3 c6 Digitized by the Internet Archive in 2015 https://archive.org/details/derrupsenbeginvo03meri DERDE EN LAATSTE DEEL R U p"s E N BEGIN, VOEDZEL E N WONDERBAARE VERANDERING. Waar in De Oorfpronk , Spys en Geftaltverwifleling : als ook de Tyd, Plaats en Eigenfchappen der Rupfen , Wormen, Kappellen, Uiltjes, Vliegen, en andere diergelyke bloedelooze Beesjes vertoont word j Ten dienft van alle Liefhebbers der Infefren, Kruiden, Bloemen en Gewaden j ook Schilders, Borduurders &c. Naauwkcurig onderzogt, na 't leven gefchilderc , en in 't korte befchreven / Door MARIA SIB1LLA MERIAN, Saalr. In Print gebracht, en in 't licht gegeven door haar Jongüe Dochter DOROTHEA MARIA HENRIGIE. t'A M S T E R D A M, Gedrukt voor de Uytgeeffter. Woont in dc Kerküraat , tuflehen de Leydfche en Spiegel ftraatj in de Roozetak ; alwaar defelve onafgezet als ook afgezet te bekomen zyn. Als mede Alle de andere Werken en nagelaatene Schilderkonft , van boven- gemelde haare Moeder SaaU, rA A N D E GOEDGUNSTIGE ONDERSOEKERS DER NATUUR. Yne Moeder Saalr. Maria Sibilla Merian , welke Godt belieft heeft uyt dit vergan- kelyke leven , in het onvergankelyke te verplaatfen , en van haaren onvermoeye- lyken arbeydt te doen ruften ; van gedachten ge- weeft zynde , den Liefhebberen der Infecten , dit 'Derde *Deel der Europafche Infeften meede te dee- len ; en nu in de Eeuwige Ruft zynde, foo kan ik niet nalaaten het in Druk uyt te geeven , wetende dat dan haar laatfte Werk aan de Onderfoekers der Natuur , meede gedeelt is. Daar by voegende , een appendix van Surinaamjche Infeffen , geobfer- veert door myne Sufter Johanna Helena Herolt , tegenwoordig noch tot Surinaame woonende , niet twyfelende of het eene en andere fal aangenaam zyn. Dit Werk foude al eerder uytgegeven zyn , doch de groote fwakheit , en een tweejaarige be- roertheit myner Moeder Saak zyn de reedenen dat het foo lang geftaakt is -y doch nu myne handen ruymer hebbende , heb ik 'er foo veel meede ge- fpoed als my moogelyk was , om aan de Liefheb- bers genoegen te geven , en te konnen feggen, dat nu alle haare Werken Compleet zyn, A ^ Op Op den Tytel heb ik de Verandering van de Mieren geftelt , foo als defelve zich in een lank- werpig rond ey infpinnen , welke eyeren men aan de Canaryvogels te eeten geefr. Wanneer de eyeren ryp zyn , foo komen 'er kleyne en groote Vliegen uyt , die ik in groote meer.igte heb fien uytkomen , gelyk op het Tytelbladt te fien is. Den 15 July 1694. bequam ik een gantfch Neft van deefe Diertjes , beftaande uyt veele Duyfen- den , foo groote als kleyne , van alderhande foor- ten, fonder en met Vleugels, ook foodanige , die eerft uyt haare eyeren kroopen , wanneer fe 't wys wierden van te konnen vliegen : waar uyt ik ge- noegfaam fien konde , datfe veranderen gelyk de Rupfen. Ik hebfe derhalven hier terneer geftelt , om {met Salomon haare Deugden na te fpeuren. Hier by heb ik op een kleyn groen Malva blad geplaatft , den Koning der Mieren , foo alsfe in Üoft-Indien genoemt werd ; wiens achterfte ge- deelte van 't lyf, gelyk een groote weeke witach- tige Worm is. ( f ) L Jërufalems-Bloem. Flos Hieryfalomitanus. Ier op volgen nu de Veranderingen van de overige Ruplên eri Wormen. Van de Rupfen op deefe Bloem , heb ik'er Vyf- tien gehadt , en fe met deefe Bloemen gevoed. Maar wanneer ik haar eens vergeetcn hadde eeten tegeeven, hebbenfe malkanderen opgegeten, tot op drie, die overbleven ; deefe wierden den 8 September tot Pop- petjes, en 't volgende Jaar in de maand Mey , quaamen 'er foodaanige graauwe Uiltjes uyt, gelyk hier te fien zyn. I K Nachtfchade. Sohnum vel Soïatrum. Dit Kruyd is de fpyfe van het groene Rupsje , dat by de Beffen kruypt ; het wierd den 10 Juny tot een Pop- petjen, en den zf dito quam'er een houtcóuleurt Kappelletje uyt, dat heel fnel konde vliegen. Hier tegen over is een fwart Rupsje , dat op de fteel kruypt •, wannéér dit fyne huyd afgeftroopt hadde , wierd het groen : ik fpysde het eerft met witte Vlier, maar be- quam daar door geenc verandering j eyndelyk gaf ik het dit Kruyt te eeten , en wanneer het zich een wit Gefpin ge- maakt hadde, bequam ik fulke geele Vliegen daar uyt^ ge- lyk hier alles by malkanderen te fien is. I I h Selderie. Alcaa. Dit Kruyd is de eygentlyke fpyfe van deefe groene Rup-* fenj ik hebfe daar meede in 't leven behouden, tot in de maand Augufty , wanneerfe tot bruyne Poppen wierden $ en des volgenden Jaars den 21 Mey , quam 'er het eerfte Uiltjcn uyt. A % Itf, i v. Cardinaals Bloem. Flos Cardinalis. DIergelyke bruyne Rupfen heb ik tot Amjierdam op fulkc Bloemen gevonden , waar meede ik fe ook gevoed heb, tot op den 8 September i6pf. wanneerfe tot Popjes wierden j en des volgenden Jaars den 2f Juny , quamen 'er diergelyke Kapellen uyt , gelyk alles hier in print vertoont werd. V. Wilde Wyngaard. Lahrufca. HEt Kleyne op de roode beffen fittende Beesjen , heeft alleen het fap van defe blaaden boven af gegeten. Den 9 Juny heeft het fyne couleur gantfeh verandert, gelyk op de iteel daar naaft te fien is : den 17 dito is het tot een Popjen geworden : den 19 dito heeft het eene lichtere couleur, als meede een andere gedaante gekrecgen , en den 7 July is een foodanig Oranje couleurt Torretjen ,daar uyt geworden , ge- lyk onderaan te fien is. V I. Slee-boom of Wilde Spinus vel Prunus SU- Pruyme-boom. veftris. VAn deefc Rupfen vond ik 'er veele by malkanderen , die feer kleyn waaren,op een hegge van Slce-boomen, al- waarfe een groot Gefpin gemaakt hadden. Des avonds ten fcven uuren vergaderden zy alle byeen , en kroopen foo dicht by malkanderen , dat men het voor een rond lapjen fwart fluweel foudc hebben aangefien. Ik fneed den o-.int- fchen tak met alk blaaden cn 't gefpin t'faamen af, en liet my daagelyks diergelyke groene takjes brengen, die ik in verfch- waatcr fteldc , om fe daagelyks te obferveeren. Des mor- gens 4- 3 gens ten negen uuren liepenre alle tot hunne fpyfe , en ver- volgens gefamentlyk aan haaren arbeydt : die daarin beftond , om een huys voor zich te bouwen. Zy fponnen dan het eene vertrek boven het andere, en lieten tuflehen beyde een vingerbreed plaats , en van vöoren eene opening , die foo groot was , als de Rups noodig haddè , haar volkome groote hebbende , om daar in te konnen woonen. Wanneer de Son heet begon te fchynen, kroopen zy alle in haare woo- ningen en bleeven daar in , tot dat de. grootfte hitte over was } Dit deeden zy alle daagen , tot op den 24 Juny , wan- neerfe begonnen zich in Ovaal ronde eyeren te fpinnen 5 waar in fe leggen bleevcn, tot op het andere Jaar, den feven- den Maart, als wanneer de Uiltjes voor den dag quaamen, V I I. W inter» Roofen of Maluwe. Malva. HEt kleyne groene en met witte ftreepjes vercierde Rups- jen , heeft deefe Bloemen tot fyne fpys genoten , tot op den eerften July , wanneer het tot een Popjen wierd. Het was feer gaauw in 't loopen ; Den z 1 dito quamen 'er fülke geele Kappelletjes uyt. De groote Rups , heeft meede de gemelde Bloemen gegeeten } hy lag heel veel ftil j maar wanneer hem maar 't kleynfte Diertjen aanraakte , floeg hy om zich , als of hy toornig was. Den 5 Juny heeft hy de blaaden t'faamen getrokken , en zich daarin tot ruil: be- geeven i den 18 Juny wierd hy tot een Popjen , en den 16 Auguftus quam 'er een fuik witachtig onruftig Uiltjen uyt. vin. Akeleybloem.' Aqmlegia vel Aqüittna. HEt groene Rupsjen gebruykte deefe Bloemen tot fyne fpyfe , den eerften Augufty hebben zich eenige in gee- le Eyeren gefponnen > en den 1 8 dito , quamen'er fulke fwar- iè ( 8 j tc Vliegen uyt, gelyk alles aan de eene zyde van 'de bloem te fien is. Het bruyn en witte Beesjen met fes pooten, heeft tot fyne fpyfe Luysjes gebruykt. Den i Juny heeft het zich tot een rond wit Ey gefponnen en den zz dito quamen'er fulkc lichtgroene vliegende Beesjes uyt j gelyk 'er hier boven een op het zaat te fien is. I X. 'Dove Netelen. LamiumvelGakopfis florcns. SOodanige groene Rupsjes , waar van 'er eeri op het groe- ne blad kruypt , hebben dit Kruyd tot hunne fpyfe ge- nuttigt , tot in de maand Augufty , als wanneer fe zich in witte Eyeren infponnen , foo als 'er een onder op de ftcel legt. Des anderen Jaars in Mey , zyn.'er foodanige Vliegen uytge- komen, gelyk 'er een boven de Rups gefien word. Het heel kleyne Rupsjen , was geel van couleur, en ver- ciert met roode ftreepjes : het gebruykte het felve Kruyd tot fyne fpyfe. In 't begin van July heeft het zich tot een wit Ey ingefponnen , en op den laatften dito quam'er dit kleyne Kapelletje uyt , gelyk op de bovenfle bloemen alles by malkanderen gefien word. X. Vyge. Ficus* y^Eefe bruyne Rupfen heb ik met Vyge-bladeren gevoed, \_J tot in de Maand Augufly , wanneerle zich in Popjes veranderden, en in de Maand September, quamen'er fulke bruyne Uiltjes uyt. X ï. Ridderlpooren, Confolida Rcgalis. TrvEefe Bloemen zyn de fpyfe , van deefc groene en witte JL/ Rupfen, welke zich den ip Juny tot Poppetjes verandert heb- O hebben , den i f July quam 'er uyt het eene , een fulke groote Vlieg, die zich in het Popjen tot een bruyn Ey ge- maakt hadde , en den zo dito , quam 'er fuiken bruynen Uiltjen uyt. Voor deefèn is van foodanige Verandering verfcheydentlyk gefprooken , wat het doch eygently-k mochte zyn , dat'er foo grooten onderfcheit tuiïchen de Vlieg en het Uiltjen is , en dat het niet wel wefen konde , dat het eene van 't mannelyke en 'c andere van 't vrouwelyke Geflacht (oude zyn j maar eenige Jaaren geleeden heb ik gefien , dat zich Vliegen op fulke Rupfen gefet hebben , en daarop lang zyn blyven fit- ten, ook haar zaat in de Rups, tuflehen haarcleeden hebben ingefchooten } en terwylen zy het vleefch van de Rups tot fpys gebruykten , hebben zy zich daar in tot een bruyn Ey verandert , waar uyt eyndelyk een, foodanige Vlieg voortge- komen is. X I I. Katte- Kruyd. 'Mentha felina vel Nepeta. Ao róSp. den 24 Juny , heeft zich deefe groene Rups , na dat hy van dit Kruyd gefpyft: was , tot een fchoon Popjen verandert, na dat hy dertien daagen ftil geleegen had- ,dej en den f September is het tot een Uiltjen geworden. X I 1 1. Maankoppen of Slaap-Kruyd. 'Papaver. HEt bruyne Wormtjen boven op de knop, heeft de kley- ne Beesjes die men Luysjes noemt gegeeten , tot op den z6 Augufty, als wanneer het zich tot een foodanig Pop- petjen gemaakt heett j in de maand July zyn de andere foo blyven leggen : eyndelyk heb ikfe opgefneeden , en daar in fulke Vliegen gevonden , gelyk'er een op het groene blad te Men is. De fwarte en geele Rups , heeft deefe bloemen tot haare B fpys ( 10 ) fpys gebruykt , tot op den 26" Augufty ïrfpf. als wanneer fe tot een fwart Poppetjen geworden is , en des volgenden Jaars den p Juny , quam'er een foodanig Uiltjcn uyt. X I V. Byenbladt. Melijfa. Ao. 1683. den 14 Juny wierd my deefe houtcouleurdc Rups gefonden tot Schivalbach in Duytfcblandt. Zy was (eer ftil van aardt. Den 2.6 dito fpon zy zich in , en wierd een Popjen, en den pjuly quam'er een foodanig geel Kap- pelletje uyt. Het onderfte Beesjen op het benedenfte groene bladt , ge- bruykte dit bladt tot fyne fpyfe. Na dat het eenige reyfen (yne huyd afgeftroopt hadde, die het geftadig by zich droeg, en fomtyds met fyn achterlyf beefde , als of het benouwt was ; Veranderde het zich , in een foodanige gedaante als daar tegen over te fien is , en wierd den zf Juny i68p. foo hard als hout. Eyndelyk quam 'er in de maand July een foo- danig groen Torretjcn uyt. X V. Onfer Vrouwen Diftel. Carduus Maria. SUlke Rupfen gebruykten defe Diftelen tot hunne fpyfe, tot op den ipjuly, wanneer eene daar van in een Popjen veranderde. De andere bleeven leggen , waar uyt veele kleyne Wormtjes kroopen , die zich tot kleyne Eyertjes in- fponnen : ondertufTchcn (pon de Rups meede alle de kleyne Eyertjes rondom zich by malkanderen , dat 'er gcenc van konden afvallen. Dit gefpin (ach uyt als Cattoen. Tien daage daar aan quamen 'er (ulke kleyne fwarte Vliegen uyt; foo dat, buyten allen twyffel , de Vliegen haar zaat in de Rupfen gelegt hadden. Den 7 Augulty quam'er een fuik fchoon Kapelletje uyt het Popjen, 't welke de Liefhebbers een Diltelvink noemen. XVI. f 1 I \ m r ( II ) XVI. Melde. Atripkx. MEt dit Kruyd heb ik deefe Rups gevoed tot op den 10 Augufty, wanneerfe zich tot een fwart Popjen ver- anderde j en den 24 dito quam'er een Rood Uiltjen uyc. XVII. Haafelnoot. Avdlana. DEn onderften groenen Worm , heb ik op deefe Nooten gevonden , alwaar hy de kleyne Diertjes ot Luysjes heek gegeeten. Den 24 Mey veranderde hy zich in een bruyn Popjen , en den zo Juny quam'er een foodanig fwart Beesjen uyt , gelyk alles by malkanderen op de Nooten tc fien is. Het boven fte groene Rupsjen heb ik den 3 May meede op diergelyke Nooten gevonden. De blaaden daar aan zynde, fponnen zy te faamen , woonden daarin , en liepen feer vaar- dig daarin en uyt : wanneer menfe aanraakte , foo lieten zy zich aan een draad neer } dit duurde tot den 14 dito , wan- neerfe tot Popjes wierden , en den zf dito quamen 'er fulke kleyne Kappeletjes uyt, gelyk boven op te fien zyn. Van diergelyke groene Rupfen , waar van 'er eene onder aankruypt, heb ik 'er veel op defe Vruchten gevonden, cn met de blaaden daarvan gevoed, tot op den 18 Augufty, als wanneer zy een hard gefpin maakten , en daarin bleven leggen, tot op den if April des volgenden Jaars , wanneer foodanige Vliegen daaruyt voortquamen , gelijk'er een op de fteel te fien is. XVIII. Abrikoos. Armeniacum Vomunt. VAn deefe cierlijke Rupfen heb ik'er veel op deefe Vrüge gevonden, welkers blaaden zy tot hunne fpyfe gebruyk- ten, tot op den 18 September 1691. tot Awjisrdam , wan- B z neerlè (■ r* ) neerfe zich felfs infponnen , en tot Popjes wierden. In het eene groeyde een Worm , die zich in een fwarte Vlieg ver- anderde : en des anderen Jaars in de Maand April , quamen'er uyt de andere Popjes foodanige graauwe Uikjes. XIX. Mater of Moeder-Kruyd. Tarthenium, DEefe bruyne Rupfen , hebben dit Kruyd gegeeten tot op den 10 July, wannecrfe zich in Poppetjes verander- den, waaruyt veertien daage daar aan fulke bruyne Uiltjes voortquamen. XX. Irias. Iris hortenfis , latifolia. ■ VAn deefe witachtige Rups, heb ik'er maar eenegehadt, die tot fijne fpys blaauwe Irias gebruykte , en wanneer hy-geene meer konde krygen, heeft hyhet zaat daarvan ge- geeten j op 't laatlt. is hy heel donker blaauvvachtig gewor- den, en heeft den 17 July 1689. fyne huyd afgeftxoopt , die rnet een draad jen aan het Popien hangen bleef. Eyndelijk is 'er den f September een ligt Uiltjen uyt voortgekomen. De groene Rups die op het blad kruypt , heb ik in de aar- de vinden leggen by Irias Wortelen. Den 3 1 Maart i<5£>8. is hy tot een Popjen geworden , en in de volgende maand Juny , is ccn foodanig graauw Uiltjen daaruyt ge- worden. XXI. Braam-beefien-ftruykf Rubens. DE groene Rups die boven kruypt, heb ik met foodanige blaaden gevoed , die hy t'faamen gerolt hadde en waarin hy woonde , fonder daaruyt te komen , als wanneer hy eeten wilde. Op 't laatile wierd hy bruyn. Den 11 Mey fpon hy zich tuflehen de blaaden in, en wierd aldaar tot een Popjen, waaruyt den iz jüny een houtcouleurt Kappelletje voortquam. Dc onderfte groenachtige bruyne Rups , heb ik ook met deefe 20- 3 deefe bkaden gevoed, inde Maand Juny desjaars 1685. tot" Langen Schwalbach. Wanneer men haar aanraakte, foo liet zy wat groen waater van zich , rolde in 'c ronde t'faamen,' en bleef lang foo leggen. Zy was feer ftil van aardt, foo datfe gantfche uuren lang onbeweeglyk ftil leggen bleef. Den 14 Juny veranderde zy in een Popjen, en den zjuly quam'er een foodanig fchoon Uiltjen uyt , van couleur byna als dc Rups die boven op het bloeyfel fit. XXII. Wolfsmelk. tithym'alus. DIergelyke Rupfen wanneerfe noch kleyn zyn , zyn geel en fwart , maar grooter wordende, wordenfe roodtj wanneer menfe aanraakt , foo flaanfe met de kop heen en weer, als ofTe toornig waaren. Van dit foort heb ik 'er veel tot Frankfort gehadt , maar zyn my altyd bedorven , en niet als Vliegen daaruyt voortgekomen. Zy hebben braaf van dit Kruyd gegeeten. A<>. 1684. den 18 Juny , wierden'er weer twee tot Popjes , endenpjuly, bequam ik eyndelyk dit fchoone Uiltjen daarvan , waar van 'er een noch den fel- ven dag een groen Ey.leydé. XXIII. Kamper-foely , of Capri folie. Periclymenus. VAn deefe fchoone groene Rups , heb ik'cr tot Frankfort veele gevonden op Hardreegel en Kamper-foely , waar meede zy haar geneerden. Den 15 Augufty wierd'er een tot een Popjen, en des anderen Jaars den f Juny quam'er een foodanig fchoon Uiltjen uyt. De voorige die ik hadde, zyn' meeft in 't ruyen of vervellen geftorven, of daar zyn fooda- nige Vliegen uytgekomen. Tot Jlmflerdam heb ikfe met: K-amperfoely gefpyft. XXIV. Quee-bloeyfel. Cotonde flos. DEn eerften Mey 1Ó83. heb ik deefe Rups tot Frankfort' aan de Main op Qué'en gevonden, waarmeede ik hem' oek hebbe gevoed. Hy was feer onruftig , geftadig heen en* B 3 weer ( 14 ) vrcer lopende, en at Teer weinig. Den 4Mey maakte hyeen graauw gefpin, en den 24 dito quam 'er een foodanig graauw Uiltien uyt. Ha kleyne bruyne Rupjsen daar tegen over , heeft meede dcefc blaaden gegeeten , heeft zich ook daarin gerolt , en is aldaar op den zójuny tot een Popjen geworden , enden 14 July is het graauwe Kappeletje daar uyt gekomen. XXV. Quee-blaaden. Cotoneoe folia. SOodanigc bruyne en geele Rupfen , heb ik met Quce- blaaden gefpyft ; zy hebben ook Pruymen en Roofcn- blaaden gegeeten, tot op den 28 Mey, wanneer de eene tot een Popjen wierd, na dat hy fijne huyd haddc afgeflxoopt. Wanneer men deefe Rupfen aanraakte , foo blevcnfe fonder beweeging leggen ; des volgenden Jaars den 24 Maart is een foodanig houtcouleurt Uiltje daaruyt voortgekomen : gelyk alles op de eene zyde te fien is. De Rups daar tegen over ftaande , heb ik met Slceboom- blaaden en Quee-blaaden gevoed : maar hy at fecr weinig. Den laattren Mey is het tot een bruyn Poppetjen geworden, en den lojuny is foo een graauw Kappellctjen daar uyt voort- gekomen, gelyk'er boven aan een vliegt. XXVI. Gras Angelieren. Flos Garyophyllorum. OP deefe Bloemen vond ik diergelyke roodgeftreepte kley- ne Rupsjes , waarmeede ikfe tot op den 1 2 Mey tot Neurenberg gevoed heb : zy hebben zich toen in de Bloemen ingefponnen, en zyn daarin tot Popjes verandert geworden, Waaruyt den 26 dito fulke Okercouleurde Torretjes quaamen, gelyk'er op de Bloemen gefïen word. Tot Amflerdam , wierd my een geel en fwart geftreepte Rups gebracht , gelyk'er eene op het groene blad is : die zich aanltonds infpon, foo draa als ikfe op den 22 Juny ge- fchüdert hadde , enden 20 July daaraan volgende, quam'cr een loodanig Uiltje uyt. XXVII. I ( If ) XXVII. Indiaanfchc Kors. Nojiurtium lndicum. Dlergelykc houtcouleurde Rupsjes heb ik met deefe Kors gevoed. Den 1 3 Juny wierden eenige tot Popjes , in de groene blaaden. Den 3 July quam'er 't eerfte Kappelletjen uyt , waarop den 7 dito noch twee volgden, en den 13 dito wederom een ander. XXVIII. Sl. Jans Bloemen of Koedille. Buphthalmum. DTergelyke geele en fwarte Rupfen , hebben deefe Bloe- men gegeeten , tot op den 2$July 1704. wanneerfe zich infponnen , en tot Popjes wierden. Des volgenden Jaars den 24 Mey , quaamen'er fulke roode en fwarte Kappel- letjes uyt, gelyk hier te fien zyn. XXIX. Speer-Kruyd. Phu, vulgo Valeriana. Dit Kruyd is de fpyfe van deefe Rupfen. Den 17 Juny hebben zy een wit gefpin gemaakt, en zyn daarin tot Popjes geworden, en den 29 dito quaamen'er fulke graauwc Uiltjes uyt. De kleyne bruyne Rups heeft zich ingefponnen den 14 October 1704. en des volgenden Jaars, den 24 Mey, is 'er een foodanig bruyn vliegend Kappelletje uytgekomen. XXX. Aalbefien. Uva Urftna. TOt Amjierdam vond ik diergelyke graauwe en witte ge- ftreepte Rupfen , welke de groene blaaden van deefe Befien aaten, tot op den 23 Juny 1706. wanneerfe tot Popjes wierden, en den 24 July quamen'er fulke fchoone bruyne en witte Kappelletjes uyt, ■ XXXL (■16 ) XXXI. Mocrellc Karflèn. Cerafa Plintam. OP deefe Boomen vond ik drie van foodanigc Rupfen., welkers blaaden zy tot hunne fpyfe gebruykten, tot op den 9 Juny , wanneerfe zich tot de verandering begaaven: En als de eerfte tot een Popjen wierd , heeft hem de andere opgegeeten, tot dat'er maar een overbleef, die den 3 July tot een graauw Uiltjen wierd. XXXII. Bloeyende Hey. Erice , florens. DTt Kruydjen waft op dorre heyden , 't welke deefe Rup- fen tot hunne fpyfe gebruyken. Zy hebben zich den if, 16 en 17 Augufty ingefponnen , en des anderen Jaars den 16, 17 en 18 dito, zyn'er tweederly foodanige Uiltjes uyt gekomen , namentlyk Mannetjes en Wyfjes. Het middellte Rupsjcn, zynde fwart met Oranje vlakken, heeft meede het felfde Kruyd gegeeten, tot op den 30 Juny, wanneer het zich aan dit Kruydje valtfpon , en tot een fwart Popjen wierd, en den 16 July , is 'er een foodanig graauw geftreept Uiltjen uytgekomen. De fchoone geftreepte Rups, heeft meede dit Kruydjen gegeeten, als meede (Millefólium of) Duylentbladt j hy was leer gaauw in 't loopen. Den tz Juny heeft hy begonnen een feer hard gefpin te maaken, waarin hy zich tot een Pop- jen veranderde , en wanneer men het aanraakte , heeft het zich veelmaalen omgekeert : en is eyndelyk gantfeh verdroogt. Ik heb daarop het harde gefpin opgefneeden , en daarin ge- vonden foo als hier te fien is. Dit heb ik in Duytfchlandt , als meede tot jimjïerdam alfoo bevonden. XXXIII. Klaaver en Riet-Gras. T rifolium Carex. DE aardcouleurde Worm , op het Klaverblad , word van de Landlieden een Aardworm genoemt': en is feer fcha- delyk 34- 3 c C ( 17 ) delylc voor 't Weylandt , om dat hy de wortelen van 't gras opeet. Hy heeft zich den z den 5 Augully quam'er een fodanig fchoon graauw en rood Uiltje uyt. XXXIX. Willigen bloeyfel. DEefe dubbeld gehoornde Rups , heb ik van Leyden ge- kreegen, alwaarfe op Willigen gevonden is, waarmeede ikfc 37- ( 19 ) . i'kfe ook gevoed hebbe. Wanneer zich maar het minfte ding beweegde, foo trok hy fynen kop in , en hield zich een tyd lang heel fel. Wanneer hy at, foo hield hy fyne twee hoo- rens digt by malkanderen. Somtyds flak hy uyt defe twee hoorens, noch twee weeke roode hoorens uyt, die al foo lang waaren , als de eerftgemelde harde hoorens : deefe beweegde hy van de eene tot de andere zyde, en dan haalde hyfe weer binnen, dat men 'er niets meer van konde fien. Dit duurde tot op den zöjuly, wanneer hy zichinfpon,en des volgenden Jaars in April, quam'er dit Uütjen uyt. X L. Willige-blad. T"\E bovenftc groene Rups gebruykte de Willige-blaaden \_J tot fpyfe. Wanneer men hem aanraakte , foo rolde hy zich aanftonds in malkanderen, en fpatte uyt yder lit , wat helder waater , als of het met een fpuyt gedaan wierd ; en dit foo dikwils als men hem aanraakte; den zo Augufly heeft hy een groot gefpin gemaakt, en desvolgenden Jaars den 2f Juny, quam'er een foodanig geel en fwart Dier uyt , gelyk'er een by de Rups te fien is. De tweede half geel en half groene Rups, heeft ook deefe fpyfe gebruykt, en daarmeede heb ikfe in Vrieflandt gevoed. A°. 1 690. den iojuly, hebbenfe zich na malkanderen in graauwe Eyeren ingefponnen, en deneerften Auguity quamen 'er fulke geele Vliegen uyt , gelyk'er in 't midden gefien worden. Wanneer deefe onderfte fwart en geel geüippelde Beesjes vallen, fop hebbenfe moeyte om weer op te ltaan , vermits zy op den rug vallen: haare fpyfe beftaat in W ater Willigen. Den 2f Juny 1680. hebbenfe zich tot geele Eyeren ingefpon- nen , en den 1 ƒ July zy n'er diergelyke Torretjes uy tgekoomen. X L I Willige-blad. DEefe geel en fwart gevlakte Rupfen , hebben tot haare fpyfe Water- willigen gebruykte. Den 27 Augufty 1689. C 2 heb- ( io ) hebbenfe twaalf dagen lang geleegen, tot datfe haare huyd afftroopten, en tot fchoone groene Popjes wierden , die bin- nen vier uuren bruyn waaren : en den n Meytotin de maand Juny , zyn deefe fchoone Uiltjes daaruyt gekomen > welke groene Éycrtjcs leyden. Diei gelyke donker graauwe Beesjes , gelyk'er hier onder een met fyne Verandering re fien is , heb ik den 4 Juny op Willigen gevonden j diefe tot haare fpyfe nuttigden: zyaaten alleen het bovcnfte fap van de blaaden, foo dat de blaaden in haar geheel bleeven. Den 1 1 Juny hebbenfe zich ergens aan een blad of Heel vaftgehegt , en zyn alfoo verandert , tot dat 'er den Z4 Juny foodanige donker groene Torretjes uy t voort- quamen. XLI I. Geelè Roofen* Rofa. SOodanige Rupfen gebruyken- Roofenblaaden tot haare fpy- fe. Wanneerfe zich in July infpinnen , foo komen noch in de maand Augufty de Uiltjes daaruyt. Maar wanneerfe zich in Augufty infpinnen, foo blyvenfe leggen, tot het vol- gendejaar in July, en dan komen 'er de Uiltjes eerfl uyt. In fommige Popjes zyn ook Wormen gegroeyt , die aanftonds tot bruyne Eyeren veranderden , en veertien daage daarna quamen'er fulke Vliegen uyt. XLIH. Roofen. Rofa. HEt bovenflc geele Rupsje heeft Roofen gegeeten, tot op den 14 July, wanneer liet zich met de overige tot witte Eyeren infpon , en den 4 Augufty zijn'er fulke Vliegen u)t- gekomen. De onder (te groene Rups gebruykte ook Roofen tot haare fpys. Den 1 1 Mey hebben zich cenige daarvan in de blaaden ingefponnen, en wierden tot Popjes -f waaruyt den 14 Juny fulke lichte Okercoulcurde Kappelletjes voortquamen. Van dit half groen en half roofe couleurt Rupsje, dat op de knop kruypt, heb ik'er veele op Roofen gevonden , welkess blaaden fff m \~ '/ ( n ) blaadcn zy tot haarc fpijfe gebruykten. Den f Mey hebben zy haare couleur in groen verandert en zijn tot Popjes gewor- den , waaruyt den zi dito fulke bruyne Kappelletjes voorD- quamen. XL IV. Roofen. Rofa. VAn de kleynfte groene Rups, heb ik'er veele op Rooien gevonden, enfe daarmeede gevoed. Den iz Mey wier- den zy tot bruyne Popjes j en den 6 April des navolgenden Jaars, quamen'er fulke Kappelletjes uyt, gelijk'er een boven de Rups te ficn is. De bovenfte bruyne Rups , heb ik ook met Roofenblaaden gefpyft, A°. 1684. den zo Mey tot op den 6 Juny , wanneer hy zich in een donker roode couleur veranderde. Den 9 Juny maakte hy een gefpin, waarin hy tot een Popjen wierd : cn den zpdito ifler eenfoodanig Kappelletje uytgekomen, gelijk 'er een boven de Rups gefien werdt. XLV. Roofen. Rofa. HEt hangende groene Rupsjen, eet meede Roofen. Dit foort kruypt menigmaalen op de rug, en laaten zich aan een draatjcn, dat uyt haar mond gaat, op en af. Den 10 Mey wierd het tot een Popjen, enden 18 dito tot een fwarte Vlieg, De groote groene Rups gcbruykte ook Roofen tot haarc fpijfe. Den zi Mey, Ürooptefe haare huyd af , en wierd tot een Popjen : waaruyt veertien dagen daarna , een ükercou- leurt Uütjen voortquam. XL VI. Abeeleblaaden. Ahiegna folia. DIergelyke graauwe Rupfen, heb ik in 't eerfl: voor geene Rupfen aangefien , om datfe heel ftil , fonder zich te verroeren, onder aan de blaaden in malkanderen gekrinkelt faaten, en niets anders als vogelsdrek te zijn , fcheenen. Jk C 5 hebfe ! « ) hebfe met Abeeleblaaden in Vriefland gevoedt. Den 25 Sep- tember heeft een daarvan een bladt foo vaft aan malkanderen gelponnen, als of het t' faamen gelymt was ; waarin hy zich tot een Popjen veranderde. De andere die ik hadde, hebben een gewoonlyk gefpin gemaakt, waarinfetot Popjes wierden. Den 14 April des volgenden Jaars, quam'er het eerfte Kap- pelletje uyt , waarop de andere in de maand Mey volgden: en ligtgroene Eyeren leyden. Het Kappellctjen is onder de Rups te fien. De groene Rups heb ik te gelyk met de bovengemelde gramiwe , op defclve Boomen gevonden. Den 18 Augufty leyde hy zich ftil neer, ftroopte fijne huyd af , en wierd een Popjen, fonder te fpinnen. Des volgenden Jaars den 14 April, quam'er het eerfte Uiltjen uyt, en de andere eerft inde maand Mey daaraan volgende, gelijk' er een op het bovenfte groene blad te fien is. XL VII. Winde of Wrange. Convolvulus. VErmits 'er op het voorgaande blad , de fpys van alle defe laatfte Rupfen {iaat, en dit maar een Wilde boom is , foo heb ik deefe laatfte blaaden met Bloemen verderen wil- len , niet twyffelende of het fal aan de Liethebbers aange- naam zyn. Deefe bruyne Rups heeft den 20 Juny een geel gefpin ge- maakt, en is daarin tot een bruyn Popjen geworden , waar- oyt den 14 July dit Oranjecouleurt Uiltjen vooitquam. XLViir. Goudts-bloemen. Chaltha. "pvEcfe geele Rups heeft Abeeleblaaden gegeeten, tot inde 1_J maand September. Den if Juny des volgenden [aars, quam'er een bruyn Uiltje uyt j na dat hec eerft in een bruyn Popjen verandert was. Dier- ( *J ) Diergelijke Beesjes, gelijk'er een op het groene blad fit, gebruyken de kleyne Luysjes tot haare fpyfe. In 't begin van Juny hebben zy zich tot Popjes verandert , en op 't eynde defer maand, quamen'er een fodanige geele Torretjes uyt. Het onder fte bruyne Diertjen, houd zich in 't waater op , tot in de maand Juny , wanneer het op 't land kruypt : en dan komt'er foodanigen vliegendt Beesjen uyt , gelyk'er een naait aan op het blad fit. XLIX. Granaat-bloem. Flos mali Punici. DE bovenfte Rups , heb ik met Abeeleblaaden gefpyft. A