedteeiMie 
liet  ioBobieten  M^l  inca  dao  ook  den  i^.  aitU- 
leiiitUcbcD  afstand  ol  de  gienaen,  TraArtrimiNt 
die  gtlegea  ta. 

Steeds  inukt  tnen  daaitg  gdiinik  tan  pro- 
jeetiden,  iraarran  de  lifging  dm  toiingpoóUen 
ten  opzichte  van  het  dMdTgMnaUelqk  i«  waar  te 
nemeo.  Bjj  de  xwaardeie  TestingkaooDoen  Tan 
granaten,    bq   het   lichtere   moderne    Tel<&aDon 

s  granaattairtetBen  in  «chokRtelliBg  of  met  la- 
«pringpnnten.  He'  '         ^    .-  ,    .    n  . 

üntf^anaatkaiteta  {. 
het  inscÉiifrten  leei. 

Bet  ïDedtuetM  by  de  infanterie  gcwlaadt  door 
middeJ  Tan  aahoiTQDD,  ,waailbn  de  oinetboogte 
even  ab  hy  de  artiHerie,  gaeoiat  wondt. 

lüMriptle.  Zie  OvKhrHt. 

Iiu«oten  (lie  de  pteten)  Termen  nut  aSeen 
de  taliijkrte  klaaae  Tan  de  Qelede  dieren  fAr- 
thropoda},  maar  Tan  het  gebeete  «tteieDi^.  Zjj 
■ooderaehetden  zich  tbd  de  SdiaaMiereiv  Dni- 
aendf)ooten  en  Spinnen,  dje  ook  tot  de  Oetede 
dieren  Ixtwoien,  ikordat  bna  Kcliaam  dnidelgk 
Keatheiden  ia  in  drie  aFdeelinf^n,  name^k  k^, 
boirtsttdc  ea  a<Mei]ijt  Tooiti  dooi  bat  beéit  T»a 
S  paoT  gelede  pooten,  aan  de  )>aikiü''e  **<>  ^  ^ 
boietirngen  Tsetgctiediit^  dod  een  aoiteiljjf  aon- 
dei  gdede  aanbaagM^  en  door  een  met  twee 
spnieleB  gewapenden  koy,  wete  daidirfflk  ge- 
wheiden  k  Tan  hei  boTstattft.  De  meeste  nebben 
Toorts  een  of  twee  paar  Tlengcls,  aan  de  ing- 
eijde  der  beide  aebteiate  boretriogen  ing«plaivt. 
Öe  leede  Termelde  apiieteo  büc  gelede  aanliaoff- 
sela  Tan  leei  Terechil lenden  vorm;  ly  sqn  de 
'werictnigen  van'  bet  geroet  en  Tan  dea  reïA  en 


mindhien  ook  tu  het  grfwoi.  Oewooi^  staal 
ig  op  het  TooiiiDoid,  aaoK^jda  ud  de  ^jde  tu 
'dea  kcp  tMc  cs  bvren  de  oogen.  Hier  Tindt  ueD 
ook  de  onbeweogiöke  Mmamt^de  ooga, 
'nelke  bq  eeni^  in  bet  dnistet  meiKk  floortut 
on1É»f  Aen  ea  uit  een  groot  «antal  leifaoekigie  ay- 
Tamiden  (enkelrowlige  ooseit)  beatuu).  Beiulfv 
deoe  beeft  men  nog  dftw^  op  het  rooibootd 
eiAelTondige,  bcdrormige  w^n  of  pontoagen 
(tlemmata).  De  Tlengela  ign  seer  Tendiillead 
TM  «MBi  en  alleen  Tvoitaóden  Iq  bet  rohra»- 
ma  inieet.  Sommige  Kwiten  hciiben  riaiUa  éM 
paw,  iodev  twoe  paan,  Tao  welke  dan  loma  hM 
atbtepete  tot  rliegen,  bétiHMNte  tot  beMèemiing 
Tan  de  aehterTlemla  eaTaabetMlkterigfdient; 
B^  Bommiee  gedaebten  brfiwn  alleen  de  manoe- 
tjea  TleogeM,  4ih  andere  iqn  beide  gedaekten  er 
-THk  Teratoken.  De  aden  der  Tleogeb,  TeitKkte 
'g«deelten  Tan  het  Tkng^fliea,  aljn  Tan  belang 
TOOT  de  bq»iing  lao  famJlÜn  en  eoortan. 

iDe  kanwweiktnigen  ol  mofuUetlen  beataMt  ait 
een  ^Tenlip  (labrióit),  een  paaikraehtige,  èaak- 
TormiK«,  liA  Tan  liuu  oaw  fedite  b«««gM>d» 
bOTennkeo  ^mandUndaef,  een  paar  andeie  van 
taatera  Tooniese  «ndeikakeit  (mmiUat),  die  aieh 
op  deieWe  wöie  als  de  borenkaken  wiriigea  OB 
een  onderlip  {lamkan),  met  kwee  taatera  gnrs- 

Send.  De  meeit  Doi«{nonkeiyie  monddeeten  tj}B 
e  botende,  met  goed  onbwAkeHe  boTenkaken; 
dooi  TeiToniung  kannen  ie  editei  uigend  of 
etekend  wDideo.  Hen  lie  iuetiTooi  de  TereehiUen- 
de  oiden. 

Zeei  «eiMhiSend  is  ook  de  gedaante  der  poo- 
ten; ig  tgn  nmengeateH  ait  geledingen  die  met 
den  naam  Tan  henp,  henpring,  dg,  «ebeen  w 
Toet  beetempeld  wwden.  Zfj  ign  TeraddtleDd 
Tan  vorm  naar  g^tag  tg  beeteaid  ign  oin  te 
gnnen,  te  loopei^  te  Klimmen,  te  soiingen,  te 
■wemmen  of  te  grepen.  Het  «piereteieel,  vooral 
dat  Tan  de  pooten,  TJengele  en  kaowwerktaigen, 
it  leet  eameogesteld  en  teTene  leei  eteit  ont- 
wikkrid. 

Bet  lenuweteleet  der  insecten  bestaat  aH^d 
mt  een  leeka  of  keten  nm  lettawknoopen,  £e 
een  aaorang  neemt  met  een  ui  den  kop.  boren 
den  akbdaim  g<tegcn  bcimiiKTHi*kno(^,  die 
met  twee  Tertündingedurden  den  slokdarm  om- 
Tat  tia  I.  g.  «Mdannienuwring  en  daaiaa  aan 
de  bnikijjoe  benedcc  alle  andere  oiganea  sidi 
achterwaarts  «tr^t  ale  bnikienawetieng.  Dik- 
wgls  Tereenigen  (idi  de  afioiiderlqke  knoopra. 
Sonnnge  insecten  knnaeB  oqgeldwgfdd  leeigoed 
hooien,  daai  k  bqiaaHe  gehiden  Toorthrenges. 
Hnn  ep«Teiteiingtkans«r  heelt  de  gedaante 
Tan  een  nnis,  doch  i«  dooignans  la  Terediilien- 
de  atdeekngen  gespfitst,  imdut  men  een  elok- 
dann,  krop,  maag,  midden-  en  einddnim 
ondeiseheiden  kan.  Bg  het  leer  oiteenloopen- 
de  Toedeel,  dat  de  Jneecten  nuttigen,  kan  mik 
een  Teiechil  Tan  msakeel  niemand  berreetn- 
deo.  Ëigenaari£g  is  bg  hen  de  SAOwexig- 
beid  van  bniaTonoige  oiganen  (Malpighi'Êdu 
Vaten),  die  op  de  grena  tm  nkkden-  en  eind- 
darm  in  het  dsimkanaal  uitmonden  en  dienot 
doen  ab  lüteeheidingwugaiien.  Speeksel-  en 
«oaalUieien  komen  dibwQiB  tooi. 

De  UaedKmloa^  bjj  de  inseeten  wordt  gere- 
geld door  «en  baHToanHg  hart  in  faet  midden 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INSECTEN  I 


(Ken  ilcrcle  vergroot). 


Van  SumalilaDd  en  Aden  (Een  weinig  veikleicd;.  Van  Ceylon  (Een   wtinig  verklciml). 


(Een   ,Ur<ie  v^r^..,»!). 


DigilizedbyGoOglC 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IN  SEC 

(NBDERI^NM 


^,1^^  3 


I.   Vierslippelige  libel  {Libtünla  quadrimaatlala  L.).     1.   GrosDC  sa  bel  sprinkhaan  (Ltatilit  virii/issima 

hvis  F.).    6.  Kokerjuffer  {Phryganta  grandii   L,).     7.   Doodgraver  {Ntcrapliorm  vtipillB  I„).     8.   Fro 

cintTta  L.}.     II.   Kleine  paailemoeirlinder   (^rj^wwj-  lathonia  L}.     11.   Aardhommel  (^Bembut  Itrrtttr 

watertor  [HydrafMht  fiteut  L.).     16.  Poppenrooiei  {CaUioma  sytapkamta  L.^ 


D,o,l,zedb,GoOgle 


TEN   II 

HE  INSKCTEN) 


).  3-  Bladluia  {Aphii  viiurni).  4.  Veeomol  {Gryllolalpa  vulgaris  Lalr.).  5.  Rundcihoriel  {^Hypoderma 
■slaan  {Lefiimn  satikarina  L.).  9,  Piardehnrzct  {Caitrofhilus  eaui  F,).  10.  WatersrliorpiocD  {_A't/>a 
L.  9).  13.  Druiikevettje  (Cyriimt  nalater  L ).  14.  Kleine  vos  (Fantiia  urtieai  L.).  15.  Pjktwtrle 
17.  Veldkrekel  [firylhu  camftstrii  L.).     18.  ReeirupaTlinder  {Arctia  caja  L.). 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INSECTEN— INSSOTENBLOlBIBBS. 


der  roezöde,  (nxoiitdeU^  omtei  ie  hud  «i 
hann  all«  andere  oneBrnwi  zeLeg«ii.  Uen  kan  het 
door  de  hnid  heea  dniddjjk  waarntOMa  bg  ük- 
aecten,  die  een  ckooisebqDende  botd  heUwn^  loo- 
•Is  qidenqHBD.  Id  den  ^i«and  van  het  hort  qn 
a^illetó),  sewoonlök  B  o1  9  psv,  wiAsdoot  het 
dikit^  uenrlooie  bloSd  binneodiiiigt;  twi  bet 
hart  gaat  naar  v«T«neenlA9£ereofkorteie  t>ni8, 
de  Etorla,  die  het  bloed  in  de  ho4ten  tuB- 
Bchen  de  TenciHlleode  organon  nitstoit.  Het 
bloed  is  overal  in  die  twlten  «anweiig  en  woidt 
doot  bet  hai<t  in  onoloc^  gébradtt.  Tenrtjl  <hi« 
de  seweiTelde  dteren  een  pdoten  bkwdnaiBtel- 
Bel  bdibeii  d. «.  i.  een,  wanfc^  liet  bloed  tltqd 
beakben  ie  in  taten  met  een  eigen  wand  (aden 
riaffadere,  ieapillaiie»X  met  asidere  «ooTdeit:  ler- 
wgl  bg  dóe  doe  e«n  vaseulotr  bloedraaMiekel 
wotót  aangetroffen,  ie  dat  der  gelede  dieren  en 
■doe  ook  dat  der  inBeetcm  Umtiunr,  dat  wit  leg- 
gen, dait  bet  bloed  giedeeLtdqk  rrq  in  de  &• 
ebauubone  stroeiDt. 

'  De  'Bdcmhalüig  geadiiedt  door  laAUbaioen 
(ttadieeCn).  weike  yxk  baitengewoon  sterk  i«t- 
takt  ign.  Deae  IwMbuuii  woiden  opa«eboa- 
den  door  j^iraalTormig  loopende  ehitinogsten. 
Aan  de  igden  id  oaSer  liet  Ii(iiaam  ontwaart 
men  meeatal  ipleetTonnKe  openingen,  die  dik- 
wgli  door  leefTonuige  kleppen  d  platen  geslo- 
ten ign,  terwgl  men  se  li^  kale  rupsen  herken- 
nentan  doordegdlenide  ringen,  waüdoor  zeom- 

STen  lÜD.  De»  tndttopeningen  (tfiffmata)  In- 
D  naar  de  Inahttmioen,  die  door  bet  nvtoetten 
en  inkiimpeD  tm  de  boret  en  het  achteilgf  ge- 
▼aM  en  geledigd  w(»den.  De  bewegingen,  weae 
Y>^r.  de  meiketerg  maken  vooidbl  iq  TMegen, 
lijn  ademhalingBbewegingen,  dur  ijj  het  bnia- 
■telael  vn^mfien  met  faxht. 

Bn  de  mieeten  xgn  de  gedaditen  geeoheiden 
en  de  manoetjee  verediiHen  doorgaai»  van  de 
wgfJBB  üt  gedaante,  grvotte  en  klenr.  De  meeste 
insecten  oatwikkeleiv  xi<ii  nit  bevrndite  eie'ren; 
j»  ie  beiroditin^  BteireD  gvwoonigk  de  manne- 
tjea,  terwnl  de  wqfjes  xoolMg  blqven  lorco,  tot 
xg  voor  net  behoud  van  hnn  kroost  geiorgd 
hebben.  Intnsseben  ign  ei  oofc  insecten,  die  lich 
oit  oObeTTuebte  «eren  entwftkelan  (Parthe- 
nogmetU  of  maagdel^ke  voortpltmimg).  Boven- 
lUen  kent  men  ook  een  gwal  iran  paedostnetit 
of  larve-vooTljilimHng  n.L  hij  edcele  gafaiirg^n 
▼an  het  geslüdtt  Miiulor.  Hi«c  ontwittelen  wit 
de  eieren  cemk  bg  de  laoTcs  lelt  en  keoien  Trij 
doordat  de  hnid  Tin  de  moederlorre  openlwret.  Na- 
dat nn  eenige  generaties  lieh  aldoe  ^etroimd 
hebben,  gaan  de  la&tete  larren  nA  Terpcppen 
en  leTereo  dan  nMonelnke  en  noowelgke  dieren. 

Bg  sleditB  weiuge  insecten  Tertoont  het  pas 
Hit  hei  ei  gekomen  dier  reedt  de  gedaante,  die 
het  Joifmmn  dier  bezit,  J)ie  weinige  sijn  niet 
jn  het  beiit  tsd  een  geduuit«iiisse£iig  (Amela- 
boia).  Bg  ean  andere  groep  Teisrfiilt  bet  pas  uit 
bet  ei  gnomen  diar  in  gedaaobe,  in  kieur,  door 
Sentit  Tan  gietkébtBweiktnigen  en  tu  fleogels 
aamierkeli^  van  het  T<Aani0n  ineect.  Bg  her- 
haalde venraHingen  ontwikkelen  lidi  langzamer- 
hand de  ontbrekende  oignnea.  Zulke  ineacten 
hebben  een  tra^igewUxe  gedaatitemsêeUng 
(PmiTomeiabola).  Bn  an&re  Uirtt  de  laire  in 
hoofdxaat  gedurende  bet  lanr^areD  ign  Totm 


behouden  en  heelt  er  een  /rrg  ploteeliji^  ener- 
'gang  plaaU  buschen  Lacve  en  inngo  {^omuaan 
iuBect)  (Hemimelabola).  De  meeete  insecten  on- 
detMheiden  zich  door  een  volkomen  gedaante- 
veneitteling  IHolantetabala).  üit  het  ei  kruipt 
beu  meeetE^  wonmoioNg«  larve  met  ol  looder 
'poëten,  zonder  eeaig  tpooi  van  vlengele,  die 
eeni|^  keeren  .reptek,  T«él  loecbel  tot  ziëh  neoDt 
en  hierdoor  i<n  Btaat  i»  een  betiekkelgk  gioote 
hoeveelheid  vet  in  het  lidiaam  te  veTzamelen. 
Ten  «lotte  kotut  de  ianre  in  een  soort  niettoe- 
Btaad^  de  pop,  sebnïl  dan  geea  voeded  en  is 
Tiq  oiAwnraegltfc.  Gedurende  den  poptcettand 
isikwikl«len  lidi  de  TewAiülenide  organen  van 
het  f{^iMen  insect.  Eiodelgk  barst  de  pophuid 
ofwn  en  bet  Tolcomen  in«eot  ot  imago  komt  te 
TooredHJn.  Het  groeit  nn  luet  meer  en  leeft  ge- 
woonlgk  korten  t^d. 

Men  TcrdeeH  de  insecten  in  19  orden  en  wel: 

i".  de  orde  der  fnmjeëtaarlen  (Tkytamitreit}, 
welke  geen  Tlengels  beiitten  en  waamftiünli^ 
ook  niet  TWt  gevleDgclde  ioeeeten  ahtammen. 
Hiertoe  behoort  de  bekende  Sutkergagt  (Lemt- 
ma  laeekariita)  üWerwit  van  kleor  en  op  donke- 
re plaatsen  Inend; 

2*.  de  orde  der  Springtlaarlen  (Colien^oU»}, 
oolc  zonder  gedtffiDteverwiaaoliog;  een  Mgenaar- 
dig  orgaan  ia  de  ^iringroik,  waarmee  ie  betrek- 
kd^  Ter  kunnen  springen; 

3».  de  orde  det  OoriMniiw»  (Dtrmafteren); 

4'.  de  orde  der  Batlett  of  Seitdagivlieg*»  (Ag- 
nathen); 

5".  de  oide  der  Obaenmakerê  (Odonaten); 

6».  de  orde  der  Perlanen  (Pleeopteretii;    ■ 

7*.  de  orde  der  Reekivleugelige*  (Ortlu>pte- 
ren)  waartoe  Eakkeclakkeo,  SpiiokfaaHn  en 
Krekels  behooren; 

S».  de  orde  der  Houiluixut  (CorrodetitienJi 

90.  de  orde  der  Blaaepooten  (Thfeonopteren), 
waartoe  de  sehadelgke  rkri^soorlen  behooren; 

10°.  de  orde  der  Stiavetinieeten  (Rhmelioten}, 
waartoe  Bladkiizen,  Lnizen,  Wantsen  behooren; 

11°.  de  orde  der  Bgenluüen  fSlreotipUren)  die 
ala  parasieten  lewn  hg  vUeevkugeUge  Ifueeten; 

'12*.  de  orde  der  Nelvhugeligen  fSeuropUren) 
waartoe  de  Hierenleeuw  CD  de  Qaatnlieéen  ge- 
rekend moeten  worden; 

13*.  de  orde  der  Sehorpioenvliegen  (Panotpa- 
lett)  een  vrg  Ueine  groep  met  fi^pea«fat^  lar- 

14'.  de  orde  der  SekietmoUe»  (Triekoptefett) 
woanan  de  laineD  ah  EokerjuHers  in  het  water 

15°.  de  oide  der  Viinderi  (Lepidopleren); 

16*.  de  orde  der  Tveevleugeligen  (Diptere»i 
waartoe  muggen  en  vKegen  bëbooTen; 

17°.  de  orde  der  FJoown  (SipKonopleren); 

■18°.  de  orde  der  Kever*  (Coleopteren); 

19*.  de  orde  der  VlietvleugeHgtHfHjfmenop- 
Uren),  waartoe  Böeu^  Hiwen  en  Wespen  ge- 
brattit  worden. 

Uferoiuur;  /.  TH.  Oudeauau,  De  NederUnd- 
eijie  Insecten  ('s-OraTenhage  1900);  L.  T.  Hetme- 
gug,  Les  'Insectes  (Parijs  1S04);  Ckr.  SeArAfer, 
HuxIbDcb  der  Entomologie  (J«na  1912);  D.  ter 
Haar,  Onze  VUnders  {Zntfen  1904). 

Znaeetaiibloalcn  noemt  men  dSe  planten, 
die  door  rnaecten  beatoren  worden.  Ze  vertoonen 


D,o,l,zedb,GoOgle 


„      -     DM  m 
of  kl«iiT,  wwrdoai  M  de  inMCteo  weten  te  i( 
k«n;  rn  buugklicrtn  van  kUeilu  Tonn  berriden 
K  honig  dI  nectar,  die  door  de  bfoctoM  g«Boeht 
war*. 

IttMet«i«t«nde  pUat«n  (lie  de  plMt). 
Beeda  Iuk  wu  ofigffnerkt,  dat  kUne  inieeten 
Of)  de  bUwMn  vmn  Mmmigé  pUiUen  bieren  kle- 
ven  «n  langmneriiMidi  ferdlweiHn^  doch  eerat 
Danrim  en  Cohti  hAben  die  Tencliqnfleka  <q) 
««D  wetoMduppdjjke  frjjae  «ndenoobt.  Het 
TleeBcheten  der  pknten  üichiedt  bij  de  ler- 
(AilleBAe  pltoten  g«enaiD>  op  dewlMe  wijae. 
De  meeat  bêkeDde  iueeteneteude  pknt  is  de  ton- 
ntdauw  (Drotera  ntuwtitolia^  die  Toonl  in 
Teenatrtkao  genenden  «onlt.  D«  knggeeteeHe, 
dcNUgauH  roode  en  tot  een  roaet  Tefcenigde  blft- 
deren  ign  met  eigenaudtge  klieiliafen  baet, 
wier  leitfte  Tan  den  raird  naai  het  midden  Tan 
het  J)laa  allengi  afneemt.  Aan  den  knop  enai 
wordt  een  dooraiditig,  Uorerig  Tociit  klgeecfaei 
den,  dat  er  in  den  vonn  van  een  dMMtdropfMi 
tan  bl^lt  hugen.  Wanneet  du  een  inteet  met 
de  UierhaMn  in  aanraking  komt,  wordt  het 
door  bet  kleTerig  weht  Taitgebooden,  dat  lidB 
na  in  oog  grootere  hoeraelIndeD  alidbeidt,  tot- 
&t  het  insect  er  «beel  en  «d  ootder  bedoWen  ia. 
TcTODt  TOroonaait  bet  inieet  door  ijjn  bewe- 
gingan  prikfceb,  waardoor  de  overige  haren  lich 
Baar  het  iiueet  «recbaigeo.  Het  Tocbt  mgeerl 
nn  niet  laagei  nentiaal,  maar  hut  en  bairat  «en 
eiwit  afbrekend  «nzjm,  waardoor  de  beslanddee- 
len  Tan  het  ineeeteoliebaam,  met  nitaooderiD^ 
TBD  de  harde  bnid,  <^)gelast,  dooi  de  kKerharen 
op^eMgen  en  verteerd  worden.  Op  deaelUe 
wgae  woirden  ook  eiwit  en  «tukjee  Tleemh  ooge- 
nomen. Is  die  Tertering  Tolbrüht,  dan  ricDten 
de  küerharen  ii«b  weder  op;  te  wonken  droog, 
wetpea  de  OTei^lemn  hoid  U  en  beginnen 
weer  opnienw  een  klereiig  Todht  al  te  lAeiden, 
Bj}  DümoM  mtueifitla  beataat  het  blad  «t  een 
breed  gicTLengtNeD  ateel  en  bwee  hilfeiikelvor- 
mige,  aao  den  rand  itekdig  getande  lobben,  die 
met  tele  kleine  kli«r«n  en  dne  lange  baren  tgn 
beiet.  Worctni  deie  dbor  ^le  aaarafiis  Tan  een 
inaeet  geprikkeld,  dan  TDowen  de  beide  kbben 
zich  aamen  de  tanden  van  den  rand  grepen  u 
ekaat  eo  het  diortje  ia  geTai^^en.  Daarna  be- 
Kinoeo  de  klieren  eiea«lqmerig  Tocht  at  te  seliei- 
'den  en  de  Teitering  c«Mbi«ih  op  dergel^e  wg- 
«e  ala  bn  Dioeera.  Zie  ook  «rtikel  Dtonaea.  Bij 


Pinguicttla  vulmrii,  een  kleine  plant  der 

—onden,  ign  de  tot  een  roet  Teroenigde 

B  aan  de  bonoiqde  met  gioote  en  rteii 


;de  blade- 
klie- 


nen  bedAt,  die  een  nentraïe  lèatitM 

den,  welke  iQnr  wordt,  aoodi*  een  Jnaeel  liiA  op 
het  blad  plaatat.  Tengem)^  Tan  den  dhardoor 
ontstaoen  prikkel  rollen  de  rankn  Tan  het 
blad  zi<di  c^,  wurdooi  kieine  Toonrerpen  rnge- 
eloten  en  grootere  naar  het  midd«n  gewdawen 
worden,  hetgeen  w  met  een  gnmt  aantal  kKe- 
ren  in  aanraking  brengt.  Bij  de  worten  van 
bet  gesladit  Ulncularia  beTiriden  lioh  aan  de 
hertiaaJdeJijk  gatt«lvoinig  nerdeelde,  ojiderve- 
kfctnpeMte  bladeren  eigenaanïgiB,  hlaavroimiee 
Tangotganen,  die  nnn  te  voren  voor  swaiidilB- 
Mn  hield.  Deoe   ign  nameli^  aan  de  inganga- 


opening,  eranate  acmmige  wBaeanliiia,  van  een 
V^  TooTHMi^  welke  naar  biDneo  opengaat,  ion- 
'dat  het  diertje,  dat  na«r  (binnen  alnipt,  iqn  ker- 
Ver  niet  wedei  verlaten  k•I^  maar  er  Tan  hon- 
ger itenren  mod.  De  uchte  doelen  vui  m^  h- 
chaam  loeeen  dan  op  in  water,  nadat  ae  ontked 
^n  en  worden  door  ncrtakkïg*  haren,  «aame- 
'de  de  biitnensöde  dn  bbaa  boet  ia,  oftgcalorpt. 
"Bq  bet  tTMitcbe  gedacht  ffepmUai  Ia  era  deel 
Tan  bot  blad  Ofi  eigeimanfigB  wgae  ia  «en  kmik- 
Tonnig  ongaan  veraoderdv  mh  wdka  benenrand 
een  loort  Tan  deksel  in  Taatgebedrt.  Aan  dn 
toom  der  knik  «wdt  een  M«t  sap  afgeackidu, 
'waarofi  de  inaeeten  aaan,  soodat  oeae  dan  in  da 
bnik  TaHen.  De  Uierharen  oft  den  bodem  der 
knük  tdmden  daama  een  Mptonmp  af,  bel- 
wek  de  Tertering  bmordert.  Op  deigelgke  wijte 
all  Nepheates  graast  lieh  ook  bet  tropiai^ 
gealaett  SaraeeitM.  Door  pnooren  ia  aao^ 
toond  dat  deie  {danten  deehta  tUnke,  knehbgB 
uden  voortbren^n,  indien  tg  vleMchToedad 
hebben  ^ebad,  Zie  Toorts  bggannde  plaat  en  de 
altandenpke  geslachten. 

laaMttonstara  f/na«eMMr«M,  stede  plaat) 
i^n  Udne  raoUieien,  maestal  plomp  gebonwd, 
met  een  hogwt,  ipitaen  kof),  kkine,  maar  Bcbe^ 
pe  hotktajkdea  en  vete  kieien,  <Ue  met  k^cKw- 
niinc,  ipilae  pnnteDJn  eftander  grgpen.  £t  ijjt 
WMjgH^eB  met  vgt  teenea  van  klauwen  vmr- 
lian.  Zg  onderacheidm  ainn  van  de  eigvidfke 
roofdieren  door  het  beait  van  een  sleolelbeeo,  ck 
voimtDg  der  heraenen,  der  gealaditsdeelen  ca 
nog  andere  bgsondeilMden,  irefee  hen  als  de 
venttooide  ovü^lijfselen  van  een  seer  ond  tjpe 
van  soogdieien  keocoerkén,  ifie  lieb  door  san- 
passing  aan  bqHHulere  be«taan«*aor  waarden 
Btaande  geiwoden  hebben  De  ^roep  is  in  Boropa 
TertegenMoondigd  door  de  ^iitHnniiea  (sie  f^. 
1  en  6),  den  «pi  (lie  fig.  1)  en  den  mol  (iie 
fig.  8),  in  AfryÉa  door  de  ^ringspitamnii  (na 
fig.  4),  den  ottetegel,  den  tanrak  (ile  lis.  2)  ea 
den  goaiknol,  in  Asii  door  de  spitshorentjea  9>Üi* 
de  tana,  lie  fig.  6).  Alle  iiiieetenetara  levai 
faoofdaakelök  Tan  inaectea,  hoewel  sommige  oök 
ander  dierlqk,  en  smna  ook  plantaardig  voedsel 
niet  versmadni.  Eossiek  voisnen  vindt  mm  o.  s. 
in  het  mioeeen  van  Znid^aDkTgfc.  Het  meeat 
met  ds  inaecteneterv  kranen  de  pdsvleageKgen 
^gv.  de  vUegende  maki,  lie  lig.  5)  onereen. 

InMotenpoed«r,  sedert  jaren  eeedi  gt- 
brnlt  als  een  miüdel  tot  het  verdrgven  en  doe- 
den van  vlooien  en  dergelijk  ongMierte,  ia  af- 
komstig van  de  edtjffbloemen  van  een  tot  de  fa- 
milie der  SamenguteUbloemigen  fContpoiiUn} 
beiioorend  plantengesladit,  dat  den  naaoi  draagt 
Tan  PwreUrUM  en  in  Snnkasil  tWs  behoort, 
bepaaldelA  ivan  de  eoorlMi  P.  eanteuM,  P.  ra- 
seaai  en  P.  einefortasfoliitm.  Bet  sqb  oreittlifven- 
de  kmiden  met  gevinde  hlndwen  en  eindstandtge 
bloembooldiea.  De  stranfeloemeii  i^  HchtioM 
of  Toierood,  de  kleine  sohüAdoHHen  geel.  Het 
hierTsn  veikregen  'pooder  kotnt  seMen  in  solve- 
ren stut  tot  ons;  men  vervakdit  bet  nameigk 
met  de  sct^jibloanen  van  '  samengeetekMocmi- 
gen,  roet  bittertioat,  sennebladeren  ras-  Hoewel 
deoe  planten  ook  of  onae  breedte  wel  in  de  open 
tocbt  willen  croeien,  h  om  klómiat  wet  cvnstig 
voor  de  ontwikkeKng  Tan  <le  inseeteweMr^vm- 


DigilizedbyGoOglC 


INSECTENETENDE  PLANTEN 


I.  DioDH*  muaclpulB  L.  i.  DroHn  rDluadiroUa  L.  (Rondblwlerlg  VLIsgaovuigertje  of  KouiiedBuw).  3.  Napenl 
Mutaniuia  Hort.  4.  Plngulculk  lulgul*  L.  (VMblad).  b.  Draaopfayllum  Iiultanlcum  Linh.  (Portugeewbe  vüsk 
vanger).   8.  DarllogtonlB  calirarnlca  t>C.   7,  Suncsala  purpum  L.   8.  Utrlcularia  minor  I..  (Klein  BtioaleBkru 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INSECTENETERS 


1.  Egal  <EiiiuuMai  curopuo*). 


S.  Vllageade  mikl  (GalMpltbecn*  toIuw]. 


^.  DweTgiplUmaii  (Sorai  pjgiBMn*), 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


de  stof,  waaiaelqnlqk  beateuide  uit  den  iiAond 
Tan  de  aan  de  rÜMbtkirappeit  der  pkmten  litUn' 
d«  liarAlieiai. 

Xnsetoberv  JBcentMTgtc^üihet  noi»d-w«B- 
tel«k  «deelte  van  bat  lliQTingei  Wootk  919  m. 
h(K^,  die  vegeiM  ijjn  beedgï  utuoitt  Teel  dooi 
toeruteit  besooht  woidt.  Op  iöd  toip  vindt  men 
«en  eroot  hotel.  Hg  Teibat  ii<Éi  op  de  Krenoen. 
Tan  bet  Froisiach  anowttsBemoit  anhmAahten 
ea  Tan  bet  herto^om  Ootha. 

Xnatparablw  of   owJioheidalfkm    ixwnt 


men  ecDif^  kleine  (M|>emieD,  ireb  tot  de  groep 

"  sergpaptgaoun  (Agoporui*)  met  gorederde 

wangen  offlooren  «n  lida  tooteer  oodendmden 


der  Dteergf 


door  bun  «nJdit  tot  geeEeUi^ad^  At  qj,  bg  pa- 
ren in  lni<ri«D  jgcphatal,  elkaoder  niet  «Dg'  OT«r- 
leran,  In  BraeiM  bljjvNi  ijj  i»  ilnehtcoi  Taa  dnl- 
wnden  lüjeen  «n  bmngen  «i  imik  nmte  erfiaife 
toe  aan  de  malerelden.  Zie  terdet  Papegaaien. 

Inslnift  of  waardigkeidtUetene»  noemt 
men  alle  uitwendig  &«imie[4un  Tan  madit  en 
waardigheid,  Tan  «tand  en  befieniog.  De  jneig- 
HM  der  koningen  bg  de  BomeiMn  warei)  een 
«ouden  kroon,  een  ifforen  itid  eo  een  12-ta1  pijl- 
Snndeldragen  llietores),  die  ook  in  de  d^en  oef 
R^iiiUdi  de  aooge  overheidnieteMien  vergeiet- 
den.  De  insigiiia  dei  BootnB(ai-d>ait8d)e  keizeri 
waren  de  t^kikloinoodiin  n.1.  een  Tolledie  ornaat 
van  boten-  en  onderkleederen,  een  breecte  stola, 
«en  gordef,  kousen,  eandalen,  hands<AaeaeD^ 
kroon,  oehepter,  en  rgkaaroel.  Ook  diie  nmanien, 
een  reliqaiMastje  en  e«n  Bijbel  bebooien  eitoe. 
Tegenwoordig  Tonnen  aebepter  en  kroon,  eom- 
^ios  ook  r^iappel  en  vwaand,  de  ineigraa  der 
Eartf  eeeehe  tnoiufoben.  Tot  <(Ite  dei  riJderB  be- 
booien tielm  en  aebiU  en  Toorat  gooden  aporei^ 
tot  die  der  legen  Taaadele  en 
standaarden.  Ode  de  maaraehalk- 
Btaf,  de  stat  lan  den  loid-oajor 
Tan  Londen  en  de  paaidestaait 
Tan  den  Turkadien  pa^s  iqn 
inaignia.  Die  d«i  hoogere  R.-£a- 
tbolMke  geeatelgkbeta  ign  pal- 
lium, intola,  rtat  en  img,  Toor 
den  paus  boTendien  de  tiara,  de 
driedobbele  krooo. 

Inslnnatte  i^  een  tekennengering  bg  denr- 
wurdere-eiploit,  ooi  wel  een  beteekening  (oie 
aldaai)  lan  proeeeatokken.  Ook  Teretaat  men  ei 
wel  onder  een  telaitel^ging  aan  iemand  Tan  een 
ongDMtige  eigensdiap  of  bet  toedichten  Tan  on- 
edele bedoelingen  &t  laaktwre  handelingen. 

Iiulas.  Zie  Weven. 

Xaslnltinv  noemt  men  in  de  krggdiDnde 
een  «kere  aamBÏBwöie,  ten  doel  hebbend  kiing- 
veetincien  ot  iperloiten  geheel  Tan  de  bnitenwe- 
leld  a?  te  Kaderen,  betin  om  de  bezetting  of  een 
tioepenniadit,  wefre  ilm  daarJn  heeft  terugge- 
treden, te  'beletten  eicena  tundetewï  op  Ie  tre- 
den, hetig  Mn  haar  door  uithongering  tot  de 
oneigave  te  dwingen.  Om  de  inehiiting  zoo  zek«r 
mogelijk  te  doen  zijn  en  met  een  gering  aantal 
troeven  te  knnnen  TOletaan,  ia  het  steeds  laak 
de  iDsluitingGlInie  zoo  éiibt  mcg«d^  bg  de  vee- 
ting  te  brengen.  'De  boobfanedit  van  bet  inelni- 
tingakorps  wordt  loorer  wn  de  Test  ing  werken 
opgeeteld,  dat  zg  bniten  het  weikiame  Tuurbe- 
retk  hieiwan  blqft  en  t^ran^  zoo  didit  bg,  dat  zq 


bg  eTentoeele  nüiT^len  tijdic  genoeg  te  hulp 
kan  komw.  Het  apreekt  Tnnsdf,  dat  de  geateld- 
fieid  Tan  het  terrein  en  de  mnmit werking  van 
den  Tgand  hi^'Ofi  ma  ^ooten  inTloed  znllen  ign. 
De  aanrraller  bezet;  ncht  ia  en  verdadigt  een 
aterke  inslnitingBUiüe,  hg  irersteifct  alïe  pnuten 
die  bem  bg  het  alalouir  Tan  wtrallea  van  dienst 
kunnen  xgn.  Verder  wtirden  de  telegraailgnen 
Tan  den  TenMiger  Temield  en  ganeextschapawe- 
gen  aangelegd.  In  bet  algesHcm  wxirdt  deoe  bao- 
TaJowgoe  toeeepasta,  waoneei  bet  doel  niet  loo- 
Mer  ia  bet  b^t  der  et&ikit^  dtin  'wel  het  on- 
adiadelnk  makeo  van  de  besetting  ot  wanneer 
een  andeie  aaDvakirgie  wegene  tqdeljjk  gebrek 
aan  geadint  — dntlen  c^oedigate  dient  te  wor- 
den aang«)Toerd,  wit  de  ii»Initinff  riagen  ~  ot 
dooi  andere  oinataiidigltede&  niet  kan  plaata 
hebben.  Verder  wanneer  het  bekend  ia,  dat  de 
lenteTÜng  niet  Tan  bet  noodige  proTiaod  tooi- 
zien  ie  Toor  bezetting,  berolknig  en  troepen- 
machtei^  die  in  de  Testine  zqn  ten^gewoipen 
(blokkade),  alnaede  indieit  dne  aavraïw^  met 
gering  hiüpmÜielen  kan  phnte  hebben  (siék- 
ten,  in  inandatiia  en  bergpaeeen)  en  men  niet 
Toor  pogingen  tot  ontiet  beducht  behoeft  te  we- 
ien en  eindelgk  t^na  eitgd  als  inleiifiag  tot  een 
der  andere  aanralswören  {het  Troegere  beie»- 
ningakoipa). 

Xnaolatis  noemt  men  de  recbtafieeksohe  be- 
straling Tan  een  licbaam  door  de  ion.  'De  iQ»i^- 
tie  dei  aarde  door  de  zott  en  de  daartegenoTei- 
ataande  warm teoitetral ing  der  aarde  ign  de  lae-' 
toren,  waaiTan  de  temperatunr  aan  de  oppei- 
vlakte  der  aarde  en  indireet  ook  in  de  locnt  in 
de  eerste  TOOiOMnute  phwts  afhangen.  De  ken- 
nis der  insohtle  Tan  een  bqiaakle  etieek  ia  dan 


■O^ï — ma 


Inaolatie. 

ook  Tan  groot  belang  bg  de  etndk  van  haai  kli- 
maat. Het  meten  geachdedt  met  een  actinograaf 
(aie  aldaai)  ol  met  een  mazimumlbeMnometei 
met  een  zwarten  hd,  waarvan  men  de  aanwjj- 
ling  Teimindeit  met  die  van  een  gewonen  mazi- 
mumthennometei,  doa  met  blanken  bol,  die  on- 
der tneiigens  dezelfde  ooKtaadigheden  in  de 
schaduw  ia  geptaatst.  In  den  laatsten  tgd  ge- 
biuikt  men  zonnesehgnautogmten  (zie  akuMi). 
Inaolatie   (in  de  geneesknnde).  Zie  Zonne- 

InaoWentle  (S  de  toestand,  waarin  bg  ver- 
keert, die  zgn  scholden  niet  betalen  kan.  Znfc 
een  persoon  ie  intolvent.  Die  toeatand  kan  ea 
zal  hiAt  leiden  tot  dien  van  taiUiBseanent.  Saam 
geiiakt  het  den  sebaldenaai  het  laillieeement  te 
Toorkonten  door  met  ^n  adinldeiBeheri  een  buj- 
tenRereohtelijk  aeeooid  te  rinitei^  waarbg  hier  te 
lande  erenwel  niet,  zooals  bg  het  gere<btelgk  ac- 
eoord (hetiweK  aJken  bg  faiüieeement  moge!;^ 
ia),  de  meerderheid  dei  adialdetacberB  de  minder. 
heid  bindt.  In  bet  tailliaeement  ie  de  staat  van 


DigilizedbyGoOglC 


INSQLVENim— IN8Ti21TIE. 


tüSi  ZDQ  opedbanineQ  in  cto  fieilin  SohiifteB 
'edeeMen,  voor  idLe  dmUw  h«eft  behoed. 


ÏMohantie  het  begin  Tan  een  nienwe  periode  in 
de  faebaodeliDg  nn  ukea  (zt«  FaUüuemeid). 

Insplratto  (L»tQn  ==  uwaring,  idiiesinc) 
beteekent  op  eo^eleenl  g<d)i(ri  in  vetadulkoae 
2odMien«fen  <k  tmn  de  «odbeMi  nitgegKoe  wer- 
king, wuidoor  hg  hen,  4ie  soondeKug  of  Mhril- 

cto  Hei-      "  ■    - 

,     .__  .___  _  tlinc  ht._.  

Zoo  boet  de  Heiüse  Sdiiiit  vem  faet  Oode 
TMtunent  in  2  TimoUwoe  8  :  16  dooi  Qod  inf[e- 
enten  ol  logidblMen.  Nwbt  d«  Joden  Ima  faeilig« 
boAen  TenMDeU  hulden  en  bet  aia  een  veik 


ie«t  gebraicetöbe  ht^if  der  incptraUe  toe  te 
pMsen,  ja  idfs  de  AMxandiynteh-flTiAnhe  Ter- 
iëüne  &efhiaginta)  ia  betaeUde  licfat  to  plut- 
aen.  Juist  tte  AleuDcbgnaeiie  Joden  taebben  het 
begri|i  dei  iugaring  bet  etieneFti  uitgeweikt,  en 
]>jj  bes  ideten  ndi  de  Nienw-Teetunentieebe  en 
eonte  kiitcU|ke  tétrjfttn  nai^  <He  de  sdirj/Ten 
dei  BjjbelMuen  SMt  een  maiiekinelruinent  vei- 


geleken,  dnt  de  door  den  eweal^un  Ininatcnur, 
o«B  Heiligea  Qeeet,  «eitrirde  lonen  vooTtbiadiL 
Sledttn  enkrie  KeATiden,  looah  Tkeodonu  vm 


in^iiitie  un,  die  nn  ook  tot  het  Nienwe  Tee- 
tunent  wu  nitgtAreiif.  Ook  Lulher  IimI  niijere 
bceebonwingen  omtrent  enkele  Bqbelboeken,  doeb 
doot  de  Lnlbeiicbe  en  Herroimde  orifaodozie 
woidt,  i»  hanr  iti^d  tt^n  de  K-Katbt^eke  Kerk 
en  tegen  de  AiminiAnen  en  SoeiiDeta,  de  inaoi- 
ratie    tl*    een    onmiddeU|^e    „Terliehtiog" 


HebiMnweelie  pnnetnntie,  %k  door  dei>  Heilig«n 
Oeeat  ingtfeven  terklaard  wordt,  Hoe  ni«er  èoi- 
ter  eeo  welenBohappelgk  ondenoek  van  den  Bg- 
bel  Teld  won,  de*  Ie  minder  kon  lieh  het  be- 
ghf  der  inapintie  «taande  bondeo.  en  de  wooi- 
ïel^e  iu^iiatie  in  dan  ook  dsoa  viij  algemeen 
opgegerren,  om  plaata  te  maken  yooi  het  minder 
Mnietpe  begrip  oer  peraoonl^e  iuipimtie.  Eeret 
de  moderne  th«ol<^iMhe  wetenediap  beett  ge- 
tracht door  stadie  der  afcondermke  boeken  raa 
den  bQbel  deze  te  begrijpen  ale  producten  van 
bepaalde  tgden,  plaatten  en  penoneo. 

Iiuplratl*r8Bie»it*n  ie  de  naim  van 
eeni^e  kerkeipe  seeten.  Toen  kort  na  ITOO  de 
Camiearde  (lie  aldaar)  in  de  Cetenaei  onderwor- 
pen weidflik  gingen  ttaigf  baiuer  leidera  en 
profeten  naar  Londen  (1706)  en  Tandaar  naar 
on«  hnd  (17M)  en  EhilteoMand  (1713).  Hnn  aan- 
hasgere,  die  eigen  gemeenten  Tormden,  heetten 
inapirationiïten,  omdat ig  lidi  op  roort- 
dorende  ingnTingen  (iixfiintlee)  •na  den  Heili- 
gen Qeett  beriepen.  In  bun  leer  stemden  i^  thJ- 
wel  cwereen  met  de  Luthenchei^  óoA  verwier- 
pen  de  uiterlöke  ioBtellingea  fttn  deie,  met 
necoe  bet  ptedikanfct  en  de  eaerMnenten.  Hoof- 
den der  ioepirationieten  waren  S.  L.  Omber 
(1«65— I72S),  }.  f.  Roek  (1678—1749)  en  S.C. 
Hoekmmn  «on  HocAewni  (1670—1721).  In  1716 
gaven  ig  te  Bodingen  hnn  „24  regeU  dei 
ware  godialisbeid  en  t&d  dea  beifigen  wandel", 
en  etjAtben  daarop  in  de  HnnlendeB  TeiecUltn- 
de  gemeenten.  Liter  TcrtroUten  -reien  (±  1725) 
naar  Oetmantown  in  Peno^lvaniB,  anderen  flo- 


ten tidi  bji  de  HerafanMers  «an,  en  de  tnepiratie- 
gvneenten  eebenen  verdwenen  te  ign,  toen  Mi- 
ekM  Krafert,  een  Ueeimaker  te  6<n«lri)ni» 
haaf  in  IdlS  nwtiw  toren  inbbea,  wMrop  weer 
talrgke  gemeenten  in  den  Ebaa,  den  Fake  e&  de 
WetteiM  onteteoden.  Wegene  onderdmkkiag 
Tan  Btaatawege  vertrobken  in  1B41  de  mecete 
iMfiinitioiMtte&  dmt  AmerUu^  wmt  ig  te  Ebe- 
MMi  lm  BuHate  een  Uoeienóe  kolonie  <ti<Att«n, 
die  geoeeltctgk  ia  gemeeuduip  van  noedcren 
leeft.  Dit  haar  kwam  de  emmHUHetieabe  aeete 
der  Amaateten  voort,  die  in  1856  de  kolonie 
jUnant  ^ie  aMur)  deden  verrgmn.  Ook  ia  Ca- 
nada  hébbui  ijj  nederaettingeni 

Xnsplrattonlstaii.  Zie  Itupintiegemeeit- 
(e>. 

InspnltMi  TAU  ccDUnt  ^ecft  ten  doel  faet 
aanruDen  met  cement  i«i  galen  en  edieaien  die 
in  beitaande  mmi-  oI  fondeetij)g«weikea  door 
nrukkrng  tgn  ootetaan  «a  die  op  geen  andere 
wgie  beruUMar  qjn.  Het  cement  ^meeital  Pott- 
landeemen^  woidt,  door  middel  vm  biditdnik, 
ah  poeder  of  wel  tot  mortet  «anKenuiil;  door 
bniaen  op  de  jai«ta  {dwie  gebtxAt,  wiaina  de 
bniaeik  worden  teraggetrokhes  en  de  gaten  — 
hiervoor  ^et)oord  —  weder  Mngsnitd  worden. 
De  weAwgn  '»  eenendig,  doob  bg  de  toepas- 
iiw  ia  veel  praetteciie  enmnig  noodig  om  g«ed 
wtA  te  Terkigoen.  Ook  bq  de»  aanleg  van  Inn- 
neU  en  mgnacnacbteu  worden  de  numlen  tnt- 
Bcben  de  wonden  en  het  gcateente,  na  «>o  veel 
mogelök  opgeatopt  te  lijn  met  losse  eteeoen,  v«l- 

Eent  deae  weiiwgM  aangevuld,  terwnl  meo  ook 
ü  het  loDdeercQ  op  grind-  en  MDolagefl  eom- 
tgds  op  gelgke  wgse  moet  Ie  werk  gaai^  teneinde 
veraakkiogien  der  kanvtworkea  te  vomfcomoi. 
Voor  het  aanvuUeD  van  nitgeiporiden  grond, 
onder  broepglen  ol  atoioen.  wonlt  meeatal  be- 
ton gebruüft,  dat  men  dooi  wjjde  bniwn  ter 
plaatëe  storl. 

luaptllteii  won  m1«d  of  domwoMfen  ge- 
schiedt om  bet  heiweïk  te  bespoedi^a  of  daiar, 
waar  de  srond  looveel  weerstand  biedt,  dat  de 
palen  of  damwanden  londer  voonpoiten  aouden 
worden  stukgcsU^n.  Er  a  mceetal  een  beislel- 
ling  bg  benoMÜed,  in  d«  eerate  ^laate  cm  den 
pa<3  op  te  höeohen  en  lu  de  jiutte  plaate  Ie 
stellen  en  ten  anderen  om  den  ingespoten  paal  te 
knnneD  naheien  en  zieb  te  kunnen  overtuigen 
nn  iqn  vasten  atsnd.  Nadat  de  paal  ie  geplaatst 
—  direct  naast  de  plaats  waar  hg  bcboort  — 
wordt  door  middel  vao  een  lauge  straalpöp  wa- 
ter-ond er-druk  ia  den  grond  geapoten,  aooMt  de- 
ie  losworit.  Daarna  stelt  men  den  paid  op  de 
juiste  plaats  en  iaat  hem  met  bet  beibloi  er 
bovenop  uUen  tottlat.  op  ongerveer  I  m.  u, 
de  diepte  i«  b^eikt;  faterna  ^ordt  de  paal  op 
diepte  iogeheid.  Met  boaten  dimwand  werkt 
men  op  gelijke  wgsc,  aleook  met  palen  en  dam- 
wuiddéltn.  die  ^an  gewapend  beton  vervaardigd 
lijn.  Bg  delaatste  wordt  vm^  bet  water  door  dies 
paal  getpoten,  terwgi  hg  lakt,  waartoe  een  ruim- 
te bij  bet  m^en  van  den  paal  ie  nitgeqiaard. 

Xnspnltlnv.   Zie  Injeeiie. 

Xnatuitls  ia  een  periode  van  een  proces. 
Hen  i^  van  een  proces,  dat  voor  meet  dan  éèh 
rechter  govocHl  is,  dat  bet  in  veeadullende  in- 
stantifn  ii  behandeld,  meeidere  inetavtitn  beelt 


D,o,l,zedb,GoOgle 


dooTloopen.  T<lt  de  eente  —  laagste  —  iMfater 
«en  yoioM,  wurtegen  dooi  gma  ledrtainiddel 
ktn  wonten  opgekomei^  dan  n  bat  gediiif;  ter 
eerste  en  tegetgk  ter  luUte  instantie  bealist. 
Il  er  «enig  beroep  door  een  gewoon  —  WpU  ol 
CMutie  —  (A  (foor  een  haitengawoan  n^tvnid- 
del  en  leqnest-ciTtel  oj  Tenet  éooi  derden  — 
mogelq^,  dan  kan  bet  TomtJe  in  e«a  lateie  of 
hoogere  inatantie  berestiigd  of  geheel  of  gedeel- 
telij vernietigd  wonlen.  Ook  noemt  men  een 
instantie  elke  gereditelgke  bandeUng  Taa  een 
puty,  haai  pKKnmu  <h  gemaehtigde  ia  den 
loop  Tan  ëen  procea,  bgT,  het  doen  Tan  een  Ter 
«wk,  het  nemen  «an  een  eoDclnaie,  het  toeatem- 
men  in  of  bet  tegeMfiKien  Tan  een  door  de  we- 
deipartg  gedaan  Teisod  en  loo  meer. 

ItMt««klUMk  ia  een  30  tot  SO  on.  lang,  in 
een  heiirt  b«Teetigd,  motaaUiaad  met  een  haak- 
je aan  het  niteinae,  waarmede  de  wever  de  hem 
aaogegeTen  draden  aavrat  en  doortrekt, 

InsterbnrVi  een  stad  in  bet  Prmiieehe  dla- 
trict  GnnlHMteiv  ligt  aan  de  Angerapp  en  In- 
■ter,  die  licfa  bier  tot  den  Pr^el  Tereenigeo,  aan 
d«  epoorlgnen  Konongabeigen — Ejdtlcubneii, 
Tborn—Innariniis  en  iMtaibaJK— Ljck  en  tett 
ÖUIO)  81  624  tnwonerB.  Hen  bedt  er  een  kaateel, 
3  Proteetantscbe  keiten,  een  Latqmebe  «cbool, 
een  hoogere  bocgereriiool  Toor  meiajes,  een  se- 
minariiBB,  een  ^Tangenia,  een  stosterö,  een 
lanJboQwpToebtatiOD,  een  niik«fabriek,  wol-, 
kaloeo-  en  linneDaTcnerfien,  koaaenmakerqen, 
looieröen  en  «en  lercodigea  handel  in  koren  en 
paarden.  De  atad  ia  haar  oor^rong  TendinMigd 
aan  een  kaateel  Tan  de  Dnitacbe  Orde. 

IiutlDOt  of  natuvrdriit  noemt  men,  bqiaal- 
delük  bü  de  dieren,  een  x.  g.  oeÉMwoate  en  on- 
willekeurige aandrift,  om  hmaalde  weikiaambe- 
den  te  ToBnengen.  Het  ^»eiil>aart  lieh  gedeelte- 
IQk  in  hegenen  en  veimnden,  gedeelletqk  in 
Toortbieagen  en  TernieleD.  Het  instinct  i«  door- 
gaans aanReborei^  daar  bet  ii'ch  <fikwgla  reeds 
aaDctondi  Djj  het  dier  openbaart;  toefa  i«  bet  aa*^ 
ker,  dat  hetgeen  w|j  lm  de  dieren  inatinet  noe- 
men, Tow  een  gioot  deel  etm  geTolg  ia  Tan  waar- 
neming, eixaring,  nairolging  ot  gewoonte.  Hen 
beeft  eoMten  *an  iHtinE:^  weft«  men  bg  alle 
weuiM  teragrindt,  looak  bet  inatinet  om  Toed- 
eel tot  lidi  te  nemen  en  de  geslMJitadiift  An- 
dere soorten  iqd  aan  bepaalde  dienn  eigen^  loo- 
als  de  beeeerte  oia  te  awonmen  bu  wabérTogeh. 
Weer  aitckre  soorten  lijn  aAank^gk  Tan  jaar- 
getgden  en  omstandighedea.  lOoak  bet  Tcrkn- 
gen  der  treknc^els  om  naai  etdeis  te  Terbni- 
MD.  In  bet  inetinet  der  dieren,  dat  xidh  bg  onder- 
sAeidra  Tan  deae  aJa  fameMrift  [>ie  aUaar]  tot- 
toont,  looals  bg  de  bwere,  mieren  en  bqen,  ligt 
Teel  onrerklaadÜMra,  teiwgl  menig  diei^  wanneer 
ign  hoogste  bdangen  op  het  q>el  staan,  edeneer 
met  overleg  en  seluaaderbeid  handelt  ab  de 
menaeb.  Hen  beeft  otn  die  reden  bet  inelLiKt  wel 
eens  een  onbewoate  en  blinde    rede  genoemd. 

Anderen  lagen  in  de  tierlljke  instineUn  nirts 
dan  FcAeien,  het  dier  waa  TolgeEB  ben  een  K- 
fleimadune,  welka  lintnigen  sleets  dieaden  om 
bepaalde  lefkien  op  te  wekken,  aelfe  nerde^U- 
ging,  TlmAt,  ToonoTg  vaat  ót  eieren  ena.  wa- 
ren niets  dan  Uinde  refeien.  Ook  toonde  men 
«an,  dat  hif*.  bet  herkennen  tsd  elkaar  t^j  bqen 


en  mieren  ut  doHHde  kori  re^i.  hekeltde  neat 
en  de  Tgandsehap  tegen  Tnemden  alken  op  den 
bepaalden  reuk  Tan  kor!  of  nest  benutte,  dïe 
men  met  alcohol  kon  ahrsascben  en  anderen  kfm 
garen,  waadag  de  TTiendaébap  in  Tgandecbap  en 
omgekeerd  TerandeMe.  Eet  is  dan  ook  een  feit, 
dat  de  instincten  niet  onfeilbaar  xön  en  alleen 
onder  behaalde  omfftandigfaedeD  scbadeljjk  io- 
plaate  Tan  nattig  toot  bet  dier  werken^  sooals  de 
motten  toonen,  die  in  de  Tlam  Tliegen,  et  de  aaa- 
Tlinen,  He  door  bloemen  aangefiokken  worden, 
welke  naai  bedoiwen  Tleeech  miken.  Haai  die 
TCTgia^ngen  der  instiaeteD  onder  minder  ge- 
regme  omstandigbeden  btnrysën  nog  niets  te- 
gen de  Teratandelgke  ovevwegii^n  nq  de  i.  g. 
iDsti neten.  Naawkeuii^er  waarnemingen  toonden 
aai\  dat  üoowel  de  iintvigen  ah  een  bepaald 
(FTorleg  en  geheugen  hg  dergelgke  bandebngen 
sameimikten,  want  de  Inatineten  bleken  ndet 
ODTvranderl^  maar  lidi  aan  uitwendige  om- 
standigheden door  orerle^  aan  te  passes,  looak 
enkele  bgen  leerden,  die,  m  plaats  TanaeU  honig 
te  teruinelen,  liA  deie  door  inbraak  verschaffen 
en  deie  manier  dan  sehgi^Mai  „instinctmatig" 
Tolf^den.  Hen  kan  met  Danm  het  instiiwt  us 
een  oi^wnst  gtbeogen  van  de  diersoort  be- 
seboowen,  welke  gnuten  «ven  goed  ovengeerfd 
wonden  als  de  gcaad  van  Helutnwlj/kt  ontwikke- 
ling. Bet  aandeel,  dat  het  bewne^n  eman  beet^ 
wordt  getoond  door  de  Terandefing  in  leefw^ 
bg  Teianderde  omstaDdSf^eden:,  bg*.  in  de  wgie 
van  bet  houwen  van.  bet  neel^  w«fte  nienwe  werk- 
wnie  eerat  door  enkelen  nilgeoelead,  in  steeds 
talröker  kringen  o^eisetrtd  wordt  en  eindelqk 
alfl  „inatinet"  antnmatiaA  bn^n  het  bewneto^n 
om  wordt  ai^voerd  door  de  soort  in  baar  ge- 
heel. Zoo  kannen  aangeleerde  eigenachappen  van 
jacfatbonden  lieht^bnn  jongen  door  grooteren 
aankg  tot  atrichting  voor  de  ja«ht  weer  vertoo- 
nen,  een  aanl^,  die  verder  kan  worden  ontwik- 
keld, maar  door  kruising  met  rassen  weer  ver- 
dwgnt  Eet  leTen  in  kndden  ot  gioote  geoel- 
sehamen  bevordert  de  ontwJtteUog  der  iostane- 
ten  door  de  xnefat  tot  nappen,  vandau  bnn  vol- 
making in  de  maatsdimnjen  der  mieren,  bgen 


mke  eereten   er  leifa  een  geregelde  miÜ- 
tdienat  on  na  honden.  T 
n,  da^  u  gAenren  at  die  gteoo 


5iiceeide  handefingén  ook  met  bewmtsgn,  de 
iann  sieh  tocb  luet  btfuald  bewnat  ij}n  Tan 
bet  nnt  erTan.  Hoe  meer  orerjgene  elementeii 
van  het  bewnctnjn  een  rol  gaan  aprien  in  de 
gen  van  een  (Neiooort,  boe  meer  de  in- 
tige  op  den  acbtergrond  worden  ge- 
drongen, vaodaar,  dat  bet  instinct  bg  den 
menaeb  door  de  bescbaivüig  des  geestea  op  den 
acfateigiiMd  i«  geseborei^  maar  het  knoi  <»k  bjj 


bem  in  een  wilden  etaat,  en  seana  h^  aiekte,  doi- 
delffk  aan  den  dag.  Hg  ooMbaart  1^  koorts  eos 
groot  Teriangen  naar  waW,  bg  nrakbetd  naai 
wiin,  bg  bet  snor  in  ide  maag  naar  aanhcbtige 
iJfstandighaden  (krgt,  mwne^a,  leem).  Zeer 
dikwvle  Teikondigt  akoo  net  tnstinet  eva  be- 


bg  bet  snor  in  ide  maag  naar  aanMitige 

andighaden   {krg' """      ' — '     """ 

dikwvle   Teikondigt  i 

borft«,  wier  beTrecUpog  heiloasm  ia  ivoor  hst  ge- 
stel. Het  instinct  is  oonu^  dat  de  EAmdo  in 
de  kille  poolgeweaten  groote  hooveelieden  Iraan 
driiét,  ^>m  het  sterke  ademhaling»-  en  Teibian- 
dingsvetkcf  in  s^  li«luM&  door  ( 

45 


DigilizedbyGoOglC 


706 


INSTINCT— INSTmJT  DE  MUNCE. 


toenoer  tbu  koolstol  en  «atemtof  te  «udeitiicru- 
den.  Zelfs  de  werkzaamiheden'  der  lellfbewuttie 
rede  bmMea  dihmjla  inetinctm&Uge  hiDdeKn- 
^lu  ImmeTS,  wa't  wjj  in  oordeel  Tan  dadieni  ge- 
woonlijk talct  coedKO,  is  '6e  vrucht  iftD  een  se- 
ivK  ojvwiUekeuiige  Baodrlft,  die  zeMs  éi&i,  waal 
hei  ontwUiikeld  TeFeUod  te  kort  acbiet,  met  nit- 
Btdien^f  gevolg  werkt,  T«rwijl  de  oudere  opvat- 
ting aan  den  nwnecb  veictaD^,  saa  de  daerea  io- 
Btinct  toelieibde,  neemt  de  niounere  oataurbe- 
firiiDuwiDe;  Klechte  kwantitati«v«  vensdiillen  is 
het  gelijke  zielsleven  van  meiuebeii  eo'  <li«ren 
aan  en  veiiikart  de  instinctieve  handeliiigen  alm 
overgeirfiie   gewoonten. 

Zie:  Ifund^  Vorlesun^en  über  die  Uenadien- 
nnd  Tbieiseele  (3de  diuk  I>eipiiK  1897);  de- 
xellde,  GTimdtiüge  der  i:4ivEiokig]fi(£eQ  Fsycbolo- 
gie  (6de  druk  Leipiig  1902—1903);  Forel,  Die 
pfychiscbea  FShig4teit«n  der  Ameisen  und  eioiger 
anderer  InsekteD  (München  1901);  £raU,  Deufcen- 
de  Thiere  (Berlun  1912). 

Xnatitnt  de  Pranoe,  bet  aansienlpste  li- 
duaai  in  Franki^  voor  wetensohap  en  kunst, 
is  de  verzam«lnaajn  voor  de  v^f  aeada- 
mies;  Académie  franfoiie  (tot  suivering 
en  opbouv  der  Franaehe  taal);  Aoadémie 
de»  \n»erifivm*.  et  beliet-leltere  ^oor  ^- 
schiedenis,  oudheidkunde  en  taaloMer- 
loek);  Académie  de»  tdeneti  (academie  der 
weten  Bcha^ipen};  Académie  de*  beawt-arts 
(voor  de  sehoone  kuosten);  en  Académie 
de*  teieneei  moralea  el  poliliquei  (voor 
moreelfl  en  politidie  wetenschappen).  Ieder 
lid  van  een  dezer  academiën  irêert  Membre 
de  rinilitut  de  Franee. 

De  diie  eerste  aca.demi£n  benevens  de 
Académie  de  sculplure  el  de  peintwe  en 
de  Académie  d'arehilectuTe  werden  gedu- 
rende  de   Bevolutie  tiy   beduit   van  den 
Ssteii     Augustus    1793    opgeheven;    doch 
reeds  den  25sten  Oot<ybw  verordende  bet 
Directoire    de   oprichting   eener   nationale 
vereeniging    van    geleeiden,    welke    lich 
moest  belastea  met  het  aaoLwee^en  en  be- 
vorderen van  kunsten  en  wetenschappen. 
Deie  inelelling  ontving  den  naa.m  van  /n- 
ililut  National  de»  aeieneee  el  de»  otI» 
en  werd  verdeeld  in  3  ïla«gen,  n.  i.  een 
Toor  Seienee»  physiques  el  mathémaliquea, 
een  voor  Seienee»  morale»  et  poliliquei  en 
een    voor    Litléralure  et  beoux-orfs.   Zq 
lelde   144  leden.  Bonaparte,  die  zelf  tot 
de   leden    behoorde   en  dese  eer  o>p  hoo- 
gen    prjje     st-elde,    benoemde     in     1802 
een  OMHiiHuae,  op  wier  voorcliadht  het  Intlitul 
National  den  23aten  Januari   IS03  een  nieune 
regeling  ontving.   Dit  liohaMU    weid  du    in  4 
klassen  v«ideeld,  ie  weten  een  voor  wis-  en  na- 
tuurkunde, een  voor  Fransdie  taal  en  ktteitun- 
(k,  een  voor  geschiedenis  en  oude  letteren  eo 
een  Toor  schoone  kunsten.  In  1806  ontiving  bet 
den  naam  vsn  Inetilut  de  France,  in  1811  nam 
bet  de  toevoeging  aan  van  Impérial,  in  1814  die 
van   InBlitut   Royal.  Dooi  een  besluit  van  den 
2l6beD  Maait  1316  werden  de  4  klassea  in  even 
zoo    vele     alzonderlijJ[e    academiCn    bemdbapen, 
die  Ie  lamen  den  titel  voerden  van  Imtitul  de 
Franix.  Deae  waren  de  Académie  Fnmfoite,  de 


Académie  de»  imeriptiona  et  belle»  lelirti.  it 
Aeadémi»  de»  teiettee»  en  de  Académie  it*  beaa   I 
art*.  Door  een  'beEluit  van    den  26aten  Octebe  I 
18a2  werd  de  in  1803  opgeheven  aJdeeling  vom  1 
moraal-  en  slaaüiundiee  wetenschappen  als  ödt  • 
Académie  beist'eM,  onder  deu  oaom  van  Aroit- 
mie  de*  »eience»  morale»  et  poliliqaeM, 
Voor  de  Académie  Franfoite,  zie  Franiehe  .1» 

De  Académie  de»  inaeription»  el  bellet  leitni 
tel-t  40  ledeni,  10  vrije  leden  {membre*  Ubra},  i 
buitenlandsche  assodés  eD  50  eorre^ondentti 
en  houdt  lich  vooral  bezig  met  ^sohiedeiiii  a 
oudbeuftuDde,  met  de  ciitiscbe  en  pbikiloelsd)' 
beoefening  der  oude,  Oostersohe  en  UiiUe1e«ui' 
edie  talen,  alsmede  toet  de  opfaehtering  van  iiiir 
konden  en  bronnen,  vooral  loor  de  geMdacdcii 
van  Frankrijk.  Tot  de  door  haar  nilffegeven  im 
ken  behooien,  b^alve  „H6m<Mies  ,  vooral  ^ 
„Collection  de  notices  et  citrajls  des  maitDMiiu 
de  la  Jtihüothèque  royale  et  avtres  bitliolbèqset 
pUbliques",  de  groote,  d«or  de  Benedictüntii  dw 
Congregatie  van  St.  Mam  aangeiangeo  .3ist°i 


Inatitut  de  France. 

re  Kttéraite  de  la  France"  en  het  „Coipns  i>' 
icriiptdonnD)  seffliiticarum"  (aodert  1881).    _ 

Ih  Aeadimie  de»  aewneea  ia  ge)f)lita|  "<  " 
aectiea  (geooietriï,  raeobamca,  aslMBomia  gt^ 
grafie  en  scheepvaart,  algenuene  natujiknnv- 
scheftunde,  deltstofkonde,  plantkaodc,  ewi"- 
mie,  ontleed-  en  dierkunde,  genees-  en  lieeftm- 
(te)  met  66  leden.  10  vrije  leden,  2  secieUns*" 
voor  levea&lang  (78  Wen),  8  buitenJandahe  «■ 
Bociós  eo  100  correspondenten,  en  leveil  pro''*- 
collen  harer  zittingen  („Comptee  rendus' ).  «" 
veraameling  van  ,Mtooires"  hater  leden  «■  «" 
verzameling  van  Jtónoiiee"  van  andere  g'l«' 
den:  ,JIJémoires  d«  savants  étrangeis". 


DigilizedbyGoOglC 


raSTTTUT  DB  PRAÏJCEl— DJOTRÜOriE. 


707 


iDe  Aeadimie  de*  bttau  artt  beBtut  uit  40 
leden,  Teideeld  ia  5  sectili^  10  iT^e  leden,  leeri- 
Utire  fwrp^fwl  (51  leden),  10  UGodés  en  61  cor- 
reapondenteD.  Zjj  be«h  op  tüu  beoonüwknd  li- 
chMin  bö^de  JMrlgkodie  mededineing  dut  den 
Prix  de  Rome  tooi  adulder-,  beelftkmw-,  bouw- 
en grEtTecifcunet  en  voor  mutik«l«  eetapoaitie. 
Durenbaven  worden  er  ^Jmoites"  vooTgeleaen, 
tenr\)l  ig  een  ,J>ictioaiM)M  gtoéiii  des  beiux 
«rtB"  (tot  1895,  5  deelea)  nitgeeft. 

De  Aeadimie  de*  leiêaeet  mortües  et  politi- 
qae^'  teK  "rolfewif  deereet  vwi  15  April  1865  40 
leden,  benenns  6  (sedert  1887,  10)  baitenlend- 
oche  Msodéi  en  45  eorre^iioDdeirten  en  i£  Kr- 
deeld  in  5  MCÜCn  (iwqébe^eerl^,  Mdeleer,  wet^ 
Ting,  stutsredit  en  rechtsgeleerd  hei  d,  attalliait- 
bondkoode,  aUthtidE  en  fin&neilD,  dgenMene 
geecbiedeiHS  en  ofaUosopiiie  dei  geMbisdcnis).  Z^j 
geoft  ,^(!tao\ttK'  tn  „Sitnees  et  tiankux"  uit. 

Het  liutUMt  de  franee  telt  du  269  PranssiM 
en  22  baitenUndtribe  laden.  I%«  «udemie  heeft 
een  VMleo  aeeretvii  (eeeritmre  ferpituel),  met 
ujtzoodering  van  de  „Audéoii«  dei  teiencM", 
die  er  twee  beiit.  BelUlTe  de  gewone  wekelgk- 
lobe  fc^nkomaten  hoadt  elke  Aeadtoiie  een 
gTMte  jBulüledhe  tergadeii^,  Imrg)  ocfc  aUe 
AciddDiin  te  urnen  2ieh  éénmaal  'e  jaan  pleeh' 
tig  Teieenigen  (25  Oetobei).  AUe  5  AeaMiniln 
kunnen  o?er  lanzienlüke  fondeen  beseliikken  en 
deeleo  beltugqjke  pnJKn  ait,  waaronder  ei  zgn, 
door  paitknilKre  peiwneo  geatiebt,  aooalt  de 
Pril  MoDtliTon,  Gobert.  Toine;  eni. 

Door  een  bepalins  in  bet  teatemeat  Tan  den 
hertog  em  Aunude,  die  tig  ibesloit  mn  den  Sisten 
Deeembei  1897  aangenomen  werd,  kwam  bet  In- 
stitut  in  bet  bfait  laa  bet  kaateri  Ohantitty  met 
lijlke  knnatKhatten,  foonJ  labiHergen. 

Zie:  Emüe  Qaetier,  Lea  oinq  eenta  immortels. 
Hiilarie  de  l'Acadteie  frsnc>iw-  16S4— 1906 
(1906);  Ooêton  Boietier,  QoêUm  Darbwx  e.a., 
L'lDBtitot  de  Fraoce  (2  dln.,  1909). 

Inatttnten  (IneHtuliime*).  Zw  Corput  jurit 
en  Oajvt. 

Iiutltatam  Jadalonm  noemt  men  een 
veelal  aan  de  UnÏTernteit  velbanden  inatelling 
Tan  wetenetdiap  ter  beatodeeripg  van  Joohebe 
letteAnnde  en  geeclii«denis,  aoma  tot  bet  op- 
leiden Tan  CbTiiteD-Mndelingea  ondar  de  Joden, 
all  dat  door  OaUenberg  in  Halle  geatieht  (172S 
—1791).  (hl  't  oogenbk'k  bestE&n  ei  een  liweetal, 
één  in  1880  doot  Franx  DeHtxiek  U  Lekaig  en 
één  in  1888  dooi  B.  L.  Slradi  aan  de  BeüünMJie 
Uniieniteit  geatiebt, 

Instltirat  Paataar  ie  een  ifiiiebting  te 
Parija.  c^igeriehl  voor  miiwAiologiwli  en  hy- 
giBniMèi  weleDsdiappelijk  ondenoH.  Op 


bTMfat 


P<uf«ur  (ne  al^ai)  had  men  gekl  bgeenge- 
"  '  '  '  "  laborator  inm. 


tenJand  wet^n  groole  Boovnen  toot  dit  doel  ge- 
adionken.  Den  fiden  Novembet  1388  werd  bet 
inetitnot  geofwnd  en  den  ISden  Maart  1889  nam 
er  bet  ondeiwije  een  aanrang  en  wél  dooi  de 
meest  Tenüeneteljfke  mannen  ofi  dit  gebied.  Na 
Paeleur's  dood  Tolgde  Duelaux  en  daaina  Roux 
hem  op  als  direeteor  van  het  inet^nnt,  hetwelk 
de  Toornaamete  inricbting  is  geworden  tooi  bet 
ondenoek  tan  inleetiexittlen  en  lenMnAerapie. 


Da  taliqk«  klauieke  gevallen,  die  da&r  behan- 
deld woiden,  wotden  getintiljeeenl  in  bet  dooi 
Poftaur  opgerichte  tQdatfirift  „Amieles  de  t'In- 
etjtat  Pasten  r". 

InaUtont  SoItat  bestaat  uit  een  aantal 
wetenaefaappelgke  onderwijs-  en  atodie-inriiditin- 
^  te  Brüul,  die  door  de  TiQgeTïgbeid  Tan  den 
induatiieel  Soltay  (ite  aUa&r)  znn  opgAricbt,  Ei 
be^Kwren  toe  het  ..Institut  de  Pbysiolcgie",  ,Jn- 
stitnt  de  Sociologie",  ..Eoole  de«  Seienees  poli- 
tiquee  et«oeialeB  en  „Ëoole  de  eommeree"  waar- 
bij bibliotheken,  laboratoria,  leeaaaten,  em.  iriet 
oatÉirdien.  Het  Inetitunt  SoWay  geeft  Teie<dial- 
lende  belangigke  wetensebappelüke  pnbUeatiCn 
nil. 

Instmotto,  afcomatig  Tan  bet  LatQneehii 
woord  tnalniolto  (ondeiiMht),  ia  de  aanwgiing 
dei  «erpKditinMD,  die  men  in  deoe  irf  gene  be- 
trekking Tormllen  moet.  Zg  wordt  aan  anAte- 
naien  tsa  Tieraehjlleoden  ranff  van  wtge  de  b» 
atnren,  waaraan  ój  oodeigeBchikt  ^n,  nitigereikt. 

De  intlrvetie  eener  nak  noemt  men  in  pach- 
ten de  bdiandeling  van  een  procei,  loenrel  de 
Toorhxnige  alt  de  definilie^e.  EK  proeea,  zoo- 
wel in  fla^erinke  als  in  atnfiaken,  wordt  opge- 
let en  bAandeld  volgen  em  Tooral  beraamd 
plan.  In  ctTirie  laken  éa  dit  de  taak  van  de 
seditageleeide  raadslieden  der  paitüen,  d«e  aidi 
natonnijk  eeiat  ofi  de  hoogte  moeten  at«llen  van 
de  feite»,  die  tot  het  geachil  aanleiding  gemn, 
om  daarnit  t«  beahiit«n  met  wette  rechtiveriioa- 
dingen  ig  te  doen  hebben  en  weke  reditmidde- 
ten  sj  moeten  giebmiken.  De  TVÉroeriUg  van  dat 
plan  ia  de  iMtmetie  vaa  het  proeee.  In  denn 
algtoKenen  lin  genomen,  is  de  geheele  behande- 
ling van  bet  etrafprocea  ook  de  inatitKtie  van 
dat  piocei,  die  ni^aat  van  den  ambtenaar  van 
bet  Openhaal  Hinieterie.  Haar  in  strafzaken 
beeft  Mt  woord  „inetnietie"  een  engere  en  t^^ 
Igk  meer  bef)aalde  beteekenia.  Zg  ia  daar  de 
voorloopige  periode  van  bet  proeea,  dfe  aan  de 
behandeling  dei  'uak  tei  teieefatzitting  —  bet 
eigenlqke  stialpioeea  (ttituflwfi^en)  —  voor- 
afgaat en  voimt  met  de  iefonnatie  en  het  w- 
apoiin^aondenoek  het  i.  g.  vooniKkersoek.  De 
eigenltrke  inatpuctie  volgt  o^  de  intoimatie  (lie 
aldaar).  Wae  jn  de  intormatie  de  ambtenaar  van 
het  Openbaar  M  iniateiie  de  hoofdleider  der  laak, 
die  de  politie  in  i|jn  dienst  oilundt  om  naaporln* 
gen  te  doen,  teneinde  bet  miadiqt  tot  klaarheid 
en  den  eehiddige  voor  den  lediter  te  brengen,  in 
de  intlntetiei,  no  de  Offi«iei  te^n  een  bejtaaMea 
peiBoon,  ala  veidacht  van  miadigf  handelend  gaat 
optieden,  wordt  de  retAter-eommieeBria  de  man, 
die  het  beatier  der  zaak  m  banden  heeft.  De  én- 
atmctie  dient  om  nit  te  maken,  (rf  er,  nadat  ev 
aairvaiJceli^  van  faet  plegen  tan  een  misdrijj  is 
gieUeken,  Kenoegaame  bewaren  tegen  één  of 
meer  bepaalde  {Mnonen  bestaan,  om  hem  of  ben« 
ala  verdaotit  van  dat  miadrijf,  naar  de  openbare 
lereehtiittdng    te    vemrgzen. 

De  inatrnctie  ia  Tan  inquintoiren  aand.  De 
tendaefate,  tegen  wien  zg  gericht  is,  staat  volko- 
men reehtelooi  daar  en  is  elechin  middel  om  tot 
een  jnist  inzidit  van  de  feiten  te  geraken;  h^ 
kan  lieh  niet  door  een  raadanan  Üen  bijsttanl 
en  verneemt  slecbts,  wat  de  Reehter^ConuntBSaria 
hem  wii  mededeelen.  Wordt  er  door  de  Recht- 


DigilizedbyGoOglc 


9as 


INSTBIXniE— mSTRÜUBHTALB   UDZISK. 


buk  rcditwngaag  rerlMnd  wo  gtadiiedt  di^ 
londcT  dftt  bg  peisoonlj^  guooid  irardL  In  loo- 
«ene  iteat  de  natmetie  «n  tiovweiM  bet  gefaee- 
Ie  TooiondeixoA  tegenoKr  de  bcfaiodeling  ter 
terecbtiitting,  welke  meer  t»  MCDntoirea 
urd  is  en  weer  in  boohbuk  de  beklugde  en 
het  OpeubMi  Hiniiterit^  de  vertsgenwoonüger 
ten  den  Steat,  »it  peitqen  Ug^ofvi  elkeei 
ebifD. 

Id  den  Uetsten  tqd  beeft  bet  steiker  wordend 
venet  t^en  dew  reebtetooiiigid  er  toe  geleid, 
det  de  hutnietie  tegen  jeogdige  miwlêdigen 
Mtder  TDor  deKQTin  wktpmctigeTomiUiiAghe- 
den  geeebiedt,  terwj^  ook  bet  ontweip  tot  wg- 
liging  Ten  bet  wetfcoek  na  itiefrordering  (ont- 
wcmOrJ)  licti  in  die  rwbttng  beweegt 

Het  Toeien  Tmn  een  inetnietie  ler^  een  diie- 
ledig  voordeel  op.  Vooteerft:  «en  TeidMbte  wordt 
niet  liehtTurdig  Toor  den  itrelreehter  gebndit; 
kh  tot  M)o  tereditetelliii^  wordt  bedotei^  dan 
kan  de  pëohter  neh  door  inuce  «en  de  etukkei 
der  inatmetie  ^wedlg  of  de  boogt*  ttdleo  nn 
dp  feiten  en  omstanAghedeD,  die  in  liet  geding 
te  berde  %düm  warden  gtbraebt,  en  ten  derde 
beeft  de  reeliter  Toorat  eenige  lekeifaeiid;  dkt  fag 
geea  aak  in  bebandetlDg  neemt,  waarin  ten  slot- 
te nu  een  Teroordeetiw  g«en  qireke  cal  ign. 
Niet  in  aUe  atraluken  Melt  initnietie  plaata. 
Heeft  bet  opiporingtoiideiaoek,  met  ol  sonder 
iaforroatie,  ToUoende  bemraren  t^gen  een  be- 
paald penoon  doen  lywo  den  kaa  de  OHieier 
Tan  JuUtie  tweelrlei:  6f  disn  penoMi  redit- 
Btreekt  ter  teN^tiittin;  dunrMideD^  »>age- 
naarade  raawdj)kecfae  dagraarAng,  öt  lidi  tot 
de  SediRunk  weadeD  met  ««nod  em  legen  (Tien 
peraoon  reebtttngaiig  te  lerleenen.  Verleent  de 
ReelilbaBk  ledttringaDC,  daa  ku  ag  öf  de  aaik 
teratond  naar  de  terecDtaitüng  terwqMi^  At  ge- 
laeleB,  dat  er  een  instmetie  lal  slaftta  bii)ben. 

Zooak  boven  reed*  i>  OMcmea^  ia  bij  de  in- 
atmetie de  lading  in  tiMtden  tbs  des  Rechter- 
Commiaearia   De  verhoorea  van  de  Tenkditeii 


der  laak,  door  bem  genomen  wotilea,  loaals 
hniiuelilDg,  pWttopnaning,  iabealtgMaüiig 
fan  Toorweipen  of  brieven  en  ptpieren,  bevel  tot 
meddbrencinig  'Van  gertnigeii,  beMl  tot  geean^vn- 
MnsBg  <M  aanbonding  Tan  d«  Terdaoteu,  eni. 
DeM  laatste  maatregel  eiadit  binnen  korten  t^ 
de  beknaehtiging  ran  de  reAibank  eo  woiQt 
aleehte  toegestaan  Toor  den  tgd  van  80  dagen, 
na  afloop  waamn  ^j  de  gsrangeiifaoiiding  tel- 
keiw  weer  voor  een  termen  Tan  SO  dagen  kan 
vartanigen.  Nadat  de  instnwtje  ia  ToUooid,  stiit 
do  Rèuiter-CommiMaria  de  stukken  in  handen 
Tan  doB  Officier  Tsn  Jnetitae,  die  w  aan  de 
Becblbank  doet  toekomen  met  ann  vordering  of 
nqoicitoir.  Daamaaat  is  de  Heebtbank  bevoegd 
faMBJ)  ambtabiive,  betan  op  venoek  van  den  be- 
kÏMigde  ^toedige  betinaignw  of  ekitiiw  der  in- 
itFDCtie  te  griaeten.  De  beklaagde  wonU  tbo  de 
daidng  der  inetmeUe  en  Tan  bet  leqniaitoiT, 
dat  genomen  Ut  «orden:,  in  keni^  getteld  en 
beeft  sdegeuheid  te  igner  verdediging  een  me- 
morie (mvnorle  van  sDMeetJe)  in  te  dienen.  Ver- 
Tolgena  beslist  de  Be£tbank,  ol  de  ioatnietie 
voldoende  temen  beeft  opgeleverd  voor  Tordere 


venvolging:  «m  ji^  dan  verwgst  b  de  Mudc  naar 
de  teredblaittin^.  De  Rechtbank  n  ook  bevoegd 
laaaviAling  der  msünctie  te  borelen,  «elk  Ment 
■g  verder  Kedorende  de&  eeheelen  loop  van  bef 
^ecting  beeK.  Teg«n  de  bediming  dei  Redttbaik 
M  famger  beroe|i  mogrigk  bQ  het  Qereebtriiol. 

XnstTDottobatslton  ia  een  den  ülaten  No- 
■vember  1860  te  Kampen  g«veatjgde  militaire  in- 


faaterie  th  bet  l^er,  maar  maf  een  sterkte 
bereiken  van  27  otTideren  en  fCSl  lUDdeMn. 
Aan  bet  bataljoD  ia  eea  etuana  vooi  de  otfieieis- 
opteiding  mbonden,  de  i-g.  Hooldeoraoa. 

XBStniOttabatwiil  •*  een  den  14den  Fe- 
broari  1881  te  Anbn  opgeridUe  afdeeling  be- 
raden artillerie,  beatemd  om  jongi^ii^  tot  kor- 
poraal der  Veld-  ot  Bgdende  ArtiHena  op  te  lei- 
dan. Zg  teH  boogatna  2  oHiöeFen  ea  ISO  min- 
deie  militairen. 

IliatrtlOtl«04NBp*clll«  'B  ^™  Uden  Hei 
1862  te  SebooidMma  is  bet  leve»  gerot^en  met 
de  bedoding  jeugdige  TröwUHBers  bjj  de  vea- 
tingartillerie  4ot  lorporaal  bg  de  artillerie  de 
pontonniera  en  de  torpediaten  op  te  leiden;  6 
officieren  en  210  mindere  m6itaifen  mag  de  in- 
atelling  iterk  aqn. 

InstmnmtBl*  mnslek  ia  "™m*\  die 
altslnitend  voor  een  of  meer  inatrameoten  ie  ge- 
aebroTen,  ter  onderadbeiding  van  vocale  SHuiek, 
^e  geioagen  woidt.  Onder  vocale  mimek  rcÉent 
men  ook  die,  «dke  begeleid  wordt  door  ee*  of 
meer  inatmmenten.  E«i  bepaalde  idfetanitige 
nMiieklUeietnnr  dateert  eerst  van  de  lUde  eeuw, 
hoewel  tMt  dien  tgd  ook  reeds  inttnimentale 
mnaitk  ie  beoefend;  evemrel  wat  qj  tot  dïen 
tj)d  dennate  met  d«  vocale  momek  veibonden, 
dat  sij  sich  niet  aterk  i^atandig  kon  ostwikke- 
len.  Aanvankel^k  waa  de  inatrünMUe  mniiek 
ees  soort  arrangement  van  Tocale  weiken,  doeb 
daardoor  kreeg  die  miBick  meer  ei»  meer  een 
wecitiek  instnunentaal  kantktar,  aangtaiea  men 
bn  bet  arrai^eeven  pn^teerde  v«a  de  teeh&j- 
soDe  eigenaard  igbeden  der  leapectieTo  in- 
strumenten.  En  nn  bet  woord  nret  meer  den  mn- 
sAalen  >Toifn  b«(iaalt,  ontataan  ait  bet  ïed  eo 
den  dans  bepasMe  inatmmeotale,  of  abeohint- 
minftale  vormen  (eoite,  sonate  oavertare,  eot- 
eert).  üit  den  stropiwvorm  ontat«at  de  vatiBtie; 
de  suite  ia  een  reek*  korte  BbAken  van  Te^ 
sehiltend  danstjpe  in  eeoaeltden  toossoort 
Baeh  en  fiAidel  hieMen  nog  bba  de  mdjpboite 
(drgfwgie  vaat;  onder  Fiuadien  inrnoed  ont- 
wikkelt licfa  later  «eer  de  bomopbone  alql.  Een 
karakteristieke  voim  i«  ook  die  der  B.g.  Pran- 
lebe  Onvertore  («en  deel  in  inel  tempo  tnsseben 
twee  deelen  Tan  ttstig  karakter).  Niaimate  de 
afioaderlgke  deelen  nitgrfireider  «ttidei^  neemt 
het  aantal  «f;  de  vormen  van  sonate  en  sjmpbo- 
nle  naderen  elkander  meer  en  meer  en  «^en 
tot  een  drie-  k  vierdeelig  ^pe  deela  sonaten, 
deeh  Ued-,  deele  danaronn  of  rariatieew  De  bei- 
de Diteiete  deeieoi  eener  ajinphonie  of  sonate 
•t*«n  meestal  in  den  i.g.  aonate-vom  (sie  ^■ 
daar),  bet  lingaame  deel  (Ad^o  lA  Andante)  i« 


DigilizedbyGoOglC 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


INSTRUMENTALE  MUZIBE— INSÜLINDE. 


in  HeAronn  cf  bcetMt  oU  nrJAtiee,  bet  denk 
dml  ia  eea  memiet  —  Ikter  sAerao.  Zeer  vaak 
Hut  het  laatste  deel  oei:  in  rondo-Tona;  Braknu 
gebruikt  lelfe  den  ehoconDe-Toim  (4de  ejindbo- 
nie);  nok  Ictopea  de  Tormm  sotae  is  eftnar  [Mo- 
xarl'i  Jupiter-^wfaome,  2de  deel).  Ouuxleweg 
TerÏDDerltAt  sieh  eet  nitdrukkinssTMmogen  dei 


oiek  «n  boogt  vTudif  {Lml,  Hiehard 
StTfnua).  In  d«  rnstuHDenttJe  iDviiek  wek  Iitoq- 
«ens  de  vetklMiking  van  be;»allde  stemmingeil 
ook  door  iihutiatiea  niet  menw;  men  vindt  ie 
o.  a,  leedt  bq  de  TioegeTe  Frauecbe  kl&viertoin- 
poniaten  (Oonserm,  Ann«<iu).  In  de  oikettTak 
mozifÉ  be  [leent  iq  weor  bgzoMier  Steik  bg  de 
jongere  Fnuncfae  fDefrtiuy^  Rovel,  RouueJI.  Zie 
vofKti  ook  onder  ITttiüi:,  Pro^nnHnitnHmeA,  So- 
nate, Sfntphome,  SviU  eni.). 

Inatmmantetie.  Hieronder  Tentut  men 
de  WQHV  vinr<¥  ^  partgen  van  een  «m{M»itM 
Toor  een  en«emUe  VKn  iMtnunenten  omr  d« 
veraehilloide  mBtmnwoten  ign  TerdeeU,  o{  de 
koDst,  een  deiwcdt'ke  comjKwHIe  iM  te  s^tijjien, 
dat  ie  goed  klinkt.  De  inrtnunentatse  Tan  een 
uMuieiaweTt  m  te  Teig^^ea  met  de  khnr  «an 
een  actülderj).  De  insinifueQtatieiuiwt  eïidit 
vooieeMt  een  goede  looiitelliiig  nn  het  klant- 
effect  en  TooctB  een  namvkeDrige  kennis  lan  de 
«iwciale  {^aaidheid  en  de  tedmiek  Tan  ek  in- 
etnunent  afzonderlgk  en  b^endlMAi  met  bet  ef- 
fect Tsn  de  Terachillende  ocHsAjinatiee.  Die  eom- 
binaties  i^n,  lelJs  ^j  een  b«9eA4  aantal  ver- 
■ehalende  instrnmeiiiten  (nHiM(Hittet^  om^  de 
meeste  inatnmenten  in  de  TendnUende  regi*- 
ten  van  bon  omvang  weei  ^eisehilloide  klaiA- 
manees  hebben^  en  imè  doe  steeik  geraQen 
TooAloen,  dat  een  «nilnnatie  Tan  twee  bepaaUe 
inKtiaoenten  is  het  eene  geval  mooi  ia,  maai  in 
bet  andec  genl  ni0t  dengt. 

Naanmte  de  inebramentale  mnüek  licli  meer 
als  een  letbtan^^  kunst  ontwikfaeMe,  ia  Aa  in- 
atnMDentatie  ook  van  meet  betec^enia  gewor- 
den. Aanranfeelök  staan  de  TerMfaülende  groefwn 
(et^kera,  bonten  btaasinstrnmenten,  koperen 
blaafiineintmenten)  gioepegewgse  teffüiom  elk- 
aar of  verateiken  Pander;  Mdeii  Haydn  ont- 
wikkelen de  inatinmenten  van  een  oikeet 
itdi  mecT  tot  selfitandige  tj^n  van  bepaalde 
klankaebdeerfugen.  Tusaohen  den  oikeehmmpo- 
niat  en  de  oikeatbsetting  ala  wodanig  bestaat 
natnnrlgk  een  Mkere  wi«ehreiÉing,  maai  toob 
i(  *an  den  eomponiet  steede  de  aümnlaaa  nit- 
gegcan  TOOT  ie  ontarftkeUng  Aei  inatinnieDlatie- 
koDst. 

Xtwtmmentwi  ign  in  het  idMmeen  werk- 
tuigen, faidpmiddelen,  waatmede  door  meehani- 
B^e  weikiiig  andeie  voorwerpen  venraaidigd  of 
wiaamaniDgen  gedun  worden,  looak  met  pb;- 
aiadie  en  aetronomia^e,  of  opeistiBn  veindi^ 
yjj.  met  (tünitgieche. 

In  de  ntnziA  ign  inetromeaten  ^tedtm- 
gen,  waarop  of  waarmede  mniiek  wor-dt  gemaakt. 
Hen  kan  ie  verdeelen  in  drie  gioote  hooli)groe- 
pen:  'I.  Snaaiinstnunienteii,  13.  blaaainatramen- 
ten,  m.  BlagiDBtramenten. 

I.  De  inaarinstiomenteD  ^n  weer  onder  te 
vardeelen  in;  a.  etrjJkinefTnmenten,  b.  tokkelin- 
•tmmenten  en  e.  UaWeiinatmmenten.  <hiiier  o. 


behon«n:  de  Tiool,  de  alt-viool,  de  violoocel,  de 
contrabaa;  onder  b.  de  barp,  de  gnitaar,  de  man- 
doline, de  Inii,  de  ö^Mt;  onder  e.  de  piano. 
II.  De  bkuwinstramenten  veideelt  men  in:  a. 


net,  fagot,  eaxofoon  eni.;  tot  6.-.  boom,  trom- 
pet^ bamin,  tnrt».  Ala  klavierinstranent  ran  de- 
ze groep  kan  men  bet  mgel  en  bet  harmoninm 
besdionwén. 

m.  'De  Bh^nstranenten  kan  men  ver- 
deelen in:  o.  melodia^  (iKe  bcfiaaMe  toom  kan- 
nen laten  booreo)  en  6.  ihjtbmiaciie.  Tot  a.  re- 
kent men  pankeo,  klekken,  xjloloon;  tot  6. 
trommels,  bekbns,  triangel,  tamtam,  castagnet- 
ten^ tanboerqn. 

Bierondei  lijn  niet  e«toetnd  TeracbiUende  in- 
stmmenteps  die  in  den  loop  der  tj^des  verouderd 
i(jn,  ala  viriginaL  elaviehord,  elaveeinAtel,  spinet, 
•'■-  onder  grocf  I  e.  itjn  ti  '  " ' 

,    !ipent,dae  onderll   t     ,    _. 

»ndetl^k  slaat  ook  een  inatriMDent  att  die  ee- 
U$h  (ue  aldaar). 

Ommngfjike  en  kostbare  instnHueirteavenn 
meUncen,  aie  een  aaaadionweli^  boM  geren 
van  de  ontwikkeling  en  ireiuideriDg  der  instm- 
menten,  iqn  ojm.  dw  van  bet  Sontli-Eenaington, 
masenn  te  Londen,  van  de  eoDMFratora  te  Pa- 
rjja  en  BnM»eI,  «an  bet  Hejer-moaeon  te  Een- 
len  en  de  verzameling  van  Dr.  D.  f.  SeAeurleer  t« 
'a-Qravenhage. 

Immbordliuttle  is  bet  opaettelgk  aanrui. 
den  TAn  een  meerdere;  bet  lieo  met  geweld  (rf 
onder  bedreiging  met  geweld  tf^n  bem  renet- 
ten ;  bat  bem  oeiooven  van  inn  >n:^bwd  v«n 
handelen  en  bem  door  gtnreld  u  bedreigen  met 
geweU  dwingen  tot  het  volvoenen  -mn  of  tot  liet 
nalaten  ecner  AienebverriehUw.  TervoWens  is 
nog  inanbosdinKtie  bet  beleed^en,  oUadieldeD, 
beècfaiatpen  van  een  meerdere  door  gebaar,  dawi 
geaehrift  of  afbedfing. 

luaobrUn  waa  de  naam  tcd  een  maebtig 
Galliadi  rolk  van  GaKa  Tianspa<kna,  d»t  bel 
eerat  ran  alle  QaHiecbe  volkeren  om  de  Alpen 
getrokken  was  en  na  de  overwinning  der  Etnm- 
lers  in  396  v.  Ohr.  bet  W.  van  Opper^taW  in 
bevrt  bad  genomen.  Hun  boofdBtail  wae  Hedvo- 
hnnm  fUilaan).  Zg  werden  in  333  v.  Chr.  door 
de  Romeinen  onderworpei^  en  door  de  stiebtang 
van  de  militaire  koloniSn  Ctemona  en  Ilacen- 
tia  (Ftaeenw)  in  beiiwang  gebovden,  doeh  ittm- 
den  in  218  bg  het  beggn  ran  den  Tweeden  Pnni- 
aAen  Oorlog  op  en  werden  eeset  in  l&l  voor 
goed  overwonnen. 

Xnanttloientle.  Zie  Harbciekten. 

InanUnde  f^e  de  kaart)  diüdt  in  het  alge- 
meen de  gebeele  eilandenweield  tnaaehen  ZXt.- 
AtiS  en  N.W.-AostraHe  aan, eender  grootele  en 
de  belangrnkate  atch^  van  alle  eÜandengKN^en 
der  aarde.  Mees  kt  bet.baaonder  TCntaat  men  er 
die  eilanden  onder,  i£e  de  Nederlandaehe  beiit- 
tingen  in  de  Anatmal-Aiiatia^  Ifiddebee  (ne 
aldsai)  Tonnen.  In  laatetgenoemden  lin  lal  de 
naam  ook  hier  ter  plaatae  gdmikt  worden. 

OnldthkingigeMekiedenii.  CkntT«nt 
de  oudste  toobten  naar  Inanllnde  is  nieta  be- 
kendl  alteen  etakt  «onreBl  Tast,  dat  de  onblAflrii^ 
leei    waarael^nlgk    (unrtre^  het  begin   onaec 


DigilizedbyGoOglC 


bij  iJftwa  dwtp»"  (=  gierateiUnd;  gierst  hii 
Toor  pkdi),  4.i.  Jati,  werd  OMigedMik  Hnim  een 
e«aw  bter  (±  150  D»  Ohi.)  wonlt  J*m,  oodei 
den  Du4a  ^ftbMËoa",  VHmeld  bq  den  Aieiia- 
drgucheQ  gekepde  PMeaMwut,  die  ook  nede  an- 
ders eiUnden  der  SoeuUgioep  gAemd  lehqnt  t< 
htUeB.  Eent  eenige  eesmn  latw,  n.  I.  in  4<M, 
wordt  Jwr«  weei  g«iio<Dtd  eb  wel  door  den  Clii- 


r  hter  (51$  Tinden 
wji  reedk  in  de  Chineeeebe  uinilHb  een  bewiiiTij- 
ring  TMi  Snnutnk'i  Noorikurt  (At)di),  en  tal 
Taa  andere  bcriehten  ateUen  bet  boiten  twüf ' 
dat  lodert  de  Ode  e«nw  altiw»  baodebbetnliKi- 
gen  met  Chiia  en  VoorlndiS  beatoiKten.  Sedert 
M  Me  eeww  kwamea  ei  oofc  Arabüche  «n  Per- 
lii^e  koMiKeden  of  icevaarden,  ja.  76ii  Chor- 
didUuk  [W)  kas  ab  de  «««cafiadie  cmtddler 
Tan  InanHnde  giédea;  b^  ia  Ae  eeistt,  die  deo 
Mheelen  ani)4wl  lermeldt  en  taonrigk  jaiat  ia 
hoofdtrekken  beeclinfft,  Tan  Atjeh  at  tori  de  Ho- 
lukken  toe.  Of  bem  folgda  (851)  de  BagdMJadie 
koo^an  SaUxmim  eo  TeciDoedelijk  meug  amder 
reiai^T;  want  ipoedig  begonnea  de  Arabierao 
mtb  is  lanliada  te  veatigen  en  er  de  imoeriDg 
laa  den.  Iitam  toot  te  btreidea.  De  groote  Ara- 
"    '  :   I6n   BalMtak  betocfat 


Ifa  Hoeait  en  (1486)  Fei  Hiiji,  beide 
daanaobe  Cbiiteeaen,  Urwgl  reed*  Tcoeget  (1292) 
ab  Berate  Ëviopeaan  Marea  Polo  Stönatra  be- 
tocht,  na  beoa  (1482)  Nieold  éé  OoiUi,  die  leer 
waaiKhJinlgk  behalve  op  N.-Snmatra  ook  op 
Jafa  i«  geweest.  Hoewel  dua  op  bet  einde  der 
15de  etmw  tan  «n  ander  oantinit  iMnlinde  be 
kend  waa^  ook  in  Earopa,  werd  feitel^k  toch 
«ent  de  tinier,  weUce  deM  eikodeD  tooi  de 
WeateiUn^an  ala  in  een  gebeimciiinig  waas  hnt- 
d«,  opgelicht  na  7asoo  de  Oama'i  beroemden 
tocht  naai  Toof-IndiS  |14BS)^  waannede  de  loo 
lang  gesocbft  leoweg  naar  hel  ink  der  apeeerqen 
•n  andere  koaïbaaifiaden  ftwonavn  w««. 

Da  aoo  how  geiebatte  Indiecbe  orodneten 
kwaun  ook  wel  iceds  gKdnrende  de  HiddelBen- 
wen  ae&i  Eurm»,  maar   slechte  in  betrekketgk 

ftringe  hoe^eeflieden  «n  orer  land  (Egypte  en 
lein-Aaifl],  en  nadat  de  leuken  meester  waren 
Eiwordea  van  bet  oostelnk  bekken  der  Ittddel- 
ndscbe  Zee,  dreigde  de  handel  in  infitdie  wa- 
ren g'Aeel  te  niet  te  gaant  DertMlre  weid  de 
weuMi,  om  leli,  «n  wd  over  ae^  Indil  te  berei- 
ken steeds  loiondiger  bü  de  toenanalige  handel» 
volken,  en  einde^  geldte  het  den  Botti^eMn, 
den  ieeiw«g  te  viukn. 

Het  het  optreden  der  Eatc^Maoen  als  reni- 
geia,  ontdekliers  en  T«roTeraau  te  Itwnlinde  be- 
gint een  nimwe  penode  in  de  ontdikkinirage- 
•dttedenii,  w«ai4}g  de  Portngeesen  een  timaDg 
de  ledding  hadden.  !NMlftt  duen  lieh  Tan  Malaka, 
het  toenmalige  middelpuot  van  den  handel  in  In- 
dtaebe  waren,  badden  meester  gemaak-t,  ont- 
stond ^oedi?  bjf  ben  de  wen«{4i  bun  invloed 
over  de  eilanaea  Tan  den  Indiecbea  AreUpel  ttit 
te  breiden  en  vooral  de  Specerg -ei  landen  of  Mo- 
hikken  in  betit  te  nemen,  Reeds  yó&r  de  reroTe- 
ring  van  Ublska  (AngnetDa  )5]i])  waren  ijj  lati 


het  N.  vsn  Sinnatra  in  aanraking  gekomen 
(1509X  en  emirdddlük  na  de  Tennering  lond 
AUmquer^mt  eenige  lebepen  onder  Jnfamto 
d'Abreu  naar  de  Hohikken,  de  eerste  rei*  tsji 
EnrofMesehe  aohepen  door  den  Arcfaipet  waarbq 
de  Baadaetlanden  beoodit  weiden.  In  1512  rer- 
Bcbenen  ^j  Cfi  Tenaite,  en  tien  jaar  later  ler- 
kragea  tij  hét  monopolie  van  den  knudsagcj- 
taandeL  Toen  hadden  cieb  echter  ree(b  of  hat  tOt- 
Irari^  'Hdare  Btedediofpeia  geTeetigd,  n.  1.  de 
Soanjaaiden,  die  og  de  reis  Tan  MagtÜuitnê  (aie 
aldaar)  de  PbiÜ|ipi|Den,  Broeoei  (op  Bomeo),  de 
Soeloe- eilanden,  SalmaJiera,  Ba^an  en  andere 
eilanden  aandeden  en  siA  of  Tidue  fevtigdeii 
(1521),  eebter  spoedig  bnn  aaunnken  op  deHo- 
inklen  aan  de  Fortugceien  atatonden  en  alleen 
de  Fbil^Yiqnen  beset  hieUen.  De  Portogeeie» 
Tonden  in  hun  monofMliofxditiek,  welke  veel 
T«n>et  bg  de  Tolken  nu  Insnlinde  tütloUc^  een 
wrfkonoe  ^leiding  om  bon  inrvtoed  en  maekt 
nit  te  brüdei.  Wd  bieren  de  HoUdcen  in  del 
O.,  Hakka  in  het  W.  hna  booMreeticingen, 
maar  ook  met  de  PaMeaehe  eüanden  en  Nienw- 
Qninea,  Celebet,  de  Bangernlaoden,  Bomao,  da 
Solor-  en  Teidere  Kleine  .Soen^ülanden,  aUook 
met  Jsnt  en  Snnatra,  kwamen  ig  in  aanraking. 
1b  1580  geraakte  fortnal  met  iqn  kolonWn  in 
de  macht  der  3paiüa&raen,  en  toen  bet  land  in 
1640  aqn  onafiiankel^Uisid  terwkreeg,  waren 
de  koloniBn  in  Insnliöde  grooteadeele  verloren 
gegaan  aao  een  inraiiddek  opgetred«i  nieuwen 
mededinger,  de  Nederlanders. 

I«ngen  tgd  hasMen  de  Nederlanders  de  In- 
dische waren  te  liwabon;  toen  nu  de  Spaansdie 
koning,  na  ign  abwMtng  Jn  1581  door  d«  Noofd- 
NednrlandacAie  gsweatei^  den  NederlasdMbett 
handel  wilde  kmd&en  door  in  IS8S  MTerwacbts 
alle  NedeiUndadie  «ebepen  in  de  bnTena  van 
Spanje  en  PoiüRal  in  beslag  te  doen  nonen  en 
wl)mni  te  v eikWren  en  een  herbaling  van  dien 
maatngd  elk  ooaeabllk  Ie  vreeien  ttoaii,  beslo- 
ten de  Nederlaaoedie  koofriieden  gmolc  te  ge- 
ven aan  een  bü  sommigen  reeds  lang  gekoeateid 
Toonumen,  n.1.  cca  te  traditen  leif  den  weg 
naar  IndiB  te  vinden.  Reeda  hadden  enkele  Ifc- 
deiisndeis,  Af  Eooak  Jan  HugtMiu  van  Liiueko- 
ten  in  Portufeeidien  diens^  öi  looala  de  predi- 
kant.geograaf  Petrus  PUmeiui  door  tntachen- 
komat  van  derden,  eendge  keonia  aangaande  In- 
difi  weten  te  Teckrggen,  Msdaiiks  de  gdieimboii- 
ding  TSB  Poptngal,  dat  leHa  op  bet  nitroereo 
Tan  leekaarten  de  doodstiml  stelde.  Ook  werd 
getracht  in  Portugal  aeU  iniiehtingen  omtrent 
den  te  volgen  zeewes  te  veikr^gen^  en  den  3den 
Aoril  1595  leDden  8  schepen  onder  Conietis  ift 
Houtman  en  Ja*  UotmoÊT  als  sdiif^n,  van  de 
Teede  van  Texel  nit  en  bereikiten  den  5den  Jnni 
1506  het  eiland  Engano  aanSnmatra's  westknat, 
den  2Q>ten  Jnnt  Bantam  <^  Java's  noodknet.  Na 
nog  eenige  snkre  ponten  aangedaan  te  hdiben. 
weid  den  26aten  Februari  1597  de  tenigreis 
aanTaaid  en  den  14den  Aogoetas  Texel  weder 
bereikt.  Daarmede  was  de  wag  geiMand,  en  wel- 
dra volgden  nieuw«  tochten,  too  reeds  iq  1598 
die  vaa  Jatx^  van  Neek,  in  Ifi99  die  Tan  Wav- 
Kgdc,  die  de  Hobkken  beiodit,  ens.  Hoewel  bjj 


denoekingen. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


voorgKFtid  Btandei^  g»en  tij  toch  aanleiiHng  tot 
een  snelle  mtbiuding  der  iMi()ri^ak:nadige  keo- 
Dis  ran  iDSDlLndA,  welke  tot  dd«B  t^d  in  hooM- 
Mtk  beperirt  w«  tot  taetgeen  dtwemtieDt  in  het 
wetk  TUI  Fan  Lituehoten  (lie  fthlur)  weid  me- 
dwedeeld.  Van  groote  bet«ekeiiia  «as  in  dit  op- 
rieht  de  Btiehting  (16(6)  der  Oost-IndSsiïhe  Cem- 
pognie  (sie  kldaar),  wql  tbani  ireklrft  op  oader- 
tdiek^a  eilkoden  vute  DedertettiitgeD  plaats 
hadden  en  oodanocÉiDntiKhten  anJenMmen 
«enden.  Zoo  «erd  in  1605  de  „IhnAen"  onder, 
WiUam  Jann.  tan  Bantam  nit^eionden  naai 
Nien«-<3irinea,  oo  «elke  lei»  ook  de  CaTpentaria 
Golf  aan  ATiftiaDCB  N.-kiMt  bmoeht  «erd;  «aar. 
op  lal«r  uiemre  todtten  naai  die  Oobt  en  SJideie 
'deden  van  Anatialii  Tolg<den.  In  het  W.  tan 
Inffnlinde  TÏel  bij  de  kuiut  dei  Nedeihudeir» 
(Tcen  Dienw  land  Tin  beteekeoie  neer  te  ontdek- 
ken, ia  het  O.  en  Z.0.  «eidUi  ^loedig  de  gien- 
len  Tan  Ininiinde  bereikt,  en  daairoede  eindtg- 
den  onmtieeke  het  midileD  der  17de  eennr  (1644 
t«eede  leie  lan  Abel  TMtnan)  de  onderaodtinga- 
to^ten  der  Compacnie.  Wel  werd  nog  een  en- 
kelen keer  een  oaderioeker,  looals  Rumphiu», 
door  haar  ^tenniï.  maai  OTerig«na  bekommer- 
de z»  lidi  niet  veel  om  de  bimeManden  der 
elanden,  «ül  lulka  Toor  baar  doet,  groo4e  «ia- 
vten  door  den  handel  te  behalen,  niet  noodSg 
was.  ZeUo  «end  het  leiten  in  die  binneahiKlen, 
erenala  het  pniilieeeren  van  kaarten  van  de 
eilanden  of  biin  ondeideelen,  Terhoden.  Hierin 
k«am  eerrt  veiaiidetiii^  na  den  val  dei  Comf»;- 
nre,  das  sedert  hot  begin  dei  19de  eeuw,  boen 
loawd  «etenscha{>pelÜke  drang,  ak  de  eiscfaen 
<lei  piaetgk  de  noodiakelijkheid  leerden  ineien, 
om  Tta  tand  en  volk  in  lawHnde  een  grondiger 
studie  t<B  maken,  dan  tot  dosrei  het  geval  waa 
Mweeat.  In  i£t  i^ieht  maakte  lieh  tijdene  hed 
Ensehefa  tunolieMieatnai  de  taitenant-gooTet- 
neni  ran  Jara,  air  Thomas  Slamtard  Raflles, 
leer  Terdienstelnk,  en  nadat  de  koloniën  in  het 
beiit  mn  Nederland  «aren  t«nigg«keenl,  begon 
een  teeks  «eteoeolKipfidqke  onaenoekjngitoeh- 
ten  op  de  Teridullende  eilBDdo4  «aanloor  de 
gei^rafiaefae  kennis  ran  InMÜnde  met  renien- 
■ehreden  is  Toomitsegaan,  al  lalt  er  nog,  moral 
in  het  ooeteTflk  deel  van  Inanlinde,  «eer  Teet  op 
dit  terrein  te  doen. 

Hi«  ter  plaatee  kunnen  alleen  d«  Toornaamïte 
reilen  op  (k  Ikoofdei landen  vemieldiiK  ^nden. 
Een  der  TioegBt  bekende  deelen  ran  Insnlinde 
waa  ooget«Dfe!d,  looals  J^ed»  werd  oppemeikt, 
Java.  Maai  al  «aa  bet  eiland  op  bet  oinde  der 
18de  eeD«  in  gtoote  trekken  bekend,  tocli 
-  l>egonneo  ook  hier  het  «eikel^  geografisch  on- 
deraoek  en  de  weteDscha^pelfake  waamemingeii 
niet  vóór  de  19de  eeD«.  Zelle  de  kennis  oer 
knaten  «as  geftirriiki^,  en  eetat  d^  Java-ooilog 
deed  de  behoefte  aan  goede  kaarten  gtrroelen; 
daartiii  vermeerdepde  met  de  toewemendie  veitig- 
bedd  het  aantal  leiiigen  en  steeg  voortduieni 
ocA  het  «etenBcbaweluk  Kc4ialte  der  «aanKinin. 
gen,  ïooala  uit  oe  werken  da  er  onderzoekers, 
ttaffles^  Junghukn,  Bleeker,  Selberg,  Van  Hog- 
vetl,  Perelaer,  OrOTiemon,  Verbeek,  Fennema, 
Van  der  Slok  ena,  Mijtat.  Terw^l  de  tnsten  dooi 
den  Hjdrogialiachen  dienst  nw  «keurig  opge- 
meten «erdeo,  «a<  de  Tqiogr&fisehe  dienat  bóug 


met  het  inkaartbrengen  van  den  bodem,  en  wei- 
den op  ieat  «ÖM  de  boa«stoffen  Teraametd 
de  mooie  „lUsideDtiekaarten".  Weldra  be- 
na  o<A  bet  miiteralo^^iaeh^eologiech  onder- 
u)^  «aaiun  de  „Qeolo^sehe  taart  van  Java  en 
Hadoera"  met  beedtijJTui^,  door  de  mgnin^e- 
nienrs  Verbeek  en  Fennema  te  danken  ia.  N>et 
minder  aandadit  «erd  aan  de  bevolking,  asn 
de  planten-  en  dierennereU  en  de  cultnnn^ 
wassen,  alsook  aan  de  meteorologiselie  versehqu- 
selen  en  <£e  der  lee  g«wgd.  Er  verschenen  dan 
ook  aebteieenrrotgens  oiver  Jan,  een  drietal  stan- 
daudwetken  (fan  Raffies,  Junghukn  en  Veth), 
looals  ei  geen  enkel  over  eea  ander  eiland  nn 
den  Arriitpel  bestaat. 

Al  ign  ook  de  eerste  berichten  untnemt  Su- 
matra  Van  even  oude  dngteekening  ab  die  van 
J&va,  toeh  bleeJ  o«ae  kennia  van  bet  binneiriaud 
eenweu  lang  niterst  geringt  ja  bepaatde  licfe  on- 
ie  kennis  van  bet  eila»]  feitel^  nog  in  het  be- 
gin der  vorige  eeuw  in  lioofdiaak  tot  dte  gedeel- 
ten der  k'OBt,  «sar  bet  Nederlandsch  gezag  ge- 
vestigd «as,  tenrijl  uHs  beden  ten  dage  nog 
^een  wetensdMjipedüke  'besetirn'ring  van  bet 
eiland  in  ijjn  geheel  moge^k  Ia.  Elchter 
hriAwn  militaire  exiwditóea,  wetensehappelifke 
reizen,  geologösch-minerslogiaiAie  nasporiogen,  in 
Teiitand'  met  de  werkiaainheid  van  zendelingen 
en  de  veeti^ing  van  landbouwondenieimingen^  on- 
ze kennie  met  weinig  venueerderd,  terwijl  de  h;- 
dragrsifisdie  en  topc^Taiisdie  dienst  van  een  aan- 
zienlijk gedeelte  des  eilands  goede  kaarten  bd>- 
ben  gelaverd,  de  mijnAngenleuis  het  eiiand  ten 
deele  geologisch  ondenooht  hebben.  Onoe  ken- 
nes  van  Atjeh  dvffteekent  van  het  begin  van 
den  Atjeh-ooilog  (1^73)  en  «erdi  niet  weinig 
vennterderd  door  de  onderzoekingen  van  Snouek 
Hurgronje,  waaioaaet  ook  Kniyt,  Langen^  Jaeob» 
en  ViAt  genoemd  moeten  «oiden.  De  Bataklan- 
den  weroen  bereisd  door  vele  zendelingen  der 
,Jtheiius(be  Hiesions-OeselLs(diaift",  alsmede 
dooi  ondenorikers  als  F.  Junghukn,  Henny,  Cal* 
Banm  de  Roet,  Hagen,  Moitigiiimi,  Wing  Ea*- 
ton,  Volx  e.  a.  Midden  Snmatia  «erd  bet  eerst 
beter  bekend  door  de  Padri-ooilogen,  waarop 
weUia  d«  reilen  van  leden  der  „Katour^yndige 
Commiaue"  (Mütler,  Hömer  en  Korlkali)  voeg- 
den; Van  nog  grootet  beteekeuH  «as  de  expedi- 
tie tot  ondenoek  van  Hidden-Snmatra  (1877 — 
1879)  door  het  N«i  Aaidi.-Genootschui  nitge- 
Kinden  {Sekouw  Sanlvoort,  Van  Hasmil,  Veth 
en  Sneileman),  terwijl  uit  lateren  tijd  vooral  de 
rds  van  IJxerman  dwars  door  Sosnalra,  het  geo- 
logisch ondenoek  van  Vefbeêk,  Fennema  e.  a.  en 
de  militaire  eipsdilliee  ia  de  Qajo-  en  Alaslan- 
den,  in  Djambi  en  Korintji  veimddiag  v«rd>ie- 
nen.  Dergdqke  eipeditlee  beUien,  in  veAand 
met  het  geologisdi  ondierzoek  dei  mqniogonieurB 
(Verbeek)  o!  van  bnitenlandiche  geologen  (Erb) 
en  reilen  vm  natanronderzoeker*  (Öramberg, 
Moknieke)  en  ambtenaren  [De  Sturler,  Slorm  van 
's-Qrmejande,  De  Clerq  e.a.)  ook  ZniiiSunatra 
beter  leenn  kenoen.  Aan  de  bestnuitamibtenaien 
betiben  «ü  ook  menige  bgdrsge  cnrer  Ooet^nma- 
tra  te  <^ken  (JVebeAer,  8eAo<^  Nenmann,  Van 
Deldm,  fats,  Vm  Rijn  van  Aucemade  eni.).     * 

Op  fiet  eiland  Bomeo  iliadden  «el  ia  waar  reeds 
tegen  het  einde  det   ISde  eenw  eenige  reizen 


DigilizedbyGoOglC 


S'uti  dcoc  f.  J.  Hartmann  tengeaoit  dar  O.  I. 
ompagnit,  die  ».  a.  in  1790  den  Buito  tot 
Mo«uB  Taweh  (J*  Z.  Br.)  bevoer  eo  op  een  der- 
deit  tocht  bij  llonteUt  Termoond  weid,  muc 
eeiet  ba  1S20  i>«nt  bet  ood«no<k  der  biiuteii- 
Rmden  tan  eeni^  beteAnia,  Zoo  beioer  Tobiai 
iD  1S2]  als  eerste  Ewopeaau  den  Espoeai  tut 
SuUng,  ODtdekte  Harfmami  in  1823  bet  Daoan- 

f;ebied  ea  droog  Oeorg  MiÜler  tmi  het  W.  uit 
angs  den  Eapoeat  in  1823  tot  l<13'/<*  O.  L.  door, 
beiver  later  den  Uahakkam  ui  bereikte  daarbg 
van  bet  O.  nit  byna  de  fiA,  tot  waar  hg  vioe- 
ger  van  nit  bet  W.  wai  doorgediongen,  doch 
werd  hier  vennoord  (1390).  Daarofi  Toteden  de 
leizen  van  Henriei  ia  W.'Bonieo,  van  onduachei- 
den  ambtenaren  (Van  Lj/ndtn,  Wtddink,  Van 
DeiÊiM)  en  vooral  van  leden  der  .Jlatnnrkandgge 
CommiuBe"  (S.  MüUet,  Börner,  KortkaU),  wier 
werk  werd  n>ort««Mt  (1843—1847)  doot  het  lid 
Selnpmer,  een  Daitsehei,  die  ala  de  eerste  we- 
twaehappel^  «ntddüur  en  beMbrgver  van  Ne- 
derlandflêfa  Borneo  kan  gcMen.  Na  1850  hadden 
een  tödlang  geen  gtoote  aardrükak nodige  reiien 
plaats,  maar  begon  bet  onderaoek  der  mjjninge- 
nienra  (Di  Qroot,  Svenrü»,  Verbeek,  Hooxe,  Van 
SehetU  ea  vooral  PoietMx  en  Wing  Eatloit}. 
Terwgl  de  regeeiinf  in  1886  met  een  topognlt- 
sche  <^Nning  van  Borneo's  Westeratdeeling  be- 
gon, namen  mant  ook  de  groote  en  ditmaal  we- 
tenecbappelgke  reiien  weer  een  aanva^,  waar- 
Tan  de  eerate  dooT  de  ,3Iaat»ehBppg  tot  Natunt- 
kundig  Ondenoek  dei  Ned.  Kolonitn"  op  touw 
geiel  en  in  1393—1894  door  BüUikofer,  Molen- 
graoff,  HaüitT  en  Hiemeenlim»  uitgevoerd  weid. 
Wel  gelukte  het  niet  dwars  door  het  etland  van 
W.  naar  O.  te  trekkeo,  maar  Molen^aaff  slaag- 
de er  tod)  ÏD,  nadat  de  waterecbeiding  tussebBn 
den  Eapoeas  en  den  Habakkam  bereikt  waa,  van 
bier  nit  langs  den  Barito  de  Z.-knal  te  bereiken. 
Ongeveer  gelgktudig  volbracht  de  kapitein  van 
den  reneralen  stal  van  het  Indiache  leger  Van 
der  Willigen^  in  opdiseht  der  regeeri^  een 
dieDstreJB  dware  door  het  eiland,  ita  Eaipoeat 
stroomcm-  en  den  Mabakkam  stroomalwaartc, 
loodat  hij  d«  eerste  ia,  aan  wien  sdHc  een  tocht 
gelukte.  Spoedig  daarna  volgde  lansa  deielfds 
route  een  raia  van  SteuvoAuii  (1897-1899), 
die  onze  keonia  der  bwolktng  in  booge  mate  Tér- 
meerderde  en  later,  in  oodiidit  der  legeering, 
gevolgd  werd  door  een  nieuwe  reia,  waarop  hg 
(1898-^1899)  langt  dnneirden  wig  trok,  terwül 
bq  vervola^t  een  reii  naar  Cüitraal-Boineo 
(.1899— 19IX)),  den  Uahskkam  stroom opwaaiti. 
ondemani  en  daajb|j  de  tot  duaver  geheel  onbe- 
kendc  Keojastammen  in  bet  N.  0.  beBoebt.  Ook 
ambtenaren  (Tromp,  Spmn  e.  a.)  hebben  in  de 
laatste  jaren  onae  kennla  van  dit  eilaod  niet 
weinig  vermeerderd. 

Oelebes  was  steeds  bet  minet  bekende  van  de 
Qioote  Soenda- eiland  en,  en  onie  kennis  van  een 
<;roct  deet  der  biniienland«n  waa  dan  ook  tot 
«oor  weinig  jaren  nitarat  gering.  Stelselmatige 
'ontdekkingsreizen  vallen  er  riechts  enkele  nit 
den  joDgsten  tijd  te  vermelden,  terwijl  wü  daar- 
entegen juist  bij  dit  uland  veel  aan  de  werk- 
zaamheid van  zendelingen  en  dienstreizen  van 
srobtenareD  te  danken  beU>eo.  Daarnaast  héb- 
ben  odk  hier  militaire  eipeditiea  en  ondeiooe- 


kingen  van  ingningenieora  vele  bjjdngeo  gele- 


C'ien  (1850),  welke  zich  echter  tot  de  knat 
erkte.  Toor  N.-CeMbes  waren  de  ivma  der 
natnat  ondenoek  e  ra  Reinwordt  (1831},  Bledcer, 
Van  Svreeuvenberg,  Biekmore  en  Von  Rotenberg 
van  belang,  daarnaast  de  tochten  van  aoAitenaren 
en  zendelingen,  looala  van  Biedel,  QraafhndiDe 
CUreq,  Mutiehenbroek,  De  Lange^  Sekican,  Wit- 
ken  ea  UUere.  In  nieiiweren  t^d  reiaden  bier 
Sekelle,  Wiekmann,  Sidne^  Hiekitm  en  vooral  de 
Zwitserscbe  naton ronderaöekeis  Fr.  en  P.  Saro' 
rin,  die  van  1893  tot  1896  Celdm  in  veracbil- 


trokken  van  de  OcAl  van  Bone  tot  de  Ooit  van 
Tomini.  De  znidbellt  des  eüaada  werd  nteet  be- 
kend door  de  reizen  en  besofarüvingen  van  Per«- 
bur.  Van  Staden  leu  Brink.  MatllU*,  Vm  ffoa- 
»elt,  Liglvoel,  Sn^lhatd,  Bakktre,  Wiggen,  Oer' 
ten,  braam  Morrti  en  de  professoren  Weber  «d 
Wicknuma-  \a  de  ooatheUt  werden  enkele  kasf 
gedeelten  door  Van  der  Uarl,  Vatmaer,  Miülk^e- 
ae«  en  Boueher,  alsmede  door  de  Saromu  ond^- 
zocht;  de  vermeerde rjng  der  kennia  van  bet  bin- 
nenJaod  ia  vooral  aan  den  zendeling  Ktnyl,  do 
natuniondenoekere  Jfmrsr  en  Von  Rotenberg,  den 
ambtenaar  Van  Uueienenbroek  en  vooral  aan  de 
Sorojuis  te  danken,  terwijl  de  ktgcagebeortenis- 
sen  der  laatste  twee  jaren  (zie  Cêtebeg,  Qetekie- 
deniei  Centraal- Cel H)es  geheel  ontsloten  hebbeik 
Sedert  bet  begin  der  20ste  eenw  wend  onie 
kenois  door  tal  van  meer  oJ  minder  ofnvangrnk» 
ontdekkingsreisen  niet  weinig  vermeerderd.  Zoo 
bereiede  I.  PllUjer  Java,  Somatra,  Celebes  en 
de  Holukken,  B.  V.  Pederien  Z.-Somatra  en 
Java,  K.  Oietenhagen  Sumatra;  W.  Vali  beaochk 
in  de  jaren  1899—1901  vow  de  tweode  maal  Sn- 
matra,  in  het  büionder  bet  Z.  en  de  Padangscbe 
Bovenlanden.  De  resultaten  van  dese  reii  vatte 
hg'  samen  in  zyn  weik:  „Zor  Geologie  von  Sn- 
matra".  In  1904—1906  beaooht  b^  in  opdracht 
van  de  Koninklijk  Pioiaieche  Academie  van  We- 
(«nubappen  te  Berlijn,  Sumatra  voor  de  derde 
maai,  waarbjj  bq  dde  expeditiea  ondernam  naar 
de  Bfttak-  en  Qajolaoden,  ter  beetodeefing  van 
den  bouw  van  het  gebergte  en  van  de  vulnoeo. 


Eij  vertoefde  een  jaar  lang  onder  de  Bahane  ___ 
den  Ifahaksm  voer  in  '1900  de  Boh  w  en  kwam 
aati  gene  iqde  van  de  wateiseheidïng  bg  de 
vroeger  zoo  bemdite  SajanstanMnen,  waarover 
lijn  oordeel  evenwel  leer  gDMtig  luidt.  De  hois- 
industrie,  vooral  de  pottenbakkerij,  bet  smeden 
en  de  ornamentiek  staan  bq  deae  stammen  09 
een  boog  peil.  De  vrucht  van  zijn  reis  waren  o.  k. 
„In  Centraal'Borneo",  (Leiden,  1901)  en  bet 
meer  omvangrijke  werk  „Qoer  dureb  Bomeo" 
(2  dln.,  Leiden  1904—1907).  A.  Maaex  en  Klei- 
ueg  de  Zwaan  bereisden  in  1906  het  binnen- 
land van  Sumatra.  Maait  deed  een  eflinalo- 
gjeeh  ondenoek  \m  de  stammen  van  het  bin- 
nenland, terwgl  Kleiweg  de  Zteaan  aaAropo- 
logische  onderzoekingen  deed.  lo  heltieltdc 
jaar  vertrok  onder  leiding  van  mevnraw  Se- 
ieiika   en    van   den   geoloog   Elbart    de  Trinil- 


DigilizedbyGoOglC 


expeditie  nau  IfiddenJaTt.  otn  den  oodu- 
dojn  te  buwlen  tu  de'beendeieidweii^  wa*ria 
Dubou  bg  het  dorpje  Tiinil  de  oveifeïglHlen  van 
het  geramte  vao  den  fitheemUhropiu  ereebu 
had  gmonden.  Het  leaaltaat  waa,  ilat  4bm  lagen 
londen  behoorea  tot  het  dilnviale  en  niet  tot 
het  tertiaire  tvdTak.  A.  R.  Spom  ondsnodit 
0.-£oiaeo,    itntiil    B.    D.    Verbetk    een    seolo- 

S'  iaehe  beéehigving  Tan  de  BandaeilaikkD  lerei- 
e.  De  Kwjtaer  ff.  Hirëchi  tiofc  tweemaal  langi 
nog  OEÉwkende  we^n  dooi  PoitogeeMh  Timai 
om  een  onderioek  in  te  itelko  naai  petioleinn- 
broanen;  daaitü  k(A)  bg  bet  vooikMnen  van  Jd- 
nlagen  vaMteUen.  N.  O.  J.  HieuuenJamf  be- 
klom in  NoTembei  1906  tooi  bet  eent  den  vul- 
kaan Batoer  op  Bali.  J.  B.  W.  van  der  MUtm 
ondeiaoeht  het  eiland  Boeroe,  teirwjjl  J.  W.  Tiuot 
mn  Patot  in  1907  bet  ZJuktte  en  gnwtat«  d«i 
'AiMfiilMtden  bereiide,  van  welk  eiland  hg  een 
kaart  poblieeeide.  B.  HtrieAt  ondernam  in  bet 
Tooijaai  van  1907  een  Keoiogiiehen  ondeiaoe- 
kinplocht  jn  bet  noz  odbekende  deel  van  bet 
gebied  der  livieten  Moeroenj  en  Barito  in  Cen- 
traal-Boineo.  Kapitein  L.  S.  FiieKer  beBindigde 
in  1907  een  veie  door  het  N.  O.  van  Nederlandbcb 
Borneo,  waarop  liü  den  bovenloop  vbd  de  Baban 
MMm,  Jf.  Moixkovigki  bereisde  in  1907  O.  en 
Centraal-Sumatia.  Het  landMbu  Bad»  ten  W. 
van  bet  Foio-Meer  in  Midden-Celebet  werd  in 


sebe  expeditie  naai  de  Soenda-eilinden  ondei  Si- 
bert  vertoefde  8  maanden  ep  LonAfok.  Hat  kiatei- 
meer  Segaia  Anak  werd  DBvaien  en  de  hoogte 
van  den  aangrenxeiMlen  vulkaan  Ooenoeng  Bind- 
iani  bepaald  op  8600  m.  Luitenant  H.  Qramberg 
beiewde  in  1908  N.-0.-£ornea.  Eg  tiok  «ver  de 
waterecbeiding  tuitchen  den  Uahakam  en  den 
Kajan,  voer  doea  at  tot  de  monding  van  de  Me- 
iera, \t6k  (Hn  de  etioomveieDellingen  van  de  Ea- 
jan  en  ging  daarna  over  land  naar  de  Bahau, 
welke  èn  «troomafwaarti  vol^ 
Selor.  W.  wOn  Btmmelmt  ooAta  .  _  .  _ 
Eiakataa-Heer  ten  einde  na  te  gaan  of  er  na  de 
peiliaffen  van  Verbtek,  kort  na  de  nitbargting 
van  188S,  bodenneranderiiigeii  badden  plaata 
gevonden.  De  waBrgenomen  veranderingen  kan- 
nes  edUer  volgani  nem  uit  mechanische  afqtoe- 
lingen  woiden  verklaard.  S.  O.  Abendtmon  on- 
deiMM^t  in  1909  voor  bet  eerst  betW.-ljjk 
Ecbiereiland  van  Celebea  met  het  oog  op  ontgin- 
baie  delfsttrften;  een  inlandsoh  tandmetei  nam 
den  weg  in  de  weinif  bekende  streek  op.  Daams 
vertrok  hg  van  de  Golf  van  Boni,  dicht  hg  Pa- 
lopo,  trok  door  Mamara  naar  Enrekang  en  be- 
reikte te  Pare  Paie  de  Stta&t  van  Makaaar.  Daar- 
bg  bleek,  dat  de  S»deiig  de  voornaamste  rivier 
van  Celelws  is.  Ten  slotte  poogde  big  om,  dwara 
d«oi  bet  Z.O.-lgk  sdüereiland,  van  Maüli  aan  de 
Oolf  van  Boni  naar  de  OoU  van  Tomini  te  trek- 
ken. Hg  ging  lai^  de  MaUli-ririeE,  tot  waar  ig 
orfiondt  Hwiaifaaar  Ie  ign,  trok  over  de  500 — 
600  m.  hooge  «ateracbeidiiig  naar  bet  Matoena- 
Meer,  «nderaocht  verder  bet  Toe woeti -Heer,  als- 
mede twee  DOK  onbAende  bekkene,  maar  moest 
toen  vavwege  den  ragentjfd  de  verdere  reis  ofige- 
ven.  tn  1910  ondernam  hg  ofinieaw  eea  tAcbt 
dwara  door  Cel(4iea,  en  wel  In  het  midden,  van 


INDE.  713 

het  O.  naar  het  W.  Tan  het  Z.  iiit  reisde  hg 
over  het  Poao-Meer  naar  bet  landsehu  Badi  en 
langs  den  Loriang  naar  de  W.-fauL  De  opvat- 
ting, dat  Cdebee  aou  bestaan  uit  een  centraal 
bengmassiel,  wsfuranuit  een  beieketen  naat  ieder 
van  de  vier  tdüereikndMi  sou  bopen,  moe(  vol- 

rAbendation  voor  goed  OMegeven'  worden.  J. 
Ktmng-Knjf  en  H.  OooF  trokken  ia  1909 
dwan  door  Z.W.lgk  CAeitet.  R.  A.  EtMoul  be- 
ïoebt  in  <I9ilO  de  slaat*  van  de  groote  nifbar- 
stii«  van  den  Krakatan  ia  1S8S.  Hei  Prinsen- 
eihwd  «n  het  Khiereiland  Djoenkoelan  aan  de 
W4)ant  van  Java  rond  hg  woest  en  odbewoond. 
C^  'beide  komt  veel  msgneet-gienand,  alacaede 
steenkool  voor.  Kleuaeg  de  Zwaan  deed  in  1910 
aniiiropfdogiecbe  ondersoeking«n  en  meüngenop 
bet  eiUnd  Niaa.  Het  N.ljjk  gedeelU  ie  deebti 
ipaanaam  bevolkt;  in  het  Z.  liggen  de  domen, 
bestaande  nit  paalweningen,  op  fieiiveli.  De  klei- 
ne, NTvoldoend  gevoede  lowoneN  staan  <^  een 
lagen  trap  v»d  oatwikkeUng.  De  geiondheioetoe- 
stand  laat^  wegens  het  beeiecben  van  djeenterie, 
pakken  en  malaria,  te  wenBchen  over.  In  verttaod 
daarmede  kon  het  ondersodc  dan  ook  niet  ge- 
heel ten  eiode  gebracht  «orden.  Toch  werden  nog 
1300  menschen  gemeten  en  konden  loClogisobe 
eo  etfaftogrWitdie  venamelingen  wonkn  BMwe- 
legd.  J.  Wamtr  beioebt  in  1909  de  eilan(Ien 
Misol,  Halmdiera,  Obi  en  Timor.  Op  Hisol  kon 
hg  een  rqk  gelede  opeennol^ng  vu  lagen  van 
bet  trits  tot  bet  joDgere  tertiair  aantoonen.  Ook 
op  Timor  had  bg  veel  snecea.  Ben  ijstMoatiscfa 
weteoeehappelp  mtdeno^  van  dat  «iland  werd 
verricht  door  Q,  A.  F.  Moten^raatl.  Hierop  volg- 
de in  1916  ent  palaeoniologiaefa  ondeno^  door 
prof.  B.  a.  Jonker.  In  1910  deed  A.  Beim  gtoïo- 
gis^e  ondeiHekingen  (^  de  Soenda-eïlanden, 
terw^l  O.  P.  Btmffatr  en  majoor  Spruvl,  in  op- 
dracht van  de  reseering,  in  1910  dt  Solór-  en  de 
Aloifrroep  ten  O.  van  Flofés  bereisden.  0.  J. 
Deninger^  O.  D.  Tmier»  en  B.  Slretemann  ver- 
hokken  in  I9I0  naar  de  MokUien  om  op  de« 
eilanden  een  aaidTgkaknndis,  geologisch,  antbro- 
pologiecb  en  dierkundig  ondenoek  in  te  stellen. 
Zoowel  op  deie  als  op  een  tweede  expeditie,  Ja- 
nnari-Afrd  1912,  wera  vooral  bet  eiland  Boeroe 
dootknust.  De  eerste  planoen  om  de  laeètraart 
in  dienst  van  het  wetensefawpelgk  ondenoek  van 
Insgiinde  te  etell»,  ign  anomitig  van  wglen 
den  leeottieier  Rawdialdo.  die  dooi  ffliMel  van 
een  beBtaarbaren  IncbttiaJlon  Nieow-Oainea  wil- 
de ondenoeken,  maar  btj  een  vliegoogeh^  om 
bet  leven  kwam.  Eenige  jaren  later  werd  dooi 
den  Zweed  Eri  MjOber^  het  denkbeeld  getw*'^ 
Nieuw-Ooi  nea  met  vliegmaebines  te  ondenoe- 
ken, welk  [dan  eebtei  tot  dusver  niet  tot  uitvae- 
ring  kwam  en  in  vakkringen  ook  weinis  bgval 
vond.  Het  plan  van  den  Nooraefaen  onldekkings- 
reiiigei  Oarl  Lmnholtx  voor  een  weten  scbuipelg- 
ke  leis  door  Nienw-Gniikea  w<erd  vergdda  dooi 
het  uitbreken  van  den  Wereldooriog;  daarente- 
gen deed  hij  in  1918  en  1914  belangrqfce  ondei- 
loekingen  op  B<wiieo  in  het  stroomgebied  der 
Barilo.  Voor  het  verdei  onderwek  vaa  Nieow- 
Oninea  wrw^ien  wg  naar  dit  eiland. 

Naatn,  Ligging,  Orenxtn.  De  tenn- 
wooidig  veel  gd>nukte  naam  Insulinde  (La- 
tgn:  vuula  —  eiland)  weid  door  BvUattdi  iw 


DigilizedbyGoOglC 


^n    .JHu    HftTelaar"    het    «eist    ^raikt    va 
Toonl  door  prof.  Veth  in  de  aftrdrnkAnnd«  in- 

CMrd.  fii)  beteekeirt  een  uit  eiluiaen  bestuml 
iC,  dw  hetMlTik  >h  Indise^«  Archi- 
pel ot  aU  de  Doitsche  beDaming  „Inaeliodien" 
DunuuMt  il  in  DaitcehliDd,  mar  hict  voorbeeld 
Tu  Prof.  Battiaa,  ook  de  ben«iiiing  Tmtone- 
sie  (Oiieksch  netot  =  eilutd)  ^niik^ök,  als- 
mede d^e  ytn  .JJaUriedier  Archipel",  terwijl  de 
Engdschen  tmi  „"nie  M&l«j  arcfaipeligD",  de 
FranscheD  vin  „l'Inde  malaire"  of  vui  ,j'Ar- 
(Aijpel  asiatjqpe"  cprektn.  Bepeikt  men  den 
iRMm  tot  het  Nfiderluideeh  gebied,  dm  heeft  bq 
dat  dweUde  beteeluDis  ste  N  ederlaniiaeh- 
0  o  e  t-J  D  d  i  K,  mtei  algemeen  genomen  ia  hü 
gel^wttiTdig  met  Anitiaal-AiiatiMlie-ATciiijKl 
of,  zooala  het  bq  de  SaraMim  heel)  Iod»-Aa- 
etraliiehe-ArciiipeL 

InaDÜDde  itrckt  iMi  nit  tMadben  de  werejd- 
deelen  AiiB  en  AustraliE  aan  de  eene,  den  Oroo- 
ten  en  den  Indischen  Ooeaan  ua  de  nadere  ij^le, 
tiHBdien  )8^  N.Br.  en  11*  Z.Br.  en  tosadben 
95*  40' en  141*  O.L.  v.  Gi.  Het  bedMi  gebeel  nlt 
eilaodea,  Ae  grooteiMl«ela  in  bet  beiit  «ia  Tan 
Nederland.  Het  NederlandBohe  Kebied  heeft  in 
hel  W.  en  O.  de  ree(k  veimeMe  grenaen  en 
Blrekt  lidi  in  N.-2.  itehting  tuKbeD  6*  N.  Br. 
en  II*  Z.  Bi.  ml  De  bgging  toueben  twee  «e- 
tehtdeelen   en   ïaiee  -weiehneeln   ia  geografiieh 


!i  merkwaardig,  irant  datnkior  miat  de  Arehi 
pel  een  leltataixnge  ontnrttteUng,  vormt  daaien 
tegen  in  telerlei  opeieht  (bodeniReateldheid^  kli- 


mut,   orpaniBeh  leven,  gesehiftdéws)   een  ovet- 

nagt^ied,  waarnaael  evenwel  individnee- 
igentardifihedeD  niet  ontbc^bn.  Daardoor 
il  dit  g(fci«d  in  liooge  mate  een  zeer  geecbikt 
teriein  tot  beitodeeriog  en  ofiloeaiDg  vao'  weten- 
sehappalgke  Tiaagetnkken  on  veleriei  tenein.  Bet 
NedemndMfae  gAied  beeft  overal  natuDrlqke 
[water]  grenaen,  bebalve  op  die  eilanden,  waar 
tereoB  oen  andere  mogendtieid  gevestigd  is.  Hiet 
^jn  de  grenzen  dooi  traetaten  met  de  betreffen- 
de mogendheden  geregeld. 

ÖTOndpebied  tan  N ederlandieh- 
tndië  il  net  complex  der  landstreken,  vroeger 
docr  de  OostJndiecbe^omipBgnie,  daaniB  aoot 
den  NedeHandidien  Staat  v^nltregetk,  door  vei- 
ovedog,  door  occopatie  of  dooi  bet  aangaan  van 
overeeniomiten,  hrtaö  mot  andere  Eur<q>ee«*ie 
mogendheden  (tiaetaten),  hetzS  met  inlandeebe 
vorsten  of  vcdheren  (meeataf  contraeten  ge- 
noemd). 

All  men  van  alleen  nit  een  hietoiiach  oogpunt 
belang  rük  e  ovei  eenkom  el  en  afliet,  zyn  Qroot- 
Brittanni§  en  Portugal  die  eenóg«  rpen,  waar- 
mede Nederland  tractaten  ten  «^idïte  van  het 
grondgebied  in  Inanlinde  heeft  aanvegaan.  Het 
eerste  verdiag  met  Engeland  waa  &t  van  den 
ISden  Augnstiis  1314  te  Londen.  De  eesdiillen, 
iraartoe  het  wéldra  aat^iding  eat,  leidden  tot 
het  tnactaat  van  17  Maart  lgtï4  te  Londen. 
Nieuwe  geiehillea  bieiait  voortwloeiende,  wer- 
den opgelost  door  net  traetaat  van  's-Orarenbage 
van  2  JftrvODber  '1871,  waarbQ  mi  de  vrije  band 
werd  gelaten  op  Sumatra.  OvA  orver  Borneo  kwam 
bet  meer  dan  eens  tot  giMhillen  met  Engeland, 
100  bfl  de  vestiging  van  Brooke  te  Serawak  en 
l»ter  toen  de  Britidi  North  Borneo   Compan; 


nitgestrektie  landotreken  in  het  N.  des  eilaodi 
had  verworven.  Het  tiaetaat  van  20  Juni  1B91 
slelde  «ndetiï  de  grens  tosecben  Britscli  en 
NedeitandBch  Borneo  gifmaal  vast  Ook  op  Nieniw- 
Goinea  ii  nilkB  géb«DTd  bn  traetaat  van  deo 
ISden  Mei  1895. 

Heilhai^de  twisten  tueeeben  igkjea  op  Timor, 
die  6f  onder  N«derlanAdi,  Af  onder  Portngeeteh 
oppeigeaag  stonden,  leidden  tot  het  traetaat  van 
Liflsahoo  van  SC  April  1869  en  hter  lot  dat  van 
den  lOden  Juni  ïmS,  waaifcö  faeparid  werd,  dat 
een  Comöriewe  «on  worden  ingeiteM,  om  d« 
gnn»  Daawkenrigier  te  iQg^n  «n  vooral  om  de 
enclaves  looveel  mogeUjk  te  doen  venvaJlen.  Bq 
het  verdrag  van  .1904  is  inIkt  e«heard.  De  grens- 

Kwerd  iMi  100  geregdd,  dat  het  landsdiui 
acatar  mergegaaD  is  in  Portogeeaab  bestt,  de 
landBcbapgen  Noimoeti,  Pahaka;  en  Tamim  Ai- 
Ifda  un  Nederland  kwamen.  Den  leten  No'fem- 
ber  1916  heeft  de  oveidraebt  phats  gehadl 

Door  de  genoemde  tractaten  is  dns  sledtts  ofi 
eiÉele  eilanden  van  den  Indiuben  Alvbipel  «en 
min  of  meer  voldoende  n^nuctaeMKng  *Mt|^ 
steld  of  aMians  voorbereid.  Zq  geldt  satoni^ 
absolunt  voor  de  eontraeteereitde  partyen;  te- 
genover andere  mogendheden  ikdrts  in  aoovene, 
ais  zij  een  reditvrermoeden  geefU  dat  het  ildM 
oniohreven   g^ied   tot   Nederlandech-IndiB   be^ 

Hoewel  bet  om  veuefailkode  redenen  >e«r  mtn- 
Bshelük   lou  <gn,  dat  eea  volkomen   juiste   en 

nauwkearijce  omechrgving  van  het  NedeiianilMè 
^ .  . .  in  Ineulinïde  van  regeeiingswoge 
worden  ^geven;  is  iS  nooit  beproefd  gewor- 
den. Het  R«geerJn^e'RegMment  hoodt  mik  een 
omBdiryvin^  niet  in  een  zulki  in  sooverre  te- 
recht, all  ig  d(  te  gtotiaal  son  vki  en  dos  taista 
«eggend,  Of  in  een  niïvoerigen  eatafogns  van  landen 
zon  moeten  vervallen  en  dan  givaai  ton  opleve- 
ren, dat  een  «f  ander  gededte  son  worden  over- 
gelagen.  Van  den  anderen  kaort  blgft  Mbter  het 
gevaar  bestaan,  dat  een  of  andere  landetneek 
ons  door  een  vreemde  ffiogeniBieid  beliwiit  kan 
wonden,  of  dat  liA  feiten  herhalen  als  hg  het 
eiland  Galam,  dat  door  Engelicbe  schefwn  ge- 
tnchtigid  werd.  In  de  riAting  reeds  door  Boiid 
aangegeven,  om  onie  titels,  waar  die  tw^feta^- 
lig  waren,  te  beveitjgen,  is  in  de  laatelê  hoAfe 
eetrw  ve«l  gedaan;  oo  de  groo^  eilioden  vooral 
is,  waar  dit  mogdyk  woa,  gestreefd  naar  het 
breqgen  der  knsletr^en  onder  ons  oroergeiag. 

Binnen  bet  grondgebied  van  NedeiiaiHwéh- 
Indië  bestaat  groot  verscKi!  van  re<ditstoeetaiid. 
tengevolgie  van  het  recht  van  lelfbeituor,  aantal 
van  fttaatjei  en  volkwen  gelaten.  Ook  daartig 
doet  ïidi  mi  en  dan  het  g«nia  eener  jniste 
grenischeidjng  ^efvoelen. 

Het  grondgeb>ed  is  veidedd  in  gewesten;  de 
indeelisg  daarvan  gesctüedt  door  oé  Eoningin. 
Voor  bgaonderhedea  dier  indeeling  lie  Bestuur. 

Vetten  rechtelijk  beboort  tot  bet  gebiod  van 
Nederlandedt-JjidiS  ot^  nog  een  strook  lee  langs 
de  koit,  lieh  uitstrekkende  tot  8  Sngelscbe  mg- 
len  buiten  de  laagitc  eUielinie.  Dasrooder  v^en 
ook  nemtraten  tuiidhen  landen  van  Neder- 
land sch-Iadi  E,  die  een  veibindJng  vormen  tos- 
scfaen  Ti^e  leeGn  en  dns  een  intern  ationalen  sse- 
w^  uitmaken.  Zoo  ii  naar  bet  oordeel  d^i  N«- 


DigilizedbyGoOglC 


dwi&ndsclie  Tegeering  atioat  Bali  geheel  N«d«r- 
Undseb  territoir. 

Qroatte  tn  verdeeling.  D«  oog&Ten 
omtieirt  de  groote  wijken  dok  kItaii  elkaoaeT  al, 
doordat  ds  ilcaatt«n  tui  itik  eUandm  Uog  niet 
voldoende  betromiMar  zgn,  om  eie  gronthUg 
Toor  iuHi«%<arige  ofiinetio^  t«  knmen  dienen. 
ToImu  de  joncBte  i^eennm>oblic&tf~  ■-..i... 
het  N«darIaadMne  ffebicd  in  iMolinde 
vldte  nn  1  915  Sf7  t.  km.  ot  oi 


lablic&tieB  beelaat 
een  opper- 


ongeTf 
de  t^penitdite  nn  NederiMid.  Hel  niet-NedeT- 
lutdKafl  ^eeÜB  van  Borneo  ie  197  694  v.  km., 
pMta^eesdh  Tïidot  16  248  T.km.  groot,  temöJ 
de  MA  de  Vereen^de  State»  van  N.-Amerika 
tortiebooreiMle  g^o^  der  Ftulippqnen  296 IBQ 
T.  km,  beelMt.  De  Duitsebe  en  Ëngdecbe  èeitt- 
tingen  op  Nieaw-Gniaea  worden  tot  .^MtraliB 

Sekend,  betren  met  bet  Neder Unfa<Ae  ^- 
Ue  aMeen  vp  Mstorisebe  gronden  niet  ge- 
benrt. 

Naar  twn  natnurlpe  gesteldheid  iteminen  de 
meute  eilanden  met  AziB  overeen;  alleen  Ni«DW- 
Otunea  met  de  omringende  eilandeni  en  de  Aroe 
gro^  beiifrten  een  dnidelijk  AoatraliBdi  karak- 
ter. De  pogingen  door  Watkue  e.  a.  gedSsn, 
om  een  aeberpe  grene^n  te  tiekten  tmBMAeOi 
een  A«ia.li«eli  weetelök  en  een  AnstTsJisch  ooete- 
luk  gedeelte,  ata  onhoudbaar  g(A>l(ien  en  tiébben 
alken  nog  faietoriBcfae  waaide  <zie  Wallair, 
Omwftin  «om).  Wet  vertcKnt  bei  weet^|^  deel  in 
dk  ofHÏdit  meer  overeenstemming  met  Azil  en 
bet  «oetel^  met  AnstnliS,  en  treedt,  althans  op 
loOlogiedi  gebied,  ten  O.  van  Oelebes  en  Flores 
een  i>vergaDgRg<4>ied  of),  dooh  arfieppe  giencen 
vïllen  nergens  waar  te  nemen.  StaatKnodig  be- 
iKort  >/i  aan  'Nedeo'land  en  het  overige  aan  Foi- 
tagal  (de  N.  O.  helft  van  Timor  en  het  nKbnrige 
eilandje  Eam^ing)  QFOot<Brittanni6  (N.  Bor&eo 
met  ibét  eÜKnd  Laooean)  en  de  Tereeoigde  Sta- 
ten van  N,  Amerils  (ide  PtiiliWQnen  met  dta 
Boel oe-Arehi pel).  Oewoon^k  wordt  InanUnde  in 
5  grii^WD  van  eïknden  rerdeeh^  een  verdeeling 
die  echter  een  weteneehHpe^jkeOr  gronddeg 
miet,  terwjjl  de  greoa  ook  met  overal  lAeip  te 
treken  ie.  Het  tgn:  de  Qroote-Seenda-eilanden, 
de  Klrine-SoeDda-eiJiDdtin,  de  Holohken,  Neder- 
]and»di-N)eaw.<3«inea  met  de  PapDeedie  en  de 
Aroe-eilanden  en  de  FUlifif^jnea  nnt  den  Boe- 
k>e-Atci^pel. 

ZeeSn  «on  Iii«ultnd«.  Q«wi(»Dlök  wordt 
aan  de  wateten  twsehen  Z.  O.  AiiS  en  Anstra- 
Ki  de  naiun  Anatraal-Asiatisehe  Middeliee  ge- 
geven en  daaraan  in  den  meeet  uitgebreiden  zin 
een  o^^perrhkte  van  S*!»  mill.  v.km.  toe^Aend, 
WBflri>i|  wel  ie  waar  als  gremen  24*  N,  tm  IS" 
Z.Br.  en  lOO»  en  ,140»  O.L.r.Ör.  worden  aange- 
nomen. Deie  Hiddeliee  bestaat  oit  onderschei- 
den ooderdeelen,  eoobIs  de  Ziüd-Cbinee«ri>e-,  de 
J&TB-,  de  Cekfcee-,  de  Soeloe-  of  Miadoro-,  de 
MolDkedie-,  de  Fteres-,  de  Timor-,  de  Bands-  eo 
de  Harafoera  Zee,  die  met  1«1  van  gohen  in  de 
eiknden  doordringen  en  door  vele  leestraien 
vertionden  lyn.  Naar  de  dimte  en  het  boderare- 
liSt  kannen  twee  deelen  dnidelp  onderstftieiiden 
worden:  «en  wefltelijite  hdtt  taueehen  Aohter- 
In<XB,  Sutoatra,  Borneo  en  Java  getegen,  en  een 
oo«telvk«  helft,  ten  O.  tan  Straat  Lomb^  en 
Straat  MtAassr.  In  bet  eerste  deel  bedraagt  de 


lUepte  nergene  meer  dan  SOO  m,  en  ^n  de  bo- 
demteminen  overal  met  zachte  helhngen  in  elii:- 
ander  over,  zoodai  bet  falqUMar  ees  tranegies- 
sifraee  vormt,  d.  w.  i.  een  lee,  die  ontstaan  is, 


oostelifk  deel  daarentegen  i«  overal  veel  die- 
per, vertoont  in  z|ja  bodemvnnnen  etóle  heUin- 
«en  en  miit  groote  eilanden.  In  de  Banda  Zee 
komen  diepten  vaj»  meer  dan  5000,  ja  op  een  en- 
kei  punt  van  65M  m.  rvoor,  d<e  Cawnaee  beeft  er 
van  meer  dan  4000  m.,  elders  bedraagt  ijj  2000 
tot  3000  m.  Al  deae  insinicingen  ligigen  door  een 
wercdd  van  eilanden  ingesloten  en  iqn  met  den 
open  oceaan  veitwnden  door  stralen,  welke  ech- 
ter nergens  dieper  xgn  dan  1600  m.  Het  ooateJ^  _ 
gedeelte  der  utddeliee  heetaat  dan  ook  feitelf^ 
Dit  een  aantal  min  of  meer  zeltstandige,  door 
raggen  en  diemftela  van  elkander  en  van  de 
open  oeeanen  gescheiden  diepe  kommen,  nn  een* 
ketehormi^,  dan  langweipig  gerekt,  leer  waat- 
schjjnljjk  inzinkingen  dei  aaidkors^  wier  oo^ 
eproag  met  vtthinisehe  weikingen  en  het  ont- 
staan van   dielocatie  spleten  suneidiangt. 

De  temperatnur  der  Anrtiraal-AtiatiBehe  Mid- 
deliee t>edreagt  aan  de  oMtervlakte  gemiddeld 
27«— 39*  C,  hier  meer,  elders  miodet.  Op  1000 
m.  diepte  bedraagt  ijj  4,6 — 5<>,  o^  2000  m.  83— 
3,7*  C,  en  deie  temperatnnr  blqft  conetant  ook 
op  groote  dieipten,  zeifa  beneden  4000  m.  Hieruit 


Ltgeha1t«  d«i  Hiddeliee  ten  Z.  mn  i 
enoTnar  {3;I — 3,3  %),  waarsohijnlijlc  onder  den 
inffloed  van  den  aanaienïljken  regenval,  tarwyi 
het  ten  N.  .van  den  ervenaar  stfigt  tot  8,3  K  ü> 
10°  N.  Br.,  ten  Z.  van  Fonnosa,  op  8^6  X.  Ook 
in  het  O.  van  InsnJinde,  waar  de  ragntval  gerin- 
ger ia,  is  het  zoutgehalte  hooget.  De  Mestaoomes 
in  den  IndiMhen  Atehipel  staan  ^deeltet^k  on- 
der den  invloed  van  den  Zaüdel^jken  Aeqnato- 
riaaUtroom  (zie  Groote  Oeeaan)  en  den  Aeonato- 
rialen  tegeostioom,  vooral  in  het  N.  W.  deel;  ge- 
deeheltjk  iqn  bet  geltstatfiKge  stroonwo,  die  door 
de  regefanatig  afwiseelende  iDoes(»vw inden  in  bet 
leven  worden  geioepeD.  Ook  de  get^den  en  ds 
getijden  stroomen  b&ngen  grooteomels  van  locale 
invloeden  aE,  zooale  vooral  de  onderzoekingen  van 
dr.  Van  det  Stok  bebben  aangetoond,  en  dmgen 
op  onderscbeiden  plaatsen  een  teei  verschillend 
karakter.  Het  zeewater  heeft  over  het  a^emeen 
een  blauwe  kleoF,  hier  en  daar,  twnXi  in  de 
Java  Zee  en  de  ondiepe  gedeelten  der  Znid-(%i- 
aeescbe  Zee,  is  deze  ecbter  groen,  en  plaatselijk 
ken  zij  geel,  bmin  of  rood  lijn,  onder  den  in- 
v4oed  van  ootelbaie  in  see  dr^vvade  algen.  Deoe 
en  de  ko  ma  Ivo  mingen  op  den  bodem  in  ondi^ 
bekkens  kiunnen  in  veroand  met  het  op  vele 
(daateen  heldere  water,  de 'looffenaamde  leetui- 
nen  doen  ontstaaik,  waandoor  oe  OoM  van  Am- 
bon  van  ouds  beroemd  ie. 

Boiemgeeleldkeid.  InenUnde  bestsït 
overwegend  oit  hoogland  en  wel  bergland;  al- 
leen de  kleinere  koiaaleUanden  veriieffen  lioh 
sleohts  w«na«g  boiven  den  lee^iegd.  Ook  de  hoo- 
g«  eilanden  beslaan  ten  deele  een  geringe  oppci- 
vlakte,  bestaan  eomtqds  nLt  een  van  ^e  zijden 


DigilizedbyGoOglC 


tteï  Dit  we  oprjJHiMleii  rulkunkegel.  .  .  . 
grootcN  ejknden  tieedt  het  butgknif  i3a  ■uU* 
ot  btMdeM  Wikt«it  langa  de  knaten  af,  uitge- 
londen)  op  Boruo,  wur  htt  toasehen  d«beis- 
kstsMD  tot  diep  in  b«t  'binnenlmBd  dooidringi 
Het  beiglud  Tertooat  o*etW4[«id  des  k«teii- 
naa,  im  «oor  eea  Met  geiins  gedeelte  nit  «raii- 
tiere  geeteeoten   ofgebaami  en  wordt   op   tao 

pkaltut  door  werkende  of  nilsedoolde  nJki. 

geknwDd  De  lioosate  bekende  >r«(tae[IiDK  iu 
gehed  latvlinde  ligt  i»  Britteh  Naoid-Boineos 
a.l.  de  KiiuiUloagio«>  (4170  m.).  In  NederUodicfa- 
IndiB  knnaeii  de  piek  Ttn  Lonkbok  (3600  m.),  de 
Qoenoei^  Eonatji  op  Smnatn  (3600  m.)  ei  * 
SmenM  op  J«n   (3670  m.)  ili  hoogite  bei 

C"tB.  Nederlaodtdi  Nieuw-Qnineft  heeft 
de  OBdenoekingstocfaten  der  Iutit«  jaren 
toppen  Tan  meei  dan  4500  in.,wMroidet  de  Jn- 
li«D»top  (4720  m.),  en  da  CkntoDstoppen  (4780 
tn.)  eeniee  Telden  na  eennrige  KBetmi  dregen. 
OpviJlend  is  bet  TeMcUllend  moiphokwiKli  fca- 
iikter  iu  de  O.  en  de  W.  bellt  de«  AtOü^d». 
In  èrt  O.  ligrt  een  menigte  kleine  eHuxlen,  bf 
mn  Tulksoiechen  oorsprong,  61  «oogniMmdi 
bonten,  AI  koTMhranningen.  De  omriogemte 
leeBn  qn  diqt  en  de  kniten  rö^en  oreral  «teil- 
omhoog.  Hier  ie  oB^twqtcÉd  een  eenniul  m- 
maÉOBgeDd  luidg<rt>ied  door  inMortioMn  der 
uvdkorst  tennipperd  gaworden,  terwql  oe 
gd>leTen  «tukken  Terder  Terronnd  werden, 
op  de  «ene  pUM  had  fardei  tanlrerhei  pUate 
door  jndfdag,  eldere  werd  bet  land  Teigroot  door 
MMlnbing,  door  de  werking  der  korMldiertjea 
en  door  het  materiul  der  mfcanen.  Ten  W.  van 
Straat  Lombok  en  tu  Straat  MaJaka  is  de  toe- 
stand gefaeet  anders.  Hier  is  ds  lee  onAep  en 
liggen  groole  eilanden  met  ladit  glooiende  knn- 
,  tenifil  nergens  steile  breiAraodeD  of  diepe 
.__^.__      _.__. «._    jjjj  _^,_j    _. 

.    sqn 

len  «an  het  Tatteland  lan  AaiB  te  beaeboDwen, 
>wdke  door  een  betreUelqk  geringe  niveatneran- 
deriog  alleen  opfWFTtakÉig  daarvan  geeebeiden 
wvrdui.  Eerst  aan  den  bnitenrand  ten  W.  en  Z. 
dei  «landen  «n  i»  ètk  X.0.  iv  den  Qiooten 
Oceaan  is  de  eisenlgke  brenkrand  te  zoeken.  Voor 
de  bQwndedieaett  van  de  bodemgtatddheid  lie 
men  de  afaonderljjks  ailaikden. 

O  «  o  I  o  jT  i  e.  Zoowel  de  aard  en  de  ligffing  der 
geatcenlei^  ate  de  dSefrte  der  omrinnnde  leeSn 
ftie  de  kaart)  en  de  orgaaiaehe  wereld  «rji*en  er 
op,  dat  bet  eilandengebkod  tsb  Inaoliiide  in 
nanw  verband  staat  en  te  aUen  tMe  geshHui 
beelt  met  Aait.  Zoowel  de  ovdste,  ua  Teel  jon- 


aanlkgen  van  dH  werelddeel  werden 
g«dedtel^    in    W.-^,   lit^tiofin   IsM^nMe 


Mop  der  MDwei   tot'  aanaenlqke  beffiki 
-gplooid:,  die  mA  gedeellelqk  in  N.W.- 


Toortaetten^  daaibq  eebter  in  sentereilanden  en 
eilanden  werden  opgelost.  Zoo  loo^t  een  keten 
Tsn  Atl)t«r-IndiB  OTor  da  Natoena-ailanden  naar 
N.W.  Borneo  en  verTolgena  noopdwaarts  orer 
de  FbKwiJHn;  een  tweede  keten  loopt  Tan  wea- 
telt^  Uandaaiao  (FfaUippgnen)  orcr  de  Soeloe- 
«ilanden  naar  Bocneo,  een  derde  van  liindanao 
over  de  Baogireilanden  naar  Celebea,  een  rieide 
Tan  bet  sohiereiland  Valaka  ener  den  Bioaw- 
Lingga-AitM|Hi,  Bangka  en  fiilHton  hii  de  Ka- 


ramonI)}awa  eihadeo  {ten  N.  Tan  JaTa),  «en 
vijfde  Tan  Aehter-Indil  over  de  Andamanen  «n 
NikdMMik  naar  Snmatra  «n  TePdet  otoe  Java,  de 
Klune  Soeida-eUandei^  de  Znidweeter  en  Zuid- 
ooater  eilanden  en  nndom  de  Buda  Zee.  Al 
dcR  ketesea  worden  gcienmerkt  dooi  de  aamre- 
ligbeid  Tan  onde  ol   Jongere  Tnlkanea.   "" 


Dtet  h«t  gOTsl  met  desi  Mfstandigen,  met  den 
lantdgtnoentd  orenw^digcffl  lerlidfiittiboog,  wel- 
ke oner  l^mor,  Seimata  ta  de  Teninfer  eiknden 


n«M  Ceiam  kopt.  Door  dUe  oadcre  plooiingen, 
waanan  de  i|K)ren  in  den  faooldbonw  ima  den 
Areh^  nog  ten  deele  ijjn  aditeigebleten,  wwd 
de  grond  gelegd  tot  het  Taste  geraamte  dea 
laoOB,  wanrcniheea  lidi  later  de  eilanden  op- 
boowAn.  In  de  latere  geolagisdic  perioden  wer- 
den deM  onde  fdooüngen  eenter  tOMtdnrend  s«- 
wöii{|d,  bier  TereAenrd  en  Terbroksn  door  be- 
wegingen der  aardkorst,  «kleta  doorfweèen  door 
eraptietfresteeolBn,  of  weer  andne  plaataen  be- 
dekt met  jongere  lorauties  ol  tot  DiÉterkenèaar 
wordeni  toe  Teranderd  door  d«  weiting  ma 
erosie  en  Tiepweeiiag.  HeibaaUe  niTeanremnde- 
ringen  braebten  tdkena  walgingen  in  de  tst- 
èonding  tnatdiea  IsikI  en  water  tenrMg,  aooala 
door  de  SorosHia  en  Abtiidaitoii  ta  bgaoaderhe- 
dea  toot  het  eiland  Cdebea  werd  aangetocmd.  hi 
da  masoioMie  psnOde  bjff.  wsa  geheel  InstdJD- 
d«  Ledekt  door  «en  aee^  die  sidi  van  AiBtraliB  tot 
bet  W.  rran  Enropa  uitatrekte  en  waamit  lai^sa- 
marhaad  door  sedimentatie  ui-  opbefling  de 
eilanden  Tan  den  Aiehipd  opdoken. 

IDe  ondate  bekende  lormatte  in  Inanlidde  is 
die  der  anftaelsdM  iMen,  iwelk«  op  Snoiab^  Ja- 
va, Boraeo,  Oalebea,  Tlnm,  de  }ldokken  en 
Nietm-ODioea  Toeikomen  in  den  tdhd  nn  doa- 
keiUanwe  kleileien  en  kwartsietea,  waarnaast 
ode  ^uwaeke,  graniet  en  sanilrtaen  optreden. 
Weinig  ontwikkeld  adujaen  de  fomatiea  derp»- 
laeaoMbe  fwriode  te  sfn;  ag  treden  dp  Ssmauai 
Timor  «n  ui  de  Holnkkcn  op  en  beboorai  tot  hot 
Perm,  doi  kotenkalkateen  of  tot  jongere  aedi- 
menteo,  doorbraken  lan  araptien  ^t«antMi  en 
wel  diabsaa.  Uit  het  mesaaofsdi  tgdrak  Tallen 
tiiaa^  }ara-  en  krötg^naten  t«  TenneÜèn. 
Trias  wwd  op  Samat»,  Botneo,  Tinwr,  Roti  tn 
elders  gemMMMn  Jota  op  Bomet^  Celebe^  BÜli- 
ton  en  in  de  Moliddwn  en  komt  waarawgnlqk 
op  vele  aodwB  plaatsen  Toor,  krijtgesteentü  ne- 
ep Tele  «ilsDden  did  san  de  aaanenatelling 
den  bodni^  looals  W  Borneo,  Cdebea^  Jam 
ons.  DaareolwveD  was  da  krntporiode  oen  tnd 
Tan  loTeodige  «rnptioTe  «eicuaiiilieid,  noala 
nü  de  Tsle  etoptidgestaenten  (gaMm,  diabaa*, 
mrfafier,  poifieriet,  serpenten  eno.)  valt  af  te 
leiden.  Tertiaiie  geiteentei  bealaaa  tn  den  Ar- 
chipel de  grootste  cpMiTlskte,  toowd  and-  als 
Jongepterttairei  of  vele  plaatsen  echter  bedcU 
dcnr  dikke  lagen  dilnfinm  «n  recente  (allmiftle) 
voimiDgen,  welk»  laatste  aan  d«  kosten  van  rele 
»ds  in  omraag  toenemen,  in  bet 
aandibbing  Tan  de  lee  en  de 
rÏTieren,  in  bet  O.  meer  door  koraalTormin^n. 
Ook  ontbreekt  het  niet  aan  Teisahijnselen,  die 
Of  niTcanreranderiogen  in  den  tegünroordigen 


<aa|gehrtdMii 


„     1  ook  de 
weiking.  Tan    eraptieTe  krachten 


DigilizedbyGoOglC 


HOR'  tot  menwe  * 
bodem  Mnkiaiag 


I  hat  reliei  tui  den 


In  den  IadiB(£en  Arehicel  fadiben  doe  biud- 
ti»re  kTtriites  in  lenehiieoie  geulogiMln  tgd- 
peiken  een  froote  rol  gtapeüi,  het  Tiomt  w«ar- 
Mbgn^jk  tra  tgde  d«i  iijjtfonnttie  [Simutift, 
Veat-Boineik,  Noord-C elfl)ee,  Udukkeft);  miiideT 
(ntedcNHe  beiittat  ijj  in  den  tgd  nn  bat  «oeeen 
en  atoKeen,  om  bij  het  begin  Tan  bet  mioeeen 
veei  ace  te  liTMbtJKef  te  woTd«L,  loodat  bjJT. 
de  grootendeelB  uit  h«t  tpnóa  dcT  «nifilUenre  ina«- 
»'•  Mmenf^stelde  middel-  en  ^ng-Oeitiure  la- 
g«Q  ittt  Jam  folgena  Verbedi  oó  Mmmige  plsat- 
tm  «tn  diUa  *aii  3000  en  ajls  Tan  SOW  m. 
beiitteD.  LangzamerbaDd  aam  de  nükaniKhe 
iKifciiiiiiiiiirid  al,  om  op  het  einde  nn  den  t«r- 
tiaiien  tgd  nogmaftla  te  atjjgen  eo  ia  bet  quar- 
taire ^Tak  luai  mazimam  te  ber«k«n,  lOMnt 
toen  de  tdii^  tegenwoordige  Tulkanen  geronDd 
wetden,  die  ofi  wie  plaateen  de  ondere  geateen- 
ten  met  een  ifiUen  mantel  van  jong-en^ieTe 
^eeteenten    bedddien.    Deze    idkaDen    ijja   de 

a;ate  en  teneni  de  boogete  beigea  lan  Inen- 
e,  bnitten  tommd»  mtf  den  oorapronkeègken 
kegdToim  fFjMJmai,  Slamat,  Sindon,  Semeiae 
«oc),  igit  ecfater  op  vele  plaa4>en  door  insIcirtlBg 
dei  kiateiB,  Tenreering  en  eione  tot  Tulkaan- 
nilDM  abcaleten.  De  groolete  der  inMtorte 
baten,  de  Ringgit  in  O.  Jira,  beiit  31  km. 
middelen.  AUeea  op  Java  TÏndt  men  121  vdka- 
nen  fVerbttk),  in  hoofdbaak  uk  andeeiet  en  ba- 
■alt  i^tgeboawd,  waarraa  14  in  hietoriecbe  tq- 
den  «nigtiea  hebben  gehad,  meestal  vn  aseh  en 
ateenei^  ileohte  1^  nitaonderiiig  tad  lava.  14 
TiÉkaDw  op  J&w  >ijn  boogei  da»  3000  m..  Bo- 
matra  telt  67,  Ftorei  .17  Toarapowende  beigen 
MM.  Een  doorloepende  Tiilkaanieeke  begint  «p 
bet  Bamneiland  ,Mk  O.  dei  Audamanen  en  loopt 
in  de  lengteii<ditiDe  orer  SoniNtra,  Jwra  en  de 
Ueine  Soendaeilanden  tot  Andonora,  irelliiAt 
tot  PanUr.  Hier  eindigt  de  reeke.  Wel  komen 
«idei  ootteiqk  op  Aloi,  Poeloe,  Kamting  en  Ro- 
me ondeie  Tqlkaöieehe  geiteenten,  maat  geen 
■MlkaDen  toot,  loodat  de  reeke  tiet  Mmüttanct 
met  £e  der  BuMferZee.  Hier  ligt,  ah  een  i^- 
«taikdig  geheel  een  in  van  mlkaoen  in  een  boo^ 
vomrise  mm  Ttn  Cl.  Api  (ten  N.  lan  Weta^ 
OTM  Dimmer  Teon,  NiIb,  Seroea,  Ifanoek  tot 
die  der  Banda-«ilntd«D.  Verdei  noordel^k  be- 
gint een.  derde  folkaotsdi  B«lned  op  Haknaheiia, 
omrat  .veidei  hit  N.  van  CelAee  en  de  Sangir- 
eUandoi  en  i«t  lich  nwit  op  de  Pbdïippqaen. 
Ook  op  Boneo  ign  in  den  jongeten  tQd  oitg«- 
■tiekte  mlkainMhe  teneioen  outdiU  ^awoimi. 

In  DMMT  leibBDd  met  het  nttaninw  m  de 
bodflUbewegingMi  Tan  Inmlinde  iliaaD  <le  ttet 
iali^ke  aaidberingeii  ^ie  bet  tiiikA  Aantbetin- 
gtit)  en  de  nu  en  dan  optndende  leeboriogen. 

Riititren.  De  «ilandeiiDataai  en  het  ont- 
bi«fan  tan  gletadnra  ign  niet  gnnatif  tooi  de 
ontwikMing  Tan  groole  rtioomen.  Het  aantal 
,  jlTieieo  en  rlTieitriea  is^  duk  ^|  den  aansienlq- 
km  cegeDTal  en  de  beigaditige  natddheid  daa 
bodems,  daarentegen  leei  groot.  De  aauienljik- 
■t«  moet  men  op  de  giootete  eiludtn,  Nieow- 
Gainea,  Borneo  en  Somatia  uekeo.  Hier  Kggen 
ook  tiiigke  meiM  en  plaaaen,  wier  ontataan 
giDotended*  met  de  OTentroomingen  Tan  de  ri- 


JNDE.  717 

Tierni  eu  Tan  ik  lee  mnenhangt.  De  groote  ri- 
Tieren  ^n  Tan  Ted  bete^kenia  voor  net  Ter- 
keer,  want  i^  voimen  op  genoemdie  drie  eolan- 
den  de  eenige  bmiktiaie  w^n,  waaflancB  men 
in  bet  binnenland  kan  doordingen.  Ook  de  klei- 
nere ttroompjet  spelen,  Toocal  op  Java,  een  ge- 
wiobtjge  md;  ijj  inn  n.l.  onmiAaar  bg  den  i^st- 
bcnw  of>  eawahs.  In  bet  droge  jaange^e  Teelal 
(n)d>ednidende  riTieitjea,  kannen  iq  in  tiet  i^!«n- 
sedooen  tot  woest*  stioonwn  aanvwdleit,  wier 
OTeratroomiDgen  (bandjiie)  dikwgle  iKel  on- 
heil aanrichtn.  Zie  verder  Toor  tiTieien  en  me- 
ren de  abondei^e  eUuiden. 

Klimaat.  Dooi  de  ligging  tm  Inanlimk 
diAt  Vf  des  (nonaai  ie  de  t«mpei»tnnr  er  boog 
en  de  lecenral  aanuenlgk,  dooi  de  tilaodenna- 
tonr  wwdeik  de  utt«raten  in  wamte  getenweid, 
door  de  nabgfaüd  T«n  AxiC  en  A«st(alil  neer- 
sahHi  ei  moesMwiiklen.  De  "^  ~~'~~  '~~ — ' — 
wdke  KKnrd  noordd^kei  a 

optrede^  konten  bset  soo  goed  als  i 

het  algéiaeeii  Tertoont  bet  uunaat  gtoote  legri' 
maat,  plaatselnk  fanwn  dsaientccan  dooi  de  sl- 
wisMliog  Tan  luLd  en  watei  en  door  de  hoogte- 
Teiflchil^  T«iL  d«i  bodem  Teel  afwgkingen  voof. 
in  bet  bgoonder  wat  irindiiahtiog  en  regeisral 
betirft. 

De 


L  De  heri^  kiiogitotaMn, 
kei  als  nidelqker  dikwnle 
100  goed  als  nlM  tow.  In 


ia  boor  en  Teitoont  op  de> 
«Hde  jpluta  in  den  loop  «s  jsais  sleehti  weinig 
rendiM;  daanntMsn  kannen  de  TenehÜlen  tn*- 
sebe»  dag-  en  naeMteD^ieratDnt  aansianlgk  ign 
en  bestaat  er  o(*  een  groot  ondeiMbeid  in  tem- 
peratnni  in  Teiband  met  de  boogteliggJDg  bo- 
Ten  den  ieeqri«gel.  Veidei  ^n  aHe  dagen  onge- 
Tser  «ren  lang,  daat  de  ion  iteoda  tegoD  6  mn 
op  en  tegen  6  aar  ondernam  de  dnnr  dei  tefae- 
mering  i%  in  Teiband  met  de  ligging  didat  Inj  of 
leHs  onder  dcsi  eienaai,  steeds  zeer  kort.  Hen 
kan  aamMmoDt  dat  geheel  InaoKiule  ongeToer  in 
alle  maanden  tnsadien  de  ieoftevmen  Tan  26*  C. 
ligt.  Te  Batavia  badiaast  de  gemiddelde  {s*r- 
temperatonr  26*  C„  de  bokste  giemiddelde 
maand-tempeiatnai  fOetoiwi)  26,4e>,  de  laitfste 
(Janaarl)  25,40*  C.  De  dagelgkeehe  sebommelin- 

C  bedragen  te  BstaTia  gemiddeld  6,58*  C.  en 
ikm  ban  nuiimnm  in  Awistna  (7,70*  C). 
bun  mininmm  in  Januari  (5,19*  C).  De  laagste 
tHoperatonr  tsK  te  6  nu  'e  oebtands  (2S,22*t:.), 
de  hoogste  te  1  mr  'a  namiddsge  (29,33*  C). 
Als  tempera tovr-ni torsten  werden  Tan  1S66  tot 
1013  te  BatarJa  waargenomen:  abwlnat  mazi- 
mvm  35,6*  (6  NoTcmbei  1877),  abaolnnt  mini- 
mwn  18i,9*  CB  AngnatiH  1877).  C^  het  Jangpla- 
teaa,  2QI8  m.  boog  gelegen,  bedru^  de  gemid- 
deUe  jaartempen&xir  U*,  de  boogate  weke  er 
werd  maigenomen  in  1397  23,3*,  de  laagste  3,3* 
de  gemiddelde  daeelpsehe  sdiommeling  8,8*  bet 
geimddeMe  maandmazknum  21,2*,  maandmini- 
mom  6,2*  C. 

De  btehldmk  bedraagt  te  Batavia  gemiddetd 
758^75  mm.,  brt  siwalnle  mazinnm  (22  Jamiari 
1885)  764,41  bet  miumim  (19  ï^ebcnari  1870) 
mm.  Het  Teiloop  is  «ia  uiterst  regelma- 


tig en  de  dafleieksehe  schommeling  (3.06  nm.) 
soo  geiykmattg  In  baar  afwiasding,  dat  de  ba- 
romote*  cükeD  das  l^na  op  hetaeHde  nnr  begtat 
te  ivaen  of  te  dalen. 
ZÖmU  OTonl  in  het  moesoi^ebied,  irordt  ook 


DigilizedbyGoOglC 


718  msui 

in  IimliDde  bet  klknut  io  bootdaatk  bckeeradit 
door  <le  ttimdriehting.  De  knehUgst«  moesoii  is 
ongfAwjjteld  die,  wefce  tui  AsiE  afbmtftig  k, 
ó«  WeetmmtoQ,  den  bmccUh  inTload  oefent 
eeliteT  de  Oostanoeion  ut,  ilkomitig  tmi  Anstra- 
lii,  welks  oaimioo^  ditihler  lig  d«  «uaienlökite 
eilanden  van  InsuliDde  is  geleKeD,  dan  Üe  tu 
den  AriktÏBCbeD  moewn,  wuke  lutale  duranbo- 
ren  groatevdeel»  baiteB  dan  Aiebipel  t«U.  Zeei 
in  heit  a^«meen  kan  men  HBEn,  dat  ttn  N. 
van  den  evenatc  *«■  April  tot  OelolMt  de  West-, 
ten  Z.  mn  den  «renaftr  de  Oostmoeaon  waait, 
tcFwnl  TH  Oat<]b«r  tot  Afiril  de  toestand  omge- 
keerii  ii.  De  nuandni  Tan  OTergang  (kentering) 
iqn  April  en  Ootober,  waAiin  bét  weéi  leer  on- 
gestadig ia  en  plotioUnee  itonatn,  windstilten 
en  onnreden  TSM  optieden.  Oruigens  ia  in  het 
algemeen  d«  W«(t«aoe«(ici  de  natte  of  kwade 
(met  het  oog  op  de  gesondbwd),  de  Ooetmoeton 
de  goede  ol  itttgt  wind.  hoewel  plMteeUikv  io- 
T^oeden  daarin  «ren  loo  vele  locale  ahrgciBMQ 
(«  weeg  biengen,  als  in  de  wiaidriehtite.  Ook 
waaU  de  moeaon  in  het  droge  jawgelqM  uet 
bÜsoodei  kraebtig  ea  w«rdt  op  ife  mecvte  plast- 
sen  aan  de  knatcn  der  groote  eilanden  niiton- 
f^en  door  land-  en  seewinden,  wette  alleen  ten 
tyde  Tin  den  drogen  moeion  tegchnatic  <^i«- 
den.  Met  de  hoogte  neemt  de  tegeniteUng  der 
tnoesoM  stecdc  meer  af  en  TolguM  toUbtvggt 
Nnutüt  op  het  2000  m.  hrmge  Jangplktmm,  alwok 
.te  Touri  (1777  m.)  gedurende  het  gAeele  jaar 
de  Z.  O.  wind. 

De  *oekligkeid  Tan  de  kidit,  ia  in  Terbaad  met 
de  booge  t«Biperatuar  en  het  vele  wnter,  aan- 
lieri^  en  bereikt  dik.wqlR  haar  maiimnm  t^g 
25*  C.  22,8  gr.  per  kub.  metei);  de  relatieve 
"Toditigheid  sctnniinelt  te  BataTÏa  tnssehen  ^jj^ 
•  <Angustai]  en  y^,^  (Febniari),  is  dna  hoog  en 
gclgkm&ti^.  Met  de  boogie  dikalt  de  teratperatnut 
en  rijst  büg<eT«]g  tot  de  looe  der  woHteaTorining 
de  mtrAkel^kï  ToehtigbNd  J)aaidoor  wordt  <9 
een  bepaalde  hoogte,  op  Java  gemiddeld  tussctien 
<1500— 2500  m..  een  ti^na  permanente  woken- 
goidal  aangettoffeik 

De  regettval  is  in  het  algemeen  untienlgk  te 
noemen,  Tertooat  echter  aomt^.  onder  den  in- 
Tloed  Tan  locale  factoren,  mi  dïiM  bü  elkander 
gelegen  plaatsen grooteafwijkingea;  lOO  bedraagt 
de  eemidilelde  jwr^sche  legenTsJ  t«  BataTii 
'ITSS,  to  het  nMwrjge,  doch  aan  den  Toet  Tan 
bet  gtiergle  geleeen  Bniteooorg  4S84  nim„  te 
mm.,  d«  grootste  Siboga  (W.-kust  Sumstra)  4720 
de  ITock  2446  nnn.  In  het  algemeen  ralt  in  de 
W.  helft  lan  Ineuünde  m«ei  neerslag  dku  in  de 
O.  hellt  en  aan  tIbUc  kaaten  mimdet  dan  in  bet 
gebergte,  althijw  tot  lekere  boos^te  boTen  den 
leeipiegél.  De  geringste  gemidöAie  tegcnTsi 
heeft  Selon  (O.  kvst  Tan  Lombofc),  n.l.  1040 
nun,,  de  giootete  Siboga  CW.  kust  Sumatra)  4T20 
mm.;  op  de  meeste  d«i  ongeveer  300  tegensta- 
ti«D(  ligt  bet  gemiddelde  tnesehea  1500  en  4000 
mm.,  daalt  op  geen  der  waarnemingstationa  Tan 
JaTa  beneden  I'IOO  nm.  De  grodtate  ab»o>lQte 
boereelheid  weid  te  Priagkoering  (Samarsng) 
gemeten,  n.  1.  7266  mm.  (te  Utrexht  bedrag  het 
gemiddelde  745  mni.).  De  maanden  met  den  ge- 


ringsten  legeniTal  ign  in  het  algemeen  Hei — 
Aiigoatna,  de  meeete  regen  Talt  in  November — 
Febiuari.  In  BaitaTia  heeft  Januari  333^  Angns- 
tuB  52  mm.,  tooi  Buiteniois  vjn  deee  egfera  449 
en  229,  toot  Padang  542  ^Mober)  en  259  (Fe- 
brnarij.  Het  aantal  iq^ndagen  is  geringer  dm 
bg  ene,  wisselt  ep  JaT«  al  taweben  99  fTenQ 
en  216  (Bnitenioiig),  ia  vf  den  Qedeh  nog  lett 
boogei  (221,2).  Kenmerkend  is  dan  ook  Toor  d* 
tropiwhe  legeui  de  sroote  watennasaa,  weike  in 
korten  tqd  kan  neeMoonn. 

la  bet  dio^  jaatgetöde  treden  Tooral  in  W. 
Inanlinde  talrgke  onwedeie  on,  die  liA  kenmer- 
ken door  ban  borigbeid  en  aooi  de  regetauljg- 
heic^  waumede  in  in  lomaüge  streken,  In*,  ta 
Buitemorg,  tem^eereik  Te  BattTia  bmOMfft 
het   aaniJ   122,   te  Bnitenaorg  167;   gemiddJd 


'allen  50  %  tnasclien  12  nui  *  itamiMaes  e_  _ 
uai,  26  K  Tra  6  uur  tot  midd«rnaobt  Ook  bat 
Terschgnael  Tan  den  dauw  ie  in  bet  dioge  aeiaoat 
sterk  ontwikk^  hi^  valt  daatentegen  ilecèts 
boogat  leldw. 

Oéioad  kan  men  het  kUmaat  Taa  lanlinde  ie 
het  algemeen  nivt  noemen,  althans  tooi  Tieem- 
deiiogen,  en  loowel  iwaie  Kehamelgto,  als  in- 
s^snneade  ^eettetariieid  vallen  et  dukEoropean 
uiteist  moeilgk,  ign  tooi  velen  lelfa  geTaarlnk. 


ia  het  natte  bet  meest  «diadeïgk  tooi  de  gesond- 
hdd,  en  de  Toditig  vwode  atmotleer  neAA 
dan  bdeoimerend  op  de  tian^iratie,  loodat  de 
warmte  sidi  leei  dinttend  doet  geToden.  Naast 
koortaen  treden  Tooial  anaemie  en  bnikloop  op. 
Wiai  xeenrindeD  da  Intüt  lumien  en  de  nitte 
tempeiei^  is  de  toestand  gniutiger.  De  hoogere 
bergilteken  tan  het  biiioeabnd  beiittcn  veelal 
een  aangenaam  en  eesond  klimaait,  loodat  ^- 
daai  op  Java  en  el£r«  heittelliiiSBOOfiden  wor- 
den aangetroffen.  Wat  de  vraag  ikaar  de  rao^ 
Ivkbeid  Tsn  kolonisatie  t<ooi  Europetmen  betreft, 
mag  als  vaetatauiaJe  woiden  aangenomen,  dat 
dese  in  de  lageie  streken  niet  mogrijjk  ia,  in  de 
berglanden  daarentegen,  mite  de  ikoo^ge  voor- 
xofgsmaatiegelen  in  acht  worden  geDomen,  kana 
Tun  slagen  aanbiedt.  T^del^k  kaooMa  de  mewtc 
ËDr[q>eanen  ooli  in  het  laagland  wonen,  boewd 
daartoe  een  moniehtigf,  met  het  klimiat  over< 
eene  temmende  leefw^  Tcteischt  wordt.  Dat 
Toor  de.Cbineeaen  het  klimaat  geen  beswaar  op- 
levert, beeft  de  ervaring  voldoende  beweoen. 

Plantenvereld.  InmUnde  behoort  to* 
het  gebied  der  altgdgioene  legeonronden,  die  de 
meeste  eilanden  bedekkeik  teiwgl  dedits  eed 
klein  gAied,  vooral  in  liet  Z.0.  vsb  den  Afttri|i«I, 
door  moesoowooden  met  atvaDend  looi  wordt  in- 
genomen en  hier  en  daar  ook  plekken  aanweiig 
ign  met  enkel  plantengroei  in  den  regentgd.  De 
vTDcbtbare  -bodeoi,  de  booge  geljjbnatwe  tcro- 
peratnor,  een  «rervioed  van  lidit  eo  de  rgke 
neeislag  werken  asraen  om  een  weelderigen  pUn- 
teogioei  in  het  leTen  te  loepem  Vele  eilanden, 
looali  Bomeo  i^n  wo  goed  als  getieei  met  oe^ 
wonden  bedekt,  wier  boomeik,  straikei^  beeeteift 
klim-  en  slingerolanten  een  levendbn  planten- 
maur  Tormen.  Bloemen^  door  kleorenpraebt  en 
sfmstiiwen  uitmnntend,  ign  er  niet  minder  tal- 
rgk,  dow  vallen  minder  in  het  oog  doot  de  ge- 


DigilizedbyGoOglC 


wetdige  ttUdoabwMeldng  itn  bet  etbwxaU,  ten 
deel«  ooTt  iwxiti  ig  alwhU  boog  ivnn  den  be- 
nnen grond  bloeien.  Zoo  geloken  deie  trt^iMJie 
boEMben  op  eeu  zet  tui  ^roeot  wwrin  de  rtiii- 
gei  lich  ttoetAe  met  moeite  een  weg  k&n  banen 
en  bg  langei  leibl^  den  indrot  -van  ««ntoing- 
beid  ontrugit.  Di^  gwMrd  un  de  in  zulke 
wouden  faeerKbande  itiit«t  bet  Bcbgnbue  gemis 
aan  dierlj^  laren,  de  hooge  mate  van  ramig- 
beid  «n  de  M»iklqd>  onaSgebroken  tduaneiing 
brengt  dilciFgiW  bq  leiiigera  een  gednikte  ^e- 
moedHlHDUüng  teweeg,  Dat  in  oostel^k  InsDbn- 
de  de  boaaeben  minder  ditüA  ^jn,  leUe  door  gias- 
ilakten  worden  afgvwitteld,  bangt  boofdnikelgk 
«amsD  met  het  draeew  klimaat.  0<A  T&lt  een 
vcrniin deling  lan  oen  plaatenTgkdoan  waai  te 
nemen,  naatmate  men  liofa  in  de  bergitreken 
boogei  boven  den  tee^iiegel  Teibelt.  OA  op  bst- 
aelfde  eiland  Tuloont  de  flora  wxnt^  aaniea- 
Igke  leradiilien.  DeM  draagt  OTerigenB  in  bgoa 
g«beel  Insnlinde  een  besliet  Aïiatiadi  karakter, 
en  «leebta  een  gwing  «uXaI  Anrtmtiecbe  plan- 
ten^riaehten,  looala  euealjntna,  die  een  semak- 
kclgike  lerbreiding  hebben,  komen  ty  de  Holnk- 
ken  en  dan  ook  gewoondJik  napier  weetwaaiti 
voor.  Alteen  op  de  Kleine  so end a-£i landen  neemt 
wlgena  Etbert  de  Aiiatiaebe  flora  eneJ  af,  aoodat 
beooeten  Soembawa  ot  F^orea  de  Aoatraliaehe 
typen  overheerschen.  De  verbrektine  der  planten 
4D  veiiticale  riditing  ii  alleen  op  Java  voldoen- 
de ondenoeht  en  xal  bq  dit  eiland  ter  sprake 

De  meeat  kenmerkeDde  boom  van  Iniulinde  il 
de  pahn  en  onderde  vele  .paIn»9orten  Jcomt  aan 
den  koko^ialm  de  «ereplaats  toe  we^ena  ijjn 
veeligdig  nut.  H^  groeit  bg  vootkeor  m  de  la- 
ffere «treken  en  wordt  in  «en  groot  gedeelte  Tan 
oen  Ardiipel  bg  de  woningen  of  in  groepen  bg 
de  dorpen  aangetroffeD.  De  aagopalm  ia  van  niet 
minder  beteekcnia,  want  Vfa  merg  levert  de  sa- 
go, bet  buofdvoedael  op  véle  eilanden  van  oos- 
telijk Inealinde.  Laogs  moerassige  stranden 
groeien  de  rhiio[Aioren  in  veraebillende  aoorten, 
wier  netwerk  van  woiieiatoelen  de  aanslibbing 
tterk  bevordert.  Aefater  deie  tiert  de  nipahpa^ 
met  korten  stam  en  Teinaohtlge  bladeren,  welke 
veelvuldig  ala  dakbedekking  (atop)  gebraikt 
worden.  Hoog  vecb^t  licb  daarentegen  de  atam 
van  den  lanlarpalm,  oït  wetks  bloei^ol-ven  door 
inangiKog  palmwijn  veritregen  trordt,  terwül  de 
bladeren  in  sommige  etreken,  bgv.  «9  Bab,  ala 
BchrühnLteriaa>l  dienen.  Alt  wgn  levereode  palm 
ia  de  areng  bdingrvker,  wiem  eap  aU  tagoewur 
gedronken  tri  tot  aaiker  ingedampt  wordt.  De 
Betel-,  areka-  <A  pinangpahn  ieveit  de  betelno- 
ten,  het  boofdbeatanddeel  bg  bet  betel-  of  sirih- 
kwwen.  Tot  de  nalmen  bdioort  ook  de  rot«n  of 
rottinf,  welke  bcmderden  meters  lengte  berei- 
ken kan  en  lieh  in  de  oenroaden  van  den  eenen 
boom  tot  den  ajideten  aliirgert.  De  waiingin  met 
zijn  lochtwartels  versiert  vele  dorpspleinen,  de 
piaang  of  banaan  geeft  «en  belangrgk  voedeel  in 
lÖn  vruofaten,  de  kanariboom  is  wegena  i^n  olie 
leverende  vmehten  van  belang  voor  de  inUnd- 


timmei-  en    MheepaboDubont  boog  aaDgest^r»- 
ven.  De  eaanartnen  ol  tjemoroboeae&en  WL.0.-Ja. 


va  herinneren  eenigniDs  aan  ons  naaldhoat.  De 
kamferboom  b^oort  a^  Snmatra  'itot  de  wond- 
reozen,  de  kemiribonn  levert  olie  en  vmehten, 
de  kajo^oetiUboom  in  het  O.  van  Insolinde  be- 
vat in  ign  bladeren  de  kajoq>oetibolie.  Andere 
boomen  en  beeaten  leireren  goouien,  baieen^ 
verfeloften,  plantaardig  vet  enz.  Zoo  byv,  de  al- 
gemeen verpreide  mengkoedoe,  wiens  wortels 
een  roode  iw  bevatten,  de  caroomAheester,  wien* 
wovteU  tot  geeWerven  dienen,  evenals  de  indigo 
tot  het  faLauwverv^i  de  ridnoibeester  levert  de 
eaator-  of  rieinusolie,  de  damaraoorten  bet  da- 
mar,  arwJere  gewaesen  esouttbone,  getab-pertja, 
benioS,  et^»!,  drakenbloed  enz.  Versehülende 
harde  houtsoorten  leveren  de  jjaerfaontboomen; 
bet  bout  van  den  temboeeoeboom  op  Sumatta 
wordt,  wat  deugd elythMd  betreft,  boren  djati 
gesteld.  Onder  de  bosel^oducten  etaftt  owut  ro- 
tan bet  bamboe  bovennan;  het  wordt  ock  om  vele 
erven  en  dorpen  aangepUnt  en  is  tot  allerlei 
doeleinden  voor  den  iiüander  onmiabaAT.  Ali  de 
meeet  getiraikte  vruobten  iKenen  genoemd  te 
worden:  manggis,  djtrvdk,  maog^a,  djamboes, 
mangka  wolanda  (zunnak],  doerian  en  bltem- 
bing,  Toeapgzeo  bg  de  rgst  levei^n  o.  a.  peté, 
tjatié  en  vele  peukruehten.  Peulvruebten  en  cnoil- 
gewassen  worden,  evenale  male,  sJom  als  voedBdl 
gekweekt,  ai  staan  ze,  viooral  in  W.jneuüode, 
verre  achter  bg  de  rgat.  Ten  deele  io  het  wüd 
voorkomend,  maar  vooral  all  eultuargew assem, 
spelen  suikerriet,  koffie,  tabak,  tbee,  indiga^  pe- 
per, kruidnagelens  moskaatnoten,  kina,  katoen 
eno.  een  rol.  Van  de  versebillerkde  grassoorten, 
welke  bier  en  daar  de  bergfaetlingen  bedekken, 
moet  vooral  bet  alang-alsng  vermeld  wordeik 
Daantueichen  komen  boeebjea  eener  oog  grovere 
grassoort,  het  glagah,  voor,  welks  liabvotniige 
stengels  8  ik  4  m.  noogte  knnnen  bereiken. 

Dierenuerefd.  Het  de boitengenTOoo  goed 
ontwikkelde  plantenwereM  gaat  een  niet  minder 
rgke  fauna  gepaard,  rj|k  Mowil  aan  soonten  als 
aan  individuen.  Ook  in  de  dierveifareiding  be- 
staail  een  kennKi4iend  verscbil  taiaoben  bet  W. 
en  bet  O.  van  Insulinde.  Op  de  westelgke  «lan- 
den ign  bgM  alle  orden  van  ooogdieren  veite- 
^nwoordtgd,  op  de  oostelgke  niet.  Bat  jan 
IS  het  ooetelgkste  pnnt,  waar  apen  gevon- 
den worden,  die  verder  ooatelgk  nergens 
voorkomen;  op  de  Molukken  komen  aan  in- 
beemsefae  loogdieren  cleefats  enkele  kleine  ^tits- 
mnizen  en  twee  koeskoes-soorten,  ala  venteéen- 
woordigere  der  voor  Anstialifi  kenmeAende  wti- 
deldieren,  voor,  welke  orde  in  het  W.  gtbeel  ont- 
braAI.  De  kniEbbviaan  van  Baijan,  de  babiroea- 
81  van  Boeroe,  bet  wiMe  iwgD^  de  ci'vetlat  eni. 
lijn  er  ingevoerd.  Celebes  bezit  twee  hoogst 
merkwaardige  zoogdieren:  de  babiroeasa  (beit- 
swijn)  en  de  lapi-oetan^,  anoa  of  wilde  koe.  Op 
Niemw-tiuinea  vertoont  de  favna  in  bgna  alle 
opzichten  een  Aoelraliedi  karakter,  en  van  de 
7^  bekende  loogdieTBOorten  b^ooren  er  40  tot 
de  baideldieten.  Daarentegen  is  dit  eiland  tijk 
igels,  looals  de  easnorissen  en  podargiden. 


De  OTcreenatemming  toascben  Nieaw-Oninea  en 
bet  overige  O.  van  Imolinde  ten  opziefate  van 
de  flora,  beitaat  niet  op  lanniatiMh  gOHed,  en  de 


DigilizedbyGoOglC 


atdoende  w«Td  ungtiixyai. 

Wit  het  Tooifcomen  der  ■honderlöke  dienooi- 
ten  betieft,  ign  geen  zw  talrgk  Tertegeowoot- 


woodtD  de*  Boropeus  btfna  tot  wuboop  bren- 
gen. UnAieten  oi  bloednigen  kwellen  mensoh 


kniakkei)  bindnl^jk  Arar  hun  groot  unttl,  wmt- 
in  in  tettti  oratroften  «orden  door  de  mieren 
f1800  ■oonteni);  de  witte  mieren  beibciRen  al 
wit  Tan  boot  il  met  Teinietiging;  ipriiAAnen, 
wintMn,  de  wiling  ungit  en  de  rgitctinMin- 
dera  lÖB  eteneeni  oukageMme  gaiteu;  de  wm- 
deknde  blideren  en  wuiddeDde  takkea  TiUen 
Banwelijke  Jt  het  vog;  4e  wiMe  bQeo  i^d  noUi- 
ge  dieren,  daur  sg  iwitiff  en  wm  leTereo.  De 
*KDden  oranten  wM>wet  vit  door  nootte,  ibdoor 
kleDrenpneht,  het  meeat  in  de  MotiAken. 

91ingen  ittn  gerreead  wegens  bna  afmetingen 
(Pjflkon  TtttaMm  bereikt  10  en  meer  meter 
lenste)  of  biar  yergittigen  beet.  De  roltlang  (Ct/- 
lindnpkü  rufa)  is  oter  geheel  Inanliufe  ver- 
breid, de  brilslang  Tertooii  ridb  lUeen  det  och- 
tends en  dei  «TODda,  de  hoedsUng  (OMo^giu 
9lap»}  seldt  Toor  de  gmaarivfctte  en  flngate  Tan 
alle  giftalangen  Tan  Snmatra  en  Bonieo,  wondt 
tot  4  m.  lang  «n  beweegt  «teh  buteuMwoon  snel; 
de  oeUrtaoan  Tan  Jan  ia  een  der  Tcle  wUersoor- 
ten,  de  leeBliog  ii  leer  al^eraeen  Teibreid  en 
leeft  somM^i  in  (efaolen  t>q  elkander.  Het  aao- 
tat  hagedissoorten  ie  ereneeM  talrjjk;  bekend 
■ga  Tooral  de  kleine  Tlieeeode  draak,  de  nnttige 
ptAo,  de  kameleon,  de  beawak  (Vamms  aoJvó- 
hr)  m^  minjawak  {Fanmuê  MvMfodw),  die  2 
' — 3  in.  tan^  kvïwen  worden  en  wier  ileeMi  C9ii- 
neeun  en  inlanders  gurne  eten.  Tan  <fe  kroko- 
dillen leeft  in  den  Arebi|>el  Tooral  de  Ijjstkroko- 
dil  (Croeodüuë  forotui). 

De  iTogelwereld  ii  leer  r^  munt  echter,  an- 
ders dan  bg  onst  meer  uit  door  klenreDpiaeht 
dan  door  gesang,  al  oolfcrekei)  sangen  niet. 
Als  de  mooiste  Togel  geldt  ontegenaeggriök  de 
paiadqnogel,  waarTsn  «et  100  eoorten  worden 
aangstroffen,  Tin  Nienw-Quinei,  ign  Tideilaiwl, 
tot  ten  O.  viD  CelcAwM  un  de  eene  en  AvetraliS 
en  de  Aioe-groep  aan  de  andere  sijde.  Ook  de  lo- 
ri's  en  kakatoe's  behooren  iücr  thuis.  De  wcrer- 
Togeltjet  i$n  bekend  om  bnn  mome  nesten,  de 
r^Bbrogels  Toimen  een  ware  plaag  tmv  den  laod- 
boower.  Kraaien,  widewaten,  koekoeken  ann  tal- 
r^  in  de  bosscben,  wsar  ook  bet  genrone  ooeeb- 
boen  en  de  psiiw  leeft.  De  eaaoaria  is  tot  het  O. 
be^rkt.  AlsmittigeTogetoTeidieneitdeboendws, 
dnvTen,  patröaen,  eenden  en  ganien  TcunehHng, 
terwgl  de  «aliDgsan  of  klifmralDW,  een  soort 
*an  gierawalaw,  de  bekende  etAue  netjes  le- 
Tert. 

Tan  de  «oogdieren  kontt  de  oUfant  alleen  in 
bet  'N.  TM  Snmatia  alsmede  in  bet  N.0,  tsd 
Bomeo  voor;  de  ibinoeeios  of  neoaboorn  leeft 
alleen  op  de 'drie  Oroote  Soenda-eilanden;  tu 
de  tjjgersoorten  wordt  de  grootate  soort,  de  ko- 


ningstgger,  Toora]  ef  Snmati*.  JaTa  en  W.-fiali 
aangetroffen,  de  tqgerkat  op  Js^ra,  Svnatra  en 
Borneo.  De  eiretkat,  oMer^  weid,  das  en  marter 
tijn  meer  algemeen  Terfaierd.  De  inpit  komt  vit' 
ilaitend  ofi  Sooiatra,  Tolgeni  araMDlgen  wjk  cf 
Borneo  tomi,  de  Haleiaite  beei  op  beide  eilan- 
den. Qroot  ia  faet  aantal  herteDSOorteia  die  al- 
om in  den  Ardtioel  worden  aangetronen,  óivp 
in  het  binaeolaita  wri  eens  in  knmen  Taa  hon- 
derden dieren;  bel  dweiebert  fkantjü)  Tan  JaTa 
Tormt  bet  Uektsle  faerksnweMe  aooedier;  de 
babiroeesa  (hertiwgn)  wordt  op  N.-Oeenea,  den 
8oeloe-Arehip«l  en  op  Boeioe  gerenden.  Sren 
talr^  en  reibreid  ign  de  wiUe  nrgnen,  met  da 
belten  de  Toomaamete  JacbtdienB;  bet  looge- 
naaavde  witte  awifn  ii  in  het  bmoader  aan  Bor- 
neo eigen.  Bnideldieren  leren  ulean  of)  de  oos- 
td^e  eilanden,  sooala  buidelratten,  bnideluuen, 
de  koetkoes,  waaronder  ds  'rliwende  koeAoes, 
en  kangeroe't  (Nieow-Oninea).  MKentegen  inn 
de  uen  tot  de  westel^  deelea  van  Inenlinde 
bepeAt,  waai  bet  aantal  soorten  en  indiTidnen 
leer  groot  il;  de  grootste  soort  ia  de  orang- 
oetan  t>f  Borneo  en  Somntra;  de  «amang  Tan 
Snnatra  en  de  woaw-woow  Tan  JaTa  ign  Tin 
de  lingirmige  bet  heat  bekend.  Tan  antilopen- 
soorten  leek  in  InniUade  sUeen  de  fae^utilope 
of  JMid^it  (SnmatTa).  Bebapen  en  geiten  wer- 
den ingeToerd,  soo  ook  bet  nndTee  en  de  bonel; 
de  banteng  of  bet  wihle  innd,  leelt  op  de  Groote 
Soenda-eilanden.  Zeer  talrgk  ign  de  paarden,  die 
in  Terwilderden  toesUnd  op  Z.-Criebea,  Timor 
ena.  worden  aasretroflen,  elders  alleen  alt  hnii- 
dierea  en  wiareengnigk  door  de  Hindoei  werden 
ingeroerd;  Ook  katten  en  honden  worden  all 
hniidieren  Teel  gebonden,  de  eerete  eebter  in  Ter- 
wilderden toestand. 

De  •eefln,  meren,  en  riTieien  Tan  Inanlinde  ign 
rgk  aan  Tïaelwoortsn,  waaronder  de  troeboek  aan 
SumMtra's  Oosttnal,  «iene  kaii  een  bandelaarti- 
kel  Tonnt;  ook  kteelten,  schildpadden  en  «dielp- 
dieren  worden  gerangen,  Toonl  in  de  wateren 
tnssAen  Celebee  en  Nlegsr-Oninea,  wau  ook  de 
piarl.  M  oaarlemoer-oester  Toorkonit  en  waldie- 
ren,  Toorsl  de  eaehdot,  gejsagd  word».  Tan 
de  btriottwriln  wordt  in  groote  menigte  de  tri- 
paag  (BoMhtma  edwlü  L.)  gsTisdit  en  naar 
nrini   iiitgeToerd. 

DeI/«tof/sn.  Minder  . belangrök  dan  de 
rol  der  piinten  en  aeUe  der  dieren  is  die  der  delf- 
stoffen in  Inanlinde.  Wel  komen  >g  in  groote 
TeracheidenÉieid  en  ten  deele  teer  Terbreid  Toor, 
de  meeste  echter  in  te  geringe  boereelheid,  om 
de  kosten  der  exploitatie  te  loonen,  te  minder 
daar  de  transportwegen  en  middelen  baiten  JaTa 
leer  gArekkig  sfjn.  wel  il  waw  dient  hierop  i^ 

reikt  te  worden,  dat  InsnlJnde  mgidwiHmoB- 
nog  slechts  gebrekkig  btfcend  is  en  de  in- 
lander weinig  behoefte  geroelt  tan  ddfatoften, 
Hcb  derbalre  ook  liet  Teel  moeite  geeft,  om  u 
(tp  te  sporen. 

Wat  de  Teitreiding  Tan  nuttige  detfstolfeB 
betreft,  lehgnt  Java  bet  minit  beroorreeht  te  igi. 
Hen  Tindt  er  Toornamelgk  petrtdevm,  Jodinm, 
mangaanerte,  marmer,  bonwateen,  pottetatteia- 
aarde  en  iwiTel,  terwöl  nit  seenrater  soot  wordt 
bereid.  Snmatra  en  Borneo  lereren  steenkolen, 
petroleum,  gond,  gier,  ki^>«,  knrikiitTer  en  aa- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


timoDinoi,  Boraeo  boveodieii  in  geringe  boereel- 
lieid  eddgeiteenten  en  ptitiu,  Sombb*  lilfsi, 
tin-  en  looderUeo.  D«  TooruMMnete  Tint^Mtsen 
lan  tin  ign  Biiwki,  BLllitoD  en  Sin^ep.  CcMwB 
bvTftt  gtmd,  «ok  tt«eiLkolen,  ytn,  niUd  en 
kofier.  Oond  «n  fc<^c  werden  ocfc  asngetrafleD 
op  Timor  en  Bttjtn,  pstroleom  i»  MMfóeTa,  Ti- 


Of  Ceiua  «V  Niauw-^ninea.  *Zia   Teidei   Jffit- 

Btitolking.  Oom  kennii  der  tiinitanUnilen 
TU  Tele  eilindan  h  noe  te  gering,  «m  bet  bft- 
Tolkingimler  Tan  Inntinde  m«t  jnistlieid  te 
kunnen  b^Mlen;  nn  eigenl^ke  ToUuteUingen 
kan  nog  geen  tfttke  vjit,  alleen  taadden  tot  1905 
om  de  5  Juen  loogeDaMDde  „oyoMningea" 
plaato;  na  dat  jaai  nllen  ie  om  de  il  O  jaai 
[daata  lieU)»;  op  Teiieheiden  eilasdes  moet  mtD 


Dirai.  721 

lieh  met  sduttiingen  teïteden  stdlen,  ja  l^ 
Kounige  eiUnden,  d^t.  Soembawa,  Roiei,  Bal- 
nuiten,  Nienw-Oninea  en«.  miaBOD  hUi  Aeae  el- 
ken  poMlieten  grondriag.  Volgens  de  jongste  ie- 
geenngtopgaTe  iMdioeg  op  SI  Decemèet  1905  de 
Wofting  van  geheel  Inndinde  (aooder  het  pet- 
«onert  Tan  legei  en  vloot)  87  717  877  ti^n, 
waarvan  (^  Java  alleen  80  098008,  do  de  Bai- 
tenboittii^  7&J0  860  lielen.  Van  het  totale 
bevolk! ngBcnfer  vaUen  ±  98  X  (^  de  inlandera 
en  el«ti(s  3  X  op  vreemdelingen,  Terwgl  Java 
mat  Madoeia  dna  leer  didit  bevolkt  xnn  (opper- 
vlakte 4  X  NedKlaDd,  bmolking  G'/i  X  Neder- 
land), ja  is  aonmige  gewesten  hier  overbevol- 
kiog  beeieeht,  ii  de  bevolk ingidiehtbetd  dei  Bni- 
tenbeiittittnn  (ojmervlakte  56  X  Nederland,  be- 
volking l'/t  X  Nederland)  leer  gering.  De  ver- 
deeling  der  bovolkins  naar  woonplaats  en  nalio- 
nalitüt  (in  1905)  bfijkt  oit  onderataande  Ubel. 


Nationaliteit 


Padangache  BenedenUndcn  . 
Fadangsche  Bovenlanden .    . 

Tapanoeli 

Benkoelen 

Lampongache  diatrikten  .  . 
Palerobang  (met  Djvnbi)  .  . 
Oostkust  van  Sumatra  .  -  .  . 
Atjeh  en  onderfaoorigheden  . 
Rioaw  en  onderhoorigheden 

Bangica 

Billiton 

Westerafdeeling  van  Bomeo 
Znider*    en    Oosterafdeding 

van  Bomeo 

Celebes  en  ondcrhoori^  beden 

Henado 

Amboina 

Temate  en  onderhoorigheden 
Zuid    Nienw-Guinea    (alleen 

de  hoofdplaats  Herauke)  . 
Timor  en  onderhoorigheden 
Bali  en  lombok 

Totaal  Bnitenbesittingen  .    , 

Totaal  Insulinde 


ion 

«f 

146 

678 

3667 


9348 
99236 
8S7S 


163 
2  9S3 


15484. 
I  261 


29715908 
393488 
903093 
410939 
30151S 
1SS080 
783  259 
450941 
571  477 
93  3>S 
70853 
34181 
400333 

772  533 
407762 
428063 
294466 
106632 


30098008 
40343' 
905040 
4 '3  301 
204269 
156518 
796354 
568417 
582  175 
112  216 
115189 
36858 
450929 

783736 
415499 
430405 
299004 
■08  41$ 


306469 

530762 


308600 
5*3  535 


80  9  IC 


39588 


22970 


37030460 


37  7>7  377 


VT*»md*li*g»n.  Hoor  de  regeering  wor- 
den du  vier  groepen  vas  niet-inlanders  onder- 
sebeiden:  Eniopeanen  «u  met  deien  gelokgeslel- 
den,  Chineeaen,  Arabieren  ea  andere  vreemde 
OoiterliDgea.  Terwql  wg  voor  de  drie  laatste  rn- 
brisken  naar  de  betrallende  artikelen  verwgnn, 
lal  hier  een  en  ander  worden  medegededd  om- 
trent de  Europeanen  en  met  deseo  gelgkgestelden. 
Volgens  art.   109   van  bet  Regeeringsregicsnent 

tiet  laatst  gewilligd  in  1899]  wor^  met  de 
nropeanen  geLjkgesteld  alle  meUnlandsehe 
Christenen,  alle  Jiiiannera  en  alle  personen,  niet 


vallende  onder  een  der  drie  andere  robrieken. 
De  Enri^wasen  ign  wel  ia  waai  numeriek  niet 
de  talrgkate  groep  der  Tteemdeliugen,  dodi  spe- 
len de  grootste  rol,  omdat  ijj  giootendeek  in 
bnrgeilj|ben  dienst  en  verder  alt  grootbandela- 
reo,  labrikanten  en  pkmtsgebeiitteia  weifcasm 
ign.  De  woning,  kleeding  en  leefwgBe  versdiilt 
met  die  in  bet  moederland.  Orei  het  algemeen 
i«  de  ieehrqte.  Jn  tegeostelliiw  met  vroeeer,  seUs 
een  25 — 80  jaren  geleden,  sobei  en  matig;  rein- 
heid en  voeding  worden  beier  venorgd  dan  in 
ïïniopa,  en  gewerkt  wordt  ei  in  IndiS  veel,  in 


IX. 


DigilizedbyGoOglC 


ïnuid.  Nut  het  gaboortdand  ondcrtebaid- 
«  mm  by  At  opDcmisg  tm  190S  (Mnder  legei 
«n  Tloot): 


NedeiiaiKlen . 
Engelschen.  . 

BelKca 

Fruuchen   .  , 
Doitachen   .  . 
Zwitsers .... 
Oostenr^kcrs  (en 
Hongaren) 


Java  met 

Bnitenbe- 

littingen 

7049 

lil 

IJO 

41 

146 

3> 

790 

laj 

74 

49 

8« 

131 


benneni  mb  MtiB^r  aantal  SpafijMrden,  Poi- 
tngecMD,  2wed«n,  Ncno,  Dbimil  Rauen,  lU- 
lia&cs  tm.  Htt  aantal  Japaaneri  bedroag  op  Ja- 
va «1  ïadoet*  220,  op  de  BniUidMuttingen  777, 
■uaen  dos  W7.  In  NederlMnheb-Indil  geboi«B 
£iw(^»eaBen  «n  met  deten  geliikgetteldea  tehte 
msD  op  Jaia  ntt  Madoere  6S466,  op  de  Bniten- 
braiMJwen  1084»,  totMl  M8U. 

/kJonmt*,  De  inlamkAe  bevolking  bohoott  tot 
het  MaMtefa-PolTDCBiirfM  na  dat  uit  AcÜor- 
lodiB  aftoDMtig,  than*  tiq  MsdagHkar  tot  het 
Puteh-eiUnd  en  fan  Fcimoea  tot  Hienw-Zeeland 
veittreid  ii.  In  Insolinde  treedt  bet  in  twee 
faooMgroepen  op:  de  Haleiadie  ot  Ii>don«u«die-, 
in    W.-faMulvnde   tot   en   met  flom,  en  de  Pa- 

rieke  ot  Ifetenetia^e  gTMp,  «p  Nieuw -On  inea, 
Papoeiehe  eilanden  en  in  den  A roe- Archipel. 
terwQl  in  de  IfolnUten  een  vennenging  van  beide 
groepen  heeft  pUali  gehad.  Volgen*  «en  udeTO 
indeelinff  itaan  Maleien  en  Papoea's  ali  twee 
gesebeiden  raweo  tegenovei  rikand«r.  en  worden 
met  den  naam  Indonesilr*  de  oorepronkri^e  ot 
slCtuDS  fioegere  twwonen  aangethud,  T«n  wie 
nog  Dveibltjbelen  in  de  feinnenianden  of  nit- 
hotken  worden  aangetrirffen,  looali  de  Badoei'* 
(en  wellioht  de  Tenggeieeaen)  op  Java,  de  Ba- 
taht,  EodboM  en  Loèboei  op  Snmatra,  de  Dajaki 
op  Borneo,  de  Toala  op  Z.-Cekbes  en  de  woge- 
naamde  Alfoeren  op  Cêlebes,  de  Ueine  8oenda- 
eilanden  en  de  HoJukken.  Tot  bet  Malei Mbe  rai 
behooren  dan  de  Haleiera  in  engeren  lin,  de 
AtieWs  en  Pediieeien.  de  PalMdiangers  en 
Lan^ioDgera,  de  Javanen,  Soendaneeien  on  H>- 
doeteeien,  de  BalineeienL  Hakaiaren  en  Boegi- 
neeoen  en  de  Moinkeche  MaJciers.  Üa  kennmien 
det  Indonetiên  gelden:  iloik-  ot  lichtgi^end 
haar,  tidttbinine  ot  gele  hnid,  kleine  gestalte, 
pktten,  eoma  conesvon  neoc,  raitronnig  gesiefat, 
meto-  of  dolicboeephalen  schedel,  Qroot  is  bet 
verschil  tuiiehen  hen  en  d«  Haleiers  niet,  welke 
laatete  zich  wU  in  bet  oog  loopend  onderKbeiden 
van  de  Pspoea'e.  De  Makier  toch  heeft  een  licht- 
bmine  bnidklear,  iwart  «n  stjjt  hoofdhaar,  wei- 
nig baardgroei, 'is  klein  van  gestalte  mei  bpeede 
en  korte  Meten  «n  Ueine  handen;  de  «Aedel  is 
bMehycephaa],  de  nens  kort,  plat.  aan  de  spits 
dan  toeloopend  met  wgde  neoM^eningen,  de 
JukibeenderGD  ign  nitstdieDd,  de  oogen  swait  en 
•en  weinig  uhuin  geplaatat.  De  Papoea  heeft  eea 


roeshaar,  l^ina  iwsrt  «ao  klenr;  het  geiieht  it 
lanr,  van  onder  en  van  boven  eenigMlnt  spiti 
toefoopeDd,  de  neoi  voottiitstekeDd,  de  wenk- 
brauwen nitpnilend,  bet  liebasm  n  goed  be- 
baard, de  bsAKteioei  flink  ontwikkeld;  de  sche- 
del is  dolichoetfAaal  en  betrekkelijk  klein,  de  <m- 
deikaak  sterk  voorn  ittpiingead.  Ook  p^etiiseh 
v«Ttoonca  beids  iM*n>  gtoote  venehiUen:  de  Ha- 
leist  il  in  lich  idï  gekeerd,  weinig  vslbssr  voor 
levendige  indnUen,  last  tcMen  bl^n  wat  in 
hen  omgaat,  q>reekt  in  teeenwoordigbeid  van 
vtccmden  niet  meer  dan  noodig  it,  i«  niet  alkee- 
rig  VBD  vlnerg,  weinig  danktisar,  seer  gesteld 
op  vonnea  en  geneigd  tot  niterlqk  vertoon.  Dsa^ 
bq  11  de  Halewr  «igekxu  th  aard  weikt  niet 
gaarae,  1io«dt  des  te  meer  van  spel,  oiHom  en 
vrouwen.  De  I^wea  daarentegen  is  Isvendig  en 
ptikkdbaar  van  aard,  geeft  terstond  ni«iii«  «an 
ign  gowaarwordingen,  beeft  een  onteraimde  na- 
tmr,  een  steHc  «otirikkeUen  fiinili 
vsnsoprattisg  vertoont  weinig  ernst,  h^ 
niet  san  ingespannen  arbeid  en  ii  weinig  t«  ver- 
tionwea  in  den  omgang  met  vreemdetingen.  Zie 
verder  de  art.  Jfoisteri  «o  Papoeifi. 

Zoowel  de  Haleieri  aii  de  Papoea's,  nuar 
vooral  de  eerste,  bobben  'iwt  javloêd  i»  aanra- 
king met  vreemdelingen  ondervonden,  minder 
van  ChinecMD  en  Eori^peaneD  dan  van  de  Hin- 
does, die  een  eeawenlange  heerschappij  in  bet  W. 
v«n  den  Archipel  nilgeoeteiiit  en  oen  b«wanen 
hnn  taal  godsdienst  en  verdere  fceeehaviog  me- 
degedeeld facbben.  Buiten  Java  sal  ikh  de  vreem- 
de invloed  vooral  in  de  koBlstreken  bdbbeo  doen 
gevoelen,  en  dK  verklaart  hoe  in  bescfasvingstoe- 
standeo  niet  slechts  tosseben  de  ondersdieideD 
eiiaaden,  masr  sdfs  op  een  en  betsdfde  eiland 
tutsefaen  de  kuitfceivoneTS  en  die  der  binDenlsB- 
dm  aannenljike  intelleetneele  verschillen  vaHen 
waar  te  nemen.  Hiert^  beiuit  de  verdeelingin 


Zün  le- 
j    bondt 


iJde 
leien;  de   eerBtgenoeatden    hebben  ( 


aldeT*»- 


heidenen,  de 
laatste  wel  en  Tiebben  den  hei3i 
dienst  (gegeven;  eerstgeiMflinden'  snn  bet  ge' 
ringst  rn  aantal  en  leven  faoofdHk«lök  in  dé 
binnenlanden,  laatstgenoemden w  Java,  eengroot 
deel  van  SiKuatra  en  in  de  kuststreken  dor  mees- 
te overige  eilanden. 

Een  ovenicht  van  deo  beKhaviogstoestand  in 
een  kort  bestek  t»  geven,  valt  daarom  100  tnod- 
Ip,  wgl  het  hniBerok  en  maatsdiappeUfk  leven 
der  iniandeohe  bevolking  niet  sleobts  te  eenen- 
inüe  veiscbili  van  dat  der  Veit«rsebe  masitw4up- 
pjj,  maar  ook  op  de  verschillende  «(landen  en  btj 
ondencèeEden  stammen  van  betseltde  eiland  de 
grootste  afwQktBgeD  vertoont.  Woningen,  hnis- 
raad.  kleeding,  sieraden,  ws^ieno,  toedinge-  en 
genotmiddelen,  seden  on  gewoonten  ena.  vrf- 
BchÜlen  even  sterk  van  elkander  ala  de  talen  ot 
dialecten  der  afaonderlDke  stammen. 

Taal  m  Lettertekntl.  Oe  rgkdom  aan  talen 
il  «en  gevolg  van  de  versnippering  nn  Ineolin- 
de  in  een  menijrte  eüanden  en  de  weinige  aaoia- 
kingqjQDten  tnsidien  de  vele  stsüHDHi,  die  lom- 
tqds  een  en  hatzelfde  eiland  bewooso.  Hoe  groot 
de  verirfieidenheid  ecbler  «*  ia,  toA  sprikea 
tooali   de   ondenoekingen  tis  Prof.   Ktrn  e.s. 


DigilizedbyGoOglC 


hflUteit  «Mgetoow^  >I  doe  ttutuiHn  Ulen«  wel- 
ke ondeTlrng  «n  met  die  der  PoljnenaGlM  eilsii- 
den  Tonruit  ifja,  aood»t  uj  tén  gioote  taaUunl- 
Ih,  de  ll&l«ieeli«f  oljneaieehe,  -tot- 
men.  Het  ooiapioiikeljjke  Tadettend  dier  Tolken 
«f  etamineii  ii  Tolaeni  Prol.  K«ni  te  Meken  in 
bet  O.  nu  Aehter-iod»,  inAnuwn.Kantbodijsot 
Cotliht-Cliina,  Tunrau  uit  q  tiA,  eenige  een- 
wen  TÖöi  het  begin  onaer  Jurtrilingv  orei  de 
«ilHden  mn  Iumlinde  en  PdjMiil  venpnid 
hebben.  De  belangTJ^ite  rtn  deu  IftleD  ^ni 

1.  Maleioch. 

2.  MenanfckibKiuch. 

3.  B&uksch. 

4.  Atjchsch. 
ö.  Gajo's. 

6.  Redjanich. 

7.  Lampongsch. 

8.  Korintjiach. 

9.  Ntasch. 
I  10.  Mentawéisch. 

1.  Socndanecach. 

2.  JkTUiuch. 

3.  Medoereesch. 
Balineesch. 
Dkjsksch. 

1.  Boegineeech. 

2.  Makuaarscb. 

3.  Baree. 

4.  Handareesch. 
8.  ToradjaUlcn. 
6.  Sanginch. 
Bimaneesch. 

1.  Ternataansch. 

2.  Tidoreesch. 

3.  Tobello'sch. 

4.  Galelareesch. 

5.  Hoamehehch. 

6.  Hatoehaha'sch. 

7.  Rottineesch. 

8.  Sawoeneesch. 
Nocfoorach  of  Ua- 


KI.  Soenda  eil. 


Nieuw- Guinea. 


Het  tetter8ebrif<t,  dat  in  Inaoliwle  ge- 
braikt  wordt,  te  Tan  drieêrla  fionptiag.  Sooomi- 
ge  Ti^en  bMÏtten  of  bezaten  «en  tetterechrift 
Tan  lodiKhen  ooraftrong  en  Toor  de  b^efl«n 
Tsn  fann  tadeigen  paeklaar  genaakt,  anderen  be- 
dienen lieè  Tan  bet  AiabiMbe  ajfatwt  met  eemge 
vUiigingen  (in  bet  Ternataaneefa  biff.  weiden  de 
klmkeie  regelmatig  bQgeseb reren),  nog  anderen 
Tan  liet  4oot  de  Europeanen  ingeroerae  La^n- 
■dw  sefarift.  Omtrent  de  biponderiieden  der  toot- 
naamete  talen,  dei  volken,  door  welke  tg  ge- 
qtroken  werden,  en  dei  Mteitnoda  laa^dege 
men  de  abondeil^e  art&eien. 

QodtdieHtt.  De  OTtivrooite  meerdetheid  der  be- 
wonen belqdt  den  Imm,  o.  a.  bgna  de  gebeele 
berolkiiig  Tan  Jara;  de  oTeiisen  qjn  nos  heide- 
nen, wier  natnargodidienet  ooorgaane  au  ani- 
misme (ii«  aldaar)  wordt  aangediiid.  Hoenrd 
daartiq  oog  gtoote  Teri^Uen  <ralkn  waar  te  i»- 
men,   atemmen    de  godedlenatige    Tooratdlingen 


Ï23 

daaiin  oreieen,  dat  allee  in  de  natODi  (dicceo, 
planten  en  ook  Wenloooe  Tooiwerpen)  boreld 
woidt  gedacht  en  aan  de  sielen  of  geesten  bet 
Tenoogen  wordt  to»ekend,  om  hun  iti^el^ 
omènliwi  te  Tetlaten.  I)e  Tereering  Tan  die  geea- 
tetk,  en  wel  ia  de  «eiate  plaaita  Tan  die  der  ^e- 
etopren  familiededen,  vormt  m  leitelgk  den  in- 
bond Tan  alle  natnargodedienaten  in  den  Arelii> 
fel  eB  ipeelt  ook  nog  in  het  leTen  der  tot  des 
riam  of  bet  Cbiiitendom  bekeeide  intandeia  een 
Soote  rol.  Bg  iedere  handeling  wordt  de  bolp 
r  geeaten  geweht,  en  Tieee  Toor  de  liekten 
oï  onheilen,  die  in  kvnnen  Temon^Mn,  be- 
faeemeht  het  ^riieeu  leren  iftn  den  inlander. 
Ten^lt  ign  si«t  bekend,  wel  afgoMMelden  In 
menigte,  aan  wie  bg  elke  griegennnd  otfera  ge- 
bracht worden  dooi  piieitert  of  priesteieaeen, 
Zq  treden  ook  op  ala  wneeibeeren  of  licTei  geet- 
tenlMBweetders  en  oefenen  ïg  «nenigen  «tam  een 
Terderlelgken  inrloed,  ook  m  MifelDk  sebied, 
uit.  Het  dogma  van  het  Tiq  en  enMinaamd 
Toortloren  der  liel  na  den  dood  ia  al^meen  ver- 
breid, bet  denkbeeld  Tan  een  Teigriding  daarea> 
(«gen  böna  «et  bekend. 

DeHindoeaodidienat,  eenmaal  lOO  Ter- 
breid  in  den  Arenipel,  wordt  t^nwoordig  alleoi 
nog  op  Bali  beleden  (lïe  Soit  en  Hitido^mu). 
De  hwMlel  bm^t  de  ffindoet  aaAr  InaaJinde, 
waarop  kolonieatie  en  itaatfcnndiM  o«erhee^ 
(diiog,  alimede  ratTermenging  ToIffdeB  aedeil 
het  b^n  onzer  jaartelling.  Vooral  Java  hebben 
^j  bebeeroeht,  waar  betrok  Tan  Ifodjcnalt  in  het 
madden  der  14de  eenw  wjb  hoogtten  Moef  bereik- 
te en  gezag  nitoefen de  oTer  onderaAeiden  kleine 
rqken  y)  snmatra,  Ualaka,  Borneo,  de  Kleine 
Soenda-Éi landen  en  de  Holnkken. 

De  invloed  der  Hindoei  ia  leer  groot  geweeit, 
vootal  op  Java  (rie  aMaai),  en  toen  hg  oier  en 
eMers  moeat  w^en  to<v  den  Uam,  vond  de  Hin- 
doeleer  een  MhnilplBat*  op  het  nsbniige  Bali. 

De  Mohammedaantelu  godtdieiut  wordt  dooi 
bSna  95  %  det  bewonen  Tan  InMtlinde  bdeden. 
Hg  werd  in  het  begin  der  ISde  eenw  in  N.-Sn- 
matra  bet  eeral  veniondtgd  en  breidde  lieh  eeiat 
lan^  de  knateo,  vervolgens  ook  in  bet  bniten- 
l&iid  nit.  Op  Java  begon  de  lelain  sedert  de  '16de 
eeuw  meer  aanhangers  ite  tellen,  en  na  een  lang- 
durige, Moedige  worsteling  werd  hg  er  meester 
van  oen  toeeland  (erwgl  de  Hindoeleer  er  op  het 
einde  der  15de  of  in  het  begin  det  16de  eenw  op- 
hield ^e  bestaan.  In  korten  t|jd  werd  de  leer  van 
JfoAamtned  oTer  d«  meeste  eilanden  Teibreid  en 
neemt  no^  heden  ten  dsge  steeds  toe.  Omtrent 
de  Tiaag  in  hoe  vet  en  hoe  diep  de  lelam  bg  de 
Inboorlingen  is  dooigedronzen,  ijjn  de  meenin- 
gen verdeeld.  Zie  om  ArcAierm  in  Itintlinde, 
oadi  en  Pon-ZtlonuMne. 

Het  Christendom  wordt  reeds  ecuwen 
lang  dooi  de  lendelingen'  van  onderscfaeiden  ge- 
nootschappen in  iDsulinde  verkondigd,  ii  ei  ech- 
ter tot  heden  niet  in  geslaagd  veel  aanhangers  t* 
Terwerven.  Het  eerst  werd  het  er  bekend  go- 
naaU  doot  de  Fortngeezen,  na  bun  vestiging  <^ 
Temate  en  elders  in  de  Molnkken,  en  tegen  het 
midden  det  16de  eenw  bestond  hier  reeds  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


op  70000  g«d»t.  In  de  19dc  eenw  werd  de  nit- 
biekUng  en  befcttiging  tu  liet  Outeteadom 
door  «Bderaclmden  aendinmereoDigincen  iei 
hand  ffenom»,  wuib^  de  B^«eriiig  Mier  toe- 
aidrt  «Igft  nitoelenen  en  Teiguning  moet  vn- 
leeneB,  om  bet  lendiwiweit  nit  te  oefenuL 

Beliihe  de  Nedenfiiittdie  en  R.-Katbdi«ke 
Eed  (EMt  een  biHebop  in  putibna  inndelinm, 
toTeiM  pHtoor  te  Batavia,  un  het  hoofi^,  vindt 
nen  tegenwoordig  in  IneoliBde  de  Ohnatel^ 
Gereformeeide  Eeiken  te  Batavia  en  Soerabaja, 
de  Etangelitdi  Chiaenehe  gemeente  te  Batavia, 
de  Anneniaebe  gemeente  0(i  J«f«  «d  de  BrUaeb- 
FroteitanlMbe  gemeente  te  Batavia.  Niet  minder 


et  —"*-"—    vtarran  <__   . 

dincnereenigiBg  te  Rotterdam,  het  Nederlandetfa 
ZudeliBg-genootiehqi  aldaar  de  Utredtadie 
Zeadingeverwnigiiig  en  de  Bheioieebe  Miniona- 
gMellaehatt  teBanneaaladetiriaiigTJikatelcnBBen 
gelden.  Ia  het  geheel  iqi  er  Sw  leDdelingeB 
Bet  totaal  aantal  Chiial«naa  bednwgt 


riuMii  gemaakt  onder  de  inlanden  op  Timor  e: 
on^ifaoorigbeden,  de  Protestanten  in  de  Visa- 
haua,  op  Amboioa,  in  Tapano^  en  io  de  Batak- 
landen.  Tol^a  de  iqtDMning  v»n  1005  bedroeg 
bet  aantal  inlandadie  Chiiatenen  of 


Proteatanten. 

Gerefor- 
meerden. 

R.  Katho- 
lieken. 

Andere 
ttrkga. 

Totaal. 

Java 

406673 

3309 

«73 

.;?n 

•^ 

24663 
433  '3' 

Totaal 

435  535 

6783 

13JS3 

3304 

457  794 

Daarentegen  telt  de  Idara  op  Java  29  605  653, 
op  de  Baitenbeiittingen  5428372  belyderB^  ter- 
wg]  het  aaoUi  BindoeB  in  deie  laatete  163  547 
bedrawt. 

Bnèluivingaloettand.  Bjj  een  nadere  bescboa- 
winr  van  den  heuhatingttoettand  verdient  het 
in  oe  eeiite  slaate  opmerking,  dat,  met  nttion' 
dering  vao  eiftele  nog  iwervende  atammen  is  de 
binnenlanden  van  de  grootere  eilanden,  alle  vd- 
ken  vaite  woonpUatuu  lubben.  D>  «ooingbonw 
vertoont  wel  vercchillende  trappen  van  ontwik- 
keling, bereikt  editer  aeigeni  een  aanaienlqke 
hoogte.  Kenmerkend  ie  dat  oe  w  o  n  i  n  g  e  n  over- 
al gebed  nit  plantaardig  materiaal  ign  opge- 
trokaeu  en  dat  «q  op  vele  plMtten  op  min  of 
meer  hooge  palen  staan,  somtiidi  (N.^net  van 
Nieuw-Ouinca.  N.W.Jiait  fan  Borneo)  in  lee  of 
in  de  rrvieren,  eUem  op  het  land  of  ook  w^  op 
vlotten.  De  hoogte,  waarop  de  woningen  boven 
den  grond  itaan,  vericbilt  van  6  voet  (Java)  tot 
80  voet  (eommige  Dajakitammen).  Alleen  in  eom- 
mige  gewetten  ^Ooat^ava,  Ainlwn  eni.)  ataan  de 
bniien  op  den  «eganen  grond.  In  het  aleemeen 
ign  de  woningen  Unn,  ilecbti  voor  één  lamilie 
faeelemd;  sUeen  enkele  Dajakatammen  boawen 
hoiaen  van  100,  lelft  200  m.  lengte,  waarin  me- 
nigmaal een  giAieel  dorp  lamen  woont,  tciw|jl 
ook  in  de  PaaangKhe  Bovenlanden  groote  bni- 
len  voorkomeiL,  al  bereiken  ly  "'^^  <^i  omvang 
der  -Dftjaksehe,  Opvallend  ia  bg  dau  Fadang- 
tebe  huiwn  vooral  de  vorm  van  het  dak.  De  in- 
landaehe  woningen  mieeen  lamen,  toodat  licht  en 
Incht  door  de  deni  Unoen  moeten  dringen.  Hoog- 
atene  heU>eD  de  igroote  huiien  een  a[  enliele  lui- 
ken in  bet  dak.  De  meeste  gewone  woningen  ign 
in  twee  ol  meet  vertrekken  verdeeld.  De  groote 
haimn  bevatten  één  groot  gemeen  tdi^^elgfc 
vertrek  en  verder  voor  elke  familie  een  afion- 
derlijk  elaapvei trekje.  De  meiijeg  en  kinderen 
dapen  eamen  in  het  genMenadi^ipttljjke  vertrek, 
de  jongdingen  en  ongcAinwde  maniten  baiteni- 
buit  in  een  groot  gebonw,  dat  teven*  tot  vwrga- 


denaal,  oaWanget  van  vreemde  gaaten,  «na. 
dient.  Het  menbilaiT  ii  gering  en  beataat  hoofd- 
lakelgk  nit  een  aantal  matjea,  om  iqi  te  litten  en 
te  ahuMa.  e«n  aantal  potten  en  pannen,  aarden 
adtotau,  Wje*  en  baQÉwekok«rB,  alamede  een 
of  enkele  kielen  iot  bet  opbergen  van  Ueeding- 
itnUen,  lüftieradea  «n  koatfaaaihedeB.  Aan  de 
wanden  hangen  dikwgla  gereedadtanpen  en  wa- 

C Da,  aan  het  dak  viechtnig.  Een  nonten  mat- 
DÉ  (balé^ialé)  komt  niet  oveial  toot  evenmin 
een  primitieve  lamp.  Wel  bevindt  lieb  dikwgla 
in  het  woonvertrek  een  atookplaata,  tovena  kow- 
plaats,  voor  loover  de  toeberriding  der  aMMn 
niet  buiten  de  woning,  h|)T.  onder  een  afdakje. 
geiehiedt. 

Alleenitasnde  woningen  treft  men  in  Intolin- 
de  ileciita  leer  lelden  aan;  minatens  ajjn  de  hni- 
Mn  tol  «roepen,  doorgaan*  tot  dorpen  vereeni^, 
iteden  daaienlegeii,   welke  ook  maar  eenigaaina 

g)  de  onae  gelden,  komen  nagenoeg  niet  voor. 
g  voorkeur  liggen  de  dorpen  lange  de  koa- 
ten  en  de  rivieren  en  ttickken  lidi  dan  in  de 
lengte  nit  (atreek.  of  rgendorpen);  in  het  binnen- 
land lagen  en  liggen  op  vrie  plaateen  de  dorpen, 
all  iq  niet  luiga  een  rivier  gebouwd  na,  of 
ateile  hoogten,  waaiby  de  hniien  min  of  «neer 
in  eu  kring  rondmn  een  open  mïmte  ataan 
(komdorpen).  Ook  ign  aö  daar,  waar  het  Heder- 
landedi  geiag  lieh  nog  weinig  of  met  doet  gel- 
den, meestal  versterkt  met  ateenen  maren,  aarden 
wallen  met  doarabim3>oe  beplant,  bonten  palisaa- 
den  en  vooral  met  leTonde  oamboe.  Deae  laatste 
ombeinig  ti«ft  men  ook  alcMneen  op  Java  eoa. 
aan,  niet  looieer  als  strategische  veiateckïng,  dan 
wel  om  Treerod*  indringers  te  weren.  Wat  den  in- 
wendigen  toestand  der  dorpen  betreft  vallen 
vooral  twee  typen  te  ondenèheiden:  bt  de  hai- 
Mu  iga  op  erv«n  gebonwd,  doorgaans  met  vrucht- 
boomen  bemant  en  door  een  levende  haag  van 
elkander  en  van  den  weg  geseheiden,  aoodat  men 
van  de  woningen  op  «eringen  afstand  nieta  be- 
qwort  (Java,  Midden  Sumatia,  tfinabaaia),  dt  de 


DigilizedbyGoOglC 


hntwn  ituii  dicht  bjj  cUindtr  op  een  geheel 
Qf9a  ruimte  in  twee  «f  meer  nj^,  aoodat  er 
gMn  géboomten,  behalve  eenife  k<Aoii)tlmea, 
mTden  uwettoffen  fBalcke,  PidkUgMbe  Boren- 
Uoden,  Dftjaki  em.)-  In  het  Rlgemeeii  «jo  d« 
dorpen  Ueis;  in  weinw  woDÏDgen  hoitt  editer 
•omtgdt  «en  Iwtrdkelj^  uuienlqb  beTolkiag. 
De  kleediDK  vertooDt  groote  renAeiden- 
beid.  Op  Nieow-^inea  gun  de  mannen  un  de 
Hnmlioldllutai  gebed  auki,  elden  worden  ü- 
thane  de  ed»u>deden  bedekt  door  het  dragen 
Tan  een  lendendoek  nit  Innwakd  of  geklapte 
boomeehort.  De  beschaafde  Maleiert  gaan  rerder 
met  de  kleeding  «n  dngen  dooigaaoB  de  urong 
of  Jttin,  een  ttnk  Ignwwad  Tan  i — S  m.,  om  bet 
henedenlgf,  soowd  mannen  ala  Tionwen;  bq  («m- 
mige  itaötmen  dricen  de  mannen  onder  de  aa- 
roBg  of  kun  eea  orocÉ;  het  boTenlqt  wordt  M 
bloot  gedragen,  Af  door  de  manneo  oedek)  met 
een  boia  of  baadje,  bq  de  Traawen  door  de  aleu- 
dang,  «u  doA  lan  3  m.  lenRte,  ooè  wti  door  é» 
kateai.  een  lan^  TroowenJMC  met  nauwe  moa- 
wen.  Étgenaardig  ia  het  oortogikleed,  dat  Tele 
atamman,  vooral  de  voorTeebterr  in  den  krj}g 
dragen.  Het  hooU  wordt  61  niet  W^  Af,  *oo- 
ala  m  JaTa,  met  een  hoofddoek  getooid, .  ook 
wel  door  een  hoed  van  pahnUaderen  ena.  tegen 
de  ion  beaümt.  De  kindeien  ioopen  meeat  orenl 
tot  6  ft  7  jur,  iomtöds  ook  hngcr,  geheel  aaakt. 
All  grondstof  voor  de  kleeding  dient  Tootal  ka- 
toen, bij  leestelgke  gdegenbedeD  ook  ^ide,  hg 
eommige  stammen  op  Bomeo  en  nog  meer  op 
Celebea  en  Terder  oostwaarts  de  toeja  (beweAte 

Al>  Ri«raden  i^n  Toorsl  pinnen,  nngui 
•n  aebffren  in  ooren  ra  neai  en  ringen  om  ar- 
nwi  en  beenen  in  swang;  ook  tanden  van  wilde 
iwjjnens  baren  en  bloeoMD  dienen  tot  aierud, 
Tooral  Tan  bet  haar.  In  bet  algemeen  i(|n  Tele 
weinig  ontwikkelde  etammen  hó«mdet  op  sie- 
raden gesteld,  de  mannen  eremeer  ris  de  vroo- 
wen.  06k.  bet  tatoeSetea,  bet  aanbrengen  Tan 
brandwondm  op  armen  «n  bont,  het  TerTormen, 
ah^^ea  of  dtslaui  der  tanden  kan  tot  letere 
bo(^fte  bieitoe  gerekertd  worden,  al  bemeten  de- 
le  ^^bmiken  doorgaant  oort^ronkelök  op  andere 
motieren. 

Het  Toomaamste  TOedeel  ii,  althana  in  <te 
W.  helft,  de  rqet.  In  de  O.  helft  meer  sago  en 
mals;  daarnaast  worden  ook  ondersdieideD  aard- 
Tmebten  (Toorsl  Jams  en  bataten)  en  Terachil- 
lende  penlTmcbteo  genuttigd.  Zwervende  stam- 
men nuttigen  tehiei  allee,  wat  iQ  op  hnn  pad 
Tinden,  loowel  van  plantaardigen  als  dierlijken 
aard.  Overigens  k  plantaanHg  voedael  boofsaak, 
terwql  daarnaast  nogal  viecn,  verieh,  gedroogd 
of  göonten  gegeten  wordt,  ukFot  ilierlqk  Toed- 
eel meestal  eleehti  bg  feestelijke  gelegenbeden. 
Melk  wordt  loo  goed  ilt  niet  gebmikt,  boter  en 
kaas  i^n  oiAekend.  Daarentegen  komt  het  nut- 
tigen Tan  aarde  [lie  Aarde,  eetbare)  nog  at  voor. 
De  gewone  drank  is  water,  waar  de  loftietMlt 
bestaat,  ook  een  aftreksel  van  gebranite  koftiè- 
boonen  ot  van  de  bladeren.  Eet  water  van  de 
halfrgpe  kokosnoten  ia  leer  in  trek,  nog  meer 
palmwgn  en  ook  wel  arak.  Doeh  in  bet  alge- 
meen k  de  inlander  leer  matig  in  bet  gebruik 
van  ^liJB  en  drank.  Oewooid^  worden  de  maal- 


tijden des  morgeni,  middaga  en  avonds  genut- 
tigd. Onder  de  ganotmiddelen  itaat  bet 
betel-  of  eirihkanwen  bovenaan;  ook  wordt  er 
wel  suikerriet  gekanwd.  Het  roeken  van  tabak  is 
ook  algemeen  Torbreid,  meeetti  eebter  deehte  si- 
garetten (strooitjes).  Als  bedwelmend  middel 
speelt  de  opiam  een  groote  rol  en  geeft  wel  eens 
(utnleidiog  tot  am<Amaken  ^e  Amok). 

Spelen  en  veroiaken  besit  de  inlander 
in  groote  -versebei denheid.  Bü  d«  kinderen  lÜD 
knikkers,  tollen,  vliegers  en  Mispelen  algemeen; 
de  Tolwaesenen  zijn  harte  tocht  elijke  nwlers,  Toor- 
al  editer  ter  wille  van  de  wedoeasebaivie^ 
waartoe  ig  aanleidiDg  g«ien  en  dieboo^  nadee- 
lig  op  de  welvaart  werken,  looals  oöv.  door 
Prof.  Sieuaenlmit  TOor  de  Dajaks  etp  Bomeo 
vrerd  aangetoond.  Tooral  <^  banengeneehten  ijjn 
de  inlanderB  verwrt,  ook  kwartel.^  krekel-  en  mie- 
rengeveehten  bebooren  hiertoe;  tügergeveehten 
iqn  tegenwoordig  leldiaam  geworden.  Hooier 
staan  die  vernmken,  waaibü  bet  om  koaetnitift- 
gen  te  doen  is,  n.i  muiek  (gamelan,  lang  (loo- 
aU  de  {lantoeni  op  Snniatra)  en  dana  (aie  Done- 
hinit).  Ook  tooneeboorstelliB^  valten  bjj  da 
Javanen,    Balineeten   en   Ifaleieia   xeer    in   den 


strekt  niet  üti}d  op  een  laag  staande  beschaving 
wgien,  behoort  het  kannibalisme,  dat  nog 
voorkomt  bn  de  Bataks,  ala  straf  voor  bepaalde 
misdrören,  bg  sommige  Dajakttanunon,  q>  Cele- 
bea,  Flores,  de  Solör-eilanden  en  Tooral  op 
Nienw-Ouioea,  -waar  eommice  etammen  ook  g«- 
Aoode  Tienden  opeten,  lelis  Inken  van  men- 
«rtten,  die  een  natuurlijken  dood  geetorten  ign 
Terslinden,  t«twg1  het  i.ieh  elderi  beperkt  tot  het 
nuttigen  Tan  bqMaldeliriiaamideelen,  bgv.  (^  de 
Soloi-eilaDden  van  bet  bart  vaa  getneaveldè  lï- 
anden,  op  Celebes  Tooral  van  ds  nersens  en  bet 
bloed,  «It  een  middel  om  dapper  4e  worden.  Heer 
algemeen  Terfareid  is  het  koppensnellen, 
dat  Toor  een  gedeelte  samenhangt  met  de  octte- 
delvereering,  een  voim  van  animlasne,  waaibjj  de 


trttedeli  van  menscben  ale  fetis; 


I  worden  be= 


seboowd,  voor  een  gedeelte  lijn  ooriprong  in  an- 
■  idt.   H  ■   ■ 
,     _  i-eiknden,  in  de  L«n»ong»«_. 

dittrieten,  b^vele  Dajakstamnea,   in  Centraal- 


de  laatste  jaren  stvrk  vermiBdeid  to  qjn.  Zeer 
'VeBeebillend  en  4en  deele  hoogst  eigenaardig  iQn 
de  gebraiken  der  ondersebeiden  heidentehe  •tam- 
men  bij  de  diie  Toorosacnste  gebeurtenissen  van 
het  mensefaejijk  leven:  eeboorte,  bn  we  lijk 
en  dood.  De  kuisebbeid  der  meisjes  laat  over 
het  grfieel  veel  te  wensten  over,  met  de  lede- 
lijkheid  in  bel  huwelijk  ie  het,  althans  wat  d« 
betreft,  over  net  algemeen  beter  geatcld. 


wegene  de  daarmede  verbonden  kotten,  wei- 
nig in  iwang.  PolvaDdrie  moet  enkel  Toorkomen 
hj)  de  Dajsks  in  ^trahas.  Daarentegen  komt  sla- 
Temn  en  pandeliogsehap  (schnldffavernij)  bni- 
ten  Java  in  ^beel  Insalinde  voor. 

Onderwnt  wordt  gedeeltelijk  gegeven  door 
de  Hohammedaamebe  prieelera  aan  d«  kinderen 


DigilizedbyGoOglC 


TUI  UohNDBiediuKii,  beeft  echter  ireiMg  te  be- 
teekeiien  en  beperkt  licli  in  hoofdsui  tot  bet 
metlMniKh  leeien  leiaa  van  den  Kons;  gedeel- 
telgk  door  d«  Christen-ieinleliiigeii  op  lendiogi- 
•ebolgn,  wMur  het  met  bet  gewoon  lager  ondef 
wqi  crreTeenttemt,  en  in  <le  derde  plaati  th  Qod- 
TemementaiMge.  Dit  iMttte  valt  nog  te  onder- 
■eheiden  in  ond«rwni  tan  ionen  tui  inJandtdw 
boorden  en  aamienlükea  ^«cboleD  ecTtte  kluie) 
en  ondenröa  aan  kinderen  van  gmrone  inlanderB 
(«holen  tweede  klaaee).  Voor  de  EuroDwacbe 
kinderen  bettMn  er  gcnrone  lagere  eeholen  ett 
■cbolen  Toor  meei  aitgebreid  OBdervjJB  ten  dee- 
le  openbare  (toor  rttening  Tan  het  Goinerae- 
ment),  ten  dèele  bgioBdere,  «elke  lobsidie  ok 
'«  lands  kaï  kanatn  genioten.  Ook  Fffibelicbolen 
(gebeel  Tan  paitiealKrea  aard)  lindt  men  in 
haalinde,  alimede  ambaefetMeholen  te   Batavw, 


Semarang  en  Soerabaj»,  op  «elke  glaatMn  vitai- 
eene  hoogere  bnrgenëbolen  met  igt^igen  enr 
■m  ijjo,  terwql  te  BMafia  teTcoi  «en  hoogen 


irmrwfaool  met  driejarigen  enrsu  voor  meis- 
jes beataat  en  een  «dwcd  (&Id.  D.  tan  bet  gjm- 
naiinm  Willem  UI)  tot  beoeiening  det  iaial-, 
laad-  «n  volkonkaDM  thi  Incolinde.  Op  de  hoo- 
cera  bnrgeracliolen  gingen  in  1915  behaWe  de 
Eniopeeaebe  leerlingen  62  inlandicfae  joiuena,  4 
inlaikdiehe  meiije«  en  M  treemde  Oaaleniiigen. 
(^  1  Janaari  1914  waren  er  op  Jara  en  Hadoera 
145  openbare  sefaolea  «oor  Eïaropeeteiie  kinde- 
ren met  18  SS8  leerlingen  en  3t  bgiondere  met 
5444   leetlingas,   waaronder    956    aiet-Earopea- 

De  onmi»  *an  het  la^et  oaderwg*  on  1  J«r 
nnari  1914  ican  nit  bet  Tidgrade  oreniNit  blq- 


Ocwoon  isccr  ondcrwUs 

Aantal  scholen. 

Aantal  leerliiigen. 

Daairan  meisjes. 

GouTcra. 
acholen. 

Particui. 
scholen. 

Gouveni. 
acholen. 

Particui. 
scholen. 

Gouvera. 
scholen. 

Particui. 
scholen. 

834 
459 

1874 

175  «6        50531 

89960       130273 

II  768 
17580 

8511 
36814 

Tan  d«  1110  leholen  tan  partienKeren  (1  J^ 
nuari  1914)  waren  635  wQ^ngaehoIeiL  OonTW- 
nementskwecÉMbolan  voor  inlandsel»  onderwjj- 
len  beitaan  ar  7  in  Insnliikde  met  UftU)  «76 
kweekelingen.  Verder  heelt  me»  ei  16  nonnad- 
cnriDiaan  tot  opleiding  tri  inlandaciw  ha^ft- 
derwvHn  met  (1914)  519  leerlingen.  Zoogenaam- 
de TolkMcbolen,  frocmr  deM-»^akn  wuen  er 
in  1914  op  Java  en  Hadoera  3521  nwt  239415 
leerlingen;  in  de  BnitenbeiittingM  631  met 
41  2il  leerlingen^ 

Landbouu.  Het  hoofdmkldel  ftn  beMaan 
der  bewoners  T*n  Inenknde  ii  de  landbonw.  Hier. 
bn  moet  «en  onderacheid  gemaakt  worden  tn*- 
■cban  den  landbonw  dooi  de  intandera  Tolgeni 
eigen  initiatief,  geheel  in  hun  belaag  aitgeoe- 
fmd,  en  dien  in  dienst  van  ËotopMaow  onder- 
nemeu  of  ran  de  Regeeriog  Teiiitat.  Bg  de  laat- 
ste beitond  Troeger  een  yerarinl  tasMhen  d<  ge- 
dwongen cultuur  «n  de  TTJje  cnltnur.  Be  gedwon- 
gen ealtuur  i«  Teidnrenen;  de  Tijje  euttunr  kan 
weet  Teidedd  woiden  in  de  kina-  en  de  boM^- 


enttnar  ()i«  SoaeAbotwJ    waarbg   de  ailwid  der 

'    i  rebeel   TriJwiHig   is        "   '      

taald    wordt.    Door    " 


JsUnderi  rebeel  TrirwiHig  is  en  behoorlgk  be- 
taald wordt.  Door  Europeeiebe  ondernemen 
wordt  de  landbouw  uit^^eoefend:  t«n  decie  op 
gronden  aan  partieoUeren  in  Troeg«r  tgden  in 
eigendom  afgestaan,  len  deele  op  gronden  door 
het  OouverMOient  in  er^acbt  a»estaan,  dan 
wel  dooi  het  Oooyernemenl,  inlandtdie  vonten 
en  grooten  of  gewone  iidanden  Teitmard^  tel 
dede  door  opkot^  Tan  prodaeten.  door  de  inlan- 
ders geteehl,  om  die  in  «tgen  etablissementen  te 
verwerk  en. 

De  inlandsche  landbonw  staat  over 
bet  geheel  nog  u)  een  lagen  trap  Tsn  ontwikke- 
ling; het  ia  TMlal  landboQw  met  brankligging, 
dds  extensief  gedreven  wordt.  Btcu  gebrekkig  en 


Ttiooderd  als  de  methoden,  ign  de  laodbouw- 
werktnigeo.  Op  vele  plaatsen  vooral  buiten  Ja- 
TS,  is  Mt  noK  looRwuw. 

Daai  tost  net  boofdvoedtei  vormt,  is  het  ook 
het  Toonaamste  landbouwproduet  en  wordt  als 
êtnU  gMtoê  tegenovM  üït  andere  aamen  als 
ItfMda  gemu  geplaatst.  De  igstbonw  in  sgn  pii- 
mitiefiten  vonn  is  de  gtgHMVw,  waart^  een 
stnk  woeste  grond,  doorgaans  oerwoud,  van  boo- 
men  en  andere  gewanen  geaatverd,  weinig  ot 
niet  bewerkt  en  dan  beplant  wordt,  door  met  een 
puntigen  ilok  gaten  in  den  bodem  te  maken, 
daarin  de  rgttkorreli  te  leggen  en  de  gaten  ver- 
Tolgene  met  de  liaad  dicht  te  t^ken.  Deie  me- 
thode, die  een  geringen  oogst  van  slechte  hoe- 
daaigiMld  levert,  wordt  alleen  bg  de  laagst  staan- 
de Tolken  tocg^>aat.  Betere  resultaten  geeft  de 
tegalbonw,  wautif  men  op  deself<ie  wjnete  werk 
gaat,  doch  den  boden  Toomf  beter  bewerkt  en 
aan  het  gews«  meer  loig  besteedt,  o.  a.  door  het 
wieden  van  onkruid.  De  beste  oMtbode  is  eebter 
d«  tawabiboaw  of  de  rqatteelt  op  natte  velden, 
die  op  Java  veneweg  de  overhuid  beeft,  IcrwiK 
in  de  Bniteiri>esittJiigen  de  tegal-  ol  ladangbonw 
overweegt.  De  sawMbouv  vereisdit  veel  meer 
torg  en  arbeid,  voorü  wegene  de  noodsakelij^heid 
om  waterleidingen,  slnnen  en  damnten  sAn  te 
leggen.  Tevens  nweten  de  rijstvelden  bebootlgk 
bquowd  en  geêgd  worden,  waarna  de  vooraf  op 
kweekbedden  getrdrkeD  laailingen  daarop  over- 
gci)Mcbt  en  de  akkers  onder  watw  g<iet  worden, 
totdat  de  riJithaUDen  beginnen  te  bloeien.  Voor- 
dat de  ploimen  geel  wordon,  bet  teeken,  dat  de 
rijst  rijp  is,  heeft  men  bet  water  doen  afioopen, 
tevens  tal  vaa  maatregelen  moeten  nemen,  om 
het  gewas  tegen  ign  vele  vganden  nit  bet  die- 
renrgk  te  beMbeimen.  Bg  het  oogsten  worden 
op  Java  de  halmen  een  voor  een  met  bet  ijjstates- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


je  sfg«H)wiBiH  in  boMan  lumn  g«boiulen  en  te 
drogen  gnet,  <lM.nia  in  de  iqatidiiwr  opgèbot- 

Esn,  om  fenolgeiu  t^  gedeelUn,  ti  nuimete  de 
^efte  lich  Tcoidoet,  dooi  de  Trouwen  oatbol- 
ftlerd  te  worden.  In  \9H  «reren  op  Jan 
8  S17  774  bwws  met  rjjit  beplant  en  werd  de 

S reductie  op  931U970  pikoli  padi  geadiat. 
:ochtani  ia  die  iioetedheid  nkt  ToIdo^d«  om 
in  de  behoelten  der  teiolbing  te  toorsien  en 
tracbt  d«  Begeerinff  dooi  iiiigatie werken  de  be- 
boDwiiaH  opperflatte  te  TBigrooten,  Ook  op  de 
gronden,  die  eigendom  tan  particulieren  ign,  ii 
rqat  een  hoofd  g« wat. 

AI*  tweede  gewaaaen,  nadat  de  rüttvedden  op- 
nieuw beweHct  tgOi  knreekt  de  mlander,  grooten- 
deelt  «oor  eigen  gebruk,  mali  of  djagoeng,  rei- 
acbillende  knolgewateen,  jteahmchten  en  gewaa- 


Celcfcei  ea  ondeibooiigheden  levetde  27  000  ft- 
kok.  Tooral  de  prodnetie  na  Bobnata-koftie  ie 
in  de  laatate  jaren  afeik  toegenomen.  Ze  wordt 
vooral  gekwekt  aJi  Catdi'«iop  itp  de  jongs  rnb- 
berplaotagea. 

De  ttieiéprodDetie  op  Java  ia  toegenomen  van 
11  milL  kg.  in  1905  tot  80  miU.  \g.  in  1914. 
Daarran  ]«Teien  de  Pieanger  Beg«ntsenappen  inim 


■en,  welke  alt  toeq>Ö8  ba  de  rgst  dienen,  aooali 
lon^ok  (Spaanadie  wpet),  terong  (Milanam  «oor- 
t^),  ketimo«n  IkomkomnMT),  oien,  pni,  kool,  ael- 
den),  aalada  ajei  (watetfcen)  ena.;  gedeeltelnk 
Teitonwt  bg  ook  handelggewauen,  Moali  tabak, 
«aikeniet,  indigo,  'djarak,  gember  eu. 

Onder  de  eultaniff  ewasa  en,  datign  de 

Srodacten,  welke  voor  tten  bnitenlandieben  ben- 
ei gekweekt  worden,  is  tabak  wel  bet  meest 
Teiiieid.  Wel  ii  waar  wordt  er  dooi  de  Inlan- 
deii  ook  Ted  tabak  voor  de  inlandacbe  markt 
Terlwnwd  en  ei  is  bïJDa  ^d  bewoonde  streek, 
belm  in  de  laaglanden  of  In  de  tiooglaiMlen  (tot 
±  1500  m.),  waar  door  de  iolaDders  niet  meei 
of  minder  tabak  voor  eigen  gebruik  of  voor  de 
inlandeche  markt  geteeld  en  toebereid  wordt.  De 
meest  schitterende  reioltaten  beeft  deie  cnltaui 
in  Dell  ojigelevetd,  ten  deele  ook  in  de  naburige 
Kreken.  In  1869  iMgon  de  Deli-JKaatschappg  de 
enltaur  aldaar  op  een  terrein  van  ±10  000 
boQwa,  tbans  beeenikt  aij  ovet  meer  dan  '100  000 
bouws;  de  productie  van  de  Maateehai^pü  bedroeg 
in  1370  l»t5  pakken,  elk  van  1S8>/i  kg.  gewidit, 
ter  waarde  van  270  000,  in  ISM  reeds  56  656 
pakken  ter  waarde  van  dl  mill.  gli.,  terwgl  de 


gld.  bedroeg.  In  1905  vond  men  er  S26&1  ta- 
Baksveldcn  met  een  prodactie  van  820  474  vi- 
kola.  Ook  Java,  en  in  mindere  mate  fiorneo,  le- 
veren veel  tabak.  Op  Java  waren  in  1914 
224  902  boawt  met  tabak  beplant  en  bedroeg  de 
prodnetie  34000000  kg.;  in  Nederlandaeh  Boi- 
neo  gaat  de  enHnar  acbtemit. 

Een  tweede  belangrgk  CDltanrgewas  is  de  sni- 
ket,  dis  «ve&eeu  teer  «IgetneMi  m  InMÜnde 
irordt  aangetroffeni,  doeb  als  bandelaaitikel  alleen 
(^  Java  groote  beteekenia  beeft,  dnainaatt  ook 
in  Atjeb,  PalenAang,  het  Z.  van  Celebea  en  de 
Weeterafdeeliag  van    Boraeo  voor   den   uitroer 

Eekweekt  wordt.  In  i]ffl4  waren  op  Java  236  268 
Duwt  mot  tuikerriet  beplant  met  een  ^rengit 
van  22  mill.  oikola  «niker. 

De  koffieeultanr  van  partieolieren  is  ti„ 
woordig  veel  bdangigker  dan  die  van  gonveine- 
tnentswege.  De  vrge  gonvernemeatseiiltniii  lever- 
de in  19U  op  Java  57  000  pikols;  de  partienlie- 
re  ondernemingen  400  OOO  pikola;  van  de  Bni- 
tenbeiittingvo  leverden  de  lAOfongubt  distric- 
ten 30000  pikols,  Sumatra's  westkust  60  000  «i- 
kots  en  de  ooatkast  van  Somatia  50  000  pikola. 


24  mill.  kg.,  BtUvia  8,6  mill.  ks.  Ter  Swnatra'a 
west-  en  oostkost  wordt  de»  cmtunr  s(eedl  be> 
langrijkeri  de  ooeftoet  leverde  in  1914  leedi  bg- 
na  400  000  kg.  In  de  Preanger  ÏUttentsobappen 
kweekeo  de  iuandecs  steeds  meer  tbee  op  verla- 
ten koffieplantages. 
De  kioaeoltunr  wordt  uitgeoefeod  f>p  gonrer- 


nement^Iantaoenen  (in  1914:  898  836  Ing.),  op 

— ooden  door  het  goavernement  in  erlpawt  af- 

istaaa  (in  1914:  6  864  411  kg.)  en  op  particu- 


__  Undergen  (in  1814:  789532  kg.). 

De  iadigooultnui  is  aterk  achleruilfiegaan;  Ja- 

I  leverde  in  1914:  1  186  282  kg.  cacao.  Peper 
leveren  vooral  de  IjMDPODgsche  Diitrielen  (ia 
1918:  12  mill.  kg.>,  At^eh  en  onderlwoririiedea 
en  Banka  en  onderhoorigheden  (elk  3  miU.  kg.), 
en  Palembang  (2  mill.  kg.).  De  gebeele  pTo<^c- 
li«  bedrog  ±  26  000  OOO  kg.,  d.  i.  ongeveer  V> 
van  de  wereldproductie.  Terwgl  de  krnidnacel- 
enltvar,  die  sgn  booldselel  nog  steedi  op  Amioon 
en  de  Oeliassers  heeft,  van  weinig  betekenis  is, 
levert  Insnliitde  nog  80  %  van  de  weteldptodaetie 
aan  mDskaatnotei  mi  foelie:  in  1914:  50000  pï- 
kols  noten  en  mim  10000  pikola  foelie.  De  pro- 
ductie  der  Banda  Eilanden  neemt  tJ:  veel  per- 
ken worden  daar  tot  klwperaanplan tingen  ge- 
maakt; in  AtjA,  Snmatrrt  wettkoat  en  Tapa- 
noeli  neunt  de  prodncüe  in  öe  kattte  jaren 
iets  toe. 

Van  groote  beteekenis  iqn  in  dé  laatste  jaren 

r'orden  de  eopra-  en  de  robbereoltiior.  TcRwgl 
uitvoer  van  eopra  in  1870  nog  onbeteekenend 
was,  bedroegdeie  in  1907  reeds  25miU.  gfaL,  in 
1912  reeds  54  mill.  Java  beelt  naar  adiatting 
210  000  H.A.  k(Aosplantagei^  de  Baitenbeiittia- 
gen  150  000  H.A.  Van  de  Buitenbeiit  tingen  le- 
verden Celflbes  in  1913  ±  70  mifl.  kg.,  ie  wes- 
terafdeeling  van  Bomeo  28  miH.  kg.,  Sumatra's 
westkust  ±  15  miU,  kg.  Balt  en  Lombok  even- 
veel 

De  TobberciiltuDr  is  eerst  na  1900  and  van 
groote  beteekenis  geworden.  Begin  1914  gebmik- 
te  deie  eultnnr  op  Java  een  oppervlakte  van 
875  000  H.A.,  in  de  Bnitenbeaittingen  (vooral 
op  Snmatra  en  in  de  Zuider-  en  Ooster-afdeeling 
Tan  Bomeo)  880  OOO  Hjï.  In  Djambi  en  Palem- 
bang neemt  de  rabbercdtnor  door  de  Inlanders 
snel  tos.  De  cuAtrengst  van  robber  in  Innlinde 
bedroeg  in  1915  tjgna  19  mill.  kg.,  loodat  Inwi- 
linde  reedt  12  %  van  de  wereld^iodvetie  lewr- 
de,  en  dit  percentage  lal  «olgeita  deAnndigm  in 
de  toekomst  nog  aaniienlj^  atg^en.  De  plantam* 
werken  meest  met  vreemd  kapitaal,  vooral  En- 
gelsdi.  Tan  Teel  geringer  beteekenis  ann  de  enl- 
tnres  van  katoen,  kapM,  ramA  «n  anasre  tsmI- 

Ce  e  teelt.  Daar  de  inlander  in  bet  dage- 
Ijjksch  teven  bqna  geen  vleeteb  eet  en  anivdpro- 
duetsn  voor  hem  loo  goed  als  onbekend  ann, 
moet  da  veeteelt  »«1  vene  aehtciataan  bg  den 


DigilizedbyGoOglC 


landbouw.  Tid  d«  rnnderen  ii  de  tftmme  bnOel 
ot  kariianw  Tsa  bet  meeste  bebng,  fooraent  «Ie 
trekdier,  dan  bg  het  btploegeo  en  emn  der  nat- 
te igit'reldeD  en  eiodelqk  ale  BkoDiTee.  Het 
eiceirigke  mnd  (tapi)  komt  trreial  voor,  doeb  ii 
alTeeD  talrijk  op  O.-Java  eo  Hadoeia.  Bali  en  Z.- 
Celebei;  het  dient  alt  trekdier  op  liehtare  gron- 
den en  all  ilaebtTee.  Paarden  kooien  efeneeni 
teer  algffucen  voor  en  dienen  alt  rg-,  ütk-  en 
laildiaTen.  De  meeite  paaiden  vindt  men  <^  Ja- 
va, Somatra  (A'jeh,  de  Bataklaoden  en  de  Pa- 
daigtdie  BoTCD-  ea  Beaedenlanden)  Bali,  Lom- 
bok, Soembam,  Soonba,  Savtw,  Rotti,  l^or  en 
(Xébea.  Vooral  Soembawa,  Soemba  en  Z.-Ctitbet 
bebbeo  «en  niet  onaaniienlijken  nitfoer.  In  bel 
alffemeen  ign  de  paatden  klein,  doehtteii 
volhardend.  Tan  nalnre  goed.  ffiat  bet  rai  over 
bet  algemeen  aehterait,  daar  de  inlander  nieta 
doet  om  het  te  verbeteren  en  er  veel  te  booge 
«aehen  aan  BteH.  De  regeerii^  moedigt  de  paai- 
dent«t]t  aan  door  bet  veitigen  van  tangttende- 
pótï  op  Java  en  te  Pajakcönbo  (Somatra),  ter- 
wgl  op  Java,  Somatia'a  Weitkutt  en  in  de  Hi- 
nahaiia  partieolieie  «toetergen  beitaaa. 

Varkenivleeaefa  wordi  door  de  (Aineesen  en  de 
niet-Mobammedaaotehe  inlanderi,  veel  geiten, 
toodat  men  dan  ook  in  de  Bnitenbesittioffitn 
overal  vaitena  alt  (laitdieren  aantreft,  deze  lella 
l^j  enkele  itammen  in  Nieiiw-43iiinea  de  lieve- 
lingadieren  ign  en  door  de  vroawen  vertroeteld 
worden.  0«iten  en  adiapen  oiitt»«k«D  bgoa  in 
geen  dorp,  evenmin  kippen,  tervgl  ander  plmm- 
vee,  looaji  eenden,  ganien,  k^oenen  ena.  even- 
een talrgk  ii. 

'E!etbare  vogelneitjet,  een  lekkenq  voor  de 
Cbineeien,  werden  in  1902  voor  een  iraarde  vai 
324  000  gld.  uitgevoerd,  meest  naar  Singapore 
verder  naar  Penang  en  Cbina;  de  meeete  igi 
afkomttig  van  Java,  Celebei  en  Falembang.  Vo 
gdhaiden  werden  in  1913  voor  mim  500  D0( 
g^d.  nilgevoerd,  vooral  van  Teinate,  in  de  eente 
plaata  holden  van  den  parad givaB«l. 

Volgeni  de  <^iMmingen  van  1(K)5  omvatte  di 
veeatapel: 


Java  metbU- 

Bnitenbeiit- 
tmgen   .    . 


Paarden.     Rnnderen.   BufTela. 


363  974 
118  64$ 


1654461 
449268 


3186993 
446540 


Botehbome     en     Boêekprodueten. 
Hoewel  de  boiaeben  in  Inanlinde  een  leuaaditige 

Sipervlakte  bealaan.  vooral  of  Snmatra,  Bomeo, 
ieaw-Gnine*,  CelriKi,  Halanhera  en  Boroe, 
en  een  noote  veradieidènbeid  van  kovtiare  hoat 
loorten  Detatten,  wordt  daarvan  tot  beden  ateehta 
weinig  partn  getrokken  en  ttaan  i|j  alleen  op 
Java  en  Maaoera  onder  deakondig  toeiioht.  Hier 
maakt  men  nog  «en  vertdiü  ttnaehen  d«  djati- 
en  de  wildbontboaaehen.  De  djatiboBtehen  ttaan 
onder  sereg^d  bebeer  en  worden  afgebakend, 
opgmieten  en  in  kaart  gebiaetit.  Met  de  wijd- 
hiMit-,  dat  iQn  alle  overige  boueben,  ia  itüki 
nog  aleehte  voor  eon  klein  gedeelt«  bet  geval. 


Voor  den  uitvoer  aÖQ  alleen  van  belang  bet 
dijatibont  (lie  aldaar),  het  wortelbont  (8ono  ot 
Linggoa)  biet  ebben-  en  bet  ««ndelhoat.  De  waar- 
de van  den  totalen  nitvoer  bedraagt  echter  nog 
minder  dan  1  miU.  gtd.  JMrtgki. 

All  boaekprod neten,  die  voor  den  handel  van 
belang  sgn,  vallen  te  noemen:  getirii-pertjs. 
caootcoooc,  bamboe,  rotan,  waa^  gommen  ^om- 
benaoC,  gnn-topal  en  fforo-damai)  ^  lunes.  Zg 
komen  alleen  van  de  Bnitenbeiittingen.  De  uit- 
voer bedroeg  in  190G: 


Gom-boiuofl.  .  .  . 
Gom-damar .... 
Caoutchouc  .... 
Gom  copal  .... 
Getah  pertja  .  .  . 
And.  Kctahsoorten 

Rotan 

Was 


1669916 

7794  öoi 

4S890 

6  976  ao7 

810685 

31  059  860 

60458  186 

70316 


3671866 
31S1489 
137670 
1744051 
I  783  507 
3918675 
7354983 
70116 


ITjfnAoiiv  «N  Jftiierote  Bronnen. 
Daar,  loodt  bg  de  betpieking  der  delfstoüén  |«- 
bldien  il,  mineralen  wel  algemeen  vert>veid  ign, 
maar  riechia  op  enkele  plaatien  in  aaniienlj^e 
hoeveeUieid  voork<»neB,  ia  de  mqnbonw  tot  en- 
kele itreken  beperkt,  daar  de  pmnitieve  wgie, 
waanq»  door  inlanden  op  sommige  eilanden  me- 
talen gedolven  worden  (door  middel  van  ondiepe 
knilen)  niet  ali  mgnboow  kan  gelden.  De  gioot- 
ate  be  teeken  is  beiit  de  ttnontginningt^  Bangka, 
BilUton  en  Singkep  (lie  de  betretfnide  artikelen 
en  Tin),  die  overal  in  apea  groeven  geaehiedt. 
Pelrolenm  li  vooral  «p  Snmatra  HLiïgkat  en 
Palembing),  Java  en  Z.-O.  Borneo  aanweiig,  (lie 
PelTohum),  steenkolen  levert  in  d«  eeiste  en 
voornaamtte  plaatt  bet  OmbillBnkolenveld  (Sn- 
matra), terwgl  ig  ook  in  den  bodem  gevonden 
werden  in  Z.-  en  O.-Snmatra;  verder  amgnt  Bor- 
neo leer  rgk  aan  iteeokden  die  lioh  kenmeitei 
door  een  groot  hangehalte  (104  2%)  en  op  vele 
plaatoen  ni«l  geiehiki  ign  voor  het  ge- 
snik. Alleen  in  Eoeleï  (O.-lnut)  en  op  Poe- 
)oe  Laoet  heeft  tegenwoordig  in  NederUndsefa 
Borneo  de  ontgisiung  eenige  beteek«ni<.  Good, 
in  den  vorm  van  etolgond,  wordt  gevonden 
op  Bofneo  ïo  Sambaa  (W.-faiit),  wxai  voor- 
al   Chkeewn   het   wassdien,    ' 


delloop  van  den  Kasoeai,  laim  den  Eriujaa 
koit)  en  in  het  gebied  van  Hartaooera.  Op 
mitra  wordt  bet  geSxploiteerd  in  Midden  Sonut- 


.  Op  8n- 


tra  en  BenkoeleL  op  Celebea  in  bet  N.  aebjer^ 
eiland.  De  getieele  bekende  gondopbiengit  raa 
Inialinde  bedroeg  in  1911:  4236  «48  gram  ter 
waaide  van  7  5ISSS]  gld.  Diamanten,  meestal 
oncniver  en  «teeds  leer  klein,  worden  door  inlan- 
deri geiocbl  op  Borneo  in  Landak  (W.-faiat),  in 
Hart^oera  en  in  de  vaUeten,  die  nitiDonilen  op 
de  kost  tnssehen  den  Baiito  en  PoeJoe-LaoeL 
Aan  de  W.-kntt  bedroeg  de  opbraigat  in  1912: 


DigilizedbyGoOglC 


JkTk  an  Hado«n  «en  TegecriKimcHiopolie  en 
KMclMedt  op  8  pluttMD  «p  HiMKft  (Sunptiw, 
FkmeksMO  en  Socnuntf)].  In  1908  vond  men  il- 
dur  8581  lOBtounen,  die  48469  kojuga  lout 
(1  kojane  =  W  pttds)  kretvkn. 

Mmtrate  bnmneH.  Au  gerolg  Tftn  de  lalkuii- 
•che  gectdditeid  fu  Tde  eiluden  is  h«t  untal 
mineralv  bronnen  is  lualiDde  •aniienlQk;  7el> 
duTTKn  worden,  toot*]  «fi  Jita,  tot  geneet- 
knehti^  doeleinden  ungewend.  Zie  rerdei  Bmt- 


fffxrAeid.  Dettbriekt&4f«)th 
il  in  Insnlinde  nog  Tan  ondeiffeiehikl  bdang  en 
geheel  in  handen  tm  Tieemdelingen;  Toor  de 
inlanden  heeft  ig  alleea  in  soofw  beteekenis, 
dat  ijj  op  Java  met  i^n  oTerbeTolking  gelegui- 
heid  geeft  aU  loooarbeideT  den  kost  te  Teraia- 
ne».  Het  aantal  inlandiehe  loontrbeidefi  ii  eeh- 
Ier  nt^  Rerinff,  even  Rering  het  gebnik,  dat  in 
de  inlaniiH^  tmirtiaDdiiw  lan  de  fabriek  (artike- 
len wordt  gemaakt.  In  19H  vond  men  bq  d«  in- 
dattrielle  oBdernemiBgni  op  Java  3050  itoomte- 
teti  met  304  SSO  t.  m.  TerwarmingKAperrlak;  op 
de  Bnitenbeiittingen  1054  ketelg  met  SS  404  t.  m. 
rerwanningtoppervlak.  Daarvan  «aren  aUeen  b^ 
de  snikeTlabrieken  op  Java  1321  ketels  met 
234  598  T.m.  Terwarmiogm^peTrlak  in  g«bniik, 
waaruit  duidelnk  het  OTemricht  van  doen  tak 
van  nnverheid  blgkt.  DaatnaaRt  q)e)en  op  Java 
de  k o Ifieon dernemingen  een  rol,  benevene  de 
tga^hnolenK  petioleamrattinadergeD,  öb-  «d 
mtneraalwateilabrieken,  leepf abriaken,  drakke- 
ijien,  Bigarenfabrieken  en  rftnirtabridcen.  In  de 
Baitenbeiiltint>en  ïb  het  aantal  fabrieken  veel 
geringer  en  vindt  men  de  meeate  nog  op  Sama- 
tra,  looalB  ^ontuagmcdenfl,  qs-  en  ninerulwater- 
faèrieken,    petrolevmraf tinaiternen  en  drakkergen. 

De  JnlandBchc  ngverheid  dagtekent 
reed»  nit  ïeer  oude  tnden,  voonlel  echter  sleehfs 
in  eigen  beboetten.  Bovenaan  ataat  de  teitiel- 
en  meer  bepaald  de  katoennq verbeid,  die  eebtet 
op  Java  in  de  iaatate  kwarteeuw  aterk  adtter- 
uit  il  gWtan  door  invoer  vaD  katoeMtolfen  van 
buiten.  Terwgl  de  inlandadie  weefnnverheid 
nooit  boog  beeft  geataan,  op  Bomeo  lelia  ^oo- 
tendeela  v«rdroaffeti  weid  door  die  der  Maleiera, 
op  Java  giootendeelB  geweven  wordt  van  frarenB, 
dte  van  de  (Aineeien  gekocht  worden,  ii  het 
gnnatiger  geateld  met  de  batikknnit  c^  Java 
[lie  Batikken).  In  bet  O.  van  losalinde,  vooral 
in  Middd-Celebes,  ia  de  bermding  van  boom- 
•chon  tot  Ueeding  (foeja)  leer  algemeen.  Qon- 
fltig  ia  het  geateld,  loowel  <^  Java  ali  daaibni- 
ten,  met  de  vleehtknnat,  wasrbg  allerlei  mate- 
riaal (bamboe,  rotan,  palm-  en  andere  bladeren, 
bieien.  Kraaien,  eni.)  verwerkt  worden  en  de  in- 
lander aikwnli  h\yk  geeft  van  veel  amaiÉ.  en 
kleDieniin.  Ook  de  vervaardiging  van  aardewerk 
'a  alffemeen  vettreid,  «laat  op  vele  plaatf-  "■  ■' 
en  Java  hot""  """"  "~  '''  --'--'  —  *- 
geldt    van 


(en  Java  hoocer  dan  op  dit  eiland,  en  betielfde 
geldt  van  den  hniienbonw,  dea  «AeepBhonw 
(Vooral  bjj  de  BoegineeKn]  en  de  faontengkanit. 


Zeer  verbreid  ii  eveneens  de  uneedkaait, 
vooral  het  bewerken  van  iJier  ia  in  sommige  dee. 
len  van  Bomeo  en  Centraal  Celefaea  goed  ontwik- 
keld. Ook  koper-,  liher-  en  goudsmeden  leveren 
op  Java.  Snmatra'i  Westkast,  BtAi,  Lombok,  eni. 
lomtjjds  mooi  weik.  Het  angden  in  hoorn,  tctiild- 


pad  en  ir 
bet   vervi 


729 

,  het  bondiaiBn  in  gond  en  rilvei,  en 
iet  vervaardigeo  van  twmboewaren  is  grooten- 
deeli  bepeikt  tot  de  Toornaamite  plaatsen  op  en 
hoiten  Java,  nog  meer  faet  diamantalgpen  en 
de  laeibeweAing.  Al  deie  tKdrqven  worden 
meestal,  aU  hoiiTljjt,  door  de  mannen  ottseoe- 
fend,  en  zg  houden  lieh  ook  aitilnitend  beiig 
met  tiet  bereiden  van  kokoiolie,  het  koken  van 
iniker  en  het  aftappen  van  palmwgn. 

Vischvangit  en  Jaeht.  Vk 
wordt  in  den  gehelen  Archipel  met  i 
Mhillende  hnlpmiddeten  nitgeoefend  ea  vormt 
voor  vele  inlaoderg  een  bron  van  bestaan.  De 
vele  viacbrgke  wateren  en  de  omatandigbeid.  dat 
viaeh  het  voornaamite  dterlgke  voediel  voimt, 
werken  daartoe  lamen. 

De  tottmtterviueheri  komt  op  tüa  eiknden 
voor,  lella  de  aawalii  worden  wel  tot  viiehteelt 

Sbmikt,  looals  die  van  goodviaiehen  op  Java. 
en  vajtgt  den  viaeh  met  tien^s  sn  netten  van 
allerlei  vorm,  brengt  veiipernDgen  in  de  rivie- 
KD  aan  van  takkebosan,  bouwt  sero'*  (faik- 
aditige  ilakelfeb),  damt  rivieien  en  meren  af 
ol  bedwelmt  den  viaeh  door  plantaardig  vergif  in 
hel  water  te  werpen.  De  leevisscnerg  kan 
weer  in  atrand-  en  diepieevineherij  ondeitdiei- 
den  wotdeo.  De  eerste  bloeit  langs  de  N.-knst  vaa 
Java  en  Madoera,  terwgl  men  vooral  in  Soeraba- 
ja  veei  leeviaeli  in  lontwatervqvers  krweekt.  De 
diepieeviMcherï  wordt  het  meeit  door  Javanen, 
Madoereeien,  BoegineetCD  en  Hakaaaren  nitge- 
oefend; in  het  bgionder  verdient  de  troeboek- 
viiEcherg  aan  de  O.-kvit  van  Snmatra  vermel- 
ding, daar  de  knit  van  den  troeboek  een  belang- 

vormt.  C^  Bangka,  Bil- 

Boraeo  wonen  itimmoD, 
die  hoofdtakelQk  van  de  via^vangat  en  ala  lee- 
nomaden  leven.  Een  groote  rol  ape«t  ook  de  tri- 
pangvannt,  vooi«l  in  de  O.  helft  van  Innlin- 
de;  de  Hakaaaren  varen  reedi  sedert  eeuwen 
jaarlgks  naar  de  kniten  van  Nienw-Oniuea  en 
Anatraliê  om  er  tripang  t«  viaachsn.  Minder  bv 
teekent  de  walviaAvaagit  en  die  van  paarle- 
moeroesters  en  paarlen. 

De  jaeht  beeft  ali  middel  van  beataan  min- 
der te  bedaiden  in  de  W.  helft  van  Iniatinde  en 
Btaat  ook  in  de  O.  beltt  verre  aefiter  bg  de 
vitekvangat;  het  meest  wordt  nog  op  herten  ge- 
laagd, daarnaaat  of  wilde  awjnen. 

Handel  en  tekeef vaart.  Reeds  door 
t^a  bevolkingicgter  speelt  Java,  loowri  hjj  des 
binnen-  als  og  den  bajtenlandaeben,  bg  den 
groot-,  aoowel  «Is  fag  den  klunbandd  de  hoofd- 
rol. De  inlander  bedt  Tan  natnie  wchrig  laat  tot 
den  handel,  die  dan  ook  loo  go«d  ato 
eeheel  in  handen  van  vreemdelingen  ia.  De 
kleinhaiiM  ia.  vooral  op  Java,  overwegend  in 
hsnden  van  Cnineeien  Mamaaat  van  Arabieren 
Rlingaleeien,  die  ais  marskramers  rondreiien 
in  de  grootere  plaateen  toko's  bonden.  De  in- 
lander drgft  bijna  alleen  handel  ofi  den  pasar 
of  passer,  d.  i.  de  markt,  welke  in  bgna  elke 
desa  op  een  bepalen  dag  in  de  week  gebonden 
wordt  en  op  sommige  pnnten  koffers  en  ver- 
koopera  ven  heinde  en  ver  aantrekt.  Hier  worden 
alie  mogelijke  artikelen  te  koop  aangeboden  door 
Chineeten,  Arabieren  es  inlanders  Meestal  vren- 

.n). 


DigilizedbyGoOglC 


730  IN6U1 

De  groothinidal  ii  in  het  J>e»t'  mn  Earo{>M- 
un  en  Ötineezen  en  beeft  liah  Toonl  itect 
oirtwikkeld  M4«rt  loitüinde  ia  de  tweede  helft 
der  18d«  eeDW  bsBdeUTigh«id  heeft  Terkregen. 
Ook  lijn  sedert  1855  eon»^B  7&n  vele  itatBn  •!- 
daar  gevestigd  en  worden  et  (eed«it  1865)  de 
iliggen  van  alle  bevriende  oktiêa  bn  d«  groote 
Ttart  met  de  NedeiUndi^e  vl&g  geljfk  geeteld. 
De  havens  worden  onderedwidên  in  haieni  TOor 
de  knttTatrt,  waarin  alleen  tot  die  Taart,  ee- 
reehtigde  d.  z.  inlandtrite,  in  Iniulinde  tbais  «e- 
hoarende  en  Nederland  aeli  e  stAiepeo,  worden  toe- 
gelaten, en  haTen*  voor  den  algemeenoD  handel 
geopend,  trellie  toegankalgk  ign  toot  de  Bcbe|>en 
"e  bcTiiende  DatiBn.  £eu  hi|tond«re  plaata 
n.  1.  Rionw,  Uaka- 
baT«o(    K. 

min  ol  meer  tegen  den  wind  beeahntte  ree- 
den, waar  bet  Teiteer  der  groote  Khepen  met 
den  Talten  wal  door  praawen  (pranwenvee- 
ren]  onderbonden  wordt,  Weicelqk  goede,  mo- 
dem ingerichte  haven*  i^a  alleen  Taitdjong 
Friok,  de  BmmdiaTen,  Sabang  en  Soerahaja.  De 

([rootite  bavena  voor  bet  verkeer  met  het  bniten- 
and  i}ja  Batavia,  Soerabaja,  Samarang.  Padang, 
BeUwan  Deli  Tandjong  Poera,  OeleB  Uteni, 
Bangkalii.  Makasai,  Edi,  Rionw,  PontiaoKk,  i;)!- 
latjap,  CberÜM»,  PalMniang  Earinwn  en  Hon- 
tok.  De  belangrnkste  haniMlrfMtrek kingen,  wat 
den  invoer  hetreit,  belAMn  plaata  met  Singapore, 


nit voerartikelen  ijjn  en  voor  welke  bednget 
Nederland  en  andeFe  ataten  't»»™»"  deelnemen. 
aUook  welken  omvang  de  lobeepvaart  in,  naar  en 
uit  IniDlinde  beut. 

Ëen  groote  rol  op  handelagebied  heeft  de  N«- 
derlandaehe  Handelemaktaehappjj  {sie  aldaar]  ge- 
apeeld.  Al  e  voornaam  »te  haodelaiaatellingeL 
werkiaam  in  InaoHnde,  vallen  te  noemen:  de 
Javatf^e  Bank,  de  Factorji  der  Nederiuidathe 
HandeUmaatadiappif,  de  Nedetl.  Ooat-Iiidiiebt 
Bandelabank,  de  Koloniale  Bank,  de  NederL  Ii- 
diache  Eaeompto  Maatsdumq,  de  Chuteied 
Bank  of  India,  AaMralta  and  China,  de  Hoat- 
kon^  aid  Sbtagai  haiking  Coivoration,  de  Ned. 
Indiacbe  Hnwtheekbank,  de  NederL  Indiadit 
Crediet-  en  Bankveieeniging,  de  Ned.  lodiaehe 
EfteeteObu^  en  Moige  andere. 

IfaféN,  OewteUm  en  MiMUa.  Wat  Matat  m 
QemehUn  betreft,  bestaat  bg  da  ondeneheïdefi 
inlandiche  stammen  de  giootate  vetaebttdenhnd, 
en  lelts  waar  van  standaard-tnaten  en  -gewiA- 
ten  kan  getproken  worden,  varaehUlwt  aew  ii 
verariieiden  etrden  Tan  betaelfde  eiland  niet 
Mlden  weder  onderling  en  dnÜen  niet  akhd  eta 
vaat  begrip  nit.  De  Toornaaoute  door  de  Begee- 
ring Ttitgeatelde  mnten  en  gewiditeii  qn  de 
volgende: 


PmI  op  Java  .  . 
Paal  op  Snmatra  . 
Roede 


Lengtematen. 


^  400  roede 
=  Va  «"w  i»"" 
:=;  13  voet 


-.  1,506^3  n 
=  i^S  1,863 
3,767 


Djoeng  op  Weat-Java  of  v.k.  roede . 

Pantjar  op  Oost-Java 

Vierkante  Paal  of  330  bouw   .    .    . 


:  500  V.k.  roede    = 


7,096/>  V.  1 
14,193.0  ,. 

3,370,710,0  „ 


Pikor  of  eroote  Bahar  .... 

Kati     .    .    .    . 

Thail  (opinni) 

„     (edele  metalen)  .... 

Koyang  voor  R^st  fBatavia)  . 
•1  tl  »  (Samarang) 
»  „  „  (Soerabaja) 
„  „      Zout 


;  100  Kati    = 
:    16  Thail  = 

:       10   Tji         = 


30 


•1=7     1618 

=  1719  Jl 

=  i8$3,8o 
=  '8S3 


Kim  werd  g 


i  geregeld  bn  de  wet  fan 
1  Hei  '1864,  waardoor  Insnlinde  in  boofdiaak 
hetaelfde  mnntetelsd  veikreeg  ala  het  moedei- 
land.  Erenals  Nedeijaod  beait  ook  Inanlin- 
de  een  tdnkenden  etondaaid  (sie  aldMi). 
Wettige  betaalmiddolen  ign  er  de  Neder- 
laadsoie  mnnten,  de  vreemde  gouden  mun- 
ten, welke  gangbaar  sjjn  veiilaArd  t^en  vast- 
Eeatelde  koersen,  en  voorta  de  voor  de  ko- 
loDiln    op    'a    BjjkBmnnt     geslagen    mnntatnk- 


ken,  n.  1.  aan  atandpenningen  in  gondstnttea 
van  10  gid.  ejt  in  silver  van  1, 2Vi  en  ■ƒ■  gld-  *" 
jMsmont  (deie  hebben  een  aïtonderlök  type)  ii 
zilvet  itoUeB  van  2t^  10  en  5  eent,  in  koper  vu 
1  en  Vil  cent,  waainakst  echter  ixA  de  onde  ko- 
peren duiten  nog  lang  niet  verdwenen  i^n.  Au 
papjerm  geld  geeft  «  Javaache  Baak  bilieltei 
van  \fm,  SOO,  SOO,  200,  100,  50,  25  en  10  gld. 
uit,  terwgl  de  uilóifte  van  6  gU.  biljetten  ii 
ISSa  gestat  war£ 


DigilizedbyGoOglC 


Overzicht  van  de  waarde  van  den  algemeenen  in-  en  uitvoer  in  de  jaren 
1909— 1913  (in  1000  gid.). 


Invoer. 

Voor  fiartieulUre  rtkening. 
A.  Java  en  Hadoera 

aan  goederen 

„    speciCn 

B.   Op  de  Buitenbeiittingen. 

aan  goederen 

„    apeden 


Totaal.    . 
Voor  Cotfoonumtnttrtktnmg. 
A.  Java  en   Madoera 
aan  ([oederen 


speciCn 
B.  Op  de  Bnitenbetittingen 


TotaaL 

Totaal  generaal. 

Uitvoer 

Voor  partiailUre  reienmg. 

A.  Java  en  Hadoero. 

aan  goederen 


speciën 

B.   Op   de   Bnitenbeiittingen 
aan  goederen 


specifin  , 


Totaal. 
Voor  GoMvtnumeatsreiemHg. 
A.  ,Java   en  Hadoera 

aan  goederen 

„    ^leciSn 

B.   Op   de   Buiteabeiitting 

aan  goederen 

„    speciën 


363  7S1 
3SW4 


3798 


95839 
3  0S« 


109  Sis 
S6>3 


5S66 
SSoo 


18319 
S170 


163075 
609 


399800 
63 


176  8so 
637 


117  883 


544^ 


167SS        99461 


DigilizedbyGoOglC 


In-  CD  Uitvoer  der  Buitenbeiittingea  ia  1913. 
fin  1  000  gid.). 


9454 
1078 
1417 
Ss68 
3834 
3163 


441 
1.56 
31364 
1641 

3690 
36077 


Atieh  en  Onderhoorig- 

neden  

Sunuua's  Oostkust .    . 

TkpkDoeli 

Sumstra's  Westkust.    . 

Benkoelen 

Lam  ponfrKhcDiitricten 

Palembaog 

Djarobi  ...... 

Indragiri 

Vr^  gebied  Riouw  .    . 

Banka     

BillitOD 

Westcrvfdecling   nn 

Borneo 

Zuider>  eo  Ooster«fdee- 

ling  van  Bomeo  .  . 
Bali  eo  Lombok .  .  . 
Celebes  en  Onderboo- 

righeden  

MeiMdo 

Ternate 

Amboina 

Timor  en  Ondcrhoorig- 

Vrfhaven  Mentnké  ■    . 
Totaal.    .    . 


Waarde  van  den  In-  en  IHtvoer  door  particu- 
tieren  ia  1913  (in  ■  000  gtd). 


_!2i. 


Invoer. 

Uitvoer. 

Nederland 

Duitschland     .... 

I4S  3S9 
76571 
38776 

173  616 
33934 
14307 

Frankrnk 

België 

Italië 

Oostenrqk 

Zwitserland.    ... 

Spanje 

Portugal 

Denemarken    .    .    .    . 

Noorwegen 

Zweden 

Rusland 

Turldje 

Overig  Europa    .    .    . 
^ana^a    ...... 

Vereenigde    Staten    v. 

N..A.* 

Egypte  (ook  v.o.)    .    . 

Arabië 

Periië 

Britsch-Indie   .    .    .    . 

Penang 

Malakka 

Singapore 

Saigon    ...... 

Hongkong  

China 

Dalny 

Jip" 

Philippgacn    .    .    .    . 
Serawak   en   Britach 

Noord-Bomeo  .  .  . 
Ponngeeach  Timor.  . 
Cocos-  en  ChristntMeil. 

Australië 

Alle  overige  landen.    . 


6198 
1063 


33746 
>345S 

67847 
4184 

7  451 

9331 

307 

6769 


3671S 
3>o3 
3  5*3 
4361 


647S 

308 

166 

88  9H 

19034 

3097 

109671 

3384 

I  115 


13847 
1587 


TotaaL 


436683       614305 


Voornaamste  artikelen  van  den  Algemeenen  In-  en  Uitvoer  uit  en  naar 
1913  (in  I  000  gtd.}. 

Nederland  in 

Invoer. 

Artikelen. 

Uitvoer. 

Aardewerk 

'774 

;;§ 
;s 

i«,7 
IS83 
■S«* 
4S39 

,11!? 
>94S 

Aardolie,  bennne,  gasoline     .    . 

3683 

1330 

Blikwcrk 

Cement. 

Drogerijen,  medicgnen   .... 

Copra 

Huiden 

Kapok  

Kinabart 

17766 

B 
9619 
1381 

6138 

Koffie 

Garens 

Peper 

Rnsl 

D,o,l,zedb,GoOgle 


Glas  en  glaswerk 

Kleederen 

Knunerg 

Lucifers 

Katoenen  stoffen 

Wollen  stoffen 

Meststoffen   (iwaTelniar-wnmo- 

niak) 

Andere  meststoffen 

P«picr 

Rgwielen 

Sigaren 

Spoorwegmateriaal,  roUend     .    . 

T^bnk 

Verfivaren 

IJter  en  staal:  staven  en  platen. 


I03t 

1879 
3172 
1406 
40044 
I  166 


Deti-tabak.  . 
Andere  tabak 
Thee  .  .  . 
Muskaatnoten 

Rotting .  .  . ' 

Ta[»oca  .  . 

Hout    .  . 

Damar  .  .  .  ' 

Coca.    .  .  . 

Copal    .  .  . 


Voornaamste  artikelen  van  den  algemeenen  In-  en  Uitvoer  in  1913. 


Uitvoer 
in  millioen 


Aardewerk 

Bier 

Eetwaren 

Fabrieks-  en  stoomwerktuigen. 

Gcdestoieüd.    ...... 

Hier  en  staal 

Leder  en  lederwaren  .... 

Steenkolen 

Kramerijen 

Manufacturen:  katoenen.     .    . 

„  wollen.    .    .    . 

„  iHden.    .    .    . 

Meel 

Petroleum 

■Waa  .'.'.'.'.'.'.'.'.    '. 
Wgn 


Benzine  en  gaioline   . 


Cacao  .  .  . 
Copal     .    .    . 

Gambir .  .  . 
Getah-pertja  . 
Getah,  andere 
Gomelasdek  . 
Indigo  .  .  . 
Kapok  .  .  . 
Katoen,  ruwe. 
Kinabast  .  . 
Kinine  .  .  . 
Koffie  .  .  . 
Muskaatnoten. 
Petroleum  .  . 
Peper,  witte  . 
Peper,  twarte. 
Pinangnoten  . 
R^st  .... 
Suiker  ... 
Tabak  .  .  . 
Tapiocameel  . 
Thee.    .    .    . 


Tin 


3S4406H.L. 
1 670000  Kg. 
3391000   „ 

339339000  „ 

9994«»  » 

8973000  „ 

933000  „ 

31080000  „ 


10 145000  » 

10170000  „ 

901 1000  „ 

73 «»  .. 

28939000  „ 

3118000     u 

466S39H.L. 

4483  000  Kg. 
14483000  „ 
36005000  „ 
63731000  „ 
471 435000  „ 
864>Sooo  „ 
54167000  „ 
36  548<xw  „ 
37645000   „ 


M.  inhoud)  op  i  Januari  1915;  de  booten  der  Kon.  Paketvaart-Hq.  niet  mee 

dan  30  kub. 
gerekend. 

S.^.p„. 

Zeilschepen  op 

Europeesche  wgie 

getuigd. 

Zeilschepen  op  In- 

landsche  w$ze 

getuigd. 

'waarvan  thuis 
behooren : 

Aantal. 

Kub.  M. 

Aantal. 

Kub.  M. 

Aantal. 

Kub.  H. 

Vsz:- 

In  de  Buiten- 
b,d,U.ge.. 

1905 

1915 

3 

'94  SOS 
389009 

"37 
S" 

36623 

23.6 
3780 

144654 
111497 

>sss  345938 
3658459176 

IO8I     136  419 
1369       6795» 

DigilizedbyGoOgle 


1  hM  totale  ■cheepvMutrerkcer,  loo  bbneo  als  buiten  NederluMlach-Indië. 


Nederland  .  . 

Ned.-lndie  .  . 

En^land  .  . 

Dnittcbluid  . 

F»nki^k    .  . 

België    .    .  . 

Noorwegen.  . 

Zweden .     .  . 

DcncDurkeD  . 

Japan.    .    .  . 


3306 
89338 
8399 


44  7S4 
'6337 
6074, 


'Ï5 

1748 


2331 

«9  «39 

97Ö8 

819 


33  875 
47380 
■  5883 
4636 


iitoomfchepen 
leüichepen    . 
totaal    .     .     . 
DutrenboTCn  lichten 


31936 
70887 
103817 


S9066 
39» 

9>0S4 
1037 


34084 

7013S 

104313 

336 


90353 
3063 
98315 


Nederiand .  . 

Ned,-Indie.  . 

En^Und   .  . 

Duitscbtand  . 

Frankr^k    .  . 

België    .    .  . 

Noorwegen.  . 

Zweden .    .  . 

Denemarken  . 

Japan.    .    .  . 


3303 
8913» 
8  399 
t  143 


33043 
44,670 
16338 
6066 


3  335 

89701 

9679 

783 


33803 

47  344 
15*79 
4338 


iitooBischepen 
leiUcbepen    . 
totaal    .    .    . 
Daarenboven  lichten 


319" 

70803 

IOÏ71S 

316 


3979 
91  916 
IQ31 


34013 
70058 
104070 


89788 
3049 
93837 


DigilizedbyGoOglC 


XNSÜUNDK. 
SCHEEPVAART. 
Aandeel  der  voomaftmste  landen  in  het  scheepvaartverkeer  t 


t  Nederlandsch  Oost-Indië. 


Inklaring. 

Vhgg«t. 

Soort 
«:hepen. 

J9I3- 

1914. 

Aantal. 

lub.  1000 
kub.  M. 

Aantal. 

lnh.1000 
kub.  H. 

Stoomsch. 

Zeitsch. 

Totaal 

Stoomsch. 

ZeilsGh. 

Totaal 

Stoonuch. 

Zeibcb. 

Totaal 

Stoonuch. 

Zeilsch. 

Totaal 

StoomHïh. 

Zeilsch. 

Totaal 

aS3 

.i 

ai7 

3IOS 

3  47« 
1999 

^S 

77 
77 

a43a 

"438 
3  14! 
31 
3166 
5  731 

6ti5 
■799 

'1 
SS8 

»43 

|6< 
1931 
36,4 
3893 
6586 

383 

i 

S6 

1570 

Ned.  0.-Indië 1 

Enrlaad { 

Duitschland 

2S76 
30.8 

■  3036 
5190 
S33 
S7>3 
1031 
•3 
I3U 
417 

417 

J»P" 1 

Totaal  van  alle  landen    .... 

Zeilsch. 
Totwd. 

SS 
8939 

14280 
1489a 

6  1+7 
3S3« 
9  7» 

13  031 

631 
13753 

Uitklaring. 

Vlaggen. 

Soort 
schepen. 

1913. 

1914- 

Aantal. 

Inh.  I  000 

kub.  M. 

Aantal. 

Inh.  lOoo 
kub.  M. 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

Totaal. 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

Totaal. 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

TotaaL 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

Totaal. 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

Totaal. 

aS4 

ÏS4 

3  19S 

319 

3414, 

5  «13 

423 
69 

69 

3417 

3417 
3430 

38 

3458 
6103 
,434 
6S37 
17IS 

S06 

»44 

344 

1033 

3358 
3916 
3770 
6686 

340 

341 
5» 

S* 

3SS7 

Ned.  0.-Indic 

Engeland 

VS 

li 

S976 
1004 

■  0!? 

39S 

395 

J«pan 

Totaal  van  alle  landen    .... 

Stoomsch. 

Zeilsch. 

Totaal. 

6983 

14794 
.sis 

6591 

"IS: 
1390* 

D,o,l,zedb,GoOgle 


F<rA««f  (w« 


II  -middel»»  naat 


K  d».  8«dett  i»  <9eiiiiig  nm  het 
Saetkuul  werd  d«  leÜTurt  dut  en  tu  Idmi- 
Ünda  bgnt  geheel  TerdrooMU  dooi  d«  «toom- 
TUtt,  lootls  nM  TomutuBM  Ubel  blgkL 

Wij  laten  hiei  een  onnieht  volgen  T*n  de 
TeradiiUeitde  itoomrurlmuUeiMfipgHi  an  -loa- 
tei  (ue  de  kaait). 

A.  L^ien  ran  Eniopa  naai 
Inaalinde. 

1*.  De  StoomTautJiMrfaehappij  .^Edeiland" 
öndcriMndt  met  haai  maUaBk^fim,  in  betMlieel 
0  BMt  «en  geuBMliikw  iabwid  vut  6B  OW  btn- 
to  legiitei  ton,  een  14-daaeMlien  dieait  fan  Am- 
■terdain  na  Soalhamptos,  LiiwlMn,  Oenoa,  Snei- 
kanaal,  Colombo,  wtang,  Singapore,  Bataria, 
Jara-Nooidkott  naai  Soerabaja; 

met  haie  wraeklteliepe»,  in  het  gebed  S2  met 
ees  getamenIgkeD  inhoad  van  IWOOO  btnto  le- 
giftei  ton,  een  veelfnldigen  dienet,  lOOTeel  mo- 

Ïeiyk  om  de  14  dagen,  tan  Asoaterdam,  waubg 
t  Tolgutde  haTena  naai  betioefte  wonjen  aan- 
gedaan: 

Hamtnig,  Antweqteo,  Ia  Palliee,  Catania,  Sa- 
bang,  Padan^,  Singapoie,  Jara's  Nooidkaat,  lla- 
kaïai,  Tjilatjap. 

2*.  De  Stoomtaait-Uaataehwg  „Botleidam- 
aehe  Uord"  onderiiondt  met  Iiaie  mailteJi«fm, 
ten  MtalevanlO,  inhondSlOOObi.  legjitei  ton, 
een  li-daagtchen  dienit  van  Sotteidam  na: 
Sootbampton,  Liiaabon,  Haiaeille,  Soea-kanaal, 
Colombo,  Padang,  Batati»,  Jara-Jiooidkoat  oaai 
Soerabaja. 

(Voor  den  dientt  met  baie  iraAtaehepen,  in 
bet  g  ■    ■  ~- *^ 


„Oeeaan"  ondeihondt  een  ongeteei  maandé- 
Igkaefaan  dienst  met  TiacètKhqien  tbd  Amater- 
dam  naar  NedeilaadtefaJitdil  via  Livetpool,  Snet- 
hanaal,  Padang,  Java'i  Noordknat  naai  Tjilatjap. 
4*.  De  J>eut«di-Aaatiali*ehe  DanpfKhiffa. 
Geaelladutt"  ondeihondt  een  dienct  met  naeht- 
«eh^D,  die  da  gotderan  fit  de  Kaap  en  Aui- 
tialil  naai  NedeiIandaeh-lDdiB  TeiToeien.  Deia 
aebepen  btfaien  2  TierwekelQkiehe  diensten, 
waanan  de  roiKei  i|jn  ali  volgt: 

a.  Haodiarg — Antwerpen — Linaiban — ^Eaat- 
Londen — Fieemantle — Port  Adekide — Batavia — 
knatplaatMB. 

b,  Bambnig — ^Antverpen— Liiubon — Kaap- 
«tftd  —  Algoa-Baai  ^Addalde— Ifetbonine— 8yd- 
■ey — TowniTÜle  —  Uakaaar — Soeiabaja— Ja*a- 
Koordknit — Padang, 

S*.  Veiidiillende  andere  lyoeit,  looali  de  Noid- 
deutKbe  Llo;d  te  Biemen  en  de  Compagnie  dei 
Ueaaageriea  Maiitimet  te  Hareeille,  Terroeien 
goedelen  naai  Nedeilandaeb-JndiS  ria  Singapoie, 
vanwaar  deae  per  Koninklgke  PakketTaart-lIaat- 
aebawilj  of  met  Chineeaehe  bootjea  worden  over- 
geicueept. 

De  .Jfetaageiiei  Ifarittmea"  hebben  een  eigen 
idieepje  varen  tataehen  Singapoie  en  Batavia, 
dat  ook  vooi  paBMgiei*   >•  ingericht. 

B.  Lgnen  van  Ininlinde  naai 
Europa. 

I*.  D«  Stoom vaart'lfaatiehaniq  „Hedeiland" 
onderhfiudt  «en  14-daagaehen  dienat  van  Soera- 


bang — Colombo — 3iMa4»naal  ta  Oenua  ni 
■teidam.  Boveadien  beeft  deie  atoomvaartmaat- 
Khappg  met  haai  vraehtadieMn  een  veel- 
vnldigen  dienat  vaa  Makaaar— Tfilatlap— en  de 
havena  op  Java'a  Noordknat  via  wies-kutaal  naar 
Amateidam  en  Hamboig.  Deae  aehepen  doen 
naar  txAoefte  de  volgende  hBT«nt  aan:  Padang, 
Sabang,  Qenna,  Haraeille,  Bivie  en  Dninkoken. 

2*.  De  Stoomvaftrt-Uaatidiappg  „Bottardam- 
lebe  Llovd"  ondeiliondt  met  narö  mailaebepen 
een  14  daagadien  disiat  van  Soeiabaja,  Sama- 
lang,  en  Batavia  via  Padang,  C<dnmbo,  Snei^a- 
naal  en  Maiaeille  naai  Botteidam. 

Bovendien  met  hare  vracbtaebuen  een  veel- 
voldigen  dienat  ala  die  van  de  8.  IL  „Nedariaad" 
doch  naar  Botttrdam  «n  Hambnrg. 

8*.  De  Kedeiludaebe  Stoomvaart-Haataeiiap- 
pQ  „Oeeaan"  ondertioodt  met  hare  naditadiifien 
e«a  veelvuldigan  dioiat  van  llaiaaai  Tjilatjap, 
de  havena  op  Java'a  Koordkoat  en  Faiung  via 
het  Saei-kanaal  naar  Amiterdam  en  LiveipooL 
Deae  aehepen  doen  naar  behoefte  de  volgende  ha- 
vNii  aan:  Genaa,  MarteiUa,  Hivie,  Don^eiken. 

4*.  De  D.  A.  D.  O.  onderbondt  met  baie  beide 
onder  A.  4*.  genoemde  dieniten  een  veelvnldig 
verkeer  vu  Makaaar,  TJüatiap,  de  havena  op 
Java'i  Noordknat  en  Padang  met  Amateidam  cm 
Hambnig.  Deae  lehepen  doen  naar  behoefte  de 
navolgende  havent  aan:  Genaa-Haraeille,  Hivre, 
DoiDkeiken. 

G*.  De  Meaiageriet  Uaritimea  onderbondt  met 
hare  van  Ooit-Aail  thaiAeerenda  viaelitidiepeB 
een  ongeveei  S-wekelgkaehan  dienat  vu  Java'a 
Noordknit  nui  Ifaiaeill;  en  Antwerpen,  naai 
behoefte  ook  udete  havent  ondciwog  undoende. 

6*.  De  NoiddtDttehe  Llovd  undt  aoo  du  en 
dan  haie  nit  AnitralÜ  thoiikeeiende  acbe^  via 
Makaiar  en  Java,  teneinde  lading  naar  Bnn^ 
in  te  nttnan.  Benige  regelmaat  ia  in  deieii  dienat 
niet,  aangeiien  Nederland idiJDdil  ^een  wordt 
aangedaan,  indien  in  Anitralil  niet  gcno^  la- 
ding ia  te  kiggen. 

V.  De  Danak  Baat  Aiiatie  Cj.  aendt  haie 
van  Bangkok  thniivarende  aehepen  loo  na  en 
dan  naar  Java,  teneinde  lading  in  te  nemen. 
Êanige  tegelmaat  it  In  deien  dienat  niet,  Mmge- 
lien  d«  tuiepen  alleen  mui  <^  Java  kMoen  hg 
gebrek  un  lading  in  Bangkok. 

C.  Tan  Inaulinde  naai  Ooat-AiiB, 

T  i  c  e-v  e  r  t  a. 

De  eenige  geregtlde  Ignen  agn;  1.  De  Java — 
China — Japanlgn,  voomamdjft  v«r  het  Terroer 
van  lading  beitemd.  Haar  tdiepen  varen  om  de 
2  t  5  weken  luga  twee  rontea,  n.  1.: 

o.  Batavia — Cheribon — Samarang — Soeiabaj» — 
Hakaiai  —  Honkong— lAmoT^-Shuupü— AinoT^ 
Hongkong— Sugon — (BillitOB,Bangl[a) — Batatvia. 

b.  Batavia — (^eifbon — Samarang — Soeiabaj»— 
(inel.  Ooitboek-havent) — lUaaai — ^Hongkong — 
(EobfrWoji)  — JekohMna-^obaJIo^— Hongfa>ng 
— (Billiton.  Bangka)— Batavia. 

2.  De  Oaaka  Oioaen  Kaiiba  (toomvaartmaat- 
•ehappii,  die  in  IBIS  «an  geregeMen  dienat  heeft 
ingeatJd  op  CelriMa,  Borneo  en  Java. 

D.  Tan  Inanllnde  naai  Brltaeh- 

Isdii,  vlee-veiaa. 
I*.  De  Java-Besgalanlgn  ondeihondt  gengd- 


Digilizedby  Google 


de  iDa&Dd«1ük8ebc  Turten  T«n  Jsra'B  Noordknst 
via  Sïbang  naai  RaagooD,  Cftlentta  en  i^ngt  deo- 
lelfdea  ve^  tenu. 

2».  De  Asiatic  Steain  Navi^ation  Company  oD- 
derhondt  een  i«elTnldigen  doeh  niet  regelmati- 
gen  dienst  tusachen  Javas  Noordknst  en  Ran- 
D  Caloiïtta,  aomtqds  dooTgaande  naar  Bwn- 


bay  en  Ksradiee. 

«ifl»)   . 
I  Belawan  Deli  naar  Bangoon  en  teing,  op 


bay  en  1 . 

S".  De  Koninklijke  Paket«aart-Uaalaehan)$  on- 
defhondt    geiwelde    vMiii«ndaagscbe    oMnaian 
Tan  Belawan  Deli  naar  Bang""     "  ' 
heen-  oï  terugreis  via  Saliang. 

E.  Van  InanlindenaardeStraitH 

Settlement,  TJee-ieiia. 

Vanal  Singapare  en  Pinang  varen  bebalie  de 

Koainklnke    PakketTasTt-Maatsehappg    ontelbaie 

OhineeBCne  en  andere  bootjes   op  TeTSchlllende 

harens  lan  Nederlandsch-Indii. 

F.  VanlnBuIindenaaiAnatialie, 

1".  De  Eoninkl^e  PakketTaart-Maatschap{i|i 
ondelbond  t  een  geregelden  4-weke!ijk8CDea 
dienst  op  Jaia  via  Makasac,  Dobo,  Port  Darwin, 
"niarsda;  Itland,  Fort  Koieaby,  Cooktown, 
Catma,  TowinriUe,  KoekhMtrpton,  Briabane, 
New-&itle  en  Sjdney  naar  UeiDonrK,  vioe-ver- 
aa. 

2*.  De  Koninkigke  Fakketraart-HaatBriiappij 
onderhondt  een  geregelden  4-irekelijkMlien  dienst 
tan  Soerabaja  via  de  Kleine  Soenda  Eilanden 
naar  Pairoeraton  (Port  Darwin),  Tice-rerea. 

3».  De  Burna  Phüp  Line  ondeihoodt  een  ge- 
regelden maandrelgfcBenen  dienst  tnsschen  Sjdney, 
Briabane,  Tharaday  Island,  Fort  'Darwin,  JkTa, 
Singapore,  viee-reraa. 

4".  Arehibald  Currie  ft  O*,  onderhouden  een 
geregelden  S-wekelijkscben  dienst  van  Melboncne 
TÏa  Java  naar  Singapore,  viee- versa. 
-   So.  De  Oceaan  Steamship  C*.  Ltd.  onderhondt, 
nenlük  met  de  Weet  Aastralian  Steam  Na- 


Weatkiul  Tan   AustraliS   (Qeraldton — Oamarron 
— Onriow — Cosaaek — Port  Hedland — Broom-Der. 
bv)  en  Soerabaja  naar  Singapore,  Tiee-Teraa. 
G.  VaDlnBulindenaar  Amerika, 

1».  De  Jata— N«w-Yorklün  (aedert  1914)  door 
het  Panamaka&aal. 

2*.  De  JaTa-Paciticlgn  (sedert  1916],  tan  Java 
over  Singapore,  Hongkong,  Nagasaki,  Tokohama 
en  BoDolóeloe  naar  San  Franciuo. 

Naaat  deze  laate  rootes  ign  nog  e«n  groot  aan- 
tal viUU  booten  in  de  <vaart,  weke  niet  toot  Tas- 
te vaarten  wsr<leng«bniikt,  maar  «aarvoor  tel- 
kensvM^TooideeligmogelqkTracbt wordt  geaoebt. 

De  aoheepvaait  m  Inmlinde  tasaehen  de  eilan- 
den onderling  is.  wat  aloomv  aart  dien  at  betreft, 
bgna  gebeet  in  handen  van  de  Koninklijke  Pa- 
ketvaaTt-Uaatechappg  (zt«  aldaar  en  de  kaart), 
wier  aehepen  alle  eenigaiina  beiansr^e  havens 
van  Inaahnde  aandoen,  tenrjjl  in  Juli  1908  ook 
een  «regelde  dienst  tnsaehen  Batavia— Sydner 
— ^«Iboame  (lie  F.  1  hierboven)  weid  ingesteld. 
Er  worden  SI  geteelde  Ignen  door  haat  bevaren. 


waatop  296  havena  woiden  aangedaan.  De  t^df 
dnnt  oer  veiaehilleode  rontes  kan  moeil^k  opge- 
geven worden,  want  deie  ia  hg  ds  onderödieiden 


reizea  opdeaeddde  ronteaoimtydsseer  versdülkni], 
in  veri>and  met  den  tgd  benoodigd  om  te  Lossen 
en  te  laden.  De  alatand  (in  zeem^len)  der  vet- 
aehillende  trajecten  laten  wy  hier  volgen:  Singa- 
pore—Batavia  (582),  Singapore— Tandjong  Pa- 
daag  (348)  —Batavia  (568),  Sahang- Pinang 
(808),  Sabang— Fadang  (6Ö4),  Belawan  Deli— Sa- 
bang  (264),  — Rangoon  (8il6),  — Ohitlagong 
(1185),  Pinang— Singapore  (388)  Singapore— 
Singkawang  ^12),  Singapore— Bawean  (712) 
— SoeraliBJa  (^60^  Singapoie — Bandjermaaïn 
(800),  Bandjeimaain— Soeiabaja  (288).  Soeiaba- 
ia— Batavia  (576),  Soerabajt— Makaaar  (452), 
Uakasai— Batik  Papan  (S08),  Balik  Papan— 
Donggala  (188),  Donggala— Tarakau  (2S0).  Ma- 
katar — ^Tifoe  (Boeroe  504),  Makasai — Anünina 
{600),  Amhoina — Laiwoei  (Obi  eilanden  192), 
— Batjan  (248)  — Temate  (392)  — Galela  (iBal- 
mahera  532),  Ternate— Menado  (192),  Ternate— 
Amoeiang  (213),  Ternate— Totok  (460)  ^Kota 
Boena  (176)  — Gorontalo  (304).  Gorontalo— Pa- 
rigi  (196),  Amboina— BandaNeiia(132)  — Toeal 
(340),  —Oóbo  (452)  — Meranke  (952),  Qalela— 
Tobelo  (Balmahera  16),  Ake  Selaka  (Boni  64), 
— Boeli  (192),  — Patani  (268),  — Sotong  (452), 
— Manokwaii  (Dore  656)  — RoOn  (752),  — Djam- 
na  (1064)  — Humboldtabaai  (1168)  Si.  David 
(Hapia  1620),  BaUvia— Fort  Darwin  (4552) 
—Briabane  (3524)  — Sydney  (3940)  ^Melboni- 
ne  (4516).  De  maateehappg  beaebikt  over  63  [«■- 
aagiers-  en  24  viadhtsMiepen  benevens  3  rivier- 
booten  met  een  totalen  inhoad  van  166  000  bnito 
rBg!at«r  ton. 

iDaariiaaat  bestaan  bovendien  nog  een  aantal 
kleine  Indische  leederfa'en.  eigendom  van  Eoro- 
peanen,  Arabieren  en  Cnineeien.  Zeilschepen,  ook 
van  Haleiers,  Boegineeien  en  HadoereeMQ.  ko- 
men in  allsilei  voimen  ovet  den  geheelen  Archi- 
pel voor  en  dienen  ook  nog  wel  tot  peraonenvet- 

Toor  het  reilen  te  land  wordt  op  Java  nog 
veel  gebroik  gemaakt  van  paard  en  wagen.  Vroe- 
ger bestond  er  op  de  groote  wegen  een  Ooavei- 
nementa  paardenpoat  (tnisohen  Batavia  en  Soe- 
rabaja), waarmede  van  legeeiingewege  reltigen 
vervoerd  werden,  tegen  een  bepaald  tarief,  langs 
den  op  bevel  Tan  den  gonvemeni-generaal  Doen- 
delt  aan?elegden  Orooten  Weg,  waarlangs  lich 
Dp  bepaalde  aftlanden  herbergen  (pasangrahans), 
„tot  gerief  «n  nachtverblijf'  dw  reitigers,  be- 
vonden, Deie  dienst  werd  met  den  aanleg  van 
spooTwegen  steeds  meer  ingekrompen  en  leitelgk 
in  1S87  (officieel  in  1898)  opgeheven.  Daarnaast 
bestond  en  tieetaat  op  enkele  trajecten  nog  it 
btnnenlande^e  paardenpost.  waarvan  de  paarden 
door  de  inlandache  bevolking  geleverd  en  onder- 
bonden moesten  «orden.  Ook  het  reizen  te  paoid 
kwam  «n  komt  nog  voor,  maai  bet  algemeen  ver- 
Toenniddel  voor  personen,  bniten  de  spoorwegen, 
is  tegenwoordig  de  doa-ft-dos  (lie  aldaar),  Ala 
vrachtkar  ia  hier  en  daar  nog  de  pedati  of  battet- 
kar  (met  achgfwielen)  in  gebmiV.  Draagatoelen 
in  allerlei  tord  en  met  zeer  rersehillende  namen 
werden  vroeger  evene«n«  veel  gemikt,  thans 
hoofdzakelijk  slechts  tot  het  bestggen  van  beiges 
door  dames. 

Door  het  aantogen  van  spcor-  en  tramwegen 
ia  het  reilen  veel  gemakkelgker  geworden,  maai 

♦7 


DigilizedbyGoOglC 


ia  bet  ftlffemwn  m  het  nog  tcitb  tbd  comforUbel. 
De  (LeHieid  dei  peraanentieineD  bedtufft  60  km., 
die  dei  ueltieiseD  75,  dl<  der  gemeagde  trainen 
45  km.,  Toor  tnmi  bedraagt  de  nuximnm-inel- 
heid  25  km.  Neehttninen  beitULii  er  eedert  kor- 
ten tgd  elleen  buBchen  Betene  en  Soerabejk.  De 
eente  epooii^nen  fferdea  gebouwd  door  de  Ne- 
derliDdteh-Indiidie  Spoorwegmutedi^ipg,  1.1. 
SunaTkng — VontwluMen   (coDceeiie   Tin    IS62) 


en  BeteTÏe— BniteniOTg  (eoneeuie  tu  18UJ,  ter- 
wyl  de  eerste  ite&tupoorweg  [Soeribeji — Paio«- 
roe&n — Maleng)  gebouird  werd  kr«ehtent  de  wet 
T«D  6  Apiil  1875.  Dun»  volgden  TenehilIeDde 
andere  ïgnen  door  paiticnfieren  ol  tan  tegeeringe- 
wege  op  JaTa  en  samatra,  de  eenige  eilanden  in 
Neaerlandadi-Indil,  waar  apoorwegen  Toorkomen. 
In  1914  bedroeg  de  totale  lengte  der  tpoorlgnen: 


K.M.  in 
exploitatie 
31  Dtc.  1913. 


Locomo- 
tieven per 
K.M. 


Goederen- 
per  K.M. 


Ooaterlgnen  .  .  . 
Westerlgnen  .  .  . 
Lqd  ter  Sum.  W.   . 

Staalsspoorwegen  . 
Ned.  Ind.  Spw.  M^. 
Deli  Spw.  Mg.    .    . 


4.85 
3.50 
3,a3 


26,15 
33.98 
>7>53 


4^1 
6.3' 

3.66 


Totaal.    . 

De  eenige  particnliere  ^Hwrwegen  (Neder].- 
Isdiiebe  Spooiwegmaataehappg)  lön  die  Tan  8a- 
marang— Vontenlanden^Willem  I  (305  km.)  eo 
die  van  BataTïa — Baileuoig  (56  kmj. 

Aan  tramwegen  Tond  men  in  1914  op  JaTa: 
partieoliere  itoomtramweaen  1791  fan.,  eleetri- 
■ehe  tram  in  Bat»»  18  un^  Solotehe  saarden. 
tram  27  küL  On  Bnmatn;  atoomtram  der  Deli- 
^Kwr wegmaatu  n  lapg  170  km.,  AtjeluelH  itoom- 
tmmng  471  km.  la  1912  ia  begonnen  met  den 
aanleg  Tan  een  apoorw^;net  in  Znkl-Stunatra,  ter 
lengte  Tan  ruin  400  km.,waaTTootraim35  mill. 
gidr  geTOteerd  werd.  De  IBnen  lullen  lo(X|en  Tan 
PalenlwDg  naar  Moeua  Enim  en  Tan  TehAbe- 
toeng  naar  Praboemoelili  aan  eeretgenoeoide  Inn. 
Uedio  1914  i(  het  oenta  tiental  km.  1001  bet 
Teikeer  openpeteld,  in  I61I6  waren  reed*  117 
km.  in  exploitatie. 

Waar  ge«i  ipooi-  oï  tramwegen  beataan,  moet 
het  reilen  in  de  Boitenbeiittingen  bgna  geheel 
te  water  of  langa  Toetpaidon  geiehieden,  daar  al- 
leen in  bet  ^UTemnnent  Snmatn'a  W.kuet,  in 
Atjeb  en  op  Bangka  en  Biiloeng,  benerena  hiei 
en  daar  op  Bali  en  Lombok  ii  Centtaal-Celebei 
en  in  de  Minahaea  tooi  kar  en  fiaard  geacbikte 
wega  bealMW,  wier  toeatuid  ten  deele  nog  teer 
Teel  te  wenacben  oTerlaat.  Het  de  nilbieiding  Tan 
het  Hederlandicbe  gciag  gedorende  de  laatite 
Jaten  in  Celebes,  op  de  EMine  8oenda-«landeQ 
en  sommige  der  Holnkken,  ia  bet  aantal  goede 
wwea  o^  de  BniteObeiitUnMn  eteik    toegenomen. 

Een  nienw  Teiroermiddel  tooc  peiaonen,  goe- 
deren en  poet  le<eien  in  den  joogaten  tgd  de  an- 
temobielen. Zoo  bestaat  op  Samatia  een  geroei- 
de Antom<j)ieldlenit  tniaehen  Foit  de  Koek  en 
Hedan,  waai  de  le^eiing  thane  diie  maal  pet 
week  viachtauto's  lo- beide  lichtingen  laat  loo- 
pan,  welke  ook  pasugtert  meeoMnen  en  die  bet 
3S0  km.  lange  traieet  in  S  dagen  afleggen.  Ge- 
wone auto's  doen  ae  leii  in  I'/t  dag  londei  oTer- 
matig  anel  t«  rgdcD. 


Vooi  den  pMUtaMl  bestaan  op  JaTa  poet-  en 
hnlppoatkantoreo  «1  loogenaamde  beatelbDisen, 
weke  dooi  poatbodenloopen  eens  ut  meemalen 
pet  week  met  elkander  en  met  bet  naaetbgignde 
pmL  ol  hnlppoiUantoor  in  Tefbindiiu  itaü,  tei- 
wgl  verder  iMt  Terroet  det  partieofiere  eorraa- 
poodentie.alamededer  diensteorretpondentie  tn»- 
sehen  de  beatnutsambteaaren  (distriet^M»t)  pei 
spoorweg  gesebiedt  Op  de  BoiteDbeiittingen  ge- 
schiedde Toorbeen  het  orerbrengen  der  pott  — 
hoofdiakelijk  dienslcorreBpondentie  —  dooi  bee- 
iMidienstpUchtigen.  tegenwoordig  door  poel^ 
den.  De  postkantoren  ign  tevens  belast  met  den 
Tsritoofi  tan  geiegeld  papier  en  plakz^els  at 
met  den  dienst  der  poatmaarbank.  Voor  bet  Tcr- 
Toer  det  post  tnsseoen  Nederiand  en  Inanlinde 
heeft  de  Kederlandaehe  regeeiing  eontracten  ge- 
sloten met  de  stoomT«(Miiuwt*enaii«pgen  Neder- 
land en  Rotteidamiehe  liojd,  terwgl  Terdei  de 
Teraending  geschieden  kan  mt  Fransehe  en  En- 

K^ls^e  mail  en  teTms  te  Singapora  en  Penang 
edeilandsehe  postagenten  tgn  geplaatst,  die  te 
lorgen  bebben.  dat  de  fenending  met  de  tne- 
aetaen  BataTla  en  Singapora  Tarende  stoombooten 


FakketTaartmaataehajntg. 

De  Ulegraafditiut  büebikt  op  JaTa  en  8nma- 
tra  OTer  een  nitgeatrakt  net  Tan  Ignen  Jaags 
de  ^loorlgnen,   teivgl  ook  een  ToAinding  tne- 


scbsn  W.-  en  O.-Somatia  (Padang  Sidanmean- 
Medan)  en  met,  bet  oog  op  de  iDtemaUanaU  tot- 
binding,  met  Pinsng  bestaat,  taTens  als  tebakel 


in  de  veibinding  tnsieben  de  Strait  Settlements 
en  AnstraUB  een  speciale  diaad  (1165  km.)  tns- 
•ehen  BataTia  en  Banjoewangi  ^enanoea  werd. 
ILatei  kwam  tm  Boiaeo  de  landlga  Bandjermaein 
— Amoentai— Balik  Papas— Samaiinda  tot  stand. 
ZeekabeU  liggen  tuaeben  Batavia  en  Singapora, 
Bodjong  (Java's  4de  pnnt)  en  Eatianda  (Z.-Snma- 
tra),   Java— Bali— Celebea,   JaTa— Uadoeta,   Be- 


DigilizedbyGoOglC 


Bftli — LooAkA,  LuidBiigan  (J&tft) — Butdjei 
(Boraeoji  en  Suauiada  (Boneo)  — IIcbmIo  (Ce- 
übnï.  v«der  niUsdn  tanamMtdiff  Menuf- 
Ubek  laHliKd»  mrt  alk  «mUdMles. 
T»letoemMTbhtdi»tfm  wwdei  wdart  1S84  «p- 


gjiasIkaD  toren  twitondeo;  ' 
ign  met  bet  niwtbjjz^nde  telegnafkuitoor  vei- 
bondeiL  DiMintut  werden  «edeit  1882  T«le  par* 
tieoliere  teleloonliJDen  gelegpd. 


('9isy 

BUdte^ 

Snma- 

Bor- 
neo. 

Cele- 
bes. 

Overige 
eiUnden. 

Totaal. 

i8 

S7 
37 

337 

1 

49 

■4 
6 
4S 

30 

'5 

7 
16 

3 
3 

4 
'9 

ie 

13 
3 
3 

4 

3 
5 

172 
8 

Overig;  hulppostkantoren 

Met  benelhuiien 

Zonder  bestelhaizen  ....'...• 
Overige  bulptelegnuifluntoten  ....'• 

S 

155 

=67 

4 
4» 

Totaal.    .     . 
Pwtlcnltere  kantoren. 

Spoorwegtelegraafkantoren 

4ii 

5J 

161 
>4 

31 

sa 

69 

7«S 

68 
36 

Algemeen  totaal.    .    . 

S43 

I7S 

31 

53 

69 

869 

Id  19M  verden  Tw»nden  18061  09S  biieTBS 
benefeni  5  252  806  diBtuBbrieten,  19  888  609 
dnikireikan,  29064]  mouleri  as  988  837  doeo- 
inenten  (fujnerf  ^altmra)  in  het  btUDenlandMli 
verkeer,  en  in  bet  bnitenkndMh  TCtkeer  (onttan. 
gen  en  venoi>den  noMn)  in  1918:  8  018358  brie- 
ven, 6603264  briefkaarten,  8294260  dtnkwer 
ken,  820281  monitHi  en  118818  doenmenten. 
TerdeT  in  öet  binnenlandadi  verkeer  1027  381 

SoitwiBseli  (tMdiag  mim  42,2  mill.  gü.)  en 
B7  710  poitpaketten;  in  het  bnitenltndKb  ver- 
keer ltl&9fl2  poitwitwU  (bedïag  mim  4,6 
miH.  gld.)  en  169686  poitpakettea.  Het  aantal 
binaeniandacbe  telemmmen  bedroeg  1  220  776 
dat  der  bnitenlandMie  telegniHnen  (Tcnoitden, 
ontvangen  en  doorgeionden  lamen)  461  S12.  Het 
aantal  tdefoon-aanslnüingNi  bedroeg  op  Java  in 
1906:  4863,  In  de  Bdtenboittingen  196,  bene- 
vene  290  bjj  de  Deli  Spoorwegmaataebappij. 

B»$tuur.  Het  opperfwitnnr  ovei  Iniidinde 
bemet  bg  de  Eonin^n,  terajjde  geitaan  door  den 
mfnieter  tan  KoloniBn.  Ais  naar  plaatsvervanger 
treedt  de  door  Haar  benoemde  &OBT«neu-Ue- 
.neraal  op,  die  te  Boiteoioig  retideert,  iQn  ambt 
doorgaast  vgt  jaren  bekleedt  en  een  groote  naeht 
beiit  (lie  Oimvtnitiir-Oenemd).  Jtia  raadgevend 
liehaam  itaat  bem  ter  ijjde  de  Raad  van  IndÜ, 
waarvan  hg  Toonittei  ii  «n  die  verder  nit  een 


Tie»f  rMid«nt  en  4  leden  bestaat,  die  door  de  Ko- 
ningin benoemd  worden  (iie  Ibud  «m  Nedtr- 
loHoaek-ltidiè}.  Ala  Kabinet  ii  hem  toegevoegd 
de  Algetneane  Seeretarie  met  den  Al^oneeoen 
Seervtaria  aan  bet  boold  (lie  Betnlane,  Alg»- 
meene).  Het  toeiieht  op  de  geldmiddelen  tterürt 
bij  de  Al^emeene  Bekenkamar.  Aan  bet  hoofd 
der  verschillende  takken  van  baigerlgk  beatnar 
staan  de  Direetenren  van  Algemeen  Beatnnr,  ni. 
1.  van  Jnatitte,  2.  van  Binnenlawdtdi  beatonr, 
8.  na  OnderwjJB,  £eredienat  en  Ngveriieid,  4. 
van  Bnigerigke  «menbare  «erken,  5.  Tan  Finan- 
eita,  6.  visn  LsMbonw,  7.  van  Oonvemementa- 
bediipea.  Dew  diieetewen  gdda  als  de  ceiite 
ambtenares  van  den  QanTemenr«eaeraal.  Het 
HüitÜT  depaAement  en  dat  van  Marine  etuii 
reip.  onder  de  CommuidaBten  van  het  leger  en 
van  de  seemaeht.  E>e  direetearen  vereenigen  aidi 
met  de  hooiden  der  departementen  van  Oorlog 
en  Tan  Ifarine  tot  een  rsad  van  departements- 
hoolden,  t^ens  wanneer  de  OonverneDi-Qene- 
rsal  bnn  Bimemrerking  bevedt.  De  hoogste  wet- 


Jaren  alle  selfbeatnnr,  en  'lün  ingeietenen.  Ne- 
derlanders loowel  als  iofanders  en  vteemdelin- 
gen,  waren  van  alle  staatkondige  reehten  ve> 
stoken.  De  Staten-Oeneraat  hebMn  bet  .Jtegle- 


,yGooglc 


740  INSUI 

ment  op  het  twleid  dei  R«geeriiig"  tftgtgeateld, 
dftt  >lt  de  grondwet  van  Ingaiinde  ii  te  MBchon- 
wen;  zij  fceriiBHn  jaarlijks  omtient  de  begroo- 
ting,  regelen  bet  mantstelsel  ena.  en  ontTangen 
ieder  jaar  vanwege  de  KoningiD  een  aitroerig 
Terslag  (Koloniaal  Verslag)  omtrent  bet  beheer 
en  den  toestand  der  beziltingeD  en  kolaniBn. 

Bü  de  wet  van  l<i  December  1&16  (Staaiafclad 
DO.  535)  is  het  Reglement  op  liet  beleid  der  Re- 
eeering  gewijzigd,  bDofd^akelgk  ten  «iode  door 
de  insteilLng  vin  een  vertegeawoardigend  liefaaam 
aan  de  Nederlandacbe.  onderdaDen,  ingeieteneii 
van  Nederlandsch-Indie  gelegenheid  te  geven  tot 
medewerking  aan  de  beèartiglns  der  centrale  be- 
langen van  dal  gebied.  Dit  lictmam  draagt  den 
naun  van  „Volksraad"  en  heeft  alleen  adviBee- 
lende  bevoegdheid.  De  Qouverneui-QeDeiaal 
raadpleegt  óen  Volkgraad  ovei  alle  onderwerpen, 
waarover  hg  het  oordeel  van  dat  lichaam  wenieht 
te  irememen.  Hq  U  tot  die  raadplegii^  o.  a.  rer- 

8 licht  ten  aanzien  van  de  begrooinng  en  het  alot 
er  rekening  van  Nederland  ach -Ind il.  de  best«m- 
miog  van  het  voordeeJi^  en  de  dekking  van  bet 
nadeelig  slot  der  rekening,  bet  aangaan  van  geld- 
leeningen  len  Uate  van  en  het  waarborgen  daar- 
van door  Nederlaadtcfa-Indif  kracfatens  bealuit 
fan  den  G ouvern en i- Generaal,  alsmede  ten  aan- 
■ien  van  algemeene  verordeningen,  welke  den  in- 

êeielenen  pergDonlülie  militaire  lasten  opleggen. 
«  VoHtaraad  kan  de  belangen  van  Nederlandach) 
lndi4  en  zgn  ingezetenen  voorstaan  bg  den  Eo- 
ning,  by  den  Gou-verneur-Generaa]  en  bij  de  Sta- 
ten-Óeneraal.  De  Volksraad  bestaat  uit  ten  min- 
ste 89  leden.  De  Koning  benoemt  het  lid  leren* 
voorzitter.  Van  de  overige  leden  wordt  hoogatens 
4e  helft  benoemd  door  den  Oonvernear-Oeneiaal 
na  raadpleging  ran  <len  Baad  van  IndiB,  die  aan- 
bevelingen doet  van  ten  minste  tvree  penonen 
voor  elie  te  vervullen  plaata.  De  door  den  Gou- 
verneur-O eneraal  te  benoemen  leden  be^ooren 
■voor  ten  minste  een  vierde  tot  de  Tnlanders.  De 
Teat  der  leden  wordt  verkozen  door  de  leden  van 
de  raden  ingesteld  voor  gewesten  of  gedeelten 
van  gewesten  (lie  over  deze  raden  het  artikel  De- 
eentraliMie  in  Nederlambeh-lndÜ).  De  aldai  ver- 
k<Hen  )«den  behooren  voor  ten  minste  de  helft 
töt  de  Inlanders.  De  Volksraad  bondt  lijn  verga- 
deringen te  Batavia,  in  den  regel  in  het  openbaar. 
Jaarl^s  worden  twee  gewone  zittingen  gehou- 
den. 

Bn  de  regeling  van  het  gewestelük  en  plutse- 
lijk  bestunr  geldt  nog  et«edi  het  beginsel,  dat 
reeds  door  de  O.'Indisrjie  Compagnie  wefd  toe- 
gepast en  door  alle  eenwen  heen  proefhondend 
IS  gebleken,  n.l-  om  de  inlandscbe  bevolking  xoo- 
ve«  mogelijk  onder  de  onmiddell^ke  leiding  van 
haar  eigen  hoofden  te  iaten,  die  door  de  Neder- 
land leb^ndische  legeering  worden  aangesteld  of 
erkend.  Het  gevolg  is,  dat  er  een  tweeledig  bur- 


Serlijk  bestuur  bestaat:  een  Enropeeseh, 
erUnds^e    ambtenaren    opgedragen     __ 
hoogst  geplaatst,  en  een  ïnlafidseh,  uit  aaaiienlg- 


faet 


ke  inlanders  samengesteld  en  aan  het  eerste 
dergeaehikt.  De  hoogsje  EnropeesiAe  ambtenaren 
lijn  de  hoofden  van  gewestelijk  bestunr.  Zü  voeren 
meeetal  den  titel  van  reeident  en  staan  recht- 
streeks onder  den  Gonv«rneur-QeneTaal.  fn  8U' 
matra's  WesUcnet,  Atjeh  en  OnderhoDii^sden  en 


Celebes  en  Onderhoorigheden  voeren  lü  den  titel 

Siuvecneni,  lervrijl  op  BiUiton  en  Zuid-NieDW- 
uinea  lelfatandige  assistent-residenten  ign.  El- 
ders, in  het  tözondei  op  Javm,  inn  de  MsiBtent' 
residenten,  onder  den  reeident,  belast  met  bet  be- 
heer over  de  afdeelingen,  waarin  de  leaidenties 
verdeeld  zgn.  Op  de  Buitenbesittingen  worden 
de  afdeelingen  behalve  door  assistent-residenten 
ook  wbI  bestuurd  door  controleurs  bg  het  binnen- 
landsch  bestuur,  civiele  gezaghehbere,  postbou- 
ders  en  soms  door  adspdrant-eontroleurs. 

Op  de  BnitenbesiltinrBn  wo»ien  de  afdeelin- 
gen verdeeld  in  onderafdeelingen,  aan  het  hoofd 
waarvan  de  sooeven  geneesMle  Mitbtenuen  kun- 
nen staan  met  uitzondering  van  de  assistent-re- 
sidenten, In  de  gouveinementslanden  op  Java  en 
Madoera  komen  geen  onderafdedingen  voor.  Wd 
worden  daar  contrUe^deelingen  aangetrtrffen, 
waarin  eontioleurs  werkzaam  iga,  doch  dezen 
iQD  geen  gezagvoerende  ambtenaren  en  nemen 
alleen  verschillende  tuxofiei  waar  voor  den  as- 
sistent-resident. 

Voor  het  inlandseh  bestaut  lijn  de  genpesten 
op  Java  en  Madoera  verdeeld  in  legentscÈappen, 
bestuurd  doot  regenten,  meestal  inlanders  van 
vorstelijke  of  althans  hoog  adellüke  afkomst  en 
met  zeer  versohillende  titeu  (laden,  maa,  adipati, 
pangeran  enz.),  leder  regentschap  (mrvat  een 
aantal  districten,  bestuurd  door  diBtrictghoafden 
(wedono,  demang  eikz.),  en  is  weei  geaplt>tst  in 
onderdistiicten  met  assistent-d  iatTictshoof den  aan 
de  spits.  Nog  lager  ia  rang  staan  de  bootden 
dor  aesa'a  of  dorpen,  die  door  de  bevolkiiw  zelf 
gekozen  en  door  de  Regeering  in  han  ambt  be- 
■veatigd  worden  (zie  Itdandsehe  gemeenUn). 
Waar  een  plaats  uit  onderscheiden  wjjken  be- 
stMt,  kJesen  de  bewoners  van  iedere  wyk  hun 
kamponghbotd.  De  Chineezen  en  andere  vreemde 
Oosterlingen  moeten  zooneel  doenlgk  in  afun- 
derlljke  wijken  vereenigd  worden  en  staan  onder 
door  de  Reg«ering  benoemde  hoofden.  Het  ken- 
merk van  het  burgerlijk  bealunr  in  Insnlinde  is 
een  «tren|  doorgevoerde,  bnitengewoon  groote 
centralisatie.  De  nadeelen  daarvan  werden  in  den 
laataten  tgd  meer  en  meer  ingezien  en  in  1908 
werd  een  ontweip  van  deeentrUisatie  door  de 
8 1 aten-Oen erad  aangenomen,  dat  het  mo^dgk 
maakt  gewesteLqke  en  plaatselöke  autonomie  en 
»elfbe»tnur  te  vestigen. 

Bij  het  Koninkli^  besluit  van  1905  —het  aoo- 

Senaamde  ..Decent  ra]i»atie.besluit"  —  en  de  or- 
onnantie  van'  1905  —  de  aoi^enatnnde  „Locale 
raden-ordonnantie"  —  werden  bepalingen  vast- 
gesteld betreffende  de  voor  gewesien  en  gedeel- 
ten van  gewesten  in  te  stellen  raden  en  betref- 
fende het  begeer  en  de  verantwoording  vsa  de 
eigen  geldmiddelen  (zie  over  de  werking  der  de- 
centralisatie-wetgeving bet  artikel  Z>ew«fraJisotic 
van  NederUmdêeKJtidie). 

Staalkutidigt  verdetting.  Insnliade 
vormt  staatkundig  geen  geheel,  maar  een  cchb- 
p!ez  van  landstreken,  staten  en  staatjes,  die  elk- 
ander geheel  of  bijna  gdteel  vreemd  zgn  en  in 
zeer  verschillende  vei4iOQding  staan  tot  het  Ne- 
derlandsehe  getag.  Het  he<t  ooff  daarop  kan  men 
onderscheiden  die  «treken,  welke  wel  onder  Ne- 
dertan  dsebe  inzereiniteit  staan,  doeh  waar  deu 
door  de  bevolking  niet  ultdrakèelgt  wordt  er- 


DigilizedbyGoOglC 


k«iMi,  lootls  in  het  l)!iineBUnd  tui  yde  «iUiMleii 
der  Üoltikken  en  Nieuw  Ouinea  M  reral  is  eo 
lot  voor  torten  tijd  in  Centrul-^^elelKS  en  bjj 
«en  gedeelte  der  Bfttaks  bet  getal  me;  en  die 
ïtreken,  vaar  de  Ijfederluideehe  aoaveieiniieit 
DÜdrakkeljik  wordt  erkend.  Eierbü  kan  men  nog 
onderadietden  de  laitden,  «elke  onder  reobt- 
fltveekBch  JHttanr  staan  (gonTeinementagébied), 
saaale  geheel  Java,  uitgezonderd  d«  Votstenlan- 
den,  een  Kroot  «leel  van  Samatta.  Z.-Cdebes,  een 
klein  deel  van  Timor  eni.,  en  de  landes,  waar  io- 
landgche  vorsten  en  volken  nog  een  -min  of  meer 
uitgebreid  techt  Tan  zelfltestoni  bezitten  do<di 
contracten  ntet  de  Bcgeeting  geeloten  en  dsarbg 
bwtuJde  veniHebtrngeD  «angegBSn   beUwn. 

De  Terdeeling  van  Insolinde  in  Java  en  de 
BaiteiAxaittingen  iiedt  meer  een  bistoriiche  dan 
«en  adminifltiatieve  beteekenia.  Volgens  het  Re- 
geeriDffsreglemenf  bestaat  alleen  een  adminiatra- 
tieve  indeeling  in  ge«e«ten,  Deie  «ja  <sie  de 


kaart): 


Bantam. 

Batavia. 

Cheribon. 

Preanger  Regentschappen. 

Pekalongan. 

Samarang. 

Banjoemas. 

Kedoe. 

Djokjokarta. 

Soerakarta. 

Rembang. 

Socrabaja. 

Madioen. 

Kediri. 

Pasoeroean. 

Madoera. 
'  Sumatra'a  Westkiut. 

Tapanoeli. 

Atjeh   en   Onderhoorig- 
I     beden.    ' 

Oostkust  van  Sumatra. 

Djambi. 
I  Paletnbang. 
I  l^mpongscbe  districten. 

Beokoelen. 
'  RÏDuw   en  Onderboorig- 

Bangk&  en  Onderhoorig- 

b«den. 
Billiton 

Westerafdeeling  Bomeo. 
I   Zuider-  en  Oosterardeeling 

Bornco. 
CeIet>eB  en  Onderhoorig- 

!   Menado. 


Nieuvï-Guinea.  *  Ambon. 
Kleine  Soenda-    i  Bali  en  Lombok, 
eilanden.  t  Timor. 

Beekttpraak.  Overal,  waai  de  inlandseh» 
bevoÜing  baar  eisen,  op  den  adat  bemetendt 
reiiitqtraak  niet  Munden  heeft,  woidt  recht  ge- 


IKOE.  741 

sproken  in  naam  der  £oningiQ.  De  reehtspraak 
ge»faiedt  door  reebters  op  ^ond  van  „Aigcmeene 
verordeningen",  die  voor  de  Europeanen  en  groo- 
tendeels ook  VDOi  de  vreemde  Oo8t«rliDgei)  op 
dezelfde  beginseleo  Qieruaten  alB  de  leobtspraak 
in  het  moeoérland.  Betzelfde  geldt  voor  de  recht- 
spraak over  Irdanders  in  «tiofzaken;  bü  de  in- 
landecfae  rechtspraak  in  burgerlijke  en  faandelS' 
laken  daarentegen  looeten  de  godsdienstige  wel- 
ten,  instellingen  en  gebraiken  dei  Inlanders  wor- 
den toegepast,  voor  zoover  deze  niet .  in  Btrnd 
i^a  met  algemeen  erkende  begiDselen  van  bil- 
Igkfaeid  en  reeht vaardigheid.  Bi  bestaan,  in  ver- 
band met  bet  bovenstaande,  een  Kchtspraak  vooi 
Europeanen  en  een  vooi  iniandera.  Beide  worden 
uitgeoefend  door  alleen  leehtspiAenda  letditeK 
(gerechten!  en  eollegiEn  (rechtfünken).  Voor  Eu- 
ropeanen herast  de  rechtairaak:  1.  b|j  dé  ReRi- 
dentiegereohten,  2.  de  Kaden  van  Justitie  te  Ba- 
tavia, Samarang,  Soerabaja,  Padang.  <UakaBar  en 
Medan  en  3.  het  Hoog  Qereebtshof  van  Nede^ 
landseh-IndiS  te  Batavia,  evenals  de  Raden  ■vas 
Jastitie  geheel  nit  Europeesebe  rechtageleerden 
aamengesteJd.  De  inlBodscbe  reeht^ra^  ie  op- 
gedragen: ].  aan  de  Distiietsger echten,  2.  de  S«-  • 
gentachapsgerecbten,  S.  de  Residenten  of  b^n 
wettelijke  vervangers  (de  z.  g.  ^litierol),  4.  de 
Landraden,  de  gewone  dsfeljpuche  lecètera  voor 
inlanders  en  op  alle  hoofdplaatsen  van  gewesten 
en  afdeelingen  gevestigd.  Bg  EoninU^k  besluit 
van  27  Janaari  ltlI4  is  een  reoigaoisatie  der 
potitieieehts^raak  op  Java  en  Madoera  af^kon- 
digd,  waarby  vaomaineli>k  ter  vervanging  van 
de  twttunde  politieroi  en  bet  residentiegeredit, 
lechtsprekaiHie  in  etrafzaken,  een  niemr  gen^t, 
bet    laadgerecdit,    ia    ingeeleld.   Dit  land««Ktht 

Sreekt  derhalve  recht  zoowel  over  fluiopeanen, 
I  over  inlanders. 

De  militaire  leditspraak  benut  voor  het  kgei 
bg  het  Hoo^  Militair  Oerechtdiot  te  Batairia 
en  de  Erwsraden.  Vermelding  verdienen 
ook  nog  de  Priesterraden,  die  vooral  kennis 
nemen  van  gesohiJlen  over  bnwel^kt-  en  erl- 
teeht  luascfaen  htlandere.  Hunne  vonntsaen  mis- 
sen echter  reebt«dwan^.  Ie  de  part^,  die  tot 
iet)  verplidtt  is,  onwillig  dtanan  gevolg  te  g«- 
ven,  dan  moet  de  hulp  van  den  lAndrsad  inge- 
romen  worden. 

Leger.  Aan  het  bo<rfd  van  bet  kger  staat, 
rechtstreeks  onder  den  Gonvemenr-Geaeraal,  die 
oppeFbevelfaebber  is,  een  luitenant-generaal,  U- 
vens  chef  van  bet  d^ar-tement  van  Oorlog  ea 
verbint  bondende  in  bet  hoofdkwartier  Ie  Wel- 


demie  te  Breda  t>enevens  bS  de  boofdcnieossen 
der  verschillende  wapens  in  Nederland.  Daar  op 
deze  wijoe  niet  volaoende  in  de  beboette  kan 
worden  vooralen,  wordt  bet  te  kort  aangevuh) 
door  detaebeering  of  overplaatsing  "ran  bet  Ne- 
detlandscbe  bn  bet  Indieebe  leger.  Sinds  1910 
lyn  oA  iidanaers  tot  ottieier  opgeleid.  De  min- 
deren worden  vettregen  door  aanwerving  in  Ne- 
derland en  IndiB  van  vrijw.ilUgera  en  door  uit- 
seikding  van  onderottieieren  en  soldaten,  die  op 
hun  verzoek  rao  het  N«derlandsche  bjj  bet  In- 
dische leger  gedetacheerd  worden. 
De  nit  Neoerland  te  zenden  troqien  worden 


DigilizedbyGoOglC 


gekleed  en  tot  hun  vertik  getinirrett  Ui  ie  bier' 
te  Iftnde  gefntïgde  Efflofliafe  Re»etT«.  Dne  werd 
in  1890  getormd  unf&nkelük  slecbts  nit  recon-  j 
tRleieenteo,  di«  nuir  NederUnd  waren  teiagge- 
keerd.  In  Insalinde  getehiedt  een  kieia  gedeelte 
dei  «snTalling  door  het  pupillenco^s  t«  Qom- 
bong  en  varder  door  iNiving  tui  Ëmopeanen, 
kleniÜDgen  en  Tijje  iaUndere.  Het  grwitïte  deel 
der  inUndtebe  nilitaiien  wordt  gnormd  door  de 
JïTanen  en  SoeD<ihiDeet«n,  het  beate  deel  dooi  de 
Ambo  nee  Mn  en  Menadoneeien,  Boegïneeien, 
NUuen  en  Tainktunsehe  Alfoei«n.  Ook  beeft 
Bien  nog  Batiuoi  op  Muloeia  en  op  TerBohiHen- 
de  plutien  in  on  baiten  Jat»  uhntten).  Fbnnen 
tot  inTOeting  ten  weerplieht  en  oignniMtie  T«n 
een  militiel^ei  qjn  in  TOOitMieidipg. 

H«t  leger  omTat  de  volgende  Staren,  Wapena, 
Dieuitmkea,  Eoipaen  en  IniteUingeo.  De  itaf 
Tan  den  OonTerneui-Qeneraal;  het  Departement 
van  Ootlcn;  de  Qeoerak  Staf;  de  Oeweetelnke 
Staf;  de  PUataelgke  Staf;  de  Infanterie;  de  Ca- 
valerie; de  Artilterie;  de  Oenie;  da  Dienat  der 
Militaire  Adminiatratie;  de  Qeneeaknndige 
Dienit;  bet  Koipi  Bnrgerlöke  Ambtenaren;  het 
Koipa  Hilitaire  Schrörera;  het  Eorpa  Statiaaii- 
kanleo;  de  Militaire  School;  bet  Eoipa  Papillen 
en  de  Dienat  der  Militaiie  arrest-  en  proTooet- 

Voor  hel  militair  beheer  ii  Java  Terdeeld 
vier  mtilaire  aldttlingtn.  De  commandanten  de- 
ler aldeelingen  ayB  reapeetievelgk  eeTeitigd  te 
Batavia,  Samarang,  Soerabaja  en  Tjimatie. 

De  Bnitanbetittingen  sqn  verdedd  in  verachil- 
lende  commaadementra,  welker  cMnanandanten, 
eveoali  die  der  drie  militaire  afdeeliogen  op  Ja- 
va, reebtitreeka  ondargeaehikt  iqn  aan  dan  Com- 
mandant van  bet  Legei. 


Deie  commandaBten  iqn  geveatigd  te:  Atjeh 
»  ODdeifaooriKhedaa,  Snmatia'a  Wettkuit,  Ta- 
panoeli,  PalMWang  en  Djambi,  Rionw,  Weatei- 


aldeding  vaa  Bomeo,  Znidei-  en  Ooit eraldeel ing 
van  Borneo,  C«lebei  en  Heaado.  Timor  en  On- 
derhoorigbeden  en  Amboina  en  Temate. 

Het  i«ei  beataat  viU  de  /nfonterw  21  veldba- 
taljona,  10  garniioenibataljona,  3  depAtbataljona, 
4  mitrMlIenMoaipagnieên,  8  gamiioeDaeomjtag- 
niela,  4  anbaiatententadeTi,  kaderadwlea  en  1 
atraf detachement;  de  Cavalerie  4  veldeieadrons 
en  bet  eieadroa  Igfwoeht  te  Soeiakarta  en  D}o& 
Jakarta;  de  ArKllêrie  4  veld-  en  4  bergbattergen, 
10  ccoifiagDieSn  vestinfrartillerie,  depóta  en  artil- 
larie-inriehtingen;  de  Genie  bet  koq>i  genietroe- 
pen, w^^q  de  spoorweg-  en  telegiaafoompag^ 
niein  en  de  geweateigke  en  fdaataelgke  geoie- 

VtooL  De  leemacfat  riaat,  onder  het  <^er- 
beatunr  van  den  don  veine  nr-Oeneiaal,  onder  be- 
vel van  een  vlag-officier  der  Koninklqke  Neder- 
landacbe  Marine.  Die  vlag-offieier  ia  tevena  ver- 
antwoordelijk hoofd  van  bri  depaitement  van 
Harine  en  voeit  den  titel  van  Commandant  der 
Zeemacht  en  Chef  van  bet  Departement  der  Ma- 
rine. De  vloot  ia  tamengeiteld  vooteeret  nit  de 
oorlogaaebepen,  afgeionaeid  van  'a  Rgki  aee- 
macbt,  om  t^delnk  in  Inanlinde  te  worden  gebe- 
zigd, het  NederlandMli  eskader,  verder  uit 
de  icbepen,  g^owd  ten  laste  der  Koloniale  geld- 
midd^en  en  meer  algetneen  de  vaartaigeu,  be- 


stemd om  in  Inanlinde  teUgven,  delnditefae 
militaire  marine,  en  in  de  derde  plaata 
DJt  de  Oonveinementa  marine.  Deie 
laatste  dient  tot  het  overbrengen  van  tioepea  en 
benoodigdbeden^  voor  het  blaken  der  knaten 
t^n  leeiooverq  en  voor  het  verrichten  van  po- 
litiedienst op  de  reeden  en  kan  in  bnHengewone 
omstandigheden  ^delgk  ala  ooilogavlool  dienat 
doen. 

In  1896  werd  bg  fconinklök  betloM  vaetgestdd, 
dat  de  leemaeht  in  Nederlandaoh-IndiB  ion  be- 
ataan  nit: 

o.  oorlogabodana,  geichikt  om  met  klem  Ne- 
deilandi  reebten  es  belangen  te  beacbermeii  en 
het  aonverein  geiag  ia  den  Aicbipel  te  handha- 
ven, ook  t^enover  Inlandadie  volkastammea. 

b.  oorlogabodema,  geaebiU  om  bet  geiag  in 
den  Archipel  door  InlaMfadie  volkastammea  tt 
doen  «eibiedigen, 

e.  oortogabodems,  faeatond  ter  veidediging  van 
havens  of  toegangen  na«r  havens  en  rMden. 

d.  waebtsdiepeD  en  «pnenungevaaTtuigen. 

Na  wgaiffinc  van  genoemd  E!  B.  in  IBOI  en 
190S,  weriT  bg  K.  B.  van  15  SepUinber  1909, 
no.  809,  Indisch  Staatsblad  1910  no.  TT,  bepaald. 
dat  het  gedeelte  sob  a  ion  bettaan  nit: 

Voortoarend  in  dienat  te  boDden  oorlogaacbe- 

fen  van  minónom  8900  ton,  te  samen  minimum 
B  000  en  maximnm  26000  ton  vraterveiplaat- 
sing  en  een  nader  te  bepalen  aantal  torpedoboot- 
jagert  van  mituteDa  4üO  ton. 

Het  gedeelte  anti  b  nit:  Oorkgsvaartnigen  van 
hooeateni  850  ton. 

Het  gedeelte  anh  e  nit:  8  torpedobooten  en  een 
nader  te  b^^akn  aantal  onderieebooten  en  mgn- 
lereera. 

Het  gedeelte  sob  d  nit:  I  waebtsehis  en  hoog- 
stens 4  opnemingavaartuigen.  In  het  Iitiata  ge- 
deelte van  1916  waien  in  lodii  aaawcoiff:  4 
pantaersehepen,  S  torpedobootjaKera,  5  flottTelje- 
vaaituigen,  waarvan  2  verbouwd  tot  mgnenleg- 
get,  9  toipedobooten,  4  opnemingsvaartnigen^  I 
onderaeeboot  benevens  «en  dertigtal  aelMfien  der 
Qonvememen  ts-Maiine. 

Algemeen  wordt  door  desknmügea  on»  see- 
macht  in  Nederlandach  Indiê  voor  bet  in  het 
l,  B.  van  1896  onder  a  omstbreven  doel  te  ge- 
ing  geacht.  Een  ontweiv-vlootwet,  dat  in  dit 
ipiieht  veibetering  beoogae,  antw<»pei]  nadat  in 
1912  door  een  Staataeommitsie  omtrent  deae 
aangdegenheid  een  nitvoeitg  Taf)|tort  was  nitge- 
brawt,  was  bg  het  nitbrelien  van  den  Enr<4iee- 
ecben  oorlog  gereed,  doch  werd,  met  het  oog  op 
de  tgdBomstMdigbeden  niet  ingediend.  To%ene 
mededeeling  van  den  Minister  van  Harine  in 
de  Ststen-Oeneraal  Ja  echtei  de  indiening  van 
het  beriiene  ontwerp  binnen  korten  tiid  tegemoet 
■      ■       (Januari  1917). 


aoo  boog  mogelgk  ia  op  te  voeren,  beataat  weinig 
eenheid  Tan  gevoelen.  In  booldnak  i^n  twee 
strocmingen  waar  te  nemen;  de  eene  groep  «At 
ten  kein  van  ffroote  modwne  elafsehepeB  nood- 
lakeljjk,  met  oaamaast  een  aantal  onderieeboo- 
ten met  toebebooren,  w.  o.  enkele  aeer  laelle 
verkenningskraiaeis;  de  andere  groep  meent  dat 
het  geld  voor  de  groote  alagvebepen,  geuen  hri 


DigilizedbyGoOglC 


klaine  unUl,  nnttigcr  k>a  wotdu  beiteed  un 
uitbreiding  tsd  fc«t  untal  ondsnccbooten.  In 
unbouw  vja  thini,  aitslurtcnd  voor  da  HciUMht 
iD  NtderlaBdMb-IndiB:  6  ondeneefaootea  tu  on- 
ge?eer  650  ton  wtterrerplMttiiig  un  de  oppei- 
flikte  en  2  iflelle  kraiieii  Tan  rnim  7000  ton, 
terwnl  op  de  begiooting  Toor  het  dienitjuT  1917 
een  derde  kmiaet  es  drie  onderseebooten  Toor 
Indië  worden  UBgenaud. 

Finaneitn.  Bet  beheer  der  geldmiddelen 
leturteert  onder  het  depirtemant  Tan  Finaneiln 
(lie  BeiJvw),  terwnl  de  begrooting  door  de  Sta- 
ten-Qenertal  Jaarlöu  wofdt  Taitgeiteld.  Voor  de 


unwnttellin^  en  da  Indeeling  der  begtootlng  tl< 
men  het  artikel  BtgrooUng,  *oor  de  wtg  toot 
de  nitfoeri^  der  bëgioeiinr  en  iwt  toeijcfat  eo 
het  beheer  der  koloniale  geluDiddelen  het  arlikri 
OomplabaiUiUm^t.  Een  OTCniiht  Tan  de  ont- 
van^ten  ei  iltgiTeB  «er  de  Jaren  1000 — 1014 
almede  Tan  da  tamÏBg  1916  en  1010  geeft  de 
trtwl  Uermdn. 

De  laften,  welke  de  inlandere  moeten  dragen, 
bettaan  ten  daele  fn  belaetlDgen  ten  deela  js 
peraoonlijka  dienitca.  Zia  Bttoêtingên  en  midd»- 
Urn  w  Stdtrimuttek  Oott-liMt  en  ffi«wiMlwN- 


Oïenicht  van  ootvangaien 

en  luivcrc  gewone  uitgaven  in  duiiendtallen  guldens. 

Uitkomsten. 

Ramingen.. 

1909. 

1910. 

19H. 

1911. 

1913- 

1914. 

1915- 

1916. 

Ontvangsten. 

Belastingen 

Overschot  monopolies, 

„          producten   . 

„           bedreven     . 
AUerlei  middelen     .     . 

77Ö66 
30730 
14133 
8607 
4  593 

83  485 
2983S 
30  n6 
8709 
417a 

87053 
28629 
3'S43 
13153 
4S7I 

93734 
33872 

3S340 
II  047 
6306 

103912 
35  686 
33938 

Veil 

99?" 

14708 
7071 

108720 
38706 
31600 
17981 
8133 

112517 
41369 

19938 
8  377 

Te  lamen.    .    . 

Uitgaven. 
Alle   gewone   uitgaven, 
uitgeiondetd  die  voor 

en  bedrgvcn  en  na  af- 
trek   van    het  bedrag 
der  rechtstreeks  tegen- 
over uitgaven  staande 
inkomsten 

i3S  730 
■  19S44 

146439 
138  S8ï 

163951 
148715 

179  30I 
156446 

190406 
165669 

17SIO9 
189981 

195 '30 
189938 

203901 
303497 

VerschU  voordeelig .    . 
«deelig    .    . 

6186 

7846 

15335 

22754 

34737 

14773 

S20I 

403 

Overschot   monopolies. 

Opium 

Pandhnizen 

Zout 

19050 
2149 
9  53" 

17950 
3290 
9  59S 

17963 
3ir6 
8550 

24068 
3  «7 

7356 

24784 

3988 
6913 

28  803 
S330 
7355 

35663 
3836 
9Ï07 

1U1 

9434 

Koffie 

Kina 

Tin 

Steenkolen 

Boschweren     .... 
Getah-pertja    .... 

Caoutcbouc 

Coca 

'733 

94 

1031a 

76 
81 
9 

i-M 

-  7S 
40 

886 
106 

37741 

—  14 

II 

733 

3.3S 

7S3 

3  174 

—  114 

389 

5S 

2027 
67 

-"34 
39 

587 
143 

•"Z 

1394 

—  50 

—  430 

14 

1356 

331 

16325 

336 

1202 

199 

i6S79 

25 

Landsdrukkerij    .    .    . 
Post-,  telegraaf-  en  te- 
lefoondienst .... 
Spoor-  en  tramwegen . 

•44 

nihil 
846a 

14 

-337 
9031 

121 

7 

-267 
11307 

-i«74 
1317a 

9' 

108 
I4S08 

64 

695 
17221 

74 

139 
19734 

D,o,l,zedb,GoOgle 


INSULINIDE-XNTEORAALBEKEININO. 


Qtiehitdeni».  Vkn  de  lotgevalIeD  Tin  Id- 
lulinde  lóür  de  komit  der  ËUTopeRnei]  k  ni«t 
teel  bekend  (izie  OnldekkingigtKiiéettenuii  tooi- 
■1  niet  «Ib  men  Jaia  aitiondert.  De  KCMbiedenii 
vsn  lasulinde  nï  dien  tijd  is  in  boctduak  de  ge- 
scfaiedenit  dei  Ooit-IadiBche  CompagDie  (lie  al- 
daar). Na  haar  «ndeieane  k vamen  de  kolonlBn 
in  ttet  beiit  ran  Nedenand  en  de«Men  de  iot^wti- 
)eD  Tan  itt,  luid.  Daai  het  ktdoniaie  ri^  ecfater 
nooit  (taatkundig  één  geheel  heelt  gerormd,  kan 
er  Taoeenffeschie^ntB.TanlMQliDde  in  i^n  ge- 
heel moeiluk  aprake  ign,  maar  beaiait  deu  uit 
de  gesohiedenis  dei  alzonderlijke  eilanden,  land- 
idiappen  en  njkjeB,  waarheen  wjj  dan  ook  moe- 
teo  veiwjjien. 

Lileratuur;  P.  A.  van  der  lAlh,  Naderlandtch 
Oost-lDdie  (2de  drnk  Leiden  <1S95.  2  dln.);  H. 
Blink,  Nederlandeeti  Oo«t-  en  West-IndiB  (Leiden 
1907.  2  dia.);  D.  tm  Hirdoopen  Labhttton,  Oe- 
illnatieerd  handboek  ran  Inanlinde  (Amaterdam 
1910);  H.  Üofyn,  NecrUndi  Indie  (2de  dtak  Am- 
sterdam I91S,  2  dln.);  A.  Cabaton,  Jaia,  Suma- 
tia  and  the  otbei  islands  ol  the  Duteh  Eait  Tb- 
diea  (Londen  0811);  E.  EUetidl,  Drei  and  iwan- 
lig  Jahie  PHanier  und  Kaulmann  in  NledeiUn- 
diuh-Indien  (Berlgn  1913);  J.  MmmtUm  Broom, 
The  Dntch  Ekit;  ^ketebet  and  pictures  (Londen 
1014);  L.  de  Bree,  Nedeilandsch-Indil  in  d«  Twin- 
tiKite  Eeow  (Batavia— Amsteidam  1916);  K. 
Martin  en  A.  Wiehmann,  Beitiige  lar  Geologie 
Oet^Aaieu  imd  Auatraliene  (1838<v.t.);  A.  D.M. 
Verbeek,  MoluUen-VcrelaK  {Jaattwek  Tan  het 
MÜn«ezen  in  NedeitandM^Jndia,  1908,  Weten- 
wht^pelijk  gededte);  W.  Volt,  Dei  HakiiKhe 
Aichipel,  aein  Ban,  «ein  Zueammenhaof^  cdit 
Asien  (in  .^iizaoffsbenebte  der  jAjsikalieeben 
upd  oediziniscben  SozifiUt  in  Eilangen",  dl-  44, 
1912);  J.  Elbert,  Dei  Sanda^ipedilian  (Fraok- 
tort  a.d.  M.  1912,  2  dln.);  R.  D.  M.  VerUA, 
Oeolwiaebe  en  möotMawknikdigt  bil>Uo^u)hie 
Tan  Nederlandech'Indie  (Verhandel,  t.  h.  Oeol. 
Mynb.  Oen.,  Oeol.  aerie,  dl.  I  v.  t.);  E.C.Aben- 
daivm,  GeologiBcbe  echatskaait  Tan  iNeder- 
landBeh  Ooat-fodia  ('a-Oia-Tenhage  1S|15);  Km 
der  Stok,  Wind  and  ««athera,  earrenta,  4idee  and 
tidal  streani  in  the  £aBt  Indian  Arehipelago 
(BataTia  1897);  1.  O.  Beringt  Handleiding  tot 
de  kconia  dei  flora  Tan  NedeiUndseh-lDdil  (iLei- 
,  den  1900);  Q.  Habêrland,  Eine  botaniaehe  Tio- 

Kiieise.  Indo-^Malajisehe  Vegetationabilder  nnd 
iaeiknten  (Leinig  1893);  M.  Qrethoff,  Sehet- 
•en  Tan  nuttiee  Indische  planten  (1895^1900); 
A.  H.  SlautD,  'De  tii^isebe  nstnor  in  schetsen  en 
kleuren  (Amsterdam  1913);  Max  Weber  Dei 
.  Indo-australisebe  Archipel  nod  die  Geseaieht* 
•einer  TieiweK  (1902);  J.  B.  van  Balen  De  die- 
renwereld  van  Inealinde  ('Dorenter  1914  t.  t.); 
CA.  S.  Lugt,  De  bossehen  yan  Nederlandsoh-In- 
diS  eni.  („Oom  Ec^nien".  Ser.  I  no.  9,  Baarn 
1914);  K.  W.  van  Oorkom,  Oost-litdiacbe  Cultn- 
res  (3de  druk  Amaterdam  1917  t.  v.,  3  dln.); 
M,  Blink,  De  ngTeiheidsondememingen  in  Me- 
derlandaiui-iIadJG  (in  „Tjjdsdir.  t.  ëcod.  Qmr.", 
Angustaa  1916);  J.  Dekker,  Onze  koloniale  Mqn- 
bouw  (Baarlsn  1916  t.  t.);  E.  P.  WellentUm, 
Het  ^Moi-  en  tiamwe^eien  in  N«derUiKLKh- 
IndiS  (in  „Ome  Koloniën",  Ser.  II,  no.  3,  Baarn 
mi);   Tb.  J.  A.  Hügert,  Het  laTen  in  N«der- 


laitdw:fa-Indi<  a>en  Ssag  1914);  J.  W.  OuMtng, 
De  inTJoed  der  lendii^  <sp  maatacbappelüke  toe- 
atanden  (in  ,J>e  Pioteetantsche  Zending' ,  I,  no- 
9,  fiaam  1912);  D.  Br^cet,  Het  administratief-, 
bet  geldelijk-  en  bet  matecifiel  beheer  in  Nedei- 
Undaeb-lndtB  (Bando«i«  1913,  8  dln);  E.  B. 
Kielttra,  Indisch  Kedeiland,  Geaehi»d kundige 
schetsen  ^aarl«m  1»10);  B.  Alkema,  Ons  Insu- 
linde.  Hoe  we  het  verkregen  en  wat  het  door  onc 
werd  (DeTeotei  1916);  J.  F.  H.  A.  Later,  De  in- 
landsehe  bewering  (Indisehe  Oti»,  Jnni-  en  Juli- 
afl.  1916);  .Jteeeerin^AknaDak  toot  Neder- 
laDdMh-lDdH":  „K«tomaal  Versfaw"!  ,Jaaiqjfen 
van  het  Koninkrijk  der  Nederlanden,  EclonÜn''; 
„Statistiek  Tan  den  Handel  en  de  In-  en  UitToei- 
lechten  in  Nederland  ach  JndiE";  ,Jaartioek  van 
het  Depwienieni  van  Laodbonw,  Ngvetfieid  en 
Handei  Tan  Nedeilandscb-Indie";  „Verslag  om- 
trent Handel,  Nmeiheid  en  Laniflxiuw  Tan  Ne- 
derlandseh^iodir';  ,4>e  Buitenbesit  tingen  19(M 
—1914"  (Batavia  1915). 

Zntenl  noemen  de  Italianen  inlegwerk  in 
bont,  waaraan  de  Duitsehen,  veikeerdelgk,  den 
naam  van  intartia  plegen  te  geven.  Sedeiï  het 
begin  der  15de  «euiw  werd  deiie  techniek  in  Ila- 
lii  beoelend;  eikenèout  ireid  met  dunne  stukjei 
veiaehiUend  geHeurd  hoat,  ivoor  of  metaal  be- 
l^md,  aoodat  bepaalde  figuren  ontstonden.  Deit 
figuren  aja  soms  laiver  deooialief  docti  atee^al 
voorstellingen  nit  de  gewade  geschiedenie.  Be- 
roemde intarti  bezitten:  de  kerk  der  Certosa  tig 
Pavia,  door  Barlolommeo  PoUi,  Fantaleone  dei 
Marehi  en  Ptetro  da  VaOate  van  1487  tot  4498 
vervaardigd,  naar  teekeniagen  Tan  Ambrogia  Foê- 
lano;  Santa  Haria  in  Organo  te  Veion&,  'door 
Fra  Oiovanni  da  Verona  gemaakt,  en  de  kathe- 
draal te  Siena,  welke  in  1508  door  denseUden 
meester  werden  voltooid.  De  imlarti  in  San  Fe- 
ttonio  te  Bologna  kIjd  fiet  weiii  van  Fm  RatfvU 
da  Breieia,  terwbl  die  in  San  Donaenieo  te  Bo< 
'     "iD  Pietio  te  Perupia  van  1528  tot 


.   dooi  Fra  DamUmo  da  Ser 


.  -mmo  vervaar- 
digd werden,  Einddgk  noeoMD  wq  nog  de  tnlor- 
ti  in  het  Cotlegio  del  Cambio  Ie  Perugia.  om- 
alreek's  1500  dooi  Domenieo  d*l  Ta—a  en  Antamio 
di  Mereatello  gemaakt.  Zie  ook  Movüek). 

Interraaliwkmiiir  is  de  omgekeerde  be- 
werking der  differentiaalrekening,  Terwjjl  deae 
laatate  de  verandering  beiekeni,  welke  e«n  fnne- 

tie  van  z  vertoont,  als  se  

bedrag  toeneemt,  moet  A 


B  se  met  een  oneinUg  Uein 
:t  de  integraalrekening  nit 
ntiaaivergelgkins    de    oor- 


X  iz,  waarin  X  een  of  aMere  functie  van  * 
voorstelt,  dan  loekt  de  integraalrekening  naar 
de  betrekking  tniseben  jr  en  z  lelve.  Toot  Iwl 
integreeren  gebruikt  men  het  teeken  ƒ  air  af- 
korting van  Som.  iïlen  «ohrqft  dus  y  =  )  Xd*. 
De  meetkundige  beteekenii  van  een  intttfraal 
wordt  duidelijk,  als  men  in  elk  pnnt  der  nori- 
zontale  c  as  voor  de  lengte  der  loodlyn,  in  dal 
punt  opgericht,  de  waaide  neemt,  die  X  beeft 
voor  die  bepaalde  t.  De  eindpunten  der  loodlij' 
nen  liggen  op  «en  kromme  Ign  AaA'  (lie  de  fi- 
gUDi).  Is  nu  'L  U  de  aangroeiing  vaa  z  in  hel 
punt  L  dan  stelt  X  dt  den  inbond  tooi  van  den 
retbthoek  ALV  M.  Bjj  ateeds  kleinei  woidende 


DigilizedbyGoOglC 


INTEGBAALBSKBNINe— DJTENSIE. 


dt  n&deTt  d«  Bom  van  de  iithoDdeB  van  tJle  Of 
deie  wijie  verliregen  reehthoetjes  tot  den  inbond 
van  de  strook,  begrensd  door  de  kromme  lün.  Te- 
¥6119  blnkt,  dat  de  waar-dc  T»n  den  integiwl  pae 
geheel  aepa&td  ia,  als  aangegeven  is  tussehen 
welke  grenswaarden  van  x  hei  integreeren  ge- 
schieden moet.  Men  diudt  dit  aan  door  ƒ,  X 
dx,  waarin  z  =  a  de  Ueinvte  en  s  =  6  de 
nootaie  grenswaarde  aangeeft.  Daar  bg  bet  dif- 
ferentieeten  elke  eonatante  term  wegvalt,  lal  om- 
gdceeid  bü  het  inhgreeren  een  eonstairte  mogen 
worden  toegevoegd;  dag  y  ■:=  ƒ  X  dx,  maar  ook 
$  =  ƒ  X  dz  +  C  De  waarde  van  deze  constan- 
te is  dikwnla  uit  den 
aard  van  net  vraag- 
stuk af  te  leiden. 
Men  ondeiaobeidt 
erd^r    enkele,    duh- 


>udi- 


^       nle^ralen,    want 
iedere     integioa! 
een  functie,  die 
verder     geintegreerH 
kan       worden,        '' 

:,  M  Q 


Integraalrekening.  een      andere    vaiia- 


In  de  geometrie  vindt  de  iDtegiaalrekening 
toe^ssing  bQ  het  bmalen  tod  lengten  van  krom- 
me Ijinen,  oppervlaklien  van  figuren,  inhouden 
van  lichamen  enz.,  omdat  deze  grootheden  uit  i* 
dmkken  liJn  door  befiaalde  integralen.  Verdere 
toBpassin^n  vindt  oien  in  de  getallenleer,  in  de 
mechanica  (^paling  van  traagheid smomen ten), 
in  de  natuurkunde  %gv.  b|j  de  potentiaaltheorie) 
enz.  SindB  IHrwklet  is  oten  l)ezig  te  ondenoeien, 
wanneer  tunctieB  te  integr«eren  zgn,  verder  de 
eigenschappen  ie  vinden  van  fancties,  die  ' 
integralen  oepaald  zjjn,  voor  bet  geval,  dat 

Sen  eenvonaige  Toorsteliing  ivan  den  integraal 
n  geven.  Voor  de  practjjlk  is  van  belang  de  be- 
rekening van  de  integralen  <vaD  emTjirisen  gege- 
ven tnnetiea.  Dit  geschiedt  met  henulp  van  re- 
kenmethoden (Simpeonsche  lesel  enz.)  of  dooi 
grafische  voorstellingen  en  g^ruikmaking  van 
bepaalde  inetrumeiiten,  wanneer  de  funeties  als 
krommen  gegaven  zgn.  Van  deze  instrumenten, 
welke  den  naam  van  iniegratoreK  drogen,  worden 
dé  zoogenaamde  inUgraien  tiet  meest  gebruikt. 
V«or  het  bepalen  van  hot  oppenvUk  vui  vlakke 

K sloten  figuren  vindt  de  pknimeter  toepassing. 
ibfüx  en  Newton  zqn  de  oitvindeis  van  de  in- 
tegraalrekening. Latere  beoetenaar<i  lyn  Tooral 
Btmovüi,  Euler,  Lagnmge,  Oaun,  Cmteky  en 
DirieUet.  Arehiaudet  beeft  reeds  voor  het  be- 
rekenen van  oppervlakten  van  de  int^raakeke- 
ning  g«d)rBik  gemaakt. 

InteCTal«n  noemt  men  de  2'/i  procent  Ne- 
derlandMh  WericeUike  Sehnld;  deie  werd  name- 
lijk in  de  wet  ivan  11  Mei  1814  aangeduid  met 
deA  naam  van  integrale  weikelifke  schuld. 

Intecrator.   Zie  Inlegraalrekening. 

Inttcrltelt  (Latijn  —  volkomeniieid)  daidt 
in  het  orthodoi-theoloeiech  spraakgebruik  eei 
eigenschap  van  den  B3t>el  en  de  atzonderlüki 
Bóbelboriian  aan,  krachtens  weUce  ig  doot  Utere 


745 

handen  noch  veianderd,  nodi  vervalseht,  noch 
door  het  toeval  verkort  zjjn. 

InteUeotaallsnifl  beteekeut  in  het  algo 
een  alleiLei  overschAtting  van  de  beteekenis  van 
het  menschelnk  verstaiid  in  verhouding  tot  an- 
dere mensdtelöke  kwaliteiten.  Zoo  spr«ekt  men 
van  intellectualisme  op  zielkundig  gebied, 
in  in  de  werking  van  de  veretandsele- 
menten  in  het  bewustzijn  liet  <ig«nl|jke  funda- 
ment -van  hc4 'zieleleven  ziet.  Op  godsdien- 
stig terrein  spreekt  «nen  van  intellectualisme, 
wanneer  aan  de  verftanddijke  voorstdling  in  de 
religie  de  eerste  plaats  wordt  toegewezen.  De 
goiudieast  wordt  (un  in  de  eerste  plaads  een  hoe- 
veelheid waarheden,  een  schat  van  kennis.  Beide 
opvattingen  leiden  tot  het  intellectualisme  als 
theorie  aangaande  het  verkrijgen  van  onxe  ken- 
nis. Vorens  dese  theorie  xfn  de  voorwerpen  der 
weienlijCe  kennis  niet  binnen  het  bereik  der  tin- 
toigl^ke  waunemiugeu  gelegea,  d«u  men  de 
bion  van  bet  weteo  in  oet  Terstand  en  in  de 
red»  moet  zoeken.  Dautegonover  staat  het  êen- 
lualümt  en  emfiritwte  (gevoelt-  en  envaringi- 
leer).  Een  nog  meer  bepeAte  heteekenis  verkreeg 
het  woord  in  de  stelsels  van  FiehU  en  Seheüing, 
namelijk  die  van  praedicaat  der  intelleetueele 
aanschouwing  (bet  hoogste  b^nsel  van  het  we- 
ten). Dit  is  bn  FichU  de  afasolnte  spontanelteit 
van  het  ik  en  ojj  Sehelliag  de  identiteit  van  alle 
tegenstellingen  ia  het  aMoInte. 

Intelleotnaol  (van  het  Latjjnsebe  mteUeetui 
=  verstand)  bet«ekent  in  tnimen  zin:  wat  of 
het  verstand  betrekking  herit,  ol  volgens  bet 
verstand.  Zoo  spreekt  men  van  inteUeetneele 
ontwikkeling,  t^eitover  moreele  en  aesthetitehe 
ontwikkeling.  Sedert  Katt  ia  de  «itdnikking 
inleUeaiueeie  aoMehtmmna  ia  gebruik.  Hen  Te^ 
staal  daaronder  een  beoonfeeling  der  dingen,  die 
staat  boven  bet  waamemeD  met  de  anttugeo  ^ 
boven  de  intuïtie. 

Intenduio*  ia  het  milrtaii  pereoieei,  belast 
met  de  leiding  van  den  dieoet  der  vei^leging  en 
met  het  toetidit  op  de  nrtvoering  daarvan  mat 
behulp  van  administratie  en  verplegingrtroepen, 
fiet  wordt  daartoe  in  tgd  van  >rrede  reeds  geor- 

finiieerd  en  geoefend  en  ingedeeld  bij  het  Hoofd- 
wartiw  willet  veMIeger  en  van  de  staven  der 
divisiln.  Het  peTsoneel  heelt  bovendien  toexicbt 
op  het  voeren  der  »dmini«trati«  over  de  korpsen, 
op  de  adnunistiadave  Inrichtingen  en  of  de  ma- 


gazQD 


Iwr. 
ertandae 


let  koipe  NedertandKhe  intendamteiL  is  sterk 
23  officieren  en  wordt  foor  inn  taak  opge- 
leid aan  den  Intendauea-enteus  bg  de  Hoosere 
Krggaaehool  te  's^nwenltage.  In  DnitBchland 
staan  alle  militaire  bomrwerten  in  de  gamiue- 
nen  onder  han  toezicht. 

Int*iiduit  il  hetzelfde  als  opnekfer  of  be- 
stuarder.  In  Pruisen  is  de  intendant  een  Hofbe- 
unbte  en  opziehter  van  Hofsabouwborgen,  voi- 
stelqke  ininen  en  kaeteelen.  In  Frankrijk  voecden 
de  t^enwoordige  prefecten  vMr  de  Onwente- 
ling den  titel  'van  intendanten. 

Xnteiule  is  de  versterking  der  inwendige 
kradit  en  itaat  tegenover  extensie  of  uitbreiding 
(dns  algemeene  verswrtking)  der  kracht.  De  nit- 
dmkking  wordt  zoowel,  in  dien  zin.  in  d«  etaaf- 
hnishoiidknnde,  «U  in  den  landbouw  (zie  Intaitiete 


DigilizedbyGoOglC 


INTËÏJSIB— INTERIU. 


Intenslel  boOKl*n>P  DMint  men  na  open 
eleetiiKht  boogUmp,  met  uiat  ettindei  gele- 
gen «IfectVolen.  Deie  botvlan^ieD  beiitteu  de 
Eoonte  liehtsterkte,  nl.  1000  i  4000  H.  K.,  en 
het  geringtte   verbruik.   nA.  0.25  4  0.17  Watt 

nfi.  K.  Zu  worden  gebnikt  toot  teneinTei- 
iting,  effeetieriiehting  eUliges  en  dei^l^e, 
OTeikl,  iTi«r  een  iterke  eeODomiicbe  leriiehting 
gevrugd  wordt,  en  abiolant  nitUg  bnnden 
geen  Tereieehte  i«. 

IntsiwlaTS  luidbonw  noemt  men  dien 
TVnu  T»a  Imdfaoowbediijt,  wurbg  de  koelen 
UB  «beid  en  un  tuitte  {toax  neit  «di.)  ii 
verhoodiDg  tot  de  te  ibmoDwen  oppeeilektebetM- 
kelqk  gioot  ijJD,  Oader  mlke  omiUDdigheden 
«ontt  een  groote  oogst  met  groote  kotten  tct- 
kregen,  en  aet  ui  Tan  de  prövrcThoodingen  at- 
btneen,  ot  bg  inteniieren  landbouw  bet  g<sa- 
nenlöke  grond-  en  bedrgMapitul  grootere  of 
kleinMe  winsten  afwerpt  dan  bg  exleneieren 
UndboQw  <iie  Btfeiuief). 

IntsTOsllDlAlrs  ralntui  noemt  men  op 
bet  gebied  der  plan  ten  anatomie  de  laimteo,  die 
men  jn  vele  planten  tneseben  de  cellen  aantreft. 
Zjj  tSn  met  lucht  gvruld  en  itaan  in  verbindnig 
met  de  hnidmondjce  in  de  ofiperhnid  der  blade- 
ren en  itengeli,  hetgeen  van  belang  ii  toot  de 
adeniialing  ol  de  gunitwiiteling  der  gewaseen. 
In  de  jongste  plantendeelen  ign  ig  gewoonlgk 
niet  aaaweiig,  maar  ag  ontstaan  later,  all  de 
cellen  lidi  van  elkander  Terwgderen.  Zeer  groote 
treft  «len  in  waMi-  en  moeraaplanten,  en  ig  wol- 
den hkr  om  haar  grootte  dikwgU  kanalen  ge- 
noemd. Ook  via  de  intererilnlaire  mimten  wel 
eena  gevuld  met  eigenaardige  tHV*"'  mmU  ban, 
gom,  olie  en  melk. 

Interdict  betertent  eigenlqk  ontieff^j 
Iemand  vuur  en  water  te  ontieggen  (aUerateen^ 
wu  betselfde  tl»  bem  in  tialllngRdiap  te  lenden. 
In  de  BoomiA-Katholieke  Eetk  i«  bet  interddet 
een  door  UeMboHien  ol  pausen  uitgeTurdigdt 
onta^ging  Tan  het  nitoefeneu  van  fcerkelgkt 
luneties  ol  bet  toedienen  Tan  ucramenten.  Of 
een  pluts  (inleniietum  heaie)  of  een  persoon 
(intardiettm  perêoitale)  wordt  er  door  getroffen.. 
Bet  eerste  Toorbeeld  Tan  lutt  een  inteidiet  gaf 
AUvïniu,  biaeebop  van  Liiooges.  Lat«r  werd 
uitgesproken  door  Oregoriui  V  OT«r  koning  Ro- 
bert  Tan  Frankrgk  om  dezen  te  dwingen  iot  een 
eebeiding  Tan  ign  gemalin  Beriha,  w«ke  bem  in 
den  Tierden  graad  Tan  bloediverwantatdiap  be- 
stond. Het  werd  echter  eent  in  1(^1  op  de  sy- 
node te  Limogee,  op  uniaden  Tan  OUoriau, 
abt  Tan  St  MarlialiB,  dtei  de  Kerk  gewettigd  tot 
straf  TOOT  Tiedebrekeia.  De  faiBrarehie  gebruikte 
het  nn  als  middeJ.  om  Toreteo  of  landen  lot  ge- 
hooruamheid  te-  dwingen,  litnoeeniiiu  U  tank 
ïet  in  lUO  uit  OTcr  gebeel  Frankrgk,  OoeietÜ- 
nui  UI  in  1191  OTer  Oostenigk,  hnoeentiM  UI 
is  M9g  OTer  Frankrgk  en  in  1203  OTer  Enge- 
land, Marliiuu  V  in  1288  ot»  Sieilie.  Bme£o- 
tui  XU  in  1338  orer  Doitscbland.  Intnswsfaen 
wu  de  Trees  voor  het  panaelgk  geug  en  toer  bet 
interdict   in  katttgenoeoid   rgk   toen   reeds  loo 


fesehdit,  dat  de  Rqktstanden  bet  nietig  Ttr- 
laarden  en  ér  tegen  -in  Tenet  kwamen.  Het 
plaatselgk  interdict  is  feitelijk  niet  meer  in  ge- 
Dmik.  In  1730  werd  bet  laatste  uitgesprcien  OTcr 
Siciiii.  Er  beetaan  nog  Tqf  gtnaUen  Tan  inter- 
dieten  in  het  thans  bestaande  kerkeJgk  leeht. 

Interent.   2ie  Rente. 

Interferentie  ia  het  «unenwecken  Tan 
twee  of  meer  trillende  bewegingen.  Wanneer  ver- 
aefaillende  water-,  gelnid-,  of  licÉittrilUn^n  in 
Mn  {tant  «amen  komen,  dan  is  de  nitwgking  g^ 
Igk  aan  de  reanltante  Tan  de  Tersehiliende  tril- 
lingen. 8g  de  interferentie  knnsen  licfa  versefail- 
lende  ^erailen  Toordoen.  wanrdoor  een  groots 
Terscbeidenbeid  in  de  beweging  Tsn  bet  trillen- 
de deeltje  teweeg  eebracht  woidt.  De  Teiplant- 
aiwen,  die  de  Tersuiillende  trillingen  ieder  toot 
lieb  bewerken,  konnen  TerediilleDde  boeken  met 
elkander  maken,  ig  knniken  Terder  TersebiHen 
in  an^litnde  en  trülingsdnnr.  Verder  kan  een 
deeltje  onder  den  invloed  Tan  de  eene  trilling 
komen,  wanneer  de  andeie  reeds  eenigen  tifd  ge- 
duurd beeft.  Men  legt  dan,  dal  beide  trillingen 
in  Tersehiliende  phasen  Terkaeren.  Een  Tooibedd 
bierTan  il  de  trilling  van  de  Jnofat  in  een  aange- 
blaien  orgelpgp,  waarin  de  oortpronkelgke  tril- 
ling en  <h  teruggekaatste  «net  elkander  jnterfe- 
reeren  (atunde  golTen).  Sommige  InAtdeelüei 
big  Ten  dan  in  inst,  andere  hebben  een  bepaudè 
regelmatige  trilling. 

Van  groote  twteekenii  is  de  interferentie  tu 
bet  llcbt.  Het  eenTondigtte 
interferentieTeraeb^nse!  Ter-  tr     % 

krggt   men,    ala    men  twee  1       I 

kleine,  didit  tqj  elkander  li^-  i     i 

gende   openingen  o  ent  (iie  tl    n 

de    fig.)   door  een  Ter  Ter-  -l  H 

wgderde   Uchttiron   Terlitbt.  j  l/f 

De  liehtitraleo,  welke  door  ;  ff 

deie     iqteningen    heeneaan,  i/l/ 

worden     op     een      eehenn    j         i'  f  - 

M     opgevangen.      In      het  Wi* 

pnnt  Jf.,  dat  symme-  Interterantie. 
trifch  ligt  ten  OMidite 
Tan  a  en  b,  lellen  de  beide  Hdrtitrakn  in  de- 
leltde  pbase  Terkeeren,  wurdoor  ig  elkander 
versterken.  Wanneer  daarentegen  bet  Tersefail  Ttn 
Hb  «n  Sa  een  oncvBn  untalbalTe  golflengten 
bedraagt,  den  lullen  de  trillingen  in  a  elkander 
opheffen,  loodat  bet  licht  daar  Terdwnot  (>ie  ook 
het  artikel  RiamngtvtTiekiiKulKn).  Voor  liet  in- 
terfereeren  Tan  liehtitralen  kan  men  gebruik  ma- 
ken Tan  ds  ipiegeli  van  Fremet,  van  de  glaspla- 
ten Tan  Fixem,  Tan  het  interMientieprtaniA  en 
van  de  balflenien  van  BUlet.  Het  behnlp  Tan  de 
interferentie  kan  men  de  kleuren  Tan  dnnae 
plutjes  Terktaren,  bgr.  van  wepbellen,  olielaag 
op  water  enx. 

Interim  (inmiddels,  Tooriot^ig)  noelht  men 
een  in  den  tgd  der  Hervorming  door  den  kciiei 
uitgeTaardigde  bepaling,  boe  men  lich  bg  de  Ter- 
deeldbeden  omtrent  den  godsdieut  voorloopig  te 
gedragen  bad,  totdat  duroTer  doot  een  alge- 
meen condtie  beriiat  ion  i^n.  Reeds  in  1541  had 
QroHveüe  un  een  eoauniine  tot  vereenigii^  der 
strijdende  partgen,  een  ontwerp  unreboden,  b«- 
bdiende  de  gróndabuwn  ttm  Toonoopige  fer 
eeniging.  Dit  gescbrift  noesnde  men   tater  liet 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IN131RIM— INTIEiHNATIONAAL  PBSVMTBiBOm!. 


«enBgeiinJdeid  ointreait  <1«  volnutattiieid  Aer 
mentehelQke  n&tDDr  tMi  den  zond«mal,  otcf  ' 
TiniMid  TOD  den  wil,  over  de  eitzonide  en  otct 
leditiaaniigmBking,  mft&i  de  yerd«[a  poging 
tot  Teieeniging  leden  ediipbreuk  ap  het  T«ieo 
TMi  geiwien  omtrent  de  tBcnuDenten  en  liet  ge- 
BÊ^  dei  kerk.  De  keizer  Terklurde  bg  het  slui- 
ten vftD  den  Bijkodag  -(I^l))  d^t  de  a&DgoTutgen 
ondertuuidelingen  op  een  eoneilie  zouden  worden 
Toortgeiet,  do<h  dat  de  PToteatanten  üeh  dui 
zouden  onderveipen  a&n  de  Ttitseetelde  artike- 
len wnder  tegen  deie  in  teraet  -te  komen.  Op  den 
iH«Dwen  RjjkBdsg  ie  Aogsbarg  {ÏUSi  weid  0(> 
het  det  keiieu  een  nieuw  Interim  opgetteU,  Ijt- 
tei  bet  AugtfMÊrger  Interim  genatmd.  Dauu  wei. 
du  uo  de  PtoteitMiten  bet  toeetAsn  tm  dea 
Mk  un  de  lecfon,  bet  hnwieij^  der  piiesten  en 
«enige  andeife  utken  iran  ondeigeeehikt  Maag  in- 
gewilligd. Bet  weid  echter  a^ooeeD  sfgekeont 
In  Zaïd-DalticUand  alleen  dooi  d«  kelMili^e 
mufat  gehudbuM,  dodi  in  NooDdJ}nitii3hlBad 
bepaald  Teiworpea  of  veioariit.  Dooi  de  bemoeiin- 
gen van  keniToist  Mmtrilt  van  Sakte»  ontstond 
op  den  Landdag  te  Leipiig  in  )S48,  bet  gtnnj- 
iiKde  Leipxigtr  Interim,  dat  bet  PioteBtantBcbe 

S-loof  handhaafde,  het  eeremonieel  der  Roomseb- 
atholieke  Kerk  als  iets  onierKhiilige  yeroor- 
lootde  en  ook  het  gezag  TSn  den  paus  en  Tsn  de 
bisschoppen,  tooi  zoover  het  niet  misbruikt  werd, 
wilde  erkennen.  Het  wekte  echter  den  toom  dei 


ling  der  Protestantscbe  K«ik  lerootxaakte.  Na 
het  Terdiag  lan  Passau  (IS52)  werd  het  Interim 
opgehereD. 

UTer  bet  den  SOsten  Septembei  1B4D  tussehen 
Ooitenrgk  en  Ptnisen  geiloten  Interim,  dat  tot 
den  Islen  NoTetniber  >1SS0  lan  kracht  wai,  we 
DuiUche  Rfl,  OaehüdenU. 

Intsrlm-dlwiaana.  Zia  Ditidmd. 

IntaiJaetlMi  o'  tuuehenwerpielt  sjjn  klan- 
ken, die  de  gewaarwoidiagen  <Tan  het  oogenUik 
te  kennen  geren,  sooali  „01",  „achl",  eni.  Eigen- 
Igk  worden  ig  ten  onrechte  oitder  de  soorten  Tan 
woorden  gerekend,  omdat  ig  geenerlei  begrip 
nitdiukken. 

Zntsrlaken,  een  dorp  in  bet  Kwitsaraehe 
kunton  Bern.  lift  563  m.  hoog  aan  de  spoorlgnen 
Bttningen — Diriingen,  Jnra— -Simpjoo  en  Inlei- 
Uken — Tbnn  en  op  den  link«roe*er  van  de  Aar. 
Het  telt  na~  3e  iDlÖTing  Tan  AarmWile  als  ge- 
meente (laiO)  3739  inwoners.  In  nilgebieidM 
beteekenii  Terstaat  men  ondei  Interlaken  den  ge- 
heelen  oevei  der  Aar  in  BOdeli  met  inbegrip  T«n 
bet  dorp  Matten  en  het  oodeiwetaebe  stadje  Ua- 
terseen.  De  lielelgUieid  en  itmbttoMAM  Tan 
BOdelL  de  nMb^^ieid  Tan  meien  en  Twn  bet  booff- 
sebeigte,  het  laebte  klimaat  (jaaigemiddeldf 
8,80*  C.)  en  de  geionde  Ineht  ign  evenveel  facto- 
ren om  Tnteriaken  tot  een  der  drakit  beioehte 
bad{daa1sen  en  oitgangspnnt  lav  beigbestögingen 
te  maken.  Het  seiaoen  dnurt  sleclita  drie  maan- 
den. H«t  aantal  TreemdeliDgen  bedraagt  in  den 
lomer  80  000—100  000.  De  HUheweg,  een  mooie 
laan  van  noteboconen,  Tointt  een  geheele  ttiaat 
van  hotels  en  foet  bet  Knrhftos  li«t  eentnim  Tan 
het  Terkeer,  De  meest  'bnoetituHinten  V.H  de  om- 


streken ign  de  Eteinei  Eugen,  de  Seknwelfluh, 
met  prsditig  oitaicbt  over  de  meren  en  de  Al- 
pen, d«  reine  ünapuonen,  de  Sob;nige  Platte, 
bet  Itiienzei  fiotbhom,  de  Wenaernalp^cbei- 
degg,  MUrien,  Sanfct  Beatenberg  en  het  Panlhoin, 
Benaive  van  bet  Treemdelingen  verkeer  leven  4ê 
iowooers  ook  van  de  TerraardigÏDK  Tan  >paiket- 
Tloeren  en  van  likearlabricage  en  aoutnigderg. 
Interlooatoir  vonnU  is  zoodanig  lonnU 
ot  beveliebiilt,  waaitjj  de  leofater,  alraiienB  ledU 
Ie  doen  teu  principale  —  hetwelk  geschiedt  bg 
eimtvotmit  — ,  een  bewjjs,  een  ondenoek  ot  een 
iastiuetie  beveelt,  wbarran  de  besiissing  der 
hoofdeaak  aeU  kan  aHhankelgk  agn.  Tot  de  intar- 
loentiHie  vonnissen  behooren  dni  die,  marbg  een 
setnigeuveiboor  wordt  gdaat  ol  een  ondenoA 
door  deeknndigen  ot  een  «erediteljjke  plaatst^ 
nenung  woidt  bevolen.  Zoodanig  inteiloentoir 
kao  -worden  uitgelokt  door  het  Tetiodc  Tan  een 
ot  van  bdde  partüen,  ol  het  wordt  dooi  den  reeb- 
tei  uit  ei^en  beweoing,  aaAtsbalTe  gegeren, 
waai  bÜ  ^^-  vooilieoting  door  deskundigea  el 
opneming  eenei  plaafa  toot  de  beslissing  noodig 
ooideeh.  De  iMiiising,  bg  een  inteilocatoli  ge- 
geven, kan  op  die,  welke  op  de  hoofdzaak  zal 
Talkn,  Taak  van  groeten  iimoed  zjjn;  daarom 
kan  er  ook  appèl  van  worden  ingeitêld,  'vAóidat 
het  eindvonnii  geweien  is. 


aaneengeweveo  vertooning,  welke  dienen  meeet 
om  tusschen  2  stukken  te  worden  gespeeld,  ten 
einde  die  met  elkander  te  Tetbinden.  Later  gat 
men  den  naam  intermexa  aan  kleine,  k«niaaie 
opera's,  waarin  één  ot  twee  petsooen  optieden, 
doch  die  met  het  voorafgaande  of  Tolgende  itnk 
in  geeneilei  verband  ïtaan.  Als  een  der  oudste  en 
sehoonste  roemt  men  bet  inteimeiio  van  BanU: 
„Il  eombattimente  d'Apolline  col  serpenle".  Ook 
in  de  oude  Fransdie  opera's  kwamen  JDtenneBi 
TOOI  onder  den  naam  Tsn  „rondeani"  ot  „aark- 
bandes",  welke  dienden  om  ean  de  operazangen 
eenÏM  reipooiing  te  beioigeu.  Langumemand 
maakte  bet  intermeuo  aieh  gebeel  Tsn  de  om- 
n  eeiia  los  {PerooInTs  ,Ja  eeiva  padtona").  La- 
tei tiad  hst  z.g.  ïiaUet-idiTeitissement  in  de  flaati 
Ttn  het  vUermeno;  tegenwoordig  Tindt  men  het 
in  den  vonn  Tan  mniiokstnkken  £g  open  doek  (in 
Maaoami'é  ,,CaTalleria  BoatieaDa",  Jfassemft 
„Ia  Navaiiaite",  Pvoeinf»  „Hadame  Bntterfl;'', 
enz.).  Ook  is  tnlenKstso  de  naam  tooi  een  sooit 
pi anoeom posities   (Sehnmmn,    Brahm*). 

Inttnuuit  noemt  men  die  scholen,  waaibg 
de  leeiliugen  in  de  iniieliting  zeil  veipleegd  ai 
opgevoed  worden. 

latoniatlonMU  Blbllorratlsoh  Iiurtl- 
tuut  •«  in.  1895  te  Biuesel  OMTerieht  door  een 
internationaal  eooRres  voor  bibhoKrafie  en  stelt 
>icb  ten  dod  de  buNiotfaeken  Tan  alle  landen  nni- 
torm  in  te  riobten  en  een  gemakkelijke  methode 
van  catalogi seeren  algemeen  te  maken  (decimaal- 
methode  Tsn  den  Aineiikaan  Melvü  Dtvey). 

Intamatlonaal  prlvMttreaht  omvat  de 
regelen  en  beginselen,  Tolgens  welke,  b^  bet  vei- 
keei  tmseheD  de  burgers  van  veixdiillende  lan- 
den, bg  bet  veniebten  Tan  lechtAandelingen  in 
een  neemd  ]and  en  voorts  in  aHe  andere  geral- 
len,  waai  twgfel  bestaat  omtrent  de  Tiaag,  wel- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


748 


INTERNATIONAAL  PBIVAATRBClBr-JNTBKNA'nONAI^. 


ke  wet  toepasBel^k  is,  ie  ftuwgiiog  dei  toepu- 
«eliH<e  «et  behoort  te  gescfaiedeQ.  Ile  iadeetiag 
TiD  dit  reoht  ia  d«z«Ildc  sla  tsd  het  gewone  bur- 
gerlijke reeht,  n.1.  in  materieel  en  (ormetj  (pro 
ees)ieeht,  terwül  bei  materieele  recht  wederom  in 
burgerlek  recbt  en  bandelsrecht  kan  -worden  ge- 
spütat. 

Het  interna  tioDBsl  priTutt  reefat  als  trifetandi- 
ge  wetengdiap  is  nieuw.  Het  beelt  zijn  ontetun 
te  danken  aan  de  reobtsgeleerden  in  de  lepttbliek 
der  Vereenigde  Nederlanden,  wur  de  autonomie 
der  steden,  zeker  in  grooter  mate  dan  ddeia,  de 


worpen  poortere  tiad  beweieu.  „Les  jurisoonsul- 
tes  des  Pajs-BaB  ont  frayé  la  route",  zegt  Foelir 
in  lijn  „Tiaiié  de  droit  internaticnal  privé".  Na 
1840  beginnen  Faelix  en  Von  WüekUr  opnieuw 
dit  terrein  'te  betreden,  waarop  de  Nederland- 
aebe  rechtsgeleerden  niet  waren  TOoitgeMfaceden. 
ËD  sedert  dien  werden  zq  gevolgd  aooi  We»l- 
hke  (1S58),  Mawi  (1874).  Shrg  (1872),  laurren- 
ee  (1873),  PkOlimore  (1874),  PatqwHe  Fiore 
(1874)  Rolin-iaememyM  (IS«9)  en  op  het  eind 
der  19de  eeuw  dooi  Rtmnill  en  VMnampi.  In 
1869  werd  door  drie  rechtsgeleerden  het  aan  het 
intemationaU  priTaatreebt  g^wöde  tijdBehrift 
„Revue  de  droit  international  et  de  l^islation 
comparée"  tqigertciLt,  dat  aa  enkele  jaren  lich 
ook  ep  bet  terrein  ran  Ihet  internationale  publie- 
ke reeht  zou  gaan  twwegen.  Die  mannen  «aren 
Rcii»  Jaequemyns,  Wetthke  en  onze  landgenoot 
Ur.  r.  M.  C.  Aiier.  Tan  dat  oogeoblik  af  had 
ODS  land  wederom  een  waardigen  vertegenwoor- 
diger in  de  wetenschap,  waarvoor  het  <M  grond- 
■lagen  bad  gelegd.  Aiier  werkte  in  1873  mede 
aan  de  stichtiDg  van  faet  „Institvt  de  drmt  in- 
ternational", een  vereenigjog,  welke  alte  geleeir- 
den  op  dit  g«bied  samenbraoht.  In  1910  had  bet 
reeds  24  zittingen  gebonden  in  verschillende  ete- 
den  tan  Europa  en  02  jasiboeken  het  lieht  doen 
lien.  De  verdiensten  van  faet  Inslituoi  in  het  be- 
lang -van  den  vrede  werden  in  1905  erkend  door 
de  toekenning  van  den  Nobelpiije,  Inmiddels  had 
Aster  in  18»}  «en  handboek  uitgegeven  onder 
den  titel  van  „Sdiets  van  bet  inteiuationaaJ  pri- 
yaatreeht",  waardoor  de  etoF  van  dat  re(4it  meer 
dan  Tioeger  onder  het  berei-k  kwam  van  >de  etn- 
denten  der  Nederlandscfae  anivereKeilen  en  van 
den  practisehen  jurist.  Atter  was  bet,  die  het 
initiatief  nam  tot  de  .vier  Baagsche  conferenties, 
waarheen  een  aantal  itaten  hnn  afgevaardigden 
mnden  teneinde  een  legeling  van  üikele  omdet- 
weipen  van  dien  aard  voor  te  bereideD.  Aan  die 
conferentiee  is  faet  gelukt  een  aanrienlgk  ded 
van  bet  internationaal  privaatrecht  te  códiCieee- 
ren  en  in  den  voira  van  een  aantal  tractaten  un 
de  vaststelling  door  de  medoweiiende  staten  te 
onderwemen.  De  eerste  conferentie  had  piaatt 
12—27  September  1898,  de  tweede  25  Juni— 
18  Juli  1884.  In  deie  werden  5  regelingen  om- 
trent havreljjk,  voogdjj,  erfredit,  bnrgerfgik  tito- 
eesreeht    en    faHlitwment   ontworpen.    Op    aeze 

Srondalagen  werd  nog  in  1894  een  ontwerp-ver- 
rag  door  de  Nederlandsdte  regeeiing  aan  de 
overige  deelnemende  staten  aang(4)oden.  hetwelk 
leidde  tot  de  eerste  Conventie  van  14  November 
1896,  die  met  eene  kleine  aanvulling  op  22  Uei 


1897  door  allen  gcrfttitieeetd  weid,  d«cli  niet 
TMr  15  Uei  1899  in  werking  tiad.  Zq  faad  zicfa 
b^a*ld  tot  bei  burgerlijk  proeesreebt,  bL.  weder- 
keerige  naededeeling  van  gerechtelijke  en  foailen- 

Serenitelüke' aeien,  de  rogatoiie  conuniBBies.  dr 
oor  vreemdelingen  in  faet  prooes  te  stellen  eas- 
tie,  den  kcstelooien  leebtsbijstand  en  den  Igti- 
dwang.  De  wederkeeiige  leebtebüatand  vord: 
sooveel  mogelijk  bevorderd. 

De  derde  diplomatieke  eanferenUe,  welke  tha« 
door  bijsondere  staatscomiiHSBien  wbs  Too(4>ere>d 
vergaderde  te  's-Qraveohage  tan  28  Hei  tot  \i 
Juni  1900.  Deze  ontwierp  roeien  tea  opaiehu 
van  de  veieischten  en  de  geioigen  van  het  fanw^ 
lijk,  de  eehlscfaeiding  en  de  seoeidiag  van  t«M 
en  bed,  over  de  vuogdij  van  mindeijarieen  ta 
van  faet  wettelijk  en  testamentair  erfreèiit.  Z* 
leidde  tot  de  Conventiln  van  12  Jdih  1902  |ii 
ons  laad  goedffdcetud  by  de  wet  van  dMi  24Eki 
Juli    1908.  S&l.  231— 238). 

Een  vierde  conferentie  werd  gebonden  van  1$ 
Mei  tot  7  Jnni  1904.  Deie  faenag  de  conveniW 
over  bet  pioeesiecht  en  ontwierp  regelingen  bt- 
treffende  eontlieten  aangaande  erfrecht  en  lei- 
tament,  verder  in  zake  de  gevolgen  van  iiel  ba- 
welyk  en  over  de  onrateele  en  (»ntieat  bet  faü- 
lieaement.  Van  elke  eonlerentie  ziJn  door  de  Ne- 
derlandsobe  regeering  „Aetes  et  docDmenAs"  mt- 
gegeiven. 

Zie:  D.  Joiephva  Jüta,  De  invloed  vai 
Znld-  en  Noord-Nederland scne  ïecfategeleeiden  op 
de  ontwikkeling  van  het  Internationaal  Privaal- 
leeht  (Amsterdam  1913)  en  dettUde,  laternati»- 
naal  Privaatrecht  (Haarlem  1915  v.v.);  zie  verder. 
„Oavrages  prineipaui  de  droit  internationW  pri- 
vé. Catalogue  systématique"  ('n  flrnii  nliiii 
1916). 

Zatamatlonaal  rsoht  is  de  door  BbnUm* 
ingevoerde  benaming  voor  voHuniecht,  dïe  in 
Engeland  (inltrnational  law)  overwegHMi.  u  Ita- 
lië (dtTitlo  intematioaidei  en  ^anje  alleen  heci- 
schend  geworden  is.  Zie  verder  Votk«mr«eU. 

iDtematloiutal  r*oht,  Instituttt  mmt, 
(Inililut  de  droit  intemaliotial)  ie  een  op  aai- 
^ring  van  Ueber,  Mfwnier,  BUauekli  en  Ito- 
Im-Jaequemyna  in  1872  geétidite  vereeniginf 
voor  de  beoefening  en  ontwikkeling  ima  iwt  in- 
ternationaal leebt.  De  leden  worden  veideel^  ia 
gewone  (m»mbret  etfMfHi),  bnitengewoae  fnav- 
et^)  en  eereleden  (membret  himondrea).  Bel 
aantal  leden  der  beide  eerste  categoiiefin  na; 
voor  ieder  60  bedragen,  doch  nooit  meer  daa  ','t 
van  faet  aantal  nit  één  staat;  het  aantal  eerefe- 
den  tt  onbeperkt.  De  büeenkomiten  xgn  oiwei»' 
geld  en  hadden  o. a.  in  1875,  1698,  4904  enlSM 
Ie  's-Giavenbage  plaats. 

Intsmatioiiale,     eignil|ik 

arbetderwereenigiitg     (IntmütiOMt  

in«y«  (lasotftattonj,  wae  «en  eoamoftolitiaclke 
beidersvereenigjng,  die  haai  ontataan  dankt  «aa 
de  Londenache  wereld tenttMMtdlisg  «sd  ISfil 
waarop  Ëngelsche  en  FiaBsclie  arimderB  liek 
verbroederden,  üit  deie  eerate  toenaderiag  ont- 
wikkelde ziefa  een  vaste  bond,  die  dea  SSalea 
Septemiber  1864  in  de  9t.  Uartindiall  te  Londen 
opgericht  werd.  Beedg  sadert  1896  beatond  « 
een  „Bond  van  Comtnanisten",  die  ila  iateina' 
tion^  nTbeideiaTereeoiging  in  faet  gefaeim  w<nk- 


DigilizedbyGoOglC 


INTERNATKHUIf— INTERPAiaJIKBNTAIRE  UMK 


749 


Ham  wts  ta  Man  bad  aügenoodigd  lid  te  wor- 
den, onder  nKdedeeliiig,  dat  het  nntTiIe  bMtani 
een  eongieE  te  Londen  «ikle  samenroepen.  Op 
dit  Gongrei  (in  Noremiier  1847)  werd  *ta  Man 
en  Engels  opredri^n  bet  ptrtöprogramma  op 
te  Btellen.  Aldae  ontstond  set  „CoaunuHitwcn 
maDifeat",  dat  k  Jannari  1848  0T«r  gebeel  En- 
i(^a  Teitreid  weid.  Deze  tiond  w«b  de  eente, 
die  een  internatiooMd  kanktei  aan  de  artMjders- 
beweging  gaf.  Spoedig  na  de  opTiciittng  der  In- 
ternationale kreeg  Mors  zMttng  in  het  centra^- 
eomtté  te  Londen.  Set  doed  der  vereeniging  wai 
voond,  te  trachten  de  Tolledige  entaseipatie  der 
artwiden  in  alle  besehaalde  landen  te  Terkrijgen, 
Versdtillende  eongreBien  wenden  gebonden  te  Oe- 
nète,  Lansanne.  Brnud  en  Baaé],  Dit  Baieler 
«ongree  betoc^de  o.a.  de  noodxakdü''^^'  ^'■^ 
het  priTaat-frrondbnit  afmefaaft  en  in  algemeen 
bezit  omgeiet  moest  woraen. 

Op  het  «ongres  in  Den  Haag  na  1^2  ont- 
atond  een  leheiding  in  de  vereenigjng  tassehen 
centraJiBten  en  leaeraligten.  De  reeds  4sng  b«' 
■taande  verbittering  oier  den  ahnaehtjgen  Lu' 
iloed  Tan  Jfori:  oilite  zicb  hier  «p  hevige  wijw. 
De  eeDtraligtiidte  meerderheid,  uit  aanhaneen 
van  Man  bestaande,  verplaalste  het  ceotraaïbn' 
re*D  Tan  Londen  naar  New-York,  terwpl  de 
nMnderheid  een  nieuwe  Internatiotiale  oniiohtte. 
fn  1S78  bielden  de  beide,  elkander  Tjjanoige  par- 


HiemiM  wat  bet  doödronnB  der  international* 
arbeidersTeFeeniging  geteekend.  In  1677  had 
het  laatste  oonffreB  der  onde  Internationale  plaats. 
De  maobtsmiddelen  en  de  kradit  der  rereeniging 
s^n  troawens  war  diiwgU  eig  ovenebat  gewor- 
flen;  vooral  had  ig  b^na  onafgebroken  met  geld- 
gebrek te  kaï^pen.  Zie  Terder  de  artiblen  Man 
en  BtAomiine. 

LilerahtHT:  J.  Sae,  Contemporary  soeialim; 
De  Lavd«ye,  Le  )ocialieme  eontanporain  (Brae- 
eei— 'e-Or»Tenbage  1881):  H.  P.  Ó.  Quaek,  De 
Soeielislen  (4de  deel.  1895,  bU.  206  i.  t.  en  878 
T.  T.];  W.  Eiekhaff,  Die  internationale  Aitieiter- 
aawiiatioo  (Leipiig  )86B);  E.  Vilieiard,  Hirtoi- 
ie  de  llsternationale  {Pargi  1872)  en  B.  MaUm, 
Llntemationale,  soa  hietoire  et  sei  prineineB 
(Paigs  1895). 

lotanuitloiMle  ««rdmMliv  o(  rr&a'- 
inetlnv.  Zie  ^orde,  Oniadntetin^. 

Istonuttloiuls  bnr«a.iiK  XQn  eentraje  bn- 
reani,  die  door  intematiooale  vereenigingen  op- 
gericht igii  o"^  ^  gemeen  si^appelgke  aangele- 
geebedA»  te  regelen,  apeeiaal  tot  bet  verasmeien 
en  uitgeven  van  mededeelineen.  De  meeBte  vindt 
men  te  Bern.  bi^v.  die  Tan  de  iDternationale  tele- 
graatvereeniging,  die  van  de  wereldpoBtiTereeni- 
ging.  die  van  de  Tereenj^ng  tot  beBenenning  der 
eigerKknasreiAben  en  letterknDdige  en  kunstwer- 
ken; verder  te  Parös  het  iotematioBale  bnrean 
voor  muoten  en  gewichten  «n  bet  centraaMiarean 
der  internat  ion  ale  vereeniging  voot  geodesie  te 
Bmsiel. 

Intenuitlonale  Oredlst-  «n  Handsl*- 
w«T»flid«iiiv  Xotterdjun.  Zie  Crediet-  e» 
HandeUuereeniging    Rolterdam,    IntenwtMnafe. 

Intamatloniaa  Kaïid  voor  hot  on- 
danD*k  dar  ma,  Permanenlt,  w«rd  in  1902 


ingesteld,  voorlopig  voor  den  tgd  van  S  jaren, 
door  8  Blaten:  Denemarken,  Doitsohland,  Fin- 
land, Oroot-Brittanniê  en  Ierland,  NedeilaDd, 
Noorwegen,  Rtuland  en  Zwslea,  waarl^  ïich  het 
volgend  ja«r  noK  3elgiS  voegde.  Het  doel  van 
Jeien  raad  is  bet  wetenscbapp^ük  ondenoek 
lan  de  leeln  van  bet  N.  W.  deel  van  Europa, 
loowel  in  hydrografiich  als  in  biologtscb  opricht, 
benevens  een  bestudeering  van  het  hedrijt  eo 
de  (^rengaten  der  viaacherüen,  teneinde  de  voor- 
waarden eener  rationeele  bevisMhlDg  deter  tetia 
te  loeren  kennen. 

De  Baad  werd  aHnengetteld  nit  gedelegeerden 
der  medeweriiende  staten,  2  van  elk,  met  dr. 
W.  Betvrig,  „wirkliebei  geheimer  Ober-Regie- 
mngoat"  te  Hoonover,  alt  voonrttei  en  prof. 
O.  Petlerton  (e  Stoekholm  als  ïice-voor«tter.  AI- 
gemeen  eeeretarie  van  den  Raad,  die  te  Kopen- 
hagen i«  geveartigd,  wat  dr,  P.  P.  C.  Hoek,  weten- 
sehappelgke  advisenr  der  Nederland  sefae  regee- 
ring voor  Tit»ehervuk«n.  die  met  den  voonitter 
ett  den  viee-voonitter  bet  bnrean  van  den  Baad 
vormde. 

De  Raad  beelt  een  centraal  laboratorium  te 
Cbristiania,  staande  onder  de  directie  vao  prof. 
FridIjtJ  Saiutn,  en  stennt  in  de  nitvoering  van 
zijn  programma  op  de  medewerking  van  lalrüke 
nationale,  bioIoeiKhe,  oeeanografisMie  en  meteo- 
rolorische  InBlellingen.  io  ons  land  b^v.  og  dis 
van  oet,  tol  dat  doel  in  bel  leven  geroepen  rijkt. 
instituut  voor  het  ondenoek  der  tee  te  Huder 
(dlreeteordr.  H.  C.  Redeke)  tu  van  het  Koninklijk 
Nederlandteh  neteorolo^iaeh  inttitnot. 

De  eerste  en  vierde  titting  van  den  raad  wer- 
den te  Kopenhagen  gebonden,  de  dude  te  Him- 
bnrg  en  de  vijlde  te  Amsteidam,  nadat  reedt 
voorbereidende  eonlereaties  in  1899  te  BXotk- 
hoim,  in  1900  le  Cbristiania  waren  voorafge- 
gaan. 

Hoe  groot  de  belangen  tijn,  welker  bevorde- 
ring als  de  meer  nractitehe  ijfde  der  taak  van 
den  Raad  ian  woraeii  betofaouwd.  kan  bijden  nit 
dn  volgende  getallen,  aangevende  de  opotengtt 
der  Mcvisscherljen  in  7  der  medewetkende  sta- 
ten gednrande  Cén  jaar  (leOS):  Belgia  2,3  miU. 
gid.,  'Deneotarken  6,5  mill.  gld^  Duitiriiland  10.9 
mill,  gM..  Qroot-Britlannii  en  Ierland  120  mill. 
gId.,  NederlaDd  13  mUt.  gld,,  Noorwegen  21  mill. 
gld..  Zweden  3,3  mill.  gld. 

Intenwttonalo  atgiuud-  en  rMderil- 
wlajTKMi.  Zie  Vlaggtn. 

Intomatloiial  MaioMitU*  Harino- 
OompanT.  Zie  lUd  Star  Line. 

XntortmiitliM  ia  de  naam  van  een  gevol- 
machtigde van  den  tweeden  rang.  door  den  paus 
naar  de  stalen  geiondeo,  welke  te  weinig  betee- 
kenen  voor  een  nunUaa.  Ook  de  Go  aten  rijk  scbe 
gezant  hij  de  Porte  droeg  voorheen  dien  tilel, 
omdat  vroe^f  wegens  den  aanboadenden  oorlog 
tossehen  die  beide  mtwendheden  geen  vrede, 
maar  slechts  een  wapent! jl stand  bettend.  Tegen- 
woordig is  die  naam  eehter  niet  meer  in  gebruik. 

Intorparlanwatelra  Vnle  ia  een  vereent- 

f  ing,  opgeridit  naar  aanleiding  van  een  bgeeo- 
omst  van  een  dertigtri  Franache  dépntés  met 
tien  Brilsehe  pariementsleden,  den  ftlaten  Oeto- 
ber  1888  te  Parjjs,  teneinde  de  mogelökfaeid  van 
een  Franseh-Engelseb  aAitrageverdrag  te  bespre- 


D,9,1,zedbyGcX>glc" 


TtTFEKPABUESaESTAISE  tmiB— INTBRTliL. 


k«n.  iMen  stdde  dcb  toot,  dat  ook  paikmeiitEle- 
den  nn  Andere  s&tiBn  tot  dit  yeidu^  wxiden 
toetredsD.  De  vereeoigiDK  bestaat  thua  uit  leden 
van  de  Teraehilleade  parlementen,  dje  lieb  ieder 
in  tinn  eigen  land  tot  geoTganisetrde  groept 
hebben  Teceenigid,  en  fieeft  ten  doel  de  beBliHinp 
T&n  g^Bchillen  tusechen  mogendheden  door  uh' 
trage  te  tieTorderen.  In  alle  Undea  >mb  EsnqM 
—  Rnelniid,  Tarkge  «n  Bfnjt  intgeniidenl  — 
en  in  de  Vereamsde  Statói  bestun  cnlke  croe- 
pen,  terwijl  ook  leden  Tan  den  Orooten  B^i- 
laad  lan  Cbioa  ign  loe^tT«den.  De  eerete  intec- 

Srlementure  eonferentn  meti  in  I8S8,  tödeoB 
groole  Par^Eche  werel d ten toon«telling,  gebon- 
den. Het  eentraaibarean  leteH  te  Bein.  Bet  lot 
deier  Tereeniging  na  ijen  Wereldcarlog  il  leer 
twgfelaohtig. 

Xnterpsllatle.  In  coDabitiitioBeele  staten 
deelt  de  Tolkavertëgen woord  iging  niet  alleen  de 
weigerende  maeht  met  de  reseenng,  maar  oefent 
ly  wik  een  leeht  van  eontrak  oret  de  daden  van 
de  T^eedng  nit.  Ook  tn|  ooi  inn  de  minirters 
rerplicbt  aan  de  beide  Kamers  der  Staten-Oene- 
raai,  lietig  mondeling,  betij}  icfaritt«mk,  »1  de 
inlidtÜiweD  te  geven,  die  geraagd  wotden.  Die 
rerpliefating  boDdt  ileehta  dUr  op,  waar  het  be- 
hng  des  lande  lieh  tegen  de  openbaring  van  het 
Reriaa^de  Tenet.  De  ministère  konsen  aieh  aan 
dien  plicht  niet  «nttiekken;  tg  kunnen  nitgenoo- 
digd  worden,  de  Bttingen  der  Kamers  ba  te  wo- 
Den,  om  de  gevraagde  mededeelingen  te  doen.  De 
regeering  bednit  ielf,  ol  de  openbaring  van  het- 
geen de  £aiDer  weDsebt  't  hiMs  fadangen  ion  be- 
nadeelen;  maar  ook  in  dit  getal  knanen  de  Ea- 
meri  lieti  bereid  verklaren,  om  de  inlichtingen  hi 
eomiU^nerael  te  ontvangen  en  het  daar  ge- 
sprokene als  gdieim  te  bewaren.  Het  retbt  Tan 
inüAtin^en  te  vragen  gesdiiedt  M  door  een  in- 
terpellatie. Af  ten  gev^e  van  een  beslait  der 
Kamer,  bgv.  wanneer  het  een  at  ander  venoek- 
schrift  aanleiding  beeft  gegeven,  om  den  miaii- 
ter  tut  te  noodigen  tot  het  geTen  Tan  inliditin- 
gen.  iEen  ioterpeUatie  is  een  mondding  verioek 
om  inlichtingen  omtrent  leker  pont  Ie  geveo.  De 
beide  Kamers  bebben  bü  ons  ^t  reeht.  Ieder 
lid  op  lieb  aelf  kan  bet  nitoefenen,  maar  beelt 
bet  verlof  der  Kamer  ei  Toor  noodig.  De  anter- 
pellant  atelt  gewoonlQk  de  vragen,  wier  beant- 
woording bij  wenseht;  deie  worden  den  betrok- 
ken minister  medegedeeld,  di«  teven*  venoeht 
wordt,  om  <^  den  dag,  voor  de  interpellatie  be- 

CaaM,  in  de  Kamer  t«  Teraehjjn»,  ten  einde  over 
et  onderwen)  tnliditingeD  te  geven.  Het  detel 
idf,  dat  deh  daarbij  ODl^nt,  ^t  ook  wel  dein- 
temtktïe.  Het  slot  «ener  interpellatie  ie  eom- 
tjjds,  dat  de  JnterpeUaat  namens  de  Kamer  de  re- 
geeting  dank  legt  Toor  de  gegeven  inlichtingen, 
maar  ook  kan  ÏMer  lid,  na«r  aanleiding  van  bet 
«lioorde,  een  motie  vooreteJlen,  ten  eande  van 
de  Kamer  een  votum  nil  te  lokken  tot  goed-  of 
atkenriitf  van  het'gedi^  der  lef^ring  in  d« 
behandering  der  nok,  of  "waaibij  ig  althans  baar 
oordeel  zegt,  of  een  wenteh  nitspreekt 

XntsrpoUttlfl  of  tuuehÊnvoeging  aaemt  men 
op  bel  gebied  der  letterkunde  bet  inlaesehen 
van  woorden,  volzinnen  ol  hooldstultlMn  in  bet 
eett  of  ander  gesdirift.  Op  dat  der  wiekande  ver- 
staat men  er  onder  het  plaatsen  van  iiienwe  ter- 


men tasseben  die  van  een  aan  een  bepaalde  wet 
gebonden  reeks,  loodat  die  nienwe  tDasefaeDge- 
Toegde  termen  met  de  ooiepronkdüke  ttnnaa  we- 


tnterrolatie. 
TbI»iÏibiiiiI1>  nomt  men  bet  gebnik   tu 

bepaalde  leestee^ens,  waardoor  men  Toliionen.ea 
ook  wel  den  aard  der  ifobinnen  aanvrgst.  Z| 
komt  reeds  v<Ar  in  bet  oudste  bekende  *lfab^ 
titeh  schrift  n.1.  op  de  Ueaainil,  waar  de  woor- 
den door  pnnten.  de  cinedeelea  door  rertiealt 
stre^jes  ^sebeidui  worden.  De  oodere  Griek- 
se opeehrilten  faebben  eomi  ais  interpvaetit 
een  loodieebte  streep  «f  een  pnnt,  ook  wel  twee 
en  drie  pnnten  boTen  eftander,  öt  achter  ieder 
zelfstandig  woord  (ond-0]^risehe).  &f  na  woord- 
groepen, tot  iverdeeling  van  bet  doorloooend 
sebntt  (teripUo  eonliitua)  ia  kleiner  gemauelg- 
ker  te  oveniene  afdeelingen  (ond-Lobia^).  C^ 
de  Bomeinaehe  opschriften  komt  de  interpanelie 
meer  voor,  d.  w.  t.  ponten  tot  afsetaeiding  vaa 
woorden;  aan  bet  slot  der  regelt  oitbreken  iq.  h 
onde  of  onieiaal-bandKiiriftea,  die  tot  «oorlëiea. 
b^v.  voor  bet  altaar,  tjeslemd  wai«a,  ia  de  ïa- 
terpnnetie  daardoor  verrangen,  dat  na  een  sin  ot 
tasiohensin  de  rest  van  den  regd  opengcdaten  is, 
evendi  bgv.  na  het  ilot  tan  een  vera  in  anie 
Bgbelt.  Bofendten  badden  de  grammatiei  «ea 
'  iteipnnetie  uitgevonden,  om  bet  verstaan 
smuk*™ ^  ■  '     -      - 


te  TergemtlikelSken,  i 
einde 


[  of 


n  het  begfn  e 

te   , 


maar  die  teekena  werden  ook  i 
einden  gebrnikt.  In  d«  7de  eevw  >a  Christas 
vindt  men  andere,  maar  todi  gelgksoort^ge  itd- 
aels.  Oeie  bleven  gednreiMie  de  Middeleeowea  be- 
1  werden  «onder  vaste  regels  gcdmkt.  De 


bele  pnnt  of  eolon  <:).  punt  (.),  vraag-  (T)  r* 
nitro^ingsteeken  (I),  parenthese  ol  haakjea  ({ | 
( ) ),  gedaeht  en  streep  ( — )  en  aanhaliaóteekea 
(„  ").  Andere  leeitMkeni  c^n  het  Teitanaingtlee- 
ken  (=]  en  de  ^Mstropbe  O-  Ontrekt  bon  W- 
teekenii  lie  LteHetkau. 


tqd  tvnAen  den  dood  ef 
oen  iroonsaistana  Tan  een  monan^  en  bet  oogea- 
blik,  waarop  ign  wettige  ^Toteer  de  tei^di 
van  bet  bewind  aanvaardt.  Zu  «en  iatoreg- 
nnm,  bestond  vooral  dikwjla  in  nileB.  oaadal 
de  koaiogen  aldaar  gtkvum  weidea.  Het  t$^ 

Grk  der  Dnitsche  eesauedeais  van  den  doodvaa 
tier  JTommHl  IF  tot  aan  de  verkieniiK  Taa 
ketoer  RwMt  l  t12&4— 1278)  wordt  met  dea 
naam  van  „Oroot  Ictenegnom"  of  ,3h  Inler- 
regnnm"  bestempeld. 

Intanrtato  Ooiiimefe*  is  in  de  T«rc«nig- 
de  Staten  van  Noord-Amerika  de  naam  voor  bet 
verkeer  tnisehen  de  ajionderlglcp  Bondaalata 
in  tegenit^ng  tot  deo  Interail  Commeree  {ver- 
keer in  de  Staten  lelf)  en  tot  den  Poreïga 
Commeree   [verkeer  met  het  bnitealand). 

Zntarval  '>  ■><  de  Mandt  de  tnesebenrafaale 
of  de  afstand  van  den  eenen  toon  tot  dea  aade- 
ren.  Ieder  interval  be^  iQd  aign  beaanüag.  Zoe 
is  de  interval  van  e  tot  d  een  ■ecoade,  «  tot  ■ 
een  groote  terta,  vaa  e  tot  f  een  kwart  «az.,  door 
ebromatiiebe   vergiooting   of  vokleint^    kiqgt 


DigilizedbyGoOglC 


nnnHVAL— nmoBiu. 


mBD  «Mt  Tcruhillende  tooiten  tsd  hetielfde 
tervtl;    e — e  Unit  altgd  ««n  terts,  hum  U  all  ■ 
danig  groot,  d««b  worat  Uein,  iU  de  c  tot  «tt 
Tcrhoo^  ol  de  e  tol  M  verlugd  wonlt;  e — f  ie 
reine  kwtrt,  eit—t  ol  e—fu  Teiminderde,  *— /ti 
of  et» — /  oTernwti^   kwart,   eni. 

In  de  artüUrUweteiuehap  noemt  meD  inlerviü 
den  boiiiontalen  «fataad  nn  af  tiet  pnot,  «aar 


giag  Tan  een  itiftt  ra  de  tiinnu-  of  bnitenlasd- 
tehe  aanf^legenbeden  Tan  een  andenn  staat.  ^ 
kan  lieh  baaien  tot  pogingen  on  eu  Tonoening 
tot  itand  te  brengen,  maar  ook  OTOigaan  tot  be- 
dreigingen, febeime  of  i^>eiibaie  ondentQuning 
der  ataatknndige  partijen  door  laadgeringen,  in- 
lichtingen, geld  eni.  en  eindel^k  tot  gebrnik  der 
wapeni.  De  vraag,  in  faooTer  mat  interventie  ge- 
oonoofd  kan  noemen,  ie  leer  nMeilqk  te  beant- 
woorden, Toorat  daar  bet  Tolkenreebl  de  idfatan- 
digbeid  der  bestaande  staten  erkent,  londer  toot 
alle  verbindende  Tooisehriften  te  gevon  omtrent 
de  wfJK,  waart^  elke  staat  die  onafiiankcjgkheid 
tegenover  ^ndere  kan  bandbaTen.  Samenwerking 
met  beetaahde  magendbeden,  om  deM  t«  Terdedi- 
gen  tegen  tich  opwerpende  trooDpnte&denten, 
looats  de  onderatenning  door  FrankrQk,  Eng»- 
land  en  Portogml  aan  ItabeUa  van  ^anje  tegen 
don  Oorloe  of  met  «en  tODTerein  in  etryd  tegen 
een  Taaal,  iooiIb  de  bdp  door  Roaland,  Oosten- 
rqk  en  BogeUnd  in  1840  aan  Tnrkjje  tegen  den 
onderkcning  Tan  Egypte  verMdiaft,   alemede  de 


Sardinië  aan  Turkije,  tegraKniland,  ot  in  1858 
door  Frankrijk  aan  Italië  <tegen  Ooatenrnk,  wordt 
Toelal  voor  geoorloofd  gebonden,  hoewel  die  ge- 
beurleniiten  eigenljfk  benitw  op  «en  bondge- 
noot Kbappel^en  grandelag.  En  andere  aoort  in- 
terventie IS  «de  tnSBObenkomit,  die  wel  eens  ge- 
ichiedt  ten  behoeT«  Tan  redrt  «n  biHnkheld,  loo- 
ali  die  der  groote  mogendbeden  in  1380.  bjj  den 
moord  der  Christenen  te  Damasens.  Weer  Tsn 
anderen  aatd  i»  de  ondentecning  Tan  staalknn- 
dige  partgen.  Qedarende  den  Amerikaanseben 
bnrger<mrlog  was  bel  Engeleebe  Kabinet  blijk- 
baar In^entMoott  met  de  Zuidelijken,  betseen  een 
noodlottige  apanninff  Teroorvaakte  met  de  unie. 
Gewapende  tosscttenkomit  is  dikw^U  slecèts  een 
voorwendsel  tot  aitbreiding  der  nmdit.  Zoo  wat 
bet  reeds  bjj  de  Bomeinen,  en  met  dergel^e  be- 
doelingen mengden  >i«ti  Zweden  en  Fnuüimk  in 
de  17de  eenw  in  de  godsdienstoorlogen  in  Dnitaeb- 
land,  Rnsland  in  de  Podsehe  woriingen.  Som- 
tijds gaat  men  over  tot  een  gemeensAappdi^ 
interventie,  om  een  nienwe  oiiae  van  laken  om- 
ver te  werpen,  nwale  FrankrP  in  1820  in  Span- 
je, of  omgekeerd  om  deoe  t«  helpen  invoeren,  loo- 
als  de  Enropeeache  mogendheden,  na  bet  verdrag 
van  Algeeirai  (>1906),  in  Karokko.  Intosiehen 
InUt  het  oorded  der  gesehiedenis  aftenreod  ovei 
elke  interrentie,  die  Mlemmerend  ingr^t  in  bat 
staatkundig  leven  dei  Tolkeron.  Nochtans  meende 
de  Buiige  Alliantie  hiertoe  bet  rsebt  te  bebben 
en  wei  tot  bandhaTtiuF  Tan  bet  abiointisme  (lie 
AUiatUit). 

Toen  in   1880  de  Fianadie  JnlireTolntie  ook 
elders  dergelöke  bewegingen   veroonaakte,   toi- 


kondigde  men  in  Fruikrak  het  beginsel  Ar  won- 
tafSTvmite,  nolgeni  weue  iedere  leUstaiMlige 
natie  de  beToeg<mei4  bad,  haar  eigen  aangel^en- 
heden  te  regelen,  terwi;^  geen  Treemde  mogend- 
heid bet  reent  beiat,  om  haar  in  de  oefening  de- 
ur Trijheid  te  belemmeren.  Aan  dit  beginsel, 
door  Engeland  uit  eigen  beweging  en  door  d« 
overise  groote  mogenahedeo  vao  Ënropa  onder 
den  drui  der  omstandigheden  aangenomen,  is 
Belgii  lijn  onsJbankc^f  vdkabestaan  versebnt- 
digd.  Er  had  ecbter  een  diptomatiAe  interven- 
tie pbuita  op  de  conlerentiin  te  Londen  en  een 
gewapende  interventie  na  bet  erkennen  van  Bel- 
gifi,  om  Nederland  tot  de  OTcrgave  der  oitadd 
van  Antwetoen  te  noodzaken.  Intnssf^en  Teroor- 
lootde  Frsnirijk  de  tnsBcfaenkomst  van  Oosten- 
r^  in  den  Kerkel^ken  staaf,  in  Ifodena  en  Far- 
ms ten  behoeve  van  het  abaolntisme.  Om  een  te- 
genwiubt  te  beiorgen  aan  den  invloed  vao  Ooi- 
tenri^,  nam  Frankrijk  deel  aan  de  interventia  in 
den  Kerkelijken  staat  door  het  beietten  van  An- 
eona.  Ook  de  tweede  Fransdie  iRefmbliek  inter- 
venieerde in  1849  ten  behoeve  van  de  wereldlij- 
ke ma^t  Tan  den  «as.  De  gewapende  hukt.  door 
Bailand  in  1350  tgdens  den  opstand  in  Honga- 
r^  aan  Ooitenri^  veiieeod.  braefat  bet  bMinsel 
van  non-interventie  op  nienw  tei  sprake.  Hoewel 
Engeland  lieh  leer  ten  gunste  van  dat  beginsel 
Teitlaard«,  ontngen  E^kigk,  ËngeUnd  en 
Spanje  zich  niet,  tot  een  gawapeode  interventie 
in  Heiieo  over  te  gaan,  welke  door  Frankrijk 
werd  doorgeiet  op  een  wgse,  die  baar  gelijkTor- 
mig  maakte  aan  een  veroveringsoorlog.  Het  Tist- 
honden  aan  bet  beginsel  Tan  non-inteïTenlie  door 
Engeland  en  Oostenrijk  bad  At  Tniksofae  gruwe- 
len in  Bulgarqe  (<1876)  ten  gevolge.  Door  sün 
tussebenkomst  in  Egypte  beeft  ecbter  ook  Enge- 
land bet  beginsel  van  son-intevTenlie  laten  Ta- 
ren.  01  EagdaDds  ïigigpen  in  den  Wereldoor- 
log  van   1914  een  intervaitie  '   ' 


e  geseiwnden  Selgisdi 
•    '  gevdg  1 


ten  behoeve 
neutraliteit,  of  dat 
i|fn   optreden  een  gevolg  wu  van   bondgenoot- 
schappelijke   vtrbintenieaen,    moet    nog    uitge- 
msMt  worden. 

Intlilama,  frmltrA  mk,  een  letterkundige, 
in  het  miidden  der  16de  eeuw  te  Eoudnm  geoo- 
ren,  was  aanvank^k  voor  den  lanAonw  be- 
stemd, maar  begaf  sieh  latn  naar  Leuven,  waar 
hü  den  graad  Tsn  doetot  tn  de  leebtsgeleerdbeid 
Terwierf.  Hg  Teitigde  Mcb  daarna  als  advocaat 
Ie  Worknm  en  weid  er  faiuaieeiteT,  daarna  ala 
advocaat  te  Leettwarden.  Hg  werd  ivtnssehen 
door  Alva  Terbanncn  met  verbeurd  Terklaring  ^- 
ner  goederen  en  nam  de  wgk  naar  Holland,  wftai 
hg  graat  Luaisy  ter  ^e  stond.  In  1572  werd 
hg  benoemd  tot  fiteaal  van  den  ProTincialeB 
Raad,  door  Fm  Sekouttemburg  te  Franeker  op- 
gerieht,  en  vertrok  vervolgKas  naar  Leer  u 
Ooat-Fiiesland,  wasa  hg  tot  aan  1692  raad  vras 
van  JtAoH  graat  vam  Emdtn.  H^  woonde  in  1906 
weder  te  Leenwatden,  waar  b%  njn  veibeurdver- 
klaarde  goederen  terugTordefde.  Zijn  sterfjaar  is 
onbdiend.  Van  de  door  bem  ni^êgeven  Latgn- 
sche  gedichten  vermelden  wg:  „Qneiela  Hotlan- 
diae  ad  illustrem  et  tortissimnm  beroem  Oniliel- 
mnm,  eomitem  de  Marca,  baronem  de  Lnmey 
etc"  (1576),  „Carmen  de  nativitate,  lepottura  et 
retuireetione  Cbriiti"  en  ,J}e  arcis  Linganae  d»- 


DigilizedbyGoOglC 


702 


INTHIEJU— INUNDATIE. 


ditionit  cauM  «Ic"  (1610).  Ook  beatMn  vid  taem 
tD  bindschrift:  „De  malomm  Tcgum  gnberoktio- 
ne  libri  tres". 

InikUma,  Hero  wm,  een  echiiJTer  en  diofater 
en  Mon  tau  den  Tooarg'Unde,  omtlreeke  het  jtti 
1576  in  0(wl-Fri«dand  geboren,  stade«rde  te 
Fiineker  in  de  rechten  en  begaf  liefa  na  ijjn 
promotie  n&ar  i^  geboorteluid,  det  hg  weldra 
Terliet,  om  ala  lid  T«n  den  irjjgsnad  te  dienen 
by  de  troepen  van  den  gnwl  va»  Naum,  titA- 
hondcT  Tftn  Frieriand.  In  1618  weid  hy  bLbko- 
thecarjs  en  secretarie  der  }KKig«Hliixil  te  Fr<a«- 
ker,  welke  betrekkingen  hg  waarnam  tot  aan 
16ill.  Hg  leetde  oog  in  1623  «n  lehreet:  „ReapOD- 
<DBi  juridinun  eecundom  pto  maturaodB  Fhnaio- 
Tvm  supremu  cnriae  senten  tiae  eieentoine  adrer- 
wu  triTolas  CanuleriDorani  exctfitioDes''  (I6J8), 
„Respaniom  breTC  lertinm  et  poitrMnnm  in  eie- 
entjonai  caasa  LJaeamana"  (ISlS),  met  een  „Car- 
men"  en  „Epigrammata",  „Cirta  gentüitiaa  Ia- 
miliarnm  domoi  earomooe  appendentes  praeinga. 
tÏTat  mMcnlts  etc"  (1619),  ,J)isaertatia  jari- 
diea  snper  lite  inter  eomilem  Ftiaiae  Orientalit 
Ënnooem  et  Friderionm  liibenM)  baron em  in 
Sofawartoenborgb"  (1619),  ..Censnra,  jndieinm 
tiTe  opinio  snper  eomitem  Frisiae  Ënnonem  etc" 

i  1621)  en  „Engia,  in  qna  regni  Hinauiei  peiio- 
ni  praedicitnr''  {iX^TA). 

Itttenatla  ia  in  de  ntnoiek  Tooieent  bet  in- 
Mtlen  Tan  Tersehillende  misdeelen  door  den  be- 
(UeneDdeD  geestelijke;  bvr.  bet  „Gloria  in  exeelsii 


Mrtgewt  met  „Patrem  onuii  potenltm".  E«n 
iwTere  intotutit  is  toot  het  koor  in  die  gcTalIen 
natanrliik  van  het  hoogste  gewicht.  QuAl  verstaal 
men  onder  intonatie  iiet  luiter  inzetten  tan  een 
Toeate  of  inatrnmentale  phrase  in  Éiet  algemeen. 
Ten  alotte  noemt  men  intonatie  de  laatste  afwer- 
king van  een  Toltooid  instriHoenl  ten  opaichte 
tan  klank  en  «teminin|f;  bQ  bet  orgel  de  goede 
afwerking  der  pnpen.  hg  d«  piano  het  mi^er  stel- 
len der  bameri,  net  beproeren  der  bevilting,  enz. 

ZntOxloatU.  Zie   Vtraitt. 

Zntra,  een  stad  in  de  Jtsliaansehe  nrOTineie 
Norara,  aan  den  oever  van  bet  I^o  Maggiore 
tnsechen  de  monden  vso  den  San  Oiovanni  en 
San  Bernsnilo  gelegen,  telt  oDMTcer  7000  inwo- 
ners. Zg  heeft  een  mooie  koepelkepk  met  klokken, 
toren,  gedenktekenen  van  Vielor  Emanitet,  Qa- 
ribaidi,  Simonelta  eo  RtiMlini,  Csn  haven,  eeni- 

Ïe  vakscholen,  katoen-,  hoeden-  en  maehinefabrie- 
eo,  leeTiooieTÜen  en  hoothandel.  In  de  omgeving 
liggen  mooie  viHa's. 

Intrula,  enlrade  ot  entree  is  de  DMm  voor 
een  kort  mneieketuk,  gewoonl^k  voor  trompetten 
en  pauken,  oorspronkelglc  em  eenvoudig  trom- 
petsignaal,  »aannee  men  de  komst  van  vonten 
en  andere  aanzieniüke  peiBoonlijkheden  op  een 
tonrnoai,  een  holbal  en  dergelijke  teeetelijkbeden 
begroette.  Aangezien  de  trompetten  uit  vroeger 
tj;^  slechts  een  beperkt  aantal  (i.  g.  natanr-)  to- 
nen ter  beschikking  hadden.  Igken  de  intrtida's 
veel  op  elkander.  Uit  een  dergel^e  intrada  is 
ook  de  onde  WilheJmtiB-nKlodie  ootatBan. 

Xntruutcvntra  (Pransch  =  oaverioenlg- 
ken)  is  de  naam  voor  de  aiterete  staatkandige 
partgen,  looals  voor  de  revolotionuure  eoouuD- 


nisten   in    1878   in  Spanje,   voor   de  naar  bet 
communisme    neigende    radicalen    in    FtaiÉrljk 

Zntrlvs,  afkomstig  van  het  Lalgnu^  woord 
tHtriecre  ('verwikkelend  noemt  men  eoi  kunstige, 
listige  veAiading  of  verwikkeling  van  daden  en 
personen  tot  een  bejoald  doel.  In  bet  drama  ver- 
staat meo  daardoor  de  min  of  meer  toevallige 
of  opiettelgk  bggebraebte  omstandigheden,  waar- 
door de  hoofdpersonen  belemmerd,  op  het  dwaal-. 
spoor  geleid  en  in  verlegenherd  gebral  worden. 
In  ^  drama,  insonderbéid  in  Mt  blg^,  he^ 
men  lulk  «en  intrige,  en  als  deie  laatste  of 
den  voorgrond  staat,  loodat  de  karakters  aan 
haar  ontknaopisg  diengtlbaar  gemaakt  ign,  dan 
geeft  men  aan  inlke  drama'a  den  naam  van  in- 
trigettuldem.  OewoonJük  «ndwsebeiden  deie 
liOD  van  de  karakterstiüken  door  de  komjsebe 
kracht,  wette  daarin  aitgwt  van  de  laefawdtken- 
de  omBtaDdighedeo,  waarin  de  personen  akh  be- 
vinden. Toch  is  karakteitedtening  bjerbg  geens- 
tins  nilg«sloten.  Tot  de  beate  van  die  soort  be- 
hooren  de  Spaaasehe  mantel-  en  degenstukken 
feomedtoi  di  eofa  y  êapada)  eo  „Le  mariage  de 
Figaro"  van  BrawnarcAai*. 

ïntnTti*  noemt  men,  in  tegenstriiing  tot  de 
nfleetU,  de  gave,  om  de  meest  ingewikkelde  be- 
gfippen  met  ün  slag  goed  le  begrgpen,  het  bo- 
veniinlgke  met  bet  geeatelgk  oog  onmiddeUgk  X 
lien. 

lonlA  L.  A 1  a  n  t  is  een  plantengeslaebt  nit  de 
tweeiaadlotpbige  familie  der  Cmpoeteffli.  flel 
ign  ovetblövende  planten  loet  verspreide,  niet  in- 
gesneden bladeren  net  gde  straal-  en  scbgfUoe- 
men.  In  ons  land  komen  voor  I.  vttlfarU  (Do»- 
dtrkmid),  waarvan  de  straalbloemen  biina  buis- 
voimig  ign,  met  dnnvidtigen  stengel;  I.  bri- 
tmaiea  met  vrg^  groote  bloembootdjea  ert  hoog- 
geel gekleefd.  Een  gekweekte  plant  is  l.  Hele- 
Hinm  met  ko(Jvormlgen  wort^stok  en  de  hoold- 
jes  In  echermvormtge  pluimen. 

Innllm.  CmHJDo+HjO,  is  een  veiiiindiig. 
die  tot  de  koolhydraten  bflbooit.  Het  wordt  voor- 


laten bevriezen,  waardoor  bet  inulien  atgesuMi- 
den  wordt.  Het  is  een  bygroscoptsche  stf^,  in 
warm  water  gemakkelgk,  io  k«nd  water  moeilgk 
Mtlotbaar.  Het  draait  het  {xdarisatievlak  ünkt. 
Itoor  koking  met  verdunde  men  (inveraie)  gaat 
het  over  in  Iruetose,  vruchteninikeT. 

Znnnd&tla  noemt  men  op  het  gebied  der 
krügekunst  een  middel  tot  veidedtging  d4Mr  hel 
onder  water  Mtten  van  lage  landen  en  de  daar- 
uit voortvloeiende  dekking  door  onb^aanbaar- 
heid.  Zg  is  iiuanderheid  in  ons  land  van  groot 
belang,  omdat  het  voor  een  groot  deel  beneden 
het  waterpeil  dei  rivieren  gelegen  is,  soodat  men 
door  middel  van  innndatieslniKn  groote  stre- 
ken voor  den  vgand  ontoegankdgk  kan  maken. 
De  geïmproviseerde  inundatie  aan  de  Yserboor- 
den  heelt  in  19U  een  grooten  invloed  op  den 
sirgd  gehad.  Hier  te  lande  ign  de  ionndatiee  of 
ooderwateriettingen  voor  onw  linien  eo  etellin- 
gen  tot  in  details  voorbereid,  loodat  een  tijdig 
tot  stand  tomen  vrgtwel  als  vermketd  mag  wor- 
den beschouwd.  Zie  verder  Sederlimdf  Venttdi- 
gingiêUlMl. 


DigilizedbyGoOglC 


mVAGINATIE— INVENTAJRIS. 


Invarlnatle  cl  Dannmtlulping.  Zie  Ziek- 
ten van  den  Darm  onder  het  art.  Darm. 
'iDvaUde  noemt  mtn  een  «oldsat,  die  wegene 
wooden  en  doorgerisDe  venooeienisBeo  of  ook 
wegens  ouderdom  niet  langer  geschikt  is  ïoor 
des  wnlcelüken  dienst.  Men  onderseb^t  hall  en 


Ïeestelö^e  ridderorden.  LodeteökXtV  stichtte  Id 
670—1674  het  EUel  des  Invdidea  te  Puqs  (fig. 
1),  wMiiiD  thans,  eTenals  in  bet  InraJideiuiais  te 
AvigDon,  de  geheel-inTsliden  opgenomen  worden 
en  waarin  lieh  t>et  graf  van  Napoleon  1  {Cie.  2). 
bevindt.  In  En^land  werd  onder  Karet  11  te 
Chelsea  een  ^eboaw  voor  invaliden  van  het  leger 
te  Uude  geBtieht  en  door  Willem  III  een  msrine- 
hospitaal  te  Greenwieh.  Frederik  11  deed  er  een 
verr^ien  te  Berlijn,  in  Ooslenrnk  hoawde  m«n  er 
te  Peat  (1727),  Praag  (1751)  en  Weenen  (1783). 
In  ons  land  worden  de  inva^den  van  het  Ooit- 
Indisehe  leger  op  het  landgoed  Bronbeek  t)Q  Arn- 
hem verpleegd,  die  van  het  leger  hier  te  land« 
in  bel  militair  Invalidenhnis  ta  Lei,den. 

IllTaUlIenhnls.  Zie  Bronbeek  en  Imrolide. 

Invaliditeit.   Zie  Arbeidertvtrxtktring. 

lDWt^UÜ^««lk.  Zie  Brekimg  van  liet  lidil  en 
Sekot. 

XnT*rl«tlfe«ntbeorl«  h  een  d«ei  van  de 
widiQDde  (hoogere  iJgebra),  dat  tich  beiighondt 
m»t  d«  ógenienq^n  van  algebraïsche  vonaen, 
die  bg  lineure  trantfoimatie  van  de  veraoderlg- 
ken  onvemvlerd  blgven.  Een  algebraïsche  vorm 
beslaat  nit  eenopbwaalde  wgie  gerormde  reeks 
van  Teranderlöken.  Zoo  ia  de  vorm  F  (x  ir=o» 
X*  +  a,  «• — '  y  +  o,  an — '  y»  ■+  a,  x* — '  y'  +  ent 
■4-a»— i«sf« — '  +  fl.sf'    een    Unair«    toito  wan 


Fig.  1.  HAtel  d«e  Invalides. 


staat  lün  eenigen  g»uUelgken  gamiioeoedjenst 
te  verriehteo.  Reeds  t«  Athene  en  i«  RiHDe  urg- 
de  neB  voor  krügslieden,  die  h-m  geaoDdheid  aao 


Fig.  2.  Graf  van  Napoleon  L 

het  vaderiand  hadden  ten  offer  gebracht.  In  de 
Middeleeuwen  vonden  mlke  itrgders  een  toe^ 
vlaehttoord  ia  burchten,  kloosters  en  ledert  de 
Kniiatoditen  werden  ig  vooral  verpleegd  door  de 


cÏBnten  van  den  vorm.  Een  vorra  met  drie  ver- 
anderleken noemt  men  een  tertiairen  ens.  Een 
lineaire  transformatie  in  de  binaire  veranderlij- 
ken X  en  y  komt  daarop  sieer,  dat  men  z  en  y 
door  sz'  +  ^1  ea  y*'  +  'f'  vervangt,  waArin 
s*,  y*  de  nteirwe  veranderlijfcen  en  >,  |9.  r  an  J 
de  co4irici8nten  van  de  transformatie  ign,  wa&r- 
van  de  deteiminante  «1 — $y  niet  verdwnnen 
mag  omgekeerd  ode  t^.  y^  door  x,  y  nit  te  dmk- 
keD.  Bq  deae  tranalormatie  krögt  de  vonn  F  de 
volgende  gedunte:    F  =  <i,'a:'»  +  o[  *'--'y'  + 

i»j«''-'yï  + -...  +  o^ji'",  waaria  a<i,  al  op 

eenvoudige  wjjze  van  m— <■■  en  «,  ^,  y  an  f 
afhangen.  Men  noemt  een  vorm  samengeeleld  lüt 
O),  Oi.  — .  01  een  imariMile  van  F,  waaneer  deze 

roet  aeo  vorm  uit    o'^.  o',   «<■    bestaande, 

slechts  in  graad  van  determinanten  a  l~fi  y 
venchill.  De  covaiianten  versehillen  wan  de  in- 
vat  ian  (en  alleen  daarin,  dat  zg  behalve  w, 
a,...a.  ook  no^  de  veianderljfken  z,  y  bevatten. 
Van  groot  gewicht  is  de  invariant  en  toeori  e  voor 
de  leer  van  de  algebraïsche  verhel ükingen.  In  toe- 
passing gebradit  is  de<ie  theorie  ort  eerst  door 
de  Engcischen  BooU  (1841)  en  (7ayley  (1845)  en 
den  DuiUcber  ArmhAd  (1849). 


tiD  een  boedel.  Hg  kan  loowel  het  actief  als  het 
foitief  bevatten;  aan  bet  slot  wordt  het  pAteiet 
vaak  fran  bet  actie)  —  of  omgekeerd  —  afgetrok- 
ken, ten  einde  het  vooi-  of  nadeelig  saldo  te  con- 
sCateeien.  Het  ofMnaken  van  een  iaventarii  is  vaak 
aanbevelenswaardig  en  noodstkelgk  (mu  den  toe- 
stand van  een  boedel  op  een  bepaald  tgdstip  te 
leeien  kennen. 

Hen  kan  de  beschrnving  <^maken  met  of  zon- 
der taxatie  dei  waarde  van  de    goederen;     faet 


DigilizedbyGoOglC 


INT'ENTARIS-^NyEEiBIE. 


Bpieakt  Yin  wit  <l*t  d«  wtardeering  een  nog 
me«r  oogenïljkkelgk  vooideri  oplevert,  dan  de 
opaime  »dl  dei  goedereo.  De  opgftTe  der  pKde- 
rat  in  den  inTenUiii  ii  meei  «peeifidt,  b«Tst 
meer  bgioDderhedeii  dan  de  buans.  De  inren- 
fariMtie  i(  öf  vrijwillij  óf  TerjJiAt.  Vrftwillig 
kan  iedereen  hur  beweikstelligen,  loo  vaak  hg 
dat  gewenM^t  of  noodig  oordeelt.  Verplicht  is 
in,  100  vaak  de  wet  faur  gobiedt.  Vooreerst  mort 
el\  koopman  j&arlijki  ~  ea  wel  votgeni  ons  recht 
hinneD  de  eeitte  zes  ntasoden  des  jaari  —  een 
ftaat  van  zjjii  hoedel  en  een  balans  opinakea  en  die 
stukken  inidiTtjven  in  eeo  daartoe  bestecod  re- 
gister. De  earatoi  in  een  faiUiBsement  ii  v«t- 
plieht  100  spoedig  mogelyk  na  ijjn  ib«noemin^ 
over  te  gaan  tot  net  opmaken  'Van  een  beKchri]- 
vin^  Tan  den  laHlieten  boedel.  De»  boeddbe- 
«ehnrring  kan  ondeihands  worden  opgemaakt  en 
de  taxatie  kan  door  den  curatur  iel'  f^sehieden. 
De  inventaris  wordt  met  een  onmiddelTök  daarna 
opgemaaktcn  itaat  van  tiaten  en  sebiAdeii  dea 
boedeU  in  aUefaritt  nederceltsd  ter  griftie  van 
de  Rechtbank  en  nnu  ook  van  het  Santonge- 
reeht  ter  koiteloa«  inzage  van  een  i«der. 

Voogden,  eDratotg  over  onder  cnrateele  e^M- 
den,  iMwlndvoerders  van  san  aoderen  toeoehoo- 
reode  boedels  ijjn  eveneeos  tot  inventariiatic 
van  de  aan  tiiin  >b«faeer  teevertronwRle  goederen 
veiplieht.  Be  ttickkisg  der  faesehtnviDg  is  hier, 
om  <e  conatateeren,  wat  aan  hnn  beheer  ia  toe- 
vertmnwd,  terwgl,  in  veiiMnd  hiermede,  uit  hnn 
boekbonding  van  latere  veranderioKeD  in  de  be- 
itanddeelen  det  boedel*  gemaUreljjk  kan  bl|)ken. 
Soms  moet  de  investanf  een  authentiek  stak 
^D  en  dot  <loot  een  notari«  worden  opgemaakt, 
maar  meestal  kan  hij  ook  onderhands  worden 
opgemaakt.  Haakt  de  voogd  ol  eniotor  hq  de 
aanvaarding  van  sqn  beheer  een  onitertiandseiieii 
inventaris  op.  dan  moet  faij  dnen  nee'rlenen  ter 
griffie  ran  bet  Kantongerecht  na  hem  te  oebben 
beledigd.  Ook  in  verwÜ^nde  andere  gevallen 
is  heSedigiog  en  irederlegging  van  een  onoerhands 
opffemaaklen  inventaris  voorgescb reven. 

De  langstterende  echtgenoot  is  verplicht  om, 
iodien  et  minderjarige  kinderen  lün,  Innnen  drie 
maanden  na  ontbinding  der  bDweJiffsgcmeeaMhtp 

SeHuivelük}  een  inventaris  op  te  tufcen  van 
tot  die  gemeensdiap  behoorende  goederen;  bg 
gebrefce  hiervan  Ujjft  die  gemeeosdt^  dooiioo- 
pen  ten  voordeele  van  de  minderjarige  kinderen. 
terwijl  de  nadeden  ten  laste  blijven  nilelnitenj 
van  den  nalatigen  echtgenoot,  teswgl  de  langst- 
levende ouder  teven»  het  wettelijk  vmohtgeaot 
van  het  vermogen  der  minderjarige  kinderen  ver- 
liest. Erfgenamen  knnnen  eeo  beschrijving  opma- 
ken van  de  bun  teo  deel  gevaJlen  nólateniniap; 
in  deo  regel  zullen  zij  dat  ook  doen,  omdat  deze 
ten  grondslag  moet  liKen  san  de  scheidjag  en 
deeling  van  den  bo«de1,  Ie  de  beBchri^ing  niet 
kort  na  bet  openvallen  van  de  erfienie  gesebied, 
dan  moet  nj  loeh  aan  de  scheiding  voorafgaan. 
De  besehrijving  is  voor  de  erfgenamen  verplich- 
tend, warneer  sij  Ae  erfenis  aanvaarden  onder  het 
voorrecht  van  boedelbetehrming.  Zö  i«  dan  oood- 
lakelijk,  omdat  kraditeoa  dit  voorrecht  de  erfge- 
namen voor  de  B<Aulden  vin  den  erflater  met 
verder  oanaprakelijk  zyn,  dan  de  baten  des  boe- 
dds  reiken.  Zoo  er  oneenigÉieid  bestaat  lamoheo 


de  rechtbebbendan  op  een  boedel,  of  ««nn«er  bij 
lekeren  boedel  rechten  lijn  betrcUen  van  der- 
den, die  niet  self  voor  de  bebaitiging  van  hun 
bdawen  kunnen  optreden  en  sorgen,  dan  ui 
veelal  de  boedel  verzegeld  worden  en  ui  bij  de 
ontiegeltng  «en  inventariG  worden  opgemaakt. 

XüTvnisas,  het  grootste  graatscióp  in  Sehot. 
laad,  gdegen  tueschen  Rosa,  Cromartj,  Nairn, 
Ëlgin,  Banft,  Aberdeen,  Petrh,  Argyle  en  den 
Atlantisdien  Oceaan,  die  in  het  noordoosten  de 
Hurray-Baai  (Korav-Firth)  vormt,  beeft  een  op- 
pervlakte van  11021  v.km.,  waaien  ai4S  ko- 
men Of  de  daartoe  behoorende  eilanden.  Het  aan- 
tal der  meest  Eeltiscbe  inwoners  bedra««:t  (1911) 
B7  270.  Het  vastvland  van  dit  graafu^p  is  leer 
woest  en  bergaehtigi  het  bereikt  in  den  Ben-Ne- 
wis  een  hoogte  van  1M3  m.  Uen  beeft  er  t^rijke 
meren  en  bergstroomen,  diepe  kloven,  aitgettriA- 
te  wouden,  moerassen  en  heidevelden,  terwijl  de 
bebouwde  landen  langs  de  oevers  van  den  Moraj- 
Firth,  van  de  meren  en  rivieren  te  vinden  zipi. 
De  weiden  der  beigbellïngen  bevordeten  de  vee- 
teelt, vooral  de  sAapenfokkern.  De  aaoiJenlijke 
rivieren,  zooala  de  Spey,  de  Neae.  de  Findhorn. 
de  Nairn  en  de  (Beaüly,  zijn  goed  voonien  van 
lalra  en  loopen  naar  het  noordooitcn.  Het  eraaf- 
(chaf  wordt  door  een  dtepe  kloof,  de  Olen-Horr- 
nan-Alfain,  die  van  den  Horav-Firth  naar  het 
Loch  Lini^  aan  de  Westkust  loaot,  in  2  deelen 
verdeeld.  Als  de  belangrijkste  eilaDdeo,  tot  de 
Midden,  en  Noord -Hebri den  behoorende,  vermel- 
den wg:  Skye.  Harrii  (het  luideljjk  gedeelte  van 
Lewis),  Noorduist.  ZoidDist.  BeunBecnla,  Bam 
es  het  door  talrijke  vogels  bewoonde  6t.  Ktlda. 
E^n  groot  gedeelte  van  de  bewoners  der  weste-  . 
Igke  streken  verstaat  geen  Engelsch,  deie  tul 
is  er'alleen  bg  de  tno^ie  standen  in  gebruik. 
Verder  apreekt  men  er  Seltisoh.  Inverness  zendt 
tén  vertegenwooidiger  naar  bet  Parlement. 

ZnTmnasa,  de  faooidatad  van  het  gelükna- 
mige  graafacbss  {ait  aldaar),  op  den  adiWrgroad 
van  den  Uoraj-Firtb,  aan  de  rivier  de  Neas,  waar- 
over een  nieuwe  ijzeren  brug  gelegen  ia.  en  aan 
den  spoorweg  «el<«eD,  telt  (ISM)  22  216  inwo- 
ners. Men  heeft  er  een  goede  haven,  een  iversterkt 
kasteel,  een  St.  Andreae  Kathedraal,  een  Goti- 
Bcbe  atadehaJ  (waarvoor  een  fontein  met  het  pal- 
ladium der  stad],  den  rhotobotdiaehen  steen 
Clachno-Codden,  een  academie,  ten  hoogesebool, 
een  school  voor  baitdwerktlieden.  een  gevangenis. 
een  verbeterhuis  enz.  De  iogetetenen  honden  udt 
be^ig  met  looierij,  bet  vervaardigen  van  laken. 
zsfanvangst,  brouwerö.  zagen  en  sene^Mbrow.  Het 
ia  de  boaf<&uarkt  voor  de  Beiv-SöbotteD.  In  de 
nabijheid  dezer  stad  hadden  de  oode  Oaledwni- 
scbe  Koningen  hun  zetel.  Inverness  is  in  d«  ge- 
acMedenis  bekend  door  een  voor^wedig  g«vedit 
van  den  pretendent  Karel  Eduani  tegen  gene- 
raal Loudon  (174€)  waarna  hij  eefatet  een  paar 
maanden  hiter  op  ^het  CuHoden-Moor,  een    ubr 

Eiane  van  Inverness,  een  bedissertde  nederlaag 
ed. 

Invarsle  (Latijn  —  omkeoring)  noemt  men  in 
de  grammatica  en  rhetoriea  de  verplaatsing  van 
een  woord  of  zinsdeel  van  de  plaats,  waar  het 
streng  grammatisch  behoort  te  staan,  naar  een 
andere  miondeihud  de  plaatsing  van  het  vr«rk- 
woord  voor  het  onderwerp,  in  unnen  die  met  een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


bfwoord  «f  bet  auimrooidalök  d«el  tmi  bet  ge- 
zegde begdnoen. 

In  d«  tekeikmuU  nntuA  men  «rader  in- 
vertie  de  Bpliteing  tu  biowQ  en  po^jseD  in 
monciaen  dooi  apii&m«  lan  water  odwt  infiocd 
TtD  Tefdmide  laren.  Doot  iDTeisi«  gaat  lietaai- 
kei  [>T«i  in  ««n  men^Bel  na  de  hvS»  dranende 
frnctoM  en  de  reehtB  draaiende  ^nkoie.  Daar  de 
linksdMaiinig  van  tnicto»e  grooter  ii  dan  de 
reditadnaijng  Tan  glnkose  ie  bet  mengsel  linki' 
draaiend.  Rtetaniler  zdt  ü  lecbtvdiaaiend.  Door 
de  omaetting  is  bet  draaiend  Tennogen  «nge- 
keerd  gtinverleerd,  vudMi  de  naam  ia*eriir 

In  de  maxitk  beet  innrtie  het  pJaaUen 
twee  itemmen  in  dubbel  oontiapnnt  en  wel 
dat  de  boTenatem  onderttem  woidt  en  ooige- 
keerd.  Ook  noemt  men  aldoi  het  baibiden  Tan  een 
moxikile  gedacbt«  met  omgekeerde  interTiUeo, 
alsmede  de  wnJlekeorige  herhaling  ol  verplaat- 
sing Tan  eenige  tekstwoorden. 

InT«rt«brat*n  (f*i^n  =  oogewerTeMe  die- 
ren) il  een  groote  ^deeling^Tan  bet  dicceu^ 
wette  Ltmarek  tegeiwrer  ae  VerUbralen  (ge- 
werTelde  dierei)  stelde,  nadat  reedi  Baltek  de 
laalite  ak  dieren  met  beenderen  tot  een  ataondei- 
Igke  groep  bad  gemaakt. 

InT«rtaiilk*r  ie  een  mengael  t«o  gel^e 
hoereelheden  glucose  en  fraelose,  verkregen  b{j 
invenie  Tan  rjeliaikei.  BH  de  qoaatitttieTe  be- 
paling Tan  rietsuiker,  waaifeij  men  gebruik  maakt 
Tsn  de  eigenschap  dezer  etof  om  in  oplMsingen 
het  polariaatierltk  te  draaien,  wordt  de  smiker, 
wanneer  dei«  Terontreinigd  is  met  andere  op- 
tiich  actieve  etoffen  omgeaet  in  intertui  ik  er.  lm 
de  retittadraaiing  van  de  ooripronk«löke  oplot- 
aing  kan  men  de  boeT««th<id  rietntiker  beroke- 
Den.  Honig  beslMt  toot  een  groot  ded  vt  in- 
Terlraiker.  Ook  in  het  up  van  vele  aoete  Tnch- 
ten  komt  inTeitaoiker  tooi. 

iDTcatltnar  (Latön,  inkleeding)  noen^  men 
in  de  RooiDKb-EalhiMke  Kerk  Aet  Terleoien 
van  Btaf  eo  liag  aan  de  biisehq^fwn,  ali  teeke- 
nen bnuier  Waaidigbeid,  Zolka  gei^edde  ge- 
woonlUk  door  den  paoc,  maar  ook  wel  door  ««■ 
reldiyke  Tonlen,  totdat  Qrtgoriiu  Vil  dcM  laat- 
eten  met  den  ban  bedreigde,  iodien  »}  aieh  niet 
Tan  bet  reebt  van  inveititanr  ontbielden.  Hierop 
ontstond  de  InvetlituuratT^.  Keiicr  Brnidrik  IV 
(lie  aldaar)  liet  den  paus,  als  een  dwingeland, 
die  ridi  aan  den  gezalfde  des  Beeren  dnrfde 
vererjjpen,  op  een  ajoode  te  Worma  (24  Jannari 
107S)  afietten,  masi  werd  door  den  ban  getrof- 
fen en  tot  Terootmoediging  gedwongen  {lie  Bgn- 
drik  IVf.  Daarna  werd  de  ertrjjd  met  d«  wapent 
TOorlgeiet.  Oregoriiu  overleed  in  1085  en  Htu- 
drik  IV  nog  nMt  den  ban  beiwaard,  in  1106. 
Keizer  Hendrik  V  wilde  niet  aUeo  van  bet  recht 
van  inveititanr,  en  toen  htf  in  1110  met  een  le- 
ger orei  de  Alpen  lr<^,  nam  pani  Ptuekali*  U 
bet  bealnit,  hem  t«gen  de  Tr$e  bisaehopskcnie 
de  biaeebt^elijke  rgkrieenen  lerng  te  geven.  De 
Lateraansjnode  Tan  1112  beacbovwde  «ilki  tAi- 
ter  all  een  hoogrerMad  jegens  de  kerk  gepleegd 
en  spoorde  den  pans  aan  om  allea  terog  te  ne- 
rnen.  EindB4jjk  kwam  te  WonoM  (M22}  Ineiehen 
Calixtut  II  en  Seitdrik  V  eeo  coneordaat  tot 
stand,  Tolgena  betwelk  Ia«tstgeBoemde  de  invei- 
titanr met  ring  ea  stal,  benevena  de  vrjje  bii- 


isbop^enM,  onder  toeriebt  der  weieldlöke  over- 
heid, aan  den  paus  toekende,  terwql  daarentegen 
Patehalit  U  aan  den  keizer  T«roorloofdfi  de  rjjki- 
l«enen  nit  te  deelen  en  vóór  d«  wijdiog  den 
leeneed  te  ontvangen  (lie  Qregoriiu  VU  en  flm- 
driJt  IVj.  Ook  Franlirök  en  Engeland  sloten  een 
dergdijke  overeenkootet  met  den  Heiligen  «tod. 

XnTsatltniiratTlkl*  ^^  Hendrik  IV  en  In- 
vettiiuur. 

InvltAtorliim  (=  nitnoodigend  n.  1.  «ébed) 
noemt  men  in  de  ^ioomeoh-Eatoolieke  keik  een 
T«rB,  dat  bü  den  aanvang  der  metten,  telkens  at- 
gewiaaeld  dooi  twee  Tenen  nit  den  Miten  psalm, 
wordt  gewngen  o(  g**wden  en  -waarin  wordt  op- 
gewekt tot  gebed.  Sinds  de  6de  eeuw  is  dit  in 
gebrnik. 

iDToeiTMJ&tm.  Zie  Begrooting,  iSdostin- 
gen,  Betekemiing  en  Tariefiselgenng. 

biTOlntle.  Z^jn  op  een  rechte  Ign  twee  pon- 
ten P  en  Q  Rweven,  dan  liggen  twee  andere 
punten  A  en  A'  karmoniieh  met  f  en  Q,  ali  tui- 
Ktien  de  afstanden  de  beireiking  beataai.  A  P  : 
AQ  ~  A'  P-.A'Q.  De  meetknoaige  plaats  van 
alle  punten,  die  hanDoirieeh  liggen  ten  opoidite 
Tan  F  en  Ó  nouot  meo  een  involntle  van  deoe 
punten.  Valt  A  met  P  sanmn,  dan  tj^t  ook  J* 
Oiet  Q  sameni  daAioci  noeunt  men  de  ponten  P 
en  Q  de  dUUielpunten  ^an  de  inTolntie.  Zijn  ntt 
2  pareopunten  A,A'  en  6,  B*  van  de  rechte  lijn 
gegeven  dan  ia  daardoor  altijd  een  invoüntie  van 
punten  ()  paren  bepaald,  iMioorende  bg  de  ge- 
geven pnnten.  Alk  andere  ^aren  ponten  ver- 
krggt  «oen,  wtMMer  men  buitm  de  leehte  lyn 
een  punt  C  aanne«Dt,  het  tweede  inypuirt  Z>  van 
de  ctrkeU  C,  A,  A'  en  C,  B,  K  ofiaaeht  en  dan 
alle  paren  pnnten  eonatnieeit,  waarin  de  rechte 
IJin  gesneden  wordt  door  de  dikeb,  gaande  dooi 
C  en  D.  Zgn  er  eirkela.  die  4e  Teefate  Ign  lakea, 
dan  zqn  de  bjj  eJkander  beboorende  rauponten 
de  dobbelAOiFten  van  de  involgtie  ea  deie  beet 
dan  h^ppenxdiieb;  ii  er  geen  rakeode  eiikel,  dan 
heeft  de  isvolatie  geen  werkelijke  dnbbelpanten, 
ig  beet  dan  elliptiich. 

ZnwatuUra  «fwihaMltiK.  Zie  Alteheiding 
en   Bormoné*. 

ZnwMidlva  midliv.  Zie  Zending, 

!•,  it  de-afkorting  van  den  etaat  Iowa-(iie 
aldbar). 

Zo,  volgens  de  Orieksehe  Tabelleer  een  doch- 
ter van  Inaekv»,  ol  van  fonu  en  Pilho,  wekte  de 
begeeiijjkbeid  van  Zeiu.  Om  ign  liefde  te  verber- 

KD,  Teiaoderde  bjj  baar  in  een  soboooe  witte 
e.  Bera  bleef  daarmede  evenwel  niet  onbekend 
en  Tenoebt  van  haar  «Noaal  die  koe  ten  ga- 
ecbeniK,  waarna  zg  haar  door  den  akienden  jirma 
(Panoptei)  deed  bewaken.  Om  haar  te  bevrgden, 
gaf  Ztuë  aan  Hermet  be^el  den  bewaker  te  doo- 
den.  Zoodra  dit  gesehied  was,  zond  ecbtet  Bera 
een  groote  honol  oip  haai  at,  die  baar  rueteloot 
voortjoeg,  t<rtdat  ig  een  rustplaats  vond  aan  den 
Ngl.  Het  vaderland  der  u«e  van  7o  is  Argot, 
waar  de  dienst  Tan  Zeu*  eo  Bera  met  die  van  lo 
veibondea  waa.  Aeaehylut  beeft  haar  tot^ten  in 
den  „PiometJieua",  den  terngkeei  haier  nakome- 
"~~:eii,  de  Danaïden,  in  de  „Smeekelingen"  vei- 
Id.  Haar  voorstelling  in  de  gedaante  eene^ 
koe  gaf  aanleidiitg,  Aut  ijj  wel  eene  met  Iti*  ver 
eenzdvigd  werd. 


DigilizedbyGoOglc 


I00A9ra:-^I0NIBNn'fiE»Rm. 


itiD  Tftn  Looi»,  koning  van  Thebe, 
an  Otdiput  (zie  aldatr). 
Xolaiu,  Yolgcnt  de  Qri«k(che  Mwlleei  ceo 
«WD  Tan  IphteUM  en  Automtduta,  was  d«  hall- 
broeder  tsd  HeraeU»  en  Aivat  metsviel  en  «k- 
^nmennei.  Hg  nam  deel  un  de  Cal^oiiiiche 
lacfat  en  aan  den  Aigonautentocbt,  hie^»  tiMD 
in  den  etrvd  Kegen  de  slang  van  Lama,  *irf^e 
bem  odk  op  <l«n  tocU  naar  de  milderen  lan  Qt- 
ryoii  en  verwierf  met  de  paarden  Tan  ijjn  meei- 
ter  den  pigs  in  de  (NnopUehe  apelen.  Na  den 
<tDod  Tan  Htraeleê  beseoenode  hjj  diens  kinderen 
en  snenTetde  bij  bun  Terdedigisjf  UgMi  Bvrgë- 


Tolgena  de  lering  dei  aam  ttg  ITtt- 
1  Tan  Apoüo  en  tui  Kt« 


Ion  wa 

rifidei  de  loon  Tan  Apoiio  en  tui  Kmua.  een 
dokter  Tan  Sreektkêiu,  koning  van  AtAene. 
Omua  Irad  in  het  fanwélj^  met  XuthoK,  doeh 
braebt  te  Toren  /on  ter  wereld,  die  door  »ön 
moeder  na  ign  getwotte  iv  db  grol,  waar  in  te 
voren  Apollo  bad  ontmoet,  te  Tondeling  gelegd 
werd.  Op  last  Tan  dexen  Terroerde  Hermt»  Iwt 
.  kind  naar  Delpbi,  waar  het  werd  ofigeToed.  Daai 
bet  huwelijk  Tan  Creuta  ïetTolgena  kinderlcoe 
bleef,  besloot  Apollo,  óbA  Xutkia  den  inmiddeU 
groot  geworden  Ion  als  io<ni  loa  ontrangen.  Dit 
geschiedde  met  bebnlp  Tan  een  orakel,  en  Xutkuë 
ontfermde  nch  met  raderlgke  liefde  OTer  den 
knaap.  Oreuta  eehter  deed  pc^ngen  om  den  haar 
ODbekenden  jongeling  dooi  Tergif  om  liet  leTen 
te  biengen.  Toen  baar  misdaad  bekend  werd, 
nam  ig  de  Tladrt  naar  bet  altaar,  waar  een  prie<- 
teiea  haar  verkondigde,  dat  Ion  haar  eigen  lOon 
was,  en  TooraneMe,  dat  ig  ook  van  Xutktu  nog 
kinderen  *mi  srggen,  Aehaeoê  en  Donu,  dat  e^- 
tai  de  ionen  Tan  Ion  aan  de  Tter  etannnen  van 
het  land  bun  iiauii  londen  geTen  en  dat  Ioh'b 
nakomelingen,  d«  loniSrs,  de  eilanden  en  kosten 
van  Gnropa  en  AiiB  londen  berolken. 

Ion  nit  OhioB,  een  Qridcsah  «hr^oer,  kw»in 
in  478  T.  Chr.  als  jongeling  naar  Atbene,  waai 
hg  koFt  TÖór  422  oreneden  is.  Bij  werd  opge- 
nomen ia  den  kring  van  Cimtm  en  Perieltt  en 
was  met  AüeMut  en  SofkoeUi  bcTrlend.  In  Io- 
nisch proia  senieef  hij  gtwiiiitlm"  (Reisherin- 
neringen],  waarin  hü  voornamelijk  de  plaatsen 
beschreef,  die  hg  beiodit  bad.  Zg  TontMlen  «en 
bclaof  rgke  bron  TOor  latere  higtortei.  Als  dichter 
betrad  hg  alle  gebieden  der  Ijrisi^  pofaie,  Tooral 
dii4itte  ng  elegieSn  en  dvthyramben.  Een  Teria> 
roeHng  der  orergeèleren  fragmenten  bestaat  niet; 
liJD  proza  Ttndt  men  in  bet  2d«  deel  der  .,Fi*g- 
menta  historieorinn  graecornm"  Tan  MülUr,  die 
Dit  i^n  trsgediSn  in  de  „Tragieorun  graecorum 
Iragroenta"  Tan  Nauek,  de  lyrische  in  het  twee- 
de deel  der  „Poetae  lyrjei  graeei"  van  Bergk. 

Ion  noemt  men  in  de  «cfceiknnde  een  elee- 
triidi  geladen  atoom  of  atnomgioep  alleen  voor- 
komende  in  oploeeing.  De  poeitief  geladen  ionen 
noemt  men  hilionen,  de  negatief  geladen  nnto- 
nen.  De  positieve  Ud>iDg  der  katiouen  is  even- 
groot  als  de  negatieve  der      ' 


kei  Eleetrolj/tiêeke  diMtoeialie. 
lona   (ook  gabeeten    leotmkiU,  ondt^da   Hi 


of  Eie)  i*  een  klein  granieteUasd,  van  bet  Z.W. 
naai  het  N.0.  5  km.  kng,  ruim  2  km.  breed,  ge- 
legen voor  de  westkust  van  SeboUand,  in  bet  Ter- 
lengde  van  Mali.  Vereefall lende  megalitblsohe 
monninenten  b.wgien,  dat  tiet  reeds  sinds  on- 
heaglgke  tödeo  als  beilme  plaats  besehoowd 
weid.  Hier  stiebtrte  in  de  6de  eeow  CoUmbmiu 
een  klooster,  dat  weldra  het  beroemdste  Tan 
Gioot-Biittannifi  was,  tot  bet  in  de  I3de  eenw 
(^gdieven  werd.  iDaai  Tolgena  «eo  voorspelling 
bg  een  komenden  londvloed  alléén  dit  eiland  niet 
overstroomd  soa  worden,  werden  bier  in  de  Mid- 
deleeuwen meet  dan  60  Schotsdte  en  leisebe  ko- 
ningen begraven,  bet  laatst  Maebatk.  Diehliq 
de  ■Ewuwvalleii  der  kerken  en  kqiellen,  die  aan 
dien  tgd  herinneren,  liggen  de  >warte  steenen, 
waarop  vroeger  de  eeden  afgelegd  werden;  aan 
het  «tiand  nggen  «teenboopen,  naai  men  Mtft, 
door  boetende  monniken  opgeworpen,  en  die  «e 
steentjes  leverden  waarvan  de  loNo'sebe  amulet- 
ten geslepen  werden. 

lonentlieoTls.  Vroeger  nam  men  aan,  dat 
bg  electroljse  (sie  aldaar)  de  molecolen  door  4e 
eleetrisebe  kracht  in  bon  tegengesteld  gdaden 
deelen  (door  Forodoy  ionen  genoenid)  niteen  Tie- 
ien.  Hiermede  wae  ecblei  niet  in  oniteDstem- 
ming  te  bieogen,  dat  reedb  de  Ueinite  ebetrieche 
kraeht  voldoende  ie,  om  dectroljse  tewe^te bren- 
gen; daarom  moeit  men  aannemen,  dat  steeds 
een  deel  der  molecden  in  ionen  ie  gesplitst.  De- 
len toestand  noemt  men  eleetrolytisebe  dissocia- 
tie. De  electrisehe  geleidiiDg  tn  de  eJeetrolTtea 
bestaat  daarin,  dat  de  positief  geladen  ionen 
naai  de  kathode,  de  negatief  geladen  naar  de  ano- 
de ^aan.  Hen  ie  in  etukt  geweest  de  snelbeid  de- 
ler lonenbew^ng  te  beftalen.  en  in  Terband  met 
moleknlair  gewicht,  oamotisofaen  dink,  vriespunt 
TerlagÏDg  eni.  is  bet  mog«lök  seei  gewichtige 
eonet^nten  voor  electrol^n  vast  te  stellen.  Ook 
voor  de  electroneatbeone  (sie  Sleotrrme»)  is  de 
lonentheorie  vaa  belang.  De  ionen  dragen  de  dec- 
tronen.  Ook  het  overbrengen  van  electridteit  in 
de  Ineht  kan  men  besrfiotiwen  als  door  (gas)  ionen 
te  gescbieden.  De  loniseeiing  det  Inebt  g^ebiedt 
door  iangdnrige  werking  van  eleetiiseermadiiiiee 
door  gloeiende  voorwerpen  en  vUaiffien,  door  nl- 
tra  violette  stralen.  Verder  door  BOntgen-  en  ka- 
tbodeetralen.  Hoe  overigens  de  ionieeeriog  der 
lucht  np  gioote  schaal  plaate  beeft,  ia  aog  niet 
bevredigend  opgelost.  In  verband  met  de  ver- 
schgnsMen  bg  radium  waaTgenonKn  en  het  feit, 
dat  in  den  bodem  teer  vde  radioactieve  stoffen 
aanweitg  ign,  stelt  men  lirii  voor.  dat  de  iontsa- 
tie  der  lacht  in  de  fgne  poritn  der  aarde  plaats 
beeft.  Daar  de  negatieve  electioaen  een  ved  gno- 
ter  «netheid  b«4iben  dan  d«  positieve,  staan  de- 
le bnn  lading  door  de  herhaalde  botsingen  eer- 
der af  dan  oe  positiere.  Vandaar  dan  ook  een 
verklaring  voor  het  feit,  dat  de  bovenlncbt  ^- 
sitief  electrisch  is.  Door  Terscbii  in  barometer- 
stand, dns  veradiM  in  Inditdrak,  wordt  de  lacht 
atwiatelend  (geladen)  ait  den  bodMn  en  (ongela- 
den)  in  den  bodem  gebradit.  Hierop  bemst  weei 
een  theorie  omtrent  het  ontstaan  van  «nweders 
en  omtrent  andere  vereohqnselen  in  den  damp- 
kring. 

Zie  ook  StocMad^  venekSiuelen  in  den  Damp- 
kring, ondei  bet  art.  Dampkring. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


lONIGUS— lONISOHE  EILANDEN. 


Ï57 


lonlotu  noemt  men  in  den  QntkKben  «n  Bo- 
DHiDwhen  <eiri«iiw  een  ii«rl«ttetgiepigen  >oet, 
Ttn  welken  ie  beide  ectate  of  lairtste  ïettecgre- 
pen  l*iw  en  de  oTsr^e  kort  ^d.  Uen  iieett  dne 
een  lonunu  a  minor»  (w-- )  en  o  majore 

looUra,  een  afdeeling  Tan  het  Qri«k8ehe 
rolk,  wooöden  in  de  ondste  igd!en  in  het  IK.  W. 
Tftn  Oiiekenl&nd  en  bttHien  licÉi  i&n  daar  ait 
over  lietN.  enO.  TandenPeloponneSDB,  over  Ue- 
gaiia,  Attika  en  Eoboea.  In  het  midden  der  Ilde 
eeuw  v.  Ckt.  begonnen  vele  loniSn  nrt  Attïka 
en  den  FeloponnetuB,  door  é«  Achaeflrs  nit  hon 
woonplanteen  reidieren,  naar  de  eUuidea  dei 
,  Egelsdie  Zee  en  de  kuit«n  van  Elein-Axit  te 
trekken,  waar  lü  Uoeiende  Bieden  Bticbtten.  Na 
dien  tjjd  droeg  de  inststreek  van  iKlein-A«e  Tan 
de  ririeT  Heimos  tot  on  den  miöelgken  oever 
van  den  Maiander,  met  de  elanden  Chioe  en  Sa- 
moi,  den  ne*Di  van  lome.  De  ïteden,  aanvanke- 
Ip  dooi  koningen  beelinird,  tereenüden  zirii  k- 
ter  tot  een  veriwDd.  de  lonüehe  tMcdp(Uit  gt- 
heeten.  Het  godsdienstig  en  etaatknndig  middel- 
pont  van  dit  Tertwnd  wae  bet  PanioniDD,  een 
lon^  van  PoteidoH  Btlüumiu»  bg  Kaap  Hjka- 
le  nabil  Prime,  waar  jaaidqk*  het  leest  der  P&- 
Dioois  gerierJ  en  oiver  de  aanadegeokedm  van 
den  Boikd  l>eTa4Mlsha9l  werd.. Ook  hadden  fees- 
telijke Tetgaderingen  plaats  in  den  temnd  van 
ApoUo  op  Delos.  -De  q^dom,  dtfoc  de  bnieeie 
dier  steden  nit  de  vroehtttaarhéid  van  den  booem 
en  'rootil  nit  den  nitcebmden  «eebandeil  verkre- 
gen, giikkelde  de  hébmelFt  der  nuMbtige  n»bn- 
ren,  wier  plannen  werdien  begnnfrtigd  door  de 
tweedraeht  ooder  de  leden  van  den  Bond.  Daar- 
door Blaagd«  Kroeio»,  koning  'van  Ljdifi,  er  in 
(560  T.  UhT.),  al  de  Ionische  steden  van  het  vas- 
telsnd  aan  lich  te  onderwerjMn.  Toen  C^yrv«  de- 
len koning  overwonnen  en  lun  igk  veroverd  had 
(549  V.  Cht.),  bogen  ook  de  Ionische  steden  en  de 
kvsteilanden,  betialve  Smdos,  voor  zijn  geiag.  De 
pogingen  der  loniSri  in  EOO  v.  Chr.,  om  onder 
aanvosring  van  Arittagora»  van  Hilete,  gehi^Mn 
dooT  de  Itbeners,  ErHiiBrs  en  de  Griekiehe  in- 
woners der  «teden  aan  den  Heileipont,  in  KaïiS 
en  op  Cypms,  bet  Pereiwhe  jnk  af  te  werp-n, 
misinkte.  De  steden  werden  achtereen  volgens 
lüoOT  de  vddheeren  vao  koning  DoHtii  ingeno- 
men, bet  laaUt  Milete  (495)  dtA  een  harde  be- 
handeling ondecTond,  maar  tegen  betaline  ef ner 
schatting  ijja  leltstan dikheid  herkreeg.  De  ne- 
derlagen van  Xeruê  bevrijdden  de  Qrieksehe  ste- 
den in  KieÏD-AiiB  van  de  Penen,  waarna  ie  een 
verbond  sloten  met  de  Atiienere.  Toen  dit  ver- 
broken werd,  kwamen  in  onder  de  beersdiappij 
der  &>artanen,  die  hen  Juor  den  Vrede  van  An- 
talkidu  (3S6  v.  Ohi.)  weder  overleverden  aan 
de  Ferien.  Toen  het  Ferzisdie  Rg^  door  Altxan- 
der  lUa  QrooU  v«mJetigd  werd,  deelden  iq  on- 
der bet  beheer  van  Diaaoeben  in  de  lotgevaUen 
der  overige  dèelen  van  het  Hieedosisebe  Kijk. 
Toen  Anltoehus  de  Oroole,  koning  van  Sjrü,  door 
de  Romeinen  owerwonnwi   werd,  i^[en  ig  lich 

Ïrootendeels  vrij  verklaard  (1B9  v.  Chr.)  en  toen 
ompejut  een  nederlaag  bad  toegehracbt  aan 
Mithridales,  werden  in  bij  de  Romeinsehe  pro- 
vincie A«ia  gevoegd  (129  v.  Chr.).  Heden  ten 
dage  iqn  onder  den  dr^  dei  Ttu^sehe  heerscbap- 


Sij  de  bloeiende  steden  der  oudheid,  met  uition- 
ering  van  &nyiDa,  Cbioe  en  Samos  tot  pnin  ver- 
vallen ol  tot  den  rai^  van  dorpen  genaaid. 

lonii  beïtt  niet  aoéen  een  gewichtige  «taal- 
kundige rol  vemild,  maar  it  ook  van  «root  be- 
lang geweest  voor  de  onlwikkeling  der  Qridische 
beschaving.  Daar  is  de  wi^  der  Grioksehe  dicht- 
kunst, ^sehiedenie,  wijsbegeerte  en  geneeskun- 
de, terwijl  er  een  eigenaardige  bouwst^l  bestond, 
onder  den  naam  van  lonüehe  bekend  (lie  Bouw- 
kuntt).  Ook  de  lonitehe  tehüdertekool,  beroemd 
door  mannen  als  Zeuxia,  Parrhatiut,  Apelle*  eni. 
speelt  «en  groote  rol  op  bet  gebied  der  kunst. 

Xoulaoh  dialect.  Zie  Önektche  taal  en  let- 
ImhtiuU. 

Xonlsolia  Bond.  Zie  loniëre. 

lonUKib*  bonwctUl.  Zie  Bouwkunet  en 
Griekêehe  kumt. 

Zonlaobe  EUandsn  ie  d«  naam  van  een 

f  roep  eilanden,  in  de  Ionische  Zee  aan  de  west- 
nat  van  bet  BaUuuisdiieieilaiwi  gelegen  en  se- 
dert 1864  b^  Gridenland  ingelöfd.  Daartoe  be- 
hooren  Corln,  Poxos,  Sta  ÜMra  ol  Leukas,  Ke- 
phalkmia,  Zanfa,  Itfaaka,  alsmede  het  eiland  Ey- 
thira  aan  dezuida^iitB  Tan  denPeloponnesns,  met 
nog  een  aantal  Ueinoie  eilanden.  Zg  bebiwn  we- 
gens bnn  ligging  veel  belang  voor  den  handd  en 
vormden  tot  aan  J864  een  afsonderlgke  Oriek- 
scbe  RepuUi^,  onder  de  besc9iermiteerBeha(i(>q 
van  Gioot-BrittanniS.  Zij  tieslaan  geHuneDlgk  «en 
oppervlakte  van  3844  v.  km.,  ijjn  leer  bergadilig 
en  halben  vmcbtbaie  kusten  en  diJen  en  dorre 
hoogten,  die  lieb  op  EephaUonia  in  den  Elatori- 
ni  tot  een  bocvte  van  Am  m.  verbeffen.  Het  klj. 
maat  is  heerlgk,  hoewel  in  den  aomer  leer  warm; 
ook  ibeerK^en  er  stormen  en  aardbevingen,  ter- 
w^I  in  onderscheiden  streken  gebrci  ia  aan  wa- 
ter. Met  beli^ikiiDg  tot  de  natnnr  en  haar  voort- 
brengselen komen  zg  sterk  overeen  met  de  an- 
dere QriekBcbe  gewesten.  Uen  beeft  er  geen  boa- 


idvruditen,  olnfolie,  katoen  en  vlas.  De  vee- 
teeH  ie  er  onvoldaende  en  bepaalt  sicb  tot  edia- 
pen  en  geiten.  Industrie  vindt  men  er  eoo  goed 
als  niet.  Qauentegen  bloeien  handel,  sobeepvaart 
en  viacbvangvt.  Dank  sg  de  rnst  onder  de  Vene- 
tiaantche  beersnhappjj  «n  bet  aotgvuldig  bestuur 
der  ËngelsdKD  overtreffen  de  loniaehe  ellaaden 
in  welvaart  en  dichtheid  van  bevolking  de  overt; 
ge  deelen  van  Oriekenland.  Met  bet  Tasteland, 
het  buitenland  en  onderling  staan  ^n  dooi 
sehe«pvaartlnnen  in  verbindi^.  Zn  vormen  do 
vier  itomoi  Kerkjra,  Leukaa,  E«ihalkiai«  en  ^ 
kynthos  met  (1907)  26680"  " 


wsren  de  Ionische  Eilanden  bewoond  door  Grie- 
ken, die  aan  vorsten  gehoorzaaioden.  later  even- 
wel vormden  ig  repnbTirten.  Ithaka  is  vooral  be- 
kend als  het  vaderland  van  Odyuetu,  Leukas 
uit  de  geschiedeniB  van  Sappko.  iKa  den  bloei- 
tgd  van  Griekenland  kwamen  zg  eerst  onder  Ua- 
cedonisdie,  later  onder  Romeuisdw  heerschappn, 
en  bg  de  verdeeling  Tan  het  Bomeinsebe  itgSt 
weiden  zg  bg  het  Byzantgnaehe  Eeiierrgk  ge- 
voegd. Gedurende  de  oorlogen  der  Napolitaan- 
sche  Noormannen  en  der  Venetlanen  tegen  dat 
Rgk  werden  de  Ionische  Eilanden  door  eertt^e- 


DigilizedbyGoOglC 


IONISCHE  ËILAHDEN— lONOPOUS. 


noHnden  TeroTerd  ftM86)  doch  tfMn  door 
luUtgenMlden  tieiuomeD  (1205).  Id  1215  kw>- 
OKD  iji  un  bet  (kepotast  Bpirnï,  later  un  hft 
Huil  AnjoH  -te  Napels.  In  de  15de  «Aiw  gerwik- 
t«D  lü  sehMl  CD  r1  in  hel  fafxit  der  Venetitneii, 
di«  te  loor  p[oi«ditoreD  deden  Tegeeten  cd  m 
ttgea  aUe  unTallen  der  Turken  bcKilieden.  Ni 
den  Tal  der  Venetia*o»eiie  Repirbliek  <1757)  kreeg 
Prankrök  de  eilanden;  doeb  tij  werdcin  reeds  in 
1799  door  d«  Rassen  en  ISitken  TerOTerd,  «aar- 
na  In  1309  en  ISIO  de  eiUndm  docr  de  Ëngel- 
■ehen  wstden  èeid,  behalve  Cotfu,  dat  lidi  eerst 
in  '1814  MD  hun  gezag  ondervieni. 

Volgens  een  veidrag.  den  5den  NoTember  ISIS 
te  Pargs  doot  Kogeland,  OMtenrjik,  PrniMU  en 
Rusland  ge&loten,  TonndeD  die  eManden,  al*  lo- 
niaelie  StfMkk  onder  faesefaenning  det  Brit- 
iche  Kroon,  een  ^underlglien  staat.  Volgens 
deie  CTereenkamit  had  deie  het  recfat  tui  be- 
letling  bepevena  het  opperWel  OT«r  de  troepen 
iM>  den  staat.  Het  handhaafde  ign  besdiennen' 
de  rediten  door  mktdel  van  een  lord-^iperooiD- 
miMari*,  De  grondwet  Tan  1817  nrleende  u» 
de  beKfiermende  mogendheid  een  •ehiei  onbe- 
perkte beersehappjj,  coodat  ig  dikw£l"i  Tooral 
gedurende  den  Gn^tehen  VrnbeidsoorloK,  met 
wederapannighetd  en  Tenet  te  «ainiien  haa,  daar 
in  die  dagen  de  oppeibestonrdef  at  atriktéte  on- 
iijdig>beid  wilde  bewaKO.  Toen  io  de  jaren  1839, 
1641  en  1842  door  den  lord-oppertommissaris 
Bovard-DougUu  gestrenge  cnaatregelen  geno- 
men werden,  verlangde  de  bevolkinff  meer  en 
meer  naar  Tereenigiog  met  Oriekenlandj  en  daar 
Engeland  jegens  dit  laatste  vy^ndig  gesud  blee4 
te  iga,  i«rmeerderd«  &e  wrevel  der  ingeietenen. 
QedarsDde  de  algemeene  beweging  van  1M8  ble- 
ven ook  de  loniêrs  niet  werkriooa.  Zq  verlangden 
vrijheid  van  dinkoera,  rechtetreektebe  vertieiing 
van  vertegen  woord  [ge  rt  door  geheime  steoHniDg, 
de  organisatie  van  een  looiecti  leger  eni.  Daar 
d«  r^teerJDg  niet  aan  hun  wenacfaen  voldeed, 
baratle  den  27aten  September  een  opstand  nit  op 
KephaHowa,  die  lidi  weldra,  onder  de  leca  -van 
vrmieid  en  vereeniffing  met  Griekenland,  over  de 
andere  eilanden  iutt)reidde.  Nadat  dit  oproer  met 
geweM  gedempt  was,  verleende  de  lord-t^pei- 
eommissarte  Sir  Afiiry  Oeorge  Word  een  am- 
nettie,  van  welke  de  vloebtelingen  oitgeskiten 
waren.  Doch  reeds  den  SOsten  en  dieten  ^agat- 
tu  1849  ontstond  op  Eephaaifliua  een  nieuw 
oproer,  nitgaande  van  een  rmiAükeinsdie  partg, 
die  iteh  „bel  jonge  loniS  noemde.  Britsclve 
troepen  maakten  daaraan  een  einde  en  «r  volgden 
(e  reebi  e  tellingen  en  proeeasen,  altmede  een  nien- 
we  amnestie  met  talrijke  nitooDderingen.  Het 
Parlement,  waarvan  tnen  een  herziening  der 
grondwet  verwachtte,  schonk  niet  Teel  meer  dan 
een  nitlmidjng  van  bet  kieerecht.  Gen  Parle- 
ment, in  1850  nieuw  gekozen,  werd  den  SOsten 
Haart  geopend  doch  wegens  ign  Tgandige  hou- 
ding den  I7den  Juni  Terdaagd.  Ook  daarop  vol- 
gende samenkomsten  <Tan  bet  Parlement  badden 
ecD  dergd^ken  aHoop,  en  toen  in  1857  de  lord- 
(mperconmioiariB  een  petitie  wilde  geteekend 
iien,  waarin  de  wensoh  werd  l«  kennen  gegeven, 
dat  de  lonjtebe  Eilanden  in  een  Briteche  kolonie 
mochten  hersciiu»en  worden,  kwam  het  Farie- 
ment  den  2den  Jnli  1857  eonstemmig  daartegen 


in  Terzet  en  oitte  teveM  bet  verlangen  om  met 
Griekenland  te  worden  vercenigd.  Een  paar  ant- 
wenien,  in  1858  o[ienbaar  gafflaiJct,  waarin  d« 
lord-oppercommissaiii  het  voorstel  deed,  om  de 
zuidelqae  5  eilanden  aan  Oriekenlsnd  af  te 
staan,  doch  Corfu  en  Paxos  in-een  Britssbe  kolo- 
nie t*  veranderen,  verwierpen  de  lonilrs  eTcn- 
eens.  Daar  de  nationale  beweging  redorig  drei- 

Ïender  aanzien  verkreeg,  werd  de  Qri^enTtieDd 
'ladttoHÉ  naar  de  loniaciie  Eilanden  gezonden. 
Hf)  deed  aan  hel  aldaar  in  1859  vergaderde  Par- 
Iwient  vooriteilen  tot  belangröke  faerronniDgen, 
doch  de  vertegenwoordigers  «iaditeD  nieta  an- 
dera dan  inIgvinK  bg  QriokenJand.  Die  eiad)  werd 
in  handen  gesteld  van  de  koningin  van  Engeland 
met  bet  veraoek,  dien  ook  un  de  overige  be- 
langbebbende  mogendheden  mede  te  de«éen.  Dit 
werd  door  de  Brittehe  regeering  geweigerd,  en 
toen  bet  Parlement  in  I86I  die  aanvrage  ver- 
nieuwde, werd  het  door  dea  lord-oppereootniaBa- 
ric  ontitoDden.  De  ntenwe  veikieiiiigen  seltoBken 
de  meerderheid  aan  de  radicalen.  D«ien  kwMnen 
in  vertet  teeeo  d«  Britsebe  beacbemheerachi^»- 

S",  docb  al  hun  poringen  waien  Traebtelooa. 
nt  1^  de  troonreT^ntie  in  Griekenland  (Oe- 
tcfber  i1862)  veraiMlenie  de  staatkunde  der  Brit- 
sebe regeerJng.  Zg  verklaarde,  loodra  door  het 
verdrag  van  Londen  (18  Juni  '1863)  de  Deensdte 
prins  Öaorjoe,  broeder  der  prinses  «<m  Waleê^  ko- 
ning van  Griekenland  was  geworden,  dal  ijp  af- 
stand deed  van  het  protectoraat  der  loviaebe 
Eilanden  en  deM  OTerdroeg  aan  Griekenland. 
Den  Men  October  1868  bad  de  ploeUtffe  afkon- 


Xonlaoha  atyi*  ^'^  Boitwinmat  en  Oritkieke 
Kuiul. 
lonlflclie  Wt|ar««riv»  aobool  vertegra- 

woordigt  de  oudste  richting  der  Griekaebe  vga- 
begeerte,  n.  1.  die  der  «ahntrpfciJoao/eH  in  de 
loniedie  krionJen  op  de  W.-kntt  Taa  Kleia-AiiC 
Haar  hooFdverteffenwooedigers  ign:  ThaUê,  Ana- 
ximander,  Ananitunt*  en  Herakitut;  ook  wor- 
den er  nog  wel  Atuxagoriu  van  Klazomenae  en 
Diogenei  van  Apoltonia  toe  gerekend.  Kj  b^tben 
opgemerkt,  dat  aUe*  ontstaat,  verandert  en  ver- 
gaat, terwgl  todi  in  dat  voortdurend  worden  en 
vergaan  iets  bl^veuds  «leekt.  Zoo  vertlaarde  Tia- 
Ut,  het  water  {of  het  vochtige]  voor  den  oergrond 
der  dingen,  AnarimaniUr  bet  onbegrenade,  bet 

leindige  en  Anarimenu  de  lucht. 

loDtsohs  Xs*  noemt  men  hot  gedeelte  van 
de  Uiddellandsche  Zee  tussdien  de  vreatkast  van 
irus  en  van  het  koninkrök  OriekenlaiMi  en  de 
itknst  van  CalabriB  en  Sieilii  gelnren.  Zg 
vormt  de  Golf  van  Tarente,  tussofaen  Calabrie, 
llasilicata  ea  Terra  d'Otranto,  die  van  Patrai 
{Korintiscbe  Golf)  tussehen  den  Peloponnetna  en 
h«t  vaateland  van  Griekenland,  die  van  Arkadil, 
an  Koroni  ten  W.  en  Z,W.  van  den  Pelopo«- 
)  en  die  van  Aria  tasseheo  Griekenland  en 
bet  Tuiksebe  vilajet  Jannina. 

lonUeerlnr  Aar  luobt.  Zie  7oii«tUeorü. 

Zonopolla,  tfasjia  Jtwboli  gtbeeten,  een  (tod 
het  onde  laodadiap  I^pUagonie,  aan  de  Z.- 


DigilizedbyGoOglC 


lONOPOUS— IPEK 


kuBt  der  Swarte  Zee,  droeg  unvankelijk  den 
ntam  A^wnoeteiciiiM  en  betewende  weinig,  tot- 
dat lij  ten  tijde  Tan  den  RMneiDariim  keizer  ^n- 
luniui  Piut  de  leM  werd  Tsn  een  beroemd  ora- 
kel. Dit  wftB  d^enlök  bet  verk  van  een  zwende- 
laar, zek«ren  AletantUr.  Het  orakel  bestond  ait 
een  elang  met  een  mengehenhootd.  Keiier  Varut 
gat  aan  d«  plaats  d«n  naun  lonopolii,  wntvrrnn 
baar  tegenwoordige  naam  ifl  &]gel«d. 

Xo«.  Zie  ItiM. 

lowa,  een  der  Tereenigde  Staten  tan  Noord- 
Amerika,  gelegei»  tuaadien  den  Hiauuifipi  en 
Mtaaonri,  grenst  ten  oosten  aan  Wiseonsin  «n 
lULnois,  ten  znideo  aan  Hiasonri,  ten  westen  aan 
Nebraaka  en  Dakota  en  len  noorden  aan  Uinne- 
aota  en  telt  op  145  JOO  <.km.  {1916)  2220821 
jnwonert.  Sedert  18S6  beiioaide  lowa  als  diitnet 
tot  het  terrrtorinm  Wisconsin,  werd  in  1638  zelf 
een  leiritoiinm  en  in  1846  ala  ntaat  in  de  Uaie 


zit  ze)?  50  senatoren  en  lOS  lertegenwoordi^n 
en  is  in  99  oonntiee  leideeJd.  Het  land  beeft  een 

folTenden  bodem,  terw^  een  gnmt  gedeelte  een 
enrelachtige  hoogflakte  votmt.  In  den  Missis- 
stppi  monden  de  lowariTJer  en  de  meer  dan  ïiO 
km.  bevaarbare  Desmoioes  uit.  Langt  de  oeTers 
dier  stroomen  vindt  men  uitgestrekte  'wouden  en 
daar^^  volgen  de  boomloooe  pniriBn.  welke  'ft 
der  oppernakte  be»laan.  De  bodem  is  rrucbtbaar 
en  mistekend  geschil  voor  gtaadhouw  en  vee- 
teelt. Mals,  haïer,  tarwe,  gerst,  aardappelen,  ta- 
tiak,  boter,  kaae.  wol  en  talk  zqn  er  de  toot- 
naamste  voortbrengselen,  terw^^  lood-  en  arteen- 
kolenmijaen  in  bet  N.W.  gevonden  worden.  De 
induBtne  neemt  toe;  te  noemen  ijjn  graan-  en 
taagmolens,  slager üen,  Tervaardi^ng  van  wa- 
gens en  landbonwgereedschuipen.  Tslröke  ipoor- 
wegeo  (ter  lengte  Tan  (I9U)  16  000  km.)  door- 
kruisen den  ataat  in  verscbiUende  ilditingen. 
Hen  beeft  een  nniveniteit  te  lowa-Citj  met 
(1914)  2669  studenten,  benevens  een  bloeiende, 
nagenoeg  gebeel  Nederlandsehe  kolonie  te  Siooi- 
City.  De  hootdjilaaits  van  deoen  «taat  was  tot  in 
1854  lowa-Citj,  thaoB  Des  Moiues. 

loir»  RlTsr,  een  westelyke  zöri^ier  Tan  den 
Mi«siBBippj,  is  480  km.  lang  en  werd  vroeger 
door  kleine  stoombooten  tot  kwa  bevaitm.  Tegen- 
woordig  erditer  ia  zy  alleen  nottig  door  naar 
si  room  versnellingen  en  watervallen,  evenals  haar 
waterrijke  zijrivier  Bed  Cedat,  die  ïieh  48  km. 
boven  haar  moitding  met  haar  vereenigt. 

IpsOBonanlift  of  bToakworUl  ji  een  genees- 
middel, afkomstig  van  de  wortel  van  verKhil- 
lende  vreemde  gowsBsen.  irtionderbeid  evenwel 
van  Cephaelis  Zoeeaeumfta  W  i  1 1  d.  (lie  de 
atb.)  Deze  plant  behoort  tot  de  fMnilie  der  Rit- 
biaeetën,  groeit  in  bet  wild  in  de  wanden  van 
BrazilaC  en  wordt  in  Fem  aangekweekt.  Zij  Ja 
een  kleine  krnidaebtige,  oveifclvveode  plant  met 
een  kaoopigigeleden.  geriogden,  krnipenden  wor- 
telstok. of)gerichten  stengel,  tegenover^slelde, 
eirond-laocetvonmige  bladeren  en  kleine  tot 
einditandige  bootdjes  Tereenigde  bloemen  met 
een  bais-seaotelvoriiMge,  witte  bloemkroon  en  een 
5-tandigeD,  liovenataniKgen  kett.  Uit  het  onder- 
■tanitig  Trachtbeginsel  onvrlkkelt  lieb  een  aanvail- 
kelyk  roode,  later  donkotlanwe  steenvrucht.  Zg  is 


reeds  in  >1S18  bekend  geworden  door  de  beschrij- 
ving van  PUo  en  MaregroB,  dodi  eerst  in  1797 
door  den  Pottogeeschen  geneesheer  Bernardino 
Antonio  Oomêt  teruggeronden.  In  de  wonden 
van  Braiilii  is  zg  nagenoeg  uitgeroeid.  Haar 
wortelstokken  komen  onder  den  naam  van  Jladu; 
Ipeeaeuatihae  ^riteae  ü  den  haadel  en  bei>ben 
een  gryie,  binine  of  swarte  schors.  —  Een  ande- 
re soort  Badü  I^MoaiatAae  nigrae  (Êtriatae  of 
perumanae),  is  afkomstig  van  Ftveholria  emeti- 
ea  L.,  ook  tot  de  familie  der  Rvbiaeeeën  behoo- 
rende.  Deze  plant  behoort  te  bais  tn  Pem  en 
Nieunr- Grenada  en  ondersebeidt  zich  o.  a.  van  de 
voorgaande  door  okselstan dige  Uoemtroasen; 
haar  gedroogde  wortels  zijn  voorts  veel  dikker 
en  dragen  strepen  Cf»  een  awarten  grond.  —  Een 
derde  soort,  Roda  Ipteaeumhm  undulatae  (fa- 
Tvnosae),  is  de  wontel  van  eenMnjarige  plant,  die 


Ipecaooanèia. 

a  twee  planten,  b  een  bloem,  e  een  stunper, 

b«de  drievoudig  vergroot,  d  een  vracht, 

tweemaal  vergroot. 


tot  de  Rvfttaowün  beboort,  namdijk 
Riehardaoma  teabn  St.  HU.  Deie  in  Braiilii 
en  Mexico  groeiende,  heeft  een  behaarden  sten- 
gel en  bladeren  en  een  3  ot  44iokkige,  niet  onen- 
springende  doowruclit  met  *ehi!dvormige  laden, 
en  haar  wortels  ign  onduideljik  geringd  en  worm- 
vomtig  been  en  weei  giibogen.  —  Ook  andere 
gewassen  zooals  Viola  IpteakuiBÜui  L,  en  Eupkor. 
bia  Ipetaeuanha  L.,  leveren  braabwortels.  Dtm 
bevatten  nUe  «en  braakw<kk«]d  alealoTod,  hel  eme- 
line,  dat  in  scheikundig  zuiveren  toestand  lidi 
voordoet  ajs  een  wit,  reukloos,  bitter  amakeiMi 
poader  met  zeer  ve^ftige  eigenschawen. 

Xpak,  een  stad  in  liet  EDropeeMh-Torksehe 
vilajet  Kossowo,  ligt  aan  den  Z.0.  voet  van  de 
Noord^iAlbaansehe  Mpa\  <n  aan  de  Bistritza  en 
telt  10  000  inwoners.  Hen  Teriwmrt  er  tabak  en 
vruchten  en  teelt  agden^Mn.  Het  klooeter  al- 


DigilizedbyGoOglC 


360 


IPfiK—IPOMOBA. 


dMT  w»»  tot  1690  de  i«iideDti«  vu  den  Serri. 
tehën  p&tritreh. 

Ip«rui,  Joma  van,  «en  N«dHl&iM}*ali  geleer- 
de, den  28Bten  FAruri  1723  t«  MidiMbuiK  ge- 
tmren,  beioeht  aldau  de  Lfttnn*ehe  Bchool  en 
«tadeeide  te  Oroningen  en  te  Leiden  in  de  let- 
teren en  godgeleeidbeid.  In  1748  iMid  hg  V'i'Po- 
nent,  kort  durna  predikant  te  LiUo  en  in  lT&2 

31  een  dÏMertatio  ,fk  mondi  meebuiuno"  te 
Hiningen  m«e«ler  in  de  irge  kuisten  en  doctor 
JD  de  wgrixgeerte.  lo  '1766  uDvurdde  hg  het 
beroep  (e  V«ere.  Toen  liq  t<  Harderwgk  in  un- 
mei4iDg  bram  voor  liet  professoiut,  wndei  ge- 
kmen  te  worden,  en  hg  op  ign  «ttndpliats  on- 
ungenMmheden  onderToad,  vertrtA  hn  in  I77€ 
all  predikant  naar  Bawia.  Hier  deed  hjj  den 
7den  Maait  1779  ign  intrede,  docfa  overleed  r«edi 
den  Uden  Februari  1780.  Van  ign  werken  noe- 
men wg:  ,J)orii  TisscherHang"  0747),  .JProere 
van  laaUvnde  all  een  wetenuh^i  behandeld" 
(Sde  drak  17S6],  „lotroductio  in  oommenUtto- 
aem  luam  de  OUdjae  viaione"  (1759)  „Rede- 
koDdige  bedenkingen  over  de  eomeien"  (I75S), 
„Nauwkeang  en  beknopt  «ndenoek  van  het  leer- 
Bluk  der  H.  DiieSenheid"  (1762),  „E.  Yonng, 
-  klaagiangea  of  nachtgedachten,  in  het  Nedcr- 
duitKh  aageaoogen"  (1767),  „Eiitoria  critica 
fidomaeoritm  et  AmalekiUiam"  (J763).  „IVee- 
honderdjarig  jubelfeeit  dei  Nederlandaclie  vrjj- 
heid  eni."  (1772),  „Obadja,  dieb^UMÜK  opgehel 
derd"  (1776),  „Blieven  over  het  Sooglied  eni." 
(2  din.,  1776),  ..Kerteiiike  hiit^rie  van  bet  P«alm- 
geiang  ent."  (2  dIn.,  1772),  benevana  een  unUl 
verhandelingen  in  de  werken  van  bet  Zcenwsdi 
OenootKhap  van  Wetenuhappen  en  in  die  van 
het  Bataviaaach  Oenootsehajt  van  Kunsten  en 
Weten  scha^^n. 

Zpblora.tsfl,  een  Atheentch  veldheer,  onder- 
icheidde  neh  eerst  in  den  Boeotiw^n  of  Eorin- 
thJichen  (39&— 387),  veryo;genB  in  den  Tbebaan- 
■ehen  oorlog  (378-— 362).  H|i  oiganiseerde  o.  a. 
de  peltaeten  (zie  aMaai).  Hg  toonde  zgn  gioote 
vetdbeerstalenten  in  de  sluren  bg  Iforiatbe  (392) 
en  hji  Abjdos  (388).  In  377  benoemde  de  Peni- 
eebe  Koning  Artaxertt*  bg  het  bestrgden  van  den 
oproeiigen  Hthtabanit  in  Egjrpte  hem  tot  aan- 
voerder dei  QriekBCbe  soldaten.  Iphitrate»,  door 
den  nagierigen  utraap  PAornabonv  in  zijn 
handriingen  belemmeid,  keerde  heimelgk  naat 
Athene  teiug  (874)  en  itond  in  872  de  Eork;- 
raetra  bg,  %e  door  de  ^nrtanen  werdaa  be- 
dreigd. In  den  Boadgenootenoortog  weigerde  bjj 
(366)  gevolg  Ie  geven  aan  het  verlangen  van  zgn 
medeveldheer  CnaTe»,  om  bg  een  bevigen  etonn 
niet  ver  van  Chioi  «en  zeeslag  te  waj^en.  Daarom 
van  verrisd  aangeUaagd.  ontkwam  hg  met  moei- 
te aan  den  dood!  doch  werd  tot  een  hooge  grid- 
boete  veroordeeld.  Bg  verliet  nu  Athene  en  ging 
naar  Thraeii,  waar  hg  ia  352  «verleed.  Zgn  le- 
ven agesefaiedenis  is  door  Conuliiu  Nepo»  te  boek 
gesteld. 

Iptalranlai  m°  dochter  van  Ammemtion 
ea  ,Clylemneitra,  vo^ds  anderen  van  rAcwtu  en 
Helena,  maar  door  Clytsmnettra  aUkind  aange- 
nomen, zou  vorens  den  raad  van  den  ziener  Oai- 
ekat  aan  Arlemü  geofferd  woiden,  om  deze  go- 
din te  verzoenen,  o^e,  op  Agtmumnon  vertoornd, 
door  windititte  bet  oilzeileo  der  tot  verovering 


van  Troje  beitemde  vjoot  uit  Atitii  belette.  On- 
der voorwendsel,  dat  vj  met  AekiÜe»  ia  het  hu- 
welijk zoa  treden,  wend  zg  door  baar  moeder 
naar  het  altaar  geleid.  Dodi  op  het  oogenblik, 
dat  de  opperpriester  baar  den  doodelgkeo  stoot 
toebracht,  wai  a  verdwenen  en  vervangen  door 
een  biade,  wier  bloed  ovei  het  altaar  stroomde. 
Artemia  namelj^  had  lieb  over  haar  ontfermd  en 
haar  in  een  wolik  naar  Taurii  gefaiacbt,  waar  ay 
de  geredde  tot  baar  priesteres  veiliiet.  Volgens 
de  afeehawelgfce  gewoonte  des  landt  moest  zjj 
ieder  vieemdeling,  die  bier  aajilandde,  aan  de 
godin  ten  oller  brengen.  Toen  nu  haar  broeder 
Orttlet,  wegene  broedermoord  in  vertwgteling 
rondzwervend,  daar  aan  wal  staftte,  om  ei  volgena 
de  uitspraak  van  bet  orakel  het  standbeeld  van 
Arlêmit  te  rooven,  en  aJB  oflei  der  godin  soa 
vallen,  herkende  Ipkigetaa  in  den  tempel  liaar 
broeder.  Deze  ontvoerde  haai  zalf  en  bet  atand- 
beeld  en  bracht  beide  in  de  Attische  gemeente 
Halae  of  Biauran  bg  Uaratbon,  waai  zg  aU  piiee- 
teies  overleed  en  aU  dochter  van  Thttau  in  bet 
stamboek  der  Oriekscbe  haJtgoden  werd  vermeld. 
Volgens  PaammioM  bevond  zich  haar  graf  te  Me- 
gara. Een  andere  gage  venneldt,  dat  Arlemi» 
baar  met  onitertelÜkheid  en  eeuwige  jeogd  be- 
giftigde, waarna  zü  onder  den  naam  van  Orilo- 
ehia  op  bet  eiland  Leuke  met  AekÜtt»  in  bet  hu- 
weigk  trad.  Ooderscbeiden  volkeren  bewezen  ver- 
der dat  bg  ben  de  dienat  der  Tauriiche  Arlemtf 
door  tpkigatui  is  ingevoerd.  Haar  gesdiiedenia 
heeft  'Vooral  aan  dramatische  sohrgvers  van  onden 
en  nieuweren  tgd  een  geliefkooede  stof  opgele- 
verd. Zg  ia  behandeld  door  Aitekybu,  Somhoelea 
en  Svripida  in  verband  met  de  sage  van  Oreite*, 
door  Oottkê  in  zjjn  „Ifdiigenia  aul  Tauris",  als- 


mede door  Raein».  Voor   ( 


3. 


beiwd 
„Iphi. 


door  Oluek  in  zgn  ,Jpbigenia  in  Aulis' 
genia  in  Tsorii  . 

Ipolrl  (eigenlgk,  Slvmmer),  Arnobt,  een 
Hongaaneh  kustkenner,  den  ISden  Oetaber']S23 
te  Ipolji-Eeazi  geboren.  Hg  lefareel:  .J^even  en 
weiken  van  Miehad  Vereimaty"  (1879),  „Be- 
ichrgving  der  heilige  Hon^aaiiehe  kroon  en  van 
de  Bon^aarscbe  krooninsigniln"  (1885),  „Ge- 
sriiiedenii  der  Middeleenwidie  moonaientale 
kanst  in  Bongarüe"  (J863)  enz.  Bn  overleed  ale 
biiscbop  van  GroHwaidein  den  2den  DeeenAer 


lOog  klimmende,  deels  eenjarig,  deds 
overblijvende,  meeital  kniidadttigc,  sliD^erplaD- 
,  eldea  struiken  en  boomen,  met  i^wiiaelea- 
de,  versohilleDid  gevormde  Uaderen  en  geiteeldc 
okselstandige,  vaak  tot  bijsehermen  of  aren  ge- 
lai^schikte  bloemen  met  een  5-deeligen  ot  S4)la- 
digen  keJkeneenUok-of  treeiitervormige,  meest- 
al leei  groote.  fraai -gekleurd  e  bloemkroon.  Uit 
het  viudtbegioMl,  waarop  een  draadvormige  slgl 
met  een  knotsvormigen  stempel  aiefa  verheft, 
ontslaat  een  2-bokkige,  2-iadige  dooivrncht.  Ve- 
le soorten  beUien  een  knolvgrmigen  wortelstok. 
Daailoe  behoort  ook  de  balati.  Onderscheiden 
soorten  ia  de  keeikringslanden.  o.  a.  l.jmrga  uit 
Mexico,  leveren  den  geDeeskracbtigeu  jalApawoitel. 
In  den  tuinbouw  wordt  de  Ifomoea  gdiruikt 
ter  bekleeding    van   firiielcn,  hekwerk,    mnren. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IPOMOBA— IRAN. 


Mhattiii^en,  «palieKD  en  palen.  Veel  soorten  lijn 
eenjaile  en  worden  ia  «urne  hakken  njfgeiaaid, 
ïooab  7.  Nil  en  I.  vulgarii.  Andere  kunnen  «p 
een  twtchut  plaatije  aan  den  open  grond  vorden 
toamrtrouwd,  tia  l.  purperen,  I.  eoednea,  l.  bi(- 
eola  en  l.  kederaeea.  Andere  worteD  knnnen  wei 
goed  Tan  atekken  yermeetdtid  worden,  zooali  I. 
pandvriOa,  I.  ternala  en  f.  Leari.  W«er  andere  ten 
ikrtte  laten  lich  ali  vaate  planten  hel  beit  door 
deeling  TernienigTuldigen.  De  bdangnjktte  aooi- 
ten,  waaronder  met  tajrijke  Toot  den  m in- 
bouw waardeTolle  variiteiten  ijjn:  1.  «erneolor, 
I.  purpurea,  l.  kederaoea,  I.  mexicana,  I.  on- 
gusHtotia,  I.  ooeemto,  l.  LmdAeimeri,  l.  digitaU^ 
I.  Borttalliae,  I.  temula,  I.  Bonariauii,  l.  fUtu- 
lota,  l.  leptopKj/lla,  l.  Learii,  I.  jnlappa,  1.  gran- 
dUlom,  L  Wolcotliaiui,  I.  H<mtingii,  I.  paniötlata 
en  /.   pentaphylla. 

I»olltof-Iivuiot,  Miehaet  MtehaUowilaj, 
een  l&iBBiaeli  eamponiit,  werd  den  19den  Novem- 
ber 1869  te  Oatijina  geboren,  stndeerde  aan  liet 
eonseiTatorinm  Ie  St.  Peterabong  werd  Id  ISS'J 
directenr  van  de  maziekflchoo!  te  Tiflia  en  teffens 
dirigent  ran  de  eymphonie-coo neerten  van  het 
kejierlök  Rnssieeh  Mmiek^ezele^a^  aldaar.  Se- 
dert 1898  ia  hg  leeiaar  in  de  compositie  aan  bet 
eonserTatoiinm  te  Mogkon  en  Tan  1899  af  ook 
opera-dirigent.  HH  «)hr«ef;  een  ^jnphonte, 
DDvertores,  fcixjrwenen,  een  fiiano-  en  een  atrök- 
kwartet  en  de  t^era's  „Ratti"  (>18»7),  ,Mit-" 
(1900)  en  „Het  Verraad"  {1911);  verder  «en  theo- 
retisNi  werk  over  de  aeeoordenleer  en  een  stadie 
i.Ueiber  das  gmainiaehe  Volkslied", 

Xpsumboul  of  Ibtambtml.  Zie  J  bit-Sim  bel. 

Ip«»ra  of  Psara,  door  de  Ooden  Psyra  ge- 
noemd, is  een  klein,  rotsachtig  eiland  in  de 
E^Isdie  Zee,  18  km.  ten  westen  van  Cbiot  en 
beslaat  90,  met  Antipsara  97  v.km.  Eet  Ulde 
T*Jr  den  Wrieksehen  Trifheidsoorlog  SOOOO  wel- 
varende inwoners,  die  lidi  vooral  foet  de  seevaart 
besig  bielden,  doch  werd  den  8den  JnJi  1824,  in 
weerwil  Tan  een  dappere  verdediging,  door  de 
Tnrken  TeroTecd,  Terwoest  en  aitgemoord.  De 
evenioo  genoemde  hoofdstad  telt  thans  nog  wei- 
Big  meer  dan  GOO  inwoners,  dte  door  de  vJMche- 
rïj  in  bun  onderhoDd  voorzien. 

Imiu,  een  stad  in  Elein-AiiB  en  wel  in  het 
landschap  Groot-Fhrygil,  is  bistorisdi  merk- 
waardig wegens  den  slag  T«n  801  v.  Cbt.,  waarin 
AnUgomu  en  iqn  loon  Demetriut  PoUoreeUt 
door  Selewiu  Sieator,  Plolemaeo»,  OanatuUr  en 
l/yimaeiult  overwonnen  werden  en  loowel  rjt 
als  leven  verloren. 

Ipswloh,  een  conntyborough  (vroeger  tot  bet 
Engdsebe  graafediap  Snftolk  hejioorend),  aan 
dMi  spoorweg  en  aan  den  bev»ai4>aren  Orwell  ge- 
legen, die  in  bare  nabijheid  iji  de  Noorihee  uit- 
mondt, telt  (191 1)  7S932  inwoners.  Men  vindt 
er  talrgke-  oode  gebouwen,  sooals  de  8t.  Harga- 
retbakerk.  Sparrowes  Hoase,  een  mooi  stadfanii, 
hel  postkantoor,  de  St.  MarTfceA,  het  gjinna- 
sium  (1565  gestieht).  tiet  masenm.  de  biblidtheek. 
drie  groote  parken  en  een  krai^innigengestioht. 
De  Blad  werd  in  9dl  en  dOOO  door  d_e  Benen  ver- 
woest. De  indastrie  is  er  levendig  ói  bondt  lieh 
Toora]  beiig  met  sdieqisbonw  eo  de  tafcrieage 
Tan  machines  en  laiHlbonwgei'eedsebi^ipen,  bier, 
twp,  papier-  en  kunstmest. 


Xpnrioli,  een  stad  in  de  Britseh-AustraUtehe 
kolonie  Queensland,  ligt  aan  de  riTJer  Bremer,  is 
een  kruispunt  van  spoorwegen  en  lelt  (.1914)  met 
de  Toorateden  25  000  inwoners.  Bet  district  heeft 
uitgestrekte  steenkoI«ilagen,  die  vrg  aan  de  4^ 
pervkkte  liggen. 

Xqalqas,   de  hoofdstad  der  provincie  Tara- 

(laea  en  Tan  het  departement  Iquiqne  in  Chüi, 
igt  op  20>  13'  Z.  Br.  aan  een  ruime  en  veilige 
baai  Tan  den  Orooten  Oceaan,  maat  ia  wegens  de 
rotsachtige  kust  en  de  sieike  branding  moeiljik 
te  beretten;  een  golfhr^er  en  esu  üienwe  mole 
ign  in  de  laatste  jaren  geiwuwd.  De  stad  telt 
(1907)  40171  inwoners  en  werd  den  ISden  Ao- 

Ïnatus  1868  bqna  «dieel,  den  9den  Dei  1877  ge- 
eellelgk  door  aardbevingen  verwoest.  Spoorwe- 
gen verbinden  haar  met  Piaagua  en  met  de  sal- 
peter^/)even  in  bet  bEnnanlaad.  De  uitvoer  tie- 
staat  bgna  geheel  nit  chili  salpeter,  verderuitjo- 
dium,  lilver  en  borai.  In  de  nabnbeid  had  in 
1879  tussehen  Feta  en  ObUi  een  veldslag  plaats. 

XqtiltoB,  de  hoofdstad  van  het  Petnaanaeha 
depBT(«nent  Loreto,  werd  eerst  in  1862  gesticht, 
ligt  aan  de  Atnazonenrivier  en  telt  (1915)  10  000 
inwoners.  Men  vindt  er  «en  leviandig  scheepvaart 
verkeer  en  Uitvoer  van  viaeh,  hoeden,  tabak, 
koffie,  eaootehoac  «ni. 

Xra,  een  hergvesting  is  bet  N.  van  MessiniB 
bü    iiet    tegenwoordige    Kakaletii,    is'  beroemd 


(±  670  T.  Ohr.)  i 
oorlog  (lie  aldaar). 

Irade  (Turkse^  ^  wil)  noemt  men  In  Turfcne 
een  kabinetsorder  van  den  enltan,  die  uit  de 
ksnsdaru  van  bet  palsis  direct  tot  den  groot'Vi- 
sier  gericht  wordt.  De  veidere  bekendmaking  ge- 
schiedt door  den  groot-Timer. 

Irak-Ad«Jml  is  de  naam  Tan  een  vroegere 
Persiscbe  provincie.  Zg  omvalle  tiet  grootste  ge- 
deelte van  het  oode  Hedifl  en  grensde  tan  noor- 
den aan  de  provineiSn  Aserbeidsjan,  Qilan  es 
Masenderan.  ten  oosten  aan  Oborasan,  ten  suiden 
aan  Eirman,  Farsistan  en  Choesistao  en  ten  wes- 
ten aan  Ardilan  en  Loeristan.  Thans  is  tS  in  on- 
geveer 20  afzonderlüke  districten  Terdeela. 

Irak  AraM,  een  landschsm  in  het  «idoos- 
tel||k  gedeelte  van  Asiatisch  Tttrkjie,  omvat  bet 
Z.  Tan  bet  tegenwoordige  vilajet  Bagdad  en  het 
N.  Tan  Basra  en  Tonnt  een  nilgeatrekte  visite 
aan  den  benedenloc^  Tan  den  Tigris  en  Bofraat, 
die  «r  lieh  tot  de  Sjat-el-Arab  Tereeoigen.  Het 
land  ia  ten  westen  van  den  Bofraat  een  land- 
woesttjn,  maar  voor  bet  OTcrige,  TOoral  aan  de 
oevers  der  rivieren,  vruefatbaar,  maar  weinig  be- 
bouwd. Dit  was  anders  in  de  dagen  der  Ontflteid, 
toen  er  aicb  de  booldsteden  van  aansienlöke  rg- 
ksn  veihieTen  en  de  lanittMuw  Uoeide.  Thans  h- 
Tcn  de  inwoners  in  ellendige  dorpen  of  leiden  «en 
iwervend  leven.  De  belsnzr^kste  steden  zgn  Bag- 
dad. Basra  en  Hesjbed  Aii,  het  voomaamste  bei- 
ligdfHn  der  Sebiietisehe  Penen. 

Iran,  finm,  ^tron  of  Arytm  beteekent  oor- 
spronkelgk  Ariflrs  en  land  der  Aritrs,  in  tegen- 
stelÜDg  tot  Anertm,^  Anaami,  Aaarj/tm  (=  Niet- 
Arilrs,  Isnd  der  Niet-AriEri).  De  officiBele  titel 
der  Sassanieden  was;  koning  der  koningen  van 
Bran  en  Aneran.  In  de  plaats  van  Aneran  kwam 
sedert  Firdoesi  de  naam  Toeran.  Bg  Strabo  wotdt 


DigilizedbyGoOglC 


IBAN    —IRENE. 


de  aatin  Ariaiia  lot  de  piOTiDcilD  Qcifa'Mifl, 
DraDgina,  Aiaehosii,  Paii^iiiiiiu,  Aril,  PaithiC 
en  KarmaniB  beperkt.  De  qigk«rftehTiIteo  li«bb«ii 
geea  lerumriiuam  voor  de  ArJKbe  Undeo;  fact 
Zend-AT«at«,  dat  Arisebs  «a  niet-Ariacbc  landen 
□Bd«FEeheidt,  noefo-t  bet  «p  Un  plaate  «ry-osoy- 
am  ~  Ktel  dei  Ariërs.  Huub  ü  Iian  in  eu^ien 
lÏD  de  officiMe  naam  voor  bet  Nieaw-PeniKbe 
Rijk  (lie  -rerder  de  aitikelen  Axië  en  Penië). 

Iruilirs  noemt  men  een  groep  Tolken,  dj< 
de  iTauieehe  talen  spieken.  In  de  Oialheid  be 
hoorden  daar  o.  a.  de  Peiien  en  Meden  toe;  te- 
genwiKiTdig  de  Panen,  de  in  FeniS  en  Vooi-In- 
dij  Teispreide  Panen  eo  Tadajik,  de  Peniicb 
■prekende  bwolking  Tan  Algtuniatan,  Beloedsjii- 
tan  en  Taikistan,  de  Eoerdes  tn  Loeren,  de 
Alghuen,  de  Omten  (Kankaant),  de  Tat  (Bi 


ken  Teiichitlen  seet  in  liduNtmibaaw  en  fteeciia- 
Tïng,  een  gevolg'  Tan  jtnaeagiag  met  andere 
volken.  Terwijl  de  Iraniln  over  het  algemeen 
dolieboc^barf  en  donkeiUenrig  igu,  tgn  de  Ob- 
(eten  en  Galtsja  brabyc^haal  «n  blank. 

UtterkuiuU. 

IrawMU  of  Irawaddy,  een  der  aaniienl^ate 
ritieren  «an  Aebtier4ndlS  en  de  hoofdrivier  Tan 
Birma,  ontspringt  nit  twee  fcionoen,  de  Mallkha 
(groole  rivier)  en  de  Hekba  {kleine  rivier)  lyf 
de  Z.0.  hriling  van  den  Namkioe  op  de  Z.0. 

Srens  vm  Tibet.  'Deze  vereenigan  «ch  op  26*  N. 
r.  en  97«  O.L.v.Or.  tot  den  Irawadi.  Deie 
(troomt  eerst  niidwaarts  en  kiijgt  als  voornu 
■te  iniivieren  den  Mogdung  (boren  Bhamo) 
den  Moe  (beneden  Handale)  van  redts,  den  Ho- 
le en  den  Taping  van  links.  Ten  Z.  van  Bhamo 
ina  nog  aU  linkengti vieren  da  8ebweli  (Locng- 
kianff)  en  de  Hjitige  te  noemen.  Van  Bahma  af 
wendt  de  rivier  lidi  dut  bet  N.W.,  maar  fa 
neemt  apoedig  ign  znidelgke  licfatine  tot  A'..-. 
waar  ijj  een  boog  -vormt,  tot  tij  van  het  westen 
haar  voornaamste  inrivier,  den  Kwia-diiD,  op- 
neemt. VMr  dien  t^a  beell  ig  aich  in  drie  di^e 
Moven  «en  weg  door  bet  gebergte  gebaand,  waar- 
van de  bovenste  het  Terdere  sloombootvericeer 
betet.  Beneden  Awa  stroomt  de  rivier  in  leer 
t^rqke  bochten  laidwest-,  van  Paean  tJ  ta\A- 
«sarts.  De  'breedte  bedraagt  aleehtE  iOO  m..  daar- 
enttven  bg  Thajet^njo  (18  km.  midelijker)  4800 
m.  Bij  Prane  begint  de  nitgeitrekte  delta.  145 
km.  van  de  lee  leikdt  de  Irawadi  iqn  eersten 
(westelijken)  arm  nit,  die  al«  BuieinrlTier  dicht  t>g 
Kaap  Negraia  in  lee  stroomt.  Ten  zniden  vos 
Hensada  Tolgt  een  smaUeie  arm  oostwaoirti  en 
Tsreenist  xien  ttjj  lUngoen  met  de  Hlaingiivier; 
de  bootdstroom  mondt,  lieh  steeda  splitsend,  met 
9  armen  in  de  lee  uit.  De  Baenein  en  Rangoen- 
arm  zjjn  de  «enige,  die  van  lee  ait  bevaren  «nn- 
nen  word«).  De  Irawadi,  de  levenaoder  van  Bir- 
ma, 'ie  TOOT  de  scheepvaart  leer  «maktelülk  en  t«t 
Bbatno  voor  etoomsche^n.  tot  de  gienc  Ata  Chi- 
neetche  prorineie  Jannan  ook  voor  grootere  pra- 
men bevaaiiiaaF.  In  den  laataten  tga  ign  groote 
indykisgen  aangelegd  en  worden  vooitgeiet,  om 
de  overstroomingen  te  h^ieiken,  'Langs  de  riviet 
loopt  een  qtoorweg. 
IrUt,  een  arTondiasementsbooIdplaatB  in  bel 


Buasiiebe  gouveiDeoient  Penn,  un  een  gelgk- 
namige  lürtvier  der  Nitea,  en  aan  de  apooFlyn 
Jekaterinenbarg— TJoemen,  tdt  (IBIO)  20  700 
inwoners,  Hen  Tindt  er  3  kerken,  3  acholea,  een 
sebouwbarg,  «en  beurs  en  een  groote  mis,  die 

r  rende  de  maand  Februari  gebonden  wordt  eai 
lot  80  000  menschen  vereenigt.  De  belang- 
rqkale  bandekartikelen  zü»  thee,  manufacturen 
en  pelteqien.  De  stad  neemt  ccbter  in  beteek^i 
af.  Zg  Btaot  in  geregalde  veifcinding  met  de  ste- 
den aan  den  Tobd,  Irtjich  en  Ofa.  Z^j  werd  Ju 
1633  door  de  TaUren  gesticht,  die  luMr  Irte^j 
noemden.  Later  kiwamen  er,  na  de  ontdiUing  tmi 
ÜieimJiDen,   Anasiacbe    kolonisten. 

Irdbls  (Sanskriet)  is  de  eamenratting  vu  de 
tien  bovennatunrlöke  occulte  krachten  in  het 
Boeddhieme  en  Brahmanieme. 

Ir«lutd,  ioiut,  een  Roomscb-Kalbolici  eees- 
telüke  weid  in  -1838  te  Burncbnrdi  jn  Ierland 
gelMrea,  verhuisde  met  iqn  ouderg  naar  de  V«r- 
eenigde  Staten  Tan  Amerika  etndieerde  in  Prattk- 
rgti  in  de  ^odgeJeerdbeid.  In  1861  werd  hij  ie  St. 
Paul  in  Minnesota  tot  prieeter  gew^d,  bekleedde 
TersdiiVende  keikdifke  ainbten  en  werd  in  1888 
oattibiHChop  Tan  St.  Paul.  Hij  was  ees  der  voor- 
bet  moderne  AmerikoanMhe  katho- 


lieisDie,  waacvan  hq  blük  gaf 

Pariis    g^ouden   Toordramten         _      .  . 

,7rbe  Ohureb  and  modem  eooet;"  (1897). 


Van    hem    ver- 


Xranasm,  een  Griekaeh  kerkvader  der    2de 
eenw,  in  Klein-AsiJI  geboren  en  een  loerling  i 


van  L;on.  waar  hö  in  202,  bg  een  iverrolgiiiK 
der  Christenen  door  keiier  Seesrus.  den  mortel- 
dood  gestorven  moet  xjjn,  wat  echter  niet  ge- 
■ebiedknndig  vaststaat.  Hn  werd  heilig  ver- 
klaard, en  iga  gedachtenisieest  wordt  op  den 
28sten  Juni  gevierd.  Zgn  liehting  zoo  men  een 
keikeli^-realiBtiEche  knnnen  noemen,  daar  bg 
met  eauwgeietbeid  vasthield  aan  de  OTergelc- 
verde  leer  en,  afkeeiïg  van  aVe  Jiespie^ling,  lich 
bepaald  venette  t^en  een  reeatélgke  beraion- 
wiog  of  uitlegging  der  ^escaiedk'andi^e  feiten 
Tan  het  CbfisteDdom.  Bg  het  bestrgden  van 
gnoetieieme  legde  hg  veel  scherjninnigheid  en 
geleerdheid  aan  den  dag.  Niettemin  tr^htte  hq 
zooveel  mogetgk  den  Tiede  te  bewaren  en  in  den 
strijd  van  Vietar,  hÏM&eba^  te  Rome,  t^ien  de 
Kerk  in  Kleiti-Aiil  aU  bemiddelaar  op  te  treden. 
Zijn  voornaamste  geschrift,  omstreeki  het  jaar 
180  oMeiteld,  èevat  «en  weikrlwBiag  ■na  de 
verschiHende  partgen  der  ^nostiü.  Bet  is  in  een 
slechte  LatgDi<^  vertaling  onder  den  ti-tel: 
„Contra  ^aereticoE"  bewaard  gebleven.  DaairHi 
is  een  uitgave  bezorgd  doot  Harreu  ('Cambridge, 
1857)  en  Stieren  (2  dln.,  1851—1853). 

Emi  andere  Imaeai,  'bisschop  in  SjrÜ,  atierf 
den  marteldood  in  de  Sde  eeuw.  onder,  de  regee- 
ring van  keiier  Diocleliowu.  Zgn  .gedenkdag  is 
de  25ste  Maart. 

Itvna  of  Sirene,  de  godin  dea  Vredee,  een 
dochter  van  Zetu  en  Thenit  en  de  jongste  der 
Horen,  komt  in  de  oudere  tabelleer  niet  voor.  Vol- 

Eeni  Pautaniai  stonden  2  beelden  van  haar  in 
et  Pijtanénin  te  Athene  en  VeMpatiamu  wgdde 
haar  een  prachtign  len^>èL. 
Xrens,    een  tirieksolu  fcslHria,   loowel  ver- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


IRENE— miAIlTE. 


DMArd  om  hui  geeatigbtói  ta  BchDoaheid  kis  be- 
rnefat  wegens  haat  ondaagdw.  weid  omttKeki 
752  te  Athene  geboren  en  trad  in  769  in  het 
howelnk  met  denUteienkeimrI«oIF.  Nadieng 
dood  i7S0)  plutate  iq  lirii,  gegtennd  dooi  d« 

Krtn  dei  atiDzienlijken,  op  den  keiieilöken  tioon. 
787  bdegde  ig  te  Nieaea  bet  ie?ende  oeemoe- 
niaebe  concilie,  waaidooi  de  beelden T«i«eiiiig  we- 
dei  ingevoerd  werd.  In  790  gelokte  bet  haar 
soon  Koiutanign  iiaai  van  den  tioon  te  verdrin- 
gen en  >ieh  k«  te  nUen  van  baar  Tetderletg- 
ken  inwjoed.  In  797  liet  zg  baai  loon  in  de  ge- 
langenii  werpep  en  van  het  liebt  der  oogen  M- 
looven;  koit  daarna  overleed  hij.  Z\j  was  de  eer- 
tte  vrouw,  die  heeT»rfiW[MJ  voerde  over  het  Oos- 
tenehe  Eeiierrijk,  Zg  nad  ondeiKhekJene  aan- 
sienlqken  tei  dood  doen  -veioordeelen  en,  i«c  be- 
Tettiging  van  taaai  troon,  bet  öerioit  genCHnen 
om  met  Karei  den  Öroote  in  het  hawelp  te 
den,  toen  ia  802  Nikephore»  tot  keiser  ait^roe- 
pen  weid.  Deze  venbMide  haai  naat  bet  eiland 
Leri>ai,  waar  iq  den  9den  AagDstu  808  in  e< 
klooster  oveileed. 

Irsiie,  een  doetatct  van  den  ByiantjjnsdK 
keiwr  lüiak  IJ  Angeloi,  weid  eeist  met  Rog» 
lil,  den  lOOn  vin  Tanered  van  Sieilii,  verloofd 
en  naar  Paleimo  gezonden,  kiwam  in  MM  na 
ïtogtra  dood  en  de  veiovering  van  het  rijk  dwr 
ifendrüb  VI  in  diens  macht,  die  haar,  nadat  vq 
tot  de  R.-Eatiiolieke  K«^  was  oveigegun  en 
den  naam  Maria  bad  aamgen«men.  in  lil97  met 
zgn  jonfferen  broeder  Phüifi  van  Zwaben  deed 
ImweD.  Irene,  die  „een  rooi  zonder  doorn  en  een 
duif  londei  gai"  genoöud  werd,  overleed  dan 
2TBten  Angnstns  1208  op  den  bnieht  Stauleo. 

Ir»B«  H  de  gemaHn  vu  pnu  Hendr^  van 
Fruiten  (lie  ald&ar), 

Ironlaoh  noemt  men  op  kerkel^k  gebied  te 
richting,  die,  afkeerig  van  thetriogisehe  oneenig- 
heden,  itieett  naar  Teisoening  tusschen  de  ver- 
sehillende  chriiteli^e  leer ricfa tingen. 

Ir«ton,  Henry,  een  Brit«eh  generaal  en  in- 
Tloedrgk  <taal«man  gedatende  de  omwenleling 
onder  KoreJ  I,  w«id  in  I&ll  in  bet  eiaatsch^i 
Nottio^am  geboren  en  bestndeeide  de  leehts- 
jeleerdheid.  B|)  het  uitbarsten  van  den  baiger- 
eorlog  stelde  ihg  zieh  ter  beBchikking  van  de  Par- 
lemen  te  pa  rtjj,  trad  in  het  ^owelj^  met  «en  doch- 
ter van  Cromaell  ea  beUeedde  weklra  den  rang 
van  commissads-geueraal.  In  den  sl^  van  Naie- 
by  ('15  Joni  1645)  voerde  bü  bevel  over  den  Jin- 
kervleWei  van  het  Parlemental«g«r,  streed  tegen 
prÏDB  Ruyreeht  xan  de  Polls,  leed  de  nederlaag 
en  werd  gevangen  genomen,  maar  dcMi  bemidde- 
ling van  Cromweil  spoedig  weder  op  vrye  voe- 
ten gest«ld.  Door  lüi-^^'i  maar  dweetrziek  ka- 
rakter, ign  moed  en  overleg  verwierf  hij,  na 
CromwsU,  den  groot«ten  invloed  op  den  loop 
der  omweiïtelirg.  Beiden  poi^den  het  Parlement 
san  het  lecei  te  onderwerpen  en  den  konine,  na- 
dat deze  door  de  Schotten  was  uitgeleverd,  ten 
val  te  brensen,  Als  een  der  ijverigsle  Indepen- 
denten  werd  hn  lid  van  de  Imitengewone  recht- 
bank, die  bet  doodvonnis  aiteprak  over  Karel  I, 
en  toen  üromvetl  met  de  nitvoering  daarvan 
talmde,  droit?  Ireton  er  met  kracht  op  aan.  In 
1649  vergvielde  hij  ign  schoonvader  om  Ierland 
tot  onderwetping  te  brengen.  Toen  Oromwell  in 


'  1650  naar  Schotland  vertrok,  blaatte  Irelon 
zich  met  bet  oppeilbe>vel  in  Ierland,  waar  bn  in 
1651  de  laatste  vettiiie,  Limerick,  die  nog  altijd 
weerstand  geboden  bad,  veroverde.  Eenige  dagen 
daarna  (26  Novend>er  1651)  werd  hij  door  de 
koorts  weggerukt,  nadat  bjj  een  groot  gedeelte 
der  liezetting  had  doen  ambrengen.  CromaeU 
deed  hem  in  de  Weatmiofiterabdij  bijzetten; 
doch  na  de  reitanratie  weid  zgn  gebeente  of^e- 
graven  en  (menljjk  verbrand. 

ItgiM  ie  de  naam  van  onderBcIwiden  rivier^ 
ia  Rusiaiwi.  De  QrooU  Irgii,  in  het  gouverne- 
ment Samara,  aatBOriagt  op  de  imdwesteli^e  nit- 
loopers  van  den  (Aajtsjii  Syrt,  vcdgt  een  weste- 
Igke  lichting  en  mondt  tegenwer  de  stad  Wolsi 
met  drie  armen  uit  in  de  Wciga.  Bnar  kronke- 
lende krop  beeft  een  lengte  vba  ongeveer  1000 
km.,  ofsmoon  baar  oorsprong  en  ha^r  m<Hid  in 
rechte  Ign  slechte  5S7  km.  van  ekaoder  verwg- 
denl  lijn.  Zij  is  van  den  mond  der  Koeejoem  at 
bevaaibaai. 
Ten  nooiden  van  deie  riivier  en  in  hetaelfde 

Soureiuement  monden  twee  andere  zijrivieren  in 
e  Wolga  uit,  n,i.  de  KletM  Irgu  (<160  km. 
lang)  en  de  3eUm  Irgie  «f  Tijagra  <1S0  km. 
Uog). 

Een  andeie  /rots,  in  bet  Bussiacti  Centraal- 
Aziatisch  gebied  Toergai,  stroomt  loidoostwauts, 
heeft  een  lengte  van  480  km.  en  vereenigt  lich 
met  de  Toergaj,  waarmede  i|)  nibmoDdit  in  bet 
Tsjalksimeer. 

IrhoTen,  Willem  van,  een  Nederlandsdi  god- 
geleerde, den  2den  November  1698  te  Eessel  in 
Nooid-Biabant  gebbren,  bexodA  de  Letgnsche 
school  te  'g-Hertogenbosch  en  vervolgens  de  aca- 
demie te  Leiden,  waai  hjj  zicb  toelegde  op  de 
theologie  eu  de  Oosteisehe  talen,  alsmede  op  de 
wijsbegeerte  en  de  scheikunde.  In  1720  verdedig- 
de h|j  een  veiha-ndeling  „De  inteUeetn,  faeultate 
BctWa",  en  een  jaar  later  werd  bjj  op  een  disaer- 
tstie,  „De  spatio",  bevorderd  tot  meester  in  de 
vrjje  kunsten  en  doctor  in  de  wijslwgeerte.  Nadat 
hü  in  172S  tot  ^itoponent  benoemd  was,  ontving 
hij  een  beroep  naar  Ede  bjj  Ambem.  en  nadat 
hn  bedankt  had  voor  een  betoep  naar  Sluis  in 
Vlaanderen  en  voor  den  leerstoel  der  wijsbegeer- 
te !e  LincH),  aanvaaidde  4iij  den  IBden  S^tem- 
ber  1737  net  professoraat  in  de  theologie  aan  de 
hot^Bschool  te  Ulrecbt  met  een  redevoering  ,4)e 
s^ientiae  christianae  impediraentis",  wa&nna 
hem  in  1740  ook  het  onderwije  in  de  keilteeschie- 
denis  epgediagen  werd.  Hij  overleed  te  tltreeht 
den  ISden  Nóven^r  1760.  S^  bebooide  tot  de 
Voetisansche  BjjPMlverklaaiders  en  schreef;  „Con- 
jectanea  philolwico-eritieo-theoiogica  in  Paalmo- 
lum  tilnloa"  (1728).  „Oronden  van  liet  verzekenl 
^ristendom"  (172Ö),  „De  poliDgeneei  Teterum 
etc."  (1733)  en  „Canones  Syoodi  Nationalis  Dor- 
draeenae  etc."  (2de  druk  1787). 

IilATto,  Juon  de,  een  Spaanacfa  letterknudige, 
den  ISden  December  1702  te  Oiotaiva  <n^Tenv- 
lif Fe  geboren,  studeerde  te  Parija  en  te  Rouaan 
in  de  oude  letteren  en  in  1724  te  Hedrid  in  <fc 
reebten.  Hier  verwierf  hü  de  ivrieodsehap  vao 
Juan  Ferrera  en  ontving  door  bemiddeling  van 
dezen  een  betrekking  hg  de  koninklgke  biblio- 
theek. In  1732  weid  hij  bibliotliecaris,  in  J742 
toUt  'bij  bet  toinialierie  van  iBaitenlandsche  Zaken 


D,o,l,zedb,GoOgle 


en  in  174S  ]mI  der  SoainUqlce  Aextemii 
ov«rlr«d  den  23«ien  Angustni  1771.  Tot  iqn  tw- 
Un^rt)kste  werken  betKwren  een  ettriivaa  tui 
it  QütkMbt  faandBchriften  der  kooiid^jke  bi- 
bliothMk,  wurvui  ileclrts  bet  eerste  d«el  in  bef 
licht  TerBobeea  (1769),  «en  Latgneebe  spraak- 
kunst, waanan  bij  geduKDile  ^neel  zfn  leren 
gewerkt  bad,  doch  welke  eerat  na  lön  dood  dooi 
lijn  neef  Toma»  dt  IriatU  nHg^ven  w«fd 
(1771)  en  eiodelük  liin  Lat^uMhe  «s  SpauMhe 
pnntdiehten  en  ^leeEwoordeo  (Ttlrantt),  welke 


IrioTh,  Tomat  de,  een  Spianidi  diditer    en 

een  neef  tmi  den  Toorgvanae,  den  18den  Scp- 
teffltwr  1750  te  Orotara  op  Teneiifte  geboren, 
stndeerde  eerst  in  ign  ^«booiteBtad  en  later  on- 
der leiding  Tan  ign  oom  te  Madrid,  waar  hjj  lieh 
toelegde  op  onde  «o  nieuwe  talen,  dicbtfcaiiEt  en 
ttinüA.  Op  zgn  onder  het  anagtam  T»to  Imireta 
nitgegevea  eomedie  „Hi^^r  que  baeemos"  (1770) 
volgden  ODdergebeiden  Tertalinven  Tan  FranKhe 
drama't  en  eenise  oortpionkelgke  sttMcen,  waar- 
onder de  blijspelen  „La  seSorita  nial  eriada"  en 
„El  Kltorito  mim«do"  (1788).  Na  bet  orerlöden 
Tan  lün  oom  werd  hg  als  diens  fSfnolBei  be- 
noemd tot  tolfc  tq  het  ministerie  van  Bnïten- 
landaelie  Zaken  en  in  1776  tot  aniiiTBiia  b»  het 
Hoog  Ifilitair  Gereehtïbof.  Toora]  ajn  leerdicht 
„L*  musiea"  (1780)  en  „Fabulss  literaiias" 
(1782)  beiorg^en  hem  grooten  roem;  ig  werden 
bg  hertaling  gedroÉt  en  in  onderseheideD  EnrO' 
peesetie  talen  0Terg«zet.  Ook  TertaaUe  hij  d< 
eerrte  4  boeken  der  „Aeneis"  van  FiV^'Iiim  en 
TCrTa4n]i^e  fn  opdiadit  tn  graat  Flonda-Bian- 
ea  onderMieiden  sdmolboeken.  Verder  bezorgide 
hg  in  1787  eene  TeraameÜDg  van  ign  weiten  in 
6  'deelen,  van  weHce  na  >gn  dood  een  nitgaire  in 
8  dealen  reraeheen.  H^  oveiieed  den  17den  8ep' 
tember  1791. 

IiiArtea  R-  «t  Pap.  ia  de  vaam  tbs  een  plan- 
tengeslacht uit  de  familie  der  Palmen  (Palma- 
eetën),  thuJebebooieUde  in  Pen  en  Brasiüf  en 
Toorrien  Tan  InohtworteU,  die  den  stam  dragm. 
Tot  de  meert  bekende  soorten  beboojen:  de  ge- 
wone  wospoJm  (l.  mdieola  S  p  r  e  n  g.),  die  60  m. 
boog  wordl,  met  Tindtelige,  met  een  itlTeraehlig 
dons  orerdekte  bladeren  ter  lengte  Tan  6  tot  8 
m.  en  een  wasaf  schei  denden  stam,  op  de  Andei 
ter  hoogte  Tsn  2000  m  8500  m.  te  Tinden. 

Irtdxwpin  of  lüehaekügett  is  de  naam  eener 
eeniaadlobbin  plan  ten  familie  met  de  volgende 
kenmerken:  Iret  bloemdek  is  kroonaebtig,  Mven- 
atandig,  bnisrormig,  6-deeIig  of  O-spletig  met 
geiyte  of  ongedijke  in  2  fcranMn  geplaatste  slip- 
pen. De  3  meeMraden  staan  tegenoiei  de  bni- 
tenate  «lippen  van  het  bloemdtk,  agn  daamede 
gewoonlj^  aan  den  voet  saAmg«groeid  of  staan 
ook  wel  vrij,  ign  somtgda  min  oi  meer  tol  een 
bais  vereenigd  en  diagen  IsngwenHge,  aan  de 
binnenz^  OTerlanga  openapringenoe  helmknop- 

Cen.  De  atgl  loopt  uit  in  3  takken,  die  w4  eens 
lad-  of  trompetTormig  nilgebreid  ign  en  teeen- 
over  de  meeldraden  staan  oi  hiermede  afwiwelen. 
Het  onderstandig  Tmchtbeginsel  ia  S-hokkig,  3- 
kleppig  en  gewoonlijk  Teeliadig.  De  8-kanti- 
ge   ot  3-lobbige  dooavrndit   springt   met  klep- 


pen iKwn,  en  d«  uden  ign  gewoonlük  hoekig 
of  «edmkt,  beUMO  een  fierkament-ledcraehiige 
hnid,  hoornaehtig  of  vfeeiig  kiemmt  en  een  rechte 
of  flauw  gekromde  kiem.  Deie  familie  omnt 
kruiden,  sclden  halfbeeaters,  met  een  bol-  of  kool- 
TOimigen  wortelstok,  iwaard-  of  Ignvormige  en 
reebtnerri^e  bladeren.  De  bloemen  zgn  tMt  het 
ontluiken  in  TÜetioe  bloemaeheeden  teriKirgen. 
De  30  tot  40  geslachten  deier  tamiliie  teHen  om- 
streeks 600  lOoHen;  zij  behooren  TooraJ  te  buis 
in  de  keerkiJDgsgewesten.  In  ons  land  rindt  men 
slerfits  de  geMaebten  Croeuï  en  Irit.  VeJe  soor- 
ten behooren  tot  de  sierplanten.  Zie  Toorti  Oroetu 

Irldlne  (CtaHf^n)  ia  een  glncoeied,  dat  ia 
den  wortel  Tan  bet  viooltj»  Toorfcomt.  Hel  smelt 
bg  208*.  Door  Teidasd  nvTelinnr  wtirH  b«t  ont- 
iMd  in  dmirrensuiker  en  ingenien  (CuHuOa), 
dat  bg  verdere  ^Htsing,  onder  inrioed  faa  ka- 
linmlijdToxied,  mieFanmur,  tri  (Ben  mar  (GiaHu 
0<).  een  aromaliteh  oirinnr  en  irelol  iC^Xt 
H,(OH).)  geeft. 

Iridium,  atoomteeken  Ir.  Dit  metajJ  komt 
allnd  in  bet  platinaerta  Toor;  in  grootere  faoe- 
veelbeden  Tindt  men  het  in  het  {latiniridinan  en 
oemiridium.  ertsen,  die  bet  boTengenoemde  al- 
tijd lergeiellen  en  die  voomamelgk  uit  iridinm, 
osmiixn  en  platina  bettaeD.  Eet  loivere  iridimt 
beeft  een  groote  rol  gespedd  bg  het  verTaardigen 
Tan  de  noimaaJ  maten  en  gewiditen,  omdat  een 
alliage  Tan  9  deelen  platina  en  1  deel  iridium 
aan  alle  eiadien  Tokloêt,  die  men  aan  het  te  ge- 
bruiken materiaal  stelde.  Aan  Devilie  en  Debram 
werd  owediagen  oit  een  95  piooentig  alKa^  xm- 
ver  iridinm  te  maken.  Dit  Mliage  werd  met  faa- 
rinnmitraat  gegloeid  en  de  inaata  met  water  be- 
handeld. Het  reaidn,  dat  uit  iridinmozied  en  ba- 
riitfflotmaat  bestond,  weid  met  aalpetersoDr  ge- 
kookt, waardoor  bel  oiminm  als  tetraoiied  ver- 
vluehtigde.  Uit  de  Terkiegen  oplossing  werd  bet 

'"  al«  iridinmoiied  met  barjtwater  neer- 
du  opgelost  in  koniogawater  en  4iier- 
iridjomammoniiimdiloried    neergcslsgeo. 

g  gtoeiing  Tan  dit  reaidn  bleef  iridiom  acbter, 
dat  eebter  nog  kleine  hoeTeelheden  platina,  ni- 
thenium  en  rhodiam  beTstte.  De  foasaa  weed  met 
uJpeter  ^loeid,  nitgebiokken  met  water,  waat- 
door  fcaliumrnllienBBt  in  oplosiing  ging,  en  bet 
residu  met  lood  geamoKen.  De  Teftr^en  legnlna 
gat,  na  ^bebandcling  met  «alpetenunr  en  konings- 
w^ter,  luiver  iridium.  Het  it  een  moeilök  amelt- 
haar  metaal,  iniT«r  wit  en  bg  lage  temperatnnr 
zeer  bns.  Bet  aoortelgk  gewicbt  ii  22,42.  Het 
fgne  poederTormige  metaal,  dat  zidi  uit  een  ü- 
cobolisohe  oplossing  Tan  bet  sulfaat  in  bet  aon- 
lieht  afset,  is  een  «terke  kataljsstor.  Van  bet  iri- 
dium ign  2  oijden  bekend,  het  iiidinmsesvoi- 
oiied  (InOi)  eo  bet  iridiomdioiied  (IrOi).  Van 
bel  eerate  zgn  de  irido-,  van  bet  tweede  de  iri- 
dizouten  afgeleid.  Van  belang  zgn  verder  de  iii- 
dammoniDmiouten.  Het  atoMngewiebt  193.1  ia 
het  eerst  dooi  Benelnii  bepaald,  later  naawken- 
igw  door  Seuborl.  Het  emellpnot  ligl  bg  2300* 

Iris  of  de  Regenboog,  de  dochter  tru  Tiunt- 
lai  en  Kleetra  (een  dochter  Tan  Oeermo*  en  T#- 
thys),  de  suster  der  Harpyen,  een  maagddfke 
godin,   ia  tc^ds  de   Gneksdie  tabeUeer,   met 


irfagen, 
t  ds  i 


DigilizedbyGoOglC 


Hennei  lia  iiuiinelökcn  bode,  de  bodm  fan  de 

ren,  inionderheid  van  Zeu*  en  Hera.  Zjj  K^eidt 
lielen  der  atgvstorreB  Tronwen  nui  de  On- 
dnweield.  Zy  mrdt  Tooifcstdd  als  e*n  Ecboone, 
geTlengelde  roeagd  met  een  faentut«nstftf  en  e«n 
bloem.  Eerri  later  gold  ig  aU  penoBÏËcatie  Tan 
den  regenboog. 

Iris  i«  de  DMHD  van  «en  plantenceRla^t  — 
meer  dan  -170  soorten  omvattende  —  dat  befaoort 
tot  de  [imilie  der  IridaeeeB»,  welke  lich  ken- 
merkt door  6  bloemdekbladen,  8  meddraden,  «en 
3-èokÜKeD  eiM&per,  dooreen  ondeTBUDdisvioebt. 
beginBeï  eo  door  kntdien  of  wortelatokken.  De 
irie  beeft  borizontaie,  knolvoimige  worteletci- 
ken  met  korte  leden,  en  stengels,  die  lange, 
amalle,  afwissdend  genUatste  bladeren  dragen. 
!>  bloemen  litten  in  de  oksele  Tan  edieedeioi- 
niige  schutbladeren.  Voor  den  tniDbonw  ign 
Tan  belang:  ^aanidie  iris.  Irit  küponiea;  E^- 
gdtehe  irii.  Irit  angliea;  iDnitsebe  iiie,  Iri*  gtr- 
mamea;  Siberiaehe  iris,  Iris  tUtiriea;  J^anèAa 
iris.  Iri*  Kiumpteri.  Van  elke  groep  komen  reel 
tniuTOrmeo  yoor.  Zoowel  toot  beplanting  Tan 
perken,  waterkanton,  groepen  fnsaahen  heeaters, 
1^  TOor  het  lorceeren  in  het  TOOrjaar  en  bet  ge- 
brnik  daarna  Tan  de  Uoemeit  \%  Uoennreftén 
ign  de  irissen  in  den  laatsten  (Ad  bnzonder  ge- 
sódit.  Borendien  worden  nog  tcm  gebrast:  Iri» 
mimtfo,  Irit  florentina,   Iris   retieulata  en  Irii 

Vooral  de  Tormen  Tan  de  Japansehe  iris  ign 
in  den  laataten  tgd  zeer  geioebt.  Ze  enderscbei- 
den  lieh  door  groote,  fraai  gekleurde  bloemen, 
die,  mita  ie  in  knoptoestand  algesneden  en  on- 
middellgk  in  frisch  water  worden  geplsatet,  lan^ 
saam  openkomen  en  dan  rrg  iang  in  denzelfden  t^- 
stand  MiJTen.  De  TermeerderiDg  ^aofaiedt  dow 
laaien  en  deelen,  In  de  eerste  wgie  TÏndi  men 
een  middel  om  nieuwe  Tormen  te  Terkrggen.  De 
laatste  patt  men  uitalaiteod  toot  den  handel  toe. 
Alle  iriasen  verlangen  een  matig  voehtigen,  goed 
doorlateoden  grond.  Om  de  3  i  4  jaren  bebooren 
de  oode  planten  opgenomen,  Tan  oude  deden  Mt- 
daan  en  daarna  lo  goed  toebereiden,  Teneben, 
matig  iteik  bemesten  grond  geplant  te  worden. 
Enkele  der  meest  -belangrqke  soorten  oga:  l.  hv- 
mdit,  /.  Hartwagii,  I.  ruthenica,  1.  Delavagi,  I. 
loitgtpetahi,  1.  anguieularit,  l.  braettata,  1.  mis- 
•oMrieiint,  /.  eerMüotor  /.  earoliana  en  /.  hen- 
gafa  onder  de  aeer  Tek  andere. 

Irlfl  is  de  Latgnscbe  naam  tooi  bet  regen- 
boogrliei  in  bet  oog  (lie  aldaar),  frttie  de  vaan 
Tan  de  ontateking  Tan  het  regeuboogrlie*  (lie 
OogtiekteM  bg  bet  art.  Oog). 

Xiia««ren.  Hen  uot,  dat  een  liduam  iri- 
«eert,  wanneer  bet  de  klenren  Tan  den  regenboog 
Tertoonl.  Dit  TeisebQniel  neemt  men  wur,  wan- 
neer bet  liebt  door  uitent  dunne  laagjes  stof  Talt 
(sie  Interierentie).  Hen  kan  dos  metalen  ol  glas 
laten  iriseeren,  door  er  een  oitertt  dnn  laagje 
kunstmatig  of  te  bren^,  wat  meestal  langs 
^Taniseben  weg  geaebiedt.  Het  loogenaamde 
itiiglas  wordt  Tenregen  door  bet  nog  wanne 
glas  bloot  te  stellen  aan  de  dampen,  die  men 
Terkrijgt  door  verbittiag  Tan  een  mennel  Tan  ba- 
tiumnltrsal,  strontinmnitraat  en  tin^omur.  De 
JDwerking  mag  <ledbte  korten  tgd  daren.  OA  nr- 
fci^gt  meo  Iraaie  iriaeffeeten,  wanneer  men  bel 


765 

warme  glas  blootstelt  aan  de  dan^n  Tan  een 
mengsel  bestBande  uit  loutzoor,  tineblorunr  en 
lihemitraat. 

Irko«tsk,  een  Rassiecti  goaTemement-gene- 
TBal  Tan  Oost-Siberii,  bestaat  uit  de  gouTeme- 
menten  likoetsk  en  Jeoieseisk  en  het  gebied 
Jakoetrii  en  telt  m  6  354  653  t.  km.  (ISIO) 
1  849  600  inwoners.  Het  gouTernement  IHioetA 
grenst  ten  westen  «an  ^t  gooTetnement  Jenis- 
eeislc,  ten  noorden  aan  Jakoetsk,  ten  oosten  aan 
Jakoetsk  en  Trans-Ba ikalii  en  ten  zuiden  aan 
China  en  telt  (^  65K  1  Öl  t.  km.  674  900  inwonen. 
In  het  Z.W.  rormt  het  Sajaniscbe  gebergte  de 

Ïrens  legen  Cbina  eu  loopt  in  Tele  takken  naar 
•  Angara  af.  In  het  O.  Tindt  men  de  door  den 
Irkoet  gesebeiden  Qoeiti-daban  en  de  Toenkin- 
eehe  Alpen;  aan  den  eerste  eivit  lieh  de  Chan- 
sar-daban  aan.  In  het  midden  Terheffen  üch 
het  Baikalgebergte  en  de  bergen  toaecben  den 
Angara  on  de  Lena.  Dese  rivieren  met  de  Toen- 
goeska  EÖn  de  Toomaamste  Tan  bet  gouTeme- 
ment.  De  bergen  bestaan  uit  kiiaitallgDe  gesteen- 
ten, waaronder  reel  tulkaniicbe  Tonningen,  zoo- 
all  batalt,  doleriet,  tufsteen,  ohiidiaan  en  puim- 
steen. Hen  Tindt  or  Teel  gier,  eteenkool.  grafiet, 
zont  ea  good.  Het  klimaat  is  mw;  in  de  ho<M- 
stad  is  de  gemiddelde  temperatuur  'e  loiners 
16,8»,  '»  winters  — ]8,5»  de  jaartemperatnor 
—  0,9*  C.  Bnna  de  gebeele  opperrlaite  is  met 
bottcben  bedekt  BehalTe  Siterische  Tcdkerea 
wonen  ia  Irkoelik  Boetjaten.  Toengaraen  en  Rus- 
ten. Het  gouTemement  Tormt  op  kerkelgk  gebied 
de  epardile  IrkoetA  en  telteen  500  onderwgsin- 
riofatingen.  De  inwoners  bonden  zich  beïig  met 
landbouw,  Teeteelt,  jaebt,  TisebTangtl,  Doeeb- 
boaw,  mgnbouw  en  tontvinning.  De  trantito- 
iiandel  is  zeer  belangrgk.  Het  gODTernement  is 
Teidceld  in  TÖf  districten:  Irkoetek.  Balagantk, 
Werebolenrfc,  fiirenki  en  Nisjni-OediDsk. 

Irkoatsk.  de  bootdstad  van  het  gelgknamige 
gonvernemeat-generaal,  lift  aan  den  Angara  en 
aan  den  mond  Tan  den  Irkoet,  60  km.  Tan  het 
Baikalmeer  ter  hoogte  Tan  454  m.  boren  de  op- 
perTlsite  der  zee,  en  is  de  aanzienlgkete  en 
Trikrgkate  stad  Tan  geheel  SibeiiS,  de  zetd  Tan 
den  gonternear-geDetaal  en  Tan  een  aaittbii- 
setH^.  Zg  telt  (1910)  S5  869  inwoners,  onder  wel- 
ke zjeb  Tele  Svuiecbe  anblenareo,  kooplieden, 
loldaten  en  slaalknndige  ballingen  berinden.  De 
sted  bezit  breede,  goed-gCfdaTeide  ttraten  en  on- 
derscheiden aanzienlijke  gebonwen.  Hen  beeft 
er,  bcèalfe  een  fraaie  booldkeik,  keiien  en  ka- 
pellen, onderadieiden  klooafcM  en  iniiehtingoi 
Tan  liefdadigbeid,  twee  gymnasia,  waar  ook  net 


Japan* 
g  sohool 


geneesknndige  sohool,  een  geestelijk  seminarium, 
een  Icweekceltool  toor  ondetwgun,  een  obeerra- 
torinm,  een  aardrjjkA  nodig  genootschap,  een 
boekerij,  een  Bcboni^mtf  en  twee  triomfbogen.  De 
niJTeibeid  'heeft  er  lieh  Krachtig  ontwftkefd.  Hen 
Tindt  er  60  fabri^en,  o.  a.  een  groote  keiierlgfce 
Ukenfobriek  *oor  de  troepen  in  SiberiB.  Iikoettk 
ia  bet  middelpunt  Tan  een  aanzienlölE  handelsTer- 
keer  tassehenChina,  de  oostknet  Tan  Aait  en  St. 
Petersburg  en  de  hoofd  it^telplMils  Toor  Htu- 
■iscbe  en  Wneesehe  waren,  Tooral  voor  uit  Siaeb- 
ta  aangebrachte  tbee  en  Toar  peltergen;  ean  deie 
laatste  heeft  de   Rnssiscfa-Amerikaansebe    Com- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ntK(ffifrsE— inoNsiDB. 


pagnis  hier  «eo  groot  deptt.  In  Juni  ii  er  een 
druk  beioebte  mii.  Nftdat  «ehter  hi  1881  de  in- 
voer T&n  Aet  in  de  èivena  en  oki  4e  wetteljfke 
Srenien  dee  r^s  wefd  toesect«tn,  ia  de  theelun- 
^  te  Idtoctsk  unmeikdnk  Terminderd.  IrkoeUk 
werd     in     1652    door    EostUten    gettidbt, 


1661  en  1669  veriteitt  en  in  16B6  tot  itad 
Terberen. 

Xtmln  i>  de  nuun  tu  den  lUmTtdet  van 
een  der  Tooinaaorte  Daitsebe  sUingien,  die  der 
Henninonen  (Irml  nonen).  Waarichgn^jk  wu 
/rmtn  de  bJintuD  Tan  een  eod,  die  door  de  Zwk- 
ben  Ztu,  door  de  Beieren  En,  door  de  Sakien 
Tt»  fTj)  en  door  de  Noren  Tyr  genaamd  werd. 
De  naam  i»  atgeleM  «aa  den  «ort«l  ra  =  »eh 
yertieffen  en  beteekent  dns  ooiqironkel^  de 
„Verhevene".  In  alle  QenaMnMhe  dinketen  i< 
de  nauD  ala  eerste  deel  lan  oomposita  bewaard 
fieUeiven  en  gtttt  aan  'bel  begrip,  wMntan  het 
II  loegeTo^d.  i^  meest  uitg^reide  beteekenii, 
1^  in  imindiot  bet  gefaeele  Tott,  iminaol  <ie 
boDgate  god,  imiiiuül  de  al^etneeo  vereerae  nil, 
eni.  Deie  laatste,  tot  den  eeredientt  der  Ger- 
manen behooiende,  wa«  een  hooge  stam,  die  licb 
boven  }iet  heÜ'ig  woud  Teibiel  ale  het  voornaam- 
ste heili^om  ie»  volka,  dat  aMaar  «IfeiE  braobt 
aan  Irwtm.  De  verwoesting  eener  Irminuail  was 
het  lihnAeeld  der  vemietigiag  van  den  itMn, 
waaraan  in  toebehoorde.  De  meest  vermaarde  Ir- 
minsfl]  verhief  liefa  bq  den  Eieeburjr  in  Weitta- 
len  en  wni  in  772  door  Kanl  de  QrcoU  ia  een 
«orlog  tegen  de  Sa  kien  omvei^  wonen. 

Xnalseh,  iohmm  Fnedrieh  fküo  een 
Dnitadi  planikandtge,  den  i14den  Januari  1816  te 
Sondersbaueen  gebnien,  atudeerde  te  Halle  in  de 
godgeleerdheid  en  wijsbegeerte  en  legde  lieh  te- 
vent  toe  op  de  natnnilöke  bietetie,  vooral  op  de 
plantfainde,  werd  leeraar  aan  het  gTinnasitiai  te 
Sondeiahausen  en  b«Éleedde  dete  hetrricking  tot 
aan  ijjn  overlödbn,  den  28et«  AprJl  1879.  Hg 
aohreei:  „Zsr  UoiiAtologie  der  nonoèol^ledoDi- 
Mshen  KnoHeo-  and  KwiefaelgewMiie"  (.1S50>, 
..Beitrige  ini  veraleidieadeD  Horpbologie  dei 
PDanten"  (1864—1863,  4  din.)  en  „Ueber  eini- 
ira  Botanikerdea  toten  Jahihnndertt,  weldie  die 
Flora  TbQringeni  nnd  ilei  Hanei  erfoisehten" 
(1862). 

Xnierliu,  ook  FnwHiM,  Oiiarnmiu  en*,  ge- 
heet«n,  een  reofatigeleetde  nit  de  11de  en  12de 
eeuw,  in  1050  te  Bdogna  gduwen,  itodeerde 
aldaar  in  de  wgibegeerle  en  de  vrge  knosten.  Op 
aandriogeD  van  de  bekende  maikgravin  Ualhü- 
i»  vm  Tnaeil  wqdde  bQ  tidt  vervol^s  aan  de 
reebtweleerdheid  en  schreef:  „Qnaestionea  de  ju- 
ris  eobtilitatibus".  Later  wu  hn  leeraar  aan  de 
reehtssehool  te  Botogoa,  die  hg  gesticht  hoeft. 
Bebalre  leer  vele,  meestal  ongedrukte  gjoisen, 
hAben  wij  Fragmenten  en  een  „Formi;diiinm  ta- 
beUionum',  een  haaiUeiding  voor  notariHen,  in 
een  latere  omwerking.  De  vroeger  aan  Piaeentitu 
toegeschreven  „Summa  Codicis"  besehonwt  fit- 
ting ala  een  werk  van  Jmerius  en  indien  deie 
rienaw^JM  jniat  i«,  was  Immue  wker  een  dei  be- 
kendste glossatoren.  Hij  overleed  te  Bologna 
vMr  1IS0. 

Irokaeien  of  ÏToqaoU  ja  de  naam  eener  groep 
—  vromer  taJrgfce  en  machtige  Indiianaefae 
'     Mstvd^  Nooid-^menka.  Men  iplitat 


hen  in  een  grootere  noordelijke  en  in  een  klei- 
nere zaiddöfee  atdeeling.  De  eente  wordt  we- 
derom BcsjJitat  in  een  oorteljjke  en  westelijke 
ooderaldeetiag.  Tot  de  ooatetqfce  IxtumieB  de 
TiU  NatiSn  of  de  eigenljjke  Irokeewn,  tot  de  wes- 
telijke de  W;*Ddal  CHnionen)  eo  de  Attiwanda- 
ron  of  de  iNeatiale  Natie,  de  Andaaten  en  Eiisa. 
De  eigelijke  Irokeeieo.  beetasnde  uit  de  Htf- 
bavA,  OaeHta,  Ooondaga,  Carnga  en  Seneea,  had- 
den bun  voonjdaatsen  ten  auiden  van  de  SL  L«a- 
renarivier  en  van  bet  Ontatiomeer  en  breidden 
lich  nit  van  den  Hndson  tot  aan  de  bcrvcnite  tak- 
ken der  Ail^han;  en  tot  aan  bet  Eriemeer.  Het 
ataatkandig  verbond,  door  ben  gevoratd,  wa* 
reeds  vMr  de  komst  der  Enrc^anen  aeer  maditig 
en  leefde  steeds  in  bloedigen  omlog  met  nabarige 
stammen.  De  Irokoeaen  waren  in  den  atr^fd  veel 
meer  bedreven  dan  de  AlgonÉin-JLenipen.  aUme- 
de  in  bet  vervaardigen  van  wiftens,  in  den  land- 
Imow  ent.  Na  de  komst  der  Ënropeanen  vermeer- 
derde bnn  geiag,  daar  ig  de  vomwapenen  leer- 
den gebmiken  en  tPerig  deeloitnen  aan  de  oor- 
logen tnsseben  de  Franaehen  en  Ëogdseben  daar 
te  lande.  Nadat  bon  ndiDOkelingen  nit  het  ge- 
bied der  Vereenigde  Staten  naar  het  westen  wa- 
ren' overgebracbt,  bleven  sleohts  weinige  Irokee- 
len  in  Canada  aehtei;  ijj  wonen  er  aan  de  oevera 
der  groote  meren.  In  het  begin  der  Tooigvaank 
eeuw  werden  de  Toaearora  als  lesde  stam  bjj 
de  vooreaande  h  gevoegd.  Zq  waren  na  ramp^oo- 
dige  oorlogen  tegen  de  oewonen  van  Carolina  uit 
dat  land  vertrouen.  waa'r  sjj  te  voren  met  andere 
itMomen  de  maebtige  groep  der  inideJöke  Iro- 
keeien  vormden.  Hun  aantal  wordt  toaia  op 
16  000  geschat. 

Iromsar,  het  eerst  door  CkeMlter  (in  IHO^ 
navwkenriger  oaderioebt,  is  een  meer  in  het  Alri- 
kaanacAe  landadiap  Wadaj  (Hidden-Soedan),  dat 
lich  in  de  richting  Z.W._NX).  «itstrekt  over  eea 
lengte  ivan  16  km.,  terw^  de  breedte.  9  km.  be- 
draagt. Hel  staat  in  verbinding  met  den  Bahi  e* 
Salamat. 

Iron  il  de  naar  viooltjes  mikeade  reiAitot  ii 
den  wortel,  vao  den  iris  fUndtJ.  Verder  treft  men 
bet  ook  in  den  wortel  van  het  viooltje  aan,  waar- 
nit  bet  door  uittrekken  met  veilen  woiidt  ge- 
wonnen. Het  t>efaoort  tot  de  9t^*9  der  keton^ 
en  tteeft  tot  lamenetelling  CkHhO.  Iiomeer  met 
iron  il  het  knnstButige  viool IjesarNna  mnmb 
[lie  aldaar). 

Ironie  noraat  men  «en  ndewending,  die 
ipottend  het  tegendeel  a^  van  wat  men  eigen- 
Igk  meent,  prqet,  wal  ij)  bkea,  laakt,  wat  sv 
prjjien  wil.  Men  ion  SoéraU*  haar  vader  kan- 
nen noemen.  Inmeri  wanneer  deie  iemaad  ont- 
moette, die  trolsch  was  op  lijn  kennis  en  wjja- 
heid,  knoopte  hy  met  bem  een  geaprek  aan  over 
een  bepaald  onderwerp.  Als  deM  na  iqn  «Qs- 
heid  ten  beate  gaf,  maakte  Socrnte»  bed<öking«n 
en  tegenireipinfen,  «ehjjnbaar  om  hierdoor  wq- 
ler  te  worden,  dooh  eigenlijk  om  den  «preker  of) 
het  gebrtUige  in  ijjn  gewaande  wqsbeid  op- 
merkiaam  te  maken  en  aMoo  door  een  eenvonu- 
ge  kritiek  ijjn  toehoorders  tot  het  beoetenea  der 
ware  wetensêbap  aan  te  aporen.  Odóm  den  acbgn 
van  otftnnde  was  derhalve  Soeraiet  de  man,  die 
bet  wist. 

Xroiuid*  ia  de  hqnaam  van  den  EogelidieB 


DigilizedbyGoOglC 


I  ie  geharnaate  ruiten 


koning  Edmund 
Tan  Oromteell. 

Ironton,  de  hoofdstad  Tan  list  graafsdiap 
Lanrencc  tn  den  Noord-AmerilaaaBehea  «taat 
Ohio.  ligt  aan  den  Ohio.  227  km.  bo' 
nati  eo  telt  (1910)  13  147  inironera.  Ironton  is  tet 
middelpiint  Tan  de  Hanging  RoA  genoeinil«  ijzei- 
streek  eo  heett  boogoTens.  iabricatie  Tan  spg- 
kers,  TuurTaste  steenea,  loagffloJenB,  ijzer-  en 
4ioutJiande1. 

IrOB  is  ia  <le  „Odjisee"  ran  Homeru»  ie  be- 
delaar op  IthtJca  (ign  eigeolijke  naam  is  AmaiOB), 
die  den  als  bedelaar  verkkeden  Odyumit  belee- 
digt  en  doot  dewn  in  het  tweegeirecht  OTorwoc- 
neo  woidt.  Z^n  naam  weid  door  cEe  Grieken 
spreAwoordeli^  toof  een  bedelaar  gebruikt. 

XrradlAtle.  Dezen  naam  heeft  men  gegMen 
aan  het  Terschgnsel,  dat  een  licht  wit  Tooiwerp 
tegen  een  donkeren  acbtergrond  grooter,  een  <ton- 
ker  voorwerp  tegen  een  lichten  achtergrond  klei- 
ner Ijikt.  Wanneer  men  Tig.  1  op  grooten  afstand 
bekijkt,  dan  lijkt  bel  witte  vieriant  grootei  dan 
het  zwarte.  EÏTenzoo  schünen  de  witte  Tierkanten 
in  fig.  2  grooter  te  zijn  dan  de  zwarte,  loodat 


Irrtdiatie. 

het   midden   de  bekle   witte  ineen    schgnen   te 
t^ien.  De  lidite   maaneikkel   Bi4ijjnt  een   deel 
Tan  een  grooteren  cirkel  te  zijn  dan  het  donkere 
gedeelte.  Het  yerachijnsel  sehrgft  men  toe  aan 
een  zijdellngBcbe  ait^reiding  Tan  den  oittTanfi 
liehtindjok  o^p  bet  netrliea,  omdat  de  aandoenii 
der  netTJieselementen  zich  aan  de  nabnrige  otc 
plant.  Volgene  UelmhaUx  kan  de  irradiatie  ie 
■laard  wordeD  nit  het  tek,  dat  bet  oog  nooit  ei 
Tolkomen  zuirer  werkende  lens  is,  maar  altgd 
een  liebtend  pant  atbeeMt  ah  een  klein  Khglje. 
Irratlonacl  noecnt  men  in  de  wiekonde  een 

Stal,  iranneer  men  bet  niet  door  gebeele  een- 
den of  deelen  van  de  eenberd  naawkeorig  kan 
uitdrukken.  Tot  de  iriattoneele  getatlen  behoo- 
len  duB  de  Tjerkant wortels  uit  gebeele  getallen, 
wanaeer  de  wortels  zel{  geen  gebeele  getaUen 
iqn,  de  logarithmen  van  de  meeste  getallen,  bet 
getal  e  (het  grondgetal  van  de  natuuriijke  Joga- 
rit^imen)  en  t  (de  Terhoudine  Tan  den  omtrek 
Tan  een  cirkel  en  dieni  middetlön)  enz,  tfen  Ter- 
deelt  de  irrationeele  getallen  in  algebralsdie  en 
transcendente.  In  de  Tocctieleer  noemt  men  een 
functie  Irrationeel,  wanneer  men  baar  niet  door 
een  eindig  aantal  Tan  deelingen,  TenneoigTaldi- 
cingen,  opteiHingen  en  aftrekftin^n  kan  Tooratel- 
len.  De  naam  irrationeel  is  teitelgk  Terkeerd.  Eet 
ia  een  tontioTe  Tertaling  Tan  het  GriekB<Ae  woord 
oJo^ot,  dat  onuil»|kKei£aar  beteekent. 

Irredenta.  Zie  Italia  irredenUi.. 

IrrsanVi  Kemriek  Bemhard,  een  Duitieb 
organist,  den  23aten  JuH  IS69  te  ZdoenT  gebo- 
ren, kreeg  ^  muiikale  opleiding  aan  oet  ko- 


767 

ninklgk  inetitant  voor  keiimuiiek  te  Berlgn. 
In  1890  werd  hg  organist  Tan  de  Oarnizoenriceik 
te  Spandan.  daarna  Temilde  bj  dezelfde  fanctïe 
achtereenvolgens  aan  de  „Eirehe  zum  heiligen 
Kreuz",  de  Haria-kerk  en  de  Donkeik  te  Berign; 
boTendleD  waa  hg  Tan  1897  af  organist  Tan  de 
PhiUarmonie,  sedert  1905  leeraar  aan  Steni'i 
eooaenvatoiiinn  en  eedert  1912  leeraar  aan  de 
koninklijke  Oioogesotioot  ■voor  inusiek.  VooraJ 
door  zijn  orgel coneeiteu  genoot  hü  een  uitne- 
mende reputatie;  ook  componeeide  h^  hederen  en 
werken  Toor  orgel.  Hö  overleed  den  12iieo  Maart 
1916. 

Xj-tlra.tle  of  Bevloeiina  ia  een  methode  Tan 
grondTertetering,  waarbij  de  grond  tijdelijk  met 
water  wordt  OTervfoeid.  Heeft  dit  plaats  uitalui- 
tend  ten  geTolge  Tan  natunrlgke  ooriaken,  dan 
wordt  ze  viide  bevlaeiing  genoemd.  Deze  wordt 
geTonden  op  verschillende  aiierwaarden  langi  de 

froote  Tïiieren  en  taogs  tal  van  Ueine  stroomen. 
T  is  het  bezwaar  aan  Terbonden,  dat  de  hevloei- 
ioK  meest  ongel ijkmatig  en  dikwijls  op  ongelegen 
tijden  plaats  heeft  en  de  afwatering  dikwgls  te 
wenschen  overtaat.  Waar  de  menach  ingrijpt  door 
r^nleeriog  van  de  oppervlakte  Tan  het  terrein 
en  van  de  verdeejing  van  het  water,  wordt  ge- 
sproken van  kuTutmalige  bevloeiittg. 

Bet  Dudet  schijnt  de  kunst  der  ibevtoeiing  te 
lün  in  Egypte,  waar  de  bemestende  werking  dei 
^ijloverstroomingeu  daartoe  aanspoorde.  Kun- 
stiger bevloeiingeweiken  schijnen  te  hebhen  be- 
staan in  Mesopolamifi,  dat  om  haar  kanaliutie 
ten  Tooiibeeld  werd  geatehl.  ArabiB  en  SyiJB  wa- 
ren vroeger  eveneens  rjjk  aan  bevloeiingen  en  nog 
heden  ten  dage  is  het  berloeide  AtafaiB  „het  ge- 
Inkkige  Anèii".  Ook  in  de  Aziatische  landen 
met  sterken  regenval  —  IndlS,  CSiina  en  Japan 
—  gaf  de  uilg«breide  cultuur  van  rget  tot  kunst- 
matige be  vloei  ing  aanleiding.  In  Japan  leten 
de  nameD  der  voraten,  die  voor  vede  eenwen  groo- 
Ie  kanaalwerken  deóèa  aanleggen,  nog  lieden  in 
den  geest  van  het  dankiiare  'ToHc  voort.  In  het 
nieawe  werelddeel  is  de  berloeüng  eveneens  ae- 
dert  onde  tfjden  bekend;  in  Mexico,  Pera  en 
Chili  werden  door  de  Spanjaarden  wateileidin- 
«n  ontdekt,  die  de  laaglaoiden  in  alle  richtingen 
doorsneden,  vrnobtibaarheid  en  schoonheid  bcTor- 
derende.  Hans  worden  oitgestrekle  bevloeiinsa- 
werken  gevonden  in  enkde  rwenarme,  westelij- 
ke staten  Tan  Amerika,  namriqk  Texas,  Utidi  en 
CaJiforniB.  Zeei  oud  liJn  de  bev loeit n^n richtin- 
gen in  Spanje,  waar  ze  reeds  ten  tgde  Tan  de 
Ksrthsgers  en  Romeinen  werden  gemaakt.  De 
Golhen  onderhielden  ze  aan  beide  lijden  der  Pj- 
reneefin.  De  Mooren  l^ikn  later  in  Spanje  nog 
grootere  waterwerken  aan,  die  ten  deete  nog  be- 
den bestaan.  In  ItaliB  was  debevloeiiug  van  gras- 
land leeds  ten  tijde  Tan  Cato  hoog  geschat;  de 
Romeinen  hebben  orerigens  weinig  tot  berorde- 
ling  van  d«  bodemcaltuur  door  bevloeüng  bij- 
seinagen;  hun  dikwijls  grootsdie  waterwerken 
aienden  hoofdzakelijk  tooi  Toeding  Tan  bronnen 
en  baden.  De  kunstmatige  bevloeüDg  van  Bonen- 
Italie  is  veeleer  eerst  in  de  5de  eeuw  onder  TAeo- 
dofiA:  I  begonnen.  Eerst  in  het  midden  der  18de 
eeuw  'begon  de  bevloeiing  zich  in  Engeland,  Bd- 
gie,  Frankrijk  en  Dnitsdiland  techniaeh  te  ont- 
wikkelen. In  NederUnd  Mèqnt  eerst  in  den  aan- 


DigilizedbyGoOglC 


IRRIOATIB-JRKUUTaR. 


iegi  in  1817.  Ook  ap  til  *u  plutMD  cU«ra  in 
Nfiderlud  ign  in  den  loop  der  l&de  eeuw  ytt- 
Khillende  grootere  en  kleinere  faerloeiingtirerkeB 
tot  ituHl  gebiicbt.  Een  gioot«  itoot  Jt  durun 
fregCTen  door  (1«  Stutseommiuie  tot  bet  instel- 
len Tan  een  ondenoek  omtrent  beiloeiingen  ia 
Nederland,  tienoemd  bn  EoDinklgk  beilnit  tui  6 
Hei  1SS3,  No.  16  en  door  de  piMtiicbe  nfedse- 
TÏngen  en  werkiaui^eden  van  d*  N«d«rland>ene 
Hei  d  e-muttetiaTOÜ. 

Het  nat  der  DeTloeiiog  ligt  is  de  eente  pU«ti 
in  den  aiDToer  vin  faet  toot  den  pl&nten^ioei 
]MMdi«Mgke  water.  In  dit  opucbt  wordt  ie 
Tooral  nntti^  in  de  atrdLen  met  iteike  verdam^ 
ping  en  genngen  regeirral  in  de  xomermMnden 


geweatso,  en  foar  die  gewuaen,  welke  voor  ban 
ontwikkeling  Teel  water  nooiËg  bAben  loo^ 
tüst  en  gnikerriet.  In  de  op  grootere  eeogralisdie 
br«edl«  selegen  landen  treedt  eebtei  dit  Toordeel 
der  Wueilng  op  den  «ditergMod,  maar  moet 
haar  snnitige  nitamking  meer  worden  gesodit 
JQ  de  MinetteBde  weiking  Tun  bet  wAter.  Wi,ter 
kan  bemeitend  weiken  door  i|jn  gdulte  aan  slik, 
die  daarait  kan  beiiid^en  en  aan  owMosle  Toe- 
dende  «toflen,  die  daarnit  reehtglróaki  dooi  de 

Slanten  knnnen  worden  opgenomen  ol  daarait 
oor  deo  gwod  kunnen  worden  geabsorbeerd. 
Verder  kan  Toortdarende  aanToei  ran  Tench  wa- 
ter oxjdeerend  werken  door  iqn  g«hiJt«  aan 
snnntM  «n  oploawnd  op  Teraehilende  schadeljiki 


verbindiBgen  in  den  grond,  o.  a.  op  lann  jjier- 
en  Imnnsocr,  welke  oolossing  ien   deele  g 
oiydeereade  werking  bemit.  Jn  faet   najae 


4nt  «Jster  kan  biet  water  den  grond  besriier- 
men  tegen  te  sterke  oitstraliag  van  waimta  «n 
Torat,  in  bet  voorjsAr  tegen  de  nadeelige  wer- 
king TM  nschtTorsteo. 

dm  goode  retnltaten  te  feikrj|gen,  moet  bet 
water  Toor  berloeiing  geschikt  An.  Goed  water 
mag  geen  vrije  laren  of  tr^e  alkaliën,  noch  re- 
dneeerende  eloflen,  looals  sniltedea  of  groote 
boeTetUieden  oh!  oorrerb  in  dingen  beratten;  daar- 
om il  bet  uit  faoagreen  fkliaUieDd  water  minder 
EBCfaikt,  in  bet  bgionder  ook  dat  nit  T«le  fabri»- 
Q.  Ooed  water  wordt  «angedoid  door  de  a«n- 
weiigbeid  Tin  Tiaiehen,  klÉTorseben  en  groene 
wieren  alimede  door  het  voorkomen  Tan  water- 
kers l'ffostwrfittm  olHeitud»,  brongras  (CabAroMt 
aqwttiea)  en  watereei«prüe  (Venniea  AnagaUU), 
terwql  uoeiobieaen,  c^pergraaeen  en  waterscbeer- 
ling  op  minder  goed  water  wgten.  Voor  beTloei- 
iog  komcQ  bet  meeit  in  aanmerking  lichte  land- 
gronden.  Naar  den  aard  der  nitfoering  worden 
de  Tolgende  bevloeiingsstelMla  onderMheidea: 
stnwtieTkteiing,  faelling-  of  bsng^uw  en  mg-  ot 
dakbonw.  Bij  de  slnwibeTloeiing  noidt  het  Tand, 
hetili  door  natuurlijke  boogten  of  door  knnatwet- 
ken  in  den  Torm  Tsn  kaden  ot  slniwn  omringd, 
onder  water  geiet.  Dikw^  wordt  bet  terrein 
daarbg  in  T«tMbil1ende  kommen  lerdeeM,  waar- 
in bet  water  Tan  de  boo^r  liggende  naar  de  la- 
ger gelegene  wordt  geleid  en   door  bet  openen 


fan  slninn  kan  worden  algekten.  fig  dit  atehel 
is  geen  in?Twende  bodemrerwerking  noodig. 
Bij  den  befliogbonw  wordt  bet  water  in  grt^ 
pels  geleid,  vloeit  het  oTer  den  benedeniandTan 
deie  en  aöpelt  het  in  danne  lagen  OTer  de  oNwr- 
TljÉte  Tan  den  grond  om  in  en  lager  gett^en 
greppel  te  worden  opgevangen  en  daarlangs  tt 
«orden  afffeToerd.  uit  snteem  ie  slechts  nit- 
Toeitwar  sïe  een  f|«middekl  verTil  Tan  ten  min- 
ttti%  aan««aig  ii  en  komt  dientengerolge  tooi 
Nederluid  weinig  in  aUMoerking.  Op  mindei 
betlende  terreinen  ii  hierToor  te  reel  gioDdrei- 
^aataing  noodig. 

Bg  den  rog-  of  dakbonw  wordt  bet  terrein  in 
dakvormige  Aken  gelegd,  «an  de  kmin  Toor- 
lien.  Tan  een  toeToeigreppel  en  aan  do  zgden  Tas 
alroergref^ls. 

Van  de  grondsoorten  komen  bet  meeat  in  Mn- 
nniking  de  lichte  landgronden.  In  de  tropiaebe 
en  sOMropiicfae  gewesten  wordt  de  berloeiiiw 
Teelal  toegepatt  (^  rüt  en  toikerriiet,  in  Hid- 
dea-Earopa  aooCdtüelgk  op  gradaiMl.  Bij  lom- 
mige  gMwte  steden  o.  a.  Berliin  wordt  de  beTloei- 
ing  dienstbaar  geoiaekt  san  bet  gebraik  raa  ste- 
delnken  afral  TOor  bemesting, 

Ben  eoodiinatie  Tan  berloeiing  es  drainage  is 
bet  systeem  van  Peterêe»  te  WittÉiel  in  Bol- 
Btein.  Daartiij  is  bet  beTkniingaleireio  gedru- 
neerd  en  ign  de  diainleidtngm  aan  baar  oitmoo- 
dingen  rac  Tentielen  Toorxten.  Door  slaiting  Tan 
deie  stuwt  bet  algeiskte  vloeiwater  in  de  drain- 
Icidingen  op  en  komt  het  bq  Totdoende  boereet- 
Leid  nit  daamMr  «angelagide  venttelkoken  aan 
de  ^tperrlskte  om  het  grariand  opnienw  te  be- 


landbouw  in  InsnliiMle,  met  nsaM  o 
lumlimdM  en  Jam. 

LiltratHwr:  Verslag  der  Stiataeommiaaie,  be- 
noemd bq  Koninklijk  besluit  Tan  6  Hei  1893,  no. 
16,  tot  hét  instdien  ran  een  ondertoek  omtrent 
beTloeiingen  ('i-O raven hage  1897),  J.  Z.  ttti  Ro- 
ihMgaU  VartssM,  hettbotk  der  grondTeibetc- 
ring,  1ste  dl.  {3de  dn*,  bewerkt  door  J.  Elema, 
Groningen  1»14).  F.  W.  Danktlbtrg,  Der  Wieeen- 
bau  (4de  drnk  Brunswijk  1907),  Ck.  A.  VogI», 
Qrundlèhren  der  Kulturteehnik,  Band  1,  Deel  11 
(4de  drakBerlgDl9W);L^FMeeiü,BewiBaeraDg 
und  Entw&ssemng  der  Aeeker  nnd  Wiesen  (B«r- 
lÜn  1899);  Q.  Scheteior,  Die  Bodenmdioration, 
Deel  UI  (Leipiig  1911);  E.  Aider  en  G.  Wety, 
Inigationa  et  drainages  (Parjjs  1909);  A.  Roiina, 
Les  itrigations  <3  ^n.,  Pargs  1889—1890);  J. 
Seotl,  Irrigation  <nd  wateranppl;  (Londen  1914). 

XrrlCKtor  of  tpoelkan  is  de  naam  Tan  een 
chirurgisch  instrument,  dat  tot  bet  iniveien  Tan- 
wonden  en  Weiiei  andere  geneesknulige  doel- 
einden gebruikt  wordt.  looals  Toor  neuidondte. 
maag-  of  blaaupoeliu,  reiniging  der  a^eede, 
voor  laTtmenten  eni.  Hü  bestak  in  ign  eenvoo- 
digtten  vorm  nit  een  ejlindrisch  blikken  Tat,  dat 
meestal  een  inbond  van  */■ — 1  L.  baiit  en  waar- 
aan nabg  den  bodem  een  Trq  lanse  bais  Tsn  gut- 
ta-pereha  beTesligd  kan  woiden,  die  a&n  het  vqje 
uiteinde  «en  mondstuk  Tan  been  ol  baidgummi 
beilt.  Ala  dit  uiteinde  der  boii  tigei  ligt  dan  de 
opperTlakte  van  het  water  in  bet  reeeiToir,  geeft 
ig   een   aanhouden  den   waterstraal,   die   te   ster- 


DigilizedbyGoOglC 


IBfilOATCat— ISVING. 


769 


ka  ÏB,  naamnaU  men  dat  uiteinde  beii0d«i»r»ut< 
venlei  tu  die  ome^Ukte  Tenf^dert. 

Irtn),  SrxU  of  Iny>,  een  uniteni^e  liTier 
Tan  WMt-Si)>erie,  ootapringt  in  d«  WneeidH 

{ntTineie  Kobdo,  un  oet  oMtd^k  mtdnde  <rin 
at  AHkl^berffte,  atiooott  in  «en  aootdMcsto- 
lijke  riehtiBg  aoor  het  fiftituiiiieer,  bunt  (ieh 
anga  tm  W4»it«  kkwf  wn  mg  door  bet  Altalge- 
betffle,  beieikt  bji  OtMtauatogwA  de  nitge- 
■trekte  iteppen  vu  ffibaril  (tinki  di«  der  KiMi- 
len,  rechts  die  -na  BatMb»)  en  mmdt  beneden 
ToboM  bg  Samorowak  met  een  breedte  tui  1890 
m.  ait  in  den  Ob.  Zg  ïe  met  baai  kionkdinBen 
S700  km.  Ihv  en  <»aTat  vele  eilanden;  net 
atroomgebied  beslaat  een  toperTlafete 
1674  WO  T.tan.  Bq  Semipalatinak  ia  ijj  Tan 
midden  NoTember  tot  midden  AoiU,  bö  Tobtriek 
van  November  tot  Uei  met  qa  bedekt;  dan 
TOTTMigt  de  sledevttit  de  uhee^aart.  Zq  bevat 
veel  riwh.  Haar  Toornaamste  agriTieien  iqn  aan 
den  reehteioerei:  de  Boeehtarma,  de  Om  en  de 
Tan»,  aan  den  Hnkeroever  de  lajim,  de  Tobol  en 
de  EoDda. 

Iran,  een  etad  in  de  8manaeh-<BaAiBetK  pio- 
vineie  Onipnieoa,  akehta  I  km.  tmi  de  lïaneebe 
gieuen,  vertielt  sicfa  op  eon  btarti  aan  de  Bidaa- 
•oa,  ie  het  «indpnnt  van  den  Spaanscben  Noor- 
de^oorw^,  waarbjt  ucb  bg  BendaTO  de  Fian- 
edie  ZniderspooTweg  aana)nit,  en  telt  10000  in- 
wanen,  die  le*en  van  ftottenbakken  en  leetlooien. 
In  NoreiBbei  1314  wtïd  de  etad  door  de  Cailis- 
ten  belegerd  en  van  den  4den  tot  de>  Aden  on  den 
Aden  November  geboanbardeerd;  dofhtiet  beleg 
moeat  den  Uden  November  iropden  opgebroken. 
IrrlnTi  ^oaJUnoton  een  AmerikaanaGhsclirö- 
vei,  denSden  April  1788  te  New-Toric  eeboren, 
studeerde  ridaai  aan  bet  Colombia-cotliege  en 
deed  in  1804 — 1805  een  tweejaiige  leis  door  En- 
i(^a.  In  de  lettetkandige  weield  maakte  hg  lich 
faet  eerst  bekend  door  inn:  .Jjetters  ot  Jonathan 
OldsMe",  in  den  ,^oming  Cbronide''  'van 
New-ioik  g^liatst  en  later  'tot  een  tmndel  vei- 
eenigd,  alsmede  door  de  ailgaive  van  bet  hntnoris- 
tiseb  t^duèritt  „Salmagnndi"  (1807— 180S). 
Daarna  Mhseef  hij  een  Inimige  „Hi'torr  oE  N«w- 
York  bj  Diedrieb  SnickeiJMeker"  (1309).  Tevens 
Btndeerde  hg  in  de  rechten,  dooh  trad  niet  op  als 
advootat.  dsar  hg  met  lijpi  broeders  een  faandels' 
vereeniging  stichtte.  Op  een  reis  wegens  lakea  in 
Engeland  (18IS)  venaioelde  bq  de  stof  voor 
scbetsen  nit  bet  maatechappdgk  leven  der  Engel- 
aehen,  welke  bg,  tom  ign  iiand«1sloa|4)>Bs  met 
bet  verlies  van  lijn  vennogen  eindigde,  onder 
den  titd  van:  .fiketehlbook  of  GooHrey  Cri 


(2  dJn.,  1320)  is  bet  liebt  gat.  Daanm 
bij  .Jraoebridge-fiall,  or  the  bvmoriate 


faii.^raoebridge-fi^,  or  the  bvnoriate '  ^  dln., 
]eS2).  In  den  lomer  van  '1802  beioefat  hg  de 
Rgnstreken,  woonde  daarna  te  Parqs  en  in  1824 
weder  te  Londen,  waar  ign  „Talea  ot  a  traveUer" 
(2  dln.,  1824]  veraefaenen.  Na  een  reia  door  het 
ntden  van  Frankiift,  ^ng  hg  in  1896  naar 
^anje.  waar  hg  Hen  sednreikde  4  jaar  met  het 
laad  en  de  bewoners  bekend  maakte  en  in  bel 
Ëaenriaal  allee  opspoorde,  wat  in  veitand  staat 
met  de  ontduiking  xan  Ainerika.  Daarna  aebreef 
hg  „History  ot  the  life  and  voyagea  ot  Chiisto- 

Ehei  Oolnmbna"  <18e8— 1830,  4  dln.),  waarty 
g  in  I88I  de  „Vojages  and  dieeoveriea  of  tÏM 


'  oompanions  ot  CaJDmbns"  liet  volgen,  ^aaiedie 
krani(k«n  «n  dto  handaehriltcn  van  Antoaio  Aga- 
fida  garren  bem  stol  tot  de  „Chronide  of  Ibe 
eonQQest  ot  Granada"  (2  dln.,  1829).  Na  zgn  te- 
iDgkeer  uit  Spanje  werd  hg  secretaris  bg  het 
.  Amerikaanseh  geiantaehap  te  Londen,  waar  hjj 
lijn:  „Alhambra"  (2  dln.,  1882)  sefaieet.  In  Uel 
1832  vertrok  hg  weder  naar  Amerika,  deed  «en 
reit  door  de  westelqke  staten  vandenHisaissippi 
en  vesti^e  üeh  vervolgens  1«  Washington,  tot- 
dat bij  va.  1S41  de  betMiking  op  lieh  nam  van 
geunt  aan  bet  ^wansohe  &>t.  Intassdien  ver- 
eehenen  sgn  ,;Mi«eella]iiet"  ('1835— 1S86,  8  dln.), 
bevattend  „A  tour  in  tbe  prairies"  en  „Ab- 
botatord  and  Nowstead-Aibbe;",  verder  „Aatoria" 
(1886)  en  ,4dT«ntDres  ot  captain  BonneviUe"  (8 
dln.,  1837).  Daarenboven  leverde  hg  in  1839  en 
1B40  in  het  ,^icl»iboi^is-lbgaainie".  een 
reeks  artikelen  in  den  trant  van  het  „Sketdt- 
book";  qj  weiden  in  18£6  onder  den  titd  van 
„Woltsrt's  Rooat"  venameU.  Te  Madrid,  waar 
bg  tot  1846  vertoefde,  lette  hq  ^  geaehiedknn- 
dige  na^N»ingen  voort  en  eehreel  „History  of 
Utbonet  aadliia  snceettora"  (3  dln.,  1860),  Nog 
meer  lewra  vond  kö  voor  ign  ,,01iver  Qcddsmitb, 
a  fci^Tapb;*'  {IMv),  en  eindel^k  besloot  hg  tgn 
sdtrnvenlooptMan  met  sgn  v^fe  of  George 
Wa^ington'^  ^1855—1359,  6  dln.).  Hï  overleed 
den  2Mml  November  1S59  op  ign  buitenvert^ 
Snnnyside  bq  Tarrirtown  aan  du  Hndaon.  D« 
beste  uitgave  van  iqn  werken  ia  die  in  37  dea- 
len (New-Tork.  1884—1886). 

Irvlni:,  Edteard,  een  van  de  voornaamste 
stichters  van  de  Daar.  bem  genoemde  eecte  der 
IrriDgianes  (sie  aldaar),  den  17dan  Augnstoe 
1792  te  Annan  in  bet  S<d)otiche  graatsehap  Dom- 
fiiesgiéborea,  werdia1619benoemd  totataittent 
vandenpredikanttTkoJmertteOlaagow  anin1882 
tot  leeraar  in  de  Nationale  Sebotsdw  Kerk  te 
Londen,  waar  >ga  leerredenen  de  strekking  had- 
den, om  den  toestand  van  bet  .ApostoliscD  tgd- 
perk  te  berstellea.  Toea  hjj  in  leZl  andere  ge- 
voelens dan  die  van  ign  Rrkgenootecfaap  be^n 
te  fanbaren  en  niet  slcehta  bjj  de  boiad^e 
godsdienstoefeBingen.  maar  sedert  1881  oek  in 
de  kerk  een  nienw  Pinksterwonder  en  bet  einde 
der  wereld  aankondigde,  gevoelde  bet  keikbestnnr 
licb  geroepen,  tassèbeóbeide  te  treden  eo  hem 
in  1882  «an  sgn  ambt  t«  ontietten.  Toen  hg  enen- 
wel  voortging  met  het  prediken  in  denielfden 
geënt.  ii«i4bg  in  1838  door  de  jUgemeene  Sobot- 
sehe  Synode  uitgesloten.  IDe  door  hem  TerwAte 
beweging  groeide  hem  over  bet  hootd,  naat  geest 
en  lieiiaam  vemvetigd,  omrieed  hjj  te  Okugow 
den  7deii  Deeendwr  1S34,  H|j  was  e«D  vroom, 
maar  dweqniek  man  met  gioote  gaven.  Zgn'  leei- 
ledenen  werden  uitgegeven  onder  de  tit^:  „Ora- 
ele  ot  God"  (1922)  en  „Sermona,  leetnies  and 
speeches"  (8  dln.,  1828). 

Irrlnir,  Sir  Bmtt/,  een  (ËAgetscb  tooneelspe- 
ler.  düMen  Febmari  1888  te  Keinton  bjj  Glaa- 
toiibary  geboren,  werd  ie  Londen  lyigevoed,  be- 
trad bet  tooneri  bet  ««nt  in  1866  en  wat  daarna 
te  Edinbnisb,  Olaagow,  Manchester  en  Londes 
weikuam.  In  1866  ^MMde  faü  bet  eent  de  nd 
van  den  speler  Baièdim  Saidamore  in  Bout- 
müCt  TjHanted  down"  en  kwam  daandoor  ov  sgn 
eigenlqk  gebied,  bet  weengeven  van  misdadigere 


DigilizedbyGoOglC 


770 


IBTINO— ffiVINOIAMEN. 


en  dacütoBiiehe  «n  turtitoditeljikc  kurtten. 
Aiilitet«eBvrig«D>  wm  lig  uu  T«r(elull«nde 
KhonwlHirgai  te  Londen  ««ttwDden,  in  1870  o. ». 
Mn  de  TRuileTiUe,  w«u  hj  300  mul  >ehtereen 
in  ót  „Two  tote»"  «ptnd,  en  een  landen  tgd  «ui 
bet  lijeevm,  dtt  daardoor  <ie  «erste  Mbouniiaig 
Tu  Londen  werd.  Dtax  speelde  Iq  «ent  senige 
honderden  malen  den  mooTdensu  in  bet  Tolki- 
■Mt  „He  BelU",  ereAerde  venolgens  Hamltt, 
Madtelk,  Olküto  en  Rükari  UI  en  Tnwierf  door 
tgn  tertolkingen  Tan  Shtikttpear»-kvkltn  den 


Amerika.  In  189S  nam  koningin  Vütoria  bem  in 
d«n  ridderctand  op.  Met  MarêhaU  gi(  hS  «en  to»- 
neelnitnre  van  Shalteiweare.  iHg  OTetteed  öen 
ISd«n  October  1905. 

ïrrlnrlaniMi  i>  d«  naam  eener  godtdieniti- 
ge  KCte,  die  in  1826  in  Schotland  en  Engeland 
ontstond  en  tieh  weldra  oiAteidde  oter  Daitach- 
Isnd  en  Zwitaeiland.  Zq  koesterden  bet  Toone- 


men  de  Tenehillende  kerkgenoolieliupen  tot 
"    '    ,  beiliee,  algemene,  AfottMitebe  Ke 

e  «moten.  Hnn  naam  ontleenden  iq  aan 


iinn  booidleider  Sdtford  Ining.  Hen  Tindt  in  bet 
Irtingianitme  een  eigenaardig  mengari  van  B.- 
lLatbo)i<É«  en  ProtettantMhe  grondstellingen. 
AtD  bet  R-Eatbolieisme  ontleende  bet  ign  denk- 
beeld nn  E«rk,  alt  een  door  Öod  o^  wonderda- 
dipe  wgie  te  TOOTBciujn  geroepen  inrichting,  door 
Zgn  hand  en  naar  iöa  Terordeningen  geetieht, 
waarom  de  Chrieten  haar  met  ootmoed  als  zoo- 
danig dient  Ie  «rkeniwn.  Van  Protettanttehen 
oorspronc  «JaareategeD  is  tqn  Tenet  tegen  d«  R.- 
Katbolieke  Kerk  en  t^en  haar  gewaande  gel|jk- 
Tormi^heid  aan  de  Apoitolisehe  gemeente,  waar- 
van IQ  reeds  vroeg  ii  afgeweken.  Uit  die  Termen- 
ging vatt  beboette  aan  ketkelqk  geiag  met  inlk 
een  toetsing  der  beitunde  kerkgenooticbapfwn 
aan  bet  AfMstotiseh  ideaal,  «ntleeDde  bet  Ir- 
Tingianisme  ijju  leer  omtrent  de  Ternienwing 
Tan  bet  apostelambt  door  nieuwe  gaven  dei  geet- 
tes  en  omtrent  het  qioedig  aaobi^en  Tan  bet 
einde  der  wereld.  Hoewel  ook  andere  aeeten  dat- 
■elMe  verkondigd  hdiben,  onderieheidde  neb 
bet  IrTingianieme  daarvan,  inionderheid  'van  de 
M«ntanisten  der  2de  eeaw,  door  lieh  4e  boeden 
tegen  alle  groE-iinnelöke  Toortlellingen.  Zqn 
bootdleeretot  it  dat  der  aanstaande  terngkomtt 
van  Chrütut;  de  Teidorveoheid  der  Keik  vloeit 
volgens  deie  lecte  voort  ni4  de  geringaebattiBg 
van  dat  leerstuk.  Imfnen  Ohritfiu  ion  reed*  in 
bet  tndpeifc  der  Apostelen  teragg^nerd  ij}n, 
doeb  daar  de  geloovigen  vemimden  dien  oegen 
at  te  Kneekea,  udegMehiedkandigeoatnrikkdHig 
der  Kerk  in  de  plaate  getreden  Tan  de  bovenaa- 
tnnrijjke.  Eet  apostdanibt  en  de  gwen  des  gees- 
tes  xgn  verloren  gegun  «n  op  gebr«kkige  WQTe 
door  de  opvolging  der  biwcboppen  en  door  de 
fcerkelnke  overleTCring  vervangen.  De  afiiinke- 
I^beid  der  Kerk  van  den  Staat  in  het  Oosben 
en  het  Pansdom  in  bet  Westen  iqn,  volgens  het 
Irvingianisme,  nieuwe  «tawen  geweest  i^  den 
weg  dei  v<erderts.  en  ^Its  de  Hervomiine  beeft 
dit  laatste  niet  kunnen  weerstaan.  De  Hervoi- 
mers  bebben  gehandeld  tonder  v^^adit  Tan  bo- 
ven, daar  ai  in  ]daatt  van  het  „liebaam  van 
CArütve",  ali  een  objeetiet  organisme,  «en  ge- 


_  )jeêtieve  gejoof  der  afiosderlgke  per< 
De  bestaande  kerkgenoottebafipen  konden 
dns  weliswaar  de  ahondeilöke  oereonen  tot  la- 
ligbeid  brengen,  maar  de  „Bniid  van  Cbrietm", 
namelgk  .,de  Kerk",  loebt  men  te  vergeeft,  loo- 
dat  de  Cbristeliilce  mensehbeid  er  niet  op  vooi- 
bereid  ie  den  ,,BmklegMn"  te  WtvangeH.  Hoe- 
wel voor  't  overige  beaielAreed  Tencbillende  van 
de  Baptisten,  bomen  de  Ipviagianao  «net  deaen 
daarin  overeen,  dat  >t)  de  gevestigde  Kerk  Bsiwl 
noemden,  dat  in  den  stnja  met  bet  ,«beest"  der 
Openbaring  becwnken  moet.  Nu  reeds,  zeiden  ig, 
wordt  aUet  vooibereid  op  de  beenchappn  vsn 
den  Antichrist,  daar  de  ProtestantselM  theorie 
van  een  almmeen  piiesteidom  nitloopt  op  een 
keifcelgke  democratie.  Het  kenmerk  dier  beer- 
■Aappn  ia  bet  strenen,  om  aHes  van  nien  groMl 
op  te  bouwen  in  plaat*  van  bet  van  boven  te 
verwaehten,  loodat  Gods  boTennatnorlgke  tas- 
sebenkomet  vervangen  wordt  door  een  natunrlgke, 
gesehi«dknndig«  ontwikkvliog.  Zal  de  £erk  nn 
voorbereid  worden  op  d«  komst  van  CAnstMS, 
dan  ign  er  andere  goddelgke  wonderen  neodie, 
bepaaldelijk  een  vernieuwing  van  bet  apostel- 
Moap  en  van  de  geestelgke  giren.  Die  vemien- 
wing  beeft  vtri^eoB  ben  plaats  gehad  in  het  Ir- 
vingianisme,  waarin  de  ware,  npostolitcb-alge- 
meene  Kerk  liebtbsar  geworden  t«.  Ook  dm 
evenwel  nl  niet  beatand  ign  in  d«a  atrgd  tegen 
den  Antichrist.  Vóór  de  versebijning  van  deiCB 
lal  de  ware  Kerk  van  ChrülMt  in  de  Inefat  wor- 


de IsneiieteB  als  eetoifen  Oode  mllen  «verbe- 
ven. Deie  loHen  lièh  in  Palestina  vereenigei.  tot- 
dat CAmtiuinüchaaKlpogedMuiteioeMrd  met 
tga  vecrewn  als  met  tqn  pu  weggMoerde  volge- 
lingen teingkeert,  om  den  troon  van  DmM  en 
de  12  letris  der  «postekn  te  beratdien  «  alle 
voorspellingen  van  liet  Oode  Testament  te  ver^ 
vallen.  Du  neemt  het  DuHeDdjarig  B^  een 
aanvang,  waarop  een  tweede  opstanoiiig  «i  de 
groote  oordceledag  volgen.  Sg  deie  AjMcdmti- 
lebe  lientirgie  had  aliM>  de  Irvingiunaehe  Keric 
de  tuk  om  de  volmaking  van  bet  Uchaam  van 
Chriilut  te  bevorderen  eo  te  voleindigen.  Tot  dat 
doel  beeft  het  nieuwe  Ptnksterwonder  plaats  ge- 
had, als  «trekkende  om  de  bedieningen  e 


telnke  gwren  van  den  tgd  der  Apostelen  wederwa 
D  «et  leven  tfe  roepen.  In  tegenstelling  van  bet 
.Bkbel"  il  de  „Eine,  li^tbue,  apoitoliMfae,  al- 


Eeik"  gegrondvest  op  algemeen  gelden- 
letgk«  verordeningen,  die  men  lot  aekere 
hoogte  aantreft  in  de  K.-£atboIieke  Kerk.  2^ 
beiit  als  grioofsregel  een  objectieve  leer,  in  de 
ApoibeJen  en  Profeten  «en  levend  geiag,  dat  de 
Qewgde  Schrift  naar  eiscfa  veiUaart,  terwgl  bet 
nergens  toe  dient  de  doode  letter  dier  Scbrilt  te 
verspreiden.  Eveneens  bebben  baar  eaeraawnten 
een  objectieve  Hgenende  kraeht,  onathankelgk 
van  het  gdoot  der  afionderlgke  personen,  waar- 
op men  lich  trouwene  niet  kan  verlaten.  Er  sqn 
4  kerkelijke  bedieningen,  n.  1.  die  der  apostelen, 
profeten,  evangelisten  en  herders.  De  apostelen 
worden  rechtstreeks  door  God  ungeweien  door 
den  mond  der  profeten;  i^  qjn  in  bet  beait  van 
volkomen  bcitigheid  en  bnn  untal  is  12,  evenals 


DigilizedbyGoOglC 


iBVTNGIANSN— BAiAX  I. 


in  d«  ooropFaak«Igk«  <%iittelijfce  EeA.  De  gare 
d«i  profetn  openbaut  lioh  vooiri  dooi  liet  apM- 
ken  Ttui  vreemde  taka;  iatassoben  zga  niet  Allen, 
die  iet»  gare  beiitkn,  tot  de  fiFofetieche  bedie- 
Ding  besUrad.  De  faeidera  tgn  de  leerovi  dei 


KlooTÏgen  en  de  eTang«twtea  belasten  lioh  met 
t  leiKieliDgKhap  teroibbrekliDgilei  AleHDeeoe 
E«Tk;  op  de  kenelpe  bedjeoingen  volgen  de 


gemeentelijke,    namel^    die   dei    engelen    , 

tchoppen),  oadaten,  piiesteie  en  diakenen.  De 
dienaren  der  Ketk  en  der  gemeente  ontvangen 
naai  ood-Jsrailiebisdie  gewoonte  de  tienden.  De 
eeiedienst  onderscheidt  lieh  door  nitwandigeo 
loieter  en  stemt  oveieen  met  dien  der  B.-KathMie. 
ke  EtA. 

De  oorsprong  dewi  aecte  ie  te  loeben  in  de 
Engel  «obe  en  Seboteiiw  bidveieenigineen,  die 
naar  profetitebe  vooiliohting  en  naar  net  reebt 
verstand  der  Bübelsehe  voorepelUngen,  inzond«i- 
beid  dei  Openbaiing  van  Johaimeê,  atieelden  en 
de  apoodige  teingiomat  van  Christuê  afsmeekten 
van  God.  Een  der  jfreiigite  dfer  veteeniaingen 
bad  eedeit  1827  btnr  vecgadenplsats  te  ^bnrj- 
Faik  in  Sncui  w  bet  buitenveitlvf  van  den 
bankier  Drumitumd.  Te  Port-Olaegov  gea^edde 
in  1880  de  eerste  ailstorting  van  deo  fieiligen 
Geest.  Irving,  in  dien  t^  predikant  in  de  SelMt- 
*ebe  Kerk  te  Londen,  was  de  eentA  'Ue  bet 
rrooTTedit  genoot,dat  ign leemde  weid ai^ebro- 
k«n  dooi  een  taleniprAende  dame  (16  Oetober 
1880),  en  dit  veisehjjnael  berbaaJde  liob  iM  dik- 
wgls,  dat  bg  in  elke  pieek  opiettel^  «en  panie 
hield,  om  aan  de  talensp rekenden  gelegenbeid  te 
geven,  hun  ^av«n  te  «wenbaren.  Reeds  in  1832 
bad  de  Heilage  Oeest  oe  eente  2  apostelen  be- 
noemd. Irving,  den  3deo  Kaart  1888  in  ign 
ambt  geaeboisl,  biaebt  bet  niet  veider  dan  tot 
de  waaidigbffld  van  engei  Eeiat  na  ign  dood 
werd  bet  twaalft^  apostelen  voltallig,  loodat  de 
nieuwe  Eetk  lieh  met  Kerstmis  I%5  op  een 
Concilie  te  Landen  vestigen  kon.  0}>  een  tweede 
Concilie  )n  Jnni  1836  werd  t«sloten,  dat  men  in 
naam  van  God  een  toe»piaak  soa  riekten  lot  de 
geheele  Eeik  oo  aarde,  en  de  apoetelen,  nadat 
ig  den  aardbodem  onderling  verdeeld  hadden, 
vertrokken  naar  alle  kanten.  Na  verloof)  van  2 
jaar  kwamen  ig  telenigesteld  weder  büeen.  Ook 
de  aangekondigde  wonderen  waren  uitgebleven 
en  de  t«rmga  voor  bet  veigaan  der  wereld  (14 
Juii  1635)  was  verstreèen.  Daardoor  liet  men 
lirii  ecAtar  niet  afsehriUien.  Men  veiscAiooI.  dooi 
een  betere  uitlegging  van  de  Heilige  Sehrilt,  den 
jongaten  dag,  noemde  de  wondt^n  overtolUg, 
daar  o(^  de  daivel  wonderen  ion  kunnen  doen, 
en  veibeogde  lïeh  des  (e  meer,  in  bet  spieken 
vu  talen  een  krachtig  bvwgs  te  beiitten  vooi 
de  weiking  van  den  Heiligen  Oeeat.  (Dit  vet- 
sebgneel,  hoewel  niet  nieuw,  was  trouwens  oc^ 
bet  meeat  geaehiht,  om  de  rigemeene  aandacht 
te  boeien.  Qetnigen  beKhrfjven  l»t  als  een  qire- 
ken  met  vieemde,  krgsdiende,  sebeip-geaeeeo- 
toeeide  gelniden,  welke  doot  mannen  en  vroa- 
wen  in  een  staat  van  groote  op^wondenheid  op 
krampachtige  wgie  werden  oitgestooten.  De 
nieuwe  secte  vond  vootal  aaidiangers  bg  de  hoo- 
gete  «tanden. 

In  Duitseèland  vond  bet  Irvingianisme  eerst 
ingang  omtrent  bet  jaar  1848.  Het  werd  bevor- 


derd door  da  staatkundige  en  ietlidgke  reactie, 
en  ign  nitwendise  glans  waa  veiloklEend  vooi  de 
aristoeiatie.  Te  miJgn  plaatste  xieh  de  boold- 
ledaeteni  der  „Ereuizeitonc",  de  iustitieiaad 
Wagner,  als  een  engel  aan  i>et  hoo(d  eenei  ge- 
meente, welke  grootendeels  nit  g^wnsionn eerde 
officieren  bestoiid.  Te  Marlnie-  werd  Thierfeh, 
hoogleeiaai  in  de  godgeleeidbeid,  een  bekeeiling 
van  den  apostel  Carlyle.  Te  Koningsbergen  was 
de  orangeUst  Mai  van  Poehtutmmer,  naar  men 
seide  ,/)p  hoogei  geisg",  «iet  vig  goed  gevolg 
weibaam,  daar  hg  een  «nnstig  oor  vond  bg  vde 
aanliangera  van  de  Ona-Lutheisehe  predikanten 
Sbd  «n  DieifoJ,  die  in  1842  waren  afgeiet.  An- 
dere gemeenten  ontstonden  doöi  den  invloed  van  ' 
Thienek,  Poekhaatmer  en  den  profeet  ÜAorJee 
Bökm  in  Ëifuit,  Maagdenbuig.  Posen,  Neustet- 
tin,  HenMl,  QOrliti  en  Liegnitz.  In  Zuid-Duitseb- 
land  veiiiieidde  de  Schot  Cnird  uil  iMontrose  de 
Irviagjaanscbe  leer  vooral  in  bet  bisdom  Anga- 
bnrg,  ook  onder  de  B.-£»tholi<ken.  Te  MOncben 
was  Tki»TKk  jaien  lang  werkuam,  en  te  Weencn 
deed  Caini  een  poging  om  een  gemeente  te  atieb- 
ten.  In  Zwitserland  vindt  men  aitsloitend  te 
Baid  Iivingianea.  Bnites  EneeiaiM]  blnven  de 
Iivingianen  g«woonlJik  leden  ia  Slaatsteik  oi 
kiezen  «t  sMchts  bepaalde  personen,  aan  wie 
de  keikelgke  en  gemeentelnke  bedieningen  «or- 
den opgedragen,  wat  reeds  meeimnlen  asolei- 
ding  oeeft  gegeven  tot  moeiljjkbeden. 

Van  de  12  in  1835  aanwesige  spostelen  is  de 
laatrte,  Woodkame,  in  IWl  gestorven.  Het  ont- 
breken dei  spostelen  beeft  c^  de  uitbreiding  dei 
Irvirtgianm  een  ongnnsti^en  invloed  geoMeodi 
daar  nu  de  inwgdiiu  der  nienwe  leden  <dooi  hand. 
oplegging  „veri^wng"  niet  kan  plaats  vinden. 
Het  aantal  Irvingiaoen  is  op  ongeveer  25  000  t* 
st^en.  Uit  de  Irringianen  agn  de  Nieow-IrTi*- 
gianen  of  Nieuw-Apostoliedien  vooitgekomen,  all 
aaniiangeit  eeist  van  H.  Oever  ea  „bisschop" 
Sekviartt  sedeit  1860,  na  1878  als  amduuwetB 
van  „biesebop"  Sekwtx  alleen.  Zg  onderscnei- 
den  licb  door  bun  apostelkeuie  en  hun  sneer  Pro- 
testaotsobe  richting. 

Zie:  J.  M.  Valeltm,  Het  Irvingieme  (1BI2). 

IntT>-  Zie  Irfysj. 

iMusk,  een  der  aartsvaders,  was,  volgens  den 
Bijbel,  de  lOon  van  Abraham  en  Sara.  Ea  »a 
door  jgn  vader,  gehoonamend  aan  een  Ibevd  van 
God,  m  den  berg  Moria  geoffeid  wolden,  maar 
weid  <b>ar  een  wonder  geied.  Evenals  Abrakam 
wordt  hg  als  een  nomadenvoist  voorgesteld.  Ver- 
der weet  de  overlevering,  die  hen  met  Abrakam, 
en  Jaeob  tot  de  drie  aartavaders  rekent,  ntetawa 
bem,  dan  ign  ihaweliik  met  Rtbtkka,  die  hem  2 
■onen,  Eku,  den  stamvader  der  Edomieten,  «■ 
Jaeob,  dien  der  IsiaSlieten,  schonk.  ItatA  is  een 
bgpersoon  in  de  verhalen  betreffende  Abrakam 
en  Jaecb.  Van  bem  lell  wordt  süeen  in  Oen.  26  : 
6 — 3S  ign  aanisking  met  den  koung  van  Gerar 

laa&k  I  Comneniu,  keiaet  van  het  Byian- 
tgnsebe  igk,  de  telg  van  een  aanzienlök  Bo- 
meinseh  geslaefat,  klom  op  tot  den  aag  vanteld- 
heei,  hawde  met  een  gevangen  Bnlgaacsdie 
vffietin  en  weid  ia  1057  door  heller  uitgeroepen 
tot  keiier  van  bet  Byiantgnsebe  K^k,  waarna  bi| 
Miekatl  VI  SiratioUau  van  den  troon  sUert.  Hg 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISAAK  l—miSBUJi  I. 


««rvteilite  d«  TiHiieii  teseo  de  Anbieien  en  P«t- 
■jcnegeii.  In  1059  werd  hy  uiwetMt  door  eeo 
ongcaeetlökc  liekte;  faq  trak  liob  terug  ia  «en 
klooatei,  na  vrnehtelooie  pO(rinnD  om  de  kiwtn 
te  hewigtn  Mo  xgn  titoMur  /o«<mn««.  Hq  OTer 
hed  is  1061. 

ImuÜI  n  Angeltu,  werd  BjuQtö'i'''  keiier 
in  1185,  n*dat  IkndroHieiM  Conutemu  thi  den 
tnwn  céalooten  «M.  Tien  JMi  tater,  na  een 
•lecbt  Mttnnr,  «crd  bjj  «cfatei  door  ifjn  eigen 
broeder  AUmu  na  ign  wurdi^id  ^roold, 
op  de  Wncht  genepen,  van  bet  licht  ia  oogen 
berootd  en  in  den  «rkcr  gcwoifiea.  Tenrql  nu 


netfaaen  Zuna  l)el«fferde.  Dat  leger  Terorerde  in 
1204  EonatantiBwel  m  bracht  Itaak  ipedetora 
op  den  troon.  De  cehrftea,  die  AUtüu  den  Kruia- 
Turdert  toot  hos  hulp  gedt«a  had,  lokten  ml- 
dra  «en  opttaid  nit.  Al^hu  Dueoe  Mtiraiphtiku 
maakle  diUrtan  gebmik,  om  Itaak  en  ign  lOon 
ÉUniu  tan  Tal  te  brengeo.  LaaMgenoemde  «erd 
fo  dei  kerker  Temuwrd,  en  Termoedelijk  onder- 
ging afjn  -nder  hetieUde  l<rt. 

laaak,  bÖK^naund  tb  UotUmder,  wat  een 
aeheiknndige  ait  de  eerste  bdtt  dei  16de  eeaw, 
in  iiet  do^  Stolkwg*  geboren,  en  deed  met  iqn 
loon  Joitan  een  aantal  meitwaardige  ontdekkin* 
gen.  uien  «cbnitt  bem  d«  DitTinding  toe  van  me- 
uten btandferren  ten  beboen  der  glaasohilder- 
knnat,  Tan  den  TCTeibeerOTen  en  tsd  veriebillea- 
de  wbeiknBdige  praniaraten.  Van  beidei  lotffe- 
Tallen  ia  nieti  bekend.  Afkomstig  Tan  den  rader 
lijn  de  weiken:  „De  tripliei  ordine elexiris  et  la- 
pidia  Ibeoria"  (1608),  „Opera  regetabilia,  ad  ejns 
alia  opera  intelligenda  neceuaiia,  «bi  de  qnlntis 
euentiis  vinoqne  agitar  nt  de  elixiie  TÏtae,  mrilii 
«Hcntia,  rore  lolis  etc",  „O^ra  mineralia  et  ve- 
getabilia,  iiTe  de  lapide  phjlosopbomm  qnae  re- 
periri  potnemnl  omnia"  (1800),  en  „Libei  rarie- 
■imni,  dietus  eecieta  reTeJatio  T«iae  operationii 
DMnualii  pro  oniTersaii  opere  et  Itpide  wpfea- 
tiom  etc".  Tan  den  loon  neeft  men  iJ'raginenta 
<taaedam  cfaemiea.  a  Gombachio  edlta"  (1M7). 

Ttialf*  I  PieleTj  een  Nedetiandadi  schilder, 
die  te  Klienenr  omstreeks  1569  nit  Holluidscbe 
ooders  gebaren  werd  en  aldaar  den  14den  B^- 
tember  1625  OT«rIeed.  Na  onderwjjg  te  hebben 
genoten  Tan  Comelit  Ketel  te  Amsterdam  en  Tan 
Jtaiu  nm  Aken  te  Ifünehen.  ging  hn  naar  Am- 
«terdam  waar  hq  Tan  159S  tot  1607  Termeld 
wordt.  Ook  in  1610  Tinden  wü  hem  in  Ameter- 
dam.  Tntnhen  1607  en  1610  en  tu  1614  tot 
sgn  dood  werkte  bg  Toomamelgk  in  Deitemar- 
ken  aU  hotsehitder. 

Itaak»,  Itaae,  «en  Nederlandieh  sehilder,  Mon 
Tan  den  vorige,  in  1599  te  Amsterdam  geboren 
en  na  1648  aldaar  OTerleden.  E«  werkte  te  Ant- 
werpen, in  Denemaiken  en  te  Amgterdam.  Hen 
liet  een  stuk  Tan  bem  in  bet  BqksnKueiun  te 
Amiteidaia. 

>'  IsalMaa  of  IjobeUe,  koningin  van  Frankrgk, 
ometreeki  1370  gieren  als  een  dochter  van 
Shphamu,  bert<^  «on  Beiereit'InfoUladt.  trad 
in  1385  in  bet  bnwelgk  met  óea  17-juigen  koning 


Kartl  VI  en  werd,  toen  deie  in  1392  tot  kiuk- 
linniirheid  Terviel.  met  haar  iw^er,  den  hertog 
san  Orteant,  en  met  den  bertog  wm  Botugimdii 
regentes  raa  Frankrük.  Het  eerstgenoemde,  haar 
ffnaiteling,  <mderdnKte  ig  ds  ingeKtenen,  en 
dwong  ben  tot  bet  opbrengen  van  auuienlgke 
belastingen  tot  be- 
vrediging van  baar 
praahiidrt  en  Ter- 
kwiiting.  Ook  leidde 
ig  een  losbandig  le- 
ven. Na  den  moord 
op  Ortem»  n407) 
kooi  ig  de  igde  van 
Jan  van  Bourgondië 
en  werd,  toen  de 
Annagnaca  de  ovec- 
wtnniu  beliaalden 
op  de  Bourgnig- 
DODi,  in  1417  Mvan- 
kelgk     naar      Toora 

gAracht.  Toen  koos  ijj  gdiert  fiartg  voor  Booi- 
gondil  en  sloot  nit  haat  tegen  den  dtopbin  Kard, 
die  haar  met  Terwjjtiagen  wegene  haar  ledelooc 

KIrag  oveiiaden  bad,  met  Hmdrik  V  keaiiig  van 
geland,  den  2lBten  Mei  1420  het  verdrag  van 
Trojea,  waardoor  deie  na  iQn  verloving  met  Ca- 
ilutrtna,  de  dochter  van  Itabiau,  als  erfgenaam  en 
regent  van  Fraakrük  w«rd  erkend.  Na  bet  «ver- 
Igdea  van  Httubik  V  en  van  Karel  VI  (1432) 
verloor  i|j  echter  allen  Inrloed  en  overleed  ver- 
at^t  es  vergeten,  den  34sten  Septonber  1435  te 
Pargs. 

ZTe:  Ifiireef  Thiboidl  leabean  de  Bavièn^  rei- 
ne de  Franse  fPartts  1903). 

ZSAballft  M"  Portepofj  de  eefalgcnoote  van 
Phiiip»  dm  Ootde,  hertog  «on  Bowr^md*^  gnaf 
van  HoOaitd  «u  Zetttmd,  in  1S95  gdMiu,  wat 
Mdntende  de  afwwigheid  fan  baar  gemaal  be- 
last met  de  algemeene  laodvoogdq  in  de  Neder- 
landen. In  144S  sloot  ig,  nit  naam  van  baar 
echtgenoot,  een  verdrag  ntet  Bendrik  VI,  koning 
van  Engeland.  By  het  nitbariten  van  nieuwe 
verdeeldheden  tassehen  de  Hoekschen  en  Eabel- 
jatHTBchen  in  1444  te  Haarlem,  begaf  sq  lich 
daarheen.  Zg  oveileed  in  1471   te  Brarae. 

ISKbella  I  pan  Oattüii,  A  XatkoMct,  een 
dochter  van  Jan  11.  koning  van  CaatiliB  en  Leon. 
den  22rien  April  1451  geboren,  trad  in  1469  in 
bet  hnwelQk  met  Ferdinand  U  bggenaamd  den 
Katholieke,  den  lateren  koning  van  Aragon,  en 
«rtde  BB  den  dood  van  haar  stiefbroeder  Hendrik 
ÏV,  met  uitsluiting  van  baar  ondeie  inster  lo- 
kanna,  in  1474  d«n  troon  Tan  GattiUX.  Reed*  by 
het  leven  van  haar  broeder  genoot  zg  looaeer  de 
gunst  der  Röksstenden,  dat  een  groot  gedeelte 
van  deien  lich.  na  bet  overljfden  van  Bvndnk  TV, 
Voor  baar  verklaarden.  Nadat  Castilii  en  Aiagon 
vereenigd  waren,  noemden  ferdinand  en  Imbdia 
lieb  koning  «n  koningin  van  ^Mnje.  Zg  beaehonw- 
de  bet  verdreven  vandeHooren  nitSfünjeala  d« 
gewichtigste  taak  barer  regeering;  ig  waa  overi- 

Ïïns  een  ttinke  voittLn  en  versdiafte  Oobunbm* 
t  gewenscbte  onderslfiuning  voor  lijn  reis,  die 
tot  de  ontdekking  van  Amerika  leidde.  Zg  ver- 
nietigde bet  Tuistrecht  door  bet  tiandhaven  vu 
een  algetneeneo  vrede  en  door  een  bdioorlnke 
T«ebt^ilegiiig.    Paos   Alnmder  schonk  aan   het 


DigilizedbyGoOglC 


ISABHLLA  I— ISABET. 


773 


fccninkli^  «eïtpsoi  den  titel  Yan  KathoUeke  Ma- 
jeiteüeti.  Om  stutknnilig»  Terrolgingen  te  kan- 
tten inBtellen,  beTordeide  iq  de  iotoering  der  In- 
qiii«itie  in  Spanje;  op  raad  T&n  d^  ^root-inqui- 
■itenr  Thomat  de  Torauemada  veitunde  m  in 
1492  de  IsraNiettn  nit  Spanje.  De  dood  van  imsi 
loon  dsn  Juan,  prina  van  AtturiS,  en  lan  haai 
doehtei,  koningin  tod  Forlngal,  verbitterde  de 
laAiate  jaren  van  haaiiegeeiïnK.Zg  overleed  te  Me- 
dina del  Cao^  den  2«ten  Novemibet  1504. 

Zie:  Preteotl,  HiBtoTy  of  the  reign  «f  Ferdi- 
nand  and  Isabeila  <DiieQ«e  drnk  New- York 
1902);Xem>,lBatieBekCat>hoMqne(Pariis   1874). 

Isabellm,  Olara  Sugenia^  een  doditer  van 
Pküip»  U,  koning  van  Spanje,  den  12den  Sa>- 
teniwT  1556  te  Seg'ovia  g^ren,  trad  in  <1598 
in  bet  hmrelijk  met  Aloertiu,  aartsbertog  lan 
Oottenrvk,  en  werd  met  haar  e«maal  in  1&99  te 
Bnitael  ti«  tomereine  Tonten  der  Nederlanden 
aehnldi^d.  Na  den  'dood  Tan  baar  gemaal  (1621) 
bleet  Eg  nog  12  jaien  Spaanse  landToogdee  der 
Z.  Ned«i4anden  en  CTcrleed  te  Bmuel  den  leten 
Deoember  1633.  Zg  trachtte  zooveel  mogelQk  den 
bloei  der  aan  haar  lorg  toevertrouwde  gewesten 
te  4)evarderen,  liet  o.  a.  een  ibegiii  maken  met  het 
graven  van  een  veitnndingskanaal  t^iBchen  Ant- 
weroen  en  den  R^n  en  stiohtte  de  kantngveibeid 
in  èelgii. 

Isabella  H  Karia  Louiaa,  koningin  van 
Spanje,  ilen  lOden  October  1830  geboren,  waa  de 
doditer  vui  koning  fardinand  Vil  en  van  xjn 
4de  gemalin  Maria  Ghrittxna  van  Napek.  DaM 
Ferdmand  geen  zoon  had  en  kracbtene  de  vast- 
gestelde troonopvo^ng  d«  kroon  na  ijjn  over^- 
den  ten  deel  zon  vaSen  aan  igi  broeder  don  Oor- 
hu,  biet  hg  den  29eten  Maart  1880  de  Saliaehe 
wet  op,  Hiodat  i^n  doditer  den  troon  kon  tan- 
•vaarden.  Het  legantubap  werd  'waargenomen 
door  jforta  Ohrittina,  die,  met  t>ehirip  der  libe- 
ralen, den  pretendent  don  OotUm.  het  hoofd  der 
conierratiGven,  beitreed.  In  18S7  waren  de  ear- 
liaton  door  generaaj  Stparfero  overwonnen.  De- 
ze nam  de  pMata  van  de  regentea  in  en  regeerde 
Spanje  in  1341—1848.  Toen  verklaKde  de  Cortes 
de  koningin  meerder^ric.  Deze,  goedhartig  maar 
weinig  geeitelök  ontwikkeld,  liet  lieb  nithnwe- 
lijken  aan  den  onbeteeienenden  prina  Front  mm 
AmH.  Tot  haar  vertionwelingen  kooe  zg  den 
mysticus  Olmet  «n  de  intrigreerende  Sor  Fatro- 
rinia.  De  regeertng  werd  voor  baar  gevoerd  door 
Sartaex  of  door  (yDotmell.  Deze  laatste,  bocrfd 
der  liberalen,  TaariKgde  in  1854  het  pronnncia- 
mento  van  Vieale&io  nit.  Van  1358  tot  1 868  was 
iiQ  met  de  leiding  der  zaken  belaet.  De  oorlog 
met  Marokko  waa  zqn  vrerk,  Itabeila'^  Toorteur 
^noot  de  meer  reaetionnair  gezinde  Narvmi. 
Het  hartstochtelp  karakter  der  koningin  was 
oorzaak  dat  zg  de  achting  van  bet  voHc  verloor. 
In  September  1863  brak  de  omweuteling  oit,  die 
ImAeüa  naar  Frankijjk  deed  vlncbten.  Ma  ver. 
geelscbe  pogingen  om  Napcteon  UI  tot  tusscben- 
konut  over  te  hajen,  droeg  zg  den  25Bten  Jnni  1870 
baar  reebten  op  den  Spaeïuehen  troon  over  op 
baar  zoon  Alfontnu,  die  in  1874  ale  koning  ge- 
kroond werd. 

In  1876  keerde  Itabeüa  naar  Spanje  terug, 
waar  zg  bg  afwiteelin^  te  Sevilla  en  in  bet  ae- 
enriaal  haar  vettilgf  hield.  Zg  had  door  baar  -- 


triges  een  noodlottigen  invloed  op  bet  gedrag 
van  baar  zoon.  Vooral  poogde  zg  zjjn  venoving 
met  een  doobtei  van  den  hertog  van  Monlfeniier 
te  beletten.  Toen  baar  dit  niet  gelukte  en  haar 
nieuwe  minnaar  (Marfori  waa  in  1875  ia  onge- 
nade gevallen)  door  de  regeering  nit  Spanje  ver- 
bannen werd,  verliet  zn  in  bet  najaar  van  1877 
baar  vaderland  en  keerde  terug  naar  Farija,  waar 
ig  lelfs  betrekkingen  aantnooote  met  den  pre- 
tendent don  Oarht.  Bet  bnwelgk  van  Alfiauut 
U  woonde  zg  niet  bg,  en  eerst  het  overlnden  der 
jengdige  koningin  Mareedet  gaf  aanleiding  tot 
een  venoening  van  moeder  en  zoon.  Imbtlla 
overleed  den  9den  April  1904  te  Parije. 

IsabellaUmr  is  een  bruinaebtig-wi tachtig- 
gele  kleur,  die  lüar  oaam  zou  ontleend  b^iben 
aan  de  Spaansebe  prinsea  IsaMla  {zie  aldaar), 
de  dochter  van  Phitipa  11.  Zij  had  namelgk  de 
gelofte  gedaan  niet  van  hemd  te  zoUen  verwis- 
selan,  voordat  baar  gemaal,  aartshertog  Alberlut, 
Oatende  ingenomen  bad,  dat  fag  in  1601  be^n- 


hst  verbaal  niet  in  twqfel  te  trekken  qin. 

Iskbdla-ords  is  een  Portngeeseiie  vrouwen^ 
orde,  den  4den  Novend>er  1601  gesticht  «n  telt, 
afgezien  van  de  kden  van  bet  Eoninklnk  Hnis, 
26  door  de  konk^en  te  benoemen  ad^gke  da- 
roes  boven  óe  26  jaar.  De  orde  bestaat  uit  een 
gonden.  door  gonden  rozen  en  banden  omgeven 
medalje  mei  een  kroon  daarboven;  de  medalje 
heelt  op  de  voorzgde  het  beeld  van  de  H.  Itabeila 
van  Portugal  en  het  devies  .rPanpemm  eolatio" 
(der  armen  troost)  aan  den  voet,  op  de  achter- 
igde  de  naamegfers  der  prinaes  en  bet  rand- 
schrift ,3eal  Ordem  de  Santa  leabel  1801". 

Iu.baUa-ord6  is  een  Spaansebe  orde,  den 
24sten  Maart  1815  gutida.  Sedert  1347  bestaat 
zjj  uit  vier  graden:  grootkrnisen,  eommandenrs 
1ste  en  2de  klsaee  en  ridders.  De  orde  verleent 
den  persoonlijken  adel  en  den  grootkruisen  den 
titel  ËxceUentie.  Zq  bestaat  nit  een  rood  ge- 
ëmailleerd kruii  met  stralen  in  de  boeken,  dat 
aan  «en  groenen  lauwertak  bangt  en  aan  een  wit 
lint  met  oranje  randen  gedragen  wordt.  Het 
gooden  midden  schild  der  voorzgde  draagt  da 
twee  inilen  van  Hercolea,  omgeven  door  innden 
met  bet  insebrift  „Plus  ultra"  fDaar  boven  uit) 
en  twee  wereldgli^s,  bet  gebeel  omgeren  door 
het  devies  „A  la  kaKad  aerisolada"  (voor  be- 
proefde trouw).  Het  blauwe  middenechild  der 
achterzijde  met  de  g^roonde  initialen  van  den 
stichter  (Ferdiitmd  VU),  is  door  een  witten,  met 
zond  gebordnurden  ling  met  de  woorden  „Por 
Isabel  la  Oatolica"  omgeven. 

Xsabey,  Jetm  Baptiite,  «en  Fransch  schilder, 
den  Uden  April  1767  te  Naej  geboren,  orverle- 
den  den  ISden  April  1855  te  Pargs.  was  een 
leerling  van  David  en  is  vooral  be&end  door  ig'n 
miniatuur-portretten  «s  teekenrngeo.  ^n  meest 
vermaarde  portretten  zijn  die  van  Barrire,  Saint-' 
iml,  Oarrier,  Oottot  iFBerboii,  Napoleon,  Kartt 
X  en  Lodew^k  PkUipt. 

Itabeji,  Engiiu  Louii  Qabriel,  een  Franteh 
schilder,  xoon  van  den  vorige,  den  22Eten  Jnli 
1604  Ie  Pargs  geboren  en  den  27eten  April  1886 
te  Lagny  overleden.  Hg  beeft  zeegeii<Aten  en  ta- 
tereelen  uit  de  zestiende  eeuw  gecdtilderd.  Een 


D,o,l,zedb,GoOgle 


774 


ISABKT— ISATIBN. 


igneT  beate  slnkken  ii  „Li  riaite  40  cbitean' 
bet  Lont  re  t«  Pargs. 

XMMthlonmnr  «f  ox;deth;latilfMi»inr 
(C;&OH.OH(S0»H)  ku  veikregtti  wordtn  door 
imniilag  Ttn  iwATeHrioiied  t90i)  op  atiMlateii 
aleifaad,  wuRÏoct  etotiykaUMa  ODtatut,  dat 
DH-t  wat«r  ««111101110117  (SO.HjOBi.aHtO.SOiH) 
ge«tt.  Dit  TRlt  faq  langdarig  koken  met  wxter 
uiteen  in  iskethionianr  «n  iwaTeliunr.  Op  itit 
muótt  beieid,  ii  bet  een  etTot^rij^e  nuéi»,  die 
bjp  itMn  boTen  iwaTelinnr  kriitalign  wordt.  De 
TborDiuntte  loitten  ign  di«  van  ktJinm  ej 
riam.  Beide  Tomen  riHHnbisclie  krietiJlwi. 

iMmU  llêoiot},  een  Orieksch  redenasT  nit 
Chalkii  op  Eoboea,  tcrigens  anderen  uil  Athene, 
waarheen  hg  in  e^  gwal  vettrok  en  «aar  bjj 
■gn  opleiding  ontring  in  de  Khool  van  Lyndj  en 
Itoenuet,  veatigde  er  tieh  th  pleïtbeiorgct  en 
leetMf  in  de  welBprefcendlieid.  Ook  Demoêtlune» 
eeooot.  naar  men  meldt,  ijjn  ondeniaht.  Hg 
leefde  waarecfaünlgk  tnucben  430  en  S48  t.  Ohr. 
Vroeger  tiad  men  lan  hem  64  ledeioeringen, 
doch  ■kchta  50  Tan  deie  werden  als  «ebt  erkend, 
ea  tan  de»  ign  niet  meei  dftn  II  lot  ons  gno- 
men. iDe  fexamenliike  redetoeriiigen  van  Zfoeiu 
aia  nwenaaleD  getttvtt,  o.  a.  doOr  Seheibe  (1874) 
en  AttriMM  (1»^). 

iMffOt*  en  itagogiek  werden  dikw^s  ge- 
brnikt  tot  aanduidins  van  een  iuksding  tot  een 
weteu^s|i.  In  iiet  ogionder  weiden  déie  « 
dan  Toor  „inleiding  tot  de  alodie  Tan  den 
bel"  gebruikt. 


De,  ^rdreet  in  508  met  Spartaanedie  nnlp  OKt- 
tktne*.  bet  boofd  der  deioocraten,  en  wai  op  bet 
plint  de  remeriog  in  banden  te  f^ven  tan  een 
Raad,  uit  800  partggen ooien  bestaande,  toen  tg 
op  den  AkropcJia  werd  ingeslaten  ea  na  een  be- 
1^  Tan  drie  dagen  met  de  Spartanen  Atbene 
moegt  Terlaten.  Hij  overleed  in  Qwlltngeehu). 

iMiI,  in  de  Vulgata  en  bet  endere  hieder- 
taüdeoh  Jtue.  ia  de  naam  van  den  vader  van  Da- 
wid;  hg  bad  behalve  David  voigene  de  «enetover- 
letering  nog  2.  volgens  een  andere  overlevering 
Hg  7  ionen.  De  familie  van  ImiI  wai  een  aaa- 
tieulök  geiladit  te  Bethlehem.  Zjjn  naam  is 
Toorai   bekend   ^«bleven    door   d«   HeasiaanKbe 

Cletie  van  Jesaja  II,  «aar  een  nienwe  twg^  uit 
algeèonwea  tronk  van  Zaal  wordt  voorapeld. 

laaltM.  Zie  Itoeua. 

Isambart,  FrmfoU  Andri  een  Franteh 
reebtureleerde.  den  28sten  November  1702  te  An- 
na; (Ënre-et-Loire)  geboren,  werd  in  1818  ad- 
vocaat bii  bet  Hof  van  Oaesatie  en  den  Baad  van 
State.  Hg  maakte  lioh  zeer  Terdienatel^  door 
de  nit^ave  van  ign  „Reeueil  g^néral  dee  ancien- 
nes Ion  fiasfaisea  depuds  l'an  420  iuaqn'ft  la 
rfvolDtioD  de  1780"  (1821— 1883,  Q9dla.),vrur- 
bg  bg  onderatennd  werd  dooi  Craty,  Jovrdan, 
'Armet  en  Taiüandier.  Verder  leverde  hg  „Anna- 
lea  politiqoei  on  mannel  ptritlieiete,  pr4cédéea 
d'noe  diBsertatioa  sor  Ie  d/oit  public  et  Ie  droit 
dei  gena"  (S  dki.  1828),  „Traite  «ur  la  voirie"  (3 
dln.,  1825—1880).  eo  „Code  éleetoral  et  mnniei- 
pal"  (8  dln.,  2de  dntk  1891).  Gedurende  de  Rea- 
tanratie  behoorde  hg  tot  de  eppoaitie  en  tot  de 
-vgaDden  dei  Jemleten,  terwijl  ign  naun  ■verbon- 


den werd  met  teer  briangrqke  staatkondige 
reefatsgedin^o,  waaromtrent  men  bgiooderbedeo 
vindt  ia  zgo  „Plaidojers,  dtiaertatiena  et  me- 
moires dans  lee  caDaeteéljiircsdelaieBtanration" 
(1S24— 1828,  9  dln.).  Toen  de  beruidite  Ordon- 
naneiin  van  18W  veraebenen,  proteateeide  /acm- 
berl  in  naam  van  den  adToeatenataud  en  nam 
gverig  deel  aan  de  Juli-onmeD  teling:  Den  27steii 
Angnstnt  van  dat  jaar  werd  bg  benoemd  tot  Ud 
Ttui  bel  Hof  van  Caaaatie,  nam  de  redactie  der 
constitutie  itf  >ieh  en  werd  kort  daarna  lid  van 
de  Kamer  van  Gedeputeerden,  waar  hg  bet  mi- 
Diaterie  LatilU  ateaDde.  Tgdens  bet  bvwind  vaa 
Périer  nt  hg  weder  op  de  baiÉien  der  oppositie. 
Htt  de  Febmari-omwentitJing  van  1848  lond  bet 
dcfiartement  Ënre-et-Lolre  hem  naar  de  Conatï- 
tuante;  bg  nam  zitting  in  bet  centrum  der  lepo- 
blikeineu,  doch  werd  bg  bet  kiezen  van  afj^vaar- 
digden  naar  bet  Wetgevend  Lichaam  niet  faerko- 
len.  Hg  overleed  den  ISden  Jupril  1857.  Hg 
ichre«J  nogt  „Redierebee  bittoriquee  sur  Ie  sjeti- 
me  électoiEil  (lanfaia"  f1830)  en  „Etat  fdigienz 
da  U  Franee  et  de  rËurQ|)e"  (1843—1844).  Zgn 
„Fandeetea  franfaiaea"  ign  onvoltooid  gebleven. 

lM»nomal»n  noemde  B.  W.  Dowe  de  ver- 
bindingalgnen  Tan  die  plaateen  der  aardopper- 
vlakte, waarvu  de  teo^ratnar  een  g^k  aan- 
tal graden  afirgkt  van  de  gemiddelde  tempeta- 
tuur  van  den  breed teeiikel,  waarop  de  plaata  ligt. 
De  fiharMucAe  anom^i,  é.  i.  dna  bet  bedrag  der 
afw^ing,  ie  faoofdukelik  van  de  tegenstelliiig 
Tan  land  en  water  afbancelgk.  It  cü  poeitiet,  dan 
geldt  de  plaata  Toor  te  warm,  in  bet  (^raorer- 
geatelde  geval  voor  te  koud,  0^  bet  «iidelgke, 
waterrnke  halfrond  ign  de  alwgkiogan  van  de 
gemiddelde  temperaturen  van  de  breedtecirkel* 
niet  groot,  op  het  noordelgk  baUrond  igu  ag  dea 
wintera  leer  aaniienlgk.  In  Januari  il  Centraal- 
Azië  ongeveer  20*  C.,  Noord-Ameiika  oivereer 
10*  C.  te  koud,  terw^  de  lucht  boven  den  Atlao- 
tieehen  Decaan  tntadien  Utland  en  Jloorwegen 
ongeveer  20*  O.  t«  waim  is. 

Immt,  door  de  Ouden  Imnu  genaaiod,  een 
inidelijke  lurivier  vanden  Donau,  ontaprimól  op 
bet  Earwendelgebergte  ten  noordoosten  Tan  Inna. 
brflek,  atroorat  eerat  22  km.  weatwaarts  door  bet 
Hinterandal,  wendt  lieh  bii  Scharniti  plotaeling 
naar  bet  noorden  over  Mittenwald  tot  Krün- 
nen,  vormt  daarna  in  N.0.  ricbting  een  lengte- 
dal  tot  beneden  den  waterval,  waarna  bet  twee- 
de, tot  Tolt  loopende  diwaradal  begint.  Dan  be- 
reikt bn,  ter  hoogte  van  600  m.,  d«  fieicracbe 
boogvlaite,  loopt  evenwgdig  aan  den  Inn  noord- 
waarts langs  Woifrataba^sen  en  Uf nchen  tot  aan 
Freieing,  dan  noordoottwaartE  lan^  Uooaburg, 
Landshut,  Dingolfing,  Landan  «n  Plattliiv,  en 
mondt  nt  een  Icop  van  295  km.  nit  bg  ftarg- 
mund,  iets  beneden  Deggendoti.  De  rivier  kros- 
keVt  door  d«  hoogHakte  over  «en  breede,  ktesel- 


den  eilanden,  docb  ia  «r  meer  geeehikt  voor  vlot- 
ten dan  voor  sriiepen. 

I>iitl*ii  is  «en  indolderivaat  en  beeft  tot  for- 
mule C.H.N:C(OH).00  of  CA4.NIH.CO.CO,  den 
atabielen  en  labielen  Torm  van  intien.  B«t  eent 
werd  bet  veïkregen  door  oxrdatie  van  indigo  met 
aa^tennur;  het  wordt  ook  gevormd  bg  oxjit- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISATIEN— ISCHUe. 


tie  T(D  oiindoL  Het  intiensniu  gaat  bjj  teihif- 
ting  ia  VAterige  «plowing,  onder  afaptitaing  Tsn 
water,  om  in  id&tien.  Het  vormt  Kselioode  kris- 
tallen, die  fin  200*  C.  amelteo.  In  load  water  en 
ÏD  aether  is  fiet  moeilijk,  in  wannen  alcohol  g«- 
makkel)^  oplorfMar.  Is»tieniBte  hnkenaen  un 
de  donkerbUnwe  klenr,  die  antgtaat  bij  eebudden 
Tin  kkiH  boereeUiedeD  iMtien  m«t  iwarcknor 
en  thioleenhoideiid  JmuoI.  Zie  ook  Indol. 

XsatlnURltir  <^  orthoamidobtnwylmieren- 
xuvT  fC^JJHi.O0.000H)  ku  verkregen  wor- 
den Dit  orthonitrobeniojlcTanied  door  dit  eent 
DMt  rookend  Matznor  en  daarna  met  kaliloog  te 
bcÉraJMlelea  en  het  ón  geToimde  nitronnr  ntet 
terrosolfaat  en  natronloog  t«  Ndnceeren.  Bij  Ter- 
damping  is  bet  Taennm  van  de  Dj>loiBing  tilgft 
bet  all  een  wit  poeder  adlter;  bg  gewone  ver- 
wanünf  raa  de  i^douing  gaat  bét  echter  over 
in  ieatien  (lie  aldaar). 

laatU  L.  (Weedei  ia  de  naam  Tan  een  plan- 
tengeglaeiit  alt  de  familie  der  £n«w&IoeimMii 
(CneUertH).  Het  onderscheidt  lieh  door  een  plat, 
iQdriingi  umei^edrakt,  eenzadig  banntje,  dat 
door  bet  ferdwqnen  van  bet  tnaBcbenKbot  mh- 
itokfcig  wordt,  en  door  op  «Ikair  liggende,  eenigi- 
lÏDB  g^roetde  laadloblMD.  Het  omvat  boofdiake- 
1^  2-jarige  krniden,  die  in  int  luiden  nn  fin- 
rt^a  en  in  bet  weBten  van  AaiE  Roeien.  De 
mèeet  bekende  loort  ie  de  tweede  (l.  Uuetoria  L.), 
een  S-jariee  plant 
Min  weerskanten 


lant  met  wigrormi  e-lang weipigc, 
a  afgeronde  of  aan  den  top  ailge- 


Toet  pglTormige  bovenste  bladeren,  voorta  met 
talrgke  opstaande  troeten  van  kleine,  gele  bloe- 
men en  bangende  vrnchten.  Oeie  plant  beboort 
te  hoii  in  Midden -EnrofM  en  levert  een  liaaJe 
blauwe  kleurstof.  Zie  voorts  onder  Indi^. 

XsanrU,  een  laDdscfaap  in  bet  «uden  van 
Elein-Aiil  tnasi^n  JPbrygiB,  PMDohyHB,  Ljrka- 
onil  en  CilieiE  gelegen,  etond  in  de  dagen  der 
Oodbeid  in  kwaden  reak  wegene  de  roofsncht  in- 
ner bewoners.  De  leauriif»,  die  reeda  vroeg  ali 
leeroovera  de  gebeele  Middellandsebe  Zee  onvei- 
lig maa^n,  vormden  hier  en  in  bet  aangren- 
lende  Cilicii  een  eigen  vrijitaat  en  deden  li^ 
vooral  gelden  sedert  den  eeraten  oorlog  twen 
MithridaUi  486—84  r.  Cbr.),  die  lich  met  ben 
tegen  de  Romeinen  veiiwnd.  ZeUs  nadat  men  te 
Rome  tot  den  oorlog  tegen  ben  beaioten  bad  en 
de  proeoninl  Publiu»  Serrilüu  Vatia,  die  daAr- 
om  den  bqnaam  vao  Itavnau  vettreeg,  geduren- 
de een  3-jaiigen  strijd  onderscheiden  vaste  {tfaat- 
aen  benevene  de  boófditad  veroverd  en  bet  land 
in  een  Romeinseb  wingeweat  bersebapen  bad  (78 
—74  V.  Chr.)  en  Pompepu  deie  van  »eetoov«rs 
geiaivepd  bad  (67),  bleven  sjj  bnn  rooversbedr^f 
voortietteB.  IndeSdeeenwn.  Chr.,  ten  tijde  van 
OiülienUÊ,  plaatsten  in  Cajut  Anniu»  TrebelUa- 
«Ui  aan  hnn  boofd,  doch  werden  door  Probvê 
overwonnen.  Later  evenwel  veroverden  ig  de 
meeste  BomeiMcbe  steden  «ao  de  fcnit  van  Cilf- 
eie,  en  lelfa  nog  in  de  5de  eenw  na  Ohr.  plunder- 
den zg  Seleueia  in  SyriJI.  Een  vaa  bnn  leiders 
droeg  telf  onder  den  naam  Zeno  (474 — 491)  de 
Byiantnniebe  kroon.  Gun  kracht  werd  echter 
een  les— ' —  — ^•~  "™  '"°'  -* —  ' — ^■ 
I  gobro 


Iibarte  (ambtelijk  Hamidabad),  de  hoofdstad 
vin  een  sandsjak  in  den  liva  Eonia,  ligt  920  m. 
boog,  43  km.  ten  Z.  W.  van  Diner  en  telt  35  000 
inwoneie.  Men  vindt  er  Turksche  en  Gri^sche 
scholen.  iDe  voortbren^seleD  van  het  sandsjak  inn 
tarwe,  gerst,  vlas.  t^ium,  baiden,  bout,  amaniH- 
len  en  «atoen.  De  tróotd industrie  is  de  tapijtwe- 
'verjj  in  130  werkplaatsen,  die  voomamelgL  voor 
LoMen  werken,  verder  leerlooierij  *"  vervaardi- 

5 ing  van  roieni^e.  De  baaaar  is  vrjj  groot  ea 
ryit  een  levendigen  handel,  fabarta  is  bet  oude 
fiaria,  een  beroemde  Bjuntijnecbe  bitatbopiie- 
tel 

Xsb<HHtli  in  het  boek  der  Kronieken  StbaSl, 
een  toon  van  den  IiraSlietisehen  koiing  SmU, 
werd  oa  den  dood  zjjne  vaders  door  den  veld- 
heer Abner  aitgeroepen  tot  koning  over  IsraSI  en 
o<A  door  alle  stammen,  met  aittondering  van  Ja- 
da,  als  zoodanig  erkend,  ^n  poging,  om  Juda 
te  onderwerpen^  mislukte,  en  daar  Abner  hem 
verliet,  legde  bu  reeds  na  S  jaar  de  regeering  ne- 
der. Niet  lang  daarna  werd  toj  door  2  iqaai  voor- 
nialige  krögsoversten  vermoord.  Deien  braebtea 
ign  hoofd  aan  David,  doeb  moeeten  bnn  troawe- 
loosheid  met  bun  leven  boeten. 

Iflohla,  door  de  Grieken  PithikaÊa,  door  de 
Romeinen  Anaria  genaamd,  een  klein  eiland  vao 
vnlkaniseben  oor^rong  in  den  mond  der  Qolf 
van  Napels,  ten  zuidwesten  van  Kaap  Miaeno,  ie 
zoowel  beroemd  wegens  zön  bekoorlijke  ligging 
en  vruchtbaarheid,  als  wegens  zjjn  wjjn  en  ïjjn 
warme  baden.  Het  bcboort  tot  bet  arrondisse- 
ment Poiinoli  van  de  ItaliaanaiAe  provincie  Na- 
pels en  telt  op  46  <v.  km.  28000  inwoners.  De 
hoogste  berg  van  bet  eHand,  750  m.  boog,  i*  de 
vulkaan  Epomeo.  De  voomaamate  plaatsen  van 
het  eiland  ijfn  Ischia  aan  de  oostkust  met  ruim 
7200  inwoners,  beveiligd  door  een  kasteel,  dat 
zieh  op  een  basaltrote  verheft,  Forio  aan  de  west- 
kust en  Barano  d'Ischia  met  <1911)  7430  iawo- 
nera.  De  meest  beroemde  baden  van  bet  eiland 
z^n  die  van  Casamïcciola,  die  van  Castigljone, 
die  van  San  Lorenzo  en  die  van  Sta  Reatitoa. 

De  eerste  bewoner!  van  bet  eiland  waren  En- 
boeCrs  en  werden,  evenals  bon  (^volgers,  uit 
Syraenae  afkomstig,  door  hevige  uitbarstingen 
van  den  E^meo  verdreven.  Qeruimen  tQd  ble^ 
het  eiland  nu  onbewoond,  totdat  de  nabarige  Na- 
poli  tanen  nieuwe  vi^splan tingen  daarheen  zon- 
den, welke  lieh  echter  weldra  moesten  onderwer- 
pen aan  de  Romeinen.  Evenals  onderscheiden  aan. 
lienli^e  Koineinen,  had  ook  keizer  Auguêtut  al- 
daar em  paleis,  waarvan  de  bouwvallen  nog  voor- 
handen iö°-  I^  ^Seiea  Juli  1881  werd  bet 
eiland  door  een  aardbeving  op  vreeaeli^e  wjjie 
geteisterd.  Casamiceiola,  Forio  en  Laeeo  Ameno 
werden  toen  j^ebeel  verwoest  en  2318  inwoaeri 
hebben  daarbj]  het  leven  verloren. 

IsoUaa  behoort  tot  de  neuratgieliTt,  waaron- 
der men  ventastaanvakgewüg  optredende  pgnen 
in  bet  gebied  van  een  bepaalde  zenuw  (iie  <m- 
der  Zenvueti  —  ZteJcfen  «on  de  xeint%fen).  De 
iaehiaa  leteit  in  liel  gebied  van  den  nereue  üefcra- 
NetM,  die,  uit  bet  bekken  bomend,  aditer  het 
dgbeen  in  de  djj  naar  de  kniekuil  loopt  en  dan 
in  twee  takken  lan^  het  onderbeen  gaat,  die 
zich  in  den  voet  verder  in  lennwtikjea  apliteen. 
Vandaar,  dat  de  pön^  achter  op  de  dij  bannen 


D,o,l,zedb,GoOglc 


776 

en  HUI  tteiwilcii  whiet«D,  meeiUl  IsDgt  den  fani- 
teokant  i*.a  ooderbeen  en  T«et.  Somi  lit  de  pgn 
ia  de  ToetHMl.  Wel  treden  de  pönen  in  aumllen 
M>,  nur  dsMtDMclien  in  is  d«  patiënt  ei  totb 
niet  nheel  vrij  vin.  DikirqlB  is  een  onToonitA- 
tigc  BewBgiog  met  bet  been,  hoeiten  ol  nieiau 
Toldoende  om  een  aanval  (^  t«  wekken.  Twfe 
rindt  men  ha  ücfatu  ala  bg  andere  neunlgieBr 
gevoelig  drnkpnnlen,  d.  1.  achter  de  enkeU,  ii 
de  knieknil  en  Inaiehen  littMenknobbE]  ea  tro- 
«bantor  maior  Tan  bet  4|}been. 

In  erg«  gcTallen  maken  de  pgnen  het  gaaa 
mogeli^  en  ijjn  ig  Taak  verDonden  met  tiillen 
en  trunpen  in  liet  bem.  'De  ooraaak  ligt  vaak 
het  vatten  Tan  kon  of  in  OTeimatige  inapanning 
der  beenen,  maar  aomi  in  TeritoppiDg,  wanneer 
de  OTertnlde  darmen  op  het  bekkengedeelte  der 
lenuw  drukken.  Zoo  £an  wA  lang  litten  op 
harde  «loeien  de  oonaak  «orden,  maar  men 
moet  niet  vergcteii,  dat  niet  im>  lelden  rof^c- 
mergeiiekten  ala  tabes  met  iaehiaa  bannen  en 
ook  Btofwiiselinguiekten  ale  anikeriieète  lieh 
ermee  kunnen  aankondigen.  Al  naar  de  Ootiaak 
regelt  men  de  behandeling,  waarfag  dikwjjls  de 
aanwending  Tan  den  laraJiMfaen  itroom  en  Tan 
maaiage  nitatekrade  dieniten  bewqien.  Bedrust 
•lu  getehiktc  ligging  met  warm  bonden  Tan  bet 
lieke  been  ii  wel  ie  geiehiktate  behandeling  te- 
gen den  aanval  lelf,  met  lorg  Toor  geregelden 
afgang.  In  iware  gefallen  heeft  men  narcotica 
noodig  e&  i«  niet  Miden  da  nitrdfcitig  Tan  de 
lenuw  met  eneees  toegepatt;  die  kan  bg  deie 
lennw  oek  oobloedig  geiobieden,  door  het  ge- 
■trekte  been  in  narceae  op  te  heFlen  en  loo  dicht 
mogcigk  bg  den  romp  (e  brengen.  Herhaaldelijk 
kreeg  men  too  onmiadellgk  een  prachtig  succes, 
maar  niet  Tan  langen  duoi.  In  chroniiOM  geral- 
len  geTen  otA  «arme  baden  Taak  verliditing. 

Iflotalm  (bg  d«  Ei^iexen  I§el,  Stel),  een  lin- 
kerigrÏTier  Tan  deii  IrtiaJ,  ontapringt  indeRoa- 
■iaeh-Aiiatiache  prOTineie  Akmolinak  en  mondt 
nit  na  een  loop  van  1675  km.  bg  Oost-lMbimak. 
Zq  ia  ileehti  in  de  lente  bcTaarhaar. 

laohlin,  de  booJdatad  van  het  gelijknamige 
di  at  F  iet  in  net  Siberiiehe  gouvernement  Tobolak, 
werd  in  1680  door  de  Ruaeen  geatiebt,  li^  aan 


de  riTiar  lachim  en  telt  8 


)  inwonen,  die  Tan 


en  roggemeel  IcTen.  De  groote  mii  in 
wordt  door  20  000  Treemdelingen  beioeht 

Isolil,  een  vlek  in  bet  diatriot  Qmnnden  in 
Opper-0aatenrj}k,  474  m.  boTen  de  opperTlakle 
der  lee  aan  de  ^toorlgnen  Atlmang — Irdaing  en 
lachl— Salibn^  en  op  een  door  den  Traan  en  den 
Iichl  geiormd  «chiereiland  gelegen,  is  door  hoo- 
ge,  adiiiderachtige  kalk-Alpen  om  ge  ven,  telt 
tlOlO)  10  188  LDwonera  en  jb  beroemd  als  bad- 
plaati,  Hen  vindt  er  een  teekenacademie,  Kot- 
en «waTelbronDen,  dennen-,  twiTel-  en  aont- 
atoombaden,  inbdatie-  nMlkkuur-  en  kondwater- 
inrichtingen  enz.  Otder  de  Sfi  000  badgaaten,  die 
er  gemiodeld  jaarli^s  komen,  behooren,  behal- 
ve de  keiier,  die  er  een  fruue  TÏlli  en  een  nieuw 
fialeis  bexit,  en  de  keiierlyke  familie,  de  aajiiien- 
ijkste  personen  nit  Weenen.  Hen  heelt  er  een 
Echouwbarg,  «en  caiino,  de  mooie  Ffarrkerk  met 

Eraohtige  fresco's,  een  nieuw  poilfaintoor,  talrg- 
e  Tilla's  eni. 


helm)  is  in  de  Hidddeenwsdie  <Uerlabel  de  waar- 
«ahgnlök  nit  VlaaitdeKn  afkomstige  naam  Tas 
den  woll.  Hg  komt  leeda  tooi  in  1100  eo  is  tct- 
moedelgk  Teel  onder. 

Iidlii,  /aoofcf  een  Dnitaeh  aebtgTer  OTer  on- 
derwerpen Tan  wqigeerigen  aard,  werd  den  ITdea 
Haart  1728  geboren,  stndeerde  in  de  reebten  te 
GCttinoen,  promoTeerde  daar  tei  plaatse  en  be- 
gaf liui  TeiTolgena  op  reis.  Na  i^ti  tenigfceer 
in  lün  geboortestad  weid  hij  in  1754  lid  van 
den  Qrooten  Raad  en  in  1756  secretarie  T&n  de- 
len. Hg  OTcrleed  te  Bairi  deo  15den  Juni  1782. 
Zgn  Toomaamtte  geaehiift  is:  „Qeschichte  der 
HenseUieit"  (2  dln.,  5de  dnik  1766).  Verder  heb- 
ben wg  Tan  bem:  „Vermitehte  philoBophisebe 
Sehrtlten"  (2  dln.,  1770)  en  „Epbemeriden  der 
Hensehbeit"  (7  din,  1776—1782),  Tooitgeiet 
door  R.  Z.  BeduT  tot  1786.  ^n  ,JaedagagiKbe 
Sebiiften"  (I8S8)  gaf  Qöhrwg  nit. 

iBMibruit.   Zie  IJaÊnbnmdL 

IsuttowVi  MD  Dnitaeh  Toriten-  en  graTen- 
getladbt,   dat  nit  de   10de  eeuw  dwteekent  en 

5"[n  naam  ontleent  aan  den  bnrcbt  Isenbar^  bg 
euwied.  Het  beataat  nog  nit  twee  hoohHinies. 
Ie.  Ittnbwg-OtteidKteKSvtttiK,  dat,  in  1744  in 
den  RjjksTontenstaod  opgenomen,  in  1S15  ge- 
mediatieeerd  werd  en  ttiani  onder  Proiaieebe  «n 
Heasischs  aouTereiniteit    staat,    ffiertoe    b^oort 


de   grafelöke   igtak    Ytettlmfo-Philivpttiek. 
'  1,  gesplilit  m  de  tuiïen  i 


imiurg-Büdinge»,  \ 


burihBadtngen  %u  Büdmgen,  in  1840  tot  vonte- 
Igke  waardigheid  TcrbeTOn,  lieitburff-WSekttr»- 
bixh,  sedert  1865  tot  den  Toratenstand  behooien- 
de,  en  het  giifelgk  huia  iMntmrg  ni  Mttthoit. 
ISMibniT,  ^eiKl  of  AmM  wat,  waa  in 
1106  ptooit  te  Deventer  en  weid  door  den  in- 
vloed Tan  graaf  OtU>  tvN  OeUei'  tot  liitsehaB  van 
Utrecht  gekoien.   Dirk  Vil,  gnal  «cm  BoUmd, 

§  oogde  «Tenwel  die  waaidigbeid  te  beioigen  aan 
en  bioeder  van  den  Toorgaaaden  bissdiop.  Eei- 
xer  lltndrik  beTal  echter,  dat  de  beide  bissehop- 
pelgke  mededingen  lieb  oaai  Rome  tonden  be- 
geven, om  tieb  aan  de  nitspraA  Tan  den  pani 
te  ondervreipen.  Daar  overleed  Artnd  van  iant- 
6iirg  fn  1198,  nadat  bg  de  wqdii^  leeda  ont- 
Tangen  had. 

XsAiideeni,  Oüibert  «m,  een  Nedeilandiefa 
beoefenaar  der  wijsbegeerte,  den  8den  December 
1601  te  Ëde  in  iQeldetland  geboren,  studeerde  te 
flarderwgk,  Franeker  en  Leiden,  beaooht  de 
Toomaamatfl  Franaebe  boogeieholen,  altmede  de 
Tooreaamate  steden  in  Italil,  werd  te  Parqs  U- 
eenciaat  in  de  geneeskunde  en  keerde  in  1S29 
naar  de  Nederlanden  terug.  In  1634  werd  hg 
hoozleeraar  aan  het  atbenaewn  te  DeTenter,  ia 
1947  aan  de  boogeKheol  te  Hatderwgk  en  OTei- 
leed  aldaar  den  SOtten  AprU  1657.  ^  behoorde 
tot  de  Tooratandeis  der  wijsbegeerte  Tan  Aritlo- 
telea.  Van  ign  geaebriften  Termetden  wij;  „Effa- 
'liorura  {4uk»i>p)ueon>iii  eentutiae  duae"  4,id« 
druk  1642),    „CoHegü  philosophid  DaTentrieniit 

Kre  prima"  (1686—1638.  2  dln.),  ,A>mpeodinm 
;icae  peripatetieae"  (1647).  „Fhyaiolociea  peii- 
paletiea''  (1642  en  latei),  „Etfatorum  phUoiophi- 
eorum,  qaibna  praeaerttm  eiplicantar  praedieabi- 
lia  et  praedieamenta,  centoriae  quinque"  (1643 
en  later),  „Logica  peripatetiea"  (1645  en  later), 


DigilizedbyGoOglC 


.Jjogiü  petip>teti«s  per  ttieor«ai*ta  «t  qawtio> 
Dei  MDtroTerMB  Molutiee  tnct&tu"  OMS]i  ,iSer. 
mo  aademicM  de  noetii,  «moriiet  vioi  dbd  at- 
qoe  abniu"  (1652),  „lUdalla  phyeicM  genenlii 
et  tpeeialit"  (1658)  en  „Ethica  peiipatetica  etc." 
(l6o9,  na  znn  dood  nit^egeTen). 

Imo  et  Sebmo  is  de  naam  van  een  m«ei  op 
d«  grens  d«i  Italiauiaehe  provincies  Bretei&  en 
Bergamo  in  'I/)inliaidöe,  aan  den  inidelijken  voet 
der  Aipen.  Het  i«  25  km.  lang,  5  km.  iieei,  tut 
251  m.  diep  en  61  t.  km.  gnwt.  De  Oglio  «troomt 
er  doorbeen  en  iHt  wordt  door  Btoombooten  be> 
Taren.  Zeer  bekoorlijk  ijjn  de  oeieiB  van  dit  nieer. 
In  het  midden  verheft  lich  het  rotieiland  Hen' 
Iwla  met  2  TiMchersdorpen  en  aan  znn  inidelgk 
uiteinde  ligt  het  vlek  l»eo  oMt  3000  inwonen. 
Andere  plaatsen  aan  bet  m«er  iqn  LoTere  en  Pi- 
■ogne  in  het  N.  en  Sarnieo  in  het  Z. 

Xser,  een  rechteriijrÏTier  Tan  de  EStbe,  onl- 
a^iingt  in  SileiiB  o»  een  moerauige  boogrlakle 
nit  <M  Oroote  en  Klein«  Iser,  loopt  door  Bohe- 
men  en  mondt  nit  bg  Tanschim  jboven  Brandeii 
na  een  loop  van  182  km.  De  voomaanMte  K^ri- 
vier  is  de  Eamniti,  die  zg  boven  ËJBenbrod  op- 
neemt. De  leer  i<  sledite  voor  vlotien  bcTaar- 
baar. 

Xcèra,  door  de  Ouden  Itara  genoemd,  de  «an- 
lienlijkste  linkenn rivier  d«i  Knfine,  ontspringt 
Ier  hoogte  van  3300  m.  in  de  gletsebera  van  den 
Mont-Jsenn  in  het  Fransehe  d^artement  Savoie, 
stroomt  met  groote  kronkelingen  westwaarts 
langs  Houti«i«-en-Tarantaise,  Atbertrille  en 
Hontmélion,  bereikt  tg  Fort-Barraui  het  depar- 
tement Isère,  loopt  vanhier  inidwe«twaartfl  naar 
QreDo1)Ie,  daarna  met  «en  boog  naar  het  wetten 
langa  Romans  in  het  departement  DrAme  en 
mondt  nit  Ie  CoafonHn  niet  ver  van  Talenee  na  een 
loop  van  tiQna  290  km.,  waarvan  er  160  bevaar- 
baar tjjn.  Boven  Qrenofcle  stroomt  ig  48  km. 
lang  door  een  der  fraaiste  en  vruchtbaarste  da- 
len. QraisiTaaditi  genaamd,  tntsehen  sneeawkmi- 
nen,  wier  lagere  hellingen  met  wonden  en  wei- 
deo,  wiJD-  en  oottgaarden  tiedekt  zgn.  Zg  neemt 
links  onderscheiden  rivieren,  zooals  den  Atc,  den 
Biéda  en  den  Drac.  op. 

Isère,  een  departement  in  het  Z.0.  van  Frank- 
rgk,  wordt  gevormd  door  de  noordelijke  deelen 
van  Daophiné  met  de  landschappen  Oraiaivan- 
dan  en  Viennsit,  wordt  door  de  departementen 
Ain.  Savoie,  Haotea-Alpes,  Drflme,  Ardèehe,  Loiie 
en  RhOne  begrensd  en  telt  op  8284  v.km.  (19H) 
555911  inwoners.  De  faooldstad  is  Q[«noble  en 
bet  is  in  4  arrondissementen  verdeeld:  Orenoble. 
St.  Marcelin,  I«  Tonr-dn-Pin  en  Tienne.  In 
bet  stroomgebied  der  RhOne  en  op  den  linker- 
oever van  deie  geleden,  wordt  het  departement 
door  onderscheiden  rivieren  begroeid;  in  bet  O. 
Tindt  men  vele  kleine  meren,  poelen  en  moeras- 
sen. 'De  helft  van  den  bodem  is  bergachtig;  in 
het  iDidooBten  verheften  %\A  de  Boosie  (S476 
m.  hoog),  de  TaiUefer  (2864  m.).  de  Pic  de  Bel- 
ledonne  (2981  m.), de Aignille  dnlfidi(3987  m.) 
en  de  Kont  d'OlIan  (S883  m.).  De  bodem  levert 
graan,  rogge,  boAweit,  haver,  hennep,  boom- 
vrnchten.  snikeihieten  en  wgn.  Ook  de  veeteelt. 
de  kaasmtkery  en  de  igdecultunr  liJn  er  van  veel 
belang.  Tot  <m  voortbrengselen  nit  bet  deljstol- 
fenrijlc  behooreo  jjier,  brandbare  mineralen,  kie- 


zel, marmer  en  Itouwtteenen,  terwül  er  onder- 
s^iden  minerale  bronnen  ontqtringen.  Behalve 
veel  giersmeltergen  heeft  men  er  fabrieken  van 
stalen  en  koperen  Toorwerpen,  garenspinnerijen, 
katoen-  en  linnenwev eigen,  handschoenen,  en 
papierfabrieken  enz.  JBet  veiieer  wordt  er  door 
de  JlhAne  en  door  oaderscbeiden  spoorwegen  be- 
vorderd. 

laarreberrt»,  een  ^Aeiate  in  het  Pmisi- 
scbe  district  Liegnitz  en  m  Boliemen,  ia  een  deel 
der  Sadelen,  insvsloten  tnsschen  het  Senxenge- 
bergte  en  den  drosser  Zacken  eener-  en  het  Lan- 
sitvergebergte  en  de  Lansitier  NeisM  andeizgds. 
Het  is  een  voornamelgb  nit  gneis  en  gJimmerlei 
opgebouwd  g^rgte,  dat  lieh  in  vier  lielens  tan 
bet  Z.0.  naar  tiet  N.W.  nildti^t.  De  hoofdketen 
ia  de  Hoher  IseAamm,  die  %g  een  gemiddelde 
hoogte  van  lOOO  m.  ign  hoogste  punt  beeft  io 
den  Hinterheig  (1126  m.). 

Xserlohn,  een  arronditsementihootdstad  in 
het  district  Arnri>eig  der  provincie  Weatfalen, 
ligt  aan  het  riviertje  de  Baar  in  een  bergstreek, 
aan  de  spoorlnnen  Lemathe — FrBndenberg  en  Le- 
matbe— Iterlobn  en  telt  (1910)  31  274  inwonen. 
Men  vindt  er  een  Booma^-Eatholieke  en  8  Pro- 
testantsche  keiien'en  onderacheiden  scholen,  een 
„Kriegerdenional"  en  een  kolossaal  staadÜieeld 
van  Withetm  l.  Deze  stad  behoort  tot  de  aaniien- 
Igke  fabriek-  en  handcJaatedEn  van  Wetttalen. 
rdigt  er  o.  a.  gKrwaien,  geel-kope- 


ders).  Meer  dan  60  aanzienl^ke  handelshuizen 
staan  er  in  betFetking  met  ItaliC,  Frankrijk, 
^anie,  Amerika,  Nederland,  Engeland,  Belgit 
en  StaodinaviB.  De  omtrek  der  stad  is  als  be- 
dekt met  werkplaatsen.  Reedt  van  ouds,  zooall 
de  naam  aanduidt,  bloeit  er  de  gzerindnitrie  en 
in  de  Middeleeuwen  werden  er  bamaseen  enz. 
vervaardigd.  In  de  nabijheid  ligt  DeehaDhOble 
(zie  aldaar). 

ISArnla,  een  stad  en  arrondissementthoofd- 
plaats  in  de  Italiaansehe  provincie  Campobasae 
(in  de  Abrnzien),  op  een  heuvel  tnssehen  de  Tal* 
Ie  Caprina  «n  detle  Precie  en  aan  de  spoorlgnen 
Cajanello — Isernia  en  Solmona — laernia,  beiit  la- 
kenfabrieken,  po ttebakke rijen  en  een  levendigen 
handel  en  lelt  (1911)  9284  inwoners.  AU  over- 
blijfselen der  versterking  van  de  oude  Samniti- 
Bcbe  stad  Aeiernia,  die  in  den  Bondgenootenoor- 
log  vervroest  werd,  vindt  men  er  e^clopisehe  blok- 
ken als  grondslagen  van  den  legen wootdigen 
mnur.  Ook  de  waterleiding,  door  een  roU  van 
kalksteen  geboord,  ii  nit  d«  Oudheid  aftomilig. 
De  stad  is  meermalen  (847,  1S49,  1426  en  180S) 
door  aardbevingen  geteisterd. 

lafalUlti.  Zie  ttfahm. 

Isberwood-syateam.   Zie   Stkip. 

lataairsk  ^/«Aêwtjh  OroeaAmiy  Satood),  een 
fabriektplaats  in  bet  Russische  gODveroement 
WJatka,  ligt  aan  den  Ish,  een  zijrivier  van  den 
Kama,  en  lelt  40  000  inwonen.  Men  vindt  te 
Ishewok,  dal  in  1760  door  SehoeiBdow  gestieht 
werd,  een  groole  geweren-  en  wapentabiM  van 
den  staat. 

Istdonu  Pebuiota,  omstreeks  S70  te  Alexan- 
drifi  geboren,  een  monnik  te  Pelniinm  in  Bene- 
den-^7pte,  die    een    leer  geitrengen  leefitgel 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISIDORU^-ISLA. 


riapU,  o'KTleed  omstreeks  het  jur  44Ö.  £!en 
groot  Miital  brieTen,  van  hem  bfkoiDstig  «d  in 
1638  uitgegeren  ia  voor  nitlegkande  ea  keifcge- 
sefaiedenis  Mei  Ml&ngr^. 

Isldorua,  bisschop  t&n  SevilU  in  Spanje, 
dl«  lich  jegens  de  Kerk  in  Spanje  wer  Terdien- 
Sleljk  gemaakt  beeft,  te  CarUgena  in  Murcia  ge- 
boren, werd  in  600  biseehop  tul  Se?iUa  «n  over- 
leed den  4dea  April  636.  Voor^  ok  ecbinver  op 
nieilei  gebied  heeft  hü  eea  welverdiende  ver- 
nMUkrdheid,  In  ign  „Senten tianun  «inre  die  anmnü 
boDO  libri  UI"  leveide  hij  een  sooit  van  gelools- 
belQdcnis,  en  in  xgn  „Orifinom  sea  etytöologia- 
rnm  libri  XX"  een  eacjciopaedk,  verdei  onaer- 
«eheiden  g«whril(en  van  taal-,  gesehiedknodi^n 
en  godgeleeiden  inliaad,  looals  ,4)e  ecclesiasticie 
oflici is  libri  II",  „Libei  de  scriptorifcua  ecelesiafr 
tieit"  en  „Hiïtoiia  Gotoium,  VandaLoinm  et  Sue- 
.  latora"  welke  histoTUeh  van  veel  waarde  blfft. 
De  naar  hem  genoemde  verzameling  canoaes  is 
niet  vna  hem  afkom ati^,  evenmin  de  too- 
genaamde  psendo-isidoiiBAe  decretalen  -(zie  De- 
eretalen).  De  beste  uitgave  van  zijn  geiamenlüte 
werken  is  die  van  Fauttüuu  Arevalo  (1797 — 
1808,  7  dln.). 

l^nc,  Amold  Leopold  Hendrik,  een  Neder- 
iMidseh  letterkundige,  werd  den  24gten  Septem- 
ber 1824  te  Heanlen  bij  Oent  geboien,  was  aan- 
vaokelgk  voornemens  de  militaire  «eademie  U 
bezoeken,  maar  daarin  veifaindeid  door  bgiieod- 
beid,  werd  hg  in  1344  earnomeiair  bÜ  ie  re- 
gistratie en  io  1848  Blenon^al  by  de  beide  Ka- 
mers der  Staten-Oeneraal.  Het  W.  J.  van  Zegge- 
len schreef  bij;  „Het  eroot"  en  ,3Bt  oieawNC' 
derlandseh  Prentenboek"  (1847),  ,Jd  de  tpeel- 
oten"  (1860),  „Maiiette"  (1850)  en  „Vliegende 
bladen  vol  pooten"  (18S1),  verder  leveide  hjj 
o.  ft.:  ,J)e  markieiin  de  SoUiue,  historische  no- 
velle nit  de  jaren  1642  en  16^"  (1854),  „Oorlog 
en  Trede,  en  Zephir  de  vondeling"  (1857),  „Onze 
Vader,  die  in  de  bemelen  igt"  (1858);  „Uit  den 
■ehooltüd"  (1861),  „Uit  bet  jonge  leven"  (1862), 
„Uit  de  jongensweidd"  (1868),  „Het  tooncol  in 
buie,  looneelstukjes  voor  de  jeugd"  (1864—1865, 
2  dln.).  „NWludiah  prentenboek"  <1865); 
„Verhalen  en  schetsen"  (2dku,  1870),  „De  Oraaf 
de  8t.TbM"(18«7).„FreoleMaiie"(187«),  „Ko- 
ning WiB«m  van  ^^land  en  znn  page"  (1878), 
.Stt  Binnenhof"  (1879—1884,  2  dlnO  een  4iiito- 
riccbe  stndie  van  bl^ende  waaide,  „Jan  Klaas- 
zen en  andere  klnchtepelen  aan  de  hand  van 
Troost  gesebetBt"  (1879),  „In  eer  hersteld" 
(ISaO).  „Haagsehe  echeteen"  (1877—1888,  3 
dJn.],  „Beboaden",  een  toonedipel,  abmede  tal- 
njke  vertalingen  en  bgdragen  in  tndsehiilten. 
Ook  redigeerde  hg  van  1854  tot  1868  den  „Al- 
manak voor  de  jengd".  Verdei  was  hjj  mediéop- 
richter  van  den  „Nedeilandecbe  ^lectator"  en 
redaetenr  van  het  „Nederland  edi  Magazijn".  Hg 
overleed  in  Juni  1904. 

Iilfl,  een  'Ëgjptiscibe  godin,  werd  door  de 
Qri^en  met  Demetm-  veigt^e^en.  Haai  naam 
laidt  in  de  taal  der  hiSroglyphen  Etet,  later  £*«. 
Zq  behoort  met  haar  broeder  en  gemaal  Oxiru 
(zie  aldaai)  tot  de  oodste  p>dbed«n  van  f^rpte, 
en  Berodotui  vermeldt,  dat  juist  de  genoemde 
2  goden  algemeen  in  Me  deelen  des  lands  wer- 


den gehuldin].  Han  ondste  tempel  veihiel  lid: 
te  TEie  in  Oppei-Egjmt«,  den  akaden  koning» 
zetel.  Andere  vermaarde  beiligdommen  van  lat 
vindt  men  te  Philae,  Memphis  en  BnsitiG.  Hui 
dienst  verspreidde  zich  later  over  GriekenlaM 
en  Borae,  en  meermalen  moesten  er  maAtregelui 
genomen  worden  oin  de  miabraikan  bg  het  vines 
der  geheimzinnige  Isisfeesten  teg«n  te  gu*a,  Gt- 
woooljjk  wordt  lü  afgebeeld  met  eett  zonnesch^' 
tusschen  2  koeiiorens,  ol  ook  met  den  troon  (ïsar 
bierogljphis^  nuiDteeken)  op  het  hoofd.  Zï 
komt  ook  veel  voor  in  veceeniging  met  baic 
zoon,  den  kieinen  Bonu. 

Xsfosin,  «en  airondiBsemenlshoofdatad  in  htt 
RnssiBche  gouvernement  Oiaikow,  ligt  «ui  dea 
Donei  en  telt  13  108  inwoners.  E^  wordt  «ca 
aanzienlijke  baodel  gedieven  in  wol,  ttmma- 
hoot,  honig  en  was.  Ook  heeft  men  «r  een  groot* 
wolwa£seberq,  tolkBineltenjen,  waakoker^en  ta 
onderscheiden  potten bakkergen. 

XikaudenMii  is  de  Aiaïusdie  nuun  voor 
Aiexandrette  (zie  aldaar). 

Xskaiiotta.  Zie  Judtu. 

Zik«r  of  Iikra,  de  Osfcios  der  Grieken  en  it 
OescDS  der  Romeinen,  is  een  zgriviei  Tan  den 
Donau.  Zy  ontspringt  ter  hoogte  van  960  m.  be- 
ven de  owervlakte  der  zee  nabij  Somnkow  op 
den  KkMiagh  en  tiaant  licb  door  een.  nanwc 
JclooE  een  weg  door  den  BUkan,  traama  lij  in  vüe 
kronkelingen  ea  zonder  voor  schepen  of  vlotte* 
bevoAilMar  te  zijn  door  Bulg&r^  sttOH^at  ai  na 
een  loop  van  240  km.  bc^en  den  mond  der 
Aloeta  uitmondt  in  den  Donan. 

Xsksr  (Siber),  een  oude  stad  aan  den  Iitisj, 
werd  ±  1500  dooi  den  Tartwenvorrt  vui  T^oe- 
men  gesticht  en  tot  residentie  bestemd,  naar  in 
1563  door  den  Oeggebe  Komm  ingenoiDen.  Den 
23steu  Oetober  15^  door  den  XoziJÉ  Jm^tak  ver- 
overd, dodi  spoedig  daarna  weer  verlaten,  werd 
leker  ib|  1588  opnieuw  bezet  in  1590  door  de 
Ruseen  verwoest.  In  1623  bestonden  er  aog  twee 
Russisdie  dorpen,  in  1675  nog-  een  bonten  mos- 
kee, doch  reeds  in  1745  was  bqna  niets  meer  th 
leker  te  zien. 

lala,  Joii  Frvieiêoo  ds,  een  Spaansch  bd«I- 
sebiijvei,  den  24sten  Uaart  1703  te  Vidane* 
(Leon)  geboren,  behoorde  tot  de  Orde  der  Jexole- 
ten  en  onderscheidde  zich  in  versdiillende  kloos- 
ters als  leeiaor  en  prediker.  Na  bet  verdrüven 
zijner  Orde  uit  Spanje  b^;ii  hg  licb  naar  Bolog- 
na,  waar  fajj  den  2den  November  1781  overleed. 
Reeds  in  zflo  „La  iuventad  triunlonte"  (1727) 
en,J)ia  grande  de  Navarra"  (1746)  toonde  hjj 
lich  een  fnn  satirieus.  Een  Europeeedw  naan 
kreeg  hjj  door  zün,  onder  den  naam  van  don 
Franeiaeo  Lobtm  dê  SoJtnor  uitgegeven  .^iatorii 
del  famosd  piedieador  Fray  Oenudio  de  Codmu- 
las,  alias  Zotes"  (1753),  waarin  hjj,  na«i  bet 
voorbeeld  van  Cenmtte»,  in  den  ironisch  verhaal- 
den levenskx^  van  zgn  held  de  predikende  mon- 
niken in  Snanje  zoodanig  doorhaalt,  d»t  hu 
boek  doei  oe  Inquisitie  veiiioden  werd  en  het 
2de  deel  eerst  in  1770  met  een  *ei4iloeindcn 
I  van  de  plaats  der  nitcave  (GaJDpSLzu,  eigea- 
lijk  Madrid)  „a  eosta  de  los  heiederos  die  Frav 
GeruiMlio"  in  het  iicht  kon  vendiönen.  Set  is  ii 
ondOTBcheiden  talen  overgezet  en  later  bq  herba 
ling,  en  wel  met  nog  een  derde  ded,  „CoDMcioa 


DigilizedbyGoOglC 


^«  *»riai  pi«MS  rel*ti*aB  la  obn  de  Firaj  OeniD- 
dio"  gedrakt.  hla  beeft  ook  den  „Oil  BIm"  tru 
LeM«  in  bet  Spaansefa  TeitMtM  en  4aatlig  be- 
WMid,  d&t  deie  romui  mg«nmk  reedi  in  163S 
door  een  Spanjurd  geKhreTen  ii,  di«  durvooi 
Ttrvalgd  werd  ea  naar  Fnnkr^k  week,  waat  hg 
in  1640  OTerleed.  waarna  Luagt  K«bniik  maakte 
*aa  >gn  handsefarift.  Na  d«n  dooo  Tan  lila  wi- 
sdienen  ign:  „Cartai  lamiliaKi"  (6  dhi^  1790], 
<)e  briefwiBMliug  bevattende  met  ijjn  lulei  en 
igo  iwager,  almede  een  bDDdel  nagelaten  ge- 
«briften  onder  den  titel:  „Rebnaca  de  ena  obcaa 
lileiariae"  (2  dln..  1197).  De  besU  uitgave  van 
den  „Fray  Oemndio"  i«  die  van  lAdtonx  {2  dln. 
1885). 

Ttlfcwi  ■  Zie  MolunuMdanünu. 

Xllamletlsolit  konat.  Zie  JfoAammedaan- 
adiê  kvnit. 

lalfl  da  Fnuios,  een  TOwmalige  Piaiieeiie 
pTOTincie,  omvatte  tot  1790  de  teg^nwooHlige  de- 
partementen Seine,  Oise,  Seine«t-OL«e,  «eine- 
et-Harne,  Eoie^t-Loir  en  Aime,  waarin  lieb  de 
landBCÉu^fMn  Hnrepoiz,  >Biie  Franfaise,  Qfttinoii 
Fran^ia,  Hantaie,  Vexia  Franeaii,  Beauvaiaei, 
Valoii,  SoiMonnaii,  No;onnaU,  Laouiais  en  Tar- 
denois  en  Tbimeiaie  berinden.  Zg  wa(,  als  bet 
erfdeel  van  het  CapetingiMhe  Hnie,  de  kern  tbq 
FrankrQk. 

De  FraoMhen  hebben  ook  aan  bet  eüand  Maa- 
litine,  dat  ig  van  1715  tot  1810  in  brait  badden, 
den  nauD  g^even  van  Me  de  Franee. 

IslsirerUi.  een  plaatije  in  bet    Ei^leehe 

fraafadiap  Uiddlesei,  ligt  aan  de  Theems,  23 
m.  boven  de  Londonbrioge  en  vonnt  een  ilada- 
distriet  van  Losden.  Uen  vindt  er  groote  tainen 
(vmehten  en  groenten)  en  talr^e  villa's.  In  de 
DatHgheid  liggen  de  beroemde  leeplabrieken 
Pean. 


ra'i  (en  O.  i 

chutapaa. 


1  Pieagua.  Aan  den  voet  ligt  de  Pi- 


■  Alj^ei^sebe  greae.  Bij  Dajarf-d-Akdar 
aan  aeie  rivier  vieJ  Bugtaud  den  14d«D  AagDs- 
tDS  1»44  met  10000  Franeehen  en  400  man  Ara- 
bi»^e  hulptroepen  een  Mat^^aanwh  kamp  aan 
en  vernietigde  Aet  gebeele  vnaadelijke  leger.  Ter 
belooning  w«rd  Bugeavd  tot  hertog  van  hlj/  ver- 

ZsmaU  (EebreenwBch  —  Qodverboort),  eeo 
looD  van  Abralun  en  van  Bagar,  een  ilavio  VMi 
Sara,  werd,  volgena  bet  Bgbelseh  verbaal,  met 
zijn  moeder  door  Abraham  verstooten,  loodra 
Itaak  geboren  wsb.  Toen  veatigde  bjj  lich  in  de 
woestgn  Fliaran,  waar  hg  met  een  Egvptieebe 
vrouw  bnwde  en  in  den  onderdom  van  137  jaren 
overleed.  Zgn  12  uneti  werden  de  atamvaden 
van  even  loovele  Arabiiehe  volkeren,  looaW  van 
de  NitethaeSrt,  Sedarenen  eni-,  die  getamen- 
tqk  naar  bem  ItmaUieten  ijjn  genoemd, 

Imuill,  een  ttad  in  het  RoBBisohe  gooveme- 
ment  Besarabii  gelegen,  telt  81  293  inwoners  en 
beeft  twee  pro-gymnasift,  bandel  «n  scheepvaart- 
veitiinding  met  Odesea,  I«mal!  was  vioeffer  een 
«terke  Turksehe  vesting.  In  1812  kwam  het  aan 
Bnaland  en  werd  tevens  hoofdstation  der  Batat- 
icbe  Donaovloot.  In  1810  ontcload  daunaait  de 


bandeleatad  Tntajkow.  Beide  steden  kregen  in 
1SS0  een  gemeeoecbaiioel^  bestnur.  In  1850 
werd  het  oe  hoofdstad  van  bet  doot  Rusland 
afgestane  Besarabieehe  grensgebied  van  Roeme- 


187S)  kwam  het  v 
Inni 

en^le  v 


San  Slefano  (3  Maart 
eer  aan  Rusland. 
ËgTptiecbe  stad  op  de  land- 
Saèi  en  aan  de  spoorlyn  Segaaig-SuBi, 
1861  Igdena  bet  graven  van  bet  KaïuMl  al- 
daar gesticht  en  ligt  ten  noordoosten  van  bet 
Timeahmeer,  aan  bet  Zoetwateikaaaal,  dat,  uit 
den  N^l  daarbeen  gekid,  zich  ten  westen  van  de 
atad  in  twee  armen  verdeelt  en  driiAwster  le- 
vert aan  Suea,  aan  lemallia  en  Fort  SaU.  terwiH 
bet  tevens  twvaaibaar  is  voor  vrg  groote  schepen. 
De  stad  is  leer  regelmatig  Hangelegd  en  getgkt 
op  een  Enropeeaehe  badplaats  met  viUa^s  en 
lanen,  lelt  (1907)  11448  inwoners  en  beeft  be- 
lang als  hoofdtetel  der  Suëimaalaebappg. 


Ealio  geboren  als  de  2de  der  3  ionen  van  Ibra- 
Aim-Posja  (zie  aldaar).  H«t  xÖi>  onderen  broeder 
Ahnwd  ontving  hij  ina  c^leidin^  in  Frankryk, 
en  na  ign  terngiceer  kwam  hg  in  venet  tegen 
de  rveering  van  Abbat-Patja.  \Emt  toen  ign 
oom  Said-Ptuja  aan  de  regeeriog  kwam,  nam  Ia- 
miÜl-Piuja  deel  aan  het  bestuur.  Belast  met  een 
,■  ,.     .■  ,.     . . ...._  . .    .,.,  i"  .  unste 

1861. 

bet  booti  van  een  leger,  de  orde  aan  de  Soe- 
daneesebe  grens.  Hq  vtrigde  ign  otym  als  onder- 
koning op  ia  1863  en  toonde  zioh  aanstonds  een 
tegenstander  van  de  doorgraving  der  landengte 
van  Suez.  De  tuatehenkomst  van  Nofoletm  III 
was  noodig  om  fnnaiTs  tegenstand  te  btekës. 
In  1867  nam  hij  den  titel  van  khedive  aan.  Aan* 
«tonds  begon  hg  lijn  legermacht  zoo  oit  te  brei- 
den, dat  de  Eg^tisehe  finantÜD  er  door  in  de 
war  kwamen,  fiu  deed  een  veldtocht  tegen  Abe»- 
aynie  in  1872,  Igfde  Darfoer  in  1874  in,  maar 
leed  in  hetzelfde  jaar  een  nederlaag  tegen  de 
Abes^nJirs.  Zgn  geldmiddelen  waren  in  mlken 
elecblen  toealaiHl,  dat  hg  in  1876  verplicht  waa 
het  beheer  der  Egyptische  finaotiBn  aan  een  En- 
ropeescbe  eommi^aie  toe  te  vertrouwen.  Ook  ver- 
kocht hn  tqn  reeh.ten  op  bet  Snti-kanaal  aai 
Engeland.  Toen  twee  Europeanen,  Wüson  en  Dt 
Bligniiret,  in  bet  EgrptiBche  ministerie  waren 
opgenomen,  beproefde  Innaïl-Pana  ia  1879  een 
staatsgreep,  die  echter  mislukte.  iDen  24Bten  Juni 
van  dat  jaar  moest  fag  afstand  van  de  regeerinf 
doen  ten  behoeve  van  ign  Mon  Tewtik-Piaja.  Hg 
begaf  lieh  naar  N^s;  van  dau  in  1886  naar 
Eonetan  tin  Opel,  waar  hg  den  2den  Haart  1895 
overleed. 

of  lakimid,  het  oude  Nicomedia  in  Bi- 

thjniS,  een  havenplaafs  en  tevene  de  hoofdstad 
van  een  zelfstandig  liwa,  is  in  bet  noordwesten 
~~~  Elein-AziK,  op  den  achtergrond  van  de  Oolf 
Ismid  ISmu»  Ailaeeniu}  in  de  Zee  van  Mar- 
s  en  op  hooge  beovels  gelegen  en  door  apoor- 
wegen  met  Skoetari  en  An^ra  verbMiden.  Het  is 
de  zetel  van  een  pasja,  van  «en  Qriekichen  m»- 
tropolitaui  en  van  een  Armenisoben  aartebïsaehop 
en  telt  25  000  inwoneia.  Hoot  eo  zout  ^jn  de 
voomaamite  artikeloi  van  uitvoer.  De  inwendige 


D,o,l,zedb,GoOgle 


780 


ISHID— ISOBTA' 


tUiI  aet  haat  nauwe  atnlen  en  TerraUen  buiun 
faëantwoordt  weinig  md  4iut  bcTalli^  Toortomea 
ÏD  de  T«Ft«.  Tan  bet  praditi^  Nioomedia  d«r 
ondheid  iqn  elechti  gvringe  oteiblglMlen  aan- 
weng,  looali  4t  mnran  Tan  den  Akropolii,  e«a 
mooi  RoüKHiKh  bouwwerk  en  een  cisterne. 

Iraartfla  ia  de  naam  Tan  een  ^ntenge- 
■laefat  uit  de  t&mjlie  der  Onagraeteën.  Het  ondei- 
Bcheidt  lieh  door  een  blgTenden  vienlii^igen 
kelk,  4  ot  geen  bloembladeren,  4  meehlraden,  een 
draadTormigen  stgl  met  knopTOtmigen  «tempel 
en  een  4-nokkig«,  bokTerbrekende,  4-kleppige. 
Teeludise  doosTmcht.  In  ene  land  groeit  1.  pa- 
(■ftrie  L.,  een  moerasplant,  art  «en  fcorteren  of 
langeren  kruipenden  wortelatok  oprtQgende  mrt 
een  kalen  sten^l,  tegenoTetgestelde,  eivoimige, 
epitge,  naar  onder  tot  een  bladateel  Ter«mald«  Ma- 
deren  en  ftfiondulgk  in  de  bladtAielt  geplaatste 
Uoemen  londer  bloembladeren. 

IboImfad  {lie  de  kaart)  zjjn  lünen,  die  de 
plaateen  op  aarde  met  denieltden  liMhIdruk  (bs- 
rometerstand)  met  elkander  lerbinden.  Teneinde 
de  waargenomen  tarometerstandeu  met  elkander 
te  kunnen  Ter^eljjken,  moeten  iQ  geredneaerd 
worden  tot  leeniTcan,  tot  de  ten^ratanr  Tan  O* 
C,  alsook  tot  een  en  denseUden  farallel  (door- 
gnani  dien  van  45*),  aangeMen  bet  eewiehl  *an 
alle  lichamen,  dns  ook  dat  Tan  de  Ineht,  vin  <Ien 
etenaar  naar  de  piJen  toeneemt.  De  eenie  iso- 
barenkaaiten  werden  door  BueAoN  ontworpen,  en 
tepwql  «Den  later  berbaaldel^  dergelQfce  kaar- 
ten geteekend  beeft  voor  bet  jiugemiddelde  en 
dat  der  nitente  maanden  (Januari  en  Jidi),  is 
Bitekan  de  eenige,  die  ie  Toor  elke  maand  ai- 
londerL^k  beeft  ontworpen.  Vooral  door  Bmm 
werd  er  op  geweien,  dat  de  waaide  van  isobaren- 
kaarten  TOor  betrekkelijk  kleine  deelen  der  aard- 
q)peTTlakte  liebt  oTanèbat  wordt.  Ook  ia  bet  een 
fout,  dat  men  den  omüddtlden  Inebtdrak  ver^ 
Igkt  met  de  keervAnut»  windriebting;  de  pogin- 
gen to^,  om  de  gemiddelde  windtiebting  Tan 
een  plaat*  te  berekenen,  bebben  tot  dnsTer  wei- 
nig iDceei  sebad.  Noebtana  lijn  de  iwbatenkaar- 
ten  gMchikt  om  de  iioofdwindgebieden  in  de 
niterite  maanden  Tast  te  stellen.  Ook  kannen 
ait  de  Tergelqking  der  is<ïbaren  met  de  winden 
de  twee  groote  wetten  (die  van  Bm-Ballot,  lie 
aldcar,  en  die  Tan  StevMMOW,  lie  WM)  algeleid 
worden. 

IsobftSUi,  ook  wel  Itanabaitn  g^eeten, 
noemt  men  &t  Iqnen,  wefte  de  pnnten  ran  gelgke 
BtruidÉMOgte  of  b^  onde  kustlêmesen  de  pun- 
ten met  oetelfde  r^iïng  verbinden.  Zooals  in  bet 
artikel  Niveauweranderingen  {im  aldaar)  is  aan- 
getoond, kinnen  aan  Tele  kuiten  rersdi^nselen 
Toor,  welke  er  op  wijlen,  dat  de  koat  in  den 
loop  der  eeuwen  ten  opiiehte  tid  den  leespiegel 
is  gereien.  Verbindt  men  nu  de  punten,  waar- 
TBD  men  kan  aantoonen,  dat  lij  even  sterk  gere- 
len  lijn,  dan  Terkrijgt  men  de  i8<d}«sen.  Vorens 
De  Oeer  vormen  aj  in  Scandinavië  tamelyk  re- 
gelmatige ellipsen,  wB&rvan  de  gioote  assen  on- 
geveer samenvallen  met  de  waterscheiding  tui- 
echen  Zweden  en  Noorwegen. 

bobrontca.   Zie  iMehnmea. 

Ziootalmonan  liJn  de  verbind in^^slquen  van 
{daatien  op  aarde,  wuu  detelMe  gemiddelde  win- 
terlemperatnar   beemeht    (zie   laothermtn). 


iMMbrODsn  (IxIbTtmten)  ign  jy'^^n,  die 
plaatwn  verbinden,  waar  men  tegelgkertöd  den 
eersten  donder  Tan  een  onweer  hoort.  Ook  ver- 
staat men  onder  iiodironen  de  verbimkneilqnen 
van  plaateen,  die  meD  vanuit  een  bepaaSi  punt 
op  denielfden  t^d  kan  bereiken. 

laoohronluBS  noemt  men  de  volkomen  gt- 
Igkbeid  van  danr  Tan  alie  Mbommelingen  Tan 
een  ilinger,  indien  de  amplitnde  klein  is. 

iBOobroamTSznls.   Zie  Vemi*. 

boomtas,  (ItiAratei)  een  beroemd  Oriekseh 
redenaar,  in  436  v.  Cht.  te  Athene  geboien,  ge- 
noot het  onderwas  Tan  Qëorgia»,  Prodieut  eu 
Tkeramenei,  maar  dnrfde  wegeni  iqn  iwakke 
stem  en  i(|n  aangeboren  angstvalligheid  niet 
opcnlgk  optreden,  terw^l  fay  «eb  beiig  hidd  met 
het  geven  van  onderwqs  in  de  welaprekendbeid 
en  met  bet  leTeren  Tan  redevoeringen  aan  ande- 
ren, zaken,  die  bem  vecJ  geld  opbrachten.  Uet 
Plalo,  den  ipeelmakket  igner  jengd,  bleef  bg  tot 
in  boo^  ondeid(»n  bevriend.  Ook  beboordié  hg 
tot  de  gverigste  vereerders  van  Soemte»  en  tot  de 
bevigite  bestTgden  der  3ophisten.  Bjj  den  dood 
Tan  eerit^noemde  was  bu  in  Athene  de  eenise, 
die  lieh  in  rouwgewaad  bnUe.  Voond  beeft  ^ 
zich  Terdienitilgk  gemaakt  door  de  weleprekend- 
heid  aan  te  wenden  tot  practisctie  oogmerken, 
inioDderheid  tot  bcTor- 
dering  van  ledelükheid 
en  deugd,  terwgl  hg  te- 
vens groote  loüg  be- 
fteedde  aan  de  lieediB- 
ving  van  den  etSI  en 
aan  een  wellnidende 
ronding  der  vohinneo. 
Zgn  redevoeringen 
ebcbten  dientengevol- 
ge veel  tgd,  en  men 
legt,  dat  hq  aan  den 
„FiiMLtbenalcui"  tien. 
Jaar  rewerkl  beeft. 
Gloeiende  van  vrq- 
hekl«niii,  bracht  iij  in 
338    V.    Cbr.    na   den  Iiocntei. 

nmp^Mwdigm  dig  vu 

Cbaeronéa  lieh  telf  om  bat  levoi  in  den 
oaderdom  van  98  Jaar.  Tan  de  60  redevoeringen 
vRb  Itoeraltt,  ten  tqde  van  Plufarekiu  nog  aan- 
weiig,  iqn  21  tot  op  omen  ^jd  bewaard  geble- 
ven. Daartoe  behooren  de  ,J'aneg7ril:oi",  waarin 
hij  de  Qri^en  tot  eendracÉit  vermaant  in  den 
strqd  tegen  de  Penen,  de  .^natbmalkoa'', 
een  lofrede  op  Athene  en  de  i^epagitikoe", 
waarin  hg  de  Athenera  aanraadt  tot  de  wetge- 
ving van  Sofon  terog  te  keeien.  AI  inn  rederoe- 
ringen  vindt  men  in  de  venameling  dei  ,,Otato- 
rei  attici".  Ook  heeft  men  vele  afionderlgke  uit- 
gaven der   rederoerin^n  na  ImxnUt. 

laodUnorCls.  Zie  Itomodiiaie. 

IvodTiuunra,  Isoronm  eo  IsokUnwi 
zna  Iqnen  van  gelJTke  maeneeüuaebt,  van  geljjke 
afwgking  en  gelgle  helLng  van  den  raagoett 
Zie  Magiuliamt, 

iBoëtaoMin  is  de  naam  van  een  familie  van 
Sporeplattlen.  Tan  bet  geslacht  Itoëtm  L.,  dat 
een  korten,  knolaefatigen  stengel,  biesaebtige  bla- 
deren en  aan  den  verbieeden  voet  der  bladeren  een 
l&ngwerpige,   vleeiige    sporevmcht    beeft,     kent 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISOBAREN  EN  LÜCHTCIRCUIATE  IN  JANUARI,  JÏÏU  EN  IN  HET  JAAR. 


D,o,l,zedb,GoOgIé' 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ISOETAOBBEW— IS0iIiATIEWEiBB8T.AHï). 


781 


men  in  ons  land  tw«e  soorten,  namolgk  L  laeut- 
tri»  O  o  V.  met  ttSre,  donkergroene  bladeren  met 
a&aweljjks  Tersmalden  top,  en  I.  eehinotpora  met 
fgn  toegespitste  fihdet«n.  Zg  groeien  op  den 
nDdt)odem  van  meien  en  moec&ssen.  De  eerstge- 
iM»ea)de  soort  is  hij  Weert  en  in  de  Oudegaster 
Zanding  itg  Dnebten,  de  tweede  bg  Weert  aange- 
ttolten. 

IiobyetMl  lün  «Ie  Teibindingsljjnen  Tan 
plaatieD  met  gelgken  jaulökeehen  regenral. 

IsobTPBUi  (BoritontaU-  of  Hvogtet^neit) 
iqn  de  !|jnen  op  tetrainkaarten,  die  plaatsen  met 
gelgke  Jioögte  boTen  de  tee  TeibindeD.  Zq  kun- 
nen in  hooge  mate  ei  toe  büdrageo,  om  een  betei 
tDüdit  t«  TeiBdiaffen  in  dea  Tertiealen  bouw 
van  de  beigaetitige  gedeelten  der  aardkorst  en 
iqn  onmisbaar  bg  het  maken  «an  ontwerpen  tot 
aanles  van  straat-  en  spoorwegen,  kanalen  en 
'    tunnels  in  bergstreken.  Zie  ook  Landkaarten. 

Isola,  een  stad  in  bet  OostenriikEebe  district 
Capodistria  (IstriB),  ligt  aan  een  kleine  baai 
'd«  QfAl  Tan  TriSat  en  aan  de  spoorlgo  Tri6._ 
at.  Anirae— Bnje  ep  telt  -flSlO)  98ftl  inwoners. 
Men  riodt  er  een  Takscliool  Toor  kantweiksters 
en  een  warme  iwaTelbion,  die  sedert  1823  voor 
baden  gebruikt  wordt.  De  bier  Terbonwide  toete 
«wsrte  wijn  -(Befosco  tfliolo)  ie  tieroemd. 

Isolajil,  Jolumn  Ludwig  Beetor,  giaaf  mr, 
keiierlqk  seneraal  in  den  Dertigjarigen  Oorlog, 
weid  in  1586  te  Qttn  geboren,  was  de  telg  Tan 
«en  adellgk  geslacht  uit  Cjpms.  In  1002  weid 
bjj  door  de  Turken  geTsngen  genomen,  doch  ont- 
•napte  en  itoad  weldra  aan  tiet  hoofd  Tan  een 
tegiment  Kroaten.  Jn  de  eerste  jaren  Tut  den 
Dertigjarigen  Oorlog  «treed  hg  tegen  graaf  Peter 
Srrul  van  Mantteüi,  daarna  «moei  Smeiii  'm 
-Pommeren.  Iit  16S2  tot  generaal  benoemd,  kiee^ 
1^  bet  berel  o>Tei  alle  EroatMi  en  streed  dapper 
fan  LUtzen,  Als  Teldtuigmeestei  Terkre^  bn  in 
1634  de  goederen  van  ICaUensMR,  de  beerlnk- 
heden  Aièha  en  Friedenstein.  In  1635  wenl  hg 
tot  loon  Tan  ign  verraad,  Wen  TFoUmstein  ge- 
pleegd, met  den  ^raTentitel  begiftigd.  Vervol- 
r  streed  hg  fcg  NOnUingen,  mde  Nederlan- 
in  Pieardii,  in  BonigondiS,  in  flessen  (1687), 
in  Pommeren  (I63S),  aan  4en  Boren-Jlgn  tegen 
lierteg  Bemhard  mm  Weimar  en  Ov^nant 
^16S9)  en  overleed  te  Weenen  in  1640. 

Isolatie  van  een  electiiseli  geladen  liehum 
lioemt  men  het  verliinderen,  dat  er  lading  van 
dat  llebaam  afvloeit,  door  het  door  een  iaolator 
te  omgeven  (zie  Iiolalor). 

IiolatlsbnlB.     t  2ie  /sototor. 

Isolattsfonten  in  eleetrische  geleidingen 
geven  vaak  aanleiding  tot  bedrglsstoorniasen  en 
moeten  dertialve  worden  vooikomen.  Teneinde 
een  iBolatiefoat  ving  te  kannen  oosporen,  heeft 
men  bgiondeie  toesteUen,  waarmede  men  dooi 
meting  direct  de  plaats  van  de  fout  met  gioote 
nanwkenii^id  kan  bepalen  {aie  Wheatttone, 
Brug  van,). 

Is(datiMii«t*r  is  een  toestel,  dat  dient  om 
den  isolatieweerstand  van  een  eleetrische  geleiding 
te  meten  {at  lêolatieteterttcoid). 
.  laolatteatoffen.  Zie  holalor, 

Isolatlewssratand  noemt  men  den  weer- 
stand, dien  de  iaoleerende  etof  aan  den  doorgang 


van  een  electijscben  «troom  biedt.  Deie  isolatie- 
weerstand  is  een  gewone  eleclrisohe  weerstand, 
die  dus  lecdi (evenredig  ie  met  de  lengte  der  door 
den  stroom  te  dooiloopen  weg,  en  omgekeerd 
evenredig  met  de  dooretroomde  doorsnede.  H^- 
ben  wg  een  geleiding,  die  over  baar  gebeele 
lengte  met  een  isoleerende  stof  bedekt  is,  looalfl 
bgv.  bg  een  kabel  bet  geval  ie,  dan  neemt  de 
isolatie  weer  stand  evenredig  met  de  lengte  van 
die  geleiding  af,  daar  het  totale  inppervlak  der 

Ïeleidiog  hier  de  doorstroomde  doorsnede  is  Tan 
en  lekstroom.  Hoe  langer  das  «en  geleiding,  hoe 
slechter  de  isoltttie  wordt.    De  i.g.  soorlelgke 


stroomde  lengte  ]  cm.  en  de  dooretroomde  door- 
snede 1  T.  em.  is.  Het  eenige  Terschii  met  den 
weerstand  van  een  geleider  tiestaat  hieria,  é»i  de 
«aottelqke  weerstand  van  ieolatoieu  veel  ^ooter 
is.  Absolute  niet  geleiders  beslaan  niet  (iie  Iso- 
lator). 

De  meting  van  den  laolatieweerttand  tui  een 
electrisebe  geleidii^  kan  geschieden  met  de  volt- 
metermethode  «t  met  de  brogmethode.  Een  korte 
besehrgving  van  de  voltmetermetbode  volgt  hier- 
(Mider; 

Uta  legt  een  voltmeter  V  {lie  tig.)  met  zgn 
eene  pool  aan  een  pnnt  A  van  4«  geleidiDg,  met 


Iw^tieweerstand. 

de  andere  klem  aan  de  eene  pool  van  de  battery 

B,  die  met  haar  andere  <pool  aan  de  aarde  ligt  — 
vooropgesteld  altdions,  dat  men  den  isolatieweer- 
stand  tegen  de  aarde  wenseht  te  kennen.  De  bat- 
terg  loI  do  een  stroom  zenden  door  den  Voltme- 
ter en  door  de  isolatie  heen  naar  de  aarde  en 
van  dsar  naar  de  andere  pool  van  de  batterg. 

Daar  in  bet  algemeen  oe  eigen  weerstand  van 
de  geleiding  tegenover  die  van  den  voltmeter  en 
van  de  isolatie  te  verwaarloozen  is,  ondervindt 
de  stroom  praetisch  een  weerstand  gelgk  aan  de 
som  Tan  den  ieolalieweerstand  n  en  van  de 
voltmeterweergtand  r,.  Nn  is  de  aanwgzing  van 
den  voltmeter  evenredig  met  den  Btrocm,  die  ei 
door  gaat.  Is  de  spanning  der  batterij  gelgk  aan 
E  en  legt  men  den  voltmeter  eerst  direct  aan  de 
polen  van  de  batterij  dan  tal  de  voltmeter  K 

volt  aanwgzen  bg  een  stroom  {,==—.  Haakt 
mendaarnadegeteekendeedukEÜDg,  du  woidt 
de  stroom  ti  =  .   üit    fcw   twee    Ter- 


gelqkingen  volgt  dat  -^= 


-=i+- 


.AU 


Bi  de  nienwe   voltmeter   aanwgsing  m,  • 


DigilizedbyGoOglC 


782 


laOLATIEWEEBSTAND— I80U.1OB. 


=-r:-i.**'  =  ' 


(g-  —  ij.  Alg  de  eigen  weeiiUnd  tm  den  Tolt- 
meter  bekend  ii,  kumen  hieruit  n  bepaJeo.  In 
den  handel  ^jn  bepulde  toeitellen  vurbn  ralt- 
meter  en  iMtterjj  in  een  toeitel  ign  ingebouwd 
en  wwubjj'  de  battqrg  iteik  ftli  coutut  w«rdt 
bcHhoDwd  en  dn*  de  ff  mn  te  voren  Tutligt. 
iWrdooT  il  het  mozelgk,  dooi  den  Voltmetei 
TAD  een  bijioodere  «enaAlverdeeling  t«  voonien, 
ineeni  den  itolfttieweentand  kl  te  \aini. 

De  i)TBgmeUiode  Mdiiedl  Tolnni  4e  gewone 
methode  tui  4le  orog  tui  Whêottbme  (>ie 
tnieoMoM,  Brug  mn,),  WMibq  de  Molalteweer- 
atand  een  tui  de  tiei  hm^weerituiden  TOimt. 

laolator,  Xkdrüdu,  noemt  men  elke  «tot, 
die  dan  electmdien  Etioom  teer  dteht  geleidt, 
bgT.  dieilj^e  en  Tdantaudtge  Teieliloffen,  olie, 
poteelein,  glas.  harsen  en  droge  Indit.  Abiolnte 


niet  Mi«i<l«M)  *|ji''  bestaan  niet,  etke  ilof  beiit 
een  b^Mald  geletdingsTermo^n;  men  qireckt 
eektei  Tan  iwiataien  als  het  gelei  dingsTetmogMi 
...  ,_.  ..._  -[letJen. 


r  kkin  ie  ten  o^ichte 

Hen  maakt  Ttn  Moktorea  gebruik  dakr,  waar 
nuin  het  ontstaan  Tan  eteetrit^  stroomen  wil 
Toorkomen  ot  deie  in  bepaalde  banen  wil  leiden, 
looals  dit  ^sdiiedt  bg  eleetmtcÉie  kraditeovei- 
bresging  (ue  E(eeinwh«  kraeUtOfVtrbrMging  en 
EleeMaekÉ  leiding).  Vooral  bö  etectrijcbe  atroo- 
men  tui  boogepanning,  doch  ook  bü  die  Tan  la- 
gere spanningen  is  bet  viaAgstuk  der  i«oleering 
Tan  bet  ailerete  gtwieht  en  wordt  daanuui  dta 
ook  de  meeat  nanwgeiette  lorg  besteed. 

Vui  de  isolatoren  lija  de  belangr^kate:  de 
poneieimwolator,  Trqwel  OTeral  in  gebmik,  wau 
een  blanke,  niet  door  iaaleereod  (hulsel  etnge- 
Tec  geleider,  geiaoleerd  moet  warden.  AU  mate- 
riaal Toor  poreeleiuiMlatoren  fcaa  alleeu  h«rd 
poreelein  met  geglaiaord  opperTlak  gebruikt 
worden.  De  isolatoren,  die  bg  boTengrondsebe 
builenleidingen  in  gebruik  tgn,  lijn  reeds  beuiro- 
ken  in  bet  art.  Eleelritehe  leiding.  Buiten  oeie 
kent  own  nog  Ttrsobeidene  andere  Tormen  Tin 
poreelein isola tor,  looala  de  dooiToerlngS' 
1 1  o  1  a  (  o  r,  die  gebruikt  wordt  f  oor  isolatie  van 
een   blanke   leiding   in   een   gesloten  wand.   Ter 

iilaatie  ia  de  leiding  dan  geheel  door  een  porce- 
eineo  dooTTOeritoIator  omgeTeo,  die  meestal  den 
TOTiD  beeft  Tan  twee  kegelt,  die  met  bet  grond- 
Tlak  tegen  ellunder  ign  geplaalal.  Verder  rofiso- 
latoren.  die  gebruikt  worden  bjj  het  leg^n 
eener  oUnke  leiding  langs  een  muur.  Deie  iso- 
latorcD  worden  alleen  Toor  lase  spaoniDgen  ge- 
bruikt. Voor  hooge  eoanning  gebruikt  men  afeun- 
ifoloforen,  d»t  qjn  cegelronnige  iaolatoren,  die 
met  bet  grondvisie  tegen  den  wand  beTegti^d 
warden,  de  geleider  wordt  daji  aan,  in  de  ^its 
T«ii  den  kegel  ingokitte,  Uonmen  berestigd.  Bg 
lagere  qtanningeu  Toorsl  komt  poreelein  Èds  ieo- 
lator  in  de  meest  Teraebillende  Tonnen  en  Toor 
de  meest  uiteenloopeude  doeleinden  Toor. 

De  glatitolator  wordt  e«lbmikt  ter  verraDging 
Tan  den  dourderen  porcMeinisolator  en  komt  in 
dezelfde  «mstruetieTormen  Toor.  Het  glas  beeft 
het  nadeel,  da\  bet  tengerolge  Tan  ebemiicbe  en 


«tnoeferisdM  inTloeden  spoedig  un  de  opper- 
Tlakte  Terweert,  waardoor  de  isoktor  knga  de 
opperrMte  ign  itoleeiwd  Termogen  Teilieet. 
Ctak  is  glas  sle«it  tegen  temperatnnrswisaelingw 
bestsji'd.  Voor  boonpanningadoeieinden  i*  nit- 
elniUnd  glas  Tan  de  allerlate  kwaliteit  bruik- 
bau,  waardoor  echter  het  Toordeel  Tan  de  goed- 
koopte Terloien  gaat,  terwgl  bet  tooh  nooit  bet 
poreelein  kan  eTenaren.  Voor  boog«Mimii%  wordt 
glas  dsn  ook  weinig  gebruikt.  Voor  Uig«p«n> 
ningAuitenleidingen  treft  men  aomtvda  dek 
glaiitoUtor  Mn. 

De  oMbrolMnsoIator  wordt  TOor  hoogspanmnga. 
buitenlei  dingen  weinig  toegepast.  AmbtolDe  w 
een  nit  fotsiela  banen  eameagesl^e  stof,  die 
«Tenals  poreelein,  nagenoeg  geen  water  opneemt 
en  TOor  temperatnarswiisëlingei  on«T«elijg  it. 
Een  Towdeel  boren  den  ponéleiatsaUlor  it  d« 
onbreekbMurheid  van  het  materiaal,  loodat  Ter- 
iplintering  niet  TOor  kan  komen.  Nadeelen  daar- 
entegen igu  in  de  eerste  plaats,  dkt  evenals  bjj 
giss  de  opperrlakteiaolatie  metterUjd  minder 
wordt,  en  dat  bet  niatoriaal  feeds  bg  ongeTen- 
120*  C.  week  wordt.  Deie  temper*tnai  kan  op- 
treden bö  kortalnitingen  mi  o*ei4>elaatiDg  der 
leidingen  tengevolge  Tan  storingen  in  bet  net.  Dit 
week  worden  kan  tengeTolge  van  wiitd  en  de  bö- 

rolg  verhoogde  treupanning  in  de  leidingen 

ivende  Tormrerandering  tengevolge  bebben. 
oen  bekagrjjke  toepaaiing  van  ambrolne  wordt 
daarent^en  gemaakt  bg  de  rgdraden  van  eleetri- 
sebe  trams  en  spoorwegen  voor  de  ïMdntie  tm 
rgdraadboadeis,  af^waisiriatoTen  en   dergelj^an. 

Voor  iaoktie  van  eleetritche  kaliek  wwdt  te- 
genwoordig büna  nitsloitend  pspiei  gebruikt 
Voor  iwakstroom  (d.  i.  telegraaf-  en  tuefoMk*- 
bels)  wordt  meestal  droog  angedrenkt  pa(»er  ge- 
bmikt,  voor  hoog-  ea  laa(|ipanningssterkstrM>B- 
kabek  daaientei^  ge)>raikt  men  in  olie  ge- 
drenkt p^ierband.  dat  de  aders  ia  veracfaeidene 
lagen   ^liraali^ewqte   omgeeft.  Het  Mital   va* 


geroli 
blijve 


deie  l^en  wisselt  met  de  epauBing,  waartegen 

Ssiw^rd   moet   worden.   Voor  kabels  verdring 
e  napieiisolatie  de  vroeger  gebrDihelöke  gnmmi. 


iktie  meer  en  meer.  Het  papier  beeft  als  groot- 
ste nadeel,  dat  bet  gretig  water  opnetatt,  vaa- 
daar.  dat  het  met  alle  gedrenkt  wordt.  Verder 
wordt  de  kabel  absoluut  tegoi  van  builen  indriD- 
gend  vodit  door  em  nsMioot  ongepente  lood- 
mantel  besebermd  (sie  Sleetritehe  leidittg).  Als 
bekngrgk  isolatiemateriaal  kan  nog  worden  ge- 
noemd de  gumsni.  Dit  materiaal  wordt  in  d«  eer- 
tte  plaats  gebruikt  voor  de  iaoktie  Taot  geleid- 
draden  Toor  eleetrisdie  licht-  en  kraehtinstalla- 
tiei  in  den  roim  Tan  gnmmiMieFdiaad  eo  gwn- 
mibanddraad  (lie  aldaar).  Voor  iaoktie  van  on- 
dergrond aebe  sterkstroomkabels  daamt^n 
wordt  bet  Trgwel  niet  meer  gebeii^d.  Voorts 
wordt  gummi  voor  alle  mogdgke  kkineie  ieok- 
tiedoeleinden  gebeiigd,  TStf  ook  in  den  vom 
Tan  bard  gnmmi  (tSoaiêt)  Toor  isoleerende  hals- 
jes, onderlegachgtjes,  kleine  bordjes,  waarca 
electrisehe  apparaten  sli  schakelaars  bevestigd 
worden  en  dergelgken.  Voor  iioUtiemateriaal  hÜ 
telegraafkabek  maakt  men  gebruik  Tan  gntla 
perèna. 

Isolenwiassa  of  eomvctntd  is  een  awarte,  pek- 
aehtige   stof,    waarmeoe   o.  a.   kabelverbindiaga- 


DigilizedbyGoOglC 


laOLATOBr-WOXmiE. 


?S3 


ton,  tonMode  Ae  ki^kders  oeiiaide^fk 
aar  te  isokeren,  ie  toot  onderling  «ontnct  te 
Tröwaren,  «n  het  binnendringeD  van  voeht  in  den 
kaM  la  TeThinderen.  De  massa  ia  Mn  mengwl 
Tan  hart,  aslalt,  gnmmi  en  dergelgke  stoffen. 
Voor  bet  gebruik  irordt  <k  mssBB  in  een  pot  ge- 
amo(t«D  en  gekookt  tot  ze  daitTloeibaar  is,  en  ook 
de  laatste  Toehtdeeitjes,  dre  ondanks  de  grootste 
ïorg  toeh  nog  altijd  UDwezi^  knnnen  znn,  rei- 
wgoerd  ign.  'D«  aanwezigheid  Tan  Toeht  Ter- 
raadt  lieh  direot<Joor  een  ffterkopeobiönien  der  ko- 
kende Tloeistof.  In  dezen  don  rloeibaran  toestand 
«ordt  de  'massa  in  de  mol  groten.  Deze  nwet 
daarna  nog  «enige  malen  nagegoten  worden, 
daar  de  massa  bg  het  stollen  sterk  krimpt.  Qe- 
ZDigd  dient  ook  te  worden,  dat  de  massa  geheel 
vril  blglt  van  vreemde  bestanddeel  en,  die  Tan 
buiten  af  in  kannen  waaien,  waartoe  de  maeupot 
ook  tig  dioo^  weer  telkens  direct  weer  gestolen 
moet  worden. 

Itolalübimd  is  in  een  klevende  isoleerende  stof 
gedrenkt  hnnenbaiid.  fiet  wordt  gebnvkt  «m 
korte  slakken  electiiKhe  leiding,  oie  hgv.  bq 
het  Ia«aehen  blank  gekomen  ijjn,  te  isokeren, 
waartoe  bet  band  in  spïraal^ewh'ze  lagen  rond 
den  geleider  wordt  gewHikeld.  Onder  isolatie. 
b  Q  i  B  Terstaat  men  een  Tan  binnen  met  icolatie 
(geïmpregneerd  piqiiei]  tidcleed«  metalen  bnia, 
waar  de  eleetiiscbe  gelei ddraden  Toor  binnen i 
stallatiee  in  worden  gelegd.  Marmer  en  lei  w( 
den  iSs  iaolatie  Toomamel^  TOor  sehakeHiorden 
en  alB  montagepUten  Toor  electrische  instrumen- 
ten gebeiigd.  Zg  zgn  althans  in  droge  mimten 
nitetekende  isolatoren  en  worden  dan  ook  voor 
sehakelborden  bgna  aitelnitend  gebezigd. 

Bont  ie  wegent  zgn  brandbaarheid  en  wegens 
het  feit,  iaA  bet  eterk  aan  bederf  (rotting)  onder- 
heTig  is,  bgna  aitsloilend  voor  tf^delgke  Toonie- 
ningen  gebrnikeiijk  (hopten  schakelborden). 
Sledits  daar,  waar  bet  bed^fTTn  is,  zooala  onder 
olie,  kan  bet  voor  blgTende  doeleinden  gebruikt 

Isold*  is  de  gemalin  van  Marke  «n  de  ge- 
liefde Tan  Triitan  (zie  aldaar). 

Zcolserbanil.  ^é  liolator. 

XM>l0«nn  noemt  men  in  de  eleetrieiteitsleei 
bet  eleetriseh  afzonderen  van  een  liebaam  of  mim- 
te  Tan  een  gekider  (zie  luiUtlor).  6^  marines 
Terhindeil  men  door  isolatie  (met  ariieet,  lie  al- 
daar) de  warmtenitfltraling.  omgekeerd  belet  men 
door  deodfde  middelen,  MC  een  rnimle  van  lage 
temperatnnr  door  de  omgeving  Terwarmd  son 
worden.  In  de  getweikande  isokeit  men  patiSn- 
ten  met  besmettelgke  ziekten  eni. 

I«ols«r«nde  stolfwi.  Zie  Iiolalor. 

ZMolaarende  talen  no<tnt  enen  talen,  die 
de  grammsiieak  betrekkingen  tnsseben  de  woor- 
den boofdzakelp  dooi  de  woordpUatsicg  nit- 
drnkken.  Het  znn  in  den  regel  teTens  wA  een- 
lettergrepige (monoiiyllafcieSie)  talen,  d.  w. «. 
haar  stamwoordea  beetaan  sleehts  oit  één  letter- 
greep, en  dikwgls  bebben  ig  ook  zoogenaamde 
mnzikale  accenten,  d.  w.  i.  z(j  onderscheiden  ge- 
Igkloideade  woorden  Tan  Tereehillende  beteekenis 
door  zekere  onafsdieidelgk  met  haar  Terbonden 
stembni^ngen.  De  Toomaamate  isokerende  talen 
zgn  de  udo-ChiDeesche  en  IfonUnami^be    talen. 


ZBol««nnaMa.  Zie  Itolalor. 

Xsolapls  b^ocrt  tot  de  lamilk  der  Cwera- 
eeeën  en  is  gekenmerkt  door  weinig  ontwiUel- 
de  of  ontbrelÉende  tiloembekkedsels  en  meeldrs- 
den,  een  eenhoUkJg  nit  8  Tmebtbladon  bestMml 
TTnehtbe^inse!  en  een  stijl  met  3  stempels.  De 
planten  bezitten  worteUtokken. 

Itolepis  pygmaea  komt  in  Znid-'Enropa,  Chili 
en  Pern  in  het  wÜi  voor  en  vormt  een  alleiÜefst 
plantje,  dat  langen  tgd  in  de  kamer  goed  blgft, 
mits  maar  TOor  voldoende  Toebt  gezoi^  wordt. 
De  vermeerdering  geschiedt  door  deelmg.  Voor 
ampek,  vensterTersiering  en  Tnlkn  van  kkine 
'bloemenmand jes  wordt  de  /aolejns  veel  gebruikt. 
Zoodra  de  groei  Termindert,  klopt  men  de  oada 
plant  uit  den  pot,  waardoor  de  aVewerkte  grond 
weggesehnd  kan  worden.  Daarna  Brengt  men  Ter- 
eehen,  nwnwen,  zandigen,  van  onden  mest  Toor- 
zienen  grond  rondom  de  wortels.  Ean  men  na 
deze  bewerking  wat  bodemwarmte  tgdel^k  aan- 
brengen, dan  herstellen  de  planten  zich  snel  en 
Seren  ze  opnieuw  een  kra^tigen  groei.  Ean  an- 
ere  eoorf :  I.  proHfera,  kontt  minder  T«el  voor  en 
ie  ook  minder  srerlgk. 

IsonuütoM  (Ci^hOiO  behoort  lot  de  kool- 
hydraten en  wel  tot  de  heiobiosen.  fiet  ontstaat 
naast  maHose  nit  letmeel  door  inwerking  van 
diastaee.  Kanstmatig  kan  bet  nit  d.  glncose  ge- 
maakt worden  door  dit  met  sterk  loatsnnr  t« 
behandelen.  Het  scheidt  zich  das  als  een  etroo- 
1  af.  Het  i»  niet  voor  gieting  vat- 


perige 
baar. 


Xsomerla.  Hieronder  verstaat  men  bet  ler- 
sehgiwel,  dat  stoffen  met  gelgke  moleculair  for- 
male,  verschillende  eigen  Behappen  hebben.  De 
verklaring  Tan  dit  TersMgnael  moet  gezocht  wor- 
den in  versebillende  rai^ichikking  van  de  ato- 
men in  het  mokennl.  iH«t  verschgntel  telf  is  B<^ 
niet  100  heel  lang  bekend;  vroeeer  was  men  van 
meening,  dat  bg  gelgke  chemiaehe  samenstelling 
de  eigensebappen  nkt  konden  Terschillen,  Eerst 
toen  men  zwavel,  koolzure  kalk  en  andere  stof- 
fen in  verscbillende  kristalvormen  aantrof,  moest 
men  Set  versohgnBel  ak  Taslstaand  aannemen. 
Liebig  Tond  in  1823  voor  eyaaninnr  en  knalznnt 
dezelfde  «amen stelling,  Faróday  in  1S25  voor  bn- 
tjleen  en  aeth^ken,  Bemtiui  m  1889  voor  drai- 
Tenznur  en  wqnsleeninnr.  In  bet  volgende  jaar 
werd  door  dezen  onderzoeker  Tereebil  gemaakt 
tiUBchen  tsomerie  en  polymerie.  Polymeer  noemt 
men  lichamen,  die  bii  dezelfde  proeentiBche  m> 
menstelling  niet  dezelfde  moleenlairformdle  heib- 
ben,  bü».  aeetyleen  (C*H.)  en  benzol  (CHt).  Bg 
de  ware  isomere  lichamen  moet  men  in  de  eerste 
plaats  oDderaebeid  maken  taeseheu  physisdie  en. 
ehemieche  isomerie.  Wanneer  bet  verschil  in 
eigenechappen  alleen  Tan  pb^siscben  aard  ie,  dan 
spreekt  men  van  pbjsiaehe  isomerie.  Meestal  be- 
staat dit  verschil  in  kiistalTOrm  en  draaiing  van 
het  polarisatkvlak  van  een  gefHtlariaeerden  lieht- 
straal  (opHteke  itomerie).  Een  vooibeetd  biervan 
vindt  men  bg  twee  Tersehillende  wgnateenznren, 
een  kristal  Tan  bet  eene  is  bet  qiiegelbeeld  van 
dat  van  het  andere,  terwgl  het  eene  bet  polftrisa. 
tkvlak  rechts,  bet  andere  links  draait.  Meestal 
kan  men  dit  terscbgnael  niet  verklaren  door  Ter- 
sehillende rangscbikking  Tan  de  atomen  in  bet 
moleennl,  maar  door  de  Terscbillende  plaats,  die 


DigilizedbyGoOglC 


984 


laOimilE— laOPKfiEN. 


>Ó  in  de  nomte  imuinen.  Hen  niMmt  dit  tieitoi- 
•omerie.  De  verklafiiig  ii  In  1877  sneven  dooi 
Van  't  Hdf  en  Lt  BA,  ODifhinkeli^  tu  «Ikan- 
dei.  Deu  Tondes  d.  1.  lUt  een  «tol,  die  het  poU- 
liutierlak  dmit,  iltijd  een  of  hkh  C-itomei 
twvtt,  wuTïkik  de  vier  ftffiaiteiten  door  Tenehil- 
lende  elementen  of  itoomgioepen  nrudigd  tgn. 
Zulk  ecD  C-atoom  ii  door  Fm  'IHoH  aiyniine- 
triMb,  d.  w.  1.  niet  lymmetriieh  gvnoemd.  Hq 
neemt  nu  Mn,  dit  een  aijmmetriseh  C-atoom 
bet  middelpant  vormt  van  een  tetnUei,  wunan 
de  TÏei  Terachilleitde  ttoomgroefwn  of  ktMnen  d« 
itoekpiinteD  tjjs.  Door  ondeilmge  TerplMtiing 
TUI  die  BtooBwroepen  Terkrqgt  inen  dan  de  ite- 
leo-iiODMie  liehamen.  Er  bMtaan  verKbillende 
toorten  tmi  chemische  laomeriBD.  1*.  de  itme- 
tnoT-ieomerllD.  EieraitdeT  veritaat  men  inike 
jiomere  li^amen,  die  veiaehillende  itrnetaurtor- 
mnlei,  maar  gelige  ndicaalformnlei  beiitten. 
Hiertoe  behooren  cqT.  d«  i««e  firopjlakabi^en, 
de  pricuÜTe  en  de  seeniidaiie  pnpjÜodio].  De 
eerste  i«  OHi.CeiCiEbOQ,  oe  tweede  CBi. 
OSOB.CHi.  Beide  bevatten  de  radicalen  CHt 
en  OH.  2*.  de  metamere  lichamen.  Deie  iiomeren 
behooren  nog  wel  tot  deieUde  Uaaae  *an  veibiii- 
dingen,  maar  hebben  Teracbilknde  radicaalformn- 
let,  biJT.  de  diaetb^aetber  C.H..OC.H.  en  de 
aethjlprapjlaetber  OH>X).C*Br.  8*.  de  tooTallige 
iiomeriBn.  Het  komt  meennalen  tooi,  dat  twee 
itoffen,  met  geheel  Teischillende  eigenschappen 
deieltde  empiriaehe  foimnle  brf>ben,  b^T.  de 
Hthrlalkobol  CiHtQH  en  de  demtthylaetber  GH*. 
OCH».  Tan  beteekeiü*  i*  deie  iioroerie  natnnr- 
lük  niet,  vandaai  ook  de  naam  to«*alli««.  Bg  <h 
poljmer»  Itebaines  oodencbetdt  men  ook  de  «are 
•n  toeTallige.  Tooibeelden  van  de  eents  soort 
aüa  de  MtschiHeiide  <7aaninT«n  CM.<ffl.  {<JS)% 
^0B)>(C:N))(0H)..  Voorbeelden  van  de  laatste: 
lormaUebjd,  CHsO,  aiqnsnni,  C^«Oi.  melksnni, 
CAOa.  Zie  Terdei  At^wtmébveh  kooUlotatooiÊL. 

laomatrepe  brUl«vlkZMt  iqn  aoodani- 
ee.  die  nit  een  glastoort  met  hiMgen  brekingsin- 
oez  verrsardigd  iqn.  Hen  bereikt  diaidoor  bet 
Toordeel,  dat  de  kromtestralen  iete  grootér  kun- 
nen worden  genomen,  waardoor  minder  last  Tan 
spherisebe  abenatie  ontstaat.' Zie  Aberratie. 

bomoiflsme  of  IttmorfU  (Qiieksi^:  üo« 
1=  gelijk,  morpAe  =  Toim)  is  het  Teischgnasl, 
dat  ehemisd  analoog  taam^telde  itotteD  il 
OTeieenslemnMnde  Tonnen  knstalleeien.  Zoo  sgn 
d<  kristallen  der  koolinie  lonten  Tan  ealeinm 
<CaCX)iV  magneainm  {UeOO>).  link  (ZnCOi), 
Qmi  (FeCOi)  en  mangaan  (HnOOi)  isomorf,  dast 
■e  allen  in  rhonftKiMers  Tooikomen  met  seei  ge- 
rins  Terschil  in  ribbenboeken.  Andeie  isomorfe 
reeksen  Tormen  tinsteen  (SnOi),  mtiel  (Ti  Oi)  en 
■iikoon  (Zr(S  +  SEOt),  rerder  de  swaTelinre 
lonten  Tan  batinm  {ïwaarspaat  BaSOt).  stron- 
tinm  (Coelestien,  8c900  en  lood  (witkwderte, 
PbSOt),  de  alninen,  de  iwaTelTeiiind ineen  (K 
fit)  Tan  yier,  kobalt,  nikkel  en  mangwn.  Ode  bg 
meer  «ameogestelde  stoften  komt  isomorfisme 
Toor,  biJT.  anorthiet  (CaAliSiaO.)  en  albiet  (Nii 
AltSi«Oii).  Daar  echter  ook  stoffen  een  groote 
otereenkomet  in  kriitaWorm  Tertoonen,  die  geen 
analoge  samensteiüng  hebben  (bgr.  angiet  en 
boiax,  kaUiput  en  ToodgeldiMits),  kan  men  de- 
ie Mfagnbaie  isomoifie  van  de  ware  ondertehei- 


den,  doordat  t^  dese  laatste  de  mogelgkheid  be- 
staat, dat  een  kiiital,  in  de  oplossing  Tan  een  an- 
dere iwmoriAe  stof  gebnent,  dauin  kristallo- 
giafiseh  dooigioett.  Ook  kiuiDen  nit  willekeniige 
nHiigin^tT«thoadi04^  Tan  icomorle  stoffes 
meKgknddUen  kiietalliseerea  in  het  tjniKhe 
stelsel  der  betreffende  leeks.  Zoo  ii  olivien  (XUg* 
8iO(  +  7  PeiSiOt)  een  ittmorf  wi»ngael  tkh 
HgiSiOi  (toateriot)  en  FeiSiOt.  Zeer  belang- 
rijk TOOT  aefaeikondlg  ondenoek  i^  dat  men  tot 
analoge  samenstelling  mag  besloitsn,  wanneer 
men  mengkiietallen  lun  veikrögOQ  {Wet  Tan 
MitteMtrlieki.  Zoo  qtieekt  men  Tan  üodimarf, 
wanneer  ebemiseh  analoog  saamgeslelde  veibin- 
dtngen  in  twee  kristaJTOimen  van  Tersehillende 
ktistalstelseU  kriitaUiaeeien.  bgT.  CaCOi  en 
Mg  00)  in  bet  rhombiêdie  en  triffonaU  etfilsel. 
Verdei  kan  men  op  deielfde  wnie  Uotrimortie, 
in  't  algemeen  itopoljfmortit  ondciaebeiden. 

Isoiuo,  een  liviei  in  bet  graafteht^)  OOn  en 
Oradisea  ont^iingt  aan  den  inidroat  *aa  de  Jo- 
lisebe  Alpen  in  b«t  Tientadal  ei  «troomt  net 
talrijke  kronkelingen  doot  <«n  eng  dil,  langt  de 
stad  Qftn,  dan  dooi  de  'riakte  van  Frianl,  waar 

a'  den  naam  oDt«an^  Tao  Sdobba,  en  bereikt  bg 
onfalcone  de  Adnatisehe  Zee.  Zjj  beeft  «en 
lengte  Tsn  )2&  km.  en  ia  alleen  nabg  haar  mond 
beTaarbaar,  Zji  ontTangt  op  den  linkeroever  de 
Idria  en  de  Wippacb,  op  den  reObter  de  Tom 
met  de  Natiaone.  De  Isonio  is  bekend  door  de 
Teianderingen  in  tün  loop  sedert  den  tgd  der 
Romeinen.  Toen  wat  de  Natiaone  een  afsonder- 
tgke  livier,  wiei  boTenloop  die  van  den  tegen- 
woordigen  Isonto  vras  en  bg  Aqnilea  uitmondde. 
Dexe  Terlooi  in  de  Middeleeuwen  door  een  beig- 
storting  (535)  ijjn  borenloop,  wdke  nu  die  Tan 
den  Isonio  werd.  De  gioote  steenmassa's,  die  de 
Isonto  toortaaa  met  lieh  loeeToerde,  versbotten 
ign  ondeiaaidsche  atTloeiing  en  verooiuaktea  de 
Tereeniging  met  de  Natieone.  Sedert  verlegde  de 
Isonio  tSn  mond  steeds  meer  naai  bet  O.  en  ge- 
bniikt  thans  de  bedding  van  de  Sdobba,  terwnl 
de  vroegere  monding,  de  Natisso,  thans  een  lell- 
■landig  knitriviertje  geworden  ii. 

Aan  den  Isonio  ina  in  den  Wereldoorlog  sedert 
den  26Bten  Jani  1915  tal  van  bloedige  alteen  ge- 
leverd tnssehen  de  Oosteni^kseba  en  Italiaansche 
troepen.  Aamankelgk  braenten  doe  geen   wgii- 

fling  van  beteekenii  in  den  toestand  of  dil  oor- 
Dgsterreiu.  In  Hei  191S  traden  de  Oostenri^eis, 
die  lieh  tot  dusver  tot  bet  defensief  bepaald  bad- 
den, offensief  op  en  veioveiden  in  korten  tyd  een 
beUngrgk  gedeelte  dei  Italiaansche  stellingai  ia 
Z.-Tirol.  Toen  de  RaiBen  echter  in  Jani  een 
uieuw  hevig  ottenaief  aan  het  Earpatenfront  be- 
gonnen, waren  de  Oostenrijken  spoedig  geuood- 
ssakt  dit  ofteneief  te  staken  en  moesten  ijj  hou 
stellingen  taasefaen  Brenta  en  Etseh  Ugen  bet 
einde  van  Juni  ontruimen.  Na  langdurige,  heri- 
ge aanvallen  eelnkte  het  den  Italianen  GOra  in 
te  nemen  en  de  hoogrlakte  van  Doberdo  te  be- 
letten. Daarna  gelukte  bet  tot  durver  (Juli 
1917)  aan  geen  van  beide  partgen  eenig  veidet 
belangrijk  asceet  te  behalen  (lie  verder  Werdd- 

Xaopraan  is  een  leer  belangiüfce  ko<i]walei- 
«tof,  daar  het  in  nauw  Teiband  staat  met  eaoat- 
chone.  Het  behoort  tot  de  onvenadigde  koolva- 


DigilizedbyGoOglC 


ISOFIBEEN— ISOÏÏABD. 


ferstoffeo  met  twee  dabbeJe  biDdingen  en  qj 
fonnole  is  HiC  =  C — C  =  CHi.  iH^ieenSeb 

CH,  fl 
gewone  tempentnur  een  Tlcreittol  met  een  oi 
o&ngenunen,  doontrineenden  rent,  kookt  bg  37* 
C.  en  (heelt  een  eooctd^'k  gewiebt  van  0,68.  Door 
eondeaaatie  Tan  iiopieen  verkrijgt  men  een  stof, 
die  in  eieenKiisppen  met  eaootebotic  overeeo- 
komt.  In  M  Ualet«  jftien  lyD  <^''  °°^  '^^  po- 
ginsen  aan^wend  om  ieopieen  tedmiscb  te  oe- 
reiden.  Dit  is  echter  tot  dotver  nog  niet  met  ge- 
bed bevredtgenden  mtelag  bekioond.  In  twt 
chemiech  hborfttoiinm  Terkiijgt  men  bet  dom  de 
dunpen  vmc  limoDeen  GiaHÏ*,  een  atol  met  ei- 
troenadttigen  leak,  Yoorkomende  m  iakökt 
■eUieiigehe  oliBn  en  terpentqnaooitco,  loocü  in 
bet  eanten,  te  laten   etrjjken  l&ngs  eea  iwak- 

51oei«nilen  platinadnad.  Simoneen  apliUt  sidi 
an  in  twee  moleeolen  iaopreen  CiEs. 

Isoparpantiiir  is  in  vrqen  toestand  niet 
te  Terkmgen,  lanten  ervan  ign  wel  bekend.  Hen 
geoH  bet  de  tarmnle  C«Et.(NOi)t.N  (€N)i.OE.  Het 
14  van  belang  voor  bet  aantaonen  van  kleine  hoe- 
veelheden pilrienzDDr  in  bier,  dat  wel  gebinikt 
wordt  als  surrogaat  voor  bop.  Men  voegt  aan  het 
bier  een  weinig  iwavelinor  toe,  om  bet  pikrien- 
iQDr  in  vigen  toestand  te  krggen,  waarna  man 
met  aethei  uitsehndl,  waarin  bet  oplost.  Dexe  op- 
louiag  wordt  met  ammoniak  b^andekl,  in  At 
waterige  oplosaing  bevindt  zicb  dan  ammoniam- 
pi>kraat.  Hieraan  voegt  men  een  oplosaing  van 
cyoankalinm  toe.  Sen  coodkleuung,  tengevolge 
van  de  vorming  van  isoparpeiianr,  wgst  op  pi- 
ktieninur. 

IsoraohlSn.  Zie  Oetüden. 

botkohan  atjn  Iqnen,  die  de  pnnten  van  ge- 
Igke  atioomsnelheid  in  de  dwaiidoorsnede  van 
een  rivier  verbinden. 

laetaiantoswi  xqn  Iqnen,    die  de  «treken 


IsotbWMi  ign  de  Ignen,  die  plaatsen  ver- 
binden met  gelijke  gemiddelde  lomerwannte  (lie 
Itotkermai). 

bottaarmen  noemt  men  Ignea,  die  het  ver- 
band aangeven  tutsoben  de  Epanning  en  bet  vo- 
lomen van  een  gas  bji  gelökblgvende  tempera- 
toor  (lie  Dampen  en  Warmlt). 

Isotlwmwn  tjjo  d«  lyneD,  die  de  plaateen 
op  aaide  met  gelgke  gemiddelde  temperatuur, 
mits  herleid  tot  leenivean,  met  elkander  veiliin- 
deo.  In  het  algemeen  vertoonen  deie  lijnen  in 
veigelgking  met  de  breedtecirkels  vele  bochten, 
vooral  door  den  invloed  van  de  zee.  In  de  banrt 
van  den  aeqnator  en  der  polen  omsluiten  de  ieo- 
theimen  k^ioe  gebieden  waarbinnen  de  i.  g. 
warmte-  en  kondepolen  der  aarde  liggen.  B^zon- 
dere  ÏBOthermen  ma  de  itoefiimenett,  de  Ignen 
van  gelijke  genuddelde  wintert«mperatnuF,  de 
imlherm,  de  Ignen  van  gel^e  gemiddelde  lo- 
mertemperatuar,  de  ehrono-uotkermen  ^aie  Al- 
daar) eni..  Jsothermenkoarten  lïorden  löódooig 
5 steekend,  dat  men  duroo  de  ponten,  die  deielf- 
e  temperatnor,  mits  berleid  tot  de  hoogte  fan 
den  zeespiegel,  betitten,  door  l^nen  vertiindt.  A. 
eon  Uumboldf  was  de  eerste,  die  dewelgke  kaar- 
ten ontworpen  faeett  ^sie  de  kaart  IVrnperattiur- 

n. 


verdeefing  of  aarde  bq  bet  artikel  Temperatuur). 
Behalve  de  jaarieothermen,  spelen  vooral  dïe  der 
uiterste  maanden  (Januari  en  Jnli)  in  de  klimato- 
logie  een  groote  rol.  Oe  isotbermen  geven  dna 
geen  voorstelling  van  de  werkelijk  op  aarde  heer- 
sehende  temperatuur,  maar  dniden  aan  hoe  de 
temperatuorverdeeling  op  aarde  son  liJn  als  deze 
overal  opgelgkoiveanmet  denuesfuegel  waa  ge- 
In  den  jongiten  tüd  is  men  bronnen,  aan  de 
hand  van  -wetene^appelijke  Inehtreïien,  ook  iso- 
tbermen in  veitieate  richting  te  conatrueeren, 
waarbij  dus  ponten  op  Tersehillende  hoogte  bo- 
ven zeonivefMi,  die  deoeUde  temfieratnai  nebben, 
door  een  Ijjn  (feitelijk  door  een  vlak]  worden  ver- 
bonden. Zoo  bedraagt  de  guniddelde  temperatuur 
boven  Europa: 


—  lo»,?  „ 

—  "5»,9  ,> 

—  33*.7  » 
-30*,8,. 
-38»,o., 

—  44M,i 

—  52*,8 .. 
Zsetonle.     Oplosiingen     van     v«rschilleDde 

stoffen,  die  gelijken  osmotiscben  dri^  bobben  bfj 
deieUde  temperatuoi,  noemt  men  leotonlseli  igt- 
Igk  van  spaaning).  Het  veracbgnad  idf  noemt 
men  üotonis.  Zie  verder  Otmoae, 

Zsonaid,  Nieolo,  ook  Nteoh  de  Malta  en 
kortw^  Nieolo  of  Nieeolo  geheeten,  een  Ita- 
liaanieb  operacompooiel,  den  6den  December 
1775  op  het  eiland  HaJta  geboren,  werd  door 
liJn  vBOer  reeds  vroeg  naar  Pargs  geiODden,  om 
er  lieb  voor  den  dienst  bij  de  marine  voor  te 
bereiden.  Ten  gevolge  der  Omwenteling  keerde 
m  echter  reeds  in  1790  naar  UalU  terug,  waar 
bg  lieb  te  lAvalette  aan  den  bandel  wgdde.  Te- 
ven* legde  hij  licb  met  grooten  ijver  toe  op  de 
muziek.  ZjJD  vader,  hiennede  weinig  ingenomen, 
plaatste  hem  in  een  bandelsbois  te  Palenno.  Ook 
hier  echter  vond  b^,  te  midden  van  drukke  be- 
ligbeden,  nog  tijd  genoeg  om  les  te  nemen  in 
de  comoositie,  en  toen  hg  lijn  betrekking  met 
een  te  Napels  verwiseelde,  verkreeg  hg  een  uit- 
muntende gelegenheid  om  zgn  mnzikalên  aanleg 
onder  leiding  van  Sata  en  Quglielmi  te  ontwik- 
kelen. In  1795  zeide  bg  bet  koopman sbedrHI 
vaarwel,  giw  n«u  Fltvenee,  en  debuteerde 
daar  onder  den  naam  Nieeolo  met  ifn  c^ra 
.Ji'aTTÏao  ai omritatA".  Daarop  beioebtbg  Livor- 
no,  «aar  bg  in  1795  zgn  tmede  opera,  „Artaser- 
•e",  ten  to<mee}e  braebt.  Dientengevolge  ontving 
h^  een  beroep  naar  tg  o  geboorte-eÜand,  waar  bg 
eeret  als  organist  aan  de  kerk  van  8t.  Jan  van 
Jeruzalem  te  Lavoiette,  Ikter  ala  kapelmeester 
der  Halteeer  Orde  irerkzaMn  wat.  Na  de  verove- 
ring van  het  eilud  door  de  Franschen  keerde  bij 


DigilizedbyGoOglC 


ISOUARD— JSRAÉil£. 


tot  b«t  «nbtelooi  leT«ii  tonig  en  eonqwneeide 
onderK^eidsD  open'*.  «Kialt:  „Rinftldo  d'Asti", 
,J1  baitüei«  di  SeviglU",  ,Jj'impioviMU  in  cun- 
fwgnft"  eni.  In  li«t  iur  1799  ging  hg  nur  P«- 
rge.  Boew«l  Uer  al  apoodig  stokken  van  iqn 
hand  in  de  Opér»  comiqae  w«iden  opgeroera, 
Tooden  de  eeiste,  tooêlv.  ^  tonneliei"  en  .^^a 
■tatae  on  la  femme  aTare",  weinig  t^nl.  Eent 
oa  Tcifeop  van  jaran  Terwi«rt  hjj  ie  gomt  Tan 
het  OBbUêk,  Tooral  door  , tichel  Ai^e"  (18l>2) 
<n  „IntTigoe  anx  fenêtrea"  <I805).  Tan  dien  ijjd 
af  tot  SMi  den  tenigkMr  van  Boieidieu  att  Rui- 
iMid  0811}  bebcHMbte  ftotMnf  de  Opira  comi- 
qne.  Voonl  ma:  „CendriUon"  <lë10)  en  ,jLe 
biUet  de  krtwie^'  (1810),  ataAUa  ook  in  bet  bni- 
teiriand  grooten  ofigMig,  bomnl  aqn  wera: 
.rJeannot  et  Collin"en  vooral:  .Joeonde",  beide 
yan  1814  en  de  Truobten  Tan  mwr  «wwgeiette 
studie,  daar  de  mededinging  tbd  Boietdieu  hem 
prikkelde,  Teel  hooger  waarde  hebben.  Daarna 
ieeft  hn  weiniy  geleveid.  Hg  overleed  d«n  23sten 
Maart  1818.  Het  aantal  iQner  opera'*  bedraagt 
±  50;  ook  schreef  bij  misaen,  motetten,  psalmen, 
CBDtatea  en  liederen. 
Ispfthan  ol  Isf(Mn,  een  stad  in  de  Perdsebe 

Eincie  Iiak-Adsjmi,  ligt  in  een  fraaie,  mild- 
roeide  en  goed-bebonwde  dalkom  der  hoog- 
te van  Iran  aan  d«  itepperiTiei  Sajendé- 
Boed  en  aan  den  bootdkaraTaanmg  Tan  Teheran 
naar  de  inidkast.  Hoewel  deie  stad  al*  middel- 
pant  der  Peniaehe  n^Terheid,  als  stapel^daati 
TBü  Tele  voortbrengselen  en  wegeni  haar  sdiolen 
nog  altüd  ïeer  belan^rök  is,  isg  zy  haar  voor- 
malige grootheid  bgna  geheel  verdwgnen.  In 
haar  bloeitöd  (ITde  e«Dw)  had  se  met  haar  tooi- 
steden  een  omVang  van  90  km.  en  beul  162  mot- 
keeün,  137  vorsbelijke  fwleiien,  48  faoogosoholen 
CD  600000  (volgens  anderen  een  millioen)  inwo- 
ners. Tegenwoordig  telt  tg  ongeveet  80  000  sie- 
len.  Nog  altijd  heeft  sg  nit  de  Tetle  een  prachtig 
Toorkomen.  Men  Tindter  12  grooU  «n  40  klane 
moskselB,  13  hoogescholen,  iS  groote  en  60  klei- 
ne openbare  baden  en  een  menigte  overdekte 
en  tot  «sn  5  km.  lange  nj  veieeni^  tüsars.  I>s 
straten  sgn  naow  en  kronL  sleeht  of  in  het  ge- 
heel niet  geplsTeid  en  vail.  Ten  zuiden  tbu  la- 
pahao  ligt  de  Toorstaat  DsjoeUa,  door  «jah  Abboê 
den  GrooU  in  1603  lot  woonpIaaU  aaogeweien 
aan  84  000  (tbans  2000)  Aimenilrt,  die  er  tbaas 
6  kerken  en  een  nonnenklooster  besitten.  De  R.- 
Katholieken  hebben  er  een  kerk  met  een  klein 
klooster  van  de  Orde  d«i  Dominicanen.  Het  ge- 
deelte tassehen  Dsjoelfa  en  de  eigenlgke  stad  is 
met  bouwvallen  bedekt.  Hier  ligt  een  prachtige 
bnig  over  de  rivier  en  tosseben  deie  en  de  stad 
vindt  men  oveiblijfselen  van  de  paleisen,  dis  er 
lieh  v'roeger  veriiieven.  Hier  sist  men  ook  ds 
groote  moskee  Loetf-Ollah  met  een  koepel  van 
Ter^laaede  pannen  en  de  hoofdmortee  (Meidsjid- 
i-^h),  de  prachtigste  van  gehed  het  Oosten, 
met  een  college  van  vele  leeraren,  zoodat  het  als 
een  Mohammed  aan  Bche  aniTersiteit  kan  worden 
beschouwd.  De  ngverheid  levert  er  Tooral  igden 
en  katoenen  stoffen,  alleriel  wapeoi,  buikrait, 
bijonterieSn.  fluweel,  goudbrokaat,  wit  monsse- 
line,  schoenen,  sadels  en  paarden  tuigen,  pgpen- 
roeren,  lakwerk,  papier,  glae  eni.  De  itid  is  bet 
iniddelpuDt  van  oen  binnenlandicben  handel  en 


de  baiais  ijjn  er  ?oed  Toonien  van  «Uerlei  wa- 
ren. In  den  omtrek  Tan  Ispahan  groeien  katoen, 
rgst,  taJiak,  meekrap,  allerlei  groenten  en  ooft- 
eoorten,  alsmede  heerlgke  meloenen.  Zg  is  het 
Aivadma  (in  liediB)  dei  Onden  en  bloeide  reeds 
sedert  de  10de  eeuw,  boewel  ig  veel  te  lijden  had 
Tan  oorlogen  en  veroveringen.  In  de  lode  eenw 
werd  sü  als  lesidentie  van  den  sjah  een  van  de 
aanzienlijk Bte  steden  der  wereld.  De  Atghanen, 
aangevoerd  door  Mir-Makmotd,  veroverden  en 
verwoeatten  de  stad  TSn  den  12den  tot  den  28eten 
October  1782  cd  maakten  daardoor  een  einde 
aan  haar  bloei.  Hadir-Sjah  verjoeg  in  1729  de 
AfghaneD,  maar  de  stao  kwam  met  feder  tot 
haar  ToormaHeen  luister,  daar  de  vorstelijke  resi- 
dentie in  1749  naar  Sjiras  en  in  J796  naar  Te- 
heran verplaat tt  werd. 

braJU  (Hebreenwscfa  —  etrgder  Gods)  is  de 
theoeratisehe  bgnaam  van  Jokob,  verder  de'  ver- 
lamelnaam  van  ign  nakomelingen  (kinderen  Is- 
raiU,  Israëlieten)  en  later  in  het  igiondei  di« 
Tan  het  Hoorde! ijke  rgk,  dat  door  den  stam 
EpHriüm  bewoond  werd,  in  tegenstelling  tol  Ja- 
da.  Zie  verder  Joden. 

laraal,  Maumtek  ben.  ^e  JVeMsseA. 

laraSUetan.  Zie  Joden  en  Pokttüia,  Oe- 
sehiedenit. 

Ne- 

laod  KCTcitSgde  Iiratlietieehe  gemeenten,  met 
nitzondering  van  de  Portugeesche  (sie  iJdaar). 

Eet  bestuur  van  het  kerkre nootschep  ia  opge- 
dragen  aan  een  Centrale  Commissie,  safneng«- 
stela  uit  21  afgevaardigden,  die  in  den  regel  Mus 
in  bet  jaar  vergadert.  Voor  de  dagelj^sche  lei- 
ding en  uitvoering  van  zaken  benoemt  ig  een 
Fermaitente  Commissie,  samengesteld  uit  drie  le- 
den en  drie  plaatsverTangende  leden.  Beide  colle- 
gee  zgn  te  Amsterdam  gevestigd.  ledere  gemeen- 
te regelt  haar  huishond^ke  belaagen  naar  goed- 
vinden. Het  beheer  is  ongedragen  aan  een  kerk- 
beatuur. 

Het  ke^genootsdiap  omvat  176  gemtsaten, 
Terdeeld  in  18  nstorten,  waanran  elke  provincie 
er  één  uitmaakt,  behaJTe  Znid-HoHand,  betirelk 
in  twee  ressorten  'verdeeld  is. 

IsmSUetlaoli  K«rkntioot*obap,  Por- 
tmgeeteh,  «mvat  de  Joodsêiie  goneenten  ii  ona 
Und,  wier  leden  nakomelingen  zijn  van  de  Iar*S- 
Iteten,  die,  na  ban  verdrgvin^  nit  Spaiqe  en 
Portugal,  zich  in  ona  land  vestigden,  vooiname- 
!gk  te  Amsterdam,  waar  in  1597  de  eerste  Portn- 
geesche  synagtwe  werd  gestidit,  later  gevolgd 
door  die  te  'e-Oravenbage.  In  1S70  bebben  lich 
dé  beide  Portngeeseh-Israilietiecbe  gemeenten 
te  Amsterdam  en  te  'a-Oravenbage  tot  een  afaon- 
derlgk  kerkgenootechsp  gevorn^.  Volgens  «in 
reglement  worden  de  algemeene  belangen  gtn- 
gad  door  een  Booldeommissie  Tan  drie  leden, 
wier  zetel  is  geveeligd  te  Amsterdam. 

ZsraUs,  Jotef,  een  Nederlandsch  schilder, 
den  27st^  Janoari  1827  te  Groningen  geboren 
en  den  12den  Aagustoa  1911  te  's-Oravenhage 
overleden.  Hg  kwam  in  1840  bij  Joh  Knueman 
te  Amsterdiim  in  de  leer  en  vertrok  in  1346  naar 
Parijt,  waar  hg  van  Pieot  ondeiwga  ontving.  In 
1848  kwam  Itraült  te  Amsterdam  terug  en  schil- 
derde historiestukken,  sooals:  „Uargaretha  van 


D,o,l,zedb,GoOgle 


JOZEF  ISRAËLS 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


lSRA^l£~ia8YK-YiOmj. 


Porma"  en  „Willem  vu  Oranje",  no  in  het  Ste- 
delql  UnMtun  Ie  Amaterdam.  In  1656,  ^deni 
Mn  verblgl  te  ZftndToort,  begon  IiraëU  zijn  on- 
demerpen  aan  het  kven  dei  Tusebeis  te  ontlee- 
neo.  'Vooral  ijjn  ,,Qniig  langs  bet  Kerkhof',  nu 
in  het  Stedelgk  Maleiim  te  Anuteidam,  vond 
eroolen  bnval.  In  1869  naar  's-Qravenhage  T«r- 
€ai«d,  ontleende  laraSl*  Toortaan  xgn  «tof  aan 
het  leTen  d«r  Tisicheie  te  ScheTenin^n.  iHg 
Khilderde  hen  in  hnn  aimelgke  «Bgeving.  ol  '- 
de  lichte  atmoifeer  van  h«t  strand,  en  wist, 
e«Q  gdeel  penooniöke  teebnicÉ, 
Btnkken  te  tehi 

werden  „peinte  .  _      .  _  .  . 

der  Iraaiste  geldt  „Alleen  op  de  wereld" 

het  Rihamuseitm  te  Ameierd«fu,  dat  vaL 

dagteetent.  OcA  het  etnk  in  bet  lluteum  Meidag 
te  'B-Oravenhage  „Niete  meer",  in  dienielfden 
tgd  Tervaardigid,  ii  beroemd.  ItraSlt  heeft  nit- 
monteade  portretten  geMbiideid,  looale  dat  Tan 
Thorhttka  in  de  senaatakamer  der  Leidsehe  Boo- 

feiAool  en  dat  tan  den  tooneelapeler  YeUman  in 
et  R^kamDeenm  te  Amiterdam.  Een  bniondere 
^aata  in  zqn  weik  heeft  het  groote  stnk  ,4aDl 
en  Darid",  nn  in  bet  Stedelqk  Mnsenm  te  Am- 
sterdam, dat  in  1898  voltooid  werd.  DeieUde  Ter- 
lameling  beiit  het  niet  minder  Termaarde  „Een 
zoon  van  bet  Oude  Volk".  lgr<Mê  he«4t  ofik  ftA 
g«etat  «ffl  ht  waterverf  geteekend.  Hen  vindt  wei- 
Ken  van  hem  in  het  KyismuHam  en  het  Stedelqk 
Unaeam  te  Aoutetdam,  in  liet  Mnwum  Mesdag 
en  bet  GemeentemMenm  te  'a-Qravenhage,  in  bet 
Mneenm  te  Dordrecht  en  in  het  Mweun  Boj- 
mane  te  Rotterdam. 

Zie:  Eitler,  Ton  jfldiaeber  Enntt:  Jozef  I(- 
raele  (Eenien  1910);  S.  J.  Hubert,  The  etebed 
work  of  Joief  InaBIa  (Londen  1910);  W.  SUen- 
hoff,  Joset  leraeli  ^ndeitieft  van  ,:Ennat  nntrer 
Zeit'',  Mfln<AeQ  1911). 

ItralU,  Itaae,  een  Nederlandaeh  «ebilder,  een 
zoon  van  den  voorgaande,  den  Sden  Fennari 
1865  te  Amsterdam  geboren.  H|j  is  een  leerling 
van  1^  vader  en  van  de  Academie  te  's^raven- 
bage.  Itaae  liraëU  i«  een  imfireesionBist,  die  zoo- 
wel in  (Hieverf  als  in  waterverf  voortreftelfk 
werk  heeft  gemaakt.  Eerst  gaf  hq  de  voorkeur 
aan  onderwerpen  nït  het  leven  der  soldaten,  daar- 
na acbilderde  bg  kinderen  aan  het  strand.  Ver- 
«ebeidene  jaren  woonde  Itaae  Itnalt  te  Farns, 
waar  hg  vooral  in  de  werkplaatsen  der  mode- 
maakiters  zgn  modellen  lo^t.  later  leverde  Lon- 
den, dat  hü  als  woonplaats  koos,  hem  dankbare 
onderwerpen.  In  1914  verbleef  hg  tj)delgk  in 
Zwitserland,  waai  hq  veel  schilderde  en  teeken- 
de.  Itaae  Itroëlt  \i  een  jeer  veelzgdig  meeeter, 
die  tot  de  beste  der  Uians  lerende  Nederlandiehe 
schilders  wordt  gerekend. 

Inaaoh&r,  een  loon  van  JalaA  en  Lea,  wat 
de  etannader  van  den  naar  hem  genoemden  stam, 
wiena  gebied  zich  van  het  meer  Tiberias  en  den 
berg  'Abor  tot  het  dal  Jesreel  uitstrekte  en  in 
het  O.  aan  den  Jordaan  grenade.  Zgn  vaderlanda- 
lievendea  geeet  toonde  de  stam  in  den  vrühdds- 
oorlog  onder  DeboraK,  die  voomamdgi  zgn  ge- 
bied gold.  Overigens  treedt  deze  stam  nergens  op 
den  voorgrond  en  wordt  fa^  gewoonlijk  samen  ge- 
noemd met  Zebubm.  Het  vmehtbare  gebied  van 
Ittatehar  b^aan  den  kaïsvaanweg  van  Egypte 


naar  Bab;Ion.  Dit  bracht  gtooter  welvaart  mede 
zoodat  in  Oen.  49, 19  zgn  rost  wordt  geroemd. 

IsB«lt,  Mieha&l  van,  een  Nederkndseh  ge- 
sduedichnjver,  volgens  sommigen  te  i}okktim, 
volgene  andeien  te  Amersfoort  in  de  late  helft 
der  16de  eeuw  geboren,  ontving  te  Amerafoort 
z^Q  opleiding,  studeerde  te  Utrecht  in  de  lette- 
ren, te  ■Leoveo  in  de  wgsbegeerte  en  godgeleerd- 
heid en  keerde  toen  naar  Ametafoort  terng,  waar 
hij  e^ter  in  1579.  als  R.-Eatholiek  geestelgke 
verbannen  wei4.  Dit  lot  trof  hem  ook  te  Zwolle, 
alsmede  te  N^megen,  waar  hjj  in  1590  pastoor 
geworden  was.  Toen  deze  stad  in  banden  viel  van 
den  prins  van  Oranje,  l)egaf  hg  zich'  naar  Een- 
ien, waar  hg  eenigen  tijd  woonde  en  gesehriften 
nitgaf,  en  werd  toen  pastoor  te  Hamburg,  waar 
hg  den  ITden  October  1597  overleed.  Hg  schieel: 
Bittoria  belli  Colónienais  ete."  (2de  ilmk  1620), 
„Hiatoria  ani  temporis"  (1602),  de  eerste  3  deé- 
len  van  den  „Herenrios  Qallo-fielgiens"  (1588— 
1599),  „CoDciones  Evangeüornm  Dominiealinm 
et  featorum"  (1594). 

iKBondim,  een  arroadissementabootdetad  in 
bet  Fransche  departement  Indie,  27  km.  t^ 
noordoosten  van  UhAteaarani,  ligt  aan  de  ThétJa, 
aan  de  spoorlijnen  Urleane— Limogea  en  Issoo- 
dnn—St.  Florent  en  telt  ala  gemeente  14  000 
inwoDiert.  Men  h'eeft  er  een  raneentdg^  ooA^^ 
een  bibliotheek,  een  schouwburg,  een  bospitaa], 
weeshnia;  verder  wgnbonw,  brouwerijen, 
graan-  en  laagmolena,  wol-  en  }>erkamentfasri- 
caee  en  honthandel.  In  de  nabgheid  bevinden 
zien  groeven  van  litbografiaeben  ateen. 

IflS^,  ook  Itss-Ut-JtryuUtteauz  gebeeten,  een 
dorp  in  bet  arrondieaement  Seeanz  van  het 
Fransche  département  Seine,  verheft  zich  onmid- 
deil^k  voor  den  nidwestelvken  bootdwal  van 
Pargs  op  den  linkeroever  van  de  Seine  en  telt 
(1911)  23175  inwoners.  Het  beiit  «en  semina- 
riam,  een  ziekenhuis  en  een  kasteel.  De  bevol- 
king leeft  van  de  fabricage  van  zijden  stoffen, 
linnen,  verfitotten,  olie  en  alaghoedjet.  Het  fort 
laay,  liet  znidweatelgkete  fort  der  onde  verdedi- 
gingsUnie  van  Paiüs,  op  een  beavel,  1  km.  ten 
oosten  "van  de  Seine  g«]egeo,  werd  in  den 
Franseh-Dnitecben  Oorlog  den  16den  Januari 
1871  tot  zwngen  gebracht,  volgens  de  capitulatie 
van  Pargs  door  de  Duitsebers  bezet,  maar  den 
7den  Maart  tegelijk  met  de  overige  forten  der 
miderlijn  weder  ontruimd.  Nadat  Pargs  in  de 
macht  der  Commune  waa  gevallen,  deed  Thien 
de  luidélijke  torten  ontruimen,  waarna  zjj  bezet 
werden  door  de  Commune.  Het  leeer  vim  Ver- 
tailles  beitormde  den  29sten  April  bet  park  van 
IsE^  en  had  tegen  het  fort  reeds  de  tweede  pa- 
rallel geopend,  toen  de  opstandelin^n  bet  in 
den  nacht  van  den  9den  Mei  beimelgk  verlieten. 
De  Frawche  trogpen  nanKD  toen  liet  lort  in  be- 
1  richtten  vandaar  bet  ^esehut  op  den  hoofd- 
ran  Pariia.  Het  fort  had  door  de  beide  bele- 
geringen veel  geJeden,  maar  werd  na  hel  alaiten 
van  den  vrede  weder  in  goeden  staat  gebracht, 
loodat  bet  tbans  een  stenapont  it  van  bet  ver- 
aterkte  kamp  aldaar. 

iMrk-kofll  (warm  meer),  is  de  naam  van 

n  Kroot  meer  in  het  dielriet  Pra^wolsk  van  het 
Russisch -Centraal-A  zia  tl  a^  gebied  Semirjets- 
jen^  161G  m.  hoog,  tnatehen  den  Terskei-AUtau 


DigilizedbyGoOglC 


issTE-EOBL— larnuË. 


en  it«n  Koengi-AUtAo  gelegen.  Het  ÏB  176  km. 
Ikng,  69,8  km.  bieed  ea  beiUat  «en  opparrUkte 
Tan  6ÖS6  t.  km.  Blijkeat  onde  itnndignen  heeft 
bet  water  Tioeger  20  i  30  m.  hooger  gMtun. 
Sinds  1900  stggt  bet  weer.  Het  ii  een  loat, 
liehtbhnv  meer  met  vlakke,  gruige  Mven. 
Langg  de  kosten  Ton  dit  meet  wonen  ïwaita  Kir- 
giien  ot  Boeroeten.  Wegens  den  Tmehtbaien  bo- 
dem lestigen  er  lieb  jaulüke  meei  Rnaaitebe 
landboDweis. 

Istambo*!  is  de  Tnikeehe  naam  toot  Eod- 
■taatinopel;  lÊlamboel  Boghmvi  toor  den  Boipo- 

TBI. 

latJir,  juister  Ujtar,  is  deoaitn  na  «en  Bafc^- 
loDwehe  Mdin,  die  ondn  den  naam  AtfarU  m 
Sjrii  en  Ktei^^Aiii  vereeTd  weid.  Zq  dioeg  ook 
den  naam  Btiit,  mecBteres  ot  beeixaieTeB  naast 
den  m&nndüken  Baül  ot  iBeJ.  Als  godÏD  der  mor- 
genBter  Terschgot  /(ter  al>  een  d^tpere  godheid, 
als  godin  der  aTondstei  is  lilar-BelHt  ie  linl^ke 
godin  dei  rut  in  de  armen  der  liefde.  Of  de 
dSenet  der  foddn  Bellit  (Berodottt»  I  :  IBO)  de- 
lelfde ontnoDtige  was  ids  die  van  de  West^lia- 
tisdbe  AitarU  ol  de  CwtiMbe  Aphrodite,  ia  m«t 
met  lekeiheid  nit  te  maken.  Erech,  d«  „Btad  Tan 
Aooe  en  Iitai"  waa  de  Tooisaamite  heilige 
plaats  Tan  Bellii  in  Babjloniè.  'De  dappere  Ithr 
werd  Toontamelgk  te  A^ana  {Baltjloniê)  en  te 
Aibela  (AasTiil)  vereeid. 

iBtkSvenaa  (Utvaeonen  of  hkvaeoMn},  een 
dei  drie  hooMstammen  der  Qennanen,  bewoon- 
den N.-W.-Dnitsebland  en  de  beide  I^^noeTert  en 
leidden  ban  naam  at  Tan  lata  of  IsJk,  dm  loon 
Tan  JfofMoe.  Tot  hen  behoorden  de  volken,  die 
aieh  latei  tof  den  bond  dei  Franken  Tereenigden, 
looals  de  SieambriBrs,  Ubilrs,  Bataven,  Chama' 

Istal,  Bdgar,  een  Dnils^  componiat  en  nn- 

eicoloog.  den  Sftsten  Februari  18Su  te  Vaini  ^■ 
boren,  werd  aaoTaiikel)^  opgdetd  Toor  de  tid- 
liitenloopbaan,  doch  ging  latei  bg  Fritx  Vot- 
boek  compositie  stndeeien.  Na  bet  (^natinm  te 
bdbben  awelooiNai,  artte  hjj  in  I8W  ondei  lei- 
ding  van  Zudtrif  TAhiUé  te  Uflneben  ign  ma- 
liekstodiea  Toort  en  beiocht  leTens  de  nniTcrti- 
(eit  aldaai;  in  1900  piomoTeerde  hg  op  een  dis- 
sertatie oTei  „J.  J.  RoDsieaa  als  EompoiuBt  eei- 
nec  l3>iiKben  Siene  Fygmalion".  Sedert  1918  is 
hq  doeent  ia  de  musi^-aeithetika  aaa  de  Hm- 
boldt-akademie  te  Beilgn.  Van  ign  geeehriftes 
noêmec  wii;  „Das  dentë^e  Weihnaebtspiel  und 
seine  Wiedergeburt  aae  dem  Geiste  dei  Mnsik" 
(1901),  „Riehard  Wagner  im  Lichte  eines  leitge- 
uBssiBchen  Brielwechsels"  0902]  „Die  ËntBte- 
hnng  det  denteeheo  M«lodramas''  (1906),  „Die 
komiedie  Opei"  (1906),  ,J)ie  Blflleieit  der  mn- 
tikalischen  Romantik"  (1909),  „Dm  Ennatwerk 
Riehard  Wagnere"  <I910),  „Dbb  Libretto" 
(1914)  en  „Die  moderne  Oper  seït  Rjchatd  Wag- 
ner" (1914).  Vooita  beio^e  bi}  een  nitgaTe  Tan 
de  Tcrzamehle  geschriften  T«n  Peler  ComelUu. 
Als  componist  is  hg  bekend  door  een  aantal  lie- 
deren met  piano-  en  met  oikestbegeleiding,  ko- 
len,  en  de  imeta'fl  „Dar  fabtende  ScMler"  (1906) 
en  „Dei  Tifl>nnals  Gebot"  (1916). 

latlunlBolia  Mpmlm.  Zie  Utknuê. 

iBthino.   Zie  Panama. 

Zsthmiu,  eigeolgk  elke  smaUe  to^ang,  be- 


toekent  dooigaans  een  landtong  of  landengte,  en 
bg  de  Ooden  bepsaldelgk  de  landengte  bjj  Ko- 
rintbe,  tnsseben  de  EorinthiMhe  en  de  Saroni- 
lehe  Golf.  Hiei  stond  in  de  nabgbeid  Tsn  een 
pgnboomwond  een  tempel,  aan  PosetdoH  gewgd, 
wsaiId  lioh  4  vergulde  paarden,  aan  weCiao^den 
daarvan  een  THtott  en  daarachter  een  wagen  met 
de  standbeelden  Tan  PossidoM  en  AmphUrite  be- 
vonden, vM  gond  en  ivoor  vervaardigd.  Niet  vei 
van  deien  tempel  beTimd  lidi  een  theatei  met 
een  lenpeik,  afgebakend  dooi  witte  steenen,  waai 
iedere  2  jaar,  waanehgnlf^  in  de  lente  en  in 
den  oomei,  de  fsUmtjdia  ip«le*  (Itlhmia)  met 
groeten  luister  werden  geTJeid.  Volgens  de  sage 
waren  deie  dooi  Sitgpluu  tei  gec^chtenis  van 
den  zeegod  MüOeerU*  iitte«t«^  en  dooi  Th^ieut 
ter  eere  van  den  hthmisenen  Poeetdon  veinteowd. 
Men  hield  ei  weditijjdui  met  paard  en  wa^n, 
verdei  weiden  ei  liederen  gesongen,  door  dther- 
en  flnitspel  Teigeield,  en  men  gal  er  latei  ook 
dnunatisohe  voorstellingen.  Geheel  Oriekenlaod. 
met  nilnndering  van  8e  Slefirs,  nam  daaraan 
deel,  en  de  oveiwinnaais,  met  wier  stiadbeeldea 
men  den  tempel  tu  Powtdon  versieide,  weiden 
ei  met  een  kiane  van  eppe-,  later  van  pgnboom- 
takken  gekroond.  Sedert  1698  wordt  dg  landeng- 
te door  net  kanaal  van  Eorinthe  doorsneden  (iie 
KoriiUke). 

ZstTUidaJa  DmIi  (Oost-Tbraciseh  randge- 
bcrgte)  is  een  breed,  vlak  ^rg-  en  heavelluid 
van  gneis  en  graniet,  in  het  Tnrkeehe  vilajet 
Adiianopel  tnsschen  den  Uaiitsa  en  de  Zwarte 
Zee,  en  Mreikt  in  den  Bojnk  Magiada  een  hoogte 
van  I0S5  m.  Het  ontleent  ign  naam  san  Bet 
stadje  en  riviertje  Ittiand^ 

Xstrll,  maMgisalBobap  en  kioooland  der 
Ooatenigkach-'Hongaanehe  Monarchie,  dat  met  de 
graaftchappen  GBiz  en  Qfadisca  an  met  de  itad 
TriBst  bet  Tioeeer  tot  het  koninkigk  Dl^ê  be- 
hooiende  Enstund  vormt,  grenst  ten  nooiden 
aan  Tritst,  GJIri  en  Erain,  ten  oosten  aan  Pinme. 
Eroatil,  DalmatiC  en  de  0<jf  van  Qnamen)  en 
ten  ittiden  en  tan  westen  aan  de  Adriatisdie  Zee, 
en  beslaat  oMt  de  Qaaraerisabe  eilandn  een  cft- 

KiTlakte  van  4956  v.km.  (1910)  408666  lielen. 
!ze  behooren  Ijgna  allen  tot  de  R.-Eatfaolieke 
Eerk;  ■/■  ign  Slaven  CEioaten,  6eiTiBis  en  Slo- 
wenen),  het  andere  deide  woont  aan  de  kost  en 
spreekt  Italiaanxdi.  IstiiS  beiit  vele  baaien  en 
faavena  ea  heeft,  met  inbegrip  van  Triist,  een 
kustlengte  van  430  km.  De  bodem  is  giooten- 
deele  kalkachti^.  Aan  den  benedenloop  van  den 
IsoDio,  ten  iDidén  van  OOn,  neemt  de  Earst 
(Cario)  een  aanvang,  een  boogrlakte  van  naak- 
ten kalksteen  met  vde  kloven,  die  licb  laidoost- 
waaits  uitstrekt  naar  Finme  en  l^  de  Qoll  van 
Triist  een  steilen  knstwand  vormt.  Die  karstvor- 
raing  vindt  men  ook  op  bet  schiereiland  Iitiii, 
dat  aan  de  Qolf  van  Qaameio  een  hooge  beigke- 
ten  draagt,  welke  in  den  Uonte  Maggioie  een 
hoogte  bereikt  Tan  1896  m.  en  overal  steile  kat- 
ten doet  ontstaan.  De  belangrijkste  rivieibjes  iöd 
ei  de  Quieto  aan  de  west-  en  de  Aisa  aan  de 
oostknst.  De  inidpnnt  Tan  IstiiB  Toimt  de  Panta 
de  SalToie.  Het  klimaat  is  warm  eTCnals  in  Ita- 
liS  (Pola  beeK  een  genüddelde  jaaitemperatan 
van  150  C)  en  tevens  wei  dioog,  vooral  in  den 
lomei,  daar  er  gewoonlgk  in  Jnli  en  Angnstos 


DigilizedbyGoOglC 


ISTBIE^ITACiaUE. 


789 


ge^  regen  valt  puilJilBche  neerelag  ±  SOO 
mm.).  Se  knst«n  zgn  asd  heiige  alonDen  blootje 
Bt«ld,  namelijk  aan  den  ciroeeo  nit  ïet  luidiuid- 
ODSten  en  aan  d«n  treeselgken  boia  nit  bst  noor^l- 
oosten.  Het  land  leveTt  koetelijke  ol|jfoli«,  vggen, 
eenige  aoorten  tan  ZnMvrnditen  en  vooral  wqd, 
waarvan  de  beete  «oorten  verboQwd  worden  k  de 
omstreken  van  Capo-d'i atria,  Mnggia,  laoia,  Pa- 
nnzo  «D  'Dignano;  aomnige  80OTt«n,  xooalt  de 
toode  RetoBco  en  Tenano  tjjn  ook  tmitenslandt 
b^end.  Verder  levert  liet  land  suiker-  en  water- 
meloenen, lODt,  DJtmantend  Bckeepet immerbout, 
C 'noten,  ran,  hontekool  en  kurkeiken.  De  be- 
grgkste  middelen  tmi  bestaan  zgn  sefaeeps- 
bonw,  «ebeeptaart,  viicebenj,  het 
bruinkool,  lout, 
teelt.  Fabrieken 
Aan  de  kasten  en  op  de  eilanden  zön  80  havens 
en  30  reeden.  Pola  ib,  als  de  centrale  oorlogsha- 
ven  der  monarchie,  de  beUngi^ste  zeeplaats  van 
bet  land.  In  de  geumenlyke  bavena  werden 
(.1899)  «1914  MÏwpen  met  8352548  ton  ia- 
41  857  schepen  met  3851  514  tra  inbond  nitge- 
klaard. 

Hoewel  IbItÜ,  wat  de  administratie  betreft, 
tot  de  kaateilanden  b^oort,  beiit  het  een  afion- 
derlQken  LuddaK,  die  te  Parenzo  verffadert.  Hjj 
bestaat  nit  S3  leden,  namei^  nit  3  bisschoppen, 
5  afgevaardigden  dei  groote  groadbezitteri,  11 
det  steden  ea  markten,  12  der  overige  gemeen- 
ten en  2  der  Kamer  van  koophandel  te  Bovigno. 
Eet  land  is  ia  6  distrieten  verdeeld. 

Istria  of  Histria,  door  den  Illjnisehen  stam  der 
latri  ol  Hlatri  bewoond,  welke  reeds  b|j  de  Ro- 
meinen als  vermetele  zeeroovers  bekend  ston- 
den, werd  door  laatstgeDoemdeD  in  177  v.  Cbr. 
ondelworpen  en  <kior  Augtulut  b^  ItaliB  gevoegd 
tot  aan  de  oostelijke  ^nerivier,  de  Arsia,  thans 
Ar«a,  terwül  bet  ovenge  tot  Blyrienm  gerekend 
werd.  In  de  7de  eeuw  na  <%r.  werd  bet  land  be- 
machtig door  de  Slowenen,  Kroaten  en  Ser- 
vijrs,  m  afbaiik«lgkbe*d  van  de  Syiantnnacbe 
keilen,  die  bet  later  moesten  afstaan  aan  oe  Ka- 
Toliiwen.  Sedert  bet  iniiMen  der  lOde  eeuw  vorm- 
de btril  een  alsondeiljjk  maikgiaalBchap,  dat 
vervolgens  tot  bet  hertogdom  'EarintbïR  behoor- 
de, totdat  het  in  1173  ten  deel  viel  aan  de  gra- 
ven «on  AmUdM.  Toen  Betutrik,  graaJ  van  Jm- 
daek»,  in  1204  door  koning  Olto  TV  in  den  ban 

Ïidaan  vretd,  verviel  Istiit  aan  den  patriarch  van 
qnileja,  die  later  nagenoeg  alles  aan  TmetiB 
moest  afstaan.  Zoo  bied  tot  in  '1797  het  grootate 
gedeelte  van  bet  schiereiland  ondenromn  uo 
de  TenetiwneD.  Alleen  bet  noordooitel^ke  ge- 
deelte, Oosteoi^kseh  Iitril,  nit  de  gebieden  Hit- 
terbnrg,  Pedena-£ellai  en  Castehinova  bestaan- 
de, was  na  den  dood  van  den  laatBten  beiitter, 
den  graaf  «m  QSn.  bet  eigendom  van  OoBtenrijk 
geworden  en  aan  net  hertoffdom  Erain  toege- 
voegd. Het  werd  eebter  tn  1805,  bg  den  vrede 
VKi  PreAnrg,  met  de  Venetiaansohe  Ibeiittingen 
aan  Pnnkrifk  afgestaan.  In  1808  benoemde  JVo- 
poletm  den  maarsehaft  Bunèret  tot  bertog  ^an 
Istrii.  Later  werd  dit  land  met  de  Illjriaebe  ge- 
westen vereenigd,  docb  in  1814  door  Oostenrók 
heroverd. 

IstUTls,  J)os)  Fraiieeieo  Xovier  <U,  een 
Spaanecb  ataatsman,  in  1790  t«  Cadii  geboren. 


was  lid  van  de'  Cortes  te  Cadiz,  waar  hg  tot  de 
liberalen  behoorde.  Aan  egn  bi^iiMelen  bleef 
bg  trouw  oA  na  bet  hmstel  van  bet  hnia  Bour- 
bon. Hij  waa  een  dei  voorbereiders  van  den  op- 
stand van  1820,  onder  Riego  en  Quiroga;  oA 
presideerde  hji  de  Cortes  in  1828.  Na  de  Sde  res- 
tauratie van  Ferdiwmd  VU  werd  fefuru  ter  dood 
veroordeeld.  Hg  vloehtte  naar  Londen,  waar  hg 
bleef  tot  de  amnestie  van  18S4.  Tot  lid  v 


Una  droeg  hem  in  Mei  18S6  de  poitetenille  van 
Buitenlandsche  Zaken  op;  in  Angustos  werd  hq 
door  den  opstand  te  la  Óranja  genoodzaakt  naai 
Portugal  de  wijk  te  nemen.  Het  jaar  daarop  kreeg 
hg  verlof  om  terug  te  keeren;  de  r^entes  Maria 
Ohfiatina  bleet  hem  haar  vertrouwen  eohenken. 
liiwix  was  bet  die  de  onderhandelingen  leidde 
voor  de  buwelijken  tuEBchen  de  jeugdige  ko- 
ningin laabeUa  II  met  den  infant  fratu  twt  Aê- 
gixi  en  van  de  infante  Maria  Louite  met  den  her- 
tog Mtt  MontpamtT.  Ia  1848  was  hij  geiant  te 
Londen,  in  1866  te  St-  'Feteraburg;  in  1862  werd 
hg  voorzitter  van  den  Staatsraad.  Van  Maart  1863 
tot  Octobcr  1864  vertegenwoordigde  hg  Spuje 
aan  het  Fiusehe  bof.  Nanaet  riep  hem  nn  daar 
terug.  Hü  overleed  te  Madrid  den  i6den  April 


1871. 


lawolsktl,  AUxander  PtttomUi,  een  Rns- 
siseh  staatsman,  in  1856  nit  een  ona  adellijk  ge- 
slacht geboren,  wwd  opgevoed  in  bet  Alexande 


Ijeeum.  Alt  diplomaat  was  hij  wetkaaam  te  Ro- 
me, in  Oost-Boemelifi  en  Boekarest.  Als  Rassieeh 
gevolmachtigde  leidde  hij  de  onderhandelingen 
met  bet  Vatieaan,  die  tot  de  bemienwinff  der  af- 
gebroken betrekkingen  voerden.  In  18M  werd 
nij  geiant  van  Rnsland  bg  den  paoe,  in  1897  te 
Belgrado,  in  1900  in  Japan  en  in  1902  aan  bet 
Deenaebe  bof.  In  1906  volgde  bg  graaf  Ittmt- 
dorff  op  als  Ilinister  van  Buitenlandwhe  Zaken, 
in  welke  hoedanigheid  bg  vele  landen  beioeht, 
o.a.  Ftankrök,  waar  bij  gelegenheid  had  het 
Bussiscb-Fraiweh  verbtmd  te  versterken.  Met 
Duitiehland  onderhandelde  bg  over  een  ceiatnen- 
If^  opitieden  tesen  het  Poolsche  nationalisme  en 
in  October  1908  beaocht  hij  de  ioven  der  verschil- 
lende Oroote  Mogendheden  tot  voorbereiding 
eener  conferentie ■*-  ~  "■-'  "-" "■'- 


.?"« 


de  op  het  Balkanschier- 
y         1  kwestie*.  In  1910  werd  bjj  geiant 
te  Parijs. 

Iteolams  noemt  men  de  tegenwoordige, 
nienw-Orieksehe  uitspraak  van  het  oud-Grieksu; 
de  nasm  is  al^leid  van  den  naam  van  de  letter 
n  (ita)  volffeos  die  niispraak  en  drokt  uit  dat 
de  Nieaw-(Meken  de  in  onde  tgden  vericUllend 
nitgesproken  klinkers  i,  y,  f,  «j  oi  (i,  v,  h,  »,  «i) 
ais  xegel  al*  i  uitbreken.  De  Nieow-Grieken  lön 
bijna  allen  voorstanders  van  de  meening,  dat  de- 
14  coowel  als  andere  eigen  aaidigbeden  der  te- 
genwoordige uitspiaak,  reeds  in  de  bloeiperiode 
van  bet  Ond-Oneksch  Maden  bestaan  hebben, 
hoewd  reeds  lang  bewezen  is,  dat  zg  in  de  Oud- 
heid niet  gangbaar  was,  ook  al  ign  er  reeds  be- 
ginselen van  waar  te  nemen  in  den  voor-Christe- 
Igken  tijd.  De  niet-itiwistische  uitspraak  noemt 
men  ètaeieme  naar  de  letter  S  (k),  die  als 
een  gesloten  lange  e  uit  te  spreken  is.  De  ïtaeia- 
tische  uitspraak  is  in  ons  land  en  Dnitsebland  in- 


DigilizedbyGoOglC 


ITACiaUE— nULIA. 


geroerd  dooi  ïrofmtu  «n  beet  dan  ook  vel  £iu- 
miuDMbe  nitapruk,  tetwgl  het  door  BeuMin 
Terdedigde  itkeisme  ook  wd  ReDehliniMhe  nit- 
■piMk  geioemd  wordt. 

XtoOOlailil*t  ie  een  lei-uhtiR  geeteeate,  be- 
ttunde  nit  kwirlakorreltjee,  die  aoor  maeeoTiet, 
een  weinig  cMoon«t  en  Teld^wat  au  elkander 
TerttoDden  iftn.  De  wgie  tui  de  omhoUiDg  der 
koTTeltjet  door  de  muoonetbludiea  is  Tuk 
ooruak  Tan  de  bninaambeid  Tan  dnnne  platen 


Tan  het  getteente  (buigvime  kiBorit),  dat  «Tel- 
gangen Tertoont  naar  leiaditig  kwartiiek  Het 
komt  Toor  all  gedeelte  der  bnronseiM  (lei)  loi- 


matie  in  W.-  en  Z.-Carolin&,  Oeorgift.  Britub- 
IndiB  en  Tooral  in  Braiilii,  waar  bet  hooge  bet- 
gen, D.i.  den  Itaeolomi,  TOrmt.  BehalTe  de  ge- 
wone mengieU  faeral  hier  het  geateente  gond, 
Öiei-  en  araenikkiei,  jjierglane,  nutgneetiJMrerta 
en  diamanten. 

ItftOOimniT  ÏB  een  onTeriadigd,  tweebaiiadi 
organiaeh  innr  Tkn  de  lamenatdlii^  C«H^, 
dat  ontatut  door  verhitting  thi  aODnietianr  dat 
weer  ontataat  door  Terhittine  Tan  dttoeninnr  oU' 
der  alnlitiing  Tsn  water  (lie  aldaar).  Aooniet- 
■nor  splitit  bjj  Terhitting  kootiuni  al.  Het  ii 
iiomeer  met  citracoainar  en  meMconinnr. 

Ital&  noemt  men  m  naio^iig  van  Augmti- 
mu  <1«  ondate  Latncecèe  Bij£elT«rta1ing,  .waar- 
aan Toor  bet  Ovde  Teatament  ^ie  SeAtuaéint  ten 
grondriag  lag.  De  Ltala  genoot  vto  de  vele  artde- 
re  Bj^iehertMiii^D  de  Toorfcew  bg  Augutlitnu. 
Pane  Domauu  liet  haai  door  HtBnnqnnui  Teit»- 
teien.  Daamit  ontalond  de  Tnlgata,  die  epoedig 
de  liala  Terdrong.  Van  de  Hala  iqd  skehtB 
fragmenten  ot4I,  die  onderling  leer  TeraehilleD 
maar  alle  liet  dnidelgk  kenmerk  drt|^n,  dat  sü 
naar  de  Tertaling  der  Stotnaginta  iB  bewerkt. 

XtaUa,  ia  het  OseiMh  VtleUiuM^  waa  oor- 
ipronkelgk  de  naam  Tan  bet  nilddi)k  gedeelte 
van  bet  Apraagnaehe  eddereiland.  .Volgena  An- 
tioeluu  voN  Sjpaaut,  een  tijdgenoot  Tan  Berodo- 
hu  en  TkneydiiU*,  stichtte  bier  een  inboorling 
Tan  Oenoirii,  Ilatut  genaamd,  in  de  18de  eenw 
T.  Ohr.  een  kldn  r^,  diat  hg  Italia  noemde.  H«t 
werd  grooter  door  reroTering,  en  toen  de  Oiiek- 
•che  -TolbipIaotiiKen  in  die  «treek  te  lande  door 
de  Lneaniêra  en  lürnttiSie  en  ter  lee  dow  Diony- 
fitw  nm  SfToetut  Terontrnet  werden  en  dienten- 


nii  en  Paeetnm  ten  westen  -tot  aan  Taraa  of  Ta- 
mttam  ten  coaten.  Latere  dïcbtora  noemden  de- 
le  landitieek  we^eni  haar  weetelgke  ligging 
Bêêperia  of  naar  de  vawOJKte  Autonia,  terwql  ig 
ook  nog  door  de  namen  Oenolria,  Satumia,  Opiea 
en  Argeeta  werd  aangeduid.  Nadat  de  Romeinen 
Tarentnm  TeroTerd  hadden,  gaven  zij  den  naam 
van  Italia  aan  het  geheele  «cfaiereiUitd,  dat  nn 
Tin  den  Bubioon  en  den  Amna  tot  aan  de  gienien 
van  8ieilii  4  proTincien  omratte.  Eet  land  ten 
noorden  Tan  den  Rnbieon,  door  Oallisehe  etam- 
men  bewoond,  bleet  tot  aan  bet  einde  Tan  de 
Bepnbliek  den  naam  dragen  van  QaUta  Oiaolpi- 
HO.  Nadat  editer  reede  Polybiug  het  gebeele 
■ehiernland  ten  zolden  der  Alpen  Italia  genoemd 
bad,  Toegde  keiter  Augiutut  dal  laad  Tan  de 
Zee-Alpen  tot  aan  letrii  itaatsreditelgk  bg  ItAlia 
on  verdeelde  het  in  11  rtgionei  (gewesten)  en  de 


stad  Rome.  Sedert  dien  tgd  rekende  men  niet 
alleen  de  kldne  knateilandMi,  maai  ook  Sicilië, 
Sardtnil  en  Coieien  tot  Itilia.  Hadriama  i^lcte 
het  met  die  eilanden  in  1?  prorineiSs.  Onder 
Koiultmtfii  den  OfooU  irormde  Ita^a  een  Tm  de 
4  boolddeeI«i  Tan  bet  Romeineebe  Rgk  en  was 
verdeeld  in  3  biedommen,  namelgk  UlyriB,  Africa 
en  bet  eigenlgke  lUlia.  Tot  dit  laatste  behoor- 
den de  oroTineilD  Venetia  en  Eiatria,  Aemilia, 
Lignria,  Flaminia  en  Picennm  annonarinm,  Tas- 
cia  en  Umbria,  Pieennm  snharbiearinm,  ^eilia, 
Apnlia  en  Calttbria,  Lueania  en  Brattinm,  Alpes 
Cotüeae,  Rhaetia  prima  Rbaetia  secnnda,  Sam- 
Dtom,  Valeriana,  Sardinië  en  Coraica.  Het  ge- 
heele sehieieiland  werd  Tordeeld  in  Opper-, 
Midden-  en  Beneden-Ibdia.  De  bovenate  deelen 
waren  door  de  Uacra  en  den  RiA>ieon,  de  onder- 
ste door  den  SUarss,  den  Aeaia  en  den  Aternna 
geaeheiden.  In  Ofifier-llalia  onderaefaeidde  men 
weder  Liguria  (bet  land  taateben  de  Lignriaebe 
Zee  Hl  de  Apei»iin«n),  Venetia  nwt  ZiHit,  QaUia 
Ciêpadma  en  Oollta  TroHtpadima.  Jliddói-Italia 
wai  door  de  Apennnnen  in  2  doelen  setptHat.  Ia 
het  wéeten  hgen  d«  landeefaajiqwn  StnÊtia  tot 
aan  den  Tibcris,  LaHum  (Rome)  tot  aan  dei^ 
Liris  en  Campfotia  tot  aan  den  Silaraa,  in  het 
oosten  Umbria  tot  aan  den  Nar  en  den  Aeiia,  Pi- 
eenum  ta>i  aan  den  Atemns  en  Smniitiim  tot 
de  omstreken  van  Teannm.  Beneden-Italia  om- 
vatte 4  gewesten,  namelgk  in  het  wetten  Luea- 
nia, tot  aan  den  Laos  en  Bradanne,  en  Bmttitim, 
in  net  oosten  Amdia  en  Odfutrta. 

Wat  de  beTolking  dier  gewesien  betrelt,  de 
vlakte  van  den  Padoe  toeeuien  de  Alpen  en  de 
Apenngnen  werd  in  de  Trotste  tgden  bewoond 
door  de  Tutken  of  Etnaken,  die  lieb  lelven  Ba- 
tme»  noemden.  Alleen  bg  de  monden  van  den 
Padni  SA  hier  en  daar  aan  den  voet  der  Alpen 
bevonden  lieh  volkeren  van  anderen  dan  Btrns- 
kiaeben  oorsprong,  looals  de  Venelen  nit  niyril. 
de  EuganeUr»  en  Le^ottttSr*.  Aan  de  tnidagde 
van  den  Pados  waren  ook  de  UmbriSrt  gemimen 
tgd  gevestigd.  Ometreeka  600  t.  Cbr.  bronnen 
de  QaüiëTi  ot  Kelten,  met  Lignrisebe  volkeren 
vermengd,  in  de  vlakte  Tan  den  Padns  af  te  da- 
len, en  omstredts  dO  ja«r  later  OTereelireden  de 
Bajeri  en  LtM^otieii  deie  riTier.  Het  verst  naar 
het  iniden  frouen  de  Senonen;  deien  lieten  lelts 
de  Apenngnen  aebter  neb,  sonder  evenwd  aan 
de  andere  agde  dnnisame  TeroTaiingen  te  ma- 
ken. In  LigoriB  woonden  de  LigurÜri^  waaiom 
het  knd  den  naam  van  lignatiea  ontvng  «n  de 
aancrenoenife  »e  Ham  Lignitietnn  senoemd 
wem.  In  Hidden-ItatiB  ww  fwt  nowdrigkete  der 
3  ten  weeten  van  de  Apennj^ien  gelegen  lasd- 
aohappen,  Etrnria  of  Tnacia  genaamd  en  door  de 
Qrieaen  T^nhenia  gefaeeten,  bewoond  door  de 
Etnuken  of  Tueken,  een  volk  van  oniekeren  oor- 
sprong, dat  lidi  door  taal,  leden  en  gewoonten 
van  de  overige  Ond-Italiaansche  volkeran  ondu- 
aebeidde.  In  net  oottelgk  gedeelte  bevond  xieh 
Umfbiia,  wau  de  (7m6riërs  gevestigd  waien,  even- 
eens een  ootapronkelgken  «tan  vonnende.  Nadat 
het  reeds  de  kust  aui  de  SeMmeti  bad  moeten  af- 
staan, verloor  het  omstreeks  300  v.  Cbr.  in  den 
oorlog  tegen  de  Romeinen  ign  onafhankelgkbnd. 
Ook  in  de  landschappen  Picennm  en  SÜtnium 
woonden  aan  de  ktwt  waarsehgnlgk  Ümbriêrt  en 


DigilizedbyGoOglC 


HULU— ITALIAANSOHE  Küüffl. 


in  het  meei  ««ttdgk  gelea«ii  gAergto  de  Sabf- 
HM  in  de  omstTcken  lan  Amltönnun,  meer  laid- 
wuits  in  het  ikl  TU  den  Ttlinns,  tnuehen  Rm- 
Ie,  CaiHoli  ea  het  Laena  FneinnB  de  Aborigeiut 
o!  Cameit,  in  SMnniam  tntechen  Benemntnm  en 
Cftln  de  Jiuomirf  ol  Otil:«it.  Op  bet  orerblgTend 
g«)ii«d,  tomIs  Lfttinm,  Canqwni»  en  gebeu  Be- 
ledeii'ItiliC,  woonden  Tolk«ren  T&n  Oiiekiriie 
Afkomit  iDO«I«  de  SiettU,  de  0«no(rtJlrs  en  de 
PeueetOr». 

De  eerate  Tenndering  in  den  Teifiooding  der 
hewonen  biachten  de  Sab^nen.  Zq  Teidrongen 
da  Aborigenei  en  InAken '  ToormtutB  toncGen 
den  "Mier  es  den  Anio  tot  Dftbg  Rome.  De  Abo- 
rigmet  Tetmengden  lich  dtentengerolge  met  de 
Stmlt  in  Latium.  en  deien  T«reenigden  lich  met 
de  TeioTenars  ol  Terhniides  naar  elders.  Wel- 
licht door  hen  Terdrooges,  TeispTeidden  de  0»- 
iteii  mefa  OTcr  Sanmram,  CwnpaniB  «n  Afvnlia, 
xoodit  ig  een  groot  gedeelte  Tan  Italia  bewoon- 
den en  hnn  tul  ei  lang  bewurd  bleef.  Eindelijk 
gaf  de  Terhniiing  van  Dakomelingen  der  Sabqueo 
aanleiding  tot  nieuwe  Teranderingcn.  Zv  mui- 
len tieh  alleoge  meester  van  Pieennm,  Bamniom, 
Can^iama  en  Lacania,  en  ait  laatstgeaoemd  ge- 
west veroverden  de  BrutliitTt  het  zuidwettelQk 
g^eelte  dea  lende,  terwjjl  zii  allen  lieh  ten  slotte 
moesten  onderwerpen  aan  de  Romeinen.  Aan  de 
Qolf  van  Tarentnm  hadden  de  Örielueh-Helltf*- 
teke  ToIkapUn tingen  3e  tieerMltappg  in  handen, 
terwQl  alleen  aan  de  ooatknat  Tan  Beneden-Ita- 
lia  eenige  QriÊka^PeUugieehe  atammen  bun  od- 
afhaiikelqkheid  wi^n  te  bewaren.  Nadat  boren - 
genoemde  beweging  d«r  volkeren  tot  nut  geko- 
men wae,  vond  men  in  de  TerBchillende  gewesten 
deie  volkeren:  in  PieeDum  de  Piemten  van  6a- 
bellischen  oorsprong,  in  fiamninm  de  SamnUten, 
Manen,  Marrveinen,  Pelignen,  VeHinen,  Bemi- 


dor    Biculi 


der 


Termen^ng  van  Osken  en  Samnielen  geiioren. 
In  iBeoeden-IlaliS  woonden  de  Lueanert  in  Ln- 
eanil,  de  BrwtMr»  in  Bruttinin,  aedert  856  t. 
Chr.  alioo  naar  ben  genoemd,  de  Pelasffische 
Jkmniir»  en  PetieetiëTt  en  na  ben  de  met  Oaken 
Tcimaa^ehaiite  ApuUert  in  Apolie,  en  de  Pelag- 
gische  Meitapüira  en  Balenl^ne»  in  Cakbrie,  Te 
Toren  bad  men  in  het  itüden  van  Italia  bloeiende 
BeUeensefae  volksplantingen,  wette  in  de  tweede 
helh  der  8ste  en  in  de  Tde  eenw  i.  Ohi.  waren 
gesticht,  looals  Enmae,  RbeginnL  Lokri,  Eroton, 
Sybarie,  Hoiii  en  Tarentnm,  Zg  werden  ecditer 
vervolgens  door  de  Lacaners  en  tooi»!  door  de 
BmttiBrs  gedwongen,  sieti  binnen  de  mnren  van 
haar  steden  te  Mpalen,  met  mtionderin^  van 
Tarentnm.  Omtrent  den  toestand  van  Italia  on- 
der de  Romeinsehe  beenehapptj  zie  Romeinteht 
Ryk. 

Zie:  Rotenberg,  Der  Staat  der  alten  Itahker. 
Uotersnehnngen  ttbet  die  ai^rODglieben  Verfas- 
snngen  der  Latinei,  Osk«r  nnd  BtmAer  0jrin- 
zig  1918). 

ItallMULMb*  kniut.  BouvkviuL  lo  Ita- 
lil  bleet  de  bonwknnst  lieh  tot  de  12de  «enw 
aan  de  overleveringen  der  ood-ehii stelde  knnst 
(zie  aldaar)  bonden.  De  weinige  kerken,  gedaien- 


de  de  vroege  Middeleenwen  te  Rome  gesticht, 
looais  Santa  Maria  in  Trasterere  en  SsAta  Haria 
in  Araeeli  ign  goeddeels  nit  orerbiirteelen  van 
antieke  gebouwen  opg«tr<Aken.  Te  Venetië  volg- 
de ds  boowknnst  in  ncMfdiaak  de  BTiant^nsdw 
voorbeelden.  De  boofdkeA,  aan  den  H.  Maren 


grond  den  vorm  van  een  kmis  met  gelqks 
men;  boven  het  midden  van  bet  keoii  en  boren 
ieder  xqner  armen  bevinden  lieti  koepels.  ledere 
arm  van  liet  kmia  bestaat  nit  een  middenbeak, 
door  lage  tj^uken,  met  galenjen  dtariwven, 
geHaokeerd.  Forsehe  pijle»  dragen  de  koquls, 
terwijl  da  galenjen  op  inilen  rosten.  De  drie  qj- 
den  van  den  wsstelqkea  ana  van  bet  kmia  wor- 
den door  een  jiang  omgeven,  welke  aan  den  gevel 
een  dgenaardig  aanzien  verleent,  daar  bjj  met 
inilen  en  koepels  vervierd  is.  Slechts  vensters  in 
de  koepels  verliehten  het  inwendige,  dat  daar- 
door een  j^beimoinnig  balfdoiAei  vertoont.  Het 
is  ten  rnkite  met  nonDeien  platen  «nmoialeÉen 
versierd.  Ook  de  gedenkteekeneo  van  SidliS  wq- 
len  op  den  invloed  det  BTiantnnen.  Ibar  bier 
drnktên  ook  de  Arabieren  en  de  Noormannen, 
d^  achtereenvo],gens  het  eiland  beheeraehteo,  bnn 
stempel  vf  de  bouwkunst.  Als  Bjnantynsttie  ele- 
menten ign  te  beschouwen  de  koepels  en  de  ga- 
lergen  boven  de  zybenken;  van  de  Noormannen 
afkomstig  is  de  gewoonte,  om  kmisbenken  en  to- 
rene aan  de  kerken  toe  te  voegen.  De  Arabische 
knnst  nit  zieh  vooral  in  de  versiering.  Vooilieel- 
den  van  dezen  trant  geven  San  Oiovanni  degli 
Eiennti  te  Paleimo,  van  1182  tot  1149  gebonwd, 
de  Cappella  Pklatin*  aldUT,  te  lelfder  ^d  ver- 
reten,  en  de  katliedraal  t«  Monreale,  in  1189  vol- 
tooid. Ook  het  iDiden  van  Italië  bevat  dercelöke 
kerken,  looals  de  katbedralen  te  Trani,  te  Saler' 
no  en  te  AmalË. 

In  het  noorden  van  Italil  hebben  de  Longobar- 
den  sjeb  reeds  vroeg  'b^wama  boawmeesters  ge- 
toond. Hnn  gedenkteekeHn  bevctten  de  elemen- 
ten der  latere  Rmnaansehe  knHt,  die  door  de 
steenhonwers  aan  de  Italiaansche  meren,  vooral 
door  die  te  Cento,  4ot  een  bepakid  «teM  wer- 
den samengevat  en  naar  bet  ovwige  Europa  wer- 
den overgiebraeht.  Van  Lonmbardisdien  ooi- 
ej>rong  inn  de  teeriin^apiteelen,  de  booEgal»- 
rgen  en  de  knüegvwelven,  die  later  in  de  bonv- 
kantt  znik  een  gioote  tol  zouden  kqjgan.  De  ker- 
ken met  veeHioekigen  plattegrond,  waarvoor  die 
van  den  H.  VitaRs  te  Ravenna  het  Toorbeeld 
bad  gegeven,  bleven  in  het  noorden  van  Italii 
tot  de  zestiende  eenw  in  gebinik.  Een  der  best 
bewaarde  is  die  te  Ariago.  Onder  de  kerken  van 
Lombardge  was  al  van  ond«  de  ba»iliek  van  den 
H.  Ambrosins  Ie  Milaan  de  meest  beroemde.  Het 
tegenwoordig  gebonw  sdiQnt  wel  groolendeels 
nit  de  elfde  eeuw  afktHostig,  doch  zgn  aanl^ 
met  tSbeoken,  galerijen  en  kinisgewelven,  m 
ongetwgfeld  veel  oader.  Pavia  beiit  vele  praéhti- 
Re  kerken  nit  de  tiende  en  elfde  eenw,  zooale 
San  Miebele,  San  Pietro  in  Ciel  d'oro;  te  Como 
mnnten  Sant'^bondto  en  San  Fedele  nit.  San 
Zeno  te  Verona  onderscheidt  lieb  dooi  de  r^ke 
behandeling  der  .versieringen.  Te  Pisa,  dat  in  de 
elfde  eenw  tot  grooten  bloei  kwam,  ontwikkelde 
lieh  een  eigenaardige  boowkanat.  De  kathedraal, 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ITALIAANSOHE  KUNST. 


met  buT  Tgf  benken,  in  1118  Toltooid,  m«t  de 
durbg  geplutste  dooplutpel  en  den  jn  1174  be- 
gonaea  Deroemden  eeneeTtn  toren,  bebooren  tot 
bMAi  meeit  bekende  fooitbreomden.  DenieUden 
■tijl  Tertoonen  de  keiken  tu  Lncea,  Fietoja  en 
Akuo.  De  krthedrultaPiMenu heetteen  ietwat 
bfwjjkenden  stgl.  Den  «otwikkriden  BamMiiMheii 


iii.  De  «trjjd  weid  hier  echter  gewqzigd.  De  pij- 
len dei  kerfcen  pliatite  men  wgd  uit  elkander, 
de  Teneteis  kiegen  ele«bt«  kleine  ^metingen  en 
boTen  Jiet  kroit  der  kerken  werd  Bome  een  coepel 
eeplutet.  De  oonetnictieTe  elementen  vkn  het 
OothiKhe  etelael  traden  op  den  aefater^iond;  het 
g^binikeu  van  steanbeeren,  loehtbogen,  gewell- 
ribben  en  schalken  werd  ia  Italit  eleehta  lelden 
noodig  geacht,  de  klokksntoiene  werden  meestal 
naast  de  kerken  opgericht  en  de  geveli  raak  hoo- 
tfet  dan  de  beuken  opgetrokken.  Aan  de  paita- 
Ten  en  de  fensters  werden  hü  voorkeur  iBomaan- 
«che  motieren  gebe*tgd.  Toen  de  nieuwe  etgl 
in  Italië  lyn  intrede  deed,  deden  de  £»a  geetiehte 
«rdeo  dei  Dominicanen  en  dei  FrancitcanHi 
OTeial  kerken  bonwen,  en  lieten  de  «teden  tal 
van  openbare  geboawen  stichten.  De  eerste  kerk 
d«T  Franciicanen  Teireea  te  Awivi  en  weid  in 
1253  ingewgd.  Uen  tiet  faiei  twee  kerken  boTen 
«Ikander;  de  onderste,  waarin  de  H.  Fnmeiieta 
begmTen  ligt,'  heeft  nog  «enecnigaBina  RomaUBch 
karakter,  maar  de  boTenite  toont  al  de  eigen- 
aanligbeden  der  KaliaasMiie  OoÜiiek.  Andere 
klooe  berk  erken  der  Franciscanen,  in  Ootbiscben 
stql  geboawd,  iqn  Sant*  Crooe  te  Floienee  in 
1294  door  Amolfa  di  Cambio  begonnen  San 
Fraooeaco  te  Bologna  en  Santa  Chiaia  te  iaaiai. 
Onder  de  klootteiierken  der  Dominicanen  mnn- 
ten  «rit  Santa  Uaria  Sopra  Minerva  te  Rome, 
Santa  Ifaria  Novelia  te  Florence  en  Ban  Dofneni- 
eo  te  Siena.  De  kloosterfeioedeis,  die  vooral  door 
hun  prediking  invloed  op  het  volk  wilden  nitoe- 
fenen,  verlamden  kerken  met  breede  beuken, 
waar  de  pijlera  den  g«lQovig«n  niet  beletten,  den 
redenaar  te  lien.  Voor  het  eigenlijke  koor  hadden 
ig  aan  een  nia  genoeg,  doch  ig  lieten  uaaat  de 
beuken  kapellen  maken,  om  de  aaniienljjken  tot 
vrome  stichtingen  op  t«  wekken.  De  inrichting 
deier  Uooaterkerken  werd  ook  bq  de  kathedralen 
gevolgd,  ïooala  die  te  Florence,  in  i29i  dooi  Ar- 
noito  di  Cambio  begonneiL,  en  sedeit  13S4  door 
Oiotlo  met  een  klokkentoren  veiaierd.  Een  van 
de  schoonste  Ootiscbe  geboawen  in  IMiê  ie  de 
kathedraal  Ie  Siena  in  de  dertiende  eeuw  begon- 
nen en  in  de  veertiende  voltooid.  Het  beetaat  uit 
afwiflselende  lagen  van  swart  en  wit  maimer. 
?Iiet  miiudei  fraai  ji  ie  kathedraal  te  Orvieto, 
uit  de  veertiende  eeuw,.  Indien  de  kerk  van  San 
Petronio  te  Bologna,  in  1388  bec^onnen,  vol- 
tooid was,  lOD  tg  de  grootste  van  Jtalifi  gewor- 
den ign.  Jfaar  de  kruisbenk  en  het  koor  bleven 
a^terwege.  De  meest  beroemde  Gothische  kerk 
van  ItaliS  is  de  kathedraal  te  Milaan,  die  Oakax- 
%o  Ftaeonti  in  1386  liet  beginnen.  Zg  heelt  leer 
aafliieadüke  afmetingen  en  is  ten  i^ate  ^versierd', 
pas  in  15^  weid  de  koepel  4x)veD  bet  kiuis  vol- 
tooid, de  voorgevel  beeft  ign  versiering  in  de 
negentiende  eenw  gekregen. 


Halifi  beiit  tal  van  Ootiscbe  gebouwen,  voor 
wereldlgle  doeleinden  bestemd.  Het  Palaazo  Vee- 
chio  en  het  Falaszo  did  Baigello  te  Floreoee  béb. 
ben  een  ernstig,  weerbaar  niterlgk,  daar  ig  ver- 
dedigd moeeten  worden.  Soortgelijke  gehonwen 
vindt  men  ook  eldersi  bet  stadhuis  te  Siena,  ve- 
le padeózen  aMau  en  te  Lueea,  en  vooral  die  te 
San  Oimignano  verdienen  vermelding.  In  Lom- 
bardge  werd  meestal  gebakken  steen  voor  derge- 
lijke gebouwen  eebruikt;  dit  leidde  tot  eeo  rjjke- 
re  behandelJDg  tier  gevels,  waarvan  bet  stai^ulE 
te  Cremona  een  voorbeeld  geeft.  Dooi  het  toepas- 
«en  van  terracotta  werd  aoms  bet  effect  nog  ver- 
boogd,  gelijk  men  aan  bet  Spedale  Grande  te  Mi- 
laan, in  1456  begonnen,  net.  Een  eigenaardig 
karakter  hebben  de  Qotiiische  paleiieo  van  Vene- 
lit,  die  in  bun  open  galerüen,  aan  bet  water  uit- 
komend, iets  feeetelüks  verloionen,  dat  elders  in 
Italië  ontbreekt. 

De  bouwkunst  van  ItaliE  na  1420  woidt  meest- 
al ik  Benaiseance  genoemd.  Die  naam  is  van  Fras- 
«ebeu  ooispiOQg  en  men  is  gewoon,  daaraan  de 
beteekenis  van  een  wedergeboorte  der  Romein- 
sebe  kunet  te  hechten.  Daaruit  ontstond  de  mee- 
ning, dat  d«  Italiaanscbe  meesters  zub  reedc  in 
de  vöftiende  eeuw  een  getrouwe  navolging  van 
de  eetieppingen  der  ou<Hteid  ten  doel  zouden  ge- 
steld bebben.  Deie  meening  is  echter  onjaist-,  de 
Itaüanen  verstonden  a*nvaiikelii)c  onder  „rinasei- 
menlo"  niets  anders  daü  de  herleving  der  antieke 
beMhaving,  in  b^eneteUing  met  die  der  Ui<hlel- 
,  welke  li]  als  barbaarsch  beschouwden. 
...  oudheid  was  hun  niets  anders  bekend  dan 
bet  üomeinsche  tijdperk,  en  bun  kennis  tiad  nog 
niet  veel  te  beteekenen.  Het  verdient  opmerking; 
dat  de  Renaifsanee  niet  is  ontstaan  te  Rome,  of- 
schoon daar  de  overblgfselen  der  oudheid  het 
talig  kat  waien.  Florenee  ts  de  geboorteplaats 
der  Kenaiasance.  De  bouwmeester  Füippo  Bm- 
nelUKo  ^377— 1446)  is  de  baanbreker  4er  He- 
naissance  geweest.  In  1420  begon  hü  met  -den 
'"  :pel  der  kathedraal  te  Florenee,  het  voorbeeld 

ir  aUe  latere  koepêla  in  Italii.  Die  koefid  is 
wel  geïnspireerd  oo  de  koepels  der  Romeinen; 
oorspronkeljik  is  echter  bet  denkbeeld,  om  onder 
den  eigenlijken  koepel  een  leebtopgaand  gedeel- 
e,  de  «wgenaamde  trommel,  te  plaatsen,  en  als 
besdiTÜvende  Ign  niet  den  halven  arkel  der 
Rommnen,  doch  den  apitsboog  der  tiotiek  te  kie- 

1.  BntneUeteo  beeft  ook  aan  de  Cappella  da 

zii  en  aan  de  kerk  van  San  Loren»  te  Floren- 
ce de  Renaissance  t«^epaet.  Ben  ijjner  meest 
berottnde  weifcen  is  be4  Falaszo  Fitti  te  Floren- 
ce, geheel  van  ruwe  stokken  steen  opgetrokken. 
Het  maakt  den  indruk  van  een  kaateel,  en  was 
dan  ook  bedoeld  om  bjj  burgeroorlogen,  zooals 
e  in  de  vifftiende  eenw  te  Florence  veel  voorkws- 
aen,  verdedigd  te  kunnen  worden.  In  denzeifden 

Ïeest  zijn  het  Palaito  Aicardi,  door  MieheUrao 
'tehelotxi  (1899—1472)  en  bet  Palaazo  Strozii. 
door  Benedelto  da  Majana  <1442— 1497).  beiden 
te  Floreoee, 

Met  piiaetera  en  kroonlijsten  is  de  gevel  van 
bet  Palano  Kucellai  te  Florence,  die  door  Leone 
Baili*la  Alberti  (1404—1472)  ontmorven  werd, 
veraierd.  Onder  de  bouwmeestere,  dïe  de  vgttïeD- 
de  eeeaw  beeft  o^^leven^  bebouea  ook  4e  ge- 
Ibroedera    OiKJümo    (I44S— 1S16)    en    .iiifonio 


DigilizedbyGoOglC 


irALUANBCBE  KDN8T. 


793 


(14S5— 1534)  da  San  OMo.  De  e«rst«  ontwieip 
de  kerk  der  Uadonua  ddle  Careeri  te  Piato,  de 
tweede  die  dei  Madttnua  di  San  Binfrio  te  llonte- 
oulciaDO,  beide  van  een  koepel  voonien.  Een  d«r 
ira>i«te  gebouwen  der  Tgttieade  eenir  is  het  pa- 
leis te  Urbino,  door  Lueiano  da  Laitrana. 

In  het  noorden  van  Italië  onhrikkelde  tieh  de 
B«iwiaeuee  itot«eDM«rn|k«i><t^l.  Vooiöedden 
daarisn  geien  de  Cappelh  Colleoni  te  Bermmo 
«n  rooial  de  gevel  der  SaitliwtenfceA  bjj  FaTia, 
in  1491  door  Ourvanm  AnUmw  Amadat  beeon- 
oea  door  Gtoeomo  Jnionto  DofaefrtfOiio  en  Ckrit- 
Moro  Solari  voortgezet.  Deie  laatste  meefter  ont- 
wierp ook  het  koor  Tan  de  kathedraal  te  Como, 
dat  ait  het  hi^in  dei  I6de  eeuw  dagteekent.  Het 
Palaixo  del  Coneiglio  te  Verons  ie  een  eehei^ng 
Tan  Fra  Oioeondo;  te  Breseia  iwriienen  het  Pa- 
latio  Mnnie^tale  en  de  keik  Santa  Maria  dei  Hi- 
raeoli  om  ban  rgke  voimen  de  aandacht.  Ëinde- 
lÖk  moeten  ix^  de  Renaiaunee-paleiien  te  Vene- 
til  genoemd  worden  ,wa«rvan  Mt  IFaUazo  Ven- 
dramin-^ïale^,  in  1481  door  IHeIra  Lombardo 
TOltooid,  het  teheonite  ie. 

Sedert  het  berin  der  16de  eeaw  krijgt  de 
bonwknnst  der  SenaiHanee  in  ItaliB  een  itren- 
ger  karakter.  De  boawmeeatei»,  dt«  tot  dusver 
ook  aan  de  QttToering  hnnner  ontwerpen  badden 
medegewerkt  en  veelal  de  rqke  versieringen  als 
beeldhonweis  met  eigen  hand  hadden  Terrav- 
digd,  bepaalden  lich  voortaan  tot  het  maken  van 
ontweipen.  D«  meestar,  die  dcoe  verandering  lot 
stand  bradil  is  Domlo  BrarumU  >(1444— 1514). 
Sn  had  te  Uitino,  waar  hq  geboren  waa.  i^n 
opleiding  gekrec-en  en  wat  in  1478  te  Milaan  ge- 
komen; daar  bleef  hq  tot  1499  en  vertrok  toen 
naar  RtHne,  waar  h^  stierf.  De  werken,  die  Bro- 
mant»  te  Milaan  uitvoerde,  looah  de  kerk  Santa 
Maria  delle  Qnai»  en  de  eaeriatic  van  Santa  Ma- 
ria pretao  San  Satiro,  ijjn  ni^  in  den  tot  dosver 
gebniikelQken  trant.  Te  Rome  «ehter  verkreeg 
ign  atjil  een  strenger  karakter.  Dit  bewijzen  de 
Tempietto  bü  San  Fietro  tn  MontorJo  en  d«  Can- 
eelleria,  benevens  een  gedeelte  van  het  Vaticaan, 
door  hem  gebonwd.  BramanU  begon  ook  met  het 
bouwen  der  8t.  FieterAerk,  waarvan  bq  eebter 
maar  een  klein  deel  o-itvoerde.  In  zgn  geest  werk- 
ten Anhmio  da  San  Otdio  d»  jonge,  de  ontwerper 
Tan  het  Pala«io  Farnese  en  Baldótmvv  Peruza, 
die  de  Villa  FarDeslna  en  iiet  Palano  JHassimi  te 
Kome  bonwde.  lliekelangeki  Btumarrvti  (1475 — 
1564)  moht  al»  bouwmeester  niet,  gelgk  tjjn  voor- 

Sangeri,  da  schoonheid  der  antieken  te  bereiken. 
[^  ging  inn  eigen  weg,  en  bekommerde  zidi  niet 
om  de  ondheid;  alleen  grootsehhmd  en  oortpron- 
kelökbeid  stroetde  hjj  na.  Naar  lijn  ontwerp  wei- 
den de  grafkapel  der  Media  te  Florence,  bét  E»- 
pitooi  te  üojne  en  de  kerk  Santa  Maria  degli  An- 
gel! aldaar  gfbonwd.  Zijn  meesteretok  ds  bonw- 
meester  is  de  Sint  Pieterskerk  te  Home,  die  hQ 
in  1546  ibeeon,  en  die,  wat  de  oostelijke  deeien  en 
den  tro1«eben  Irawel  betreft,  naair  ijJD  ontwerp 
voltooid  werd.  Odwrera  AktH  (1512^1672)  is 
de  ontwerper  van  het  PalaiEO  'Marino  te  Milaan 
en  van  de  kerk  Santa  Maria  de  Ckrignano  te  Qe- 
nna.  Dit  laatste  gebonw  toont  den  invloed  van 
Mwhelmgelo.  Ook  verscheidene  beroemde  palei- 
oen  te  denua  >werden  door  AUêti  gebonwd.  Oio- 
eomo  Baroud,  naar  iqn  géboort^aata  F^nolo 


genoemd  <1507-~157S),  die  „regelen  voor  de  vijf 
orden  der  boowkiutet"  nilBnf,  heeft  de  'Tilla  ai 
'Ptft,  Oialio,  de  Jexnietenkeik  te  Rome  en  het 
kasteel  Caprarola  bü  Viterbo  gebouwd.  Vonetifl 
heiit  in  de  Bibliotheek  di  San  Mareo.  bet  Palauo 
Corner  ea  de  Loggetta  onder  den  klokkentoren 
fraaie  werken  van  Jaeopo  Sanaonno  {1477 — 
1570).Degroot«ebeid>eppingenvan  AndreaPaila- 
dto  <1508— 1580)  twTinden  tieh  te  Vicensa.  Daar 
siet  men  d«  Basilica,  liet  Teatro  Olimpioo^  het 
Falaizo  Thiene,  de  Lo^a  Bernarda  en  het  FaUs- 
10  Vaknarana,  door  hem  gebonwd.  Zijn  leerling 
Vineetuo  Seamoai  <1552— 1616)  ontwiem  bet 
Palaiio  Pieani  te  VenetiB  en  het  Palasso  Forto 
te  Vieenca. 

Te  Rome  begint  omstreeks  1570  het  karakter 
der  bonwknnst  té  veraiKtnen.  No  wonten  giootache 
paleiien  en  kerken  gestidit,  waar,  onder  den  in- 
vloed van  Miehelmigelo.  nieuwe  motieven  toepas- 
sing vinden,  ffieitoe  oebooien  de  Sapieua  «n 
San  Lni«i  dei  Fiaoceii,  door  Oiaeimo  dtUa  Por- 
to (1541— 1S04),  het  Palano  Qnirinale,  door 
Domenko  Fonlatta  (1548 — 1607),  de  Qiieaa  Nova 
en  het  Palai»  Borghese,  door  Uartino  Ltmgki 
(1560—1618).  Carh  Jfodenu  (1656—1629),  die 
Santa  SatUDaa  boawdt,  heoft  ook  bet  schip  en 
de  voorbal  der  St.  Pieterskerk  mtwoipen,  idieniet 
in  de  bedoeling  van  Mieheitm^eto  h^n.  Te  Ve- 
netiB aiet  men  in  Santa  Mana  della  Sahite  es 
het  Palazio  Petaro  gebonwen  van  Baldauarê 
Longkma  <1604 — 1682),  die  in  denieltden  geest 

In  het  middea  d«t  ITde  eenw  werd  de  bonw- 
kunst  ffrilliger,  ofsehoon  ig  baar  grootacbheid  be- 
hield. Dit  bewijien  de  kolonnaden  van  het  St. 
Pietersplein  te  Rome,  door  Lorenm  Bernini  (15it9 
—1680),  Sant'  Andiea  delie  Pratte  en  Sant'  Ivo 
te  Rome,  door  Fnmeeaoo  Borrommi  (1599—1667) 
en  den  gevel  van  Santa  Maria  della  Paee  te  Ro- 
me, door  Piefro  Bereltim  da  Cortona  <15M — 


San  tiragorio  te  Measina  en  het  Palaiza  Carigrva- 
no  te  Torgn  bouwde. 

De  18de  eenw  keert  iot  de  meet  strenge  vor- 
men van  vroeger  terog.  Er  worden  dan  leer  mo- 
Domentale  werken  ondemomen,  zooala  de  be- 
roemde Spaansdie  trap  bg  Santa  T^initJi  dei 
Monti  te  Bome,  van  1721  tot  1725  door  AUttait- 
dro  SpeeekieaFrtmeeteodaSanetivaXgnvoeii,  en 
de  FoDtana  di  Trevi  aldaar,  in  1735  door  Nieeoto 
Satvi  ontwonien.  Nabij  Tuti^  bonwde  füippo 
Jvvara  (168^1785)  de  baroemde  UooeterkeA 
della  Snperga;  ook  de  koepel  der  kathedraal  ta 
Oomo  is  door  deieu  meester  ontworpen.  Eind«- 
Ijik  moeten  n<w  genoemd  worden  Ftrdiaando 
Fuga  (1699—1^),  die  Santa  MaiJa  Maggioie 
te  Rome  van  baar  fraaie  gevels  voonag,  Jie««an- 
dro  OatOei  <]691— 1787)  de  bouwmeester  tan 
den  ind  nik  wakenden  gevel,  die  San  Oiovanni  in 
Idterano  te  Bome  versiert,  en  Luigi  Vanvitelli 
(1700—1773)  een  bouwmeester  van  Nederland- 
Ecben  oorsprong,  de  ontwerper  *sn  het  beroemde 
paleia  Caserta  t^  Na(»ds. 

In  de  negentiende  eenw  heeft  de  It^iaanieha 
bonwknnst  zich  niet  op  haar  vroenre  boogie  g»- 
handbaafd.  Streng  klassiek  is  de  Porta  del  S«d- 
pione  te  Mifaan  in  1604  door  Oaldara  begonnen. 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIAAN90HE  EUNeT. 


doeh.p»  T«el  liter  Toltooid.  Ouüeppe  Mtngoni 
(t  1377)  boDwde  de  OftUeni  Vittono  Eknaoaelc 
te  Milun  en  de  Caua  di  Rispsrmio  te  Bo1<^b. 
Ltit^  PoUtti  reatMireerde  Sul  Paohi  fnori  1« 
miira  en  Sin  Laren»)  te  Rome,  Antonio  d*  Fabrit 
Toonftg  Snnta  Maria  dei  Fiore  te  Florenee  v>d 
«en  gerei  in  tiotiaehen  stgl,  Lum  BeUnimi 
ma&kte  lich  bekend  door  een  ontirerp  Toor  den 
^erel  der  luthedrul  Ie  Milun,  dit  echter  niet 
werd  nitgevoeid.  Ëiadelqk  noemen  w^  nog  Cal- 
óêriiü,  den  ontwetper  vaa  het  onUngi  voltooide 
Pftleic  van  Jnatitia  te  Rome. 

Beiidhouvkuntt.  Iteeda  in  de  11de  eenv 


kerk  vin  Sul  Zeno  te  Veiona,  die  talereelen 
bet  Onde  en  Nieawe  Teatsroent  wedeigeTen.  Ook 
de  retifita  Tanbet  doopTootderkett  yuiSas  Gio- 
Tuni  te  Verona  behooren  tot  dien  tqd.  Benedel- 
ta Antdami  Teirekudigde  in  1178  een  «iiêf  tn 
de  kathedraal  te  Farma,  dat  voorstelt,  hoe  Chriê- 
hu  van  het  kniia  iroidt  genomen.  In  Tosksne 
werkte  Ouido  Bigaretii,  nit  Como  atkorngtiE-,  die 
in  de  eerste  helft  der  I3de  eenw  een  prediiatoel 
Toor  San  Bartolommeo  in  Pentana  te  Piitoja, 
een  doopvont  in  de  katliednal  te  Pin  en  het 
portaal  dei  kathedraal  te  Lnces  vervaardigde. 
Een  gedeelte  van  het  beeldhouwwerk  van  dit 
poTtaal  ia  gemaakt  door  Niceoió  di  Pitro,  ineeat 
«ieeoló  Pitano  genaamd  <120ft— I2S0).  Deie 
meealer  begon  de  antieke  overblgfarfen  te  bestv- 
deeies  en  na  te  v^^n.  Hij  v«rraardigde  in  1360 


i^rca"  in  San  Domenico  te  Bokgna.  Verder  i^n 
van  hem  «Ikometig  de  predikstoel  in  de  kathe- 
draal te  Siena  en  de  relifih  van  een  fontein  te 
Perngia.  Tn  tan  goeet  weifcte  Fra  Oitglielvio  delT 
Agneilo  (1238 — I31S),  van  wien  een  predikttoel 
ia  San  Qiovanai  fnoreivitaa  te  PJstoia  aftmnvtig 
ia.  Amolfo  di  Cambio  (123S— 1802),  die  voor^ 
ala  bouwmeeeter  werkzaam  was,  heeft  als  beeld 
houwer  in  8an  Domenico  te  Orvieto  een  grattee- 
ken  voor  den  kardinaal  De  Sroye  gemaakt.  Doe 
be^hoawere  overtreft  Qiovowa  Piêono  (1260 — 
1328)  een  loón  Tan  den  reeds  genoemden  Nkcold. 
Zijn  meesleretok  is  de  prediketoel  in  Sant'  An- 
drea  te  Hstoia,  die  in  1301  werd  voltomd.  Een 
leerling  vso  iiem,  Andrea  Pitauo  (1273 — 1348), 
nit  Pontedera  afkomstig,  weitte  te  Florenee, 
waar  iijj  bet  fraaie  beeldhouwwerk  van  den  klok- 
kentoren der  iathedraal  in  18S4  begon,  en  van 
1330  tot  1836  een  der  beroemde  bronsen  deuren 
van  bet  Baptiaterinm  vervaardigde.  Niet  minder 
vermaard  aan  hij  ie  Andrea  Oreagna  (1329 — 
1368),  die,  ook  eehilder  en  boowmeester,  ais 
beeldhouwer  in  1S59  het  hoofdaltaar  der  kerk  Or 
San  UidieU  te  Florence  voltooide,  dat  ign  mees- 
teiBtuk  ie.  Te  VÜMn  beeft  Owvatmi  di  Balduo- 
eto  in  1339  de  sarcofaag  van  den  iH.  Pelme 
Marlj/T  in  Sant'  Ewtorgio  gemaakt;  aan  dit 
kvnatwerk  herinnert  de  sarcofaag  van  den  H. 
jJUjTusftnus  tn  de  kathedraal  te  Favia.  in  1962 
door  Boaino  da  Campion»  bu^onoen,  die  ook  in 
1374  het  gedenkteeken  voor  Oan  Siffnorio  te  Te- 
lona,  «aar  de  oveiledene  te  paard  is  voo^iteld, 
beeft  eemaakt. 
In  de  15de  «enw  kont  de  ItaUaanscbe  beeld- 


boDwfaiibet  tot  i 
berH  (1378—1456)  geldt  tereobt  als  een  der 
grootste  kunstenaars  van  alle  tgden.  Zjin  werk 
lyn  drie  groote  bronsen  beelden  van  hNUgen  in 
den  gevel  der  kerk  van  Or  San  Miehele  te  Flo- 
rence, tasMheo  1414  en  1428  uitgevoerd,  een 
broüien  deur  van  het  Baptisteiinm  aldMB,  vraaime- 
de  hü  van  1403  tot  1424  beiig  wat.  en  een  ande- 
re deigelyke  deur,  «ier  Tervaardiging  van  1424 
tot  1452  daorde.Deie  laatste «erff door  JfteAeJ- 
OHgelo  000  bewonderd,  dat  fa^  haar  waard  oor- 
deelde, den  ingang  van  bet  jMradga  te  versieren. 
Ook  «en  doopvont  in  San  Giovannije  Siena  eii 


beeldhouwers  van  aHe  tijden  wat  DoHaUüa  ('. 
— 1496);  hq  inspireerde  tich  op  de  antieken,  doch 
wist.  door  bet  Pestudeeres  iht  natoar  aam  vp^ 
werk  een  leer  bQHnder  karakter  te  geren.  Tde 
«iner  werken  bevinden  zidi  in  iqn  geboortettad 
Florenee,  looals  de  H.  Joris  der  keA  Or  San 


SIgalerj  in  de  kathedraal  en  de  pradifcrioriMi  ii 
a  Lorenoo.  Ook  te  Psrdna  heeft  DomdeUo  ver- 
loofd, waar  hq,  beÉialve  het  inilentandbeeld  van 
öatlamelata,  ook  vencbekleM  beelden  en  re- 
liSfe  van  bet  hoofdaltaar  in  Sut'  Antonio  al- 
daar getnaakt  heeft.  Siena  beiK  van  Donateüo 
den  beroemden  JottoHneê  den  Dooper  in  San  Gio- 
vanni;  in  deieltd«  kerk  «et  men  bet  reKit,  dat 
Herodioê  voorstelt.  Ook  de  portretten,  door  Do- 
naUUo  gemaakt,  tpi  oitmnnteDd  getroffen.  Lu- 
ea  delta  Robbia  (1400—1432)  is  bekend  door 
lijn  frwne  reÜSfs  in  gebakken  klei,  die  van  ge- 
kleurd glainnr  zqn  vooiaien  en  meestal  de  H. 
Ifaagd  met  haar  kind  voorstellen.  £en  leerling 
van  DomtUUo  was  Deetderio  da  SttÜgmMo 
(1428—1464),  wiens  twee  beste  werken,  bet  mar- 
meren grafteeken  voor  Martuffmi  tn  Santa  Cro- 
ce  en  het  altaar  in  San  Lorenio,  te  Florenee  be- 
waard bleven.  Beniardo  SoêêeUino  (140&— 1464) 
is  de  schmper  van  het  praehtige  grafteeken  voor 
Brant  in  Santa  Croce  te  Florence,  la  qju  geest 
werkte  ook  AtOtmio  RoMeOino  <14S7— 1478),  de 
vervaardiffer  van  een  gedenkteken  in  San  Mi- 
niato  t«  Florence.  Batedetto  da  MajoHO  iH4S — 
1497J  beeft  lïch  beroemd  gemaakt  door  den 
predikatoe}  in  Santa  Croce  te  Florenee.  De  wer- 
van  Mi»o  da  Fiatole  <1431— 148Q>  vindt 
men  loowel  in  de  kerken  van  Rome  als  in  die 
van  Florenee  en  tgn  omgeving.  Vooral  iqo  por- 
tretten inn  voortreffelqk.  Van  ^^lUoaio  del  Pol- 
lajuoh  (1429—1498),  een  Florentijn,  beiit  de 
Pieterskerk  Ie  Rome  de  bronien  graftaeke- 
Toor  Sixtut  IV  en  voor  Iiumeentiui  Vlll. 
Andrea  del  Venoeeltio  (1436—1488),  die  ook 
aebilder  was,  heeft  als  fceeldboawer  de  beroemde 
>  van  <7Aruitaa  en  TK(tmat  'm  den  gevel  van 
an  Uichele  te  Florenee  vervaardiga.  en  bet 
niet  minder  vennaairde  raitetstandbeeld  voor 
OoUeoni  te  VenetiB. 

Al  de  tot  dusver  genoemde  beeldhoaweia  wa- 
en  Floientgnen;  Rorenee  heeft  in  de  knact  der 
'tjftiende  eenw  de  grootste  beteekenii.  Haar 
ode  elders  waren  groote  meeatert  weibaan. 
' — m  dOla  QumSa  (1S74— 1438)  xAi  Si«a 
:t«  in  sjjn  geboortettad  de  relïHi  der  Foate 


DigilizedbyGoOglC 


ITALUANSCBB  EUNST. 


795 


Qaja,  en  de  doopvont  in  San  Ojorumi.  Da  k»- 
tiiMiul  te  Lneea  beiit  tu  hem  de  echoooe 
«aitombe  toot  llaria  del  Oarettc  «d  Bolosna 
de  beeldhoawweriten  s&n  den  fevel  tmi  San 
PetioDio.  Nieeoló  d<dr  Area  (1440— <14M),  die 
te  Bui  geboren  WM,  ontieuit  ign  num  en  lijn 
loem  ■«■  de  „un",  ol  sanolaag  in  6»  Dodh- 
nico  te  Bolcwu.  Onder  de  beeldbouweie  van 
Lombtrdne  liAben  h«t  mteBte  nitgennint  Chrit- 
toloro  MmtUgaaa,  Oiovomn  A»tmtio  Amadêo 
en  Bnudelto  BHoteo,  die  sedert  1478  de  rgke 
venieringen  tui  den  gevel  der  Certoia-kerk  bq 
Pftvia  mMkUn.  Ttmato  en  Jaeopo  Rodiri  maak- 
ten in  het  begin  'dtr  zeatiende  eeuw  bet  beeld- 
honwweik  van  de  kathedraal  te  Como.  Te  V«- 
DetiB  waren  Anttmio  Ritxo,  Pietro  Lombardo, 
Tnüio  Lombardc  en  Ahnandro  LwpiBii  werk- 
■aun;  vootal  grafteekenen  getnigen  van  bon  be- 
kwaamheid. ËLndelqk  moet  nog  Andrea  Bngno 
(1421 — 1506),  wiens  scheppingen  men  te  B«ne 
in  vele  kerken  vindt,  vermeld  worden. 

De  Italiaanache  beeldhouwkunst  der  16de 
MQw  wordt  heheerscht  door  Miehtlongelo  Buo- 
tuuroti  (1475 — 1564),  den  schepper  van  meester- 
rtnkken  looale  „Maria  met  het  Igk  van  (3irit- 
tns"  in  de  St.  Pieterskerk  te  Bome,  den  „David" 
te  Florence,  den  „Moies"  in  San  Pietro  in  Vin- 
eoü  tt  Kotne,  de  grafteekenen  der  Medici  in  San 
Lortowfi  te  Florence.  Hier  liet  men  een  ^ootseh- 
haid,  dóe  allee,  wat  vroegere  of  latere  llaliaao- 
Mhe  beeldhoQwers  voortbracitleD,  ovwtreft.  An- 
drea Stmaavino  <1460— 1529),  Andrea  Feiraeet 
(1465—1536),  BeuedeUo  da  Roveaano  (1476— 
1556),  Giovmni  Frmuxieo  Bvlki  (1474—1554), 
Baeeio  da  tfmteluM  <146»— 15S5),  AnUmio  Be- 
ganiU  <149&~1566],  AUonto  Lombardi  (1497— 
1587),  Nieeoló  Triboto  (1485—1550)  en  Baeeio 
BaHdineÜi  (1493—1560)  waren  ongetwijfeld 
beeldhonwers  van  betekenis,  doch  hnn  werk 
won^  geheel  door  dat  van  MieheUmgelo  in  de 
■ehadnw  gesteld.  Als  fervaaBdiKer  van  den  tiroo- 
•en  .J'ersens"  te  Florence  ia  Benvmuto  CeUitii 

i  150(^1572)  vermaard.  De  decoratieve  beeld- 
oavweilMn  van  QioBonni  da  Bologna  (1529 — 
1608)  versieren  de  plunen  van  verscheidene  Ita- 
haansebe  steden.  In  de  17de  eeaw  was  Lor^ixo 
Bemini  (1598 — 1680)  de  meest  bekende  beeld- 
lionwer  van  Italifi.  Zqn  werk  ie  zeer  deccratief, 
gel#  txA  dat  van  Aleitandro  Algarii  (1598— 
1654)  en  SUtmto  Maderna  (1571—1686).  Anto- 
nia  Canova  <]757— 1822)  trachtte  de  antieken 
in  sijn  werk  na  te  volgen;  ijjn  roem  was  hg  ign 
leven  grooter  dan  tegenwoordig.  Znn  leerling 
was  Maroehetii  (1805—1867),  die  bet  roiter- 
Btandheeld  voor  ^mimuei  Phüibert  te  Torgn 
maakte.  Andere  èeelittioDwera  der  ISde  eeuw  zgn 
Monleverdê,  Oallori,  OiviUtH,  Fra»eeêehi,  Amen- 
doia,  BeUiaxii,  BarbeUa,  d'Orti,  Öemito,  Bana- 

8fU,  Borghi,  Ouamerio,  Broga,  TaboeekL  Biottdi, 
'ugatti,  BittMi,  Oalaiidn^  femni  en  (kmonioa. 
BehUderhintt.  De  Italiaanache  sdHlderknnst 
begint  in  de  13de  eeuw.  Zg  stond  aanvankel^ 
onder  ByuDtgnKhen  invloed,  gelgk  het  ver- 
maaide  altaarvtok  door  OtovamU  Oitnabtu  {1240 
—1300),  in  Santa  Maria  Novella  te  ]>^orence  be- 
wnit.  Z^n  leerling  Owllo  (1266—1887)  wist  de 
sehilderknnst  op  nieuwe  paden  te  leiden.  De 
fresco'ê,  door  besn  vervaardigd  mi  die  In  San 


Franceeeo  te  Aaaiui,  in  de  Cimpella  dell'^tena 
te  Padna  en  in  Santa  -Croce  te  Florence  bewaasd 
bleven,  onderscheiden  tieh  door  een  edele  op- 
vattinx  en  een  strengen  <tql.  Onder  den  invloed 
van  Öiotlo  «ntwikkeUe  sieb  Andrea  Oreagna 
(1S29— ISOS),  dien  wij  vroeger  reads  als  teeld- 
honwei  vermeldden.  Fieseo's  van  hem  bevat  de 
Caf^ella  Stioui  van  San^a  Haria  Noiella  te 
Florence.  Spineüo  Arelino,  dus  genoemd  naar 
lijn  geboorteplaats  Atexzo,  schilderde  omstreeka 
1350  een  reeks  van  fresco's  ter  Terheerlgking 
van  den  B.  Bmedietui  in  de  sacristie  van  San 
Mlniato  bg  IHoience.  Hij  volgde  hierbg  de  weike- 
Igkheid,  gel^  ook  in  de  iTeBco's,  waarmede  hg 
bet  Balano  Pnbblico  te  Siena  versierde.  Tot  de 
beki^Ö^trte  It^iuMdha  ïchilderwerken  der 
14de  eeaw  behooren  de  Iiesco's  in  de  galergen 
om  bet  Csmpo  Santo  te  Pisa.  Zg  wolden  toüe- 
schreven  aan  Buonamieo  Buflaltrtaoeo,  Pietro  Lo- 
remelli,  Andrea  da  Firenxe,  Antonio  Venexiano, 
Franeeaeo  da  Votterra,  Pietro  di  Ptteeio  en  Ber- 
narda  Daddi.  De  meest  beroemde  deser  taferee- 
len,  die  tasseben  1370  en  1886  werden  verraar- 
digd,  ign  bet  .^Laatste  Oordeel"  en  de  ,/>er- 
wïnning  van  den  Dood".  Te  Siena  wei^te  Dme- 
ew  di  Buoninaegrm  <12a5— 1389).  Zön  voor- 
naamste altaarstuk,  dat  van  1311  d^teekent,  be- 
last in  de  kathedraal  der  stad.  Stmom  Martini 
(1284—1844),  Ambrogio  Lorenxetti  en  Taddeo 
di  Bariolo  hebben  fresco's  in  bot  IVlaiso  Pifc- 
büco  te  Siena  geschilderd,  die  onder  den  invloed 
van  Giotlo  zgn  ontstaan.  Niet  slecht*  daar,  ook 
te  Fadus  werd  QioUo  als  vooibeeld  genomen. 
Men  2iet  dit  aan  de  fresoo's,  vraaimede  AUi- 
ehiero  da  Zevio  en  Jaeopo  tPAvanto  sedert 
1376  twee  kapdlen  van  de  keA  Sant'  Antonio 
versierden. 

Oiolto  hea  in  de  14de  eeuw  de  Italiaansd» 
seÉrilderknnst  beheerseht.  In  de  15de  eenw  ver- 
anderde dit;  de  natnnr  werd  m  beetodeeid,  de 
wetten  der  jwrapeetief  werden  ontdAt.  aan  het 
teekenen  naar  het  naakt  werd  begonnen.  De  adi- 
tu^onden  der  fresco's,  tot  dn^eire  slei^ts  <m 
eoAventioneek  wgw  hAandeld,  werden  im  lan» 
sehappen    of  perspeetieviseh  geteekende  geboa- 


opvatting  toont  lich  aet  eerst  in  de  fresco's  wel- 
ke Tonuuo  Maeaeeio  (1401— 14S9)  in  de  Cappel- 
la  Braneacci  der  Xumelieteikerk  te  Florence 
sehihkrde.  H«h  Fm  AngeUoo  da  Fiewk  ^887 
— 1455)  bleef  nog  aan  de  vroegere  opvatting 
vasthouden.  Eg  vereierde  het  klooster  San  Hareo 
te  Florence  mat  fresco's,  dte  door  groote  liefe- 
Igkheid  uitmunten  en  in  1436  hegonnen  werden. 
Beroemd  is  lüo  Iresco  van  bet  ,^Llutite  Oordeel" 
in  de  kathedraal  te  Orvieto;  bier  ign  vooral  de 
engelen,  beiUgeu  en  profeten  bgionder  sdboon. 
In  1447  begon  Fra  AngeUeo  met  de  fresoo's  der 
ka^l  van  Fans  NieobMU  V  in  het  Vatacaan,  waar 
hg  Jfosaeeio  tracht  te  volgen.  De  «chitder  i<  voiir- 


al  vermaard  door  ign  altaarstukken,  die  meestal 
Jfona  met  engelen  toorstdlen.  Fn  Filivpo  Lipfi 
(1406 — 1409)  werkte  aanvankel^  in  den  gecM 
van  den  vortgen  meester,  doch  ging  later  tot  bet 
wedergeven  der  weikelgkheid  over.  Hen  aiet  dit 


DigilizedbyGoOglC 


796 


ITAUAAN8CBE  KUNST. 


un  ^  Irweo'a  in  4e  kkthediul  te  F»tc  «n 
die  te  Spoleto.  Ook  friMe  jUturatnkken  ijjii  door 
Fra  FittpfO  Lippi  gtatukt.  Door  een  bgKHtder 
DitToerige  bdwndeling  der  uhtergioDden  oodei- 
Kheiden  lidi  de  Ireteo's  ma  Betiotto  Qoxxoli 
<1424 — 1496),  tmatit  Fra  Füippo  een  Florentjjn. 
Hen  Met  m  io  de  knk  te  UootefRlco  bü  Folig- 
no,  in  de  kerk  Sant' Afoitino  4«  Su  Oimienaiko, 
in  het  ^laiio  Ri«rdi,  Ie  Florence  en  in  de  gi- 
lepteD  om  het  Ctaofo  Sut«  te  Piu.  Een  leei- 
Hng  Tan  Fra  FUippo  Lippi  ma  Sandra 
Boltie«ai  (1446—1510),  een  seer  leehüd" 
meegtvT,  die,  obetKHui  hq  ook  in  de  Si 
tjjntciie  ktf-ei  Ie  Rome  drie  freieo'c  ^«amkt 
heelt,  toch  in  het  l^nndei  om  lijn  lehildergen 
op  pineel  f  ermurd  u.  «Hiertoe  behooren  de  ..ge- 
boorte Tftn  VeDas",  „de  Laster",  en  ,vde  Lente", 
beneTCDB  lencheidene  Toorstellingen  T*a  de  H. 
Mangd  met  enzilen.  Zqn  leerling  m*  Filifpino 
Lippi  (1458—1504),  de  loon  van  Fm  Füippino 
Lijm.  Eö  Toltooide  de  heteo'%  van  Mataeeio  in 
de  Cappelln  Braneicet  te  Florence,  en  MÉiildeide 
frewo  e  in  Ssnta  Mari«  Noielln  te  Florence  en 
in  Santa  Maiia  sopra  Minerra  te  Rome.  A]«  iqn 
meetterstok  geldt  bet  ahaaratak  in  de  kerk  der 
Badia  te  Florence.  Door  giootaehbeid  van  opvat^ 
ting  en  meeateiljjke  nitToeriar  ondeneheiden 
neb  de  treeeo'i  van  Domenioo  QkiThmdajo  <]449 
— 1494),  die  men  in  de  SiAgneehe  kapel  te  Ro- 
me in  Santa  Trinita  en  in  Santa  Hana  NoTetla 
te  Flmrenee  liet.  De  lebilderweTken  van  Andrea 
Verroeehio  (1485—1488),  dien  wq  nedsalibeeld- 
honwei  noemden,  iöd  grootendeele  Terloren  ve- 
gaan:  Alleen  „de  ioof  Tan  Chri^tne"  bleef  be- 
waard, dat  ndh  <ioor  een  itrengen  etijl  kenmerkt, 
Zgn  leerling  lorenio  tU  Credi  (1459— <I5S7)  be- 
diende lieh  TOOT  bet  eerat  nran  oUeverf  roor  iqn 
MhilderQen;  xai  innti  èadden  de  Italianen  Kan 
lerf  met  eiwit  en  Ijjm  aangemaakt  De  nienwe 
manier  veroorloofde  een  uitvoeriger  behandeling, 
gelgk  op  lijn  attftken,  die  in  vele  maiea  voorko- 
men, ie  Hen  ia.  De  fresco's  Tan  Gotimo  7Iou«Ui 
(14B9— 1507)  in  de  Six^nee^e  kapel  te  Romn 
iqn  weinig  belangrjjk.  fiët  werk  van  lyn  leer- 
ling Pmto  di  Conmo  <14d2— 1521)  ondeiechudt 
licn  door  de  nitmnntende  behandeling  ran  het 
naakt.  Van  gtoote  kennia  der  anatomie  en  der 

Krqwetief  ^tnigen  de  treteo'a,  dje  Piero  dei 
tmeeaeki  in  San  Franceeeo  t«  Aremo  maakte. 
Een  geeetterwant  tsd  deien  meester  was  Melox- 
10  da  Forli  (1488—1494),  die  in  het  Tatieaan 
als  fieteo  Paai  Sixtut  IV  schilderde,  maar  van 
wiens  meesteritnk,  Chriatni'  bemeWurt,  slechts 
fragmenten  te  Rome  bewaard  Ubthi,  Lwm  Sig- 
norelU  (1441 — 1523)  is  benoemd  door  rgn  fres- 
oo'e  jn  de  Siztqnsche  kapel  te  Rome,  te  Monte 
OliTeto  bij  Siena  en  vooral  door  die  in  de  katlie- 
diaal  te  Onrieto,  welke  van  een  groote  kennis  der 
ontleedkunde  getntgen. 

.Alle  tot  dniTer  oesproken  schildere  der  15de 
eeu»  behooren  tot  de  »eh4(ol  Tan  Florence.  In 
bet  noord«n  yan  ItaliS  welkte  Andrea  MmUgna 
(1431-1506),  die  lidi  in  bet  bQionder  tot  de 
ood^ieid  «ungetrokken  Toelde,  'Qg  scUlderde  fres- 
co's in  de  kerk  der  Ercmitani  te  Padna,  in  het 
Csstello  di  Corte  te  Mantna  en  is  ook  om  ijjn 
aitaarstnkken  bekend.  In  Manlegiuft  g«est  sdiil- 
derden  ook  de  meesters  tmi  Milaan,  Booals  Ftn- 


e«wo  Fopjpa  (1480—1492), 

(1460—1523),  en  Ambrogio  da  Foêêomo  (11455— 
1524),  en  die  Tan  Ferrara,  looals  FraueMO  <7m- 
M  (1430— 1480),  CostMo  Ttm  (1432—1495)  en 
Lorenio  Costo  (1460—1535).  De  meett  beroemde 
schilder  van  Bologna,  Franeeieo  Franeia  (1450— 


1518)  was  een  leerling  Tan  Ooêta;  t^a  werk,  dat 
wel  den  iniloed  Tan  MamUma  vertoont,  doeh  te- 
Tsns   iets  tiqionder  liefelifKs   beeft,  Tonnt  dan 


orerMng  der  Noord-Italiaanaehe  >d>ool  naar  die 
Tan  ümlml,  welke  in  de  eerste  plaats  naat  stille 
sdioonbeid  streefde.  De  eerste  meester,  die  den 
richting  Tolgde,  is  QentiU  da  Fabriaito  (f  14'^8). 
wiens  voornaam  ate  werk  men  te  Florenee  Tindt, 
Piefro  Pem^ao  (1446—1523)  stond  aanvankelijk 
onder  den  invloed  der  Floreótj)nen,  doch  in  iqn 
later  weik  vindt  men  de  kenmerken  d«r  Umtiri- 
lAe  school.  Pentgiiio  «diilderde  treeeo's  in  de 
Siitqnsche  kapel  te  Rome,  in  Santa  iHaria  Had- 
dalena  dei  Pa»i  te  Florence  en  in  den  CanAio 


bekend .__ 

heelt  lich  Toomamelqk  alt  fretOMehilder  bekend 
gemaakt.  Beroemde  fresco's  Tan  dcien  Uinbri- 
schen  meester  buitten  Santa  Maria  in  Anedi 
(e  Rome,  bet  Appartamento  Borgia  in  bet  Vs- 
licau  aldaar  en  de  bibliotbeek  van  de  kathe- 
draal te  Siena. 

In  bet  begin  der  I6de  eeirw  sien  wq  de  eebil- 
ders  van  Florence  nieuwe  wegen  bew&adeleiL 
Fra  Bortolommeo  (1475— 1517)  legde  licb  meer 
dan  ijpi  voorgangers  toe  op  bet  koloriet,  Ma- 
riotto  AtbertinêUi  (1474—1515)  Tolgde  bem 
daarin  na;  hebben  deie  beide  meetteri  vooial  al- 
taarstukken vervaardigd.  Aitdrea  da  Sarto  (1486 
— 1531)heeftoot  infreeco'agleMbiMerd.die  door 
hnn  klenr  üitinnDten.  Ook  OianamUmio  Bam, 
grae^d  Sodoma  (1477—1549)  behoort  tot  deie 
rit^tmg.  Zgn  fresco's  vindt  men  te  Siena  in  bet 
klooster  Monte  Oliveto.  in  San  Domenioo  aldaar 
en  in  de  Villa  Farnesina  te  Rome.  De  IMe  eeuw 
is  het  t^perk,  waarin  de  Italiaansdte  scMlder- 
k'Unst  tniar  grootste  boogie  bereikte  door  Uoaor- 
do  da  Vind  (14S2— 1519),  MieMangdo  Butmar- 
Toti  (1475—1563)  en  Sataa  Bmti  <1483— 1620). 
LtoMTtJo  da  Vinet  was  een  leerlinx  van  Vemc- 
ehio.  Van  sgn  werk  is  veel  venoren  gegaan. 
Maar  ijjn  portretten,  soosls  de  ,/3iooonde'^  in  bet 
Lonvre  te  Pargs,  bdiooreu  tot  de  schoonste,  die 
ooit  werden  geschilderd.  Bet  beroemde  freaeo  in 
het  refectorinm  bij  Santa  Maria  delle  Onuis  te 
Milaan,  dat  faet  laatste  Avondmaal  Toor^ll, 
heelt  door  den  tgd  veel  geleden.  Maar  onde 
copieCn  en  teekeningen  knniten  one  «enig  denk- 
beeld vao  de  oor^ironkelgke  scliooidieid  ^even. 
Vele  teekeningen  van  Lionordo  da  Vind,  dte  be- 
waard blenen,  «preken  van  iqn  groot  talent. 
Leerlingen  van  oem  waren  Bemardino  Luim 
(1475— 153S),  vermaard  door  ign  tresao'i  in  San 
Manriuo  te  Milaan,  in  Santa  Maria  degU  Angeli 
Ie  Lngano  en  te  Saronno;  Andraa  Solario  (1460 
— 1515),  die  goede  portretten  maakte;  en  Qia- 
nanttmia  BottrafHo  (1467—1516),  de  achilder 
van  echoono  vroawetignren.  Oaudetuio  Farrwi 
(1484—1547)  is  wel  geen  leerling  Tan  LiotMnfo 
da  Vind  geweest,  doch  ign  freeoo  s  te  Tarallo  oi 
te  Vereelfi  spreken  toeb  van  den  invloed,  door 
dien  meester  uitgeoefend.  MieMangebi  beeft  sli 


D,o,l,zedb,GoOgle 


rrAiiAAiiisciHE  vmes!. 


797 


(diildeT  VAD  1508  tot  1612  het  gewell  der  3ix- 
tijnaehe  kapel  te  Rom«  met  tresco'B  reisierd,  die 
af  Tan  oadi  door  de  grootsohtaeid  der  opvatting 
bewonderd  werden.  Van  I5S4  tot  1541  scliilderde 


kerliiw  van  Perugino  en  tifa  eerste  •Atld«rüen 
ign  gflieel  in  den  trant  ^an  dien  meester,  Latet 
kwam  lig  onder  den  in?1oed  vao  fn  Bartolom- 
Meo  en  Tan  Lionardo  da  Finoi.  In  1508,  toeo  bij 
te  RcMoe  met  het  becehilderen  desei  i.  ^.  StanH 
io  het  Vatieaan  begon,  had  hg  echter  zgn  eigen 
itfjl  garonden.  De  tremo'i  in  deoe  Tertrekken, 
looala  de  ,4)i>pnta",  de  „School  na  Athene",  de 
„FamaMUi",  behooren  tot  RafaeTa  heete  werk. 
Zü  dagteAenea  v&n  tó6i  1512;  de  Irewo't,  die 
kter  worden  gemaakt,  ign  goeddeels  door  leer- 
lingen nilgeroerd.  Bafael  heeft  fraaie  madonna'i 
op  paneel  geiehilderd;  ook  eenige  nitmnnieade 
irartretten  ign  tan  hem  bekend.  Onder  de  leer- 
lingen T«n  Ratael  waren  Oiopanni  da  Vdiiu 
(1467— 1S64)  en  Oiulio  Homauo  <I492~1546)  de 
Toomaamiten;  tot  lijn  navol^^a  Jekent  men 
Batvmuto  Oarofalo  (1481— :I559)  en  Douo 
Dom,'  (UT9— 1542).  Een  ted  giooter  meeste 
waa  Anbmio  da  Correggio  (1494 — 15S4),  die  met 
het  lidit  wist  te  tooTeren,  en  het  „elatr-obieiii" 
Toor  het  eent  in  fa>«passing  bracht.  Zgn  fresco's 
*0T8ieKn  d«  koiken  «d  het  klooster  San  Paok  te 
Paana;  iHoMhilderöen,  welker  onderwerpt  aam 
de  MWHe  ^««diIedenU  of  de  rojtbologie  werden 
ontnend,  nDdtmeninTe1emaaea.Doorde  fraaie 
klenr  ODdsnebMden  lieh  de  werken  der  Vene- 
tiaansehe  schilders,  looalï  Oiowmni  BeUinf 
(1426—1518),  OentiU  BelUm  (1427—1507),  Vit- 
tore  Caryaeao  (t  1519).  Otormone  <1477— 
ISII).  Patina  Veeekio  (14S0—1528),  SeboÈfimo 
iêl  PUmbo  (HBS— 1547).  Lomuo  LotU,  (f 
1556),  en  Ttltom  <1477~1576).  Ben  met  minder 
Toortreffelgk  sehiUer  was  Alestandro  Moretto 
(1498—1556)  wiens  werken  men  te  Bres^  rindt. 
In  de  tweede  helft  der  16de  eeaw  waren  t«  Te- 
netii  twee  schilders  van  groote  Tennaardbcid 
w«rkiaani.  Damrigk  Tintorelto  (1519—1594)  en 
Paoto  Verrmete  (1528— I5SS).  Ztf  hebben  meeat 
groote  deooratteTe  doeken  gemaft.  Te  Florence 
Tetdient  Angelo  Brmiiim  (1502 — 1572)  ala  een 
goed  portreteehilder  Termeldin^,  Te  Bdogna 
etidttte  Lodovioo  Oaraoei  nS55 — 1619)  eenaehool, 
die  Tsrscheiden  beroemde  lehildera  heeft  g«Toimd, 
looals  Agoétino  Oaraeei  (1667-1608),  Omdo  Re- 
tti  (1575—1642)  en  Domemtehino  (1581-1641). 
Als  «ehilders  van  tafereelen.  waarin  het  „dair- 
obaenr"  de  hoofdrol  beeft  ign  OarMoggio  (156V 
— 1609)  en  (ïwMppa  Riben.  gmegd  ÉjiagnoUtio 
(1588—1656)  bekend.  Tot  de  sdiod  tsd  Bolog- 
na  behooren  Terder  Fnaeaeo  Albani  (1578-- 
1660)  en  Ouereino  (1691—1666).  Onder  de  ITde 
eenwsche  «ehildera  Tan  Florence  Terdienen  ge- 
noerod  te  worden  Ohnêtofano  AUori  (1577 — 
1621),  Valteo  Roeseöi  (1578—1650)  en  Oorlo 
Dole*  -(1610— re86).  Etndelgk  Termekkn  w^  nog, 
alt  sAilders  die  té  Rome  werkten  jlBffreaSaeeAt 
(1698— IBSl),  SauotemOo  (1605—1685)  en  Car- 
h  Maralta  (1936—1713).  Uit  Napels  afkomstig 
waren  Salvaim  Row  (1615 — 1673)  en  Eww  Gior- 
dano  (1682—1705). 
Onder  de  meetteri  der  18de  eenw  is  Ofovmni 


BaUiita  riepolo  (1692—1769),  die  te  Veneti* 
werkte,  de  grootste.  Aadei«Venetiaaeii,zooaU  An- 
Umio  CmaU  <.1697— 1768),  Berwrdo  BetoUo 
(1720-1780)  en  Franesseo  Ouordt  (1712— 179S) 
hebben  fraaie  stadsgeiichten  ^sriiilderd.  Verge- 
leken met  die  der  vroegere  tqdperken  Ineft  de 
Italiaansehe  MhildeAonst  Tan  de  19de  eenw  niet 
veel  te  heteekeneo.  DtmteiMO  MoreOi  (1826— 
1901)  heelt  t^Jbelsehe  tafereden  gemaakt,  Otv- 
aepve  de  Siltü  (1846—1884)  schilderde  stadsge- 
zichten, Franeeteo  Paoh  Miehetti  <geboren  1851) 
TeiTaardigde  hiatori  es  tukken,  Anlonio  Maneini 
(geboren  1852)  portretten.  Vermelding  Terdienen 
Terder  Ellore  Tilo,  Öiaeomo  Farrvtto,  Bartolom- 
meo  Beui,  Öiutef^e  Ctardi,  Emma  Ciardi,  Oio- 
vanni  Boldini,  Filtppo  Oaraimi}  «n  Angalo  iMor- 
boili.  Al  deie  meeatera  warden  orertroCfen  door 
Ototanm  SeganUni  (1858—1899),  die  Tooia)  be- 
kend il  door  lyn  tafereelen  uit  de  hoogrlakten 
der  Alpen. 

AmbaehUkuntt.  De  Italiaansehe  ambaehtAanit 
beeft,  sedert  de  Troege  iMiddeleenwrai,  aïlman- 
tende  heoefenaars  gehad.  De  grens  tosschsn  kunst 
en  ambacht  is  beiwaatl^k  Ie  trekken,  daai  ieder 
konatenaar  teTens  een  Tooili«ffeljik  andtaahtg. 
man  wae.  Ah  geelgieters  wann  in  het  laatat  im 
12de  eenw  OberUi  en  Pielro  da  Piaeeiua  irer- 
maard.  Zg  maakten  in  1198  een  b.A  Toor  de 
„Conietsio"  der  St.  Pieterskerk  te  Rome,  en  de 
denren  Tan  San  Giovaniü  in  I«terano  aldaar. 
De  hronien  deoren  in  de  Teertienda  eenw  door 
Andrea  Pitaito  en  in  de  15de  eeuw  door  Lorenxo 
Qhib«Tti  TOOT  bet  BaptiBteiiam  te  Florsnee  Ter- 
Taaidigd,  hebben  w^  reeÖBTroegetTenneld.  Onder 
de  latere  bronswerken  Tecdient  vermelding  de  groo. 
te  kawlelaber,  ts  Sant'  Antonio  te  Fadna,  waaraan 
Andrea  Srioam,  geiegd  Rtoeto,  ran  1507  tot  1515 
weikte.  'De  drie  bionien  deuren  der  kathedraal 
te  Pisa  ign  in  1602  door  Domtnieo  Partigiani 
en  Angelo  Serrano  Wtooid.  Aan  Tele  gebouwen 
ziet  men  ïn  de  bronien  deuiiloppers,  de  fakkel- 
booders  en  de  laataams  prachtige  Toorbeelden 
van  giet-,  di^f-  of  smeedkanst.  Een  lantaarn, 
omstieedcs  1500  voor  bet  Palauo  Strozii  te  Flo- 
reoee  door  Nüeold  Öroeto  gesmeed,  geldt  als 
een  dei  fraaiste  in  haar  soort.  VH>ortreffel»ke 
hekken  van  qaer  en  brons  beiit  de  kerk  der  Cer- 
tosa  bg  Pavia.  Zg  ign  omstreeks  1660  door 
FraneeMo  Villa,  Piefro  Poolo  Rifa  en  Av^ogio 
Seagno  veivaar^gd. 

üt  knnat  van  net  bronsgtelsn  waa  gedurende 
de  16de  en  16de  eenw  nanw  met  de  goud-  en 
lilTersmidsknnat  Terbonden.  Deielfde  persoon 
werkte  dïkwgla  loowel  in  gond  en  Eilrer  als  in 
brons.  De  goudsmeden  bepaalden  zieh  niet  tot 
drüfweck,  maar  madcten  ook  van  gietweife  ge- 
brnik,  teiwnl  ig  tevona  bet  i.  g.  nieUo  (lie  aldaar) 
toepaken.  Ook  email  «eed  «oom  gebeiigd.  AI«  de 
meeat  vennaarde  goadmeden  der  16de  eenw  noe- 
men irg  Bentenuto  (7«Uhu  en  Bernardo  da  dn- 
telbologneie. 

De  meubeknakers  bobben  vooral  in  de  15de, 
16de  en  17de  eenw  gelegenheid  gcTonden,  om 
bun  bekwaamheid  te  toonen  bg  het  maken  van 
altaren,  koortianken,  kooihekken  en  voorwerpen 
van  huiaelnk  gebruik.  Bduilve  met  nraditi^  snlj- 
weik  ^fD  deee  meubelen  dikwgls  oa<  met  inleg- 
werk Teraierd.  Een  d«  frauste  werken  ia  het  u- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ITiMjUlISa^  XUn?r-frAUAAH9CH!E  TML-  W  liEITEEifDNI»:. 


Uar  irui  Sant'  Abondia  ïn  ie  Intbediul  t«  Co- 
mo,  ia  1514  doOT  Andrta  PaaMri  th  Tonut  toI- 
tooid.  Vooral  Ltsubudüe  hMtt  bckvame  mece- 
t«ta  of^IiTcrd,  di«  in  hetmtken  tm  Mani  of 
inl^weik  nitmtmlteB,  lowdf  Fn  OiotaMti  dt 
Verona,  Fra  Ralla^  da  Bmoh,  Fra  DamiaM  ia 
Bergamo  Barlobmêo  PoOi,  PnUolmM  dei  Maf 
eki,  Dommüoo  d«t  Tom»  en  AiUimio  di  Merealel- 

Vele  beeldhonwen  bobben  bon  talenten  êan 
het  mAben  tan  voorwerpen  van  marmer,  voor 
kerkel^k  gebmik  besletnd,  dienitba*r  ganaakt. 
Ia  de  twaalfde  eenw  findeo  wq  de  leden  Tan 
bet  PMladit  Ootma  te  Booie  beii^  iMt  het  rer- 
Taard^en  daarran.  Ben  «genaardiAeid  -ran  tinn 
werk  ign  de  TerBJeringon  metingelefd  nkleard 
maTiner.  De  dertiende  een»  tiet  predtcitaeleB 
Tan  marmer  ootataaii,  tooala  Nieeotd  en  Oionmm 
Pimmo  se  TorTaardigdan,  in  de  ISdo  eenw  bé>- 
ben  Denrferto  da  SKftignamo,  Mina  da  Ftatoh  en 
BenadMo  da  Majano  iMi  Tan  fraaie  kerkmenbe- 
leo  nit  marmer  gehonwen. 

De  potteabakterg  kvitn  reedi  Troeg  tn  Katil 
tol  Uooi.  AanTanielük  bediende  iq  licfa  nittlni- 


ring  fan  geboawen  werd  gebruikt.  Vooral  de  ter- 
ra-cotta's.  die  Rinaldo  dt  Stanrii  in  den  fclooi- 
terhot  der  Ccrtoia  bq  Pavia  io  146S  aanibradit, 
ijn  terecht  twronnd.  Uaar  meD  TÏndt  er  ook  aan 
andere  gebouwen  ïn  Lombard^.  Lwa  deüa  Rob- 
bia  b^on  dit  aardewerk  Tao  glasanr  te  Toor- 
lien.  Zqn  werk,  dat  door  groote  «ehoonheid  uit- 
munt, Teisiert  talrgke  rebonwen  te  Florence  en 
te  Piitoja.  De  pottenbaMwrj^n  Tin  Umbriè  leg- 
den lirii  toe  op  het  Terraardigen  «an  TergtaoM 
en  geklenrd  aaideweit;  de  naam,  dien  men  daar- 
aan geeft,  faytmee,  heriosert  nog  alt^d  aan 
Faenia,  waar  bet  gemaiÉt  werd.  Dergelijk  aarde- 
werk leverden  ook  Qobbio,  Feaaro  en  Uniino;  in 
Toteane  werd  het  te  Cahggiok  irerraardigd,  ter- 
wijl ook  Ferrara  er  tow  vermaard  wal.  Onde«  de 
pottaabakkeri  van  het  begin  der  IBde  eenw  beeft 
Tooral  Oiorgio  Atidreoli  te  Oobbio  nitgemoDL 
Venetië  had  een  goeden  naam  om  ign  glaewert 
en  ijJD  tplegeU.  De  Italianen  wuen  ook  meeiten 
in  bet  beweiden  van  .jtneoo",  waaronder  >Q  een 
oHtlelTMrgipaeninanneifioeder  ventonden,  I>e 
eeiate.  dl«  dêie  techniek  beoefende,  was  Oumnni' 
da  üdine;  hjj  leeUe  in  liet  beno  der  IMe  eenw.  De 
Italiaanme  ,,itneeat«rf"  bM)ben  TOoral  in  de 
17d«  eenw  geiegenheiii  settad:,  bg  bet  Tenteren 
nn  keiken  en  paloiien  bnn  innat  te  toonen. 

In  de  17de  eenw  hebben  de  Italiaaniehe  men- 
belmakeie  han  werk  mot  metaal,  schildpad,  kost- 
bare steensoorten  en  dergelgke  ingelegd.  In  bot 
bgsonder  Füippo  (7<ifNerf<l684~1716)  wsa  bier- 
in  een  meester.  Toen  was  ook  bet  kant  Tan  Ve- 
netlt,  Ifilsan  en  Genna  Twmiaard,  terwgl  teiTens 
de  knnst  tbb  bet  inleggen  Tan  marmer  in  Jaeopo 
Antelli   te    Florence   «en    beknraam   iwoefenaar 

De  ambsehlaknnat  geraakte  in  de  18de  eenw 
in  verral;  men  bepaalde  er  tieh  toe,  de  pratÉttige 
werken  Tan  vroeger  te  oopileren.  Ook  g«dvrende 
de  19do  eenw  hebben  de  Italianen  niets  anders 
gedaan.  In  den  laatsten  ^  tradit  men  «en  ber- 
leTin^  te  vettoijgen;  als  oo^erpers  Tao  medM- 


pottenbsUerakanst  te  doen  belleren,  Mirmda 
te  Napels  legt  ndi  op  de  gondmid^nnst  toc^ 
TM  dnsTer  heeft  dit  itooi4>eeId  echter  wdnïg  sa- 
*oWig  gerenden. 

LUerattmr:  E.  SMmmimi,  Som  in  der  Re- 
nsiasance  T2de  dmk,  Bedön  1902);  ilnfcm  da 
Waü,  Bosna  Saera  (Uflnehen  1905);  Jaeob  Burek- 
hard,  Der  Cieeitme  fLeqwig  1«I0);  ITiUsliis 
Bocts,  Die  ItaUeoMcbe  Flaatik  (4de  divk,  Berlia 
1905);  J.  A.  Cfoue  en  Q.  B.  CatateaadU,  Hm- 
tor?  otpaintingin  ItaliyOdedmk,  Londen  lg7ft). 

XtallMuisolw  tAAl-  «D  totUrknude.  Ds 
Itatiaantekt  taal  beboort  tot  des  Romaanarhen 
taalitam  ta  ia  roortgekomen  dU  het  I^tgn,  dat 
de  andere  talen,  die  ia  Itslil  gesproken  werden, 
Teidrongen  heeft.  Bet  sfweuit  Tanielf,  dat 
bet  I^tgn  in  TersdtiHende  streken  door  de  daar 
beataaiuie  talen  belavloed  werd,  «rndat  er  een 
leeka  Latgnscbe  dialecten  ontstond,  wier  ontwik- 
keling door  den  ondergaag  Tag  bét  Romeintdie 
Rqk,  den  invloed  der  Germanen  ens.  leer  beror- 
derd  wesd.  Uit  die  Latgnscbe  toDgrallen  ontatoa- 
den  de  ItaliaMis<Ae  diaieeten,  waarran  bet  Toe- 
kaanseh  ale  sArgftad  bet  Toomaaraste  ia.  Bes 
gemeen lehappelgie   schrijftaal   begon   ïieh   eerrt 


het  begin  der  13de  eenw  es  Sicilii  te  ootwik- 

en  (linma  «tU^oris  of  volgare,  in  te^enstcl- 

iing  tot   net  I«tgn   ^   tingua  fframmattea)  ca 


werd  in  Hiddel-ltalM,  mot  name  te  Florene»,  ge- 
lUiverd.  Dmfe  ondersebeidt  reede  14  diaieetei. 
De  «attonale  taal,  het  tolgare  iUiuirt,  attlkatm, 
airiaU,  eardiwie  weid  eebtei  door  aHe  bescfaaaf- 
den  gesproken  en  was  met  sMn  emkel  diaket 
identiek.  De  tegenwoordige  aialeeten  TemUen 
in  drie  groepen:  het  Znid-,  Middel-  en  Noord- 
Italiaansch.  Tot  bet  ZmdJtaliaaasdi  briwoTm 
bet  Sidliaanseh  en  NapoCitaansdi-Calabrisch;  tot 
het  Hiddel-ltaliaanseh  het  Romeinseh,  DdÉiriaeb 
en  Toskssoscb;  tol  het  Noord-I tsüaanech  bet 
GaUo-I'taliseh  en  bet  VeoetJaaDsdi.  Als  afwnder- 
Igk  dialect  komt  daar  bot  8an}iniadi  bg.  Hel  Plo- 
rentgnacb  weid  de  grondslag  der  nationale  taal, 
wat  te  Tcrklaren  is  dooi  de  poeitie  die  florence, 
in  de  12de  en  13de  eenw  innim  alt  middelpoat 
dn  beicbftTing,  door  ^jn  limiag,  door  de  om- 
standigheid, (&t  dit  dialeet  bet  di<ditat  bg  het 
Latgn  staat,  en  Tooral  door  het  teit,  dat  DomU, 
Patrana  en  Boeaeeio  er  steb  tm  bedienden.  In 
de  ISde  eenw  werd  de  limgita  mlgariê  door  bet 
Lstga  Terdrongen,  doeli  teede  omstreeks  1450 
kwam  ig,  tooisI  te  Florence,  door  Poliiiano  es 
LoTtnta  ds'  Mediei  weer  tol  frieawen  gisds.  In  da 
IMt  eenw  treedtbetFlorentgnwik,  daar  Toikaiie 
politiek  minder  giog  beteeienen,  op  den  aehter- 

Sond  en  kr^en  de  andere  groote  eentra.  sooalt 
ilaan,  VenetiE  en  Napels,  meer  ioTloed.  Tn  de 
I'Me  éeaw  treedt  bet  Fraurch  aU  invloedr^e  fao- 
tor  op,  waartegen  Oom  en  Altüri  eener-,  de  pD> 
risten  met  Oeaort  aas  bet  hoofd  anderJüda  in 
Tenet  kwamen.  Tegenetanden  der  parliten  wa- 
ren de  romaniici  (Mmsoai  vooral),  die  bet  Fl»- 
rent^jnech  weer  ale  sobr^illbal  begoimen  te  ge- 
bruiken, terwql  daarentegen  weer  anderea,  aoo- 
ala  Ateoti,  het  goed  reebt  vaa  andere  dialecten, 
waai  het  Fiolen  Igiw^  tekort  scbiet,  Teide^g^ 
den.  Deie  taalkwestie  is  ttog  steeds  niet  bedkt. 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIAANSCHE  LETTERKUNDIGEN 


J.ndoTieo  Arlorto. 


FranrMCo  Pelian 


Vittoria  Ainarl. 


Giosae  Cuduccl. 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


rTALLAANSdBE  TAAL-  HH  UTITEHEÜÏ1DE. 


Bdi&lve  in  Itriie  zelf  wendt  Italiumïch  gespro- 
ken ap  Oowiea,  in  hei  ZwitacrMhe  ï&ntoD  Teui- 
DO,  in  Zaid-Tirol,  OOn,  IstriS  en  an  de  kot- 
ten Tan  'DtfamtiS. 

De  /faltaotMüAe  l<(f«rl»n(fe  heelt  ai«b  betni- 
kdi^  iMt  ontwMek]'.  In  Frankrgk  varen  de 
Provenga&laehe  en  E^uteche  letten  ande  leedi 
lang  onkwiUdd,  toen  KaliS  nog  aWjd  geeit  eigen 
literatonT  beiat.  Dur  nn  de  ataatknodige  en  hu- 
delrt>etiekkinetn  dei  beide  landen  den  toegang 
Toor  de  letteilnmd^e  Toortbrengselen  Tan -bet 
Westen  in  ItaliB  Tewemakkelqkten,  ii  bet  niet 
te  Tcrwooderen,  dat  bet  eerste  tqdTak  der  IbK 
liauuAe  Mtcrknnde  met  navolgiJigen  begint. 

Eerite  period»  (ISde  eenw).  Vu  af  het 
einde  der  12de  eeow  en  miMehien  reede  ftttegfx 
kwamen  ditwqle  ProrrenfaeladK  tronbadonra  aan 
de  kleine  'Hoven  Tan  Opfwr-Italii,  waar  iinn  taal 
gemakkel^k  begrepen  werd,  eo  weldra  bmonnen 
ook  Italianen  in  bat  FrovenfaalBch  te  diehtea, 
o.  a.  de  door  Dmlè  bekende  Sord«L  DaMenttgeii 
bestonden  in  llidden-ItaliS  geen  Horen,  wmailieen 
zich  de  tronbadonn  konden  begeren,  terwql  men 
in  Znid-Jtalie  geen  FrotenfaamiL  Terstond.  Daar 
werd  doe  bet  eerst  de  nationale  taal  gcteaikt: 
op  SieiUB  aan  bet  Sof  xsn  ieiier  Frederik  II 
nam  de  Italiaansdie  dichtkunst  baar  oorsprong. 
Frederik  t^,  z^  secrtaris  Pier  della  Vigna, 
koning  fnito,  Ötaamo  da  Lmtino  bebooren  tot 
de  Sieiliaaiwdbe  dtcbterschool.  Bun  dicbtweAen 
waren  editer  n>eeet>t  matte  navolgingen  der  Pro- 
veofaalscbe  en  misten  tndiTidaa&eit.  Hon  taal 
wu  een  door  bet  Proven^aalseti  en  Latgn  geani- 
verd  dialeet,  dat  diebt  iöj  bet  Togkaanseh  stond. 
Met  den  rrBJ  der  ffoA«Mtau/en  ging  die  Tan  d« 
SieiliBMisclie  sohool  gepaard.  Nieuwen  Uoei  kie. 
gen  de  minneaangen  rn  ToAane,  waar  Quiltotu 
ieAretw  (1216— fSM),  die  door  «m  «tndiSn  no^ 
nteer  MtderPniireiifaalecheninTload  stond,  de  lei- 
der der  dïebtsebeol  was,  die  zieh  bdiahe  op  min- 
neliederen, ook  op  ledéfcnndige  en  pcditine  ge- 
dichten toelegde.  Hier  ontstond  tevens  een  lea- 
lietiseiie  «troomin^,  die  me4  name  door  Chiare 
Dawnuati  en  RvtUeo  di  FiUppo  Tertegenwootdigd 
werd.  Van  Toskane  kwam  de  Siriliuüsebe  sebool 
naar  Bologm  en  bier  ontstomd  een  ni«nwe  dieht- 
Roort,  dooi  Donls  „dake  sHl  tiuovtf'  genaamd, 
die  onder  den  invloed  vsn  de  steeds  meer  en 
meer  beoefend  wordende  wöebegeerte  een  «jmbo- 
lisflii-Allegorisrti  kaïakier  kreeg,  Aan  haar  hoofd 
stond  Owmesüi  (t  12?d).  Deae  richting  v«nd  te 
Florence  in  CaPalamti  en  DanU  haar  hoogte- 
punt. Daaroaast  bloeide  een  bnrleSke,  triviale  ly- 
riek, Tertegenwooidigd  door  Folgore  de  San  fle- 
mi^iwio,  Oens  deüa  Ghitarra,  Ceeeo  AngtoUeri 
en  zelfs  in  sonsnige  sonnetten  door  CavaUtnti 
en  DanU.  OcA  de  Fransche  taal  kreeg  in  ItaÜS  een 
OTeiweffenden  invloed.  Vele  Italianen  sdireven 
in  het  Frspsdi,  looals  Brunefto  LatiHO,  Ruêtiea- 
no  da  Pita,  Mareo  Polo  tat.;  in  Oppei-JtaliS  ont- 
stond lelfs  een  Fiansch-^ÜaanscLe  letterkunde, 
die  aieb  vooral  met  riddwromans  bezig  bicJd. 
Daarnaast  bestand  «en  populaire,  didaktische,  re- 
ligieose  en  zedetnndige  dialect-dichftnnet,  voor- 
oamelök  door  geeatelqkeD  beoefend.  In  ÜmbnS 
kreeg  dde  dichtiunst  een  Ijiisdi  karakter  (d  a  a- 
d  e  n),  tent^I  Brunetbt  Latiao  en  Frawxteo  da 
Barberino  och  op  aHegoriseh  gebied  bewogen. 


'  Ook  bet  proza  nam  in  deia  eewr  oijn  aanvang. 
Wg  fa^)ben  brieven  van  Ouido  F(Aa,  norsUen^ 
bnndels,  encyelc^iaediein,  Tsrtslingen  uit  het 
Fiansob  en  Latqn. 

Tweede  période  (11de  eeuw).  In  dit  tgd- 
vak  wat  li^lotenee  het  etaatkundig  middBlpant 
Tan  Toekane  en  doe  ock  de  Italisansche  lettei- 
kunde  tnna  oitshütend  Totftaansdi:  het  Tos- 
kaanaoh  diateet  b«Aieeieebte  gdieel  Itstie.  In  bat 
begin  dier  eenw  ontmoeten  wü  een  der  K^votste 
geeeten  van  alle  ivden,  Dftnte.  De  ^eiseniilendê 
pcétisdK  elementen  der  eerste  periode  ivat  bj]  tot 
ten  barmoniseb  g^eel  samen;  op  vobnaakte  «ij- 
se  verbindt  hn  wetenschap,  aUegorie  en  (tiobt- 
kuDBt.  Dante  (12ÖS— 1S21)  etiditte  tevens  dooi 
zijn  ontzaglijke  „Conasnadia",  diMr  tif\a  Ijrische 
gedichten  en  door  zifn  pioiawerken  .Ja  Vita 
NtMTa"  en  ,J1  Convivo"  de  eigenlijke  Italiaan- 
sche  schrnftaal.  Naast  fiem  sta»t  de  jongere  Pe- 
trarea flSM— ilST^),  die  de  ItsÜaanscfae  Ijriek 
in  zgn  jjime"  toihaar  hoogtepunt  brengt.  Te- 
vens beoefende  bg  de  Latjjiudie  ttud  met  ^ed 
seTolg  en  Terejjkbe  de  Vetto^Ditde  met  talq^e 
Latünsobe  weAen.  Tea  alaÏHe  bracht  Boeeaeeio 
(1313—1375)  de  novelle  tot  de  hoogste  ontiwik- 
keling  in  inn  „Decamerone".  Nsast  deze  béAen 
zijn  andere  ftsliaansche  en  lAtijngcbe  werken  niet 
loo  gioote  heteekenis.  De  ov«i^  Mterkuude  i«, 
in  Tergeli^ng  tot  de  sebe^m^n  deur  dris 
meeeteid  arm.  Deels  sluit  zq  zid)  aan  hq  de 
voortbrengselen  der  13de  eeorw,  deels  rvolgt  zg 
deze  na.  De  godsdienstige  herieving  riep  een  rij- 
ke pioxaHtMstunr  in  het  leven.  Tot  het  begin 
der  eeuw  befaooren  de  leerredenen  van  Oiordmo 
da  Rivallo  (1260—1311).  Fra  Dommieo  Cneatra 
(t  1342)  gaf  onder  den  titel  „Vite  de'  Santi  Pa- 
dri"  een  vtge  vertaling  dei  „Vitae  Patmm",  be- 
nevens een  reeks  sscetisdie  geschriften.  Fra  Ja- 
eofo  PaiÊOvanti  (1300— 1857)  «cbreet  een  ,.8pee- 
tbta  della  vera  penitenaa"en  vsndeH,  Catkari- 
na  vm  Siena  {1S47— 1B80)  besitten  wg  373  brie- 
TCD.  Teielfdertgd  mtetood  de  temnteling  dei 
„Fioretti  di  San  Franeeeoo".  Daarnaast  bwben 
wg  talrgle  vertalingen  ait  bet  Latön.  De  eiotiek 
is  deels  een  voonteetting  Tan  den  dolee  ilil  tmovo, 
zooale  bg  Cino  da  Piêtoja  (1274—1337),  deelt 
navolging  van  Petrarea.  De  ledekundige  lyriek 
slnit  lich  met  Bindo  Boniehi  (t  )33S)  onmiddel- 
Igk  bq  Ouitlone  aan.  Staatkundige  gedicbten 
schreTen  Faxio  degU  Uberti,  Banoxto,  Pueei  e.  a. 
Laatstgenoemde  en  de  heroande  arehileet  Axdrea 
Orgama  beoefenden  ook  de  bnrieske  volkspotaie. 
Tot  het  heldendioht  beboeten  een  «root  aantal 
uit  bet  Franseb  verta^e  en  nageTolgde  nddei* 
nvuauB,  o.  a.  de  ^^eaii  di  Fianda"  t»  Andrea 
dei  MagnaboUi  (1872—1431).  In  de  eerate  helft 
der  eeuw  ontstond  de,  iten  oareobte  aan  Botottt 
da  Oubbia  toegeschreven,  lontelooie  roman 
nL'avventuiosa  Ciciliano".  Andere  romans  tgn 
in  aets^ven  gesebroven;  Pweei  vewMidigde  de 
,Jstoria  ddla  iReina  diOriente",  de  „Istoria  di 
Apollonio  di  Ttro"  en  historische  beldendichten. 
Ook  is  een  „Poema  dela  Fatgione"  Toorhaadm. 
De  ^oveUeiufichtkunst  is  gehee!  een  nsiTolginff 
van  Boeeaeeio,  Booals  Ser  Oiovitnni'e  „Pecoiwie 
eo  de  bundel  van  Sereambi  (1847—1424).  De 
meest  bekende  ntivolger  it  Franeo  Saedtelti,  die 
ook  lyrifidie  gediditra  ichieet.  Tot  de  navolg»- 


D,o,l,zedb,GoOgle 


ITMIAANSOHiE  TAAL-  SSf  UHTERKUM)E. 


lingen  van  Boeraeeio  behoord  ook  de  didaktUclM 
roman  „Il  Paradiw  degli  AHmtU".  'De  didakti^ 
beweegt  aieh  g^eel  in  beit  Toetapoor  T&n  Dantf, 
umder  deKn  ook  OM&r  oeiiii  te  komeo.  Fono 
deglt  Uberti  «ehieef  een  ^ttaiooiKio",  «en  uxd- 
i^^and^e  beschiv^DE  <l^i^  "oreld  en  brokstuk- 
ken eeD«t  werridgeechiedenis.  Federigo  Frem, 
bkaehop  van  Foligno  <t  U16},  begehr«ef  in  den 
„QiwdTiTegto"  «en  phantuticohe  reis  door  de 
vier  lijben  Tan  Amor,  S»taio,  G«dtrek  en  Densd. 
De  ,^eert»"  ïmi  Ceeeo  iFAteoli  (1327)  is  een  dor 
leerdicht,  evenala  de  ,J>ottriiieie"  vui  DanU* 
loon  Jrtoopo,  Pnod  bnebt  de  kroniek  Tan  Oio- 
tanni  Vülani  m  Tecoen  in  ^jn  „Centiloqaio".  De 
literbtnnr  der  vertalingen  nit  het  Fnnecti  en 
Latjin  nun  in  deoe  «eni*  ten  «lotte  nog  aanme^- 
kelük  toe. 

Derde  periode  (ISde  en  I6de  eeaw).  F«i- 
tel^  beeft  in  lt»liS  de  klasei Ae 'beaehairing  nooit 
c^ehoaden  ^aar  invloed  vit  te  oefenen,  om  de 
Lelvnsebe  Massifken  tot  nieuw  leren  te  wekken. 
in  welke  liehAii^  vooral  MuMoto  (1002—182^ 
en  Ferreto  da  ViMenia  <]2d5— 1337)  werkuam 
wsren.  In  de  14de  eenrw  stelden  Petrarea  en  Boo- 
eaoeio  lieh  aan  bet  booM  der  iieweging.  In  bun 
riebting  iwerkten  verder  voort  Luigi  Mariili 
(1330— 1S94),  Ooluedo  Salvtati  <1S30— 1406)  en 
Qiovmni  di  Ravenna  (t  1420).  In  d«  15de  eeuw 
ontstond  «r  een  wedgver  tasechen  voraten  ea  ^ 
I«eiden  in  het  opsporen  van  Orieksehe  en  LatqO' 
tebe  handeebritten.  Niet  1«  verwonderen  ie  bet 
dus,  dat  de  geleerden,  die  na  de  verovering  van 
Eonetantinopel  nit  Oridceniand  verdieivea  wer- 
d«i,  in  ItaliS  geeatdriftitf  werden  onbvangen.  Be 
oitnnding  der  boekdrokkanat  en  de  vele  kleine 
Voretenhoven  becnnetigden  de  Tcrbreiding  der 
nieaw-verworveo  cennie  ten  «eercte.  De  beroemd- 
■te  geleerden  nn  dit  bloeitijdvak  dec  klaesieke 
BtndiBn  waren  Leonardo  Brtmi  0969—1444), 
Poggia  Bnudoltnt  (13S0-^1459),  Carlo  Marntp- 
pini  (1399—1451)  en  Oimnoixo  Maiutti  {1896— 
1459).  Velen  ènnaer  sebraven  ook  Latönsdie  en 
Qricnohe  gedichten. 

Dese  geleerde  beweging  «nderdmlcte  de  Hngua 
mt^arü  bijna  geheel,  men  bescboaw-de  haar  fda 
ordinaii;  eergt  Tongzamerband  vond  zij  iweer  ver- 
dedigere.  De  It^aaneche  letteiknnde  uit  de  eer- 
ste heih  der.  15dï  eeuw  ie  dan  ook  xeer  otfbedui- 
dend.  Oiutlo  de  Conti  (1400—1449)  echreef  een 
„Belta  Hano"  getitelde  cainoiriere  en  Domenteo 
di  Qiovanni,  genaamd  BureMeUo,  (t  1448)  diefat- 
te  lijn  burleske  sonnetten.  Z^n  methode  vond  ve- 
le nsrvolgeie  en  werd  „alla  burcAwJIeseo"  ge- 
naamd. Te  Venetii  volgde  de  patriciKbe  boma- 
niat  lAonardo  Oiiutiniani  (IS93 — 1446)  in  ^ 
befcoorliike  cansonetten  en  «trambotti  de  volks- 
erotid  na  en  diebtt«  in  z^d  laatste  levensjaar 
vek  landen.  Ometieeks  1414  schreef  Oenltle  Ser- 
mine  40  tamelgk  platte  sovdlen,  met  soniretten, 
canionen  en  andere  gedichten  vermengd.  De  reü- 
giense  diohtknnet  der  landen  Ibreidde  licb  in  dete 
eeuw  in  VnibriB  nit  tot  bet  dramatisebe  werk 
,J>evozioine",  te  Florence  „Saera  Rappreeenta- 
ïione"  genoemd.  'Ditwijis  werdoi  er  burleske  too- 
neelen  tnsseheD  geschoiTen. 

Ton  het  middoi  der  15de  eenw  af  wordit  de 
Itsüaansehe  dichtfcnnrt  weei  door  de  rooraame 
weieU  en  aan  de  Hovea  beoafeitd.  Br  vormden 


dch  drie  letteikondige  middelpnnteo:  Hapeli, 
Ferrara  en  Florence.  Sier  beteheimde  Loreato 
de'  Medici  (144»-a492)  de  Italiaaneebe  lettM- 
tnnde,  terwgl  bq  lelf  een  goed  <vooil>eeld  nf. 
Zeer  bevriend  met  bem  waren  Ltdgi  Putei  (1432 
— 1484)  en  Agtwto  AtfArogini,  bfgenaamd  Poli- 
tiano  (1454—1494).  IDe  e«i«te  st^ep  in  bet  hel- 
dendidii  „Hoigtuite"  den  overgang  ivan  bet  n>- 
mactisebe  epoe  van  den  popnlairen  tot  den  lai- 
vereo  kmetvonn;  de  tweeaeb^uaddtindedta- 
mabieabe  fabel  „Oileo"  het  eent  een  wereUlgke 
stof  in  bet  Ütlataiaeib.  Bqnt  teg(^  met  Puki 
schreef  te  Ferran  Malteo  Maria  Bojardo^  giuf 
van  Seandiono  0494—1494)  ^  onvoltooid  «px 
„Orkndo  rnnamorato",  het  eerate  knoatepos  v  - 
"  ■■"    "  "  "  Hnd  üOieeo,  eebr< 

dicht  „Uaidbnaao". 
unaer  üe  ivnscne  oienuni  idn  te  noeiDen  OariUe 
(t  1515),  SerafMO  fAquOa  {1466—1500),  fier- 
nardo  AeeolH  (t  na  1584),  PaitfUo  SoMt  (t  1527) 
en  Antonio  TebMêo  (14»— 15SS).  SndeAe  Ij- 
tiik  •nait  men  bq  Jnfemo  OammiOU  (1440- 
1502).  De  drama^oiiie  ia  een  nwffiigxitg  det 
Ouden.  Van  ide  proiasclir|jiV«n  qjn  de  vooinaam- 
sten  Leon  Batlitta  AiberH  (1406—1472)  en  Mal- 
teo PolmieH  (1406—1478).  De  bekende  boetpre- 
diker  Savonaroia  scbreet  vele  leerredenen,  tnéta- 
ten  en  1aad«n.  Van  Qiovami  Sabadino  degli 
AriêKli  hebben  wg  een  veisHDeUng  van  70  no- 
ïellen  4*  porretane"  (1478)  en  tnaadien  1460 
en  1470  verraaidigde  Mataedo  da  Salento  50  no- 
veUen,  alle  navolgingen  van  Boeraacto'e  .4^ea- 
merone".  Tegen  bet  einde  der  eeuw  «ehiep  Joeo- 
po  Sannaiaro  <U58— 15S0)  een  nieuw  aoort  let- 
terkunde met  den  phantaétiecben  berdenroman 
„Arcadia",  die  in  byiM  alle  Soropeeaehe  talen 


gm  vttlgari»  lot  een  bamooiedi  geheet  «amen  en 
doen  een  tweede  bloeitïjdperk  in  de  Italiaaneebe 
letterknnde  ontstaan.  Het  begiot  met  de  volma- 
king Tan  bet  romantisch  heldendicht  dow  Lodo- 
vieo  iirtoetö  (1474— 1533).  Zgn  „Orisodo  ftwioso" 
ie  een  voortnettiiig  van  den  „Oriando  iinaaiora< 
to".  Daarnaast  vallen  de  beweAiogm  van  Bojv- 
do'e  gedicht  door  Lodovieo  DomeMtcii  (1541)  en 
Franeeeo  Berm  te  noemen.  Dsdelgk  na  het  een» 
verefdiifneQ  van  den  „Orbndo  ranoeo"  (1506) 
ontstond  er  een  reaotie,  die  tegenorei  de  fgiK 
voorsteUhig  der  lemantisdie  wenU  ees  ntwco, 
komischen  geest  lette.  Hmt  ktder  w«t  Tealüo 
Folmgo  (1492—1544),  die  in  ^jn  ,JtaUu"  en 
„Drlandino"  het  heldendicht  bespotte.  Bpna  le^ 
gelijkertüd  gaf  een  andere  achrqvengToep  au  df 
Italiaaascbe  letteikaDde  een  nieuwe  riebtiv:  ^ 
eiccbte  een  f^jnJöke  navolging  der  Oodei  «■>  '"■ 
vaardigde  lange  veibalende  heMendiekfei  "*'' 
*  TOOTSeimften  van  Ariatolelêt.  ZÏJ™'*' 


den  Earolingeeben  sagenkiing  en  koet  A  Bcewn- 
SFbe  en  Spaansebe  beldensage  (of  hmt  <"^'' 
werp.  Haar  leider  was  Qimgiorgia  Trit^  n".S 
—1550).  d&e  in  ign  ,JUIm  aêiata  dai^Goti 
een  slaafsche   navoigiog  ivan  des  !■»'",    8^.- 
verder  briiooFden  biertoe  £iWo>  JJ»p»«>8  „Qi- 
Tone  «  cortese"  <1548)  en  ,.Ava«*ide"   OS'ïO), 
Bemonlo  Towo's  „AmHÜee"  (1560)  eu.  Torqua- 
fo  Ta««)  (1544—1595)  ediiep  bet  la»teta  mees- 
teiweik  der  klassi^e  periode,  „OeraEaüooaiK  li- 


DigilizedbyGoOglC 


TTAUkAHeCBE  TAAL-  BH  liBTIXIffilWDE. 


bcmte",  wutin  eenheid  Tan  hutdeling  m«t  md 
oa^mifteide,  edele  Ual  Terboaden  ie.  In  <le 
eenw  Tin  bet  cUsaieisme  mrd  oek  het  leerdicht 
{)«  Ouden  veel  nagevolgd,  waarbij  de  ..Oeoigir»" 
van  TirsTÜas  meestal  tat  TOorbeeld  dienden.  Qio- 
xmni  Ruetallai  (1475-^1525)  beweitte  bet  Tier- 
de boek  der  „Oeorgica"  tot  a«  „Api";  bet  geheel 
Litigi  Atamani  tot  de  „CoitiTazione"  (1546). 
Hiertoe  behooren  Terder  de  „Caecia"  {1591)  van 
ffroemo  da  Vtnahont,  de  „Nantiea"  (l^S)  vah 
Bemardino  BaUi,  „Podere"  en  ,3«lio"  Tan  Liii- 
gi  TaiitiUo,  de  ,^rte  poetiea"  (1551)  lan  Oirola- 
mo  Jfvrio  en  de  „Sereide"  (1585)  taq  Alettandro 
Tumro.  In  bet  ÏAtijn  sehreel  Oirolamo  Fraeatto- 
ro  (1483—1558)  ,jSe  moibo  ffallieo".  Qirokmo 
Vida  (1490— 1&66)  ,Jle  BonAyce"  en  .Aiaechia". 
De  lyriek  sloot  lich  weer  direct  tiq  Pelrarea  aan, 
niet  hg  dieoB  naTolgers  nit  de  ISde  eeuw.  In 
d«ie  riebting  waren  weikiaaiii  Pietro  Bembo 
(1470—1547),  rraneetto  Umin  MiAm  (1489— 
1544),  Oiovmni  Qmditeumi  (]500-~1541),  Oia- 
romii  deUa  Gaia  (1503—1556)  en  drie  dtebte- 
reMen:  de  vrome  Vittoria  Coltmna  (1490 — 1547) 
Vt-ritnieu  Cambara  (1485 — 1550)  en  de  ongslnk- 
kige  Qaipara  Stampa,  die  in  natnorlüi  gevoel 
haat  hartito<^t.elglie  lietde  voor  graaf  OoUalUno 
Pan  Cullallo  bezingt  en  eerst  dertig  janr  oud  san 
een  gebroken  liart  sterlt.  Verder  lun  te  noemen 
de  t>eroeaide  beeldhouwer  en  schilder  Michelan- 


geto  fluflnorroii  (1475 — 1564),  Luigi  Alamanni, 
Lodovieo  ilarUlti  Bemardo  Vapielh  (1500- 
1565).  U-Jemw  d\  Togia  (1476—1558),  Beraor- 


rjtno  Riila  (1509^—1575).  Torgualo  Tano,  Ber- 
ttardii  Baldi,  Anaibale  Caro,  Lui^  TaniiUa  «na. 
Een  groep  diebiera,  ntet  Claudw  Tohmei  aan 
het  hoofd,  Terzelte  cicb  tegen  de  navolging  Tan 
Pelrarea  en  «ebreef  gediebi«D  in  Latfjnaohe  me- 
tra. De  Latüoedie  Ijriek  wedj^vert  met  de  Ita- 
liaaQHbe  en  beeft  i«ts  tooolere  gedichtsn  Toort> 
Mbraebt.  Wji  noemen  Saimaxaro,  Bembo,  Mdta, 
Caatiglione,  Vida  en  Marombmiti  Flamiitio.  Ook 
de  Khertwnde  lyriek  werd  beoefend.  Z^  werd 
naar  haar  Toornaanate  Tertegenwoordiget,  Fran- 
teteo  Berm,  de  „poena  bemewa"  genaamd,  Hü 
schreef  „Ctpitoli"  in  terzinen  en  soniKtlen.  Znn 
naTDlgere  waren  Oiovaurti  Umro  (1490—1536). 
Anfon  Fraiiceum  (Iraxüni,  (1.W3— 158a),  Vesare 
Caporali  (1481-1601)  en  Franeaoo  Coppetta. 
De  Mtiren  waren  öt  persoonlek,  loo^s  bg  Bemi, 
Oraxiini  en  Pilro  ArFlitio  (1493—1556)  of  na- 
Tülgingen  van  Horatiii»  met  tondenz,  Ile  eerste 
dpïcr  Boort  satiren  sclireef  Antimü)  Vineigiterra 
(1495).  de  beate  Arioêto. 

De  dramatiMbe  letterkunde  it  in  de  iöde  eeow 
in  ItaliS  nog  weinig  ontwikkeld  en  bracht  geen 
beUDgnjfce  werken  voort.  !n  bet  b«^  det  eenw 
deed  men  pogingen  met  LatqnKbe  drama's.  De 
eerste  Itahaaneetie  tragedie  ia  de  „Sotoniabe" 
(151S)  Tan  Qiangiorgio  Trwtino  (1478 — 1550). 
Vei<d«r  moeten  genoemd  worden :  RneoeUaCs 
„Roamonda"  en  „Oreale".  Sperone  Speronf» 
..Caoare".  QiambatHela  QiraUta't  „ÜDbeodie". 
Pietro  Arelina't  „Araiia"  en  Taem'a  „Totcia- 
mondo",  Zü  zijn  alle  weinw  oorspronkelijk  en  toI 
van  de  bolste  rbelorica.  ^oecr  staan  de  blüspe- 
len.  Zij  ataan  alkffl  onder  LatgnKben  inmloed, 
dikwqla  ign  bet  slechts  weinig  veranderde  verta- 
lingen van  Plautiu  en  TerenfttM;  andere  geven 


moderne  leden  iibplaote  van  de  oude,  nas  andere 
smelten  een  of  meer  itnkken  asiDen.  Bnna  een 
mecEterwerk  ie  ifaocAioeeUi's  .^andiagoia".  Ver. 
der  zün  te  noemen  de  „Calanoria"  van  Beraardo 
Dovixt,  nnaomd  Bibbiena  (1470—1520),  „Luei- 
di"  en  ,7rrinniia"  van  Agnoio  Fireitxuoia  (14ftS 
—1545),  „Aridoeia"  van  LarewitRO  d^  Mediei, 
„Sporta"  en  ,^rrore"  Tan  OioMbiiKitla  OeUl 
(1498—1564),  „Geloai*",  „SpJritata"  en  „Stre. 
ga"  van  AntoH  Frmteeteo  örmnni,  „fiappoaiti" 
T&n  Arvato,  „Marito"  van  Dolee  en  ,>«tindo" 
van  Oiamaria  Ceeeht  (UÏS—lhSl).  Ev«nais  bet 
laatste  stuk  mdeiBcheiden  ook  de  kMoediec  vaa 
Pietro  Aretino  (1492—1556)  lieh  d"Dr  een  groo- 
ter  le^isme  en  een  grootere  originaliteit,  bjjv,  de 
„Oortigiana",  de  „Maresealco"  enz.  en  Oiordano 
Briino's  ,,Cand«laki".  Naaat  de  klaaaieke  kmnedie 
ontwikkelde  lieb  W  volksdrama.  Te  Napek  beb- 
beit  wg  in  Je  „Farae  eavajole"  de  satiriete  kome- 
die-, in  Toskane  ontetond,  met  name  te  Sieua, 
onder  invloed  van  het  in  1531  gestichte  gezel- 
Echap  „Congrega  dé"  Roxxi",  de  ooerenkomedie. 
Ue  didakticebe  komedie  werd  vooial  te  VenetiS 
beoefend  door  Angeh  Beoteo,  genaamd  Ruxutnt», 
(1502—1542),  en  ^«rfreaCoJnwflSIO— 1571), bei- 
de beroemde  too  nee  lepel  era.  Einded^k  hebben  wg 
de  Commedia  dell'  arte  of  a  eoggello,  die  op 
openbare  pJeinen  of  in  bonten  tenten  opgevoMd 
werd,  en  waarbg  het  niet  aan  komische  werking 
ontbrak.  Zq  breidde  zich  over  gebeel  ItaliB  en 
daarbuiten  ook  naar  Fraukrgk  uit  en  verdroog 
de  klassieke  komedie.  Tevens  ontetooden  n(^  uit 
gedialogiseerde  edoge's  de  herderdrama's.  Het 
eerste  U  de  „Sacriheio"  van  Agottino  Beeeari 
(1510—1590).  Zgn  hoogtepunt  bereikte  d«M 
kunstsoort  in  Tatto'e  „Ajninta"  en  den  „Pa«t4» 
fido"  van  Battitta  Ouariiii  (1538—1612).  Op  het 
einde  dei  löde  eeuw  omlGtoad  ook  de  opera.  Aan- 
leiding dsArtoe  gaf  de  bg  de  geleerden  heer. 
scbende  meeoing,  dal  de  Ouden  hnn  tragedies  ge- 
heel geiongen  xouden  beM>en.  Otlmio  Rinveam 
nAoiti  lieh  net  den  masieas  Pari,  om  zijk  e«a 
klassiek  stuk  te  scfaeppen  en  mo  ontstond  dl 
„Dafne",  in  1594  voor  bet  eerst  ten  hniae  van 
Jaeopa  Gorti  Ie  Florenee  opgevoerd.  In  1600 
voljde  „Enrydice".  in  1608  „Arianna", 

Van  de  prozawerken  «ehilderen  de  novellen  en 
bricTen  ons  het  openbare  en  particuliere  levei 
uit  die  dagen.  Ook  nu  strekte  Boeeaeeio't  „De- 
cameron«''  tot  voorbeeld,  Matleo  Bandello  (1490 
—1560)  verzameMe  x^n  novelkn  ten  de^  ait 
den  mond  van  adellijke  en  beroemde  tijdgenoo- 
ten.  Van  FireHxnola  b«bben  wQ  tien  platte  no- 
vellen. Ormxini  schreef  ign  „Cene",  Oirvidi  zgB 
„Ecatommite"  of  „Cento  novelle'*,  Sebaêliaw 
Erixxo  ign  .^eigüomate"  met  moreele  strel^iig. 
Verder  vallen  te  iwemeD  de  „Oiornale  e  notti  d«i 
novizi"  Tan  Pietro  Fortino  (1500—1562),  de..Di- 
porti"  van  Oirobmo  Paraboêeo  (1500—1560). 
„Belfegor"  van  JfoccAiaeetli,  „Piacevo^i  s»lti^' 
van  Straparola  (f  1557).  „Romeo  en  Julia"  vai 
Luigi  da  Porto.  Brieven  werden  gesehrersn  in 
den  geest  der  Ouden  en  vaji  Petrarea.  Zg  aga 
nog  al  gekunsteld  en  rbetoriseb,  maai  benratten 
een  rgken  bronnenBcbsft  voor  de  gesebiedenie  dar 
beschaving.  Vermelding  verdienen  de  brieven  van 
7'asso,  Annibaie  Caro  (1507—1566),  Bembo^  deUa 
Gtua,   Jaeopo   Btmfadio   (1500—1550),   Lmgi  da 

SI 


DigilizedbyGoOglC 


802 


ITAUAANSCBE  TAAL-  BN  LHITERKXJNIffi. 


Porio  (1485—1529),  FiUpjio  SoMetti  (1540- 
1688).  Doni  Berni,  Sieeoló  franco  (150»— 1569) 
en  Pielro  Aretino.  Ook  dislogen  en  TBrlundeliii 
gen  weidea  in  dien  tü<^  tmI  geschteren.  BaUoê 
•ore  CatHgliotu  ichikkrt  ïd  den  „Corte^isDo' 
bet  ideW  van  het  booladie  leven;  lieUa  Com  in 
„Oilfttea"  de  fqoe  omKan^Tormen.  Qiambatiit- 
la  QtUi  (1498—1563)  ontwikkelt  m  de  „Cftprieci 
dei  bottijo"  en  in  ,.Ciice"  ledelmndige,  coDt«m- 


gebleken;  DoHi  bestTyd-,  '»  de  ,MorU  tilMoIU' 
en  de  ,4lami"  de  TOoiooideeleD  en  bei  bgge- 
loof  TBQ  lün  tijd.  Bembo  aelii«et  lÖn  tieroemde 
i^Mdini'',  getpttikta  met  de  Tersehillendc  aooi- 
ten  TRn  lieMe,  en  de  „Prote  delU  toI^  liu^a" 
Ui  verdediging  van  de  lingtia  trulgarw.  Met  bel- 
lelfde  doel  ecbreef  Barehi  lün  „Sieol«iN>".  Van 
Taua  bebtien  ng  tdtijke  di&iogen  in  Plato't 
tnnt.  In  1582  werd  de  beroemde  Aeotdemitt  delU 
Cnac»  opgeriebt,  «urTkn  LeoHordo  Salvati  de 
lied  wu,  die  in  1S12  het  esvte  Italiunehe 
woordenlMd  ni4|^. 

De  eente  be^iaadeo  eener  liteTatnnT^eeeiiw- 
denit  hebben  wg  in  Barbürf»  „Dell'  «ligine  del- 
Ie  poeiia  rknati".  Verder  werden  in  óae  eeuw 
taltyke  Teitalingeü  gvleienl  der  klauieken,  be- 
Mvene  vrüe  beiretkinctm  lan  de  .^entlt"  dooi 
Ooro,  dei  „Metunoipnosen"  dooi  AnguiUara  «n 
van  den  „Güwden  Eiel"  <ioor  FiretuuoUt. 

Vierdt  periode  (ITde  en  begin  18de 
eanw).  IlaJil  Lonrt  aa  ongeveei  150  Ja«r  kng  on- 
du  Spinniche  benseèappj^  en  inet  bet  daaruit 
vMttvloeiende  ataatkondise  en  lociile  Terv*! 
n»t  het  letteiknHÜge  band  aaji  hand,  wat  dui- 
aeljjk  een  t«ee  votmen,  het  Meeotiime  en  de  u- 
eadia,  meikltaar  ia.  Onder  eecenttame  veretaat 
men  het  kindeilgk  woordenspel  bij  een  Tt^komen 
leegheid  *an  gedachten,  het  geèrnik  der  meeet 
biuire  nitdrnuingen.  der  meest  oopsasenda  tgt- 
gelgkin^en  en  dei  meest  getochte  tegenatellin- 
gsn.  EMt  begin  Tan  deie  lichting  lindt  men 
reeds  in  de  SieüiaaoMhe  dif^teiiSiool,  b|j  Pe- 
tnrea,  bij  een  aaalal  ijjner  n&Tojgers  in  de  15de 
eeuw  {CariUo,  TabaUUo,  Strafino)  en  by  Toato. 
De  blJMndeie  kenmerken  der  arcMiia,  een  reactie 
tegen  het  ■ecentiaue^  i|)0  gedaehtenarmoede,  ge- 
btA  un  phantmsie,  bet  onmmogeB  om  aieh  tot 
het  TerhsTcne  Ie  héiietei  en  een  contentiMieele 
Torm.  Hel  heldendicht  ging  tea  derie  door  een 
alaaJi^  n&iolgia^  van  3^uo,  ten  deele  dooi 
Terandeiing  iran  ign  inhoud  t«  gronde;  de  idjlle 
nam  lijn  Tono  uu,  j«  werd  lelfi  een  mytholo- 

E'hA  ^dicht  in  de  „Adonia"  Tan  OtambtdHita 
arini  (1569— <1625).  Duientc^a  beteikte  het 
koniiKbe  epos  eeoi  tot  dnaiei  niet  gekende  hoog- 
te in  Alauandro  ToMoni*  (15^6—1935),  „8ee- 
ehia  lapita",  dat  door  rekn  Dagertlgd.  doA  door 
liemaad  gieëvenaard  werd.  Wii  noemen  ,,Croce 
racqaiitala"  en  „Scbeno  degii  Dei"  van  fToneeë- 
ea  Braeciolini  (1566—1645),  den  „MsJmantile 
racquistato"  van  Lorettio  Lippi  (1606—1664)  en 
den  „TorracehioDc  deeolito  van  Bartolommeo 
Coriini  (1600—1673).  E^n  aliondeii^e  plaats 
neemt  Nieooh  ForUmern  (1674—1736)  in  met 
ign  „Ricciardetto",  dat.  vry  van  het  aecentiame, 
>ich  b|j  .irtoelo  aanilait.  Ook  in  de  Ijriek  volg- 
den de  meeaten  bet  Toorbeeld,    dat  Marini  gal, 


zooala  OUntdio  AeheUmi  (1574—1640),  Otrolomo 
Preti  (1590— lOiM)  en  Giomnuii  Ciampoli  (1589 
—1643).  Sle(4Us  weinigen  letten  de  doon  Toh- 
mei  gestichte  schooi  der  elassieielen  voort.  Zoo 
traehtle  ÖabrieUo  Chiabrera  (1552—1637)  Pin- 
daroi  en  Anakreon  na  te  folgen  en  dichtte  Fulro 
Tuli  (1593—1646)  in  den  geest  van  Horatius. 
Langzamerhand  begon  men  echter  de  behoefte 
te  gevoelen,  om  tot  eenvoud  en  nataorlgkheid 
terug  te  keeien.  Aan  bet  boold  dei  bewe^ng 
stond  de  te  Rome  veiblijveude  koningin  Chri»^ 
na  tan  Zweden,  die  een  aantoj  dichters  om  lioh 
veiiamelde.  Te  noemen  vallen  Vtnceaao  da  ftl» 
caja  (1642—1707),  Benedetto  Menxini  (1646— 
1704],  Frmuueo  Redt  (1626—1698)  en  de  üene- 
ling  en  vertrouwde  der  koningin,  Akttandro  Gtii- 
di  (1650—1712).  Uit  deien  dMteitring  oitetond 
in  1690  de  Aecademia  degli  Arcadi,  bq  veikmting 
de  „Aicadia"  genaamd,  wier  doel  bet  waa  OKer 
eentoad  en  naluoilijkbeid  te  veibieiden,  die  eeh- 
tei  slechte  de  eene  emakelooaheid  door  eenandere 
verdrong.  Weldra  zon  zij  baai  invloed  over  ge- 
heel ItauA  doen  gelden.  Sonnetten  en  ma^tiigaMn 
sriireven  Carlo  Maria  Maggi  (1630—1699).  hm- 
OMH)  dl  UtMHê  (1634—1704),  Oün/atni  BatÜtla 
Feliee  Zappi  (1667—1719),  cansan«tten   (navol- 

Ïingen  van  Chtabrerai  Tommam  Cruddi  <1703-^ 
745).  Pooto  Roüi  (1687—1765)  ett  Pirfm  Tra- 
vatri  IMeioêlatio).  Carlo  Innonento  Fnigom 
(1692 — 176S)  tiachue  bet  verhevene  der  klaMÏe- 
ke  dicètknnst  met  de  woordeospeleiji  der  Aradia 
te  verbinden.  Een  slaalaeb  navolgei  van  Petmrea 
wa«  in  deze  peiiodc  slechts  Eutlaekio  MaulTtdi 
(1674—1739).  De  aatirendidUers  volgden  in  den 
beginne  hun  vooigangers  nit  de  I6ae  eeaw,  na, 
doch  kwamen  later  tegen  «de  veid<»Teaheid  van 
hiu  tgd  op.  Reeds  Jaeopa  Soldani  (1579—1641) 
riehtte  liJn  satiren  tegen  de  Hoven,  de  hoichela- 


tor  Rota  (1615— 16S7).  Menxini  e 
gardi  (1660—1726).  Bwleske  gedichten  gaven 
Anlonio  MeialetH  (f  1672),  Fnuteetso  IjutarèlU 
(t  1694)  en  frmeeA»  Boidonni  (1684—1716). 
De  dramatiaehe  kunst  wae  geheel  in  verval,  of- 
schoon de  belangstelling  in  bet  tooneel  in  alle 
kringen  toegenomen  wbb  en  op  vele  plaatsen  vaa- 
te  sobonwhargen  waren  opgericht.  Zq  weid  ge- 
heel door  de  Commedia  deU'  arte  verdrongen, 
van  de  toooeelspelei  Flaminio  Scala,  die  te- 
een  aantal  scenario's  oitgat,  de  meest  be- 
loemde  veit^en woord iget  ia.  Afleen  het  herdeia- 
drama  (navolgingen  van  Tosao  en  Qwirini)  bloei- 
de. Te  noemen  ijjn  de  ,FiUi  di  Seiro''  van  Ouido- 
baido  BonareUi  (1563— !603),  Giovamballiêta 
deüa  PoTta  (153S— 1615).  Jaeoso  Cieognim,  de 
jongere  MicheUntgtio  BvonarMi  (I56S — 1646) 
naet  zijn  beide  boerenJ[omediea  „Tancia"  en  „La 
Fiwa"  CD  Qiovambaltisla  Fagiwü  (1660-1742), 
twintig  comedies  ni  mooi  Florentynseb 
sebieet.  Het  melodrama,  doot  Chiabrera,  Tetti 
Quidi  (..Endtmione")  voortgezet  en  door  Apodo- 
h  Zeno  (1669—1750)  hervorokd,  bereikte  liJn 
hoogtepnnt  in  Metaatasio.  Van  de  tragedies  moet 
de  door  MilUm  gcbruiktte  „Adarao"  van  Oiowm- 
battitla  Andreini  genoemd  worden.  Verder  eehiC' 
ven  Oravina  -  ■■  ■  ■ 
Ouden.  Een  u 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIAANSCHE  TAAL-  EN  LBTTESIKÜNDE. 


n  bet 

FranKbe.>i(rr  Jatxfpo  MarUüi  (1MS^r727)  nam 
ook  den  Rlnandr^n  vkt,  naar  bem  verao  marM- 
liano  gCTiaBmc!.  Stipvme  MatM  (1675 — 1755), 
de  ijverigste  berTormer  tsh  het  looneel, 
scbrcet  i)«  b«roeiiHlGte  tn£e<ü«  ait  di«  eeuw, 
,.M«rope".  AnloHto  Conti  (1677—1749)  keaie 
Shakeipeare,  inuii  berei^t«  daaidoor  slechts  htl- 
Te  reBtütfttén.  Eet  proz&  in  de  ronnns,  norri- 
len,  brioren  en  Terbanddin^n  uit  di4  tüdvak 
ia  leer  geknnslieti)  en  oni>edaideQd.  In  het  lüitori- 
sobe  en  inirer  wetentchawelqke  proza  valt  eeb- 
ler  reeds  van  het  bogio  af  «en  TeAoteting  waar 
te  n«men.  Op  taaikandi^  en  liteTaiT-hiatorisdi 
gebied  waren  reien  met  goed  g>eT0lg  werïuAm; 
zoo  maakte  Carlo  Dali  (1619—1715)  zich  eeei 
Terdienstelijk  ten  opziebte  Tsn  de  Jtsliaaawhe 
taaJ  door  den  derden  druk  Tan  iKt  Crnaea-woor- 
deabaek.  De  gratneiBiicale  reneten  van  bet  Ita- 
Uaan«eh  eteddeo  Mareanttmio  Mambelli  ^1582— 
1644)  in  igs  „Osaervazioni  deèla  Jtngna  italania" 
en  BeHedelto  BuommatUi  (1581—1647)  in  iSn 
.J)eUa  iingua  tosoana"  vast  DanitUo  Bortolt 
Bchreet  het  „Torto  e  dritto  del  non  Bi  puÖ".  CeUo 
Oiiladini  (1533—1627)  en  Oiglx  (1630—1722) 
bestreden  de  FlorentijnetJie  school.  Travmo  Boe- 
ealim  (1566—1613)  in  i^n  „Raggeragli  di  Par- 
nasso"  en  „Pieira  del  paragone  politico"  de  lite- 
raire en  staatfcandige  vooroordeelen  van  zgn  tyd. 
De  aeethetieehe  kritiek  werd  door  Ovtnvitteenio 
ÖTOvina  (1664—1718)  in  t^  „Della  ragion  poë- 
tica" behandeM,  door  Sforxa  Paliavieino  (16()7— 
1667)  in  „Dello  stik  e  del  djalogo"  en  door  Lo- 
doniea  Anbmio  Maraton  (1672—1750)  in  ,jDe!ia 

Krfe^ta  poeeia".  De  eeecbiedenis  der  letterkoiMle 
sionnen  Qirolamo  Ohiiiiei  ia  ign  „Teatro  d'uo- 
mini  letterati"  (1647)  en  Lorento  ÖTOtto  in  de 
„Elogi  d'nomini  letterati"  (1656)  te  behandelen. 
Öiotwn  Maria  Oreêeimbeni  (J  663— 1780)  gaf  een 
„Istoria  della  voWsr  poeeia"  nit,  die  liai  door 
een  groote  geleerdheid,  doeh  niet  door  crrtiei  on- 
dersHteidt,  en  tuide  die  aan  door  lyQ  „Comen- 
tarj"  (1702—1711,  6  din.).  Frmeeteo  Saverio 
Qwidrio  (1695—1756)  sehree!  twee  deelen  .JM- 
1a  poesia  itaiiana"  (17841  onder  den  etdtailnaain 
O.  M.  ATidrueai  en  „Della  etoria  a  della  ragion 
d'^^i  poeaia"  (1739 — 1756,  7  dlo.).  een  geectHe- 
deitis  der  geheele  dichtkonet.  'Een  btograpbisebe 
behandeline  voligeo  weer  Qimnmaria  Maxtuehelli 
(1707—1765)  in  „Oli  scrittor!  d'Itrfna"  floepen- 
de tot  B)  en  TiriAoKhi  (lïSl— 1794)  in  „Storia 
della  litteralura  italiant",  die  echter  reeds  tot 
het  Tolgend  \ijiyaic  behoort. 

V^fde  periodt  (meuwere  tnd).  iDe  jong- 
ste periode  der  Ttaliatuiecbe  letteiinode  omvat 
den  tnd  der  Btaatknndige  wedergeboorte  van 
Italil.  De  literstaor  gut  roet  deze  beweging  sa- 
Dien  en  bereidt  baar  ten  deele  voor.  Tan  het  mid- 
den der  18de  eeuw  al  onlftaat  een  diep  ingrfj- 
pende  verandering.  De  oorzaken,  waartn)  deze  ver- 
andering bemst,  i^n  Tenaehillend:  de  invloed  der 
wyageArige  richting  in  FranirSk,  die  tot  een  re- 
ïolntje  van  de  bestiuiDde  sociale  en  «taatknndige 
orde  leidde,  en  de  daarmede  hand  aan  band  gaan- 
de joridisdM  en  oeoonomiedie  bervoncing  in 
Opper-ItalJS  en  bet  op  den  voorgrond  treden  der 
bourgeoisie  n&aat  den  troon  tegen  add  en  cees- 
telökbeid;  de  door  Oalttti  en  Netelon  ingeleide 


oniwenteKng  op  natunrweten«ha(tp«igk  gebied; 
ten  (lotte  bet  vertrouwd  g«raken  roet  de  Engd- 
sche  en  Dnitaohe  letterkande.  Dit  nienwe  leven 
ontwikkeMe  zich  het  eerst  op  bet  tooneel.  Carlo 
OoldoHx  (1707-1793),  die  eerst  de  onde  Comme- 
dia ddU'  arte  navolgde,  schiep  daarna  in  tegen- 
stelliEg  tot  -deie  en  in  navotoii^  van  MotUr» 
door  een  reeks  biumelen  de  Italiaansche  k  a  r  a  k. 
t  e  r-k  o  m  e  d  i  e.  Hem  bestreden  de  oppervlakki- 
ge Piiro  CMari  (1700—1785)  met  naar  eHect 
strevende  drama's  en  Carlo  Qotxi  (1720—1806) 
met  phantaatische  laAtels  (,J<'amoT  delle  meleran- 
ce",  „L'aogellin  Belvarde",  „Turaodot"  enz.). 
Ooldoni  bad  vele  nAvolgere.  Ftttorto  AUiart 
(1749_18I3)  Bofaiep  tegeltjkwtüd  de  eeht-Ita- 
liaaoMhe  tr^edje  naar  bet  voonbeeld  der  Ouden 
en  vol  van  bartstochtelgke  vaderlandsliefde.  Een 
zelfden  geest  ademen  de  Ijriiebe  en  satirieke 
gedichten  van  Omeppe  Parim  (1729— 1799).  Hü 
begon  als  Areadiftr,  maar  slo^  spoedig  qjn  eigen 
weg  in  in  t^  21  oden  en  was  geheel  ooreprooke- 
lijk  in  lijn  satire  op  het  frivole  en  liebtainnlBe 
leven  der  Lotubardiicbe  aristocratie  Jl  OiofW'. 
Van  de  Ijriscbe  diditers,  die  zieh  van  de  Arca- 
dia afwendden,  noetnen  wn  nog  Lodovieo  SavioH 
(1729—1804),  Agoalino  Paradwi  (1786—1788), 
Luigi  Cerretti  (1738—1808).  Angeh  ¥o»w(174l 
—1817),  Oarloüoiloru  Reamieo  (1742—1796), 
Oiovanni  Fantoni  (1755—1807),  Amelio  BerUita 
(1753—1798),  /awjw  Vittoreüi  (1749—1835)  ui 
Oiovaimi  Moeli  (1740 — 1815),  die  vebbvl  o  diende 
gedichten  in  Siciliaaneeh  djaieet  sdireel.  Op  an- 
der gebied  moeten  vermeld  worden  AUonso  F» 
roBo  (1705—1788)  met  de  godedienstig-aedeknn- 
dige  „Vwiom",  Gioti  Garhi  Paateroni  (1718 — 
]S)3)  met  liJn  labels  en  de  aatire  ,.Ciceron«", 
Oiambattitla  Ctuti  (1721—1808),  die  platte  no- 
vellen in  venen  en  de  satire  „Oli  anknali  parlan- 
ti"  schreef,  Lorenio  PignotU  (1739—1812)  en 
Luigi  Fiaeehi,  Clario  genaamd  (1754—1825)  met 
hun  fftbeU,  Loreruo  Maseheroni  (1750—1800) 
met  zün  leerdicht  „Invito  a  Leelua  Cidonia"  en 
Melókiore  Oesorotfi  (1730—1808)  met  ign  verta- 
ling 'Van  Otnan.  Van  de  prozaeefaivvera  dient  In 
de  eerste  piaats  Gai^e  Qmxi  (1713—1786)  ge- 
noenul  te  worden,  die  in  den  ..OsEervatore"  bün 
brak  voor  de  nienwe  denÉbeeI4en  en  in  de  „Dite- 
sa  di  Dante"  tegen  BeltineUi  op  de  bestudeering 
van  Dante  aandrong;  verder  de  criticne  Qiutepv* 
BarttH  (1719—1789)  met  ïijn  „Lettere  fanriliari" 
en  de  „Prusta  letteraria". 

De  volgende  onderafdeelii^  van  dit  tödvak 
weerspiegelt  de  gebeurteniesen  der  Revolaüe,  de 
daden  van  NapoTeoti  en  de  opkomende  gedachte 
aan  een  ItaÜaaoeche  eenhwd,  Lieidiehten  hebtien 
wij  van  fineenio  MonH  (1754—1828),  die  achter- 
eenvolgens den  paus,  de  republiek,  Napoleon  en 
den  keiMf  van  Ooatennik  diende,  en  in  een  reeks, 
meest  onvoltooide  werken  in  prachtige  venen 
de  gfAieurteniasen  van  zijn  Igd  veibeerli^te,  te- 
vens klassieke,  mjthdogisebe  onderwerpen  be- 
handelde, alsmede  van  Ugo  Fotooio  (1778— 
1827),  den  «chrvver  van  bet  'beroemd  gedirfit 
,J)ei  sepolcd"  (1806)  en  den  etaatkan^gen  ro- 
man „tjltime  lettere  dl  Jaeopo  Ortis".  Beide 
schreven  ook  tragedies  en  waren  etaesieieten, 
evenals  hun  navolgers,  van  wie  wü  Ippolito  Pin- 
demonh  noemen  (1753—1828),  Van  de  komedie- 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIAAN3CHB  TAAL-  EN  IfflTBRKOll&E. 


Oo, 


t  moeten  Otoranm  Qirmid  (1776— 1S34) 


dfoe  dagen  een  taslBtiüd  dooi  de  cebooi  <!l«i 
pwiaten,  die  lot  de  studie  dei  tneentiBten  te- 
iDgbeerden  en  lieh  t«gen  de  inoonectheden  trd 
han  tchi^eode  ti^enooteo,  looirel  ti»  tegen 
den  Fiaiwehen  iuvloed  keerden. 

Intuueben  was  Nofoieon  govtdlen  en  daar- 
nMde  een  volkooien  «Uatkundige  leactie  ont- 
itaui.  De  g«dacht«  aan  een  Itakaansdbe  eenheid 
won  veld  én  by  de  lomaotici  én  bij  de  claasicis- 
ten,  die  dkander  oTeiigens  fel  Mitreden.  De 
eeraten  stonden  ondei  ËDgelschen  en  Duitaehen 
invloed,  in  tegeosteUinr  tot  Jfonft  en  Foaeoio. 
Hnn  orgaan  wu  bet  tödacbrift  „Il  Condliatoie", 
bnn  l«der  Aleuandro  jVmnmt  (1785— IS37).  De 
elassieiaten  hadden  in  graaf  Qtaoomo  Leoftardi 
(1798 — 1837)  htm  TOornasmsten  'ïertegeü woord  i- 
gei.  J/ontont'B  hJstoriBche  loman  ia  een  dei  besbe 
Toortbieo^ïlen  der  riunantUche  liteiatnui.  Om 
hem  sohaarden  lioh  ?ele  dicbteiB;  Oiovanni -Torti 
(1774—1858);  de  lieidichtei  Oiovmmi  Berchét 
(1783—1851);  TwnmiMO  Orom  (■1791— 1853), die 
Dotelkn  in  Terzen,  bet  «poe  „I  ilxnUbaidi  alla 
prima  ciociata"  en  den  lomftn  „Harco  Vieo<uiti" 
•ehieef;  SilvUt  POlieo  (1789—1859),  Tooial  door 
„Le  mie  prigione",  een  ibeBdiijjving  ignei  gevan- 

ineehap,   beJrend;    Luigi  Carter   (1801— .1860); 

'offredo  Mameli  [1827—1849}  met  xijn  radei- 
landalieTande  liederen;  Aletsandro  Pofrio  (1302 
—1849);  Güueppe  Giuatt  (1809—1850),  een  on- 
ovortroffen    aatirendichtei;   de   buileake   Antonio 

Ovodagnoli  (1708—1868);  Mwnmo  tPAxeglio 
0793—1866).  de  GcbrqTer  iran  de  romana  „Ëtloie 
Fierimoaca"  en  „Niccolö  de'  I«.pi";  de  romin- 
acbrljïer  FranetKO  Domettico  Qatrratxi  (1804 — 
1873);  de  viuehttiare  geBobiedscbrüver  Caare 
Canlü  (1807— 1895)  met  den  roman  ,^a[^oii- 
U  Paaterla";  Oiulio  Careano  (181S— 1884);  Oio- 
«onnt  Rotini  (1776 — 1855);  de  hAtoAe  samen- 
iweeider  Oiuteppe  Jfaiitni'  (1808 — 1872),  de  eii- 
tieiu  der  romantische  tthooi  Ltopardi  woedt  met 
lijn  canzoneQ  in  de  modeine  lialiaansehe  letter- 
kunde niet  otertroffen  nat  ToimM  hoon  beid  en 
diepte  van  geda^ten  belieft.  Bet  ia  de  dic4iter 
can  bet  pesskniame.  In  zün  „Operette  motaü"  en 
„Pensieri"  Ïb  -dexe  wereUbeaehouwinff  in  een 
klaaeiek  kleed  gehuXd.  Tot  zün  schoof  befaooren 
o.  a.  de  uitstekende  prozaachrifvera  Pieiro  Gtor- 
dani  (1774—1848),  Terentio  Mamiani  (1799— 
1885}  en  OiamhalHtla  Niecoliai,  die  vde  trage- 
dies schreef,  bgv.  „Amaldo  da  Breseïa"  {18&). 
Met  name  na  de  total  andkooiing  van  ttaliB  a 
eenheid  ia  de  letteifcnnde  w«ei  een  nienwe  pe- 
riode van  bloei  ingetreden.  De  dramatische  kunst, 
die  na  de  genoemde  scheppingen  »an  Mmxoni 
en  Wiceritni  weer  in  Terval  geraait  was,  begon 
lidi  opnieuw  te  ontwikkelen.  Paolo  Otaeometli 
(1817—1882)  schreef  een  a&ntal  met  bjJTd  be- 
groete tragedies  en  bomediea;  LeopfMo  Mareneo 
tragedies,  faoülie-  an  ndderstukken  en  ledenko- 
meoiee,  die  liet  tooneel  een  tiidlan^  betieerschteD 
en  Teel  na^iarolgd  werden.  Tü<'^'V^  sneeea  had- 
den Torder  Domenieo  Bolognete,  Battagiia,  Zon- 
botti,  Salmini,  d'AgnUlo,  Morelti,  Montanelli, 
Chioutme,  OioUi,  Braeei,  Barallani,  Qanolelti. 
De  eerste  plaats  in  de  tragedie  neemt  Piefro  Cot- 


ta  (1330—1881}  in  met  „Nerone",  „I  Boigia" 
eni.  OoMlIoltfa  „Alribi«le"  rond  grooteo  bg- 
Tal.  Op  het. gebied  der  komedie  hetoen  wg  liet 
komisdie  blgepel  en  de  sociale  komodie.  De 
eerste  had  naar  beaten  t ertegen woordiger  in 
Tommoao  Ghermii  del  Tetta  0815—1881).  de 
laats»  in  Poolo  Ferrati  (182Q— 1839)  die.  HM»- 
iang  b^  leelde.  het  tooneel  beheerschte.  H«catei- 
werken  zijn  .,Qoldoiii  e  le  sue  sediei  conunedie" 
en  ,J>arini  e  la  satira".  Au  deoe  beiden  sloten 
zich  talrijke  jongere  sdnyveia  aan,  zooals  Albtr- 
H,  Ltone  di  Cattelnvovo,  Rioeardo  Corielveeckio 
(t  1394),  OioTdano,  Patterdi,  CoJoMHofa,  Sumtr, 
Bertetio,  Carrera,  Martini,  MonUeorboii,  CoaleJ- 
ti,  Mareo  Praga,  Oamüh  en  Oiannitto  Amlimo- 
TTmerti,  Broeeo  en  Tooral  Oiiueppti  Oiaeota  en 
Qerotamo  Rovetta.  V&n  de  nieuwere  l^iiKhe  dich- 
ters noemen  wq  Franeueo  dalP  Ongaro  (1806— 
1878)  met  „Stoinelli  politici",  Owmmiu  Pnto 
(1315— 1884)  met  „BdiDenegarda'',  „Caati  liii- 
si",  „Iside"  en  ,JPsiabe",  Akardo  Akardi  (1812 


1867),  die  mooie  idj'llea  acnreel,  lAiigi  Mereaa- 
tini  (1821—1872},  een  patriottieob  dicbter,  wieoc 
„Inno  di  GaribaÜi"  een  Tolkslied  werd,  Ippolüo 
Nevo  (1332—1860),  Aiuirea  Mdfei  (1798—1885), 
Qiu»efV«  Revere,  Amaldo  Fumafak  Cetar»  Bel- 
Itlotti,  Fabio  Xannarelli,  Ferdmdda  Btmio,  OÜKf- 
pe  de  Svueheë  (1819— '1884),  de  te  rro^  ^eM«r- 
ven  EmtUa  Praga  (f  1875)  en  de  Teelzffdige  ge- 
leerde priester  Qiaeomo  Zanella  <t  1888).  Vaa  de 
Ijriache  diditera  van  den  jongeren  tfld  is  Oiimiê 
Cardueei  (1836—1907)  een  dei  voomaunsle.  In 
zün  eerste  werken  'Tertnnd  tijj  Ijriek  en  satire  op 
meesterlijke  wgie;  later  is  bü  tot  een  gematigd 
verime  overgegaan.  Qesebiedknadige  «■  Batnut- 
beacbouwingen  gelukken  faem  het  be*t  Het  «e- 
riame  is  cynisme  geworden  bq  Lomaa  SUeehefli 
(Olinda  Ouerrini)  en  Tooiaj  faq  den  grooten  «t;#st 
Oabriele  d'Annunxio.  PeMimiatitdi  lün  de  ge 
dachtenrgke  gedichten  van  Arliaio  Ond  (geboren 
1848}.  Andere  bektoAt  ijrici  liia  Oirido  Matimri, 
Severino  Ferrari,  SUore  Sovelli,  Oiowammi  Pa»- 
eoli,  Maria  Rapiaardi,  Mare'  Anlomo  Cataiiti,  Oiit- 
êep^  Ohiarini,  OioHmni  Miwrnii  Ugo  OjMi 
Qutdo  Notelli  enz.  Tan  de  dachtereesen  moeien 
Laura  Maitdni  Rota  Taddei,  Oiaoomima  Milii 
Franceêca  LuUi,  Ermina  Fué-FuiiHalo^  OiitMf- 
pina  Ouaggi-NobiU,  Oiutefpina  Tvrrin-Cofooaa, 
Maria  Alinda  Bonaem  BannamoiiU,  Ada  NtgritB 
Villoria  Ammtor  genoond  worden.  Onder  de  jon- 
geren treedt  als  proiaedirJiTei  en  diebtet  fagioa- 
der  op  den  Toocgiond  de  pessimittiMh  augeli^- 
de  Ötotataii  Papini,  die  een  tJHNang  met  de  be- 
weging der  fntupislen  medeleade,  londer  dat  dii 
zijn  werk  zeer  belmloedde,  dat  een  ateit  per- 
soonlijk karakter  draagt.  Ais  roman-  en  Dorellei- 
schrirrers  vermelden  wij:  fiaiio>i,  Foraia,  M- 
eonetti,  Lanxetti,  SaeekL^  Mmocm   ^^'V*'!!^ 

ui,  HiecoU)  Tommateo  en  Ippoiilo  Kitai  kAV 
bekende  ,JfemoTie  d'nn  ottuunnwio",-  nnM 
Berseiio,  Donnh  ia  Amiei»  ^  190S),  M»d 
door  zjin    Cnore   en  lÖn  re)fA>eMhiÏTiag  ■''.  *J*- 


derland,  Barrüi,  Verga,  scbrqv 

dorpevertedingeQ,    rarma,    Cc^- , 

RomUo,  MatOd*  Strao,  Marvhtm  CaïaaiM, 


(TimoU, 
»bi,éAn. 


DigilizedbyGoOglC 


ITAUiANSCBE  TAAXr  HN  LEnTERKUNDG. 


miiHM,  den  mjetisah-pbiÏMirfiaebïn  Antoai'/  Pc- 
gaaaro  (f  1911),  die  m  «eheel  Ea»p«  jfraolsn 
opgipg  maftkle,  Onif,  Girnoo  AnntbaU  ButH, 
tehrj^Tcr  T&n  ps;cfaologuehe  roDuni  ea   Ünaia 

W^abêgeerte.  Op  pküouifiseh  ^ied 
heeft  ItaliS  niet  io(vr«d  invloed  gehad  op  utdere 
luiden  &1«  op  het  OTerise  beKhsYingsteiieiD;  bet 
stMt  Tei  achter  l)|j  DDitsoUuid,  Snml&nd  en 
FrftDkrgk.  Een  over^ng  tui  het  aotidie  tot  het 
Middeleeni*»che  denken  ffta  Boethüu  (t  S2S), 
«kn  wiens  oorspronkelijke  werken  en  Tectalin- 
gen  toegeufwevea  moet  worden,  dat  de  kiffics  Tan 
Ariitotele»  de  formeek  groDdelw  'm  cle  Hbo- 
Iwtiek  geworden  u.  Door  de  Katiwlieke  Kerk 
weiden  eleanntcn  der  crode  wgAegeette  opgno- 
men,  en  zoo  ontstond  de  BctulMtiek,  wier  toot- 
numete  lertegen woord  iger  Thomai  vcm  Aquino 
(f  1274),  een  ItaÜMn,  wu.  Zgn  stelMl,  dat  ^ 
heel  op  AriêtoUUa  ateant.  ii  in  den  laataten  ti/i, 
Tooral  door  paus  Leo  XllI,  weer  met  nienw  leven 
hezield.  Met  bet  onlatMn  van  bet  bamaiiiRae  be- 


gon er  in  ttaliB  een  heftige  str^,  die  lieb 
hier  nit  naar  West-^Eaiopa   voortpUntte,   tegen 
den  echolaatiech  d.  w.  z.  verkeerd  oeerepen  Arit- 


ioUlet,  waait^eDovei  een  groote  üelde 
lo  ontatond,  af  werd  dew  dan  ook  in  nienw-Fla- 
toDiMÉien  geMt  uitgelegd.  In  dien  tijd  hlonkea 
vooral  GtmUloi  Plêtkon  (t  1464)  en  Martüiv* 
Fiewui  (t  1449),  de  vertaler  van  Plofo  en  Ploti- 
niu,  nit.  Vooral  aan  bet  Hot  der  Medici  te 


opgerielit.  Tnsseben  AriêloleUt  en  Plato  atond 
Beuiffion  (f  1472),  terwijl  and«ien  AntloUle» 
lelteteodig  tracbUen  te  veiataan  ol  in  twewtel- 
ling  tot  ide  aanhanger 9  van  den  Araeisehen 
Averrlioë  op  AUzmder  Ajihrodiaiaa,  den  Ortek- 
schen  exegeet  van  AritloteUt,  ternggiogen.  Zoo 
e[ditst«n  lich  d«  Aanhangers  van  AriiloUUê  in 
twee  partijen:  de  Aleiandristen  en  de  AverrboU- 
ten,  ttuichen  welke  voomaJiielök  bet  vrugitiA 
over  de  onaterfelvkheid  der  liel  eeD  etrgdpnnt 
vormde.  Tot  de  eersten  behoorden  Betrmoldia 
Barbarui  (f  1498)  en  PonjxmaHii»  (t  1525),  die 
tot  bet  naturalisiDe  overtielde  en  de  tbeoJogiBché 
Tan  de  philosofigche  waaiè«>d  afsebeidde;  tot  de 
Averrbolsten  VerntM,  Niphuê  (t  1546)  en  Oae- 
tmlfiHut  (t  1603).  Id  de  )6de  eeunr  oefende  ook 
de  oude  Datuurphilo«aphie  haar  invloed  uit,  met 
name  op  Teletiu»  (t  15S8},  die  echter  iKik  nieuwe 
eleoienlen  eraan  toevoegde,  als  lelfataiidig  na- 
tnnronderaoek,  empiiM,  eni.  en  tevene  de  stich- 
ter was  der  natnarwetensebappclgke  Aesdemia 
Consentina  in  xijn  geboortestM  Cosenia.  Daar- 
door kwam  er  neaw  loven  in  de  Italiaanscbe  phi- 
-  losolie.  wier  voornaainsts  vertegen wooidiöers 
öiontono  Bfvno  (t  1800),  Campanella  (t  1«3B) 
en  Oolilel  {IS41)  waren.  De  eerste,  beiield  met 
een  hartstochtelijke  Uetde  voor  de  oneindige  na- 
innr,  bestudeerde  in  navolging  van  SieóUnu  Cv- 
«anus  ook  de  Onden,  net  name  de  Slolci.  en  ont- 
wikkelde daarna  een  [riuinta«tisefa  nataralistixè 
C theïsme,  w«tta  éUmentHt  niet  tot  mdIi^ 
eilt  ^n,  maar  latM  rele  andera  sUlwls  in 
hst  kven  ImUwü  «eroepen.  Terwjjl  de  kerkdijk 
gniode  OamfoiuUa  «en  kenlfaeone  trachtte  m 
te  «tellen  ea  daaibji  naast  de  waarneming  ook 


het  geloot  aan  God  als  «sa  bron  van  keuuB  be- 
•choawde,  was  Oahléi,  als  grondig  natamoadei- 
loeker,  een  vooretandsr  van  naawkewig  oBder- 
loek  en  kwam  tol  een  mechanische  natnoitie- 
sehouwing. 

Het  nationale  elenent,  dat  nu  bg  de  ItaÜaan- 
tebe  WQSgeeren  een  rol  begint  te  spelen,  vinden 
wü  reeds  in  leer  duiid«tj}keii  vors  bij  JfaecAw- 
relli  (t  1527),  die  ziJD  bocÉ  over  de  vonten 
slechts  met  de  gedachte  aan  de  eenheid  en  natio- 
nale zelfstandigheid  van  ItaliB,  met  name  tegen- 
over de  KtA,  schreef.  In  de  wq^eerige  ontwik- 
keling van  Itali«  kwam  in  bet  Ëegin  der  17dé 
een»  een  lange  stagnatie,  slechts  onderbroken 
door  Vteo  (t  1744),  cQe  tegenover  de  Cartesianen 
den  nadruk  legde  op  de  geeehiedenis  en  ak  de 
stichter  van  de  gesdiiedenisf  btloBofie  in  de  vol- 
kenpsjebiylogLe  besdtoawd  kan  wordes,  terwijl 
hij  tot  Of  heden  toe  in  Italil  ivrioed  nitoetenf. 
Verder  sgn  tot  in  den  nienwsten  tijd  de  meest 
veisohillMide  en  oiteenloopuMle  richt  i  ogen  in 
ItaliS  vertegenwoor^gd,  aoikler  dat  oors^nke- 
Igke  gedachten  invloed  hdAen  gehad.  Terwnl 
het  Oartesianiame  nog  tot  in  het  begin  der  Iftde 
eeaw  aanhangers  vond  (kardinarf  Qerdü  t  1S02), 
huldigen  anderen  het  empiriane  van  Zioefce  en 
CoiMUIae,  looah  Qenovai  (t  1769)  en  Rmtuig- 
tton  (t  1o35).  OtA  bij  Kant  «loten  soamigen  zich 
aan.  bffv.  GanUmi,  eveneens  bij  Rerbart,  loosls 
Labriaia,  die  later  bet  historisch  materialinne 
verdetKgde,  en  net  mme  bg  üegel,  o.  a.  Ven, 
Uarixmo,  Ragniteo,  Spaventa  eat.  Aanhan^we 
van  bet  positivisme  zijn  ViUari,  Ardi^,  SidiUani 
en  Vorseili;  van  Thomat  tan  Aquvto,  ma  de 
heide  uitersten  te  noemen,  Libemtore,  Soiuven- 
no  en  Oornoldi. 

Ma  zeltstantÜge  denkers,  maar  sonder  invloed 
op  andere  landen  nit  te  oefenen,  traden  op  den 
vooiwrond  Roêmini-Serbati  (t  1855),  die  in  aan- 
sluiting bij  Plalo  en  Dailache  wö«gccren  tot  een 
ideologisch  psjchnlogieme  kwam,  dat  van  inner- 
lijke waarneming  uitgaat;  Oioberti  (t  1852),  die 
de  staatkundige  en  nationsje  gedschte  «>  den 
TaOTgiond  plaatete  en  een  ontológisme  biuiJK[de, 
voIgeiH  hetwelk  men  het  absdute  lijn  ontniddel- 
^  moet  aanschouwen.  Beider  pc^Dg,  om  de 
Katholieke  leersteAingen  in  overeenstemming  te 
brengen  met  hel  verstand,  voimI  heftigen  tegen- 
stand bij  Ftrrari  en  Fronn.  Op  dezellde  wijze  als 
Qioberti  dacht  Uamiimi  (f  1885),  die  lichielt 
een  Ptatoniens  noemde  en  tot  lijn  dood  het  door 
hem  gestiiAte  tijdschritt  ,Ja  tilosoKa  delle  seuo- 
le  ituiene",  dat  door  Ftrri  als  „Rivista  deMa 
philoBophia  italiana"  voortgezet  wordt.  Litera- 
toni  vindt  men  in  fsirfa  „Ëseai  sur  l'histoire  de 
la  phUosophie  en  ItiAie"  (t  1869),  Pomw^a 
„L'Italia  tifoMlica  eontcmporanea"  (2  dlu.,  1819) 
an  K.  Wemir't  ,J)ie  italienische  Philosophie  des 
19-JahrhundertB"  (1884—1886,  5  dJn.). 

Van  een  Itüiaanscbe  {Aeolo^tskan  eigeD' 
lijk  geen  spreke  ign.  'De  dt^matiscbe  en  etfaisebe 
onderwerpen  ijin  hier,  evenals  elders,  in  orei^e- 
leverden  vorm  bewerkt,  aonder  dat  in  ItalïB  niet- 
geesteiijken  daar  belangstelling  voor  getoond 
hfftAen,  of  in  de  Katiholieke  Keik  vao  Europa  niet- 
Italianen  er  zich  voor  intereeseerden.  Hoogstens 
hebben  de  etbitJ^  van  Limiori  (f  1787)  en  de 
dogmatiek  vu  PerroHe  (1794—1876)  grootai  io- 


DigilizedbyGoOglC 


806 


ITAiUAANSCSE  TAAL-  EK  UgWEItKUÜPB. 


;bX^ 


i3oed  nitgeoefend.  Durentogen  heeft  het  niet 
ontbroèen  uu  op  deo  ToowTond  tredende  gees- 
Mijkea,  die,  «mU  Angeh  Mai  (1782— ISM) 
en  &ua  Mereali,  de  patrktMche  itnditn  beiror- 
deid  )id>beD.  Andereo.  lootle  Carh)  Maria  Our- 
ei  riBlO— 1S91)  en  Oarto  PanagUa  (IS14— 1887) 
bcibben  al  e  echriJTers  gtRChittërd.  Eeni^  oot- 
«pronk^ijbheii  op  doffmatieeh  en  kerkdQk-w^*- 
^rig  gebied  beeft  Blecfati  de  re«dt  Kcaa«mde 
Roêmint-SerbaU  ft&n  den  dw  ^legd,  maar 
■lechtfi,  om  door  de  Ourie  a^Aenrd  te  «orden. 
De  ibeeehaafde  kringen,  voor  loorer  ijj  nog  kei- 
kel^  gciind  iija,  wviikn  meei  beheeneht  door 
de  pofltiaohe,  wgflgeerige  ea  gcaehiedkandige 
Toortbcengselen  Tsn  Mantoni,  Otoberti  en  Conti 
dan  door  apecia^  theologiaehe  werken,  In  zoo- 
verre de  iuteiaafioniile  tbeologiacbe  beweging 
ode  door  ItaJiB  belnTloed  iroidt,  gaat  inlke  nit 
T&n  niet 'Tak  theologen,  40o»ie  AltaandTO  Chia- 
pabli,  Rallaeto  Manmo  en  Oaetano  Negri,  die  op 
bet  gebied  der  Bijbelfritiek,  onde  kerkgeéehi ede- 
nis,  wjjriwgeerte  ran  den  godsdienst  en  kerketq- 
ke  tinebHTinffsgeediiedenifl  een  grooten  num 
Terwoiten  heMen. 

Otêehiedtehr^ting.  Voor  de  geachied- 
echr^ing  begon  men  in  Italië  het  eerst  in  de 
14de  eeaw  de  landstoid  te  gebrniken  want  de  ge- 
schrifteD,  die  men  lajwen  töd  alt  de  oudste 
voortbrengselen  der  ItaTiaanache  gf8ebi«dachrg- 
ving  beaehoawd  heeft,  n.  1.  de  duiweken  van 
Mattheo  di  Oiovitiauo  {124d— 1S6^  en  de  g»- 
schiedenig  van  Florence  door  Ri^ardano  Mahi  ' 
nt  en  diens  neef  Qiaeollo  (t  1S86),  njn  gét 
ken  verval  ach  in  gen  te  löo.  Daarentegen  noudt 
men  de  kroniek  (tot  1812)  van  Dino  Compa^i, 
(xie  aldaar)  vioeger  ook  ale  onedit  aangenen, 
tbani  voor  echt,  AU  bronnen  hriiben  meer  waar- 
de de  'kronieken  van  Oiottmni  en  Matleo  Viibmi, 
bjj  wie  eveneena  de  g«ediiedenie  van  Florence  op 
den  voorgrond  treedt  (tot  1364),  maar  die  tevens 
de  sébenrteniaaen  in  bet  overige  Itaüi  en  andere 
landen  behandelen;  bn  deze  dnidelijke  en  met 
oordeel  ge«ehreven  werken  staan  de  droge  anna- 
len van  Paolino  Pietro  (tot  1305)  ver  ten  achter. 
De  eerste  elf  boeken  van  ViUanCt  kronieken 
braebt  Antonio  Pueei  (t  na  1373)  in  ivenen  ovei; 
tevena  hebben  wjj  van  hem  de  gesehiedenie  nit 
lün  tijd.  bijv.  den  oorli^  tegen  Piea  (1362—1365) 
in  diohbmsal.  De  talryke,  helangr^e  ffeaehied- 
werken,  die  wn  aan  de  haaanieten  der  15de 
eeow,  «oobJe  L.  Bruni,  Bneo  Piocotimini,  Pogmo, 
Atêlino  enz.  te  danken  hebben,  Uijven  aia  in  het 
Latnn  geschreven,  hier  buiten  bewhonwing.  Van 
de  Italiaansche  kronieken  nit  dezen  tijd  verdient 
de  „Historia  di  Uilano"  van  Bsmardino  Gorio 
(t  1519)  vermelding;  belangrijk  ia  zH  voor^  we- 
gen» de  oorkonden,  door  Sforxa  aan  den  schr^ver 
verschaft.  Van  veel  minder  betedtcnis  ie  de 
„Storia  di  Napoli"  van  Paitdolfo  CoUemteio  (t 
1504),  evenmin  sla  de  werken  van  BuatuMOfso 
Pilli,  Piero  Bnniniegni  en  Oregorio  Dali  op  de 
hoogte  van  Diito  en  Villaui  abun. 

Be  hloeitüd  der  liatliaansehe  gesehiedBehrHving 
vaU  in  de  16de  eeuw.  Aan  het  hoofd  der  intd- 
leetneele  beweging  stond  Florence;  daar  bebooide 
de  grootste  politieke  geaehiedaehrgveT  van  den 
Cinqaecento,  Nieeold  MaeehimitUi  (1469—1527), 
thuis.  In  de  ,J>icorBi  eopra  la  prima  decade  di 


Tito  Lolo"  ontwikkelt  bü  ua  de  band  tu  de 
ondate  Ketehiedenia  van  Rome  ign  repoblikeinsdi 
slaatGidMUtl,  ii  des  „Prindpe"  ontwierp  hg  een 
mMsteri^  lieeld  van  de  moderne  voratenheei- 
wbi^Ü,  die  de  gedachte  aan  de  eenheid  vaa 
Itabi  vetweRnlgken  moeat;  in  de  „Istorie  Fto- 
renline"  sdnldert  hij  niet  altgd  even  betionw- 
baar,  maar  steede  aantrekkdijk,  de  geBehied«iia 
van  Ego  geboortestad.  Franeeato  Omeaardini 
(148^—1540)  maakte  in  tijn  „latoria  d'Italia" 
(1492—1534)  de  geachiedenie  van  gelieel  Italië 
tot  het  onderwecp  van  inn-«tndie,  ixk.  i^  „Sto- 
ria floientina"  (tot  1878)  beiit  hooge  waarde. 
Donato  Oiannotü  (1492 — 1573)  gaf  in  iqn  hoofd- 
werken ,J)el]a  repobKea  de  VenexiaDi"  en 
„Della  repabliea  Oorentina",  een  >eer  dirf- 
delgke  beecbrgviog  van  het  bestnor  en  de 
ataatainiiefatingen  'van  beide  steden.  Naaet  hem 
moeten  vermeld  worden  Jaeopo  Hardi  (f  1555). 
FÜippo  Narti  <t  1556),  Beniardo  Segni  (t  1556), 
Bentdello  Varehi  (f  IS65),  Vineento  Borgkini 
(1570).  OiambattUla  Adrimi  (t  1579),  die  in  de 
..IstorJa  de'  sni  tempi"  (tot  1579)  een  voortset- 
ting  van  Quieeiardini  gaf,  de  eonecientiense  ver- 
zamelaar Seipione  Ammiralo  (t  1601),  Oim  en 
Nero  Capponi,  Oiovarmi  Cindkmtti  e.  a.,  ailên 
nit  Pioreuee.  De  voornaamste  Venetiaansebe 
Bohnivei  nit  dien  tgd  is  PUtro  Bembo  (1470— 
1547),  wieni  oor^tninkelgk  in  het  L^tgn  beschre- 
ven 12  boeken  over  de  geschiedenis  van  VenetiS 
(1487—1513)  hooge  waaide  bestten.  In  Pienont 
behoort  de  staathoiefaoDdknndige  OtoeamR  Bot- 
lero  it  1617)  thnis,  te  Oenna  de  amukDKèrq- 
ver  ÖhitiinvMi.  Te  Ferrara  schreef  Otomhattiela 
Pigmt  een  „letoria  de'  principe  d'E^le".  Be  ge- 
schiedenis van  NkjsIs  oehanoelden  QiamdmM 
SummonU  (t  1601)  en  CamiUo  Porno  (t  1603). 
Patrina  de'  ftotêi  vervaardigde  „Uemorie  Slori- 
cbe"  over  de  geeehiedenis  van  ItatiB  onder  (71e- 
mens  Vil  Franew»  OiamlmtlaH  (t  1558)  ,^to- 
Tia  deH  Éaiopa  887— 91S",  Lodoneo  GMtenarrfi- 
m,  die  langen  tgd  in  de  NederUndea  leefde, 
„Cosnmentan  deÜe  cose  d'Enroiw,  nedalmente 
de'  Paesi  Basei"  (1529-1560).  Ook  de  geidiie- 
denia  der  letteiknnde  en  beschaving  vond  beoefe- 
naars, met  name  in  OiorgUt  Vamri.  Bg  het  ver- 
val van  bet  staatknodig  leven  onder  de  heer- 
schappn  van  Spanje  (I7de  eenw)  nam  de  be- 
langstdling  in  de  geschiedenis  van  het  txfo- 
Uik  af;  de  gesciitetWiiiiTing  beeg  en  gmerd 
karakter.  De  herkel^ke  gMdiiedeni*  van  ftdiï 
werd  bewerkt  door  Paoio  Sarpi  (1552— 163^, 
wiens  meesterlüke  beMbrgving  van  het  eoDdtie 
van  Trente  tevens  een  heftig  beet rgding  der  Je- 
mleten  is.  AJs  de  beüangrQkete  gtsdiiedwaka 
nit  dien  tgd  moeten  daarnaast  ffefwemd  worde* 
^rrtjo  Catwino  Domfcr'»  (t  1681)  .^loria  deUe 
gnerre  eiviü  di'  Francia"  (1547—1598).  ftn* 
fienftvoolto's  (t  1644)  geeehiedenis  nm  i^  "^ 
stand  atr  Nederlanden.  Froaeeteo  Omw*^* 
geschiedenis  van  Napels  van  Rogir  l  M  du 
dood  van  Frtdêrik  II,  Battiibt  Ifmi  '*JP^ 
^schiedenis  van  Veneti*  van  1613  m  '«!  "• 
Owvaani  Aatomo  Cojtftflta's  (t  ItSS)  geschiede- 
In  de  18de  eenw,  het  tgivak  vai  het  gdeerde 
onder»Mi  en  der  eritiek,  moet  veer  aatn  Ltido- 
(I87a-lïS0) 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIjUNSC^;  taal-  es  LBITEB£UHDG. 


«ordea,  uui  wien  iqn  Tad«r«Ud  teer  belangrgkf 
veTiamelingen  T&n  bnmneD  Teraohuldigd  ii;  nuat 
bem  Setptone  Mof/ei  (t  1750).  Ooder  de  locale 
gescbiedcciirüvera  staat  boveiuuui  de  Ni^wJitaui 
Pielro  Qiannone  (1676—1748). 

In  den  tijd  der  BeTo[uti«  werd  teKd|jli  met 
het  politieke  iKwustxvQ  ook  de  eeschieaKhryving 
weei  met  aieuw  leTen  ibeüeld.  De  TiuehtibMrBte 
^sdii«dsd]rüver  thd  het  nieuwe  It^ii  ia  Caare 
Ganlü  (1807—1895),  wieue  orarai^it^  „Storia 
nniveiuk"  ook  ia  het  holtenland  zeei  gewaar- 
deeni  werd.  Aan  hem  ging  vooral  Oarlo  Bolta 
(1766—1837),  wiena  ,^U>ria  d'Italia  del  1490  al 
1814"  tot  1534  een  herhaling  van  Otitedardini 
ia  waaraan  liob  een  vervolg  tot  aan  dan  val  *an 
Naptdeoa  aanalnit.  Een  Toortzettiog  ran  ign 
welk  gwren  L.  Farini  (iot  1850)  en  C.  Ttirotfi  {tot 
1854),  vfiTToIgens  AnUnüo  Ooppi  (1782— 1870), 
wteiH  „Continoaiione  d«gli  AjinBli  d'Italia  del 
Mnratori"  (1750—1361)  wederom  dooi  /.  Qhi- 
roa  tot  Of)  hedok  T^rro^d  wordt.  Andare  alge- 
meene  geBchiedeniaaen  van  ItaliS  gaven  gcaaf  L. 
BoMt  (t  1335),  Oiutepve  La  Farina  (1815— 
1863),  N.  Nüeo,  Oetore  BMo  (178ft-1863),  P. 
Bolan  e.  a.  De  geedüedenia  wn  UaM  is  de  Oai- 
heid  werd  behanddd  door  O.  Hiadi  (t  1844), 
Giambattula  Allo  Vtmnueei,  F.  Berlolini  en  voor- 
al d«or  £.  Pm».  De  gemiiiedeniR  van  geheel  Ita- 
LiB  in  de  iTiddeleenwen  bcBchreef  Oarlo  Trot/a 
(1784—1858)  in  ifln  „Storia  d'Italia  dd  medio 
evo"  (17  din.),  die  tot  Karal  den  QtooU  loopt, 
evenals  Ctiare  Balbo'a  „Storia  d'Italia  <Q  dln.). 
GvBchisdeaieaen  van  hat  lt«liaanadte  atadswesea 
■obpovea    Morbio    Loiuani.    Fmnea»co    Berlolini 


uiiriie 


I  Ita! 


genooten  bekend  met  d«  reanltaten  d«t  Dnitaehe 
gesahiedvorachiDgi  Uatlatli  behandelde  eritJKh 
de  b«tt«kkingeii  tutaohea  de  panaen  en  kaiieis  in 
bet  Fiankiaeh  tödpeii.  Een  duidelijke  en  bmik- 
baie  beschrjjviag  der  Uiddeleeuwen  sal  O.  Oipol- 
la.  Ook  de  lecntt-  en  ataathuiabou&andi^  ge- 
schiedeoia  van  de  Middeleeuwen  werd  Vverig  M- 
atudeerd;  van  de  nieuwere  aditiJTefe  daarover 
moeten  A.  Pertiie^  F.  Sehupfer,  F.  PattUa,  Ö. 
TamaÈÜa,  C.  Cal\ne  en  O.  SnZnoIi  genoemd 
worden. 


Den   I 


VM  de  Middeleenwen  tot  d« 


de  19de  «euwecbe  geeehiedaehrgvera  ven  ItaliB, 
Patq.  Vülari,  wiens  werken  over  de  tgden  van 
Savonarola  ea  MaehiaveUi  aitmanten  door  een 
grondige  bronnenstudie  en  een  duidelijke  wgze 
van  ToorsteHing.  Diezelfde  eigen adiapp en  keu- 
merken  Oitueppe  di  Leva't  „Stoiia  doeumentata 
di  Carlo  V  in  eorrelazione  all'  Italia".  Ook  de 
„Stoiia  della  litonna  in  lUlia".  Ook  de  „Storia 
delila  liforma  in  Itaiia"  van  den  Woldenzitehen 

Elgeleeide  E.  Oomba  moet  genoemd  worden. 
n  kerkelijk  standpunt  neemt  T.  DandoUi  in. 
EeiBt  de  t^d  van  ItaüE's  veihefling  deed  op  het 
gebied  der  nienweie  nationale  gesoniedeiLiB 
ken  van  giootei  beteekenis  ontataan,  looaig 
C.  Tivaroni  („Storia  critica  del  lito^'iimento  ita- 
liano").  F.  Berlotini,  MonlaneUi,  La  Farinn,  Anti- 
li,  Belvigtieri,  La  Paria,  Sirao,  A.  Oualliero,  O. 
Mariaaa,  V,  Beneno  enz.,  vooi&l  echtei  S.  Bton- 
ehCe  „Storia  doeunentata  d«lla  d^kanai 


pea  in  ItaÜa  1S14— 1861".  Daarbij  komt  een 
groot  untal  memoiiea  {Q.  PaUavieini,  Mattimo 
d'Axeglio  enz.),  veider  UanarV»  biografieën  van 
CvKur,  Oioberti,  Viotor  'Emanuel,  Lamormora, 
"auemmi'e  leven abeachrnT ing  van  Correnli  en». 
Aan  bet  Jioofd  der  tairüke  geschtedschrüveia. 
die  voornamelijk  het  Terieden  van  steden  oi  pni- 
bebandden,  stAat  bav«naaA  MieheU  Ama- 
5 — 1888),  wiene  hoofdwerken  ,iLi  goena 
del  Veapro  Sicidiano"  en  „Storia  dei  Mneelmanni 
/^  SidUa"  door  bet  giondig  bronnenondenoek 

de  wgie  van  voorstelling  tot  de  be«te  voort- 
bren<^ielen  der  nieuwere  Italiaanscbe  geschied- 
sehryving  behooren.  Over  Napels  en  SiniUB  aebre- 
ven  verder  V.  Ouooo  (1770—1823),  P.  OoUelta 
(1775—1831)  en  in  'Uteren  tgd  La  Farina,  Ca- 
paito.  De  Bhtiit,  SeAt^,  Aleiti,  Laiua  en  La 
Ltunia.   Voor  dk    gc«ohiedeni«  van    Rome,  du 

"    m  Staat  en  de  pausen  bd>ben  de  bni- 

>  zich  verdienstelijker  gemaakt  dan  de 
Italianen,  van  wie  wij  slechts  Bosio  en  Farini 
noMuen.  De  geaehiedeniB  van  ToAane  behandel- 
'  '  ]  de  18de  eeuw  OaUwai,  in  de  19de  Pignot- 
Zobi;  in  het  bijaonder  die  van  Florence  O. 
Paoii,  Qino  Oapponi  en  P.  Vülari;  Oenna  Foreae 
Vantüe,  Celeiia  ea  Serra:  Veuetii  liomatiin  en 
Mallenti  in  vroeger,  CipoUa  en  Manlicola  in  la- 
ter tnd;  MHaan  Pielro  Verri,  Bianehi-Owvini, 
Brambilla,  Oanlü,  Cu»ati,  Ouilodi,  Ferrai,  Ma- 
Östo.  Vooral  de  geechiedenis  van  bet 
jSa«oye  en  de  door  die  vorsten  bestunr- 
de  landen  is  door  talrgke  schrijveis  beschreven, 
van  wie  wg  noemen  Bianehi,  Carulti,  Gibrario, 
Claretli,  (Jerbats-SomHR,  Manno,  Parri,  Perrmo, 
Hieotlo  en  Üabotlo. 

Tegenover  de  steeds  toenemende  belangstelling 
in  de  vaderlandidie  gesehiedenia  ia  onder  de  mo- 
derne Italiaanadie  histoiiografan  die  voor  de  ge- 
sdiiedeois  van  bet  boitenland  op  den  achter- 
grond  getreden;  werken  als  „Vita  di  Federieo  il 
Gronde  m  ,J1  le^  di  FeAertoo  II"  van  B. 
Borglio  vormen  tutzon deringen.  Daarentegen 
wordt  de  nationale  literatunr  en  ibesehaviDg  in 
den  laateten  tijd  zeer  gverig  bestudeerd;  op  bet 
gebied  van  knnstgesi^iedenis  en  arehaeologie 
hebbeu  vooral  Bor^Aeii,  Camdeatelle,  Cieognara, 
FioreUi,  Milaneii  en  da  Roui  zich  verdienstetgk 
gemaakt.  Op  het  gebied  der  staatkimdige  ge- 
sehiedenie  benrogen  sich  in  het  eerste  deeemrinm 
der  2Qate  eeaw  Qhetti,  Lemmi,  Comandini,  Vigo, 
Viüari,  Canano. 

Literatuur.  Van  de  tairSke  epraakkun- 
Bten  ie  Blone  Orammatik  der  itafiêniscnen  Spra- 
ehe  (Halle  1844)  nog  steeds  van  belang.  Dsar- 
naaBt  verdienen  o.  a.  vermelding  Fomaeiari, 
Qrafomatiea  deU'  «se  italiano  moderno  (Florence 
1386)  en  „Sintawi  dell'  uso  italiano  moderno 
(Elorenee  1387),  Vorandi,  Orammatica  ilaliana 
(Florence  1894),  benevens  die  van  Boekeradt 
(Berlgn  1878),  Webtr  en  Muiiafia  (Weenen 
1904).  Onder  de  woordenboeken  ia  dat  van  Pelroe- 
ehi  (Milaan  1887- 1891)  een  der  beste;  daarnaast 
moeten  genoemd  worden  dat  van  RiguHni  en 
Fanfani  (3de  drak  1898)  en  het  nit-voerige  „V«- 
eabolario  universaje  della  iingua  itallana"  (2de 
dmk  Milaan  1878  v.v.,  7  dln.). 

Voor  de  letteAande  ie  Maxxoni,  Arviamento 
allo  etndie  critico  deUe  lettere  italiane  (Veiona- 


DigilizedbyGoOglC 


ITALIAANSCHE  TAAL-  EN    IJETTERKUNDE-iTrALIA  mBEaHaiTA. 


pMhw  1892),  «tn  Toortiellelgke  ^dj,  auat  da 
algemeene  bU>li«mfie  tm  OUuto  en  FumagaUi 
(ItoHH  1889—1885.  2  dln.).  Van  de  talrqke  lit«- 
ntnnr^ïsehi«deDitMii  nit  nieaneren  tjid  vcimeJ- 
den  wn.  De  Sanetii,  Stom  delU  lettentun  iU- 
lisna  (öde  druk  Napeb  1S98,  2  dln.},  Storik  let- 
tenria  d'IUlta  Gcritta  da  ana  soeietft  di  profcsio. 
ri  (1898—1904.  9  dln.),  Rtrnt,  Eistoire  de  U  lit- 
téiature  «ontHÓponune  en  Italië  (Parüa  1810— 
1896,  4  dlD.),  Wieêt  eo  Péreopo,  Q«Mludi;e  dei 


r;  «f  Italiui  Litenlnre. 

ItftUaaiisobe  wflneii  >Ün  grootendeeli  oor- 
aproDkeljjk  afkomitig  Tan  d«  QriekMhe  eilanden, 
maar  Tormen  «edert  ouden  tjjd  bnoenide  Tooit- 
brencteU  Tan  het  land.  De  bêBte  Koiten  worden 
op  £  eJlandeD,  met  name  of  SicilïB,  de  Li{Mri- 
sdie  ËilaadeQ,  Eltb«  en  Sairdiaii  Kek««ekt.  In 
het  boitenUad  waren  tot  nog  toe  ueehtc  enkele 
kostbare  dessert wgnen,  zooala  de  Mnekateller  ea 
Laerimae  OhrüH,  lw4eDd,  aan  de  geleerden  bo- 
Tendien  d«  historiscbe  merken  Tan  Latinm  en 
CampMiia  (FaUrnei,  Hawiker,  Ca«knbe[  to  8e. 
tiner).  Na  d«  opening  ran  den  Ootthardwoorweg 
worden  ook  <le  fWMJe  ItaJiaansobe  tat«]rwqnen, 
vooral  de  To^aansehe,  naar  bet  buitenland  nit- 
gevoerd.  De  gebeele  opdirengst  van  wgn  bedraagt 
oneeTeer  80  mill.  31,.,  waarrao  ten  naaste  bg  2 
tnill.  HX.  wordt  nitRCToerd.  ïen  ondersdieidt  in 
ItaüB  UindwqneG  «n  Mtei«  wgnen,  de  loo^naam- 
(te  «int  leelli  oF  prelibati,  die  men  in  kleine  fles- 
schen  (tinaükelti)  pleegt  te  bottelen;  de  eerste 
soort  iqn  tafel-,  de  tweede  dessertwijnen.  De 
voornaamste  soorten  zy-n  de  volgende:  in  VênetM 
de  PadoaanMlie  .wgn  en  een  nitstekend  klein 
merk,  Valpolieells;  in  LotDbardne  de  voortrette- 
Ijjke  roode  wijn  van  den  Veltiin,  die  U  ChiaTenna 
veithanddd  woidt  met  Sasaella  Tan  een  kerk  bg 
Sondrto  als  bïste  meik;  in  Toskaite  de  wgnen 
van  Cbiaati  ea  Pomino  (proTincies  Siena  en  Flo- 
reiKe);  in  Rcnedei.  g.  vini  dei  txuteüi  nmani. 
vooral  de  wÜnen  Tan  Oenuoo,  Marino,  VeUetci, 
fraaeati,  Albaoo  en  Grotta  Feirata;  in  Apnliê  de 
wijnen  van  Bari  en  Barletta;  in  CalabriS-de  Tiao 
greeo  Tsn  Ii«gg)o  di  Calafciia.  In  het  ^gemeen 
sljjgt  bet  aleoDoige halte  en  de  vettigheid  van  die 
wgnea,  waaiondei  tleebts  >iT«inig  droge  «oorten 
lijn,  van  bH  N.  naai  bet  Z.  Van  de  lixenrwijnen 
hehooren  «omini^  tot  de  bette  soorten,  Moals  d« 


moAaatwgn,  Hoteado  ol  Uoaeadello;  de  meest 
bekende  merken  Est  Est  Est  van  Hontefiateone 
m  van  Orvteto  ijJD  kleine  en  lidite  wgnen.  Veel 
fjjner  is  d<  donkeiroode  loete  Aleatieo  van  Flo- 
rence, de  Btroogele  vorige  wino  sowlo  van  Pama 
en  de  peperroode  Uontapideiano  nit  Sieaa.  EWen 
boog  gesebat  worden  M  Laerimae  CkriHi  tsu 
Napds.  de  muskaatwijn  van  Tiani  en  de  ZagarH- 
lo  VBB  Bitonto,  terwi^  de  roode  Cajiri-  en  de 
Sorrentewijn  weer  mindere  merken  iqn.  De  ver- 
month  van  Turgn  is  een  Middeleen waohe  krni- 
denwijn.  Piemont  levert  goede  meiken  tweede 
qnaliteit,  bip.  Baiolo  eo  NeUiolo.  Uitgeleien 
doorten  lijn  de  witte  moaaaeerende  wgn  van  Aeti, 
de  Pignooio  van  Milaan,  de  LambinBeo  van  Mo- 
dena  en  Paima  en  de  ietwat  inre  Aqirino  d'Aver- 

Italluuisota  Oost-Afrlka   is   de   naaoi. 

waarmede  nu  eens  de  kolonie  Erythraea  (lie  al- 
daar), dan  weer  Er;tb»ea  en  Itabaanseh  Somali- 
Isnd  (lie  aldaar)  samen  wordt  aangednid. 

XtAU&aiuoh-Oost«iut|k*olie  Oorlo- 
gen. Zie  llalii,  Qeêehiedenü. 
ItBllMUlMb  SomaUlMid.  Zie  Somolilimd 
Italla  Irroduitft  (het  nog  niet  verloste  Ita- 
til)  is  de  nasHi  eener  vereeniffing  in  ItatiB,  die 
alle  landen,  waar  het  meerendeel  der  bevolking 
de  Italiaansebe  taal  besigt,  aan  het  koninkrijk 
Italië  toegevoegd  wil  lien.  Zj)  Nitetmid  in  1878 
na  het  Congres  van  Berlgn,  en  na  een  in  dat 
jaar  te  Rome  gdvmden  vergaderinp  onder 
leiding  van  Meiwtti  QarÜMÜdi,  verlangde  iS  Zaiê- 
Tiivl,  OOis,  Triist,  latriS,  D^natiE,  het  kanton 
Tutisino,  Nizxa,  Corsica  en  Malta.  De  vereeniging 
richtte  het  eerst  haar  oog  op  de  bevrnding  van 
Zuid-Tirol  en  TriEst  van  de  zoogenaamde  Oosten- 
rijkscbe  gewelddadige  heerschappij,  maar  lü  vond 
bg  het  volk  weinig  aanhang,  hoewel  de  toenmali- 

fi  misister  Cairoli  haar  niets  in  den  ww  legd». 
Rrst  toen  de  beietting  van  Tnnis  door  rankriik 
Italifi  nader  bracht  tot  Duit^chlajid  en  Oostenrqk. 
trad  minister  Deprelii  met  kracht  tegen  haar  op. 
Een  aanslag  op  tiet  leven  van  ketter  Franx  Jo- 
tepk  {At^astne  1883)  té  Tritst  aniilnkte.  Na  bet 
riniteo  van  bet  Drieroadig  Verbond  bebben  de 
TepvUikeinen  en  Franeeh-feiiitde  agitatoren  tidi 
van  de  beweging  der  Irredettta  meecter  gemaakt. 
doch  èn  in  bet  land,  èn  in  het  Parlemrat  be- 
schikte ig  tot  vMr  den  Wereldoorlog  (^  aldaar) 
deehts  (mr  een  leer  kleine  miadunrid. 


DigilizedbyGoOglC 


NEGENDE  DEEL 


Lijst  der  Kaarten,  Platen  en  Afbeeldingen 


VooT-IndiS 656    InBulinde 

Aehter-Indie 660    Isobaren    e 

lDdiscb«  OccMn 666  I      Jnli  en  ii 


i    luchteiiculatk 
het  jaai  . . 


PLATEN  BUITEN  DEN  TEKST 


Haringvissehen 

Hart  (ehromo)     

Heilg]riimMti^  I  en  II 

Heitoeatellen        

Helder 

Henenen  I  «i  II  (chiDmo't) 

DamheTtco  (chromo) 

Herten 

's-Heitogenbosch.  D«  NooideTkruiabenk  det 
St.  Janikerk 

Nuthoendera  1  en  H 

Holbein  da  Jonge,  Hana.  De  H.  Haagd, 
door  BoTgemeeïter  Megei  en  ign  gexin 
vereerd      

Huiahonden  I  en  II 


Wilde  honden     

Uitheemwhe  Timmeihootsoorten  (chromo) 
Doorsneden  van  houtsoorten     

Arizona-Indianen 

Indiaanache  Beaehaviog  I  en  II 

Indische  Kunst  I  «n  II 

Indische  Kunst  UI  (ehromo) 

Insecten  t   (chiomo) 

Insecten  II 

Ineectenetende  planten  (ehromo) 

Inaeeteneteie 

laiallB,  Joief.  „Ala  men  ood  wordt". 
Italuutehe    letterkandigen      


AFBEELDINGEN    IN  DEN  TEKST 


Hanekam,    Gewone 
Hangwei' 
Harder  . 


Haren  det  planten  (10  lig.)  . . 
HatingfiaMnen,  Sprot  en  Haring 
HaringriBteheti,  Chanos  aalmoneus 

Hark  (w>peiik<ui*Ie)     

HanooniM.  Fig.  1.  HoDdhannonica. 
Hanoonka.  FIg.  2.  Glariumuoniea  . 


bU. 

Harmonica.  Plg.  S.  ElaTiertuurmonlca      . .  4S 

Harmonica,  Chemiaebe       44 

Harmotoom 45 

Harnaa 47 

Harp    (w&penkande) 48 

Harpoen 50 

Harpy 50 

Harpj  (wapenkoode) 50 

Hort      57 


DigilizedbyGoOglC 


AFBBELOINQEN  IN  DBH  TBK8T 


blï. 

Hutaehild  (vftpenkiuule) 69 

HaÖior 85 

Huelworm 111 

Haienlip.  Fig.  1  Enkele  haienlip    ..     ..  111 

HazenUp.  Fig.  2.  Dubbele  hfOMilip  . .     ..  111 

Heden    fielu      122 

Hefboom  (6  lig.) 143—144 

Helner-Kaara 146 

Hetnetk.  SeheepeeleTatoi  te  Fontiuettes  ■  ■  146 

Heinieraiik 149 

Heiite "4 

Hdiometer 189 

Helios 190 

Heliostiut 190 

Heliotroop 191 

Heliotropiom    supinam      191 

HellebMKl  (2  lig.) 192 

Hellend  vlak 193 

Helmen  (15  fig.) 196 

HelinkTaan 199 

Helmstok  (wMtenknnde)     200 

Helmteekeos.  Kon.  Ned.  helmteeken      . .  201 

HelobiSn  (5  lig.) 202 

Hennep 232 

Hennin  (2  %.) 234 

HephaestnB 238 

Hera  Farnese   (Napels)       239 

Ilera.  Fig,  1 240 

Hera.  Fig.  2.  BarberiniBche   JoDo    (Rome, 

Vatieaan) 240 

HeradeB  Fainese  (Napels) 242 

Herkruist   (wapenkonde) 25Ï 

Hermelijn  (wapenkande) 262 

HemelijiieiL  kruis  (napenkunde)      ....  263 

Herodes  den  Graote,  Mant  Tftn 266 

HeiodotuB     267 

Heronibal      268 

HereeDzeuDweD     273 

Hertketet      281 

Hesperiden 298 

Hessen^  Wapen  Tan 802 

Hestia  (Vesta  Oinstiani,  Bome)      .,     ..  307 

HoTcl  (2  fig.)      315 

Himation      340 

Hippogrief S48 

Hipposandalen      349 

Hippuiites 350 

Hittedraadinstrnmeateii  (2  fig.)..     ..  S5S — 356 

Hoetblad  fTaMilago  Farfaia) 366 

HohenzoUern,  Wapen  van 399 

Holenvisch 404 

Hondoraa,  Wapen  van      434 

Honigmier 451 

Hoofd  (wapenknnde),  (2  fig.) 455 

Hoofdajomng  (8  fig.) 457 

Hoogtemeting       467 

HooiWk       469 

Hooischadder 470 

Hoorn  (wapenknnde) 473 

Hoornbleode 475 

HooroblikBemafleidet 475 

Hoornvisfiehen  (3  fig.) 477 

Hop  (6  tig.) 478—479 


bis. 

Hopliel  uit  den  Heiointgd 461 

Horizon  (2  fig.) 485 

HoriiontaalBlinger  (3  fig.) 485 — 4S6 

Hoius   (2  fig.) 493 

Hontstof.  Fig.  ).  Hfdnuilisebe    honttUjp- 

maehine 508 

Houtstol.  Fig.  2.  Hontstofmaebine  . .     . .  508 

Hontwesp      510 

Huid.    bcbematiscbe     vertieale    dooianeda 

door  de  menscbelqke  hnid 540 

Hnjgens,  B^insel  van     585 

Hjdraut 58» 

HydraoliBche  pen  (2  fig.) 590 — 591 

Hjdianlische  lam 591 

Hjrgiea 594 

Hvgiometer.    Fig.    1.    HygrDmet«r     van 

Bronnen 594 

fiwiometer;    Fig.    2.    Hygrometei     van 

DanieU      595 

Hygrometer.    Fig.    3.    Condenaatieb^R»- 

metei   Regnaut       595 

Hygiometei.    Fig.    4.    Payehrometet  tbd 

August 595 

Hygrometer.    Fig.    5.    Volumen-hygrome- 
ter van  Tajapkwiti 595 

Hygtometei.    Fig.    6.    Baarhygrometer 

van  Saussure 596 

Hygrometer.    Fig.    7.    Spiiaalhygrometei     596 
Hygrometer.    Fig.    8.    Hygrometer     van 

Uwe 596 

Hymenea  ConrbtrÜ 598 

Hyperbool     «00 

Hvpnos  [Bronzen  beeld  gevonden  te  Et^Aea)  && 

IditbyoaauruB        619 

Igiiaodon       630 

Immortelle,  Eongaaraebe 639 

IncB.  Fig.  1.  Inca  (14de  eenw) 645 

Inca.  Fig.  2.  Tempelralne  op  een  eiland  ta 

het  Titicacameer      &46 

Inca.  Fis.  3.  Ineapaleis      . .     ....     . .  646 

Ineroyable  647 

Indieateur  (4  (ig.)      668—654 

Indicateuidiagram  (2  fig.) 654 

Indr»     678 

Indnctiestroomen  (4  fig.) 675 — 676 

Indactievrye    weerstand 676 

Tngehoekt   (wapenkande) 685 

Inhalatie  (2  lig.) 689 

Iniectenr  (2  fig.) 691 

Injectie  (2  fig.) 692 

Inkthoorn  (wapenkande) 693 

Insolatie 703 

Institut  de  Franco     706 

Int^raalrekening 745 

Interferentie 746 

Invalide.  Fig.  I.  Hotel  dea  Invalides    ..  7St 

Invalide.  Fig.  2.  Qraf  van  Napoleon  I  . .  '^ 

Ipecacuanha <^ 

Irridiatie    (2   fig.)       7S7 

Xsabeau  van  Beieien,  Zegel  van 773 

iBocratee J^ 

Isolatie  weerstand 781 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle 


D,o,l,zedb,GoOgle